diff options
| -rw-r--r-- | .gitattributes | 4 | ||||
| -rw-r--r-- | LICENSE.txt | 11 | ||||
| -rw-r--r-- | README.md | 2 | ||||
| -rw-r--r-- | old/66803-0.txt | 2946 | ||||
| -rw-r--r-- | old/66803-0.zip | bin | 49968 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/66803-h.zip | bin | 215435 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/66803-h/66803-h.htm | 3744 | ||||
| -rw-r--r-- | old/66803-h/images/ad-rcbb.png | bin | 31469 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/66803-h/images/dubec-no-3.png | bin | 24505 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/66803-h/images/lordlister0398-front.jpg | bin | 92552 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/66803-h/images/p0398-01.png | bin | 8649 -> 0 bytes |
11 files changed, 17 insertions, 6690 deletions
diff --git a/.gitattributes b/.gitattributes new file mode 100644 index 0000000..d7b82bc --- /dev/null +++ b/.gitattributes @@ -0,0 +1,4 @@ +*.txt text eol=lf +*.htm text eol=lf +*.html text eol=lf +*.md text eol=lf diff --git a/LICENSE.txt b/LICENSE.txt new file mode 100644 index 0000000..6312041 --- /dev/null +++ b/LICENSE.txt @@ -0,0 +1,11 @@ +This eBook, including all associated images, markup, improvements, +metadata, and any other content or labor, has been confirmed to be +in the PUBLIC DOMAIN IN THE UNITED STATES. + +Procedures for determining public domain status are described in +the "Copyright How-To" at https://www.gutenberg.org. + +No investigation has been made concerning possible copyrights in +jurisdictions other than the United States. Anyone seeking to utilize +this eBook outside of the United States should confirm copyright +status under the laws that apply to them. diff --git a/README.md b/README.md new file mode 100644 index 0000000..9cfd29a --- /dev/null +++ b/README.md @@ -0,0 +1,2 @@ +Project Gutenberg (https://www.gutenberg.org) public repository for +eBook #66803 (https://www.gutenberg.org/ebooks/66803) diff --git a/old/66803-0.txt b/old/66803-0.txt deleted file mode 100644 index 6e501e4..0000000 --- a/old/66803-0.txt +++ /dev/null @@ -1,2946 +0,0 @@ -The Project Gutenberg eBook of Lord Lister No. 398: Duister New-York, by -Kurt Matull - -This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and -most other parts of the world at no cost and with almost no restrictions -whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms -of the Project Gutenberg License included with this eBook or online at -www.gutenberg.org. If you are not located in the United States, you -will have to check the laws of the country where you are located before -using this eBook. - -Title: Lord Lister No. 398: Duister New-York - -Author: Kurt Matull - Theo Blakensee - Felix Hageman - -Release Date: November 23, 2021 [eBook #66803] - -Language: Dutch - -Character set encoding: UTF-8 - -Produced by: The Online Distributed Proofreading Team at - https://www.pgdp.net/ for Project Gutenberg. - -*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK LORD LISTER NO. 398: DUISTER -NEW-YORK *** - - - - LORD LISTER - GENAAMD RAFFLES - DE GROOTE ONBEKENDE. - - NO. 398 DUISTER NEW-YORK - - - - - - - - -DUISTER NEW-YORK. - - -HOOFDSTUK I. - -DE ONVERWACHTE ONTMOETING. - - -Sedert eenige dagen hielden de Amerikaansche, naar vooral de -New-Yorksche bladen zich bijna uitsluitend bezig met het zonderlinge -geval van den heer Albert Clapham, den rijken, eenigszins excentrieken -effectenhandelaar, die in een der deftigste wijken van de wereldstad -een fraai huis bewoond had. - -Bewoond had—want hij was sedert enkele dagen spoorloos verdwenen, en -men wist volstrekt niet, waar hij zich op dat oogenblik kon bevinden. - -De zaak baarde zooveel opzien, dat men er zelfs de tamelijk gespannen -verhouding met Engeland en Japan bij ten achter stelde, en de menschen -op straat vochten als het ware om de extra-edities der bladen, waarmede -de krantenjongens luid gillend, als een troep woeste Indianen, uit de -verschillende dagbladdrukkerijen kwamen stormen. - -Dan sloegen zij het eerst de pagina op, waar zij het verslag van de -zonderlinge zaak wisten te vinden, en begonnen ijverig te lezen. - -Sedert eenige maanden was de criminaliteit in New-York tot een -ongekende hoogte gestegen, en de politie zat, zooals men dat noemt, met -de handen in het haar. - -Weliswaar stelde zij alles in het werk om het gespuis, dat New-York -onveilig maakte, met alle middelen te bestrijden, en de -hoofdcommissaris van politie had reeds een lijstje gepubliceerd van -maatregelen, welke hij dacht te nemen, om den strijd tegen de bandieten -met goed succes te kunnen voeren, die zich in den laatsten tijd -veelvuldig van automobielen trachtten te bedienen bij het verrichten -van hun euveldaden—en in de meeste gevallen waren ook deze auto’s, -waaronder zeer kostbare exemplaren, van roof en diefstal afkomstig. - -Maar dit alles scheen niet zeer veel uit te werken, tenminste van de -resultaten zag men niet veel, en het New-Yorksche publiek van de -laagste tot de hoogste standen begon zeer ongerust te worden, daar de -bandieten zich zelfs niet ontzagen, arbeidersvrouwen van hun bescheiden -sieraden te berooven, toen er eensklaps hulp kwam opdagen van een -zijde, waarvan men die het allerminst had verwacht. - -Er was een geheimzinnig personage ten tooneele verschenen, die, -waarschijnlijk met de hulp van een tweetal makkers, mede den strijd -tegen het geboefte scheen te hebben aangebonden, en na eenigen tijd -wist de politie, wie dit personage was—niemand anders dan de Groote -Onbekende, de langgezochte Londensche Gentleman-Inbreker, John Raffles. - -Ja, hij moest in New-York zijn, de stoutmoedige avonturier, het kon -niet anders. - -Alle verschijnselen wezen er op. - -Zijn onvindbaarheid, de ongeloofelijke snelheid, waarmede hij zich -scheen te kunnen verplaatsen, de weergalooze vlugheid, waarmede hij -handelend optrad,—dat alles kenmerkte den man, die reeds zoovele jaren -vruchteloos gezocht werd door Scotland Yard. - -In weinige dagen tijds had John Raffles kans gezien om niet minder dan -een vijftiental bandieten van de ergste soort in handen van de politie -over te leveren—ofschoon hieraan dadelijk moet worden toegevoegd, dat -meer dan de helft van dit aantal aanstonds naar het ziekenhuis vervoerd -had moeten worden, en dat twee hunner slechts als lijken werden -gevonden, met revolverschoten door het hoofd. - -En nu stonden de bladen vol van het geval ten huize van den zooeven -genoemden Clapham, waar de politie, na een geheimzinnige telefonische -boodschap, negen mannen had gevonden, de meesten deerlijk toegetakeld -en buiten kennis, allen stevig geboeid en als het ware opeengestapeld -in den hoek van een vertrek, dat een ongeloofelijke verwarring -vertoonde, en waar uit alles bleek, dat er een hevige worsteling had -plaats gehad—men vond er een kostbaar porselein eetservies totaal in -scherven gevallen, een zware tafel, die wel tachtig kilo woog, waarvan -twee der pooten gebroken waren, en verder twee eiken stoelen, waaraan -letterlijk niets meer heel was. - -Overal op het tapijt vond men bloedsporen—maar van den heer des huizes -was niets te bespeuren. - -En hoe het kwam dat die negen mannen daar geboeid bijeen waren, zou wel -altijd een raadsel zijn gebleven, als een hunner, een ontvlucht -moordenaar, die uit de gevangenis had weten te breken, een week voor -hij op den electrischen stoel terecht zou worden gesteld, niet was gaan -„doorslaan”, zooals de vakterm luidt, wellicht in de hoop, dat hem dit -het leven kon redden, en verklaard had, dat men zich daar in het -prachtige huis van Clapham had bevonden, ten einde zich er meester te -maken van de beide helpers van John Raffles, die men in de val had -weten te lokken. - -Men kan zich de consternatie van de New-Yorkers voorstellen, toen zij -op deze wijze te weten kwamen, dat Clapham, die toegang had tot de -deftigste kringen, de vriend en medeplichtige was geweest van niemand -anders dan Black Pete, de man die met het befaamde „Meisje met de -Madonna-Oogen”, een bende misdadigers aanvoerde. - -En toch kon er niet aan getwijfeld worden—het moest zoo zijn, want een -andere oplossing was ondenkbaar. - -Met eindelooze moeite had men, met behulp van tolken, den Russischen -butler en den Chineeschen bediende van Clapham kunnen ondervragen, en -dezen hadden gezegd, dat hun meester hen op dien bewusten avond vrijaf -had gegeven, zoodat zij volstrekt niets wisten van wat er was -voorgevallen. - -Daar het volkomen ondenkbaar was, dat de beide helpers van Raffles -benevens de negen bandieten daar in huis waren geweest, zonder -toestemming van Clapham, zoo stond zijn medeplichtigheid buiten twijfel -vast, en hij had er zijn zaak niet beter op gemaakt, door de vlucht te -nemen. - -Hoe het ook zij—de twee vrienden van Raffles hadden een hevigen strijd -geleverd met de negen boeven, en volgens de verklaringen van den ter -dood veroordeelde, een glansrijke overwinning bevochten, zonder zelven -iets meer dan een paar schrammen op te loopen. - -De man voegde er als het ware tot zijn verontschuldiging bij, dat een -hunner twee tegenstanders een man was geweest van buitengewone -lichaamskracht, een ware reus, die een zwaren eikenhouten stoel -gehanteerd had, zooals een ander een licht wandelstokje deed, terwijl -zijn makker maar al te goed met zijn revolver bleek te kunnen omgaan. - -Hij gaf verder als zijn vermoeden te kennen, dat de beide vrienden van -Raffles, nadat zij er in geslaagd waren, uit het huis te ontvluchten, -waar men hen had willen dooden, zich hoogst waarschijnlijk zoo snel zij -konden begeven hadden naar een tamelijk afgelegen villa, waar op dat -zelfde oogenblik John Raffles zich in de macht bevond van een paar -dozijn bandieten, onder aanvoering van Black Pete en het „Meisje met de -Madonna-Oogen,” waar men hem op langzame wijze ter dood had willen -brengen. - -De man duidde het huis ook aan, de politie stelde er onmiddellijk een -onderzoek in, maar zij vond het nest verlaten, zij vond er slechts twee -lijken van lang gezochte misdadigers, die beide eenige zeer zware -misdaden op hun geweten hadden. - -Men ontdekte ook velerlei aanwijzingen, dat er in huis gevochten was, -kogelgaten in de zijwanden van een gang, bloedsporen op den vloer, en -verder een klein vertrekje, waar slechts een groote houten brits was -geplaatst, ongeveer boven het midden van die brits hing aan een dunnen -staaldraad een zwaar gewicht, waaronder in het midden het heft was -bevestigd van een vlijmscherp geslepen slagersmes. - -Bij nader onderzoek bleek, dat men dit gewicht door middel van een -uurwerk in het aangrenzende vertrek zeer langzaam kon laten dalen, en -het doel er van was maar al te duidelijk geweest. - -De ter dood veroordeelde bleek dus waarheid te hebben gesproken, maar -van de misdadigers kon men geen spoor meer ontdekken, evenmin trouwens -als van Raffles zelf, die blijkbaar bijtijds door zijn beide trouwe -helpers gered was. - -Het behoeft geen betoog, dat er over een en ander ellenlange berichten -in de New-Yorksche bladen verschenen, voorzien van vetgedrukte -opzienbarende opschriften. - -Alle bladen gaven hun meening over het geval te kennen, en er waren er -niet weinigen onder, die ronduit te kennen gaven, dat men een man als -John Raffles straffeloosheid moest waarborgen, en moest trachten, hem -over te halen, voor goed dienst te nemen in de gelederen van de -politie, want het bleek maar al te duidelijk, dat hij in weinige dagen -wist te bereiken, waartoe het geheele politiecorps met al zijn -voortreffelijke hulpmiddelen maandenlang niet in staat bleek te zijn -geweest. - -Als men Raffles maar eens zijn gang liet gaan, dan zou hij zeker -slechts een paar maanden behoeven, om alle misdadigers van New-York tot -den laatsten man uit te roeien. - -Raffles zelf kon slechts glimlachen om deze naïeve raadgevingen van de -bewuste bladen. - -Op het oogenblik dat ons verhaal een aanvang neemt, bevond hij zich in -gezelschap van zijn trouwen vriend Charly Brand in de conversatiezaal -van het Astor-Hotel. - -De beide mannen waren, daar het uur van het diner reeds voorbij was, in -avondtoilet gestoken, en zagen er uit als lieden, die zich een weinig -verveelden. - -Maar Raffles verveelde zich in het geheel niet. - -Hij was integendeel in volle actie, met alle zenuwen en spieren -gespannen, want hij bevond zich nog altijd midden in den strijd tegen -de misdadigers van duister New-York. - -Hij had gedurende eenige dagen met Charly Brand en zijn trouwen -chauffeur James Henderson de rol vervuld van werkelooze arbeiders uit -Chicago, teneinde op deze wijze in aanraking te komen met de lieden, -die hij zocht, en dit was hem ook voortreffelijk gelukt, maar -voorloopig zou hij zich weder in een ander karakter moeten vertoonen, -want de bandieten zouden in den eersten tijd waarschijnlijk met diep -wantrouwen bezield zijn jegens alles wat werkeloos heette. - -Met veel moeite was Raffles er in geslaagd, niet ver van het -Astor-Hotel een tamelijk ruim zoldervertrek te huren, waar hij, als het -noodig was, met Charly en Henderson kon slapen, maar dat hij had -gehuurd onder voorwendsel, een thuiswerkend kleermaker te zijn. - -Het was een goed verzinsel, want op deze wijze was hij in staat heel -wat kleederen hier heen te brengen, die hem naderhand konden dienen, -als hij zich weder zou moeten vermommen. - -Maar op dit oogenblik zaten Raffles en Charly tegenover elkaar, -onberispelijk gekleed, en bliezen kleine wolkjes uit hun fijne -sigaretten. - -„Ik zou wel eens willen weten,” begon Charly na eenigen tijd op zachten -toon, „hoe het met Black Pete is afgeloopen.” - -„Hij heeft zich natuurlijk met de anderen zoo snel als hij kon uit de -voeten gemaakt, daar hij wel begrepen zal hebben, dat wij na uit dat -vervloekte huis ontvlucht te zijn, ons zouden haasten, bij de eerste de -beste gelegenheid de politie te telefoneeren, en hun op het dak te -sturen.” - -„En het „Meisje met de Madonna-Oogen”, die dochter des duivels beter -gezegd, die naast je brits gezeten was, om te kunnen genieten van je -laatste stuiptrekkingen?” - -„Ik ben bang, dat Henderson haar een weinig hardhandig heeft -aangepakt,” antwoordde Raffles schouderophalend, „maar ook zij heeft -zich in ieder geval in veiligheid weten te stellen, anders zouden wij -wel van haar arrestatie in de bladen hebben gelezen.” - -„Een lief kind,” hernam Charly schamper. - -„Het is een pathologisch geval, Charly,” hernam Raffles bedaard. „Het -is een geval voor den psycholoog—ik ben overtuigd, dat dat schepsel met -haar uiterlijk van een engel zich op de grens van den waanzin bevindt. -Op een andere wijze valt het niet te verklaren, dat een vrouw er -behagen in kan scheppen, getuige te zijn van den doodstrijd van een -man, die haar alles welbeschouwd, nimmer eenig lichamelijk letsel had -toegebracht. Ik had haar vroeger eens honderd vijftig duizend dollar -afgenomen, het resultaat van heel wat zwaren arbeid van haar en haar -kornuiten, maar dit is toch geen afdoende reden om met genoegen toe te -zien, hoe een vlijmscherp mes langzaam maar onverbiddelijk daalt, en -even langzaam de borst van een levend wezen doorboort, en niet op de -plek waar het hart zit, maar juist daar waar de minst kwetsbare deelen -zich bevinden.” - -„Ik geloof waarachtig, dat je haar nog tracht voor te spreken,” zeide -Charly verontwaardigd. - -„Ik tracht te verklaren, Charly, dat is heel iets anders,” hernam -Raffles kalm. „Voor mij is het „Meisje met de Madonna-Oogen” niets -anders dan een hysterische, neurasthenische vrouw, wat natuurlijk niet -zeggen wil, dat mij dit belet, haar te vervolgen, zooals men schadelijk -wild vervolgt, want het nadeel dat zij de maatschappij kan berokkenen, -is onmetelijk.” - -„Wat ben je nu eigenlijk van plan?” vroeg Charly weder. - -„Om te beginnen zullen wij een dag uitrusten. Wij hebben een tamelijk -zwaren tijd achter den rug, en wij mogen wel eens vacantie nemen. Dan -zullen wij onze zolderkamer wat gemakkelijk inrichten met wat meubels, -en in het kleine kookhokje moet voor Henderson een fornuis geplaatst -worden, want niemand kan zeggen of het niet eens noodig zal zijn, daar -een toevlucht te zoeken. Wij zullen er ons hoofdkwartier vestigen, en -vandaar zullen wij het nieuwe offensief beginnen. Wij kennen nu reeds -heel wat bandieten van aanzien, wij kennen met name Black Pete, wij -weten waar hij zich pleegt op te houden, het is ons ook bekend, waar -hij en zijn trawanten plegen te vergaderen, en te zijnertijd zullen wij -met die wetenschap ons voordeel doen.” - -Hij wilde nog iets zeggen, maar onder het spreken was zijn blik op de -deur gevallen, die uitkwam op de groote vestibule, en in zijn oogen was -iets te lezen, wat de opmerkzaamheid van Charly aanstonds trok. - -De blik van Raffles was gevestigd op een tweetal personen, die zooeven -waren binnengetreden. - -De eene was een eerwaardig, deftig gekleed heer, zeker een jaar of -zestig op zijn minst, met bijna wit haar en witte bakkebaarden, en de -andere een jong meisje, met kort geknipt zwart haar, à la page -opgemaakt, en zeer eenvoudig gekleed. - -De oude heer had beschermend zijn arm om de schouders van het meisje -geslagen, dat de oogen op den grond gevestigd hield, en voerde haar, -terwijl hij haar zachtjes toesprak, naar een der talrijke rustbanken, -die in het vertrek verspreid stonden. - -Het was waarlijk een aandoenlijk tooneeltje, zooals die oude, -eerwaardige heer daar behoedzaam voortschreed, het meisje half -ondersteunend, dat zeer uitgeput en vermoeid scheen te zijn. - -„Waar kijk je zoo naar?” vroeg Charly nieuwsgierig. - -„Naar dien ouden heer en dat jonge meisje, die zooeven zijn -binnengetreden. Ik wilde wel dat zij haar oogen eens opsloeg.” - -„Waarom?” vroeg Charly verbaasd. - -„Omdat....” - -Raffles voltooide den zin niet, maar greep den arm van Charly, en de -jonge man voelde, dat de vingers van zijn vriend zich als stalen veeren -om zijn vleesch klemden. - -Het jonge meisje had zooeven de oogen opgeslagen en een schuwen blik in -het rond geworpen, om de omgeving op te nemen die haar vreemd moest -zijn. - -Toen zeide Raffles zachtjes, maar op vasten toon: - -„Zij is het.” - -„Wie?” - -„Het „Meisje met de Madonna-Oogen”, de minnares van Black Pete. Canny, -ook wel Elise Maydrift geheeten.” - -„Maar Edward, je moet je vergissen, dat meisje heeft kortgeknipt haar, -dat bovendien gitzwart is, en Canny heeft weelderig, lang blond haar.” - -„Ik blijf bij wat ik gezegd heb,” hernam Raffles kortaf. „Ik zie niet -in waarom men zijn haar niet kan afknippen en verven. Ik ben zeker van -mijn zaak. Als men in het gezicht is van den dood, en het gelaat van de -vrouw, die ons dien dood gebracht heeft, bevindt zich slechts op -weinige centimeters van onze oogen, dan vergeet men zoo’n gelaat niet -zoo licht.” - -„Maar, als je dan zoo zeker van je zaak bent, waarschuw dan -onmiddellijk de politie, en laat haar en haar medeplichtige -arresteeren.” - -„Wie zegt je dat die oude heer haar medeplichtige is?” hernam Raffles, -die tersluiks het paar in het oog hield. „Hij kan haar slachtoffer wel -zijn.” - -„Om het even. Waarschuw in ieder geval de politie. Wil ik even -telefoneeren?” - -Charly maakte reeds een beweging om op te staan, maar Raffles drukte -hem weer op zijn stoel neer, en antwoordde bedaard: - -„Blijf zitten. Wij verliezen er niets mee als wij wachten. Ik wil eens -zien, in welke verhouding die twee tot elkaar staan. Die man ziet er -uit als de beschermer van dat lieve kind.” - -„En hoe wil je dat ontdekken?” - -„Door er hem naar te vragen, Charly,” antwoordde Raffles lakoniek. - - - - - - - - -HOOFDSTUK II. - -CANNY IN EEN NIEUWE ROL. - - -Raffles zou niet lang behoeven te wachten, alvorens zijn -nieuwsgierigheid voldaan zou worden. - -De oude heer met het witte haar had een kelner gewenkt, en een -oogenblik later stonden er een paar schotels en een bord voor het jonge -meisje, dat haastig, maar blijkbaar zeer verlegen begon te eten, -terwijl haar beschermer glimlachend toekeek. - -Charly volgde aandachtig haar bewegingen, en zeide na eenigen tijd: - -„Als zij het is, Edward, dan speelt zij haar rol in ieder geval -voortreffelijk. Zij ziet er juist uit als zoo’n onschuldig, verlegen -verschoppelingetje, dat thuis meer slaag dan eten krijgt, en dat nog -nooit in zulk een deftig hotel als dit geweest is. Hoe het zij, zij is -toch werkelijk bijzonder mooi.” - -„Dat is een ratelslang in haar soort ook, Charly. En zie eens naar den -tijger. Een en al sierlijkheid, kracht en gratie, er is bijna geen -schooner dier ter wereld. Maar de slang zoowel als de tijger zijn -gevaarlijk, en men doet het best, hen te bestrijden, waar men hen -ontmoet.” - -Het jonge meisje had nu en dan schichtig rondgekeken, en haar oogen -waren ook een paar maal afgedwaald in de richting van Raffles en -Charly, maar zij herkende hen niet, dat was duidelijk. - -Na eenigen tijd had zij den maaltijd beëindigd, en zij scheen nu den -ouden heer verlegen met een paar woorden te bedanken, die haar goedig -toeknikte, op zijn horloge keek en opnieuw den kelner wenkte. - -De man trad naderbij, de oude heer sprak eenige woorden tot hem, het -meisje stond op, scheen de hand van den grijsaard te willen kussen, -hetgeen deze haastig belette, en verliet daarop met den kelner de -conversatiezaal en menige blik keek het fraaie, lenige figuurtje van -het meisje na. - -Dat deden ook Charly Brand en Raffles, maar zij waren met eenigszins -andere gevoelens bezield als de heeren, die zoo vol bewondering hun oog -op het fraaie figuurtje hadden laten rusten. - -De grijsaard had een rumgrog besteld, en dronk er met langzame teugjes -van, terwijl hij nu en dan in gedachten verzonken, meewarig het hoofd -schudde. - -Toen de kelner de schalen en het bord weder had weggenomen, de oude -heer moest wel zeer rijk zijn, en goede fooien geven, want in de -conversatiezaal werd nooit gegeten, gaf Raffles Charly Brand een wenk, -en zeide zacht: - -„Ga mee, wij zullen dien ouden man eens trachten uit te hooren.” - -„Hij ziet er nog al goedig uit.” - -„Om niet te zeggen een weinig onnoozel, Charly,” merkte Raffles op. - -De beide vrienden waren opgestaan, en richtten langzaam hun schreden -naar de sofa, waarop de grijsaard gezeten was, die hun nadering niet -eens scheen op te merken. - -Pas toen Raffles en Charly aan den anderen kant van het kleine tafeltje -stonden, keek hij op, verschoof zenuwachtig zijn gouden bril, en -Raffles keek in een paar klare, kinderlijke blauwe oogen, met den -goedigen blik van een volkomen evenwichtig mensch. - -De oude heer had een fijn, wat bleek gelaat met een hoog voorhoofd, het -gelaat van den geleerde of van den kunstenaar. - -„Een oudheidkenner, een Egyptoloog waarschijnlijk,” mompelde Raffles in -zichzelf. - -Toen boog hij hoffelijk voor den ouden heer, en zeide op zachten toon, -opdat men hem aan de naburige tafeltjes niet zou verstaan: - -„Ik vraag u verschooning mijnheer, en om verlof mijzelf en dezen heer -aan u voor te stellen. Ik ben graaf Crasham en dit is mijn secretaris, -Oliver Brown.” - -„Heel aangenaam, heel aangenaam, heeren,” hernam de oude heer, terwijl -hij halverwege opstond, en Raffles een fijne, witte hand toestak, -terwijl hij voor Charly Brandy een buiging maakte. „Mijn naam is Jerome -Daring, uit Saint Louis. Mag ik weten...?” - -„Dat zult gij aanstonds hooren, mijnheer Daring,” antwoordde Raffles -glimlachend. „Wilt gij ons toestaan om even plaats te nemen? Wat wij u -te zeggen of liever te vragen hebben is van tamelijk groot gewicht.” - -„Maar dat spreekt toch vanzelf, mijne heeren,” riep de grijsaard -haastig uit. „Neem plaats wat ik u verzoeken mag.” - -Charly en Raffles gingen zitten. - -Om hen heen begonnen de bezoekers van de conversatiezaal reeds in -aantal te minderen. - -Het was omstreeks half elf in den avond. - -Raffles keek nog eenige oogenblikken zwijgend naar het gelaat van den -ouden heer, dat eenige verbaasde afwachting vertoonde, en hernam toen: - -„Ik zou voor alles ter wereld niet willen, mijnheer Daring, dat gij mij -voor een onbescheiden man zoudt houden, die zich mengt in de -aangelegenheden van personen, die hem nog weinige minuten geleden -geheel vreemd waren.” - -„Gij maakt mij werkelijk nieuwsgierig, mijnheer,” zeide Jerome Daring -verwonderd. „Wat kunt gij mij toch wel te zeggen hebben?” - -„Gij zult het aanstonds vernemen, laat mij beginnen met u een vraag te -stellen.” - -„Ik luister, mijnheer.” - -„Wilt gij mij zeggen, wie het jonge meisje was, die zooeven hier in uw -gezelschap een klein souper heeft gebruikt?” - -„Als gij haar naam wilt weten, dan kan ik u dien mededeelen, mijnheer, -maar voor het overige is mij nog slechts zeer weinig van het -ongelukkige meisje bekend.” - -„Ei zoo? En hoe luidt haar naam?” - -„Zij heet Margret Jefferson,” antwoordde Daring. „Zoudt gij haar soms -kennen?” - -„Dat geloof ik haast wel, mijnheer Daring, al is het dan juist niet -onder dien naam.” - -„Niet onder dien naam!” herhaalde Daring, wiens verbazing toenam. „Wat -wilt gij daar in ’s hemelsnaam mede zeggen?” - -„Gij zult spoedig genoeg de bedoeling van mijn opmerking begrijpen, -mijnheer Daring,” hernam Raffles. „Hebt gij er niets op tegen om ons -mede te deelen, op welke wijze en sedert wanneer gij met.. Margret -Jefferson in kennis zijt gekomen?” - -„Ik moet bekennen, mijnheer, dat uw vragen mij wel eenigszins -verrassen,” hernam de oude man, terwijl zijn fijn geteekende -wenkbrauwen zich lichtelijk fronsten, „maar ik neem aan dat gij een -bepaalde reden hebt om ze mij te stellen, en ik behoef er ook volstrekt -geen geheim van te maken. Ik ken het jonge meisje pas sedert eenige -uren, en ik maakte kennis met haar vlak voor het Olympic Theater, waar -ik de voorstelling had willen bijwonen. Maar ik wil het u gaarne -vertellen, de ernst van uw gelaat, en de aard van uw vragen boezemen -mij eenige ongerustheid in. Toch kan ik mij volstrekt niet voorstellen, -wat ik mij wel te verwijten zou hebben.” - -„Van u is in het geheel geen sprake, mijnheer Daring,” hernam Raffles -glimlachend, en met een blik in de lichtblauwe, eerlijke oogen van den -man die tegenover hem zat. - -„Nu dan, ik ben hier met mijn eigen auto sedert een week, om deel te -nemen aan het Internationale Congres van Asyrologen, dat nog tot morgen -zal duren. Om u de waarheid te zeggen, ben ik geen oprecht -congresganger, maar er werden eenige onderwerpen behandeld, waarin ik -juist bijzonder veel belang stel.” - -„Dan heb ik dus de eer en het voorrecht, te spreken met den befaamden -oudheidkenner Daring?” riep Raffles uit. „Laat mij u dan zeggen, -professor, dat uw roem tot—tot zeer ver is doorgedrongen.” - -Daring keek zoo verlegen als een schooljongen, die ten aanhoore van de -geheele klasse geprezen wordt, en mompelde: - -„Ik ben blij het te vernemen, mijnheer, toch ben ik maar een bescheiden -werker, half en half een amateur. Gelukkig ben ik zeer rijk, en het is -misschien verkeerd, maar een zeer groot gedeelte van mijn fortuin heb -ik besteed, en besteed ik nog altijd aan onderzoekingen van de -Asyrische oudheid.” - -„Men kan zijn geld wel op slechtere wijze besteden, professor Daring,” -gaf Raffles te kennen. - -„Ik zelf leef tamelijk bescheiden, en ik gebruik slechts mijn auto, -omdat het mij heel wat goedkooper uitkomt, bij het doel van mijn -talrijke reizen, wanneer ik naar allerlei steden trek, om daar de -gemeentelijke bibliotheken en particuliere verzamelingen te gaan -bestudeeren. Maar laat ik thans mijn verhaal vervolgen.” - -Daring trok weer eenige malen zenuwachtig aan zijn gouden bril, plukte -aan zijn spitsen, witten baard, en hernam: - -„Mijn chauffeur Buster, die allang in mijn dienst is, had mij dus met -mijn eigen auto naar het Olympic Theater gebracht. Laat ik u zeggen, -dat ik in dit hotel logeer. Ik was juist uitgestegen, en zeide iets -tegen Buster, toen ik een kleine hand op mijn arm voelde. Ik keek -verbaasd om, en zag een zeer bleek meisje, een kind nog bijna, dat -blijkbaar op het punt stond in zwijm te vallen, en steun bij mij scheen -te hebben gezocht. En voor ik haar kon grijpen, was zij langs mij neer -gegleden, en viel languit op straat. - -„Ik bukte mij over haar heen, door medelijden aangegrepen, en dadelijk -verzamelden zich eenige nieuwsgierigen om ons heen. En hier en daar -hoorde ik de opmerking maken: „Van honger flauw gevallen.”” - -Het scheelde weinig, of de oude professor had tranen in de oogen -gekregen bij de herdenking van het droevige geval. - -Hij speelde met het lepeltje in zijn half geledigd glas grog, en -hernam: - -„Ik aarzelde geen oogenblik, maar besloot dadelijk, mij over het arme -schepseltje te ontfermen, dat ellendig gekleed was, veel te dun voor -den tijd van het jaar. Ik beval Buster haar voorzichtig in de auto te -zetten, en gaf er de voorstelling aan, teneinde mij met mijn kleine -beschermelinge te kunnen bemoeien. Tijdens den rit trachtte ik met alle -middelen, het arme kind weder tot bewustzijn te brengen. Ik had -gelukkig wat eau de cologne bij mij, waarvan ik wat op mijn zakdoek -uitstortte, en hiermede bette ik haar slapen. Na ongeveer vijf minuten -sloeg zij de oogen weder op, en keek verwilderd om zich heen. En weet -gij wat het eerste woord was wat zij sprak, mijnheer?” - -„Moeder, waar ben ik?” antwoordde Raffles, zonder een spier van zijn -gelaat te vertrekken. - -De oude professor gaf een woesten ruk aan zijn bril, zoodat hij hem -bijna van zijn neus getrokken had, en kwam op boozen toon: - -„Hoe komt gij daarbij, mijnheer? Gij houdt mij toch niet voor den gek? -Waarom denkt gij dat zij zooiets geroepen zou hebben?” - -„O, in alle comediestukken wordt dat steeds door de heldin onder -dergelijke omstandigheden uitgeroepen, professor,” antwoordde Raffles -kalm. - -„Maar mijnheer, die vergelijking gaat toch mank,” riep Daring -verontwaardigd uit. „Hoe kunt gij een tooneelspeelster op één lijn -stellen met dat beklagenswaardige, verlaten schepseltje?” - -„Misschien blijkt dat naderhand wel, professor. Laat ons ter zake -komen. Wat riep zij dan wel?” - -„Honger! Dat riep zij, mijnheer, is het niet vreeselijk?” - -„Het zou inderdaad zeer erg geweest zijn, professor, als die uitroep -oprecht gemeend was.” - -„Twijfelt gij daar dan aan?” riep de oude professor kwaad uit. „Zijt -gij een menschenhater? Wantrouwt gij iedereen? Kunt gij alleen het -slechte en het verkeerde in de menschen zien?” - -„Ik erken, professor, dat een langjarige ervaring mij niet bepaald tot -een optimist heeft gemaakt,” antwoordde Raffles ernstig. „Maar ga eerst -door wat ik u verzoeken mag, dadelijk zal u wel blijken waarom ik die -opmerking maakte.” - -„De uitroep van het arme kind trof mij diep, mijnheer, en ik stelde -haar dadelijk eenige vragen. Ik kon mij volstrekt niet begrijpen, dat -zulk een bevallig jong meisje door haar ouders zoo slecht werd -behandeld. Maar toen ik naar hen vroeg, moest zij mij antwoorden, dat -zij nog slechts een stiefvader had, die haar bitter slecht behandelde, -haar liet bedelen, ja, haar daarvoor van de school had genomen, en haar -erbarmelijk sloeg. Zij liet mij als bewijs daarvan blauwe plekken zien -boven haar pols, het arme kind.” - -„Aan den linkerpols?” vroeg Raffles op levendigen toon. - -„Zoo is het, mijnheer,” antwoordde Daring verbaasd. „Waarom vraagt gij -dat?” - -„Omdat ik weet, professor, wie haar die blauwe plekken heeft bezorgd, -maar ik verzeker u op mijn woord als gentleman, dat het niet haar -stiefvader was. Gij ziet mij verbaasd en verschrikt aan, en dat kan ik -mij zeer goed begrijpen. Maar beëindig eerst uw verhaal, wat ik u -verzoeken mag.” - -„Wel, mijnheer, er valt weinig meer aan toe te voegen,” hernam de oude -geleerde. „Zij hing mij een droevig verhaal op van haar bestaan, zij -snikte en zij zwoer, dat zij tot geen enkelen prijs weder naar den -ellendeling wilde terug keeren, die haar iederen dag sloeg, bij wien -zij honger leed, en die zelfs eenmaal getracht had, de nietswaardige -schurk, zijn stiefdochter, een kind van nog geen vijftien jaren, geweld -aan te doen. Haar verhaal maakte diepen indruk op mij, en ik vroeg mij -af, wat nu mijn plicht was. Lang behoefde ik niet met mijzelf te rade -te gaan, ik begreep, dat ik slechts een ding kon doen, dat meisje tot -mij nemen, en te trachten, haar eenmaal begonnen opvoeding, die zij aan -haar lieve moeder te danken had, te voltooien.” - -„En zij nam het aanbod dankbaar aan?” - -„Dat kunt gij u wel voorstellen,” riep Daring uit. „Zij barstte in -snikken uit, en zeide, dat zij het mij later zou vergelden.” - -„O, dat zal zij ook wel doen, maar op eenigszins andere wijze, -professor, dan gij u voorstelt,” kwam Raffles sarcastisch. „En dus -slaapt het lieve kind hedennacht in dit hotel, en morgen, na de -beëindiging van het congres voert gij haar naar Saint Louis?” - -„Ja, mijnheer, dat is mijn voornemen.” - -„Mag ik vragen of gij getrouwd zijt?” - -„Ja, mijnheer, met de beste vrouw ter wereld, die zonder eenigen -twijfel aanstonds zal goedkeuren, wat ik deed.” - -Raffles leunde eenigen tijd in zijn stoel achterover, en keek den ouden -geleerde aandachtig aan. - -Een warm gevoel van diep medelijden met dezen kinderlijken geleerde, -dezen naïeven onbekende met het werkelijke leven, steeg in hem op. - -En toch begreep hij, dat hij geen oogenblik mocht aarzelen, om Daring -van zijn waan te genezen. - -Deed hij het niet, dan viel er niet aan te twijfelen of er hing hem een -groot ongeluk boven het hoofd. - -En als dat ongeluk eenmaal geschied was, zou de oude man immers toch en -dan zeer plotseling vernemen, naar wie hij de beschermende hand had -uitgestoken. - -En zoo begon hij op zachten toon: - -„Mag ik u vragen, professor, of gij iets dergelijks wel eens meer -gedaan hebt?” - -„Eenige keeren, ja, inderdaad,” antwoordde de geleerde aarzelend. - -„En zeg mij eens eerlijk, heeft u dat nimmer berouwd?” - -„Een enkelen keer bleek ik met een ondankbare te doen te hebben gehad, -mijnheer, maar alle uitzonderingen bevestigen immers den regel. De -anderen hebben het voor hem dubbel en dwars goed gemaakt. En zeg mij nu -toch eens eindelijk, waarom gij mij dit alles hebt gevraagd?” - -„Dat zal ik u zeggen, professor,” antwoordde Raffles. „Gij leest -natuurlijk de bladen?” - -„Vluchtig, mijnheer, heel vluchtig. Bijna uitsluitend politieke en -wetenschappelijke berichten.” - -Raffles glimlachte. - -Hoe had hij ook anders kunnen verwachten van dit groote kind, dat -alleen maar belangstelling scheen te koesteren voor zijn geliefde -wetenschap. - -„Dan hebt gij zeker nooit gelezen van het „Meisje met de -Madonna-Oogen?”” - -Daring schoof zijn gouden bril weder eenige malen met zijn fijne witte -vingers heen en weer, en keek Raffles aan of hij te doen had met een -wezen uit een andere wereld. - -Toen stotterde hij: - -„Wat is dat voor een zonderlinge naam? Neen, mijnheer, daar heb ik -nooit van gehoord. Wie is dat?” - -„Dat is het meisje, professor, dat gij van de straat hebt opgeraapt, en -dat hier zooeven gesoupeerd heeft,” antwoordde Raffles kortaf. - -Daring keek hem met open mond aan, en vroeg toen: - -„Is dat een bijnaam van haar?” - -„Zoo is het inderdaad, professor,” antwoordde Raffles. „Als gij de -bladen eens goed hadt nagelezen in de laatste maand, dan zoudt gij haar -haam herhaaldelijk hebben aangetroffen.” - -„Zij is dus algemeen bekend?” hernam de oude geleerde. - -„Dat is zij, professor, vooral bij de politie. Zij is een van de -gevaarlijkste, en tevens sluwste misdadigsters van New-York, misschien -wel van geheel Amerika.” - -Daring staarde Raffles sprakeloos aan. - -Toen fronste hij opnieuw zijn wenkbrauwen, en zeide op scherpen toon: - -„Gij vergist u, mijnheer, als gij denkt dat ik uw zottepraat nog langer -zou aanhooren. Meent gij, dat ik die lasterlijke aantijgingen geloof -schenk? Een kind van nog geen vijftien jaar, zooals zij mij zelf gezegd -heeft!” - -„Ik ontken niet dat zij het gezegd heeft, professor, maar ik ontken dat -zij inderdaad vijftien jaar is. Zij moet thans haar achttiende jaar -reeds bereikt hebben.” - -„Maar zij is een kind, mijnheer, een lief onschuldig kind,” riep Daring -wanhopig uit. - -„Neen, professor, zij is de minnares van een bandiet, en zij is een -gevaarlijke comediante. Zij heeft u eenvoudig iets op de mouw gespeld.” - -„Dus, haar ineenzinken voor mijn voeten zou slechts comedie zijn -geweest,” riep de oude professor uit, terwijl zijn lippen begonnen te -beven. - -„Daaraan twijfel ik geen seconde. En de lieden die riepen, dat zij van -honger was ineengezakt, waren in het complot. Maar stil, hier heb ik -een avondblad van de „New-York Globe” in mijn zak. Lees dit eens met -groote aandacht, professor. Het is wel is waar geen wetenschappelijk -bericht, en evenmin is het politiek, maar ik ben er zeker van dat het u -zal interesseeren.” - -Raffles had onder het spreken het blad uit zijn zak gehaald, en stak -het toen opgevouwen aan Daring toe, die een oogenblik scheen te -aarzelen, maar het toen Raffles bijna uit de handen trok, en haastig -het bericht begon te lezen, dat Raffles hem had aangewezen. - -Het verhaal betrof het laatste avontuur van Raffles, hetwelk onzen -lezers reeds bekend is, en waarbij Canny, de minnares van Black Pete, -zulk een groote rol had vervuld. - -Toen professor Daring het bericht gelezen had, van de eerste tot de -laatste letter, legde hij de krant neder, zette met bevende vingers -zijn bril af, begon de glazen schoon te poetsen, ofschoon er geen -smetje op te bespeuren viel, zette het instrument weder op, en barstte -toen uit: - -„Ik moet bewijs hebben, bewijzen, verstaat gij. Ik laat mij niet alles -wijsmaken. Gij kunt gemakkelijk zeggen, dat mijn kleine beschermelinge -en dat misdadige schepsel een en dezelfde persoon zijn, maar met die -mededeeling alleen behoef ik geen genoegen te nemen. Ik zeg u nog eens, -dat ik bewijzen moet hebben.” - -„Die zijn niet zoo heel gemakkelijk te leveren, professor,” antwoordde -Raffles op zachten toon. „Het creatuur heeft haar blonde haren -opgeofferd, ze kort afgeknipt, en ze geverfd. Maar als gij nog slechts -enkele dagen wacht, zal zij zelf u een bewijs leveren, zoo afdoende, -dat gij het u jaren lang zult heugen. Want