summaryrefslogtreecommitdiff
diff options
context:
space:
mode:
authornfenwick <nfenwick@pglaf.org>2025-01-22 03:58:31 -0800
committernfenwick <nfenwick@pglaf.org>2025-01-22 03:58:31 -0800
commitc87529589b36643e56294ea644f39d113ad865a2 (patch)
tree2f1038ab6b59ad32dcfa9e2acf9fb41f6b30450e
parent6d1c429ce8e7d32d2ebaac67eb2883103737b84e (diff)
NormalizeHEADmain
-rw-r--r--.gitattributes4
-rw-r--r--LICENSE.txt11
-rw-r--r--README.md2
-rw-r--r--old/67523-0.txt2930
-rw-r--r--old/67523-0.zipbin40760 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/67523-h.zipbin218883 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/67523-h/67523-h.htm4177
-rw-r--r--old/67523-h/images/lordlister.pngbin36856 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/67523-h/images/lordlister0011-front.jpgbin117468 -> 0 bytes
-rw-r--r--old/67523-h/images/p0011-01.pngbin12782 -> 0 bytes
10 files changed, 17 insertions, 7107 deletions
diff --git a/.gitattributes b/.gitattributes
new file mode 100644
index 0000000..d7b82bc
--- /dev/null
+++ b/.gitattributes
@@ -0,0 +1,4 @@
+*.txt text eol=lf
+*.htm text eol=lf
+*.html text eol=lf
+*.md text eol=lf
diff --git a/LICENSE.txt b/LICENSE.txt
new file mode 100644
index 0000000..6312041
--- /dev/null
+++ b/LICENSE.txt
@@ -0,0 +1,11 @@
+This eBook, including all associated images, markup, improvements,
+metadata, and any other content or labor, has been confirmed to be
+in the PUBLIC DOMAIN IN THE UNITED STATES.
+
+Procedures for determining public domain status are described in
+the "Copyright How-To" at https://www.gutenberg.org.
+
+No investigation has been made concerning possible copyrights in
+jurisdictions other than the United States. Anyone seeking to utilize
+this eBook outside of the United States should confirm copyright
+status under the laws that apply to them.
diff --git a/README.md b/README.md
new file mode 100644
index 0000000..0b89a7f
--- /dev/null
+++ b/README.md
@@ -0,0 +1,2 @@
+Project Gutenberg (https://www.gutenberg.org) public repository for
+eBook #67523 (https://www.gutenberg.org/ebooks/67523)
diff --git a/old/67523-0.txt b/old/67523-0.txt
deleted file mode 100644
index f054c86..0000000
--- a/old/67523-0.txt
+++ /dev/null
@@ -1,2930 +0,0 @@
-The Project Gutenberg eBook of Lord Lister No. 0011: De diamanten van
-den hertog van Norfolk, by Kurt Matull
-
-This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and
-most other parts of the world at no cost and with almost no restrictions
-whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms
-of the Project Gutenberg License included with this eBook or online at
-www.gutenberg.org. If you are not located in the United States, you
-will have to check the laws of the country where you are located before
-using this eBook.
-
-Title: Lord Lister No. 0011: De diamanten van den hertog van Norfolk
-
-Authors: Kurt Matull
- Theo Blakensee
-
-Release Date: February 28, 2022 [eBook #67523]
-
-Language: Dutch
-
-Produced by: The Online Distributed Proofreading Team at
- https://www.pgdp.net/ for Project Gutenberg
-
-*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK LORD LISTER NO. 0011: DE
-DIAMANTEN VAN DEN HERTOG VAN NORFOLK ***
-
-
-
-
- LORD LISTER
- GENAAMD RAFFLES
- DE GROOTE ONBEKENDE.
-
- NO. 11 DE DIAMANTEN VAN DEN HERTOG VAN NORFOLK.
-
-
-
-
-
-
-
-
-DE DIAMANTEN VAN DEN HERTOG VAN NORFOLK.
-
-
-EERSTE HOOFDSTUK.
-
-EEN KRANIG STUKJE.
-
-
-„Ben je er wel heel zeker van, dat je het geheime wachtwoord bezit?”
-vroeg Charly Brand zijn vriend, lord Lister, die zich juist door zijn
-bediende liet helpen bij het aantrekken van zijn zware pelsjas.
-
-De lord lachte.
-
-„Maak je maar niet ongerust, Charly! Het zaakje is in orde! Doordat ik
-des nachts mijn telefoondraad aansloot op de hoofdlijn en daardoor een
-tusschenverbinding tot stand bracht, ben ik al veertien dagen lang in
-de gelegenheid geweest om de gesprekken met de Londensche en de
-Zuid-West Bank af te luisteren en vooral die welke de directie van het
-hoofdkantoor hield met de bijkantoren.”
-
-„En heb je het wachtwoord gehoord?”
-
-„Well, my boy.”
-
-„En hoe is het verder gegaan? Ik brand gewoonweg van nieuwsgierigheid!”
-
-Lord Lister streek zich eens door de donkere snor.
-
-„Ik heb naar de verschillende directies van dertien bijkantoren
-geschreven, dat een bedrag van vijfhonderd pond voor zekeren Samuel
-Rottwell op hun bank is ingeschreven. Deze brieven heb ik onderteekend
-met den naam van den directeur der depositobank.”
-
-„En geloof je niet, dat een der bankdirecteuren achterdocht zal
-koesteren?”
-
-„Geen kwestie van, Charly. Je weet, dat ik in dergelijke zaken met
-pijnlijke nauwgezetheid handel. Het opschrift der firma, het stempel,
-alles is all right! En al mag bij een enkelen bankdirecteur ook eenige
-twijfel rijzen, dan zal dadelijk het wachtwoord dien twijfel weer doen
-verdwijnen!”
-
-Een lakei verscheen.
-
-„Wenscht u een chauffeur?” vroeg de man.
-
-Charly Brand maakte een afwerende beweging met de hand.
-
-„Niet noodig! Ik zal zelf sturen!”
-
-De lakei boog diep en verliet het vertrek.
-
-Charly Brand trok nu een lange automobieljas aan, waarvan het bont naar
-buiten was gekeerd, zoodat hij veel geleek op een ijsbeer.
-
-Zijn gezicht was bijna geheel bedekt door de groote automobielpet. Hij
-ging de trap af, gevolgd door lord Lister en bracht de roode, elegante
-automobiel in orde.
-
-Langzaam bewoog de fraaie kar zich voorwaarts en tufte door het drukste
-deel van Londen.
-
-Voor de depositobank in Vauxhall hield het voertuig het allereerst
-stil.
-
-Lord Lister stapte uit met onverschillig gebaar.
-
-De portier van de Bank deed de deur open en boog diep.
-
-Lord Lister ging binnen en begaf zich naar de kassa.
-
-„Mijn naam is Samuel Rottwell,” stelde hij zich voor.
-
-De hoofdkassier haalde gauw het kasboek te voorschijn, waarin de
-handteekeningen geplaatst moesten worden.
-
-In groote, duidelijke letters schreef hij de woorden:
-
-Fred Harry Rolph Samuel Rottwell.
-
-Toen schreef hij, met een handigheid alsof hij duizendmaal die
-handteekening had geplaatst, een bijna onleesbaren krabbel.
-
-De ambtenaar keek even met onderzoekenden blik naar een en ander,
-knikte, wierp toen een vluchtigen blik naar den voornamen jongen man en
-overhandigde daarop den nieuwen klant een chêque-boek.
-
-Mr. Rottwell vulde dadelijk een der bladen voor een bedrag van honderd
-pond in.
-
-„Ge wilt zeker wel zoo vriendelijk zijn, mij negentig pond in banknoten
-en tien pond in goudgeld uit te betalen, mijnheer,” sprak hij tot den
-eersten boekhouder, die met beleefd gebaar aan het verzoek voldeed.
-
-De bezoeker groette beleefd, stapte weer in zijn automobiel en reed
-weg.
-
-Charly Brand lachte in zijn vuistje, toen hij zijn vriend uit de Bank
-zag komen.
-
-Dezelfde geschiedenis herhaalde zich aan de depositobank in Clapham.
-
-Daar was de eerste boekhouder echter nieuwsgieriger.
-
-„Ge zijt zeker groote dingen van plan, mr. Rottwell?” vroeg hij.
-
-„Wel,” antwoordde lord Lister glimlachend, „ik ga naar de slederennen
-in Windsor. Ik geloof, dat het daar heel interessant zal zijn, want er
-worden groote sommen verwed.”
-
-„Zóó!” antwoordde de boekhouder en hij schoof mr. Rottwell honderd pond
-toe.
-
-Lord Lister nam weer plaats in zijn auto.
-
-En zoo ging het van Bank tot Bank, naar Belham, Streatham, enzoovoorts.
-
-Voordat er twee uren voorbij waren, had lord Lister negen
-depositobanken bezocht en bij alle hetzelfde stukje uitgehaald.
-
-Toen hij het tiende bijkantoor was binnengegaan, zette Charly Brand den
-motor op rust, stak een sigaret aan en wachtte.
-
-„Tien keer honderd pond is duizend pond,” rekende hij uit. „All right,
-dat is voorloopig genoeg voor het plan, dat lord Lister beoogt. Als hij
-niet altijd weer zijn geld aan de armen gaf, zou hij niet elk oogenblik
-in geldverlegenheid zitten, waardoor zulke gevaarlijke spelletjes op
-touw moeten worden gezet.”
-
-Juist toen Charly Brand zijn alleenspraak had geëindigd, draaide hij
-zich verbluft om.
-
-Iemand had hem de hand op den schouder gelegd en toen hij onwillig
-opkeek, zag hij in het gelaat van iemand, die in uniform gekleed was en
-een helm droeg.
-
-„Inspecteur Baxter!” ontsnapte het Charly’s mond.
-
-Van louter schrik liet hij zijn sigaret vallen en keek den gevreesden
-beambte vlak in het gezicht.
-
-„Ja, dat ben ik,” antwoordde de politie-inspecteur op gemoedelijken
-toon, „ge schijnt mij reeds te kennen? Vertel mij eens, wien behoort
-die mooie kar?”
-
-„Die is van mijn meester,” antwoordde Charly, thans weder volkomen op
-zijn gemak.
-
-„Zoo, zoo! En wie is uw meester?”
-
-„Dat is de eigenaar van dezen automobiel, mijnheer de inspecteur!”
-
-„Drommels! Jij bent een grappige chauffeur. Maar opdat wij wat verder
-zullen komen, wil ik je in vertrouwen vertellen, dat de directeur van
-het hoofdkantoor der depositobanken een half uur geleden tot de
-ontdekking is gekomen, dat aan alle bijkantoren honderd pond is
-uitbetaald aan zekeren mister Rottwell.
-
-„Toen hij inderhaast zijn boeken nasloeg, kwam hij tot de ontdekking,
-dat iemand van dien naam daarin heelemaal niet voorkomt.—Wie zou zoo’n
-boevenstreek wel hebben uitgehaald? Zeg, is deze auto niet van John
-Raffles?”
-
-Charly Brand haalde de schouders op.
-
-„Raffles? Dien ken ik niet, inspecteur. Als ge echter Raffles, den
-Grooten Onbekende, meent, dan moet ik u tot mijn spijt zeggen— —”
-
-Maar Baxter begreep volkomen het doel van den chauffeur.
-
-Hij wilde Baxter aan den praat houden en hem door zijn praatjes
-verhinderen, maatregelen te nemen, opdat lord Lister, als deze uit het
-Bankgebouw kwam en Baxter zou zien, alle gelegenheid tot ontvluchten
-had.
-
-„’t Is goed!” sprak Baxter en hij wenkte twee agenten.
-
-Deze hadden Charly al heel gauw van zijn chauffeursplaats gehaald en
-duwden hem een gang binnen.
-
-Daar werd hen zijn mooie ijsberenjas afgenomen, evenals zijn
-automobielpet en bril.
-
-„Dien vogel hebben wij al eens meer in de kooi gehad,” zei Baxter, toen
-hij den secretaris van den Grooten Onbekende aankeek. „Houdt hem vast,
-wij moeten eens zien, in welke zonderlinge verhouding deze jonge man
-tot Raffles staat!”
-
-Terwijl Charly Brand werd weggebracht, deed Baxter diens jas aan,
-drukte de pet diep in de oogen, zette den bril op en ging op Charly’s
-chauffeursplaats zitten.
-
-Juist kwam lord Lister uit het Bankgebouw.
-
-Hij was in een uitstekenden luim, stak een sigaret aan, en, zonder
-eenige notitie te nemen van den chauffeur, beval hij op korten toon:
-
-„Taftord.”
-
-Inspecteur Baxter knikte.
-
-Een breede grijns vertrok zijn mond.
-
-„Well.”
-
-Hij zette den motor in beweging.
-
-Maar verstandig was het niet van hem geweest, dat hij zijn mond niet
-had kunnen houden en hij bemerkte niet, dat lord Lister één oogenblik
-het portier van de auto in de hand hield en zijn wenkbrauwen hoog
-optrok, toen hij dit „well” hoorde.
-
-Toen glimlachte hij en stapte in de auto.
-
-Inspecteur Baxter begon nu te racen. In razende vaart joeg hij de stad
-door en het was tot zijn geluk, dat hij zoo’n goed automobilist was.
-
-Hem gebeurde niets anders dan dat hij drie keer tegen een equipage
-botste, één paard dood reed, een half dozijn melkkarren overhoop reed
-en zeven-en-twintig keer door agenten werd opgeschreven.
-
-Maar wat kon hem dat schelen?
-
-Inspecteur Baxter lag gewoonweg dubbel gevouwen over het stuurrad en
-zijn gezicht grijnsde van pleizier.
-
-Hij zou met alle liefde nog een dozijn paarden hebben doodgereden.
-
-Hij had Raffles immers! De Groote Onbekende was in zijn macht!
-
-Raffles leunde intusschen doodkalm in de kussens achterover!
-
-Als de motor niet zoo’n vervaarlijk geweld had gemaakt, zou inspecteur
-Baxter het spotlachje hebben gehoord, dat lord Lister uitstiet.
-
-Aan afspringen van de auto was natuurlijk niet te denken bij zoo’n
-razende vaart.
-
-Lord Lister zou dan hals en beenen hebben gebroken.
-
-Achtervolgd door fietsende agenten, die deze onbesuisde auto in beslag
-wilden nemen, joeg Baxter naar Scotland Yard.
-
-Daar doemde het groote gebouw al op in de verte.
-
-De inspecteur hield met een ruk stil, sprong van den bok, rukte de deur
-open, stak zijn revolver vooruit en beval:
-
-„Uitstappen, Raffles! Ge zijt mijn arrestant!”
-
-De laatste woorden bleven den inspecteur bijna in de keel steken.
-
-De agenten, die om de auto waren komen heenstaan, deinsden achteruit en
-hielden den neus dicht.
-
-In de auto was niets dan rook! Rook!
-
-Dikke, gele rook, die zoo’n stank verspreidde, dat Baxter nauwelijks
-kon ademhalen.
-
-Hij viel op de sneeuw neer en schreeuwde luid:
-
-„Lucht! Lucht! Ik stik!”
-
-Baxter had den agenten nog niet kunnen vertellen, wat er gebeurd was en
-deze trokken zich terug om eerst dien rookwalm te laten wegtrekken.
-
-Eindelijk dunde de rook.
-
-Baxter vond weer de kracht om op te staan en vloog nu in de auto. Maar
-alles wat hij bemachtigde, was een reusachtige sigaar, die bij zoo lang
-was als een bovenarm. De sigaar was van staal en daaruit stroomde de
-rook, die zoo’n verpestenden stank verbreidde.
-
-Maar Raffles was verdwenen en inderhaast vertelde Baxter, hoe hij den
-meesterdief had gevangen.
-
-„Maar dan heeft hij zich in rook opgelost, inspecteur,” lachten de
-agenten, die weer naderbij waren gekomen.
-
-Baxter vloekte.
-
-Maar wat gaf dat?
-
-Raffles was weg.
-
-Deze had zich geen oogenblik bezorgd gemaakt, toen hij zag, dat de auto
-in duizelingwekkende snelheid Scotland Yard naderde.
-
-Voor zulke gelegenheden had hij altijd een van de sigaren bij zich, die
-met een pas uitgevonden poeder, dat aromale heette, gevuld waren.
-
-Als een lucifer of een brandende sigaar hierbij wordt gehouden,
-vervliegt het poeder in dichten rook en wie dezen rook langen tijd
-inademt, wordt bewusteloos.
-
-En terwijl Baxter de auto opende en terugdeinsde voor den verstikkenden
-damp, was Raffles doodkalm aan den anderen kant uitgestapt en
-weggewandeld, door niemand gehinderd.
-
-Een kwartier later had hij een anderen automobiel en reed naar Bromley,
-naar het elfde bijkantoor.
-
-Hij was namelijk van meening, dat Baxter slechts door een toeval langs
-het Bankgebouw was gekomen, waar hij de auto herkend had. Misschien ook
-had Charly zich door een of andere onvoorzichtigheid verraden. Hij wist
-niet wat Baxter aan Charly had verteld, die zich op weg naar het
-politiebureau uit de handen der agenten had losgerukt en nu in het huis
-van lord Lister met hevige hartklopping wachtte of zijn vriend niet
-spoedig zou terugkomen.
-
-Lord Lister was iemand, die niet gauw zijn plannen opgaf.
-
-Hij had het zich nu eens in het hoofd gezet, ook de beide laatste
-bijkantoren te bezoeken en zelfs door het groote gevaar, waaraan hij
-ternauwernood ontsnapt was, liet hij zich daarvan niet terughouden.
-
-Hij trad dus het Bankgebouw binnen, deed den kraag van zijn pels neer,
-ging naar de kas en zei:
-
-„Mijn naam is Samuel Rottwell.”
-
-Maar zijn overmoed zou duur gestraft worden.
-
-Nauwelijks had hij dezen naam uitgesproken, of de boekhouder schreeuwde
-uit alle macht:
-
-„Help! Help! Moord en doodslag! Hier staat Raffles!”
-
-In een oogenblik hadden de portiers de deuren gesloten en hun revolvers
-getrokken. Alles liep verward dooreen. Niemand wist eigenlijk, wat er
-gebeurd was, terwijl lord Lister doodkalm de hal verliet en een
-wanhopige poging deed om nog een der uitgangen te bereiken.
-
-Maar de portier hield hem de revolver onder den neus en zei:
-
-„Niemand mag naar buiten, mijnheer!”
-
-„Alle drommels! Kan een fatsoenlijk mensch dan in Londen geen Bank meer
-binnengaan, zonder dat hem een revolver onder den neus wordt geduwd?”
-
-Maar de portier gaf niet toe.
-
-„Ik heb strenge bevelen, mijnheer! Maar ik weet, dat inspecteur Baxter
-met zes agenten binnen een minuut al hier is. Die zal u zeker spoedig
-uw vrijheid teruggeven!”
-
-Daar kwam Baxter al.
-
-„Heb je hem?” vroeg hij gretig.
-
-„Nog niet! Maar hij is hier! De boekhouder heeft hem herkend!”
-
-Raffles ging achteruit om niet door Baxter gezien te worden.
-
-Hij zat nu toch wel degelijk in gevaar. Hij stormde de trappen op om
-zich boven ergens te verbergen, toen hij zich plotseling door een half
-dozijn beambten van de Bank zag omsingeld.
-
-Het werd een formeel gebrul.
-
-„Hier is Raffles! Raffles is hier!! Raffles!!! Raffles!!!!
-Raffles!!!!!”
-
-Zij hadden zeker het woord nog een dozijn keeren herhaald, als Raffles
-niet plotseling naar links en rechts vuistslagen had uitgedeeld, zoodat
-de beambten als muggen door elkaar vlogen.
-
-In het volgende oogenblik vloog de Groote Onbekende een lange gang
-door, die zich voor hem uitstrekte.
-
-Hij hoorde, dat Baxter het bevel gaf, Raffles liever dood uit te
-leveren, dan hem te laten ontsnappen.
-
-Plotseling, toen lord Lister bijna het eind van de gang had bereikt,
-dook voor hem een lange, magere gedaante op met gerimpeld gelaat,
-slaphangende wangen en wijd uitpuilende oogen.
-
-„Terug! Terug! Hier mag geen sterveling meer door!”
-
-Raffles, die nu geen tijd meer had om beleefd te zijn, hield zijn beide
-vuisten als buffers voor zich uit en vloog als ’t ware over den man
-heen. In het volgende oogenblik had hij een deur bereikt—maar zij was
-gesloten.
-
-Nu zat hij toch inderdaad leelijk in de knel.
-
-„Wat doet ge?” kermde de man op den grond. „Ga gauw terug, heel gauw!
-Ik beveel het u! Ik ben de directeur van de Bank!”
-
-„All right! Dat is mij heel aangenaam,” antwoordde Raffles, pakte den
-man beet, keerde hem om en doorzocht zijn zakken. Al gauw vond hij een
-sleutelbos. Toen rende hij terug naar de gesloten deur en had deze
-juist geopend, toen inspecteur Baxter met zijn mannen in de gang kwam.
-
-Raffles deed de deur op slot en ontstak een kleine, electrische
-zaklantaarn.
-
-Hij keek om zich heen en zag, dat hij voor een lange trap stond, die
-naar een keldergewelf leidde. Zoo vlug als de duisternis het hem
-toeliet, vloog hij naar beneden en kwam in een tamelijk groote ruimte,
-waar hij zocht naar een schuilhoek.
-
-Hij liep vooruit, maar struikelde en viel op den grond neer. Toen hij
-om zich heen tastte, greep zijn hand in een weeke massa.
-
-Verschrikt sprong hij op, drukte op de lantaarn en liet het schijnsel
-over den grond vallen,
-
-Daar lag het vreeselijk verminkte lijk van een man.
-
-Bijna op hetzelfde oogenblik, dat Raffles deze afschuwelijke ontdekking
-deed, liet inspecteur Baxter een bijl brengen om de kelderdeur in te
-slaan.
-
-Het duurde drie minuten, voordat de deur toegaf.
-
-Plotseling staakten de agenten hun werk.
-
-„Inspecteur, hebt ge niets gehoord?”
-
-Inderdaad!
-
-Ook Baxter had daar beneden een schot hooren vallen.
-
-„Er is geschoten!” fluisterde hij.
-
-Met vereende krachten werd nu de deur opengemaakt en toen klonk den
-mannen een rochelende gil tegen. Daarna was alles stil.
-
-Baxter bleef een oogenblik staan.
-
-„Daar beneden is het niet in den haak!” mompelde hij. Ook de agenten
-waren bleek om den neus geworden. Zij hadden allen het reutelen van een
-stervende gehoord, die op gewelddadige wijze om het leven was gebracht.
-
-De Bankdirecteur, die bij de agenten stond, wischte zich het klamme
-zweet van het voorhoofd en fluisterde:
-
-„Daar is — — daar is — — een misdaad — — — gepleegd!”
-
-„Vooruit! Wij moeten het fijne van de zaak weten!” beval Baxter en
-sprong de trap af, gevolgd door zijn mannen.
-
-Toen de electrische lampen der agenten de kelderruimte verlichtten,
-zagen zij in het midden een doode liggen. De Bankdirecteur stiet een
-kreet uit en tuimelde als ’t ware vooruit.
-
-„Wat—wat—is dat? Maar dat is—dat is—heksenwerk!”
-
-Baxter was naast den doode neergeknield.
-
-Het was Raffles.
-
-Naast hem lag een groote bloedplas. De pelsjas dreef in het roode
-vocht. Raffles’ handen en zijn gelaat waren met bloed bevlekt en men
-zag duidelijk op de plaats, waar het haar was vastgekleefd, dat een
-kogel in het hoofd was gedrongen.
-
-Hier was geen vergissing mogelijk. Inspecteur Baxter lichtte den doode
-in het gelaat.
-
-„Het is Raffles!” sprak hij.
-
-„Wel inspecteur, het is Raffles,” echo-den de agenten hem na.
-
-Het was inderdaad de Groote Onbekende. Voor zoover men het door het
-bloed kon onderscheiden, was zijn gelaat doodsbleek. De lippen waren
-vastgesloten, evenals de oogen, die diep in hunne kassen waren
-teruggezonken.
-
-Inspecteur Baxter keek om zich heen.
-
-Toen nam hij langzaam de uniformpet af en zei:
-
-„God zij zijn arme zondige ziel genadig!”
-
-„Amen” sprak een der agenten.
-
-Toen voegde hij er bij:
-
-„Daar ligt nog iemand, inspecteur!”
-
-Als een tijger sprong Baxter op het tweede lijk toe.
-
-Inderdaad. Hier lag nog iemand. Iemand, wiens gelaat en lichaam
-afschuwelijk verminkt was. Zeker twintig messteken hadden hem
-getroffen. Hij lag in een hoek en inspecteur Baxter onderzocht of geen
-stukje papier eenige aanwijzing zou kunnen geven.
-
-De directeur der Bank was sprakeloos, maar na eenigen tijd hijgde hij
-met moeite:
-
-„Ge moet dadelijk een scherp onderzoek instellen, inspecteur. Dat is
-vreeselijk! Afschuwelijk! Wat moet er nu gebeuren?”
-
-Baxter schudde het hoofd.
-
-„Geef ons een kamer, directeur, waar wij de lijken zoolang kunnen
-bergen tot den avond. Ik zal ze dan laten weghalen!”
-
-Een der agenten had intusschen een dokter gehaald. Deze boog zich even
-over den doode, die door messteken verwond was en zei toen:
-
-„Afgeloopen!”
-
-Toen keek hij naar Raffles en zei:
-
-„Ook gedaan! Een mooie geschiedenis! Wat is hier feitelijk
-voorgevallen?”
-
-„Als ik dat wist, dokter, gaf ik tien jaren van mijn leven!” zei de
-wanhopige politie-inspecteur. „Zoo iets heb ik nog nooit bijgewoond! De
-duivel in eigen persoon is hier in het spel! Maar natuurlijk—Raffles is
-er ook weer bij!”
-
-Nogmaals doorzocht hij den kelder—wederom schudde hij het hoofd.
-
-„Niets—heelemaal niets!”
-
-Hier waren twee misdaden begaan, waarbij het menschelijke verstand stil
-stond.
-
-Met behulp der agenten werden nu de beide lijken naar een kamer
-gebracht, die de Bankdirecteur te zijner beschikking had. Een der
-mannen bleef de wacht houden, tot de lijken zouden worden gehaald
-
-Des avonds deelden alle Londensche bladen het opzienbarende bericht
-mede, dat Raffles, de Groote Onbekende, dood was.
-
-Alleen zij, die tot lord Lister in onaangename verhouding hadden
-gestaan, juichten over dat bericht. Maar zij, die veel aan zijn groote
-goedheid hadden te danken, wijdden eenige tranen aan zijn
-nagedachtenis.
-
-
-
-
-
-
-
-
-TWEEDE HOOFDSTUK.
-
-DE GROOTE ONBEKENDE IS ONSTERFELIJK.
-
-
-Daar lag Raffles nu op een houten bank in een achterkamer.
-
-De tijd verstreek, de klok wees tien minuten vóór vieren, waarop de
-Bank werd gesloten voor het publiek.
-
-De agent, die de wacht hield, liep ongeduldig heen en weer.
-
-Plotseling, toen hij zich weer omdraaide, bleef hij als vastgenageld
-staan. Hij opende den mond om te schreeuwen, zijn haren rezen ten
-berge, zijn oogen puilden uit hun kassen en zoo bleef hij een paar
-seconden onbewegelijk staan.
-
-Een der beide dooden had zich bewogen. Het was Raffles. De agent wilde
-het eerst niet gelooven. Hij keek nog eens scherper toe en—ja—daar
-bewoog Raffles zich alweer!
-
-Hij leunde met zijn elleboog op de bank, waarop hij lag en richtte zich
-halverwege op. En zijn groote, glanzende oogen, die oogen, waarvoor
-allen zoo bang waren, omdat er een bovennatuurlijke kracht van
-uitstraalde, zij richtten zich groot en doordringend op den agent.
-
-Dat was te veel voor den politieman van Scotland Yard. Hij stiet een
-luiden schreeuw uit en rende weg.
-
-Raffles lachte—lachte zóó luid, dat het schalde door het vertrek.
-
-Langzaam stond lord Lister op en liep een paar keer de kamer op en
-neer, om weer wat beweging te krijgen in zijn stijve ledematen. Het
-bloed was hem verstijfd en vloeide nog maar traag door zijn aderen.
-
-Eindelijk was hij weer wat op krachten gekomen.
-
-Hij richtte zich hoog op, opende de deur en trad naar buiten.
-
-Het was leeg in de gang. Het publiek was heengegaan en slechts enkele
-beambten waren nog aanwezig. In de groote zaal was alleen nog de eerste
-boekhouder, die dien dag de aanhouding van Raffles had bewerkstelligd.
-
-Hij zat over zijn werk gebogen, toen plotseling een der vleugeldeuren
-openging en een met bloed bevlekt lijk binnentrad.
-
-„Wel, zijt ge nog aan den arbeid?” vroeg Raffles met een grafstem.
-
-Bij de eerste woorden had de boekhouder van zijn werk opgekeken.
-
-Hij keek als een gek en schreeuwde toen uit:
-
-„Om ’s hemels wil—wie zijt ge?”
-
-„Ik? Ik ben Raffles!”
-
-„Raffles? Maar ge zijt immers dood?”
-
-„Wel! Nu leef ik weer!”
-
-„Maar dat kan niet!” gilde de boekhouder.
-
-„En toch is het zoo, waarde heer! Neen, neen! Blijf kalm zitten! Doe
-geen moeite! Ik zal wel een plaatsje vinden! Er is ruimte genoeg in
-deze groote zaal! Hoeveel hebt ge vandaag ontvangen?”
-
-„Niets! Heelemaal niets!” brulde de doodsbenauwde man.
-
-„Dat is al een heel klein beetje voor een filiaal van de Londensche en
-de Zuidwest Bank!”
-
-Toen ging hij achter een lessenaar, deed een lade open met een der
-sleutels van den directeur en keek erin.
-
-„Alle „drommels”!
-Honderd—duizend—vijfduizend—tienduizend—veertigduizend pond!—Dat is een
-heel aardig bedrag, mister! Ik denk, dat de Bank niet kijkt op een
-twintigduizend pond!”
-
-Met deze woorden nam Raffles 20,000 pond uit de lade, stak ze in den
-zak en zei:
-
-„’t Is nu vier uur! Vóór vijf uur moogt ge niet kikken, begrepen?”
-
-De man bleef stom.
-
-„Hebt ge mij verstaan?” donderde Raffles. „Een uur lang moogt ge niet
-kikken. Dan kunt ge zoo hard schreeuwen als ge maar wilt!”
-
-De boekhouder knikte.
-
-Inderdaad, het was hem onmogelijk, eenig geluid voort te brengen!
-
-Raffles verliet de groote zaal.
-
-Hij liep de gang door en hoorde eensklaps twee stemmen.
-
-Hij sloeg er niet de minste acht op, toen hem de woorden in het oor
-klonken:
-
-„De diamanten van den hertog van Norfolk.”
-
-Hij bleef nu staan en luisterde met het oor tegen de deur geleund,
-waarachter vandaan het geluid kwam.
-
-„Ik zal de bewaking van de diamanten van den hertog op mij nemen,”
-hoorde lord Lister zeggen. „Waar worden ze heengebracht?”
-
-„Naar het groote tentoonstellingsgebouw in Regentstreet. Ge moet ze
-vannacht halen en morgen weer terug brengen!”
-
-„All right!”
-
-Het was nu een poosje stil.
-
-Lord Lister dacht na. Toen, nadat hij tien seconden had gepeinsd, liep
-hij de gang verder door, ging bij een der fonteintjes, die hier en daar
-voor het personeel waren aangebracht, het bloed van zijn gelaat
-wasschen en verliet het Bankgebouw, zonder verder door iemand te worden
-lastig gevallen.
-
-Een half uur later betrad hij een van zijn woningen. Deze lag in St.
-James Street en bestond uit een apartement van zes kamers.
-
-Binnen werd een deur opengedaan en Charly Brand keek de gang in.
-
-„Ben jij het?”
-
-„Zooals je ziet!”
-
-„Lieve tijd, wat heb ik een angsten om je uitgestaan!”
-
-„Ik om jou niet minder, beste Charly!”
-
-Deze keek Raffles eens van ter zijde aan en zei toen:
-
-„Wat zie je bleek, John! Scheelt je wat?”
-
-„Neen, wat zou mij schelen, kerel? Ik heb daar juist iets beleefd, wat
-je niet in je kouwe kleeren gaat zitten!”
-
-„Verklaar je toch wat nader, John! Vertel me toch eens, hoe alle
-kranten je doodstijding konden brengen? Wil je het lezen?”
-
-„Natuurlijk, my boy! Dat interesseert mij buitengewoon!”
-
-Charly Brand haalde de Times en reikte ze zijn vriend.
-
-Deze las:
-
-„Londen haalt verruimd adem! Raffles is dood!
-
-„De groote Onbekende, genaamd Raffles, heeft vandaag in het elfde
-bijkantoor van de Londensche en Zuidwest Bank een plotselingen dood
-gevonden! Toen de beambten, die hem vervolgden, in den kelder drongen,
-waarheen hij gevlucht was, vonden ze zijn lijk! Een schotwonde aan het
-hoofd bewees, hoe Raffles aan zijn eind was gekomen. Het meest
-raadselachtige van deze geschiedenis is, dat men nergens het wapen
-heeft gevonden, waarmee Raffles is doodgeschoten. Vlak bij het lijk van
-Raffles lag nog een ander lijk; dat van een tot nog toe onbekend
-gebleven persoon. Ook van den moordenaar is tot nog toe geen spoor
-ontdekt.”
-
-„Uitstekend!” fluisterde Raffles.
-
-„Is het allemaal zoo gebeurd, zooals het hier staat?” vroeg Charly
-Brand.
-
-„Precies zoo!”
-
-„Maar men heeft je toch onderzocht? Hoe kon je je dan dood houden? Maar
-nu zie ik ook dat je gewond bent! Boven je rechterslaap zit je haar vol
-bloed!”
-
-Raffles stond op, ging naar den spiegel, wiesch de wonde uit, die hij
-inderdaad op deze plek had, plakte er een groote pleister op en ging
-weer zitten.
-
-„Wie heeft je verwond, John?”
-
-Lord Lister lachte.
-
-„Wie anders dan ikzelf, domme vent!”
-
-„Jijzelf? En waar is de revolver?”
-
-„Die heb ik door een klein tralievenster op straat gegooid! Ik zal je
-de heele geschiedenis vertellen, Charly, opdat je je nieuwsgierigheid
-kunt bevredigen.
-
-„Ik werd dan door vriend Baxter naar den kelder gejaagd, maar ik had
-een kleinen voorsprong, doordat ik de deur achter mij had gegrendeld.
-Maar mij bleef geen weg om te ontvluchten. En toen zag ik plotseling
-het lijk van een man voor mij liggen.”
-
-„Afschuwelijk!” bromde Charly.
-
-„Het was mij ook niet heel aangenaam,” antwoordde lord Lister, „en mijn
-vervolgers stonden boven te schreeuwen!
-
-„Wat te doen?
-
-„Er was maar één uitweg—ik moest sterven! Je weet, Charly, dat ik
-altijd een fleschje bij mij heb, gevuld met een mengsel van toxine en
-morphine. Als ik die vloeistof onder de huid spuit, volgt een
-verstijving, die altijd een paar uren aanhoudt.
-
-„De dokter gaf zich niet de minste moeite om mijn hartslag te
-onderzoeken, anders had hij natuurlijk bemerkt, dat ik niet dood was.”
-
-„Ik wekte natuurlijk volkomen den indruk van een doode.”
-
-„Maar om het verhaal geregeld af te wikkelen:”
-
-„Ik sleepte het vreemde lijk, dat in een groten bloedplas lag, naar het
-andere eind van den kelder, deed de inspuiting, zette het wapen zóó
-tegen mijn slaap, dat slechts een lichte verwonding moest volgen,
-drukte af en gooide het wapen door het tralievenster.
-
-„Ik had nog juist den tijd om te gaan liggen waar de doode had gelegen.
-Toen verloor ik ook reeds het bewustzijn.
-
-„Je begrijpt, dat de agenten meenden, dat ik dood was, al lag ik ook
-niet in mijn eigen bloed, maar in dat van den onbekenden man.
-
-„Je ziet, Charly, dat mijn list volkomen is gelukt en dat ik weer aan
-de handen van mijn doodsvijand Baxter ben ontvlucht.”
-
-En lord Lister nam nog eens de Times op.
-
-Daar viel zijn blik op het volgende artikel:
-
-„De juweelen van den hertog van Norfolk.
-
-„De hertog van Norfolk is eenige dagen geleden teruggekeerd van zijn
-groote reis naar Indië en heeft zich met lady Wydemour, de dochter van
-een pair, verloofd. Het huwelijk zal, naar wij vernemen, reeds vrij
-spoedig worden gesloten. Het zal een der grootste plechtigheden zijn,
-die in den laatsten tijd te Londen zijn gevierd, want zoowel de hertog
-van Norfolk, als lord Wydemour behooren tot de rijkste families van het
-land. De diamanten van den hertog van Norfolk vertegenwoordigen een
-waarde van niet minder dan twee millioen pond sterling. Zeven der
-schoonste en zuiverste steenen heeft de hertog zijn bruid reeds
-geschonken.
-
-„De geschiedenis van deze juweelen is heel interessant.
-
-„Zij vormden het hoofdbestanddeel van het vermogen van den hertog. Deze
-bezit echter ook nog uitgestrekte goederen in Schotland. Sinds drie
-eeuwen zijn de hertogen van Norfolk reeds in het bezit van deze
-juweelen, die in een kluis der Londensche en Zuidwest Bank worden
-bewaard.
