diff options
| -rw-r--r-- | .gitattributes | 4 | ||||
| -rw-r--r-- | LICENSE.txt | 11 | ||||
| -rw-r--r-- | README.md | 2 | ||||
| -rw-r--r-- | old/50363-8.txt | 6298 | ||||
| -rw-r--r-- | old/50363-8.zip | bin | 126373 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/50363-h.zip | bin | 233832 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/50363-h/50363-h.htm | 7773 | ||||
| -rw-r--r-- | old/50363-h/images/book.png | bin | 364 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/50363-h/images/card.png | bin | 249 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/50363-h/images/external.png | bin | 172 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/50363-h/images/new-cover-tn.jpg | bin | 11859 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/50363-h/images/new-cover.jpg | bin | 65929 -> 0 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/50363-h/images/titlepage.png | bin | 8585 -> 0 bytes |
13 files changed, 17 insertions, 14071 deletions
diff --git a/.gitattributes b/.gitattributes new file mode 100644 index 0000000..d7b82bc --- /dev/null +++ b/.gitattributes @@ -0,0 +1,4 @@ +*.txt text eol=lf +*.htm text eol=lf +*.html text eol=lf +*.md text eol=lf diff --git a/LICENSE.txt b/LICENSE.txt new file mode 100644 index 0000000..6312041 --- /dev/null +++ b/LICENSE.txt @@ -0,0 +1,11 @@ +This eBook, including all associated images, markup, improvements, +metadata, and any other content or labor, has been confirmed to be +in the PUBLIC DOMAIN IN THE UNITED STATES. + +Procedures for determining public domain status are described in +the "Copyright How-To" at https://www.gutenberg.org. + +No investigation has been made concerning possible copyrights in +jurisdictions other than the United States. Anyone seeking to utilize +this eBook outside of the United States should confirm copyright +status under the laws that apply to them. diff --git a/README.md b/README.md new file mode 100644 index 0000000..27300e0 --- /dev/null +++ b/README.md @@ -0,0 +1,2 @@ +Project Gutenberg (https://www.gutenberg.org) public repository for +eBook #50363 (https://www.gutenberg.org/ebooks/50363) diff --git a/old/50363-8.txt b/old/50363-8.txt deleted file mode 100644 index a2bcb64..0000000 --- a/old/50363-8.txt +++ /dev/null @@ -1,6298 +0,0 @@ -The Project Gutenberg EBook of Vijftien dagen te Londen, op het einde van -1815., by Defauconpret Auguste-Jean-Baptiste - -This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and most -other parts of the world at no cost and with almost no restrictions -whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of -the Project Gutenberg License included with this eBook or online at -www.gutenberg.org. If you are not located in the United States, you'll have -to check the laws of the country where you are located before using this ebook. - - - -Title: Vijftien dagen te Londen, op het einde van 1815. - -Author: Defauconpret Auguste-Jean-Baptiste - -Release Date: November 1, 2015 [EBook #50363] - -Language: Dutch - -Character set encoding: ISO-8859-1 - -*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK VIJFTIEN DAGEN TE LONDEN *** - - - - -Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed -Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ for Project -Gutenberg in celebration of Distributed Proofreaders' 15th -Anniversary. (This book was produced from scanned images -of public domain material from the Google Books project.) - - - - - - - - - VIJFTIEN DAGEN - TE - LONDEN, - - OP HET EINDE VAN 1815. - - - Naar het Fransch, - - - Te LEEUWARDEN - Bij J. W. BROUWER. - MDCCCXVI. - - - - - - - -DE VERTALER AAN DEN LEZER. - - -Quinze jours [1] a Londres a la fin de 1815, verscheen, voor -eenige weinige maanden, te Parijs in het licht, en werd daar met -graagte ontvangen. De vrolijke schrijftrant van den auteur en -het, hier en daar ingevlochten, piquante, met opzigt tot eenige, -voor den Franschman zeker zonderlinge, gewoonten en gebruiken der -Engelschen, heeft, buiten kijf, tot die grage ontvangst niet weinig -bijgedragen. Onze natie, die in vele dezer gewoonten en gebruiken -(niet alle, het boksen vooral niet!) de hare, met eenige meerdere of -mindere afwijkingen en nuances, vindt en herkent, zal er juist zoo -vreemd niet van opzien, als een Parijzenaar, die in zijne Capitale -du monde het non plus ultra van alle menschelijke beschaafdheid en -gezellige genoegens meent te bezitten. Veel zou er dus, bij wijze van -aanteekeningen onder of achter den tekst, tegen vele, vrij gewaagde, -stellingen en verkeerde opvattingen van onzen Schrijver, te zeggen -en ook te bewijzen zijn geweest; doch de Vertaler heeft, daar hij -dit werkje voor niets meer, dan voor eene vrolijke lectuur in ledige -oogenblikken opdischt, en het ook met geen oogmerk schijnt geschreven -te zijn, om een zedekundig tafereel van Londens inwoners te leveren; -zich van iedere aanmerking onthouden; terwijl hij geenszins twijfelt, -of het zal, zoo als het daar is, zijnen landgenooten, bij de lezing, -een vrolijk uurtje verschaffen. De vertaling althans is voor hem eene -aangename bezigheid geweest. - -Voor eenige, zijns ondanks, ingeslopene drukfeilen (zinstorende -zullen er, vertrouwt hij, niet in aangetroffen worden) verzoekt hij -nederig verschooning van hen, die het: wij zijn menschen, en ons -werk is menschenwerk! niet altijd gedenken: zij, die daaraan steeds -gedachtig zijn, vergeven ze hem en den letterzetter gereedelijk. - - - B. - -Amsterdam October - - 1816. - - - - -INHOUD. - - - Bladz. - I. Ik ben te Douvres. 1. - II. Nog al te Douvres. 15. - III. Reis naar en aankomst te Londen. 29. - IV. Het Keizerlijk Hof van St. Petersburg. 41. - V. De begrafenis. 48. - VI. Hier houdt men opene tafel. 56. - VII. Het koffijhuis. 65. - VIII. De Londensche zondag. 75. - IX. De brand. 85. - X. De schellen. 93. - XI. De schouwburg. 98. - XII. De straten en huizen. 110. - XIII. * * * * * * 119. - XIV. Het Britsche Museum. 126. - XV. De Engelsche wellevendheid. 134. - XVI. De speculant. 139. - XVII. Het Engelsche middagmaal. 145. - XVIII. De Sherifs. 156. - XIX. De Vuistvechters. (Boksers.) 162. - XX. Engelsche zindelijkheid. 176. - XXI. De wandeling. 186. - XXII. Korte beschrijving van Londen door eenen - Italiaanschen schilder. 197. - XXIII. Goddam. 204. - XXIV. De Dagbladen. 210. - XXV. De Spotprenten. 220. - XXVI. Roovers--Afzetters--Zakkerolders en - Beurzensnijders. 225. - XXVII. De Tower. 233. - XXVIII. Eene onverwachte ontmoeting. 241. - XXIX. Geschiedenis van eenen Franschen Kunstenaar. 247. - XXX. Eene tooneelvertooning in de Latijnsche taal. 256. - XXXI. De Zelfmoord. 264. - XXXII. Het afscheid. 271. - - - - - - - - VIJFTIEN DAGEN - TE - LONDEN. - - -I. - -IK BEN TE DOUVRES. - - -Onmogelijk, mijnheer! volstrekt onmogelijk! gij kunt morgen niet naar -Londen vertrekken-- - ---"En waarom niet, met uw verlof, mijnheer?" - ---"Wel, omdat gij een paspoort moet hebben." - ---"Mijn hemel, mijnheer! gij hebt daar mijnen pas immers in uwe -handen! Heb slechts de goedheid te lezen. Wijl gij Fransch spreekt, -zult gij, als ambtenaar, het toch ook wel kunnen lezen." - ---"Zeer wel, mijnheer! zeer wel; uw paspoort is in orde, en zonder -dat zou men u ook geen permis, om aan wal te komen, gegeven hebben." - -Geenszins acht ik het overtollig, hierbij aan te stippen, dat de -paketboot--de overbrengster van mijnen waarden persoon--reeds des -namiddags ten twee ure de haven was binnen geloopen, dat ik niet -voor zeven ure des avonds het permis tot ontscheping bekwam, en ik -dus vijf doodelijk vervelende uren op de paketboot tusschen hoop en -vrees doorbragt, altijd door eenen tolbediende, welken ik in mijn hart -met den naam van scheepsverklikker bestempelde, in het oog gehouden -wordende; maar die mij nogtans de vrijheid vergunde, naar goedvinden -op het dek heen en weder te wandelen; want de lezer moet niet uit -het oog verliezen, dat ik mij thans in een vrij land bevond. - -"Maar, vervolgde hij, dit is immers een Fransche pas, en om naar -Londen, of eenige andere plaats in Engeland te kunnen vertrekken, moet -het alien-office--dat is--het bureau der paspoorten voor vreemdelingen, -u een paspoort uit Londen toezenden." - ---"En is er veel tijds noodig, om mij met zulk een paspoort te -voorzien?" - ---"Och neen, slechts drie dagen, om te schrijven en antwoord te -ontvangen.--Dan ter zaak, mijnheer! Waarom komt gij eigenlijk in -Engeland?" - ---"Waarom, mijnheer! waarom? Wel, om dezelfde reden, waarom honderd -andere Franschen in Engeland komen, en welken men waarschijnlijk -nooit deze vraag gedaan heeft." - ---"Onverschillig, mijnheer! Een beetje kort af, als het u belieft; -mijn tijd is kostbaar: geef mij de reden te kennen, ten einde ik -dezelve kan opschrijven." - ---"In waarheid, mijnheer! dezelve is juist niet al te duidelijk; -want ik kom hier geenszins, om hulpmiddelen tegen de spleen te zoeken, -welke ik nimmer, dan bij naam, kende, doch waaronder ik thans door vijf -uren wachtens naar een permis, om te mogen aan wal komen, bijna zoude -bezweken zijn: ook kom ik hier geenszins met oogmerk van bezuiniging; -wijl men hier, volgens het algemeene zeggen, wel driemaal zoo veel -moet verteren, als in Frankrijk, en men er zich tevens wel driemaal -slechter bevindt. De eenvoudige reden van mijne reize is alleen om de -schoonheden van het beroemde Londen te bewonderen--om mijne luchtige -Fransche hersenkas met een weinigje Engelsche zwaarmoedige deftigheid, -het karakter uwer natie, aan te vullen;--om eenige nadere kennis met -uwe letterkunde, welke mij niet geheel en al vreemd is, te maken; -en eindelijk om--om--" - -Hier werd onze vriend ongeduldig en riep--"genoeg, mijnheer! genoeg: -ik zie al, wat het is!" Met deze woorden greep hij naar zijne pen, -welke, tot op dit oogenblik, onbewegelijk achter zijn oor was blijven -steken, even als een krijgsman naar zijn zwaard; want dit is een -vast aangenomen gebruik van alle Engelschen, die schrijven kunnen, -en nu mompelde hij, al schrijvende, tusschen de tanden:--"Reis voor -vermaak en onderrigting." - ---"Verder, mijnheer! voegde hij er bij, wien kent gij te Londen?" - ---"Niemand, mijnheer!" - ---"Hoe, niemand! riep hij uit, terwijl hij zijne pen weder achter zijn -oor plaatste: niemand? in dat geval, mijnheer! zult gij wel doen, -maar weder terstond naar Frankrijk terug te keeren, want men zal u -geen paspoort toezenden." - ---"Wat wil dat zeggen?" - ---"Dat het, om een paspoort te bekomen, hoogst noodzakelijk is, -dat een geboren Engelschman, die tevens gegoed en geloofwaardig is, -aan het bureau der paspoorten verklaart, in te staan voor uw zedelijk -en politiek gedrag, en wiens naam en verklaring ik in mijn rapport -moet invullen." - -Gelukkig herinnerde ik mij in dit oogenblik, dat een lid van de -Fransche Akademie van Wetenschappen mij eenen aanbevelingsbrief -had medegegeven voor mylord A...., lid van de Koninklijke Societeit -te Londen. - -"Mijnheer!" zeide ik nu tegen den eeuwigen prater; "schoon ik niemand -te Londen ken, kent men er mij evenwel, en mijn voornemen is, bij -mijne aankomst, ten huize van mylord A.... af te stappen." - ---"Wel, mijnheer! hernam hij, dit is genoeg! mylord A.... is een man -uit duizenden, alom geacht wegens zijne uitgebreide kunde, en bemind -wegens zijne heerlijke grondbeginselen: één woord van hem bij het -alien office is voldoende."--Hier nam hij ten tweede male de pen van -achter zijn oor en schreef: "speciaal bekend bij mylord A...." - -Nu ging het weder aan een vragen. "Denkt gij langen tijd in Engeland -te blijven?"-- - ---"Zoo lang, als het er mij zal bevallen." - ---"Maar nog eens, mijnheer! verklaar u: denkt gij er wel drie maanden -te vertoeven?"-- - ---"Om u de waarheid te zeggen, dat geloof ik niet; de voorrede maakt -mijne ongerustheid eenigzins gaande omtrent het boek zelve. Doch -schrijf slechts ten langste drie maanden. Ik zal dan, naar goedvinden, -mijn verblijf kunnen bekorten: is het niet zoo, mijnheer?" - ---"Gij zult kunnen vertrekken, wanneer gij wilt. Nog dezen avond zal -ik uwen Franschen pas naar het alien-office opzenden, en binnen drie -dagen, namelijk Woensdag, zal het antwoord hier kunnen zijn." - ---"Thans mijnheer! hoop ik, dat gij mij mijne goederen zult doen -ter hand stellen. Gelukkiger dan hun meester, hebben zij geen permis -tot ontscheping noodig gehad, en het zijn reeds meer dan vijf uren, -dat wij van elkander gescheiden zijn." - ---"Mijnheer! uwe goederen moeten eerst gevisiteerd worden." - ---"Niet meer dan billijk, mijnheer! en ik ben zoo vrij, u te verzoeken, -die visitatie te bespoedigen." - ---"Onmogelijk, mijnheer! onmogelijk! Het is thans zondag, een dag, -waarop wij hier nimmer gewoon zijn te werken: gij zult dus tot morgen -ochtend dienen te wachten." - ---"Ik mag toch mijne slaapmuts wel uit mijnen reiszak krijgen?" - ---"Onmogelijk, zeg ik u nogmaals, mijnheer! Er mag volstrekt niets -geopend worden.--Ik heb de eer, u dienaar te zijn." - -De lezer zal reeds opgemerkt hebben, dat dit geheele tooneel aan het -tolkantoor te Douvres werd afgespeeld. De kommies, die met mijne -bewaking belast scheen, had mij, zoodra het geoorloofd was, voet -aan land te zetten, derwaarts gebragt; want dit is de eerste visite, -welke men, bij het aan wal stappen, verpligt is te doen.--In minder -dan drie uren tijds, had ik, bij het fraaiste weder, dezen overtogt -die waarlijk een pleizierreisje te noemen was, van Calais naar Douvres -gedaan, en geene de minste aandoening van de zoo genaamde zeeziekte -bespeurd, schoon ik mij voor de eerste maal op dat trouwelooze element -bevond. Reeds te negen ure des morgens had ik mijn ontbijt te Calais -genomen: thans was het acht ure des avonds, dus gevoelde zich mijne -arme maag, na elf uren vastens, door eenen hevigen eetlust besprongen, -welke door de ongewone zeelucht nog sterker was toegenomen. Ik verzocht -derhalve een dier nuttige gedienstige wezens, welke men in alle landen -en plaatsen, met de armen over elkander, werkeloos tegen eenen boom, -muur of huis leunende, aantreft, mij in het logement, waar de postwagen -afreed, te brengen. Daar hetzelve niet verder dan eenige voetstappen -van het tolkantoor was, gaf ik mijnen geleider eenen halven schelling, -denkende, hem rijkelijk voor zijne moeite te betalen; doch ik leerde -hier, dat een echte Engelschman zich nooit minder dan voor eenen -heelen schelling beweegt, en moest dus mijne fooi verdubbelen. - -Ligtelijk zal men zich kunnen verbeelden, dat mijne eerste gedachte -zich tot een goed avondmaal bepaalde: derhalve vroeg ik den knecht -om de keukenlijst. Mijn hoofd was echter nog geheel vervuld met -Fransche denkbeelden en begrippen, en het was mij geheel onbekend, -dat in de Engelsche logementen de lijst der geregten op het puntje -van des knechts tong hare zitplaats houdt. Intusschen behoefde deze -zijn geheugen in het geheel niet te pijnigen, om zich die lijst te -herinneren; want alles, wat hij mij konde opdisschen was brood met -een koud stuk ossenvleesch, kaas en thee. De thee scheen mij een -al te luchtig voedsel voor eene maag, razende van honger en dol van -appetijt. Ik bepaalde mij dus tot het gebruik der drie eerstgenoemde -artikelen. Nu dischte men ook een stuk koud gebraden ossenvleesch -op, dat nagenoeg nog een pond of negen of tien zal gehouden hebben; -schoon ik uit deszelfs omvang en de reeds ontbloote beenderen, het -facit ligtelijk kon opmaken, dat het reeds dikwijls de eer had gehad -voor een aanzienlijk getal van mijne voorgangers te compareren. Ook -plaatste men eene kan bier voor mij op de tafel, benevens een klein -stuk brood, zoo wit als krijt, hetwelk niet onaangenaam van smaak, maar -zoodanig hard en uitgedroogd was, dat het wel eenen steen geleek, en -ik niet verder durfde wagen, mijn gebit er op te oefenen, uit vrees -van een' mijner tanden er bij in te schieten. Bij dit alles kwam -nog een zoutvat, eene flesch azijn, en een klein fleschje met peper -te voorschijn: ja, lieve lezer! een fleschje met peper, dat veel -overeenkomst had met die houten zoutvaatjes, welke de kostgangers -in de kollegien te Parijs voormaals meestal bij zich droegen, om -er gebruik van te maken, wanneer men hen op een eitje uit den dop, -zonder zout, of op een slaadje zonder olie onthaalde. Ten laatste -zette men een bord voor mij neder, waar naast men ter regterzijde -een mes en ter linkerzijde eene vork legde, waarmede men mij naar -welgevallen met het stuk vleesch liet omspringen. Vruchteloos zat -ik op een servet te wachten, hetwelk mij echter niet gebragt werd; -want dit stuk huisraad schijnt geenszins in de Engelsche logementen -in gebruik te zijn, even min als bij den geringen burger, ja zelfs -niet eens bij den middelstand. De mond en handen veegt men af aan de -randen van het tafellaken, en draagt wel ter dege zorg, alle Zondagen -zonder verzuim een schoon tafellaken te spreiden. - -Hier hoor ik mijne lezers, bijzonder hen, die een weinigje -ongemakkelijk vallen, in drift uitroepen: "Hoe is het mogelijk, zijnen -mond aan den rand van een tafellaken te kunnen afvegen, hetwelk reeds -ten zelfde gebruike aan zoo vele andere monden gediend heeft? en -de Hemel wete, aan welke monden!" Een oogenblik, mijne heeren! een -oogenblik! Zeker hebt gij wel eens eene kat het middag- of avondmaal -zien houden? Hebt gij dan, bij die gelegenheid, nimmer opgemerkt, hoe -zindelijk en met welk eene verbazende vlugheid zulk eene kat, als zij -hare bekomst heeft, eerst hare tong over de onderste lip laat gaan, -dezelve vervolgens over de bovenste insgelijks de ronde laat doen, -en aldus deze kunstbewerking twee of drie malen herhalende, zich van -het overtollige overblijfsel van haar maal op eene gemakkelijke wijze -weet te ontlasten? Welnu, mijne vrienden! de goede moeder Natuur heeft -u immers met een dergelijk servet mildelijk beschonken: schaamt u dan -geenszins van eene kat of van eenen Engelschman de wijze te leeren, -om er u met vrucht van te bedienen. - -Na het eindigen van mijn soupé, hetwelk mij echter niet lang bezig had -gehouden, begon mij de zelfverveling te bekruipen: ik dacht dus geen -betere partij te kunnen nemen, om dezelve te verdrijven, dan om eene -kamer te vragen en vervolgens te gaan slapen. Het duurde echter ten -minste nog een goed uur, eer men aan mijn verzoek voldeed. Eindelijk -kwam eene stevige, frissche meid, van een vrolijk voorkomen, met den -blaker in de hand, mij zeggen, dat mijn bed gereed was. Ik volgde haar -langs eenen kleinen smallen trap, zoo als de meeste trappen in Engeland -zijn, tot zij mij in eene groote kamer bragt, waarvan het geheele -behangsel bestond in vier wel gewitte muren, en het ameublement uit -vier ledikanten, allen zonder gordijnen, en uit even zoo veel stoelen. - -Oogenblikkelijk schoot mij, bij de beschouwing van dit geheel, de -gewigtige aanmerking te binnen, dat er nog een allernoodzakelijkst -en onmisbaar stuk huisraad ontbrak; doch onder de ledikanten ziende, -ontdekte ik, dat men het niet vergeten had, en dat er juist zoo veel -nachtspiegels als bedden en stoelen op de kamer aanwezig waren. - -Bij het opnemen der meubelen had ik nog eene kruik met water en eene -handenwaskom, beide in de vensterbank geplaatst, vergeten, en welke ten -algemeenen gebruike van de bewoners dezer slaapzaal geschikt schenen. - -Inmiddels ik mij aldus bezig hield met den boel eens rond te zien, -trachtte de dikke, bolle meid een praatje met mij te maken; doch, -ofschoon ik het Engelsch genoegzaam kon spreken, en zij mij redelijk -wel verstond, kan ik den geëerden lezer of lezeresse op mijn woord van -eer verzekeren, dat zij hare tong met zoodanig eene vlugheid wist te -bewegen, of, om mij klaarder uit te drukken, zoodanig rabbelde, dat -het mij onmogelijk was, den zamenhang harer woorden te bevatten. Ons -gesprek bestond derhalve, van mijne zijde, uit woorden, en van haren -kant uit gebaren en teekens. - ---"Lieve meid, kunt gij mij geene kamer met één bed geven?" - ---Zij schudde het hoofd; waaruit ik het antwoord--neen!--meende -te bespeuren. - ---"Kunt gij mij dan ten minste geene tafel bezorgen? Ik heb iets -te schrijven." - -Hierop trachtte zij met wijzen en wenken mij te beduiden, dat ik -beneden in het vertrek, waar ik mijn avondmaal gehouden had, kon -gaan schrijven. - ---"Inderdaad, ik ben hier zeer slecht gehuisvest!" - -Nu nam ze mij bij de hand, bragt mij naar het achterste ledikant, -vlak tegenover het kleine en zelfs eenigste raam in deze heerlijke -slaapzaal, hetwelk, bij vollen zonneschijn, slechts een zeer flaauw -licht scheen te kunnen verspreiden, hief beide hare armen lijnregt -in de hoogte, en liet dezelve terstond weder zachtjes op het bed -nederzinken, terwijl zij haar hoofd op het kussen scheen neder te -leggen, zonder het echter in de daad aan te raken, en kneep haar -oogen digt, even als of zij sliep. - -Ik voor mij kon dit gebarenspel niet al te wel bevatten, en zelfs de -grootste uitlegkundige zou het, mijns bedunkens, op onderscheidene -wijzen hebben kunnen verklaren. - -Intusschen hield ik mij, als of ik haar volmaakt wel verstond, en, even -als zij, mij door gebaren trachtende begrijpelijk te maken, vroeg ik -haar, of--maar wat baat het den lezer, te weten, wat ik vroeg?--Genoeg, -in plaats van mij te antwoorden, lachte zij als eene bezetene, vloog, -als een pijl, uit de kamer en liet mij tot gezelschap een eindje kaars, -dat mij, als het ware, scheen toe te roepen: "Ik brand nog maar een -kwartier!" Schoon het niet later dan tien ure was, besloot ik echter, -in 's hemels naam, naar bed te gaan. Een witte zakdoek, welken ik -gelukkiglijk bij mij had, moest de rol van eene slaapmuts vervullen: -het bed was redelijk, en ik zoude er volmaakt wel op gerust hebben, -bijaldien ik niet, tot zesmaal toe, door mijne slaapkameraden ware -gestoord geworden, die op drie onderscheidene oogenblikken binnen -kwamen, en op dezelfde wijze ook ieder afzonderlijk weder vertrokken. - - - - - - - -II. - -NOG AL TE DOUVRES. - - -"Mijnheer Pot-de-Vin," zeide ik, den anderen morgen, zoo haast als -ik beneden kwam.-- - -Gij moet weten, geëerde lezer! dat mijnheer Pot-de-Vin meester -van den huize in het logement is, waar de postwagen van Douvres op -Londen afrijdt. Hij is een Franschman van geboorte, doch reeds sinds -vele jaren in deze stad gevestigd, en overigens in doen en laten een -volmaakte Engelschman, zoo dat men in houding en manieren, ja zelfs -in het stroeve, ernstige voorkomen tusschen hem en eenen inboorling -bijna geen onderscheid kan ontdekken. - -"Mijnheer Pot-de-Vin," zeide ik dan tegen hem, "ik verzoek u, -mij een vrije kamer te geven, en vooral eene tafel; ik wenschte -naar welgevallen te kunnen lezen en schrijven, en bovenal niet van -zelfverveling te sterven gedurende den tijd, dat het alien-office mij -veroordeelt te Douvres zijne nadere bevelen af te wachten. Indien u -dit dus niet mogelijk is, zal ik verpligt zijn, elders mijnen intrek -te nemen." - ---"Ik heb slechts één vertrek te missen," zeide hij; "heb de goedheid, -eens te zien, of het u bevalt." - -Een kleine, ongemakkelijke trap, veel gelijkheid hebbende met eenen -molenladder, en in de keuken opgaande, bragt ons op den zolder en -vervolgens in de zoo genaamde kamer, welke geen ander licht ontving, -dan door eene enkele ruit, uitgehouwen in den muur. Ook hier was geen -ander dan het reeds bekende huisraad, te weten een bed, een stoel en -een nachtspiegel, welk laatste meubel ik den vorigen avond gevreesd had -vergeten te zijn. Toen men mij eindelijk, op mijn dringend verzoek, -eene tafel had doen bezorgen, kon ik niet dan uiterst voorzigtig en -met alle behoedzaamheid op mijne kamer komen, dewijl men er door de -volte zich naauwelijks kon omkeeren. Ik bevond er mij echter beter -naar mijnen zin, dan op de slaapzaal van den vorigen avond, en de -heer Pot-de-Vin beloofde mij, dat ik er, gedurende mijn verblijf, -alleen bezitter van zou blijven. - -In afwachting van het ontbijt schreef ik aan mylord A...., en zond -hem den aanbevelingsbrief, mij voor zijne lordschap ter hand gesteld, -hem verzoekende, zich voor mij bij het alien-office te vervoegen, ten -einde mij eenen pas, om mijne reize voort te zetten, te doen bezorgen. - -Beneden komende werd ik op eene zeer aangename wijze aan de -ontbijttafel verrast. Ik vond hier drie mijner landslieden en eene -dame, welke insgelijks hunne paspoorten, ter vervolging hunner reize -naar Londen, afwachten; en ik vernam tevens van hen, niet zonder -bezorgdheid voor mij zelven, dat zij zich reeds sinds acht dagen te -Douvres bevonden, en tot dusverre nog geene de minste tijding van -wege het alien-office bekomen hadden. - -Indien ik mij te midden der onbeschaafdste en woestste horden van -Hottentotten, in de brandendste zandwoestijnen van Lybië, of op de -Groenlandsche ijsvelden verdwaald had gevonden, zouden mijne ooren -nimmer met grooter vermaak de Fransche uitspraak hebben opgevangen, -dan in dit oogenblik, toen ik deze mijne landgenooten in het prachtige -logement van mijnheer Pot-de-Vin mogt aantreffen. Welhaast hadden -wij kennis gemaakt; want het Fransche karakter heeft hiertoe juist -niet veel tijd noodig, vooral in een vreemd land. Ook scheidden wij -niet van elkander, zoo lang ik te Douvres bleef, en hun gezelschap -verminderde merkelijk mijne verveling, welke mijn gedwongen oponthoud -aldaar mij veroorzaakte. - -"Mogt ik eenmaal Minister van buitenlandsche zaken in Frankrijk -worden," zeide een van hen; "ik verzeker u, ik zou de wet der -wedervergelding uitoefenen en de Engelschen met gelijke munt -betalen. Geen hunner zou eenen voet verder dan Parijs mogen zetten, -zonder eenen behoorlijken borgtogt van een gegoed en geloofwaardig -Franschman, aldaar woonachtig." - -"Dat zou toch een weinigje hard zijn! hernam ik; want tegen eenen -Franschman, die in Engeland komt, komen wel twintig Engelschen in -Frankrijk: naar deze berekening zoudt gij dus twintig slagtoffers -voor één maken." - ---"Zoudt gij dan niet gelooven, dat het meer dan tijd is, dit -stroeve, ongastvrije volk te doen gevoelen, dat de Franschen hunne -eigene waarde weten te schatten, dat zij de pligten van beleefd- en -welvoegelijkheid, aan vreemde natien verschuldigd, weten te berekenen -naar die, welke hun aldaar wederkeerig bewezen worden? Ik voor mij -wenschte, dat ieder Engelschman, die in eene onzer havens aanlandde, -aldaar quarantaine moest houden, even gelijk de koopmansgoederen, -welke uit de Levant komen." - ---"Het is wel te zien, dat gij u te Douvres verveelt. Pas maar op, -dat de spleen u niet te na kome." - ---"Maar meent gij dan, dat men zich koelbloedig acht dagen lang in -deze satansche stad kan zien ophouden, als men bij zich zelven nagaat, -dat de Engelschen, die in Frankrijk komen, geen het minste beletsel -ondervinden, dat zij meer voorregt genieten dan de inboorlingen -zelve, en eindelijk, dat ieder zich beijvert, dit zwartgallige -menschengeslacht van dienst te zijn. En zou men dit alles zoo maar -stilzwijgende moeten verduwen? Wat hebben zij bij ons te maken? De -een komt er uit eene razende modezucht; wijl het tot de vereischten -van eenen welopgevoeden Engelschman schijnt te behooren, dat hij een -reisje naar het vaste land gedaan heeft. Een ander komt er uit hoofde -van bezuiniging; want zich eene maitres uit eene der actrices van de -Opera of van de Boulevards naar welgevallen verkiezende, en overal, -zoo in koffijhuizen als in logementen, in een woord, op alle plaatsen, -waar slechts vermaak en pleizier te scheppen is, den gebraden haan -spelende, verteren zij nog niet de helft der sommen, welke zij in -hun waard en dierbaar vaderland, als het ware, te grabbel smijten, -om onder de zelfverveling en den spleen te verkwijnen. Sommigen -hunner geven, zoodra zij in hun voortreffelijk land zijn teruggekeerd, -allerlei ellendige blaauwboekjes in het licht, onder den naam van: Een -Toertje naar Parijs.