ik zeg u, dat zij zich -slechts bij u heeft ingedrongen om u te bestelen. Haar medeplichtigen -hebben natuurlijk van u gehoord, zij weten dat gij zeer rijk zijt, en -zijn van oordeel, dat een geleerde als gij, van wiens weldadigheid zij -natuurlijk wel vernomen hebben, een uitstekend sujet is, om grondig te -worden geplunderd. Zij hebben zeker in lang niet zulk een gewillig -slachtoffer gehad, en gij kunt er zeker van zijn, dat geen hunner -twijfelt of de zaak zal op rolletjes loopen.” - -„En wilt gij mij nu eens zeggen, mijnheer, hoe gij wel tot de -ontdekking zijt gekomen, dat mijn beschermelinge dezelfde persoon is, -als.... die afschuwelijke misdadigster?” vroeg Daring, en er lag nu een -heesche klank in zijn stem. - -„Het antwoord kan zeer eenvoudig luiden, ik heb haar herkend, -professor, ondanks het kunstje met heur haar. En wat de blauwe plekken -op haar linker pols betreft, een van mijn eigen vrienden heeft die -plekken veroorzaakt, toen hij wel genoodzaakt was, haar uit zelfbehoud -wat onzacht aan te grijpen.” - -Professor Daring had zwijgend toegeluisterd. - -Hij was zeer bleek geworden en de woorden van Raffles schenen een -diepen indruk op hem te hebben gemaakt. - -Eensklaps hief hij het hoofd weder op en zeide op vasten toon: - -„Als gij de waarheid hebt gezegd, mijnheer, of liever, daar ik hieraan -niet wil twijfelen, als het blijkt, dat gij u niet hebt vergist, dan -zal ik u toonen, dat ik toch niet de onnoozele hals ben, waarvoor men -mij wellicht wel eens aanziet. Ik huiver bij de gedachte, dat ik dat -schepsel in mijn huis had willen brengen. En om aan alle onzekerheid -een einde te maken, zal ik eenvoudig de politie laten roepen. Is het -kind inderdaad onschuldig en heeft zij met deze zaak niets uit staande, -dan zal ik die noodlottige vergissing later dubbel en dwars aan haar -goed maken. Heeft zij dat echter wel, en is zij degene voor wie gij -haar houdt, dan wil ik geen medelijden toonen voor die ontaarde -bedriegster, dan is haar lot spoedig bezegeld.” - -„Als gij mijn raad wilt aannemen, professor,” hernam Raffles, „dan -nemen wij niet aanstonds de politie in den arm. Ik twijfel geen -oogenblik, of een schrander detective zou spoedig genoeg ontdekt hebben -wat voor vleesch hij in de kuip had, ondanks de zwarte verf. Maar het -„Meisje met de Madonna-Oogen” treedt zeker niet voor eigen rekening op, -zij moet medeplichtigen hebben, en het zou mij heel wat waard zijn, als -de politie tevens de andere bandieten kon vangen.” - -„Maar als gij gelijk hebt, mijnheer, dan durf ik dat meisje niet -meenemen,” riep de professor uit. „Bedenk toch eens, dat ik een oud man -ben, dat ik terugschrik voor alles wat gewelddadig is, en dat ik mijn -lieve vrouw in geen geval mag blootstellen aan gelijksoortige gevaren, -als hier in dit bericht worden afgeschilderd. Ik wist werkelijk niet, -dat zoo iets bestond.” - -„Dan zijt gij een gelukkig man, professor,” hernam Raffles. „Gij leeft -als het ware te midden der oude Assyriërs, en de hedendaagsche -Amerikanen hebben uw belangstelling maar in zeer geringe mate. En toch -is het van groot belang, dat de politie niet alleen deze misdadigster, -maar ook haar medeplichtigen, zoo mogelijk op heeterdaad betrapt. Ik -erken echter de onmogelijkheid om u in deze zaak een werkzaam aandeel -te laten nemen, en daarom doe ik u het voorstel, slechts passief uw -hulp te verleenen bij de ontmaskering en het onschadelijk-maken van dit -zeer gevaarlijke schepsel.” - -„Maar hoe zou ik dat kunnen, mijnheer?” kwam professor Daring op -wanhopigen toon. - -„Zeer eenvoudig, professor, door mij toe te staan, uw uiterlijk aan te -nemen en uw rol te vervullen,” antwoordde Raffles, zoo bedaard alsof -het de eenvoudigste zaak van de wereld was. - - - - - - - - -HOOFDSTUK III. - -DE MIJNEN GELEGD. - - -Deze mededeeling scheen professor Daring ten zeerste te verrassen, -hetgeen hij uitte door opnieuw zijn bril een geheel onnoodige -reinigingskuur te laten ondergaan. - -De beteekenis van Raffles’ woorden scheen ook slechts geleidelijk tot -hem door te dringen. - -Maar toen dit eindelijk het geval was, riep hij uit: - -„Dat kunt gij toch niet meenen? Gij neemt een loopje met mij! Gij zoudt -in mijn plaats....?” - -„Stil, niet zoo luid! Het is volstrekt niet noodig, dat een van de -kelners u hoort, professor! Men kan tegenwoordig niet te voorzichtig -zijn, onder het bedienend personeel bevinden zich helaas meer -medeplichtigen van een of andere bandietenbende, dan gij in uw -naiveteit wel vermoedt.” - -„Wat wilt gij doen?” hernam Daring op zachten toon. „Maar voor gij mij -die vraag beantwoordt, zeg mij eerst wie gij zijt! Spreek ik soms met -een particulieren detective?” - -„Laten wij het daar voorloopig maar op houden, professor,” antwoordde -Raffles glimlachend. - -„En wat is uw voorstel?” - -„Ik stel u voor in uw plaats met het jonge meisje naar Saint Louis te -gaan!” - -„Maar dat is immers onmogelijk, mijnheer,” zeide de oude geleerde -verbluft. „Iedereen kent mij daar!” - -„Ik zal zoo zeer op u gelijken, professor, dat iedereen mij voor u zal -aanzien.” - -„Maar mijn vrouw, denkt gij, dat zij u ook niet zou herkennen?” - -„Gij moet uw vrouw telegrafisch waarschuwen, en haar zeggen, dat zij -zich hier bij u komt voegen, of in welke stad gij maar wilt, als het -maar niet in Saint Louis is.” - -„En gij wilt in mijn huis trekken, mijn bedienden bevelen, kortom, -alles doen wat ik placht te verrichten?” - -„Ik erken, professor, dat daartoe heel wat vertrouwen in mijn persoon -noodig is, veel meer dan een u geheel onbekend man van u mag -verlangen,” hernam Raffles glimlachend. - -„De zaak is....” stotterde Daring. - -„De zaak is, professor, dat gij in staat zoudt zijn, mij zonder meer -alles te laten doen, wat ik u daar vraag, zonder eenigen waarborg,” -kwam Raffles, terwijl hij even de schouders optrok, „want uw vertrouwen -in de menschen is inderdaad grenzenloos.” - -Hij had Charly, die nog geen woord had gesproken, een snellen blik -toegeworpen, en vervolgde nu: - -„Maar ik zal zelf voor de noodige waarborgen zorgen, professor. Gij -seint aan uw vrouw, dat zij alles wat eenige waarde heeft in uw huis, -geld, effecten, goud en zilver, uw eetservies, als het van edel metaal -gemaakt is, het huis moet uitzenden, ik zal wel zorgen voor een -surrogaat, zoo bedriegelijk nagemaakt, dat alleen een vakman het -verschil zou kunnen bespeuren.” - -Daring gaf niet aanstonds antwoord, de goede oude geleerde scheen -geheel ontsteld te zijn door wat Raffles hem zooeven had medegedeeld en -door zijn voorstel. - -Klaarblijkelijk had er een groote strijd in zijn binnenste plaats en -hij rukte zoo woest aan zijn gouden bril, dat Charly ieder oogenblik -vreesde het onmisbare voorwerp te zien stuktrekken. - -Toen keek professor Daring Raffles strak aan en zeide kortaf: - -„Ik moet erkennen, mijnheer, dat ik iets dergelijks in mijn geheele -leven nog nimmer heb medegemaakt. Ik heb steeds gemeend een droge -geleerde te zijn.” - -„Een geleerde met een gouden hart, professor,” viel Raffles hem in de -rede. - -„Dat wilde ik niet zeggen, mijnheer,” hernam de geleerde. „Ik wilde -slechts te kennen geven, dat de romantiek van mijn bestaan steeds verre -is gebleven, en ik had nooit gedacht, dat ik haar nog ooit zou leeren -kennen. Welnu, het zij dan zoo: Ik aanvaard uw voorstel. Maar ik stel -een voorwaarde.” - -„Zij is van te voren ingewilligd, professor.” - -„Zeg dat niet te spoedig, gij zoudt er wel berouw van kunnen hebben,” -vermaande Daring hem, terwijl hij dreigend den vinger ophief. „Gij -verbindt u, als het ter elfder ure mocht blijken, dat gij u vergist -had, 2000 dollar te storten in de kas van een of ander genootschap van -liefdadigheid, dat ik u in mijn geboortestad wel zal aanwijzen, zoodra -gij mij verlof zult hebben gegeven, mij weder naar mijn eigen huis te -begeven.” - -„Toegestaan, professor,” zeide Raffles. „Ik weet zeker, dat ik, althans -om die reden, mijn 2000 dollar in mijn zak zal kunnen houden. Ik ben al -te zeker van mijn zaak.” - -De heldere blauwe oogen van den professor werden weder omfloerst, toen -hij met doffe stem zeide: - -„Dat zou mij leed doen, groot leed. En het zou niet mijn gekwetste -ijdelheid zijn, omdat ik mij zoo schromelijk bedrogen heb in iemands -uiterlijk, noch het gevoel, dat men mij bedrogen heeft, dat mij zoo -smartelijk zou aandoen. Dat is alleen de wetenschap, dat er onder zulk -een aanvallig uiterlijk zulk een duivelsche ziel kan huizen.” - -„Ik kan daar slechts dit op zeggen, professor, dat gij klaarblijkelijk -zeer weinig in de maatschappij hebt verkeerd,” hernam Raffles op -bitteren toon. „Ware dit het geval, dan zoudt gij wel anders praten.” - -Een oogenblik heerschte er stilzwijgen en toen hernam Daring, na eenige -malen met de hand over zijn voorhoofd te hebben gestreken: - -„Zeg mij eens, hoe ik het met de bedienden moet stellen. Moeten zij -niet in het geheim worden genomen?” - -Raffles dacht even na, voor hij ten antwoord gaf: - -„Dat zou misschien wel het beste zijn, tenminste, wanneer gij niet te -veel bedienden hebt, en wanneer zij allen volkomen te vertrouwen zijn.” - -„Wat dat betreft, daaromtrent kunt gij gerust zijn,” riep Daring uit. -„Neen gij behoeft mij niet zoo onderzoekend aan te zien, in dit opzicht -althans is mijn vertrouwen gerechtvaardigd. Ik heb slechts drie -bedienden, want wij leven betrekkelijk eenvoudig en daarvan zijn er -twee ongeveer vijf en dertig jaar geleden tegelijkertijd bij mij in -dienst gekomen, en onze trouwe Sally, de keukenmeid, was er toen al -vijf jaar.” - -„Dan zou ik in ieder geval de beide mannelijke bedienden maar door -mevrouw uw echtgenoote laten waarschuwen. Gij hebt nog allen tijd om -haar zeer uitvoerig in te lichten en gij kunt het zelfs per brief doen, -als gij u nu aanstonds aan het schrijven zet.” - -„Ik volg uw raad op, mijnheer.” - -„Zeg mij eens, professor,” kwam Raffles, „hebt gij veel geld mede naar -New-York genomen?” - -„Heel weinig, mijnheer. Waartoe zou ik het noodig hebben? Wij waren -hier allen de gasten van het New-Yorksche Genootschap voor Asyrologie -en als wij niet wilden, behoefden wij zelf geen dollarcent uit te -geven.” - -„Nu, dat zullen de bandieten in ieder geval wel geweten hebben. Zijt -gij gewoon in St. Louis veel geld in huis te hebben?” - -„Neen, dat geloof ik haast niet,” antwoordde de geleerde met een vaag -glimlachje. „Eerlijk gezegd, weet ik het niet heel precies, ik ben wel -eens een weinig verstrooid, maar mijn vrouw, mijn lieve Susanna, is van -alle geldelijke omstandigheden beter op de hoogte, zij is eigenlijk -mijn secretaresse, als ik geld noodig heb, schrijf ik eenvoudig een -cheque, want het grootste gedeelte van mijn vermogen, dat weet ik heel -goed, is op de bank van St. Louis belegd.” - -„Nu nog een vraag: Bevinden zich in uw huis veel voorwerpen van -waarde?” - -„Van onvergelijkelijke waarde, mijnheer,” riep Daring met trots uit. -„Ik heb een verzameling Egyptische, maar vooral Asyrische oudheden, die -vruchteloos haars gelijken zoekt in heel Amerika en waarnaar men van -heinde en ver komt kijken. De waarde is onschatbaar.” - -„Zeer waarschijnlijk hebben de bandieten ook dat geweten,” hernam -Raffles. „Toch blijft het voor hen gevaarlijk, dergelijke zaken aan een -ander museum, desnoods in Europa, te verkoopen. Aan den anderen kant is -het herhaaldelijk voorgekomen, dat Amerikaansche verzamelaars, ik moet -het tot mijn spijt zeggen, geen seconde geaarzeld hebben, om voor hooge -prijzen prachtige en zeldzame stukken te koopen, waarvan zij zeer goed -wisten, dat zij uit Europeesche musea of particuliere verzamelingen -gestolen waren. Hoe staat het met gouden en zilveren voorwerpen?” - -„Ja, daar is geloof ik heel wat van aanwezig,” antwoordde de oude -geleerde met een verlegen lachje. „Ik geloof, dat het tafelservies van -zwaar zilver is, en dan heeft mijn vrouw veel gouden sieraden en andere -dingen, juweelen en diamanten geloof ik, ik weet dat zoo niet, ik houd -mij meestal uitsluitend met mijn studie bezig, en mijn Susanna vindt -dat allemaal heel goed.” - -„Dat kan ik mij voorstellen, professor,” hernam Raffles op zachten -toon, wonderlijk bewogen door de kinderlijke naiveteit van dezen -waarachtig goeden man, die nog tot op het allerlaatste oogenblik bleef -twijfelen aan de mogelijkheid, dat hij zich zou hebben kunnen vergissen -in de persoon van het meisje, wier toekomst hij voorgoed had willen -verzekeren. - -De drie mannen waren nu opgestaan en Raffles nam den geleerde een -weinig terzijde en fluisterde hem toe: - -„Het is natuurlijk noodzakelijk, dat gij door niets verraadt, wat er in -u omgaat, of dat gij weet, of althans vermoedt, dat er met de -zoogenaamde Margret Jefferson iets niet heelemaal in orde is. Gij zult -moeten laten voorkomen, alsof gij nog altijd in haar onschuld gelooft.” - -„Maar dat doe ik, mijnheer, dat doe ik!” kwam de oude heer driftig. -„Gij zult bedrogen uitkomen, ik waarschuw u. Gij zijt uw tweeduizend -dollar kwijt, daarvan ben ik zeker. Ik kan en ik wil het niet gelooven, -dat dat meisje slecht is, dat kind met haar onschuldige -vergeet-mij-niet-oogen.” - -„De toekomst zal het wel uitwijzen, professor,” hernam Raffles kalm. -„Blijf zoo lang mogelijk in uw geloof volharden, maar dan zal de -ontnuchtering des te pijnlijker zijn. Maar verspreek u in ieder geval -vooral niet, en laat uw verstrooidheid u geen parten spelen, alles zou -natuurlijk voor goed bedorven worden, als gij ook maar met een enkel -woord met uw beschermelinge zoudt spreken over wat ik u heb -voorgesteld.” - -„Gij kunt er op rekenen, dat ik mijzelf in bedwang zal weten te houden, -mijnheer.” - -„Dat hoop ik, professor. Gij blijft ook morgen nog hier en ik vermoed, -dat gij overmorgen zoo spoedig mogelijk weder naar St. Louis vertrekt?” - -„Met den middagtrein, mijnheer.” - -„Goed zoo, dan hebben wij tijd in overvloed. Mijn vriend hier,” Raffles -keek nogmaals snel naar Charly, die er tamelijk bedrukt bijstond, „zal -op voortreffelijke wijze de rol vervullen van mevrouw uw echtgenoote, -want hij is een acteur van het eerste water en munt vooral uit in -vrouwenrollen, die hij met een ware voorliefde vervult.” - -De stem van Raffles had bij deze laatste woorden spottend geklonken en -Charly wierp hem een half woedenden, half smeekenden blik toe, ofschoon -hij wel wist, dat Raffles onverbiddelijk zou zijn. - -Raffles had zich reeds weder tot den geleerde gewend en vervolgde nu: - -„Mijn vriend zal dus reeds morgen naar St. Louis vertrekken en zorg -dragen dat hij een paar uren na uw brief voor mevrouw Daring aankomt. -Het is namelijk noodzakelijk, dat hij haar uiterlijk een weinig -bestudeert, want hij zal zooveel mogelijk op haar moeten lijken.” - -„Maar dat jonge meisje heeft toch mijn vrouw nog nooit gezien,” riep de -geleerde uit. - -„Dat is zoo, en dat is ook een gelukkige omstandigheid, professor, maar -er zijn te St. Louis waarschijnlijk zeer veel personen, die uw vrouw -wel kennen en wij moeten rekening houden met de mogelijkheid, dat die -haar, terwijl onze kleine comedie nog in vollen gang is, een bezoek -zullen komen brengen.” - -„Denkt gij dan, dat het zoo lang zal duren?” vroeg de geleerde -eenigszins onrustig. - -„Integendeel, ik vermoed, dat de bandieten, die u natuurlijk zullen -nareizen, zoo snel mogelijk hun slag zullen willen slaan. Maar een paar -dagen zullen er toch wel mee gemoeid zijn, want het meisje moet eerst -haar omgeving goed opnemen, zij is niet van degenen die over een nacht -ijs gaan.” - -„En gij, mijnheer?” - -„Ik zal u verlof vragen, morgen in den loop van den avond wanneer het -congres beëindigd is, u te bezoeken, teneinde uw uiterlijk zooveel -mogelijk natuurgetrouw te copiëren. Het is waar dat gij licht blauwe -oogen hebt en ik donkergrijze, maar dat is bij wit haar zeer moeilijk -te onderscheiden, en het geluk is ons in zoo verre dienstig dat Canny u -nog slechts bij kunstlicht gezien heeft. Het zal dus zaak zijn, er voor -te zorgen, dat gij morgenochtend reeds het hotel verlaten hebt, voor -zij u weder kan zien, laat bijvoorbeeld door een der kelners zeggen, -dat gij zeer vroeg een afspraak hadt met een collega en u dus bij haar -laat verontschuldigen. Gij behoeft niet te vreezen, dat zij het op een -loopen zal zetten, wat dat jonge meisje eenmaal in haar kleine sterke -handen heeft, dat laat zij zoo spoedig niet weder los. Kom dan zoo laat -mogelijk terug, wanneer het licht reeds weder is opgestoken.” - -„Ik zal doen wat gij zegt, mijnheer, maar ik doe u opmerken, dat gij nu -zelf over „een jong meisje” spreekt.” - -„Dat zeg ik slechts om u een genoegen te doen, professor,” hernam -Raffles glimlachend. „Maar ik verzeker u, dat zij het reeds lang niet -meer is. En nu zou ik u den raad willen geven, spoedig den brief aan uw -vrouw te schrijven en aan Margret Jefferson, zoolang gij met haar samen -zijt, zoo weinig mogelijk mededeelt over uw huiselijke omstandigheden, -des te minder vergissingen kunnen mijn vriend en ik maken, wanneer wij -daar ginds in uw plaats optreden.” - -Professor Daring had Raffles de hand toegestoken en zeide nu, aan zijn -witten baard plukkend: - -„Het was een zeer merkwaardige ontmoeting, mijnheer. Ik had nooit -gedacht dat het avontuurlijke nog ooit in mijn leven zou komen. Ik geef -u ten volle verlof om de proef te wagen, maar ik zeg u nogmaals, dat -gij bedrogen zult uitkomen.” - -„Ik wilde dat het waar was, professor,” hernam Raffles ernstig. „Zorg -dat gij in ieder geval morgen om negen uur weder hier in het hotel -zijt, dan zal ik wel een middel vinden om mij met u in verbinding te -stellen, zonder dat Canny, ik wil zeggen Margret, het merkt. En nu -wensch ik u een goede nachtrust toe, professor.” - - — — — — — — — — — — — — — — - -Den volgenden dag was Raffles weder zeer vroeg bij de hand, teneinde -een oogje in het zeil te houden. - -Een oogenblik had hij de vrees gekoesterd, dat de vergeetachtige -geleerde de zaak bedorven zou hebben door zich te verspreken tegenover -het „Meisje met de Madonna-Oogen”, of dat hij de afspraak zou hebben -vergeten, zoo vroeg mogelijk het hotel te verlaten, voor hij met Canny -gesproken had. - -Maar noch het een noch het ander bleek het geval te zijn geweest, want -de professor had reeds om acht uur het hotel verlaten, toen zijn -beschermelinge waarschijnlijk vanwege de ontroering, de uitputting en -andere naargeestige zaken, rustig sliep. - -Om half elf begon de slotzitting van het congres en Raffles overtuigde -zich, dat die minstens tot vijf uur zou duren. - -Dan had er een gemeenschappelijke maaltijd plaats in een der andere -groote hotels en het zou dus zeker volslagen donker zijn, voor Daring -terugkeerde. - -Wat zijn beschermelinge betreft, Charly hield haar in het oog en hij -bemerkte dat zij, zeker om goed in haar rol te blijven, het hotel in -het geheel niet verliet, maar rustig in de conversatiezaal zat, -gewapend met een stapel tijdschriften. - -Zoo werd het avond en omstreeks half tien keerde professor Daring van -het feestdiner terug. - -Raffles was op zijn post en hij zag, half verborgen, achter een zware -pilaar, hoe de oude geleerde aanstonds iets aan een kelner vroeg, de -conversatiezaal binnenging en toen haastig toetrad op de zoogenaamde -Margret Jefferson. - -Hij greep de beide handen van de jonge vrouw, die was opgestaan om hem -verlegen te begroeten en sprak eenige woorden met haar, waarop hij de -conversatiezaal weder verliet, waarschijnlijk om zich naar zijn kamer -te begeven. - - - - - - - - -HOOFDSTUK IV. - -NAAR ST. LOUIS. - - -Maar op de eerste verdieping greep Raffles hem als het ware in de -vlucht en hield hem staande. - -„Mag ik weten wat uw plannen zijn, professor?” vroeg hij glimlachend. - -„Neem mij niet kwalijk, mijnheer, ik had u niet aanstonds herkend,” -kwam Daring op zijn gewone, verlegen en een weinig verschrikte manier. - -„Ik hoop toch niet, dat gij alles weer vergeten zijt?” riep Raffles -uit. „Houd mij de opmerking ten goede, professor, maar dat zou zelfs -voor een verstrooiden geleerde wat kras zijn.” - -„Neen, neen, ik weet alles nog heel goed.” - -„Gij hebt dus aan uw vrouw geschreven?” - -„Ja, en de brief werd nog gisterennacht gepost.” - -„Uitstekend! En nu herhaal ik mijn vraag van zooeven, wat zijt gij -voornemens te doen?” - -„Ik heb tegen het meisje gezegd dat wij nog iets zouden gebruiken in de -kleine eetzaal, en dan begeeft zij zich ter ruste.” - -„Voortreffelijk. Dan zal ik zoo vrij zijn, professor, mij bij u aan te -melden, zoodra het caronje, u neemt mij niet kwalijk, ik wilde zeggen, -het lieve kind, van den vloer is. Want nu breekt het oogenblik aan, -professor, waarop wij van identiteit moeten veranderen, tenminste wat -mij betreft. En daar het zeer dwaas zou staan, als zich hier twee -volkomen op elkaar gelijkende professors Daring ophielden, zal ik -onmiddellijk daarna het hotel verlaten. Zooals gij weet, is mijn vriend -reeds naar St. Louis vertrokken. Morgenochtend om acht uur, of zoo -mogelijk nog vroeger, verlaat gij even het hotel, zoogenaamd om een -boodschap te doen en ik zal mij in de buurt verdekt opstellen, om even -later uw plaats in te nemen. Gij echter neemt aanstonds een auto, om u -naar het station te laten brengen en neemt den trein naar de stad, waar -gij uw vrouw zult treffen.” - -„Dat hebt gij goed bedacht, mijnheer,” riep de professor bewonderend -uit. „Ik heb wel eens gehoord dat men somtijds een weinig laag neerziet -op de politiebeambten, vooral op de rechercheurs, maar daarin heeft men -groot ongelijk. Zij geven soms blijken van groote schranderheid en -doorzicht.” - -„Ik dank u voor dit compliment, professor, en ik zal u thans niet -langer ophouden. Over anderhalf uur zal ik mij in uw kamer bevinden.” - -En met deze woorden verdween Raffles en wachtte rustig het uur om te -handelen af, in de conversatiezaal gezeten, waar hij zich den tijd aan -de leestafel zoo goed mogelijk kortte. - -Anderhalf uur later, het was toen bij half twaalf, betrad Raffles de -gang, waaraan de kamer van den ouden geleerde gelegen was. - -Hij overtuigde zich, dat er niemand in de nabijheid was, trad haastig -op de deur toe en ging er binnen zonder aan te kloppen, want hij wist, -dat Canny slechts een paar kamers verder sliep, en buitengewoon goede -ooren had. - -De professor was reeds bezig zijn valies te pakken. - -Hij keek van zijn werk op en vroeg op zijn gewone schutterige wijze: - -„Wat is er, mijnheer? Wat wilt gij? Kunt gij niet behoorlijk -aankloppen?” - -„Neem mij niet kwalijk, professor, ik wilde liever zoo weinig mogelijk -leven maken,” antwoordde Raffles glimlachend. „Herkent gij mij?” - -„Ah zoo, zijt gij het, mijnheer? Verschoon mij, mijn oogen worden een -weinig zwak. Gij komt om, ja juist, ik weet het alweder. Neem daar -plaats, als ik u verzoeken mag, gij zult zeker wel een spiegel noodig -hebben?” - -En hij wees Raffles op de marmeren waschtafel, waarboven een groote, -fijn geslepen spiegel van Venetiaansch glas was aangebracht. - -Raffles ontdeed zich van zijn rok, boord en das, knoopte een schoonen -handdoek om en begon zich te grimeeren met behulp van de -kleurmiddeltjes, welke hij daartoe in een klein lederen étui had -medegebracht. - -„Gij neemt mij niet kwalijk, mijnheer, dat ik intusschen verder ga met -het pakken van mijn koffer?” vroeg de geleerde. - -„Volstrekt niet, professor,” antwoordde Raffles glimlachend. „Doe alsof -ik er niet was, wat ik u verzoeken mag.” - -Nu en dan een blik werpend op het eerwaardige, bleeke gelaat van den -geleerde, begon Raffles zijn gezicht een grondige verandering te doen -ondergaan. - -De zwarte wenkbrauwen verdwenen en maakte plaats voor witte, de -eenigszins gebruinde gelaatskleur werd veranderd in een ivoormatte, -naast de oogen werden met een fijne doezelaar, die in een lichtrood -getinte vloeistof werd gedompeld, zeer fijne lijntjes getrokken, -„kraaienpootjes” noemt men ze gemeenlijk. Naast den neus, die volstrekt -niet veranderd behoefde te worden, werden een paar fijne rimpels -aangebracht en daarop haalde Raffles een van die uitmuntend -vervaardigde pruiken te voorschijn, die zelfs het scherpste oog niet -vermocht te onderscheiden van echt haar. - -Hij veranderde er een weinig aan met behulp van een schaar, frizeertang -en kam, zette haar op en ging nu over tot het aanplakken van den baard, -dien hij reeds in den loop van den dag had gefatsoeneerd naar dien van -den ouden professor. - -Na ongeveer een half uur was hij gereed, en tevreden over zijn werk, -dat hij voltooid had, door een gouden bril, met groote, ongeslepen -glazen op zijn neus te plaatsen. - -Hij stond op en bootste op voortreffelijke wijze de eenigszins -omfloerste stem van Daring na, toen hij zeide: - -„Mag ik mij even aan u voorstellen, Jerome Daring, professor in de -Aziatische talen, Asyroloog te Saint Louis.” - -De oude geleerde had zijn valies juist van de tafel genomen, maar bij -de aanschouwing van zijn dubbelganger liet hij het zware voorwerp uit -zijn handen vallen en keek Raffles geruimen tijd met open mond en wijd -opengesperde oogen aan. - -Toen begon hij heftig aan zijn bril te rukken en sputterde: - -„Dat is niet te gelooven, dat grenst aan het wonderbaarlijke. Het is of -ik mijzelf in een spiegel zie, mijnheer, gij zijt bepaald geen gewone -detective, gij hebt het zeer ver gebracht in uw vak. Ik ben overtuigd, -dat gij als acteur grooten naam zoudt kunnen verwerven.” - -„Dank u, professor,” hernam Raffles glimlachend. „Gij zijt dus -tevreden? Gelijk ik op u?” - -„Maar mijn goede hemel, gij zoudt mijn tweelingbroeder kunnen zijn, -mijnheer,” riep de oude geleerde uit. „Eigenlijk gezegd, is het een -weinig huiveringwekkend. Ik had nooit gedacht dat zooiets bestaan kon.” - -„Dan is het goed zoo, professor. Er blijft mij dan niets anders meer te -doen, dan spoedig dit vertrek en vervolgens het hotel te verlaten. Ik -zal natuurlijk mijn best doen, dat niemand mij ziet, maar daar de -mogelijkheid niet is buitengesloten, dat toch iemand van het personeel -mij ziet heengaan, zou ik u op het hart willen drukken, onder geen -beding uw kamer meer te verlaten en u zoo spoedig mogelijk ter ruste te -begeven. Neem alles mede van waarde en laat uw valiezen en koffers -hier, ik zal wel zorgen, dat zij veilig in uw huis te St. Louis -aankomen. Ik hoop, dat ik u niet grief door u voor te stellen u duizend -dollar ter hand te stellen als zekerheid voor de goede overkomst?” - -„Ja, zeker, mijnheer, daar grieft gij mij wel degelijk mee,” hernam -Daring. „Ik wil u toonen, dat ik u volkomen vertrouw, ik neem geen cent -van u aan.” - -„Dat pleit alweder voor u, professor,” hernam Raffles. - -Hij stak den geleerde de hand toe, trok zijn overjas aan, zette zijn -hoed op en zeide, met de kruk van de deur reeds in zijn hand: - -„Ik bedenk daar, professor, dat ik ook noodzakelijk de kleeren van u -moet hebben, die gij hier gedragen hebt, trek die dus morgenochtend aan -als gij het hotel verlaat, dan zullen wij van overgoed verwisselen, wij -zijn gelukkig van dezelfde grootte.” - -En met deze woorden vertrok Raffles, sloot de deur zachtjes achter -zich, sloop de gang ten einde, daalde de trap af, bereikte ongezien de -vestibule en sloeg, daargekomen, zijn kraag op, om zich zooveel -mogelijk onkenbaar te maken. - -Er waren slechts weinige personen, die hem gezien hadden. - -Buitengekomen riep hij een huurauto aan en liet zich naar het -Manhattan-Hotel brengen, waar hij reeds denzelfden morgen een kamer had -besteld. - -Hij ontdeed er zich van pruik en baard, sliep voortreffelijk in het -zachte ruime bed, en was den volgenden morgen om zeven uur reeds op de -been. - -Hij gebruikte haastig het ontbijt in de groote eetzaal, betaalde wat -hij schuldig was, liet weder een huurauto voorkomen en gaf den -chauffeur bevel, hem tot op eenigen afstand van het Astor-Hotel te -rijden, en schuin tegenover den ingang post te vatten. - -Daar gekomen behoefde hij slechts tien minuten te wachten, alvorens -professor Daring naar buiten trad. - -Hij zag, hoe hij een huurauto wenkte en instapte, waarop het voertuig -wegreed. - -Dadelijk gelastte hij den chauffeur den wagen achterna te rijden. - -Na een rit van ongeveer twintig minuten bereikte de eerste auto het -station en Raffles zag den professor uitstappen, zijn chauffeur betalen -en het stationsgebouw binnengaan. - -Hij stapte op zijn beurt uit, betaalde den chauffeur, maar gelastte hem -op hem te wachten en ging op zijn beurt het station binnen. - -Professor Daring kocht juist zijn kaartje aan een der loketten. - -Hij had zijn overjas los over zijn arm, dezelfde jas, welke hij steeds -gedragen had. - -Raffles kocht een perronkaartje, ging den professor na, toen deze de -breede trappen beklom en zag, hoe hij het breede perron op en neer -begon te wandelen. - -Aan het einde daarvan was het zeer stil en er bevonden zich slechts -weinig personen. - -Raffles wachtte een gunstig tijdstip af, haalde den professor in, nam -hem zonder plichtplegingen de geruite overjas en slappen grijzen hoed -af, verruilde die tegen zijn eigen kleedingstukken en maakte het -volgende oogenblik weder rechtsomkeert, zonder dat er een woord -tusschen de beide mannen gewisseld was. - -Het was zeer wel mogelijk, dat sommige beambten het kleine tooneeltje -hadden opgemerkt, maar dat kwam er al heel weinig op aan, het was al -weinig waarschijnlijk, dat een hunner ook maar in de verte begreep, wat -er eigenlijk geschiedde. - -Raffles verliet haastig het station weder, stapte in de auto, die hem -wachtte en liet zich naar het Astor-Hotel terugrijden, waar hij juist -op tijd voor het ontbijt terug was. - -En hij zag al dadelijk, dat zijn vermomming voortreffelijk geslaagd -was, want de portier nam diep zijn pet voor hem af, zooals hij het -reeds eenige malen tevoren voor den ouden geleerde had zien doen. - -Raffles begaf zich aanstonds naar de eetzaal en nauwelijks had hij daar -een tafeltje uitgezocht, of Canny trad binnen. - -Het gevaarlijke oogenblik was aangebroken. - -De volgende minuten zouden beslissen over het welslagen van zijn -gewaagd plan. - -De jonge vrouw speelde haar rol uitstekend en keek bedeesd en verlegen -rond, totdat zij den gewaanden geleerde aan zijn tafeltje zag zitten en -aanstonds op hem toekwam. - -Raffles bestudeerde haar gelaat met de grootste aandacht, maar hij was -spoedig gerustgesteld, Canny had haar weldoener nog slechts te weinig -gezien, en dan nog alleen maar bij kunstlicht, om de verandering te -bespeuren. - -Het is overigens een bekend verschijnsel, dat oogen die overdag grijs -zijn, des avonds vaak een blauwe kleur vertoonen. - -Zij stak Raffles bedeesd de hand toe en de Groote Onbekende was -dadelijk in zijn rol en zeide op hartelijken toon: - -„Ga zitten, kindlief. Eet maar flink, want wij hebben vanmiddag een -tamelijk lange reis voor de boeg. Je hebt toch geen berouw? Je wilt -toch wel met mij medegaan?” - -„O, zoo graag, mijnheer,” antwoordde Canny, met neergeslagen oogen. „Ik -ben u zoo dankbaar, dat u mij weghaalt uit dit verschrikkelijk leven.” - -„Daar spreken wij niet over, Margret,” hernam Raffles. „Vergeet maar -zoo spoedig mogelijk, wat je hier beleefd hebt, want er wacht je een -groote toekomst. Ik ben zeker, dat wij een echte jonge dame van je -maken en dan zullen er spoedig genoeg jongelui komen opdagen, die om je -handje komen vragen.” - -Margret kreeg een kleur van verlegenheid bij deze woorden en gaf geen -antwoord. - -De kelner kwam met zijn schalen en ook hij twijfelde geen oogenblik, of -hij had met den waren professor Daring te doen. - -Daar Raffles thans moeielijk meer een voorwendsel kon vinden om zich te -verwijderen, was hij wel verplicht den geheelen morgen door te brengen -in gezelschap van de vrouw, die hem naar het leven gestaan had en die -met duivelsch welbehagen getuige had willen zijn van zijn laatste -oogenblikken. - -En hij moest toegeven, dat zij haar rol op waarlijk bedriegelijke wijze -vervulde, geen enkel valsch accent, geen enkele onverwachte oogopslag, -niets dan nederigheid, dankbaarheid en verlegenheid. - -Raffles nam haar mee naar een kleedingmagazijn en daar werd Canny in -behoorlijke kleederen gestoken, die de plaats innamen van de havelooze -vodden welke zij gedragen had, toen de comedie een aanvang nam voor het -„Olympic-Theater”. - -Daarna lunchte het zonderlinge paar en vervolgens reden zij naar het -station en stegen daar in den trein, die over een kwartier naar St. -Louis zou vertrekken. - -Ook Raffles viel geen oogenblik uit zijn rol en hij deed alle gebaren, -welke hij bij Daring had opgemerkt, verrassend juist na, zoodat de -zoogenaamde beschermelinge geen oogenblik kon twijfelen, of zij had met -denzelfden man te doen, die haar in bewusteloozen toestand letterlijk -van de straat had opgeraapt. - -Langzamerhand scheen zij een weinig bij te trekken en toen de trein -eenmaal het station verlaten had, begon zij opgewekt te babbelen en -verhaalde Raffles verschillende episodes uit haar leven in het huis van -haar stiefvader, van A tot Z gelogen, zooals Raffles zeer goed wist, -maar die werden voorgedragen op een wijze, die aan de waarheid er van -bijna niet kon doen twijfelen, en waaraan de goede oude geleerde dan -ook zeker geen oogenblik getwijfeld zou hebben. - -De trein was om twee uur in den middag vertrokken, om bij twaalven in -den nacht kwam hij te St. Louis aan. - -Raffles en Canny stapten uit de coupé, en de eerste wenkte een kruier -om voor zijn bagage te zorgen. - -Voor het reusachtige stationsgebouw stond een groot aantal huurauto’s -en de gewaande geleerde slaagde er in, er een machtig te worden. - -Hij gaf den chauffeur een adres op in de Washington Avenue, hielp Canny -instappen, en nam naast haar plaats, waarop de auto zich aanstonds in -beweging stelde. - -Raffles kende Saint Louis slechts oppervlakkig, en hij keek dus goed -uit zijn oogen, nu en dan een paar woorden tot de vrouw naast zich -richtende. - -Na een rit van ongeveer vijf en twintig minuten stond de auto stil voor -een fraai heerenhuis, op een tiental meters van den weg gelegen en -daarvan gescheiden door een lommerrijken tuin. - -Eenige vensters waren nog verlicht. Mevrouw wachtte haar echtgenoot -blijkbaar af. - -Raffles hielp Canny weder uitstappen, betaalde den chauffeur, liep op -de huisdeur toe, juist als iemand die daar thuis behoort, en belde aan. - -De deur werd geopend door een van die ouderwetsche bedienden, die -blijkbaar snel aan het uitsterven zijn. - -Het was een man van een jaar of zestig met een openhartig, rood gelaat -dat getuigde van gezondheid en een opgewekt humeur. - -Hij keek zijn gewaanden meester slechts een oogenblik doordringend aan, -en Raffles zag bliksemsnel een trek van groote verrassing op zijn -gelaat verschijnen en weer verdwijnen. - -„Alles wel, Jerry?” vroeg Raffles, terwijl hij den ouden bediende op -den schouder klopte. - -„Zoo goed als het maar wezen kan, mijnheer,” antwoordde Jerry, en hij -richtte een vragenden blik op Canny, die bescheiden bij de deur was -blijven staan, met de oogen naar den grond geslagen. - -„Ja, Jerry, ik breng een verrassing voor jullie mee,” riep de gewaande -geleerde uit. „Wat zeg je er wel van? Wij krijgen een logétje, en ik -hoop dat zij lang, heel lang bij ons zal blijven.” - -Hij had zijn arm om de schouders van de bedriegster geslagen, en daar -hij zich door professor Daring zeer nauwkeurig had laten inlichten, -omtrent de ligging der verschillende vertrekken, behoefde hij geen -oogenblik te aarzelen toen hij haar naar een deur geleidde, dicht bij -de monumentale trap, die naar de hooger gelegen verdieping voerde, en -deze opende met de woorden: - -„Ga hier zoo lang binnen, mijn kind. Ik ga even mijn lieve vrouw -begroeten, en haar een weinig voorbereiden, ik breng je aanstonds bij -haar.” - -Een snelle blik had Raffles overtuigd, dat hij zich in een soort -ontvangkamer bevond, waarin slechts weinige maar zeer fraaie, een -weinig ouderwetsche meubels stonden, terwijl er eenige prachtige -Rembrandt-copieën aan den wand hingen. - -Raffles had Canny naar een stoel geleid, knikte haar nog eens -vriendelijk toe, en herhaalde, reeds op den drempel van de deur: - -„Ik kom je dadelijk weder halen, mijn kind. Een oogenblikje geduld -slechts.” - -Daarop verliet hij het vertrek, sloot de deur achter zich, stak de -vestibule over, en besteeg de trap. - -Nauwelijks had hij het breede portaal bereikt, hetgeen een soort -gaanderij vormde, die langs den achterkant van de vestibule liep, of er -werd voorzichtig een deur geopend, en een oude dame, de oogen bewapend -met een schildpadden lorgnet, grijs van haar, maar met nog een blozende -gelaatskleur, stak het hoofd om den hoek. - -Raffles trad aanstonds op de dame toe, scheen slechts een oogenblik te -aarzelen, duwde haar toen zonder omslag het vertrek binnen, sloot de -deur achter zich, liet zich op een stoel vallen, en zeide op zachten -toon: - -„Oef. Dat is tenminste achter den rug. Het dierbare wicht is hier in -huis, en ik ben er zoo goed als zeker van, dat wij met denzelfden trein -zijn gevolgd door eenige schelmen, wier gelaat ik mij maar al te goed -meen te herinneren. Hoe staat het leven hier, Charly?” - -„Alles is van een leien dakje geloopen,” antwoordde de jonge man, want -de oude dame was inderdaad niemand anders. „De oude mevrouw Daring is -een heel vriendelijke dame, maar ik geloof, heel wat energieker dan -haar man. Toen ik haar alles mededeelde was zij uiterst verontwaardigd, -en zij liet mij den brief van haar echtgenoot lezen, die nog maar -altijd niet kan gelooven, Edward, dat wij het bij het rechte einde -hebben.” - -„Wat zeide hij dan in dien brief?” - -„Hij schreef, dat hij zich wel wilde leenen tot de proefneming, maar -alleen om jou te overtuigen, dat je een pessimistische menschenhater -was.” - -„Werkelijk een zeer merkwaardig man,” zeide Raffles hoofdschuddend. -„Hij is een groot kind, hij vormt wel een groote uitzondering, in dezen -tijd van onderling wantrouwen en onderlingen haat. En wat zeide mevrouw -er wel van?” - -„Natuurlijk geloofde zij niet à priori, dat je gelijk zoudt hebben, -maar ze achtte het toch zeer wel mogelijk, en zelfs waarschijnlijk. Het -moet namelijk al eens meer zijn voorgekomen, en