-
-„Er bestaat een testament, waarin bepaald is, dat de erfgenaam van het
-hertogelijke huis de diamanten eerst bij zijn huwelijk ontvangt.
-
-„Nadat de oude hertog van Norfolk gestorven was, hebben de diamanten
-ongeveer vier jaren in de Londensche en Zuidwest Bank gelegen. En
-telkens weer werden zij naar een andere bijbank gebracht om diefstal te
-voorkomen. Alleen de meest hooggeplaatste ambtenaren zijn met de
-bergplaats bekend.
-
-„Ook moeten de juweelen telkens worden tentoongesteld als zij in andere
-handen overgaan.
-
-„Deze clausule is destijds door een der hertogen in het testament
-gevoegd, opdat de eigenaar de juweelen niet zou kunnen verkoopen of
-verpanden.
-
-„Ook de jongste hertog van Norfolk moet zich aan al deze voorschriften
-houden. De diamanten zullen van 17 Januari—dus van morgen af—tot den
-vijf-en-twintigsten van deze maand in het nieuwe tentoonstellingsgebouw
-in Regent-Street te zien zijn.
-
-„Natuurlijk zijn belangrijke voorzorgsmaatregelen genomen om mogelijken
-diefstal te voorkomen. In dertig jaren zijn deze kostbare juweelen niet
-ten toon gesteld en een groote toeloop van het Londensche publiek wordt
-dan ook verwacht.”
-
-Lord Lister glimlachte op vreemde wijze, toen hij de krant terzijde
-legde.
-
-„Heb je het gelezen Charly?”
-
-„Yes. Maar ik begrijp niet, dat dit zoo interessant is. Het
-interesseert mij veel meer, wie die vermoorde man wel mag zijn, dien
-jij in den kelder van de Bank hebt gevonden.”
-
-Lord Lister haalde de schouders op.
-
-„Ik denk, dat dat iemand is, die in nauw verband met de Bank staat.”
-
-„Waarom denk je dat?”
-
-„Ik denk dat zoo en het feit, dat de man vermoord, is, versterkt mijn
-vermoeden. Maar ik moet nu de noodige toebereidselen maken om morgen op
-tijd te zijn
-
-„Op tijd te zijn? Maar wat bedoel je dan?”
-
-„Ik wil de diamanten van den hertog van Norfolk, bewaken,” antwoordde
-Lord Lister.
-
-Toen stond hij op en ging het volgende briefje schrijven;
-
-
- „Aan den inspecteur van politie Baxter,
- Scotland-Yard.
-
- Waarde Baxter!
-
- Hoewel ik eigenlijk geen reden heb om dankbaar tegenover u te zijn,
- wil ik u toch een genoegen doen. Ik raad u namelijk om den
- directeur van het elfde bijkantoor der Londensche en Zuid-West Bank
- streng in de gaten te houden, want hij is een schurk.
-
- RAFFLES.”
-
-
-Dezen brief vouwde lord Lister dicht, verzegelde hem en zond den
-bediende er mee naar de bus.
-
-Toen ging hij naar zijn geheim bureau, dat vol spiegels was en waar een
-groote tafel stond met allerlei soorten schmink en poeder.
-
-Langs de muren hingen wel een dozijn verschillende baarden en pruiken.
-
-Langen tijd was lord Lister bezig om uit te zoeken, wat hij noodig had,
-want deze meesterdief stelde er zich niet mee tevreden om de lieden,
-die hij wenschte na te bootsen, niet tot in de kleinste bijzonderheden
-gelijk te zijn.
-
-En toen hij later met een donker puntbaardje en bruin geverfd haar bij
-Charly Brand binnentrad, bleef deze verbluft staan.
-
-„Wat bedoelde je er mee,” vroeg Charly, „dat je de diamanten van lord
-Norfolk wilt gaan bewaken?”
-
-„Begrijp je dat niet?”
-
-„Je wilt ze natuurlijk in je bezit hebben, niet waar Raffles?”
-
-„Misschien. Maar laat ons nu gaan. Heb je lust om mee te gaan Charly?”
-
-„Waarheen?”
-
-„Naar het elfde bijkantoor!”
-
-„Jij schijnt een groote voorliefde voor dat bijkantoor te hebben,
-ondanks alles, wat er al gebeurd is.”
-
-Lord Lister antwoordde niet.
-
-Hij verkleedde zich en ging met Charly de deur uit.
-
-In het elfde bijkantoor was het intusschen alles behalve rustig
-gebleven.
-
-De agent had inspecteur Baxter gewaarschuwd en deze was om vijf uur
-gekomen, juist toen de boekhouder een verschrikkelijken angstkreet
-uitstiet.
-
-Baxter stormde de groote zaal binnen.
-
-„Is hij weg?” vroeg hij met sidderende knieën. „Waar is hij, waar is
-hij?”
-
-„Ik weet alleen, dat hij hier was, inspecteur! Wat een vreeselijke
-kerel! Hebt gij het wel ooit beleefd, dat een doode weer levend wordt?”
-
-„Bij Raffles beleeft men alles” stiet Baxter uit; „de kerel maakt mij
-nog dol!”
-
-Het gebouw werd van onder tot boven doorzocht, zonder dat natuurlijk
-een spoor van Raffles ontdekt werd. Alleen zijn pelsjas en het
-bloedgekleurde waschwater werden gevonden en Baxter vertrok weer
-onverrichter zaken.
-
-Alleen de directeur, die in het achterste gedeelte van het gebouw zijn
-ambtswoning had, bleef achter.
-
-De man ging vroegtijdig naar bed, nadat hij de diamanten van den hertog
-van Norfolk had klaargelegd om ze den volgenden dag naar het
-tentoonstellingsgebouw te kunnen overbrengen.
-
-Intusschen was het middernacht geworden.
-
-Een schildwacht liep voor het Bankgebouw op en neer. Toen hij naar een
-zijstraat zich verwijderde, traden twee slank gebouwde mannen uit de
-duisternis in het licht der lantaarn. Het waren Raffles en zijn vriend
-Charly.
-
-Nu ging Charly met de schouders tegen den muur staan, legde de handen
-ineen en liet lord Lister er in stappen.
-
-Deze stond met een wip op den schouder van zijn vriend en opende nu
-geruischloos een houten jaloezie.
-
-Charly Brand liep met groote stappen beneden op en neer.
-
-Een kwartier later kwam lord Lister weer naar beneden. Hij droeg een
-groote cassette onder den linkerarm en lachte, zoodat Charly verschrikt
-den vinger op den mond legde.
-
-Zij liepen haastig verder en Charly vroeg:
-
-„Waarom heb je zoo’n pret, John?”
-
-Maar lord Lister was reeds weer ernstig geworden.
-
-„Je zult morgen een wonder beleven, Charly!”
-
-„Wat?”
-
-„Een wonder zeg ik je!”
-
-„En wat heb je in de cassette?”
-
-„De diamanten van den hertog van Norfolk.”
-
-Charly bleef een oogenblik verbluft staan.
-
-Hij wilde het niet gelooven.
-
-„De—de—diamanten—van den hertog van Norfolk? Maar—maar dat is een
-reusachtig vermogen! Ben je niet bang?”
-
-Lord Lister glimlachte weer.
-
-„Bang? Ik?”
-
-„Ja.”
-
-„Voor wien? En waarom?”
-
-„Maar morgen—morgen zullen de diamanten niet in het
-tentoonstellingsgebouw zijn!”
-
-„Hoe kom je er bij? De diamanten zullen er zeker zijn!”
-
-Charly haalde de schouders op.
-
-„Dat begrijp ik niet! Wie moet ze er dan heen brengen?”
-
-„Ik.”
-
-„Jij? Jij wilt ze naar het tentoonstellingsgebouw brengen?”
-
-„Zeker. Ik ben van nu af gevolmachtigde van de Bank.”
-
-„Maar John, wat een onzin!”
-
-Charly Brand begreep niet, wat hij van zijn vriend moest denken.
-
-„Morgen zal je alles duidelijk worden,” sprak Raffles.
-
-Dien nacht nam Raffles nog een reeks van voorbereidingen.
-
-Zijn vriend Charly echter sliep vermoeid van de opwindingen van den dag
-en ontwaakte eerst, toen de zon reeds hoog aan den hemel stond.
-
-Raffles echter was verdwenen en terzelfder tijd liep door Londen het
-gerucht, dat hij in hechtenis was genomen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-DERDE HOOFDSTUK.
-
-HET GEHEIM VAN DE DIAMANTEN.
-
-
-Dat was zoo in zijn werk gegaan:
-
-Het bericht, dat in de „Times” had gestaan, was niet ongelezen
-gebleven.
-
-In Londen namelijk stellen de mannen het grootste belang in sport, de
-vrouwen in luxe en voornamelijk in sieraden.
-
-Het vooruitzicht om de diamanten te kunnen zien van den hertog van
-Norfolk, die in grootte, zuiverheid en kostbaarheid de kroondiamanten
-van den koning nog moesten overtreffen, had reeds in den vroegen morgen
-een groote menigte naar het tentoonstellingsgebouw gelokt.
-
-Om negen uur reeds bewoog zich een groot aantal dames en heeren door de
-sierlijke zalen.
-
-Equipages rolden aan, automobielen snorden voor. De grooms dwarrelden
-door elkaar en de eene lady volgde de andere. Zij droegen haar kostbare
-wintertoiletten, lange mantels met bontwerk gegarneerd, breede boa’s en
-ander kostbaar pelswerk.
-
-De diamanten van den hertog van Norfolk lagen uitgespreid op zeven
-groote, zijden kussens.
-
-Eigenlijk was het uur van de opening der tentoonstelling op tien uur
-bepaald, maar de gevolmachtigde van de Londensche Bank was al om half
-negen verschenen met zijn kostbaren schat.
-
-De vertegenwoordiger was een slank gebouwd man van ongeveer
-vijf-en-dertigjarigen leeftijd met een donker puntbaardje.
-
-Hij zag er inderdaad bijzonder voornaam uit in zijn keurig toilet,
-zooals hij daar stond achter de groote tafel, zonder ook slechts een
-enkelen keer den blik op te richten van de zijden kussens, waarop de
-prachtige steenen schitterden: diamanten, zoo groot als duiveneieren,
-naast robijnen en topazen. Smaragden, in goud gevat, naast granaten.
-Amethysten naast opalen en turmalienen naast cordierieten.
-
-Maar diamanten en smaragden waren er in het grootste aantal en alles
-schitterde en glinsterde en fonkelde op het donkere fluweel, dat men
-meende een stuk van het firmament voor zich te hebben, waaraan sterren
-schitterden van de eerste grootte.
-
-De bezoekers der tentoonstelling hadden nog geen toegang, toen een zeer
-voorname jonge lady binnentrad, vergezeld van een inspecteur. Zij had
-kastanjebruin haar, dat in dichte lokken haar fijn gezichtje omlijstte
-en twee groote, zwarte oogen werden door lange wimpers overschaduwd.
-
-„Hier lady, is de tentoonstelling,” sprak de inspecteur, boog en ging
-heen, want het was hem ten strengste verboden om ook slechts een minuut
-in de zaal te blijven.
-
-De jonge dame ging naar den slanken heer toe.
-
-„Mijn naam is miss Marion,” sprak zij, „ik ben een vrouwelijke
-detective en hier naar toe gezonden om met u samen de diamanten van den
-hertog van Norfolk te bewaken.”
-
-Zij was nadergetreden en de sleep van haar kostbare japon ritselde
-zachtjes over den vloer.
-
-Zonder het antwoord van mister Blakes af te wachten, deed zij de lange
-handschoenen van de blanke handen en ging achter de tafel zitten.
-
-Toen keek ze even naar de revolver, die onder het bereik van den heer
-lag en zei niets dan:
-
-„All right!”
-
-De ander glimlachte nu, maar sprak geen woord.
-
-De bezoekers werden thans toegelaten en vele politiebeambten stelden
-zich op om met het tweetal, dat daar aan de tafel zat, elke poging tot
-diefstal of het stichten van verwarring te beletten.
-
-De kostbaarheden werden door iedereen bewonderd en veel begeerige
-blikken van ijdele vrouwen en hebzuchtige mannen werden op de kostbare
-steenen geworpen.
-
-Na een half uur moest de zaal ontruimd worden om nieuwe bezoekers
-binnen te laten.
-
-Maar tusschen het bezoek der eerste en tweede groep werd een pauze van
-een half uur gehouden, waarin de diamanten wederom nauwkeurig
-onderzocht werden.
-
-Mister Blakes stak een sigaret aan, nadat hij de vrouwelijke detective
-om vergunning daarvoor had gevraagd, blies den rook voor zich uit en
-vroeg:
-
-„Wie heeft u eigenlijk hierheen gestuurd, lady?”
-
-„Stelt ge daar belang in? De lord-major van Londen maakte zich een
-beetje bezorgd, dat de beambten dit werk niet alleen af konden en
-bovendien streef ik slechts één enkel doel na!”
-
-„En dat is?”
-
-„Ik wil Raffles vangen. Ik stam uit een voornaam geslacht, dat door
-allerlei tegenspoed verarmd is en daarom heb ik een beroep gekozen, dat
-hoog salaris geeft.”
-
-„Ge hebt gelijk. En nu hebt ge het er dus op gezet om Raffles te
-vangen?”
-
-„Ik stel belang in hem! Hij imponeert mij, deze gentleman-dief en
-daarom wil ik graag mijn krachten aan hem beproeven!”
-
-Haar oogen glansden en een lachje krulde haar lippen.
-
-In hetzelfde oogenblik luidde een bel en de nieuwe bezoekers werden
-binnengelaten.
-
-Nauwelijks hadden zij de zaal gevuld, toen plotseling een heer
-binnenstormde, die een zwarten koffer droeg en iedereen omver liep, die
-hem in den weg stond.
-
-Aller oogen richtten zich op dezen persoon.
-
-De man die binnenkwam, geleek sprekend op den heer, die de diamanten
-bewaakte.
-
-Deze wonderlijke gelijkenis baarde algemeen opzien, die niet weinig
-steeg, toen de binnentredende uitriep:
-
-„Alle duivels, wat gebeurt hier? Ik ben mr. Blakes, de
-vertegenwoordiger van de Londensche en Zuid-West Bank.”
-
-Niemand antwoordde.
-
-Eindelijk vroeg een der politiebeambten:
-
-„Kunt gij u legitimeeren?”
-
-„Zeker.” En deze tweede mr. Blakes haalde zijn papieren te voorschijn.
-
-De politiebeambte haalde de schouders op.
-
-„Er is ten slotte toch maar één mr. Blakes,” sprak hij, „en hier
-schijnt bedrog in het spel te zijn. Hoe zijn de diamanten van den
-hertog van Norfolk hierheen gekomen, als gij de werkelijke mr. Blakes
-zijt?”
-
-Deze strekte den arm uit naar den heer achter de tafel en sprak:
-
-„Die man is Raffles!”
-
-De verwarring, die op deze woorden volgde, is onbeschrijfelijk.
-
-De heeren weken verschrikt achteruit, de dames begonnen van angst te
-gillen, de meesten echter verdrongen zich om dezen interessanten man,
-die sedert vele maanden geheel Londen in ademlooze spanning hield en
-iederen dag de kranten stof gaf tot sensationeele artikelen.
-
-Dat was dus Raffles!
-
-Deze echter scheen het volstrekt niet eens te zijn met de onthullingen
-van mr. Blakes.
-
-„Ge zijt gek!” riep hij uit en hij deinsde verschrikt terug, toen hij
-zijn dubbelganger goed in het gelaat keek.
-
-Dat was inderdaad dezelfde donkere puntbaard, dezelfde wenkbrauwen,
-hetzelfde haar, dezelfde gelaatstrekken.
-
-„Dat is een afschuwelijk bedrog!” riep hij uit, „dat is een laagheid!”
-en nog voordat iemand het kon verhinderen, had hij zijn revolver
-getrokken, gevuurd—het schot knalde. Doch neen, twee schoten waren het,
-wier knal zich met elkander vermengde. In het oogenblik namelijk, toen
-de tweede mister Blakes het pistool afschoot, had de man, die naast de
-vrouwelijke detective stond, bliksemsnel het wapen te voorschijn
-gehaald.
-
-Toen de kruitdamp opgetrokken was, lag degeen, die het laatst was
-binnengekomen, op de knieën; zijn revolver lag een halven meter verder
-en uit zijn rechterhand vloeide een bloedstroom.
-
-Mr. Blakes had hem de hand doorgeschoten.
-
-„Moet ik u nog eens zeggen, dat u dien ellendeling moet weg brengen?”
-beval de heer achter de tafel met donderende stem.
-
-„Deze bedrieger is Raffles, die van de algemeene verwarring gebruik wil
-maken om de diamanten van den hertog van Norfolk in zijn bezit te
-krijgen!”
-
-„Het is niet waar!” kreunde de andere. „Ik heb ze hier—ik heb ze bij
-mij—de diamanten van den hertog van Norfolk!”
-
-Het publiek geraakte in steeds grooter spanning. Allen drongen naar
-voren om te zien, wat die nieuw aangekomene dan wel in dien koffer had
-verborgen.
-
-En inderdaad:
-
-In den koffer lagen, zorgvuldig vastgemaakt op de kussens, de diamanten
-van den hertog van Norfolk.
-
-Maar daarginds op de tafel lagen ze ook en de politiemannen streken
-zich over de oogen om het spook te verjagen, waaraan zij nog niet
-konden gelooven.
-
-Daar klonk echter opnieuw de stem van mister Blakes, die achter de
-tafel met fonkelende juweelen stond.
-
-„Maar mijneheeren, zijt gij dan inderdaad zóó kortzichtig om niet in te
-zien, dat de juweelen, die Raffles hier brengt, allen vervalscht zijn?”
-
-Groote sensatie!
-
-De inspecteur van politie nam nu het woord en wendde zich tot de
-omstanders:
-
-„Zijn er misschien onder de aanwezige heeren eenigen, die verstand
-hebben van diamanten?”
-
-Onmiddellijk meldden zich eenige heeren en dames aan.
-
-Een oude eerwaardige grijsaard haalde een microscoop te voorschijn en
-hield dien boven de diamanten, welke de tweede mr. Blakes had gebracht.
-
-Ademlooze spanning volgde.
-
-Eindelijk hief de grijze heer het hoofd op en sprak op stelligen toon:
-
-„Deze diamanten zijn valsch!”
-
-„Ik zeide het reeds,” sprak de eerste mr. Blakes nu, „En als de heeren
-politie-agenten nu nog langer aarzelen om dezen aartsbedrieger weg te
-brengen, dan sta ik niet meer voor de gevolgen in!”
-
-Die woorden hielpen. Een half dozijn agenten pakten den geheimzinnigen
-mister Blakes beet en sleepten hem naar de deur.
-
-Deze rukte zich hier nog eens los, rende naar den anderen mr. Blakes
-toe en schreeuwde:
-
-„Hier—hier—daar—daar—” hij wees op de kostbare steenen, die lagen
-tentoongesteld—„hier liggen de gestolen diamanten van den hertog van
-Norfolk, die vannacht uit het elfde bijgebouw van de Londensche en
-Zuid-West Bank zijn gestolen!”
-
-„Van dien diefstal heb ik ook al gehoord,” antwoordde de andere mister
-Blakes. „De zaak zit namelijk zóó. Toen Raffles vannacht de echte
-diamanten poogde te stelen, vielen hem de valsche in handen en hij had
-de brutaliteit om deze vandaag aan het Londensche publiek te willen
-toonen. Ge ziet heeren, dat Raffles zich zelf heeft verraden. Brengt
-hem dus weg!”
-
-De tweede mister Blakes werd nu in den kraag gepakt en weggebracht.
-
-De vrouwelijke detective had den geheelen tijd de beide heeren
-aangekeken.
-
-„Jammer,” fluisterde zij nu.
-
-Mr. Blakes keek haar glimlachend aan.
-
-„Waarom, lady?”
-
-Zij zuchtte diep.
-
-„Ik had mij Raffles heel anders voorgesteld.”
-
-„Hoe dan?”
-
-„Och! Slanker, eleganter, nu ja, ik kan dat zoo niet zeggen. En ik had
-mij ook in het hoofd gehaald, hem zelf te vangen!”
-
-In hetzelfde oogenblik nam mr. Blakes de revolver op en strekte die uit
-naar een eleganten heer, die een der diamanten op nam.
-
-„Hand daar weg, als ge geen kogel tusschen de ribben wenscht!”
-
-Deze keek op met doodsbleek gelaat en de jongedame naast hem uitte een
-kreet van schrik.
-
-„Zijt ge gek?” vroeg een der politie-mannen, „dat is de hertog van
-Norfolk.”
-
-„Dan mag hij toch zijn eigen diamanten niet stelen,” zei Raffles op
-doodkalmen toon.
-
-De hertog van Norfolk, een persoon van omstreeks veertig jaren met een
-weinig sympathiek uiterlijk, hief den stok op, maar mr. Blakes zei heel
-bedaard:
-
-„Ik doe mijn plicht, hertog! Doe dien stok weg, want een kogel werkt
-sneller!”
-
-De hertog maakte een toornige beweging en trok zich toen achter in de
-zaal terug.
-
-Wederom werd een pauze van een half uur gehouden.
-
-„Ge zijt een merkwaardig persoon,” sprak de vrouwelijke detective, toen
-zij met Blakes de juweelen controleerde.
-
-„Hoezoo, lady?”
-
-„Ik geloof, dat ge betere oogen hebt, dan iemand ter wereld!”
-
-„Hoe meent ge dat?”
-
-„Omdat ge alles doorziet!”
-
-Mr. Blakes lachte.
-
-„Dat leert men in mijn beroep. Ik wensch u zoo’n paar oogen, lady, dan
-zoudt ge misschien een zeer goede detective zijn!”
-
-Het meisje was door dit gezegde niet weinig boos.
-
-„O, wat dat betreft,” antwoordde zij, „behoeft ge u niet te verbeelden
-mr. Blakes, dat gij Raffles herkend hebt. Ik zag dat al, toen hij de
-zaal binnenkwam. Ik wilde alleen niet overijld handelen!”
-
-„Wel zoo! Ei, ei! En nu hebt ge natuurlijk grooten spijt, dat gij hem
-niet gevangen hebt!”
-
-„Dat kan ik niet ontkennen!”
-
-„Wel, lady, wat zoudt ge er dan wel voor over hebben, als thans nog de
-kans bestond, dat ge Raffles zoudt kunnen vangen!”
-
-Zij keek hem aan met een spotlachje.
-
-„Die kans kunt gij mij toch niet geven?”
-
-„Wie weet? Nu, wat krijg ik?”
-
-„Honderd pond!”
-
-„Bah! Daar steek ik mijn sigaret mee aan! Een kus, lady, als ge die
-ervoor geeft, ben ik bereid!”
-
-Zij keerde zich af.
-
-„Onbeschaamde!” fluisterde zij.
-
-Maar Blakes liet zich niet zoo gauw uit het veld slaan en eindelijk
-sprak zij:
-
-„Als ge mij het bewijs kunt leveren, dat ge kunt helpen om Raffles te
-vangen, dan, in ’s hemelsnaam, zal ik u den kus geven!”
-
-Hij strekte de hand uit.
-
-„Op eerewoord en handslag, lady?”
-
-„Een vrouw een vrouw, een woord een woord, mister Blakes!”
-
-„Goed! Neem mij dan gevangen!”
-
-En toen tot de politie-agenten:
-
-„Het publiek kan weer binnen komen!”
-
-De lieden kwamen weer binnen.
-
-Als een standbeeld bleef het meisje op de plaats staan.
-
-Die man naast haar had zoo juist met de grootste kalmte verteld, dat
-hij Raffles was.
-
-Gloeiend heet vloog het bloed haar naar de wangen. Zij keek van
-terzijde mr. Blakes aan en het werd haar hoe langer hoe duidelijker,
-dat het inderdaad Raffles was.
-
-„Ik dacht,” stotterde zij, „ik meende—dat ge zwart haar hadt!”
-
-„Als ik geweten had, lady, dat ik met u zou kennis maken, had ik mijn
-baard zeker thuis gelaten.”
-
-Zij bloosde. Hij hield haar voor den mal, omdat ze niet eens gemerkt
-had, dat zijn baard valsch was.
-
-„Ge zijt een vreeselijk mensch,” fluisterde zij, „maar pas op, ge
-ontsnapt mij toch niet! Ik zal u in hechtenis laten nemen, zoodra ge
-het gebouw hier verlaat!”
-
-„Uitstekend, lady! Maar den zoen krijg ik eerst!”
-
-Daar trad een der inspecteurs der recherche naar de juweelentafel toe.
-Hij reikte Blakes de hand en zei:
-
-„Het was inderdaad Raffles! Ge hebt ons aan een fameuze vangst
-geholpen!”
-
-De toegesprokene glimlachte.
-
-„Dank u!”
-
-„Weet ge het laatste nieuws al?”
-
-„En dat is?”
-
-„De directeur van het elfde bijkantoor is vannacht spoorloos
-verdwenen!”
-
-„Inderdaad?”
-
-„Er schijnt een nieuwe misdaad te zijn begaan!”
-
-Raffles kuchte eens en blies een blauwe rookwolk de lucht in.
-
-Toen vroeg hij:
-
-„Kan ik u misschien met het een of ander helpen, lady?”
-
-Zij keek op en zag in zijn lachend gelaat.
-
-O, wat haatte ze hem op dit oogenblik. Ze had hem kunnen dooden.
-
-„Ik zou graag willen weten,” fluisterde zij, „waar de eigenlijke mister
-Blakes is!”
-
-„Die, lady? O, die is dood!”
-
-„Dood?—Toch niet vermoord?”
-
-„Ja.”
-
-„Maar—om Godswil—toch niet door u?”
-
-„Neen, lady. Zulke dingen doe ik niet! De directeur van het elfde
-bijkantoor heeft hem vermoord!”
-
-„Weet ge dat zeker?”
-
-„Ja, heel zeker. Ik heb de misdaad door het sleutelgat gezien en wilde
-te hulp snellen, toen het al te laat was! Ik vermoed, dat de directeur
-de juweelen van den hertog zich heeft willen toeëigenen en toen vermomd
-als mister Blakes hierheen is gegaan! Ik begreep, dat dit het geval zou
-zijn en het deed me pleizier, den moordenaar in de val te laten loopen.
-Zoo heb ik den schurk, dien Baxter niet wil arresteeren, toch in de
-gevangenis gebracht en daarmee in het belang der menschheid een goede
-daad verricht, vindt ge ook niet?”
-
-Zij antwoordde niet en het werd haar zwart voor de oogen. Hoe zou zij
-dien man de baas kunnen worden?
-
-Maar het moest—het moest! Ja, zij wilde den strijd aanvaarden op leven
-en dood. Natuurlijk dacht zij er vooreerst niet aan, de agenten te
-roepen en Raffles te laten arresteeren. Neen! Zij zou hem met gelijke
-wapens bestrijden op dezelfde elegante en toch listige manier!
-
-„Maar hoe hebt ge de diamanten in uw bezit gekregen?” vroeg zij
-plotseling, „en hoe kwam het, dat de directeur met de valsche steenen
-hier kwam?”
-
-„Is u dat ook nog niet duidelijk, lady? O! O! Dat is toch zoo heel
-eenvoudig! De directeur was een slimmerd! Hij had een heelen koffer vol
-nagemaakte steenen waarschijnlijk met het doel laten vervaardigen om ze
-alle ten toon te stellen en de echte zichzelf toe te eigenen. Toen ik
-den directeur des nachts een bezoek bracht, zag ik dadelijk dat de
-diamanten, die bij hem op tafel stonden, niet echt waren. Ik laat mij
-niet zoo heel makkelijk om den tuin leiden, lady! Ik zocht toen de
-echte steenen en vond ze heel gauw in een muurkast. Daar nam ik de
-echte uit den koffer en legde er de valsche voor in de plaats.
-
-„Den volgenden morgen was het kistje, waarin de valsche steenen gezeten
-hadden, verdwenen en de directeur meende, dat den dieven de valsche
-steenen in handen waren gevallen.
-
-„’t Is een beetje ingewikkeld, nietwaar lady? Maar de heele zaak is ten
-slotte toch doodeenvoudig.”
-
-Zij antwoordde niet.
-
-Het duizelde haar hoe langer hoe meer.
-
-O, die Raffles! Die Raffles!
-
-Maar zij zwoer hem wraak! Bij God, hij zou haar niet ontsnappen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-VIERDE HOOFDSTUK.
-
-GUALA, DE PLANT DER VERGETELHEID.
-
-
-De dienstdoende inspecteur had mr. Blakes meegedeeld, dat de directeur
-van het hoofdkantoor der Londensche Bank het niet raadzaam vond om de
-juweelen des nachts telkens weer terug te brengen. Zij zouden in het
-tentoonstellingsgebouw blijven, streng bewaakt door vijftig lieden.
-
-Toen het tegen den avond liep sprak lord Lister tot het jonge meisje:
-
-„Als het u goed is, lady, neem ik nu een uur pauze. Ik ga even naar
-huis om te soupeeren.”
-
-Zij knikte.
-
-„Goed. Ik zal zoolang de wacht houden.”
-
-Nauwelijks was hij vertrokken of het meisje riep een geheimen agent
-aan.
-
-„Volg mister Blakes door heel Londen en vertel mij, waar hij woont.”
-
-„All right, lady.”
-
-De man verdween.
-
-Hij wandelde achter mister Blakes aan, die doodkalm voortwandelde en
-met diepe teugen de prikkelende winterlucht inademde. Het was bitter
-koud en dikke sneeuw lag op de straten.
-
-Lord Lister trad nu een telefoonkantoor binnen en liet zich verbinden
-met Scotland Yard.
-
-„Inspecteur Baxter daar?—Ja?—Hier Raffles.—Wel!—Houd u kalm,
-inspecteur—hier Raffles!—Hebt ge den directeur van het elfde bijkantoor
-gearresteerd? Niet?—’t Is een gemeene kerel.—Hij hoort wel degelijk
-achter slot en grendel!—Dat schijnt ge maar niet te willen begrijpen,
-inspecteur!—’t Is toch zoo!—Ik deel u door dezen mee, dat de directeur
-van het elfde bijkantoor mister Blakes heeft vermoord.—Zijt ge nu
-tevreden?——Wat??——Gelooft ge het niet?—Is mister Blakes in het
-tentoonstellingsgebouw?—Maar dit is Blakes niet, dat is Raffles!——Wat?
-Laat ge u niet voor den mal houden? Zit Raffles in de gevangenis?—Ge
-zijt een groote gek, inspecteur! Die in de gevangenis zit is Raffles
-niet—maar de directeur van het elfde bijkantoor!—Gelooft ge dat ook
-niet?—Ga dan eerst eens informeeren, voordat ge mij tegenspreekt—Ik heb
-u zoo volledig mogelijk ingelicht!—Adieu, inspecteur Baxter!—Tot
-weerziens!”
-
-Toen ging lord Lister naar zijn woning, waar hij met Charly Brand
-allersmakelijkst soupeerde, maar onderwijl ook blijken gaf van
-buitengewone vermoeidheid.
-
-„Wat heb je toch?” vroeg Charly.
-
-Raffles glimlachte.
-
-„Niets, heelemaal niets, kerel! Ik geloof alleen maar, dat ik verliefd
-ben!”
-
-En toen ging hij haar het tentoonstellingsgebouw terug.
-
-
-
-Het was acht uur in den avond.
-
-Buiten lag de winternacht reeds lang over het aardrijk uitgespreid.
-Daar kwam de hertog Van Norfolk, vergezeld van een mooie, elegante
-jonge dame, uit wier oogen echter allesbehalve geluk en zielsrust
-straalde. Zij scheen bedroefd, toen zij aan den arm van den hertog in
-de zaal trad.
-
-Deze scheen het voorval van dien dag te hebben vergeten en ging
-glimlachend naar den Bankvertegenwoordiger,
-
-„Ik heb met groot genoegen bemerkt,” sprak de hertog, „dat gij u met
-groote nauwgezetheid kwijt van uw plichten en daarom neem ik u ook
-niets kwalijk van hetgeen geschied is. Nu zou ik echter graag mijn
-diamanten eens willen bekijken!”
-
-Een jongeman vergezelde het verloofde paar. De hertog stelde dezen voor
-als zijn secretaris en Raffles merkte op, dat lady Wydemour, de
-aanstaande hertogin en de jonge secretaris elkander met innig verliefde
-blikken aankeken.
-
-Raffles droeg de taak om de juweelen te toonen aan de vrouwelijke
-detective over en ging eenige woorden wisselen met den jongeman, die
-hem levendig belang inboezemde.
-
-Maar vóór dien fluisterde hij het meisje toe:
-
-„Valt het u niet op, lady, dat de hertog van Norfolk zoo bleek ziet?
-Doorgaans zijn de lieden, die langen tijd in Indië hebben vertoefd,
-toch heel wat bruiner van huidskleur.”
-
-Nu begon hij een kort gesprek met den secretaris.
-
-De lady keek den hertog aan en inderdaad, zijn bleekheid viel ook haar
-op. Hij zag er eerder uit als iemand, die maandenlang achtereen de
-kamer had gehouden dan als iemand, die vele jaren onder de tropische
-zon had geleefd.
-
-„Pardon, mijnheer,” sprak Raffles tot den secretaris, „ik spreek u aan,
-omdat ge dezelfde uniform draagt als iemand, met wien ik onder zeer
-tragische omstandigheden heb kennis gemaakt.”
-
-De secretaris greep krampachtig lord Listers beide handen.
-
-„Wat zegt ge? Hebt ge hem gezien? Waar? Ach—ik zoek hem als sinds vele
-maanden—hij is mijn vader!”
-
-Lord Lister knikte.
-
-„Dat dacht ik al. De man die dezelfde uniform droeg, is gisteren in den
-kelder van het elfde bijkantoor der Londensche en Zuid-West Bank
-gevonden. Ik raad u, naar de politie te gaan om het lijk te zien!”
-
-De jongeman barstte in snikken los.
-
-„Om Godswil—ook dat nog! Ook dat nog! En niemand weet, waar ons
-vermogen is gebleven.”
-
-„Moest ge deze betrekking aanvaarden, omdat ge verarmd zijt?”
-
-„Ja. Vader had zijn kapitaal op het elfde bijkantoor. Eensklaps was hij
-spoorloos verdwenen. Toen wij onderzoek naar hem instelden, hoorden
-wij, dat hij het geheele kapitaal had opgenomen—geen sterveling wist,
-wat hij met al het geld moest doen. Sindsdien heb ik nooit meer iets
-van vader gehoord.”
-
-„De zaak is nogal duidelijk. Hij is een slachtoffer van den directeur
-van het bijkantoor geworden, die uw vader zeker maandenlang heeft
-gevangen gehouden, voordat hij hem doodde in den kelder.”
-
-De jonge dame had haar hoofd omgewend en keek den secretaris wederom
-aan met veelzeggenden blik.
-
-Deze bemerkte, dat mister Blakes dien blik van verstandhouding had
-opgemerkt
-
-„Om Godswil,” smeekte hij lord Lister, „zeg niets van wat ge hebt
-opgemerkt.”
-
-Lord Lister dacht eenige oogenblikken na.
-
-„Ik zal ervoor zorgen,” sprak hij toen, „dat ge weer in het bezit van
-uw vermogen wordt gesteld en als ge verstandig en moedig zijt, moet ge
-ervoor zorgen, dat de hertog van Norfolk niet haar tot zijn gade maakt,
-die gij lief hebt.”
-
-Daarop ging hij weer naar de juweelentafel.
-
-„Zijt ge niet vermoeid, lady?” vroeg Raffles het jonge meisje.
-
-Zij schudde het hoofd.
-
-„Mijn slaap wordt verdreven door de gedachte aan hem, die naast mij
-zit.”
-
-Hij glimlachte vergenoegd.
-
-„Gij zijt dus bang voor mij, lady?”
-
-„Bang niet! Maar ik begrijp niet, waarom ge vannacht in het elfde
-bijkantoor hebt ingebroken, de juweelen hebt gestolen en ze hier
-bracht. Waartoe dat allemaal? Wilt ge als detective optreden?”
-
-Zij keek hem boos aan.
-
-„Wilt ge misschien de diamanten van den hertog stelen?”
-
-„Hadt ge dan iets anders gedacht, lady?”
-
-„Dat zult ge niet wagen!”
-
-„Ge zult het zien, lady!”
-
-Haar oogen vlamden.
-
-„Ik zal het u beletten”; zij haalde een pistool te voorschijn. „Bij de
-eerste poging schiet ik u neer!”
-
-Hij glimlachte weer.
-
-„In de eerste plaats lady, heb ik de patronen uit de revolver genomen,
-in de tweede plaats zult ge het niet merken, dat ik de diamanten steel
-en in de derde plaats—”
-
-Hij hield plotseling op. In het volgende oogenblik was de geheele zaal
-in de diepste duisternis gehuld.
-
-„Ellendeling!” riep het meisje uit. Maar toen begreep zij, dat Raffles
-het licht niet kon hebben uitgedraaid, want hij had zich niet van zijn
-plaats bewogen.
-
-Zij had zich op de diamanten geworpen en was besloten, die met haar
-leven te verdedigen; maar een hand klemde zich om haar keel en duwde
-haar terug, terwijl een tweede hand onder haar arm doorschoof en naar
-de juweelen op het kussen tastte.
-
-Het meisje was echter niet zoo gauw van haar stuk te brengen. Zij liet
-zich eerder een mes tusschen de ribben steken, dan dat zij dezen
-diefstal toeliet. Met beide handen greep zij de hand vast—een rilling
-liep haar over het geheele lichaam, zonder dat zij in staat was, deze
-hand los te laten. Een oogenblik later klonk een schot en het
-electrische licht brandde weer.
