diff options
| author | nfenwick <nfenwick@pglaf.org> | 2025-02-05 04:52:41 -0800 |
|---|---|---|
| committer | nfenwick <nfenwick@pglaf.org> | 2025-02-05 04:52:41 -0800 |
| commit | 3df47149166eec9dcbdabf814ee9a445191d9ae1 (patch) | |
| tree | a334ab239c946eb1ca78512f845ab243e98690e0 | |
| parent | df0c843c123b91c529fa96ca8639eb4bd87eea01 (diff) | |
81 files changed, 17 insertions, 12727 deletions
diff --git a/.gitattributes b/.gitattributes new file mode 100644 index 0000000..d7b82bc --- /dev/null +++ b/.gitattributes @@ -0,0 +1,4 @@ +*.txt text eol=lf +*.htm text eol=lf +*.html text eol=lf +*.md text eol=lf diff --git a/LICENSE.txt b/LICENSE.txt new file mode 100644 index 0000000..6312041 --- /dev/null +++ b/LICENSE.txt @@ -0,0 +1,11 @@ +This eBook, including all associated images, markup, improvements, +metadata, and any other content or labor, has been confirmed to be +in the PUBLIC DOMAIN IN THE UNITED STATES. + +Procedures for determining public domain status are described in +the "Copyright How-To" at https://www.gutenberg.org. + +No investigation has been made concerning possible copyrights in +jurisdictions other than the United States. Anyone seeking to utilize +this eBook outside of the United States should confirm copyright +status under the laws that apply to them. diff --git a/README.md b/README.md new file mode 100644 index 0000000..47e34fb --- /dev/null +++ b/README.md @@ -0,0 +1,2 @@ +Project Gutenberg (https://www.gutenberg.org) public repository for +eBook #50733 (https://www.gutenberg.org/ebooks/50733) diff --git a/old/50733-0.txt b/old/50733-0.txt deleted file mode 100644 index 5ce5eed..0000000 --- a/old/50733-0.txt +++ /dev/null @@ -1,6244 +0,0 @@ -The Project Gutenberg EBook of Wij en ons ezeltje, by Amy le Feuvre - -This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and most -other parts of the world at no cost and with almost no restrictions -whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of -the Project Gutenberg License included with this eBook or online at -www.gutenberg.org. If you are not located in the United States, you'll have -to check the laws of the country where you are located before using this ebook. - -Title: Wij en ons ezeltje - -Author: Amy le Feuvre - -Translator: Silvanus - -Release Date: December 20, 2015 [EBook #50733] - -Language: Dutch - -Character set encoding: UTF-8 - -*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK WIJ EN ONS EZELTJE *** - - - - -Produced by R.G.P.M. van Giesen - - - - -[Illustratie: kaft voorkant] - -WIJ EN ONS EZELTJE. - - - - -WIJ EN ONS EZELTJE -Uit het Engelsch van AMY LE FEUVRE - - -DOOR SILVANUS. - - -[Illustratie: logo] - - - - -'s-GRAVENHAGE -- D. A. DAAMEN. - - - - - - Inhoudsopgave - - HOOFDSTUK I - HOOFDSTUK II - HOOFDSTUK III - HOOFDSTUK IV - HOOFDSTUK V - HOOFDSTUK VI - HOOFDSTUK VII - HOOFDSTUK VIII - HOOFDSTUK IX - HOOFDSTUK X - HOOFDSTUK XI - HOOFDSTUK XII - HOOFDSTUK XIII - HOOFDSTUK XIV - HOOFDSTUK XV - HOOFDSTUK XVI - HOOFDSTUK XVII - - - - -[Illustratie] - -HOOFDSTUK I. - - -Natuurlijk zeggen de jongens, dat ik het weer niet klaar zal spelen. -Maar ik zeg van wel. Moet u weten, we zijn in een dorp beland, waar -alles vreemd en nieuw is, en daar is dus heel wat van te vertellen. -Nu zegt Daan wel, dat iedereen, die schrijft, een kwast is; en Alex, -dat ik alleen over mezelf zal schrijven, maar dat heeft geen nood; -want er is heel wat belangrijkers te beschrijven, dan mezelf. -Bovendien, ik ben zelfs niet van plan, alleen op te schrijven, wat -wij gedaan en gezegd hebben, d'r zijn hier nog zooveel andere -menschen, waar ik wat van vertellen wil. 't Is wel gemakkelijk, -besluiten te nemen, maar ze uit te voeren, is moeilijker. Toch zal ik -het probeeren. - -En daarom zal ik maar eens beginnen met te vertellen, dat onze vader -Jan Hendrik Marjoribanks heet, en dat hij dominee is. Moeder is een -jaar geleden gestorven; liever schreef ik daar niet over, maar het -zal wel moeten. Het was toen ook zulk een vreeselijke tijd. Wij waren -heel arm, want vader was toen nog maar hulpprediker, en moeder kon -voor hem geen dikke winterjas koopen. Haar wintermantel versneed ze, -om er een voor mij van te maken, en toen zij op een bitter kouden -avond uitging om een zieke vrouw te bezoeken, keerde zij huiverend -van koorts terug; zij kreeg -- ik weet heusch 't woord niet meer, -maar 't begon met een p. Haar longen waren aangedaan, en er moest een -verpleegster komen, die heel wat geld kostte; niemand van ons mocht -haar zien voor den laatsten dag van haar leven, toen ze ons bij zich -riep om afscheid te nemen. Ik kan daar niet meer over schrijven, het -maakt mij zoo bedroefd -- wij hielden zoo veel van moeder. Zij zeide -mij, dat ik trachten moest, haar plaats in te nemen, want ik was haar -oudste dochter, en ik gevoel zoo, nooit, nooit zal ik het worden, -want ik ben zoo vergeetachtig en ik haat het naaiwerk. Om de -eenvoudigste dingen lach ik, iedereen kan me aan 't lachen maken, en -dat weten ze. - -Onze arme vader werd steeds bedrukter, en Mej. Glass, de vrouw van -onzen dominee, toonde zich een vreeselijke bemoeial. Haar kinderen -konden wij niet zetten; 't waren lastposten. Eens, toen we weer aan -'t vechten waren, zeiden ze: Jullie vader moet doen, wat onze vader -hem zegt, en als hij 't niet doet, wordt hij weggestuurd. Zij schenen -te denken, dat vader een soort knecht was; wij hebben ze eens goed de -waarheid gezegd, en daarna hebben we in geen vijf dagen een woord -tegen elkaar gesproken. - -Kort daarna kwam de blijde tijding: vader gaat naar den Rector van -Warlington, en dat beteekende: hij zou een eigen kerk en een eigen -huis krijgen. Wij zouden verhuizen! - -Een verhuizing is 't mooiste, wat je kunt beleven. Twee keer waren we -al verhuisd, en we zouden 't elk jaar wel willen. Ditmaal was het -niet zóó gezellig meer als vroeger, omdat moeder er niet meer was. -Tante Caroline kwam nu eens kijken. - - -[Illustratie] - - -Nog denk ik met genot terug aan die dagen; den laatsten dag, toen -onze maaltijd op een kist werd opgediend en overal de grootste herrie -heerschte, en alle kamers zachtjesaan leeg raakten, vond ik vooral -verrukkelijk. - -Tante Caroline trok mee naar de nieuwe woning, en zij is nu nog bij -ons. Zij is een eigen zuster van vader, heel vriendelijk en nog al -druk. Onze overtocht per spoor duurde lang; wij hadden vlak bij -Londen gewoond, en ons nieuwe huis stond in Lincolnshire. Toen we -aankwamen, waren we allen van vermoeidheid in slaap gevallen. -Misschien is het beter, nu eerst wat van onszelf te vertellen, dan -wat van het huis, en dan mijn eigenlijke verhaal te beginnen. - -Daan is de oudste, hij is 13 en Alex 12 jaar. Zij doen altijd alles -samen, Daan heeft de leiding, en gewoonlijk is Alex het met hem eens, -nadat hij er eerst flink met hem over getwist heeft. Iedereen vindt -hen knappe jongens. Ik ook wel, maar als de menschen tegen vader -zeggen: Wat flinke jongens! Zulke kleine meneertjes al! -- dan schudt -hij het hoofd. Na hen volg ik. Ik ben de leelijkste van de familie. -Ik heb roodachtig haar, een bleek gezicht en groenachtig-bruine -oogen. Heelemaal rood is mijn haar niet; d'r zijn d'r wel rooder. De -jongens zeggen, dat roodharige menschen altijd leelijk zijn. Meer zal -ik over mezelf niet zeggen; alleen nog dit eene, dat ik -boekenschrijfster wil worden, en daarom er nu vast mee begin. Ik heet -Grietje. Is 't geen vreeselijke naam? Ik heb hem van een oude tante, -die mijn peettante was. De jongens noemen mij natuurlijk Griet. Je -kùnt geen schoonheid zijn met zoo'n naam, zei Daan eens tegen me, -toen ik hem vertelde zoo mooi te willen wezen als ons zusje Lena. -Neen, zei ik, maar als ik m'n oogen sluit, klinkt Grietje als een -grimmige oude vrouw met een baard onder d'r kin, en ik vrees, dat ik -óók zoo zal worden. Ik denk het ook wel, zei Daan, maar je behoeft -niet leelijker te zijn dan je verkiest. Je bent nu nog niet oud. -Ziezoo, dat is ten minste één ding om dankbaar voor te wezen: oud -ben ik nog niet. - -Lena is negen jaar, heel lief, en een echte dolle dries. Zij heeft -prachtig lang haar, dat in blonde golven neerhangt tot op haar -middel, en blauwe oogen. Onze jongste is Puf, oftewel onze baby. Zijn -eigenlijke naam is George, maar wij noemen hem Puf, omdat hij zoo -snel praat, dat hij tusschen de woorden blaast als een stoommachine, -en omdat hij stapt als een haan. Hij is pas 6 jaar en heeft altijd -een schortje voor, waar hij 't land aan heeft, en dat tracht los te -maken, zooveel hij maar kan. Wij hebben het nu met heel veel knoopen -van achteren vastgemaakt. Hij probeert het zooveel mogelijk vuil te -maken, maar als hij dientengevolge meer dan één schortje per dag -noodig heeft, krijgt hij geen suiker in z'n thee, en dat vindt hij -verschrikkelijk. Hij heeft een kroeskop, dikke wangen, stapt heel -zwaar en heeft dus heel wat schoenen noodig. - -Nu zal ik ons huis gaan beschrijven. 't Is een heerlijk huis, vlak -bij de kerk, omringd van vele huisjes met rieten daken. Onze poort is -naast die van de kerk, maar als we naar de kerk gaan, loopen we langs -een klein nauw paadje tusschen dichte heesters door, en dan komen we -door een nauw poortje op het kerkhof, vlak tegenover den ingang. Een -breed pad leidt van onze poort naar de huisdeur; aan dezen kant zijn -ook de stallen, een koetshuis met zolder en nog twee stallen voor -paarden. Wij hebben geen paard of rijtuig, maar er zijn daar -heerlijke plekjes om te spelen. Vóór ons huis is een groot grasveld -daar staat ook een prieel, en aan de eene zijde een groepje boomen; -verder nog struikgewas en bessenstruiken. - -Achter de keuken zijn twee grasvelden en daarachter loopt de -spoorlijn; ons huis ligt wat hoog, zoodat de tuin wat afloopt, -hetgeen heel geschikt is, om den trein te halen, als je wat laat -bent. Aan de andere zijde van 't huis zijn bloemperken, waarop vaders -studeerkamer uitziet. Achter de stallen is het werkhok en de -kippenren, staande tegen een dijkje, dat ons erf van den weg scheidt. -Ik ben niet heel sterk in beschrijvingen als deze, maar ik hoop, er -nu voldoende van te hebben gezegd. - -In ons benedenhuis hebben we de eetkamer, de zitkamer en vaders -studeerkamer. Een lange gang leidt naar de keuken. Boven hebben we -onze leerkamer, dan vaders slaapkamer, die van tante Caroline, en de -bergkamer. Ook hier weer een lange gang, aan het eind daarvan onze -slaapkamers en die van de dienstbode. Alex en Daan slapen samen in de -eene, Lena en ik in de andere kamer. Puf slaapt bij tante Caroline. - -In het gansche huis hangt een echt landelijke geur. Beschrijven kan -ik dien niet, wij hebben altijd in de stad gewoond, maar als ik m'n -oogen dicht doe, kan ik zeggen, waar ik ben, door den geur. - -De eerste weken na onze aankomst waren gezellig. Wij hielpen tante -Caroline met het plaatsen der meubelen, terwijl vader naar Lemworth -ging, een naburige stad, om er eenige nieuwe kleeden en enkele -nieuwe meubelstukken te koopen. Wij klapten in onze handen, toen wij -ze zagen, maar vader zei: Ach kinderen, hoe zou moeder dit verblijd -hebben! Toen ging hij naar z'n studeerkamer en sloot de deur, en wij -werden in eens stil. - -Ge hebt gezien, dat we met onze nieuwe woning bijzonder in onze -nopjes waren; 't was ook alles zoo nieuw voor ons, en we konden -nauwelijks gelooven, dat dit alles nu voor ons was. - -Wij zijn hier begin Juni gekomen, we hebben onophoudelijk aardbeien -gegeten en morgen is het Juli! Gisteren hadden we onzen eersten -regendag, en zijn we allemaal in de leerkamer gebleven; we begonnen -met een praatje over onze lessen. Daan en Alex moeten elken dag 3 -mijlen loopen naar den dominee van het naastbijzijnde dorp; die -dominee geeft zijn eigen kinderen en enkelen anderen les. Zij blijven -daar dan eten, en keeren pas op het theeuurtje terug. Lena en ik -nemen les van tante Caroline; ik geloof, dat tante niet heel secuur -is, maar zeker weten doe ik 't niet. Zij en tante Marie komen bij -beurten vaders huishouding waarnemen. Zij wonen dicht bij Londen; van -tante Marie houden we erg omdat zij vaak spelletjes met ons doet en -verhaaltjes vertelt; pas in den herfst is het haar beurt om te komen, -dat duurt dus nog even. - -"Ik vind zes mijlen per dag loopen een vervelend baantje," zei Daan, -en wierp z'n lei driftig op tafel; "wij moesten een fiets hebben, dan -zou 't makkelijker gaan." "Die zullen we nooit krijgen," zei Alex, -"zoolang we zoo arm blijven. Als ik ouder word, zal ik gaan sparen, -voor ik trouwen ga, en dan geef ik ieder van m'n jongens een fiets, -als ze zes jaar zijn." "Hoe leg je dat aan?" vroeg Daan. "Zeker niet -door hard te werken." - -"Ik ga goud, of diamanten, of petroleum zoeken," zei Alex. "Kan niet -schelen wat, maar dà t is _je_ manier om geld te verdienen." Toen -Daan weer: "Maar goud en diamanten spuiten den grond niet uit, als -jij voorbij komt." "Dat niet, maar ik zal ze onverwacht ontdekken." -"Ik wou, dat we een klein ponykarretje konden houden," zei ik. -"Gisteren zag ik er een rijden door ons dorp, met zoo'n aardigen -pony, bestuurd door een klein meisje in 't blauw en met een witten -stroohoed op." - -"Pony's kosten veel geld," zei Alex. "Een oude ezel zou niet kwaad -zijn; hij zou ons in een wip naar school brengen." - -"Ja," riep ik verheugd uit, "en ik zou iederen morgen met jullie mee -gaan om hem weer terug te brengen, omdat we hem hier overdag wel eens -noodig konden hebben, en dan ga ik jullie 's middags weer met hem -halen." - - -[Illustratie] - - -Daan gooide z'n boek naar mijn hoofd; ik ving het op en wierp het -terug; 't was goed raak. Gevolg: een geregeld bombardement van -boeken, totdat tante Caroline in de deur verscheen en ons beval, op -te houden. Toen begonnen we weer over onzen ezel te denken, en we -besloten te gaan sparen, om er een te koopen. Wij beloofden elkaar -plechtig, geen cent meer te zullen uitgeven voor snoepgoed, zoolang -niet genoeg geld bijeen was, om een ezel te koopen. - -"Als we geen karretje kunnen koopen, zullen we hem bij beurten -berijden," stelde Alex voor. Toen nam Puf het woord: - -"Ik ga ook sparen, en dan koop ik een renpaard, dat is heel wat beter -dan een oude ezel." "Kun jij zes mijlen lang op een paard zitten, jij -kleine vent?" vroeg Daan. Puf wond zich op: "Een oude ezel weet niet, -hoe ie loopen moet; en rennen kan ie heelemaal niet, ik hou van -rennen, en ik wil niet op een ezel zitten, en ik geef mijn geld niet -voor zoo'n sukkel, en ik...." "Hou op!" riep Daan, "jou kleine -windhapper, of we zullen je vierkant uit 't raam zetten. Nou, jongens -hoeveel geld hebben we samen? Ik zal penningmeester zijn; vlug wat!" - - -[Illustratie] - - -Daan had nog niet uitgesproken, of Lena en ik vlogen al naar ons -kamertje, om onze beursjes te halen. Lena had 5 1/2 cent, ik 9 -dubbeltjes. Wij gaven dit bedrag aan Daan, die het geld in z'n -spaarpot deed. Daarna nam hij uit zijn beurs 65 cent, terwijl Alex -met smart beleed, dat ie geen cent bezat. Toen werd Puf bevolen twee -centen af te staan, hetgeen hij al huilende deed, en telden we ons -gezamenlijk bezit: één gulden, 62 1/2 cent. Niet veel, om een ezel -voor te koopen! - -"Wij moeten probeeren, er wat geld bij te verdienen," sloeg ik voor. -"Dat is nog zoo gek niet," zei Daan, "en ik heb er al over gedacht, -hoe." "Dat heb ik ook," zei ik snel, "maar ik zeg het je niet, wel de -volgende week, het is o zoo leuk." - -Lena was bezig de kamer rond te hinken; even hield ze stil. "Ik wou -dat we konden bedelen," zei ze. "Er is geen politie, om ons het te -beletten." Daan sprak: "Alsof wij in onzen stand konden bedelen!" -Daan is heel trotsch op "onzen stand". Ik vroeg hem eens, van welken -stand wij waren. Van den tweeden, zei hij; de groote heeren en dames -zijn van den eersten; maar ik herinnerde hem, dat moeders grootmoeder -Mevrouw Louise werd genoemd, en wij dus ook tot den eersten stand -behoorden. Hij zei toen, dat we van gekruist ras zijn. Ik weet niet, -wat dat beteekent. - -"Misschien zal vader ons een ezel geven, als we hem er om vragen," -zei Lena; "hij is nu veel rijker. Ik zal hem er over spreken." Ze -rende de kamer uit. Vader is dol op Lena; nooit bromt hij op haar, -als ze op zijn studeerkamer komt. Wij wachtten in spanning; ze kwam -met een lang gezicht terug. "Vader zegt, dat de verhuizing zooveel -geld heeft gekost, dat hij nauwelijks al z'n rekeningen kan betalen." -"'t Is ook veel aardiger als wij zelf den ezel kunnen koopen," zei -Daan. Opeens riep Alex: "Ik heb een eenig plan, om geld te -verdienen." "Dan hebben we nu drie plannen," merkte Daan op; "laten -we elkaar daar nu niets van vertellen, dan komen we vandaag over een -maand hier weer bij elkaar,' en tellen we onze verdiensten. Lena, jij -moet nog een plannetje verzinnen, om geld te verdienen." Zij schudde -lachend het hoofd: "Ja, ik weet al wat, en ik vertel het ook aan geen -mensch." - - -[Illustratie] - - -De vergadering werd besloten met een harddraverij om de tafel, totdat -tante Caroline weer verscheen, om ons het te verbieden. Toen Puf dien -avond naar bed ging, vroeg ie aan vader, of God soms ook geld had. -Puf doet altijd van die wonderlijke vragen, en vader geeft hem altoos -ernstig antwoord, hij zal hem nooit uitlachen. - -"God is heel rijk, is 't niet vader?" - -"Alle dingen in hemel en op aarde zijn van Hem," antwoordde vader. - -Puf ging heel gelukkig naar bed, maar eerst stak hij zijn hoofd nog -even bij ons door de deur; "ik heb een heel mooi plan," zei hij. En -wij lachten allemaal, omdat wij wel konden gissen, wat het was. - ------- - - - - -[Illustratie] - -HOOFDSTUK II - - -Wij hebben twee weken vacantie, voor wij aan de lessen beginnen, en -dan duurt het nog maar enkele weken, en wij hebben weer vacantie, de -groote zomervacantie, die einde Juli begint. - -Ik verlang er naar te beginnen met mijn plan om geld te verdienen, en -ik denk er vandaag maar een aanvang mee te maken. Ik wou er eerst -niets van zeggen, maar ik heb toch vader eerst maar verlof gevraagd, -en hem gezegd, dat hij er niets van aan de anderen moet zeggen. Lena -kan nooit een geheim bewaren; vanmorgen al, toen ze nog in bed lag, -wilde ze mij al vertellen, wat ze doen ging, maar ik stopte mijn -vingers in mijn ooren, zoodat ze kon zien, dat ik het toch niet -hooren wou. Ik geloof stellig, dat we ons geheim niet lang zullen -bewaren; dat spelen we nooit klaar. Was het nu nog één geheim, maar -'t zijn er vijf, en die houden we onmogelijk stil. - -Vandaag is 't Zaterdag. Tante Caroline houdt elken Zaterdagavond een -huisgodsdienst voor den Zondag, en daar gaan we allen heen. Dat -geschiedt in onze mooie oude kerk; tante Caroline bespeelt dan het -orgel, en wij vormen het koor; Daan noemt het een gekras van belang. - -Nu is er een oude man, die als voorzanger dienst doet, en de -antwoorden opzegt, als niemand ze weet. Hij heeft een foei-leelijke -stem, en zingt altijd een heel eind achter. Hij heet Nathan Porter. -Verleden Zaterdag zei Daan tegen hem: "Kijk es, u moet niet zoo hard -zingen, wij kunnen 't best af. Ik denk, dat u wel vermoeid zult zijn -van 't zingen. Waarom gaat u niet midden in de kerk zitten, met een -kussen in uw rug?" De oude man was beleedigd en stampte met zijn stok -op den vloer: "Jongetje, ik ben hier spijkervast huisraad; jelui -doortrekkend volk gaat voorbij als het gras. Ik ben hier al veertig -jaar voorzanger, en nog niemand heeft mij ooit van hier willen jagen. -Ik zing hier al van dat ik knaap was, en ik zal zingen blijven, tot -dat ik naar het koor hierboven ga, en dan zal ik dáár zingen." Daan -voelde zich terechtgezet, en zei geen woord meer. - -Ook een kreupele jonge kleermaker, en de onderwijzeres, en vier -schoolkinderen doen aan den kerkdienst mee. Ik houd erg van de -kooroefeningen, maar de jongens niet. Zij hadden vanmiddag liever -gecricket in 't veld. Vreeselijk verhit kwamen zij aanhollen, toen 't -tegen 4 uur liep, en in de grootste haast werden de handen -gewasschen. De kerk was koel, na het voortdurend gejakker in 't land. - -In de kerk is één geschilderd raam; de andere ramen zijn gewoon, en -je kunt de wuivende boomkruinen, en de blauwe lucht er door zien. Het -maakt je aan 't droomen, als je dat ziet, terwijl je zit te zingen. -Soms vergeet ik waar ik ben, en dan stooten de jongens mij aan en -fluisteren: "Word wakker, Griet, kijk, een wesp!" Zij weten wel, hoe -bang ik voor wespen ben; en dan schreeuw ik bijna luid van angst, en -zie, dat er niets is. Het is heel moeilijk, je altijd goed te houden -als er jongens bij zijn; zij maken je aan 't lachen en doen je 't -geduld verliezen. En ik wil me juist in de kerk zoo graag goed -houden, vooral als het een mooie dag is, en alles zoo rustig en stil -om ons heen. Als ik dan de gouden vlammen zie bij zonsondergang, en -de blauwe luchten en de rose wolken, dan komt er een lichte huivering -over me, en ik fluister in mezelf: "O God, maak mij goed! Maak mij -goed!" - -Daan en Alex zingen heel aardig; hun zang klinkt in de kerk als .... -ja, ik zou haast zeggen als een klok, maar er is nog een lieflijker -geluid: als ge met uw natgemaakte vingers langs den rand van een glas -wrijft! Vader zegt, dat ik ook geen slechte stem heb, maar 't haalt -toch niet bij die van de jongens. Moeder kon prachtig zingen -- maar -ik zal over haar niet spreken, dat maakt me maar droevig -- en dan -word ik boos op de jongens. Ik verwonder mij er vaak over, waarom het -nu zoo verkeerd is, om te schreien. Ik denk, omdat het te -kinderachtig is. Daan is altoos boos, als er een van ons schreit. Hij -zegt, dat het fijnste volk van de wereld de Amerikaansche Indianen -zijn; die lachen nog, terwijl ze onthoofd worden. - -Maar ik huil om de minste aanleiding; dan komen de tranen me in de -oogen en ik kà n ze niet tegenhouden. Zelfs de stemmen der jongens -bij de kooroefeningen maken me al bedroefd. Ik wou, dat ik een -Amerikaansche Indiaan was. - -Toen de kerkdienst afgeloopen was, bleef ik met tante Caroline nog -even in de kerk, om de zangboeken op te bergen, en toen kwam vader de -kerk binnen. Hij zag er opgewekt uit, liep naar een graftombe dicht -bij den preekstoel, en riep mij bij zich. In den grafsteen was de -figuur van een ridder gebeiteld; wij vinden het altijd zoo jammer dat -zijn neus kapot is, want het bederft z'n gansche gelaat. Maar vader -wees mij op eenige woorden, gegrift aan het voeteneind. "Grietje," -zei vader, "dat zijn nu de woorden, welke ik ook op mijn graf zou -wenschen, tenminste, als ik er naar geleefd heb. Lees ze mij eens -voor, kind." Ik las ze, hoewel ik ze niet begreep: "Semper fidelis, -semper paratus." - -"Altijd getrouw, altijd bereid," zei vader; "niet soms, Grietje. Hoe -weinigen van ons kunnen dat "semper" voor onze deugden plaatsen!" - -Ik begrijp vader niet altijd, maar ik zei niets, totdat de zon scheen -door het beschilderde kerkraam, en blauwe en roode stralen over den -ridder wierp. Toen glimlachte ik. - - -[Illustratie] - - -"O, vader, wat is het toch een lief kerkje, en is u nu niet blijde, -dat dit alles aan u behoort? Het is toch allemaal van u, is 't niet?" - -Hij schudde zijn hoofd. - -"Het is niet mijn kerk, Grietje, maar die van mijn Meester." - -"Jawel, dat weet ik wel," zei ik langzaam. - -Toen zei vader op zachten toon, alsof hij tot zichzelf sprak in -plaats van tot mij: "Slechts rentmeester. En -- van den rentmeester -wordt getrouwheid vereischt, semper fidelis." - -Tante Caroline kwam bij ons. "'t Is theetijd, Grietje, kom, mee naar -binnen." Ik ging heen, spijtig, dat ik het heerlijk-koele kerkgebouw -alweer moest verlaten. Ik wou, dat we altoos buiten eten en drinken -konden. Thee is zomers zoo heet. Ik ging de eetkamer binnen. De -jaloezieën waren neer; de pas binnengebrachte theepot stoomde nog. -Alex was bezig met de vliegen te verdrijven van onze boterhammen; -Daan leerde Puf op z'n hoofd loopen, en Lena was nergens te zien. - -Ik zou ze net gaan zoeken, toen ze de kamer binnenholde. Heur haar -hing los, haar gezicht was erg verhit en haar schortje vuil als roet. -Ze danste de kamer door en zong zoo hard als ze kon: "Hoerah! Ik heb -het gedaan!" Toen stond ze plotseling stil en liet een kwartje zien. -"Mijn eerste winst," riep ze uit; "ik ben jelui allemaal voor!" - -Ik ging naar haar toe en zei: "Ik weet wat je hebt gedaan, ik kan 't -aan je ruiken." "Zeg het nu maar niet! Vang 'm, meneer de -penningmeester! Ik ga me wasschen." Zij huppelde de kamer uit, Puf -keek me ernstig aan. - -"Zij heeft suikergoed in de keuken gemaakt." De jongens begonnen te -lachen. - -"Makkelijk genoeg, haar geheim uit te visschen, maar ik zou wel es -willen weten, wie er haar geld voor geeft," zei Daan. Ik antwoordde: -"Misschien vader of tante Caroline. Maar laten we daar nu niet naar -raden, totdat ze 't ons zelf vertelt. Dat zou niet in den vorm zijn." -"In den vorm" is een woord van Daan; hij zegt het heel veel. - -"Het is niet in den vorm, een kwast te wezen," zei hij. - -"Dà t weet ik evengoed als jij." - -"Dan ben je 't niet, Griet!" - -Toen kwam tante Caroline binnen, en wij eindigden ons getwist. - -Toen tante Caroline goed en wel gezeten was, schonk ze thee voor ons -in; daar verscheen Lena, blinkend van frischheid, nu ze zich eens -terdege had gewasschen. Maar nog was haar gezicht opgezet, zoodat -tante uitriep: "Kind, wat zie je er uit!" Ze leek ook wel wat op een -gekookte kreeft. "Ik heb zoo hard gewerkt," zeide ze; "ik zou voor -geen duizend gulden kok willen wezen!" - -Vervolgens kwam vader binnen; hij drinkt altijd gelijk met ons thee; -maar zijn eigenlijk avondeten gebruikt hij nooit vóór 8 uur; dan -eet hij met tante Caroline samen. Geen van ons had veel trek in thee; -ze was zoo heet, en er was alleen brood met boter, niet eens bisquit, -geen jam en geen aardbeien. Natuurlijk hebben we die lekkernijen niet -iederen avond. - - -[Illustratie] - - -Na het theedrinken gingen de jongens den tuin in, terwijl ik tante -Caroline hielp met het klaarleggen van al onze Zondagsche kleeren, en -het verstellen van eenig ondergoed. We hebben slechts twee -dienstboden, de keukenmeid en Emma; die kunnen dus het verstellen van -ons goed er niet bij hebben. Emma helpt Puf bij z'n bad, waarbij hij -danst en springt en soms over z'n hoofd buitelt in 't water, onder -veel geschreeuw en drukte. Lena is trotsch op haar verdiende kwartje. -Ik kan vóór Dinsdag a.s. niets verdienen, maar dan zal het ook raak -zijn. En nu moet ik met schrijven eindigen, want ik ga naar bed. - -Lena kwam juist naar me toe en zei: "Griet, raad eens, hoe ik dat -kwartje heb verdiend." Ik zei haar, dat het een geheim moest blijven. -"Jawel," zei ze, "maar jij kunt toch wel een geheim bewaren, is 't -niet?" "Ik weet, dat je je borstplaat hebt verkocht, maar ik weet -niet, aan wie. Misschien aan Emma, zij is dol op zoet goed." "Emma! -Alsof ik van haar een kwartje zou aanpakken! Neen, niemand hier in -huis gaf het mij, maar een heel voornaam persoon." Dit maakte mij -nieuwsgierig, doch ik wou het haar niet laten merken. "Vader wil niet -hebben, dat je je suikergoed aan vreemden verkoopt," zei ik. "'t Is -geen vreemdeling," en toen, fluisterend aan mijn oor: "mejuffrouw -Ribbon. Zeg het niet tegen de jongens." - -Ik schrok. Mej. Ribbon is een beste vriendin van ons, hoewel we haar -nog niet lang kennen. Zij is eigenares van den dorpswinkel, en is -heel dik en heel vriendelijk. Zij heeft een grooten zoon, die dikke -vrienden is met Emma. Hij heeft een paar dichtregels geschilderd -buiten de winkeldeur, een heel aardig versje: - - - Wie hier eens komt, die komt terug, - Hij wordt geholpen goed en vlug. - - -Mejuffrouw Ribbon heeft van alles in haar winkel. Alex ging naar haar -toe, en vroeg een Braziliaanschen postzegel, hij verzamelt -postzegels. Zij zei, dat ze hem binnen een week zou hebben, er waren -postzegels besteld. Wij geloofden haar niet, doch op een Dinsdag, als -het marktdag te Lemworth is, stuurde ze haar zoon naar een grooten -boekwinkel daar, en hij kwam terug, niet alleen met een -Braziliaanschen postzegel, maar ook met vele andere, zoodat Alex -langen tijd keuze had. Later ging Daan er heen en vroeg naar een -witte muis. Zij ging naar de stad en bracht er een voor hem mee; ik -zei hem, dat ze een gewone muis had gevangen en die wit geverfd had. -Maar hij geloofde het niet; 't eenige lastige was, dat zij er meer -geld voor vroeg, dan hij bezat. Later merkten we, dat Tom, zoo heet -de zoon van juffrouw Ribbon, een groote menagerie in den tuin had: -duiven, kanarievogels, honden, katten enz. - -In juffrouw Ribbon's winkel hangt zoo'n heerlijke geur. Van alles -ruik je er; Daan zegt, dat het een mengsel is van zeep, uien, stroop -en koffie. Ik vind het meer een mengsel van zwavel, spek, appels, en -kaas. Alex vindt het meer ruiken naar suiker, kool, vet en leer. -Altoos helpt juffrouw Ribbon met een vriendelijken glimlach haar -klanten, nooit verliest ze haar hoofd bij de zoo verschillende -boodschappen. Deze moet pepermunt hebben, die worst, een ander zes el -katoen, weer een ander een kookpan, kopjes en schoteltjes, dan weer -touw, veters, inkt, huismiddeltjes, rapen, bisquit, te veel om op te -noemen; altoos weet ze het precies te vinden. Ik zei haar eens, dat -winkel houden mij een heel zenuwachtig werkje leek, want je krijgt -zooveel menschen, die zelf niet weten, wat ze moeten hebben. "Niets -erg," zei ze, "ik weet beter wat ze noodig hebben, dan zij zelf." -Daaruit blijkt, dat ze een knappe vrouw is. - -"Kocht juffrouw Ribbon je borstplaat?" vroeg ik aan Lena. "Ja, ik gaf -het haar, en vroeg, of ze 't niet kon gebruiken; ik vertelde haar, -dat ik wat geld moest verdienen. Dat vond ze heel lief; ze kocht het -van me en beloofde Woensdag nog meer van me te zullen koopen." - -Ik werd een beetje jaloersch. Wij hebben van jongsaf altoos zelf onze -borstplaat gemaakt. Lena heeft het van mij geleerd. Natuurlijk was -het slim van haar, om er aan te denken, het te gaan verkoopen; maar -toen juffrouw Ribbon het eenmaal wilde koopen, was er voor haar geen -kunst meer aan. En als ik er nu aan denk, wat mijn plannen zijn .... -maar ik zeg er niets van, want de jongens mochten dit dagboek eens in -handen krijgen. - -"Ik weet niet, of tante Caroline wel goed vindt, dat jij alle boter -en suiker daarvoor gebruikt," zei ik een beetje gemelijk. - -"O, dat maakt de keukenmeid wel in orde, zij heeft al gezegd, dat zij -er voor zorgen zou. Van elke 25 centen, die ik verdien, geef ik er -haar vijf en zij kan er meer boter voor koopen, dan zij noodig -heeft!" - -"Ik geloof er niets van, dat zij jou elken dag in de keuken wil -hebben," zei ik. - -"Dat zal ook niet elken dag gebeuren, maar de keukenmeid heeft -gezegd, dat zij, zoo dikwijls als ik het maken wil, me zal helpen." - -Ik wist, dat dit waar was, want Lena speelt het met iedereen klaar -door haar mooipraterij. Ik begrijp niet, hoe ik zoo verkeerd kwam, -maar 't was nu eenmaal zoo, en toen werd ik nijdig op mij zelf, dat -ik zoo nijdig was, en werd dus nog nijdiger. Lena was zóó akelig -met zichzelf ingenomen, dat zij d'r mond er niet over kon houden. - -"Niemand van jelui is nog begonnen met wat te verdienen," zei ze, "ik -ben jelui allemaal voor." - -"Ga toch naar bed," schoot ik uit, "je bent zoo lastig en druk, dat -ik niet eens rustig kan schrijven." - -Zij liep de kamer uit en schold mij uit voor zeurkous. Ik zal ook -maar naar bed gaan; toch ben ik een beetje huiverig om zoo boos in te -slapen. Wij hebben eens een verhaal gehoord van een jongen, die z'n -zuster niet wou vergeven, voor zij ging slapen; maar zij werd niet -weer wakker: zij stierf van hartzeer. - -Ik ben blij, dat 't morgen Zondag is; dan kan niemand van ons geld -verdienen, en dus behoeven we elkaar daarover dan ook niet in 't haar -te vliegen. Daar houd ik trouwens toch niet van; wij hebben allen -noodig, dat we vrede met elkaar houden. - ------- - - - - -HOOFDSTUK III. - - -Een gansche week lang heb ik niets geschreven, dus mag ik nu wel eens -spoedig aan 't werk. 'k Zal eerst maar eens wat vertellen van -verleden Zondag. - -Bij het ontbijt krijgen we Zondagsmorgens allemaal een gekookt ei; -dat is het eerste pleizier van den dag, ongerekend nog het genot der -Zondagsche kleeren. Lena en ik zijn dol op witte jurken, en daar we -nu juist uit den rouw zijn, kunnen we ze mooi dragen. Ook onze hoeden -zijn wit, met witte linten. Lena lijkt Zondags wel een engel; als ze -vleugels had, zou ze er bepaald een wezen. En het dragen van -Zondagsche kleeren stemt je ook zoo opgewekt. - - -[Illustratie] - - -We moeten Zondags heel vlug ontbijten, omdat tante Caroline naar de -Zondagsschool moet. Nog vóór kerktijd is ze terug, om met ons ter -kerk te gaan. Verleden Zondag was het verschrikkelijk warm, en de -brandende zonnestralen door de groote kerkramen maakten het -daarbinnen benauwd. Leuk was het, toen de zon het kale hoofd van een -boer ging plagen; hij sloeg met z'n zakdoek over z'n hoofd, als zaten -er vliegen, eindelijk spreidde hij z'n zakdoek geheel over z'n hoofd -uit, en had toen zóó 'n koddig voorkomen, dat ik 'n vreeselijken -toer had, om niet in lachen uit te barsten. Ten slotte kon ik het -niet meer uithouden, en proestte het zóó hard uit, dat vader -ophield met preeken en mij strak aankeek. Wat had ik het toen te -kwaad; m'n oogen stonden vol tranen, en ik kon het toch heusch niet -helpen, ik had alles gedaan om niet te lachen. Eindelijk ging vader -weer voort, en luisterde ik met aandacht naar hem. Want vader preekt -heel mooi, altijd vertelt hij wat nieuws uit den bijbel. - -Hij begon met de geschiedenis van den hoofdman over honderd, en sprak -daarbij over deze woorden: "Ik zeg tot dezen: ga, en hij gaat, en tot -genen: kom, en hij komt, en tot een anderen: doe dit, en hij doet -het." Vader zei, dat dit het voorbeeld was voor een goeden -dienstknecht. En toen zei hij, dat Jezus Christus ook tot ons die -drie woorden spreekt, maar dan in deze volgorde: Kom, ga, doe. Zoo is -ons Christelijk leven. Wij moeten komen, vóór wij kunnen gaan, om -te doen. Wij moeten komen, en onszelf als dienstknechten van Jezus -opgeven, opdat Hij onze zonden vergeve en ons tot Zijn eigendom make; -en wij moeten gaan, om anderen van Hem te spreken, eerst onze -vrienden, en dan hen, die Jezus niet kennen. Sommigen moeten daarvoor -ver van huis, en vader vertelde hierbij van de zendelingen; anderen -moeten in hun eigen omgeving doen, wat Jezus hen geboden heeft. - -Elk woord van de preek heb ik begrepen, en zelfs de jongens zaten te -luisteren, omdat vader het een preek over soldaten noemde, en de -jongens zijn dol op soldaten. - -Toen we uit de kerk kwamen, was ik heel stil. De jongens vroegen, of -ik aan 't tobben was over mijn geheim, maar ik zei hun van niet. - -Na het middageten gingen we allen naar het veld, om er de vragen en -antwoorden uit onzen catechismus te leeren. Tante Caroline ging weer -naar de Zondagsschool, maar vader kwam naar ons toe, ging in een -gemakkelijken stoel onder de olmen zitten, en overhoorde ons de -geleerde vragen. Toen dat afgeloopen was, gingen de jongens weg, en -Lena ook, maar ik bleef, want ik hoopte, dat vader nog wat over zijn -preek zou zeggen. Hij deed het al dadelijk; hij legde zijn hand op -m'n schouder, en vroeg: "Heb je naar de preek geluisterd, Grietje?" - - -[Illustratie] - - -"Ja, vader." "En welke van de drie bevelen heb je nu gehoorzaamd? Ben -je op weg, om een van Christus' trouwe volgsters te worden?" Ik -antwoordde beschroomd: "Ik denk _komen_." Vader zei niets. En ik -vervolgde: "Maar ik begreep niet goed het _gaan_. Ik kan toch niet -de geheele wereld doorgaan, en het Evangelie brengen!" Vader sprak: -"Ik heb gehoord, dat tante je gevraagd heeft, of je haar niet kunt -helpen in de Zondagsschool; ik dacht, je zoudt daarheen kunnen gaan." -"Maar vader," riep ik uit, met verbaasde oogen hem aanstarende, "daar -ben ik toch veel te jong voor; de jongens zouden zeggen, dat ik dan -nog verwaander was dan ooit, ze noemen me nu al altoos verwaand." - -"De vraag is maar, waar je 't meeste om geeft: het bevel van Jezus of -de jongens." Ik liet mijn hoofd hangen; toen opeens viel ik uit: "Een -kwast te heeten, is niet in den vorm." Vader lachte luid. En ik -voegde er haastig aan toe: "Ik vind zelf, dat zulk werk voor mij te -verwaand zou staan." "Heel wel," zei vader, "ik zal er niets meer -over zeggen." - -Ik voelde mij ver van gelukkig. Net kwam Puf aan en klom op vaders -knie; ik ging weg, liep naar de leerkamer en nam een boek uit onze -"Zondagsche" verzameling. Ik las door tot theetijd. Werkelijk, ik -kà n nog geen klas onderwijzen. Ik zou niet weten, wat ik zeggen -moest; bovendien, de kinderen kijken je zoo aan, en Daan zou me maar -uitlachen. - -Na de thee gingen we naar de avondkerk, maar ik was al bang, niet -veel aandacht voor de preek te zullen hebben. En toen wij den -avondzang gingen zingen, voelde ik de tranen opkomen, omdat ik wist, -dat ik een lauw hart heb. - -Ik was maar wat blij, toen 't weer Maandag was, omdat ik dan heel wat -te doen had voor onze vergadering op Dinsdag. Alex vroeg vader bij -het ontbijt, of hij den ganschen dag mee uit hooien mocht met -Cummins, dat is de boer, die vaders land verzorgt. Als Cummins hem -mee hebben wou, vond vader 't goed. - -Ik beneed Alex, omdat ik er ook zoo van houd, om mee uit hooien te -gaan. "Je maakt er een mooi lui dagje van, terwijl je zorgen moest om -je plan uit te voeren," zei ik hem. "Sluit je op, ouwe Griet!" riep -hij, en rende lachend weg. Daan keek hem een oogenblik na, alsof hij -ook mee wou. "Ik ga hard aan 't werk," zei hij, "mijn plan is rijp om -vandaag uit te werken." - -"Morgen zal 't mijne rijp zijn," zei ik, en ging den tuin in, om met -den ouden Baldwin te praten. Dat is onze tuinman. Vroeger hadden we -geen tuinman, eenvoudig, omdat we geen tuin hadden. Het is een -alleraardigste oude man, maar hij wil van niemand bevelen hooren, -zelfs niet van vader. - -"De tuin is mijn werk," zei hij eens tot vader, "en preeken maken is -uw werk, en het is niet goed ze door elkaar te halen. U is er op -berekend om te preeken, ik om te tuinieren, en zoo weten we zelf onze -zaken het best." - -Altijd is hij gereed voor een praatje, en het spijt mij daarom -eigenlijk een beetje, dat ik hem iets van mijn plan heb verteld. Nu -weten vader en hij er allebei iets van; maar dat moet toch ook wel, -want anders kan ik het niet uitvoeren. - -Tegen etenstijd zei tante Caroline tegen me: "Griet, je moet eens -even soep brengen naar een arme vrouw, die een halve mijl buiten het -dorp woont. Je kunt Puf meenemen, een wandeling zal hem goed doen." - -"Och tante," riep ik teleurgesteld uit, "moet ik nu vanmiddag uit, ik -wou zoo graag wat in den tuin gewerkt hebben." - -"Ik heb gemerkt, Grietje, als ik je wat vraag voor mij te doen, dat -je dan altijd wat anders hebt te doen. Zoo vreeslijk is dat toch -niet, even een halve mijl te loopen, om soep bij een arme vrouw te -brengen! Ik kan zelf niet gaan, want ik heb met je vader nog een en -ander te bespreken." - -Ik trok een lip, en toen dacht ik in eens: dat kon nu wel dat "gaan" -zijn, waarvan vader sprak. In elk geval was 't prettiger dan het -onderwijzen in de Zondagsschool. Ik trachtte dus opgeruimd te kijken, -ging Puf halen, en begaf mij met hem op weg. Lena kwam net het hek -uit en riep juichend: "Hoera! Ik ga nog meer borstplaat maken! Ik zal -'t van jelui allemaal winnen, wat zijn jelui ook voor langzame -kinderen!" Terwijl ze dit zei, wond ze zich zóó op, dat ze van het -hekje, waarop ze was gaan staan, plat op den grond viel. - -"Hoogmoed komt voor den val," riep ik haar na, terwijl ze overeind -krabbelde en haar elleboog wreef. Toen rende ik met Puf weg. - -Hij was natuurlijk weer druk als twee. "Ik wil de volgende week het -ezeltje naar de wei brengen," zei hij, "en ik wil er den eersten keer -op rijden." - -"Wanneer komt het dan?" vroeg ik hem. - -Hij keek even voor zich, en zei toen: "Ik heb al gezegd, dat het een -mooie ezel moet wezen, niet zooals ze die aan 't strand hebben, maar -een met blauwe oogen en die niet bijt. Ik verwacht hem binnen 5 -dagen." - -Ik moest lachen; hij keek zoo ernstig en babbelde maar weer verder: -"Het zal de beste ezel van de heele wereld wezen, omdat ik den -rijksten man van de wereld gevraagd heb, hem te geven." "Ik vind, dat -je niet zoo oneerbiedig over God spreken mag, Puf." "Ik heb niet -gezegd, wien ik bedoelde, stoute meid, je hebt mijn geheim geraden." -Puf stond het huilen nader dan 't lachen, en midden op den weg -stilstaande riep hij: "'t Kan me ook niet schelen, ik vertel het aan -niemand anders!" Toen begon ik hem maar een verhaal te vertellen, om -zijn aandacht af te leiden. - -Het was een lange warme wandeling naar juffrouw Tapson; 't leek mij -meer een mijl dan een halve mijl, maar ten slotte kwamen we er dan -toch! 't Was een aardig klein huisje met een tuintje, vlak aan den -weg. De deur stond open, ik liep dus binnen, en zag daar een man, -bezig met het vuur op te poken. - - -[Illustratie] - - -"Soep voor moeder?" vroeg hij, terwijl hij zich omdraaide en van mij -gehoord had, wat ik kwam doen. "Ik ben er zoo dankbaar voor. Boven -ligt ze te bed met pijnlijke rheumatiek, en ik verzorg haar zoo goed -als ik kan. 's Morgens moet ik naar Lemworth, en pas 's avonds 7 uur -kom ik weer in 't dorp terug." Hij had inmiddels het pannetje van me -aangenomen en keek er in. "Daar is genoeg in voor vandaag en morgen," -zei hij. "Vriendelijk bedankt hoor kind. Wil je niet even naar boven -gaan, om moeder te groeten? Ze houdt zoo van gezelligheid." - -Ik klom de nauwe trap op, en Puf stommelde achter mij aan. Ik ben -gewoonlijk bang voor zieke menschen, maar van deze oude vrouw hield -ik. Een helder mutsje had ze op en ze lag onder een lappendeken. Haar -gansche gezicht helderde op, toen ze ons zag komen. Zij zei, dat ze -al van ons gehoord had, en of ik nu dat meisje was met het mooie -haar? Ik lachte terwijl ik mijn roode lokken naar achteren schudde, -en vertelde haar, dat dat Lena was. Toen begon Puf met haar te -praten, en natuurlijk vertelde hij haar ook van het ezeltje. Daar was -hij nu eenmaal vol van. - -"Puf begrijpt nog niet, wat bidden is," legde ik haar uit. "Hij -denkt, dat hij zeker alles krijgt, waar hij God om vraagt. Hij vraagt -b.v. om z'n speelgoed heel te maken, maar gewoonlijk doe ik het maar, -anders gaat hij nog rekenen op wonderen." - -"Och lieve kind," zei juffrouw Tapson, "de Heere hoort gaarne het -gebed der kinderen! 't Is net als met mijn Bob; wat die vroeg, kon ik -niet half geven, toch luisterde ik geduldig naar al zijn wenschen. -Maar bid, bid gerust; veel gebed maakt je ziel sterk, en zoo ben je -ons ouderen nog ten voorbeeld." - -Puf begreep er niets van. Hij liep wat heen en weer, en ging toen de -trap af. Ik keek hem na, en zag, dat Bob Tapson met hem spelen wilde. -En toen heb ik juffrouw Tapson mijn geheim verteld; ik gevoelde, dat -ik het nu toch aan iemand moest vertellen, en zoo stortte ik mijn -hart voor haar uit. Zij luisterde met ingehouden adem, en beloofde -mij, dat haar zoon voor mij zou uitzien, en een plekje in z'n kar -voor mij zou openlaten. - -Ziedaar het geheim! Vader had mij aangeraden, om uit onzen tuin -bloemen en groenten te verzamelen, die te Lemworth ter markt te -brengen, en ze daar te verkoopen. Met den trein er heen gaan, was -veel te duur, en daarom had ik gevraagd, op Baldwins groentenkar te -mogen meerijden. Maar die gaat 's morgens om 8 uur al heen, en komt -'s avonds 7 uur pas terug, en ik ben dus bang, dat tante, als ze er -achter komt, het mij zal verhinderen. - -Ik wandelde met Puf naar huis terug en gevoelde mij verdrietig. Als -ik ging, zou ik het ontbijt moeten missen, want voor 8 uur ontbijten -we nooit. Ik kon wel gemakkelijk zoo vroeg weg gaan, maar zouden ze -dan thuis niet denken, dat me wat overkomen was? Maar dan kon ik toch -een briefje voor vader achterlaten, en hem vragen, er niets van te -zeggen! - -Ik leefde weer op, en zoodra we thuis waren, holde ik den tuin in, om -mijn mand te gaan inpakken. Toen we kwamen theedrinken, vertelde -tante ons, dat vader verzocht was, om in een naburig dorp een -begrafenis te gaan bijwonen, omdat de predikant daar uit was. "En hij -zal daar den nacht overblijven," voegde zij er bij. "Hij zal niet -voor morgenavond terugkomen, want morgenochtend is er ook nog een -huwelijk te bevestigen." - -Zoo zou dus mijn brief aan vader weinig geven. Ik zat leelijk in de -war, en peinsde, wat ik doen moest. 't Beste leek mij toe, dan maar -voor tante Caroline een briefje achter te laten. Ik schreef nu, voor -ik naar bed ging, dit briefje: - - - Lieve tante Caroline, - - Als ik den ganschen dag weg blijf, dan is er niets met mij gebeurd. - En vanavond om 7 uur zal ik thuiskomen, het dient om mijn plan uit - te voeren, dat echter een geheim is. - - Uw liefhebbende nicht Grietje. - - P. S. Het is geen verkeerde zaak, maar een goede. - - -Tante Caroline zei, voordat we naar bed gingen, dat zij vandaag -nauwelijks een van ons gezien had, en dat zij hoopte, dat wij geen -van allen verkeerde dingen in 't schild voerden. Alex werd zoo rood -als een pioen, en zei, dat hij vreeselijk moe was, en Daan zag er -moedeloos uit, als had hij al z'n geld verloren. - -"Ik heb hard genoeg gewerkt, om 10 kwartjes te verdienen," zei hij, -"en ik durf zeggen, dat ik dat al lang gedaan heb." - -"Kinderen," zei tante, "ik houd niet van al dat gepraat over geld. -Het schijnt, dat jelui aan niets anders denkt tegenwoordig. Het staat -zoo onkinderlijk!" - -"Maar het is om een ezel te krijgen," riepen we allen uit. Toen zei -tante Caroline niets meer. En wij gingen naar bed; ik vol van de -plannen voor morgen. - ------- - - - - -HOOFDSTUK IV. - - -Den volgenden morgen was ik al om 4 uur wakker; den ganschen nacht -had ik gedroomd van juist voor m'n neus vertrekkende treinen, en van -al de moeite, die ik hebben zou, om mijn plan voor tante Caroline -geheim te houden. Ik was dan ook wat blij, toen het eindelijk begon -te lichten en ik kon opstaan; erg gejaagd kleedde ik mij aan, want -het was een heerlijk avontuur, en wij houden allen van avonturen. - -Overal had ik voor gezorgd. Voor niemand wilde ik weten, waar ik was -heengegaan, en ik had dus een heel oud katoenen jurkje aangetrokken, -met een boezelaar er over, denzelfden, dien ik altoos in den tuin -draag. Mijn haar vlocht ik in een paar dichte vlechten, en daarover -ging een groote zomermuts, die ook achterhoofd en hals bedekte. Tante -Caroline vindt dat soort zoo geschikt voor onzen tuinarbeid, maar wij -houden er niet van, om juist als de dorpskinderen gekleed te gaan. - -Heel stil moest ik me aankleeden, om Lena niet wakker te maken; -eindelijk stond ik gereed, en legde het briefje op Lena's tafel dan -kon zij het aan tante geven. Voorzichtig sloop ik de trappen af, -opende de deur en liep op m'n teenen de stoep af. Den vorigen avond -had Baldwin de groentenmand al in den stal gezet, de eenige kunst was -nu nog, om ze daar vandaan en het hek door te krijgen. - -'t Viel niet mee maar ten slotte gelukte het toch; ik moest ze langs -den grond sleepen, en angstig keek ik naar boven, of niemand mij zag. -Buiten het hek liet ik ze staan, want de groentenwagens komen hier -altoos langs, en toen liep ik zoo vlug ik kon naar het huis van -juffrouw Tapson. Bob had mij gezegd, dat als ik wat vroeg kwam, ik -een mooi plaatsje op zijn wagen kon krijgen. Toen ik het huis bereikt -had, was Bob aan 't schoonmaken van zijn paard. Hij keek verwonderd -op toen hij me zag, en herkende me niet in mijn groote muts. - -"Ik wil niet, dat ze in 't dorp weten, wat ik ga doen," zei ik. "Je -zult er toch niets van zeggen, wel? Mijn mand staat vlak bij ons hek. -Ik dacht, je rijdt er toch langs, en dan kunnen wij haar zoo -meenemen." - -"'t Komt in orde, hoor," zei hij hartelijk. "Jij bent een vlug -vogeltje, heb je al wat gegeten?" - -Ik haalde twee dikke boterhammen uit m'n zak, die de keukenmeid mij -den vorigen avond had gegeven, toen ze dacht dat ik ergen honger had. -Bob verraste me met een heerlijken kop thee. Toen ging hij naar -boven, om z'n oude moeder goeden dag te zeggen, en vroeg mij, of ik -haar ook nog even wilde groeten. Ik ging naar boven, en de oude vrouw -schudde mij glimlachend de hand. "Je bent een dapper meisje," zei ze, -"om er zoo op uit te trekken, en ik zal je eens zeggen, wie je wel -zal willen helpen. Vraag maar naar Marie Dutton, ze is een eigen -zuster van me en woont twee mijlen van Lemworth. Zij zal je graag -helpen, en Bob zal je wel bij haar brengen." - -"Ik ben nog nooit op een markt geweest," zei ik haar, "Ik ben heel -blij, dat er iemand is, die mij helpen wil." - -En toen gingen we naar beneden, en ik klom op den volgeladen wagen, -die in den tuin te wachten stond. Die Bob is toch zoo'n goeie jongen: -hij had een stoof in den wagen gezet, zoodat ik zoo echt gemakkelijk -kon zitten. - - -[Illustratie] - - -En daar ging het; mijn hart klopte van blijdschap en spanning. Nog -drie vrouwen met boodschappen voor Lemworth reden mee; bij ons hek -zette Bob mijn mand in den wagen; terwijl keek een der vrouwen mij -aan en vroeg: "Wat is dat voor een kleine meid?" Ik draaide mijn -hoofd niet om en Bob antwoordde kortaf: "Zij is met mij mee gekomen." -Verder zei ze niets, want ze praatte zóó druk met de andere -vrouwen, dat ze mij geheel vergat. Doodstil zat ik op den wagen, die -zóó langzaam reed als duurde de tocht een jaar. Ik kreeg ten slotte -kramp in mijn beenen, en werd moe ook. Zoo vroeg ook op geweest! Toen -wij Lemworth naderden, zat ik al te knikkebollen! Het scheen een heel -groote stad, en ik voelde me wat beangst toen we naar de markt reden; -wat een menschen, en wat een drukte! Toen de vrouwen waren -uitgestapt, en Bob z'n paard had afgespannen, nam hij mijn mand op -z'n schouder, en zei me, hem te volgen. - -De markt was alleraardigst; er waren gansche rijen kuikens en eenden, -vruchten en bloemen, boter en eieren, en iedereen schreeuwde zoo hard -als ie kon. En wat waren daar grappige oude boerinnen bij, en -druk-lachende kinderen, net als op de schilderijen, die ik wel eens -gezien heb. - -Bob trok me mee naar een hoekje, waar een vriendelijke oude vrouw -zat. Zij leek veel op juffrouw Tapson, maar haar gezicht was heel wat -dikker. Bob vertelde haar, wie ik was; zij lachte en vroeg mij, haar -alles van mijn plan te vertellen. Dat deed ik; terwijl pakte zij m'n -mand uit, en maakte ruimte op een hoek van haar stalletje, om mijn -koopwaar daar neer te leggen. Ik begon er schik in te krijgen, en had -wat graag gewild, dat de jongens mij zoo even hadden gezien. En mijn -bloemruikers waren veel mooier dan alle, die ik zag; ik had ze dan -ook met zorg gerangschikt. - -Maar er kwam maar niemand bij me koopen, en ik begon den moed al te -verliezen. Nooit zal ik dan ook vergeten, dat de eerste koopster mijn -bloemen opmerkte en mij vroeg, wat de ruikers per stuk kostten. Ik -zei: een dubbeltje -- juffrouw Dutton had mij gezegd, dat ik er dat -voor vragen moest -- en zij kocht zes ruikers van me! Ik had de -gansche markt wel kunnen ronddansen, zoo blij was ik. Spoedig daarna -kwamen weer twee dames voorbij. Zij hielden stil, wenkten juffrouw -Dutton goeden morgen, en vroegen haar, of zij crocussen had. Zij zei -van niet, maar vertelde hun, dat ik heele mooie had. Zij bekeken de -mijne, kochten er vier, bovendien nog een bundeltje varens, en -betaalden er negen stuivers voor. De eene dame zei tot de andere: -"Wat een schilderachtig tafreeltje, die kleine meid te midden harer -bloemen! Als de arme menschen hun kinderen altijd zóó kleedden, als -haar moeder haar kleedt, zouden we onder de lagere klassen niet zulke -armoedige aankleeding vinden. Zij is een voorbeeld voor haar stand!" -Ik durfde niet te lachen, toen ik dat hoorde.... - -Later verkocht ik nog vier koolen, en drie bos wortelen. Toen de -middag ten einde liep, had ik alles verkocht, wat ik had meegebracht, -behalve twee koolen en één bloemruiker; die kocht juffrouw Tapson -van me, zij heeft een groentenwinkeltje en zei dat ze haar wel te pas -zouden komen. - -Ik vergat nog te vertellen, dat ik om 1 uur met juffrouw Dutton naar -een tentje ging, waar thee werd verkocht en koeken. Ik had honger, -maar ik had geen zin, van mijn verdiende geld veel uit te geven; ik -kocht dus alleen een kop thee voor 5 cent en een koek voor 5 cent; -juffrouw Dutton gaf me een van haar grootste appels er bij. - -Toen was het tijd, om naar huis terug te keeren. Ik telde nog even -mijn geld: ik had één gulden en 25 cents verdiend! Wat was ik blij! - -Doch daar kwam Bob Tapson aan, om mij te zeggen, dat hij om 4 uur -vertrok, en dat de vrouwen reeds lang hun manden gepakt hadden. Het -speet mij, nu al van de markt te moeten scheiden, maar er was niets -aan te doen, ik klom op den wagen en ging weer op mijn oude plekje -zitten. De terugweg scheen eindeloos; er reed een oude man mee, die -erg naar bier rook en om de flauwste kleinigheden lachte. Ik gevoelde -mij vreeselijk vermoeid, en viel ten slotte in slaap, zóó vast, dat -Bob mij bij het hek van de pastorie van den wagen moest zetten. - -"Wel, Grietje, heb je een goeden dag gemaakt?" - -"Ja," zei ik met slaperige stem, "hoeveel moet ik je betalen?" - -"O niets, kind, je nam geen ruimte in beslag; en denk er aan, even -bij moeder aan te komen en haar alles van vandaag te vertellen. Zij -zal het zoo graag hooren." - -Ik nam afscheid van hem, en bedankte hem hartelijk; vervolgens droeg -ik mijn leege groentenmand naar den stal, opende de keukendeur en -stapte heel rustig binnen. Ik was wel een beetje bang voor tante -Caroline. Lena kwam net de trap afrennen. - -"O, jou ondeugende meid! Daar zal wat opzitten! Vader is thuis -gekomen, en hij is o zoo boos op je. En wat heb je toch uitgevoerd? -Den heelen dag hebben we er naar gegist, en weet je al, dat ik Daan's -geheim heb geraden? Zou je het graag willen weten?" - -Ik antwoordde slechts: "Ik ben zoo moe; heb je wat thee voor me? Waar -is tante Caroline?" - -"Ze zijn allemaal in den tuin, aan 't bloemen begieten. Toe, Griet, -lieverd, zeg me nou es, wat je hebt uitgevoerd." - -Maar ik wilde 't haar niet zeggen. Ik voelde mij niet prettig door -die ontvangst, en wou maar rechtuit aan vader gaan zeggen, wat ik -gedaan had. Ik liep den tuin in. Tante kwam dadelijk op mij af. - -"Griet, dat is heel ondeugend van je. Waar ben je toch geweest? En -wat heb je den ganschen dag uitgevoerd? Je weet toch wel, dat zoo -verdwijnen zonder iets te zeggen, heel onbehoorlijk is." - -"Ik wilde het vader gaan zeggen, het is een geheim," zei ik. Tante -Caroline kwam altijd weer in haar humeur, als we zeiden, naar vader -te zullen gaan. Zij riep vader, die juist bezig was den gieter te -vullen, en ging toen heen, vader en mij alleen latende. Daan zegt, -dat zij geheel "in den vorm" is, als zij zoo doet. - - -[Illustratie] - - -Vader zette zijn bril op, en keek mij scherp aan. - -"Grietje, je hebt tante vandaag heel wat angst berokkend. Ik ben niet -tevreden over je." - -"Hoor u eens, vader. Luister es. Het gaat over de groenten en -bloemen, waarvan u gezegd had, dat ik ze mocht hebben. Ik ben ze gaan -verkoopen, om mee te helpen voor het koopen van onzen ezel." En ik -vertelde hem alles, wat ik vandaag gedaan had. Een keer lachte hij, -en toen wist ik al, dat mijn straf niet heel zwaar zou wezen. Maar ik -kreeg toch een lichte straf; vader zei me, dat ik er niet aan mocht -denken, ooit weer zoo iets te doen. Dat maakte mij zeer verdrietig. - -"Neen Grietje, ik wil niet, dat mijn kind daar alleen tusschen al dat -ruwe volk is, hoe vriendelijk ze ook voor je zijn. Het mag niet. Je -moeder zou het zeker niet hebben toegestaan. En in elk geval had je -eerst toestemming moeten vragen. Ik ben bang, dat je vermoed hebt, -die niet te zullen krijgen. Spreek op en zeg de waarheid." - -Ik bloosde sterk. "Ja, ik was bang, dat u me niet zoudt laten gaan, -maar ik was niet ongehoorzaam, want ik wist het niet zeker." - -"Dat was juist verkeerd van je. Doe nooit zoo iets weer. En ga nu -naar binnen, om wat te eten." - -"En mag ik het geld houden?" - -"Ja, daar heb ik niets tegen; maar je moet een ander middel zoeken, -om de groenten aan den man te brengen." - -Ik ging naar de eetkamer, tante had de thee klaar. Zij zei niet veel; -maar voor ik het eten op had, holden de jongens en Lena binnen. - -"Nou, zondaar, biecht op! Wat heb je vandaag uitgehaald?" - -"Bepaald goede zaken! Wij hebben je brief gezien, 't was een -prachtstuk!" - -"En tante Caroline was zoo bang voor je!" - -Ik haalde rustig mijn beurs te voorschijn en legde de zilver- en -koperstukken op tafel. - -"Ziedaar," riep ik uit, "kan één van jelui 't beter?" - -"Vijf en twintig stuivers!" schreeuwde Daan, en grabbelde er in om, -als een oude gierigaard. - -"Nou, 't is niet slecht voor een meisje! Vertel ons nu es, hoe je 't -hebt gedaan gekregen." - -"Dat is mijn geheim," zei ik. - -Het was mijn overwinningskreet. Maar ik wist: mijn geheim zou niet -lang geheim blijven. Want eigenlijk wou ik ze 't allemaal zoo graag -vertellen. - -"Zeg," riep Lena, "ik weet wat Daan deze laatste twee dagen heeft -gedaan. Vraag hem es, hoeveel hij al heeft, Griet!" - -Daan grinnikte, en hield mij z'n dichtgeknepen vuist voor. "Ik heb -vandaag een avontuur gehad," zei hij. En hij toonde ons een halven -gulden. - -Ik stond op en danste de tafel rond. "Het duurt niet lang, of wij -rollen allemaal met rijksdaalders," riep ik uit. En Alex: "Wacht maar -tot aan 't einde der week, dan zal ik mijn klein millioen er nog -bijvoegen." - -Toen gingen we allen achter elkaar de tafel rond marcheeren, terwijl -Daan zong: - - - Een ezel is een heerlijk dier, - Over een maand dan komt ie hier, - Lang zal ie leven! - Lang zal ie leven! - Ons ezeltje loopt voor ons pleizier! - - -Daan kan altijd gedichten maken, als hij er zin in heeft. Wij waren -zoo opgetogen, dat we hoe langer hoe sneller gingen dansen, totdat -het een complete oorlogsdans werd. Ten slotte vielen we allen over -elkaar heen, en rolden van den lach over den grond. Toen we buiten -adem weer opstonden, riep ik uit: - -"Hoor es, Daan. Als jij jouw avontuur vertelt, dan zal ik het mijne -vertellen." - -"Dames gaan voor," zei hij, met een buiging. - -Toen begon ik, vreeselijk gejaagd, mijn wedervaren te vertellen. Ik -dacht wel, dat het hen zou verbazen, en dat deed het ook. Maar Daan -en Alex, al zouden ze 't wat graag zelf gedaan hebben, zouden het -toch niet zeggen. Daan trok een heel voornaam gezicht en zei: "Ik -geloof niet, dat jij en Lena de zaak goed aanpakken. Dat kan iedereen -wel, geld maken uit vaders eigendommen. Wel, ik ging z'n studeerkamer -binnen, haalde er eenige boeken weg, en verkocht ze." - -"Maar dat zou heiligschennis zijn," riep ik uit. - -"De bloemen en de groenten zijn niet van jou, om ze te verkoopen," -zei Daan, "evenmin als de suiker en de boter, die Lena voor haar -borstplaat gebruikt." - -"O, maar vader heeft er ons toestemming voor gegeven!" liepen wij -beiden luid. - -"En ik betaal ook het mijne," zei Lena. "Het is heel wat zwaarder -werk, in de dompige, heete keuken te wezen, dan op de markt te zitten -en daar verkoopen, en ook niet half zoo aardig." - -"Vader gaf mij toestemming," herhaalde ik, "en dus is de zaak heel -zuiver." - -"Maar kind, wij hebben allemaal recht, om de bloemen te verkoopen," -zei Alex. - -"Niet waar," zei ik op stelligen toon, "alleen die daar het eerst om -vroeg! 't Was mijn plan." - -"Nou, als jij het dan voor gisteren hebt gevraagd, dan zal ik het -voor morgen vragen; waarom niet? Ik heb harder gewerkt dan jelui -allen, de gansche week." - -"Maar ik kan er niet mee voortgaan," zei ik verdrietig; "vader heeft -gezegd, dat ik het niet weer mocht doen." - -"Wil je mijn avontuur nu hooren?" vroeg Daan. - -"Hij gaat nog dood, als ie niet over z'n eigen plan kan spreken," zei -Lena boosaardig. Wij zetten ons allen tot luisteren, maar Daan zou -z'n redevoering niet houden. Juist was hij z'n keel aan 't schrapen, -toen tante Caroline binnen kwam, en ons naar bed joeg. "Ik zal het -bewaren tot morgenochtend," zei Daan. En ik was er eigenlijk blij om, -want ik was zóó slaperig en vermoeid, dat ik al sliep, vóórdat ik -nog goed en wel onder de dekens lag. - --------- - - - - -HOOFDSTUK V. - - -Den volgenden dag vertelde Daan ons zijn geheim. Ik zal het maar net -zoo overschrijven als hij het zei, dat is gemakkelijker. Hij was de -rivier langs gegaan, om visch te vangen. Hij begon met deze -bekentenis: - -"Den eersten dag trof ik het heel slecht. Daarom ging ik gisteren -verder de rivier langs. En daar vond ik een heerlijk, rijk beschaduwd -plekje, waar je de visschen letterlijk zag spartelen van ongeduld, om -bij je te komen. Zij beten flink toe, en het ging puik! D'r waren ook -wel kleintjes bij, maar ik had toch in een oogenblik mijn mandje vol. -Nu kwam het er op aan, ze aan den man te brengen, en ik besloot, op -mijn terugweg naar huis bij eenige boeren aan te loopen, en te zien, -of die ze van mij koopen wilden. - -Ik vond al spoedig een groote boerderij, en liep er zoo snel mijn -beenen mij maar dragen konden, heen. Juist was ik het huis genaderd, -toen ik een ouden heer in een tuinstoel zag zitten, die uit een -groote pijp dampte. Ik nam mijn pet voor hem af; hij hield mij -staande en vroeg me, wie ik was. - -"Ik ben vischkoopman," zei ik. "Ik zou zeggen, uw keukenmeid zal wel -wat visch van me willen koopen." - -Hij staarde me aan alsof ik een chimpansee was. - -"Maak je mand maar es open," zei hij. Met trots toonde ik hem de -vangst. Weer staarde hij mij aan. - -"Waar heb je die visch gevangen? In welk gedeelte van de rivier?" - - -[Illustratie] - - -Ik legde het hem uit. "Ik heb alleen vandaag maar geluk gehad; ik -denk, dat ik eerst naar 't verkeerde plekje ben geweest. Voor zestig -cent laat ik u het gansche zoodje, meneer. Prachtig en frisch, pas -gevangen!" - -Hij lachte. "Wie heeft je tot vischboer aangesteld?" - -"Ikzelf. Ik tracht een eerlijk centje te verdienen, om een ezel te -kunnen koopen." Toen vertelde ik hem ons plan. Hij vond het zóó -vermakelijk, dat hij dadelijk z'n beurs trok, mij een halven gulden -gaf en zei: "Daar, breng de visch maar in huis, en breng mij morgen -weer zoo'n mandje vol." - -Ik danste van blijdschap naar de boerderij, en gaf mijn visch af, -doch aan de deur stond een knecht, die mij ook al vroeg, waar ik die -visch vandaan had. Ik vertelde het hem. "Het is een geluk, dat Morris -je niet gesnapt heeft," zei hij; "dat is juist privaat bezit van -onzen meneer, en hij vervolgt iedereen, die zich op zijn terrein -waagt." - -Ik zei niets, vertrok, en gevoelde mij verre van prettig gestemd. Ik -begreep nu, waarom die ouwe heer zoo gegrinnikt had, maar ik was niet -van plan, domme dingen te doen, ging dus naar hem toe en zei hem, dat -ik hem z'n halven gulden kwam terugbrengen. "Ik heb bemerkt, -mijnheer, dat het uw eigen visch is," zei ik. "Het spijt mij, dat ik -op uw eigendom heb gevischt, ik zal het niet weer doen." - -"Hier," zei hij, "je houdt wat je hebt verdiend. Wij zullen zien, of -je daar niet met een vischacte van mij kunt visschen. Het overkomt -mij niet vaak, dat ik mijn eigen visch kan koopen. Vroeger mocht ik -ook dolgraag visschen, maar mijn jicht laat het niet meer toe." - -"Nu, als u het goedkeurt, dat ik het geld behoud, zal ik het graag -aannemen. Maar in uw vischwater zal ik niet meer visschen, uw -opzichter zou mij kunnen betrappen. Ik ben u zeer dankbaar, goeden -middag, mijnheer!" - -Ik nam weer mijn pet af, en ging heen; hij lachte als om een grap, -maar ik behield den halven gulden. - -Toen zei ik: "Maar Daan, dan schijn je toch niet veel beter dan wij -allen, want jij vangt visch, die niet aan jou toebehoort." - -"Ja, maar ik doe het niet meer," zei Daan snel. "Ik ga niet weer naar -dien ouden heer. Ik zal het mijlen verder wel weer beproeven. Ik -weet, dat vader op een deel der rivier ook vischrechten heeft." - -"Wie is die oude heer?" vroeg ik. - -"Hij is de graaf van Benton, hij heet Generaal Walton. Hij vroeg mijn -naam niet, dat bewijst zijn voornaamheid." "En je zei eerst, dat hij -vroeg wie je was," zei Alex. - -"Jawel, hij bedoelde mijn beroep," zei Daan deftig. "Heeren vragen -niet iedereen naar hun naam, dat is niet naar den vorm." - -"Welnu, nu alle geheimen onthuld zijn, zal ik jelui het mijne -vertellen," zei Alex. "Ik heb hard gewerkt en meer uitgevoerd, dan -jelui allemaal samen." Wij lachten hem allen uit. "Goed," zei Alex, -"vraag het dan maar aan den ouden Cummins. Hij vertelde aan vader, -welk een drukke week hij voor zich had met het hooien, en dat hij -één mannetje te kort kwam, en hoe moeilijk het was, hulp te krijgen. - -Maandagmorgen vroeg ging ik naar hem toe en zei hem, dat ik werken -zou als de beste, als ie me maar betaalde; 't slot van de zaak was, -dat hij me het loon van een halfwas knecht zou geven, nadat ik hem -verteld had, waarvoor ik het geld noodig had. Zoo ging ik aan den -arbeid, en Vrijdag krijg ik m'n loon: dan hoopt hij al het hooi -binnen te hebben." - -Wij hadden wel eerbied voor Alex' plan. Maar wij hadden nog meer -eerbied voor den afstand, die ons scheidde van het oogenblik, dat we -geld genoeg zouden hebben. Eensklaps dacht ik aan een ander plan, en -ik ging spoedig naar juffrouw Tapson, om haar meening erover te -vragen. Mijn doel was, om elken Dinsdag een mand met groenten aan Bob -mee te geven, en dan juffrouw Dutton ze te laten verkoopen. Juffrouw -Tapson vond het een heel goed idee; ik ging weer gauw naar huis -terug, en vroeg vader, of hij het goed vond; hij zei ja, tenminste -zoolang Baldwin mij kon geven, wat wij uit onzen tuin te missen -hadden. - -Toen waren we allen een beetje uit ons doen; alle geheimen waren nu -onthuld, en wij houden juist zoo van geheimen. De volgende week -beginnen de lessen weer. - -Niet weinig schrok ik, toen Lena den volgenden middag naar me toe -kwam gehold en zei: "O, Griet, ik zit vreeselijk in de rats, toe, -help me!" - -Lena komt altijd naar me toe, als ze wat bijzonders heeft uitgehaald, -en dat doet ze altoos, als ze niets te doen heeft. Zij vertelde me -nu, dat ze, bij het hek aan 't spelen zijnde, het meisje had zien -voorbijrijden, dat ik den vorigen dag in het mooie dogkarretje had -gezien. Het meisje moest in juffrouw Ribbon's winkel wezen, en daar -ze alleen was, moest ze haar paardje los laten staan. Lena ging er -heen, en toen, zonder over de gevolgen na te denken -- Lena denkt -nooit na, als ze iets gaat doen -- sprong zij in het karretje, en -reed er het dorp mee in. - -"Het was alleen maar uit de grap, Grietje," zei ze; "ik wilde binnen -twee minuten weer terug zijn, en ze zou er niets van hebben gemerkt, -maar ik gaf het paard een tikje met de zweep, en het ging er van door -als de wind en ik kon het niet meer tot stilstaan brengen. Toen ik -dat gewaar werd" -- hier knipte Lena boosaardig met de oogen, -- "had -ik eerst dol veel schik. Wij vlogen erlangs en toen we te Cross Glen -kwamen, draaide het paard een groote poort in! Toen werd ik angstig, -want ik wist, dat onze baron daar woont zooals vader mij verteld -heeft. Op zoo'n groot heerenhuis, Griet! Zoodra we de plaats waren -opgereden, hield de pony stil; een huisknecht kwam de stoep af, en -keek verbaasd rond, toen hij me zag. - -"Waar is juffrouw Clara?" vroeg hij. - -Ik klom snel uit het karretje, en zei: "Zij was bij ons in den -winkel, en toen is het paard met mij weggerend." O, wat was ik -beangst, Griet; ik vloog de laan uit, en verborg mij achter struiken, -opdat niemand me zien zou. Eindelijk kroop ik te voorschijn, klom -over een heg, en kwam zoo weer op den landweg terecht. Wat ben ik -warm en moe!" - -"Maar Lena, wat is dat een leelijke streek van je! Waar is het meisje -nu?" - -"Ik weet het niet. Ik denk, dat ze naar huis is gewandeld. Toe Griet, -ga 's gauw naar juffrouw Ribbon, en vraag het eens even. Ik hoop nog, -dat ze niet zullen ontdekken, wie het gedaan heeft." - -"Ga zelf," zei ik boos. Toen sloeg Lena haar armen om mijn hals. -"Lieve Grietje, toe, ik houd zoo van je. Hè toe, ga jij nu even! -Iedereen weet wel, dat jij er geheel buiten staat." - -Ik ging, en vond juffrouw Ribbon heelemaal in de war over wat er was -voorgevallen. - -In één adem door vertelde juffrouw Ribbon wat er gebeurd was. - -"'t Gebeurt niet vaak, dat er een van de jonge dames van 't Huis in -mijn winkeltje komt. Ik stond dan ook verplet, toen ik plotseling den -pony hoorde wegrennen. Net was ik bezig, Clara een ons van Lena's -borstplaat af te wegen, en ik vertelde haar wie ze gemaakt had, toen -we eensklaps opschrikten door het wegrijden van 't karretje; beiden -vlogen we de deur uit, en daar zagen we met ontzetting Lena -wegrijden, haar lange haar als een gouden wolk om haar hoofd waaiend, -en met een snelheid als van een automobiel. Houd haar vast! gilde -Clara, zij rijdt met mijn pony weg! - - -[Illustratie] - - -Maar je hadt evengoed een locomotief kunnen tegenhouden. Ik trachtte -toen de jongejuffrouw weer naar binnen te krijgen, om bij mij te -wachten. Maar zij was zóó geschrokken, en ook zóó boos, dat ze -stampvoetend van ergernis bleef staan en zei: Mijn moeder zal dat -borstplaatmeisje wel eens duchtig straffen! Toen ging ze op den weg -heen en weer loopen. En als nu Mevrouw er van hoort, zal ze nog hier -komen en mij vragen, waarom ik niet iemand bij 't paard heb gezet, en -dan zal ze 't me daarvoor ook nog lastig maken. Ik zou voor geen geld -van de wereld haar willen boos maken, want dit is haar huis en ik ben -haar huurster!" - -"Maar juffrouw Ribbon, wat spijt het me, dat het zoo geloopen is. -Maar u weet, hoe Lena is. De borstplaat heeft haar eenigen tijd zoet -gehouden, maar altoos haalt ze wat uit, dat verkeerd is. Denkt u, dat -de jongejuffrouw goed thuis gekomen is?" - -"Hoe zou ik dat weten? Ik hoorde of zag sedert niets van haar." - -Vol van allerlei gedachten kwam ik thuis. Voor verklikker te spelen, -vind ik verschrikkelijk. Dat is een van de dingen, die niet "in den -vorm" zijn; bluffen en liegen en klikken vind ik slecht. Maar ik wist -ook, dat vader van deze geschiedenis hooren zou, en er is niets, wat -hij meer haat, dan dingen te vernemen, die wij hem verzwegen hebben. -Hij wil, dat we altoos dadelijk onze verkeerdheden vertellen. Ik ging -dus naar Lena toe, en zei haar, dat ze naar vader moest gaan, en het -hem vertellen. Zij wou niet, en toen zei ik haar, dat ik zelf zou -gaan. Toen begon ze natuurlijk weer heel lief te doen. Juist kwam -vader binnen, toen we druk aan 't twisten waren, wie gaan zou. - -"Wat is er aan de hand?" vroeg hij. - -"Lena wou u iets vertellen," zei ik en liep daarna vlug de kamer uit. -Natuurlijk biechtte ze nu op; vader nam haar mee naar de -studeerkamer, en las haar daar eens flink de les; schreiende kwam ze -terug. Later heeft ze me verteld, dat vader haar een briefje van -schuldbekentenis had laten schrijven; zelf had hij er een aan Mevrouw -geschreven, waarin hij de toedracht der zaak meedeelde. Hij had tegen -Lena gezegd, dat hij telkens weer zich voor zijn kinderen moest -schamen, en daarop was Lena gaan schreien. Maar hij had haar gekust, -voor ze wegging; vader is dol op Lena; hij zegt altoos, dat ze hem -aan moeder herinnert! - -Den daarop volgenden avond, Vrijdag, waren Lena en ik in de badkamer. -Wij moesten "de groote wasch" doen, altijd een groot vermaak. Wij -vullen dan de kuip maar half, en wasschen alles, wat we maar machtig -kunnen worden. Puf hielp ons dapper. Alle kammen en borstels worden -eerst gewasschen, dan alle poppenkleeren van Lena, zakdoekjes, -halskraagjes, schortjes, en alles wat er maar vuil in huis te vinden -is. Puf bracht ons alle artikelen aan; juist had hij een wollen aapje -in 't bad laten plonsen, en stonden we te schaterlachen om z'n koddig -gezicht, toen Emma kwam binnenvliegen. - -"De jongedames Grietje en Lena moeten dadelijk naar de huiskamer -gaan; er is visite, en tante heeft gezegd, dat je komen moet!" - - -[Illustratie] - - -"Hè, wat vervelend!" zei ik, "En wie is het, Emma?" - -Lena en ik stonden in onzen onderrok, vanwege het geplas met water. - -"Het is Mevrouw Londesburg met haar dochtertje." - -Lena en ik keken elkaar verschrikt aan. - -"Ik ga niet heen," zei Lena, "ik doe het niet." - -Maar Emma troonde ons mee naar de slaapkamer, waar we ons -aankleedden. - -"Wij moèten gaan, Lena. O kind, ik wou, dat je 't maar niet gedaan -hadt. Ik zou wel vriendin met dat meisje willen zijn." "Ik niet -graag!" - -Lena was boos, en zij stond maar steeds heen en weer te wiegen, toen -Emma trachtte haar het haar met den pas schoongemaakten borstel te -borstelen. "Ga weg, Emma! Ik zal ze uur aan uur op me laten wachten. -Ik ben in geen jaren klaar!" - -Emma ging boos weg. Toen smeekte ik Lena, om toch anders te doen; -binnen twee minuten helderde haar gelaat op -- zij is nooit langer -dan 5 minuten boos -- en was ze bereid, mee naar beneden te gaan. - -"Ik zal voorwenden, dat ik van niets afweet," zei ze; "vader is uit, -en dus kan hij het haar niet zeggen." - -Zoo kwamen we de huiskamer binnen; ik was heel wat meer beangst dan -Lena. Daar zat het meisje; alleraardigst zag ze er uit in haar witte -zijden jurk en witten hoed. Mevrouw was in druk gesprek met tante -Caroline. Iedereen in het dorp is bang voor Mevrouw Laura; ik begrijp -niet waarom; zij keek heelemaal niet streng, en toen ze ons zag, -barstte ze in een schaterlach uit. - -"Wie van jelui heeft me dat aardige briefje geschreven? Ik ben hier -gekomen, om het je te vergeven, en om je te vragen, of je morgen bij -mijn dochtertjes komt theedrinken. Wil je komen?" - -Lena sloeg niet eens beschaamd de oogen neer. - -"Ik ben het, die u vergiffenis woudt schenken," zei ze. Toen gaf -Mevrouw ons de hand, en wij gaven Clara ook een hand. Zij keek Lena -heel ernstig aan, maar glimlachte tegen mij. - -"Hebben jelui een kinderkamer?" vroeg ze mij. - -"Neen, alleen een leskamer; wil je ze eens zien?" Dadelijk ging ze -met ons mee. Wij gingen zwijgend de trap op; boven gekomen, zei Lena: -"Wil je ons bad eens zien?" - -Zij aarzelde even en zei toen van ja. Wij hadden heelemaal vergeten, -dat we Puf alleen hadden achtergelaten; toen we de badkamer -binnengingen vonden we hem bezig met onze oude kat en haar twee -jongen, die hij in de kuip had gezet, om ze alle drie te wasschen. De -kleine poesjes waren al bijna verdronken. Vliegens haalden we ze uit -het water, en in den angst van het oogenblik was alle stugheid -tusschen Clara en ons geweken, en begon ze al druk over allerlei mee -te babbelen. Zij vertelde ons, dat ze een tweeling was; haar zusje -heette Betty. Betty had haar voet verstuikt, en kon nu niet loopen; -de dokter had gezegd, dat ze heel lang moest blijven liggen. Puf keek -Clara eens even aan, en zei toen: "Wil je ook niet es wat wasschen? -Mijn slabbetje is heel erg vuil." - -Intusschen was Lena de katten aan 't afdrogen, en toen ze er wat -toonbaar uitzagen, droegen we ze naar beneden, om ze in de keuken -verder te laten drogen. Daarna lieten we 't vuile water uit de kuip -loopen, en deden er weer versch in; Clara vond het zóó verrukkelijk, -dat zij ook wou wasschen. Wij gaven haar een vuil paardedekje van Puf -en vertelden haar, terwijl ze ijverig te wasschen stond, hoe we tante -eens voor den gek hadden gehouden. - -Wij waschten toen een roodwollen poppejurkje; dit gaf zóó erg af in -'t water, dat ik naar beneden vloog, en tante Caroline toeriep: "Kom -u es gauw boven, Lena bloedt zoo." Tante Caroline liep zoo hard als -ze kon de trap op, en kwam doodelijk verschrikt bij 't bad. Daar zag -ze, hoe we haar voor 't lapje hadden gehouden. Clara vond de historie -allerleukst. - -Maar wat was ze nat geworden! Haar jurkje kon je wel uitwringen. Wij -beproefden haar te drogen, doch toen we beneden kwamen, was tante -Caroline erg boos, en zelfs Mevrouw Laura keek verstoord. Clara kreeg -Lena's beste witte jurk aan, die haar heel goed paste; tante zei -tegen Mevrouw: "Ik verzeker u, dat ik geen oogenblik gerust ben, wat -er gebeuren zal. Ik kan u niet zeggen, hoe dit me nu weer spijt." -Maar Clara zei dadelijk: "Och mama, ik vond het zoo heerlijk; ik kan -me thuis nooit zoo vermaken." Mevrouw Laura glimlachte en sprak: "Ik -kan me zoo begrijpen, juffrouw, dat u uw handen vol hebt; bij mij -moeten ze maar niet wasschen, als ze op de thee komen morgen." - -Mevrouw en Clara vertrokken nu per rijtuig; Lena en ik kregen droog -brood bij de thee, omdat we Clara hadden laten wasschen. Ik vind die -straf niet verdiend. Vader straft ons nooit onverdiend. Tante denkt -altijd, dat we dan beter zullen opgroeien. Maar wij denken wel eens, -dat die bijzonder goed opgevoede lui de malste menschen van de wereld -worden. En daarom zijn we d'r heelemaal niet op gesteld, zoo heel -best op te groeien. - ------- - - - - -HOOFDSTUK VI. - - -In groote spanning zagen Lena en ik de theevisite bij Mevrouw Laura -tegemoet. Lang voordat tante Caroline het gewild had, waren we al in -ons beste pakje gestoken. Emma bracht ons weg, en liep onophoudelijk -druk te praten over het mooie, groote huis van den baron. Ik wou, dat -ze allen bij ons in de kerk kwamen, maar dat doen ze niet; dichterbij -hebben ze een kerk, en daar gaan ze heen. Wat zullen de jongens -jaloersch op ons zijn; ik heb ze maar gezegd, dat er heelemaal geen -jongens zijn, waarna Daan opmerkte, dat een visite van louter meisjes -hem te min was. - -Lena was gewoon wild; ik waarschuwde haar, dat, als ze wat verkeerds -uithaalde, ik dadelijk naar huis terug zou keeren, om haar daar te -laten. Natuurlijk werd ik weer voor verwaandheidje uitgescholden, -maar dat is minder: Lena was nu niet kalm. - -Toen we de groote voordeur naderden, was ze o zoo schuchter, ik denk -een beetje angstig. Ikzelf eigenlijk ook wel een weinig, toen een -deftige huisknecht ons in een vestibule liet, die geheel met -schilderstukken en platen versierd was, en ons vervolgens langs -eindelooze gangen geleidde, waarna hij een deur opende, en riep: "De -jongedames van de pastorie!" - -Even daarna stonden we in een allerliefste kinderkamer, en kwam Clara -ons tegemoet om ons te verwelkomen. Zij bracht ons dadelijk bij 't -venster, waar Betty op een sofa lag. Zij geleek sprekend op Clara, -alleen haar gezichtje was wat smaller en bleeker. Dan was er in deze -kamer nog een vriendelijke gouvernante, Miss Tudor. - - -[Illustratie] - - -Onmiddellijk vroeg Lena haar, of ze nog familie was van den koning -Tudor. Miss scheen het nog al niet kwaad op te vatten; ze lachte -althans en zei, dat ze vreesde, wel geen koning in de familie te -zullen hebben. - -Toen trok Clara ons mee, en liet ons al haar prachtige poppenkamers -en ander speelgoed zien. Al spoedig zat Lena op den vloer en -vermaakte zich met een der poppenkamers. Inmiddels was ik met Betty -gaan praten. - -"Clara heeft me verteld van jelui badkamer en de groote wasch," zei -ze; "ik wou, dat ik er bij geweest was. Toe, vertel me d'r es wat -meer van." Ik ging haar nu vertellen van ons ezeltje, en hoe wij -probeerden het geld te krijgen; ze vond het allerleukst. - -Clara kwam naar ons toe: "Zeg, Betty, wij hebben toch zoo'n schik met -ons poppenhuis; Lena vertelt me allerlei nieuws, hoe ik er mee om -moet gaan. Wij hebben inbrekers door den schoorsteen laten klimmen, -en onder het ledikant verborgen, en" -- hier ging ze fluisteren -- -"als Miss meteen uit de kamer gaat, gaan we een brandje voorstellen, -en dan zijn wij brandweermannen; dan halen we de tuinslang en -bespuiten het met water." - -Betty's oogen schitterden, maar ik moest zien, dat spelletje te -voorkomen. Ik vertelde haar, dat wij zooiets thuis ook eens gedaan -hadden. De jongens staken toen een brandenden lucifer onder een van -de poppenbedden. 