--Eene Reize door Frankrijk, of iets dergelijks, -en trachten, dusdoende, ten koste der waarheid, een volk belagchelijk -te maken, welks eenigste misdaad is, deze Engelsche snoeshanen al te -beleefd en te vriendelijk behandeld te hebben. Zie dit werkje slechts -eens in, hetwelk ik hier gekocht heb, met oogmerk, om mij den tijd -te verdrijven. Sla slechts op, welk blad gij wilt, het eerste, dat -u maar voorkomt; en ik ben zeker, gij zult er logen, lastertaal of -zoutelooze spotternij vinden." - -Hier gaf mijn landsman mij het boekje in handen; de titel was: Bezoek -aan Parijs in 1814, of onderzoek naar den zedelijken, staatkundigen, -geleerden en gezelligen toestand van de hoofdstad der Franschen, door -John Scott, uitgever van den Kampvechter, een staat- en letterkundig -dagblad. - - - "Quid dignum tanto feret hic promissor hiatu?" - - "De titel belooft wonderen!" - - -zeide ik bij mij zelven, het boekje gedachtenloos openende, toen mijn -oog op de volgende regels viel, welke ik ook letterlijk vertaalde. - -"De huwelijksche staat geeft in Frankrijk der vrouw eenen zekeren -kunstmatigen invloed en vermogen. Dezelve verheft haar ver boven al -hetgene haar geslacht immer zou kunnen wenschen of verwachten; maar -het is ook ten koste dezer hartelijke overeenstemming, dezer teedere -en belanglooze liefde, welke het uitsluitend en onderscheidend bewijs -eener verbindtenis opleveren, op vastere en meer verstandige gronden -gesloten, dan de zoo even bedoelde. - -"Wel is waar, de Fransche vrouw schijnt een aantal voorregten te -genieten, welke, in den eersten opslag, aanlokkende en behagelijk -voorkomen, maar die eindelijk uitloopen met haar eene levenswijze -te doen houden, welke haar door het gevoel van hetgene, wat zij -zelve aan hare sekse verschuldigd is, hatelijk zou moeten worden, -indien de mannen slechts de kunst bezaten, haar deze gewaarwordingen -in te boezemen, en haar voor vermaken en genoegens vatbaar te maken, -welke haar geenszins onverschillig zouden zijn, zoo zij hare eigene -waarde gevoelde. - -"Het zoo genaamde boudoir, bidkamertje der Fransche vrouwen, is -uitsluitend de zetel en hoofdplaats van haar gebied, en als het ware -een eigendom, dat haar-alleen behoort, in één woord, een tempel gewijd -aan de weelde en de stilzwijgendheid. Tot dit verblijf durft zelfs -de echtgenoot niet doordringen: ja, al wist hij ook, dat zijne vrouw -zich in dit heiligdom met haren minnaar had opgesloten, zou hij het -geenszins durven wagen, deze vrijplaats door zijne verschijning te -ontheiligen. Wel te verstaan, dat ik hier de lieden van den goeden -smaak bedoel. Een getrouwd man, die zich anders gedroeg, zou overal -voor eenen lomperd uitgekreten, en het algemeene doel der verachting en -bijtendste spotternij van beide de seksen worden. Het boudoir is dan, -zoo als ik reeds heb opgemerkt, het prachtigste en sierlijkste vertrek -in het geheele huis. De kinderkamer is bij aanzienlijke lieden in den -afgelegensten hoek van de woning aan te treffen; daar het boudoir -der moeder integendeel prijkt met de heerlijkste standbeelden, -de voortreffelijkste schilderijen, de welriekendste bloemen, en de -zachtste, tot wellust noodigende sopha's. In één woord, het boudoir -der Fransche vrouwen is een verblijf, waar Venus zelve met genoegen -zou kunnen verblijven, en dat bijzonder schijnt ingerigt, om de ziel te -openen voor gewaarwordingen, welke deze Godin inblaast en begunstigt." - -"Zie daar reeds meer dan te veel," zeide ik, en smeet het paskwil op -de tafel. Ik geloof zeker, dat de oordeelkundige mijnheer Scott niet -veel verder, dan in de Parijsche antichambres is geweest, en in zijne -verbeelding onze zalen en boudoirs versierd en gebouwd heeft, even als -een Spanjaard kasteelen in de lucht bouwt, of zoo als de Abbé Vertot -ons het verhaal van het beleg van Rhodes heeft opgedischt. Intusschen -zal mijnheer Scott met al zijne sprookjes mij niet doen vergeten, -dat het tijd wordt, om mijne goederen van het tolkantoor te halen. - -Mijn koffer en reiszak werden geheel en al uitgehaald, en alles -werd, stukje voor stukje, ten uiterste naauwkeurig gevisiteerd en -nagezien. Ik had eenige paren, nog weinig gedragene, zijden koussen en -eenige bijna nieuwe: de komiezen waren op het punt, deze voor goeden -prijs te verklaren; doch, daar ik hun aantoonde, dat zij reeds ten -gebruik gediend hadden, ging er dit nog, hoewel niet zonder moeite, -door: maar nu kwamen er vier ponden versterkende chocolade aan de -beurt, welke ik uit Parijs had medegenomen. Hierover maakten de heeren -tolbedienden een geweldig geschreeuw, en alles, wat ik ook mogt zeggen, -om dezelve te lossen, was vergeefs. Ik bood hun aan, den impost en -zelfs de volle waarde van de chocolade te betalen; ik voegde er zelfs, -op eenen eenigzins steekeligen toon bij, dat deze chocolade tot mijn -bijzonder gebruik vervaardigd, en uit sommige ingredienten zamengesteld -was, welke voor ieder ander schadelijk zouden kunnen zijn; maar ook -deze kleine noodlogen baatte mij niets; men behield de chocolade, -doch beloofde, mij dezelve, bij mijne terugreize naar Frankrijk, -weder ter hand te zullen stellen. Nu vroeg ik een klein schriftelijk -bewijs, en het antwoord was: wij zijn niet gewoon, dit te geven. - -Om op dit onderwerp niet weer terug te komen, zal ik hier, in het -voorbijgaan, aanstippen, dat ik meer uit nieuwsgierigheid, dan -om eenige andere reden, mijne chocolade, bij mijne doorreize naar -Frankrijk, te Douvres aan het tolkantoor terug vroeg: doch men kon ze -onmogelijk vinden. Zeker had dezelve geene onsmakelijke afwisseling met -de thee gemaakt, welke de heeren kommiezen, even als andere Engelschen, -meestal des morgens in eene ruime mate gebruiken, en de vrees, welke ik -hun had trachten in te boezemen, wegens de voorgewende zamenstelling -dezer versterkende chocolade, had dezelve niet kunnen beschermen: ik -vond mij dus, ten profijte der magen van de Engelsche tolbedienden, -verstoken van eenen lekkeren en aangenamen drank, dien ik mij zelven -had toegedacht. Deze trek is zeer geschikt tot een bijvoegsel van de -geschiedenis der Engelsche tolkantoren. - -Den maandag en dingsdag bragt ik door in het bezigtigen van Douvres -en den omtrek buiten de stad. Ik zou hier voegelijk eene beschrijving -kunnen geven van de haven, van de straten, van de met allerlei kleuren -beschilderde huizen, welke veel overeenkomst met een Arlequinspak -hebben, van de vlakten, heuvels, weilanden en velden, welke de stad -omgeven, als ook van eenen beek, die zich op eenen kleinen afstand -rondom de muren kronkelt; maar het schilderen is nimmer mijne zaak -geweest, en bijaldien de een of ander mijner geachte lezers in dit -werkje eene schets van schilderachtige gehuchten, wegslepende gezigten, -of romantische beschrijvingen denkt aan te treffen, kan hij gerust, -zonder verdere moeite aan te wenden, het boekske ter zijde leggen. - -Woensdag morgen kwam de heer Pot-de-Vin mij, met eene zegepralende -houding, berigten, dat de pas uit Londen was aangekomen. Ik zeg hier -uitdrukkelijk met eene zegenpralende houding; want met welk een -genoegen hij ook de reizigers tot zijnent ziet inkeeren, met geen -minder vermaak, ziet hij dezelve weder vertrekken. Dit zal menigeen -eenigzins vreemd toeschijnen; dan het zal voldoende zijn, te doen -opmerken, dat mijnheer Pot-de-vin bij uitstek juist zijne berekening -weet te maken. Zijn huis is zeer klein, en heeft hij werkelijk het -plan, van woning te veranderen, om zich voortaan de onaangename -gewaarwording te besparen, van aan arme reizigers de herbergzaamheid -te moeten ontzeggen. Ook weet hij door eene langdurige ondervinding, -dat men voor éénen dag minder acht slaat op de vertering in eene -herberg, dan wanneer men er, tegen wil en dank, eene geheele week, -en soms nog langer, moet vertoeven. - -Ik kon reeds dienzelfden avond vertrekken, maar, bij verkiezing, -geen liefhebber van het nachtreizen zijnde, besloot ik, tot donderdag -morgen te wachten. - -Eindelijk verscheen die lang gewenschte morgen, en zie daar al weder -nieuwe zwarigheid! De postwagen was geheel vol, derhalve deed men mij -het vriendelijke voorstelletje, in den pakkorf boven op den postwagen, -bij het aldaar reeds plaats genomen hebbende gezelschap, dat zelden het -aanzienlijkste gedeelte der reizigers uitmaakt, mijn verblijf te nemen, -hetgeen mij tevens het voordeel zou verschaffen, van de frissche opene -lucht en een ruim, vrij gezigt te genieten. Daar de plaatsen op deze -hoogste en ongedekte verdieping, slechts half geld zijn, wilde men mij -ook edelmoedig de helft van de reeds vooruit betaalde penningen terug -geven. Dan ik weigerde volstandig, in eenige onderhandeling te treden, -en drong er op aan, om mijne bestelde en reeds voluit betaalde plaats -te bezitten; en hier moet ik, tot lof van de naauwgezetheid, waarmede -de Engelschen hunne aangegane verbindtenissen vervullen, ronduit -bekennen, dat er voor mij-alleen terstond een tweede postwagen werd -aangelegd. Wel is waar, dat dezelve onder weegs aldra voltallig werd; -doch of de postmeester dit al of niet vooruit hebbe kunnen gissen, -hierover wil ik mij liefst niet inlaten. - -Ik nam dus een hartelijk afscheid van mijne drie landslieden en van -de dame, welke ik te Douvres had aangetroffen, in de hoop van hen -spoedig te Londen te zullen ontmoeten; doch drie dagen later ontving -ik eenen brief, waarin zij mij berigtten, dat zij ongetroost naar -Frankrijk terug moesten keeren; wijl zij op geenerlei wijze eenen -pas van het alien-office hadden kunnen bekomen. - -Het is waar, zij hadden te Londen geene andere kennissen dan -Franschen, die zich zeker reeds meer dan twintig of dertig jaren -aldaar met der woon gevestigd hadden en grooten handel dreven, maar -welker getuigenissen niet konden opwegen tegen den borgtogt van één' -eenigen koopman in aardappelen of zwavelstokken, in Engeland geboren, -en eigenaar van het een of ander vervallen hutje in eene der voorsteden -van Londen, hetwelk te Parijs, bij verkoop, geen vijftig Louis d'or -zou opgebragt hebben. - - - - - - - -III. - -REIS NAAR EN AANKOMST TE LONDEN. - - -Ik bevond mij dan eindelijk op weg naar Londen, en bijna zeker van -er spoedig te zullen zijn. Terwijl men te Canterburij van paarden -verwisselde, had ik den tijd, om, met behulp van drie Engelsche -schellingen, (want in Engeland is het algemeene motto--niets voor -niets!) had ik den tijd, zeg ik, om de hoofdkerk van deze stad te -bezigtigen, een trotsch en prachtig gebouw, waarvan ik niets zal -zeggen; wijl iedereen er reeds van gesproken heeft. - -Wij hielden het middagmaal te Rochester, eene kleine stad, wier naam -dien van den beruchten hertog van Rochester altijd zal doen herinneren; -en des avonds ten acht ure deden wij onzen intogt in de hoofdstad -der drie rijken. - -De postwagen moest ons afzetten in de herberg de Witte Beer, in -Piccadilly, waar ook tevens het verhuurkantoor werd gehouden van -de vaartuigen naar Calais. Ik was dus zeer verwonderd, toen ik den -voerman op het eerste plein, waar eene menigte huurkoetsen stond, -zag stil houden, terwijl hij ons tevens verzocht, uit te klimmen. Een -Engelschman had de vriendelijkheid, mij te onderrigten, dat er in den -Witten Beer noch wagenhuis noch stalling zijnde, de postwagen in eene -andere wijk stalde, en het postwezen, op zijne kosten, de reizigers -met huurkoetsen naar de bestemde plaats deed brengen. Ik liet mij -dan met mijnen koffer en reiszak in eene dezer koetsen pakken, waar -ik nog twee Engelschen aantrof, die ook in dezelfde wijk en digt bij -den Witten Beer moesten wezen. Aldaar gekomen en gevraagd hebbende, -of men mij konde huisvesten, kreeg ik ten antwoord, dat alle kamers, -geene uitgezonderd, bezet waren. De koetsier vroeg mij dus, naar welk -ander logement hij mij zoude brengen; dan daar ik geenszins de eer -had, van er een eenig in de geheele stad te kennen, zeide ik hem, -dat hij slechts voor het eerste het beste stil moest houden. Wij -deden nog twee vergeefsche pogingen, en reeds begon ik te vreezen, -den eersten nacht van mijne aankomst te Londen in eene huurkoets te -zullen moeten doorbrengen, toen men mij eindelijk in het Keizerlijk Hof -van St. Petersburg, in de Douversche straat, of (om met het Engelsche -gebruik, waaraan ik mij in het vervolg zal houden, in te stemmen) -in Dover-street eene ledige kamer wilde laten betrekken. - -Middelerwijl de bedienden mijnen koffer en reiszak in huis bragten, -vroeg mij de koetsier om geld. Niettegenstaande ik hem met alle -mogelijke welsprekendheid trachtte te beduiden, dat de voerman van -den postwagen hem deze koetsvracht moest betaald hebben, hield hij -hardnekkig het tegendeel staande; en buiten staat, om te bewijzen, -welke van de gaauwdieven hier den schelm speelde, moest ik hem vier -goede Engelsche schellingen geven, welke hij, op de allerbeschaafdste -en beleefdste wijze der wereld, van mij eischte, voor omtrent drie -kwartier uurs rijdens. - -De vrouw van den huize, eene dikke, vette mokkel, die er wel genoeg -uitzag, kwam al waggelende, als eene gans, naar mij toe, om te vragen, -wat er van mijnen dienst was? Met het voornemen, om mij naar de -Engelsche gewoonten en gebruiken te schikken, vroeg ik om thee. Terwijl -zij vertrokken was, om die thee voor mij te doen gereed maken, hield -ik mij bezig met de bezigtiging van het verblijf, hetwelk men mij -had toegedacht, en waarin ik mij thans geheel alleen bevond. Maar, -hemel! welk een onderscheid met het uwe, mijn waarde Pot-de-Vin! - -Het is waar, bij u had ik zoo ten naastenbij slechts zeven schellingen -daags verteerd, en in het Keizerlijk Hof van St. Petersburg.... Dan, -laat ik mijn verhaal niet vooruit loopen. Het voor mij bestemde -verblijf bestond uit eene voorkamer, eene zaal, het slaapvertrek -en twee kabinetjes, al de kamers, de kabinetjes niet uitgezonderd, -waren met fraaije tapijten belegd, stoelen, tafels en al de meubelen -waren van echt mahonijhout, de schoorsteenen alle met sierlijk -bewerkte metalen armblakers voorzien, verscheidene schoone spiegels, -het behangsel in het eene vertrek nog vrolijker en smaakvoller -dan in het andere, overheerlijke kunstplaten in kostbare lijsten, -en rondom gordijnen, wit als sneeuw en van het fijnste batist, een -zacht donsen bed, hetwelk bij voorraad reeds eene aangename rust -scheen te beloven, in één woord, er ontbrak niets aan dit bevallige -geheel. Nog naauwelijks had ik al deze heerlijkheden met een vlugtig -oog beschouwd, of men bragt mij de thee. Twee welgekleede bedienden -zetten dezelve op een groot en kostbaar theeblad op tafel, en het -geheele servies bestond uit het fijnste porselein, met vergulde -randen. De zaal werd verlicht door eenige waskaarsen, op twee fraaije -koperen vergulde kroonkandelaren, en tevens werd er nog een zilveren -blaker bij het theegoed gezet, om er mij, bij het naar bed gaan, -van te kunnen bedienen. - -Eene lieve, aardige meid, die er smakelijk genoeg uitzag, en netjes -en zindelijk gekleed was, kwam het bed opmaken. - -Ik bemerkte, dat er twee hoofdkussens waren, en vroeg haar schertsende, -voor wien het tweede bestemd was: zij antwoordde mij.... niets, -nam het mede en wenschte mij schalkachtig eene aangename nachtrust. - -Niettegenstaande al deze heerlijkheid en luister, kon ik echter -niet nalaten, met eenige ongerustheid op het einde te denken. Ik -stelde mij levend voor, dat mijn vertrek uit het Keizerlijk Hof van -St. Petersburg voorzeker met veel minder aangename omstandigheden, -dan mijne aankomst, zou gepaard gaan, en daar ik wist, dat men zich -te Londen zeer gemakkelijk van gemeubeleerde kamers bij de week -of maand kan voorzien, nam ik bij mij zelven het ernstige besluit, -om mij reeds den volgenden morgen met zoeken bezig te houden. - -Des vrijdags morgens nogmaals mijn kopje thee genuttigd en mij -vervolgens gekleed hebbende, besloot ik, bij mylord A... een bezoek af -te leggen, om hem te bedanken voor de aangewende moeite en den spoed, -waarmede hij mij mijn paspoort had doen toekomen. Ik begaf mij dan -ten zijnent en klopte eenmaal en zachtjes aan. Na eenen geruimen tijd -wachtens, opende een bediende de deur: ik vroeg hem zeer bescheiden, -of zijn heer zich te huis bevond, doch ik begreep zijn antwoord, -dat vrij beknopt en kort af was, niet wel, en tegelijk sloot hij mij, -tamelijk onbeleefd, de deur voor den neus. - -Ik had nog eenen anderen brief bij mij voor eenen Franschman, die -reeds sinds vijf en twintig jaren te Londen gezeten was: het opschrift -luidde in de Mary-le-bone-street. - -Ook had ik mij voorzien met eene kaart van de stad Londen; maar -haar ontbrak eene alphabetische tafel met aanwijzingen, hetwelk de -Parijsche kaart zoo gemakkelijk maakt, en een ieder oogenblikkelijk -de straat, welke hij zoekt, kan doen vinden. Na lang zoekens, vond -ik eindelijk deze straat; zelfs was zij niet ver van mijn logement, -en digt bij het goude plein, (of liever, om mij van de Engelsche -benaming te bedienen) Golden-Square. Ik klopte aan het huis, welks -nommer mij mijn brief opgaf. - -De heer C..... was daar echter in het geheel niet bekend; ik kwam -dus op het denkbeeld, dat er in Londen misschien twee straten van -denzelfden naam konden wezen; en een hernieuwd zoeken deed mij in de -daad eene tweede straat van denzelfden naam, bij de Manchester-Square, -ontdekken. - -Dan ook deze gang was nogmaals vergeefsch, even als een volgende, -welke mij in eene derde straat voerde, insgelijks van denzelfden -naam, digt bij de Portland-place, en niet, dan in eene vierde, even -zoo genoemde straat, bij de Fitz-Roy-Square, had ik het geluk, het -bedoelde nommer te vinden, en mijn avontuurlijk dolen te eindigen. - -Het is zeer dienstig voor de vreemdelingen, die Londen willen -bezoeken, te weten, dat tien, twaalf, ja meer straten somtijds -denzelfden naam voeren, en dat men haar alleen onderscheid door den -naam van het naastbij gelegen plein. Indien ik gevraagd hadde naar -de Mary-le-bone-street, bij Fitz-Roy-Square, zoude ik terstond te -regt zijn geweest. - -Nooit had ik den heer C.... gezien, ook mijn naam was hem onbekend, -en echter ontving hij mij met eene hartelijkheid, als of ik een -zijner oudste en beste vrienden was. Hij bood mij terstond aan, -mij bij mijne wandelingen te verzellen, en al het merkwaardige van -de stad Londen te doen zien. - -"Dit zal spoedig gedaan zijn!" voegde hij er lagchende bij, ten -gelijken tijde met mij vertrekkende, om mij behulpzaam te zijn in -het zoeken naar een gemeubeleerd verblijf; en, dank zijner moeite en -vriendelijkheid! eindelijk vonden wij ook in Portland-street eene -lieve, kleine en zeer zindelijk gemeubeleerde woning, voor eene -guinie in de week, bestaande uit eene slaapkamer en een zaaltje, -welke ik reeds den volgenden morgen zou betrekken. - -Ik had mijnen nieuwen vriend de onheusche bejegening en slechte -ontvangst aan de deur van mylord A... medegedeeld. "Dat is -onbegrijpelijk!" zeide hij, "ik ken hem niet; maar men houdt hem in -het algemeen voor een zeer beleefd man, en gevolgelijk moesten zijne -bedienden ook geene lomperds zijn: komaan, laat ons zamen het bezoek -eens hervatten." - -Bij mylord A... gekomen, klopte hij met herhaalde slagen met zulk -een geweld op de deur, als of hij dezelve wilde doen springen. - -"Waar denkt gij aan, mijn vriend?" zeide ik. "Waarom zoo vreesselijk -hard te kloppen?" - ---"En hoe hebt gij dan geklopt?" - ---"Slechts eenmaal, en wel zeer zachtjes." - ---"Ha, ha! nu begrijp ik het!" zeide hij, en op hetzelfde oogenblik -opende de knecht, dien ik te voren reeds gezien had, met de grootste -haast de deur, en bragt ons zeer vriendelijk in eene kleine kamer in -den gang, welke bij de Engelschen het spreekvertrek wordt genoemd, -en waar hij ons, op de beleefdste wijze der wereld, te kennen gaf, -dat zijn meester zich sinds twee maanden buiten bevond, en niet -voor het einde van Januarij in de stad zou komen. Het bleek dus -duidelijk, dat hij geen den minsten stap tot eenen pas, ten mijnen -behoeve, had kunnen aanwenden. Zijn naam-alleen heeft zonder twijfel -denzelfden invloed op de kommiezen van het alien-office gehad, als -het il Bondocani, in den Calif van Bagdad: de reden daarvan was mij -onbekend, ook zocht ik geenszins dezelve uit te vorschen. - -Bij het uitgaan betuigde ik mijnen vriend C... mijne verwondering -over het verschillend onthaal van den knecht, met dat, hetwelk mij, -een weinig vroeger, te beurt was gevallen. - -"Uwe onkunde van de Engelsche manieren," zeide hij, "is er de -oorzaak van. Hadt gij, even als ik, aangeklopt, dan zou men u ook op -dezelfde wijze ontvangen hebben. De trap van achting, den aankomenden -verschuldigd, meet zich hier af naar de wijze, op welke hij de deur -behandelt. Een bediende, een boodschapper, een werkman, in één woord, -ieder ondergeschikt wezen klopt slechts eenmaal aan. Wordt er tweemaal -geklopt, dan beteekent het, dat er de brievenbestelder is. Eindelijk, -hoe harder en vaker men klopt, voor des te gewigtiger en aanzienlijker -wordt het bezoek gehouden. - ---"Inderdaad, dit is grappig genoeg! doch ik zal deze les wel in het -geheugen prenten, en ongelukkig de deuren, die onder mijne handen -vallen, zoo zij niet hecht en sterk zijn!--Maar welk een zonderling -begrip van mylord A...., het ongunstigste jaargetijde buiten door -te brengen!" - ---"Ook al de mode van dit land! Zelden gaat men vroeger naar buiten, -dan in het begin van September, en men komt niet voor het laatste van -Januarij terug. Niemand der grooten is thans in de stad. Lieden van -smaak zouden er zich, zonder blozen, niet durven vertoonen, en zij, -die zelve geen buitengoed bezitten, noch vrienden, waar zij kunnen -logeeren, hebben, houden zich met de grootste omzigtigheid schuil, om -niet gezien te worden, of te doen vermoeden, dat zij in de stad zijn." - ---"Ziedaar waarlijk nog eene zeldzaamheid! Maar waarom toch maakt -men van het schoone saizoen geen gebruik, om op het land te wonen?" - ---"Waarom, waarom? Gij zijt een Franschman, en vraagt mij de reden, -daar ik u reeds gezegd heb, dat het de mode is! Zouden in Parijs uwe -saletjonkers en de zoo genaamde elegante vrouwen niet de koddigste -en belagchelijkste kapsels dragen; indien de mode het slechts -voorschreef? Bovendien is dit gebruik geenszins zonder eenigen grond -aangenomen. Vooreerst zijn de Engelschen algemeen hartstogtelijke -liefhebbers van de jagt, die in September eerst geopend wordt. Ten -tweede duren de zittingen van het Parlement dikwijls tot in de -maand Augustus; lieden van eenige beteekenis kunnen de hoofdstad -niet wel voor derzelver sluiting verlaten, en dezen geven, zoo hier -als elders, den toon aan het algemeen. Ten derde eindelijk wordt -het verjaringsfeest der koningin, den achttienden Januarij gevierd: -op dit tijdstip moet men ten hove verschijnen, en hierdoor wordt -voornamelijk de terugkomst bepaald." - ---"Jammer, dat gij geen advokaat zijt! Het is onmogelijk, eene kwade -zaak beter te bepleiten." - ---"Dat daar gelaten! welke plannen hebt gij voor heden? Wilt gij -mijn gast zijn en kennis maken met den kok, bij wien ik gewoonlijk -ga eten? Ik ben ongetrouwd en eet nooit ten mijnent." - ---"Hartelijk dank! Ik heb in het Keizerlijk Hof van St. Petersburg mijn -middagmaal besteld, en wil dus, bij mijnen eersten intogt in Londen, -den heeren Engelschen geene stof geven, om de Fransche ligtzinnigheid -te gispen; maar morgen, zoo gij tevreden zijt, ben ik tot uwen dienst, -en dan zijn wij onscheidbaar." - ---"Van harte!