summaryrefslogtreecommitdiff
diff options
context:
space:
mode:
-rw-r--r--.gitattributes4
-rw-r--r--LICENSE.txt11
-rw-r--r--README.md2
-rw-r--r--old/69680-0.txt2786
-rw-r--r--old/69680-0.zipbin42396 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/69680-h.zipbin290414 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/69680-h/69680-h.htm4243
-rw-r--r--old/69680-h/images/bilz1.pngbin23458 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/69680-h/images/bilz2.pngbin39479 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/69680-h/images/lordlister.pngbin36856 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/69680-h/images/lordlister0018-front.jpgbin119285 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/69680-h/images/p0018-01.pngbin15541 -> 0 bytes
12 files changed, 17 insertions, 7029 deletions
diff --git a/.gitattributes b/.gitattributes
new file mode 100644
index 0000000..d7b82bc
--- /dev/null
+++ b/.gitattributes
@@ -0,0 +1,4 @@
+*.txt text eol=lf
+*.htm text eol=lf
+*.html text eol=lf
+*.md text eol=lf
diff --git a/LICENSE.txt b/LICENSE.txt
new file mode 100644
index 0000000..6312041
--- /dev/null
+++ b/LICENSE.txt
@@ -0,0 +1,11 @@
+This eBook, including all associated images, markup, improvements,
+metadata, and any other content or labor, has been confirmed to be
+in the PUBLIC DOMAIN IN THE UNITED STATES.
+
+Procedures for determining public domain status are described in
+the "Copyright How-To" at https://www.gutenberg.org.
+
+No investigation has been made concerning possible copyrights in
+jurisdictions other than the United States. Anyone seeking to utilize
+this eBook outside of the United States should confirm copyright
+status under the laws that apply to them.
diff --git a/README.md b/README.md
new file mode 100644
index 0000000..2c7908b
--- /dev/null
+++ b/README.md
@@ -0,0 +1,2 @@
+Project Gutenberg (https://www.gutenberg.org) public repository for
+eBook #69680 (https://www.gutenberg.org/ebooks/69680)
diff --git a/old/69680-0.txt b/old/69680-0.txt
deleted file mode 100644
index 55e1d4f..0000000
--- a/old/69680-0.txt
+++ /dev/null
@@ -1,2786 +0,0 @@
-The Project Gutenberg eBook of Lord Lister No. 0018: Het geheim van
-de verminkte kinderen, by Kurt Matull
-
-This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and
-most other parts of the world at no cost and with almost no restrictions
-whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms
-of the Project Gutenberg License included with this eBook or online at
-www.gutenberg.org. If you are not located in the United States, you
-will have to check the laws of the country where you are located before
-using this eBook.
-
-Title: Lord Lister No. 0018: Het geheim van de verminkte kinderen
-
-Authors: Kurt Matull
- Theo Blakensee
-
-Release Date: January 1, 2023 [eBook #69680]
-
-Language: Dutch
-
-Produced by: Jeroen Hellingman and the Online Distributed Proofreading
- Team at https://www.pgdp.net/ for Project Gutenberg
-
-*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK LORD LISTER NO. 0018: HET
-GEHEIM VAN DE VERMINKTE KINDEREN ***
-
-
-
-
- LORD LISTER
- GENAAMD RAFFLES
- DE GROOTE ONBEKENDE.
-
- NO. 18 HET GEHEIM DER VERMINKTE KINDEREN.
-
-
-
-
-
-
-
-
-HET GEHEIM VAN DE VERMINKTE KINDEREN.
-
-EERSTE HOOFDSTUK.
-
-DE MISLUKTE INBRAAK.
-
-
-„Ik zou wel eens willen weten,” zei lord Lister tegen zijn vriend
-Charly Brand, „waar de millioenen van den heer Pigott vandaan komen. Ik
-herinner mij niet, dat de man ooit de een of andere zaak heeft
-gedreven. Ook hoorde ik nooit, dat hij uit Indië of Afrika een rijke
-erfenis heeft gekregen. Hij komt niet aan de Beurs, is ongetrouwd en
-heeft in de tien jaren, dat ik hem ken, niets anders uitgevoerd dan
-goed te eten, te drinken en te wonen. De een of andere sport of andere
-bezigheid, waarmee hij z’n tijd doodt, kent hij niet. Ik moet dat
-geheim toch zien te doorgronden.”
-
-Lord Lister zat, terwijl hij deze woorden sprak, in een makkelijken
-fauteuil voor den schoorsteen van zijn huis in Londen.
-
-In deze woning bracht John Raffles, de Groote Onbekende, zijn vacantie
-door. Hij had het huis gestoffeerd met allerlei kunstschatten uit vele
-landen en er was wellicht geen tweede persoon te vinden, wiens woning
-zoo weelderig was ingericht als die van lord Lister.
-
-De vensters aan den voorkant der straat van Regent-Park waren dicht
-gesloten en alleen het gedeelte waar onder in het gebouw de oude
-vertrouwde bediende woonde, toonde aan, dat het huis bewoond was.
-
-Aan den achterkant lag een klein, keurig aangelegd park en hier waren
-alle vensters geopend om de milde winterlucht te laten binnenkomen. Van
-af het balkon kon Raffles de villa van Pigott zien; het huis schemerde
-ter linkerzijde door de boomen.
-
-Charly Brand, de secretaris van lord Lister, had zijn lectuur gestaakt
-en opmerkzaam geluisterd naar wat hem zijn vriend en meester vertelde.
-Hij keek eens naar het huis en antwoordde:
-
-„Ik geloof, Edward, dat de meeste menschen, die hier in Regent-Park in
-vorstelijke woningen huizen, hun vermogen op vreemde wijze verworven
-hebben.”
-
-„Ongetwijfeld,” antwoordde Raffles. „Maar deze Pigott boezemt mij
-bijzonder veel belang in; ik zal hem daarom eens een bezoek gaan
-brengen, want ik kan mijn nieuwsgierigheid niet meer bedwingen, ’t Is
-nu vijf uur, we zullen nog een uurtje wachten, en zoodra het heelemaal
-donker is, eens de woning van den millionnair wat nader gaan
-beschouwen.”
-
-Het liep tegen zeven uur, toen Raffles op weg toog met Charly Brand.
-Beiden waren hoogst eenvoudig gekleed, terwijl ze hun gelaat vermomd
-hadden. Zonder de minste moeite sprongen ze over het hek, dat het
-grondgebied van Pigott scheidde van dat van Raffles.
-
-Ook de villa van Pigott lag in een parkachtig aangelegden tuin, die
-echter dubbel zoo groot was als de tuin van Raffles. Voorzichtig slopen
-zij door de bosschages, terwijl de Groote Onbekende naar alle kanten
-loerde. Een breede trap leidde uit het park naar een groote veranda,
-die gedeeltelijk door een marquise gesloten was. Daardoor kon John
-Raffles niet zien of er zich iemand in de serre bevond. Een oogenblik
-bleef het tweetal staan, en dat was heel verstandig, want een bediende
-kwam de serre binnen en zette een schemerlamp met rose zijden kap op
-een tafeltje neer, waarna hij weer heenging. Uit het huis weerklonken
-stemmen, doch niemand verscheen.
-
-Bijna twee uur lagen Raffles en Charly Brand op de loer, totdat de
-bediende weer kwam en de lamp meenam. Ergens in de buurt sloeg een klok
-tien uur en de villa was nu in volledige duisternis gehuld.
-
-„Vooruit,” fluisterde John Raffles, „laat ons nu de veranda
-binnensluipen.”
-
-Als katten kropen zij de trap op. Daar stiet Charly Brand tegen een
-tafeltje, waardoor eenig gedruisch ontstond. Lord Lister bleef een
-oogenblik onbeweeglijk staan en stiet fluisterend een vloek uit, toen
-plotseling door iemand het electrische licht in de veranda werd
-opgedraaid en drie mannen met revolvers in de hand op den secretaris
-toesprongen.
-
-De Groote Onbekende overzag oogenblikkelijk den geheelen toestand. Hij
-stond in een vensternis van de veranda, waar de mannen hem niet
-dadelijk ontdekken konden.
-
-„Vervloekte schelm!” schreeuwde Pigott, terwijl hij den indringer een
-revolver onder den neus duwde, „ik heb je al beloerd, toen je twee uur
-geleden mijn park bent binnengeslopen. Je kunt mij niet voor den gek
-houden. Knevelt hem en roept de politie. Doe hem ook het masker voor
-het gezicht weg.”
-
-Charly Brand weerde zich als een wanhopige, maar het hielp hem niets.
-Tien minuten later was hij stevig gebonden.
-
-„Waar is je medeplichtige? Spreek op, jullie waart toch met je beiden?”
-
-Charly beet zich op de lippen.
-
-„Legt de schurk ergens in een hoek neer en laat ons dadelijk zijn maat
-opzoeken, misschien vinden we hem nog,” riep Pigott vol ijver uit, toen
-Charly hem niet antwoordde. „Wacht maar, kereltje, jou zal de lust wel
-vergaan om hier nog eens in te breken. Brengt hem in huis.”
-
-De beide bedienden deden, wat hun bevolen werd en sleurden Charly, die
-zich opnieuw verdedigde, het huis binnen.
-
-De millionnair vond er bij deze gelegenheid het grootste genoegen in om
-den weerlooze onophoudelijk in den rug te stompen. Charly werd naar de
-studeerkamer gebracht en daar op het tapijt neergelegd, terwijl Pigott
-opnieuw beval een politieagent te halen.
-
-In hetzelfde oogenblik hoorde Charly Brand plotseling een zonderling
-geluid. Hij lag met het rechteroor dicht op het tapijt en daardoor
-drongen wonderlijke klanken tot hem door. Het was, alsof kleine
-kinderen, die erge pijn hadden, schreiden. De secretaris spande zich in
-om goed te kunnen hooren. Hij vergat geheel en al zijn hachelijke
-positie en deed alle moeite om te vernemen, waar de geluiden vandaan
-kwamen.
-
-Eerst dacht hij, dat het katten of honden waren, maar toen hoorde hij
-door het tapijt heen de heesche stem van een vrouw, die met een vloed
-van scheldwoorden het schreien overstemde.
-
-„Ellendige schooiers, leelijke schreeuwbek, miserabele kattekop!”
-
-Charly Brand dacht eerst, dat de kinderen van den millionnair zoo
-schreiden, maar dat was onmogelijk.
-
-Terwijl de secretaris over het geheim nadacht, was een der bedienden
-voor het huis gegaan, waar hij een surveilleerenden politie-agent
-aanriep om een in huis verborgen inbreker te arresteeren. Toen de
-politieagent binnentrad, kwam Pigott hem reeds tegemoet en zei, op
-Charly Brand wijzend:
-
-„Die man daar wilde Raffles nadoen, maar wij hebben het hem belet.
-Neemt hem mee naar Scotland Yard, opdat hij daar zijn rechtmatige straf
-zal ondergaan.”
-
-„Allright,” antwoordde de politiedienaar, die op Brand toetrad en hem
-een duw in de ribben gaf.
-
-„Sta op!” beval hij, „ik zal je een armbandje omdoen, want van zoo’n
-schat als jij bent moet men zich goed verzekeren.”
-
-Hij haalde een paar boeien te voorschijn en sloot ze om Charly’s
-polsen.
-
-„Ja, ja,” lachte Pigott en hij duwde den secretaris een diamanten ring
-onder den neus, „kan ik je misschien ook met zoo’n steentje dienen?”
-
-„Vooruit!” beval de agent en stiet den geboeide voor zich uit, waarmee
-hij het huis verliet.
-
-Het was intusschen nacht geworden, maar de geboeide bemerkte toch, dat
-de agent hem niet stadwaarts, maar naar den kant van het park leidde.
-En nog meer verbaasde hij zich, toen de agent voor het huis van John
-Raffles bleef staan, haastig omkeek, naar beide kanten, een sleutel te
-voorschijn haalde, de deur opende en Brand naar binnen duwde. Hij zelf
-trad nu ook binnen en sloot de deur achter zich.
-
-Charly Brand wist niet, wat hij van deze geschiedenis moest zeggen.
-Zijn verbazing steeg nog meer, toen de agent naar de studeerkamer van
-zijn vriend ging en dit helder verlichte vertrek opende.
-
-In hetzelfde oogenblik hoorde Charly de lachende stem van Lister, die
-uitriep:
-
-„Well, my boy, kom eens hier en steek een sigaret op. Als ik je eerst
-de boeien heb afgenomen.”
-
-Charly keek verbaasd op, toen die woorden door den agent werden
-uitgesproken, die nu behendig de boeien losmaakte en daarna in den
-fauteuil voor den schoorsteenmantel ging zitten, waar hij een paar uur
-geleden het plan had geopperd om een bezoek te brengen aan het huis van
-den millionnair Pigott.
-
-„Dat was een aardig uitstapje,” zei hij, een sigaret opstekend, „over
-een half uur zal ik het nog eens probeeren.”
-
-„Ik bedank er voor,” antwoordde zijn vriend, „ik ben blij, dat ik er
-met een paar blauwe plekken ben afgekomen. Zou je je valschen baard nu
-niet afnemen, Edward?”
-
-„Natuurlijk,” antwoordde Raffles, „dat had ik bijna vergeten.”
-
-Hij deed den baard af en had nu weer het gladgeschoren gelaat met den
-spottend lachenden trek om den mond.
-
-„Ik waande mij al verloren, Edward. Hoe heb je mij zoo gauw kunnen
-verlossen?”
-
-„Heel eenvoudig. Tijdens de worsteling tusschen jou en je aanvallers
-lette niemand op mij en ik kon ongemerkt ontkomen. Ik hoorde, dat
-Pigott om een politie-agent riep en toen was het voor mij makkelijk
-werk. In een paar minuten was ik hier, verkleedde mij als politie-agent
-en wandelde zoolang voor het huis van Pigott heen en weer, dat de
-knecht mij in huis riep om je te arresteeren.
-
-„Nu ben ik van plan, dien Pigott nog eens te bezoeken. Die kerel is
-ongetwijfeld een schurk.”
-
-„Waarom denk je dat?”
-
-„Heel eenvoudig! Die beide bedienden van Pigott zien er, ondanks hun
-prachtige livrei, als een paar echte galgenvogels uit. Dat zijn zeker
-een paar handlangers, die hun opleiding in Whitechapel ontvangen hebben
-en ik durf wedden, dat ze minstens tien keer de strop verdiend hebben.—
-— —Ik moest me al heel erg in dat tuig vergissen, als het geen
-spitsboeven zijn, waarvan ik een even groote vijand ben als inspecteur
-Baxter van Scotland Yard.”
-
-„Je kunt wel gelijk hebben,” antwoordde Charly, „ook mij is iets
-bijzonders opgevallen. Toen ik op het tapijt lag in Pigott’s
-studeerkamer, hoorde ik uit een vertrek onder mij duidelijk het
-schreien van kinderen en een vrouwenstem, die de kleinen met de
-gemeenste vloeken tot kalmte trachtte te brengen.”
-
-John Raffles boog zich over naar Charly en zijn oogen schoten vonken.
-
-„Vertel mij nog eens, wat je gehoord hebt,” zei hij.
-
-Charly deed het en toen hij had uitgesproken, sprong John Raffles
-vertoornd op.
-
-„Zoo’n schurk!” riep hij uit, „ik vermoedde, dat er in het huis van mr.
-Pigott voor mij wel een en ander te doen was. Dezen nacht nog zal ik
-mij zekerheid verschaffen.”
-
-Hij ging nu naar een deur, die achter een portière verborgen was en die
-slechts voor ingewijden was te bereiken. In een kamer daarachter hingen
-wel honderd kostuums en voor een grooten spiegel stonden vele doozen
-met alle soorten schmink; daarnaast lagen op een marmeren plaat
-allerlei pruiken en baarden. Het vertrek zag er uit als de kleedkamer
-van een acteur.
-
-John Raffles deed de uniform uit en nam een zwart wollen tricot, dat
-hem in den donkeren nacht bijna onzichtbaar maakte. Hij trok het aan en
-verborg het gelaat achter een nauwsluitend zwart masker. Toen nam hij
-een klein taschje, opende het en keek den inhoud na.
-
-Op het eerste gezicht hield men den inhoud voor de instrumenten van een
-dokter, kleine tangen, scharen en messen lagen naast elkander, terwijl
-aan den anderen kant kleine fleschjes en een pakje gaas lagen. Dit
-taschje echter diende niet voor operaties als hierboven bedoeld, maar
-bevatte de werktuigen van den vermetelen gentleman-dief.
-
-Met de kleine loopertjes en tangen, die van het beste staal gemaakt
-waren, opende de Groote Onbekende ieder slot. In de zilveren flesschen
-was olie en chloroform. Het verbandgaas diende om er deze vloeistoffen
-op te druppelen.
-
-Met een zwartlederen armband gespte lord Lister dit taschje aan zijn
-linkerarm, zoodat hij het niet behoefde te dragen en aldus uitgerust,
-verliet John Raffles de kleedkamer. Hij reikte Charly Brand de hand en
-sprak:
-
-„Het kan zijn, dat ik tot morgenavond uitblijf, wees niet ongerust, my
-boy.”
-
-„Groet Pigott van mij en wees voorzichtig”, antwoordde Charly.
-
-„Ik hoop het waar te nemen”, lachte de Groote Onbekende en verdween
-langs zijn balkon in den donkeren nacht.
-
-
-
-
-
-
-
-
-TWEEDE HOOFDSTUK.
-
-RAFFLES AAN HET WERK.
-
-
-In de prachtig gemeubelde eetkamer van den millionnair Pigott zat deze
-met zijn beide bedienden en een bejaarde vrouw met afzichtig uiterlijk
-aan tafel. Er heerschte een uitgelaten stemming.
-
-„Hahaha” lachte de millionnair met vette stem, „die kerel hebben we er
-goed van langs gegeven.”
-
-„Het had voor ons wel eens slecht kunnen afloopen,” antwoordde een der
-bedienden. „Wij moeten er op passen, dat we niet weer visite ontvangen
-van iemand, die wel eens in deze zaak zou kunnen neuzen!”
-
-„Daar moeten we zeker voor oppassen”, antwoordde Pigott, „we zijn
-verloren als ons zaakje door iemand wordt ontdekt.”
-
-„Proost”, riep het leelijke wijf, dat tegenover Pigott zat, „niemand
-zal ooit iets ontdekken. Welke spitsboef zou er ooit aan denken om in
-den kelder van een huis naar rijkdommen te zoeken? Ons zaakje bloeit
-veilig in ’t verborgen.”
-
-„Ha!”, lachte Pigott, „wie zou ons nu iets kunnen bewijzen. Ik sta
-bekend als een weldoener en als de politie op het dozijn verminkte
-kinderen, die wij in den kelder verplegen, opmerkzaam gemaakt zou
-worden, dan zou ik ze vertellen, dat ik die arme schepseltjes uit
-louter menschlievendheid opvoed.”
-
-„Leve de weldoener”, krijschte het wijf, haar wijnglas opnieuw vullend
-en de anderen tot drinken aanmoedigend.
-
-In hun uitgelaten stemming sloegen zij er geen acht op, dat een zwarte
-schaduw geluidloos achter de portière van de deur gleed.
-
-Het was John Raffles, die door een openstaand venster onbemerkt was
-binnengeklommen en nu het gesprek afluisterde.
-
-Terstond begreep de Groote Onbekende, dat hij zich niet vergist had en
-dat de zoogenaamde bedienden niet anders waren dan de medeplichtigen
-van een schurk. Hij was er nog niet achter gekomen, welke misdaden hier
-werden bedreven en waarom de millionnair die verminkte kinderen in den
-kelder hield opgesloten. Hij moest zich naar het verblijf onder de
-straat begeven om daar ter plaatse zijn onderzoekingen voort te zetten.
-
-Geruischloos sloop hij weg en ging langs de spaarzaam verlichte trappen
-naar den kelder. Een ijzeren deur sloot de benedenwoning van het
-overige gedeelte af. Tevergeefs zocht Raffles naar een slot; er was
-niets dergelijks te ontdekken en toch moest de deur geopend kunnen
-worden.
-
-Lord Lister wendde al het mogelijke aan doch de zware deur week niet.
-Hij besloot toen van buitenaf door het keldervenster zijn weg te
-zoeken. Toen hij echter langs de trappen naar boven wilde terugkeeren,
-hoorde hij, dat het wijf met een der bedienden van boven kwam. Hij
-moest het tweetal dus ontmoeten. De trap was, zooals gezegd, slechts
-matig verlicht en in het halfdonker smeedde Raffles een plan. Zijn
-elasticiteit stelde hem in staat vier trappen te gelijk op te gaan en
-als een bliksemstraal vloog hij langs het tweetal. In het volgend
-oogenblik reeds was hij verdwenen.
-
-De oude begon luidkeels te gillen en greep in doodsangst den arm van
-den knecht beet.
-
-„Wat was dat José?” riep zij uit, „heb je dat spook gezien, dat ons
-voorbijvloog?”
-
-„Och, je bent dronken, Mary en ik zal ook te veel brandy gedronken
-hebben. We hebben ons vergist, het was onze eigen schaduw, die het
-licht van boven afwierp.”
-
-„Neen, neen, het was geen vergissing, het was een spook, want het
-stootte mij op zij, ’t was de zwart verbrande duivel.”
-
-„Je bent zóó dronken, Mary, dat je de maan houdt voor een
-zonsverduistering. Maar ga nu mee aan ’t werk.”
-
-Het wijf liep met knikkende knieën de trappen af en toen zij onder aan
-de deur stond en naar boven keek, gilde zij opnieuw ut doodsangst en
-riep uit:
-
-„Daar is het weer, José.”
-
-De bediende keek achter zich, maar hij kon niets ontdekken, want
-Raffles, die een oogenblik over de trapleuning had gezien, had zich
-bliksemsnel teruggetrokken.
-
-„Als je nog eens zoo schreeuwt, Mary, dat iemand hooren en zien
-vergaat, dan word ik grof tegen je. Ik zal het zeker aan mr. Pigott
-vertellen, opdat hij je ’s avonds geen brandy meer geeft.”
-
-John Raffles keek opnieuw heel voorzichtig over de trapleuning en zag
-nu, hoe José op een knop drukte, die op een trede was aangebracht en
-die naar een electrische geleiding voerde, waardoor de deur geopend
-werd.
-
-Toen José dat had gedaan, zakte de ijzeren deur in den grond en werd
-een tweede deur zichtbaar, die het wijf met een sleutel opende.
-
-Zij kwamen nu in een donkere gang. Raffles zag, hoe zij de deur sloten
-en toen verrees ook weer de ijzeren deur uit den bodem en sloot zich
-weer op dezelfde plaats.
-
-Geruischloos vloog de Groote Onbekende nu weer naar beneden en
-probeerde voorzichtig de deur te openen.
-
-Zonderling!
-
-Hoewel hij den knop neerdrukte, scheen de electrische geleiding niet te
-werken en bleef de deur boven. Na verscheiden vergeefsche pogingen kwam
-hij tot de conclusie dat het onmogelijk was, zich toegang te
-verschaffen, daar het tweetal aan den anderen kant de batterij had
-uitgeschakeld. Hij moest dus probeeren om van buiten af zich toegang te
-verschaffen tot de kelderruimte.
-
-Ongemerkt verliet hij het huis en sloop er omheen, maar hij zocht
-tevergeefs naar een keldervenster. De openingen, die vroeger daarvoor
-hadden bestaan, waren toegemetseld. Raffles begreep dit uit de nieuwe
-kalk, die in de openingen was gesmeerd en begreep, dat deze maatregel
-was genomen om een misdaad voor de wereld te verbergen.
-
-Uit zijn tasch nam hij nu eenige instrumenten en zette een draaiboor op
-de toegemetselde plaats en als een vlijmscherpe diamant vloog het staal
-door de kalk alsof dit weeke boter was. Hij had eenigen tijd noodig,
-voordat de boor het werk gedaan had en nu kon John Raffles door een
-kleine opening in het keldergewelf zien. Hij ontdekte een zwak
-lichtschijnsel. De misdaden werden naar alle waarschijnlijkheid in een
-ander gedeelte bedreven.
-
-Een walgelijke lucht kwam Raffles door de kleine opening tegemoet. In
-een lijkenkelder kon de lucht niet verpestender zijn.
-
-Nu hoorde hij duidelijk de stem van het wijf:
-
-„Breng de blaag hier, José, ik kan daar zoo slecht zien en bij het
-uitsteken van de oogen komt het er precies op aan, anders krepeert het
-wurm dadelijk!”
-
-Als door een adder gestoken tuimelde lord Lister achteruit.
-
-Wat voerde dat wijf daar uit. Hij kon zich het vreeselijke niet
-voorstellen. Zijn zoo algemeen bekende koelbloedigheid liet hem in den
-steek, toen hij er aan dacht, dat men op slechts eenige meters afstand
-van hem verwijderd een kind het beste ontnam, dat het bezat, het licht
-der oogen.
-
-Hij spande zich nu opnieuw in om door de kleine opening in het
-keldergewelf te kunnen zien en nu ontwaarde hij duidelijk het wijf en
-den bediende, die José genoemd werd en die een kind, in lompen gehuld,
-en hoogstens één jaar oud, op den arm droeg.
-
-„Houd het hoofd vast,” riep het wijf, „het wurm verzet zich!”
-
-Het hart stond Raffles bijna stil. Wat daar gebeurde was te erg.
-
-Het wijf maakte in een lamp, die zij in de hand hield, een breinaald
-gloeiend en stak het kind de oogen uit.
-
-Bijna gelijktijdig met het kind stiet John Raffles, de man met de
-stalen zenuwen, een kreet van ontzetting uit en deinsde hij terug,
-alsof hij zelf de gloeiende breinaald in zijn gelaat had gevoeld.
-
-John Raffles dacht eenige seconden na.
-
-Dat was wel het vreeselijkste, wat hij ooit beleefd had. Wat zou hij
-doen? De politie waarschuwen? Die zou Pigott niets kunnen bewijzen,
-want hij zou doodgewoon verklaren, dat hij de ongelukkige, verminkte
-kinderen alleen uit weldadigheid had opgenomen.
-
-Zijn kreet moest in huis zijn gehoord, want op de eerste etage werd een
-venster geopend en Pigott’s tronie verscheen naast dat van den tweeden
-bediende.
-
-„Ik heb al zoo vaak gezegd,” hoorde de Groote Onbekende de stem van
-Pigott, „dat wij honden moeten houden.”
-
-Voor de eerste maal vervloekte Raffles zijn baantje. Als hij nog lord
-Lister was geweest, zou een enkel woord van hem voldoende zijn geweest
-om dit misdadigersnest uit te roeien.
-
-Maar nu?
-
-Men zou hem niet gelooven en hem bovendien arresteeren. Maar
-desondanks—de misdaad was zoo vreeselijk en het lijden der onbekende
-slachtoffers zoo afschuwelijk, dat hij besloot, als hij zijn doel niet
-bereikte, om de misdadigers te straffen, naar den eersten den besten
-rechter te gaan en daar te vertellen, wat er in de villa geschiedde, al
-zou men hem ook arresteeren. Voor alles echter besloot hij persoonlijk
-naar Pigott toe te gaan.
-
-Opnieuw sloop hij het huis binnen en verborg zich in den salon, daar
-Pigott nog niet naar zijn slaapkamer was gegaan. Bijna twee uren bleef
-hij er achter een gordijn verborgen staan, totdat in huis allen zich
-ter ruste hadden begeven. Toen kwam hij te voorschijn.
-
-De slaapkamer van den millionnair lag op de bovenste verdieping en met
-groote handigheid gelukte het Raffles, de sloten geruischloos te openen
-en binnen te treden.
-
-In de kamer brandde een blauwachtig licht, dat een spookachtig
-schijnsel over het vertrek wierp. In een kostbaar bed sliep de
-millionnair en aan het hoofdeinde van de legerstede zag Raffles een in
-den muur gemetselde geldkast. Met een tevreden lachje op zijn gelaat
-lag de halfdronken deugniet in de zijden dekens, terwijl in zijn
-onmiddellijke nabijheid onschuldige kinderen de ondragelijkste smarten
-verduurden. Nog wist de Groote Onbekende niet, waarom die kinderen
-verminkt werden; hij moest het geheim oplossen, voordat de millionnair
-zijn rechtmatige straf kreeg.
-
-Lord Lister opende nu het taschje, nam daaruit een stuk verbandgaas en
-drenkte dit met chloroform. Daarna legde hij het verdoovingsmiddel op
-het gelaat van den slapende, waardoor van dezen mond en neus werden
-bedekt.
-
-Aandachtig luisterde Raffles naar de ademhaling van den slapende om te
-hooren, wanneer deze onder narcose zich bevond. Toen hij er zich van
-overtuigd had, dat Pigott onder zware verdooving lag, nam hij hem het
-gaas van het gelaat en wierp het op het tapijt. Hij trok na verscheiden
-diamanten ringen van de vingers van den slapende en ging daarop voor de
-geldkast, die hij met zijn loopers opende. Een bedrag van 60,000 pond
-sterling in bankpapier en goud viel hem in handen, maar tevergeefs
-doorzocht hij de brandkast om papieren te vinden, die eenige
-opheldering konden geven over die ontzettende misdaden.
-
-Slechts een klein briefje viel hem in handen, waarin eenige honderden
-namen waren genoteerd en achter deze namen stonden sommen van 1000–2000
-pond vermeld. Ook dit briefje nam de Groote Onbekende met zich mee.
-Toen ging hij naar een klein tafeltje, dat voor het bed stond, nam een
-blad papier, pen en inkt en schreef:
-
-
- „Mr. Pigott, ge zijt de grootste schurk, die er op aarde rondloopt.
- Ik ben u op het spoor. Neem u in acht.
-
- JOHN C. RAFFLES.”
-
-
-Hij wierp een blik vol gloeienden haat op den slaper en fluisterde:
-
-„Het zou maar het beste zijn om jou en je medeplichtigen de keel af te
-snijden, maar ik wensch in dit geval den rechter niet voor te zijn.”
-
-Zachtjes sloot hij de slaapkamer en sloop naar de lagere verdieping,
-waar hij een venster opende, naar beneden in den tuin sprong en
-verdween.
-
-Het begon reeds te dagen, toen Raffles in zijn kamer terugkwam waar
-zijn secretaris hem wachtte.
-
-Verschrikt sprong Charly Brand op toen zijn vriend, nadat deze het
-zwarte pak had uitgetrokken, met verstoord gelaat voor den haard ging
-zitten en zei:
-
-„Geef me een glas whisky, Charly, ik heb afschuwelijke dingen beleefd.”
-
-Zijn secretaris gaf hem het gevraagde en haastig dronk Raffles, geheel
-tegen zijn gewoonte, twee glazen whisky achter elkander leeg. Daarna
-stak hij een sigaret aan en bleef, in diep gepeins verzonken, minuten
-lang voor zich uitstaren.
-
-„Wat is je overkomen?” Aldus verbrak Charly Brand de stilte.
-
-Lord Lister opende een grooten zijden zak, waarin hij de brillanten en
-het geld had meegenomen en antwoordde:
-
-„Ik geef jou de ringen cadeau, die Pigott gisteravond voor je oogen
-heeft laten schitteren. Verder heb ik hier ongeveer zestigduizend pond
-sterling en ik verzoek je, dit geld eveneens te nemen op een klein
-gedeelte na, dat ik zelf moet gebruiken. Het zou kunnen zijn beste
-Charly, dat men mij in een der volgende dagen in Scotland Yard
-vastzet.”
-
-Charly Brand staarde zijn meester verschrikt aan, die de laatste
-woorden had geuit met een eigenaardigen glimlach en die zijn sigaret
-zoo kalm rookte, alsof hij vertelde, dat hij een eindje ging wandelen.
-
-De groote onbekende haalde nu uit de tasch een klein zwart boekje te
-voorschijn en begon daarin te bladeren.
-
-„Merkwaardig”, fluisterde hij, „wat zouden die namen toch wel
-beteekenen. Namen, waarbij niets verder is aangeteekend, dan een zekere
-som. Namen, die geen stand en geen woonplaats verraden. Dat is een
-vraagstuk, voor mijn beroemden collega Sherlock Holmes om op te lossen.
-En wat beteekenen die cijfers achter de namen? Willen die zeggen, dat
-den lieden zoo en zooveel is betaald of dat zij deze som gestort
-hebben. En hoe heeft dit alles iets te maken, met dat wat ik zag?”
-
-Toen lord Lister eindelijk zweeg vroeg Charly Brand:
-
-„Zou je me niet willen vertellen wat je zoo bezig houdt?”
-
-„Neen, my boy. Ik wil jou hersens niet pijnigen met het vreeselijke dat
-mij thans bezig houdt.”
-
-„Wil je me dan misschien vertellen wat die woorden beteekenen,
-betreffende je gevangenneming in Scotland Yard?”
-
-„Ook daarover kan ik je thans geen inlichtingen geven beste Charly,
-maar misschien morgen reeds. En laat me nu een paar minuten nadenken.”
-
-Bijna een uur zat lord Lister bij den haard in diep gepeins verzonken.
-Hij rookte daarbij wel een half dozijn cigaretten en scheen eindelijk
-gevonden te hebben wat hij zocht.
-
-Hij stond op en zei:
-
-„Ik ga een half uurtje rusten en dan een bad nemen. Wil je er voor
-zorgen dat tegen dien tijd het ontbijt gereed is. Na het ontbijt ga ik
-uit.”
-
-Hij verdween in zijn slaapkamer en liet Charly Brand alleen, die nu de
-kostbare steenen uit de gouden ringen ging breken en in een taschje
-deed, dat hij in zijn borstzak droeg. Toen smolt hij de gouden ringen
-in een kleine smeltkroes samen, die hij electrisch verhitte. Daarna
-telde hij de banknoten na, stak ze in een portefeuille en deed ook het
-goud in het taschje.
-
-Intusschen was Raffles uitgerust en Charly Brand hoorde dat hij naar de
-badkamer was gegaan.
-
-De secretaris liet nu het ontbijt door den ouden dienaar opzetten en
-juist toen het gereed stond kwam Lister weer binnen, wenschte Charly
-goeden morgen en begon met benijdenswaardigen eetlust te ontbijten.
-Hierna verdween hij in zijn kleedkamer en bleef daar wel een uur
-vertoeven. Charly Brand las intusschen de ochtendbladen en vermaakte
-zich met een bericht waarin gezegd werd dat het de redactie speet dat
-men niets nieuws kon meedeelen over den Grooten Onbekende en dat deze
-zich naar alle waarschijnlijkheid wel op reis had begeven om zich wat
-te ontspannen.
-
-Charly Brand had de courant nog niet uit toen zijn vriend weer
-binnentrad. Verschrikt sprong de secretaris op. Hij meende een vreemde
-voor zich te zien, een oude verwaarloosde bedelaar uit het donkerste
-Londen, in lompen gehuld en met afzichtelijk uiterlijk, het type van
-een mensch, die in het vuilste slopje in een krot vol ongedierte woont
-of die gelukkig is, als hij kan overnachten in het tehuis voor
-dakloozen. In zoo’n creatuur had Raffles zich vermomd.
-
-„Ik zal nog een sigaret in je gezelschap rooken, my boy, en dan ga ik
-op weg om te trachten het afschuwelijke geheim van dien Pigott op te
-lossen. Je kunt tijdens mijn afwezigheid dit huis als het jouwe
-beschouwen. Als er gevaar mocht dreigen en de politie huiszoeking doet
-heb ik hier een kleine schuilplaats klaar gemaakt waarin je zeker bent
-voor elken detective.”
-
-Hij bracht Charly Brand naar een dubbele deur en wees hem, hoe achter
-het beschot een geheime veer zat waarop gedrukt moest worden. Dan kwam
-een opening te voorschijn die zoo groot was, dat een mensch er
-gemakkelijk in staan kon.
-
-De lord sloot de opening weer en zei:
-
-„In deze schuilplaats zal geen mensch je zoeken. Uit de couranten zal
-je wel hooren waar ik ben. Laat overigens maar alles aan mij over en
-bekommer je om niets.”
-
-Hij reikte zijn secretaris de hand en als deze niet geweten had, dat
-dit de hand van zijn vriend en meester was, dan zou hij er voor gerild
-hebben deze vieze, met een laag vuil bedekte hand aan te raken. En toch
-zat onder dit vuil de slanke voorname, aristocratische hand van Raffles
-verborgen.
-
-Charly Brand geleidde zijn vriend tot aan de huisdeur, en keek hem nog
-eenige minuten na, totdat hij verdween in den nevel, die Londen zoo
-dikwijls in den vroegen morgen geheel bedekt.
-
-
-
-
-
-
-
-
-DERDE HOOFDSTUK.
-
-DE JACHT OP RAFFLES.
-
-
-Inspecteur Baxter zat in zijn werkkamer in Scotland Yard en dicteerde
-detective Marholm een bericht, toen een agent binnentrad en meedeelde
-dat een zekere Pigott, een millionnair die in Regent-park woonde, den
-inspecteur wenschte te spreken.
-
-„Laat me met rust met je millionnairs!” riep Baxter uit op geërgerden
-toon, „ik heb met die lui in de laatste jaren de ellendigste
-ondervindingen opgedaan. Laat ze hun geld en hun kostbaarheden beter
-bewaren. Eerst als ze bestolen zijn komen ze bij mij en zeuren me de
-ooren vol en als ik het geld dan niet weer op zijn plaats breng, dan
-loopen ze naar de couranten, die zich er over amuseeren en over mijn
-onhandigheid schrijven.”
-
-Detective Marholm, door zijn collega’s bijgenaamd „de vloo”, glimlachte
-ironisch over deze uitlating van zijn chef en vroeg:
-
-„Zeg eens, inspecteur Baxter, waar moeten de bestolenen dan heengaan om
-hun klachten te uiten?”
-
-„Hou je mond, Marholm en bemoei je met je eigen werk,” snauwde Baxter;
-„’t is al sinds jaren hetzelfde liedje als een millionnair in mijn
-bureau komt.”
-
-„En hoe luidt dat liedje?”
-
-„Raffles!” schreeuwde de inspecteur. „Raffles! Want hij is het, die de
-millionnairs bezoekt en deze op mij afstuurt. Vervloekt! Als ik dien
-Raffles toch eens kon te pakken krijgen!”
-
-Hij liep als een ijsbeer zijn bureau op en neer en rolde woest met de
-oogen. Zoodra hij aan Raffles dacht, verloor hij alle zelfbeheersching,
-want die naam werkte op hem als een roode lap op een stier.
-
-„Wat sta je daar nog aan de deur?” vroeg hij den wachtenden agent op
-boozen toon.
-
-„Ik wacht uw bevelen af,” antwoordde deze.
-
-„Breng den millionnair binnen,” antwoordde Baxter stroef.
-
-De agent verdween en de inspecteur ging aan zijn schrijftafel zitten.