vaker dan professor -Daring bekende, dat hij deerlijk bij den neus is genomen door lieden, -die op laaghartige wijze misbruik maakten van zijn goedgeloovigheid en -zijn blind vertrouwen in zijn medemenschen. En zij was er dan ook -dadelijk voor te vinden, om de proef te nemen. Zij leest wel kranten, -dat verzeker ik je, en zij wist alles van de zaak af.” - -„Vermoedde zij in het geheel niet, wie je kon zijn?” - -„Neen, gelukkig. Ik heb haar natuurlijk niet op de hoogte gebracht, -daar je mij daartoe geen verlof had gegeven. Zij scheen wel erg -nieuwsgierig te zijn, maar ik heb haar afgescheept met de verklaring, -dat wij particuliere detectives waren, die veel meer van de zaak -afwisten dan de officieele politie. En je moet weten dat ik wat een -moeite heb gehad, om haar te bewegen, het huis te verlaten, want het -liefst was zij er bij tegenwoordig geweest om die „Duivelin”, het waren -haar eigen woorden, te ontmaskeren. Zij zag echter wel in dat dat -volstrekt onmogelijk zou zijn, en zij verklaarde, dat zij al onze -wenken zou opvolgen, en zich naar een klein landgoed zou begeven, -hetwelk haar man dicht bij de kust op ongeveer een uur sporens -hiervandaan bezit.” - -„Lijk je op haar?” - -„Voldoende voor ons doel. Maar ik zal er toch goed aan doen, om dezer -dagen weinig vrienden te ontvangen, want je moet weten, dat mevrouw -Daring bijna een half hoofd grooter is dan ik. Zij is een vrouw met -haar op de tanden, zooals men dat noemt, maar zij schijnt zielsveel van -haar lobbes van een man te houden.” - -„Hoe staat het met het goud, het zilver, het aanwezige geld, de -juweelen?” - -„Alles is het huis uit. Mevrouw Daring wilde er eerst niet in toe -stemmen maar ik heb het doorgezet, en zelf den knoop doorgehakt, door -alles wat waarde had, zorgvuldig bijeen te pakken in een groot valies, -hetwelk door Jerry naar de zuster van de vrouw des huizes werd -gebracht, die daartoe in het geheim moest worden genomen.” - -„Uitstekend. En het plaatsvervangend materiaal?” - -„Het is zeker niet zoo fraai, Edward, als dat wat wij hier de eerste -maal gebruikt hebben, en waarmede wij het „Meisje met de Madonna-Oogen” -zoo deerlijk voor den mal hebben gehouden, maar wat ik hier kon -opschommelen bij handelaars in strass, en bij leveranciers van -tooneelbankbilletten, is toch naar ik hoop, voor ons doel wel -voldoende. Ik heb ook de hand weten te leggen op een paar pakken, -totaal waardelooze aandeelen, in een niet bestaande mijn, een -zwendelaffaire naar het schijnt, reeds eenige jaren geleden ontdekt en -ook gestraft. Die aandeelen zijn zelfs geen tien voor een dollarcent -waard, maar je begrijpt dat zij in een brandkast een schitterend effect -maken.” - -„Je hebt, je kranig gehouden, Charly, vooral als ik in aanmerking neem, -dat de tijd van voorbereiding zoo kort was,” hernam Raffles. „En kom nu -maar eens mede, want ik zal je aan onze lieve beschermelinge -voorstellen.” - - - - - - - - -HOOFDSTUK V. - -CANNY AAN HET WERK. - - -Charly keek nog eens in den spiegel, streek hier en daar een krulletje -terecht, wat onder het kleine kanten mutsje kwam uitgluren, wierp een -blik op de ringen met de valsche diamanten aan zijn vingers, en hij -mocht van zich zelf getuigen, dat hij inderdaad was wat hij wezen -moest, een oude, flinke dame, met veel gezag, juist de vrouw die een -man als professor Daring noodig had. - -„Je ziet er prachtig uit,” zeide Raffles bewonderend. „Zooeven heb ik -waarlijk een oogenblik geaarzeld, of ik soms met de echte mevrouw -Daring te doen had.” - -„Ik kan hetzelfde van jou zeggen, Raffles. Ik zou zweren met den -beroemden Asyroloog in persoon te spreken.” - -„Je kent de inrichting van het huis zeker al goed?” - -„Als ons huis in de Regent-Street te Londen.” - -„Zijn de twee bedienden, Jerry en Blount, op de hoogte gesteld?” - -„Zij weten er alles van, en zij gnuiven van de pret over den poets dien -wij de kleine feeks zullen bakken.” - -„Het kon toch wel eens iets ernstigers worden, dan louter een grapje,” -hernam Raffles hoofdschuddend. „Misschien hebben wij het bezoek van -minstens vier mannelijke medeplichtigen te wachten.” - -„Dat is waar ook, Raffles, wat zullen wij met Henderson doen? Hij is -met mij meegereisd, zooals je gezegd had, en hij houdt zich nu in de -omstreken verborgen, omdat het wat al te gevaarlijk zou zijn, hem -opnieuw onder de oogen van het „Meisje met de Madonna-Oogen” te -brengen. Zij zal hem waarschijnlijk opnieuw herkennen, en dat zou ons -leelijk kunnen opbreken.” - -„Hij mag zich dan ook niet vertoonen, tenzij wij hem roepen. Hij kan -immers telefonisch bereikt worden?” - -„Ja, hij logeert in een klein logement, niet ver hier vandaan.” - -„Prachtig. Kom dan nu mede.” - -De beide mannen verlieten nu het vertrek, gingen weder over het -portaal, daalden de breede trap af, en traden het vertrek binnen, waar -Canny op denzelfden stoel, en in dezelfde houding nederig en bescheiden -zat te wachten. - -Maar Raffles had een zeer scherp oog, en hij zag al zeer spoedig, dat -er eenige voorwerpen, een paar kostbare Sèvrevazen, een fraai bewerkte -kom van Japansch porselein, verzet waren sedert eenige minuten, -waarschijnlijk had de bedriegster, die verstand van dergelijke zaken -had, de onderzijde van die vazen willen bezichtigen, teneinde zich van -hun echtheid te overtuigen. - -Canny was dadelijk opgestaan, toen zij Charly en Raffles zag -binnentreden, en stond daar nu als het toonbeeld van de onderworpen -onschuld. - -Raffles was op haar toegetreden, en zeide op den gewonen, eenigszins -schutterigen toon van den professor: - -„Dit is nu mijn vrouw, Margret, en ik hoop van harte, dat je goede -maatjes met haar zult worden. Wel lieve Susanna, hoe vindt je haar?” - -De gewaande mevrouw Daring had de beschermelinge van haar man eenige -oogenblikken aandachtig opgenomen, trad nu op haar beurt naar voren, en -stak Canny de hand toe met de woorden: - -„Wees welkom in ons huis, lief kind. Ik hoop, dat je je hier spoedig -thuis zult gevoelen. Mijn man heeft mij reeds alles van je verteld, en -ik ben het volkomen met hem eens, dat het onze plicht is, je vooruit te -helpen. Vergeet je troosteloos verleden, ik hoop dat je hier slechts -zonneschijn zal wachten.” - -Canny stamelde eenige woorden van dank, terwijl zij zich over de haar -toegestoken hand heenboog, en Raffles moest erkennen, dat zij een -voortreffelijke comediante was, geen gebaar te veel of te weinig, geen -onechte klank in haar stem, maar alles juist geïntoneerd, alsof het -echt was, en regelrecht uit haar gemoed kwam. - -Maar mevrouw Daring onttrok zich spoedig aan deze betuiging van -dankbaarheid, en zeide na een blik op de kleeding van het jonge meisje -te hebben geworpen: - -„Ga nu maar eens spoedig met mij mee, kindlief, dan zal ik je je kamer -wijzen. Ik hoop, dat zij je zal bevallen. Zij heeft twee vensters, die -uitzien op den achtertuin, en alles staat op het oogenblik in vollen -bloei.” - -Charly had zijn arm onder dien van het meisje gestoken, en voerde haar -nu met zich mede, terwijl Raffles het paar met een spottenden blik -nakeek, welke Canny heel wat zou hebben onthuld, indien zij hem slechts -had kunnen zien.... - -De minnares van Black Pete werd naar de tweede verdieping gebracht, en -een gezellig gemeubeld vertrek binnengeleid, dat voor een jong meisje, -een kind nog haast, als geknipt was. - -Er waren twee groote ramen, uitzicht gevende op een balkon, en -uitziende op den fraaien achtertuin, die aan alle zijden door een niet -zoo hoogen muur omgeven was. - -„Maak het je hier nu maar zoo gemakkelijk mogelijk, lief kind,” zeide -Charly, „en ga maar spoedig naar bed, want het is al laat. Morgen -zullen wij er dadelijk eens op uit gaan, teneinde kleederen voor je te -koopen. Goeden nacht, Margret. Tot morgen. Ik hoop, dat je goed zult -slapen in je nieuwe huis.” - -Canny greep haastig de hand van de gewaande mevrouw Daring, drukte er -een kus op, en daarop verliet Charly het vertrek, sloot zachtjes de -deur, bleef een oogenblik zachtjes voor zich heen lachend staan, en -ging zich toen weder bij Raffles voegen, die reeds een kleinen -onderzoekingstocht door het huis was begonnen. - -Hij vond den Gentleman-Inbreker in een vrij ruim vertrek, dat overdag -door drie groote vensters verlicht werd, maar waar zich geen andere -meubelen bevonden dan een zoogenaamde rotonde, in het midden van het -vertrek op den parketvloer geplaatst, en een rij toonkasten, langs de -vier wanden geplaatst, alle gelijkvormig, en zooals men ze ook wel -vindt in musea voor natuurlijke historie, om er insecten, fossielen, -schelpen, of iets dergelijks in te bewaren. - -Raffles stond in gedachten verzonken voor een dier kasten, die van -glazen deksels voorzien waren, stil, en was verzonken in de -aanschouwing van een paar zeer schoone, en bijna geheel ongeschonden -Asyrische dolken, uit brons geslagen, en waarin nog eenige robijnen te -zien waren, kunstig in de greep ingelegd. - -„Dit is de beroemde verzameling van professor Daring,” zeide Charly, -naderbij tredend. „Ik heb nog geen gelegenheid gehad, om haar grondig -te bezichtigen, maar ik geloof wel dat zij zeer veel waard is.” - -„Op zijn minst een half millioen dollar, Charly,” zeide Raffles -bedaard. - -„Wat! Zooveel?” riep Charly verbaasd uit. - -„Op zijn minst, zeg ik je. Ik tref hier stukken bij aan, waarvan ik -zeker weet, dat er geen tweede exemplaar van bestaat, zooals die gouden -spangen daarginds, die bestemd waren om een koningsmantel dicht te -houden, geen ander mocht dergelijke versierselen dragen. Ik heb verder -reeds een paar hoogst zeldzame munten en amuletten gevonden, die alleen -reeds een burgermansfortuin waard zijn. En om je de waarheid te zeggen, -Charly, voel ik wel eenigszins de verantwoordelijkheid drukken, die op -mij rust voor het goede beheer van deze schatten. Ik zou het mijzelf -nooit vergeven, wanneer hier ook maar het minste of geringste van werd -ontvreemd. Een man als professor Daring is juist de eenige, die de -waarde van deze Asyrische kostbaarheden weet te schatten, en aan wien -zij het best zijn toevertrouwd. Hij is er voorts niet gierig op, maar -laat iedereen ze bezichtigen, die er zijn belangstelling voor te kennen -geeft. Ik voor mij zou hier dagen kunnen door brengen, zonder mij een -oogenblik te vervelen.” - -„Maar zouden de bandieten het werkelijk op deze verzameling voorzien -hebben?” ging Charly voort. - -„Dat behoeft je geenszins te verbazen. Bedenk wel, dat wij niet te doen -hebben met ordinaire ladelichters, maar dat er zich onder die schelmen -lieden bevinden, die een grondige studie van dergelijke dingen gemaakt -hebben, en die zelfs, hoe vreemd het ook moge klinken, in staat zouden -zijn, in een verzameling van oudheden het kostbare van het betrekkelijk -waardelooze te onderscheiden. Er zijn goed geschoolde -schilderijenkenners onder, wie men niet licht een copie voor een -origineel in de handen zal stoppen, en zoo vindt men onder hen -muntkenners, deskundigen op het gebied van oude, kostbare wapens, en -andere vaklieden. Ik erken dat het vervreemden van deze verzameling wel -met eenige moeite gepaard zou gaan, maar de dieven zullen wel de goede -adressen weten, waar zij zelfs deze wereldbekende, zeer zeldzame zaken -kunnen kwijt raken.” - -„Dan mogen wij wel een oog in het zeil houden,” zeide Charly, een -weinig ongerust. „Het is immers volstrekt niet onmogelijk, dat zij -vannacht al willen beginnen?” - -„Dat betwijfel ik sterk, want in ieder geval moet Canny haar vallen nog -uitzetten, maar daar het toch niet geheel en al onmogelijk is, zullen -wij er misschien verstandig aan doen, als wij Henderson waarschuwen. Ik -zou echter niet van de huistelefoon gebruik maken, want dat sluwe -creatuur hier boven ons zou wel eens op de een of andere wijze kunnen -meeluisteren, maar bij een drogist gaan telefoneeren. Zeg Henderson, -dat hij zich aanstonds naar de tuinpoort begeeft, die ik zooeven heb -meenen te zien, en zorg dat die geopend is. Hij moet echter goed zijn -oogen open zetten, opdat hij niet gezien wordt, want niemand kan -zeggen, of de medeplichtigen van Canny niet reeds in de buurt zijn, om -het huis te bespioneeren.” - -Charly liet geen tijd verloren gaan, maar gaf aanstonds aan Jerry last, -bij den dichtst bijzijnden drogist, of anders in een hulppostkantoor, -te telefoneeren. - -De oude bediende keerde spoedig terug van zijn boodschap, en Charly -ging tersluiks de kleine tuinpoort openen, en liet tien minuten later -Henderson binnen, waarop hij de stevige deur weder goed sloot. - -Het was zoo volkomen donker in den tuin, dat er van hun beider -gestalten zeker volstrekt niets te zien zou zijn, zelfs al mocht Canny -het in het hoofd hebben gekregen een weinig uit het raam te kijken. - -Vol verbazing zag Jerry den reus binnentreden, nog nimmer had hij een -man van die grootte en dien lichaamsomvang gezien. - -Henderson werd aanstonds door Charly naar de museumzaal gebracht, waar -Raffles nog steeds verzonken was in de aanschouwing van alles wat daar -ten toon gesteld was, en hier werd hij door zijn meester met een -handdruk verwelkomd. - -De beide bedienden werden nu ook geroepen, en kregen instructies voor -dien nacht. - -Zij sliepen op de bovenste verdieping, en Raffles dacht er niet aan, -hen van hun nachtrust te berooven. - -Met zijn beide metgezellen zou hij het zelf wel afkunnen, indien er -reeds dien zelfden nacht werkelijk iets mocht voorvallen. - -En zoo klommen Blount en Jerry naar hun kamertjes, maar beiden hadden -zich stellig voorgenomen, de toestemming om te gaan slapen, in den wind -te slaan, en veeleer een oogje in het zeil te houden, om zoo noodig ter -hulp te kunnen snellen. - -Men zou niet ongestraft de hand uitsteken naar de kostbare verzameling -van hun meester, waarvoor zij beiden een bijna heiligen eerbied -koesterden. - -En nu hielden de drie mannen op zachten toon krijgsraad. - -De gordijnen van de drie ramen in de museumzaal waren reeds gesloten, -en door den schakelaar van het electrische licht om te draaien, werd -het groote vertrek in duisternis gedompeld. - -De deur van deze zaal, de eenige in het vertrek, kwam uit op een zeer -ruim portaal op de eerste verdieping aan den achterkant van het groote -huis gelegen, en zij bevond zich bijna recht tegenover een vrij breede -trap, die naar een gang voerde, welke eveneens met de vestibule in -verbinding stond. - -Trap en gang werden bijna uitsluitend door de bedienden gebruikt, want -het werkvertrek van den geleerde bevond zich op dezelfde verdieping, en -hij behoefde slechts enkele stappen te doen, om zijn heiligdom te -kunnen betreden. - -Charly had Raffles reeds medegedeeld, dat de beide echtelieden ieder -een afzonderlijke slaapkamer in gebruik hadden, welke door een -tusschendeur met elkander in verbinding stonden. - -De oude geleerde was namelijk gewend, vaak tot diep in den nacht te -werken, als een of ander onderwerp hem medesleepte. - -Zij behoefde dus voor het oogenblik niets anders te doen, dan die -slaapkamers te betrekken, en rustig af te wachten, wat de sluwe -dievegge van plan was. - -Het meest waarschijnlijke was wel, dat zij, evenals zij onder andere -omstandigheden niet lang geleden gedaan had, eerst het huis eens te -onderzoeken ten einde zich op de hoogte te stellen van zijn inrichting. - -Pas wanneer zij deze goed kende, zou zij, zonder gevaar te loopen, een -vergissing te begaan, haar medeplichtigen kunnen toelaten. - -Wat Henderson betreft, hij moest bij de hand blijven, en zou daarom -slapen op een matras, op den vloer neergelegd, en die Raffles hem uit -het reusachtige bed van den ouden geleerde afstond, benevens een deken. - -Op deze wijze was men op alle gebeurlijkheden voorbereid, want terwijl -de slaapkamer van Raffles met twee ramen uitzag op straat, kon men -vanuit de vensters van het slaapvertrek van Charly den tuin overzien. - -Nadat dit alles geregeld was, werden de lichten gedoofd, en nu was het -geheele huis in duisternis gehuld, behalve dat hier en daar, in de -vestibule en op het groote portaal een klein electrisch lampje flauw -licht verspreidde. - -De gordijnen voor de ramen in de beide slaapkamers werden op een kier -geopend, zoodat de beide mannen de omgeving konden overzien, zonder dat -zij zelven werden opgemerkt. - -Er werd slechts zeer weinig gesproken, en dat weinige werd nog op -fluisterenden toon gezegd. - -Het was bijna half een in den nacht, toen het scherpe oor van Raffles -een licht gerucht op de gang opving. - -Hij sloop behoedzaam naar de deur en luisterde, terwijl hij zijn -wijsvinger op de lippen legde. - -Het gerucht kwam nader en het werd veroorzaakt door iemand, die zoo -zacht mogelijk, op de teenen sluipend, door de gang liep. - -Toen hield het gerucht op. - -Blijkbaar stond de persoon aan den anderen kant van de deur stil, om te -luisteren. - -De drie mannen verroerden zich niet, en hielden zelfs hun adem in, uit -vrees, dat die rondsluipende persoon daarbuiten zou bemerken dat zij -nog niet naar bed waren gegaan. - -„Als zij het grapje maar niet herhaald om stikgas in de kamer te -spuiten,” bromde Charly bij zichzelf. „Wij hebben thans geen maskers -bij ons, en als wij de ramen openen, dan zal zij het zeker hooren, -dadelijk begrijpend dat er iets niet in orde is, en aan den haal gaan.” - -Maar reeds gingen de voetstappen verder, zachtjes en sluipend, en na -eenigen tijd hoorden de drie mannen heel voorzichtig aan het einde van -de gang een raam openen, dat uitzicht gaf op de straat. - -Raffles begaf zich aanstonds naar zijn uitkijkpost, en na eenigen tijd -vruchteloos te hebben rondgetuurd, ontwaarde hij een tweetal mannen, -die in de schaduw van een zwaren boom stilstonden, en hun blikken op -het huis gevestigd hielden. - -Blijkbaar gaf Canny seinen aan haar medeplichtigen, want nu zag Raffles -snel achter elkaar het licht van een gewone fietslantaarn schijnen en -weder verdwijnen, met ongelijke tusschenpoozen, hetgeen waarschijnlijk -veroorzaakt werd, doordat de man, die de seinen gaf, gedurende korten -of langen tijd de lichtstralen van de lamp met zijn hand onderschepte. - -Het seingesprek duurde slechts zeer kort, en het werd waarschijnlijk -niet volgens de gewone Morse-teekens gevoerd, want Raffles begreep er -niets van. - -Maar Charly, die achter hem had gestaan, tikte hem op den schouder, en -zeide op zacht fluisterenden toon: - -„Ik heb het al ontdekt. Je weet dat ik een studie heb gemaakt van een -menigte geheime seinstelsels, en het hunne is al bijzonder eenvoudig. -Zij springen eenvoudig telkens een enkele letter van het alphabet over, -als zij een woord seinen, en melden bijvoorbeeld inplaats van het -woordje „dat” iets geheel anders en dat volstrekt geen zin heeft, -namelijk „ebu”. Degeen die de seinen ontvangt, behoeft dus niets anders -te doen, dan een letter terug te gaan, en hij is klaar.” - -„Prachtig, Charly. En je weet dus wat die twee kerels daar zooeven -geantwoord hebben aan ons lief logétje?” - -„Ja. Het was even kort als duidelijk, zij hebben zooeven teruggeseind: - -„Wij komen morgennacht!” - - - - - - - - -HOOFDSTUK VI. - -IN DE KOOI. - - -Dien nacht sliepen Raffles en Charly, na voor alle zekerheid nog een -half uur te hebben gewacht, en zich toen, door een blik door het -sleutelgat van de kamer van Canny, zich te hebben overtuigd, dat zij -vast sliep, zoo rustig als zij in langen tijd niet gedaan hadden, want -zij konden er nu wel zeker van zijn, dat er althans dien nacht niets -meer zou geschieden. - -Canny maakte blijkbaar volstrekt geen haast, hetgeen ook niet noodig -was, en zij had den geheelen volgenden dag voor zich, om het huis goed -te bestudeeren, en af te neuzen, waar de goede oude geleerde zijn geld, -en zijn vrouw haar kostbaarheden bewaarde. - -Den volgenden morgen waren zij echter vroeg weder op de been, Charly in -zijn vrouwenkleedij, Raffles als de gewaande geleerde. - -Er was echter volstrekt geen ruchtbaarheid gegeven aan zijn terugkomst, -en zoo bleven de bezoekers dan ook schaars in aantal, en zij vertrokken -zeer spoedig weder, nadat Raffles zich wegens zware hoofdpijn had -geëxcuseerd. - -Wat Canny betreft, zij vertoonde zich omstreeks negen uur in het -eenvoudige kleedje, dat professor Daring voorloopig voor haar gekocht -had te New-York, in de fraai ingerichte eetzaal, waar het ontbijt -gereed stond. - -En weder moest Raffles eerlijk erkennen, dat zij haar rol op -onverbeterlijke wijze vervulde. - -Zij at, en hanteerde haar mes en vork, met de verlegen onhandigheid, -die men van een meisje in haar omstandigheden moest verwachten. - -Zij durfde bijna niet opzien van haar bord, en zij keek schuw en -tersluiks af, hoe haar beide weldoeners de moeilijke kunst van het -behoorlijk eten uitoefenden. - -Na het ontbijt ging mevrouw Daring met haar kleine beschermelinge een -autorit maken, en kocht hier en daar eenige kleinigheden, maar niet al -te veel, want Charly vond, niet ten onrechte, dat dit slechts geld -weggooien was. - -Maar de beide dames waren voor den lunch reeds lang weder terug, en -Margret vroeg en kreeg verlof, het huis eens te gaan bekijken, dat vond -zij zoo prettig, zooals zij verzekerde. - -Glimlachend liet mevrouw Daring het jonge ding haar gang gaan, en nu -huppelde Canny vroolijk door het huis, stak overal haar neusje in, als -een opgewonden bakvischje, babbelde met de beide bedienden, die de -grootste moeite hadden in hun rol te blijven, wandelde wat in den tuin, -en keerde toen in huis terug, juist tegen den tijd van den lunch, en -verzekerde, dat zij het huis „prachtig en verrukkelijk” vond. - -Maar zij zeide er niet bij, dat zij zich zeer nauwkeurig overtuigd had -van de plaatsing van de verschillende huistelefoons, van de inrichting -van het slot van de kleine tuinpoort, van de veiligheidsverzekering van -de voordeur, en andere wetenswaardige zaken. - -Zij verzweeg ook, dat zij de kleine brandkast van den ouden geleerde -nauwkeurig had bezichtigd, en daarna verachtelijk haar neus had -opgetrokken, en in het boudoir van de vrouw des huizes een kijkje was -gaan nemen, waar zij verschillende laden haastig had opengetrokken, en -vluchtig den inhoud had geïnspecteerd. - -Maar al vertelde zij het niet, Raffles wist het daarom niet minder -goed, want al mocht Canny slim zijn, zij moest het tegen de slimheid -van John Raffles niettemin afleggen. - -Daar Raffles niet zoo wreed wilde zijn, de sluwe bedriegster den -geheelen dag in het gezelschap van Charly Brand te laten, nam hij des -middags zijn taak over, liet het meisje bij zich komen, en begon haar -te onderrichten in de eerste beginselen van de Engelsche taal. - -En het was wel een zonderlinge gebeurtenis, de Gentleman-Inbreker, die -daar met grooten ernst les gaf aan een vrouw, die nog slechts weinige -dagen geleden de behulpzame hand geboden om hem te vermoorden en van -zijn laatste oogenblikken getuige had willen zijn. - -En toch verried niets in hem, dat hij niet degene was, voor wien hij -zich uitgaf, en het ligt dus in den aard der zaak, dat de misdadigster -zich, zooals men dat noemt, deerlijk zat te vervelen, en dit toch -onmogelijk kon laten merken, om iederen schijn van achterdocht te -vermijden. - -Men dineerde thuis, de oude professor ging een tukje doen, mevrouw trok -met Canny naar haar boudoir, deze laatste speelde een weinig zeer -slecht piano, ook al geheel in den toon, en om tien uur kreeg zij een -zachten wenk, dat het tijd zou zijn, om zich ter ruste te begeven. - -Zoo verdween Canny weder uit den gezichtskring der beide mannen, die op -dat oogenblik in de groote gezellige huiskamer bijeen waren, en -elkander nu met een veelzeggenden glimlach aanzagen. - -„Daar vliegt het onschuldige duifje heen,” zeide Charly sarcastisch. -„Als je wist hoe ik haar den geheelen dag verwenscht heb. De oude -mevrouw Daring kon toch moeielijk een zware sigaar opsteken, nietwaar?” - -„Dat had inderdaad zijn bezwaren, Charly,” antwoordde Raffles lachend. - -„En een pijp ging nog veel minder.” - -„Ik geloof zelfs dat een sigaret tusschen de lippen van de oude, -eerwaardige dame zou hebben misstaan,” hernam Raffles. „Maar als je -wilt kun je nu je schade inhalen.” - -„Ik dank je voor die toestemming, en ik zal er aanstonds gebruik van -maken,” riep Charly uit, en hij snelde het vertrek uit, en keerde -terug, een zware Havannah tusschen de lippen geklemd, hetgeen in -verband met zijn eerbiedwaardig uiterlijk van deftige, oude dame, een -eigenaardig schouwspel opleverde. - -Hij maakte het zich gemakkelijk, zette de drukkende pruik af, legde -zijn beenen voor zich op tafel, en slaakte een zucht van welbehagen. - -„Je weet, Edward, dat ik maar zelden spijt heb gehad, mij aan je te -hebben verbonden, en aan de meeste van je avonturen deel te nemen, maar -toch, als ik vooruit had kunnen weten, dat je mij ooit zou dwingen, de -rol van een vrouw te vervullen, dan—” - -„Dan zou er van onze samenwerking niets gekomen zijn?” - -„Dan zou ik mij in ieder geval er nog eens op beslapen hebben,” hernam -Charly lachend. - -In eens hield hij op, en vestigde het oog op de deur. - -„Wat was dat?” vroeg hij op zachten toon. - -„Wat meen je?” - -„Ik dacht dat ik iets hoorde in de gang, ik zal het mij verbeeld -hebben.” - -Raffles was met een paar stappen bij de deur, rukte haar open, en keek -naar buiten, in de half duistere gang, maar er was volstrekt niets te -bespeuren. Hij liep snel tot aan de trap, keek naar boven en naar -beneden, en keerde gerustgesteld terug, Charly had zich natuurlijk -vergist, de gebeurtenissen van dien dag hadden hem een weinig -zenuwachtig gemaakt. - -„Er is niets, je bent een weinig overspannen, mijn waarde,” zeide -Raffles nadat hij het vertrek weder was binnengetreden. - -„Dat ontken ik niet. En zeg mij nu eens, is de politie al -gewaarschuwd?” - -„Ja, zij verschijnt om half elf, met ongeveer tien man, dat zal toch -zeker wel ruimschoots voldoende zijn om de bezoekers hartelijk te -verwelkomen, en in verzekerde bewaring te nemen.” - -„Canny toch zeker ditmaal incluis?” - -„Natuurlijk. Je kunt wel begrijpen, dat ik er niet op gesteld ben, die -kleine duivelin, die mij gaarne met eigen hand zou hebben vermoord, op -vrije voeten te laten. Hoe eerder het caronje onschadelijk wordt -gemaakt, hoe beter het voor heel wat lieden is, en niet voor mij in de -laatste plaats.” - -„Je hebt toch niets van je ware identiteit verraden?” - -„Dat spreekt vanzelf. Zij denken met professor Daring te doen te -hebben. Ik heb eenvoudig laten voorkomen, alsof ik door een toeval op -de hoogte was gekomen van het complot, dat mij door een verrader van de -bende, die zich op den chef wilde wreken, was medegedeeld.” - -„Zoodat wij niets anders te doen hebben dan rustig af te wachten, tot -de politie hier verschijnt?” - -„Zoo is het.” - -„Maar hoe komt zij binnen zonder dat Canny het merkt?” - -„Maak je daaromtrent niet ongerust, zij vindt de tuinpoort geopend, en -kan daar binnen gaan.” - -„Maar als Canny haar medeplichtigen wil binnenlaten, en die zelfde -poort gebruikt, dan zal zij de deur open vinden, en sluw als zij is, -zou dit haar wantrouwen wel eens kunnen gaande maken.” - -„Maar Charly, denk je met een ezel te doen te hebben. Natuurlijk zal de -laatste agent de deur weder sluiten.” - -„En Henderson?” - -„Die is nu nog in zijn eigen kamertje, maar ik zal hem ergens op post -zetten, in den tuin bijvoorbeeld, of op een der balkons, vanwaar hij -een wakend oogje over de kleine comedie kan laten gaan, en den -bandieten den weg zal versperren, als zij ontijdig de lucht mochten -krijgen van wat hen hier te wachten staat.” - -„Maar loopen wij dan zelf in het minst geen gevaar?” - -„Ik kan niet inzien waarom. Canny twijfelt geen oogenblik of wij zijn -professor Daring en zijn vrouw, en zij zal niets anders denken of er is -verraad in het spel.” - -„Wij moeten dus onze rol tot het laatste spelen?” - -„Tot het bittere einde, Charly.” - -Onder dit gesprek was de groote wijzer van de fraaie pendule op den -marmeren schoorsteenmantel langzaam voortgeschoven, en het was reeds -kwart over tienen, toen Raffles eindelijk opstond, en zeide: - -„Zij zullen nu wel spoedig hier zijn. Ik heb hen gezegd, dat zij zoo -omzichtig mogelijk moesten naderen, want het zou kunnen zijn, dat Canny -nog niet sliep, en zij zal wel een goed ontwikkeld gehoor hebben, en -den hoorn van een politie-auto misschien van elke andere kunnen -onderscheiden, al zijn wij dan hier niet in haar geboortestad.” - -„Zouden wij ons niet eens overtuigen, dat zij werkelijk slaapt?” - -„Waartoe dat?” kwam Raffles verwonderd. „Zij zal zich in ieder geval -slapende houden. Werkelijk slapen doet zij natuurlijk niet, want zij -moet haar medeplichtigen binnenlaten, en dat zal wel niet veel later -dan een uur zijn, want al is de brandkast klein en ouderwetsch, zij -zullen er toch minstens een paar uur werk aan hebben, en om dezen tijd -is het reeds om zes uur klaar lichten dag.” - -„Is de tuinpoort op dit oogenblik geopend?” - -„Voor zoover ik weet, niet, tenminste wanneer Canny het al niet gedaan -heeft, wat ik echter niet waarschijnlijk acht, en daarom zou ik je wel -willen verzoeken, je daarvan even te gaan overtuigen, want over tien -minuten kunnen de politieagenten hier zijn.” - -Charly deed onmiddellijk wat hem gevraagd werd. - -Hij zette de pruik weder op, sloeg een wollen hoofddoek om, daalde de -trap af, verliet het huis door de achterdeur, sloop door den duisteren -tuin, en ging naar de kleine tuindeur. - -Hij taste naar het slot, en bevond, toen hij den sleutel wilde -omdraaien, dat de deur reeds geopend was.... - -Zonder dat hij zich juist kon verklaren waarom, maakte deze -omstandigheid een onaangenamen indruk op Charly Brand. - -„Dat moet Canny gedaan hebben,” mompelde hij voor zich heen. „Maar voor -den drommel, waarom deed zij het zoo vroeg?” - -Hij bleef nog even in gedachten staan, en aanvaardde toen den terugweg. - -Toen hij een blik wierp naar het venster van het vertrek, dat aan Canny -als verblijfplaats was toegewezen, zag hij, dat het daarbinnen volkomen -duister was, de gordijnen waren echter terzijde getrokken. - -Hij ging verder, opende de achterdeur, trad binnen, en sloot haar -zachtjes weder achter zich. - -Toen hij de gang van het dienstpersoneel bijna geheel teneinde was, -stond hij opnieuw stil. - -„Wat is dat nu weer?” bromde hij voor zich heen. - -Zijn oor had een zacht gerucht opgevangen, het was, alsof zooeven de -voordeur zachtjes gesloten werd.... - -„Ik moet zekerheid hebben,” fluisterde hij half luid. - -Zoo snel hij kon, maar zonder veel gerucht te maken, ijlde hij de gang -ten einde, bereikte de vestibule, stak haar snel over, en stond voor de -voordeur. - -Bijna was hem een kreet ontsnapt. - -De beide zware koperen grendels waren teruggeschoven, de dikke koperen -ketting was losgehaakt, en schommelde nog zachtjes heen en weder.... - -Er kon niet meer aan getwijfeld worden, zooeven had iemand het huis -verlaten. - -Charly rukte de deur open, en keek naar buiten. - -Er waren slechts weinig voorbijgangers te bespeuren in deze deftige -wijk, en er reden juist een paar auto’s voorbij, maar Charly kon -volstrekt niets verdachts zien. - -Toch bleef hij nog eenige oogenblikken zoo staan kijken, en toen ging -hij langzaam weder in huis terug, sloot de deur weder, deed de grendels -en den ketting er weer op, en bleef in gedachten verzonken staan. - -„Wie voor den drommel kan nu het huis verlaten hebben?” bromde hij -binnensmonds. „Wel natuurlijk, het kan niemand anders geweest zijn dan -die helleveeg, dan Canny. Maar, dan moet zij ook iets vermoed hebben, -erger nog, dan moet zij zekerheid hebben gehad. Maar als dat zoo is, -dan, dan loopt Raffles het grootste gevaar. Dan zou zij gelegenheid -hebben, om op haar beurt de politie te gaan waarschuwen, en dat zou in -de gegeven omstandigheden uiterst gevaarlijk zijn. Wij moeten ons -aanstonds gaan overtuigen of die vrouw nog in haar kamer is of niet. -Misschien heb ik mij nog vergist, misschien was het wel een van de -bedienden, die nog laat een boodschap is gaan doen. Maar laat ik eerst -Henderson gaan waarschuwen, die zich wel ergens in den tuin zal -bevinden, hij moet zich bij ons komen voegen, en als ik Raffles een -raad mag geven, dan verlaten wij hals over kop dit huis, want ik wil -mij laten kielhalen als er niet iets broeit.” - -Charly aanvaardde dus den terugweg weder, opende opnieuw de tuindeur, -wilde naar buiten treden, en keek recht in den loop van een revolver, -die een zwaar gebouwde politieman hem voorhield. - -„Niet zoo haastig, mevrouw,” zeide de agent op barschen toon. „Ga het -huis weer binnen als ik u verzoeken mag.” - -„Te laat,” bromde Charly tusschen de tanden. - -Daar hij evenwel zag, dat de agent door nog twee andere vergezeld was, -die beschikten over even afdoende argumenten als hijzelf in den vorm -van twee vervaarlijke revolvers, deed hij schouderophalend een stap -terug, maar voor de deur gesloten werd, liet hij het bekende -waarschuwingssein hooren, dat bedoeld was voor Henderson, die zich wel -in de buurt en nog in vrijheid zou bevinden. - -En daarop viel de deur dicht, twee agenten namen Charly tusschen hen -in, een derde volgde hem op de hielen, en zoo begaven zij zich naar -boven, naar het vertrek, waar Charly den Gentleman-Inbreker zooeven had -achter gelaten. - -Reeds op de gang had Charly Brand opnieuw den snerpenden -waarschuwingskreet laten hooren, die door de agenten slechts door een -medelijdend schouderophalen werd beantwoord, en toen hij binnentrad -begreep hij de beteekenis van dien spot, daar stond Raffles, met een -flauwen glimlach om de lippen, koel en onbewogen, maar omringd door een -zestal agenten van politie, aangevoerd door een commissaris. - -Deze ambtenaar had klaarblijkelijk reeds eenigen tijd met korte stappen -het vertrek op en neer geloopen, en stond pas stil, toen Charly door de -drie agenten werd binnengeleid. - -Hij wachtte tot de deur zorgvuldig gesloten was, en begon toen, zich -tot Raffles wendende: - -„Pardon, professor, het is uiterst onaangenaam voor mij, maar ik ben -wel genoodzaakt om mijn plicht te doen. Berust wat wij nu doen -werkelijk op een vergissing, dan zal ik de eerste zijn, die u daarvoor -mijn oprechte verontschuldigingen aanbied, maar wij hebben informatie -ontvangen, die mij dwingt, hier een zeer grondig onderzoek in te -stellen. Gij zult dus wel zoo goed zijn, zonder omwegen te antwoordden -op de vragen, die ik u zal stellen.” - -„Ga u gang, commissaris,” antwoordde Raffles kalm. - -„Waart gij het, die ons hedenmiddag hebt verzocht, hier te verschijnen -met een tiental agenten, teneinde ons meester te maken van een aantal -bandieten en van Canny Macleod, die zich onder een valsch voorgeven bij -u zou hebben ingedrongen?” - -„Zoo is het, mijnheer.” - -„Gij komt van New-York?” - -„Ja, ik nam daar deel aan het oudheidkundig internationaal congres.” - -„Weet gij zeker dat Canny Macleod zich hier nog in huis bevindt?” - -„Ik zou niet inzien, waarom zij het zou hebben kunnen verlaten.” - -„Wij zullen er ons aanstonds van overtuigen. Maar stil, daar zijn uw -bedienden reeds, die wij hebben laten halen.” - -Inderdaad waren Jerry en Blount een oogenblik te voren binnengetreden, -en zij staarden vol verbaasde verontwaardiging naar de groep midden in -het vertrek. - -De commissaris wendde zich tot Jerry, en vroeg: - -„Hoe heet gij, goede vriend?” - -„Jerry, mijnheer. Maar mag ik weten....” - -„Het is niet aan u, maar aan mij om vragen te stellen,” viel de -commissaris hem streng in de reden. „Herkent gij dezen heer als uw -meester?” - -„Als dat een grap moet verbeelden, mijnheer...” viel Jerry woedend uit. - -„Bedenk tegen wien je spreekt, man, en antwoord mij zonder omwegen,” -riep de commissaris op barschen toon. „Is deze man professor Daring, ja -of neen?” - -„Natuurlijk is hij het,” antwoordde Jerry woedend. „Wat beteekent die -onzinnige vraag?” - -De commissaris legde hem met een gebaar het stilzwijgen op, en -vervolgde kortaf: - -„Weet gij, waar.... het jonge meisje slaapt, dat professor Daring onder -zijn bescherming heeft genomen?” - -„Ja, mijnheer,” antwoordde Jerry, die van verbazing niet wist of hij -waakte of droomde. - -„Ga u dan dadelijk overtuigen of zij er nog is. Haast u wat.” - -Jerry verdween, en gedurende den korten tijd van zijn afwezigheid werd -er in het vertrek geen woord gesproken. - -Toen hij terugkwam, vroeg de commissaris onmiddellijk: - -„Welnu?” - -„Zij is er niet, mijnheer.” - -„Was het bed beslapen?” - -„Het was niet aangeroerd.” - -„Dat pleit in ieder geval niet in uw voordeel... professor,” hernam de -commissaris, langzaam zijn hoofd in de richting van Raffles wendend, -die een weinig bleek was geworden onder het dunne laagje schmink, dat -zijn gelaat bedekte, maar overigens volkomen kalm was gebleven. - -Hij doorzag nu alles, en hij verwenschte zijn onvoorzichtigheid, en die -van Charly Brand, want het was nu maar al te duidelijk, dat de jonge -man wel degelijk goed had gehoord, toen hij meende, in de gang eenig -gerucht te hooren, en dat Canny een gedeelte van hun gesprek had -afgeluisterd, misschien wel door het sleutelgat had gegluurd, gehoor -gevend aan haar eeuwigdurend wantrouwen, en daarbij de gewaande mevrouw -Daring met een sigaar in den mond, zonder pruik, en met de voeten op -het tafelblad had waargenomen. - -Zij had zeker tot het allerlaatste oogenblik gewacht, na zelf de -politie te hebben gewaarschuwd, door middel van een der telefoons in -huis, had zich nog overtuigd, dat de politie-auto kwam aanrijden, en -vervolgens de vlucht genomen. - -Daaraan was nu niets meer te veranderen, en Raffles zou rekening moeten -houden met geheel veranderde omstandigheden, omstandigheden, die zeer -in zijn nadeel waren gewijzigd sedert eenige oogenblikken. - -Na de woorden van den commissaris bleef het even stil in het vertrek. - -Toen vervolgde de politiebeambte op drogen, bevelenden toon, die reeds -niet meer hoffelijk klonk: „Ik zal u moeten verzoeken, professor, mij -toestemming te geven, om mij persoonlijk te overtuigen, of.... uw -hoofdhaar en uw baard echt zijn.” - -Daar Raffles wel begreep, dat een grondig onderzoek binnen enkele -oogenblikken het bedrog aan het licht moest