diff options
| author | nfenwick <nfenwick@pglaf.org> | 2025-01-22 03:58:31 -0800 |
|---|---|---|
| committer | nfenwick <nfenwick@pglaf.org> | 2025-01-22 03:58:31 -0800 |
| commit | c87529589b36643e56294ea644f39d113ad865a2 (patch) | |
| tree | 2f1038ab6b59ad32dcfa9e2acf9fb41f6b30450e | |
| parent | 6d1c429ce8e7d32d2ebaac67eb2883103737b84e (diff) | |
| -rw-r--r-- | .gitattributes | 4 | ||||
| -rw-r--r-- | LICENSE.txt | 11 | ||||
| -rw-r--r-- | README.md | 2 | ||||
| -rw-r--r-- | old/67523-0.txt | 2930 | ||||
| -rw-r--r-- | old/67523-0.zip | bin | 40760 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/67523-h.zip | bin | 218883 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/67523-h/67523-h.htm | 4177 | ||||
| -rw-r--r-- | old/67523-h/images/lordlister.png | bin | 36856 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/67523-h/images/lordlister0011-front.jpg | bin | 117468 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/67523-h/images/p0011-01.png | bin | 12782 -> 0 bytes |
10 files changed, 17 insertions, 7107 deletions
diff --git a/.gitattributes b/.gitattributes new file mode 100644 index 0000000..d7b82bc --- /dev/null +++ b/.gitattributes @@ -0,0 +1,4 @@ +*.txt text eol=lf +*.htm text eol=lf +*.html text eol=lf +*.md text eol=lf diff --git a/LICENSE.txt b/LICENSE.txt new file mode 100644 index 0000000..6312041 --- /dev/null +++ b/LICENSE.txt @@ -0,0 +1,11 @@ +This eBook, including all associated images, markup, improvements, +metadata, and any other content or labor, has been confirmed to be +in the PUBLIC DOMAIN IN THE UNITED STATES. + +Procedures for determining public domain status are described in +the "Copyright How-To" at https://www.gutenberg.org. + +No investigation has been made concerning possible copyrights in +jurisdictions other than the United States. Anyone seeking to utilize +this eBook outside of the United States should confirm copyright +status under the laws that apply to them. diff --git a/README.md b/README.md new file mode 100644 index 0000000..0b89a7f --- /dev/null +++ b/README.md @@ -0,0 +1,2 @@ +Project Gutenberg (https://www.gutenberg.org) public repository for +eBook #67523 (https://www.gutenberg.org/ebooks/67523) diff --git a/old/67523-0.txt b/old/67523-0.txt deleted file mode 100644 index f054c86..0000000 --- a/old/67523-0.txt +++ /dev/null @@ -1,2930 +0,0 @@ -The Project Gutenberg eBook of Lord Lister No. 0011: De diamanten van -den hertog van Norfolk, by Kurt Matull - -This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and -most other parts of the world at no cost and with almost no restrictions -whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms -of the Project Gutenberg License included with this eBook or online at -www.gutenberg.org. If you are not located in the United States, you -will have to check the laws of the country where you are located before -using this eBook. - -Title: Lord Lister No. 0011: De diamanten van den hertog van Norfolk - -Authors: Kurt Matull - Theo Blakensee - -Release Date: February 28, 2022 [eBook #67523] - -Language: Dutch - -Produced by: The Online Distributed Proofreading Team at - https://www.pgdp.net/ for Project Gutenberg - -*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK LORD LISTER NO. 0011: DE -DIAMANTEN VAN DEN HERTOG VAN NORFOLK *** - - - - - LORD LISTER - GENAAMD RAFFLES - DE GROOTE ONBEKENDE. - - NO. 11 DE DIAMANTEN VAN DEN HERTOG VAN NORFOLK. - - - - - - - - -DE DIAMANTEN VAN DEN HERTOG VAN NORFOLK. - - -EERSTE HOOFDSTUK. - -EEN KRANIG STUKJE. - - -„Ben je er wel heel zeker van, dat je het geheime wachtwoord bezit?” -vroeg Charly Brand zijn vriend, lord Lister, die zich juist door zijn -bediende liet helpen bij het aantrekken van zijn zware pelsjas. - -De lord lachte. - -„Maak je maar niet ongerust, Charly! Het zaakje is in orde! Doordat ik -des nachts mijn telefoondraad aansloot op de hoofdlijn en daardoor een -tusschenverbinding tot stand bracht, ben ik al veertien dagen lang in -de gelegenheid geweest om de gesprekken met de Londensche en de -Zuid-West Bank af te luisteren en vooral die welke de directie van het -hoofdkantoor hield met de bijkantoren.” - -„En heb je het wachtwoord gehoord?” - -„Well, my boy.” - -„En hoe is het verder gegaan? Ik brand gewoonweg van nieuwsgierigheid!” - -Lord Lister streek zich eens door de donkere snor. - -„Ik heb naar de verschillende directies van dertien bijkantoren -geschreven, dat een bedrag van vijfhonderd pond voor zekeren Samuel -Rottwell op hun bank is ingeschreven. Deze brieven heb ik onderteekend -met den naam van den directeur der depositobank.” - -„En geloof je niet, dat een der bankdirecteuren achterdocht zal -koesteren?” - -„Geen kwestie van, Charly. Je weet, dat ik in dergelijke zaken met -pijnlijke nauwgezetheid handel. Het opschrift der firma, het stempel, -alles is all right! En al mag bij een enkelen bankdirecteur ook eenige -twijfel rijzen, dan zal dadelijk het wachtwoord dien twijfel weer doen -verdwijnen!” - -Een lakei verscheen. - -„Wenscht u een chauffeur?” vroeg de man. - -Charly Brand maakte een afwerende beweging met de hand. - -„Niet noodig! Ik zal zelf sturen!” - -De lakei boog diep en verliet het vertrek. - -Charly Brand trok nu een lange automobieljas aan, waarvan het bont naar -buiten was gekeerd, zoodat hij veel geleek op een ijsbeer. - -Zijn gezicht was bijna geheel bedekt door de groote automobielpet. Hij -ging de trap af, gevolgd door lord Lister en bracht de roode, elegante -automobiel in orde. - -Langzaam bewoog de fraaie kar zich voorwaarts en tufte door het drukste -deel van Londen. - -Voor de depositobank in Vauxhall hield het voertuig het allereerst -stil. - -Lord Lister stapte uit met onverschillig gebaar. - -De portier van de Bank deed de deur open en boog diep. - -Lord Lister ging binnen en begaf zich naar de kassa. - -„Mijn naam is Samuel Rottwell,” stelde hij zich voor. - -De hoofdkassier haalde gauw het kasboek te voorschijn, waarin de -handteekeningen geplaatst moesten worden. - -In groote, duidelijke letters schreef hij de woorden: - -Fred Harry Rolph Samuel Rottwell. - -Toen schreef hij, met een handigheid alsof hij duizendmaal die -handteekening had geplaatst, een bijna onleesbaren krabbel. - -De ambtenaar keek even met onderzoekenden blik naar een en ander, -knikte, wierp toen een vluchtigen blik naar den voornamen jongen man en -overhandigde daarop den nieuwen klant een chêque-boek. - -Mr. Rottwell vulde dadelijk een der bladen voor een bedrag van honderd -pond in. - -„Ge wilt zeker wel zoo vriendelijk zijn, mij negentig pond in banknoten -en tien pond in goudgeld uit te betalen, mijnheer,” sprak hij tot den -eersten boekhouder, die met beleefd gebaar aan het verzoek voldeed. - -De bezoeker groette beleefd, stapte weer in zijn automobiel en reed -weg. - -Charly Brand lachte in zijn vuistje, toen hij zijn vriend uit de Bank -zag komen. - -Dezelfde geschiedenis herhaalde zich aan de depositobank in Clapham. - -Daar was de eerste boekhouder echter nieuwsgieriger. - -„Ge zijt zeker groote dingen van plan, mr. Rottwell?” vroeg hij. - -„Wel,” antwoordde lord Lister glimlachend, „ik ga naar de slederennen -in Windsor. Ik geloof, dat het daar heel interessant zal zijn, want er -worden groote sommen verwed.” - -„Zóó!” antwoordde de boekhouder en hij schoof mr. Rottwell honderd pond -toe. - -Lord Lister nam weer plaats in zijn auto. - -En zoo ging het van Bank tot Bank, naar Belham, Streatham, enzoovoorts. - -Voordat er twee uren voorbij waren, had lord Lister negen -depositobanken bezocht en bij alle hetzelfde stukje uitgehaald. - -Toen hij het tiende bijkantoor was binnengegaan, zette Charly Brand den -motor op rust, stak een sigaret aan en wachtte. - -„Tien keer honderd pond is duizend pond,” rekende hij uit. „All right, -dat is voorloopig genoeg voor het plan, dat lord Lister beoogt. Als hij -niet altijd weer zijn geld aan de armen gaf, zou hij niet elk oogenblik -in geldverlegenheid zitten, waardoor zulke gevaarlijke spelletjes op -touw moeten worden gezet.” - -Juist toen Charly Brand zijn alleenspraak had geëindigd, draaide hij -zich verbluft om. - -Iemand had hem de hand op den schouder gelegd en toen hij onwillig -opkeek, zag hij in het gelaat van iemand, die in uniform gekleed was en -een helm droeg. - -„Inspecteur Baxter!” ontsnapte het Charly’s mond. - -Van louter schrik liet hij zijn sigaret vallen en keek den gevreesden -beambte vlak in het gezicht. - -„Ja, dat ben ik,” antwoordde de politie-inspecteur op gemoedelijken -toon, „ge schijnt mij reeds te kennen? Vertel mij eens, wien behoort -die mooie kar?” - -„Die is van mijn meester,” antwoordde Charly, thans weder volkomen op -zijn gemak. - -„Zoo, zoo! En wie is uw meester?” - -„Dat is de eigenaar van dezen automobiel, mijnheer de inspecteur!” - -„Drommels! Jij bent een grappige chauffeur. Maar opdat wij wat verder -zullen komen, wil ik je in vertrouwen vertellen, dat de directeur van -het hoofdkantoor der depositobanken een half uur geleden tot de -ontdekking is gekomen, dat aan alle bijkantoren honderd pond is -uitbetaald aan zekeren mister Rottwell. - -„Toen hij inderhaast zijn boeken nasloeg, kwam hij tot de ontdekking, -dat iemand van dien naam daarin heelemaal niet voorkomt.—Wie zou zoo’n -boevenstreek wel hebben uitgehaald? Zeg, is deze auto niet van John -Raffles?” - -Charly Brand haalde de schouders op. - -„Raffles? Dien ken ik niet, inspecteur. Als ge echter Raffles, den -Grooten Onbekende, meent, dan moet ik u tot mijn spijt zeggen— —” - -Maar Baxter begreep volkomen het doel van den chauffeur. - -Hij wilde Baxter aan den praat houden en hem door zijn praatjes -verhinderen, maatregelen te nemen, opdat lord Lister, als deze uit het -Bankgebouw kwam en Baxter zou zien, alle gelegenheid tot ontvluchten -had. - -„’t Is goed!” sprak Baxter en hij wenkte twee agenten. - -Deze hadden Charly al heel gauw van zijn chauffeursplaats gehaald en -duwden hem een gang binnen. - -Daar werd hen zijn mooie ijsberenjas afgenomen, evenals zijn -automobielpet en bril. - -„Dien vogel hebben wij al eens meer in de kooi gehad,” zei Baxter, toen -hij den secretaris van den Grooten Onbekende aankeek. „Houdt hem vast, -wij moeten eens zien, in welke zonderlinge verhouding deze jonge man -tot Raffles staat!” - -Terwijl Charly Brand werd weggebracht, deed Baxter diens jas aan, -drukte de pet diep in de oogen, zette den bril op en ging op Charly’s -chauffeursplaats zitten. - -Juist kwam lord Lister uit het Bankgebouw. - -Hij was in een uitstekenden luim, stak een sigaret aan, en, zonder -eenige notitie te nemen van den chauffeur, beval hij op korten toon: - -„Taftord.” - -Inspecteur Baxter knikte. - -Een breede grijns vertrok zijn mond. - -„Well.” - -Hij zette den motor in beweging. - -Maar verstandig was het niet van hem geweest, dat hij zijn mond niet -had kunnen houden en hij bemerkte niet, dat lord Lister één oogenblik -het portier van de auto in de hand hield en zijn wenkbrauwen hoog -optrok, toen hij dit „well” hoorde. - -Toen glimlachte hij en stapte in de auto. - -Inspecteur Baxter begon nu te racen. In razende vaart joeg hij de stad -door en het was tot zijn geluk, dat hij zoo’n goed automobilist was. - -Hem gebeurde niets anders dan dat hij drie keer tegen een equipage -botste, één paard dood reed, een half dozijn melkkarren overhoop reed -en zeven-en-twintig keer door agenten werd opgeschreven. - -Maar wat kon hem dat schelen? - -Inspecteur Baxter lag gewoonweg dubbel gevouwen over het stuurrad en -zijn gezicht grijnsde van pleizier. - -Hij zou met alle liefde nog een dozijn paarden hebben doodgereden. - -Hij had Raffles immers! De Groote Onbekende was in zijn macht! - -Raffles leunde intusschen doodkalm in de kussens achterover! - -Als de motor niet zoo’n vervaarlijk geweld had gemaakt, zou inspecteur -Baxter het spotlachje hebben gehoord, dat lord Lister uitstiet. - -Aan afspringen van de auto was natuurlijk niet te denken bij zoo’n -razende vaart. - -Lord Lister zou dan hals en beenen hebben gebroken. - -Achtervolgd door fietsende agenten, die deze onbesuisde auto in beslag -wilden nemen, joeg Baxter naar Scotland Yard. - -Daar doemde het groote gebouw al op in de verte. - -De inspecteur hield met een ruk stil, sprong van den bok, rukte de deur -open, stak zijn revolver vooruit en beval: - -„Uitstappen, Raffles! Ge zijt mijn arrestant!” - -De laatste woorden bleven den inspecteur bijna in de keel steken. - -De agenten, die om de auto waren komen heenstaan, deinsden achteruit en -hielden den neus dicht. - -In de auto was niets dan rook! Rook! - -Dikke, gele rook, die zoo’n stank verspreidde, dat Baxter nauwelijks -kon ademhalen. - -Hij viel op de sneeuw neer en schreeuwde luid: - -„Lucht! Lucht! Ik stik!” - -Baxter had den agenten nog niet kunnen vertellen, wat er gebeurd was en -deze trokken zich terug om eerst dien rookwalm te laten wegtrekken. - -Eindelijk dunde de rook. - -Baxter vond weer de kracht om op te staan en vloog nu in de auto. Maar -alles wat hij bemachtigde, was een reusachtige sigaar, die bij zoo lang -was als een bovenarm. De sigaar was van staal en daaruit stroomde de -rook, die zoo’n verpestenden stank verbreidde. - -Maar Raffles was verdwenen en inderhaast vertelde Baxter, hoe hij den -meesterdief had gevangen. - -„Maar dan heeft hij zich in rook opgelost, inspecteur,” lachten de -agenten, die weer naderbij waren gekomen. - -Baxter vloekte. - -Maar wat gaf dat? - -Raffles was weg. - -Deze had zich geen oogenblik bezorgd gemaakt, toen hij zag, dat de auto -in duizelingwekkende snelheid Scotland Yard naderde. - -Voor zulke gelegenheden had hij altijd een van de sigaren bij zich, die -met een pas uitgevonden poeder, dat aromale heette, gevuld waren. - -Als een lucifer of een brandende sigaar hierbij wordt gehouden, -vervliegt het poeder in dichten rook en wie dezen rook langen tijd -inademt, wordt bewusteloos. - -En terwijl Baxter de auto opende en terugdeinsde voor den verstikkenden -damp, was Raffles doodkalm aan den anderen kant uitgestapt en -weggewandeld, door niemand gehinderd. - -Een kwartier later had hij een anderen automobiel en reed naar Bromley, -naar het elfde bijkantoor. - -Hij was namelijk van meening, dat Baxter slechts door een toeval langs -het Bankgebouw was gekomen, waar hij de auto herkend had. Misschien ook -had Charly zich door een of andere onvoorzichtigheid verraden. Hij wist -niet wat Baxter aan Charly had verteld, die zich op weg naar het -politiebureau uit de handen der agenten had losgerukt en nu in het huis -van lord Lister met hevige hartklopping wachtte of zijn vriend niet -spoedig zou terugkomen. - -Lord Lister was iemand, die niet gauw zijn plannen opgaf. - -Hij had het zich nu eens in het hoofd gezet, ook de beide laatste -bijkantoren te bezoeken en zelfs door het groote gevaar, waaraan hij -ternauwernood ontsnapt was, liet hij zich daarvan niet terughouden. - -Hij trad dus het Bankgebouw binnen, deed den kraag van zijn pels neer, -ging naar de kas en zei: - -„Mijn naam is Samuel Rottwell.” - -Maar zijn overmoed zou duur gestraft worden. - -Nauwelijks had hij dezen naam uitgesproken, of de boekhouder schreeuwde -uit alle macht: - -„Help! Help! Moord en doodslag! Hier staat Raffles!” - -In een oogenblik hadden de portiers de deuren gesloten en hun revolvers -getrokken. Alles liep verward dooreen. Niemand wist eigenlijk, wat er -gebeurd was, terwijl lord Lister doodkalm de hal verliet en een -wanhopige poging deed om nog een der uitgangen te bereiken. - -Maar de portier hield hem de revolver onder den neus en zei: - -„Niemand mag naar buiten, mijnheer!” - -„Alle drommels! Kan een fatsoenlijk mensch dan in Londen geen Bank meer -binnengaan, zonder dat hem een revolver onder den neus wordt geduwd?” - -Maar de portier gaf niet toe. - -„Ik heb strenge bevelen, mijnheer! Maar ik weet, dat inspecteur Baxter -met zes agenten binnen een minuut al hier is. Die zal u zeker spoedig -uw vrijheid teruggeven!” - -Daar kwam Baxter al. - -„Heb je hem?” vroeg hij gretig. - -„Nog niet! Maar hij is hier! De boekhouder heeft hem herkend!” - -Raffles ging achteruit om niet door Baxter gezien te worden. - -Hij zat nu toch wel degelijk in gevaar. Hij stormde de trappen op om -zich boven ergens te verbergen, toen hij zich plotseling door een half -dozijn beambten van de Bank zag omsingeld. - -Het werd een formeel gebrul. - -„Hier is Raffles! Raffles is hier!! Raffles!!! Raffles!!!! -Raffles!!!!!” - -Zij hadden zeker het woord nog een dozijn keeren herhaald, als Raffles -niet plotseling naar links en rechts vuistslagen had uitgedeeld, zoodat -de beambten als muggen door elkaar vlogen. - -In het volgende oogenblik vloog de Groote Onbekende een lange gang -door, die zich voor hem uitstrekte. - -Hij hoorde, dat Baxter het bevel gaf, Raffles liever dood uit te -leveren, dan hem te laten ontsnappen. - -Plotseling, toen lord Lister bijna het eind van de gang had bereikt, -dook voor hem een lange, magere gedaante op met gerimpeld gelaat, -slaphangende wangen en wijd uitpuilende oogen. - -„Terug! Terug! Hier mag geen sterveling meer door!” - -Raffles, die nu geen tijd meer had om beleefd te zijn, hield zijn beide -vuisten als buffers voor zich uit en vloog als ’t ware over den man -heen. In het volgende oogenblik had hij een deur bereikt—maar zij was -gesloten. - -Nu zat hij toch inderdaad leelijk in de knel. - -„Wat doet ge?” kermde de man op den grond. „Ga gauw terug, heel gauw! -Ik beveel het u! Ik ben de directeur van de Bank!” - -„All right! Dat is mij heel aangenaam,” antwoordde Raffles, pakte den -man beet, keerde hem om en doorzocht zijn zakken. Al gauw vond hij een -sleutelbos. Toen rende hij terug naar de gesloten deur en had deze -juist geopend, toen inspecteur Baxter met zijn mannen in de gang kwam. - -Raffles deed de deur op slot en ontstak een kleine, electrische -zaklantaarn. - -Hij keek om zich heen en zag, dat hij voor een lange trap stond, die -naar een keldergewelf leidde. Zoo vlug als de duisternis het hem -toeliet, vloog hij naar beneden en kwam in een tamelijk groote ruimte, -waar hij zocht naar een schuilhoek. - -Hij liep vooruit, maar struikelde en viel op den grond neer. Toen hij -om zich heen tastte, greep zijn hand in een weeke massa. - -Verschrikt sprong hij op, drukte op de lantaarn en liet het schijnsel -over den grond vallen, - -Daar lag het vreeselijk verminkte lijk van een man. - -Bijna op hetzelfde oogenblik, dat Raffles deze afschuwelijke ontdekking -deed, liet inspecteur Baxter een bijl brengen om de kelderdeur in te -slaan. - -Het duurde drie minuten, voordat de deur toegaf. - -Plotseling staakten de agenten hun werk. - -„Inspecteur, hebt ge niets gehoord?” - -Inderdaad! - -Ook Baxter had daar beneden een schot hooren vallen. - -„Er is geschoten!” fluisterde hij. - -Met vereende krachten werd nu de deur opengemaakt en toen klonk den -mannen een rochelende gil tegen. Daarna was alles stil. - -Baxter bleef een oogenblik staan. - -„Daar beneden is het niet in den haak!” mompelde hij. Ook de agenten -waren bleek om den neus geworden. Zij hadden allen het reutelen van een -stervende gehoord, die op gewelddadige wijze om het leven was gebracht. - -De Bankdirecteur, die bij de agenten stond, wischte zich het klamme -zweet van het voorhoofd en fluisterde: - -„Daar is — — daar is — — een misdaad — — — gepleegd!” - -„Vooruit! Wij moeten het fijne van de zaak weten!” beval Baxter en -sprong de trap af, gevolgd door zijn mannen. - -Toen de electrische lampen der agenten de kelderruimte verlichtten, -zagen zij in het midden een doode liggen. De Bankdirecteur stiet een -kreet uit en tuimelde als ’t ware vooruit. - -„Wat—wat—is dat? Maar dat is—dat is—heksenwerk!” - -Baxter was naast den doode neergeknield. - -Het was Raffles. - -Naast hem lag een groote bloedplas. De pelsjas dreef in het roode -vocht. Raffles’ handen en zijn gelaat waren met bloed bevlekt en men -zag duidelijk op de plaats, waar het haar was vastgekleefd, dat een -kogel in het hoofd was gedrongen. - -Hier was geen vergissing mogelijk. Inspecteur Baxter lichtte den doode -in het gelaat. - -„Het is Raffles!” sprak hij. - -„Wel inspecteur, het is Raffles,” echo-den de agenten hem na. - -Het was inderdaad de Groote Onbekende. Voor zoover men het door het -bloed kon onderscheiden, was zijn gelaat doodsbleek. De lippen waren -vastgesloten, evenals de oogen, die diep in hunne kassen waren -teruggezonken. - -Inspecteur Baxter keek om zich heen. - -Toen nam hij langzaam de uniformpet af en zei: - -„God zij zijn arme zondige ziel genadig!” - -„Amen” sprak een der agenten. - -Toen voegde hij er bij: - -„Daar ligt nog iemand, inspecteur!” - -Als een tijger sprong Baxter op het tweede lijk toe. - -Inderdaad. Hier lag nog iemand. Iemand, wiens gelaat en lichaam -afschuwelijk verminkt was. Zeker twintig messteken hadden hem -getroffen. Hij lag in een hoek en inspecteur Baxter onderzocht of geen -stukje papier eenige aanwijzing zou kunnen geven. - -De directeur der Bank was sprakeloos, maar na eenigen tijd hijgde hij -met moeite: - -„Ge moet dadelijk een scherp onderzoek instellen, inspecteur. Dat is -vreeselijk! Afschuwelijk! Wat moet er nu gebeuren?” - -Baxter schudde het hoofd. - -„Geef ons een kamer, directeur, waar wij de lijken zoolang kunnen -bergen tot den avond. Ik zal ze dan laten weghalen!” - -Een der agenten had intusschen een dokter gehaald. Deze boog zich even -over den doode, die door messteken verwond was en zei toen: - -„Afgeloopen!” - -Toen keek hij naar Raffles en zei: - -„Ook gedaan! Een mooie geschiedenis! Wat is hier feitelijk -voorgevallen?” - -„Als ik dat wist, dokter, gaf ik tien jaren van mijn leven!” zei de -wanhopige politie-inspecteur. „Zoo iets heb ik nog nooit bijgewoond! De -duivel in eigen persoon is hier in het spel! Maar natuurlijk—Raffles is -er ook weer bij!” - -Nogmaals doorzocht hij den kelder—wederom schudde hij het hoofd. - -„Niets—heelemaal niets!” - -Hier waren twee misdaden begaan, waarbij het menschelijke verstand stil -stond. - -Met behulp der agenten werden nu de beide lijken naar een kamer -gebracht, die de Bankdirecteur te zijner beschikking had. Een der -mannen bleef de wacht houden, tot de lijken zouden worden gehaald - -Des avonds deelden alle Londensche bladen het opzienbarende bericht -mede, dat Raffles, de Groote Onbekende, dood was. - -Alleen zij, die tot lord Lister in onaangename verhouding hadden -gestaan, juichten over dat bericht. Maar zij, die veel aan zijn groote -goedheid hadden te danken, wijdden eenige tranen aan zijn -nagedachtenis. - - - - - - - - -TWEEDE HOOFDSTUK. - -DE GROOTE ONBEKENDE IS ONSTERFELIJK. - - -Daar lag Raffles nu op een houten bank in een achterkamer. - -De tijd verstreek, de klok wees tien minuten vóór vieren, waarop de -Bank werd gesloten voor het publiek. - -De agent, die de wacht hield, liep ongeduldig heen en weer. - -Plotseling, toen hij zich weer omdraaide, bleef hij als vastgenageld -staan. Hij opende den mond om te schreeuwen, zijn haren rezen ten -berge, zijn oogen puilden uit hun kassen en zoo bleef hij een paar -seconden onbewegelijk staan. - -Een der beide dooden had zich bewogen. Het was Raffles. De agent wilde -het eerst niet gelooven. Hij keek nog eens scherper toe en—ja—daar -bewoog Raffles zich alweer! - -Hij leunde met zijn elleboog op de bank, waarop hij lag en richtte zich -halverwege op. En zijn groote, glanzende oogen, die oogen, waarvoor -allen zoo bang waren, omdat er een bovennatuurlijke kracht van -uitstraalde, zij richtten zich groot en doordringend op den agent. - -Dat was te veel voor den politieman van Scotland Yard. Hij stiet een -luiden schreeuw uit en rende weg. - -Raffles lachte—lachte zóó luid, dat het schalde door het vertrek. - -Langzaam stond lord Lister op en liep een paar keer de kamer op en -neer, om weer wat beweging te krijgen in zijn stijve ledematen. Het -bloed was hem verstijfd en vloeide nog maar traag door zijn aderen. - -Eindelijk was hij weer wat op krachten gekomen. - -Hij richtte zich hoog op, opende de deur en trad naar buiten. - -Het was leeg in de gang. Het publiek was heengegaan en slechts enkele -beambten waren nog aanwezig. In de groote zaal was alleen nog de eerste -boekhouder, die dien dag de aanhouding van Raffles had bewerkstelligd. - -Hij zat over zijn werk gebogen, toen plotseling een der vleugeldeuren -openging en een met bloed bevlekt lijk binnentrad. - -„Wel, zijt ge nog aan den arbeid?” vroeg Raffles met een grafstem. - -Bij de eerste woorden had de boekhouder van zijn werk opgekeken. - -Hij keek als een gek en schreeuwde toen uit: - -„Om ’s hemels wil—wie zijt ge?” - -„Ik? Ik ben Raffles!” - -„Raffles? Maar ge zijt immers dood?” - -„Wel! Nu leef ik weer!” - -„Maar dat kan niet!” gilde de boekhouder. - -„En toch is het zoo, waarde heer! Neen, neen! Blijf kalm zitten! Doe -geen moeite! Ik zal wel een plaatsje vinden! Er is ruimte genoeg in -deze groote zaal! Hoeveel hebt ge vandaag ontvangen?” - -„Niets! Heelemaal niets!” brulde de doodsbenauwde man. - -„Dat is al een heel klein beetje voor een filiaal van de Londensche en -de Zuidwest Bank!” - -Toen ging hij achter een lessenaar, deed een lade open met een der -sleutels van den directeur en keek erin. - -„Alle „drommels”! -Honderd—duizend—vijfduizend—tienduizend—veertigduizend pond!—Dat is een -heel aardig bedrag, mister! Ik denk, dat de Bank niet kijkt op een -twintigduizend pond!” - -Met deze woorden nam Raffles 20,000 pond uit de lade, stak ze in den -zak en zei: - -„’t Is nu vier uur! Vóór vijf uur moogt ge niet kikken, begrepen?” - -De man bleef stom. - -„Hebt ge mij verstaan?” donderde Raffles. „Een uur lang moogt ge niet -kikken. Dan kunt ge zoo hard schreeuwen als ge maar wilt!” - -De boekhouder knikte. - -Inderdaad, het was hem onmogelijk, eenig geluid voort te brengen! - -Raffles verliet de groote zaal. - -Hij liep de gang door en hoorde eensklaps twee stemmen. - -Hij sloeg er niet de minste acht op, toen hem de woorden in het oor -klonken: - -„De diamanten van den hertog van Norfolk.” - -Hij bleef nu staan en luisterde met het oor tegen de deur geleund, -waarachter vandaan het geluid kwam. - -„Ik zal de bewaking van de diamanten van den hertog op mij nemen,” -hoorde lord Lister zeggen. „Waar worden ze heengebracht?” - -„Naar het groote tentoonstellingsgebouw in Regentstreet. Ge moet ze -vannacht halen en morgen weer terug brengen!” - -„All right!” - -Het was nu een poosje stil. - -Lord Lister dacht na. Toen, nadat hij tien seconden had gepeinsd, liep -hij de gang verder door, ging bij een der fonteintjes, die hier en daar -voor het personeel waren aangebracht, het bloed van zijn gelaat -wasschen en verliet het Bankgebouw, zonder verder door iemand te worden -lastig gevallen. - -Een half uur later betrad hij een van zijn woningen. Deze lag in St. -James Street en bestond uit een apartement van zes kamers. - -Binnen werd een deur opengedaan en Charly Brand keek de gang in. - -„Ben jij het?” - -„Zooals je ziet!” - -„Lieve tijd, wat heb ik een angsten om je uitgestaan!” - -„Ik om jou niet minder, beste Charly!” - -Deze keek Raffles eens van ter zijde aan en zei toen: - -„Wat zie je bleek, John! Scheelt je wat?” - -„Neen, wat zou mij schelen, kerel? Ik heb daar juist iets beleefd, wat -je niet in je kouwe kleeren gaat zitten!” - -„Verklaar je toch wat nader, John! Vertel me toch eens, hoe alle -kranten je doodstijding konden brengen? Wil je het lezen?” - -„Natuurlijk, my boy! Dat interesseert mij buitengewoon!” - -Charly Brand haalde de Times en reikte ze zijn vriend. - -Deze las: - -„Londen haalt verruimd adem! Raffles is dood! - -„De groote Onbekende, genaamd Raffles, heeft vandaag in het elfde -bijkantoor van de Londensche en Zuidwest Bank een plotselingen dood -gevonden! Toen de beambten, die hem vervolgden, in den kelder drongen, -waarheen hij gevlucht was, vonden ze zijn lijk! Een schotwonde aan het -hoofd bewees, hoe Raffles aan zijn eind was gekomen. Het meest -raadselachtige van deze geschiedenis is, dat men nergens het wapen -heeft gevonden, waarmee Raffles is doodgeschoten. Vlak bij het lijk van -Raffles lag nog een ander lijk; dat van een tot nog toe onbekend -gebleven persoon. Ook van den moordenaar is tot nog toe geen spoor -ontdekt.” - -„Uitstekend!” fluisterde Raffles. - -„Is het allemaal zoo gebeurd, zooals het hier staat?” vroeg Charly -Brand. - -„Precies zoo!” - -„Maar men heeft je toch onderzocht? Hoe kon je je dan dood houden? Maar -nu zie ik ook dat je gewond bent! Boven je rechterslaap zit je haar vol -bloed!” - -Raffles stond op, ging naar den spiegel, wiesch de wonde uit, die hij -inderdaad op deze plek had, plakte er een groote pleister op en ging -weer zitten. - -„Wie heeft je verwond, John?” - -Lord Lister lachte. - -„Wie anders dan ikzelf, domme vent!” - -„Jijzelf? En waar is de revolver?” - -„Die heb ik door een klein tralievenster op straat gegooid! Ik zal je -de heele geschiedenis vertellen, Charly, opdat je je nieuwsgierigheid -kunt bevredigen. - -„Ik werd dan door vriend Baxter naar den kelder gejaagd, maar ik had -een kleinen voorsprong, doordat ik de deur achter mij had gegrendeld. -Maar mij bleef geen weg om te ontvluchten. En toen zag ik plotseling -het lijk van een man voor mij liggen.” - -„Afschuwelijk!” bromde Charly. - -„Het was mij ook niet heel aangenaam,” antwoordde lord Lister, „en mijn -vervolgers stonden boven te schreeuwen! - -„Wat te doen? - -„Er was maar één uitweg—ik moest sterven! Je weet, Charly, dat ik -altijd een fleschje bij mij heb, gevuld met een mengsel van toxine en -morphine. Als ik die vloeistof onder de huid spuit, volgt een -verstijving, die altijd een paar uren aanhoudt. - -„De dokter gaf zich niet de minste moeite om mijn hartslag te -onderzoeken, anders had hij natuurlijk bemerkt, dat ik niet dood was.” - -„Ik wekte natuurlijk volkomen den indruk van een doode.” - -„Maar om het verhaal geregeld af te wikkelen:” - -„Ik sleepte het vreemde lijk, dat in een groten bloedplas lag, naar het -andere eind van den kelder, deed de inspuiting, zette het wapen zóó -tegen mijn slaap, dat slechts een lichte verwonding moest volgen, -drukte af en gooide het wapen door het tralievenster. - -„Ik had nog juist den tijd om te gaan liggen waar de doode had gelegen. -Toen verloor ik ook reeds het bewustzijn. - -„Je begrijpt, dat de agenten meenden, dat ik dood was, al lag ik ook -niet in mijn eigen bloed, maar in dat van den onbekenden man. - -„Je ziet, Charly, dat mijn list volkomen is gelukt en dat ik weer aan -de handen van mijn doodsvijand Baxter ben ontvlucht.” - -En lord Lister nam nog eens de Times op. - -Daar viel zijn blik op het volgende artikel: - -„De juweelen van den hertog van Norfolk. - -„De hertog van Norfolk is eenige dagen geleden teruggekeerd van zijn -groote reis naar Indië en heeft zich met lady Wydemour, de dochter van -een pair, verloofd. Het huwelijk zal, naar wij vernemen, reeds vrij -spoedig worden gesloten. Het zal een der grootste plechtigheden zijn, -die in den laatsten tijd te Londen zijn gevierd, want zoowel de hertog -van Norfolk, als lord Wydemour behooren tot de rijkste families van het -land. De diamanten van den hertog van Norfolk vertegenwoordigen een -waarde van niet minder dan twee millioen pond sterling. Zeven der -schoonste en zuiverste steenen heeft de hertog zijn bruid reeds -geschonken. - -„De geschiedenis van deze juweelen is heel interessant. - -„Zij vormden het hoofdbestanddeel van het vermogen van den hertog. Deze -bezit echter ook nog uitgestrekte goederen in Schotland. Sinds drie -eeuwen zijn de hertogen van Norfolk reeds in het bezit van deze -juweelen, die in een kluis der Londensche en Zuidwest Bank worden -bewaard. - -„Er bestaat een testament, waarin bepaald is, dat de erfgenaam van het -hertogelijke huis de diamanten eerst bij zijn huwelijk ontvangt. - -„Nadat de oude hertog van Norfolk gestorven was, hebben de diamanten -ongeveer vier jaren in de Londensche en Zuidwest Bank gelegen. En -telkens weer werden zij naar een andere bijbank gebracht om diefstal te -voorkomen. Alleen de meest hooggeplaatste ambtenaren zijn met de -bergplaats bekend. - -„Ook moeten de juweelen telkens worden tentoongesteld als zij in andere -handen overgaan. - -„Deze clausule is destijds door een der hertogen in het testament -gevoegd, opdat de eigenaar de juweelen niet zou kunnen verkoopen of -verpanden. - -„Ook de jongste hertog van Norfolk moet zich aan al deze voorschriften -houden. De diamanten zullen van 17 Januari—dus van morgen af—tot den -vijf-en-twintigsten van deze maand in het nieuwe tentoonstellingsgebouw -in Regent-Street te zien zijn. - -„Natuurlijk zijn belangrijke voorzorgsmaatregelen genomen om mogelijken -diefstal te voorkomen. In dertig jaren zijn deze kostbare juweelen niet -ten toon gesteld en een groote toeloop van het Londensche publiek wordt -dan ook verwacht.” - -Lord Lister glimlachte op vreemde wijze, toen hij de krant terzijde -legde. - -„Heb je het gelezen Charly?” - -„Yes. Maar ik begrijp niet, dat dit zoo interessant is. Het -interesseert mij veel meer, wie die vermoorde man wel mag zijn, dien -jij in den kelder van de Bank hebt gevonden.” - -Lord Lister haalde de schouders op. - -„Ik denk, dat dat iemand is, die in nauw verband met de Bank staat.” - -„Waarom denk je dat?” - -„Ik denk dat zoo en het feit, dat de man vermoord, is, versterkt mijn -vermoeden. Maar ik moet nu de noodige toebereidselen maken om morgen op -tijd te zijn - -„Op tijd te zijn? Maar wat bedoel je dan?” - -„Ik wil de diamanten van den hertog van Norfolk, bewaken,” antwoordde -Lord Lister. - -Toen stond hij op en ging het volgende