--Morgen is het voor u verhuisdag, en dat vordert eenigen -tijd. Ik ben dus te elf ure bij u, en dan zullen wij onze wandeling -hervatten." - ---"Derhalve tot morgen!" - ---"Zonder vaarwel!" - - - - - - - -IV. - -HET KEIZERLIJK HOF VAN ST. PETERSBURG. - - -Zonder twijfel denkt de lezer, dat, na drie vervelende dagen wachtens -te Douvres, op mijnen mij van Londen toegezonden pas, mij niets -meer kon in den weg komen, om stil en gerust in de hoofdstad te -vertoeven. Dit was ook mijne meening; dan helaas! ik had de rekening -buiten den waard gemaakt. Men zeide mij, bij het overgeven van dien -pas, dat hij mij nergens anders toe kon dienen, dan om van Douvres -naar Londen te vertrekken, en dat ik hem, bij mijne aankomst in de -hoofdstad, moest gaan verwisselen aan het alien-office tegen een -permis, om mij in Engeland op te houden. - -Na het afscheid nemen van mijnen vriend C..., besloot ik derhalve, -oogenblikkelijk dezen verdrietigen gang te doen, en begaf mij naar -het kantoor van het alien-office, in de Crow'n-street, Westminster, -eene van de kleinste en morsigste straten in geheel Londen. Daar moest -ik, even als te Douvres, niet alleen weder op nieuw een naauwkeurig -verhoor ondergaan, maar ook mijne verklaring plegtig onderteekenen. Nu -meende ik, zou men mij een verlof, om in Engeland te vertoeven, ter -hand stellen--geenszins! Men behield al mijne papieren en bescheidde -mij over acht dagen. Om mijne lezers echter niet te doen deelen in -het verdriet, hetwelk mij al deze formaliteiten veroorzaakten, zal ik -slechts met korte woorden zeggen, dat, toen ik op den bestemden tijd -terugkwam, mijne papieren niet meer te vinden waren. Langer dan een -uur zocht men vruchteloos naar dezelve. Eindelijk ontdekte ik ze op -den lessenaar van den klerk, aan wien ik ze had ter hand gesteld, en -waar zij, gedurende al dien tijd, onaangeroerd gelegen hadden. Binnen -vijf minuten was mijne zaak afgehandeld, hetgeen mij klaar deed zien, -dat men, bij mijne eerste komst, indien men slechts gewild hadde, -even hetzelfde zou hebben kunnen doen. Maar ongetwijfeld hechtte -acht dagen wachtens meer gewigts aan eene gunst, en bovenal aan hem, -die het werktuig is, om dezelve te doen verkrijgen. Hoe het ook zij, -mijn permis vergunde mij in het lange en breede, door geheel Engeland -te trekken, mids ik mij slechts op den achtenswaardigen afstand van -tien mijlen van de kust en van des konings bosschen verwijderd hield, -en zorg droeg, telkens, als ik van woonplaats veranderde, mijne opgave -aan het alien-office te doen. - -Middelerwijl men mijne verklaring in orde bragt, kreeg ongelukkig -een der klerken, die zag, dat ik als kennis van mylord A.... was -aangegeven, zeker bij toeval, zoo als ik vertrouw, het in zijn hoofd, -mij duizend vragen naar zijne gezondheid, zijne familie, zijnen -ouderdom, zijne reizen en honderd andere omstandigheden te doen, -hetwelk mij in geene geringe verlegenheid bragt. - -Meermaals had ik dergelijke tooneelen in komedien gelezen, maar had -thans geenen lust om dezelve te herhalen. Om derhalve goedschiks weg te -komen, zeide ik hem, dat ik, nimmer te voren in Londen geweest zijnde, -mylord niet anders dan door briefwisseling kende, en op deze wijze -ontsloeg ik mij van zijn pijnigend vragen. Nu kon ik dan eindelijk -gerust gaan middagmalen, hetgeen mijne maag ook hoog noodig had, in -welke ik eene sterke prikkeling gevoelde; want het was bijna zes ure. - -Dikwijls heb ik vreemdelingen, ja zelfs onze landgenooten hevige -klagten hooren doen, dat door geheel Frankrijk in de logementen meestal -de schaar uithangt; dat men er vreesselijk medegenomen, ja zelfs gevild -wordt: maar mijn hemel! het villen, hoe pijnlijk dan ook, kost slechts -de huid, doch in het edelmoedige Engeland legt men u op de folterbank, -en knijpt u met gloeijende tangen het vleesch van het gebeente. Deze -zelfde wijze van martelen heeft in alle voorname logementen van Londen -plaats; maar het Keizerlijk Hof van St. Petersburg spant boven allen -de kroon, en mag niet slechts met drie, maar wel met vijf en twintig -kruisjes geteekend worden; ja de plunderziekste kastelein van geheel -Frankrijk (of liever moest ik zeggen, de grootste beurzensnijder) -kan daar nog met vrucht een lesje nemen. - -Bij mijne tehuiskomst kwam een groote, dikke keukenvorst mij -aankondigen, wat er te eten was: ik had eene ruime keuze, en eischte -eene moot verschen zalm en een beef-steakes (dit woord is door -geheel Frankrijk bekend, en moet uitgesproken worden bif-steks). Het -zou onwelvoegelijk geschenen hebben, in het Keizerlijk Hof van -St. Petersburg bier over den maaltijd te gebruiken: ik nam dus eene -halve flesch Port-wijn, waaronder ik mij bezig hield met een stukje -lekkere Hollandsche kaas te peuzelen. - -Ik vraag mijnen waarden lezers vergiffenis, dat ik hen met deze -beuzelarijen bezig houd, doch mij dunkt, dat dezelve hier niet ten -onpas komen; want, indien ik ook eene tafel voor twintig personen hadde -doen aanrigten, zou men mij gevoegelijk niet meer in rekening kunnen -gebragt hebben. Ook moet ik mijnen lezers hier niet verzwijgen, dat -ik den volgenden morgen voor mijn vertrek, nogmaals mijn Engelsch -ontbijt, te weten, mijn kopje thee, nuttigde. Derhalve had ik in -het Keizerlijk Hof van St. Petersburg, te Londen, in Engeland, -ééns het middagmaal gehouden, twee nachten geslapen, en driemaal -een prachtig kopje thee gebruikt. Nu gaf ik te kennen, dat ik dit -aangename verblijf vaarwel wilde zeggen, en verzocht dus, te weten, -wat ik verteerd had, of, om mij van den Engelschen term te bedienen, -ik eischte mij bill. Welnu, mijne lezers! duimpje op! hoe hoog schat -gij mijne vertering?--Ik had van donderdag avond negen ure, tot -zaturdag morgen, insgelijks bij klokslag van negen, mijn verblijf -in het Keizerlijk Hof van St. Petersburg gehouden, hetgeen, wel -uitgecijferd, juist zes en dertig uren maakt. Nu frisch uit de -borst! wat raadt gij?--twee dukaten?...--vier dukaten?...--zes -dukaten?--mis geraden! ver mis!--mijne rekening beliep vijf pond, -vijf schellingen en zes pences, en derhalve, in goed Fransch geld, -honderd zes en twintig livres en twaalf stuivers. Nimmer echter zal -ik ontkennen, dat die rekening een klein meesterstuk was: niets was -er op vergeten; ik herinner mij zelfs een postje van zes pences, -of twaalf stuivers Fransch, voor pen en inkt, welke ik gebruikt had, -om mijnen naam op een visitekaartje te schrijven. - -Is het wel noodig, hier nog bij te voegen, dat de knecht, welke mij, -gedurende mijn verblijf, bediend had, mij, bij mijn vertrek, hartelijk -vaarwel zeide?--dat de lieve aardige meid, welke donderdag avond een -mijner kussens had medegenomen, zonder het vrijdags terug te brengen, -mij, op de eerbiedigste en beleefdste wijze, hare opwachting kwam -maken? en eindelijk, dat een andere knecht, die eene huurkoets voor -mijne overvoering naar mijn nieuw verblijf besteld en mijn verhuisboel -daarin gepakt had, mij het portier opende met eene zekere manier, den -Engelschen bedienden zoo eigen, dat ik, zonder een woord sprekens, -zijne meening ten duidelijkste begreep? In één woord, dit afscheid, -deze eerbewijzen, deze gedienstig- en oplettendheden ontlastten -mij nogmaals van vijf goede Engelsche schellingen; doch, om der -waarheid niet te kort te doen, moet ik ronduit verklaren, dat de -laatste schelling veel minder in dit eerbetoon deelde, dan zijne -vier medgezellen. - -Ziedaar mij dan eindelijk in het rijtuig, dat mij van dit verwenschte -Keizerlijk Hof verwijderde, terwijl ik bij mij zelven eenen duren eed -zwoer, om nooit van mijn leven er eenen voet weder in te zetten. Onder -het rijden (de geleerdheid is toch eene heerlijke zaak!) herinnerde -ik mij gedurig den wijzen Cato. Telkens, wanneer hij zich in den raad -te Rome liet hooren, wat dan ook het onderwerp mogte zijn, waarover -gehandeld werd, sloot hij met deze woorden. "Dit is mijn gevoelen, -en dat Carthago verdelgd moet worden!" - -En zoo zal ik ook, indien immer een mijner landgenooten, naar Londen -willende gaan, mij onderrigting komt vragen van hetgeen hij daar te -doen of te laten heeft, hem, met het grootste vermaak der wereld, -mijne ondervindingen en opmerkingen, welke ik daar gemaakt heb, -mededeelen; maar ik zal altijd eindigen met de woorden: "ende en -neemt uwen intrek niet in het Keizerlijk Hof van St. Petersburg!" - - - - - - - -V. - -DE BEGRAFENIS. - - -Mijn nieuwe vriend, de heer C..., hield getrouw woord: met den klokslag -van elven was hij reeds bij mij. - -"Wat beschouwt gij daar zoo ernstig?" zeide hij, ziende, dat ik mijne -oogen stijf op het schuifraam gevestigd hield. - ---"Ziet gij dan niet vlak over mijne vensters," hernam ik, "die -twee mannen met hunne zwarte tabbaarden, even als onze Fransche -dorpkosters, die ieder eenen grooten, met zwart laken bekleeden -stok in de hand hebben, waarvan de knop veel overeenkomst met de -kolf van een geweer heeft, die de armen gekruist, de oogen stijf op -den grond gevestigd houden, en die geene de minste beweging maken, -in één woord, die veel op onze standbeelden in de tuinen gelijken, -en gevoegelijk tot vogelverschrikkers zouden kunnen gebezigd worden, -om de vruchtboomen tegen den snoeplust van het gevleugelde volkje te -beveiligen? Zij staan daar reeds zoo lang, als ik mij hier bevind, -en schijnen wel aan den grond genageld." - -"--Er is een lijk in dat huis, en men gaat het begraven: die twee -mannen zijn aansprekers of doodbidders." - -"--Zullen wij dan deze plegtigheid nog voor ons vertrek kunnen zien?" - -"--De staatsie zal juist niet prachtig zijn. Ik heb de overledene -eenigzins gekend: zij was eene oude vrijster van eene goede familie, -die slechts zijdelingsche erfgenamen en verre bloedverwanten -achterlaat, en dezen zullen denkelijk geene groote kosten voor hare -begrafenis willen maken. De proef op de som, dat zij weinig achting -voor hare nagedachtenis hebben, blijkt duidelijk daaruit, dat men -haar nu reeds laat begraven, niettegenstaande het slechts,--ja, -laat eens zien! slechts acht dagen zijn, dat zij overleden is." - -"--En gij zegt slechts? Mijn Hemel! voor zes dagen had men haar al -onder de aarde moeten bezorgen." - -"--Geenszins, lieve vriend! in Engeland begraaft men de dooden niet -eerder, dan tien, twaalf, ja somtijds vijftien dagen na hun overlijden, -ten minste nooit vroeger, dan na verloop van eene volle week." - -"--Lieve hemel! op zulk eene wijze doet men den dooden eene eer aan -ten koste van de levenden! De goede God verleene al den inwoners -van dit huis eenen blakenden welstand, ten minste zoo lang als ik er -zal blijven wonen!--Buiten twijfel zult gij mij, op mijne aanmerking -tegen dit barbaarsche gebruik, nogmaals toevoegen: het is de mode?" - -"--Juist, en wanneer men dit gezegd heeft, houdt alles op: hiertegen -is immers niets in te brengen! Echter zoude ik nog kunnen aanmerken, -dat deze gewoonte haren oorsprong verschuldigd is aan de vrees, om -niet levend begraven te worden, en dat de overblijvenden meenen, op -geene betere wijze hunne liefde en verkleefdheid aan den overledene -te kunnen betoonen, dan door, zoo lang mogelijk, de eeuwige scheiding -te vertragen." - -"--Bravo! Ik zie klaar, dat de Engelsche gebruiken in uwen persoon -steeds eenen ijverigen verdediger vinden." - -"--Neen, geen' verdediger; maar sinds vijf en twintig jaren, dat ik -dit land bewoon... Doch zie, zie eens! de optogt begint!" - -Ten spoedigste hernam ik mijne plaats aan het venster. De twee zwarte -standbeelden hadden zich eindelijk in beweging gesteld en stonden nu -naast elkander, om den optogt te openen. Een derde, even eens gekleed -en uitgedost, had op zijn hoofd eene soort van beschuitmandje, -eenigzins langwerpig, ten naastenbij drie voet lang en achttien -duim breed, geheel met zwart laken bekleed, en met twaalf witte -rozen versierd, ter eere van den maagdelijken staat der overledene, -welken zij, sinds vijf en zeventig jaren, ongeschonden (incredibile -dictu!) bewaard had.--Bij deze gelegenheid kwamen mij de witte -pluimen, waarmede men de muilezels in Spanje optooit, onwillekeurig -voor den geest.--In dit zonderlinge kostuum plaatste de manddrager -zich achter de twee standbeelden, en bleef, even als zij, beweegloos, -tot dat het geheele geleide in behoorlijke orde was gerangschikt. - -Nu droeg men de doodkist naar buiten: zij was met geen doodkleed -behangen, zonder twijfel, dewijl men derzelver fraaiheid door de -geheele buurt wilde doen bewonderen. Ook scheen zij mij zeer hecht en -sterk, en veel langer en breeder, dan onze doodkisten, hetgeen ook -ligtelijk te begrijpen is, wanneer men weet, zoo als ik naderhand -vernomen heb, dat de lijken in Engeland geenszins, als bij ons, -stijf in een laken, het doodlaken genaamd, gewikkeld, maar los en -vrij in de kist gelegd worden, waar men hun eene soort van kussen -onder het hoofd plaatst, ten einde gemakkelijk en ongehinderd te -rusten. De kist was geheel zwart, sterk gevernist en rondom met kleine -spijkertjes met vergulde knopjes beslagen, zoo ten naastenbij als onze -nieuwerwetsche stoelen: ook waren de wapens van de oude vrijster, -die van eene adelijke familie was, keurig geschilderd en verguld, -er niet op vergeten. Nu bedekte men de kist met een zwart fluweelen -doodkleed, met witte franjes, en zij werd opgenomen door vier dragers, -die eenigzins anders gemanteld waren, dan de drie vorigen; ook scheen -de kleur dier mantels in vorige tijden tot de zwarte behoord te hebben, -doch thans was het, zonder twijfel door het tijdverloop van eenige -jaren, moeijelijk te bepalen, of zij onder de roode of grijze moest -gerangschikt worden. Om dus, vrij van alle dwaling, met zekerheid -te werk te gaan, daar ik met opzet niemand, zelfs niet eens eenen -Engelschen rouwmantel, wil beleedigen, bestempelde ik ze bij mij -zelven met den naam van--vaal. - -Vervolgens de bloedverwanten of vrienden der overledene de monstering -doende passeren; telde ik achtien stuks, in diepen rouw en met groote -neerhangende hoeden, of zoogenaamde huilebalken, twee en twee de -doodbaar volgende, en allen, zoo mannen als vrouwen, in een zwart -hulsel gewikkeld van het zelfde maaksel, als de domino's, waarmede -men in Frankrijk op de gemaskerde bals verschijnt. Ook hadden allen -wit leeren handschoenen aan, en waren van groote zakdoeken voorzien, -waarmede zij, van tijd tot tijd, aan hunne oogen wreven, om de tranen -af te droogen, die voornemens mogten zijn, huns ondanks, los te breken. - -"Ik wenschte, dit schouwspel wel ten einde te zien;" zeide ik tegen -mijnen vriend. "Kunnen wij den trein niet volgen?" - -"O ja, waarom niet!" gaf hij mij ten antwoord; "kom aan, laat ons -dan vertrekken!" - -Met deze woorden begaven wij ons op weg en volgden den optogt tot -aan de kerk. De predikant deed een zielroerend gebed, vervolgens nam -men het lijk weder op en droeg het, door den geheelen trein gevolgd, -grafwaarts, waar nogmaals veel treffender en langer voor de zalig -ontslapene moest gebeden worden. Ook dezen gang wilde ik mede doen; -doch wij werden door eene vreesselijke regenbui overvallen, welke -echter den trein geenszins verhinderde, zijnen marsch te vervolgen, -en dat wel met ongedekten hoofde, hetgeen hier eene conditio sine qua -non is. Wat ons betrof, die niet gehouden waren, deze plegtigheid ten -einde toe bij te wonen, wij troffen, bij geluk, eene huurkoets aan, -waarin wij onze schuilplaats namen. - -Onder weg verhaalde mij mijn vriend, dat men, na het begraven van het -lijk, in dezelfde orde naar het huis van de overledene terugkeert, -alwaar het testament, zoo er namelijk een bestaat, dadelijk moet -voorgelezen worden, en dat eindelijk de geheele historie met eenen -smakelijken maaltijd wordt besloten, waarvan somwijlen eenigen der -bloedverwanten, door wijn en bier bedwelmd, voor dood naar huis -worden gebragt, doch gemeenlijk den anderen morgen zeer welvarende -(eene geringe hoofdpijn uitgezonderd) ontwaken. - -Verder zeide mij de heer C..., dat, wanneer er eene prachtige -uitvaart plaats heeft, de kist in eene, met zes paarden bespannen, -koets grafwaarts wordt gevoerd, en dat alle tot de plegtigheid -genoodigde personen in dat geval hunne koetsen zenden, zoo dat men, -bij de begrafenis van eene voorname personaadje, dikwijls eenen trein -van twintig of dertig ledige koetsen kan aantreffen. - -Den volgenden morgen zag ik aan het huis van mijne overledene -buurvrijster onder de vensters dat gedeelte, hetwelk zij bewoond -had, het wapenschild op eenen zwarten grond gespijkerd, met het -opschrift: Resurgam!--Ik zal weder opstaan!--Zulk een schild wordt -niet weggenomen, voor dat de volle rouw geeindigd is. - -Dit gebruik neemt men hier zeer zorgvuldig in acht met betrekking tot -al degenen, die wapens voeren; en daar het opschrift naar welgevallen -kan verkozen worden, vindt men bij de lijkbezorgers steeds eenen -ruimen voorraad van deze spreuken, waaruit men zijne gading kan zoeken, -even als uit de staalkaart van eenen lakenkooper, welke de kleermaker -medebrengt, als hij de maat van een nieuw kleed komt nemen. - - - - - - - -VI. - -HIER HOUDT MEN OPENE TAFEL! - - -Wij stapten uit de koets ter plaatse, waar mijn vriend C... gewoonlijk -zijne graage maag onthaalde, en deze maagversterkende woning werd -in de Engelsche taal Chop-house genoemd. Maar, hoe nu dit woord in -onze taal over te brengen?--Zal ik zeggen, wij stapten af bij den -kok?--Neen; deze uitdrukking is te grootsch, en voldoet geenszins -aan het bedoelde.--Zal ik dan het woord herberg bezigen? Neen; deze -beduiding is wederom te gering: ook is het in den eigenlijken zin -geene herberg; dewijl men er wel kan eten, maar geen nachtverblijf -houden. Willen wij het gaarkeuken noemen?--ja, dit heeft er wel zoo -iets van, maar het is zoo gaarkeukenachtig, en bevalt mij ook niet -ten volle.--Hier dunkt mij, den driftig gebakerden lezer te hooren -uitroepen: noem het, zoo als gij wilt, en vervolg slechts! Geduld, -lieve vrienden; geduld! ik zal trachten, u genoegen te geven, en mij -door eene kleine omschrijving uit deze verlegenheid te redden. Ik -neem dus de vrijheid, om een uithangbord voor het, ter voeding en -verkwikking geschikte, huis op te hangen, met de volgende, voor ieder -eerlijk christenmensch verstaanbare, woorden:--Hier houdt men opene -tafel!--Ha! Nu geloof ik, zijn wij er zoo ten naasten bij, en indien -dit opschrift den geëerden lezer al geen volledig denkbeeld kunne -geven, dan kan ik hem echter, op mijn geweten, verzekeren, dat het -ten minste het best geschikte middel is, hetwelk onze taal oplevert, -om de ware bedoeling van Chop-house te bevatten. - -In verscheidene kamers staan gedekte tafels met de noodige stoelen, -van des middags te drie tot des avonds te zeven ure voor den gaanden -en komenden man gereed. Zoodra men gezeten is, komt de knecht u -de keukenceel van dien dag aanbieden. De hoofdschotels zijn altijd -gebraden ossen-, schapen-, kalfs- en varkensvleesch, somwijlen ook -hetzelfde vleesch op eene andere wijze gereed gemaakt, bij voorbeeld, -een, stuk gekookt ossen- of schapenvleesch, eene warme kalfs- of -schildpadpastei (maar waarom toch bestempelt men in Engeland, zoo -wel als in Frankrijk, een geregt met den naam van Schildpadpastei, -waar mogelijk nimmer een greintje vleesch van dit tweeslachtige dier -in gevonden wordt?) Somtijds werd mij ook een stuk van een gebraden -hart, coeur roti, voorgediend, doch nooit heb ik harts genoeg gehad, -om er van te proeven. In het algemeen is al het gebradene, dat in -Engeland wordt opgedischt, zeer goed, vrij malsch en sappig, en het -is dus bezijden de waarheid, dat het vleesch half gaar wordt gegeten: -in tegendeel heb ik het dikwijls eerder te veel dan te weinig gebrade -bevonden. Maar zoo gij immer in Engeland mogt komen, mijne waarde -landgenooten, waagt uwe tong en u verhemelte dan vooral niet aan -de ragouts; ik herhaal het ernstig, wacht u voor de ragouts! De -bekende vergiftiger Mignot, van wien Boileau spreekt, zou hier, -als een uitstekend kunstenaar, den grootsten opgang hebben kunnen -maken, en zijnen naam tot aan de wolken verheffen. De eenige smaak, -welken men in deze Engelsche ragouts kan ontdekken, is de peper, -waarmede zoo ruimschoots wordt omgesprongen, dat, niettegenstaande -dezelve altijd met eene tamelijke portie water vergezeld is, nogtans -en tong en mond in lichtelaaije vlam schijnen te staan. Daar men in -Engeland altijd groenten bij het vleesch gebruikt, kan men zich, naar -verkiezing, van aardappelen, wortelen, rapen, kool, erwten of spinazie -bedienen, namelijk zoodanig, als moeder natuur ze heeft voortgebragt, -(dat is te zeggen) ongestoofd en enkel in water gekookt. - -Vervolgens worden, overeenkomstig het saizoen, pruimen-, appelen-, -peren- en rozijnentaarten, als ook verschillende soorten van puddings -opgedist. Deze laatste benaming geeft men aan alle tusschengeregten, -welke uit gebak bestaan, bij voorbeeld, onze rijsttaarten noemt -men hier rijstpuddings. Hunne plumb-pudding, onder anderen, is een -welgesuikerd gebak, vol met rozijnen, waarvan de Engelschen veel werk -maken, schoon het een zeer middelmatig geregt is. Deze plumb-pudding -wordt warm gegeten, sommigen doen er boter bij, anderen brandewijn, -en anderen wederom nuttigen dezelve met peper en mosterd. - -Men heeft hier tweederlei brood, het eene heet Engelsch en het -andere Fransch, het laatste is ook inderdaad een weinigje minder -hard en bruin, dan het eerste. Meer dan eens heb ik opgemerkt, -dat de Engelschen, niettegenstaande hunne nationale trotschheid en -vooringenomenheid, altijd de voorkeur aan het vreemde brood gaven, -en dat hun oog even zoo geoefend in het onderscheiden, als hunne -hand vaardig in het grijpen was, wanneer er nog slechts twee of drie -stukken in den broodkorf lagen. - -In deze Chop-houses mogen geene wijnen noch sterke dranken verkocht -worden: men kan er derhalve niets anders dan klaar water bekomen, -en daar den tafelhouders verboden is, het water op prijs te stellen, -hebben zij de edelmoedigheid, het voor niet te geven. Maar daarentegen -houdt de eene of andere tappersjongen uit de buurt, vlak bij de deur -van de eetzaal post, en van dezen kan men bier krijgen zoo veel, -en van welke soort men verlangt, mids boter bij den visch, hetgeen -ook zeer goed is; want door het gewoel en de drukte zou de verkooper -er zeer ligt eenige pences bij kunnen inschieten, welke hij voor het -aan hem uitgereikte bier zijnen meester zou moeten vergoeden. - -Ja, heeren Franschen! bier, van welke soort gij verlangt! Gij zijt -trotsch op uwe wijnen van Bourdeaux, Bourgogne en Champagne; maar -de Engelschen kunnen drie voorname bieren opnoemen. 1o. Klein bier, -hetgeen zij, bij verkiezing, tafelbier noemen, omdat het woordje -klein juist niet welluidend genoeg klinkt in de ooren van lieden, -die voor het groote geboren zijn. Ook is dit bier de gewone drank -van het gemeen, en kost niet meer dan vier Fransche stuivers het -pintje. 2o. De ale, die voor negentien stuivers verkocht wordt, en -inderdaad zeer goed en smakelijk en oneindig beter, dan onze beste -Fransche bieren, is. 3o. De porter, die tusschen beiden staat, en -waarvoor men zes stuivers bij het pint betaalt. Deze-alleen kan op -den duur bewaard worden, en op flesschen of kruikjes getapt, wordt -hij hoe langer hoe beter, en, naar mate van zijnen ouderdom, des -te duurder verkocht. Eindelijk worden deze onderscheidene soorten -van bieren nogmaals in bijzondere klassen en onder verschillende -benamingen gerangschikt, even als wij Bourgogne-wijn van Pomard, -Beaune en van Clos-Vougeot hebben. - -Voor het overige doen de Engelschen zelden voorraad van bier op: zelfs -in de voornaamste huizen wordt dagelijks uit de eene of andere herberg -zoo veel gebragt, als men rekent, dien dag te zullen gebruiken. Den -geheelen dag door ziet men de tappersjongens de stad op en neer draven, -om kannen bier aan de huizen rond te brengen. Zij geven aldus het volle -pint over en nemen het ledige van den vorigen dag mede. Ook hebben zij -gewoonlijk eenen lederen riem als eenen bandelier over den schouder -en de borst hangen, en zijn derhalve van voren en van achteren, zoo -wel op den buik als op den rug, rondom met ledige pintjes, als met -eenen krans, behangen, zoo dat men hen, dus uitgedost, veilig voor -den Engelschen Bacchus kan houden. - -Zoodanig is het onthaal, dat men in Engeland, ten huize der -opentafelhouders, geniet. Ook vindt men er somwijlen gebraden -of gekookten visch, maar altijd zeer zeker lamscarbonnaden en -beef-steaks. Dit laatste artikel vindt men echter merkelijk tot zijn -voordeel veranderd, zoodra men de zee weder overgestoken is en voet aan -land heeft gezet; want de beaf-steaks in Frankrijk smaakt mij oneindig -beter, dan al, die ik ooit in Engeland heb gebruikt. Het is dus een van -die waarlijk zeldzame gevallen, waar de kopij het origineel overtreft. - -Maar ik vergeet den gewigtigsten schotel, het oogelijn en den hartelust -der Fransche maag, de zoo onontbeerlijke soep. Hiermede dan zullen -wij dit vreetzame en eetlustwekkende hoofdstuk, in plaats van dat -wij er mede hadden moeten beginnen, eindigen. Echter raad ik mijnen -Franschen soepminnenden medebroeders, die immer te Londen mogten komen, -dezelve, wat het proeven betreft, maar blaauw blaauw te laten blijven, -even als ik met de beschrijving ben te werk gegaan. - -De soep is geenszins in dit land, even als in Frankrijk, het eerste -en voornaamste vereischte van het middagmaal; meestal wordt zij -niet eenmaal voorgezet. Nogtans heeft men soepen van onderscheidene -soorten, van welke alle ik geproefd heb. Hunne soupe au jus heeft de -meeste overeenkomst met de onze. Het is eene soort van vleeschnat, -waarin men, naar goedvinden, eenige stukken geroosterd brood doet; -doch het smaakt niet half zoo lekker en aangenaam, als onze Fransche -bouillon; ja, het is veeleer eene wrange saus, waarin men niets anders -dan peper kan proeven, en (de goedhartige lezer vergeve mij dezen -kunstterm!) welke eenen muffen en Limburgschen kaasachtigen smaak -oplevert. Nog hebben zij eene magere soep (in de volle beteekenis -van dat woord,) welke zij de eer aandoen van erwtensoep te noemen: -deze heeft ten minste den walgelijken smaak van de vorige niet, doch -is overigens, op den man af afgesproken, niets anders dan erwten met -lang nat. Hunne hoendersoep is uit twee bestanddeelen zamengesteld, -te weten, uit eenige, meestal niet regt gaar gekookte brokken van -eenen ouden haan of hen, en het water, waarin deze gekookt zijn. Men -moet dus al eenen zeer bijzonderen smaak hebben, om ze goed te kunnen -vinden. Eindelijk heeft men nog eene warmoessoep, welke uit eenige -groenten en gekapt vleesch wordt toebereid, dat in eenen oceaan van -gepeperd water met mosterd en zout zwemt. - -In Londen zijn ook eenige Fransche tafelhouders, maar hunne keuken -verschilt vrij wat van die onzer Veri's en Beauvilliers. Het eenige -onderscheid tusschen hen en de Engelsche koks is, dat de eerstgemelden, -op eene waarlijk zeer beleefde wijze, uwen zak van eenige schellingen -meer weten te ontlasten. - - - - - - - -VII. - -HET KOFFIJHUIS. - - -"Willen wij een kop koffij gaan drinken?" vroeg mijn vriend C..., -toen wij getafeld hadden en de deur uitgingen. - ---"Ik houd dit juist voor geene vaste gewoonte, maar het zal mij -pleizier doen, de Engelsche koffijhuizen eens op te nemen." - ---"Wij behoeven niet lang te zoeken; want men kan naauwelijks eenen -voet verzetten, zonder er een aan te treffen, en ik geloof, dat de -koffijhuizen, herbergen, logementen, gaarkeukens en kroegen hier wel -een vierde van den platten grond beslaan. Maar wij zullen ons thans -eens naar het voornaamste, meest bezochtste koffijhuis begeven. Wat -gij er u ook van moogt verbeelden, uwe verwachting zult gij nog altijd -overtroffen zien." - ---"Daar gij reeds sinds vijf en twintig jaren uit Parijs zijt, -kunt gij u geen denkbeeld vormen van den tegenwoordigen luister, -levendigheid en pracht van onze koffijhuizen. Ik zal mij dus, zonder -twijfel, ten hoogste verwonderen, indien gij er mij een kunt laten -zien, dat fraaijer, sierlijker en woeliger is, dan de onzen." - ---"Op mijn woord! gij zult verwonderd staan." - -En ik was het waarlijk, en wel in den hoogsten graad, toen mijn vriend -mij in eene groote kamer gelijkvloers bragt, waar mijn neus terstond -vergast werd op den reuk van eene aanzienelijke menigte brandende -bladen van de Herba Nicotiana, alias tabak, welke mij juist niet de -alleraangenaamste gewaarwording veroorzaakte. Ook konden mijne oogen -geenszins op het vrolijke gezigt roemen; want, voor zoo verre ik door -de wolken van damp en rook kon gluren, zag ik in het lange, tegen -den muur, achttien of twintig tafels geplaatst, waarop eenige koppen, -glazen en bierpinten stonden, allen even vuil en bewalmd: trouwens, -het was zaturdag. Maar mijne ooren hadden daarentegen gene reden, -om zich te beklagen; want het was zoo stil, dat men eene vlieg met de -vleugels zou hebben kunnen hooren klappen. Ieder hield zich namelijk -zeer ernstig bezig met het oogmerk, hetwelk hem herwaarts had gevoerd; -en het woord--jongen! dat, van tijd tot tijd, door den een' of ander', -die iets wilde hebben, geroepen werd, was bijna het eenigste geluid, -dat zich in dit verblijf der stilzwijgendheid deed hooren. Wat der -tong betreft, hierover zullen wij nader spreken. - -Intusschen moet gij u geenszins verbeelden, waarde lezer! hier een -aardig bekje van een meisje in een fraai en welgeschikt kantoortje -te zien zitten, een meisje, dat zich gedurig bezig houdt met u met -hare poezelige en malsche handjes een kop koffij in te schenken, -een glas limonade of iets dergelijks gereed te maken. O neen, niets -van dit alles! Beurtelings komt een morsige jongen of knecht, of eene -slordige meid in dit aardsche paradijs te voorschijn, om de klanten te -bedienen en het geld te ontvangen. Ook hadden beiden de handen vol. Al -de tafels waren bezet, eene eenige uitgezonderd, waarvan wij ons -terstond meester maakten. Middelerwijl de jongen onze koffij zettede, -liet ik mijne oogen de monstering doen over het gezelschap, waarvan -wij thans de eer hadden leden te zijn. Aan mijne linker hand zat een -man van middelbare jaren, wettig houder en eigenaar van enen buik, -wiens omvang..... Basta! in een der vorige hoofdstukken heb ik mijnen -lezers reeds gezegd, dat ik geen liefhebber van beschrijven ben--wiens -omvang--ik dus in statu quo zal laten. Het mondje van mijnen buurman -raakte, bij de opening, ter wederzijde met de hoeken van de beide -lippen, bijna tot aan zijne oorlapjes, en door deze opening wierp hij, -slag op slag, in den afgrond van zijne keel groote brokken vleesch en -aardappelen, zoo ten naastenbij als in de pakhuizen der Hollandsche -kooplieden de Edammer roodkorstjes geschoten worden. Mijn buurtje ter -regterzijde was nog een jong man, deftig in het zwart gekleed, doch -wiens rok, zeker luchtigheidshalve, geheel van de wol was ontbloot, -zoo dat men op denzelven gemakkelijk de draden kon tellen: ook kon men -geenszins zeggen, dat zijn gezigt in het kruis was; want, bij mijne -vlugtige beschouwing, rekende ik twee lengten op eene breedte: hij -was namelijk vrij lang, maar zoo dun en mager, dat men hem gemakkelijk -achter eene kagchelpijp zou hebben kunnen verbergen; in één woord, men -zou hem, bij verzinning, voor een aangekleed cadaver hebben gehouden, -zoo de beenderen van zijn gezigt en handen niet waren bedekt geweest -met eene soort van vale loodkleurige huid. Ook had hij geen ander -onderhoud, dan met zijn pint bier van twee pences, uit hetwelk hij, -van tijd tot tijd, zeer spaarzaam een teugje nuttigde. Ja, lezer! hij -dronk uit zijn pintje; verwonder u daarover niet! De meeste Engelschen, -en niet alleen de geringe volksklasse, maar zelfs de aanzienlijken -drinken op deze wijze. En hebben zij wel ongelijk? Men behoeft -dan immers niet te vreezen, de glazen te breken, en heeft niemand -noodig, om ze te spoelen. Vlak over mij zaten drie jonge lieden met -eene groote kom punch in hun midden. Ik kon nogtans geene de minste -levendigheid of vrolijkheid, deze getrouwe gespelen der jeugd, bij -hen bespeuren. Zij bleven integendeel ernstig, koel en afgetrokken, -zonder een enkel woord te spreken, en hadden het voorkomen van te -zeggen of ten minste te denken: "laat ons drinken! wat kunnen wij -beter doen?"