't Was o zoo aardig, maar het gansche bed vatte -vlam, en al onze poppen verbrandden. 't Was wel heel vermakelijk, het -toen te blusschen, doch net kwam moeder binnen, en wij moesten haar -beloven, zooiets nooit weer te zullen uithalen. Als we hier zoo'n -rommel maken, mogen we nooit weer komen. - -Lena keek me nijdig aan. "Hè, Griet, wat ben je weer vervelend, je -houdt nou ook nooit es van een grapje!" - -'t Is wel hard, als je voor vervelend wordt gescholden, terwijl je 't -goed bedoelt; maar ik zei geen woord meer, zoodat Lena al spoedig -haar zinnen op wat anders zette. 't Duurde niet lang of de -poppenkamer was veranderd in een kasteel, door soldaten belegerd; de -poppen werden verondersteld, te worden gevangen genomen en vermoord, -waarbij Clara en Lena een afgrijselijk geschreeuw aanhieven. - -Inmiddels vertelde Betty mij, hoe het voortdurend liggen op de sofa -haar vermoeide, en hoe zij ernaar verlangde, er af te mogen en de -kamer rond te huppelen. Vervolgens toonde ze me haar boeken en -speelden we een leuk spelletje, totdat de thee kwam. Wij waren toen -al de beste vrinden; Clara zei, dat er in geen mijlen zulke meisjes -als wij te vinden waren. Wij vroegen haar de namen van al de dominees -in de buurt, en van al de baronnen, en het bleek, dat zij ze allen -bij name kende. - -Na de thee, toen Miss Tudor de kamer verlaten had, zei Betty tegen -me: "Ik ben toch zoo blij, dat jelui niet zoo braaf bent. Ik dacht -altijd, dat kinderen van een dominee zoo heel braaf waren. En als -jelui dat waart, zou ik niet van je gehouden hebben." - -Ik voelde me wat vernederd en zei langzaam: "Zoo. Ja, heel goed ben -ik niet, maar ik tracht het toch te worden." Zij keek mij aan. "Maar -het is toch veel grappiger om ondeugend te zijn." - -"Dat weet ik niet," antwoordde ik. "Zoolang je 't bent, lijkt het -heel dapper, maar daarna is het dat lang niet." - -"Ik wou, dat er geen "daarna" bestond," zei Betty ongeduldig. "Dat ik -hier op die vreeselijke sofa lig, is ook een "daarna". Je weet, ik -heb mijn voet verstuikt, toen ik als een jongen in een boom wou -klimmen. Miss Tudor riep me, om er uit te komen, maar ik lachte haar -uit, klom hooger en -- viel." - -"Verschrikkelijk," zei ik, en voegde er aan toe, terwijl ik mijn -wangen voelde gloeien: "Dat is nu precies hetzelfde, wat ik zou -gedaan hebben. Het is dan zoo akelig gemakkelijk, zoet te wezen." - -"Ik houd ervan, flink ondeugend te wezen," sprak Betty met trots. - -"Ik wou, dat je vader kende," zei ik. "Hij gunt ons zooveel mogelijk -pleizier. Vaak zegt hij tegen tante Caroline: Een losse teugel, -tante, voor mijn jonge wildebrassen, en zoo weinig mogelijk bevelen -en regelen als 't maar kan. Dat zal ongehoorzaamheid voorkomen." - -"Wat een lieve vader!" riep Betty. - -En ik ging voort: "Hij zegt, dat als wij Gods geboden gehoorzamen, -wij ook de zijne zullen opvolgen. Toen ik nog een klein meisje was, -las ik vaak de Tien Geboden over, en ik dacht, dat ik er nooit één -van overtrad. Maar nu weet ik beter. Verleden Zondag noemde vader ons -drie geboden: Kom, ga, doe." - -Betty luisterde met aandacht. "Toe, ga voort. Je bent een -heerlijkerd; 't eene oogenblik brul je van 't lachen en 't andere hou -je een preek." - -Ik vertelde haar nu, zooveel als ik nog wist van vaders preek. "Zoo -doet een trouwe knecht. In onze kerk ligt een ridder begraven, die -altoos trouw en altoos bereid was. Vader zegt, dat hij dat ook wil -wezen, en natuurlijk is hij het ook, en als ik er maar veel om denk, -tracht ik het ook te wezen." - -"Vergeet je het dan zoo gauw?" - -"Bijna altoos," antwoordde ik zuchtend. - -In dit gesprek werden we gestoord door Lena en Clara. Ze wilden zich -verkleeden. Wij gingen dus naar Clara's slaapkamer en trokken -allerlei malle kleeren aan. Daarna keerden we terug naar Betty. Clara -stelde een oude bedelares voor; Lena moest een Indiaan verbeelden, -terwijl ik een deftige Amerikaansche dame voorstelde. - - -[Illustratie] - - -Allemaal deden we verhalen aan Betty, en zeiden, uit Engeland te zijn -gekomen, omdat we gehoord hadden, dat ze zoo rijk en goed was. -Vervolgens kondigde Lena een Indiaanschen dans aan; zij klauterde op -de tafel, en tolde als een dolle rond, zoodat Betty tranen van 't -lachen kreeg. - -Toen deze voorstelling was beëindigd, werd ons meegedeeld, dat Emma -gekomen was, om met ons weer naar huis te gaan. Wij namen afscheid -van elkaar; Clara en Betty vroegen ons, toch vooral weer te komen. -Wij vonden het heerlijk, en Lena zei, toen we thuis kwamen: "Nu zie -je es, hoe goed het was, dat ik er met den pony vandoor ging, want nu -hebben we beste vriendjes in Clara en Betty." Toen wij thuis kwamen, -vonden wij de jongens druk bezig met het tellen van hun geld. Daan -had 65 cent gemaakt voor gevangen visch, die hij bij drie -verschillende boeren had verkocht, en Alex had f1.80 verdiend bij -Cummins; deze had hem 30 cent per dag gegeven voor zijn hulp bij 't -hooien. Met de noodige plechtigheid verklaarde Alex: "'t Is verdiend -in het zweet des aanschijns; maar het is ook alles, wat ik kan -verdienen, want er wordt nergens meer gehooid nu. En de volgende week -moeten we ook weer naar school." - -Oversecuur telden we allen ons geld nog eens na; 't was nog lang niet -genoeg, om er een ezel voor te koopen, maar wij hadden alle hoop, er -nog heel wat bij te verdienen. Lena kon doorgaan met het maken van -borstplaat, en ik met het plukken van bloemen, en het zenden van -groenten naar de markt. Daan kon voortgaan met zijn visscherij. -Alleen voor Alex moest fluks een ander plan bedacht worden. - -"Niet noodig!" zei hij. "Ik heb harder gewerkt dan jelui allemaal -samen. Ik heb mijn aandeel geleverd." - -"Eén gulden en tachtig cents is niet veel," merkte ik op. Alex begon -korzelig te worden en zei: "'t Zit 'm niet in de hoeveelheid, 't zit -'m in de waarde. Deze 36 stuivers vertegenwoordigen een zeer zwaren -arbeid. Wat zou je meer op prijs stellen als verjaarsgeschenk: een -boek, dat je zoo maar koopt en weer weggeeft, of een boek, waarvoor -een jaar lang gespaard is, en de krachten van wie het kocht, bijna -heeft uitgeput?" - -Ik was onder den indruk van deze redevoering, maar Daan heelemaal -niet. "Je bent een lui stuk mensch," zei hij; "ik weet heel goed, dat -je den halven dag in 't land lag, en frissche dranken kreeg." - -Maar Alex meende een week rust noodig te hebben; daarna zou hij een -nieuw plan aanvatten. "Mijn lichaam is zoo vermoeid, dat ik niet -denken kan; maar ik beloof je, dat mijn nieuwe plan niet minder -aardig zal wezen dan dat van jelui." - -De Zaterdag met z'n zangoefening in de kerk kwam weer aan. Juist was -ik aan 't zingen, toen ik ineens dacht aan vaders preek: Semper -fidelis, semper paratus. Ik dacht erover, wat vader nu wel van mij -zou wenschen. Maar ik had den moed niet, om het te doen; Daan zou mij -uitlachen m'n leven lang. Maar toen ik naar bed ging, bad ik tot God, -of Hij mij zóó moedig wilde maken, dat ik het doen durfde. - -Zondagmorgen vond ons allen aan 't ontbijt. Tante Caroline staat -gewoonlijk al vóór ons van tafel op, omdat ze naar de Zondagsschool -moet. Ook nu zou ze juist weer heengaan, toen Daan eensklaps -opsprong, met rood gezicht haastig z'n kopje thee leegslurpte, en -zei: "Tante, ik ga met u mee naar de school. Ik zal de klasse der -kleintjes nemen." Tante nam het heel kalm op, maar voor onze ooren -was het, of het onweerde. - -"Ik heb al zoo vaak er op aangedrongen, dat een van jelui me helpen -zou," zei tante. "De arme kleintjes begrijpen mijn onderwijs aan de -ouderen nog niet." - -Daan ging de kamer uit. Alex sloeg z'n oogen ten hemel, hief z'n -handen op en riep: "De hemel komt naar beneden!" Lena begon te -giegelen. "Stel je voor: Daan de kleintjes aan 't onderwijzen! Hij -weet ze niets anders te zeggen dan "goede vormen"." - -Ik gevoelde mij als aan den grond genageld. Als ik dà t geweten had! -Dat was nu de jongen, van wien ik vreesde, dat hij mij uit zou -lachen, als ik deed, wat hij nu doet! Ik liep den tuin in, en -schreide eens goed uit. En o, hoe bewonderde ik Daan nu! Altijd doet -hij de dingen zoo onverwacht. Nooit praat hij er over, en je zou -denken, 't kan hem niet schelen ook, maar plotseling komt ie uit z'n -rust, gaat heen, en doet het. Ik zou zoo graag als hij wezen. - -"Wat zal ik een pret hebben over die zuigelinglessen," zei Alex, toen -we samen naar de kerk gingen. "Neen, dat mag je niet," zei ik, "want -het is heel goed, wat Daan gaat doen. Verleden Zondag heeft vader er -nog over gepreekt. Ik had het ook willen doen, maar ik was bang, dat -jelui me zouden uitlachen. En nu is Daan me vóór geweest. Heusch -Alex, onder het ontbijt dacht ik elk oogenblik het te zullen zeggen, -maar zie, ik kwam net te laat." - -Alex keek me een beetje scheef aan, maar zei niets; en toen we Daan -bij het middageten weer zagen, zei geen van ons wat tegen hem; wij -deden, alsof er niets gebeurd was. Ik bewonder Daan, als hij zoo -doet, want hij zegt nooit, dat hij iets goed doet. En om elkaar te -zeggen, dat je iets goed doet, vind ik verkeerd, lijkt me zoo -verwaand. - -En nu moet ik vertellen van Maandagmorgen, en van de groote -verrassing, welke ons toen te beurt viel. Puf had al telkens gezegd, -dat hij iederen dag een brief van God verwachtte, met het geld voor -een ezel erbij. Elken morgen klampte hij den brievenbesteller aan. 't -Zal den man wel raar in de ooren geklonken hebben, toen Puf hem -vroeg: "Weet u wel zeker, dat er geen brief voor mij bij is, want ik -verwacht er een van God; het moet een heele zware brief wezen." - -[Illustratie] - -Dezen Maandag bracht hij de brieven weer binnen, en toen vader ze -nakeek, zei deze plotseling: "Is hier een mijnheer George -Marjoribanks in de kamer?" "Dat ben ik!" riep Puf, en danste in de -grootste opwinding om de tafel. "Laat mij hem zelf openmaken!" Hij -kreeg den brief in z'n handjes. "Maak 'm nu maar open," zei vader, -ook wel 'n beetje nieuwsgierig. Puf maakte hem open: er zaten drie -postbewijzen in, en een velletje papier, waarop geschreven stond: - - "Van grootmoeder. Voor een ezeltje." - -En elk van de postbewijzen was f12.-- groot. - -Wij konden onze oogen niet gelooven. Grootmoe geeft ons zelden geld --- alleen op verjaardagen. Ik vermoedde natuurlijk al dadelijk, dat -tante Caroline haar verteld zal hebben, hoe vurig Puf er om bad. Pufs -gezicht was een portret waard, toen hem werd uitgelegd, hoe de zaken -nu stonden. Zijn oogen straalden van blijdschap; hij zette een borst -op en zei: "Natuurlijk. Ik begrijp heel goed, wat er gebeurd is. -Vader zegt, dat God geld aan sommige menschen geeft, om er goed voor -te zorgen. Hij heeft het Zelf te druk gehad, om het te zenden, en -daarom droeg Hij oma op om het te doen." - -"Ik geloof, dat je de waarheid zegt, Puf," sprak vader, terwijl hij -hem kuste op z'n heerlijken kroeskop. Puf keek met verrukte blikken -om zich heen. "Mijn plan is het beste geweest van ons allen," juichte -hij. - -Wij waren te verrast, om te spreken. Vader sprak zachtjes: "Want -derzulken is het Koninkrijk Gods." - -Toen, na nog even stilte, barstten we allen uit in een blij gejuich. -Het ezeltje was zoo goed als gekocht, en we konden zelfs nog wel geld -over houden. Daan zei al dadelijk, dat dat dan wel kon dienen voor -een zadel, maar vader zei, dat we voor die 36 gulden en wat we al -reeds hadden; allicht wel een ezeltje en een tweede-hands wagentje -konden koopen. Maar vader schat de dingen altijd goedkooper dan ze -zijn. - ------- - - - - -HOOFDSTUK VII. - - -En nu: waar kunnen we een ezel koopen? - -Ziedaar de groote vraag, welke ons allen bezig hield, toen we op een -pufwarmen middag ons hadden neergevleid onder de boomen langs het -grasveld. Behalve Puf, die nog niet tot bedaren gekomen was en -telkens opsprong om vlinders na te jagen. - -Alex opende de debatten, kriebelde Lena met een grassprietje in haar -oor en zei: "Je ziet nog wel es veel ezels zoo grazen, maar ik heb er -tot nu toe nog niet zoo bijzonder op gelet." - -"Laten we naar juffrouw Ribbon gaan, en haar vertellen, wat we noodig -hebben," stelde ik voor, en begon alvast te zingen: - - - Wie hier eens komt, die komt terug, - Die wordt geholpen, goed en vlug. - - -"Zij zal er een uit haar dierenverzameling halen," zei Daan, "en dan -zal 't niet veel moois wezen, dat verzeker ik je. Neen, de eenige -lui, die werkelijk goede ezels hebben, dat zijn de zigeuners, en die -moeten we vóór alles zien te vinden." - -"Hoera!" riep Alex uit, "we gaan een zigeunerkamp bezoeken." En Lena -voegde erbij: "Juffrouw Ribbon zal ons wel zeggen, waar er een is." - -"Wacht es even," zei Daan, "we kunnen het best zelf uitvinden, waar -ze zitten, evengoed als de politie. Laat mij maar begaan." - -"Nou ja, maar we kunnen toch evengoed eerst es bij juffrouw Ribbon -gaan hooren," meende ik. - -Aldus werd besloten; we sprongen allen overeind en draafden naar het -"dorpsmagazijn". Er stonden juist twee vrouwen af te rekenen, maar -toen ze ons zagen, gingen ze heen, en spoedig had ons clubje den -ganschen winkel gevuld, natuurlijk Puf vooraan. O, wat was het er -snikheet! De vliegen zaten overal op, en juffrouw Ribbon zag er uit, -alsof ze zoo van een wilde vliegenjacht kwam, natuurlijk kwamen de -vliegen nu ook nog op haar gezicht af, alsof het met stroop besmeerd -was. Met haar zakdoek trachtte ze de lastige dieren op 'n afstand te -houden. Niettemin glimlachte ze, zooals altijd en onder alle -omstandigheden. - -Daan nam eerst het woord en zei alsof het een bestelling gold: "Wij -wilden een zigeunerkamp hebben." Juffrouw Ribbon keek hem versteld -aan, maar glimlachte alweer spoedig; zij houdt van een grap, en -daarom wij ook van haar. - -"Hoeveel geld heb je daarvoor beschikbaar? Ze zijn duur, jongeheer -Daan!" - -"O, dat komt later wel terecht, als u er ons maar aan een helpt," zei -Daan. - -"Een zigeunerkamp is een flinke bestelling," zei juffrouw Ribbon -nadenkend. "Maar je moet me eens wat nader zeggen, wat je bedoelt. -Hoeveel zigeuners moet je hebben? Of is de bedoeling een kamp -alleen?" - -Wij zagen, hoe ze lachte. Maar Alex zei nog eens uitdrukkelijk: "Dat -zou nu de eerste keer worden, dat we hier tevergeefs kwamen. Neen, -juffrouw, we moeten een compleet kamp hebben, met levende zigeuners -erin." - -"Maar groote goedheid, kinderen, ik verkoop alleen dingen, die de -menschen kunnen koopen. Levende zigeuners zijn niet te koop in dit -Christelijk land." - -Wij begonnen terrein te verliezen, juffrouw Ribbon is ons te knap af. -Toen zei Daan met potsierlijke verontwaardiging: "Wij zullen het -onthouden, juffrouw. Wat wij wilden koopen was de inlichting over een -zigeunerkamp. Maar we zullen u verder niet lastig vallen." - -Allen verlieten we den winkel, 't hoofd in den nek als vertoornde -klanten. - -"'t Zal haar wà t spijten, dat ze ons niet heeft geholpen," zei Daan. -We gingen dadelijk weer naar huis. Daar schreef Daan, op een groot -vel van vaders preekenpapier, zoo mooi als hij kon: - - - "Onmiddellijk inlichtingen gevraagd - naar het naastbijgelegen zigeunerkamp. - Gedurende één week in te zenden - aan de pastorie. - Daniël Marjoribanks." - - -[Illustratie] - - -Toen was de vraag: Waar zullen we dien brief brengen? We waren 't er -allemaal over eens: niet bij juffrouw Ribbon. Daan had een mooi idee. -Bij den kruisweg, juist aan 't begin van ons dorp, staat een groote -mijlpaal. Wij namen een beetje lijm mee en gingen er heen. Onderweg -zei ik tegen Daan: "Je zult er nog een belooning voor moeten geven." -Daar had hij niet aan gedacht, maar vlug krabbelde hij nog op den -brief: "De aanbrenger zal goed beloond worden." Zoo hoog als wij -erbij konden, werd het papier tegen den paal geplakt, en daarna -keerden we weer naar huis terug. Na de thee ging Daan nog twee keer -kijken, of de lijm wel goed hield. Den tweeden keer zag hij, dat er -twee mannen en een jongen bij stonden te lezen. "Ik hield me weg," -vertelde hij; "ik kroop achter een heg. Zij schenen er veel belang in -te stellen." - -"Ik geloof, dat we beter gedaan hadden, met naar een ezel te vragen," -merkte ik op. Maar de jongens moesten daar niets van hebben. "Dat -zigeunerkamp is juist de grap!" schreeuwde Daan. "Misschien zijn er -in Lincolnshire niet eens zigeunerkampen," zei Lena. - -Dat hadden we nog niet overdacht. En dus gingen we op nader onderzoek -uit. Vader werd aangeklampt om ons daar wat meer van te vertellen. -Hij vertelde ons, dat hij eens zoo'n kamp had bezocht, toen daar een -man ziek was geworden. Wij vertelden vader echter niet, waarom wij -onze vraag deden, maar Puf wilde weten, of ze ook jongens en meisjes -stalen. - -Den dag daarna kwam er een jongen aan de achterdeur en vroeg Daan te -spreken. Gelukkig was hij thuis, want den volgenden dag begonnen de -lessen weer. Zeer gejaagd kwam Daan aanloopen. De jongen vertelde: -"Ik heb dien brief gelezen. Boer Brown, aan den weg naar Lemworth, -laat altijd zigeunertroepen op een stuk land bij z'n boerderij -uitrusten. In deze maand komen ze gewoonlijk, omdat ze dan naar de -Lemworthsche kermis gaan, en die is vandaag over een week." - -"Sjonge, dat treffen we!" riep Alex. "Hoeveel heb je hem gegeven?" - -"Dertig centen. Dat vond ie heel best. Ik zal het natuurlijk uit onze -ezelkas betalen." - -"Ik wou, dat we nu morgen dien ezel maar kochten, dat lange wachten -is nergens goed voor," vond ik. - -Maar de jongens vonden, dat het wel een week uitstel waard was, om -een echten ezel te kiezen uit een echt zigeunerkamp. En toen begonnen -de lessen; alle dagen waren de jongens weg. Lena en ik kregen 's -morgens les van tante Caroline, en Puf verbeeldde zich dat ook maar. -De middagen hadden we voor onszelf, maar dan was er altijd wel wat -naar een zieke te brengen, of andere boodschappen. - -Op zekeren dag hoorde vader mij brommen, omdat ik zoo graag een nieuw -leesboek uit de school-bibliotheek wou lezen, en tante me toen een -boodschap wilde laten doen, terwijl ik pas voor haar was weggeweest. -Vader schudde zijn hoofd, en zei: "Semper paratus! Grietje, zoo wordt -je niet een goede dienstmaagd." - -"Maar ik ben de meid van tante Caroline niet," flapte ik eruit. - -"Ik dacht, dat je een van Christus' dienstmaagden waart," sprak vader -ernstig. "Jou kleine dagelijksche werkzaamheden zijn de plichten, die -Hij je oplegt, Je kunt niet Zijn dienst scheiden van den dienst hier -in huis, het zijn dezelfde plichten. Denk je wel altijd aan Zijn -bevelen, kind?" - -"Ik vergeet het zoo vaak," zuchtte ik. - -"Een ontrouwe dienstmaagd is zulk een teleurstelling voor Jezus," -sprak vader zacht. - -Toen begon ik te schreien. Ik kon er niets aan doen. - -"Ik geloof niet vader, dat ik ooit een trouwe, gewillige dienstmaagd -zal worden." - -"Waarom niet? Deze boodschap van je tante was een oproep tot _gaan_, -nietwaar?" - -"Ik denk van wel," fluisterde ik. - -"Geloof je zelf, dat je in Christus' dienst bent?" vroeg hij me. - -"Ik hoop van wel, vader. Ik wil Hem dienen, omdat Hij voor mij -gestorven is, en ik heb Hem lief, maar niet zóó, als het moest -wezen. Ik denk, dat het _komen_, waarover u preekte, heel wat -gemakkelijker is, dan het _gaan_. En wat het _doen_ betreft, ik heb -er niet eens over gedacht. En, vader, het spijt me toch zoo, dat ik -die Zondagsschoolklas niet heb genomen; Daan was me net voor." - -"Elken dag, Grietje, moet je zoowel komen als doen. Het eerste wat -een knecht des morgens doet, is zijn heer om orders vragen. Heb je -van morgen den Heer om Zijn bevelen gevraagd?" - -"Neen vader," zei ik, "ik heb mijn gebed vanmorgen afgeraffeld, omdat -ik te laat op was." - -"O, maar dà t is de oorzaak van je ontrouw. Ik ben in mijns Meesters -dienst al heel wat jaren meer, dan gij Grietje. Als ik beproef Zijn -bevelen uit te voeren, zonder Hem steeds te bidden, dan geraak ik -dadelijk in moeite. Den ganschen dag, en elken dag is het "komen" en -"gaan"." - -Vader ging heen, ik bleef in nadenken verzonken staan, en beloofde -mijzelf in stilte, dat ik trachten zou, nooit meer te mopperen, al -werden mij honderd boodschappen per dag opgedragen. - -Ons plan, om op de kermis van Lemworth te gaan kijken naar een -ezeltje, vond vader niet goed. De jongens vroegen hem toen, of we -Zaterdag een langen dagmarsch mochten gaan maken; we zouden dan ons -twaalf-uurtje meenemen, en zien, of er ook zigeuners te vinden waren, -die een ezel voor ons te koop hadden. - -Vader vond dit goed, maar zei erbij, dat we slechts inlichtingen -mochten vragen; het koopen van een ezel moesten we aan hem overlaten. - -Wat duurde het lang, voor 't Zaterdag was! Eindelijk was de -langverwachte dag er, en dadelijk na 't ontbijt gingen we op weg. Puf -ging te keer als een wanhopige, omdat hij niet mee mocht, en tante -Caroline trachtte hem met allerlei schoone beloften tot bedaren te -brengen. - - -[Illustratie] - - -Wij begonnen met twee mijlen te marcheeren langs den kalen, stoffigen -weg; daarna klommen we over een schutting en gingen dwars over de -landerijen. Drukke gesprekken en allerlei verhalen maakten de -wandeling kort. Daan vertelde van een jongen op zijn school, met wien -hij altoos aan 't vechten is. Hij komt uit Londen, heeft een -verbeelding, alsof z'n vader hertog is, en ziet met minachting neer -op "dat gewone volk", zooals hij het noemt. - -"Ik vind het niet erg "in den vorm" voor zoo'n heertje om te -vechten", merkte ik op. Ik houd er van, om Daan met z'n eigen woorden -te bekampen. - -"Ik heb 'm als een worst in mekaar gedraaid," zei Daan. "Ik had er -zin in, met mijn vuisten er nog eens goed op te beuken. Maar ik laat -hem nog liever heelemaal links liggen, omdat hij gewone menschen -minacht." - -Lena vroeg: "Zouden we de zigeuners wel thuis vinden? Ze zullen -allicht naar de kermis te Lemworth zijn." Daar hadden we zoowaar nog -niet aan gedacht. We hielden even stil, om de zaak te overdenken; -inmiddels werd de lunch in 't gras gebruikt. - -"Alle ezels zullen toch niet naar de kermis zijn," zei ik. "Hebben -zigeuners wel altijd ezels?" vroeg Lena. "Och, hou toch op en doe -niet van die malle vragen," zei Daan verstoord. - -Na nog een heelen tijd te hebben geloopen, kwamen we bij de boerderij -van Brown, en daar vonden we tot onze blijdschap een kamp, een vuile -tent, en een troep kinderen, die er bij speelden. Een zwart-uitziende -vrouw was bezig met kleeren wasschen in een groote braadpan. Maar -ezels waren er niet te zien; slechts een oud wit paard liep er te -grazen. - -"Ik vrees, dat ze naar de kermis zijn," fluisterde Alex. "Toe Daan, -ga es heen en groet die vrouw es." - -Daan kan dat altijd heel netjes; de lui op 't dorp mogen hem graag, -omdat hij zoo netjes z'n pet kan afnemen. Hij ging recht op de vrouw -af, en groette met z'n stroohoed. - -"Morgen juffrouw, mogen wij het genoegen hebben, enkele minuten met u -te spreken?" Zij trok haar handen uit de braadpan en staarde ons aan, -of we wilde dieren waren. Daan ging voort: "Ik weet niet wie -de .... baas van dit kamp is, maar ik zou hem graag over zaken -spreken." - -"Houdt je me voor den mal?" vroeg de vrouw ruw. - -"We meenen het allemaal ernstig," zei Daan. "U moet weten, wij willen -een ezel koopen, en wij meenden, dat u er wel een te koop zoudt -hebben." - -De vrouw lachte, en riep daarna: "Jim! Kom es hier en vertel dien -jongens es, dat ze aan 't verkeerde adres zijn voor ezels." - -Een man, een echte zigeuner, kwam langzaam aanslenteren. Hij droeg -groote blinkende knoopen aan jas en vest en broek, had een grooten -geelrooden zakdoek om z'n hals en een zwaren ring aan een der -vingers. - - -[Illustratie] - - -"Wij doen niet in ezels!" zei hij, terwijl hij aan een groote pijp -trok en ons met loerende oogen bekeek. "Hoeveel heb je er voor over?" - -"Dat zal vader wel behandelen," zei Daan met beslistheid. "We moeten -een goeden, vluggen ezel hebben, een die loopt als de wind, en wij -wenschen hem Maandagavond na zes uur aan de pastorie te Warlington te -hebben, om 'm te bezien. Kan ik daarop rekenen?" - -Daan doet altijd zaken, als was hij een koopman van zessen klaar. -Maar wij waren toch allen teleurgesteld, dat wij nu niet één -ezeltje te zien kregen. Intusschen sloop Lena wat verder het kamp in, -kwam weer terug en vroeg aan de zwarte vrouw: "Laat mij eens uw -woning van binnen zien; ik zou ook wel in zoo'n kamp willen wonen." - -De vrouw vond het goed en ging ons voor; Alex ging mee, en Daan bleef -met den man praten. De wagen zag er van binnen wat aardig uit. Aan -den wand hingen schilderijtjes, platen en helder geschuurde pannen; -maar lekker rook het er niet. Lena vond het er verrukkelijk en zei: -"Zeg u es -- we zullen 't aan niemand verklappen -- maar is het waar, -dat jelui kleine kinderen stelen, of staat dat alleen in de boeken?" - -De vrouw moest hardop lachen. "Wou je een tijdje met ons mee op reis, -juffie?" - -"O, dolgraag, maar slechts voor een paar weken, in de vacantie. Ik -geloof, dat het heerlijk is, gestolen te zijn!" De vrouw schudde haar -hoofd. "Kinderen geven meer kwelling, dan ze waard zijn; die wij -hebben, zijn al meer dan genoeg," zei ze. - -Lena was geheel uit 't veld geslagen. Alex vroeg haar, of ze wel -waarzeggen kon. Ze schudde van neen. Maar -- zeiden we haar -- dan -kun je ook geen echt zigeunerkind wezen. - -Toen we den wagen weer verlaten hadden, riep Daan ons. "De zaak is al -in orde," zei hij; "wij zullen eenige ezels thuis krijgen, om uit te -kiezen. Overmorgen komen ze; zoolang zullen we moeten wachten." - -Alex vroeg hem toen, of hij den zigeuner wilde vragen, dat die ons -zou verzoeken om op een avond een echt zigeunermaal te komen -bijwonen. - -Daan vroeg het en antwoordde ons, dat we er zelfs aan mochten -deelnemen, voor twintig cent de man. De man verzocht ons te komen den -eerstvolgenden Dinsdag, 's avonds om 9 uur. Toen zeiden we hem goeden -dag, en vertrokken. - -Ik weet niet, hoe dat kwam, maar we waren allemaal een beetje -teleurgesteld. Wij hadden verwacht een prachtigen ezel te zullen -zien, en met een mooi-gezadeld exemplaar thuis te zullen komen; wij -hadden gedacht, een groot, dichtbevolkt zigeunerkamp te zullen -aantreffen, met een waarzegster er bij, met mannen er bij, die ringen -in hun ooren droegen, die dansten en feest vierden, en een of ander -gestolen kind, dat achter een boom stond te huilen. Maar van dat -alles niets; niet één ezel, één kermiswagen maar, geen gestolen -kind, één man maar en ééne vrouw. - -Intusschen vertelde Daan ons, dat de man iemand wist, die ezels -verkocht, en dat die persoon op de kermis was. Maar hij zou hem wel -vertellen, wat wij wenschten, en dan zou die koopman ze wel brengen. -"Ik heb hem den tijd gegeven tot Maandagavond," zei hij deftig, "en -ik heb er nog een mooi plan bij bedacht. Wij zullen op den mijlpaal -aan den kruisweg een nieuw briefje plakken, waarop te lezen staat, -dat iedereen die een ezel te koop heeft, er dienzelfden avond mee aan -de pastorie moet komen." "Dat wordt een ezelen-revue!" juichte Alex, -en sprong in 't rond. - -Met groot verlangen zagen we Maandagavond tegemoet. Wij houden er erg -van, iets lang vooraf te weten, dan heb je altijd schik vooruit en je -wordt niet zwartgallig. Betty en Clara zeggen, dat ze haast altoos -somber gestemd zijn, daarom heb ik ze gezegd, dat ze vooral veel -plannetjes moeten maken. - -In een tevreden stemming naderden we ons dorp weer. Bij het spreken -over de avondpartij in 't zigeunerkamp, liet ik Daan merken, dat ik -vreesde, dat vader ons geen toestemming zou geven, om er heen te -gaan. "Nu ja," zei hij, "jelui -- Lena en jij -- doen ook beter met -niet te gaan. Alex en ik wel, omdat vader het ook wel eens gedaan -heeft; vader zei, dat sommigen van die zigeuners heel nette menschen -zijn." - -"Maar wij zouden toch graag meegaan," zei ik wat ontevreden. "Alles -wat lekker is, is nog niet verkeerd!" - -"Wees toch zoo'n kwast niet," zei Alex. En Lena voegde er nijdig aan -toe: "Ik ga toch, 't kan me niet schelen, wat ouwe Griet doet; als ik -er voor gestraft word, heb ik het toch al gehad!" - ------- - - - - -HOOFDSTUK VIII. - - -Puf was danig verstoord, toen we zonder ezeltje thuis kwamen. -Dadelijk na de thee ging Daan het nieuwe briefje aan den mijlpaal -hechten. Allen gingen we mee en hielpen hem. Hij schreef er op: - -"Gevraagd een eerste-klas ezel. Op bezien te zenden Maandagavond 6 -uur aan de pastorie." Erboven schreef hij nog: "Belangrijk en -spoed-eischend." - -Toen dat afgeloopen was, gingen we weer naar huis, en hielp ik tante -Caroline met opruimen, want het was Zaterdagavond. De zangoefening -had ze ons ditmaal geschonken, omdat we uit waren geweest; doch voor -we naar bed gingen, nam ze ons mee naar de piano in de zitkamer, en -zongen wij de gezangen nog eens, die we voor Zondag moesten kennen. -Daarna zei tante Caroline tot Daan: "Kom je morgen naar de -Zondagsschool?" Daan antwoordde erg ruw: "Ja, ik denk 't wel." - -Toen zei ik: "Tante, ik wou wel een klas nemen, als u nog een andere -had." - -"Ik denk, Grietje, dat er daarvoor niet genoeg kinderen zijn. Lang -geleden heb ik het je al gevraagd." - -"Wat leer je hun toch, Daan?" vroeg Lena. Maar Daan ging de kamer -fluitende uit, en zei geen woord. Ik was er ook zeer benieuwd naar, -wat hij ze leerde, maar toen ik het tante vroeg, zei ze: "'t Is -jammer, dat jongens altijd denken, dat ze hun gevoelens onder zich -moeten houden. Hij weet uitnemend de orde te bewaren, leert ze hun -tekst en versje, en vertelt hun heel aardig een Bijbelsch verhaal." -Ik zuchtte, want ik wou zoo graag hetzelfde werk doen. - -Maandagmiddag kwam Lena naar me toe rennen: "O Griet! ik ben bij -juffrouw Ribbon geweest, en zij zegt, dat ze een prachtigen ezel -weet, en dat had ze ons allang kunnen zeggen, als we 't haar maar -verteld hadden, en we niet naar die zigeuners waren gegaan. Zij zegt, -dat ie aan een boer behoort, en dat die 'm verkoopen wil. - -"Wel," zei ik, "zeg haar, dat ze hem bericht den ezel vanavond -opzicht te zenden." - -"Dat heb ik haar gezegd, maar zij zei dat ze niemand had om hem die -boodschap te brengen." - -"Waar woont hij?" - -"Dat weet ik niet." - -Ik ging dadelijk naar juffrouw Ribbon, en kwam te weten, waar de boer -woonde. Het was wel een heel eind, maar ik dacht, als tante Caroline -me maar even vrij liet, kon ik wel even heengaan. Tante zou juist met -vader uitgaan. Ze gingen naar een vergadering in Lemworth, en vader -zou er spreken. Zij vonden goed, dat ik ging, en zeiden meteen, dat -we met de thee niet op ze behoefden te wachten. Ik vroeg angstig: -"Maar u zult toch tijdig genoeg terug zijn, vader, om ons ezeltje uit -te kiezen?" Hij glimlachte: "Ik vrees, dat we zullen moeten -adverteeren, kind; ik twijfel er aan of je hier wel ezels heen zult -krijgen." - -"Wij verwachten wagenladingen vol!" riep ik uit, en rende heen. - -Lena wou meegaan, en samen staken we dus de velden dwarsover. 't -Rennen hield spoedig op, want het was o zoo warm; wij plukten bladen -van zuring en varenkruid om ons te verkoelen. Eindelijk waren we aan -de boerderij. Een prachtige tuin lag vóór de groote boerderij; in -dien tuin lag een heer in een rieten stoel, en daarbij zat een dame. -Ik vreesde, dat we verkeerd waren, maar we moesten den tuin door, om -bij de voordeur te komen. Ik vroeg hun, of daar Mr. Donnyball woonde. -De dame glimlachte: "Ja zeker, ga maar naar het huis, daar zul je -zijn vrouw wel vinden. Wij zijn maar logé's." - -Ik liep door, maar Lena bleef achter, zij mag graag met vreemde -menschen praten; ik niet. Ik belde en een boerenmeid kwam voor; zij -riep dadelijk de boerin, die heel blij was, toen ze hoorde wie ik -was. Ik herkende haar dadelijk; zij en haar man komen elken -Zondagmorgen bij ons in de kerk en zitten in de middelste banken. - -Zij zei: "Kom binnen, lieve. Jan en ik zeggen altijd tegen mekaar, -jelui zitten als engelen in het koor, en het is een genot, jelui te -hooren zingen, en jelui goeje lieve vader preekt als een apostel. -Kom, ga binnen, dan zal ik je een stuk van mijn eigengebakken koek -geven, en een glas melk. En wat is nu de boodschap, kind?" - -Zij sprak zóó snel, dat ik er geen woord tusschen had kunnen -krijgen. Toen ik haar het doel van mijn komst verteld had, zei ze: - -"Ja, jelui hebt een ezel noodig, hé? Kijk es wij hebben logé's, -kapitein en mevrouw Rogers. Zij komen uit Londen; zij hebben familie -te Lincoln. Hij is sedert den oorlog kreupel, en wij dachten, dat -onze Nell hem heel zacht in een rieten wagentje zou kunnen trekken, -maar hij ziet het ding niet, of maakt rechtsomkeert, en is niet tot -kalmte te krijgen. Wij hebben er toen over gedacht, een pony te -nemen. Mijn mans broer heeft er een; en zoo is het gekomen, dat ik -tegen juffrouw Ribbon zei, dat we Nell niet wilden houden. Mijn -kleine jongen reed er altijd op" -- ze begon eensklaps te schreien; -ik begreep, dat haar kind was overleden en betuigde haar mijn -deelneming daarover. Vervolgens zette ze mij in een heerlijk koele -serre, riep Lena ook, en beiden kregen we toen een glas melk en een -stuk gebak. Ze beloofde, dat de ezel dien avond door een der knechts -zou gebracht worden. Ik was wat in m'n schik; we wilden nog graag den -ezel zien, maar men was met 'm naar den molen om meel te malen. We -namen nu afscheid en bij 't heengaan hielden de heer en mevrouw -Rogers ons nog aan. - - -[Illustratie] - - -Lena had hun natuurlijk alles al verteld; de kapitein vroeg lachend: -"Wat geven jelui voor den ouden knol?" Ik vertelde hem, dat we een -ezelen-revue zouden hebben, en daaruit kiezen zouden. - -"O!" riep hij uit, "daar moet ik bij wezen." Lena klapte in de handen -en liet hem beloven, dat hij komen zou. Maar Mevrouw Rogers was er -niet voor; hij was niet erg sterk, vertelde zij. Toen zei Lena: "Ik -zal u een brief sturen, als u 't goed vindt, en daarin van de revue -vertellen. Tante Caroline laat ons brieven schrijven, om te leeren -stellen." Mevrouw Rogers vond het heel aardig, en wij vertrokken. - -Lena begon te rammelen: "Wat zijn ze lief hé? Ik geloof, dat -kapitein Rogers vergeten heeft te groeien, hij praat net als de -jongens; Mevrouw Rogers keek hem onophoudelijk aan, en zei een keer: -"Charles, breng het kind nu niet in de war." Ik zei, dat ik nooit in -de war kwam. Toen fluisterde hij: "Als je met je hoofd omlaag slaapt, -hou je ook op met groeien." - -"Hij spreekt net als tante Marie," merkte ik op. "Ik hoop, dat hij -bij ons zal komen." - -"Ik zal hem een brief schrijven en vragen, om toch vooral te komen," -zei Lena. - -Toen wij thuis kwamen, was het theetijd, en waren de jongens juist -uit school terug. Zij spotten met ons ezeltje. "Als de ezel van -juffrouw Ribbon komt, zullen we 'm slaan, waar de anderen bij zijn," -dreigden ze. Wij vertelden hun, dat het niet juffrouw Ribbon's, maar -boer Donnyball's ezel was. - -En zoo naderde het met spanning verwachte oogenblik van de -ezelen-revue. - -Toen 't zes uur was, stonden we allen aan 't hek; Puf was op 't -poortje geklommen, om toch vooral de eerste te wezen, die hen zag -komen. Wij wachtten, wachtten tot bijna halfzeven, toen Nell kwam -opdagen. Hij zag er prachtig uit, dik en helder, en met een mooie -grijze kleur; de jongen, die hem bracht, scheen ook zeer met hem -ingenomen. Terwijl we ons om den aankomeling verdrongen, kwamen, in -een stofwolk gehuld, vier leelijke, ruwe beesten aangedraafd, -begeleid door een man en een jongen. En toen begon de revue. - - -[Illustratie] - - -Ik wenschte, dat vader er nu maar was, maar Daan meende zelf de keuze -wel te kunnen maken. Nog waren we bezig, van alle kanten het vijftal -te bekijken, toen een oude vrouw kwam opzetten, ook met een ezel, en -werkelijk een aardig beest. - -Het begon nu vermakelijk te worden; een troep kinderen stond om ons -heen, en nog meerderen kwamen erbij kijken. Wij hadden nu zes ezels, -en nog was vader er niet. - -De vier magere ezels behoorden aan onzen vriend den zigeuner, en de -mooie zwarte behoorde aan een vriendin van juffrouw Tapson. Daan deed -heel gewichtig; hij fluisterde Alex wat in, waarna deze z'n pet in de -lucht wierp en uit alle macht Hoera! riep. Onmiddellijk daarna nam -Daan het woord en schreeuwde: "Kijk hier, we moeten een ezel hebben, -die goed kan loopen, en nu willen we uit deze zes den besten kiezen. -Daarvoor zullen we een wedstrijd houden; wie van de zes het vlugst -een afstand van één mijl loopt, is ons." - -De dorpskinderen juichten bij het hooren van deze afkondiging, en wij -niet minder. De man met de vier magere exemplaren keek niet bijzonder -opgewekt. En hij mopperde: "Ik heb deze puike beestjes 10 mijlen -moeten laten loopen, om ze hier te brengen, en ik heb er niet op -gerekend, dat ze nu ook nog een wedstrijd moeten meemaken. En dat op -zoo'n heeten dag!" - -"Wel," zei Daan, die altijd rake opmerkingen heeft, "we zullen ze een -voorsprong geven. Op den hoogen weg zal de wedloop plaats hebben; tot -den ouden eik, waar de bliksem is ingeslagen, is het een halve mijl, -ik heb het opgemeten. Nu zullen we ze tot daar laten rennen; de start -is bij ons hek." - -Vervolgens vroeg hij aan juffrouw Tapson's vriendin, die Rowe heette, -hoe ver haar ezel had geloopen; 5 mijlen, was het antwoord. Bob -Tapson had ons briefje aan den mijlpaal gelezen, en toen haar -gewaarschuwd. Zij was nu met het ezelkarretje hierheen gekomen. - -Daan begon nu den wedstrijd te regelen. "Wij moeten jockeys hebben," -vond Alex, en voegde er meteen bij: "ik zal den grijzen berijden." -Toen deed Daan ook maar eerst een keus, en bestemde den zwarten voor -zich. Dit was de ezel van juffrouw Rowe. - -Maar de jongen van boer Donnyball zei, dat hij zelf z'n ezel moest -berijden, want hij kende z'n eigenaardigheden. Alex koos zich dus een -van de vier zigeuner-ezels; dan nam de jongen, die erbij was, een -tweeden van 't viertal, de man wilde dan den derden nemen. Maar Daan -vond hem daar te zwaar voor. Lena en ik vroegen hem, ook een ezel te -mogen berijden, maar hij wou 't niet hebben. Hij vond, dat wij -moesten post vatten bij de start. Twee jongens uit 't dorp bestegen -toen de twee andere zigeuner-ezels. Zij moesten alle vier zonder -zadel bereden worden. - -Het begon nu te spannen; iedereen wond zich op, en toen we de ezels -alle op den hoogen weg brachten, en ze daar op een rij plaatsten, -scheen het heele dorp wel uitgeloopen, om er naar te kijken. - -Daan gaf den 10-mijlen-ezels 200 meter voorsprong, dien van juffrouw -Rowe 100 meter, en de grijze, die maar een mijl geloopen had, vertrok -bij ons hek. Het kostte heel wat tijd, voordat alles in orde was. Als -vertreksein vind Daan een pistool heel geschikt, maar we hadden geen -bruikbaar exemplaar meer; dus werd de tafelbel gekozen. Hiermee liep -ik tot midden op den weg, en luidde haar toen uit alle macht. De zes -harddravers zetten zich in beweging, maar ook de gansche troep -kinderen rende er achter aan, schreeuwend en juichend, dat je hooren -en zien verging. Lena en ik hadden graag evenzoo gedaan, maar wij -hadden de wacht bij het eindpunt, en hielden ons dus gereed voor een -nauwkeurige opname van den tijd der terugkomst. - -Een van de bruine ezels wilde niet; hij struikelde over een kuiltje, -en bleef bewegingloos staan. De man, die hem en z'n 3 makkers -gebracht had, begon te vloeken en hem te slaan. Lena en ik werden -beangst, en we vroegen Baldwin, er heen te gaan, en hem te vragen, -maar op te houden. Natuurlijk waren de keukenmeid en Emma en Baldwin -ook komen kijken. - -Het duurde lang, eer ze terugkwamen, maar eindelijk hoorden we -juichkreten en zagen we Daan op den zwarten ezel in draf aanrijden. -Met een galop sprong hij het eindpunt binnen. Van de anderen was nog -niets te zien. Eindelijk verscheen ook Alex; hij was twee keer -afgeworpen; hij zei, dat zijn ezel kuren had, en terwijl hij ons -daarvan vertelde, nam het dier juist weer een sprong, en buitelde -Alex over z'n kop in een bed brandnetels. Ik kon m'n lachen niet -houden, hoewel ik het voor Alex jammer vond. Vervolgens verscheen de -boerenknecht; zijn ezel lag aan den weg, en had hem enkele -oogenblikken geleden afgeworpen. - - -[Illustratie] - - -De andere ezels waren geen van alle goed, zij kwamen niet eens tot -aan den eikeboom, ze stonden koppig op den weg, en wilden niet voort, -waarop Daan den man te kennen gaf, dat we een loopenden, geen -stilstaanden ezel moesten hebben. De man was verre van prettig -gestemd en raasde van belang. Hij wilde voor z'n vergeefsche reis -betaald worden, en ging naar de herberg om vaders thuiskomst af te -wachten. Natuurlijk waren we 't allen eens over den winnaar, en -juffrouw Rowe was wà t in haar schik. Zij prees haar ezel als een -eerste-klas-harddraver en wilde er haar karretje en het tuig bij -verkoopen voor een prijsje. Nu kwam het belangrijkste nog: de -koopsom. Zij zei, dat ze den ezel en het karretje niet meer noodig -had, omdat ze te Lemworth ging wonen, en daarom zou ze 't ons voor -een prijsje laten: voor de gansche verzameling vroeg ze 54 gulden. 't -Scheen goedkoop, maar ... wij hadden het niet! Daan telde onze kas na; -er was slechts 10 gulden en 20 cent in, en daar kwam dan bij -grootmoeders 36 gulden. Terwijl we hierover nog aan 't onderhandelen -waren, kwamen vader en tante Caroline van 't station. - -Hoewel vader zeer vermoeid was, kwam hij ons dadelijk helpen. Hij -deed eenige vragen over den ezel, hoe oud hij was, en hoe lang ze hem -had gehad, en of ie ook rare kuren had, en hoe snel of ie loopen kon; -wij vertelden hem dadelijk van den wedstrijd, en toen wilde vader ook -de andere zien. - -Te midden van deze nieuwe drukte riep tante Caroline Lena en mij naar -binnen, om naar bed te gaan. Toen ze was thuisgekomen, had ze Puf al -naar bed gestuurd. We moesten dus van al dat moois scheiden, doch -waren er zeker van, dat vader Andy, den ezel van juffrouw Rowe, zou -kiezen. - -Zoo gebeurde het ook, en Alex kwam ons nog even vertellen, toen we al -in bed lagen, dat vader ook het karretje gekocht had; wij moesten hem -ons verdiende geld geven, en hij zou de rest er bijvoegen. Juffrouw -Rowe had den ezel met toebehooren voor 48 gulden achtergelaten. - -Lena en ik waren verschrikkelijk verdrietig, dat we den intocht van -ons ezeltje in den stal niet konden bijwonen. Den volgenden morgen -had Baldwin hem al in 't grasveld bij de keuken gelaten. Wij gingen -naar 'm toe en Lena gaf hem een wortel. Hij kwam dadelijk op ons af, -en at 'm op. Maar toen we op z'n rug wilden klimmen, sprong ie weg. - -Na het ontbijt gingen vader en tante hem bekijken. Vader vond, dat de -jongens best zelf het karretje konden opschilderen. - -Na school gingen we allen, verheugd over onzen nieuwen makker, naar -den stal, en beproefden het karretje. Het bleek ons alle vijf best te -kunnen houden. - -Daarna gingen we Andy vangen, zetten Puf op z'n rug, en maakten een -plechtigen rondgang over het grasveld. Vervolgens maakte ieder van -ons een rijtoer, totdat Andy zóó vermoeid was, dat ie op z'n -voorknieën ging liggen, zich tuimelen liet, en in 't gras lag te -rollen. - -Wij gingen in huis, en Alex fluisterde mij in: "We gaan morgenavond -naar 't zigeuner-feestmaal!" - ------- - - - - -HOOFDSTUK IX. - - -Het is zoo angstig, als je met heel je hart het goede wilt doen, en -je ontdekt dan, dat je toch eigenlijk bezig bent om te doen, wat niet -goed is. Alle mooie dingen schijnen dan verkeerd te zijn. Dat -feestmaal bij de zigeuners b.v. leek mij toch wel een der heerlijkste -zaken, waarvan ik ooit gehoord had. Den volgenden dag na theetijd -wandelde ik in den tuin rond en overdacht deze dingen. Ik wist heel -wel, dat ons niet zou worden toegestaan, er heen te gaan, en in elk -geval ons meisjes niet. Maar wij bleven altoos tot beddegaanstijd in -den tuin, en het zou dus niet moeilijk vallen, in 't duister te -ontsnappen. Zoo'n wandeling in 't donker en zoo'n feestmaal in 't -zigeunerkamp scheen wà t avontuurlijk. En dan de terugtocht bij -maanlicht! - -En toen begon ik over mijzelf te denken. Als ik een trouwe -dienstmaagd wilde wezen, mocht ik natuurlijk niet gaan naar een -plaats, waar mijn Meester mij niet wilde hebben en dus moest ik Hem -daar eerst over vragen. En nu hoop ik, dat ge het niet verwaand zult -vinden, als ik vertel, dat 'k naar het struikgewas bij de kerk ging -waar niemand me kon zien. Daar vertelde ik alles aan Jezus, en ik -vroeg hem, om mij thuis te houden, als het verkeerd was er heen te -gaan. Toen ik opstond, gevoelde ik met groote zekerheid dat ik niet -mocht gaan, en ik wist ook, dat ik moest trachten, Lena eraf te -houden. - -Ik ging haar dus zoeken. En ik was allesbehalve op m'n gemak, toen ik -zag, dat de jongens al den weg op slopen. Ik vloog ze achterna en -vroeg: - -"Gaan jelui?" - -"Ja zeker," zei Daan. "Je deedt beter met wat haast te maken, als je -meewilt." - -"Ik ga niet mee," zei ik. "Waar is Lena?" - -"Die probeert even braaf te worden als jij," zei Alex mopperend. De -tranen kwamen mij in de oogen. - -"O, ik wou, ik wou dat ik mee mocht!" riep ik uit, en liep toen naar -huis terug zoo hard als ik kon, want het trof mij, dat ik anders net -zou doen als Bileam, die wilde doen, wat God hem had verboden. Maar -ik was blij, dat Lena ten minste ook niet meegegaan was. - -In huis ging ik haar overal zoeken, maar ze was nergens te vinden. -Toen schoot mij te binnen dat ze misschien Andy goedennacht was gaan -zeggen. Ik ging dus den tuin weer door en vroeg aan Baldwin en Emma -en de keukenmeid, of ze haar ook gezien hadden. Niemand had haar -gezien. Terwijl ik nog druk zocht, kwam tante Caroline naar buiten, -zei me dat het bedtijd was en vroeg, waar Lena zat. Ik vertelde haar, -dat ik overal naar Lena gezocht had, maar ze nergens kon vinden. -Tante vond, dat ik dan maar vast naar bed moest gaan, Lena zou dan -wel volgen. Ik zei vader, die in z'n studeerkamer was, dus -goedennacht, en ging de trap op. Ik gevoelde mij verdrietig, en begon -weer te wenschen, dat ik toch nog maar met de jongens was meegegaan. -En ik herinnerde mij nu ook, hoe Lena gezegd had, dat ze toch zou -meegaan, hoe ze er ook later voor gestraft zou worden. - -Ik lag juist in bed, toen tante Caroline boven kwam. "Griet, waar is -Lena toch? Emma zegt, dat ze nergens te vinden is, en de jongens, -waar zitten die?" - - -[Illustratie] - - -Ik zweeg; het is bij ons niet "in den vorm", te klikken. Dat doen we -nooit. Maar tante wou me aan den praat hebben. Zij dreigde, vader te -zullen halen, als ik niet antwoordde. Ik zei toen: "Ik weet, waar de -jongens zijn, tante, maar ik wil het liever niet zeggen, en ik weet -niet, of Lena ook met hen mee is." "Maar je moèt zeggen, waar ze -heen zijn, Griet; het is heel leelijk van ze, om zoo weg te snappen." -"Ze zullen niets geen verkeerds uithalen, maar het zal wel laat -worden, eer ze thuis zijn." "Ik zal dadelijk met vader er over -spreken," zei tante; zij wist wel, dat we nooit van elkaar zouden -klikken; 't speet mij wel voor haar, want ze zag er zoo bezorgd uit. -Na eenigen tijd kwam vader boven, en toen ik hem hoorde komen, stopte -ik m'n hoofd goed onder de dekens en deed alsof ik sliep. Maar dat -lukte niet best, want hij legde zijn hand op mijn hoofd, en dat is -als een kus, en dan gevoel ik, dat ik hem alles kan vertellen. "Wel, -kind, is Lena nog niet boven water? Wat zijn jelui toch lastig. Tante -is er heelemaal van in de war." - -"Het spijt mij vader, maar Lena heeft mij niet gezegd, dat en waar ze -heenging, en ik heb haar ook niet zien heengaan." - -"Weet je, waar de jongens zijn?" - -"Ja, vader." - -Hij zweeg even, en zei toen: "Je moet me alles zeggen. Ik kan niet -hebben, dat een van m'n kleintjes zoo laat op den avond de deur uit -is, zonder dat ik weet, waar ie zit." - -Ik vertelde hem nu de geschiedenis, en hij zuchtte. "Het is heel -ondeugend van ze, en dat zullen ze weten ook. Daan heeft mij zeer -teleurgesteld." - -"Och vader," zei ik, zijn hand grijpende, "als u nog een jongen was, -dan ben ik er zeker van, dat u het ook zoudt gedaan hebben. Denk u -eens in: Zij mogen rond een kampvuur zitten en konijnenvleesch eten, -en dan worden er zigeunerliederen bij gezongen. Wat is daar nu voor -verkeerds in?" - -Vader glimlachte. "Wel Grietje, het zal de jongens geen kwaad doen, -maar zigeuners zijn geen goede vriendjes voor mijn volkje, en Daan -had beter moeten weten. En dan, Lena is nog een popje!" - -Hij ging naar de deur, knikte mij toe, en zei: "Goed kind." Even -daarna hoorde ik de huisdeur toeslaan, en ik begreep, dat hij hen -ging halen. Ik trachtte wakker te blijven, maar 't lukte mij niet, en -gewoonlijk sliep ik in eens door tot het uur van opstaan. Toen ik -wakker werd, keek ik allereerst naar Lena's bed, en zag, dat ze er -weer was. Toen ze wakker werd, zag ze er nog erg slaperig en hangerig -uit. "Toe, vertel me es gauw," zei ik. "Ben je met de jongens -meegegaan?" - -"Natuurlijk, domme meid. Ik heb je toch gezegd, dat ik het zou doen. -Ik ben nog vóór hen weggegaan, in geval je mij hadt willen -tegenhouden; op de stoep bij juffrouw Ribbon wachtte ik ze op." Op -boosaardigen toon vervolgde Lena: "Daan wou me terugsturen, maar ik -zei hem, dat ik niet een van z'n Zondagsschoolkinderen was. Maar hij -vond 't niets prettig, en dreigde, mij niet te zullen helpen, als ik -achter raakte!" - -"Vertel me nu van het feestmaal," drong ik nieuwsgierig aan. "Dat was -er niet," zei Lena boos. "We hebben heelemaal tevergeefs geloopen, en -mijn voeten gingen zeer doen. Toen wij er kwamen, was alles donker; -het gansche kamp was verdwenen, en er was geen mensch meer te zien. -Maar aan een boom was een briefje gespijkerd, en daar stond met -vreeselijk slechte letters opgeschreven: - -"Zigeuner-feestmaal Eerst den haas vangen, dan braden." - - -[Illustratie] - - -Daan vond het een heel knappen zigeuners streek, maar zij waren met -dat al heel boos, en ik niet minder." - -Wat was ik blij, dat ik niet was meegegaan! Ik had nu niets gemist. -Maar die blijdschap was weer niet goed, ik had even blij moeten -wezen, als ze een heerlijken maaltijd hadden genoten. "'t Is wat -moois," bromde Lena. "Nu krijgen we allemaal straf voor niets. En we -hebben niet eens den maaltijd gehad." Bij het ontbijt waren de -jongens o zoo kalm. Vader had hun een flinke bestraffing gegeven, en -na theetijd mochten ze, evenmin als Lena, in den tuin. Vader straft -ons heel weinig, maar wij hebben altijd meer verdriet van zijn -boosheid dan van de straf zelf. - -Voordat de jongens naar school gingen, zei Daan tegen me: "Ik -verwonder me er niet over, dat wel-opgevoede lui zeggen, dat de -wereld steeds slechter wordt. Dat heb ik nu weer aan de zigeuners -gezien!" Dat was alles, wat hij ooit nog weer over het mislukte -zigeuner-feestmaal zei. - - -[Illustratie] - - -De volgende dagen werden besteed aan het schilderen van het karretje; -de jongens vonden helgroen de beste kleur. Vervolgens werd -onderhandeld over den aankoop van een zadel voor Andy. Ook hiervoor -gingen we weer, ieder op z'n vroegere manier, aan 't verdienen; Daan -werd weer vischboer, Alex voor ditmaal ook, Lena ging weer borstplaat -verkoopen, en ik gaf Bob Tapson weer wat groenten en bloemen mee voor -de markt. - - -[Illustratie] - - -Te midden van al deze bezigheden kwam ons jaarlijksch schoolfeest, -dat hier meest op een der landerijen of in het park van Mevrouw Laura -wordt gehouden. Ditmaal ontving Mevrouw Laura de kinderen in haar -park; wij marcheerden er, allen met vlaggen gewapend heen, en -onderweg voegden zich ook de kinderen van het naaste dorp er bij, -zoodat het een groote optocht werd. - -Den dag vóór het schoolfeest kwam Daan thuis met een blauw oog en -een snede er boven. Hij vertelde me, dat hij aan 't vechten was -geweest met den "wilde", dat is die vuile jongen met z'n dikke -beenen. Vader ondervroeg Daan terstond, en deze vertelde: "Ik heb hem -al te lang gespaard, vader. Hij meende alles maar tegen mij te kunnen -zeggen. - -Hij zei b.v., dat in de gevangenis haast allemaal domineeszoontjes -zitten, omdat hun vaders allen huichelaars zijn. Ik eischte van hem, -dat ie z'n woorden zou terugnemen, maar hij keek me brutaal aan en -zei: Jou lieve papa mag de lui van den preekstoel de les lezen, maar -zijn brave zoon heeft mij niets te vertellen, begrepen? En toen vloog -ik op 'm los, hij rende weg, pakte een steen op en slingerde dien -naar mij toe. Dat ie me z'n vuist onder de oogen zou geduwd hebben, -alla, maar een steen! Wij vlogen allen op 'm aan, en hij vluchtte in -een der schoollokalen, maar spoedig hadden we hem daar weer uit; -terwijl de jongens hem stevig vast hielden, heb ik hem een flinke -aframmeling gegeven. Het was goed, dat ik het deed, en niet een van -de andere jongens, want ik weet, wanneer ik moet ophouden; als de -jonge Gray hem te pakken had gekregen, wel ik geloof, dat ie 'm half -dood had geslagen." - - -[Illustratie] - - -"Ja," voegde Alex er bij. "En toen ging ie huilend naar meester, maar -die zei 'm, dat ie gekregen had, wat ie verdiende." - -Vader zei niet veel. Hij verstaat jongens zoo goed. Net voor we naar -bed gingen, kwam Daan naar me toe, en zei: "Hoor es, Griet, ik wil je -de kleine Zondagsschoolklas overdoen. Ik kan het niet meer doen. Ik -kan die kinderen niet verbieden te vechten, als ik het zelf doe. -Gisteren heb ik in 't dorp nog twee vechtende jongens gescheiden. Het -was eigenlijk verkeerd zoo op te treden, maar ik dacht aan het -_gaan_, dat ons geleerd is. En dan dat geval met Lena. Neen, ik kan -die klas niet meer houden." - -"Goed," zei ik, "maar ik vrees, dat ik 't niet veel beter zal maken. -Mag je nooit iets verkeerds doen, als je aan de Zondagsschool bent?" - -"Ik wil geen huichelaar wezen," zei Daan en ging weer weg. Toen vader -te hooren kwam, dat de klas aan mij was overgedaan, riep vader Daan -bij zich. "M'n jongen, weet je wel, waarin je verkeerd hebt gedaan? -Je hebt het paard achter den wagen gespannen; je begon al te gaan nog -vóór je was gekomen." - -Daan kleurde, en zweeg even. Toen: "Hoe bedoelt u dat, vader?" - -"Je gelijkt op een burger, die met de soldaten mee wil om te strijden -en zichzelf als soldaat beschouwt, maar hij heeft zich nooit geoefend -en kan niet eens de wapenen der soldaten hanteeren en hun gewoonten -volgen." - -Daan zei niets meer; ik zag, dat hij ernstig nadacht. Ik deed -evenzoo, en ik meen vaders bedoeling te begrijpen. Hij heeft ons wel -meer gezegd, dat, hoewel hij ons in den doop aan God heeft gewijd, om -Zijn dienstknechten te worden, de tijd komt, dat we dat ook zelf -moeten doen. En daarmee moeten we niet wachten, tot we onze -belijdenis doen. Heb ik nu mijzelve aan den Heer gewijd, dan zal Hij -me ondersteunen in alles, wat ik noodig heb. - -Het lachte Daan niet bijzonder toe, om met z'n blauwe oog aan het -schoolfeest deel te nemen. Vader zei, dat hij daar blij om moest -wezen, want als hij thuis bleef, mocht hij met den ezel naar Relton -rijden. Dat is vijf mijlen van hier, vader had er een boodschap voor -een boer. Dat leek Daan en om dat te bewijzen, deed hij een sprong in -de lucht. - -Zaterdagmiddag te twee uur gingen we allen, behalve Daan, naar 't -schoolfeest; zelfs Puf was van de partij. Toen we aan 't Huis kwamen, -stonden Clara en Betty op 't bordes, en toonden zich zeer verheugd, -toen ze ons opmerkten tusschen de lange rijen schoolkinderen. Betty -was nu aardig beter, en kon met behulp van krukken goed vorderen. Wij -bleven even met ze praten, terwijl de andere kinderen verder trokken. - -In het park werden allerlei spelletjes en wedstrijden gehouden, -waarna we op thee werden onthaald, waarbij heerlijk geboterde koeken -werden opgediend. Tante had mij opgedragen, goed op Puf te letten, -want die is nog al gemakkelijk van innemen. - -Intusschen hadden we met Clara en Betty een afspraakje gemaakt, dat -ze met hun ponyrijtuigje bij ons zouden komen. Wij zouden dan onze -équipage ook voor den dag brengen en er zou weer een wedstrijd -worden gehouden. Ik denk, dat Andy wel even vlug zal loopen, als hun -pony. - -Terwijl we zoo aan 't praten waren, kwam Mevrouw Rogers op me toe; -zij nam me even mee, om haar man te groeten, die onder een boom zat -met verscheidene heeren en dames. Wij hadden 't zóó druk gehad, dat -Lena geheel vergeten had, haar brief aan den Kapitein te schrijven, -en deze vroeg dus, of wij al een ezel hadden gekregen. "Wij hoorden -al, dat de ouwe Nell niet best heeft voldaan," zei hij; "dat -verwondert me niet." - -Ik vertelde hem van de proefritten, van het schilderen van ons -karretje, en van onzen arbeid om nog een zadel te verdienen. Toen hij -hoorde, dat de jongens uit visschen gingen, vroeg hij, of ze elken -morgen versche visch voor z'n ontbijt konden brengen. Ik haalde Alex -en zei hem, dat ik een goeden afnemer voor hem gevonden had. Toen hij -vernam, wie, kwam hij dadelijk, en was spoedig druk aan 't praten met -den Kapitein. - -Deze vertelde hem, dat hij vroeger een renpaard hield, maar nu in een -mandewagentje moest voortsukkelen. - - -[Illustratie] - - -"Daar kunt u ook in meedoen," vond Alex. - -"Ja," voegde ik er aan toe, "de volgende week hebben we een -wedstrijd. Betty en Clara komen met hun rijtuigje, en als u nu met uw -wagentje kwam, dan hebben we al drie deelnemers. - -"Het lijkt me wel," zei de Kapitein, "maar jelui hebt toch zoo'n -breeden weg niet." - -"Neen," zei ik, "maar ik dacht om het te doen op een groot veld, en -dan in de rondte, net als de Romeinen in een ampi... hoe heet zoo'n -ding ook?" - -"Heb je lauwerkransen?" - -"Jawel," zei ik opgewonden, "we hebben wel laurierbladeren in den -tuin, en daar zullen we wel kransen van maken." - -"Och Karel, wat praat je toch een nonsens," zei Mevrouw Rogers -lachend, maar haar oogen stonden droevig. Ik trok een lip, bang, dat -er nu weer niets van komen zou, en ik vroeg Mevrouw nog eens, ons -vooral te helpen. Zij antwoordde: "De dokter verbiedt mijn man, te -loopen, lieve, hij mag geen opwinding hebben." - -"Dat is nòg niet erg," zei de Kapitein vroolijk, "dan zal ik de -keizer wezen, en de lauwerkransen uitreiken." - -"We zouden ook een schildpadden-wedstrijd kunnen houden," vond Alex; -"dat zou voor u nog wel te doen zijn, meneer." - -"'t Is het beste, dat jelui maar allemaal hier naar de boerderij -komen. Boer Donnyball heeft al gehooid, en dus ligt er een groot stuk -land beschikbaar." - -"Dat zou heerlijk zijn," zei ik. "Als u een dag zoudt willen -vaststellen, dan zal ik er met Betty en Clara over spreken. Zaterdag -is voor ons de beste dag, dan hebben we vacantie." - -"Goed, aanstaanden Zaterdag dan, precies om twee uur." - -"Maar de zangoefening dan?" fluisterde Alex me in. "Die missen we -telkens. Ik wou, dat tante die maar op een anderen dag zette, 't is -onze eenige vacantiedag." - -Alex' opmerking deed me aarzelen. Vader had ons al eens gezegd, dat -we tegenwoordig aan niets anders dan aan pleizier schenen te denken. -Maar ik wou toch ook niet graag den wedstrijd afbestellen. Kapitein -Rogers, onze aarzeling bemerkende, vroeg: "Wanneer begint jelui -zomervacantie?" - -"Den laatsten van deze maand," antwoordde ik, "tenminste voor de -jongens. Ik denk, dat tante Lena en mij nog wat na-lessen zal geven, -omdat wij met het verhuizen nog al achterop zijn gekomen." - -"Wel, laten we den wedstrijd dan verdagen tot 1 Augustus," stelde de -Kapitein voor; "dat valt op een Donderdag." "Best, dat zullen we -doen!" - -Ik ging gauw naar Betty en Clara, die het plan heerlijk vonden. -Thuisgekomen, vertelden we het plan aan Daan, die het ook best vond. -Lena en ik maakten vervolgens plannen, om ons karretje met bloemen te -versieren. En zoo zagen we allen met verlangen den eersten Augustus -tegemoet. - ------- - - - - -HOOFDSTUK X. - - -Ik zag er erg tegen op, om Daan's Zondagsschoolklas te gaan -onderwijzen, maar tante ried mij aan, om den Bijbel te nemen. Ik las -de geschiedenis van Samuel over, totdat ik ze van buiten kende, en -den volgenden morgen ging ik met tante naar het lokaal, mij gelukkig -voelende in het besef, dat het nu eindelijk aan _gaan_ was -toegekomen. - - -[Illustratie] - - -Mijn klas bestond uit 4 jongens en 3 meisjes, geen ouder dan 6 jaar. -Zij riekten erg naar zeep en pomade, en hun gezichten glommen van 't -wasschen. Een van de jongens, Freddy Salt, kon of wou niet -stilzitten, en de drie meisjes hadden daar zooveel belangstelling -voor, dat zij niet eens naar mij luisterden. Eerst probeerde Freddy -een vlieg te vangen, en toen ie 'm had, werd het diertje van hand tot -hand doorgegeven. D'r was geen orde in te krijgen, en ik zei -eindelijk boos tegen 'm: "Freddy, als je niet stil kunt zitten, zal -ik je als een popje op mijn schoot nemen." - -Hij staarde me angstig aan, eindigde met z'n vliegenjacht, en bleef -verder rustig zitten. Ik vertelde de geschiedenis van Samuel en -merkte op, dat God van ons allen gehoorzame dienstknechten wil maken. -Eensklaps zei een jongen, Bertie geheeten: "Ik hoor God nooit roepen, -als ik in bed lig." "Neen," antwoordde ik, "maar als je iets -verkeerds van plan bent, dan spreekt Hij in je hart, dat je 't niet -doen moogt." Ze schenen dit te begrijpen, en toen zei er een: "God -kan ons niet iets zeggen, Hij is veel te ver weg." Ik vertelde hun -toen, hoe dichtbij Hij was, en hoe lief Hij ons heeft, zoodat we, -niet uit vrees voor straf, maar alleen om Hem te believen, ons best -moeten doen. Maar ik weet niet, of ze 't begrepen; voor hen was de -eenige reden, om gehoorzaam te zijn, gelegen in de vrees voor straf. -Hoofdschuddend zei een der meisjes: "Ik heb Jezus altijd lief. Als ik -zoet ben evengoed als wanneer ik stout ben." - -"Je kunt Hem niet liefhebben, als je verkeerd doet," antwoordde ik. -"Je doet Jezus verdriet aan, als je ongehoorzaam bent." Ze herhaalde: -"Dan heb ik Hem evengoed lief." Ik gevoelde, dat ik het haar niet -goed duidelijk had gemaakt. - -Toen de les ten einde was, ging ik vermoeid en ook dankbaar, dat ik -er doorheen was gekomen, naar huis. Na kerktijd vertelde ik vader een -en ander, en zei hem, dat het verbazend moeilijk was, om kleine -kinderen te leeren. Hij vroeg mij, wat we besproken hadden, en toen -ik het hem verteld had, zei hij: "Denk eens aan de gelijkenis, Griet; -het uitgezaaide zaad komt na vele dagen op. Vertel den kleintjes van -hun Verlosser, Die voor hen stierf en Die nu zoo dicht nabij hen -leeft, dat Hij ze elk uur van den dag zal helpen. Als je hart vol is -van Hem, kind, zal het je gemakkelijk vallen, anderen van Hem te -vertellen." - -"Maar," zei ik, "mijn hart is zoo vol van allerlei andere dingen, en -ik weet niet, wat ik er aan doen moet." - -"Heb je den Heere lief?" - -"O, ik hoop van wel, en ik geloof ook van wel, maar ik doe zoo vaak, -wat verkeerd is." - -"Zie niet altoos op jezelf, maar zie op Hem!" - -Meer zei vader niet. Met de jongens had ik toen nog een gesprek over -het trouw blijven ... in het ezelkarretje. 't Was gisteravond, toen -we na de thee een ritje gingen maken. Daan stuurde en Puf zat naast -hem op het voorbankje; Lena, Alex en ik waren achterin gekropen. -'t Was een heerlijke tocht; overal keken de lui ons na om de nieuwe -équipage van den dominee te zien. Zoodra we buiten de huizen waren, -begon het gesprek, eerst over Andy. - -"Ik zou wel es willen weten, of ie ons nu al kent," zei Lena. "Hij -zou wel een ezel moeten zijn, als ie dat nu nog niet wist," vond Alex -en wij lachten dat we schaterden! - -"'t Is een ezel," zei ik, "dat is 't 'm juist, als 't een hond was, -zou ie wel slimmer wezen." - -"Ja maar alle honden zijn niet slim," zei Daan. - -"Maar ze zijn trouw," merkte ik op. "Je hoort altijd van trouwe -honden, nooit van trouwe ezels." - -"Wat beteekent dat eigenlijk, trouw?" vroeg Lena. - -"Ik denk," antwoordde ik, "dat trouw beteekent: altoos dezelfde zijn -en nimmer veranderen. Houdt je eenmaal van iemand, dan ook voorgoed." - -"Een trouw ridder," zei Daan, "is iemand, die nooit z'n vrouw in den -steek laat, zij is altijd zeker van hem." - -"En wat is dan een trouwe dienstknecht?" vroeg Lena. "Iemand, die -nooit z'n werk in den steek laat," antwoordde Daan. - -"Ik geloof niet, dat je trouw kunt zijn zonder lief te hebben," -merkte ik op. - -"Juist, dat is de zaak," zei Alex. "Als een hond z'n baas niet -liefheeft, kan hij ook niet trouw zijn. Evenmin kan een dienstbode -trouw zijn, als ze niet van haar meesteres houdt. Dat moet altoos -samengaan." - -"Semper fidelis," fluisterde ik. - -"Doe nou niet, alsof je Latijn kent, Griet; je hebt dat gelezen op de -graftombe in de kerk." - -"Ja, dat is ook zoo. Maar wat is het ook moeilijk, om zóó trouw te -zijn, en altoos zóó lief te hebben, als die ridder." - -"Och," zei Daan, "ik geloof, dat als je werkelijk iemand lief hebt, -dan doe je dat zonder erbij te denken, net als een hond." - -Hier brak Puf eensklaps de debatten af, door met uitgelatenheid af te -kondigen, dat ie een heerlijken verjaardag tegemoet zag, en dan een -completen ezel zou krijgen. Want -- zei hij -- van dezen heb ik maar -een stukje. Waaraan Daan toevoegde: - -"Hij heeft er een vijfde van. Maar vertel ons es, Puf Dikkert, wie -zal je d'r een geven?" - -"De Heer," zei Puf, terwijl hij hoogst ernstig keek. "Het zal geheel -m'n eigen ezel zijn en ik zal 'm zóó voeden, dat ie dikker wordt -dan ons huis." Op dit oogenblik reden we een oude vrouw voorbij, die -een bos takken op haar rug meevoerde. - - -[Illustratie] - - -"Hé!" riep Daan, "moet je nog ver? Willen wij je vrachtje -overnemen?" - -Zij wou dat wà t graag, en overlaadde ons met dankbetuigingen. Ze -zei, dat haar hut nog een heel eind verder stond; zij had hout -gesprokkeld. Daan beloofde haar, dat we den bos bij haar voor de deur -zouden neerleggen, en toen reden we door. - -"Toen ik dien dag, dat jelui naar het schoolfeest waren, naar Relton -reed," vertelde Daan, "bood ik iedereen, dien ik voorbijreed, een -plaatsje in de kar aan, en zoo had ik twee oude vrouwen en een jongen -aan boord, toen ik in 't dorp kwam." - -"Dat zullen we nu weer zoo doen," riep Alex geestdriftig uit. - -"Ja maar, we hebben geen plaats meer," merkte ik op. "We zitten hier -als haring in een ton." - -"Dan moeten jelui d'r maar uitgaan, en loopen," vond Daan. "Hè, als -we es een rijtuig tegenkwamen, dat niet meer voort kon, of een -verongelukte auto met een dame er in, die de handen wrong om redding, -dà t zou nog es "in den vorm" zijn." - -Maar zulke ontmoetingen hadden we niet, en we kwamen zonder eenig -avontuur thuis. Daar ging ik over denken. Het was heel leuk, om uit -rijden te gaan in een ezelkarretje, maar daar deed je toch nog maar -weinig goeds mee. Toen we langs den mijlpaal reden, waaraan we onze -advertenties geplakt hadden, zei ik: "Hoor es! Als onze vacantie -begint, moeten we om beurten den ezel sturen. Ik kan dat evengoed als -jij, Daan. Ik zou zeggen, minstens één keer per week moest ik 'm -hebben." - -"Wel," zei Daan, "d'r zijn zes dagen in een week, den Zondag erbuiten -gerekend. Als wij nu ieder een dag nemen, blijven er nog twee voor -vader en tante en Puf." Dat was heel aardig berekend van Daan. En -Alex voegde erbij: "En dan zullen we de beurten naar ouderdom -regelen. Daan op Maandag, ik op Dinsdag, Griet op Woensdag en Lena op -Donderdag." - -Het plan werd algemeen toegejuicht. - -Inmiddels had ik een plannetje bedacht, dat de jongens niet weten -mogen. Het is dit. Ik heb een briefje geschreven, en dat wil ik aan -den mijlpaal plakken; er staat op: - -"Iedereen, die zelf of voor anderen vrij vervoer wenscht, vervoege -zich bij Grietje Marjoribanks, elken Woensdagmorgen aan de pastorie." - -Aan Lena vertelde ik het dien avond nog. "Je lijkt wel koetsier te -willen worden," zei ze, "ik heb liever zelf het genot er van." - -"Neen," zei ik, "vader zegt, dat z'n tijd en z'n kracht altoos ter -beschikking van de gemeenteleden staan. En dat moet Andy nu ook. Hij -moet een echte gemeente-ezel worden, en dan zal ik 'm zelf besturen." - -"Ik zal er eens over denken, wat ik met 'm doen zal," zei Lena. Daar -heb ik geen al te beste verwachtingen van. - -Het scheen wel of de vacantie nooit komen zou. En toen ze eindelijk -aanbrak, had Daan al menige oefening met Andy achter den rug; 't -ezeltje was voor 1 Augustus al goed gewend, den weg langs te rennen. -Men vond, dat het dier bovendien nog op diëet moest, om z'n gewicht -te verminderen. Nu is 't waar, Andy wordt erg dik, want hij eet den -ganschen lieven dag maar gras, behalve dan, als ie met ons uit moet. - -Maar wat moesten we hem geven? Haver kost veel geld. Lena vond -bouillon heel geschikt, maar bouillon is ook duur, en zoo is ten -slotte alles, wat versterkt. Andy loopt uitstekend en heeft geen -kuren, behalve deze, dat ie zoo nu en dan plotseling stilstaat, om -dan na een of twee minuten weer door te draven. Ik heb gezegd, dat -hij dat doet, om even uit te rusten en op krachten te komen. Daan -meent, dat ie dan even staat te denken. En Alex denkt, dat ie dat -doet, om ons te toonen, dat ie een eigen wil heeft, en dien op z'n -tijd wenscht te gebruiken. - -Intusschen waren Lena en ik druk bezig met het vlechten van -laurierkransen en het bijeenzoeken van bloemen om ons karretje te -versieren. - -Den dag voor 1 Augustus waren we van 's morgens vroeg tot 's avonds -laat in de weer; wij hadden rosetten van fel-roode geraniums gemaakt, -om die aan Andy's oogkleppen te hechten; dan hadden we varenkruid en -madeliefjes langs de buitenzijde van het karretje gehangen en verder -nog slingers van madeliefjes om den disselboom gestrengeld. Baldwin -wilde niet toestaan, dat we de mooiste bloemen plukten, maar we -hebben toch, toen hij even weg was, eenige fijne bloempjes om de -zweep weten te vlechten. Ik heb al zoo vaak mee helpen versieren in -de kerk, dat ik de goede soorten wel wist te kiezen, tot groote -tevredenheid dan ook van de jongens, die op dit gebied toch maar -weinig te vertellen hebben. - - -[Illustratie] - - -Om half één zaten we al aan ons middageten. We kleedden ons allen -op z'n Zondagsch, en wisten Baldwin nog enkele mooie rozen af te -bedelen, die we om onze hoeden vlochten. Toen we uitreden, liep het -halve dorp uit, om ons bloemenrijtuig te zien; ze vonden het allemaal -even prachtig. Ik hoorde nog, dat een vrouw tegen haar buurvrouw zei: -"Wat beleven we toch wondere tijden, mensch! Wie had dat nou ooit -kunnen denken, hè? Altijd bedenken ze maar weer wat nieuws." - -Met groot gejuich reden we het dorp door, en toen het veld in, een -prachtig ruim en effen veld, terzijde waarvan onder een boom Kapitein -Rogers in z'n mandewagentje al zat te wachten. Toen hij en zijn vrouw -ons zagen naderen, herkenden ze ons nauwelijks, zóó was ons -karretje veranderd door de bloemen. - -Na vijf minuten kwamen ook Betty en Clara aangereden, en toen zaten -we al voor de eerste moeilijkheid. Zij dachten er niet aan, Alex als -koetsier bij zich te nemen, wilden bepaald zelf sturen. Alex was er -leelijk door in z'n wiek geschoten; gelukkig had kapitein Rogers een -goeden inval. Hij rees moeilijk uit z'n wagentje op, en liet zich met -behulp van Mevr. Rogers in z'n badstoel neer; toen zei hij tegen -Alex, dat hij op de boerderij den pony mocht gaan halen, dien voor -het wagentje spannen, en dan daarmee deelnemen aan den wedstrijd. Wij -juichten van blijdschap, want nu hadden we drie mededingers. Er werd -nu afgesproken, dat Daan en ik in ons karretje zouden plaats nemen, -Alex en Lena in het mandewagentje van den kapitein -- er was net -genoeg plaats voor twee -- en Puf wezen we een plaats aan als -controleur bij het eindpunt. Dat beviel 'm slecht; hij begon hard te -huilen, en jammerde, dat hij het ezeltje had gekregen, en dat hij er -mee wilde rijden. Daan zeide hem, dat hij de gansche onderneming in -de war bracht, maar Puf bleef te keer gaan, en we konden zoo niet -beginnen. Ik stelde hem ten slotte voor, met Daan te gaan, inplaats -van mij, want het was toch ook wel hard, hem alleen te laten staan. -En Daan was dat voorstel al heel welkom, want hij had liever het -lichte gewicht van Puf, dan mijn gewichtigheid. Mevr. Rogers vroeg -mij nog, of ik het niet akelig vond, maar ik zei haar van niet, want -ik kreeg nu de gelegenheid, de drie mededingers bij den eindpaal te -zien aankomen. - - -[Illustratie] - - -"Ik ben niet zoo kinderachtig, om te gaan huilen, als ik niet mee mag -rijden," zei ik, terwijl ik Pufs tranen van z'n bolle wangen veegde. -Hij was spoedig weer in z'n hum en klom zoo vlug als ie kon, in ons -karretje. Betty vond ons wagentje heel lief. Zuchtend zei ze: "Ik -wou, dat Clara en ik ook zulke aardige ideetjes hadden. Maar als -jelui d'r niet bij zijn, voelen we ons lang niet zoo pleizierig." - -Ik keek naar haar keurig rijtuigje met de blauwe kussens, naar het -nikkelen beslag van het paardetuig, naar den prachtigen pony, en -schudde het hoofd. "Jawel," zei ik, "maar wij moeten onze armoede -achter bloemen verbergen, en dat behoeven jelui niet." Ze lachten -luid en vonden ook, dat dà t het wel zou wezen. - -Kapitein Rogers had den weg bepaald; een boerenknecht had hij hier en -daar steenen laten opstellen, en toen onze kibbelpartij was -beëindigd, stelde hij ons op een rij naast elkaar op. Hij had ook -een echt pistool bij zich, om het vertreksein te geven. 't Was eenig! - -Tweemaal moest het veld worden rondgereden, en toen ik bij het -eindpunt gereed stond, leek het mij nog wel zoo aardig buiten dan in -de wagentjes. Eerst scheen het, of Betty en Clara 't zouden winnen, -maar langzamerhand begon Daan ze in te halen, en toen Andy ze achter -zich liet, gaf ik een schreeuw van vreugde. In de tweede rondte begon -de pony met het mandewagentje, die eerst een heel eind achter was -geweest, steeds harder te rennen, en haalde eindelijk Daan in. Maar -Daan begon Andy zóó onbarmhartig te slaan, dat zij een tijdlang -gelijkop reden. - - -[Illustratie] - - -Zelfs haalde hij den pony weer in, en ik dacht werkelijk, dat hij 't -nog zou winnen, toen Andy, dicht bij het eindpunt plotseling -stilhield, en zóó hardnekkig, dat er geen beweging meer in te -krijgen was. - -Daan schreeuwde en sloeg er op los, maar Andy bleef staan, koppig en -tot geen toegeven geneigd. 't Was verschrikkelijk, ik schreide haast. -Al spoedig kwamen Alex en Lena aanrijden, en precies gelijk met Clara -en Betty reden ze het eindpunt binnen. Zij wonnen dus beiden, en niet -zoodra hoorde Andy hen hoerah! roepen, of hij zette eensklaps weer -aan, en draafde naar het eindpunt, maar natuurlijk te laat nu. - -Wat waren we boos op 'm! Behalve natuurlijk Alex en Lena, die 't nu -gewonnen hadden; zij schenen wel heelemaal te vergeten, dat het ook -hun ezel was, die verloren had. Mevr. Rogers wist niet, wie ze nu den -lauwerkrans moest geven, en dus stelde de kapitein voor, dat de twee -pony's nog eens tegen elkaar moesten draven; ditmaal echter maar een -kleineren afstand. De pony van de boerderij won het nu gemakkelijk. -En zoo kreeg Lena den lauwerkrans. Ze was er zóó verheerlijkt mee, -dat ze haar hoed afwierp en den krans op haar hoofd zette. - -Na afloop van den wedstrijd zochten we allen een rustig plekje aan de -rivier, en bepraatten daar nog eens druk de gebeurtenissen van den -heerlijken middag. Er werd een vuurtje gemaakt, en thee gezet, en -rondom 't vuurtje gezeten, konden we ons heel wel verbeelden, in een -zigeunerkamp te zijn aangeland. - -Vervolgens werden allerlei spelletjes gedaan, vooral ook die, waarbij -we konden blijven zitten, omdat Betty nog niet vlug loopen kon. 