-
-In de zaal heerschte algemeene verwarring en toen het licht weer
-opging, was de vrouwelijke detective met een luiden kreet naast de
-divan neergevallen en had het bewustzijn verloren.
-
-Lord Lister pakte het ding, dat zij in haar handen hield en slingerde
-het in een grooten boog weg.
-
-Het was een doode hand—een hand, die eens aan een mensch had
-toebehoord, en die nu zorgvuldig was geprepareerd; de hand van een
-aristocraat, voornaam en elegant.
-
-Aan den middelvinger schitterde een groote, kostbare smaragd, waarin
-twee letters waren gegrift.
-
-Een deel der politie-agenten zochten naar den man, die deze brutale
-inbraak had gepleegd en eenige anderen stonden met wanhopige gezichten
-om de doode hand.
-
-Raffles echter boog zich over het kussen, nam er de juweelen af, stak
-ze in zijn zak en ging weg.
-
-Buiten in de duisternis ontmoette hem een troep politie-agenten met
-Baxter aan het hoofd.
-
-Het was zóó donker, dat men de lieden nauwelijks kon onderscheiden.
-
-„Wat is er gebeurd?” vroeg Baxter, die hem in zijn vermomming voor een
-rechercheur hield.
-
-„Er is een inbraak gepleegd,” antwoordde lord Lister doodkalm.
-
-„Dat was Raffles! O, ik word nog gek! Raffles en altijd weer Raffles!!”
-
-Hij rende de zaal binnen.
-
-Lord Lister verwijderde zich doodkalm, nam een rijtuig en reed naar den
-secretaris van den hertog van Norfolk.
-
-Lord Lister was totaal veranderd, toen hij bij den secretaris in de
-kamer trad, die hem dan ook in den beginne niet herkende.
-
-„Ik denk, dat ge met lady Wydemour hebt afgesproken om met haar te
-vluchten, vóórdat zij de gade van den hertog van Norfolk zal worden!”
-
-„Hoe weet ge dat?”
-
-„Ik weet alles. Maar hebt ge ook de noodige middelen om te vluchten!”
-
-„Helaas niet.”
-
-„Welnu, hier hebt ge de diamanten, die de hertog officieel aan lady
-Wydemour had beloofd. Ze zijn haar eigendom, dat kan niemand ter wereld
-haar betwisten; en hierbij hebt gij nog duizend pond, die zeker wel
-toereikend zijn om in de eerste behoeften te voorzien!”
-
-Lord Lister gaf den secretaris een portefeuille en verwijderde zich.
-
-De secretaris rende hem na.
-
-„Dat is te veel!” riep hij uit. „Gij maakt mij tot den gelukkigste
-aller stervelingen. Hoe kan ik u ooit danken? Wie zijt gij?”
-
-„Ik ben Raffles. Vaarwel!”
-
-Op het oogenblik dat lord Lister de deur wilde openen schrikte hij
-terug. Het geluid van rammelende ketenen was tot zijn oor
-doorgedrongen.
-
-Hij keek den secretaris met vragenden blik aan.
-
-„Het is verschrikkelijk,” fluisterde deze, „dat herhaalt zich iederen
-nacht. Het is een van de voorvaderen van den hertog van Norfolk. die
-geen rust in zijn graf kan vinden!”
-
-Lord Lister haalde geërgerd de schouders op.
-
-Hoofdschuddend ging hij heen en reed naar zijn woning, waar Charly
-Brand hem ontsteld tegemoet trad.
-
-„Om Gods wil, ga dadelijk terug of je bent verloren!”
-
-„Waarom?”
-
-„Vraag niet verder, maar vlucht!”
-
-„Maar zeg mij dan toch, waarom.”
-
-„Een dame is hier—de bekende vrouwelijke detective, die je arresteeren
-wil!”
-
-Lord Lister lachte luid op.
-
-„En schrik je daar zoo van, omdat lady Marion op visite is gekomen?”
-
-Charly keek zijn vriend verstomd aan.
-
-Lord Lister beval nu zijn dienaar om voor een goed souper te zorgen en
-trad toen den salon binnen.
-
-Uit een stoel verrees een schoone gestalte. Het was lady Marion.
-
-Lord Lister ging haar tegemoet en sprak op hoffelijken toon:
-
-„Dat noem ik een verrassing, lady Marion en het doet mij genoegen, dat
-ge aan mijn uitnoodiging hebt gehoor gegeven.”
-
-Het meisje keek hem met de grootste verbazing aan.
-
-„Ja zeker lady, ge hebt immers gisteravond een rechercheur achter mij
-aan gestuurd om mijn adres op te nemen. Ik heb den man niet op een
-dwaalspoor willen brengen om daardoor niet het genoegen van uw bezoek
-te missen en zoodoende heb ik u dus uitgenoodigd!”
-
-Het meisje wist niet meer, wat ze moest zeggen of doen- Zij had Raffles
-willen arresteeren, maar de woorden bleven haar in de keel steken.
-
-Eindelijk bracht zij uit:
-
-„Ik ben gekomen om van u de gestolen diamanten van den hertog van
-Norfolk terug te vorderen!”
-
-„Laat ons later over zaken spreken, lady, en laat ons nu soupeeren!”
-
-Zij schudde het hoofd.
-
-„Neen, mister Raffles, ik moet dadelijk de diamanten hebben of—”
-
-„Of wat, lady? Wat wilt ge tegen mij beginnen? Als ik u nu eens een
-doek met chloroform tegen den neus houd en u vastbind en u daarna in de
-Theems gooi? Hebt ge al aan die mogelijkheid gedacht?”
-
-Zij werd bleek en zweeg.
-
-Inderdaad! Zij was geheel in zijn macht.
-
-De rollen waren thans geheel anders verdeeld dan zij zich het had
-voorgesteld. Hoe zou het haar mogelijk zijn om Raffles thans toe te
-voegen:
-
-„In naam der wet zijt ge mijn gevangene!”
-
-Maar toch!
-
-Hij had nog niet met haar afgerekend, en hij wist niet, dat over een
-uur Baxter hier zou zijn met eenige politieagenten! Zóó dwaas was zij
-toch niet geweest om alles op één kaart te zetten.
-
-Raffles scheen dat niet te vermoeden en evenmin had hij er eenig idee
-van, dat voor zijn huis vier geheime politieagenten op wacht stonden.
-
-„Nu, lady Marion,” sprak hij thans weer, „wenscht ge mijn uitnoodiging
-niet aan te nemen?” en hij bood haar zijn arm.
-
-Het meisje wist niet, wat zij doen moest.
-
-Zij haalde de schouders op, nam den aangeboden arm en volgde Raffles
-naar de eetkamer. Vol bewondering rustte haar blik op deze vreemde
-kamer, waarin kostbare meubels, oud porselein en zeldzame schilderijen
-een fraai geheel vormden.
-
-„Mag ik u mijn secretaris en vriend voorstellen, lady? Hij heet Charly.
-Meer van zijn naam kan ik u niet verraden; ge zoudt hem later eens in
-uw beroep kunnen ontmoeten. Doe hem nooit kwaad, lady, want hij is een
-beste kerel!”
-
-Lord Lister bediende zelf de jonge dame en schonk haar glas vol.
-
-„Ik drink geen wijn!” sprak het meisje.
-
-„Kom, lady Marion, dat meent gij niet. Ge denkt natuurlijk, dat ik het
-een of andere poeder in uw glas heb gestrooid, maar ge vergist u, lady
-Marion. Ik ben volstrekt niet gevaarlijk en aan gif heb ik nooit
-gedacht.”
-
-Het meisje bloosde en schaamde zich; toen nam zij het glas en dronk het
-leeg.
-
-„Hebt ge nog iets naders gehoord, lady,” vroeg lord Lister plotseling,
-„of de Raffles, dien door inspecteur Baxter in het
-tentoonstellingsgebouw is gearresteerd, nog altijd achter slot en
-grendel zit?”
-
-„Hij is weer op vrije voeten gesteld,” antwoordde zij, „maar later toch
-weer in hechtenis genomen. Inspecteur Baxter wilde het eerst niet
-gelooven, dat de directeur van het elfde bijkantoor een schurk was,
-maar hij heeft ook zoo veel aan zijn hoofd en thans bemoeit hij zich
-weer met het nieuwste Londensche schandaal.”
-
-„Wat is dat dan?”
-
-„Dat een zekere mr. Thompson er van door is gegaan met de bruid van den
-hertog van Norfolk.”
-
-Lord Lister lachte hartelijk.
-
-„Zoo? Is dat inderdaad waar? Ge bedoelt toch den secretaris van den
-hertog?”
-
-„Ja, juist. De jonge man beweert een zoon te zijn van den man, die door
-den directeur van het elfde bijkantoor vermoord is en daarom heeft
-inspecteur Baxter den directeur wederom in hechtenis genomen.”
-
-„Nu, en verder?”
-
-„De directeur heeft alles bekend, nadat hij een verhoor had ondergaan
-van twee uren. Hij heeft mr. Thomson vermoord en toen de politie
-huiszoeking deed, heeft zij ook het lijk gevonden van mr. Blakes.”
-
-„Dan heeft de politie dus eindelijk beslag gelegd op een lafhartigen
-schurk.”
-
-„Ik ben alleen maar bang, dat er nog zoo’n schurk in Londen zit, waarop
-noch Baxter noch zijn collega’s eenig vermoeden hebben!”
-
-Terwijl het gesprek in vollen gang was, bemerkte het meisje niet, dat
-lord Lister plotseling een korreltje, ter grootte van een speldeknop,
-tusschen duim en wijsvinger liet glijden.
-
-Neen, zij merkte het niet.
-
-Lord Lister haalde zijn sigarettenkoker te voorschijn.
-
-„Is het veroorloofd, lady?”
-
-Zij knikte en lachte en dacht er aan, hoe grappig het zou zijn, als zij
-over een half uur, wanneer Baxter met zijn mannetjes zou verschijnen,
-plotseling zou opspringen en uitroepen:
-
-„Raffles, ik arresteer u, in naam der wet!”
-
-Toen eensklaps werd het haar, alsof een zwarte nevel voor haar oogen
-trok.
-
-Instinctmatig rees bij haar de gedachte: „Je bent vergiftigd,” maar
-toen, terwijl zij een blik naar lord Lister wierp, werd zij weer kalm.
-
-Neen!—Zoo slecht zou hij toch niet zijn en zij had nog nooit gehoord,
-dat hij iemand had voorgelogen.
-
-Maar nu gevoelde ze zich toch weer zoo vreemd! De woorden van lord
-Lister drongen nog slechts vaag tot haar door. Zij liet de armen langs
-het lijf vallen en sloot langzaam de oogen.
-
-Charly Brand had deze verandering gezien en was opgesprongen.
-
-„Om Godswil, wat heb je haar gegeven?” vroeg hij, „ze verliest het
-bewustzijn.”
-
-Lord Lister schudde het hoofd. Zijn gelaat was heel ernstig.
-
-„Ik moest dit middel te baat nemen, beste Charly, maar het is volkomen
-onschadelijk—en toch een der gevaarlijkste wapenen waarover ik te
-beschikken heb.”
-
-„Verliest ze het bewustzijn?”
-
-„Neen. Heb je nooit gehoord van de guala, de plant der vergetelheid?”
-
-Charly Brand schudde het hoofd.
-
-„Zij is feitelijk een verdoovingsmiddel. Als zij dikwijls wordt
-gebruikt, kan zij krankzinnigheid veroorzaken, maar anders heeft zij
-slechts geheugenzwakte tengevolge, en— —”
-
-Lord Lister kon niet voleinden, want lady Marion hief het hoofd op.
-Haar oogen schitterden weder.
-
-Een poosje keek zij vragend rond, toen vroeg zij:
-
-„Waar ben ik?”
-
-„Ge zijt bij lord Boston, lady, drink eens, dat zal u goed doen!”
-
-Zij dronk en keek den grooten Onbekende weer aan.
-
-„Zijt gij lord Boston?”
-
-„Ja, lady.”
-
-Zij knikte.
-
-Het gesprek werd voortgezet, maar het meisje scheen zich inderdaad
-niets meer te herinneren.
-
-Raffles nam haar hand en hield die langen tijd in de zijne en terwijl
-Charly Brand weer steeds hoofdschuddend keek van de een naar den ander,
-sprak lord Lister op fluistertoon tot het jonge meisje, alsof hij haar
-staatsgeheimen had te vertellen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-VIJFDE HOOFDSTUK.
-
-EEN NACHT VOL VERSCHRIKKINGEN.
-
-
-Het werd zoo stil in de eetkamer, dat men het tikken der klok duidelijk
-kon hooren.
-
-De lord hield nog steeds de hand vast van lady Marion en Charly Brand
-was ingedommeld, toen plotseling de kamerdienaar verscheen.
-
-„Pardon, lord—de politie is er!”
-
-Charly sprong op.
-
-Ook Raffles was opgestaan en verschoot van kleur.
-
-„Politie?”
-
-Daar was hij niet op voorbereid.
-
-„Waar zijn ze?”
-
-„Ze komen juist de trap op! Ik stond met de keukenmeid te praten, toen
-een inspecteur kwam vragen of hier een heer woont, die een dame op
-bezoek had. De heer heette lord Boston!
-
-„Ik schrikte vreeselijk en zei:
-
-„Neen, inspecteur!”
-
-Luid lawaai werd nu vernomen op de trap.
-
-Raffles mocht niet langer aarzelen. Alles hing van één oogenblik af en
-reeds overlegde hij, langs welken kant hij zich het best door de vlucht
-zou kunnen redden, toen plotseling een zachte vrouwenstem aan zijn oor
-fluisterde:
-
-„Wat is er, lord Boston? Wat wil de politie van u? Dat die ook juist nu
-moet komen!”
-
-De Groote Onbekende glimlachte even.
-
-„Vlieg naar buiten, Charly en tracht ze op te houden.” En toen tegen
-Marion:
-
-„Ge moet me redden—binnen een minuut is de politie hier—het kost je
-maar een woord.”
-
-Zij was opgesprongen en verloor geen oogenblik haar tegenwoordigheid
-van geest.
-
-„Wat kan ik voor je doen?” vroeg Marion met liefdevollen blik, want in
-hetzelfde oogenblik was zij er zich van bewust geworden, dat zij dezen
-man niet aan de politie zou kunnen overleveren.
-
-„Ga zoo gauw mogelijk naar buiten en doe alsof je den inspecteur kent.
-Je zegt hem dan naar boven te gaan en de dienstbodenkamers te
-doorzoeken. Als de politie daarheen gaat, kom jij in de vestibule, waar
-ik je zal wachten.”
-
-Met een enkelen sprong was lord Lister achter een groot tochtscherm
-verdwenen, in hetzelfde oogenblik, dat Baxter de deur opendeed en
-binnentrad.
-
-„Waar is hij? Kom, vooruit Raffles, spartel nu maar niet tegen!”
-
-Zijn blik viel thans op lady Marion, de vrouwelijke detective.
-
-„Ha, zijt gij daar, lady? Ik heb me al ernstig bezorgd over u gemaakt.
-Ik zie, dat ge reeds gesoupeerd hebt! Nu, des te beter! Waar is hij?”
-
-Lady Marion haalde de schouders op.
-
-„Gij zijt op een dwaalspoor inspecteur, hij is niet hier!”
-
-„Wat? Niet hier? En ik meende door de glazen deur zijn schaduw te
-zien!”
-
-„Hij is door de vestibule langs een trap naar een geheime gang
-gevlucht!”
-
-Baxter draaide zich oogenblikkelijk om en riep tot de agenten:
-
-„Volg mij! Kom, lady Marion, ga ook mee.”
-
-Lady Marion volgde de politiemannen, die de trap opgingen, naar de
-dienstbodenvertrekken.
-
-„Kom, lady, kom!” riep inspecteur Baxter nogmaals, maar het meisje
-aarzelde, Want zij wilde de komst van lord Boston afwachten.
-
-Zij zag een schaduw langs den muur glijden, zij keerde zich om en haar
-ontsnapte de kreet:
-
-„Raffles!”
-
-Guala, de bloem der vergetelheid, had haaf werking verloren en de
-vrouwelijke detective herinnerde zich weer alles, wat gebeurd was.
-
-Baxter had dien uitroep gehoofd en zich bliksemsnel omgekeerd, maar in
-hetzelfde oogenblik was Raffles hem op zij en wierp de zware deur in
-het slot.
-
-Het meisje wilde schreeuwen en zich op Raffles werpen, maar deze legde
-zijn hand op haar mond, hief haar op en droeg haar de trap af,
-
-„Laat dadelijk het rijtuig voorkomen!” riep John Raffles zijn vriend
-toe, terwijl boven aan de trap met stokken op de gesloten deur werd
-gebeukt, en inspecteur Baxter luid uitschreeuwde:
-
-„Lady Marion! Lady Marion! Gij hebt ons in een val gelokt! Schaam u,
-lady Marion! Nu kan men weer eens zien, hoezeer men zich op de vrouwen
-kan verlaten! Vooruit, jongens! Wij moeten hem hebben!”
-
-Een bediende kwam zeggen, dat het rijtuig voor was.
-
-Nog altijd hield Raffles zijn hand op den mond van het meisje, dat zich
-als een wanhopige verdedigde, totdat de krachten haar begaven.
-
-„Zoo gauw als ik vertrokken ben,” sprak Raffles nu tot zijn bediende,
-„kunt gij die lieden daarboven weer in vrijheid stellen en hun zeggen,
-dat ik lady Marion naar huis heb gebracht.”
-
-Nauwelijks zette het rijtuig zich in beweging, of de agenten, die
-buiten op post hadden gestaan, vlogen achter het rijtuig aan en toen
-Raffles zijn hoofd uit het portier stak, floot hem een kogel om de
-ooren.
-
-In hetzelfde oogenblik werd zijn keel toegeknepen en een stem
-fluisterde:
-
-„Raffles, ge zijt mijn gevangene.”
-
-Zonder de minste moeite verwijderde Raffles de vingers van zijn hals.
-
-„Het zou mij spijten, lady, als ik eenig geweld tegen u moest
-gebruiken!”
-
-Het rijtuig stond hu met een schok stil, en Raffles ontdekte tot zijn
-niet geringe ontsteltenis, dat zijn beide prachtige hengsten waren
-overhoop geschoten.
-
-Lord Lister sprong uit het rijtuig en was weldra door een aantal
-detectives omringd.
-
-De eerste, die hem wilde naderen, kreeg een geweldigen stoot onder de
-kin, zoodat hij een eind achteruit stoof. De tweede kreeg een trap en
-de derde vloog met zoo’n smak tegen de equipage, dat hij de lady in
-zijn val mee overhoop trok.
-
-Maar het meisje was besloten Raffles tot elke prijs te vangen en zij
-vuurde de agenten aan.
-
-Toen Raffles op de vlucht sloeg, ijlde zij hem achterna.
-
-Plotseling stond Raffles voor den achterkant van een gebouw, waar hij
-reeds eens was geweest, toen hij den secretaris van den hertog van
-Norfolk de diamanten had gegeven.
-
-Hij bedacht zich geen oogenblik en klom tegen het traliewerk op; daarna
-verdween hij in den donkeren tuin, juist in hetzelfde oogenblik, dat
-zijn vervolgers hem te vergeefs in de straat zochten.
-
-In zijn vaart rende de vluchteling tegen een fontein aan; een gedeelte
-van het voetstuk viel naar beneden en Raffles keek in een donker
-gewelf.
-
-Een oogenblik aarzelde hij, maar toen ook begreep hij, dat dit de
-eenige weg tot redding was en hij liep de gang door.
-
-Aan het eind verwijdde de gang zich tot een hol, hetgeen Raffles bij
-het schijnsel van zijn electrische zaklantaarn opmerkte en toen ook
-bereikten jammerkreten zijn oor, vermengd met het rammelen van ketenen.
-
-De tanden op elkaar geklemd schreed Raffles voorwaarts en toen zag hij
-op een stroobos het uitgeteerde lichaam van een mensch, geheel in
-lompen gehuld.
-
-Toen die persoon Raffles aankeek, deinsde hij verschrikt achteruit en
-lord Lister, die anders voor geen kleintje vervaard was, klemde de
-tanden op elkaar om het niet uit te schreeuwen van afschuw.
-
-De ongelukkige miste de rechterhand en zijn arm eindigde in een stomp,
-gehuld in lompen.
-
-Het gelaat had weinig menschelijks meer behouden, maar toch waren de
-trekken nog duidelijk te herkennen. De gelijkenis met den hertog van
-Norfolk, in wiens paleis lord Lister zich bevond, was treffend.
-
-Wie was die ongelukkige?
-
-Waarom miste hij juist de rechterhand? Hing deze ontdekking misschien
-samen met die doode hand, die de vrouwelijke detective had
-vastgehouden?
-
-„Wie zijt gij?” vroeg lord Lister den ongelukkige. „Vertrouw op mij, ik
-zal trachten u te redden!”
-
-Een afschuwelijk reutelen, was het antwoord. De rampzalige opende den
-mond en met een kreet van weerzin trad Raffles achteruit. De man miste
-zijn tong.
-
-En langzamerhand werd alles Raffles duidelijk, toen hij de linkerhand
-van dien ongelukkige bekeek, den bouw van zijn lichaam, de
-aristocratische trekken, die door het lijden niet waren uitgewischt.
-
-Dit was de echte hertog van Norfolk, en de ander was een schandelijke,
-een ellendige bedrieger, waarvan in Londen de weerga niet te vinden
-was.
-
-Een grenzelooze toorn maakte zich van lord Lister meester, toen hij
-langzamerhand begon te begrijpen, hoe deze ongelukkige gepijnigd was,
-opdat de ander maar zoo spoedig mogelijk in het bezit van de
-onschatbare diamanten zou komen.
-
-Maar lord Lister zou wraak nemen! Hij haalde een reusachtig groot mes
-te voorschijn en na langen tijd te hebben gevijld, vielen de ketenen
-rammelend neer. Toen beval hij den ongelukkige, door teekenen, hem te
-volgen.
-
-De gevangene deed dit, op handen en voeten voortkruipend, voorafgegaan
-door lord Lister, die zijn electrische zaklantaarn gereed hield.
-
-Vele gangen ging het tweetal door, vele deuren werden door lord Lister
-opengebroken of stuk getrapt en vele kamers bezochten zij.
-
-Eindelijk belandden zij in een fantastisch gemeubeld vertrek. Een jong
-meisje lag op den grond en een man, met een lang dolkmes in de hand,
-had zijn knie op haar keel gezet en stond gereed, den doodelijken stoot
-toe te brengen.
-
-In een enkel oogenblik had Raffles den geheelen toestand overzien. Vol
-gruwelijke ontzetting herkende hij in het bedreigde meisje de
-vrouwelijke detective en in den man den valschen hertog van Norfolk.
-
-Met een schreeuw van woede wierp lord Lister zich op hem.
-
-De woestaard keek met bloeddoorloopen oogen zijn nieuwen tegenstander
-aan, liet het meisje los en wierp zich met woest gebaar op lord Lister.
-
-Deze was ongewapend, want in het onderaardschse hol had hij zijn messen
-en zijn revolver laten liggen.
-
-De hertog van Norfolk maakte heel handig gebruik van dezen ongewapenden
-toestand van zijn tegenstander en terwijl hij hem met den linkerarm van
-zich trachtte af te weren, gaf hij hem terzelfdertijd zulk een
-geweldigen trap tegen den buik, dat lord Lister bijna neerviel. Toen
-stiet hij naar hem met zijn mes.
-
-Met een handige beweging echter was lord Lister uit den weg gegaan,
-zoodat het wapen de lucht doorkliefde en in de lambriseering van den
-muur terecht kwam, waartegen lord Lister geleund stond.
-
-In het volgende oogenblik had hij den arm van zijn vijand beetgepakt en
-met de geweldige kracht, waarover hij kon beschikken, neergedrukt.
-Opnieuw stiet zijn vijand naar hem en deze manier van strijden was des
-te gevaarlijker, daar lord Lister zich er nooit van had bediend.
-
-Maar de schurk daarentegen was weer niet bekend met een wijze van
-vechten, waarin lord Lister een meester was. Terwijl de ander namelijk
-zijn rechterarm ophief om het wapen in lord Listers borst te stooten,
-gleed de linkerarm van lord Lister bliksemsnel tusschen den rug en de
-beide armen van zijn vijand.
-
-Nu was het natuurlijk den schurk onmogelijk, met den rechterarm nog toe
-te stooten.
-
-Terzelfder tijd omklemde lord Listers rechterhand den linkerarm van
-zijn vijand. Zijn eigen linkerarm lag nu als een steen tusschen den rug
-en de beide armen van zijn tegenstander, wien het onmogelijk gemaakt
-was, de geringste beweging uit te voeren.
-
-Wel trachtte hij, als een razende tekeer gaande, zich te bevrijden,
-maar nog voordat hij zich kon losmaken, had lord Lister hem drie keer
-met de vlakke hand een klap tegen de keel gegeven, zoodat de aanvaller
-als een zak neerplofte.
-
-Lord Lister wierp zich op hem en bond hem, voordat de ellendeling weer
-tot bezinning was kunnen komen.
-
-Toen sprong hij op.
-
-Hijgend, zelf vrij ernstig gewond, stond hij voor de vrouwelijke
-detective.
-
-Voor den eersten keer in zijn leven was lord Lister zoo zwak, dat een
-kind hem had kunnen overwinnen. De vreeselijke gebeurtenissen van dezen
-nacht hadden zijn krachten uitgeput en de verwoede strijd met dien
-ellendeling had het laatste beetje van zijn weerstandsvermogen nog
-opgeslokt.
-
-En als lady Marion nu haar revolver had genomen en met dreigend gebaar
-had uitgeroepen: „Handen hoog, Raffles, ge zijt mijn gevangene!” dan
-zou lord Lister niet meer de kracht hebben gevonden om zich te
-verdedigen tegen dezen nieuwen vijand.
-
-Zijn kleeren hingen in flarden langs zijn lijf, zijn knieën beefden, en
-met de rechterhand greep hij de leuning van zijn stoel.
-
-Maar het meisje dacht er niet meer aan, hem te arresteeren.
-
-Zij was immers vrouw en sinds het oogenblik dat zij Raffles had leeren
-kennen, hadden er in haar twee machten om den voorrang gestreden:
-
-De trots en de liefde.
-
-Zij had tot op dit oogenblik niet willen bekennen, dat deze man haar
-meester was. Zij had al haar trots erop gezet, hem te arresteeren, hem
-op wien nog geen man vat had kunnen krijgen en toch was, sinds het
-eerste oogenblik, de liefde in haar hart geslopen.
-
-En nu—nu Raffles weerloos voor haar stond—nu zegevierde ook die liefde
-voor het eerst.
-
-Ja, alle haat was verdwenen!
-
-Zij zou in dit oogenblik in staat zijn geweest, haar leven voor hem op
-te offeren en zij werd doodelijk bleek, toen het huis plotseling
-daverde van vreeselijk rumoer.
-
-Men hoorde bijlen slaan, deuren vlogen splinterend uiteen, schoten
-kraakten en het jammeren van doodelijk getroffen dienaren vervulde het
-geheele huis.
-
-
-
-De vrouwelijke detective had dadelijk haar opmerkzaamheid gericht op
-het paleis van den hertog van Norfolk, toen Raffles haar ontsnapt was.
-
-Zij was ervan overtuigd, dat hij zich hier ergens verborgen hield en
-had zich in het nachtelijk uur tot den hertog van Norfolk gewend om het
-huis te laten doorzoeken.
-
-De hertog echter, die zelf niets vuriger verlangde, dan dat Raffles
-werd om hals gebracht, had het bezoek der vrouwelijke detective
-verkeerd opgevat.
-
-Hij, die dag en nacht in de vreeselijkste angsten verkeerde, dat zijn
-misdaad aan het licht zou komen, meende zich reeds ontdekt te zien, had
-daarom de detectives der lady door zijn dienstpersoneel laten
-overrompelen en was op het punt, de lady zelve voor altijd onschadelijk
-te maken, toen lord Lister in het juiste oogenblik was verschenen.
-
-Een der detectives, die de lady had vergezeld, was ontsnapt en had de
-politie verteld van het gevecht, dat had plaats gevonden.
-
-Inspecteur Baxter, die intusschen met zijn detectives in Scotland Yard
-was aangekomen, was onmiddellijk op weg gegaan en hij was het, die nu
-met zijn lieden de deuren verbrijzelde en hef heele huis overhoop
-haalde om de vrouwelijke detective op te sporen.
-
-Zij kromp ineen.
-
-Enkele oogenblikken luisterde zij, toen legde ze haar hand op den arm
-van den meesterdief.
-
-„Binnen twee minuten zijt ge verloren!” fluisterde zij, „ik zal u
-redden!”
-
-Lord Lister verzamelde al zijn krachten.
-
-Het bloedverlies, dat veroorzaakt werd door verscheiden wonden,
-verzwakte hem nog meer.
-
-Maar thans, nu gevaar dreigde, kwam de oude energie weer boven.
-
-Deze man die over een ijzeren constitutie beschikte, gaf zich nog niet
-verloren. Hij richtte zich hoog op en volgde de lady, die ijlings
-voortliep.
-
-Zij zelve was echter niet genoeg op de hoogte van al de verschillende
-vertrekken van het paleis om te weten, waarheen zij lord Lister moest
-brengen.
-
-Zij wilde hem slechts brengen uit de verderfelijke nabijheid der
-detectives, die juist de laatste deuren verbraken en nu de kamer
-binnendrongen, waar zich zoo juist de vreeselijke strijd had
-afgespeeld.
-
-Intusschen had lord Lister een der laatste vertrekken van het huis
-bereikt.
-
-Hij zag daar een groote kast, deed deze open en nam er een kostbare
-pelsjas uit.
-
-„In dit kostuum kan ik toch moeilijk de straat opgaan, juffrouw,” zei
-hij lachend en hij trok den kostbaren pels aan.
-
-Nu zag hij ook in een aangrenzend vertrek een groote, ijzeren
-brandkast.
-
-„Ik heb mijn geld vergeten, lady,” zei hij met den ouden humor, die
-weer met zegevierende schittering in zijn oogen lichtte, „en zonder
-geld is Raffles een nul.”
-
-Hij haalde zijn ijzeren boor voor den dag en opende de kast.
-
-De vrouwelijke detective echter legde beide handen op zijn arm en zei:
-
-„Om Godswil! Als ge nog een seconde toeft, zijt ge verloren!”
-
-In hetzelfde oogenblik vloog de brandkast open.
-
-Lord Lister haalde er den inhoud uit en stak de bankbiljetten in den
-zak.
-
-Dit geschiedde, toen juist Baxter en zijn mannen de kamer wilden
-binnendringen, die nog slechts door twee zwakke deuren was afgescheiden
-van die, waarin Raffles zich bevond.
-
-Hij was verloren.
-
-Maar nu ook daagde een helper op, waaraan hij noch de vrouwelijke
-detective hadden gedacht.
-
-Uit een der hoeken kroop een afschuwelijke gedaante te voorschijn, die
-in het zwakke schemerlicht van een roode lantaarn er nog
-weerzinwekkender uitzag dan tevoren: die half mensch half dier scheen
-en zich uitrekte, de uitgeteerde armen opgeheven.
-
-Als een beschermer plaatste de gedaante zich voor de deur, waarachter
-lord Lister was verdwenen.
-
-De ongelukkige, die maandenlang in ketenen had gezucht, had genoeg
-verstand behouden om te begrijpen dat degeen, die hem dezen nacht gered
-had, voortvluchtig was.
-
-En hij toonde zijn dankbaarheid, doordat hij lord Listers vlucht met
-zijn leven dekte.
-
-Inspecteur Baxter en zijn mannen weken verschrikt achteruit, toen zij
-die afschuwelijke gestalte ontdekten.
-
-Het was, alsof een lijk plotseling levend was geworden!
-
-Die van waanzin gloeiende, half uitgedroogde oogen, joegen den
-detectives den grootsten angst en ontzetting aan.
-
-Zij weigerden het allen, die vreeselijke gedaante, die zij hielden voor
-de een of andere spookverschijning, daar van de deur weg te jagen en
-eerst, toen reeds vele minuten in ijzingwekkende stilte waren
-voorbijgegaan, vond inspecteur Baxter zelf den moed om dien
-ongelukkigen stumperd beet te pakken en opzij te slingeren.
-
-Toen vloog de inspecteur alle kamers door en juist toen hij de laatste,
-de achterste bereikt had, zag hij, hoe een donkere gedaante als een
-pijl uit den boog door het venster verdween en naar beneden zich liet
-glijden.
-
-Het was lord Lister, die geluidloos in den donkeren nacht verdween.
-
-Baxter had hem heel goed herkend.
-
-Hij zond den vluchteling dan ook onmiddellijk een schot kruit na.
-
-Toen keerde hij zich, snuivend, hijgend, kuchend van woede tot de
-vrouwelijke detective:
-
-„De duivel mag jou halen!” bulderde hij, „en dát wil een detective
-wezen!”
-
-Het meisje glimlachte.
-
-Toen schudde zij het hoofd.
-
-„Ik was het, inspecteur!”
-
-„Hoe—wat? Versta ik goed?”
-
-„Dat doet ge!”
-
-„Zeg het dan nog eens, als je durft!”
-
-„Ik durf!”
-
-„Zeg het!”
-
-„Ik was een detective, inspecteur, maar nu— —”
-
-„Nu?”
-
-„Nu ben ik een vrouw geworden!”
-
-Inspecteur Baxter keek haar eenige oogenblikken aan.
-
-Hij was ervan overtuigd, dat dit meisje haar verstand verloren had en
-schouderophalend wendde hij zich af.
-
-„Daar begrijp ik niets van!” bromde hij en toen maakte hij zich gereed
-om lord Lister te gaan vervolgen, die niet meer kon worden ingehaald.
-
-De schurk, die door Raffles gearresteerd werd, werd nog denzelfden
-nacht naar Scotland-Yard overgebracht.
-
-Daar bekende hij ook, toen hij tegenover zijn rampzalig slachtoffer
-geplaatst werd, dat hij zich onmenschelijk had gedragen.
-
-In Indië had hij zeven jaren doorgebracht in het tuchthuis te Madras en
-was toen door den hertog van Norfolk, die niets van zijn verleden wist,
-als diens particulier secretaris aangenomen.
-
-Hij geleek sprekend op den hertog en van deze noodlottige gelijkenis
-had de schurk al heel gauw profijt getrokken.
-
-Hij had zijn meester gevangen genomen en toen met voortreffelijke
-schurkerij diens rol gespeeld.
-
-De werkelijke hertog van Norfolk stierf twee dagen later.
-
-Zijn diamanten zijn hooit meer het eigendom geworden van zijn geslacht.
-
-En Raffles?
-
-Ach, hij wist het wel, dat het mooie meisje, de bekoorlijke miss
-Marion, hem had geholpen, toen hij te zwak, te uitgeput was om nog
-eenigen tegenstand het hoofd te bieden!
-
-Maar hij verbaasde zich niet, de elegante jonge lord, want hij wist het
-maar al te goed, dat zijn invloed op vrouwen onzegbaar groot was. Dat
-zij voor hem door het vuur zouden gaan, als hij glimlachte, haar leven
-zouden offeren, zoo hij er om zou smeeken met zijn liefsten lach, zijn
-meest vleiende stem.
-
-Hij was weer ontkomen, de meesterdief; voor den zooveelsten keer den
-grijpvingers der politie ontsnapt.
-
-En hij rustte zich uit tot nieuwe daden.
-
-
-
-
-
-
-
-*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK LORD LISTER NO. 0011: DE
-DIAMANTEN VAN DEN HERTOG VAN NORFOLK ***
-
-Updated editions will replace the previous one--the old editions will
-be renamed.
-
-Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright
-law means that no one owns a United States copyright in these works,
-so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the
-United States without permission and without paying copyright
-royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part
-of this license, apply to copying and distributing Project
-Gutenberg-tm electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG-tm
-concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark,
-and may not be used if you charge for an eBook, except by following
-the terms of the trademark license, including paying royalties for use
-of the Project Gutenberg trademark. If you do not charge anything for
-copies of this eBook, complying with the trademark license is very
-easy. You may use this eBook for nearly any purpose such as creation
-of derivative works, reports, performances and research. Project
-Gutenberg eBooks may be modified and printed and given away--you may
-do practically ANYTHING in the United States with eBooks not protected
-by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the trademark
-license, especially commercial redistribution.
-
-START: FULL LICENSE
-
-THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE
-PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK
-
-To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free
-distribution of electronic works, by using or distributing this work
-(or any other work associated in any way with the phrase "Project
-Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full
-Project Gutenberg-tm License available with this file or online at
-www.gutenberg.org/license.
-
-Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project
-Gutenberg-tm electronic works
-
-1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm
-electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to
-and accept all the terms of this license and intellectual property
-(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all
-the terms of this agreement, you must cease using and return or
-destroy all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your
-possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a
-Project Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound
-by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the
-person or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph
-1.E.8.
-
-1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be
-used on or associated in any way with an electronic work by people who
-agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few
-things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works
-even without complying with the full terms of this agreement. See
-paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project
-Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this
-agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm
-electronic works. See paragraph 1.E below.
-
-1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the
-Foundation" or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection
-of Project Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual
-works in the collection are in the public domain in the United
-States. If an individual work is unprotected by copyright law in the
-United States and you are located in the United States, we do not
-claim a right to prevent you from copying, distributing, performing,
-displaying or creating derivative works based on the work as long as
-all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope
-that you will support the Project Gutenberg-tm mission of promoting
-free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg-tm
-works in compliance with the terms of this agreement for keeping the
-Project Gutenberg-tm name associated with the work. You can easily
-comply with the terms of this agreement by keeping this work in the
-same format with its attached full Project Gutenberg-tm License when
-you share it without charge with others.