-Twee minuten verliepen. Toen ging de deur weer open en de agent diende
-aan:
-
-„Mr. Pigott!”
-
-Baxter draaide zich eens op zijn stoel om en bekeek den binnentredende
-met korten doch scherpen blik. Dan stond hij op, maakte een buiging en
-zei:
-
-„Wilt ge gaan zitten?”
-
-Zwaar ademend nam mr. Pigott plaats.
-
-„Ik ben ten zeerste opgewonden,” zei mr. Pigott, die zich met een
-zakdoek het zweet van het roode voorhoofd veegde, „ik ben vannacht
-bestolen—mijn heele vermogen is naar de maan. Men heeft mijn brandkast
-opengebroken en niets er in gelaten dan dit briefje.”
-
-Hij gaf Baxter een smal strookje papier. Er stond de naam van op van
-John C. Raffles. Pigott had het strookje van den brief geknipt, daar
-hij, heel begrijpelijk, het verdere liever niet liet lezen.
-
-Baxter keek eens naar het strookje, alsof het een gloeiende plaat was.
-Voordat hij nog begon te lezen, wist hij al, wat er op stond. Op deze
-manier handelde Raffles alleen en zonder groote verbazing las Baxter
-dan ook den naam. Voorzichtig legde hij toen het strookje papier op
-zijn schrijftafel en vroeg mr. Pigott:
-
-„Hoeveel heeft hij u ontstolen?”
-
-Zonder te aarzelen zei Pigott:
-
-„180,000 pond sterling.”
-
-Hij loog, want hij noemde het drievoud der gestolen som.
-
-„Hoeveel?” vroeg Baxter, alsof hij niet goed verstaan had en mr. Pigott
-herhaalde de som.
-
-„Dat is kolossaal,” riep de inspecteur uit, „hoe kwaamt ge ook zoo
-lichtzinnig om zoo’n groote som in huis te bewaren?”
-
-„Ik heb die gewoonten al sinds twintig jaren,” antwoordde Pigott, „ik
-bewaarde het geld in een kast in den muur.”
-
-„Ge ziet, dat u dit niets heeft gebaat,” zei de inspecteur, „ik verbaas
-er mij dan ook over, dat ge niet voorzichtiger zijt geweest, daar ge
-toch wist, dat Raffles in Londen vertoeft. En vertel me nu eens, hoe de
-heele zaak zich heeft toegedragen.”
-
-Pigott hapte eens naar lucht, en begon een verdicht verhaal op te
-disschen.
-
-„Ik ging om elf uur naar mijn slaapkamer en sloot deze, naar gewoonte,
-met de noodige voorzorgsmaatregelen. Vanmorgen moest mijn bediende mij
-uit een diepen slaap wekken en in mijn hersens dreunt het nog, alsof ik
-een dozijn flesschen champagne heb leeggedronken.”
-
-„Hadt ge een zoeten smaak in den mond, toen ge wakker werd?” vroeg
-inspecteur Baxter.
-
-„Ja,” antwoordde Pigott, „en ik heb dien smaak eerst na een uur met
-brandewijn en koffie kunnen wegspoelen.”
-
-„Men heeft u verdoofd!” knikte de inspecteur. „Raffles werkt altijd met
-verdoovingsmiddelen.”
-
-Woedend sloeg de millionnair met de vuist op tafel en riep uit:
-
-„Die schurk moet gepakt worden! Ik betaal u duizend pond, inspecteur,
-als ge mij mijn geld weer terug bezorgt! Die hond moet gehangen. Alsof
-de eerlijke menschen alleen bestaan, om door zulke gauwdieven geplukt
-te worden.”
-
-Marholm, die over zijn schrijfwerk zat gebogen, dacht bij zich zelven:
-
-„Wel, zoo heel eerlijk zie jij er ook niet uit en wie weet of je niet
-een veel grootere spitsboef bent dan Raffles.”
-
-Marholm had namelijk voor zichzelven de opmerking gemaakt, dat de
-Groote Onbekende het liefst te velde trok tegen groote schelmen, die
-echter zoo geslepen hun handwerk uitoefenen, dat zij noch door de
-politie, noch door iemand anders konden worden betrapt.
-
-Baxter wendde zich tot den detective en zei:
-
-„Schrijf nauwkeurig op, wat mr. Pigott verteld heeft en dan gaan we
-naar de villa om daar op de plaats van de misdaad een en ander te
-controleeren.”
-
-„Dat is toch heelemaal niet noodig,” begon de millionnair, „of ge mijn
-kamers ziet of niet, daarmee brengt ge mijn geld niet terug. Probeer
-liever den Grooten Onbekende te pakken.”
-
-Baxter werd boos en stak een sigaar op.
-
-Wat mr. Pigott hem daar zei, had al menig benadeelde hem toegevoegd.
-
-Detective Marholm keek den millionnair eens aan met scherpen blik, daar
-hij vermoedde, dat de bestolene liever niet had, dat men in zijn villa
-kwam.
-
-Baxter echter lette daar niet op en antwoordde:
-
-„Ge hebt gelijk, mr. Pigott. Behalve het briefje zal Raffles wel niets
-in uw woning hebben achtergelaten.”
-
-„Neen, heelemaal niets”, riep Pigott uit, „zelfs geen banknoot van
-duizend pond!”
-
-„Dat had hij feitelijk wel mogen doen”, viel Marholm in, „bij zoo’n som
-zal het Raffles niet veel kunnen schelen, een beetje provisie achter te
-laten!”
-
-Pigott keek den spotter woedend aan, maar Marholm vertrok zijn gelaat
-niet.
-
-De millionnair stond thans op en vroeg:
-
-„Ik heb hier nu niets meer te doen, inspecteur. Als ge iets gewaar
-wordt, hoor ik het wel van u. Mijn telefoonnummer is 1607. Het is maar
-beter, dat ge telefoneert, anders kondt ge misschien een vergeefschen
-weg naar mijn huis maken.”
-
-Deze woorden versterkten nog de argwaan van detective Marholm en toen
-Pigott was heengegaan, zei hij tot Baxter:
-
-„Die man lijkt me heel verdacht, inspecteur.”
-
-„Je bent gek, Marholm”, antwoordde Baxter, „je begint waarempel weer je
-oude liedje en gaat natuurlijk beweren, dat die man er veel verdachter
-uitziet dan Raffles. Jij schijnt alle millionnairs te wantrouwen.”
-
-Marholm lachte.
-
-„Bewijs mij eens het tegendeel, inspecteur. Ik kan het niet helpen,
-maar ik gevoel sympathie voor Raffles en niet de minste voor al die
-lieden, die door hem bestolen worden”.
-
-„Hou je mond”, donderde Baxter, „ik begeer van jou geen
-sympathiebetuigingen met een dief. Je schijnt je beroep te zijn
-misgeloopen.”
-
-Marholm lachte nog eens.
-
-„O, als ik zoo handig was als de Groote Onbekende, zou ik graag mijn
-beroep met het zijne ruilen, al was ’t maar alleen om de collega’s
-telkens weer bij den neus te nemen en ook u, inspecteur Baxter.”
-
-Deze woorden maakten Baxter woest.
-
-Hij ging naar Marholm toe, greep hem bij de keel, en schudde hem heen
-en weer.
-
-„Ik zeg je”, en zijn gezicht werd rood van woede, „dat ik je met deze
-vuisten kon worgen, want de eigenlijke Raffles maakt mij al gek”.
-
-Marholm bleef doodkalm en hijgde eens.
-
-Toen gaf hij den inspecteur een ribbestoot, zoodat deze achteruit
-vloog.
-
-„Ik hoop, inspecteur”, zeide hij, „dat ge inderdaad nog eens den
-Grooten Onbekende hier bij u op uw kantoor krijgt. Ik ben er alleen
-maar wat bang voor, dat ge eerst weet, wie bij u was, als de man
-Scotland Yard al lang weer achter den rug heeft”.
-
-„Hou nu maar op met je praatjes, Marholm, en geef de verschillende
-politie-bureaux de noodige inlichtingen over de zaak Pigott.”
-
-„Och, laat ons dat toch niet doen, inspecteur. Ik geloof, dat wij nu al
-in achttien zaken bezig zijn, naar Raffles te zoeken. We kunnen ons
-vandaag best die moeite sparen!”
-
-
-
-
-
-
-
-
-VIERDE HOOFDSTUK.
-
-IN DE DIEVENKROEG.
-
-
-In een der vele nauwe en donkere straten van Whitechapel rijen zich de
-kroegjes nauw aaneen.
-
-Daarin leeft het uitvaagsel der groote stad.
-
-In lompen gehuld, verminkt en afzichtelijk van ellende, staan of zitten
-de rampzaligen daar bij elkander in de ruimten, waar tabakswalm en
-brandewijnlucht de atmosfeer verpesten.
-
-Een van deze kroegjes trad Raffles binnen en vroeg den waard met een
-stem, die door het overmatig gebruik van brandewijn heesch was
-geworden, een glas jenever.
-
-Vol argwaan keek de waard naar den vreemden gast, zette de jenever voor
-hem neer, maar hield het glas zoo lang vast, totdat Raffles een penny
-voor den drank had betaald.
-
-Het duurde een heelen tijd, voordat John Raffles uit een viezen, vuilen
-zak het geldstuk had opgediept.
-
-Dit zoeken naar den penny maakte den kroeghouder, die in den bezoeker
-een politiespion zag, minder achterdochtig.
-
-Hij wist niet, dat John Raffles in staat was, zijn rol tot in de
-kleinste bijzonderheden vol te houden.
-
-Eindelijk had de Groote Onbekende het geldstuk te pakken en gaf het den
-waard. Hij maakte daarbij een gebaar, alsof hij den man een heel
-kapitaal overhandigde voor het glas brandewijn.
-
-Daarna sloeg hij den allergemeensten jenever door het keelgat en bleef
-voor de toonbank staan, alsof hij het nog niet met zichzelve eens was,
-of hij nog een penny voor een tweede glas zou betalen.
-
-De waard, die hem scherp aankeek, zei:
-
-„Die jenever is best. Als je nog meer geld hebt, kun je hier zooveel
-drinken, tot je den weg niet meer uit de kroeg vindt”.
-
-Raffles, die met gulzige oogen naar het glaasje keek, mompelde een paar
-onverstaanbare woorden en begon opnieuw naar een penny in zijn zakken
-te zoeken.
-
-Maar hij scheen tevergeefs te zoeken, want met een hartgrondigen vloek
-hoorde de waard hem zeggen:
-
-„’k Heb waarachtig niet eens meer wat voor een spatje”.
-
-„Je schijnt je beroep ook niet al te goed te verstaan. Je moest over
-een heel kapitaal kunnen beschikken. Ik ken bedelaars, die eigen huizen
-hebben, maar jij schijnt nog te groen te zijn.”
-
-„Yes, yes!” antwoordde John Raffles, „ik kom van New-York en ben pas
-sinds vier dagen in Londen. Er valt hier ook een bedroefd beetje te
-verdienen”.
-
-„Kom je van New-York? Waarvan heb je dan den overtocht betaald?”
-
-„’k Had zooveel gespaard”.
-
-„Zoo? Heb je nog meer geld?”
-
-„Waarom?”
-
-„Dan zal ik je een raad geven, hoe je elken dag twee pond kunt
-verdienen.”
-
-„Maak dat een ander wijs! Voor zoo’n raad wil ik je graag 500 dollar
-betalen!”
-
-„Dat geloof ik!”
-
-„Maar misschien kun je mij een anderen raad geven.”
-
-„En dat is?”
-
-„Ik wil je graag wat laten verdienen, maar ik kan het je hier niet
-zeggen. Je klanten kijken te veel naar ons.”
-
-„Ik ben nieuwsgierig om te vernemen, wat je op het hart hebt. Kom maar
-achter de toonbank.”
-
-De waard, een groote vierkante kerel, deed een klein deurtje open en
-liet den schooier binnen in een klein donker vertrekje, achter de kroeg
-gelegen. De man stak een walmende petroleumlamp aan.
-
-Hier scheen de slaapkamer te zijn van den kroegjesbaas.
-
-„Maak het kort”, sprak hij, „ik kan mijn klanten niet lang alleen
-laten. Ze zouden mij binnen een paar minuten allen brandewijn hebben
-leeggedronken, zonder dat ik er een penny betaling voor had gekregen”.
-
-Lord Lister keek eens schuw om zich heen, of niemand luisteren kon en
-keek ook eens onder het bed.
-
-„Geen nood”, zeide de waard, „hier is niemand, vertel maar op, zoeken
-de hondenvangers van Scotland Yard je misschien? Als je geld hebt, wil
-ik je verbergen”.
-
-„Neen, kerel, maar sinds ik in Londen ben, heb ik geen warme hap
-gegeten en ik smacht naar een stuk gebraden vleesch. Hoe kom ik eraan?”
-
-„Niet door mij, kale jakhals! Of dacht je soms, dat ik je op lekkere
-beetjes zou trakteeren? Steel het en vreet het op, als je ’t hebt, dat
-is mijn raad”.
-
-„Dat behoef ik niet te doen. Ik heb—ik heb—” hij hield op en keek weer
-om zich heen.
-
-„Voor den duivel! Wat heb je?”
-
-„Ik heb geld. Maar ik kan het niet uitgeven”.
-
-„Je hebt gestolen papieren, die ik voor je moet bewaren? Denk er aan,
-dat de helft voor mij is”.
-
-„Ik heb geen gestolen geld, maar toen ik van New-York vertrok, haalde
-ik mijn spaarduiten van de Bank en die betaalde ze mij uit in hooge
-banknoten. Nu weet ik niet, waar ik die papieren zal wisselen. Je wordt
-daarbij zoo gauw ingepakt, want geen sterveling gelooft, dat het
-eerlijk verdiend geld is”.
-
-„Hoe groot is de banknoot?”
-
-„Tien dollar”.
-
-„Tien dollar? En noem je dat hoog? Mijn klanten wisselen wel eens
-biljetten van honderd pond.”
-
-„Zoover heb ik het nog niet gebracht”, sprak Raffles, en hij begon zijn
-gelapte jas los te knoopen, „maar misschien komt het nog een zoover met
-mij. Wacht even! Ik moet het geld onder mijn hemd vandaan halen”.
-
-Verscheiden seconden verliepen, voordat Raffles een groot pak
-bankbiljetten te voorschijn haalde, dat met een lang eind garen was
-saamgebonden en waaruit hij een biljet haalde van tien dollar.
-
-Zonder dat de kroeghouder het bemerkte, sloeg de Groote Onbekende den
-waard aandachtig gade en hij zag, dat diens oogen van hebzucht
-fonkelden.
-
-„Ik zie, dat je meer hebt, dan ik dacht”, zei de kroegjesbaas. „Je bent
-een ezel, dat je het niet gebruikt voor een zaakje, waardoor je
-kapitaal in een paar weken verdubbelt.”
-
-„Ik moet je eerst eens beter leeren kennen, voordat ik daarop inga”,
-antwoordde Raffles ontwijkend.
-
-„Mij leeren kennen? Mij?” stoof de herbergier op, „vraag het ieder,
-dien je wilt, of ik geen doodeerlijke kerel ben? Je kunt me gerust
-vertrouwen, en ik zal je het biljet van tien dollars wisselen. Een
-vierde gedeelte daarvan is voor mij!”
-
-„Allright!” zei Raffles, „geef op het geld, want ik heb een vervloekten
-honger en wil vannacht eens ergens anders slapen dan onder den blooten
-hemel”.
-
-„Slapen kun je hier. Ik heb voor mijn klanten altijd nog een plaatsje.
-Je kunt al je ongedierte gratis warmen”.
-
-De waard ging naar een kast en haalde er een leeren zak met geld uit.
-
-Voorzichtig telde hij daaruit de som van een pond en zes shilling in
-kleine geldstukjes en legde die voor Raffles op tafel neer.
-
-„Geef op je biljet van tien dollar”, zei nu de herbergier, „maar raak
-het geld niet aan, vóórdat ik er mij van overtuigd heb, dat je mij geen
-valsch biljet in de hand hebt gestopt”.
-
-John Raffles gaf het gevraagde en de waard hield het biljet tegen het
-licht.
-
-„In orde!” zei hij toen, „strijk je geld maar op”.
-
-Nu nam de Groote Onbekende de geldstukken op, die hij een voor een op
-de tafel gooide om te onderzoeken, of ze wel echt waren.
-
-„Mijn geld is goed”, zei de waard, die dit niet aanstond.
-
-Raffles echter nam vier shillingstukken en trok daarmee een zwarten
-streep op een stuk krantenpapier.
-
-„Wat bedoel je?” vroeg de waard.
-
-„Dat is lood!”
-
-„Onzin! Je kunt het best uitgeven. Hadt je maar een paar duizend van
-die dingetjes? Een van mijn klanten verkoopt je voor één pond vijf pond
-van die dingetjes. Betere zaken kun je toch moeilijk maken”.
-
-Raffles stak het geld in den zak.
-
-Voordat het tweetal de kamer uitging, zeide de herbergier nog eens:
-
-„Wees niet gek en steek je geld in een zaak die ik je wil aanraden. ’t
-Is eerlijke winst”.
-
-„Ik zal er eens over nadenken”, antwoordde Raffles, en verliet de
-kamer. Toen dronk hij nog een glas jenever en verliet de kroeg.
-
-Op straat haalde hij verruimd adem in de buitenlucht, al was deze ook
-in dit stadsgedeelte nog met allerlei onfrissche geuren bezwangerd.
-
-Het was hem, alsof hij uit een varkensstal kwam. Maar toch had het
-toeval hem niet in deze kroeg gebracht.
-
-In het boek, dat hij Pigott had ontstolen, stond de naam „Blue inn”
-(Blauwe kroeg) verscheiden keeren opgeteekend. Hij veronderstelde
-daarom, dat de herbergier in nauwe relatie stond met den millionnair.
-
-Bijna den ganschen dag had hij naar de kroeg gezocht.
-
-Waar hij maar een bedelaar zag, had hij kennis met deze gemaakt en
-verteld, dat een vriend hem in de Blauwe kroeg wilde spreken, maar dat
-hij niet wist, waar deze was.
-
-Op de Waterloo-brug had hij een kreupele ontmoet, die een afzichtelijk,
-meelijwekkend kind droeg. Dat kind was blind en had geen voeten.
-
-Raffles zag dat bijna iedere voorbijganger een geldstuk legde op het
-tinnen bordje, dat dit allerrampzaligste schepseltje in haar handjes
-vooruitstak.
-
-De Groote Onbekende zag ook dat de kreupele, op wiens schoot het kind
-zat, het geld terstond bij zich stak. Van dezen man kreeg John Raffles
-het adres van de blauwe kroeg.
-
-Toen hij het verminkte kind en den bedelaar wat langer bekeek werd hem
-plotseling het geheim van mr. Pigott helder.
-
-Deze schurk, aldus redeneerde lord Lister, liet kinderen verminken en
-verhuurde of verkocht ze dan aan een bedelaar voor een zekere som
-gelds.
-
-Raffles kromp ineen, als hij bedacht, hoeveel misdaden, aan de
-onschuldige wezentjes begaan, Pigott wel niet op zijn geweten moest
-hebben.
-
-Hij moest nu alleen nog maar het overtuigend bewijs van Pigotts
-misdaden hebben en, zoo mogelijk, zoo’n verminkt kind van hem koopen.
-
-Dat hoopte hij in de „Blauwe kroeg” te kunnen doen. Hij ging daarom nog
-eens naar de kroeg terug om elf uur des avonds, toen allerlei kerels en
-wijven, zelfs kinderen er rond krioelden.
-
-Meisjes en jongens van zeven, acht jaren dronken op tegen volwassenen
-en sloegen de liederlijkste taal uit.
-
-Toen de waard zijn klant van dien middag zag, vroeg hij:
-
-„Wel, heb je nog wat gegeten?”
-
-„Yes”, antwoordde Raffles, „ik heb het er eens van genomen, hoewel ik
-den heelen dag maar twee penny heb opgehaald.
-
-„Hier in Londen ligt het geld ook al niet op de keien.”
-
-„Je bent een ongeluksvogel”, antwoordde de herbergier, „maar ik heb je
-toch geraden om op mijn voorstel in te gaan. Dan kun je geld verdienen,
-zooveel als je maar wilt.”
-
-De herbergier zag duidelijk dat John Raffles hem achterdochtig aankeek.
-
-De Groote Onbekende dronk zwijgend het glas jenever uit, dat voor hem
-stond en waarvoor de herbergier nu niet weer terstond het geldstuk
-verlangde. Hij vertrouwde Raffles nu.
-
-Lord Lister dronk verscheidene glaasjes leeg en ook de waard liet zich
-niet onbetuigd. De krijtstreepjes zette hij alle voor Raffles op de
-tafel neer.
-
-Toen beiden een dozijn gedronken hadden, legde Raffles twee shilling op
-tafel. Daarvan was de eene valsch.
-
-„Ik krijg nog zes pence van je,” zei de waard, „dien shilling neem ik
-voor de helft, omdat je een klant bent.”
-
-Raffles legde het gevraagde neer met een handbeweging, alsof hij
-dronken was.
-
-Daarbij mompelde hij eenige onverstaanbare woorden en de waard achtte
-nu den tijd gekomen om Raffles den voorslag te doen voor het zaakje.
-
-„Ga mee naar mijn kantoor”, zei hij.
-
-Met ietwat zwaaiende gang volgde lord Lister hem achter de toonbank en
-ging de slaapkamer van den waard binnen, die hem een stoel bood, de
-lamp opstak en tegenover zijn klant ging zitten.
-
-„Kijk eens, vriend,” begon de herbergier, „kijk eens, ik heb gezien,
-dat je genoeg geld bij je hebt om een winstgevend baantje te kunnen
-opzetten.”
-
-„Ik— —ik— —ik heb— —geen geld”, stotterde de Groote Onbekende.
-
-„Je bent dronken, my boy”, antwoordde de ander, „ik heb je zelf nog een
-bankbiljet gewisseld. Heb je dat nou al vergeten met je brandewijn-kop”
-
-„Kijk nou ereis”, vervolgde hij, „ik ken een vrouw, die heel veel
-ongeluk in haar leven heeft gehad. In haar jeugd is ze naar New-York
-ontvoerd. Toen is ze naar Londen gegaan en nu leeft ze hier in
-Whitechapel. Deze vrouw heeft een kind—wel, waarom zou ze geen kind
-hebben, en dat wurm werd verminkt geboren. De vrouw heeft dat kind
-verkocht aan een millionnair, die voor menschlievend wil doorgaan en
-deze wil er nu graag weer af.”
-
-Als begreep hij de zaak niet goed, staarde Raffles met een onnoozel
-gelaat den man aan.
-
-„Wat— —wat moet ik— —met een kind!— —Ik— —ik ben blij— —dat ik geen
-heb!”
-
-„Idioot”, brulde de ander, „dank den hemel, dat je dit kind kunt
-koopen. Je kunt er geld mee verdienen— —als water— —Begrijp je dan
-niet, wat ik bedoel?”
-
-John Raffles leek zoo dronken, dat hij den man niet meer begreep.
-
-„Ik zal het je uitleggen,” zei de waard, „het kind is totaal verminkt
-Ik geloof, dat het geen armen, geen beenen en geen oogen heeft. Het kan
-hooren noch spreken.”
-
-„Het ontbreekt er nog maar aan, dat het geen hoofd heeft ook,” dacht
-Raffles.
-
-„Goed, goed!” zei hij echter overluid, „maar dat is vreeselijk!”
-
-De waard lachte met ruw geluid en antwoordde:
-
-„Vreeselijk? Een zaakje is het, beste kerel, een uitstekend zaakje en
-ik verzeker je, dat, als ik niet zooveel verdiende, dan ging ik met dat
-misbaksel de straat op. En ik verwed tien pond tegen een shilling, dat
-ik twee pond per dag zou verdienen.”
-
-„Ja— —ja— —” lachte Raffles, „twee pond sterling verdienen.
-Jij—jij—hebt gelijk. Hoe— —hoeveel kost dat kind?”
-
-„Hoeveel geld heb je? Ik raad je aan, verstandig te zijn, want de blaag
-is niet goedkoop!”
-
-Raffles scheen na te denken.
-
-Toen hakkelde hij:
-
-„Ik—ik—ik heb— —340 dollar bij mij!”
-
-„340 dollar?”
-
-„Ja.”
-
-„Niets meer?”
-
-„Neen—neen!”
-
-„Zeg, lieg je niet?”
-
-„Waarachtig niet!”
-
-„Dan heb je niet genoeg! Maar ik zal je een voorstel doen. Je betaalt
-340 dollar en dan betaal je verder elken dag 10 shilling af. Onder 200
-pond krijg je het kreng toch niet.”
-
-„Tweehonderd pond?” bromde Raffles en het scheen, alsof hij langzaam
-ontwaakte uit de brandewijnroes.
-
-„Ja. Vooruit, doe het maar. Ik leen je het wurm op afbetaling. Als je
-niet betaalt, neem ik je het kind weer af.”
-
-De waard ging naar een kast en haalde er een vieze portefeuille uit.
-Toen nam hij papier, pen en inkt en schreef daar iets op, dat hij zijn
-klant voorlegde en beval:
-
-„Onderteeken!”
-
-„Ik moet het toch eerst lezen”, zeide de Groote Onbekende met dubbele
-tong. En langzaam ontcijferde hij:
-
-
- „Ik, de eerste onderteekenaar, huur hierbij van mister Thomson,
- Milton Street 16, het hem toebehoorende kind tot een huurprijs van
- 10 shilling, totdat de koopsom van 200 pond is afbetaald.
-
- Als ik een dag in gebreke blijf, den huurprijs te betalen, verlies
- ik alle recht op het bezit van het kind.”
-
-
-De Groote Onbekende las de overeenkomst nog eens en vroeg toen:
-
-„Wat—wat—is—dat dan—voor een kind?”
-
-„Vervloekt!” brulde de waard, „een verminkt kind!”
-
-„Ik—ik—ik bedoel—een jongen of een meisje?”
-
-„Dat weet ik niet, kerel! Maar dat komt er toch ook heelemaal niet op
-aan! Het is hoogstens twee jaren. Als je ’t hebben wilt, moet je nu
-toehappen, want morgen vroeg verwacht ik andere klanten!”
-
-Raffles scheen nog eens na te denken en nogmaals moedigde de herbergier
-hem aan met al de overredingskracht, waarover hij beschikte.
-
-Eindelijk dan toch haalde Raffles het geld te voorschijn, teekende het
-papier en zei:
-
-„Hier hebt ge het geld, mr. Thomson, maar dit papier behoud ik, totdat
-ik het kind heb.”
-
-„Dat kun je,” zei de waard, „morgen zullen we het gaan halen.”
-
-John Raffles betaalde hem het geld en liet zich daarvoor door mr.
-Thomson een kwitantie geven. Toen stak hij een en ander in den zak en
-verliet met den waard diens kantoor.
-
-Deze wees Raffles in een hoek een slaapplaats aan en in de walgelijkste
-omgeving legde de Groote Onbekende zich ter ruste.
-
-
-
-
-
-
-
-
-VIJFDE HOOFDSTUK.
-
-EEN KIND GEKOCHT.
-
-
-In denzelfden nacht, dien Raffles doorbracht in de „Blauwe Kroeg” was
-mr. Pigott met een van zijn meest vertrouwde bondgenooten, zekeren
-Thomas Jackson, naar de woning gegaan van een arme naaister, Mary Grant
-geheeten.
-
-Deze had een kind, een knaapje van twee jaren. Zij had een advertentie
-in de krant geplaatst, dat zij haar kind gaarne zou willen afstaan aan
-kinderlooze echtelieden.
-
-Deze soort advertenties zocht mr. Pigott iederen morgen in de kranten.
-
-Toen zij de woning der naaister binnentraden, zag mr. Pigott met een
-enkelen blik den ellendigen toestand der bewoonster.
-
-In een bed, waarover een deken, uit lompen saamgeflanst, lag een
-bleeke, hoestende vrouw, waaraan iedereen kon zien, dat zij nog slechts
-korten tijd te leven had. Tering sprak uit haar ingevallen
-gelaatstrekken en holle oogen.
-
-De kamer was gevuld met armelijk huisraad; ondanks de koude brandde
-geen vuur en in een kist, met stroo gevuld, lag een slapend knaapje.
-
-In tegenstelling tot de moeder, straalde dit kind van gezondheid. De
-slaap had zijn wangen rood gekleurd en een gelukkig lachje speelde om
-den kleinen mond. Blonde lokken omgolfden het liefelijke kindergelaat
-en de fijne trekken zouden een kind van aristocratische huize eer
-hebben aangedaan.
-
-Pigott bekeek den knaap met onderzoekenden blik.
-
-Moeizaam had de naaister zich in haar bed opgericht en met fluisterende
-stem vroeg zij, wat de vreemde heeren verlangden.
-
-Pigott vertrok zijn vet gelaat tot een minzaam lachje. deed zijn
-kostbare pels wat open en ging naar het bed der zieke.
-
-„Ik kom op de advertentie”, sprak hij, „is dat het kind, waarvan ge
-afstand wenscht te doen?”
-
-De zieke vouwde de handen en fluisterde, nauw hoorbaar:
-
-„Ja!”
-
-Pigott keek nog eens naar het kind en berekende terstond, dat diens
-buitengewone schoonheid hem schitterende voordeelen zou kunnen
-bezorgen.
-
-„Ge ziet”, begon de moeder, „dat ik niet meer in staat ben om te
-werken.
-
-„Ik zelf zou graag honger willen lijden, als het kind maar voedsel had.
-Maar ik kan hem niets meer bezorgen en wilde daarom, dat mijn jongen,
-voordat ik sterf, in goede handen komt.”
-
-„Dat komt hij”, beweerde Pigott, „ik beloof u, dat ik het kind als mijn
-eigen zal groot brengen en daar ik millionnair ben, zal hij eens mijn
-heele vermogen erven.”
-
-De zieke zag niet den spottenden lach, die in het halfdonker der kamer
-over het gelaat vloog van Thomas Jackson, toen hij deze woorden uit
-Pigotts mond hoorde.
-
-Pigott lachte in zijn vuistje.
-
-Hij begreep, dat hij voor weinig geld het knaapje zou kunnen krijgen.
-Volgens zijn meening had de moeder niet langer dan nog twee weken te
-leven.
-
-„Leeft de vader van het kind nog?” vroeg Pigott.
-
-„O, ja”, hijgde de moeder, „hij leeft nog, maar hij erkent het kind
-niet als zijn eigen.
-
-„Als ik dood ben, zult ge de noodige papieren over den vader van mijn
-Freddy vinden en misschien gelukt het u, hem de bekentenis af te
-dwingen, dat hij de vader is.—Ge zult hem wel kennen!—Ik was bij een
-der eerste Londensche families kamenier.”
-
-„Allright,” antwoordde mr. Pigott, „ik zal alles probeeren om hem te
-vinden, dat beloof ik u.”
-
-„Ik dank u.”
-
-„En dan heb ik hier een contract meegebracht, waarin staat, dat ik u
-tot uw dood een bedrag van tien pond wekelijks zal uitkeeren.”
-
-De zieke sloot de oogen.
-
-„Ik dank den hemel,” fluisterde zij, „dat gij tot mij komt, en hoe
-zwaar het mij ook valt te scheiden van het liefste, wat ik bezit, toch
-dwingt de nood mij, hiertoe over te gaan, daar mij geen andere keus
-blijft!”
-
-Haar oogen vulden zich met tranen en diep bedroefd viel zij op haar
-ellendige legerstede neer.
-
-Mr. Pigott haalde een bankbiljet van tien pond te voorschijn en legde
-dat in de handen der zieke.
-
-Toen sprak hij tot Jackson:
-
-„Haal de bontdeken uit de auto—wij zullen het kind er in wikkelen en
-mee naar huis nemen!”
-
-De moeder richtte zich weer op en riep uit:
-
-„Neen! Neen! Laat mijn kind nog een paar dagen hier! O! Het valt mij
-zoo vreeselijk zwaar!”
-
-Jackson ging heen om het bevel van zijn meester op te volgen.
-
-„Houd u kalm, mrs. Grant,” zei de millionnair, „’t is zoo het beste. Ge
-zult toch zelf wel inzien, dat de kleine hier niet kan blijven en als
-ge weer opknapt, sta ik u toe, uw jongen dikwijls te komen zien.”
-
-De zieke klampte zich vast aan dezen stroohalm. Haar hersens werkten
-koortsachtig. Misschien kon zij weer gezond worden en gevoelde zij zich
-slechts door wekenlange ontbering zoo afgemat.
-
-„Geef mij Freddy dan nog eens bij mij,” smeekte de ongelukkige.
-
-Mr. Pigott nam den knaap.
-
-Deze keek hem een oogenblik slaapdronken aan met zijn zwarte oogen.
-
-De moeder sloeg den arm om den hals van het kind, klemde het tegen zich
-aan en bedekte zijn gezichtje met kussen.
-
-Onverschillig, zonder de minste aandoening, keek de schurk naar dit
-roerende afscheid, terwijl hij in stilte vloekte over de weekhartigheid
-der vrouwen.
-
-Het kind had zijn armpjes om den hals der moeder geslagen.
-
-„Waarom schrei je, moedertje? Is dat een stoute oom?”
-
-„Neen, neen, kind, dat is een lieve oom, die je voor een tijdje mee
-neemt en je mooi speelgoed zal geven.”
-
-„Ook een spoortrein?”
-
-„Ja, ook een spoortrein.”
-
-Jackson kwam binnen met de warme deken. De millionnair spreidde ze op
-het bed uit en zei:
-
-„Kom, ventje, dan zal ik je in de warme deken wikkelen en je naar al
-het mooie speelgoed brengen.”
-
-De kleine begreep niet, dat hij van zijn moeder moest scheiden en
-zonder zich te verzetten, liet hij zich inpakken.
-
-Jackson nam het kind en droeg het de kamer uit. Hij was aan dergelijke
-tooneeltjes wel gewend en wist zoo goed als Pigott, dat vlug handelen
-het beste middel was.
-
-„Hier hebt ge mijn adres”, zei de millionnair, „en houd u nu kalm, neem
-rust en goed voedsel, opdat ge uw kind spoedig kunt terugzien.”
-
-Zonder zich verder te bekommeren om de schreiende vrouw zette hij zijn
-hoed op, deed zijn pels dicht en verliet deze plaats der ellende.
-
-Voor het huis wachtte zijn auto.
-
-Jackson was al ingestapt en toen nu ook de millionnair was gaan zitten,
-joeg de chauffeur die de derde in het complot was er van door.
-
-In de villa werden zij door het oude wijf ontvangen.
-
-„Wel, hebt ge het kind?” vroeg zij.
-
-„Yes”, lachte de dikke en hij gaf haar het knaapje. „Ik denk, dat je
-met dit exemplaar uitstekende zaakjes zult maken. Is er nog iets
-gebeurd?”
-
-„Mr. Thomson heeft getelephoneerd. Hij komt morgen vroeg hier met een
-klant.”
-
-„Het wordt tijd”, antwoordde Pigott, „die vervloekte Raffles heeft al
-mijn geld gestolen.”
-
-Dit gesprek werd gevoerd in de vestibule en het kind, dat beefde in
-zijn dunne kieltje, wilde nu Pigott volgen naar de eetkamer.
-
-Het wijf lachte ruw en pakte het knaapje bij den arm.
-
-„Daar heb je niets te maken! Ga mee! Ik heb voor jou een extra mooien
-salon.—Wat zullen we met hem doen?”
-
-„Daarover zullen we morgen wel eens praten. Berg hem voorloopig maar
-op.”
-
-Het wijf greep het kind bij zijn armpje en de knaap, die stelselmatig
-voelde, dat het booze wijf niets goeds met hem voor had, begon te
-huilen.
-
-„Vervloekte aap!” schold de vrouw, „leelijke kleine aap. Hou je bek! Ik
-zal je wijzen, hoe ik je klein krijg!”
-
-Zij greep het kind bij zijn blonde haren en sleurde hem de keldertrap
-af.
-
-Te vergeefs riep het kind om zijn moeder. Niemand behalve mr. Pigott en
-zijn medeplichtigen, die aan de welvoorziene tafel hadden plaats
-genomen, hoorde de jammerklacht.
-
-Het wijf was intusschen met het kind beneden aangeland; daar had zij
-een hok met vuil, stinkend stroo opengedaan en de kleine erin geduwd.
-De deur werd stevig gegrendeld en de boosdoenster ging naar boven om
-mee te smullen.
-
-Jammerend riep de kleine gevangene om zijn moeder en in den donkeren,
-kouden kelder hurkte hij neer, totdat hij, doodelijk vermoeid van het
-schreien, insliep. — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
-
-Het was omstreeks tien uur in den morgen, toen Thomson, de eigenaar van
-de „Blauwe Kroeg”, met John Raffles de villa van Pigott binnentrad.
-
-Een half uur later verscheen de millionnair, die den heelen nacht had
-gedronken.
-
-Thomson deelde het doel van de komst mee.
-
-„Ja, ik heb een kind van zijn moeder gekocht”, zei Pigott, „maar het
-geeft mij hier in huis te veel drukte. Ik kan als vrijgezel geen
-kinderen gebruiken en ik ben blij, dat ge mij er weer af wilt helpen.
-
-„Gaat maar mee naar beneden, heeren, om het kind te zien. Ik heb het in
-den kelder moeten opsluiten, omdat ik zijn geschreeuw niet kon
-verdragen.”
-
-Hij schelde en het oude wijf verscheen.
-
-„Wij willen naar beneden. Mr. Thomson wil den blaag meenemen, maar
-eerst moet ge mij honderd pond sterling betalen.”
-
-„Natuurlijk, hier is het geld!”
-
-Hij haalde een stapeltje banknoten voor den dag en gaf ze Pigott.
-
-Deze nam het geld en zei toen:
-
-„Komt nu mee!”
-
-Alsof hij moeizaam voorthinkte volgde Raffles.
-
-Het wijf had intusschen de koopwaar, een ellendig verminkt meisje van
-nog geen twee jaren, uit een hok gehaald. Het kind kon slechts een
-heesch geluid voortbrengen. Haar oogen waren met pleisters bedekt, daar
-zij volgens den millionnair door een oogziekte blind was geworden.
-
-Raffles kromp het hart in een, toen hij dat rampzalige wezentje zag,
-maar tegelijkertijd keek hij scherp rond om de omgeving nauwkeurig op
-te nemen. Van achter een houten beschot hoorde hij duidelijk het huilen
-en kermen van kinderen.
-
-„Staat het wurm je aan?” vroeg Thomson, „nou, heb ik je teveel gezegd?”
-
-Raffles deed, alsof hij het kind onderzoekend bekeek.
-
-Daar hoorde hij plotseling een kinderstem, die uitriep:
-
-„Moedertje lief, goed moedertje, help toch!”