't -Speet ons, toen we naar huis moesten. Naast elkaar reden wij, te -weten Clara en Betty in haar, en wij allen in ons wagentje, naar -huis. - -Eigenlijk waren we allemaal ook nog 'n klein beetje uit ons humeur; -Clara en Betty, omdat ze 't niet gewonnen hadden; Daan en ik, omdat -Andy ons door z'n malle kuren had doen verliezen. Kapitein Rogers -zei, dat je zooiets nu eenmaal van een ezel moet verwachten, daar -zijn 't ezels voor. - ------- - - - - -HOOFDSTUK XI. - - -We zijn deze week begonnen met het op beurten rijden met Andy. -Afgesproken is, dat we, als het onze beurt is, niet bepaald alleen -behoeven te gaan, we mogen ook wel anderen meenemen; maar wiens beurt -het is, die stuurt, daar gaat niets van af. - -Maandagmorgen vóór 't ontbijt nog bevestigde ik mijn briefje aan -den mijlpaal. De jongens wisten er niets van, en bemerkten het pas 's -middags, toen er enkele menschen naar stonden te kijken; ze kwamen -naar huis en vroegen mij lachend: "Wou je de menschen op je rug -dragen, Griet? Dat lijkt wel zoo, want er staat op dat briefje niets -van Andy." - -"Dat is mijn zaak," gaf ik ze terug, "als ze d'r verstand gebruiken, -zullen ze dat wel snappen." Het hinderde mij, dat ze me alweer -uitlachten, want ik was zoo echt in m'n schik met het plan van -personenvervoer per open équipage. Ook vader had mijn briefje -gelezen, en zei tot me: "Dat vind ik best, Grietje, je lijkt in dat -opzicht op je moeder. Ik ben er blij om, dat je er iets voor voelt, -om je genoegens te deelen met hen, die minder gelukkig zijn dan jij." - -Daan bleef den heelen dag met Alex weg; zij hadden hun boterhammen -meegenomen, en kwamen laat thuis. Alex scheen zich bij dien rijtoer -door de omliggende dorpen zóó ingespannen te hebben, dat hij den -volgenden dag niet in staat was, zelf goed te sturen. Maar 's middags -knapte hij op en reed met Lena weg; ik merkte, dat zij wat in 't -schild voerden. Voor den armen Andy was 't een zware dag. Er stond -veel wind, en Alex nam twee groote vliegers mee, die Daan en hij den -vorigen winter gemaakt hadden. - - -[Illustratie] - - -Hij en Lena lieten de touwen geheel vieren en bonden de uiteinden elk -aan een kant van 't karretje. Zij reden het dorp uit, en trokken de -vliegers mee, die door den flinken gang mooi hoog stonden. Zoodra ze -echter een hoek omreden, rukten de vliegers een anderen kant op, dan -Andy trok. Lena vertelde mij later, dat ze gehoopt had, dat de -vliegers hen hadden voortgetrokken. Andy deed z'n best ze mee te -trekken, maar spoedig gaf hij het op, en bleef ineens koppig staan. -Een half uur lang trachtten ze hem vooruit te krijgen; Alex liet hem -keeren, en sleurde hem een eindje mee. Toen brak een vliegertouw en -een vlieger verdween als de wind; de ander kwam in een boom terecht -en bleef daar vast zitten; Alex klom in den boom, en kreeg hem zoo -terug. Vrij tijdig kwamen ze weer thuis. Daan vroeg Alex -belangstellend, waarom of ie zoo dom gedaan had. Hij had gedacht, dat -Alex de vliegers had willen gebruiken als zeilen op het karretje, dan -hadden ze dubbel zoo snel gereden. Maar Alex was boos op Andy en -mopperde: "Ik vind 'm niet half zoo aardig meer als eerst." - -"Och kom," zei ik tot hem, "je moet er eerst eens gewoon mee gaan -rijden. Jij en Daan hebben zoo graag een ezel willen hebben, om je -naar school te brengen, maar daarvoor heb je hem nog niet één keer -gebruikt." - -Alex keek zuur en zei: "Weet je waarom niet? Dat is het begin van -Daan's ruzie met Sausaye geweest. Toen Sausaye hoorde, dat wij een -ezel hadden, ging hij staan dansen en zong een spotliedje op vader. -Daan liep dadelijk op hem toe; hij hield niet op en kreeg toen een -opstopper van Daan. En als Daan 't niet had gedurfd, had ik het wel -even opgeknapt." - -Ik keek hem aan en zei: "Was het wel goed om zoo te doen? Sausaye mag -z'n spotlust botvieren, maar de kinderen van iemand als vader moesten -dat niet zóó beantwoorden." - -"Sta toch niet zoo mal te preeken," zei Alex, en toen ik nog wat -zeggen wou, stopte hij z'n vingers in z'n ooren en rende weg. Nu -begrijp ik, waarom de jongens niet met Andy naar school willen -rijden: ze zijn bang, dat ze uitgelachen zullen worden. Ik denk, dat -jongens daar banger voor zijn dan meisjes. - -De dag van Lena's beurt eindigde niet best. Pas na den middag reed ze -uit, want we hadden tante Caroline geholpen met pruimen plukken voor -jam. Zij wil altoos de jam zelf maken. Wij wilden haar allen eerst -helpen, maar werden vrij moe; Lena werd stekelig, omdat zij niet -vóór 't middageten met Andy kon wegrijden. "Ik zal zien, dat ik Puf -mee krijg; ik heb het 'm ook beloofd." - -"Zal ik ook meegaan?" vroeg ik. - -"Neen, dank je, jij speelt toch maar den baas over mij. Hè, laten -we die akelige jam toch laten zitten, waarom doet de meid het niet? -Vader heeft tante geroepen, die zal dus zoo gauw wel niet terug -zijn." - -"Je behoeft niet te wachten," zei ik; "ik zal tante wel helpen; de -meid moet de provisiekasten schoonmaken." - -"Maar 't is veel te laat, om Andy nu nog te halen, 't is wat moois!" - -Zij vloog de keuken uit; toen tante terugkwam, was het juist -etenstijd. - -"Ik hoop, dat er nu maar niet meer jam behoeft gemaakt te worden," -zei ik. "Ik heb er zoo 'n hekel aan, en het is hier zoo heet." - -"Het is heel goed voor kinderen, om te doen, wat ze niet graag doen," -zei tante ernstig. "Het leven is je niet alleen gegeven, Grietje, om -het voor jezelf te hebben." - -Ik voelde mij beschaamd, ook omdat wij een groote vacantie hebben, en -Lena en ik juist deze eerste twee weken niets aan de lessen doen. -Maar tante ging voort: "Ik vind het ook zoo pleizierig niet, Griet, -om in een heete keuken jam te maken, maar ik doe het, omdat het -gedaan moet worden." - -Ik antwoordde: "Ik dacht, dat volwassen menschen alles prettig -vonden. Als zij niet willen, dan doen ze 't niet, niemand, die hen -beveelt." - -"Het plichtsgevoel beveelt hen," zei tante. "Als je grooter wordt, -zul je soms bemerken, dat je gansche leven bestaat uit dingen, -waarvan je niet houdt, en die toch gedaan moeten worden." - -Dat was wat nieuws voor me. Ik dacht altijd, dat volwassen menschen -alleen doen, wat ze prettig vinden. Misschien vindt tante Caroline 't -ook wel niet prettig, om altijd op ons te passen; wellicht zou ze -veel liever thuis zijn. Ik geloof, dat ik goed zou doen, haar beter -te helpen. Ik loop altoos weg, om te spelen, als zij wat van mij -verlangt. Ik denk, dat het bij het _doen_ behoort, om haar beter te -gaan helpen, en ik zal het ernstig gaan beproeven. - -Den ganschen middag speelde ik cricket met de jongens. Zoowat 4 uur -verscheen Lena, met loshangend haar en angstige blikken. Zij riep -Daan toe: "Kom gauw, Andy is gewoon woest en ik vrees, dat Puf -verdrinken zal." - - -[Illustratie] - - -Wij vlogen allemaal met haar mee, terwijl zij, geheel buiten adem, -haar wedervaren vertelde. - -Hortend en stootend kwam het er uit: "Ik wou met hem de sloot -doorrijden, juist bij de doorwaadbare plaats. Ik stuurde hem het -water in, maar toen, in plaats van recht door te stappen begon hij -rond te draaien, zoodat de kar ten slotte tegen een steen terecht -kwam. Toen was er geen beweging meer in te krijgen; uren lang heb ik -er mee getobd, en eindelijk ben ik uit de kar geklommen en ben door -het water gewaad. Ik trok mijn kousen en schoenen uit en beval Puf, -stil te blijven zitten, totdat ik terug kwam, en nu moeten we gauw -doorloopen en zien, hem eruit te krijgen." - -Verschrikt riep ik uit: "Heb je Puf midden in de sloot laten staan?" -En Daan vroeg: "Waarom heb je niet dadelijk den eersten den besten -man, dien je tegenkwam, om hulp gevraagd?" "Ik kwam niemand tegen," -zei Lena, "en bovendien was ik veel te bang, dat ze 't aan vader -zouden zeggen, daarom ben ik dadelijk hierheen gekomen." - - -[Illustratie] - - -Gelukkig was het niet ver weg, maar hoe Lena op 't idee was gekomen, -om de sloot door te gaan, daar begreep ik niets van. Ik zou het nooit -gewaagd hebben; had Daan nog pas niet verteld van een man, die daar -met z'n wagen verdronken was? Toen wij bij de rivier kwamen, was er -geen spoor van Puf meer te zien. Lena ging vreeselijk te keer en -jammerde: "Ze zijn allebei verdronken, en ik zal vermoord worden, -omdat het mijn schuld was!" - -Wij gingen een beetje verderop een brug over; Daan begon te gelooven, -dat Andy weer was doorgeloopen en hier of daar heen gedraafd. Alex en -hij gingen toen plat op den grond liggen, net als detectives of -Indianen, om eenig spoor te ontdekken. "De wielen waren natuurlijk -nat, en moeten dus in het gras een spoor hebben gemaakt," zei Alex en -keek er heel geleerd bij. "Kijk, hier bij m'n hand is een heel nat -spoor!" - -"Ja, en de grassprietjes zijn plat gereden," voegde Daan eraan toe; -"nu moeten we dat spoor volgen. Hadden we maar een bloedhond!" - -Lena fleurde wat op. Wij volgden het spoor, maar het grasveld was -niet lang, en we waren spoedig bij een weg aangeland. We begonnen nu -een soort springpas te maken, dat is een manier van loopen, waarbij -je nooit moe wordt, omdat het je nooit buiten adem brengt. Maar wij -zagen, hoe nauwkeurig we ook tuurden, geen wielsporen. We kwamen nu -aan een hoogen weg, en wisten niet, wat nu te doen, verder of terug. -Maar daar stond een huisje vlak bij; fluks daarheen gerend, vroegen -we aan de vrouw, of ze ook een ezelkarretje gezien had met een -jongetje erin. Zij opende haar huisdeur, en daar zagen we Puf aan -tafel zitten, kalm aan 't oppeuzelen van een appel! Wat waren wij -blij! Andy had een plekje op haar grasveld gekregen. Zij vertelde -ons, dat zij het karretje had zien aankomen, en dat Puf zoo hard als -ie kon had geschreeuwd: Ho! Ho! Zij was naar buiten gevlogen, had de -zaak tot staan gebracht, Andy vastgebonden, en Puf, die huilde van -angst, in huis gehaald en tot bedaren gebracht. Natuurlijk was Andy, -zoodra Lena verdwenen was, er vandoor gegaan; het was maar een geluk, -dat Puf stil was blijven zitten. - -Wij bedankten de vrouw vriendelijk, haalden Andy uit het grasveld en -reden tezamen naar huis terug. Vader bromde erg op Lena, dat zij zulk -een gevaarlijke poging had gewaagd. Zij zal zulke fratsen nu -voorloopig wel uit haar hoofd laten. Puf deed natuurlijk net, of ie -het heerlijk had gevonden. "Ik stuurde zelf, en we reden als een -sneltrein!" "Ja," zei Alex, "en je huilde van geweld!" - -"Ik heb alleen gehuild, toen ik die vrouw zag," zei Puf, die nooit -verlegen is met een antwoord; "ik wist, dat ze ons zou tegenhouden, -daarom huilde ik." - -"Jij mag niet liegen, Puf," kwam ik tusschenbeiden, "dat is niet "in -den vorm", behalve als je een boosdoener bent." - -"Ik was zoo bang met Andy, en als ik bang ben dan huil ik altijd!" -verdedigde zich Puf. Hij moet altijd 't laatste woord hebben, en ik -zweeg dus maar. - -Toen het mijn dag was, ben ik 's morgens om 10 uur al op rit gegaan. -Vlak bij ons hek vond ik een heel groot pak, waarop geschreven was: -"Wil zoo goed zijn, dit te bezorgen bij Mejuffrouw C. Londesburg te -Cross Clen." Het was heel leelijk en fout geschreven, en ik dacht -dus, het zal wel van een der dorpsbewoners zijn. Het was een -verbazend zwaar pak, en ik kon het haast niet in de kar tillen. Maar -ik was wat blij weer eens op 't Huis te mogen komen, want ik was er -sinds onzen wedstrijd niet weer geweest. Langzaam reed ik het dorp -door met mijn zware vracht. Toen juffrouw Ribbon mij zag, kwam ze -even aan het hek en zei: - -"Beste Griet, wil je heusch vrachtrijdster worden? Kijk es, lieve, ik -heb aan de oude Suze Combe beloofd een zak steenkolen te sturen. Aan -het station zul je 't vinden; Tom moest al vroeg naar Lincoln en ik -heb het ook zoo druk, het goeje mensch heeft geen brand meer om haar -middagmaal gereed te maken." - -"Goed, ik zal 't doen, ik zal 't dadelijk gaan halen." - -Wat was vrouw Combe blij, toen ze me zag komen. Maar we konden geen -van beiden de zak uit het karretje krijgen; ze haalde de steenkolen -er dus bij beetjes uit, en dat kostte heel wat tijd. Terwijl wij nog -bezig waren, kwamen juist Clara en Betty in haar ponykarretje -voorbijrijden. Ze keken gek op, toen ik haar vertelde, waaraan ik -bezig was. "Ik ben vandaag vrachtrijdster," vertelde ik, "en ik heb -ook een vrachtje voor jelui!" - -Dat vonden ze heerlijk. "Voor ons? O, zeg, laat es gauw kijken! Wat -eenig!" Zoodra vrouw Combe al haar steenkolen eruit had, klommen ze -op ons karretje en bekeken het pak van alle kanten. Wij maakten het -open in de kar, want het was ons te zwaar, om het er uit te lichten. -Toen het papier er af was, vonden we .... een ouden emmer vol -steenen! Clara was heel boos. En ik begreep dadelijk, dat het een -grap van de jongens was. Ik trachtte Clara dat aan 't verstand te -brengen, maar zij zei: "'t Zijn ruwe, leelijke jongens, ik zal 't -moeder eens vertellen." - -Zij sprong weer van de kar af en ging naar Betty, om het haar te -vertellen. Deze lachte; zij kan beter tegen een grapje dan Clara, en -ik stelde haar voor, dat ze den jongens ook weer een pak moesten -zenden. Dat vonden ze beiden best, en beloofden, het per post te -zullen sturen. Wij haalden de steenen en den emmer uit de kar en -gooiden ze in een sloot. Ik reed fluks naar ons dorp terug, -nieuwsgierig of er nog iemand een boodschap voor me zou hebben. En -zie, daar zag ik kreupele Hanna, die onze kleeren verstelt en ook in -'t koor zingt; zij stond bij haar hek, en keek naar mij, alsof ze mij -wat zeggen wou. - - -[Illustratie] - - -Ik hield stil en zei: "Kan ik iets voor je doen, Hanna?" - -Zij kleurde en sprak aarzelend: "Ik moet naar boer Luscombe, kind, en -het is een lange weg voor mij met zoo'n hitte, en nu dacht moeder, -toen we u zagen aankomen ... en omdat we uw briefje hadden -gelezen...." - -"O, ik begrijp je al," zei ik, "je wou, dat ik je daarheen bracht? -Stap maar in Hanna, dat zal ik graag doen." - -Zij steeg in, en vertelde mij, dat haar been zooveel pijn deed, als -ze ver moest loopen, maar zij had een japon voor juffrouw Luscombe -moeten maken, en nu moest die toch weggebracht worden. Ik zei haar, -dat ik Andy elke week een dag voor mij had, om er boodschappen mee te -doen voor wie ik wilde. Toen we zoo een tijdje gepraat hadden, zei ik -tot haar: "Na dezen rit moet ik naar huis, want dan moeten we eten. -Maar vanmiddag kom ik weer terug. Weet je dan nog iets te doen, -Hanna?" Zij antwoordde, na even te hebben nagedacht: - -"Ik weet niet, Grietje, of je de kleine Annie Steel kent. Zij komt -uit Londen, en woont bij haar grootmoeder, juffrouw Buston; zij is -geheel kreupel en kan niet loopen. Omdat ik zelf kreupel ben, spreek -ik nog al eens met haar, want juffrouw Buston en haar man zijn erg -streng en lastig voor haar. Zij vinden het een grooten last haar te -helpen, omdat ze zelf ook haast niets hebben, en dan zit ze daar maar -troosteloos in dat donker keukentje. Nooit komt ze er uit, ze zit -zelfs niet eens aan de deur; ze is ook misvormd, heeft een bochel, en -de oude vrouw schijnt zich te schamen voor zulk een kleindochter. Je -zoudt het kind in 't paradijs brengen, als je haar eens liet -meerijden." - -"O, prachtig, dat zal ik doen!" riep ik uit. "Maar zou 't rijden haar -niet te veel schokken?" - -"Neen, dat gaat best; als je een paar kussens neemt, en je zet haar -op den bodem der kar, dan zal 't best gaan." - -"Ik zal dadelijk na 't eten haar gaan halen," zei ik verheugd. Toen -ik thuis kwam, vroegen ze allen, wat ik gedaan had. De jongens -spraken geen woord over hun grap, en ik natuurlijk ook niet. Tante -vond het heel mooi van me, dat ik Annie Steel eens liet meerijden. -Vader ook, maar die waarschuwde ons, dat we Andy door al die drukke -ritten niet moesten afjakkeren, en Daan zei, terwijl we Andy weer -inspanden: "Overdrijf nou niet, barmhartige Samaritaansche, anders -loopt het nog op schade uit." - -"Ik doe het alleen, omdat ik ervan houd, en ik zal er mee voortgaan, -omdat vader gezegd heeft, dat moeder het zou goedgekeurd hebben." - -Daan zei niets meer, want Daan hield zoo van moeder, gelijk wij -allen. - ------- - - - - -HOOFDSTUK XII. - - -Toen ik naar juffrouw Buston ging, vond ik haar in den tuin, bezig -met groentenplukken. Zij was meer verbaasd dan verblijd, toen ik haar -vertelde wat mijn plan was. En ze zei dan ook eerst, dat ze de kleine -Annie niet wilde meegeven. - -"Ik zou haar nooit hier gehad hebben, als ik geweten had, dat ze zoo -hulpeloos was. Haar moeder, die reeds op 20-jarigen leeftijd weduwe -was, stierf plotseling, en Annie moest toen in een weeshuis. Maar -mijn man wilde daar niet van weten, en ik eigenlijk ook niet. Zoo -namen we de kleine dan in huis, en sedert is ze er gebleven, totaal -krachteloos, alsof ze geen ruggegraat heeft. Ze doet zoowat niets -anders dan in elkaar gedoken zitten huilen. Loopen kan ze geen stap. -Maar kind, als je er nu bepaald op staat, haar mee te nemen, kom dan -binnen, dan kunnen we haar samen gemakkelijk genoeg in 't karretje -tillen." - - -[Illustratie] - - -Ik bond Andy aan den muur vast en ging het huisje binnen. De keuken -was klein en het rook er duf; in een laag stoeltje zat Annie. -Werkelijk, ze zag er uit als een afgeleefd oud vrouwtje; alleen het -haar was nog blond, maar kort geknipt. Toen ik haar meedeelde, wat -mijn plan was, glimlachte ze zoo hartroerend, dat ik bijna begon te -weenen. Ze zag er even bleek als haar schortje uit; ze is pas negen -jaar oud, evenals Lena. Ik had vier kussens en een deken meegebracht -en maakte het haar zoo gemakkelijk mogelijk; haar Grootmoeder -plaatste haar zoo in de kussens, dat ze rechtop zitten kon. Bovendien -zette ze haar nog een katoenen mutsje op, en daarna reden we weg. - -Heel langzaam reed ik de laan af, om het schokken te voorkomen. Al -vrij spoedig begon ze te praten. Eerst had ze doodstil liggen staren -in de blauwe lucht, terwijl haar mond open en dicht ging als die van -een visch. Toen ik haar vroeg, waarom ze zoo deed, zei ze: "De lucht, -juffrouw. Sinds ik bij grootmoe ben, krijg ik haast geen frissche -lucht. Voordat moeder stierf, zat ik altoos aan 't open venster, maar -grootmoe doet haar ramen nooit open." - -Zij vertelde mij verder, dat zij veel van Hanna hield, en al meer -begon ze los te komen, er blijkbaar schik in krijgende, allerlei -prettigs te vertellen. - -"Kijk, daar zijn heelemaal geen huizen, wat een leege plek. Dit is nu -echt buiten zijn. Nooit ben ik hier geweest, voordat ik bij grootmoe -kwam, en sedert ik er ben, kom ik er nooit uit. - -Moeder zei altijd, dat God ook buiten leeft, niet in de stad. Moeder -hield niets van Londen; zij vond het zoo'n vuile stad; de lucht zie -je in Londen maar heel zelden en dan nog maar een klein stukje er -van. O, juffrouw, wat is het hier heerlijk! Die velden, en die boomen -en die bloemen! Ik heb wel schilderijen gezien, maar die waren niet -zoo levend als dit alles." - -Bij een landhek hield ik stil, om haar konijnen te laten zien, die -daar aan 't spelen waren, en toen een vlinder op den rand van 't -karretje kwam zitten, schreeuwde ze 't uit van pleizier. - - -[Illustratie] - - -Maar ze werd al spoedig weer vermoeid van al die ongewone opwinding -en toen begon ik maar eens te praten. Ik vertelde haar, hoe we aan -Andy waren gekomen, en toen ik dat verhaal ten einde had, zei ze: - -"Luistert God naar alle menschen, juffrouw, of alleen naar rijke lui? -Ik heb nog niets van Hem gehoord, sinds ik bij grootmoe ben. Moeder -kreeg altijd bezoek van een wijkzuster, maar daar hield ik niet van; -ze had altoos zoo'n haast om weer weg te komen, en ze wilde altijd -maar weer, dat ik naar een gesticht of naar een hospitaal werd -gezonden." - -"Natuurlijk luistert God naar ons allemaal," antwoordde ik, verbaasd -over zóóveel onwetendheid; "bidt je niet tot Hem?" - -Ze wendde haar hoofd af. "Ik was gewoon het "Onze Vader" op te -zeggen, maar ik ben nu totaal vergeten hoe het is." - -"Kun je lezen?" vroeg ik. - -Weer schudde ze haar hoofd. - -"Ik ben begonnen het te leeren, maar moeder stierf, vóórdat ik -groote woorden kon lezen, en later heeft niemand het mij geleerd." - -"Arm klein schaap," sprak ik met diep medelijden; "wat doe je dan -toch wel den ganschen dag?" - -"Plaatjes kijken en dan naaien, naaien kan ik wel. Ik maak op 't -oogenblik reepjes voor een lappendeken voor grootmoeder." - -"Je moet God gaan bidden," zei ik. - -"Waarom?" - -"Wel, omdat Hij je liefheeft. Weet je, wie Jezus Christus was?" - -"Die aan een kruis is ter dood gebracht? Ja, daar heeft moeder mij -wel van verteld." - -"Weet je, waarom Hij is ter dood gebracht?" - -Zij schudde haar hoofd, en sprak: "Het is zoo iets van het redden der -zondaars en der wereld. Maar ik ben het vergeten. Ik geloof, dat Hij -zeer vriendelijk en goed was. Het is al eeuwen geleden, dat hij -gedood werd, is 't niet?" - -"Hij is heelemaal niet dood," zei ik, als verstomd door zooveel -onkunde. "Lieve kind, jij weet nog niet eens zooveel als de kinderen -uit mijn klas." - -Met doffe stem sprak ze: "Er is ook niemand, die me wat leert." - -En ik begon maar dadelijk te vertellen, wat Jezus voor haar gedaan -had. Zij had er totaal geen besef van, dat zij ook zondaar was; maar -ik geloof toch wel, dat het haar na eenigen tijd duidelijk werd. -Verwonderd keek ze op, toen ik vertelde, dat Jezus nòg leefde, en -dat Hij nog machtig is om ons te helpen en ons te leiden, al kunnen -we Hem niet zien. Zij wist niet, dat het kruis ook voor haar van -beteekenis was; met open mond en groote oogen hoorde zij alles aan -wat ik vertelde, en ik wenschte soms, dat een wijzere dan ik haar -vertellen kon. Meteen moest ik ook op mijn ezeltje letten; af en toe -hield ik even stil, en plukte wat wilde bloemen en kamperfoelie voor -haar, om mee naar huis te nemen. Toen ik meende, dat we nu lang -genoeg gereden hadden, bracht ik haar weer naar huis terug; maar als -we 't huis naderden, begon ze te schreien en greep mijn hand. - -"Zult u terugkomen en mij weer meenemen? Zult u mij niet vergeten? -Toe, beloof mij, dat u me weer spoedig komt halen!" - -"Ik zal probeeren, deze week nog één keer te komen, Annie, en in -elk geval zal ik hier komen, om je wat te helpen met lezen; misschien -kan ik dan wel een paar boeken meebrengen." Haar grootmoeder tilde -haar uit het karretje en scheen nogal in haar schik. - -"Nu kind, daar heb je goed aan gedaan, hoor, en 't zal Annie ook goed -doen. Arm schaap, wat zou het goed voor haar zijn, als God haar maar -tot Zich nam. Ze zal toch nooit voor iemand ter wereld van nut kunnen -zijn." - -Ik werd boos, maar ik wist niet wat te zeggen. Ik zag, hoe Annie -huiverde bij het hooren van die zelfzuchtige woorden, en meende maar -het best te doen, met heen te gaan. Ik nam dus afscheid. "Vaarwel, -Annie! Ik kom spoedig weer bij je terug." - -In draf ging het nu naar huis, en nadat ik Andy had uitgespannen, -vertelde ik vader dadelijk mijn wedervaren. "Wat spijt het mij," zei -vader, "dat ik haar niet eerder gevonden heb. Ik ben wel bij juffrouw -Buxton op bezoek geweest, maar die vertelde mij nooit, dat ze een -kleinkind in huis had." - -"Zij schaamt zich voor het kind," zei ik. "Hanna vertelde mij, dat -zij denkt, dat een misvormd kind door iedereen wordt gemeden. Is dat -niet wreed gedacht? Vader, denkt u, dat ik haar zou kunnen leeren -lezen?" - -"Zeker, kind, zeker. Ga zoo vaak als je kunt naar haar toe, maar denk -er aan om juffrouw Buxton te vragen, of het mag." - -Toen ik den jongens en Lena van Annie vertelde, lachten ze niet, en -Lena was er zelfs mee begaan. Zij haalde een paar oude poppen voor -den dag, en vroeg mij, die voor Annie mee te nemen. - -Bij de thee zei tante Caroline: "Ik geloof, dat Grietje den mooisten -dag heeft gehad van jullie allemaal!" - -"O ja, tante," zei Alex snel, "ik weet wel wat u wilt zeggen: omdat -zij meer aan anderer genoegen dacht dan aan haar eigen vermaak; maar -dat doet ze niet uit haarzelf, daar is ze toe aangezet. U moet haar -niet verwaand maken, ze heeft al genoeg dunk van zichzelf." - - -[Illustratie] - - -"Dat is niet waar," zei ik boos. - -"Hé, hé, geen getwist nu!" - -Zoo komt tante altoos tusschenbeiden en we spraken dus geen woord -meer over de zaak. - -Den volgenden morgen kwam er een groot pakket met de post, -geadresseerd aan "de Jongeheeren Daan en Alex Marjoribanks". De -jongens gunden zich geen tijd om het uit te pakken, en scheurden het -eene na het andere papier eraf, niet bemerkend, dat Lena en ik in ons -vuistje lachten (ik had het Lena ook verteld). Eindelijk kwam een -kartonnen doos te voorschijn, en toen ze die openden, vonden ze haar -vol koolstronken; op den bodem lag een klein briefje, waarop de -woorden: "Met vriendelijken dank van Betty en Clara." - -Inmiddels waren Lena en ik een rondedans om de tafel begonnen, -waarbij we hen dapper uitlachten. Ze hadden 't ook verdiend, en ik -vertelde hun, dat hun pakket nooit aan 't Huis bezorgd was. Toen -waren ze woest van boosheid, en scholden ons uit, dat het een lust -was. - -Ik zei hun nog, dat zij altijd grapjes hadden ten koste van anderen, -en nooit zichzelf eens vermaken konden. Daan beloofde wraak; maar dat -doet ie wel meer als ie ten einde raad is, en later is ie 't al lang -weer vergeten. - -Ik ging nu zooveel belang stellen in Annie Steel, dat ik er bijna -iederen dag heen ging; als ik haar bezocht, had ze een kleur van -blijdschap, en ze begon er werkelijk wat opgewekter uit te zien. -Elken Woensdag nam ik haar mee op een rij toer. - -Intusschen waren we allen druk bezig met bijverdienen, om een zadel -voor Andy te kunnen koopen. De jongens verkochten aan kapitein Rogers -enorme partijen visch. Zij kunnen er gewoon niet tegen hengelen, en -hij betaalt best. Zelf zend ik weer groenten en bloemen naar de markt -te Lemworth, waar Bob Tapson ze wel aan den man brengt, en Lena maakt -weer borstplaat zonder eind. Maar het geld komt heel langzaam bij -elkaar. Mevrouw Rogers kwam gistermiddag met haar man bij ons -theedrinken; de kapitein liet ons den spaarpot openen; er was nu -negen gulden in. - -We hadden recht veel schik dien middag. De thee werd buiten -gedronken, zoodat het veel had van een pic-nic; kapitein Rogers -spoorde ons aan, het geld wat vlugger te maken, anders zouden we -nooit aan een zadel toekomen. We vroegen hem, of hij soms een middel -wist, en hij zei van ja. Het was dit: Hij en zijn vrouw wilden een -wedstrijd in het boogschieten organiseeren bij hun huis; daarbij -zouden veel volwassen menschen komen, en nu wilde hij ook een -wedstrijd houden voor kinderen; de beste schutter zou een prijs -verdienen van twaalf gulden. - -"Jelui hebt dus niet anders te doen, dan dien prijs te winnen," -voegde hij er aan toe; "en dan weet ik wel een adres, waar je een -flink zadel kunt koopen voor een gulden of twintig." - -Met gejuich werd het plan ontvangen, het was een eenig denkbeeld. -Maar wij moesten den kapitein toch vertellen, dat we geen van allen -konden schieten, en dat we niet met boog en pijl konden omgaan. Hij -antwoordde, dat hij ons dat wel even leeren zou, dat ging heel vlug; -we moesten dan maar telkens bij hem komen en oefeningen houden in den -tuin bij de boerderij. - -"En we kunnen ook hier een schijf opstellen en er ons op oefenen," -vond Daan. "Ik zal er wel een maken, maar dan hebben we nog geen boog -en pijlen. Zijn die duur?" - -"Dat zullen we aan juffrouw Ribbon vragen," zei Alex. "Maar ik wil -wedden, dat ze die niet heeft." - -"Nee, nee," zei kapitein Rogers, "ik zal jelui enkele van de mijne -leenen tot na den wedstrijd. Laat es zien: jelui zult er vier noodig -hebben, is 't niet? Ieder een." - -"Ik ook!" riep Puf op dreigenden toon. "Ik wil ook schieten." - -Dus beloofde kapitein Rogers vijf bogen te zullen zenden, met een -bundel pijlen. En Daan stelde hem voor, om moeite te besparen, dat -hij dadelijk maar even mee zou gaan, om ze te halen, dan konden wij -zoo spoedig mogelijk beginnen. - -"En hoe maakt Andy het tegenwoordig?" vroeg de kapitein. - -"Even onberekenbaar als altoos," antwoordde ik. "Soms gaat het heel -goed, maar dan eensklaps krijgt hij weer z'n oude kuur van stilstaan, -en geen van ons kan hem dan weer in beweging krijgen. 't Is geen -trouw dier, en dat zal ie nooit worden ook." - -De kapitein lachte hartelijk en trok mij aan een haarlok. "Kom hier, -oud vrouwtje, en vertel mij es, wat een trouw dier is." - -"Dat is er een, waarop je rekenen kunt," hervatte ik; "een dier, dat -altoos hetzelfde is en waar je op aan kunt. Dat is toch de beteekenis -van trouw? Gisteren hebben we 't er nog over gehad." - -"Ja," zei hij, "dat is een heel juiste omschrijving van trouw. Ik -denk, dat jij dan ook wel heel trouw zult wezen, Grietje." - -"O, ik wou dat ik het was. Maar ik ben het niet. Men is niet volkomen -trouw, als men het niet altijd en overal is, zooals onze ridder: -semper fidelis. Ik tracht een trouwe dienstmaagd te wezen, maar -steeds weer vergeet ik het." - -"Wiens dienstmaagd? Ik zou zoo zeggen, Grietje, je bent een trouw -vriendinnetje." - -"Christus' dienstmaagd," was mijn fluisterend antwoord. "Hij is in -alles de eerste, zooals u weet. Maar daarom zou ik dan ook evengoed -uw trouw vriendinnetje willen wezen, kapitein." - -"Wij zullen een verbond sluiten. Als ik in moeite of verdriet kom, en -hulp noodig heb, dan weet ik, op wie ik kan rekenen." - -De beide jongens gingen met den kapitein mee naar de boerderij, en -kwamen al spoedig weer thuis, o zoo verheugd met hun pijlen en bogen. -Reeds hebben we een schijf gemaakt van wit calico, gespannen over een -met stroo gevulde platte doos. En nu hoop ik maar dat wij den prijs -zullen halen; wij hebben goede kans, omdat we met z'n vieren zijn. -Betty en Clara zullen ook gevraagd worden, en nog heel wat kinderen -meer. Ik geloof, dat kapitein Rogers eigenlijk hoopt, dat wij het -maar zullen winnen. - - * * - * - -Het is eenigen tijd geleden, dat ik in dit boek heb geschreven, want -ik heb het verschrikkelijk druk gehad. Allereerst dien ik te -vertellen van onzen hand-boogwedstrijd. - - -[Illustratie] - - -Vanaf het oogenblik, dat de schijf gereed was, hebben we ons druk -geoefend. Aan het einde van de laan hadden we haar opgehangen, en -gingen er dan zoo ver mogelijk van af staan, om goed te leeren -mikken. Die oefeningen waren wel inspannend, maar toch ook verbazend -prettig. Ik zelf had er zooveel schik in dat ik boos werd, als ik er -telkens weer werd afgeroepen. Dat kwam zoo. - -Emma had haar voet verstuikt, en moest dagen achtereen in bed liggen, -en toen ze eruit mocht, kon ze nog heel moeilijk loopen. Tante -Caroline droeg nu aan Lena en mij op, de bedden op te maken, de -kamers te doen, en zooveel mogelijk in huis te helpen. Het scheen ons -een uitdaging, want wij wilden zoo graag vóór alles goede schutters -worden. Ik kà n niet hebben, dat we zulke dingen maar half goed doen. -Lena ging er vandoor, maar dà t kon ik ook niet doen, en ik hielp dus -zooveel als ik kon, maar veelal met een nijdig hoofd. Ik geloof, dat -ik die gansche week niet in m'n humeur ben geweest. Toen het Woensdag -werd, had ik er niet eens zin in, om Annie te halen voor een rijtoer; -Betty en Clara kwamen 's middags om met ons te oefenen in 't -schijfschieten. Toch reed ik met Andy uit, inwendig wenschend, dat ik -haar maar nooit beloofd had, iedere week te zullen rijden. Maar toen -ik haar bleek gelaat zag, dat opvroolijkte toen ik aankwam, was ik -beschaamd. Ik was een half uur te laat, en ze zei: - -"Grootmoe heeft al gezegd, dat u niet zoudt komen. Maar ik wist zeker -dat u komen zoudt. U zult mij nooit alleen laten, wel juffrouw?" - -Ik antwoordde slechts: "Ik hoop van nooit!" - -Annie was zeer spraakzaam. Ze vertelde, hoe ze nu geregeld bad, en -ook dankte voor al het goede, dat ze ontving. Zij begreep nu ook iets -van wat Jezus voor haar aan het kruis geleden had. "O, kon ik maar -wat voor Hem doen!" riep ze uit. - -"Van ons, die nog kinderen zijn, verwacht Hij geen groote dingen, -Annie. Maar wat wij te doen hebben, dat is zóó te spreken en te -handelen, alsof Hij altoos bij ons is, in onze kamer en bij ons werk; -wij zien Hem wel niet, maar toch leeft Hij dicht bij ons. Hij -glimlacht als we ons best doen, en met droeve oogen staart Hij ons -aan, als we ongehoorzaam zijn of toornig, zooals ik vandaag." - -Het deed mij goed, haar eens te kunnen zeggen, hoe verkeerd ik -vandaag gehandeld had. En ik voelde mij gelukkig, toen ik weer thuis -kwam, nog vol van ons gesprek en van het heerlijk gevoel, dat ik had -na het erkennen van mijn zonden. - -Eindelijk kwam dan de groote dag. De tuin bij kapitein Rogers was vol -volk; ook waren er vier jongens en vijf meisjes, die we geen van -allen kenden; zij waren met den trein gekomen uit Tenburg en zeven -mijlen hier vandaan, uit Lincoln. Twee meisjes en drie jongens waren -ook uit een pastorie. - - -[Illustratie] - - -Naarmate de wedstrijd vorderde werd de pret, maar ook de spanning -grooter. Toen het mijn beurt was, gevoelde ik mij erg zenuwachtig; -mijn hand trilde alsof ik de koorts had. Maar het ging gelukkig -nogal, hoewel ik natuurlijk den prijs niet won, dat wist ik vooruit -wel. Ik geloof eigenlijk, dat wij er allemaal wel zoo'n beetje op -rekenden, dat Daan de gelukkige winner zou wezen. Hij stond zoo kalm, -mikte zoo vast, net een volwassen man. Later zei hij nog, dat ie een -gevoel had gehad, als ging het om leven of dood. - -En toen bleek, dat hij den prijs had verdiend, juichten we allen als -uitgelatenen. Mevrouw Rogers overhandigde den prijs in een met kralen -bezette beurs. - -Innig verheugd kwamen we thuis, want nu hadden we ook het zadel zelf -verdiend. En geen onzer behoefde nu ooit meer geld te gaan verdienen. - -Het leek te mooi, om waar te wezen. - ------- - - - - -[Illustratie] - -HOOFDSTUK XIII - - -En nu heb ik te schrijven over een vreeslijken dag. Onze vacantie was -bijna om; het zadel voor Andy was juist ontvangen, en allen reden wij -druk met hem. Hij bleef ons over 't algemeen goed voldoen, en -galoppeerde soms, dat 't een lust was. - -Terwijl wij bezig waren, aan 't ontbijt onze plannen voor den dag te -bespreken, kwam Emma binnen met een telegram voor vader. Vader krijgt -vaak telegrammen over spreekbeurten, zoodat wij er weinig notitie van -namen. Maar eensklaps hoorden we hem een onderdrukten snik geven, -terwijl hij het telegram aan tante Caroline overgaf. Toen die het -las, begon ze te weenen, en wij begrepen nu, dat er slechte tijding -was gekomen. En zoo was het: Grootmoeder was gevaarlijk ziek, en -vader moest onmiddellijk overkomen. - -Tante Caroline riep in haar droefheid: "Zij is stervende, Jan, ik ga -met je mee." - -"Er is geen trein vóór 10.30, dien moeten we hebben." Tante verliet -haastig de kamer, en vader richtte zich tot ons: "Kinderen, kan ik -jelui met vertrouwen alleen laten? Het zou voor tante een bittere -teleurstelling wezen, als ze niet met mij mee kon gaan. Wil jelui je -best doen, om je goed te gedragen? Daan, jij wordt al een groote -jongen, en je kent het onderscheid tusschen goed en kwaad. Op jou -reken ik, terwijl ik weg ben. Grietje, neem jij Lena onder je hoede, -en laat haar geen verkeerde dingen uithalen. Ik zal even met de -keukenmeid een en ander bespreken. We moeten geen tijd verliezen." - -Wij beloofden, ons goed te zullen gedragen. We waren wel bedroefd om -grootmoeder, maar we konden ons toch ook niet ontveinzen, dat we wel -een klein beetje vermaak erin hadden, nu eens alleen te zijn, zonder -eenig toezicht. Dat was nooit tevoren geschied, en vooral in de -vacantie is het een heerlijk gevoel, es echt alleen te wezen, en baas -over jezelf te zijn. - - -[Illustratie] - - -Intusschen ging ik naar boven, om tante te helpen bij het inpakken -van haar koffertje. Tante was erg in de war; ook de keukenmeid en -Emma waren zenuwachtig, zoodat ze tante met allerlei vragen en -opmerkingen nog meer opwonden. Toen alles gereed was, reed Daan de -bagage in ons ezelkarretje naar het station. - -Daar het nu Dinsdag was, beloofde vader, zeker nog vóór Zondag weer -thuis te zijn. Tante Caroline kuste mij hartelijk bij 't afscheid, en -zei, dat ze wist, dat ik mijn best zou doen, en ook den anderen tot -voorbeeld zou wezen, omdat zij mij kende als haar vertrouwde hulp in -'t huiselijk werk. Ik was zoo blijde met deze lofspraak, dat ik bijna -schreide, maar ik hield mij goed, sloeg mijn armen om haar hals, en -kuste haar hartelijk ten afscheid. - -Toen Daan van 't station terug was, gingen wij allen naar het priëel -in den tuin, om te praten over de onverwachte verandering. - -"Twee dagen geleden was grootmoe nog zoo best," zei ik; "zij schreef -nog aan tante Caroline, dat zij pas een rijtoertje gemaakt had. Ik -wist niet, dat de menschen konden sterven, zonder eerst ziek te -zijn." - -"Maar zij is ziek," merkte Alex op. - -"Jawel, maar ze kan toch niet ineens zoo verschrikkelijk ziek zijn, -wel?" - -"Och, zeker wel; dat zie je telkens." - -"En wij dan ook?" vroeg Lena angstig. "Daar zou ik heel bang voor -wezen. Tante zei nog wel, dat ze zeker wist, dat grootmoe al dood -was." - -"In elk geval," zei ik, "zal grootmoe nog heelemaal niet graag willen -sterven. Maar zij is, evenals de ridder: semper paratus. En dat -behoor jij ook te wezen, Lena." - -"Dat ben ik niet," zei ze. "Ben jij het?" - -"O, hou toch op met dien onzin!" riep Alex eensklaps uit. "En wat -zullen we nu gaan doen met onszelf?" - -"Een pic-nic zou heerlijk zijn," stelde ik voor. "In het gras bij de -rivier." - -"En dan moesten we Andy meenemen, dan kan hij eens een flink bad -krijgen. Hij ziet er zoo verschrikkelijk vuil uit, omdat ie nooit een -bad krijgt." - -Zoo sprak Lena. Als er één ding is, waar die verzot op blijft, dan -is het water en wasschen. - -"En dan zullen we een ketel water koken, dan lijken we net -zigeuners," vond Alex. - -"Goed zoo. Laten we eerst naar de keukenmeid gaan, en zien, of die -wat rauw vleesch voor ons heeft, dan kunnen we 't zelf braden." - -Daan en ik gingen dus naar de keuken en de meid vond het maar wà t -heerlijk, ons een ganschen dag kwijt te wezen. Zij gaf ons wat -saucijzen en een braadpan met wat vet erin om ze te braden, verder -een stukje konijnenvleesch, wat koude aardappelen, appelen, een stuk -brood, een flesch melk, een beetje suiker, een zakje met zout en een -zakje met thee. Dan holden we naar de leskamer en haalden er kopjes -en schoteltjes weg, zoomede een ketel. Vervolgens werd alles in het -ezelkarretje geladen, en reden we weg, allen zóó opgewonden blij -met ons mooie pic-nic-plan, dat we al spoedig vergeten waren, dat -grootmoe stervende was. Zoo nu en dan, als het iemand te binnen -schoot en ervan sprak, keken we wat sip. Maar dat begon Daan te -vervelen en hij zei: - -"Kijk es hier lui, dat gaat zoo niet langer. Wij willen hopen, dat ze -nog weer beter zal worden. Dat gebeurt met zoovelen en de dokters -zeggen altijd: Zoolang er leven is, is er hoop. En daarom moeten we -zooveel pleizier hebben als we maar kunnen, alsof grootmoe al beter -werd." - -Dat woord deed ons allen weer opleven. Het was ook zooveel prettiger, -vroolijke gedachten over grootmoeder te hebben, dan sombere. En ik -vrees, dat wel niemand onzer veel meer aan haar zal gedacht hebben, -want we waren bij de rivier gekomen, en ons plan nam alle gedachten -in beslag. Daan zei tegen Lena: - -"Hoor eens, als jij wasschen wilt, dan moet je jezelf maar gaan -wasschen; je handjes staan er goed voor, en dan kun je ook de borden -en kopjes wasschen. Maar probeer het niet met Andy, want dan zal ik -je met je hoofd in 't water duwen. Ezels zijn er niet voor, om -gewasschen te worden." - -Lena keek erg knorrig, maar ze is bang voor Daan. De toebereiding van -onzen maaltijd gaf heel wat pret. Eerst werd er een vuurtje gemaakt, -daarna de ketel erop gezet, want we moesten allemaal theedrinken. -Vervolgens werd de braadpan opgezet, gevuld met de saucijzen, de -koude aardappelen en het stuk konijnenvleesch. Het rook heerlijk! -Daan en ik waren om beurten de kok; Alex wilde zóó vaak proeven, of -'t eten al goed was, dat wij bevreesd werden, dat er niet genoeg voor -ons allen zou wezen. En Lena kwam er telkens zóó dicht bij staan, -dat ze haar gezicht verschroeide. - -Ik geloof niet, dat grooten menschen ons baksel zou gesmaakt hebben, -omdat het nog al sterk rook; eenmaal zelfs helde de pan zóóver -over, dat eenige aardappels er uit rolden, maar ze werden niettemin -met graagte opgegeten. Na het "diner" werd de thee gebruikt, zooals -we dat nu eenmaal gewoon waren. Vervolgens beproefden wij de appels -te roosteren, maar dat ging heel lastig en bovendien waren we van 't -koken al erg vermoeid, zoodat we ze maar rauw hebben opgegeten. - -Lena en Puf en ik gingen nu de borden omwasschen en spoelen; ze -werden weer ingepakt en in 't karretje gelegd, waarna we -verstoppertje gingen spelen. Vlak bij was een klein bosch, zoodat we -er heel wat pret mee hadden. Maar toen begon ook de eerste ellende. -Wij hadden Andy afgetuigd en lieten hem gras eten, maar toen we -spelen gingen, vergaten we hem geheel, en eensklaps ontdekten we, dat -ie er vandoor gegaan was. - - -[Illustratie] - - -Dadelijk gingen we allen op zoek, schreeuwden en klapten in onze -handen, maar er was geen spoor van hem te ontdekken. Toen werden we -boos op 'm. Lena vond, dat hij zich den dag had moeten herinneren, -waarop hij met Puf was weggereden. En Alex zei pruttelend: "We zullen -de rest van den dag wel moeten besteden aan 't zoeken naar dat oude -beest! Laten we maar naar huis gaan, hij zal zelf wel den weg naar -huis vinden!" - -"Maar we kunnen toch het karretje niet hier laten," zei Daan. - -"Span Alex dan maar in, dan zal ik hem wel sturen," zei Lena, terwijl -ze danste van pret om het plannetje. - -De jongens echter hadden er geen ooren naar. Nog een uur lang zochten -we naar Andy. We waren al drie mijlen van huis, en we wisten niet, -wat te beginnen. Ten slotte vonden de jongens 't toch maar 't beste, -om met vereende krachten het karretje naar huis te brengen. Wij -juichten van pleizier, want dat leek ons bijzonder. Er werd nog lang -en breed over gepraat, voordat het aan 't vertrek toe was. Op -voorstel van Daan werd eindelijk besloten, dat Puf in 't karretje zou -zitten (hij was erg vermoeid), en dat de anderen als vierspan er voor -zouden trekken. Lena en ik vormden het eerste tweespan, Daan en Alex -het tweede. Gelukkig hadden we touw bij ons; na nog eens weer -overlegd en geregeld te hebben, waren we eindelijk gereed, en zette -de stoet zich in beweging. - -"Laten we nu zeggen, dat Puf juist gekozen is als afgevaardigde voor -het graafschap, en nu hebben we de paarden voor z'n rijtuig -afgespannen, en trekken nu met hem de stad rond," stelde Daan voor. -Dat viel in den smaak, luidjuichend riepen we allen: "Leve Puf, de -vriend der arbeiders!" - -Wij wisten wel, hoe dat toeging bij die verkiezingen. - -Maar, o wee, wat was dat zwaar trekken met het ezelen-karretje! -Doodop waren we, toen we het ding eindelijk weer op den weg hadden -gekregen, en we rustten dan ook al dadelijk even uit. Puf vond het -natuurlijk heerlijk; voor alle zekerheid hadden we hem de zweep maar -afgenomen, toen hij, vol verrukking over zijn zegetocht, de zweep ter -hand had genomen, als waren wij een heusch vierspan. En zie, terwijl -we even wachtten, daar kwam Mevrouw Laura aan in haar rijtuig met -twee paarden, vergezeld van Betty en Clara. - -"Wij hebben ons ezeltje verloren!" riepen we haar toe. Wij trachtten -in galop haar voorbij te rijden, want de weg was daar heuvelachtig, -doch Mevrouw Laura hield ons staande. "O jelui dwaze kinderen," zei -ze, "wat ben ik blij, dat ik niet op jelui heb te passen." - -Wij vonden dat niet erg aardig van haar, omdat wij het heusch niet -zoo prettig vonden om zoo met ons karretje heuvel op heuvel af te -moeten sjouwen; maar het moest wel. Daan groette haar nu beleefd, -door z'n pet af te nemen, en legde haar uit, waarom we zoo deden. Hij -vroeg haar, of ze Andy ook ergens gezien had; zij beloofde, ons -dadelijk te zullen boodschappen, als zij hem ergens zag. Betty en -Clara vonden het zoo leuk, dat ze wilden uitstappen, om met ons samen -een zesspan te vormen, doch ze hadden hun beste kleeren aan, en daar -kon dus niet van komen. - - -[Illustratie] - - -Na deze afwisseling gingen we weer welgemoed verder, totdat wij, -dicht bij ons dorp, aan een vrij steilen heuvel kwamen. Wij stelden -ons voor, er in een prachtigen galop af te draven en zoo in volle -vaart ons dorp binnen te rijden. Ik vermoed, dat we het wat al te -haastig aanlegden, want juist voor dat we weer op gelijken grond -kwamen, scheen het karretje over te hellen, Daan en Alex konden het -niet meer houden, Lena struikelde, en voor dat ik goed zien kon, wat -er gebeurde, lagen wij allen door elkaar in een droge sloot, waarbij -Puf tekeer ging, alsof ie vermoord werd. De mand tuimelde uit de kar, -en alle borden, kopjes en schoteltjes waren aan scherven. - -Daan was de eerste, die overeind scharrelde. Hij scheen er goed aan -toe te wezen, was alleen een beetje gekneusd, zooals hij zei. Lena -had een groote buil op haar voorhoofd, zoo groot wel als een -kievitsei. Alex had een zijner beenen leelijk bezeerd en zei, dat het -zeker gebroken was, maar Daan betastte het eens en besliste van niet, -omdat er nergens een beentje van z'n plaats was. Puf had alleen z'n -knieën bezeerd, de eene bloedde vrij erg, en ik bond er mijn zakdoek -om. Ik zelf had mijn elleboog aan een steen gestooten, het deed erg -zeer, maar anders ook niet. - -Nadat we al deze akeligheden overzien hadden, gingen we een oogenblik -in een haag uitrusten. Maar wijl er niemand kwam opdagen om ons te -helpen, lieten we ons karretje liggen, nam Daan, Alex op z'n rug en -zoo marcheerden we als een verslagen vijand ons dorp binnen; Lena's -jurk was erg gescheurd, en mijn hoed zag zwart van modder. Toen wij -zoo thuis kwamen, gaf Emma een gil van schrik. Ze was echter spoedig -weer bekomen, en zei Baldwin, de kar te gaan halen. Alex ging binnen -op de sofa liggen, waar de keukenmeid z'n been onderzocht. Zij -meende, dat het wel voldoende zou zijn, als er een koud-waterverband -werd omgelegd. Het been was wel wat gezwollen, maar er was geen -sprake van gebroken. - -Dat we allemaal weinig opgeruimd waren, laat zich denken, maar het -was natuurlijk Andy's schuld en niet de onze. Nadat we thee hadden -gedronken, kwam er een jongen aan de pastorie; hij had Andy gevonden -in een grasveld, waar ie met een paar veulens aan 't hollen was. Hoe -hij daar terecht was gekomen, daar begrepen we niets van; hij moèst -over een heg zijn gesprongen. Wij waren heel blij, dat we 'm weer -hadden, maar Daan gaf 'm een flink pak slaag. Emma vond, dat het hier -nu wel een hospitaal geleek, met zooveel gewonden en gekneusden. - -En nu wou ik maar, dat ik hier de beschrijving van onze ellende kon -eindigen, maar het ergste moet nog komen. - -Ik zat in den tuin een boek te lezen; Puf was al naar bed, en Lena -speelde binnen halma met Alex. Plotseling kwam Daan opgewonden naar -mij toe en riep: - -"Zeg, d'r staat een boerderij in brand, een halve mijl van hier! Het -is de boerderij van Gaythorpe! Ik ga er heen!" "Ik ga mee!" riep ik. - -'t Is wel treurig voor wie 't treft, maar we houden allen van brand; -dag of nacht, altijd gingen we er heen. - -Vlug zette ik m'n hoed op, en rende met Daan weg. Al spoedig zagen we -dikke rookwolken in de verte. Daan vermoedde, dat er hooibergen in -brand stonden. - -Wij holden zoo hard als wij konden door, en toen we er kwamen, bleek -inderdaad een hooiberg in brand te staan, doch de vlammen waren al -overgeslagen op de stallen, die vlak aan het huis grensden. Daar er -geen brandspuit dichterbij te vinden was dan te Lemworth, waren er -vele menschen bezig met emmers water in de vuurzee te gooien, maar -dat hielp weinig, en 't stond er dus niet best voor. Daan begon -dadelijk te helpen bij het redden van de meubelen uit het woonhuis; -het had een rieten dak, en er was dus weinig kans, dat het gespaard -zou blijven. - -Gelukkig waren de kinderen van den boer al uit het huis, en ook de -paarden waren al losgesneden, zoodat er geen levende ziel meer in -huis was. De boer deed al z'n best, om nog te redden, wat er te -redden was. - -Intusschen had een der mannen een ladder tegen het woonhuis gezet, en -begon nu het riet van het dak weg te snijden; doch de ladder vatte -plotseling vuur, zoodat de man z'n werk moest opgeven; zóó snel -schoten de vlammen toe, dat hij z'n handen er nog bij brandde. Ik -wilde Daan nog helpen met het sjouwen der meubelen, maar hij stond -het niet toe; dat is geen werk voor dames, vond ie. - -Eensklaps hoorde ik een gejank in een schuurtje, wij liepen toe, en -daar zagen we boven een der vensters een lief klein hondje staan op -den hooizolder! - -"O, het is Fox!" jammerde juffrouw Gaythorpe "ik heb hem opgesloten, -toen ik de kinderen uitliet!" - -"Ik zal hem eruit halen!" riep Daan, en hij vloog het huis binnen en -de trap op. Nog geen minuut was hij weg, of daar sloeg een vreeslijke -vlam uit de schuur. Juffrouw Gaythorpe zei, dat zou van een vat -petroleum zijn. Tegelijkertijd zagen we Daan, die den hond voor zich -uithield boven het venster. - -"Zal ik hem eruit werpen?" riep Daan. - -"Kom zelf er gauw uit!" riep de boer. "Het vat met petroleum is -gesprongen!" - -Daan verdween weer. Maar spoedig verscheen hij aan het venster en -riep: "De trap staat in brand! Ik kan niet naar beneden!" - - -[Illustratie] - - -Ik stond te trillen op mijn beenen van angst. "Houdt een deken -gespannen!" schreeuwde Daan. "Ik zal Fox erin gooien. Twee mannen -spreidden een deken uit, en Fox werd er in opgevangen. Intusschen was -Gaythorpe de ladder gaan halen, maar die was gebroken en nu te kort, -om Daan te bereiken. Een andere werd gehaald, die was ook te kort. -Toen werden ze aan elkaar gebonden. Ik stond doodsangsten uit, maar -Daan bleef kalm. - -"Schiet wat op!" riep hij; "het vuur komt hier al in de kamer!" En -geen seconde daarna stond hij al in een rookwolk gehuld; het huis -brandde als papier weg. - -"O Daan, Daan!" jammerde ik. "Is er niemand, die hem redden kan?" En -meteen hoorde ik, dat de ladders al zóó verkoold waren, dat ze niet -meer te gebruiken waren. En nog verloor Daan den moed niet. - -"Werpt me een touw toe!" riep hij nu weer. "Ik moèt hieruit, de -vloer begint al onder mij te branden." Hij stond nu in de -vensterbank; men haalde een matras, en vier mannen hielden haar -gestrekt. - - -[Illustratie] - - -"Spring!" riepen ze. "'t Is je eenige kans!" - -Een oogenblik aarzelde Daan .... hij keek omlaag .... hij was zoo -hoog .... nog even gekeken .... daar sprong hij omlaag .... ik deed -m'n oogen dicht.... - -Ik vrees, dat hij te wild gesprongen heeft, want ik hoorde een -vreeslijk gekraak. Nooit zal ik dit ontzettend oogenblik vergeten. De -menschen gilden van schrik, en toen was het ineens doodstil. Ik vloog -er heen, maar boer Gaythorpe greep me bij den arm. - -"Hier blijven, kind, dat is niet voor je om te zien. Arme, arme -jongen!" Wat mij nog nooit overkomen was: ik viel in zwijm. En toen -ik weer bijkwam, was ik in een huisje gebracht, waar een vrouw bezig -was in mijn neus met verbrande veeren te kietelen. Dadelijk -herinnerde ik mij alles, en vroeg verschrikt: "Waar is Daan?" - -"De dokter is bij hem, lieve. Gelukkig was die net onderweg naar boer -Turt, waar hij den brand zag en dadelijk naar hier kwam." - -"Is hij dood?" vroeg ik schreiend. "O toe, hij kan niet dood wezen!" - -"Kom, kind, we willen er 't beste van hopen!" - -Ik stond op, en liep zoo snel als ik kon naar buiten, waar ik Baldwin -vond. Ook de keukenmeid was hier gekomen, en stond handenwringend te -schreien. Ik ging het huis binnen. Daar kwam de vrouw, die daar -woonde, op mij af, en op mijn geroep van "Is hij dood?" antwoordde -ze: - -"Och lieve, houd moed, hij heeft gebroken beenen, maar jonge beenen -genezen spoedig, zeggen de dokters! Kom, binnen twee dagen lacht ie -alweer! Maar hij mag niet vervoerd worden. Ik ben verpleegster te -Lemworth geweest, en ik zal hem zoo best verzorgen, als ik kan. Dat -beloof ik je!" - -We bleven nu in de kamer naast die waar Daan lag, op den dokter -wachten. - ------- - - - - -HOOFDSTUK XIV. - - -Dr. Fenning is al oud, hij woont zes mijlen bij ons vandaan. -Glimlachend kwam hij uit de ziekenkamer, hij bemerkte wel, hoe -beangst we allen keken. "'t Zal wel gaan," zei hij, "mits hij met -zorg verpleegd wordt. Maar hij moet volledig rust houden, niemand mag -hem zien dan juffrouw Blatch. Zij zal hem verzorgen naar mijn -aanwijzingen." - - -[Illustratie] - - -"Och dokter," smeekte ik, "zou ik hem niet even mogen zien, heel even -maar? Vader is op reis. Is hij erg gewond?" "Het is een geluk, dat -hij juist op het gras terecht kwam, en het is een wonder, dat hij er -nog zoo goed aan toe is, als nu. Gewond? Ja, hij heeft een rib -gebroken en ook een arm is gebroken, verder een leelijke wonde aan -z'n hoofd, maar hij is nog jong en ik zal het wel met hem klaar -spelen. Ga jelui maar gerust naar huis, hij is hier goed verzorgd." - -Baldwin en de meid wilden nog weer wat aan Dr. Fenning vragen, maar -hij werd ongeduldig en ging heen, zoodat wij naar huis terugkeerden. -Lena en Alex wisten nog van niets af, die had ik dus al het droeve -nieuws te vertellen. Wij besloten, dat ik dadelijk aan vader zou -schrijven, en hem alles vertellen. Nog vóórdat ik naar bed ging, -geschiedde dat, zoodat de brief den volgenden morgen nog met de -eerste post wegkwam. - -En toen naar bed. Voor 't eerst van m'n leven verlangde ik naar bed, -om tot rust te komen na zulk een vreeselijken dag. Van -oververmoeidheid viel ik dadelijk in slaap; toen ik den volgenden -morgen wakker werd, was het mij, als lag er een zwaar gewicht op mijn -hoofd: het was de herinnering aan Daan. Bij het ontbijt kwam er een -brief van vader; hij schreef, dat grootmoe was gestorven, en dat hij -niet eerder dan na de begrafenis kon thuiskomen, dat was Zaterdag. -Lena en ik waren droevig gestemd; we konden maar niet gelooven, dat -grootmoe werkelijk dood was. - -Alex had nog veel last van zijn verwonde been, hetgeen niet opwekkend -werkte op z'n humeur. Daar er dus thuis weinig aantrekkelijks te -beleven viel, gingen wij maar weer eens naar juffrouw Blatch, om te -hooren, hoe het met Daan ging. Zij vertelde ons, dat hij sliep, en -niet gestoord mocht worden. - -"Heeft hij veel pijn?" vroeg ik. "Spreekt hij ook over wat er gebeurd -is?" - -"Hij is niet geheel helder nog, lieve; maar dokter geeft hem wat in, -om rustig te blijven. Hij zal wel voorspoedig genezen, wees daar maar -niet bang voor." - -"Vader komt niet vóór Zaterdag thuis," vertelde ik haar, met tranen -in de oogen; "en zonder Daan is het nu thuis zoo eenzaam. Weet u -zeker, dat hij niet sterven zal, juffrouw?" - -"Ik heb er alle hoop op, kindlief. Als de goede God ons helpt, zal 't -niet aan mij liggen." - -"Toe Lena, laten we dan maar naar huis gaan en voor hem bidden; wat -verkeerd van ons, dat we dat nog niet gedaan hebben!" - -Zoo gingen we weer terug. Lena was ongewoon ernstig; thuisgekomen, -gingen we dadelijk naar onze slaapkamer, knielden voor ons bed neer, -en baden, dat Daan spoedig mocht genezen. Toen we gebeden hadden, -gevoelden we ons wel moediger gestemd. We gingen vervolgens naar -Alex, die nog altoos op de tot bed ingerichte sofa lag. Puf was met -Andy aan 't rijden in 't grasveld. - - -[Illustratie] - - -Wij vonden Alex erg terneergeslagen. Toen we hem van Daan vertelden, -zei hij: "Maar ik ben er ook leelijk aan toe, mijn been wordt al -erger. Ik denk, dat er koudvuur is bijgekomen, het wordt zwart. En -dan ben ik spoedig evenver heen als Daan, en dan zullen ze mijn been -afzetten, en kan ik de rest van mijn leven op één been rondhinken." - -Wij werden beangst door zijn spreken en vroegen hem, zijn verband -eens af te doen, dat we zijn been bezien konden. Toen ik het zag, -riep ik verlicht uit. "O, dat zijn de ontvellingen, dat ziet er -altoos veel erger uit, dan 't is. Die heb ik ook gehad, op mijn -armen." - -"Ja," riep Lena, "en ik ook, kijk maar op m'n voorhoofd." - -"Puh!" zei Alex. "Wat zou nu jelui gebeuzel over die ontvellinkjes -te maken hebben met mijn been! Had ik den dokter maar laten roepen! -Die meid denkt, dat ze heel knap is, maar zij maakt nog gehakt van -me." - -Wij konden niet helpen, dat we in den lach schoten, want dat zegt -Mary altijd tegen tante, als ze niets weet voor 't middagmaal. "We -zullen d'r maar gehakt van maken, juffrouw." Ze zou ons op die manier -wel dag aan dag gehakt willen geven, als ze er ten minste vleesch -voor krijgen kon. - -"Het zal mij benieuwen, wat voor pijn Daan heeft," merkte ik op. "Wat -een verschrikkelijke dag gisteren!" - -"En daar was Andy de schuld van," mompelde Alex. "Als hij niet was -weggeloopen, zou ik mijn been niet bezeerd hebben, en dan was ik met -jelui naar den brand gegaan." - -"En wat dan?" vroeg ik. - -"Dan zou ik Daan hebben weerhouden van zijn dwaasheid, om een -brandend huis binnen te rennen." - -"Hij heeft den hond gered," zei ik. "Ik geloof, dat hij daarmee een -goede en dappere daad verrichtte. Ik zou niet graag in zijn plaats -zijn geweest, toen hij daar gereed stond, om van boven af te -springen. O, wat was dat vreeselijk, om te zien. En dan die angst, om -toch vooral op de matras te springen! En toch stond hij er zoo dapper -en kalm bij. De lui uit 't dorp noemden hem een echten held!" - -Alex zei niets meer. Wij droegen hem naar den tuin, waar hij in 't -gras kon liggen, en wat met ons babbelen. Wat duurde die dag lang! -Mary en Emma waren naar juffrouw Blatch gegaan, om naar Daan's -toestand te informeeren; ze waren vreeselijk lang onder weg, omdat ze -in 't dorp met iedereen gingen praten over de vreeselijke -gebeurtenis. Juffrouw Ribbon vond, dat wij vader hadden moeten -telegrafeeren over Daan; maar later zei ze weer, dat 't toch maar -beter was, zooals we gedaan hadden want in een telegram kan je niet -alles goed duidelijk maken. - -Tegen den avond kregen we bezoek van Mevr. Rogers. Wat waren we blij, -dat zij eens kwam kijken. Ik verbeeldde mij zelfs, dat ik er behoefte -aan had, nu ook eens met groote menschen te praten. Zij wilde ook -Daan gaarne zien, en bleef wachten, totdat dokter kwam. Ook wilde ze -aan vader schrijven. - -"Jelui moeten allemaal maar eens een heelen dag op de boerderij -komen," zei ze, "dan kun je mijn man meteen weer eens wat -opmonteren." - -"Maar," merkte ik op, "wij hebben de laatste dagen niet anders gehad -dan ongelukken; brand en dood en ziekte, zoodat we ons niet erg -opgewekt gevoelen." - -"Jawel kinderen, dat weet ik wel, maar we moeten nu niet alles van -den zwarten kant bezien. Andy is weer terecht en niemand van jelui is -levensgevaarlijk gewond bij den tuimel in de droge sloot. En Daan -wordt alweer beter, en Zaterdag komt je vader weer thuis. Kom, kom!" - -"O ik wou, dat u hier kondt komen en blijven, totdat vader weer thuis -is!" riep ik zuchtend uit. - -Maar Mevrouw zei, dat ze den kapitein niet alleen kon laten. We waren -echt bedroefd, toen ze weer vertrok, maar wij beloofden haar toch, -den volgenden dag op de boerderij te komen doorbrengen. Zoo -geschiedde, en we hebben ons best vermaakt. - -Intusschen kreeg ik een tweeden brief van vader, en Mary kreeg er ook -een. Hij schreef, dat hij onmiddellijk naar huis had willen -terugkeeren, doch dat hij eerst aan den dokter getelegrafeerd had, -die hem berichtte, dat het niet noodig was, omdat Daan goed -vooruitging. Verder schreef hij nog, dat hij zoo moeilijk vóór -grootmoe's begrafenis kon wegkomen, omdat er nog zooveel te bespreken -en te regelen was. En dan deelde vader ons mee, dat in plaats van -tante Caroline, tante Marie Zaterdag met hem mee kwam. Dat was een -blijde tijding voor ons! Tante Marie kan 't best geschiedenissen -vertellen, beter dan wie ook. Als wij in den winter om 't gezellige -haardvuur in 't schemerdonker zijn neergezeten, dan begint zij te -vertellen van den burgeroorlog, die eeuwen geleden werd gevoerd. Zij -vertelt ons van jongens en meisjes, die hun vaders in donkere kerkers -opsloten, en waaruit ze dan weer door geheime gangen ontvluchtten. En -ons hart beeft, en we houden onzen adem in, als ze vertelt van die -ontvluchtingen, dat de menschen bijna weer werden gegrepen. De tijd -vliegt om, en eer we 't weten, is 't bedtijd. Het is heerlijk, naar -tante Marie te luisteren! - -Langzaam herstelde Daan; toen vader en tante Marie thuis kwamen, kon -hij nòg niet vervoerd worden; dat gebeurde pas drie weken later. -Toen hij thuis kwam, zag hij er nog erg bleek en smalletjes uit; zijn -arm droeg hij nog in een verband, en hij moest steeds nog in bed -blijven. - - -[Illustratie] - - -Overdag gingen we veel bij zijn bed zitten, om hem op de een of -andere manier gezellig bezig te houden. Den eenen keer deden wij -spelletjes met hem, den anderen keer haalden wij acrobatische toeren -voor hem uit. Alex beproefde, over een stok te loopen, dien hij -tusschen twee stoelen gelegd had, of balanceerde een glas op z'n -neus. De stok brak, en hij maakte een flinken smak. Gewoonlijk was -Daan bij al deze uitvoeringen best in z'n schik, doch toen ik op een -Zondagmiddag bij hem kwam zitten, vond ik hem heel ernstig. - -Hij had het over mijn Zondagsschoolklas en zei: "Vader had toch wel -gelijk, Griet, ik was er niet voor geschikt, die kleintjes te leeren. -Ik had de taak van een dienstknecht op mij genomen, terwijl ik het -nog niet eens was. Weet je wat ik dacht, toen ik daar in het venster -stond te wachten op de ladder, en de vlammen reeds om mij heen -lekten?" - -"Neen," antwoordde ik, "ik wist wel, dat je aan iets dacht, je keek -zoo ernstig en kalm. Hè, laten we daar maar niet meer over praten, -'t was vreeselijk!" - -"Maar ik wou er nu juist zoo graag eens over praten. Het waren de -woorden van den ridder, die mij door het hoofd vlogen: Semper -fidelis, semper paratus. En ik gevoelde, toen ik den dood voor mij -had, dat ik niet paratus, niet bereid was. En bovendien, ik was niet -fidelis, niet getrouw geweest." - -"Maar je keek toch niets bevreesd," merkte ik op. "Ik dacht juist, -dat je niet zag, hoe dicht het vuur al bij je was." - -"Het staat niet dapper, om bang te zijn," zei Daan met z'n oude -deftigheid; "het is niet in den vorm, om je gevoelens aan iedereen te -openbaren." En hij vervolgde: - -"Maar met dat al zat ik leelijk in de benauwdheid, en daar was reden -voor, want ik was niet bereid om te sterven. Wat zou jij hebben -gedaan, Griet?" - -"Ik denk, dat ik het uitgegild zou hebben van angst," antwoordde ik. -"Maar niet voor het sterven zou ik zoo bevreesd zijn geweest, doch -voor 't vuur. Ik geloof, dat ik -- ik aarzelde even verder te gaan, -want ik vind het altijd moeilijk over mezelf te spreken -- dat ik -niet bang voor den dood zou geweest zijn, omdat alles daarna wel weer -in orde zou gekomen zijn." - -"Hoe weet je dat?" - -"Dat staat in den Bijbel. Ik denk aan dat hoofdstuk over de schapen, -en hoe Jezus daarvan zei: Ik geef hun het eeuwige leven, en nimmer -zullen ze omkomen, en niemand zal ze uit Mijn hand rukken." - -"Jawel, maar hoe weet je nu, dat jij een van die schapen bent?" - -Aarzelend antwoordde ik: "Hij stierf voor mij, Hij riep mij en ik -ging tot Hem. Anders kan ik er niet van zeggen." Daan was even stil, -en sprak toen: - -"Ik wil ook zekerheid van mijzelf hebben, voor dat ik dit bed -verlaat. Ik wil er zekerheid van hebben, dat, als ik plotseling den -dood ontmoet, ik zoo gerust zal zijn, als kon het mij niets hinderen. -Een mensch moet geen enkele oorzaak _in_ zich hebben, om bevreesd te -zijn. Ik zal paratus, bereid zijn om te sterven. Daar wil ik ernstig -naar streven." - -"Vader kan je daarin helpen," zei ik. - -Verder spraken we niet over deze zaken, en enkele dagen daarna zei -Daan tegen me: "Ik heb zekerheid nu. Of beter gezegd, God heeft mij -die zekerheid gegeven. Ik heb er alle hoop op, dat ik nu nimmer meer -bevreesd zal zijn voor den dood. En ik hoop ook, dat als ik paratus, -bereid ben, ik dan ook in staat zal wezen, fidelis, getrouw te zijn." - -Ik knikte even, en wij spraken er verder niet meer over. Toen Alex -weer naar school ging, was Daan nog niet geheel hersteld. Lena en ik -kregen nu les van tante Marie. Langzaam aan begon het buiten koud en -nat te worden: de winter naderde, en onze kachels werden weer te -voorschijn gehaald. - -Als we niet buiten konden spelen, speelden we thuis veel -verstoppertje en dan deed tante Marie ook mee. Ook ging zij wel met -ons uit rijden in 't ezelkarretje, terwijl ook vader er af en toe al -eens gebruik van maakte voor huisbezoek. Zoo begon Andy meer en meer -nuttig te worden; hij bracht pakjes naar 't station, reed iedere week -met mij en Annie Steel, en deed boodschappen in 't dorp. En eindelijk -kon ook Daan z'n eersten rijtoer weer maken, waarna hij spoedig ook -weer naar school ging. - -Tante Marie veranderde de kooroefeningen van Zaterdag op Vrijdag, en -dat vonden we heerlijk. Dan konden we den ganschen Zaterdag uitgaan. -Regende het op Zaterdag, dan was het een allervervelendste dag. Den -ganschen dag verveelden we ons dan, en meermalen werd hij besloten -met een vechtpartij. - -Verleden Zaterdag regende het den ganschen dag. Wij sloten ons 's -morgens op in de leskamer, en bedachten allerlei raars. Alex vond, -dat Andy nu toch wel eens wat kunstjes mocht leeren; 't moest zoo'n -soort circusezel worden. Opzitten b.v., en aan een tafel eten, dansen -op de maat der muziek, pianospelen met z'n hoeven, en meer van dat -moois. - -Wij staken de hoofden bijeen, bespraken fluisterend een plannetje, en -Alex rende weg. Hij ging kijken of Andy in den stal was gebracht. -Lena en ik gingen naar boven, naar onze "lorrendoos", dat was een -doos, waar tante Caroline afgedragen kleeren in bewaarde. Wij vonden -er een oude slaapmuts in, een lange blauwe jurk en een witten -omslagdoek. We namen naald en draad, spelden en lint, en gingen weer -naar beneden, nu naar de eetkamer; de leskamer was te hoog voor den -ezel. - -Tante Marie was uitgegaan, om met vader een zieke vrouw te bezoeken. -Daan zette de staldeur open, en Lena en ik legden kranten op den -grond, ingeval Andy vuil zou wezen. Maar Alex had vooraf zijn hoeven -al geboend, zoodat Andy, met den halster om, in bijzonder goed humeur -kwam aangestapt. Zoodra hij binnen was, sloten we de deur, om -ongewenschte bezoekers buiten te laten. - - -[Illustratie] - - -Intusschen had Daan een bos wortels, dien hij van Baldwin had -gekregen, gereed gelegd voor "de dressuur". De eetkamer leende zich -daar heel goed voor, want als Andy lastig werd, konden we gauw de -tuindeuren openen, en dan kon ie daardoor weer z'n stal bereiken. -"Zie zoo," zei Daan, "laten we nu maar es beginnen!" - -Andy kreeg de slaapmuts op z'n kop, de bandjes werden om z'n hals -vastgebonden en hij keek zoo grappig, dat we 't allen uitbarstten van -lachen. Vervolgens werd de blauwe jurk om z'n lijf geslagen en flink -met touwen vastgesjord, en toen kwam 't moeilijkste nog aan. De witte -omslagdoek werd in vieren geknipt, elk stuk om een zijner pooten -gewonden en daarna aan de blauwe jurk vastgenaaid zoodat de -vierpijpige broek niet kon afzakken. Alles ging goed; Andy keek wel -wat vreemd om zich heen, maar hij bleef rustig. - - -[Illustratie] - - -Totdat Daan wilde beproeven hem te laten opzitten en pootjes geven. -Daan had een wortel aan een stok gebonden, en hield hem nu heel hoog -den ezel voor. Maar terwijl wij met alle moeite bezig waren, hem op -z'n achterpooten te doen zitten, rukte hij zich plotseling los en -begon de kamer rond te rennen. Onmiddellijk gooiden we de tuindeuren -open, en hij vloog er uit. Het regende hard, maar Daan en Alex holden -hem na. En nu had die domme Baldwin het hek open laten staan! -Natuurlijk rende Andy er door, en holde het dorp in! Daan zei later, -dat hij haast niet meer had kunnen loopen van 't lachen, zoo koddig -als Andy er uit zag in z'n galakleed. Enkele menschen, die van hun -werk kwamen, konden van 't lachen ook al geen hand uitsteken, en zoo -rende ons ezeltje maar voort. - -Toen vader en tante thuis kwamen, vroegen zij ons, waar de jongens -waren; wij vertelden hun alles, en vader was erg boos. Als Andy weer -thuis kwam zou hij hem onmiddellijk wegsturen. Tante schudde van 't -lachen. Kort na 't middageten kwamen de jongens terug; ze waren Andy -weer kwijt, ze hadden hem niet kunnen vinden. Maar vader zei ernstig: -"Jelui moet dan maar weer op pad gaan, en net zoo lang zoeken, tot je -hem vindt. Jelui verdiende, dat ie nooit terugkwam." - -Nu, dat leek den jongens wel, om er weer opuit te gaan. Ze bleven nu -weg tot theetijd, maar .... hadden Andy nog niet ontdekt! Vader zond -Daan regelrecht naar bed, en vroeg tante, hem wat warms te drinken te -geven, want hij was na dien brand nog niet geheel de oude. - -Het werd nacht en het werd Zondag en het werd Maandag: geen Andy te -zien. Dien Zondagmorgen was Mevrouw Rogers in de kerk, en wij -vertelden haar alles. En zij vertelde ons, dat zij spoedig de -boerderij zouden verlaten, om naar Londen terug te keeren. Wat speet -ons dat! Wij hielden allen zoo van den kapitein, en gingen zoo vaak -op de boerderij spelen. - -"Heusch, ik weet niet wat wij moeten aanvangen zonder jelui," zei -Mevrouw. "Wij houden zoo van jelui en van dien armen Andy." - -En ik pruilde: "Altijd moet ons wat naars overkomen. Nauwelijks -hebben we een week, dat er niet wat droevigs geschiedt." - -Zij lachte en sprak: "Ik zou er alles voor over hebben, om jelui -narigheid te besparen." - -Toen zij was vertrokken, voelde ik mij droef te moede. Het leelijke -is, dat de dingen die wij doen, pas verkeerd lijken als ze gedaan -zijn; ik dacht niet dat het verkeerd was, Andy te dresseeren, maar nu -blijkt het, want wij hebben hem verloren, door dat te doen. - ------- - - - - -HOOFDSTUK XV. - - -Den Maandag daarna plakten we weer een briefje op den mijlpaal, -waarop deze woorden: - - - "Verloren, verdwaald of gestolen: - Een zwarte ezel. 