--Naast hen aan de eene zijde zat een groot man met een -gevlamd en gekarbonkeld gelaat, wiens oogen zich, van tijd tot tijd, -schenen te willen sluiten, en die zich beurtelings bezig hield met -herhaalde ladingen snuif in zijne wijde neusgaten te stoppen, en -zijne keel met een glaasje port-wijn te bevochtigen, terwijl hij -telkens, als hij inschonk, de flesch tegen de kaars hield, om te -zien, op welke hoogte zij zich bevond, vol angst en vrees van den -ledigen bodem al te spoedig te zullen ontdekken. Aan den anderen -kant zat een man, in eenen overrok, met een pakje voor zich op tafel, -die ik zeker vooronderstelde dat hier eene bijeenkomst bepaald had; -wijl hij zoo zorgvuldig ieder oogenblik op zijn horologie zag, en die -in zijn thee, waarin hij juist zoo veel melk schonk, als noodig was, -om ze even van kleur te doen veranderen, gedurig een stuk brood met -eene hand dik boter besmeerd sopte, welke door de aantrekkingskracht -der warmte van de thee, daarin opgelost, derzelver geheele oppervlakte -met eene zoo vette korst bedekte, dat het een lust was, om te zien. - -Drie anderen, met blaauwe buisjes en lange broeken van dezelfde -kleur, naar het uiterlijke voorkomen, matrozen, zaten achter in -de koffijkamer: het waren voornamelijk zij, die met de pijp in den -mond zich belastten, met het vertrek te parfumeren. Ieder had een -glas gin (jenever) voor zich op tafel; en zoodra dat glas ledig was, -werd de knecht gefloten, ten teeken, dat hij eenen nieuwen voorraad -moest bezorgen. - -Naast dezen zat een ander man, wiens overschot van een brood en -een half geledigd pintje aankondigde, dat hij ten halven maaltijd -was. Inderdaad, naauwelijks hadden wij plaats genomen, of de -knecht zettede eene plumb-pudding voor hem neder, die nog warm -scheen; de goede vriend was zoodanig verdiept in het lezen van de -Morning-Chronicle, dat hij de aankomst van het geliefde geregt nog -niet gemerkt had, toen wij het koffijhuis weder verlieten. - -Een man, met een niet gunstig voorkomen, zat alleen aan eene andere -tafel: hij gebruikte niets, maar zijne oogen vestigden zich afwisselend -op al de tafels, en twee lange ooren, welke Midas zelven niet zouden -ontluisterd hebben, schenen zich te spitsen, om des te beter ieder -woord, dat gesproken werd, te hooren. Ik hield hem voor een' dier -eerlijke lieden, welke men in alle landen aantreft, en wier beroep -is, aan de deuren te luisteren, door de vensters en ramen te zien, en -hunne ooren tegen de sleutelgaten te plaatsen, en die, den ganschen dag -niets gehoord noch gezien hebbende, zich des avonds nogtans door een -fraaij verhaal verdienstelijk zoeken te maken, wanneer zij, bij gebrek -van te kunnen kwaadspreken, uit al hun vermogen beginnen te liegen. - -Juist wilde ik de monstering over de andere tafels vervolgen, toen -ons de bestelde koffij werd gebragt. Men is, helaas! al te genegen, -zijne naasten te vergeten, wanneer het er op aankomt, aan zich zelven -te denken. Een rijkelijk gevulde suikerpot, twee kopjes, een zeer -klein melkkannetje, slechts half vol, en eene vervaarlijke koffijkan, -die in Frankrijk voor acht liefhebbers voldoende zou geweest zijn, was -de stoffering van het blaadje, dat men voor ons nederzettede. Hier valt -mij de spreuk van eenen zekeren lekkertand te binnen, dat de koffij, -om goed te zijn, drie bijzondere eigenschappen moet bezitten, te weten, -klaar, sterk en heet. Terstond ontwaarde ik, bij het inschenken, dat -deze troebel en laauw was, en mijne neusgaten zochten vergeefs den -lekkeren geur op te snuiven, welken de wasem der echte mokka-bonen -hun aanbiedt, en waarvan ten minste eenig spoor ook in de slechtste -koffij gevonden wordt. Ik zettede dus bevende het kopje aan den mond, -om deszelfs inhoud te proeven; maar lieve hemel! het geleek wel een -apothekersdrankje, een smaak als rhabarber, waaraan men met moeite -eenige koffijlucht zou ontdekt hebben, zoo men er te voren niet van -onderrigt ware geweest. - ---"Hier heeft zeker een misverstand plaats?" zeide ik tegen mijnen -vriend C... - ---"In het geheel niet: de koffij, die hier gedronken wordt, is nooit -anders; zelfs in geheel Engeland zult gij geene andere vinden: alleen, -bij toeval, mogelijk wel een weinigje heeter.--Zult gij niet nog een -kopje drinken?" - ---"Ik zal het waarachtig wel laten! ik pas zelfs voor dit.--Maar kan -men hier ook een glas likeur krijgen, om dezen leelijken smaak af -te spoelen?" - ---"Zonder twijfel. Wilt gij rum, gin, brandij of whiskeij?" - ---"Een oogenblikje, als het u belieft: de twee eerste ken ik, maar -wat zijn de twee laatste?" - ---"Brandij is Fransche brandewijn; Whiskeij wordt hier voor eene -soort van brandewijn gehouden uit haver gestookt, en voornamelijk in -Schotland gefabriceerd." - ---"Maar is er niets anders, dat wat lekkerder is, te krijgen?" - ---"Ha, ha! Ik zie al, wat gij hebben moet: iets zoets, niet waar? Hei -daar, jongen, twee glazen grog!" - ---"Grog! zie daar eene benaming, welke mij niet veel goeds doet -verwachten.--Maar wat is dan nu eigenlijk grog?" - ---"Ik zal het u zeggen, zoodra gij het geproefd hebt." - -Nu bragt men de twee glazen grog: eerst proefde ik er zeer behoedzaam -van, en dronk vervolgens mijn glas met smaak ledig; want deze drank -kwam mij zeer aangenaam voor. Mijn vriend zeide mij nu, dat het een -mengsel was van rum, water en suiker, en ten gevalle van dezen grog -vergat ik de slechte koffij, welke men mij had doen drinken. - - - - - - - -VIII. - -DE LONDENSCHE ZONDAG. - - -"Wat is er toch dezen nacht in Londen gebeurd?" zeide ik den volgenden -morgen tegen mijnen vriend C..., met wien ik afgesproken had, hem -ten zijnent te komen afhalen. - ---"Wat er gebeurd is? Wel hetgeen er alle nachten gebeurt, denk -ik.--De watchmen, (nachtwachts) die de eenige Politie te Londen is, -hebben zeer naauwkeurig, om het half uur, de ronde gedaan en zich -doen hooren.--Zij zullen een twintig stuks dronkaards voor dood van -de straat hebben opgeraapt en te huis gebragt: eenige jonge losbollen -zullen door de meisjes van pleizier of door zakkenrolders zich de -beurs of het horologie hebben laten ligten: de een of ander zal zich -veelligt in het bed den hals afgesneden, zich op zolder verhangen, of -zich in de Theems verdronken hebben: de aangekomene reizigers zullen, -even als gij, hunne welkomst te Londen in een onzer voornaamste -logementen betaald hebben, en eindelijk...." - ---"En eindelijk, en eindelijk--naar dit alles vraag ik u niet. Londen -heeft dezen morgen het voorkomen van eene verlatene of uitgestorvene -stad; men ziet niemand op de straat, en deuren en vensters zijn -gesloten: het schijnt mij toe, als of ik mij in het paleis van -Morpheus, den god des slaaps, bevind; en indien ik de bierdragers -en melkboeren niet, volgens gewoonte, huis aan huis had zien gaan, -zou ik zeker in den waan zijn, dat de geheele bevolking van Londen -dezen nacht verhuisd was." - ---"Gij weet dan niet, dat het heden Zondag is?" - ---"Ik heb er waarlijk niet aan gedacht, doch thans verwonder ik mij -nog veel meer over deze sombere en doodsche stilte. Is deze dag dan -niet, even als bij ons, een feestdag voor het volk, en bijzonder -voor de werkzame klasse of ambachtslieden, om van den arbeid en -vermoeijenissen der afgeloopene week uit te rusten en zich door -gepaste vermaken te verpoozen?" - ---"Maar ontdoe u toch in 's hemels naam van uwe Fransche begrippen, -en denk, dat gij in Engeland zijt. Meent gij, dat men hier juist -den zondag afwacht, om het vermaak te hebben van zich in het een of -ander kroegje buiten de stad te gaan bedrinken? Men geniet hier bijna -dagelijks dit genoegen, zonder door gezelschap of eene vrolijke luim -daartoe verleid te worden. De ambachtsman, die geld op zak heeft, -drinkt zich hier geheel alleen, deftig en op zijn gemak, onder een -pijpje, eenen duchtigen roes, en hij behoeft niets van het vrolijke -der Franschen in hunne bijeenkomsten, wanneer zij zich des zondags -buiten op het land met dans en spel vermaken. Eenige pinten biers, -eenige glazen gin zijn hem meer waardig dan alle vreugden, die -Frankrijk kan opleveren." - ---"Maar eindelijk, wat doet men toch zondags te Londen?" - ---"Men gaat ter kerke, men leest in huis den bijbel, en bij goed weer -wandelt men.--Willen wij eens in eene kerk gaan? Gij kunt dan zien, -hoe vol het daar is." - ---"Zeer gaarne." - ---"Maar ik waarschouw u vooraf, dat wij tot het einde toe moeten -blijven; want gingen wij vroeger heen, dan zouden wij der geheele -vergadering eene groote ergernis geven. Daarenboven zult gij eenige -onzer predikanten hooren, en over hunne gaven kunnen oordelen." - ---"Zeer bezwaarlijk zal ik over hen kunnen beslissen; want ik ben -niet eigen genoeg met de Engelsche taal, om te durven hopen, de -geheele preek te kunnen verstaan: doch hoe het ook zij, ik ben tot -uwen dienst." - -Nu kwamen wij aan twee kerken te vergeefs; want wij konden er niet -binnen komen. Zij waren namelijk dermate opgepropt, dat het volk -op de trappen, ja zelfs op de straat stond. Eindelijk konden wij -in eene derde, alhoewel niet zonder eenige moeite, een plaatsje -vinden. Ik beken, dat ik verwonderd, ja zelfs met eene soort van -heiligen eerbied doordrongen was, toen ik de orde, de plegtige -stilte en de verhevene aandacht, die onder deze menigte heerschten, -met oplettendheid beschouwde. De dienst was reeds begonnen, toen wij -in de kerk kwamen, en wij veroorzaakten, door ons te plaatsen, eene -kleine beweging. Niemand echter scheen ons op te merken, en noch de -harten noch de oogen der hoorderen verlieten hunne bezigheid, om zich -met ons te bemoeijen. Men zag daar geenszins, als in sommige andere -landen, jonge lieden door de kerk wandelen, om hunne kennissen op -te sporen, noch vrouwen, welker oogen hare tong vervingen, en die, -door lonken, met hare vrienden eene zeer verstaanbare taal spraken; -veel minder nog dat slag van lieden, die met elkander in de kerk de -pleizierpartijtjes beramen, welke zij, bij het uitgaan, denken te -nemen. De aandacht, aan den godsdienst verschuldigd, werd hier niet -ieder oogenblik afgebroken, dan eens door eene stoelenzetster, die -om betaling vraagt, dan weder door twee of drie collectanten, die met -hunne zakjes voor de armen, en bijzonder voor het onderhoud van kerk -en predikant, door de kerk ronddwalen, en allerminst door eenen of -anderen kerkdienaar, die gewijd brood ronddeelt, hetwelk de kinderen -elkander met geweld trachten te ontnemen, en dus der algemeene aandacht -storenis toebrengen. Geen voorwerp, hoe genaamd, hindert u, en ieder -schijnt zich geheel alleen met den dienst van dien God bezig te houden, -in wiens tempel hij zich bevindt. Het scheen nogtans, dat de getrouwe, -in deze heilige plaats vergaderde, geloovigen gepredestineerd waren, -om dezen dag eene onwillekeurige verstrooijing te ondergaan. - -Een lompe Engelschman, zoo lang als hij breed was, met eene ronde -ongepoeijerde krulpruik en eenen vervaarlijk grooten driekanten hoed, -trad, vergezeld van twee vrouwen, te gelijk met ons in de kerk. Volgens -het gebruik nam hij, bij het inkomen, den hoed af; doch het zij de -pruik te wijd voor zijn hoofd, of de hoed te naauw voor de pruik was, -ten minste de pruik wilde hardnekkig den hoed blijven vergezellen, -en mijn goede Engelschman liet door de gevolgen der volgzucht van de -noodlottige pruik een ronden kop te voorschijn komen, op welks platten -grond ook het meest vergrootende glas niet in staat zou geweest zijn, -een enkel haartje te ontdekken. Weinige personen echter bemerkten -dit ongeval; wijl de lijder met eene vaardigheid, waartoe ik hem, -van wege zijn lomp uiterlijk voorkomen, nimmer bekwaam zou geacht -hebben, de pruik weder had opgeraapt en zijne vorige stelling doen -hernemen. Doch deze knaphandigheid was oorzaak van eene nog grootere -ramp. In zijne overhaasting had hij de ongelukkige pruik het achterste -voren opgezet, en zich in dezen opschik in eene bank, naast de onze, -geplaatst hebbende, leverde hij het koddigste figuur op, dat men zich -immer kan verbeelden. Ik voor mij ten minste had de grootste moeite, -om mijne lachspieren te bedwingen, en oordeelde de spreuk hier zeer -toepasselijk: risum teneatis amici! - -Natuurlijk moest deze nootlottige, in eene verkeerde rigting -geplaatste pruik de aandacht van de geheele vergadering tot zich -trekken. De oude matronen rimpelden hare wenkbraauwen op, de jonge -kleuters beten zich op de lippen, de bejaarde mannen glimlachten, -en de jonge lieden fluisterden elkander in het oor; in een woord, -aller oogen waren op hem gevestigd, en de predikant zelf scheen, -daar de ongelukkige pruikdrager vlak over den preekstoel zat, en dus -juist onder zijn gezigt viel, in twijfel, of hij het pas aangevangen -sermoen zou vervolgen of afbreken. Eindelijk waarschouwde hem eene der -vrouwen, die hem vergezelde, zeer liefderijk wegens zijne misvatting, -en toen nam hij, zonder zich eenigzins te ontstellen, met eene deftige -houding nogmaals de ergerniswekkende pruik van het hoofd, hield dezelve -op zijnen linker vuist, beschouwde haar zeer bedaard, om niet weder -in den vorigen misslag te vervallen; en nadat hij dezelve vervolgens -in de juiste rigting, welke eener fatsoenlijke pruik betaamt, op den, -van haar ontblooten, levenden kapstok geplaatst had, nam de geheele -ergernis en opschudding een einde, en de predikant vervolgde zijne -begonnen taak. De predikatie duurde bijna een uur, maar kwam mij -veel langer voor, dewijl ik slechts hier en daar eenige zinsneden -kon verstaan. De redenaar had de uitgeschrevene preek in zijne hand, -en scheen veel meer te lezen, dan te preken, hetgeen mij voorkwam -minder indruk op de toehoorders te maken, dewijl het bloote lezen -nimmer der gemoederen die gewaarwording kan inboezemen, welke eene, -met kracht gehoudene, redevoering kan te weeg brengen. - -"Om op éénen dag mijn oordeel over de Engelsche welsprekendheid en -wijze van opzeggen te kunnen vellen;" zeide ik tegen mijnen vriend bij -het uitgaan van de kerk; "wil ik dezen avond nog naar den schouwburg -gaan." - ---"Naar den schouwburg? Zondags wordt er nooit gespeeld. Ik heb -het u immers reeds gezegd; de geheele Londensche zondag bestaat in -deze twee woorden: kerk en bijbel! uitgezonderd echter de aangename -verstrooijing, welke eenige in eenzaamheid genotene pinten biers -den gretigen drinker kunnen verschaffen.--De kinderen zelve mogen -van daag niet spelen, en gij zult er heden geen een op straat zien -knikkeren of tollen, of buiten eenen vlieger oplaten." - ---"Dan zal ik mijnen avond besteden met aan mevrouw B * * * een bezoek -te geven. Ik heb haar eenen brief te overhandigen van haren zoon, -die zich te Parijs bevindt." - ---"Zoo als gij wilt; maar dit is immers regt op zijn Fransch!" - ---"Hoe, wat meent gij?" - ---"In het algemeen legt men hier nimmer des avonds bezoeken af, ten -minste, zoo men niet verzocht is, of verwacht wordt; of het moest -al bij zeer goede vrienden zijn. Maar op eenen zondagavond--dit zou -nog tienmaal erger wezen. Ieder blijft ten zijnent, in den schoot -van zijn gezin en in die bekoorlijke werkeloosheid--in dat dolce -far niente, hetwelk het grootste geluk aan eenen anderen nabuur van -het Fransche rijk oplevert. Slechts in eenige huizen, welke meer op -goeden smaak, dan op orde en geregeldheid mogen roemen, waagt men het, -op zondagavond gezelschap te ontvangen, en dan nog bepaalt zich het -geheele vermaak van dien avond in een weinig muzijk. Eindelijk, om u te -bewijzen, met welk eene gestrengheid men hier den zondag eert, zal ik -u eenvoudig zeggen, dat zelfs de bakkers hunne werkzaamheden moeten -staken. Indien gij derhalve een liefhebber van versch brood zijt, -zult gij u van daag met geduld tot het vasten dienen voor te bereiden." - ---"Laat ons gaan, mijne partij is gekozen, ik zal mij in huis -opsluiten, en, om dezen avond stichtelijk te vieren, hem doorbrengen -met eenige brieven naar Parijs te schrijven." - ---"Wilt gij heden avond het Vondelingshuis met mij gaan bezoeken? Gij -zult daar eenen uitstekenden predikant aantreffen." - ---"Hartelijk dank! De beste zaken der wereld verliezen hare waarde, -als men er te veel gebruik van maakt." - - - - - - - -IX. - -DE BRAND. - - -"Brand! Brand! Brand!" was de verschrikkelijke noodkreet, die mij -des zondags nachts, omstreeks twaalf ure, uit het bed dreef, waar -ik mij kort te voren had in gevleid. In de grootste haast trok ik -mijnen nachtrok aan, en vloog naar mijne voorkamer, die op straat -uitzag. Terstond opende ik een venster, en zag de vlammen uit -de schuiframen slaan van het naast belendende huis. Reeds was de -eigenaar van het huis aan onze andere zijde, alhoewel minder van den -brand hebbende te vreezen, dan wij, druk bezig met zijn huisraad en -goederen te bergen: ik kon dus geenszins de gerustheid begrijpen, -welke in dat huis heerschte, waarvan ik een gedeelte bewoonde. Die -goede menschen slapen, dacht ik, of zij kennen het versje niet: - - - Tunc tua res agitur, paries cum proximus ardet. - - Wanneer het huis uws buurmans brandt, - Dan is uw' schade voor de hand. - - -Dezer spreuk getrouw, begon ik alarm te blazen, en deed de twee -schellen, welke mijne kamers versierden, de een na de ander, hare -ware bestemming gevoelen. - -Welhaast kwam mijne gastvrouw (eene goede sloof, die alle dagen mijn -bed maakte, zonder er immer, mijnenwege, de waarde voor te ontvangen) -op het hevige geschel aangevlogen, en vroeg zeer bedaard, "wat belieft -u, mijnheer?" - ---"Wat mij belieft? u waarschouwen voor het gevaar, dat wij -loopen. Ziet gij dan niet, dat het huis hier naast in brand staat?" - ---"o Ja! wij weten het: mijn man en ik waren nog niet te bed, ik kwam -er u juist van verwittigen en u tevens raden, uw goed in uwen koffer te -pakken; want ligtelijk zou de brand tot dit huis kunnen overslaan. Ja, -somtijds kunnen er wel twee, drie, vier huizen verbranden, eer men -de vlam kan blusschen." - ---"Maar hoe kunt gij zoo bedaard en gerust zijn?" zeide ik tegen haar, -terwijl ik mijn goedje bij elkander zocht; "en waarom maakt gij zelve -geen gebruik van den raad, dien gij mij gegeven hebt?" - ---"O! wij hebben niets te vreezen; ons huis is geassureerd: onder -uw venster kunt het teeken zien, dat zulks aanduidt. Ik kan er dus -niets bij verliezen, ook is het reeds zeer oud; en brandt het al af, -welnu, het zal mij, tot eenen penning toe, vergoed worden." - ---"Zeer wel, wat het huis betreft; maar uwe meubelen?" - ---"Zijn ook geassureerd; ik heb dus in het minste niet te -vreezen. Slechts heb ik een klein pakje linnengoed klaar gemaakt, -waarmede wij ons, in den uitersten nood, kunnen redden." - ---"Assureert men hier te Londen dan alles?" - ---"O ja, zelfs het leven. Gij kunt u voor zestig, zeventig of tachtig -jaren doen assureren: komt gij voor den bij de assurantie bepaalden -tijd te sterven, dan betaalt men het verschuldigde, volgens akkoord, -aan uwe erfgenamen." - ---"Allerliefst! Dan zullen de vrouwen ook zonder twijfel assurantie -kunnen nemen op dezelfde gezondheid, dezelfde liefde en dezelfde -toegevendheid van hare mannen, welke de eerste huwelijksmaand, bij -u de honigmaand genoemd, in het algemeen kenschetsen?" - ---"De assuradeurs hebben deze onderneming nog niet durven wagen: -zij zouden al te veel gevaar loopen." - ---"Alles hangt af van den prijs, waarvoor men overeenkomt. Betaalt -men de assuranties hier nog al hoog?" - ---"O neen! Men geeft nog niet eens ten volle een half ten honderd." - -Gedurende dit onderhoud had ik, met deze goede vrouw, mijnen koffer -en reiszak gepakt: met de grootste bedaard- en koelbloedigheid had -zij mij in deze bezigheid geholpen. Daar ik nu tamelijk gerust kon -zijn, begaf ik mij aan het raam, en zag nog maar eene brandspuit; -doch op hetzelfde oogenblik kwam er eene tweede. - -"De twee eersten," zeide zij, "komen altijd spoedig; want de voorste -krijgt eene premie van dertig en de volgende eene van twintig -schellingen." - -Intusschen kwamen kort daarna nog verscheidene andere spuiten. Zij -konden overvloedig en zeer gemakkelijk water pompen; want door al de -straten der stad loopen buizen of pijpen, ter aanvoering van hetzelve; -en voor eene guinie jaarlijks, heeft de eigenaar in zijn huis eene -kraan, welke hem ten vollen van water voorziet. De gansche stad -langs ziet men steenen, waarin een gat geboord is, in hetwelk men, -met den daartoe geschikten sleutel eene kraan omdraaijende, het water -ten naastenbij zes duim hoog kan doen springen. Des zomers bedient -men er zich van, om de straten te bevochtigen, en des winters, om ze -schoon te maken, en, ingeval van brand, voor de spuiten. - -"Het komt mij intusschen voor," zeide ik, "dat de spuitgasten meer -pogingen aanwenden, om de belendende huizen te beveiligen, dan om -het vuur van het in brand staande te blusschen." - ---"Natuurlijk!" antwoordde mijne waardin; "het is ook schier -onmogelijk, een huis te redden, dat eenmaal heeft vuur gevat; dewijl -de brand meestal te ver gevorderd is, eer men hulp kan toebrengen. Ook -zijn onze meeste muren slechts twee steenen dik, en de voornaamste -bouwstof der huizen bestaat uit houtwerk." - ---"Zoo! En is er dikwijls brand te Londen?" - ---"Door elkander geslagen rekent men, dat er iederen dag een huis -afbrandt." - ---"Maar op dezer wijze moeten de brandassuradeurs zich in den grond -boren." - ---"In het geheel niet. Zij worden rijk, en in plaats, dat de brand -hun nadeel doet, vermeerdert hij hun fortuin." - ---"Dit is eene wonderspreuk, die ik niet versta, en die mij moeijelijk -te bewijzen schijnt." - ---"Ik zal het u begrijpelijk maken. De vrees en de menigvuldige -voorbeelden vermeerderen dagelijks het getal dergenen, welke hunne -huizen doen verzekeren. Ik wed, dat gij morgen vroeg al de eigenaars -van huizen in deze straat, die deze voorzorg nog niet genomen hebben, -met drift naar het assurantiekantoor zult zien loopen, en ik verzeker -u, dat onze buurman, dien gij daar zoo druk ziet dragen en slepen, -in dat geval de laatste niet zal zijn." - -Op dit oogenblik stortte het dak van het brandende huis in, en de -vlam scheen hare woede te verdubbelen. - -"Hemel, als er slechts niemand van het huisgezin is omgekomen!" riep -ik uit. - -"Neen!" zeide zij. "Ziet gij daar in die straat, vlak tegenover den -brand, dien man niet in den bruinen overrok, met de armen over elkander -tegen den muur leunen? Deze is de eigenaar: zijne vrouw, meid en drie -kinderen zijn bij hem; en zij waren de eenige bewoners van het huis." - ---"Ik kan dus de moeite wel sparen van u te vragen, of het huis -geassureerd was: hunne geruste houding en bedaardheid zijn er mij borg -voor. Deze man brengt mij intusschen eenen ouden wijsgeer te binnen, -die, zijn huis ziende branden, zich koelbloedig met de grootste -tegenwoordigheid van geest aan den brandenden afval warmde; dewijl, -zoo als hij zich uitdrukte, dit het laatste nut was, dat hij er van -kon trekken." - -Toen eindelijk de spuitgasten verklaarden, dat zij het vuur meester -waren, dat het gevaar voorbij was, en zij tevens voor de naburige -huizen instonden, keerde mijne goede vrouw naar hare slaapkamer -terug. Wat mij betrof, daar ik in hare zorgeloosheid niet konde -deelen, bleef ik nog tot drie uren op, en ging niet te bed, voor -dat ik mij door het vertrek der spuiten ten volle verzekerd hield, -dat er volstrekt geen gevaar meer te duchten was. - ---"Het is, ja, eene schoone zaak, zulke brand-assurantien; dacht -ik bij mij zelve, toen ik mij weder te bed begaf; doch zij kunnen -tevens veel aanleiding tot ongelukken geven, door de eigenaars der -aldus verzekerde huizen al te zorgeloos te maken, en hen de noodige -behoedzaamheid tegen de gevolgen van het vuur te doen verzuimen. Ja, -zou zelfs de een of andere deugeniet zijn huis, zijne koopwaren en -zijnen inboedel niet ver boven de waarde kunnen doen assureren, en -vervolgens zelf den brand er in steken, om dus, op de schandelijkste -wijze, een onregtvaardig voordeel te bejagen?" - -Deze aanmerking deelde ik, den anderen morgen, mijner gastvrouw mede, -en zij gaf mij ten antwoord, dat eensdeels op deze misdaad de dood -stond, ja, dat er voor achtien maanden nog een zeker persoon, die -zich hieraan schuldig had gemaakt, was opgehangen; en ten andere, -dat de brand-societeit, alvorens assurantie te geven, huis, goederen -en inboedel deed waarderen, en het regt had, om telkens, wanneer het -haar goed dacht, deze schatting te doen herhalen. - -Dit antwoord voldeed mij slechts ten halve; want daags na de schatting, -dacht ik, kan men immers het beste en voornaamste gedeelte der goederen -en meubelen aan kant maken; in een woord, geene waardering, hoe hoog -ook aangeslagen, zou mij die verregaande onverschilligheid kunnen -inboezemen, welke ik bij de Engelsche, wier bezittingen geassureerd -waren, opmerkte. - -Het moet dus wel waar zijn, dat het goede op dit ondermaansche altijd -door het kwade vergezeld wordt. - - - - - - - -X. - -DE SCHELLEN. - - -"Kent gij het Schellen-Eiland?" zeide ik, op zekeren dag, tegen mijnen -vriend, terwijl wij zamen door de stad wandelden. - ---"Neen! Of bedoelt gij, met opzigt tot de schellen, een eiland, -even als het Eiland der Lantaarnen, waar de vrolijke Panurge zijn -leven reddede." - ---"Juist! Het Schellen-Eiland is een oud, afgesleten en reeds sedert -lang vergeten zangspel, doch welks titel Londen mij herinnerd heeft; -want de titel-alleen is alles, wat ik van die Opera weet. Deze stad -mag waarlijk wel de Schellen-Stad genoemd worden; en de reden, -dat men de schellen niet aan de deuren vindt, is buiten twijfel, -wijl zij zich met eene wandeling door de stad vermaken." - ---"Neen, het is, omdat de meeste Londensche uitventers, niet tevreden -met u de ooren door hun vreesselijk geschreeuw te verdooven, er, -ten overvloede, nog eene schel bijvoegen, ten einde des te beter -de algemeene opmerking tot zich te trekken, en dus doende hunne -koopmanschappen aan den man te brengen.