brengen, antwoordde hij -rustig: - -„Gij kunt u die moeite besparen, mijnheer, het een zoowel als het ander -is valsch.” - -„Ah. Ik vermoedde zoo iets. En die dame?” - -„Mijn vrouw is, als ik het zoo mag uitdrukken, commissaris, eveneens -valsch,” antwoordde Raffles rustig. - -En hij wendde zich tot Charly, en zeide, op een toon, die aanstonds de -opmerkzaamheid van den jongen man had: - -„Trek je rokken en de rest maar uit, vrouwtje, zij mochten je eens in -je bewegingen belemmeren.” - -In een oogwenk had Charly de vrouwenkleeren afgeworpen, de pruik -afgedaan, en daar stond nu een krachtig gebouwde jongeman, met een oud -gerimpeld gelaat. - -De commissaris had snel een kreet van verbazing en zegepraal -onderdrukt, en zeide: - -„Ik weet wat ik weten wil, die kleine duivelin heeft dus toch gelijk -gehad, wij missen haar en haar mannen, maar ik geloof niet, dat ik -spijt behoef te hebben van de ruil. Mannen, maakt u van deze twee -bedriegers meester.” - -Nauwelijks had de commissaris deze woorden gesproken, of rinkelend -vloog de groote balkondeur in scherven, en een doordringende stem, een -goed bekende stem riep: - -„Hierheen, uwe Lordschap. Hierheen. In den boom. In den boom.” - -Sneller dan de gedachte sloeg Raffles met twee meesterlijke kinstooten -de twee dichtst bijstaande agenten terneder, en Charly wierp een zwaren -stoel naar de beenen van een paar anderen, die er over heen tuimelden, -en in de aldus gevormde geul stortten zich de beide vrienden en -stormden vlug als de wind naar het openstaande balkonraam. - -Daar zagen zij een wonderlijk schouwspel. - -Op een afstand van ongeveer vijf meter van het balkon verhief zich een -populier, en in den top daarvan zat James Henderson. - -Met behulp van een sterk touw had hij, eenmaal in de boom geklommen -zijnde, een lus weten te slaan om een der zware knoppen van de -balkonleuning en daarop had hij met reuzekrachten, door aan het touw te -trekken, den top van den boom tot over het balkon kunnen brengen, -waarop hij het touw aan een der dikste takken had vastgemaakt, zoodat -de boom in denzelfden stand bleef, gespannen als een geweldige boog, -met het touw, waarvan het andere einde tot op den grond afhing, als -koord. - -Terwijl achter hen een luid geschreeuw van woede weerklonk, sprongen -Raffles en Charly tegelijk, vlug als acrobaten schrijlings op een paar -dikke takken, en met een enkelen slag van zijn sterk mes knapte -Henderson het als een snaar gespannen touw door, zoodat de populier -terugzwiepte.... - -Bijna waren de mannen door de hevige beweging uit den kruin van den -boom geslingerd, maar zij hielden zich stevig vast, en lieten zich snel -als het weerlicht aan het dikke touw op den grond glijden, juist toen -de eerste agenten op het balkon verschenen, en als razenden in den -blinde begonnen te vuren. - -De drie mannen stormden door den tuin, wipten over den muur, daar de -kleine poort gesloten bleek, en waren eenige minuten later in -veiligheid. - - - - -*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK LORD LISTER NO. 398: DUISTER -NEW-YORK *** - -Updated editions will replace the previous one--the old editions will -be renamed. - -Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright -law means that no one owns a United States copyright in these works, -so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the -United States without permission and without paying copyright -royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part -of this license, apply to copying and distributing Project -Gutenberg-tm electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG-tm -concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark, -and may not be used if you charge for an eBook, except by following -the terms of the trademark license, including paying royalties for use -of the Project Gutenberg trademark. If you do not charge anything for -copies of this eBook, complying with the trademark license is very -easy. You may use this eBook for nearly any purpose such as creation -of derivative works, reports, performances and research. Project -Gutenberg eBooks may be modified and printed and given away--you may -do practically ANYTHING in the United States with eBooks not protected -by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the trademark -license, especially commercial redistribution. - -START: FULL LICENSE - -THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE -PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK - -To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free -distribution of electronic works, by using or distributing this work -(or any other work associated in any way with the phrase "Project -Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full -Project Gutenberg-tm License available with this file or online at -www.gutenberg.org/license. - -Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project -Gutenberg-tm electronic works - -1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm -electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to -and accept all the terms of this license and intellectual property -(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all -the terms of this agreement, you must cease using and return or -destroy all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your -possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a -Project Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound -by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the -person or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph -1.E.8. - -1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be -used on or associated in any way with an electronic work by people who -agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few -things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works -even without complying with the full terms of this agreement. See -paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project -Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this -agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm -electronic works. See paragraph 1.E below. - -1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the -Foundation" or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection -of Project Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual -works in the collection are in the public domain in the United -States. If an individual work is unprotected by copyright law in the -United States and you are located in the United States, we do not -claim a right to prevent you from copying, distributing, performing, -displaying or creating derivative works based on the work as long as -all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope -that you will support the Project Gutenberg-tm mission of promoting -free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg-tm -works in compliance with the terms of this agreement for keeping the -Project Gutenberg-tm name associated with the work. You can easily -comply with the terms of this agreement by keeping this work in the -same format with its attached full Project Gutenberg-tm License when -you share it without charge with others. - -1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern -what you can do with this work. Copyright laws in most countries are -in a constant state of change. If you are outside the United States, -check the laws of your country in addition to the terms of this -agreement before downloading, copying, displaying, performing, -distributing or creating derivative works based on this work or any -other Project Gutenberg-tm work. The Foundation makes no -representations concerning the copyright status of any work in any -country other than the United States. - -1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: - -1.E.1. The following sentence, with active links to, or other -immediate access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear -prominently whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work -on which the phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the -phrase "Project Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, -performed, viewed, copied or distributed: - - This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and - most other parts of the world at no cost and with almost no - restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it - under the terms of the Project Gutenberg License included with this - eBook or online at www.gutenberg.org. If you are not located in the - United States, you will have to check the laws of the country where - you are located before using this eBook. - -1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is -derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not -contain a notice indicating that it is posted with permission of the -copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in -the United States without paying any fees or charges. If you are -redistributing or providing access to a work with the phrase "Project -Gutenberg" associated with or appearing on the work, you must comply -either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or -obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg-tm -trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9. - -1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted -with the permission of the copyright holder, your use and distribution -must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any -additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms -will be linked to the Project Gutenberg-tm License for all works -posted with the permission of the copyright holder found at the -beginning of this work. - -1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm -License terms from this work, or any files containing a part of this -work or any other work associated with Project Gutenberg-tm. - -1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this -electronic work, or any part of this electronic work, without -prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with -active links or immediate access to the full terms of the Project -Gutenberg-tm License. - -1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, -compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including -any word processing or hypertext form. However, if you provide access -to or distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format -other than "Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official -version posted on the official Project Gutenberg-tm website -(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense -to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means -of obtaining a copy upon request, of the work in its original "Plain -Vanilla ASCII" or other form. Any alternate format must include the -full Project Gutenberg-tm License as specified in paragraph 1.E.1. - -1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, -performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works -unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. - -1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing -access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works -provided that: - -* You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from - the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method - you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed - to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he has - agreed to donate royalties under this paragraph to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid - within 60 days following each date on which you prepare (or are - legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty - payments should be clearly marked as such and sent to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in - Section 4, "Information about donations to the Project Gutenberg - Literary Archive Foundation." - -* You provide a full refund of any money paid by a user who notifies - you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he - does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm - License. You must require such a user to return or destroy all - copies of the works possessed in a physical medium and discontinue - all use of and all access to other copies of Project Gutenberg-tm - works. - -* You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of - any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the - electronic work is discovered and reported to you within 90 days of - receipt of the work. - -* You comply with all other terms of this agreement for free - distribution of Project Gutenberg-tm works. - -1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project -Gutenberg-tm electronic work or group of works on different terms than -are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing -from the Project Gutenberg Literary Archive Foundation, the manager of -the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the Foundation as set -forth in Section 3 below. - -1.F. - -1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable -effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread -works not protected by U.S. copyright law in creating the Project -Gutenberg-tm collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm -electronic works, and the medium on which they may be stored, may -contain "Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate -or corrupt data, transcription errors, a copyright or other -intellectual property infringement, a defective or damaged disk or -other medium, a computer virus, or computer codes that damage or -cannot be read by your equipment. - -1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right -of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project -Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project -Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all -liability to you for damages, costs and expenses, including legal -fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT -LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE -PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE -TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE -LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR -INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH -DAMAGE. - -1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a -defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can -receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a -written explanation to the person you received the work from. If you -received the work on a physical medium, you must return the medium -with your written explanation. The person or entity that provided you -with the defective work may elect to provide a replacement copy in -lieu of a refund. If you received the work electronically, the person -or entity providing it to you may choose to give you a second -opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If -the second copy is also defective, you may demand a refund in writing -without further opportunities to fix the problem. - -1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth -in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO -OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT -LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. - -1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied -warranties or the exclusion or limitation of certain types of -damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement -violates the law of the state applicable to this agreement, the -agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or -limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or -unenforceability of any provision of this agreement shall not void the -remaining provisions. - -1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the -trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone -providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in -accordance with this agreement, and any volunteers associated with the -production, promotion and distribution of Project Gutenberg-tm -electronic works, harmless from all liability, costs and expenses, -including legal fees, that arise directly or indirectly from any of -the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this -or any Project Gutenberg-tm work, (b) alteration, modification, or -additions or deletions to any Project Gutenberg-tm work, and (c) any -Defect you cause. - -Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm - -Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of -electronic works in formats readable by the widest variety of -computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It -exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations -from people in all walks of life. - -Volunteers and financial support to provide volunteers with the -assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's -goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will -remain freely available for generations to come. In 2001, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure -and permanent future for Project Gutenberg-tm and future -generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see -Sections 3 and 4 and the Foundation information page at -www.gutenberg.org - -Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation - -The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non-profit -501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the -state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal -Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification -number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by -U.S. federal laws and your state's laws. - -The Foundation's business office is located at 809 North 1500 West, -Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up -to date contact information can be found at the Foundation's website -and official page at www.gutenberg.org/contact - -Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg -Literary Archive Foundation - -Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without -widespread public support and donations to carry out its mission of -increasing the number of public domain and licensed works that can be -freely distributed in machine-readable form accessible by the widest -array of equipment including outdated equipment. Many small donations -($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt -status with the IRS. - -The Foundation is committed to complying with the laws regulating -charities and charitable donations in all 50 states of the United -States. Compliance requirements are not uniform and it takes a -considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up -with these requirements. We do not solicit donations in locations -where we have not received written confirmation of compliance. To SEND -DONATIONS or determine the status of compliance for any particular -state visit www.gutenberg.org/donate - -While we cannot and do not solicit contributions from states where we -have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition -against accepting unsolicited donations from donors in such states who -approach us with offers to donate. - -International donations are gratefully accepted, but we cannot make -any statements concerning tax treatment of donations received from -outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. - -Please check the Project Gutenberg web pages for current donation -methods and addresses. Donations are accepted in a number of other -ways including checks, online payments and credit card donations. To -donate, please visit: www.gutenberg.org/donate - -Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic works - -Professor Michael S. Hart was the originator of the Project -Gutenberg-tm concept of a library of electronic works that could be -freely shared with anyone. For forty years, he produced and -distributed Project Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of -volunteer support. - -Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed -editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in -the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not -necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper -edition. - -Most people start at our website which has the main PG search -facility: www.gutenberg.org - -This website includes information about Project Gutenberg-tm, -including how to make donations to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to -subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. diff --git a/old/66803-0.zip b/old/66803-0.zip Binary files differdeleted file mode 100644 index 9095dda..0000000 --- a/old/66803-0.zip +++ /dev/null diff --git a/old/66803-h.zip b/old/66803-h.zip Binary files differdeleted file mode 100644 index dbe544b..0000000 --- a/old/66803-h.zip +++ /dev/null diff --git a/old/66803-h/66803-h.htm b/old/66803-h/66803-h.htm deleted file mode 100644 index 69dcd49..0000000 --- a/old/66803-h/66803-h.htm +++ /dev/null @@ -1,3744 +0,0 @@ -<!DOCTYPE html -PUBLIC "-//W3C//DTD HTML 4.01 Transitional//EN" "http://www.w3.org/TR/html4/loose.dtd"> -<!-- This HTML file has been automatically generated from an XML source on 2021-11-23T21:22:30Z using SAXON HE 9.9.1.8 . --> -<html lang="nl"> -<head> -<meta http-equiv="Content-Type" content="text/html; charset=utf-8"> -<title>Lord Lister No. 398: Duister New-York</title> -<meta name="generator" content="tei2html.xsl, see https://github.com/jhellingman/tei2html"> -<meta name="author" content="Kurt Matull (1872–1930?) Theo von Blankensee [Pseudoniem van Mathias Blank (1881–1928)] Felix Hageman (1877–1966)"> -<link rel="coverpage" href="images/lordlister0398-front.jpg"> -<link rel="schema.DC" href="http://dublincore.org/documents/1998/09/dces/"> -<meta name="DC.Creator" content="Kurt Matull (1872–1930?) Theo von Blankensee [Pseudoniem van Mathias Blank (1881–1928)] Felix Hageman (1877–1966)"> -<meta name="DC.Title" content="Lord Lister No. 398: Duister New-York"> -<meta name="DC.Language" content="nl-1900"> -<meta name="DC.Format" content="text/html"> -<meta name="DC.Publisher" content="Project Gutenberg"> -<meta name="DC:Subject" content="Detective and mystery stories -- Periodicals"> -<meta name="DC:Subject" content="Dime novels -- Periodicals"> -<style type="text/css"> /* <![CDATA[ */ -html { -line-height: 1.3; -} -body { -margin: 0; -} -main { -display: block; -} -h1 { -font-size: 2em; -margin: 0.67em 0; -} -hr { -height: 0; -overflow: visible; -} -pre { -font-family: monospace, monospace; -font-size: 1em; -} -a { -background-color: transparent; -} -abbr[title] { -border-bottom: none; -text-decoration: underline; -text-decoration: underline dotted; -} -b, strong { -font-weight: bolder; -} -code, kbd, samp { -font-family: monospace, monospace; -font-size: 1em; -} -small { -font-size: 80%; -} -sub, sup { -font-size: 67%; -line-height: 0; -position: relative; -vertical-align: baseline; -} -sub { -bottom: -0.25em; -} -sup { -top: -0.5em; -} -img { -border-style: none; -} -body { -font-family: serif; -font-size: 100%; -text-align: left; -margin-top: 2.4em; -} -div.front, div.body { -margin-bottom: 7.2em; -} -div.back { -margin-bottom: 2.4em; -} -.div0 { -margin-top: 7.2em; -margin-bottom: 7.2em; -} -.div1 { -margin-top: 5.6em; -margin-bottom: 5.6em; -} -.div2 { -margin-top: 4.8em; -margin-bottom: 4.8em; -} -.div3 { -margin-top: 3.6em; -margin-bottom: 3.6em; -} -.div4 { -margin-top: 2.4em; -margin-bottom: 2.4em; -} -.div5, .div6, .div7 { -margin-top: 1.44em; -margin-bottom: 1.44em; -} -.div0:last-child, .div1:last-child, .div2:last-child, .div3:last-child, -.div4:last-child, .div5:last-child, .div6:last-child, .div7:last-child { -margin-bottom: 0; -} -blockquote div.front, blockquote div.body, blockquote div.back { -margin-top: 0; -margin-bottom: 0; -} -.divBody .div1:first-child, .divBody .div2:first-child, .divBody .div3:first-child, .divBody .div4:first-child, -.divBody .div5:first-child, .divBody .div6:first-child, .divBody .div7:first-child { -margin-top: 0; -} -h1, h2, h3, h4, h5, h6, .h1, .h2, .h3, .h4, .h5, .h6 { -clear: both; -font-style: normal; -text-transform: none; -} -h3, .h3 { -font-size: 1.2em; -} -h3.label { -font-size: 1em; -margin-bottom: 0; -} -h4, .h4 { -font-size: 1em; -} -.alignleft { -text-align: left; -} -.alignright { -text-align: right; -} -.alignblock { -text-align: justify; -} -p.tb, hr.tb, .par.tb { -margin: 1.6em auto; -text-align: center; -} -p.argument, p.note, p.tocArgument, .par.argument, .par.note, .par.tocArgument { -font-size: 0.9em; -text-indent: 0; -} -p.argument, p.tocArgument, .par.argument, .par.tocArgument { -margin: 1.58em 10%; -} -td.tocDivNum { -vertical-align: top; -} -td.tocPageNum { -vertical-align: bottom; -} -.opener, .address { -margin-top: 1.6em; -margin-bottom: 1.6em; -} -.addrline { -margin-top: 0; -margin-bottom: 0; -} -.dateline { -margin-top: 1.6em; -margin-bottom: 1.6em; -text-align: right; -} -.salute { -margin-top: 1.6em; -margin-left: 3.58em; -text-indent: -2em; -} -.signed { -margin-top: 1.6em; -margin-left: 3.58em; -text-indent: -2em; -} -.epigraph { -font-size: 0.9em; -width: 60%; -margin-left: auto; -} -.epigraph span.bibl { -display: block; -text-align: right; -} -.trailer { -clear: both; -margin-top: 3.6em; -} -span.abbr, abbr { -white-space: nowrap; -} -span.parnum { -font-weight: bold; -} -span.corr, span.gap { -border-bottom: 1px dotted red; -} -span.num, span.trans, span.trans { -border-bottom: 1px dotted gray; -} -span.measure { -border-bottom: 1px dotted green; -} -.ex { -letter-spacing: 0.2em; -} -.sc { -font-variant: small-caps; -} -.asc { -font-variant: small-caps; -text-transform: lowercase; -} -.uc { -text-transform: uppercase; -} -.tt { -font-family: monospace; -} -.underline { -text-decoration: underline; -} -.overline, .overtilde { -text-decoration: overline; -} -.rm { -font-style: normal; -} -.red { -color: red; -} -hr { -clear: both; -border: none; -border-bottom: 1px solid black; -width: 45%; -margin-left: auto; -margin-right: auto; -margin-top: 1em; -text-align: center; -} -hr.dotted { -border-bottom: 2px dotted black; -} -hr.dashed { -border-bottom: 2px dashed black; -} -.aligncenter { -text-align: center; -} -h1, h2, .h1, .h2 { -font-size: 1.44em; -line-height: 1.5; -} -h1.label, h2.label { -font-size: 1.2em; -margin-bottom: 0; -} -h5, h6 { -font-size: 1em; -font-style: italic; -} -p, .par { -text-indent: 0; -} -p.firstlinecaps:first-line, .par.firstlinecaps:first-line { -text-transform: uppercase; -} -.hangq { -text-indent: -0.32em; -} -.hangqq { -text-indent: -0.42em; -} -.hangqqq { -text-indent: -0.84em; -} -p.dropcap:first-letter, .par.dropcap:first-letter { -float: left; -clear: left; -margin: 0 0.05em 0 0; -padding: 0; -line-height: 0.8; -font-size: 420%; -vertical-align: super; -} -blockquote, p.quote, div.blockquote, div.argument, .par.quote { -font-size: 0.9em; -margin: 1.58em 5%; -} -.pageNum a, a.noteRef:hover, a.pseudoNoteRef:hover, a.hidden:hover, a.hidden { -text-decoration: none; -} -.advertisement, .advertisements { -background-color: #FFFEE0; -border: black 1px dotted; -color: #000; -margin: 2em 5%; -padding: 1em; -} -.footnotes .body, .footnotes .div1 { -padding: 0; -} -.fnarrow { -color: #AAAAAA; -font-weight: bold; -text-decoration: none; -} -.fnarrow:hover, .fnreturn:hover { -color: #660000; -} -.fnreturn { -color: #AAAAAA; -font-size: 80%; -font-weight: bold; -text-decoration: none; -vertical-align: 0.25em; -} -a { -text-decoration: none; -} -a:hover { -text-decoration: underline; -background-color: #e9f5ff; -} -a.noteRef, a.pseudoNoteRef { -font-size: 67%; -line-height: 0; -position: relative; -vertical-align: baseline; -top: -0.5em; -text-decoration: none; -margin-left: 0.1em; -} -.displayfootnote { -display: none; -} -div.footnotes { -font-size: 80%; -margin-top: 1em; -padding: 0; -} -hr.fnsep { -margin-left: 0; -margin-right: 0; -text-align: left; -width: 25%; -} -p.footnote, .par.footnote { -margin-bottom: 0.5em; -margin-top: 0.5em; -} -p.footnote .fnlabel, .par.footnote .fnlabel { -float: left; -min-width: 1.0em; -margin-left: -0.1em; -padding-top: 0.9em; -padding-right: 0.4em; -} -.apparatusnote { -text-decoration: none; -} -.apparatusnote:target, .fndiv:target { -background-color: #eaf3ff; -} -table.tocList { -width: 100%; -margin-left: auto; -margin-right: auto; -border-width: 0; -border-collapse: collapse; -} -td.tocPageNum, td.tocDivNum { -text-align: right; -min-width: 10%; -border-width: 0; -white-space: nowrap; -} -td.tocDivNum { -padding-left: 0; -padding-right: 0.5em; -} -td.tocPageNum { -padding-left: 0.5em; -padding-right: 0; -} -td.tocDivTitle { -width: auto; -} -p.tocPart, .par.tocPart { -margin: 1.58em 0; -font-variant: small-caps; -} -p.tocChapter, .par.tocChapter { -margin: 1.58em 0; -} -p.tocSection, .par.tocSection { -margin: 0.7em 5%; -} -table.tocList td { -vertical-align: top; -} -table.tocList td.tocPageNum { -vertical-align: bottom; -} -table.inner { -display: inline-table; -border-collapse: collapse; -width: 100%; -} -td.itemNum { -text-align: right; -min-width: 5%; -padding-right: 0.8em; -} -td.innerContainer { -padding: 0; -margin: 0; -} -.index { -font-size: 80%; -} -.index p { -text-indent: -1em; -margin-left: 1em; -} -.indexToc { -text-align: center; -} -.transcriberNote { -background-color: #DDE; -border: black 1px dotted; -color: #000; -font-family: sans-serif; -font-size: 80%; -margin: 2em 5%; -padding: 1em; -} -.missingTarget { -text-decoration: line-through; -color: red; -} -.correctionTable { -width: 75%; -} -.width20 { -width: 20%; -} -.width40 { -width: 40%; -} -p.smallprint, li.smallprint, .par.smallprint { -color: #666666; -font-size: 80%; -} -span.musictime { -vertical-align: middle; -display: inline-block; -text-align: center; -} -span.musictime, span.musictime span.top, span.musictime span.bottom { -padding: 1px 0.5px; -font-size: xx-small; -font-weight: bold; -line-height: 0.7em; -} -span.musictime span.bottom { -display: block; -} -ul { -list-style-type: none; -} -.splitListTable { -margin-left: 0; -} -.numberedItem { -text-indent: -3em; -margin-left: 3em; -} -.numberedItem .itemNumber { -float: left; -position: relative; -left: -3.5em; -width: 3em; -display: inline-block; -text-align: right; -} -.itemGroupTable { -border-collapse: collapse; -margin-left: 0; -} -.itemGroupTable td { -padding: 0; -margin: 0; -vertical-align: middle; -} -.itemGroupBrace { -padding: 0 0.5em !important; -} -div.figure { -text-align: center; -} -.figure { -margin-left: auto; -margin-right: auto; -} -.floatLeft { -float: left; -margin: 10px 10px 10px 0; -} -.floatRight { -float: right; -margin: 10px 0 10px 10px; -} -p.figureHead, .par.figureHead { -font-size: 100%; -text-align: center; -} -.figAnnotation { -font-size: 80%; -position: relative; -margin: 0 auto; -} -.figTopLeft, .figBottomLeft { -float: left; -} -.figTopRight, .figBottomRight { -float: right; -} -.figure p, .figure .par { -font-size: 80%; -margin-top: 0; -text-align: center; -} -img { -border-width: 0; -} -td.galleryFigure { -text-align: center; -vertical-align: middle; -} -td.galleryCaption { -text-align: center; -vertical-align: top; -} -body { -padding: 1.58em 16%; -} -.pageNum { -display: inline; -font-size: 8.4pt; -font-style: normal; -margin: 0; -padding: 0; -position: absolute; -right: 1%; -text-align: right; -letter-spacing: normal; -} -.marginnote { -font-size: 0.8em; -height: 0; -left: 1%; -position: absolute; -text-indent: 0; -width: 14%; -text-align: left; -} -.right-marginnote { -font-size: 0.8em; -height: 0; -right: 3%; -position: absolute; -text-indent: 0; -text-align: right; -width: 11% -} -.cut-in-left-note { -font-size: 0.8em; -left: 1%; -float: left; -text-indent: 0; -width: 14%; -text-align: left; -padding: 0.8em 0.8em 0.8em 0; -} -.cut-in-right-note { -font-size: 0.8em; -left: 1%; -float: right; -text-indent: 0; -width: 14%; -text-align: right; -padding: 0.8em 0 0.8em 0.8em; -} -span.tocPageNum, span.flushright { -position: absolute; -right: 16%; -top: auto; -text-indent: 0; -} -.pglink::after { -content: "\0000A0\01F4D8"; -font-size: 80%; -font-style: normal; -font-weight: normal; -} -.catlink::after { -content: "\0000A0\01F4C7"; -font-size: 80%; -font-style: normal; -font-weight: normal; -} -.exlink::after, .wplink::after, .biblink::after, .qurlink::after, .seclink::after { -content: "\0000A0\002197\00FE0F"; -color: blue; -font-size: 80%; -font-style: normal; -font-weight: normal; -} -.pglink:hover { -background-color: #DCFFDC; -} -.catlink:hover { -background-color: #FFFFDC; -} -.exlink:hover, .wplink:hover, .biblink:hover, .qurlink:hover, .seclin:hover { -background-color: #FFDCDC; -} -body { -background: #FFFFFF; -font-family: serif; -} -body, a.hidden { -color: black; -} -h1, h2, .h1, .h2 { -text-align: center; -font-variant: small-caps; -font-weight: normal; -} -p.byline { -text-align: center; -font-style: italic; -margin-bottom: 2em; -} -.div2 p.byline, .div3 p.byline, .div4 p.byline, .div5 p.byline, .div6 p.byline, .div7 p.byline { -text-align: left; -} -.figureHead, .noteRef, .pseudoNoteRef, .marginnote, .right-marginnote, p.legend, .verseNum { -color: #660000; -} -.rightnote, .pageNum, .lineNum, .pageNum a { -color: #AAAAAA; -} -a.hidden:hover, a.noteRef:hover, a.pseudoNoteRef:hover { -color: red; -} -h1, h2, h3, h4, h5, h6 { -font-weight: normal; -} -table { -margin-left: auto; -margin-right: auto; -} -.tablecaption { -text-align: center; -} -.arab { font-family: Scheherazade, serif; } -.aran { font-family: 'Awami Nastaliq', serif; } -.grek { font-family: 'Charis SIL', serif; } -.hebr { font-family: Shlomo, 'Ezra SIL', serif; } -.syrc { font-family: 'Serto Jerusalem', serif; } -/* CSS rules generated from rendition elements in TEI file */ -.imprint { -color: gray; text-align: center; -} -div.advertisement img { -mix-blend-mode: darken; -} -/* CSS rules generated from @rend attributes in TEI file */ -.cover-imagewidth { -width:566px; -} -.xd31e97 { -font-size:x-large; -} -.xd31e99 { -font-size:small; -} -.xd31e105 { -font-size:xx-large; -} -.xd31e956 { -text-align:center; font-size:x-large; -} -.img-rcbbwidth { -width:574px; -} -.xd31e965 { -text-align:center; font-size:large; -} -.xd31e969 { -font-size:x-large; -} -.xd31e976 { -text-align:center; -} -.ad-dubec3-imgwidth { -width:562px; -} -.xd31e1030 { -text-align:center; font-size:xx-large; -} -.xd31e1034 { -text-align:center; font-size:x-large; color:red; -} -.xd31e1040 { -text-align:center; font-size:large; color:red; -} -@media handheld { -} -/* ]]> */ </style> -</head> -<body> - -<div style='text-align:center; font-size:1.2em; font-weight:bold'>The Project Gutenberg eBook of Lord Lister No. 398: Duister New-York, by Kurt Matull</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and -most other parts of the world at no cost and with almost no restrictions -whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms -of the Project Gutenberg License included with this eBook or online -at <a href="https://www.gutenberg.org">www.gutenberg.org</a>. If you -are not located in the United States, you will have to check the laws of the -country where you are located before using this eBook. -</div> - -<p style='display:block; margin-top:1em; margin-bottom:1em; margin-left:2em; text-indent:-2em'>Title: Lord Lister No. 398: Duister New-York</p> - -<div style='display:block; margin-top:1em; margin-bottom:1em; margin-left:2em; text-indent:-2em'>Author: Kurt Matull, Theo Blakensee and Felix Hageman</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'>Release Date: November 23, 2021 [eBook #66803]</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'>Language: Dutch</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'>Character set encoding: UTF-8</div> - -<div style='display:block; margin-left:2em; text-indent:-2em'>Produced by: The Online Distributed Proofreading Team at https://www.pgdp.net/ for Project Gutenberg.</div> - -<div style='margin-top:2em; margin-bottom:4em'>*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK LORD LISTER NO. 398: DUISTER NEW-YORK ***</div> -<div class="front"> -<div class="div1 cover"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> -<p class="first"></p> -<div class="figure cover-imagewidth"><img src="images/lordlister0398-front.jpg" alt="Oorspronkelijke voorkant." width="566" height="720"></div><p> -<span class="pageNum" id="pb1">[<a href="#pb1">1</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div class="div1 imprint"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> -<p class="first xd31e97">☞ Elke aflevering bevat een volledig verhaal. ☜ -</p> -<p class="xd31e99">UITGAVE VAN DEN ROMAN-<span class="corr" id="xd31e101" title="Niet in bron">,</span> BOEK- EN KUNSTHANDEL—SINGEL 236,—AMSTERDAM. -</p> -</div> -</div> -</div> -<div class="body"> -<div id="ch1" class="div1 chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch1.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<div class="figure"><img src="images/p0398-01.png" alt="DUISTER NEW-YORK." width="720" height="191"></div> -<h2 class="super xd31e105">DUISTER NEW-YORK.</h2> -<h2 class="label">HOOFDSTUK I.</h2> -<h2 class="main">De onverwachte ontmoeting.