-
-Deze woorden deden lord Lister alle koelbloedigheid verliezen.
-
-Met één sprong was hij bij de deur, schoof den grendel weg, zag een
-knaap met blond haar, greep hem, nam hem op den arm en onder den
-uitroep: „Dezen wil ik koopen!” vloog hij naar de trap.
-
-Dit alles geschiedde zoo bliksemsnel, dat noch Pigott noch Thomson iets
-konden doen om Raffles deze handeling te beletten.
-
-Reeds was de Groote Onbekende op de trap, toen de stem van Pigott
-klonk:
-
-„Pakt den schurk!”
-
-Maar het was te laat.
-
-John Raffles, die het huis kende, was door de eetkamer naar de veranda
-gevlogen en toen in het park gesprongen.
-
-Hij rende door de paden, sprong over het hek en kwam in den tuin van
-zijn eigen villa.
-
-Hijgende stormde hij de kamer binnen, waar Charly Brand verschrikt was
-opgesprongen en voor dezen legde hij het kind op het tapijt neer.
-
-De kleine Freddy schreeuwde, alsof hij aan het spit werd gebraden.
-
-Lord Lister stond op uit den stoel, waarin hij was neergevallen en zei:
-
-„Ik heb geen tijd te verliezen, Charly, zorg goed voor den knaap, ik
-moet weer weg.”
-
-Hij ging zijn kleedkamer binnen en eenige oogenblikken later kwam hij
-er, als heer gekleed, weer uit.
-
-Charly had intusschen het kind in een warme deken gewikkeld en bij het
-vuur gelegd, terwijl een dienaar melk en koek bracht.
-
-Lord Lister trad even naar den knaap toe en streelde hem het blonde
-haar:
-
-„Nu wordt alles goed, ventje en ik geloof, dat wij goede vrienden
-zullen worden. Hoe heet je?”
-
-„Freddy”, stamelde het kind.
-
-In hetzelfde oogenblik hoorde Raffles het geroep van mannenstemmen in
-het park van zijn villa.
-
-„Dat zullen mijn vervolgers zijn”, sprak hij, „ik geloof, dat ze over
-den muur zijn geklommen.”
-
-Hij deed de balkondeuren open en zag op eenige meters afstand Pigott en
-Jackson.
-
-„Wat wilt ge?” vroeg Lister.
-
-Verschrikt keken de heeren naar den aristocratischen heer, die daar in
-rokcostuum stond en hen door zijn monocle scherp aankeek.
-
-Pigott antwoordde:
-
-„Wij zoeken een inbreker!”
-
-„Ga dadelijk van mijn grondgebied en laat de politie voor u naar
-inbrekers zoeken!”
-
-Pigott en Jackson wisten met hun houding geen raad. Zij aarzelden nog
-een oogenblik en verlieten toen vloekend het park.
-
-„Ellendige schurken!” mompelde Raffles, „wacht maar, ik zal jullie
-krijgen!”
-
-Hij ging weer de kleedkamer binnen en trok een lange overjas aan. In
-plaats van den hoogen zette hij een ronden, zwarten hoed op.
-
-Hij sprak met Charly Brand nog een en ander betreffende den knaap en
-verliet toen het huis.
-
-
-
-
-
-
-
-
-ZESDE HOOFDSTUK.
-
-INSPECTEUR BAXTER.
-
-
-Elf uur ’s morgens.
-
-In Scotland Yard gaat, op inspecteur Baxters schrijfbureau, de telefoon
-over.
-
-Onwillig nam deze den hoorn op.
-
-„Hallo!”
-
-„Is daar inspecteur Baxter?”
-
-„Ja.”
-
-„Hier Pigott, Regent-Park.”
-
-„Goeden morgen!”
-
-„Morgen!”
-
-„Wat is er van uw verlangen?”
-
-„Kom alstublieft dadelijk met eenige detectives. Ik heb John Raffles
-ontdekt, hij moet gearresteerd.”
-
-„Wat zegt ge? Weet ge het zeker?”
-
-„Beslist!”
-
-„Allright! Over tien minuten zijn we bij u.”
-
-Baxter legde den hoorn op het toestel en schreeuwde:
-
-„Marholm! Detective Marholm!”
-
-„Ja, dadelijk, inspecteur!”
-
-Daar kwam „de vloo” al aangedraafd.
-
-„Wat blieft u, inspecteur?”
-
-„Haal onze tien beste detectives en laat een auto voorkomen.”
-
-„Allright!”
-
-„Haast je wat!”
-
-„Natuurlijk!”
-
-Maar Marholm haastte zich allerminst. Op z’n dooie gemak stak hij een
-sigaar op en deed toen, alsof hij met zijn tijd geen raad wist, wat
-zijn chef hem had bevolen. Daarna ging hij Baxter meedeelen, dat alles
-in orde was.
-
-„Uitstekend!”
-
-Marholm grijnsde eens met breeden lach. Toen dacht hij zoo bij zich
-zelf:
-
-„Ik verwed mijn hoofd tegen een broeksknoop, dat de chef weer eens op
-Raffles gaat jagen. Die haast komt mij wel wat verdacht voor. Enfin, ik
-zal het me maar een beetje makkelijk maken op zijn sofa.”
-
-En Marholm rekte zich lui uit en rookte vol welbehagen zijn sigaartje.
-
-Baxter had Marholm, een der snuggerste detectives, tot zijn secretaris
-benoemd; Marholm’s spottende opmerkingen over Raffles kon Baxter niet
-goed verdragen en nu was de spotter tenminste geen ooggetuige meer van
-al de nederlagen van den inspecteur.
-
-Binnen een half uur was de auto met de detectives aan de villa in
-Regent-Park.
-
-Pigott ontving Baxter in zijn vorstelijk gemeubelde studeerkamer en
-bood hem een goede sigaar, terwijl de detectives voor de deur in de
-auto wachtten.
-
-„Ik zal u vertellen,” begon de millionnair, „wat er gebeurd is. Vandaag
-kwam een bedelaar, die mij voor mijn huis om een aalmoes vroeg. Ik had
-medelijden met den armen kerel, nam hem mee naar binnen en liet hem in
-de keuken wat eten geven. Daar werd toevallig een gouden tafelservies
-schoongemaakt. Plotseling pakte de kerel een zware, gouden kan beet en
-de schooier, die zich eerst op krukken moeilijk had voortbewogen,
-verdween in volle vaart met zijn buit. Mijn bediende en ik volgden hem.
-Hij vluchtte door het park, sprong over een muur en vluchtte in een
-huis, waarvan ik dacht, dat het al sinds jaren niet bewoond werd. Ge
-weet welk huis ik bedoel. Het is dat van den verscheiden jaren geleden
-ontvluchten lord Lister. Mijn bediende en ik volgden den vluchteling en
-kwamen op het vreemde terrein, waar ons door een man werd bevolen stil
-te staan, die op het balkon van de villa stond en zei, dat wij dadelijk
-den tuin moesten verlaten. In het eerste oogenblik herkende ik hem
-niet, maar toen ook begreep ik dadelijk, dat het lord Lister, de
-gevreesde Raffles, of, zooals de pers hem noemt, de Groote Onbekende
-was.”
-
-„Waarom hebt ge hem dan niet dadelijk gearresteerd?”
-
-Pigott lachte eens.
-
-„Dacht ge, dat ik lust had om door een pistoolschot een eind aan mijn
-leven te zien gemaakt? Neen, inspecteur, dat laat ik den politiemannen
-over. Hebt gij lust Raffles te vangen? Ik niet!”
-
-Baxter dacht eenige seconden na.
-
-Hij dacht nog eens na over het verhaal, hem door Pigott gedaan en kon
-natuurlijk allerminst vermoeden, dat deze een handige leugen had
-verzonnen, omdat het in zijn belang was, dat Raffles zoo spoedig
-mogelijk werd gearresteerd.
-
-Hij stond op en zei:
-
-„Ik zal dadelijk het huis laten doorzoeken.”
-
-Hij gaf zijn lieden het bevel, dat de eene helft in het park van lord
-Lister moest gaan om het huis te bewaken, terwijl hij zelf en de andere
-helft van de straat af het huis zou binnengaan.
-
-Charly Brand zat met Freddy, waarmee hij heel gauw vriendschap had
-gesloten, in lord Lister’s studeerkamer en speelde met den knaap, toen
-de oude kamerdienaar verschrikt binnentrad.
-
-„Vlucht spoedig! De politie wenscht te worden binnengelaten!”
-
-Zonder te aarzelen vloog Charly Brand met de kleine naar den
-schuilhoek, hem door Raffles gewezen. De ruimte was groot genoeg voor
-beiden. Charly moest er nu slechts voor zorgen, dat het kind door het
-een of andere geluid den boel niet verried.
-
-„Hou je mond, ventje, anders pakt die oude, stoute vrouw ons,”
-fluisterde hij.
-
-De herinnering aan dat wijf deed de kleine zwijgen. Angstig sloeg hij
-zijn armpjes om den hals van zijn beschermer en verborg zijn hoofdje
-aan diens schouder.
-
-Door den houten wand hoorde Charly de stemmen van de detectives en van
-Baxter.
-
-„Ik zocht hier eens voor jaren,” zei deze „en toen lukte het Raffles
-door die klok te ontsnappen en mij en mijn collega’s in deze slaapkamer
-op te sluiten. Het lijkt hier wel een vossenhol en de duivel mag weten,
-of wij hem ooit zullen vinden. Destijds hebben wij op alle muren van
-deze kamer geklopt, alle schilderijen van den muur gehaald, de tapijten
-opgenomen, maar er was niets te vinden, net zoo weinig als nu. Het
-verbaast mij, wat dat speelgoed daar doet bij den haard. Wij zullen het
-in elk geval maar meenemen.”
-
-Een der detectives nam het speelgoed, dat Charly voor kleinen Freddy
-had voor den dag gehaald en stak het in den zak.
-
-Bijna een uur doorzochten zij het huis, maar — — John Raffles was er
-niet te vinden.
-
-Zonder den millionnair iets te berichten, reed Baxter met zijn mannen
-naar Scotland Yard terug en stoorde daar Marholm in zijn heerlijken
-sluimer.
-
-De inspecteur wekte hem met een stoot en verweet hem op luiden toon,
-dat hij zijn plichten zoozeer verzaakte.
-
-De vloo keek zijn chef met een spotlach aan.
-
-Baxter deelde den detective noode den loop van het onderzoek mede, maar
-het was noodig, wijl Marholm het protocol moest opmaken.
-
-Toen Marholm het kinderspeelgoed zag, nam hij een trekpoppetje in de
-hand en barstte uit in luid lachen.
-
-„John Raffles is een filosoof, inspecteur!”
-
-„Hoezoo?”
-
-In plaats van eenig antwoord te geven, zong Marholm uit volle borst:
-
-
- „O zalig, o zalig, een kind nog te zijn!”
-
-
-„Je bent een groote gek,” zei Baxter, „hou op met dat zingen en raad
-mij liever eens, wat te doen in zoo’n geval!”
-
-Marholm dacht eenige seconden na.
-
-„Ik geloof dat het maar het beste is, als ge eens met dien Pigott, die
-beweert Raffles zoo goed te kennen, door de straten van Londen gaat
-wandelen om den Grooten Onbekende te zoeken!”
-
-„Die raad is niet slecht,” zei Baxter en hij verliet met twee van zijn
-mannen het bureau.
-
-Marholm lachte in zijn vuistje. Hij kon zijn onderbroken slaapje nu
-voortzetten.
-
-— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
-— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
-— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
-
-Pigott was heelemaal niets ingenomen met het voorstel van Baxter om
-verscheiden uren door Londen te gaan slenteren en te probeeren Raffles
-te ontdekken.
-
-Maar hij vreesde Raffles te zeer om niet alles in het werk te stellen,
-ten einde den man te ontdekken.
-
-En deze poging, oogenschijnlijk zoo dwaas, zou inderdaad beloond
-worden.
-
-Baxter dacht er juist over na, of hij niet met Pigott naar „Hotel
-Cecil” zou gaan dineeren, toen plotseling de millionnair met doodsbleek
-gelaat den arm van Baxter greep en naar een persoon wees, die, in een
-grijze jas, langzaam voortliep, een sigaret rookte en het hotel
-binnentrad.
-
-„Wat is er?” vroeg de inspecteur, „ziet ge een spook?”
-
-„Neen! Geen spook, maar Raffles!”
-
-„Ge vergist u,” zei Baxter, „waar is hij?”
-
-„Dáár! Hij is „Hotel Cecil” binnengegaan; ik herkende hem dadelijk!”
-
-Het tweetal haastte zich en zag nog juist den rug met de grijze jas,
-die in de vestibule van het hotel verdween.
-
-Nog eens herhaalde Pigott:
-
-„Dat is Raffles!”
-
-Maar zoo groot was in Baxter de angst voor Raffles, dat hem nu, waar
-hij hem zoo nabij was, de knieën knikten.
-
-Hij was niet in staat, een stap te loopen.
-
-Eindelijk was hij weer zoover op streek gekomen, dat hij zijn beide
-detectives riep van de andere zijde der straat.
-
-„Hebt ge een heer gezien in een grijze jas?” vroeg Baxter den portier
-van het hotel.
-
-„Ja,” antwoordde deze, „hij is de leeszaal binnengegaan.”
-
-Baxter ging naar de aangeduide zaal aan het einde der gang.
-
-„Dank u!”
-
-Hier was lord Lister.
-
-Toen Baxter de zaal wilde binnengaan, verliet Lister dezen om een
-adresboek te gaan halen en toen hij den politieinspecteur zag,
-overlegde hij bliksemsnel bij zichzelven, wat hem te doen stond.
-
-„Daar is hij!” schreeuwde Baxter.
-
-Maar Raffles was in hetzelfde oogenblik een aangrenzend zaaltje, den
-theesalon, binnengestapt, draaide den sleutel om en liep het terras
-over, dat naar de breede straat langs de Theems leidde.
-
-En terwijl op deze handige manier de Groote Onbekende wel opzien baarde
-in den theesalon, maar toch ook behouden en wel op straat belandde,
-morrelden Baxter en zijn mannen aan den buitenkant der deur en riepen
-door het sleutelgat waar de man met de grijze jas was gebleven.
-
-„Naar den Theemsoever gegaan,” antwoordde men hem.
-
-„Vooruit!” beval Baxter, „hem dadelijk achterna.”
-
-Raffles had een voorsprong van verscheiden duizenden meters. Het was
-omstreeks vijf uur in den middag en het begon al wat te schemeren.
-
-De drukte aan den Theemsoever was om dezen tijd al bijzonder groot en
-Raffles durfde niet al te vlug te loopen om geen opzien te baren.
-
-Baxter en zijn mannen echter renden er van door en naderden steeds
-dichter.
-
-Ieder oogenblik riep Baxter: „Halt of ik schiet!”
-
-Maar er waren te veel menschen tusschen hem en Raffles, die het zaakje
-met belangstelling gadesloegen, waarom Baxter echter niet kon schieten.
-
-Plotseling bemerkte Raffles, dat een politieagent, een kerel als een
-boom, zich aansloot bij het publiek en hem vlak op de hielen was.
-Haastig had hij zijn jas uitgetrokken en toen de agent hem wilde
-grijpen, wierp hij dezen het kleedingstuk in het gelaat, zoodat de man
-niets kon zien.
-
-Reeds voelde Raffles, dat zijn krachten hem begaven.
-
-Maar eensklaps gleed een spotlach over zijn strak gelaat. Hij bleef een
-oogenblik staan en Baxter meende reeds dat Raffles, die vlak bij den
-Theemsoever stond, zich gevangen zou geven. Hij wilde hem reeds grijpen
-maar Raffles liep weer vooruit en opnieuw begon de jacht langs de
-rivier.
-
-Baxter echter zag, dat de vervolgde uitgeput geraakte en dit spelletje
-wel niet lang meer zou kunnen volhouden.
-
-Reeds strekten allen de handen uit om Raffles te pakken, maar— —zij
-grepen in de lucht, in de ijle ruimte. Met een grooten sprong, zijn
-hoed tot afscheid zwaaiend tegen Baxter, sprong Raffles in de Theems en
-riep:
-
-„Goeden dag, inspecteur, ’t is jammer voor mijn lakschoen!”
-
-Toen sloten de golven zich over zijn hoofd.
-
-Baxter rende als een gek aan den oever heen en weer en schreeuwde:
-
-„Een boot, een boot! Touwen en haken! Wij moeten hem ophalen! Wij
-moeten hem hebben!”
-
-Hij vloog met zijn lieden naar de brug om daar in een reddingboot te
-stappen. Daarin roeide hij in aller ijl naar de plaats, waar Raffles in
-de Theems was gesprongen.
-
-Maar niets was van hem te ontdekken.— — —
-
-Niet ver van de plaats werd een uur later in de duisternis door een
-heer een cab aangeroepen, die in een donkere portiek stond.
-
-De koetsier kon door de duisternis zijn „vrachie” niet nader bekijken.
-
-„Regent-Park 14”, zei de reiziger en de cab bracht hem daarheen.
-
-Toen de koetsier voor de villa stilhield, verbaasde hij er zich over,
-dat zijn passagier in het koude weer geen overjas droeg. De vreemdeling
-gaf hem een goede fooi en verdween toen in de villa. Het was de villa
-van lord Lister en Raffles zelf was het, die zich naar huis had laten
-rijden.
-
-Hij was niet verdronken in de Theems zooals Baxter en de grinnikende
-Pigott meenden.
-
-Toen hij vervolgd werd, bedacht hij onderwijl, dat een groote buis in
-de Theems uitmondde en op deze plaats was hij in de rivier gesprongen.
-
-Hij was een uitstekend zwemmer en kon zich gemakkelijk door de buis
-naar boven werken, tot waar deze op de straat uitmondde.
-
-In deze buis bleef hij totdat de duisternis was ingevallen; toen hief
-hij het deksel op en stond op straat.
-
-Met een cab liet hij zich naar zijn huis brengen om daar van kleeren te
-wisselen.
-
-Toen hoorde hij van Charly Brand, dat zijn huis te vergeefs door de
-detectives was bezocht Hij keek nog eens naar den slapenden Freddy en
-kuste den knaap op het voorhoofd.
-
-„Ga mee, Charly, maak je klaar.”
-
-Een paar minuten later slenterde Raffles in een elegante pels,
-onverschillig een sigaret rookend, met Charly Brand door de straten van
-Londen en luisterde met de grootste belangstelling naar de
-krantenjongens, die in extra-uitgaven zijn dood in de Theems meldden.
-
-
-
-
-
-
-
-
-ZEVENDE HOOFDSTUK.
-
-BIJ DEN LORD-MAYOR.
-
-
-Voor het huis van den lord-mayor van Londen liepen twee schildwachten
-der Iersche garde op en neer.
-
-De groote berenmutsen hadden zij wegens de koude iets dieper dan
-gewoonlijk over de oogen getrokken en zij surveilleerden bijna in
-looppas.
-
-Plotseling bleef een van hen staan en riep:
-
-„Halt!”
-
-Twee heeren in elegante pelsjassen stonden voor hen en verlangden te
-worden binnengelaten.
-
-Het waren lord Lister en Charly Brand.
-
-„Wij wenschen den lord-mayor te spreken,” zei Raffles.
-
-„Voor zaken of particulier?”
-
-„Voor zaken”, antwoordde Raffles.
-
-„De werkuren van den lord-mayor zijn om vijf uur des middags
-afgeloopen”, antwoordde de schildwacht.
-
-„Dien mij dan als particulier aan”, zei de lord.
-
-„Ook dat is onmogelijk”, zei de schildwacht, „de lord ontvangt vandaag
-niet, omdat hij nog te werken heeft.”
-
-„Het is goed”, zei lord Lister, en hij ging met Charly Brand verder.
-
-Aan den overkant der straat bleef hij staan en keek eens naar het
-groote gebouw, waarin de lord-mayor van Londen woonde en een licht op
-de eerste verdieping verried Raffles de kamer, waar naar alle
-waarschijnlijkheid de lord-mayor zat te werken.
-
-Eenige oogenblikken later zei hij tot Charly Brand:
-
-„Ga jij nu naar huis, mijn jongen! Goeden nacht!”
-
-„En wat ben jij van plan?” vroeg Charly Brand.
-
-„Ik wil den lord-mayor van Londen spreken.”
-
-„Maar dat is toch niet mogelijk naar je gehoord hebt.”
-
-„Niets is onmogelijk.”
-
-Hij reikte Charly Brand nog eens de hand en deze zag, hoe Lister met
-elastischen tred over het plaveisel liep, een lucifer aanstak en
-daarmee een sigaret ontgloeide.
-
-Daarna zag Charly, dat hij het huis van den lord-mayor voorbijging en
-daarna het huis er naast binnentrad.
-
-Charly ging heen. Hij kon maar niet begrijpen, wat Raffles daar in dat
-gebouw had te zoeken.— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
-
-Lord Abercron, lord-mayor van Londen, zat met zijn secretaris in zijn
-studeerkamer te werken. Hij was verdiept in de stukken, die voor hem
-lagen, zoodat hij er niet op lette, toen zijn kamerdeur werd geopend en
-eerst verschrikt opkeek, toen zijn secretaris plotseling opsprong en
-met luider stem uitriep:
-
-„Wie zijt ge, wat wilt ge?”
-
-Lord Abercron stond eveneens op en keek naar de deur.
-
-Daar stond de slanke gestalte van een vreemdeling, het type van een
-gentleman.
-
-„Wat verlangt ge?” vroeg Abercron, „en hoe is het mogelijk, dat men u
-heeft binnengelaten?”
-
-De vreemdeling naderde en zei:
-
-„Pardon. Maar als ik den koning wensch te spreken, dan ook word ik
-toegelaten. Ik kom overal binnen, waar ik wil en geen wacht of beambte
-kan mij daarin den weg versperren.”
-
-Deze woorden bezorgden lord Abercron een lichte rilling.—„Was dat een
-gek of een spook?”
-
-„Ik begrijp u niet,” sprak hij, „maar daar ik het bewijs van uwe
-bewering voor mij zie, wilt ge zeker wel de goedheid hebben, mij nader
-te verklaren, wien ik de eer heb te spreken.”
-
-De vreemdeling boog met een vriendelijk lachje en zei:
-
-„Mijn naam is John C. Raffles.”
-
-De lord-mayor en zijn secretaris vlogen van schrik achteruit. Een
-bovenaardsche verschijning had op hen geen schrikkelijker uitwerking
-kunnen hebben.
-
-De lord kreeg het eerst zijn tegenwoordigheid van geest terug en zei:
-
-„Schertst ge of wat praat ge anders voor onzin?”
-
-„Geen onzin,” antwoordde Raffles, „of denkt ge, dat ik voor mijn
-pleizier over de daken naar hier ben geklauterd?”
-
-„Over de daken?” herhaalde lord Abercron.
-
-„Ja,” antwoordde Raffles, „ik ben van hiernaast bij u overgesprongen.
-Dat was een heele waaghalzerij.”
-
-„Als ge geen slechte bedoeling hebt,” sprak Abercron, „al zijt ge ook
-de veelbesproken Raffles, waarom komt ge dan midden in den nacht bij
-mij?”
-
-„Omdat mijn boodschap geen uitstel kan lijden,” antwoordde de Groote
-Onbekende, „ik kom om met de hulp van uwe lordschap het vreeselijke
-lijden van ongelukkige schepsels te verzachten. Ik kom zelfs, op gevaar
-af, dat ge mij laat arresteeren en in de gevangenis werpen.”
-
-Nu keek lord Abercron in gespannen aandacht naar Raffles en zich
-herinnerend dat lord Lister, voordat hij zich aan de inbrekerssport
-wijdde, zijn standgenoot was, zei hij:
-
-„Ga zitten, lord Lister. Het moet wel een belangrijk iets zijn, dat u
-er toe drijft, u te wagen in het hol van den leeuw.— —Zal ik mijn
-secretaris wegzenden?”
-
-„Dat laat ik geheel aan u over, sta mij toe, dat ik u thans mijn
-verhaal doe.”
-
-En lord Lister begon hem de geschiedenis van mr. Pigott te vertellen
-
-— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
-— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
-— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
-
-Terwijl lord Lister bij den lord-mayor zich bevond, was Baxter naar
-Scotland Yard teruggekeerd—het was tegen negen uur des avonds—om den
-nachtdienst over te geven aan zijn collega Thomas. Daar ging de
-telefoon over en Marholm nam den hoorn van het toestel.
-
-„Hier Baxter, Scotland Yard!”
-
-„Hier Hittner, de secretaris van lord Abercron.”
-
-„Wat belieft u?”
-
-„Lord Abercron beveelt, dadelijk mr. Pigott, Regent-Park 12, te
-arresteeren en naar Scotland Yard te brengen om verhoord te worden.
-Zijn lordschap zal daar zelf komen.”
-
-„Uitstekend,” zei Marholm en hij legde den hoorn weer neer.
-
-„Wat is er?” vroeg Baxter, die haast had om naar huis te komen.
-
-„De lord-mayor verzoekt u, inspecteur Baxter, om mr. Pigott hier te
-brengen, opdat zijne lordschap hem persoonlijk in verhoor kan nemen.”
-
-„Alle duivels! Wat moet dat beteekenen?”
-
-Marholm haalde de schouders op.
-
-„Ga mee, Marholm, het bevel luidt immers, dat Pigott direct moet
-gearresteerd worden? Wat ter wereld heeft lord Abercron met dien Pigott
-te maken? ’t Is vreemd!”
-
-Het tweetal spoedde zich naar Pigott. Verschrikt sprong deze op, toen
-Marholm en Baxter zijn eetkamer binnentraden en hem meedeelden, dat hij
-dadelijk naar Scotland Yard moest komen.
-
-„Wat is er? Wat moet ik? Hebt ge Raffles misschien uit de Theems
-gehaald?”
-
-Over het gelaat van Marholm vloog een spotlach en om Pigott tot wat
-spoed aan te drijven sprak hij:
-
-„Ja, wij hebben hem er uit gehaald.”
-
-Die woorden hielpen. Hij kleedde zich haastig en verliet met Baxter en
-Marholm de villa. De lord-mayor was nog niet verschenen.
-
-Daar ging de deur open.
-
-Een heer in pelsjas kwam binnen, fixeerde Baxter eenigen tijd en vroeg:
-
-„Inspecteur Baxter?”
-
-„Jawel! Met wien heb ik het genoegen?”
-
-Daar weerklonk een vreeselijke gil en Pigott schreeuwde:
-
-„Raffles! Raffles! Een spook! Help!—”
-
-Die woorden werkten als een bom.
-
-Allen, behalve Marholm, wilden vluchten. Glimlachend keek Raffles toe
-en zei:
-
-„Die man heeft gelijk. Ik ben Raffles!”
-
-Nu brulde Baxter:
-
-„Sluit hem in boeien! Vooruit! Het is Raffles!”
-
-En terwijl allen, behalve „de vloo”, zich op Raffles wierpen, riep
-Baxter maar uit:
-
-„We hebben hem! Gelukkig! Eindelijk! Nu zal hij op water en brood
-zitten, totdat hij alles heeft teruggegeven, wat hij gestolen heeft.”
-
-Daar ging de deur nogmaals open en een onder-officier van de Iersche
-garde meldde met luider stemme:
-
-„De lord-mayor van Londen, lord Abercron”.
-
-Deze trad binnen met een vriendelijk „goeden avond”, klopte toen
-Raffles eens joviaal op den schouder en zei:
-
-„Goeden avond, waarde lord. Ik zie, dat ze u een paar ijzeren
-handschoenen hebben aangetrokken.”
-
-„Ja”, lachte Raffles, „aan beleefdheid heeft het mij hier niet
-ontbroken.”
-
-Als een bliksemstraal troffen deze woorden al de omstanders en hun
-verbazing kende geen grenzen, toen Abercron gelastte:
-
-„Neem den lord de handboeien af!”
-
-Marholm haastte zich, het bevel op te volgen.
-
-„En doe dien heer de boeien aan”, beval de lord-mayor en hij wees naar
-mr. Pigott.
-
-Deze brulde als een stier, toen hij die woorden hoorde en stevig werd
-beetgepakt.
-
-In een oogwenk was hij geboeid.
-
-„Ga met uw beambten”, beval thans de lord-mayor, „naar de villa van
-dezen man, waarheen ge hem moet meenemen. Lord Lister zal in dit proces
-optreden als getuige en als zoodanig staat hij ook onder de speciale
-bescherming van de Kroon. Ge moogt hem dus niet het minste aandoen.”
-
-Baxter en alle detectives bogen diep en de heele stoet van Scotland
-Yard, met mr. Pigott in hun midden, trok erop uit, terwijl zich nog
-eenige doktoren bij hen hadden gevoegd. Zoo trok men, met lord Lister
-aan het hoofd, naar de villa in Regent-Park.
-
-Marholm, die naast den geboeiden Pigott in de auto zat, merkte op, dat
-deze, toen men voor zijn villa was aangekomen, eensklaps een luiden
-schreeuw wilde slaken om zijn medeplichtigen te waarschuwen. Maar dit
-geschiedde niet, want toen Marholm zag, wat Pigott wilde beginnen,
-drukte hij hem bliksemsnel de hand op den mond en de schreeuw werd
-gesmoord. Zijn hand nam Marholm eerst weer weg, toen de deur der villa
-geopend was.
-
-Jackson stond op den drempel en te laat zag deze, dat men gesnapt was,
-want reeds werd hij gegrepen en geboeid.
-
-Het viel nu niet zoo heel moeilijk om ook de derde medeplichtige en het
-wijf te arresteeren. Lord Lister ging nu de anderen voor naar den
-kelder. Het gelukte hem nu al heel spoedig om de geheime deur te
-openen, waarvan hij het mechanisme kende, en de heeren belandden dus
-vrij spoedig in de kelderruimte, waar zich zulke afgrijzelijke
-tooneelen voor hun oogen afspeelden, dat zij meenden in de hel te zijn
-verplaatst.
-
-Uit vieze, vuile hokken, op hoopen stroo, dat maanden lang reeds lag te
-rotten en waarin het ongedierte hoogtij vierde, haalden de doctoren
-schepseltjes te voorschijn, die men op de meest wreedaardige wijze
-kunstmatig had verminkt.
-
-Het waren kinderen, jongens en meisjes tot drie-jarigen leeftijd, die
-men alle opzettelijk verminkt en van hun ledematen beroofd had. Met
-gloeiende ijzers werden de stompen afgebrand en dan weer zoo goed en
-zoo kwaad als het ging genezen. Bleef het ongelukkige kind leven dan
-werd het, zooals wij dat bij Raffles en mr. Thomson zagen, verkocht aan
-den een of anderen bedelaar uit Londen, stierf het, tengevolge van de
-vreeselijke pijnen, dan werd het in een onderaardschen put geworpen. De
-aanwezige doctoren bemoeiden zich terstond met de arme stumperdjes en
-lieten ze naar de ziekenhuizen brengen.
-
-Uit het onderaardsche kerkhof haalden de doktoren zeventig geraamten of
-in verregaanden staat van ontbinding verkeerende lijkjes te voorschijn.
-Verscheiden detectives vielen flauw, toen zij al die ellende zagen en
-Raffles beweerde, dat hij zelfs niet op de slagvelden van Egypte of
-Zuid-Afrika zulke vreeselijke tooneelen had bijgewoond als de aanblik
-gaf van deze onschuldig vermoorde wezentjes.
-
-Terwijl de doktoren en eenige detectives den kelder ontruimden, begaven
-de lord-mayor en Raffles zich naar de slaapkamer van mr. Pigott, die
-zij doorzochten. In een jaszak van den millionnair vonden zij de krant,
-waarin de arme naaister Mary Grant haar zoontje te koop aanbood. Deze
-advertentie had Pigott met blauw potlood aangehaald.
-
-Raffles nam deze krant en verzocht toen den lord-mayor en Baxter om hem
-te volgen naar de naastbij gelegen woning.
-
-Charly Brand, die met het grootste ongeduld wachtte op de terugkomst
-van lord Lister en in de grootste zenuwachtigheid verkeerde, schrikte
-niet weinig, toen hij plotseling de huisbel hoorde overgaan en vreemde
-stemmen vernam. Hij was op het punt om zich opnieuw te verbergen in den
-door Raffles aangeduiden schuilhoek, toen hij lord Lister’s stem
-hoorde, die zei:
-
-„Hierheen, heeren, deze trap op!”
-
-Eenige minuten later werd de deur geopend en lord Lister trad binnen,
-vergezeld van lord Abercron en detective Marholm.
-
-Vol verbazing en bewondering keek lord Abercron om zich heen. Dat was
-dus het veel beruchte dievenhol, waar het zoo echt gezellig en
-gemakkelijk uitzag.
-
-Maar Raffles liet hem niet al te lang den tijd. Hij bracht hem naar de
-slaapkamer en toonde hem daar het blonde knaapje. Rustig sluimerde het
-kind, en een lachje speelde om zijn lippen.
-
-„Hier is de kleine,” zei Raffles, „dien ik den schurk heb ontstolen en
-bovendien—hij wendde zich tot Charly Brand—heb ik dien man voor 60,000
-pond sterling beroofd, die ik thans aan u overdraag met het vriendelijk
-verzoek, deze geldsom te besteden in het belang van de ongelukkige
-slachtoffers, de verminkte kinderen.”
-
-Hij liet Charly de geldsom uitbetalen.
-
-Lord Abercron nam het geld, keek er eenige seconden naar en toen keek
-hij naar Raffles. Daarop reikte hij dezen de hand en zei:
-
-„Ik benijd u om uw sport, lord Lister en, te oordeelen naar het
-resultaat, dat ge mij vandaag van uw werken hebt gegeven, zou ik
-wenschen een Raffles te zijn.”— —
-
-Daarmee gaf hij hem nogmaals de hand.
-
-„Ik moet gaan, het is al laat geworden!”
-
-„Toch nog niet te laat om iemand groote vreugde te bereiden. Ik zal de
-moeder van dit kind gaan opzoeken en haar het knaapje terugbrengen.”
-
-„Ik zal voor moeder en kind zorgen,” zei lord Abercron. „Kom morgen bij
-mij en zeg mij, wat ik doen kan.”
-
-Lord Lister boog.
-
-„Staat ge mij toe,” vroeg hij, „dat ik u nog één verlangen van mij
-kenbaar maak?”
-
-„En dat is?”
-
-„Ik heb hier in huis nog een paar uitstekende touwen. Ik geloof, dat
-inspecteur Baxter ze indertijd heeft gekocht bij een touwslager, met de
-bedoeling om er mij aan op te hangen en ze hier thuis heeft
-achtergelaten. Dat voornemen van Baxter is tot nog toe niet ten uitvoer
-gebracht. Zoudt gij die touwen misschien willen meenemen als geschenk
-van mij voor mr. Pigott en zijn collega’s?”—
-
-Lord Abercron lachte. Het was zijn eerste glimlach op dezen avond en
-ook detective Marholm lachte, toen lord Lister een verwarde kluwen touw
-te voorschijn haalde.
-
-Hij gaf ze den lord-mayor van Londen met de woorden:
-
-„Een echte Rafflesstrop voor Pigott en zijn medeplichtigen.”
-
-
-
-
-
-
-
-
-*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK LORD LISTER NO. 0018: HET
-GEHEIM VAN DE VERMINKTE KINDEREN ***
-
-Updated editions will replace the previous one--the old editions will
-be renamed.
-
-Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright
-law means that no one owns a United States copyright in these works,
-so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the
-United States without permission and without paying copyright
-royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part
-of this license, apply to copying and distributing Project
-Gutenberg-tm electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG-tm
-concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark,
-and may not be used if you charge for an eBook, except by following
-the terms of the trademark license, including paying royalties for use
-of the Project Gutenberg trademark. If you do not charge anything for
-copies of this eBook, complying with the trademark license is very
-easy. You may use this eBook for nearly any purpose such as creation
-of derivative works, reports, performances and research. Project
-Gutenberg eBooks may be modified and printed and given away--you may
-do practically ANYTHING in the United States with eBooks not protected
-by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the trademark
-license, especially commercial redistribution.
-
-START: FULL LICENSE
-
-THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE
-PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK
-
-To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free
-distribution of electronic works, by using or distributing this work
-(or any other work associated in any way with the phrase "Project
-Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full
-Project Gutenberg-tm License available with this file or online at
-www.gutenberg.org/license.
-
-Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project
-Gutenberg-tm electronic works
-
-1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm
-electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to
-and accept all the terms of this license and intellectual property
-(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all
-the terms of this agreement, you must cease using and return or
-destroy all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your
-possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a
-Project Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound
-by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the
-person or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph
-1.E.8.
-
-1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be
-used on or associated in any way with an electronic work by people who
-agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few
-things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works
-even without complying with the full terms of this agreement. See
-paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project
-Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this
-agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm
-electronic works. See paragraph 1.E below.
-
-1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the
-Foundation" or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection
-of Project Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual
-works in the collection are in the public domain in the United
-States. If an individual work is unprotected by copyright law in the
-United States and you are located in the United States, we do not
-claim a right to prevent you from copying, distributing, performing,
-displaying or creating derivative works based on the work as long as
-all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope
-that you will support the Project Gutenberg-tm mission of promoting
-free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg-tm
-works in compliance with the terms of this agreement for keeping the
-Project Gutenberg-tm name associated with the work. You can easily
-comply with the terms of this agreement by keeping this work in the
-same format with its attached full Project Gutenberg-tm License when
-you share it without charge with others.
-
-1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern
-what you can do with this work. Copyright laws in most countries are
-in a constant state of change. If you are outside the United States,
-check the laws of your country in addition to the terms of this
-agreement before downloading, copying, displaying, performing,
-distributing or creating derivative works based on this work or any
-other Project Gutenberg-tm work. The Foundation makes no
-representations concerning the copyright status of any work in any
-country other than the United States.
-
-1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg:
-
-1.E.1. The following sentence, with active links to, or other
-immediate access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear
-prominently whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work
-on which the phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the
-phrase "Project Gutenberg" is associated) is accessed, displayed,
-performed, viewed, copied or distributed:
-
- This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and
- most other parts of the world at no cost and with almost no
- restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it
- under the terms of the Project Gutenberg License included with this
- eBook or online at www.gutenberg.org. If you are not located in the
- United States, you will have to check the laws of the country where
- you are located before using this eBook.
-
-1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is
-derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not
-contain a notice indicating that it is posted with permission of the
-copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in
-the United States without paying any fees or charges. If you are
-redistributing or providing access to a work with the phrase "Project
-Gutenberg" associated with or appearing on the work, you must comply
-either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or
-obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg-tm
-trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9.
-
-1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted
-with the permission of the copyright holder, your use and distribution
-must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any
-additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms
-will be linked to the Project Gutenberg-tm License for all works
-posted with the permission of the copyright holder found at the
-beginning of this work.