't Laatst gezien in blauwe jurk, wit-zwarte - broek en witte slaapmuts. Luistert naar den naam van - Andy. Wie hem aan de pastorie te Warlington brengt, - krijgt een flinke belooning." - - -Vader vond, dat Daan beter gedaan had, met even aan te loopen bij den -veldwachter, om hem een en ander mee te deelen. Na de lessen ging -tante Marie met Lena en mij aan den wandel, terwijl we iedereen, dien -we tegenkwamen vroegen, of hij Andy niet gezien had. Maar niemand -wist er wat van. Teleurgesteld en weinig hoopvol kwamen we weer -thuis, en toen de jongens uit school thuis kwamen, ook al uit hun -humeur, was 't één groote treurpartij. - -Nijdig zei Alex: "Als die veldwachter hem niet weet uit te vinden, -dan gaat z'n hoofd eraf." - -"Wat wou hij doen?" vroeg ik. - -"Moet je hooren, hij praatte eerst, alsof Andy een meneer was. Hij -vroeg of ie een ring droeg, of z'n zakdoek geparfumeerd en wie z'n -barbier was. Toen heeft Daan 'm gezegd, dat dat zijn zaken waren, om -uit te visschen, en dat hij, als hij den ezel niet vond, geen knip -voor z'n neus waard was." "Ik vrees," hernam ik beklemd, "dat Andy -een ongeluk is overkomen; misschien is die jurk wel om z'n nek -geschoven en heeft ie zich geworgd, misschien is ie wel over die -lange broekspijpen gestruikeld en in een gracht getuimeld. Ik geloof -niet meer, dat hij leeft." - -"Goed, maar dan is z'n lichaam toch nog ergens te vinden! Zoo klein -was ie toch niet!" - -"Ik vermoed," zei Lena half-huilend, "dat ie zich half dood gejaagd -heeft, en toen in de struiken gekropen is, om daar te sterven. Arme -Andy!" - -Toen ik een dergelijke veronderstelling maakte, waarbij ik een -soortgelijk gezicht trok, schoten de jongens in den lach. Maar dat -duurde niet lang, en spoedig zaten we allemaal weer in zak en asch. - -De dagen gingen treurig voorbij. Op een Dinsdag ontmoette ik kapitein -Rogers, en vertelde hem van onze ellende. "Kom, kom!" riep hij uit, -"ezels en honden komen altijd weer terug." - -"Ja," zei ik, "maar morgen is 't al Woensdag, en dan rekent Annie er -op, om met hem uit rijden te gaan. Nog niet één keer heb ik haar -overgeslagen, maar nu weet ik heusch niet, wat ik met haar beginnen -moet. En als Andy voor altoos weg is, zal zij nooit meer met hem -kunnen rijden. O, het is verschrikkelijk!" Ik trachtte mijn tranen in -te houden, maar 't lukte niet. - -"Hoor es hier, beste meid," zei kapitein Rogers, "a.s. Maandag -vertrek ik van hier. Hoe zou je er over denken, je kleine patient in -mijn rijstoel mede te nemen? Hij rijdt o zoo licht, je zoudt hem zelf -best kunnen voortduwen. Ik zal hem dan aan jelui huis laten brengen -en dan kun je elken Woensdag het arme kind erin rondrijden." - -Ik deed een sprong van blijdschap en bedankte hem driemaal. "Ik was -zoo bang, dat ze nu nooit meer naar buiten zou kunnen, en nu kan ik -haar gaan zeggen, dat ze Maandag weer kan rijden. O, wat vind ik dat -vriendelijk van u, meneer, maar het spijt me zoo, dat u ons verlaten -gaat. Wij houden allemaal zoo van u." - - -[Illustratie] - - -"Ja kind, het gaat mij evenzoo," zei hij lachend, "en ik hoop, dat je -mij eens schrijven zult, Grietje, al is 't maar eens in de maand. Of -kun je niet es een mooi boek schrijven en het mij sturen, als 't -klaar is? Een dagboek bijvoorbeeld?" - -"Nu," antwoordde ik, "ik zal hier spoedig een einde aan maken, en dan -aan deel II beginnen. Zoudt u 't werkelijk graag eens lezen?" - -"Ja, heusch." - -"Maar ik vrees," hernam ik spijtig, "dat het een heel treurig slot -zal worden, want alles gaat tegenwoordig verkeerd. U gaat weg, en -Andy is weg, en de winter komt, en het doet niets dan regenen. Als we -veel thuis moeten zitten, vervelen we ons en dan gaan we verkeerde -dingen bedenken. Zelfs tante Marie speelt tegenwoordig niet zooveel -meer met ons, zij heeft het te druk met ziekenbezoek." - -"Nu, in elk geval houd ik je aan je belofte, om mij je boek te -zenden, als 't klaar is." - -"Ja, dat zal ik doen. En hoort u es, kapitein, zoudt u 't goed -vinden, als ik uw rijstoel ook nog voor andere doeleinden gebruikte -dan voor Annie? Ziet u, ik breng soms boodschappen van onze -dorpsgenooten naar Cross Glen, ik ben dan zoo'n soort -vrachtrijdster." - -"Maar hoe ter wereld kom je dáár nu toch bij?" - -"Och, daar houd ik van. Vader zegt, je moet nooit iets beginnen, of -je moet er een nuttige oorzaak voor hebben. En vindt u dat dan geen -nuttige zaak?" - -"Wat voor oorzaak hadt je daar dan voor?" - -Ik wou het hem eerst niet zeggen, maar dat leek me toch weer laf ook, -en ik antwoordde: "Ik wil graag een dienstmaagd van Jezus Christus -zijn, Die gezegd heeft: Ga en help uw naasten. Dus dan heb ik te -gaan. Dat noem ik mijn _gaan_." Kapitein Rogers lachte niet, moedigde -mij aan, meer ervan te vertellen, en ik vervolgde: "Ik geloof, dat ik -mijn _gaan_ beter waarneem dan mijn _doen_. Thuis moet ik tante Marie -helpen, kousen stoppen, enz., en dat gebeurt haast nooit met graagte. -Heb ik u niet eens verteld van die woorden op de graftombe van den -ridder in onze kerk: Semper fidelis, semper paratus? Hij was een -uitnemend dienstknecht, en ik wenschte te zijn als hij." - -"Juist," zei de kapitein, terwijl hij mij ernstig aankeek, "en daar -zul je zeker in slagen. Maar kind, ik moet weg. Vaarwel hoor! Ik zal -je den rijstoel zenden. En Zaterdag moet jelui allemaal bij mij op -een afscheidsfeest komen. Ik zal een deftige uitnoodiging zenden." - -Verheugd riep ik uit: "Dat 's heerlijk!" Toen ging ik regelrecht naar -Annie en vertelde haar alles van ons verdwenen ezeltje en van den -rijstoel. Zij had reeds van Andy's vlucht gehoord, en had ook reeds -verwacht, dat het rijden nu wel uit zou zijn; maar ik had haar betere -dingen te beloven. Dien middag bleef ik meteen maar bij haar en gaf -haar les in 't lezen. Op Zaterdagmorgen gingen we allen op pad om nog -eens een onderzoekingstocht naar Andy te doen. Puf ging niet mee, om -niet vermoeid te zijn vóór de partij bij kapitein Rogers. De -kapitein had ons genoodigd om 3 uur. - - -[Illustratie] - - -Toen we aan den kruisweg kwamen, stelde Daan voor, dat we ieder een -weg zouden inslaan, en dien zoo ver mogelijk oploopen. Mij leek het -plan niet goed; Lena zou zoo ver toch niet kunnen loopen. Toen haalde -Daan een kaart uit z'n zak. "Kijk hier," zei hij, "al die wegen hier -leiden naar een dorp of stad; als we nu de volgens deze kaart -dichtsbij gelegen plaats nemen, kunnen we daarheen wandelen." Na een -langdurige studie op, en breedvoerig debat over de kaart, werd -besloten, naar de stad Rockwell te loopen, die op 5 mijlen afstands -was gelegen. Aldus geschiedde. - -Al wandelend, bespraken we verdere plannen. Daan vond, dat we nu den -volgenden Zaterdag weer een andere plaats in een andere richting -nemen moesten. We zullen zoowat drie mijlen geloopen hebben, toen -Alex in een heg klom, om eenige braambessen te plukken. Terwijl hij -daarmee bezig was, gaf hij eensklaps een schreeuw, die ons allen op -hem deed toeloopen. Daar in de sloot, bijna verborgen onder doode -takken lag een stuk zwart-wit omslagdoek! - - -[Illustratie] - - -We haalden den lap er dadelijk onderuit, en jawel, het waren de vier -broekspijpen, nog met mijn garen erin! We keken elkaar verstomd aan, -niet wetend wat we doen moesten: verheugd zijn of huilen! "Nu hebben -we eindelijk z'n spoor!" riep Daan uit. - -"Laten we dan es even gaan zitten, en overdenken, wat we nu doen -moeten," stelde ik voor. - -"De vraag is: hoe komen die lappen daar," zei Alex. - -"Misschien," zei Lena en bibberde van angst, hoewel 't klaarlichte -dag was, "misschien is ie een moordenaar tegengekomen, die z'n -kleeren wou hebben, en heeft die hem vermoord en hier ergens -begraven." - -"Ja, en toen zal Andy in z'n laatsten doodstrijd die broekspijpen -hebben losgescheurd," zei Daan, "en toen is de moordenaar, gekleed in -blauwe jurk en slaapmuts, heen-gewandeld. Dat is wel een aannemelijke -voorstelling." - -"Ik geloof niet, dat Andy zelf die broekspijpen kon afscheuren," -merkte ik op, "daar heb ik ze veel te stevig voor vastgenaaid. -Bovendien, kijk hier, ze zijn afgesneden." - -Daan bekeek het afgesneden stuk met detective-oogen en zei toen -plechtig: "Ja, dat is ook een verschijnsel, waar we terdege op moeten -letten. Het is inderdaad het werk van een mes, dat we hier voor ons -hebben." - -"En als er een mes is," besloot Alex, "dan moet er ook een man in 't -spel zijn." - -Waarop ik half-wanhopig uitriep: "Hij is zeker gestolen! Nu moeten we -'t spoor van den dief uitvinden!" Ik sprong op en wilde dadelijk maar -weer verder. Doch de jongens hadden er nog geen plan op. Zij -doorzochten nog eens nauwkeurig de sloot, zij klommen weer over de -heg, en zie, eensklaps vonden ze een stuk oranjeschil. - -"Zie hier," zei Daan, "nu kunnen we er zeker van zijn, dat hier een -landlooper of zoo geweest is, die Andy heeft meegenomen. Alleen zulke -lui eten oranje-appels." - -Ik was het niet met Daan eens, maar Alex wilde voortmaken en zei: -"Toe, laten we nu verder gaan. Wij weten nu in elk geval, dat Andy -hierlangs is gekomen. Ik geloof zeker, als we nu dezen weg volgen -naar Rockwell we hem nog wel zullen vinden." - - -[Illustratie] - - -Met nieuwen moed gingen we weer op pad. Toen we te Rockwell -aankwamen, waren we allen vermoeid. Het was een flink dorp, met wel -tien winkels in de hoofdstraat. We gingen een melksalon binnen en -dronken limonade; meteen vroegen we aan de vrouw, die ons bediende, -of er ook iemand in de buurt ezels op na hield. Het scheen een domme -vrouw; eindelijk begreep ze ons en vertelde, dat de dominee er een -had, een heel oude; in de 40 jaren, dat ze daar woonde, had ze nooit -een anderen ezel gezien. - -Daar schoten we dus weinig mee op, en we gingen weer verder. Daan -ontdekte het bureau van politie, waar hij lange onderhandelingen -voerde met een agent. Deze schreef alles op, wij gaven onze namen en -adres op en toen ging 't weer verder. Nog niet tevreden, gingen we -alle vier in verschillende richtingen nog even het dorp door, en -kwamen na een kwartier weer in den melksalon bijeen. Iedere man, -vrouw, jongen of meisje, die we tegenkwamen, werd gevraagd, of ze ook -een zwarten ezel gezien hadden. Ik was eerst wel wat verlegen, om -iedereen zoo maar aan te spreken, maar ik deed het ten slotte zoo -beleefd mogelijk: "Och, neem u me niet kwalijk, hebt u soms kort -geleden een zwarten ezel gezien? Een week geleden hebben we hem -verloren, en hij is hierlangs gekomen." - -Soms keken de lui ons verbaasd aan, soms ook lachten ze hartelijk. -Eén keer zei een ruwe jongen: "Ja, als je naar huis gaat, en je -kijkt in den spiegel, dan zul je een zwarten ezel met rood haar -zien." Dat sloeg op mij, want ik draag na grootmoe's overlijden -zwarte kleeren. Maar geen onzer kreeg een bevredigend antwoord. - -En zoo werd de terugreis weer ondernomen, in een ver van prettige -stemming. Toen we thuis kwamen en de vier broekspijpen op de tafel -uitlegden, schoot tante Marie erg in den lach, hetgeen Daan zeer -verstoord deed opmerken: "Het moge voor u, tante, een blijspel wezen, -voor ons is het een treurspel." Toen vroeg ze ons vergiffenis voor -haar lachbui. - -Werkelijk, het wà s een treurspel; hoewel we niettemin naar het -thee-partijtje van kapitein Rogers gingen en er volop pret hadden, -hing het verlies van Andy ons als een donkere wolk boven het hoofd. -Of, zooals Alex het uitdrukte: "Het is erger dan de dood, want het is -een niet-eindige onzekerheid." Bovendien was het verlies dubbel hard, -omdat we het onszelf te wijten hadden. De arme Andy was altoos -geduldig en lijdzaam geweest, zoolang we hem hadden. Of wij al elken -dag met hem reden, hij klaagde nooit. Maar toen we hem gingen -uitdossen met een slaapmuts en een blauwe jurk, en toen we hem wilden -doen opzitten en pootjes geven, toen had hij er genoeg van en ging er -vandoor; ik geloof heusch, dat hij bepaald bedoeld heeft, ons te -verlaten en nooit terug te keeren. - -En nu kwam nog de treurigheid van het vertrek van kapitein en Mevrouw -Rogers. Van andere groote menschen dan hen hielden we niet. Ik ben -beslist van plan, den kapitein dit boek te sturen, als het af is; hij -heeft gezegd, dat hij probeeren wil, het voor mij te laten drukken. -Maar nu moet ik zien, dat het boek wat vroolijker eindigt, dat hoort -bij een goed boek. Boeken met een treurig einde vind ik -verschrikkelijk; als er verteld wordt van kinderen, dan gaat -gewoonlijk de liefste van hen dood. - -En dat is vreemd, want de Bijbel zegt ons, dat het niet zoo -vreeselijk is om te sterven; het is "verre te verkiezen". En de hemel -is een heerlijke plaats, onze kerkliederen zingen daarvan. Maar mij -maakt een verhaal over 't sterven van kinderen altoos verdrietig, tot -schreiens toe. Ik weet dat nog best uit de dagen, dat Daan ziek was; -o, als er toen een van ons gestorven was, zelfs al waren we er bereid -voor geweest, ik had het niet uitgehouden. Ik geloof wel, dat moeder -blij zou wezen, als ze ons weerzag. Voor hen, die heengaan is het ook -zoo erg niet, maar voor hen, die achterblijven, is het zoo -vreeselijk. - -Den volgenden Maandag ging ik naar Annie en reed haar in den -rijstoel. Wij brachten meteen een paar pakjes voor juffrouw Ribbon -weg, omdat Tom met een zeeren voet te bed lag. Ik kreeg steeds meer -te doen met Annie; zij scheen veel last van de kou te hebben en ik -ben er zeker van, dat ze geen kleeren genoeg had; haar grootouders -zijn ook zoo arm. Ik sprak er met tante Marie over en die opperde het -denkbeeld, dat Lena en ik een wollen jurk en een dikken rok voor haar -zouden maken, om die dan als kerstgeschenk te geven. Ik voelde er -niet heel veel voor, omdat ik niet van zulk werk houd, maar bij de -gedachte aan Annie joeg ik die leelijke luiheid op de vlucht en -beloofde tante, er onverwijld aan te zullen beginnen. Tante vond 't -best, dat we er 's avonds na de thee aan werkten, dan zou ze ons -komen helpen, en tegelijk geschiedenissen vertellen. Nu, dat leek -mij, en gelukkig Lena ook; gisteravond zijn we eraan begonnen. Ook de -jongens zaten erbij; terwijl ze bezig waren met het roosteren van -kastanjes. "Ik zie niet in, waarom jongens ook niet zouden kunnen -naaien," zei Lena. "Als ik jongens had, dan liet ik ze hun eigen -kleeren maken. Waarom moeten dat altijd hun moeders en zusters en -tantes doen?" - -"Als ik meisjes had," zei Alex, die bijzonder van redetwisten houdt, -"dan zou ik ze de deur uit sturen, om hun eigen brood te verdienen. -Waarom moeten hun vaders en broeders en ooms ze altijd thuis houden -voor een oortje?" - -"Wel," zei tante, "de wereld is tegenwoordig erg aan 't veranderen. -Tegenwoordig verdienen meisjes ook al buitenshuis. Maar ik denk, dat -jelui vader nog van de ouderwetsche leer is, dat wij vrouwen thuis -behooren te blijven en naaien, terwijl de jongens zich moeten -bekwamen, om later geld voor ons te verdienen. Maar wat zal ik jelui -nu eens vertellen?" - -"Iets over tooverpaleizen!" vroeg Puf. - -"Gevechten en ontvluchtingen," stelden Daan en Alex voor. - -"Een prinses in de gevangenis," vroeg Lena. - -"Zoudt u ons niet eens kunnen vertellen van dien ridder in onze -kerk?" vroeg ik. - -"Semper fidelis, semper paratus," zei tante Marie nadenkend. "Jawel, -dat kan wel." - -Wij wilden allemaal die geschiedenis wel graag eens hooren. Maar -tante Marie wilde eerst vijf minuten hebben, om zich te bedenken; -terwijl rustten Lena en ik even uit van ons naaiwerk. Even liepen we -naar de kachel, en aten wat van de kastanjes. Heerlijk brandde het -vuur, en wij gevoelden ons allen zóó prettig en gezellig thuis, dat -we onwillekeurig weer aan Andy moesten denken, die daar buiten in -regen en wind liep te dolen, of afgejakkerd werd door een dronken -landlooper. - - -[Illustratie] - - -"Was hij maar weer hier!" zuchtte Lena. "Dat kan niet," zei Alex. -"Hè, wat is het toch een ellendige zaak. Daar hebben we nu een kar, -en een zadel, en mooi tuig, en niet eens een ezel, om ze te -gebruiken." - -"God weet, waar ie is," riep Puf eensklaps uit. "Ik verwacht hem -spoedig hier. God heeft mij vanmorgen gezegd, dat Hij hem de volgende -week thuis zou sturen, als ik goed oppaste." - -Wij lachten niet om Puf. Waarom zou God ook zijn gebedje niet -verhooren? Ik geloof, dat hij grooter geloof heeft dan wij. - -Nadat het kastanje-maal was verorberd, verklaarde tante zich gereed -om te beginnen. Terwijl ze bezig was met het stoppen van Daan's -kousen, begon ze het verhaal, dat ik in het volgende hoofdstuk heb -oververteld. - ------- - - - - -HOOFDSTUK XVI - -HET VERHAAL VAN ONZEN RIDDER - - -"Lang geleden leefde er een ridder, Sir Roger Dereker geheeten. Reeds -van zijn veertiende jaar af was hij met z'n koning op het oorlogspad, -daar hij 's konings page was. Hij was de dapperste der ridders aan 's -konings hof; vrees scheen hij niet te kennen, en iedereen, die hem -kende, hield van hem. - - -[Illustratie] - - -Wel was hij dapper en streng, maar jegens vrouwen en kinderen was hij -de zachtheid zelve; wie hem om hulp vroeg, ging nooit teleurgesteld -heen. - -Hij woonde in een groot kasteel, dicht bij den koning en had een -jonge vrouw, die hij innig lief had...." - -"O tante!" riep ik uit, "dan moet u ons eerst vertellen, hoe hij haar -kreeg. Toe, dat moet u vooral heelemaal vertellen!" - -"Wel, op een bitter-kouden winteravond reed hij, met z'n page bij -zich, naar huis. - - -[Illustratie] - - -Regen en wind stormden hem tegemoet, en zijn handen waren zóó koud, -dat hij nauwelijks meer de teugels kon vasthouden; z'n paard, een -goed dier, kon slechts stapvoets gaan, daar zij door een zeer donker -bosch reden, dat vol struikgewas stond. Eensklaps hoorde hij een -gekraak in de struiken achter zich, en geen seconde later verscheen -voor zijn verbaasde blikken een wit paard, dat als dol voortrende, en -op welks rug hij de gedaante van een vrouw ontwaarde. Zij was geheel -gewikkeld in een donkerblauw kleed, en scheen tevergeefs te trachten -haar paard tot staan te brengen. - -"Er achteraan!" riep Roger zijn page toe. "Zij wordt tegen haar wil -ontvoerd!" - -Hij gaf ook z'n eigen paard de sporen, en beiden joegen ze het witte -paard na, totdat ze aan den rand van het bosch kwamen. Er lag daar -een groote open vlakte voor hen, en heel in de verte zagen ze de -lichtjes van 's ridders kasteel. Het paard met de dame was zóó snel -over de vlakte gerend, dat zij haar pas inhaalden vóór de valdeur -van 't kasteel. Met schuim bedekt, stond daar het paard stil; de dame -was buiten adem en uitgeput van inspanning. Sir Roger reed op haar -toe en begroette haar. - -"Mevrouw, het is een verschrikkelijke avond, en u is hier voor mijn -deur, die altoos open staat voor wie in nood verkeert. Wilt u mij het -genoegen doen, van mijn gastvrijheid gebruik te maken?" - -De dame wikkelde zich dichter in haar rijkleed en sprak zoo zacht -mogelijk: "Ik ben u zeer dankbaar. Ik ben zeer ver van huis en -inderdaad in nood. Waar mijn bedienden zijn, ik weet het niet. Men -vervolgt mij; iemand heeft mijn vader vermoord en ons huis verbrand. -Ik heb hulp noodig." - -Sir Roger blies op zijn hoorn; de valdeur werd opgetrokken en -nauwelijks waren zij binnengereden, of met vreeselijk geweld beukte -iemand op de poort, met woedende stem uitroepende: "Die dame behoort -mij. Zij is mijn beloofde vrouw!" - -Sir Roger verwaardigde zich niet, een antwoord te geven. Hij bracht -zijn bezoekster naar de appartementen van zijn moeder, en zag haar -niet vóór het avondeten. - -Haar vervolger trok na nog eenig gebeuk op de poort onverrichterzake -af. Toen Sir Roger zijn gast bij het avondeten ontmoette, was hij -verrast door haar schoonheid. - - -[Illustratie] - - -Zij scheen nog jong en droeg een wit, met goud-borduursel omzoomd -kleed. Dichte strengen donkerbruin haar golfden om haar bleek gelaat; -diep-blauwe oogen keken hem aan met een uitdrukking van onschuld en -reinheid; toen ze hem aankeek, vloog een lichte blos over haar -wangen. Zwijgend nam ze haar zetel aan tafel in, en toen de maaltijd -ten einde was, ging hij met haar naar zijn eigen kamer, waar zij hem -haar geschiedenis vertelde. - -Met oogen vol tranen vertelde ze, hoe haar vader gevallen was in een -gevecht met zijn aartsvijand, Baron Dacre, die haar hand had -gevraagd, en was afgewezen. Zij vertelde hem, hoe de baron door het -verraad van een der bedienden den toegang tot hun tuin vond, waar een -vreeselijk gevecht plaats had. En toen eindelijk ook hun huis in -vlammen opging, was ze op haar schimmel gevlucht, achtervolgd door -den baron en z'n handlangers. - -Terwijl ze hem dankbaar aankeek, zei ze: "Hoe zal ik u naar waarde -danken voor wat ge deedt aan een meisje, dat thans wees is, en alleen -staat." - -En het ernstige antwoord van Sir Roger was: "Als u mij het recht -geeft, u voortaan te blijven beschermen en helpen." Zoo kreeg hij z'n -bruid." - -Wij klapten allen in onze handen van blijdschap, waarna tante -vervolgde: - -"Er kwamen moeilijke tijden voor onzen dapperen ridder. Zijn koning -was omringd van onbetrouwbare hovelingen. En diezelfde Baron Dacre -liet hem niet met rust, verzamelde zich ontevreden mannen, en een -burgeroorlog was 't gevolg. - -Op den avond van Sir Roger's huwelijk met Gravin Gwendolina kwam een -renbode aan zijn poort, om hem tot den oorlog op te roepen. Roger -scheurde zich los van zijn jonge vrouw, en toen zij even haar -bekommering daarover uitsprak, zei hij: "Lieve, ik ben aan mijn -koning verbonden met mijn eerewoord en mannentrouw. Desniettemin -bemin ik jou evenzeer. Maar ik mag mijn riddereer niet aanranden, -door hem te verlaten, als hij mijn diensten vraagt." - -Zoo reed hij heen, en bleef vier lange maanden weg. Toen keerde hij -terug, bedekt met wonden, maar ook beladen met roem. - -Eenigen tijd leefde hij nu rustig thuis, doch op zekeren dag werd -zijn kasteel overvallen door Baron Dacre en een troep handlangers, -tegen wie hij een harden kamp te strijden had, om zijn bezittingen te -behouden. Middenin het gevecht kwam een renbode op het kasteel door -de geheime onderaardsche gang, die een mijl lang was en midden in het -bosch uitkwam. Hij had opdracht van den koning, om Sir Roger tot een -samenspreking op te roepen. Eén oogenblik aarzelde de dappere Roger; -hij wist, dat als hij heenging, zijn huis zou verwoest worden. Hij -keek zijn vrouw angstig aan en sprak: "Lieve, ik moet naar den -koning, hij laat mij roepen." Zij sprong overeind als door een -plotseling besluit aangegrepen: "En ik zal met je trouwe dienaren het -huis verdedigen, totdat je terugkomt." - -"Bravo!" schreeuwde Daan ertusschen in. - -Sir Roger gespte z'n zwaard aan en vertrok met den renbode door de -onderaardsche gang. Hij had vooraf aan zijn vrouw gezegd, dat, als -het haar te benauwd werd, zij daar ook in moest vluchten; aan het -eind zou zij wel een verblijfplaats vinden, waar zij veilig zijn -komst kon afwachten. - -Bij den koning gekomen, vond hij dezen omringd van zijn edelen, -sprekende over een belangrijke zaak, waarover de koning ook Roger's -meening wilde hooren. Sir Roger gaf zijn oordeel over de zaak te -kennen, en toen de koning zijn oogen opsloeg en naar buiten keek, zag -hij boven Roger's kasteel zware rookwolken opstijgen. Hij vroeg naar -de oorzaak ervan; toen rees Roger op en sprak met van aandoening -trillende stem: - -"Sire, dat is mijn kasteel; in mijn afwezigheid heeft mijn vijand het -verwoest." - -"Wist gij dit, voor ge hier kwaamt?" - -"Midden in het gevecht kwam uw boodschapper." - -"En liet ge toen uw vrouw alleen achter in zoo groot gevaar?" - -"Zij zou het zoo goed als zij kon verdedigen, en ik zei haar, te gaan -vluchten, zoodra haar leven dreigde gevaar te loopen." - -"Sir Roger," zei de koning, "dezen avond zal ik nimmer vergeten. Ga -nu heen, en moge God uw dappere vrouw van den dood hebben gered." - -Dadelijk verliet de ridder het paleis, en vond zijn vrouw in den -geheimen kelder, omgeven van enkele gewonde getrouwen. Doch toen haar -man haar in zijn armen drukte, zeeg ze als dood terneer. Hij -ontdekte, dat een pijl haar linkerarm had doorboord, en haar -ontzettende pijnen had veroorzaakt. - -"O tante, laat haar niet sterven," riep ik uit. - -Lang duurde het, eer de ridder weer een goed kasteel had, doch de -koning schonk hem er een, nog grooter dan wat hij bezeten had. Zoo -gingen de jaren voorbij. Hij had inmiddels een zoontje gekregen, dat -de vreugde van z'n leven was; ook zijn kind wilde hij eens zien -dienen in de gelederen van zijn koning. - -Toen op zekeren dag Sir Roger met zijn mannen terugkeerde van een -gevecht in het buitenland, bracht hij de vreeselijke ziekte, zwarte -pest geheeten, in zijn kasteel over. Eerst werd één bediende ziek, -toen een tweede, spoedig tastte de ziekte ook zijn gade en zijn -zoontje aan. De ridder zonk op z'n knieën en smeekte God om -uitredding. - -Juist op dit oogenblik verscheen weer een boodschapper van den -koning, die hem opdroeg, zijn koning te vergezellen op een veldtocht -naar een ver land. De ridder liet niet den minsten angst blijken; hij -verliet vrouw en kind, en pas na twee weken vernam de koning zijn -toestand. Een harde strijd stond hem te wachten. Sir Roger redde op -het meest spannende oogenblik des konings leven, en daardoor wist -hij een dreigende nederlaag om te zetten in een prachtige -overwinning. Zelf echter werd hij gewond, en toen het gevecht -geëindigd was, sprak hij tot zijn page: - -"Vervoer mij naar huis; mogelijk zijn mijn vrouw en kind nog -hersteld. Ik zou ze nog zoo gaarne zien, vóór ik sterf." - - -[Illustratie] - - -Men vervoerde hem naar huis, en wonder boven wonder kwam hij er nog -levend aan. Toen hij de hal binnengedragen werd, waren daar zijn -vrouw en kind, die hem met open armen verwelkomden. Dank zij een -ervaren kruidenlezer, waren zij geheel hersteld. - -Weken lang lag de arme ridder tusschen leven en dood. Wel werd hij -eindelijk iets beter, maar zijn gezondheid was voorgoed geschokt en -zijn kracht was weg. Nog enkele jaren leefde hij gelukkig, en zag -zijn zoontje opgroeien tot een dapper soldaat. - -Toen, op een stormachtiger avond, hoorde hij aan zijn deur kloppen. -Verouderd en vermagerd als hij was, strompelde hij naar de deur. Het -was zijn koning! En opgewonden riep hij uit: "Laat mij hem waardig -ontvangen en de eer geven, die hem toekomt!" - -Zijn bedienden trachtten hem uit de koude voorhal terug te dringen, -maar hij wilde erheen. "Mijn koning! Mijn koning!" - -De koning was verraden, en vluchtte nu, om zijn leven te redden. Hij -wist, dat er één onderdaan was, die hem van harte zou ontvangen, en -daarom was hij naar Sir Roger gevlucht. Toen de ridder hem in zijn -goed verwarmde kamer had genoodigd, viel hij zijn koning te voet. - -"O, sire! Ik heb wel gedroomd van deze eer, maar nooit had ik durven -denken, dat ze mij te beurt zou vallen. Wees welkom binnen deze -woning, die immers de uwe is, wijl ze aan uw nederigen onderdaan -toebehoort; al wat hij bezit, bezit ook zijn koning!" - -Toen de koning zich neerbukte, om zijn trouwen dienaar op te richten, -zag hij met grooten schrik, dat hij dood was neergezegen. 't Waren -zijn laatste woorden geweest, en zijn laatste gedachte was een -gedachte van trouw en aanhankelijkheid voor zijn koninklijken -meester. - -Toen besloot de koning, dat op het wapen der Derekers voor altoos zou -gegrift staan: "Semper fidelis, semper paratus"." - - -[Illustratie] - - -Toen tante Marie haar verhaal had geëindigd, waren we eenige -oogenblikken stil. Mijn hart klopte van de inspanning van 't -luisteren. - -Daan en Alex riepen als uit één mond: "Hè, leefden we nog maar in -die tijden!" Lena schreide en zei: "Arme ridder, de koning had hem -moeten omarmen en kussen!" - -Ik kon geen woord uitbrengen. Tante Marie keek me strak aan en vroeg: -"Vindt je 't mooi, Griet?" - -Ik knikte en zei even later zacht: "Wij moeten evenzoo worden, en ik -zal het beproeven," "En ik ook," zei Daan, mij ernstig aankijkend. -Wij begrepen elkaar. Tante Marie zegt nooit iets over de moraal [1] -van haar geschiedenissen, daarom houden we er zoo van. Dat moeten we -zelf maar uitmaken. Ik was zóó van het verhaal onder den indruk, -dat ik mijn werk neerlei, de kamer verliet, en naar m'n slaapkamer -ging. Daar viel ik op m'n knieën, en sprak tot mijn Koning. En Hem -bad ik, dat Hij mij, door voor- en tegenspoed heen, een trouwe -dienstmaagd wilde maken. En ik meende oprecht, wat ik bad. - -Ook Daan had tante's verhaal gepakt. Toen ik den volgenden dag -- -Zaterdag -- de kerk binnenging, om vaders toga te halen, die versteld -moest worden, vond ik tot mijn verbazing Daan geknield liggen bij de -graftombe van den ridder. Hij sprong op, alsof hij gestoken was, maar -ik deed net, of ik hem niet bemerkt had. Ik liep op de graftombe toe, -en beschouwde het beeld van den ridder. - -Om maar wat te zeggen, zei ik tot Daan: "Was je bezig om te -vergelijken, of hij goed lijkt op den ridder van tante Marie?" - -Langzaam antwoordde hij: "Ik was bezig een belofte af te leggen." -Belangstellend vroeg ik hem: "Toe, zeg mij, welke, ik zal het niemand -vertellen." - -Hij wees naar het motto op het schild. "Ik heb beloofd, zoo te zullen -worden en God zal mij helpen." Dadelijk daarna liep hij de kerk uit. -Ik was besloten, niet bij hem achter te blijven. Weer knielde ik -neer, gelijk den vorigen avond, en in weinige woorden deed ik een -belofte gelijk de zijne. Toen stond ik op en ging welgemoed heen; ik -voelde mij als tot alles bekwaam. - - -[Illustratie] - - -Inmiddels begonnen de toebereidselen voor het Kerstfeest. Elken dag -nog hoopten wij wat van Andy te zullen hooren, maar er kwam geen -tijding en we bleven hem zeer missen. Vader meende zeker, dat hij was -gestolen. Toen wij op zekeren avond bij elkaar zaten -- Lena en ik -bezig aan kleeren voor Annie, en de jongens met het maken van -Kerstkaarten -- teekende Alex een ezel op een zijner kaarten en zoo -kwam het gesprek al spoedig op Andy. - -Alex begon: "Het zou mij niets verwonderen, als die zigeuners weer -hier geweest zijn en hem gestolen hebben. Juffrouw Ribbon vertelde -mij, dat er tegen Kerstmis nog een soort markt te Lemworth is, en als -we daar nu eens heen gingen, wie weet of we Andy er nog niet zouden -vinden." - -"Zoo dwaas zijn ze niet," vond Daan. "Ze zullen er dan heusch niet -mee in de buurt komen. Als ze hem gestolen hebben, is ie natuurlijk -allang weer verkocht." - -"Weet je, wie ik denk, dat hem gestolen heeft?" vroeg ik. "Niet die -zigeuners, maar die man met de vuile ezels, die zoo vreeselijk -vloekte bij de keuring. Van Bob Tapson heb ik gehoord, dat hij -iederen zomer naar een badplaats gaat, hier niet ver vandaan, en daar -de ezels verhuurt." - -De jongens schenen voor deze voorstelling veel oor te hebben. "Dan -moeten we dat heerschap zien te vinden. Waar woont ie?" Ik -antwoordde: "Ergens aan de andere zijde van Lemworth. Vraag maar aan -Bob, die weet het wel." - -Er werd een plan gemaakt, hoe we zouden handelen. "Ik vermoed," zei -Daan, "dat, als Andy daar al is, de schurk hem met een andere kleur -zal hebben geverfd, en hoe zullen we hem dan herkennen? Natuurlijk -zal hij volhouden, dat het _zijn_ ezel is." - -Wij bedachten, of Andy geen bijzondere kenteekenen had, en -herinnerden ons, dat in zijn eene oor een klein spleetje zat. - -"Ik hoop, dat dà t bewijs genoeg zal zijn," hernam Daan. "Anders -zullen we 't nog door een rechter moeten laten uitmaken." - -"Andy is zoo dom," voegde Alex er aan toe. "Als hij z'n naam hoort, -zal ie heusch niet opkijken. Hij zal even hard naar den dief als naar -ons loopen, als hij geroepen wordt." - -Daan vervolgde: "En misschien moeten we wel een lang proces ervoor -voeren, dat ons hoopen geld kost. Het zal 'De ezel-zaak' heeten, en -de bladen zullen er kolommen vol van hebben." - -Bij dat denkbeeld schaterde Lena van 't lachen. En ik trachtte zijn -gedachten wat te kalmeeren: "Als je nu rustig kon uitvinden, waar -Andy is, en je wist dan zeker, dat ie 't was, kun je hem dan niet -terug stelen? Dat zou toch niet verkeerd zijn, wel?" - -"Nee, natuurlijk niet. We konden hem 's nachts ontvoeren. Maar als ie -dan maar mee wil!" zei Daan. - -"Och kom, dat zal wel lukken. In elk geval, we kunnen 't probeeren!" -moedigde Alex aan. - -En zoo dachten we er ten slotte allemaal over. - - -[1] beteekenis, strekking ten goede. - ------- - - - - -HOOFDSTUK XVII. - - -Ik begin nu te gelooven, dat dit mijn laatste hoofdstuk wordt. -Misschien schrijf ik een volgend jaar weer een boek, maar dit moet -naar Kapitein Rogers. Ik heb nu nog te verhalen vanaf den dag, dat we -over Andy aan 't spreken waren. - -Nog vóór het ontbijt was Daan naar Bob Tapson gegaan, en kwam hij -terug met het adres van den vermeenden roover. Vader scheen niet erg -hoopvol gestemd, toen we hem ernaar vroegen. Hij stond den jongens -echter toe, dat zij den eersten den besten vacantiedag met den trein -naar Lemworth mochten gaan. De man woonde 3 mijlen van Lemworth -verwijderd. Lena en ik wilden ook graag mee, maar dat verbood vader. -Den 20sten December begon de vacantie. En dus gingen zij den -volgenden morgen dadelijk naar Lemworth. Ten afscheid riep ik ze toe: -"Denk erom, we willen je niet terug zien, dan met Andy!" - -Het was een drukke week nu; tante Caroline zou de Kerstdagen bij ons -komen doorbrengen. Ik denk, dat tante Marie dan ook blijft, en dat -zou allerprettigst wezen; tante Caroline zorgt dan voor de -huishouding en tante Marie voor ons. - -Lena en ik moesten helpen bij 't halen van de pitten uit de rozijnen -voor de Kerstpudding, verder moesten we pakjes thee en suiker maken -voor eenige van vaders oudste gemeenteleden en dan nog hadden we -allerlei versieringen te maken voor den grooten Kerstboom, die in de -school wordt opgericht voor alle schoolkinderen. - -We hadden 't met al deze dingen zóó druk, dat we nauwelijks den -tijd hadden, om onze eigen geschenken gereed te maken. En het was -toch sinds jaren onze gewoonte, om elkaar met het Kerstfeest -cadeautjes te geven. Nooit koopen we die, dat is juist het aardige. -Dezen keer zullen Lena en ik een omslag maken voor vaders -preekbundel; hij wordt van zwart fluweel, met zwart zijden strooken -afgezet. Lena maakt het omslag en ik borduur in goud-kleurige zijde -vaders voorletters er in; tante Marie heeft ze voor mij geteekend. - -Voor tante Marie maak ik een nachtzak, terwijl Lena voor haar -waschtafel onderlegkleedjes maakt. Voor Puf vlechten we roode teugels -met bellen er aan; voor Alex overtrek ik een kartonnen doos voor z'n -postzegels met sterk, mooi gekleurd linnen, zoodat de doos lang goed -blijft; Lena maakt voor hem een portretlijstje met denneappels er in; -worden ze in de lijst gezet, dan gaat dat met zegellak, dat dadelijk -stolt, zoodat ze goed vast zitten; een beetje vernis er over, en 't -lijkt prachtig! - -Mijn geschenk aan Daan blijft een zwaar geheim, zelfs Lena mag het -niet weten. - -Dit alles neemt veel tijd in beslag, en als ik dan gestoord werd, was -ik erg boos. Maar ik trachtte toch telkens mij weer te herinneren, -dat het 's Konings bevel was, om anderen te helpen. En dan gevoelde -ik weer duidelijker, dat het er niet op aan kwam, hoe vaak ik -gestoord werd, omdat Hij het is, die mij noodig had. - -Den ganschen morgen konden Lena en ik ongestoord aan onze geschenken -doorwerken. Na het middagmaal nam tante Marie ons en Puf mee naar het -bosch, waar wij klimop en mos bijeenzamelden voor de versiering der -kerk. Het was er zoo stil en rustig, maar erg koud. - -Vóór 't theedrinken waren we weer thuis en werkten we weer door aan -onze geschenken. Het werd inmiddels 8 uur, half 9, 9 uur, doch geen -jongens te zien! En 8 uur kwam de laatste trein aan! Lena en ik -moesten naar bed. Tante Marie zei, dat ze heelemaal niet angstig was, -maar vader wel. Natuurlijk dachten Lena en ik, dat hun iets overkomen -was. Lena meende, dat de man ze vermoord zou hebben en hun lijken -onder den grond gestopt. Ik veronderstelde, dat ze Andy gevonden -hadden, en dat de man toen naar den dichtstbijzijnden politiepost was -gegaan, om te zeggen, dat de jongens den ezel gestolen hadden. En dan -zouden ze niet worden geloofd, en in de gevangenis komen, totdat ze -bewezen hadden, dat Andy hun eigendom was. 't Kon ook wezen, dacht -Lena, dat ze de jongens ergens hadden opgesloten, om zich met Andy -uit de voeten te maken. Wij spraken zoo druk over al die -mogelijkheden, dat we ten slotte van vermoeidheid in slaap vielen. - -Toen wij den volgenden morgen van Emma hoorden, dat de jongens nòg -niet terug waren, werden wij zeer beangst en opgewonden. Vader en -tante Marie keken bij 't ontbijt ook erg somber; vader zei: "Ik had -ze niet moeten laten gaan; ik moet zelf maar even naar Lemworth -gaan." En tante Marie voegde eraan toe: "We zullen nog wachten tot -vanavond. Ik geloof zeker, dat ze den trein gemist hebben, en nu tot -vanmorgen ergens geslapen hebben." - -Lena en ik, we wisten niet, wat te beginnen. Ontelbare keeren liepen -we naar 't hek, en keken den weg op, of ze nog niet kwamen. En zie, -toen we juist weer in huis waren gegaan, en aan onze cadeautjes -begonnen, daar kwamen ze binnenvallen. Wat waren we blij! Lena danste -de kamer rond en riep: "Wij dachten, dat jelui vermoord waren!" En ik -vroeg ademloos: "Waar is Andy?" "Raad maar!" zei Daan kalm. Wij -werden weer angstig, omdat de jongens zoo ernstig keken. En toen zei -Daan plechtig: - -"In den stal beneden!" - -Wij juichten van blijdschap en renden naar beneden, om hem te zien; -ook vader en tante Marie kwamen aangeloopen, zelfs Emma en de -keukenmeid. Puf vonden we al in den stal, zijn armen geslagen om -Andy's nek, en den ezel kussende, als deed hij het tante Marie. - - -[Illustratie] - - -Wij konden haast niet gelooven, dat het Andy was. Hij zag er zoo -vuil, vermagerd en vermoeid uit. Even keek hij ons aan en vrat toen -weer verder van het hooi, dat Baldwin hem gebracht had. Dat is het -akeligste van ezels; ze schijnen zoo kalm en onverschillig. Hij -begreep niets van onze blijdschap. Ik had gewild, dat ie met ons had -rondgedanst, om te bewijzen, hoe blij hij was met zijn thuiskomst. - -Met allerlei vragen overstroomden wij de jongens. "Wie had 'm? Waar -vond jelui hem? Hoe ben je naar hier gekomen? Waar hebben jelui -geslapen? Waarom ben jelui gisteren niet thuis gekomen?" Doch vader -bedaarde ons een beetje; hij was even blij als wij, maar de jongens -hadden fermen honger. Zoo gingen we dus met hen naar de eetkamer, -waar ze ons onder een stevig ontbijt hun wedervaren vertelden. - -"Wij hebben toch zulke groote avonturen gehad!" zei Alex; "het was -wel goed, als je alles in je dagboek opschreef, Griet, want het is -grappig genoeg, om het later nog eens te lezen." - - -[Illustratie] - - -"Ik zal beginnen bij 't begin," zei Daan, en begon. - -"Wij kwamen veilig te Lemworth aan, en gingen van daar uit loopend -naar het huis van Jem Harvey, zoo heet de kerel. Het was een heel -eind, en zeker wel langer dan 3 mijlen. Aan de grens der -gemeenteweide vonden we een soort schuur, waaromheen ezels liepen te -grazen. We overlegden nog eens rustig, hoe we doen zouden, en gingen -toen aan den slag." - -"Net alsof wij roovers waren, die op dieren af sluipen," viel Alex -Daan in de rede. "Wij kropen voort in de schaduw van een heg, en -konden toen al de ezels overzien, zonder dat iemand ons bemerkte." - -Daan vervolgde weer: "Wij telden 5 ezels, maar Andy was er niet bij; -maar natuurlijk dachten wij, dat hij ergens was opgesloten. Wij -moesten dus eerst de schuren en hokken onderzoeken, en dat was -verbazend moeilijk, want toen we wat dichterbij kwamen, zagen we een -man, die daar stond hout te hakken." - -"Maar ten slotte hadden we ons plan toch gereed," viel Alex weer in. -"Vertel jij nou verder, Daan, maar niet zoo langzaam." - -"Met flinke stappen gingen we op hem af. - - -[Illustratie] - - -Goeden middag! zei ik. We zijn gekomen, om met u over zaken te -spreken. Onderwijl nam Alex hem eens goed op. Hij keek ons -achterdochtig aan en zei toen, dat we hem dat al eens meer gezegd -hadden. Ik zei: Wij hebben onzen ezel verloren, en komen nu eens -hier, om te zien of we van u een anderen kunnen koopen. Hij -antwoordde: Maar mijn ezels zijn niet goed genoeg voor jelui -bleekneuzen. En hij lachte daarbij zoo akelig, dat ik dadelijk -vermoedde, dat hij er meer van wist. Misschien hebt u toch nog wel -een paar mooie beesten, zeiden we; toen klopte hij z'n pijp uit en -ging met ons een der stallen binnen. Ik zal misschien nog wel wat -goeds voor jelui hebben, een aardig beest, loopt als de wind, en -behaalde een prijs te Lincoln. - -Hij schuifelde het schuurtje binnen, en zie, daar stond een kleine -grijze ezel. Wij keken scherp rond...." - -"Ik zag hem het eerst," viel Alex uit. "Met mijn scherpziende -detective-oogen had ik hem onmiddellijk herkend." Daan ging voort, -als had hij Alex niet gehoord: "In den hoek hing aan een spijker -Andy's blauwe kleed." - -Wij waren allen onder den indruk van de spannende oogenblikken, en -tante Marie was zóó meegesleept, dat ze gejaagd vroeg: "En wat -zeiden jelui?" - -"Eerst zeiden we niets, we deden, alsof we niets gemerkt hadden, -praatten over den grijzen ezel, en zeiden, dat we bevreesd waren, dat -ie te klein voor ons zou wezen. Och, wat keek die man leelijk, hij -grijnsde ons aan en stonk naar den drank. Ik gaf Alex een knipoogje, -zich stil te houden; toen wij overal goed hadden rond gekeken, zoodat -we goed wisten, dat Andy nergens kon verborgen worden, vertrokken we. -Maar terwijl we wegliepen begon ik eensklaps tegen den kerel uit te -varen: - -"Waar haal jij dat blauwe kleed in je schuur vandaan? En wie heeft -den zwart-witten omslagdoek in stukken gesneden? En denk nu maar -niet, dat wij zulke melkmuilen zijn, want wij gaan regelrecht naar de -politie, en die zullen we je hier op je dak sturen. Eén kans is er, -om je te redden: onmiddellijk Andy losmaken, hem brengen op de markt -te Lemworth, en hem daar vastbinden aan een lantaarnpaal. Wij geven -je den tijd tot 4 uur namiddag, en we beloven je tot zoolang te -zullen geduld hebben. Is ie er om 4 uur niet, dan sturen we je -dadelijk de politie, en dan ben je er gloeiend bij." - -Natuurlijk was ie woedend. Hij raasde en vloekte, en zei, dat ie dat -blauwe kleed aan den weg had gevonden, en dat hij ons zou aanklagen -wegens laster. Wij vertelden hem, dat dat alles tevergeefsch zou -zijn, want alle veldwachters in den omtrek wisten al van onzen -verdwenen ezel en het blauwe kleed. - -Daarna verlieten we hem, en liepen zoo vlug mogelijk naar Lemworth." - -"Toe laat mij nu ook eens vertellen," zei Alex, die zich nooit rustig -kan houden, als een ander vertelt. Daan hield zich stil, en Alex -vertelde verder: - -"Toen we te Lemworth terug waren, hebben we eerst broodjes met melk -genomen, en vervolgens onze plannen verder besproken. Natuurlijk was -het dom geweest, om dien kerel te zeggen, dat wij hem tot 4 uur -ongemoeid zouden laten, want in dien tusschentijd kon ie al lang -ontvlucht wezen. Maar nu komt het mooiste nog aan. - -Nadat we gegeten hadden gingen we, vermoeid door het -straat-slenteren, een buitenweg op. Ongeveer een mijl waren we dien -opgeloopen, toen we plotseling een jongen zagen, die in een droge -sloot getuimeld was en te keer ging als een mager varken. 't Was een -echte landlooper, en eerst zei ik: Kom, laten we maar doorloopen. -Maar dat vonden we toch ook weer al te hard; als hij eens gewond was! -We gingen dus naar hem toe en vroegen wat hem scheelde. Hij toonde -ons zijn been, dat leelijk verwond was. Uit zijn verhaal echter -konden we totaal niet wijs worden. Hij zei, dat z'n baas hem -afgeranseld had, en toen was hij van de kar gevallen; hij was er nog -suf van in z'n hoofd. Hij had z'n been een beetje verbonden, maar het -had vreeselijk gebloed, wij namen dus onze zakdoeken en verbonden hem -wat steviger, waarna we zeiden, hem naar huis te zullen brengen. Waar -hij woonde? Bij m'n baas! zei ie. Maar waar die woonde wilde hij niet -zeggen, want hij wou nooit meer naar 'm terug. Toen zeiden we, dat we -hem naar 't hospitaal zouden brengen, daar kon z'n been goed worden -nagekeken. Dat leek hem goed toe, maar om hem te dragen, dat was geen -grapje. Daan zei tegen me: Wat is het jammer, dat we Andy niet bij -ons hebben. Toen de jongen dit hoorde, spitste hij plotseling de -ooren, keek ons verwonderd aan, en in 't volgende oogenblik hadden we -elkaar herkend. Het was de jongen van Jem Harvey. We zeiden tot hem: -"Wees maar niet bevreesd. Wij zijn op jou niet boos, omdat jelui -onzen ezel gestolen hebt. Maar je baas zal er voor boeten. Wij hebben -alles al ontdekt." - -Hij keek verschrikt op. "O, ik wist wel, dat er iets niet in den haak -was!" - -"Waar heb je onzen ezel 't laatst gezien?" vroeg Daan. Toen vertelde -hij ons alles. Zij waren Andy tegen gekomen toen hij langs den weg -rende; de baas had hem opgevangen en vastgebonden. Zoo moest Andy -achter hun wagen aan loopen, tot ze aan een groot bosch kwamen. Toen -het donker was, werden Andy's kleeren afgetrokken, en zoo gingen ze -met hem naar huis. Den volgenden dag moest de jongen hem naar een -stal te Taunerton brengen. Daar moest een kooper voor hem gezocht -worden. De jongen vertelde ons tegelijk, welk een hondenleven hij bij -dien baas had gehad, en dat hij daarom was weggeloopen. Hij was wees, -en Jem had volstrekt geen rechten op hem. - -Wat waren we nu in spanning, om Andy terug te krijgen! Maar die -jongen moest eerst naar 't hospitaal. Wij vernamen, dat Taunerton 5 -mijlen daar vandaan was, te ver dus om nu nog te gaan loopen. -Gelukkig was er een bakkerswagen, die er heen moest, en de bakker -stond ons toe, mee te rijden. Wij vertelden hem al ons wedervaren. -Hij kende den man, dien we zochten. Het was een messenslijper en -tinnegieter; hij leefde met een vrouw, zoo mogelijk nog slechter dan -hij. "Maar jelui moet er niet heengaan," zei de bakker, "het zijn -gevaarlijke lui." - -"Het was bijna donker, toen we te Taunerton aankwamen en toen schoot -ons met schrik te binnen, dat we den laatsten trein zouden missen, -maar wij konden toch ook niet teruggaan, nu we zoo vlak bij Andy -waren. Ga jij nou maar weer verder, Daan." - -Daan vervolgde dadelijk: "Wij waren bang, dat Jem Andy ergens zou -verstopt hebben, maar het moest nu gewaagd worden. De bakker wees ons -het huis. Gelukkig was het goed donker nu, want wij waren vast -besloten, Andy weg te halen, zoodra we hem zagen. - - -[Illustratie] - - -Wij slopen naar het huisje, toen den tuin rond, en zie, daar in een -vervallen schuurtje met een half gebroken deur, stond Andy! Ik kan -jelui zeggen, dat we geen oogenblik verloren lieten gaan! We sneden -z'n halster door, en trokken hem uit den stal. Daar kwam de kerel -aan! Maar 't was te laat! We hoorden hem nog schreeuwen: Houdt den -dief! Maar beiden hadden we ons op Andy's rug geslingerd, en als -dollen renden we naar het dorp terug! - - -[Illustratie] - - -Al spoedig draafden een half dozijn lui achter ons aan, die -schreeuwden als Indianen. Toen we een flink eind buiten hun bereik -waren, hielden we wat in, totdat we nog betrekkelijk vroeg te -Lemworth aankwamen. Wij waren zóó bang, dat Jem ons nog zou -opmerken, dat we er niet durfden blijven, en dus maar verder reden; -voor den trein was het nu toch te laat. - -Wij reden en liepen om beurten. We waren hongerig en vermoeid, en ook -Andy begon den kop te laten hangen. Eensklaps hield hij midden op den -weg stil en wilde niet verder. Wat moesten we beginnen? En vlak voor -ons kwam een auto aangerend. Wij schreeuwden hard, en zij stopten. -Wie denk je dat er in zat?" - -"Mevrouw Laura!" raadde ik. - -"Mis! Generaal Walton, die altijd visch van ons kocht. Hij herkende -mij, en vroeg wat we uitvoerden. Ik vertelde het hem; hij was o zoo -vriendelijk. Hij liet z'n knecht uitstijgen en wij mochten in de auto -zitten. Hij zou ons naar zijn huis rijden, waar wij den nacht konden -doorbrengen. Zijn knecht droeg hij op, Andy mee te brengen. Verder -werd er niet gepraat, en wij hadden een heerlijk autotochtje." - -"Maar dat had je ons toch wel even kunnen seinen," zei vader. "Dacht -je dan niet, dat wij in angst zouden zitten?" - -"Zeker wel, vader. Generaal Walton zond dadelijk zijn knecht naar -hier." - -"Dien heb ik niet gezien," zei vader. - -"Toe, vertel nu verder, wat jelui deden," drong ik aan. - -Daan vervolgde: "Wij kregen een heerlijk middagmaal, en wij vertelden -hem al onze avonturen. Hij heeft ons allen te eten gevraagd op -Nieuwjaarsavond!" - -Dat gaf blijdschap! "En toen zijn we vanmorgen dadelijk na 't ontbijt -op Andy's rug naar huis gereden, maar hij is bepaald niet goed, want -telkens hield hij weer stil, en daarom zijn we zoo laat." - -Hun verhaal was ten einde. Ik had het spannend gevonden, maar Lena -had het mooier gevonden, als de jongens waren opgesloten of ongeveer -vermoord geworden. - -En nu wij allen gelukkig zijn met Andy's terugkomst, lijkt het mij -het beste toe, mijn verhaal hier te eindigen. Alles is nu goed -afgeloopen en ook ons Kerstfeest was allerprettigst. Het zou te lang -duren, ook daarvan nog alles te vertellen. - -Eén ding moet ik echter nog zeggen. Mijn geschenk aan Daan was het -motto van den ridder in geschilderde letters, blauw, rood en goud. Op -den eersten Kerstdag riep Daan mij in zijn kamer en toonde mij, waar -hij het had opgehangen: juist tegenover zijn bed. - -"Het is mooi, Grietje," zei hij. "Het is goed, aan iemands goede -wenschen herinnerd te worden." - -"Ja," zei ik, "en het is ook _mijn_ wensch, Daan. Ik denk, dat de -oude ridder weinig vermoed zal hebben, dat zijn motto nog zóó zou -voortleven. 't Is een woord van groote waarde." - -"Niet van zoo groote waarde, als vader's preek," zei Daan. "Maar het -komt er mee overeen. _Komen_ -- _gaan_ -- _doen!_ Nooit zal ik het -vergeten!" - -Terwijl mijn hart klopte van aandoening, zei ik: "En ik geloof, Daan, -dat, als wij deze bevelen getrouw opvolgen, onze Koning eens tot ons -zeggen zal, wat de koning zei in het verhaal van tante Marie: - - - SEMPER FIDELIS, SEMPER PARATUS. - - - - EINDE. - - - - - [Transcriber's Notes: - - Dit boek bevat een aantal zetfouten. - De volgende zetfouten zijn gecorrigeerd: - - [en zie toen van ja.] -> [en zei toen van ja.] - [Allex vroeg haar,] -> [Alex vroeg haar,] - [omdat ze zelf ook haast niet hebben] -> - [omdat ze zelf ook haast niets hebben] - [Toen het Woendag] -> [Toen het Woensdag] - [beloofde tante, er overwijld] -> - [beloofde tante, er onverwijld] - [al ik goed oppaste.] -> [als ik goed oppaste.] - [dat hij nauwlijks meer] -> [dat hij nauwelijks meer] - - Een inhoudsopgave is toegevoegd. - Enkele leestekens zijn toegevoegd maar verder niet vermeld. - ] - - - - - -End of the Project Gutenberg EBook of Wij en ons ezeltje, by Amy le Feuvre - -*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK WIJ EN ONS EZELTJE *** - -***** This file should be named 50733-0.txt or 50733-0.zip ***** -This and all associated files of various formats will be found in: - http://www.gutenberg.org/5/0/7/3/50733/ - -Produced by R.G.P.M. van Giesen -Updated editions will replace the previous one--the old editions will -be renamed. - -Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright -law means that no one owns a United States copyright in these works, -so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the United -States without permission and without paying copyright -royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part -of this license, apply to copying and distributing Project -Gutenberg-tm electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG-tm -concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark, -and may not be used if you charge for the eBooks, unless you receive -specific permission. If you do not charge anything for copies of this -eBook, complying with the rules is very easy. You may use this eBook -for nearly any purpose such as creation of derivative works, reports, -performances and research. They may be modified and printed and given -away--you may do practically ANYTHING in the United States with eBooks -not protected by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the -trademark license, especially commercial redistribution. - -START: FULL LICENSE - -THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE -PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK - -To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free -distribution of electronic works, by using or distributing this work -(or any other work associated in any way with the phrase "Project -Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full -Project Gutenberg-tm License available with this file or online at -www.gutenberg.org/license. - -Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project -Gutenberg-tm electronic works - -1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm -electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to -and accept all the terms of this license and intellectual property -(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all -the terms of this agreement, you must cease using and return or -destroy all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your -possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a -Project Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound -by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the -person or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph -1.E.8. - -1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be -used on or associated in any way with an electronic work by people who -agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few -things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works -even without complying with the full terms of this agreement. See -paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project -Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this -agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm -electronic works. See paragraph 1.E below. - -1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the -Foundation" or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection -of Project Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual -works in the collection are in the public domain in the United -States. If an individual work is unprotected by copyright law in the -United States and you are located in the United States, we do not -claim a right to prevent you from copying, distributing, performing, -displaying or creating derivative works based on the work as long as -all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope -that you will support the Project Gutenberg-tm mission of promoting -free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg-tm -works in compliance with the terms of this agreement for keeping the -Project Gutenberg-tm name associated with the work. You can easily -comply with the terms of this agreement by keeping this work in the -same format with its attached full Project Gutenberg-tm License when -you share it without charge with others. - -1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern -what you can do with this work. Copyright laws in most countries are -in a constant state of change. If you are outside the United States, -check the laws of your country in addition to the terms of this -agreement before downloading, copying, displaying, performing, -distributing or creating derivative works based on this work or any -other Project Gutenberg-tm work. The Foundation makes no -representations concerning the copyright status of any work in any -country outside the United States. - -1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: - -1.E.1. The following sentence, with active links to, or other -immediate access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear -prominently whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work -on which the phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the -phrase "Project Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, -performed, viewed, copied or distributed: - - This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and - most other parts of the world at no cost and with almost no - restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it - under the terms of the Project Gutenberg License included with this - eBook or online at www.gutenberg.org. If you are not located in the - United States, you'll have to check the laws of the country where you - are located before using this ebook. - -1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is -derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not -contain a notice indicating that it is posted with permission of the -copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in -the United States without paying any fees or charges. If you are -redistributing or providing access to a work with the phrase "Project -Gutenberg" associated with or appearing on the work, you must comply -either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or -obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg-tm -trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9. - -1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted -with the permission of the copyright holder, your use and distribution -must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any -additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms -will be linked to the Project Gutenberg-tm License for all works -posted with the permission of the copyright holder found at the -beginning of this work. - -1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm -License terms from this work, or any files containing a part of this -work or any other work associated with Project Gutenberg-tm. - -1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this -electronic work, or any part of this electronic work, without -prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with -active links or immediate access to the full terms of the Project -Gutenberg-tm License. - -1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, -compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including -any word processing or hypertext form. However, if you provide access -to or distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format -other than "Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official -version posted on the official Project Gutenberg-tm web site -(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense -to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means -of obtaining a copy upon request, of the work in its original "Plain -Vanilla ASCII" or other form. Any alternate format must include the -full Project Gutenberg-tm License as specified in paragraph 1.E.1. - -1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, -performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works -unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. - -1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing -access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works -provided that - -* You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from - the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method - you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed - to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he has - agreed to donate royalties under this paragraph to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid - within 60 days following each date on which you prepare (or are - legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty - payments should be clearly marked as such and sent to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in - Section 4, "Information about donations to the Project Gutenberg - Literary Archive Foundation." - -* You provide a full refund of any money paid by a user who notifies - you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he - does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm - License. You must require such a user to return or destroy all - copies of the works possessed in a physical medium and discontinue - all use of and all access to other copies of Project Gutenberg-tm - works. - -* You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of - any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the - electronic work is discovered and reported to you within 90 days of - receipt of the work. - -* You comply with all other terms of this agreement for free - distribution of Project Gutenberg-tm works. - -1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project -Gutenberg-tm electronic work or group of works on different terms than -are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing -from both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and The -Project Gutenberg Trademark LLC, the owner of the Project Gutenberg-tm -trademark. Contact the Foundation as set forth in Section 3 below. - -1.F. - -1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable -effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread -works not protected by U.S. copyright law in creating the Project -Gutenberg-tm collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm -electronic works, and the medium on which they may be stored, may -contain "Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate -or corrupt data, transcription errors, a copyright or other -intellectual property infringement, a defective or damaged disk or -other medium, a computer virus, or computer codes that damage or -cannot be read by your equipment. - -1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right -of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project -Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project -Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all -liability to you for damages, costs and expenses, including legal -fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT -LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE -PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE -TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE -LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR -INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH -DAMAGE. - -1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a -defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can -receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a -written explanation to the person you received the work from. If you -received the work on a physical medium, you must return the medium -with your written explanation. The person or entity that provided you -with the defective work may elect to provide a replacement copy in -lieu of a refund. If you received the work electronically, the person -or entity providing it to you may choose to give you a second -opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If -the second copy is also defective, you may demand a refund in writing -without further opportunities to fix the problem. - -1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth -in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO -OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT -LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. - -1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied -warranties or the exclusion or limitation of certain types of -damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement -violates the law of the state applicable to this agreement, the -agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or -limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or -unenforceability of any provision of this agreement shall not void the -remaining provisions. - -1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the -trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone -providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in -accordance with this agreement, and any volunteers associated with the -production, promotion and distribution of Project Gutenberg-tm -electronic works, harmless from all liability, costs and expenses, -including legal fees, that arise directly or indirectly from any of -the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this -or any Project Gutenberg-tm work, (b) alteration, modification, or -additions or deletions to any Project Gutenberg-tm work, and (c) any -Defect you cause. - -Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm - -Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of -electronic works in formats readable by the widest variety of -computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It -exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations -from people in all walks of life. - -Volunteers and financial support to provide volunteers with the -assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's -goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will -remain freely available for generations to come. In 2001, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure -and permanent future for Project Gutenberg-tm and future -generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see -Sections 3 and 4 and the Foundation information page at -www.gutenberg.org - - - -Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation - -The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit -501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the -state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal -Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification -number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by -U.S. federal laws and your state's laws. - -The Foundation's principal office is in Fairbanks, Alaska, with the -mailing address: PO Box 750175, Fairbanks, AK 99775, but its -volunteers and employees are scattered throughout numerous -locations. Its business office is located at 809 North 1500 West, Salt -Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up to -date contact information can be found at the Foundation's web site and -official page at www.gutenberg.org/contact - -For additional contact information: - - Dr. Gregory B. Newby - Chief Executive and Director - gbnewby@pglaf.org - -Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg -Literary Archive Foundation - -Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide -spread public support and donations to carry out its mission of -increasing the number of public domain and licensed works that can be -freely distributed in machine readable form accessible by the widest -array of equipment including outdated equipment. Many small donations -($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt -status with the IRS. - -The Foundation is committed to complying with the laws regulating -charities and charitable donations in all 50 states of the United -States. Compliance requirements are not uniform and it takes a -considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up -with these requirements. We do not solicit donations in locations -where we have not received written confirmation of compliance. To SEND -DONATIONS or determine the status of compliance for any particular -state visit www.gutenberg.org/donate - -While we cannot and do not solicit contributions from states where we -have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition -against accepting unsolicited donations from donors in such states who -approach us with offers to donate. - -International donations are gratefully accepted, but we cannot make -any statements concerning tax treatment of donations received from -outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. - -Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation -methods and addresses. Donations are accepted in a number of other -ways including checks, online payments and credit card donations. To -donate, please visit: www.gutenberg.org/donate - -Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic works. - -Professor Michael S. Hart was the originator of the Project -Gutenberg-tm concept of a library of electronic works that could be -freely shared with anyone. For forty years, he produced and -distributed Project Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of -volunteer support. - -Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed -editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in -the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not -necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper -edition. - -Most people start at our Web site which has the main PG search -facility: www.gutenberg.org - -This Web site includes information about Project Gutenberg-tm, -including how to make donations to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to -subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. - diff --git a/old/50733-0.zip b/old/50733-0.zip Binary files differdeleted file mode 100644 index 4abeeb9..0000000 --- a/old/50733-0.zip +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h.zip b/old/50733-h.zip Binary files differdeleted file mode 100644 index f0f8ef6..0000000 --- a/old/50733-h.zip +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/50733-h.htm b/old/50733-h/50733-h.htm deleted file mode 100644 index f099608..0000000 --- a/old/50733-h/50733-h.htm +++ /dev/null @@ -1,6483 +0,0 @@ -<!DOCTYPE HTML PUBLIC "-//W3C//DTD HTML 4.01 Transitional//EN"> -<html> -<head> - <meta http-equiv="Content-Type" content="text/html; charset=ISO-8859-1"> - <title>WIJ EN ONS EZELTJE</title> - - <style type="text/css"> - - BODY {margin-left: 10%; margin-right: 10%} - - p {text-indent: 2%} - - .p_no_indent {display: block; - margin-top: 0.5em; - margin-bottom: 0.5em; - margin-left: 0; - margin-right: 0;} - - sup { - vertical-align: super; - font-size: 50%; - } - - sub { - vertical-align: sub; - font-size: 50%; - } - - body {margin-left: 10%; margin-right: 10%;} - - .standard {font-size: 100%; font-weight: normal;} - - .indent02 {margin-left: 2%; margin-right: 10%;} - .indent10 {margin-left: 10%; margin-right: 10%;} - .indent20 {margin-left: 20%; margin-right: 10%;} - .indent30 {margin-left: 30%; margin-right: 10%;} - .indent50 {margin-left: 50%; margin-right: 10%;} - .indent60 {margin-left: 60%; margin-right: 10%;} - - .fontsize80 {font-size: 80%;} - .fontsize60 {font-size: 60%;} - .fontsize133 {font-size: 133%;} - - /* for big and small caps on one line. Usable as class in a 'span' tag around text or in the 'p'/tag */ - .smallcaps {font-variant: small-caps;} - - /* use for Transribers Notes and such */ - .notebox {margin-left: 10%; margin-right: 10%; margin-top: 5%; margin-bottom: 5%; padding: 1em; border: solid black 1px;} - - </style> - - -</head> -<body> - - -<pre> - -The Project Gutenberg EBook of Wij en ons ezeltje, by Amy le Feuvre - -This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and most -other parts of the world at no cost and with almost no restrictions -whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of -the Project Gutenberg License included with this eBook or online at -www.gutenberg.org. If you are not located in the United States, you'll have -to check the laws of the country where you are located before using this ebook. - -Title: Wij en ons ezeltje - -Author: Amy le Feuvre - -Translator: Silvanus - -Release Date: December 20, 2015 [EBook #50733] - -Language: Dutch - -Character set encoding: ISO-8859-1 - -*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK WIJ EN ONS EZELTJE *** - - - - -Produced by R.G.P.M. van Giesen - - - - - -</pre> - - -<a name="cover"></a> -<center><img src="images/01_cover.jpg" alt="[Illustratie: kaft voorkant" style="width:100%; height:auto; max-width:600px;"></center> -<center>[Illustratie: kaft voorkant]</center> - -<br> -<br> -<br> -<br> -<center><h2>WIJ EN ONS EZELTJE.</h2></center> -<br> -<br> -<br> -<br> - - -<center> -<h1>WIJ EN ONS EZELTJE</h1> -<h3>Uit het Engelsch van AMY LE FEUVRE</h3> -</center> - -<center> -<h3><span class="fontsize80">DOOR</span> SILVANUS.</h3> -</center> -<br> -<br> -<br> - -<center> -<a name="02_logo"></a> -<img src="images/02_logo.jpg" alt="[Illustratie: logo]" style="width:100%; height:auto; max-width:77px;"> -</center> - -<br> -<br> -<br> - -<center>'s-GRAVENHAGE — D. A. DAAMEN.</center> - -<br> -<br> -<br> -<h3 align="center">Inhoudsopgave</h3> -<hr width="25%" align="center"> -<table align="center" width="80%" summary="contents"> - -<tr> -<td align="right" valign="top">I. </td> -<td align="left" valign="top"> -<a href="#chapter01">HOOFDSTUK I</a></td> -</tr> - -<tr> -<td align="right" valign="top">II. </td> -<td align="left" valign="top"> -<a href="#chapter02">HOOFDSTUK II</a></td> -</tr> - -<tr> -<td align="right" valign="top">III. </td> -<td align="left" valign="top"> -<a href="#chapter03">HOOFDSTUK III</a></td> -</tr> - -<tr> -<td align="right" valign="top">IV. </td> -<td align="left" valign="top"> -<a href="#chapter04">HOOFDSTUK IV</a></td> -</tr> - -<tr> -<td align="right" valign="top">V. </td> -<td align="left" valign="top"> -<a href="#chapter05">HOOFDSTUK V</a></td> -</tr> - -<tr> -<td align="right" valign="top">VI. </td> -<td align="left" valign="top"> -<a href="#chapter06">HOOFDSTUK VI</a></td> -</tr> - -<tr> -<td align="right" valign="top">VII. </td> -<td align="left" valign="top"> -<a href="#chapter07">HOOFDSTUK VII</a></td> -</tr> - -<tr> -<td align="right" valign="top">VIII. </td> -<td align="left" valign="top"> -<a href="#chapter08">HOOFDSTUK VIII</a></td> -</tr> - -<tr> -<td align="right" valign="top">IX. </td> -<td align="left" valign="top"> -<a href="#chapter09">HOOFDSTUK IX</a></td> -</tr> - -<tr> -<td align="right" valign="top">X. </td> -<td align="left" valign="top"> -<a href="#chapter10">HOOFDSTUK X</a></td> -</tr> - -<tr> -<td align="right" valign="top">XI. </td> -<td align="left" valign="top"> -<a href="#chapter11">HOOFDSTUK XI</a></td> -</tr> - -<tr> -<td align="right" valign="top">XII. </td> -<td align="left" valign="top"> -<a href="#chapter12">HOOFDSTUK XII</a></td> -</tr> - -<tr> -<td align="right" valign="top">XIII. </td> -<td align="left" valign="top"> -<a href="#chapter13">HOOFDSTUK XIII</a></td> -</tr> - -<tr> -<td align="right" valign="top">XIV. </td> -<td align="left" valign="top"> -<a href="#chapter14">HOOFDSTUK XIV</a></td> -</tr> - -<tr> -<td align="right" valign="top">XV. </td> -<td align="left" valign="top"> -<a href="#chapter15">HOOFDSTUK XV</a></td> -</tr> - -<tr> -<td align="right" valign="top">XVI. </td> -<td align="left" valign="top"> -<a href="#chapter16">HOOFDSTUK XVI</a></td> -</tr> - -<tr> -<td align="right" valign="top">XVII. </td> -<td align="left" valign="top"> -<a href="#chapter17">HOOFDSTUK XVII</a></td> -</tr> -</tbody></table> - -<br> -<br> -<br> -<br> -<a name="chapter01"></a> -<center><img src="images/03_hoofdstuk1.jpg" alt="[Illustratie]"style="width:100%; height:auto; max-width:414px;"></center> -<h3 align="center">HOOFDSTUK I</h3> - -<p>Natuurlijk zeggen de jongens, dat ik het weer niet klaar zal spelen. -Maar ik zeg van wel. Moet u weten, we zijn in een dorp beland, waar -alles vreemd en nieuw is, en daar is dus heel wat van te vertellen. -Nu zegt Daan wel, dat iedereen, die schrijft, een kwast is; en Alex, -dat ik alleen over mezelf zal schrijven, maar dat heeft geen nood; -want er is heel wat belangrijkers te beschrijven, dan mezelf. -Bovendien, ik ben zelfs niet van plan, alleen op te schrijven, wat -wij gedaan en gezegd hebben, d'r zijn hier nog zooveel andere -menschen, waar ik wat van vertellen wil. 't Is wel gemakkelijk, -besluiten te nemen, maar ze uit te voeren, is moeilijker. Toch zal ik -het probeeren.</p> - -<p>En daarom zal ik maar eens beginnen met te vertellen, dat onze vader -Jan Hendrik Marjoribanks heet, en dat hij dominee is. Moeder is een -jaar geleden gestorven; liever schreef ik daar niet over, maar het -zal wel moeten. Het was toen ook zulk een vreeselijke tijd. Wij waren -heel arm, want vader was toen nog maar hulpprediker, en moeder kon -voor hem geen dikke winterjas koopen. Haar wintermantel versneed ze, -om er een voor mij van te maken, en toen zij op een bitter kouden -avond uitging om een zieke vrouw te bezoeken, keerde zij huiverend -van koorts terug; zij kreeg — ik weet heusch 't woord niet meer, -maar 't begon met een p. Haar longen waren aangedaan, en er moest een -verpleegster komen, die heel wat geld kostte; niemand van ons mocht -haar zien voor den laatsten dag van haar leven, toen ze ons bij zich -riep om afscheid te nemen. Ik kan daar niet meer over schrijven, het -maakt mij zoo bedroefd — wij hielden zoo veel van moeder. Zij zeide -mij, dat ik trachten moest, haar plaats in te nemen, want ik was haar -oudste dochter, en ik gevoel zoo, nooit, nooit zal ik het worden, -want ik ben zoo vergeetachtig en ik haat het naaiwerk. Om de -eenvoudigste dingen lach ik, iedereen kan me aan 't lachen maken, en -dat weten ze.</p> - -<p>Onze arme vader werd steeds bedrukter, en Mej. Glass, de vrouw van -onzen dominee, toonde zich een vreeselijke bemoeial. Haar kinderen -konden wij niet zetten; 't waren lastposten. Eens, toen we weer aan -'t vechten waren, zeiden ze: Jullie vader moet doen, wat onze vader -hem zegt, en als hij 't niet doet, wordt hij weggestuurd. Zij schenen -te denken, dat vader een soort knecht was; wij hebben ze eens goed de -waarheid gezegd, en daarna hebben we in geen vijf dagen een woord -tegen elkaar gesproken.</p> - -<p>Kort daarna kwam de blijde tijding: vader gaat naar den Rector van -Warlington, en dat beteekende: hij zou een eigen kerk en een eigen -huis krijgen. Wij zouden verhuizen!</p> - -<p>Een verhuizing is 't mooiste, wat je kunt beleven. Twee keer waren we -al verhuisd, en we zouden 't elk jaar wel willen. Ditmaal was het -niet zóó gezellig meer als vroeger, omdat moeder er niet meer was. -Tante Caroline kwam nu eens kijken.</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/04_maaltijd.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:252px;"></center> -<br> - -<p>Nog denk ik met genot terug aan die dagen; den laatsten dag, toen -onze maaltijd op een kist werd opgediend en overal de grootste herrie -heerschte, en alle kamers zachtjesaan leeg raakten, vond ik vooral -verrukkelijk.</p> - -<p>Tante Caroline trok mee naar de nieuwe woning, en zij is nu nog bij -ons. Zij is een eigen zuster van vader, heel vriendelijk en nog al -druk. Onze overtocht per spoor duurde lang; wij hadden vlak bij -Londen gewoond, en ons nieuwe huis stond in Lincolnshire. Toen we -aankwamen, waren we allen van vermoeidheid in slaap gevallen. -Misschien is het beter, nu eerst wat van onszelf te vertellen, dan -wat van het huis, en dan mijn eigenlijke verhaal te beginnen.</p> - -<p>Daan is de oudste, hij is 13 en Alex 12 jaar. Zij doen altijd alles -samen, Daan heeft de leiding, en gewoonlijk is Alex het met hem eens, -nadat hij er eerst flink met hem over getwist heeft. Iedereen vindt -hen knappe jongens. Ik ook wel, maar als de menschen tegen vader -zeggen: Wat flinke jongens! Zulke kleine meneertjes al! — dan schudt -hij het hoofd. Na hen volg ik. Ik ben de leelijkste van de familie. -Ik heb roodachtig haar, een bleek gezicht en groenachtig-bruine -oogen. Heelemaal rood is mijn haar niet; d'r zijn d'r wel rooder. De -jongens zeggen, dat roodharige menschen altijd leelijk zijn. Meer zal -ik over mezelf niet zeggen; alleen nog dit eene, dat ik -boekenschrijfster wil worden, en daarom er nu vast mee begin. Ik heet -Grietje. Is 't geen vreeselijke naam? Ik heb hem van een oude tante, -die mijn peettante was. De jongens noemen mij natuurlijk Griet. Je -kùnt geen schoonheid zijn met zoo'n naam, zei Daan eens tegen me, -toen ik hem vertelde zoo mooi te willen wezen als ons zusje Lena. -Neen, zei ik, maar als ik m'n oogen sluit, klinkt Grietje als een -grimmige oude vrouw met een baard onder d'r kin, en ik vrees, dat ik -óók zoo zal worden. Ik denk het ook wel, zei Daan, maar je behoeft -niet leelijker te zijn dan je verkiest. Je bent nu nog niet oud. -Ziezoo, dat is ten minste één ding om dankbaar voor te wezen: oud -ben ik nog niet.</p> - -<p>Lena is negen jaar, heel lief, en een echte dolle dries. Zij heeft -prachtig lang haar, dat in blonde golven neerhangt tot op haar -middel, en blauwe oogen. Onze jongste is Puf, oftewel onze baby. Zijn -eigenlijke naam is George, maar wij noemen hem Puf, omdat hij zoo -snel praat, dat hij tusschen de woorden blaast als een stoommachine, -en omdat hij stapt als een haan. Hij is pas 6 jaar en heeft altijd -een schortje voor, waar hij 't land aan heeft, en dat tracht los te -maken, zooveel hij maar kan. Wij hebben het nu met heel veel knoopen -van achteren vastgemaakt. Hij probeert het zooveel mogelijk vuil te -maken, maar als hij dientengevolge meer dan één schortje per dag -noodig heeft, krijgt hij geen suiker in z'n thee, en dat vindt hij -verschrikkelijk. Hij heeft een kroeskop, dikke wangen, stapt heel -zwaar en heeft dus heel wat schoenen noodig.</p> - -<p>Nu zal ik ons huis gaan beschrijven. 't Is een heerlijk huis, vlak -bij de kerk, omringd van vele huisjes met rieten daken. Onze poort is -naast die van de kerk, maar als we naar de kerk gaan, loopen we langs -een klein nauw paadje tusschen dichte heesters door, en dan komen we -door een nauw poortje op het kerkhof, vlak tegenover den ingang. Een -breed pad leidt van onze poort naar de huisdeur; aan dezen kant zijn -ook de stallen, een koetshuis met zolder en nog twee stallen voor -paarden. Wij hebben geen paard of rijtuig, maar er zijn daar -heerlijke plekjes om te spelen. Vóór ons huis is een groot grasveld -daar staat ook een prieel, en aan de eene zijde een groepje boomen; -verder nog struikgewas en bessenstruiken.</p> - -<p>Achter de keuken zijn twee grasvelden en daarachter loopt de -spoorlijn; ons huis ligt wat hoog, zoodat de tuin wat afloopt, -hetgeen heel geschikt is, om den trein te halen, als je wat laat -bent. Aan de andere zijde van 't huis zijn bloemperken, waarop vaders -studeerkamer uitziet. Achter de stallen is het werkhok en de -kippenren, staande tegen een dijkje, dat ons erf van den weg scheidt. -Ik ben niet heel sterk in beschrijvingen als deze, maar ik hoop, er -nu voldoende van te hebben gezegd.</p> - -<p>In ons benedenhuis hebben we de eetkamer, de zitkamer en vaders -studeerkamer. Een lange gang leidt naar de keuken. Boven hebben we -onze leerkamer, dan vaders slaapkamer, die van tante Caroline, en de -bergkamer. Ook hier weer een lange gang, aan het eind daarvan onze -slaapkamers en die van de dienstbode. Alex en Daan slapen samen in de -eene, Lena en ik in de andere kamer. Puf slaapt bij tante Caroline.</p> - -<p>In het gansche huis hangt een echt landelijke geur. Beschrijven kan -ik dien niet, wij hebben altijd in de stad gewoond, maar als ik m'n -oogen dicht doe, kan ik zeggen, waar ik ben, door den geur.</p> - -<p>De eerste weken na onze aankomst waren gezellig. Wij hielpen tante -Caroline met het plaatsen der meubelen, terwijl vader naar Lemworth -ging, een naburige stad, om er eenige nieuwe kleeden en enkele -nieuwe meubelstukken te koopen. Wij klapten in onze handen, toen wij -ze zagen, maar vader zei: Ach kinderen, hoe zou moeder dit verblijd -hebben! Toen ging hij naar z'n studeerkamer en sloot de deur, en wij -werden in eens stil.</p> - -<p>Ge hebt gezien, dat we met onze nieuwe woning bijzonder in onze -nopjes waren; 't was ook alles zoo nieuw voor ons, en we konden -nauwelijks gelooven, dat dit alles nu voor ons was.</p> - -<p>Wij zijn hier begin Juni gekomen, we hebben onophoudelijk aardbeien -gegeten en morgen is het Juli! Gisteren hadden we onzen eersten -regendag, en zijn we allemaal in de leerkamer gebleven; we begonnen -met een praatje over onze lessen. Daan en Alex moeten elken dag 3 -mijlen loopen naar den dominee van het naastbijzijnde dorp; die -dominee geeft zijn eigen kinderen en enkelen anderen les. Zij blijven -daar dan eten, en keeren pas op het theeuurtje terug. Lena en ik -nemen les van tante Caroline; ik geloof, dat tante niet heel secuur -is, maar zeker weten doe ik 't niet. Zij en tante Marie komen bij -beurten vaders huishouding waarnemen. Zij wonen dicht bij Londen; van -tante Marie houden we erg omdat zij vaak spelletjes met ons doet en -verhaaltjes vertelt; pas in den herfst is het haar beurt om te komen, -dat duurt dus nog even.</p> - -<p>"Ik vind zes mijlen per dag loopen een vervelend baantje," zei Daan, -en wierp z'n lei driftig op tafel; "wij moesten een fiets hebben, dan -zou 't makkelijker gaan." "Die zullen we nooit krijgen," zei Alex, -"zoolang we zoo arm blijven. Als ik ouder word, zal ik gaan sparen, -voor ik trouwen ga, en dan geef ik ieder van m'n jongens een fiets, -als ze zes jaar zijn." "Hoe leg je dat aan?" vroeg Daan. "Zeker niet -door hard te werken."</p> - -<p>"Ik ga goud, of diamanten, of petroleum zoeken," zei Alex. "Kan niet -schelen wat, maar dàt is <i>je</i> manier om geld te verdienen." Toen -Daan weer: "Maar goud en diamanten spuiten den grond niet uit, als -jij voorbij komt." "Dat niet, maar ik zal ze onverwacht ontdekken." -"Ik wou, dat we een klein ponykarretje konden houden," zei ik. -"Gisteren zag ik er een rijden door ons dorp, met zoo'n aardigen -pony, bestuurd door een klein meisje in 't blauw en met een witten -stroohoed op."</p> - -<p>"Pony's kosten veel geld," zei Alex. "Een oude ezel zou niet kwaad -zijn; hij zou ons in een wip naar school brengen."</p> - -<p>"Ja," riep ik verheugd uit, "en ik zou iederen morgen met jullie mee -gaan om hem weer terug te brengen, omdat we hem hier overdag wel eens -noodig konden hebben, en dan ga ik jullie 's middags weer met hem -halen."</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/05_boek.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:279px;"></center> -<br> - -<p>Daan gooide z'n boek naar mijn hoofd; ik ving het op en wierp het -terug; 't was goed raak. Gevolg: een geregeld bombardement van -boeken, totdat tante Caroline in de deur verscheen en ons beval, op -te houden. Toen begonnen we weer over onzen ezel te denken, en we -besloten te gaan sparen, om er een te koopen. Wij beloofden elkaar -plechtig, geen cent meer te zullen uitgeven voor snoepgoed, zoolang -niet genoeg geld bijeen was, om een ezel te koopen.</p> - -<p>"Als we geen karretje kunnen koopen, zullen we hem bij beurten -berijden," stelde Alex voor. Toen nam Puf het woord:</p> - -<p>"Ik ga ook sparen, en dan koop ik een renpaard, dat is heel wat beter -dan een oude ezel." "Kun jij zes mijlen lang op een paard zitten, jij -kleine vent?" vroeg Daan. Puf wond zich op: "Een oude ezel weet niet, -hoe ie loopen moet; en rennen kan ie heelemaal niet, ik hou van -rennen, en ik wil niet op een ezel zitten, en ik geef mijn geld niet -voor zoo'n sukkel, en ik...." "Hou op!" riep Daan, "jou kleine -windhapper, of we zullen je vierkant uit 't raam zetten. Nou, jongens -hoeveel geld hebben we samen? Ik zal penningmeester zijn; vlug wat!"