briefje schrijven; - - - „Aan den inspecteur van politie Baxter, - Scotland-Yard. - - Waarde Baxter! - - Hoewel ik eigenlijk geen reden heb om dankbaar tegenover u te zijn, - wil ik u toch een genoegen doen. Ik raad u namelijk om den - directeur van het elfde bijkantoor der Londensche en Zuid-West Bank - streng in de gaten te houden, want hij is een schurk. - - RAFFLES.” - - -Dezen brief vouwde lord Lister dicht, verzegelde hem en zond den -bediende er mee naar de bus. - -Toen ging hij naar zijn geheim bureau, dat vol spiegels was en waar een -groote tafel stond met allerlei soorten schmink en poeder. - -Langs de muren hingen wel een dozijn verschillende baarden en pruiken. - -Langen tijd was lord Lister bezig om uit te zoeken, wat hij noodig had, -want deze meesterdief stelde er zich niet mee tevreden om de lieden, -die hij wenschte na te bootsen, niet tot in de kleinste bijzonderheden -gelijk te zijn. - -En toen hij later met een donker puntbaardje en bruin geverfd haar bij -Charly Brand binnentrad, bleef deze verbluft staan. - -„Wat bedoelde je er mee,” vroeg Charly, „dat je de diamanten van lord -Norfolk wilt gaan bewaken?” - -„Begrijp je dat niet?” - -„Je wilt ze natuurlijk in je bezit hebben, niet waar Raffles?” - -„Misschien. Maar laat ons nu gaan. Heb je lust om mee te gaan Charly?” - -„Waarheen?” - -„Naar het elfde bijkantoor!” - -„Jij schijnt een groote voorliefde voor dat bijkantoor te hebben, -ondanks alles, wat er al gebeurd is.” - -Lord Lister antwoordde niet. - -Hij verkleedde zich en ging met Charly de deur uit. - -In het elfde bijkantoor was het intusschen alles behalve rustig -gebleven. - -De agent had inspecteur Baxter gewaarschuwd en deze was om vijf uur -gekomen, juist toen de boekhouder een verschrikkelijken angstkreet -uitstiet. - -Baxter stormde de groote zaal binnen. - -„Is hij weg?” vroeg hij met sidderende knieën. „Waar is hij, waar is -hij?” - -„Ik weet alleen, dat hij hier was, inspecteur! Wat een vreeselijke -kerel! Hebt gij het wel ooit beleefd, dat een doode weer levend wordt?” - -„Bij Raffles beleeft men alles” stiet Baxter uit; „de kerel maakt mij -nog dol!” - -Het gebouw werd van onder tot boven doorzocht, zonder dat natuurlijk -een spoor van Raffles ontdekt werd. Alleen zijn pelsjas en het -bloedgekleurde waschwater werden gevonden en Baxter vertrok weer -onverrichter zaken. - -Alleen de directeur, die in het achterste gedeelte van het gebouw zijn -ambtswoning had, bleef achter. - -De man ging vroegtijdig naar bed, nadat hij de diamanten van den hertog -van Norfolk had klaargelegd om ze den volgenden dag naar het -tentoonstellingsgebouw te kunnen overbrengen. - -Intusschen was het middernacht geworden. - -Een schildwacht liep voor het Bankgebouw op en neer. Toen hij naar een -zijstraat zich verwijderde, traden twee slank gebouwde mannen uit de -duisternis in het licht der lantaarn. Het waren Raffles en zijn vriend -Charly. - -Nu ging Charly met de schouders tegen den muur staan, legde de handen -ineen en liet lord Lister er in stappen. - -Deze stond met een wip op den schouder van zijn vriend en opende nu -geruischloos een houten jaloezie. - -Charly Brand liep met groote stappen beneden op en neer. - -Een kwartier later kwam lord Lister weer naar beneden. Hij droeg een -groote cassette onder den linkerarm en lachte, zoodat Charly verschrikt -den vinger op den mond legde. - -Zij liepen haastig verder en Charly vroeg: - -„Waarom heb je zoo’n pret, John?” - -Maar lord Lister was reeds weer ernstig geworden. - -„Je zult morgen een wonder beleven, Charly!” - -„Wat?” - -„Een wonder zeg ik je!” - -„En wat heb je in de cassette?” - -„De diamanten van den hertog van Norfolk.” - -Charly bleef een oogenblik verbluft staan. - -Hij wilde het niet gelooven. - -„De—de—diamanten—van den hertog van Norfolk? Maar—maar dat is een -reusachtig vermogen! Ben je niet bang?” - -Lord Lister glimlachte weer. - -„Bang? Ik?” - -„Ja.” - -„Voor wien? En waarom?” - -„Maar morgen—morgen zullen de diamanten niet in het -tentoonstellingsgebouw zijn!” - -„Hoe kom je er bij? De diamanten zullen er zeker zijn!” - -Charly haalde de schouders op. - -„Dat begrijp ik niet! Wie moet ze er dan heen brengen?” - -„Ik.” - -„Jij? Jij wilt ze naar het tentoonstellingsgebouw brengen?” - -„Zeker. Ik ben van nu af gevolmachtigde van de Bank.” - -„Maar John, wat een onzin!” - -Charly Brand begreep niet, wat hij van zijn vriend moest denken. - -„Morgen zal je alles duidelijk worden,” sprak Raffles. - -Dien nacht nam Raffles nog een reeks van voorbereidingen. - -Zijn vriend Charly echter sliep vermoeid van de opwindingen van den dag -en ontwaakte eerst, toen de zon reeds hoog aan den hemel stond. - -Raffles echter was verdwenen en terzelfder tijd liep door Londen het -gerucht, dat hij in hechtenis was genomen. - - - - - - - - -DERDE HOOFDSTUK. - -HET GEHEIM VAN DE DIAMANTEN. - - -Dat was zoo in zijn werk gegaan: - -Het bericht, dat in de „Times” had gestaan, was niet ongelezen -gebleven. - -In Londen namelijk stellen de mannen het grootste belang in sport, de -vrouwen in luxe en voornamelijk in sieraden. - -Het vooruitzicht om de diamanten te kunnen zien van den hertog van -Norfolk, die in grootte, zuiverheid en kostbaarheid de kroondiamanten -van den koning nog moesten overtreffen, had reeds in den vroegen morgen -een groote menigte naar het tentoonstellingsgebouw gelokt. - -Om negen uur reeds bewoog zich een groot aantal dames en heeren door de -sierlijke zalen. - -Equipages rolden aan, automobielen snorden voor. De grooms dwarrelden -door elkaar en de eene lady volgde de andere. Zij droegen haar kostbare -wintertoiletten, lange mantels met bontwerk gegarneerd, breede boa’s en -ander kostbaar pelswerk. - -De diamanten van den hertog van Norfolk lagen uitgespreid op zeven -groote, zijden kussens. - -Eigenlijk was het uur van de opening der tentoonstelling op tien uur -bepaald, maar de gevolmachtigde van de Londensche Bank was al om half -negen verschenen met zijn kostbaren schat. - -De vertegenwoordiger was een slank gebouwd man van ongeveer -vijf-en-dertigjarigen leeftijd met een donker puntbaardje. - -Hij zag er inderdaad bijzonder voornaam uit in zijn keurig toilet, -zooals hij daar stond achter de groote tafel, zonder ook slechts een -enkelen keer den blik op te richten van de zijden kussens, waarop de -prachtige steenen schitterden: diamanten, zoo groot als duiveneieren, -naast robijnen en topazen. Smaragden, in goud gevat, naast granaten. -Amethysten naast opalen en turmalienen naast cordierieten. - -Maar diamanten en smaragden waren er in het grootste aantal en alles -schitterde en glinsterde en fonkelde op het donkere fluweel, dat men -meende een stuk van het firmament voor zich te hebben, waaraan sterren -schitterden van de eerste grootte. - -De bezoekers der tentoonstelling hadden nog geen toegang, toen een zeer -voorname jonge lady binnentrad, vergezeld van een inspecteur. Zij had -kastanjebruin haar, dat in dichte lokken haar fijn gezichtje omlijstte -en twee groote, zwarte oogen werden door lange wimpers overschaduwd. - -„Hier lady, is de tentoonstelling,” sprak de inspecteur, boog en ging -heen, want het was hem ten strengste verboden om ook slechts een minuut -in de zaal te blijven. - -De jonge dame ging naar den slanken heer toe. - -„Mijn naam is miss Marion,” sprak zij, „ik ben een vrouwelijke -detective en hier naar toe gezonden om met u samen de diamanten van den -hertog van Norfolk te bewaken.” - -Zij was nadergetreden en de sleep van haar kostbare japon ritselde -zachtjes over den vloer. - -Zonder het antwoord van mister Blakes af te wachten, deed zij de lange -handschoenen van de blanke handen en ging achter de tafel zitten. - -Toen keek ze even naar de revolver, die onder het bereik van den heer -lag en zei niets dan: - -„All right!” - -De ander glimlachte nu, maar sprak geen woord. - -De bezoekers werden thans toegelaten en vele politiebeambten stelden -zich op om met het tweetal, dat daar aan de tafel zat, elke poging tot -diefstal of het stichten van verwarring te beletten. - -De kostbaarheden werden door iedereen bewonderd en veel begeerige -blikken van ijdele vrouwen en hebzuchtige mannen werden op de kostbare -steenen geworpen. - -Na een half uur moest de zaal ontruimd worden om nieuwe bezoekers -binnen te laten. - -Maar tusschen het bezoek der eerste en tweede groep werd een pauze van -een half uur gehouden, waarin de diamanten wederom nauwkeurig -onderzocht werden. - -Mister Blakes stak een sigaret aan, nadat hij de vrouwelijke detective -om vergunning daarvoor had gevraagd, blies den rook voor zich uit en -vroeg: - -„Wie heeft u eigenlijk hierheen gestuurd, lady?” - -„Stelt ge daar belang in? De lord-major van Londen maakte zich een -beetje bezorgd, dat de beambten dit werk niet alleen af konden en -bovendien streef ik slechts één enkel doel na!” - -„En dat is?” - -„Ik wil Raffles vangen. Ik stam uit een voornaam geslacht, dat door -allerlei tegenspoed verarmd is en daarom heb ik een beroep gekozen, dat -hoog salaris geeft.” - -„Ge hebt gelijk. En nu hebt ge het er dus op gezet om Raffles te -vangen?” - -„Ik stel belang in hem! Hij imponeert mij, deze gentleman-dief en -daarom wil ik graag mijn krachten aan hem beproeven!” - -Haar oogen glansden en een lachje krulde haar lippen. - -In hetzelfde oogenblik luidde een bel en de nieuwe bezoekers werden -binnengelaten. - -Nauwelijks hadden zij de zaal gevuld, toen plotseling een heer -binnenstormde, die een zwarten koffer droeg en iedereen omver liep, die -hem in den weg stond. - -Aller oogen richtten zich op dezen persoon. - -De man die binnenkwam, geleek sprekend op den heer, die de diamanten -bewaakte. - -Deze wonderlijke gelijkenis baarde algemeen opzien, die niet weinig -steeg, toen de binnentredende uitriep: - -„Alle duivels, wat gebeurt hier? Ik ben mr. Blakes, de -vertegenwoordiger van de Londensche en Zuid-West Bank.” - -Niemand antwoordde. - -Eindelijk vroeg een der politiebeambten: - -„Kunt gij u legitimeeren?” - -„Zeker.” En deze tweede mr. Blakes haalde zijn papieren te voorschijn. - -De politiebeambte haalde de schouders op. - -„Er is ten slotte toch maar één mr. Blakes,” sprak hij, „en hier -schijnt bedrog in het spel te zijn. Hoe zijn de diamanten van den -hertog van Norfolk hierheen gekomen, als gij de werkelijke mr. Blakes -zijt?” - -Deze strekte den arm uit naar den heer achter de tafel en sprak: - -„Die man is Raffles!” - -De verwarring, die op deze woorden volgde, is onbeschrijfelijk. - -De heeren weken verschrikt achteruit, de dames begonnen van angst te -gillen, de meesten echter verdrongen zich om dezen interessanten man, -die sedert vele maanden geheel Londen in ademlooze spanning hield en -iederen dag de kranten stof gaf tot sensationeele artikelen. - -Dat was dus Raffles! - -Deze echter scheen het volstrekt niet eens te zijn met de onthullingen -van mr. Blakes. - -„Ge zijt gek!” riep hij uit en hij deinsde verschrikt terug, toen hij -zijn dubbelganger goed in het gelaat keek. - -Dat was inderdaad dezelfde donkere puntbaard, dezelfde wenkbrauwen, -hetzelfde haar, dezelfde gelaatstrekken. - -„Dat is een afschuwelijk bedrog!” riep hij uit, „dat is een laagheid!” -en nog voordat iemand het kon verhinderen, had hij zijn revolver -getrokken, gevuurd—het schot knalde. Doch neen, twee schoten waren het, -wier knal zich met elkander vermengde. In het oogenblik namelijk, toen -de tweede mister Blakes het pistool afschoot, had de man, die naast de -vrouwelijke detective stond, bliksemsnel het wapen te voorschijn -gehaald. - -Toen de kruitdamp opgetrokken was, lag degeen, die het laatst was -binnengekomen, op de knieën; zijn revolver lag een halven meter verder -en uit zijn rechterhand vloeide een bloedstroom. - -Mr. Blakes had hem de hand doorgeschoten. - -„Moet ik u nog eens zeggen, dat u dien ellendeling moet weg brengen?” -beval de heer achter de tafel met donderende stem. - -„Deze bedrieger is Raffles, die van de algemeene verwarring gebruik wil -maken om de diamanten van den hertog van Norfolk in zijn bezit te -krijgen!” - -„Het is niet waar!” kreunde de andere. „Ik heb ze hier—ik heb ze bij -mij—de diamanten van den hertog van Norfolk!” - -Het publiek geraakte in steeds grooter spanning. Allen drongen naar -voren om te zien, wat die nieuw aangekomene dan wel in dien koffer had -verborgen. - -En inderdaad: - -In den koffer lagen, zorgvuldig vastgemaakt op de kussens, de diamanten -van den hertog van Norfolk. - -Maar daarginds op de tafel lagen ze ook en de politiemannen streken -zich over de oogen om het spook te verjagen, waaraan zij nog niet -konden gelooven. - -Daar klonk echter opnieuw de stem van mister Blakes, die achter de -tafel met fonkelende juweelen stond. - -„Maar mijneheeren, zijt gij dan inderdaad zóó kortzichtig om niet in te -zien, dat de juweelen, die Raffles hier brengt, allen vervalscht zijn?” - -Groote sensatie! - -De inspecteur van politie nam nu het woord en wendde zich tot de -omstanders: - -„Zijn er misschien onder de aanwezige heeren eenigen, die verstand -hebben van diamanten?” - -Onmiddellijk meldden zich eenige heeren en dames aan. - -Een oude eerwaardige grijsaard haalde een microscoop te voorschijn en -hield dien boven de diamanten, welke de tweede mr. Blakes had gebracht. - -Ademlooze spanning volgde. - -Eindelijk hief de grijze heer het hoofd op en sprak op stelligen toon: - -„Deze diamanten zijn valsch!” - -„Ik zeide het reeds,” sprak de eerste mr. Blakes nu, „En als de heeren -politie-agenten nu nog langer aarzelen om dezen aartsbedrieger weg te -brengen, dan sta ik niet meer voor de gevolgen in!” - -Die woorden hielpen. Een half dozijn agenten pakten den geheimzinnigen -mister Blakes beet en sleepten hem naar de deur. - -Deze rukte zich hier nog eens los, rende naar den anderen mr. Blakes -toe en schreeuwde: - -„Hier—hier—daar—daar—” hij wees op de kostbare steenen, die lagen -tentoongesteld—„hier liggen de gestolen diamanten van den hertog van -Norfolk, die vannacht uit het elfde bijgebouw van de Londensche en -Zuid-West Bank zijn gestolen!” - -„Van dien diefstal heb ik ook al gehoord,” antwoordde de andere mister -Blakes. „De zaak zit namelijk zóó. Toen Raffles vannacht de echte -diamanten poogde te stelen, vielen hem de valsche in handen en hij had -de brutaliteit om deze vandaag aan het Londensche publiek te willen -toonen. Ge ziet heeren, dat Raffles zich zelf heeft verraden. Brengt -hem dus weg!” - -De tweede mister Blakes werd nu in den kraag gepakt en weggebracht. - -De vrouwelijke detective had den geheelen tijd de beide heeren -aangekeken. - -„Jammer,” fluisterde zij nu. - -Mr. Blakes keek haar glimlachend aan. - -„Waarom, lady?” - -Zij zuchtte diep. - -„Ik had mij Raffles heel anders voorgesteld.” - -„Hoe dan?” - -„Och! Slanker, eleganter, nu ja, ik kan dat zoo niet zeggen. En ik had -mij ook in het hoofd gehaald, hem zelf te vangen!” - -In hetzelfde oogenblik nam mr. Blakes de revolver op en strekte die uit -naar een eleganten heer, die een der diamanten op nam. - -„Hand daar weg, als ge geen kogel tusschen de ribben wenscht!” - -Deze keek op met doodsbleek gelaat en de jongedame naast hem uitte een -kreet van schrik. - -„Zijt ge gek?” vroeg een der politie-mannen, „dat is de hertog van -Norfolk.” - -„Dan mag hij toch zijn eigen diamanten niet stelen,” zei Raffles op -doodkalmen toon. - -De hertog van Norfolk, een persoon van omstreeks veertig jaren met een -weinig sympathiek uiterlijk, hief den stok op, maar mr. Blakes zei heel -bedaard: - -„Ik doe mijn plicht, hertog! Doe dien stok weg, want een kogel werkt -sneller!” - -De hertog maakte een toornige beweging en trok zich toen achter in de -zaal terug. - -Wederom werd een pauze van een half uur gehouden. - -„Ge zijt een merkwaardig persoon,” sprak de vrouwelijke detective, toen -zij met Blakes de juweelen controleerde. - -„Hoezoo, lady?” - -„Ik geloof, dat ge betere oogen hebt, dan iemand ter wereld!” - -„Hoe meent ge dat?” - -„Omdat ge alles doorziet!” - -Mr. Blakes lachte. - -„Dat leert men in mijn beroep. Ik wensch u zoo’n paar oogen, lady, dan -zoudt ge misschien een zeer goede detective zijn!” - -Het meisje was door dit gezegde niet weinig boos. - -„O, wat dat betreft,” antwoordde zij, „behoeft ge u niet te verbeelden -mr. Blakes, dat gij Raffles herkend hebt. Ik zag dat al, toen hij de -zaal binnenkwam. Ik wilde alleen niet overijld handelen!” - -„Wel zoo! Ei, ei! En nu hebt ge natuurlijk grooten spijt, dat gij hem -niet gevangen hebt!” - -„Dat kan ik niet ontkennen!” - -„Wel, lady, wat zoudt ge er dan wel voor over hebben, als thans nog de -kans bestond, dat ge Raffles zoudt kunnen vangen!” - -Zij keek hem aan met een spotlachje. - -„Die kans kunt gij mij toch niet geven?” - -„Wie weet? Nu, wat krijg ik?” - -„Honderd pond!” - -„Bah! Daar steek ik mijn sigaret mee aan! Een kus, lady, als ge die -ervoor geeft, ben ik bereid!” - -Zij keerde zich af. - -„Onbeschaamde!” fluisterde zij. - -Maar Blakes liet zich niet zoo gauw uit het veld slaan en eindelijk -sprak zij: - -„Als ge mij het bewijs kunt leveren, dat ge kunt helpen om Raffles te -vangen, dan, in ’s hemelsnaam, zal ik u den kus geven!” - -Hij strekte de hand uit. - -„Op eerewoord en handslag, lady?” - -„Een vrouw een vrouw, een woord een woord, mister Blakes!” - -„Goed! Neem mij dan gevangen!” - -En toen tot de politie-agenten: - -„Het publiek kan weer binnen komen!” - -De lieden kwamen weer binnen. - -Als een standbeeld bleef het meisje op de plaats staan. - -Die man naast haar had zoo juist met de grootste kalmte verteld, dat -hij Raffles was. - -Gloeiend heet vloog het bloed haar naar de wangen. Zij keek van -terzijde mr. Blakes aan en het werd haar hoe langer hoe duidelijker, -dat het inderdaad Raffles was. - -„Ik dacht,” stotterde zij, „ik meende—dat ge zwart haar hadt!” - -„Als ik geweten had, lady, dat ik met u zou kennis maken, had ik mijn -baard zeker thuis gelaten.” - -Zij bloosde. Hij hield haar voor den mal, omdat ze niet eens gemerkt -had, dat zijn baard valsch was. - -„Ge zijt een vreeselijk mensch,” fluisterde zij, „maar pas op, ge -ontsnapt mij toch niet! Ik zal u in hechtenis laten nemen, zoodra ge -het gebouw hier verlaat!” - -„Uitstekend, lady! Maar den zoen krijg ik eerst!” - -Daar trad een der inspecteurs der recherche naar de juweelentafel toe. -Hij reikte Blakes de hand en zei: - -„Het was inderdaad Raffles! Ge hebt ons aan een fameuze vangst -geholpen!” - -De toegesprokene glimlachte. - -„Dank u!” - -„Weet ge het laatste nieuws al?” - -„En dat is?” - -„De directeur van het elfde bijkantoor is vannacht spoorloos -verdwenen!” - -„Inderdaad?” - -„Er schijnt een nieuwe misdaad te zijn begaan!” - -Raffles kuchte eens en blies een blauwe rookwolk de lucht in. - -Toen vroeg hij: - -„Kan ik u misschien met het een of ander helpen, lady?” - -Zij keek op en zag in zijn lachend gelaat. - -O, wat haatte ze hem op dit oogenblik. Ze had hem kunnen dooden. - -„Ik zou graag willen weten,” fluisterde zij, „waar de eigenlijke mister -Blakes is!” - -„Die, lady? O, die is dood!” - -„Dood?—Toch niet vermoord?” - -„Ja.” - -„Maar—om Godswil—toch niet door u?” - -„Neen, lady. Zulke dingen doe ik niet! De directeur van het elfde -bijkantoor heeft hem vermoord!” - -„Weet ge dat zeker?” - -„Ja, heel zeker. Ik heb de misdaad door het sleutelgat gezien en wilde -te hulp snellen, toen het al te laat was! Ik vermoed, dat de directeur -de juweelen van den hertog zich heeft willen toeëigenen en toen vermomd -als mister Blakes hierheen is gegaan! Ik begreep, dat dit het geval zou -zijn en het deed me pleizier, den moordenaar in de val te laten loopen. -Zoo heb ik den schurk, dien Baxter niet wil arresteeren, toch in de -gevangenis gebracht en daarmee in het belang der menschheid een goede -daad verricht, vindt ge ook niet?” - -Zij antwoordde niet en het werd haar zwart voor de oogen. Hoe zou zij -dien man de baas kunnen worden? - -Maar het moest—het moest! Ja, zij wilde den strijd aanvaarden op leven -en dood. Natuurlijk dacht zij er vooreerst niet aan, de agenten te -roepen en Raffles te laten arresteeren. Neen! Zij zou hem met gelijke -wapens bestrijden op dezelfde elegante en toch listige manier! - -„Maar hoe hebt ge de diamanten in uw bezit gekregen?” vroeg zij -plotseling, „en hoe kwam het, dat de directeur met de valsche steenen -hier kwam?” - -„Is u dat ook nog niet duidelijk, lady? O! O! Dat is toch zoo heel -eenvoudig! De directeur was een slimmerd! Hij had een heelen koffer vol -nagemaakte steenen waarschijnlijk met het doel laten vervaardigen om ze -alle ten toon te stellen en de echte zichzelf toe te eigenen. Toen ik -den directeur des nachts een bezoek bracht, zag ik dadelijk dat de -diamanten, die bij hem op tafel stonden, niet echt waren. Ik laat mij -niet zoo heel makkelijk om den tuin leiden, lady! Ik zocht toen de -echte steenen en vond ze heel gauw in een muurkast. Daar nam ik de -echte uit den koffer en legde er de valsche voor in de plaats. - -„Den volgenden morgen was het kistje, waarin de valsche steenen gezeten -hadden, verdwenen en de directeur meende, dat den dieven de valsche -steenen in handen waren gevallen. - -„’t Is een beetje ingewikkeld, nietwaar lady? Maar de heele zaak is ten -slotte toch doodeenvoudig.” - -Zij antwoordde niet. - -Het duizelde haar hoe langer hoe meer. - -O, die Raffles! Die Raffles! - -Maar zij zwoer hem wraak! Bij God, hij zou haar niet ontsnappen. - - - - - - - - -VIERDE HOOFDSTUK. - -GUALA, DE PLANT DER VERGETELHEID. - - -De dienstdoende inspecteur had mr. Blakes meegedeeld, dat de directeur -van het hoofdkantoor der Londensche Bank het niet raadzaam vond om de -juweelen des nachts telkens weer terug te brengen. Zij zouden in het -tentoonstellingsgebouw blijven, streng bewaakt door vijftig lieden. - -Toen het tegen den avond liep sprak lord Lister tot het jonge meisje: - -„Als het u goed is, lady, neem ik nu een uur pauze. Ik ga even naar -huis om te soupeeren.” - -Zij knikte. - -„Goed. Ik zal zoolang de wacht houden.” - -Nauwelijks was hij vertrokken of het meisje riep een geheimen agent -aan. - -„Volg mister Blakes door heel Londen en vertel mij, waar hij woont.” - -„All right, lady.” - -De man verdween. - -Hij wandelde achter mister Blakes aan, die doodkalm voortwandelde en -met diepe teugen de prikkelende winterlucht inademde. Het was bitter -koud en dikke sneeuw lag op de straten. - -Lord Lister trad nu een telefoonkantoor binnen en liet zich verbinden -met Scotland Yard. - -„Inspecteur Baxter daar?—Ja?—Hier Raffles.—Wel!—Houd u kalm, -inspecteur—hier Raffles!—Hebt ge den directeur van het elfde bijkantoor -gearresteerd? Niet?—’t Is een gemeene kerel.—Hij hoort wel degelijk -achter slot en grendel!—Dat schijnt ge maar niet te willen begrijpen, -inspecteur!—’t Is toch zoo!—Ik deel u door dezen mee, dat de directeur -van het elfde bijkantoor mister Blakes heeft vermoord.—Zijt ge nu -tevreden?——Wat??——Gelooft ge het niet?—Is mister Blakes in het -tentoonstellingsgebouw?—Maar dit is Blakes niet, dat is Raffles!——Wat? -Laat ge u niet voor den mal houden? Zit Raffles in de gevangenis?—Ge -zijt een groote gek, inspecteur! Die in de gevangenis zit is Raffles -niet—maar de directeur van het elfde bijkantoor!—Gelooft ge dat ook -niet?—Ga dan eerst eens informeeren, voordat ge mij tegenspreekt—Ik heb -u zoo volledig mogelijk ingelicht!—Adieu, inspecteur Baxter!—Tot -weerziens!” - -Toen ging lord Lister naar zijn woning, waar hij met Charly Brand -allersmakelijkst soupeerde, maar onderwijl ook blijken gaf van -buitengewone vermoeidheid. - -„Wat heb je toch?” vroeg Charly. - -Raffles glimlachte. - -„Niets, heelemaal niets, kerel! Ik geloof alleen maar, dat ik verliefd -ben!” - -En toen ging hij haar het tentoonstellingsgebouw terug. - - - -Het was acht uur in den avond. - -Buiten lag de winternacht reeds lang over het aardrijk uitgespreid. -Daar kwam de hertog Van Norfolk, vergezeld van een mooie, elegante -jonge dame, uit wier oogen echter allesbehalve geluk en zielsrust -straalde. Zij scheen bedroefd, toen zij aan den arm van den hertog in -de zaal trad. - -Deze scheen het voorval van dien dag te hebben vergeten en ging -glimlachend naar den Bankvertegenwoordiger, - -„Ik heb met groot genoegen bemerkt,” sprak de hertog, „dat gij u met -groote nauwgezetheid kwijt van uw plichten en daarom neem ik u ook -niets kwalijk van hetgeen geschied is. Nu zou ik echter graag mijn -diamanten eens willen bekijken!” - -Een jongeman vergezelde het verloofde paar. De hertog stelde dezen voor -als zijn secretaris en Raffles merkte op, dat lady Wydemour, de -aanstaande hertogin en de jonge secretaris elkander met innig verliefde -blikken aankeken. - -Raffles droeg de taak om de juweelen te toonen aan de vrouwelijke -detective over en ging eenige woorden wisselen met den jongeman, die -hem levendig belang inboezemde. - -Maar vóór dien fluisterde hij het meisje toe: - -„Valt het u niet op, lady, dat de hertog van Norfolk zoo bleek ziet? -Doorgaans zijn de lieden, die langen tijd in Indië hebben vertoefd, -toch heel wat bruiner van huidskleur.” - -Nu begon hij een kort gesprek met den secretaris. - -De lady keek den hertog aan en inderdaad, zijn bleekheid viel ook haar -op. Hij zag er eerder uit als iemand, die maandenlang achtereen de -kamer had gehouden dan als iemand, die vele jaren onder de tropische -zon had geleefd. - -„Pardon, mijnheer,” sprak Raffles tot den secretaris, „ik spreek u aan, -omdat ge dezelfde uniform draagt als iemand, met wien ik onder zeer -tragische omstandigheden heb kennis gemaakt.” - -De secretaris greep krampachtig lord Listers beide handen. - -„Wat zegt ge? Hebt ge hem gezien? Waar? Ach—ik zoek hem als sinds vele -maanden—hij is mijn vader!” - -Lord Lister knikte. - -„Dat dacht ik al. De man die dezelfde uniform droeg, is gisteren in den -kelder van het elfde bijkantoor der Londensche en Zuid-West Bank -gevonden. Ik raad u, naar de politie te gaan om het lijk te zien!” - -De jongeman barstte in snikken los. - -„Om Godswil—ook dat nog! Ook dat nog! En niemand weet, waar ons -vermogen is gebleven.” - -„Moest ge deze betrekking aanvaarden, omdat ge verarmd zijt?” - -„Ja. Vader had zijn kapitaal op het elfde bijkantoor. Eensklaps was hij -spoorloos verdwenen. Toen wij onderzoek naar hem instelden, hoorden -wij, dat hij het geheele kapitaal had opgenomen—geen sterveling wist, -wat hij met al het geld moest doen. Sindsdien heb ik nooit meer iets -van vader gehoord.” - -„De zaak is nogal duidelijk. Hij is een slachtoffer van den directeur -van het bijkantoor geworden, die uw vader zeker maandenlang heeft -gevangen gehouden, voordat hij hem doodde in den kelder.” - -De jonge dame had haar hoofd omgewend en keek den secretaris wederom -aan met veelzeggenden blik. - -Deze bemerkte, dat mister Blakes dien blik van verstandhouding had -opgemerkt - -„Om Godswil,” smeekte hij lord Lister, „zeg niets van wat ge hebt -opgemerkt.” - -Lord Lister dacht eenige oogenblikken na. - -„Ik zal ervoor zorgen,” sprak hij toen, „dat ge weer in het bezit van -uw vermogen wordt gesteld en als ge verstandig en moedig zijt, moet ge -ervoor zorgen, dat de hertog van Norfolk niet haar tot zijn gade maakt, -die gij lief hebt.” - -Daarop ging hij weer naar de juweelentafel. - -„Zijt ge niet vermoeid, lady?” vroeg Raffles het jonge meisje. - -Zij schudde het hoofd. - -„Mijn slaap wordt verdreven door de gedachte aan hem, die naast mij -zit.” - -Hij glimlachte vergenoegd. - -„Gij zijt dus bang voor mij, lady?” - -„Bang niet! Maar ik begrijp niet, waarom ge vannacht in het elfde -bijkantoor hebt ingebroken, de juweelen hebt gestolen en ze hier -bracht. Waartoe dat allemaal? Wilt ge als detective optreden?” - -Zij keek hem boos aan. - -„Wilt ge misschien de diamanten van den hertog stelen?” - -„Hadt ge dan iets anders gedacht, lady?” - -„Dat zult ge niet wagen!” - -„Ge zult het zien, lady!” - -Haar oogen vlamden. - -„Ik zal het u beletten”; zij haalde een pistool te voorschijn. „Bij de -eerste poging schiet ik u neer!” - -Hij glimlachte weer. - -„In de eerste plaats lady, heb ik de patronen uit de revolver genomen, -in de tweede plaats zult ge het niet merken, dat ik de diamanten steel -en in de derde plaats—” - -Hij hield plotseling op. In het volgende oogenblik was de geheele zaal -in de diepste duisternis gehuld. - -„Ellendeling!” riep het meisje uit. Maar toen begreep zij, dat Raffles -het licht niet kon hebben uitgedraaid, want hij had zich niet van zijn -plaats bewogen. - -Zij had zich op de diamanten geworpen en was besloten, die met haar -leven te verdedigen; maar een hand klemde zich om haar keel en duwde -haar terug, terwijl een tweede hand onder haar arm doorschoof en naar -de juweelen op het kussen tastte. - -Het meisje was echter niet zoo gauw van haar stuk te brengen. Zij liet -zich eerder een mes tusschen de ribben steken, dan dat zij dezen -diefstal toeliet. Met beide handen greep zij de hand vast—een rilling -liep haar over het geheele lichaam, zonder dat zij in staat was, deze -hand los te laten. Een oogenblik later klonk een schot en het -electrische licht brandde weer. - -In de zaal heerschte algemeene verwarring en toen het licht weer -opging, was de vrouwelijke detective met een luiden kreet naast de -divan neergevallen en had het bewustzijn verloren. - -Lord Lister pakte het ding, dat zij in haar handen hield en slingerde -het in een grooten boog weg. - -Het was een doode hand—een hand, die eens aan een mensch had -toebehoord, en die nu zorgvuldig was geprepareerd; de hand van een -aristocraat, voornaam en elegant. - -Aan den middelvinger schitterde een groote, kostbare smaragd, waarin -twee letters waren gegrift. - -Een deel der politie-agenten zochten naar den man, die deze brutale -inbraak had gepleegd en eenige anderen stonden met wanhopige gezichten -om de doode hand. - -Raffles echter boog zich over het kussen, nam er de juweelen af, stak -ze in zijn zak en ging weg. - -Buiten in de duisternis ontmoette hem een troep politie-agenten met -Baxter aan het hoofd. - -Het was zóó donker, dat men de lieden nauwelijks kon onderscheiden. - -„Wat is er gebeurd?” vroeg Baxter, die hem in zijn vermomming voor een -rechercheur hield. - -„Er is een inbraak gepleegd,” antwoordde lord Lister doodkalm. - -„Dat was Raffles! O, ik word nog gek! Raffles en altijd weer Raffles!!” - -Hij rende de zaal binnen. - -Lord Lister verwijderde zich doodkalm, nam een rijtuig en reed naar den -secretaris van den hertog van Norfolk. - -Lord Lister was totaal veranderd, toen hij bij den secretaris in de -kamer trad, die hem dan ook in den beginne niet herkende. - -„Ik denk, dat ge met lady Wydemour hebt afgesproken om met haar te -vluchten, vóórdat zij de gade van den hertog van Norfolk zal worden!” - -„Hoe weet ge dat?” - -„Ik weet alles. Maar hebt ge ook de noodige middelen om te vluchten!” - -„Helaas niet.” - -„Welnu, hier hebt ge de diamanten, die de hertog officieel aan lady -Wydemour had beloofd. Ze zijn haar eigendom, dat kan niemand ter wereld -haar betwisten; en hierbij hebt gij nog duizend pond, die zeker wel -toereikend zijn om in de eerste behoeften te voorzien!” - -Lord Lister gaf den secretaris een portefeuille en verwijderde zich. - -De secretaris rende hem na. - -„Dat is te veel!” riep hij uit. „Gij maakt mij tot den gelukkigste -aller stervelingen. Hoe kan ik u ooit danken? Wie zijt gij?” - -„Ik ben Raffles. Vaarwel!” - -Op het oogenblik dat lord Lister de deur wilde openen schrikte hij -terug. Het geluid van rammelende ketenen was tot zijn oor -doorgedrongen. - -Hij keek den secretaris met vragenden blik aan. - -„Het is verschrikkelijk,” fluisterde deze, „dat herhaalt zich iederen -nacht. Het is een van de voorvaderen van den hertog van Norfolk. die -geen rust in zijn graf kan vinden!” - -Lord Lister haalde geërgerd de schouders op. - -Hoofdschuddend ging hij heen en reed naar zijn woning, waar Charly -Brand hem ontsteld tegemoet trad. - -„Om Gods wil, ga dadelijk terug of je bent verloren!” - -„Waarom?” - -„Vraag niet verder, maar vlucht!” - -„Maar zeg mij dan toch, waarom.” - -„Een dame is hier—de bekende vrouwelijke detective, die je arresteeren -wil!” - -Lord Lister lachte luid op. - -„En schrik je daar zoo van, omdat lady Marion op visite is gekomen?” - -Charly keek zijn vriend verstomd aan. - -Lord Lister beval nu zijn dienaar om voor een goed souper te zorgen en -trad toen den salon binnen. - -Uit een stoel verrees een schoone gestalte. Het was lady Marion. - -Lord Lister ging haar tegemoet en sprak op hoffelijken toon: - -„Dat noem ik een verrassing, lady Marion en het doet mij genoegen, dat -ge aan mijn uitnoodiging hebt gehoor gegeven.” - -Het meisje keek hem met de grootste verbazing aan. - -„Ja zeker lady, ge hebt immers gisteravond een rechercheur achter mij -aan gestuurd om mijn adres op te nemen. Ik heb den man niet op een -dwaalspoor willen brengen om daardoor niet het genoegen van uw bezoek -te missen en zoodoende heb ik u dus uitgenoodigd!” - -Het meisje wist niet meer, wat ze moest zeggen of doen- Zij had Raffles -willen arresteeren, maar de woorden bleven haar in de keel steken. - -Eindelijk bracht zij uit: - -„Ik ben gekomen om van u de gestolen diamanten van den hertog van -Norfolk terug te vorderen!” - -„Laat ons later over zaken spreken, lady, en laat ons nu soupeeren!” - -Zij schudde het hoofd. - -„Neen, mister Raffles, ik moet dadelijk de diamanten hebben of—” - -„Of wat, lady? Wat wilt ge tegen mij beginnen? Als ik u nu eens een -doek met chloroform tegen den neus houd en u vastbind en u daarna in de -Theems gooi? Hebt ge al aan die mogelijkheid gedacht?” - -Zij werd bleek en zweeg. - -Inderdaad! Zij was geheel in zijn macht. - -De rollen waren thans geheel anders verdeeld dan zij zich het had -voorgesteld. Hoe zou het haar mogelijk zijn om Raffles thans toe te -voegen: - -„In naam der wet zijt ge mijn gevangene!” - -Maar toch! - -Hij had nog niet met haar afgerekend, en hij wist niet, dat over een -uur Baxter hier zou zijn met eenige politieagenten! Zóó dwaas was zij -toch niet geweest om alles op één kaart te zetten. - -Raffles scheen dat niet te vermoeden en evenmin had hij er eenig idee -van, dat voor zijn huis vier geheime politieagenten op wacht stonden. - -„Nu, lady Marion,” sprak hij thans weer, „wenscht ge mijn uitnoodiging -niet aan te nemen?” en hij bood haar zijn arm. - -Het meisje wist niet, wat zij doen moest. - -Zij haalde de schouders op, nam den aangeboden arm en volgde Raffles -naar de eetkamer. Vol bewondering rustte haar blik op deze vreemde -kamer, waarin kostbare meubels, oud porselein en zeldzame schilderijen -een fraai geheel vormden. - -„Mag ik u mijn secretaris en vriend voorstellen, lady? Hij heet Charly. -Meer van zijn naam kan ik u niet verraden; ge zoudt hem later eens in -uw beroep kunnen ontmoeten. Doe hem nooit kwaad, lady, want hij is een -beste kerel!” - -Lord Lister bediende zelf de jonge dame en schonk haar glas vol. - -„Ik drink geen wijn!” sprak het meisje. - -„Kom, lady Marion, dat meent gij niet. Ge denkt natuurlijk, dat ik het -een of andere poeder in uw glas heb gestrooid, maar ge vergist u, lady -Marion. Ik ben volstrekt niet gevaarlijk en aan gif heb ik nooit -gedacht.” - -Het meisje bloosde en schaamde zich; toen nam zij het glas en dronk het -leeg. - -„Hebt ge nog iets naders gehoord, lady,” vroeg lord Lister plotseling, -„of de Raffles, dien door inspecteur Baxter in het -tentoonstellingsgebouw is gearresteerd, nog altijd achter slot en -grendel zit?” - -„Hij is weer op vrije voeten gesteld,” antwoordde zij, „maar later toch -weer in hechtenis genomen. Inspecteur Baxter wilde het eerst niet -gelooven, dat de directeur van het elfde bijkantoor een schurk was, -maar hij heeft ook zoo veel aan zijn hoofd en thans bemoeit hij zich -weer met het nieuwste Londensche schandaal.” - -„Wat is dat dan?” - -„Dat een zekere mr. Thompson er van door is gegaan met de bruid van den -hertog van Norfolk.” - -Lord Lister lachte hartelijk. - -„Zoo? Is dat inderdaad waar? Ge bedoelt toch den secretaris van den -hertog?” - -„Ja, juist. De jonge man beweert een zoon te zijn van den man, die door -den directeur van het elfde bijkantoor vermoord is en daarom heeft -inspecteur Baxter den directeur wederom in hechtenis genomen.” - -„Nu, en verder?” - -„De directeur heeft alles bekend, nadat hij een verhoor had ondergaan -van twee uren. Hij heeft mr. Thomson vermoord en toen de politie -huiszoeking deed, heeft zij ook het lijk gevonden van mr. Blakes.” - -„Dan heeft de politie dus eindelijk beslag gelegd op een lafhartigen -schurk.” - -„Ik ben alleen maar bang, dat er nog zoo’n schurk in Londen zit, waarop -noch Baxter noch zijn collega’s eenig vermoeden hebben!” - -Terwijl het gesprek in vollen gang was, bemerkte het meisje niet, dat -lord Lister plotseling een korreltje, ter grootte van een speldeknop, -tusschen duim en wijsvinger liet glijden. - -Neen, zij merkte het niet. - -Lord Lister haalde zijn sigarettenkoker te voorschijn. - -„Is het veroorloofd, lady?” - -Zij knikte en lachte en dacht er aan, hoe grappig het zou zijn, als zij -over een half uur, wanneer Baxter met zijn mannetjes zou verschijnen, -plotseling zou opspringen en uitroepen: - -„Raffles, ik arresteer u, in naam der wet!” - -Toen eensklaps werd het haar, alsof een zwarte nevel voor haar oogen -trok. - -Instinctmatig rees bij haar de gedachte: „Je bent vergiftigd,” maar -toen, terwijl zij een blik naar lord Lister wierp, werd zij weer kalm. - -Neen!