-
-1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm
-License terms from this work, or any files containing a part of this
-work or any other work associated with Project Gutenberg-tm.
-
-1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this
-electronic work, or any part of this electronic work, without
-prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with
-active links or immediate access to the full terms of the Project
-Gutenberg-tm License.
-
-1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary,
-compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including
-any word processing or hypertext form. However, if you provide access
-to or distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format
-other than "Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official
-version posted on the official Project Gutenberg-tm website
-(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense
-to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means
-of obtaining a copy upon request, of the work in its original "Plain
-Vanilla ASCII" or other form. Any alternate format must include the
-full Project Gutenberg-tm License as specified in paragraph 1.E.1.
-
-1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying,
-performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works
-unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9.
-
-1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing
-access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works
-provided that:
-
-* You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from
- the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method
- you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed
- to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he has
- agreed to donate royalties under this paragraph to the Project
- Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid
- within 60 days following each date on which you prepare (or are
- legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty
- payments should be clearly marked as such and sent to the Project
- Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in
- Section 4, "Information about donations to the Project Gutenberg
- Literary Archive Foundation."
-
-* You provide a full refund of any money paid by a user who notifies
- you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he
- does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm
- License. You must require such a user to return or destroy all
- copies of the works possessed in a physical medium and discontinue
- all use of and all access to other copies of Project Gutenberg-tm
- works.
-
-* You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of
- any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the
- electronic work is discovered and reported to you within 90 days of
- receipt of the work.
-
-* You comply with all other terms of this agreement for free
- distribution of Project Gutenberg-tm works.
-
-1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project
-Gutenberg-tm electronic work or group of works on different terms than
-are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing
-from the Project Gutenberg Literary Archive Foundation, the manager of
-the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the Foundation as set
-forth in Section 3 below.
-
-1.F.
-
-1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable
-effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread
-works not protected by U.S. copyright law in creating the Project
-Gutenberg-tm collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm
-electronic works, and the medium on which they may be stored, may
-contain "Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate
-or corrupt data, transcription errors, a copyright or other
-intellectual property infringement, a defective or damaged disk or
-other medium, a computer virus, or computer codes that damage or
-cannot be read by your equipment.
-
-1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right
-of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project
-Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project
-Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project
-Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all
-liability to you for damages, costs and expenses, including legal
-fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT
-LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE
-PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE
-TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE
-LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR
-INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH
-DAMAGE.
-
-1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a
-defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can
-receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a
-written explanation to the person you received the work from. If you
-received the work on a physical medium, you must return the medium
-with your written explanation. The person or entity that provided you
-with the defective work may elect to provide a replacement copy in
-lieu of a refund. If you received the work electronically, the person
-or entity providing it to you may choose to give you a second
-opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If
-the second copy is also defective, you may demand a refund in writing
-without further opportunities to fix the problem.
-
-1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth
-in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO
-OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT
-LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE.
-
-1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied
-warranties or the exclusion or limitation of certain types of
-damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement
-violates the law of the state applicable to this agreement, the
-agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or
-limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or
-unenforceability of any provision of this agreement shall not void the
-remaining provisions.
-
-1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the
-trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone
-providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in
-accordance with this agreement, and any volunteers associated with the
-production, promotion and distribution of Project Gutenberg-tm
-electronic works, harmless from all liability, costs and expenses,
-including legal fees, that arise directly or indirectly from any of
-the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this
-or any Project Gutenberg-tm work, (b) alteration, modification, or
-additions or deletions to any Project Gutenberg-tm work, and (c) any
-Defect you cause.
-
-Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm
-
-Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of
-electronic works in formats readable by the widest variety of
-computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It
-exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations
-from people in all walks of life.
-
-Volunteers and financial support to provide volunteers with the
-assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's
-goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will
-remain freely available for generations to come. In 2001, the Project
-Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure
-and permanent future for Project Gutenberg-tm and future
-generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see
-Sections 3 and 4 and the Foundation information page at
-www.gutenberg.org
-
-Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation
-
-The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non-profit
-501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the
-state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal
-Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification
-number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by
-U.S. federal laws and your state's laws.
-
-The Foundation's business office is located at 809 North 1500 West,
-Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up
-to date contact information can be found at the Foundation's website
-and official page at www.gutenberg.org/contact
-
-Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg
-Literary Archive Foundation
-
-Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without
-widespread public support and donations to carry out its mission of
-increasing the number of public domain and licensed works that can be
-freely distributed in machine-readable form accessible by the widest
-array of equipment including outdated equipment. Many small donations
-($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt
-status with the IRS.
-
-The Foundation is committed to complying with the laws regulating
-charities and charitable donations in all 50 states of the United
-States. Compliance requirements are not uniform and it takes a
-considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up
-with these requirements. We do not solicit donations in locations
-where we have not received written confirmation of compliance. To SEND
-DONATIONS or determine the status of compliance for any particular
-state visit www.gutenberg.org/donate
-
-While we cannot and do not solicit contributions from states where we
-have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition
-against accepting unsolicited donations from donors in such states who
-approach us with offers to donate.
-
-International donations are gratefully accepted, but we cannot make
-any statements concerning tax treatment of donations received from
-outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff.
-
-Please check the Project Gutenberg web pages for current donation
-methods and addresses. Donations are accepted in a number of other
-ways including checks, online payments and credit card donations. To
-donate, please visit: www.gutenberg.org/donate
-
-Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic works
-
-Professor Michael S. Hart was the originator of the Project
-Gutenberg-tm concept of a library of electronic works that could be
-freely shared with anyone. For forty years, he produced and
-distributed Project Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of
-volunteer support.
-
-Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed
-editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in
-the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not
-necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper
-edition.
-
-Most people start at our website which has the main PG search
-facility: www.gutenberg.org
-
-This website includes information about Project Gutenberg-tm,
-including how to make donations to the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to
-subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks.
diff --git a/old/69680-0.zip b/old/69680-0.zip
deleted file mode 100644
index 6bfc243..0000000
--- a/old/69680-0.zip
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/69680-h.zip b/old/69680-h.zip
deleted file mode 100644
index 9c700fe..0000000
--- a/old/69680-h.zip
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/69680-h/69680-h.htm b/old/69680-h/69680-h.htm
deleted file mode 100644
index 7982c20..0000000
--- a/old/69680-h/69680-h.htm
+++ /dev/null
@@ -1,4243 +0,0 @@
-<!DOCTYPE html
-PUBLIC "-//W3C//DTD HTML 4.01 Transitional//EN" "http://www.w3.org/TR/html4/loose.dtd">
-<!-- This HTML file has been automatically generated from an XML source on 2023-01-01T12:52:02Z using SAXON HE 9.9.1.8 . -->
-<html lang="nl">
-<head>
-<meta http-equiv="Content-Type" content="text/html; charset=utf-8">
-<title>Lord Lister No. 18: Het geheim van de verminkte kinderen</title>
-<meta name="generator" content="tei2html.xsl, see https://github.com/jhellingman/tei2html">
-<meta name="author" content="Kurt Matull (1872–1930?)">
-<meta name="author" content="Theo von Blankensee [Pseudoniem van Mathias Blank (1881–1928)]">
-<link rel="coverpage" href="images/lordlister0018-front.jpg">
-<link rel="schema.DC" href="http://purl.org/dc/elements/1.1/">
-<meta name="DC.Title" content="Lord Lister No. 18: Het geheim van de verminkte kinderen">
-<meta name="DC.Creator" content="Kurt Matull (1872–1930?)">
-<meta name="DC.Creator" content="Theo von Blankensee [Pseudoniem van Mathias Blank (1881–1928)]">
-<meta name="DC.Language" content="nl-1900">
-<meta name="DC.Format" content="text/html">
-<meta name="DC.Publisher" content="Project Gutenberg">
-<meta name="DC:Subject" content="Detective and mystery stories -- Periodicals">
-<meta name="DC:Subject" content="Dime novels -- Periodicals">
-<style type="text/css"> /* <![CDATA[ */
-html {
-line-height: 1.3;
-}
-body {
-margin: 0;
-}
-main {
-display: block;
-}
-h1 {
-font-size: 2em;
-margin: 0.67em 0;
-}
-hr {
-height: 0;
-overflow: visible;
-}
-pre {
-font-family: monospace;
-font-size: 1em;
-}
-a {
-background-color: transparent;
-}
-abbr[title] {
-border-bottom: none;
-text-decoration: underline dotted;
-}
-b, strong {
-font-weight: bolder;
-}
-code, kbd, samp {
-font-family: monospace;
-font-size: 1em;
-}
-small {
-font-size: 80%;
-}
-sub, sup {
-font-size: 67%;
-line-height: 0;
-position: relative;
-vertical-align: baseline;
-}
-sub {
-bottom: -0.25em;
-}
-sup {
-top: -0.5em;
-}
-img {
-border-style: none;
-}
-body {
-font-family: serif;
-font-size: 100%;
-text-align: left;
-margin-top: 2.4em;
-}
-div.front, div.body {
-margin-bottom: 7.2em;
-}
-div.back {
-margin-bottom: 2.4em;
-}
-.div0 {
-margin-top: 7.2em;
-margin-bottom: 7.2em;
-}
-.div1 {
-margin-top: 5.6em;
-margin-bottom: 5.6em;
-}
-.div2 {
-margin-top: 4.8em;
-margin-bottom: 4.8em;
-}
-.div3 {
-margin-top: 3.6em;
-margin-bottom: 3.6em;
-}
-.div4 {
-margin-top: 2.4em;
-margin-bottom: 2.4em;
-}
-.div5, .div6, .div7 {
-margin-top: 1.44em;
-margin-bottom: 1.44em;
-}
-.div0:last-child, .div1:last-child, .div2:last-child, .div3:last-child,
-.div4:last-child, .div5:last-child, .div6:last-child, .div7:last-child {
-margin-bottom: 0;
-}
-blockquote div.front, blockquote div.body, blockquote div.back {
-margin-top: 0;
-margin-bottom: 0;
-}
-.divBody .div1:first-child, .divBody .div2:first-child, .divBody .div3:first-child, .divBody .div4:first-child,
-.divBody .div5:first-child, .divBody .div6:first-child, .divBody .div7:first-child {
-margin-top: 0;
-}
-h1, h2, h3, h4, h5, h6, .h1, .h2, .h3, .h4, .h5, .h6 {
-clear: both;
-font-style: normal;
-text-transform: none;
-}
-h3, .h3 {
-font-size: 1.2em;
-}
-h3.label {
-font-size: 1em;
-margin-bottom: 0;
-}
-h4, .h4 {
-font-size: 1em;
-}
-.alignleft {
-text-align: left;
-}
-.alignright {
-text-align: right;
-}
-.alignblock {
-text-align: justify;
-}
-p.tb, hr.tb, .par.tb {
-margin: 1.6em auto;
-text-align: center;
-}
-p.argument, p.note, p.tocArgument, .par.argument, .par.note, .par.tocArgument {
-font-size: 0.9em;
-text-indent: 0;
-}
-p.argument, p.tocArgument, .par.argument, .par.tocArgument {
-margin: 1.58em 10%;
-}
-.opener, .address {
-margin-top: 1.6em;
-margin-bottom: 1.6em;
-}
-.addrline {
-margin-top: 0;
-margin-bottom: 0;
-}
-.dateline {
-margin-top: 1.6em;
-margin-bottom: 1.6em;
-text-align: right;
-}
-.salute {
-margin-top: 1.6em;
-margin-left: 3.58em;
-text-indent: -2em;
-}
-.signed {
-margin-top: 1.6em;
-margin-left: 3.58em;
-text-indent: -2em;
-}
-.epigraph {
-font-size: 0.9em;
-width: 60%;
-margin-left: auto;
-}
-.epigraph span.bibl {
-display: block;
-text-align: right;
-}
-.trailer {
-clear: both;
-margin-top: 3.6em;
-}
-span.abbr, abbr {
-white-space: nowrap;
-}
-span.parnum {
-font-weight: bold;
-}
-span.corr, span.gap {
-border-bottom: 1px dotted red;
-}
-span.num, span.trans {
-border-bottom: 1px dotted gray;
-}
-span.measure {
-border-bottom: 1px dotted green;
-}
-.ex {
-letter-spacing: 0.2em;
-}
-.sc {
-font-variant: small-caps;
-}
-.asc {
-font-variant: small-caps;
-text-transform: lowercase;
-}
-.uc {
-text-transform: uppercase;
-}
-.tt {
-font-family: monospace;
-}
-.underline {
-text-decoration: underline;
-}
-.overline, .overtilde {
-text-decoration: overline;
-}
-.rm {
-font-style: normal;
-}
-.red {
-color: red;
-}
-hr {
-clear: both;
-border: none;
-border-bottom: 1px solid black;
-width: 45%;
-margin-left: auto;
-margin-right: auto;
-margin-top: 1em;
-text-align: center;
-}
-hr.dotted {
-border-bottom: 2px dotted black;
-}
-hr.dashed {
-border-bottom: 2px dashed black;
-}
-.aligncenter {
-text-align: center;
-}
-h1, h2, .h1, .h2 {
-font-size: 1.44em;
-line-height: 1.5;
-}
-h1.label, h2.label {
-font-size: 1.2em;
-margin-bottom: 0;
-}
-h5, h6 {
-font-size: 1em;
-font-style: italic;
-}
-p, .par {
-text-indent: 0;
-}
-p.firstlinecaps:first-line, .par.firstlinecaps:first-line {
-text-transform: uppercase;
-}
-.hangq {
-text-indent: -0.32em;
-}
-.hangqq {
-text-indent: -0.42em;
-}
-.hangqqq {
-text-indent: -0.84em;
-}
-p.dropcap:first-letter, .par.dropcap:first-letter {
-float: left;
-clear: left;
-margin: 0 0.05em 0 0;
-padding: 0;
-line-height: 0.8;
-font-size: 420%;
-vertical-align: super;
-}
-blockquote, p.quote, div.blockquote, div.argument, .par.quote {
-font-size: 0.9em;
-margin: 1.58em 5%;
-}
-.pageNum a, a.noteRef:hover, a.pseudoNoteRef:hover, a.hidden:hover, a.hidden {
-text-decoration: none;
-}
-.advertisement, .advertisements {
-background-color: #FFFEE0;
-border: black 1px dotted;
-color: #000;
-margin: 2em 5%;
-padding: 1em;
-}
-span.accent {
-display: inline-block;
-text-align: center;
-}
-span.accent, span.accent span.top, span.accent span.base {
-line-height: 0.40em;
-}
-span.accent span.top {
-font-weight: bold;
-font-size: 5pt;
-}
-span.accent span.base {
-display: block;
-}
-.footnotes .body, .footnotes .div1 {
-padding: 0;
-}
-.fnarrow {
-color: #AAAAAA;
-font-weight: bold;
-text-decoration: none;
-}
-.fnarrow:hover, .fnreturn:hover {
-color: #660000;
-}
-.fnreturn {
-color: #AAAAAA;
-font-size: 80%;
-font-weight: bold;
-text-decoration: none;
-vertical-align: 0.25em;
-}
-a {
-text-decoration: none;
-}
-a:hover {
-text-decoration: underline;
-background-color: #e9f5ff;
-}
-a.noteRef, a.pseudoNoteRef {
-font-size: 67%;
-vertical-align: super;
-text-decoration: none;
-margin-left: 0.1em;
-}
-.externalUrl {
-font-size: small;
-font-family: monospace;
-color: gray;
-}
-.displayfootnote {
-display: none;
-}
-div.footnotes {
-font-size: 80%;
-margin-top: 1em;
-padding: 0;
-}
-hr.fnsep {
-margin-left: 0;
-margin-right: 0;
-text-align: left;
-width: 25%;
-}
-p.footnote, .par.footnote {
-margin-bottom: 0.5em;
-margin-top: 0.5em;
-}
-p.footnote .fnlabel, .par.footnote .fnlabel {
-float: left;
-margin-left: -0.1em;
-min-width: 1.0em;
-padding-right: 0.4em;
-}
-.apparatusnote {
-text-decoration: none;
-}
-.apparatusnote:target, .fndiv:target {
-background-color: #eaf3ff;
-}
-table.tocList {
-width: 100%;
-margin-left: auto;
-margin-right: auto;
-border-width: 0;
-border-collapse: collapse;
-}
-td.tocPageNum, td.tocDivNum {
-text-align: right;
-min-width: 10%;
-border-width: 0;
-white-space: nowrap;
-}
-td.tocDivNum {
-padding-left: 0;
-padding-right: 0.5em;
-vertical-align: top;
-}
-td.tocPageNum {
-padding-left: 0.5em;
-padding-right: 0;
-vertical-align: bottom;
-}
-td.tocDivTitle {
-width: auto;
-}
-p.tocPart, .par.tocPart {
-margin: 1.58em 0;
-font-variant: small-caps;
-}
-p.tocChapter, .par.tocChapter {
-margin: 1.58em 0;
-}
-p.tocSection, .par.tocSection {
-margin: 0.7em 5%;
-}
-table.tocList td {
-vertical-align: top;
-}
-table.tocList td.tocPageNum {
-vertical-align: bottom;
-}
-table.inner {
-display: inline-table;
-border-collapse: collapse;
-width: 100%;
-}
-td.itemNum {
-text-align: right;
-min-width: 5%;
-padding-right: 0.8em;
-}
-td.innerContainer {
-padding: 0;
-margin: 0;
-}
-.index {
-font-size: 80%;
-}
-.index p {
-text-indent: -1em;
-margin-left: 1em;
-}
-.indexToc {
-text-align: center;
-}
-.transcriberNote {
-background-color: #DDE;
-border: black 1px dotted;
-color: #000;
-font-family: sans-serif;
-font-size: 80%;
-margin: 2em 5%;
-padding: 1em;
-}
-.missingTarget {
-text-decoration: line-through;
-color: red;
-}
-.correctionTable {
-width: 75%;
-}
-.width20 {
-width: 20%;
-}
-.width40 {
-width: 40%;
-}
-p.smallprint, li.smallprint, .par.smallprint {
-color: #666666;
-font-size: 80%;
-}
-span.musictime {
-vertical-align: middle;
-display: inline-block;
-text-align: center;
-}
-span.musictime, span.musictime span.top, span.musictime span.bottom {
-padding: 1px 0.5px;
-font-size: xx-small;
-font-weight: bold;
-line-height: 0.7em;
-}
-span.musictime span.bottom {
-display: block;
-}
-ul {
-list-style-type: none;
-}
-.splitListTable {
-margin-left: 0;
-}
-.splitListTable td {
-vertical-align: top;
-}
-.numberedItem {
-text-indent: -3em;
-margin-left: 3em;
-}
-.numberedItem .itemNumber {
-float: left;
-position: relative;
-left: -3.5em;
-width: 3em;
-display: inline-block;
-text-align: right;
-}
-.itemGroupTable {
-border-collapse: collapse;
-margin-left: 0;
-}
-.itemGroupTable td {
-padding: 0;
-margin: 0;
-vertical-align: middle;
-}
-.itemGroupBrace {
-padding: 0 0.5em !important;
-}
-div.figure {
-text-align: center;
-}
-.figure {
-margin-left: auto;
-margin-right: auto;
-}
-.floatLeft {
-float: left;
-margin: 10px 10px 10px 0;
-}
-.floatRight {
-float: right;
-margin: 10px 0 10px 10px;
-}
-p.figureHead, .par.figureHead {
-font-size: 100%;
-text-align: center;
-}
-.figAnnotation {
-font-size: 80%;
-position: relative;
-margin: 0 auto;
-}
-.figTopLeft, .figBottomLeft {
-float: left;
-}
-.figTopRight, .figBottomRight {
-float: right;
-}
-.figure p, .figure .par {
-font-size: 80%;
-margin-top: 0;
-text-align: center;
-}
-img {
-border-width: 0;
-}
-td.galleryFigure {
-text-align: center;
-vertical-align: middle;
-}
-td.galleryCaption {
-text-align: center;
-vertical-align: top;
-}
-tr, td, th {
-vertical-align: top;
-}
-tr.bottom, td.bottom, th.bottom {
-vertical-align: bottom;
-}
-td.label, tr.label td {
-font-weight: bold;
-}
-td.unit, tr.unit td {
-font-style: italic;
-}
-td.leftbrace, td.rightbrace {
-vertical-align: middle;
-}
-span.sum {
-padding-top: 2px;
-border-top: solid black 1px;
-}
-table.inlineTable {
-display: inline-table;
-}
-table.borderOutside {
-border-collapse: collapse;
-}
-table.borderOutside td {
-padding-left: 4px;
-padding-right: 4px;
-}
-table.borderOutside .cellHeadTop, table.borderOutside .cellTop {
-border-top: 2px solid black;
-}
-table.borderOutside .cellHeadBottom {
-border-bottom: 1px solid black;
-}
-table.borderOutside .cellBottom {
-border-bottom: 2px solid black;
-}
-table.borderOutside .cellLeft, table.borderOutside .cellHeadLeft {
-border-left: 2px solid black;
-}
-table.borderOutside .cellRight, table.borderOutside .cellHeadRight {
-border-right: 2px solid black;
-}
-table.verticalBorderInside {
-border-collapse: collapse;
-}
-table.verticalBorderInside td {
-padding-left: 4px;
-padding-right: 4px;
-border-left: 1px solid black;
-}
-table.verticalBorderInside .cellHeadTop, table.verticalBorderInside .cellTop {
-border-top: 2px solid black;
-}
-table.verticalBorderInside .cellHeadBottom {
-border-bottom: 1px solid black;
-}
-table.verticalBorderInside .cellBottom {
-border-bottom: 2px solid black;
-}
-table.verticalBorderInside .cellLeft, table.verticalBorderInside .cellHeadLeft {
-border-left: 0 solid black;
-}
-table.borderAll,
-table.rtlBorderAll {
-border-collapse: collapse;
-}
-table.borderAll td,
-table.rtlBorderAll td {
-padding-left: 4px;
-padding-right: 4px;
-border: 1px solid black;
-}
-table.borderAll .cellHeadTop, table.borderAll .cellTop,
-table.rtlBorderAll .cellHeadTop, table.rtlBorderAll .cellTop {
-border-top: 2px solid black;
-}
-table.borderAll .cellHeadBottom,
-table.rtlBorderAll .cellHeadBottom {
-border-bottom: 1px solid black;
-}
-table.borderAll .cellBottom,
-table.rtlBorderAll .cellBottom {
-border-bottom: 2px solid black;
-}
-table.borderAll .cellLeft,
-table.borderAll .cellHeadLeft {
-border-left: 2px solid black;
-}
-table.borderAll .cellRight,
-table.borderAll .cellHeadRight {
-border-right: 2px solid black;
-}
-table.rtlBorderAll .cellLeft,
-table.rtlBorderAll .cellHeadLeft {
-border-right: 2px solid black;
-}
-table.rtlBorderAll .cellRight,
-table.rtlBorderAll .cellHeadRight {
-border-left: 2px solid black;
-}
-tr.borderTop td, tr.borderTop th, th.borderTop, td.borderTop {
-border-top: 1px solid black !important;
-}
-tr.borderRight td, tr.borderRight th, th.borderRight, td.borderRight {
-border-right: 1px solid black !important;
-}
-tr.borderLeft td, tr.borderLeft th, th.borderLeft, td.borderLeft {
-border-left: 1px solid black !important;
-}
-tr.borderBottom td, tr.borderBottom th, th.borderBottom, td.borderBottom {
-border-bottom: 1px solid black !important;
-}
-tr.borderHorizontal td, tr.borderHorizontal th, th.borderHorizontal, td.borderHorizontal {
-border-top: 1px solid black !important;
-border-bottom: 1px solid black !important;
-}
-tr.borderVertical td, tr.borderVertical th, th.borderVertical, td.borderVertical {
-border-right: 1px solid black !important;
-border-left: 1px solid black !important;
-}
-tr.borderAll td, tr.borderAll th, th.borderAll, td.borderAll {
-border: 1px solid black !important;
-}
-tr.noBorderTop td, tr.noBorderTop th, th.noBorderTop, td.noBorderTop {
-border-top: none !important;
-}
-tr.noBorderRight td, tr.noBorderRight th, th.noBorderRight, td.noBorderRight {
-border-right: none !important;
-}
-tr.noBorderLeft td, tr.noBorderLeft th, th.noBorderLeft, td.noBorderLeft {
-border-left: none !important;
-}
-tr.noBorderBottom td, tr.noBorderBottom th, th.noBorderBottom, td.noBorderBottom {
-border-bottom: none !important;
-}
-tr.noBorderHorizontal td, tr.noBorderHorizontal th, th.noBorderHorizontal, td.noBorderHorizontal {
-border-top: none !important;
-border-bottom: none !important;
-}
-tr.noBorderVertical td, tr.noBorderVertical th, th.noBorderVertical, td.noBorderVertical {
-border-right: none !important;
-border-left: none !important;
-}
-tr.borderAll td, tr.borderAll th, th.borderAll, td.noBorderAll {
-border: none !important;
-}
-.cellDoubleUp {
-border-width: 0 !important;
-width: 1em;
-}
-.cellDummy {
-border-width: 0 !important;
-}
-td.alignDecimalIntegerPart {
-text-align: right;
-border-right: none !important;
-padding-right: 0 !important;
-margin-right: 0 !important;
-}
-td.alignDecimalFractionPart {
-text-align: left;
-border-left: none !important;
-padding-left: 0 !important;
-margin-left: 0 !important;
-}
-td.alignDecimalNotNumber {
-text-align: center;
-}
-.lgouter {
-margin-left: auto;
-margin-right: auto;
-display: table;
-}
-.lg {
-text-align: left;
-padding: .5em 0;
-}
-.lg h4, .lgouter h4 {
-font-weight: normal;
-}
-.lg .lineNum, .sp .lineNum, .lgouter .lineNum {
-color: #777;
-font-size: 90%;
-left: 16%;
-margin: 0;
-position: absolute;
-text-align: center;
-text-indent: 0;
-top: auto;
-width: 1.75em;
-}
-p.line, .par.line {
-margin: 0;
-}
-span.hemistich {
-visibility: hidden;
-}
-.verseNum {
-font-weight: bold;
-}
-.speaker {
-font-weight: bold;
-margin-bottom: 0.4em;
-}
-.sp .line {
-margin: 0 10%;
-text-align: left;
-}
-.castlist, .castitem {
-list-style-type: none;
-}
-.castGroupTable {
-border-collapse: collapse;
-margin-left: 0;
-}
-.castGroupTable td {
-padding: 0;
-margin: 0;
-vertical-align: middle;
-}
-.castGroupBrace {
-padding: 0 0.5em !important;
-}
-table.alignedText, table.alignedVerse {
-border-collapse: collapse;
-}
-table.alignedText td {
-vertical-align: top;
-width: 50%;
-}
-table.alignedVerse {
-vertical-align: top;
-}
-table.alignedText td.first, table.alignedVerse td.first {
-border-width: 0 0.2px 0 0;
-border-color: gray;
-border-style: solid;
-padding-right: 10px;
-}
-table.alignedText td.second, table.alignedVerse td.second {
-padding-left: 10px;
-}
-table.alignedVerse td.first, table.alignedVerse td.second {
-width: 45%;
-}
-table.alignedVerse td.lineNumbers {
-width: 10%;
-}
-body {
-padding: 1.58em 16%;
-}
-.pageNum {
-display: inline;
-font-size: 8.4pt;
-font-style: normal;
-margin: 0;
-padding: 0;
-position: absolute;
-right: 1%;
-text-align: right;
-letter-spacing: normal;
-}
-.marginnote {
-font-size: 0.8em;
-height: 0;
-left: 1%;
-position: absolute;
-text-indent: 0;
-width: 14%;
-text-align: left;
-}
-.right-marginnote {
-font-size: 0.8em;
-height: 0;
-right: 3%;
-position: absolute;
-text-indent: 0;
-text-align: right;
-width: 11%
-}
-.cut-in-left-note {
-font-size: 0.8em;
-left: 1%;
-float: left;
-text-indent: 0;
-width: 14%;
-text-align: left;
-padding: 0.8em 0.8em 0.8em 0;
-}
-.cut-in-right-note {
-font-size: 0.8em;
-left: 1%;
-float: right;
-text-indent: 0;
-width: 14%;
-text-align: right;
-padding: 0.8em 0 0.8em 0.8em;
-}
-span.tocPageNum, span.flushright {
-position: absolute;
-right: 16%;
-top: auto;
-text-indent: 0;
-}
-.pglink::after {
-content: "\0000A0\01F4D8";
-font-size: 80%;
-font-style: normal;
-font-weight: normal;
-}
-.catlink::after {
-content: "\0000A0\01F4C7";
-font-size: 80%;
-font-style: normal;
-font-weight: normal;
-}
-.exlink::after, .wplink::after, .biblink::after, .qurlink::after, .seclink::after {
-content: "\0000A0\002197\00FE0F";
-color: blue;
-font-size: 80%;
-font-style: normal;
-font-weight: normal;
-}
-.pglink:hover {
-background-color: #DCFFDC;
-}
-.catlink:hover {
-background-color: #FFFFDC;
-}
-.exlink:hover, .wplink:hover, .biblink:hover, .qurlink:hover, .seclin:hover {
-background-color: #FFDCDC;
-}
-body {
-background: #FFFFFF;
-font-family: serif;
-}
-body, a.hidden {
-color: black;
-}
-h1, h2, .h1, .h2 {
-text-align: center;
-font-variant: small-caps;
-font-weight: normal;
-}
-p.byline {
-text-align: center;
-font-style: italic;
-margin-bottom: 2em;
-}
-.div2 p.byline, .div3 p.byline, .div4 p.byline, .div5 p.byline, .div6 p.byline, .div7 p.byline {
-text-align: left;
-}
-.figureHead, .noteRef, .pseudoNoteRef, .marginnote, .right-marginnote, p.legend, .verseNum {
-color: #660000;
-}
-.rightnote, .pageNum, .lineNum, .pageNum a {
-color: #AAAAAA;
-}
-a.hidden:hover, a.noteRef:hover, a.pseudoNoteRef:hover {
-color: red;
-}
-h1, h2, h3, h4, h5, h6 {
-font-weight: normal;
-}
-table {
-margin-left: auto;
-margin-right: auto;
-}
-.tableCaption {
-text-align: center;
-}
-.arab { font-family: Scheherazade, serif; }
-.aran { font-family: 'Awami Nastaliq', serif; }
-.grek { font-family: 'Charis SIL', serif; }
-.hebr { font-family: Shlomo, 'Ezra SIL', serif; }
-.syrc { font-family: 'Serto Jerusalem', serif; }
-/* CSS rules generated from rendition elements in TEI file */
-.imprint {
-color: gray; text-align: center;
-}
-div.advertisement img {
-mix-blend-mode: darken;
-}
-.center {
-text-align: center;
-}
-.xxl {
-font-size: xx-large;
-}
-/* CSS rules generated from @rend attributes in TEI file */
-.xd31e1264 {
-text-align:center; vertical-align:middle; font-size:x-large; width:33%;
-}
-.xd31e1265 {
-text-align:center; vertical-align:middle;
-}
-.cover-imagewidth {
-width:556px;
-}
-.xd31e103 {
-font-size:x-large;
-}
-.xd31e105 {
-font-size:small;
-}
-.xd31e109 {
-font-size:xx-large;
-}
-.xd31e1201 {
-text-align:center; font-size:large;
-}
-.xd31e1205 {
-width:22%;
-}
-.xd31e1207 {
-text-align:center; font-size:xx-large;
-}
-.xd31e1217 {
-font-size:large;
-}
-.bilz1width {
-width:315px;
-}
-.bilz2width {
-width:448px;
-}
-.xd31e1242 {
-text-align:center; font-size:x-large;
-}
-.xd31e1251 {
-width:45%;
-}
-.xd31e1253 {
-width:10%;
-}
-.xd31e1261 {
-text-align:center; font-size:xx-large; color:#d40000; font-weight:bold;
-}
-.tbl\.wanted\.header {
-width:100%;
-}
-.xd31e1268 {
-font-size:xx-large;
-}
-.lordlisterwidth {
-width:307px;
-}
-.xd31e1283 {
-text-align:center; font-size:xx-large; color:#d40000;
-}
-.xd31e1285 {
-font-size:large;
-}
-.xd31e1288 {
-font-size:large;
-}
-.xd31e1291 {
-text-align:center;
-}
-.warrant\.en {
-font-size:small; border:2pt solid black; padding-left:1em; padding-right:1em; margin:1em;
-}
-.xd31e1308 {
-font-size:x-large; text-align:center;
-}
-.xd31e1312 {
-font-weight:bold; text-align:center;
-}
-.warrant\.nl {
-display:none; font-size:small;
-}
-.xd31e1420 {
-text-align:center; font-weight:bold; font-size:large;
-}
-.xd31e1525 {
-font-size:xx-large;
-}
-.xd31e1527 {
-font-size:medium;
-}
-/* ]]> */ </style>
-</head>
-<body>
-<div lang='en' xml:lang='en'>
-<p style='text-align:center; font-size:1.2em; font-weight:bold'>The Project Gutenberg eBook of <span lang='nl' xml:lang='nl'>Lord Lister No. 0018: Het geheim van de verminkte kinderen</span>, by Kurt Matull</p>
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and
-most other parts of the world at no cost and with almost no restrictions
-whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms
-of the Project Gutenberg License included with this eBook or online
-at <a href="https://www.gutenberg.org">www.gutenberg.org</a>. If you
-are not located in the United States, you will have to check the laws of the
-country where you are located before using this eBook.
-</div>
-</div>
-
-<p style='display:block; margin-top:1em; margin-bottom:1em; margin-left:2em; text-indent:-2em'>Title: <span lang='nl' xml:lang='nl'>Lord Lister No. 0018: Het geheim van de verminkte kinderen</span></p>
-<p style='display:block; margin-top:1em; margin-bottom:0; margin-left:2em; text-indent:-2em'>Authors: Kurt Matull</p>
-<p style='display:block; margin-top:0; margin-bottom:0; margin-left:2em;'>Theo Blakensee</p>
-<p style='display:block; text-indent:0; margin:1em 0'>Release Date: January 1, 2023 [eBook #69680]</p>
-<p style='display:block; text-indent:0; margin:1em 0'>Language: Dutch</p>
- <p style='display:block; margin-top:1em; margin-bottom:0; margin-left:2em; text-indent:-2em; text-align:left'>Produced by: Jeroen Hellingman and the Online Distributed Proofreading Team at https://www.pgdp.net/ for Project Gutenberg</p>
-<div style='margin-top:2em; margin-bottom:4em'>*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK <span lang='nl' xml:lang='nl'>LORD LISTER NO. 0018: HET GEHEIM VAN DE VERMINKTE KINDEREN</span> ***</div>
-<div class="front">
-<div class="div1 cover"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
-<p class="first"></p>
-<div class="figure cover-imagewidth"><img src="images/lordlister0018-front.jpg" alt="Oorspronkelijke voorkant." width="556" height="720"></div><p>
-<span class="pageNum" id="pb1">[<a href="#pb1">1</a>]</span></p>
-</div>
-</div>
-<div class="div1 last-child imprint"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
-<p class="first xd31e103">☞ Elke aflevering bevat een volledig verhaal. ☜
-</p>
-<p class="xd31e105">UITGAVE VAN DEN „ROMAN-BOEKHANDEL VOORHEEN A. EICHLER”, SINGEL 236,—AMSTERDAM.
-</p>
-</div>
-</div>
-</div>
-<div class="body">
-<div id="ch1" class="div1 chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
-<div class="figure"><img src="images/p0018-01.png" alt="Het geheim van de verminkte kinderen." width="720" height="226"></div>
-<h2 class="super xd31e109">Het geheim van de verminkte kinderen.</h2>
-<h2 class="label">EERSTE HOOFDSTUK.</h2>
-<h2 class="main">DE MISLUKTE INBRAAK.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="first">„Ik zou wel eens willen weten,” zei lord Lister tegen zijn vriend Charly Brand, „waar
-de millioenen van den heer Pigott vandaan komen. Ik herinner mij niet, dat de man
-ooit de een of andere zaak heeft gedreven. Ook hoorde ik nooit, dat hij uit Indië
-of Afrika een rijke erfenis heeft gekregen. Hij komt niet aan de Beurs, is ongetrouwd
-en heeft in de tien jaren, dat ik hem ken, niets anders uitgevoerd dan goed te eten,
-te drinken en te wonen. De een of andere sport of andere bezigheid, waarmee hij z’n
-tijd doodt, kent hij niet. Ik moet dat geheim toch zien te doorgronden.”
-</p>
-<p>Lord Lister zat, terwijl hij deze woorden sprak, in een makkelijken fauteuil voor
-den schoorsteen van zijn huis in Londen.
-</p>
-<p>In deze woning bracht John Raffles, de Groote Onbekende, zijn vacantie door. Hij had
-het huis gestoffeerd met allerlei kunstschatten uit vele landen en er was wellicht
-geen tweede persoon te vinden, wiens woning zoo weelderig was ingericht als die van
-lord Lister.
-</p>
-<p>De vensters aan den voorkant der straat van Regent-Park waren dicht gesloten en alleen
-het gedeelte waar onder in het gebouw de oude vertrouwde bediende woonde, toonde aan,
-dat het huis bewoond was.
-</p>
-<p>Aan den achterkant lag een klein, keurig aangelegd park en hier waren alle vensters
-geopend om de milde winterlucht te laten binnenkomen. Van af het balkon kon Raffles
-de villa van Pigott zien; het huis schemerde ter linkerzijde door de boomen.
-</p>
-<p>Charly Brand, de secretaris van lord Lister, had zijn lectuur gestaakt en opmerkzaam
-geluisterd naar wat hem zijn vriend en meester vertelde. Hij keek eens naar het huis
-en antwoordde:
-<span class="pageNum" id="pb2">[<a href="#pb2">2</a>]</span></p>
-<p>„Ik geloof, Edward, dat de meeste menschen, die hier in Regent-Park in vorstelijke
-woningen huizen, hun vermogen op vreemde wijze verworven hebben.”
-</p>
-<p>„Ongetwijfeld,” antwoordde Raffles. „Maar deze Pigott boezemt mij bijzonder veel belang
-in; ik zal hem daarom eens een bezoek gaan brengen, want ik kan mijn nieuwsgierigheid
-niet meer bedwingen, ’t Is nu vijf uur, we zullen nog een uurtje wachten, en zoodra
-het heelemaal donker is, eens de woning van den <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span> wat nader gaan beschouwen.”
-</p>
-<p>Het liep tegen zeven uur, toen Raffles op weg toog met Charly Brand. Beiden waren
-hoogst eenvoudig gekleed, terwijl ze hun gelaat vermomd hadden. Zonder de minste moeite
-sprongen ze over het hek, dat het grondgebied van Pigott scheidde van dat van Raffles.