</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/06_spaarpot.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:219px;"></center> -<br> - -<p>Daan had nog niet uitgesproken, of Lena en ik vlogen al naar ons -kamertje, om onze beursjes te halen. Lena had 5 ½ cent, ik 9 -dubbeltjes. Wij gaven dit bedrag aan Daan, die het geld in z'n -spaarpot deed. Daarna nam hij uit zijn beurs 65 cent, terwijl Alex -met smart beleed, dat ie geen cent bezat. Toen werd Puf bevolen twee -centen af te staan, hetgeen hij al huilende deed, en telden we ons -gezamenlijk bezit: één gulden, 62 ½ cent. Niet veel, om een ezel -voor te koopen!</p> - -<p>"Wij moeten probeeren, er wat geld bij te verdienen," sloeg ik voor. -"Dat is nog zoo gek niet," zei Daan, "en ik heb er al over gedacht, -hoe." "Dat heb ik ook," zei ik snel, "maar ik zeg het je niet, wel de -volgende week, het is o zoo leuk."</p> - -<p>Lena was bezig de kamer rond te hinken; even hield ze stil. "Ik wou -dat we konden bedelen," zei ze. "Er is geen politie, om ons het te -beletten." Daan sprak: "Alsof wij in onzen stand konden bedelen!" -Daan is heel trotsch op "onzen stand". Ik vroeg hem eens, van welken -stand wij waren. Van den tweeden, zei hij; de groote heeren en dames -zijn van den eersten; maar ik herinnerde hem, dat moeders grootmoeder -Mevrouw Louise werd genoemd, en wij dus ook tot den eersten stand -behoorden. Hij zei toen, dat we van gekruist ras zijn. Ik weet niet, -wat dat beteekent.</p> - -<p>"Misschien zal vader ons een ezel geven, als we hem er om vragen," -zei Lena; "hij is nu veel rijker. Ik zal hem er over spreken." Ze -rende de kamer uit. Vader is dol op Lena; nooit bromt hij op haar, -als ze op zijn studeerkamer komt. Wij wachtten in spanning; ze kwam -met een lang gezicht terug. "Vader zegt, dat de verhuizing zooveel -geld heeft gekost, dat hij nauwelijks al z'n rekeningen kan betalen." -"'t Is ook veel aardiger als wij zelf den ezel kunnen koopen," zei -Daan. Opeens riep Alex: "Ik heb een eenig plan, om geld te -verdienen." "Dan hebben we nu drie plannen," merkte Daan op; "laten -we elkaar daar nu niets van vertellen, dan komen we vandaag over een -maand hier weer bij elkaar,' en tellen we onze verdiensten. Lena, jij -moet nog een plannetje verzinnen, om geld te verdienen." Zij schudde -lachend het hoofd: "Ja, ik weet al wat, en ik vertel het ook aan geen -mensch."</p> - -<br> -<center><img align="left" src="images/07_puf.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:286px;"></center> -<br> - -<p>De vergadering werd besloten met een harddraverij om de tafel, totdat -tante Caroline weer verscheen, om ons het te verbieden. Toen Puf dien -avond naar bed ging, vroeg ie aan vader, of God soms ook geld had. -Puf doet altijd van die wonderlijke vragen, en vader geeft hem altoos -ernstig antwoord, hij zal hem nooit uitlachen.</p> - -<p>"God is heel rijk, is 't niet vader?"</p> - -<p>"Alle dingen in hemel en op aarde zijn van Hem," antwoordde vader.</p> - -<p>Puf ging heel gelukkig naar bed, maar eerst stak hij zijn hoofd nog -even bij ons door de deur; "ik heb een heel mooi plan," zei hij. En -wij lachten allemaal, omdat wij wel konden gissen, wat het was.</p> - -<br> -<br> -<hr width="25%" align="center"> - -<br> -<br> -<br> -<br> -<a name="chapter02"></a> -<center><img src="images/08_hoofdstuk2.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:465px;"></center> -<h3 align="center">HOOFDSTUK II</h3> - -<p>Wij hebben twee weken vacantie, voor wij aan de lessen beginnen, en -dan duurt het nog maar enkele weken, en wij hebben weer vacantie, de -groote zomervacantie, die einde Juli begint.</p> - -<p>Ik verlang er naar te beginnen met mijn plan om geld te verdienen, en -ik denk er vandaag maar een aanvang mee te maken. Ik wou er eerst -niets van zeggen, maar ik heb toch vader eerst maar verlof gevraagd, -en hem gezegd, dat hij er niets van aan de anderen moet zeggen. Lena -kan nooit een geheim bewaren; vanmorgen al, toen ze nog in bed lag, -wilde ze mij al vertellen, wat ze doen ging, maar ik stopte mijn -vingers in mijn ooren, zoodat ze kon zien, dat ik het toch niet -hooren wou. Ik geloof stellig, dat we ons geheim niet lang zullen -bewaren; dat spelen we nooit klaar. Was het nu nog één geheim, maar -'t zijn er vijf, en die houden we onmogelijk stil.</p> - -<p>Vandaag is 't Zaterdag. Tante Caroline houdt elken Zaterdagavond een -huisgodsdienst voor den Zondag, en daar gaan we allen heen. Dat -geschiedt in onze mooie oude kerk; tante Caroline bespeelt dan het -orgel, en wij vormen het koor; Daan noemt het een gekras van belang.</p> - -<p>Nu is er een oude man, die als voorzanger dienst doet, en de -antwoorden opzegt, als niemand ze weet. Hij heeft een foei-leelijke -stem, en zingt altijd een heel eind achter. Hij heet Nathan Porter. -Verleden Zaterdag zei Daan tegen hem: "Kijk es, u moet niet zoo hard -zingen, wij kunnen 't best af. Ik denk, dat u wel vermoeid zult zijn -van 't zingen. Waarom gaat u niet midden in de kerk zitten, met een -kussen in uw rug?" De oude man was beleedigd en stampte met zijn stok -op den vloer: "Jongetje, ik ben hier spijkervast huisraad; jelui -doortrekkend volk gaat voorbij als het gras. Ik ben hier al veertig -jaar voorzanger, en nog niemand heeft mij ooit van hier willen jagen. -Ik zing hier al van dat ik knaap was, en ik zal zingen blijven, tot -dat ik naar het koor hierboven ga, en dan zal ik dáár zingen." Daan -voelde zich terechtgezet, en zei geen woord meer.</p> - -<p>Ook een kreupele jonge kleermaker, en de onderwijzeres, en vier -schoolkinderen doen aan den kerkdienst mee. Ik houd erg van de -kooroefeningen, maar de jongens niet. Zij hadden vanmiddag liever -gecricket in 't veld. Vreeselijk verhit kwamen zij aanhollen, toen 't -tegen 4 uur liep, en in de grootste haast werden de handen -gewasschen. De kerk was koel, na het voortdurend gejakker in 't land.</p> - -<p>In de kerk is één geschilderd raam; de andere ramen zijn gewoon, en -je kunt de wuivende boomkruinen, en de blauwe lucht er door zien. Het -maakt je aan 't droomen, als je dat ziet, terwijl je zit te zingen. -Soms vergeet ik waar ik ben, en dan stooten de jongens mij aan en -fluisteren: "Word wakker, Griet, kijk, een wesp!" Zij weten wel, hoe -bang ik voor wespen ben; en dan schreeuw ik bijna luid van angst, en -zie, dat er niets is. Het is heel moeilijk, je altijd goed te houden -als er jongens bij zijn; zij maken je aan 't lachen en doen je 't -geduld verliezen. En ik wil me juist in de kerk zoo graag goed -houden, vooral als het een mooie dag is, en alles zoo rustig en stil -om ons heen. Als ik dan de gouden vlammen zie bij zonsondergang, en -de blauwe luchten en de rose wolken, dan komt er een lichte huivering -over me, en ik fluister in mezelf: "O God, maak mij goed! Maak mij -goed!"</p> - -<p>Daan en Alex zingen heel aardig; hun zang klinkt in de kerk als .... -ja, ik zou haast zeggen als een klok, maar er is nog een lieflijker -geluid: als ge met uw natgemaakte vingers langs den rand van een glas -wrijft! Vader zegt, dat ik ook geen slechte stem heb, maar 't haalt -toch niet bij die van de jongens. Moeder kon prachtig zingen — maar -ik zal over haar niet spreken, dat maakt me maar droevig — en dan -word ik boos op de jongens. Ik verwonder mij er vaak over, waarom het -nu zoo verkeerd is, om te schreien. Ik denk, omdat het te -kinderachtig is. Daan is altoos boos, als er een van ons schreit. Hij -zegt, dat het fijnste volk van de wereld de Amerikaansche Indianen -zijn; die lachen nog, terwijl ze onthoofd worden.</p> - -<p>Maar ik huil om de minste aanleiding; dan komen de tranen me in de -oogen en ik kàn ze niet tegenhouden. Zelfs de stemmen der jongens -bij de kooroefeningen maken me al bedroefd. Ik wou, dat ik een -Amerikaansche Indiaan was.</p> - -<p>Toen de kerkdienst afgeloopen was, bleef ik met tante Caroline nog -even in de kerk, om de zangboeken op te bergen, en toen kwam vader de -kerk binnen. Hij zag er opgewekt uit, liep naar een graftombe dicht -bij den preekstoel, en riep mij bij zich. In den grafsteen was de -figuur van een ridder gebeiteld; wij vinden het altijd zoo jammer dat -zijn neus kapot is, want het bederft z'n gansche gelaat. Maar vader -wees mij op eenige woorden, gegrift aan het voeteneind. "Grietje," -zei vader, "dat zijn nu de woorden, welke ik ook op mijn graf zou -wenschen, tenminste, als ik er naar geleefd heb. Lees ze mij eens -voor, kind." Ik las ze, hoewel ik ze niet begreep: "Semper fidelis, -semper paratus."</p> - -<p>"Altijd getrouw, altijd bereid," zei vader; "niet soms, Grietje. Hoe -weinigen van ons kunnen dat "semper" voor onze deugden plaatsen!"</p> - -<p>Ik begrijp vader niet altijd, maar ik zei niets, totdat de zon scheen -door het beschilderde kerkraam, en blauwe en roode stralen over den -ridder wierp. Toen glimlachte ik.</p> - -<br> -<center><img align="left" src="images/09_preek.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:463px;"></center> -<br> - -<p>"O, vader, wat is het toch een lief kerkje, en is u nu niet blijde, -dat dit alles aan u behoort? Het is toch allemaal van u, is 't niet?"</p> - -<p>Hij schudde zijn hoofd.</p> - -<p>"Het is niet mijn kerk, Grietje, maar die van mijn Meester."</p> - -<p>"Jawel, dat weet ik wel," zei ik langzaam.</p> - -<p>Toen zei vader op zachten toon, alsof hij tot zichzelf sprak in -plaats van tot mij: "Slechts rentmeester. En — van den rentmeester -wordt getrouwheid vereischt, semper fidelis."</p> - -<p>Tante Caroline kwam bij ons. "'t Is theetijd, Grietje, kom, mee naar -binnen." Ik ging heen, spijtig, dat ik het heerlijk-koele kerkgebouw -alweer moest verlaten. Ik wou, dat we altoos buiten eten en drinken -konden. Thee is zomers zoo heet. Ik ging de eetkamer binnen. De -jaloezieën waren neer; de pas binnengebrachte theepot stoomde nog. -Alex was bezig met de vliegen te verdrijven van onze boterhammen; -Daan leerde Puf op z'n hoofd loopen, en Lena was nergens te zien.</p> - -<p>Ik zou ze net gaan zoeken, toen ze de kamer binnenholde. Heur haar -hing los, haar gezicht was erg verhit en haar schortje vuil als roet. -Ze danste de kamer door en zong zoo hard als ze kon: "Hoerah! Ik heb -het gedaan!" Toen stond ze plotseling stil en liet een kwartje zien. -"Mijn eerste winst," riep ze uit; "ik ben jelui allemaal voor!"</p> - -<p>Ik ging naar haar toe en zei: "Ik weet wat je hebt gedaan, ik kan 't -aan je ruiken." "Zeg het nu maar niet! Vang 'm, meneer de -penningmeester! Ik ga me wasschen." Zij huppelde de kamer uit, Puf -keek me ernstig aan.</p> - -<p>"Zij heeft suikergoed in de keuken gemaakt." De jongens begonnen te -lachen.</p> - -<p>"Makkelijk genoeg, haar geheim uit te visschen, maar ik zou wel es -willen weten, wie er haar geld voor geeft," zei Daan. Ik antwoordde: -"Misschien vader of tante Caroline. Maar laten we daar nu niet naar -raden, totdat ze 't ons zelf vertelt. Dat zou niet in den vorm zijn." -"In den vorm" is een woord van Daan; hij zegt het heel veel.</p> - -<p>"Het is niet in den vorm, een kwast te wezen," zei hij.</p> - -<p>"Dàt weet ik evengoed als jij."</p> - -<p>"Dan ben je 't niet, Griet!"</p> - -<p>Toen kwam tante Caroline binnen, en wij eindigden ons getwist.</p> - -<p>Toen tante Caroline goed en wel gezeten was, schonk ze thee voor ons -in; daar verscheen Lena, blinkend van frischheid, nu ze zich eens -terdege had gewasschen. Maar nog was haar gezicht opgezet, zoodat -tante uitriep: "Kind, wat zie je er uit!" Ze leek ook wel wat op een -gekookte kreeft. "Ik heb zoo hard gewerkt," zeide ze; "ik zou voor -geen duizend gulden kok willen wezen!"</p> - -<p>Vervolgens kwam vader binnen; hij drinkt altijd gelijk met ons thee; -maar zijn eigenlijk avondeten gebruikt hij nooit vóór 8 uur; dan -eet hij met tante Caroline samen. Geen van ons had veel trek in thee; -ze was zoo heet, en er was alleen brood met boter, niet eens bisquit, -geen jam en geen aardbeien. Natuurlijk hebben we die lekkernijen niet -iederen avond.</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/10_bad.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:269px;"></center> -<br> - -<p>Na het theedrinken gingen de jongens den tuin in, terwijl ik tante -Caroline hielp met het klaarleggen van al onze Zondagsche kleeren, en -het verstellen van eenig ondergoed. We hebben slechts twee -dienstboden, de keukenmeid en Emma; die kunnen dus het verstellen van -ons goed er niet bij hebben. Emma helpt Puf bij z'n bad, waarbij hij -danst en springt en soms over z'n hoofd buitelt in 't water, onder -veel geschreeuw en drukte. Lena is trotsch op haar verdiende kwartje. -Ik kan vóór Dinsdag a.s. niets verdienen, maar dan zal het ook raak -zijn. En nu moet ik met schrijven eindigen, want ik ga naar bed.</p> - -<p>Lena kwam juist naar me toe en zei: "Griet, raad eens, hoe ik dat -kwartje heb verdiend." Ik zei haar, dat het een geheim moest blijven. -"Jawel," zei ze, "maar jij kunt toch wel een geheim bewaren, is 't -niet?" "Ik weet, dat je je borstplaat hebt verkocht, maar ik weet -niet, aan wie. Misschien aan Emma, zij is dol op zoet goed." "Emma! -Alsof ik van haar een kwartje zou aanpakken! Neen, niemand hier in -huis gaf het mij, maar een heel voornaam persoon." Dit maakte mij -nieuwsgierig, doch ik wou het haar niet laten merken. "Vader wil niet -hebben, dat je je suikergoed aan vreemden verkoopt," zei ik. "'t Is -geen vreemdeling," en toen, fluisterend aan mijn oor: "mejuffrouw -Ribbon. Zeg het niet tegen de jongens."</p> - -<p>Ik schrok. Mej. Ribbon is een beste vriendin van ons, hoewel we haar -nog niet lang kennen. Zij is eigenares van den dorpswinkel, en is -heel dik en heel vriendelijk. Zij heeft een grooten zoon, die dikke -vrienden is met Emma. Hij heeft een paar dichtregels geschilderd -buiten de winkeldeur, een heel aardig versje:</p> - -<pre class="indent10"> - Wie hier eens komt, die komt terug, - Hij wordt geholpen goed en vlug. -</pre> - -<p>Mejuffrouw Ribbon heeft van alles in haar winkel. Alex ging naar haar -toe, en vroeg een Braziliaanschen postzegel, hij verzamelt -postzegels. Zij zei, dat ze hem binnen een week zou hebben, er waren -postzegels besteld. Wij geloofden haar niet, doch op een Dinsdag, als -het marktdag te Lemworth is, stuurde ze haar zoon naar een grooten -boekwinkel daar, en hij kwam terug, niet alleen met een -Braziliaanschen postzegel, maar ook met vele andere, zoodat Alex -langen tijd keuze had. Later ging Daan er heen en vroeg naar een -witte muis. Zij ging naar de stad en bracht er een voor hem mee; ik -zei hem, dat ze een gewone muis had gevangen en die wit geverfd had. -Maar hij geloofde het niet; 't eenige lastige was, dat zij er meer -geld voor vroeg, dan hij bezat. Later merkten we, dat Tom, zoo heet -de zoon van juffrouw Ribbon, een groote menagerie in den tuin had: -duiven, kanarievogels, honden, katten enz.</p> - -<p>In juffrouw Ribbon's winkel hangt zoo'n heerlijke geur. Van alles -ruik je er; Daan zegt, dat het een mengsel is van zeep, uien, stroop -en koffie. Ik vind het meer een mengsel van zwavel, spek, appels, en -kaas. Alex vindt het meer ruiken naar suiker, kool, vet en leer. -Altoos helpt juffrouw Ribbon met een vriendelijken glimlach haar -klanten, nooit verliest ze haar hoofd bij de zoo verschillende -boodschappen. Deze moet pepermunt hebben, die worst, een ander zes el -katoen, weer een ander een kookpan, kopjes en schoteltjes, dan weer -touw, veters, inkt, huismiddeltjes, rapen, bisquit, te veel om op te -noemen; altoos weet ze het precies te vinden. Ik zei haar eens, dat -winkel houden mij een heel zenuwachtig werkje leek, want je krijgt -zooveel menschen, die zelf niet weten, wat ze moeten hebben. "Niets -erg," zei ze, "ik weet beter wat ze noodig hebben, dan zij zelf." -Daaruit blijkt, dat ze een knappe vrouw is.</p> - -<p>"Kocht juffrouw Ribbon je borstplaat?" vroeg ik aan Lena. "Ja, ik gaf -het haar, en vroeg, of ze 't niet kon gebruiken; ik vertelde haar, -dat ik wat geld moest verdienen. Dat vond ze heel lief; ze kocht het -van me en beloofde Woensdag nog meer van me te zullen koopen."</p> - -<p>Ik werd een beetje jaloersch. Wij hebben van jongsaf altoos zelf onze -borstplaat gemaakt. Lena heeft het van mij geleerd. Natuurlijk was -het slim van haar, om er aan te denken, het te gaan verkoopen; maar -toen juffrouw Ribbon het eenmaal wilde koopen, was er voor haar geen -kunst meer aan. En als ik er nu aan denk, wat mijn plannen zijn .... -maar ik zeg er niets van, want de jongens mochten dit dagboek eens in -handen krijgen.</p> - -<p>"Ik weet niet, of tante Caroline wel goed vindt, dat jij alle boter -en suiker daarvoor gebruikt," zei ik een beetje gemelijk.</p> - -<p>"O, dat maakt de keukenmeid wel in orde, zij heeft al gezegd, dat zij -er voor zorgen zou. Van elke 25 centen, die ik verdien, geef ik er -haar vijf en zij kan er meer boter voor koopen, dan zij noodig -heeft!"</p> - -<p>"Ik geloof er niets van, dat zij jou elken dag in de keuken wil -hebben," zei ik.</p> - -<p>"Dat zal ook niet elken dag gebeuren, maar de keukenmeid heeft -gezegd, dat zij, zoo dikwijls als ik het maken wil, me zal helpen."</p> - -<p>Ik wist, dat dit waar was, want Lena speelt het met iedereen klaar -door haar mooipraterij. Ik begrijp niet, hoe ik zoo verkeerd kwam, -maar 't was nu eenmaal zoo, en toen werd ik nijdig op mij zelf, dat -ik zoo nijdig was, en werd dus nog nijdiger. Lena was zóó akelig -met zichzelf ingenomen, dat zij d'r mond er niet over kon houden.</p> - -<p>"Niemand van jelui is nog begonnen met wat te verdienen," zei ze, "ik -ben jelui allemaal voor."</p> - -<p>"Ga toch naar bed," schoot ik uit, "je bent zoo lastig en druk, dat -ik niet eens rustig kan schrijven."</p> - -<p>Zij liep de kamer uit en schold mij uit voor zeurkous. Ik zal ook -maar naar bed gaan; toch ben ik een beetje huiverig om zoo boos in te -slapen. Wij hebben eens een verhaal gehoord van een jongen, die z'n -zuster niet wou vergeven, voor zij ging slapen; maar zij werd niet -weer wakker: zij stierf van hartzeer.</p> - -<p>Ik ben blij, dat 't morgen Zondag is; dan kan niemand van ons geld -verdienen, en dus behoeven we elkaar daarover dan ook niet in 't haar -te vliegen. Daar houd ik trouwens toch niet van; wij hebben allen -noodig, dat we vrede met elkaar houden.</p> - -<br> -<br> -<hr width="25%" align="center"> - -<br> -<br> -<br> -<br> -<a name="chapter03"></a> -<h3 align="center">HOOFDSTUK III</h3> - -<p>Een gansche week lang heb ik niets geschreven, dus mag ik nu wel eens -spoedig aan 't werk. 'k Zal eerst maar eens wat vertellen van -verleden Zondag.</p> - -<p>Bij het ontbijt krijgen we Zondagsmorgens allemaal een gekookt ei; -dat is het eerste pleizier van den dag, ongerekend nog het genot der -Zondagsche kleeren. Lena en ik zijn dol op witte jurken, en daar we -nu juist uit den rouw zijn, kunnen we ze mooi dragen. Ook onze hoeden -zijn wit, met witte linten. Lena lijkt Zondags wel een engel; als ze -vleugels had, zou ze er bepaald een wezen. En het dragen van -Zondagsche kleeren stemt je ook zoo opgewekt.</p> - -<br> -<center><img align="left" src="images/11_kaal.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:197px;"></center> -<br> - -<p>We moeten Zondags heel vlug ontbijten, omdat tante Caroline naar de -Zondagsschool moet. Nog vóór kerktijd is ze terug, om met ons ter -kerk te gaan. Verleden Zondag was het verschrikkelijk warm, en de -brandende zonnestralen door de groote kerkramen maakten het -daarbinnen benauwd. Leuk was het, toen de zon het kale hoofd van een -boer ging plagen; hij sloeg met z'n zakdoek over z'n hoofd, als zaten -er vliegen, eindelijk spreidde hij z'n zakdoek geheel over z'n hoofd -uit, en had toen zóó 'n koddig voorkomen, dat ik 'n vreeselijken -toer had, om niet in lachen uit te barsten. Ten slotte kon ik het -niet meer uithouden, en proestte het zóó hard uit, dat vader -ophield met preeken en mij strak aankeek. Wat had ik het toen te -kwaad; m'n oogen stonden vol tranen, en ik kon het toch heusch niet -helpen, ik had alles gedaan om niet te lachen. Eindelijk ging vader -weer voort, en luisterde ik met aandacht naar hem. Want vader preekt -heel mooi, altijd vertelt hij wat nieuws uit den bijbel.</p> - -<p>Hij begon met de geschiedenis van den hoofdman over honderd, en sprak -daarbij over deze woorden: "Ik zeg tot dezen: ga, en hij gaat, en tot -genen: kom, en hij komt, en tot een anderen: doe dit, en hij doet -het." Vader zei, dat dit het voorbeeld was voor een goeden -dienstknecht. En toen zei hij, dat Jezus Christus ook tot ons die -drie woorden spreekt, maar dan in deze volgorde: Kom, ga, doe. Zoo is -ons Christelijk leven. Wij moeten komen, vóór wij kunnen gaan, om -te doen. Wij moeten komen, en onszelf als dienstknechten van Jezus -opgeven, opdat Hij onze zonden vergeve en ons tot Zijn eigendom make; -en wij moeten gaan, om anderen van Hem te spreken, eerst onze -vrienden, en dan hen, die Jezus niet kennen. Sommigen moeten daarvoor -ver van huis, en vader vertelde hierbij van de zendelingen; anderen -moeten in hun eigen omgeving doen, wat Jezus hen geboden heeft.</p> - -<p>Elk woord van de preek heb ik begrepen, en zelfs de jongens zaten te -luisteren, omdat vader het een preek over soldaten noemde, en de -jongens zijn dol op soldaten.</p> - -<p>Toen we uit de kerk kwamen, was ik heel stil. De jongens vroegen, of -ik aan 't tobben was over mijn geheim, maar ik zei hun van niet.</p> - -<p>Na het middageten gingen we allen naar het veld, om er de vragen en -antwoorden uit onzen catechismus te leeren. Tante Caroline ging weer -naar de Zondagsschool, maar vader kwam naar ons toe, ging in een -gemakkelijken stoel onder de olmen zitten, en overhoorde ons de -geleerde vragen. Toen dat afgeloopen was, gingen de jongens weg, en -Lena ook, maar ik bleef, want ik hoopte, dat vader nog wat over zijn -preek zou zeggen. Hij deed het al dadelijk; hij legde zijn hand op -m'n schouder, en vroeg: "Heb je naar de preek geluisterd, Grietje?"</p> - -<br> -<center><img src="images/12_vragen.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:421px;"></center> -<br> - -<p>"Ja, vader." "En welke van de drie bevelen heb je nu gehoorzaamd? Ben -je op weg, om een van Christus' trouwe volgsters te worden?" Ik -antwoordde beschroomd: "Ik denk <i>komen</i>." Vader zei niets. En ik -vervolgde: "Maar ik begreep niet goed het <i>gaan</i>. Ik kan toch niet -de geheele wereld doorgaan, en het Evangelie brengen!" Vader sprak: -"Ik heb gehoord, dat tante je gevraagd heeft, of je haar niet kunt -helpen in de Zondagsschool; ik dacht, je zoudt daarheen kunnen gaan." -"Maar vader," riep ik uit, met verbaasde oogen hem aanstarende, "daar -ben ik toch veel te jong voor; de jongens zouden zeggen, dat ik dan -nog verwaander was dan ooit, ze noemen me nu al altoos verwaand."</p> - -<p>"De vraag is maar, waar je 't meeste om geeft: het bevel van Jezus of -de jongens." Ik liet mijn hoofd hangen; toen opeens viel ik uit: "Een -kwast te heeten, is niet in den vorm." Vader lachte luid. En ik -voegde er haastig aan toe: "Ik vind zelf, dat zulk werk voor mij te -verwaand zou staan." "Heel wel," zei vader, "ik zal er niets meer -over zeggen."</p> - -<p>Ik voelde mij ver van gelukkig. Net kwam Puf aan en klom op vaders -knie; ik ging weg, liep naar de leerkamer en nam een boek uit onze -"Zondagsche" verzameling. Ik las door tot theetijd. Werkelijk, ik -kàn nog geen klas onderwijzen. Ik zou niet weten, wat ik zeggen -moest; bovendien, de kinderen kijken je zoo aan, en Daan zou me maar -uitlachen.</p> - -<p>Na de thee gingen we naar de avondkerk, maar ik was al bang, niet -veel aandacht voor de preek te zullen hebben. En toen wij den -avondzang gingen zingen, voelde ik de tranen opkomen, omdat ik wist, -dat ik een lauw hart heb.</p> - -<p>Ik was maar wat blij, toen 't weer Maandag was, omdat ik dan heel wat -te doen had voor onze vergadering op Dinsdag. Alex vroeg vader bij -het ontbijt, of hij den ganschen dag mee uit hooien mocht met -Cummins, dat is de boer, die vaders land verzorgt. Als Cummins hem -mee hebben wou, vond vader 't goed.</p> - -<p>Ik beneed Alex, omdat ik er ook zoo van houd, om mee uit hooien te -gaan. "Je maakt er een mooi lui dagje van, terwijl je zorgen moest om -je plan uit te voeren," zei ik hem. "Sluit je op, ouwe Griet!" riep -hij, en rende lachend weg. Daan keek hem een oogenblik na, alsof hij -ook mee wou. "Ik ga hard aan 't werk," zei hij, "mijn plan is rijp om -vandaag uit te werken."</p> - -<p>"Morgen zal 't mijne rijp zijn," zei ik, en ging den tuin in, om met -den ouden Baldwin te praten. Dat is onze tuinman. Vroeger hadden we -geen tuinman, eenvoudig, omdat we geen tuin hadden. Het is een -alleraardigste oude man, maar hij wil van niemand bevelen hooren, -zelfs niet van vader.</p> - -<p>"De tuin is mijn werk," zei hij eens tot vader, "en preeken maken is -uw werk, en het is niet goed ze door elkaar te halen. U is er op -berekend om te preeken, ik om te tuinieren, en zoo weten we zelf onze -zaken het best."</p> - -<p>Altijd is hij gereed voor een praatje, en het spijt mij daarom -eigenlijk een beetje, dat ik hem iets van mijn plan heb verteld. Nu -weten vader en hij er allebei iets van; maar dat moet toch ook wel, -want anders kan ik het niet uitvoeren.</p> - -<p>Tegen etenstijd zei tante Caroline tegen me: "Griet, je moet eens -even soep brengen naar een arme vrouw, die een halve mijl buiten het -dorp woont. Je kunt Puf meenemen, een wandeling zal hem goed doen."</p> - -<p>"Och tante," riep ik teleurgesteld uit, "moet ik nu vanmiddag uit, ik -wou zoo graag wat in den tuin gewerkt hebben."</p> - -<p>"Ik heb gemerkt, Grietje, als ik je wat vraag voor mij te doen, dat -je dan altijd wat anders hebt te doen. Zoo vreeslijk is dat toch -niet, even een halve mijl te loopen, om soep bij een arme vrouw te -brengen! Ik kan zelf niet gaan, want ik heb met je vader nog een en -ander te bespreken."</p> - -<p>Ik trok een lip, en toen dacht ik in eens: dat kon nu wel dat "gaan" -zijn, waarvan vader sprak. In elk geval was 't prettiger dan het -onderwijzen in de Zondagsschool. Ik trachtte dus opgeruimd te kijken, -ging Puf halen, en begaf mij met hem op weg. Lena kwam net het hek -uit en riep juichend: "Hoera! Ik ga nog meer borstplaat maken! Ik zal -'t van jelui allemaal winnen, wat zijn jelui ook voor langzame -kinderen!" Terwijl ze dit zei, wond ze zich zóó op, dat ze van het -hekje, waarop ze was gaan staan, plat op den grond viel.</p> - -<p>"Hoogmoed komt voor den val," riep ik haar na, terwijl ze overeind -krabbelde en haar elleboog wreef. Toen rende ik met Puf weg.</p> - -<p>Hij was natuurlijk weer druk als twee. "Ik wil de volgende week het -ezeltje naar de wei brengen," zei hij, "en ik wil er den eersten keer -op rijden."</p> - -<p>"Wanneer komt het dan?" vroeg ik hem.</p> - -<p>Hij keek even voor zich, en zei toen: "Ik heb al gezegd, dat het een -mooie ezel moet wezen, niet zooals ze die aan 't strand hebben, maar -een met blauwe oogen en die niet bijt. Ik verwacht hem binnen 5 -dagen."</p> - -<p>Ik moest lachen; hij keek zoo ernstig en babbelde maar weer verder: -"Het zal de beste ezel van de heele wereld wezen, omdat ik den -rijksten man van de wereld gevraagd heb, hem te geven." "Ik vind, dat -je niet zoo oneerbiedig over God spreken mag, Puf." "Ik heb niet -gezegd, wien ik bedoelde, stoute meid, je hebt mijn geheim geraden." -Puf stond het huilen nader dan 't lachen, en midden op den weg -stilstaande riep hij: "'t Kan me ook niet schelen, ik vertel het aan -niemand anders!" Toen begon ik hem maar een verhaal te vertellen, om -zijn aandacht af te leiden.</p> - -<p>Het was een lange warme wandeling naar juffrouw Tapson; 't leek mij -meer een mijl dan een halve mijl, maar ten slotte kwamen we er dan -toch! 't Was een aardig klein huisje met een tuintje, vlak aan den -weg. De deur stond open, ik liep dus binnen, en zag daar een man, -bezig met het vuur op te poken.</p> - -<br> -<center><img src="images/13_soep.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:417px;"></center> -<br> - -<p>"Soep voor moeder?" vroeg hij, terwijl hij zich omdraaide en van mij -gehoord had, wat ik kwam doen. "Ik ben er zoo dankbaar voor. Boven -ligt ze te bed met pijnlijke rheumatiek, en ik verzorg haar zoo goed -als ik kan. 's Morgens moet ik naar Lemworth, en pas 's avonds 7 uur -kom ik weer in 't dorp terug." Hij had inmiddels het pannetje van me -aangenomen en keek er in. "Daar is genoeg in voor vandaag en morgen," -zei hij. "Vriendelijk bedankt hoor kind. Wil je niet even naar boven -gaan, om moeder te groeten? Ze houdt zoo van gezelligheid."</p> - -<p>Ik klom de nauwe trap op, en Puf stommelde achter mij aan. Ik ben -gewoonlijk bang voor zieke menschen, maar van deze oude vrouw hield -ik. Een helder mutsje had ze op en ze lag onder een lappendeken. Haar -gansche gezicht helderde op, toen ze ons zag komen. Zij zei, dat ze -al van ons gehoord had, en of ik nu dat meisje was met het mooie -haar? Ik lachte terwijl ik mijn roode lokken naar achteren schudde, -en vertelde haar, dat dat Lena was. Toen begon Puf met haar te -praten, en natuurlijk vertelde hij haar ook van het ezeltje. Daar was -hij nu eenmaal vol van.</p> - -<p>"Puf begrijpt nog niet, wat bidden is," legde ik haar uit. "Hij -denkt, dat hij zeker alles krijgt, waar hij God om vraagt. Hij vraagt -b.v. om z'n speelgoed heel te maken, maar gewoonlijk doe ik het maar, -anders gaat hij nog rekenen op wonderen."</p> - -<p>"Och lieve kind," zei juffrouw Tapson, "de Heere hoort gaarne het -gebed der kinderen! 't Is net als met mijn Bob; wat die vroeg, kon ik -niet half geven, toch luisterde ik geduldig naar al zijn wenschen. -Maar bid, bid gerust; veel gebed maakt je ziel sterk, en zoo ben je -ons ouderen nog ten voorbeeld."</p> - -<p>Puf begreep er niets van. Hij liep wat heen en weer, en ging toen de -trap af. Ik keek hem na, en zag, dat Bob Tapson met hem spelen wilde. -En toen heb ik juffrouw Tapson mijn geheim verteld; ik gevoelde, dat -ik het nu toch aan iemand moest vertellen, en zoo stortte ik mijn -hart voor haar uit. Zij luisterde met ingehouden adem, en beloofde -mij, dat haar zoon voor mij zou uitzien, en een plekje in z'n kar -voor mij zou openlaten.</p> - -<p>Ziedaar het geheim! Vader had mij aangeraden, om uit onzen tuin -bloemen en groenten te verzamelen, die te Lemworth ter markt te -brengen, en ze daar te verkoopen. Met den trein er heen gaan, was -veel te duur, en daarom had ik gevraagd, op Baldwins groentenkar te -mogen meerijden. Maar die gaat 's morgens om 8 uur al heen, en komt -'s avonds 7 uur pas terug, en ik ben dus bang, dat tante, als ze er -achter komt, het mij zal verhinderen.</p> - -<p>Ik wandelde met Puf naar huis terug en gevoelde mij verdrietig. Als -ik ging, zou ik het ontbijt moeten missen, want voor 8 uur ontbijten -we nooit. Ik kon wel gemakkelijk zoo vroeg weg gaan, maar zouden ze -dan thuis niet denken, dat me wat overkomen was? Maar dan kon ik toch -een briefje voor vader achterlaten, en hem vragen, er niets van te -zeggen!</p> - -<p>Ik leefde weer op, en zoodra we thuis waren, holde ik den tuin in, om -mijn mand te gaan inpakken. Toen we kwamen theedrinken, vertelde -tante ons, dat vader verzocht was, om in een naburig dorp een -begrafenis te gaan bijwonen, omdat de predikant daar uit was. "En hij -zal daar den nacht overblijven," voegde zij er bij. "Hij zal niet -voor morgenavond terugkomen, want morgenochtend is er ook nog een -huwelijk te bevestigen."</p> - -<p>Zoo zou dus mijn brief aan vader weinig geven. Ik zat leelijk in de -war, en peinsde, wat ik doen moest. 't Beste leek mij toe, dan maar -voor tante Caroline een briefje achter te laten. Ik schreef nu, voor -ik naar bed ging, dit briefje:</p> - -<div class="indent10"> -Lieve tante Caroline, -<br> -<br> -Als ik den ganschen dag weg blijf, dan is er niets met mij gebeurd. -En vanavond om 7 uur zal ik thuiskomen, het dient om mijn plan uit -te voeren, dat echter een geheim is. -<br> -<span style="float: right;">Uw liefhebbende nicht Grietje.</span> -<br> -<br>P. S. Het is geen verkeerde zaak, maar een goede. -</div> - -<p>Tante Caroline zei, voordat we naar bed gingen, dat zij vandaag -nauwelijks een van ons gezien had, en dat zij hoopte, dat wij geen -van allen verkeerde dingen in 't schild voerden. Alex werd zoo rood -als een pioen, en zei, dat hij vreeselijk moe was, en Daan zag er -moedeloos uit, als had hij al z'n geld verloren.</p> - -<p>"Ik heb hard genoeg gewerkt, om 10 kwartjes te verdienen," zei hij, -"en ik durf zeggen, dat ik dat al lang gedaan heb."</p> - -<p>"Kinderen," zei tante, "ik houd niet van al dat gepraat over geld. -Het schijnt, dat jelui aan niets anders denkt tegenwoordig. Het staat -zoo onkinderlijk!"</p> - -<p>"Maar het is om een ezel te krijgen," riepen we allen uit. Toen zei -tante Caroline niets meer. En wij gingen naar bed; ik vol van de -plannen voor morgen.</p> - -<br> -<br> -<hr width="25%" align="center"> - -<br> -<br> -<br> -<br> -<a name="chapter04"></a> -<h3 align="center">HOOFDSTUK IV.</h3> - -<p>Den volgenden morgen was ik al om 4 uur wakker; den ganschen nacht -had ik gedroomd van juist voor m'n neus vertrekkende treinen, en van -al de moeite, die ik hebben zou, om mijn plan voor tante Caroline -geheim te houden. Ik was dan ook wat blij, toen het eindelijk begon -te lichten en ik kon opstaan; erg gejaagd kleedde ik mij aan, want -het was een heerlijk avontuur, en wij houden allen van avonturen.</p> - -<p>Overal had ik voor gezorgd. Voor niemand wilde ik weten, waar ik was -heengegaan, en ik had dus een heel oud katoenen jurkje aangetrokken, -met een boezelaar er over, denzelfden, dien ik altoos in den tuin -draag. Mijn haar vlocht ik in een paar dichte vlechten, en daarover -ging een groote zomermuts, die ook achterhoofd en hals bedekte. Tante -Caroline vindt dat soort zoo geschikt voor onzen tuinarbeid, maar wij -houden er niet van, om juist als de dorpskinderen gekleed te gaan.</p> - -<p>Heel stil moest ik me aankleeden, om Lena niet wakker te maken; -eindelijk stond ik gereed, en legde het briefje op Lena's tafel dan -kon zij het aan tante geven. Voorzichtig sloop ik de trappen af, -opende de deur en liep op m'n teenen de stoep af. Den vorigen avond -had Baldwin de groentenmand al in den stal gezet, de eenige kunst was -nu nog, om ze daar vandaan en het hek door te krijgen.</p> - -<p>'t Viel niet mee maar ten slotte gelukte het toch; ik moest ze langs -den grond sleepen, en angstig keek ik naar boven, of niemand mij zag. -Buiten het hek liet ik ze staan, want de groentenwagens komen hier -altoos langs, en toen liep ik zoo vlug ik kon naar het huis van -juffrouw Tapson. Bob had mij gezegd, dat als ik wat vroeg kwam, ik -een mooi plaatsje op zijn wagen kon krijgen. Toen ik het huis bereikt -had, was Bob aan 't schoonmaken van zijn paard. Hij keek verwonderd -op toen hij me zag, en herkende me niet in mijn groote muts.</p> - -<p>"Ik wil niet, dat ze in 't dorp weten, wat ik ga doen," zei ik. "Je -zult er toch niets van zeggen, wel? Mijn mand staat vlak bij ons hek. -Ik dacht, je rijdt er toch langs, en dan kunnen wij haar zoo -meenemen."</p> - -<p>"'t Komt in orde, hoor," zei hij hartelijk. "Jij bent een vlug -vogeltje, heb je al wat gegeten?"</p> - -<p>Ik haalde twee dikke boterhammen uit m'n zak, die de keukenmeid mij -den vorigen avond had gegeven, toen ze dacht dat ik ergen honger had. -Bob verraste me met een heerlijken kop thee. Toen ging hij naar -boven, om z'n oude moeder goeden dag te zeggen, en vroeg mij, of ik -haar ook nog even wilde groeten. Ik ging naar boven, en de oude vrouw -schudde mij glimlachend de hand. "Je bent een dapper meisje," zei ze, -"om er zoo op uit te trekken, en ik zal je eens zeggen, wie je wel -zal willen helpen. Vraag maar naar Marie Dutton, ze is een eigen -zuster van me en woont twee mijlen van Lemworth. Zij zal je graag -helpen, en Bob zal je wel bij haar brengen."</p> - -<p>"Ik ben nog nooit op een markt geweest," zei ik haar, "Ik ben heel -blij, dat er iemand is, die mij helpen wil."</p> - -<p>En toen gingen we naar beneden, en ik klom op den volgeladen wagen, -die in den tuin te wachten stond. Die Bob is toch zoo'n goeie jongen: -hij had een stoof in den wagen gezet, zoodat ik zoo echt gemakkelijk -kon zitten.</p> - -<br> -<center><img src="images/14_wagen.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:425px;"></center> -<br> - -<p> -En daar ging het; mijn hart klopte van blijdschap en spanning. Nog -drie vrouwen met boodschappen voor Lemworth reden mee; bij ons hek -zette Bob mijn mand in den wagen; terwijl keek een der vrouwen mij -aan en vroeg: "Wat is dat voor een kleine meid?" Ik draaide mijn -hoofd niet om en Bob antwoordde kortaf: "Zij is met mij mee gekomen." -Verder zei ze niets, want ze praatte zóó druk met de andere -vrouwen, dat ze mij geheel vergat. Doodstil zat ik op den wagen, die -zóó langzaam reed als duurde de tocht een jaar. Ik kreeg ten slotte -kramp in mijn beenen, en werd moe ook. Zoo vroeg ook op geweest! Toen -wij Lemworth naderden, zat ik al te knikkebollen! Het scheen een heel -groote stad, en ik voelde me wat beangst toen we naar de markt reden; -wat een menschen, en wat een drukte! Toen de vrouwen waren -uitgestapt, en Bob z'n paard had afgespannen, nam hij mijn mand op -z'n schouder, en zei me, hem te volgen.</p> - -<p>De markt was alleraardigst; er waren gansche rijen kuikens en eenden, -vruchten en bloemen, boter en eieren, en iedereen schreeuwde zoo hard -als ie kon. En wat waren daar grappige oude boerinnen bij, en -druk-lachende kinderen, net als op de schilderijen, die ik wel eens -gezien heb.</p> - -<p>Bob trok me mee naar een hoekje, waar een vriendelijke oude vrouw -zat. Zij leek veel op juffrouw Tapson, maar haar gezicht was heel wat -dikker. Bob vertelde haar, wie ik was; zij lachte en vroeg mij, haar -alles van mijn plan te vertellen. Dat deed ik; terwijl pakte zij m'n -mand uit, en maakte ruimte op een hoek van haar stalletje, om mijn -koopwaar daar neer te leggen. Ik begon er schik in te krijgen, en had -wat graag gewild, dat de jongens mij zoo even hadden gezien. En mijn -bloemruikers waren veel mooier dan alle, die ik zag; ik had ze dan -ook met zorg gerangschikt.</p> - -<p>Maar er kwam maar niemand bij me koopen, en ik begon den moed al te -verliezen. Nooit zal ik dan ook vergeten, dat de eerste koopster mijn -bloemen opmerkte en mij vroeg, wat de ruikers per stuk kostten. Ik -zei: een dubbeltje — juffrouw Dutton had mij gezegd, dat ik er dat -voor vragen moest — en zij kocht zes ruikers van me! Ik had de -gansche markt wel kunnen ronddansen, zoo blij was ik. Spoedig daarna -kwamen weer twee dames voorbij. Zij hielden stil, wenkten juffrouw -Dutton goeden morgen, en vroegen haar, of zij crocussen had. Zij zei -van niet, maar vertelde hun, dat ik heele mooie had. Zij bekeken de -mijne, kochten er vier, bovendien nog een bundeltje varens, en -betaalden er negen stuivers voor. De eene dame zei tot de andere: -"Wat een schilderachtig tafreeltje, die kleine meid te midden harer -bloemen! Als de arme menschen hun kinderen altijd zóó kleedden, als -haar moeder haar kleedt, zouden we onder de lagere klassen niet zulke -armoedige aankleeding vinden. Zij is een voorbeeld voor haar stand!" -Ik durfde niet te lachen, toen ik dat hoorde....</p> - -<p>Later verkocht ik nog vier koolen, en drie bos wortelen. Toen de -middag ten einde liep, had ik alles verkocht, wat ik had meegebracht, -behalve twee koolen en één bloemruiker; die kocht juffrouw Tapson -van me, zij heeft een groentenwinkeltje en zei dat ze haar wel te pas -zouden komen.</p> - -<p>Ik vergat nog te vertellen, dat ik om 1 uur met juffrouw Dutton naar -een tentje ging, waar thee werd verkocht en koeken. Ik had honger, -maar ik had geen zin, van mijn verdiende geld veel uit te geven; ik -kocht dus alleen een kop thee voor 5 cent en een koek voor 5 cent; -juffrouw Dutton gaf me een van haar grootste appels er bij.</p> - -<p>Toen was het tijd, om naar huis terug te keeren. Ik telde nog even -mijn geld: ik had één gulden en 25 cents verdiend! Wat was ik blij!</p> - -<p>Doch daar kwam Bob Tapson aan, om mij te zeggen, dat hij om 4 uur -vertrok, en dat de vrouwen reeds lang hun manden gepakt hadden. Het -speet mij, nu al van de markt te moeten scheiden, maar er was niets -aan te doen, ik klom op den wagen en ging weer op mijn oude plekje -zitten. De terugweg scheen eindeloos; er reed een oude man mee, die -erg naar bier rook en om de flauwste kleinigheden lachte. Ik gevoelde -mij vreeselijk vermoeid, en viel ten slotte in slaap, zóó vast, dat -Bob mij bij het hek van de pastorie van den wagen moest zetten.</p> - -<p>"Wel, Grietje, heb je een goeden dag gemaakt?"</p> - -<p>"Ja," zei ik met slaperige stem, "hoeveel moet ik je betalen?"</p> - -<p>"O niets, kind, je nam geen ruimte in beslag; en denk er aan, even -bij moeder aan te komen en haar alles van vandaag te vertellen. Zij -zal het zoo graag hooren."</p> - -<p>Ik nam afscheid van hem, en bedankte hem hartelijk; vervolgens droeg -ik mijn leege groentenmand naar den stal, opende de keukendeur en -stapte heel rustig binnen. Ik was wel een beetje bang voor tante -Caroline. Lena kwam net de trap afrennen.</p> - -<p>"O, jou ondeugende meid! Daar zal wat opzitten! Vader is thuis -gekomen, en hij is o zoo boos op je. En wat heb je toch uitgevoerd? -Den heelen dag hebben we er naar gegist, en weet je al, dat ik Daan's -geheim heb geraden? Zou je het graag willen weten?"</p> - -<p>Ik antwoordde slechts: "Ik ben zoo moe; heb je wat thee voor me? Waar -is tante Caroline?"</p> - -<p>"Ze zijn allemaal in den tuin, aan 't bloemen begieten. Toe, Griet, -lieverd, zeg me nou es, wat je hebt uitgevoerd."</p> - -<p>Maar ik wilde 't haar niet zeggen. Ik voelde mij niet prettig door -die ontvangst, en wou maar rechtuit aan vader gaan zeggen, wat ik -gedaan had. Ik liep den tuin in. Tante kwam dadelijk op mij af.</p> - -<p>"Griet, dat is heel ondeugend van je. Waar ben je toch geweest? En -wat heb je den ganschen dag uitgevoerd? Je weet toch wel, dat zoo -verdwijnen zonder iets te zeggen, heel onbehoorlijk is."</p> - -<p>"Ik wilde het vader gaan zeggen, het is een geheim," zei ik. Tante -Caroline kwam altijd weer in haar humeur, als we zeiden, naar vader -te zullen gaan. Zij riep vader, die juist bezig was den gieter te -vullen, en ging toen heen, vader en mij alleen latende. Daan zegt, -dat zij geheel "in den vorm" is, als zij zoo doet.</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/15_bril.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:253px;"></center> -<br> - -<p>Vader zette zijn bril op, en keek mij scherp aan.</p> - -<p>"Grietje, je hebt tante vandaag heel wat angst berokkend. Ik ben niet -tevreden over je."</p> - -<p>"Hoor u eens, vader. Luister es. Het gaat over de groenten en -bloemen, waarvan u gezegd had, dat ik ze mocht hebben. Ik ben ze gaan -verkoopen, om mee te helpen voor het koopen van onzen ezel." En ik -vertelde hem alles, wat ik vandaag gedaan had. Een keer lachte hij, -en toen wist ik al, dat mijn straf niet heel zwaar zou wezen. Maar ik -kreeg toch een lichte straf; vader zei me, dat ik er niet aan mocht -denken, ooit weer zoo iets te doen. Dat maakte mij zeer verdrietig.</p> - -<p>"Neen Grietje, ik wil niet, dat mijn kind daar alleen tusschen al dat -ruwe volk is, hoe vriendelijk ze ook voor je zijn. Het mag niet. Je -moeder zou het zeker niet hebben toegestaan. En in elk geval had je -eerst toestemming moeten vragen. Ik ben bang, dat je vermoed hebt, -die niet te zullen krijgen. Spreek op en zeg de waarheid."</p> - -<p>Ik bloosde sterk. "Ja, ik was bang, dat u me niet zoudt laten gaan, -maar ik was niet ongehoorzaam, want ik wist het niet zeker."</p> - -<p>"Dat was juist verkeerd van je. Doe nooit zoo iets weer. En ga nu -naar binnen, om wat te eten."</p> - -<p>"En mag ik het geld houden?"</p> - -<p>"Ja, daar heb ik niets tegen; maar je moet een ander middel zoeken, -om de groenten aan den man te brengen."</p> - -<p>Ik ging naar de eetkamer, tante had de thee klaar. Zij zei niet veel; -maar voor ik het eten op had, holden de jongens en Lena binnen.</p> - -<p>"Nou, zondaar, biecht op! Wat heb je vandaag uitgehaald?"</p> - -<p>"Bepaald goede zaken! Wij hebben je brief gezien, 't was een -prachtstuk!"</p> - -<p>"En tante Caroline was zoo bang voor je!"</p> - -<p>Ik haalde rustig mijn beurs te voorschijn en legde de zilver- en -koperstukken op tafel.</p> - -<p>"Ziedaar," riep ik uit, "kan één van jelui 't beter?"</p> - -<p>"Vijf en twintig stuivers!" schreeuwde Daan, en grabbelde er in om, -als een oude gierigaard.</p> - -<p>"Nou, 't is niet slecht voor een meisje! Vertel ons nu es, hoe je 't -hebt gedaan gekregen."</p> - -<p>"Dat is mijn geheim," zei ik.</p> - -<p>Het was mijn overwinningskreet. Maar ik wist: mijn geheim zou niet -lang geheim blijven. Want eigenlijk wou ik ze 't allemaal zoo graag -vertellen.</p> - -<p>"Zeg," riep Lena, "ik weet wat Daan deze laatste twee dagen heeft -gedaan. Vraag hem es, hoeveel hij al heeft, Griet!"</p> - -<p>Daan grinnikte, en hield mij z'n dichtgeknepen vuist voor. "Ik heb -vandaag een avontuur gehad," zei hij. En hij toonde ons een halven -gulden.</p> - -<p>Ik stond op en danste de tafel rond. "Het duurt niet lang, of wij -rollen allemaal met rijksdaalders," riep ik uit. En Alex: "Wacht maar -tot aan 't einde der week, dan zal ik mijn klein millioen er nog -bijvoegen."</p> - -<p>Toen gingen we allen achter elkaar de tafel rond marcheeren, terwijl -Daan zong:</p> - -<pre class="indent10"> - Een ezel is een heerlijk dier, - Over een maand dan komt ie hier, - Lang zal ie leven! - Lang zal ie leven! - Ons ezeltje loopt voor ons pleizier! -</pre> - -<p>Daan kan altijd gedichten maken, als hij er zin in heeft. Wij waren -zoo opgetogen, dat we hoe langer hoe sneller gingen dansen, totdat -het een complete oorlogsdans werd. Ten slotte vielen we allen over -elkaar heen, en rolden van den lach over den grond. Toen we buiten -adem weer opstonden, riep ik uit:</p> - -<p>"Hoor es, Daan. Als jij jouw avontuur vertelt, dan zal ik het mijne -vertellen."</p> - -<p>"Dames gaan voor," zei hij, met een buiging.</p> - -<p>Toen begon ik, vreeselijk gejaagd, mijn wedervaren te vertellen. Ik -dacht wel, dat het hen zou verbazen, en dat deed het ook. Maar Daan -en Alex, al zouden ze 't wat graag zelf gedaan hebben, zouden het -toch niet zeggen. Daan trok een heel voornaam gezicht en zei: "Ik -geloof niet, dat jij en Lena de zaak goed aanpakken. Dat kan iedereen -wel, geld maken uit vaders eigendommen. Wel, ik ging z'n studeerkamer -binnen, haalde er eenige boeken weg, en verkocht ze."</p> - -<p>"Maar dat zou heiligschennis zijn," riep ik uit.</p> - -<p>"De bloemen en de groenten zijn niet van jou, om ze te verkoopen," -zei Daan, "evenmin als de suiker en de boter, die Lena voor haar -borstplaat gebruikt."</p> - -<p>"O, maar vader heeft er ons toestemming voor gegeven!" liepen wij -beiden luid.</p> - -<p>"En ik betaal ook het mijne," zei Lena. "Het is heel wat zwaarder -werk, in de dompige, heete keuken te wezen, dan op de markt te zitten -en daar verkoopen, en ook niet half zoo aardig."</p> - -<p>"Vader gaf mij toestemming," herhaalde ik, "en dus is de zaak heel -zuiver."</p> - -<p>"Maar kind, wij hebben allemaal recht, om de bloemen te verkoopen," -zei Alex.</p> - -<p>"Niet waar," zei ik op stelligen toon, "alleen die daar het eerst om -vroeg! 't Was mijn plan."</p> - -<p>"Nou, als jij het dan voor gisteren hebt gevraagd, dan zal ik het -voor morgen vragen; waarom niet? Ik heb harder gewerkt dan jelui -allen, de gansche week."</p> - -<p>"Maar ik kan er niet mee voortgaan," zei ik verdrietig; "vader heeft -gezegd, dat ik het niet weer mocht doen."</p> - -<p>"Wil je mijn avontuur nu hooren?" vroeg Daan.</p> - -<p>"Hij gaat nog dood, als ie niet over z'n eigen plan kan spreken," zei -Lena boosaardig. Wij zetten ons allen tot luisteren, maar Daan zou -z'n redevoering niet houden. Juist was hij z'n keel aan 't schrapen, -toen tante Caroline binnen kwam, en ons naar bed joeg. "Ik zal het -bewaren tot morgenochtend," zei Daan. En ik was er eigenlijk blij om, -want ik was zóó slaperig en vermoeid, dat ik al sliep, vóórdat ik -nog goed en wel onder de dekens lag.</p> - -<br> -<br> -<hr width="25%" align="center"> - -<br> -<br> -<br> -<br> -<a name="chapter05"></a> -<h3 align="center">HOOFDSTUK V.</h3> - -<p>Den volgenden dag vertelde Daan ons zijn geheim. Ik zal het maar net -zoo overschrijven als hij het zei, dat is gemakkelijker. Hij was de -rivier langs gegaan, om visch te vangen. Hij begon met deze -bekentenis:</p> - -<p>"Den eersten dag trof ik het heel slecht. Daarom ging ik gisteren -verder de rivier langs. En daar vond ik een heerlijk, rijk beschaduwd -plekje, waar je de visschen letterlijk zag spartelen van ongeduld, om -bij je te komen. Zij beten flink toe, en het ging puik! D'r waren ook -wel kleintjes bij, maar ik had toch in een oogenblik mijn mandje vol. -Nu kwam het er op aan, ze aan den man te brengen, en ik besloot, op -mijn terugweg naar huis bij eenige boeren aan te loopen, en te zien, -of die ze van mij koopen wilden.</p> - -<p>Ik vond al spoedig een groote boerderij, en liep er zoo snel mijn -beenen mij maar dragen konden, heen. Juist was ik het huis genaderd, -toen ik een ouden heer in een tuinstoel zag zitten, die uit een -groote pijp dampte. Ik nam mijn pet voor hem af; hij hield mij -staande en vroeg me, wie ik was.</p> - -<p>"Ik ben vischkoopman," zei ik. "Ik zou zeggen, uw keukenmeid zal wel -wat visch van me willen koopen."</p> - -<p>Hij staarde me aan alsof ik een chimpansee was.</p> - -<p>"Maak je mand maar es open," zei hij. Met trots toonde ik hem de -vangst. Weer staarde hij mij aan.</p> - -<p>"Waar heb je die visch gevangen? In welk gedeelte van de rivier?"</p> - -<br> -<center><img src="images/16_vissen.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:413px;"></center> -<br> - -<p> -Ik legde het hem uit. "Ik heb alleen vandaag maar geluk gehad; ik -denk, dat ik eerst naar 't verkeerde plekje ben geweest. Voor zestig -cent laat ik u het gansche zoodje, meneer. Prachtig en frisch, pas -gevangen!"</p> - -<p>Hij lachte. "Wie heeft je tot vischboer aangesteld?"</p> - -<p>"Ikzelf. Ik tracht een eerlijk centje te verdienen, om een ezel te -kunnen koopen." Toen vertelde ik hem ons plan. Hij vond het zóó -vermakelijk, dat hij dadelijk z'n beurs trok, mij een halven gulden -gaf en zei: "Daar, breng de visch maar in huis, en breng mij morgen -weer zoo'n mandje vol."</p> - -<p>Ik danste van blijdschap naar de boerderij, en gaf mijn visch af, -doch aan de deur stond een knecht, die mij ook al vroeg, waar ik die -visch vandaan had. Ik vertelde het hem. "Het is een geluk, dat Morris -je niet gesnapt heeft," zei hij; "dat is juist privaat bezit van -onzen meneer, en hij vervolgt iedereen, die zich op zijn terrein -waagt."</p> - -<p>Ik zei niets, vertrok, en gevoelde mij verre van prettig gestemd. Ik -begreep nu, waarom die ouwe heer zoo gegrinnikt had, maar ik was niet -van plan, domme dingen te doen, ging dus naar hem toe en zei hem, dat -ik hem z'n halven gulden kwam terugbrengen. "Ik heb bemerkt, -mijnheer, dat het uw eigen visch is," zei ik. "Het spijt mij, dat ik -op uw eigendom heb gevischt, ik zal het niet weer doen."</p> - -<p>"Hier," zei hij, "je houdt wat je hebt verdiend. Wij zullen zien, of -je daar niet met een vischacte van mij kunt visschen. Het overkomt -mij niet vaak, dat ik mijn eigen visch kan koopen. Vroeger mocht ik -ook dolgraag visschen, maar mijn jicht laat het niet meer toe."</p> - -<p>"Nu, als u het goedkeurt, dat ik het geld behoud, zal ik het graag -aannemen. Maar in uw vischwater zal ik niet meer visschen, uw -opzichter zou mij kunnen betrappen. Ik ben u zeer dankbaar, goeden -middag, mijnheer!"</p> - -<p>Ik nam weer mijn pet af, en ging heen; hij lachte als om een grap, -maar ik behield den halven gulden.</p> - -<p>Toen zei ik: "Maar Daan, dan schijn je toch niet veel beter dan wij -allen, want jij vangt visch, die niet aan jou toebehoort."</p> - -<p>"Ja, maar ik doe het niet meer," zei Daan snel. "Ik ga niet weer naar -dien ouden heer. Ik zal het mijlen verder wel weer beproeven. Ik -weet, dat vader op een deel der rivier ook vischrechten heeft."</p> - -<p>"Wie is die oude heer?" vroeg ik.</p> - -<p>"Hij is de graaf van Benton, hij heet Generaal Walton. Hij vroeg mijn -naam niet, dat bewijst zijn voornaamheid." "En je zei eerst, dat hij -vroeg wie je was," zei Alex.</p> - -<p>"Jawel, hij bedoelde mijn beroep," zei Daan deftig. "Heeren vragen -niet iedereen naar hun naam, dat is niet naar den vorm."</p> - -<p>"Welnu, nu alle geheimen onthuld zijn, zal ik jelui het mijne -vertellen," zei Alex. "Ik heb hard gewerkt en meer uitgevoerd, dan -jelui allemaal samen." Wij lachten hem allen uit. "Goed," zei Alex, -"vraag het dan maar aan den ouden Cummins. Hij vertelde aan vader, -welk een drukke week hij voor zich had met het hooien, en dat hij -één mannetje te kort kwam, en hoe moeilijk het was, hulp te krijgen.</p> - -<p>Maandagmorgen vroeg ging ik naar hem toe en zei hem, dat ik werken -zou als de beste, als ie me maar betaalde; 't slot van de zaak was, -dat hij me het loon van een halfwas knecht zou geven, nadat ik hem -verteld had, waarvoor ik het geld noodig had. Zoo ging ik aan den -arbeid, en Vrijdag krijg ik m'n loon: dan hoopt hij al het hooi -binnen te hebben."</p> - -<p>Wij hadden wel eerbied voor Alex' plan. Maar wij hadden nog meer -eerbied voor den afstand, die ons scheidde van het oogenblik, dat we -geld genoeg zouden hebben. Eensklaps dacht ik aan een ander plan, en -ik ging spoedig naar juffrouw Tapson, om haar meening erover te -vragen. Mijn doel was, om elken Dinsdag een mand met groenten aan Bob -mee te geven, en dan juffrouw Dutton ze te laten verkoopen. Juffrouw -Tapson vond het een heel goed idee; ik ging weer gauw naar huis -terug, en vroeg vader, of hij het goed vond; hij zei ja, tenminste -zoolang Baldwin mij kon geven, wat wij uit onzen tuin te missen -hadden.</p> - -<p>Toen waren we allen een beetje uit ons doen; alle geheimen waren nu -onthuld, en wij houden juist zoo van geheimen. De volgende week -beginnen de lessen weer.</p> - -<p>Niet weinig schrok ik, toen Lena den volgenden middag naar me toe -kwam gehold en zei: "O, Griet, ik zit vreeselijk in de rats, toe, -help me!"</p> - -<p>Lena komt altijd naar me toe, als ze wat bijzonders heeft uitgehaald, -en dat doet ze altoos, als ze niets te doen heeft. Zij vertelde me -nu, dat ze, bij het hek aan 't spelen zijnde, het meisje had zien -voorbijrijden, dat ik den vorigen dag in het mooie dogkarretje had -gezien. Het meisje moest in juffrouw Ribbon's winkel wezen, en daar -ze alleen was, moest ze haar paardje los laten staan. Lena ging er -heen, en toen, zonder over de gevolgen na te denken — Lena denkt -nooit na, als ze iets gaat doen — sprong zij in het karretje, en -reed er het dorp mee in.</p> - -<p>"Het was alleen maar uit de grap, Grietje," zei ze; "ik wilde binnen -twee minuten weer terug zijn, en ze zou er niets van hebben gemerkt, -maar ik gaf het paard een tikje met de zweep, en het ging er van door -als de wind en ik kon het niet meer tot stilstaan brengen. Toen ik -dat gewaar werd" — hier knipte Lena boosaardig met de oogen, — "had -ik eerst dol veel schik. Wij vlogen erlangs en toen we te Cross Glen -kwamen, draaide het paard een groote poort in! Toen werd ik angstig, -want ik wist, dat onze baron daar woont zooals vader mij verteld -heeft. Op zoo'n groot heerenhuis, Griet! Zoodra we de plaats waren -opgereden, hield de pony stil; een huisknecht kwam de stoep af, en -keek verbaasd rond, toen hij me zag.</p> - -<p>"Waar is juffrouw Clara?" vroeg hij.</p> - -<p>Ik klom snel uit het karretje, en zei: "Zij was bij ons in den -winkel, en toen is het paard met mij weggerend." O, wat was ik -beangst, Griet; ik vloog de laan uit, en verborg mij achter struiken, -opdat niemand me zien zou. Eindelijk kroop ik te voorschijn, klom -over een heg, en kwam zoo weer op den landweg terecht. Wat ben ik -warm en moe!"</p> - -<p>"Maar Lena, wat is dat een leelijke streek van je! Waar is het meisje -nu?"</p> - -<p>"Ik weet het niet. Ik denk, dat ze naar huis is gewandeld. Toe Griet, -ga 's gauw naar juffrouw Ribbon, en vraag het eens even. Ik hoop nog, -dat ze niet zullen ontdekken, wie het gedaan heeft."</p> - -<p>"Ga zelf," zei ik boos. Toen sloeg Lena haar armen om mijn hals. -"Lieve Grietje, toe, ik houd zoo van je. Hè toe, ga jij nu even! -Iedereen weet wel, dat jij er geheel buiten staat."</p> - -<p>Ik ging, en vond juffrouw Ribbon heelemaal in de war over wat er was -voorgevallen.</p> - -<p>In één adem door vertelde juffrouw Ribbon wat er gebeurd was.</p> - -<p>"'t Gebeurt niet vaak, dat er een van de jonge dames van 't Huis in -mijn winkeltje komt. Ik stond dan ook verplet, toen ik plotseling den -pony hoorde wegrennen. Net was ik bezig, Clara een ons van Lena's -borstplaat af te wegen, en ik vertelde haar wie ze gemaakt had, toen -we eensklaps opschrikten door het wegrijden van 't karretje; beiden -vlogen we de deur uit, en daar zagen we met ontzetting Lena -wegrijden, haar lange haar als een gouden wolk om haar hoofd waaiend, -en met een snelheid als van een automobiel. Houd haar vast! gilde -Clara, zij rijdt met mijn pony weg!</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/17_locomotief.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:312px;"></center> -<br> - -<p>Maar je hadt evengoed een locomotief kunnen tegenhouden. Ik trachtte -toen de jongejuffrouw weer naar binnen te krijgen, om bij mij te -wachten. Maar zij was zóó geschrokken, en ook zóó boos, dat ze -stampvoetend van ergernis bleef staan en zei: Mijn moeder zal dat -borstplaatmeisje wel eens duchtig straffen! Toen ging ze op den weg -heen en weer loopen. En als nu Mevrouw er van hoort, zal ze nog hier -komen en mij vragen, waarom ik niet iemand bij 't paard heb gezet, en -dan zal ze 't me daarvoor ook nog lastig maken. Ik zou voor geen geld -van de wereld haar willen boos maken, want dit is haar huis en ik ben -haar huurster!"</p> - -<p>"Maar juffrouw Ribbon, wat spijt het me, dat het zoo geloopen is. -Maar u weet, hoe Lena is. De borstplaat heeft haar eenigen tijd zoet -gehouden, maar altoos haalt ze wat uit, dat verkeerd is. Denkt u, dat -de jongejuffrouw goed thuis gekomen is?"</p> - -<p>"Hoe zou ik dat weten? Ik hoorde of zag sedert niets van haar."</p> - -<p>Vol van allerlei gedachten kwam ik thuis. Voor verklikker te spelen, -vind ik verschrikkelijk. Dat is een van de dingen, die niet "in den -vorm" zijn; bluffen en liegen en klikken vind ik slecht. Maar ik wist -ook, dat vader van deze geschiedenis hooren zou, en er is niets, wat -hij meer haat, dan dingen te vernemen, die wij hem verzwegen hebben. -Hij wil, dat we altoos dadelijk onze verkeerdheden vertellen. Ik ging -dus naar Lena toe, en zei haar, dat ze naar vader moest gaan, en het -hem vertellen. Zij wou niet, en toen zei ik haar, dat ik zelf zou -gaan. Toen begon ze natuurlijk weer heel lief te doen. Juist kwam -vader binnen, toen we druk aan 't twisten waren, wie gaan zou.</p> - -<p>"Wat is er aan de hand?" vroeg hij.</p> - -<p>"Lena wou u iets vertellen," zei ik en liep daarna vlug de kamer uit. -Natuurlijk biechtte ze nu op; vader nam haar mee naar de -studeerkamer, en las haar daar eens flink de les; schreiende kwam ze -terug. Later heeft ze me verteld, dat vader haar een briefje van -schuldbekentenis had laten schrijven; zelf had hij er een aan Mevrouw -geschreven, waarin hij de toedracht der zaak meedeelde. Hij had tegen -Lena gezegd, dat hij telkens weer zich voor zijn kinderen moest -schamen, en daarop was Lena gaan schreien. Maar hij had haar gekust, -voor ze wegging; vader is dol op Lena; hij zegt altoos, dat ze hem -aan moeder herinnert!</p> - -<p>Den daarop volgenden avond, Vrijdag, waren Lena en ik in de badkamer. -Wij moesten "de groote wasch" doen, altijd een groot vermaak. Wij -vullen dan de kuip maar half, en wasschen alles, wat we maar machtig -kunnen worden. Puf hielp ons dapper. Alle kammen en borstels worden -eerst gewasschen, dan alle poppenkleeren van Lena, zakdoekjes, -halskraagjes, schortjes, en alles wat er maar vuil in huis te vinden -is. Puf bracht ons alle artikelen aan; juist had hij een wollen aapje -in 't bad laten plonsen, en stonden we te schaterlachen om z'n koddig -gezicht, toen Emma kwam binnenvliegen.</p> - -<p>"De jongedames Grietje en Lena moeten dadelijk naar de huiskamer -gaan; er is visite, en tante heeft gezegd, dat je komen moet!"</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/18_badkamer.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:228px;"></center> -<br> - -<p>"Hè, wat vervelend!" zei ik, "En wie is het, Emma?"</p> - -<p>Lena en ik stonden in onzen onderrok, vanwege het geplas met water.</p> - -<p>"Het is Mevrouw Londesburg met haar dochtertje."</p> - -<p>Lena en ik keken elkaar verschrikt aan.</p> - -<p>"Ik ga niet heen," zei Lena, "ik doe het niet."</p> - -<p>Maar Emma troonde ons mee naar de slaapkamer, waar we ons -aankleedden.</p> - -<p>"Wij moèten gaan, Lena. O kind, ik wou, dat je 't maar niet gedaan -hadt. Ik zou wel vriendin met dat meisje willen zijn." "Ik niet -graag!"</p> - -<p>Lena was boos, en zij stond maar steeds heen en weer te wiegen, toen -Emma trachtte haar het haar met den pas schoongemaakten borstel te -borstelen. "Ga weg, Emma! Ik zal ze uur aan uur op me laten wachten. -Ik ben in geen jaren klaar!"</p> - -<p>Emma ging boos weg. Toen smeekte ik Lena, om toch anders te doen; -binnen twee minuten helderde haar gelaat op — zij is nooit langer -dan 5 minuten boos — en was ze bereid, mee naar beneden te gaan.</p> - -<p>"Ik zal voorwenden, dat ik van niets afweet," zei ze; "vader is uit, -en dus kan hij het haar niet zeggen."</p> - -<p>Zoo kwamen we de huiskamer binnen; ik was heel wat meer beangst dan -Lena. Daar zat het meisje; alleraardigst zag ze er uit in haar witte -zijden jurk en witten hoed. Mevrouw was in druk gesprek met tante -Caroline. Iedereen in het dorp is bang voor Mevrouw Laura; ik begrijp -niet waarom; zij keek heelemaal niet streng, en toen ze ons zag, -barstte ze in een schaterlach uit.</p> - -<p>"Wie van jelui heeft me dat aardige briefje geschreven? Ik ben hier -gekomen, om het je te vergeven, en om je te vragen, of je morgen bij -mijn dochtertjes komt theedrinken. Wil je komen?"</p> - -<p>Lena sloeg niet eens beschaamd de oogen neer.</p> - -<p>"Ik ben het, die u vergiffenis woudt schenken," zei ze. Toen gaf -Mevrouw ons de hand, en wij gaven Clara ook een hand. Zij keek Lena -heel ernstig aan, maar glimlachte tegen mij.</p> - -<p>"Hebben jelui een kinderkamer?" vroeg ze mij.</p> - -<p>"Neen, alleen een leskamer; wil je ze eens zien?" Dadelijk ging ze -met ons mee. Wij gingen zwijgend de trap op; boven gekomen, zei Lena: -"Wil je ons bad eens zien?"</p> - -<p>Zij aarzelde even en zei toen van ja. Wij hadden heelemaal vergeten, -dat we Puf alleen hadden achtergelaten; toen we de badkamer -binnengingen vonden we hem bezig met onze oude kat en haar twee -jongen, die hij in de kuip had gezet, om ze alle drie te wasschen. De -kleine poesjes waren al bijna verdronken. Vliegens haalden we ze uit -het water, en in den angst van het oogenblik was alle stugheid -tusschen Clara en ons geweken, en begon ze al druk over allerlei mee -te babbelen. Zij vertelde ons, dat ze een tweeling was; haar zusje -heette Betty. Betty had haar voet verstuikt, en kon nu niet loopen; -de dokter had gezegd, dat ze heel lang moest blijven liggen. Puf keek -Clara eens even aan, en zei toen: "Wil je ook niet es wat wasschen? -Mijn slabbetje is heel erg vuil."</p> - -<p>Intusschen was Lena de katten aan 't afdrogen, en toen ze er wat -toonbaar uitzagen, droegen we ze naar beneden, om ze in de keuken -verder te laten drogen. Daarna lieten we 't vuile water uit de kuip -loopen, en deden er weer versch in; Clara vond het zóó verrukkelijk, -dat zij ook wou wasschen. Wij gaven haar een vuil paardedekje van Puf -en vertelden haar, terwijl ze ijverig te wasschen stond, hoe we tante -eens voor den gek hadden gehouden.</p> - -<p>Wij waschten toen een roodwollen poppejurkje; dit gaf zóó erg af in -'t water, dat ik naar beneden vloog, en tante Caroline toeriep: "Kom -u es gauw boven, Lena bloedt zoo." Tante Caroline liep zoo hard als -ze kon de trap op, en kwam doodelijk verschrikt bij 't bad. Daar zag -ze, hoe we haar voor 't lapje hadden gehouden. Clara vond de historie -allerleukst.</p> - -<p>Maar wat was ze nat geworden! Haar jurkje kon je wel uitwringen. Wij -beproefden haar te drogen, doch toen we beneden kwamen, was tante -Caroline erg boos, en zelfs Mevrouw Laura keek verstoord. Clara kreeg -Lena's beste witte jurk aan, die haar heel goed paste; tante zei -tegen Mevrouw: "Ik verzeker u, dat ik geen oogenblik gerust ben, wat -er gebeuren zal. Ik kan u niet zeggen, hoe dit me nu weer spijt." -Maar Clara zei dadelijk: "Och mama, ik vond het zoo heerlijk; ik kan -me thuis nooit zoo vermaken." Mevrouw Laura glimlachte en sprak: "Ik -kan me zoo begrijpen, juffrouw, dat u uw handen vol hebt; bij mij -moeten ze maar niet wasschen, als ze op de thee komen morgen."</p> - -<p>Mevrouw en Clara vertrokken nu per rijtuig; Lena en ik kregen droog -brood bij de thee, omdat we Clara hadden laten wasschen. Ik vind die -straf niet verdiend. Vader straft ons nooit onverdiend. Tante denkt -altijd, dat we dan beter zullen opgroeien. Maar wij denken wel eens, -dat die bijzonder goed opgevoede lui de malste menschen van de wereld -worden. En daarom zijn we d'r heelemaal niet op gesteld, zoo heel -best op te groeien.</p> - -<br> -<br> -<hr width="25%" align="center"> - -<br> -<br> -<br> -<br> -<a name="chapter06"></a> -<h3 align="center">HOOFDSTUK VI.</h3> - -<p>In groote spanning zagen Lena en ik de theevisite bij Mevrouw Laura -tegemoet. Lang voordat tante Caroline het gewild had, waren we al in -ons beste pakje gestoken. Emma bracht ons weg, en liep onophoudelijk -druk te praten over het mooie, groote huis van den baron. Ik wou, dat -ze allen bij ons in de kerk kwamen, maar dat doen ze niet; dichterbij -hebben ze een kerk, en daar gaan ze heen. Wat zullen de jongens -jaloersch op ons zijn; ik heb ze maar gezegd, dat er heelemaal geen -jongens zijn, waarna Daan opmerkte, dat een visite van louter meisjes -hem te min was.</p> - -<p>Lena was gewoon wild; ik waarschuwde haar, dat, als ze wat verkeerds -uithaalde, ik dadelijk naar huis terug zou keeren, om haar daar te -laten. Natuurlijk werd ik weer voor verwaandheidje uitgescholden, -maar dat is minder: Lena was nu niet kalm.</p> - -<p>Toen we de groote voordeur naderden, was ze o zoo schuchter, ik denk -een beetje angstig. Ikzelf eigenlijk ook wel een weinig, toen een -deftige huisknecht ons in een vestibule liet, die geheel met -schilderstukken en platen versierd was, en ons vervolgens langs -eindelooze gangen geleidde, waarna hij een deur opende, en riep: "De -jongedames van de pastorie!"</p> - -<p>Even daarna stonden we in een allerliefste kinderkamer, en kwam Clara -ons tegemoet om ons te verwelkomen. Zij bracht ons dadelijk bij 't -venster, waar Betty op een sofa lag. Zij geleek sprekend op Clara, -alleen haar gezichtje was wat smaller en bleeker. Dan was er in deze -kamer nog een vriendelijke gouvernante, Miss Tudor.</p> - -<br> -<center><img src="images/19_gouvernante.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:424px;"></center> -<br> - -<p>Onmiddellijk vroeg Lena haar, of ze nog familie was van den koning -Tudor. Miss scheen het nog al niet kwaad op te vatten; ze lachte -althans en zei, dat ze vreesde, wel geen koning in de familie te -zullen hebben.</p> - -<p>Toen trok Clara ons mee, en liet ons al haar prachtige poppenkamers -en ander speelgoed zien. Al spoedig zat Lena op den vloer en -vermaakte zich met een der poppenkamers. Inmiddels was ik met Betty -gaan praten.</p> - -<p>"Clara heeft me verteld van jelui badkamer en de groote wasch," zei -ze; "ik wou, dat ik er bij geweest was. Toe, vertel me d'r es wat -meer van." Ik ging haar nu vertellen van ons ezeltje, en hoe wij -probeerden het geld te krijgen; ze vond het allerleukst.</p> - -<p>Clara kwam naar ons toe: "Zeg, Betty, wij hebben toch zoo'n schik met -ons poppenhuis; Lena vertelt me allerlei nieuws, hoe ik er mee om -moet gaan. Wij hebben inbrekers door den schoorsteen laten klimmen, -en onder het ledikant verborgen, en" — hier ging ze fluisteren — -"als Miss meteen uit de kamer gaat, gaan we een brandje voorstellen, -en dan zijn wij brandweermannen; dan halen we de tuinslang en -bespuiten het met water."</p> - -<p>Betty's oogen schitterden, maar ik moest zien, dat spelletje te -voorkomen. Ik vertelde haar, dat wij zooiets thuis ook eens gedaan -hadden. De jongens staken toen een brandenden lucifer onder een van -de poppenbedden. 't Was o zoo aardig, maar het gansche bed vatte -vlam, en al onze poppen verbrandden. 't Was wel heel vermakelijk, het -toen te blusschen, doch net kwam moeder binnen, en wij moesten haar -beloven, zooiets nooit weer te zullen uithalen. Als we hier zoo'n -rommel maken, mogen we nooit weer komen.</p> - -<p>Lena keek me nijdig aan. "Hè, Griet, wat ben je weer vervelend, je -houdt nou ook nooit es van een grapje!"</p> - -<p>'t Is wel hard, als je voor vervelend wordt gescholden, terwijl je 't -goed bedoelt; maar ik zei geen woord meer, zoodat Lena al spoedig -haar zinnen op wat anders zette. 't Duurde niet lang of de -poppenkamer was veranderd in een kasteel, door soldaten belegerd; de -poppen werden verondersteld, te worden gevangen genomen en vermoord, -waarbij Clara en Lena een afgrijselijk geschreeuw aanhieven.</p> - -<p>Inmiddels vertelde Betty mij, hoe het voortdurend liggen op de sofa -haar vermoeide, en hoe zij ernaar verlangde, er af te mogen en de -kamer rond te huppelen. Vervolgens toonde ze me haar boeken en -speelden we een leuk spelletje, totdat de thee kwam. Wij waren toen -al de beste vrinden; Clara zei, dat er in geen mijlen zulke meisjes -als wij te vinden waren. Wij vroegen haar de namen van al de dominees -in de buurt, en van al de baronnen, en het bleek, dat zij ze allen -bij name kende.</p> - -<p>Na de thee, toen Miss Tudor de kamer verlaten had, zei Betty tegen -me: "Ik ben toch zoo blij, dat jelui niet zoo braaf bent. Ik dacht -altijd, dat kinderen van een dominee zoo heel braaf waren. En als -jelui dat waart, zou ik niet van je gehouden hebben."</p> - -<p>Ik voelde me wat vernederd en zei langzaam: "Zoo. Ja, heel goed ben -ik niet, maar ik tracht het toch te worden." Zij keek mij aan. "Maar -het is toch veel grappiger om ondeugend te zijn."</p> - -<p>"Dat weet ik niet," antwoordde ik. "Zoolang je 't bent, lijkt het -heel dapper, maar daarna is het dat lang niet."</p> - -<p>"Ik wou, dat er geen "daarna" bestond," zei Betty ongeduldig. "Dat ik -hier op die vreeselijke sofa lig, is ook een "daarna". Je weet, ik -heb mijn voet verstuikt, toen ik als een jongen in een boom wou -klimmen. Miss Tudor riep me, om er uit te komen, maar ik lachte haar -uit, klom hooger en — viel."</p> - -<p>"Verschrikkelijk," zei ik, en voegde er aan toe, terwijl ik mijn -wangen voelde gloeien: "Dat is nu precies hetzelfde, wat ik zou -gedaan hebben. Het is dan zoo akelig gemakkelijk, zoet te wezen."</p> - -<p>"Ik houd ervan, flink ondeugend te wezen," sprak Betty met trots.</p> - -<p>"Ik wou, dat je vader kende," zei ik. "Hij gunt ons zooveel mogelijk -pleizier. Vaak zegt hij tegen tante Caroline: Een losse teugel, -tante, voor mijn jonge wildebrassen, en zoo weinig mogelijk bevelen -en regelen als 't maar kan. Dat zal ongehoorzaamheid voorkomen."</p> - -<p>"Wat een lieve vader!" riep Betty.</p> - -<p>En ik ging voort: "Hij zegt, dat als wij Gods geboden gehoorzamen, -wij ook de zijne zullen opvolgen. Toen ik nog een klein meisje was, -las ik vaak de Tien Geboden over, en ik dacht, dat ik er nooit één -van overtrad. Maar nu weet ik beter. Verleden Zondag noemde vader ons -drie geboden: Kom, ga, doe."</p> - -<p>Betty luisterde met aandacht. "Toe, ga voort. Je bent een -heerlijkerd; 't eene oogenblik brul je van 't lachen en 't andere hou -je een preek."</p> - -<p>Ik vertelde haar nu, zooveel als ik nog wist van vaders preek. "Zoo -doet een trouwe knecht. In onze kerk ligt een ridder begraven, die -altoos trouw en altoos bereid was. Vader zegt, dat hij dat ook wil -wezen, en natuurlijk is hij het ook, en als ik er maar veel om denk, -tracht ik het ook te wezen."</p> - -<p>"Vergeet je het dan zoo gauw?"</p> - -<p>"Bijna altoos," antwoordde ik zuchtend.</p> - -<p>In dit gesprek werden we gestoord door Lena en Clara. Ze wilden zich -verkleeden. Wij gingen dus naar Clara's slaapkamer en trokken -allerlei malle kleeren aan. Daarna keerden we terug naar Betty. Clara -stelde een oude bedelares voor; Lena moest een Indiaan verbeelden, -terwijl ik een deftige Amerikaansche dame voorstelde.</p> - -<br> -<center><img src="images/20_dame.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:409px;"></center> -<br> - -<p>Allemaal deden we verhalen aan Betty, en zeiden, uit Engeland te zijn -gekomen, omdat we gehoord hadden, dat ze zoo rijk en goed was. -Vervolgens kondigde Lena een Indiaanschen dans aan; zij klauterde op -de tafel, en tolde als een dolle rond, zoodat Betty tranen van 't -lachen kreeg.</p> - -<p>Toen deze voorstelling was beëindigd, werd ons meegedeeld, dat Emma -gekomen was, om met ons weer naar huis te gaan. Wij namen afscheid -van elkaar; Clara en Betty vroegen ons, toch vooral weer te komen. -Wij vonden het heerlijk, en Lena zei, toen we thuis kwamen: "Nu zie -je es, hoe goed het was, dat ik er met den pony vandoor ging, want nu -hebben we beste vriendjes in Clara en Betty." Toen wij thuis kwamen, -vonden wij de jongens druk bezig met het tellen van hun geld. Daan -had 65 cent gemaakt voor gevangen visch, die hij bij drie -verschillende boeren had verkocht, en Alex had f1.80 verdiend bij -Cummins; deze had hem 30 cent per dag gegeven voor zijn hulp bij 't -hooien. Met de noodige plechtigheid verklaarde Alex: "'t Is verdiend -in het zweet des aanschijns; maar het is ook alles, wat ik kan -verdienen, want er wordt nergens meer gehooid nu. En de volgende week -moeten we ook weer naar school."</p> - -<p>Oversecuur telden we allen ons geld nog eens na; 't was nog lang niet -genoeg, om er een ezel voor te koopen, maar wij hadden alle hoop, er -nog heel wat bij te verdienen. Lena kon doorgaan met het maken van -borstplaat, en ik met het plukken van bloemen, en het zenden van -groenten naar de markt. Daan kon voortgaan met zijn visscherij. -Alleen voor Alex moest fluks een ander plan bedacht worden.</p> - -<p>"Niet noodig!" zei hij. "Ik heb harder gewerkt dan jelui allemaal -samen. Ik heb mijn aandeel geleverd."</p> - -<p>"Eén gulden en tachtig cents is niet veel," merkte ik op. Alex begon -korzelig te worden en zei: "'t Zit 'm niet in de hoeveelheid, 't zit -'m in de waarde. Deze 36 stuivers vertegenwoordigen een zeer zwaren -arbeid. Wat zou je meer op prijs stellen als verjaarsgeschenk: een -boek, dat je zoo maar koopt en weer weggeeft, of een boek, waarvoor -een jaar lang gespaard is, en de krachten van wie het kocht, bijna -heeft uitgeput?"</p> - -<p>Ik was onder den indruk van deze redevoering, maar Daan heelemaal -niet. "Je bent een lui stuk mensch," zei hij; "ik weet heel goed, dat -je den halven dag in 't land lag, en frissche dranken kreeg."</p> - -<p>Maar Alex meende een week rust noodig te hebben; daarna zou hij een -nieuw plan aanvatten. "Mijn lichaam is zoo vermoeid, dat ik niet -denken kan; maar ik beloof je, dat mijn nieuwe plan niet minder -aardig zal wezen dan dat van jelui."</p> - -<p>De Zaterdag met z'n zangoefening in de kerk kwam weer aan. Juist was -ik aan 't zingen, toen ik ineens dacht aan vaders preek: Semper -fidelis, semper paratus. Ik dacht erover, wat vader nu wel van mij -zou wenschen. Maar ik had den moed niet, om het te doen; Daan zou mij -uitlachen m'n leven lang. Maar toen ik naar bed ging, bad ik tot God, -of Hij mij zóó moedig wilde maken, dat ik het doen durfde.</p> - -<p>Zondagmorgen vond ons allen aan 't ontbijt. Tante Caroline staat -gewoonlijk al vóór ons van tafel op, omdat ze naar de Zondagsschool -moet. Ook nu zou ze juist weer heengaan, toen Daan eensklaps -opsprong, met rood gezicht haastig z'n kopje thee leegslurpte, en -zei: "Tante, ik ga met u mee naar de school. Ik zal de klasse der -kleintjes nemen." Tante nam het heel kalm op, maar voor onze ooren -was het, of het onweerde.</p> - -<p>"Ik heb al zoo vaak er op aangedrongen, dat een van jelui me helpen -zou," zei tante. "De arme kleintjes begrijpen mijn onderwijs aan de -ouderen nog niet."</p> - -<p>Daan ging de kamer uit. Alex sloeg z'n oogen ten hemel, hief z'n -handen op en riep: "De hemel komt naar beneden!" Lena begon te -giegelen. "Stel je voor: Daan de kleintjes aan 't onderwijzen! Hij -weet ze niets anders te zeggen dan "goede vormen"."</p> - - -<p>Ik gevoelde mij als aan den grond genageld. Als ik dàt geweten had! -Dat was nu de jongen, van wien ik vreesde, dat hij mij uit zou -lachen, als ik deed, wat hij nu doet! Ik liep den tuin in, en -schreide eens goed uit. En o, hoe bewonderde ik Daan nu! Altijd doet -hij de dingen zoo onverwacht. Nooit praat hij er over, en je zou -denken, 't kan hem niet schelen ook, maar plotseling komt ie uit z'n -rust, gaat heen, en doet het. Ik zou zoo graag als hij wezen.