-
-1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern
-what you can do with this work. Copyright laws in most countries are
-in a constant state of change. If you are outside the United States,
-check the laws of your country in addition to the terms of this
-agreement before downloading, copying, displaying, performing,
-distributing or creating derivative works based on this work or any
-other Project Gutenberg-tm work. The Foundation makes no
-representations concerning the copyright status of any work in any
-country other than the United States.
-
-1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg:
-
-1.E.1. The following sentence, with active links to, or other
-immediate access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear
-prominently whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work
-on which the phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the
-phrase "Project Gutenberg" is associated) is accessed, displayed,
-performed, viewed, copied or distributed:
-
- This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and
- most other parts of the world at no cost and with almost no
- restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it
- under the terms of the Project Gutenberg License included with this
- eBook or online at www.gutenberg.org. If you are not located in the
- United States, you will have to check the laws of the country where
- you are located before using this eBook.
-
-1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is
-derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not
-contain a notice indicating that it is posted with permission of the
-copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in
-the United States without paying any fees or charges. If you are
-redistributing or providing access to a work with the phrase "Project
-Gutenberg" associated with or appearing on the work, you must comply
-either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or
-obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg-tm
-trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9.
-
-1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted
-with the permission of the copyright holder, your use and distribution
-must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any
-additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms
-will be linked to the Project Gutenberg-tm License for all works
-posted with the permission of the copyright holder found at the
-beginning of this work.
-
-1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm
-License terms from this work, or any files containing a part of this
-work or any other work associated with Project Gutenberg-tm.
-
-1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this
-electronic work, or any part of this electronic work, without
-prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with
-active links or immediate access to the full terms of the Project
-Gutenberg-tm License.
-
-1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary,
-compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including
-any word processing or hypertext form. However, if you provide access
-to or distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format
-other than "Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official
-version posted on the official Project Gutenberg-tm website
-(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense
-to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means
-of obtaining a copy upon request, of the work in its original "Plain
-Vanilla ASCII" or other form. Any alternate format must include the
-full Project Gutenberg-tm License as specified in paragraph 1.E.1.
-
-1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying,
-performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works
-unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9.
-
-1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing
-access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works
-provided that:
-
-* You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from
- the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method
- you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed
- to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he has
- agreed to donate royalties under this paragraph to the Project
- Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid
- within 60 days following each date on which you prepare (or are
- legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty
- payments should be clearly marked as such and sent to the Project
- Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in
- Section 4, "Information about donations to the Project Gutenberg
- Literary Archive Foundation."
-
-* You provide a full refund of any money paid by a user who notifies
- you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he
- does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm
- License. You must require such a user to return or destroy all
- copies of the works possessed in a physical medium and discontinue
- all use of and all access to other copies of Project Gutenberg-tm
- works.
-
-* You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of
- any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the
- electronic work is discovered and reported to you within 90 days of
- receipt of the work.
-
-* You comply with all other terms of this agreement for free
- distribution of Project Gutenberg-tm works.
-
-1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project
-Gutenberg-tm electronic work or group of works on different terms than
-are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing
-from the Project Gutenberg Literary Archive Foundation, the manager of
-the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the Foundation as set
-forth in Section 3 below.
-
-1.F.
-
-1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable
-effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread
-works not protected by U.S. copyright law in creating the Project
-Gutenberg-tm collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm
-electronic works, and the medium on which they may be stored, may
-contain "Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate
-or corrupt data, transcription errors, a copyright or other
-intellectual property infringement, a defective or damaged disk or
-other medium, a computer virus, or computer codes that damage or
-cannot be read by your equipment.
-
-1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right
-of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project
-Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project
-Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project
-Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all
-liability to you for damages, costs and expenses, including legal
-fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT
-LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE
-PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE
-TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE
-LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR
-INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH
-DAMAGE.
-
-1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a
-defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can
-receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a
-written explanation to the person you received the work from. If you
-received the work on a physical medium, you must return the medium
-with your written explanation. The person or entity that provided you
-with the defective work may elect to provide a replacement copy in
-lieu of a refund. If you received the work electronically, the person
-or entity providing it to you may choose to give you a second
-opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If
-the second copy is also defective, you may demand a refund in writing
-without further opportunities to fix the problem.
-
-1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth
-in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO
-OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT
-LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE.
-
-1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied
-warranties or the exclusion or limitation of certain types of
-damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement
-violates the law of the state applicable to this agreement, the
-agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or
-limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or
-unenforceability of any provision of this agreement shall not void the
-remaining provisions.
-
-1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the
-trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone
-providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in
-accordance with this agreement, and any volunteers associated with the
-production, promotion and distribution of Project Gutenberg-tm
-electronic works, harmless from all liability, costs and expenses,
-including legal fees, that arise directly or indirectly from any of
-the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this
-or any Project Gutenberg-tm work, (b) alteration, modification, or
-additions or deletions to any Project Gutenberg-tm work, and (c) any
-Defect you cause.
-
-Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm
-
-Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of
-electronic works in formats readable by the widest variety of
-computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It
-exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations
-from people in all walks of life.
-
-Volunteers and financial support to provide volunteers with the
-assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's
-goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will
-remain freely available for generations to come. In 2001, the Project
-Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure
-and permanent future for Project Gutenberg-tm and future
-generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see
-Sections 3 and 4 and the Foundation information page at
-www.gutenberg.org
-
-Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation
-
-The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non-profit
-501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the
-state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal
-Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification
-number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by
-U.S. federal laws and your state's laws.
-
-The Foundation's business office is located at 809 North 1500 West,
-Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up
-to date contact information can be found at the Foundation's website
-and official page at www.gutenberg.org/contact
-
-Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg
-Literary Archive Foundation
-
-Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without
-widespread public support and donations to carry out its mission of
-increasing the number of public domain and licensed works that can be
-freely distributed in machine-readable form accessible by the widest
-array of equipment including outdated equipment. Many small donations
-($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt
-status with the IRS.
-
-The Foundation is committed to complying with the laws regulating
-charities and charitable donations in all 50 states of the United
-States. Compliance requirements are not uniform and it takes a
-considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up
-with these requirements. We do not solicit donations in locations
-where we have not received written confirmation of compliance. To SEND
-DONATIONS or determine the status of compliance for any particular
-state visit www.gutenberg.org/donate
-
-While we cannot and do not solicit contributions from states where we
-have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition
-against accepting unsolicited donations from donors in such states who
-approach us with offers to donate.
-
-International donations are gratefully accepted, but we cannot make
-any statements concerning tax treatment of donations received from
-outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff.
-
-Please check the Project Gutenberg web pages for current donation
-methods and addresses. Donations are accepted in a number of other
-ways including checks, online payments and credit card donations. To
-donate, please visit: www.gutenberg.org/donate
-
-Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic works
-
-Professor Michael S. Hart was the originator of the Project
-Gutenberg-tm concept of a library of electronic works that could be
-freely shared with anyone. For forty years, he produced and
-distributed Project Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of
-volunteer support.
-
-Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed
-editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in
-the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not
-necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper
-edition.
-
-Most people start at our website which has the main PG search
-facility: www.gutenberg.org
-
-This website includes information about Project Gutenberg-tm,
-including how to make donations to the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to
-subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks.
diff --git a/old/67523-0.zip b/old/67523-0.zip
deleted file mode 100644
index ffd5bf7..0000000
--- a/old/67523-0.zip
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/67523-h.zip b/old/67523-h.zip
deleted file mode 100644
index 1fcde22..0000000
--- a/old/67523-h.zip
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/67523-h/67523-h.htm b/old/67523-h/67523-h.htm
deleted file mode 100644
index aada48e..0000000
--- a/old/67523-h/67523-h.htm
+++ /dev/null
@@ -1,4177 +0,0 @@
-<!DOCTYPE html
-PUBLIC "-//W3C//DTD HTML 4.01 Transitional//EN" "http://www.w3.org/TR/html4/loose.dtd">
-<!-- This HTML file has been automatically generated from an XML source on 2022-02-27T14:49:14Z using SAXON HE 9.9.1.8 . -->
-<html lang="nl">
-<head>
-<meta http-equiv="Content-Type" content="text/html; charset=utf-8">
-<title>Lord Lister No. 11: De diamanten van den hertog van Norfolk</title>
-<meta name="generator" content="tei2html.xsl, see https://github.com/jhellingman/tei2html">
-<meta name="author" content="Kurt Matull (1872–1930?) Theo von Blankensee [Pseudoniem van Mathias Blank (1881–1928)]">
-<link rel="coverpage" href="images/lordlister0011-front.jpg">
-<link rel="schema.DC" href="http://dublincore.org/documents/1998/09/dces/">
-<meta name="DC.Creator" content="Kurt Matull (1872–1930?) Theo von Blankensee [Pseudoniem van Mathias Blank (1881–1928)]">
-<meta name="DC.Title" content="Lord Lister No. 11: De diamanten van den hertog van Norfolk">
-<meta name="DC.Language" content="nl-1900">
-<meta name="DC.Format" content="text/html">
-<meta name="DC.Publisher" content="Project Gutenberg">
-<meta name="DC:Subject" content="Detective and mystery stories -- Periodicals">
-<meta name="DC:Subject" content="Dime novels -- Periodicals">
-<style type="text/css"> /* <![CDATA[ */
-html {
-line-height: 1.3;
-}
-body {
-margin: 0;
-}
-main {
-display: block;
-}
-h1 {
-font-size: 2em;
-margin: 0.67em 0;
-}
-hr {
-height: 0;
-overflow: visible;
-}
-pre {
-font-family: monospace, monospace;
-font-size: 1em;
-}
-a {
-background-color: transparent;
-}
-abbr[title] {
-border-bottom: none;
-text-decoration: underline;
-text-decoration: underline dotted;
-}
-b, strong {
-font-weight: bolder;
-}
-code, kbd, samp {
-font-family: monospace, monospace;
-font-size: 1em;
-}
-small {
-font-size: 80%;
-}
-sub, sup {
-font-size: 67%;
-line-height: 0;
-position: relative;
-vertical-align: baseline;
-}
-sub {
-bottom: -0.25em;
-}
-sup {
-top: -0.5em;
-}
-img {
-border-style: none;
-}
-body {
-font-family: serif;
-font-size: 100%;
-text-align: left;
-margin-top: 2.4em;
-}
-div.front, div.body {
-margin-bottom: 7.2em;
-}
-div.back {
-margin-bottom: 2.4em;
-}
-.div0 {
-margin-top: 7.2em;
-margin-bottom: 7.2em;
-}
-.div1 {
-margin-top: 5.6em;
-margin-bottom: 5.6em;
-}
-.div2 {
-margin-top: 4.8em;
-margin-bottom: 4.8em;
-}
-.div3 {
-margin-top: 3.6em;
-margin-bottom: 3.6em;
-}
-.div4 {
-margin-top: 2.4em;
-margin-bottom: 2.4em;
-}
-.div5, .div6, .div7 {
-margin-top: 1.44em;
-margin-bottom: 1.44em;
-}
-.div0:last-child, .div1:last-child, .div2:last-child, .div3:last-child,
-.div4:last-child, .div5:last-child, .div6:last-child, .div7:last-child {
-margin-bottom: 0;
-}
-blockquote div.front, blockquote div.body, blockquote div.back {
-margin-top: 0;
-margin-bottom: 0;
-}
-.divBody .div1:first-child, .divBody .div2:first-child, .divBody .div3:first-child, .divBody .div4:first-child,
-.divBody .div5:first-child, .divBody .div6:first-child, .divBody .div7:first-child {
-margin-top: 0;
-}
-h1, h2, h3, h4, h5, h6, .h1, .h2, .h3, .h4, .h5, .h6 {
-clear: both;
-font-style: normal;
-text-transform: none;
-}
-h3, .h3 {
-font-size: 1.2em;
-}
-h3.label {
-font-size: 1em;
-margin-bottom: 0;
-}
-h4, .h4 {
-font-size: 1em;
-}
-.alignleft {
-text-align: left;
-}
-.alignright {
-text-align: right;
-}
-.alignblock {
-text-align: justify;
-}
-p.tb, hr.tb, .par.tb {
-margin: 1.6em auto;
-text-align: center;
-}
-p.argument, p.note, p.tocArgument, .par.argument, .par.note, .par.tocArgument {
-font-size: 0.9em;
-text-indent: 0;
-}
-p.argument, p.tocArgument, .par.argument, .par.tocArgument {
-margin: 1.58em 10%;
-}
-td.tocDivNum {
-vertical-align: top;
-}
-td.tocPageNum {
-vertical-align: bottom;
-}
-.opener, .address {
-margin-top: 1.6em;
-margin-bottom: 1.6em;
-}
-.addrline {
-margin-top: 0;
-margin-bottom: 0;
-}
-.dateline {
-margin-top: 1.6em;
-margin-bottom: 1.6em;
-text-align: right;
-}
-.salute {
-margin-top: 1.6em;
-margin-left: 3.58em;
-text-indent: -2em;
-}
-.signed {
-margin-top: 1.6em;
-margin-left: 3.58em;
-text-indent: -2em;
-}
-.epigraph {
-font-size: 0.9em;
-width: 60%;
-margin-left: auto;
-}
-.epigraph span.bibl {
-display: block;
-text-align: right;
-}
-.trailer {
-clear: both;
-margin-top: 3.6em;
-}
-span.abbr, abbr {
-white-space: nowrap;
-}
-span.parnum {
-font-weight: bold;
-}
-span.corr, span.gap {
-border-bottom: 1px dotted red;
-}
-span.num, span.trans, span.trans {
-border-bottom: 1px dotted gray;
-}
-span.measure {
-border-bottom: 1px dotted green;
-}
-.ex {
-letter-spacing: 0.2em;
-}
-.sc {
-font-variant: small-caps;
-}
-.asc {
-font-variant: small-caps;
-text-transform: lowercase;
-}
-.uc {
-text-transform: uppercase;
-}
-.tt {
-font-family: monospace;
-}
-.underline {
-text-decoration: underline;
-}
-.overline, .overtilde {
-text-decoration: overline;
-}
-.rm {
-font-style: normal;
-}
-.red {
-color: red;
-}
-hr {
-clear: both;
-border: none;
-border-bottom: 1px solid black;
-width: 45%;
-margin-left: auto;
-margin-right: auto;
-margin-top: 1em;
-text-align: center;
-}
-hr.dotted {
-border-bottom: 2px dotted black;
-}
-hr.dashed {
-border-bottom: 2px dashed black;
-}
-.aligncenter {
-text-align: center;
-}
-h1, h2, .h1, .h2 {
-font-size: 1.44em;
-line-height: 1.5;
-}
-h1.label, h2.label {
-font-size: 1.2em;
-margin-bottom: 0;
-}
-h5, h6 {
-font-size: 1em;
-font-style: italic;
-}
-p, .par {
-text-indent: 0;
-}
-p.firstlinecaps:first-line, .par.firstlinecaps:first-line {
-text-transform: uppercase;
-}
-.hangq {
-text-indent: -0.32em;
-}
-.hangqq {
-text-indent: -0.42em;
-}
-.hangqqq {
-text-indent: -0.84em;
-}
-p.dropcap:first-letter, .par.dropcap:first-letter {
-float: left;
-clear: left;
-margin: 0 0.05em 0 0;
-padding: 0;
-line-height: 0.8;
-font-size: 420%;
-vertical-align: super;
-}
-blockquote, p.quote, div.blockquote, div.argument, .par.quote {
-font-size: 0.9em;
-margin: 1.58em 5%;
-}
-.pageNum a, a.noteRef:hover, a.pseudoNoteRef:hover, a.hidden:hover, a.hidden {
-text-decoration: none;
-}
-.advertisement, .advertisements {
-background-color: #FFFEE0;
-border: black 1px dotted;
-color: #000;
-margin: 2em 5%;
-padding: 1em;
-}
-.footnotes .body, .footnotes .div1 {
-padding: 0;
-}
-.fnarrow {
-color: #AAAAAA;
-font-weight: bold;
-text-decoration: none;
-}
-.fnarrow:hover, .fnreturn:hover {
-color: #660000;
-}
-.fnreturn {
-color: #AAAAAA;
-font-size: 80%;
-font-weight: bold;
-text-decoration: none;
-vertical-align: 0.25em;
-}
-a {
-text-decoration: none;
-}
-a:hover {
-text-decoration: underline;
-background-color: #e9f5ff;
-}
-a.noteRef, a.pseudoNoteRef {
-font-size: 67%;
-line-height: 0;
-position: relative;
-vertical-align: baseline;
-top: -0.5em;
-text-decoration: none;
-margin-left: 0.1em;
-}
-.displayfootnote {
-display: none;
-}
-div.footnotes {
-font-size: 80%;
-margin-top: 1em;
-padding: 0;
-}
-hr.fnsep {
-margin-left: 0;
-margin-right: 0;
-text-align: left;
-width: 25%;
-}
-p.footnote, .par.footnote {
-margin-bottom: 0.5em;
-margin-top: 0.5em;
-}
-p.footnote .fnlabel, .par.footnote .fnlabel {
-float: left;
-margin-left: -0.1em;
-margin-top: 0.9em;
-min-width: 1.0em;
-padding-right: 0.4em;
-}
-.apparatusnote {
-text-decoration: none;
-}
-.apparatusnote:target, .fndiv:target {
-background-color: #eaf3ff;
-}
-table.tocList {
-width: 100%;
-margin-left: auto;
-margin-right: auto;
-border-width: 0;
-border-collapse: collapse;
-}
-td.tocPageNum, td.tocDivNum {
-text-align: right;
-min-width: 10%;
-border-width: 0;
-white-space: nowrap;
-}
-td.tocDivNum {
-padding-left: 0;
-padding-right: 0.5em;
-}
-td.tocPageNum {
-padding-left: 0.5em;
-padding-right: 0;
-}
-td.tocDivTitle {
-width: auto;
-}
-p.tocPart, .par.tocPart {
-margin: 1.58em 0;
-font-variant: small-caps;
-}
-p.tocChapter, .par.tocChapter {
-margin: 1.58em 0;
-}
-p.tocSection, .par.tocSection {
-margin: 0.7em 5%;
-}
-table.tocList td {
-vertical-align: top;
-}
-table.tocList td.tocPageNum {
-vertical-align: bottom;
-}
-table.inner {
-display: inline-table;
-border-collapse: collapse;
-width: 100%;
-}
-td.itemNum {
-text-align: right;
-min-width: 5%;
-padding-right: 0.8em;
-}
-td.innerContainer {
-padding: 0;
-margin: 0;
-}
-.index {
-font-size: 80%;
-}
-.index p {
-text-indent: -1em;
-margin-left: 1em;
-}
-.indexToc {
-text-align: center;
-}
-.transcriberNote {
-background-color: #DDE;
-border: black 1px dotted;
-color: #000;
-font-family: sans-serif;
-font-size: 80%;
-margin: 2em 5%;
-padding: 1em;
-}
-.missingTarget {
-text-decoration: line-through;
-color: red;
-}
-.correctionTable {
-width: 75%;
-}
-.width20 {
-width: 20%;
-}
-.width40 {
-width: 40%;
-}
-p.smallprint, li.smallprint, .par.smallprint {
-color: #666666;
-font-size: 80%;
-}
-span.musictime {
-vertical-align: middle;
-display: inline-block;
-text-align: center;
-}
-span.musictime, span.musictime span.top, span.musictime span.bottom {
-padding: 1px 0.5px;
-font-size: xx-small;
-font-weight: bold;
-line-height: 0.7em;
-}
-span.musictime span.bottom {
-display: block;
-}
-ul {
-list-style-type: none;
-}
-.splitListTable {
-margin-left: 0;
-}
-.splitListTable td {
-vertical-align: top;
-}
-.numberedItem {
-text-indent: -3em;
-margin-left: 3em;
-}
-.numberedItem .itemNumber {
-float: left;
-position: relative;
-left: -3.5em;
-width: 3em;
-display: inline-block;
-text-align: right;
-}
-.itemGroupTable {
-border-collapse: collapse;
-margin-left: 0;
-}
-.itemGroupTable td {
-padding: 0;
-margin: 0;
-vertical-align: middle;
-}
-.itemGroupBrace {
-padding: 0 0.5em !important;
-}
-div.figure {
-text-align: center;
-}
-.figure {
-margin-left: auto;
-margin-right: auto;
-}
-.floatLeft {
-float: left;
-margin: 10px 10px 10px 0;
-}
-.floatRight {
-float: right;
-margin: 10px 0 10px 10px;
-}
-p.figureHead, .par.figureHead {
-font-size: 100%;
-text-align: center;
-}
-.figAnnotation {
-font-size: 80%;
-position: relative;
-margin: 0 auto;
-}
-.figTopLeft, .figBottomLeft {
-float: left;
-}
-.figTopRight, .figBottomRight {
-float: right;
-}
-.figure p, .figure .par {
-font-size: 80%;
-margin-top: 0;
-text-align: center;
-}
-img {
-border-width: 0;
-}
-td.galleryFigure {
-text-align: center;
-vertical-align: middle;
-}
-td.galleryCaption {
-text-align: center;
-vertical-align: top;
-}
-tr, td, th {
-vertical-align: top;
-}
-tr.bottom, td.bottom, th.bottom {
-vertical-align: bottom;
-}
-td.label, tr.label td {
-font-weight: bold;
-}
-td.unit, tr.unit td {
-font-style: italic;
-}
-td.leftbrace, td.rightbrace {
-vertical-align: middle;
-}
-span.sum {
-padding-top: 2px;
-border-top: solid black 1px;
-}
-table.inlinetable {
-display: inline-table;
-}
-table.borderOutside {
-border-collapse: collapse;
-}
-table.borderOutside td {
-padding-left: 4px;
-padding-right: 4px;
-}
-table.borderOutside .cellHeadTop, table.borderOutside .cellTop {
-border-top: 2px solid black;
-}
-table.borderOutside .cellHeadBottom {
-border-bottom: 1px solid black;
-}
-table.borderOutside .cellBottom {
-border-bottom: 2px solid black;
-}
-table.borderOutside .cellLeft, table.borderOutside .cellHeadLeft {
-border-left: 2px solid black;
-}
-table.borderOutside .cellRight, table.borderOutside .cellHeadRight {
-border-right: 2px solid black;
-}
-table.verticalBorderInside {
-border-collapse: collapse;
-}
-table.verticalBorderInside td {
-padding-left: 4px;
-padding-right: 4px;
-border-left: 1px solid black;
-}
-table.verticalBorderInside .cellHeadTop, table.verticalBorderInside .cellTop {
-border-top: 2px solid black;
-}
-table.verticalBorderInside .cellHeadBottom {
-border-bottom: 1px solid black;
-}
-table.verticalBorderInside .cellBottom {
-border-bottom: 2px solid black;
-}
-table.verticalBorderInside .cellLeft, table.verticalBorderInside .cellHeadLeft {
-border-left: 0 solid black;
-}
-table.borderAll {
-border-collapse: collapse;
-}
-table.borderAll td {
-padding-left: 4px;
-padding-right: 4px;
-border: 1px solid black;
-}
-table.borderAll .cellHeadTop, table.borderAll .cellTop {
-border-top: 2px solid black;
-}
-table.borderAll .cellHeadBottom {
-border-bottom: 1px solid black;
-}
-table.borderAll .cellBottom {
-border-bottom: 2px solid black;
-}
-table.borderAll .cellLeft, table.borderAll .cellHeadLeft {
-border-left: 2px solid black;
-}
-table.borderAll .cellRight, table.borderAll .cellHeadRight {
-border-right: 2px solid black;
-}
-tr.borderTop td, tr.borderTop th, th.borderTop, td.borderTop {
-border-top: 1px solid black !important;
-}
-tr.borderRight td, tr.borderRight th, th.borderRight, td.borderRight {
-border-right: 1px solid black !important;
-}
-tr.borderLeft td, tr.borderLeft th, th.borderLeft, td.borderLeft {
-border-left: 1px solid black !important;
-}
-tr.borderBottom td, tr.borderBottom th, th.borderBottom, td.borderBottom {
-border-bottom: 1px solid black !important;
-}
-tr.borderHorizontal td, tr.borderHorizontal th, th.borderHorizontal, td.borderHorizontal {
-border-top: 1px solid black !important;
-border-bottom: 1px solid black !important;
-}
-tr.borderVertical td, tr.borderVertical th, th.borderVertical, td.borderVertical {
-border-right: 1px solid black !important;
-border-left: 1px solid black !important;
-}
-tr.borderAll td, tr.borderAll th, th.borderAll, td.borderAll {
-border: 1px solid black !important;
-}
-tr.noBorderTop td, tr.noBorderTop th, th.noBorderTop, td.noBorderTop {
-border-top: none !important;
-}
-tr.noBorderRight td, tr.noBorderRight th, th.noBorderRight, td.noBorderRight {
-border-right: none !important;
-}
-tr.noBorderLeft td, tr.noBorderLeft th, th.noBorderLeft, td.noBorderLeft {
-border-left: none !important;
-}
-tr.noBorderBottom td, tr.noBorderBottom th, th.noBorderBottom, td.noBorderBottom {
-border-bottom: none !important;
-}
-tr.noBorderHorizontal td, tr.noBorderHorizontal th, th.noBorderHorizontal, td.noBorderHorizontal {
-border-top: none !important;
-border-bottom: none !important;
-}
-tr.noBorderVertical td, tr.noBorderVertical th, th.noBorderVertical, td.noBorderVertical {
-border-right: none !important;
-border-left: none !important;
-}
-tr.borderAll td, tr.borderAll th, th.borderAll, td.noBorderAll {
-border: none !important;
-}
-.cellDoubleUp {
-border: 0 solid black !important;
-width: 1em;
-}
-td.alignDecimalIntegerPart {
-text-align: right;
-border-right: none !important;
-padding-right: 0 !important;
-margin-right: 0 !important;
-}
-td.alignDecimalFractionPart {
-text-align: left;
-border-left: none !important;
-padding-left: 0 !important;
-margin-left: 0 !important;
-}
-td.alignDecimalNotNumber {
-text-align: center;
-}
-table.alignedtext, table.alignedverse {
-border-collapse: collapse;
-}
-table.alignedtext td {
-vertical-align: top;
-width: 50%;
-}
-table.alignedverse {
-vertical-align: top;
-}
-table.alignedtext td.first, table.alignedverse td.first {
-border-width: 0 0.2px 0 0;
-border-color: gray;
-border-style: solid;
-padding-right: 10px;
-}
-table.alignedtext td.second, table.alignedverse td.second {
-padding-left: 10px;
-}
-table.alignedverse td.first, table.alignedverse td.second {
-width: 45%;
-}
-table.alignedverse td.lineNumbers {
-width: 10%;
-}
-body {
-padding: 1.58em 16%;
-}
-.pageNum {
-display: inline;
-font-size: 8.4pt;
-font-style: normal;
-margin: 0;
-padding: 0;
-position: absolute;
-right: 1%;
-text-align: right;
-letter-spacing: normal;
-}
-.marginnote {
-font-size: 0.8em;
-height: 0;
-left: 1%;
-position: absolute;
-text-indent: 0;
-width: 14%;
-text-align: left;
-}
-.right-marginnote {
-font-size: 0.8em;
-height: 0;
-right: 3%;
-position: absolute;
-text-indent: 0;
-text-align: right;
-width: 11%
-}
-.cut-in-left-note {
-font-size: 0.8em;
-left: 1%;
-float: left;
-text-indent: 0;
-width: 14%;
-text-align: left;
-padding: 0.8em 0.8em 0.8em 0;
-}
-.cut-in-right-note {
-font-size: 0.8em;
-left: 1%;
-float: right;
-text-indent: 0;
-width: 14%;
-text-align: right;
-padding: 0.8em 0 0.8em 0.8em;
-}
-span.tocPageNum, span.flushright {
-position: absolute;
-right: 16%;
-top: auto;
-text-indent: 0;
-}
-.pglink::after {
-content: "\0000A0\01F4D8";
-font-size: 80%;
-font-style: normal;
-font-weight: normal;
-}
-.catlink::after {
-content: "\0000A0\01F4C7";
-font-size: 80%;
-font-style: normal;
-font-weight: normal;
-}
-.exlink::after, .wplink::after, .biblink::after, .qurlink::after, .seclink::after {
-content: "\0000A0\002197\00FE0F";
-color: blue;
-font-size: 80%;
-font-style: normal;
-font-weight: normal;
-}
-.pglink:hover {
-background-color: #DCFFDC;
-}
-.catlink:hover {
-background-color: #FFFFDC;
-}
-.exlink:hover, .wplink:hover, .biblink:hover, .qurlink:hover, .seclin:hover {
-background-color: #FFDCDC;
-}
-body {
-background: #FFFFFF;
-font-family: serif;
-}
-body, a.hidden {
-color: black;
-}
-h1, h2, .h1, .h2 {
-text-align: center;
-font-variant: small-caps;
-font-weight: normal;
-}
-p.byline {
-text-align: center;
-font-style: italic;
-margin-bottom: 2em;
-}
-.div2 p.byline, .div3 p.byline, .div4 p.byline, .div5 p.byline, .div6 p.byline, .div7 p.byline {
-text-align: left;
-}
-.figureHead, .noteRef, .pseudoNoteRef, .marginnote, .right-marginnote, p.legend, .verseNum {
-color: #660000;
-}
-.rightnote, .pageNum, .lineNum, .pageNum a {
-color: #AAAAAA;
-}
-a.hidden:hover, a.noteRef:hover, a.pseudoNoteRef:hover {
-color: red;
-}
-h1, h2, h3, h4, h5, h6 {
-font-weight: normal;
-}
-table {
-margin-left: auto;
-margin-right: auto;
-}
-.tablecaption {
-text-align: center;
-}
-.arab { font-family: Scheherazade, serif; }
-.aran { font-family: 'Awami Nastaliq', serif; }
-.grek { font-family: 'Charis SIL', serif; }
-.hebr { font-family: Shlomo, 'Ezra SIL', serif; }
-.syrc { font-family: 'Serto Jerusalem', serif; }
-/* CSS rules generated from rendition elements in TEI file */
-.imprint {
-color: gray; text-align: center;
-}
-/* CSS rules generated from @rend attributes in TEI file */
-.xd31e1371 {
-text-align:center; vertical-align:middle; font-size:x-large; width:33%;
-}
-.xd31e1372 {
-text-align:center; vertical-align:middle;
-}
-.cover-imagewidth {
-width:559px;
-}
-.xd31e95 {
-font-size:x-large;
-}
-.xd31e97 {
-font-size:small;
-}
-.xd31e101 {
-font-size:xx-large;
-}
-.xd31e1364 {
-text-align:center; font-size:xx-large;
-}
-.xd31e1368 {
-text-align:center; font-size:xx-large; color:#d40000; font-weight:bold;
-}
-.tbl\.wanted\.header {
-width:100%;
-}
-.xd31e1375 {
-font-size:xx-large;
-}
-.lordlisterwidth {
-width:307px;
-}
-.xd31e1390 {
-text-align:center; font-size:xx-large; color:#d40000;
-}
-.xd31e1392 {
-font-size:large;
-}
-.xd31e1395 {
-font-size:large;
-}
-.xd31e1398 {
-text-align:center;
-}
-.xd31e1400 {
-text-align:center; font-size:x-large;
-}
-.xd31e1404 {
-text-align:center; font-size:large;
-}
-.warrant\.en {
-font-size:small; border:2pt solid black; padding-left:1em; padding-right:1em; margin:1em;
-}
-.xd31e1415 {
-font-size:x-large; text-align:center;
-}
-.xd31e1419 {
-font-weight:bold; text-align:center;
-}
-.warrant\.nl {
-display:none; font-size:small;
-}
-.xd31e1527 {
-text-align:center; font-weight:bold; font-size:large;
-}
-.xd31e1632 {
-font-size:xx-large;
-}
-.xd31e1634 {
-font-size:medium;
-}
-@media handheld {
-}
-/* ]]> */ </style>
-</head>
-<body>
-<div lang='en'>
-<p style='text-align:center; font-size:1.2em; font-weight:bold'>The Project Gutenberg eBook of <span lang='nl'>Lord Lister No. 0011: De diamanten van den hertog van Norfolk</span>, by Kurt Matull</p>
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and
-most other parts of the world at no cost and with almost no restrictions
-whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms
-of the Project Gutenberg License included with this eBook or online
-at <a href="https://www.gutenberg.org">www.gutenberg.org</a>. If you
-are not located in the United States, you will have to check the laws of the
-country where you are located before using this eBook.
-</div>
-</div>
-
-<p style='display:block; margin-top:1em; margin-bottom:1em; margin-left:2em; text-indent:-2em'>Title: <span lang='nl'>Lord Lister No. 0011: De diamanten van den hertog van Norfolk</span></p>
-<p style='display:block; margin-top:1em; margin-bottom:0; margin-left:2em; text-indent:-2em'>Authors: Kurt Matull</p>
-<p style='display:block; margin-top:0; margin-bottom:0; margin-left:2em;'>Theo Blakensee</p>
-<p style='display:block; text-indent:0; margin:1em 0'>Release Date: February 28, 2022 [eBook #67523]</p>
-<p style='display:block; text-indent:0; margin:1em 0'>Language: Dutch</p>
- <p style='display:block; margin-top:1em; margin-bottom:0; margin-left:2em; text-indent:-2em; text-align:left'>Produced by: The Online Distributed Proofreading Team at https://www.pgdp.net/ for Project Gutenberg</p>
-<div style='margin-top:2em; margin-bottom:4em'>*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK <span lang='nl'>LORD LISTER NO. 0011: DE DIAMANTEN VAN DEN HERTOG VAN NORFOLK</span> ***</div>
-<div class="front">
-<div class="div1 cover"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
-<p class="first"></p>
-<div class="figure cover-imagewidth"><img src="images/lordlister0011-front.jpg" alt="Oorspronkelijke voorkant." width="559" height="720"></div><p>
-<span class="pageNum" id="pb1">[<a href="#pb1">1</a>]</span></p>
-</div>
-</div>
-<div class="div1 imprint"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
-<p class="first xd31e95">☞ Elke aflevering bevat een volledig verhaal. ☜
-</p>
-<p class="xd31e97">UITGAVE VAN DEN „ROMAN-BOEKHANDEL VOORHEEN A. EICHLER”, SINGEL 236,—AMSTERDAM.
-</p>
-</div>
-</div>
-</div>
-<div class="body">
-<div id="ch1" class="div1 chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
-<div class="figure"><img src="images/p0011-01.png" alt="DE DIAMANTEN VAN DEN HERTOG VAN NORFOLK." width="720" height="226"></div>
-<h2 class="super xd31e101">DE DIAMANTEN VAN DEN HERTOG VAN NORFOLK.</h2>
-<h2 class="label">EERSTE HOOFDSTUK.</h2>
-<h2 class="main">EEN KRANIG STUKJE.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="first">„Ben je er wel heel zeker van, dat je het geheime wachtwoord bezit?” vroeg Charly
-Brand zijn vriend, lord Lister, die zich juist door zijn bediende liet helpen bij
-het aantrekken van zijn zware pelsjas.
-</p>
-<p>De lord lachte.
-</p>
-<p>„Maak je maar niet ongerust, Charly! Het zaakje is in orde! Doordat ik des nachts
-mijn telefoondraad aansloot op de hoofdlijn en daardoor een tusschenverbinding tot
-stand bracht, ben ik al veertien dagen lang in de gelegenheid geweest om de gesprekken
-met de Londensche en de Zuid-West Bank af te luisteren en vooral die welke de directie
-van het hoofdkantoor hield met de bijkantoren.”
-</p>
-<p>„En heb je het wachtwoord gehoord?”
-</p>
-<p>„<span lang="en">Well, my boy</span><span class="corr" id="xd31e114" title="Bron: ”.">.”</span>
-</p>
-<p>„En hoe is het verder gegaan? Ik brand gewoonweg van nieuwsgierigheid!”
-</p>
-<p>Lord Lister streek zich eens door de donkere snor.
-</p>
-<p>„Ik heb naar de verschillende directies van dertien bijkantoren geschreven, dat een
-bedrag van vijfhonderd pond voor zekeren Samuel Rottwell op hun bank is ingeschreven.
-Deze brieven heb ik onderteekend met den naam van den directeur der depositobank.”
-</p>
-<p>„En geloof je niet, dat een der bankdirecteuren achterdocht zal koesteren?”
-</p>
-<p>„Geen kwestie van, Charly. Je weet, dat ik in dergelijke zaken met pijnlijke nauwgezetheid
-handel. Het opschrift der firma, het stempel, alles is all right! En al mag bij een
-enkelen bankdirecteur ook eenige twijfel rijzen, dan zal dadelijk het wachtwoord dien
-twijfel weer doen verdwijnen!”
-</p>
-<p>Een lakei verscheen.
-</p>
-<p>„Wenscht u een chauffeur?” vroeg de man.
-<span class="pageNum" id="pb2">[<a href="#pb2">2</a>]</span></p>
-<p>Charly Brand maakte een afwerende beweging met de hand.
-</p>
-<p>„Niet noodig! Ik zal zelf sturen!”
-</p>
-<p>De lakei boog diep en verliet het vertrek.
-</p>
-<p>Charly Brand trok nu een lange automobieljas aan, waarvan het bont naar buiten was
-gekeerd, zoodat hij veel geleek op een ijsbeer.
-</p>
-<p>Zijn gezicht was bijna geheel bedekt door de groote automobielpet. Hij ging de trap
-af, gevolgd door lord Lister en bracht de roode, elegante automobiel in orde.
-</p>
-<p>Langzaam bewoog de fraaie kar zich voorwaarts en tufte door het drukste deel van Londen.
-</p>
-<p>Voor de depositobank in Vauxhall hield het voertuig het allereerst stil.