-</p>
-<p>Ook de villa van Pigott lag in een parkachtig aangelegden tuin, die echter dubbel
-zoo groot was als de tuin van Raffles. Voorzichtig slopen zij door de bosschages,
-terwijl de Groote Onbekende naar alle kanten loerde. Een breede trap leidde uit het
-park naar een groote veranda, die gedeeltelijk door een marquise gesloten was. Daardoor
-kon John Raffles niet zien of er zich iemand in de serre bevond. Een oogenblik bleef
-het tweetal staan, en dat was heel verstandig, want een bediende kwam de serre binnen
-en zette een schemerlamp met rose zijden kap op een tafeltje neer, waarna hij weer
-heenging. Uit het huis weerklonken stemmen, doch niemand verscheen.
-</p>
-<p>Bijna twee uur lagen Raffles en Charly Brand op de loer, totdat de bediende weer kwam
-en de lamp meenam. Ergens in de buurt sloeg een klok tien uur en de villa was nu in
-volledige duisternis gehuld.
-</p>
-<p>„Vooruit,” fluisterde John Raffles, „laat ons nu de veranda binnensluipen.”
-</p>
-<p>Als katten kropen zij de trap op. Daar stiet Charly Brand tegen een tafeltje, waardoor
-eenig gedruisch ontstond. Lord Lister bleef een oogenblik onbeweeglijk staan en stiet
-fluisterend een vloek uit, toen plotseling door iemand het electrische licht in de
-veranda werd opgedraaid en drie mannen met revolvers in de hand op den secretaris
-toesprongen.
-</p>
-<p>De Groote Onbekende overzag oogenblikkelijk den geheelen toestand. Hij stond in een
-vensternis van de veranda, waar de mannen hem niet dadelijk ontdekken konden.
-</p>
-<p>„Vervloekte schelm!” schreeuwde Pigott, terwijl hij den indringer een revolver onder
-den neus duwde, „ik heb je al beloerd, toen je twee uur geleden mijn park bent binnengeslopen.
-Je kunt mij niet voor den gek houden. Knevelt hem en roept de politie. Doe hem ook
-het masker voor het gezicht weg.”
-</p>
-<p>Charly Brand weerde zich als een wanhopige, maar het hielp hem niets. Tien minuten
-later was hij stevig gebonden.
-</p>
-<p>„Waar is je medeplichtige? Spreek op, jullie waart toch met je beiden?”
-</p>
-<p>Charly beet zich op de lippen.
-</p>
-<p>„Legt de schurk ergens in een hoek neer en laat ons dadelijk zijn maat opzoeken, misschien
-vinden we hem nog,” riep Pigott vol ijver uit, toen Charly hem niet antwoordde. „Wacht
-maar, kereltje, jou zal de lust wel vergaan om hier nog eens in te breken. Brengt
-hem in huis.”
-</p>
-<p>De beide bedienden deden, wat hun bevolen werd en sleurden Charly, die zich opnieuw
-verdedigde, het huis binnen.
-</p>
-<p>De <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span> vond er bij deze gelegenheid het grootste genoegen in om den weerlooze onophoudelijk
-in den rug te stompen. Charly werd naar de studeerkamer gebracht en daar op het tapijt
-neergelegd, terwijl Pigott opnieuw beval een politieagent te halen.
-</p>
-<p>In hetzelfde oogenblik hoorde Charly Brand plotseling een zonderling geluid. Hij lag
-met het rechteroor <span class="pageNum" id="pb3">[<a href="#pb3">3</a>]</span>dicht op het tapijt en daardoor drongen wonderlijke klanken tot hem door. Het was,
-alsof kleine kinderen, die erge pijn hadden, schreiden. De secretaris spande zich
-in om goed te kunnen hooren. Hij vergat geheel en al zijn hachelijke positie en deed
-alle moeite om te vernemen, waar de geluiden vandaan kwamen.
-</p>
-<p>Eerst dacht hij, dat het katten of honden waren, maar toen hoorde hij door het tapijt
-heen de heesche stem van een vrouw, die met een vloed van scheldwoorden het schreien
-overstemde.
-</p>
-<p>„Ellendige schooiers, leelijke schreeuwbek, miserabele kattekop!”
-</p>
-<p>Charly Brand dacht eerst, dat de kinderen van den <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span> zoo schreiden, maar dat was onmogelijk.
-</p>
-<p>Terwijl de secretaris over het geheim nadacht, was een der bedienden voor het huis
-gegaan, waar hij een surveilleerenden politie-agent aanriep om een in huis verborgen
-inbreker te arresteeren. Toen de politieagent binnentrad, kwam Pigott hem reeds tegemoet
-en zei, op Charly Brand wijzend:
-</p>
-<p>„Die man daar wilde Raffles nadoen, maar wij hebben het hem belet. Neemt hem mee naar
-Scotland Yard, opdat hij daar zijn rechtmatige straf zal ondergaan.”
-</p>
-<p>„Allright,” antwoordde de politiedienaar, die op Brand toetrad en hem een duw in de
-ribben gaf.
-</p>
-<p>„Sta op!” beval hij, „ik zal je een armbandje omdoen, want van zoo’n schat als jij
-bent moet men zich goed verzekeren.”
-</p>
-<p>Hij haalde een paar boeien te voorschijn en sloot ze om Charly’s polsen.
-</p>
-<p>„Ja, ja,” <span class="corr" id="xd31e166" title="Bron: lachtte">lachte</span> Pigott en hij duwde den secretaris een diamanten ring onder den neus, „kan ik je
-misschien ook met zoo’n steentje dienen?”
-</p>
-<p>„Vooruit!” beval de agent en stiet den geboeide voor zich uit, waarmee hij het huis
-verliet.
-</p>
-<p>Het was intusschen nacht geworden, maar de geboeide bemerkte toch, dat de agent hem
-niet stadwaarts, maar naar den kant van het park leidde. En nog meer verbaasde hij
-zich, toen de agent voor het huis van John Raffles bleef staan, haastig omkeek, naar
-beide kanten, een sleutel te voorschijn haalde, de deur opende en Brand naar binnen
-duwde. Hij zelf trad nu ook binnen en sloot de deur achter zich.
-</p>
-<p>Charly Brand wist niet, wat hij van deze geschiedenis moest zeggen. Zijn verbazing
-steeg nog meer, toen de agent naar de studeerkamer van zijn vriend ging en dit helder
-verlichte vertrek opende.
-</p>
-<p>In hetzelfde oogenblik hoorde Charly de lachende stem van Lister, die uitriep:
-</p>
-<p>„Well, my boy, kom eens hier en steek een sigaret op. Als ik je eerst de boeien heb
-afgenomen.”
-</p>
-<p>Charly keek verbaasd op, toen die woorden door den agent werden uitgesproken, die
-nu behendig de boeien losmaakte en daarna in den fauteuil voor den schoorsteenmantel
-ging zitten, waar hij een paar uur geleden het plan had geopperd om een bezoek te
-brengen aan het huis van den <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span> Pigott.
-</p>
-<p>„Dat was een aardig uitstapje,” zei hij, een sigaret opstekend, „over een half uur
-zal ik het nog eens probeeren.”
-</p>
-<p>„Ik bedank er voor,” antwoordde zijn vriend, „ik ben blij, dat ik er met een paar
-blauwe plekken ben afgekomen. Zou je je valschen baard nu niet afnemen, Edward?”
-</p>
-<p>„Natuurlijk,” antwoordde Raffles, „dat had ik bijna vergeten.”
-</p>
-<p>Hij deed den baard af en had nu weer het gladgeschoren gelaat met den spottend lachenden
-trek om den mond.
-<span class="pageNum" id="pb4">[<a href="#pb4">4</a>]</span></p>
-<p>„Ik waande mij al verloren, Edward. Hoe heb je mij zoo gauw kunnen verlossen?”
-</p>
-<p>„Heel eenvoudig. Tijdens de worsteling tusschen jou en je aanvallers lette niemand
-op mij en ik kon ongemerkt ontkomen. Ik hoorde, dat Pigott om een politie-agent riep
-en toen was het voor mij makkelijk werk. In een paar minuten was ik hier, verkleedde
-mij als politie-agent en wandelde zoolang voor het huis van Pigott heen en weer, dat
-de knecht mij in huis riep om je te arresteeren.
-</p>
-<p>„Nu ben ik van plan, dien Pigott nog eens te bezoeken. Die kerel is ongetwijfeld een
-schurk.”
-</p>
-<p>„Waarom denk je dat?”
-</p>
-<p>„Heel eenvoudig! Die beide bedienden van Pigott zien er, ondanks hun prachtige livrei,
-als een paar echte galgenvogels uit. Dat zijn zeker een paar handlangers, die hun
-opleiding in Whitechapel ontvangen hebben en ik durf wedden, dat ze minstens tien
-keer de strop verdiend hebben.— — —Ik moest me al heel erg in dat tuig vergissen,
-als het geen spitsboeven zijn, waarvan ik een even groote vijand ben als inspecteur
-Baxter van Scotland Yard.”
-</p>
-<p>„Je kunt wel gelijk hebben,” antwoordde Charly, „ook mij is iets bijzonders opgevallen.
-Toen ik op het tapijt lag in Pigott’s studeerkamer, hoorde ik uit een vertrek onder
-mij duidelijk het schreien van kinderen en een vrouwenstem, die de kleinen met de
-gemeenste vloeken tot kalmte trachtte te brengen.”
-</p>
-<p>John Raffles boog zich over naar Charly en zijn oogen schoten vonken.
-</p>
-<p>„Vertel mij nog eens, wat je gehoord hebt,” zei hij.
-</p>
-<p>Charly deed het en toen hij had uitgesproken, sprong John Raffles vertoornd op.
-</p>
-<p>„Zoo’n schurk!” riep hij uit, „ik vermoedde, dat er in het huis van mr. Pigott voor
-mij wel een en ander te doen was. Dezen nacht nog zal ik mij zekerheid verschaffen.”
-</p>
-<p>Hij ging nu naar een deur, die achter een <span class="corr" id="xd31e198" title="Bron: portiere">portière</span> verborgen was en die slechts voor ingewijden was te bereiken. In een kamer daarachter
-hingen wel honderd kostuums en voor een grooten spiegel stonden vele doozen met alle
-soorten schmink; daarnaast lagen op een marmeren plaat allerlei pruiken en baarden.
-Het vertrek zag er uit als de kleedkamer van een acteur.
-</p>
-<p>John Raffles deed de uniform uit en nam een zwart wollen tricot, dat hem in den donkeren
-nacht bijna onzichtbaar maakte. Hij trok het aan en verborg het gelaat achter een
-nauwsluitend zwart masker. Toen nam hij een klein taschje, opende het en keek den
-inhoud na.
-</p>
-<p>Op het eerste gezicht hield men den inhoud voor de instrumenten van een dokter, kleine
-tangen, scharen en messen lagen naast elkander, terwijl aan den anderen kant kleine
-fleschjes en een pakje gaas lagen. Dit taschje echter diende niet voor operaties als
-hierboven bedoeld, maar bevatte de werktuigen van den vermetelen gentleman-dief.
-</p>
-<p>Met de kleine loopertjes en tangen, die van het beste staal gemaakt waren, opende
-de Groote Onbekende ieder slot. In de zilveren flesschen was olie en chloroform. Het
-verbandgaas diende om er deze vloeistoffen op te druppelen.
-</p>
-<p>Met een zwartlederen armband gespte lord Lister dit taschje aan zijn linkerarm, zoodat
-hij het niet behoefde te dragen en aldus uitgerust, verliet John Raffles de kleedkamer.
-Hij reikte Charly Brand de hand en sprak:
-</p>
-<p>„Het kan zijn, dat ik tot morgenavond uitblijf, wees niet ongerust, my boy.”
-</p>
-<p>„Groet Pigott van mij en wees voorzichtig”, antwoordde Charly.
-</p>
-<p>„Ik hoop het waar te nemen”, lachte de Groote Onbekende en verdween langs zijn balkon
-in den donkeren nacht.
-<span class="pageNum" id="pb5">[<a href="#pb5">5</a>]</span></p>
-</div>
-</div>
-<div id="ch2" class="div1 chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
-<h2 class="label">TWEEDE HOOFDSTUK.</h2>
-<h2 class="main">RAFFLES AAN HET WERK.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="first">In de prachtig gemeubelde eetkamer van den <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span> Pigott zat deze met zijn beide bedienden en een bejaarde vrouw met afzichtig uiterlijk
-aan tafel. Er heerschte een uitgelaten stemming.
-</p>
-<p>„Hahaha” lachte de <span class="corr" id="xd31e222" title="Bron: milionnair">millionnair</span> met vette stem, „die kerel hebben we er goed van langs gegeven.”
-</p>
-<p>„Het had voor ons wel eens slecht kunnen afloopen,” antwoordde een der bedienden.
-„Wij moeten er op passen, dat we niet weer visite ontvangen van iemand, die wel eens
-in deze zaak zou kunnen neuzen!”
-</p>
-<p>„Daar moeten we zeker voor oppassen”, antwoordde Pigott, „we zijn verloren als ons
-zaakje door iemand wordt ontdekt.”
-</p>
-<p>„Proost”, riep het leelijke wijf, dat tegenover Pigott zat, „niemand zal ooit iets
-ontdekken. Welke spitsboef zou er ooit aan denken om in den kelder van een huis naar
-rijkdommen te zoeken? Ons zaakje bloeit veilig in ’t verborgen.”
-</p>
-<p>„Ha!”, lachte Pigott, „wie zou ons nu iets kunnen bewijzen. Ik sta bekend als een
-weldoener en als de politie op het dozijn verminkte kinderen, die wij in den kelder
-verplegen, opmerkzaam gemaakt zou worden, dan zou ik ze vertellen, dat ik die arme
-schepseltjes uit louter menschlievendheid opvoed.”
-</p>
-<p>„Leve de weldoener”, krijschte het wijf, haar wijnglas opnieuw vullend en de anderen
-tot drinken aanmoedigend.
-</p>
-<p>In hun uitgelaten stemming sloegen zij er geen acht op, dat een zwarte schaduw geluidloos
-achter de portière van de deur gleed.
-</p>
-<p>Het was John Raffles, die door een openstaand venster onbemerkt was binnengeklommen
-en nu het gesprek afluisterde.
-</p>
-<p>Terstond begreep de Groote Onbekende, dat hij zich niet vergist had en dat de zoogenaamde
-bedienden niet anders waren dan de medeplichtigen van een schurk. Hij was er nog niet
-achter gekomen, welke misdaden hier werden bedreven en waarom de millionnair die verminkte
-kinderen in den kelder hield opgesloten. Hij moest zich naar het verblijf onder de
-straat begeven om daar ter plaatse zijn onderzoekingen voort te zetten.
-</p>
-<p>Geruischloos sloop hij weg en ging <span class="corr" id="xd31e236" title="Bron: lang">langs</span> de spaarzaam verlichte trappen naar den kelder. Een ijzeren deur sloot de benedenwoning
-van het overige gedeelte af. Tevergeefs zocht Raffles naar een slot; er was niets
-dergelijks te ontdekken en toch moest de deur geopend kunnen worden.
-</p>
-<p>Lord Lister wendde al het mogelijke aan doch de zware deur week niet. Hij besloot
-toen van buitenaf door het <span class="corr" id="xd31e241" title="Bron: kelder venster">keldervenster</span> zijn weg te zoeken. Toen hij echter langs de trappen naar boven wilde terugkeeren,
-hoorde hij, dat het wijf met een der bedienden van boven kwam. Hij moest het tweetal
-dus ontmoeten. De trap was, zooals gezegd, slechts matig verlicht <span class="pageNum" id="pb6">[<a href="#pb6">6</a>]</span>en in het halfdonker smeedde Raffles een plan. Zijn elasticiteit stelde hem in staat
-vier trappen te gelijk op te gaan en als een bliksemstraal vloog hij langs het tweetal.
-In het volgend oogenblik reeds was hij verdwenen.
-</p>
-<p>De oude begon luidkeels te gillen en greep in doodsangst den arm van den knecht beet.
-</p>
-<p>„Wat was dat José?” riep zij uit, „heb je dat spook gezien, dat ons voorbijvloog?”
-</p>
-<p>„Och, je bent dronken, Mary en ik zal ook te veel brandy gedronken hebben. We hebben
-ons vergist, het was onze eigen schaduw, die het licht van boven afwierp.”
-</p>
-<p>„Neen, neen, het was geen vergissing, het was een spook, want het stootte mij op zij,
-’t was de zwart verbrande duivel.”
-</p>
-<p>„Je bent zóó dronken, Mary, dat je de maan houdt voor een zonsverduistering. Maar
-ga nu mee aan ’t werk.”
-</p>
-<p>Het wijf liep met knikkende knieën de trappen af en toen zij onder aan de deur stond
-en naar boven keek, gilde zij opnieuw ut doodsangst en riep uit:
-</p>
-<p>„Daar is het weer, José.”
-</p>
-<p>De bediende keek achter zich, maar hij kon niets ontdekken, want Raffles, die een
-oogenblik over de trapleuning had gezien, had zich bliksemsnel teruggetrokken.
-</p>
-<p>„Als je nog eens zoo schreeuwt, Mary, dat iemand hooren en zien vergaat, dan word
-ik grof tegen je. Ik zal het zeker aan mr. Pigott vertellen, opdat hij je ’s avonds
-geen brandy meer geeft.”
-</p>
-<p>John Raffles keek opnieuw heel voorzichtig over de trapleuning en zag nu, hoe José
-op een knop drukte, die op een trede was aangebracht en die naar een electrische geleiding
-voerde, waardoor de deur geopend werd.
-</p>
-<p>Toen José dat had gedaan, zakte de ijzeren deur in den grond en werd een tweede deur
-zichtbaar, die het wijf met een sleutel opende.
-</p>
-<p>Zij kwamen nu in een donkere gang. Raffles zag, hoe zij de deur sloten en toen verrees
-ook weer de ijzeren deur uit den bodem en sloot zich weer op dezelfde plaats.
-</p>
-<p>Geruischloos vloog de Groote Onbekende nu weer naar beneden en probeerde voorzichtig
-de deur te openen.
-</p>
-<p>Zonderling!
-</p>
-<p>Hoewel hij den knop neerdrukte, scheen de electrische geleiding niet te werken en
-bleef de deur boven. Na verscheiden vergeefsche pogingen kwam hij tot de conclusie
-dat het onmogelijk was, zich toegang te verschaffen, daar het tweetal aan den anderen
-kant de batterij had uitgeschakeld. Hij moest dus probeeren om van buiten af zich
-toegang te verschaffen tot de kelderruimte.
-</p>
-<p>Ongemerkt verliet hij het huis en sloop er omheen, maar hij zocht tevergeefs naar
-een keldervenster. De openingen, die vroeger daarvoor hadden bestaan, waren toegemetseld.
-Raffles begreep dit uit de nieuwe kalk, die in de openingen was gesmeerd en begreep,
-dat deze maatregel was genomen om een misdaad voor de wereld te verbergen.
-</p>
-<p>Uit zijn tasch nam hij nu eenige instrumenten en zette een draaiboor op de toegemetselde
-plaats en als een vlijmscherpe diamant vloog het staal door de kalk alsof dit weeke
-boter was. Hij had eenigen tijd noodig, voordat de boor het werk gedaan had en nu
-kon John Raffles door een kleine opening in het keldergewelf zien. Hij ontdekte een
-zwak lichtschijnsel. De misdaden werden naar alle waarschijnlijkheid in een ander
-gedeelte bedreven.
-</p>
-<p>Een walgelijke lucht kwam Raffles door de kleine opening tegemoet. In een lijkenkelder
-kon de lucht niet verpestender zijn.
-<span class="pageNum" id="pb7">[<a href="#pb7">7</a>]</span></p>
-<p>Nu hoorde hij duidelijk de stem van het wijf:
-</p>
-<p>„Breng de blaag hier, José, ik kan daar zoo slecht zien en bij het uitsteken van de
-oogen komt het er precies op aan, anders krepeert het wurm dadelijk!”
-</p>
-<p>Als door een adder gestoken tuimelde lord Lister achteruit.
-</p>
-<p>Wat voerde dat wijf daar uit. Hij kon zich het vreeselijke niet voorstellen. Zijn
-zoo algemeen bekende koelbloedigheid liet hem in den steek, toen hij er aan dacht,
-dat men op slechts eenige meters afstand van hem verwijderd een kind het beste ontnam,
-dat het bezat, het licht der oogen.
-</p>
-<p>Hij spande zich nu opnieuw in om door de kleine opening in het keldergewelf te kunnen
-zien en nu ontwaarde hij duidelijk het wijf en den bediende, die José genoemd werd
-en die een kind, in lompen gehuld, en hoogstens één jaar oud, op den arm droeg.
-</p>
-<p>„Houd het hoofd vast,” riep het wijf, „het wurm verzet zich!”
-</p>
-<p>Het hart stond Raffles bijna stil. Wat daar gebeurde was <i>te</i> erg.
-</p>
-<p>Het wijf maakte in een lamp, die zij in de hand hield, een breinaald gloeiend en stak
-het kind de oogen uit.
-</p>
-<p>Bijna gelijktijdig met het kind stiet John Raffles, de man met de stalen zenuwen,
-een kreet van ontzetting uit en deinsde hij terug, alsof hij zelf de gloeiende breinaald
-in zijn gelaat had gevoeld.
-</p>
-<p>John Raffles dacht eenige seconden na.
-</p>
-<p>Dat was wel het vreeselijkste, wat hij ooit beleefd <span class="corr" id="xd31e283" title="Bron: nad">had</span>. Wat zou hij doen? De politie waarschuwen? Die zou Pigott niets kunnen bewijzen,
-want hij zou doodgewoon verklaren, dat hij de ongelukkige, verminkte kinderen alleen
-uit weldadigheid had opgenomen.
-</p>
-<p>Zijn kreet moest in huis zijn gehoord, want op de eerste etage werd een venster geopend
-en Pigott’s tronie verscheen naast dat van den tweeden bediende.
-</p>
-<p>„Ik heb al zoo vaak gezegd,” hoorde de Groote Onbekende de stem van Pigott, „dat wij
-honden moeten houden.”
-</p>
-<p>Voor de eerste maal vervloekte Raffles zijn baantje. Als hij nog lord Lister was geweest,
-zou een enkel woord van hem voldoende zijn geweest om dit misdadigersnest uit te roeien.
-</p>
-<p>Maar nu?
-</p>
-<p>Men zou hem niet gelooven en hem bovendien arresteeren. Maar desondanks—de misdaad
-was zoo vreeselijk en het lijden der onbekende slachtoffers zoo afschuwelijk, dat
-hij besloot, als hij zijn doel niet bereikte, om de misdadigers te straffen, naar
-den eersten den besten rechter te gaan en daar te vertellen, wat er in de villa geschiedde,
-al zou men hem ook arresteeren. Voor alles echter besloot hij persoonlijk naar Pigott
-toe te gaan.
-</p>
-<p>Opnieuw sloop hij het huis binnen en verborg zich in den salon, daar Pigott nog niet
-naar zijn slaapkamer was gegaan. Bijna twee uren bleef hij er achter een gordijn verborgen
-staan, totdat in huis allen zich ter ruste hadden begeven. Toen kwam hij te voorschijn.
-</p>
-<p>De slaapkamer van den <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span> lag op de bovenste verdieping en met groote handigheid gelukte het Raffles, de sloten
-geruischloos te openen en binnen te treden.
-</p>
-<p>In de kamer brandde een blauwachtig licht, dat een spookachtig schijnsel over het
-vertrek wierp. In een kostbaar bed sliep de <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span> en aan het hoofdeinde van de legerstede zag Raffles een in den muur gemetselde geldkast.
-Met een tevreden lachje op zijn gelaat lag de halfdronken deugniet in de zijden dekens,
-terwijl in zijn onmiddellijke nabijheid onschuldige kinderen de ondragelijkste smarten
-verduurden. Nog wist de Groote Onbekende niet, waarom die kinderen verminkt werden;
-hij moest het geheim <span class="pageNum" id="pb8">[<a href="#pb8">8</a>]</span>oplossen, voordat de <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span> zijn rechtmatige straf kreeg.
-</p>
-<p>Lord Lister opende nu het taschje, nam daaruit een stuk verbandgaas en drenkte dit
-met chloroform. Daarna legde hij het verdoovingsmiddel op het gelaat van den slapende,
-waardoor van dezen mond en neus werden bedekt.
-</p>
-<p>Aandachtig luisterde Raffles naar de ademhaling van den slapende om te hooren, wanneer
-deze onder narcose zich bevond. Toen hij er zich van overtuigd had, dat Pigott onder
-zware verdooving lag, nam hij hem het gaas van het gelaat en wierp het op het tapijt.
-Hij trok na verscheiden diamanten ringen van de vingers van den slapende en ging daarop
-voor de geldkast, die hij met zijn loopers opende. Een bedrag van 60,000 pond sterling
-in bankpapier en goud viel hem in handen, maar tevergeefs doorzocht hij de brandkast
-om papieren te vinden, die eenige opheldering konden geven over die ontzettende misdaden.
-</p>
-<p>Slechts een klein briefje viel hem in handen, waarin eenige honderden namen waren
-genoteerd en achter deze namen stonden sommen van 1000–2000 pond vermeld. Ook dit
-briefje nam de Groote Onbekende met zich mee. Toen ging hij naar een klein tafeltje,
-dat voor het bed stond, nam een blad papier, pen en inkt en schreef:
-</p>
-<blockquote>
-<p class="first">„Mr. Pigott, ge zijt de grootste schurk, die er op aarde rondloopt. Ik ben u op het
-spoor. Neem u in acht.
-</p>
-<p class="signed">JOHN C. RAFFLES.”</p>
-</blockquote><p>
-</p>
-<p>Hij wierp een blik vol gloeienden haat op den slaper en fluisterde:
-</p>
-<p>„Het zou maar het beste zijn om jou en je medeplichtigen de keel af te snijden, maar
-ik wensch in dit geval den rechter niet voor te zijn.”
-</p>
-<p>Zachtjes sloot hij de slaapkamer en sloop naar de lagere verdieping, waar hij een
-venster opende, naar beneden in den tuin sprong en verdween.
-</p>
-<p>Het begon reeds te dagen, toen Raffles in zijn kamer terugkwam waar zijn secretaris
-hem wachtte.
-</p>
-<p>Verschrikt sprong Charly Brand op toen zijn vriend, nadat deze het zwarte pak had
-uitgetrokken, met verstoord gelaat voor den haard ging zitten en zei:
-</p>
-<p>„Geef me een glas whisky, Charly, ik heb afschuwelijke dingen beleefd.”
-</p>
-<p>Zijn secretaris gaf hem het gevraagde en haastig dronk Raffles, geheel tegen zijn
-gewoonte, twee glazen whisky achter elkander leeg. Daarna stak hij een sigaret aan
-en bleef, in diep gepeins verzonken, minuten lang voor zich uitstaren.
-</p>
-<p>„Wat is je overkomen?” Aldus verbrak Charly Brand de stilte.
-</p>
-<p>Lord Lister opende een grooten zijden zak, waarin hij de brillanten en het geld had
-meegenomen en antwoordde:
-</p>
-<p>„Ik geef jou de ringen cadeau, die Pigott gisteravond voor je oogen heeft laten schitteren.
-Verder heb ik hier ongeveer zestigduizend pond sterling en ik verzoek je, dit geld
-eveneens te nemen op een klein gedeelte na, dat ik zelf moet gebruiken. Het zou kunnen
-zijn beste Charly, dat men mij in een der volgende dagen in Scotland Yard vastzet.”
-</p>
-<p>Charly Brand staarde zijn meester verschrikt aan, die de laatste woorden had geuit
-met een eigenaardigen glimlach en die zijn sigaret zoo kalm rookte, alsof hij vertelde,
-dat hij een eindje ging wandelen.
-</p>
-<p>De groote onbekende haalde nu uit de tasch een klein zwart boekje te voorschijn en
-begon daarin te bladeren.
-</p>
-<p>„Merkwaardig”, fluisterde hij, „wat zouden die namen toch wel beteekenen. Namen, waarbij
-niets verder is aangeteekend, dan een zekere som. Namen, die geen stand en geen woonplaats
-verraden. Dat is een <span class="pageNum" id="pb9">[<a href="#pb9">9</a>]</span>vraagstuk, voor mijn beroemden collega Sherlock Holmes om op te lossen. En wat beteekenen
-die cijfers achter de namen? Willen die zeggen, dat den lieden zoo en zooveel is betaald
-of dat zij deze som gestort hebben. En hoe heeft dit alles iets te maken, met dat
-wat ik zag?”
-</p>
-<p>Toen lord Lister eindelijk zweeg vroeg Charly Brand:
-</p>
-<p>„Zou je me niet willen vertellen wat je zoo bezig houdt?”
-</p>
-<p>„Neen, my boy. Ik wil jou hersens niet pijnigen met het vreeselijke dat mij thans
-bezig houdt.”
-</p>
-<p>„Wil je me dan misschien vertellen wat die woorden beteekenen, betreffende je gevangenneming
-in Scotland Yard?”
-</p>
-<p>„Ook daarover kan ik je thans geen inlichtingen geven beste Charly, maar misschien
-morgen reeds. En laat me nu een paar minuten nadenken.”
-</p>
-<p>Bijna een uur zat lord Lister bij den haard in diep gepeins verzonken. Hij rookte
-daarbij wel een half dozijn cigaretten en scheen eindelijk gevonden te hebben wat
-hij zocht.
-</p>
-<p>Hij stond op en zei:
-</p>
-<p>„Ik ga een half uurtje rusten en dan een bad nemen. Wil je er voor zorgen dat tegen
-dien tijd het ontbijt gereed is. Na het ontbijt ga ik uit.”
-</p>
-<p>Hij verdween in zijn slaapkamer en liet Charly Brand alleen, die nu de kostbare steenen
-uit de gouden ringen ging breken en in een taschje deed, dat hij in zijn borstzak
-droeg. Toen smolt hij de gouden ringen in een kleine smeltkroes samen, die hij electrisch
-verhitte. Daarna telde hij de banknoten na, stak ze in een portefeuille en deed ook
-het goud in het taschje.
-</p>
-<p>Intusschen was Raffles uitgerust en Charly Brand hoorde dat hij naar de badkamer was
-gegaan.
-</p>
-<p>De secretaris liet nu het ontbijt door den ouden dienaar opzetten en juist toen het
-gereed stond kwam Lister weer binnen, wenschte Charly goeden morgen en begon met benijdenswaardigen
-eetlust te ontbijten. Hierna verdween hij in zijn kleedkamer en bleef daar wel een
-uur vertoeven. Charly Brand las intusschen de ochtendbladen en vermaakte zich met
-een bericht waarin gezegd werd dat het de redactie speet dat men niets nieuws kon
-meedeelen over den Grooten Onbekende en dat deze zich naar alle waarschijnlijkheid
-wel op reis had begeven om zich wat te ontspannen.
-</p>
-<p>Charly Brand had de courant nog niet uit toen zijn vriend weer binnentrad. Verschrikt
-sprong de secretaris op. Hij meende een vreemde voor zich te zien, een oude verwaarloosde
-bedelaar uit het donkerste Londen, in lompen gehuld en met afzichtelijk uiterlijk,
-het type van een mensch, die in het vuilste slopje in een krot vol ongedierte woont
-of die gelukkig is, als hij kan overnachten in het tehuis voor dakloozen. In zoo’n
-creatuur had Raffles zich vermomd.
-</p>
-<p>„Ik zal nog een sigaret in je gezelschap rooken, my boy, en dan ga ik op weg om te
-trachten het afschuwelijke geheim van dien Pigott op te lossen. Je kunt tijdens mijn
-afwezigheid dit huis als het jouwe beschouwen. Als er gevaar mocht dreigen en de politie
-huiszoeking doet heb ik hier een kleine schuilplaats klaar gemaakt waarin je zeker
-bent voor elken detective.”
-</p>
-<p>Hij bracht Charly Brand naar een dubbele deur en wees hem, hoe achter het beschot
-een geheime veer zat waarop gedrukt moest worden. Dan kwam een opening te voorschijn
-die zoo groot was, dat een mensch er gemakkelijk in staan kon.
-</p>
-<p>De lord sloot de opening weer en zei:
-</p>
-<p>„In deze schuilplaats zal geen mensch je zoeken. Uit de couranten zal je wel hooren
-waar ik ben. Laat overigens maar alles aan mij over en bekommer je om niets.”
-</p>
-<p>Hij reikte zijn secretaris de hand en als deze niet geweten had, dat dit de hand van
-zijn vriend en meester <span class="pageNum" id="pb10">[<a href="#pb10">10</a>]</span>was, dan zou hij er voor gerild hebben deze vieze, met een laag vuil bedekte hand
-aan te raken. En toch zat onder dit vuil de slanke voorname, aristocratische hand
-van Raffles verborgen.
-</p>
-<p>Charly Brand geleidde zijn vriend tot aan de huisdeur, en keek hem nog eenige minuten
-na, totdat hij verdween in den nevel, die Londen zoo dikwijls in den vroegen morgen
-geheel bedekt.
-</p>
-</div>
-</div>
-<div id="ch3" class="div1 chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
-<h2 class="label">DERDE HOOFDSTUK.</h2>
-<h2 class="main">DE JACHT OP RAFFLES.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="first">Inspecteur Baxter zat in zijn werkkamer in Scotland Yard en dicteerde detective Marholm
-een bericht, toen een agent binnentrad en meedeelde dat een zekere Pigott, een millionnair
-die in Regent-park woonde, den inspecteur wenschte te spreken.
-</p>
-<p>„Laat me met rust met je <span class="corr" id="xd31e364" title="Bron: millionairs">millionnairs</span>!” riep Baxter uit op geërgerden toon, „ik heb met die lui in de laatste jaren de
-ellendigste ondervindingen opgedaan. Laat ze hun geld en hun kostbaarheden beter bewaren.
-Eerst als ze bestolen zijn komen ze bij mij en zeuren me de ooren vol en als ik het
-geld dan niet weer op zijn plaats breng, dan loopen ze naar de couranten, die zich
-er over amuseeren en over mijn onhandigheid schrijven.”
-</p>
-<p>Detective Marholm, door zijn collega’s bijgenaamd „de vloo”, glimlachte ironisch over
-deze uitlating van zijn chef en vroeg:
-</p>
-<p>„Zeg eens, inspecteur Baxter, waar moeten de bestolenen dan heengaan om hun klachten
-te uiten?”
-</p>
-<p>„Hou je mond, Marholm en bemoei je met je eigen werk,” snauwde Baxter; „’t is al sinds
-jaren hetzelfde liedje als een <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span> in mijn bureau komt.”
-</p>
-<p>„En hoe luidt dat liedje?”
-</p>
-<p>„<span class="ex">Raffles!</span>” schreeuwde de inspecteur. „Raffles! Want hij is het, die de <span class="corr" id="xd31e380" title="Bron: millionairs">millionnairs</span> bezoekt en deze op mij afstuurt. Vervloekt! Als ik dien Raffles toch eens kon te
-pakken krijgen!”
-</p>
-<p>Hij liep als een ijsbeer zijn bureau op en neer en rolde woest met de oogen. Zoodra
-hij aan Raffles dacht, verloor hij alle zelfbeheersching, want die naam werkte op
-hem als een roode lap op een stier.
-</p>
-<p>„Wat sta je daar nog aan de deur?” vroeg hij den wachtenden agent op boozen toon.
-</p>
-<p>„Ik wacht uw bevelen af,” antwoordde deze.
-</p>
-<p>„Breng den <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span> binnen,” antwoordde Baxter stroef.
-</p>
-<p>De agent verdween en de inspecteur ging aan zijn schrijftafel zitten. Twee minuten
-verliepen. Toen ging de deur weer open en de agent diende aan:
-</p>
-<p>„Mr. Pigott!”
-</p>
-<p>Baxter draaide zich eens op zijn stoel om en bekeek den binnentredende met korten
-doch scherpen blik. Dan stond hij op, maakte een buiging en zei:
-</p>
-<p>„Wilt ge gaan zitten?”
-</p>
-<p>Zwaar ademend nam mr. Pigott plaats.
-</p>
-<p>„Ik ben ten zeerste opgewonden,” zei mr. Pigott, <span class="pageNum" id="pb11">[<a href="#pb11">11</a>]</span>die zich met een zakdoek het zweet van het roode voorhoofd veegde, „ik ben vannacht
-bestolen—mijn heele vermogen is naar de maan. Men heeft mijn brandkast opengebroken
-en niets er in gelaten dan dit briefje.”
-</p>
-<p>Hij gaf Baxter een smal strookje papier. Er stond de naam van op van John C. Raffles.
-Pigott had het strookje van den brief geknipt, daar hij, heel begrijpelijk, het verdere
-liever niet liet lezen.
-</p>
-<p>Baxter keek eens naar het strookje, alsof het een gloeiende plaat was. Voordat hij
-nog begon te lezen, wist hij al, wat er op stond. Op deze manier handelde Raffles
-alleen en zonder groote verbazing las Baxter dan ook den naam. Voorzichtig legde hij
-toen het strookje papier op zijn schrijftafel en vroeg mr. Pigott:
-</p>
-<p>„Hoeveel heeft hij u ontstolen?”
-</p>
-<p>Zonder te aarzelen zei Pigott:
-</p>
-<p>„180,000 pond sterling.”
-</p>
-<p>Hij loog, want hij noemde het drievoud der gestolen som.
-</p>
-<p>„Hoeveel?” vroeg Baxter, alsof hij niet goed verstaan had en mr. Pigott herhaalde
-de som.
-</p>
-<p>„Dat is kolossaal,” riep de inspecteur uit, „hoe <span class="corr" id="xd31e411" title="Bron: kwaam">kwaamt</span> ge ook zoo lichtzinnig om zoo’n groote som in huis te bewaren?”
-</p>
-<p>„Ik heb die gewoonten al sinds twintig jaren,” antwoordde Pigott, „ik bewaarde het
-geld in een kast in den muur.”
-</p>
-<p>„Ge ziet, dat u dit niets heeft gebaat,” zei de inspecteur, „ik verbaas er mij dan
-ook over, dat ge niet voorzichtiger zijt geweest, daar ge toch wist, dat Raffles in
-Londen vertoeft. En vertel me nu eens, hoe de heele zaak zich heeft toegedragen.”
-</p>
-<p>Pigott hapte eens naar lucht, en begon een verdicht verhaal op te disschen.
-</p>
-<p>„Ik ging om elf uur naar mijn slaapkamer en sloot deze, naar gewoonte, met de noodige
-voorzorgsmaatregelen. Vanmorgen moest mijn bediende mij uit een diepen slaap wekken
-en in mijn hersens dreunt het nog, alsof ik een dozijn flesschen champagne heb leeggedronken.”
-</p>
-<p>„Hadt ge een zoeten smaak in den mond, toen ge wakker werd?” vroeg inspecteur Baxter.