</p> - -<p>"Wat zal ik een pret hebben over die zuigelinglessen," zei Alex, toen -we samen naar de kerk gingen. "Neen, dat mag je niet," zei ik, "want -het is heel goed, wat Daan gaat doen. Verleden Zondag heeft vader er -nog over gepreekt. Ik had het ook willen doen, maar ik was bang, dat -jelui me zouden uitlachen. En nu is Daan me vóór geweest. Heusch -Alex, onder het ontbijt dacht ik elk oogenblik het te zullen zeggen, -maar zie, ik kwam net te laat."</p> - -<p>Alex keek me een beetje scheef aan, maar zei niets; en toen we Daan -bij het middageten weer zagen, zei geen van ons wat tegen hem; wij -deden, alsof er niets gebeurd was. Ik bewonder Daan, als hij zoo -doet, want hij zegt nooit, dat hij iets goed doet. En om elkaar te -zeggen, dat je iets goed doet, vind ik verkeerd, lijkt me zoo -verwaand.</p> - -<p>En nu moet ik vertellen van Maandagmorgen, en van de groote -verrassing, welke ons toen te beurt viel. Puf had al telkens gezegd, -dat hij iederen dag een brief van God verwachtte, met het geld voor -een ezel erbij. Elken morgen klampte hij den brievenbesteller aan. 't -Zal den man wel raar in de ooren geklonken hebben, toen Puf hem -vroeg: "Weet u wel zeker, dat er geen brief voor mij bij is, want ik -verwacht er een van God; het moet een heele zware brief wezen."</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/21_brief.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:189px;"></center> -<br> - -<p>Dezen Maandag bracht hij de brieven weer binnen, en toen vader ze -nakeek, zei deze plotseling: "Is hier een mijnheer George -Marjoribanks in de kamer?" "Dat ben ik!" riep Puf, en danste in de -grootste opwinding om de tafel. "Laat mij hem zelf openmaken!" Hij -kreeg den brief in z'n handjes. "Maak 'm nu maar open," zei vader, -ook wel 'n beetje nieuwsgierig. Puf maakte hem open: er zaten drie -postbewijzen in, en een velletje papier, waarop geschreven stond:</p> - -<pre class="indent10">"Van grootmoeder. Voor een ezeltje."</pre> - -<p>En elk van de postbewijzen was f12.— groot.</p> - -<p>Wij konden onze oogen niet gelooven. Grootmoe geeft ons zelden geld -— alleen op verjaardagen. Ik vermoedde natuurlijk al dadelijk, dat -tante Caroline haar verteld zal hebben, hoe vurig Puf er om bad. Pufs -gezicht was een portret waard, toen hem werd uitgelegd, hoe de zaken -nu stonden. Zijn oogen straalden van blijdschap; hij zette een borst -op en zei: "Natuurlijk. Ik begrijp heel goed, wat er gebeurd is. -Vader zegt, dat God geld aan sommige menschen geeft, om er goed voor -te zorgen. Hij heeft het Zelf te druk gehad, om het te zenden, en -daarom droeg Hij oma op om het te doen."</p> - -<p>"Ik geloof, dat je de waarheid zegt, Puf," sprak vader, terwijl hij -hem kuste op z'n heerlijken kroeskop. Puf keek met verrukte blikken -om zich heen. "Mijn plan is het beste geweest van ons allen," juichte -hij.</p> - -<p>Wij waren te verrast, om te spreken. Vader sprak zachtjes: "Want -derzulken is het Koninkrijk Gods."</p> - -<p>Toen, na nog even stilte, barstten we allen uit in een blij gejuich. -Het ezeltje was zoo goed als gekocht, en we konden zelfs nog wel geld -over houden. Daan zei al dadelijk, dat dat dan wel kon dienen voor -een zadel, maar vader zei, dat we voor die 36 gulden en wat we al -reeds hadden; allicht wel een ezeltje en een tweede-hands wagentje -konden koopen. Maar vader schat de dingen altijd goedkooper dan ze -zijn.</p> - -<br> -<br> -<hr width="25%" align="center"> - -<br> -<br> -<br> -<br> -<a name="chapter07"></a> -<h3 align="center">HOOFDSTUK VII.</h3> - -<p>En nu: waar kunnen we een ezel koopen?</p> - -<p>Ziedaar de groote vraag, welke ons allen bezig hield, toen we op een -pufwarmen middag ons hadden neergevleid onder de boomen langs het -grasveld. Behalve Puf, die nog niet tot bedaren gekomen was en -telkens opsprong om vlinders na te jagen.</p> - -<p>Alex opende de debatten, kriebelde Lena met een grassprietje in haar -oor en zei: "Je ziet nog wel es veel ezels zoo grazen, maar ik heb er -tot nu toe nog niet zoo bijzonder op gelet."</p> - -<p>"Laten we naar juffrouw Ribbon gaan, en haar vertellen, wat we noodig -hebben," stelde ik voor, en begon alvast te zingen:</p> - -<pre class="indent10"> - Wie hier eens komt, die komt terug, - Die wordt geholpen, goed en vlug. -</pre> - -<p>"Zij zal er een uit haar dierenverzameling halen," zei Daan, "en dan -zal 't niet veel moois wezen, dat verzeker ik je. Neen, de eenige -lui, die werkelijk goede ezels hebben, dat zijn de zigeuners, en die -moeten we vóór alles zien te vinden."</p> - -<p>"Hoera!" riep Alex uit, "we gaan een zigeunerkamp bezoeken." En Lena -voegde erbij: "Juffrouw Ribbon zal ons wel zeggen, waar er een is."</p> - -<p>"Wacht es even," zei Daan, "we kunnen het best zelf uitvinden, waar -ze zitten, evengoed als de politie. Laat mij maar begaan."</p> - -<p>"Nou ja, maar we kunnen toch evengoed eerst es bij juffrouw Ribbon -gaan hooren," meende ik.</p> - -<p>Aldus werd besloten; we sprongen allen overeind en draafden naar het -"dorpsmagazijn". Er stonden juist twee vrouwen af te rekenen, maar -toen ze ons zagen, gingen ze heen, en spoedig had ons clubje den -ganschen winkel gevuld, natuurlijk Puf vooraan. O, wat was het er -snikheet! De vliegen zaten overal op, en juffrouw Ribbon zag er uit, -alsof ze zoo van een wilde vliegenjacht kwam, natuurlijk kwamen de -vliegen nu ook nog op haar gezicht af, alsof het met stroop besmeerd -was. Met haar zakdoek trachtte ze de lastige dieren op 'n afstand te -houden. Niettemin glimlachte ze, zooals altijd en onder alle -omstandigheden.</p> - -<p>Daan nam eerst het woord en zei alsof het een bestelling gold: "Wij -wilden een zigeunerkamp hebben." Juffrouw Ribbon keek hem versteld -aan, maar glimlachte alweer spoedig; zij houdt van een grap, en -daarom wij ook van haar.</p> - -<p>"Hoeveel geld heb je daarvoor beschikbaar? Ze zijn duur, jongeheer -Daan!"</p> - -<p>"O, dat komt later wel terecht, als u er ons maar aan een helpt," zei -Daan.</p> - -<p>"Een zigeunerkamp is een flinke bestelling," zei juffrouw Ribbon -nadenkend. "Maar je moet me eens wat nader zeggen, wat je bedoelt. -Hoeveel zigeuners moet je hebben? Of is de bedoeling een kamp -alleen?"</p> - -<p>Wij zagen, hoe ze lachte. Maar Alex zei nog eens uitdrukkelijk: "Dat -zou nu de eerste keer worden, dat we hier tevergeefs kwamen. Neen, -juffrouw, we moeten een compleet kamp hebben, met levende zigeuners -erin."</p> - -<p>"Maar groote goedheid, kinderen, ik verkoop alleen dingen, die de -menschen kunnen koopen. Levende zigeuners zijn niet te koop in dit -Christelijk land."</p> - -<p>Wij begonnen terrein te verliezen, juffrouw Ribbon is ons te knap af. -Toen zei Daan met potsierlijke verontwaardiging: "Wij zullen het -onthouden, juffrouw. Wat wij wilden koopen was de inlichting over een -zigeunerkamp. Maar we zullen u verder niet lastig vallen."</p> - -<p>Allen verlieten we den winkel, 't hoofd in den nek als vertoornde -klanten.</p> - -<p>"'t Zal haar wàt spijten, dat ze ons niet heeft geholpen," zei Daan. -We gingen dadelijk weer naar huis. Daar schreef Daan, op een groot -vel van vaders preekenpapier, zoo mooi als hij kon:</p> - -<pre class="indent10"> - "Onmiddellijk inlichtingen gevraagd - naar het naastbijgelegen zigeunerkamp. - Gedurende één week in te zenden - aan de pastorie. -<span style="float: right;">Daniël Marjoribanks."</span> -</pre> - -<br> -<center><img align="right" src="images/22_mijlpaal.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:235px;"></center> -<br> - -<p>Toen was de vraag: Waar zullen we dien brief brengen? We waren 't er -allemaal over eens: niet bij juffrouw Ribbon. Daan had een mooi idee. -Bij den kruisweg, juist aan 't begin van ons dorp, staat een groote -mijlpaal. Wij namen een beetje lijm mee en gingen er heen. Onderweg -zei ik tegen Daan: "Je zult er nog een belooning voor moeten geven." -Daar had hij niet aan gedacht, maar vlug krabbelde hij nog op den -brief: "De aanbrenger zal goed beloond worden." Zoo hoog als wij -erbij konden, werd het papier tegen den paal geplakt, en daarna -keerden we weer naar huis terug. Na de thee ging Daan nog twee keer -kijken, of de lijm wel goed hield. Den tweeden keer zag hij, dat er -twee mannen en een jongen bij stonden te lezen. "Ik hield me weg," -vertelde hij; "ik kroop achter een heg. Zij schenen er veel belang in -te stellen."</p> - -<p>"Ik geloof, dat we beter gedaan hadden, met naar een ezel te vragen," -merkte ik op. Maar de jongens moesten daar niets van hebben. "Dat -zigeunerkamp is juist de grap!" schreeuwde Daan. "Misschien zijn er -in Lincolnshire niet eens zigeunerkampen," zei Lena.</p> - -<p>Dat hadden we nog niet overdacht. En dus gingen we op nader onderzoek -uit. Vader werd aangeklampt om ons daar wat meer van te vertellen. -Hij vertelde ons, dat hij eens zoo'n kamp had bezocht, toen daar een -man ziek was geworden. Wij vertelden vader echter niet, waarom wij -onze vraag deden, maar Puf wilde weten, of ze ook jongens en meisjes -stalen.</p> - -<p>Den dag daarna kwam er een jongen aan de achterdeur en vroeg Daan te -spreken. Gelukkig was hij thuis, want den volgenden dag begonnen de -lessen weer. Zeer gejaagd kwam Daan aanloopen. De jongen vertelde: -"Ik heb dien brief gelezen. Boer Brown, aan den weg naar Lemworth, -laat altijd zigeunertroepen op een stuk land bij z'n boerderij -uitrusten. In deze maand komen ze gewoonlijk, omdat ze dan naar de -Lemworthsche kermis gaan, en die is vandaag over een week."</p> - -<p>"Sjonge, dat treffen we!" riep Alex. "Hoeveel heb je hem gegeven?"</p> - -<p>"Dertig centen. Dat vond ie heel best. Ik zal het natuurlijk uit onze -ezelkas betalen."</p> - -<p>"Ik wou, dat we nu morgen dien ezel maar kochten, dat lange wachten -is nergens goed voor," vond ik.</p> - -<p>Maar de jongens vonden, dat het wel een week uitstel waard was, om -een echten ezel te kiezen uit een echt zigeunerkamp. En toen begonnen -de lessen; alle dagen waren de jongens weg. Lena en ik kregen 's -morgens les van tante Caroline, en Puf verbeeldde zich dat ook maar. -De middagen hadden we voor onszelf, maar dan was er altijd wel wat -naar een zieke te brengen, of andere boodschappen.</p> - -<p>Op zekeren dag hoorde vader mij brommen, omdat ik zoo graag een nieuw -leesboek uit de school-bibliotheek wou lezen, en tante me toen een -boodschap wilde laten doen, terwijl ik pas voor haar was weggeweest. -Vader schudde zijn hoofd, en zei: "Semper paratus! Grietje, zoo wordt -je niet een goede dienstmaagd."</p> - -<p>"Maar ik ben de meid van tante Caroline niet," flapte ik eruit.</p> - -<p>"Ik dacht, dat je een van Christus' dienstmaagden waart," sprak vader -ernstig. "Jou kleine dagelijksche werkzaamheden zijn de plichten, die -Hij je oplegt, Je kunt niet Zijn dienst scheiden van den dienst hier -in huis, het zijn dezelfde plichten. Denk je wel altijd aan Zijn -bevelen, kind?"</p> - -<p>"Ik vergeet het zoo vaak," zuchtte ik.</p> - -<p>"Een ontrouwe dienstmaagd is zulk een teleurstelling voor Jezus," -sprak vader zacht.</p> - -<p>Toen begon ik te schreien. Ik kon er niets aan doen.</p> - -<p>"Ik geloof niet vader, dat ik ooit een trouwe, gewillige dienstmaagd -zal worden."</p> - -<p>"Waarom niet? Deze boodschap van je tante was een oproep tot <i>gaan</i>, -nietwaar?"</p> - -<p>"Ik denk van wel," fluisterde ik.</p> - -<p>"Geloof je zelf, dat je in Christus' dienst bent?" vroeg hij me.</p> - -<p>"Ik hoop van wel, vader. Ik wil Hem dienen, omdat Hij voor mij -gestorven is, en ik heb Hem lief, maar niet zóó, als het moest -wezen. Ik denk, dat het <i>komen</i>, waarover u preekte, heel wat -gemakkelijker is, dan het <i>gaan</i>. En wat het <i>doen</i> betreft, ik heb er -niet eens over gedacht. En, vader, het spijt me toch zoo, dat ik die -Zondagsschoolklas niet heb genomen; Daan was me net voor."</p> - -<p>"Elken dag, Grietje, moet je zoowel komen als doen. Het eerste wat -een knecht des morgens doet, is zijn heer om orders vragen. Heb je -van morgen den Heer om Zijn bevelen gevraagd?"</p> - -<p>"Neen vader," zei ik, "ik heb mijn gebed vanmorgen afgeraffeld, omdat -ik te laat op was."</p> - -<p>"O, maar dàt is de oorzaak van je ontrouw. Ik ben in mijns Meesters -dienst al heel wat jaren meer, dan gij Grietje. Als ik beproef Zijn -bevelen uit te voeren, zonder Hem steeds te bidden, dan geraak ik -dadelijk in moeite. Den ganschen dag, en elken dag is het "komen" en -"gaan"."</p> - -<p>Vader ging heen, ik bleef in nadenken verzonken staan, en beloofde -mijzelf in stilte, dat ik trachten zou, nooit meer te mopperen, al -werden mij honderd boodschappen per dag opgedragen.</p> - -<p>Ons plan, om op de kermis van Lemworth te gaan kijken naar een -ezeltje, vond vader niet goed. De jongens vroegen hem toen, of we -Zaterdag een langen dagmarsch mochten gaan maken; we zouden dan ons -twaalf-uurtje meenemen, en zien, of er ook zigeuners te vinden waren, -die een ezel voor ons te koop hadden.</p> - -<p>Vader vond dit goed, maar zei erbij, dat we slechts inlichtingen -mochten vragen; het koopen van een ezel moesten we aan hem overlaten.</p> - -<p>Wat duurde het lang, voor 't Zaterdag was! Eindelijk was de -langverwachte dag er, en dadelijk na 't ontbijt gingen we op weg. Puf -ging te keer als een wanhopige, omdat hij niet mee mocht, en tante -Caroline trachtte hem met allerlei schoone beloften tot bedaren te -brengen.</p> - -<br> -<center><img src="images/23_schutting.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:465px;"></center> -<br> - -<p>Wij begonnen met twee mijlen te marcheeren langs den kalen, stoffigen -weg; daarna klommen we over een schutting en gingen dwars over de -landerijen. Drukke gesprekken en allerlei verhalen maakten de -wandeling kort. Daan vertelde van een jongen op zijn school, met wien -hij altoos aan 't vechten is. Hij komt uit Londen, heeft een -verbeelding, alsof z'n vader hertog is, en ziet met minachting neer -op "dat gewone volk", zooals hij het noemt.</p> - -<p>"Ik vind het niet erg "in den vorm" voor zoo'n heertje om te -vechten", merkte ik op. Ik houd er van, om Daan met z'n eigen woorden -te bekampen.</p> - -<p>"Ik heb 'm als een worst in mekaar gedraaid," zei Daan. "Ik had er -zin in, met mijn vuisten er nog eens goed op te beuken. Maar ik laat -hem nog liever heelemaal links liggen, omdat hij gewone menschen -minacht."</p> - -<p>Lena vroeg: "Zouden we de zigeuners wel thuis vinden? Ze zullen -allicht naar de kermis te Lemworth zijn." Daar hadden we zoowaar nog -niet aan gedacht. We hielden even stil, om de zaak te overdenken; -inmiddels werd de lunch in 't gras gebruikt.</p> - -<p>"Alle ezels zullen toch niet naar de kermis zijn," zei ik. "Hebben -zigeuners wel altijd ezels?" vroeg Lena. "Och, hou toch op en doe -niet van die malle vragen," zei Daan verstoord.</p> - -<p>Na nog een heelen tijd te hebben geloopen, kwamen we bij de boerderij -van Brown, en daar vonden we tot onze blijdschap een kamp, een vuile -tent, en een troep kinderen, die er bij speelden. Een zwart-uitziende -vrouw was bezig met kleeren wasschen in een groote braadpan. Maar -ezels waren er niet te zien; slechts een oud wit paard liep er te -grazen.</p> - -<p>"Ik vrees, dat ze naar de kermis zijn," fluisterde Alex. "Toe Daan, -ga es heen en groet die vrouw es."</p> - -<p>Daan kan dat altijd heel netjes; de lui op 't dorp mogen hem graag, -omdat hij zoo netjes z'n pet kan afnemen. Hij ging recht op de vrouw -af, en groette met z'n stroohoed.</p> - -<p>"Morgen juffrouw, mogen wij het genoegen hebben, enkele minuten met u -te spreken?" Zij trok haar handen uit de braadpan en staarde ons aan, -of we wilde dieren waren. Daan ging voort: "Ik weet niet wie -de .... baas van dit kamp is, maar ik zou hem graag over zaken -spreken."</p> - -<p>"Houdt je me voor den mal?" vroeg de vrouw ruw.</p> - -<p>"We meenen het allemaal ernstig," zei Daan. "U moet weten, wij willen -een ezel koopen, en wij meenden, dat u er wel een te koop zoudt -hebben."</p> - -<p>De vrouw lachte, en riep daarna: "Jim! Kom es hier en vertel dien -jongens es, dat ze aan 't verkeerde adres zijn voor ezels."</p> - -<p>Een man, een echte zigeuner, kwam langzaam aanslenteren. Hij droeg -groote blinkende knoopen aan jas en vest en broek, had een grooten -geelrooden zakdoek om z'n hals en een zwaren ring aan een der -vingers.</p> - -<br> -<center><img src="images/24_zigeuner.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:456px;"></center> -<br> - -<p>"Wij doen niet in ezels!" zei hij, terwijl hij aan een groote pijp -trok en ons met loerende oogen bekeek. "Hoeveel heb je er voor over?"</p> - -<p>"Dat zal vader wel behandelen," zei Daan met beslistheid. "We moeten -een goeden, vluggen ezel hebben, een die loopt als de wind, en wij -wenschen hem Maandagavond na zes uur aan de pastorie te Warlington te -hebben, om 'm te bezien. Kan ik daarop rekenen?"</p> - -<p>Daan doet altijd zaken, als was hij een koopman van zessen klaar. -Maar wij waren toch allen teleurgesteld, dat wij nu niet één -ezeltje te zien kregen. Intusschen sloop Lena wat verder het kamp in, -kwam weer terug en vroeg aan de zwarte vrouw: "Laat mij eens uw -woning van binnen zien; ik zou ook wel in zoo'n kamp willen wonen."</p> - -<p>De vrouw vond het goed en ging ons voor; Alex ging mee, en Daan bleef -met den man praten. De wagen zag er van binnen wat aardig uit. Aan -den wand hingen schilderijtjes, platen en helder geschuurde pannen; -maar lekker rook het er niet. Lena vond het er verrukkelijk en zei: -"Zeg u es — we zullen 't aan niemand verklappen — maar is het waar, -dat jelui kleine kinderen stelen, of staat dat alleen in de boeken?"</p> - -<p>De vrouw moest hardop lachen. "Wou je een tijdje met ons mee op reis, -juffie?"</p> - -<p>"O, dolgraag, maar slechts voor een paar weken, in de vacantie. Ik -geloof, dat het heerlijk is, gestolen te zijn!" De vrouw schudde haar -hoofd. "Kinderen geven meer kwelling, dan ze waard zijn; die wij -hebben, zijn al meer dan genoeg," zei ze.</p> - -<p>Lena was geheel uit 't veld geslagen. Alex vroeg haar, of ze wel -waarzeggen kon. Ze schudde van neen. Maar — zeiden we haar — dan -kun je ook geen echt zigeunerkind wezen.</p> - -<p>Toen we den wagen weer verlaten hadden, riep Daan ons. "De zaak is al -in orde," zei hij; "wij zullen eenige ezels thuis krijgen, om uit te -kiezen. Overmorgen komen ze; zoolang zullen we moeten wachten."</p> - -<p>Alex vroeg hem toen, of hij den zigeuner wilde vragen, dat die ons -zou verzoeken om op een avond een echt zigeunermaal te komen -bijwonen.</p> - -<p>Daan vroeg het en antwoordde ons, dat we er zelfs aan mochten -deelnemen, voor twintig cent de man. De man verzocht ons te komen den -eerstvolgenden Dinsdag, 's avonds om 9 uur. Toen zeiden we hem goeden -dag, en vertrokken.</p> - -<p>Ik weet niet, hoe dat kwam, maar we waren allemaal een beetje -teleurgesteld. Wij hadden verwacht een prachtigen ezel te zullen -zien, en met een mooi-gezadeld exemplaar thuis te zullen komen; wij -hadden gedacht, een groot, dichtbevolkt zigeunerkamp te zullen -aantreffen, met een waarzegster er bij, met mannen er bij, die ringen -in hun ooren droegen, die dansten en feest vierden, en een of ander -gestolen kind, dat achter een boom stond te huilen. Maar van dat -alles niets; niet één ezel, één kermiswagen maar, geen gestolen -kind, één man maar en ééne vrouw.</p> - -<p>Intusschen vertelde Daan ons, dat de man iemand wist, die ezels -verkocht, en dat die persoon op de kermis was. Maar hij zou hem wel -vertellen, wat wij wenschten, en dan zou die koopman ze wel brengen. -"Ik heb hem den tijd gegeven tot Maandagavond," zei hij deftig, "en -ik heb er nog een mooi plan bij bedacht. Wij zullen op den mijlpaal -aan den kruisweg een nieuw briefje plakken, waarop te lezen staat, -dat iedereen die een ezel te koop heeft, er dienzelfden avond mee aan -de pastorie moet komen." "Dat wordt een ezelen-revue!" juichte Alex, -en sprong in 't rond.</p> - -<p>Met groot verlangen zagen we Maandagavond tegemoet. Wij houden er erg -van, iets lang vooraf te weten, dan heb je altijd schik vooruit en je -wordt niet zwartgallig. Betty en Clara zeggen, dat ze haast altoos -somber gestemd zijn, daarom heb ik ze gezegd, dat ze vooral veel -plannetjes moeten maken.</p> - -<p>In een tevreden stemming naderden we ons dorp weer. Bij het spreken -over de avondpartij in 't zigeunerkamp, liet ik Daan merken, dat ik -vreesde, dat vader ons geen toestemming zou geven, om er heen te -gaan. "Nu ja," zei hij, "jelui — Lena en jij — doen ook beter met -niet te gaan. Alex en ik wel, omdat vader het ook wel eens gedaan -heeft; vader zei, dat sommigen van die zigeuners heel nette menschen -zijn."</p> - -<p>"Maar wij zouden toch graag meegaan," zei ik wat ontevreden. "Alles -wat lekker is, is nog niet verkeerd!"</p> - -<p>"Wees toch zoo'n kwast niet," zei Alex. En Lena voegde er nijdig aan -toe: "Ik ga toch, 't kan me niet schelen, wat ouwe Griet doet; als ik -er voor gestraft word, heb ik het toch al gehad!"</p> - -<br> -<br> -<hr width="25%" align="center"> - -<br> -<br> -<br> -<br> -<a name="chapter08"></a> -<h3 align="center">HOOFDSTUK VIII.</h3> - -<p>Puf was danig verstoord, toen we zonder ezeltje thuis kwamen. -Dadelijk na de thee ging Daan het nieuwe briefje aan den mijlpaal -hechten. Allen gingen we mee en hielpen hem. Hij schreef er op:</p> - -<p>"Gevraagd een eerste-klas ezel. Op bezien te zenden Maandagavond 6 -uur aan de pastorie." Erboven schreef hij nog: "Belangrijk en -spoed-eischend."</p> - -<p>Toen dat afgeloopen was, gingen we weer naar huis, en hielp ik tante -Caroline met opruimen, want het was Zaterdagavond. De zangoefening -had ze ons ditmaal geschonken, omdat we uit waren geweest; doch voor -we naar bed gingen, nam ze ons mee naar de piano in de zitkamer, en -zongen wij de gezangen nog eens, die we voor Zondag moesten kennen. -Daarna zei tante Caroline tot Daan: "Kom je morgen naar de -Zondagsschool?" Daan antwoordde erg ruw: "Ja, ik denk 't wel."</p> - -<p>Toen zei ik: "Tante, ik wou wel een klas nemen, als u nog een andere -had."</p> - -<p>"Ik denk, Grietje, dat er daarvoor niet genoeg kinderen zijn. Lang -geleden heb ik het je al gevraagd."</p> - -<p>"Wat leer je hun toch, Daan?" vroeg Lena. Maar Daan ging de kamer -fluitende uit, en zei geen woord. Ik was er ook zeer benieuwd naar, -wat hij ze leerde, maar toen ik het tante vroeg, zei ze: "'t Is -jammer, dat jongens altijd denken, dat ze hun gevoelens onder zich -moeten houden. Hij weet uitnemend de orde te bewaren, leert ze hun -tekst en versje, en vertelt hun heel aardig een Bijbelsch verhaal." -Ik zuchtte, want ik wou zoo graag hetzelfde werk doen.</p> - -<p>Maandagmiddag kwam Lena naar me toe rennen: "O Griet! ik ben bij -juffrouw Ribbon geweest, en zij zegt, dat ze een prachtigen ezel -weet, en dat had ze ons allang kunnen zeggen, als we 't haar maar -verteld hadden, en we niet naar die zigeuners waren gegaan. Zij zegt, -dat ie aan een boer behoort, en dat die 'm verkoopen wil.</p> - -<p>"Wel," zei ik, "zeg haar, dat ze hem bericht den ezel vanavond -opzicht te zenden."</p> - -<p>"Dat heb ik haar gezegd, maar zij zei dat ze niemand had om hem die -boodschap te brengen."</p> - -<p>"Waar woont hij?"</p> - -<p>"Dat weet ik niet."</p> - -<p>Ik ging dadelijk naar juffrouw Ribbon, en kwam te weten, waar de boer -woonde. Het was wel een heel eind, maar ik dacht, als tante Caroline -me maar even vrij liet, kon ik wel even heengaan. Tante zou juist met -vader uitgaan. Ze gingen naar een vergadering in Lemworth, en vader -zou er spreken. Zij vonden goed, dat ik ging, en zeiden meteen, dat -we met de thee niet op ze behoefden te wachten. Ik vroeg angstig: -"Maar u zult toch tijdig genoeg terug zijn, vader, om ons ezeltje uit -te kiezen?" Hij glimlachte: "Ik vrees, dat we zullen moeten -adverteeren, kind; ik twijfel er aan of je hier wel ezels heen zult -krijgen."</p> - -<p>"Wij verwachten wagenladingen vol!" riep ik uit, en rende heen.</p> - -<p>Lena wou meegaan, en samen staken we dus de velden dwarsover. 't -Rennen hield spoedig op, want het was o zoo warm; wij plukten bladen -van zuring en varenkruid om ons te verkoelen. Eindelijk waren we aan -de boerderij. Een prachtige tuin lag vóór de groote boerderij; in -dien tuin lag een heer in een rieten stoel, en daarbij zat een dame. -Ik vreesde, dat we verkeerd waren, maar we moesten den tuin door, om -bij de voordeur te komen. Ik vroeg hun, of daar Mr. Donnyball woonde. -De dame glimlachte: "Ja zeker, ga maar naar het huis, daar zul je -zijn vrouw wel vinden. Wij zijn maar logé's."</p> - -<p>Ik liep door, maar Lena bleef achter, zij mag graag met vreemde -menschen praten; ik niet. Ik belde en een boerenmeid kwam voor; zij -riep dadelijk de boerin, die heel blij was, toen ze hoorde wie ik -was. Ik herkende haar dadelijk; zij en haar man komen elken -Zondagmorgen bij ons in de kerk en zitten in de middelste banken.</p> - -<p>Zij zei: "Kom binnen, lieve. Jan en ik zeggen altijd tegen mekaar, -jelui zitten als engelen in het koor, en het is een genot, jelui te -hooren zingen, en jelui goeje lieve vader preekt als een apostel. -Kom, ga binnen, dan zal ik je een stuk van mijn eigengebakken koek -geven, en een glas melk. En wat is nu de boodschap, kind?"</p> - -<p>Zij sprak zóó snel, dat ik er geen woord tusschen had kunnen -krijgen. Toen ik haar het doel van mijn komst verteld had, zei ze:</p> - -<p>"Ja, jelui hebt een ezel noodig, hé? Kijk es wij hebben logé's, -kapitein en mevrouw Rogers. Zij komen uit Londen; zij hebben familie -te Lincoln. Hij is sedert den oorlog kreupel, en wij dachten, dat -onze Nell hem heel zacht in een rieten wagentje zou kunnen trekken, -maar hij ziet het ding niet, of maakt rechtsomkeert, en is niet tot -kalmte te krijgen. Wij hebben er toen over gedacht, een pony te -nemen. Mijn mans broer heeft er een; en zoo is het gekomen, dat ik -tegen juffrouw Ribbon zei, dat we Nell niet wilden houden. Mijn -kleine jongen reed er altijd op" — ze begon eensklaps te schreien; -ik begreep, dat haar kind was overleden en betuigde haar mijn -deelneming daarover. Vervolgens zette ze mij in een heerlijk koele -serre, riep Lena ook, en beiden kregen we toen een glas melk en een -stuk gebak. Ze beloofde, dat de ezel dien avond door een der knechts -zou gebracht worden. Ik was wat in m'n schik; we wilden nog graag den -ezel zien, maar men was met 'm naar den molen om meel te malen. We -namen nu afscheid en bij 't heengaan hielden de heer en mevrouw -Rogers ons nog aan.</p> - -<br> -<center><img src="images/25_stoel.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:456px;"></center> -<br> - -<p>Lena had hun natuurlijk alles al verteld; de kapitein vroeg lachend: -"Wat geven jelui voor den ouden knol?" Ik vertelde hem, dat we een -ezelen-revue zouden hebben, en daaruit kiezen zouden.</p> - -<p>"O!" riep hij uit, "daar moet ik bij wezen." Lena klapte in de handen -en liet hem beloven, dat hij komen zou. Maar Mevrouw Rogers was er -niet voor; hij was niet erg sterk, vertelde zij. Toen zei Lena: "Ik -zal u een brief sturen, als u 't goed vindt, en daarin van de revue -vertellen. Tante Caroline laat ons brieven schrijven, om te leeren -stellen." Mevrouw Rogers vond het heel aardig, en wij vertrokken.</p> - -<p>Lena begon te rammelen: "Wat zijn ze lief hé? Ik geloof, dat -kapitein Rogers vergeten heeft te groeien, hij praat net als de -jongens; Mevrouw Rogers keek hem onophoudelijk aan, en zei een keer: -"Charles, breng het kind nu niet in de war." Ik zei, dat ik nooit in -de war kwam. Toen fluisterde hij: "Als je met je hoofd omlaag slaapt, -hou je ook op met groeien."</p> - -<p>"Hij spreekt net als tante Marie," merkte ik op. "Ik hoop, dat hij -bij ons zal komen."</p> - -<p>"Ik zal hem een brief schrijven en vragen, om toch vooral te komen," -zei Lena.</p> - -<p>Toen wij thuis kwamen, was het theetijd, en waren de jongens juist -uit school terug. Zij spotten met ons ezeltje. "Als de ezel van -juffrouw Ribbon komt, zullen we 'm slaan, waar de anderen bij zijn," -dreigden ze. Wij vertelden hun, dat het niet juffrouw Ribbon's, maar -boer Donnyball's ezel was.</p> - -<p>En zoo naderde het met spanning verwachte oogenblik van de -ezelen-revue.</p> - -<p>Toen 't zes uur was, stonden we allen aan 't hek; Puf was op 't -poortje geklommen, om toch vooral de eerste te wezen, die hen zag -komen. Wij wachtten, wachtten tot bijna halfzeven, toen Nell kwam -opdagen. Hij zag er prachtig uit, dik en helder, en met een mooie -grijze kleur; de jongen, die hem bracht, scheen ook zeer met hem -ingenomen. Terwijl we ons om den aankomeling verdrongen, kwamen, in -een stofwolk gehuld, vier leelijke, ruwe beesten aangedraafd, -begeleid door een man en een jongen. En toen begon de revue.</p> - -<br> -<center><img src="images/26_ezels.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:463px;"></center> -<br> - -<p>Ik wenschte, dat vader er nu maar was, maar Daan meende zelf de keuze -wel te kunnen maken. Nog waren we bezig, van alle kanten het vijftal -te bekijken, toen een oude vrouw kwam opzetten, ook met een ezel, en -werkelijk een aardig beest.</p> - -<p>Het begon nu vermakelijk te worden; een troep kinderen stond om ons -heen, en nog meerderen kwamen erbij kijken. Wij hadden nu zes ezels, -en nog was vader er niet.</p> - -<p>De vier magere ezels behoorden aan onzen vriend den zigeuner, en de -mooie zwarte behoorde aan een vriendin van juffrouw Tapson. Daan deed -heel gewichtig; hij fluisterde Alex wat in, waarna deze z'n pet in de -lucht wierp en uit alle macht Hoera! riep. Onmiddellijk daarna nam -Daan het woord en schreeuwde: "Kijk hier, we moeten een ezel hebben, -die goed kan loopen, en nu willen we uit deze zes den besten kiezen. -Daarvoor zullen we een wedstrijd houden; wie van de zes het vlugst -een afstand van één mijl loopt, is ons."</p> - -<p>De dorpskinderen juichten bij het hooren van deze afkondiging, en wij -niet minder. De man met de vier magere exemplaren keek niet bijzonder -opgewekt. En hij mopperde: "Ik heb deze puike beestjes 10 mijlen -moeten laten loopen, om ze hier te brengen, en ik heb er niet op -gerekend, dat ze nu ook nog een wedstrijd moeten meemaken. En dat op -zoo'n heeten dag!"</p> - -<p>"Wel," zei Daan, die altijd rake opmerkingen heeft, "we zullen ze een -voorsprong geven. Op den hoogen weg zal de wedloop plaats hebben; tot -den ouden eik, waar de bliksem is ingeslagen, is het een halve mijl, -ik heb het opgemeten. Nu zullen we ze tot daar laten rennen; de start -is bij ons hek."</p> - -<p>Vervolgens vroeg hij aan juffrouw Tapson's vriendin, die Rowe heette, -hoe ver haar ezel had geloopen; 5 mijlen, was het antwoord. Bob -Tapson had ons briefje aan den mijlpaal gelezen, en toen haar -gewaarschuwd. Zij was nu met het ezelkarretje hierheen gekomen.</p> - -<p>Daan begon nu den wedstrijd te regelen. "Wij moeten jockeys hebben," -vond Alex, en voegde er meteen bij: "ik zal den grijzen berijden." -Toen deed Daan ook maar eerst een keus, en bestemde den zwarten voor -zich. Dit was de ezel van juffrouw Rowe.</p> - -<p>Maar de jongen van boer Donnyball zei, dat hij zelf z'n ezel moest -berijden, want hij kende z'n eigenaardigheden. Alex koos zich dus een -van de vier zigeuner-ezels; dan nam de jongen, die erbij was, een -tweeden van 't viertal, de man wilde dan den derden nemen. Maar Daan -vond hem daar te zwaar voor. Lena en ik vroegen hem, ook een ezel te -mogen berijden, maar hij wou 't niet hebben. Hij vond, dat wij -moesten post vatten bij de start. Twee jongens uit 't dorp bestegen -toen de twee andere zigeuner-ezels. Zij moesten alle vier zonder -zadel bereden worden.</p> - -<p>Het begon nu te spannen; iedereen wond zich op, en toen we de ezels -alle op den hoogen weg brachten, en ze daar op een rij plaatsten, -scheen het heele dorp wel uitgeloopen, om er naar te kijken.</p> - -<p>Daan gaf den 10-mijlen-ezels 200 meter voorsprong, dien van juffrouw -Rowe 100 meter, en de grijze, die maar een mijl geloopen had, vertrok -bij ons hek. Het kostte heel wat tijd, voordat alles in orde was. Als -vertreksein vind Daan een pistool heel geschikt, maar we hadden geen -bruikbaar exemplaar meer; dus werd de tafelbel gekozen. Hiermee liep -ik tot midden op den weg, en luidde haar toen uit alle macht. De zes -harddravers zetten zich in beweging, maar ook de gansche troep -kinderen rende er achter aan, schreeuwend en juichend, dat je hooren -en zien verging. Lena en ik hadden graag evenzoo gedaan, maar wij -hadden de wacht bij het eindpunt, en hielden ons dus gereed voor een -nauwkeurige opname van den tijd der terugkomst.</p> - -<p>Een van de bruine ezels wilde niet; hij struikelde over een kuiltje, -en bleef bewegingloos staan. De man, die hem en z'n 3 makkers -gebracht had, begon te vloeken en hem te slaan. Lena en ik werden -beangst, en we vroegen Baldwin, er heen te gaan, en hem te vragen, -maar op te houden. Natuurlijk waren de keukenmeid en Emma en Baldwin -ook komen kijken.</p> - -<p>Het duurde lang, eer ze terugkwamen, maar eindelijk hoorden we -juichkreten en zagen we Daan op den zwarten ezel in draf aanrijden. -Met een galop sprong hij het eindpunt binnen. Van de anderen was nog -niets te zien. Eindelijk verscheen ook Alex; hij was twee keer -afgeworpen; hij zei, dat zijn ezel kuren had, en terwijl hij ons -daarvan vertelde, nam het dier juist weer een sprong, en buitelde -Alex over z'n kop in een bed brandnetels. Ik kon m'n lachen niet -houden, hoewel ik het voor Alex jammer vond. Vervolgens verscheen de -boerenknecht; zijn ezel lag aan den weg, en had hem enkele -oogenblikken geleden afgeworpen.</p> - -<br> -<center><img src="images/27_afgeworpen.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:411px;"></center> -<br> - -<p>De andere ezels waren geen van alle goed, zij kwamen niet eens tot -aan den eikeboom, ze stonden koppig op den weg, en wilden niet voort, -waarop Daan den man te kennen gaf, dat we een loopenden, geen -stilstaanden ezel moesten hebben. De man was verre van prettig -gestemd en raasde van belang. Hij wilde voor z'n vergeefsche reis -betaald worden, en ging naar de herberg om vaders thuiskomst af te -wachten. Natuurlijk waren we 't allen eens over den winnaar, en -juffrouw Rowe was wàt in haar schik. Zij prees haar ezel als een -eerste-klas-harddraver en wilde er haar karretje en het tuig bij -verkoopen voor een prijsje. Nu kwam het belangrijkste nog: de -koopsom. Zij zei, dat ze den ezel en het karretje niet meer noodig -had, omdat ze te Lemworth ging wonen, en daarom zou ze 't ons voor -een prijsje laten: voor de gansche verzameling vroeg ze 54 gulden. 't -Scheen goedkoop, maar ... wij hadden het niet! Daan telde onze kas na; -er was slechts 10 gulden en 20 cent in, en daar kwam dan bij -grootmoeders 36 gulden. Terwijl we hierover nog aan 't onderhandelen -waren, kwamen vader en tante Caroline van 't station.</p> - -<p>Hoewel vader zeer vermoeid was, kwam hij ons dadelijk helpen. Hij -deed eenige vragen over den ezel, hoe oud hij was, en hoe lang ze hem -had gehad, en of ie ook rare kuren had, en hoe snel of ie loopen kon; -wij vertelden hem dadelijk van den wedstrijd, en toen wilde vader ook -de andere zien.</p> - -<p>Te midden van deze nieuwe drukte riep tante Caroline Lena en mij naar -binnen, om naar bed te gaan. Toen ze was thuisgekomen, had ze Puf al -naar bed gestuurd. We moesten dus van al dat moois scheiden, doch -waren er zeker van, dat vader Andy, den ezel van juffrouw Rowe, zou -kiezen.</p> - -<p>Zoo gebeurde het ook, en Alex kwam ons nog even vertellen, toen we al -in bed lagen, dat vader ook het karretje gekocht had; wij moesten hem -ons verdiende geld geven, en hij zou de rest er bijvoegen. Juffrouw -Rowe had den ezel met toebehooren voor 48 gulden achtergelaten.</p> - -<p>Lena en ik waren verschrikkelijk verdrietig, dat we den intocht van -ons ezeltje in den stal niet konden bijwonen. Den volgenden morgen -had Baldwin hem al in 't grasveld bij de keuken gelaten. Wij gingen -naar 'm toe en Lena gaf hem een wortel. Hij kwam dadelijk op ons af, -en at 'm op. Maar toen we op z'n rug wilden klimmen, sprong ie weg.</p> - -<p>Na het ontbijt gingen vader en tante hem bekijken. Vader vond, dat de -jongens best zelf het karretje konden opschilderen.</p> - -<p>Na school gingen we allen, verheugd over onzen nieuwen makker, naar -den stal, en beproefden het karretje. Het bleek ons alle vijf best te -kunnen houden.</p> - -<p>Daarna gingen we Andy vangen, zetten Puf op z'n rug, en maakten een -plechtigen rondgang over het grasveld. Vervolgens maakte ieder van -ons een rijtoer, totdat Andy zóó vermoeid was, dat ie op z'n -voorknieën ging liggen, zich tuimelen liet, en in 't gras lag te -rollen.</p> - -<p>Wij gingen in huis, en Alex fluisterde mij in: "We gaan morgenavond -naar 't zigeuner-feestmaal!"</p> - -<br> -<br> -<hr width="25%" align="center"> - -<br> -<br> -<br> -<br> -<a name="chapter09"></a> -<h3 align="center">HOOFDSTUK IX.</h3> - -<p>Het is zoo angstig, als je met heel je hart het goede wilt doen, en -je ontdekt dan, dat je toch eigenlijk bezig bent om te doen, wat niet -goed is. Alle mooie dingen schijnen dan verkeerd te zijn. Dat -feestmaal bij de zigeuners b.v. leek mij toch wel een der heerlijkste -zaken, waarvan ik ooit gehoord had. Den volgenden dag na theetijd -wandelde ik in den tuin rond en overdacht deze dingen. Ik wist heel -wel, dat ons niet zou worden toegestaan, er heen te gaan, en in elk -geval ons meisjes niet. Maar wij bleven altoos tot beddegaanstijd in -den tuin, en het zou dus niet moeilijk vallen, in 't duister te -ontsnappen. Zoo'n wandeling in 't donker en zoo'n feestmaal in 't -zigeunerkamp scheen wàt avontuurlijk. En dan de terugtocht bij -maanlicht!</p> - -<p>En toen begon ik over mijzelf te denken. Als ik een trouwe -dienstmaagd wilde wezen, mocht ik natuurlijk niet gaan naar een -plaats, waar mijn Meester mij niet wilde hebben en dus moest ik Hem -daar eerst over vragen. En nu hoop ik, dat ge het niet verwaand zult -vinden, als ik vertel, dat 'k naar het struikgewas bij de kerk ging -waar niemand me kon zien. Daar vertelde ik alles aan Jezus, en ik -vroeg hem, om mij thuis te houden, als het verkeerd was er heen te -gaan. Toen ik opstond, gevoelde ik met groote zekerheid dat ik niet -mocht gaan, en ik wist ook, dat ik moest trachten, Lena eraf te -houden.</p> - -<p>Ik ging haar dus zoeken. En ik was allesbehalve op m'n gemak, toen ik -zag, dat de jongens al den weg op slopen. Ik vloog ze achterna en -vroeg:</p> - -<p>"Gaan jelui?"</p> - -<p>"Ja zeker," zei Daan. "Je deedt beter met wat haast te maken, als je -meewilt."</p> - -<p>"Ik ga niet mee," zei ik. "Waar is Lena?"</p> - -<p>"Die probeert even braaf te worden als jij," zei Alex mopperend. De -tranen kwamen mij in de oogen.</p> - -<p>"O, ik wou, ik wou dat ik mee mocht!" riep ik uit, en liep toen naar -huis terug zoo hard als ik kon, want het trof mij, dat ik anders net -zou doen als Bileam, die wilde doen, wat God hem had verboden. Maar -ik was blij, dat Lena ten minste ook niet meegegaan was.</p> - -<p>In huis ging ik haar overal zoeken, maar ze was nergens te vinden. -Toen schoot mij te binnen dat ze misschien Andy goedennacht was gaan -zeggen. Ik ging dus den tuin weer door en vroeg aan Baldwin en Emma -en de keukenmeid, of ze haar ook gezien hadden. Niemand had haar -gezien. Terwijl ik nog druk zocht, kwam tante Caroline naar buiten, -zei me dat het bedtijd was en vroeg, waar Lena zat. Ik vertelde haar, -dat ik overal naar Lena gezocht had, maar ze nergens kon vinden. -Tante vond, dat ik dan maar vast naar bed moest gaan, Lena zou dan -wel volgen. Ik zei vader, die in z'n studeerkamer was, dus -goedennacht, en ging de trap op. Ik gevoelde mij verdrietig, en begon -weer te wenschen, dat ik toch nog maar met de jongens was meegegaan. -En ik herinnerde mij nu ook, hoe Lena gezegd had, dat ze toch zou -meegaan, hoe ze er ook later voor gestraft zou worden.</p> - -<p>Ik lag juist in bed, toen tante Caroline boven kwam. "Griet, waar is -Lena toch? Emma zegt, dat ze nergens te vinden is, en de jongens, -waar zitten die?"</p> - -<br> -<center><img src="images/28_klikken.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:426px;"></center> -<br> - -<p>Ik zweeg; het is bij ons niet "in den vorm", te klikken. Dat doen we -nooit. Maar tante wou me aan den praat hebben. Zij dreigde, vader te -zullen halen, als ik niet antwoordde. Ik zei toen: "Ik weet, waar de -jongens zijn, tante, maar ik wil het liever niet zeggen, en ik weet -niet, of Lena ook met hen mee is." "Maar je moèt zeggen, waar ze -heen zijn, Griet; het is heel leelijk van ze, om zoo weg te snappen." -"Ze zullen niets geen verkeerds uithalen, maar het zal wel laat -worden, eer ze thuis zijn." "Ik zal dadelijk met vader er over -spreken," zei tante; zij wist wel, dat we nooit van elkaar zouden -klikken; 't speet mij wel voor haar, want ze zag er zoo bezorgd uit. -Na eenigen tijd kwam vader boven, en toen ik hem hoorde komen, stopte -ik m'n hoofd goed onder de dekens en deed alsof ik sliep. Maar dat -lukte niet best, want hij legde zijn hand op mijn hoofd, en dat is -als een kus, en dan gevoel ik, dat ik hem alles kan vertellen. "Wel, -kind, is Lena nog niet boven water? Wat zijn jelui toch lastig. Tante -is er heelemaal van in de war."</p> - -<p>"Het spijt mij vader, maar Lena heeft mij niet gezegd, dat en waar ze -heenging, en ik heb haar ook niet zien heengaan."</p> - -<p>"Weet je, waar de jongens zijn?"</p> - -<p>"Ja, vader."</p> - -<p>Hij zweeg even, en zei toen: "Je moet me alles zeggen. Ik kan niet -hebben, dat een van m'n kleintjes zoo laat op den avond de deur uit -is, zonder dat ik weet, waar ie zit."</p> - -<p>Ik vertelde hem nu de geschiedenis, en hij zuchtte. "Het is heel -ondeugend van ze, en dat zullen ze weten ook. Daan heeft mij zeer -teleurgesteld."</p> - -<p>"Och vader," zei ik, zijn hand grijpende, "als u nog een jongen was, -dan ben ik er zeker van, dat u het ook zoudt gedaan hebben. Denk u -eens in: Zij mogen rond een kampvuur zitten en konijnenvleesch eten, -en dan worden er zigeunerliederen bij gezongen. Wat is daar nu voor -verkeerds in?"</p> - -<p>Vader glimlachte. "Wel Grietje, het zal de jongens geen kwaad doen, -maar zigeuners zijn geen goede vriendjes voor mijn volkje, en Daan -had beter moeten weten. En dan, Lena is nog een popje!"</p> - -<p>Hij ging naar de deur, knikte mij toe, en zei: "Goed kind." Even -daarna hoorde ik de huisdeur toeslaan, en ik begreep, dat hij hen -ging halen. Ik trachtte wakker te blijven, maar 't lukte mij niet, en -gewoonlijk sliep ik in eens door tot het uur van opstaan. Toen ik -wakker werd, keek ik allereerst naar Lena's bed, en zag, dat ze er -weer was. Toen ze wakker werd, zag ze er nog erg slaperig en hangerig -uit. "Toe, vertel me es gauw," zei ik. "Ben je met de jongens -meegegaan?"</p> - -<p>"Natuurlijk, domme meid. Ik heb je toch gezegd, dat ik het zou doen. -Ik ben nog vóór hen weggegaan, in geval je mij hadt willen -tegenhouden; op de stoep bij juffrouw Ribbon wachtte ik ze op." Op -boosaardigen toon vervolgde Lena: "Daan wou me terugsturen, maar ik -zei hem, dat ik niet een van z'n Zondagsschoolkinderen was. Maar hij -vond 't niets prettig, en dreigde, mij niet te zullen helpen, als ik -achter raakte!"</p> - -<p>"Vertel me nu van het feestmaal," drong ik nieuwsgierig aan. "Dat was -er niet," zei Lena boos. "We hebben heelemaal tevergeefs geloopen, en -mijn voeten gingen zeer doen. Toen wij er kwamen, was alles donker; -het gansche kamp was verdwenen, en er was geen mensch meer te zien. -Maar aan een boom was een briefje gespijkerd, en daar stond met -vreeselijk slechte letters opgeschreven:</p> - -<p>"Zigeuner-feestmaal Eerst den haas vangen, dan braden."</p> - -<br> -<center><img align="left" src="images/29_gespijkerd.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:248px;"></center> -<br> - -<p>Daan vond het een heel knappen zigeuners streek, maar zij waren met -dat al heel boos, en ik niet minder."</p> - -<p>Wat was ik blij, dat ik niet was meegegaan! Ik had nu niets gemist. -Maar die blijdschap was weer niet goed, ik had even blij moeten -wezen, als ze een heerlijken maaltijd hadden genoten. "'t Is wat -moois," bromde Lena. "Nu krijgen we allemaal straf voor niets. En we -hebben niet eens den maaltijd gehad." Bij het ontbijt waren de -jongens o zoo kalm. Vader had hun een flinke bestraffing gegeven, en -na theetijd mochten ze, evenmin als Lena, in den tuin. Vader straft -ons heel weinig, maar wij hebben altijd meer verdriet van zijn -boosheid dan van de straf zelf.</p> - -<p>Voordat de jongens naar school gingen, zei Daan tegen me: "Ik -verwonder me er niet over, dat wel-opgevoede lui zeggen, dat de -wereld steeds slechter wordt. Dat heb ik nu weer aan de zigeuners -gezien!" Dat was alles, wat hij ooit nog weer over het mislukte -zigeuner-feestmaal zei.</p> - -<br> -<center><img src="images/30_schilderen.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:429px;"></center> -<br> - -<p>De volgende dagen werden besteed aan het schilderen van het karretje; -de jongens vonden helgroen de beste kleur. Vervolgens werd -onderhandeld over den aankoop van een zadel voor Andy. Ook hiervoor -gingen we weer, ieder op z'n vroegere manier, aan 't verdienen; Daan -werd weer vischboer, Alex voor ditmaal ook, Lena ging weer borstplaat -verkoopen, en ik gaf Bob Tapson weer wat groenten en bloemen mee voor -de markt.</p> - -<br> -<center><img src="images/31_marcheren.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:424px;"></center> -<br> - -<p>Te midden van al deze bezigheden kwam ons jaarlijksch schoolfeest, -dat hier meest op een der landerijen of in het park van Mevrouw Laura -wordt gehouden. Ditmaal ontving Mevrouw Laura de kinderen in haar -park; wij marcheerden er, allen met vlaggen gewapend heen, en -onderweg voegden zich ook de kinderen van het naaste dorp er bij, -zoodat het een groote optocht werd.</p> - -<p>Den dag vóór het schoolfeest kwam Daan thuis met een blauw oog en -een snede er boven. Hij vertelde me, dat hij aan 't vechten was -geweest met den "wilde", dat is die vuile jongen met z'n dikke -beenen. Vader ondervroeg Daan terstond, en deze vertelde: "Ik heb hem -al te lang gespaard, vader. Hij meende alles maar tegen mij te kunnen -zeggen.</p> - -<p>Hij zei b.v., dat in de gevangenis haast allemaal domineeszoontjes -zitten, omdat hun vaders allen huichelaars zijn. Ik eischte van hem, -dat ie z'n woorden zou terugnemen, maar hij keek me brutaal aan en -zei: Jou lieve papa mag de lui van den preekstoel de les lezen, maar -zijn brave zoon heeft mij niets te vertellen, begrepen? En toen vloog -ik op 'm los, hij rende weg, pakte een steen op en slingerde dien -naar mij toe. Dat ie me z'n vuist onder de oogen zou geduwd hebben, -alla, maar een steen! Wij vlogen allen op 'm aan, en hij vluchtte in -een der schoollokalen, maar spoedig hadden we hem daar weer uit; -terwijl de jongens hem stevig vast hielden, heb ik hem een flinke -aframmeling gegeven. Het was goed, dat ik het deed, en niet een van -de andere jongens, want ik weet, wanneer ik moet ophouden; als de -jonge Gray hem te pakken had gekregen, wel ik geloof, dat ie 'm half -dood had geslagen."</p> - -<br> -<center><img align="left" src="images/32_aframmeling.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:188px;"></center> -<br> - -<p>"Ja," voegde Alex er bij. "En toen ging ie huilend naar meester, maar -die zei 'm, dat ie gekregen had, wat ie verdiende."</p> - -<p>Vader zei niet veel. Hij verstaat jongens zoo goed. Net voor we naar -bed gingen, kwam Daan naar me toe, en zei: "Hoor es, Griet, ik wil je -de kleine Zondagsschoolklas overdoen. Ik kan het niet meer doen. Ik -kan die kinderen niet verbieden te vechten, als ik het zelf doe. -Gisteren heb ik in 't dorp nog twee vechtende jongens gescheiden. Het -was eigenlijk verkeerd zoo op te treden, maar ik dacht aan het -<i>gaan</i>, dat ons geleerd is. En dan dat geval met Lena. Neen, ik kan -die klas niet meer houden."</p> - -<p>"Goed," zei ik, "maar ik vrees, dat ik 't niet veel beter zal maken. -Mag je nooit iets verkeerds doen, als je aan de Zondagsschool bent?"</p> - -<p>"Ik wil geen huichelaar wezen," zei Daan en ging weer weg. Toen vader -te hooren kwam, dat de klas aan mij was overgedaan, riep vader Daan -bij zich. "M'n jongen, weet je wel, waarin je verkeerd hebt gedaan? -Je hebt het paard achter den wagen gespannen; je begon al te gaan nog -vóór je was gekomen."</p> - -<p>Daan kleurde, en zweeg even. Toen: "Hoe bedoelt u dat, vader?"</p> - -<p>"Je gelijkt op een burger, die met de soldaten mee wil om te strijden -en zichzelf als soldaat beschouwt, maar hij heeft zich nooit geoefend -en kan niet eens de wapenen der soldaten hanteeren en hun gewoonten -volgen."</p> - -<p>Daan zei niets meer; ik zag, dat hij ernstig nadacht. Ik deed -evenzoo, en ik meen vaders bedoeling te begrijpen. Hij heeft ons wel -meer gezegd, dat, hoewel hij ons in den doop aan God heeft gewijd, om -Zijn dienstknechten te worden, de tijd komt, dat we dat ook zelf -moeten doen. En daarmee moeten we niet wachten, tot we onze -belijdenis doen. Heb ik nu mijzelve aan den Heer gewijd, dan zal Hij -me ondersteunen in alles, wat ik noodig heb.</p> - -<p>Het lachte Daan niet bijzonder toe, om met z'n blauwe oog aan het -schoolfeest deel te nemen. Vader zei, dat hij daar blij om moest -wezen, want als hij thuis bleef, mocht hij met den ezel naar Relton -rijden. Dat is vijf mijlen van hier, vader had er een boodschap voor -een boer. Dat leek Daan en om dat te bewijzen, deed hij een sprong in -de lucht.</p> - -<p>Zaterdagmiddag te twee uur gingen we allen, behalve Daan, naar 't -schoolfeest; zelfs Puf was van de partij. Toen we aan 't Huis kwamen, -stonden Clara en Betty op 't bordes, en toonden zich zeer verheugd, -toen ze ons opmerkten tusschen de lange rijen schoolkinderen. Betty -was nu aardig beter, en kon met behulp van krukken goed vorderen. Wij -bleven even met ze praten, terwijl de andere kinderen verder trokken.</p> - -<p>In het park werden allerlei spelletjes en wedstrijden gehouden, -waarna we op thee werden onthaald, waarbij heerlijk geboterde koeken -werden opgediend. Tante had mij opgedragen, goed op Puf te letten, -want die is nog al gemakkelijk van innemen.</p> - -<p>Intusschen hadden we met Clara en Betty een afspraakje gemaakt, dat -ze met hun ponyrijtuigje bij ons zouden komen. Wij zouden dan onze -équipage ook voor den dag brengen en er zou weer een wedstrijd -worden gehouden. Ik denk, dat Andy wel even vlug zal loopen, als hun -pony.</p> - -<p>Terwijl we zoo aan 't praten waren, kwam Mevrouw Rogers op me toe; -zij nam me even mee, om haar man te groeten, die onder een boom zat -met verscheidene heeren en dames. Wij hadden 't zóó druk gehad, dat -Lena geheel vergeten had, haar brief aan den Kapitein te schrijven, -en deze vroeg dus, of wij al een ezel hadden gekregen. "Wij hoorden -al, dat de ouwe Nell niet best heeft voldaan," zei hij; "dat -verwondert me niet."</p> - -<p>Ik vertelde hem van de proefritten, van het schilderen van ons -karretje, en van onzen arbeid om nog een zadel te verdienen. Toen hij -hoorde, dat de jongens uit visschen gingen, vroeg hij, of ze elken -morgen versche visch voor z'n ontbijt konden brengen. Ik haalde Alex -en zei hem, dat ik een goeden afnemer voor hem gevonden had. Toen hij -vernam, wie, kwam hij dadelijk, en was spoedig druk aan 't praten met -den Kapitein.</p> - -<p>Deze vertelde hem, dat hij vroeger een renpaard hield, maar nu in een -mandewagentje moest voortsukkelen.</p> - -<br> -<center><img src="images/33_afnemer.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:429px;"></center> -<br> - -<p>"Daar kunt u ook in meedoen," vond Alex.</p> - -<p>"Ja," voegde ik er aan toe, "de volgende week hebben we een -wedstrijd. Betty en Clara komen met hun rijtuigje, en als u nu met uw -wagentje kwam, dan hebben we al drie deelnemers.</p> - -<p>"Het lijkt me wel," zei de Kapitein, "maar jelui hebt toch zoo'n -breeden weg niet."</p> - -<p>"Neen," zei ik, "maar ik dacht om het te doen op een groot veld, en -dan in de rondte, net als de Romeinen in een ampi... hoe heet zoo'n -ding ook?"</p> - -<p>"Heb je lauwerkransen?"</p> - -<p>"Jawel," zei ik opgewonden, "we hebben wel laurierbladeren in den -tuin, en daar zullen we wel kransen van maken."</p> - -<p>"Och Karel, wat praat je toch een nonsens," zei Mevrouw Rogers -lachend, maar haar oogen stonden droevig. Ik trok een lip, bang, dat -er nu weer niets van komen zou, en ik vroeg Mevrouw nog eens, ons -vooral te helpen. Zij antwoordde: "De dokter verbiedt mijn man, te -loopen, lieve, hij mag geen opwinding hebben."</p> - -<p>"Dat is nòg niet erg," zei de Kapitein vroolijk, "dan zal ik de -keizer wezen, en de lauwerkransen uitreiken."</p> - -<p>"We zouden ook een schildpadden-wedstrijd kunnen houden," vond Alex; -"dat zou voor u nog wel te doen zijn, meneer."</p> - -<p>"'t Is het beste, dat jelui maar allemaal hier naar de boerderij -komen. Boer Donnyball heeft al gehooid, en dus ligt er een groot stuk -land beschikbaar."</p> - -<p>"Dat zou heerlijk zijn," zei ik. "Als u een dag zoudt willen -vaststellen, dan zal ik er met Betty en Clara over spreken. Zaterdag -is voor ons de beste dag, dan hebben we vacantie."</p> - -<p>"Goed, aanstaanden Zaterdag dan, precies om twee uur."</p> - -<p>"Maar de zangoefening dan?" fluisterde Alex me in. "Die missen we -telkens. Ik wou, dat tante die maar op een anderen dag zette, 't is -onze eenige vacantiedag."</p> - -<p>Alex' opmerking deed me aarzelen. Vader had ons al eens gezegd, dat -we tegenwoordig aan niets anders dan aan pleizier schenen te denken. -Maar ik wou toch ook niet graag den wedstrijd afbestellen. Kapitein -Rogers, onze aarzeling bemerkende, vroeg: "Wanneer begint jelui -zomervacantie?"</p> - -<p>"Den laatsten van deze maand," antwoordde ik, "tenminste voor de -jongens. Ik denk, dat tante Lena en mij nog wat na-lessen zal geven, -omdat wij met het verhuizen nog al achterop zijn gekomen."</p> - -<p>"Wel, laten we den wedstrijd dan verdagen tot 1 Augustus," stelde de -Kapitein voor; "dat valt op een Donderdag." "Best, dat zullen we -doen!"</p> - -<p>Ik ging gauw naar Betty en Clara, die het plan heerlijk vonden. -Thuisgekomen, vertelden we het plan aan Daan, die het ook best vond. -Lena en ik maakten vervolgens plannen, om ons karretje met bloemen te -versieren. En zoo zagen we allen met verlangen den eersten Augustus -tegemoet.</p> - -<br> -<br> -<hr width="25%" align="center"> - -<br> -<br> -<br> -<br> -<a name="chapter10"></a> -<h3 align="center">HOOFDSTUK X.</h3> - -<p>Ik zag er erg tegen op, om Daan's Zondagsschoolklas te gaan -onderwijzen, maar tante ried mij aan, om den Bijbel te nemen. Ik las -de geschiedenis van Samuel over, totdat ik ze van buiten kende, en -den volgenden morgen ging ik met tante naar het lokaal, mij gelukkig -voelende in het besef, dat het nu eindelijk aan <i>gaan</i> was toegekomen.</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/34_samuel.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:236px;"></center> -<br> - -<p>Mijn klas bestond uit 4 jongens en 3 meisjes, geen ouder dan 6 jaar. -Zij riekten erg naar zeep en pomade, en hun gezichten glommen van 't -wasschen. Een van de jongens, Freddy Salt, kon of wou niet -stilzitten, en de drie meisjes hadden daar zooveel belangstelling -voor, dat zij niet eens naar mij luisterden. Eerst probeerde Freddy -een vlieg te vangen, en toen ie 'm had, werd het diertje van hand tot -hand doorgegeven. D'r was geen orde in te krijgen, en ik zei -eindelijk boos tegen 'm: "Freddy, als je niet stil kunt zitten, zal -ik je als een popje op mijn schoot nemen."</p> - -<p>Hij staarde me angstig aan, eindigde met z'n vliegenjacht, en bleef -verder rustig zitten. Ik vertelde de geschiedenis van Samuel en -merkte op, dat God van ons allen gehoorzame dienstknechten wil maken. -Eensklaps zei een jongen, Bertie geheeten: "Ik hoor God nooit roepen, -als ik in bed lig." "Neen," antwoordde ik, "maar als je iets -verkeerds van plan bent, dan spreekt Hij in je hart, dat je 't niet -doen moogt." Ze schenen dit te begrijpen, en toen zei er een: "God -kan ons niet iets zeggen, Hij is veel te ver weg." Ik vertelde hun -toen, hoe dichtbij Hij was, en hoe lief Hij ons heeft, zoodat we, -niet uit vrees voor straf, maar alleen om Hem te believen, ons best -moeten doen. Maar ik weet niet, of ze 't begrepen; voor hen was de -eenige reden, om gehoorzaam te zijn, gelegen in de vrees voor straf. -Hoofdschuddend zei een der meisjes: "Ik heb Jezus altijd lief. Als ik -zoet ben evengoed als wanneer ik stout ben."</p> - -<p>"Je kunt Hem niet liefhebben, als je verkeerd doet," antwoordde ik. -"Je doet Jezus verdriet aan, als je ongehoorzaam bent." Ze herhaalde: -"Dan heb ik Hem evengoed lief." Ik gevoelde, dat ik het haar niet -goed duidelijk had gemaakt.</p> - -<p>Toen de les ten einde was, ging ik vermoeid en ook dankbaar, dat ik -er doorheen was gekomen, naar huis. Na kerktijd vertelde ik vader een -en ander, en zei hem, dat het verbazend moeilijk was, om kleine -kinderen te leeren. Hij vroeg mij, wat we besproken hadden, en toen -ik het hem verteld had, zei hij: "Denk eens aan de gelijkenis, Griet; -het uitgezaaide zaad komt na vele dagen op. Vertel den kleintjes van -hun Verlosser, Die voor hen stierf en Die nu zoo dicht nabij hen -leeft, dat Hij ze elk uur van den dag zal helpen. Als je hart vol is -van Hem, kind, zal het je gemakkelijk vallen, anderen van Hem te -vertellen."</p> - -<p>"Maar," zei ik, "mijn hart is zoo vol van allerlei andere dingen, en -ik weet niet, wat ik er aan doen moet."</p> - -<p>"Heb je den Heere lief?"</p> - -<p>"O, ik hoop van wel, en ik geloof ook van wel, maar ik doe zoo vaak, -wat verkeerd is."</p> - -<p>"Zie niet altoos op jezelf, maar zie op Hem!"</p> - -<p>Meer zei vader niet. Met de jongens had ik toen nog een gesprek over -het trouw blijven ... in het ezelkarretje. 't Was gisteravond, toen we -na de thee een ritje gingen maken. Daan stuurde en Puf zat naast hem -op het voorbankje; Lena, Alex en ik waren achterin gekropen. 't Was -een heerlijke tocht; overal keken de lui ons na om de nieuwe -équipage van den dominee te zien. Zoodra we buiten de huizen waren, -begon het gesprek, eerst over Andy.</p> - -<p>"Ik zou wel es willen weten, of ie ons nu al kent," zei Lena. "Hij -zou wel een ezel moeten zijn, als ie dat nu nog niet wist," vond Alex -en wij lachten dat we schaterden!</p> - -<p>"'t Is een ezel," zei ik, "dat is 't 'm juist, als 't een hond was, -zou ie wel slimmer wezen."</p> - -<p>"Ja maar alle honden zijn niet slim," zei Daan.</p> - -<p>"Maar ze zijn trouw," merkte ik op. "Je hoort altijd van trouwe -honden, nooit van trouwe ezels."</p> - -<p>"Wat beteekent dat eigenlijk, trouw?" vroeg Lena.</p> - -<p>"Ik denk," antwoordde ik, "dat trouw beteekent: altoos dezelfde zijn -en nimmer veranderen. Houdt je eenmaal van iemand, dan ook voorgoed."</p> - -<p>"Een trouw ridder," zei Daan, "is iemand, die nooit z'n vrouw in den -steek laat, zij is altijd zeker van hem."</p> - -<p>"En wat is dan een trouwe dienstknecht?" vroeg Lena. "Iemand, die -nooit z'n werk in den steek laat," antwoordde Daan.</p> - -<p>"Ik geloof niet, dat je trouw kunt zijn zonder lief te hebben," -merkte ik op.</p> - -<p>"Juist, dat is de zaak," zei Alex. "Als een hond z'n baas niet -liefheeft, kan hij ook niet trouw zijn. Evenmin kan een dienstbode -trouw zijn, als ze niet van haar meesteres houdt. Dat moet altoos -samengaan."</p> - -<p>"Semper fidelis," fluisterde ik.</p> - -<p>"Doe nou niet, alsof je Latijn kent, Griet; je hebt dat gelezen op de -graftombe in de kerk."</p> - -<p>"Ja, dat is ook zoo. Maar wat is het ook moeilijk, om zóó trouw te -zijn, en altoos zóó lief te hebben, als die ridder."</p> - -<p>"Och," zei Daan, "ik geloof, dat als je werkelijk iemand lief hebt, -dan doe je dat zonder erbij te denken, net als een hond."</p> - -<p>Hier brak Puf eensklaps de debatten af, door met uitgelatenheid af te -kondigen, dat ie een heerlijken verjaardag tegemoet zag, en dan een -completen ezel zou krijgen. Want — zei hij — van dezen heb ik maar -een stukje. Waaraan Daan toevoegde:</p> - -<p>"Hij heeft er een vijfde van. Maar vertel ons es, Puf Dikkert, wie -zal je d'r een geven?"</p> - -<p>"De Heer," zei Puf, terwijl hij hoogst ernstig keek. "Het zal geheel -m'n eigen ezel zijn en ik zal 'm zóó voeden, dat ie dikker wordt -dan ons huis." Op dit oogenblik reden we een oude vrouw voorbij, die -een bos takken op haar rug meevoerde.</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/35_vrachtje.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:234px;"></center> -<br> - -<p>"Hé!" riep Daan, "moet je nog ver? Willen wij je vrachtje -overnemen?"</p> - -<p>Zij wou dat wàt graag, en overlaadde ons met dankbetuigingen. Ze -zei, dat haar hut nog een heel eind verder stond; zij had hout -gesprokkeld. Daan beloofde haar, dat we den bos bij haar voor de deur -zouden neerleggen, en toen reden we door.</p> - -<p>"Toen ik dien dag, dat jelui naar het schoolfeest waren, naar Relton -reed," vertelde Daan, "bood ik iedereen, dien ik voorbijreed, een -plaatsje in de kar aan, en zoo had ik twee oude vrouwen en een jongen -aan boord, toen ik in 't dorp kwam."</p> - -<p>"Dat zullen we nu weer zoo doen," riep Alex geestdriftig uit.</p> - -<p>"Ja maar, we hebben geen plaats meer," merkte ik op. "We zitten hier -als haring in een ton."</p> - -<p>"Dan moeten jelui d'r maar uitgaan, en loopen," vond Daan. "Hè, als -we es een rijtuig tegenkwamen, dat niet meer voort kon, of een -verongelukte auto met een dame er in, die de handen wrong om redding, -dàt zou nog es "in den vorm" zijn."</p> - -<p>Maar zulke ontmoetingen hadden we niet, en we kwamen zonder eenig -avontuur thuis. Daar ging ik over denken. Het was heel leuk, om uit -rijden te gaan in een ezelkarretje, maar daar deed je toch nog maar -weinig goeds mee. Toen we langs den mijlpaal reden, waaraan we onze -advertenties geplakt hadden, zei ik: "Hoor es! Als onze vacantie -begint, moeten we om beurten den ezel sturen. Ik kan dat evengoed als -jij, Daan. Ik zou zeggen, minstens één keer per week moest ik 'm -hebben."</p> - -<p>"Wel," zei Daan, "d'r zijn zes dagen in een week, den Zondag erbuiten -gerekend. Als wij nu ieder een dag nemen, blijven er nog twee voor -vader en tante en Puf." Dat was heel aardig berekend van Daan. En -Alex voegde erbij: "En dan zullen we de beurten naar ouderdom -regelen. Daan op Maandag, ik op Dinsdag, Griet op Woensdag en Lena op -Donderdag."</p> - -<p>Het plan werd algemeen toegejuicht.</p> - -<p>Inmiddels had ik een plannetje bedacht, dat de jongens niet weten -mogen. Het is dit. Ik heb een briefje geschreven, en dat wil ik aan -den mijlpaal plakken; er staat op:</p> - -<p>"Iedereen, die zelf of voor anderen vrij vervoer wenscht, vervoege -zich bij Grietje Marjoribanks, elken Woensdagmorgen aan de pastorie."</p> - -<p>Aan Lena vertelde ik het dien avond nog. "Je lijkt wel koetsier te -willen worden," zei ze, "ik heb liever zelf het genot er van."</p> - -<p>"Neen," zei ik, "vader zegt, dat z'n tijd en z'n kracht altoos ter -beschikking van de gemeenteleden staan. En dat moet Andy nu ook. Hij -moet een echte gemeente-ezel worden, en dan zal ik 'm zelf besturen."</p> - -<p>"Ik zal er eens over denken, wat ik met 'm doen zal," zei Lena. Daar -heb ik geen al te beste verwachtingen van.</p> - -<p>Het scheen wel of de vacantie nooit komen zou. En toen ze eindelijk -aanbrak, had Daan al menige oefening met Andy achter den rug; 't -ezeltje was voor 1 Augustus al goed gewend, den weg langs te rennen. -Men vond, dat het dier bovendien nog op diëet moest, om z'n gewicht -te verminderen. Nu is 't waar, Andy wordt erg dik, want hij eet den -ganschen lieven dag maar gras, behalve dan, als ie met ons uit moet.</p> - -<p>Maar wat moesten we hem geven? Haver kost veel geld. Lena vond -bouillon heel geschikt, maar bouillon is ook duur, en zoo is ten -slotte alles, wat versterkt. Andy loopt uitstekend en heeft geen -kuren, behalve deze, dat ie zoo nu en dan plotseling stilstaat, om -dan na een of twee minuten weer door te draven. Ik heb gezegd, dat -hij dat doet, om even uit te rusten en op krachten te komen. Daan -meent, dat ie dan even staat te denken. En Alex denkt, dat ie dat -doet, om ons te toonen, dat ie een eigen wil heeft, en dien op z'n -tijd wenscht te gebruiken.</p> - -<p>Intusschen waren Lena en ik druk bezig met het vlechten van -laurierkransen en het bijeenzoeken van bloemen om ons karretje te -versieren.</p> - -<p>Den dag voor 1 Augustus waren we van 's morgens vroeg tot 's avonds -laat in de weer; wij hadden rosetten van fel-roode geraniums gemaakt, -om die aan Andy's oogkleppen te hechten; dan hadden we varenkruid en -madeliefjes langs de buitenzijde van het karretje gehangen en verder -nog slingers van madeliefjes om den disselboom gestrengeld. Baldwin -wilde niet toestaan, dat we de mooiste bloemen plukten, maar we -hebben toch, toen hij even weg was, eenige fijne bloempjes om de -zweep weten te vlechten. Ik heb al zoo vaak mee helpen versieren in -de kerk, dat ik de goede soorten wel wist te kiezen, tot groote -tevredenheid dan ook van de jongens, die op dit gebied toch maar -weinig te vertellen hebben.</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/36_bloemenrijtuig.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:282px;"></center> -<br> - -<p>Om half één zaten we al aan ons middageten. We kleedden ons allen -op z'n Zondagsch, en wisten Baldwin nog enkele mooie rozen af te -bedelen, die we om onze hoeden vlochten. Toen we uitreden, liep het -halve dorp uit, om ons bloemenrijtuig te zien; ze vonden het allemaal -even prachtig. Ik hoorde nog, dat een vrouw tegen haar buurvrouw zei: -"Wat beleven we toch wondere tijden, mensch! Wie had dat nou ooit -kunnen denken, hè? Altijd bedenken ze maar weer wat nieuws."</p> - -<p>Met groot gejuich reden we het dorp door, en toen het veld in, een -prachtig ruim en effen veld, terzijde waarvan onder een boom Kapitein -Rogers in z'n mandewagentje al zat te wachten. Toen hij en zijn vrouw -ons zagen naderen, herkenden ze ons nauwelijks, zóó was ons -karretje veranderd door de bloemen.</p> - -<p>Na vijf minuten kwamen ook Betty en Clara aangereden, en toen zaten -we al voor de eerste moeilijkheid. Zij dachten er niet aan, Alex als -koetsier bij zich te nemen, wilden bepaald zelf sturen. Alex was er -leelijk door in z'n wiek geschoten; gelukkig had kapitein Rogers een -goeden inval. Hij rees moeilijk uit z'n wagentje op, en liet zich met -behulp van Mevr. Rogers in z'n badstoel neer; toen zei hij tegen -Alex, dat hij op de boerderij den pony mocht gaan halen, dien voor -het wagentje spannen, en dan daarmee deelnemen aan den wedstrijd. Wij -juichten van blijdschap, want nu hadden we drie mededingers. Er werd -nu afgesproken, dat Daan en ik in ons karretje zouden plaats nemen, -Alex en Lena in het mandewagentje van den kapitein — er was net -genoeg plaats voor twee — en Puf wezen we een plaats aan als -controleur bij het eindpunt. Dat beviel 'm slecht; hij begon hard te -huilen, en jammerde, dat hij het ezeltje had gekregen, en dat hij er -mee wilde rijden. Daan zeide hem, dat hij de gansche onderneming in -de war bracht, maar Puf bleef te keer gaan, en we konden zoo niet -beginnen. Ik stelde hem ten slotte voor, met Daan te gaan, inplaats -van mij, want het was toch ook wel hard, hem alleen te laten staan. -En Daan was dat voorstel al heel welkom, want hij had liever het -lichte gewicht van Puf, dan mijn gewichtigheid. Mevr. Rogers vroeg -mij nog, of ik het niet akelig vond, maar ik zei haar van niet, want -ik kreeg nu de gelegenheid, de drie mededingers bij den eindpaal te -zien aankomen.</p> - -<br> -<center><img align="left" src="images/37_eindpaal.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:146px;"></center> -<br> - -<p>"Ik ben niet zoo kinderachtig, om te gaan huilen, als ik niet mee mag -rijden," zei ik, terwijl ik Pufs tranen van z'n bolle wangen veegde. -Hij was spoedig weer in z'n hum en klom zoo vlug als ie kon, in ons -karretje. Betty vond ons wagentje heel lief. Zuchtend zei ze: "Ik -wou, dat Clara en ik ook zulke aardige ideetjes hadden. Maar als -jelui d'r niet bij zijn, voelen we ons lang niet zoo pleizierig."</p> - -<p>Ik keek naar haar keurig rijtuigje met de blauwe kussens, naar het -nikkelen beslag van het paardetuig, naar den prachtigen pony, en -schudde het hoofd. "Jawel," zei ik, "maar wij moeten onze armoede -achter bloemen verbergen, en dat behoeven jelui niet." Ze lachten -luid en vonden ook, dat dàt het wel zou wezen.</p> - -<p>Kapitein Rogers had den weg bepaald; een boerenknecht had hij hier en -daar steenen laten opstellen, en toen onze kibbelpartij was -beëindigd, stelde hij ons op een rij naast elkaar op. Hij had ook -een echt pistool bij zich, om het vertreksein te geven. 't Was eenig!</p> - -<p>Tweemaal moest het veld worden rondgereden, en toen ik bij het -eindpunt gereed stond, leek het mij nog wel zoo aardig buiten dan in -de wagentjes. Eerst scheen het, of Betty en Clara 't zouden winnen, -maar langzamerhand begon Daan ze in te halen, en toen Andy ze achter -zich liet, gaf ik een schreeuw van vreugde. In de tweede rondte begon -de pony met het mandewagentje, die eerst een heel eind achter was -geweest, steeds harder te rennen, en haalde eindelijk Daan in. Maar -Daan begon Andy zóó onbarmhartig te slaan, dat zij een tijdlang -gelijkop reden.</p> - -<br> -<center><img src="images/38_wedstrijd.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:446px;"></center> -<br> - -<p>Zelfs haalde hij den pony weer in, en ik dacht werkelijk, dat hij 't -nog zou winnen, toen Andy, dicht bij het eindpunt plotseling -stilhield, en zóó hardnekkig, dat er geen beweging meer in te -krijgen was.</p> - -<p>Daan schreeuwde en sloeg er op los, maar Andy bleef staan, koppig en -tot geen toegeven geneigd. 't Was verschrikkelijk, ik schreide haast. -Al spoedig kwamen Alex en Lena aanrijden, en precies gelijk met Clara -en Betty reden ze het eindpunt binnen. Zij wonnen dus beiden, en niet -zoodra hoorde Andy hen hoerah! roepen, of hij zette eensklaps weer -aan, en draafde naar het eindpunt, maar natuurlijk te laat nu.</p> - -<p>Wat waren we boos op 'm! Behalve natuurlijk Alex en Lena, die 't nu -gewonnen hadden; zij schenen wel heelemaal te vergeten, dat het ook -hun ezel was, die verloren had. Mevr. Rogers wist niet, wie ze nu den -lauwerkrans moest geven, en dus stelde de kapitein voor, dat de twee -pony's nog eens tegen elkaar moesten draven; ditmaal echter maar een -kleineren afstand. De pony van de boerderij won het nu gemakkelijk. -En zoo kreeg Lena den lauwerkrans. Ze was er zóó verheerlijkt mee, -dat ze haar hoed afwierp en den krans op haar hoofd zette.</p> - -<p>Na afloop van den wedstrijd zochten we allen een rustig plekje aan de -rivier, en bepraatten daar nog eens druk de gebeurtenissen van den -heerlijken middag. Er werd een vuurtje gemaakt, en thee gezet, en -rondom 't vuurtje gezeten, konden we ons heel wel verbeelden, in een -zigeunerkamp te zijn aangeland.</p> - -<p>Vervolgens werden allerlei spelletjes gedaan, vooral ook die, waarbij -we konden blijven zitten, omdat Betty nog niet vlug loopen kon. 't -Speet ons, toen we naar huis moesten. Naast elkaar reden wij, te -weten Clara en Betty in haar, en wij allen in ons wagentje, naar -huis.</p> - -<p>Eigenlijk waren we allemaal ook nog 'n klein beetje uit ons humeur; -Clara en Betty, omdat ze 't niet gewonnen hadden; Daan en ik, omdat -Andy ons door z'n malle kuren had doen verliezen. Kapitein Rogers -zei, dat je zooiets nu eenmaal van een ezel moet verwachten, daar -zijn 't ezels voor.</p> - -<br> -<br> -<hr width="25%" align="center"> - -<br> -<br> -<br> -<br> -<a name="chapter11"></a> -<h3 align="center">HOOFDSTUK XI.</h3> - -<p>We zijn deze week begonnen met het op beurten rijden met Andy. -Afgesproken is, dat we, als het onze beurt is, niet bepaald alleen -behoeven te gaan, we mogen ook wel anderen meenemen; maar wiens beurt -het is, die stuurt, daar gaat niets van af.</p> - -<p>Maandagmorgen vóór 't ontbijt nog bevestigde ik mijn briefje aan -den mijlpaal. De jongens wisten er niets van, en bemerkten het pas 's -middags, toen er enkele menschen naar stonden te kijken; ze kwamen -naar huis en vroegen mij lachend: "Wou je de menschen op je rug -dragen, Griet? Dat lijkt wel zoo, want er staat op dat briefje niets -van Andy."</p> - -<p>"Dat is mijn zaak," gaf ik ze terug, "als ze d'r verstand gebruiken, -zullen ze dat wel snappen." Het hinderde mij, dat ze me alweer -uitlachten, want ik was zoo echt in m'n schik met het plan van -personenvervoer per open équipage. Ook vader had mijn briefje -gelezen, en zei tot me: "Dat vind ik best, Grietje, je lijkt in dat -opzicht op je moeder. Ik ben er blij om, dat je er iets voor voelt, -om je genoegens te deelen met hen, die minder gelukkig zijn dan jij."</p> - -<p>Daan bleef den heelen dag met Alex weg; zij hadden hun boterhammen -meegenomen, en kwamen laat thuis. Alex scheen zich bij dien rijtoer -door de omliggende dorpen zóó ingespannen te hebben, dat hij den -volgenden dag niet in staat was, zelf goed te sturen. Maar 's middags -knapte hij op en reed met Lena weg; ik merkte, dat zij wat in 't -schild voerden. Voor den armen Andy was 't een zware dag. Er stond -veel wind, en Alex nam twee groote vliegers mee, die Daan en hij den -vorigen winter gemaakt hadden.</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/39_vliegers.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:223px;"></center> -<br> - -<p>Hij en Lena lieten de touwen geheel vieren en bonden de uiteinden elk -aan een kant van 't karretje. Zij reden het dorp uit, en trokken de -vliegers mee, die door den flinken gang mooi hoog stonden. Zoodra ze -echter een hoek omreden, rukten de vliegers een anderen kant op, dan -Andy trok. Lena vertelde mij later, dat ze gehoopt had, dat de -vliegers hen hadden voortgetrokken. Andy deed z'n best ze mee te -trekken, maar spoedig gaf hij het op, en bleef ineens koppig staan. -Een half uur lang trachtten ze hem vooruit te krijgen; Alex liet hem -keeren, en sleurde hem een eindje mee. Toen brak een vliegertouw en -een vlieger verdween als de wind; de ander kwam in een boom terecht -en bleef daar vast zitten; Alex klom in den boom, en kreeg hem zoo -terug. Vrij tijdig kwamen ze weer thuis. Daan vroeg Alex -belangstellend, waarom of ie zoo dom gedaan had. Hij had gedacht, dat -Alex de vliegers had willen gebruiken als zeilen op het karretje, dan -hadden ze dubbel zoo snel gereden. Maar Alex was boos op Andy en -mopperde: "Ik vind 'm niet half zoo aardig meer als eerst."</p> - -<p>"Och kom," zei ik tot hem, "je moet er eerst eens gewoon mee gaan -rijden. Jij en Daan hebben zoo graag een ezel willen hebben, om je -naar school te brengen, maar daarvoor heb je hem nog niet één keer -gebruikt."</p> - -<p>Alex keek zuur en zei: "Weet je waarom niet? Dat is het begin van -Daan's ruzie met Sausaye geweest. Toen Sausaye hoorde, dat wij een -ezel hadden, ging hij staan dansen en zong een spotliedje op vader. -Daan liep dadelijk op hem toe; hij hield niet op en kreeg toen een -opstopper van Daan. En als Daan 't niet had gedurfd, had ik het wel -even opgeknapt."</p> - -<p>Ik keek hem aan en zei: "Was het wel goed om zoo te doen? Sausaye mag -z'n spotlust botvieren, maar de kinderen van iemand als vader moesten -dat niet zóó beantwoorden."</p> - -<p>"Sta toch niet zoo mal te preeken," zei Alex, en toen ik nog wat -zeggen wou, stopte hij z'n vingers in z'n ooren en rende weg. Nu -begrijp ik, waarom de jongens niet met Andy naar school willen -rijden: ze zijn bang, dat ze uitgelachen zullen worden. Ik denk, dat -jongens daar banger voor zijn dan meisjes.</p> - -<p>De dag van Lena's beurt eindigde niet best. Pas na den middag reed ze -uit, want we hadden tante Caroline geholpen met pruimen plukken voor -jam. Zij wil altoos de jam zelf maken. Wij wilden haar allen eerst -helpen, maar werden vrij moe; Lena werd stekelig, omdat zij niet -vóór 't middageten met Andy kon wegrijden. "Ik zal zien, dat ik Puf -mee krijg; ik heb het 'm ook beloofd."</p> - -<p>"Zal ik ook meegaan?" vroeg ik.</p> - -<p>"Neen, dank je, jij speelt toch maar den baas over mij. Hè, laten -we die akelige jam toch laten zitten, waarom doet de meid het niet? -Vader heeft tante geroepen, die zal dus zoo gauw wel niet terug -zijn."</p> - -<p>"Je behoeft niet te wachten," zei ik; "ik zal tante wel helpen; de -meid moet de provisiekasten schoonmaken."</p> - -<p>"Maar 't is veel te laat, om Andy nu nog te halen, 't is wat moois!"</p> - -<p>Zij vloog de keuken uit; toen tante terugkwam, was het juist -etenstijd.</p> - -<p>"Ik hoop, dat er nu maar niet meer jam behoeft gemaakt te worden," -zei ik. "Ik heb er zoo 'n hekel aan, en het is hier zoo heet."</p> - -<p>"Het is heel goed voor kinderen, om te doen, wat ze niet graag doen," -zei tante ernstig. "Het leven is je niet alleen gegeven, Grietje, om -het voor jezelf te hebben."</p> - -<p>Ik voelde mij beschaamd, ook omdat wij een groote vacantie hebben, en -Lena en ik juist deze eerste twee weken niets aan de lessen doen. -Maar tante ging voort: "Ik vind het ook zoo pleizierig niet, Griet, -om in een heete keuken jam te maken, maar ik doe het, omdat het -gedaan moet worden."</p> - -<p>Ik antwoordde: "Ik dacht, dat volwassen menschen alles prettig -vonden. Als zij niet willen, dan doen ze 't niet, niemand, die hen -beveelt."</p> - -<p>"Het plichtsgevoel beveelt hen," zei tante. "Als je grooter wordt, -zul je soms bemerken, dat je gansche leven bestaat uit dingen, -waarvan je niet houdt, en die toch gedaan moeten worden."</p> - -<p>Dat was wat nieuws voor me. Ik dacht altijd, dat volwassen menschen -alleen doen, wat ze prettig vinden. Misschien vindt tante Caroline 't -ook wel niet prettig, om altijd op ons te passen; wellicht zou ze -veel liever thuis zijn. Ik geloof, dat ik goed zou doen, haar beter -te helpen. Ik loop altoos weg, om te spelen, als zij wat van mij -verlangt. Ik denk, dat het bij het <i>doen</i> behoort, om haar beter te -gaan helpen, en ik zal het ernstig gaan beproeven.