—Zoo slecht zou hij toch niet zijn en zij had nog nooit gehoord, -dat hij iemand had voorgelogen. - -Maar nu gevoelde ze zich toch weer zoo vreemd! De woorden van lord -Lister drongen nog slechts vaag tot haar door. Zij liet de armen langs -het lijf vallen en sloot langzaam de oogen. - -Charly Brand had deze verandering gezien en was opgesprongen. - -„Om Godswil, wat heb je haar gegeven?” vroeg hij, „ze verliest het -bewustzijn.” - -Lord Lister schudde het hoofd. Zijn gelaat was heel ernstig. - -„Ik moest dit middel te baat nemen, beste Charly, maar het is volkomen -onschadelijk—en toch een der gevaarlijkste wapenen waarover ik te -beschikken heb.” - -„Verliest ze het bewustzijn?” - -„Neen. Heb je nooit gehoord van de guala, de plant der vergetelheid?” - -Charly Brand schudde het hoofd. - -„Zij is feitelijk een verdoovingsmiddel. Als zij dikwijls wordt -gebruikt, kan zij krankzinnigheid veroorzaken, maar anders heeft zij -slechts geheugenzwakte tengevolge, en— —” - -Lord Lister kon niet voleinden, want lady Marion hief het hoofd op. -Haar oogen schitterden weder. - -Een poosje keek zij vragend rond, toen vroeg zij: - -„Waar ben ik?” - -„Ge zijt bij lord Boston, lady, drink eens, dat zal u goed doen!” - -Zij dronk en keek den grooten Onbekende weer aan. - -„Zijt gij lord Boston?” - -„Ja, lady.” - -Zij knikte. - -Het gesprek werd voortgezet, maar het meisje scheen zich inderdaad -niets meer te herinneren. - -Raffles nam haar hand en hield die langen tijd in de zijne en terwijl -Charly Brand weer steeds hoofdschuddend keek van de een naar den ander, -sprak lord Lister op fluistertoon tot het jonge meisje, alsof hij haar -staatsgeheimen had te vertellen. - - - - - - - - -VIJFDE HOOFDSTUK. - -EEN NACHT VOL VERSCHRIKKINGEN. - - -Het werd zoo stil in de eetkamer, dat men het tikken der klok duidelijk -kon hooren. - -De lord hield nog steeds de hand vast van lady Marion en Charly Brand -was ingedommeld, toen plotseling de kamerdienaar verscheen. - -„Pardon, lord—de politie is er!” - -Charly sprong op. - -Ook Raffles was opgestaan en verschoot van kleur. - -„Politie?” - -Daar was hij niet op voorbereid. - -„Waar zijn ze?” - -„Ze komen juist de trap op! Ik stond met de keukenmeid te praten, toen -een inspecteur kwam vragen of hier een heer woont, die een dame op -bezoek had. De heer heette lord Boston! - -„Ik schrikte vreeselijk en zei: - -„Neen, inspecteur!” - -Luid lawaai werd nu vernomen op de trap. - -Raffles mocht niet langer aarzelen. Alles hing van één oogenblik af en -reeds overlegde hij, langs welken kant hij zich het best door de vlucht -zou kunnen redden, toen plotseling een zachte vrouwenstem aan zijn oor -fluisterde: - -„Wat is er, lord Boston? Wat wil de politie van u? Dat die ook juist nu -moet komen!” - -De Groote Onbekende glimlachte even. - -„Vlieg naar buiten, Charly en tracht ze op te houden.” En toen tegen -Marion: - -„Ge moet me redden—binnen een minuut is de politie hier—het kost je -maar een woord.” - -Zij was opgesprongen en verloor geen oogenblik haar tegenwoordigheid -van geest. - -„Wat kan ik voor je doen?” vroeg Marion met liefdevollen blik, want in -hetzelfde oogenblik was zij er zich van bewust geworden, dat zij dezen -man niet aan de politie zou kunnen overleveren. - -„Ga zoo gauw mogelijk naar buiten en doe alsof je den inspecteur kent. -Je zegt hem dan naar boven te gaan en de dienstbodenkamers te -doorzoeken. Als de politie daarheen gaat, kom jij in de vestibule, waar -ik je zal wachten.” - -Met een enkelen sprong was lord Lister achter een groot tochtscherm -verdwenen, in hetzelfde oogenblik, dat Baxter de deur opendeed en -binnentrad. - -„Waar is hij? Kom, vooruit Raffles, spartel nu maar niet tegen!” - -Zijn blik viel thans op lady Marion, de vrouwelijke detective. - -„Ha, zijt gij daar, lady? Ik heb me al ernstig bezorgd over u gemaakt. -Ik zie, dat ge reeds gesoupeerd hebt! Nu, des te beter! Waar is hij?” - -Lady Marion haalde de schouders op. - -„Gij zijt op een dwaalspoor inspecteur, hij is niet hier!” - -„Wat? Niet hier? En ik meende door de glazen deur zijn schaduw te -zien!” - -„Hij is door de vestibule langs een trap naar een geheime gang -gevlucht!” - -Baxter draaide zich oogenblikkelijk om en riep tot de agenten: - -„Volg mij! Kom, lady Marion, ga ook mee.” - -Lady Marion volgde de politiemannen, die de trap opgingen, naar de -dienstbodenvertrekken. - -„Kom, lady, kom!” riep inspecteur Baxter nogmaals, maar het meisje -aarzelde, Want zij wilde de komst van lord Boston afwachten. - -Zij zag een schaduw langs den muur glijden, zij keerde zich om en haar -ontsnapte de kreet: - -„Raffles!” - -Guala, de bloem der vergetelheid, had haaf werking verloren en de -vrouwelijke detective herinnerde zich weer alles, wat gebeurd was. - -Baxter had dien uitroep gehoofd en zich bliksemsnel omgekeerd, maar in -hetzelfde oogenblik was Raffles hem op zij en wierp de zware deur in -het slot. - -Het meisje wilde schreeuwen en zich op Raffles werpen, maar deze legde -zijn hand op haar mond, hief haar op en droeg haar de trap af, - -„Laat dadelijk het rijtuig voorkomen!” riep John Raffles zijn vriend -toe, terwijl boven aan de trap met stokken op de gesloten deur werd -gebeukt, en inspecteur Baxter luid uitschreeuwde: - -„Lady Marion! Lady Marion! Gij hebt ons in een val gelokt! Schaam u, -lady Marion! Nu kan men weer eens zien, hoezeer men zich op de vrouwen -kan verlaten! Vooruit, jongens! Wij moeten hem hebben!” - -Een bediende kwam zeggen, dat het rijtuig voor was. - -Nog altijd hield Raffles zijn hand op den mond van het meisje, dat zich -als een wanhopige verdedigde, totdat de krachten haar begaven. - -„Zoo gauw als ik vertrokken ben,” sprak Raffles nu tot zijn bediende, -„kunt gij die lieden daarboven weer in vrijheid stellen en hun zeggen, -dat ik lady Marion naar huis heb gebracht.” - -Nauwelijks zette het rijtuig zich in beweging, of de agenten, die -buiten op post hadden gestaan, vlogen achter het rijtuig aan en toen -Raffles zijn hoofd uit het portier stak, floot hem een kogel om de -ooren. - -In hetzelfde oogenblik werd zijn keel toegeknepen en een stem -fluisterde: - -„Raffles, ge zijt mijn gevangene.” - -Zonder de minste moeite verwijderde Raffles de vingers van zijn hals. - -„Het zou mij spijten, lady, als ik eenig geweld tegen u moest -gebruiken!” - -Het rijtuig stond hu met een schok stil, en Raffles ontdekte tot zijn -niet geringe ontsteltenis, dat zijn beide prachtige hengsten waren -overhoop geschoten. - -Lord Lister sprong uit het rijtuig en was weldra door een aantal -detectives omringd. - -De eerste, die hem wilde naderen, kreeg een geweldigen stoot onder de -kin, zoodat hij een eind achteruit stoof. De tweede kreeg een trap en -de derde vloog met zoo’n smak tegen de equipage, dat hij de lady in -zijn val mee overhoop trok. - -Maar het meisje was besloten Raffles tot elke prijs te vangen en zij -vuurde de agenten aan. - -Toen Raffles op de vlucht sloeg, ijlde zij hem achterna. - -Plotseling stond Raffles voor den achterkant van een gebouw, waar hij -reeds eens was geweest, toen hij den secretaris van den hertog van -Norfolk de diamanten had gegeven. - -Hij bedacht zich geen oogenblik en klom tegen het traliewerk op; daarna -verdween hij in den donkeren tuin, juist in hetzelfde oogenblik, dat -zijn vervolgers hem te vergeefs in de straat zochten. - -In zijn vaart rende de vluchteling tegen een fontein aan; een gedeelte -van het voetstuk viel naar beneden en Raffles keek in een donker -gewelf. - -Een oogenblik aarzelde hij, maar toen ook begreep hij, dat dit de -eenige weg tot redding was en hij liep de gang door. - -Aan het eind verwijdde de gang zich tot een hol, hetgeen Raffles bij -het schijnsel van zijn electrische zaklantaarn opmerkte en toen ook -bereikten jammerkreten zijn oor, vermengd met het rammelen van ketenen. - -De tanden op elkaar geklemd schreed Raffles voorwaarts en toen zag hij -op een stroobos het uitgeteerde lichaam van een mensch, geheel in -lompen gehuld. - -Toen die persoon Raffles aankeek, deinsde hij verschrikt achteruit en -lord Lister, die anders voor geen kleintje vervaard was, klemde de -tanden op elkaar om het niet uit te schreeuwen van afschuw. - -De ongelukkige miste de rechterhand en zijn arm eindigde in een stomp, -gehuld in lompen. - -Het gelaat had weinig menschelijks meer behouden, maar toch waren de -trekken nog duidelijk te herkennen. De gelijkenis met den hertog van -Norfolk, in wiens paleis lord Lister zich bevond, was treffend. - -Wie was die ongelukkige? - -Waarom miste hij juist de rechterhand? Hing deze ontdekking misschien -samen met die doode hand, die de vrouwelijke detective had -vastgehouden? - -„Wie zijt gij?” vroeg lord Lister den ongelukkige. „Vertrouw op mij, ik -zal trachten u te redden!” - -Een afschuwelijk reutelen, was het antwoord. De rampzalige opende den -mond en met een kreet van weerzin trad Raffles achteruit. De man miste -zijn tong. - -En langzamerhand werd alles Raffles duidelijk, toen hij de linkerhand -van dien ongelukkige bekeek, den bouw van zijn lichaam, de -aristocratische trekken, die door het lijden niet waren uitgewischt. - -Dit was de echte hertog van Norfolk, en de ander was een schandelijke, -een ellendige bedrieger, waarvan in Londen de weerga niet te vinden -was. - -Een grenzelooze toorn maakte zich van lord Lister meester, toen hij -langzamerhand begon te begrijpen, hoe deze ongelukkige gepijnigd was, -opdat de ander maar zoo spoedig mogelijk in het bezit van de -onschatbare diamanten zou komen. - -Maar lord Lister zou wraak nemen! Hij haalde een reusachtig groot mes -te voorschijn en na langen tijd te hebben gevijld, vielen de ketenen -rammelend neer. Toen beval hij den ongelukkige, door teekenen, hem te -volgen. - -De gevangene deed dit, op handen en voeten voortkruipend, voorafgegaan -door lord Lister, die zijn electrische zaklantaarn gereed hield. - -Vele gangen ging het tweetal door, vele deuren werden door lord Lister -opengebroken of stuk getrapt en vele kamers bezochten zij. - -Eindelijk belandden zij in een fantastisch gemeubeld vertrek. Een jong -meisje lag op den grond en een man, met een lang dolkmes in de hand, -had zijn knie op haar keel gezet en stond gereed, den doodelijken stoot -toe te brengen. - -In een enkel oogenblik had Raffles den geheelen toestand overzien. Vol -gruwelijke ontzetting herkende hij in het bedreigde meisje de -vrouwelijke detective en in den man den valschen hertog van Norfolk. - -Met een schreeuw van woede wierp lord Lister zich op hem. - -De woestaard keek met bloeddoorloopen oogen zijn nieuwen tegenstander -aan, liet het meisje los en wierp zich met woest gebaar op lord Lister. - -Deze was ongewapend, want in het onderaardschse hol had hij zijn messen -en zijn revolver laten liggen. - -De hertog van Norfolk maakte heel handig gebruik van dezen ongewapenden -toestand van zijn tegenstander en terwijl hij hem met den linkerarm van -zich trachtte af te weren, gaf hij hem terzelfdertijd zulk een -geweldigen trap tegen den buik, dat lord Lister bijna neerviel. Toen -stiet hij naar hem met zijn mes. - -Met een handige beweging echter was lord Lister uit den weg gegaan, -zoodat het wapen de lucht doorkliefde en in de lambriseering van den -muur terecht kwam, waartegen lord Lister geleund stond. - -In het volgende oogenblik had hij den arm van zijn vijand beetgepakt en -met de geweldige kracht, waarover hij kon beschikken, neergedrukt. -Opnieuw stiet zijn vijand naar hem en deze manier van strijden was des -te gevaarlijker, daar lord Lister zich er nooit van had bediend. - -Maar de schurk daarentegen was weer niet bekend met een wijze van -vechten, waarin lord Lister een meester was. Terwijl de ander namelijk -zijn rechterarm ophief om het wapen in lord Listers borst te stooten, -gleed de linkerarm van lord Lister bliksemsnel tusschen den rug en de -beide armen van zijn vijand. - -Nu was het natuurlijk den schurk onmogelijk, met den rechterarm nog toe -te stooten. - -Terzelfder tijd omklemde lord Listers rechterhand den linkerarm van -zijn vijand. Zijn eigen linkerarm lag nu als een steen tusschen den rug -en de beide armen van zijn tegenstander, wien het onmogelijk gemaakt -was, de geringste beweging uit te voeren. - -Wel trachtte hij, als een razende tekeer gaande, zich te bevrijden, -maar nog voordat hij zich kon losmaken, had lord Lister hem drie keer -met de vlakke hand een klap tegen de keel gegeven, zoodat de aanvaller -als een zak neerplofte. - -Lord Lister wierp zich op hem en bond hem, voordat de ellendeling weer -tot bezinning was kunnen komen. - -Toen sprong hij op. - -Hijgend, zelf vrij ernstig gewond, stond hij voor de vrouwelijke -detective. - -Voor den eersten keer in zijn leven was lord Lister zoo zwak, dat een -kind hem had kunnen overwinnen. De vreeselijke gebeurtenissen van dezen -nacht hadden zijn krachten uitgeput en de verwoede strijd met dien -ellendeling had het laatste beetje van zijn weerstandsvermogen nog -opgeslokt. - -En als lady Marion nu haar revolver had genomen en met dreigend gebaar -had uitgeroepen: „Handen hoog, Raffles, ge zijt mijn gevangene!” dan -zou lord Lister niet meer de kracht hebben gevonden om zich te -verdedigen tegen dezen nieuwen vijand. - -Zijn kleeren hingen in flarden langs zijn lijf, zijn knieën beefden, en -met de rechterhand greep hij de leuning van zijn stoel. - -Maar het meisje dacht er niet meer aan, hem te arresteeren. - -Zij was immers vrouw en sinds het oogenblik dat zij Raffles had leeren -kennen, hadden er in haar twee machten om den voorrang gestreden: - -De trots en de liefde. - -Zij had tot op dit oogenblik niet willen bekennen, dat deze man haar -meester was. Zij had al haar trots erop gezet, hem te arresteeren, hem -op wien nog geen man vat had kunnen krijgen en toch was, sinds het -eerste oogenblik, de liefde in haar hart geslopen. - -En nu—nu Raffles weerloos voor haar stond—nu zegevierde ook die liefde -voor het eerst. - -Ja, alle haat was verdwenen! - -Zij zou in dit oogenblik in staat zijn geweest, haar leven voor hem op -te offeren en zij werd doodelijk bleek, toen het huis plotseling -daverde van vreeselijk rumoer. - -Men hoorde bijlen slaan, deuren vlogen splinterend uiteen, schoten -kraakten en het jammeren van doodelijk getroffen dienaren vervulde het -geheele huis. - - - -De vrouwelijke detective had dadelijk haar opmerkzaamheid gericht op -het paleis van den hertog van Norfolk, toen Raffles haar ontsnapt was. - -Zij was ervan overtuigd, dat hij zich hier ergens verborgen hield en -had zich in het nachtelijk uur tot den hertog van Norfolk gewend om het -huis te laten doorzoeken. - -De hertog echter, die zelf niets vuriger verlangde, dan dat Raffles -werd om hals gebracht, had het bezoek der vrouwelijke detective -verkeerd opgevat. - -Hij, die dag en nacht in de vreeselijkste angsten verkeerde, dat zijn -misdaad aan het licht zou komen, meende zich reeds ontdekt te zien, had -daarom de detectives der lady door zijn dienstpersoneel laten -overrompelen en was op het punt, de lady zelve voor altijd onschadelijk -te maken, toen lord Lister in het juiste oogenblik was verschenen. - -Een der detectives, die de lady had vergezeld, was ontsnapt en had de -politie verteld van het gevecht, dat had plaats gevonden. - -Inspecteur Baxter, die intusschen met zijn detectives in Scotland Yard -was aangekomen, was onmiddellijk op weg gegaan en hij was het, die nu -met zijn lieden de deuren verbrijzelde en hef heele huis overhoop -haalde om de vrouwelijke detective op te sporen. - -Zij kromp ineen. - -Enkele oogenblikken luisterde zij, toen legde ze haar hand op den arm -van den meesterdief. - -„Binnen twee minuten zijt ge verloren!” fluisterde zij, „ik zal u -redden!” - -Lord Lister verzamelde al zijn krachten. - -Het bloedverlies, dat veroorzaakt werd door verscheiden wonden, -verzwakte hem nog meer. - -Maar thans, nu gevaar dreigde, kwam de oude energie weer boven. - -Deze man die over een ijzeren constitutie beschikte, gaf zich nog niet -verloren. Hij richtte zich hoog op en volgde de lady, die ijlings -voortliep. - -Zij zelve was echter niet genoeg op de hoogte van al de verschillende -vertrekken van het paleis om te weten, waarheen zij lord Lister moest -brengen. - -Zij wilde hem slechts brengen uit de verderfelijke nabijheid der -detectives, die juist de laatste deuren verbraken en nu de kamer -binnendrongen, waar zich zoo juist de vreeselijke strijd had -afgespeeld. - -Intusschen had lord Lister een der laatste vertrekken van het huis -bereikt. - -Hij zag daar een groote kast, deed deze open en nam er een kostbare -pelsjas uit. - -„In dit kostuum kan ik toch moeilijk de straat opgaan, juffrouw,” zei -hij lachend en hij trok den kostbaren pels aan. - -Nu zag hij ook in een aangrenzend vertrek een groote, ijzeren -brandkast. - -„Ik heb mijn geld vergeten, lady,” zei hij met den ouden humor, die -weer met zegevierende schittering in zijn oogen lichtte, „en zonder -geld is Raffles een nul.” - -Hij haalde zijn ijzeren boor voor den dag en opende de kast. - -De vrouwelijke detective echter legde beide handen op zijn arm en zei: - -„Om Godswil! Als ge nog een seconde toeft, zijt ge verloren!” - -In hetzelfde oogenblik vloog de brandkast open. - -Lord Lister haalde er den inhoud uit en stak de bankbiljetten in den -zak. - -Dit geschiedde, toen juist Baxter en zijn mannen de kamer wilden -binnendringen, die nog slechts door twee zwakke deuren was afgescheiden -van die, waarin Raffles zich bevond. - -Hij was verloren. - -Maar nu ook daagde een helper op, waaraan hij noch de vrouwelijke -detective hadden gedacht. - -Uit een der hoeken kroop een afschuwelijke gedaante te voorschijn, die -in het zwakke schemerlicht van een roode lantaarn er nog -weerzinwekkender uitzag dan tevoren: die half mensch half dier scheen -en zich uitrekte, de uitgeteerde armen opgeheven. - -Als een beschermer plaatste de gedaante zich voor de deur, waarachter -lord Lister was verdwenen. - -De ongelukkige, die maandenlang in ketenen had gezucht, had genoeg -verstand behouden om te begrijpen dat degeen, die hem dezen nacht gered -had, voortvluchtig was. - -En hij toonde zijn dankbaarheid, doordat hij lord Listers vlucht met -zijn leven dekte. - -Inspecteur Baxter en zijn mannen weken verschrikt achteruit, toen zij -die afschuwelijke gestalte ontdekten. - -Het was, alsof een lijk plotseling levend was geworden! - -Die van waanzin gloeiende, half uitgedroogde oogen, joegen den -detectives den grootsten angst en ontzetting aan. - -Zij weigerden het allen, die vreeselijke gedaante, die zij hielden voor -de een of andere spookverschijning, daar van de deur weg te jagen en -eerst, toen reeds vele minuten in ijzingwekkende stilte waren -voorbijgegaan, vond inspecteur Baxter zelf den moed om dien -ongelukkigen stumperd beet te pakken en opzij te slingeren. - -Toen vloog de inspecteur alle kamers door en juist toen hij de laatste, -de achterste bereikt had, zag hij, hoe een donkere gedaante als een -pijl uit den boog door het venster verdween en naar beneden zich liet -glijden. - -Het was lord Lister, die geluidloos in den donkeren nacht verdween. - -Baxter had hem heel goed herkend. - -Hij zond den vluchteling dan ook onmiddellijk een schot kruit na. - -Toen keerde hij zich, snuivend, hijgend, kuchend van woede tot de -vrouwelijke detective: - -„De duivel mag jou halen!” bulderde hij, „en dát wil een detective -wezen!” - -Het meisje glimlachte. - -Toen schudde zij het hoofd. - -„Ik was het, inspecteur!” - -„Hoe—wat? Versta ik goed?” - -„Dat doet ge!” - -„Zeg het dan nog eens, als je durft!” - -„Ik durf!” - -„Zeg het!” - -„Ik was een detective, inspecteur, maar nu— —” - -„Nu?” - -„Nu ben ik een vrouw geworden!” - -Inspecteur Baxter keek haar eenige oogenblikken aan. - -Hij was ervan overtuigd, dat dit meisje haar verstand verloren had en -schouderophalend wendde hij zich af. - -„Daar begrijp ik niets van!” bromde hij en toen maakte hij zich gereed -om lord Lister te gaan vervolgen, die niet meer kon worden ingehaald. - -De schurk, die door Raffles gearresteerd werd, werd nog denzelfden -nacht naar Scotland-Yard overgebracht. - -Daar bekende hij ook, toen hij tegenover zijn rampzalig slachtoffer -geplaatst werd, dat hij zich onmenschelijk had gedragen. - -In Indië had hij zeven jaren doorgebracht in het tuchthuis te Madras en -was toen door den hertog van Norfolk, die niets van zijn verleden wist, -als diens particulier secretaris aangenomen. - -Hij geleek sprekend op den hertog en van deze noodlottige gelijkenis -had de schurk al heel gauw profijt getrokken. - -Hij had zijn meester gevangen genomen en toen met voortreffelijke -schurkerij diens rol gespeeld. - -De werkelijke hertog van Norfolk stierf twee dagen later. - -Zijn diamanten zijn hooit meer het eigendom geworden van zijn geslacht. - -En Raffles? - -Ach, hij wist het wel, dat het mooie meisje, de bekoorlijke miss -Marion, hem had geholpen, toen hij te zwak, te uitgeput was om nog -eenigen tegenstand het hoofd te bieden! - -Maar hij verbaasde zich niet, de elegante jonge lord, want hij wist het -maar al te goed, dat zijn invloed op vrouwen onzegbaar groot was. Dat -zij voor hem door het vuur zouden gaan, als hij glimlachte, haar leven -zouden offeren, zoo hij er om zou smeeken met zijn liefsten lach, zijn -meest vleiende stem. - -Hij was weer ontkomen, de meesterdief; voor den zooveelsten keer den -grijpvingers der politie ontsnapt. - -En hij rustte zich uit tot nieuwe daden. - - - - - - - -*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK LORD LISTER NO. 0011: DE -DIAMANTEN VAN DEN HERTOG VAN NORFOLK *** - -Updated editions will replace the previous one--the old editions will -be renamed. - -Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright -law means that no one owns a United States copyright in these works, -so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the -United States without permission and without paying copyright -royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part -of this license, apply to copying and distributing Project -Gutenberg-tm electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG-tm -concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark, -and may not be used if you charge for an eBook, except by following -the terms of the trademark license, including paying royalties for use -of the Project Gutenberg trademark. If you do not charge anything for -copies of this eBook, complying with the trademark license is very -easy. You may use this eBook for nearly any purpose such as creation -of derivative works, reports, performances and research. Project -Gutenberg eBooks may be modified and printed and given away--you may -do practically ANYTHING in the United States with eBooks not protected -by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the trademark -license, especially commercial redistribution. - -START: FULL LICENSE - -THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE -PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK - -To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free -distribution of electronic works, by using or distributing this work -(or any other work associated in any way with the phrase "Project -Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full -Project Gutenberg-tm License available with this file or online at -www.gutenberg.org/license. - -Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project -Gutenberg-tm electronic works - -1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm -electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to -and accept all the terms of this license and intellectual property -(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all -the terms of this agreement, you must cease using and return or -destroy all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your -possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a -Project Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound -by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the -person or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph -1.E.8. - -1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be -used on or associated in any way with an electronic work by people who -agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few -things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works -even without complying with the full terms of this agreement. See -paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project -Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this -agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm -electronic works. See paragraph 1.E below. - -1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the -Foundation" or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection -of Project Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual -works in the collection are in the public domain in the United -States. If an individual work is unprotected by copyright law in the -United States and you are located in the United States, we do not -claim a right to prevent you from copying, distributing, performing, -displaying or creating derivative works based on the work as long as -all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope -that you will support the Project Gutenberg-tm mission of promoting -free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg-tm -works in compliance with the terms of this agreement for keeping the -Project Gutenberg-tm name associated with the work. You can easily -comply with the terms of this agreement by keeping this work in the -same format with its attached full Project Gutenberg-tm License when -you share it without charge with others. - -1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern -what you can do with this work. Copyright laws in most countries are -in a constant state of change. If you are outside the United States, -check the laws of your country in addition to the terms of this -agreement before downloading, copying, displaying, performing, -distributing or creating derivative works based on this work or any -other Project Gutenberg-tm work. The Foundation makes no -representations concerning the copyright status of any work in any -country other than the United States. - -1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: - -1.E.1. The following sentence, with active links to, or other -immediate access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear -prominently whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work -on which the phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the -phrase "Project Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, -performed, viewed, copied or distributed: - - This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and - most other parts of the world at no cost and with almost no - restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it - under the terms of the Project Gutenberg License included with this - eBook or online at www.gutenberg.org. If you are not located in the - United States, you will have to check the laws of the country where - you are located before using this eBook. - -1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is -derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not -contain a notice indicating that it is posted with permission of the -copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in -the United States without paying any fees or charges. If you are -redistributing or providing access to a work with the phrase "Project -Gutenberg" associated with or appearing on the work, you must comply -either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or -obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg-tm -trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9. - -1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted -with the permission of the copyright holder, your use and distribution -must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any -additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms -will be linked to the Project Gutenberg-tm License for all works -posted with the permission of the copyright holder found at the -beginning of this work. - -1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm -License terms from this work, or any files containing a part of this -work or any other work associated with Project Gutenberg-tm. - -1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this -electronic work, or any part of this electronic work, without -prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with -active links or immediate access to the full terms of the Project -Gutenberg-tm License. - -1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, -compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including -any word processing or hypertext form. However, if you provide access -to or distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format -other than "Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official -version posted on the official Project Gutenberg-tm website -(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense -to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means -of obtaining a copy upon request, of the work in its original "Plain -Vanilla ASCII" or other form. Any alternate format must include the -full Project Gutenberg-tm License as specified in paragraph 1.E.1. - -1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, -performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works -unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. - -1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing -access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works -provided that: - -* You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from - the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method - you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed - to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he has - agreed to donate royalties under this paragraph to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid - within 60 days following each date on which you prepare (or are - legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty - payments should be clearly marked as such and sent to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in - Section 4, "Information about donations to the Project Gutenberg - Literary Archive Foundation." - -* You provide a full refund of any money paid by a user who notifies - you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he - does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm - License. You must require such a user to return or destroy all - copies of the works possessed in a physical medium and discontinue - all use of and all access to other copies of Project Gutenberg-tm - works. - -* You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of - any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the - electronic work is discovered and reported to you within 90 days of - receipt of the work. - -* You comply with all other terms of this agreement for free - distribution of Project Gutenberg-tm works. - -1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project -Gutenberg-tm electronic work or group of works on different terms than -are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing -from the Project Gutenberg Literary Archive Foundation, the manager of -the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the Foundation as set -forth in Section 3 below. - -1.F. - -1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable -effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread -works not protected by U.S. copyright law in creating the Project -Gutenberg-tm collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm -electronic works, and the medium on which they may be stored, may -contain "Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate -or corrupt data, transcription errors, a copyright or other -intellectual property infringement, a defective or damaged disk or -other medium, a computer virus, or computer codes that damage or -cannot be read by your equipment. - -1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right -of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project -Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project -Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all -liability to you for damages, costs and expenses, including legal -fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT -LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE -PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE -TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE -LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR -INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH -DAMAGE. - -1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a -defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can -receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a -written explanation to the person you received the work from. If you -received the work on a physical medium, you must return the medium -with your written explanation. The person or entity that provided you -with the defective work may elect to provide a replacement copy in -lieu of a refund. If you received the work electronically, the person -or entity providing it to you may choose to give you a second -opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If -the second copy is also defective, you may demand a refund in writing -without further opportunities to fix the problem. - -1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth -in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO -OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT -LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. - -1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied -warranties or the exclusion or limitation of certain types of -damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement -violates the law of the state applicable to this agreement, the -agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or -limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or -unenforceability of any provision of this agreement shall not void the -remaining provisions. - -1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the -trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone -providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in -accordance with this agreement, and any volunteers associated with the -production, promotion and distribution of Project Gutenberg-tm -electronic works, harmless from all liability, costs and expenses, -including legal fees, that arise directly or indirectly from any of -the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this -or any Project Gutenberg-tm work, (b) alteration, modification, or -additions or deletions to any Project Gutenberg-tm work, and (c) any -Defect you cause. - -Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm - -Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of -electronic works in formats readable by the widest variety of -computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It -exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations -from people in all walks of life. - -Volunteers and financial support to provide volunteers with the -assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's -goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will -remain freely available for generations to come. In 2001, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure -and permanent future for Project Gutenberg-tm and future -generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see -Sections 3 and 4 and the Foundation information page at -www.gutenberg.org - -Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation - -The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non-profit -501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the -state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal -Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification -number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by -U.S. federal laws and your state's laws. - -The Foundation's business office is located at 809 North 1500 West, -Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up -to date contact information can be found at the Foundation's website -and official page at www.gutenberg.org/contact - -Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg -Literary Archive Foundation - -Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without -widespread public support and donations to carry out its mission of -increasing the number of public domain and licensed works that can be -freely distributed in machine-readable form accessible by the widest -array of equipment including outdated equipment. Many small donations -($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt -status with the IRS. - -The Foundation is committed to complying with the laws regulating -charities and charitable donations in all 50 states of the United -States. Compliance requirements are not uniform and it takes a -considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up -with these requirements. We do not solicit donations in locations -where we have not received written confirmation of compliance. To SEND -DONATIONS or determine the status of compliance for any particular -state visit www.gutenberg.org/donate - -While we cannot and do not solicit contributions from states where we -have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition -against accepting unsolicited donations from donors in such states who -approach us with offers to donate. - -International donations are gratefully accepted, but we cannot make -any statements concerning tax treatment of donations received from -outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. - -Please check the Project Gutenberg web pages for current donation -methods and addresses. Donations are accepted in a number of other -ways including checks, online payments and credit card donations. To -donate, please visit: www.gutenberg.org/donate - -Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic works - -Professor Michael S. Hart was the originator of the Project -Gutenberg-tm concept of a library of electronic works that could be -freely shared with anyone. For forty years, he produced and -distributed Project Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of -volunteer support. - -Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed -editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in -the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not -necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper -edition. - -Most people start at our website which has the main PG search -facility: www.gutenberg.org - -This website includes information about Project Gutenberg-tm, -including how to make donations to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to -subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. diff --git a/old/67523-0.zip b/old/67523-0.zip Binary files differdeleted file mode 100644 index ffd5bf7..0000000 --- a/old/67523-0.zip +++ /dev/null diff --git a/old/67523-h.zip b/old/67523-h.zip Binary files differdeleted file mode 100644 index 1fcde22..0000000 --- a/old/67523-h.zip +++ /dev/null diff --git a/old/67523-h/67523-h.htm b/old/67523-h/67523-h.htm deleted file mode 100644 index aada48e..0000000 --- a/old/67523-h/67523-h.htm +++ /dev/null @@ -1,4177 +0,0 @@ -<!DOCTYPE html -PUBLIC "-//W3C//DTD HTML 4.01 Transitional//EN" "http://www.w3.org/TR/html4/loose.dtd"> -<!-- This HTML file has been automatically generated from an XML source on 2022-02-27T14:49:14Z using SAXON HE 9.9.1.8 . --> -<html lang="nl"> -<head> -<meta http-equiv="Content-Type" content="text/html; charset=utf-8"> -<title>Lord Lister No. 11: De diamanten van den hertog van Norfolk</title> -<meta name="generator" content="tei2html.xsl, see https://github.com/jhellingman/tei2html"> -<meta name="author" content="Kurt Matull (1872–1930?) Theo von Blankensee [Pseudoniem van Mathias Blank (1881–1928)]"> -<link rel="coverpage" href="images/lordlister0011-front.jpg"> -<link rel="schema.DC" href="http://dublincore.org/documents/1998/09/dces/"> -<meta name="DC.Creator" content="Kurt Matull (1872–1930?) Theo von Blankensee [Pseudoniem van Mathias Blank (1881–1928)]"> -<meta name="DC.Title" content="Lord Lister No. 11: De diamanten van den hertog van Norfolk"> -<meta name="DC.Language" content="nl-1900"> -<meta name="DC.Format" content="text/html"> -<meta name="DC.Publisher" content="Project Gutenberg"> -<meta name="DC:Subject" content="Detective and mystery stories -- Periodicals"> -<meta name="DC:Subject" content="Dime novels -- Periodicals"> -<style type="text/css"> /* <![CDATA[ */ -html { -line-height: 1.3; -} -body { -margin: 0; -} -main { -display: block; -} -h1 { -font-size: 2em; -margin: 0.67em 0; -} -hr { -height: 0; -overflow: visible; -} -pre { -font-family: monospace, monospace; -font-size: 1em; -} -a { -background-color: transparent; -} -abbr[title] { -border-bottom: none; -text-decoration: underline; -text-decoration: underline dotted; -} -b, strong { -font-weight: bolder; -} -code, kbd, samp { -font-family: monospace, monospace; -font-size: 1em; -} -small { -font-size: 80%; -} -sub, sup { -font-size: 67%; -line-height: 0; -position: relative; -vertical-align: baseline; -} -sub { -bottom: -0.25em; -} -sup { -top: -0.5em; -} -img { -border-style: none; -} -body { -font-family: serif; -font-size: 100%; -text-align: left; -margin-top: 2.4em; -} -div.front, div.body { -margin-bottom: 7.2em; -} -div.back { -margin-bottom: 2.4em; -} -.div0 { -margin-top: 7.2em; -margin-bottom: 7.2em; -} -.div1 { -margin-top: 5.6em; -margin-bottom: 5.6em; -} -.div2 { -margin-top: 4.8em; -margin-bottom: 4.8em; -} -.div3 { -margin-top: 3.6em; -margin-bottom: 3.6em; -} -.div4 { -margin-top: 2.4em; -margin-bottom: 2.4em; -} -.div5, .div6, .div7 { -margin-top: 1.44em; -margin-bottom: 1.44em; -} -.div0:last-child, .div1:last-child, .div2:last-child, .div3:last-child, -.div4:last-child, .div5:last-child, .div6:last-child, .div7:last-child { -margin-bottom: 0; -} -blockquote div.front, blockquote div.body, blockquote div.back { -margin-top: 0; -margin-bottom: 0; -} -.divBody .div1:first-child, .divBody .div2:first-child, .divBody .div3:first-child, .divBody .div4:first-child, -.divBody .div5:first-child, .divBody .div6:first-child, .divBody .div7:first-child { -margin-top: 0; -} -h1, h2, h3, h4, h5, h6, .h1, .h2, .h3, .h4, .h5, .h6 { -clear: both; -font-style: normal; -text-transform: none; -} -h3, .h3 { -font-size: 1.2em; -} -h3.label { -font-size: 1em; -margin-bottom: 0; -} -h4, .h4 { -font-size: 1em; -} -.alignleft { -text-align: left; -} -.alignright { -text-align: right; -} -.alignblock { -text-align: justify; -} -p.tb, hr.tb, .par.tb { -margin: 1.6em auto; -text-align: center; -} -p.argument, p.note, p.tocArgument, .par.argument, .par.note, .par.tocArgument { -font-size: 0.9em; -text-indent: 0; -} -p.argument, p.tocArgument, .par.argument, .par.tocArgument { -margin: 1.58em 10%; -} -td.tocDivNum { -vertical-align: top; -} -td.tocPageNum { -vertical-align: bottom; -} -.opener, .address { -margin-top: 1.6em; -margin-bottom: 1.6em; -} -.addrline { -margin-top: 0; -margin-bottom: 0; -} -.dateline { -margin-top: 1.6em; -margin-bottom: 1.6em; -text-align: right; -} -.salute { -margin-top: 1.6em; -margin-left: 3.58em; -text-indent: -2em; -} -.signed { -margin-top: 1.6em; -margin-left: 3.58em; -text-indent: -2em; -} -.epigraph { -font-size: 0.9em; -width: 60%; -margin-left: auto; -} -.epigraph span.bibl { -display: block; -text-align: right; -} -.trailer { -clear: both; -margin-top: 3.6em; -} -span.abbr, abbr { -white-space: nowrap; -} -span.parnum { -font-weight: bold; -} -span.corr, span.gap { -border-bottom: 1px dotted red; -} -span.num, span.trans, span.trans { -border-bottom: 1px dotted gray; -} -span.measure { -border-bottom: 1px dotted green; -} -.ex { -letter-spacing: 0.2em; -} -.sc { -font-variant: small-caps; -} -.asc { -font-variant: small-caps; -text-transform: lowercase; -} -.uc { -text-transform: uppercase; -} -.tt { -font-family: monospace; -} -.underline { -text-decoration: underline; -} -.overline, .overtilde { -text-decoration: overline; -} -.rm { -font-style: normal; -} -.red { -color: red; -} -hr { -clear: both; -border: none; -border-bottom: 1px solid black; -width: 45%; -margin-left: auto; -margin-right: auto; -margin-top: 1em; -text-align: center; -} -hr.dotted { -border-bottom: 2px dotted black; -} -hr.dashed { -border-bottom: 2px dashed black; -} -.aligncenter { -text-align: center; -} -h1, h2, .h1, .h2 { -font-size: 1.44em; -line-height: 1.5; -} -h1.label, h2.label { -font-size: 1.2em; -margin-bottom: 0; -} -h5, h6 { -font-size: 1em; -font-style: italic; -} -p, .par { -text-indent: 0; -} -p.firstlinecaps:first-line, .par.firstlinecaps:first-line { -text-transform: uppercase; -} -.hangq { -text-indent: -0.32em; -} -.hangqq { -text-indent: -0.42em; -} -.hangqqq { -text-indent: -0.84em; -} -p.dropcap:first-letter, .par.dropcap:first-letter { -float: left; -clear: left; -margin: 0 0.05em 0 0; -padding: 0; -line-height: 0.8; -font-size: 420%; -vertical-align: super; -} -blockquote, p.quote, div.blockquote, div.argument, .par.quote { -font-size: 0.9em; -margin: 1.58em 5%; -} -.pageNum a, a.noteRef:hover, a.pseudoNoteRef:hover, a.hidden:hover, a.hidden { -text-decoration: none; -} -.advertisement, .advertisements { -background-color: #FFFEE0; -border: black 1px dotted; -color: #000; -margin: 2em 5%; -padding: 1em; -} -.footnotes .body, .footnotes .div1 { -padding: 0; -} -.fnarrow { -color: #AAAAAA; -font-weight: bold; -text-decoration: none; -} -.fnarrow:hover, .fnreturn:hover { -color: #660000; -} -.fnreturn { -color: #AAAAAA; -font-size: 80%; -font-weight: bold; -text-decoration: none; -vertical-align: 0.25em; -} -a { -text-decoration: none; -} -a:hover { -text-decoration: underline; -background-color: #e9f5ff; -} -a.noteRef, a.pseudoNoteRef { -font-size: 67%; -line-height: 0; -position: relative; -vertical-align: baseline; -top: -0.5em; -text-decoration: none; -margin-left: 0.1em; -} -.displayfootnote { -display: none; -} -div.footnotes { -font-size: 80%; -margin-top: 1em; -padding: 0; -} -hr.fnsep { -margin-left: 0; -margin-right: 0; -text-align: left; -width: 25%; -} -p.footnote, .par.footnote { -margin-bottom: 0.5em; -margin-top: 0.5em; -} -p.footnote .fnlabel, .par.footnote .fnlabel { -float: left; -margin-left: -0.1em; -margin-top: 0.9em; -min-width: 1.0em; -padding-right: 0.4em; -} -.apparatusnote { -text-decoration: none; -} -.apparatusnote:target, .fndiv:target { -background-color: #eaf3ff; -} -table.tocList { -width: 100%; -margin-left: auto; -margin-right: auto; -border-width: 0; -border-collapse: collapse; -} -td.tocPageNum, td.tocDivNum { -text-align: right; -min-width: 10%; -border-width: 0; -white-space: nowrap; -} -td.tocDivNum { -padding-left: 0; -padding-right: 0.5em; -} -td.tocPageNum { -padding-left: 0.5em; -padding-right: 0; -} -td.tocDivTitle { -width: auto; -} -p.tocPart, .par.tocPart { -margin: 1.58em 0; -font-variant: small-caps; -} -p.tocChapter, .par.tocChapter { -margin: 1.58em 0; -} -p.tocSection, .par.tocSection { -margin: 0.7em 5%; -} -table.tocList td { -vertical-align: top; -} -table.tocList td.tocPageNum { -vertical-align: bottom; -} -table.inner { -display: inline-table; -border-collapse: collapse; -width: 100%; -} -td.itemNum { -text-align: right; -min-width: 5%; -padding-right: 0.8em; -} -td.innerContainer { -padding: 0; -margin: 0; -} -.index { -font-size: 80%; -} -.index p { -text-indent: -1em; -margin-left: 1em; -} -.indexToc { -text-align: center; -} -.transcriberNote { -background-color: #DDE; -border: black 1px dotted; -color: #000; -font-family: sans-serif; -font-size: 80%; -margin: 2em 5%; -padding: 1em; -} -.missingTarget { -text-decoration: line-through; -color: red; -} -.correctionTable { -width: 75%; -} -.width20 { -width: 20%; -} -.width40 { -width: 40%; -} -p.smallprint, li.smallprint, .par.smallprint { -color: #666666; -font-size: 80%; -} -span.musictime { -vertical-align: middle; -display: inline-block; -text-align: center; -} -span.musictime, span.musictime span.top, span.musictime span.bottom { -padding: 1px 0.5px; -font-size: xx-small; -font-weight: bold; -line-height: 0.7em; -} -span.musictime span.bottom { -display: block; -} -ul { -list-style-type: none; -} -.splitListTable { -margin-left: 0; -} -.splitListTable td { -vertical-align: top; -} -.numberedItem { -text-indent: -3em; -margin-left: 3em; -} -.numberedItem .itemNumber { -float: left; -position: relative; -left: -3.5em; -width: 3em; -display: inline-block; -text-align: right; -} -.itemGroupTable { -border-collapse: collapse; -margin-left: 0; -} -.itemGroupTable td { -padding: 0; -margin: 0; -vertical-align: middle; -} -.itemGroupBrace { -padding: 0 0.5em !important; -} -div.figure { -text-align: center; -} -.figure { -margin-left: auto; -margin-right: auto; -} -.floatLeft { -float: left; -margin: 10px 10px 10px 0; -} -.floatRight { -float: right; -margin: 10px 0 10px 10px; -} -p.figureHead, .par.figureHead { -font-size: 100%; -text-align: center; -} -.figAnnotation { -font-size: 80%; -position: relative; -margin: 0 auto; -} -.figTopLeft, .figBottomLeft { -float: left; -} -.figTopRight, .figBottomRight { -float: right; -} -.figure p, .figure .par { -font-size: 80%; -margin-top: 0; -text-align: center; -} -img { -border-width: 0; -} -td.galleryFigure { -text-align: center; -vertical-align: middle; -} -td.galleryCaption { -text-align: center; -vertical-align: top; -} -tr, td, th { -vertical-align: top; -} -tr.bottom, td.bottom, th.bottom { -vertical-align: bottom; -} -td.label, tr.label td { -font-weight: bold; -} -td.unit, tr.unit td { -font-style: italic; -} -td.leftbrace, td.rightbrace { -vertical-align: middle; -} -span.sum { -padding-top: 2px; -border-top: solid black 1px; -} -table.inlinetable { -display: inline-table; -} -table.borderOutside { -border-collapse: collapse; -} -table.borderOutside td { -padding-left: 4px; -padding-right: 4px; -} -table.borderOutside .cellHeadTop, table.borderOutside .cellTop { -border-top: 2px solid black; -} -table.borderOutside .cellHeadBottom { -border-bottom: 1px solid black; -} -table.borderOutside .cellBottom { -border-bottom: 2px solid black; -} -table.borderOutside .cellLeft, table.borderOutside .cellHeadLeft { -border-left: 2px solid black; -} -table.borderOutside .cellRight, table.borderOutside .cellHeadRight { -border-right: 2px solid black; -} -table.verticalBorderInside { -border-collapse: collapse; -} -table.verticalBorderInside td { -padding-left: 4px; -padding-right: 4px; -border-left: 1px solid black; -} -table.verticalBorderInside .cellHeadTop, table.verticalBorderInside .cellTop { -border-top: 2px solid black; -} -table.verticalBorderInside .cellHeadBottom { -border-bottom: 1px solid black; -} -table.verticalBorderInside .cellBottom { -border-bottom: 2px solid black; -} -table.verticalBorderInside .cellLeft, table.verticalBorderInside .cellHeadLeft { -border-left: 0 solid black; -} -table.borderAll { -border-collapse: collapse; -} -table.borderAll td { -padding-left: 4px; -padding-right: 4px; -border: 1px solid black; -} -table.borderAll .cellHeadTop, table.borderAll .cellTop { -border-top: 2px solid black; -} -table.borderAll .cellHeadBottom { -border-bottom: 1px solid black; -} -table.borderAll .cellBottom { -border-bottom: 2px solid black; -} -table.borderAll .cellLeft, table.borderAll .cellHeadLeft { -border-left: 2px solid black; -} -table.borderAll .cellRight, table.borderAll .cellHeadRight { -border-right: 2px solid black; -} -tr.borderTop td, tr.borderTop th, th.borderTop, td.borderTop { -border-top: 1px solid black !important; -} -tr.borderRight td, tr.borderRight th, th.borderRight, td.borderRight { -border-right: 1px solid black !important; -} -tr.borderLeft td, tr.borderLeft th, th.borderLeft, td.borderLeft { -border-left: 1px solid black !important; -} -tr.borderBottom td, tr.borderBottom th, th.borderBottom, td.borderBottom { -border-bottom: 1px solid black !important; -} -tr.borderHorizontal td, tr.borderHorizontal th, th.borderHorizontal, td.borderHorizontal { -border-top: 1px solid black !important; -border-bottom: 1px solid black !important; -} -tr.borderVertical td, tr.borderVertical th, th.borderVertical, td.borderVertical { -border-right: 1px solid black !important; -border-left: 1px solid black !important; -} -tr.borderAll td, tr.borderAll th, th.borderAll, td.borderAll { -border: 1px solid black !important; -} -tr.noBorderTop td, tr.noBorderTop th, th.noBorderTop, td.noBorderTop { -border-top: none !important; -} -tr.noBorderRight td, tr.noBorderRight th, th.noBorderRight, td.noBorderRight { -border-right: none !important; -} -tr.noBorderLeft td, tr.noBorderLeft th, th.noBorderLeft, td.noBorderLeft { -border-left: none !important; -} -tr.noBorderBottom td, tr.noBorderBottom th, th.noBorderBottom, td.noBorderBottom { -border-bottom: none !important; -} -tr.noBorderHorizontal td, tr.noBorderHorizontal th, th.noBorderHorizontal, td.noBorderHorizontal { -border-top: none !important; -border-bottom: none !important; -} -tr.noBorderVertical td, tr.noBorderVertical th, th.noBorderVertical, td.noBorderVertical { -border-right: none !important; -border-left: none !important; -} -tr.borderAll td, tr.borderAll th, th.borderAll, td.noBorderAll { -border: none !important; -} -.cellDoubleUp { -border: 0 solid black !important; -width: 1em; -} -td.alignDecimalIntegerPart { -text-align: right; -border-right: none !important; -padding-right: 0 !important; -margin-right: 0 !important; -} -td.alignDecimalFractionPart { -text-align: left; -border-left: none !important; -padding-left: 0 !important; -margin-left: 0 !important; -} -td.alignDecimalNotNumber { -text-align: center; -} -table.alignedtext, table.alignedverse { -border-collapse: collapse; -} -table.alignedtext td { -vertical-align: top; -width: 50%; -} -table.alignedverse { -vertical-align: top; -} -table.alignedtext td.first, table.alignedverse td.first { -border-width: 0 0.2px 0 0; -border-color: gray; -border-style: solid; -padding-right: 10px; -} -table.alignedtext td.second, table.alignedverse td.second { -padding-left: 10px; -} -table.alignedverse td.first, table.alignedverse td.second { -width: 45%; -} -table.alignedverse td.lineNumbers { -width: 10%; -} -body { -padding: 1.58em 16%; -} -.pageNum { -display: inline; -font-size: 8.4pt; -font-style: normal; -margin: 0; -padding: 0; -position: absolute; -right: 1%; -text-align: right; -letter-spacing: normal; -} -.marginnote { -font-size: 0.8em; -height: 0; -left: 1%; -position: absolute; -text-indent: 0; -width: 14%; -text-align: left; -} -.right-marginnote { -font-size: 0.8em; -height: 0; -right: 3%; -position: absolute; -text-indent: 0; -text-align: right; -width: 11% -} -.cut-in-left-note { -font-size: 0.8em; -left: 1%; -float: left; -text-indent: 0; -width: 14%; -text-align: left; -padding: 0.8em 0.8em 0.8em 0; -} -.cut-in-right-note { -font-size: 0.8em; -left: 1%; -float: right; -text-indent: 0; -width: 14%; -text-align: right; -padding: 0.8em 0 0.8em 0.8em; -} -span.tocPageNum, span.flushright { -position: absolute; -right: 16%; -top: auto; -text-indent: 0; -} -.pglink::after { -content: "\0000A0\01F4D8"; -font-size: 80%; -font-style: normal; -font-weight: normal; -} -.catlink::after { -content: "\0000A0\01F4C7"; -font-size: 80%; -font-style: normal; -font-weight: normal; -} -.exlink::after, .wplink::after, .biblink::after, .qurlink::after, .seclink::after { -content: "\0000A0\002197\00FE0F"; -color: blue; -font-size: 80%; -font-style: normal; -font-weight: normal; -} -.pglink:hover { -background-color: #DCFFDC; -} -.catlink:hover { -background-color: #FFFFDC; -} -.exlink:hover, .wplink:hover, .biblink:hover, .qurlink:hover, .seclin:hover { -background-color: #FFDCDC; -} -body { -background: #FFFFFF; -font-family: serif; -} -body, a.hidden { -color: black; -} -h1, h2, .h1, .h2 { -text-align: center; -font-variant: small-caps; -font-weight: normal; -} -p.byline { -text-align: center; -font-style: italic; -margin-bottom: 2em; -} -.div2 p.byline, .div3 p.byline, .div4 p.byline, .div5 p.byline, .div6 p.byline, .div7 p.byline { -text-align: left; -} -.figureHead, .noteRef, .pseudoNoteRef, .marginnote, .right-marginnote, p.legend, .verseNum { -color: #660000; -} -.rightnote, .pageNum, .lineNum, .pageNum a { -color: #AAAAAA; -} -a.hidden:hover, a.noteRef:hover, a.pseudoNoteRef:hover { -color: red; -} -h1, h2, h3, h4, h5, h6 { -font-weight: normal; -} -table { -margin-left: auto; -margin-right: auto; -} -.tablecaption { -text-align: center; -} -.arab { font-family: Scheherazade, serif; } -.aran { font-family: 'Awami Nastaliq', serif; } -.grek { font-family: 'Charis SIL', serif; } -.hebr { font-family: Shlomo, 'Ezra SIL', serif; } -.syrc { font-family: 'Serto Jerusalem', serif; } -/* CSS rules generated from rendition elements in TEI file */ -.imprint { -color: gray; text-align: center; -} -/* CSS rules generated from @rend attributes in TEI file */ -.xd31e1371 { -text-align:center; vertical-align:middle; font-size:x-large; width:33%; -} -.xd31e1372 { -text-align:center; vertical-align:middle; -} -.cover-imagewidth { -width:559px; -} -.xd31e95 { -font-size:x-large; -} -.xd31e97 { -font-size:small; -} -.xd31e101 { -font-size:xx-large; -} -.xd31e1364 { -text-align:center; font-size:xx-large; -} -.xd31e1368 { -text-align:center; font-size:xx-large; color:#d40000; font-weight:bold; -} -.tbl\.wanted\.header { -width:100%; -} -.xd31e1375 { -font-size:xx-large; -} -.lordlisterwidth { -width:307px; -} -.xd31e1390 { -text-align:center; font-size:xx-large; color:#d40000; -} -.xd31e1392 { -font-size:large; -} -.xd31e1395 { -font-size:large; -} -.xd31e1398 { -text-align:center; -} -.xd31e1400 { -text-align:center; font-size:x-large; -} -.xd31e1404 { -text-align:center; font-size:large; -} -.warrant\.en { -font-size:small; border:2pt solid black; padding-left:1em; padding-right:1em; margin:1em; -} -.xd31e1415 { -font-size:x-large; text-align:center; -} -.xd31e1419 { -font-weight:bold; text-align:center; -} -.warrant\.nl { -display:none; font-size:small; -} -.xd31e1527 { -text-align:center; font-weight:bold; font-size:large; -} -.xd31e1632 { -font-size:xx-large; -} -.xd31e1634 { -font-size:medium; -} -@media handheld { -} -/* ]]> */ </style> -</head> -<body> -<div lang='en'> -<p style='text-align:center; font-size:1.2em; font-weight:bold'>The Project Gutenberg eBook of <span lang='nl'>Lord Lister No. 0011: De diamanten van den hertog van Norfolk</span>, by Kurt Matull</p> -<div style='display:block; margin:1em 0'> -This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and -most other parts of the world at no cost and with almost no restrictions -whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms -of the Project Gutenberg License included with this eBook or online -at <a href="https://www.gutenberg.org">www.gutenberg.org</a>. If you -are not located in the United States, you will have to check the laws of the -country where you are located before using this eBook. -</div> -</div> - -<p style='display:block; margin-top:1em; margin-bottom:1em; margin-left:2em; text-indent:-2em'>Title: <span lang='nl'>Lord Lister No. 0011: De diamanten van den hertog van Norfolk</span></p> -<p style='display:block; margin-top:1em; margin-bottom:0; margin-left:2em; text-indent:-2em'>Authors: Kurt Matull</p> -<p style='display:block; margin-top:0; margin-bottom:0; margin-left:2em;'>Theo Blakensee</p> -<p style='display:block; text-indent:0; margin:1em 0'>Release Date: February 28, 2022 [eBook #67523]</p> -<p style='display:block; text-indent:0; margin:1em 0'>Language: Dutch</p> - <p style='display:block; margin-top:1em; margin-bottom:0; margin-left:2em; text-indent:-2em; text-align:left'>Produced by: The Online Distributed Proofreading Team at https://www.pgdp.net/ for Project Gutenberg</p> -<div style='margin-top:2em; margin-bottom:4em'>*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK <span lang='nl'>LORD LISTER NO. 0011: DE DIAMANTEN VAN DEN HERTOG VAN NORFOLK</span> ***</div> -<div class="front"> -<div class="div1 cover"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> -<p class="first"></p> -<div class="figure cover-imagewidth"><img src="images/lordlister0011-front.jpg" alt="Oorspronkelijke voorkant." width="559" height="720"></div><p> -<span class="pageNum" id="pb1">[<a href="#pb1">1</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div class="div1 imprint"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> -<p class="first xd31e95">☞ Elke aflevering bevat een volledig verhaal. ☜ -</p> -<p class="xd31e97">UITGAVE VAN DEN „ROMAN-BOEKHANDEL VOORHEEN A. EICHLER”, SINGEL 236,—AMSTERDAM. -</p> -</div> -</div> -</div> -<div class="body"> -<div id="ch1" class="div1 chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<div class="figure"><img src="images/p0011-01.png" alt="DE DIAMANTEN VAN DEN HERTOG VAN NORFOLK." width="720" height="226"></div> -<h2 class="super xd31e101">DE DIAMANTEN VAN DEN HERTOG VAN NORFOLK.</h2> -<h2 class="label">EERSTE HOOFDSTUK.</h2> -<h2 class="main">EEN KRANIG STUKJE.</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">„Ben je er wel heel zeker van, dat je het geheime wachtwoord bezit?” vroeg Charly -Brand zijn vriend, lord Lister, die zich juist door zijn bediende liet helpen bij -het aantrekken van zijn zware pelsjas. -</p> -<p>De lord lachte. -</p> -<p>„Maak je maar niet ongerust, Charly! Het zaakje is in orde! Doordat ik des nachts -mijn telefoondraad aansloot op de hoofdlijn en daardoor een tusschenverbinding tot -stand bracht, ben ik al veertien dagen lang in de gelegenheid geweest om de gesprekken -met de Londensche en de Zuid-West Bank af te luisteren en vooral die welke de directie -van het hoofdkantoor hield met de bijkantoren.” -</p> -<p>„En heb je het wachtwoord gehoord?” -</p> -<p>„<span lang="en">Well, my boy</span><span class="corr" id="xd31e114" title="Bron: ”.">.”