-</p>
-<p>„Ja,” antwoordde Pigott, „en ik heb dien smaak eerst na een uur met brandewijn en
-koffie kunnen wegspoelen.”
-</p>
-<p>„Men heeft u verdoofd!” knikte de inspecteur. „Raffles werkt altijd met verdoovingsmiddelen.”
-</p>
-<p>Woedend sloeg de <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span> met de vuist op tafel en riep uit:
-</p>
-<p>„Die schurk <i>moet</i> gepakt worden! Ik betaal u duizend pond, inspecteur, als ge mij mijn geld weer terug
-bezorgt! Die hond moet gehangen. Alsof de eerlijke menschen alleen bestaan, om door
-zulke gauwdieven geplukt te worden.”
-</p>
-<p>Marholm, die over zijn schrijfwerk zat gebogen, dacht bij zich zelven:
-</p>
-<p>„Wel, zoo heel eerlijk zie jij er ook niet uit en wie weet of je niet een veel grootere
-spitsboef bent dan Raffles.”
-</p>
-<p>Marholm had namelijk voor zichzelven de opmerking gemaakt, dat de Groote Onbekende
-het liefst te velde trok tegen groote schelmen, die echter zoo geslepen hun handwerk
-uitoefenen, dat zij noch door de politie, noch door iemand anders konden worden betrapt.
-</p>
-<p>Baxter wendde zich tot den detective en zei:
-</p>
-<p>„Schrijf nauwkeurig op, wat mr. Pigott verteld heeft en dan gaan we naar de villa
-om daar op de plaats van de misdaad een en ander te controleeren.”
-</p>
-<p>„Dat is toch heelemaal niet noodig,” begon de <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span>, „of ge mijn kamers ziet of niet, daarmee brengt ge mijn geld niet terug. Probeer
-liever den Grooten Onbekende te pakken.”
-<span class="pageNum" id="pb12">[<a href="#pb12">12</a>]</span></p>
-<p>Baxter werd boos en stak een sigaar op.
-</p>
-<p>Wat mr. Pigott hem daar zei, had al menig benadeelde hem toegevoegd.
-</p>
-<p>Detective Marholm keek den <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span> eens aan met scherpen blik, daar hij vermoedde, dat de bestolene liever niet had,
-dat men in zijn villa kwam.
-</p>
-<p>Baxter echter lette daar niet op en antwoordde:
-</p>
-<p>„Ge hebt gelijk, mr. Pigott. Behalve het briefje zal Raffles wel niets in uw woning
-hebben achtergelaten.”
-</p>
-<p>„Neen, heelemaal niets”, riep Pigott uit, „zelfs geen banknoot van duizend pond!”
-</p>
-<p>„Dat had hij feitelijk wel mogen doen”, viel Marholm in, „bij zoo’n som zal het Raffles
-niet veel kunnen schelen, een beetje provisie achter te laten!”
-</p>
-<p>Pigott keek den spotter woedend aan, maar Marholm vertrok zijn gelaat niet.
-</p>
-<p>De <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span> stond thans op en vroeg:
-</p>
-<p>„Ik heb hier nu niets meer te doen, inspecteur. Als ge iets gewaar wordt, hoor ik
-het wel van u. Mijn telefoonnummer is 1607. Het is maar beter, dat ge telefoneert,
-anders kondt ge misschien een vergeefschen weg naar mijn huis maken.”
-</p>
-<p>Deze woorden versterkten nog de argwaan van detective Marholm en toen Pigott was heengegaan,
-zei hij tot Baxter:
-</p>
-<p>„Die man lijkt me heel verdacht, inspecteur.”
-</p>
-<p>„Je bent gek, Marholm”, antwoordde Baxter, „je begint waarempel weer je oude liedje
-en gaat natuurlijk beweren, dat die man er veel verdachter uitziet dan Raffles. Jij
-schijnt alle <span class="corr" id="xd31e465" title="Bron: millionairs">millionnairs</span> te wantrouwen.”
-</p>
-<p>Marholm lachte.
-</p>
-<p>„Bewijs mij eens het tegendeel, inspecteur. Ik kan het niet helpen, maar ik gevoel
-sympathie voor Raffles en niet de minste voor al die lieden, die door hem bestolen
-worden”.
-</p>
-<p>„Hou je mond”, donderde <span class="corr" id="xd31e473" title="Bron: Raffles">Baxter</span>, „ik begeer van jou geen sympathiebetuigingen met een dief. Je schijnt je beroep
-te zijn misgeloopen.”
-</p>
-<p>Marholm lachte nog eens.
-</p>
-<p>„O, als ik zoo handig was als de Groote Onbekende, zou ik graag mijn beroep met het
-zijne ruilen, al was ’t maar alleen om de collega’s telkens weer bij den neus te nemen
-en ook u, inspecteur Baxter.”
-</p>
-<p>Deze woorden maakten Baxter woest.
-</p>
-<p>Hij ging naar Marholm toe, greep hem bij de keel, en schudde hem heen en weer.
-</p>
-<p>„Ik zeg je”, en zijn gezicht werd rood van woede, „dat ik je met deze vuisten kon
-worgen, want de eigenlijke Raffles maakt mij al gek”.
-</p>
-<p>Marholm bleef doodkalm en hijgde eens.
-</p>
-<p>Toen gaf hij den inspecteur een ribbestoot, zoodat deze achteruit vloog.
-</p>
-<p>„Ik hoop, inspecteur”, zeide hij, „dat ge inderdaad nog eens den Grooten Onbekende
-hier bij u op uw kantoor krijgt. Ik ben er alleen maar wat bang voor, dat ge eerst
-weet, wie bij u was, als de man Scotland Yard al lang weer achter den rug heeft”.
-</p>
-<p>„Hou nu maar op met je praatjes, Marholm, en geef de verschillende politie-bureaux
-de noodige inlichtingen over de zaak Pigott.”
-</p>
-<p>„Och, laat ons dat toch niet doen, inspecteur. Ik geloof, dat wij nu al in achttien
-zaken bezig zijn, naar Raffles te zoeken. We kunnen ons vandaag best die moeite sparen!”
-<span class="pageNum" id="pb13">[<a href="#pb13">13</a>]</span></p>
-</div>
-</div>
-<div id="ch4" class="div1 chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
-<h2 class="label">VIERDE HOOFDSTUK.</h2>
-<h2 class="main">IN DE DIEVENKROEG.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="first">In een der vele nauwe en donkere straten van Whitechapel rijen zich de kroegjes nauw
-aaneen.
-</p>
-<p>Daarin leeft het uitvaagsel der groote stad.
-</p>
-<p>In lompen gehuld, verminkt en afzichtelijk van ellende, staan of zitten de rampzaligen
-daar bij elkander in de ruimten, waar tabakswalm en brandewijnlucht de atmosfeer verpesten.
-</p>
-<p>Een van deze kroegjes trad Raffles binnen en vroeg den waard met een stem, die door
-het overmatig gebruik van brandewijn heesch was geworden, een glas jenever.
-</p>
-<p>Vol argwaan keek de waard naar den vreemden gast, zette de jenever voor hem neer,
-maar hield het glas zoo lang vast, totdat Raffles een penny voor den drank had betaald.
-</p>
-<p>Het duurde een heelen tijd, voordat John Raffles uit een viezen, vuilen zak het geldstuk
-had opgediept.
-</p>
-<p>Dit zoeken naar den penny maakte den kroeghouder, die in den bezoeker een politiespion
-zag, minder achterdochtig.
-</p>
-<p>Hij wist niet, dat John Raffles in staat was, zijn rol tot in de kleinste bijzonderheden
-vol te houden.
-</p>
-<p>Eindelijk had de Groote Onbekende het geldstuk te pakken en gaf het den waard. Hij
-maakte daarbij een gebaar, alsof hij den man een heel kapitaal overhandigde voor het
-glas brandewijn.
-</p>
-<p>Daarna sloeg hij den allergemeensten jenever door het keelgat en bleef voor de toonbank
-staan, alsof hij het nog niet met zichzelve eens was, of hij nog een penny voor een
-tweede glas zou betalen.
-</p>
-<p>De waard, die hem scherp aankeek, zei:
-</p>
-<p>„Die jenever is best. Als je nog meer geld hebt, kun je hier zooveel drinken, tot
-je den weg niet meer uit de kroeg vindt”.
-</p>
-<p>Raffles, die met gulzige oogen naar het glaasje keek, mompelde een paar onverstaanbare
-woorden en begon opnieuw naar een penny in zijn zakken te zoeken.
-</p>
-<p>Maar hij scheen tevergeefs te zoeken, want met een hartgrondigen vloek hoorde de waard
-hem zeggen:
-</p>
-<p>„’k Heb waarachtig niet eens meer wat voor een spatje”.
-</p>
-<p>„Je schijnt je beroep ook niet al te goed te verstaan. Je moest over een heel kapitaal
-kunnen beschikken. Ik ken bedelaars, die eigen huizen hebben, maar jij schijnt nog
-te groen te zijn.”
-</p>
-<p>„Yes, yes!” antwoordde John Raffles, „ik kom van New-York en ben pas sinds vier dagen
-in Londen. Er valt hier ook een bedroefd beetje te verdienen”.
-</p>
-<p>„Kom je van New-York? Waarvan heb je dan den overtocht betaald?”
-</p>
-<p>„’k Had zooveel gespaard”.
-</p>
-<p>„Zoo? Heb je nog meer geld?”
-</p>
-<p>„Waarom?”
-</p>
-<p>„Dan zal ik je een raad geven, hoe je elken dag twee pond kunt verdienen.”
-<span class="pageNum" id="pb14">[<a href="#pb14">14</a>]</span></p>
-<p>„Maak dat een ander wijs! Voor zoo’n raad wil ik je graag 500 dollar betalen!”
-</p>
-<p>„Dat geloof ik!”
-</p>
-<p>„Maar misschien kun je mij een anderen raad geven<span class="corr" id="xd31e523" title="Bron: ”.">.”</span>
-</p>
-<p>„En dat is?”
-</p>
-<p>„Ik wil je graag wat laten verdienen, maar ik kan het je hier niet zeggen. Je klanten
-kijken te veel naar ons<span class="corr" id="xd31e529" title="Bron: ”.">.”</span>
-</p>
-<p>„Ik ben nieuwsgierig om te vernemen, wat je op het hart hebt. Kom maar achter de toonbank.”
-</p>
-<p>De waard, een groote vierkante kerel, deed een klein deurtje open en liet den schooier
-binnen in een klein donker vertrekje, achter de kroeg gelegen. De man stak een walmende
-petroleumlamp aan.
-</p>
-<p>Hier scheen de slaapkamer te zijn van den kroegjesbaas.
-</p>
-<p>„Maak het kort”, sprak hij, „ik kan mijn klanten niet lang alleen laten. Ze zouden
-mij binnen een paar minuten allen brandewijn hebben leeggedronken, zonder dat ik er
-een penny betaling voor had gekregen”.
-</p>
-<p>Lord Lister keek eens schuw om zich heen, of niemand luisteren kon en keek ook eens
-onder het bed.
-</p>
-<p>„Geen nood”, zeide de waard, „hier is niemand, vertel maar op, zoeken de hondenvangers
-van Scotland Yard je misschien? Als je geld hebt, wil ik je verbergen”.
-</p>
-<p>„Neen, kerel, maar sinds ik in Londen ben, heb ik geen warme hap gegeten en ik smacht
-naar een stuk gebraden vleesch. Hoe kom ik eraan?”
-</p>
-<p>„Niet door mij, kale jakhals! Of dacht je soms, dat ik je op lekkere beetjes zou trakteeren?
-Steel het en vreet het op, als je ’t hebt, dat is mijn raad”.
-</p>
-<p>„Dat behoef ik niet te doen. Ik heb—ik heb—” hij hield op en keek weer om zich heen.
-</p>
-<p>„Voor den duivel! Wat heb je?”
-</p>
-<p>„Ik heb geld. Maar ik kan het niet uitgeven”.
-</p>
-<p>„Je hebt gestolen papieren, die ik voor je moet bewaren? Denk er aan, dat de helft
-voor mij is”.
-</p>
-<p>„Ik heb geen gestolen geld, maar toen ik van New-York vertrok, haalde ik mijn spaarduiten
-van de Bank en die betaalde ze mij uit in hooge banknoten. Nu weet ik niet, waar ik
-die papieren zal wisselen. Je wordt daarbij zoo gauw ingepakt, want geen sterveling
-gelooft, dat het eerlijk verdiend geld is”.
-</p>
-<p>„Hoe groot is de banknoot?”
-</p>
-<p>„Tien dollar”.
-</p>
-<p>„Tien dollar? En noem je dat hoog? Mijn klanten wisselen wel eens biljetten van honderd
-pond.”
-</p>
-<p>„Zoover heb ik het nog niet gebracht”, sprak Raffles, en hij begon zijn gelapte jas
-los te knoopen, „maar misschien komt het nog een zoover met mij. Wacht even! Ik moet
-het geld onder mijn hemd vandaan halen”.
-</p>
-<p>Verscheiden seconden verliepen, voordat Raffles een groot pak bankbiljetten te voorschijn
-haalde, dat met een lang eind garen was saamgebonden en waaruit hij een biljet haalde
-van tien dollar.
-</p>
-<p>Zonder dat de kroeghouder het bemerkte, sloeg de Groote Onbekende den waard aandachtig
-gade en hij zag, dat diens oogen van hebzucht fonkelden.
-</p>
-<p>„Ik zie, dat je meer hebt, dan ik dacht”, zei de kroegjesbaas. „Je bent een ezel,
-dat je het niet gebruikt voor een zaakje, waardoor je kapitaal in een paar weken verdubbelt.”
-</p>
-<p>„Ik moet je eerst eens beter leeren kennen, voordat ik daarop inga”, antwoordde Raffles
-ontwijkend.
-</p>
-<p>„Mij leeren kennen? Mij?” stoof de herbergier op, „vraag het ieder, dien je wilt,
-of ik geen doodeerlijke kerel ben? Je kunt me gerust vertrouwen, en ik zal <span class="pageNum" id="pb15">[<a href="#pb15">15</a>]</span>je het biljet van tien dollars wisselen. Een vierde gedeelte daarvan is voor mij!”
-</p>
-<p>„Allright!” zei Raffles, „geef op het geld, want ik heb een vervloekten honger en
-wil <span class="corr" id="xd31e561" title="Bron: van nacht">vannacht</span> eens ergens anders slapen dan onder den blooten hemel”.
-</p>
-<p>„Slapen kun je hier. Ik heb voor mijn klanten altijd nog een plaatsje. Je kunt al
-je ongedierte gratis warmen”.
-</p>
-<p>De waard ging naar een kast en haalde er een leeren zak met geld uit.
-</p>
-<p>Voorzichtig telde hij daaruit de som van een pond en zes shilling in kleine geldstukjes
-en legde die voor Raffles op tafel neer.
-</p>
-<p>„Geef op je biljet van tien dollar”, zei nu de herbergier, „maar raak het geld niet
-aan, vóórdat ik er mij van overtuigd heb, dat je mij geen valsch biljet in de hand
-hebt gestopt”.
-</p>
-<p>John Raffles gaf het gevraagde en de waard hield het biljet tegen het licht.
-</p>
-<p>„In orde!” zei hij toen, „strijk je geld maar op”.
-</p>
-<p>Nu nam de Groote Onbekende de geldstukken op, die hij een voor een op de tafel gooide
-om te onderzoeken, of ze wel echt waren.
-</p>
-<p>„Mijn geld is goed”, zei de waard, die dit niet aanstond.
-</p>
-<p>Raffles echter nam vier shillingstukken en trok daarmee een zwarten streep op een
-stuk krantenpapier.
-</p>
-<p>„Wat bedoel je?” vroeg de waard.
-</p>
-<p>„Dat is lood!”
-</p>
-<p>„Onzin! Je kunt het best uitgeven. Hadt je maar een paar duizend van die dingetjes?
-Een van mijn klanten verkoopt je voor één pond vijf pond van die dingetjes. Betere
-zaken kun je toch moeilijk maken”.
-</p>
-<p>Raffles stak het geld in den zak.
-</p>
-<p>Voordat het tweetal de kamer uitging, zeide de herbergier nog eens:
-</p>
-<p>„Wees niet gek en steek je geld in een zaak die ik je wil aanraden. ’t Is eerlijke
-winst”.
-</p>
-<p>„Ik zal er eens over nadenken”, antwoordde Raffles, en verliet de kamer. Toen dronk
-hij nog een glas jenever en verliet de kroeg.
-</p>
-<p>Op straat haalde hij verruimd adem in de buitenlucht, al was deze ook in dit stadsgedeelte
-nog met allerlei onfrissche geuren bezwangerd.
-</p>
-<p>Het was hem, alsof hij uit een varkensstal kwam. Maar toch had het toeval hem niet
-in deze kroeg gebracht.
-</p>
-<p>In het boek, dat hij Pigott had ontstolen, stond de naam „Blue inn” (Blauwe kroeg)
-verscheiden keeren opgeteekend. Hij veronderstelde daarom, dat de herbergier in nauwe
-relatie stond met den <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span>.
-</p>
-<p>Bijna den ganschen dag had hij naar de kroeg gezocht.
-</p>
-<p>Waar hij maar een bedelaar zag, had hij kennis met deze gemaakt en verteld, dat een
-vriend hem in de Blauwe kroeg wilde spreken, maar dat hij niet wist, waar deze was.
-</p>
-<p>Op de Waterloo-brug had hij een kreupele ontmoet, die een afzichtelijk, meelijwekkend
-kind droeg. Dat kind was blind en had geen voeten.
-</p>
-<p>Raffles zag dat bijna iedere voorbijganger een geldstuk legde op het tinnen bordje,
-dat dit allerrampzaligste schepseltje in haar handjes vooruitstak.
-</p>
-<p>De Groote Onbekende zag ook dat de kreupele, op wiens schoot het kind zat, het geld
-terstond bij zich stak. Van dezen man kreeg John Raffles het adres van de blauwe kroeg.
-</p>
-<p>Toen hij het verminkte kind en den bedelaar wat langer bekeek werd hem plotseling
-het geheim van mr. Pigott helder.
-<span class="pageNum" id="pb16">[<a href="#pb16">16</a>]</span></p>
-<p>Deze schurk, aldus redeneerde lord Lister, liet kinderen verminken en verhuurde of
-verkocht ze dan aan een bedelaar voor een zekere som gelds.
-</p>
-<p>Raffles kromp ineen, als hij bedacht, hoeveel misdaden, aan de onschuldige wezentjes
-begaan, Pigott wel niet op zijn geweten moest hebben.
-</p>
-<p>Hij moest nu alleen nog maar het overtuigend bewijs van Pigotts misdaden hebben en,
-zoo mogelijk, zoo’n verminkt kind van hem koopen.
-</p>
-<p>Dat hoopte hij in de „Blauwe kroeg” te kunnen doen. Hij ging daarom nog eens naar
-de kroeg terug om elf uur des avonds, toen allerlei kerels en wijven, zelfs kinderen
-er rond krioelden.
-</p>
-<p>Meisjes en jongens van zeven, acht jaren dronken op tegen volwassenen en sloegen de
-liederlijkste taal uit.
-</p>
-<p>Toen de waard zijn klant van dien middag zag, vroeg hij:
-</p>
-<p>„Wel, heb je nog wat gegeten?”
-</p>
-<p>„Yes”, antwoordde Raffles, „ik heb het er eens van genomen, hoewel ik den heelen dag
-maar twee penny heb opgehaald.
-</p>
-<p><span class="corr" id="xd31e607" title="Niet in bron">„</span>Hier in Londen ligt het geld ook al niet op de keien.”
-</p>
-<p>„Je bent een ongeluksvogel”, antwoordde de herbergier, „maar ik heb je toch geraden
-om op mijn voorstel in te gaan. Dan kun je geld verdienen, zooveel als je maar wilt.”
-</p>
-<p>De herbergier zag duidelijk dat John Raffles hem achterdochtig aankeek.
-</p>
-<p>De Groote Onbekende dronk zwijgend het glas jenever uit, dat voor hem stond en waarvoor
-de herbergier nu niet weer terstond het geldstuk verlangde. Hij vertrouwde Raffles
-nu.
-</p>
-<p>Lord Lister dronk verscheidene glaasjes leeg en ook de waard liet zich niet onbetuigd.
-De krijtstreepjes zette hij alle voor Raffles op de tafel neer.
-</p>
-<p>Toen beiden een dozijn gedronken hadden, legde Raffles twee shilling op tafel. Daarvan
-was de eene valsch.
-</p>
-<p>„Ik krijg nog zes pence van je,” zei de waard, „dien shilling neem ik voor de helft,
-omdat je een klant bent.”
-</p>
-<p>Raffles legde het gevraagde neer met een handbeweging, alsof hij dronken was.
-</p>
-<p>Daarbij mompelde hij eenige onverstaanbare woorden en de waard achtte nu den tijd
-gekomen om Raffles den voorslag te doen voor het zaakje.
-</p>
-<p>„Ga mee naar mijn kantoor”, zei hij.
-</p>
-<p>Met ietwat zwaaiende gang volgde lord Lister hem achter de toonbank en ging de slaapkamer
-van den waard binnen, die hem een stoel bood, de lamp opstak en tegenover zijn klant
-ging zitten.
-</p>
-<p>„Kijk eens, vriend,” begon de herbergier, „kijk eens, ik heb gezien, dat je genoeg
-geld bij je hebt om een winstgevend baantje te kunnen opzetten.”
-</p>
-<p>„Ik— —ik— —ik heb— —geen geld”, stotterde de Groote Onbekende.
-</p>
-<p>„Je bent dronken, my boy”, antwoordde de ander, „ik heb je zelf nog een bankbiljet
-gewisseld. Heb je dat nou al vergeten met je brandewijn-kop”
-</p>
-<p>„Kijk nou ereis”, vervolgde hij, „ik ken een vrouw, die heel veel ongeluk in haar
-leven heeft gehad. In haar jeugd is ze naar New-York ontvoerd. Toen is ze naar Londen
-gegaan en nu leeft ze hier in Whitechapel. Deze vrouw heeft een kind—wel, waarom zou
-ze geen kind hebben, en dat wurm werd verminkt geboren. De vrouw heeft dat kind verkocht
-aan een <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span>, die voor menschlievend wil doorgaan en deze wil er nu graag weer af.”
-<span class="pageNum" id="pb17">[<a href="#pb17">17</a>]</span></p>
-<p>Als begreep hij de zaak niet goed, staarde Raffles met een onnoozel gelaat den man
-aan.
-</p>
-<p>„Wat— —wat moet ik— —met een kind!— —Ik— —ik ben blij— —dat ik geen heb!”
-</p>
-<p>„<span class="corr" id="xd31e634" title="Bron: Indioot">Idioot</span>”, brulde de ander, „dank den hemel, dat je dit kind kunt koopen. Je kunt er geld
-mee verdienen— —als water— —Begrijp je dan niet, wat ik bedoel?”
-</p>
-<p>John Raffles leek zoo dronken, dat hij den man niet meer begreep.
-</p>
-<p>„Ik zal het je uitleggen,” zei de waard, „het kind is totaal verminkt Ik geloof, dat
-het geen armen, geen beenen en geen oogen heeft. Het kan hooren noch spreken.”
-</p>
-<p>„Het ontbreekt er nog maar aan, dat het geen hoofd heeft ook,” dacht Raffles.
-</p>
-<p>„Goed, goed!” zei hij echter overluid, „maar dat is vreeselijk!”
-</p>
-<p>De waard lachte met ruw geluid en antwoordde:
-</p>
-<p>„Vreeselijk? Een zaakje is het, beste kerel, een uitstekend zaakje en ik verzeker
-je, dat, als ik niet zooveel verdiende, dan ging ik met dat misbaksel de straat op.
-En ik verwed tien pond tegen een shilling, dat ik twee pond per dag zou verdienen.”
-</p>
-<p>„Ja— —ja— —” lachte Raffles, „twee pond sterling verdienen. Jij—jij—hebt gelijk. Hoe—
-—hoeveel kost dat kind?”
-</p>
-<p>„Hoeveel geld heb je? Ik raad je aan, verstandig te zijn, want de blaag is niet goedkoop!”
-</p>
-<p>Raffles scheen na te denken.
-</p>
-<p>Toen hakkelde hij:
-</p>
-<p>„Ik—ik—ik heb— —340 dollar bij mij!”
-</p>
-<p>„340 dollar?”
-</p>
-<p>„Ja.”
-</p>
-<p>„Niets meer?”
-</p>
-<p>„Neen—neen!”
-</p>
-<p>„Zeg, lieg je niet?”
-</p>
-<p>„Waarachtig niet!”
-</p>
-<p>„Dan heb je niet genoeg! Maar ik zal je een voorstel doen. Je betaalt 340 dollar en
-dan betaal je verder elken dag 10 shilling af. Onder 200 pond krijg je het kreng toch
-niet.”
-</p>
-<p>„Tweehonderd pond?” bromde Raffles en het scheen, alsof hij langzaam ontwaakte uit
-de brandewijnroes.
-</p>
-<p>„Ja. Vooruit, doe het maar. Ik leen je het wurm op afbetaling. Als je niet betaalt,
-neem ik je het kind weer af.”
-</p>
-<p>De waard ging naar een kast en haalde er een vieze portefeuille uit. Toen nam hij
-papier, pen en inkt en schreef daar iets op, dat hij zijn klant voorlegde en beval:
-</p>
-<p>„Onderteeken!”
-</p>
-<p>„Ik moet het toch eerst lezen”, zeide de Groote Onbekende met dubbele tong. En langzaam
-ontcijferde hij:
-</p>
-<blockquote>
-<p class="first"><span class="corr" id="xd31e665" title="Niet in bron">„</span>Ik, de eerste onderteekenaar, huur hierbij van mister Thomson, Milton Street 16, het
-hem toebehoorende kind tot een huurprijs van 10 shilling, totdat de koopsom van 200
-pond is afbetaald.
-</p>
-<p>Als ik een dag in gebreke blijf, den huurprijs te betalen, verlies ik alle recht op
-het bezit van het kind.”</p>
-</blockquote><p>
-</p>
-<p>De Groote Onbekende las de overeenkomst nog eens en vroeg toen:
-</p>
-<p>„Wat—wat—is—dat dan—voor een kind?”
-</p>
-<p>„Vervloekt!” brulde de waard, „een verminkt kind!”
-</p>
-<p>„Ik—ik—ik bedoel—een jongen of een meisje?”
-</p>
-<p>„Dat weet ik niet, kerel! Maar dat komt er toch ook heelemaal niet op aan! Het is
-hoogstens twee jaren. <span class="pageNum" id="pb18">[<a href="#pb18">18</a>]</span>Als je ’t hebben wilt, moet je nu toehappen, want morgen vroeg verwacht ik andere
-klanten!”
-</p>
-<p>Raffles scheen nog eens na te denken en nogmaals moedigde de herbergier hem aan met
-al de overredingskracht, waarover hij beschikte.
-</p>
-<p>Eindelijk dan toch haalde Raffles het geld te voorschijn, teekende het papier en zei:
-</p>
-<p>„Hier hebt ge het geld, mr. Thomson, maar dit papier behoud ik, totdat ik het kind
-heb.”
-</p>
-<p>„Dat kun je,” zei de waard, „morgen zullen we het gaan halen.”
-</p>
-<p>John Raffles betaalde hem het geld en liet zich daarvoor door mr. Thomson een kwitantie
-geven. Toen stak hij een en ander in den zak en verliet met den waard diens kantoor.
-</p>
-<p>Deze wees Raffles in een hoek een slaapplaats aan en in de walgelijkste omgeving legde
-de Groote Onbekende zich ter ruste.
-</p>
-</div>
-</div>
-<div id="ch5" class="div1 chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
-<h2 class="label">VIJFDE HOOFDSTUK.</h2>
-<h2 class="main">EEN KIND GEKOCHT.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="first">In denzelfden nacht, dien Raffles doorbracht in de „Blauwe Kroeg” was mr. Pigott met
-een van zijn meest vertrouwde bondgenooten, zekeren Thomas Jackson, naar de woning
-gegaan van een arme naaister, Mary Grant geheeten.
-</p>
-<p>Deze had een kind, een knaapje van twee jaren. Zij had een advertentie in de krant
-geplaatst, dat zij haar kind gaarne zou willen afstaan aan kinderlooze echtelieden.
-</p>
-<p>Deze soort advertenties zocht mr. Pigott iederen morgen in de kranten.
-</p>
-<p>Toen zij de woning der naaister binnentraden, zag mr. Pigott met een enkelen blik
-den ellendigen toestand der bewoonster.
-</p>
-<p>In een bed, waarover een deken, uit lompen saamgeflanst, lag een bleeke, hoestende
-vrouw, waaraan iedereen kon zien, dat zij nog slechts korten tijd te leven had. Tering
-sprak uit haar ingevallen gelaatstrekken en holle oogen.
-</p>
-<p>De kamer was gevuld met armelijk huisraad; ondanks de koude brandde geen vuur en in
-een kist, met stroo gevuld, lag een slapend knaapje.
-</p>
-<p>In tegenstelling tot de moeder, straalde dit kind van gezondheid. De slaap had zijn
-wangen rood gekleurd en een gelukkig lachje speelde om den kleinen mond. Blonde lokken
-omgolfden het liefelijke kindergelaat en de fijne trekken zouden een kind van aristocratische
-huize eer hebben aangedaan.
-</p>
-<p>Pigott bekeek den knaap met onderzoekenden blik.
-</p>
-<p>Moeizaam had de naaister zich in haar bed opgericht en met fluisterende stem vroeg
-zij, wat de vreemde heeren verlangden.
-</p>
-<p>Pigott vertrok zijn vet gelaat tot een minzaam lachje. <span class="pageNum" id="pb19">[<a href="#pb19">19</a>]</span>deed zijn kostbare pels wat open en ging naar het bed der zieke.
-</p>
-<p>„Ik kom op de advertentie”, sprak hij, „is dat het kind, waarvan ge afstand wenscht
-te doen?”
-</p>
-<p>De zieke vouwde de handen en fluisterde, nauw hoorbaar:
-</p>
-<p>„Ja!”
-</p>
-<p>Pigott keek nog eens naar het kind en berekende terstond, dat diens buitengewone schoonheid
-hem schitterende voordeelen zou kunnen bezorgen.
-</p>
-<p>„Ge ziet”, begon de moeder, „dat ik niet meer in staat ben om te werken.
-</p>
-<p>„Ik zelf zou graag honger willen lijden, als het kind maar voedsel had. Maar ik kan
-hem niets meer bezorgen en wilde daarom, dat mijn jongen, voordat ik sterf, in goede
-handen komt.”
-</p>
-<p>„Dat komt hij”, beweerde Pigott, „ik beloof u, dat ik het kind als mijn eigen zal
-groot brengen en daar ik millionnair ben, zal hij eens mijn heele vermogen erven.”
-</p>
-<p>De zieke zag niet den spottenden lach, die in het halfdonker der kamer over het gelaat
-vloog van Thomas Jackson, toen hij deze woorden uit Pigotts mond hoorde.
-</p>
-<p>Pigott lachte in zijn vuistje.
-</p>
-<p>Hij begreep, dat hij voor weinig geld het knaapje zou kunnen krijgen. Volgens zijn
-meening had de moeder niet langer dan nog twee weken te leven.
-</p>
-<p>„Leeft de vader van het kind nog?” vroeg Pigott.
-</p>
-<p>„O, ja”, hijgde de moeder, „hij leeft nog, maar hij erkent het kind niet als zijn
-eigen.
-</p>
-<p>„Als ik dood ben, zult ge de noodige papieren over den vader van mijn <span class="corr" id="xd31e717" title="Bron: Fredy">Freddy</span> vinden en misschien gelukt het u, hem de bekentenis af te dwingen, dat hij de vader
-is.—Ge zult hem wel kennen!—Ik was bij een der eerste Londensche families kamenier.”
-</p>
-<p>„Allright,” antwoordde mr. Pigott, „ik zal alles probeeren om hem te vinden, dat beloof
-ik u.”
-</p>
-<p>„Ik dank u.”
-</p>
-<p>„En dan heb ik hier een contract meegebracht, waarin staat, dat ik u tot uw dood een
-bedrag van tien pond wekelijks zal uitkeeren.”
-</p>
-<p>De zieke sloot de oogen.
-</p>
-<p>„Ik dank den hemel,” fluisterde zij, „dat gij tot mij komt, en hoe zwaar het mij ook
-valt te scheiden van het liefste, wat ik bezit, toch dwingt de nood mij, hiertoe over
-te gaan, daar mij geen andere keus blijft!”
-</p>
-<p>Haar oogen vulden zich met tranen en diep bedroefd viel zij op haar ellendige legerstede
-neer.
-</p>
-<p>Mr. Pigott haalde een bankbiljet van tien pond te voorschijn en legde dat in de handen
-der zieke.
-</p>
-<p>Toen sprak hij tot Jackson:
-</p>
-<p>„Haal de bontdeken uit de auto—wij zullen het kind er in wikkelen en mee naar huis
-nemen!”
-</p>
-<p>De moeder richtte zich weer op en riep uit:
-</p>
-<p>„Neen! Neen! Laat mijn kind nog een paar dagen hier! O! Het valt mij zoo vreeselijk
-zwaar!”
-</p>
-<p>Jackson ging heen om het bevel van zijn meester op te volgen.
-</p>
-<p>„Houd u kalm, mrs. Grant,” zei de <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span>, „’t is zoo het beste. Ge zult toch zelf wel inzien, dat de kleine hier niet kan
-blijven en als ge weer opknapt, sta ik u toe, uw jongen dikwijls te komen zien.”
-</p>
-<p>De zieke klampte zich vast aan dezen stroohalm. Haar hersens werkten koortsachtig.
-Misschien kon zij weer gezond worden en gevoelde zij zich slechts door wekenlange
-ontbering zoo afgemat.
-</p>
-<p>„Geef mij <span class="corr" id="xd31e741" title="Bron: Fredy">Freddy</span> dan nog eens bij mij,” smeekte de ongelukkige.
-<span class="pageNum" id="pb20">[<a href="#pb20">20</a>]</span></p>
-<p>Mr. Pigott nam den knaap.
-</p>
-<p>Deze keek hem een oogenblik slaapdronken aan met zijn zwarte oogen.
-</p>
-<p>De moeder sloeg den arm om den hals van het kind, klemde het tegen zich aan en bedekte
-zijn gezichtje met kussen.
-</p>
-<p>Onverschillig, zonder de minste aandoening, keek de schurk naar dit roerende afscheid,
-terwijl hij in stilte vloekte over de weekhartigheid der vrouwen.
-</p>
-<p>Het kind had zijn armpjes om den hals der moeder geslagen.
-</p>
-<p>„Waarom schrei je, moedertje? Is dat een stoute oom?”
-</p>
-<p>„Neen, neen, kind, dat is een lieve oom, die je voor een tijdje mee neemt en je mooi
-speelgoed zal geven.”
-</p>
-<p>„Ook een spoortrein?”
-</p>
-<p>„Ja, ook een spoortrein.”
-</p>
-<p>Jackson kwam binnen met de warme deken. De <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span> spreidde ze op het bed uit en zei:
-</p>
-<p>„Kom, ventje, dan zal ik je in de warme deken wikkelen en je naar al het mooie speelgoed
-brengen.”
-</p>
-<p>De kleine begreep niet, dat hij van zijn moeder moest scheiden en zonder zich te verzetten,
-liet hij zich inpakken.
-</p>
-<p>Jackson nam het kind en droeg het de kamer uit. Hij was aan dergelijke tooneeltjes
-wel gewend en wist zoo goed als Pigott, dat vlug handelen het beste middel was.
-</p>
-<p>„Hier hebt ge mijn adres”, <span class="corr" id="xd31e765" title="Bron: zeide">zei de</span> <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span>, „en houd u nu kalm, neem rust en goed voedsel, opdat ge uw kind spoedig kunt terugzien.”
-</p>
-<p>Zonder zich verder te bekommeren om de schreiende vrouw zette hij zijn hoed op, deed
-zijn pels dicht en verliet deze plaats der ellende.
-</p>
-<p>Voor het huis wachtte zijn auto.
-</p>
-<p>Jackson was al ingestapt en toen nu ook de millionnair was gaan zitten, joeg de chauffeur
-die de derde in het complot was er van door.
-</p>
-<p>In de villa werden zij door het oude wijf ontvangen.
-</p>
-<p>„Wel, hebt ge het kind?” vroeg zij.
-</p>
-<p>„Yes”, lachte de dikke en hij gaf haar het knaapje. „Ik denk, dat je met dit exemplaar
-uitstekende zaakjes zult maken. Is er nog iets gebeurd?”
-</p>
-<p>„Mr. Thomson heeft getelephoneerd. Hij komt morgen vroeg hier met een klant.”
-</p>
-<p>„Het wordt tijd”, antwoordde Pigott, „die vervloekte Raffles heeft al mijn geld gestolen.”
-</p>
-<p>Dit gesprek werd gevoerd in de vestibule en het kind, dat beefde in zijn dunne kieltje,
-wilde nu Pigott volgen naar de eetkamer.
-</p>
-<p>Het wijf lachte ruw en pakte het knaapje bij den arm.
-</p>
-<p>„Daar heb je niets te maken! Ga mee! Ik heb voor jou een extra mooien salon.—Wat zullen
-we met hem doen?”
-</p>
-<p>„Daarover zullen we morgen wel eens praten. Berg hem voorloopig maar op.”
-</p>
-<p>Het wijf greep het kind bij zijn armpje en de knaap, die stelselmatig voelde, dat
-het booze wijf niets goeds met hem voor had, begon te huilen.
-</p>
-<p>„Vervloekte aap!” schold de vrouw, „leelijke kleine aap. Hou je bek! Ik zal je wijzen,
-hoe ik je klein krijg!”
-</p>
-<p>Zij greep het kind bij zijn blonde haren en sleurde hem de keldertrap af.
-</p>
-<p>Te vergeefs riep het kind om zijn moeder. Niemand behalve mr. Pigott en zijn medeplichtigen,
-die aan de welvoorziene tafel hadden plaats genomen, hoorde de jammerklacht.
-</p>
-<p>Het wijf was intusschen met het kind beneden aangeland; daar had zij een hok met vuil,
-stinkend stroo <span class="pageNum" id="pb21">[<a href="#pb21">21</a>]</span>opengedaan en de kleine erin geduwd. De deur werd stevig gegrendeld en de boosdoenster
-ging naar boven om mee te smullen.
-</p>
-<p>Jammerend riep de kleine gevangene om zijn moeder en in den donkeren, kouden kelder
-hurkte hij neer, totdat hij, doodelijk vermoeid van het schreien, insliep. — — — —
-— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
-</p>
-<p>Het was omstreeks tien uur in den morgen, toen Thomson, de eigenaar van de „Blauwe
-Kroeg”, met John Raffles de villa van Pigott binnentrad.