</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">Sedert eenige dagen hielden de Amerikaansche, naar vooral de New-Yorksche bladen zich -bijna uitsluitend bezig met het zonderlinge geval van den heer Albert Clapham, den -rijken, eenigszins <span class="corr" id="xd31e112" title="Bron: exentrieken">excentrieken</span> effectenhandelaar, die in een der deftigste wijken van de wereldstad een fraai huis -bewoond had. -</p> -<p>Bewoond had—want hij was sedert enkele dagen spoorloos verdwenen, en men wist volstrekt -niet, waar hij zich op dat oogenblik kon bevinden. -</p> -<p>De zaak baarde zooveel opzien, dat men er zelfs de tamelijk gespannen verhouding met -Engeland en Japan bij ten achter stelde, en de menschen op straat vochten als het -ware om de extra-edities der bladen, waarmede de krantenjongens luid gillend, als -een troep woeste Indianen, uit de verschillende dagbladdrukkerijen kwamen stormen. -</p> -<p>Dan sloegen zij het eerst de pagina op, waar zij het verslag van de zonderlinge zaak -wisten te vinden, en begonnen ijverig te lezen. -</p> -<p>Sedert eenige maanden was de criminaliteit in New-York tot een ongekende hoogte gestegen, -en de politie zat, zooals men dat noemt, met de handen in het haar. -</p> -<p>Weliswaar stelde zij alles in het werk om het gespuis, dat New-York onveilig maakte, -met alle middelen te bestrijden, en de hoofdcommissaris van politie had reeds een -lijstje gepubliceerd van maatregelen, welke hij dacht te nemen, om den strijd tegen -de bandieten met goed succes te kunnen voeren, die zich in den laatsten tijd veelvuldig -van automobielen <span class="corr" id="xd31e121" title="Bron: trachten">trachtten</span> te bedienen bij het verrichten van hun euveldaden—en in de meeste gevallen waren -ook deze auto’s, waaronder zeer kostbare exemplaren<span class="corr" id="xd31e124" title="Niet in bron">,</span> van roof en diefstal afkomstig. -</p> -<p>Maar dit alles scheen niet zeer veel uit te werken, tenminste van de resultaten zag -men niet veel, en het New-Yorksche publiek van de laagste tot de hoogste standen begon -zeer ongerust te worden, <span class="pageNum" id="pb2">[<a href="#pb2">2</a>]</span>daar de bandieten zich zelfs niet ontzagen, arbeidersvrouwen van hun bescheiden sieraden -te berooven, toen er eensklaps hulp kwam opdagen van een zijde, waarvan men die het -allerminst had verwacht. -</p> -<p>Er was een geheimzinnig personage ten tooneele verschenen, die, waarschijnlijk met -de hulp van een tweetal makkers, mede den strijd tegen het geboefte scheen te hebben -aangebonden, en na eenigen tijd wist de politie, wie dit personage was—niemand anders -dan de Groote Onbekende, de langgezochte Londensche Gentleman-Inbreker, John Raffles. -</p> -<p>Ja, hij moest in New-York zijn, de stoutmoedige avonturier, het kon niet anders. -</p> -<p>Alle verschijnselen wezen er op. -</p> -<p>Zijn onvindbaarheid, de ongeloofelijke snelheid, waarmede hij zich scheen te kunnen -verplaatsen, de weergalooze vlugheid, waarmede hij handelend optrad,—dat alles kenmerkte -den man, die reeds zoovele jaren vruchteloos gezocht werd door Scotland Yard. -</p> -<p>In weinige dagen tijds had John Raffles kans gezien om niet minder dan een vijftiental -bandieten van de ergste soort in handen van de politie over te leveren—ofschoon hieraan -dadelijk moet worden toegevoegd, dat meer dan de helft van dit aantal aanstonds naar -het ziekenhuis vervoerd had moeten worden, en dat twee hunner slechts als lijken werden -gevonden, met revolverschoten door het hoofd. -</p> -<p>En nu stonden de bladen vol van het geval ten huize van den zooeven genoemden Clapham, -waar de politie, na een geheimzinnige telefonische boodschap, negen mannen had gevonden, -de meesten deerlijk toegetakeld en buiten kennis, allen stevig geboeid en als het -ware opeengestapeld in den hoek van een vertrek, dat een ongeloofelijke verwarring -vertoonde, en waar uit alles bleek, dat er een hevige <span class="corr" id="xd31e138" title="Bron: worstelling">worsteling</span> had plaats gehad—men vond er een kostbaar porselein eetservies totaal in scherven -gevallen, een zware tafel, die wel tachtig kilo woog, waarvan twee der pooten gebroken -waren, en verder twee eiken stoelen, waaraan letterlijk niets meer heel was. -</p> -<p>Overal op het tapijt vond men bloedsporen—maar van den heer des huizes was niets te -bespeuren. -</p> -<p>En hoe het kwam dat die negen mannen daar geboeid bijeen waren, zou wel altijd een -raadsel zijn gebleven, als een hunner, een ontvlucht moordenaar, die uit de gevangenis -had weten te breken, een week voor hij op den electrischen stoel terecht zou worden -gesteld, niet was gaan „doorslaan”, zooals de vakterm luidt, wellicht in de hoop, -dat hem dit het leven kon redden, en verklaard had, dat men zich daar in het prachtige -huis van Clapham had bevonden, ten einde zich er meester te maken van de beide helpers -van John Raffles, die men in de val had weten te lokken. -</p> -<p>Men kan zich de consternatie van de New-Yorkers voorstellen, toen zij op deze wijze -te weten kwamen, dat Clapham, die toegang had tot de deftigste kringen, de vriend -en medeplichtige was geweest van niemand anders dan Black Pete, de man die met het -befaamde „Meisje met de Madonna-Oogen”, een bende misdadigers aanvoerde. -</p> -<p>En toch kon er niet aan getwijfeld worden—het moest zoo zijn, want een andere oplossing -was ondenkbaar. -</p> -<p>Met eindelooze moeite had men, met behulp van tolken, den Russischen <span class="corr" id="xd31e147" title="Bron: buttler">butler</span> en den Chineeschen bediende van Clapham kunnen ondervragen, en dezen hadden gezegd, -dat hun meester hen op dien bewusten avond vrijaf had gegeven, zoodat zij volstrekt -niets wisten van wat er was voorgevallen. -</p> -<p>Daar het volkomen ondenkbaar was, dat de beide helpers van Raffles benevens de negen -bandieten daar in huis waren geweest, zonder toestemming van Clapham, zoo stond zijn -medeplichtigheid buiten twijfel vast, en hij had er zijn zaak niet beter op gemaakt, -door de vlucht te nemen. -</p> -<p>Hoe het ook zij—de twee vrienden van Raffles hadden een hevigen strijd geleverd met -de negen boeven, en volgens de verklaringen van den ter dood veroordeelde, een glansrijke -overwinning bevochten, zonder zelven iets meer dan een paar schrammen op te loopen. -</p> -<p>De man voegde er als het ware tot zijn verontschuldiging bij, dat een hunner twee -tegenstanders een man was geweest van buitengewone lichaamskracht, een ware reus, -die een zwaren eikenhouten stoel gehanteerd had, zooals een ander een licht wandelstokje -deed, terwijl zijn makker maar al te goed met zijn revolver bleek te kunnen omgaan. -</p> -<p>Hij gaf verder als zijn vermoeden te kennen, dat de beide vrienden van Raffles, nadat -zij er in geslaagd <span class="pageNum" id="pb3">[<a href="#pb3">3</a>]</span>waren, uit het huis te ontvluchten, waar men hen had willen dooden, zich hoogst waarschijnlijk -zoo snel zij konden begeven hadden naar een tamelijk afgelegen villa, waar op dat -zelfde oogenblik John Raffles zich in de macht bevond van een paar dozijn bandieten, -onder aanvoering van Black Pete en het „Meisje met de Madonna-Oogen,” waar men hem -op langzame wijze ter dood had willen brengen. -</p> -<p>De man duidde het huis ook aan, de politie stelde er onmiddellijk een onderzoek in, -maar zij vond het nest verlaten, zij vond er slechts twee lijken van lang gezochte -misdadigers, die beide eenige zeer zware misdaden op hun geweten hadden. -</p> -<p>Men ontdekte ook velerlei aanwijzingen, dat er in huis gevochten was, kogelgaten in -de zijwanden van een gang, bloedsporen op den vloer, en verder een klein vertrekje, -waar slechts een groote houten brits was geplaatst, ongeveer boven het midden van -die brits hing aan een dunnen staaldraad een zwaar gewicht, waaronder in het midden -het heft was bevestigd van een vlijmscherp geslepen slagersmes. -</p> -<p>Bij nader onderzoek bleek, dat men dit gewicht door middel van een uurwerk in het -aangrenzende vertrek zeer langzaam kon laten dalen, en het doel er van was maar al -te duidelijk geweest. -</p> -<p>De ter dood veroordeelde bleek dus waarheid te hebben gesproken, maar van de misdadigers -kon men geen spoor meer ontdekken, evenmin trouwens als van Raffles zelf, die blijkbaar -bijtijds door zijn beide trouwe helpers gered was. -</p> -<p>Het behoeft geen betoog, dat er over een en ander ellenlange berichten in de New-Yorksche -bladen verschenen, voorzien van vetgedrukte opzienbarende opschriften. -</p> -<p>Alle bladen gaven hun meening over het geval te kennen, en er waren er niet weinigen -onder, die ronduit te kennen gaven, dat men een man als John Raffles straffeloosheid -moest waarborgen, en moest trachten, hem over te halen, voor goed dienst te nemen -in de gelederen van de politie, want het bleek maar al te duidelijk, dat hij in weinige -dagen wist te bereiken, waartoe het geheele politiecorps met al zijn voortreffelijke -hulpmiddelen maandenlang niet in staat bleek te zijn geweest. -</p> -<p>Als men Raffles maar eens zijn gang liet gaan, dan zou hij zeker slechts een paar -maanden behoeven, om alle misdadigers van New-York tot den laatsten man uit te roeien. -</p> -<p>Raffles zelf kon slechts glimlachen om deze naïeve raadgevingen van de bewuste bladen. -</p> -<p>Op het oogenblik dat ons verhaal een aanvang neemt, bevond hij zich in gezelschap -van zijn trouwen vriend Charly Brand in de conversatiezaal van het Astor-Hotel. -</p> -<p>De beide mannen waren, daar het uur van het diner reeds voorbij was, in avondtoilet -gestoken, en zagen er uit als lieden, die zich een weinig verveelden. -</p> -<p>Maar Raffles verveelde zich in het geheel niet. -</p> -<p>Hij was integendeel in volle actie, met alle zenuwen en spieren gespannen, want hij -bevond zich nog altijd midden in den strijd tegen de misdadigers van duister New-York. -</p> -<p>Hij had gedurende eenige dagen met Charly Brand en zijn trouwen chauffeur James Henderson -de rol vervuld van werkelooze arbeiders uit Chicago, teneinde op deze wijze in aanraking -te komen met de lieden, die hij zocht, en dit was hem ook voortreffelijk gelukt, maar -voorloopig zou hij zich weder in een ander karakter moeten vertoonen, want de bandieten -zouden in den eersten tijd waarschijnlijk met diep wantrouwen bezield zijn jegens -alles wat werkeloos heette. -</p> -<p>Met veel moeite was Raffles er in geslaagd, niet ver van het Astor-Hotel een tamelijk -ruim zoldervertrek te huren, waar hij, als het noodig was, met Charly en Henderson -kon slapen, maar dat hij had gehuurd onder voorwendsel, een thuiswerkend kleermaker -te zijn. -</p> -<p>Het was een goed verzinsel, want op deze wijze was hij in staat heel wat kleederen -hier heen te brengen, die hem naderhand konden dienen, als hij zich weder zou moeten -vermommen. -</p> -<p>Maar op dit oogenblik zaten Raffles en Charly tegenover elkaar, onberispelijk gekleed, -en bliezen kleine wolkjes uit hun fijne sigaretten. -</p> -<p>„Ik zou wel eens willen weten,” begon Charly na eenigen tijd op zachten toon, „hoe -het met Black Pete is afgeloopen.” -</p> -<p>„Hij heeft zich natuurlijk met de anderen zoo snel als hij kon uit de voeten gemaakt, -daar hij wel begrepen zal hebben, dat wij na uit dat vervloekte huis ontvlucht te -zijn, ons zouden haasten, bij de eerste de beste gelegenheid de politie te telefoneeren, -en hun op het dak te sturen.” -<span class="pageNum" id="pb4">[<a href="#pb4">4</a>]</span></p> -<p>„En het „Meisje met de Madonna-Oogen”, die dochter des duivels beter gezegd, die naast -je brits gezeten was, om te kunnen genieten van je laatste stuiptrekkingen?” -</p> -<p>„Ik ben bang, dat Henderson haar een weinig hardhandig heeft aangepakt,” antwoordde -Raffles schouderophalend, „maar ook zij heeft zich in ieder geval in veiligheid weten -te stellen, anders zouden wij wel van haar arrestatie in de bladen hebben gelezen.” -</p> -<p>„Een lief kind,” hernam Charly schamper. -</p> -<p>„Het is een pathologisch geval, Charly,” hernam Raffles bedaard. „Het is een geval -voor den <span class="corr" id="xd31e185" title="Bron: psychopaath">psycholoog</span>—ik ben overtuigd, dat dat schepsel met haar uiterlijk van een engel zich op de grens -van den waanzin bevindt. Op een andere wijze valt het niet te verklaren, dat een vrouw -er behagen in kan scheppen, getuige te zijn van den doodstrijd van een man, die haar -alles welbeschouwd, nimmer eenig lichamelijk letsel had toegebracht. Ik had haar vroeger -eens honderd vijftig duizend dollar afgenomen, het resultaat van heel wat zwaren arbeid -van haar en haar kornuiten, maar dit is toch geen afdoende reden om met genoegen toe -te zien, hoe een vlijmscherp mes langzaam maar onverbiddelijk daalt, en even langzaam -de borst van een levend wezen doorboort, en niet op de plek waar het hart zit, maar -juist daar waar de minst kwetsbare deelen zich bevinden.” -</p> -<p>„Ik geloof waarachtig, dat je haar nog tracht voor te spreken,” zeide Charly verontwaardigd. -</p> -<p>„Ik tracht te verklaren, Charly, dat is heel iets anders,” hernam Raffles kalm. „Voor -mij is het „Meisje met de Madonna-Oogen” niets anders dan een hysterische, neurasthenische -vrouw, wat natuurlijk niet zeggen wil, dat mij dit belet, haar te vervolgen, zooals -men schadelijk wild vervolgt, want het nadeel dat zij de maatschappij kan berokkenen, -is onmetelijk.” -</p> -<p>„Wat ben je nu eigenlijk van plan?” vroeg Charly weder. -</p> -<p>„Om te beginnen zullen wij een dag uitrusten. Wij hebben een tamelijk zwaren tijd -achter den rug, en wij mogen wel eens vacantie nemen. Dan zullen wij onze zolderkamer -wat gemakkelijk inrichten met wat meubels, en in het kleine kookhokje moet voor Henderson -een fornuis geplaatst worden, want niemand kan zeggen of het niet eens noodig zal -zijn, daar een toevlucht te zoeken. Wij zullen er ons hoofdkwartier vestigen, en vandaar -zullen wij het nieuwe offensief beginnen. Wij kennen nu reeds heel wat bandieten van -aanzien, wij kennen met name Black Pete, wij weten waar hij zich pleegt op te houden, -het is ons ook bekend, waar hij en zijn trawanten plegen te vergaderen, en te zijnertijd -zullen wij met die wetenschap ons voordeel doen.” -</p> -<p>Hij wilde nog iets zeggen, maar onder het spreken was zijn blik op de deur gevallen, -die uitkwam op de groote vestibule, en in zijn oogen was iets te lezen, wat de opmerkzaamheid -van Charly aanstonds trok. -</p> -<p>De blik van Raffles was gevestigd op een tweetal personen, die zooeven waren binnengetreden. -</p> -<p>De eene was een eerwaardig, deftig gekleed heer, zeker een jaar of zestig op zijn -minst, met bijna wit haar en witte bakkebaarden, en de andere een jong meisje, met -kort geknipt zwart haar, à la page opgemaakt, en zeer eenvoudig gekleed. -</p> -<p>De oude heer had beschermend zijn arm om de schouders van het meisje geslagen, dat -de oogen op den grond gevestigd hield, en voerde haar, terwijl hij haar zachtjes toesprak, -naar een der talrijke rustbanken, die in het vertrek verspreid stonden. -</p> -<p>Het was waarlijk een aandoenlijk tooneeltje, zooals die oude, eerwaardige heer daar -behoedzaam voortschreed, het meisje half ondersteunend, dat zeer uitgeput en vermoeid -scheen te zijn. -</p> -<p>„Waar kijk je zoo naar?” vroeg Charly nieuwsgierig. -</p> -<p>„Naar dien ouden heer en dat jonge meisje, die zooeven zijn binnengetreden. Ik wilde -wel dat zij haar oogen eens opsloeg.” -</p> -<p>„Waarom?” vroeg Charly verbaasd. -</p> -<p>„Omdat.…” -</p> -<p>Raffles voltooide den zin niet, maar greep den arm van Charly, en de jonge man voelde, -dat de vingers van zijn vriend zich als stalen veeren om zijn vleesch klemden. -</p> -<p>Het jonge meisje had zooeven de oogen opgeslagen en een schuwen blik in het rond geworpen, -om de omgeving op te nemen die haar vreemd moest zijn. -</p> -<p>Toen zeide Raffles zachtjes, maar op vasten toon: -</p> -<p>„Zij is het.” -</p> -<p>„Wie?” -</p> -<p>„Het „Meisje met de Madonna-Oogen”, de minnares <span class="pageNum" id="pb5">[<a href="#pb5">5</a>]</span>van Black Pete. Canny, ook wel Elise Maydrift geheeten.” -</p> -<p>„Maar Edward, je moet je vergissen, dat meisje heeft kortgeknipt haar, dat bovendien -gitzwart is, en Canny heeft weelderig, lang blond haar.” -</p> -<p>„Ik blijf bij wat ik gezegd heb,” hernam Raffles kortaf. „Ik zie niet in waarom men -zijn haar niet kan afknippen en verven. Ik ben zeker van mijn zaak. Als men in het -gezicht is van den dood, en het gelaat van de vrouw, die ons dien dood gebracht heeft, -bevindt zich slechts op weinige centimeters van onze oogen, dan vergeet men zoo’n -gelaat niet zoo licht.” -</p> -<p>„Maar, als je dan zoo zeker van je zaak bent, waarschuw dan onmiddellijk de politie, -en laat haar en haar medeplichtige arresteeren.” -</p> -<p>„Wie zegt je dat die oude heer haar medeplichtige is?” hernam Raffles, die tersluiks -het paar in het oog hield. „Hij kan haar slachtoffer wel zijn.” -</p> -<p>„Om het even. Waarschuw in ieder geval de politie. Wil ik even telefoneeren?” -</p> -<p>Charly maakte reeds een beweging om op te staan, maar Raffles drukte hem weer op zijn -stoel neer, en antwoordde bedaard: -</p> -<p>„Blijf zitten. Wij verliezen er niets mee als wij wachten. Ik wil eens zien, in welke -verhouding die twee tot elkaar staan. Die man ziet er uit als de beschermer van dat -lieve kind.” -</p> -<p>„En hoe wil je dat ontdekken?” -</p> -<p>„Door er hem naar te vragen, Charly,” antwoordde Raffles lakoniek. -<span class="pageNum" id="pb6">[<a href="#pb6">6</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch2" class="div1 chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch2.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="label">HOOFDSTUK II.</h2> -<h2 class="main">Canny in een nieuwe rol.</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">Raffles zou niet lang behoeven te wachten, alvorens zijn nieuwsgierigheid voldaan -zou worden. -</p> -<p>De oude heer met het witte haar had een kelner gewenkt, en een oogenblik later stonden -er een paar schotels en een bord voor het jonge meisje, dat haastig, maar blijkbaar -zeer verlegen begon te eten, terwijl haar beschermer glimlachend toekeek. -</p> -<p>Charly volgde aandachtig haar bewegingen, en zeide na eenigen tijd: -</p> -<p>„Als zij het is, Edward, dan speelt zij haar rol in ieder geval voortreffelijk. Zij -ziet er juist uit als zoo’n onschuldig, verlegen verschoppelingetje, dat thuis meer -slaag dan eten krijgt, en dat nog nooit in zulk een deftig hotel als dit geweest is. -Hoe het zij, zij is toch werkelijk bijzonder mooi.” -</p> -<p>„Dat is een ratelslang in haar soort ook, Charly. En zie eens naar den tijger. Een -en al sierlijkheid, kracht en gratie, er is bijna geen schooner dier ter wereld. Maar -de slang zoowel als de tijger zijn gevaarlijk, en men doet het best, hen te bestrijden, -waar men hen ontmoet.” -</p> -<p>Het jonge meisje had nu en dan schichtig rondgekeken, en haar oogen waren ook een -paar maal afgedwaald in de richting van Raffles en Charly, maar zij herkende hen niet, -dat was duidelijk. -</p> -<p>Na eenigen tijd had zij den maaltijd beëindigd, en zij scheen nu den ouden heer verlegen -met een paar woorden te bedanken, die haar goedig toeknikte, op zijn horloge keek -en opnieuw den kelner wenkte. -</p> -<p>De man trad naderbij, de oude heer sprak eenige woorden tot hem, het meisje stond -op, scheen de hand van den grijsaard te willen kussen, hetgeen deze haastig belette, -en verliet daarop met den kelner de conversatiezaal en menige blik keek het fraaie, -lenige figuurtje van het meisje na. -</p> -<p>Dat deden ook Charly Brand en Raffles, maar zij waren met eenigszins andere gevoelens -bezield als de heeren, die zoo vol bewondering hun oog op het fraaie figuurtje hadden -laten rusten. -</p> -<p>De grijsaard had een rumgrog besteld, en dronk er met langzame teugjes van, terwijl -hij nu en dan in gedachten verzonken, meewarig het hoofd schudde. -</p> -<p>Toen de kelner de schalen en het bord weder had weggenomen, de oude heer moest wel -zeer rijk zijn, en goede fooien geven, want in de conversatiezaal werd nooit gegeten, -gaf Raffles Charly Brand een wenk, en zeide zacht: -</p> -<p>„Ga mee, wij zullen dien ouden man eens trachten uit te hooren.” -</p> -<p>„Hij ziet er nog al goedig uit.” -</p> -<p>„Om niet te zeggen een weinig onnoozel, Charly,” merkte Raffles op. -</p> -<p>De beide vrienden waren opgestaan, en richtten langzaam hun schreden naar de sofa, -waarop de grijsaard gezeten was, die hun nadering niet eens scheen op te merken. -</p> -<p>Pas toen Raffles en Charly aan den anderen kant van het kleine tafeltje stonden, keek -hij op, verschoof zenuwachtig zijn gouden bril, en Raffles keek in een paar klare, -kinderlijke blauwe oogen, met den goedigen blik van een volkomen evenwichtig mensch. -</p> -<p>De oude heer had een fijn, wat bleek gelaat met een hoog voorhoofd, het gelaat van -den geleerde of van den kunstenaar. -</p> -<p>„Een oudheidkenner, een Egyptoloog waarschijnlijk,” mompelde Raffles in zichzelf. -</p> -<p>Toen boog hij hoffelijk voor den ouden heer, en <span class="pageNum" id="pb7">[<a href="#pb7">7</a>]</span>zeide op zachten toon, opdat men hem aan de naburige tafeltjes niet zou verstaan: -</p> -<p>„Ik vraag u verschooning mijnheer, en om verlof mijzelf en dezen heer aan u voor te -stellen. Ik ben graaf Crasham en dit is mijn secretaris, Oliver Brown.” -</p> -<p>„Heel aangenaam, heel aangenaam, heeren,” hernam de oude heer, terwijl hij halverwege -opstond, en Raffles een fijne, witte hand toestak, terwijl hij voor Charly Brandy -een buiging maakte. „Mijn naam is Jerome Daring, uit Saint Louis. Mag ik weten …?” -</p> -<p>„Dat zult gij aanstonds hooren, mijnheer Daring,” antwoordde Raffles glimlachend. -„Wilt gij ons toestaan om even plaats te nemen? Wat wij u te zeggen of liever te vragen -hebben is van tamelijk groot gewicht.” -</p> -<p>„Maar dat spreekt toch vanzelf, mijne heeren,” riep de grijsaard haastig uit. „Neem -plaats wat ik u verzoeken mag.” -</p> -<p>Charly en Raffles gingen zitten. -</p> -<p>Om hen heen begonnen de bezoekers van de conversatiezaal reeds in aantal te minderen. -</p> -<p>Het was omstreeks half elf in den avond. -</p> -<p>Raffles keek nog eenige oogenblikken zwijgend naar het gelaat van den ouden heer, -dat eenige verbaasde afwachting vertoonde, en hernam toen: -</p> -<p>„Ik zou voor alles ter wereld niet willen, mijnheer Daring, dat gij mij voor een onbescheiden -man zoudt houden, die zich mengt in de aangelegenheden van personen, die hem nog weinige -minuten geleden geheel vreemd waren.” -</p> -<p>„Gij maakt mij werkelijk nieuwsgierig, mijnheer,” zeide Jerome Daring verwonderd. -„Wat kunt gij mij toch wel te zeggen hebben?” -</p> -<p>„Gij zult het aanstonds vernemen, laat mij beginnen met u een vraag te stellen.” -</p> -<p>„Ik luister, mijnheer.” -</p> -<p>„Wilt gij mij zeggen, wie het jonge meisje was, die zooeven hier in uw gezelschap -een klein souper heeft gebruikt?” -</p> -<p>„Als gij haar naam wilt weten, dan kan ik u dien mededeelen, mijnheer, maar voor het -overige is mij nog slechts zeer weinig van het ongelukkige meisje bekend.” -</p> -<p>„Ei zoo? En hoe luidt haar naam?” -</p> -<p>„Zij heet Margret Jefferson,” antwoordde Daring. „Zoudt gij haar soms kennen?” -</p> -<p>„Dat geloof ik haast wel, mijnheer Daring, al is het dan juist niet onder dien naam.” -</p> -<p>„Niet onder dien naam!” herhaalde Daring, wiens verbazing toenam. „Wat wilt gij daar -in ’s hemelsnaam mede zeggen?” -</p> -<p>„Gij zult spoedig genoeg de bedoeling van mijn opmerking begrijpen, mijnheer Daring,” -hernam Raffles. „Hebt gij er niets op tegen om ons mede te deelen, op welke wijze -en sedert wanneer gij met.. Margret Jefferson in kennis zijt gekomen?” -</p> -<p>„Ik moet bekennen, mijnheer, dat uw vragen mij wel eenigszins verrassen,” hernam de -oude man, terwijl zijn fijn geteekende wenkbrauwen zich lichtelijk fronsten, „maar -ik neem aan dat gij een bepaalde reden hebt om ze mij te stellen, en ik behoef er -ook volstrekt geen geheim van te maken. Ik ken het jonge meisje pas sedert eenige -uren, en ik maakte kennis met haar vlak voor het Olympic Theater, waar ik de voorstelling -had willen bijwonen. Maar ik wil het u gaarne vertellen, de ernst van uw gelaat, en -de aard van uw vragen boezemen mij eenige ongerustheid in. Toch kan ik mij volstrekt -niet voorstellen, wat ik mij wel te verwijten zou hebben.” -</p> -<p>„Van u is in het geheel geen sprake, mijnheer Daring,” hernam Raffles glimlachend, -en met een blik in de lichtblauwe, eerlijke oogen van den man die tegenover hem zat. -</p> -<p>„Nu dan, ik ben hier met mijn eigen auto sedert een week, om deel te nemen aan het -Internationale Congres van Asyrologen, dat nog tot morgen zal duren. Om u de waarheid -te zeggen, ben ik geen oprecht congresganger, maar er werden eenige onderwerpen behandeld, -waarin ik juist bijzonder veel belang stel.” -</p> -<p>„Dan heb ik dus de eer en het voorrecht, te spreken met den befaamden oudheidkenner -Daring?” riep Raffles uit. „Laat mij u dan zeggen, professor, dat uw roem tot—tot -zeer ver is doorgedrongen.” -</p> -<p>Daring keek zoo verlegen als een schooljongen, die ten aanhoore van de geheele klasse -geprezen wordt, en mompelde: -</p> -<p>„Ik ben blij het te vernemen, mijnheer, toch ben ik maar een bescheiden werker, half -en half een amateur. Gelukkig ben ik zeer rijk, en het is misschien verkeerd, maar -een zeer groot gedeelte van mijn fortuin heb ik besteed, en besteed ik nog altijd -aan onderzoekingen van de Asyrische oudheid.” -<span class="pageNum" id="pb8">[<a href="#pb8">8</a>]</span></p> -<p>„Men kan zijn geld wel op slechtere wijze besteden, professor Daring,” gaf Raffles -te kennen. -</p> -<p>„Ik zelf leef tamelijk bescheiden, en ik gebruik slechts mijn auto, omdat het mij -heel wat goedkooper uitkomt, bij het doel van mijn talrijke reizen, wanneer ik naar -allerlei steden trek, om daar de gemeentelijke bibliotheken en particuliere verzamelingen -te gaan bestudeeren. Maar laat ik thans mijn verhaal vervolgen.” -</p> -<p>Daring trok weer eenige malen zenuwachtig aan zijn gouden bril, plukte aan zijn spitsen, -witten baard, en hernam: -</p> -<p>„Mijn chauffeur Buster, die allang in mijn dienst is, had mij dus met mijn eigen auto -naar het Olympic Theater gebracht. Laat ik u zeggen, dat ik in dit hotel logeer. Ik -was juist uitgestegen, en zeide iets tegen Buster, toen ik een kleine hand op mijn -arm voelde. Ik keek verbaasd om, en zag een zeer bleek meisje, een kind nog bijna, -dat blijkbaar op het punt stond in zwijm te vallen, en steun bij mij scheen te hebben -gezocht. En voor ik haar kon grijpen, was zij langs mij neer gegleden, en viel languit -op straat. -</p> -<p><span class="corr" id="xd31e285" title="Niet in bron">„</span>Ik bukte mij over haar heen, door medelijden aangegrepen, en dadelijk verzamelden -zich eenige nieuwsgierigen om ons heen. En hier en daar hoorde ik de opmerking maken: -„Van honger flauw gevallen.”<span class="corr" id="xd31e287" title="Niet in bron">”</span> -</p> -<p>Het scheelde weinig, of de oude professor had tranen in de oogen gekregen bij de herdenking -van het droevige geval. -</p> -<p>Hij speelde met het lepeltje in zijn half geledigd glas grog, en hernam: -</p> -<p>„Ik aarzelde geen oogenblik, maar besloot dadelijk, mij over het arme schepseltje -te ontfermen, dat ellendig gekleed was, veel te dun voor den tijd van het jaar. Ik -beval Buster haar voorzichtig in de auto te zetten, en gaf er de voorstelling aan, -teneinde mij met mijn kleine beschermelinge te kunnen bemoeien. Tijdens den rit trachtte -ik met alle middelen, het arme kind weder tot bewustzijn te brengen. Ik had gelukkig -wat eau de cologne bij mij, waarvan ik wat op mijn zakdoek uitstortte, en hiermede -bette ik haar slapen. Na ongeveer vijf minuten sloeg zij de oogen weder op, en keek -verwilderd om zich heen. En weet gij wat het eerste woord was wat zij sprak, mijnheer?” -</p> -<p>„Moeder, waar ben ik?” antwoordde Raffles, zonder een spier van zijn gelaat te vertrekken. -</p> -<p>De oude professor gaf een woesten ruk aan zijn bril, zoodat hij hem bijna van zijn -neus getrokken had, en kwam op boozen toon: -</p> -<p>„Hoe komt gij daarbij, mijnheer? Gij houdt mij toch niet voor den gek? Waarom denkt -gij dat zij zooiets geroepen zou hebben?” -</p> -<p>„O, in alle comediestukken wordt dat steeds door de heldin onder dergelijke omstandigheden -uitgeroepen, professor,” antwoordde Raffles kalm. -</p> -<p>„Maar mijnheer, die vergelijking gaat toch mank,” riep Daring verontwaardigd uit. -„Hoe kunt gij een tooneelspeelster op één lijn stellen met dat beklagenswaardige, -verlaten schepseltje?” -</p> -<p>„Misschien blijkt dat naderhand wel, professor. Laat ons ter zake komen. Wat riep -zij dan wel?” -</p> -<p>„Honger! Dat riep zij, mijnheer, is het niet vreeselijk?” -</p> -<p>„Het zou inderdaad zeer erg geweest zijn, professor, als die uitroep oprecht gemeend -was.” -</p> -<p>„Twijfelt gij daar dan aan?” riep de oude professor kwaad uit. „Zijt gij een menschenhater? -Wantrouwt gij iedereen? Kunt gij alleen het slechte en het verkeerde in de menschen -zien?” -</p> -<p>„Ik erken, professor, dat een langjarige ervaring mij niet bepaald tot een optimist -heeft gemaakt,” antwoordde Raffles ernstig. „Maar ga eerst door wat ik u verzoeken -mag, dadelijk zal u wel blijken waarom ik die opmerking maakte.” -</p> -<p>„De uitroep van het arme kind trof mij diep, mijnheer, en ik stelde haar dadelijk -eenige vragen. Ik kon mij volstrekt niet begrijpen, dat zulk een bevallig jong meisje -door haar ouders zoo slecht werd behandeld. Maar toen ik naar hen vroeg, moest zij -mij antwoorden, dat zij nog slechts een stiefvader had, die haar bitter slecht behandelde, -haar liet bedelen, ja, haar daarvoor van de school had genomen, en haar erbarmelijk -sloeg. Zij liet mij als bewijs daarvan blauwe plekken zien boven haar pols, het arme -kind.” -</p> -<p>„Aan den linkerpols?” vroeg Raffles op levendigen toon. -</p> -<p>„Zoo is het, mijnheer,” antwoordde Daring verbaasd. „Waarom vraagt gij dat?” -</p> -<p>„Omdat ik weet, professor, wie haar die blauwe plekken heeft bezorgd, maar ik verzeker -u op mijn woord als gentleman, dat het niet haar stiefvader <span class="pageNum" id="pb9">[<a href="#pb9">9</a>]</span>was. Gij ziet mij verbaasd en verschrikt aan, en dat kan ik mij zeer goed begrijpen. -Maar beëindig eerst uw verhaal, wat ik u verzoeken mag.” -</p> -<p>„Wel, mijnheer, er valt weinig meer aan toe te voegen,” hernam de oude geleerde. „Zij -hing mij een droevig verhaal op van haar bestaan, zij snikte en zij zwoer, dat zij -tot geen enkelen prijs weder naar den ellendeling wilde terug keeren, die haar iederen -dag sloeg, bij wien zij honger leed, en die zelfs eenmaal getracht had, de nietswaardige -schurk, zijn stiefdochter, een kind van nog geen vijftien jaren, geweld aan te doen. -Haar verhaal maakte diepen indruk op mij, en ik vroeg mij af, wat nu mijn plicht was. -Lang behoefde ik niet met mijzelf te rade te gaan, ik begreep, dat ik slechts een -ding kon doen, dat meisje tot mij nemen, en te trachten, haar eenmaal begonnen opvoeding, -die zij aan haar lieve moeder te danken had, te voltooien.” -</p> -<p>„En zij nam het aanbod dankbaar aan?” -</p> -<p>„Dat kunt gij u wel voorstellen,” riep Daring uit. „Zij barstte in snikken uit, en -zeide, dat zij het mij later zou vergelden.” -</p> -<p>„O, dat zal zij ook wel doen, maar op eenigszins andere wijze, professor, dan gij -u voorstelt,” kwam Raffles sarcastisch. „En dus slaapt het lieve kind hedennacht in -dit hotel, en morgen, na de beëindiging van het congres voert gij haar naar Saint -Louis?” -</p> -<p>„Ja, mijnheer, dat is mijn voornemen.” -</p> -<p>„Mag ik vragen of gij getrouwd zijt?” -</p> -<p>„Ja, mijnheer, met de beste vrouw ter wereld, die zonder eenigen twijfel aanstonds -zal goedkeuren, wat ik deed.” -</p> -<p>Raffles leunde eenigen tijd in zijn stoel achterover, en keek den ouden geleerde aandachtig -aan. -</p> -<p>Een warm gevoel van diep medelijden met dezen kinderlijken geleerde, dezen naïeven -onbekende met het werkelijke leven, steeg in hem op. -</p> -<p>En toch begreep hij, dat hij geen oogenblik mocht aarzelen, om Daring van zijn waan -te genezen. -</p> -<p>Deed hij het niet, dan viel er niet aan te twijfelen of er hing hem een groot ongeluk -boven het hoofd. -</p> -<p>En als dat ongeluk eenmaal geschied was, zou de oude man immers toch en dan zeer plotseling -vernemen, naar wie hij de beschermende hand had uitgestoken. -</p> -<p>En zoo begon hij op zachten toon: -</p> -<p>„Mag ik u vragen, professor, of gij iets dergelijks wel eens meer gedaan hebt?” -</p> -<p>„Eenige keeren, ja, inderdaad,” antwoordde de geleerde aarzelend. -</p> -<p>„En zeg mij eens eerlijk, heeft u dat nimmer berouwd?” -</p> -<p>„Een enkelen keer bleek ik met een ondankbare te doen te hebben gehad, mijnheer, maar -alle uitzonderingen bevestigen immers den regel. De anderen hebben het voor hem dubbel -en dwars goed gemaakt. En zeg mij nu toch eens eindelijk, waarom gij mij dit alles -hebt gevraagd?” -</p> -<p>„Dat zal ik u zeggen, professor,” antwoordde Raffles. „Gij leest natuurlijk de bladen?” -</p> -<p>„Vluchtig, mijnheer, heel vluchtig. Bijna uitsluitend politieke en wetenschappelijke -berichten.” -</p> -<p>Raffles glimlachte. -</p> -<p>Hoe had hij ook anders kunnen verwachten van dit groote kind, dat alleen maar belangstelling -scheen te koesteren voor zijn geliefde wetenschap. -</p> -<p>„Dan hebt gij zeker nooit gelezen van het „Meisje met de Madonna-Oogen?”<span class="corr" id="xd31e336" title="Niet in bron">”</span> -</p> -<p>Daring schoof zijn gouden bril weder eenige malen met zijn fijne witte vingers heen -en weer, en keek Raffles aan of hij te doen had met een wezen uit een andere wereld. -</p> -<p>Toen stotterde hij: -</p> -<p>„Wat is dat voor een zonderlinge naam? Neen, mijnheer, daar heb ik nooit van gehoord. -Wie is dat?” -</p> -<p>„Dat is het meisje, professor, dat gij van de straat hebt opgeraapt, en dat hier zooeven -gesoupeerd heeft,” antwoordde Raffles kortaf. -</p> -<p>Daring keek hem met open mond aan, en vroeg toen: -</p> -<p>„Is dat een bijnaam van haar?” -</p> -<p>„Zoo is het inderdaad, professor,” antwoordde Raffles. „Als gij de bladen eens goed -hadt nagelezen in de laatste maand, dan zoudt gij haar haam herhaaldelijk hebben aangetroffen.” -</p> -<p>„Zij is dus algemeen bekend?” hernam de oude geleerde. -</p> -<p>„Dat is zij, professor, vooral bij de politie. Zij is een van de gevaarlijkste, en -tevens sluwste misdadigsters van New-York, misschien wel van geheel Amerika.” -</p> -<p>Daring staarde Raffles sprakeloos aan. -</p> -<p>Toen fronste hij opnieuw zijn wenkbrauwen, en zeide op scherpen toon: -</p> -<p>„Gij vergist u, mijnheer, als gij denkt dat ik uw <span class="pageNum" id="pb10">[<a href="#pb10">10</a>]</span>zottepraat nog langer zou aanhooren. Meent gij, dat ik die lasterlijke aantijgingen -geloof schenk? Een kind van nog geen vijftien jaar, zooals zij mij zelf gezegd heeft!” -</p> -<p>„Ik ontken niet dat zij het gezegd heeft, professor, maar ik ontken dat zij inderdaad -vijftien jaar is. Zij moet thans haar achttiende jaar reeds bereikt hebben.” -</p> -<p>„Maar zij is een kind, mijnheer, een lief onschuldig kind,” riep Daring wanhopig uit. -</p> -<p>„Neen, professor, zij is de minnares van een bandiet, en zij is een gevaarlijke comediante. -Zij heeft u eenvoudig iets op de mouw gespeld.” -</p> -<p>„Dus, haar ineenzinken voor mijn voeten zou slechts comedie zijn geweest,” riep de -oude professor uit, terwijl zijn lippen begonnen te beven. -</p> -<p>„Daaraan twijfel ik geen seconde. En de lieden die riepen, dat zij van honger was -ineengezakt, waren in het complot. Maar stil, hier heb ik een avondblad van de „New-York -Globe” in mijn zak. Lees dit eens met groote aandacht, professor. Het is wel is waar -geen wetenschappelijk bericht, en evenmin is het politiek, maar ik ben er zeker van -dat het u zal interesseeren.” -</p> -<p>Raffles had onder het spreken het blad uit zijn zak gehaald, en stak het toen opgevouwen -aan Daring toe, die een oogenblik scheen te aarzelen, maar het toen Raffles bijna -uit de handen trok, en haastig het bericht begon te lezen, dat Raffles hem had aangewezen. -</p> -<p>Het verhaal betrof het laatste avontuur van Raffles, hetwelk onzen lezers reeds bekend -is, en waarbij Canny, de minnares van Black Pete, zulk een groote rol had vervuld. -</p> -<p>Toen professor Daring het bericht gelezen had, van de eerste tot de laatste letter, -legde hij de krant neder, zette met bevende vingers zijn bril af, begon de glazen -schoon te poetsen, ofschoon er geen smetje op te bespeuren viel, zette het instrument -weder op, en barstte toen uit: -</p> -<p>„Ik moet bewijs hebben, bewijzen, verstaat gij. Ik laat mij niet alles wijsmaken. -Gij kunt gemakkelijk zeggen, dat mijn kleine beschermelinge en dat misdadige schepsel -een en dezelfde persoon zijn, maar met die mededeeling alleen behoef ik geen genoegen -te nemen. Ik zeg u nog eens, dat ik bewijzen moet hebben.” -</p> -<p>„Die zijn niet zoo heel gemakkelijk te leveren, professor,” antwoordde Raffles op -zachten toon. „Het creatuur heeft haar blonde haren opgeofferd, ze kort afgeknipt, -en ze geverfd. Maar als gij nog slechts enkele dagen wacht, zal zij zelf u een bewijs -leveren, zoo afdoende, dat gij het u jaren lang zult heugen. Want ik zeg u, dat zij -zich slechts bij u heeft ingedrongen om u te bestelen. Haar medeplichtigen hebben -natuurlijk van u gehoord, zij weten dat gij zeer rijk zijt, en zijn van oordeel, dat -een geleerde als gij, van wiens weldadigheid zij natuurlijk wel vernomen hebben, een -uitstekend sujet is, om grondig te worden geplunderd. Zij hebben zeker in lang niet -zulk een gewillig slachtoffer gehad, en gij kunt er zeker van zijn, dat geen hunner -twijfelt of de zaak zal op rolletjes loopen.” -</p> -<p>„En wilt gij mij nu eens zeggen, mijnheer, hoe gij wel tot de ontdekking zijt gekomen, -dat mijn beschermelinge dezelfde persoon is, als.