</span> -</p> -<p>„En hoe is het verder gegaan? Ik brand gewoonweg van nieuwsgierigheid!” -</p> -<p>Lord Lister streek zich eens door de donkere snor. -</p> -<p>„Ik heb naar de verschillende directies van dertien bijkantoren geschreven, dat een -bedrag van vijfhonderd pond voor zekeren Samuel Rottwell op hun bank is ingeschreven. -Deze brieven heb ik onderteekend met den naam van den directeur der depositobank.” -</p> -<p>„En geloof je niet, dat een der bankdirecteuren achterdocht zal koesteren?” -</p> -<p>„Geen kwestie van, Charly. Je weet, dat ik in dergelijke zaken met pijnlijke nauwgezetheid -handel. Het opschrift der firma, het stempel, alles is all right! En al mag bij een -enkelen bankdirecteur ook eenige twijfel rijzen, dan zal dadelijk het wachtwoord dien -twijfel weer doen verdwijnen!” -</p> -<p>Een lakei verscheen. -</p> -<p>„Wenscht u een chauffeur?” vroeg de man. -<span class="pageNum" id="pb2">[<a href="#pb2">2</a>]</span></p> -<p>Charly Brand maakte een afwerende beweging met de hand. -</p> -<p>„Niet noodig! Ik zal zelf sturen!” -</p> -<p>De lakei boog diep en verliet het vertrek. -</p> -<p>Charly Brand trok nu een lange automobieljas aan, waarvan het bont naar buiten was -gekeerd, zoodat hij veel geleek op een ijsbeer. -</p> -<p>Zijn gezicht was bijna geheel bedekt door de groote automobielpet. Hij ging de trap -af, gevolgd door lord Lister en bracht de roode, elegante automobiel in orde. -</p> -<p>Langzaam bewoog de fraaie kar zich voorwaarts en tufte door het drukste deel van Londen. -</p> -<p>Voor de depositobank in Vauxhall hield het voertuig het allereerst stil. -</p> -<p>Lord Lister stapte uit met onverschillig gebaar. -</p> -<p>De portier van de Bank deed de deur open en boog diep. -</p> -<p>Lord Lister ging binnen en begaf zich naar de kassa. -</p> -<p>„Mijn naam is Samuel Rottwell<span class="corr" id="xd31e140" title="Bron: ”,">,”</span> stelde hij zich voor. -</p> -<p>De hoofdkassier haalde gauw het kasboek te voorschijn, waarin de handteekeningen geplaatst -moesten worden. -</p> -<p>In groote, duidelijke letters schreef hij de woorden: -</p> -<p>Fred Harry Rolph Samuel Rottwell. -</p> -<p>Toen schreef hij, met een handigheid alsof hij duizendmaal die handteekening had geplaatst, -een bijna onleesbaren krabbel. -</p> -<p>De ambtenaar keek even met onderzoekenden blik naar een en ander, knikte, wierp toen -een vluchtigen blik naar den voornamen jongen man en overhandigde daarop den nieuwen -klant een chêque-boek. -</p> -<p>Mr. Rottwell vulde dadelijk een der bladen voor een bedrag van honderd pond in. -</p> -<p>„Ge wilt zeker wel zoo vriendelijk zijn, mij negentig pond in banknoten en tien pond -in goudgeld uit te betalen, mijnheer<span class="corr" id="xd31e151" title="Bron: ”,">,”</span> sprak hij tot den eersten boekhouder, die met beleefd gebaar aan het verzoek voldeed. -</p> -<p>De bezoeker groette beleefd, stapte weer in zijn automobiel en reed weg. -</p> -<p>Charly Brand lachte in zijn vuistje, toen hij zijn vriend uit de Bank zag komen. -</p> -<p>Dezelfde geschiedenis herhaalde zich aan de depositobank in Clapham. -</p> -<p>Daar was de eerste boekhouder echter nieuwsgieriger. -</p> -<p>„Ge zijt zeker groote dingen van plan, mr. Rottwell?” vroeg hij. -</p> -<p>„Wel<span class="corr" id="xd31e162" title="Bron: ”,">,”</span> antwoordde lord Lister glimlachend, „ik ga naar de slederennen in Windsor. Ik geloof, -dat het daar heel interessant zal zijn, want er worden groote sommen verwed.” -</p> -<p>„Zóó!” antwoordde de boekhouder en hij schoof mr. Rottwell honderd pond toe. -</p> -<p>Lord Lister nam weer plaats in zijn auto. -</p> -<p>En zoo ging het van Bank tot Bank, naar Belham, Streatham, enzoovoorts. -</p> -<p>Voordat er twee uren voorbij waren, had lord Lister negen depositobanken bezocht en -bij alle hetzelfde stukje uitgehaald. -</p> -<p>Toen hij het tiende bijkantoor was binnengegaan, zette Charly Brand den motor op rust, -stak een sigaret aan en wachtte. -</p> -<p>„Tien keer honderd pond is duizend pond<span class="corr" id="xd31e173" title="Bron: ”,">,”</span> rekende hij uit. „All right, dat is voorloopig genoeg voor het plan, dat lord Lister -beoogt. Als hij niet altijd weer zijn geld aan de armen gaf, zou hij niet elk oogenblik -in geldverlegenheid zitten, waardoor zulke gevaarlijke spelletjes op touw moeten worden -gezet.” -</p> -<p>Juist toen Charly Brand zijn alleenspraak had geëindigd, draaide hij zich verbluft -om. -</p> -<p>Iemand had hem de hand op den schouder gelegd en toen hij onwillig opkeek, zag hij -in het gelaat van iemand, die in uniform gekleed was en een helm droeg. -</p> -<p>„Inspecteur Baxter!” ontsnapte het Charly’s mond. -</p> -<p>Van louter schrik liet hij zijn sigaret vallen en keek den gevreesden beambte vlak -in het gezicht. -<span class="pageNum" id="pb3">[<a href="#pb3">3</a>]</span></p> -<p>„Ja, dat ben ik<span class="corr" id="xd31e184" title="Bron: ”,">,”</span> antwoordde de politie-inspecteur op gemoedelijken toon, „ge schijnt mij reeds te -kennen? Vertel mij eens, wien behoort die mooie kar?” -</p> -<p>„Die is van mijn meester<span class="corr" id="xd31e189" title="Bron: ”,">,”</span> antwoordde Charly, thans weder volkomen op zijn gemak. -</p> -<p>„Zoo, zoo! En wie is uw meester?” -</p> -<p>„Dat is de eigenaar van dezen automobiel, mijnheer de inspecteur!” -</p> -<p>„Drommels! Jij bent een grappige chauffeur. Maar opdat wij wat verder zullen komen, -wil ik je in vertrouwen vertellen, dat de directeur van het hoofdkantoor der depositobanken -een half uur geleden tot de ontdekking is gekomen, dat aan alle bijkantoren honderd -pond is uitbetaald aan zekeren mister Rottwell. -</p> -<p>„Toen hij inderhaast zijn boeken nasloeg, kwam hij tot de ontdekking, dat iemand van -dien naam daarin heelemaal niet voorkomt.—Wie zou zoo’n boevenstreek wel hebben uitgehaald? -Zeg, is deze auto niet van John Raffles?” -</p> -<p>Charly Brand haalde de schouders op. -</p> -<p>„Raffles? Dien ken ik niet, inspecteur. Als ge echter Raffles, den Grooten Onbekende, -meent, dan moet ik u tot mijn spijt zeggen— —” -</p> -<p>Maar Baxter begreep volkomen het doel van den chauffeur. -</p> -<p>Hij wilde Baxter aan den praat houden en hem door zijn praatjes verhinderen, maatregelen -te nemen, opdat lord Lister, als deze uit het Bankgebouw kwam en Baxter zou zien, -alle gelegenheid tot ontvluchten had. -</p> -<p>„’t Is goed!” sprak Baxter en hij wenkte twee agenten. -</p> -<p>Deze hadden Charly al heel gauw van zijn chauffeursplaats gehaald en duwden hem een -gang binnen. -</p> -<p>Daar werd hen zijn mooie ijsberenjas afgenomen, evenals zijn automobielpet en bril. -</p> -<p>„Dien vogel hebben wij al eens meer in de kooi gehad<span class="corr" id="xd31e206" title="Bron: ”,">,”</span> zei Baxter, toen hij den secretaris van den Grooten Onbekende aankeek. „Houdt hem -vast, wij moeten eens zien, in welke zonderlinge verhouding deze jonge man tot Raffles -staat!” -</p> -<p>Terwijl Charly Brand werd weggebracht, deed Baxter diens jas aan, drukte de pet diep -in de oogen, zette den bril op en ging op Charly’s chauffeursplaats zitten. -</p> -<p>Juist kwam lord Lister uit het Bankgebouw. -</p> -<p>Hij was in een uitstekenden luim, stak een sigaret aan, en, zonder eenige notitie -te nemen van den chauffeur, beval hij op korten toon: -</p> -<p>„Taftord.” -</p> -<p>Inspecteur Baxter knikte. -</p> -<p>Een breede grijns vertrok zijn mond. -</p> -<p>„<span lang="en">Well</span>.” -</p> -<p>Hij zette den motor in beweging. -</p> -<p>Maar verstandig was het niet van hem geweest, dat hij zijn mond niet had kunnen houden -en hij bemerkte niet, dat lord Lister één oogenblik het portier van de auto in de -hand hield en zijn wenkbrauwen hoog optrok, toen hij dit „<span lang="en">well</span>” hoorde. -</p> -<p>Toen glimlachte hij en stapte in de auto. -</p> -<p>Inspecteur Baxter begon nu te racen. In razende vaart joeg hij de stad door en het -was tot zijn geluk, dat hij zoo’n goed automobilist was. -</p> -<p>Hem gebeurde niets anders dan dat hij drie keer tegen een equipage botste, één paard -dood reed, een half dozijn melkkarren overhoop reed en zeven-en-twintig keer door -agenten werd opgeschreven. -</p> -<p>Maar wat kon hem dat schelen? -</p> -<p>Inspecteur Baxter lag gewoonweg dubbel gevouwen over het stuurrad en zijn gezicht -grijnsde van pleizier. -</p> -<p>Hij zou met alle liefde nog een dozijn paarden hebben doodgereden. -</p> -<p>Hij had Raffles immers! De Groote Onbekende was in zijn macht! -</p> -<p>Raffles leunde intusschen doodkalm in de kussens achterover! -</p> -<p>Als de motor niet zoo’n vervaarlijk geweld had gemaakt, <span class="pageNum" id="pb4">[<a href="#pb4">4</a>]</span>zou inspecteur Baxter het spotlachje hebben gehoord, dat lord Lister uitstiet. -</p> -<p>Aan afspringen van de auto was natuurlijk niet te denken bij zoo’n razende vaart. -</p> -<p>Lord Lister zou dan hals en beenen hebben gebroken. -</p> -<p>Achtervolgd door fietsende agenten, die deze onbesuisde auto in beslag wilden nemen, -joeg Baxter naar Scotland Yard. -</p> -<p>Daar doemde het groote gebouw al op in de verte. -</p> -<p>De inspecteur hield met een ruk stil, sprong van den bok, rukte de deur open, stak -zijn revolver vooruit en beval: -</p> -<p>„Uitstappen, Raffles! Ge zijt mijn arrestant!” -</p> -<p>De laatste woorden bleven den inspecteur bijna in de keel steken. -</p> -<p>De agenten, die om de auto waren komen heenstaan, deinsden achteruit en hielden den -neus dicht. -</p> -<p>In de auto was niets dan rook! Rook! -</p> -<p>Dikke, gele rook, die zoo’n stank verspreidde, dat Baxter nauwelijks kon ademhalen. -</p> -<p>Hij viel op de sneeuw neer en schreeuwde luid: -</p> -<p>„Lucht! Lucht! Ik stik!” -</p> -<p>Baxter had den agenten nog niet kunnen vertellen, wat er gebeurd was en deze trokken -zich terug om eerst dien rookwalm te laten wegtrekken. -</p> -<p>Eindelijk dunde de rook. -</p> -<p>Baxter vond weer de kracht om op te staan en vloog nu in de auto. Maar alles wat hij -bemachtigde, was een reusachtige sigaar, die bij zoo lang was als een bovenarm. De -sigaar was van staal en daaruit stroomde de rook, die zoo’n verpestenden stank verbreidde. -</p> -<p>Maar Raffles was verdwenen en inderhaast vertelde Baxter, hoe hij den meesterdief -had gevangen. -</p> -<p>„Maar dan heeft hij zich in rook opgelost, inspecteur<span class="corr" id="xd31e259" title="Bron: ”,">,”</span> lachten de agenten, die weer naderbij waren gekomen. -</p> -<p>Baxter vloekte. -</p> -<p>Maar wat gaf dat? -</p> -<p>Raffles was weg. -</p> -<p>Deze had zich geen oogenblik bezorgd gemaakt, toen hij zag, dat de auto in duizelingwekkende -snelheid Scotland Yard naderde. -</p> -<p>Voor zulke gelegenheden had hij altijd een van de sigaren bij zich, die met een pas -uitgevonden poeder, dat aromale heette, gevuld waren. -</p> -<p>Als een lucifer of een brandende sigaar hierbij wordt gehouden, vervliegt het poeder -in dichten rook en wie dezen rook langen tijd inademt, wordt bewusteloos. -</p> -<p>En terwijl Baxter de auto opende en terugdeinsde voor den verstikkenden damp, was -Raffles doodkalm aan den anderen kant uitgestapt en weggewandeld, door niemand gehinderd. -</p> -<p>Een kwartier later had hij een anderen automobiel en reed naar Bromley, naar het elfde -bijkantoor. -</p> -<p>Hij was namelijk van meening, dat Baxter slechts door een toeval langs het Bankgebouw -was gekomen, waar hij de auto herkend had. Misschien ook had Charly zich door een -of andere onvoorzichtigheid verraden. Hij wist niet wat Baxter aan Charly had verteld, -die zich op weg naar het politiebureau uit de handen der agenten had losgerukt en -nu in het huis van lord Lister met hevige hartklopping wachtte of zijn vriend niet -spoedig zou terugkomen. -</p> -<p>Lord Lister was iemand, die niet gauw zijn plannen opgaf. -</p> -<p>Hij had het zich nu eens in het hoofd gezet, ook de beide laatste bijkantoren te bezoeken -en <span class="corr" id="xd31e275" title="Bron: zelf">zelfs</span> door het groote gevaar, waaraan hij ternauwernood ontsnapt was, liet hij zich daarvan -niet terughouden. -</p> -<p>Hij trad dus het Bankgebouw binnen, deed den kraag van zijn pels neer, ging naar de -kas en zei: -</p> -<p>„Mijn naam is Samuel Rottwell.” -</p> -<p>Maar zijn overmoed zou duur gestraft worden. -</p> -<p>Nauwelijks had hij dezen naam uitgesproken, of de boekhouder schreeuwde uit alle macht: -</p> -<p>„Help! Help! Moord en doodslag! Hier staat Raffles!” -<span class="pageNum" id="pb5">[<a href="#pb5">5</a>]</span></p> -<p>In een oogenblik hadden de portiers de deuren gesloten en hun revolvers getrokken. -Alles liep verward dooreen. Niemand wist eigenlijk, wat er gebeurd was, terwijl lord -Lister doodkalm de hal verliet en een wanhopige poging deed om nog een der uitgangen -te bereiken. -</p> -<p>Maar de portier hield hem de revolver onder den neus en zei: -</p> -<p>„Niemand mag naar buiten, mijnheer!” -</p> -<p>„Alle drommels! Kan een fatsoenlijk mensch dan in Londen geen Bank meer binnengaan, -zonder dat hem een revolver onder den neus wordt geduwd?” -</p> -<p>Maar de portier gaf niet toe. -</p> -<p>„Ik heb strenge bevelen, mijnheer! Maar ik weet, dat inspecteur Baxter met zes agenten -binnen een minuut al hier is. Die zal u zeker spoedig uw vrijheid teruggeven!” -</p> -<p>Daar kwam Baxter al. -</p> -<p>„Heb je hem?” vroeg hij gretig. -</p> -<p>„Nog niet! Maar hij is hier! De boekhouder heeft hem herkend!” -</p> -<p>Raffles ging achteruit om niet door Baxter gezien te worden. -</p> -<p>Hij zat nu toch wel degelijk in gevaar. Hij stormde de trappen op om zich boven ergens -te verbergen, toen hij zich plotseling door een half dozijn beambten van de Bank zag -omsingeld. -</p> -<p>Het werd een formeel gebrul. -</p> -<p>„Hier is Raffles! Raffles is hier!! Raffles!!! Raffles!!!! Raffles!!!!!” -</p> -<p>Zij hadden zeker het woord nog een dozijn keeren herhaald, als Raffles niet plotseling -naar links en rechts vuistslagen had uitgedeeld, zoodat de beambten als muggen door -elkaar vlogen. -</p> -<p>In het volgende oogenblik vloog de Groote Onbekende een lange gang door, die zich -voor hem uitstrekte. -</p> -<p>Hij hoorde, dat Baxter het bevel gaf, Raffles liever dood uit te leveren, dan hem -te laten ontsnappen. -</p> -<p>Plotseling, toen lord Lister bijna het eind van de gang had bereikt, dook voor hem -een lange, magere gedaante op met gerimpeld gelaat, slaphangende wangen en wijd uitpuilende -oogen. -</p> -<p>„Terug! Terug! Hier mag geen sterveling meer door!” -</p> -<p>Raffles, die nu geen tijd meer had om beleefd te zijn, hield zijn beide vuisten als -buffers voor zich uit en vloog als ’t ware over den man heen. In het volgende oogenblik -had hij een deur bereikt—maar zij was gesloten. -</p> -<p>Nu zat hij toch inderdaad leelijk in de knel. -</p> -<p>„Wat doet ge?” kermde de man op den grond. „Ga gauw terug, heel gauw! Ik beveel het -u! Ik ben de directeur van de Bank!” -</p> -<p>„All right! Dat is mij heel aangenaam<span class="corr" id="xd31e311" title="Bron: ”,">,”</span> antwoordde Raffles, pakte den man beet, keerde hem om en doorzocht zijn zakken. Al -gauw vond hij een sleutelbos. Toen rende hij terug naar de gesloten deur en had deze -juist geopend, toen inspecteur Baxter met zijn mannen in de gang kwam. -</p> -<p>Raffles deed de deur op slot en ontstak een kleine, electrische zaklantaarn. -</p> -<p>Hij keek om zich heen en zag, dat hij voor een lange trap stond, die naar een keldergewelf -leidde. Zoo vlug als de duisternis het hem toeliet, vloog hij naar beneden en kwam -in een tamelijk groote ruimte, waar hij zocht naar een schuilhoek. -</p> -<p>Hij liep vooruit, maar struikelde en viel op den grond neer. Toen hij om zich heen -tastte, greep zijn hand in een weeke massa. -</p> -<p>Verschrikt sprong hij op, drukte op de lantaarn en liet het schijnsel over den grond -vallen, -</p> -<p>Daar lag het vreeselijk verminkte lijk van een man. -</p> -<p>Bijna op hetzelfde oogenblik, dat Raffles deze afschuwelijke ontdekking deed, liet -inspecteur Baxter een bijl brengen om de kelderdeur in te slaan. -</p> -<p>Het duurde drie minuten, voordat de deur toegaf. -</p> -<p>Plotseling staakten de agenten hun werk. -<span class="pageNum" id="pb6">[<a href="#pb6">6</a>]</span></p> -<p>„Inspecteur, hebt ge niets gehoord?” -</p> -<p>Inderdaad! -</p> -<p>Ook Baxter had daar beneden een schot hooren vallen. -</p> -<p>„Er is geschoten!” fluisterde hij. -</p> -<p>Met vereende krachten werd nu de deur opengemaakt en toen klonk den mannen een rochelende -gil tegen. Daarna was alles stil. -</p> -<p>Baxter bleef een oogenblik staan. -</p> -<p>„Daar beneden is het niet in den haak!” mompelde hij. Ook de agenten waren bleek om -den neus geworden. Zij hadden allen het reutelen van een stervende gehoord, die op -gewelddadige wijze om het leven was gebracht. -</p> -<p>De Bankdirecteur, die bij de agenten stond, wischte zich het klamme zweet van het -voorhoofd en fluisterde: -</p> -<p>„Daar is — — daar is — — een misdaad — — — gepleegd!” -</p> -<p>„Vooruit! Wij moeten het fijne van de zaak weten!” beval Baxter en sprong de trap -af, gevolgd door zijn mannen. -</p> -<p>Toen de electrische lampen der agenten de kelderruimte verlichtten, zagen zij in het -midden een doode liggen. De Bankdirecteur stiet een kreet uit en tuimelde als ’t ware -vooruit. -</p> -<p>„Wat—wat—is dat? Maar dat is—dat is—heksenwerk!” -</p> -<p>Baxter was naast den doode neergeknield. -</p> -<p>Het was Raffles. -</p> -<p>Naast hem lag een groote <span class="corr" id="xd31e342" title="Bron: bloedpas">bloedplas</span>. De pelsjas dreef in het roode vocht. Raffles’ handen en zijn gelaat waren met bloed -bevlekt en men zag duidelijk op de plaats, waar het haar was vastgekleefd, dat een -kogel in het hoofd was gedrongen. -</p> -<p>Hier was geen vergissing mogelijk. Inspecteur Baxter lichtte den doode in het gelaat. -</p> -<p>„Het <i>is</i> Raffles!” sprak hij. -</p> -<p>„Wel inspecteur, het <i>is</i> Raffles<span class="corr" id="xd31e354" title="Bron: ”,">,”</span> echo-den de agenten hem na. -</p> -<p>Het was inderdaad de Groote Onbekende. Voor zoover men het door het bloed kon onderscheiden, -was zijn gelaat doodsbleek. De lippen waren vastgesloten, evenals de oogen, die diep -in hunne kassen waren teruggezonken. -</p> -<p>Inspecteur Baxter keek om zich heen. -</p> -<p>Toen nam hij langzaam de uniformpet af en zei: -</p> -<p>„God zij zijn arme zondige ziel genadig!” -</p> -<p>„Amen” sprak een der agenten. -</p> -<p>Toen voegde hij er bij: -</p> -<p>„Daar ligt nog iemand, inspecteur!” -</p> -<p>Als een tijger sprong Baxter op het tweede lijk toe. -</p> -<p>Inderdaad. Hier lag nog iemand. Iemand, wiens gelaat en lichaam afschuwelijk verminkt -was. Zeker twintig messteken hadden hem getroffen. Hij lag in een hoek en inspecteur -Baxter onderzocht of geen stukje papier eenige aanwijzing zou kunnen geven. -</p> -<p>De directeur der Bank was sprakeloos, maar na eenigen tijd hijgde hij met moeite: -</p> -<p>„Ge moet dadelijk een scherp onderzoek instellen, inspecteur. Dat is vreeselijk! Afschuwelijk! -Wat moet er nu gebeuren?” -</p> -<p>Baxter schudde het hoofd. -</p> -<p>„Geef ons een kamer, directeur, waar wij de lijken zoolang kunnen bergen tot den avond. -Ik zal ze dan laten weghalen!” -</p> -<p>Een der agenten had intusschen een dokter gehaald. Deze boog zich even over den doode, -die door messteken verwond was en zei toen: -</p> -<p>„Afgeloopen!” -</p> -<p>Toen keek hij naar Raffles en zei: -</p> -<p>„Ook gedaan! Een mooie geschiedenis! Wat is hier feitelijk voorgevallen?” -</p> -<p>„Als ik dat wist, dokter, gaf ik tien jaren van mijn leven!” zei de wanhopige politie-inspecteur. -„Zoo iets heb ik nog nooit bijgewoond! De duivel in eigen persoon is hier in het spel! -Maar natuurlijk—Raffles is er ook weer bij!” -<span class="pageNum" id="pb7">[<a href="#pb7">7</a>]</span></p> -<p>Nogmaals doorzocht hij den kelder—wederom schudde hij het hoofd. -</p> -<p>„Niets—heelemaal niets!” -</p> -<p>Hier waren twee misdaden begaan, waarbij het menschelijke verstand stil stond. -</p> -<p>Met behulp der agenten werden nu de beide lijken naar een kamer gebracht, die de Bankdirecteur -te zijner beschikking had. Een der mannen bleef de wacht houden, tot de lijken zouden -worden gehaald -</p> -<p>Des avonds deelden alle Londensche bladen het opzienbarende bericht mede, dat Raffles, -de Groote Onbekende, dood was. -</p> -<p>Alleen zij, die tot lord Lister in onaangename verhouding hadden gestaan, juichten -over dat bericht. Maar zij, die veel aan zijn groote goedheid hadden te danken, wijdden -eenige tranen aan zijn nagedachtenis. -<span class="pageNum" id="pb8">[<a href="#pb8">8</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch2" class="div1 chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="label">TWEEDE HOOFDSTUK.</h2> -<h2 class="main">DE GROOTE ONBEKENDE IS ONSTERFELIJK.</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">Daar lag Raffles nu op een houten bank in een achterkamer. -</p> -<p>De tijd verstreek, de klok wees tien minuten vóór vieren, waarop de Bank werd gesloten -voor het publiek. -</p> -<p>De agent, die de wacht hield, liep ongeduldig heen en weer. -</p> -<p>Plotseling, toen hij zich weer omdraaide, bleef hij als vastgenageld staan. Hij opende -den mond om te schreeuwen, zijn haren rezen ten berge, zijn oogen puilden uit hun -kassen en zoo bleef hij een paar seconden onbewegelijk staan. -</p> -<p>Een der beide dooden had zich bewogen. Het was Raffles. De agent wilde het eerst niet -gelooven. Hij keek nog eens scherper toe en—ja—daar bewoog Raffles zich alweer! -</p> -<p>Hij leunde met zijn elleboog op de bank, waarop hij lag en richtte zich halverwege -op. En zijn groote, glanzende oogen, die oogen, waarvoor allen zoo bang waren, omdat -er een bovennatuurlijke kracht van uitstraalde, zij richtten zich groot en doordringend -op den agent. -</p> -<p>Dat was te veel voor den politieman van Scotland Yard. Hij stiet een luiden schreeuw -uit en rende weg. -</p> -<p>Raffles lachte—lachte zóó luid, dat het schalde door het vertrek. -</p> -<p>Langzaam stond lord Lister op en liep een paar keer de kamer op en neer, om weer wat -beweging te krijgen in zijn stijve ledematen. Het bloed was hem verstijfd en vloeide -nog maar traag door zijn aderen. -</p> -<p>Eindelijk was hij weer wat op krachten gekomen. -</p> -<p>Hij richtte zich hoog op, opende de deur en trad naar buiten. -</p> -<p>Het was leeg in de gang. Het publiek was heengegaan en slechts enkele beambten waren -nog aanwezig. In de groote zaal was alleen nog de eerste boekhouder, die dien dag -de aanhouding van Raffles had bewerkstelligd. -</p> -<p>Hij zat over zijn werk gebogen, toen plotseling een der vleugeldeuren openging en -een met bloed bevlekt lijk binnentrad. -</p> -<p>„Wel, zijt ge nog aan den arbeid?” vroeg Raffles met een grafstem. -</p> -<p>Bij de eerste woorden had de boekhouder van zijn werk opgekeken. -</p> -<p>Hij keek als een gek en schreeuwde toen uit: -</p> -<p>„Om ’s hemels wil—wie zijt ge?” -</p> -<p>„Ik? Ik ben Raffles!” -</p> -<p>„Raffles? Maar ge zijt immers dood?” -</p> -<p>„Wel! Nu leef ik weer!” -</p> -<p>„Maar dat kan niet!” gilde de boekhouder. -</p> -<p>„En toch <i>is</i> het zoo, waarde heer! Neen, neen! Blijf kalm zitten! Doe geen moeite! Ik zal wel -een plaatsje vinden! Er is ruimte genoeg in deze groote zaal! Hoeveel hebt ge vandaag -ontvangen?” -<span class="pageNum" id="pb9">[<a href="#pb9">9</a>]</span></p> -<p>„Niets! Heelemaal niets!” brulde de doodsbenauwde man. -</p> -<p>„Dat is al een heel klein beetje voor een filiaal van de Londensche en de Zuidwest -Bank!” -</p> -<p>Toen ging hij achter een lessenaar, deed een lade open met een der sleutels van den -directeur en keek erin. -</p> -<p>„Alle „drommels”! Honderd—duizend—vijfduizend—tienduizend—veertigduizend pond!—Dat -is een heel aardig bedrag, mister! Ik denk, dat de Bank niet kijkt op een twintigduizend -pond!” -</p> -<p>Met deze woorden nam Raffles 20,000 pond uit de lade, stak ze in den zak en zei: -</p> -<p>„’t Is nu vier uur! Vóór vijf uur moogt ge niet kikken, begrepen?” -</p> -<p>De man bleef stom. -</p> -<p>„Hebt ge mij verstaan?” donderde Raffles. <span class="corr" id="xd31e428" title="Niet in bron">„</span>Een uur lang moogt ge niet kikken. Dan kunt ge zoo hard schreeuwen als ge maar wilt!” -</p> -<p>De boekhouder knikte. -</p> -<p>Inderdaad, het was hem onmogelijk, eenig geluid voort te brengen! -</p> -<p>Raffles verliet de groote zaal. -</p> -<p>Hij liep de gang door en hoorde eensklaps twee stemmen. -</p> -<p>Hij sloeg er niet de minste acht op, toen hem de woorden in het oor klonken: -</p> -<p>„De diamanten van den hertog van Norfolk.” -</p> -<p>Hij bleef nu staan en luisterde met het oor tegen de deur geleund, waarachter vandaan -het geluid kwam. -</p> -<p>„Ik zal de bewaking van de diamanten van den hertog op mij nemen<span class="corr" id="xd31e440" title="Bron: ”,">,”</span> hoorde lord Lister zeggen. „Waar worden ze heengebracht?” -</p> -<p>„Naar het groote tentoonstellingsgebouw in Regentstreet. Ge moet ze vannacht halen -en morgen weer terug brengen!” -</p> -<p>„All right!” -</p> -<p>Het was nu een poosje stil. -</p> -<p>Lord Lister dacht na. Toen, nadat hij tien seconden had gepeinsd, liep hij de gang -verder door, ging bij een der fonteintjes, die hier en daar voor het personeel waren -aangebracht, het bloed van zijn gelaat wasschen en verliet het Bankgebouw, zonder -verder door iemand te worden lastig gevallen. -</p> -<p>Een half uur later betrad hij een van zijn woningen. Deze lag in St. James Street -en bestond uit een apartement van zes kamers. -</p> -<p>Binnen werd een deur opengedaan en Charly Brand keek de gang in. -</p> -<p>„Ben jij het?” -</p> -<p>„Zooals je ziet!” -</p> -<p>„Lieve tijd, wat heb ik een angsten om je uitgestaan!” -</p> -<p>„Ik om jou niet minder, beste Charly!” -</p> -<p>Deze keek Raffles eens van ter zijde aan en zei toen: -</p> -<p>„Wat zie je bleek, John! Scheelt je wat?” -</p> -<p>„Neen, wat zou mij schelen, kerel? Ik heb daar juist iets beleefd, wat je niet in -je kouwe kleeren gaat zitten!” -</p> -<p>„Verklaar je toch wat nader, John! Vertel me toch eens, hoe alle kranten je doodstijding -konden brengen? Wil je het lezen?” -</p> -<p>„Natuurlijk, <span lang="en">my boy</span>! Dat interesseert mij buitengewoon!” -</p> -<p>Charly Brand haalde de <i lang="en">Times</i> en reikte ze zijn vriend. -</p> -<p>Deze las: -</p> -<p>„<i>Londen haalt verruimd adem! Raffles is dood!</i><span id="xd31e473"></span> -</p> -<p><span class="corr" id="xd31e476" title="Niet in bron">„</span>De groote Onbekende, genaamd Raffles, heeft vandaag in het elfde bijkantoor van de -Londensche en Zuidwest Bank een plotselingen dood gevonden! Toen de beambten, die -hem vervolgden, in den kelder drongen, waarheen hij gevlucht was, vonden ze zijn lijk! -Een schotwonde aan het hoofd bewees, hoe Raffles aan zijn eind was gekomen. Het meest -raadselachtige van deze geschiedenis is, dat men nergens het wapen heeft gevonden, -waarmee Raffles is doodgeschoten. Vlak bij het lijk van Raffles lag nog een ander -lijk; <span class="pageNum" id="pb10">[<a href="#pb10">10</a>]</span>dat van een tot nog toe onbekend gebleven persoon. Ook van den moordenaar is tot nog -toe geen spoor ontdekt.” -</p> -<p>„Uitstekend!” fluisterde Raffles. -</p> -<p>„Is het allemaal zoo gebeurd, zooals het hier staat?” vroeg Charly Brand. -</p> -<p>„Precies zoo!” -</p> -<p>„Maar men heeft je toch onderzocht? Hoe kon je je dan dood houden? Maar nu zie ik -ook dat je gewond bent! Boven je rechterslaap zit je haar vol bloed!” -</p> -<p>Raffles stond op, ging naar den spiegel, wiesch de wonde uit, die hij inderdaad op -deze plek had, plakte er een groote pleister op en ging weer zitten. -</p> -<p>„Wie heeft je <span class="corr" id="xd31e487" title="Bron: gewond">verwond</span>, John?” -</p> -<p>Lord Lister lachte. -</p> -<p>„Wie anders dan ikzelf, domme vent!” -</p> -<p>„Jijzelf? En waar is de revolver?” -</p> -<p>„Die heb ik door een klein tralievenster op straat gegooid! Ik zal je de heele geschiedenis -vertellen, Charly, opdat je je nieuwsgierigheid kunt bevredigen. -</p> -<p>„Ik werd dan door vriend Baxter naar den kelder gejaagd, maar ik had een kleinen voorsprong, -doordat ik de deur achter mij had gegrendeld. Maar mij bleef geen weg om te ontvluchten. -En toen zag ik plotseling het lijk van een man voor mij liggen.” -</p> -<p>„Afschuwelijk!” bromde Charly. -</p> -<p>„Het was mij ook niet heel aangenaam<span class="corr" id="xd31e499" title="Bron: ”,">,”</span> antwoordde lord Lister, „en mijn vervolgers stonden boven te schreeuwen! -</p> -<p>„Wat te doen? -</p> -<p>„Er was maar één uitweg—ik moest sterven! Je weet, Charly, dat ik altijd een fleschje -bij mij heb, gevuld met een mengsel van toxine en morphine. Als ik die vloeistof onder -de huid spuit, volgt een verstijving, die altijd een paar uren aanhoudt. -</p> -<p>„De dokter gaf zich niet de minste moeite om mijn hartslag te onderzoeken, anders -had hij natuurlijk bemerkt, dat ik niet dood was.” -</p> -<p>„Ik wekte natuurlijk volkomen den indruk van een doode.” -</p> -<p>„Maar om het verhaal geregeld af te wikkelen:” -</p> -<p>„Ik sleepte het vreemde lijk, dat in een groten <span class="corr" id="xd31e510" title="Bron: bloedpas">bloedplas</span> lag, naar het andere eind van den kelder, deed de inspuiting, zette het wapen zóó -tegen mijn slaap, dat slechts een lichte verwonding moest volgen, drukte af en gooide -het wapen door het tralievenster. -</p> -<p>„Ik had nog juist den tijd om te gaan liggen waar de doode had gelegen. Toen verloor -ik ook reeds het bewustzijn. -</p> -<p>„Je begrijpt, dat de agenten meenden, dat ik dood was, al lag ik ook niet in mijn -eigen bloed, maar in dat van den onbekenden man. -</p> -<p>„Je ziet, Charly, dat mijn list volkomen is gelukt en dat ik weer aan de handen van -mijn doodsvijand Baxter ben ontvlucht.” -</p> -<p>En lord Lister nam nog eens de <i lang="en">Times</i> op. -</p> -<p>Daar viel zijn blik op het volgende artikel: -</p> -<p>„<i>De juweelen van den hertog van Norfolk.</i> -</p> -<p><span class="corr" id="xd31e527" title="Niet in bron">„</span>De hertog van Norfolk is eenige dagen geleden teruggekeerd van zijn groote reis naar -Indië en heeft zich met lady Wydemour, de dochter van een pair, verloofd. Het huwelijk -zal, naar wij vernemen, reeds vrij spoedig worden gesloten. Het zal een der grootste -plechtigheden zijn, die in den laatsten tijd te Londen zijn gevierd, want zoowel de -hertog van Norfolk, als lord Wydemour behooren tot de rijkste families van het land. -De diamanten van den hertog van Norfolk vertegenwoordigen een waarde van niet minder -dan twee millioen pond sterling. Zeven der schoonste en zuiverste steenen heeft de -hertog zijn bruid reeds geschonken. -</p> -<p>„De geschiedenis van deze juweelen is heel interessant. -</p> -<p><span class="corr" id="xd31e531" title="Niet in bron">„</span>Zij vormden het hoofdbestanddeel van het vermogen van den hertog. Deze bezit echter -ook nog uitgestrekte goederen in Schotland. Sinds drie eeuwen zijn de hertogen van -Norfolk reeds in het bezit van deze juweelen, <span class="pageNum" id="pb11">[<a href="#pb11">11</a>]</span>die in een kluis der Londensche en Zuidwest Bank worden bewaard. -</p> -<p>„Er bestaat een testament, waarin bepaald is, dat de erfgenaam van het hertogelijke -huis de diamanten eerst bij zijn huwelijk ontvangt. -</p> -<p>„Nadat de oude hertog van Norfolk gestorven was, hebben de diamanten ongeveer vier -jaren in de Londensche en Zuidwest Bank gelegen. En telkens weer werden zij naar een -andere bijbank gebracht om diefstal te voorkomen. Alleen de meest hooggeplaatste ambtenaren -zijn met de bergplaats bekend. -</p> -<p>„Ook moeten de juweelen telkens worden tentoongesteld als zij in andere handen overgaan. -</p> -<p>„Deze clausule is destijds door een der hertogen in het testament gevoegd, opdat de -eigenaar de juweelen niet zou kunnen verkoopen of verpanden. -</p> -<p>„Ook de jongste hertog van Norfolk moet zich aan al deze voorschriften houden. De -diamanten zullen van 17 Januari—dus van morgen af—tot den vijf-en-twintigsten van -deze maand in het nieuwe tentoonstellingsgebouw in Regent-Street te zien zijn. -</p> -<p>„Natuurlijk zijn belangrijke voorzorgsmaatregelen genomen om mogelijken diefstal te -voorkomen. In dertig jaren zijn deze kostbare juweelen niet ten toon gesteld en een -groote toeloop van het Londensche publiek wordt dan ook verwacht.” -</p> -<p>Lord Lister glimlachte op vreemde wijze, toen hij de krant terzijde legde. -</p> -<p>„Heb je het gelezen Charly?” -</p> -<p>„<span lang="en">Yes</span>. Maar ik begrijp niet, dat dit zoo interessant is. Het interesseert mij veel meer, -wie die vermoorde man wel mag zijn, dien jij in den kelder van de Bank hebt gevonden.” -</p> -<p>Lord Lister haalde de schouders op. -</p> -<p>„Ik denk, dat dat iemand is, die in nauw verband met de Bank staat.” -</p> -<p>„Waarom denk je dat?” -</p> -<p>„Ik denk dat zoo en het feit, dat de man vermoord, is, versterkt mijn vermoeden. Maar -ik moet nu de noodige toebereidselen maken om morgen op tijd te zijn -</p> -<p>„Op tijd te zijn? Maar wat bedoel je dan?” -</p> -<p>„Ik wil de diamanten van den hertog van Norfolk, bewaken,” antwoordde Lord Lister. -</p> -<p>Toen stond hij op en ging het volgende briefje schrijven; -</p> -<blockquote> -<p class="first address">„Aan den inspecteur van politie Baxter, -<br>Scotland-Yard. -</p> -<p class="salute"><i>Waarde Baxter!</i> -</p> -<p>Hoewel ik eigenlijk geen reden heb om dankbaar tegenover u te zijn, wil ik u toch -een genoegen doen. Ik raad u namelijk om den directeur van het elfde bijkantoor der -Londensche en Zuid-West Bank streng in de gaten te houden, want hij is een schurk. -</p> -<p class="signed">RAFFLES.”