-</p>
-<p>Een half uur later verscheen de millionnair, die den heelen nacht had gedronken.
-</p>
-<p>Thomson deelde het doel van de komst mee.
-</p>
-<p>„Ja, ik heb een kind van zijn moeder gekocht”, zei Pigott, „maar het geeft mij hier
-in huis te veel drukte. Ik kan als vrijgezel geen kinderen gebruiken en ik ben blij,
-dat ge mij er weer af wilt helpen.
-</p>
-<p>„Gaat maar mee naar beneden, heeren, om het kind te zien. Ik heb het in den kelder
-moeten opsluiten, omdat ik zijn geschreeuw niet kon verdragen.”
-</p>
-<p>Hij schelde en het oude wijf verscheen.
-</p>
-<p>„Wij willen naar beneden. Mr. Thomson wil den blaag meenemen, maar eerst moet ge mij
-honderd pond sterling betalen.”
-</p>
-<p>„Natuurlijk, hier is het geld!”
-</p>
-<p>Hij haalde een stapeltje banknoten voor den dag en gaf ze Pigott.
-</p>
-<p>Deze nam het geld en zei toen:
-</p>
-<p>„Komt nu mee!”
-</p>
-<p>Alsof hij moeizaam voorthinkte volgde Raffles.
-</p>
-<p>Het wijf had intusschen de koopwaar, een ellendig verminkt meisje van nog geen twee
-jaren, uit een hok gehaald. Het kind kon slechts een heesch geluid voortbrengen. Haar
-oogen waren met pleisters bedekt, daar zij volgens den millionnair door een oogziekte
-blind was geworden.
-</p>
-<p>Raffles kromp het hart in een, toen hij dat rampzalige wezentje zag, maar tegelijkertijd
-keek hij scherp rond om de omgeving nauwkeurig op te nemen. Van achter een houten
-beschot hoorde hij duidelijk het huilen en kermen van kinderen.
-</p>
-<p>„Staat het wurm je aan?” vroeg Thomson, „nou, heb ik je teveel gezegd?”
-</p>
-<p>Raffles deed, alsof hij het kind onderzoekend bekeek.
-</p>
-<p>Daar hoorde hij plotseling een kinderstem, die uitriep:
-</p>
-<p>„Moedertje lief, goed moedertje, help toch!”
-</p>
-<p>Deze woorden deden lord Lister alle koelbloedigheid verliezen.
-</p>
-<p>Met één sprong was hij bij de deur, schoof den grendel weg, zag een knaap met blond
-haar, greep hem, nam hem op den arm en onder den uitroep: „Dezen wil ik koopen!” vloog
-hij naar de trap.
-</p>
-<p>Dit alles geschiedde zoo bliksemsnel, dat noch Pigott noch Thomson iets konden doen
-om Raffles deze handeling te beletten.
-</p>
-<p>Reeds was de Groote Onbekende op de trap, toen de stem van Pigott klonk:
-</p>
-<p>„Pakt den schurk!”
-</p>
-<p>Maar het was te laat.
-</p>
-<p>John Raffles, die het huis kende, was door de eetkamer naar de veranda gevlogen en
-toen in het park gesprongen.
-</p>
-<p>Hij rende door de paden, sprong over het hek en kwam in den tuin van zijn eigen villa.
-</p>
-<p>Hijgende stormde hij de kamer binnen, waar Charly Brand verschrikt was opgesprongen
-en voor dezen legde hij het kind op het tapijt neer.
-<span class="pageNum" id="pb22">[<a href="#pb22">22</a>]</span></p>
-<p>De kleine <span class="corr" id="xd31e828" title="Bron: Fredy">Freddy</span> schreeuwde, alsof hij aan het spit werd gebraden.
-</p>
-<p>Lord Lister stond op uit den stoel, waarin hij was neergevallen en zei:
-</p>
-<p>„Ik heb geen tijd te verliezen, Charly, zorg goed voor den knaap, ik moet weer weg.”
-</p>
-<p>Hij ging zijn kleedkamer binnen en eenige oogenblikken later kwam hij er, als heer
-gekleed, weer uit.
-</p>
-<p>Charly had intusschen het kind in een warme deken gewikkeld en bij het vuur gelegd,
-terwijl een dienaar melk en koek bracht.
-</p>
-<p>Lord Lister trad even naar den knaap toe en streelde hem het blonde haar:
-</p>
-<p>„Nu wordt alles goed, ventje en ik geloof, dat wij goede vrienden zullen worden. Hoe
-<span class="corr" id="xd31e838" title="Bron: heetje">heet je</span>?”
-</p>
-<p>„Freddy”, stamelde het kind.
-</p>
-<p>In hetzelfde oogenblik hoorde Raffles het geroep van mannenstemmen in het park van
-zijn villa.
-</p>
-<p>„Dat zullen mijn vervolgers zijn”, sprak hij, „ik geloof, dat ze over den muur zijn
-geklommen.”
-</p>
-<p>Hij deed de balkondeuren open en zag op eenige meters afstand Pigott en Jackson.
-</p>
-<p>„Wat wilt ge?” vroeg Lister.
-</p>
-<p>Verschrikt keken de heeren naar den aristocratischen heer, die daar in rokcostuum
-stond en hen door zijn monocle scherp aankeek.
-</p>
-<p>Pigott antwoordde:
-</p>
-<p>„Wij zoeken een inbreker!”
-</p>
-<p>„Ga dadelijk van mijn grondgebied en laat de politie voor u naar inbrekers zoeken!”
-</p>
-<p>Pigott en Jackson wisten met hun houding geen raad. Zij aarzelden nog een oogenblik
-en verlieten toen vloekend het park.
-</p>
-<p>„Ellendige schurken!” mompelde Raffles, „wacht maar, ik zal jullie krijgen!”
-</p>
-<p>Hij ging weer de kleedkamer binnen en trok een lange overjas aan. In plaats van den
-hoogen zette hij een ronden, zwarten hoed op.
-</p>
-<p>Hij sprak met Charly Brand nog een en ander betreffende den knaap en verliet toen
-het huis.
-</p>
-</div>
-</div>
-<div id="ch6" class="div1 chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
-<h2 class="label">ZESDE HOOFDSTUK.</h2>
-<h2 class="main">INSPECTEUR BAXTER.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="first">Elf uur ’s morgens.
-</p>
-<p>In Scotland Yard gaat, op inspecteur Baxters schrijfbureau, de <span class="corr" id="xd31e862" title="Bron: telephoon">telefoon</span> over.
-</p>
-<p>Onwillig nam deze den hoorn op.
-</p>
-<p>„Hallo!”
-</p>
-<p>„Is daar inspecteur Baxter?”
-</p>
-<p>„Ja.”
-</p>
-<p>„Hier Pigott, Regent-Park.”
-</p>
-<p>„Goeden morgen!”
-</p>
-<p>„Morgen!”
-</p>
-<p>„Wat is er van uw verlangen?”
-</p>
-<p>„Kom alstublieft dadelijk met eenige detectives. Ik heb John Raffles ontdekt, hij
-moet gearresteerd.”
-</p>
-<p>„Wat zegt ge? Weet ge het zeker?”
-</p>
-<p>„Beslist!”
-</p>
-<p>„Allright! Over tien minuten zijn we bij u.”
-</p>
-<p>Baxter legde den hoorn op het toestel en schreeuwde:
-<span class="pageNum" id="pb23">[<a href="#pb23">23</a>]</span></p>
-<p>„Marholm! Detective Marholm!”
-</p>
-<p>„Ja, dadelijk, inspecteur!”
-</p>
-<p>Daar kwam „de vloo” al aangedraafd.
-</p>
-<p>„Wat blieft u, inspecteur?”
-</p>
-<p>„Haal onze tien beste detectives en laat een auto voorkomen.”
-</p>
-<p>„Allright!”
-</p>
-<p>„Haast je wat!”
-</p>
-<p>„Natuurlijk!”
-</p>
-<p>Maar Marholm haastte zich allerminst. Op z’n dooie gemak stak hij een sigaar op en
-deed toen, alsof hij met zijn tijd geen raad wist, wat zijn chef hem had bevolen.
-Daarna ging hij Baxter meedeelen, dat alles in orde was.
-</p>
-<p>„Uitstekend!”
-</p>
-<p>Marholm grijnsde eens met breeden lach. Toen dacht hij zoo bij zich zelf:
-</p>
-<p>„Ik verwed mijn hoofd tegen een broeksknoop, dat de chef weer eens op Raffles gaat
-jagen. Die haast komt mij wel wat verdacht voor. Enfin, ik zal het me maar een beetje
-makkelijk maken op zijn sofa.”
-</p>
-<p>En Marholm rekte zich lui uit en rookte vol welbehagen zijn sigaartje.
-</p>
-<p>Baxter had Marholm, een der snuggerste detectives, tot zijn secretaris benoemd; Marholm’s
-spottende opmerkingen over Raffles kon Baxter niet goed verdragen en nu was de spotter
-tenminste geen ooggetuige meer van al de nederlagen van den inspecteur.
-</p>
-<p>Binnen een half uur was de auto met de detectives aan de villa in Regent-Park.
-</p>
-<p>Pigott ontving Baxter in zijn vorstelijk gemeubelde studeerkamer en bood hem een goede
-sigaar, terwijl de detectives voor de deur in de auto wachtten.
-</p>
-<p>„Ik zal u vertellen,” begon de <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span>, „wat er gebeurd is. Vandaag kwam een bedelaar, die mij voor mijn huis om een aalmoes
-vroeg. Ik had medelijden met den armen kerel, nam hem mee naar binnen en liet hem
-in de keuken wat eten geven. Daar werd toevallig een gouden tafelservies schoongemaakt.
-Plotseling pakte de kerel een zware, gouden kan beet en de schooier, die zich eerst
-op krukken moeilijk had voortbewogen, verdween in volle vaart met zijn buit. Mijn
-bediende en ik volgden hem. Hij vluchtte door het park, sprong over een muur en vluchtte
-in een huis, waarvan ik dacht, dat het al sinds jaren niet bewoond werd. Ge weet welk
-huis ik bedoel. Het is dat van den verscheiden jaren geleden ontvluchten lord Lister.
-Mijn bediende en ik volgden den vluchteling en <span class="corr" id="xd31e904" title="Bron: kwam">kwamen</span> op het vreemde terrein, waar ons door een man werd bevolen stil te staan, die op
-het balkon van de villa stond en zei, dat wij dadelijk den tuin moesten verlaten.
-In het eerste oogenblik herkende ik hem niet, maar toen ook begreep ik dadelijk, dat
-het lord Lister, de gevreesde Raffles, of, zooals de pers hem noemt, de Groote Onbekende
-was.”
-</p>
-<p>„Waarom hebt ge hem dan niet dadelijk gearresteerd?”
-</p>
-<p>Pigott lachte eens.
-</p>
-<p>„Dacht ge, dat ik lust had om door een pistoolschot een eind aan mijn leven te zien
-gemaakt? Neen, inspecteur, dat laat ik den politiemannen over. Hebt gij lust Raffles
-te vangen? Ik niet!”
-</p>
-<p>Baxter dacht eenige seconden na.
-</p>
-<p>Hij dacht nog eens na over het verhaal, hem door Pigott gedaan en kon natuurlijk allerminst
-vermoeden, dat deze een handige leugen had verzonnen, omdat het in zijn belang was,
-dat Raffles zoo spoedig mogelijk werd gearresteerd.
-</p>
-<p>Hij stond op en zei:
-</p>
-<p>„Ik zal dadelijk het huis laten doorzoeken.”
-</p>
-<p>Hij gaf zijn lieden het bevel, dat de eene helft in het park van lord Lister moest
-gaan om het huis te bewaken, terwijl hij zelf en de andere helft van de straat af
-het huis zou binnengaan.
-<span class="pageNum" id="pb24">[<a href="#pb24">24</a>]</span></p>
-<p>Charly Brand zat met <span class="corr" id="xd31e919" title="Bron: Fredy">Freddy</span>, waarmee hij heel gauw vriendschap had gesloten, in lord Lister’s studeerkamer en
-speelde met den knaap, toen de oude kamerdienaar verschrikt binnentrad.
-</p>
-<p><span class="corr" id="xd31e923" title="Niet in bron">„</span>Vlucht spoedig! De politie wenscht te worden binnengelaten!”
-</p>
-<p>Zonder te aarzelen vloog Charly Brand met de kleine naar den schuilhoek, hem door
-Raffles gewezen. De ruimte was groot genoeg voor beiden. Charly moest er nu slechts
-voor zorgen, dat het kind door het een of andere geluid den boel niet verried.
-</p>
-<p>„Hou je mond, ventje, anders pakt die oude, stoute vrouw ons,” fluisterde hij.
-</p>
-<p>De herinnering aan dat wijf deed de kleine zwijgen. Angstig sloeg hij zijn armpjes
-om den hals van zijn beschermer en verborg zijn hoofdje aan diens schouder.
-</p>
-<p>Door den houten wand hoorde Charly de stemmen van de detectives en van Baxter.
-</p>
-<p>„Ik zocht hier eens voor jaren,” zei deze „en toen lukte het Raffles door die klok
-te ontsnappen en mij en mijn collega’s in deze slaapkamer op te sluiten. Het lijkt
-hier wel een vossenhol en de duivel mag weten, of wij hem ooit zullen vinden. Destijds
-hebben wij op alle muren van deze kamer geklopt, alle schilderijen van den muur gehaald,
-de tapijten opgenomen, maar er was niets te vinden, net zoo weinig als nu. Het verbaast
-mij, wat dat speelgoed daar doet bij den haard. Wij zullen het in elk geval maar meenemen.”
-</p>
-<p>Een der detectives nam het speelgoed, dat Charly voor kleinen <span class="corr" id="xd31e933" title="Bron: Fredy">Freddy</span> had voor den dag gehaald en stak het in den zak.
-</p>
-<p>Bijna een uur doorzochten zij het huis, maar — — John Raffles was er niet te vinden.
-</p>
-<p>Zonder den <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span> iets te berichten, reed Baxter met zijn mannen naar Scotland Yard terug en stoorde
-daar Marholm in zijn heerlijken sluimer.
-</p>
-<p>De inspecteur wekte hem met een stoot en verweet hem op luiden toon, dat hij zijn
-plichten zoozeer verzaakte.
-</p>
-<p>De vloo keek zijn chef met een spotlach aan.
-</p>
-<p>Baxter deelde den detective noode den loop van het onderzoek mede, maar het was noodig,
-wijl Marholm het protocol moest opmaken.
-</p>
-<p>Toen Marholm het kinderspeelgoed zag, nam hij een trekpoppetje in de hand en barstte
-uit in luid lachen.
-</p>
-<p>„John Raffles is een filosoof, inspecteur!”
-</p>
-<p>„Hoezoo?”
-</p>
-<p>In plaats van eenig antwoord te geven, zong Marholm uit volle borst:
-</p>
-<div class="lgouter">
-<p class="line">„O zalig, o zalig, een kind nog te zijn!”</p>
-</div>
-<p class="first">„Je bent een groote gek,” zei Baxter, „hou op met dat zingen en raad mij liever eens,
-wat te doen in zoo’n geval!”
-</p>
-<p>Marholm dacht eenige seconden na.
-</p>
-<p>„Ik geloof dat het maar het beste is, als ge eens met dien Pigott, die beweert Raffles
-zoo goed te kennen, door de straten van Londen gaat wandelen om den Grooten Onbekende
-te zoeken!”
-</p>
-<p>„Die raad is niet slecht,” zei Baxter en hij verliet met twee van zijn mannen het
-bureau.
-</p>
-<p>Marholm lachte in zijn vuistje. Hij kon zijn onderbroken slaapje nu voortzetten.
-</p>
-<p class="center">— — — — — — — — — — — — — — — — — — <br>
-— — — — — — — — — — — — — — — — — — <br>
-— — — — — — — — — — — — — — — — — —
-</p>
-<p>Pigott was heelemaal niets ingenomen met het voorstel van Baxter om verscheiden uren
-door Londen te gaan slenteren en te probeeren Raffles te ontdekken.
-</p>
-<p>Maar hij vreesde Raffles te zeer om niet alles in het werk te stellen, ten einde den
-man te ontdekken.
-</p>
-<p>En deze poging, oogenschijnlijk zoo dwaas, zou inderdaad beloond worden.
-</p>
-<p>Baxter dacht er juist over na, of hij niet met Pigott <span class="pageNum" id="pb25">[<a href="#pb25">25</a>]</span>naar „Hotel Cecil” zou gaan dineeren, toen plotseling de <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span> met doodsbleek gelaat den arm van Baxter greep en naar een persoon wees, die, in
-een grijze jas, langzaam voortliep, een sigaret rookte en het hotel binnentrad.
-</p>
-<p>„Wat is er?” vroeg de inspecteur, „ziet ge een spook?”
-</p>
-<p>„Neen! Geen spook, maar Raffles!”
-</p>
-<p>„Ge vergist u,” zei Baxter, „waar is hij?”
-</p>
-<p>„Dáár! Hij is „Hotel Cecil” binnengegaan; ik herkende hem dadelijk!”
-</p>
-<p>Het tweetal haastte zich en zag nog juist den rug met de grijze jas, die in de vestibule
-van het hotel verdween.
-</p>
-<p>Nog eens herhaalde Pigott:
-</p>
-<p>„Dat is Raffles!”
-</p>
-<p>Maar zoo groot was in Baxter de angst voor Raffles, dat hem nu, waar hij hem zoo nabij
-was, de knieën knikten.
-</p>
-<p>Hij was niet in staat, een stap te loopen.
-</p>
-<p>Eindelijk was hij weer zoover op streek gekomen, dat hij zijn beide detectives riep
-van de andere zijde der straat.
-</p>
-<p>„Hebt ge een heer gezien in een grijze jas?” vroeg Baxter den portier van het hotel.
-</p>
-<p>„Ja,” antwoordde deze, „hij is de leeszaal binnengegaan.”
-</p>
-<p>Baxter ging naar de aangeduide zaal aan het einde der gang.
-</p>
-<p>„Dank u!”
-</p>
-<p>Hier was lord Lister.
-</p>
-<p>Toen Baxter de zaal wilde binnengaan, verliet Lister dezen om een adresboek te gaan
-halen en toen hij den politieinspecteur zag, overlegde hij bliksemsnel bij zichzelven,
-wat hem te doen stond.
-</p>
-<p>„Daar is hij!” schreeuwde Baxter.
-</p>
-<p>Maar Raffles was in hetzelfde oogenblik een aangrenzend zaaltje, den theesalon, binnengestapt,
-draaide den sleutel om en liep het terras over, dat naar de breede straat langs de
-Theems leidde.
-</p>
-<p>En terwijl op deze handige manier de Groote Onbekende wel opzien baarde in den theesalon,
-maar toch ook behouden en wel op straat belandde, morrelden Baxter en zijn mannen
-aan den buitenkant der deur en riepen door het sleutelgat waar de man met de grijze
-jas was gebleven.
-</p>
-<p>„Naar den Theemsoever gegaan,” antwoordde men hem.
-</p>
-<p>„Vooruit!” beval Baxter, „hem dadelijk achterna.”
-</p>
-<p>Raffles had een voorsprong van verscheiden duizenden meters. Het was omstreeks vijf
-uur in den middag en het begon al wat te schemeren.
-</p>
-<p>De drukte aan den Theemsoever was om dezen tijd al bijzonder groot en Raffles durfde
-niet al te vlug te loopen om geen opzien te baren.
-</p>
-<p>Baxter en zijn mannen echter renden er van door en naderden steeds dichter.
-</p>
-<p>Ieder oogenblik riep Baxter: „Halt of ik schiet!”
-</p>
-<p>Maar er waren te veel menschen tusschen hem en Raffles, die het zaakje met belangstelling
-gadesloegen, waarom Baxter echter niet kon schieten.
-</p>
-<p>Plotseling bemerkte Raffles, dat een politieagent, een kerel als een boom, zich aansloot
-bij het publiek en hem vlak op de hielen was. Haastig had hij zijn jas uitgetrokken
-en toen de agent hem wilde grijpen, wierp hij dezen het kleedingstuk in het gelaat,
-zoodat de man niets kon zien.
-</p>
-<p>Reeds voelde Raffles, dat zijn krachten hem begaven.
-</p>
-<p>Maar eensklaps gleed een spotlach over zijn strak gelaat. Hij bleef een oogenblik
-staan en Baxter meende reeds dat Raffles, die vlak bij den Theemsoever stond, zich
-gevangen zou geven. Hij wilde hem reeds grijpen <span class="pageNum" id="pb26">[<a href="#pb26">26</a>]</span>maar Raffles liep weer vooruit en opnieuw begon de jacht langs de rivier.
-</p>
-<p>Baxter echter zag, dat de vervolgde uitgeput geraakte en dit spelletje wel niet lang
-meer zou kunnen volhouden.
-</p>
-<p>Reeds strekten allen de handen uit om Raffles te pakken, maar— —<span class="corr" id="xd31e1012" title="Bron: zijn">zij</span> grepen in de lucht, in de ijle ruimte. Met een grooten sprong, zijn hoed tot afscheid
-zwaaiend tegen Baxter, sprong Raffles in de Theems en riep:
-</p>
-<p>„Goeden dag, inspecteur, ’t is jammer voor mijn lakschoen!”
-</p>
-<p>Toen sloten de golven zich over zijn hoofd.
-</p>
-<p>Baxter rende als een gek aan den oever heen en weer en schreeuwde:
-</p>
-<p>„Een boot, een boot! Touwen en haken! Wij moeten hem ophalen! Wij moeten hem hebben!”
-</p>
-<p>Hij vloog met zijn lieden naar de brug om daar in een reddingboot te stappen. Daarin
-roeide hij in aller ijl naar de plaats, waar Raffles in de Theems was gesprongen.
-</p>
-<p>Maar niets was van hem te ontdekken.— — —
-</p>
-<p>Niet ver van de plaats werd een uur later in de duisternis door een heer een cab aangeroepen,
-die in een donkere portiek stond.
-</p>
-<p>De koetsier kon door de duisternis zijn „vrachie” niet nader bekijken.
-</p>
-<p>„Regent-Park 14”, zei de reiziger en de cab bracht hem daarheen.
-</p>
-<p>Toen de koetsier voor de villa stilhield, verbaasde hij er zich over, dat zijn passagier
-in het koude weer geen overjas droeg. De vreemdeling gaf hem een goede fooi en verdween
-toen in de villa. Het was de villa van lord Lister en Raffles zelf was het, die zich
-naar huis had laten rijden.
-</p>
-<p>Hij was niet verdronken in de Theems zooals Baxter en de grinnikende Pigott meenden.
-</p>
-<p>Toen hij vervolgd werd, bedacht hij onderwijl, dat een groote buis in de Theems uitmondde
-en op deze plaats was hij in de rivier gesprongen.
-</p>
-<p>Hij was een uitstekend zwemmer en kon zich gemakkelijk door de buis naar boven werken,
-tot waar deze op de straat uitmondde.
-</p>
-<p>In deze buis bleef hij totdat de duisternis was ingevallen; toen hief hij het deksel
-op en stond op straat.
-</p>
-<p>Met een cab liet hij zich naar zijn huis brengen om daar van kleeren te wisselen.
-</p>
-<p>Toen hoorde hij van Charly Brand, dat zijn huis te vergeefs door de detectives was
-bezocht Hij keek nog eens naar den slapenden Freddy en kuste den knaap op het voorhoofd.
-</p>
-<p>„Ga mee, Charly, maak je klaar.”
-</p>
-<p>Een paar minuten later slenterde Raffles in een elegante pels, onverschillig een sigaret
-rookend, met Charly Brand door de straten van Londen en luisterde met de grootste
-belangstelling naar de krantenjongens, die in extra-uitgaven zijn dood in de Theems
-meldden.
-<span class="pageNum" id="pb27">[<a href="#pb27">27</a>]</span></p>
-</div>
-</div>
-<div id="ch7" class="div1 last-child chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch7.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
-<h2 class="label">ZEVENDE HOOFDSTUK.</h2>
-<h2 class="main">BIJ DEN LORD-MAYOR.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="first">Voor het huis van den lord-mayor van Londen liepen twee schildwachten der Iersche
-garde op en neer.
-</p>
-<p>De groote berenmutsen hadden zij wegens de koude iets dieper dan gewoonlijk over de
-oogen getrokken en <span class="corr" id="xd31e1043" title="Bron: zijn">zij</span> surveilleerden bijna in looppas.
-</p>
-<p>Plotseling bleef een van hen staan en riep:
-</p>
-<p>„Halt!”
-</p>
-<p>Twee heeren in elegante pelsjassen stonden voor hen en verlangden te worden binnengelaten.
-</p>
-<p>Het waren lord Lister en Charly Brand.
-</p>
-<p>„Wij wenschen den lord-mayor te spreken,” zei Raffles.
-</p>
-<p>„Voor zaken of particulier?”
-</p>
-<p>„Voor zaken”, antwoordde Raffles.
-</p>
-<p>„De werkuren van den lord-mayor zijn om vijf uur des middags afgeloopen”, antwoordde
-de schildwacht.
-</p>
-<p>„Dien mij dan als particulier aan”, zei de lord.
-</p>
-<p>„Ook dat is onmogelijk”, zei de schildwacht, „de lord ontvangt vandaag niet, omdat
-hij nog te werken heeft.”
-</p>
-<p>„Het is goed”, zei lord Lister, en hij ging met Charly Brand verder.
-</p>
-<p>Aan den overkant der straat bleef hij staan en keek eens naar het groote gebouw, waarin
-de lord-mayor van Londen woonde en een licht op de eerste verdieping verried Raffles
-de kamer, waar naar alle waarschijnlijkheid de lord-mayor zat te werken.
-</p>
-<p>Eenige oogenblikken later zei hij tot Charly Brand:
-</p>
-<p>„Ga jij nu naar huis, mijn jongen! Goeden nacht!”
-</p>
-<p>„En wat ben jij van plan?” vroeg Charly Brand.
-</p>
-<p>„Ik wil den lord-mayor van Londen spreken.”
-</p>
-<p>„Maar dat is toch niet mogelijk naar je gehoord hebt.”
-</p>
-<p>„Niets is onmogelijk.”
-</p>
-<p>Hij reikte Charly Brand nog eens de hand en deze zag, hoe Lister met elastischen tred
-over het plaveisel liep, een lucifer aanstak en daarmee een sigaret ontgloeide.
-</p>
-<p>Daarna zag Charly, dat hij het huis van den lord-mayor voorbijging en daarna het huis
-er naast binnentrad.
-</p>
-<p>Charly ging heen. Hij kon maar niet begrijpen, wat Raffles daar in dat gebouw had
-te zoeken.— — — — — — — — — — — — — — — — — — —
-</p>
-<p>Lord Abercron, lord-mayor van Londen, zat met zijn secretaris in zijn studeerkamer
-te werken. Hij was verdiept in de stukken, die voor hem lagen, zoodat hij er niet
-op lette, toen zijn kamerdeur werd geopend en eerst verschrikt opkeek, toen zijn secretaris
-plotseling opsprong en met luider stem uitriep:
-</p>
-<p>„Wie zijt ge, wat wilt ge?”
-</p>
-<p>Lord Abercron stond eveneens op en keek naar de deur.
-</p>
-<p>Daar stond de slanke gestalte van een vreemdeling, het type van een gentleman.
-</p>
-<p>„Wat verlangt ge?” vroeg Abercron, „en hoe is het mogelijk, dat men u heeft binnengelaten?”
-<span class="pageNum" id="pb28">[<a href="#pb28">28</a>]</span></p>
-<p>De vreemdeling naderde en zei:
-</p>
-<p>„Pardon. Maar als ik den koning wensch te spreken, dan ook word ik toegelaten. Ik
-kom overal binnen, waar ik wil en geen wacht of beambte kan mij daarin den weg versperren.”
-</p>
-<p>Deze woorden bezorgden lord Abercron een lichte rilling.—„Was dat een gek of een spook?”
-</p>
-<p>„Ik begrijp u niet,” sprak hij, „maar daar ik het bewijs van uwe bewering voor mij
-zie, wilt ge zeker wel de goedheid hebben, mij nader te verklaren, wien ik de eer
-heb te spreken.”
-</p>
-<p>De vreemdeling boog met een vriendelijk lachje en zei:
-</p>
-<p>„Mijn naam is John C. Raffles.”
-</p>
-<p>De lord-mayor en zijn secretaris vlogen van schrik achteruit. Een bovenaardsche verschijning
-had op hen geen schrikkelijker uitwerking kunnen hebben.
-</p>
-<p>De lord kreeg het eerst zijn tegenwoordigheid van geest terug en zei:
-</p>
-<p>„Schertst ge of wat praat ge anders voor onzin?”
-</p>
-<p>„Geen onzin,” antwoordde Raffles, „of denkt ge, dat ik voor mijn pleizier over de
-daken naar hier ben geklauterd?”
-</p>
-<p>„Over de daken?” herhaalde lord Abercron.
-</p>
-<p>„Ja,” antwoordde Raffles, „ik ben van hiernaast bij u overgesprongen. Dat was een
-heele waaghalzerij.”
-</p>
-<p>„Als ge geen slechte bedoeling hebt,” sprak Abercron, „al zijt ge ook de veelbesproken
-Raffles, waarom komt ge dan midden in den nacht bij mij?”
-</p>
-<p>„Omdat mijn boodschap geen uitstel kan lijden,” antwoordde de Groote Onbekende, „ik
-kom om met de hulp van uwe lordschap het vreeselijke lijden van ongelukkige schepsels
-te verzachten. Ik kom zelfs, op gevaar af, dat ge mij laat arresteeren en in de gevangenis
-werpen.”
-</p>
-<p>Nu keek lord Abercron in gespannen aandacht naar Raffles en zich herinnerend dat lord
-Lister, voordat hij zich aan de inbrekerssport wijdde, zijn standgenoot was, zei hij:
-</p>
-<p>„Ga zitten, lord Lister. Het moet wel een belangrijk iets zijn, dat u er toe drijft,
-u te wagen in het hol van den leeuw.— —Zal ik mijn secretaris wegzenden?”
-</p>
-<p><span class="corr" id="xd31e1095" title="Niet in bron">„</span>Dat laat ik geheel aan u over, sta mij toe, dat ik u thans mijn verhaal doe.”
-</p>
-<p>En lord Lister begon hem de geschiedenis van mr. Pigott te vertellen
-</p>
-<p class="center">— — — — — — — — — — — — — — — — <br>
-— — — — — — — — — — — — — — — — <br>
-— — — — — — — — — — — — — — — —
-</p>
-<p>Terwijl lord Lister bij den lord-mayor zich bevond, was Baxter naar Scotland Yard
-teruggekeerd—het was tegen negen uur des avonds—om den nachtdienst over te geven aan
-zijn collega Thomas. Daar ging de telefoon over en Marholm nam den hoorn van het toestel.
-</p>
-<p>„Hier Baxter, Scotland Yard!”
-</p>
-<p>„Hier Hittner, de secretaris van lord Abercron.”
-</p>
-<p>„Wat belieft u?”
-</p>
-<p>„Lord Abercron beveelt, dadelijk mr. Pigott, Regent-Park 12, te arresteeren en naar
-Scotland Yard te brengen om verhoord te worden. Zijn lordschap zal daar zelf komen.”
-</p>
-<p>„Uitstekend,” zei Marholm en hij legde den hoorn weer neer.
-</p>
-<p>„Wat is er?” vroeg Baxter, die haast had om naar huis te komen.
-</p>
-<p>„De lord-mayor verzoekt u, inspecteur Baxter, om mr. Pigott hier te brengen, opdat
-zijne lordschap hem persoonlijk in verhoor kan nemen.”
-</p>
-<p>„Alle duivels! Wat moet dat beteekenen?”
-</p>
-<p>Marholm haalde de schouders op.
-</p>
-<p>„Ga mee, Marholm, het bevel luidt immers, dat Pigott direct moet gearresteerd worden?
-Wat ter wereld <span class="pageNum" id="pb29">[<a href="#pb29">29</a>]</span>heeft lord Abercron met dien Pigott te maken? ’t Is vreemd!”
-</p>
-<p>Het tweetal spoedde zich naar Pigott. Verschrikt sprong deze op, toen Marholm en Baxter
-zijn eetkamer binnentraden en hem meedeelden, dat hij dadelijk naar Scotland Yard
-moest komen.
-</p>
-<p>„Wat is er? Wat moet ik? Hebt ge Raffles misschien uit de Theems gehaald?”
-</p>
-<p>Over het gelaat van Marholm vloog een spotlach en om Pigott tot wat spoed aan te drijven
-sprak hij:
-</p>
-<p>„Ja, wij hebben hem er uit gehaald.”
-</p>
-<p>Die woorden hielpen. Hij kleedde zich haastig en verliet met Baxter en Marholm de
-villa. De lord-mayor was nog niet verschenen.
-</p>
-<p>Daar ging de deur open.
-</p>
-<p>Een heer in pelsjas kwam binnen, fixeerde Baxter eenigen tijd en vroeg:
-</p>
-<p>„Inspecteur Baxter?”
-</p>
-<p>„Jawel! Met wien heb ik het genoegen?”
-</p>
-<p>Daar weerklonk een vreeselijke gil en Pigott schreeuwde:
-</p>
-<p>„Raffles! Raffles! Een spook! Help!—”
-</p>
-<p>Die woorden werkten als een bom.
-</p>
-<p>Allen, behalve Marholm, wilden vluchten. Glimlachend keek Raffles toe en zei:
-</p>
-<p>„Die man heeft gelijk. Ik ben Raffles!”
-</p>
-<p>Nu brulde Baxter:
-</p>
-<p>„Sluit hem in boeien! Vooruit! Het is Raffles!”
-</p>
-<p>En terwijl allen, behalve „de vloo”, zich op Raffles wierpen, riep Baxter maar uit:
-</p>
-<p>„We hebben hem! Gelukkig! Eindelijk! Nu zal hij op water en brood zitten, totdat hij
-alles heeft teruggegeven, wat hij gestolen heeft.”
-</p>
-<p>Daar ging de deur nogmaals open en een onder-officier van de Iersche garde meldde
-met luider stemme:
-</p>
-<p>„De lord-mayor van Londen, lord Abercron”.
-</p>
-<p>Deze trad binnen met een vriendelijk „goeden avond”, klopte toen Raffles eens joviaal
-op den schouder en zei:
-</p>
-<p>„Goeden avond, waarde lord. Ik zie, dat ze u een paar ijzeren handschoenen hebben
-aangetrokken.”
-</p>
-<p>„Ja”, lachte Raffles, „aan beleefdheid heeft het mij hier niet ontbroken.”
-</p>
-<p>Als een bliksemstraal troffen deze woorden al de omstanders en hun verbazing kende
-geen grenzen, toen Abercron gelastte:
-</p>
-<p>„Neem den lord de handboeien af!”
-</p>
-<p>Marholm haastte zich, het bevel op te volgen.
-</p>
-<p>„En doe dien heer de boeien aan”, beval de lord-mayor en hij wees naar mr. Pigott.
-</p>
-<p>Deze brulde als een stier, toen hij die woorden hoorde en stevig werd beetgepakt.
-</p>
-<p>In een oogwenk was hij geboeid.
-</p>
-<p>„Ga met uw beambten”, beval thans de lord-mayor, „naar de villa van dezen man, waarheen
-ge hem moet meenemen. Lord Lister zal in dit proces optreden als getuige en als zoodanig
-staat hij ook onder de speciale bescherming van de Kroon. Ge moogt hem dus niet het
-minste aandoen.”
-</p>
-<p>Baxter en alle detectives bogen diep en de heele stoet van Scotland Yard, met mr.
-Pigott in hun midden, trok erop uit, terwijl zich nog eenige doktoren bij hen hadden
-gevoegd. Zoo trok men, met lord Lister aan het hoofd, naar de villa in Regent-Park.
-</p>
-<p>Marholm, die naast den geboeiden Pigott in de auto zat, merkte op, dat deze, toen
-men voor zijn villa was aangekomen, eensklaps een luiden schreeuw wilde slaken om
-zijn medeplichtigen te waarschuwen. Maar dit geschiedde niet, want toen Marholm zag,
-wat Pigott wilde beginnen, drukte hij hem bliksemsnel de hand op den mond en de schreeuw
-werd gesmoord. Zijn hand nam Marholm eerst weer weg, toen de deur der villa geopend
-was.
-<span class="pageNum" id="pb30">[<a href="#pb30">30</a>]</span></p>
-<p>Jackson stond op den drempel en te laat zag deze, dat men gesnapt was, want reeds
-werd hij gegrepen en geboeid.
-</p>
-<p>Het viel nu niet zoo heel moeilijk om ook de derde medeplichtige en het wijf te arresteeren.
-Lord Lister ging nu de anderen voor naar den kelder. Het gelukte hem nu al heel spoedig
-om de geheime deur te openen, waarvan hij het mechanisme kende, en de heeren belandden
-dus vrij spoedig in de kelderruimte, waar zich zulke afgrijzelijke tooneelen voor
-hun oogen afspeelden, dat zij meenden in de hel te zijn verplaatst.
-</p>
-<p>Uit vieze, vuile hokken, op hoopen stroo, dat maanden lang reeds lag te rotten en
-waarin het ongedierte hoogtij vierde, haalden de doctoren schepseltjes te voorschijn,
-die men op de meest wreedaardige wijze kunstmatig had verminkt.
-</p>
-<p>Het waren kinderen, jongens en meisjes tot drie-jarigen leeftijd, die men alle opzettelijk
-verminkt en van hun ledematen beroofd had. Met gloeiende ijzers werden de stompen
-afgebrand en dan weer zoo goed en zoo kwaad als het ging genezen. Bleef het ongelukkige
-kind leven dan werd het, zooals wij dat bij Raffles en mr. Thomson zagen, verkocht
-aan den een of anderen bedelaar uit Londen, stierf het, tengevolge van de vreeselijke
-pijnen, dan werd het in een onderaardschen put geworpen. De aanwezige doctoren bemoeiden
-zich terstond met de arme stumperdjes en lieten ze naar de ziekenhuizen brengen.
-</p>
-<p>Uit het onderaardsche kerkhof haalden de doktoren zeventig geraamten of in verregaanden
-staat van ontbinding verkeerende lijkjes te voorschijn. Verscheiden detectives vielen
-flauw, toen zij al die ellende zagen en Raffles beweerde, dat hij zelfs niet op de
-slagvelden van Egypte of Zuid-Afrika zulke vreeselijke tooneelen had bijgewoond als
-de aanblik gaf van deze onschuldig vermoorde wezentjes.
-</p>
-<p>Terwijl de doktoren en eenige detectives den kelder ontruimden, begaven de lord-mayor
-en Raffles zich naar de slaapkamer van mr. Pigott, die zij doorzochten. In een jaszak
-van den <span class="corr" title="Bron: millionair">millionnair</span> vonden zij de krant, waarin de arme naaister Mary Grant haar zoontje te koop aanbood.