--Dit kind, dat gij daar ziet -met die groote toegedekte mand op het hoofd, waarvan het evenwigt door -de toppen zijner linker vingeren wordt bewaard, terwijl hij met de -regterhand eene groote schel doet klinken, en welks piepende stem en -schelle toonen u het trommelvlies schijnen te zullen breken, verkoopt, -bij voorbeeld, koekjes, om in de thee te doopen, welke de Engelschen na -den maaltijd nuttigen. Gindsche vrouw, die met moeite dien grooten, met -een oud vloerkleed bedekten, kruiwagen voortstuwt, waaraan eene soort -van klok is vastgehecht, is eene appelenverkoopster. Deze man, die, -niettegenstaande hij aan iederen arm eenen zwaren korf heeft hangen, -nogtans zijne schel kan doen klinken, is een koopman in taartjes en -pastijtjes.--Die andere, die op zijde van dat, met twee oude knollen -bespannen, karretje, zijn klokje doet hooren, is de vuilnisman; want -te Londen smijt men het vuilnis niet, zoo als te Parijs, op de straat, -maar men legt het hier of daar in huis in eenen hoek neder, en men -ontdoet er zich van, als men door het zoo even vermelde klokkenspel -de nadering van het voertuig ontwaart, dat met de wegruiming van -hetzelve belast is. Let slechts eens op! ziedaar juist eene meid; -die hem eenen korf vol overgeeft, welken hij in zijn karretje ledigt." - ---"En wat zijn dat voor twee menschen, welker hoeden rondom met -papieren behangen zijn, waarop, naar het mij voorkomt, groote -geschrevene letters staan, en die beurtelings eenige onverstaanbare -woorden brullen, en dan wederom op eenen koehoren blazen, welk geluid -nog tienmaal erger is, dan al het geklank der schellen?" - ---"Het zijn liedjeszangers en uitventers van nieuwstijdingen. Met -groote letters schrijven zij op de papieren, welke hunne hoeden -bedekken, den korten inhoud van het nieuws, hetwelk hunne tijdingen -bevatten, ten einde, langs dezen weg, hunne waar, naar hunne meening, -des te beter te slijten. Zoodra de avond valt, hebben zij eene -brandende toorts, om het opschrift op hun hoofd te verlichten. Ook -liegen zij even zoo onbeschaamd als uwe uitventers van nieuwstijdingen -te Parijs, en verhalen zeer omstandig en op eenen verzekerenden toon -gebeurtenissen en voorvallen, welke men zeer verwonderd is in het -geheele blad niet te kunnen vinden, hetwelk zij den nieuwsgierigen -nog wel voor eenen schelling (vier en twintig stuivers Fransch) in -de hand stoppen, daar men het aan het expeditie-kantoor zelve voor -zeven pences, of veertien stuivers, kan bekomen." - ---"Nog al een schelletje! Wat is dat nu weder voor eene figuur met -zijnen rooden rok, die in de eene hand, naar het schijnt, eenen ledigen -zak heeft, en met de andere op de maat klinkt, en wel op eene geheel -andere wijze dan zijne kameraden, de overige kooplieden?" - ---"Dat is geen koopman, maar een, die brieven aanneemt, om ze op den -post te bestellen. Door dat geluid geeft hij zijne nabijheid te kennen, -en tegen betaling van eene pence voor iederen brief, belast hij zich -voor den post met alle, welke men hem ter hand wil stellen." - ---"Hij zal dus niet veel fortuin maken: er zijn hier immers eene -menigte van brievekassen, aan welke men, daar het niets kost, buiten -twijfel de voorkeur zal geven." - ---"Dit is zoo; maar de brievekassen zijn niet langer open, dan tot -des avonds te vijf ure, en van vijven tot zessen doen de bestellers -hunne ronde. Indien gij zelfs na zessen nog eenen brief hebt, waar -haast bij is, kunt gij hem tot zeven ure toe nog op het postkantoor -kwijt worden, en tegen betaling van zes pences voor iederen brief, -worden zij nog in het maal gesloten. O mijn vriend! Londen is eene -heerlijke stad! Alles is daar berekend, om--" - ---"om geld te winnen!" - - - - - - - -XI. - -DE SCHOUWBURG. - - -Ons onderhoud over de schellen bragt ons bij den schouwburg van -Covent-Garden, waar wij dezen avond een vertooning van Beverleij, -in het Engelsch den Speler genaamd, zouden bijwonen. - -"Waar zullen wij onze plaats nemen?" vroeg mijn vriend C. - -"--Mijne plaats is bij verkiezing altijd in het orchest: men kan daar -volmaakt goed hooren, en heeft tevens een uitmuntend gezigt op het -tooneel en op de aanschouwers." - -"--Er is geen orchest in de Engelsche schouwburgen. Slechts -een parterre of bak. Hetgeen men hier het orchest noemt, is, bij -uitsluiting, geheel alleen voor de muzijkanten geschikt; en hoe vol -het ook zijn moge, nimmer doet men deze heeren, zoo als te Parijs -meermaals geschiedt, hunne plaats verlaten: het publiek zou zulks -volstrekt niet dulden." - -"--Laat ons dan in den bak gaan zitten, mids wij er geen al te slecht -gezelschap aantreffen." - -"--Slecht gezelschap in den bak? Wees daarvoor niet bang. Tegen drie -en een' halven schelling de plaats, behoeft men niet te vreezen, -Jan Rap en zijnen maat te zullen ontmoeten; dat volkje bezet de -galerijen. Derhalve in den bak, mijn vriend, ten minste," voegde -hij er schertsende bij, "zoo gij, na eenige oogenblikken, niet van -besluit veranderd zijt?" - -Tot aan het tooneel genaderd, zagen wij eene menigte van wel omtrent -drie honderd personen, zoo mannen als vrouwen, allen zeer wel gekleed, -die zich onderling duwden en stootten, en bij afwisseling verdrongen, -even als de baren van eene verbolgene zee. Uit het midden van deze zoo -zaamgepakte menigte hoorde men somwijlen een half gesmoord geluid; -want die zich eenmaal in dezen drom bevindt, kan er zich met geene -mogelijkheid weder uitredden. - -"--Wat beteekent deze oploop?" vroeg ik mijnen vriend. - -"--Het zijn de vaste klanten van den bak. Dezen drom moeten wij met -handen en voeten, zoo goed wij kunnen, trachten door te boren: komaan, -dat gaat u voor! pas slechts op uw horologie en op uwe goudbeurs: -de Londensche zakkenrolders geven den Parijschen niets toe. Laat ons -ten minste ons best doen, om dit vermaak niet duurder, dan met eenen -gescheurden rok, te betalen." - -"--Een oogenblik, als het u belieft. Moet men ook zoo dringen, om in -de loges te komen?" - -"--Geenszins, want men betaalt daar zeven schellingen, en buitendien -zijn de meeste plaatsen daar reeds besproken." - -"--Laat ons dan liever in eene loge gaan.--Maar waarom houdt de -politie geen beter toevoorzigt? een dozijn soldaten zou voldoende zijn, -om de orde te bewaren, en men kon....." - -"--Politie! Soldaten!--Altijd en eeuwig Fransche denkbeelden en -begrippen!--Vergeet gij dan, dat gij in een vrij land zijt? Twintig -personen mogen in dit gedrang versmoord worden; doch zoo zich slechts -een soldaat liet zien, zou men hem zeker steenigen." - -"--Dus bestaat de Engelsche vrijheid gedeeltelijk in het voorregt, -om zich plat te laten drukken?" - -"--Maar men heeft immers de vrijheid, om er zich niet aan bloot te -stellen, en niet in den schouwburg te gaan, of, zoo als wij zullen -doen, in de loge plaats te nemen." - -Nu kwamen wij door eene andere deur aan den ingang der loges. Bij -het inkomen der zaal werden, in eene soort van een voorportaal, de -kaartjes uitgegeven.--De kaartjes! ziedaar al wederom eene Fransche -benaming!--Het waren geene kaartjes, maar ronde koperen stukjes, -ter grootte van eenen stuiver, waarmede men bewijst, dat men het regt -gekocht heeft, om de vertooning bij te wonen. Zoodra men derhalve voor -zeven schellingen wettige bezitter van dit stukje koper is geworden, -geeft men het aan een' der suppoosten, en alsdan kan men gaan zitten, -waar men wil; want al de loges zijn van denzelfden prijs, en eene -verdieping hooger of lager maakt hier geen onderscheid. - -Alle loges op den eersten omgang waren reeds bezet; wij moesten -dus ons fortuin eene verdieping hooger beproeven, waar de voorste -banken insgelijks alle verhuurd waren; want dit voorregt heeft men -in de Londensche schouwburgen, dat men geenszins verpligt is, om eene -geheele loge af te huren: men kan er zoo vele en weinige plaatsen in -bespreken, als men verkiest; doch men kan zich tevens van de besprokene -plaatsen niet langer verzekerd houden, dan tot het einde van het -eerste bedrijf: alsdan geldt de spreuk: die het eerst komt, die het -eerst maalt! en zij, die ze besproken hebben en te laat komen, moeten, -in dat geval, gaan zitten, waar zij het best kunnen. Het uitwendige -van den schouwburg had mij juist geen zeer gunstig denkbeeld van -denzelven gegeven. Het is een groot en eenvoudig van tigchelsteen -opgehaald gebouw, waaraan men geen den minsten luister of pracht -kan bespeuren, in een woord, ten naastenbij gelijk aan al de overige -huizen van Londen: het eenige verschil bestaat in deszelfs hoogte en -meerdere grootte. Ik werd dus niet onaangenaam verrast, toen ik het -inwendige even zoo bevallig vond, als mij het uitwendige onbehagelijk -was voorgekomen. De loges zijn alle rood geschilderd en fraai afgezet -met vergulde randen en lijsten. Het schilderwerk is altijd levendig en -frisch, omdat het zeer dikwijls wordt opgehaald. Ook hangen er geene -kroonen in het midden van de zaal; maar tusschen iedere loge eene -sierlijk bewerkte kristallen branche met vier waskaarsen, hetwelk -aan de Engelsche vrouwen een voorregt verschaft, dat de Fransche in -onze schouwburgen, helaas! moeten ontberen, het voorregt namelijk -van zeer duidelijk gezien en opgemerkt te kunnen worden. Beneden -is alles bak. De hoogte der zaal is verdeeld in vijf galerijen of -rangen, men heeft er geene loges in de kolommen zelve, noch op zijde -van het orchest aan het tooneel, ook niet in het midden tegenover de -vertooners, even min als getraliede loges, die echter zoo gemakkelijk -en aangenaam voor eene zekere soort van liefhebbers zijn. - -Ik zocht de galerijen, waarvan mijn vriend C... gesproken had, maar -ik ontdekte ze niet. - -"Men geeft dezen naam," zeide hij, "aan dat gedeelte van de vierde en -vijfde rij loges, dat vlak tegenover het tooneel is, en aan hetgeen -wij in Frankrijk het amphitheatre of paradijs noemen. De prijs -der plaatsen is op den vierden rang, de eerste galerij genaamd, -twee schellingen, en op den vijfden, of de tweede galerij, slechts -een. Deze galerijen, bijzonder de tweede, zijn altijd met het -gemeenste volk bezet; fatsoenlijke lieden zouden zich schamen er -gezien te worden: ook wordt dit gedeelte van het publiek met veel -minder omstandigheid behandeld. Op deze twee bovenste galerijen ziet -men noch branches noch waskaarsen: het zijn planeten, die slechts -verlicht worden door de stralen der zon, die onder hen haren luister -verspreidt. Het zal toch niet noodig zijn, te zeggen, dat hier nooit -eene wacht van soldaten, maar altijd eenige politiebedienden gevonden -worden."--Voorts worden uit deze hoogte somwijlen de tooneelspelers, -die hunne rol niet naar genoegen vervullen, met gebraden appelen -of notedoppen begroet. Dezen zelfden avond nog werd er eene ledige -flesch van de bovenste verdieping naar beneden in den bak gesmeten, -doch kwetste gelukkig niemand; en een bezopen kerel tuimelde van de -tweede op de eerste galerij. Het is den geëerden lezer zonder twijfel -bekend, dat de dronkaards hunnen eigen God er op na houden: degene, -die viel, bezeerde zich dus zelf niet, maar hij, die de eer had, van -hem op zich te ontvangen, moet waarschijnlijk geen aanbidder van dien -God geweest zijn; want door de zwaartekracht van zijnen bovenbuur, -kwam hij er met niet minder af, dan met eenen gebroken arm. - -Eenige jaren geleden is de schouwburg van Covent-Garden tot den -grond toe afgebrand. Bij den nieuwen opbouw hadden de ondernemers -eenen rang met getraliede loges doen maken, om ze tot eenen hoogeren -prijs te kunnen verhuren: ook hadden zij de plaatsen in den bak -op vier schellingen gezet. Doch deze nieuwigheden mishaagden John -Bull. Men liet, gedurende vijftien dagen, den schouwburg stil staan, -en toen er toch eindelijk moest gespeeld worden, werd de ingang van -den bak alle avonden overrompeld: sommigen smeten hunne drie en een' -halven schelling, onder het doordringen, in het kantoor, anderen, -en wel de meesten, baanden zich met geweld eenen weg, zonder iets te -betalen; de tooneelspelers werden, zoodra zij te voorschijn kwamen, -met modder en slijk begroet, en ten laatste zagen zich de ondernemers -genoodzaakt, den gewonen prijs van den bak tegen drie en een' halven -schelling weder in te voeren, en de getraliede loges te onttralien. - -De zaal heeft ten naastenbij dezelfde grootte en gedaante als die der -Opera te Parijs. Zij was dezen avond zoo ongemeen vol en opgepropt, -dat men verscheidene personen aan de deur moest afwijzen. De oorzaak -van dezen grooten toevloed was de terugkomst van miss O'Neil, eene -jonge en bevallige actrice, aan welke de Engelschen de vereenigde -bekwaamheden toeschrijven van onze twee voornaamste treurspelspeelsters -te Parijs, welke ik niet noodig acht te noemen, dewijl zij bij -iederen kunstlievenden lezer, zonder twijfel, bekend zijn. Zij had -een pleizierreisje door de provintien gedaan, en gedurende dien tijd, -volgens het algemeene praatje, het geringe sommetje bijeen gebragt van -acht duizend pond sterling (192,000 Fransche livres.) De dagbladen, -waaruit ik deze bijzonderheid geput heb, zwijgen echter, of miss O'Neil -tot de bijeenzameling van deze aanmerkelijke som ook nog van iets -anders, dan van hare tooneelbekwaamheden gebruik heeft moeten maken. - -Zij zou dezen avond voor de eerste maal na hare terugkomst de rol van -mistress Beverleij vervullen: Kemble, een zeer goed treurspelspeler, -was Beverleij: de overige rollen werden allen uitgevoerd door de -eerste en voornaamste personaadjes van den troep.--Troep? dit woord -zal mogelijk sommigen fijnen ooren min of meer kwetsen; ik bezig het -echter met voordacht, omdat het mij het meest gepaste voorkomt. - -Na het voorstuk werd Jean Bart gegeven, een uit het Fransch vertaald -stukje; want zeer vele van onze melodrames worden te Londen gespeeld, -en maken daar, niettegenstaande den nationalen hoogmoed en eigenliefde -der Engelschen, den grootsten opgang. - -De Ekster, onder anderen, is op de drie voornaamste tooneelen dezer -stad gegeven, en heeft drie maanden lang den grootsten toeloop -gehad. Een jong tooneelspeler, die de rol van eenen onnoozelen -vervulde, trok mijne aandacht bijzonder tot zich: hij had een -ongedwongen, boertig en natuurlijk spel, en heette, zoo als men mij -zeide, Liston. Tusschen het voor- en nastuk wandelden wij, eenige -oogenblikken, in eene soort van gang of galerij, die tamelijk naauw -was en veel geleek naar onze zoogenaamde kagchelkamers, maar die -verre na niet aan het fraaije van de zaal beantwoordde. Ligtelijk -zal de lezer raden, dat men, bij het uitgaan van den schouwburg, -niet meerder orde en geregeldheid en even min betere voorzorgen van -de politie aantreft, dan bij het inkomen. De koetsen redden zich uit -het gedrang, dank der breede straten! en de voetgangers, dank den -zijpaden en der vlugheid hunner onderdanen! - -"Welnu," zeide mijn vriend, bij het uitgaan, "wat dunkt u van ons -tooneel? Hoe is het u bevallen?" - ---"Hm! wel!" - ---"Dit wel komt niet regt uit de borst!" - ---"Wat zal ik u zeggen? Aristoteles en Euripides, Boileau en Racine -hebben mijnen smaak en mijne wijze van beschouwen veranderd en -misschien bedorven. Ik kan mij niet vermaken met mij in hetzelfde -bedrijf bij Stukely en Beverleij gebragt te zien, dan eens in een -dobbelhuis, en dan weder bij Beverleij. Tot dertienmaal is het -tooneel in dit stuk veranderd. Onze gedrochtelijke melodrames zijn -meesterstukken bij de Engelsche treurspelen, uitgezonderd de Cato -van Addison, welk stuk den Engelschen echter niet bevalt, omdat er te -veel orde en regelmatigheid in heerscht. De kleeding, de decoratien en -al de overige toestel zijn even zoo keurig en voldoende, als men in -Frankrijk zoude kunnen verlangen. Wat uwen acteurs en uwer actrices -betreft, neem het mij niet kwalijk, mijn vriend! dezen verwijderen -zich te zeer van de natuur door dezelve al te nabij te volgen, of -liever, zij stellen haar zoodanig voor, dat de nabootsing onaangenaam -en wanstaltig wordt. Kan het u, bij voorbeeld, treffen, Beverleij als -eenen razenden Roeland over het tooneel te zien vliegen, en zich op -den grond te wentelen, om de hevigheid der smarten uit te drukken, -welke hem het ingenomen vergift veroorzaakt? Geeft het vreesselijke -gegil zijner vrouw, wanneer zij het lijk van haren man ontwaart, -en het stuiptrekkend hikken en snikken, waarop zij den aanschouwer -vergast, geenen allerslechtsten smaak te kennen? Geenszins wil ik -aan sir Kemble en miss O'Neil de bekwaamheden ontzeggen, noch den -lof ontnemen, welken geheel Engeland hun beiden toezwaait, maar, -mijns bedunkens, zijn zij zeer verre verwijderd van hetgeen Larive -en mejufvrouw Raucourt voorheen waren, en hetgeen Lafont en mejuffer -Georges nog heden bij ons zijn. - -Eenige dagen later ging ik insgelijks den schouwburg van Drury-Lane -bezoeken; doch ik wil er liefst niets van zeggen, omdat ik ten -naastenbij dezelfde aanmerkingen zou moeten herhalen, welke ik over -dien van Covent-Garden gemaakt heb. - -Betreffende de Opera, deze was nog niet geopend; doch daar ik het plan -heb, om nogmaals, gedurende dezen winter, eenige weken in Londen door -te brengen, zal ik er alsdan mijnen geachten lezers rekenschap van -kunnen geven, indien het verhaal van mijn eerste verblijf gelukkig -genoeg geweest is, om hen eenige oogenblikken te hebben bezig gehouden. - -Intusschen zijn deze drie tooneelen de voornaamste in Londen. Er -zijn nog wel eenige andere schouwburgen van minder belang; maar al -hadde ik den tijd gehad, om dezelve te bezoeken, zou ik er echter -hier niet van gesproken hebben. Wanneer men met Achilles begint, -mag en moet men niet met Thersites eindigen. - - - - - - - -XII. - -DE STRATEN EN HUIZEN. - - -"Welke is de naaste weg naar Portland-street?" - -Dit was de vraag, welke ik alle dagen deed, als ik tot mijnent terug -wilde keeren. Echter deed ik dezelve nooit aan hen, die ik op den weg -ontmoette; wijl men reeds meermalen het kwaadaardig vermaak genoten -had, van mij eenen geheel anderen koers op te geven; maar altijd vroeg -ik in den eenen of anderen winkel, waar ik ook altijd te dezen opzigte -zeer vriendelijk en welwillend ben behandeld geworden. Overigens was -ik den weg niet kundiger bij mijn vertrek, dan bij mijne aankomst. - -Hierover moet men zich geenszins verwonderen; want op de straten -van Londen kan men het gezegde van Ovidius, wegens de Zee-Nijmphen, -toepasselijk maken. - - - ...... Facies non omnibus una, - "Non diversa tamen, qualem decet esse sororum." - - -Zij zijn allen lang, regt en breed, met een voetpad op zijde, en -de huizen alle gelijkvormig gebouwd. Ook vindt men op alle hoeken -winkels of kassen, welke ieder in hunne soort geene verschillendheid -aan het gezigt opleveren. De muren schijnen met eene vale, doffe kleur -bestreken, hetwelk geenszins het gevolg der kunst is; maar welke kleur -zij zeer spoedig aannemen, ten gevolge van de aldaar niet zeldzame -dikke nevels en den zwarten kolendamp, waarop de geheele stad, ten -minste negen maanden van het jaar, gastvrij onthaald wordt. Voeg hier -nog bij, dat de namen der straten, alhoewel op bordjes met zeer groote -letters geschreven, meestal onleesbaar zijn; wijl dezelfde damp, -welke zicht aan de muren hecht, ook hen met dezen klevenden walm -bezoedelt. Des avonds vooral is het volstrekt onmogelijk, die namen -te lezen; wijl de wijze, waarop de straten te Londen verlicht zijn, -nergens anders toe schijnt te dienen, dan om, zoo als Milton zich te -regt uitdrukt, de duisternis zigtbaar te maken. - -Ik zal echter niet zeggen, dat er gebrek is aan lantaarns; doch -geenszins kan ik er het woord lichtende bijvoegen. Van vijftien tot -zestien schreden zijn de straten aan weerszijden er mede voorzien; en -zij hangen in het lange bezijden het voetpad aan ijzeren staven; maar -het licht, dat zij van zich geven, is zoo gering, en verspreidt zoo -weinig helderheid, dat men het zeer gevoegelijk bij het afschijnsel -dier insecten kan vergelijken, welke in eenen donkeren, zoelen -zomernacht den glans ten toon spreiden, waarmede de natuur hen heeft -uitgedost. Geloof echter niet, dat men deze hooggeroemde zijpaden, -waarvan niet weinig gesproken wordt, zoo maar doodgerust kan betreden, -zonder de vreesselijkste gevolgen van de minste afgetrokkenheid -te moeten duchten. Wel is waar, dat men het gevaar van paarden en -rijtuigen niet te vreezen heeft, maar men heeft desniettemin al -zijne oplettendheid noodig, om zich voor andere gevaren te hoeden, -waardoor men, bij iederen voetstap, bedreigd wordt. Bij voorbeeld, -de kruiwagens der uitventers, de vaten der melkboeren, die volkomen -aan onze waterdragers gelijk, en met het krieken van den dag tot des -avonds te zeven ure, door de gansche stad op de been zijn; de vrachten -van allerlei soort, waarmede de dragers langs de straten zwieren; -de schoppen en bezems der straatvegers, de manden der bakkers en -gebakverkoopers; de planken, de gereedschappen en de werktuigen, -waarmede de verschillende ambachtslieden heen en weder loopen, -en bovenal de metselaars met hunne kalkbakken. Maar hoed u, in 's -hemels naam, voor de ladders der lantaarnopstekers: dezen loopen, -zoo haast de avond begint te vallen, als gek en dol door de stad, -met hunnen ladder op schouder, van lantaarn tot lantaarn, ten koste -van het gevaar, om alles onder de voet te werpen, wat zich op hunnen -weg bevindt. Intusschen is deze haast zeer verschoonbaar wegens de -groote menigte lantaarnen, die ieder in zijne wijk te verzorgen heeft. - -Echter is het geenszins voldoende, slechts vooruit te zien! O neen! men -mag wel op beide zijden, ja zelfs van achteren, oogen hebben. Let ook -vooral wel op, waar gij uwe voeten zet; want voor ieder huis wachten -u twee gapende afgronden. Al de voetpaden zijn hol; wijl de kelders -daaronder loopen. Een rond of vierkant gat, van ongeveer tien of -twaalf duim omtreks, midden in het voetpad, is de deur, waardoor men -den benoodigden voorraad van steenkolen opdoet. Indien dit gat, bij -toeval, op uwen weg open staat, en gij er ongelukkig met de voeten -in raakt, kunt gij, met het grootste gemak van de wereld, een been -breken. Doch dit is nog niet met al; maar indien de ijzeren tralie -of de houten deur, waardoor men in den kelder komt, op het oogenblik -van uw overgaan niet gesloten is, loopt gij zelfs gevaar van den hals -er bij in te schieten; hetgeen zeker nog al iets van belang is! - -Welnu, men gaat ten minste op deze zijpaden droogvoets, zal de lezer -denken. O ja, wanneer het namelijk droog weer is; maar, wanneer het -tegendeel plaats heeft, zijn zij eenen duim hoog met slijk en vuilnis -bedekt, en noch de straatvegers noch de eigenaars der huizen denken er -aan, om den doorgang van deze modderpoelen te zuiveren. Ook ziet men -de mannen altijd in laarzen of slopkousen, terwijl de vrouwen zich -reeds in de verte, door het klateren harer beslagene slijkschoenen -doen hooren, waarmede hare voeten gewapend zijn, en die, met hooge -hielen voorzien, over hare andere schoenen worden aangedaan. - -De gewone breedte der straten staat gelijk met die van de Saint Louis -au Marais, te Parijs: sommige anderen, bij voorbeeld, de Oxford-, -Haymarket-, Portman-street, enz. zijn wel zoo breed als de Boulevard -des Italiens. Doch men moet hier wel degelijk van uitzonderen het -gedeelte der stad, de City, genaamd, hetwelk geheel uit kleine, -naauwe en in en door elkander kruisende straatjes en steegjes bestaat, -die zamen eenen doolhof vormen, waaruit men, eenmaal aan het dolen -zijnde, zich niet gemakkelijk kan redden. Echter vindt men daar ook, -even als elders, steeds de gewone voetpaden, die nogtans zoo smal zijn, -dat men er onmogelijk regt door op kan voortgaan, en die derhalve den -doortogt veeleer stremmen dan bevorderen. In het midden van den weg -is de standplaats der huurkoetsen, en dikwijls vindt men de breedste -straten daarmede zoodanig bezet, dat eene menigte van aankomende en -terugkeerende rijtuigen er ter wederzijde niet langs zouden kunnen -geraken, zonder hunne toevlugt te nemen tot de voetpaden, die veelal -twaalf tot vijftien voet breed zijn. - -Nogtans moet men toestemmen, dat men er niet, even als te Parijs, ieder -oogenblik getrapt, geschopt, gedrongen, geduwd en met de ellebogen -tegen de ribben gestooten wordt. Dit komt gedeeltelijk vandaar, dat het -een algemeen aangenomen gebruik is, om, naarmate men van een zeker punt -afkomt, de regterzijde van het voetpad te houden, terwijl zij, die u -tegenkomen, altijd hunnen weg ter linkerzijde vervolgen: daarenboven -vindt men ook nooit te Londen dat verbazende aantal voetgangers, -hetwelk men in de straten van Parijs ontmoet. Uitgezonderd, in dat -gedeelte der stad, de City genaamd, hetwelk digt bij de beurs is, -levert Londen een volmaakt gezigt op van de voorstad Saint-Germain; -en zeer vele andere wijken wedijveren met de stilte en eenzaamheid, -welke in onze vreedzame Marais heerschen. - -Dezelfde eentoonigheid, die men aan de straten opmerkt, heeft ook, met -opzigt tot de huizen, plaats; want het eenigste onderscheid tusschen -het paleis van een' der voornaamste Lords en de woning van eenen -koopman in kolen, bestaat hierin, dat het eerstgenoemde grooter is, -en bij gevolg eene meerdere uitgestrektheid beslaat. - -Bijna al de huizen zijn drie verdiepingen hoog, de keuken onder den -grond, waar de kok zijn vast verblijf en zijne woonplaats heeft, en -waar derhalve de beef-steaks en puddings gereed gemaakt worden, niet -medegerekend. Ook heeft men bij de woningen der grooten noch stalling -noch koetshuizen, en de prachtigst gekleede Lady moet, zelfs bij het -ongunstigste weder, uit hare koets stijgen, om, aldus het voetpad -overstappende, hare woning te bereiken, wanneer haar rijtuig na de -eene of andere voorstad terugkeert, waar geheele straten gevonden -worden, die alleen uit stallen en wagenhuizen bestaan. De Engelsche -vrouwen dienen dus eenen geruimen tijd tevoren het oogenblik van -haar uitgaan te bepalen, opdat haar rijtuig inmiddels kan besteld -worden.