</p> -</blockquote><p> -</p> -<p>Dezen brief vouwde lord Lister dicht, verzegelde hem en zond den bediende er mee naar -de bus. -</p> -<p>Toen ging hij naar zijn geheim bureau, dat vol spiegels was en waar een groote tafel -stond met allerlei soorten schmink en poeder. -</p> -<p>Langs de muren hingen wel een dozijn verschillende baarden en pruiken. -</p> -<p>Langen tijd was lord Lister bezig om uit te zoeken, wat hij noodig had, want deze -meesterdief stelde er zich niet mee tevreden om de lieden, die hij wenschte na te -bootsen, niet tot in de kleinste bijzonderheden gelijk te zijn. -</p> -<p>En toen hij later met een donker puntbaardje en bruin geverfd haar bij Charly Brand -binnentrad, bleef deze verbluft staan. -</p> -<p>„Wat bedoelde je er mee,” vroeg Charly, „dat je de diamanten van lord Norfolk wilt -gaan bewaken?” -</p> -<p>„Begrijp je dat niet?” -</p> -<p>„Je wilt ze natuurlijk in je bezit hebben, niet waar Raffles?” -</p> -<p>„Misschien. Maar laat ons nu gaan. Heb je lust om mee te gaan Charly?” -</p> -<p>„Waarheen?” -<span class="pageNum" id="pb12">[<a href="#pb12">12</a>]</span></p> -<p>„Naar het elfde bijkantoor!” -</p> -<p>„Jij schijnt een groote voorliefde voor dat bijkantoor te hebben, ondanks alles, wat -er al gebeurd is.” -</p> -<p>Lord Lister antwoordde niet. -</p> -<p>Hij verkleedde zich en ging met Charly de deur uit. -</p> -<p>In het elfde bijkantoor was het intusschen alles behalve rustig gebleven. -</p> -<p>De agent had inspecteur Baxter gewaarschuwd en deze was om vijf uur gekomen, juist -toen de boekhouder een verschrikkelijken angstkreet uitstiet. -</p> -<p>Baxter stormde de groote zaal binnen. -</p> -<p>„Is hij weg?” vroeg hij met sidderende knieën. „Waar is hij, waar is hij?” -</p> -<p>„Ik weet alleen, dat hij hier <i>was</i>, inspecteur! Wat een vreeselijke kerel! Hebt gij het wel ooit beleefd, dat een doode -weer levend wordt?” -</p> -<p>„Bij Raffles beleeft men <i>alles</i>” stiet Baxter uit; „de kerel maakt mij nog dol!” -</p> -<p>Het gebouw werd van onder tot boven doorzocht, zonder dat natuurlijk een spoor van -Raffles ontdekt werd. Alleen zijn pelsjas en het bloedgekleurde waschwater werden -gevonden en Baxter vertrok weer onverrichter zaken. -</p> -<p>Alleen de directeur, die in het achterste gedeelte van het gebouw zijn ambtswoning -had, bleef achter. -</p> -<p>De man ging vroegtijdig naar bed, nadat hij de diamanten van den hertog van Norfolk -had klaargelegd om ze den volgenden dag naar het tentoonstellingsgebouw te kunnen -overbrengen. -</p> -<p>Intusschen was het middernacht geworden. -</p> -<p>Een schildwacht liep voor het Bankgebouw op en neer. Toen hij naar een zijstraat zich -verwijderde, traden twee slank gebouwde mannen uit de duisternis in het licht der -lantaarn. Het waren Raffles en zijn vriend Charly. -</p> -<p>Nu ging Charly met de schouders tegen den muur staan, legde de handen ineen en liet -lord Lister er in stappen. -</p> -<p>Deze stond met een wip op den schouder van zijn vriend en opende nu geruischloos een -houten jaloezie. -</p> -<p>Charly Brand liep met groote stappen beneden op en neer. -</p> -<p>Een kwartier later kwam lord Lister weer naar beneden. Hij droeg een groote cassette -onder den linkerarm en lachte, zoodat Charly verschrikt den vinger op den mond legde. -</p> -<p>Zij liepen haastig verder en Charly vroeg: -</p> -<p>„Waarom heb je zoo’n pret, John?” -</p> -<p>Maar lord Lister was reeds weer ernstig geworden. -</p> -<p>„Je zult morgen een wonder beleven, Charly<span class="corr" id="xd31e615" title="Bron: ?">!</span>” -</p> -<p>„Wat?” -</p> -<p>„Een wonder zeg ik je!” -</p> -<p>„En wat heb je in de cassette?” -</p> -<p>„De diamanten van den hertog van Norfolk.” -</p> -<p>Charly bleef een oogenblik verbluft staan. -</p> -<p>Hij wilde het niet gelooven. -</p> -<p>„De—de—diamanten—van den hertog van Norfolk? Maar—maar dat is een reusachtig vermogen! -Ben je niet bang?” -</p> -<p>Lord Lister glimlachte weer. -</p> -<p>„Bang? Ik?” -</p> -<p>„Ja.” -</p> -<p>„Voor wien? En waarom?” -</p> -<p>„Maar morgen—morgen zullen de diamanten niet in het tentoonstellingsgebouw zijn!” -</p> -<p>„Hoe kom je er bij? De diamanten zullen er zeker zijn!” -</p> -<p>Charly haalde de schouders op. -</p> -<p>„Dat begrijp ik niet! Wie moet ze er dan heen brengen?” -</p> -<p>„Ik.” -</p> -<p><span class="corr" id="xd31e636" title="Bron: »">„</span>Jij? Jij wilt ze naar het tentoonstellingsgebouw brengen?” -</p> -<p>„Zeker. Ik ben van nu af <span class="corr" id="xd31e641" title="Bron: gevolmachtige">gevolmachtigde</span> van de Bank.” -</p> -<p>„Maar John, wat een onzin!” -</p> -<p>Charly Brand begreep niet, wat hij van zijn vriend moest denken. -<span class="pageNum" id="pb13">[<a href="#pb13">13</a>]</span></p> -<p>„Morgen zal je alles duidelijk worden,” sprak Raffles. -</p> -<p>Dien nacht nam Raffles nog een reeks van voorbereidingen. -</p> -<p>Zijn vriend Charly echter sliep vermoeid van de opwindingen van den dag en ontwaakte -eerst, toen de zon reeds hoog aan den hemel stond. -</p> -<p>Raffles echter was verdwenen en terzelfder tijd liep door Londen het gerucht, dat -hij in hechtenis was genomen. -<span class="pageNum" id="pb14">[<a href="#pb14">14</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch3" class="div1 chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="label">DERDE HOOFDSTUK.</h2> -<h2 class="main">HET GEHEIM VAN DE DIAMANTEN.</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">Dat was zoo in zijn werk gegaan: -</p> -<p>Het bericht, dat in de „<span lang="en">Times</span>” had gestaan, was niet ongelezen gebleven. -</p> -<p>In Londen namelijk stellen de mannen het grootste belang in sport, de vrouwen in luxe -en voornamelijk in sieraden. -</p> -<p>Het vooruitzicht om de diamanten te kunnen zien van den hertog van Norfolk, die in -grootte, zuiverheid en kostbaarheid de kroondiamanten van den koning nog moesten overtreffen, -had reeds in den vroegen morgen een groote menigte naar het tentoonstellingsgebouw -gelokt. -</p> -<p>Om negen uur reeds bewoog zich een groot aantal dames en heeren door de sierlijke -zalen. -</p> -<p>Equipages rolden aan, automobielen snorden voor. De grooms dwarrelden door elkaar -en de eene lady volgde de andere. Zij droegen haar kostbare wintertoiletten, lange -mantels met bontwerk gegarneerd, breede boa’s en ander kostbaar pelswerk. -</p> -<p>De diamanten van den hertog van Norfolk lagen uitgespreid op zeven groote, zijden -kussens. -</p> -<p>Eigenlijk was het uur van de opening der tentoonstelling op tien uur bepaald, maar -de gevolmachtigde van de Londensche Bank was al om half negen verschenen met zijn -kostbaren schat. -</p> -<p>De vertegenwoordiger was een slank gebouwd man van ongeveer vijf-en-dertigjarigen -leeftijd met een donker puntbaardje. -</p> -<p>Hij zag er inderdaad <span class="corr" id="xd31e675" title="Bron: bizonder">bijzonder</span> voornaam uit in zijn keurig toilet, zooals hij daar stond achter de groote tafel, -zonder ook slechts een enkelen keer den blik op te richten van de zijden kussens, -waarop de prachtige steenen schitterden: diamanten, zoo groot als duiveneieren, naast -robijnen en topazen. Smaragden, in goud gevat, naast granaten. Amethysten naast opalen -en <span class="corr" id="xd31e678" title="Bron: turmalienen">toermalijnen</span> naast cordierieten. -</p> -<p>Maar diamanten en smaragden waren er in het grootste aantal en alles schitterde en -glinsterde en fonkelde op het donkere fluweel, dat men meende een stuk van het firmament -voor zich te hebben, waaraan sterren schitterden van de eerste grootte. -</p> -<p>De bezoekers der tentoonstelling hadden nog geen toegang, toen een zeer voorname jonge -lady binnentrad, vergezeld van een inspecteur. Zij had kastanjebruin haar, dat in -dichte lokken haar fijn gezichtje omlijstte en twee groote, zwarte oogen werden door -lange wimpers overschaduwd. -</p> -<p>„Hier lady, is de tentoonstelling,” sprak de inspecteur, boog en ging heen, want het -was hem ten strengste verboden om ook slechts een minuut in de zaal te blijven. -</p> -<p>De jonge dame ging naar den slanken heer toe. -<span class="pageNum" id="pb15">[<a href="#pb15">15</a>]</span></p> -<p>„Mijn naam is miss Marion<span class="corr" id="xd31e689" title="Bron: ”,">,”</span> sprak zij, „ik ben een vrouwelijke detective en hier naar toe gezonden om met u samen -de diamanten van den hertog van Norfolk te bewaken.” -</p> -<p>Zij was nadergetreden en de sleep van haar kostbare japon ritselde zachtjes over den -vloer. -</p> -<p>Zonder het antwoord van mister Blakes af te wachten, deed zij de lange handschoenen -van de blanke handen en ging achter de tafel zitten. -</p> -<p>Toen keek ze even naar de revolver, die onder het bereik van den heer lag en zei niets -dan: -</p> -<p>„All right!” -</p> -<p>De ander glimlachte nu, maar sprak geen woord. -</p> -<p>De bezoekers werden thans toegelaten en vele politiebeambten stelden zich op om met -het tweetal, dat daar aan de tafel zat, elke poging tot diefstal of het stichten van -verwarring te beletten. -</p> -<p>De kostbaarheden werden door iedereen bewonderd en veel begeerige blikken van ijdele -vrouwen en hebzuchtige mannen werden op de kostbare steenen geworpen. -</p> -<p>Na een half uur moest de zaal ontruimd worden om nieuwe bezoekers binnen te laten. -</p> -<p>Maar tusschen het bezoek der eerste en tweede groep werd een pauze van een half uur -gehouden, waarin de diamanten wederom nauwkeurig onderzocht werden. -</p> -<p>Mister Blakes stak een sigaret aan, nadat hij de vrouwelijke detective om vergunning -daarvoor had gevraagd, blies den rook voor zich uit en vroeg: -</p> -<p>„Wie heeft u eigenlijk hierheen gestuurd, lady?” -</p> -<p>„Stelt ge daar belang in? De lord-major van Londen maakte zich een beetje bezorgd, -dat de beambten dit werk niet alleen af konden en bovendien streef ik slechts één -enkel doel na!” -</p> -<p>„En dat is?” -</p> -<p>„Ik wil Raffles vangen. Ik stam uit een voornaam geslacht, dat door allerlei tegenspoed -verarmd is en daarom heb ik een beroep gekozen, dat hoog salaris geeft.” -</p> -<p>„Ge hebt gelijk. En nu hebt ge het er dus op gezet om Raffles te vangen?” -</p> -<p>„Ik stel belang in hem! Hij imponeert mij, deze gentleman-dief en daarom wil ik graag -mijn krachten aan hem beproeven!” -</p> -<p>Haar oogen glansden en een lachje krulde haar lippen. -</p> -<p>In hetzelfde oogenblik luidde een bel en de nieuwe bezoekers werden binnengelaten. -</p> -<p>Nauwelijks hadden zij de zaal gevuld, toen plotseling een heer binnenstormde, die -een zwarten koffer droeg en iedereen omver liep, die hem in den weg stond. -</p> -<p>Aller oogen richtten zich op dezen persoon. -</p> -<p>De man die binnenkwam, geleek sprekend op den heer, die de diamanten bewaakte. -</p> -<p>Deze wonderlijke gelijkenis baarde algemeen opzien, die niet weinig steeg, toen de -binnentredende uitriep: -</p> -<p>„Alle duivels, wat gebeurt hier? <i>Ik</i> ben mr. Blakes, de vertegenwoordiger van de Londensche en Zuid-West Bank<span class="corr" id="xd31e720" title="Bron: ”.">.”</span> -</p> -<p>Niemand antwoordde. -</p> -<p>Eindelijk vroeg een der politiebeambten: -</p> -<p>„Kunt gij u legitimeeren?” -</p> -<p>„Zeker.” En deze tweede mr. Blakes haalde zijn papieren te voorschijn. -</p> -<p>De politiebeambte haalde de schouders op. -</p> -<p>„Er is ten slotte toch maar één mr. Blakes,” sprak hij, „en hier schijnt bedrog in -het spel te zijn. Hoe zijn de diamanten van den hertog van Norfolk hierheen gekomen, -als <i>gij</i> de werkelijke mr. Blakes zijt?” -</p> -<p>Deze strekte den arm uit naar den heer achter de tafel en sprak: -</p> -<p>„<i>Die man is Raffles!</i>” -</p> -<p>De verwarring, die op deze woorden volgde, is onbeschrijfelijk. -<span class="pageNum" id="pb16">[<a href="#pb16">16</a>]</span></p> -<p>De heeren weken verschrikt achteruit, de dames begonnen van angst te gillen, de meesten -echter verdrongen zich om dezen interessanten man, die sedert vele maanden geheel -Londen in ademlooze spanning hield en iederen dag de kranten stof gaf tot sensationeele -artikelen. -</p> -<p>Dat was dus Raffles! -</p> -<p>Deze echter scheen het volstrekt niet eens te zijn met de onthullingen van mr. Blakes. -</p> -<p>„Ge zijt gek!” riep hij uit en hij deinsde verschrikt terug, toen hij zijn dubbelganger -goed in het gelaat keek. -</p> -<p>Dat was inderdaad dezelfde donkere puntbaard, dezelfde wenkbrauwen, hetzelfde haar, -dezelfde gelaatstrekken. -</p> -<p>„Dat is een afschuwelijk bedrog!” riep hij uit, „dat is een laagheid!” en nog voordat -iemand het kon verhinderen, had hij zijn revolver getrokken, gevuurd—het schot knalde. -Doch neen, twee schoten waren het, wier knal zich met elkander vermengde. In het oogenblik -namelijk, toen de tweede mister Blakes het pistool afschoot, had de man, die naast -de vrouwelijke detective stond, bliksemsnel het wapen te voorschijn gehaald. -</p> -<p>Toen de kruitdamp opgetrokken was, lag degeen, die het laatst was binnengekomen, op -de knieën; zijn revolver lag een halven meter verder en uit zijn rechterhand vloeide -een bloedstroom. -</p> -<p>Mr. Blakes had hem de hand doorgeschoten. -</p> -<p>„Moet ik u nog eens zeggen, dat u dien ellendeling moet weg brengen?” beval de heer -achter de tafel met donderende stem. -</p> -<p>„Deze bedrieger is Raffles, die van de algemeene verwarring gebruik wil maken om de -diamanten van den hertog van Norfolk in zijn bezit te krijgen!” -</p> -<p>„Het is niet waar!” kreunde de andere. „Ik heb ze hier—ik heb ze bij mij—de diamanten -van den hertog van Norfolk!” -</p> -<p>Het publiek geraakte in steeds grooter spanning. Allen drongen naar voren om te zien, -wat die nieuw aangekomene dan wel in dien koffer had verborgen. -</p> -<p>En inderdaad: -</p> -<p>In den koffer lagen, zorgvuldig vastgemaakt op de kussens, de diamanten van den hertog -van Norfolk. -</p> -<p>Maar daarginds op de tafel lagen ze ook en de politiemannen streken zich over de oogen -om het spook te verjagen, waaraan zij nog niet konden gelooven. -</p> -<p>Daar klonk echter opnieuw de stem van mister Blakes, die achter de tafel met fonkelende -juweelen stond. -</p> -<p>„Maar mijneheeren, zijt gij dan inderdaad zóó kortzichtig om niet in te zien, dat -de juweelen, die Raffles hier brengt, allen vervalscht zijn?” -</p> -<p>Groote sensatie! -</p> -<p>De inspecteur van politie nam nu het woord en wendde zich tot de omstanders: -</p> -<p>„Zijn er misschien onder de aanwezige heeren eenigen, die verstand hebben van diamanten?” -</p> -<p>Onmiddellijk meldden zich eenige heeren en dames aan. -</p> -<p>Een oude eerwaardige grijsaard haalde een microscoop te voorschijn en hield dien boven -de diamanten, welke de tweede mr. Blakes had gebracht. -</p> -<p>Ademlooze spanning volgde. -</p> -<p>Eindelijk hief de grijze heer het hoofd op en sprak op stelligen toon: -</p> -<p>„Deze diamanten zijn valsch!” -</p> -<p>„Ik zeide het reeds,” sprak de eerste mr. Blakes nu, „En als de heeren politie-agenten -nu nog langer <span class="corr" id="xd31e770" title="Bron: aarlezen">aarzelen</span> om dezen aartsbedrieger weg te brengen, dan sta ik niet meer voor de gevolgen in!” -</p> -<p>Die woorden hielpen. Een half dozijn agenten pakten den geheimzinnigen mister Blakes -beet en sleepten hem naar de deur. -</p> -<p>Deze rukte zich hier nog eens los, rende naar den anderen mr. Blakes toe en schreeuwde: -</p> -<p>„Hier—hier—daar—daar—” hij wees op de <span class="pageNum" id="pb17">[<a href="#pb17">17</a>]</span>kostbare steenen, die lagen tentoongesteld—„hier liggen de gestolen diamanten van -den hertog van Norfolk, die vannacht uit het elfde bijgebouw van de Londensche en -Zuid-West Bank zijn gestolen!” -</p> -<p>„Van dien diefstal heb ik ook al gehoord,” antwoordde de andere mister Blakes. „De -zaak zit namelijk zóó. Toen Raffles vannacht de echte diamanten poogde te stelen, -vielen hem de valsche in handen en hij had de brutaliteit om deze vandaag aan het -Londensche publiek te willen toonen. Ge ziet heeren, dat Raffles zich zelf heeft verraden. -Brengt hem dus weg!” -</p> -<p>De tweede mister Blakes werd nu in den kraag gepakt en weggebracht. -</p> -<p>De vrouwelijke detective had den geheelen tijd de beide heeren aangekeken. -</p> -<p>„Jammer,” fluisterde zij nu. -</p> -<p>Mr. Blakes keek haar glimlachend aan. -</p> -<p>„Waarom, lady?” -</p> -<p>Zij zuchtte diep. -</p> -<p>„Ik had mij Raffles heel anders voorgesteld.” -</p> -<p>„Hoe dan?” -</p> -<p>„Och! Slanker, eleganter, nu ja, ik kan dat zoo niet zeggen. En ik had mij ook in -het hoofd gehaald, hem zelf te vangen!” -</p> -<p>In hetzelfde oogenblik nam mr. Blakes de revolver op en strekte die uit naar een eleganten -heer, die een der diamanten op nam. -</p> -<p>„Hand daar weg, als ge geen kogel tusschen de ribben wenscht!” -</p> -<p>Deze keek op met doodsbleek gelaat en de jongedame naast hem uitte een kreet van schrik. -</p> -<p>„Zijt ge gek?” vroeg een der politie-mannen, „dat is de hertog van Norfolk.” -</p> -<p>„Dan mag hij toch zijn eigen diamanten niet stelen<span class="corr" id="xd31e797" title="Bron: ”,">,”</span> zei Raffles op doodkalmen toon. -</p> -<p>De hertog van Norfolk, een persoon van omstreeks veertig jaren met een weinig sympathiek -uiterlijk, hief den stok op, maar mr. Blakes zei heel bedaard: -</p> -<p>„Ik doe mijn plicht, hertog! Doe dien stok weg, want een kogel werkt sneller!” -</p> -<p>De hertog maakte een toornige beweging en trok zich toen achter in de zaal terug. -</p> -<p>Wederom werd een pauze van een half uur gehouden. -</p> -<p>„Ge zijt een merkwaardig persoon,” sprak de vrouwelijke detective, toen zij met Blakes -de juweelen controleerde. -</p> -<p>„Hoezoo, lady?” -</p> -<p>„Ik geloof, dat ge betere oogen hebt, dan iemand ter wereld!” -</p> -<p>„Hoe meent ge dat?” -</p> -<p>„Omdat ge alles doorziet!” -</p> -<p>Mr. Blakes lachte. -</p> -<p>„Dat leert men in mijn beroep. Ik wensch u zoo’n paar oogen, lady, dan zoudt ge misschien -een zeer goede detective zijn!” -</p> -<p>Het meisje was door dit gezegde niet weinig boos. -</p> -<p>„O, wat dat betreft,” antwoordde zij, „behoeft ge u niet te verbeelden mr. Blakes, -dat <i>gij</i> Raffles herkend hebt. Ik zag dat al, toen hij de zaal binnenkwam. Ik wilde alleen -niet overijld handelen!” -</p> -<p>„Wel zoo! Ei, ei! En nu hebt ge natuurlijk grooten spijt, dat <i>gij</i> hem niet gevangen hebt!” -</p> -<p>„Dat kan ik niet ontkennen!” -</p> -<p>„Wel, lady, wat zoudt ge er dan wel voor over hebben, als thans nog de kans bestond, -dat ge Raffles zoudt kunnen vangen!” -</p> -<p>Zij keek hem aan met een spotlachje. -</p> -<p>„Die kans kunt gij mij toch niet geven?” -</p> -<p>„Wie weet? Nu, wat krijg ik?” -</p> -<p>„Honderd pond!” -</p> -<p>„Bah! Daar steek ik mijn sigaret mee aan! Een kus, lady, als ge die ervoor geeft, -ben ik bereid!” -</p> -<p>Zij keerde zich af. -</p> -<p>„Onbeschaamde!” fluisterde zij. -</p> -<p>Maar Blakes liet zich niet zoo gauw uit het veld slaan en eindelijk sprak zij: -<span class="pageNum" id="pb18">[<a href="#pb18">18</a>]</span></p> -<p>„Als ge mij het bewijs kunt leveren, dat ge kunt helpen om Raffles te vangen, dan, -in ’s hemelsnaam, zal ik u den kus geven!” -</p> -<p>Hij strekte de hand uit. -</p> -<p>„Op eerewoord en handslag, lady?” -</p> -<p>„Een vrouw een vrouw, een woord een woord, mister <span class="corr" id="xd31e839" title="Bron: Blake">Blakes</span>!” -</p> -<p>„Goed! Neem mij dan gevangen!” -</p> -<p>En toen tot de politie-agenten: -</p> -<p>„Het publiek kan weer binnen komen!” -</p> -<p>De lieden kwamen weer binnen. -</p> -<p>Als een standbeeld bleef het meisje op de plaats staan. -</p> -<p>Die man naast haar had zoo juist met de grootste kalmte verteld, dat hij Raffles was. -</p> -<p>Gloeiend heet vloog het bloed haar naar de wangen. Zij keek van terzijde mr. Blakes -aan en het werd haar hoe langer hoe duidelijker, dat het inderdaad Raffles was. -</p> -<p>„Ik dacht,” stotterde zij, „ik meende—dat ge zwart haar hadt!” -</p> -<p>„Als ik geweten had, lady, dat ik met u zou kennis maken, had ik mijn baard zeker -thuis gelaten.” -</p> -<p>Zij bloosde. Hij hield haar voor den mal, omdat ze niet eens gemerkt had, dat zijn -baard valsch was. -</p> -<p>„Ge zijt een vreeselijk mensch<span class="corr" id="xd31e855" title="Bron: ”,">,”</span> fluisterde zij, „maar pas op, ge ontsnapt mij toch niet! Ik zal u in hechtenis laten -nemen, zoodra ge het gebouw hier verlaat!” -</p> -<p>„Uitstekend, lady! Maar den zoen krijg ik eerst!” -</p> -<p>Daar trad een der inspecteurs der recherche naar de juweelentafel toe. Hij reikte -Blakes de hand en zei: -</p> -<p>„Het was inderdaad Raffles! Ge hebt ons aan een fameuze vangst geholpen!” -</p> -<p>De toegesprokene glimlachte. -</p> -<p>„Dank u!” -</p> -<p>„Weet ge het laatste nieuws al?” -</p> -<p>„En dat is?” -</p> -<p>„De directeur van het elfde bijkantoor is vannacht spoorloos verdwenen!” -</p> -<p>„Inderdaad?” -</p> -<p>„Er schijnt een nieuwe misdaad te zijn begaan!” -</p> -<p>Raffles kuchte eens en blies een blauwe rookwolk de lucht in. -</p> -<p>Toen vroeg hij: -</p> -<p>„Kan ik u misschien met het een of ander helpen, lady?” -</p> -<p>Zij keek op en zag in zijn lachend gelaat. -</p> -<p>O, wat haatte ze hem op dit oogenblik. Ze had hem kunnen dooden. -</p> -<p>„Ik zou graag willen weten<span class="corr" id="xd31e877" title="Bron: ”,">,”</span> fluisterde zij, <span class="corr" id="xd31e880" title="Niet in bron">„</span>waar de eigenlijke mister Blakes is!” -</p> -<p>„Die, lady? O, die is dood!” -</p> -<p>„Dood?—Toch niet vermoord?” -</p> -<p>„Ja.” -</p> -<p>„Maar—om Godswil—toch niet door u?” -</p> -<p>„Neen, lady. Zulke dingen doe ik niet! De directeur van het elfde bijkantoor heeft -hem vermoord!” -</p> -<p>„Weet ge dat zeker?” -</p> -<p>„Ja, heel zeker. Ik heb de misdaad door het sleutelgat gezien en wilde te hulp snellen, -toen het al te laat was! Ik vermoed, dat de directeur de juweelen van den hertog zich -heeft willen toeëigenen en toen vermomd als mister Blakes hierheen is gegaan! Ik begreep, -dat dit het geval zou zijn en het deed me pleizier, den moordenaar in de val te laten -loopen. Zoo heb ik den schurk, dien Baxter niet wil arresteeren, toch in de gevangenis -gebracht en daarmee in het belang der menschheid een goede daad verricht, vindt ge -ook niet?” -</p> -<p>Zij antwoordde niet en het werd haar zwart voor de oogen. Hoe zou zij dien man de -baas kunnen worden? -</p> -<p>Maar het moest—het moest! Ja, zij wilde den strijd aanvaarden op leven en dood. Natuurlijk -dacht zij er vooreerst niet aan, de agenten te roepen en Raffles te laten arresteeren. -Neen! Zij zou hem met gelijke wapens bestrijden op dezelfde elegante en toch listige -manier! -<span class="pageNum" id="pb19">[<a href="#pb19">19</a>]</span></p> -<p>„Maar hoe hebt ge de diamanten in uw bezit gekregen?” vroeg zij plotseling, „en hoe -kwam het, dat de directeur met de valsche steenen hier kwam?” -</p> -<p>„Is u dat ook nog niet duidelijk, lady? O! O! Dat is toch zoo heel eenvoudig! De directeur -was een slimmerd! Hij had een heelen koffer vol nagemaakte steenen waarschijnlijk -met het doel laten vervaardigen om ze alle ten toon te stellen en de echte zichzelf -toe te eigenen. Toen ik den directeur des nachts een bezoek bracht, zag ik dadelijk -dat de diamanten, die bij hem op tafel stonden, niet echt waren. Ik laat mij niet -zoo heel makkelijk om den tuin leiden, lady! Ik zocht toen de echte steenen en vond -ze heel gauw in een muurkast. Daar nam ik de echte uit den koffer en legde er de valsche -voor in de plaats. -</p> -<p>„Den volgenden morgen was het kistje, waarin de valsche steenen gezeten hadden, verdwenen -en de directeur meende, dat den dieven de valsche steenen in handen waren gevallen. -</p> -<p>„’t Is een beetje ingewikkeld, nietwaar lady? Maar de heele zaak is ten slotte toch -doodeenvoudig.” -</p> -<p>Zij antwoordde niet. -</p> -<p>Het duizelde haar hoe langer hoe meer. -</p> -<p>O, die Raffles! Die Raffles! -</p> -<p>Maar zij zwoer hem wraak! Bij God, hij zou haar niet ontsnappen. -<span class="pageNum" id="pb20">[<a href="#pb20">20</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch4" class="div1 chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="label">VIERDE HOOFDSTUK.</h2> -<h2 class="main">GUALA, DE PLANT DER VERGETELHEID.</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">De dienstdoende inspecteur had mr. Blakes meegedeeld, dat de directeur van het hoofdkantoor -der Londensche Bank het niet raadzaam vond om de juweelen des nachts telkens weer -terug te brengen. Zij zouden in het tentoonstellingsgebouw blijven, streng bewaakt -door vijftig lieden. -</p> -<p>Toen het tegen den avond liep sprak lord Lister tot het jonge meisje: -</p> -<p>„Als het u goed is, lady, neem ik nu een uur pauze. Ik ga even naar huis om te soupeeren.” -</p> -<p>Zij knikte. -</p> -<p>„Goed. Ik zal zoolang de wacht houden.” -</p> -<p>Nauwelijks was hij vertrokken of het meisje riep een geheimen agent aan. -</p> -<p>„Volg mister Blakes door heel Londen en vertel mij, waar hij woont.” -</p> -<p>„All right, lady.” -</p> -<p>De man verdween. -</p> -<p>Hij wandelde achter mister Blakes aan, die doodkalm voortwandelde en met diepe teugen -de prikkelende winterlucht inademde. Het was bitter koud en dikke sneeuw lag op de -straten. -</p> -<p>Lord Lister trad nu een telefoonkantoor binnen en liet zich verbinden met Scotland -Yard. -</p> -<p>„Inspecteur Baxter daar?—Ja?—Hier Raffles.—Wel!—Houd u kalm, inspecteur—hier Raffles!—Hebt -ge den directeur van het elfde bijkantoor <span class="corr" id="xd31e922" title="Bron: gearesteerd">gearresteerd</span>? Niet?—’t Is een gemeene kerel.—Hij hoort wel degelijk achter slot en grendel!—Dat -schijnt ge maar niet te willen begrijpen, inspecteur!—’t Is toch zoo!—Ik deel u door -dezen mee, dat de directeur van het elfde bijkantoor mister Blakes heeft vermoord.—Zijt -ge nu tevreden?——Wat??——Gelooft ge het niet?—Is mister Blakes in het tentoonstellingsgebouw?—Maar -dit is Blakes niet, dat is Raffles!——Wat? Laat ge u niet voor den mal houden? Zit -Raffles in de gevangenis?—Ge zijt een groote gek, inspecteur! Die in de gevangenis -zit is Raffles niet—maar de directeur van het elfde bijkantoor!—Gelooft ge dat ook -niet?—Ga dan eerst eens informeeren, voordat ge mij tegenspreekt—Ik heb u zoo volledig -mogelijk ingelicht!—Adieu, inspecteur Baxter!—Tot weerziens!” -</p> -<p>Toen ging lord Lister naar zijn woning, waar hij met Charly Brand allersmakelijkst -soupeerde, maar onderwijl ook blijken gaf van buitengewone vermoeidheid. -</p> -<p>„Wat heb je toch?” vroeg Charly. -</p> -<p>Raffles glimlachte. -</p> -<p>„Niets, heelemaal niets, kerel! Ik geloof alleen maar, dat ik verliefd ben!” -</p> -<p>En toen ging hij haar het tentoonstellingsgebouw terug. -</p> -<p class="tb">- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -</p><p> -</p> -<p>Het was acht uur in den avond. -</p> -<p>Buiten lag de winternacht reeds lang over het aardrijk <span class="pageNum" id="pb21">[<a href="#pb21">21</a>]</span>uitgespreid. Daar kwam de hertog Van Norfolk, vergezeld van een mooie, elegante jonge -dame, uit wier oogen echter allesbehalve geluk en zielsrust straalde. Zij scheen bedroefd, -toen zij aan den arm van den hertog in de zaal trad. -</p> -<p>Deze scheen het voorval van dien dag te hebben vergeten en ging glimlachend naar den -Bankvertegenwoordiger, -</p> -<p>„Ik heb met groot genoegen bemerkt,” sprak de hertog, „dat gij u met groote nauwgezetheid -kwijt van uw plichten en daarom neem ik u ook niets kwalijk van hetgeen geschied is. -Nu zou ik echter graag mijn diamanten eens willen bekijken!” -</p> -<p>Een jongeman vergezelde het verloofde paar. De hertog stelde dezen voor als zijn secretaris -en Raffles merkte op, dat lady Wydemour, de aanstaande hertogin en de jonge secretaris -elkander met innig verliefde blikken aankeken. -</p> -<p>Raffles droeg de taak om de juweelen te toonen aan de vrouwelijke detective over en -ging eenige woorden wisselen met den jongeman, die hem levendig belang inboezemde. -</p> -<p>Maar vóór dien fluisterde hij het meisje toe: -</p> -<p>„Valt het u niet op, lady, dat de hertog van Norfolk zoo bleek ziet? Doorgaans zijn -de lieden, die langen tijd in Indië hebben vertoefd, toch heel wat bruiner van huidskleur.” -</p> -<p>Nu begon hij een kort gesprek met den secretaris. -</p> -<p>De lady keek den hertog aan en inderdaad, zijn bleekheid viel ook haar op. Hij zag -er eerder uit als iemand, die maandenlang achtereen de kamer had gehouden dan als -iemand, die vele jaren onder de tropische zon had geleefd. -</p> -<p>„Pardon, mijnheer<span class="corr" id="xd31e949" title="Bron: ”,">,”</span> sprak Raffles tot den secretaris, „ik spreek u aan, omdat ge dezelfde uniform draagt -als iemand, met wien ik onder zeer tragische omstandigheden heb kennis gemaakt.” -</p> -<p>De secretaris greep krampachtig lord Listers beide handen. -</p> -<p>„Wat zegt ge? Hebt ge hem gezien? Waar? Ach—ik zoek hem als sinds vele maanden—hij -is mijn vader!” -</p> -<p>Lord Lister knikte. -</p> -<p>„Dat dacht ik al. De man die dezelfde uniform droeg, is gisteren in den kelder van -het elfde bijkantoor der Londensche en Zuid-West Bank gevonden. Ik raad u, naar de -politie te gaan om het lijk te zien!” -</p> -<p>De jongeman barstte in snikken los. -</p> -<p>„Om Godswil—ook dat nog! Ook dat nog! En niemand weet, waar ons vermogen is gebleven.” -</p> -<p>„Moest ge deze betrekking aanvaarden, omdat ge verarmd zijt?” -</p> -<p>„Ja. Vader had zijn kapitaal op het elfde bijkantoor. Eensklaps was hij spoorloos -verdwenen. Toen wij onderzoek naar hem instelden, hoorden wij, dat hij het geheele -kapitaal had opgenomen—geen sterveling wist, wat hij met al het geld moest doen. Sindsdien -heb ik nooit meer iets van vader gehoord.” -</p> -<p>„De zaak is nogal duidelijk. Hij is een slachtoffer van den directeur van het bijkantoor -geworden, die uw vader zeker maandenlang heeft gevangen gehouden, voordat hij hem -doodde in den kelder.” -</p> -<p>De jonge dame had haar hoofd omgewend en keek den secretaris wederom aan met veelzeggenden -blik. -</p> -<p>Deze bemerkte, dat mister Blakes dien blik van verstandhouding had opgemerkt -</p> -<p>„Om Godswil,” smeekte hij lord Lister, „zeg niets van wat ge hebt opgemerkt.” -</p> -<p>Lord Lister dacht eenige oogenblikken na. -</p> -<p>„Ik zal ervoor zorgen,” sprak hij toen, „dat ge weer in het bezit van uw vermogen -wordt gesteld en als ge verstandig en moedig zijt, moet ge ervoor zorgen, dat de hertog -van Norfolk niet haar tot zijn gade maakt, die gij lief hebt.” -</p> -<p>Daarop ging hij weer naar de juweelentafel. -</p> -<p>„Zijt ge niet vermoeid, lady?” vroeg Raffles het jonge meisje. -</p> -<p>Zij schudde het hoofd. -<span class="pageNum" id="pb22">[<a href="#pb22">22</a>]</span></p> -<p>„Mijn slaap wordt verdreven door de gedachte aan hem, die naast mij zit.” -</p> -<p>Hij glimlachte vergenoegd. -</p> -<p>„Gij zijt dus bang voor mij, lady?” -</p> -<p>„Bang niet! Maar ik begrijp niet, waarom ge vannacht in het elfde bijkantoor hebt -ingebroken, de juweelen hebt gestolen en ze hier bracht. Waartoe dat allemaal? Wilt -ge als detective optreden?” -</p> -<p>Zij keek hem boos aan. -</p> -<p>„Wilt ge misschien de diamanten van den hertog stelen?” -</p> -<p>„Hadt ge dan iets anders gedacht, lady?” -</p> -<p>„Dat zult ge <i>niet</i> wagen!” -</p> -<p>„Ge zult het zien, lady!” -</p> -<p>Haar oogen vlamden. -</p> -<p>„Ik zal het u beletten”; zij haalde een pistool te voorschijn. „Bij de eerste poging -schiet ik u neer!” -</p> -<p>Hij glimlachte weer. -</p> -<p>„In de eerste plaats lady, heb ik de patronen uit de revolver genomen, in de tweede -plaats zult ge het niet merken, dat ik de diamanten steel en in de derde plaats—” -</p> -<p>Hij hield plotseling op. In het volgende oogenblik was de geheele zaal in de diepste -duisternis gehuld. -</p> -<p>„Ellendeling!” riep het meisje uit. Maar toen begreep zij, dat Raffles het licht niet -kon hebben uitgedraaid, want hij had zich niet van zijn plaats bewogen. -</p> -<p>Zij had zich op de diamanten geworpen en was besloten, die met haar leven te verdedigen; -maar een hand klemde zich om haar keel en duwde haar terug, terwijl een tweede hand -onder haar arm doorschoof en naar de juweelen op het kussen tastte. -</p> -<p>Het meisje was echter niet zoo gauw van haar stuk te brengen. Zij liet zich eerder -een mes tusschen de ribben steken, dan dat zij dezen diefstal toeliet. Met beide handen -greep zij de hand vast—een rilling liep haar over het geheele lichaam, zonder dat -zij in staat was, deze hand los te laten. Een oogenblik later klonk een schot en het -electrische licht brandde weer. -</p> -<p>In de zaal heerschte algemeene verwarring en toen het licht weer opging, was de vrouwelijke -detective met een luiden kreet naast de divan neergevallen en had het bewustzijn verloren. -</p> -<p>Lord Lister pakte het ding, dat zij in haar handen hield en slingerde het in een grooten -boog weg. -</p> -<p>Het was een doode hand—een hand, die eens aan een mensch had toebehoord, en die nu -zorgvuldig was geprepareerd; de hand van een aristocraat, voornaam en elegant. -</p> -<p>Aan den middelvinger schitterde een groote, kostbare smaragd, waarin twee letters -waren gegrift. -</p> -<p>Een deel der politie-agenten zochten naar den man, die deze brutale inbraak had gepleegd -en eenige anderen stonden met wanhopige gezichten om de doode hand. -</p> -<p>Raffles echter boog zich over het kussen, nam er de juweelen af, stak ze in zijn zak -en ging weg. -</p> -<p>Buiten in de duisternis ontmoette hem een troep politie-agenten met Baxter aan het -hoofd. -</p> -<p>Het was zóó donker, dat men de lieden nauwelijks kon onderscheiden. -</p> -<p>„Wat is er gebeurd?” vroeg Baxter, die hem in zijn vermomming voor een rechercheur -hield. -</p> -<p>„Er is een inbraak gepleegd<span class="corr" id="xd31e1006" title="Bron: ”,">,”</span> antwoordde lord Lister doodkalm. -</p> -<p>„Dat was Raffles! O, ik word nog gek! Raffles en altijd weer Raffles!!” -</p> -<p>Hij rende de zaal binnen. -</p> -<p>Lord Lister verwijderde zich doodkalm, nam een rijtuig en reed naar den secretaris -van den hertog van Norfolk. -</p> -<p>Lord Lister was totaal