… die afschuwelijke misdadigster?” -vroeg Daring, en er lag nu een heesche klank in zijn stem. -</p> -<p>„Het antwoord kan zeer eenvoudig luiden, ik heb haar herkend, professor, ondanks het -kunstje met heur haar. En wat de blauwe plekken op haar linker pols betreft, een van -mijn eigen vrienden heeft die plekken veroorzaakt, toen hij wel genoodzaakt was, haar -uit zelfbehoud wat onzacht aan te grijpen.” -</p> -<p>Professor Daring had zwijgend toegeluisterd. -</p> -<p>Hij was zeer bleek geworden en de woorden van Raffles schenen een diepen indruk op -hem te hebben gemaakt. -</p> -<p>Eensklaps hief hij het hoofd weder op en zeide op vasten toon: -</p> -<p>„Als gij de waarheid hebt gezegd, mijnheer, of liever, daar ik hieraan niet wil twijfelen, -als het blijkt, dat gij u niet hebt vergist, dan zal ik u toonen, dat ik toch niet -de onnoozele hals ben, waarvoor men mij wellicht wel eens aanziet. Ik huiver bij de -gedachte, dat ik dat schepsel in mijn huis had willen brengen. En om aan alle onzekerheid -een einde te maken, zal ik eenvoudig de politie laten roepen. Is het kind inderdaad -onschuldig en heeft zij met deze zaak niets uit staande, dan zal ik die noodlottige -vergissing later dubbel en dwars aan haar goed maken. Heeft zij dat echter wel, en -is zij degene voor wie gij haar houdt, dan wil ik geen medelijden toonen voor die -ontaarde bedriegster, dan is haar lot spoedig bezegeld.” -</p> -<p>„Als gij mijn raad wilt aannemen, professor,” <span class="pageNum" id="pb11">[<a href="#pb11">11</a>]</span>hernam Raffles, „dan nemen wij niet aanstonds de politie in den arm. Ik twijfel geen -oogenblik, of een schrander detective zou spoedig genoeg ontdekt hebben wat voor vleesch -hij in de kuip had, ondanks de zwarte verf. Maar het „Meisje met de Madonna-Oogen” -treedt zeker niet voor eigen rekening op, zij moet medeplichtigen hebben, en het zou -mij heel wat waard zijn, als de politie tevens de andere bandieten kon vangen.” -</p> -<p>„Maar als gij gelijk hebt, mijnheer, dan durf ik dat meisje niet meenemen,” riep de -professor uit. „Bedenk toch eens, dat ik een oud man ben, dat ik terugschrik voor -alles wat gewelddadig is, en dat ik mijn lieve vrouw in geen geval mag blootstellen -aan gelijksoortige gevaren, als hier in dit bericht worden afgeschilderd. Ik wist -werkelijk niet, dat zoo iets bestond.” -</p> -<p>„Dan zijt gij een gelukkig man, professor,” hernam Raffles. „Gij leeft als het ware -te midden der oude Assyriërs, en de hedendaagsche Amerikanen hebben uw belangstelling -maar in zeer geringe mate. En toch is het van groot belang, dat de politie niet alleen -deze misdadigster, maar ook haar medeplichtigen, zoo mogelijk op heeterdaad betrapt. -Ik erken echter de onmogelijkheid om u in deze zaak een werkzaam aandeel te laten -nemen, en daarom doe ik u het voorstel, slechts passief uw hulp te verleenen bij de -ontmaskering en het onschadelijk-maken van dit zeer gevaarlijke schepsel.” -</p> -<p>„Maar hoe zou ik dat kunnen, mijnheer?” kwam professor Daring op wanhopigen toon. -</p> -<p>„Zeer eenvoudig, professor, door mij toe te staan, uw uiterlijk aan te nemen en uw -rol te vervullen,” antwoordde Raffles, zoo bedaard alsof het de eenvoudigste zaak -van de wereld was. -<span class="pageNum" id="pb12">[<a href="#pb12">12</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch3" class="div1 chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch3.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="label">HOOFDSTUK III.</h2> -<h2 class="main">De mijnen gelegd.</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">Deze mededeeling scheen professor Daring ten zeerste te verrassen, hetgeen hij uitte -door opnieuw zijn bril een geheel onnoodige reinigingskuur te laten ondergaan. -</p> -<p>De beteekenis van Raffles’ woorden scheen ook slechts geleidelijk tot hem door te -dringen. -</p> -<p>Maar toen dit eindelijk het geval was, riep hij uit: -</p> -<p>„Dat kunt gij toch niet meenen? Gij neemt een loopje met mij! Gij zoudt in mijn plaats.…?” -</p> -<p>„Stil, niet zoo luid! Het is volstrekt niet noodig, dat een van de <span class="corr" id="xd31e392" title="Bron: kellners">kelners</span> u hoort, professor! Men kan tegenwoordig niet te voorzichtig zijn, onder het bedienend -personeel bevinden zich helaas meer medeplichtigen van een of andere bandietenbende, -dan gij in uw naiveteit wel vermoedt.” -</p> -<p>„Wat wilt gij doen?”<span id="xd31e397"></span> hernam Daring op zachten toon. „Maar voor gij mij die vraag beantwoordt, zeg mij -eerst wie gij zijt! Spreek ik soms met een particulieren detective?” -</p> -<p>„Laten wij het daar voorloopig maar op houden, professor,” antwoordde Raffles glimlachend. -</p> -<p>„En wat is uw voorstel?” -</p> -<p>„Ik stel u voor in uw plaats met het jonge meisje naar Saint Louis te gaan!” -</p> -<p>„Maar dat is immers onmogelijk, mijnheer,” zeide de oude geleerde verbluft. „Iedereen -kent mij daar!” -</p> -<p>„Ik zal zoo zeer op u gelijken, professor, dat iedereen mij voor u zal aanzien.” -</p> -<p>„Maar mijn vrouw, denkt gij, dat zij u ook niet zou herkennen?” -</p> -<p>„Gij moet uw vrouw telegrafisch waarschuwen, en haar zeggen, dat zij zich hier bij -u komt voegen, of in welke stad gij maar wilt, als het maar niet in Saint Louis is.” -</p> -<p>„En gij wilt in mijn huis trekken, mijn bedienden bevelen, kortom, alles doen wat -ik placht te verrichten?” -</p> -<p>„Ik erken, professor, dat daartoe heel wat vertrouwen in mijn persoon noodig is, veel -meer dan een u geheel onbekend man van u mag verlangen,” hernam Raffles glimlachend. -</p> -<p>„De zaak is.…” stotterde Daring. -</p> -<p>„De zaak is, professor, dat gij in staat zoudt zijn, mij zonder meer alles te laten -doen, wat ik u daar vraag, zonder eenigen waarborg,” kwam Raffles, terwijl hij even -de schouders optrok, „want uw vertrouwen in de menschen is inderdaad grenzenloos.” -</p> -<p>Hij had Charly, die nog geen woord had gesproken, een snellen blik toegeworpen, en -vervolgde nu: -</p> -<p>„Maar ik zal zelf voor de noodige waarborgen zorgen, professor. Gij seint aan uw vrouw, -dat zij alles wat eenige waarde heeft in uw huis, geld, effecten, goud en zilver, -uw eetservies, als het van edel metaal gemaakt is, het huis moet uitzenden, ik zal -wel zorgen voor een surrogaat, zoo bedriegelijk nagemaakt, dat alleen een vakman het -verschil zou kunnen bespeuren.” -</p> -<p>Daring gaf niet aanstonds antwoord, de goede oude geleerde scheen geheel ontsteld -te zijn door wat Raffles hem zooeven had medegedeeld en door zijn voorstel. -</p> -<p>Klaarblijkelijk had er een groote strijd in zijn binnenste plaats en hij rukte zoo -woest aan zijn gouden bril, dat Charly ieder oogenblik vreesde het onmisbare voorwerp -te zien stuktrekken. -</p> -<p>Toen keek professor Daring Raffles strak aan en zeide kortaf: -</p> -<p>„Ik moet erkennen, mijnheer, dat ik iets dergelijks <span class="pageNum" id="pb13">[<a href="#pb13">13</a>]</span>in mijn geheele leven nog nimmer heb medegemaakt. Ik heb steeds gemeend een droge -geleerde te zijn.” -</p> -<p>„Een geleerde met een gouden hart, professor,” viel Raffles hem in de rede. -</p> -<p>„Dat wilde ik niet zeggen, mijnheer,” hernam de geleerde. „Ik wilde slechts te kennen -geven, dat de romantiek van mijn bestaan steeds verre is gebleven, en ik had nooit -gedacht, dat ik haar nog ooit zou leeren kennen. Welnu, het zij dan zoo: Ik aanvaard -uw voorstel. Maar ik stel een voorwaarde.” -</p> -<p>„Zij is van te voren ingewilligd, professor.” -</p> -<p>„Zeg dat niet te spoedig, gij zoudt er wel berouw van kunnen hebben,” vermaande Daring -hem, terwijl hij dreigend den vinger ophief. „Gij verbindt u, als het ter elfder ure -mocht blijken, dat gij u vergist had, 2000 dollar te storten in de kas van een of -ander genootschap van liefdadigheid, dat ik u in mijn geboortestad wel zal aanwijzen, -zoodra gij mij verlof zult hebben gegeven, mij weder naar mijn eigen huis te begeven.” -</p> -<p>„Toegestaan, professor,” zeide Raffles. „Ik weet zeker, dat ik, althans om die reden, -mijn 2000 dollar in mijn zak zal kunnen houden. Ik ben al te zeker van mijn zaak.” -</p> -<p>De heldere blauwe oogen van den professor werden weder omfloerst, toen hij met doffe -stem zeide: -</p> -<p>„Dat zou mij leed doen, groot leed. En het zou niet mijn gekwetste ijdelheid zijn, -omdat ik mij zoo schromelijk bedrogen heb in iemands uiterlijk, noch het gevoel, dat -men mij bedrogen heeft, dat mij zoo smartelijk zou aandoen. Dat is alleen de wetenschap, -dat er onder zulk een aanvallig uiterlijk zulk een duivelsche ziel kan huizen.” -</p> -<p>„Ik kan daar slechts dit op zeggen, professor, dat gij klaarblijkelijk zeer weinig -in de maatschappij hebt verkeerd,” hernam Raffles op bitteren toon. „Ware dit het -geval, dan zoudt gij wel anders praten.” -</p> -<p>Een oogenblik heerschte er stilzwijgen en toen hernam Daring, na eenige malen met -de hand over zijn voorhoofd te hebben gestreken: -</p> -<p>„Zeg mij eens, hoe ik het met de bedienden moet stellen. Moeten zij niet in het geheim -worden genomen?” -</p> -<p>Raffles dacht even na, voor hij ten antwoord gaf: -</p> -<p>„Dat zou misschien wel het beste zijn, tenminste, wanneer gij niet te veel bedienden -hebt, en wanneer zij allen volkomen te vertrouwen zijn.” -</p> -<p>„Wat dat betreft, daaromtrent kunt gij gerust zijn,” riep Daring uit. „Neen gij behoeft -mij niet zoo onderzoekend aan te zien, in dit opzicht althans is mijn vertrouwen gerechtvaardigd. -Ik heb slechts drie bedienden, want wij leven betrekkelijk eenvoudig en daarvan zijn -er twee ongeveer vijf en dertig jaar geleden tegelijkertijd bij mij in dienst gekomen, -en onze trouwe Sally, de keukenmeid, was er toen al vijf jaar.” -</p> -<p>„Dan zou ik in ieder geval de beide mannelijke bedienden maar door mevrouw uw echtgenoote -laten waarschuwen. Gij hebt nog allen tijd om haar zeer uitvoerig in te lichten en -gij kunt het zelfs per brief doen, als gij u nu aanstonds aan het schrijven zet.” -</p> -<p>„Ik volg uw raad op, mijnheer.” -</p> -<p>„Zeg mij eens, professor,” kwam Raffles, „hebt gij veel geld mede naar New-York genomen?” -</p> -<p>„Heel weinig, mijnheer. Waartoe zou ik het noodig hebben? Wij waren hier allen de -gasten van het New-Yorksche Genootschap voor Asyrologie en als wij niet wilden, behoefden -wij zelf geen dollarcent uit te geven.” -</p> -<p>„Nu, dat zullen de bandieten in ieder geval wel geweten hebben. Zijt gij gewoon in -St. Louis veel geld in huis te hebben?” -</p> -<p>„Neen, dat geloof ik haast niet,” antwoordde de geleerde met een vaag glimlachje. -„Eerlijk gezegd, weet ik het niet heel precies, ik ben wel eens een weinig verstrooid, -maar mijn vrouw, mijn lieve Susanna, is van alle geldelijke omstandigheden beter op -de hoogte, zij is eigenlijk mijn secretaresse, als ik geld noodig heb, schrijf ik -eenvoudig een cheque, want het grootste gedeelte van mijn vermogen, dat weet ik heel -goed, is op de bank van St. Louis belegd.” -</p> -<p>„Nu nog een vraag: Bevinden zich in uw huis veel voorwerpen van waarde?” -</p> -<p>„Van onvergelijkelijke waarde, mijnheer,” riep Daring met trots uit. „Ik heb een verzameling -Egyptische, maar vooral Asyrische oudheden, die vruchteloos haars gelijken zoekt in -heel Amerika en <span class="corr" id="xd31e445" title="Bron: waarna">waarnaar</span> men van heinde en ver komt kijken. De waarde is onschatbaar.” -</p> -<p>„Zeer waarschijnlijk hebben de bandieten ook dat geweten,” hernam Raffles. „Toch blijft -het voor hen gevaarlijk, dergelijke zaken aan een ander museum, desnoods in Europa, -te verkoopen. Aan den anderen kant is het herhaaldelijk voorgekomen, <span class="pageNum" id="pb14">[<a href="#pb14">14</a>]</span>dat Amerikaansche verzamelaars, ik moet het tot mijn spijt zeggen, geen seconde geaarzeld -hebben, om voor hooge prijzen prachtige en zeldzame stukken te koopen, waarvan zij -zeer goed wisten, dat zij uit Europeesche musea of particuliere verzamelingen gestolen -waren. Hoe staat het met gouden en zilveren voorwerpen?” -</p> -<p>„Ja, daar is geloof ik heel wat van aanwezig,” antwoordde de oude geleerde met een -verlegen lachje. „Ik geloof, dat het tafelservies van zwaar zilver is, en dan heeft -mijn vrouw veel gouden sieraden en andere dingen, juweelen en diamanten geloof ik, -ik weet dat zoo niet, ik houd mij meestal uitsluitend met mijn studie bezig, en mijn -Susanna vindt dat allemaal heel goed.” -</p> -<p>„Dat kan ik mij voorstellen, professor,” hernam Raffles op zachten toon, wonderlijk -bewogen door de kinderlijke naiveteit van dezen waarachtig goeden man, die nog tot -op het allerlaatste oogenblik bleef twijfelen aan de mogelijkheid, dat hij zich zou -hebben kunnen vergissen in de persoon van het meisje, wier toekomst hij voorgoed had -willen verzekeren. -</p> -<p>De drie mannen waren nu opgestaan en Raffles nam den geleerde een weinig terzijde -en fluisterde hem toe: -</p> -<p>„Het is natuurlijk noodzakelijk, dat gij door niets verraadt, wat er in u omgaat, -of dat gij weet, of althans vermoedt, dat er met de zoogenaamde Margret Jefferson -iets niet heelemaal in orde is. Gij zult moeten laten voorkomen, alsof gij nog altijd -in haar onschuld gelooft.” -</p> -<p>„Maar dat doe ik, mijnheer, dat doe ik!” kwam de oude heer driftig. „Gij zult bedrogen -uitkomen, ik waarschuw u. Gij zijt uw tweeduizend dollar kwijt, daarvan ben ik zeker. -Ik kan en ik wil het niet gelooven, dat dat meisje slecht is, dat kind met haar onschuldige -vergeet-mij-niet-oogen.” -</p> -<p>„De toekomst zal het wel uitwijzen, professor,” hernam Raffles kalm. „Blijf zoo lang -mogelijk in uw geloof volharden, maar dan zal de ontnuchtering des te pijnlijker zijn. -Maar verspreek u in ieder geval vooral niet, en laat uw verstrooidheid u geen parten -spelen, alles zou natuurlijk voor goed bedorven worden, als gij ook maar met een enkel -woord met uw beschermelinge zoudt spreken over wat ik u heb voorgesteld.” -</p> -<p>„Gij kunt er op rekenen, dat ik mijzelf in bedwang zal weten te houden, mijnheer.” -</p> -<p>„Dat hoop ik, professor. Gij blijft ook morgen nog hier en ik vermoed, dat gij overmorgen -zoo spoedig mogelijk weder naar St. Louis vertrekt?” -</p> -<p>„Met den middagtrein, mijnheer.” -</p> -<p>„Goed zoo, dan hebben wij tijd in overvloed. Mijn vriend hier,” Raffles keek nogmaals -snel naar Charly, die er tamelijk bedrukt bijstond, „zal op voortreffelijke wijze -de rol vervullen van mevrouw uw echtgenoote, want hij is een acteur van het eerste -water en munt vooral uit in vrouwenrollen, die hij met een ware voorliefde vervult.” -</p> -<p>De stem van Raffles had bij deze laatste woorden spottend geklonken en Charly wierp -hem een half woedenden, half smeekenden blik toe, ofschoon hij wel wist, dat Raffles -onverbiddelijk zou zijn. -</p> -<p>Raffles had zich reeds weder tot den geleerde gewend en vervolgde nu: -</p> -<p>„Mijn vriend zal dus reeds morgen naar St. Louis vertrekken en zorg dragen dat hij -een paar uren na uw brief voor mevrouw Daring aankomt. Het is namelijk noodzakelijk, -dat hij haar uiterlijk een weinig bestudeert, want hij zal zooveel mogelijk op haar -moeten lijken.” -</p> -<p>„Maar dat jonge meisje heeft toch mijn vrouw nog nooit gezien,” riep de geleerde uit. -</p> -<p>„Dat is zoo, en dat is ook een gelukkige omstandigheid, professor, maar er zijn te -St. Louis waarschijnlijk zeer veel personen, die uw vrouw wel kennen en wij moeten -rekening houden met de mogelijkheid, dat die haar, terwijl onze kleine comedie nog -in vollen gang is, een bezoek zullen komen brengen.” -</p> -<p>„Denkt gij dan, dat het zoo lang zal duren?” vroeg de geleerde eenigszins onrustig. -</p> -<p>„Integendeel, ik vermoed, dat de bandieten, die u natuurlijk zullen nareizen, zoo -snel mogelijk hun slag zullen willen slaan. Maar een paar dagen zullen er toch wel -mee gemoeid zijn, want het meisje moet eerst haar omgeving goed opnemen, zij is niet -van degenen die over een nacht ijs gaan.” -</p> -<p>„En gij, mijnheer?” -</p> -<p>„Ik zal u verlof vragen, morgen in den loop van den avond wanneer het congres beëindigd -is, u te bezoeken, teneinde uw uiterlijk zooveel mogelijk natuurgetrouw te <span class="corr" id="xd31e473" title="Bron: copieren">copiëren</span>. Het is waar dat gij licht blauwe oogen hebt en ik donkergrijze, maar dat is bij -wit haar zeer moeilijk te onderscheiden, en het geluk is ons in zoo verre dienstig -dat Canny u nog slechts bij kunstlicht gezien heeft. Het zal dus zaak <span class="pageNum" id="pb15">[<a href="#pb15">15</a>]</span>zijn, er voor te zorgen, dat gij morgenochtend reeds het hotel verlaten hebt, voor -zij u weder kan zien, laat bijvoorbeeld door een der kelners zeggen, dat gij zeer -vroeg een afspraak hadt met een collega en u dus bij haar laat verontschuldigen. Gij -behoeft niet te vreezen, dat zij het op een loopen zal zetten, wat dat jonge meisje -eenmaal in haar kleine sterke handen heeft, dat laat zij zoo spoedig niet weder los. -Kom dan zoo laat mogelijk terug, wanneer het licht reeds weder is opgestoken.” -</p> -<p>„Ik zal doen wat gij zegt, mijnheer, maar ik doe u opmerken, dat gij nu zelf over -„een jong meisje” spreekt.” -</p> -<p>„Dat zeg ik slechts om u een genoegen te doen, professor,” hernam Raffles glimlachend. -„Maar ik verzeker u, dat zij het reeds lang niet meer is. En nu zou ik u den raad -willen geven, spoedig den brief aan uw vrouw te schrijven en aan Margret Jefferson, -zoolang gij met haar samen zijt, zoo weinig mogelijk mededeelt over uw huiselijke -omstandigheden, des te minder vergissingen kunnen mijn vriend en ik maken, wanneer -wij daar ginds in uw plaats optreden.” -</p> -<p>Professor Daring had Raffles de hand toegestoken en zeide nu, aan zijn witten baard -plukkend: -</p> -<p>„Het was een zeer merkwaardige ontmoeting, mijnheer. Ik had nooit gedacht dat het -avontuurlijke nog ooit in mijn leven zou komen. Ik geef u ten volle verlof om de proef -te wagen, maar ik zeg u nogmaals, dat gij bedrogen zult uitkomen.” -</p> -<p>„Ik wilde dat het waar was, professor,” hernam Raffles ernstig. „Zorg dat gij in ieder -geval morgen om negen uur weder hier in het hotel zijt, dan zal ik wel een middel -vinden om mij met u in verbinding te stellen, zonder dat Canny, ik wil zeggen Margret, -het merkt. En nu wensch ik u een goede nachtrust toe, professor.” -</p> -<p>— — — — — — — — — — — — — — -</p> -<p>Den volgenden dag was Raffles weder zeer vroeg bij de hand, teneinde een oogje in -het zeil te houden. -</p> -<p>Een oogenblik had hij de vrees gekoesterd, dat de vergeetachtige geleerde de zaak -bedorven zou hebben door zich te verspreken tegenover het „Meisje met de Madonna-Oogen”, -of dat hij de afspraak zou hebben vergeten, zoo vroeg mogelijk het hotel te verlaten, -voor hij met Canny gesproken had. -</p> -<p>Maar noch het een noch het ander bleek het geval te zijn geweest, want de professor -had reeds om acht uur het hotel verlaten, toen zijn beschermelinge waarschijnlijk -vanwege de ontroering, de uitputting en andere naargeestige zaken, rustig sliep. -</p> -<p>Om half elf begon de slotzitting van het congres en Raffles overtuigde zich, dat die -minstens tot vijf uur zou duren. -</p> -<p>Dan had er een gemeenschappelijke maaltijd plaats in een der andere groote hotels -en het zou dus zeker volslagen donker zijn, voor Daring terugkeerde. -</p> -<p>Wat zijn beschermelinge betreft, Charly hield haar in het oog en hij bemerkte dat -zij, zeker om goed in haar rol te blijven, het hotel in het geheel niet verliet, maar -rustig in de conversatiezaal zat, gewapend met een stapel tijdschriften. -</p> -<p>Zoo werd het avond en omstreeks half tien keerde professor Daring van het feestdiner -terug. -</p> -<p>Raffles was op zijn post en hij zag, half verborgen, achter een zware pilaar, hoe -de oude geleerde aanstonds iets aan een kelner vroeg, de conversatiezaal binnenging -en toen haastig toetrad op de zoogenaamde Margret Jefferson. -</p> -<p>Hij greep de beide handen van de jonge vrouw, die was opgestaan om hem verlegen te -begroeten en sprak eenige woorden met haar, waarop hij de conversatiezaal weder verliet, -waarschijnlijk om zich naar zijn kamer te begeven. -<span class="pageNum" id="pb16">[<a href="#pb16">16</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch4" class="div1 chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch4.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="label">HOOFDSTUK IV.</h2> -<h2 class="main">Naar St. Louis.</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">Maar op de eerste verdieping greep Raffles hem als het ware in de vlucht en hield -hem staande. -</p> -<p>„Mag ik weten wat uw plannen zijn, professor?” vroeg hij glimlachend. -</p> -<p>„Neem mij niet kwalijk, mijnheer, ik had u niet aanstonds herkend,” kwam Daring op -zijn gewone, verlegen en een weinig verschrikte manier. -</p> -<p>„Ik hoop toch niet, dat gij alles weer vergeten zijt?” riep Raffles uit. „Houd mij -de opmerking ten goede, professor, maar dat zou zelfs voor een verstrooiden geleerde -wat kras zijn.” -</p> -<p>„Neen, neen, ik weet alles nog heel goed.” -</p> -<p>„Gij hebt dus aan uw vrouw geschreven?” -</p> -<p>„Ja, en de brief werd nog gisterennacht gepost.” -</p> -<p>„Uitstekend! En nu herhaal ik mijn vraag van zooeven, wat zijt gij voornemens te doen?” -</p> -<p>„Ik heb tegen het meisje gezegd dat wij nog iets zouden gebruiken in de kleine eetzaal, -en dan begeeft zij zich ter ruste.” -</p> -<p>„Voortreffelijk. Dan zal ik zoo vrij zijn, professor, mij bij u aan te melden, zoodra -het caronje, u neemt mij niet kwalijk, ik wilde zeggen, het lieve kind, van den vloer -is. Want nu breekt het oogenblik aan, professor, waarop wij van identiteit moeten -veranderen, tenminste wat mij betreft. En daar het zeer dwaas zou staan, als zich -hier twee volkomen op elkaar gelijkende professors Daring ophielden, zal ik <span class="corr" id="xd31e513" title="Bron: onmiddelijk">onmiddellijk</span> daarna het hotel verlaten. Zooals gij weet, is mijn vriend reeds naar St. Louis vertrokken. -Morgenochtend om acht uur, of zoo mogelijk nog vroeger, verlaat gij even het hotel, -zoogenaamd om een boodschap te doen en ik zal mij in de buurt verdekt opstellen, om -even later uw plaats in te nemen. Gij echter neemt aanstonds een auto, om u naar het -station te laten brengen en neemt den trein naar de stad, waar gij uw vrouw zult treffen.” -</p> -<p>„Dat hebt gij goed bedacht, mijnheer,” riep de professor bewonderend uit. „Ik heb -wel eens gehoord dat men somtijds een weinig laag neerziet op de politiebeambten, -vooral op de rechercheurs, maar daarin heeft men groot ongelijk. Zij geven soms blijken -van groote schranderheid en doorzicht.” -</p> -<p>„Ik dank u voor dit compliment, professor, en ik zal u thans niet langer ophouden. -Over anderhalf uur zal ik mij in uw kamer bevinden.” -</p> -<p>En met deze woorden verdween Raffles en wachtte rustig het uur om te handelen af, -in de conversatiezaal gezeten, waar hij zich den tijd aan de leestafel zoo goed mogelijk -kortte. -</p> -<p>Anderhalf uur later, het was toen bij half twaalf, betrad Raffles de gang, waaraan -de kamer van den ouden geleerde gelegen was. -</p> -<p>Hij overtuigde zich, dat er niemand in de nabijheid was, trad haastig op de deur toe -en ging er binnen zonder aan te kloppen, want hij wist, dat Canny slechts een paar -kamers verder sliep, en buitengewoon goede ooren had. -</p> -<p>De professor was reeds bezig zijn valies te pakken. -</p> -<p>Hij keek van zijn werk op en vroeg op zijn gewone schutterige wijze: -</p> -<p>„Wat is er, mijnheer? Wat wilt gij? Kunt gij niet behoorlijk aankloppen?” -</p> -<p>„Neem mij niet kwalijk, professor, ik wilde liever zoo weinig mogelijk leven maken,” -antwoordde Raffles glimlachend. „Herkent gij mij?” -</p> -<p>„Ah zoo, zijt gij het, mijnheer? Verschoon mij, mijn oogen worden een weinig zwak. -Gij komt om, ja juist, ik weet het alweder. Neem daar plaats, als <span class="pageNum" id="pb17">[<a href="#pb17">17</a>]</span>ik u verzoeken mag, gij zult zeker wel een spiegel noodig hebben?” -</p> -<p>En hij wees Raffles op de marmeren waschtafel, waarboven een groote, fijn <span class="corr" id="xd31e532" title="Bron: gselepen">geslepen</span> spiegel van Venetiaansch glas was aangebracht. -</p> -<p>Raffles ontdeed zich van zijn rok, boord en das, knoopte een schoonen handdoek om -en begon zich te grimeeren met behulp van de kleurmiddeltjes, welke hij daartoe in -een klein lederen étui had medegebracht. -</p> -<p>„Gij neemt mij niet kwalijk, mijnheer, dat ik intusschen verder ga met het pakken -van mijn koffer?” vroeg de geleerde. -</p> -<p>„Volstrekt niet, professor,” antwoordde Raffles glimlachend. „Doe alsof ik er niet -was, wat ik u verzoeken mag.” -</p> -<p>Nu en dan een blik werpend op het eerwaardige, bleeke gelaat van den geleerde, begon -Raffles zijn gezicht een grondige verandering te doen ondergaan. -</p> -<p>De zwarte wenkbrauwen verdwenen en maakte plaats voor witte, de eenigszins gebruinde -gelaatskleur werd veranderd in een ivoormatte, naast de oogen werden met een fijne -doezelaar, die in een lichtrood getinte vloeistof werd gedompeld, zeer fijne lijntjes -getrokken, „kraaienpootjes” noemt men ze gemeenlijk. Naast den neus, die volstrekt -niet veranderd behoefde te worden, werden een paar fijne rimpels aangebracht en daarop -haalde Raffles een van die uitmuntend vervaardigde pruiken te voorschijn, die zelfs -het scherpste oog niet vermocht te onderscheiden van echt haar. -</p> -<p>Hij veranderde er een weinig aan met behulp van een schaar, frizeertang en kam, zette -haar op en ging nu over tot het aanplakken van den baard, dien hij reeds in den loop -van den dag had gefatsoeneerd naar dien van den ouden professor. -</p> -<p>Na ongeveer een half uur was hij gereed, en tevreden over zijn werk, dat hij voltooid -had, door een gouden bril, met groote, ongeslepen glazen op zijn neus te plaatsen. -</p> -<p>Hij stond op en bootste op voortreffelijke wijze de eenigszins omfloerste stem van -Daring na, toen hij zeide: -</p> -<p>„Mag ik mij even aan u voorstellen, <span class="corr" id="xd31e545" title="Bron: Jerôme">Jerome</span> Daring, professor in de Aziatische talen, Asyroloog te Saint Louis.” -</p> -<p>De oude geleerde had zijn valies juist van de tafel genomen, maar bij de aanschouwing -van zijn dubbelganger liet hij het zware voorwerp uit zijn handen vallen en keek Raffles -geruimen tijd met open mond en wijd opengesperde oogen aan. -</p> -<p>Toen begon hij heftig aan zijn bril te rukken en sputterde: -</p> -<p>„Dat is niet te gelooven, dat grenst aan het wonderbaarlijke. Het is of ik mijzelf -in een spiegel zie, mijnheer, gij zijt bepaald geen gewone detective, gij hebt het -zeer ver gebracht in uw vak. Ik ben overtuigd, dat gij als acteur grooten naam zoudt -kunnen verwerven.” -</p> -<p>„Dank u, professor,” hernam Raffles glimlachend. „Gij zijt dus tevreden? Gelijk ik -op u?” -</p> -<p>„Maar mijn goede hemel, gij zoudt mijn tweelingbroeder kunnen zijn, mijnheer,” riep -de oude geleerde uit. „Eigenlijk gezegd, is het een weinig huiveringwekkend. Ik had -nooit gedacht dat zooiets bestaan kon.” -</p> -<p>„Dan is het goed zoo, professor. Er blijft mij dan niets anders meer te doen, dan -spoedig dit vertrek en vervolgens het hotel te verlaten. Ik zal natuurlijk mijn best -doen, dat niemand mij ziet, maar daar de mogelijkheid niet is buitengesloten, dat -toch iemand van het personeel mij ziet heengaan, zou ik u op het hart willen drukken, -onder geen beding uw kamer meer te verlaten en u zoo spoedig mogelijk ter ruste te -begeven. Neem alles mede van waarde en laat uw valiezen en koffers hier, ik zal wel -zorgen, dat zij veilig in uw huis te St. Louis aankomen. Ik hoop, dat ik u niet grief -door u voor te stellen <span class="corr" id="xd31e556" title="Bron: uduizend">u duizend</span> dollar ter hand te stellen als zekerheid voor de goede overkomst?” -</p> -<p>„Ja, zeker, mijnheer, daar grieft gij mij wel degelijk mee,” hernam Daring. „Ik wil -u toonen, dat ik u volkomen vertrouw, ik neem geen cent van u aan.” -</p> -<p>„Dat pleit alweder voor u, professor,” hernam Raffles. -</p> -<p>Hij stak den geleerde de hand toe, trok zijn overjas aan, zette zijn hoed op en zeide, -met de kruk van de deur reeds in zijn hand: -</p> -<p>„Ik bedenk daar, professor, dat ik ook noodzakelijk de kleeren van u moet hebben, -die gij hier gedragen hebt, trek die dus morgenochtend aan als gij het hotel verlaat, -dan zullen wij van overgoed verwisselen, wij zijn gelukkig van dezelfde grootte.” -<span class="pageNum" id="pb18">[<a href="#pb18">18</a>]</span></p> -<p>En met deze woorden vertrok Raffles, sloot de deur zachtjes achter zich, sloop de -gang ten einde, daalde de trap af, bereikte ongezien de vestibule en sloeg, daargekomen, -zijn kraag op, om zich zooveel mogelijk onkenbaar te maken. -</p> -<p>Er waren slechts weinige personen, die hem gezien hadden. -</p> -<p>Buitengekomen riep hij een huurauto aan en liet zich naar het Manhattan-Hotel brengen, -waar hij reeds denzelfden morgen een kamer had besteld. -</p> -<p>Hij ontdeed er zich van pruik en baard, sliep voortreffelijk in het zachte ruime bed, -en was den volgenden morgen om zeven uur reeds op de been. -</p> -<p>Hij gebruikte haastig het ontbijt in de groote eetzaal, betaalde wat hij schuldig -was, liet weder een huurauto voorkomen en gaf den chauffeur bevel, hem tot op eenigen -afstand van het Astor-Hotel te rijden, en schuin tegenover den ingang post te vatten. -</p> -<p>Daar gekomen behoefde hij slechts tien minuten te wachten, alvorens professor Daring -naar buiten trad. -</p> -<p>Hij zag, hoe hij een huurauto wenkte en instapte, waarop het voertuig wegreed. -</p> -<p>Dadelijk gelastte hij den chauffeur den wagen achterna te rijden. -</p> -<p>Na een rit van ongeveer twintig minuten bereikte de eerste auto het station en Raffles -zag den professor uitstappen, zijn chauffeur betalen en het stationsgebouw binnengaan. -</p> -<p>Hij stapte op zijn beurt uit, betaalde den chauffeur, maar gelastte hem op hem te -wachten en ging op zijn beurt het station binnen. -</p> -<p>Professor Daring kocht juist zijn kaartje aan een der loketten. -</p> -<p>Hij had zijn overjas los over zijn arm, dezelfde jas, welke hij steeds gedragen had. -</p> -<p>Raffles kocht een perronkaartje, ging den professor na, toen deze de breede trappen -beklom en zag, hoe hij het breede perron op en neer begon te wandelen. -</p> -<p>Aan het einde daarvan was het zeer stil en er bevonden zich slechts weinig personen. -</p> -<p>Raffles wachtte een gunstig tijdstip af, haalde den professor in, nam hem zonder plichtplegingen -de geruite overjas en slappen grijzen hoed af, verruilde die tegen zijn eigen kleedingstukken -en maakte het volgende oogenblik weder rechtsomkeert, zonder dat er een woord tusschen -de beide mannen gewisseld was. -</p> -<p>Het was zeer wel mogelijk, dat sommige beambten het kleine tooneeltje hadden opgemerkt, -maar dat kwam er al heel weinig op aan, het was al weinig waarschijnlijk, dat een -hunner ook maar in de verte begreep, wat er eigenlijk geschiedde. -</p> -<p>Raffles verliet haastig het station weder, stapte in de auto, die hem wachtte en liet -zich naar het Astor-Hotel terugrijden, waar hij juist op tijd voor het ontbijt terug -was. -</p> -<p>En hij zag al dadelijk, dat zijn vermomming voortreffelijk geslaagd was, want de portier -nam diep zijn pet voor hem af, zooals hij het reeds eenige malen tevoren voor den -ouden geleerde had zien doen. -</p> -<p>Raffles begaf zich aanstonds naar de eetzaal en nauwelijks had hij daar een tafeltje -uitgezocht, of Canny trad binnen. -</p> -<p>Het gevaarlijke oogenblik was aangebroken. -</p> -<p>De volgende minuten zouden beslissen over het welslagen van zijn gewaagd plan. -</p> -<p>De jonge vrouw speelde haar rol uitstekend en keek bedeesd en verlegen rond, totdat -zij den gewaanden geleerde aan zijn tafeltje zag zitten en aanstonds op hem toekwam. -</p> -<p>Raffles bestudeerde haar gelaat met de grootste aandacht, maar hij was spoedig gerustgesteld, -Canny had haar weldoener nog slechts te weinig gezien, en dan nog alleen maar bij -kunstlicht, om de verandering te bespeuren. -</p> -<p>Het is overigens een bekend verschijnsel, dat oogen die overdag grijs zijn, des avonds -vaak een blauwe kleur vertoonen. -</p> -<p>Zij stak Raffles bedeesd de hand toe en de Groote Onbekende was dadelijk in zijn rol -en zeide op hartelijken toon: -</p> -<p>„Ga zitten, kindlief. Eet maar flink, want wij hebben vanmiddag een tamelijk lange -reis voor de boeg. Je hebt toch geen berouw? Je wilt toch wel met mij medegaan?” -</p> -<p>„O, zoo graag, mijnheer,” antwoordde Canny, met neergeslagen oogen. „Ik ben u zoo -dankbaar, dat u mij weghaalt uit dit verschrikkelijk leven.” -</p> -<p>„Daar spreken wij niet over, Margret,” hernam Raffles. „Vergeet maar zoo spoedig mogelijk, -wat <span class="pageNum" id="pb19">[<a href="#pb19">19</a>]</span>je hier beleefd hebt, want er wacht je een groote toekomst. Ik ben zeker, dat wij -een echte jonge dame van je maken en dan zullen er spoedig genoeg jongelui komen opdagen, -die om je handje komen vragen.” -</p> -<p>Margret kreeg een kleur van verlegenheid bij deze woorden en gaf geen antwoord. -</p> -<p>De kelner kwam met zijn schalen en ook hij twijfelde geen oogenblik, of hij had met -den waren professor Daring te doen. -</p> -<p>Daar Raffles thans moeielijk meer een voorwendsel kon vinden om zich te verwijderen, -was hij wel verplicht den geheelen morgen <span class="corr" id="xd31e603" title="Bron: doortebrengen">door te brengen</span> in gezelschap van de vrouw, die hem naar het leven gestaan had en die met duivelsch -welbehagen getuige had willen zijn van zijn laatste oogenblikken. -</p> -<p>En hij moest toegeven, dat zij haar rol op waarlijk bedriegelijke wijze vervulde, -geen enkel valsch accent, geen enkele onverwachte oogopslag, niets dan nederigheid, -dankbaarheid en verlegenheid. -</p> -<p>Raffles nam haar mee naar een kleedingmagazijn en daar werd Canny in behoorlijke kleederen -gestoken, die de plaats innamen van de havelooze vodden welke zij gedragen had, toen -de comedie een aanvang nam voor het „Olympic-Theater”. -</p> -<p>Daarna lunchte het zonderlinge paar en vervolgens reden zij naar het station en stegen -daar in den trein, die over een kwartier naar St. Louis zou vertrekken. -</p> -<p>Ook Raffles viel geen oogenblik uit zijn rol en hij deed alle gebaren, welke hij bij -Daring had opgemerkt, verrassend juist na, zoodat de zoogenaamde beschermelinge geen -oogenblik kon twijfelen, of zij had met denzelfden man te doen, die haar in bewusteloozen -toestand letterlijk van de straat had opgeraapt. -</p> -<p>Langzamerhand scheen zij een weinig bij te trekken en toen de trein eenmaal het station -verlaten had, begon zij opgewekt te babbelen en verhaalde Raffles verschillende episodes -uit haar leven in het huis van haar stiefvader, van A tot Z gelogen, zooals Raffles -zeer goed wist, maar die werden voorgedragen op een wijze, die aan de waarheid er -van bijna niet kon doen twijfelen, en waaraan de goede oude geleerde dan ook zeker -geen oogenblik getwijfeld zou hebben. -</p> -<p>De trein was om twee uur in den middag vertrokken, om bij twaalven in den nacht kwam -hij te St. Louis aan. -</p> -<p>Raffles en Canny stapten uit de coupé, en de eerste wenkte een kruier om voor zijn -bagage te zorgen. -</p> -<p>Voor het reusachtige stationsgebouw stond een groot aantal huurauto’s en de gewaande -geleerde slaagde er in, er een machtig te worden. -</p> -<p>Hij gaf den chauffeur een adres op in de Washington Avenue, hielp Canny instappen, -en nam naast haar plaats, waarop de auto zich aanstonds in beweging stelde. -</p> -<p>Raffles kende Saint Louis slechts oppervlakkig, en hij keek dus goed uit zijn oogen, -nu en dan een paar woorden tot de vrouw naast zich richtende. -</p> -<p>Na een rit van ongeveer vijf en twintig minuten stond de auto stil voor een fraai -heerenhuis, op een tiental meters van den weg gelegen en daarvan gescheiden door een -lommerrijken tuin. -</p> -<p>Eenige vensters waren nog verlicht. Mevrouw wachtte haar echtgenoot blijkbaar af. -</p> -<p>Raffles hielp Canny weder uitstappen, betaalde den chauffeur, liep op de huisdeur -toe, juist als iemand die daar thuis behoort, en belde aan. -</p> -<p>De deur werd geopend door een van die ouderwetsche bedienden, die blijkbaar snel aan -het uitsterven zijn. -</p> -<p>Het was een man van een jaar of zestig met een openhartig, rood gelaat dat getuigde -van gezondheid en een opgewekt humeur. -</p> -<p>Hij keek zijn gewaanden meester slechts een oogenblik doordringend aan, en Raffles -zag bliksemsnel een trek van groote verrassing op zijn gelaat verschijnen en weer -verdwijnen. -</p> -<p>„Alles wel, Jerry?” vroeg Raffles, terwijl hij den ouden bediende op den schouder -klopte. -</p> -<p>„Zoo goed als het maar wezen kan, mijnheer,” antwoordde Jerry, en hij richtte een -vragenden blik op Canny, die bescheiden bij de deur was blijven staan, met de oogen -naar den grond geslagen. -</p> -<p>„Ja, Jerry, ik breng een verrassing voor jullie mee,” riep de gewaande geleerde uit. -„Wat zeg je er wel van? Wij krijgen een logétje, en ik hoop dat zij lang, heel lang -bij ons zal blijven.” -</p> -<p>Hij had zijn arm om de schouders van de bedriegster geslagen, en daar hij zich door -professor Daring zeer nauwkeurig had laten inlichten, omtrent de ligging der verschillende -vertrekken, behoefde hij geen <span class="pageNum" id="pb20">[<a href="#pb20">20</a>]</span>oogenblik te aarzelen toen hij haar naar een deur geleidde, dicht bij de monumentale -trap, die naar de hooger gelegen verdieping voerde, en deze opende met de woorden: -</p> -<p>„Ga hier zoo lang binnen, mijn kind. Ik ga even mijn lieve vrouw begroeten, en haar -een weinig voorbereiden, ik breng je aanstonds bij haar.” -</p> -<p>Een snelle blik had Raffles overtuigd, dat hij zich in een soort ontvangkamer bevond, -waarin slechts weinige maar zeer fraaie, een weinig ouderwetsche meubels stonden, -terwijl er eenige prachtige Rembrandt-copieën aan den wand hingen. -</p> -<p>Raffles had Canny naar een stoel geleid, knikte haar nog eens vriendelijk toe, en -herhaalde, reeds op den drempel van de deur: -</p> -<p>„Ik kom je dadelijk weder halen, mijn kind. Een oogenblikje geduld slechts.” -</p> -<p>Daarop verliet hij het vertrek, sloot de deur achter zich, stak de vestibule over, -en besteeg de trap. -</p> -<p>Nauwelijks had hij het breede portaal bereikt, hetgeen een soort gaanderij vormde, -die langs den achterkant van de vestibule liep, of er werd voorzichtig een deur geopend, -en een oude dame, de oogen bewapend met een <span class="corr" id="xd31e638" title="Bron: schilpadden">schildpadden</span> lorgnet, grijs van haar, maar met nog een blozende gelaatskleur, stak het hoofd om -den hoek. -</p> -<p>Raffles trad aanstonds op de dame toe, scheen slechts een oogenblik te aarzelen, duwde -haar toen zonder omslag het vertrek binnen, sloot de deur achter zich, liet zich op -een stoel vallen, en zeide op zachten toon: -</p> -<p>„Oef. Dat is tenminste achter den rug. Het dierbare wicht is hier in huis, en ik ben -er zoo goed als zeker van, dat wij met denzelfden trein zijn gevolgd door eenige schelmen, -wier gelaat ik mij maar al te goed meen te herinneren. Hoe staat het leven hier, Charly?” -</p> -<p>„Alles is van een leien dakje geloopen,” antwoordde de jonge man, want de oude dame -was inderdaad niemand anders. „De oude mevrouw Daring is een heel vriendelijke dame, -maar ik geloof, heel wat energieker dan haar man. Toen ik haar alles mededeelde was -zij uiterst verontwaardigd, en zij liet mij den brief van haar echtgenoot lezen, die -nog maar altijd niet kan gelooven, Edward, dat wij het bij het rechte einde hebben.” -</p> -<p>„Wat zeide hij dan in dien brief?” -</p> -<p>„Hij schreef, dat hij zich wel wilde leenen tot de proefneming, maar alleen om jou -te overtuigen, dat je een pessimistische menschenhater was.” -</p> -<p>„Werkelijk een zeer merkwaardig man,” zeide Raffles hoofdschuddend. „Hij is een groot -kind, hij vormt wel een groote uitzondering, in dezen tijd van onderling wantrouwen -en onderlingen haat. En wat zeide mevrouw er wel van?” -</p> -<p>„Natuurlijk geloofde zij niet à priori, dat je gelijk zoudt hebben, maar ze achtte -het toch zeer wel mogelijk, en zelfs waarschijnlijk. Het moet namelijk al eens meer -zijn voorgekomen, en vaker dan professor Daring bekende, dat hij deerlijk bij den -neus is genomen door lieden, die op laaghartige wijze misbruik maakten van zijn goedgeloovigheid -en zijn blind vertrouwen in zijn medemenschen. En zij was er dan ook dadelijk voor -te vinden, om de proef te nemen. Zij leest wel kranten, dat verzeker ik je, en zij -wist alles van de zaak af.” -</p> -<p>„Vermoedde zij in het geheel niet, wie je kon zijn?” -</p> -<p>„Neen, gelukkig. Ik heb haar natuurlijk niet op de hoogte gebracht, daar je mij daartoe -geen verlof had gegeven. Zij scheen wel erg nieuwsgierig te zijn, maar ik heb haar -afgescheept met de verklaring, dat wij particuliere detectives waren, die veel meer -van de zaak afwisten dan de officieele politie. En je moet weten dat ik wat een moeite -heb gehad, om haar te bewegen, het huis te verlaten, want het liefst was zij er bij -tegenwoordig geweest om die „Duivelin”, het waren haar eigen woorden, te ontmaskeren. -Zij zag echter wel in dat dat volstrekt onmogelijk zou zijn, en zij verklaarde, dat -zij al onze wenken zou opvolgen, en zich naar een klein landgoed zou begeven, hetwelk -haar man dicht bij de kust op ongeveer een uur sporens hiervandaan bezit.” -</p> -<p>„Lijk je op haar?” -</p> -<p>„Voldoende voor ons doel. Maar ik zal er toch goed aan doen, om dezer dagen weinig -vrienden te ontvangen, want je moet weten, dat mevrouw Daring bijna een half hoofd -grooter is dan ik. Zij is een vrouw met haar op de tanden, zooals men dat noemt, maar -zij schijnt zielsveel van haar lobbes van een man te houden.” -</p> -<p>„Hoe staat het met het goud, het zilver, het aanwezige geld, de juweelen?” -<span class="pageNum" id="pb21">[<a href="#pb21">21</a>]</span></p> -<p>„Alles is het huis uit. Mevrouw Daring wilde er eerst niet in toe stemmen maar ik -heb het doorgezet, en zelf den knoop doorgehakt, door alles wat waarde had, zorgvuldig -bijeen te pakken in een groot valies, hetwelk door Jerry naar de zuster van de vrouw -des huizes werd gebracht, die daartoe in het geheim moest worden genomen.” -</p> -<p>„Uitstekend. En het plaatsvervangend materiaal?” -</p> -<p>„Het is zeker niet zoo fraai, Edward, als dat wat wij hier de eerste maal gebruikt -hebben, en waarmede wij het „Meisje met de Madonna-Oogen” zoo deerlijk voor den mal -hebben gehouden, maar wat ik hier kon opschommelen bij handelaars in strass, en bij -leveranciers van tooneelbankbilletten, is toch naar ik hoop, voor ons doel wel voldoende. -Ik heb ook de hand weten te leggen op een paar pakken, totaal waardelooze aandeelen, -in een niet bestaande mijn, een zwendelaffaire naar het schijnt, reeds eenige jaren -geleden ontdekt en ook gestraft. Die aandeelen zijn zelfs geen tien voor een dollarcent -waard, maar je begrijpt dat zij in een brandkast een schitterend effect maken.” -</p> -<p>„Je hebt, je kranig gehouden, Charly, vooral als ik in aanmerking neem, dat de tijd -van voorbereiding zoo kort was,” hernam Raffles. „En kom nu maar eens mede, want ik -zal je aan onze lieve beschermelinge voorstellen.” -<span class="pageNum" id="pb22">[<a href="#pb22">22</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch5" class="div1 chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch5.