-</p>
-<p>Lord Lister stapte uit met onverschillig gebaar.
-</p>
-<p>De portier van de Bank deed de deur open en boog diep.
-</p>
-<p>Lord Lister ging binnen en begaf zich naar de kassa.
-</p>
-<p>„Mijn naam is Samuel Rottwell<span class="corr" id="xd31e140" title="Bron: ”,">,”</span> stelde hij zich voor.
-</p>
-<p>De hoofdkassier haalde gauw het kasboek te voorschijn, waarin de handteekeningen geplaatst
-moesten worden.
-</p>
-<p>In groote, duidelijke letters schreef hij de woorden:
-</p>
-<p>Fred Harry Rolph Samuel Rottwell.
-</p>
-<p>Toen schreef hij, met een handigheid alsof hij duizendmaal die handteekening had geplaatst,
-een bijna onleesbaren krabbel.
-</p>
-<p>De ambtenaar keek even met onderzoekenden blik naar een en ander, knikte, wierp toen
-een vluchtigen blik naar den voornamen jongen man en overhandigde daarop den nieuwen
-klant een chêque-boek.
-</p>
-<p>Mr. Rottwell vulde dadelijk een der bladen voor een bedrag van honderd pond in.
-</p>
-<p>„Ge wilt zeker wel zoo vriendelijk zijn, mij negentig pond in banknoten en tien pond
-in goudgeld uit te betalen, mijnheer<span class="corr" id="xd31e151" title="Bron: ”,">,”</span> sprak hij tot den eersten boekhouder, die met beleefd gebaar aan het verzoek voldeed.
-</p>
-<p>De bezoeker groette beleefd, stapte weer in zijn automobiel en reed weg.
-</p>
-<p>Charly Brand lachte in zijn vuistje, toen hij zijn vriend uit de Bank zag komen.
-</p>
-<p>Dezelfde geschiedenis herhaalde zich aan de depositobank in Clapham.
-</p>
-<p>Daar was de eerste boekhouder echter nieuwsgieriger.
-</p>
-<p>„Ge zijt zeker groote dingen van plan, mr. Rottwell?” vroeg hij.
-</p>
-<p>„Wel<span class="corr" id="xd31e162" title="Bron: ”,">,”</span> antwoordde lord Lister glimlachend, „ik ga naar de slederennen in Windsor. Ik geloof,
-dat het daar heel interessant zal zijn, want er worden groote sommen verwed.”
-</p>
-<p>„Zóó!” antwoordde de boekhouder en hij schoof mr. Rottwell honderd pond toe.
-</p>
-<p>Lord Lister nam weer plaats in zijn auto.
-</p>
-<p>En zoo ging het van Bank tot Bank, naar Belham, Streatham, enzoovoorts.
-</p>
-<p>Voordat er twee uren voorbij waren, had lord Lister negen depositobanken bezocht en
-bij alle hetzelfde stukje uitgehaald.
-</p>
-<p>Toen hij het tiende bijkantoor was binnengegaan, zette Charly Brand den motor op rust,
-stak een sigaret aan en wachtte.
-</p>
-<p>„Tien keer honderd pond is duizend pond<span class="corr" id="xd31e173" title="Bron: ”,">,”</span> rekende hij uit. „All right, dat is voorloopig genoeg voor het plan, dat lord Lister
-beoogt. Als hij niet altijd weer zijn geld aan de armen gaf, zou hij niet elk oogenblik
-in geldverlegenheid zitten, waardoor zulke gevaarlijke spelletjes op touw moeten worden
-gezet.”
-</p>
-<p>Juist toen Charly Brand zijn alleenspraak had geëindigd, draaide hij zich verbluft
-om.
-</p>
-<p>Iemand had hem de hand op den schouder gelegd en toen hij onwillig opkeek, zag hij
-in het gelaat van iemand, die in uniform gekleed was en een helm droeg.
-</p>
-<p>„Inspecteur Baxter!” ontsnapte het Charly’s mond.
-</p>
-<p>Van louter schrik liet hij zijn sigaret vallen en keek den gevreesden beambte vlak
-in het gezicht.
-<span class="pageNum" id="pb3">[<a href="#pb3">3</a>]</span></p>
-<p>„Ja, dat ben ik<span class="corr" id="xd31e184" title="Bron: ”,">,”</span> antwoordde de politie-inspecteur op gemoedelijken toon, „ge schijnt mij reeds te
-kennen? Vertel mij eens, wien behoort die mooie kar?”
-</p>
-<p>„Die is van mijn meester<span class="corr" id="xd31e189" title="Bron: ”,">,”</span> antwoordde Charly, thans weder volkomen op zijn gemak.
-</p>
-<p>„Zoo, zoo! En wie is uw meester?”
-</p>
-<p>„Dat is de eigenaar van dezen automobiel, mijnheer de inspecteur!”
-</p>
-<p>„Drommels! Jij bent een grappige chauffeur. Maar opdat wij wat verder zullen komen,
-wil ik je in vertrouwen vertellen, dat de directeur van het hoofdkantoor der depositobanken
-een half uur geleden tot de ontdekking is gekomen, dat aan alle bijkantoren honderd
-pond is uitbetaald aan zekeren mister Rottwell.
-</p>
-<p>„Toen hij inderhaast zijn boeken nasloeg, kwam hij tot de ontdekking, dat iemand van
-dien naam daarin heelemaal niet voorkomt.—Wie zou zoo’n boevenstreek wel hebben uitgehaald?
-Zeg, is deze auto niet van John Raffles?”
-</p>
-<p>Charly Brand haalde de schouders op.
-</p>
-<p>„Raffles? Dien ken ik niet, inspecteur. Als ge echter Raffles, den Grooten Onbekende,
-meent, dan moet ik u tot mijn spijt zeggen— —”
-</p>
-<p>Maar Baxter begreep volkomen het doel van den chauffeur.
-</p>
-<p>Hij wilde Baxter aan den praat houden en hem door zijn praatjes verhinderen, maatregelen
-te nemen, opdat lord Lister, als deze uit het Bankgebouw kwam en Baxter zou zien,
-alle gelegenheid tot ontvluchten had.
-</p>
-<p>„’t Is goed!” sprak Baxter en hij wenkte twee agenten.
-</p>
-<p>Deze hadden Charly al heel gauw van zijn chauffeursplaats gehaald en duwden hem een
-gang binnen.
-</p>
-<p>Daar werd hen zijn mooie ijsberenjas afgenomen, evenals zijn automobielpet en bril.
-</p>
-<p>„Dien vogel hebben wij al eens meer in de kooi gehad<span class="corr" id="xd31e206" title="Bron: ”,">,”</span> zei Baxter, toen hij den secretaris van den Grooten Onbekende aankeek. „Houdt hem
-vast, wij moeten eens zien, in welke zonderlinge verhouding deze jonge man tot Raffles
-staat!”
-</p>
-<p>Terwijl Charly Brand werd weggebracht, deed Baxter diens jas aan, drukte de pet diep
-in de oogen, zette den bril op en ging op Charly’s chauffeursplaats zitten.
-</p>
-<p>Juist kwam lord Lister uit het Bankgebouw.
-</p>
-<p>Hij was in een uitstekenden luim, stak een sigaret aan, en, zonder eenige notitie
-te nemen van den chauffeur, beval hij op korten toon:
-</p>
-<p>„Taftord.”
-</p>
-<p>Inspecteur Baxter knikte.
-</p>
-<p>Een breede grijns vertrok zijn mond.
-</p>
-<p>„<span lang="en">Well</span>.”
-</p>
-<p>Hij zette den motor in beweging.
-</p>
-<p>Maar verstandig was het niet van hem geweest, dat hij zijn mond niet had kunnen houden
-en hij bemerkte niet, dat lord Lister één oogenblik het portier van de auto in de
-hand hield en zijn wenkbrauwen hoog optrok, toen hij dit „<span lang="en">well</span>” hoorde.
-</p>
-<p>Toen glimlachte hij en stapte in de auto.
-</p>
-<p>Inspecteur Baxter begon nu te racen. In razende vaart joeg hij de stad door en het
-was tot zijn geluk, dat hij zoo’n goed automobilist was.
-</p>
-<p>Hem gebeurde niets anders dan dat hij drie keer tegen een equipage botste, één paard
-dood reed, een half dozijn melkkarren overhoop reed en zeven-en-twintig keer door
-agenten werd opgeschreven.
-</p>
-<p>Maar wat kon hem dat schelen?
-</p>
-<p>Inspecteur Baxter lag gewoonweg dubbel gevouwen over het stuurrad en zijn gezicht
-grijnsde van pleizier.
-</p>
-<p>Hij zou met alle liefde nog een dozijn paarden hebben doodgereden.
-</p>
-<p>Hij had Raffles immers! De Groote Onbekende was in zijn macht!
-</p>
-<p>Raffles leunde intusschen doodkalm in de kussens achterover!
-</p>
-<p>Als de motor niet zoo’n vervaarlijk geweld had gemaakt, <span class="pageNum" id="pb4">[<a href="#pb4">4</a>]</span>zou inspecteur Baxter het spotlachje hebben gehoord, dat lord Lister uitstiet.
-</p>
-<p>Aan afspringen van de auto was natuurlijk niet te denken bij zoo’n razende vaart.
-</p>
-<p>Lord Lister zou dan hals en beenen hebben gebroken.
-</p>
-<p>Achtervolgd door fietsende agenten, die deze onbesuisde auto in beslag wilden nemen,
-joeg Baxter naar Scotland Yard.
-</p>
-<p>Daar doemde het groote gebouw al op in de verte.
-</p>
-<p>De inspecteur hield met een ruk stil, sprong van den bok, rukte de deur open, stak
-zijn revolver vooruit en beval:
-</p>
-<p>„Uitstappen, Raffles! Ge zijt mijn arrestant!”
-</p>
-<p>De laatste woorden bleven den inspecteur bijna in de keel steken.
-</p>
-<p>De agenten, die om de auto waren komen heenstaan, deinsden achteruit en hielden den
-neus dicht.
-</p>
-<p>In de auto was niets dan rook! Rook!
-</p>
-<p>Dikke, gele rook, die zoo’n stank verspreidde, dat Baxter nauwelijks kon ademhalen.
-</p>
-<p>Hij viel op de sneeuw neer en schreeuwde luid:
-</p>
-<p>„Lucht! Lucht! Ik stik!”
-</p>
-<p>Baxter had den agenten nog niet kunnen vertellen, wat er gebeurd was en deze trokken
-zich terug om eerst dien rookwalm te laten wegtrekken.
-</p>
-<p>Eindelijk dunde de rook.
-</p>
-<p>Baxter vond weer de kracht om op te staan en vloog nu in de auto. Maar alles wat hij
-bemachtigde, was een reusachtige sigaar, die bij zoo lang was als een bovenarm. De
-sigaar was van staal en daaruit stroomde de rook, die zoo’n verpestenden stank verbreidde.
-</p>
-<p>Maar Raffles was verdwenen en inderhaast vertelde Baxter, hoe hij den meesterdief
-had gevangen.
-</p>
-<p>„Maar dan heeft hij zich in rook opgelost, inspecteur<span class="corr" id="xd31e259" title="Bron: ”,">,”</span> lachten de agenten, die weer naderbij waren gekomen.
-</p>
-<p>Baxter vloekte.
-</p>
-<p>Maar wat gaf dat?
-</p>
-<p>Raffles was weg.
-</p>
-<p>Deze had zich geen oogenblik bezorgd gemaakt, toen hij zag, dat de auto in duizelingwekkende
-snelheid Scotland Yard naderde.
-</p>
-<p>Voor zulke gelegenheden had hij altijd een van de sigaren bij zich, die met een pas
-uitgevonden poeder, dat aromale heette, gevuld waren.
-</p>
-<p>Als een lucifer of een brandende sigaar hierbij wordt gehouden, vervliegt het poeder
-in dichten rook en wie dezen rook langen tijd inademt, wordt bewusteloos.
-</p>
-<p>En terwijl Baxter de auto opende en terugdeinsde voor den verstikkenden damp, was
-Raffles doodkalm aan den anderen kant uitgestapt en weggewandeld, door niemand gehinderd.
-</p>
-<p>Een kwartier later had hij een anderen automobiel en reed naar Bromley, naar het elfde
-bijkantoor.
-</p>
-<p>Hij was namelijk van meening, dat Baxter slechts door een toeval langs het Bankgebouw
-was gekomen, waar hij de auto herkend had. Misschien ook had Charly zich door een
-of andere onvoorzichtigheid verraden. Hij wist niet wat Baxter aan Charly had verteld,
-die zich op weg naar het politiebureau uit de handen der agenten had losgerukt en
-nu in het huis van lord Lister met hevige hartklopping wachtte of zijn vriend niet
-spoedig zou terugkomen.
-</p>
-<p>Lord Lister was iemand, die niet gauw zijn plannen opgaf.
-</p>
-<p>Hij had het zich nu eens in het hoofd gezet, ook de beide laatste bijkantoren te bezoeken
-en <span class="corr" id="xd31e275" title="Bron: zelf">zelfs</span> door het groote gevaar, waaraan hij ternauwernood ontsnapt was, liet hij zich daarvan
-niet terughouden.
-</p>
-<p>Hij trad dus het Bankgebouw binnen, deed den kraag van zijn pels neer, ging naar de
-kas en zei:
-</p>
-<p>„Mijn naam is Samuel Rottwell.”
-</p>
-<p>Maar zijn overmoed zou duur gestraft worden.
-</p>
-<p>Nauwelijks had hij dezen naam uitgesproken, of de boekhouder schreeuwde uit alle macht:
-</p>
-<p>„Help! Help! Moord en doodslag! Hier staat Raffles!”
-<span class="pageNum" id="pb5">[<a href="#pb5">5</a>]</span></p>
-<p>In een oogenblik hadden de portiers de deuren gesloten en hun revolvers getrokken.
-Alles liep verward dooreen. Niemand wist eigenlijk, wat er gebeurd was, terwijl lord
-Lister doodkalm de hal verliet en een wanhopige poging deed om nog een der uitgangen
-te bereiken.
-</p>
-<p>Maar de portier hield hem de revolver onder den neus en zei:
-</p>
-<p>„Niemand mag naar buiten, mijnheer!”
-</p>
-<p>„Alle drommels! Kan een fatsoenlijk mensch dan in Londen geen Bank meer binnengaan,
-zonder dat hem een revolver onder den neus wordt geduwd?”
-</p>
-<p>Maar de portier gaf niet toe.
-</p>
-<p>„Ik heb strenge bevelen, mijnheer! Maar ik weet, dat inspecteur Baxter met zes agenten
-binnen een minuut al hier is. Die zal u zeker spoedig uw vrijheid teruggeven!”
-</p>
-<p>Daar kwam Baxter al.
-</p>
-<p>„Heb je hem?” vroeg hij gretig.
-</p>
-<p>„Nog niet! Maar hij is hier! De boekhouder heeft hem herkend!”
-</p>
-<p>Raffles ging achteruit om niet door Baxter gezien te worden.
-</p>
-<p>Hij zat nu toch wel degelijk in gevaar. Hij stormde de trappen op om zich boven ergens
-te verbergen, toen hij zich plotseling door een half dozijn beambten van de Bank zag
-omsingeld.
-</p>
-<p>Het werd een formeel gebrul.
-</p>
-<p>„Hier is Raffles! Raffles is hier!! Raffles!!! Raffles!!!! Raffles!!!!!”
-</p>
-<p>Zij hadden zeker het woord nog een dozijn keeren herhaald, als Raffles niet plotseling
-naar links en rechts vuistslagen had uitgedeeld, zoodat de beambten als muggen door
-elkaar vlogen.
-</p>
-<p>In het volgende oogenblik vloog de Groote Onbekende een lange gang door, die zich
-voor hem uitstrekte.
-</p>
-<p>Hij hoorde, dat Baxter het bevel gaf, Raffles liever dood uit te leveren, dan hem
-te laten ontsnappen.
-</p>
-<p>Plotseling, toen lord Lister bijna het eind van de gang had bereikt, dook voor hem
-een lange, magere gedaante op met gerimpeld gelaat, slaphangende wangen en wijd uitpuilende
-oogen.
-</p>
-<p>„Terug! Terug! Hier mag geen sterveling meer door!”
-</p>
-<p>Raffles, die nu geen tijd meer had om beleefd te zijn, hield zijn beide vuisten als
-buffers voor zich uit en vloog als ’t ware over den man heen. In het volgende oogenblik
-had hij een deur bereikt—maar zij was gesloten.
-</p>
-<p>Nu zat hij toch inderdaad leelijk in de knel.
-</p>
-<p>„Wat doet ge?” kermde de man op den grond. „Ga gauw terug, heel gauw! Ik beveel het
-u! Ik ben de directeur van de Bank!”
-</p>
-<p>„All right! Dat is mij heel aangenaam<span class="corr" id="xd31e311" title="Bron: ”,">,”</span> antwoordde Raffles, pakte den man beet, keerde hem om en doorzocht zijn zakken. Al
-gauw vond hij een sleutelbos. Toen rende hij terug naar de gesloten deur en had deze
-juist geopend, toen inspecteur Baxter met zijn mannen in de gang kwam.
-</p>
-<p>Raffles deed de deur op slot en ontstak een kleine, electrische zaklantaarn.
-</p>
-<p>Hij keek om zich heen en zag, dat hij voor een lange trap stond, die naar een keldergewelf
-leidde. Zoo vlug als de duisternis het hem toeliet, vloog hij naar beneden en kwam
-in een tamelijk groote ruimte, waar hij zocht naar een schuilhoek.
-</p>
-<p>Hij liep vooruit, maar struikelde en viel op den grond neer. Toen hij om zich heen
-tastte, greep zijn hand in een weeke massa.
-</p>
-<p>Verschrikt sprong hij op, drukte op de lantaarn en liet het schijnsel over den grond
-vallen,
-</p>
-<p>Daar lag het vreeselijk verminkte lijk van een man.
-</p>
-<p>Bijna op hetzelfde oogenblik, dat Raffles deze afschuwelijke ontdekking deed, liet
-inspecteur Baxter een bijl brengen om de kelderdeur in te slaan.
-</p>
-<p>Het duurde drie minuten, voordat de deur toegaf.
-</p>
-<p>Plotseling staakten de agenten hun werk.
-<span class="pageNum" id="pb6">[<a href="#pb6">6</a>]</span></p>
-<p>„Inspecteur, hebt ge niets gehoord?”
-</p>
-<p>Inderdaad!
-</p>
-<p>Ook Baxter had daar beneden een schot hooren vallen.
-</p>
-<p>„Er is geschoten!” fluisterde hij.
-</p>
-<p>Met vereende krachten werd nu de deur opengemaakt en toen klonk den mannen een rochelende
-gil tegen. Daarna was alles stil.
-</p>
-<p>Baxter bleef een oogenblik staan.
-</p>
-<p>„Daar beneden is het niet in den haak!” mompelde hij. Ook de agenten waren bleek om
-den neus geworden. Zij hadden allen het reutelen van een stervende gehoord, die op
-gewelddadige wijze om het leven was gebracht.
-</p>
-<p>De Bankdirecteur, die bij de agenten stond, wischte zich het klamme zweet van het
-voorhoofd en fluisterde:
-</p>
-<p>„Daar is — — daar is — — een misdaad — — — gepleegd!”
-</p>
-<p>„Vooruit! Wij moeten het fijne van de zaak weten!” beval Baxter en sprong de trap
-af, gevolgd door zijn mannen.
-</p>
-<p>Toen de electrische lampen der agenten de kelderruimte verlichtten, zagen zij in het
-midden een doode liggen. De Bankdirecteur stiet een kreet uit en tuimelde als ’t ware
-vooruit.
-</p>
-<p>„Wat—wat—is dat? Maar dat is—dat is—heksenwerk!”
-</p>
-<p>Baxter was naast den doode neergeknield.
-</p>
-<p>Het was Raffles.
-</p>
-<p>Naast hem lag een groote <span class="corr" id="xd31e342" title="Bron: bloedpas">bloedplas</span>. De pelsjas dreef in het roode vocht. Raffles’ handen en zijn gelaat waren met bloed
-bevlekt en men zag duidelijk op de plaats, waar het haar was vastgekleefd, dat een
-kogel in het hoofd was gedrongen.
-</p>
-<p>Hier was geen vergissing mogelijk. Inspecteur Baxter lichtte den doode in het gelaat.
-</p>
-<p>„Het <i>is</i> Raffles!” sprak hij.
-</p>
-<p>„Wel inspecteur, het <i>is</i> Raffles<span class="corr" id="xd31e354" title="Bron: ”,">,”</span> echo-den de agenten hem na.
-</p>
-<p>Het was inderdaad de Groote Onbekende. Voor zoover men het door het bloed kon onderscheiden,
-was zijn gelaat doodsbleek. De lippen waren vastgesloten, evenals de oogen, die diep
-in hunne kassen waren teruggezonken.
-</p>
-<p>Inspecteur Baxter keek om zich heen.
-</p>
-<p>Toen nam hij langzaam de uniformpet af en zei:
-</p>
-<p>„God zij zijn arme zondige ziel genadig!”
-</p>
-<p>„Amen” sprak een der agenten.
-</p>
-<p>Toen voegde hij er bij:
-</p>
-<p>„Daar ligt nog iemand, inspecteur!”
-</p>
-<p>Als een tijger sprong Baxter op het tweede lijk toe.
-</p>
-<p>Inderdaad. Hier lag nog iemand. Iemand, wiens gelaat en lichaam afschuwelijk verminkt
-was. Zeker twintig messteken hadden hem getroffen. Hij lag in een hoek en inspecteur
-Baxter onderzocht of geen stukje papier eenige aanwijzing zou kunnen geven.
-</p>
-<p>De directeur der Bank was sprakeloos, maar na eenigen tijd hijgde hij met moeite:
-</p>
-<p>„Ge moet dadelijk een scherp onderzoek instellen, inspecteur. Dat is vreeselijk! Afschuwelijk!
-Wat moet er nu gebeuren?”
-</p>
-<p>Baxter schudde het hoofd.
-</p>
-<p>„Geef ons een kamer, directeur, waar wij de lijken zoolang kunnen bergen tot den avond.
-Ik zal ze dan laten weghalen!”
-</p>
-<p>Een der agenten had intusschen een dokter gehaald. Deze boog zich even over den doode,
-die door messteken verwond was en zei toen:
-</p>
-<p>„Afgeloopen!”
-</p>
-<p>Toen keek hij naar Raffles en zei:
-</p>
-<p>„Ook gedaan! Een mooie geschiedenis! Wat is hier feitelijk voorgevallen?”
-</p>
-<p>„Als ik dat wist, dokter, gaf ik tien jaren van mijn leven!” zei de wanhopige politie-inspecteur.
-„Zoo iets heb ik nog nooit bijgewoond! De duivel in eigen persoon is hier in het spel!
-Maar natuurlijk—Raffles is er ook weer bij!”
-<span class="pageNum" id="pb7">[<a href="#pb7">7</a>]</span></p>
-<p>Nogmaals doorzocht hij den kelder—wederom schudde hij het hoofd.
-</p>
-<p>„Niets—heelemaal niets!”
-</p>
-<p>Hier waren twee misdaden begaan, waarbij het menschelijke verstand stil stond.
-</p>
-<p>Met behulp der agenten werden nu de beide lijken naar een kamer gebracht, die de Bankdirecteur
-te zijner beschikking had. Een der mannen bleef de wacht houden, tot de lijken zouden
-worden gehaald
-</p>
-<p>Des avonds deelden alle Londensche bladen het opzienbarende bericht mede, dat Raffles,
-de Groote Onbekende, dood was.
-</p>
-<p>Alleen zij, die tot lord Lister in onaangename verhouding hadden gestaan, juichten
-over dat bericht. Maar zij, die veel aan zijn groote goedheid hadden te danken, wijdden
-eenige tranen aan zijn nagedachtenis.
-<span class="pageNum" id="pb8">[<a href="#pb8">8</a>]</span></p>
-</div>
-</div>
-<div id="ch2" class="div1 chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
-<h2 class="label">TWEEDE HOOFDSTUK.</h2>
-<h2 class="main">DE GROOTE ONBEKENDE IS ONSTERFELIJK.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="first">Daar lag Raffles nu op een houten bank in een achterkamer.
-</p>
-<p>De tijd verstreek, de klok wees tien minuten vóór vieren, waarop de Bank werd gesloten
-voor het publiek.
-</p>
-<p>De agent, die de wacht hield, liep ongeduldig heen en weer.
-</p>
-<p>Plotseling, toen hij zich weer omdraaide, bleef hij als vastgenageld staan. Hij opende
-den mond om te schreeuwen, zijn haren rezen ten berge, zijn oogen puilden uit hun
-kassen en zoo bleef hij een paar seconden onbewegelijk staan.
-</p>
-<p>Een der beide dooden had zich bewogen. Het was Raffles. De agent wilde het eerst niet
-gelooven. Hij keek nog eens scherper toe en—ja—daar bewoog Raffles zich alweer!
-</p>
-<p>Hij leunde met zijn elleboog op de bank, waarop hij lag en richtte zich halverwege
-op. En zijn groote, glanzende oogen, die oogen, waarvoor allen zoo bang waren, omdat
-er een bovennatuurlijke kracht van uitstraalde, zij richtten zich groot en doordringend
-op den agent.
-</p>
-<p>Dat was te veel voor den politieman van Scotland Yard. Hij stiet een luiden schreeuw
-uit en rende weg.
-</p>
-<p>Raffles lachte—lachte zóó luid, dat het schalde door het vertrek.
-</p>
-<p>Langzaam stond lord Lister op en liep een paar keer de kamer op en neer, om weer wat
-beweging te krijgen in zijn stijve ledematen. Het bloed was hem verstijfd en vloeide
-nog maar traag door zijn aderen.
-</p>
-<p>Eindelijk was hij weer wat op krachten gekomen.
-</p>
-<p>Hij richtte zich hoog op, opende de deur en trad naar buiten.
-</p>
-<p>Het was leeg in de gang. Het publiek was heengegaan en slechts enkele beambten waren
-nog aanwezig. In de groote zaal was alleen nog de eerste boekhouder, die dien dag
-de aanhouding van Raffles had bewerkstelligd.
-</p>
-<p>Hij zat over zijn werk gebogen, toen plotseling een der vleugeldeuren openging en
-een met bloed bevlekt lijk binnentrad.
-</p>
-<p>„Wel, zijt ge nog aan den arbeid?” vroeg Raffles met een grafstem.
-</p>
-<p>Bij de eerste woorden had de boekhouder van zijn werk opgekeken.
-</p>
-<p>Hij keek als een gek en schreeuwde toen uit:
-</p>
-<p>„Om ’s hemels wil—wie zijt ge?”
-</p>
-<p>„Ik? Ik ben Raffles!”
-</p>
-<p>„Raffles? Maar ge zijt immers dood?”
-</p>
-<p>„Wel! Nu leef ik weer!”
-</p>
-<p>„Maar dat kan niet!” gilde de boekhouder.
-</p>
-<p>„En toch <i>is</i> het zoo, waarde heer! Neen, neen! Blijf kalm zitten! Doe geen moeite! Ik zal wel
-een plaatsje vinden! Er is ruimte genoeg in deze groote zaal! Hoeveel hebt ge vandaag
-ontvangen?”
-<span class="pageNum" id="pb9">[<a href="#pb9">9</a>]</span></p>
-<p>„Niets! Heelemaal niets!” brulde de doodsbenauwde man.
-</p>
-<p>„Dat is al een heel klein beetje voor een filiaal van de Londensche en de Zuidwest
-Bank!”
-</p>
-<p>Toen ging hij achter een lessenaar, deed een lade open met een der sleutels van den
-directeur en keek erin.
-</p>
-<p>„Alle „drommels”! Honderd—duizend—vijfduizend—tienduizend—veertigduizend pond!—Dat
-is een heel aardig bedrag, mister! Ik denk, dat de Bank niet kijkt op een twintigduizend
-pond!”
-</p>
-<p>Met deze woorden nam Raffles 20,000 pond uit de lade, stak ze in den zak en zei:
-</p>
-<p>„’t Is nu vier uur! Vóór vijf uur moogt ge niet kikken, begrepen?”
-</p>
-<p>De man bleef stom.
-</p>
-<p>„Hebt ge mij verstaan?” donderde Raffles. <span class="corr" id="xd31e428" title="Niet in bron">„</span>Een uur lang moogt ge niet kikken. Dan kunt ge zoo hard schreeuwen als ge maar wilt!”
-</p>
-<p>De boekhouder knikte.
-</p>
-<p>Inderdaad, het was hem onmogelijk, eenig geluid voort te brengen!
-</p>
-<p>Raffles verliet de groote zaal.
-</p>
-<p>Hij liep de gang door en hoorde eensklaps twee stemmen.
-</p>
-<p>Hij sloeg er niet de minste acht op, toen hem de woorden in het oor klonken:
-</p>
-<p>„De diamanten van den hertog van Norfolk.”
-</p>
-<p>Hij bleef nu staan en luisterde met het oor tegen de deur geleund, waarachter vandaan
-het geluid kwam.
-</p>
-<p>„Ik zal de bewaking van de diamanten van den hertog op mij nemen<span class="corr" id="xd31e440" title="Bron: ”,">,”</span> hoorde lord Lister zeggen. „Waar worden ze heengebracht?”
-</p>
-<p>„Naar het groote tentoonstellingsgebouw in Regentstreet. Ge moet ze vannacht halen
-en morgen weer terug brengen!”
-</p>
-<p>„All right!”
-</p>
-<p>Het was nu een poosje stil.
-</p>
-<p>Lord Lister dacht na. Toen, nadat hij tien seconden had gepeinsd, liep hij de gang
-verder door, ging bij een der fonteintjes, die hier en daar voor het personeel waren
-aangebracht, het bloed van zijn gelaat wasschen en verliet het Bankgebouw, zonder
-verder door iemand te worden lastig gevallen.
-</p>
-<p>Een half uur later betrad hij een van zijn woningen. Deze lag in St. James Street
-en bestond uit een apartement van zes kamers.
-</p>
-<p>Binnen werd een deur opengedaan en Charly Brand keek de gang in.
-</p>
-<p>„Ben jij het?”
-</p>
-<p>„Zooals je ziet!”
-</p>
-<p>„Lieve tijd, wat heb ik een angsten om je uitgestaan!”
-</p>
-<p>„Ik om jou niet minder, beste Charly!”
-</p>
-<p>Deze keek Raffles eens van ter zijde aan en zei toen:
-</p>
-<p>„Wat zie je bleek, John! Scheelt je wat?”
-</p>
-<p>„Neen, wat zou mij schelen, kerel? Ik heb daar juist iets beleefd, wat je niet in
-je kouwe kleeren gaat zitten!”
-</p>
-<p>„Verklaar je toch wat nader, John! Vertel me toch eens, hoe alle kranten je doodstijding
-konden brengen? Wil je het lezen?”
-</p>
-<p>„Natuurlijk, <span lang="en">my boy</span>! Dat interesseert mij buitengewoon!”
-</p>
-<p>Charly Brand haalde de <i lang="en">Times</i> en reikte ze zijn vriend.
-</p>
-<p>Deze las:
-</p>
-<p>„<i>Londen haalt verruimd adem! Raffles is dood!</i><span id="xd31e473"></span>
-</p>
-<p><span class="corr" id="xd31e476" title="Niet in bron">„</span>De groote Onbekende, genaamd Raffles, heeft vandaag in het elfde bijkantoor van de
-Londensche en Zuidwest Bank een plotselingen dood gevonden! Toen de beambten, die
-hem vervolgden, in den kelder drongen, waarheen hij gevlucht was, vonden ze zijn lijk!
-Een schotwonde aan het hoofd bewees, hoe Raffles aan zijn eind was gekomen. Het meest
-raadselachtige van deze geschiedenis is, dat men nergens het wapen heeft gevonden,
-waarmee Raffles is doodgeschoten. Vlak bij het lijk van Raffles lag nog een ander
-lijk; <span class="pageNum" id="pb10">[<a href="#pb10">10</a>]</span>dat van een tot nog toe onbekend gebleven persoon. Ook van den moordenaar is tot nog
-toe geen spoor ontdekt.”
-</p>
-<p>„Uitstekend!” fluisterde Raffles.
-</p>
-<p>„Is het allemaal zoo gebeurd, zooals het hier staat?” vroeg Charly Brand.
-</p>
-<p>„Precies zoo!”
-</p>
-<p>„Maar men heeft je toch onderzocht? Hoe kon je je dan dood houden? Maar nu zie ik
-ook dat je gewond bent! Boven je rechterslaap zit je haar vol bloed!”
-</p>
-<p>Raffles stond op, ging naar den spiegel, wiesch de wonde uit, die hij inderdaad op
-deze plek had, plakte er een groote pleister op en ging weer zitten.
-</p>
-<p>„Wie heeft je <span class="corr" id="xd31e487" title="Bron: gewond">verwond</span>, John?”
-</p>
-<p>Lord Lister lachte.
-</p>
-<p>„Wie anders dan ikzelf, domme vent!”
-</p>
-<p>„Jijzelf? En waar is de revolver?”
-</p>
-<p>„Die heb ik door een klein tralievenster op straat gegooid! Ik zal je de heele geschiedenis
-vertellen, Charly, opdat je je nieuwsgierigheid kunt bevredigen.
-</p>
-<p>„Ik werd dan door vriend Baxter naar den kelder gejaagd, maar ik had een kleinen voorsprong,
-doordat ik de deur achter mij had gegrendeld. Maar mij bleef geen weg om te ontvluchten.
-En toen zag ik plotseling het lijk van een man voor mij liggen.”
-</p>
-<p>„Afschuwelijk!” bromde Charly.
-</p>
-<p>„Het was mij ook niet heel aangenaam<span class="corr" id="xd31e499" title="Bron: ”,">,”</span> antwoordde lord Lister, „en mijn vervolgers stonden boven te schreeuwen!
-</p>
-<p>„Wat te doen?
-</p>
-<p>„Er was maar één uitweg—ik moest sterven! Je weet, Charly, dat ik altijd een fleschje
-bij mij heb, gevuld met een mengsel van toxine en morphine. Als ik die vloeistof onder
-de huid spuit, volgt een verstijving, die altijd een paar uren aanhoudt.
-</p>
-<p>„De dokter gaf zich niet de minste moeite om mijn hartslag te onderzoeken, anders
-had hij natuurlijk bemerkt, dat ik niet dood was.”
-</p>
-<p>„Ik wekte natuurlijk volkomen den indruk van een doode.”
-</p>
-<p>„Maar om het verhaal geregeld af te wikkelen:”
-</p>
-<p>„Ik sleepte het vreemde lijk, dat in een groten <span class="corr" id="xd31e510" title="Bron: bloedpas">bloedplas</span> lag, naar het andere eind van den kelder, deed de inspuiting, zette het wapen zóó
-tegen mijn slaap, dat slechts een lichte verwonding moest volgen, drukte af en gooide
-het wapen door het tralievenster.
-</p>
-<p>„Ik had nog juist den tijd om te gaan liggen waar de doode had gelegen. Toen verloor
-ik ook reeds het bewustzijn.
-</p>
-<p>„Je begrijpt, dat de agenten meenden, dat ik dood was, al lag ik ook niet in mijn
-eigen bloed, maar in dat van den onbekenden man.
-</p>
-<p>„Je ziet, Charly, dat mijn list volkomen is gelukt en dat ik weer aan de handen van
-mijn doodsvijand Baxter ben ontvlucht.”
-</p>
-<p>En lord Lister nam nog eens de <i lang="en">Times</i> op.
-</p>
-<p>Daar viel zijn blik op het volgende artikel:
-</p>
-<p>„<i>De juweelen van den hertog van Norfolk.</i>
-</p>
-<p><span class="corr" id="xd31e527" title="Niet in bron">„</span>De hertog van Norfolk is eenige dagen geleden teruggekeerd van zijn groote reis naar
-Indië en heeft zich met lady Wydemour, de dochter van een pair, verloofd. Het huwelijk
-zal, naar wij vernemen, reeds vrij spoedig worden gesloten. Het zal een der grootste
-plechtigheden zijn, die in den laatsten tijd te Londen zijn gevierd, want zoowel de
-hertog van Norfolk, als lord Wydemour behooren tot de rijkste families van het land.
-De diamanten van den hertog van Norfolk vertegenwoordigen een waarde van niet minder
-dan twee millioen pond sterling. Zeven der schoonste en zuiverste steenen heeft de
-hertog zijn bruid reeds geschonken.
-</p>
-<p>„De geschiedenis van deze juweelen is heel interessant.
-</p>
-<p><span class="corr" id="xd31e531" title="Niet in bron">„</span>Zij vormden het hoofdbestanddeel van het vermogen van den hertog. Deze bezit echter
-ook nog uitgestrekte goederen in Schotland. Sinds drie eeuwen zijn de hertogen van
-Norfolk reeds in het bezit van deze juweelen, <span class="pageNum" id="pb11">[<a href="#pb11">11</a>]</span>die in een kluis der Londensche en Zuidwest Bank worden bewaard.
-</p>
-<p>„Er bestaat een testament, waarin bepaald is, dat de erfgenaam van het hertogelijke
-huis de diamanten eerst bij zijn huwelijk ontvangt.
-</p>
-<p>„Nadat de oude hertog van Norfolk gestorven was, hebben de diamanten ongeveer vier
-jaren in de Londensche en Zuidwest Bank gelegen. En telkens weer werden zij naar een
-andere bijbank gebracht om diefstal te voorkomen. Alleen de meest hooggeplaatste ambtenaren
-zijn met de bergplaats bekend.
-</p>
-<p>„Ook moeten de juweelen telkens worden tentoongesteld als zij in andere handen overgaan.