--Beminnelijke Fransche dames, aanbiddelijke schepsels, -wier waarde men des te sterker gevoelt, naarmate men verder van u -verwijderd is: gij, wier bekoorlijk en levendig ongeduld geene minuut -toevens tusschen de geboorte en bevrediging uwer wenschen gedoogt; -wat zou er van u worden, indien gij, bij het opstaan, reeds ernstig -moest overdenken, welk tijdstip van den dag het u zou kunnen invallen, -een toertje te rijden?-- - -Doch laat mij tot de huizen terugkeeren, welker eenvormigheid -ten klaarste aantoont, dat de Engelsche bouwmeesters hunne -verbeeldingskracht en denkvermogen juist niet al te sterk behoeven in -te spannen. Geene versierselen van buiten, geene verschillendheid van -gedaante: de openslaande kruisramen, op de Spaansche wijze, zijn hier -geheel onbekend: de met kleine ruitjes versierde vensters worden op- en -nedergeschoven, zoo als men er hier en daar, in Parijs nog wel eenige -aantreft in huizen uit de eeuw van Lodewijk XIII. Een ijzeren hek, -ten naastenbij eene halven mans lengte hoog, dat tot op het voetpad -uitloopt, bezet de huizen rondom, en laat den aankomende niet meer -dan den benoodigden doortogt tot eene smalle deur, welke den ingang -opent, en op welke een klein koperen plaatje is gespijkerd, waarop -de naam van den bewoner te lezen staat. De trappen zijn, over het -algemeen, zeer smal; in een woord, de geheele verdeeling der huizen is -gebrekkig en gedrongen ingerigt, en verre na zoo gemakkelijk niet als -in Frankrijk; en zoo men er al rijk gemeubelde vertrekken aantreft, -zal men er echter vergeefs dien smaak, die kieschheid, dat bevallige -zoeken, hetwelk, bij uitsluiting, alleen te Parijs gevonden wordt. - -Wat der slaapkamer der Engelschen betreft, deze is het heilige der -heiligen; men zou het onwelvoegelijk achten, u dezelve te laten zien, -evenzeer als de vraag ongepast zou zijn, om er in toegelaten te worden; -en ik geloof niet, dat het meerder moeite zou kosten, in het bed van -eene Engelsche vrouw, dan in de slaapkamer van eenen Engelschen man -den toegang te erlangen. - - - - - - - -XIII. - -* * * * * * - - -"En waarom geeft gij dit hoofdstuk geenen titel?" - ---"Waarom, mijn waarde lezer? wel, omdat de titelfabrijk boven alle -verbeelding moeijelijk aan den gang te houden is. Menig schrijver heeft -minder moeite, om zijn werk te vervaardigen, dan om den behoorlijken -titel er voor te vinden. Vooreerst moet de titel het onderwerp, -dat men behandeld heeft, wel doen kennen, ten tweede moet hij de -nieuwsgierigheid opwekken, en ten derde moet hij het bekoorlijke -der nieuwheid niet ontberen, drie eigenschappen, welke niet ligt met -elkander te vereenigen zijn. Intusschen had ik, na eenige ernstige -uren overwegens, er reeds drie gevonden, die mij voorkwamen al deze -vereischten te bezitten, en nu vond ik mij met niets meer verlegen, -dan met de keuze: terwijl ik tevens bij mij zelven de opmerking maakte, -dat somtijds eenige jonge lieden van eene vurige verbeeldingskracht, -en beminnaars van eene te levendige schilderij, op het zien alleen van -een' dezer titels, zich zouden kunnen vleijen, in deze afdeeling iets -te vinden, hetgeen ik nooit voornemens was geweest er in te plaatsen, -en dus, bij het einde, ontevreden zouden geweest zijn, dat zij hunnen -smaak niet voldaan gezien hadden; of wel, dat een of ander beminnelijk -wijsneusje of bedilstertje, deze mijne Vijftien Dagen in een gezelschap -voorlezende, zoude meenen, deze geheele afdeeling te moeten overslaan, -uit vreeze van er dingen in aan te treffen, welke zij liefst alleen -voor zich wilde weten. Ik besloot dus, den titel geheel en al weg te -laten, en terstond tot den inhoud zelven over te gaan." - -Op zekeren avond had men mij in de Leaden-Hall-street, omtrent -anderhalf mijl ver van mijne woning gelegen, op de thee gevraagd; -want de geëerde lezer moet weten, dat men hier op de thee, even als -bij ons op eenen maaltijd, verzocht wordt. Nu had ik echter volstrekt -geene vrees, van aan het dwalen te zullen geraken, terwijl ik, om naar -mijn huis terug te keeren, eenen hoek uitgezonderd, slechts regt toe -regt aan had te loopen. Omstreeks half elf nam ik mijn afscheid, en -keerde geheel vreedzaam en nuchter, wijl de theedampen mijne hersens -geenszins beneveld hadden, naar mijnent terug, toen mij eensklaps in de -straat Cheapside drie lieve jonge meisjes den weg afsneden. Eene dezer -nachtmadeliefjes voerde het woord, en zeide, dat het haar toescheen, -dat ik zeer koud was, en stelde mij derhalve zeer beleefdelijk voor, -tot harent te komen, waar ik een goed, lekker, vuurtje zou vinden, -om mij te warmen. Ik antwoordde haar, dat ik geenen tijd had, om van -hare vriendelijke uitnoodiging gebruik te maken. Intusschen hadden de -twee andere Nimfen zich reeds van beide mijne armen meester gemaakt, -inmiddels de spreekster, die er het snoepigst uitzag, altijd voor -mij bleef staan en ten sterkste op haar vriendelijk verzoek aandrong. - ---"Maar mijn hemel! lieve kindertjes, gij weet denkelijk niet, dat -ik reeds vijf en veertig jaren oud ben? Wat wilt gij toch?" - ---"Kom, mijn schatje!" zeide eene der twee anderen, "laat ons in dit -koffijhuis gaan: wij kunnen er eene vrije kamer nemen, en zullen, -onder een kommetje punch, wat lagchen en praten." - ---"Lagchen? Ach! lieve meid, gij brengt mij daar in eene groote -verzoeking; want ik heb nog niet gelagchen, zoo lang ik in Engeland -ben; maar--" - -Wel nu, lezer! wat zou ik hier doen? en wat zoudet gij gedaan -hebben? drie tegen een!--O ja, ik begrijp u; maar--ja wel is het -koud! Kunt gij u dan geen paar groote zwarte oogen verbeelden, die, -even als ik, uw antwoord radende, zich zedig naar den grond rigten? Zij -onttrekken zich derhalve aan uwe nieuwsgierigheid--maar wacht slechts, -ik zal u het vermaak bezorgen van dezelve te bevredigen. Reeds had -men mij het middel aan de hand gedaan, om zich aan de opdringende -beleefdheden van dit slag van juffertjes te Londen te kunnen -onttrekken. Ik tastte dus in mijnen zak en liet haar, bij het -flaauwe lantaarnlicht, een drieschellingsstuk in de oogen blinken, -met verzoek, het geringe niet te versmaden, maar daarvoor op mijne -en hare gezondheid te drinken; en, zonder mijne verdere verschooning -af te wachten, dat ik onmogelijk van de partij kon zijn, waren zij -in een oogenblik uit mijne oogen verdwenen. - -De geheele Cheapside en Holborn-street langs ontmoette ik nog een -aantal soortgelijke lievertjes, die alle willens schenen te zijn, -mij dezelfde aanbiedingen te doen; doch ik schermde zoodanig met -de voeten, en sloeg mijne armen, voor de koude, gedurig dermate in -elkander, dat geen van haar mij durfde staande te houden. - -In de Broad-Saint-Bloomsburij komende, had ik wederom eene nieuwe -vertooning. Het getal der vrouwlieden van denzelfden stempel was -wel niet minder, maar ik trof hier een geheel ander slag aan: -zij waren lang na zoo goed niet gekleed als de vorige, en hare -vuurroode gezigten en verwilderde oogen, alsmede hare schorre stemmen -verkondigden genoegzaam den trap van dronkenschap, waarop zij zich -bevonden. Een beschonken man is een onaangenaam voorwerp; hij maakt -echter geenszins dien hatelijken, afkeerigen indruk op ons, welken -eene beschonkene vrouw veroorzaakt; maar het afschuwelijkste beeld, -dat de dronkenschap immer kan voorstellen, is, wanneer zij zich -vertoont in jonge meisjes van vijftien tot twintig jaren. - -Eindelijk bereikte ik de Oxford-street, en nu stapte ik gerust -en bedaard voort; want ik kende het regtsgebied, waarop ik mij -bevond. Echter ontmoet men in deze straat, even als in anderen te -Londen, zoodra de lantaarnen zijn opgestoken, een aantal meisjes, -geheel alleen, of twee en twee wandelende, en altijd zeer haastig -gaande, als of zij gewigtige zaken te verrigten hadden. In het -voorbijgaan geven zij een lonkje, een stootje met den elleboog, vragen, -hoe laat het is, of vernemen naar den weg; doch nooit zullen zij zich -aan iemand opdringen, zoo als dit mij in Cheapside-street gebeurde. - -Het getal dezer gedienstige schepselen is in Londen oneindig grooter -dan in Parijs; ja men zou bijna moeten gelooven, dat zij een vierde -gedeelte der vrouwelijke bevolking van de geheele stad uitmaken. Maar -ongelukkig, driewerf ongelukkig de vreemdeling, die, door de koude -bevangen, toestaat, dat zij hem verwarmen! Het gevaar daarvan is nog -aanmerkelijk grooter, dan te Parijs, en hij mag wel tevreden zijn, -zoo hij, bij zijn vertrek, niets anders dan zijne beurs of zijn -horologie verloren heeft. - -Zij, die eenigzins fortuin gemaakt hebben, en vermogend genoeg zijn, -om zich behoorlijk te kunnen kleeden, gaan hare bekoorlijkheden in -de schouwburgen ten toon spreiden. Het getal dezer gelukzoeksters is -niet gering: zij bezetten gewoonlijk, en bijna zonder uitsluiting, -de achterste bank van al de rangen der loges, hetgeen den jongen -meisjes van geboorte en fatsoen, die aan de zijde harer moeders op de -eerste of tweede bank zitten, gelegenheid verschaft, om, door even om -te zien, haren ganschen handel te beöogen, en hare gesprekken met de -niet zelden halfdronkene lichtmissen van woord tot woord te verstaan, -zoo dat zij, op deze wijze, al ligt eenen gevaarlijken indruk van -zedebedervende en verpestende grondbeginselen ontvangen. - -De meeste dezer ligte troepen verschijnen echter eerst tusschen het -voor- en nastuk, dewijl men in de Londensche schouwburgen dan slechts -half geld behoeft te betalen. - - - - - - - -XIV. - -HET BRITSCHE MUSEUM. - - -Op zekeren morgen kwam mijn vriend C... mij afhalen, om mij het -Britsche Museum te laten zien, hetwelk alleen des maandags, woensdags -en vrijdags open staat. - -"Ha! Ha!" riep ik uit, toen ik het ontwaar werd, "zie daar iets -nieuws! zie daar dan eindelijk eens groote deuren, een fraaij -voorplein, aan beiden zijden vleugels, trotsche kolommen, snij- en -beeldwerk, en een prachtig gebouw met eenen schoonen tuin! Inderdaad, -zoo dit alles niet bewalmd en beslagen ware, zou ik mij kunnen -verbeelden, te Parijs verplaatst te zijn." - -"Dit huis--"zeide hij"--is door de erfgenamen van den hertog van -Montaigu aan de bestuurderen van het Museum verkocht geworden voor -de aanmerkelijke som van tien duizend pond, dat is 240,000 livres -Fransch. Deze hertog, die omtrent het jaar 1680 gezant in Frankrijk -was, nam het besluit, om in Londen een paleis te doen bouwen in eenen -beteren stijl, dan tot dusverre daar gebruikelijk was. Te dien einde -liet hij van Parijs eenige bouwkundigen en werklieden komen, welke dit, -hetwelk gij daar voor u ziet, gesticht hebben." - -"Ha! nu verwonder ik mij niet langer!" zeide ik, terwijl wij ons nog -in het voorportaal tusschen de kolommen bevonden. Doch toen wij dit -doorgegaan waren, hield men ons tegen, en bragt ons in eene groote -zaal gelijkvloers, waar wij in een zeer groot boek onze namen en -woonplaatsen moesten opschrijven. Deze voorzorg had, zeide men ons, -het doel, om te verhoeden, dat er niets kon weggenomen of gestolen -worden; hetgeen buitendien zeer moeijelijk zou geweest zijn; want -uitgezonderd de standbeelden, welke men zeker niet gemakkelijk in -den zak zou hebben kunnen steken, is alles wel degelijk achter slot -en grendel. - -Tien zalen, meerendeels gelijkvloers, bevatteden Grieksche, Romeinsche -en Egijptische oudheden, stand- en borstbeelden, vazen, kandelaren, -mumiën en verdere zeldzaamheden, waaronder men waarlijk kostbare -voorwerpen vindt. Onder anderen trok een klein marmeren vrouwenhoofd -mijne aandacht bijzonder tot zich, dewijl het hoofdhaar uit een los -stuk was gehouwen, hetwelk men, even als eene pruik, kon afnemen en -weder opzetten; eene zeldzaamheid, welke ik nergens heb aangetroffen. - -Wat der Egijptische oudheden betreft, deze waren meerendeels door de -Franschen bijeenverzameld ten tijde van hunne landing en hun verblijf -in Egijpte. Ten gevolge der kapitulatie van Alexandrie, in September -1801 gesloten, is deze verzameling in het bezit der Engelschen gekomen. - -In twee dezer zalen vond ik verscheidene werktuigen en gereedschappen, -die weleer den Romeinen tot huisraad zouden verstrekt hebben: bij -voorbeeld armbanden, oor- en vingerringen, halssieraden, vazen, -kandelaren, lampen, spiegels en verdere toestel. - -Bovenal verdient hier genoemd te worden eene groote menigte Etrurische -vazen van verschillende gedaanten en onderscheidene grootte; doch het -kostbaarste stuk is, buiten tegenspraak, de prachtige vaas, welke, -gedurende twee eeuwen, het paleis der Barberini's te Rome versierd -heeft, en thans in Engeland algemeen den naam van den Portlandsche Vaas -voert, dewijl zij, door verloop van tijd, in het bezit van den hertog -van Portland is gekomen. De grond van deze vaas, die juist geenen -grooten omtrek heeft, is een schoon donkerblaauw, en de beelden, -waarmede dezelve versierd is, zijn van de fraaiste zilverkleur; -derzelver fijnheid en kunstbewerking kan men zich naauwelijks -verbeelden. Dit gedeelte bezigtigd hebbende, kwamen wij in den gang -terug, en bereikten, langs eenen breeden en gemakkelijken trap, de -eerste verdieping, die de voornaamste partij van het geheele gebouw -is. De plafond van deze zaal was niet minder prachtig geschilderd, -dan die van eene tweede, welke wij vervolgens bezigtigden. De eerste -stelde Phaëton voor, verzoekende zijnen vader, ten bewijs van zijne -goddelijke afkomst, de zonnepaarden te mogen mennen, en de tweede -den val van dezen vermetelen jongeling. - -"Ziedaar een overheerlijk schilderwerk!" zeide ik tegen mijnen -vriend C..., "en hetwelk, niettegenstaande deszelfs oudheid, zeer -goed bewaard is gebleven." - -"Neem er uwen hoed voor af!" hernam hij; "het is een kunstgewrocht -van onzen landgenoot Lafosse, wiens meesterachtige penseel het -Invalidenhuis te Parijs zoo uitmuntend versierd heeft." - -Ik beken, dat ik een heimelijk genoegen ontwaarde, toen ik zag, dat -men het schoonste, hetwelk ik tot dusverre in Londen had aangetroffen, -aan eenen Franschen kunstenaar verpligt was. - -Ook waren de vloeren dezer zalen heerlijk ingelegd. Twee -Engelschen, die zich hier tegelijk met ons bevonden, beschouwden -dit werk zeer naauwkeurig, en schenen er ongemeen door getroffen; -hoogstwaarschijnlijk, wijl zij nooit iets dergelijks gezien hadden; -want al de vloeren in Londen bestaan slechts uit regte en in de lengte -aan een gevoegde planken. - -Er zijn slechts vijf kamers met voorwerpen uit de natuurlijke historie, -en nog zijn dezelve niet zeer groot. De kamer, waar de zeldzaamheden -tot het rijk der delfstoffen bewaard worden, verdient opmerking, wijl -zij, boven de andere, in volledigheid uitmunt; hoewel zij volstrekt -niets betekent, in vergelijking met het overheerlijke kunstkabinet, -hetwelk de kenner met zoo veel verrukking in de munt te Parijs -beschouwt. Toen ik de verzamelingen uit het dieren- en vogelenrijk, -met die in den kruidtuin te Parijs vergeleek, dacht ik onwillekeurig -aan kleine kinderen, welke men afzonderlijk aan een tafeltje plaatst, -terwijl het overige gezelschap eenen wel voorzienen disch bezet. - -In eene zesde zaal werden de wapenen, werktuigen, gereedschappen -en kleedingen der Zuidzee-eilanders, der Amerikaansche Wilden, -Hottentotten, Kaffers en andere volken bewaard. - -Nu was de bezigtiging der boekverzameling, die bovenal mijne -nieuwsgierigheid opwekte, aan de beurt. Maar hoe zeer verwonderde ik -mij, dat ik slechts vijf vertrekjes aantrof, welke de geheele boekerij -bevatteden. Ook ontging mijne verwondering een' der boekbewaarders -niet, die mij deed opmerken, dat in deze vijf vertrekken slechts de -handschriften bewaard werden, doch dat de gedrukte werken in zestien -andere kamers geplaatst waren, maar dat men ze aan het publiek niet -liet zien; omdat het gezigt van een aantal boeken, in kassen en op -planken geschaard, noch leering, noch vermaak aan den beschouwer -kan opleveren. - -Om dezelfde reden zouden de Engelschen, naar het mij voorkomt, -insgelijks de moeite wel kunnen sparen, om hunne vijf kamers -met handschriften te laten zien. Met het gezigt toch van deze -zamengebondene papieren kan men even min den bezigtiger, leering of -vermaak verschaffen. - -Ook verhaalde hij mij, dat er nog een kabinet van gedenkpenningen -was, alsmede eene teeken- en graveerzaal; maar dat men een bijzonder -verlof moest hebben, om er toegelaten te worden, uit vreeze, dat men -iets zou wegkapen. - -Voorts verzocht ik hem, mij te zeggen, of er onder die handschriften -ook iets van de Grieksche Anthologie, en van de werken van Aristophanes -gevonden werd? waarop hij de vriendelijkheid had, de lijst der boeken -na te slaan, en mij te berigten, dat er verscheiden op stonden. - -Ik verzocht, om ze te mogen zien. - -"Hartelijk gaarne wenschte ik aan uw verzoek te kunnen voldoen," hernam -hij; "doch om een gedrukt werk of handschrift te mogen inzien, moet men -zich, bij geschrift, tot den opperboekbewaarder vervoegen, en aan hem -door een' der bestuurderen van het Museum worden voorgedragen: en zoo -er dan geene redenen van weigering bestaan, kan een der boekbewaarders -u het gevraagde boek of handschrift ter lezing overgeven." - -Het Britsche Museum, dacht ik bij mij zelven, heeft veel overeenkomt -met den schat van eenen gierigaard, of met de verzen van Lefranc de -Pompignan, waarover Voltaire zich dus uitdrukt: - - - "Sacrés ils sont, car personne n'y touche." - - -In een woord, al deze omstandigheden benemen iemand den lust, om -naar deze zoo hoog hangende druiven te trachten. Daar ik nogtans -eens wilde zien, hoe ver dit verbod, om de schatten der wijsheid -en geleerdheid in Engeland te naderen, zich zou uitstrekken, deed -ik eene schriftelijke vraag aan den heer opperboekbewaarder, doch -verzelde dezelve niet met eene aanbeveling van een der bestuurderen, -en zulks om de eenvoudige reden, dat ik de eer niet had van een' dezer -heeren te kennen. Evenwel ontwikkelde ik hem de oorzaak, waarom ik de -door mij opgegevene handschriften wenschte in te zien. Deze bestonden -hier in, dat ik eenige duistere plaatsen, welke mij in al de gedrukte -uitgaven van eenen zekeren auctor niet wel gesteld schenen, met het -handschrift wilde vergelijken. - -Ik ontving echter geen antwoord, iets, hetwelk ik, om de eer en -wellevendheid der Engelsche natie op te houden, liefst wil toeschrijven -aan den korten tijd, dien ik mij nog in Londen ophield. Mogelijk vind -ik, bij een volgend overtogtje, daartoe eene betere gelegenheid. - - - - - - - -XV. - -DE ENGELSCHE WELLEVENDHEID. - - -"Uwe Londensche kooplieden," zeide ik, op eenen zekeren dag, tegen -mijnen vriend, "zijn juist niet zeer wellevend. Kom ik ergens in eenen -winkel, dan schijnt men mij naauwelijks op te merken; men geeft mij -tamelijk onverschillig hetgeen ik gevraagd heb; wel te verstaan, -wanneer men niets beters te doen heeft; en het is waarlijk bijna, -of mij eene gunst wordt bewezen, als men mijn geld in ruiling voor -de waren aanneemt." - ---"Gij doet mij verwonderd staan! Niets evenaart de beleefdheid onzer -kooplieden, dan misschien de zucht, om hunne winkels en magazijnen -te ledigen, en wederom met nieuwe goederen aan te vullen. Hier heeft -gewis een misverstand, of eene bijzonderheid plaats. Kunt gij mij -geene daadzaak opnoemen?" - ---"O ja! dezen morgen nog was ik bij eenen boekverkooper, bij wien -ik reeds verscheidene werken gekocht heb, met oogmerk, om nog het een -en ander uit te zoeken. Juist hield hij zich met eene dame bezig; en -ik was niet onbeleefd genoeg, om hem te vergen, haar te laten staan, -en mij te helpen. Doch achtervolgens kwamen er nog vijf of zes andere -personen in den winkel, die allen voor mij geholpen werden. Eindelijk -gunde hij mij het woord, nadat ik ruim een half uur met het lezen -der titels van zijne netjes gerangschikte boeken had doorgebragt, -en hij volstrekt niets anders te doen scheen te hebben. Echter had -hij mij wel zien inkomen; dewijl ik hem zeer beleefd gegroet en zelfs -mijnen hoed op de toonbank nedergelegd had. - -"Ha, ha! Daar zijn wij er! Altijd en eeuwig Fransch! Onze kooplieden -zijn gewoon, de achting en oplettendheid, welke zij aan hen, die in -hunne winkels komen, verschuldigd zijn, af te meten naar het voorkomen -van gewigt, dat de koopers zich zelven weten te geven. Ga slechts -in een' der voornaamste winkels van geheel Londen, om het een of -ander, ter waarde van slechts eenen halven schelling te koopen; doch -houd uwen hoed op, spreek op eenen hoogen toon, veins, de grootste -haast van de wereld te hebben, en gij zult u niet alleen geholpen -zien, maar zelfs zal men u met de meeste beleefdheid en een aantal -buigingen tot aan de deur geleiden. Nimmer zult gij eenen Engelschman, -in eenen winkel komende, zijnen hoed zien afnemen, al stond ook de -schoonste en welgekleedste vrouw achter de toonbank; iets, hetwelk, -buitendien zeer zeldzaam in Londen is, waar de vrouwen zich niet -veel met de winkelnering bemoeijen. Ook zal hij zulks evenmin doen, -wanneer hij op deze of gene publieke plaats komt. Reeds meermaals heb -ik opgemerkt, dat bij uwe verschijning in een koffijhuis of op ander -publieke plaatsen aller oogen op u gevestigd waren; want naauwelijks -hadt gij de deur bereikt, of, wip! was de hoed naar beneden. Zie -daarentegen eens eenen Engelschman binnenkomen: deftig als een paauw -stapt hij daar henen, ziet, met den hoed op het hoofd, driest naar -alle zijden om, groet zijne vrienden en bekenden, welke hem onder het -oog vallen, met eenen ligten hoofdknik, gaat vervolgens zitten, of -hij er te huis hoorde, en zet alsdan den hoed af, zoo dezelve hem mogt -hinderen. Gisteren morgen, mijn beste! hebt gij nog eenen ergen mispas -(vergeef mij deze uitdrukking!) gemaakt, welke uwe hoedanigheid van -Franschman alleen kan verontschuldigen. Ongetwijfeld herinnert gij u, -dat wij in Picadillij sir Robert D... ontmoet hebben, bij wien wij -morgen zullen eten. Hem aansprekende, hebt gij uwen hoed afgenomen, -en hem derhalve in de onaangename noodzakelijkheid gebragt, om deze -lastige beleefdheid op dezelfde wijze te beantwoorden, hetgeen hem -ligtelijk eene verkoudheid op den hals kan halen." - ---"Het is goed, dat ik dit weet, en ik verzeker u, dat mijn hoed -voortaan op mijn hoofd als gespijkerd zal zijn.--Maar indien mij -nu eens, bij geval, eene dame van mijne kennis ontmoet; is het dan -insgelijks onwellevend, den hoed af te nemen?" - ---"Dit maakt een groot onderscheid, mijn vriend! Immers kan zij -uwe beleefdheid met eene kleine buiging beantwoorden, welke haar -geene verkoudheid zal veroorzaken. Indien zij zich echter met u wil -onderhouden, zal zij u zelve aanspreken; zoo niet, dan eischt de -wellevendheid, haar niet te zien, ten minste u te houden, als of gij -haar niet bemerktet." - ---"Zeer wel! slechts nog eenige lesjes; en gij zult eenen echten -Engelschman van mij maken." - ---"Dewijl gij toch begeert, in de Engelsche manieren onderrigt te -worden, moet ik u nog waarschouwen, dat gij u nimmer moet veroorloven, -om, ten minste, zoo gij u niet bij zeer goede vrienden of bekenden -bevindt, aan het vuur te raken of de kaars te snuiten. Doch om op het -artikel van den hoed terug te komen; geenszins is het gebruikelijk, -bij het afleggen van bezoeken, met den hoed in de hand of onder den -arm in het vertrek te komen, waar het gezelschap bij een is; men moet -denzelven in het voorvertrek nederleggen." - ---"Ik versta u! Men komt binnen, als om een buurpraatje te houden.