veranderd, toen hij bij den secretaris in de kamer trad, die -hem dan ook in den beginne niet herkende. -</p> -<p>„Ik denk, dat ge met lady Wydemour hebt afgesproken om met haar te vluchten, vóórdat -zij de gade van den hertog van Norfolk zal worden!” -</p> -<p>„Hoe weet ge dat?” -<span class="pageNum" id="pb23">[<a href="#pb23">23</a>]</span></p> -<p>„Ik weet alles. Maar hebt ge ook de noodige middelen om te vluchten!” -</p> -<p>„Helaas niet.” -</p> -<p>„Welnu, hier hebt ge de diamanten, die de hertog officieel aan lady Wydemour had beloofd. -Ze zijn haar eigendom, dat kan niemand ter wereld haar betwisten; en hierbij hebt -gij nog duizend pond, die zeker wel toereikend zijn om in de eerste behoeften te voorzien!” -</p> -<p>Lord Lister gaf den secretaris een portefeuille en verwijderde zich. -</p> -<p>De secretaris rende hem na. -</p> -<p>„Dat is te veel!” riep hij uit. „Gij maakt mij tot den gelukkigste aller stervelingen. -Hoe kan ik u ooit danken? Wie zijt gij?” -</p> -<p>„Ik ben Raffles. Vaarwel!” -</p> -<p>Op het oogenblik dat lord Lister de deur wilde openen schrikte hij terug. Het geluid -van rammelende ketenen was tot zijn oor doorgedrongen. -</p> -<p>Hij keek den secretaris met vragenden blik aan. -</p> -<p>„Het is verschrikkelijk<span class="corr" id="xd31e1030" title="Bron: ”,">,”</span> fluisterde deze, „dat herhaalt zich iederen nacht. Het is een van de voorvaderen -van den hertog van Norfolk. die geen rust in zijn graf kan vinden!” -</p> -<p>Lord Lister haalde geërgerd de schouders op. -</p> -<p>Hoofdschuddend ging hij heen en reed naar zijn woning, waar Charly Brand hem ontsteld -tegemoet trad. -</p> -<p>„Om Gods wil, ga dadelijk terug of je bent verloren!” -</p> -<p><span class="corr" id="xd31e1037" title="Niet in bron">„</span>Waarom?” -</p> -<p>„Vraag niet verder, maar vlucht!” -</p> -<p>„Maar zeg mij dan toch, waarom.” -</p> -<p>„Een dame is hier—de bekende vrouwelijke detective, die je arresteeren wil!” -</p> -<p>Lord Lister lachte luid op. -</p> -<p>„En schrik je daar zoo van, omdat lady Marion op visite is gekomen?” -</p> -<p>Charly keek zijn vriend verstomd aan. -</p> -<p>Lord Lister beval nu zijn dienaar om voor een goed souper te zorgen en trad toen den -salon binnen. -</p> -<p>Uit een stoel verrees een schoone gestalte. Het was lady Marion. -</p> -<p>Lord Lister ging haar tegemoet en sprak op hoffelijken toon: -</p> -<p>„Dat noem ik een verrassing, lady Marion en het doet mij genoegen, dat ge aan mijn -uitnoodiging hebt gehoor gegeven.” -</p> -<p>Het meisje keek hem met de grootste verbazing aan. -</p> -<p>„Ja zeker lady, ge hebt immers gisteravond een rechercheur achter mij aan gestuurd -om mijn adres op te nemen. Ik heb den man niet op een dwaalspoor willen brengen om -daardoor niet het genoegen van uw bezoek te missen en zoodoende heb ik u dus uitgenoodigd!” -</p> -<p>Het meisje wist niet meer, wat ze moest zeggen of doen- Zij had Raffles willen arresteeren, -maar de woorden bleven haar in de keel steken. -</p> -<p>Eindelijk bracht zij uit: -</p> -<p>„Ik ben gekomen om van u de gestolen diamanten van den hertog van Norfolk terug te -vorderen!” -</p> -<p>„Laat ons later over zaken spreken, lady, en laat ons nu soupeeren!” -</p> -<p>Zij schudde het hoofd. -</p> -<p>„Neen, mister Raffles, ik moet dadelijk de diamanten hebben of—” -</p> -<p>„Of wat, lady? Wat wilt ge tegen mij beginnen? Als ik u nu eens een doek met chloroform -tegen den neus houd en u vastbind en u daarna in de Theems gooi? Hebt ge al aan die -mogelijkheid gedacht?” -</p> -<p>Zij werd bleek en zweeg. -</p> -<p>Inderdaad! Zij was geheel in zijn macht. -</p> -<p>De rollen waren thans geheel anders verdeeld dan zij zich het had voorgesteld. Hoe -zou het haar mogelijk zijn om Raffles thans toe te voegen: -</p> -<p>„In naam der wet zijt ge mijn gevangene!” -</p> -<p>Maar toch! -</p> -<p>Hij had nog niet met haar afgerekend, en hij wist <span class="pageNum" id="pb24">[<a href="#pb24">24</a>]</span>niet, dat over een uur Baxter hier zou zijn met eenige politieagenten! Zóó dwaas was -zij toch niet geweest om alles op één kaart te zetten. -</p> -<p>Raffles scheen dat niet te vermoeden en evenmin had hij er eenig idee van, dat voor -zijn huis vier geheime politieagenten op wacht stonden. -</p> -<p>„Nu, lady Marion,” sprak hij thans weer, „wenscht ge mijn uitnoodiging niet aan te -nemen?” en hij bood haar zijn arm. -</p> -<p>Het meisje wist niet, wat zij doen moest. -</p> -<p>Zij haalde de schouders op, nam den aangeboden arm en volgde Raffles naar de eetkamer. -Vol bewondering rustte haar blik op deze vreemde kamer, waarin kostbare meubels, oud -porselein en zeldzame schilderijen een fraai geheel vormden. -</p> -<p>„Mag ik u mijn secretaris en vriend voorstellen, lady? Hij heet Charly. Meer van zijn -naam kan ik u niet verraden; ge zoudt hem later eens in uw beroep kunnen ontmoeten. -Doe hem nooit kwaad, lady, want hij is een beste kerel!” -</p> -<p>Lord Lister bediende zelf de jonge dame en schonk haar glas vol. -</p> -<p>„Ik drink geen wijn!” sprak het meisje. -</p> -<p>„Kom, lady Marion, dat meent gij niet. Ge denkt natuurlijk, dat ik het een of andere -poeder in uw glas heb gestrooid, maar ge vergist u, lady Marion. Ik ben volstrekt -niet gevaarlijk en aan gif heb ik nooit gedacht.” -</p> -<p>Het meisje bloosde en schaamde zich; toen nam zij het glas en dronk het leeg. -</p> -<p>„Hebt ge nog iets naders gehoord, lady,” vroeg lord Lister plotseling, „of de Raffles, -dien door inspecteur Baxter in het tentoonstellingsgebouw is gearresteerd, nog altijd -achter slot en grendel zit?” -</p> -<p>„Hij is weer op vrije voeten gesteld,” antwoordde zij, „maar later toch weer in hechtenis -genomen. Inspecteur Baxter wilde het eerst niet gelooven, dat de directeur van het -elfde bijkantoor een schurk was, maar hij heeft ook zoo veel aan zijn hoofd en thans -bemoeit hij zich weer met het nieuwste Londensche schandaal.” -</p> -<p>„Wat is dat dan?” -</p> -<p>„Dat een zekere mr. Thompson er van door is gegaan met de bruid van den hertog van -Norfolk.” -</p> -<p>Lord Lister lachte hartelijk. -</p> -<p>„Zoo? Is dat inderdaad waar? Ge bedoelt toch den secretaris van den hertog?” -</p> -<p>„Ja, juist. De jonge man beweert een zoon te zijn van den man, die door den directeur -van het elfde bijkantoor vermoord is en daarom heeft inspecteur Baxter den directeur -wederom in hechtenis genomen.” -</p> -<p>„Nu, en verder?” -</p> -<p>„De directeur heeft alles bekend, nadat hij een verhoor had ondergaan van twee uren. -Hij heeft mr. <span class="corr" id="xd31e1090" title="Bron: Thomson">Thompson</span> vermoord en toen de politie huiszoeking deed, heeft zij ook het lijk gevonden van -mr. Blakes.” -</p> -<p>„Dan heeft de politie dus eindelijk beslag gelegd op een lafhartigen schurk.” -</p> -<p>„Ik ben alleen maar bang, dat er nog zoo’n schurk in Londen zit, waarop noch Baxter -noch zijn collega’s eenig vermoeden hebben!” -</p> -<p>Terwijl het gesprek in vollen gang was, bemerkte het meisje niet, dat lord Lister -plotseling een korreltje, ter grootte van een speldeknop, tusschen duim en wijsvinger -liet glijden. -</p> -<p>Neen, zij merkte het niet. -</p> -<p>Lord Lister haalde zijn sigarettenkoker te voorschijn. -</p> -<p>„Is het veroorloofd, lady?” -</p> -<p>Zij knikte en lachte en dacht er aan, hoe grappig het zou zijn, als zij over een half -uur, wanneer Baxter met zijn mannetjes zou verschijnen, plotseling zou opspringen -en uitroepen: -</p> -<p>„Raffles, ik arresteer u, in naam der wet!” -</p> -<p>Toen eensklaps werd het haar, alsof een zwarte nevel voor haar oogen trok. -</p> -<p>Instinctmatig rees bij haar de gedachte: „Je bent vergiftigd,” maar toen, terwijl -zij een blik naar lord Lister wierp, werd zij weer kalm. -</p> -<p>Neen!—Zoo slecht zou hij toch niet zijn en zij had <span class="pageNum" id="pb25">[<a href="#pb25">25</a>]</span>nog nooit gehoord, dat hij iemand had voorgelogen. -</p> -<p>Maar nu gevoelde ze zich toch weer zoo vreemd! De woorden van lord Lister drongen -nog slechts vaag tot haar door. Zij liet de armen langs het lijf vallen en sloot langzaam -de oogen. -</p> -<p>Charly Brand had deze verandering gezien en was opgesprongen. -</p> -<p>„Om Godswil, wat heb je haar gegeven?” vroeg hij, „ze verliest het bewustzijn.” -</p> -<p>Lord Lister schudde het hoofd. Zijn gelaat was heel ernstig. -</p> -<p>„Ik moest dit middel te baat nemen, beste Charly, maar het is volkomen onschadelijk—en -toch een der gevaarlijkste wapenen waarover ik te beschikken heb.” -</p> -<p>„Verliest ze het bewustzijn?” -</p> -<p>„Neen. Heb je nooit gehoord van de guala, de plant der vergetelheid?” -</p> -<p>Charly Brand schudde het hoofd. -</p> -<p>„Zij is feitelijk een verdoovingsmiddel. Als zij dikwijls wordt gebruikt, kan zij -krankzinnigheid veroorzaken, maar anders heeft zij slechts geheugenzwakte tengevolge, -en— —” -</p> -<p>Lord Lister kon niet voleinden, want lady Marion hief het hoofd op. Haar oogen schitterden -weder. -</p> -<p>Een poosje keek zij vragend rond, toen vroeg zij: -</p> -<p>„Waar ben ik?” -</p> -<p>„Ge zijt bij lord Boston, lady, drink eens, dat zal u goed doen!” -</p> -<p>Zij dronk en keek den grooten Onbekende weer aan. -</p> -<p>„Zijt gij lord Boston?” -</p> -<p>„Ja, lady.” -</p> -<p>Zij knikte. -</p> -<p>Het gesprek werd voortgezet, maar het meisje scheen zich inderdaad niets meer te herinneren. -</p> -<p>Raffles nam haar hand en hield die langen tijd in de zijne en terwijl Charly Brand -weer steeds hoofdschuddend keek van de een naar den ander, sprak lord Lister op fluistertoon -tot het jonge meisje, alsof hij haar staatsgeheimen had te vertellen. -<span class="pageNum" id="pb26">[<a href="#pb26">26</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch5" class="div1 chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="label">VIJFDE HOOFDSTUK.</h2> -<h2 class="main">EEN NACHT VOL VERSCHRIKKINGEN.</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">Het werd zoo stil in de eetkamer, dat men het tikken der klok duidelijk kon hooren. -</p> -<p>De lord hield nog steeds de hand vast van lady Marion en Charly Brand was ingedommeld, -toen plotseling de kamerdienaar verscheen. -</p> -<p>„Pardon, lord—de politie is er!” -</p> -<p>Charly sprong op. -</p> -<p>Ook Raffles was opgestaan en verschoot van kleur. -</p> -<p>„Politie?” -</p> -<p>Daar was hij niet op voorbereid. -</p> -<p>„Waar zijn ze?” -</p> -<p>„Ze komen juist de trap op! Ik stond met de keukenmeid te praten, toen een inspecteur -kwam vragen of hier een heer woont, die een dame op bezoek had. De heer heette lord -Boston! -</p> -<p>„Ik schrikte vreeselijk en zei: -</p> -<p>„Neen, inspecteur!” -</p> -<p>Luid lawaai werd nu vernomen op de trap. -</p> -<p>Raffles mocht niet langer aarzelen. Alles hing van één oogenblik af en reeds overlegde -hij, langs welken kant hij zich het best door de vlucht zou kunnen redden, toen plotseling -een zachte vrouwenstem aan zijn oor fluisterde: -</p> -<p>„Wat is er, lord Boston? Wat wil de politie van u? Dat die ook juist nu moet komen!” -</p> -<p>De Groote Onbekende glimlachte even. -</p> -<p>„Vlieg naar buiten, Charly en tracht ze op te houden.” En toen tegen Marion: -</p> -<p>„Ge moet me redden—binnen een minuut is de politie hier—het kost je maar een woord.” -</p> -<p>Zij was opgesprongen en verloor geen oogenblik haar tegenwoordigheid van geest. -</p> -<p>„Wat kan ik voor je doen?<span class="corr" id="xd31e1156" title="Niet in bron">”</span> vroeg Marion met liefdevollen blik, want in hetzelfde oogenblik was zij er zich van -bewust geworden, dat zij dezen man niet aan de politie zou kunnen overleveren. -</p> -<p>„Ga zoo gauw mogelijk naar buiten en doe alsof je den inspecteur kent. Je zegt hem -dan naar boven te gaan en de dienstbodenkamers te doorzoeken. Als de politie daarheen -gaat, kom jij in de vestibule, waar ik je zal wachten.” -</p> -<p>Met een enkelen sprong was lord Lister achter een groot tochtscherm verdwenen, in -hetzelfde oogenblik, dat Baxter de deur opendeed en binnentrad. -</p> -<p>„Waar is hij? Kom, vooruit Raffles, spartel nu maar niet tegen!” -</p> -<p>Zijn blik viel thans op lady Marion, de vrouwelijke detective. -</p> -<p>„Ha, zijt gij daar, lady? Ik heb me al ernstig bezorgd over u gemaakt. Ik zie, dat -ge reeds gesoupeerd hebt! Nu, des te beter! Waar is hij?” -</p> -<p>Lady Marion haalde de schouders op. -</p> -<p>„Gij zijt op een dwaalspoor inspecteur, hij is niet hier!” -<span class="pageNum" id="pb27">[<a href="#pb27">27</a>]</span></p> -<p>„Wat? Niet hier? En ik meende door de glazen deur zijn schaduw te zien!” -</p> -<p>„Hij is door de vestibule langs een trap naar een geheime gang gevlucht!” -</p> -<p>Baxter draaide zich oogenblikkelijk om en riep tot de agenten: -</p> -<p>„Volg mij! Kom, lady Marion, ga ook mee.” -</p> -<p>Lady Marion volgde de politiemannen, die de trap opgingen, naar de dienstbodenvertrekken. -</p> -<p>„Kom, lady, kom!” riep inspecteur Baxter nogmaals, maar het meisje aarzelde, Want -zij wilde de komst van lord Boston afwachten. -</p> -<p>Zij zag een schaduw langs den muur glijden, zij keerde zich om en haar ontsnapte de -kreet: -</p> -<p>„Raffles!” -</p> -<p>Guala, de bloem der vergetelheid, had haaf werking verloren en de vrouwelijke detective -herinnerde zich weer alles, wat gebeurd was. -</p> -<p>Baxter had dien uitroep gehoofd en zich bliksemsnel omgekeerd, maar in hetzelfde oogenblik -was Raffles hem op zij en wierp de zware deur in het slot. -</p> -<p>Het meisje wilde schreeuwen en zich op Raffles werpen, maar deze legde zijn hand op -haar mond, hief haar op en droeg haar de trap af, -</p> -<p>„Laat dadelijk het rijtuig voorkomen!” riep John Raffles zijn vriend toe, terwijl -boven aan de trap met stokken op de gesloten deur werd gebeukt, en inspecteur Baxter -luid uitschreeuwde: -</p> -<p>„Lady Marion! Lady Marion! Gij hebt ons in een val gelokt! Schaam u, lady Marion! -Nu kan men weer eens zien, hoezeer men zich op de vrouwen kan verlaten! Vooruit, jongens! -Wij <i>moeten</i> hem hebben!” -</p> -<p>Een bediende kwam zeggen, dat het rijtuig voor was. -</p> -<p>Nog altijd hield Raffles zijn hand op den mond van het meisje, dat zich als een wanhopige -verdedigde, totdat de krachten haar begaven. -</p> -<p>„Zoo gauw als ik vertrokken ben,” sprak Raffles nu tot zijn bediende, „kunt gij die -lieden daarboven weer in vrijheid stellen en hun zeggen, dat ik lady Marion naar huis -heb gebracht.” -</p> -<p>Nauwelijks zette het rijtuig zich in beweging, of de agenten, die buiten op post hadden -gestaan, vlogen achter het rijtuig aan en toen Raffles zijn hoofd uit het portier -stak, floot hem een kogel om de ooren. -</p> -<p>In hetzelfde oogenblik werd zijn keel toegeknepen en een stem fluisterde: -</p> -<p>„Raffles, ge zijt mijn gevangene.” -</p> -<p>Zonder de minste moeite verwijderde Raffles de vingers van zijn hals. -</p> -<p>„Het zou mij spijten, lady, als ik eenig geweld tegen u moest gebruiken!” -</p> -<p>Het rijtuig stond hu met een schok stil, en Raffles ontdekte tot zijn niet geringe -ontsteltenis, dat zijn beide prachtige hengsten waren overhoop geschoten. -</p> -<p>Lord Lister sprong uit het rijtuig en was weldra door een aantal detectives omringd. -</p> -<p>De eerste, die hem wilde naderen, kreeg een geweldigen stoot onder de kin, zoodat -hij een eind achteruit stoof. De tweede kreeg een trap en de derde vloog met zoo’n -smak tegen de equipage, dat hij de lady in zijn val mee overhoop trok. -</p> -<p>Maar het meisje was besloten Raffles tot elke prijs te vangen en zij vuurde de agenten -aan. -</p> -<p>Toen Raffles op de vlucht sloeg, ijlde zij hem achterna. -</p> -<p>Plotseling stond Raffles voor den achterkant van een gebouw, waar hij reeds eens was -geweest, toen hij den secretaris van den hertog van Norfolk de diamanten had gegeven. -</p> -<p>Hij bedacht zich geen oogenblik en klom tegen het traliewerk op; daarna verdween hij -in den donkeren tuin, juist in hetzelfde oogenblik, dat zijn vervolgers hem te vergeefs -in de straat zochten. -</p> -<p>In zijn vaart rende de vluchteling tegen een fontein aan; een gedeelte van het voetstuk -viel naar beneden en Raffles keek in een donker gewelf. -</p> -<p>Een oogenblik aarzelde hij, maar toen ook begreep hij, dat dit de eenige weg tot redding -was en hij liep de gang door. -<span class="pageNum" id="pb28">[<a href="#pb28">28</a>]</span></p> -<p>Aan het eind verwijdde de gang zich tot een hol, hetgeen Raffles bij het schijnsel -van zijn electrische zaklantaarn opmerkte en toen ook bereikten jammerkreten zijn -oor, vermengd met het rammelen van ketenen. -</p> -<p>De tanden op elkaar geklemd schreed Raffles voorwaarts en toen zag hij op een stroobos -het uitgeteerde lichaam van een mensch, geheel in lompen gehuld. -</p> -<p>Toen die persoon Raffles aankeek, deinsde hij verschrikt achteruit en lord Lister, -die anders voor geen kleintje vervaard was, klemde de tanden op elkaar om het niet -uit te schreeuwen van afschuw. -</p> -<p>De ongelukkige miste de rechterhand en zijn arm eindigde in een stomp, gehuld in lompen. -</p> -<p>Het gelaat had weinig menschelijks meer behouden, maar toch waren de trekken nog duidelijk -te herkennen. De gelijkenis met den hertog van Norfolk, in wiens paleis lord Lister -zich bevond, was treffend. -</p> -<p>Wie was die ongelukkige? -</p> -<p>Waarom miste hij juist de rechterhand? Hing deze ontdekking misschien samen met die -doode hand, die de vrouwelijke detective had vastgehouden? -</p> -<p>„Wie zijt gij?” vroeg lord Lister den ongelukkige. „Vertrouw op mij, ik zal trachten -u te redden!” -</p> -<p>Een afschuwelijk reutelen, was het antwoord. De rampzalige opende den mond en met -een kreet van weerzin trad Raffles achteruit. De man miste zijn tong. -</p> -<p>En langzamerhand werd alles Raffles duidelijk, toen hij de linkerhand van dien ongelukkige -bekeek, den bouw van zijn lichaam, de <span class="corr" id="xd31e1218" title="Bron: aristokratische">aristocratische</span> trekken, die door het lijden niet waren uitgewischt. -</p> -<p>Dit was de <i>echte</i> hertog van Norfolk, en de ander was een schandelijke, een ellendige bedrieger, waarvan -in Londen de weerga niet te vinden was. -</p> -<p>Een grenzelooze toorn maakte zich van lord Lister meester, toen hij langzamerhand -begon te begrijpen, hoe deze ongelukkige gepijnigd was, opdat de ander maar zoo spoedig -mogelijk in het bezit van de onschatbare diamanten zou komen. -</p> -<p>Maar lord Lister zou wraak nemen! Hij haalde een reusachtig groot mes te voorschijn -en na langen tijd te hebben gevijld, vielen de ketenen rammelend neer. Toen beval -hij den ongelukkige, door teekenen, hem te volgen. -</p> -<p>De gevangene deed dit, op handen en voeten voortkruipend, voorafgegaan door lord Lister, -die zijn electrische zaklantaarn gereed hield. -</p> -<p>Vele gangen ging het tweetal door, vele deuren werden door lord Lister opengebroken -of stuk getrapt en vele kamers bezochten zij. -</p> -<p>Eindelijk belandden zij in een fantastisch gemeubeld vertrek. Een jong meisje lag -op den grond en een man, met een lang dolkmes in de hand, had zijn knie op haar keel -gezet en stond gereed, den doodelijken stoot toe te brengen. -</p> -<p>In een enkel oogenblik had Raffles den geheelen toestand overzien. Vol gruwelijke -ontzetting herkende hij in het bedreigde meisje de vrouwelijke detective en in den -man den valschen hertog van Norfolk. -</p> -<p>Met een schreeuw van woede wierp lord Lister zich op hem. -</p> -<p>De woestaard keek met bloeddoorloopen oogen zijn nieuwen tegenstander aan, liet het -meisje los en wierp zich met woest gebaar op lord Lister. -</p> -<p>Deze was ongewapend, want in het onderaardschse hol had hij zijn messen en zijn revolver -laten liggen. -</p> -<p>De hertog van Norfolk maakte heel handig gebruik van dezen ongewapenden toestand van -zijn tegenstander en terwijl hij hem met den linkerarm van zich trachtte af te weren, -gaf hij hem terzelfdertijd zulk een geweldigen trap tegen den buik, dat lord Lister -bijna neerviel. Toen stiet hij naar hem met zijn mes. -</p> -<p>Met een handige beweging echter was lord Lister uit den weg gegaan, zoodat het wapen -de lucht doorkliefde en in de lambriseering van den muur terecht kwam, waartegen lord -Lister geleund stond. -</p> -<p>In het volgende oogenblik had hij den arm van zijn <span class="pageNum" id="pb29">[<a href="#pb29">29</a>]</span>vijand beetgepakt en met de geweldige kracht, waarover hij kon beschikken, neergedrukt. -Opnieuw stiet zijn vijand naar hem en deze manier van strijden was des te gevaarlijker, -daar lord Lister zich er nooit van had bediend. -</p> -<p>Maar de schurk daarentegen was weer niet bekend met een wijze van vechten, waarin -lord Lister een meester was. Terwijl de ander namelijk zijn rechterarm ophief om het -wapen in lord Listers borst te stooten, gleed de linkerarm van lord Lister bliksemsnel -tusschen den rug en de beide armen van zijn vijand. -</p> -<p>Nu was het natuurlijk den schurk onmogelijk, met den rechterarm nog toe te stooten. -</p> -<p>Terzelfder tijd omklemde lord Listers rechterhand den linkerarm van zijn vijand. Zijn -eigen linkerarm lag nu als een steen tusschen den rug en de beide armen van zijn tegenstander, -wien het onmogelijk gemaakt was, de geringste beweging uit te voeren. -</p> -<p>Wel trachtte hij, als een razende tekeer gaande, zich te bevrijden, maar nog voordat -hij zich kon losmaken, had lord Lister hem drie keer met de vlakke hand een klap tegen -de keel gegeven, zoodat de aanvaller als een zak neerplofte. -</p> -<p>Lord Lister wierp zich op hem en bond hem, voordat de ellendeling weer tot bezinning -was kunnen komen. -</p> -<p>Toen sprong hij op. -</p> -<p>Hijgend, zelf vrij ernstig gewond, stond hij voor de vrouwelijke detective. -</p> -<p>Voor den eersten keer in zijn leven was lord Lister zoo zwak, dat een kind hem had -kunnen overwinnen. De vreeselijke gebeurtenissen van dezen nacht hadden zijn krachten -uitgeput en de verwoede strijd met dien ellendeling had het laatste beetje van zijn -weerstandsvermogen nog opgeslokt. -</p> -<p>En als lady Marion nu haar revolver had genomen en met dreigend gebaar had uitgeroepen: -„Handen hoog, Raffles, ge zijt mijn gevangene!” dan zou lord Lister niet meer de kracht -hebben gevonden om zich te verdedigen tegen dezen nieuwen vijand. -</p> -<p>Zijn kleeren hingen in flarden langs zijn lijf, zijn knieën beefden, en met de rechterhand -greep hij de leuning van zijn stoel. -</p> -<p>Maar het meisje dacht er niet meer aan, hem te arresteeren. -</p> -<p>Zij was immers vrouw en sinds het oogenblik dat zij Raffles had leeren kennen, hadden -er in haar twee machten om den voorrang gestreden: -</p> -<p>De trots en de liefde. -</p> -<p>Zij had tot op dit oogenblik niet willen bekennen, dat deze man haar meester was. -Zij had al haar trots erop gezet, hem te arresteeren, hem op wien nog geen man vat -had kunnen krijgen en toch was, sinds het eerste oogenblik, de liefde in haar hart -geslopen. -</p> -<p>En nu—nu Raffles weerloos voor haar stond—nu zegevierde ook die liefde voor het eerst. -</p> -<p>Ja, alle haat was verdwenen! -</p> -<p>Zij zou in dit oogenblik in staat zijn geweest, haar leven voor hem op te offeren -en zij werd doodelijk bleek, toen het huis plotseling daverde van vreeselijk rumoer. -</p> -<p>Men hoorde bijlen slaan, deuren vlogen splinterend uiteen, schoten kraakten en het -jammeren van doodelijk getroffen dienaren vervulde het geheele huis. -</p> -<p class="tb">- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -</p><p> -</p> -<p>De vrouwelijke detective had dadelijk haar opmerkzaamheid gericht op het paleis van -den hertog van Norfolk, toen Raffles haar ontsnapt was. -</p> -<p>Zij was ervan overtuigd, dat hij zich hier ergens verborgen hield en had zich in het -nachtelijk uur tot den hertog van Norfolk gewend om het huis te laten doorzoeken. -</p> -<p>De hertog echter, die zelf niets vuriger verlangde, dan dat Raffles werd om hals gebracht, -had het bezoek der vrouwelijke detective verkeerd opgevat. -</p> -<p>Hij, die dag en nacht in de vreeselijkste angsten verkeerde, dat zijn misdaad aan -het licht zou komen, meende zich reeds ontdekt te zien, had daarom de detectives der -lady door zijn dienstpersoneel laten overrompelen en was op het punt, de lady zelve -voor <span class="pageNum" id="pb30">[<a href="#pb30">30</a>]</span>altijd onschadelijk te maken, toen lord Lister in het juiste oogenblik was verschenen. -</p> -<p>Een der detectives, die de lady had vergezeld, was ontsnapt en had de politie verteld -van het gevecht, dat had plaats gevonden. -</p> -<p>Inspecteur Baxter, die intusschen met zijn detectives in Scotland Yard was aangekomen, -was onmiddellijk op weg gegaan en hij was het, die nu met zijn lieden de deuren verbrijzelde -en hef heele huis overhoop haalde om de vrouwelijke detective op te sporen. -</p> -<p>Zij kromp ineen. -</p> -<p>Enkele oogenblikken luisterde zij, toen legde ze haar hand op den arm van den meesterdief. -</p> -<p>„Binnen twee minuten zijt ge verloren!” fluisterde zij, „ik zal u redden!” -</p> -<p>Lord Lister verzamelde al zijn krachten. -</p> -<p>Het bloedverlies, dat veroorzaakt werd door verscheiden wonden, verzwakte hem nog -meer. -</p> -<p>Maar thans, nu gevaar dreigde, kwam de oude energie weer boven. -</p> -<p>Deze man die over een ijzeren constitutie beschikte, gaf zich nog niet verloren. Hij -richtte zich hoog op en volgde de lady, die ijlings voortliep. -</p> -<p>Zij zelve was echter niet genoeg op de hoogte van al de verschillende vertrekken van -het paleis om te weten, waarheen zij lord Lister moest brengen. -</p> -<p>Zij wilde hem slechts brengen uit de verderfelijke nabijheid der detectives, die juist -de laatste deuren verbraken en nu de kamer binnendrongen, waar zich zoo juist de vreeselijke -strijd had afgespeeld. -</p> -<p>Intusschen had lord Lister een der laatste vertrekken van het huis bereikt. -</p> -<p>Hij zag daar een groote kast, deed deze open en nam er een kostbare pelsjas uit. -</p> -<p>„In dit kostuum kan ik toch moeilijk de straat opgaan, juffrouw,” zei hij lachend -en hij trok den kostbaren pels aan. -</p> -<p>Nu zag hij ook in een aangrenzend vertrek een groote, ijzeren brandkast. -</p> -<p>„Ik heb mijn geld vergeten, lady<span class="corr" id="xd31e1289" title="Bron: ”,">,”</span> zei hij met den ouden humor, die weer met zegevierende schittering in zijn oogen -lichtte, „en zonder geld is Raffles een nul<span class="corr" id="xd31e1292" title="Bron: ”.">.”</span> -</p> -<p>Hij haalde zijn ijzeren boor voor den dag en opende de kast. -</p> -<p>De vrouwelijke detective echter legde beide handen op zijn arm en zei: -</p> -<p>„Om Godswil! Als ge nog een seconde toeft, zijt ge verloren!” -</p> -<p>In hetzelfde oogenblik vloog de brandkast open. -</p> -<p>Lord Lister haalde er den inhoud uit en stak de bankbiljetten in den zak. -</p> -<p>Dit geschiedde, toen juist Baxter en zijn mannen de kamer wilden binnendringen, die -nog slechts door twee zwakke deuren was afgescheiden van die, waarin Raffles zich -bevond. -</p> -<p>Hij was verloren. -</p> -<p>Maar nu ook daagde een helper op, waaraan hij noch de vrouwelijke detective hadden -gedacht. -</p> -<p>Uit een der hoeken kroop een afschuwelijke gedaante te voorschijn, die in het zwakke -schemerlicht van een roode lantaarn er nog weerzinwekkender uitzag dan tevoren: die -half mensch half dier scheen en zich uitrekte, de uitgeteerde armen opgeheven. -</p> -<p>Als een beschermer plaatste de gedaante zich voor de deur, waarachter lord Lister -was verdwenen. -</p> -<p>De ongelukkige, die maandenlang in ketenen had gezucht, had genoeg verstand behouden -om te begrijpen dat degeen, die hem dezen nacht gered had, voortvluchtig was. -</p> -<p>En hij toonde zijn dankbaarheid, doordat hij lord Listers vlucht met zijn leven dekte. -</p> -<p>Inspecteur Baxter en zijn mannen weken verschrikt <span class="pageNum" id="pb31">[<a href="#pb31">31</a>]</span>achteruit, toen zij die afschuwelijke gestalte ontdekten. -</p> -<p>Het was, alsof een lijk plotseling levend was geworden! -</p> -<p>Die van waanzin gloeiende, half uitgedroogde oogen, joegen den detectives den grootsten -angst en ontzetting aan. -</p> -<p>Zij weigerden het allen, die vreeselijke gedaante, die zij hielden voor de een of -andere spookverschijning, daar van de deur weg te jagen en eerst, toen reeds vele -minuten in ijzingwekkende stilte waren voorbijgegaan, vond inspecteur Baxter zelf -den moed om dien ongelukkigen stumperd beet te pakken en opzij te slingeren. -</p> -<p>Toen vloog de inspecteur alle kamers door en juist toen hij de laatste, de achterste -bereikt had, zag hij, hoe een donkere gedaante als een pijl uit den boog door het -venster verdween en naar beneden zich liet glijden. -</p> -<p>Het was lord Lister, die geluidloos in den donkeren nacht verdween. -</p> -<p>Baxter had hem heel goed herkend. -</p> -<p>Hij zond den vluchteling dan ook onmiddellijk een schot kruit na. -</p> -<p>Toen keerde hij zich, snuivend, hijgend, kuchend van woede tot de vrouwelijke detective: -</p> -<p>„De duivel mag jou halen!” bulderde hij, „en dát wil een detective wezen!” -</p> -<p>Het meisje glimlachte. -</p> -<p>Toen schudde zij het hoofd. -</p> -<p>„Ik was het, inspecteur!” -</p> -<p>„Hoe—wat? Versta ik goed?” -</p> -<p>„Dat doet ge!” -</p> -<p>„Zeg het dan nog eens, als je durft!” -</p> -<p>„Ik durf!” -</p> -<p>„Zeg het!” -</p> -<p>„Ik <i>was</i> een detective, inspecteur, maar nu— —” -</p> -<p>„Nu?” -</p> -<p>„Nu ben ik een vrouw geworden!” -</p> -<p>Inspecteur Baxter keek haar eenige oogenblikken aan. -</p> -<p>Hij was ervan overtuigd, dat dit meisje haar verstand verloren had en schouderophalend -wendde hij zich af. -</p> -<p>„Daar begrijp ik niets van!” bromde hij en toen maakte hij zich gereed om lord Lister -te gaan vervolgen, die niet meer kon worden ingehaald. -</p> -<p>De schurk, die door Raffles gearresteerd werd, werd nog denzelfden nacht naar Scotland-Yard -overgebracht. -</p> -<p>Daar bekende hij ook, toen hij tegenover zijn rampzalig slachtoffer geplaatst werd, -dat hij zich onmenschelijk had gedragen. -</p> -<p>In Indië had hij zeven jaren doorgebracht in het tuchthuis te Madras en was toen door -den hertog van Norfolk, die niets van zijn verleden wist, als diens particulier secretaris -aangenomen. -</p> -<p>Hij geleek sprekend op den hertog en van deze noodlottige gelijkenis had de schurk -al heel gauw profijt getrokken. -</p> -<p>Hij had zijn meester gevangen genomen en toen met voortreffelijke schurkerij diens -rol gespeeld. -</p> -<p>De werkelijke hertog van Norfolk stierf twee dagen later. -</p> -<p>Zijn diamanten zijn hooit meer het eigendom geworden van zijn geslacht. -</p> -<p>En Raffles? -</p> -<p>Ach, hij wist het wel, dat het mooie meisje, de bekoorlijke miss Marion, hem had geholpen, -toen hij te <span class="pageNum" id="pb32">[<a href="#pb32">32</a>]</span>zwak, te uitgeput was om nog eenigen tegenstand het hoofd te bieden! -</p> -<p>Maar hij verbaasde zich niet, de elegante jonge lord, want hij wist het maar al te -goed, dat zijn invloed op vrouwen onzegbaar groot was. Dat zij voor hem door het vuur -zouden gaan, als hij glimlachte, haar leven zouden offeren, zoo hij er om zou smeeken -met zijn liefsten lach, zijn meest vleiende stem. -</p> -<p>Hij was weer ontkomen, de meesterdief; voor den zooveelsten keer den grijpvingers -der politie ontsnapt. -</p> -<p>En hij rustte zich uit tot nieuwe daden. -</p> -</div> -</div> -</div> -<div class="back"> -<div class="div1 notice"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> -<p class="first">Het volgende deel (<span class="corr" id="xd31e1361" title="Bron: nommer">nummer</span> 12) zal bevatten: -</p> -<p class="xd31e1364">VERZONKEN SCHATTEN. -</p> -</div> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb33">[<a href="#pb33">33</a>]</span></p> -<div class="div1 cover"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> -<p class="first underline xd31e1368">Belooning: 1000 pond sterling. -</p> -<div class="table"> -<table class="tbl.wanted.header"> -<tr> -<td class="xd31e1371 cellLeft cellTop xd31e1375">Wie kent hem? -</td> -<td rowspan="2" class="rowspan xd31e1372 cellTop cellBottom"> -<div class="figure lordlisterwidth"><img src="images/lordlister.png" alt="Portret van Lord Lister." width="307" height="404"></div> -</td> -<td class="xd31e1371 cellRight cellTop xd31e1375">Wie heeft hem gezien? -</td> -</tr> -<tr> -<td class="xd31e1371 cellLeft cellBottom">Dat vraagt men in Scotland Yard! -</td> -<td class="xd31e1371 cellRight cellBottom">Dat vraagt heel Londen!