-</p>
-<p>„Deze clausule is destijds door een der hertogen in het testament gevoegd, opdat de
-eigenaar de juweelen niet zou kunnen verkoopen of verpanden.
-</p>
-<p>„Ook de jongste hertog van Norfolk moet zich aan al deze voorschriften houden. De
-diamanten zullen van 17 Januari—dus van morgen af—tot den vijf-en-twintigsten van
-deze maand in het nieuwe tentoonstellingsgebouw in Regent-Street te zien zijn.
-</p>
-<p>„Natuurlijk zijn belangrijke voorzorgsmaatregelen genomen om mogelijken diefstal te
-voorkomen. In dertig jaren zijn deze kostbare juweelen niet ten toon gesteld en een
-groote toeloop van het Londensche publiek wordt dan ook verwacht.”
-</p>
-<p>Lord Lister glimlachte op vreemde wijze, toen hij de krant terzijde legde.
-</p>
-<p>„Heb je het gelezen Charly?”
-</p>
-<p>„<span lang="en">Yes</span>. Maar ik begrijp niet, dat dit zoo interessant is. Het interesseert mij veel meer,
-wie die vermoorde man wel mag zijn, dien jij in den kelder van de Bank hebt gevonden.”
-</p>
-<p>Lord Lister haalde de schouders op.
-</p>
-<p>„Ik denk, dat dat iemand is, die in nauw verband met de Bank staat.”
-</p>
-<p>„Waarom denk je dat?”
-</p>
-<p>„Ik denk dat zoo en het feit, dat de man vermoord, is, versterkt mijn vermoeden. Maar
-ik moet nu de noodige toebereidselen maken om morgen op tijd te zijn
-</p>
-<p>„Op tijd te zijn? Maar wat bedoel je dan?”
-</p>
-<p>„Ik wil de diamanten van den hertog van Norfolk, bewaken,” antwoordde Lord Lister.
-</p>
-<p>Toen stond hij op en ging het volgende briefje schrijven;
-</p>
-<blockquote>
-<p class="first address">„Aan den inspecteur van politie Baxter,
-<br>Scotland-Yard.
-</p>
-<p class="salute"><i>Waarde Baxter!</i>
-</p>
-<p>Hoewel ik eigenlijk geen reden heb om dankbaar tegenover u te zijn, wil ik u toch
-een genoegen doen. Ik raad u namelijk om den directeur van het elfde bijkantoor der
-Londensche en Zuid-West Bank streng in de gaten te houden, want hij is een schurk.
-</p>
-<p class="signed">RAFFLES.”</p>
-</blockquote><p>
-</p>
-<p>Dezen brief vouwde lord Lister dicht, verzegelde hem en zond den bediende er mee naar
-de bus.
-</p>
-<p>Toen ging hij naar zijn geheim bureau, dat vol spiegels was en waar een groote tafel
-stond met allerlei soorten schmink en poeder.
-</p>
-<p>Langs de muren hingen wel een dozijn verschillende baarden en pruiken.
-</p>
-<p>Langen tijd was lord Lister bezig om uit te zoeken, wat hij noodig had, want deze
-meesterdief stelde er zich niet mee tevreden om de lieden, die hij wenschte na te
-bootsen, niet tot in de kleinste bijzonderheden gelijk te zijn.
-</p>
-<p>En toen hij later met een donker puntbaardje en bruin geverfd haar bij Charly Brand
-binnentrad, bleef deze verbluft staan.
-</p>
-<p>„Wat bedoelde je er mee,” vroeg Charly, „dat je de diamanten van lord Norfolk wilt
-gaan bewaken?”
-</p>
-<p>„Begrijp je dat niet?”
-</p>
-<p>„Je wilt ze natuurlijk in je bezit hebben, niet waar Raffles?”
-</p>
-<p>„Misschien. Maar laat ons nu gaan. Heb je lust om mee te gaan Charly?”
-</p>
-<p>„Waarheen?”
-<span class="pageNum" id="pb12">[<a href="#pb12">12</a>]</span></p>
-<p>„Naar het elfde bijkantoor!”
-</p>
-<p>„Jij schijnt een groote voorliefde voor dat bijkantoor te hebben, ondanks alles, wat
-er al gebeurd is.”
-</p>
-<p>Lord Lister antwoordde niet.
-</p>
-<p>Hij verkleedde zich en ging met Charly de deur uit.
-</p>
-<p>In het elfde bijkantoor was het intusschen alles behalve rustig gebleven.
-</p>
-<p>De agent had inspecteur Baxter gewaarschuwd en deze was om vijf uur gekomen, juist
-toen de boekhouder een verschrikkelijken angstkreet uitstiet.
-</p>
-<p>Baxter stormde de groote zaal binnen.
-</p>
-<p>„Is hij weg?” vroeg hij met sidderende knieën. „Waar is hij, waar is hij?”
-</p>
-<p>„Ik weet alleen, dat hij hier <i>was</i>, inspecteur! Wat een vreeselijke kerel! Hebt gij het wel ooit beleefd, dat een doode
-weer levend wordt?”
-</p>
-<p>„Bij Raffles beleeft men <i>alles</i>” stiet Baxter uit; „de kerel maakt mij nog dol!”
-</p>
-<p>Het gebouw werd van onder tot boven doorzocht, zonder dat natuurlijk een spoor van
-Raffles ontdekt werd. Alleen zijn pelsjas en het bloedgekleurde waschwater werden
-gevonden en Baxter vertrok weer onverrichter zaken.
-</p>
-<p>Alleen de directeur, die in het achterste gedeelte van het gebouw zijn ambtswoning
-had, bleef achter.
-</p>
-<p>De man ging vroegtijdig naar bed, nadat hij de diamanten van den hertog van Norfolk
-had klaargelegd om ze den volgenden dag naar het tentoonstellingsgebouw te kunnen
-overbrengen.
-</p>
-<p>Intusschen was het middernacht geworden.
-</p>
-<p>Een schildwacht liep voor het Bankgebouw op en neer. Toen hij naar een zijstraat zich
-verwijderde, traden twee slank gebouwde mannen uit de duisternis in het licht der
-lantaarn. Het waren Raffles en zijn vriend Charly.
-</p>
-<p>Nu ging Charly met de schouders tegen den muur staan, legde de handen ineen en liet
-lord Lister er in stappen.
-</p>
-<p>Deze stond met een wip op den schouder van zijn vriend en opende nu geruischloos een
-houten jaloezie.
-</p>
-<p>Charly Brand liep met groote stappen beneden op en neer.
-</p>
-<p>Een kwartier later kwam lord Lister weer naar beneden. Hij droeg een groote cassette
-onder den linkerarm en lachte, zoodat Charly verschrikt den vinger op den mond legde.
-</p>
-<p>Zij liepen haastig verder en Charly vroeg:
-</p>
-<p>„Waarom heb je zoo’n pret, John?”
-</p>
-<p>Maar lord Lister was reeds weer ernstig geworden.
-</p>
-<p>„Je zult morgen een wonder beleven, Charly<span class="corr" id="xd31e615" title="Bron: ?">!</span>”
-</p>
-<p>„Wat?”
-</p>
-<p>„Een wonder zeg ik je!”
-</p>
-<p>„En wat heb je in de cassette?”
-</p>
-<p>„De diamanten van den hertog van Norfolk.”
-</p>
-<p>Charly bleef een oogenblik verbluft staan.
-</p>
-<p>Hij wilde het niet gelooven.
-</p>
-<p>„De—de—diamanten—van den hertog van Norfolk? Maar—maar dat is een reusachtig vermogen!
-Ben je niet bang?”
-</p>
-<p>Lord Lister glimlachte weer.
-</p>
-<p>„Bang? Ik?”
-</p>
-<p>„Ja.”
-</p>
-<p>„Voor wien? En waarom?”
-</p>
-<p>„Maar morgen—morgen zullen de diamanten niet in het tentoonstellingsgebouw zijn!”
-</p>
-<p>„Hoe kom je er bij? De diamanten zullen er zeker zijn!”
-</p>
-<p>Charly haalde de schouders op.
-</p>
-<p>„Dat begrijp ik niet! Wie moet ze er dan heen brengen?”
-</p>
-<p>„Ik.”
-</p>
-<p><span class="corr" id="xd31e636" title="Bron: »">„</span>Jij? Jij wilt ze naar het tentoonstellingsgebouw brengen?”
-</p>
-<p>„Zeker. Ik ben van nu af <span class="corr" id="xd31e641" title="Bron: gevolmachtige">gevolmachtigde</span> van de Bank.”
-</p>
-<p>„Maar John, wat een onzin!”
-</p>
-<p>Charly Brand begreep niet, wat hij van zijn vriend moest denken.
-<span class="pageNum" id="pb13">[<a href="#pb13">13</a>]</span></p>
-<p>„Morgen zal je alles duidelijk worden,” sprak Raffles.
-</p>
-<p>Dien nacht nam Raffles nog een reeks van voorbereidingen.
-</p>
-<p>Zijn vriend Charly echter sliep vermoeid van de opwindingen van den dag en ontwaakte
-eerst, toen de zon reeds hoog aan den hemel stond.
-</p>
-<p>Raffles echter was verdwenen en terzelfder tijd liep door Londen het gerucht, dat
-hij in hechtenis was genomen.
-<span class="pageNum" id="pb14">[<a href="#pb14">14</a>]</span></p>
-</div>
-</div>
-<div id="ch3" class="div1 chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
-<h2 class="label">DERDE HOOFDSTUK.</h2>
-<h2 class="main">HET GEHEIM VAN DE DIAMANTEN.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="first">Dat was zoo in zijn werk gegaan:
-</p>
-<p>Het bericht, dat in de „<span lang="en">Times</span>” had gestaan, was niet ongelezen gebleven.
-</p>
-<p>In Londen namelijk stellen de mannen het grootste belang in sport, de vrouwen in luxe
-en voornamelijk in sieraden.
-</p>
-<p>Het vooruitzicht om de diamanten te kunnen zien van den hertog van Norfolk, die in
-grootte, zuiverheid en kostbaarheid de kroondiamanten van den koning nog moesten overtreffen,
-had reeds in den vroegen morgen een groote menigte naar het tentoonstellingsgebouw
-gelokt.
-</p>
-<p>Om negen uur reeds bewoog zich een groot aantal dames en heeren door de sierlijke
-zalen.
-</p>
-<p>Equipages rolden aan, automobielen snorden voor. De grooms dwarrelden door elkaar
-en de eene lady volgde de andere. Zij droegen haar kostbare wintertoiletten, lange
-mantels met bontwerk gegarneerd, breede boa’s en ander kostbaar pelswerk.
-</p>
-<p>De diamanten van den hertog van Norfolk lagen uitgespreid op zeven groote, zijden
-kussens.
-</p>
-<p>Eigenlijk was het uur van de opening der tentoonstelling op tien uur bepaald, maar
-de gevolmachtigde van de Londensche Bank was al om half negen verschenen met zijn
-kostbaren schat.
-</p>
-<p>De vertegenwoordiger was een slank gebouwd man van ongeveer vijf-en-dertigjarigen
-leeftijd met een donker puntbaardje.
-</p>
-<p>Hij zag er inderdaad <span class="corr" id="xd31e675" title="Bron: bizonder">bijzonder</span> voornaam uit in zijn keurig toilet, zooals hij daar stond achter de groote tafel,
-zonder ook slechts een enkelen keer den blik op te richten van de zijden kussens,
-waarop de prachtige steenen schitterden: diamanten, zoo groot als duiveneieren, naast
-robijnen en topazen. Smaragden, in goud gevat, naast granaten. Amethysten naast opalen
-en <span class="corr" id="xd31e678" title="Bron: turmalienen">toermalijnen</span> naast cordierieten.
-</p>
-<p>Maar diamanten en smaragden waren er in het grootste aantal en alles schitterde en
-glinsterde en fonkelde op het donkere fluweel, dat men meende een stuk van het firmament
-voor zich te hebben, waaraan sterren schitterden van de eerste grootte.
-</p>
-<p>De bezoekers der tentoonstelling hadden nog geen toegang, toen een zeer voorname jonge
-lady binnentrad, vergezeld van een inspecteur. Zij had kastanjebruin haar, dat in
-dichte lokken haar fijn gezichtje omlijstte en twee groote, zwarte oogen werden door
-lange wimpers overschaduwd.
-</p>
-<p>„Hier lady, is de tentoonstelling,” sprak de inspecteur, boog en ging heen, want het
-was hem ten strengste verboden om ook slechts een minuut in de zaal te blijven.
-</p>
-<p>De jonge dame ging naar den slanken heer toe.
-<span class="pageNum" id="pb15">[<a href="#pb15">15</a>]</span></p>
-<p>„Mijn naam is miss Marion<span class="corr" id="xd31e689" title="Bron: ”,">,”</span> sprak zij, „ik ben een vrouwelijke detective en hier naar toe gezonden om met u samen
-de diamanten van den hertog van Norfolk te bewaken.”
-</p>
-<p>Zij was nadergetreden en de sleep van haar kostbare japon ritselde zachtjes over den
-vloer.
-</p>
-<p>Zonder het antwoord van mister Blakes af te wachten, deed zij de lange handschoenen
-van de blanke handen en ging achter de tafel zitten.
-</p>
-<p>Toen keek ze even naar de revolver, die onder het bereik van den heer lag en zei niets
-dan:
-</p>
-<p>„All right!”
-</p>
-<p>De ander glimlachte nu, maar sprak geen woord.
-</p>
-<p>De bezoekers werden thans toegelaten en vele politiebeambten stelden zich op om met
-het tweetal, dat daar aan de tafel zat, elke poging tot diefstal of het stichten van
-verwarring te beletten.
-</p>
-<p>De kostbaarheden werden door iedereen bewonderd en veel begeerige blikken van ijdele
-vrouwen en hebzuchtige mannen werden op de kostbare steenen geworpen.
-</p>
-<p>Na een half uur moest de zaal ontruimd worden om nieuwe bezoekers binnen te laten.
-</p>
-<p>Maar tusschen het bezoek der eerste en tweede groep werd een pauze van een half uur
-gehouden, waarin de diamanten wederom nauwkeurig onderzocht werden.
-</p>
-<p>Mister Blakes stak een sigaret aan, nadat hij de vrouwelijke detective om vergunning
-daarvoor had gevraagd, blies den rook voor zich uit en vroeg:
-</p>
-<p>„Wie heeft u eigenlijk hierheen gestuurd, lady?”
-</p>
-<p>„Stelt ge daar belang in? De lord-major van Londen maakte zich een beetje bezorgd,
-dat de beambten dit werk niet alleen af konden en bovendien streef ik slechts één
-enkel doel na!”
-</p>
-<p>„En dat is?”
-</p>
-<p>„Ik wil Raffles vangen. Ik stam uit een voornaam geslacht, dat door allerlei tegenspoed
-verarmd is en daarom heb ik een beroep gekozen, dat hoog salaris geeft.”
-</p>
-<p>„Ge hebt gelijk. En nu hebt ge het er dus op gezet om Raffles te vangen?”
-</p>
-<p>„Ik stel belang in hem! Hij imponeert mij, deze gentleman-dief en daarom wil ik graag
-mijn krachten aan hem beproeven!”
-</p>
-<p>Haar oogen glansden en een lachje krulde haar lippen.
-</p>
-<p>In hetzelfde oogenblik luidde een bel en de nieuwe bezoekers werden binnengelaten.
-</p>
-<p>Nauwelijks hadden zij de zaal gevuld, toen plotseling een heer binnenstormde, die
-een zwarten koffer droeg en iedereen omver liep, die hem in den weg stond.
-</p>
-<p>Aller oogen richtten zich op dezen persoon.
-</p>
-<p>De man die binnenkwam, geleek sprekend op den heer, die de diamanten bewaakte.
-</p>
-<p>Deze wonderlijke gelijkenis baarde algemeen opzien, die niet weinig steeg, toen de
-binnentredende uitriep:
-</p>
-<p>„Alle duivels, wat gebeurt hier? <i>Ik</i> ben mr. Blakes, de vertegenwoordiger van de Londensche en Zuid-West Bank<span class="corr" id="xd31e720" title="Bron: ”.">.”</span>
-</p>
-<p>Niemand antwoordde.
-</p>
-<p>Eindelijk vroeg een der politiebeambten:
-</p>
-<p>„Kunt gij u legitimeeren?”
-</p>
-<p>„Zeker.” En deze tweede mr. Blakes haalde zijn papieren te voorschijn.
-</p>
-<p>De politiebeambte haalde de schouders op.
-</p>
-<p>„Er is ten slotte toch maar één mr. Blakes,” sprak hij, „en hier schijnt bedrog in
-het spel te zijn. Hoe zijn de diamanten van den hertog van Norfolk hierheen gekomen,
-als <i>gij</i> de werkelijke mr. Blakes zijt?”
-</p>
-<p>Deze strekte den arm uit naar den heer achter de tafel en sprak:
-</p>
-<p>„<i>Die man is Raffles!</i>”
-</p>
-<p>De verwarring, die op deze woorden volgde, is onbeschrijfelijk.
-<span class="pageNum" id="pb16">[<a href="#pb16">16</a>]</span></p>
-<p>De heeren weken verschrikt achteruit, de dames begonnen van angst te gillen, de meesten
-echter verdrongen zich om dezen interessanten man, die sedert vele maanden geheel
-Londen in ademlooze spanning hield en iederen dag de kranten stof gaf tot sensationeele
-artikelen.
-</p>
-<p>Dat was dus Raffles!
-</p>
-<p>Deze echter scheen het volstrekt niet eens te zijn met de onthullingen van mr. Blakes.
-</p>
-<p>„Ge zijt gek!” riep hij uit en hij deinsde verschrikt terug, toen hij zijn dubbelganger
-goed in het gelaat keek.
-</p>
-<p>Dat was inderdaad dezelfde donkere puntbaard, dezelfde wenkbrauwen, hetzelfde haar,
-dezelfde gelaatstrekken.
-</p>
-<p>„Dat is een afschuwelijk bedrog!” riep hij uit, „dat is een laagheid!” en nog voordat
-iemand het kon verhinderen, had hij zijn revolver getrokken, gevuurd—het schot knalde.
-Doch neen, twee schoten waren het, wier knal zich met elkander vermengde. In het oogenblik
-namelijk, toen de tweede mister Blakes het pistool afschoot, had de man, die naast
-de vrouwelijke detective stond, bliksemsnel het wapen te voorschijn gehaald.
-</p>
-<p>Toen de kruitdamp opgetrokken was, lag degeen, die het laatst was binnengekomen, op
-de knieën; zijn revolver lag een halven meter verder en uit zijn rechterhand vloeide
-een bloedstroom.
-</p>
-<p>Mr. Blakes had hem de hand doorgeschoten.
-</p>
-<p>„Moet ik u nog eens zeggen, dat u dien ellendeling moet weg brengen?” beval de heer
-achter de tafel met donderende stem.
-</p>
-<p>„Deze bedrieger is Raffles, die van de algemeene verwarring gebruik wil maken om de
-diamanten van den hertog van Norfolk in zijn bezit te krijgen!”
-</p>
-<p>„Het is niet waar!” kreunde de andere. „Ik heb ze hier—ik heb ze bij mij—de diamanten
-van den hertog van Norfolk!”
-</p>
-<p>Het publiek geraakte in steeds grooter spanning. Allen drongen naar voren om te zien,
-wat die nieuw aangekomene dan wel in dien koffer had verborgen.
-</p>
-<p>En inderdaad:
-</p>
-<p>In den koffer lagen, zorgvuldig vastgemaakt op de kussens, de diamanten van den hertog
-van Norfolk.
-</p>
-<p>Maar daarginds op de tafel lagen ze ook en de politiemannen streken zich over de oogen
-om het spook te verjagen, waaraan zij nog niet konden gelooven.
-</p>
-<p>Daar klonk echter opnieuw de stem van mister Blakes, die achter de tafel met fonkelende
-juweelen stond.
-</p>
-<p>„Maar mijneheeren, zijt gij dan inderdaad zóó kortzichtig om niet in te zien, dat
-de juweelen, die Raffles hier brengt, allen vervalscht zijn?”
-</p>
-<p>Groote sensatie!
-</p>
-<p>De inspecteur van politie nam nu het woord en wendde zich tot de omstanders:
-</p>
-<p>„Zijn er misschien onder de aanwezige heeren eenigen, die verstand hebben van diamanten?”
-</p>
-<p>Onmiddellijk meldden zich eenige heeren en dames aan.
-</p>
-<p>Een oude eerwaardige grijsaard haalde een microscoop te voorschijn en hield dien boven
-de diamanten, welke de tweede mr. Blakes had gebracht.
-</p>
-<p>Ademlooze spanning volgde.
-</p>
-<p>Eindelijk hief de grijze heer het hoofd op en sprak op stelligen toon:
-</p>
-<p>„Deze diamanten zijn valsch!”
-</p>
-<p>„Ik zeide het reeds,” sprak de eerste mr. Blakes nu, „En als de heeren politie-agenten
-nu nog langer <span class="corr" id="xd31e770" title="Bron: aarlezen">aarzelen</span> om dezen aartsbedrieger weg te brengen, dan sta ik niet meer voor de gevolgen in!”
-</p>
-<p>Die woorden hielpen. Een half dozijn agenten pakten den geheimzinnigen mister Blakes
-beet en sleepten hem naar de deur.
-</p>
-<p>Deze rukte zich hier nog eens los, rende naar den anderen mr. Blakes toe en schreeuwde:
-</p>
-<p>„Hier—hier—daar—daar—” hij wees op de <span class="pageNum" id="pb17">[<a href="#pb17">17</a>]</span>kostbare steenen, die lagen tentoongesteld—„hier liggen de gestolen diamanten van
-den hertog van Norfolk, die vannacht uit het elfde bijgebouw van de Londensche en
-Zuid-West Bank zijn gestolen!”
-</p>
-<p>„Van dien diefstal heb ik ook al gehoord,” antwoordde de andere mister Blakes. „De
-zaak zit namelijk zóó. Toen Raffles vannacht de echte diamanten poogde te stelen,
-vielen hem de valsche in handen en hij had de brutaliteit om deze vandaag aan het
-Londensche publiek te willen toonen. Ge ziet heeren, dat Raffles zich zelf heeft verraden.
-Brengt hem dus weg!”
-</p>
-<p>De tweede mister Blakes werd nu in den kraag gepakt en weggebracht.
-</p>
-<p>De vrouwelijke detective had den geheelen tijd de beide heeren aangekeken.
-</p>
-<p>„Jammer,” fluisterde zij nu.
-</p>
-<p>Mr. Blakes keek haar glimlachend aan.
-</p>
-<p>„Waarom, lady?”
-</p>
-<p>Zij zuchtte diep.
-</p>
-<p>„Ik had mij Raffles heel anders voorgesteld.”
-</p>
-<p>„Hoe dan?”
-</p>
-<p>„Och! Slanker, eleganter, nu ja, ik kan dat zoo niet zeggen. En ik had mij ook in
-het hoofd gehaald, hem zelf te vangen!”
-</p>
-<p>In hetzelfde oogenblik nam mr. Blakes de revolver op en strekte die uit naar een eleganten
-heer, die een der diamanten op nam.
-</p>
-<p>„Hand daar weg, als ge geen kogel tusschen de ribben wenscht!”
-</p>
-<p>Deze keek op met doodsbleek gelaat en de jongedame naast hem uitte een kreet van schrik.
-</p>
-<p>„Zijt ge gek?” vroeg een der politie-mannen, „dat is de hertog van Norfolk.”
-</p>
-<p>„Dan mag hij toch zijn eigen diamanten niet stelen<span class="corr" id="xd31e797" title="Bron: ”,">,”</span> zei Raffles op doodkalmen toon.
-</p>
-<p>De hertog van Norfolk, een persoon van omstreeks veertig jaren met een weinig sympathiek
-uiterlijk, hief den stok op, maar mr. Blakes zei heel bedaard:
-</p>
-<p>„Ik doe mijn plicht, hertog! Doe dien stok weg, want een kogel werkt sneller!”
-</p>
-<p>De hertog maakte een toornige beweging en trok zich toen achter in de zaal terug.
-</p>
-<p>Wederom werd een pauze van een half uur gehouden.
-</p>
-<p>„Ge zijt een merkwaardig persoon,” sprak de vrouwelijke detective, toen zij met Blakes
-de juweelen controleerde.
-</p>
-<p>„Hoezoo, lady?”
-</p>
-<p>„Ik geloof, dat ge betere oogen hebt, dan iemand ter wereld!”
-</p>
-<p>„Hoe meent ge dat?”
-</p>
-<p>„Omdat ge alles doorziet!”
-</p>
-<p>Mr. Blakes lachte.
-</p>
-<p>„Dat leert men in mijn beroep. Ik wensch u zoo’n paar oogen, lady, dan zoudt ge misschien
-een zeer goede detective zijn!”
-</p>
-<p>Het meisje was door dit gezegde niet weinig boos.
-</p>
-<p>„O, wat dat betreft,” antwoordde zij, „behoeft ge u niet te verbeelden mr. Blakes,
-dat <i>gij</i> Raffles herkend hebt. Ik zag dat al, toen hij de zaal binnenkwam. Ik wilde alleen
-niet overijld handelen!”
-</p>
-<p>„Wel zoo! Ei, ei! En nu hebt ge natuurlijk grooten spijt, dat <i>gij</i> hem niet gevangen hebt!”
-</p>
-<p>„Dat kan ik niet ontkennen!”
-</p>
-<p>„Wel, lady, wat zoudt ge er dan wel voor over hebben, als thans nog de kans bestond,
-dat ge Raffles zoudt kunnen vangen!”
-</p>
-<p>Zij keek hem aan met een spotlachje.
-</p>
-<p>„Die kans kunt gij mij toch niet geven?”
-</p>
-<p>„Wie weet? Nu, wat krijg ik?”
-</p>
-<p>„Honderd pond!”
-</p>
-<p>„Bah! Daar steek ik mijn sigaret mee aan! Een kus, lady, als ge die ervoor geeft,
-ben ik bereid!”
-</p>
-<p>Zij keerde zich af.
-</p>
-<p>„Onbeschaamde!” fluisterde zij.
-</p>
-<p>Maar Blakes liet zich niet zoo gauw uit het veld slaan en eindelijk sprak zij:
-<span class="pageNum" id="pb18">[<a href="#pb18">18</a>]</span></p>
-<p>„Als ge mij het bewijs kunt leveren, dat ge kunt helpen om Raffles te vangen, dan,
-in ’s hemelsnaam, zal ik u den kus geven!”
-</p>
-<p>Hij strekte de hand uit.
-</p>
-<p>„Op eerewoord en handslag, lady?”
-</p>
-<p>„Een vrouw een vrouw, een woord een woord, mister <span class="corr" id="xd31e839" title="Bron: Blake">Blakes</span>!”
-</p>
-<p>„Goed! Neem mij dan gevangen!”
-</p>
-<p>En toen tot de politie-agenten:
-</p>
-<p>„Het publiek kan weer binnen komen!”
-</p>
-<p>De lieden kwamen weer binnen.
-</p>
-<p>Als een standbeeld bleef het meisje op de plaats staan.
-</p>
-<p>Die man naast haar had zoo juist met de grootste kalmte verteld, dat hij Raffles was.
-</p>
-<p>Gloeiend heet vloog het bloed haar naar de wangen. Zij keek van terzijde mr. Blakes
-aan en het werd haar hoe langer hoe duidelijker, dat het inderdaad Raffles was.
-</p>
-<p>„Ik dacht,” stotterde zij, „ik meende—dat ge zwart haar hadt!”
-</p>
-<p>„Als ik geweten had, lady, dat ik met u zou kennis maken, had ik mijn baard zeker
-thuis gelaten.”
-</p>
-<p>Zij bloosde. Hij hield haar voor den mal, omdat ze niet eens gemerkt had, dat zijn
-baard valsch was.
-</p>
-<p>„Ge zijt een vreeselijk mensch<span class="corr" id="xd31e855" title="Bron: ”,">,”</span> fluisterde zij, „maar pas op, ge ontsnapt mij toch niet! Ik zal u in hechtenis laten
-nemen, zoodra ge het gebouw hier verlaat!”
-</p>
-<p>„Uitstekend, lady! Maar den zoen krijg ik eerst!”
-</p>
-<p>Daar trad een der inspecteurs der recherche naar de juweelentafel toe. Hij reikte
-Blakes de hand en zei:
-</p>
-<p>„Het was inderdaad Raffles! Ge hebt ons aan een fameuze vangst geholpen!”
-</p>
-<p>De toegesprokene glimlachte.
-</p>
-<p>„Dank u!”
-</p>
-<p>„Weet ge het laatste nieuws al?”
-</p>
-<p>„En dat is?”
-</p>
-<p>„De directeur van het elfde bijkantoor is vannacht spoorloos verdwenen!”
-</p>
-<p>„Inderdaad?”
-</p>
-<p>„Er schijnt een nieuwe misdaad te zijn begaan!”
-</p>
-<p>Raffles kuchte eens en blies een blauwe rookwolk de lucht in.
-</p>
-<p>Toen vroeg hij:
-</p>
-<p>„Kan ik u misschien met het een of ander helpen, lady?”
-</p>
-<p>Zij keek op en zag in zijn lachend gelaat.
-</p>
-<p>O, wat haatte ze hem op dit oogenblik. Ze had hem kunnen dooden.
-</p>
-<p>„Ik zou graag willen weten<span class="corr" id="xd31e877" title="Bron: ”,">,”</span> fluisterde zij, <span class="corr" id="xd31e880" title="Niet in bron">„</span>waar de eigenlijke mister Blakes is!”
-</p>
-<p>„Die, lady? O, die is dood!”
-</p>
-<p>„Dood?—Toch niet vermoord?”
-</p>
-<p>„Ja.”
-</p>
-<p>„Maar—om Godswil—toch niet door u?”
-</p>
-<p>„Neen, lady. Zulke dingen doe ik niet! De directeur van het elfde bijkantoor heeft
-hem vermoord!”
-</p>
-<p>„Weet ge dat zeker?”
-</p>
-<p>„Ja, heel zeker. Ik heb de misdaad door het sleutelgat gezien en wilde te hulp snellen,
-toen het al te laat was! Ik vermoed, dat de directeur de juweelen van den hertog zich
-heeft willen toeëigenen en toen vermomd als mister Blakes hierheen is gegaan! Ik begreep,
-dat dit het geval zou zijn en het deed me pleizier, den moordenaar in de val te laten
-loopen. Zoo heb ik den schurk, dien Baxter niet wil arresteeren, toch in de gevangenis
-gebracht en daarmee in het belang der menschheid een goede daad verricht, vindt ge
-ook niet?”
-</p>
-<p>Zij antwoordde niet en het werd haar zwart voor de oogen. Hoe zou zij dien man de
-baas kunnen worden?
-</p>
-<p>Maar het moest—het moest! Ja, zij wilde den strijd aanvaarden op leven en dood. Natuurlijk
-dacht zij er vooreerst niet aan, de agenten te roepen en Raffles te laten arresteeren.
-Neen! Zij zou hem met gelijke wapens bestrijden op dezelfde elegante en toch listige
-manier!
-<span class="pageNum" id="pb19">[<a href="#pb19">19</a>]</span></p>
-<p>„Maar hoe hebt ge de diamanten in uw bezit gekregen?” vroeg zij plotseling, „en hoe
-kwam het, dat de directeur met de valsche steenen hier kwam?”
-</p>
-<p>„Is u dat ook nog niet duidelijk, lady? O! O! Dat is toch zoo heel eenvoudig! De directeur
-was een slimmerd! Hij had een heelen koffer vol nagemaakte steenen waarschijnlijk
-met het doel laten vervaardigen om ze alle ten toon te stellen en de echte zichzelf
-toe te eigenen. Toen ik den directeur des nachts een bezoek bracht, zag ik dadelijk
-dat de diamanten, die bij hem op tafel stonden, niet echt waren. Ik laat mij niet
-zoo heel makkelijk om den tuin leiden, lady! Ik zocht toen de echte steenen en vond
-ze heel gauw in een muurkast. Daar nam ik de echte uit den koffer en legde er de valsche
-voor in de plaats.
-</p>
-<p>„Den volgenden morgen was het kistje, waarin de valsche steenen gezeten hadden, verdwenen
-en de directeur meende, dat den dieven de valsche steenen in handen waren gevallen.
-</p>
-<p>„’t Is een beetje ingewikkeld, nietwaar lady? Maar de heele zaak is ten slotte toch
-doodeenvoudig.”
-</p>
-<p>Zij antwoordde niet.
-</p>
-<p>Het duizelde haar hoe langer hoe meer.
-</p>
-<p>O, die Raffles! Die Raffles!
-</p>
-<p>Maar zij zwoer hem wraak! Bij God, hij zou haar niet ontsnappen.
-<span class="pageNum" id="pb20">[<a href="#pb20">20</a>]</span></p>
-</div>
-</div>
-<div id="ch4" class="div1 chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
-<h2 class="label">VIERDE HOOFDSTUK.</h2>
-<h2 class="main">GUALA, DE PLANT DER VERGETELHEID.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="first">De dienstdoende inspecteur had mr. Blakes meegedeeld, dat de directeur van het hoofdkantoor
-der Londensche Bank het niet raadzaam vond om de juweelen des nachts telkens weer
-terug te brengen. Zij zouden in het tentoonstellingsgebouw blijven, streng bewaakt
-door vijftig lieden.
-</p>
-<p>Toen het tegen den avond liep sprak lord Lister tot het jonge meisje:
-</p>
-<p>„Als het u goed is, lady, neem ik nu een uur pauze. Ik ga even naar huis om te soupeeren.”
-</p>
-<p>Zij knikte.
-</p>
-<p>„Goed. Ik zal zoolang de wacht houden.”
-</p>
-<p>Nauwelijks was hij vertrokken of het meisje riep een geheimen agent aan.
-</p>
-<p>„Volg mister Blakes door heel Londen en vertel mij, waar hij woont.”
-</p>
-<p>„All right, lady.”
-</p>
-<p>De man verdween.
-</p>
-<p>Hij wandelde achter mister Blakes aan, die doodkalm voortwandelde en met diepe teugen
-de prikkelende winterlucht inademde. Het was bitter koud en dikke sneeuw lag op de
-straten.
-</p>
-<p>Lord Lister trad nu een telefoonkantoor binnen en liet zich verbinden met Scotland
-Yard.
-</p>
-<p>„Inspecteur Baxter daar?—Ja?—Hier Raffles.—Wel!—Houd u kalm, inspecteur—hier Raffles!—Hebt
-ge den directeur van het elfde bijkantoor <span class="corr" id="xd31e922" title="Bron: gearesteerd">gearresteerd</span>? Niet?—’t Is een gemeene kerel.—Hij hoort wel degelijk achter slot en grendel!—Dat
-schijnt ge maar niet te willen begrijpen, inspecteur!—’t Is toch zoo!—Ik deel u door
-dezen mee, dat de directeur van het elfde bijkantoor mister Blakes heeft vermoord.—Zijt
-ge nu tevreden?——Wat??——Gelooft ge het niet?—Is mister Blakes in het tentoonstellingsgebouw?—Maar
-dit is Blakes niet, dat is Raffles!——Wat? Laat ge u niet voor den mal houden? Zit
-Raffles in de gevangenis?—Ge zijt een groote gek, inspecteur! Die in de gevangenis
-zit is Raffles niet—maar de directeur van het elfde bijkantoor!—Gelooft ge dat ook
-niet?—Ga dan eerst eens informeeren, voordat ge mij tegenspreekt—Ik heb u zoo volledig
-mogelijk ingelicht!—Adieu, inspecteur Baxter!—Tot weerziens!”
-</p>
-<p>Toen ging lord Lister naar zijn woning, waar hij met Charly Brand allersmakelijkst
-soupeerde, maar onderwijl ook blijken gaf van buitengewone vermoeidheid.
-</p>
-<p>„Wat heb je toch?” vroeg Charly.
-</p>
-<p>Raffles glimlachte.
-</p>
-<p>„Niets, heelemaal niets, kerel! Ik geloof alleen maar, dat ik verliefd ben!”
-</p>
-<p>En toen ging hij haar het tentoonstellingsgebouw terug.
-</p>
-<p class="tb">- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -</p><p>
-</p>
-<p>Het was acht uur in den avond.
-</p>
-<p>Buiten lag de winternacht reeds lang over het aardrijk <span class="pageNum" id="pb21">[<a href="#pb21">21</a>]</span>uitgespreid. Daar kwam de hertog Van Norfolk, vergezeld van een mooie, elegante jonge
-dame, uit wier oogen echter allesbehalve geluk en zielsrust straalde. Zij scheen bedroefd,
-toen zij aan den arm van den hertog in de zaal trad.
-</p>
-<p>Deze scheen het voorval van dien dag te hebben vergeten en ging glimlachend naar den
-Bankvertegenwoordiger,
-</p>
-<p>„Ik heb met groot genoegen bemerkt,” sprak de hertog, „dat gij u met groote nauwgezetheid
-kwijt van uw plichten en daarom neem ik u ook niets kwalijk van hetgeen geschied is.
-Nu zou ik echter graag mijn diamanten eens willen bekijken!”
-</p>
-<p>Een jongeman vergezelde het verloofde paar. De hertog stelde dezen voor als zijn secretaris
-en Raffles merkte op, dat lady Wydemour, de aanstaande hertogin en de jonge secretaris
-elkander met innig verliefde blikken aankeken.
-</p>
-<p>Raffles droeg de taak om de juweelen te toonen aan de vrouwelijke detective over en
-ging eenige woorden wisselen met den jongeman, die hem levendig belang inboezemde.
-</p>
-<p>Maar vóór dien fluisterde hij het meisje toe:
-</p>
-<p>„Valt het u niet op, lady, dat de hertog van Norfolk zoo bleek ziet? Doorgaans zijn
-de lieden, die langen tijd in Indië hebben vertoefd, toch heel wat bruiner van huidskleur.”