-Deze advertentie had Pigott met blauw potlood aangehaald.
-</p>
-<p>Raffles nam deze krant en verzocht toen den lord-mayor en Baxter om hem te volgen
-naar de naastbij gelegen woning.
-</p>
-<p>Charly Brand, die met het grootste ongeduld wachtte op de terugkomst van lord Lister
-en in de grootste zenuwachtigheid verkeerde, schrikte niet weinig, toen hij plotseling
-de huisbel hoorde overgaan en vreemde stemmen vernam. Hij was op het punt om zich
-opnieuw te verbergen in den door Raffles aangeduiden schuilhoek, toen hij lord Lister’s
-stem hoorde, die zei:
-</p>
-<p>„Hierheen, heeren, deze trap op!”
-</p>
-<p>Eenige minuten later werd de deur geopend en lord Lister trad binnen, vergezeld van
-lord Abercron en detective Marholm.
-</p>
-<p>Vol verbazing en bewondering keek lord Abercron om zich heen. Dat was dus het veel
-beruchte dievenhol, waar het zoo echt gezellig en gemakkelijk uitzag.
-</p>
-<p>Maar Raffles liet hem niet al te lang den tijd. Hij bracht hem naar de slaapkamer
-en toonde hem daar het blonde knaapje. Rustig sluimerde het kind, en een lachje speelde
-om zijn lippen.
-</p>
-<p>„Hier is de kleine,” zei Raffles, „dien ik den schurk heb ontstolen en bovendien—hij
-wendde zich tot Charly Brand—heb ik dien man voor 60,000 pond sterling beroofd, die
-ik thans aan u overdraag met het vriendelijk verzoek, deze geldsom te besteden in
-het belang van de ongelukkige slachtoffers, de verminkte kinderen.”
-</p>
-<p>Hij liet Charly de geldsom uitbetalen.
-</p>
-<p>Lord Abercron nam het geld, keek er eenige seconden <span class="pageNum" id="pb31">[<a href="#pb31">31</a>]</span>naar en toen keek hij naar Raffles. Daarop reikte hij dezen de hand en zei:
-</p>
-<p>„Ik benijd u om uw sport, lord Lister en, te oordeelen naar het resultaat, dat ge
-mij vandaag van uw werken hebt gegeven, zou ik wenschen een Raffles te zijn.”— —
-</p>
-<p>Daarmee gaf hij hem nogmaals de hand.
-</p>
-<p>„Ik moet gaan, het is al laat geworden!”
-</p>
-<p>„Toch nog niet te laat om iemand groote vreugde te bereiden. Ik zal de moeder van
-dit kind gaan opzoeken en haar het knaapje terugbrengen.”
-</p>
-<p>„Ik zal voor moeder en kind zorgen,” zei lord Abercron. „Kom morgen bij mij en zeg
-mij, wat ik doen kan.”
-</p>
-<p>Lord Lister boog.
-</p>
-<p>„Staat ge mij toe,” vroeg hij, „dat ik u nog één verlangen van mij kenbaar maak?”
-</p>
-<p>„En dat is?”
-</p>
-<p>„Ik heb hier in huis nog een paar uitstekende touwen. Ik geloof, dat inspecteur Baxter
-ze indertijd heeft gekocht bij een touwslager, met de bedoeling om er mij aan op te
-hangen en ze hier thuis heeft achtergelaten. Dat voornemen van Baxter is tot nog toe
-niet ten uitvoer gebracht. Zoudt gij die touwen misschien willen meenemen als geschenk
-van mij voor mr. Pigott en zijn collega’s?”—
-</p>
-<p>Lord Abercron lachte. Het was zijn eerste glimlach op dezen avond en ook detective
-Marholm lachte, toen lord Lister een verwarde kluwen touw te voorschijn haalde.
-</p>
-<p>Hij gaf ze den lord-mayor van Londen met de woorden:
-</p>
-<p>„Een echte Rafflesstrop voor Pigott en zijn medeplichtigen.”
-</p>
-</div>
-</div>
-</div>
-<div class="back">
-<div class="div1 notice"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
-<p class="first center">Het volgend nummer (19) zal bevatten:
-</p>
-<p class="center xxl">DE ERFENIS VAN EAGLESTONE.
-</p>
-</div>
-</div>
-<p><span class="pageNum" id="pb32">[<a href="#pb32">32</a>]</span></p>
-<div class="div1 advertisement"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
-<h2 class="main">UITGAVE VAN DEN ROMAN-BOEKHANDEL VOORHEEN A. EICHLER TE AMSTERDAM.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="first xd31e1201">☞ BIJ ALLE BOEKHANDELAREN VERKRIJGBAAR. ☜
-</p>
-<div class="table">
-<table>
-<tr>
-<td class="cellLeft cellTop cellBottom boxed xd31e1205">TWEE KLOEKE DEELEN IN PRACHTBANDEN.
-</td>
-<td class="cellTop cellBottom xd31e1207">BILZ’ NIEUWE NATUUR-GENEESWIJZE.
-</td>
-<td class="cellRight cellTop cellBottom boxed xd31e1205">PRIJS VIJFTIEN GULDEN.</td>
-</tr>
-</table>
-</div><p>
-</p>
-<p class="xd31e1201">☞ RIJK <span class="corr" id="xd31e1214" title="Bron: GEILLUSTREERD">GEÏLLUSTREERD</span>. 2200 BLADZIJDEN. ☜
-</p>
-<p class="xd31e1217">DE WAARDE DER NATUUR-GENEESWIJZE.
-</p>
-<p class="xd31e105">Het volgende is ontleend aan een rede, door doctor DANIEL DE NIET, privaatdocent in
-de physische therapie, te ’s-Gravenhage in Juni 1909 gehouden.
-</p>
-<div class="figure floatLeft bilz1width"><img src="images/bilz1.png" alt="Het oordeelkundig dragon van het kind." width="315" height="467"><p class="figureHead">Het oordeelkundig dragon van het kind.</p>
-</div><p>
-</p>
-<div class="figure floatRight bilz2width"><img src="images/bilz2.png" alt="Behandeling van zieke kinderen." width="448" height="479"><p class="figureHead">Behandeling van zieke kinderen.</p>
-</div><p>
-</p>
-<p>Spreker behandelde allereerst de waterbehandeling, door hem als de oudste loot aan
-den boom der natuurgeneeswijze aangeduid. In een historisch overzicht werden eerst
-eenige grepen gedaan uit de lange, tot in de oudheid opklimmende reeks van geleerden
-welke zich met de waterbehandeling hebben beziggehouden; daarop volgde een relaas,
-van de gebruiken welke met betrekking tot het baden in verschillende streken in den
-loop der eeuwen hebben geheerscht<span class="corr" id="xd31e1229" title="Niet in bron">.</span>
-</p>
-<p>Dit relaas eindigde met een verwijzing naar de toepassing der watergeneeswijze in
-de vorige eeuwen toen het badwezen zijn groote beteekenis had verloren. Wat den staat
-der watergeneeswijze in den tegenwoordigen tijd betreft, men kan dankbaar zijn voor
-den verkregen vooruitgang, maar niet voldaan.
-</p>
-<p>Vooral Nederland is op dit gebied ten achter. Als oorzaak daarvan weet spr. niet anders
-op te geven dan onnadenkendheid en onbekendheid. Voor wie haar kent, is de watergeneeswijze
-een onbegrensde kracht. Voor allerhande kleine stoornissen passen wij haar als het
-ware bij intuïtie toe. Maar ook ernstige kwalen, ja schier alle ziekten vallen onder
-den invloed der waterbehandeling, die, zoo ze al niet alleen een geheele genezing
-kan bewerkstelligen, dit toch doet in samenwerking met andere geneesmiddelen en in
-ieder geval brengt zij een belangrijke verzachting van lijden aan.
-</p>
-<p>Ter illustratie hiervan werden de beginselen van toepassing der hydrotherapie voor
-de genezing van hartgebreken, diarrhee, slapeloosheid, bloedarmoede, enz. behandeld.
-Niet dat spr. in de waterbehandeling een panacee voor alle kwalen ziet. Men moet er
-voor alles aan denken, dat het niet geldt ziekten behandelen maar zieken genezen,
-<abbr title="met andere woorden">m.a.w.</abbr> alle gevallen moeten individueel behandeld worden. Maar daarom ook is de physische
-behandeling veel moeilijker dan de chemische en is het noodig dat de <abbr title="aanstaande">a.s.</abbr> geneesheeren op de universiteiten ook met de waterbehandeling vertrouwd worden gemaakt.
-</p>
-<p>Aan de hand der uitspraken van verschillende geleerden wees spr. nog met bijzonderen
-klem op de invoering van hydrotherapie aan de universiteiten als een onafwijsbare
-eisch, welke hij nog onderstreepte met de bekende uitspraak: Het beste geneesmiddel
-is geen geneesmiddelen te gebruiken.
-</p>
-<p class="xd31e1242"><span class="underline">RIJKDOM VAN INHOUD VAN HET BOEK.</span>
-</p>
-<p>BILZ’ NIEUWE NATUUR-GENEESWIJZE bevat de middelen tegen: Rheumatiek, Jicht, Heupziekte
-(Ischias). Asthma, Aambeien, Bloedarmoede, Bleekzucht, Geelzucht, Ingebeelde Kwalen,
-Vrouwenziekte, Hardlijvigheid, Slapeloosheid, Zenuwachtigheid, Skrofulose, Tuberculose,
-Vetzucht, Waterzucht, Suikerziekte, Geslachtsziekten, Huiduitslag van allerlei soort,
-Maag-, Nier- en Leverziekten. Diphteritis, Croup, Roodvonk, Pokken, Typhus, Zenuwkoortsen,
-Oogontstekingen, Hersenontsteking, Longontsteking, alle Kinderziekten, Hoofd-, Tand-
-en Buikpijnen, wonden en zweren, Gezwellen, Brandwonden, enz. enz.
-</p>
-<div class="table">
-<table>
-<tr>
-<td class="cellLeft cellTop cellBottom boxed xd31e1251">BILZ’ NATUURGENEESWIJZE VERSCHIJNT IN ALLE TALEN EN HEEFT REEDS EEN OPLAAG VAN ANDERHALF
-MILLIOEN BEREIKT</td>
-<td class="cellTop cellBottom xd31e1253"></td>
-<td class="cellRight cellTop cellBottom boxed xd31e1251">BILZ’ <span class="corr" id="xd31e1256" title="Bron: NATUURGEWIJZE">NATUURGENEESWIJZE</span> IS RIJKER UITGEVOERD DAN WELK WERK OOK. HET IS MEEST VERSPREIDE BOEK</td>
-</tr>
-</table>
-</div><p></p>
-</div>
-</div>
-<p><span class="pageNum" id="pb33">[<a href="#pb33">33</a>]</span></p>
-<div class="div1 cover"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
-<p class="first underline xd31e1261">Belooning: 1000 pond sterling.
-</p>
-<div class="table">
-<table class="tbl.wanted.header">
-<tr>
-<td class="xd31e1264 cellLeft cellTop xd31e1268">Wie kent hem?
-</td>
-<td rowspan="2" class="rowspan xd31e1265 cellTop cellBottom">
-<div class="figure lordlisterwidth"><img src="images/lordlister.png" alt="Portret van Lord Lister." width="307" height="404"></div>
-</td>
-<td class="xd31e1264 cellRight cellTop xd31e1268">Wie heeft hem gezien?
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="xd31e1264 cellLeft cellBottom">Dat vraagt men in Scotland Yard!
-</td>
-<td class="xd31e1264 cellRight cellBottom">Dat vraagt heel Londen!</td>
-</tr>
-</table>
-</div><p>
-</p>
-<p class="xd31e1283">Lord Lister <span class="underline xd31e1285">genaamd</span> John C. Raffles, <span class="xd31e1288">de geniaalste aller dieven</span>
-</p>
-<p class="xd31e1291">brengt alle gemoederen in beweging, is de schrik van woekeraars en geldschieters;
-ontrooft hun door zijn listen hunne bezittingen, waarmede hij belaagde onschuld beschermt
-en behoeftigen ondersteunt.
-</p>
-<p class="xd31e1242">Man van eer in alle opzichten
-</p>
-<p class="xd31e1291">spant hij wet en gerecht menigen strik en heeft steeds de voorvechters van edele levensbeschouwing
-op zijn hand, nl. allen, die ervan overtuigd zijn, dat:
-</p>
-<p class="xd31e1201">Ongestraft veel misstanden, door de wet beschermd, blijven voortwoekeren.
-</p>
-<p class="xd31e1291">Men leze, hoe alles in het werk wordt gesteld, <b>Lord Lister</b>, genaamd <b>John C. Raffles</b>, den geniaalsten aller dieven, te vatten!
-</p>
-<div lang="en" class="div2 section warrant.en"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><table class="alignedText">
-<tr>
-<td class="first" lang="en">
-<p class="first xd31e1308">WARRANT OF ARREST.
-</p>
-</td>
-<td class="second" lang="nl">
-<p class="first"><span class="underline">Vertaling</span>:
-</p>
-<p class="xd31e1420">Bevel tot aanhouding.
-</p>
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="first" lang="en">
-<p>Be it known unto all men by these presents that we hereby charge and warrant the apprehension
-of the man described as under:
-</p>
-</td>
-<td class="second" lang="nl">
-<p>Wij verzoeken de aanhouding van den man, wiens beschrijving hier volgt:
-</p>
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="first" lang="en">
-<p class="xd31e1312">DESCRIPTION:
-</p>
-<div class="table">
-<table>
-<tr>
-<td class="cellLeft cellTop"><span class="ex">Name</span>: </td>
-<td class="cellRight cellTop">Lord Edward Lister, alias John C. <span class="corr" id="xd31e1322" title="Bron: Sinclair">Raffles</span>.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Age</span>: </td>
-<td class="cellRight">32 to 35 years.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Height</span>: </td>
-<td class="cellRight">5 feet nine inches.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Weight</span>: </td>
-<td class="cellRight">176 pounds.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Figure</span>: </td>
-<td class="cellRight">Tall.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Complexion</span>: </td>
-<td class="cellRight">Dark.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Hair</span>: </td>
-<td class="cellRight">Black.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Beard</span>: </td>
-<td class="cellRight">A slight moustache.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Eyes</span>: </td>
-<td class="cellRight">Black.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft cellBottom"><span class="ex">Language</span>: </td>
-<td class="cellRight cellBottom">English, French, German, Russian, etc.</td>
-</tr>
-</table>
-</div><p>
-</p>
-</td>
-<td class="second" lang="nl">
-<p class="xd31e1312">Beschrijving:
-</p>
-<div class="table">
-<table>
-<tr>
-<td class="cellLeft cellTop"><span class="ex">Naam</span>: </td>
-<td class="cellRight cellTop">Lord Edward Lister, genaamd John C<span class="corr" id="xd31e1434" title="Niet in bron">.</span> Raffles.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Leeftijd</span>: </td>
-<td class="cellRight">32–35 jaar.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Lengte</span>: </td>
-<td class="cellRight">ongeveer 1,76 meter.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Gewicht</span>: </td>
-<td class="cellRight">80 kilo.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Gestalte</span>: </td>
-<td class="cellRight">slank.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Gelaatskleur</span>: </td>
-<td class="cellRight">donker.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Haar</span>: </td>
-<td class="cellRight">zwart.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Baardgroei</span>: </td>
-<td class="cellRight">kleine snor.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Oogen</span>: </td>
-<td class="cellRight">zwart.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft cellBottom"><span class="ex">Spreekt</span> </td>
-<td class="cellRight cellBottom">Engelsch, Fransch, Duitsch, Russisch enz. enz.</td>
-</tr>
-</table>
-</div><p>
-</p>
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="first" lang="en">
-<p><span class="ex">Special notes</span>: The man poses as a gentleman of great distinction. Adopts a new role every other
-day. Wears an eyeglass. Always accompanied by a young man—name unknown.
-</p>
-</td>
-<td class="second" lang="nl">
-<p><span class="ex">Bijzondere kenteekenen</span>: Het optreden van den man kenmerkt zich door bijzonder goede manieren. Telkens een
-ander uiterlijk. Draagt een monocle. Is in gezelschap van een jongeman, wiens naam
-onbekend.
-</p>
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="first" lang="en">
-<p>Charged with robbery.
-</p>
-<p>A reward of 1000 pounds sterling will be paid for the arrest of this man.
-</p>
-</td>
-<td class="second" lang="nl">
-<p>Moet worden aangehouden als dief. Voor zijn aanhouding betalen wij een prijs van 1000
-pond sterling.
-</p>
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="first" lang="en">
-<p class="xd31e1312">Headquarters—Scotland Yard.
-</p>
-<p class="dateline"><span class="ex">London</span>, 1<sup>st</sup> October 1908.
-</p>
-<p class="signed"><b>Police Inspector</b>,<br>
-<span class="ex">Horny.</span>
-</p>
-</td>
-<td class="second" lang="nl">
-<p><b><i>Het Hoofdbureau van Politie Scotland-Yard.</i></b>
-</p>
-<p class="dateline"><span class="ex">Londen</span>, 1. Oktober 1908.
-</p>
-<p class="signed"><b><span class="corr" id="xd31e1516" title="Bron: Inspekteur">Inspecteur</span> van Politie</b><br>
-(get.) <span class="ex">Horny</span>.
-</p>
-</td>
-</tr>
-</table>
-</div>
-</div>
-</div>
-<div class="div1 imprint"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
-<p class="first xd31e1525">Roman-Boekhandel <span class="xd31e1527">voorheen</span> A. Eichler
-</p>
-<p class="xd31e103">Singel 236—Amsterdam.
-</p>
-</div>
-</div>
-<div class="div1" id="toc">
-<h2 class="main">Inhoudsopgave</h2>
-<table summary="Inhoudsopgave">
-<tr id="ch1.toc">
-<td class="tocDivNum">I. </td>
-<td class="tocDivTitle"><a href="#ch1">DE MISLUKTE INBRAAK.</a></td>
-<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch1">1</a></td>
-</tr>
-<tr id="ch2.toc">
-<td class="tocDivNum">II. </td>
-<td class="tocDivTitle"><a href="#ch2">RAFFLES AAN HET WERK.</a></td>
-<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch2">5</a></td>
-</tr>
-<tr id="ch3.toc">
-<td class="tocDivNum">III. </td>
-<td class="tocDivTitle"><a href="#ch3">DE JACHT OP RAFFLES.</a></td>
-<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch3">10</a></td>
-</tr>
-<tr id="ch4.toc">
-<td class="tocDivNum">IV. </td>
-<td class="tocDivTitle"><a href="#ch4">IN DE DIEVENKROEG.</a></td>
-<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch4">13</a></td>
-</tr>
-<tr id="ch5.toc">
-<td class="tocDivNum">V. </td>
-<td class="tocDivTitle"><a href="#ch5">EEN KIND GEKOCHT.</a></td>
-<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch5">18</a></td>
-</tr>
-<tr id="ch6.toc">
-<td class="tocDivNum">VI. </td>
-<td class="tocDivTitle"><a href="#ch6">INSPECTEUR BAXTER.</a></td>
-<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch6">22</a></td>
-</tr>
-<tr id="ch7.toc">
-<td class="tocDivNum">VII. </td>
-<td class="tocDivTitle"><a href="#ch7">BIJ DEN LORD-MAYOR.</a></td>
-<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch7">27</a></td>
-</tr>
-</table>
-</div>
-<div class="transcriberNote">
-<h2 class="main">Colofon</h2>
-<h3 class="main">Beschikbaarheid</h3>
-<p class="first">Dit eBoek is voor kosteloos gebruik door iedereen overal, met vrijwel geen beperkingen
-van welke soort dan ook. U mag het kopiëren, weggeven of hergebruiken onder de voorwaarden
-van de Project Gutenberg Licentie in dit eBoek of on-line op <a class="seclink xd31e41" title="Externe link" href="https://www.gutenberg.org/">www.gutenberg.org</a>.
-</p>
-<p>Dit eBoek is geproduceerd door het on-line gedistribueerd correctieteam op <a class="seclink xd31e41" title="Externe link" href="https://www.pgdp.net/">www.pgdp.net</a>.
-</p>
-<h3 class="main">Metadata</h3>
-<table class="colophonMetadata" summary="Metadata">
-<tr>
-<td><b>Titel:</b></td>
-<td>Lord Lister No. 18: Het geheim van de verminkte kinderen</td>
-<td></td>
-</tr>
-<tr>
-<td><b>Auteur:</b></td>
-<td>Theo von Blankensee [Pseudoniem van Mathias Blank (1881–1928)]</td>
-<td>Info <span class="externalUrl">https://viaf.org/viaf/8133268/</span></td>
-</tr>
-<tr>
-<td><b>Auteur:</b></td>
-<td>Kurt Matull (1872–1930?)</td>
-<td>Info <span class="externalUrl">https://viaf.org/viaf/56770919/</span></td>
-</tr>
-<tr>
-<td><b>Aanmaakdatum bestand:</b></td>
-<td>2023-01-01 12:52:02 UTC</td>
-<td></td>
-</tr>
-<tr>
-<td><b>Taal:</b></td>
-<td>Nederlands (Spelling De Vries-Te Winkel)</td>
-<td></td>
-</tr>
-<tr>
-<td><b>Oorspronkelijke uitgiftedatum:</b></td>
-<td>[1910]</td>
-<td></td>
-</tr>
-<tr>
-<td><b>Trefwoorden:</b></td>
-<td>Detective and mystery stories -- Periodicals</td>
-<td></td>
-</tr>
-<tr>
-<td><b></b></td>
-<td>Dime novels -- Periodicals</td>
-<td></td>
-</tr>
-</table>
-<h3 class="main">Codering</h3>
-<p class="first">Dit boek is weergegeven in oorspronkelijke schrijfwijze. Afgebroken woorden aan het
-einde van de regel zijn stilzwijgend hersteld. Kennelijke zetfouten in het origineel
-zijn verbeterd. Deze verbeteringen zijn aangegeven in de colofon aan het einde van
-dit boek.</p>
-<h3 class="main">Documentgeschiedenis</h3>
-<ul>
-<li>2022-12-30 Begonnen.
-</li>
-</ul>
-<h3 class="main">Verbeteringen</h3>
-<p>De volgende verbeteringen zijn aangebracht in de tekst:</p>
-<table class="correctionTable" summary="Overzicht van verbeteringen aangebracht in de tekst.">
-<tr>
-<th>Bladzijde</th>
-<th>Bron</th>
-<th>Verbetering</th>
-<th>Bewerkingsafstand</th>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><i title="23 gevallen">Passim.
-</i></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">millionair</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">millionnair</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e166">3</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">lachtte</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">lachte</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e198">4</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">portiere</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">portière</td>
-<td class="bottom">1 / 0</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e222">5</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">milionnair</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">millionnair</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e236">5</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">lang</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">langs</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e241">5</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">kelder venster</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">keldervenster</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e283">7</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">nad</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">had</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e364">10</a>, <a class="pageref" href="#xd31e380">10</a>, <a class="pageref" href="#xd31e465">12</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">millionairs</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">millionnairs</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e411">11</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">kwaam</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">kwaamt</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e473">12</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">Raffles</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">Baxter</td>
-<td class="bottom">5</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e523">14</a>, <a class="pageref" href="#xd31e529">14</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">”.</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">.”</td>
-<td class="bottom">2</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e561">15</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">van nacht</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">vannacht</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e607">16</a>, <a class="pageref" href="#xd31e665">17</a>, <a class="pageref" href="#xd31e923">24</a>, <a class="pageref" href="#xd31e1095">28</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">
-[<i>Niet in bron</i>]
-</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">„</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e634">17</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">Indioot</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">Idioot</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e717">19</a>, <a class="pageref" href="#xd31e741">19</a>, <a class="pageref" href="#xd31e828">22</a>, <a class="pageref" href="#xd31e919">24</a>, <a class="pageref" href="#xd31e933">24</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">Fredy</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">Freddy</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e765">20</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">zeide</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">zei de</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e838">22</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">heetje</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">heet je</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e862">22</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">telephoon</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">telefoon</td>
-<td class="bottom">2</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e904">23</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">kwam</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">kwamen</td>
-<td class="bottom">2</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e1012">26</a>, <a class="pageref" href="#xd31e1043">27</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">zijn</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">zij</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e1214">32</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">GEILLUSTREERD</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">GEÏLLUSTREERD</td>
-<td class="bottom">1 / 0</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e1229">32</a>, <a class="pageref" href="#xd31e1434">33</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">
-[<i>Niet in bron</i>]
-</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">.</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e1256">32</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">NATUURGEWIJZE</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">NATUURGENEESWIJZE</td>
-<td class="bottom">4</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e1322">33</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="en">Sinclair</td>
-<td class="width40 bottom" lang="en">Raffles</td>
-<td class="bottom">7</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e1516">33</a></td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">Inspekteur</td>
-<td class="width40 bottom" lang="nl-1900">Inspecteur</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-</table>
-<h3 class="main">Afkortingen</h3>
-<p>Overzicht van gebruikte afkortingen.</p>
-<table class="abbreviationTable" summary="Overzicht van gebruikte afkortingen.">
-<tr>
-<th>Afkorting</th>
-<th>Uitgeschreven</th>
-</tr>
-<tr>
-<td class="bottom">a.s.</td>
-<td class="bottom">aanstaande</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="bottom">m.a.w.</td>
-<td class="bottom">met andere woorden</td>
-</tr>
-</table>
-</div>
-</div>
-<div lang='en' xml:lang='en'>
-<div style='display:block; margin-top:4em'>*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK <span lang='nl' xml:lang='nl'>LORD LISTER NO. 0018: HET GEHEIM VAN DE VERMINKTE KINDEREN</span> ***</div>
-<div style='text-align:left'>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-Updated editions will replace the previous one&#8212;the old editions will
-be renamed.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright
-law means that no one owns a United States copyright in these works,
-so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the United
-States without permission and without paying copyright
-royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part
-of this license, apply to copying and distributing Project
-Gutenberg&#8482; electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG&#8482;
-concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark,
-and may not be used if you charge for an eBook, except by following
-the terms of the trademark license, including paying royalties for use
-of the Project Gutenberg trademark. If you do not charge anything for
-copies of this eBook, complying with the trademark license is very
-easy. You may use this eBook for nearly any purpose such as creation
-of derivative works, reports, performances and research. Project
-Gutenberg eBooks may be modified and printed and given away&#8212;you may
-do practically ANYTHING in the United States with eBooks not protected
-by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the trademark
-license, especially commercial redistribution.
-</div>
-
-<div style='margin-top:1em; font-size:1.1em; text-align:center'>START: FULL LICENSE</div>
-<div style='text-align:center;font-size:0.9em'>THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE</div>
-<div style='text-align:center;font-size:0.9em'>PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-To protect the Project Gutenberg&#8482; mission of promoting the free
-distribution of electronic works, by using or distributing this work
-(or any other work associated in any way with the phrase &#8220;Project
-Gutenberg&#8221;), you agree to comply with all the terms of the Full
-Project Gutenberg&#8482; License available with this file or online at
-www.gutenberg.org/license.
-</div>
-
-<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'>
-Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg&#8482; electronic works
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg&#8482;
-electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to
-and accept all the terms of this license and intellectual property
-(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all
-the terms of this agreement, you must cease using and return or
-destroy all copies of Project Gutenberg&#8482; electronic works in your
-possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a
-Project Gutenberg&#8482; electronic work and you do not agree to be bound
-by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the person
-or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.B. &#8220;Project Gutenberg&#8221; is a registered trademark. It may only be
-used on or associated in any way with an electronic work by people who
-agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few
-things that you can do with most Project Gutenberg&#8482; electronic works
-even without complying with the full terms of this agreement. See
-paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project
-Gutenberg&#8482; electronic works if you follow the terms of this
-agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg&#8482;
-electronic works. See paragraph 1.E below.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation (&#8220;the
-Foundation&#8221; or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection
-of Project Gutenberg&#8482; electronic works. Nearly all the individual
-works in the collection are in the public domain in the United
-States. If an individual work is unprotected by copyright law in the
-United States and you are located in the United States, we do not
-claim a right to prevent you from copying, distributing, performing,
-displaying or creating derivative works based on the work as long as
-all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope
-that you will support the Project Gutenberg&#8482; mission of promoting
-free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg&#8482;
-works in compliance with the terms of this agreement for keeping the
-Project Gutenberg&#8482; name associated with the work. You can easily
-comply with the terms of this agreement by keeping this work in the
-same format with its attached full Project Gutenberg&#8482; License when
-you share it without charge with others.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern
-what you can do with this work. Copyright laws in most countries are
-in a constant state of change. If you are outside the United States,
-check the laws of your country in addition to the terms of this
-agreement before downloading, copying, displaying, performing,
-distributing or creating derivative works based on this work or any
-other Project Gutenberg&#8482; work. The Foundation makes no
-representations concerning the copyright status of any work in any
-country other than the United States.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg:
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.E.1. The following sentence, with active links to, or other
-immediate access to, the full Project Gutenberg&#8482; License must appear
-prominently whenever any copy of a Project Gutenberg&#8482; work (any work
-on which the phrase &#8220;Project Gutenberg&#8221; appears, or with which the
-phrase &#8220;Project Gutenberg&#8221; is associated) is accessed, displayed,
-performed, viewed, copied or distributed:
-</div>
-
-<blockquote>
- <div style='display:block; margin:1em 0'>
- This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and most
- other parts of the world at no cost and with almost no restrictions
- whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms
- of the Project Gutenberg License included with this eBook or online
- at <a href="https://www.gutenberg.org">www.gutenberg.org</a>. If you
- are not located in the United States, you will have to check the laws
- of the country where you are located before using this eBook.
- </div>
-</blockquote>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.E.2. If an individual Project Gutenberg&#8482; electronic work is
-derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not
-contain a notice indicating that it is posted with permission of the
-copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in
-the United States without paying any fees or charges. If you are
-redistributing or providing access to a work with the phrase &#8220;Project
-Gutenberg&#8221; associated with or appearing on the work, you must comply
-either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or
-obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg&#8482;
-trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.E.3. If an individual Project Gutenberg&#8482; electronic work is posted
-with the permission of the copyright holder, your use and distribution
-must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any
-additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms
-will be linked to the Project Gutenberg&#8482; License for all works
-posted with the permission of the copyright holder found at the
-beginning of this work.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg&#8482;
-License terms from this work, or any files containing a part of this
-work or any other work associated with Project Gutenberg&#8482;.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this
-electronic work, or any part of this electronic work, without
-prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with
-active links or immediate access to the full terms of the Project
-Gutenberg&#8482; License.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary,
-compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including
-any word processing or hypertext form. However, if you provide access
-to or distribute copies of a Project Gutenberg&#8482; work in a format
-other than &#8220;Plain Vanilla ASCII&#8221; or other format used in the official
-version posted on the official Project Gutenberg&#8482; website
-(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense
-to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means
-of obtaining a copy upon request, of the work in its original &#8220;Plain
-Vanilla ASCII&#8221; or other form. Any alternate format must include the
-full Project Gutenberg&#8482; License as specified in paragraph 1.E.1.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying,
-performing, copying or distributing any Project Gutenberg&#8482; works
-unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing
-access to or distributing Project Gutenberg&#8482; electronic works
-provided that:
-</div>
-
-<div style='margin-left:0.7em;'>
- <div style='text-indent:-0.7em'>
- &#8226; You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from
- the use of Project Gutenberg&#8482; works calculated using the method
- you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed
- to the owner of the Project Gutenberg&#8482; trademark, but he has
- agreed to donate royalties under this paragraph to the Project
- Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid
- within 60 days following each date on which you prepare (or are
- legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty
- payments should be clearly marked as such and sent to the Project
- Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in
- Section 4, &#8220;Information about donations to the Project Gutenberg
- Literary Archive Foundation.&#8221;
- </div>
-
- <div style='text-indent:-0.7em'>
- &#8226; You provide a full refund of any money paid by a user who notifies
- you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he
- does not agree to the terms of the full Project Gutenberg&#8482;
- License. You must require such a user to return or destroy all
- copies of the works possessed in a physical medium and discontinue
- all use of and all access to other copies of Project Gutenberg&#8482;
- works.
- </div>
-
- <div style='text-indent:-0.7em'>
- &#8226; You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of
- any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the
- electronic work is discovered and reported to you within 90 days of
- receipt of the work.
- </div>
-
- <div style='text-indent:-0.7em'>
- &#8226; You comply with all other terms of this agreement for free
- distribution of Project Gutenberg&#8482; works.
- </div>
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project
-Gutenberg&#8482; electronic work or group of works on different terms than
-are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing
-from the Project Gutenberg Literary Archive Foundation, the manager of
-the Project Gutenberg&#8482; trademark. Contact the Foundation as set
-forth in Section 3 below.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.F.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable
-effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread
-works not protected by U.S. copyright law in creating the Project
-Gutenberg&#8482; collection. Despite these efforts, Project Gutenberg&#8482;
-electronic works, and the medium on which they may be stored, may
-contain &#8220;Defects,&#8221; such as, but not limited to, incomplete, inaccurate
-or corrupt data, transcription errors, a copyright or other
-intellectual property infringement, a defective or damaged disk or
-other medium, a computer virus, or computer codes that damage or
-cannot be read by your equipment.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the &#8220;Right
-of Replacement or Refund&#8221; described in paragraph 1.F.3, the Project
-Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project
-Gutenberg&#8482; trademark, and any other party distributing a Project
-Gutenberg&#8482; electronic work under this agreement, disclaim all
-liability to you for damages, costs and expenses, including legal
-fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT
-LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE
-PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE
-TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE
-LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR
-INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH
-DAMAGE.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a
-defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can
-receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a
-written explanation to the person you received the work from. If you
-received the work on a physical medium, you must return the medium
-with your written explanation. The person or entity that provided you
-with the defective work may elect to provide a replacement copy in
-lieu of a refund. If you received the work electronically, the person
-or entity providing it to you may choose to give you a second
-opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If
-the second copy is also defective, you may demand a refund in writing
-without further opportunities to fix the problem.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth
-in paragraph 1.F.3, this work is provided to you &#8216;AS-IS&#8217;, WITH NO
-OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT
-LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied
-warranties or the exclusion or limitation of certain types of
-damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement
-violates the law of the state applicable to this agreement, the
-agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or
-limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or
-unenforceability of any provision of this agreement shall not void the
-remaining provisions.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the
-trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone
-providing copies of Project Gutenberg&#8482; electronic works in
-accordance with this agreement, and any volunteers associated with the
-production, promotion and distribution of Project Gutenberg&#8482;
-electronic works, harmless from all liability, costs and expenses,
-including legal fees, that arise directly or indirectly from any of
-the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this
-or any Project Gutenberg&#8482; work, (b) alteration, modification, or
-additions or deletions to any Project Gutenberg&#8482; work, and (c) any
-Defect you cause.
-</div>
-
-<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'>
-Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg&#8482;
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-Project Gutenberg&#8482; is synonymous with the free distribution of
-electronic works in formats readable by the widest variety of
-computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It
-exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations
-from people in all walks of life.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-Volunteers and financial support to provide volunteers with the
-assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg&#8482;&#8217;s
-goals and ensuring that the Project Gutenberg&#8482; collection will
-remain freely available for generations to come. In 2001, the Project
-Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure
-and permanent future for Project Gutenberg&#8482; and future
-generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see
-Sections 3 and 4 and the Foundation information page at www.gutenberg.org.
-</div>
-
-<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'>
-Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non-profit
-501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the
-state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal
-Revenue Service. The Foundation&#8217;s EIN or federal tax identification
-number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by
-U.S. federal laws and your state&#8217;s laws.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-The Foundation&#8217;s business office is located at 809 North 1500 West,
-Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up
-to date contact information can be found at the Foundation&#8217;s website
-and official page at www.gutenberg.org/contact
-</div>
-
-<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'>
-Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-Project Gutenberg&#8482; depends upon and cannot survive without widespread
-public support and donations to carry out its mission of
-increasing the number of public domain and licensed works that can be
-freely distributed in machine-readable form accessible by the widest
-array of equipment including outdated equipment. Many small donations
-($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt
-status with the IRS.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-The Foundation is committed to complying with the laws regulating
-charities and charitable donations in all 50 states of the United
-States. Compliance requirements are not uniform and it takes a
-considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up
-with these requirements. We do not solicit donations in locations
-where we have not received written confirmation of compliance. To SEND
-DONATIONS or determine the status of compliance for any particular state
-visit <a href="https://www.gutenberg.org/donate/">www.gutenberg.org/donate</a>.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-While we cannot and do not solicit contributions from states where we
-have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition
-against accepting unsolicited donations from donors in such states who
-approach us with offers to donate.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-International donations are gratefully accepted, but we cannot make
-any statements concerning tax treatment of donations received from
-outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-Please check the Project Gutenberg web pages for current donation
-methods and addresses. Donations are accepted in a number of other
-ways including checks, online payments and credit card donations. To
-donate, please visit: www.gutenberg.org/donate
-</div>
-
-<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'>
-Section 5. General Information About Project Gutenberg&#8482; electronic works
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-Professor Michael S. Hart was the originator of the Project
-Gutenberg&#8482; concept of a library of electronic works that could be
-freely shared with anyone. For forty years, he produced and
-distributed Project Gutenberg&#8482; eBooks with only a loose network of
-volunteer support.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-Project Gutenberg&#8482; eBooks are often created from several printed
-editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in
-the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not
-necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper
-edition.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-Most people start at our website which has the main PG search
-facility: <a href="https://www.gutenberg.org">www.gutenberg.org</a>.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-This website includes information about Project Gutenberg&#8482;,
-including how to make donations to the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to
-subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks.
-</div>
-
-</div>
-</div>
-</body>
-</html>
diff --git a/old/69680-h/images/bilz1.png b/old/69680-h/images/bilz1.png
deleted file mode 100644
index 1cf6f9f..0000000
--- a/old/69680-h/images/bilz1.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/69680-h/images/bilz2.png b/old/69680-h/images/bilz2.png
deleted file mode 100644
index 62420bb..0000000
--- a/old/69680-h/images/bilz2.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/69680-h/images/lordlister.png b/old/69680-h/images/lordlister.png
deleted file mode 100644
index e9e45f1..0000000
--- a/old/69680-h/images/lordlister.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/69680-h/images/lordlister0018-front.jpg b/old/69680-h/images/lordlister0018-front.jpg
deleted file mode 100644
index edc9a41..0000000
--- a/old/69680-h/images/lordlister0018-front.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/69680-h/images/p0018-01.png b/old/69680-h/images/p0018-01.png
deleted file mode 100644
index 2b0c29b..0000000
--- a/old/69680-h/images/p0018-01.png
+++ /dev/null
Binary files differ