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="label">HOOFDSTUK V.</h2> -<h2 class="main">Canny aan het werk.</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">Charly keek nog eens in den spiegel, streek hier en daar een krulletje terecht, wat -onder het kleine kanten mutsje kwam uitgluren, wierp een blik op de ringen met de -valsche diamanten aan zijn vingers, en hij mocht van zich zelf getuigen, dat hij inderdaad -was wat hij wezen moest, een oude, flinke dame, met veel gezag, juist de vrouw die -een man als professor Daring noodig had. -</p> -<p>„Je ziet er prachtig uit,” zeide Raffles bewonderend. „Zooeven heb ik waarlijk een -oogenblik geaarzeld, of ik soms met de echte mevrouw Daring te doen had.” -</p> -<p>„Ik kan hetzelfde van jou zeggen, Raffles. Ik zou zweren met den beroemden Asyroloog -in persoon te spreken.” -</p> -<p>„Je kent de inrichting van het huis zeker al goed?” -</p> -<p>„Als ons huis in de Regent-Street te Londen.” -</p> -<p>„Zijn de twee bedienden, Jerry en Blount, op de hoogte gesteld?” -</p> -<p>„Zij weten er alles van, en zij gnuiven van de pret over den poets dien wij de kleine -feeks zullen bakken.” -</p> -<p>„Het kon toch wel eens iets ernstigers worden, dan louter een grapje,” hernam Raffles -hoofdschuddend. „Misschien hebben wij het bezoek van minstens vier mannelijke medeplichtigen -te wachten.” -</p> -<p>„Dat is waar ook, Raffles, wat zullen wij met Henderson doen? Hij is met mij meegereisd, -zooals je gezegd had, en hij houdt zich nu in de omstreken verborgen, omdat het wat -al te gevaarlijk zou zijn, hem opnieuw onder de oogen van het „Meisje met de Madonna-Oogen” -te brengen. Zij zal hem waarschijnlijk opnieuw herkennen, en dat zou ons leelijk kunnen -opbreken.” -</p> -<p>„Hij mag zich dan ook niet vertoonen, tenzij wij hem roepen. Hij kan immers telefonisch -bereikt worden?” -</p> -<p>„Ja, hij logeert in een klein logement, niet ver hier vandaan.” -</p> -<p>„Prachtig. Kom dan nu mede.” -</p> -<p>De beide mannen verlieten nu het vertrek, gingen weder over het portaal, daalden de -breede trap af, en traden het vertrek binnen, waar Canny op denzelfden stoel, en in -dezelfde houding nederig en bescheiden zat te wachten. -</p> -<p>Maar Raffles had een zeer scherp oog, en hij zag al zeer spoedig, dat er eenige voorwerpen, -een paar kostbare Sèvrevazen, een fraai bewerkte kom van Japansch <span class="corr" id="xd31e683" title="Bron: porcelein">porselein</span>, verzet waren sedert eenige minuten, waarschijnlijk had de bedriegster, die verstand -van dergelijke zaken had, de onderzijde van die vazen willen bezichtigen, teneinde -zich van hun echtheid te overtuigen. -</p> -<p>Canny was dadelijk opgestaan, toen zij Charly en Raffles zag binnentreden, en stond -daar nu als het toonbeeld van de onderworpen onschuld. -</p> -<p>Raffles was op haar toegetreden, en zeide op den gewonen, eenigszins schutterigen -toon van den professor: -</p> -<p>„Dit is nu mijn vrouw, Margret, en ik hoop van harte, dat je goede maatjes met haar -zult worden. Wel lieve Susanna, hoe vindt je haar?” -</p> -<p>De gewaande mevrouw Daring had de beschermelinge van haar man eenige oogenblikken -aandachtig opgenomen, trad nu op haar beurt naar voren, en stak Canny de hand toe -met de woorden: -</p> -<p>„Wees welkom in ons huis, lief kind. Ik hoop, dat je je hier spoedig thuis zult gevoelen. -Mijn man heeft mij reeds alles van je verteld, en ik ben het <span class="pageNum" id="pb23">[<a href="#pb23">23</a>]</span>volkomen met hem eens, dat het onze plicht is, je vooruit te helpen. Vergeet je troosteloos -verleden, ik hoop dat je hier slechts zonneschijn zal wachten.” -</p> -<p>Canny stamelde eenige woorden van dank, terwijl zij zich over de haar toegestoken -hand heenboog, en Raffles moest erkennen, dat zij een voortreffelijke comediante was, -geen gebaar te veel of te weinig, geen onechte klank in haar stem, maar alles juist -geïntoneerd, alsof het echt was, en regelrecht uit haar gemoed kwam. -</p> -<p>Maar mevrouw Daring onttrok zich spoedig aan deze betuiging van dankbaarheid, en zeide -na een blik op de kleeding van het jonge meisje te hebben geworpen: -</p> -<p>„Ga nu maar eens spoedig met mij mee, kindlief, dan zal ik je je kamer wijzen. Ik -hoop, dat zij je zal bevallen. Zij heeft twee vensters, die uitzien op den achtertuin, -en alles staat op het oogenblik in vollen bloei.” -</p> -<p>Charly had zijn arm onder dien van het meisje gestoken, en voerde haar nu met zich -mede, terwijl Raffles het paar met een spottenden blik nakeek, welke Canny heel wat -zou hebben onthuld, indien zij hem slechts had kunnen zien.… -</p> -<p>De minnares van Black Pete werd naar de tweede verdieping gebracht, en een gezellig -gemeubeld vertrek binnengeleid, dat voor een jong meisje, een kind nog haast, als -geknipt was. -</p> -<p>Er waren twee groote ramen, uitzicht gevende op een <span class="corr" id="xd31e702" title="Bron: balcon">balkon</span>, en uitziende op den fraaien achtertuin, die aan alle zijden door een niet zoo hoogen -muur omgeven was. -</p> -<p>„Maak het je hier nu maar zoo gemakkelijk mogelijk, lief kind,” zeide Charly, „en -ga maar spoedig naar bed, want het is al laat. Morgen zullen wij er dadelijk eens -op uit gaan, teneinde kleederen voor je te koopen. Goeden nacht, Margret. Tot morgen. -Ik hoop, dat je goed zult slapen in je nieuwe huis.” -</p> -<p>Canny greep haastig de hand van de gewaande mevrouw Daring, drukte er een kus op, -en daarop verliet Charly het vertrek, sloot zachtjes de deur, bleef een oogenblik -zachtjes voor zich heen lachend staan, en ging zich toen weder bij Raffles voegen, -die reeds een kleinen onderzoekingstocht door het huis was begonnen. -</p> -<p>Hij vond den Gentleman-Inbreker in een vrij ruim vertrek, dat overdag door drie groote -vensters verlicht werd, maar waar zich geen andere meubelen bevonden dan een zoogenaamde -rotonde, in het midden van het vertrek op den parketvloer geplaatst, en een rij toonkasten, -langs de vier wanden geplaatst, alle gelijkvormig, en zooals men ze ook wel vindt -in musea voor natuurlijke historie, om er insecten, fossielen, schelpen, of iets dergelijks -in te bewaren. -</p> -<p>Raffles stond in gedachten verzonken voor een dier kasten, die van glazen deksels -voorzien waren, stil, en was verzonken in de aanschouwing van een paar zeer schoone, -en bijna geheel ongeschonden Asyrische dolken, uit brons geslagen, en waarin nog eenige -robijnen te zien waren, kunstig in de greep ingelegd. -</p> -<p>„Dit is de beroemde verzameling van professor Daring,” zeide Charly, naderbij tredend. -„Ik heb nog geen gelegenheid gehad, om haar grondig te bezichtigen, maar ik geloof -wel dat zij zeer veel waard is.” -</p> -<p>„Op zijn minst een half millioen dollar, Charly,” zeide Raffles bedaard. -</p> -<p>„Wat! Zooveel?” riep Charly verbaasd uit. -</p> -<p>„Op zijn minst, zeg ik je. Ik tref hier stukken bij aan, waarvan ik zeker weet, dat -er geen tweede exemplaar van bestaat, zooals die gouden spangen daarginds, die bestemd -waren om een koningsmantel dicht te houden, geen ander mocht dergelijke versierselen -dragen. Ik heb verder reeds een paar hoogst zeldzame munten en amuletten gevonden, -die alleen reeds een burgermansfortuin waard zijn. En om je de waarheid te zeggen, -Charly, voel ik wel eenigszins de verantwoordelijkheid drukken, die op mij rust voor -het goede beheer van deze schatten. Ik zou het mijzelf nooit vergeven, wanneer hier -ook maar het minste of geringste van werd ontvreemd. Een man als professor Daring -is juist de eenige, die de waarde van deze Asyrische kostbaarheden weet te schatten, -en aan wien zij het best zijn toevertrouwd. Hij is er voorts niet gierig op, maar -laat iedereen ze bezichtigen, die er zijn belangstelling voor te kennen geeft. Ik -voor mij zou hier dagen kunnen door brengen, zonder mij een oogenblik te vervelen.” -</p> -<p>„Maar zouden de bandieten het werkelijk op deze verzameling voorzien hebben?” ging -Charly voort<span class="corr" id="xd31e716" title="Niet in bron">.</span> -</p> -<p>„Dat behoeft je geenszins te verbazen. Bedenk wel, dat wij niet te doen hebben met -ordinaire ladelichters, maar dat er zich onder die schelmen lieden bevinden, die een -grondige studie van dergelijke dingen gemaakt hebben, en die zelfs, hoe vreemd <span class="pageNum" id="pb24">[<a href="#pb24">24</a>]</span>het ook moge klinken, in staat zouden zijn, in een verzameling van oudheden het kostbare -van het betrekkelijk waardelooze te onderscheiden. Er zijn goed geschoolde schilderijenkenners -onder, wie men niet licht een copie voor een origineel in de handen zal stoppen, en -zoo vindt men onder hen muntkenners, deskundigen op het gebied van oude, kostbare -wapens, en andere vaklieden. Ik erken dat het vervreemden van deze verzameling wel -met eenige moeite gepaard zou gaan, maar de dieven zullen wel de goede adressen weten, -waar zij zelfs deze wereldbekende, zeer zeldzame zaken kunnen kwijt raken.” -</p> -<p>„Dan mogen wij wel een oog in het zeil houden,” zeide Charly, een weinig ongerust. -„Het is immers volstrekt niet onmogelijk, dat zij vannacht al willen beginnen?” -</p> -<p>„Dat betwijfel ik sterk, want in ieder geval moet Canny haar vallen nog uitzetten, -maar daar het toch niet geheel en al onmogelijk is, zullen wij er misschien verstandig -aan doen, als wij Henderson waarschuwen. Ik zou echter niet van de huistelefoon gebruik -maken, want dat sluwe creatuur hier boven ons zou wel eens op de een of andere wijze -kunnen meeluisteren, maar bij een drogist gaan telefoneeren. Zeg Henderson, dat hij -zich aanstonds naar de tuinpoort begeeft, die ik zooeven heb meenen te zien, en zorg -dat die geopend is. Hij moet echter goed zijn oogen open zetten, opdat hij niet gezien -wordt, want niemand kan zeggen, of de medeplichtigen van Canny niet reeds in de buurt -zijn, om het huis te bespioneeren.” -</p> -<p>Charly liet geen tijd verloren gaan, maar gaf aanstonds aan Jerry last, bij den dichtst -bijzijnden drogist, of anders in een hulppostkantoor, te telefoneeren. -</p> -<p>De oude bediende keerde spoedig terug van zijn boodschap, en Charly ging tersluiks -de kleine tuinpoort openen, en liet tien minuten later Henderson binnen, waarop hij -de stevige deur weder goed sloot. -</p> -<p>Het was zoo volkomen donker in den tuin, dat er van hun beider gestalten zeker volstrekt -niets te zien zou zijn, zelfs al mocht Canny het in het hoofd hebben gekregen een -weinig uit het raam te kijken. -</p> -<p>Vol verbazing zag Jerry den reus binnentreden, nog nimmer had hij een man van die -grootte en dien lichaamsomvang gezien. -</p> -<p>Henderson werd aanstonds door Charly naar de museumzaal gebracht, waar Raffles nog -steeds verzonken was in de aanschouwing van alles wat daar ten toon gesteld was, en -hier werd hij door zijn meester met een handdruk verwelkomd. -</p> -<p>De beide bedienden werden nu ook geroepen, en kregen instructies voor dien nacht. -</p> -<p>Zij sliepen op de bovenste verdieping, en Raffles dacht er niet aan, hen van hun nachtrust -te berooven. -</p> -<p>Met zijn beide metgezellen zou hij het zelf wel afkunnen, indien er reeds dien zelfden -nacht werkelijk iets mocht voorvallen. -</p> -<p>En zoo klommen Blount en Jerry naar hun kamertjes, maar beiden hadden zich stellig -voorgenomen, de toestemming om te gaan slapen, in den wind te slaan, en veeleer een -oogje in het zeil te houden, om zoo noodig ter hulp te kunnen snellen. -</p> -<p>Men zou niet ongestraft de hand uitsteken naar de kostbare verzameling van hun meester, -waarvoor zij beiden een bijna heiligen eerbied koesterden. -</p> -<p>En nu hielden de drie mannen op zachten toon krijgsraad. -</p> -<p>De gordijnen van de drie ramen in de museumzaal waren reeds gesloten, en door den -schakelaar van het electrische licht om te draaien, werd het groote vertrek in duisternis -gedompeld. -</p> -<p>De deur van deze zaal, de eenige in het vertrek, kwam uit op een zeer ruim portaal -op de eerste verdieping aan den achterkant van het groote huis gelegen, en zij bevond -zich bijna recht tegenover een vrij breede trap, die naar een gang voerde, welke eveneens -met de vestibule in verbinding stond. -</p> -<p>Trap en gang werden bijna uitsluitend door de bedienden gebruikt, want het werkvertrek -van den geleerde bevond zich op dezelfde verdieping, en hij behoefde slechts enkele -stappen te doen, om zijn heiligdom te kunnen betreden. -</p> -<p>Charly had Raffles reeds medegedeeld, dat de beide echtelieden ieder een afzonderlijke -slaapkamer in gebruik hadden, welke door een tusschendeur met elkander in verbinding -stonden. -</p> -<p>De oude geleerde was namelijk gewend, vaak tot diep in den nacht te werken, als een -of ander onderwerp hem medesleepte. -</p> -<p>Zij behoefde dus voor het oogenblik niets anders te doen, dan die slaapkamers te betrekken, -en rustig af te wachten, wat de sluwe dievegge van plan was. -</p> -<p>Het meest waarschijnlijke was wel, dat zij, evenals <span class="pageNum" id="pb25">[<a href="#pb25">25</a>]</span>zij onder andere omstandigheden niet lang geleden gedaan had, eerst het huis eens -te onderzoeken ten einde zich op de hoogte te stellen van zijn inrichting. -</p> -<p>Pas wanneer zij deze goed kende, zou zij, zonder gevaar te loopen, een vergissing -te begaan, haar medeplichtigen kunnen toelaten. -</p> -<p>Wat Henderson betreft, hij moest bij de hand blijven, en zou daarom slapen op een -matras, op den vloer neergelegd, en die Raffles hem uit het reusachtige bed van den -ouden geleerde afstond, benevens een deken. -</p> -<p>Op deze wijze was men op alle gebeurlijkheden voorbereid, want terwijl de slaapkamer -van Raffles met twee ramen uitzag op straat, kon men vanuit de vensters van het slaapvertrek -van Charly den tuin overzien. -</p> -<p>Nadat dit alles geregeld was, werden de lichten gedoofd, en nu was het geheele huis -in duisternis gehuld, behalve dat hier en daar, in de vestibule en op het groote portaal -een klein electrisch lampje flauw licht verspreidde. -</p> -<p>De gordijnen voor de ramen in de beide slaapkamers werden op een kier geopend, zoodat -de beide mannen de omgeving konden overzien, zonder dat zij zelven werden opgemerkt. -</p> -<p>Er werd slechts zeer weinig gesproken, en dat weinige werd nog op fluisterenden toon -gezegd. -</p> -<p>Het was bijna half een in den nacht, toen het scherpe oor van Raffles een licht gerucht -op de gang opving. -</p> -<p>Hij sloop behoedzaam naar de deur en luisterde, terwijl hij zijn wijsvinger op de -lippen legde. -</p> -<p>Het gerucht kwam nader en het werd veroorzaakt door iemand, die zoo zacht mogelijk, -op de teenen sluipend, door de gang liep. -</p> -<p>Toen hield het gerucht op. -</p> -<p>Blijkbaar stond de persoon aan den anderen kant van de deur stil, om te luisteren. -</p> -<p>De drie mannen verroerden zich niet, en hielden zelfs hun adem in, uit vrees, dat -die rondsluipende persoon daarbuiten zou bemerken dat zij nog niet naar bed waren -gegaan. -</p> -<p>„Als zij het grapje maar niet herhaald om stikgas in de kamer te spuiten,” bromde -Charly bij zichzelf. „Wij hebben thans geen maskers bij ons, en als wij de ramen openen, -dan zal zij het zeker hooren, dadelijk begrijpend dat er iets niet in orde is, en -aan den haal gaan.” -</p> -<p>Maar reeds gingen de voetstappen verder, zachtjes en sluipend, en na eenigen tijd -hoorden de drie mannen heel voorzichtig aan het einde van de gang een raam openen, -dat uitzicht gaf op de straat. -</p> -<p>Raffles begaf zich aanstonds naar zijn uitkijkpost, en na eenigen tijd vruchteloos -te hebben rondgetuurd, ontwaarde hij een tweetal mannen, die in de schaduw van een -zwaren boom stilstonden, en hun blikken op het huis gevestigd hielden. -</p> -<p>Blijkbaar gaf Canny seinen aan haar medeplichtigen, want nu zag Raffles snel achter -elkaar het licht van een gewone fietslantaarn schijnen en weder verdwijnen, met ongelijke -tusschenpoozen, hetgeen waarschijnlijk veroorzaakt werd, doordat de man, die de seinen -gaf, gedurende korten of langen tijd de lichtstralen van de lamp met zijn hand onderschepte. -</p> -<p>Het seingesprek duurde slechts zeer kort, en het werd waarschijnlijk niet volgens -de gewone Morse-teekens gevoerd, want Raffles begreep er niets van. -</p> -<p>Maar Charly, die achter hem had gestaan, tikte hem op den schouder, en zeide op zacht -fluisterenden toon: -</p> -<p>„Ik heb het al ontdekt. Je weet dat ik een studie heb gemaakt van een menigte geheime -seinstelsels, en het hunne is al bijzonder eenvoudig. Zij springen eenvoudig telkens -een enkele letter van het alphabet over, als zij een woord seinen, en melden bijvoorbeeld -inplaats van het woordje „dat” iets geheel anders en dat volstrekt geen zin heeft, -namelijk „ebu”. Degeen die de seinen ontvangt, behoeft dus niets anders te doen, dan -een letter terug te gaan, en hij is klaar.” -</p> -<p>„Prachtig, Charly. En je weet dus wat die twee kerels daar zooeven geantwoord hebben -aan ons lief logétje?” -</p> -<p>„Ja. Het was even kort als duidelijk, zij hebben zooeven teruggeseind: -</p> -<p>„Wij komen morgennacht!” -<span class="pageNum" id="pb26">[<a href="#pb26">26</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch6" class="div1 chapter"><span class="pageNum">[<a href="#ch6.toc">Inhoud</a>]</span><div class="divHead"> -<h2 class="label">HOOFDSTUK VI.</h2> -<h2 class="main">In de kooi.</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="first">Dien nacht sliepen Raffles en Charly, na voor alle zekerheid nog een half uur te hebben -gewacht, en zich toen, door een blik door het sleutelgat van de kamer van Canny, zich -te hebben overtuigd, dat zij vast sliep, zoo rustig als zij in langen tijd niet gedaan -hadden, want zij konden er nu wel zeker van zijn, dat er althans dien nacht niets -meer zou geschieden. -</p> -<p>Canny maakte blijkbaar volstrekt geen haast, hetgeen ook niet noodig was, en zij had -den geheelen volgenden dag voor zich, om het huis goed te bestudeeren, en af te neuzen, -waar de goede oude geleerde zijn geld, en zijn vrouw haar kostbaarheden bewaarde. -</p> -<p>Den volgenden morgen waren zij echter vroeg weder op de been, Charly in zijn vrouwenkleedij, -Raffles als de gewaande geleerde. -</p> -<p>Er was echter volstrekt geen ruchtbaarheid gegeven aan zijn terugkomst, en zoo bleven -de bezoekers dan ook schaars in aantal, en zij vertrokken zeer spoedig weder, nadat -Raffles zich wegens zware hoofdpijn had geëxcuseerd. -</p> -<p>Wat Canny betreft, zij vertoonde zich omstreeks negen uur in het eenvoudige kleedje, -dat professor Daring voorloopig voor haar gekocht had te New-York, in de fraai ingerichte -eetzaal, waar het ontbijt gereed stond. -</p> -<p>En weder moest Raffles eerlijk erkennen, dat zij haar rol op onverbeterlijke wijze -vervulde. -</p> -<p>Zij at, en hanteerde haar mes en vork, met de verlegen onhandigheid, die men van een -meisje in haar omstandigheden moest verwachten. -</p> -<p>Zij durfde bijna niet opzien van haar bord, en zij keek schuw en tersluiks af, hoe -haar beide weldoeners de moeilijke kunst van het behoorlijk eten uitoefenden. -</p> -<p>Na het ontbijt ging mevrouw Daring met haar kleine beschermelinge een autorit maken, -en kocht hier en daar eenige kleinigheden, maar niet al te veel, want Charly vond, -niet ten onrechte, dat dit slechts geld weggooien was. -</p> -<p>Maar de beide dames waren voor den lunch reeds lang weder terug, en Margret vroeg -en kreeg verlof, het huis eens te gaan bekijken, dat vond zij zoo prettig, zooals -zij verzekerde. -</p> -<p>Glimlachend liet mevrouw Daring het jonge ding haar gang gaan, en nu huppelde Canny -vroolijk door het huis, stak overal haar neusje in, als een opgewonden bakvischje, -babbelde met de beide bedienden, die de grootste moeite hadden in hun rol te blijven, -wandelde wat in den tuin, en keerde toen in huis terug, juist tegen den tijd van den -lunch, en verzekerde, dat zij het huis „prachtig en verrukkelijk” vond. -</p> -<p>Maar zij zeide er niet bij, dat zij zich zeer nauwkeurig overtuigd had van de plaatsing -van de verschillende huistelefoons, van de inrichting van het slot van de kleine tuinpoort, -van de veiligheidsverzekering van de voordeur, en andere wetenswaardige zaken. -</p> -<p>Zij verzweeg ook, dat zij de kleine brandkast van den ouden geleerde nauwkeurig had -bezichtigd, en daarna verachtelijk haar neus had opgetrokken, en in het boudoir van -de vrouw des huizes een kijkje was gaan nemen, waar zij verschillende laden haastig -had opengetrokken, en vluchtig den inhoud had geïnspecteerd. -</p> -<p>Maar al vertelde zij het niet, Raffles wist het <span class="pageNum" id="pb27">[<a href="#pb27">27</a>]</span>daarom niet minder goed, want al mocht Canny slim zijn, zij moest het tegen de slimheid -van John Raffles niettemin afleggen. -</p> -<p>Daar Raffles niet zoo wreed wilde zijn, de sluwe bedriegster den geheelen dag in het -gezelschap van Charly Brand te laten, nam hij des middags zijn taak over, liet het -meisje bij zich komen, en begon haar te onderrichten in de eerste beginselen van de -Engelsche taal. -</p> -<p>En het was wel een zonderlinge gebeurtenis, de Gentleman-Inbreker, die daar met grooten -ernst les gaf aan een vrouw, die nog slechts weinige dagen geleden de behulpzame hand -geboden om hem te vermoorden en van zijn laatste oogenblikken getuige had willen zijn. -</p> -<p>En toch verried niets in hem, dat hij niet degene was, voor wien hij zich uitgaf, -en het ligt dus in den aard der zaak, dat de misdadigster zich, zooals men dat noemt, -deerlijk zat te vervelen, en dit toch onmogelijk kon laten merken, om iederen schijn -van achterdocht te vermijden. -</p> -<p>Men dineerde thuis, de oude professor ging een tukje doen, mevrouw trok met Canny -naar haar boudoir, deze laatste speelde een weinig zeer slecht piano, ook al geheel -in den toon, en om tien uur kreeg zij een zachten wenk, dat het tijd zou zijn, om -zich ter ruste te begeven. -</p> -<p>Zoo verdween Canny weder uit den gezichtskring der beide mannen, die op dat oogenblik -in de groote gezellige huiskamer bijeen waren, en elkander nu met een veelzeggenden -glimlach aanzagen. -</p> -<p>„Daar vliegt het onschuldige duifje heen,” zeide Charly sarcastisch. „Als je wist -hoe ik haar den geheelen dag verwenscht heb. De oude mevrouw Daring kon toch moeielijk -een zware sigaar opsteken, nietwaar?” -</p> -<p>„Dat had inderdaad zijn bezwaren, Charly,” antwoordde Raffles lachend. -</p> -<p>„En een pijp ging nog veel minder.” -</p> -<p>„Ik geloof zelfs dat een sigaret tusschen de lippen van de oude, eerwaardige dame -zou hebben misstaan,” hernam Raffles. „Maar als je wilt kun je nu je schade inhalen.” -</p> -<p>„Ik dank je voor die toestemming, en ik zal er aanstonds gebruik van maken,” riep -Charly uit, en hij snelde het vertrek uit, en keerde terug, een zware Havannah tusschen -de lippen geklemd, hetgeen in verband met zijn eerbiedwaardig uiterlijk van deftige, -oude dame, een eigenaardig schouwspel opleverde. -</p> -<p>Hij maakte het zich gemakkelijk, zette de drukkende pruik af, legde zijn beenen voor -zich op tafel, en slaakte een zucht van welbehagen. -</p> -<p>„Je weet, Edward, dat ik maar zelden spijt heb gehad, mij aan je te hebben verbonden, -en aan de meeste van je avonturen deel te nemen, maar toch, als ik vooruit had kunnen -weten, dat je mij ooit zou dwingen, de rol van een vrouw te vervullen, dan—” -</p> -<p>„Dan zou er van onze samenwerking niets gekomen zijn?” -</p> -<p>„Dan zou ik mij in ieder geval er nog eens op beslapen hebben,” hernam Charly lachend. -</p> -<p>In eens hield hij op, en vestigde het oog op de deur. -</p> -<p>„Wat was dat?” vroeg hij op zachten toon. -</p> -<p>„Wat meen je?” -</p> -<p>„Ik dacht dat ik iets hoorde in de gang, ik zal het mij verbeeld hebben.” -</p> -<p>Raffles was met een paar stappen bij de deur, rukte haar open, en keek naar buiten, -in de half duistere gang, maar er was volstrekt niets te bespeuren. Hij liep snel -tot aan de trap, keek naar boven en naar beneden, en keerde gerustgesteld terug, Charly -had zich natuurlijk vergist, de gebeurtenissen van dien dag hadden hem een weinig -zenuwachtig gemaakt.<span id="xd31e817"></span> -</p> -<p>„Er is niets, je bent een weinig overspannen, mijn waarde,” zeide Raffles nadat hij -het vertrek weder was binnengetreden. -</p> -<p>„Dat ontken ik niet. En zeg mij nu eens, is de politie al gewaarschuwd?” -</p> -<p>„Ja, zij verschijnt om half elf, met ongeveer tien man, dat zal toch zeker wel ruimschoots -voldoende zijn om de bezoekers hartelijk te verwelkomen, en in verzekerde bewaring -te nemen.” -</p> -<p>„Canny toch zeker ditmaal incluis?” -</p> -<p>„Natuurlijk. Je kunt wel begrijpen, dat ik er niet op gesteld ben, die kleine duivelin, -die mij gaarne met eigen hand zou hebben vermoord, op vrije voeten te laten. Hoe eerder -het caronje onschadelijk wordt gemaakt, hoe beter het voor heel wat lieden is, en -niet voor mij in de laatste plaats.” -</p> -<p>„Je hebt toch niets van je ware identiteit verraden?” -</p> -<p>„Dat spreekt vanzelf. Zij denken met professor <span class="pageNum" id="pb28">[<a href="#pb28">28</a>]</span>Daring te doen te hebben. Ik heb eenvoudig laten voorkomen, alsof ik door een toeval -op de hoogte was gekomen van het complot, dat mij door een verrader van de bende, -die zich op den chef wilde wreken, was medegedeeld.” -</p> -<p>„Zoodat wij niets anders te doen hebben dan rustig af te wachten, tot de politie hier -verschijnt?” -</p> -<p>„Zoo is het.” -</p> -<p>„Maar hoe komt zij binnen zonder dat Canny het merkt?” -</p> -<p>„Maak je daaromtrent niet ongerust, zij vindt de tuinpoort geopend, en kan daar binnen -gaan.” -</p> -<p>„Maar als Canny haar medeplichtigen wil binnenlaten, en die zelfde poort gebruikt, -dan zal zij de deur open vinden, en sluw als zij is, zou dit haar wantrouwen wel eens -kunnen gaande maken.” -</p> -<p>„Maar Charly, denk je met een ezel te doen te hebben. Natuurlijk zal de laatste agent -de deur weder sluiten.” -</p> -<p>„En Henderson?” -</p> -<p>„Die is nu nog in zijn eigen kamertje, maar ik zal hem ergens op post zetten, in den -tuin bijvoorbeeld, of op een der <span class="corr" id="xd31e839" title="Bron: balcons">balkons</span>, vanwaar hij een wakend oogje over de kleine comedie kan laten gaan, en den bandieten -den weg zal versperren, als zij ontijdig de lucht mochten krijgen van wat hen hier -te wachten staat.” -</p> -<p>„Maar loopen wij dan zelf in het minst geen gevaar?” -</p> -<p>„Ik kan niet inzien waarom. Canny twijfelt geen oogenblik of wij zijn professor Daring -en zijn vrouw, en zij zal niets anders denken of er is verraad in het spel.” -</p> -<p>„Wij moeten dus onze rol tot het laatste spelen?” -</p> -<p>„Tot het bittere einde, Charly.” -</p> -<p>Onder dit gesprek was de groote wijzer van de fraaie pendule op den marmeren schoorsteenmantel -langzaam voortgeschoven, en het was reeds kwart over tienen, toen Raffles eindelijk -opstond, en zeide: -</p> -<p>„Zij zullen nu wel spoedig hier zijn. Ik heb hen gezegd, dat zij zoo omzichtig mogelijk -moesten naderen, want het zou kunnen zijn, dat Canny nog niet sliep, en zij zal wel -een goed ontwikkeld gehoor hebben, en den hoorn van een politie-auto misschien van -elke andere kunnen onderscheiden, al zijn wij dan hier niet in haar geboortestad.” -</p> -<p>„Zouden wij ons niet eens overtuigen, dat zij werkelijk slaapt?” -</p> -<p>„Waartoe dat?” kwam Raffles verwonderd. „Zij zal zich in ieder geval slapende houden. -Werkelijk slapen doet zij natuurlijk niet, want zij moet haar medeplichtigen binnenlaten, -en dat zal wel niet veel later dan een uur zijn, want al is de brandkast klein en -ouderwetsch, zij zullen er toch minstens een paar uur werk aan hebben, en om dezen -tijd is het reeds om zes uur klaar lichten dag.” -</p> -<p>„Is de tuinpoort op dit oogenblik geopend?” -</p> -<p>„Voor zoover ik weet, niet, tenminste wanneer Canny het al niet gedaan heeft, wat -ik echter niet waarschijnlijk acht, en daarom zou ik je wel willen verzoeken, je daarvan -even te gaan overtuigen, want over tien minuten kunnen de politieagenten hier zijn.” -</p> -<p>Charly deed onmiddellijk wat hem gevraagd werd. -</p> -<p>Hij zette de pruik weder op, sloeg een wollen hoofddoek om, daalde de trap af, verliet -het huis door de achterdeur, sloop door den duisteren tuin, en ging naar de kleine -tuindeur. -</p> -<p>Hij taste naar het slot, en bevond, toen hij den sleutel wilde omdraaien, dat de deur -reeds geopend was.… -</p> -<p>Zonder dat hij zich juist kon verklaren waarom, maakte deze omstandigheid een onaangenamen -indruk op Charly Brand. -</p> -<p>„Dat moet Canny gedaan hebben,” mompelde hij voor zich heen. „Maar voor den drommel, -waarom deed zij het zoo vroeg?” -</p> -<p>Hij bleef nog even in gedachten staan, en aanvaardde toen den terugweg. -</p> -<p>Toen hij een blik wierp naar het venster van het vertrek, dat aan Canny als verblijfplaats -was toegewezen, zag hij, dat het daarbinnen volkomen duister was, de gordijnen waren -echter terzijde getrokken. -</p> -<p>Hij ging verder, opende de achterdeur, trad binnen, en sloot haar zachtjes weder achter -zich. -</p> -<p>Toen hij de gang van het dienstpersoneel bijna geheel teneinde was, stond hij opnieuw -stil. -</p> -<p>„Wat is dat nu weer?” bromde hij voor zich heen. -</p> -<p>Zijn oor had een zacht gerucht opgevangen, het was, alsof zooeven de voordeur zachtjes -gesloten werd.… -</p> -<p>„Ik moet zekerheid hebben,” fluisterde hij half luid. -</p> -<p>Zoo snel hij kon, maar zonder veel gerucht te <span class="pageNum" id="pb29">[<a href="#pb29">29</a>]</span>maken, ijlde hij de gang ten einde, bereikte de vestibule, stak haar snel over, en -stond voor de voordeur. -</p> -<p>Bijna was hem een kreet ontsnapt. -</p> -<p>De beide zware koperen grendels waren teruggeschoven, de dikke koperen ketting was -losgehaakt, en schommelde nog zachtjes heen en weder.… -</p> -<p>Er kon niet meer aan getwijfeld worden, zooeven had iemand het huis verlaten. -</p> -<p>Charly rukte de deur open, en keek naar buiten. -</p> -<p>Er waren slechts weinig voorbijgangers te bespeuren in deze deftige wijk, en er reden -juist een paar auto’s voorbij, maar Charly kon volstrekt niets verdachts zien. -</p> -<p>Toch bleef hij nog eenige oogenblikken zoo staan kijken, en toen ging hij langzaam -weder in huis terug, sloot de deur weder, deed de grendels en den ketting er weer -op, en bleef in gedachten verzonken staan. -</p> -<p>„Wie voor den drommel kan nu het huis verlaten hebben?” bromde hij binnensmonds. „Wel -natuurlijk, het kan niemand anders geweest zijn dan die helleveeg, dan Canny. Maar, -dan moet zij ook iets vermoed hebben, erger nog, dan moet zij zekerheid hebben gehad. -Maar als dat zoo is, dan, dan loopt Raffles het grootste gevaar. Dan zou zij gelegenheid -hebben, om op haar beurt de politie te gaan waarschuwen, en dat zou in de gegeven -omstandigheden uiterst gevaarlijk zijn. Wij moeten ons aanstonds gaan overtuigen of -die vrouw nog in haar kamer is of niet. Misschien heb ik mij nog vergist, misschien -was het wel een van de bedienden, die nog laat een boodschap is gaan doen. Maar laat -ik eerst Henderson gaan waarschuwen, die zich wel ergens in den tuin zal bevinden, -hij moet zich bij ons komen voegen, en als ik Raffles een raad mag geven, dan verlaten -wij hals over kop dit huis, want ik wil mij laten kielhalen als er niet iets broeit.” -</p> -<p>Charly aanvaardde dus den terugweg weder, opende opnieuw de tuindeur, wilde naar buiten -treden, en keek recht in den loop van een revolver, die een zwaar gebouwde politieman -hem voorhield. -</p> -<p>„Niet zoo haastig, mevrouw,” zeide de agent op barschen toon. „Ga het huis weer binnen -als ik u verzoeken mag.” -</p> -<p>„Te laat,” bromde Charly tusschen de tanden. -</p> -<p>Daar hij evenwel zag, dat de agent door nog twee andere vergezeld was, die beschikten -over even afdoende argumenten als hijzelf in den vorm van twee vervaarlijke revolvers, -deed hij schouderophalend een stap terug, maar voor de deur gesloten werd, liet hij -het bekende waarschuwingssein hooren, dat bedoeld was voor Henderson, die zich wel -in de buurt en nog in vrijheid zou bevinden. -</p> -<p>En daarop viel de deur dicht, twee agenten namen Charly tusschen hen in, een derde -volgde hem op de hielen, en zoo begaven zij zich naar boven, naar het vertrek, waar -Charly den Gentleman-Inbreker zooeven had achter gelaten. -</p> -<p>Reeds op de gang had Charly Brand opnieuw den snerpenden waarschuwingskreet laten -hooren, die door de agenten slechts door een medelijdend schouderophalen werd beantwoord, -en toen hij binnentrad begreep hij de beteekenis van dien spot, daar stond Raffles, -met een flauwen glimlach om de lippen, koel en onbewogen, maar omringd door een zestal -agenten van politie, aangevoerd door een commissaris. -</p> -<p>Deze ambtenaar had klaarblijkelijk reeds eenigen tijd met korte stappen het vertrek -op en neer geloopen, en stond pas stil, toen Charly door de drie agenten werd binnengeleid. -</p> -<p>Hij wachtte tot de deur zorgvuldig gesloten was, en begon toen, zich tot Raffles wendende: -</p> -<p>„Pardon, professor, het is uiterst onaangenaam voor mij, maar ik ben wel genoodzaakt -om mijn plicht te doen. Berust wat wij nu doen werkelijk op een vergissing, dan zal -ik de eerste zijn, die u daarvoor mijn oprechte verontschuldigingen aanbied, maar -wij hebben <span class="corr" id="xd31e889" title="Bron: informaties">informatie</span> ontvangen, die mij <span class="corr" id="xd31e892" title="Bron: dwingen">dwingt</span>, hier een zeer grondig onderzoek in te stellen. Gij zult dus wel zoo goed zijn, zonder -omwegen te antwoordden op de vragen, die ik u zal stellen.” -</p> -<p>„Ga u gang, commissaris,” antwoordde Raffles kalm. -</p> -<p>„Waart gij het, die ons hedenmiddag hebt verzocht, hier te verschijnen met een tiental -agenten, teneinde ons meester te maken van een aantal bandieten en van Canny Macleod, -die zich onder een valsch voorgeven bij u zou hebben ingedrongen?” -</p> -<p>„Zoo is het, mijnheer.” -</p> -<p>„Gij komt van New-York?” -</p> -<p>„Ja, ik nam daar deel aan het oudheidkundig internationaal congres.” -</p> -<p>„Weet gij zeker dat Canny Macleod zich hier nog in huis bevindt?” -<span class="pageNum" id="pb30">[<a href="#pb30">30</a>]</span></p> -<p>„Ik zou niet inzien, waarom zij het zou hebben kunnen verlaten.” -</p> -<p>„Wij zullen er ons aanstonds van overtuigen. Maar stil, daar zijn uw bedienden reeds, -die wij hebben laten halen.” -</p> -<p>Inderdaad waren Jerry en Blount een oogenblik te voren binnengetreden, en zij staarden -vol verbaasde verontwaardiging naar de groep midden in het vertrek. -</p> -<p>De commissaris wendde zich tot Jerry, en vroeg: -</p> -<p>„Hoe heet gij, goede vriend?” -</p> -<p>„Jerry, mijnheer. Maar mag ik weten.