-</p>
-<p>Nu begon hij een kort gesprek met den secretaris.
-</p>
-<p>De lady keek den hertog aan en inderdaad, zijn bleekheid viel ook haar op. Hij zag
-er eerder uit als iemand, die maandenlang achtereen de kamer had gehouden dan als
-iemand, die vele jaren onder de tropische zon had geleefd.
-</p>
-<p>„Pardon, mijnheer<span class="corr" id="xd31e949" title="Bron: ”,">,”</span> sprak Raffles tot den secretaris, „ik spreek u aan, omdat ge dezelfde uniform draagt
-als iemand, met wien ik onder zeer tragische omstandigheden heb kennis gemaakt.”
-</p>
-<p>De secretaris greep krampachtig lord Listers beide handen.
-</p>
-<p>„Wat zegt ge? Hebt ge hem gezien? Waar? Ach—ik zoek hem als sinds vele maanden—hij
-is mijn vader!”
-</p>
-<p>Lord Lister knikte.
-</p>
-<p>„Dat dacht ik al. De man die dezelfde uniform droeg, is gisteren in den kelder van
-het elfde bijkantoor der Londensche en Zuid-West Bank gevonden. Ik raad u, naar de
-politie te gaan om het lijk te zien!”
-</p>
-<p>De jongeman barstte in snikken los.
-</p>
-<p>„Om Godswil—ook dat nog! Ook dat nog! En niemand weet, waar ons vermogen is gebleven.”
-</p>
-<p>„Moest ge deze betrekking aanvaarden, omdat ge verarmd zijt?”
-</p>
-<p>„Ja. Vader had zijn kapitaal op het elfde bijkantoor. Eensklaps was hij spoorloos
-verdwenen. Toen wij onderzoek naar hem instelden, hoorden wij, dat hij het geheele
-kapitaal had opgenomen—geen sterveling wist, wat hij met al het geld moest doen. Sindsdien
-heb ik nooit meer iets van vader gehoord.”
-</p>
-<p>„De zaak is nogal duidelijk. Hij is een slachtoffer van den directeur van het bijkantoor
-geworden, die uw vader zeker maandenlang heeft gevangen gehouden, voordat hij hem
-doodde in den kelder.”
-</p>
-<p>De jonge dame had haar hoofd omgewend en keek den secretaris wederom aan met veelzeggenden
-blik.
-</p>
-<p>Deze bemerkte, dat mister Blakes dien blik van verstandhouding had opgemerkt
-</p>
-<p>„Om Godswil,” smeekte hij lord Lister, „zeg niets van wat ge hebt opgemerkt.”
-</p>
-<p>Lord Lister dacht eenige oogenblikken na.
-</p>
-<p>„Ik zal ervoor zorgen,” sprak hij toen, „dat ge weer in het bezit van uw vermogen
-wordt gesteld en als ge verstandig en moedig zijt, moet ge ervoor zorgen, dat de hertog
-van Norfolk niet haar tot zijn gade maakt, die gij lief hebt.”
-</p>
-<p>Daarop ging hij weer naar de juweelentafel.
-</p>
-<p>„Zijt ge niet vermoeid, lady?” vroeg Raffles het jonge meisje.
-</p>
-<p>Zij schudde het hoofd.
-<span class="pageNum" id="pb22">[<a href="#pb22">22</a>]</span></p>
-<p>„Mijn slaap wordt verdreven door de gedachte aan hem, die naast mij zit.”
-</p>
-<p>Hij glimlachte vergenoegd.
-</p>
-<p>„Gij zijt dus bang voor mij, lady?”
-</p>
-<p>„Bang niet! Maar ik begrijp niet, waarom ge vannacht in het elfde bijkantoor hebt
-ingebroken, de juweelen hebt gestolen en ze hier bracht. Waartoe dat allemaal? Wilt
-ge als detective optreden?”
-</p>
-<p>Zij keek hem boos aan.
-</p>
-<p>„Wilt ge misschien de diamanten van den hertog stelen?”
-</p>
-<p>„Hadt ge dan iets anders gedacht, lady?”
-</p>
-<p>„Dat zult ge <i>niet</i> wagen!”
-</p>
-<p>„Ge zult het zien, lady!”
-</p>
-<p>Haar oogen vlamden.
-</p>
-<p>„Ik zal het u beletten”; zij haalde een pistool te voorschijn. „Bij de eerste poging
-schiet ik u neer!”
-</p>
-<p>Hij glimlachte weer.
-</p>
-<p>„In de eerste plaats lady, heb ik de patronen uit de revolver genomen, in de tweede
-plaats zult ge het niet merken, dat ik de diamanten steel en in de derde plaats—”
-</p>
-<p>Hij hield plotseling op. In het volgende oogenblik was de geheele zaal in de diepste
-duisternis gehuld.
-</p>
-<p>„Ellendeling!” riep het meisje uit. Maar toen begreep zij, dat Raffles het licht niet
-kon hebben uitgedraaid, want hij had zich niet van zijn plaats bewogen.
-</p>
-<p>Zij had zich op de diamanten geworpen en was besloten, die met haar leven te verdedigen;
-maar een hand klemde zich om haar keel en duwde haar terug, terwijl een tweede hand
-onder haar arm doorschoof en naar de juweelen op het kussen tastte.
-</p>
-<p>Het meisje was echter niet zoo gauw van haar stuk te brengen. Zij liet zich eerder
-een mes tusschen de ribben steken, dan dat zij dezen diefstal toeliet. Met beide handen
-greep zij de hand vast—een rilling liep haar over het geheele lichaam, zonder dat
-zij in staat was, deze hand los te laten. Een oogenblik later klonk een schot en het
-electrische licht brandde weer.
-</p>
-<p>In de zaal heerschte algemeene verwarring en toen het licht weer opging, was de vrouwelijke
-detective met een luiden kreet naast de divan neergevallen en had het bewustzijn verloren.
-</p>
-<p>Lord Lister pakte het ding, dat zij in haar handen hield en slingerde het in een grooten
-boog weg.
-</p>
-<p>Het was een doode hand—een hand, die eens aan een mensch had toebehoord, en die nu
-zorgvuldig was geprepareerd; de hand van een aristocraat, voornaam en elegant.
-</p>
-<p>Aan den middelvinger schitterde een groote, kostbare smaragd, waarin twee letters
-waren gegrift.
-</p>
-<p>Een deel der politie-agenten zochten naar den man, die deze brutale inbraak had gepleegd
-en eenige anderen stonden met wanhopige gezichten om de doode hand.
-</p>
-<p>Raffles echter boog zich over het kussen, nam er de juweelen af, stak ze in zijn zak
-en ging weg.
-</p>
-<p>Buiten in de duisternis ontmoette hem een troep politie-agenten met Baxter aan het
-hoofd.
-</p>
-<p>Het was zóó donker, dat men de lieden nauwelijks kon onderscheiden.
-</p>
-<p>„Wat is er gebeurd?” vroeg Baxter, die hem in zijn vermomming voor een rechercheur
-hield.
-</p>
-<p>„Er is een inbraak gepleegd<span class="corr" id="xd31e1006" title="Bron: ”,">,”</span> antwoordde lord Lister doodkalm.
-</p>
-<p>„Dat was Raffles! O, ik word nog gek! Raffles en altijd weer Raffles!!”
-</p>
-<p>Hij rende de zaal binnen.
-</p>
-<p>Lord Lister verwijderde zich doodkalm, nam een rijtuig en reed naar den secretaris
-van den hertog van Norfolk.
-</p>
-<p>Lord Lister was totaal veranderd, toen hij bij den secretaris in de kamer trad, die
-hem dan ook in den beginne niet herkende.
-</p>
-<p>„Ik denk, dat ge met lady Wydemour hebt afgesproken om met haar te vluchten, vóórdat
-zij de gade van den hertog van Norfolk zal worden!”
-</p>
-<p>„Hoe weet ge dat?”
-<span class="pageNum" id="pb23">[<a href="#pb23">23</a>]</span></p>
-<p>„Ik weet alles. Maar hebt ge ook de noodige middelen om te vluchten!”
-</p>
-<p>„Helaas niet.”
-</p>
-<p>„Welnu, hier hebt ge de diamanten, die de hertog officieel aan lady Wydemour had beloofd.
-Ze zijn haar eigendom, dat kan niemand ter wereld haar betwisten; en hierbij hebt
-gij nog duizend pond, die zeker wel toereikend zijn om in de eerste behoeften te voorzien!”
-</p>
-<p>Lord Lister gaf den secretaris een portefeuille en verwijderde zich.
-</p>
-<p>De secretaris rende hem na.
-</p>
-<p>„Dat is te veel!” riep hij uit. „Gij maakt mij tot den gelukkigste aller stervelingen.
-Hoe kan ik u ooit danken? Wie zijt gij?”
-</p>
-<p>„Ik ben Raffles. Vaarwel!”
-</p>
-<p>Op het oogenblik dat lord Lister de deur wilde openen schrikte hij terug. Het geluid
-van rammelende ketenen was tot zijn oor doorgedrongen.
-</p>
-<p>Hij keek den secretaris met vragenden blik aan.
-</p>
-<p>„Het is verschrikkelijk<span class="corr" id="xd31e1030" title="Bron: ”,">,”</span> fluisterde deze, „dat herhaalt zich iederen nacht. Het is een van de voorvaderen
-van den hertog van Norfolk. die geen rust in zijn graf kan vinden!”
-</p>
-<p>Lord Lister haalde geërgerd de schouders op.
-</p>
-<p>Hoofdschuddend ging hij heen en reed naar zijn woning, waar Charly Brand hem ontsteld
-tegemoet trad.
-</p>
-<p>„Om Gods wil, ga dadelijk terug of je bent verloren!”
-</p>
-<p><span class="corr" id="xd31e1037" title="Niet in bron">„</span>Waarom?”
-</p>
-<p>„Vraag niet verder, maar vlucht!”
-</p>
-<p>„Maar zeg mij dan toch, waarom.”
-</p>
-<p>„Een dame is hier—de bekende vrouwelijke detective, die je arresteeren wil!”
-</p>
-<p>Lord Lister lachte luid op.
-</p>
-<p>„En schrik je daar zoo van, omdat lady Marion op visite is gekomen?”
-</p>
-<p>Charly keek zijn vriend verstomd aan.
-</p>
-<p>Lord Lister beval nu zijn dienaar om voor een goed souper te zorgen en trad toen den
-salon binnen.
-</p>
-<p>Uit een stoel verrees een schoone gestalte. Het was lady Marion.
-</p>
-<p>Lord Lister ging haar tegemoet en sprak op hoffelijken toon:
-</p>
-<p>„Dat noem ik een verrassing, lady Marion en het doet mij genoegen, dat ge aan mijn
-uitnoodiging hebt gehoor gegeven.”
-</p>
-<p>Het meisje keek hem met de grootste verbazing aan.
-</p>
-<p>„Ja zeker lady, ge hebt immers gisteravond een rechercheur achter mij aan gestuurd
-om mijn adres op te nemen. Ik heb den man niet op een dwaalspoor willen brengen om
-daardoor niet het genoegen van uw bezoek te missen en zoodoende heb ik u dus uitgenoodigd!”
-</p>
-<p>Het meisje wist niet meer, wat ze moest zeggen of doen- Zij had Raffles willen arresteeren,
-maar de woorden bleven haar in de keel steken.
-</p>
-<p>Eindelijk bracht zij uit:
-</p>
-<p>„Ik ben gekomen om van u de gestolen diamanten van den hertog van Norfolk terug te
-vorderen!”
-</p>
-<p>„Laat ons later over zaken spreken, lady, en laat ons nu soupeeren!”
-</p>
-<p>Zij schudde het hoofd.
-</p>
-<p>„Neen, mister Raffles, ik moet dadelijk de diamanten hebben of—”
-</p>
-<p>„Of wat, lady? Wat wilt ge tegen mij beginnen? Als ik u nu eens een doek met chloroform
-tegen den neus houd en u vastbind en u daarna in de Theems gooi? Hebt ge al aan die
-mogelijkheid gedacht?”
-</p>
-<p>Zij werd bleek en zweeg.
-</p>
-<p>Inderdaad! Zij was geheel in zijn macht.
-</p>
-<p>De rollen waren thans geheel anders verdeeld dan zij zich het had voorgesteld. Hoe
-zou het haar mogelijk zijn om Raffles thans toe te voegen:
-</p>
-<p>„In naam der wet zijt ge mijn gevangene!”
-</p>
-<p>Maar toch!
-</p>
-<p>Hij had nog niet met haar afgerekend, en hij wist <span class="pageNum" id="pb24">[<a href="#pb24">24</a>]</span>niet, dat over een uur Baxter hier zou zijn met eenige politieagenten! Zóó dwaas was
-zij toch niet geweest om alles op één kaart te zetten.
-</p>
-<p>Raffles scheen dat niet te vermoeden en evenmin had hij er eenig idee van, dat voor
-zijn huis vier geheime politieagenten op wacht stonden.
-</p>
-<p>„Nu, lady Marion,” sprak hij thans weer, „wenscht ge mijn uitnoodiging niet aan te
-nemen?” en hij bood haar zijn arm.
-</p>
-<p>Het meisje wist niet, wat zij doen moest.
-</p>
-<p>Zij haalde de schouders op, nam den aangeboden arm en volgde Raffles naar de eetkamer.
-Vol bewondering rustte haar blik op deze vreemde kamer, waarin kostbare meubels, oud
-porselein en zeldzame schilderijen een fraai geheel vormden.
-</p>
-<p>„Mag ik u mijn secretaris en vriend voorstellen, lady? Hij heet Charly. Meer van zijn
-naam kan ik u niet verraden; ge zoudt hem later eens in uw beroep kunnen ontmoeten.
-Doe hem nooit kwaad, lady, want hij is een beste kerel!”
-</p>
-<p>Lord Lister bediende zelf de jonge dame en schonk haar glas vol.
-</p>
-<p>„Ik drink geen wijn!” sprak het meisje.
-</p>
-<p>„Kom, lady Marion, dat meent gij niet. Ge denkt natuurlijk, dat ik het een of andere
-poeder in uw glas heb gestrooid, maar ge vergist u, lady Marion. Ik ben volstrekt
-niet gevaarlijk en aan gif heb ik nooit gedacht.”
-</p>
-<p>Het meisje bloosde en schaamde zich; toen nam zij het glas en dronk het leeg.
-</p>
-<p>„Hebt ge nog iets naders gehoord, lady,” vroeg lord Lister plotseling, „of de Raffles,
-dien door inspecteur Baxter in het tentoonstellingsgebouw is gearresteerd, nog altijd
-achter slot en grendel zit?”
-</p>
-<p>„Hij is weer op vrije voeten gesteld,” antwoordde zij, „maar later toch weer in hechtenis
-genomen. Inspecteur Baxter wilde het eerst niet gelooven, dat de directeur van het
-elfde bijkantoor een schurk was, maar hij heeft ook zoo veel aan zijn hoofd en thans
-bemoeit hij zich weer met het nieuwste Londensche schandaal.”
-</p>
-<p>„Wat is dat dan?”
-</p>
-<p>„Dat een zekere mr. Thompson er van door is gegaan met de bruid van den hertog van
-Norfolk.”
-</p>
-<p>Lord Lister lachte hartelijk.
-</p>
-<p>„Zoo? Is dat inderdaad waar? Ge bedoelt toch den secretaris van den hertog?”
-</p>
-<p>„Ja, juist. De jonge man beweert een zoon te zijn van den man, die door den directeur
-van het elfde bijkantoor vermoord is en daarom heeft inspecteur Baxter den directeur
-wederom in hechtenis genomen.”
-</p>
-<p>„Nu, en verder?”
-</p>
-<p>„De directeur heeft alles bekend, nadat hij een verhoor had ondergaan van twee uren.
-Hij heeft mr. <span class="corr" id="xd31e1090" title="Bron: Thomson">Thompson</span> vermoord en toen de politie huiszoeking deed, heeft zij ook het lijk gevonden van
-mr. Blakes.”
-</p>
-<p>„Dan heeft de politie dus eindelijk beslag gelegd op een lafhartigen schurk.”
-</p>
-<p>„Ik ben alleen maar bang, dat er nog zoo’n schurk in Londen zit, waarop noch Baxter
-noch zijn collega’s eenig vermoeden hebben!”
-</p>
-<p>Terwijl het gesprek in vollen gang was, bemerkte het meisje niet, dat lord Lister
-plotseling een korreltje, ter grootte van een speldeknop, tusschen duim en wijsvinger
-liet glijden.
-</p>
-<p>Neen, zij merkte het niet.
-</p>
-<p>Lord Lister haalde zijn sigarettenkoker te voorschijn.
-</p>
-<p>„Is het veroorloofd, lady?”
-</p>
-<p>Zij knikte en lachte en dacht er aan, hoe grappig het zou zijn, als zij over een half
-uur, wanneer Baxter met zijn mannetjes zou verschijnen, plotseling zou opspringen
-en uitroepen:
-</p>
-<p>„Raffles, ik arresteer u, in naam der wet!”
-</p>
-<p>Toen eensklaps werd het haar, alsof een zwarte nevel voor haar oogen trok.
-</p>
-<p>Instinctmatig rees bij haar de gedachte: „Je bent vergiftigd,” maar toen, terwijl
-zij een blik naar lord Lister wierp, werd zij weer kalm.
-</p>
-<p>Neen!—Zoo slecht zou hij toch niet zijn en zij had <span class="pageNum" id="pb25">[<a href="#pb25">25</a>]</span>nog nooit gehoord, dat hij iemand had voorgelogen.
-</p>
-<p>Maar nu gevoelde ze zich toch weer zoo vreemd! De woorden van lord Lister drongen
-nog slechts vaag tot haar door. Zij liet de armen langs het lijf vallen en sloot langzaam
-de oogen.
-</p>
-<p>Charly Brand had deze verandering gezien en was opgesprongen.
-</p>
-<p>„Om Godswil, wat heb je haar gegeven?” vroeg hij, „ze verliest het bewustzijn.”
-</p>
-<p>Lord Lister schudde het hoofd. Zijn gelaat was heel ernstig.
-</p>
-<p>„Ik moest dit middel te baat nemen, beste Charly, maar het is volkomen onschadelijk—en
-toch een der gevaarlijkste wapenen waarover ik te beschikken heb.”
-</p>
-<p>„Verliest ze het bewustzijn?”
-</p>
-<p>„Neen. Heb je nooit gehoord van de guala, de plant der vergetelheid?”
-</p>
-<p>Charly Brand schudde het hoofd.
-</p>
-<p>„Zij is feitelijk een verdoovingsmiddel. Als zij dikwijls wordt gebruikt, kan zij
-krankzinnigheid veroorzaken, maar anders heeft zij slechts geheugenzwakte tengevolge,
-en— —”
-</p>
-<p>Lord Lister kon niet voleinden, want lady Marion hief het hoofd op. Haar oogen schitterden
-weder.
-</p>
-<p>Een poosje keek zij vragend rond, toen vroeg zij:
-</p>
-<p>„Waar ben ik?”
-</p>
-<p>„Ge zijt bij lord Boston, lady, drink eens, dat zal u goed doen!”
-</p>
-<p>Zij dronk en keek den grooten Onbekende weer aan.
-</p>
-<p>„Zijt gij lord Boston?”
-</p>
-<p>„Ja, lady.”
-</p>
-<p>Zij knikte.
-</p>
-<p>Het gesprek werd voortgezet, maar het meisje scheen zich inderdaad niets meer te herinneren.
-</p>
-<p>Raffles nam haar hand en hield die langen tijd in de zijne en terwijl Charly Brand
-weer steeds hoofdschuddend keek van de een naar den ander, sprak lord Lister op fluistertoon
-tot het jonge meisje, alsof hij haar staatsgeheimen had te vertellen.
-<span class="pageNum" id="pb26">[<a href="#pb26">26</a>]</span></p>
-</div>
-</div>
-<div id="ch5" class="div1 chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead">
-<h2 class="label">VIJFDE HOOFDSTUK.</h2>
-<h2 class="main">EEN NACHT VOL VERSCHRIKKINGEN.</h2>
-</div>
-<div class="divBody">
-<p class="first">Het werd zoo stil in de eetkamer, dat men het tikken der klok duidelijk kon hooren.
-</p>
-<p>De lord hield nog steeds de hand vast van lady Marion en Charly Brand was ingedommeld,
-toen plotseling de kamerdienaar verscheen.
-</p>
-<p>„Pardon, lord—de politie is er!”
-</p>
-<p>Charly sprong op.
-</p>
-<p>Ook Raffles was opgestaan en verschoot van kleur.
-</p>
-<p>„Politie?”
-</p>
-<p>Daar was hij niet op voorbereid.
-</p>
-<p>„Waar zijn ze?”
-</p>
-<p>„Ze komen juist de trap op! Ik stond met de keukenmeid te praten, toen een inspecteur
-kwam vragen of hier een heer woont, die een dame op bezoek had. De heer heette lord
-Boston!
-</p>
-<p>„Ik schrikte vreeselijk en zei:
-</p>
-<p>„Neen, inspecteur!”
-</p>
-<p>Luid lawaai werd nu vernomen op de trap.
-</p>
-<p>Raffles mocht niet langer aarzelen. Alles hing van één oogenblik af en reeds overlegde
-hij, langs welken kant hij zich het best door de vlucht zou kunnen redden, toen plotseling
-een zachte vrouwenstem aan zijn oor fluisterde:
-</p>
-<p>„Wat is er, lord Boston? Wat wil de politie van u? Dat die ook juist nu moet komen!”
-</p>
-<p>De Groote Onbekende glimlachte even.
-</p>
-<p>„Vlieg naar buiten, Charly en tracht ze op te houden.” En toen tegen Marion:
-</p>
-<p>„Ge moet me redden—binnen een minuut is de politie hier—het kost je maar een woord.”
-</p>
-<p>Zij was opgesprongen en verloor geen oogenblik haar tegenwoordigheid van geest.
-</p>
-<p>„Wat kan ik voor je doen?<span class="corr" id="xd31e1156" title="Niet in bron">”</span> vroeg Marion met liefdevollen blik, want in hetzelfde oogenblik was zij er zich van
-bewust geworden, dat zij dezen man niet aan de politie zou kunnen overleveren.
-</p>
-<p>„Ga zoo gauw mogelijk naar buiten en doe alsof je den inspecteur kent. Je zegt hem
-dan naar boven te gaan en de dienstbodenkamers te doorzoeken. Als de politie daarheen
-gaat, kom jij in de vestibule, waar ik je zal wachten.”
-</p>
-<p>Met een enkelen sprong was lord Lister achter een groot tochtscherm verdwenen, in
-hetzelfde oogenblik, dat Baxter de deur opendeed en binnentrad.
-</p>
-<p>„Waar is hij? Kom, vooruit Raffles, spartel nu maar niet tegen!”
-</p>
-<p>Zijn blik viel thans op lady Marion, de vrouwelijke detective.
-</p>
-<p>„Ha, zijt gij daar, lady? Ik heb me al ernstig bezorgd over u gemaakt. Ik zie, dat
-ge reeds gesoupeerd hebt! Nu, des te beter! Waar is hij?”
-</p>
-<p>Lady Marion haalde de schouders op.
-</p>
-<p>„Gij zijt op een dwaalspoor inspecteur, hij is niet hier!”
-<span class="pageNum" id="pb27">[<a href="#pb27">27</a>]</span></p>
-<p>„Wat? Niet hier? En ik meende door de glazen deur zijn schaduw te zien!”
-</p>
-<p>„Hij is door de vestibule langs een trap naar een geheime gang gevlucht!”
-</p>
-<p>Baxter draaide zich oogenblikkelijk om en riep tot de agenten:
-</p>
-<p>„Volg mij! Kom, lady Marion, ga ook mee.”
-</p>
-<p>Lady Marion volgde de politiemannen, die de trap opgingen, naar de dienstbodenvertrekken.
-</p>
-<p>„Kom, lady, kom!” riep inspecteur Baxter nogmaals, maar het meisje aarzelde, Want
-zij wilde de komst van lord Boston afwachten.
-</p>
-<p>Zij zag een schaduw langs den muur glijden, zij keerde zich om en haar ontsnapte de
-kreet:
-</p>
-<p>„Raffles!”
-</p>
-<p>Guala, de bloem der vergetelheid, had haaf werking verloren en de vrouwelijke detective
-herinnerde zich weer alles, wat gebeurd was.
-</p>
-<p>Baxter had dien uitroep gehoofd en zich bliksemsnel omgekeerd, maar in hetzelfde oogenblik
-was Raffles hem op zij en wierp de zware deur in het slot.
-</p>
-<p>Het meisje wilde schreeuwen en zich op Raffles werpen, maar deze legde zijn hand op
-haar mond, hief haar op en droeg haar de trap af,
-</p>
-<p>„Laat dadelijk het rijtuig voorkomen!” riep John Raffles zijn vriend toe, terwijl
-boven aan de trap met stokken op de gesloten deur werd gebeukt, en inspecteur Baxter
-luid uitschreeuwde:
-</p>
-<p>„Lady Marion! Lady Marion! Gij hebt ons in een val gelokt! Schaam u, lady Marion!
-Nu kan men weer eens zien, hoezeer men zich op de vrouwen kan verlaten! Vooruit, jongens!
-Wij <i>moeten</i> hem hebben!”
-</p>
-<p>Een bediende kwam zeggen, dat het rijtuig voor was.
-</p>
-<p>Nog altijd hield Raffles zijn hand op den mond van het meisje, dat zich als een wanhopige
-verdedigde, totdat de krachten haar begaven.
-</p>
-<p>„Zoo gauw als ik vertrokken ben,” sprak Raffles nu tot zijn bediende, „kunt gij die
-lieden daarboven weer in vrijheid stellen en hun zeggen, dat ik lady Marion naar huis
-heb gebracht.”
-</p>
-<p>Nauwelijks zette het rijtuig zich in beweging, of de agenten, die buiten op post hadden
-gestaan, vlogen achter het rijtuig aan en toen Raffles zijn hoofd uit het portier
-stak, floot hem een kogel om de ooren.
-</p>
-<p>In hetzelfde oogenblik werd zijn keel toegeknepen en een stem fluisterde:
-</p>
-<p>„Raffles, ge zijt mijn gevangene.”
-</p>
-<p>Zonder de minste moeite verwijderde Raffles de vingers van zijn hals.
-</p>
-<p>„Het zou mij spijten, lady, als ik eenig geweld tegen u moest gebruiken!”
-</p>
-<p>Het rijtuig stond hu met een schok stil, en Raffles ontdekte tot zijn niet geringe
-ontsteltenis, dat zijn beide prachtige hengsten waren overhoop geschoten.
-</p>
-<p>Lord Lister sprong uit het rijtuig en was weldra door een aantal detectives omringd.
-</p>
-<p>De eerste, die hem wilde naderen, kreeg een geweldigen stoot onder de kin, zoodat
-hij een eind achteruit stoof. De tweede kreeg een trap en de derde vloog met zoo’n
-smak tegen de equipage, dat hij de lady in zijn val mee overhoop trok.
-</p>
-<p>Maar het meisje was besloten Raffles tot elke prijs te vangen en zij vuurde de agenten
-aan.
-</p>
-<p>Toen Raffles op de vlucht sloeg, ijlde zij hem achterna.
-</p>
-<p>Plotseling stond Raffles voor den achterkant van een gebouw, waar hij reeds eens was
-geweest, toen hij den secretaris van den hertog van Norfolk de diamanten had gegeven.
-</p>
-<p>Hij bedacht zich geen oogenblik en klom tegen het traliewerk op; daarna verdween hij
-in den donkeren tuin, juist in hetzelfde oogenblik, dat zijn vervolgers hem te vergeefs
-in de straat zochten.
-</p>
-<p>In zijn vaart rende de vluchteling tegen een fontein aan; een gedeelte van het voetstuk
-viel naar beneden en Raffles keek in een donker gewelf.
-</p>
-<p>Een oogenblik aarzelde hij, maar toen ook begreep hij, dat dit de eenige weg tot redding
-was en hij liep de gang door.
-<span class="pageNum" id="pb28">[<a href="#pb28">28</a>]</span></p>
-<p>Aan het eind verwijdde de gang zich tot een hol, hetgeen Raffles bij het schijnsel
-van zijn electrische zaklantaarn opmerkte en toen ook bereikten jammerkreten zijn
-oor, vermengd met het rammelen van ketenen.
-</p>
-<p>De tanden op elkaar geklemd schreed Raffles voorwaarts en toen zag hij op een stroobos
-het uitgeteerde lichaam van een mensch, geheel in lompen gehuld.
-</p>
-<p>Toen die persoon Raffles aankeek, deinsde hij verschrikt achteruit en lord Lister,
-die anders voor geen kleintje vervaard was, klemde de tanden op elkaar om het niet
-uit te schreeuwen van afschuw.
-</p>
-<p>De ongelukkige miste de rechterhand en zijn arm eindigde in een stomp, gehuld in lompen.
-</p>
-<p>Het gelaat had weinig menschelijks meer behouden, maar toch waren de trekken nog duidelijk
-te herkennen. De gelijkenis met den hertog van Norfolk, in wiens paleis lord Lister
-zich bevond, was treffend.
-</p>
-<p>Wie was die ongelukkige?
-</p>
-<p>Waarom miste hij juist de rechterhand? Hing deze ontdekking misschien samen met die
-doode hand, die de vrouwelijke detective had vastgehouden?
-</p>
-<p>„Wie zijt gij?” vroeg lord Lister den ongelukkige. „Vertrouw op mij, ik zal trachten
-u te redden!”
-</p>
-<p>Een afschuwelijk reutelen, was het antwoord. De rampzalige opende den mond en met
-een kreet van weerzin trad Raffles achteruit. De man miste zijn tong.
-</p>
-<p>En langzamerhand werd alles Raffles duidelijk, toen hij de linkerhand van dien ongelukkige
-bekeek, den bouw van zijn lichaam, de <span class="corr" id="xd31e1218" title="Bron: aristokratische">aristocratische</span> trekken, die door het lijden niet waren uitgewischt.
-</p>
-<p>Dit was de <i>echte</i> hertog van Norfolk, en de ander was een schandelijke, een ellendige bedrieger, waarvan
-in Londen de weerga niet te vinden was.
-</p>
-<p>Een grenzelooze toorn maakte zich van lord Lister meester, toen hij langzamerhand
-begon te begrijpen, hoe deze ongelukkige gepijnigd was, opdat de ander maar zoo spoedig
-mogelijk in het bezit van de onschatbare diamanten zou komen.
-</p>
-<p>Maar lord Lister zou wraak nemen! Hij haalde een reusachtig groot mes te voorschijn
-en na langen tijd te hebben gevijld, vielen de ketenen rammelend neer. Toen beval
-hij den ongelukkige, door teekenen, hem te volgen.
-</p>
-<p>De gevangene deed dit, op handen en voeten voortkruipend, voorafgegaan door lord Lister,
-die zijn electrische zaklantaarn gereed hield.
-</p>
-<p>Vele gangen ging het tweetal door, vele deuren werden door lord Lister opengebroken
-of stuk getrapt en vele kamers bezochten zij.
-</p>
-<p>Eindelijk belandden zij in een fantastisch gemeubeld vertrek. Een jong meisje lag
-op den grond en een man, met een lang dolkmes in de hand, had zijn knie op haar keel
-gezet en stond gereed, den doodelijken stoot toe te brengen.
-</p>
-<p>In een enkel oogenblik had Raffles den geheelen toestand overzien. Vol gruwelijke
-ontzetting herkende hij in het bedreigde meisje de vrouwelijke detective en in den
-man den valschen hertog van Norfolk.
-</p>
-<p>Met een schreeuw van woede wierp lord Lister zich op hem.
-</p>
-<p>De woestaard keek met bloeddoorloopen oogen zijn nieuwen tegenstander aan, liet het
-meisje los en wierp zich met woest gebaar op lord Lister.
-</p>
-<p>Deze was ongewapend, want in het onderaardschse hol had hij zijn messen en zijn revolver
-laten liggen.
-</p>
-<p>De hertog van Norfolk maakte heel handig gebruik van dezen ongewapenden toestand van
-zijn tegenstander en terwijl hij hem met den linkerarm van zich trachtte af te weren,
-gaf hij hem terzelfdertijd zulk een geweldigen trap tegen den buik, dat lord Lister
-bijna neerviel. Toen stiet hij naar hem met zijn mes.
-</p>
-<p>Met een handige beweging echter was lord Lister uit den weg gegaan, zoodat het wapen
-de lucht doorkliefde en in de lambriseering van den muur terecht kwam, waartegen lord
-Lister geleund stond.
-</p>
-<p>In het volgende oogenblik had hij den arm van zijn <span class="pageNum" id="pb29">[<a href="#pb29">29</a>]</span>vijand beetgepakt en met de geweldige kracht, waarover hij kon beschikken, neergedrukt.
-Opnieuw stiet zijn vijand naar hem en deze manier van strijden was des te gevaarlijker,
-daar lord Lister zich er nooit van had bediend.
-</p>
-<p>Maar de schurk daarentegen was weer niet bekend met een wijze van vechten, waarin
-lord Lister een meester was. Terwijl de ander namelijk zijn rechterarm ophief om het
-wapen in lord Listers borst te stooten, gleed de linkerarm van lord Lister bliksemsnel
-tusschen den rug en de beide armen van zijn vijand.
-</p>
-<p>Nu was het natuurlijk den schurk onmogelijk, met den rechterarm nog toe te stooten.
-</p>
-<p>Terzelfder tijd omklemde lord Listers rechterhand den linkerarm van zijn vijand. Zijn
-eigen linkerarm lag nu als een steen tusschen den rug en de beide armen van zijn tegenstander,
-wien het onmogelijk gemaakt was, de geringste beweging uit te voeren.
-</p>
-<p>Wel trachtte hij, als een razende tekeer gaande, zich te bevrijden, maar nog voordat
-hij zich kon losmaken, had lord Lister hem drie keer met de vlakke hand een klap tegen
-de keel gegeven, zoodat de aanvaller als een zak neerplofte.
-</p>
-<p>Lord Lister wierp zich op hem en bond hem, voordat de ellendeling weer tot bezinning
-was kunnen komen.
-</p>
-<p>Toen sprong hij op.
-</p>
-<p>Hijgend, zelf vrij ernstig gewond, stond hij voor de vrouwelijke detective.
-</p>
-<p>Voor den eersten keer in zijn leven was lord Lister zoo zwak, dat een kind hem had
-kunnen overwinnen. De vreeselijke gebeurtenissen van dezen nacht hadden zijn krachten
-uitgeput en de verwoede strijd met dien ellendeling had het laatste beetje van zijn
-weerstandsvermogen nog opgeslokt.
-</p>
-<p>En als lady Marion nu haar revolver had genomen en met dreigend gebaar had uitgeroepen:
-„Handen hoog, Raffles, ge zijt mijn gevangene!” dan zou lord Lister niet meer de kracht
-hebben gevonden om zich te verdedigen tegen dezen nieuwen vijand.
-</p>
-<p>Zijn kleeren hingen in flarden langs zijn lijf, zijn knieën beefden, en met de rechterhand
-greep hij de leuning van zijn stoel.
-</p>
-<p>Maar het meisje dacht er niet meer aan, hem te arresteeren.
-</p>
-<p>Zij was immers vrouw en sinds het oogenblik dat zij Raffles had leeren kennen, hadden
-er in haar twee machten om den voorrang gestreden:
-</p>
-<p>De trots en de liefde.
-</p>
-<p>Zij had tot op dit oogenblik niet willen bekennen, dat deze man haar meester was.
-Zij had al haar trots erop gezet, hem te arresteeren, hem op wien nog geen man vat
-had kunnen krijgen en toch was, sinds het eerste oogenblik, de liefde in haar hart
-geslopen.
-</p>
-<p>En nu—nu Raffles weerloos voor haar stond—nu zegevierde ook die liefde voor het eerst.
-</p>
-<p>Ja, alle haat was verdwenen!
-</p>
-<p>Zij zou in dit oogenblik in staat zijn geweest, haar leven voor hem op te offeren
-en zij werd doodelijk bleek, toen het huis plotseling daverde van vreeselijk rumoer.
-</p>
-<p>Men hoorde bijlen slaan, deuren vlogen splinterend uiteen, schoten kraakten en het
-jammeren van doodelijk getroffen dienaren vervulde het geheele huis.
-</p>
-<p class="tb">- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -</p><p>
-</p>
-<p>De vrouwelijke detective had dadelijk haar opmerkzaamheid gericht op het paleis van
-den hertog van Norfolk, toen Raffles haar ontsnapt was.
-</p>
-<p>Zij was ervan overtuigd, dat hij zich hier ergens verborgen hield en had zich in het
-nachtelijk uur tot den hertog van Norfolk gewend om het huis te laten doorzoeken.
-</p>
-<p>De hertog echter, die zelf niets vuriger verlangde, dan dat Raffles werd om hals gebracht,
-had het bezoek der vrouwelijke detective verkeerd opgevat.
-</p>
-<p>Hij, die dag en nacht in de vreeselijkste angsten verkeerde, dat zijn misdaad aan
-het licht zou komen, meende zich reeds ontdekt te zien, had daarom de detectives der
-lady door zijn dienstpersoneel laten overrompelen en was op het punt, de lady zelve
-voor <span class="pageNum" id="pb30">[<a href="#pb30">30</a>]</span>altijd onschadelijk te maken, toen lord Lister in het juiste oogenblik was verschenen.
-</p>
-<p>Een der detectives, die de lady had vergezeld, was ontsnapt en had de politie verteld
-van het gevecht, dat had plaats gevonden.