--Het -zal nu wel gaan! ziedaar mij, ten minste wat der behandeling van den -hoed betreft, grondig onderwezen! Ik zie wel, dat de heeren Engelschen -het kapittel van den hoed volgens Aristoteles door en door bestudeerd -hebben, waarvan Sganarelle bij Molière gewag maakt." - - - - - - - -XVI. - -DE SPECULANT. - - -"Ik moet niet vergeten"--zeide ik tegen mijnen vriend C... den -anderen dag, toen ik hem afhaalde, om naar sir Robert D... te gaan, -waar wij het middagmaal nemen zouden--"u rekenschap te doen van een -zeldzaam bezoek, dat ik dezen morgen gehad heb. Gij moet dan weten, -dat ik eenige malen bij eenen zekeren boekverkooper hier in de stad -geweest ben, die mij verscheidene nieuwe werkjes bezorgd heeft, en -met wien ik zelfs overeengekomen was, na mijne terugkomst in Frankrijk -eene geregelde briefwisseling te onderhouden. Daar hij derhalve wist, -dat ik mij met de letteroefeningen bezig hield, kwam hij heden morgen -bij mij, om mij het buitensporigste voorstel te doen, waarvan ik ooit -heb hooren spreken." - -"Ik kom," zeide hij, terwijl hij twee groote rollen papier in -8vo uit zijne zakken haalde, "u eenen zeer voordeeligen voorslag -doen. Zie hier een werk, dat ik onlangs gedrukt heb: het is uit het -Hoogduitsch vertaald, en van eenen zeer bekenden en hooggeachten -schrijver, wiens werken echter nimmer in het Engelsch, ja zelfs, zoo -ik het wel heb, ook niet in het Fransch vertaald zijn geworden. Een -Fransch schrijver, die thans veel opgang maakt, heeft daaruit niet -alleen de grondstof, maar zelfs ook eene groote menigte van kleine -bijzonderheden ontleend, waarmede hij een boekdeel heeft opgesierd, -hetwelk hij in Frankrijk als een werk, geheel van zijne vinding, heeft -uitgegeven. De aanteekeningen, waarmede deze vertaling verrijkt is, -toonen al de plaatsen aan, welke de Fransche schrijver in beslag heeft -genomen; en daar dit werk van dien schrijver door geheel Frankrijk -verspreid is, geloof ik, dat eene Fransche overzetting van dit, -hetwelk ik u hier aanbied, veel fortuin zou maken. Ik doe u derhalve -het edelmoedige aanbod, om mij dertig pond te geven (720 francs), -waarvoor ik u dit uitmuntend werk zal laten, terwijl ik mij tevens -verbind, deze overzetting niet uit te geven, voordat de uwe geheel -klaar is, opdat gij geene mededinging behoeft te vreezen. Daar gij -een mijner kalanten zijt, geef ik u de voorkeur; want gij moogt u -verzekerd houden, dat verscheiden Fransche boekverkoopers in Londen -dit voorstel met verrukking zouden aannemen. - -"Uw voorstel is, buiten twijfel, zeer aanlokkend, mijn waarde -vriend!" antwoordde ik hem; "maar ik kan er geen gebruik van -maken. Daarenboven moet ik u doen opmerken, dat in Frankrijk de -letterdieverijen voor geene doodzonde gerekend worden, en dat men -er nog nooit iemand om gehangen heeft. Voor eenigen tijd heeft men, -wel is waar, veel geruchts gemaakt over de uitgave van de Conaxa, -onder den naam van Les deux Gendres; maar de reden hiervan is, dat -de schrijver van dit laatste stuk de onvoorzigtigheid heeft gehad, -om zich den haat van een groot aantal zijner medebroeders, het genus -irritabile vatum, op den hals te laden. Doch nooit is er een woord -gerept van de School der Zeden, een stuk, bijna woordelijk uit het -Engelsche tooneelspel School for Scandal, van Sheridan, overgenomen, -evenmin van de Jeugd van Hendrik den Vijfden, waarvan de inhoud, -de rangschikking, ja de kleinste bijzonderheden getrokken zijn -uit een Hoogduitsch werk van Meissner, onder den titel van Skitzen -und Erzählungen uitgegeven. De voornaamste verandering, welke de -Fransche schrijver heeft gemaakt, is, dat hij Hendrik den Vijfden -de rol laat spelen, die in het oorspronkelijke stuk aan uwen koning -Karel den Tweeden is toegedeeld geworden. Maar hoe zou men een werk -willen vertalen uit eene vertaling? Dit zou immers even zoo goed zijn, -als eene oorspronkelijke schilderij naar eene kopij te vervaardigen; -men zou er de hand des meesters niet meer in kunnen ontdekken." - ---"Laat ons elkander wel verstaan: ik bedoelde, dat gij het -oorspronkelijke Hoogduitsche werk zoudt vertalen." - ---"Gij hebt dit dan?" - ---"Neen, maar gij moest het ontbieden." - ---"En waarvoor, mijn waarde vriend! zou ik u dan de dertig pond -betalen?" - ---"Maar de aanteekeningen, mijnheer! de aanteekeningen!" - ---"Zouden, om u de waarheid te zeggen, een weinigje te duur betaald -zijn; wijl zij nu volstrekt geen ander nut zouden kunnen aanbrengen, -dan mij het spoor der navolging aan te wijzen, hetgeen ik gemakkelijk -zelf zou kunnen ontdekken." - -En nu verliet hij mij, zijne twee aangebodene deelen met zich nemende, -welke hij, volgens zijn zeggen, eenen anderen ging aanbieden.--"Welnu, -mijn vriend! wat zegt gij van die grap?" - -"Hieraan erken ik het Engelsche genie, dat altijd en op alles -speculeert. De handel is de ziel en het leven van eenen Engelschman, -het zij hij waakt of droomt. Hoor slechts twee Engelschen spreken, -en in tien minuten tijds zal het woord speculation u herhaalde malen -in de ooren klinken. Het plan, bij voorbeeld, dat uw boekverkoper -de edelmoedigheid had u voor te slaan, moge misschien voor u niet -voordeelig zijn geweest; maar gij zult toch wel willen bekennen, -dat het uitmuntend voor hem was. Gij herinnert u dien Engelschman -nog wel, die, nu drie dagen geleden, met ons aan tafel zat? Hij -heeft veel gereisd, en geenszins die dwaze vooringenomenheid voor -zijnen landaard, welke hunne trotschheid met de sterkste kleuren -schetst. "Er is," zeide bij tegen ons, "volstrekt geen middelstand -in Londen. Zonder de voorname lieden uit, en al de overigen zijn uwe -onderdanige dienaars, of, om mij beter uit te drukken, de dienaars -van uwe guinies en banknoten. Ieder burger, die slechts eene kamer -te missen heeft, meubelt en verhuurt dezelve, en wordt derhalve, -ten gevalle van uwe beurs, uw kok en bediende." En dit is in vollen -nadruk waar. Vandaar die kwakzalverij, welke gij bijna in alle -winkels hebt moeten opmerken. Aan het eene huis, bij voorbeeld, -hangt een bord met een opschrift, dat gij in geenen anderen winkel -te Londen zoodanige waren tegen zulken geringen prijs kunt bekomen; -aan het andere vindt men ieder uitgestald artikel met het Engelsche -woord Only! in groote letters, versierd, hetgeen zoo veel zeggen wil, -als: nergens anders te bekomen! - -De eene koopman laat een' van zijne bedienden, met eenen langen staak, -aan welken van boven een bord is gehecht, met de bekendmaking, dat in -zijn magazijn-alleen deze of dergelijke goederen tegen dien matigen -prijs te koop zijn, de geheele stad doorkruisen. Een andere wederom -laat kaartjes aan zijne vrienden, te weten, aan iederen voorbijganger, -uitreiken, waardoor hij bekend maakt, dat hij voornemens is, zijnen -winkel uit te verkoopen, en dus de goederen, welke hem nog overig zijn, -voor halven prijs aanbiedt. Intusschen is hij even min van zins, -zijnen handel op te geven, als gij er aan denkt, om denzelven te -beginnen. Dit alles is Engelsche speculatie. In een woord, de eerste -gedachte van eenen Engelschman, bij zijn ontwaken, de laatste bij zijn -inslapen, de beelden, welke hem zelfs droomende voor den geest zweven, -zijn plannen en speculatien. - - - - - - - -XVII. - -HET ENGELSCHE MIDDAGMAAL. - - -Het onderhoud, mijn waarde lezer! hetwelk ik u in het vorige -hoofdstuk heb medegedeeld, bragt ons aan het huis van sir Robert -D... Onze hoeden, rottingen en overrokken in de voorkamer afgelegd -hebbende, geleidde men ons in eene zaal, waar zich reeds een aantal -gasten bevond. Sir Robert bood ons zijner vrouw en dochter aan, -een jong meisje van achttien jaren, ongemeen lief en bevallig; en -vervolgens, op dezelfde wijze, aan ieder ander lid van het gezelschap, -ons tevens van hunne namen en hunnen rang, en hen wederkeerig van -de onze onderrigtende. Dezelfde plegtigheid werd, bij de aankomst -van iederen nieuwen gast, herhaald. Dit is een algemeen aangenomen -gebruik te Londen. De heer van den huize neemt u (onverschillig, -in welk eenen kring gij komt) bij de hand, en biedt u, met staatsie, -aan ieder lid van het gezelschap aan. - -Behalve zijne dochter, had sir Robert nog eenen zoon van zeventien -jaren, die echter thans met zijnen gouverneur in Italie was; om, zoo -als ieder welopgevoed Engelschman verpligt is, de reis op het vaste -land te doen; hetgeen trouwens, naar mijn oordeel, niet wel is over een -te brengen met die algemeene minachting, welke dit volk zich aanmatigt -tegen ieder, die niet van hunnen landaard is. Doch de wispelturigheid, -of het niet gelijk blijven met zich zelven, (l'inconséquence) kan -hun-alleen juist niet te laste gelegd worden; en misschien zou het -van ons zeer onbillijk zijn, hun dezelve te verwijten. - -Het was ongemeen guur en koud weer, iets, hetwelk wij, al hadden wij -er ook minder gevoel van gehad, toch niet ligtelijk zouden hebben -kunnen vergeten; want ieder binnenkomende gast had de oplettendheid, -om ons dit koude nieuws te herinneren. Men moge eenen Engelschman -ontmoeten, wanneer men wille, het eerste woord, dat van zijne lippen -rolt, is altijd: Hoe vaart gij? het tweede: Een fraaije morgen! Een -sombere middag!--Een kouden avond! Een duistere nacht! Zoodat een -Engelschman, met regt, een wandelend weerglas kan genoemd worden. - -Dan ter zaak! Ons gezelschap bestond uit veertien personen, vijf -vrouwen en negen mannen, toen men ons kwam zeggen, dat het eten -opgedischt was. - -De meeste voorname en rijke Engelschen houden er tegenwoordig -Fransche koks op na; want bijna allen, die in Frankrijk geweest -zijn, stemmen daarin overeen, dat onze keuken de hare verre te boven -streeft. Maar sir Robert D... is een Engelschman van den ouden trant, -die zich aan de voorvaderlijke zeden en gebruiken houdt, en volstrekt -er niet van zou afwijken. Het verstaat zich derhalve van zelf, dat -het geheele middagmaal volkomen, en zonder de geringste afwijking, -op zijn Engelsch was ingerigt. Om den eetlievenden lezer te voldoen, -zal ik er hem eene kleine schets van trachten te geven. - -Op het midden der tafel prijkte, als hoofdschotel, een vervaarlijk -groot stuk gekookt pekelvleesch. Aan de eene zijde stond een kalfs- -en aan de andere zijde een schapengebraad, terwijl twee schotels met -visch de flank formeerden, en de vier hoeken met aardappelen, kool, -wortelen en ingelegde snijboonen, alles in zuiver water gekookt, bezet -waren. In het tweede bedrijf was de hoofdpersonaadje eene gebrade -gans, tusschen eenen insgelijks gebraden haas en twee hoenders, -en nu werd de flank gemaakt door twee schotels sla, den een' met -selderij en den ander' met cichorei, terwijl op de hoeken eene appel- -en kersentaart, een plumbpudding en een rijstpudding den lekkertand -uitnoodigden. Vervolgens werd er nog eene kaas opgezet, en eindelijk -werd het tafellaken afgenomen en eenige schoteltjes met appelen en -andere versnaperingen opgebragt; ook schonk men thans een goed glas -wijn; want, het drinken van eenige gezondheden uitgezonderd, had men -tot dusverre zeer weinig wijns gebruikt, maar zich meestal bij het -bier gehouden. - -De wijn wordt hier niet, als in Frankrijk, in flesschen opgebragt, maar -in kristallen carafes, die voor den gastheer worden nedergezet. Zich -zelven schenkt hij het eerst in, geeft vervolgens de carafe aan hem, -die naast hem zit, en in deze volgorde doet zij de ronde om de tafel, -tot zij ledig is, welk gebrek men echter zorgt door eene nieuwe -spoedige vulling terstond weder te herstellen. - -Het onderhoud, gedurende den maaltijd, welke gelukkig zeer bespoedigd -werd, was uitermate doodsch en vervelend. De voornaamste stof -verschaften een lekker malsch gebraad en een stuk goed gekookt -vleesch. Ook bespeurde ik geene de minste oplettendheid voor de -aanwezige vrouwen. Ja, ik kon mij schier niet verbeelden, dat er vijf -vrouwen tegenwoordig waren, van welke er ten minste drie in ieder -land voor schoon zouden gehouden zijn, en de oudste, de vrouw van -den huize, slechts zeven en dertig jaren telde. - -Na het afnemen der tafel en het gebruik van het eerste glas wijn, stond -zij op, en verzocht der andere dames haar te volgen; doch wij mannen -bleven met de carafe portwijn voor ons zitten, die, bij herhaling, -de ronde om de tafel deed, en eindelijk, na verloop van eenige uren, -door eene met madera afgelost werd. - -Ja, lezer! na eenige uren. Wij waren te vijf ure gaan aanzitten, -de vrouwen waren reeds voor zes ure opgestaan, en wij verlieten -echter de tafel niet voor half negen, om in eene andere zaal thee -te drinken. Doch zoo ver zijn wij nog niet.--Na het vertrek der -vrouwen werd het gesprek eenigzins levendiger. Ik, wiens tong in -de tegenwoordigheid van eene lieve, bevallige vrouw steeds vlugger -en losser wordt, vond het zeer vreemd, dat dezelfde reden eene -tegengestelde uitwerking op het spraaklid der heeren Engelschen te -weeg bragt. Maar welhaast ontdekte ik, dat aan de wandelende carafe de -levendigheid van het onderhoud voornamelijk was toe te schrijven. Door -het al te sterk liefkozen dier carafe, scheen echter ook de grootste -aandrift langzamerhand te verkoelen: het was, als of de oogen toe -wilden vallen, en de tongen dik werden, tot het voortdurend gebruik -der madera ons in den vorigen staat van stilzwijgendheid terugvoerde. - -Reeds lang had ik bemerkt, dat, van tijd tot tijd, de eene of andere -gast van tafel opstond, zich achter eene gordijn begaf, daar twee of -drie minuten vertoefde, dan weder terugkwam, en bij het gezelschap -zijne plaats hernam. Ik begreep niets van deze handelwijze; doch -toen eindelijk mijn vriend C..., naast wien men mij geplaatst had, -insgelijks als de anderen, dit toertje gemaakt had, vroeg ik hem, -zoodra hij weder zat, zachtjes, wat dit toch beteekende? "Ga er slechts -heen," zeide hij, "dan kunt gij het zelf zien, en mogelijk zult gij er -niet boos om zijn"--Om mijnen nieuwsgierigheid te voldoen, ondernam ik -het korte reisje, ging achter de gordijn en vond....! maar hoe nu aan -mijne bescheidene en kiesche lezers, zoo als de Franschen altijd met -opzigt tot de bewoordingen zijn, het voorwerp uit te drukken, dat zich -aan mijne oogen opdeed? ja, welk eene benaming er aan te geven?--Er is -echter geene bevallige dame, die dit meubel niet dagelijks gebruikt, -of die hare kamenier niet zou beknorren, zoo zij het, bij het naar bed -gaan, niet in hare slaapkamer vond, en die het, des noods, niet met -den regten naam zou durven noemen. Ik hoop dus, niets te wagen, met te -zeggen, dat ik daar vond staan eenen grooten waterpot. En inderdaad, -de kruik gaat zoo lang te water, tot zij eindelijk vol wordt! zegt -Figaro; en derhalve kan men geen vier of vijf uren aanhoudend drinken, -zonder dat de natuur hare schatting eischt. En waarom toch, lezer! zou -men eener even zoo natuurlijke behoefte, als eten en drinken, niet -trachten te voldoen, zonder tijd te verliezen, zonder zich aan koude -bloot te stellen, en zonder het vertrek te verlaten? Evenwel geloof -ik, dat dit gebruik tot eene meerdere volkomenheid zou kunnen gebragt -worden. Na eene lange zitting schijnt de gang van tafel naar de gordijn -aan sommige gasten nog te ver. Onder anderen merkte ik eenen op, die al -struikelende zijne plaats zocht te hervinden, doch die zijn doel juist -niet langs een regte lijn en zonder eenige zijpassen kon bereiken. Ik -hoop dus, dat door den tijd, die alle dingen verbetert! (dank zij den -aanleg tot volmaaktheid van het menschelijke geslacht!) de Engelschen -een dezer nuttige, of, om beter te zeggen, noodzakelijke meubels onder -den stoel van ieder hunner gasten zullen doen plaatsen, even als men -een wijnglas voor hen op tafel zet; want deze twee artikels zijn in -hunne bijeenkomsten zoo onontbeerlijk voor elkander, als de klepel voor -de klok. Deze mode in trein te brengen, zou een overheerlijk plan en -eene voortreffelijke speculatie zijn voor eenen koopman in waterpotten. - -Eindelijk zochten wij de dames weder op, uitgenomen een der -gasten, die aan tafel ingeslapen was, en welken men het raadzaamst -oordeelde in zijne rust niet te storen. De koffij en thee waren -op het oogenblik gereed. De koffij was volkomen gelijk aan die, -welke ik reeds eenmaal in Londen geproefd had; doch de sterkte en -smaak der thee vergoedden rijkelijk het gebrekkige van de koffij. De -thee dan was bitter van sterkte, zoo dat ik mij genoodzaakt zag, -er eene driedubbele hoeveelheid suiker in te doen, om haar te kunnen -drinken. Bij de thee gebruikte men brood en boter, koekjes en eenige -andere versnaperingen. Ook schonk men mij een tweede kopje in, zonder -te vragen, of ik nog meer begeerde? Ik haastte mij dus, deze medicijn -spoedig door te slikken, en naauwelijks was mijn kopje ledig, of het -werd ten derde male gevuld. - -Hier kwam mij een oude manier van regtspleging te binnen, te weten, -om den beschuldigden, wien men eene bekentenis wilde ontwringen, -eene zekere hoeveelheid water te doen drinken. Daar ik vreesde, -tot dezelfde proef veroordeeld te zijn, vroeg ik zachtjes aan mijnen -vriend C..., of hij mij geen middel aan de hand kon doen, om mij van -dezen zondvloed te redden. - -"Zoo lang gij uw lepeltje in het schoteltje laat liggen," zeide hij, -"zal men u niet overslaan, doch leg het in uw kopje, en men zal u niet -meer inschenken." Ik haastte mij derhalve, de eenige plank te grijpen, -welke mij van verdrinken kon redden, en waarlijk, zij bragt mij in -eene veilige haven: mijn kopje werd, tot hartelijke blijdschap van -mijn verhemelte, den geheelen avond niet meer gevuld. - -Veel sprak men over de jagt en de staatsbelangen, inderdaad gewigtige -en belangrijke onderwerpen voor de vrouwen, welke men geene meerdere -opmerking aan de thee-, dan aan de eettafel verwaardigde. Eindelijk -werd te elf ure het avondmaal aangekondigd. - -Dit was een mengelmoes van oesters, koud vleesch en gebak; en tot -mijne groote verwondering, zou ik uit het spoedig verdwijnen van het -opgedischte, zoo ik niet van het tegendeel ware overtuigd geweest, -besloten hebben, dat men noch het middagmaal gehouden, noch, onder -het theedrinken, zoo tamelijk gepeuzeld had. - -Nu werd er brandewijn, gin, rum, warm water en suiker rondgediend, -waarvan ieder, naar welgevallen, eene grootere of kleinere hoeveelheid -nam, en die zelf, naar zijnen zin, gereed maakte. Eindelijk scheidden -wij des nachts te een ure, allen een weinigje aangezet, en den slaap -ten hoogste benoodigd. - -Wacht u echter wel, lezers! het woordje allen ook op de vrouwen toe -te passen. Dezen zijn in Engeland, in het algemeen, ja bijna geene -uitgezonderd, van eene bewonderenswaardige matigheid met opzigt tot den -wijn en de sterke dranken, hetgeen des te vreemder moet voorkomen, -wijl het vochtlievend voorbeeld der mannen haar ligtelijk smaak -in deze voorwerpen zou kunnen doen krijgen. De Fransche schrijver, -die in het jaar achttien honderd en vijftien door de drukpers het -publiek heeft verteld, dat de Engelsche dames zich, even als hare -mannen, dagelijks in den drank te buiten gaan, heeft haar opzettelijk -en met voordacht gelasterd, of wel, heeft, gedurende zijn verblijf, -geene andere verkeering gehad, dan met zulke dames, die bij avond en -des nachts in den omtrek der kerk van Sint-Gilles haar fortuin zoeken. - -Men verhaalt, dat eene, geenszins aan dit gebrek verslaafde, dame op -zekeren avond bij toeval meer gedronken had, dan zij verdragen kon, -en zoodanig beschonken was, dat men haar in bed moest dragen. Den -anderen morgen maakte haar echtgenoot, geheel in het zwart gekleed, -haar zijne opwachting.--Goede hemel! riep zij uit, mijn vriend! geen -onzer bloedverwanten was immers ziek, zoo ver ik weet; over wien -rouwt gij?--"Over uwe eer, mevrouw! die gij gisteren avond bevlekt, -en mogelijk voor altijd verloren hebt!" antwoordde hij. Nu zwoer deze -dame plegtig, nimmer weder wijn of sterken drank te zullen gebruiken; -en men verzekert, dat zij haar woord nooit verbroken heeft. - - - - - - - -XVIII. - -DE SHERIFS. - - -Op zekeren dag bevond ik mij in de Citij, digt hij de Sint-Paulus-kerk, -in Pater-Noster-Row. Juist was ik bezig met, in eenen der talrijke -boekwinkels, waarvan deze straat grimmelt, een nieuw werk te koopen, -toen een onverwacht geluid van een groot getal instrumenten mijne -ooren trof. Op mijne vraag, wat deze soort van concert beteekende, -werd mij gezegd, dat het de twee nieuwelings verkozene sherifs -(regters) waren, die op het stadhuis (Guild-Hall) den eed gingen -afleggen. Oogenblikkelijk begaf ik mij naar Cheapside, welken weg -de optogt moest nemen, en bespeurde, bij die gelegenheid, dat er -te Londen niet minder gapers, dan te Parijs, zijn. De straten waren -opgepropt met een volkje van allerlei slag, maar men zag noch wachten -noch geregtsdienaars, om de menigte in bedwang te houden; het volk -zelf scheen zich van dezen pligt te kwijten, en de rust bleef volkomen -ongestoord, waarvan, naar mijne gedachten, de ruimte en breedte der -straten gedeeltelijk de oorzaak waren. - -Het geleide werd vooruitgegaan door een twintigtal muzijkanten, -allen op blaasinstrumenten spelende. Hierop volgde een man op een -paard, dat moedig en snuivende voortstapte, terwijl de ruiter in -zijne hand eenen vergulden stok hield, die veel naar eenen schepter, -of ten minste naar eene koopmansel geleek; zijn kleed was van rood -scharlaken, met breede gouden belegsels, en op zijne schouders prijkte -ter wederzijde eene kolonels-epaulette: zijn hoofd was met eenen -kolossalen, driepuntigen en rijk met goud geboorden hoed bedekt, en -zijn post bestond in de plegtigheid van het feest te regelen. Achter -hem kwamen twaalf rijtuigen, ieder met eenen magistraatspersoon -(alderman) bevracht, en deze werden gevolgd door de geheel vergulde -en ontzaggelijk groote koets van den Lord-Major. De dissel en de bok -van den koetsier waren, even als het achterste gedeelte van de koets, -met gesneden en rijkelijk verguld houtwerk dermate overladen, dat -het mij onmogelijk is, er eene behoorlijke beschrijving van te geven; -doch alles was tevens zoo stevig, massief en verkwistend zwaar, dat -men van de afbraak der koets, wat het hout betreft, gemakkelijk een -klein huis zou hebben kunnen bouwen. Nu kwamen eindelijk de koetsen -der twee nieuw verkozene sherifs. Deze waren wel minder prachtig, -dan die van den Lord-Major, maar des te netter en doelmatiger. De -koetsiers dezer drie rijtuigen zuchtten intusschen onder den last van -vervaarlijk groote vlassen pruiken zonder poeder, en met verscheidene -verdiepingen van krullen voorzien, die er of aan vast gebreid, of ten -minste er op genaaid waren. Op deze gekoetsierde pruiken, of, om mij -beter uit te drukken, op deze gepruikte koetsiers volgde een twintigtal -lakkeijen te voet, in groot liverei, wier wit zijden kousen mijne ziel -met medelijden vervulden; wijl de modder en slijk het wit zoodanig -hadden veranderd, dat men het bijna voor zwart, ten minste voor grijs -zou gehouden hebben. De achterhoede van dezen optogt bestond wederom -uit eenen troep van twintig muzijkanten. Voorts werd mij verhaald, -dat, na het afleggen van den eed, de eene dezer regters in een der -voornaamste logementen van Londen eenen grooten maaltijd geeft, en dat, -eenige dagen later, de andere dezen pligt insgelijks moet vervullen. - -Het aanschouwen van dezen plegtigen optogt deed intusschen mijne -nieuwsgierigheid ontbranden om eenige bijzonderheden te weten, welke -ik den weetgierigen lezer thans zal mededeelen; wijl hij misschien -hetzelfde verlangen ontwaart, en het zoo gemakkelijk niet zou kunnen -bevredigen. - -De regering bestaat uit den Lord-Major, twee sherifs (regters, of -bijzitters), vijf en twintig aldermans (schepenen) en twee honderd -zes en dertig raadsheeren, of vroedschappen. - -De Lord-Major wordt door het volk uit de aldermans verkozen. Men -benoemt er twee, uit welke de algemeene vergadering, bestaande uit -den aftredenden Lord, de aldermans en raadsheeren, eenen nieuwen -Lord-Major benoemt. Zijne aanstelling is slechts voor een jaar; -echter is hij eigenlijk het hoofd, en eenigermate zelfs de ziel van -de geheele regering. - -De bediening der sherifs, welke insgelijks door het volk verkozen -worden, vervalt ook met het jaar. De Lord-Major is voorzitter, en -als de keuze gedaan is, roept hij den nieuw verkozene uit, onder het -drinken van een glas wijn, op de gezondheid van den sherif, die of -die, een penseeltrek, welke vooral niet vergeten moet worden bij het -schetsen der Engelsche zeden en gebruiken. Overigens veroorzaakt deze -benoeming zeer vele onkosten aan hem, die er het voorwerp van wordt: -ook mag men er zich geenszins aan onttrekken, zoo men geene boete -van vierhonderd pond (9,600 livres) wil betalen. Deze regters staan -aan het hoofd der regtspleging. De aldermans worden op dezelfde wijze -verkozen, doch hunne benoeming is levenslang. Zij vervullen het beroep -van vrederegters in de stad Londen, en verscheidene regtsvergaderingen -zijn uit hen samengesteld. - -De raadsheeren eindelijk worden door de bijzondere wijken der Citij -benoemd, welke in twee honderd zes en dertig afdeelingen gesplitst -wordt. Zij zijn ten naastenbij hetzelfde, als de algemeene vergadering -van den raad te Parijs, met dit onderscheid echter, dat hunne magt en -hun aanzien veel verder is uitgebreid. Het stadhuis (Guild-Hall), waar -de kiesvergaderingen gehouden worden, is een groot Gothisch gebouw. Het -is ook daar, dat de plegtige inwijding van den nieuwen Lord-Major -jaarlijks den negenden November met een groot feest gevierd wordt, -op hetwelk ongeveer duizend personen van beiderlei sekse genoodigd -worden, en waarbij gemeenlijk een paar duizend flesschen wijn hare -ontlasting vinden. - -Ik heb mij altijd bediend van de uitdrukking de Citij van Londen: -men moet echter dit geenszins met het woord stad verwarren, waarvan -de Citij slechts een derde gedeelte uitmaakt. De regenten, van welke -ik gesproken heb, kunnen buiten de Citij geen gezag, hoe genaamd, -uitoefenen, en het overige gedeelte van Londen wordt, even als de -andere steden en dorpen van het koningrijk, bestuurd. - - - - - - - -XIX. - -DE VUISTVECHTERS. (BOKSERS.) - - -Slechts zeer weinige menschen brengen den dag door naar het ontwerp, -hetwelk zij den vorigen avond gevormd hebben. Aan den eenen kant -wederstreeft ons bijna altijd in onze voornemens het register van -onvoorziene toevallen, hetwelk zoo vruchtbaar in deszelfs geheelen -omvang is; terwijl, aan den anderen kant, onze eigene wispelturigheid -ons niet zelden een welberaamd besluit doet opgeven, om een ander -te volgen, hetwelk een louter toeval deed geboren worden. In een -woord, wanneer wij het onderscheid tusschen willen en doen, beramen -en uitvoeren, naauwkeurig gadeslaan, dan zullen wij ons meestal in -de slotsom onzer ontwerpen jammerlijk bedrogen vinden. Men denkt, -zich, bij voorbeeld, in den schouwburg te vermaken, en men geeuwt -er: men waant, veel leerzaams in het een of ander Genootschap van -Wetenschappen te zullen hooren, en men sluimert er zachtkens in: -men vervoegt zich in het een of ander gezelschap, op hoop van een -geliefdkoosd voorwerp te ontmoeten; men is er, en zij komt niet:--men -is voornemens, eener lieve jonge vrouw een bezoek te geven, en men -treft haren ouden echtgenoot aan. - -Evenwel moet men ook toestemmen, dat het toeval, onze ontwerpen -verijdelende, ons dikwijls veel beter dient, dan wij ons hadden -kunnen verbeelden; en hij, die ter goeder trouw eenen blik op het -verledene wilde terugwerpen, zou ongetwijfeld moeten bekennen, -dat hij een groot gedeelte van het wel slagen zijner ondernemingen, -hetwelk zijne eigenliefde aan het wel beramen van zijne plans wil -toeschrijven, veeleer aan het bloote geval te danken heeft. - -Even zoo was ik aan het lot het gezigt van een schouwspel verschuldigd, -dat wel niet zeer aanlokkend voor eenen Franschman, doch des te -belangrijker voor een volk is, hetwelk meer vermaak vindt in de -geestverschijning in Macbeth, en in de ijsselijkheden in Koning Lear, -dan in de verteederende droefheid van eene Iphigenie, en in de zachte -tranen, welke de wegslepende moederliefde van eene Andromache uit de -oogen doet vloeijen. Doch de beschouwer is dikwijls genoodzaakt, zijne -oogen op voorwerpen te vestigen, welke hem met afschrik vervullen; even -als de ontleedkundige door het ontleden der lijken lessen verzamelt, -om de smarten der lijdende menschheid te verligten. - ---"Ziedaar eene waarlijk lange inleiding!" - -Maar vergeet tevens niet, op te merken, waarde lezer! dat het de -eerste is, waarop ik u vergast; en indien zij u al min of meer verveeld -hebbe, bedank mij dan ten minste, dat ik niet al mijne hoofdstukken, -even als vele dagbladschrijvers gewoonlijk hunne tijdingen beginnen, -met eene voorrede heb aangevangen, die meestal zoo weinig betrekking -heeft tot het onderwerp, dat behandeld zal worden, als de zeden van -Londen naar die van Parijs gelijken. Doch daar het uw wil is, zal -ik eenige aanmerkingen, welke ik hier eigenlijk nog te maken had, -in mijne pen houden, en mij spoeden, om tot de zaak zelve te komen. - -Het paleis van den Prins Regent van Engeland ligt bijna in het midden -der stad, in Pall-mall. - -Men heeft het voornemen, van dit punt, in eene regte lijn, eene groote -en zeer fraaije straat, in de lengte een aanzienlijk gedeelte der stad -doorsnijdende, tot aan New-road te leiden, en dus met Regents-Park -te vereenigen. - -Een gedeelte dezer onderneming heeft men ook reeds ten uitvoer -gebragt, en deze nieuwe straat, welke Portland-place genoemd wordt, -en voorzeker de schoonste van geheel Londen zal zijn, maakt omtrent -een vijfde gedeelte dezer hoofdstad uit, en zal ten naastenbij drie -kwartier uurs lang zijn. New-road, hetwelk in het Fransch zoo veel, -als Nieuwe Aanleg beteekent, is in een der uithoeken van de stad -gelegen, digt bij het Regents-park, of het Park van den Prins Regent. - -Op zekeren morgen, niets te doen hebbende, ging ik al vrij vroeg -uit, met het voornemen, om het nieuwe plantsoen in Regent's-park, -dat nog niet in volle orde is, te bezigtigen. In den Nieuwen Aanleg -gekomen, zag ik op zekere hoogte, Primrose-hill genaamd, van verre -in het veld, eene groote menigte van mannen en vrouwen, en tegelijk -een aantal menschen, die, dwars overstekende, uit al hunne magt naar -hetzelfde punt liepen. Hier bleek het weder, dat ik, even als zij, -een echte afstammeling van onze goede moeder Eva was: ik vergat het -doel mijner wandeling, en liet mij door den Daemon der nieuwsgierigheid -naar dezelfde zijde heen slepen. - -De bonte menigte bestond uit lieden van allerlei stand en rang der -beide seksen: eene welgekleedde dame stond naast eenen kruijer -of lastdrager, en een opgeschikte modezoon tusschen eenen hoop -van vischwijven en bedelaarsters. De aanschouwers vormden eenen -ongemeen wijden kring, in wiens midden een man van eene Herculische -gestalte bezig was, met zich van zijne das, zijnen rok, en zijn -vest en eindelijk van zijn hemd te ontdoen, waarna, tot mijne groote -verwondering, het baaijen onderhemdje hetzelfde lot onderging, zoo -dat ik nu zeker vooronderstelde, dat broek en kousen de uitgetrokken -plunje zouden navolgen; doch dit gebeurde niet. De oogen en wangen -der zedige Ladij's, welke dit schouwspel met hare tegenwoordigheid -vereerden, schenen, tot mijne uiterste verbazing, noch te blikken, -noch te blozen op het gezigt van eenen man, die tot aan zijn midden -moedernaakt voor haar stond. Weinige oogenblikken hierna konden zij een -dubbel genoegen smaken; want een ander kampvechter, die zich buiten den -kring ontkleed had, kwam nu, vol drift, door de menigte heen dringen, -om zijne partij te ontmoeten. Ieder was door twee mannen vergezeld, -die bestemd waren, om ruimbaan voor de kampioenen te houden en hen, -des noods, te ondersteunen. De laatst gekomene was intusschen veel -kleiner, dan de eerste, maar zijne spieren en pezen, die borst, rug -en armen bekleedden, verkondigden den aanschouwer, dat de natuur hem -voor zijne kleinere gestalte rijkelijk schadeloos had gesteld door -het geschenk van buitengewone ligchaamskrachten. - -Na veel moeite gelukte het mij, plaats te vinden onder de echte -liefhebbers, en wel in den eersten rang, naast eenen bejaarden -Engelschman, die zeer oplettend was op al, wat er voorviel, en wien ik -verzocht, mij te onderrigten, wat deze bijeenkomst eigenlijk beduidde, -en wat er gebeuren zou. - -"Gij zijt een vreemdeling," zeide hij, "uwe vraag--alleen zou mij dit -ontdekt hebben, indien uwe uitspraak u niet reeds verraden hadde.