</p> - -<p>Den ganschen middag speelde ik cricket met de jongens. Zoowat 4 uur -verscheen Lena, met loshangend haar en angstige blikken. Zij riep -Daan toe: "Kom gauw, Andy is gewoon woest en ik vrees, dat Puf -verdrinken zal."</p> - -<br> -<center><img align="left" src="images/40_cricket.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:263px;"></center> -<br> - -<p>Wij vlogen allemaal met haar mee, terwijl zij, geheel buiten adem, -haar wedervaren vertelde.</p> - -<p>Hortend en stootend kwam het er uit: "Ik wou met hem de sloot -doorrijden, juist bij de doorwaadbare plaats. Ik stuurde hem het -water in, maar toen, in plaats van recht door te stappen begon hij -rond te draaien, zoodat de kar ten slotte tegen een steen terecht -kwam. Toen was er geen beweging meer in te krijgen; uren lang heb ik -er mee getobd, en eindelijk ben ik uit de kar geklommen en ben door -het water gewaad. Ik trok mijn kousen en schoenen uit en beval Puf, -stil te blijven zitten, totdat ik terug kwam, en nu moeten we gauw -doorloopen en zien, hem eruit te krijgen."</p> - -<p>Verschrikt riep ik uit: "Heb je Puf midden in de sloot laten staan?" -En Daan vroeg: "Waarom heb je niet dadelijk den eersten den besten -man, dien je tegenkwam, om hulp gevraagd?" "Ik kwam niemand tegen," -zei Lena, "en bovendien was ik veel te bang, dat ze 't aan vader -zouden zeggen, daarom ben ik dadelijk hierheen gekomen."</p> - -<br> -<center><img src="images/41_sloot.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:436px;"></center> -<br> - -<p>Gelukkig was het niet ver weg, maar hoe Lena op 't idee was gekomen, -om de sloot door te gaan, daar begreep ik niets van. Ik zou het nooit -gewaagd hebben; had Daan nog pas niet verteld van een man, die daar -met z'n wagen verdronken was? Toen wij bij de rivier kwamen, was er -geen spoor van Puf meer te zien. Lena ging vreeselijk te keer en -jammerde: "Ze zijn allebei verdronken, en ik zal vermoord worden, -omdat het mijn schuld was!"</p> - -<p>Wij gingen een beetje verderop een brug over; Daan begon te gelooven, -dat Andy weer was doorgeloopen en hier of daar heen gedraafd. Alex en -hij gingen toen plat op den grond liggen, net als detectives of -Indianen, om eenig spoor te ontdekken. "De wielen waren natuurlijk -nat, en moeten dus in het gras een spoor hebben gemaakt," zei Alex en -keek er heel geleerd bij. "Kijk, hier bij m'n hand is een heel nat -spoor!"</p> - -<p>"Ja, en de grassprietjes zijn plat gereden," voegde Daan eraan toe; -"nu moeten we dat spoor volgen. Hadden we maar een bloedhond!"</p> - -<p>Lena fleurde wat op. Wij volgden het spoor, maar het grasveld was -niet lang, en we waren spoedig bij een weg aangeland. We begonnen nu -een soort springpas te maken, dat is een manier van loopen, waarbij -je nooit moe wordt, omdat het je nooit buiten adem brengt. Maar wij -zagen, hoe nauwkeurig we ook tuurden, geen wielsporen. We kwamen nu -aan een hoogen weg, en wisten niet, wat nu te doen, verder of terug. -Maar daar stond een huisje vlak bij; fluks daarheen gerend, vroegen -we aan de vrouw, of ze ook een ezelkarretje gezien had met een -jongetje erin. Zij opende haar huisdeur, en daar zagen we Puf aan -tafel zitten, kalm aan 't oppeuzelen van een appel! Wat waren wij -blij! Andy had een plekje op haar grasveld gekregen. Zij vertelde -ons, dat zij het karretje had zien aankomen, en dat Puf zoo hard als -ie kon had geschreeuwd: Ho! Ho! Zij was naar buiten gevlogen, had de -zaak tot staan gebracht, Andy vastgebonden, en Puf, die huilde van -angst, in huis gehaald en tot bedaren gebracht. Natuurlijk was Andy, -zoodra Lena verdwenen was, er vandoor gegaan; het was maar een geluk, -dat Puf stil was blijven zitten.</p> - -<p>Wij bedankten de vrouw vriendelijk, haalden Andy uit het grasveld en -reden tezamen naar huis terug. Vader bromde erg op Lena, dat zij zulk -een gevaarlijke poging had gewaagd. Zij zal zulke fratsen nu -voorloopig wel uit haar hoofd laten. Puf deed natuurlijk net, of ie -het heerlijk had gevonden. "Ik stuurde zelf, en we reden als een -sneltrein!" "Ja," zei Alex, "en je huilde van geweld!"</p> - -<p>"Ik heb alleen gehuild, toen ik die vrouw zag," zei Puf, die nooit -verlegen is met een antwoord; "ik wist, dat ze ons zou tegenhouden, -daarom huilde ik."</p> - -<p>"Jij mag niet liegen, Puf," kwam ik tusschenbeiden, "dat is niet "in -den vorm", behalve als je een boosdoener bent."</p> - -<p>"Ik was zoo bang met Andy, en als ik bang ben dan huil ik altijd!" -verdedigde zich Puf. Hij moet altijd 't laatste woord hebben, en ik -zweeg dus maar.</p> - -<p>Toen het mijn dag was, ben ik 's morgens om 10 uur al op rit gegaan. -Vlak bij ons hek vond ik een heel groot pak, waarop geschreven was: -"Wil zoo goed zijn, dit te bezorgen bij Mejuffrouw C. Londesburg te -Cross Clen." Het was heel leelijk en fout geschreven, en ik dacht -dus, het zal wel van een der dorpsbewoners zijn. Het was een -verbazend zwaar pak, en ik kon het haast niet in de kar tillen. Maar -ik was wat blij weer eens op 't Huis te mogen komen, want ik was er -sinds onzen wedstrijd niet weer geweest. Langzaam reed ik het dorp -door met mijn zware vracht. Toen juffrouw Ribbon mij zag, kwam ze -even aan het hek en zei:</p> - -<p>"Beste Griet, wil je heusch vrachtrijdster worden? Kijk es, lieve, ik -heb aan de oude Suze Combe beloofd een zak steenkolen te sturen. Aan -het station zul je 't vinden; Tom moest al vroeg naar Lincoln en ik -heb het ook zoo druk, het goeje mensch heeft geen brand meer om haar -middagmaal gereed te maken."</p> - -<p>"Goed, ik zal 't doen, ik zal 't dadelijk gaan halen."</p> - -<p>Wat was vrouw Combe blij, toen ze me zag komen. Maar we konden geen -van beiden de zak uit het karretje krijgen; ze haalde de steenkolen -er dus bij beetjes uit, en dat kostte heel wat tijd. Terwijl wij nog -bezig waren, kwamen juist Clara en Betty in haar ponykarretje -voorbijrijden. Ze keken gek op, toen ik haar vertelde, waaraan ik -bezig was. "Ik ben vandaag vrachtrijdster," vertelde ik, "en ik heb -ook een vrachtje voor jelui!"</p> - -<p>Dat vonden ze heerlijk. "Voor ons? O, zeg, laat es gauw kijken! Wat -eenig!" Zoodra vrouw Combe al haar steenkolen eruit had, klommen ze -op ons karretje en bekeken het pak van alle kanten. Wij maakten het -open in de kar, want het was ons te zwaar, om het er uit te lichten. -Toen het papier er af was, vonden we .... een ouden emmer vol -steenen! Clara was heel boos. En ik begreep dadelijk, dat het een -grap van de jongens was. Ik trachtte Clara dat aan 't verstand te -brengen, maar zij zei: "'t Zijn ruwe, leelijke jongens, ik zal 't -moeder eens vertellen."</p> - -<p>Zij sprong weer van de kar af en ging naar Betty, om het haar te -vertellen. Deze lachte; zij kan beter tegen een grapje dan Clara, en -ik stelde haar voor, dat ze den jongens ook weer een pak moesten -zenden. Dat vonden ze beiden best, en beloofden, het per post te -zullen sturen. Wij haalden de steenen en den emmer uit de kar en -gooiden ze in een sloot. Ik reed fluks naar ons dorp terug, -nieuwsgierig of er nog iemand een boodschap voor me zou hebben. En -zie, daar zag ik kreupele Hanna, die onze kleeren verstelt en ook in -'t koor zingt; zij stond bij haar hek, en keek naar mij, alsof ze mij -wat zeggen wou.</p> - -<br> -<center><img src="images/42_kreupel.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:415px;"></center> -<br> - -<p>Ik hield stil en zei: "Kan ik iets voor je doen, Hanna?"</p> - -<p>Zij kleurde en sprak aarzelend: "Ik moet naar boer Luscombe, kind, en -het is een lange weg voor mij met zoo'n hitte, en nu dacht moeder, -toen we u zagen aankomen ... en omdat we uw briefje hadden -gelezen...."</p> - -<p>"O, ik begrijp je al," zei ik, "je wou, dat ik je daarheen bracht? -Stap maar in Hanna, dat zal ik graag doen."</p> - -<p>Zij steeg in, en vertelde mij, dat haar been zooveel pijn deed, als -ze ver moest loopen, maar zij had een japon voor juffrouw Luscombe -moeten maken, en nu moest die toch weggebracht worden. Ik zei haar, -dat ik Andy elke week een dag voor mij had, om er boodschappen mee te -doen voor wie ik wilde. Toen we zoo een tijdje gepraat hadden, zei ik -tot haar: "Na dezen rit moet ik naar huis, want dan moeten we eten. -Maar vanmiddag kom ik weer terug. Weet je dan nog iets te doen, -Hanna?" Zij antwoordde, na even te hebben nagedacht:</p> - -<p>"Ik weet niet, Grietje, of je de kleine Annie Steel kent. Zij komt -uit Londen, en woont bij haar grootmoeder, juffrouw Buston; zij is -geheel kreupel en kan niet loopen. Omdat ik zelf kreupel ben, spreek -ik nog al eens met haar, want juffrouw Buston en haar man zijn erg -streng en lastig voor haar. Zij vinden het een grooten last haar te -helpen, omdat ze zelf ook haast niets hebben, en dan zit ze daar maar -troosteloos in dat donker keukentje. Nooit komt ze er uit, ze zit -zelfs niet eens aan de deur; ze is ook misvormd, heeft een bochel, en -de oude vrouw schijnt zich te schamen voor zulk een kleindochter. Je -zoudt het kind in 't paradijs brengen, als je haar eens liet -meerijden."</p> - -<p>"O, prachtig, dat zal ik doen!" riep ik uit. "Maar zou 't rijden haar -niet te veel schokken?"</p> - -<p>"Neen, dat gaat best; als je een paar kussens neemt, en je zet haar -op den bodem der kar, dan zal 't best gaan."</p> - -<p>"Ik zal dadelijk na 't eten haar gaan halen," zei ik verheugd. Toen -ik thuis kwam, vroegen ze allen, wat ik gedaan had. De jongens -spraken geen woord over hun grap, en ik natuurlijk ook niet. Tante -vond het heel mooi van me, dat ik Annie Steel eens liet meerijden. -Vader ook, maar die waarschuwde ons, dat we Andy door al die drukke -ritten niet moesten afjakkeren, en Daan zei, terwijl we Andy weer -inspanden: "Overdrijf nou niet, barmhartige Samaritaansche, anders -loopt het nog op schade uit."</p> - -<p>"Ik doe het alleen, omdat ik ervan houd, en ik zal er mee voortgaan, -omdat vader gezegd heeft, dat moeder het zou goedgekeurd hebben."</p> - -<p>Daan zei niets meer, want Daan hield zoo van moeder, gelijk wij -allen.</p> - -<br> -<br> -<hr width="25%" align="center"> - -<br> -<br> -<br> -<br> -<a name="chapter12"></a> -<h3 align="center">HOOFDSTUK XII.</h3> - -<p>Toen ik naar juffrouw Buston ging, vond ik haar in den tuin, bezig -met groentenplukken. Zij was meer verbaasd dan verblijd, toen ik haar -vertelde wat mijn plan was. En ze zei dan ook eerst, dat ze de kleine -Annie niet wilde meegeven.</p> - -<p>"Ik zou haar nooit hier gehad hebben, als ik geweten had, dat ze zoo -hulpeloos was. Haar moeder, die reeds op 20-jarigen leeftijd weduwe -was, stierf plotseling, en Annie moest toen in een weeshuis. Maar -mijn man wilde daar niet van weten, en ik eigenlijk ook niet. Zoo -namen we de kleine dan in huis, en sedert is ze er gebleven, totaal -krachteloos, alsof ze geen ruggegraat heeft. Ze doet zoowat niets -anders dan in elkaar gedoken zitten huilen. Loopen kan ze geen stap. -Maar kind, als je er nu bepaald op staat, haar mee te nemen, kom dan -binnen, dan kunnen we haar samen gemakkelijk genoeg in 't karretje -tillen."</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/43_krachteloos.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:287px;"></center> -<br> - -<p>Ik bond Andy aan den muur vast en ging het huisje binnen. De keuken -was klein en het rook er duf; in een laag stoeltje zat Annie. -Werkelijk, ze zag er uit als een afgeleefd oud vrouwtje; alleen het -haar was nog blond, maar kort geknipt. Toen ik haar meedeelde, wat -mijn plan was, glimlachte ze zoo hartroerend, dat ik bijna begon te -weenen. Ze zag er even bleek als haar schortje uit; ze is pas negen -jaar oud, evenals Lena. Ik had vier kussens en een deken meegebracht -en maakte het haar zoo gemakkelijk mogelijk; haar Grootmoeder -plaatste haar zoo in de kussens, dat ze rechtop zitten kon. Bovendien -zette ze haar nog een katoenen mutsje op, en daarna reden we weg.</p> - -<p>Heel langzaam reed ik de laan af, om het schokken te voorkomen. Al -vrij spoedig begon ze te praten. Eerst had ze doodstil liggen staren -in de blauwe lucht, terwijl haar mond open en dicht ging als die van -een visch. Toen ik haar vroeg, waarom ze zoo deed, zei ze: "De lucht, -juffrouw. Sinds ik bij grootmoe ben, krijg ik haast geen frissche -lucht. Voordat moeder stierf, zat ik altoos aan 't open venster, maar -grootmoe doet haar ramen nooit open."</p> - -<p>Zij vertelde mij verder, dat zij veel van Hanna hield, en al meer -begon ze los te komen, er blijkbaar schik in krijgende, allerlei -prettigs te vertellen.</p> - -<p>"Kijk, daar zijn heelemaal geen huizen, wat een leege plek. Dit is nu -echt buiten zijn. Nooit ben ik hier geweest, voordat ik bij grootmoe -kwam, en sedert ik er ben, kom ik er nooit uit.</p> - -<p>Moeder zei altijd, dat God ook buiten leeft, niet in de stad. Moeder -hield niets van Londen; zij vond het zoo'n vuile stad; de lucht zie -je in Londen maar heel zelden en dan nog maar een klein stukje er -van. O, juffrouw, wat is het hier heerlijk! Die velden, en die boomen -en die bloemen! Ik heb wel schilderijen gezien, maar die waren niet -zoo levend als dit alles."</p> - -<p>Bij een landhek hield ik stil, om haar konijnen te laten zien, die -daar aan 't spelen waren, en toen een vlinder op den rand van 't -karretje kwam zitten, schreeuwde ze 't uit van pleizier.</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/44_landhek.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:228px;"></center> -<br> - -<p>Maar ze werd al spoedig weer vermoeid van al die ongewone opwinding -en toen begon ik maar eens te praten. Ik vertelde haar, hoe we aan -Andy waren gekomen, en toen ik dat verhaal ten einde had, zei ze:</p> - -<p>"Luistert God naar alle menschen, juffrouw, of alleen naar rijke lui? -Ik heb nog niets van Hem gehoord, sinds ik bij grootmoe ben. Moeder -kreeg altijd bezoek van een wijkzuster, maar daar hield ik niet van; -ze had altoos zoo'n haast om weer weg te komen, en ze wilde altijd -maar weer, dat ik naar een gesticht of naar een hospitaal werd -gezonden."</p> - -<p>"Natuurlijk luistert God naar ons allemaal," antwoordde ik, verbaasd -over zóóveel onwetendheid; "bidt je niet tot Hem?"</p> - -<p>Ze wendde haar hoofd af. "Ik was gewoon het "Onze Vader" op te -zeggen, maar ik ben nu totaal vergeten hoe het is."</p> - -<p>"Kun je lezen?" vroeg ik.</p> - -<p>Weer schudde ze haar hoofd.</p> - -<p>"Ik ben begonnen het te leeren, maar moeder stierf, vóórdat ik -groote woorden kon lezen, en later heeft niemand het mij geleerd."</p> - -<p>"Arm klein schaap," sprak ik met diep medelijden; "wat doe je dan -toch wel den ganschen dag?"</p> - -<p>"Plaatjes kijken en dan naaien, naaien kan ik wel. Ik maak op 't -oogenblik reepjes voor een lappendeken voor grootmoeder."</p> - -<p>"Je moet God gaan bidden," zei ik.</p> - -<p>"Waarom?"</p> - -<p>"Wel, omdat Hij je liefheeft. Weet je, wie Jezus Christus was?"</p> - -<p>"Die aan een kruis is ter dood gebracht? Ja, daar heeft moeder mij -wel van verteld."</p> - -<p>"Weet je, waarom Hij is ter dood gebracht?"</p> - -<p>Zij schudde haar hoofd, en sprak: "Het is zoo iets van het redden der -zondaars en der wereld. Maar ik ben het vergeten. Ik geloof, dat Hij -zeer vriendelijk en goed was. Het is al eeuwen geleden, dat hij -gedood werd, is 't niet?"</p> - -<p>"Hij is heelemaal niet dood," zei ik, als verstomd door zooveel -onkunde. "Lieve kind, jij weet nog niet eens zooveel als de kinderen -uit mijn klas."</p> - -<p>Met doffe stem sprak ze: "Er is ook niemand, die me wat leert."</p> - -<p>En ik begon maar dadelijk te vertellen, wat Jezus voor haar gedaan -had. Zij had er totaal geen besef van, dat zij ook zondaar was; maar -ik geloof toch wel, dat het haar na eenigen tijd duidelijk werd. -Verwonderd keek ze op, toen ik vertelde, dat Jezus nòg leefde, en -dat Hij nog machtig is om ons te helpen en ons te leiden, al kunnen -we Hem niet zien. Zij wist niet, dat het kruis ook voor haar van -beteekenis was; met open mond en groote oogen hoorde zij alles aan -wat ik vertelde, en ik wenschte soms, dat een wijzere dan ik haar -vertellen kon. Meteen moest ik ook op mijn ezeltje letten; af en toe -hield ik even stil, en plukte wat wilde bloemen en kamperfoelie voor -haar, om mee naar huis te nemen. Toen ik meende, dat we nu lang -genoeg gereden hadden, bracht ik haar weer naar huis terug; maar als -we 't huis naderden, begon ze te schreien en greep mijn hand.</p> - -<p>"Zult u terugkomen en mij weer meenemen? Zult u mij niet vergeten? -Toe, beloof mij, dat u me weer spoedig komt halen!"</p> - -<p>"Ik zal probeeren, deze week nog één keer te komen, Annie, en in -elk geval zal ik hier komen, om je wat te helpen met lezen; misschien -kan ik dan wel een paar boeken meebrengen." Haar grootmoeder tilde -haar uit het karretje en scheen nogal in haar schik.</p> - -<p>"Nu kind, daar heb je goed aan gedaan, hoor, en 't zal Annie ook goed -doen. Arm schaap, wat zou het goed voor haar zijn, als God haar maar -tot Zich nam. Ze zal toch nooit voor iemand ter wereld van nut kunnen -zijn."</p> - -<p>Ik werd boos, maar ik wist niet wat te zeggen. Ik zag, hoe Annie -huiverde bij het hooren van die zelfzuchtige woorden, en meende maar -het best te doen, met heen te gaan. Ik nam dus afscheid. "Vaarwel, -Annie! Ik kom spoedig weer bij je terug."</p> - -<p>In draf ging het nu naar huis, en nadat ik Andy had uitgespannen, -vertelde ik vader dadelijk mijn wedervaren. "Wat spijt het mij," zei -vader, "dat ik haar niet eerder gevonden heb. Ik ben wel bij juffrouw -Buxton op bezoek geweest, maar die vertelde mij nooit, dat ze een -kleinkind in huis had."</p> - -<p>"Zij schaamt zich voor het kind," zei ik. "Hanna vertelde mij, dat -zij denkt, dat een misvormd kind door iedereen wordt gemeden. Is dat -niet wreed gedacht? Vader, denkt u, dat ik haar zou kunnen leeren -lezen?"</p> - -<p>"Zeker, kind, zeker. Ga zoo vaak als je kunt naar haar toe, maar denk -er aan om juffrouw Buxton te vragen, of het mag."</p> - -<p>Toen ik den jongens en Lena van Annie vertelde, lachten ze niet, en -Lena was er zelfs mee begaan. Zij haalde een paar oude poppen voor -den dag, en vroeg mij, die voor Annie mee te nemen.</p> - -<p>Bij de thee zei tante Caroline: "Ik geloof, dat Grietje den mooisten -dag heeft gehad van jullie allemaal!"</p> - -<p>"O ja, tante," zei Alex snel, "ik weet wel wat u wilt zeggen: omdat -zij meer aan anderer genoegen dacht dan aan haar eigen vermaak; maar -dat doet ze niet uit haarzelf, daar is ze toe aangezet. U moet haar -niet verwaand maken, ze heeft al genoeg dunk van zichzelf."</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/45_pakket.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:260px;"></center> -<br> - -<p>"Dat is niet waar," zei ik boos.</p> - -<p>"Hé, hé, geen getwist nu!"</p> - -<p>Zoo komt tante altoos tusschenbeiden en we spraken dus geen woord -meer over de zaak.</p> - -<p>Den volgenden morgen kwam er een groot pakket met de post, -geadresseerd aan "de Jongeheeren Daan en Alex Marjoribanks". De -jongens gunden zich geen tijd om het uit te pakken, en scheurden het -eene na het andere papier eraf, niet bemerkend, dat Lena en ik in ons -vuistje lachten (ik had het Lena ook verteld). Eindelijk kwam een -kartonnen doos te voorschijn, en toen ze die openden, vonden ze haar -vol koolstronken; op den bodem lag een klein briefje, waarop de -woorden: "Met vriendelijken dank van Betty en Clara."</p> - -<p>Inmiddels waren Lena en ik een rondedans om de tafel begonnen, -waarbij we hen dapper uitlachten. Ze hadden 't ook verdiend, en ik -vertelde hun, dat hun pakket nooit aan 't Huis bezorgd was. Toen -waren ze woest van boosheid, en scholden ons uit, dat het een lust -was.</p> - -<p>Ik zei hun nog, dat zij altijd grapjes hadden ten koste van anderen, -en nooit zichzelf eens vermaken konden. Daan beloofde wraak; maar dat -doet ie wel meer als ie ten einde raad is, en later is ie 't al lang -weer vergeten.</p> - -<p>Ik ging nu zooveel belang stellen in Annie Steel, dat ik er bijna -iederen dag heen ging; als ik haar bezocht, had ze een kleur van -blijdschap, en ze begon er werkelijk wat opgewekter uit te zien. -Elken Woensdag nam ik haar mee op een rij toer.</p> - -<p>Intusschen waren we allen druk bezig met bijverdienen, om een zadel -voor Andy te kunnen koopen. De jongens verkochten aan kapitein Rogers -enorme partijen visch. Zij kunnen er gewoon niet tegen hengelen, en -hij betaalt best. Zelf zend ik weer groenten en bloemen naar de markt -te Lemworth, waar Bob Tapson ze wel aan den man brengt, en Lena maakt -weer borstplaat zonder eind. Maar het geld komt heel langzaam bij -elkaar. Mevrouw Rogers kwam gistermiddag met haar man bij ons -theedrinken; de kapitein liet ons den spaarpot openen; er was nu -negen gulden in.</p> - -<p>We hadden recht veel schik dien middag. De thee werd buiten -gedronken, zoodat het veel had van een pic-nic; kapitein Rogers -spoorde ons aan, het geld wat vlugger te maken, anders zouden we -nooit aan een zadel toekomen. We vroegen hem, of hij soms een middel -wist, en hij zei van ja. Het was dit: Hij en zijn vrouw wilden een -wedstrijd in het boogschieten organiseeren bij hun huis; daarbij -zouden veel volwassen menschen komen, en nu wilde hij ook een -wedstrijd houden voor kinderen; de beste schutter zou een prijs -verdienen van twaalf gulden.</p> - -<p>"Jelui hebt dus niet anders te doen, dan dien prijs te winnen," -voegde hij er aan toe; "en dan weet ik wel een adres, waar je een -flink zadel kunt koopen voor een gulden of twintig."</p> - -<p>Met gejuich werd het plan ontvangen, het was een eenig denkbeeld. -Maar wij moesten den kapitein toch vertellen, dat we geen van allen -konden schieten, en dat we niet met boog en pijl konden omgaan. Hij -antwoordde, dat hij ons dat wel even leeren zou, dat ging heel vlug; -we moesten dan maar telkens bij hem komen en oefeningen houden in den -tuin bij de boerderij.</p> - -<p>"En we kunnen ook hier een schijf opstellen en er ons op oefenen," -vond Daan. "Ik zal er wel een maken, maar dan hebben we nog geen boog -en pijlen. Zijn die duur?"</p> - -<p>"Dat zullen we aan juffrouw Ribbon vragen," zei Alex. "Maar ik wil -wedden, dat ze die niet heeft."</p> - -<p>"Nee, nee," zei kapitein Rogers, "ik zal jelui enkele van de mijne -leenen tot na den wedstrijd. Laat es zien: jelui zult er vier noodig -hebben, is 't niet? Ieder een."</p> - -<p>"Ik ook!" riep Puf op dreigenden toon. "Ik wil ook schieten."</p> - -<p>Dus beloofde kapitein Rogers vijf bogen te zullen zenden, met een -bundel pijlen. En Daan stelde hem voor, om moeite te besparen, dat -hij dadelijk maar even mee zou gaan, om ze te halen, dan konden wij -zoo spoedig mogelijk beginnen.</p> - -<p>"En hoe maakt Andy het tegenwoordig?" vroeg de kapitein.</p> - -<p>"Even onberekenbaar als altoos," antwoordde ik. "Soms gaat het heel -goed, maar dan eensklaps krijgt hij weer z'n oude kuur van stilstaan, -en geen van ons kan hem dan weer in beweging krijgen. 't Is geen -trouw dier, en dat zal ie nooit worden ook."</p> - -<p>De kapitein lachte hartelijk en trok mij aan een haarlok. "Kom hier, -oud vrouwtje, en vertel mij es, wat een trouw dier is."</p> - -<p>"Dat is er een, waarop je rekenen kunt," hervatte ik; "een dier, dat -altoos hetzelfde is en waar je op aan kunt. Dat is toch de beteekenis -van trouw? Gisteren hebben we 't er nog over gehad."</p> - -<p>"Ja," zei hij, "dat is een heel juiste omschrijving van trouw. Ik -denk, dat jij dan ook wel heel trouw zult wezen, Grietje."</p> - -<p>"O, ik wou dat ik het was. Maar ik ben het niet. Men is niet volkomen -trouw, als men het niet altijd en overal is, zooals onze ridder: -semper fidelis. Ik tracht een trouwe dienstmaagd te wezen, maar -steeds weer vergeet ik het."</p> - -<p>"Wiens dienstmaagd? Ik zou zoo zeggen, Grietje, je bent een trouw -vriendinnetje."</p> - -<p>"Christus' dienstmaagd," was mijn fluisterend antwoord. "Hij is in -alles de eerste, zooals u weet. Maar daarom zou ik dan ook evengoed -uw trouw vriendinnetje willen wezen, kapitein."</p> - -<p>"Wij zullen een verbond sluiten. Als ik in moeite of verdriet kom, en -hulp noodig heb, dan weet ik, op wie ik kan rekenen."</p> - -<p>De beide jongens gingen met den kapitein mee naar de boerderij, en -kwamen al spoedig weer thuis, o zoo verheugd met hun pijlen en bogen. -Reeds hebben we een schijf gemaakt van wit calico, gespannen over een -met stroo gevulde platte doos. En nu hoop ik maar dat wij den prijs -zullen halen; wij hebben goede kans, omdat we met z'n vieren zijn. -Betty en Clara zullen ook gevraagd worden, en nog heel wat kinderen -meer. Ik geloof, dat kapitein Rogers eigenlijk hoopt, dat wij het -maar zullen winnen.</p> - -<pre> * * - * -</pre> - -<p>Het is eenigen tijd geleden, dat ik in dit boek heb geschreven, want -ik heb het verschrikkelijk druk gehad. Allereerst dien ik te -vertellen van onzen hand-boogwedstrijd.</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/46_schietschijf.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:127px;"></center> -<br> - -<p>Vanaf het oogenblik, dat de schijf gereed was, hebben we ons druk -geoefend. Aan het einde van de laan hadden we haar opgehangen, en -gingen er dan zoo ver mogelijk van af staan, om goed te leeren -mikken. Die oefeningen waren wel inspannend, maar toch ook verbazend -prettig. Ik zelf had er zooveel schik in dat ik boos werd, als ik er -telkens weer werd afgeroepen. Dat kwam zoo.</p> - -<p>Emma had haar voet verstuikt, en moest dagen achtereen in bed liggen, -en toen ze eruit mocht, kon ze nog heel moeilijk loopen. Tante -Caroline droeg nu aan Lena en mij op, de bedden op te maken, de -kamers te doen, en zooveel mogelijk in huis te helpen. Het scheen ons -een uitdaging, want wij wilden zoo graag vóór alles goede schutters -worden. Ik kàn niet hebben, dat we zulke dingen maar half goed doen. -Lena ging er vandoor, maar dàt kon ik ook niet doen, en ik hielp dus -zooveel als ik kon, maar veelal met een nijdig hoofd. Ik geloof, dat -ik die gansche week niet in m'n humeur ben geweest. Toen het Woensdag -werd, had ik er niet eens zin in, om Annie te halen voor een rijtoer; -Betty en Clara kwamen 's middags om met ons te oefenen in 't -schijfschieten. Toch reed ik met Andy uit, inwendig wenschend, dat ik -haar maar nooit beloofd had, iedere week te zullen rijden. Maar toen -ik haar bleek gelaat zag, dat opvroolijkte toen ik aankwam, was ik -beschaamd. Ik was een half uur te laat, en ze zei:</p> - -<p>"Grootmoe heeft al gezegd, dat u niet zoudt komen. Maar ik wist zeker -dat u komen zoudt. U zult mij nooit alleen laten, wel juffrouw?"</p> - -<p>Ik antwoordde slechts: "Ik hoop van nooit!"</p> - -<p>Annie was zeer spraakzaam. Ze vertelde, hoe ze nu geregeld bad, en -ook dankte voor al het goede, dat ze ontving. Zij begreep nu ook iets -van wat Jezus voor haar aan het kruis geleden had. "O, kon ik maar -wat voor Hem doen!" riep ze uit.</p> - -<p>"Van ons, die nog kinderen zijn, verwacht Hij geen groote dingen, -Annie. Maar wat wij te doen hebben, dat is zóó te spreken en te -handelen, alsof Hij altoos bij ons is, in onze kamer en bij ons werk; -wij zien Hem wel niet, maar toch leeft Hij dicht bij ons. Hij -glimlacht als we ons best doen, en met droeve oogen staart Hij ons -aan, als we ongehoorzaam zijn of toornig, zooals ik vandaag."</p> - -<p>Het deed mij goed, haar eens te kunnen zeggen, hoe verkeerd ik -vandaag gehandeld had. En ik voelde mij gelukkig, toen ik weer thuis -kwam, nog vol van ons gesprek en van het heerlijk gevoel, dat ik had -na het erkennen van mijn zonden.</p> - -<p>Eindelijk kwam dan de groote dag. De tuin bij kapitein Rogers was vol -volk; ook waren er vier jongens en vijf meisjes, die we geen van -allen kenden; zij waren met den trein gekomen uit Tenburg en zeven -mijlen hier vandaan, uit Lincoln. Twee meisjes en drie jongens waren -ook uit een pastorie.</p> - -<br> -<center><img src="images/47_boogschieten.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:464px;"></center> -<br> - -<p>Naarmate de wedstrijd vorderde werd de pret, maar ook de spanning -grooter. Toen het mijn beurt was, gevoelde ik mij erg zenuwachtig; -mijn hand trilde alsof ik de koorts had. Maar het ging gelukkig -nogal, hoewel ik natuurlijk den prijs niet won, dat wist ik vooruit -wel. Ik geloof eigenlijk, dat wij er allemaal wel zoo'n beetje op -rekenden, dat Daan de gelukkige winner zou wezen. Hij stond zoo kalm, -mikte zoo vast, net een volwassen man. Later zei hij nog, dat ie een -gevoel had gehad, als ging het om leven of dood.</p> - -<p>En toen bleek, dat hij den prijs had verdiend, juichten we allen als -uitgelatenen. Mevrouw Rogers overhandigde den prijs in een met kralen -bezette beurs.</p> - -<p>Innig verheugd kwamen we thuis, want nu hadden we ook het zadel zelf -verdiend. En geen onzer behoefde nu ooit meer geld te gaan verdienen.</p> - -<p>Het leek te mooi, om waar te wezen.</p> - -<br> -<br> -<hr width="25%" align="center"> - -<br> -<br> -<br> -<br> -<a name="chapter13"></a> -<center><img src="images/48_hoofdstuk13.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:236px;"></center> -<h3 align="center">HOOFDSTUK XIII</h3> - -<p>En nu heb ik te schrijven over een vreeslijken dag. Onze vacantie was -bijna om; het zadel voor Andy was juist ontvangen, en allen reden wij -druk met hem. Hij bleef ons over 't algemeen goed voldoen, en -galoppeerde soms, dat 't een lust was.</p> - -<p>Terwijl wij bezig waren, aan 't ontbijt onze plannen voor den dag te -bespreken, kwam Emma binnen met een telegram voor vader. Vader krijgt -vaak telegrammen over spreekbeurten, zoodat wij er weinig notitie van -namen. Maar eensklaps hoorden we hem een onderdrukten snik geven, -terwijl hij het telegram aan tante Caroline overgaf. Toen die het -las, begon ze te weenen, en wij begrepen nu, dat er slechte tijding -was gekomen. En zoo was het: Grootmoeder was gevaarlijk ziek, en -vader moest onmiddellijk overkomen.</p> - -<p>Tante Caroline riep in haar droefheid: "Zij is stervende, Jan, ik ga -met je mee."</p> - -<p>"Er is geen trein vóór 10.30, dien moeten we hebben." Tante verliet -haastig de kamer, en vader richtte zich tot ons: "Kinderen, kan ik -jelui met vertrouwen alleen laten? Het zou voor tante een bittere -teleurstelling wezen, als ze niet met mij mee kon gaan. Wil jelui je -best doen, om je goed te gedragen? Daan, jij wordt al een groote -jongen, en je kent het onderscheid tusschen goed en kwaad. Op jou -reken ik, terwijl ik weg ben. Grietje, neem jij Lena onder je hoede, -en laat haar geen verkeerde dingen uithalen. Ik zal even met de -keukenmeid een en ander bespreken. We moeten geen tijd verliezen."</p> - -<p>Wij beloofden, ons goed te zullen gedragen. We waren wel bedroefd om -grootmoeder, maar we konden ons toch ook niet ontveinzen, dat we wel -een klein beetje vermaak erin hadden, nu eens alleen te zijn, zonder -eenig toezicht. Dat was nooit tevoren geschied, en vooral in de -vacantie is het een heerlijk gevoel, es echt alleen te wezen, en baas -over jezelf te zijn.</p> - -<br> -<center><img src="images/49_inpakken.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:419px;"></center> -<br> - -<p>Intusschen ging ik naar boven, om tante te helpen bij het inpakken -van haar koffertje. Tante was erg in de war; ook de keukenmeid en -Emma waren zenuwachtig, zoodat ze tante met allerlei vragen en -opmerkingen nog meer opwonden. Toen alles gereed was, reed Daan de -bagage in ons ezelkarretje naar het station.</p> - -<p>Daar het nu Dinsdag was, beloofde vader, zeker nog vóór Zondag weer -thuis te zijn. Tante Caroline kuste mij hartelijk bij 't afscheid, en -zei, dat ze wist, dat ik mijn best zou doen, en ook den anderen tot -voorbeeld zou wezen, omdat zij mij kende als haar vertrouwde hulp in -'t huiselijk werk. Ik was zoo blijde met deze lofspraak, dat ik bijna -schreide, maar ik hield mij goed, sloeg mijn armen om haar hals, en -kuste haar hartelijk ten afscheid.</p> - -<p>Toen Daan van 't station terug was, gingen wij allen naar het priëel -in den tuin, om te praten over de onverwachte verandering.</p> - -<p>"Twee dagen geleden was grootmoe nog zoo best," zei ik; "zij schreef -nog aan tante Caroline, dat zij pas een rijtoertje gemaakt had. Ik -wist niet, dat de menschen konden sterven, zonder eerst ziek te -zijn."</p> - -<p>"Maar zij is ziek," merkte Alex op.</p> - -<p>"Jawel, maar ze kan toch niet ineens zoo verschrikkelijk ziek zijn, -wel?"</p> - -<p>"Och, zeker wel; dat zie je telkens."</p> - -<p>"En wij dan ook?" vroeg Lena angstig. "Daar zou ik heel bang voor -wezen. Tante zei nog wel, dat ze zeker wist, dat grootmoe al dood -was."</p> - -<p>"In elk geval," zei ik, "zal grootmoe nog heelemaal niet graag willen -sterven. Maar zij is, evenals de ridder: semper paratus. En dat -behoor jij ook te wezen, Lena."</p> - -<p>"Dat ben ik niet," zei ze. "Ben jij het?"</p> - -<p>"O, hou toch op met dien onzin!" riep Alex eensklaps uit. "En wat -zullen we nu gaan doen met onszelf?"</p> - -<p>"Een pic-nic zou heerlijk zijn," stelde ik voor. "In het gras bij de -rivier."</p> - -<p>"En dan moesten we Andy meenemen, dan kan hij eens een flink bad -krijgen. Hij ziet er zoo verschrikkelijk vuil uit, omdat ie nooit een -bad krijgt."</p> - -<p>Zoo sprak Lena. Als er één ding is, waar die verzot op blijft, dan -is het water en wasschen.</p> - -<p>"En dan zullen we een ketel water koken, dan lijken we net -zigeuners," vond Alex.</p> - -<p>"Goed zoo. Laten we eerst naar de keukenmeid gaan, en zien, of die -wat rauw vleesch voor ons heeft, dan kunnen we 't zelf braden."</p> - -<p>Daan en ik gingen dus naar de keuken en de meid vond het maar wàt -heerlijk, ons een ganschen dag kwijt te wezen. Zij gaf ons wat -saucijzen en een braadpan met wat vet erin om ze te braden, verder -een stukje konijnenvleesch, wat koude aardappelen, appelen, een stuk -brood, een flesch melk, een beetje suiker, een zakje met zout en een -zakje met thee. Dan holden we naar de leskamer en haalden er kopjes -en schoteltjes weg, zoomede een ketel. Vervolgens werd alles in het -ezelkarretje geladen, en reden we weg, allen zóó opgewonden blij -met ons mooie pic-nic-plan, dat we al spoedig vergeten waren, dat -grootmoe stervende was. Zoo nu en dan, als het iemand te binnen -schoot en ervan sprak, keken we wat sip. Maar dat begon Daan te -vervelen en hij zei:</p> - -<p>"Kijk es hier lui, dat gaat zoo niet langer. Wij willen hopen, dat ze -nog weer beter zal worden. Dat gebeurt met zoovelen en de dokters -zeggen altijd: Zoolang er leven is, is er hoop. En daarom moeten we -zooveel pleizier hebben als we maar kunnen, alsof grootmoe al beter -werd."</p> - -<p>Dat woord deed ons allen weer opleven. Het was ook zooveel prettiger, -vroolijke gedachten over grootmoeder te hebben, dan sombere. En ik -vrees, dat wel niemand onzer veel meer aan haar zal gedacht hebben, -want we waren bij de rivier gekomen, en ons plan nam alle gedachten -in beslag. Daan zei tegen Lena:</p> - -<p>"Hoor eens, als jij wasschen wilt, dan moet je jezelf maar gaan -wasschen; je handjes staan er goed voor, en dan kun je ook de borden -en kopjes wasschen. Maar probeer het niet met Andy, want dan zal ik -je met je hoofd in 't water duwen. Ezels zijn er niet voor, om -gewasschen te worden."</p> - -<p>Lena keek erg knorrig, maar ze is bang voor Daan. De toebereiding van -onzen maaltijd gaf heel wat pret. Eerst werd er een vuurtje gemaakt, -daarna de ketel erop gezet, want we moesten allemaal theedrinken. -Vervolgens werd de braadpan opgezet, gevuld met de saucijzen, de -koude aardappelen en het stuk konijnenvleesch. Het rook heerlijk! -Daan en ik waren om beurten de kok; Alex wilde zóó vaak proeven, of -'t eten al goed was, dat wij bevreesd werden, dat er niet genoeg voor -ons allen zou wezen. En Lena kwam er telkens zóó dicht bij staan, -dat ze haar gezicht verschroeide.</p> - -<p>Ik geloof niet, dat grooten menschen ons baksel zou gesmaakt hebben, -omdat het nog al sterk rook; eenmaal zelfs helde de pan zóóver -over, dat eenige aardappels er uit rolden, maar ze werden niettemin -met graagte opgegeten. Na het "diner" werd de thee gebruikt, zooals -we dat nu eenmaal gewoon waren. Vervolgens beproefden wij de appels -te roosteren, maar dat ging heel lastig en bovendien waren we van 't -koken al erg vermoeid, zoodat we ze maar rauw hebben opgegeten.</p> - -<p>Lena en Puf en ik gingen nu de borden omwasschen en spoelen; ze -werden weer ingepakt en in 't karretje gelegd, waarna we -verstoppertje gingen spelen. Vlak bij was een klein bosch, zoodat we -er heel wat pret mee hadden. Maar toen begon ook de eerste ellende. -Wij hadden Andy afgetuigd en lieten hem gras eten, maar toen we -spelen gingen, vergaten we hem geheel, en eensklaps ontdekten we, dat -ie er vandoor gegaan was.</p> - -<br> -<center><img align="left" src="images/50_weggelopen.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:282px;"></center> -<br> - -<p>Dadelijk gingen we allen op zoek, schreeuwden en klapten in onze -handen, maar er was geen spoor van hem te ontdekken. Toen werden we -boos op 'm. Lena vond, dat hij zich den dag had moeten herinneren, -waarop hij met Puf was weggereden. En Alex zei pruttelend: "We zullen -de rest van den dag wel moeten besteden aan 't zoeken naar dat oude -beest! Laten we maar naar huis gaan, hij zal zelf wel den weg naar -huis vinden!"</p> - -<p>"Maar we kunnen toch het karretje niet hier laten," zei Daan.</p> - -<p>"Span Alex dan maar in, dan zal ik hem wel sturen," zei Lena, terwijl -ze danste van pret om het plannetje.</p> - -<p>De jongens echter hadden er geen ooren naar. Nog een uur lang zochten -we naar Andy. We waren al drie mijlen van huis, en we wisten niet, -wat te beginnen. Ten slotte vonden de jongens 't toch maar 't beste, -om met vereende krachten het karretje naar huis te brengen. Wij -juichten van pleizier, want dat leek ons bijzonder. Er werd nog lang -en breed over gepraat, voordat het aan 't vertrek toe was. Op -voorstel van Daan werd eindelijk besloten, dat Puf in 't karretje zou -zitten (hij was erg vermoeid), en dat de anderen als vierspan er voor -zouden trekken. Lena en ik vormden het eerste tweespan, Daan en Alex -het tweede. Gelukkig hadden we touw bij ons; na nog eens weer -overlegd en geregeld te hebben, waren we eindelijk gereed, en zette -de stoet zich in beweging.</p> - -<p>"Laten we nu zeggen, dat Puf juist gekozen is als afgevaardigde voor -het graafschap, en nu hebben we de paarden voor z'n rijtuig -afgespannen, en trekken nu met hem de stad rond," stelde Daan voor. -Dat viel in den smaak, luidjuichend riepen we allen: "Leve Puf, de -vriend der arbeiders!"</p> - -<p>Wij wisten wel, hoe dat toeging bij die verkiezingen.</p> - -<p>Maar, o wee, wat was dat zwaar trekken met het ezelen-karretje! -Doodop waren we, toen we het ding eindelijk weer op den weg hadden -gekregen, en we rustten dan ook al dadelijk even uit. Puf vond het -natuurlijk heerlijk; voor alle zekerheid hadden we hem de zweep maar -afgenomen, toen hij, vol verrukking over zijn zegetocht, de zweep ter -hand had genomen, als waren wij een heusch vierspan. En zie, terwijl -we even wachtten, daar kwam Mevrouw Laura aan in haar rijtuig met -twee paarden, vergezeld van Betty en Clara.</p> - -<p>"Wij hebben ons ezeltje verloren!" riepen we haar toe. Wij trachtten -in galop haar voorbij te rijden, want de weg was daar heuvelachtig, -doch Mevrouw Laura hield ons staande. "O jelui dwaze kinderen," zei -ze, "wat ben ik blij, dat ik niet op jelui heb te passen."</p> - -<p>Wij vonden dat niet erg aardig van haar, omdat wij het heusch niet -zoo prettig vonden om zoo met ons karretje heuvel op heuvel af te -moeten sjouwen; maar het moest wel. Daan groette haar nu beleefd, -door z'n pet af te nemen, en legde haar uit, waarom we zoo deden. Hij -vroeg haar, of ze Andy ook ergens gezien had; zij beloofde, ons -dadelijk te zullen boodschappen, als zij hem ergens zag. Betty en -Clara vonden het zoo leuk, dat ze wilden uitstappen, om met ons samen -een zesspan te vormen, doch ze hadden hun beste kleeren aan, en daar -kon dus niet van komen.</p> - -<br> -<center><img src="images/51_omgevallen.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:456px;"></center> -<br> - -<p>Na deze afwisseling gingen we weer welgemoed verder, totdat wij, -dicht bij ons dorp, aan een vrij steilen heuvel kwamen. Wij stelden -ons voor, er in een prachtigen galop af te draven en zoo in volle -vaart ons dorp binnen te rijden. Ik vermoed, dat we het wat al te -haastig aanlegden, want juist voor dat we weer op gelijken grond -kwamen, scheen het karretje over te hellen, Daan en Alex konden het -niet meer houden, Lena struikelde, en voor dat ik goed zien kon, wat -er gebeurde, lagen wij allen door elkaar in een droge sloot, waarbij -Puf tekeer ging, alsof ie vermoord werd. De mand tuimelde uit de kar, -en alle borden, kopjes en schoteltjes waren aan scherven.</p> - -<p>Daan was de eerste, die overeind scharrelde. Hij scheen er goed aan -toe te wezen, was alleen een beetje gekneusd, zooals hij zei. Lena -had een groote buil op haar voorhoofd, zoo groot wel als een -kievitsei. Alex had een zijner beenen leelijk bezeerd en zei, dat het -zeker gebroken was, maar Daan betastte het eens en besliste van niet, -omdat er nergens een beentje van z'n plaats was. Puf had alleen z'n -knieën bezeerd, de eene bloedde vrij erg, en ik bond er mijn zakdoek -om. Ik zelf had mijn elleboog aan een steen gestooten, het deed erg -zeer, maar anders ook niet.</p> - -<p>Nadat we al deze akeligheden overzien hadden, gingen we een oogenblik -in een haag uitrusten. Maar wijl er niemand kwam opdagen om ons te -helpen, lieten we ons karretje liggen, nam Daan, Alex op z'n rug en -zoo marcheerden we als een verslagen vijand ons dorp binnen; Lena's -jurk was erg gescheurd, en mijn hoed zag zwart van modder. Toen wij -zoo thuis kwamen, gaf Emma een gil van schrik. Ze was echter spoedig -weer bekomen, en zei Baldwin, de kar te gaan halen. Alex ging binnen -op de sofa liggen, waar de keukenmeid z'n been onderzocht. Zij -meende, dat het wel voldoende zou zijn, als er een koud-waterverband -werd omgelegd. Het been was wel wat gezwollen, maar er was geen -sprake van gebroken.</p> - -<p>Dat we allemaal weinig opgeruimd waren, laat zich denken, maar het -was natuurlijk Andy's schuld en niet de onze. Nadat we thee hadden -gedronken, kwam er een jongen aan de pastorie; hij had Andy gevonden -in een grasveld, waar ie met een paar veulens aan 't hollen was. Hoe -hij daar terecht was gekomen, daar begrepen we niets van; hij moèst -over een heg zijn gesprongen. Wij waren heel blij, dat we 'm weer -hadden, maar Daan gaf 'm een flink pak slaag. Emma vond, dat het hier -nu wel een hospitaal geleek, met zooveel gewonden en gekneusden.</p> - -<p>En nu wou ik maar, dat ik hier de beschrijving van onze ellende kon -eindigen, maar het ergste moet nog komen.</p> - -<p>Ik zat in den tuin een boek te lezen; Puf was al naar bed, en Lena -speelde binnen halma met Alex. Plotseling kwam Daan opgewonden naar -mij toe en riep:</p> - -<p>"Zeg, d'r staat een boerderij in brand, een halve mijl van hier! Het -is de boerderij van Gaythorpe! Ik ga er heen!" "Ik ga mee!" riep ik.</p> - -<p>'t Is wel treurig voor wie 't treft, maar we houden allen van brand; -dag of nacht, altijd gingen we er heen.</p> - -<p>Vlug zette ik m'n hoed op, en rende met Daan weg. Al spoedig zagen we -dikke rookwolken in de verte. Daan vermoedde, dat er hooibergen in -brand stonden.</p> - -<p>Wij holden zoo hard als wij konden door, en toen we er kwamen, bleek -inderdaad een hooiberg in brand te staan, doch de vlammen waren al -overgeslagen op de stallen, die vlak aan het huis grensden. Daar er -geen brandspuit dichterbij te vinden was dan te Lemworth, waren er -vele menschen bezig met emmers water in de vuurzee te gooien, maar -dat hielp weinig, en 't stond er dus niet best voor. Daan begon -dadelijk te helpen bij het redden van de meubelen uit het woonhuis; -het had een rieten dak, en er was dus weinig kans, dat het gespaard -zou blijven.</p> - -<p>Gelukkig waren de kinderen van den boer al uit het huis, en ook de -paarden waren al losgesneden, zoodat er geen levende ziel meer in -huis was. De boer deed al z'n best, om nog te redden, wat er te -redden was.</p> - -<p>Intusschen had een der mannen een ladder tegen het woonhuis gezet, en -begon nu het riet van het dak weg te snijden; doch de ladder vatte -plotseling vuur, zoodat de man z'n werk moest opgeven; zóó snel -schoten de vlammen toe, dat hij z'n handen er nog bij brandde. Ik -wilde Daan nog helpen met het sjouwen der meubelen, maar hij stond -het niet toe; dat is geen werk voor dames, vond ie.</p> - -<p>Eensklaps hoorde ik een gejank in een schuurtje, wij liepen toe, en -daar zagen we boven een der vensters een lief klein hondje staan op -den hooizolder!</p> - -<p>"O, het is Fox!" jammerde juffrouw Gaythorpe "ik heb hem opgesloten, -toen ik de kinderen uitliet!"</p> - -<p>"Ik zal hem eruit halen!" riep Daan, en hij vloog het huis binnen en -de trap op. Nog geen minuut was hij weg, of daar sloeg een vreeslijke -vlam uit de schuur. Juffrouw Gaythorpe zei, dat zou van een vat -petroleum zijn. Tegelijkertijd zagen we Daan, die den hond voor zich -uithield boven het venster.</p> - -<p>"Zal ik hem eruit werpen?" riep Daan.</p> - -<p>"Kom zelf er gauw uit!" riep de boer. "Het vat met petroleum is -gesprongen!"</p> - -<p>Daan verdween weer. Maar spoedig verscheen hij aan het venster en -riep: "De trap staat in brand! Ik kan niet naar beneden!"</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/52_afgesneden.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:267px;"></center> -<br> - -<p>Ik stond te trillen op mijn beenen van angst. "Houdt een deken -gespannen!" schreeuwde Daan. "Ik zal Fox erin gooien. Twee mannen -spreidden een deken uit, en Fox werd er in opgevangen. Intusschen was -Gaythorpe de ladder gaan halen, maar die was gebroken en nu te kort, -om Daan te bereiken. Een andere werd gehaald, die was ook te kort. -Toen werden ze aan elkaar gebonden. Ik stond doodsangsten uit, maar -Daan bleef kalm.</p> - -<p>"Schiet wat op!" riep hij; "het vuur komt hier al in de kamer!" En -geen seconde daarna stond hij al in een rookwolk gehuld; het huis -brandde als papier weg.</p> - -<p>"O Daan, Daan!" jammerde ik. "Is er niemand, die hem redden kan?" En -meteen hoorde ik, dat de ladders al zóó verkoold waren, dat ze niet -meer te gebruiken waren. En nog verloor Daan den moed niet.</p> - -<p>"Werpt me een touw toe!" riep hij nu weer. "Ik moèt hieruit, de -vloer begint al onder mij te branden." Hij stond nu in de -vensterbank; men haalde een matras, en vier mannen hielden haar -gestrekt.</p> - -<p>"Spring!" riepen ze. "'t Is je eenige kans!"</p> - -<p>Een oogenblik aarzelde Daan .... hij keek omlaag .... hij was zoo -hoog .... nog even gekeken .... daar sprong hij omlaag .... ik deed -m'n oogen dicht....</p> - -<p>Ik vrees, dat hij te wild gesprongen heeft, want ik hoorde een -vreeslijk gekraak. Nooit zal ik dit ontzettend oogenblik vergeten. De -menschen gilden van schrik, en toen was het ineens doodstil. Ik vloog -er heen, maar boer Gaythorpe greep me bij den arm.</p> - -<p>"Hier blijven, kind, dat is niet voor je om te zien. Arme, arme -jongen!" Wat mij nog nooit overkomen was: ik viel in zwijm. En toen -ik weer bijkwam, was ik in een huisje gebracht, waar een vrouw bezig -was in mijn neus met verbrande veeren te kietelen. Dadelijk -herinnerde ik mij alles, en vroeg verschrikt: "Waar is Daan?"</p> - -<p>"De dokter is bij hem, lieve. Gelukkig was die net onderweg naar boer -Turt, waar hij den brand zag en dadelijk naar hier kwam."</p> - -<p>"Is hij dood?" vroeg ik schreiend. "O toe, hij kan niet dood wezen!"</p> - -<p>"Kom, kind, we willen er 't beste van hopen!"</p> - -<p>Ik stond op, en liep zoo snel als ik kon naar buiten, waar ik Baldwin -vond. Ook de keukenmeid was hier gekomen, en stond handenwringend te -schreien. Ik ging het huis binnen. Daar kwam de vrouw, die daar -woonde, op mij af, en op mijn geroep van "Is hij dood?" antwoordde -ze:</p> - -<p>"Och lieve, houd moed, hij heeft gebroken beenen, maar jonge beenen -genezen spoedig, zeggen de dokters! Kom, binnen twee dagen lacht ie -alweer! Maar hij mag niet vervoerd worden. Ik ben verpleegster te -Lemworth geweest, en ik zal hem zoo best verzorgen, als ik kan. Dat -beloof ik je!"</p> - -<p>We bleven nu in de kamer naast die waar Daan lag, op den dokter -wachten.</p> - -<br> -<br> -<hr width="25%" align="center"> - -<br> -<br> -<br> -<br> -<a name="chapter14"></a> -<h3 align="center">HOOFDSTUK XIV.</h3> - -<p>Dr. Fenning is al oud, hij woont zes mijlen bij ons vandaan. -Glimlachend kwam hij uit de ziekenkamer, hij bemerkte wel, hoe -beangst we allen keken. "'t Zal wel gaan," zei hij, "mits hij met -zorg verpleegd wordt. Maar hij moet volledig rust houden, niemand mag -hem zien dan juffrouw Blatch. Zij zal hem verzorgen naar mijn -aanwijzingen."</p> - -<br> -<center><img align="left" src="images/53_dokter.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:134px;"></center> -<br> - -<p>"Och dokter," smeekte ik, "zou ik hem niet even mogen zien, heel even -maar? Vader is op reis. Is hij erg gewond?" "Het is een geluk, dat -hij juist op het gras terecht kwam, en het is een wonder, dat hij er -nog zoo goed aan toe is, als nu. Gewond? Ja, hij heeft een rib -gebroken en ook een arm is gebroken, verder een leelijke wonde aan -z'n hoofd, maar hij is nog jong en ik zal het wel met hem klaar -spelen. Ga jelui maar gerust naar huis, hij is hier goed verzorgd."</p> - -<p>Baldwin en de meid wilden nog weer wat aan Dr. Fenning vragen, maar -hij werd ongeduldig en ging heen, zoodat wij naar huis terugkeerden. -Lena en Alex wisten nog van niets af, die had ik dus al het droeve -nieuws te vertellen. Wij besloten, dat ik dadelijk aan vader zou -schrijven, en hem alles vertellen. Nog vóórdat ik naar bed ging, -geschiedde dat, zoodat de brief den volgenden morgen nog met de -eerste post wegkwam.</p> - -<p>En toen naar bed. Voor 't eerst van m'n leven verlangde ik naar bed, -om tot rust te komen na zulk een vreeselijken dag. Van -oververmoeidheid viel ik dadelijk in slaap; toen ik den volgenden -morgen wakker werd, was het mij, als lag er een zwaar gewicht op mijn -hoofd: het was de herinnering aan Daan. Bij het ontbijt kwam er een -brief van vader; hij schreef, dat grootmoe was gestorven, en dat hij -niet eerder dan na de begrafenis kon thuiskomen, dat was Zaterdag. -Lena en ik waren droevig gestemd; we konden maar niet gelooven, dat -grootmoe werkelijk dood was.</p> - -<p>Alex had nog veel last van zijn verwonde been, hetgeen niet opwekkend -werkte op z'n humeur. Daar er dus thuis weinig aantrekkelijks te -beleven viel, gingen wij maar weer eens naar juffrouw Blatch, om te -hooren, hoe het met Daan ging. Zij vertelde ons, dat hij sliep, en -niet gestoord mocht worden.</p> - -<p>"Heeft hij veel pijn?" vroeg ik. "Spreekt hij ook over wat er gebeurd -is?"</p> - -<p>"Hij is niet geheel helder nog, lieve; maar dokter geeft hem wat in, -om rustig te blijven. Hij zal wel voorspoedig genezen, wees daar maar -niet bang voor."</p> - -<p>"Vader komt niet vóór Zaterdag thuis," vertelde ik haar, met tranen -in de oogen; "en zonder Daan is het nu thuis zoo eenzaam. Weet u -zeker, dat hij niet sterven zal, juffrouw?"</p> - -<p>"Ik heb er alle hoop op, kindlief. Als de goede God ons helpt, zal 't -niet aan mij liggen."</p> - -<p>"Toe Lena, laten we dan maar naar huis gaan en voor hem bidden; wat -verkeerd van ons, dat we dat nog niet gedaan hebben!"</p> - -<p>Zoo gingen we weer terug. Lena was ongewoon ernstig; thuisgekomen, -gingen we dadelijk naar onze slaapkamer, knielden voor ons bed neer, -en baden, dat Daan spoedig mocht genezen. Toen we gebeden hadden, -gevoelden we ons wel moediger gestemd. We gingen vervolgens naar -Alex, die nog altoos op de tot bed ingerichte sofa lag. Puf was met -Andy aan 't rijden in 't grasveld.</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/54_sofa.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:265px;"></center> -<br> - -<p>Wij vonden Alex erg terneergeslagen. Toen we hem van Daan vertelden, -zei hij: "Maar ik ben er ook leelijk aan toe, mijn been wordt al -erger. Ik denk, dat er koudvuur is bijgekomen, het wordt zwart. En -dan ben ik spoedig evenver heen als Daan, en dan zullen ze mijn been -afzetten, en kan ik de rest van mijn leven op één been rondhinken."</p> - -<p>Wij werden beangst door zijn spreken en vroegen hem, zijn verband -eens af te doen, dat we zijn been bezien konden. Toen ik het zag, -riep ik verlicht uit. "O, dat zijn de ontvellingen, dat ziet er -altoos veel erger uit, dan 't is. Die heb ik ook gehad, op mijn -armen."</p> - -<p>"Ja," riep Lena, "en ik ook, kijk maar op m'n voorhoofd."</p> - -<p>"Puh!" zei Alex. "Wat zou nu jelui gebeuzel over die ontvellinkjes -te maken hebben met mijn been! Had ik den dokter maar laten roepen! -Die meid denkt, dat ze heel knap is, maar zij maakt nog gehakt van -me."</p> - -<p>Wij konden niet helpen, dat we in den lach schoten, want dat zegt -Mary altijd tegen tante, als ze niets weet voor 't middagmaal. "We -zullen d'r maar gehakt van maken, juffrouw." Ze zou ons op die manier -wel dag aan dag gehakt willen geven, als ze er ten minste vleesch -voor krijgen kon.</p> - -<p>"Het zal mij benieuwen, wat voor pijn Daan heeft," merkte ik op. "Wat -een verschrikkelijke dag gisteren!"</p> - -<p>"En daar was Andy de schuld van," mompelde Alex. "Als hij niet was -weggeloopen, zou ik mijn been niet bezeerd hebben, en dan was ik met -jelui naar den brand gegaan."</p> - -<p>"En wat dan?" vroeg ik.</p> - -<p>"Dan zou ik Daan hebben weerhouden van zijn dwaasheid, om een -brandend huis binnen te rennen."</p> - -<p>"Hij heeft den hond gered," zei ik. "Ik geloof, dat hij daarmee een -goede en dappere daad verrichtte. Ik zou niet graag in zijn plaats -zijn geweest, toen hij daar gereed stond, om van boven af te -springen. O, wat was dat vreeselijk, om te zien. En dan die angst, om -toch vooral op de matras te springen! En toch stond hij er zoo dapper -en kalm bij. De lui uit 't dorp noemden hem een echten held!"</p> - -<p>Alex zei niets meer. Wij droegen hem naar den tuin, waar hij in 't -gras kon liggen, en wat met ons babbelen. Wat duurde die dag lang! -Mary en Emma waren naar juffrouw Blatch gegaan, om naar Daan's -toestand te informeeren; ze waren vreeselijk lang onder weg, omdat ze -in 't dorp met iedereen gingen praten over de vreeselijke -gebeurtenis. Juffrouw Ribbon vond, dat wij vader hadden moeten -telegrafeeren over Daan; maar later zei ze weer, dat 't toch maar -beter was, zooals we gedaan hadden want in een telegram kan je niet -alles goed duidelijk maken.</p> - -<p>Tegen den avond kregen we bezoek van Mevr. Rogers. Wat waren we blij, -dat zij eens kwam kijken. Ik verbeeldde mij zelfs, dat ik er behoefte -aan had, nu ook eens met groote menschen te praten. Zij wilde ook -Daan gaarne zien, en bleef wachten, totdat dokter kwam. Ook wilde ze -aan vader schrijven.</p> - -<p>"Jelui moeten allemaal maar eens een heelen dag op de boerderij -komen," zei ze, "dan kun je mijn man meteen weer eens wat -opmonteren."</p> - -<p>"Maar," merkte ik op, "wij hebben de laatste dagen niet anders gehad -dan ongelukken; brand en dood en ziekte, zoodat we ons niet erg -opgewekt gevoelen."</p> - -<p>"Jawel kinderen, dat weet ik wel, maar we moeten nu niet alles van -den zwarten kant bezien. Andy is weer terecht en niemand van jelui is -levensgevaarlijk gewond bij den tuimel in de droge sloot. En Daan -wordt alweer beter, en Zaterdag komt je vader weer thuis. Kom, kom!"</p> - -<p>"O ik wou, dat u hier kondt komen en blijven, totdat vader weer thuis -is!" riep ik zuchtend uit.</p> - -<p>Maar Mevrouw zei, dat ze den kapitein niet alleen kon laten. We waren -echt bedroefd, toen ze weer vertrok, maar wij beloofden haar toch, -den volgenden dag op de boerderij te komen doorbrengen. Zoo -geschiedde, en we hebben ons best vermaakt.</p> - -<p>Intusschen kreeg ik een tweeden brief van vader, en Mary kreeg er ook -een. Hij schreef, dat hij onmiddellijk naar huis had willen -terugkeeren, doch dat hij eerst aan den dokter getelegrafeerd had, -die hem berichtte, dat het niet noodig was, omdat Daan goed -vooruitging. Verder schreef hij nog, dat hij zoo moeilijk vóór -grootmoe's begrafenis kon wegkomen, omdat er nog zooveel te bespreken -en te regelen was. En dan deelde vader ons mee, dat in plaats van -tante Caroline, tante Marie Zaterdag met hem mee kwam. Dat was een -blijde tijding voor ons! Tante Marie kan 't best geschiedenissen -vertellen, beter dan wie ook. Als wij in den winter om 't gezellige -haardvuur in 't schemerdonker zijn neergezeten, dan begint zij te -vertellen van den burgeroorlog, die eeuwen geleden werd gevoerd. Zij -vertelt ons van jongens en meisjes, die hun vaders in donkere kerkers -opsloten, en waaruit ze dan weer door geheime gangen ontvluchtten. En -ons hart beeft, en we houden onzen adem in, als ze vertelt van die -ontvluchtingen, dat de menschen bijna weer werden gegrepen. De tijd -vliegt om, en eer we 't weten, is 't bedtijd. Het is heerlijk, naar -tante Marie te luisteren!</p> - -<p>Langzaam herstelde Daan; toen vader en tante Marie thuis kwamen, kon -hij nòg niet vervoerd worden; dat gebeurde pas drie weken later. -Toen hij thuis kwam, zag hij er nog erg bleek en smalletjes uit; zijn -arm droeg hij nog in een verband, en hij moest steeds nog in bed -blijven.</p> - -<br> -<center><img align="left" src="images/55_herstellend.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:213px;"></center> -<br> - -<p>Overdag gingen we veel bij zijn bed zitten, om hem op de een of -andere manier gezellig bezig te houden. Den eenen keer deden wij -spelletjes met hem, den anderen keer haalden wij acrobatische toeren -voor hem uit. Alex beproefde, over een stok te loopen, dien hij -tusschen twee stoelen gelegd had, of balanceerde een glas op z'n -neus. De stok brak, en hij maakte een flinken smak. Gewoonlijk was -Daan bij al deze uitvoeringen best in z'n schik, doch toen ik op een -Zondagmiddag bij hem kwam zitten, vond ik hem heel ernstig.</p> - -<p>Hij had het over mijn Zondagsschoolklas en zei: "Vader had toch wel -gelijk, Griet, ik was er niet voor geschikt, die kleintjes te leeren. -Ik had de taak van een dienstknecht op mij genomen, terwijl ik het -nog niet eens was. Weet je wat ik dacht, toen ik daar in het venster -stond te wachten op de ladder, en de vlammen reeds om mij heen -lekten?"</p> - -<p>"Neen," antwoordde ik, "ik wist wel, dat je aan iets dacht, je keek -zoo ernstig en kalm. Hè, laten we daar maar niet meer over praten, -'t was vreeselijk!"</p> - -<p>"Maar ik wou er nu juist zoo graag eens over praten. Het waren de -woorden van den ridder, die mij door het hoofd vlogen: Semper -fidelis, semper paratus. En ik gevoelde, toen ik den dood voor mij -had, dat ik niet paratus, niet bereid was. En bovendien, ik was niet -fidelis, niet getrouw geweest."</p> - -<p>"Maar je keek toch niets bevreesd," merkte ik op. "Ik dacht juist, -dat je niet zag, hoe dicht het vuur al bij je was."</p> - -<p>"Het staat niet dapper, om bang te zijn," zei Daan met z'n oude -deftigheid; "het is niet in den vorm, om je gevoelens aan iedereen te -openbaren." En hij vervolgde:</p> - -<p>"Maar met dat al zat ik leelijk in de benauwdheid, en daar was reden -voor, want ik was niet bereid om te sterven. Wat zou jij hebben -gedaan, Griet?"</p> - -<p>"Ik denk, dat ik het uitgegild zou hebben van angst," antwoordde ik. -"Maar niet voor het sterven zou ik zoo bevreesd zijn geweest, doch -voor 't vuur. Ik geloof, dat ik — ik aarzelde even verder te gaan, -want ik vind het altijd moeilijk over mezelf te spreken — dat ik -niet bang voor den dood zou geweest zijn, omdat alles daarna wel weer -in orde zou gekomen zijn."</p> - -<p>"Hoe weet je dat?"</p> - -<p>"Dat staat in den Bijbel. Ik denk aan dat hoofdstuk over de schapen, -en hoe Jezus daarvan zei: Ik geef hun het eeuwige leven, en nimmer -zullen ze omkomen, en niemand zal ze uit Mijn hand rukken."</p> - -<p>"Jawel, maar hoe weet je nu, dat jij een van die schapen bent?"</p> - -<p>Aarzelend antwoordde ik: "Hij stierf voor mij, Hij riep mij en ik -ging tot Hem. Anders kan ik er niet van zeggen." Daan was even stil, -en sprak toen:</p> - -<p>"Ik wil ook zekerheid van mijzelf hebben, voor dat ik dit bed -verlaat. Ik wil er zekerheid van hebben, dat, als ik plotseling den -dood ontmoet, ik zoo gerust zal zijn, als kon het mij niets hinderen. -Een mensch moet geen enkele oorzaak <i>in</i> zich hebben, om bevreesd te -zijn. Ik zal paratus, bereid zijn om te sterven. Daar wil ik ernstig -naar streven."</p> - -<p>"Vader kan je daarin helpen," zei ik.</p> - -<p>Verder spraken we niet over deze zaken, en enkele dagen daarna zei -Daan tegen me: "Ik heb zekerheid nu. Of beter gezegd, God heeft mij -die zekerheid gegeven. Ik heb er alle hoop op, dat ik nu nimmer meer -bevreesd zal zijn voor den dood. En ik hoop ook, dat als ik paratus, -bereid ben, ik dan ook in staat zal wezen, fidelis, getrouw te zijn."</p> - -<p>Ik knikte even, en wij spraken er verder niet meer over. Toen Alex -weer naar school ging, was Daan nog niet geheel hersteld. Lena en ik -kregen nu les van tante Marie. Langzaam aan begon het buiten koud en -nat te worden: de winter naderde, en onze kachels werden weer te -voorschijn gehaald.</p> - -<p>Als we niet buiten konden spelen, speelden we thuis veel -verstoppertje en dan deed tante Marie ook mee. Ook ging zij wel met -ons uit rijden in 't ezelkarretje, terwijl ook vader er af en toe al -eens gebruik van maakte voor huisbezoek. Zoo begon Andy meer en meer -nuttig te worden; hij bracht pakjes naar 't station, reed iedere week -met mij en Annie Steel, en deed boodschappen in 't dorp. En eindelijk -kon ook Daan z'n eersten rijtoer weer maken, waarna hij spoedig ook -weer naar school ging.</p> - -<p>Tante Marie veranderde de kooroefeningen van Zaterdag op Vrijdag, en -dat vonden we heerlijk. Dan konden we den ganschen Zaterdag uitgaan. -Regende het op Zaterdag, dan was het een allervervelendste dag. Den -ganschen dag verveelden we ons dan, en meermalen werd hij besloten -met een vechtpartij.</p> - -<p>Verleden Zaterdag regende het den ganschen dag. Wij sloten ons 's -morgens op in de leskamer, en bedachten allerlei raars. Alex vond, -dat Andy nu toch wel eens wat kunstjes mocht leeren; 't moest zoo'n -soort circusezel worden. Opzitten b.v., en aan een tafel eten, dansen -op de maat der muziek, pianospelen met z'n hoeven, en meer van dat -moois.</p> - -<p>Wij staken de hoofden bijeen, bespraken fluisterend een plannetje, en -Alex rende weg. Hij ging kijken of Andy in den stal was gebracht. -Lena en ik gingen naar boven, naar onze "lorrendoos", dat was een -doos, waar tante Caroline afgedragen kleeren in bewaarde. Wij vonden -er een oude slaapmuts in, een lange blauwe jurk en een witten -omslagdoek. We namen naald en draad, spelden en lint, en gingen weer -naar beneden, nu naar de eetkamer; de leskamer was te hoog voor den -ezel.</p> - -<p>Tante Marie was uitgegaan, om met vader een zieke vrouw te bezoeken. -Daan zette de staldeur open, en Lena en ik legden kranten op den -grond, ingeval Andy vuil zou wezen. Maar Alex had vooraf zijn hoeven -al geboend, zoodat Andy, met den halster om, in bijzonder goed humeur -kwam aangestapt. Zoodra hij binnen was, sloten we de deur, om -ongewenschte bezoekers buiten te laten.</p> - -<br> -<center><img src="images/56_halster.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:408px;"></center> -<br> - -<p>Intusschen had Daan een bos wortels, dien hij van Baldwin had -gekregen, gereed gelegd voor "de dressuur". De eetkamer leende zich -daar heel goed voor, want als Andy lastig werd, konden we gauw de -tuindeuren openen, en dan kon ie daardoor weer z'n stal bereiken. -"Zie zoo," zei Daan, "laten we nu maar es beginnen!"</p> - -<p>Andy kreeg de slaapmuts op z'n kop, de bandjes werden om z'n hals -vastgebonden en hij keek zoo grappig, dat we 't allen uitbarstten van -lachen. Vervolgens werd de blauwe jurk om z'n lijf geslagen en flink -met touwen vastgesjord, en toen kwam 't moeilijkste nog aan. De witte -omslagdoek werd in vieren geknipt, elk stuk om een zijner pooten -gewonden en daarna aan de blauwe jurk vastgenaaid zoodat de -vierpijpige broek niet kon afzakken. Alles ging goed; Andy keek wel -wat vreemd om zich heen, maar hij bleef rustig.</p> - -<br> -<center><img src="images/57_slaapmuts.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:470px;"></center> -<br> - -<p>Totdat Daan wilde beproeven hem te laten opzitten en pootjes geven. -Daan had een wortel aan een stok gebonden, en hield hem nu heel hoog -den ezel voor. Maar terwijl wij met alle moeite bezig waren, hem op -z'n achterpooten te doen zitten, rukte hij zich plotseling los en -begon de kamer rond te rennen. Onmiddellijk gooiden we de tuindeuren -open, en hij vloog er uit. Het regende hard, maar Daan en Alex holden -hem na. En nu had die domme Baldwin het hek open laten staan! -Natuurlijk rende Andy er door, en holde het dorp in! Daan zei later, -dat hij haast niet meer had kunnen loopen van 't lachen, zoo koddig -als Andy er uit zag in z'n galakleed. Enkele menschen, die van hun -werk kwamen, konden van 't lachen ook al geen hand uitsteken, en zoo -rende ons ezeltje maar voort.</p> - -<p>Toen vader en tante thuis kwamen, vroegen zij ons, waar de jongens -waren; wij vertelden hun alles, en vader was erg boos. Als Andy weer -thuis kwam zou hij hem onmiddellijk wegsturen. Tante schudde van 't -lachen. Kort na 't middageten kwamen de jongens terug; ze waren Andy -weer kwijt, ze hadden hem niet kunnen vinden. Maar vader zei ernstig: -"Jelui moet dan maar weer op pad gaan, en net zoo lang zoeken, tot je -hem vindt. Jelui verdiende, dat ie nooit terugkwam."</p> - -<p>Nu, dat leek den jongens wel, om er weer opuit te gaan. Ze bleven nu -weg tot theetijd, maar .... hadden Andy nog niet ontdekt! Vader zond -Daan regelrecht naar bed, en vroeg tante, hem wat warms te drinken te -geven, want hij was na dien brand nog niet geheel de oude.</p> - -<p>Het werd nacht en het werd Zondag en het werd Maandag: geen Andy te -zien. Dien Zondagmorgen was Mevrouw Rogers in de kerk, en wij -vertelden haar alles. En zij vertelde ons, dat zij spoedig de -boerderij zouden verlaten, om naar Londen terug te keeren. Wat speet -ons dat! Wij hielden allen zoo van den kapitein, en gingen zoo vaak -op de boerderij spelen.</p> - -<p>"Heusch, ik weet niet wat wij moeten aanvangen zonder jelui," zei -Mevrouw. "Wij houden zoo van jelui en van dien armen Andy."</p> - -<p>En ik pruilde: "Altijd moet ons wat naars overkomen. Nauwelijks -hebben we een week, dat er niet wat droevigs geschiedt."</p> - -<p>Zij lachte en sprak: "Ik zou er alles voor over hebben, om jelui -narigheid te besparen."</p> - -<p>Toen zij was vertrokken, voelde ik mij droef te moede. Het leelijke -is, dat de dingen die wij doen, pas verkeerd lijken als ze gedaan -zijn; ik dacht niet dat het verkeerd was, Andy te dresseeren, maar nu -blijkt het, want wij hebben hem verloren, door dat te doen.</p> - -<br> -<br> -<hr width="25%" align="center"> - -<br> -<br> -<br> -<br> -<a name="chapter15"></a> -<h3 align="center">HOOFDSTUK XV.</h3> - -<p>Den Maandag daarna plakten we weer een briefje op den mijlpaal, -waarop deze woorden:</p> - -<center> -<div class="indent10"> -"Verloren, verdwaald of gestolen: -<br> -Een zwarte ezel. 't Laatst gezien in blauwe jurk, wit-zwarte -broek en witte slaapmuts. Luistert naar den naam van -Andy. Wie hem aan de pastorie te Warlington brengt, -krijgt een flinke belooning." -</div> -</center> - -<p>Vader vond, dat Daan beter gedaan had, met even aan te loopen bij den -veldwachter, om hem een en ander mee te deelen. Na de lessen ging -tante Marie met Lena en mij aan den wandel, terwijl we iedereen, dien -we tegenkwamen vroegen, of hij Andy niet gezien had. Maar niemand -wist er wat van. Teleurgesteld en weinig hoopvol kwamen we weer -thuis, en toen de jongens uit school thuis kwamen, ook al uit hun -humeur, was 't één groote treurpartij.</p> - -<p>Nijdig zei Alex: "Als die veldwachter hem niet weet uit te vinden, -dan gaat z'n hoofd eraf."</p> - -<p>"Wat wou hij doen?" vroeg ik.</p> - -<p>"Moet je hooren, hij praatte eerst, alsof Andy een meneer was. Hij -vroeg of ie een ring droeg, of z'n zakdoek geparfumeerd en wie z'n -barbier was. Toen heeft Daan 'm gezegd, dat dat zijn zaken waren, om -uit te visschen, en dat hij, als hij den ezel niet vond, geen knip -voor z'n neus waard was." "Ik vrees," hernam ik beklemd, "dat Andy -een ongeluk is overkomen; misschien is die jurk wel om z'n nek -geschoven en heeft ie zich geworgd, misschien is ie wel over die -lange broekspijpen gestruikeld en in een gracht getuimeld. Ik geloof -niet meer, dat hij leeft."</p> - -<p>"Goed, maar dan is z'n lichaam toch nog ergens te vinden! Zoo klein -was ie toch niet!"</p> - -<p>"Ik vermoed," zei Lena half-huilend, "dat ie zich half dood gejaagd -heeft, en toen in de struiken gekropen is, om daar te sterven. Arme -Andy!"</p> - -<p>Toen ik een dergelijke veronderstelling maakte, waarbij ik een -soortgelijk gezicht trok, schoten de jongens in den lach. Maar dat -duurde niet lang, en spoedig zaten we allemaal weer in zak en asch.</p> - -<p>De dagen gingen treurig voorbij. Op een Dinsdag ontmoette ik kapitein -Rogers, en vertelde hem van onze ellende. "Kom, kom!" riep hij uit, -"ezels en honden komen altijd weer terug."</p> - -<p>"Ja," zei ik, "maar morgen is 't al Woensdag, en dan rekent Annie er -op, om met hem uit rijden te gaan. Nog niet één keer heb ik haar -overgeslagen, maar nu weet ik heusch niet, wat ik met haar beginnen -moet. En als Andy voor altoos weg is, zal zij nooit meer met hem -kunnen rijden. O, het is verschrikkelijk!" Ik trachtte mijn tranen in -te houden, maar 't lukte niet.</p> - -<p>"Hoor es hier, beste meid," zei kapitein Rogers, "a.s. Maandag -vertrek ik van hier. Hoe zou je er over denken, je kleine patient in -mijn rijstoel mede te nemen? Hij rijdt o zoo licht, je zoudt hem zelf -best kunnen voortduwen. Ik zal hem dan aan jelui huis laten brengen -en dan kun je elken Woensdag het arme kind erin rondrijden."</p> - -<p>Ik deed een sprong van blijdschap en bedankte hem driemaal. "Ik was -zoo bang, dat ze nu nooit meer naar buiten zou kunnen, en nu kan ik -haar gaan zeggen, dat ze Maandag weer kan rijden. O, wat vind ik dat -vriendelijk van u, meneer, maar het spijt me zoo, dat u ons verlaten -gaat. Wij houden allemaal zoo van u."</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/58_afscheid.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:298px;"></center> -<br> - -<p>"Ja kind, het gaat mij evenzoo," zei hij lachend, "en ik hoop, dat je -mij eens schrijven zult, Grietje, al is 't maar eens in de maand. Of -kun je niet es een mooi boek schrijven en het mij sturen, als 't -klaar is? Een dagboek bijvoorbeeld?"</p> - -<p>"Nu," antwoordde ik, "ik zal hier spoedig een einde aan maken, en dan -aan deel II beginnen. Zoudt u 't werkelijk graag eens lezen?"</p> - -<p>"Ja, heusch."</p> - -<p>"Maar ik vrees," hernam ik spijtig, "dat het een heel treurig slot -zal worden, want alles gaat tegenwoordig verkeerd. U gaat weg, en -Andy is weg, en de winter komt, en het doet niets dan regenen. Als we -veel thuis moeten zitten, vervelen we ons en dan gaan we verkeerde -dingen bedenken. Zelfs tante Marie speelt tegenwoordig niet zooveel -meer met ons, zij heeft het te druk met ziekenbezoek."</p> - -<p>"Nu, in elk geval houd ik je aan je belofte, om mij je boek te -zenden, als 't klaar is."</p> - -<p>"Ja, dat zal ik doen. En hoort u es, kapitein, zoudt u 't goed -vinden, als ik uw rijstoel ook nog voor andere doeleinden gebruikte -dan voor Annie? Ziet u, ik breng soms boodschappen van onze -dorpsgenooten naar Cross Glen, ik ben dan zoo'n soort -vrachtrijdster."</p> - -<p>"Maar hoe ter wereld kom je dáár nu toch bij?"</p> - -<p>"Och, daar houd ik van. Vader zegt, je moet nooit iets beginnen, of -je moet er een nuttige oorzaak voor hebben. En vindt u dat dan geen -nuttige zaak?"</p> - -<p>"Wat voor oorzaak hadt je daar dan voor?"</p> - -<p>Ik wou het hem eerst niet zeggen, maar dat leek me toch weer laf ook, -en ik antwoordde: "Ik wil graag een dienstmaagd van Jezus Christus -zijn, Die gezegd heeft: Ga en help uw naasten. Dus dan heb ik te -gaan. Dat noem ik mijn <i>gaan</i>." Kapitein Rogers lachte niet, moedigde -mij aan, meer ervan te vertellen, en ik vervolgde: "Ik geloof, dat ik -mijn <i>gaan</i> beter waarneem dan mijn <i>doen</i>. Thuis moet ik tante Marie -helpen, kousen stoppen, enz., en dat gebeurt haast nooit met graagte. -Heb ik u niet eens verteld van die woorden op de graftombe van den -ridder in onze kerk: Semper fidelis, semper paratus? Hij was een -uitnemend dienstknecht, en ik wenschte te zijn als hij."</p> - -<p>"Juist," zei de kapitein, terwijl hij mij ernstig aankeek, "en daar -zul je zeker in slagen. Maar kind, ik moet weg. Vaarwel hoor! Ik zal -je den rijstoel zenden. En Zaterdag moet jelui allemaal bij mij op -een afscheidsfeest komen. Ik zal een deftige uitnoodiging zenden."</p> - -<p>Verheugd riep ik uit: "Dat 's heerlijk!" Toen ging ik regelrecht naar -Annie en vertelde haar alles van ons verdwenen ezeltje en van den -rijstoel. Zij had reeds van Andy's vlucht gehoord, en had ook reeds -verwacht, dat het rijden nu wel uit zou zijn; maar ik had haar betere -dingen te beloven. Dien middag bleef ik meteen maar bij haar en gaf -haar les in 't lezen. Op Zaterdagmorgen gingen we allen op pad om nog -eens een onderzoekingstocht naar Andy te doen. Puf ging niet mee, om -niet vermoeid te zijn vóór de partij bij kapitein Rogers. De -kapitein had ons genoodigd om 3 uur.</p> - -<br> -<center><img src="images/59_kruisweg.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:423px;"></center> -<br> - -<p>Toen we aan den kruisweg kwamen, stelde Daan voor, dat we ieder een -weg zouden inslaan, en dien zoo ver mogelijk oploopen. Mij leek het -plan niet goed; Lena zou zoo ver toch niet kunnen loopen. Toen haalde -Daan een kaart uit z'n zak. "Kijk hier," zei hij, "al die wegen hier -leiden naar een dorp of stad; als we nu de volgens deze kaart -dichtsbij gelegen plaats nemen, kunnen we daarheen wandelen." Na een -langdurige studie op, en breedvoerig debat over de kaart, werd -besloten, naar de stad Rockwell te loopen, die op 5 mijlen afstands -was gelegen. Aldus geschiedde.</p> - -<p>Al wandelend, bespraken we verdere plannen. Daan vond, dat we nu den -volgenden Zaterdag weer een andere plaats in een andere richting -nemen moesten. We zullen zoowat drie mijlen geloopen hebben, toen -Alex in een heg klom, om eenige braambessen te plukken. Terwijl hij -daarmee bezig was, gaf hij eensklaps een schreeuw, die ons allen op -hem deed toeloopen. Daar in de sloot, bijna verborgen onder doode -takken lag een stuk zwart-wit omslagdoek!</p> - -<br> -<center><img src="images/60_braambessen.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:422px;"></center> -<br> - -<p>We haalden den lap er dadelijk onderuit, en jawel, het waren de vier -broekspijpen, nog met mijn garen erin! We keken elkaar verstomd aan, -niet wetend wat we doen moesten: verheugd zijn of huilen! "Nu hebben -we eindelijk z'n spoor!" riep Daan uit.</p> - -<p>"Laten we dan es even gaan zitten, en overdenken, wat we nu doen -moeten," stelde ik voor.</p> - -<p>"De vraag is: hoe komen die lappen daar," zei Alex.</p> - -<p>"Misschien," zei Lena en bibberde van angst, hoewel 't klaarlichte -dag was, "misschien is ie een moordenaar tegengekomen, die z'n -kleeren wou hebben, en heeft die hem vermoord en hier ergens -begraven."</p> - -<p>"Ja, en toen zal Andy in z'n laatsten doodstrijd die broekspijpen -hebben losgescheurd," zei Daan, "en toen is de moordenaar, gekleed in -blauwe jurk en slaapmuts, heen-gewandeld. Dat is wel een aannemelijke -voorstelling."</p> - -<p>"Ik geloof niet, dat Andy zelf die broekspijpen kon afscheuren," -merkte ik op, "daar heb ik ze veel te stevig voor vastgenaaid. -Bovendien, kijk hier, ze zijn afgesneden."</p> - -<p>Daan bekeek het afgesneden stuk met detective-oogen en zei toen -plechtig: "Ja, dat is ook een verschijnsel, waar we terdege op moeten -letten. Het is inderdaad het werk van een mes, dat we hier voor ons -hebben."</p> - -<p>"En als er een mes is," besloot Alex, "dan moet er ook een man in 't -spel zijn."</p> - -<p>Waarop ik half-wanhopig uitriep: "Hij is zeker gestolen! Nu moeten we -'t spoor van den dief uitvinden!" Ik sprong op en wilde dadelijk maar -weer verder. Doch de jongens hadden er nog geen plan op. Zij -doorzochten nog eens nauwkeurig de sloot, zij klommen weer over de -heg, en zie, eensklaps vonden ze een stuk oranjeschil.</p> - -<p>"Zie hier," zei Daan, "nu kunnen we er zeker van zijn, dat hier een -landlooper of zoo geweest is, die Andy heeft meegenomen. Alleen zulke -lui eten oranje-appels."</p> - -<p>Ik was het niet met Daan eens, maar Alex wilde voortmaken en zei: -"Toe, laten we nu verder gaan. Wij weten nu in elk geval, dat Andy -hierlangs is gekomen. Ik geloof zeker, als we nu dezen weg volgen -naar Rockwell we hem nog wel zullen vinden."</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/61_vermoeid.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:228px;"></center> -<br> - -<p>Met nieuwen moed gingen we weer op pad. Toen we te Rockwell -aankwamen, waren we allen vermoeid. Het was een flink dorp, met wel -tien winkels in de hoofdstraat. We gingen een melksalon binnen en -dronken limonade; meteen vroegen we aan de vrouw, die ons bediende, -of er ook iemand in de buurt ezels op na hield. Het scheen een domme -vrouw; eindelijk begreep ze ons en vertelde, dat de dominee er een -had, een heel oude; in de 40 jaren, dat ze daar woonde, had ze nooit -een anderen ezel gezien.