…” -</p> -<p>„Het is niet aan u, maar aan mij om vragen te stellen,” viel de commissaris hem streng -in de reden. „Herkent gij dezen heer als uw meester?” -</p> -<p>„Als dat een grap moet verbeelden, mijnheer …” viel Jerry woedend uit. -</p> -<p>„Bedenk tegen wien je spreekt, man, en antwoord mij zonder omwegen,” riep de commissaris -op barschen toon. „Is deze man professor Daring, ja of neen?” -</p> -<p>„Natuurlijk is hij het,” antwoordde Jerry woedend. „Wat beteekent die onzinnige vraag?” -</p> -<p>De commissaris legde hem met een gebaar het stilzwijgen op, en vervolgde kortaf: -</p> -<p>„Weet gij, waar.… het jonge meisje slaapt, dat professor Daring onder zijn bescherming -heeft genomen?” -</p> -<p>„Ja, mijnheer,” antwoordde Jerry, die van verbazing niet wist of hij waakte of droomde. -</p> -<p>„Ga u dan dadelijk overtuigen of zij er nog is. Haast u wat.” -</p> -<p>Jerry verdween, en gedurende den korten tijd van zijn afwezigheid werd er in het vertrek -geen woord gesproken. -</p> -<p>Toen hij terugkwam, vroeg de commissaris onmiddellijk: -</p> -<p>„Welnu?” -</p> -<p>„Zij is er niet, mijnheer.” -</p> -<p>„Was het bed beslapen?” -</p> -<p>„Het was niet aangeroerd.” -</p> -<p>„Dat pleit in ieder geval niet in uw voordeel … professor,” hernam de commissaris, -langzaam zijn hoofd in de richting van Raffles wendend, die een weinig bleek was geworden -onder het dunne laagje schmink, dat zijn gelaat bedekte, maar overigens volkomen kalm -was gebleven. -</p> -<p>Hij doorzag nu alles, en hij verwenschte zijn onvoorzichtigheid, en die van Charly -Brand, want het was nu maar al te duidelijk, dat de jonge man wel degelijk goed had -gehoord, toen hij meende, in de gang eenig gerucht te hooren, en dat Canny een gedeelte -van hun gesprek had afgeluisterd, misschien wel door het sleutelgat had gegluurd, -gehoor gevend aan haar eeuwigdurend wantrouwen, en daarbij de gewaande mevrouw Daring -met een sigaar in den mond, zonder pruik, en met de voeten op het tafelblad had waargenomen. -</p> -<p>Zij had zeker tot het allerlaatste oogenblik gewacht, na zelf de politie te hebben -gewaarschuwd, door middel van een der telefoons in huis, had zich nog overtuigd, dat -de politie-auto kwam aanrijden, en vervolgens de vlucht genomen. -</p> -<p>Daaraan was nu niets meer te veranderen, en Raffles zou rekening moeten houden met -geheel veranderde omstandigheden, omstandigheden, die zeer in zijn nadeel waren gewijzigd -sedert eenige oogenblikken. -</p> -<p>Na de woorden van den commissaris bleef het even stil in het vertrek. -</p> -<p>Toen vervolgde de politiebeambte op drogen, bevelenden toon, die reeds niet meer hoffelijk -klonk: „Ik zal u moeten verzoeken, professor, mij toestemming te geven, om mij persoonlijk -te overtuigen, of.… uw hoofdhaar en uw baard echt zijn.” -</p> -<p>Daar Raffles wel begreep, dat een grondig onderzoek binnen enkele oogenblikken het -bedrog aan het licht moest brengen, antwoordde hij rustig: -</p> -<p>„Gij kunt u die moeite besparen, mijnheer, het een zoowel als het ander is valsch.” -</p> -<p>„Ah. Ik vermoedde zoo iets. En die dame?” -</p> -<p>„Mijn vrouw is, als ik het zoo mag uitdrukken, commissaris, eveneens valsch,” antwoordde -Raffles rustig. -</p> -<p>En hij wendde zich tot Charly, en zeide, op een toon, die aanstonds de opmerkzaamheid -van den jongen man had: -</p> -<p>„Trek je rokken en de rest maar uit, vrouwtje, zij mochten je eens in je bewegingen -belemmeren.” -</p> -<p>In een oogwenk had Charly de vrouwenkleeren afgeworpen, de pruik afgedaan, en daar -stond nu een krachtig gebouwde jongeman, met een oud gerimpeld gelaat. -</p> -<p>De commissaris had snel een kreet van verbazing en zegepraal onderdrukt, en zeide: -<span class="pageNum" id="pb31">[<a href="#pb31">31</a>]</span></p> -<p>„Ik weet wat ik weten wil, die kleine duivelin heeft dus toch gelijk gehad, wij missen -haar en haar mannen, maar ik geloof niet, dat ik spijt behoef te hebben van de ruil. -Mannen, maakt u van deze twee bedriegers meester.” -</p> -<p>Nauwelijks had de commissaris deze woorden gesproken, of rinkelend vloog de groote -balkondeur in scherven, en een doordringende stem, een goed bekende stem riep: -</p> -<p>„Hierheen, uwe Lordschap. Hierheen. In den boom. In den boom.” -</p> -<p>Sneller dan de gedachte sloeg Raffles met twee meesterlijke kinstooten de twee dichtst -bijstaande agenten terneder, en Charly wierp een zwaren stoel naar de beenen van een -paar anderen, die er over heen tuimelden, en in de aldus gevormde geul stortten zich -de beide vrienden en stormden vlug als de wind naar het openstaande balkonraam. -</p> -<p>Daar zagen zij een wonderlijk schouwspel. -</p> -<p>Op een afstand van ongeveer vijf meter van het balkon verhief zich een populier, en -in den top daarvan zat James Henderson. -</p> -<p>Met behulp van een sterk touw had hij, eenmaal in de boom geklommen zijnde, een lus -weten te slaan om een der zware knoppen van de balkonleuning en daarop had hij met -reuzekrachten, door aan het touw te trekken, den top van den boom tot over het balkon -kunnen brengen, waarop hij het touw aan een der dikste takken had vastgemaakt, zoodat -de boom in denzelfden stand bleef, gespannen als een geweldige boog, met het touw, -waarvan het andere einde tot op den grond afhing, als koord. -</p> -<p>Terwijl achter hen een luid geschreeuw van woede weerklonk, sprongen Raffles en Charly -tegelijk, vlug als acrobaten schrijlings op een paar dikke takken, en met een enkelen -slag van zijn sterk mes knapte Henderson het als een snaar gespannen touw door, zoodat -de populier terugzwiepte.… -</p> -<p>Bijna waren de mannen door de hevige beweging uit den kruin van den boom geslingerd, -maar zij hielden zich stevig vast, en lieten zich snel als het weerlicht aan het dikke -touw op den grond glijden, juist toen de eerste agenten op het balkon verschenen, -en als razenden in den blinde begonnen te vuren. -</p> -<p>De drie mannen stormden door den tuin, wipten over den muur, daar de kleine poort -gesloten bleek, en waren eenige minuten later in veiligheid. -</p> -</div> -</div> -</div> -<div class="back"> -<div class="div1 notice"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> -<p class="first">De volgende aflevering (No. 399) bevat: -</p> -<p class="xd31e956"><a class="pglink xd31e43" title="Link naar Project Gutenberg eboek" href="https://www.gutenberg.org/ebooks/65996">Een gevaarlijk Avontuur</a>. -<span class="pageNum" id="pb32">[<a href="#pb32">32</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div class="div1 advertisement"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> -<p class="first"></p> -<div class="figure img-rcbbwidth"><img src="images/ad-rcbb.png" alt="" width="574" height="720"></div><p> -</p> -<p class="xd31e965">In den<br> -<span class="xd31e969">ROMAN-, BOEK- EN KUNSTHANDEL,</span><br> -Singel 326, Amsterdam, -</p> -<p>verschijnen wekelijks twee afleveringen, onderscheidenlijk van -</p> -<p class="xd31e956">RAFFLES -</p> -<p class="xd31e976">ook wel genaamd LORD LISTER, de gentleman-dief, in fraai gekleurden omslag. -</p> -<p class="xd31e965">25 cents per nummer. -</p> -<p class="xd31e976">Elk nummer een afgerond verhaal. -</p> -<p class="xd31e956">NICK CARTER, -</p> -<p class="xd31e976">sensationeele detective-verhalen, in fraai gekleurden omslag. -</p> -<p class="xd31e965">20 cents per nummer. -</p> -<p class="xd31e976">Elk nummer een afgerond verhaal. -</p> -<p class="xd31e956">BUFFALO-BILL. -</p> -<p class="xd31e976">De avonturen van den grooten woudlooper door hem zelf verteld in fraai gekleurden -omslag. -</p> -<p class="xd31e965">20 cents per nummer. -</p> -<p class="xd31e976">Elk nummer een afgerond verhaal. -</p> -<p class="xd31e956">HET BOEK VOOR ALLEN -</p> -<p class="xd31e976">Elke aflevering bevat een volledigen Roman. -</p> -<p class="xd31e956"><b>25 Cent</b> -</p> -<p class="xd31e976">Geen periodiek heeft zoo’n rijken inhoud. -</p> -<p class="xd31e965">Zie de verrassing op den omslag. -</p> -<p class="xd31e965">Ook verkrijgbaar aan de Spoorwegen, Kiosken en door den Boekhandel. -</p> -<p class="xd31e956">Tegen inzending van het bedrag per postwissel franco toezending -</p> -</div> -</div> -<p><span class="pageNum" id="pb33">[<a href="#pb33">33</a>]</span></p> -<div class="div1 advertisement"><span class="pageNum">[<a href="#toc">Inhoud</a>]</span><div class="divBody"> -<p class="first"></p> -<div class="figure ad-dubec3-imgwidth"><img src="images/dubec-no-3.png" alt="Cigarettes
Dubec No. 3
Bouts d’Or
Distinction Royale 1895" width="562" height="720"></div><p> -</p> -<p class="xd31e1030">DUBEC No. 3 -</p> -<p class="xd31e956">GOUD EN KURK -</p> -<p class="xd31e1034">BESTE 3 CTS. CIGARET -</p> -<p class="xd31e965">GEMAAKT VAN HEERLIJKE<br> -ECHT TURKSCHE TABAK -</p> -<p class="xd31e1040">CIGARETTENFABRIEK <b>J. van KERCKHOF</b> -</p> -<p class="xd31e976">GEVESTIGD 1885 -</p> -</div> -</div> -<div class="div1" id="toc"> -<h2 class="main">Inhoudsopgave</h2> -<table summary="Inhoudsopgave"> -<tr id="ch1.toc"> -<td class="tocDivNum">I. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch1">De onverwachte ontmoeting.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch1">1</a></td> -</tr> -<tr id="ch2.toc"> -<td class="tocDivNum">II. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch2">Canny in een nieuwe rol.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch2">6</a></td> -</tr> -<tr id="ch3.toc"> -<td class="tocDivNum">III. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch3">De mijnen gelegd.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch3">12</a></td> -</tr> -<tr id="ch4.toc"> -<td class="tocDivNum">IV. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch4">Naar St. Louis.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch4">16</a></td> -</tr> -<tr id="ch5.toc"> -<td class="tocDivNum">V. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch5">Canny aan het werk.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch5">22</a></td> -</tr> -<tr id="ch6.toc"> -<td class="tocDivNum">VI. </td> -<td class="tocDivTitle" colspan="8"><a href="#ch6">In de kooi.</a></td> -<td class="tocPageNum"><a class="pageref" href="#ch6">26</a></td> -</tr> -</table> -</div> -<div class="transcriberNote"> -<h2 class="main">Colofon</h2> -<h3 class="main">Beschikbaarheid</h3> -<p class="first">Dit eBoek is voor kosteloos gebruik door iedereen overal, met vrijwel geen beperkingen -van welke soort dan ook. U mag het kopiëren, weggeven of hergebruiken onder de voorwaarden -van de Project Gutenberg Licentie in dit eBoek of on-line op <a class="seclink xd31e43" title="Externe link" href="https://www.gutenberg.org/">www.gutenberg.org</a>. -</p> -<p>Dit eBoek is geproduceerd door het on-line gedistribueerd correctieteam op <a class="seclink xd31e43" title="Externe link" href="https://www.pgdp.net/">www.pgdp.net</a>. -</p> -<h3 class="main">Metadata</h3> -<table class="colophonMetadata" summary="Metadata"> -<tr> -<td><b>Titel:</b></td> -<td>Lord Lister No. 398: Duister New-York</td> -<td></td> -</tr> -<tr> -<td><b>Auteur:</b></td> -<td>Theo von Blankensee [Pseudoniem van Mathias Blank (1881–1928)]</td> -<td><a href="https://viaf.org/viaf/8133268/" class="seclink">Info</a></td> -</tr> -<tr> -<td><b>Auteur:</b></td> -<td>Felix Hageman (1877–1966)</td> -<td><a href="https://viaf.org/viaf/5168161211441040070000/" class="seclink">Info</a></td> -</tr> -<tr> -<td><b>Auteur:</b></td> -<td>Kurt Matull (1872–1930?)</td> -<td><a href="https://viaf.org/viaf/56770919/" class="seclink">Info</a></td> -</tr> -<tr> -<td><b>Taal:</b></td> -<td>Nederlands (Spelling De Vries-Te Winkel)</td> -<td></td> -</tr> -<tr> -<td><b>Oorspronkelijke uitgiftedatum:</b></td> -<td>[1921]</td> -<td></td> -</tr> -<tr> -<td><b>Trefwoorden:</b></td> -<td>Detective and mystery stories -- Periodicals</td> -<td></td> -</tr> -<tr> -<td><b></b></td> -<td>Dime novels -- Periodicals</td> -<td></td> -</tr> -</table> -<h3 class="main">Codering</h3> -<p class="first">Dit boek is weergegeven in oorspronkelijke schrijfwijze. Afgebroken woorden aan het -einde van de regel zijn stilzwijgend hersteld. Kennelijke zetfouten in het origineel -zijn verbeterd. Deze verbeteringen zijn aangegeven in de colofon aan het einde van -dit boek.</p> -<h3 class="main">Documentgeschiedenis</h3> -<ul> -<li>2021-11-03 Begonnen. -</li> -</ul> -<h3 class="main">Externe Referenties</h3> -<p>Dit Project Gutenberg eBoek bevat externe referenties. Het kan zijn dat deze links -voor u niet werken.</p> -<h3 class="main">Verbeteringen</h3> -<p>De volgende verbeteringen zijn aangebracht in de tekst:</p> -<table class="correctionTable" summary="Overzicht van verbeteringen aangebracht in de tekst."> -<tr> -<th>Bladzijde</th> -<th>Bron</th> -<th>Verbetering</th> -<th>Bewerkingsafstand</th> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e101">1</a>, <a class="pageref" href="#xd31e124">1</a></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom">,</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e112">1</a></td> -<td class="width40 bottom">exentrieken</td> -<td class="width40 bottom">excentrieken</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e121">1</a></td> -<td class="width40 bottom">trachten</td> -<td class="width40 bottom">trachtten</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e138">2</a></td> -<td class="width40 bottom">worstelling</td> -<td class="width40 bottom">worsteling</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e147">2</a></td> -<td class="width40 bottom">buttler</td> -<td class="width40 bottom">butler</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e185">4</a></td> -<td class="width40 bottom">psychopaath</td> -<td class="width40 bottom">psycholoog</td> -<td class="bottom">5</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e285">8</a></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom">„</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e287">8</a>, <a class="pageref" href="#xd31e336">9</a></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom">”</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e392">12</a></td> -<td class="width40 bottom">kellners</td> -<td class="width40 bottom">kelners</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e397">12</a></td> -<td class="width40 bottom">’</td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Verwijderd</i>] -</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e445">13</a></td> -<td class="width40 bottom">waarna</td> -<td class="width40 bottom">waarnaar</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e473">14</a></td> -<td class="width40 bottom">copieren</td> -<td class="width40 bottom">copiëren</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e513">16</a></td> -<td class="width40 bottom">onmiddelijk</td> -<td class="width40 bottom">onmiddellijk</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e532">17</a></td> -<td class="width40 bottom">gselepen</td> -<td class="width40 bottom">geslepen</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e545">17</a></td> -<td class="width40 bottom">Jerôme</td> -<td class="width40 bottom">Jerome</td> -<td class="bottom">1 / 0</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e556">17</a></td> -<td class="width40 bottom">uduizend</td> -<td class="width40 bottom">u duizend</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e603">19</a></td> -<td class="width40 bottom">doortebrengen</td> -<td class="width40 bottom">door te brengen</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e638">20</a></td> -<td class="width40 bottom">schilpadden</td> -<td class="width40 bottom">schildpadden</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e683">22</a></td> -<td class="width40 bottom">porcelein</td> -<td class="width40 bottom">porselein</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e702">23</a></td> -<td class="width40 bottom">balcon</td> -<td class="width40 bottom">balkon</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e716">23</a></td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Niet in bron</i>] -</td> -<td class="width40 bottom">.</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e817">27</a></td> -<td class="width40 bottom">”</td> -<td class="width40 bottom"> -[<i>Verwijderd</i>] -</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e839">28</a></td> -<td class="width40 bottom">balcons</td> -<td class="width40 bottom">balkons</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e889">29</a></td> -<td class="width40 bottom">informaties</td> -<td class="width40 bottom">informatie</td> -<td class="bottom">1</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd31e892">29</a></td> -<td class="width40 bottom">dwingen</td> -<td class="width40 bottom">dwingt</td> -<td class="bottom">2</td> -</tr> -</table> -</div> -</div> -<div style='display:block; margin-top:4em'>*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK LORD LISTER NO. 398: DUISTER NEW-YORK ***</div> -<div style='text-align:left'> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Updated editions will replace the previous one—the old editions will -be renamed. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright -law means that no one owns a United States copyright in these works, -so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the United -States without permission and without paying copyright -royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part -of this license, apply to copying and distributing Project -Gutenberg™ electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG™ -concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark, -and may not be used if you charge for an eBook, except by following -the terms of the trademark license, including paying royalties for use -of the Project Gutenberg trademark. If you do not charge anything for -copies of this eBook, complying with the trademark license is very -easy. You may use this eBook for nearly any purpose such as creation -of derivative works, reports, performances and research. Project -Gutenberg eBooks may be modified and printed and given away--you may -do practically ANYTHING in the United States with eBooks not protected -by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the trademark -license, especially commercial redistribution. -</div> - -<div style='margin:0.83em 0; font-size:1.1em; text-align:center'>START: FULL LICENSE<br> -<span style='font-size:smaller'>THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE<br> -PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK</span> -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -To protect the Project Gutenberg™ mission of promoting the free -distribution of electronic works, by using or distributing this work -(or any other work associated in any way with the phrase “Project -Gutenberg”), you agree to comply with all the terms of the Full -Project Gutenberg™ License available with this file or online at -www.gutenberg.org/license. -</div> - -<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'> -Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg™ electronic works -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg™ -electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to -and accept all the terms of this license and intellectual property -(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all -the terms of this agreement, you must cease using and return or -destroy all copies of Project Gutenberg™ electronic works in your -possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a -Project Gutenberg™ electronic work and you do not agree to be bound -by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the person -or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.B. “Project Gutenberg” is a registered trademark. It may only be -used on or associated in any way with an electronic work by people who -agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few -things that you can do with most Project Gutenberg™ electronic works -even without complying with the full terms of this agreement. See -paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project -Gutenberg™ electronic works if you follow the terms of this -agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg™ -electronic works. See paragraph 1.E below. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation (“the -Foundation” or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection -of Project Gutenberg™ electronic works. Nearly all the individual -works in the collection are in the public domain in the United -States. If an individual work is unprotected by copyright law in the -United States and you are located in the United States, we do not -claim a right to prevent you from copying, distributing, performing, -displaying or creating derivative works based on the work as long as -all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope -that you will support the Project Gutenberg™ mission of promoting -free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg™ -works in compliance with the terms of this agreement for keeping the -Project Gutenberg™ name associated with the work. You can easily -comply with the terms of this agreement by keeping this work in the -same format with its attached full Project Gutenberg™ License when -you share it without charge with others. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern -what you can do with this work. Copyright laws in most countries are -in a constant state of change. If you are outside the United States, -check the laws of your country in addition to the terms of this -agreement before downloading, copying, displaying, performing, -distributing or creating derivative works based on this work or any -other Project Gutenberg™ work. The Foundation makes no -representations concerning the copyright status of any work in any -country other than the United States. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.1. The following sentence, with active links to, or other -immediate access to, the full Project Gutenberg™ License must appear -prominently whenever any copy of a Project Gutenberg™ work (any work -on which the phrase “Project Gutenberg” appears, or with which the -phrase “Project Gutenberg” is associated) is accessed, displayed, -performed, viewed, copied or distributed: -</div> - -<blockquote> - <div style='display:block; margin:1em 0'> - This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and most - other parts of the world at no cost and with almost no restrictions - whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms - of the Project Gutenberg License included with this eBook or online - at <a href="https://www.gutenberg.org">www.gutenberg.org</a>. If you - are not located in the United States, you will have to check the laws - of the country where you are located before using this eBook. - </div> -</blockquote> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.2. If an individual Project Gutenberg™ electronic work is -derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not -contain a notice indicating that it is posted with permission of the -copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in -the United States without paying any fees or charges. If you are -redistributing or providing access to a work with the phrase “Project -Gutenberg” associated with or appearing on the work, you must comply -either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or -obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg™ -trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.3. If an individual Project Gutenberg™ electronic work is posted -with the permission of the copyright holder, your use and distribution -must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any -additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms -will be linked to the Project Gutenberg™ License for all works -posted with the permission of the copyright holder found at the -beginning of this work. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg™ -License terms from this work, or any files containing a part of this -work or any other work associated with Project Gutenberg™. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this -electronic work, or any part of this electronic work, without -prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with -active links or immediate access to the full terms of the Project -Gutenberg™ License. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, -compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including -any word processing or hypertext form. However, if you provide access -to or distribute copies of a Project Gutenberg™ work in a format -other than “Plain Vanilla ASCII” or other format used in the official -version posted on the official Project Gutenberg™ website -(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense -to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means -of obtaining a copy upon request, of the work in its original “Plain -Vanilla ASCII” or other form. Any alternate format must include the -full Project Gutenberg™ License as specified in paragraph 1.E.1. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, -performing, copying or distributing any Project Gutenberg™ works -unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing -access to or distributing Project Gutenberg™ electronic works -provided that: -</div> - -<div style='margin-left:0.7em;'> - <div style='text-indent:-0.7em'> - • You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from - the use of Project Gutenberg™ works calculated using the method - you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed - to the owner of the Project Gutenberg™ trademark, but he has - agreed to donate royalties under this paragraph to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid - within 60 days following each date on which you prepare (or are - legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty - payments should be clearly marked as such and sent to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in - Section 4, “Information about donations to the Project Gutenberg - Literary Archive Foundation.” - </div> - - <div style='text-indent:-0.7em'> - • You provide a full refund of any money paid by a user who notifies - you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he - does not agree to the terms of the full Project Gutenberg™ - License. You must require such a user to return or destroy all - copies of the works possessed in a physical medium and discontinue - all use of and all access to other copies of Project Gutenberg™ - works. - </div> - - <div style='text-indent:-0.7em'> - • You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of - any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the - electronic work is discovered and reported to you within 90 days of - receipt of the work. - </div> - - <div style='text-indent:-0.7em'> - • You comply with all other terms of this agreement for free - distribution of Project Gutenberg™ works. - </div> -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project -Gutenberg™ electronic work or group of works on different terms than -are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing -from the Project Gutenberg Literary Archive Foundation, the manager of -the Project Gutenberg™ trademark. Contact the Foundation as set -forth in Section 3 below. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.F. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable -effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread -works not protected by U.S. copyright law in creating the Project -Gutenberg™ collection. Despite these efforts, Project Gutenberg™ -electronic works, and the medium on which they may be stored, may -contain “Defects,” such as, but not limited to, incomplete, inaccurate -or corrupt data, transcription errors, a copyright or other -intellectual property infringement, a defective or damaged disk or -other medium, a computer virus, or computer codes that damage or -cannot be read by your equipment. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the “Right -of Replacement or Refund” described in paragraph 1.F.3, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project -Gutenberg™ trademark, and any other party distributing a Project -Gutenberg™ electronic work under this agreement, disclaim all -liability to you for damages, costs and expenses, including legal -fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT -LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE -PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE -TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE -LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR -INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH -DAMAGE. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a -defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can -receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a -written explanation to the person you received the work from. If you -received the work on a physical medium, you must return the medium -with your written explanation. The person or entity that provided you -with the defective work may elect to provide a replacement copy in -lieu of a refund. If you received the work electronically, the person -or entity providing it to you may choose to give you a second -opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If -the second copy is also defective, you may demand a refund in writing -without further opportunities to fix the problem. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth -in paragraph 1.F.3, this work is provided to you ‘AS-IS’, WITH NO -OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT -LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied -warranties or the exclusion or limitation of certain types of -damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement -violates the law of the state applicable to this agreement, the -agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or -limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or -unenforceability of any provision of this agreement shall not void the -remaining provisions. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the -trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone -providing copies of Project Gutenberg™ electronic works in -accordance with this agreement, and any volunteers associated with the -production, promotion and distribution of Project Gutenberg™ -electronic works, harmless from all liability, costs and expenses, -including legal fees, that arise directly or indirectly from any of -the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this -or any Project Gutenberg™ work, (b) alteration, modification, or -additions or deletions to any Project Gutenberg™ work, and (c) any -Defect you cause. -</div> - -<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'> -Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg™ -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Project Gutenberg™ is synonymous with the free distribution of -electronic works in formats readable by the widest variety of -computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It -exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations -from people in all walks of life. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Volunteers and financial support to provide volunteers with the -assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg™’s -goals and ensuring that the Project Gutenberg™ collection will -remain freely available for generations to come. In 2001, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure -and permanent future for Project Gutenberg™ and future -generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see -Sections 3 and 4 and the Foundation information page at www.gutenberg.org. -</div> - -<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'> -Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non-profit -501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the -state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal -Revenue Service. The Foundation’s EIN or federal tax identification -number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by -U.S. federal laws and your state’s laws. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -The Foundation’s business office is located at 809 North 1500 West, -Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up -to date contact information can be found at the Foundation’s website -and official page at www.gutenberg.org/contact -</div> - -<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'> -Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Project Gutenberg™ depends upon and cannot survive without widespread -public support and donations to carry out its mission of -increasing the number of public domain and licensed works that can be -freely distributed in machine-readable form accessible by the widest -array of equipment including outdated equipment. Many small donations -($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt -status with the IRS. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -The Foundation is committed to complying with the laws regulating -charities and charitable donations in all 50 states of the United -States. Compliance requirements are not uniform and it takes a -considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up -with these requirements. We do not solicit donations in locations -where we have not received written confirmation of compliance. To SEND -DONATIONS or determine the status of compliance for any particular state -visit <a href="https://www.gutenberg.org/donate/">www.gutenberg.org/donate</a>. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -While we cannot and do not solicit contributions from states where we -have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition -against accepting unsolicited donations from donors in such states who -approach us with offers to donate. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -International donations are gratefully accepted, but we cannot make -any statements concerning tax treatment of donations received from -outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Please check the Project Gutenberg web pages for current donation -methods and addresses. Donations are accepted in a number of other -ways including checks, online payments and credit card donations. To -donate, please visit: www.gutenberg.org/donate -</div> - -<div style='display:block; font-size:1.1em; margin:1em 0; font-weight:bold'> -Section 5. General Information About Project Gutenberg™ electronic works -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Professor Michael S. Hart was the originator of the Project -Gutenberg™ concept of a library of electronic works that could be -freely shared with anyone. For forty years, he produced and -distributed Project Gutenberg™ eBooks with only a loose network of -volunteer support. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Project Gutenberg™ eBooks are often created from several printed -editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in -the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not -necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper -edition. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -Most people start at our website which has the main PG search -facility: <a href="https://www.gutenberg.org">www.gutenberg.org</a>. -</div> - -<div style='display:block; margin:1em 0'> -This website includes information about Project Gutenberg™, -including how to make donations to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to -subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. -</div> - -</div> diff --git a/old/66803-h/images/ad-rcbb.png b/old/66803-h/images/ad-rcbb.png Binary files differdeleted file mode 100644 index f805b5d..0000000 --- a/old/66803-h/images/ad-rcbb.png +++ /dev/null diff --git a/old/66803-h/images/dubec-no-3.png b/old/66803-h/images/dubec-no-3.png Binary files differdeleted file mode 100644 index 2b53511..0000000 --- a/old/66803-h/images/dubec-no-3.png +++ /dev/null diff --git a/old/66803-h/images/lordlister0398-front.jpg b/old/66803-h/images/lordlister0398-front.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 9e42771..0000000 --- a/old/66803-h/images/lordlister0398-front.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/66803-h/images/p0398-01.png b/old/66803-h/images/p0398-01.png Binary files differdeleted file mode 100644 index 321b4c5..0000000 --- a/old/66803-h/images/p0398-01.png +++ /dev/null |