</td> -</tr> -</table> -</div><p> -</p> -<p class="xd31e1390">Lord Lister <span class="underline xd31e1392">genaamd</span> John C. Raffles, <span class="xd31e1395">de geniaalste aller dieven</span> -</p> -<p class="xd31e1398">brengt alle gemoederen in beweging, is de schrik van woekeraars en geldschieters; -ontrooft hun door zijn listen hunne bezittingen, waarmede hij belaagde onschuld beschermt -en behoeftigen ondersteunt. -</p> -<p class="xd31e1400">Man van eer in alle opzichten -</p> -<p class="xd31e1398">spant hij wet en gerecht menigen strik en heeft steeds de voorvechters van edele levensbeschouwing -op zijn hand, nl. allen, die ervan overtuigd zijn, dat: -</p> -<p class="xd31e1404">Ongestraft veel misstanden, door de wet beschermd, blijven voortwoekeren. -</p> -<p class="xd31e1398">Men leze, hoe alles in het werk wordt gesteld, <b>Lord Lister</b>, genaamd <b>John C. Raffles</b>, den geniaalsten aller dieven, te vatten! -</p> -<div lang="en" class="div2 section warrant.en"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><table class="alignedtext"> -<tr> -<td class="first" lang="en"> -<p class="first xd31e1415">WARRANT OF ARREST. -</p> -</td> -<td class="second" lang="nl"> -<p class="first"><span class="underline">Vertaling</span>: -</p> -<p class="xd31e1527">Bevel tot aanhouding. -</p> -</td> -</tr> -<tr> -<td class="first" lang="en"> -<p>Be it known unto all men by these presents that we hereby charge and warrant the apprehension -of the man described as under: -</p> -</td> -<td class="second" lang="nl"> -<p>Wij verzoeken de aanhouding van den man, wiens beschrijving hier volgt: -</p> -</td> -</tr> -<tr> -<td class="first" lang="en"> -<p class="xd31e1419">DESCRIPTION: -</p> -<div class="table"> -<table> -<tr> -<td class="cellLeft cellTop"><span class="ex">Name</span>: </td> -<td class="cellRight cellTop">Lord Edward Lister, alias John C. <span class="corr" id="xd31e1429" title="Bron: Sinclair">Raffles</span>. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft"><span class="ex">Age</span>: </td> -<td class="cellRight">32 to 35 years. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft"><span class="ex">Height</span>: </td> -<td class="cellRight">5 feet nine inches. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft"><span class="ex">Weight</span>: </td> -<td class="cellRight">176 pounds. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft"><span class="ex">Figure</span>: </td> -<td class="cellRight">Tall. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft"><span class="ex">Complexion</span>: </td> -<td class="cellRight">Dark. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft"><span class="ex">Hair</span>: </td> -<td class="cellRight">Black. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft"><span class="ex">Beard</span>: </td> -<td class="cellRight">A slight moustache. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft"><span class="ex">Eyes</span>: </td> -<td class="cellRight">Black. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft cellBottom"><span class="ex">Language</span>: </td> -<td class="cellRight cellBottom">English, French, German, Russian, etc.</td> -</tr> -</table> -</div><p> -</p> -</td> -<td class="second" lang="nl"> -<p class="xd31e1419">Beschrijving: -</p> -<div class="table"> -<table> -<tr> -<td class="cellLeft cellTop"><span class="ex">Naam</span>: </td> -<td class="cellRight cellTop">Lord Edward Lister, genaamd John C<span class="corr" id="xd31e1541" title="Niet in bron">.</span> Raffles. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft"><span class="ex">Leeftijd</span>: </td> -<td class="cellRight">32–35 jaar. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft"><span class="ex">Lengte</span>: </td> -<td class="cellRight">ongeveer 1,76 meter. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft"><span class="ex">Gewicht</span>: </td> -<td class="cellRight">80 kilo. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft"><span class="ex">Gestalte</span>: </td> -<td class="cellRight">slank. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft"><span class="ex">Gelaatskleur</span>: </td> -<td class="cellRight">donker. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft"><span class="ex">Haar</span>: </td> -<td class="cellRight">zwart. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft"><span class="ex">Baardgroei</span>: </td> -<td class="cellRight">kleine snor. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft"><span class="ex">Oogen</span>: </td> -<td class="cellRight">zwart. -</td> -</tr> -<tr> -<td class="cellLeft cellBottom"><span class="ex">Spreekt</span> </td> -<td class="cellRight cellBottom">Engelsch, Fransch, Duitsch, Russisch enz. enz.</td> -</tr> -</table> -</div><p> -</p> -</td> -</tr> -<tr> -<td class="first" lang="en"> -<p><span class="ex">Special notes</span>: The man poses as a gentleman of great distinction. Adopts a new role every other -day. Wears an eyeglass. Always accompanied by a young man—name unknown. -</p> -</td> -<td class="second" lang="nl"> -<p><span class="ex">Bijzondere kenteekenen</span>: Het optreden van den man kenmerkt zich door bijzonder goede manieren. Telkens een -ander uiterlijk. Draagt een monocle. Is in gezelschap van een jongeman, wiens naam -onbekend. -</p> -</td> -</tr> -<tr> -<td class="first" lang="en"> -<p>Charged with robbery. -</p> -<p>A reward of 1000 pounds sterling will be paid for the arrest of this man. -</p> -</td> -<td class="second" lang="nl"> -<p>Moet worden aangehouden als dief. Voor zijn aanhouding betalen wij een prijs van 1000 -pond sterling. -</p> -</td> -</tr> -<tr> -<td class="first" lang="en"> -<p class="xd31e1419">Headquarters—Scotland Yard. -</p> -<p class="dateline"><span class="ex">London</span>, 1<sup>st</sup> October 1908. -</p> -<p class="signed"><b>Police Inspector</b>,<br> -<span class="ex">Horny.</span> -</p> -</td> -<td class="second" lang="nl"> -<p><b><i>Het Hoofdbureau van Politie Scotland-Yard.</i></b> -</p> -<p class="dateline"><span class="ex">Londen</span>, 1. Oktober 1908. -</p> -<p class="signed"><b><span class="corr" id="xd31e1623" title="Bron: Inspekteur">Inspecteur</span> van Politie</b><br> -(get.) <span class="ex">Horny</span>. -</p> -</td> -</tr> -</table> -</div> -</div> -</div> -<div class="div1 imprint"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> -<p class="first xd31e1632">Roman-Boekhandel <span class="xd31e1634">voorheen</span> A. Eichler -</p> -<p class="xd31e95">Singel 236—Amsterdam. -</p> -</div> -</div> -<div class="div1" id="toc"> -<h2 class="main">Inhoudsopgave</h2> -<table summary="Inhoudsopgave"> -<tr id="ch1.toc"> -<td class="tocDivNum">I. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch1">EEN KRANIG STUKJE.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch1">1</a></td> -</tr> -<tr id="ch2.toc"> -<td class="tocDivNum">II. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch2">DE GROOTE ONBEKENDE IS ONSTERFELIJK.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch2">8</a></td> -</tr> -<tr id="ch3.toc"> -<td class="tocDivNum">III. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch3">HET GEHEIM VAN DE DIAMANTEN.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch3">14</a></td> -</tr> -<tr id="ch4.toc"> -<td class="tocDivNum">IV. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch4">GUALA, DE PLANT DER VERGETELHEID.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch4">20</a></td> -</tr> -<tr id="ch5.toc"> -<td class="tocDivNum">V. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch5">EEN NACHT VOL VERSCHRIKKINGEN.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch5">26</a></td> -</tr> -</table> -</div> -<div class="transcriberNote"> -<h2 class="main">Colofon</h2> -<h3 class="main">Beschikbaarheid</h3> -<p class="first">Dit eBoek is voor kosteloos gebruik door iedereen overal, met vrijwel geen beperkingen -van welke soort dan ook. U mag het kopiëren, weggeven of hergebruiken onder de voorwaarden -van de Project Gutenberg Licentie in dit eBoek of on-line op <a class="seclink xd31e41" title="Externe link" href="https://www.gutenberg.org/">www.gutenberg.org</a>. -</p> -<p>Dit eBoek is geproduceerd door het on-line gedistribueerd correctieteam op <a class="seclink xd31e41" title="Externe link" href="https://www.pgdp.net/">www.pgdp.net</a>. -</p> -<h3 class="main">Metadata</h3> -<table class="colophonMetadata" summary="Metadata"> -<tr> -<td><b>Titel:</b></td> -<td>Lord Lister No. 11: De diamanten van den hertog van Norfolk</td> -<td></td> -</tr> -<tr> -<td><b>Auteur:</b></td> -<td>Theo von Blankensee [Pseudoniem van Mathias Blank (1881–1928)]</td> -<td><a href="https://viaf.org/viaf/8133268/" class="seclink">Info</a></td> -</tr> -<tr> -<td><b>Auteur:</b></td> -<td>Kurt Matull (1872–1930?)</td> -<td><a href="https://viaf.org/viaf/56770919/" class="seclink">Info</a></td> -</tr> -<tr> -<td><b>Taal:</b></td> -<td>Nederlands (Spelling De Vries-Te Winkel)</td> -<td></td> -</tr> -<tr> -<td><b>Oorspronkelijke uitgiftedatum:</b></td> -<td>[1910]</td> -<td></td> -</tr> -<tr> -<td><b>Trefwoorden:</b></td> -<td>Detective and mystery stories -- Periodicals</td> -<td></td> -</tr> -<tr> -<td><b></b></td> -<td>Dime novels -- Periodicals</td> -<td></td> -</tr> -</table> -<h3 class="main">Codering</h3> -<p class="first">Dit boek is weergegeven in oorspronkelijke schrijfwijze. Afgebroken woorden aan het -einde van de regel zijn stilzwijgend hersteld. Kennelijke zetfouten in het origineel -zijn verbeterd. Deze verbeteringen zijn aangegeven in de colofon aan het einde van -dit boek.</p> -<h3 class="main">Documentgeschiedenis</h3> -<ul> -<li>2022-02-26 Begonnen. -</li> -</ul> -<h3 class="main">Externe Referenties</h3> -<p>Dit Project Gutenberg eBoek bevat externe referenties. Het kan zijn dat deze links -voor u niet werken.</p> -<h3 class="main">Verbeteringen</h3> -<p>De volgende verbeteringen zijn aangebracht in de tekst:</p> -<table class="correctionTable" summary="Overzicht van verbeteringen aangebracht in de tekst."> -<tr> -<th>Bladzijde</th> -<th>Bron</th> -<th>Verbetering</th> -<th>Bewerkingsafstand</th> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e114">1</a>, <a class="pageref" href="#xd31e720">15</a>, <a class="pageref" href="#xd31e1292">30</a></td> -<td class="width40 bottom">”.</td> -<td class="width40 bottom">.”</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e140">2</a>, <a class="pageref" href="#xd31e151">2</a>, <a class="pageref" href="#xd31e162">2</a>, <a class="pageref" href="#xd31e173">2</a>, <a class="pageref" href="#xd31e184">3</a>, <a class="pageref" href="#xd31e189">3</a>, <a class="pageref" href="#xd31e206">3</a>, <a class="pageref" href="#xd31e259">4</a>, <a class="pageref" href="#xd31e311">5</a>, <a class="pageref" href="#xd31e354">6</a>, <a class="pageref" href="#xd31e440">9</a>, <a class="pageref" href="#xd31e499">10</a>, <a class="pageref" href="#xd31e689">15</a>, <a class="pageref" href="#xd31e797">17</a>, <a class="pageref" href="#xd31e855">18</a>, <a class="pageref" href="#xd31e877">18</a>, <a class="pageref" href="#xd31e949">21</a>, <a class="pageref" href="#xd31e1006">22</a>, <a class="pageref" href="#xd31e1030">23</a>, <a class="pageref" href="#xd31e1289">30</a></td> -<td class="width40 bottom">”,</td> -<td class="width40 bottom">,”</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e275">4</a></td> -<td class="width40 bottom">zelf</td> -<td class="width40 bottom">zelfs</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e342">6</a>, <a class="pageref" href="#xd31e510">10</a></td> -<td class="width40 bottom">bloedpas</td> -<td class="width40 bottom">bloedplas</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e428">9</a>, <a class="pageref" href="#xd31e476">9</a>, <a class="pageref" href="#xd31e527">10</a>, <a class="pageref" href="#xd31e531">10</a>, <a class="pageref" href="#xd31e880">18</a>, <a class="pageref" href="#xd31e1037">23</a></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom">„</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e473">9</a></td> -<td class="width40 bottom">”</td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Verwijderd</i>] -</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e487">10</a></td> -<td class="width40 bottom">gewond</td> -<td class="width40 bottom">verwond</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e615">12</a></td> -<td class="width40 bottom">?</td> -<td class="width40 bottom">!</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e636">12</a></td> -<td class="width40 bottom">»</td> -<td class="width40 bottom">„</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e641">12</a></td> -<td class="width40 bottom">gevolmachtige</td> -<td class="width40 bottom">gevolmachtigde</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e675">14</a></td> -<td class="width40 bottom">bizonder</td> -<td class="width40 bottom">bijzonder</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e678">14</a></td> -<td class="width40 bottom">turmalienen</td> -<td class="width40 bottom">toermalijnen</td> -<td class="bottom">3</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e770">16</a></td> -<td class="width40 bottom">aarlezen</td> -<td class="width40 bottom">aarzelen</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e839">18</a></td> -<td class="width40 bottom">Blake</td> -<td class="width40 bottom">Blakes</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e922">20</a></td> -<td class="width40 bottom">gearesteerd</td> -<td class="width40 bottom">gearresteerd</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e1090">24</a></td> -<td class="width40 bottom">Thomson</td> -<td class="width40 bottom">Thompson</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e1156">26</a></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom">”</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e1218">28</a></td> -<td class="width40 bottom">aristokratische</td> -<td class="width40 bottom">aristocratische</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e1361">32</a></td> -<td class="width40 bottom">nommer</td> -<td class="width40 bottom">nummer</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e1429">33</a></td> -<td class="width40 bottom">Sinclair</td> -<td class="width40 bottom">Raffles</td> -<td class="bottom">7</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e1541">33</a></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom">.</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e1623">33</a></td> -<td class="width40 bottom">Inspekteur</td> -<td class="width40 bottom">Inspecteur</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -</table> -</div> -</div> -<div lang='en'> -<div style='display:block; margin-top:4em'>*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK <span lang='nl'>LORD LISTER NO. 0011: DE DIAMANTEN VAN DEN HERTOG VAN NORFOLK</span> ***</div> -<div style='text-align:left'> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Updated editions will replace the previous one—the old editions will -be renamed. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright -law means that no one owns a United States copyright in these works, -so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the United -States without permission and without paying copyright -royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part -of this license, apply to copying and distributing Project -Gutenberg™ electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG™ -concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark, -and may not be used if you charge for an eBook, except by following -the terms of the trademark license, including paying royalties for use -of the Project Gutenberg trademark. If you do not charge anything for -copies of this eBook, complying with the trademark license is very -easy. You may use this eBook for nearly any purpose such as creation -of derivative works, reports, performances and research. Project -Gutenberg eBooks may be modified and printed and given away—you may -do practically ANYTHING in the United States with eBooks not protected -by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the trademark -license, especially commercial redistribution. -</div> - -<div style='margin:0.83em 0; font-size:1.1em; text-align:center'>START: FULL LICENSE<br> -<span style='font-size:smaller'>THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE<br> -PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK</span> -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -To protect the Project Gutenberg™ mission of promoting the free -distribution of electronic works, by using or distributing this work -(or any other work associated in any way with the phrase “Project -Gutenberg”), you agree to comply with all the terms of the Full -Project Gutenberg™ License available with this file or online at -www.gutenberg.org/license. -</div> - -<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'> -Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg™ electronic works -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg™ -electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to -and accept all the terms of this license and intellectual property -(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all -the terms of this agreement, you must cease using and return or -destroy all copies of Project Gutenberg™ electronic works in your -possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a -Project Gutenberg™ electronic work and you do not agree to be bound -by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the person -or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.B. “Project Gutenberg” is a registered trademark. It may only be -used on or associated in any way with an electronic work by people who -agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few -things that you can do with most Project Gutenberg™ electronic works -even without complying with the full terms of this agreement. See -paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project -Gutenberg™ electronic works if you follow the terms of this -agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg™ -electronic works. See paragraph 1.E below. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation (“the -Foundation” or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection -of Project Gutenberg™ electronic works. Nearly all the individual -works in the collection are in the public domain in the United -States. If an individual work is unprotected by copyright law in the -United States and you are located in the United States, we do not -claim a right to prevent you from copying, distributing, performing, -displaying or creating derivative works based on the work as long as -all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope -that you will support the Project Gutenberg™ mission of promoting -free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg™ -works in compliance with the terms of this agreement for keeping the -Project Gutenberg™ name associated with the work. You can easily -comply with the terms of this agreement by keeping this work in the -same format with its attached full Project Gutenberg™ License when -you share it without charge with others. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern -what you can do with this work. Copyright laws in most countries are -in a constant state of change. If you are outside the United States, -check the laws of your country in addition to the terms of this -agreement before downloading, copying, displaying, performing, -distributing or creating derivative works based on this work or any -other Project Gutenberg™ work. The Foundation makes no -representations concerning the copyright status of any work in any -country other than the United States. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.1. The following sentence, with active links to, or other -immediate access to, the full Project Gutenberg™ License must appear -prominently whenever any copy of a Project Gutenberg™ work (any work -on which the phrase “Project Gutenberg” appears, or with which the -phrase “Project Gutenberg” is associated) is accessed, displayed, -performed, viewed, copied or distributed: -</div> - -<blockquote> - <div style='display:block; margin:1em 0'> - This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and most - other parts of the world at no cost and with almost no restrictions - whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms - of the Project Gutenberg License included with this eBook or online - at <a href="https://www.gutenberg.org">www.gutenberg.org</a>. If you - are not located in the United States, you will have to check the laws - of the country where you are located before using this eBook. - </div> -</blockquote> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.2. If an individual Project Gutenberg™ electronic work is -derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not -contain a notice indicating that it is posted with permission of the -copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in -the United States without paying any fees or charges. If you are -redistributing or providing access to a work with the phrase “Project -Gutenberg” associated with or appearing on the work, you must comply -either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or -obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg™ -trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.3. If an individual Project Gutenberg™ electronic work is posted -with the permission of the copyright holder, your use and distribution -must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any -additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms -will be linked to the Project Gutenberg™ License for all works -posted with the permission of the copyright holder found at the -beginning of this work. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg™ -License terms from this work, or any files containing a part of this -work or any other work associated with Project Gutenberg™. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this -electronic work, or any part of this electronic work, without -prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with -active links or immediate access to the full terms of the Project -Gutenberg™ License. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, -compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including -any word processing or hypertext form. However, if you provide access -to or distribute copies of a Project Gutenberg™ work in a format -other than “Plain Vanilla ASCII” or other format used in the official -version posted on the official Project Gutenberg™ website -(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense -to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means -of obtaining a copy upon request, of the work in its original “Plain -Vanilla ASCII” or other form. Any alternate format must include the -full Project Gutenberg™ License as specified in paragraph 1.E.1. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, -performing, copying or distributing any Project Gutenberg™ works -unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing -access to or distributing Project Gutenberg™ electronic works -provided that: -</div> - -<div style='margin-left:0.7em;'> - <div style='text-indent:-0.7em'> - • You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from - the use of Project Gutenberg™ works calculated using the method - you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed - to the owner of the Project Gutenberg™ trademark, but he has - agreed to donate royalties under this paragraph to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid - within 60 days following each date on which you prepare (or are - legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty - payments should be clearly marked as such and sent to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in - Section 4, “Information about donations to the Project Gutenberg - Literary Archive Foundation.” - </div> - - <div style='text-indent:-0.7em'> - • You provide a full refund of any money paid by a user who notifies - you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he - does not agree to the terms of the full Project Gutenberg™ - License. You must require such a user to return or destroy all - copies of the works possessed in a physical medium and discontinue - all use of and all access to other copies of Project Gutenberg™ - works. - </div> - - <div style='text-indent:-0.7em'> - • You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of - any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the - electronic work is discovered and reported to you within 90 days of - receipt of the work. - </div> - - <div style='text-indent:-0.7em'> - • You comply with all other terms of this agreement for free - distribution of Project Gutenberg™ works. - </div> -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project -Gutenberg™ electronic work or group of works on different terms than -are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing -from the Project Gutenberg Literary Archive Foundation, the manager of -the Project Gutenberg™ trademark. Contact the Foundation as set -forth in Section 3 below. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.F. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable -effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread -works not protected by U.S. copyright law in creating the Project -Gutenberg™ collection. Despite these efforts, Project Gutenberg™ -electronic works, and the medium on which they may be stored, may -contain “Defects,” such as, but not limited to, incomplete, inaccurate -or corrupt data, transcription errors, a copyright or other -intellectual property infringement, a defective or damaged disk or -other medium, a computer virus, or computer codes that damage or -cannot be read by your equipment. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the “Right -of Replacement or Refund” described in paragraph 1.F.3, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project -Gutenberg™ trademark, and any other party distributing a Project -Gutenberg™ electronic work under this agreement, disclaim all -liability to you for damages, costs and expenses, including legal -fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT -LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE -PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE -TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE -LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR -INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH -DAMAGE. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a -defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can -receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a -written explanation to the person you received the work from. If you -received the work on a physical medium, you must return the medium -with your written explanation. The person or entity that provided you -with the defective work may elect to provide a replacement copy in -lieu of a refund. If you received the work electronically, the person -or entity providing it to you may choose to give you a second -opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If -the second copy is also defective, you may demand a refund in writing -without further opportunities to fix the problem. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth -in paragraph 1.F.3, this work is provided to you ‘AS-IS’, WITH NO -OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT -LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied -warranties or the exclusion or limitation of certain types of -damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement -violates the law of the state applicable to this agreement, the -agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or -limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or -unenforceability of any provision of this agreement shall not void the -remaining provisions. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the -trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone -providing copies of Project Gutenberg™ electronic works in -accordance with this agreement, and any volunteers associated with the -production, promotion and distribution of Project Gutenberg™ -electronic works, harmless from all liability, costs and expenses, -including legal fees, that arise directly or indirectly from any of -the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this -or any Project Gutenberg™ work, (b) alteration, modification, or -additions or deletions to any Project Gutenberg™ work, and (c) any -Defect you cause. -</div> - -<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'> -Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg™ -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Project Gutenberg™ is synonymous with the free distribution of -electronic works in formats readable by the widest variety of -computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It -exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations -from people in all walks of life. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Volunteers and financial support to provide volunteers with the -assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg™’s -goals and ensuring that the Project Gutenberg™ collection will -remain freely available for generations to come. In 2001, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure -and permanent future for Project Gutenberg™ and future -generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see -Sections 3 and 4 and the Foundation information page at www.gutenberg.org. -</div> - -<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'> -Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non-profit -501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the -state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal -Revenue Service. The Foundation’s EIN or federal tax identification -number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by -U.S. federal laws and your state’s laws. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -The Foundation’s business office is located at 809 North 1500 West, -Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up -to date contact information can be found at the Foundation’s website -and official page at www.gutenberg.org/contact -</div> - -<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'> -Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Project Gutenberg™ depends upon and cannot survive without widespread -public support and donations to carry out its mission of -increasing the number of public domain and licensed works that can be -freely distributed in machine-readable form accessible by the widest -array of equipment including outdated equipment. Many small donations -($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt -status with the IRS. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -The Foundation is committed to complying with the laws regulating -charities and charitable donations in all 50 states of the United -States. Compliance requirements are not uniform and it takes a -considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up -with these requirements. We do not solicit donations in locations -where we have not received written confirmation of compliance. To SEND -DONATIONS or determine the status of compliance for any particular state -visit <a href="https://www.gutenberg.org/donate/">www.gutenberg.org/donate</a>. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -While we cannot and do not solicit contributions from states where we -have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition -against accepting unsolicited donations from donors in such states who -approach us with offers to donate. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -International donations are gratefully accepted, but we cannot make -any statements concerning tax treatment of donations received from -outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Please check the Project Gutenberg web pages for current donation -methods and addresses. Donations are accepted in a number of other -ways including checks, online payments and credit card donations. To -donate, please visit: www.gutenberg.org/donate -</div> - -<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'> -Section 5. General Information About Project Gutenberg™ electronic works -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Professor Michael S. Hart was the originator of the Project -Gutenberg™ concept of a library of electronic works that could be -freely shared with anyone. For forty years, he produced and -distributed Project Gutenberg™ eBooks with only a loose network of -volunteer support. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Project Gutenberg™ eBooks are often created from several printed -editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in -the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not -necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper -edition. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Most people start at our website which has the main PG search -facility: <a href="https://www.gutenberg.org">www.gutenberg.org</a>. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -This website includes information about Project Gutenberg™, -including how to make donations to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to -subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. -</div> - -</div> -</div> -</body> -</html> diff --git a/old/67523-h/images/lordlister.png b/old/67523-h/images/lordlister.png Binary files differdeleted file mode 100644 index e9e45f1..0000000 --- a/old/67523-h/images/lordlister.png +++ /dev/null diff --git a/old/67523-h/images/lordlister0011-front.jpg b/old/67523-h/images/lordlister0011-front.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 66df218..0000000 --- a/old/67523-h/images/lordlister0011-front.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/67523-h/images/p0011-01.png b/old/67523-h/images/p0011-01.png Binary files differdeleted file mode 100644 index 44e5e5d..0000000 --- a/old/67523-h/images/p0011-01.png +++ /dev/null |