-</p>
-<p>Inspecteur Baxter, die intusschen met zijn detectives in Scotland Yard was aangekomen,
-was onmiddellijk op weg gegaan en hij was het, die nu met zijn lieden de deuren verbrijzelde
-en hef heele huis overhoop haalde om de vrouwelijke detective op te sporen.
-</p>
-<p>Zij kromp ineen.
-</p>
-<p>Enkele oogenblikken luisterde zij, toen legde ze haar hand op den arm van den meesterdief.
-</p>
-<p>„Binnen twee minuten zijt ge verloren!” fluisterde zij, „ik zal u redden!”
-</p>
-<p>Lord Lister verzamelde al zijn krachten.
-</p>
-<p>Het bloedverlies, dat veroorzaakt werd door verscheiden wonden, verzwakte hem nog
-meer.
-</p>
-<p>Maar thans, nu gevaar dreigde, kwam de oude energie weer boven.
-</p>
-<p>Deze man die over een ijzeren constitutie beschikte, gaf zich nog niet verloren. Hij
-richtte zich hoog op en volgde de lady, die ijlings voortliep.
-</p>
-<p>Zij zelve was echter niet genoeg op de hoogte van al de verschillende vertrekken van
-het paleis om te weten, waarheen zij lord Lister moest brengen.
-</p>
-<p>Zij wilde hem slechts brengen uit de verderfelijke nabijheid der detectives, die juist
-de laatste deuren verbraken en nu de kamer binnendrongen, waar zich zoo juist de vreeselijke
-strijd had afgespeeld.
-</p>
-<p>Intusschen had lord Lister een der laatste vertrekken van het huis bereikt.
-</p>
-<p>Hij zag daar een groote kast, deed deze open en nam er een kostbare pelsjas uit.
-</p>
-<p>„In dit kostuum kan ik toch moeilijk de straat opgaan, juffrouw,” zei hij lachend
-en hij trok den kostbaren pels aan.
-</p>
-<p>Nu zag hij ook in een aangrenzend vertrek een groote, ijzeren brandkast.
-</p>
-<p>„Ik heb mijn geld vergeten, lady<span class="corr" id="xd31e1289" title="Bron: ”,">,”</span> zei hij met den ouden humor, die weer met zegevierende schittering in zijn oogen
-lichtte, „en zonder geld is Raffles een nul<span class="corr" id="xd31e1292" title="Bron: ”.">.”</span>
-</p>
-<p>Hij haalde zijn ijzeren boor voor den dag en opende de kast.
-</p>
-<p>De vrouwelijke detective echter legde beide handen op zijn arm en zei:
-</p>
-<p>„Om Godswil! Als ge nog een seconde toeft, zijt ge verloren!”
-</p>
-<p>In hetzelfde oogenblik vloog de brandkast open.
-</p>
-<p>Lord Lister haalde er den inhoud uit en stak de bankbiljetten in den zak.
-</p>
-<p>Dit geschiedde, toen juist Baxter en zijn mannen de kamer wilden binnendringen, die
-nog slechts door twee zwakke deuren was afgescheiden van die, waarin Raffles zich
-bevond.
-</p>
-<p>Hij was verloren.
-</p>
-<p>Maar nu ook daagde een helper op, waaraan hij noch de vrouwelijke detective hadden
-gedacht.
-</p>
-<p>Uit een der hoeken kroop een afschuwelijke gedaante te voorschijn, die in het zwakke
-schemerlicht van een roode lantaarn er nog weerzinwekkender uitzag dan tevoren: die
-half mensch half dier scheen en zich uitrekte, de uitgeteerde armen opgeheven.
-</p>
-<p>Als een beschermer plaatste de gedaante zich voor de deur, waarachter lord Lister
-was verdwenen.
-</p>
-<p>De ongelukkige, die maandenlang in ketenen had gezucht, had genoeg verstand behouden
-om te begrijpen dat degeen, die hem dezen nacht gered had, voortvluchtig was.
-</p>
-<p>En hij toonde zijn dankbaarheid, doordat hij lord Listers vlucht met zijn leven dekte.
-</p>
-<p>Inspecteur Baxter en zijn mannen weken verschrikt <span class="pageNum" id="pb31">[<a href="#pb31">31</a>]</span>achteruit, toen zij die afschuwelijke gestalte ontdekten.
-</p>
-<p>Het was, alsof een lijk plotseling levend was geworden!
-</p>
-<p>Die van waanzin gloeiende, half uitgedroogde oogen, joegen den detectives den grootsten
-angst en ontzetting aan.
-</p>
-<p>Zij weigerden het allen, die vreeselijke gedaante, die zij hielden voor de een of
-andere spookverschijning, daar van de deur weg te jagen en eerst, toen reeds vele
-minuten in ijzingwekkende stilte waren voorbijgegaan, vond inspecteur Baxter zelf
-den moed om dien ongelukkigen stumperd beet te pakken en opzij te slingeren.
-</p>
-<p>Toen vloog de inspecteur alle kamers door en juist toen hij de laatste, de achterste
-bereikt had, zag hij, hoe een donkere gedaante als een pijl uit den boog door het
-venster verdween en naar beneden zich liet glijden.
-</p>
-<p>Het was lord Lister, die geluidloos in den donkeren nacht verdween.
-</p>
-<p>Baxter had hem heel goed herkend.
-</p>
-<p>Hij zond den vluchteling dan ook onmiddellijk een schot kruit na.
-</p>
-<p>Toen keerde hij zich, snuivend, hijgend, kuchend van woede tot de vrouwelijke detective:
-</p>
-<p>„De duivel mag jou halen!” bulderde hij, „en dát wil een detective wezen!”
-</p>
-<p>Het meisje glimlachte.
-</p>
-<p>Toen schudde zij het hoofd.
-</p>
-<p>„Ik was het, inspecteur!”
-</p>
-<p>„Hoe—wat? Versta ik goed?”
-</p>
-<p>„Dat doet ge!”
-</p>
-<p>„Zeg het dan nog eens, als je durft!”
-</p>
-<p>„Ik durf!”
-</p>
-<p>„Zeg het!”
-</p>
-<p>„Ik <i>was</i> een detective, inspecteur, maar nu— —”
-</p>
-<p>„Nu?”
-</p>
-<p>„Nu ben ik een vrouw geworden!”
-</p>
-<p>Inspecteur Baxter keek haar eenige oogenblikken aan.
-</p>
-<p>Hij was ervan overtuigd, dat dit meisje haar verstand verloren had en schouderophalend
-wendde hij zich af.
-</p>
-<p>„Daar begrijp ik niets van!” bromde hij en toen maakte hij zich gereed om lord Lister
-te gaan vervolgen, die niet meer kon worden ingehaald.
-</p>
-<p>De schurk, die door Raffles gearresteerd werd, werd nog denzelfden nacht naar Scotland-Yard
-overgebracht.
-</p>
-<p>Daar bekende hij ook, toen hij tegenover zijn rampzalig slachtoffer geplaatst werd,
-dat hij zich onmenschelijk had gedragen.
-</p>
-<p>In Indië had hij zeven jaren doorgebracht in het tuchthuis te Madras en was toen door
-den hertog van Norfolk, die niets van zijn verleden wist, als diens particulier secretaris
-aangenomen.
-</p>
-<p>Hij geleek sprekend op den hertog en van deze noodlottige gelijkenis had de schurk
-al heel gauw profijt getrokken.
-</p>
-<p>Hij had zijn meester gevangen genomen en toen met voortreffelijke schurkerij diens
-rol gespeeld.
-</p>
-<p>De werkelijke hertog van Norfolk stierf twee dagen later.
-</p>
-<p>Zijn diamanten zijn hooit meer het eigendom geworden van zijn geslacht.
-</p>
-<p>En Raffles?
-</p>
-<p>Ach, hij wist het wel, dat het mooie meisje, de bekoorlijke miss Marion, hem had geholpen,
-toen hij te <span class="pageNum" id="pb32">[<a href="#pb32">32</a>]</span>zwak, te uitgeput was om nog eenigen tegenstand het hoofd te bieden!
-</p>
-<p>Maar hij verbaasde zich niet, de elegante jonge lord, want hij wist het maar al te
-goed, dat zijn invloed op vrouwen onzegbaar groot was. Dat zij voor hem door het vuur
-zouden gaan, als hij glimlachte, haar leven zouden offeren, zoo hij er om zou smeeken
-met zijn liefsten lach, zijn meest vleiende stem.
-</p>
-<p>Hij was weer ontkomen, de meesterdief; voor den zooveelsten keer den grijpvingers
-der politie ontsnapt.
-</p>
-<p>En hij rustte zich uit tot nieuwe daden.
-</p>
-</div>
-</div>
-</div>
-<div class="back">
-<div class="div1 notice"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
-<p class="first">Het volgende deel (<span class="corr" id="xd31e1361" title="Bron: nommer">nummer</span> 12) zal bevatten:
-</p>
-<p class="xd31e1364">VERZONKEN SCHATTEN.
-</p>
-</div>
-</div>
-<p><span class="pageNum" id="pb33">[<a href="#pb33">33</a>]</span></p>
-<div class="div1 cover"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
-<p class="first underline xd31e1368">Belooning: 1000 pond sterling.
-</p>
-<div class="table">
-<table class="tbl.wanted.header">
-<tr>
-<td class="xd31e1371 cellLeft cellTop xd31e1375">Wie kent hem?
-</td>
-<td rowspan="2" class="rowspan xd31e1372 cellTop cellBottom">
-<div class="figure lordlisterwidth"><img src="images/lordlister.png" alt="Portret van Lord Lister." width="307" height="404"></div>
-</td>
-<td class="xd31e1371 cellRight cellTop xd31e1375">Wie heeft hem gezien?
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="xd31e1371 cellLeft cellBottom">Dat vraagt men in Scotland Yard!
-</td>
-<td class="xd31e1371 cellRight cellBottom">Dat vraagt heel Londen!</td>
-</tr>
-</table>
-</div><p>
-</p>
-<p class="xd31e1390">Lord Lister <span class="underline xd31e1392">genaamd</span> John C. Raffles, <span class="xd31e1395">de geniaalste aller dieven</span>
-</p>
-<p class="xd31e1398">brengt alle gemoederen in beweging, is de schrik van woekeraars en geldschieters;
-ontrooft hun door zijn listen hunne bezittingen, waarmede hij belaagde onschuld beschermt
-en behoeftigen ondersteunt.
-</p>
-<p class="xd31e1400">Man van eer in alle opzichten
-</p>
-<p class="xd31e1398">spant hij wet en gerecht menigen strik en heeft steeds de voorvechters van edele levensbeschouwing
-op zijn hand, nl. allen, die ervan overtuigd zijn, dat:
-</p>
-<p class="xd31e1404">Ongestraft veel misstanden, door de wet beschermd, blijven voortwoekeren.
-</p>
-<p class="xd31e1398">Men leze, hoe alles in het werk wordt gesteld, <b>Lord Lister</b>, genaamd <b>John C. Raffles</b>, den geniaalsten aller dieven, te vatten!
-</p>
-<div lang="en" class="div2 section warrant.en"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><table class="alignedtext">
-<tr>
-<td class="first" lang="en">
-<p class="first xd31e1415">WARRANT OF ARREST.
-</p>
-</td>
-<td class="second" lang="nl">
-<p class="first"><span class="underline">Vertaling</span>:
-</p>
-<p class="xd31e1527">Bevel tot aanhouding.
-</p>
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="first" lang="en">
-<p>Be it known unto all men by these presents that we hereby charge and warrant the apprehension
-of the man described as under:
-</p>
-</td>
-<td class="second" lang="nl">
-<p>Wij verzoeken de aanhouding van den man, wiens beschrijving hier volgt:
-</p>
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="first" lang="en">
-<p class="xd31e1419">DESCRIPTION:
-</p>
-<div class="table">
-<table>
-<tr>
-<td class="cellLeft cellTop"><span class="ex">Name</span>: </td>
-<td class="cellRight cellTop">Lord Edward Lister, alias John C. <span class="corr" id="xd31e1429" title="Bron: Sinclair">Raffles</span>.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Age</span>: </td>
-<td class="cellRight">32 to 35 years.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Height</span>: </td>
-<td class="cellRight">5 feet nine inches.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Weight</span>: </td>
-<td class="cellRight">176 pounds.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Figure</span>: </td>
-<td class="cellRight">Tall.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Complexion</span>: </td>
-<td class="cellRight">Dark.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Hair</span>: </td>
-<td class="cellRight">Black.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Beard</span>: </td>
-<td class="cellRight">A slight moustache.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Eyes</span>: </td>
-<td class="cellRight">Black.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft cellBottom"><span class="ex">Language</span>: </td>
-<td class="cellRight cellBottom">English, French, German, Russian, etc.</td>
-</tr>
-</table>
-</div><p>
-</p>
-</td>
-<td class="second" lang="nl">
-<p class="xd31e1419">Beschrijving:
-</p>
-<div class="table">
-<table>
-<tr>
-<td class="cellLeft cellTop"><span class="ex">Naam</span>: </td>
-<td class="cellRight cellTop">Lord Edward Lister, genaamd John C<span class="corr" id="xd31e1541" title="Niet in bron">.</span> Raffles.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Leeftijd</span>: </td>
-<td class="cellRight">32–35 jaar.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Lengte</span>: </td>
-<td class="cellRight">ongeveer 1,76 meter.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Gewicht</span>: </td>
-<td class="cellRight">80 kilo.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Gestalte</span>: </td>
-<td class="cellRight">slank.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Gelaatskleur</span>: </td>
-<td class="cellRight">donker.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Haar</span>: </td>
-<td class="cellRight">zwart.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Baardgroei</span>: </td>
-<td class="cellRight">kleine snor.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft"><span class="ex">Oogen</span>: </td>
-<td class="cellRight">zwart.
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="cellLeft cellBottom"><span class="ex">Spreekt</span> </td>
-<td class="cellRight cellBottom">Engelsch, Fransch, Duitsch, Russisch enz. enz.</td>
-</tr>
-</table>
-</div><p>
-</p>
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="first" lang="en">
-<p><span class="ex">Special notes</span>: The man poses as a gentleman of great distinction. Adopts a new role every other
-day. Wears an eyeglass. Always accompanied by a young man—name unknown.
-</p>
-</td>
-<td class="second" lang="nl">
-<p><span class="ex">Bijzondere kenteekenen</span>: Het optreden van den man kenmerkt zich door bijzonder goede manieren. Telkens een
-ander uiterlijk. Draagt een monocle. Is in gezelschap van een jongeman, wiens naam
-onbekend.
-</p>
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="first" lang="en">
-<p>Charged with robbery.
-</p>
-<p>A reward of 1000 pounds sterling will be paid for the arrest of this man.
-</p>
-</td>
-<td class="second" lang="nl">
-<p>Moet worden aangehouden als dief. Voor zijn aanhouding betalen wij een prijs van 1000
-pond sterling.
-</p>
-</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="first" lang="en">
-<p class="xd31e1419">Headquarters—Scotland Yard.
-</p>
-<p class="dateline"><span class="ex">London</span>, 1<sup>st</sup> October 1908.
-</p>
-<p class="signed"><b>Police Inspector</b>,<br>
-<span class="ex">Horny.</span>
-</p>
-</td>
-<td class="second" lang="nl">
-<p><b><i>Het Hoofdbureau van Politie Scotland-Yard.</i></b>
-</p>
-<p class="dateline"><span class="ex">Londen</span>, 1. Oktober 1908.
-</p>
-<p class="signed"><b><span class="corr" id="xd31e1623" title="Bron: Inspekteur">Inspecteur</span> van Politie</b><br>
-(get.) <span class="ex">Horny</span>.
-</p>
-</td>
-</tr>
-</table>
-</div>
-</div>
-</div>
-<div class="div1 imprint"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody">
-<p class="first xd31e1632">Roman-Boekhandel <span class="xd31e1634">voorheen</span> A. Eichler
-</p>
-<p class="xd31e95">Singel 236—Amsterdam.
-</p>
-</div>
-</div>
-<div class="div1" id="toc">
-<h2 class="main">Inhoudsopgave</h2>
-<table summary="Inhoudsopgave">
-<tr id="ch1.toc">
-<td class="tocDivNum">I. </td>
-<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch1">EEN KRANIG STUKJE.</a></td>
-<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch1">1</a></td>
-</tr>
-<tr id="ch2.toc">
-<td class="tocDivNum">II. </td>
-<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch2">DE GROOTE ONBEKENDE IS ONSTERFELIJK.</a></td>
-<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch2">8</a></td>
-</tr>
-<tr id="ch3.toc">
-<td class="tocDivNum">III. </td>
-<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch3">HET GEHEIM VAN DE DIAMANTEN.</a></td>
-<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch3">14</a></td>
-</tr>
-<tr id="ch4.toc">
-<td class="tocDivNum">IV. </td>
-<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch4">GUALA, DE PLANT DER VERGETELHEID.</a></td>
-<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch4">20</a></td>
-</tr>
-<tr id="ch5.toc">
-<td class="tocDivNum">V. </td>
-<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch5">EEN NACHT VOL VERSCHRIKKINGEN.</a></td>
-<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch5">26</a></td>
-</tr>
-</table>
-</div>
-<div class="transcriberNote">
-<h2 class="main">Colofon</h2>
-<h3 class="main">Beschikbaarheid</h3>
-<p class="first">Dit eBoek is voor kosteloos gebruik door iedereen overal, met vrijwel geen beperkingen
-van welke soort dan ook. U mag het kopiëren, weggeven of hergebruiken onder de voorwaarden
-van de Project Gutenberg Licentie in dit eBoek of on-line op <a class="seclink xd31e41" title="Externe link" href="https://www.gutenberg.org/">www.gutenberg.org</a>.
-</p>
-<p>Dit eBoek is geproduceerd door het on-line gedistribueerd correctieteam op <a class="seclink xd31e41" title="Externe link" href="https://www.pgdp.net/">www.pgdp.net</a>.
-</p>
-<h3 class="main">Metadata</h3>
-<table class="colophonMetadata" summary="Metadata">
-<tr>
-<td><b>Titel:</b></td>
-<td>Lord Lister No. 11: De diamanten van den hertog van Norfolk</td>
-<td></td>
-</tr>
-<tr>
-<td><b>Auteur:</b></td>
-<td>Theo von Blankensee [Pseudoniem van Mathias Blank (1881–1928)]</td>
-<td><a href="https://viaf.org/viaf/8133268/" class="seclink">Info</a></td>
-</tr>
-<tr>
-<td><b>Auteur:</b></td>
-<td>Kurt Matull (1872–1930?)</td>
-<td><a href="https://viaf.org/viaf/56770919/" class="seclink">Info</a></td>
-</tr>
-<tr>
-<td><b>Taal:</b></td>
-<td>Nederlands (Spelling De Vries-Te Winkel)</td>
-<td></td>
-</tr>
-<tr>
-<td><b>Oorspronkelijke uitgiftedatum:</b></td>
-<td>[1910]</td>
-<td></td>
-</tr>
-<tr>
-<td><b>Trefwoorden:</b></td>
-<td>Detective and mystery stories -- Periodicals</td>
-<td></td>
-</tr>
-<tr>
-<td><b></b></td>
-<td>Dime novels -- Periodicals</td>
-<td></td>
-</tr>
-</table>
-<h3 class="main">Codering</h3>
-<p class="first">Dit boek is weergegeven in oorspronkelijke schrijfwijze. Afgebroken woorden aan het
-einde van de regel zijn stilzwijgend hersteld. Kennelijke zetfouten in het origineel
-zijn verbeterd. Deze verbeteringen zijn aangegeven in de colofon aan het einde van
-dit boek.</p>
-<h3 class="main">Documentgeschiedenis</h3>
-<ul>
-<li>2022-02-26 Begonnen.
-</li>
-</ul>
-<h3 class="main">Externe Referenties</h3>
-<p>Dit Project Gutenberg eBoek bevat externe referenties. Het kan zijn dat deze links
-voor u niet werken.</p>
-<h3 class="main">Verbeteringen</h3>
-<p>De volgende verbeteringen zijn aangebracht in de tekst:</p>
-<table class="correctionTable" summary="Overzicht van verbeteringen aangebracht in de tekst.">
-<tr>
-<th>Bladzijde</th>
-<th>Bron</th>
-<th>Verbetering</th>
-<th>Bewerkingsafstand</th>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e114">1</a>, <a class="pageref" href="#xd31e720">15</a>, <a class="pageref" href="#xd31e1292">30</a></td>
-<td class="width40 bottom">”.</td>
-<td class="width40 bottom">.”</td>
-<td class="bottom">2</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e140">2</a>, <a class="pageref" href="#xd31e151">2</a>, <a class="pageref" href="#xd31e162">2</a>, <a class="pageref" href="#xd31e173">2</a>, <a class="pageref" href="#xd31e184">3</a>, <a class="pageref" href="#xd31e189">3</a>, <a class="pageref" href="#xd31e206">3</a>, <a class="pageref" href="#xd31e259">4</a>, <a class="pageref" href="#xd31e311">5</a>, <a class="pageref" href="#xd31e354">6</a>, <a class="pageref" href="#xd31e440">9</a>, <a class="pageref" href="#xd31e499">10</a>, <a class="pageref" href="#xd31e689">15</a>, <a class="pageref" href="#xd31e797">17</a>, <a class="pageref" href="#xd31e855">18</a>, <a class="pageref" href="#xd31e877">18</a>, <a class="pageref" href="#xd31e949">21</a>, <a class="pageref" href="#xd31e1006">22</a>, <a class="pageref" href="#xd31e1030">23</a>, <a class="pageref" href="#xd31e1289">30</a></td>
-<td class="width40 bottom">”,</td>
-<td class="width40 bottom">,”</td>
-<td class="bottom">2</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e275">4</a></td>
-<td class="width40 bottom">zelf</td>
-<td class="width40 bottom">zelfs</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e342">6</a>, <a class="pageref" href="#xd31e510">10</a></td>
-<td class="width40 bottom">bloedpas</td>
-<td class="width40 bottom">bloedplas</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e428">9</a>, <a class="pageref" href="#xd31e476">9</a>, <a class="pageref" href="#xd31e527">10</a>, <a class="pageref" href="#xd31e531">10</a>, <a class="pageref" href="#xd31e880">18</a>, <a class="pageref" href="#xd31e1037">23</a></td>
-<td class="width40 bottom">
-[<i>Niet in bron</i>]
-</td>
-<td class="width40 bottom">„</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e473">9</a></td>
-<td class="width40 bottom">”</td>
-<td class="width40 bottom">
-[<i>Verwijderd</i>]
-</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e487">10</a></td>
-<td class="width40 bottom">gewond</td>
-<td class="width40 bottom">verwond</td>
-<td class="bottom">2</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e615">12</a></td>
-<td class="width40 bottom">?</td>
-<td class="width40 bottom">!</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e636">12</a></td>
-<td class="width40 bottom">»</td>
-<td class="width40 bottom">„</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e641">12</a></td>
-<td class="width40 bottom">gevolmachtige</td>
-<td class="width40 bottom">gevolmachtigde</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e675">14</a></td>
-<td class="width40 bottom">bizonder</td>
-<td class="width40 bottom">bijzonder</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e678">14</a></td>
-<td class="width40 bottom">turmalienen</td>
-<td class="width40 bottom">toermalijnen</td>
-<td class="bottom">3</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e770">16</a></td>
-<td class="width40 bottom">aarlezen</td>
-<td class="width40 bottom">aarzelen</td>
-<td class="bottom">2</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e839">18</a></td>
-<td class="width40 bottom">Blake</td>
-<td class="width40 bottom">Blakes</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e922">20</a></td>
-<td class="width40 bottom">gearesteerd</td>
-<td class="width40 bottom">gearresteerd</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e1090">24</a></td>
-<td class="width40 bottom">Thomson</td>
-<td class="width40 bottom">Thompson</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e1156">26</a></td>
-<td class="width40 bottom">
-[<i>Niet in bron</i>]
-</td>
-<td class="width40 bottom">”</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e1218">28</a></td>
-<td class="width40 bottom">aristokratische</td>
-<td class="width40 bottom">aristocratische</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e1361">32</a></td>
-<td class="width40 bottom">nommer</td>
-<td class="width40 bottom">nummer</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e1429">33</a></td>
-<td class="width40 bottom">Sinclair</td>
-<td class="width40 bottom">Raffles</td>
-<td class="bottom">7</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e1541">33</a></td>
-<td class="width40 bottom">
-[<i>Niet in bron</i>]
-</td>
-<td class="width40 bottom">.</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-<tr>
-<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e1623">33</a></td>
-<td class="width40 bottom">Inspekteur</td>
-<td class="width40 bottom">Inspecteur</td>
-<td class="bottom">1</td>
-</tr>
-</table>
-</div>
-</div>
-<div lang='en'>
-<div style='display:block; margin-top:4em'>*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK <span lang='nl'>LORD LISTER NO. 0011: DE DIAMANTEN VAN DEN HERTOG VAN NORFOLK</span> ***</div>
-<div style='text-align:left'>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-Updated editions will replace the previous one&#8212;the old editions will
-be renamed.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright
-law means that no one owns a United States copyright in these works,
-so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the United
-States without permission and without paying copyright
-royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part
-of this license, apply to copying and distributing Project
-Gutenberg&#8482; electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG&#8482;
-concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark,
-and may not be used if you charge for an eBook, except by following
-the terms of the trademark license, including paying royalties for use
-of the Project Gutenberg trademark. If you do not charge anything for
-copies of this eBook, complying with the trademark license is very
-easy. You may use this eBook for nearly any purpose such as creation
-of derivative works, reports, performances and research. Project
-Gutenberg eBooks may be modified and printed and given away&#8212;you may
-do practically ANYTHING in the United States with eBooks not protected
-by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the trademark
-license, especially commercial redistribution.
-</div>
-
-<div style='margin:0.83em 0; font-size:1.1em; text-align:center'>START: FULL LICENSE<br>
-<span style='font-size:smaller'>THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE<br>
-PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK</span>
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-To protect the Project Gutenberg&#8482; mission of promoting the free
-distribution of electronic works, by using or distributing this work
-(or any other work associated in any way with the phrase &#8220;Project
-Gutenberg&#8221;), you agree to comply with all the terms of the Full
-Project Gutenberg&#8482; License available with this file or online at
-www.gutenberg.org/license.
-</div>
-
-<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'>
-Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg&#8482; electronic works
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg&#8482;
-electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to
-and accept all the terms of this license and intellectual property
-(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all
-the terms of this agreement, you must cease using and return or
-destroy all copies of Project Gutenberg&#8482; electronic works in your
-possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a
-Project Gutenberg&#8482; electronic work and you do not agree to be bound
-by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the person
-or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.B. &#8220;Project Gutenberg&#8221; is a registered trademark. It may only be
-used on or associated in any way with an electronic work by people who
-agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few
-things that you can do with most Project Gutenberg&#8482; electronic works
-even without complying with the full terms of this agreement. See
-paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project
-Gutenberg&#8482; electronic works if you follow the terms of this
-agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg&#8482;
-electronic works. See paragraph 1.E below.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation (&#8220;the
-Foundation&#8221; or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection
-of Project Gutenberg&#8482; electronic works. Nearly all the individual
-works in the collection are in the public domain in the United
-States. If an individual work is unprotected by copyright law in the
-United States and you are located in the United States, we do not
-claim a right to prevent you from copying, distributing, performing,
-displaying or creating derivative works based on the work as long as
-all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope
-that you will support the Project Gutenberg&#8482; mission of promoting
-free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg&#8482;
-works in compliance with the terms of this agreement for keeping the
-Project Gutenberg&#8482; name associated with the work. You can easily
-comply with the terms of this agreement by keeping this work in the
-same format with its attached full Project Gutenberg&#8482; License when
-you share it without charge with others.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern
-what you can do with this work. Copyright laws in most countries are
-in a constant state of change. If you are outside the United States,
-check the laws of your country in addition to the terms of this
-agreement before downloading, copying, displaying, performing,
-distributing or creating derivative works based on this work or any
-other Project Gutenberg&#8482; work. The Foundation makes no
-representations concerning the copyright status of any work in any
-country other than the United States.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg:
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.E.1. The following sentence, with active links to, or other
-immediate access to, the full Project Gutenberg&#8482; License must appear
-prominently whenever any copy of a Project Gutenberg&#8482; work (any work
-on which the phrase &#8220;Project Gutenberg&#8221; appears, or with which the
-phrase &#8220;Project Gutenberg&#8221; is associated) is accessed, displayed,
-performed, viewed, copied or distributed:
-</div>
-
-<blockquote>
- <div style='display:block; margin:1em 0'>
- This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and most
- other parts of the world at no cost and with almost no restrictions
- whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms
- of the Project Gutenberg License included with this eBook or online
- at <a href="https://www.gutenberg.org">www.gutenberg.org</a>. If you
- are not located in the United States, you will have to check the laws
- of the country where you are located before using this eBook.
- </div>
-</blockquote>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.E.2. If an individual Project Gutenberg&#8482; electronic work is
-derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not
-contain a notice indicating that it is posted with permission of the
-copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in
-the United States without paying any fees or charges. If you are
-redistributing or providing access to a work with the phrase &#8220;Project
-Gutenberg&#8221; associated with or appearing on the work, you must comply
-either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or
-obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg&#8482;
-trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.E.3. If an individual Project Gutenberg&#8482; electronic work is posted
-with the permission of the copyright holder, your use and distribution
-must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any
-additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms
-will be linked to the Project Gutenberg&#8482; License for all works
-posted with the permission of the copyright holder found at the
-beginning of this work.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg&#8482;
-License terms from this work, or any files containing a part of this
-work or any other work associated with Project Gutenberg&#8482;.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this
-electronic work, or any part of this electronic work, without
-prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with
-active links or immediate access to the full terms of the Project
-Gutenberg&#8482; License.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary,
-compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including
-any word processing or hypertext form. However, if you provide access
-to or distribute copies of a Project Gutenberg&#8482; work in a format
-other than &#8220;Plain Vanilla ASCII&#8221; or other format used in the official
-version posted on the official Project Gutenberg&#8482; website
-(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense
-to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means
-of obtaining a copy upon request, of the work in its original &#8220;Plain
-Vanilla ASCII&#8221; or other form. Any alternate format must include the
-full Project Gutenberg&#8482; License as specified in paragraph 1.E.1.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying,
-performing, copying or distributing any Project Gutenberg&#8482; works
-unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing
-access to or distributing Project Gutenberg&#8482; electronic works
-provided that:
-</div>
-
-<div style='margin-left:0.7em;'>
- <div style='text-indent:-0.7em'>
- &#8226; You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from
- the use of Project Gutenberg&#8482; works calculated using the method
- you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed
- to the owner of the Project Gutenberg&#8482; trademark, but he has
- agreed to donate royalties under this paragraph to the Project
- Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid
- within 60 days following each date on which you prepare (or are
- legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty
- payments should be clearly marked as such and sent to the Project
- Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in
- Section 4, &#8220;Information about donations to the Project Gutenberg
- Literary Archive Foundation.&#8221;
- </div>
-
- <div style='text-indent:-0.7em'>
- &#8226; You provide a full refund of any money paid by a user who notifies
- you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he
- does not agree to the terms of the full Project Gutenberg&#8482;
- License. You must require such a user to return or destroy all
- copies of the works possessed in a physical medium and discontinue
- all use of and all access to other copies of Project Gutenberg&#8482;
- works.
- </div>
-
- <div style='text-indent:-0.7em'>
- &#8226; You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of
- any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the
- electronic work is discovered and reported to you within 90 days of
- receipt of the work.
- </div>
-
- <div style='text-indent:-0.7em'>
- &#8226; You comply with all other terms of this agreement for free
- distribution of Project Gutenberg&#8482; works.
- </div>
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project
-Gutenberg&#8482; electronic work or group of works on different terms than
-are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing
-from the Project Gutenberg Literary Archive Foundation, the manager of
-the Project Gutenberg&#8482; trademark. Contact the Foundation as set
-forth in Section 3 below.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.F.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable
-effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread
-works not protected by U.S. copyright law in creating the Project
-Gutenberg&#8482; collection. Despite these efforts, Project Gutenberg&#8482;
-electronic works, and the medium on which they may be stored, may
-contain &#8220;Defects,&#8221; such as, but not limited to, incomplete, inaccurate
-or corrupt data, transcription errors, a copyright or other
-intellectual property infringement, a defective or damaged disk or
-other medium, a computer virus, or computer codes that damage or
-cannot be read by your equipment.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the &#8220;Right
-of Replacement or Refund&#8221; described in paragraph 1.F.3, the Project
-Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project
-Gutenberg&#8482; trademark, and any other party distributing a Project
-Gutenberg&#8482; electronic work under this agreement, disclaim all
-liability to you for damages, costs and expenses, including legal
-fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT
-LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE
-PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE
-TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE
-LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR
-INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH
-DAMAGE.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a
-defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can
-receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a
-written explanation to the person you received the work from. If you
-received the work on a physical medium, you must return the medium
-with your written explanation. The person or entity that provided you
-with the defective work may elect to provide a replacement copy in
-lieu of a refund. If you received the work electronically, the person
-or entity providing it to you may choose to give you a second
-opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If
-the second copy is also defective, you may demand a refund in writing
-without further opportunities to fix the problem.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth
-in paragraph 1.F.3, this work is provided to you &#8216;AS-IS&#8217;, WITH NO
-OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT
-LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied
-warranties or the exclusion or limitation of certain types of
-damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement
-violates the law of the state applicable to this agreement, the
-agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or
-limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or
-unenforceability of any provision of this agreement shall not void the
-remaining provisions.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the
-trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone
-providing copies of Project Gutenberg&#8482; electronic works in
-accordance with this agreement, and any volunteers associated with the
-production, promotion and distribution of Project Gutenberg&#8482;
-electronic works, harmless from all liability, costs and expenses,
-including legal fees, that arise directly or indirectly from any of
-the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this
-or any Project Gutenberg&#8482; work, (b) alteration, modification, or
-additions or deletions to any Project Gutenberg&#8482; work, and (c) any
-Defect you cause.
-</div>
-
-<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'>
-Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg&#8482;
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-Project Gutenberg&#8482; is synonymous with the free distribution of
-electronic works in formats readable by the widest variety of
-computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It
-exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations
-from people in all walks of life.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-Volunteers and financial support to provide volunteers with the
-assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg&#8482;&#8217;s
-goals and ensuring that the Project Gutenberg&#8482; collection will
-remain freely available for generations to come. In 2001, the Project
-Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure
-and permanent future for Project Gutenberg&#8482; and future
-generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see
-Sections 3 and 4 and the Foundation information page at www.gutenberg.org.
-</div>
-
-<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'>
-Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non-profit
-501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the
-state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal
-Revenue Service. The Foundation&#8217;s EIN or federal tax identification
-number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by
-U.S. federal laws and your state&#8217;s laws.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-The Foundation&#8217;s business office is located at 809 North 1500 West,
-Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up
-to date contact information can be found at the Foundation&#8217;s website
-and official page at www.gutenberg.org/contact
-</div>
-
-<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'>
-Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-Project Gutenberg&#8482; depends upon and cannot survive without widespread
-public support and donations to carry out its mission of
-increasing the number of public domain and licensed works that can be
-freely distributed in machine-readable form accessible by the widest
-array of equipment including outdated equipment. Many small donations
-($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt
-status with the IRS.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-The Foundation is committed to complying with the laws regulating
-charities and charitable donations in all 50 states of the United
-States. Compliance requirements are not uniform and it takes a
-considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up
-with these requirements. We do not solicit donations in locations
-where we have not received written confirmation of compliance. To SEND
-DONATIONS or determine the status of compliance for any particular state
-visit <a href="https://www.gutenberg.org/donate/">www.gutenberg.org/donate</a>.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-While we cannot and do not solicit contributions from states where we
-have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition
-against accepting unsolicited donations from donors in such states who
-approach us with offers to donate.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-International donations are gratefully accepted, but we cannot make
-any statements concerning tax treatment of donations received from
-outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-Please check the Project Gutenberg web pages for current donation
-methods and addresses. Donations are accepted in a number of other
-ways including checks, online payments and credit card donations. To
-donate, please visit: www.gutenberg.org/donate
-</div>
-
-<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'>
-Section 5. General Information About Project Gutenberg&#8482; electronic works
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-Professor Michael S. Hart was the originator of the Project
-Gutenberg&#8482; concept of a library of electronic works that could be
-freely shared with anyone. For forty years, he produced and
-distributed Project Gutenberg&#8482; eBooks with only a loose network of
-volunteer support.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-Project Gutenberg&#8482; eBooks are often created from several printed
-editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in
-the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not
-necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper
-edition.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-Most people start at our website which has the main PG search
-facility: <a href="https://www.gutenberg.org">www.gutenberg.org</a>.
-</div>
-
-<div style='display:block; margin:1em 0'>
-This website includes information about Project Gutenberg&#8482;,
-including how to make donations to the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to
-subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks.
-</div>
-
-</div>
-</div>
-</body>
-</html>
diff --git a/old/67523-h/images/lordlister.png b/old/67523-h/images/lordlister.png
deleted file mode 100644
index e9e45f1..0000000
--- a/old/67523-h/images/lordlister.png
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/67523-h/images/lordlister0011-front.jpg b/old/67523-h/images/lordlister0011-front.jpg
deleted file mode 100644
index 66df218..0000000
--- a/old/67523-h/images/lordlister0011-front.jpg
+++ /dev/null
Binary files differ
diff --git a/old/67523-h/images/p0011-01.png b/old/67523-h/images/p0011-01.png
deleted file mode 100644
index 44e5e5d..0000000
--- a/old/67523-h/images/p0011-01.png
+++ /dev/null
Binary files differ