</p> - -<p>Daar schoten we dus weinig mee op, en we gingen weer verder. Daan -ontdekte het bureau van politie, waar hij lange onderhandelingen -voerde met een agent. Deze schreef alles op, wij gaven onze namen en -adres op en toen ging 't weer verder. Nog niet tevreden, gingen we -alle vier in verschillende richtingen nog even het dorp door, en -kwamen na een kwartier weer in den melksalon bijeen. Iedere man, -vrouw, jongen of meisje, die we tegenkwamen, werd gevraagd, of ze ook -een zwarten ezel gezien hadden. Ik was eerst wel wat verlegen, om -iedereen zoo maar aan te spreken, maar ik deed het ten slotte zoo -beleefd mogelijk: "Och, neem u me niet kwalijk, hebt u soms kort -geleden een zwarten ezel gezien? Een week geleden hebben we hem -verloren, en hij is hierlangs gekomen."</p> - -<p>Soms keken de lui ons verbaasd aan, soms ook lachten ze hartelijk. -Eén keer zei een ruwe jongen: "Ja, als je naar huis gaat, en je -kijkt in den spiegel, dan zul je een zwarten ezel met rood haar -zien." Dat sloeg op mij, want ik draag na grootmoe's overlijden -zwarte kleeren. Maar geen onzer kreeg een bevredigend antwoord.</p> - -<p>En zoo werd de terugreis weer ondernomen, in een ver van prettige -stemming. Toen we thuis kwamen en de vier broekspijpen op de tafel -uitlegden, schoot tante Marie erg in den lach, hetgeen Daan zeer -verstoord deed opmerken: "Het moge voor u, tante, een blijspel wezen, -voor ons is het een treurspel." Toen vroeg ze ons vergiffenis voor -haar lachbui.</p> - -<p>Werkelijk, het wàs een treurspel; hoewel we niettemin naar het -thee-partijtje van kapitein Rogers gingen en er volop pret hadden, -hing het verlies van Andy ons als een donkere wolk boven het hoofd. -Of, zooals Alex het uitdrukte: "Het is erger dan de dood, want het is -een niet-eindige onzekerheid." Bovendien was het verlies dubbel hard, -omdat we het onszelf te wijten hadden. De arme Andy was altoos -geduldig en lijdzaam geweest, zoolang we hem hadden. Of wij al elken -dag met hem reden, hij klaagde nooit. Maar toen we hem gingen -uitdossen met een slaapmuts en een blauwe jurk, en toen we hem wilden -doen opzitten en pootjes geven, toen had hij er genoeg van en ging er -vandoor; ik geloof heusch, dat hij bepaald bedoeld heeft, ons te -verlaten en nooit terug te keeren.</p> - -<p>En nu kwam nog de treurigheid van het vertrek van kapitein en Mevrouw -Rogers. Van andere groote menschen dan hen hielden we niet. Ik ben -beslist van plan, den kapitein dit boek te sturen, als het af is; hij -heeft gezegd, dat hij probeeren wil, het voor mij te laten drukken. -Maar nu moet ik zien, dat het boek wat vroolijker eindigt, dat hoort -bij een goed boek. Boeken met een treurig einde vind ik -verschrikkelijk; als er verteld wordt van kinderen, dan gaat -gewoonlijk de liefste van hen dood.</p> - -<p>En dat is vreemd, want de Bijbel zegt ons, dat het niet zoo -vreeselijk is om te sterven; het is "verre te verkiezen". En de hemel -is een heerlijke plaats, onze kerkliederen zingen daarvan. Maar mij -maakt een verhaal over 't sterven van kinderen altoos verdrietig, tot -schreiens toe. Ik weet dat nog best uit de dagen, dat Daan ziek was; -o, als er toen een van ons gestorven was, zelfs al waren we er bereid -voor geweest, ik had het niet uitgehouden. Ik geloof wel, dat moeder -blij zou wezen, als ze ons weerzag. Voor hen, die heengaan is het ook -zoo erg niet, maar voor hen, die achterblijven, is het zoo -vreeselijk.</p> - -<p>Den volgenden Maandag ging ik naar Annie en reed haar in den -rijstoel. Wij brachten meteen een paar pakjes voor juffrouw Ribbon -weg, omdat Tom met een zeeren voet te bed lag. Ik kreeg steeds meer -te doen met Annie; zij scheen veel last van de kou te hebben en ik -ben er zeker van, dat ze geen kleeren genoeg had; haar grootouders -zijn ook zoo arm. Ik sprak er met tante Marie over en die opperde het -denkbeeld, dat Lena en ik een wollen jurk en een dikken rok voor haar -zouden maken, om die dan als kerstgeschenk te geven. Ik voelde er -niet heel veel voor, omdat ik niet van zulk werk houd, maar bij de -gedachte aan Annie joeg ik die leelijke luiheid op de vlucht en -beloofde tante, er onverwijld aan te zullen beginnen. Tante vond 't -best, dat we er 's avonds na de thee aan werkten, dan zou ze ons -komen helpen, en tegelijk geschiedenissen vertellen. Nu, dat leek -mij, en gelukkig Lena ook; gisteravond zijn we eraan begonnen. Ook de -jongens zaten erbij; terwijl ze bezig waren met het roosteren van -kastanjes. "Ik zie niet in, waarom jongens ook niet zouden kunnen -naaien," zei Lena. "Als ik jongens had, dan liet ik ze hun eigen -kleeren maken. Waarom moeten dat altijd hun moeders en zusters en -tantes doen?"</p> - -<p>"Als ik meisjes had," zei Alex, die bijzonder van redetwisten houdt, -"dan zou ik ze de deur uit sturen, om hun eigen brood te verdienen. -Waarom moeten hun vaders en broeders en ooms ze altijd thuis houden -voor een oortje?"</p> - -<p>"Wel," zei tante, "de wereld is tegenwoordig erg aan 't veranderen. -Tegenwoordig verdienen meisjes ook al buitenshuis. Maar ik denk, dat -jelui vader nog van de ouderwetsche leer is, dat wij vrouwen thuis -behooren te blijven en naaien, terwijl de jongens zich moeten -bekwamen, om later geld voor ons te verdienen. Maar wat zal ik jelui -nu eens vertellen?"</p> - -<p>"Iets over tooverpaleizen!" vroeg Puf.</p> - -<p>"Gevechten en ontvluchtingen," stelden Daan en Alex voor.</p> - -<p>"Een prinses in de gevangenis," vroeg Lena.</p> - -<p>"Zoudt u ons niet eens kunnen vertellen van dien ridder in onze -kerk?" vroeg ik.</p> - -<p>"Semper fidelis, semper paratus," zei tante Marie nadenkend. "Jawel, -dat kan wel."</p> - -<p>Wij wilden allemaal die geschiedenis wel graag eens hooren. Maar -tante Marie wilde eerst vijf minuten hebben, om zich te bedenken; -terwijl rustten Lena en ik even uit van ons naaiwerk. Even liepen we -naar de kachel, en aten wat van de kastanjes. Heerlijk brandde het -vuur, en wij gevoelden ons allen zóó prettig en gezellig thuis, dat -we onwillekeurig weer aan Andy moesten denken, die daar buiten in -regen en wind liep te dolen, of afgejakkerd werd door een dronken -landlooper.</p> - -<br> -<center><img src="images/62_gezellig.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:429px;"></center> -<br> - -<p>"Was hij maar weer hier!" zuchtte Lena. "Dat kan niet," zei Alex. -"Hè, wat is het toch een ellendige zaak. Daar hebben we nu een kar, -en een zadel, en mooi tuig, en niet eens een ezel, om ze te -gebruiken."</p> - -<p>"God weet, waar ie is," riep Puf eensklaps uit. "Ik verwacht hem -spoedig hier. God heeft mij vanmorgen gezegd, dat Hij hem de volgende -week thuis zou sturen, als ik goed oppaste."</p> - -<p>Wij lachten niet om Puf. Waarom zou God ook zijn gebedje niet -verhooren? Ik geloof, dat hij grooter geloof heeft dan wij.</p> - -<p>Nadat het kastanje-maal was verorberd, verklaarde tante zich gereed -om te beginnen. Terwijl ze bezig was met het stoppen van Daan's -kousen, begon ze het verhaal, dat ik in het volgende hoofdstuk heb -oververteld.</p> - -<br> -<br> -<hr width="25%" align="center"> - -<br> -<br> -<br> -<br> -<a name="chapter16"></a> -<h3 align="center">HOOFDSTUK XVI</h3> - -<center>HET VERHAAL VAN ONZEN RIDDER</center> -<br> -<p>"Lang geleden leefde er een ridder, Sir Roger Dereker geheeten. Reeds -van zijn veertiende jaar af was hij met z'n koning op het oorlogspad, -daar hij 's konings page was. Hij was de dapperste der ridders aan 's -konings hof; vrees scheen hij niet te kennen, en iedereen, die hem -kende, hield van hem.</p> - -<br> -<center><img src="images/63_ridder.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:454px;"></center> -<br> - -<p>Wel was hij dapper en streng, maar jegens vrouwen en kinderen was hij -de zachtheid zelve; wie hem om hulp vroeg, ging nooit teleurgesteld -heen.</p> - -<p>Hij woonde in een groot kasteel, dicht bij den koning en had een -jonge vrouw, die hij innig lief had...."</p> - -<p>"O tante!" riep ik uit, "dan moet u ons eerst vertellen, hoe hij haar -kreeg. Toe, dat moet u vooral heelemaal vertellen!"</p> - -<p>"Wel, op een bitter-kouden winteravond reed hij, met z'n page bij -zich, naar huis.</p> - -<br> -<center><img src="images/64_koud.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:417px;"></center> -<br> - -<p>Regen en wind stormden hem tegemoet, en zijn handen waren zóó koud, -dat hij nauwelijks meer de teugels kon vasthouden; z'n paard, een -goed dier, kon slechts stapvoets gaan, daar zij door een zeer donker -bosch reden, dat vol struikgewas stond. Eensklaps hoorde hij een -gekraak in de struiken achter zich, en geen seconde later verscheen -voor zijn verbaasde blikken een wit paard, dat als dol voortrende, en -op welks rug hij de gedaante van een vrouw ontwaarde. Zij was geheel -gewikkeld in een donkerblauw kleed, en scheen tevergeefs te trachten -haar paard tot staan te brengen.</p> - -<p>"Er achteraan!" riep Roger zijn page toe. "Zij wordt tegen haar wil -ontvoerd!"</p> - -<p>Hij gaf ook z'n eigen paard de sporen, en beiden joegen ze het witte -paard na, totdat ze aan den rand van het bosch kwamen. Er lag daar -een groote open vlakte voor hen, en heel in de verte zagen ze de -lichtjes van 's ridders kasteel. Het paard met de dame was zóó snel -over de vlakte gerend, dat zij haar pas inhaalden vóór de valdeur -van 't kasteel. Met schuim bedekt, stond daar het paard stil; de dame -was buiten adem en uitgeput van inspanning. Sir Roger reed op haar -toe en begroette haar.</p> - -<p>"Mevrouw, het is een verschrikkelijke avond, en u is hier voor mijn -deur, die altoos open staat voor wie in nood verkeert. Wilt u mij het -genoegen doen, van mijn gastvrijheid gebruik te maken?"</p> - -<p>De dame wikkelde zich dichter in haar rijkleed en sprak zoo zacht -mogelijk: "Ik ben u zeer dankbaar. Ik ben zeer ver van huis en -inderdaad in nood. Waar mijn bedienden zijn, ik weet het niet. Men -vervolgt mij; iemand heeft mijn vader vermoord en ons huis verbrand. -Ik heb hulp noodig."</p> - -<p>Sir Roger blies op zijn hoorn; de valdeur werd opgetrokken en -nauwelijks waren zij binnengereden, of met vreeselijk geweld beukte -iemand op de poort, met woedende stem uitroepende: "Die dame behoort -mij. Zij is mijn beloofde vrouw!"</p> - -<p>Sir Roger verwaardigde zich niet, een antwoord te geven. Hij bracht -zijn bezoekster naar de appartementen van zijn moeder, en zag haar -niet vóór het avondeten.</p> - -<p>Haar vervolger trok na nog eenig gebeuk op de poort onverrichterzake -af. Toen Sir Roger zijn gast bij het avondeten ontmoette, was hij -verrast door haar schoonheid.</p> - -<br> -<center><img src="images/65_schoonheid.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:433px;"></center> -<br> - -<p>Zij scheen nog jong en droeg een wit, met goud-borduursel omzoomd -kleed. Dichte strengen donkerbruin haar golfden om haar bleek gelaat; -diep-blauwe oogen keken hem aan met een uitdrukking van onschuld en -reinheid; toen ze hem aankeek, vloog een lichte blos over haar -wangen. Zwijgend nam ze haar zetel aan tafel in, en toen de maaltijd -ten einde was, ging hij met haar naar zijn eigen kamer, waar zij hem -haar geschiedenis vertelde.</p> - -<p>Met oogen vol tranen vertelde ze, hoe haar vader gevallen was in een -gevecht met zijn aartsvijand, Baron Dacre, die haar hand had -gevraagd, en was afgewezen. Zij vertelde hem, hoe de baron door het -verraad van een der bedienden den toegang tot hun tuin vond, waar een -vreeselijk gevecht plaats had. En toen eindelijk ook hun huis in -vlammen opging, was ze op haar schimmel gevlucht, achtervolgd door -den baron en z'n handlangers.</p> - -<p>Terwijl ze hem dankbaar aankeek, zei ze: "Hoe zal ik u naar waarde -danken voor wat ge deedt aan een meisje, dat thans wees is, en alleen -staat."</p> - -<p>En het ernstige antwoord van Sir Roger was: "Als u mij het recht -geeft, u voortaan te blijven beschermen en helpen." Zoo kreeg hij z'n -bruid."</p> - -<p>Wij klapten allen in onze handen van blijdschap, waarna tante -vervolgde:</p> - -<p>"Er kwamen moeilijke tijden voor onzen dapperen ridder. Zijn koning -was omringd van onbetrouwbare hovelingen. En diezelfde Baron Dacre -liet hem niet met rust, verzamelde zich ontevreden mannen, en een -burgeroorlog was 't gevolg.</p> - -<p>Op den avond van Sir Roger's huwelijk met Gravin Gwendolina kwam een -renbode aan zijn poort, om hem tot den oorlog op te roepen. Roger -scheurde zich los van zijn jonge vrouw, en toen zij even haar -bekommering daarover uitsprak, zei hij: "Lieve, ik ben aan mijn -koning verbonden met mijn eerewoord en mannentrouw. Desniettemin -bemin ik jou evenzeer. Maar ik mag mijn riddereer niet aanranden, -door hem te verlaten, als hij mijn diensten vraagt."</p> - -<p>Zoo reed hij heen, en bleef vier lange maanden weg. Toen keerde hij -terug, bedekt met wonden, maar ook beladen met roem.</p> - -<p>Eenigen tijd leefde hij nu rustig thuis, doch op zekeren dag werd -zijn kasteel overvallen door Baron Dacre en een troep handlangers, -tegen wie hij een harden kamp te strijden had, om zijn bezittingen te -behouden. Middenin het gevecht kwam een renbode op het kasteel door -de geheime onderaardsche gang, die een mijl lang was en midden in het -bosch uitkwam. Hij had opdracht van den koning, om Sir Roger tot een -samenspreking op te roepen. Eén oogenblik aarzelde de dappere Roger; -hij wist, dat als hij heenging, zijn huis zou verwoest worden. Hij -keek zijn vrouw angstig aan en sprak: "Lieve, ik moet naar den -koning, hij laat mij roepen." Zij sprong overeind als door een -plotseling besluit aangegrepen: "En ik zal met je trouwe dienaren het -huis verdedigen, totdat je terugkomt."</p> - -<p>"Bravo!" schreeuwde Daan ertusschen in.</p> - -<p>Sir Roger gespte z'n zwaard aan en vertrok met den renbode door de -onderaardsche gang. Hij had vooraf aan zijn vrouw gezegd, dat, als -het haar te benauwd werd, zij daar ook in moest vluchten; aan het -eind zou zij wel een verblijfplaats vinden, waar zij veilig zijn -komst kon afwachten.</p> - -<p>Bij den koning gekomen, vond hij dezen omringd van zijn edelen, -sprekende over een belangrijke zaak, waarover de koning ook Roger's -meening wilde hooren. Sir Roger gaf zijn oordeel over de zaak te -kennen, en toen de koning zijn oogen opsloeg en naar buiten keek, zag -hij boven Roger's kasteel zware rookwolken opstijgen. Hij vroeg naar -de oorzaak ervan; toen rees Roger op en sprak met van aandoening -trillende stem:</p> - -<p>"Sire, dat is mijn kasteel; in mijn afwezigheid heeft mijn vijand het -verwoest."</p> - -<p>"Wist gij dit, voor ge hier kwaamt?"</p> - -<p>"Midden in het gevecht kwam uw boodschapper."</p> - -<p>"En liet ge toen uw vrouw alleen achter in zoo groot gevaar?"</p> - -<p>"Zij zou het zoo goed als zij kon verdedigen, en ik zei haar, te gaan -vluchten, zoodra haar leven dreigde gevaar te loopen."</p> - -<p>"Sir Roger," zei de koning, "dezen avond zal ik nimmer vergeten. Ga -nu heen, en moge God uw dappere vrouw van den dood hebben gered."</p> - -<p>Dadelijk verliet de ridder het paleis, en vond zijn vrouw in den -geheimen kelder, omgeven van enkele gewonde getrouwen. Doch toen haar -man haar in zijn armen drukte, zeeg ze als dood terneer. Hij -ontdekte, dat een pijl haar linkerarm had doorboord, en haar -ontzettende pijnen had veroorzaakt.</p> - -<p>"O tante, laat haar niet sterven," riep ik uit.</p> - -<p>Lang duurde het, eer de ridder weer een goed kasteel had, doch de -koning schonk hem er een, nog grooter dan wat hij bezeten had. Zoo -gingen de jaren voorbij. Hij had inmiddels een zoontje gekregen, dat -de vreugde van z'n leven was; ook zijn kind wilde hij eens zien -dienen in de gelederen van zijn koning.</p> - -<p>Toen op zekeren dag Sir Roger met zijn mannen terugkeerde van een -gevecht in het buitenland, bracht hij de vreeselijke ziekte, zwarte -pest geheeten, in zijn kasteel over. Eerst werd één bediende ziek, -toen een tweede, spoedig tastte de ziekte ook zijn gade en zijn -zoontje aan. De ridder zonk op z'n knieën en smeekte God om -uitredding.</p> - -<p>Juist op dit oogenblik verscheen weer een boodschapper van den -koning, die hem opdroeg, zijn koning te vergezellen op een veldtocht -naar een ver land. De ridder liet niet den minsten angst blijken; hij -verliet vrouw en kind, en pas na twee weken vernam de koning zijn -toestand. Een harde strijd stond hem te wachten. Sir Roger redde op -het meest spannende oogenblik des konings leven, en daardoor wist -hij een dreigende nederlaag om te zetten in een prachtige -overwinning. Zelf echter werd hij gewond, en toen het gevecht -geëindigd was, sprak hij tot zijn page:</p> - -<p>"Vervoer mij naar huis; mogelijk zijn mijn vrouw en kind nog -hersteld. Ik zou ze nog zoo gaarne zien, vóór ik sterf."</p> - -<br> -<center><img src="images/66_strijd.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:415px;"></center> -<br> - -<p>Men vervoerde hem naar huis, en wonder boven wonder kwam hij er nog -levend aan. Toen hij de hal binnengedragen werd, waren daar zijn -vrouw en kind, die hem met open armen verwelkomden. Dank zij een -ervaren kruidenlezer, waren zij geheel hersteld.</p> - -<p>Weken lang lag de arme ridder tusschen leven en dood. Wel werd hij -eindelijk iets beter, maar zijn gezondheid was voorgoed geschokt en -zijn kracht was weg. Nog enkele jaren leefde hij gelukkig, en zag -zijn zoontje opgroeien tot een dapper soldaat.</p> - -<p>Toen, op een stormachtiger avond, hoorde hij aan zijn deur kloppen. -Verouderd en vermagerd als hij was, strompelde hij naar de deur. Het -was zijn koning! En opgewonden riep hij uit: "Laat mij hem waardig -ontvangen en de eer geven, die hem toekomt!"</p> - -<p>Zijn bedienden trachtten hem uit de koude voorhal terug te dringen, -maar hij wilde erheen. "Mijn koning! Mijn koning!"</p> - -<p>De koning was verraden, en vluchtte nu, om zijn leven te redden. Hij -wist, dat er één onderdaan was, die hem van harte zou ontvangen, en -daarom was hij naar Sir Roger gevlucht. Toen de ridder hem in zijn -goed verwarmde kamer had genoodigd, viel hij zijn koning te voet.</p> - -<p>"O, sire! Ik heb wel gedroomd van deze eer, maar nooit had ik durven -denken, dat ze mij te beurt zou vallen. Wees welkom binnen deze -woning, die immers de uwe is, wijl ze aan uw nederigen onderdaan -toebehoort; al wat hij bezit, bezit ook zijn koning!"</p> - -<p>Toen de koning zich neerbukte, om zijn trouwen dienaar op te richten, -zag hij met grooten schrik, dat hij dood was neergezegen. 't Waren -zijn laatste woorden geweest, en zijn laatste gedachte was een -gedachte van trouw en aanhankelijkheid voor zijn koninklijken -meester.</p> - -<p>Toen besloot de koning, dat op het wapen der Derekers voor altoos zou -gegrift staan: "Semper fidelis, semper paratus"."</p> - -<br> -<center><img align="left" src="images/67_fidelis.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:114px;"></center> -<br> - -<p>Toen tante Marie haar verhaal had geëindigd, waren we eenige -oogenblikken stil. Mijn hart klopte van de inspanning van 't -luisteren.</p> - -<p>Daan en Alex riepen als uit één mond: "Hè, leefden we nog maar in -die tijden!" Lena schreide en zei: "Arme ridder, de koning had hem -moeten omarmen en kussen!"</p> - -<p>Ik kon geen woord uitbrengen. Tante Marie keek me strak aan en vroeg: -"Vindt je 't mooi, Griet?"</p> - -<p>Ik knikte en zei even later zacht: "Wij moeten evenzoo worden, en ik -zal het beproeven," "En ik ook," zei Daan, mij ernstig aankijkend. -Wij begrepen elkaar. Tante Marie zegt nooit iets over de moraal <sup>[1]</sup> -van haar geschiedenissen, daarom houden we er zoo van. Dat moeten we -zelf maar uitmaken. Ik was zóó van het verhaal onder den indruk, -dat ik mijn werk neerlei, de kamer verliet, en naar m'n slaapkamer -ging. Daar viel ik op m'n knieën, en sprak tot mijn Koning. En Hem -bad ik, dat Hij mij, door voor- en tegenspoed heen, een trouwe -dienstmaagd wilde maken. En ik meende oprecht, wat ik bad.</p> - -<p>Ook Daan had tante's verhaal gepakt. Toen ik den volgenden dag — -Zaterdag — de kerk binnenging, om vaders toga te halen, die versteld -moest worden, vond ik tot mijn verbazing Daan geknield liggen bij de -graftombe van den ridder. Hij sprong op, alsof hij gestoken was, maar -ik deed net, of ik hem niet bemerkt had. Ik liep op de graftombe toe, -en beschouwde het beeld van den ridder.</p> - -<p>Om maar wat te zeggen, zei ik tot Daan: "Was je bezig om te -vergelijken, of hij goed lijkt op den ridder van tante Marie?"</p> - -<p>Langzaam antwoordde hij: "Ik was bezig een belofte af te leggen." -Belangstellend vroeg ik hem: "Toe, zeg mij, welke, ik zal het niemand -vertellen."</p> - -<p>Hij wees naar het motto op het schild. "Ik heb beloofd, zoo te zullen -worden en God zal mij helpen." Dadelijk daarna liep hij de kerk uit. -Ik was besloten, niet bij hem achter te blijven. Weer knielde ik -neer, gelijk den vorigen avond, en in weinige woorden deed ik een -belofte gelijk de zijne. Toen stond ik op en ging welgemoed heen; ik -voelde mij als tot alles bekwaam.</p> - -<br> -<center><img src="images/68_geknield.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:428px;"></center> -<br> - -<p>Inmiddels begonnen de toebereidselen voor het Kerstfeest. Elken dag -nog hoopten wij wat van Andy te zullen hooren, maar er kwam geen -tijding en we bleven hem zeer missen. Vader meende zeker, dat hij was -gestolen. Toen wij op zekeren avond bij elkaar zaten — Lena en ik -bezig aan kleeren voor Annie, en de jongens met het maken van -Kerstkaarten — teekende Alex een ezel op een zijner kaarten en zoo -kwam het gesprek al spoedig op Andy.</p> - -<p>Alex begon: "Het zou mij niets verwonderen, als die zigeuners weer -hier geweest zijn en hem gestolen hebben. Juffrouw Ribbon vertelde -mij, dat er tegen Kerstmis nog een soort markt te Lemworth is, en als -we daar nu eens heen gingen, wie weet of we Andy er nog niet zouden -vinden."</p> - -<p>"Zoo dwaas zijn ze niet," vond Daan. "Ze zullen er dan heusch niet -mee in de buurt komen. Als ze hem gestolen hebben, is ie natuurlijk -allang weer verkocht."</p> - -<p>"Weet je, wie ik denk, dat hem gestolen heeft?" vroeg ik. "Niet die -zigeuners, maar die man met de vuile ezels, die zoo vreeselijk -vloekte bij de keuring. Van Bob Tapson heb ik gehoord, dat hij -iederen zomer naar een badplaats gaat, hier niet ver vandaan, en daar -de ezels verhuurt."</p> - -<p>De jongens schenen voor deze voorstelling veel oor te hebben. "Dan -moeten we dat heerschap zien te vinden. Waar woont ie?" Ik -antwoordde: "Ergens aan de andere zijde van Lemworth. Vraag maar aan -Bob, die weet het wel."</p> - -<p>Er werd een plan gemaakt, hoe we zouden handelen. "Ik vermoed," zei -Daan, "dat, als Andy daar al is, de schurk hem met een andere kleur -zal hebben geverfd, en hoe zullen we hem dan herkennen? Natuurlijk -zal hij volhouden, dat het <i>zijn</i> ezel is."</p> - -<p>Wij bedachten, of Andy geen bijzondere kenteekenen had, en -herinnerden ons, dat in zijn eene oor een klein spleetje zat.</p> - -<p>"Ik hoop, dat dàt bewijs genoeg zal zijn," hernam Daan. "Anders -zullen we 't nog door een rechter moeten laten uitmaken."</p> - -<p>"Andy is zoo dom," voegde Alex er aan toe. "Als hij z'n naam hoort, -zal ie heusch niet opkijken. Hij zal even hard naar den dief als naar -ons loopen, als hij geroepen wordt."</p> - -<p>Daan vervolgde: "En misschien moeten we wel een lang proces ervoor -voeren, dat ons hoopen geld kost. Het zal 'De ezel-zaak' heeten, en -de bladen zullen er kolommen vol van hebben."</p> - -<p>Bij dat denkbeeld schaterde Lena van 't lachen. En ik trachtte zijn -gedachten wat te kalmeeren: "Als je nu rustig kon uitvinden, waar -Andy is, en je wist dan zeker, dat ie 't was, kun je hem dan niet -terug stelen? Dat zou toch niet verkeerd zijn, wel?"</p> - -<p>"Nee, natuurlijk niet. We konden hem 's nachts ontvoeren. Maar als ie -dan maar mee wil!" zei Daan.</p> - -<p>"Och kom, dat zal wel lukken. In elk geval, we kunnen 't probeeren!" -moedigde Alex aan.</p> - -<p>En zoo dachten we er ten slotte allemaal over.</p> - -<br> -<div class="fontsize80"> -[1] beteekenis, strekking ten goede. -</div> - -<br> -<br> -<hr width="25%" align="center"> - -<br> -<br> -<br> -<br> -<a name="chapter17"></a> -<h3 align="center">HOOFDSTUK XVII.</h3> - -<p>Ik begin nu te gelooven, dat dit mijn laatste hoofdstuk wordt. -Misschien schrijf ik een volgend jaar weer een boek, maar dit moet -naar Kapitein Rogers. Ik heb nu nog te verhalen vanaf den dag, dat we -over Andy aan 't spreken waren.</p> - -<p>Nog vóór het ontbijt was Daan naar Bob Tapson gegaan, en kwam hij -terug met het adres van den vermeenden roover. Vader scheen niet erg -hoopvol gestemd, toen we hem ernaar vroegen. Hij stond den jongens -echter toe, dat zij den eersten den besten vacantiedag met den trein -naar Lemworth mochten gaan. De man woonde 3 mijlen van Lemworth -verwijderd. Lena en ik wilden ook graag mee, maar dat verbood vader. -Den 20sten December begon de vacantie. En dus gingen zij den -volgenden morgen dadelijk naar Lemworth. Ten afscheid riep ik ze toe: -"Denk erom, we willen je niet terug zien, dan met Andy!"</p> - -<p>Het was een drukke week nu; tante Caroline zou de Kerstdagen bij ons -komen doorbrengen. Ik denk, dat tante Marie dan ook blijft, en dat -zou allerprettigst wezen; tante Caroline zorgt dan voor de -huishouding en tante Marie voor ons.</p> - -<p>Lena en ik moesten helpen bij 't halen van de pitten uit de rozijnen -voor de Kerstpudding, verder moesten we pakjes thee en suiker maken -voor eenige van vaders oudste gemeenteleden en dan nog hadden we -allerlei versieringen te maken voor den grooten Kerstboom, die in de -school wordt opgericht voor alle schoolkinderen.</p> - -<p>We hadden 't met al deze dingen zóó druk, dat we nauwelijks den -tijd hadden, om onze eigen geschenken gereed te maken. En het was -toch sinds jaren onze gewoonte, om elkaar met het Kerstfeest -cadeautjes te geven. Nooit koopen we die, dat is juist het aardige. -Dezen keer zullen Lena en ik een omslag maken voor vaders -preekbundel; hij wordt van zwart fluweel, met zwart zijden strooken -afgezet. Lena maakt het omslag en ik borduur in goud-kleurige zijde -vaders voorletters er in; tante Marie heeft ze voor mij geteekend.</p> - -<p>Voor tante Marie maak ik een nachtzak, terwijl Lena voor haar -waschtafel onderlegkleedjes maakt. Voor Puf vlechten we roode teugels -met bellen er aan; voor Alex overtrek ik een kartonnen doos voor z'n -postzegels met sterk, mooi gekleurd linnen, zoodat de doos lang goed -blijft; Lena maakt voor hem een portretlijstje met denneappels er in; -worden ze in de lijst gezet, dan gaat dat met zegellak, dat dadelijk -stolt, zoodat ze goed vast zitten; een beetje vernis er over, en 't -lijkt prachtig!</p> - -<p>Mijn geschenk aan Daan blijft een zwaar geheim, zelfs Lena mag het -niet weten.</p> - -<p>Dit alles neemt veel tijd in beslag, en als ik dan gestoord werd, was -ik erg boos. Maar ik trachtte toch telkens mij weer te herinneren, -dat het 's Konings bevel was, om anderen te helpen. En dan gevoelde -ik weer duidelijker, dat het er niet op aan kwam, hoe vaak ik -gestoord werd, omdat Hij het is, die mij noodig had.</p> - -<p>Den ganschen morgen konden Lena en ik ongestoord aan onze geschenken -doorwerken. Na het middagmaal nam tante Marie ons en Puf mee naar het -bosch, waar wij klimop en mos bijeenzamelden voor de versiering der -kerk. Het was er zoo stil en rustig, maar erg koud.</p> - -<p>Vóór 't theedrinken waren we weer thuis en werkten we weer door aan -onze geschenken. Het werd inmiddels 8 uur, half 9, 9 uur, doch geen -jongens te zien! En 8 uur kwam de laatste trein aan! Lena en ik -moesten naar bed. Tante Marie zei, dat ze heelemaal niet angstig was, -maar vader wel. Natuurlijk dachten Lena en ik, dat hun iets overkomen -was. Lena meende, dat de man ze vermoord zou hebben en hun lijken -onder den grond gestopt. Ik veronderstelde, dat ze Andy gevonden -hadden, en dat de man toen naar den dichtstbijzijnden politiepost was -gegaan, om te zeggen, dat de jongens den ezel gestolen hadden. En dan -zouden ze niet worden geloofd, en in de gevangenis komen, totdat ze -bewezen hadden, dat Andy hun eigendom was. 't Kon ook wezen, dacht -Lena, dat ze de jongens ergens hadden opgesloten, om zich met Andy -uit de voeten te maken. Wij spraken zoo druk over al die -mogelijkheden, dat we ten slotte van vermoeidheid in slaap vielen.</p> - -<p>Toen wij den volgenden morgen van Emma hoorden, dat de jongens nòg -niet terug waren, werden wij zeer beangst en opgewonden. Vader en -tante Marie keken bij 't ontbijt ook erg somber; vader zei: "Ik had -ze niet moeten laten gaan; ik moet zelf maar even naar Lemworth -gaan." En tante Marie voegde eraan toe: "We zullen nog wachten tot -vanavond. Ik geloof zeker, dat ze den trein gemist hebben, en nu tot -vanmorgen ergens geslapen hebben."</p> - -<p>Lena en ik, we wisten niet, wat te beginnen. Ontelbare keeren liepen -we naar 't hek, en keken den weg op, of ze nog niet kwamen. En zie, -toen we juist weer in huis waren gegaan, en aan onze cadeautjes -begonnen, daar kwamen ze binnenvallen. Wat waren we blij! Lena danste -de kamer rond en riep: "Wij dachten, dat jelui vermoord waren!" En ik -vroeg ademloos: "Waar is Andy?" "Raad maar!" zei Daan kalm. Wij -werden weer angstig, omdat de jongens zoo ernstig keken. En toen zei -Daan plechtig:</p> - -<p>"In den stal beneden!"</p> - -<p>Wij juichten van blijdschap en renden naar beneden, om hem te zien; -ook vader en tante Marie kwamen aangeloopen, zelfs Emma en de -keukenmeid. Puf vonden we al in den stal, zijn armen geslagen om -Andy's nek, en den ezel kussende, als deed hij het tante Marie.</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/69_blijdschap.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:266px;"></center> -<br> - -<p>Wij konden haast niet gelooven, dat het Andy was. Hij zag er zoo -vuil, vermagerd en vermoeid uit. Even keek hij ons aan en vrat toen -weer verder van het hooi, dat Baldwin hem gebracht had. Dat is het -akeligste van ezels; ze schijnen zoo kalm en onverschillig. Hij -begreep niets van onze blijdschap. Ik had gewild, dat ie met ons had -rondgedanst, om te bewijzen, hoe blij hij was met zijn thuiskomst.</p> - -<p>Met allerlei vragen overstroomden wij de jongens. "Wie had 'm? Waar -vond jelui hem? Hoe ben je naar hier gekomen? Waar hebben jelui -geslapen? Waarom ben jelui gisteren niet thuis gekomen?" Doch vader -bedaarde ons een beetje; hij was even blij als wij, maar de jongens -hadden fermen honger. Zoo gingen we dus met hen naar de eetkamer, -waar ze ons onder een stevig ontbijt hun wedervaren vertelden.</p> - -<p>"Wij hebben toch zulke groote avonturen gehad!" zei Alex; "het was -wel goed, als je alles in je dagboek opschreef, Griet, want het is -grappig genoeg, om het later nog eens te lezen."</p> - -<br> -<center><img src="images/70_dagboek.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:429px;"></center> -<br> - -<p>"Ik zal beginnen bij 't begin," zei Daan, en begon.</p> - -<p>"Wij kwamen veilig te Lemworth aan, en gingen van daar uit loopend -naar het huis van Jem Harvey, zoo heet de kerel. Het was een heel -eind, en zeker wel langer dan 3 mijlen. Aan de grens der -gemeenteweide vonden we een soort schuur, waaromheen ezels liepen te -grazen. We overlegden nog eens rustig, hoe we doen zouden, en gingen -toen aan den slag."</p> - -<p>"Net alsof wij roovers waren, die op dieren af sluipen," viel Alex -Daan in de rede. "Wij kropen voort in de schaduw van een heg, en -konden toen al de ezels overzien, zonder dat iemand ons bemerkte."</p> - -<p>Daan vervolgde weer: "Wij telden 5 ezels, maar Andy was er niet bij; -maar natuurlijk dachten wij, dat hij ergens was opgesloten. Wij -moesten dus eerst de schuren en hokken onderzoeken, en dat was -verbazend moeilijk, want toen we wat dichterbij kwamen, zagen we een -man, die daar stond hout te hakken."</p> - -<p>"Maar ten slotte hadden we ons plan toch gereed," viel Alex weer in. -"Vertel jij nou verder, Daan, maar niet zoo langzaam."</p> - -<p>"Met flinke stappen gingen we op hem af.</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/71_flink.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:276px;"></center> -<br> - -<p>Goeden middag! zei ik. We zijn gekomen, om met u over zaken te -spreken. Onderwijl nam Alex hem eens goed op. Hij keek ons -achterdochtig aan en zei toen, dat we hem dat al eens meer gezegd -hadden. Ik zei: Wij hebben onzen ezel verloren, en komen nu eens -hier, om te zien of we van u een anderen kunnen koopen. Hij -antwoordde: Maar mijn ezels zijn niet goed genoeg voor jelui -bleekneuzen. En hij lachte daarbij zoo akelig, dat ik dadelijk -vermoedde, dat hij er meer van wist. Misschien hebt u toch nog wel -een paar mooie beesten, zeiden we; toen klopte hij z'n pijp uit en -ging met ons een der stallen binnen. Ik zal misschien nog wel wat -goeds voor jelui hebben, een aardig beest, loopt als de wind, en -behaalde een prijs te Lincoln.</p> - -<p>Hij schuifelde het schuurtje binnen, en zie, daar stond een kleine -grijze ezel. Wij keken scherp rond...."</p> - -<p>"Ik zag hem het eerst," viel Alex uit. "Met mijn scherpziende -detective-oogen had ik hem onmiddellijk herkend." Daan ging voort, -als had hij Alex niet gehoord: "In den hoek hing aan een spijker -Andy's blauwe kleed."</p> - -<p>Wij waren allen onder den indruk van de spannende oogenblikken, en -tante Marie was zóó meegesleept, dat ze gejaagd vroeg: "En wat -zeiden jelui?"</p> - -<p>"Eerst zeiden we niets, we deden, alsof we niets gemerkt hadden, -praatten over den grijzen ezel, en zeiden, dat we bevreesd waren, dat -ie te klein voor ons zou wezen. Och, wat keek die man leelijk, hij -grijnsde ons aan en stonk naar den drank. Ik gaf Alex een knipoogje, -zich stil te houden; toen wij overal goed hadden rond gekeken, zoodat -we goed wisten, dat Andy nergens kon verborgen worden, vertrokken we. -Maar terwijl we wegliepen begon ik eensklaps tegen den kerel uit te -varen:</p> - -<p>"Waar haal jij dat blauwe kleed in je schuur vandaan? En wie heeft -den zwart-witten omslagdoek in stukken gesneden? En denk nu maar -niet, dat wij zulke melkmuilen zijn, want wij gaan regelrecht naar de -politie, en die zullen we je hier op je dak sturen. Eén kans is er, -om je te redden: onmiddellijk Andy losmaken, hem brengen op de markt -te Lemworth, en hem daar vastbinden aan een lantaarnpaal. Wij geven -je den tijd tot 4 uur namiddag, en we beloven je tot zoolang te -zullen geduld hebben. Is ie er om 4 uur niet, dan sturen we je -dadelijk de politie, en dan ben je er gloeiend bij."</p> - -<p>Natuurlijk was ie woedend. Hij raasde en vloekte, en zei, dat ie dat -blauwe kleed aan den weg had gevonden, en dat hij ons zou aanklagen -wegens laster. Wij vertelden hem, dat dat alles tevergeefsch zou -zijn, want alle veldwachters in den omtrek wisten al van onzen -verdwenen ezel en het blauwe kleed.</p> - -<p>Daarna verlieten we hem, en liepen zoo vlug mogelijk naar Lemworth."</p> - -<p>"Toe laat mij nu ook eens vertellen," zei Alex, die zich nooit rustig -kan houden, als een ander vertelt. Daan hield zich stil, en Alex -vertelde verder:</p> - -<p>"Toen we te Lemworth terug waren, hebben we eerst broodjes met melk -genomen, en vervolgens onze plannen verder besproken. Natuurlijk was -het dom geweest, om dien kerel te zeggen, dat wij hem tot 4 uur -ongemoeid zouden laten, want in dien tusschentijd kon ie al lang -ontvlucht wezen. Maar nu komt het mooiste nog aan.</p> - -<p>Nadat we gegeten hadden gingen we, vermoeid door het -straat-slenteren, een buitenweg op. Ongeveer een mijl waren we dien -opgeloopen, toen we plotseling een jongen zagen, die in een droge -sloot getuimeld was en te keer ging als een mager varken. 't Was een -echte landlooper, en eerst zei ik: Kom, laten we maar doorloopen. -Maar dat vonden we toch ook weer al te hard; als hij eens gewond was! -We gingen dus naar hem toe en vroegen wat hem scheelde. Hij toonde -ons zijn been, dat leelijk verwond was. Uit zijn verhaal echter -konden we totaal niet wijs worden. Hij zei, dat z'n baas hem -afgeranseld had, en toen was hij van de kar gevallen; hij was er nog -suf van in z'n hoofd. Hij had z'n been een beetje verbonden, maar het -had vreeselijk gebloed, wij namen dus onze zakdoeken en verbonden hem -wat steviger, waarna we zeiden, hem naar huis te zullen brengen. Waar -hij woonde? Bij m'n baas! zei ie. Maar waar die woonde wilde hij niet -zeggen, want hij wou nooit meer naar 'm terug. Toen zeiden we, dat we -hem naar 't hospitaal zouden brengen, daar kon z'n been goed worden -nagekeken. Dat leek hem goed toe, maar om hem te dragen, dat was geen -grapje. Daan zei tegen me: Wat is het jammer, dat we Andy niet bij -ons hebben. Toen de jongen dit hoorde, spitste hij plotseling de -ooren, keek ons verwonderd aan, en in 't volgende oogenblik hadden we -elkaar herkend. Het was de jongen van Jem Harvey. We zeiden tot hem: -"Wees maar niet bevreesd. Wij zijn op jou niet boos, omdat jelui -onzen ezel gestolen hebt. Maar je baas zal er voor boeten. Wij hebben -alles al ontdekt."</p> - -<p>Hij keek verschrikt op. "O, ik wist wel, dat er iets niet in den haak -was!"</p> - -<p>"Waar heb je onzen ezel 't laatst gezien?" vroeg Daan. Toen vertelde -hij ons alles. Zij waren Andy tegen gekomen toen hij langs den weg -rende; de baas had hem opgevangen en vastgebonden. Zoo moest Andy -achter hun wagen aan loopen, tot ze aan een groot bosch kwamen. Toen -het donker was, werden Andy's kleeren afgetrokken, en zoo gingen ze -met hem naar huis. Den volgenden dag moest de jongen hem naar een -stal te Taunerton brengen. Daar moest een kooper voor hem gezocht -worden. De jongen vertelde ons tegelijk, welk een hondenleven hij bij -dien baas had gehad, en dat hij daarom was weggeloopen. Hij was wees, -en Jem had volstrekt geen rechten op hem.</p> - -<p>Wat waren we nu in spanning, om Andy terug te krijgen! Maar die -jongen moest eerst naar 't hospitaal. Wij vernamen, dat Taunerton 5 -mijlen daar vandaan was, te ver dus om nu nog te gaan loopen. -Gelukkig was er een bakkerswagen, die er heen moest, en de bakker -stond ons toe, mee te rijden. Wij vertelden hem al ons wedervaren. -Hij kende den man, dien we zochten. Het was een messenslijper en -tinnegieter; hij leefde met een vrouw, zoo mogelijk nog slechter dan -hij. "Maar jelui moet er niet heengaan," zei de bakker, "het zijn -gevaarlijke lui."</p> - -<p>"Het was bijna donker, toen we te Taunerton aankwamen en toen schoot -ons met schrik te binnen, dat we den laatsten trein zouden missen, -maar wij konden toch ook niet teruggaan, nu we zoo vlak bij Andy -waren. Ga jij nou maar weer verder, Daan."</p> - -<p>Daan vervolgde dadelijk: "Wij waren bang, dat Jem Andy ergens zou -verstopt hebben, maar het moest nu gewaagd worden. De bakker wees ons -het huis. Gelukkig was het goed donker nu, want wij waren vast -besloten, Andy weg te halen, zoodra we hem zagen.</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/72_sluipend.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:259px;"></center> -<br> - -<p>Wij slopen naar het huisje, toen den tuin rond, en zie, daar in een -vervallen schuurtje met een half gebroken deur, stond Andy! Ik kan -jelui zeggen, dat we geen oogenblik verloren lieten gaan! We sneden -z'n halster door, en trokken hem uit den stal. Daar kwam de kerel -aan! Maar 't was te laat! We hoorden hem nog schreeuwen: Houdt den -dief! Maar beiden hadden we ons op Andy's rug geslingerd, en als -dollen renden we naar het dorp terug!</p> - -<br> -<center><img align="right" src="images/73_rennend.jpg" alt="[Illustratie]" style="width:100%; height:auto; max-width:253px;"></center> -<br> - -<p>Al spoedig draafden een half dozijn lui achter ons aan, die -schreeuwden als Indianen. Toen we een flink eind buiten hun bereik -waren, hielden we wat in, totdat we nog betrekkelijk vroeg te -Lemworth aankwamen. Wij waren zóó bang, dat Jem ons nog zou -opmerken, dat we er niet durfden blijven, en dus maar verder reden; -voor den trein was het nu toch te laat.</p> - -<p>Wij reden en liepen om beurten. We waren hongerig en vermoeid, en ook -Andy begon den kop te laten hangen. Eensklaps hield hij midden op den -weg stil en wilde niet verder. Wat moesten we beginnen? En vlak voor -ons kwam een auto aangerend. Wij schreeuwden hard, en zij stopten. -Wie denk je dat er in zat?"</p> - -<p>"Mevrouw Laura!" raadde ik.</p> - -<p>"Mis! Generaal Walton, die altijd visch van ons kocht. Hij herkende -mij, en vroeg wat we uitvoerden. Ik vertelde het hem; hij was o zoo -vriendelijk. Hij liet z'n knecht uitstijgen en wij mochten in de auto -zitten. Hij zou ons naar zijn huis rijden, waar wij den nacht konden -doorbrengen. Zijn knecht droeg hij op, Andy mee te brengen. Verder -werd er niet gepraat, en wij hadden een heerlijk autotochtje."</p> - -<p>"Maar dat had je ons toch wel even kunnen seinen," zei vader. "Dacht -je dan niet, dat wij in angst zouden zitten?"</p> - -<p>"Zeker wel, vader. Generaal Walton zond dadelijk zijn knecht naar -hier."</p> - -<p>"Dien heb ik niet gezien," zei vader.</p> - -<p>"Toe, vertel nu verder, wat jelui deden," drong ik aan.</p> - -<p>Daan vervolgde: "Wij kregen een heerlijk middagmaal, en wij vertelden -hem al onze avonturen. Hij heeft ons allen te eten gevraagd op -Nieuwjaarsavond!"</p> - -<p>Dat gaf blijdschap! "En toen zijn we vanmorgen dadelijk na 't ontbijt -op Andy's rug naar huis gereden, maar hij is bepaald niet goed, want -telkens hield hij weer stil, en daarom zijn we zoo laat."</p> - -<p>Hun verhaal was ten einde. Ik had het spannend gevonden, maar Lena -had het mooier gevonden, als de jongens waren opgesloten of ongeveer -vermoord geworden.</p> - -<p>En nu wij allen gelukkig zijn met Andy's terugkomst, lijkt het mij -het beste toe, mijn verhaal hier te eindigen. Alles is nu goed -afgeloopen en ook ons Kerstfeest was allerprettigst. Het zou te lang -duren, ook daarvan nog alles te vertellen.</p> - -<p>Eén ding moet ik echter nog zeggen. Mijn geschenk aan Daan was het -motto van den ridder in geschilderde letters, blauw, rood en goud. Op -den eersten Kerstdag riep Daan mij in zijn kamer en toonde mij, waar -hij het had opgehangen: juist tegenover zijn bed.</p> - -<p>"Het is mooi, Grietje," zei hij. "Het is goed, aan iemands goede -wenschen herinnerd te worden."</p> - -<p>"Ja," zei ik, "en het is ook <i>mijn</i> wensch, Daan. Ik denk, dat de -oude ridder weinig vermoed zal hebben, dat zijn motto nog zóó zou -voortleven. 't Is een woord van groote waarde."</p> - -<p>"Niet van zoo groote waarde, als vader's preek," zei Daan. "Maar het -komt er mee overeen. <i>Komen</i> — <i>gaan</i> — <i>doen!</i> Nooit zal ik het -vergeten!"</p> - -<p>Terwijl mijn hart klopte van aandoening, zei ik: "En ik geloof, Daan, -dat, als wij deze bevelen getrouw opvolgen, onze Koning eens tot ons -zeggen zal, wat de koning zei in het verhaal van tante Marie:</p> - -<br> -<center class="smallcaps">Semper Fidelis, Semper Paratus.</center> -<br> -<br> -<br> -<center>EINDE.</center> -<br> -<br> -<br> -<br> - -<div class="notebox fontsize80"> -Transcriber's Notes: -<br> -<div class="indent02"> -<br> Dit boek bevat een aantal zetfouten. -<br> De volgende zetfouten zijn gecorrigeerd: -<br> -<br> [en zie toen van ja.] —> [en zei toen van ja.] -<br> [Allex vroeg haar,] —> [Alex vroeg haar,] -<br> [omdat ze zelf ook haast niet hebben] —> -<br> [omdat ze zelf ook haast niets hebben] -<br> [Toen het Woendag] —> [Toen het Woensdag] -<br> [beloofde tante, er overwijld] —> -<br> [beloofde tante, er onverwijld] -<br> [al ik goed oppaste.] —> [als ik goed oppaste.] -<br> [dat hij nauwlijks meer] —> [dat hij nauwelijks meer] -<br> -<br> Een inhoudsopgave is toegevoegd. -<br> Enkele leestekens zijn toegevoegd maar verder niet vermeld. -</div> -<br> -</div> - - - - - - - - -<pre> - - - - - -End of the Project Gutenberg EBook of Wij en ons ezeltje, by Amy le Feuvre - -*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK WIJ EN ONS EZELTJE *** - -***** This file should be named 50733-h.htm or 50733-h.zip ***** -This and all associated files of various formats will be found in: - http://www.gutenberg.org/5/0/7/3/50733/ - -Produced by R.G.P.M. van Giesen -Updated editions will replace the previous one--the old editions will -be renamed. - -Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright -law means that no one owns a United States copyright in these works, -so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the United -States without permission and without paying copyright -royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part -of this license, apply to copying and distributing Project -Gutenberg-tm electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG-tm -concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark, -and may not be used if you charge for the eBooks, unless you receive -specific permission. If you do not charge anything for copies of this -eBook, complying with the rules is very easy. You may use this eBook -for nearly any purpose such as creation of derivative works, reports, -performances and research. They may be modified and printed and given -away--you may do practically ANYTHING in the United States with eBooks -not protected by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the -trademark license, especially commercial redistribution. - -START: FULL LICENSE - -THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE -PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK - -To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free -distribution of electronic works, by using or distributing this work -(or any other work associated in any way with the phrase "Project -Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full -Project Gutenberg-tm License available with this file or online at -www.gutenberg.org/license. - -Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project -Gutenberg-tm electronic works - -1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm -electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to -and accept all the terms of this license and intellectual property -(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all -the terms of this agreement, you must cease using and return or -destroy all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your -possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a -Project Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound -by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the -person or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph -1.E.8. - -1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be -used on or associated in any way with an electronic work by people who -agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few -things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works -even without complying with the full terms of this agreement. See -paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project -Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this -agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm -electronic works. See paragraph 1.E below. - -1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the -Foundation" or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection -of Project Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual -works in the collection are in the public domain in the United -States. If an individual work is unprotected by copyright law in the -United States and you are located in the United States, we do not -claim a right to prevent you from copying, distributing, performing, -displaying or creating derivative works based on the work as long as -all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope -that you will support the Project Gutenberg-tm mission of promoting -free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg-tm -works in compliance with the terms of this agreement for keeping the -Project Gutenberg-tm name associated with the work. You can easily -comply with the terms of this agreement by keeping this work in the -same format with its attached full Project Gutenberg-tm License when -you share it without charge with others. - -1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern -what you can do with this work. Copyright laws in most countries are -in a constant state of change. If you are outside the United States, -check the laws of your country in addition to the terms of this -agreement before downloading, copying, displaying, performing, -distributing or creating derivative works based on this work or any -other Project Gutenberg-tm work. The Foundation makes no -representations concerning the copyright status of any work in any -country outside the United States. - -1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: - -1.E.1. The following sentence, with active links to, or other -immediate access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear -prominently whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work -on which the phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the -phrase "Project Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, -performed, viewed, copied or distributed: - - This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and - most other parts of the world at no cost and with almost no - restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it - under the terms of the Project Gutenberg License included with this - eBook or online at www.gutenberg.org. If you are not located in the - United States, you'll have to check the laws of the country where you - are located before using this ebook. - -1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is -derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not -contain a notice indicating that it is posted with permission of the -copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in -the United States without paying any fees or charges. If you are -redistributing or providing access to a work with the phrase "Project -Gutenberg" associated with or appearing on the work, you must comply -either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or -obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg-tm -trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9. - -1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted -with the permission of the copyright holder, your use and distribution -must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any -additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms -will be linked to the Project Gutenberg-tm License for all works -posted with the permission of the copyright holder found at the -beginning of this work. - -1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm -License terms from this work, or any files containing a part of this -work or any other work associated with Project Gutenberg-tm. - -1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this -electronic work, or any part of this electronic work, without -prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with -active links or immediate access to the full terms of the Project -Gutenberg-tm License. - -1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, -compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including -any word processing or hypertext form. However, if you provide access -to or distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format -other than "Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official -version posted on the official Project Gutenberg-tm web site -(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense -to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means -of obtaining a copy upon request, of the work in its original "Plain -Vanilla ASCII" or other form. Any alternate format must include the -full Project Gutenberg-tm License as specified in paragraph 1.E.1. - -1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, -performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works -unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. - -1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing -access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works -provided that - -* You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from - the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method - you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed - to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he has - agreed to donate royalties under this paragraph to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid - within 60 days following each date on which you prepare (or are - legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty - payments should be clearly marked as such and sent to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in - Section 4, "Information about donations to the Project Gutenberg - Literary Archive Foundation." - -* You provide a full refund of any money paid by a user who notifies - you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he - does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm - License. You must require such a user to return or destroy all - copies of the works possessed in a physical medium and discontinue - all use of and all access to other copies of Project Gutenberg-tm - works. - -* You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of - any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the - electronic work is discovered and reported to you within 90 days of - receipt of the work. - -* You comply with all other terms of this agreement for free - distribution of Project Gutenberg-tm works. - -1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project -Gutenberg-tm electronic work or group of works on different terms than -are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing -from both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and The -Project Gutenberg Trademark LLC, the owner of the Project Gutenberg-tm -trademark. Contact the Foundation as set forth in Section 3 below. - -1.F. - -1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable -effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread -works not protected by U.S. copyright law in creating the Project -Gutenberg-tm collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm -electronic works, and the medium on which they may be stored, may -contain "Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate -or corrupt data, transcription errors, a copyright or other -intellectual property infringement, a defective or damaged disk or -other medium, a computer virus, or computer codes that damage or -cannot be read by your equipment. - -1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right -of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project -Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project -Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all -liability to you for damages, costs and expenses, including legal -fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT -LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE -PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE -TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE -LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR -INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH -DAMAGE. - -1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a -defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can -receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a -written explanation to the person you received the work from. If you -received the work on a physical medium, you must return the medium -with your written explanation. The person or entity that provided you -with the defective work may elect to provide a replacement copy in -lieu of a refund. If you received the work electronically, the person -or entity providing it to you may choose to give you a second -opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If -the second copy is also defective, you may demand a refund in writing -without further opportunities to fix the problem. - -1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth -in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO -OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT -LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. - -1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied -warranties or the exclusion or limitation of certain types of -damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement -violates the law of the state applicable to this agreement, the -agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or -limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or -unenforceability of any provision of this agreement shall not void the -remaining provisions. - -1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the -trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone -providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in -accordance with this agreement, and any volunteers associated with the -production, promotion and distribution of Project Gutenberg-tm -electronic works, harmless from all liability, costs and expenses, -including legal fees, that arise directly or indirectly from any of -the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this -or any Project Gutenberg-tm work, (b) alteration, modification, or -additions or deletions to any Project Gutenberg-tm work, and (c) any -Defect you cause. - -Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm - -Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of -electronic works in formats readable by the widest variety of -computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It -exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations -from people in all walks of life. - -Volunteers and financial support to provide volunteers with the -assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's -goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will -remain freely available for generations to come. In 2001, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure -and permanent future for Project Gutenberg-tm and future -generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see -Sections 3 and 4 and the Foundation information page at -www.gutenberg.org - - - -Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation - -The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit -501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the -state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal -Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification -number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by -U.S. federal laws and your state's laws. - -The Foundation's principal office is in Fairbanks, Alaska, with the -mailing address: PO Box 750175, Fairbanks, AK 99775, but its -volunteers and employees are scattered throughout numerous -locations. Its business office is located at 809 North 1500 West, Salt -Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up to -date contact information can be found at the Foundation's web site and -official page at www.gutenberg.org/contact - -For additional contact information: - - Dr. Gregory B. Newby - Chief Executive and Director - gbnewby@pglaf.org - -Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg -Literary Archive Foundation - -Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide -spread public support and donations to carry out its mission of -increasing the number of public domain and licensed works that can be -freely distributed in machine readable form accessible by the widest -array of equipment including outdated equipment. Many small donations -($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt -status with the IRS. - -The Foundation is committed to complying with the laws regulating -charities and charitable donations in all 50 states of the United -States. Compliance requirements are not uniform and it takes a -considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up -with these requirements. We do not solicit donations in locations -where we have not received written confirmation of compliance. To SEND -DONATIONS or determine the status of compliance for any particular -state visit www.gutenberg.org/donate - -While we cannot and do not solicit contributions from states where we -have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition -against accepting unsolicited donations from donors in such states who -approach us with offers to donate. - -International donations are gratefully accepted, but we cannot make -any statements concerning tax treatment of donations received from -outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. - -Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation -methods and addresses. Donations are accepted in a number of other -ways including checks, online payments and credit card donations. To -donate, please visit: www.gutenberg.org/donate - -Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic works. - -Professor Michael S. Hart was the originator of the Project -Gutenberg-tm concept of a library of electronic works that could be -freely shared with anyone. For forty years, he produced and -distributed Project Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of -volunteer support. - -Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed -editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in -the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not -necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper -edition. - -Most people start at our Web site which has the main PG search -facility: www.gutenberg.org - -This Web site includes information about Project Gutenberg-tm, -including how to make donations to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to -subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. - - - -</pre> - -</body> -</html> diff --git a/old/50733-h/images/01_cover.jpg b/old/50733-h/images/01_cover.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 123bc2c..0000000 --- a/old/50733-h/images/01_cover.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/02_logo.jpg b/old/50733-h/images/02_logo.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index a5ba147..0000000 --- a/old/50733-h/images/02_logo.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/03_hoofdstuk1.jpg b/old/50733-h/images/03_hoofdstuk1.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 683b4c4..0000000 --- a/old/50733-h/images/03_hoofdstuk1.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/04_maaltijd.jpg b/old/50733-h/images/04_maaltijd.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 4e89427..0000000 --- a/old/50733-h/images/04_maaltijd.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/05_boek.jpg b/old/50733-h/images/05_boek.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 2377edc..0000000 --- a/old/50733-h/images/05_boek.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/06_spaarpot.jpg b/old/50733-h/images/06_spaarpot.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 6ac14a7..0000000 --- a/old/50733-h/images/06_spaarpot.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/07_puf.jpg b/old/50733-h/images/07_puf.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index faf506b..0000000 --- a/old/50733-h/images/07_puf.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/08_hoofdstuk2.jpg b/old/50733-h/images/08_hoofdstuk2.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 4e91b16..0000000 --- a/old/50733-h/images/08_hoofdstuk2.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/09_preek.jpg b/old/50733-h/images/09_preek.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 642e9c6..0000000 --- a/old/50733-h/images/09_preek.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/10_.jpg b/old/50733-h/images/10_.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index e43858b..0000000 --- a/old/50733-h/images/10_.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/10_bad.jpg b/old/50733-h/images/10_bad.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 6ae2c81..0000000 --- a/old/50733-h/images/10_bad.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/11_kaal.jpg b/old/50733-h/images/11_kaal.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index ba1c2be..0000000 --- a/old/50733-h/images/11_kaal.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/12_vragen.jpg b/old/50733-h/images/12_vragen.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index c5b76b4..0000000 --- a/old/50733-h/images/12_vragen.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/13_soep.jpg b/old/50733-h/images/13_soep.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 961c46b..0000000 --- a/old/50733-h/images/13_soep.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/14_wagen.jpg b/old/50733-h/images/14_wagen.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 412970d..0000000 --- a/old/50733-h/images/14_wagen.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/15_bril.jpg b/old/50733-h/images/15_bril.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 15836a5..0000000 --- a/old/50733-h/images/15_bril.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/16_vissen.jpg b/old/50733-h/images/16_vissen.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 7982807..0000000 --- a/old/50733-h/images/16_vissen.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/17_locomotief.jpg b/old/50733-h/images/17_locomotief.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 3f32c63..0000000 --- a/old/50733-h/images/17_locomotief.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/18_badkamer.jpg b/old/50733-h/images/18_badkamer.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 311214b..0000000 --- a/old/50733-h/images/18_badkamer.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/19_gouvernante.jpg b/old/50733-h/images/19_gouvernante.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 6dfb9cf..0000000 --- a/old/50733-h/images/19_gouvernante.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/20_dame.jpg b/old/50733-h/images/20_dame.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 2987783..0000000 --- a/old/50733-h/images/20_dame.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/21_brief.jpg b/old/50733-h/images/21_brief.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 18eac54..0000000 --- a/old/50733-h/images/21_brief.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/22_mijlpaal.jpg b/old/50733-h/images/22_mijlpaal.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 99eb6f5..0000000 --- a/old/50733-h/images/22_mijlpaal.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/23_schutting.jpg b/old/50733-h/images/23_schutting.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 02aead0..0000000 --- a/old/50733-h/images/23_schutting.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/24_zigeuner.jpg b/old/50733-h/images/24_zigeuner.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 66c1fb3..0000000 --- a/old/50733-h/images/24_zigeuner.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/25_stoel.jpg b/old/50733-h/images/25_stoel.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 093c56c..0000000 --- a/old/50733-h/images/25_stoel.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/26_ezels.jpg b/old/50733-h/images/26_ezels.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index beb5c61..0000000 --- a/old/50733-h/images/26_ezels.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/27_afgeworpen.jpg b/old/50733-h/images/27_afgeworpen.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index d7d7e68..0000000 --- a/old/50733-h/images/27_afgeworpen.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/28_klikken.jpg b/old/50733-h/images/28_klikken.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 5595d64..0000000 --- a/old/50733-h/images/28_klikken.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/29_gespijkerd.jpg b/old/50733-h/images/29_gespijkerd.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 82d0bd8..0000000 --- a/old/50733-h/images/29_gespijkerd.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/30_schilderen.jpg b/old/50733-h/images/30_schilderen.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 78c53ec..0000000 --- a/old/50733-h/images/30_schilderen.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/31_marcheren.jpg b/old/50733-h/images/31_marcheren.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index fc9d7b2..0000000 --- a/old/50733-h/images/31_marcheren.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/32_aframmeling.jpg b/old/50733-h/images/32_aframmeling.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index b977131..0000000 --- a/old/50733-h/images/32_aframmeling.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/33_afnemer.jpg b/old/50733-h/images/33_afnemer.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 225d11b..0000000 --- a/old/50733-h/images/33_afnemer.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/34_samuel.jpg b/old/50733-h/images/34_samuel.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 5a0ef79..0000000 --- a/old/50733-h/images/34_samuel.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/35_vrachtje.jpg b/old/50733-h/images/35_vrachtje.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 1b4fc61..0000000 --- a/old/50733-h/images/35_vrachtje.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/36_bloemenrijtuig.jpg b/old/50733-h/images/36_bloemenrijtuig.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index f6c042a..0000000 --- a/old/50733-h/images/36_bloemenrijtuig.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/37_eindpaal.jpg b/old/50733-h/images/37_eindpaal.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index f5bd705..0000000 --- a/old/50733-h/images/37_eindpaal.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/38_wedstrijd.jpg b/old/50733-h/images/38_wedstrijd.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 78d7408..0000000 --- a/old/50733-h/images/38_wedstrijd.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/39_vliegers.jpg b/old/50733-h/images/39_vliegers.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index b243d7a..0000000 --- a/old/50733-h/images/39_vliegers.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/40_cricket.jpg b/old/50733-h/images/40_cricket.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 67897d8..0000000 --- a/old/50733-h/images/40_cricket.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/41_sloot.jpg b/old/50733-h/images/41_sloot.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 50f26b5..0000000 --- a/old/50733-h/images/41_sloot.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/42_kreupel.jpg b/old/50733-h/images/42_kreupel.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 6421cae..0000000 --- a/old/50733-h/images/42_kreupel.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/43_krachteloos.jpg b/old/50733-h/images/43_krachteloos.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index cd60ec8..0000000 --- a/old/50733-h/images/43_krachteloos.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/44_landhek.jpg b/old/50733-h/images/44_landhek.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 7905390..0000000 --- a/old/50733-h/images/44_landhek.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/45_pakket.jpg b/old/50733-h/images/45_pakket.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 3eb6c2c..0000000 --- a/old/50733-h/images/45_pakket.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/46_schietschijf.jpg b/old/50733-h/images/46_schietschijf.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 9194a07..0000000 --- a/old/50733-h/images/46_schietschijf.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/47_boogschieten.jpg b/old/50733-h/images/47_boogschieten.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 06b7172..0000000 --- a/old/50733-h/images/47_boogschieten.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/48_hoofdstuk13.jpg b/old/50733-h/images/48_hoofdstuk13.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 8243e48..0000000 --- a/old/50733-h/images/48_hoofdstuk13.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/49_inpakken.jpg b/old/50733-h/images/49_inpakken.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 1d9cfc4..0000000 --- a/old/50733-h/images/49_inpakken.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/50_weggelopen.jpg b/old/50733-h/images/50_weggelopen.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index b0d5553..0000000 --- a/old/50733-h/images/50_weggelopen.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/51_omgevallen.jpg b/old/50733-h/images/51_omgevallen.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 612202b..0000000 --- a/old/50733-h/images/51_omgevallen.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/52_afgesneden.jpg b/old/50733-h/images/52_afgesneden.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 91fa779..0000000 --- a/old/50733-h/images/52_afgesneden.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/53_dokter.jpg b/old/50733-h/images/53_dokter.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index a8c3198..0000000 --- a/old/50733-h/images/53_dokter.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/54_sofa.jpg b/old/50733-h/images/54_sofa.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 3e88552..0000000 --- a/old/50733-h/images/54_sofa.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/55_herstellend.jpg b/old/50733-h/images/55_herstellend.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 6d16bfb..0000000 --- a/old/50733-h/images/55_herstellend.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/56_halster.jpg b/old/50733-h/images/56_halster.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index b5a7738..0000000 --- a/old/50733-h/images/56_halster.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/57_slaapmuts.jpg b/old/50733-h/images/57_slaapmuts.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index c00e9ee..0000000 --- a/old/50733-h/images/57_slaapmuts.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/58_afscheid.jpg b/old/50733-h/images/58_afscheid.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 8dfbbc8..0000000 --- a/old/50733-h/images/58_afscheid.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/59_kruisweg.jpg b/old/50733-h/images/59_kruisweg.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 2f39a4c..0000000 --- a/old/50733-h/images/59_kruisweg.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/60_braambessen.jpg b/old/50733-h/images/60_braambessen.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 5980253..0000000 --- a/old/50733-h/images/60_braambessen.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/61_vermoeid.jpg b/old/50733-h/images/61_vermoeid.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index c0cb69b..0000000 --- a/old/50733-h/images/61_vermoeid.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/62_gezellig.jpg b/old/50733-h/images/62_gezellig.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 288a408..0000000 --- a/old/50733-h/images/62_gezellig.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/63_ridder.jpg b/old/50733-h/images/63_ridder.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 09444ad..0000000 --- a/old/50733-h/images/63_ridder.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/64_koud.jpg b/old/50733-h/images/64_koud.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index d03544e..0000000 --- a/old/50733-h/images/64_koud.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/65_schoonheid.jpg b/old/50733-h/images/65_schoonheid.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index cd75287..0000000 --- a/old/50733-h/images/65_schoonheid.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/66_strijd.jpg b/old/50733-h/images/66_strijd.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index e245aaa..0000000 --- a/old/50733-h/images/66_strijd.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/67_fidelis.jpg b/old/50733-h/images/67_fidelis.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index af01320..0000000 --- a/old/50733-h/images/67_fidelis.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/68_geknield.jpg b/old/50733-h/images/68_geknield.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 3e69450..0000000 --- a/old/50733-h/images/68_geknield.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/69_blijdschap.jpg b/old/50733-h/images/69_blijdschap.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 7298482..0000000 --- a/old/50733-h/images/69_blijdschap.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/70_dagboek.jpg b/old/50733-h/images/70_dagboek.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 15cb654..0000000 --- a/old/50733-h/images/70_dagboek.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/71_flink.jpg b/old/50733-h/images/71_flink.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 4e3a43e..0000000 --- a/old/50733-h/images/71_flink.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/72_sluipend.jpg b/old/50733-h/images/72_sluipend.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index f0aebef..0000000 --- a/old/50733-h/images/72_sluipend.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50733-h/images/73_rennend.jpg b/old/50733-h/images/73_rennend.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 66b5258..0000000 --- a/old/50733-h/images/73_rennend.jpg +++ /dev/null |