--Gij -zult zien boksen, maar ik vrees, dat wij niet veel pleizier zullen -hebben; want deze knapen zijn juist niet van de voornaamsten; het -zijn twee ambachtslieden, die gisteren toevallig verschil gekregen, -en hier tijd en plaats bepaald hebben, om hetzelve te beslechten. Maar -wacht! let op! let op! zij beginnen!" - -"Tien guinies tegen zeven op Tom!" schreeuwde een jong mensch, die -eenige schreden van ons af stond, uit al zijne magt. - -Tom was degene, die het voordeel der grootte had. - -"Ik houd de zeven guinies op Dick!" riep de Engelschman, die naast -mij stond. - -En op het oogenblik kwamen de twee kampvechters met geslotene vuisten -op elkander af, en trachtten, wel vijf minuten lang, elkander duchtige -vuistslagen toe te brengen, welke zij echter beide met veel vlug- -en vaardigheid wisten af te keeren. - -"Het zijn kinderen der natuur, ongeleerde vechters!" zeide mijn -buurman; "er heerscht noch kunst noch overleg in hunne wijze van -boksen." - ---"Heeft men het hier dan zoo ver gebragt, dat men de kunst van -vuistvechten naar grondregelen uitoefent?" - ---"Zonder twijfel! Even als in de schermkunst, hebben wij hier -leermeesters in deze wetenschap, en het is gemakkelijk te zien, -dat deze twee menschen zich weinig geoefend, of ten minste slechte -meesters gehad hebben." - -Op dit oogenblik bragt Dick, met eenen uitgestrekten arm, zijner -partij Tom eenen, zoo wel gerigten, vuistslag onder de laatste rib toe, -dat die als een os ter neder stortte. - -Middelerwijl de twee secondanten van Tom hem oprigtten, zeide ik -tegen mijnen buurman: "ziedaar uwe weddingschap gewonnen!" In het -denkbeeld verkeerende, dat door den val van den eenen der strijders -het gevecht geheel geeindigd was. - -"Gewonnen! riep hij, och, mijn vriend! zoo ver zijn wij nog niet. Tom -zal het zoo gemakkelijk niet opgeven: het gevecht eindigt niet, -voor dat een van beiden bekent, overwonnen te zijn." - ---"En waarom heeft Dick zich dan niet van zijn voordeel bediend, -en zijne partij gedwongen, zijne nederlaag te bekennen?" - ---"Dewijl deze soort van gevecht, even als iedere andere, naar regt -en wetten behandeld wordt, en men zijnen neergevelden vijand geene -slagen mag toebrengen." - -Intusschen was Tom weder op de been gekomen, en had den aanval -hernieuwd. Eenige oogenblikken daarna liet hij zijne vuist zoo -onzacht op het kakebeen van Dick nederglijden, dat deze, op zijne -beurt, insgelijks den grond kuste, terwijl een stroom van bloed, -met eenige tanden, uit zijnen mond vloog. - -Na eenen korten stilstand hernieuwde men het gevecht. Dick, zich -houdende, als of hij nogmaals eenen aanval op de ribben van zijne -partij wilde doen, drukte, door eene vaardige wending, onverwachts -zijne volle vuist zoo onzacht op den regter kijker van zijnen vijand, -dat deze, tegen wil en dank, het, door deze persing opgezwollene, -venster gesloten moest houden. - -"Niet slecht!" riep mijn buurman, "niet slecht!" Doch naauwelijks was -het tweede niet slecht! over zijne lippen gegleden, of Tom onthaalde -den neus van Dick op eene zoo allergeweldigste stomp, dat uit beide -neusgaten twee bloedfonteinen sprongen, terwijl Dick ruggelings op den -grond nedertuimelde. Nu snelden zijne twee secondanten vaardig toe, -reinigden zijn gezigt met sponsen van het bloed, en rigtten hem op, -ter hervatting van dit moorddadig gevecht. - -Thans scheen Dick al zijne pogingen aan te wenden, om het linker oog -van zijne partij in denzelfden toestand als het regter te brengen. Het -kwam mij dus voor, dat Dick, alhoewel niet sterk voor de broederschap -ingenomen, echter des te krachtdadiger de gelijkheid betrachtte, tot -welk einde hij telkens de vrijheid nam, om zijne vuist met het linker -oog van Tom in aanraking te brengen, en hetzelve, op deze wijze, -gelijkvormig aan het regter te maken. Daarbij scheen hij volstrekt -ongevoelig voor de slagen, welke hij ontving, en niet eens te merken, -dat stroomen bloeds uit zijnen mond en neus ontsprongen, toen het -hem eindelijk gelukte, het voorgestelde doel te bereiken, en het -andere oog van zijnen vijand insgelijks te treffen en te sluiten, -zoo dat deze rampzalige nu te regt kon gezegd worden blind geslagen -te zijn, welke kunstbewerking in Engeland bij het edele boksen den -uitvoerder den grootsten roem verschaft. Dan daar, helaas! in het -menschelijke leven het grootste geluk veelal door rampen is verzeld, -ontving de oculist gelijktijdig van zijnen lijder, ter betaling -voor de opgedrongene kuur, eenen zoo hevigen slag op den hartkuil, -dat hij zelf ten derdemaal op den grond nederplofte. - -Nu dacht ik ten minste zeker, dat de strijd geëindigd was. Tom, -wiens luiken digt geslagen waren, scheen mij door dit kleine beletsel -buiten staat, om zich te verdedigen, en dus veel minder in staat, -om den aanval te kunnen doen; en den, op den grond uitgestrekten -en naauwelijks adem kunnende halen, Dick was het, mijns oordeels, -insgelijks onmogelijk, het gevecht te hervatten. Maar ik bedroog -mij nogmaals. - -De secondanten van Dick kwamen andermaals bij hem, wiesschen hem op -nieuw het bloed met sponsen van het gezigt, drukten hem citroensap -in zijnen mond, verkwikten den sterk beschadigden neus insgelijks met -eenige droppelen van datzelfde vocht, en trachtten hem te overtuigen, -dat hij met een weinigje moed en standvastigheid ongetwijfeld -overwinnaar moest worden; wijl hij zijne tegenpartij geheelenal -blind had geklopt; en zij bragten het inderdaad ook zoo ver, dat -zij hem overeind kregen, en door hunne aanspraak weder met nieuwen -moed bezielden. - -Gedurende dezen tijd bleven de vrienden van Tom geenszins -werkeloos. Een ligte lancetsteek onder beide de oogen, deed het -daartusschen gedrongen bloed over de wangen loopen, en verminderde -in zoo verre de ontsteking, dat de lijder een weinigje kon zien. - -Nu vielen zij met vernieuwde woede, als twee tijgers, op elkander aan, -en eene menigte van vuistslagen, wederzijds gegeven en ontvangen, bragt -zulk eene hoeveelheid bloeds te voorschijn, dat de beide vechters er -geheel mede bedekt waren. - -En zelfs vrouwen konden op dit afgrijsselijk schouwspel hunne teedere -oogen vestigen! oogen, welke zich nimmer moesten openen, dan, om -tooneelen van vermaak en stille vreugde te beschouwen! "Helaas!" zeide -ik bij mij zelven, "zijn deze, welke ik hier ontmoet, Engelsche--zijn -deze wel Europesche vrouwen?--Zijn het niet veeleer vrouwen (vrouwen, -zeg ik!) neen, vrouwelijke monsters uit de horden der Kannibalen, -die met wellust rondom de vlammen dansen, in welker midden zij den -ongelukkigen gevangene, langzaam bradende aan eenen paal, van een -scheuren, en deszelfs geblakerde leden met de lillende ingewanden -tot een smakelijk voedsel nuttigen!" - -Doch, terwijl ik mij in deze en dergelijke overdenkingen verdiepte, -gaf de ongelukkige Tom, door eenen laatsten hartslag ter nedergeveld, -groote gulpen bloeds over, en alle moeite, welke zijne secondanten, -eenige minuten lang, aanwendden, om hem op de been te houden, -vruchteloos bevonden zijnde, behield zijne tegenpartij het slagveld, -en werd, met eenige tanden in den mond minder, een paar bont en blaauw -geslagene oogen en eenen gebroken neus, door zijne vrienden juichende -als overwinnaar weggeleid. - -Twist of oneenigheid is echter niet altijd de aanleidende oorzaak van -deze vuistgevechten, o neen! er is een aantal boksers van beroep, -die om geld deze moorddadige kunst uitoefenen, en in dat geval is -eene beurs met twintig, dertig of vijftig guinies tot eenen prijs voor -den overwinnaar bestemd. De eene of andere rijke en aanzienlijke Lord -laat in zijn park eenen ruimen omtrek met palen en touwen afsluiten, -welke tot het slagveld voor de kampvechters verstrekt, en waar zij -ongehinderd hunne vlugheid, kracht en bekwaamheden kunnen ten toon -spreiden. Alsdan worden er belangrijke weddingschappen aangegaan, -en welgelukzalig zij, welken het te beurt valt, de eer te genieten, -om in het vermaak van dit bekoorlijk schouwspel te mogen deelen, -even als in vroegere tijden vorsten en edelen de ridderspelen met -hunne tegenwoordigheid vereerden. - -En dan durft men de Romeinen nog van wreedheid beschuldigen; wijl hunne -oogen zich in den strijd der zwaardvechters konden verlustigen! Dit -oorlogzuchtige volk, onder de wapenen geboren en in den krijg opgevoed, -zag immers in die gevechten slechts het afbeeldsel van den oorlog, en -daarenboven was ieder burger soldaat. De vechters zelve waren bezield -met de zucht tot roem. Als een hunner, na zich dapper gekweten te -hebben, op het punt stond van den doodsteek te ontvangen, gaven de -aanschouwers dikwijls hun verlangen te kennen, dat de ongelukkige -mogt gespaard worden, ten welken einde zij hunne handen opstaken, -met hunne doeken wuifden en somwijlen met een onstuimig geschreeuw -de vrijheid van den verwonnenen eischten. - -Maar welk een belang toch kan een laag en hatelijk vuistgevecht -verwekken, gedurende hetwelk de aanschouwers zich met niets anders -schijnen bezig te houden, dan met pogingen, om de verwoedheid der -razende vechters aan te moedigen, tot eindelijk een hunner bijna -levenloos nederstort? En dit is nogtans een der meest geliefkoosde -vermaken van het volk, dat zich, bij uitzondering, het denkende noemt. - - - - - - - -XX. - -ENGELSCHE ZINDELIJKHEID. - - -Op eenen zaturdag wandelde ik met mijnen vriend C... door de stad. - -"En met welk voornemen?" zal men mij mogelijk vragen. - -Zie hier mijn antwoord.--Plaats u slechts, waarde lezer! op den eenen -of anderen morgen, zonder u de moeite te geven van naar Londen te -reizen, bij de Pont-Neuf, te Parijs, en doe dezelfde vraag aan alle -voorbijgangers, namelijk, met welk voornemen zij zijn uit gegaan? - -Een advokaat zal u zeggen:--"Om voor eenen mijner kliënten te -pleiten." En het is integendeel slechts, om de vijftig Louis d'or te -verdienen, welke hij zich vooruit heeft doen betalen. - -Een arts zal u antwoorden: "Om eenen mijner lijders te bezoeken." Maar -geenszins zal hij er bijvoegen, dat dit bezoek hem rijkelijk zal -betaald worden. - -Een dagbladschrijver zal u vertellen: "om eene proef te corrigeren." En -het is juist om de eerste letter van zijnen naam, waarachter hij -zich verschuilt, te gaan uitkrabben onder het een of ander artikel, -in hetwelk hij eenen zekeren schrijver al te hard is aangevallen, -en voor wiens onverzoenlijke wraakzucht hij thans beducht is. - -De koopman zal u diets pogen te maken, dat hij "eenen -zijner handelvrienden, wiens zaken wat schuinsch zitten, gaat -ondersteunen." Maar hij verzwijgt u, dat zijn voornemens is, tegen -gereed geld voor een derde der waarde den ongelukkigen de goederen, -welke hem nog overig zijn, af te woekeren. - -De krijgsman zwetst u voor: "Mij roept eene zaak van eer!" En het -is eene danseres van de Opera, met welke deze zaak van eer moet -beslist worden. - -De schoone Agnes, die, u antwoordende, hare tintelende oogen zedig -naar den grond slaat, zegt, met den grootsten schijn van waarheid: -"Ik ga de mis hooren in de naburige kerk." Maar het looze meisje -weet, dat zij eenen jongen vriend zal vinden, welken zij daar -eene bijeenkomst heeft toegestaan.--Dat oude grootje dweept u, -met een uitgestreken gelaat, voor: "Ik ga, in de vreeze des heere, -een heimelijk liefdewerk verrigten." Maar het is, om aan vijf of zes -schijnheilige klappijen van hare kennis een schandelijk nieuws mede -te deelen, hetwelk haar, ten nadeele van eene harer beste vriendinnen, -den vorigen avond verhaald is geworden. - -Indien ik nu zelf op uwe vraag antwoordde, waarde lezer! zoudet gij -immers kunnen vermoeden, dat ik u insgelijks mijne ware beweegredenen -wilde verbergen, of dat ik er u slechts een gedeelte van ontdekte. Heb -derhalve de goedheid, om u te vergenoegen met datgene, hetwelk -ik mij in gemoede verpligt acht ter uwer kennis te brengen, en -u te bepalen bij de uitwerkselen, zonder al te diep in derzelver -oorzaken te willen doordringen; want deze aangeborene zucht, hoe -natuurlijk en verschoonbaar dezelve ook zij, is meermaals de bron van -duizende dwalingen en misslagen voor het menschdom geweest. Ja men -kende...... Doch ik bemerk, dat ik mij van mijnen weg verwijder, en -dat ik, dus voortgaande, in plaats van hetgene ik te Londen gezien en -gehoord heb, te verhalen, mij ongevoelig in wijsgeerige bespiegelingen -zou verdiepen. Derhalve ter zake! - -"Welk eene verwonderlijke zindelijkheid heerscht er in dit land!" zeide -mijn vriend C... "Ziet gij wel aan alle huizen de dienstmeisjes met -hare emmers, bezems, luiwagens, dweilen, sponsen en zandbakjes? Zij -zijn bezig met de trappen, van den zolder tot aan den kelder, -te schuren, en zij eindigen met den huisdrempel. En dit wordt alle -zaturdagen op nieuw herhaald. Wel nu, wat zegt gij er van?--Doet men -dit te Parijs ook?" - -"Maar te Parijs," antwoordde ik hem, "worden bij zeer vele lieden -de trappen niet alleen geschrobd en geboend, maar zelfs met wassen -lappen gewreven; gij zult mij dus gaarne toestemmen, dat dit tegen -het Engelsche wasschen, waarvan gij zoo veel ophefs maakt, wel kan -opwegen. Wat der zindelijkheid betreft, mijn beste! dan moest gij -eens in Holland zijn, daar zoudt gij andere staaltjes aantreffen: -daar wascht men zelfs de muren der huizen van buiten. Ik moet u -daarenboven ronduit verklaren, dat ik mij in het geheel niet met -geestdrift voor de Engelsche zindelijkheid vooringenomen gevoel. Gij, -mijn vriend! beschouwt slechts het vernis der schilderij, maar -geenszins derzelver innerlijke waarde. - -Onder dit gesprek wees ik hem eenen tappersjongen aan, die, huis aan -huis, zijne pinten bier rondbragt, welke hij naast elkander op eene, -tot dit gebruik geschikte, plank geplaatst, in zijne hand hield, Aan -ieder huis, waar hij kwam, nam hij, voor het aankloppen, eene teug uit -het pintje, hetwelk hij moest overhandigen, zoo dat hij, dus doende, -middel vond, om zijnen dorst of snoeplust te bevredigen (indien het -nemen van eenen slok bier snoepen mag genoemd worden) zonder dat de -hoeveelheid van het vocht uit de pinten aanmerkelijk verminderde. - -Op het zelfde oogenblik zag ik een kind van omtrent acht of negen jaren -met een stuk boter in de hand, dat hij waarschijnlijk voor zijne ouders -gehaald had, en waarvan hij, het papier opligtende, gedurende den weg, -den omtrek met zijne tong belikte, dat het een lust was. - -Eindelijk zagen wij vlak tegenover ons eene melkboerin op een' harer -emmers zitten, en die, bemerkende, dat haar rok gedeeltelijk in den -anderen emmer hing, denzelven er zeer voorzigtig uitnam en in dien -emmer uitwrong, om toch geenen droppel van het vocht, dat zij verkocht, -te verliezen. - -"Ziedaar!" zeide ik, "het toeval biedt ons, gelijktijdig en juist -van pas, drie sprekende voorbeelden van de Engelsche zindelijkheid -aan! Wel nu, wat zegt gij er van?" - ---"Dat dit niets bewijst! Men kan uit bijzonderheden geene -gevolgtrekking tot het geheel maken." - ---"Ik heb u ook niet slechts eenen trek aangewezen, maar wel drie, in -dezelfde straat, en op hetzelfde oogenblik, en mijn geheugen herinnert -mij nog een aantal anderen.--Of kunt gij deze vrouw zindelijk noemen, -die, den eersten morgen na mijn ontwaken, in mijn verblijf, dat ik -thans nog bewoon, mij, nadat zij eerst mijn vuur aangemaakt, en de -zwarte kolen met de handen aangevat had, het ontbijt bragt, zonder zich -afgewasschen te hebben, en zich insgelijks gereed maakte, om mijn bed -te schudden, hetwelk ik echter nog gelukkig voorkwam, door haar, bij -wijze van een komplimentje, te zeggen, dat de heldere blankheid van -haar gelaat een sterk kontrast met hare zwarte handen opleverde? Is -het misschien ook een beginsel van zindelijkheid, dat de menschen, -bij welke gij inwoont, toen ik u, op zekeren dag, terwijl zij zaten -te eten, afwachtte, mij gul en hartelijk eene teug bier uit het pint -aanboden, hetwelk gedurig de ronde om de tafel deed, zonder dat een -der drinkenden er om dacht, den mond met een servet af te vegen, -en zulks om de natuurlijke reden, wijl niemand een servet had?" - ---"Alles enkele voorbeelden! Gij beoordeelt de Engelschen, als zeker -reiziger de Fransche vrouwen schetste. Deze, te Calais ontschepende, -teekende in zijn zakboekje aan, dat alle Fransche vrouwen zoo rood -als vossen waren, dewijl de kasteleines der herberg, waar hij was -afgestapt, rood haar had." - ---"Gij bedriegt u. Ik zeg niet, dat alle Engelschen morsig zijn; -maar ik betwist hun den roem van algemeene zindelijkheid, met welke -men hun zeer ongepast in Engeland vereert, en ik durf beweren, dat -de Franschen, wat dit artikel betreft, hun geenszins, uit den weg -behoeven te gaan. Maar nog iets; indien de bijzondere bewijzen u niet -kunnen overtuigen, indien gij mij tegenwerpt, dat alle voorbeelden, -welke ik heb aangehaald, slechts het lage gemeen betreffen, dan zal -ik u eenige algemeene trekken opnoemen, en wel onder lieden van den -eersten rang in de maatschappij." - -"Goed, hier wacht ik u, mijn vriend." - ---"Zeer wel, let slechts op!--Gij weet, dat, als men, zelfs in de -eerste huizen, thee gaat drinken, dezelve op een prachtig geschilderd, -en met goud of zilver versierd blad, in het keurigste en kostbaarste -porselein, wordt voorgediend. Maar hebt gij tevens nooit uw oog -gevestigd op die spoelkom, welke half vol warm water op den hoek van -het blad is geplaatst?--Hebt gij er nooit op gelet, dat ieder, na zijn -kopje uitgedronken te hebben, hetzelve in die kom van het overschot en -van eenige, daar in nog overgeblevene, theebladen gaat zuiveren? Is -dit niet even eens, als of ieder beurtelings uit hetzelfde kopje -dronk? Neen! zoo zeer ik met vermaak uit een kopje of schoteltje zou -willen drinken, hetwelk met een paar lieve koralen lipjes in aanraking -was geweest, met even zoo veel tegenzin en afkeer zou ik er mij van -bedienen, indien het in hetzelfde water was afgespoeld geworden, -hetwelk de restjes van eenen dronkaard, of van eene tandelooze bes -ontvangen heeft; want eigenlijk is dit geen reinigen, maar wel degelijk -bemorsen.--Ja, mijn vriend! doorzoek vrij, als gij kunt, de kleedkamer -van de pronkzuchtigste vrouw, of van de rijkst onderhouden wordende -maitresse; ga bij de voornaamste behangers en in de eerste modewinkels, -en gij zult bevinden, dat eene Fransche vrouw, van welk eenen stand -ook, er niet volledig alles zou aantreffen, wat zij noodig heeft, -om zich geheel naar haren zin van meubelen te voorzien. - ---Hebt gij reeds onze lieve en beminnelijke landgenoote, welke wij -gisteren door ongesteldheid te bed vonden, vergeten, en die zich -ongelukkig bezeerd had bij het vervaardigen van een stuk huisraad, -dat zij in geheel Londen niet vinden kon? En op wat wijze zult gij -de fraaije manier, om het neuzenmerg op te halen en in te slokken, -verdedigen?--Eene gewoonte, welke onder alle klassen plaats heeft, -en vandaar oorspronkelijk schijnt te zijn, dat de zindelijke heeren -Engelschen nooit iets uitspuwen, uit vrees van hunne tapijten te -bederven, en ook zeer zelden eenen zakdoek gebruiken, uit voorzorg -van denzelven morsig te maken. - -Ja zelfs schijnt de regering dezer stad het nuttige en noodzakelijke -der zindelijkheid niet genoegzaam in het oog te houden; want gij -zult mij toch wel willen toestemmen, dat de straten hier zeer slecht -schoon gehouden worden, of laat ik liever zeggen, dat zij altijd zeer -vuil en morsig zijn. Het is waar, men veegt, bij de eene of andere -dwarsstraat, een klein plekje schoon, om van het eene voetpad op het -andere te kunnen komen, en dit werk wordt gemeenlijk nog door eenen -bedelaar verrigt, die, in de eene hand den bezem houdende, de andere -geopend en uitgestrekt den voorbijgangers aanbiedt. Doch wilt gij de -straten dwars oversteken, om aan de overzijde te komen, dan moet gij -tot aan de waden door modder en slijk stappen, of weder terugkeeren, -tot gij aan een dezer paadjes komt, waarvan ik gesproken heb, en -welke veel overeenkomst hebben met eene plank over eene moddersloot. - ---"Genoeg! om 's hemels wil, genoeg!" zeide mijn vriend C...; -"gij zoudt eindigen met mij te betogen, dat Londen de tempel der -morsigheid is!" - ---"Dan zoudt gij in eene tweede dwaling vervallen. Mijn voornemen is -geenszins, Londen in het overdrevene van morsigheid te beschuldigen, -maar slechts te bewijzen, dat men ongelijk heeft met de Engelsche -zindelijkheid zoo hemelhoog boven de onze te verheffen. Men moet, -om gezond over de zaken te kunnen oordeelen, ze van zeer nabij zien, -en met oplettendheid onderzoeken; want het gaat met de meeste dingen, -welke wij in het eerst verbazend bewonderen, even als met menige -vrouw, die in de verte met al de bekoorlijkheden en frischheid -der jeugd schijnt uitgedost te zijn, maar die, bij iederen stap, -met welken gij haar nadert, iets van hare bevalligheid verliest, -en eindelijk zelfs leelijk zou kunnen genoemd worden. - - - - - - - -XXI. - -DE WANDELING. - - -"Helaas! nog al veroordeeld, om eenen zondag te Londen door te -brengen! welk een verdriet! Geene andere publieke plaats staat open, -dan de koffijhuizen, die juist niet in mijnen smaak vallen, en de -herbergen, waar gerookt wordt, en welke ik verfoei! Geen bezoek kan -men afleggen! Ha! ik kan echter eene predikatie gaan hooren! Eene -predikatie... de hemel beware mij! ik vergenoeg mij gaarne met de -eerste, welke ik gehoord heb.--Komaan, laat ons een hoofdstuk bijeen -flansen, en het de verveling doopen. De verveling is immers eene -ziekte, welke al de inwoners van Londen bekruipt, en die mogelijk -eenigen mijner lezers, bij het doorbladeren van dit boekje, mijns -ondanks, ook zal bevangen." - -Ik nam derhalve een groot vel schrijfpapier, en schreef boven aan met -groote letteren: Een en twintigste Hoofdstuk.--De Verveling. Reeds was -ik bezig met eene inleiding te ontwerpen toen ik mij op den schouder -voelde tikken. Ik keerde mij om en zag mijne vriend C... - -"Wel!" zeide hij, "wat denkt gij van daag te doen?" - -"Ach!" antwoordde ik met eenen zucht, "hetgene men te Londen op -zondag kan doen. Ziedaar!" vervolgde ik, hem mijn vol papier onder -de oogen houdende. - -"Smijt het in het vuur!" hernam hij: "het is een heerlijke winterdag, -niet te koud, geen wind; komaan, laat ons in Hyde-Park gaan wandelen; -dit zal onzen eetlust opwekken, en wij zullen alsdan dezen middag -der tafel eer kunnen aandoen." - -Ik liet mij niet lang bidden; wij begaven ons terstond op weg en -kwamen, na omtrent een uur wandelens, aan dat vermakelijke park, door -de poort van de Oxford-street. Zonder medelijden liet mijn vriend mijne -voeten de lengte van het geheele park meten, en toen vroeg hij mij: -"Welnu! hoe vindt gij deze wandeling?" - -"Overheerlijk! Ik zou er mij geen denkbeeld van hebben kunnen -vormen! Maar in ernst! Hoe toch kunt gij vooronderstellen, dat deze -plaats mij zou kunnen behagen? Een wijd uitgestrekte grond, van eenen -onregelmatigen omtrek, bedekt met een dun en dor groen, waartusschen -het oog hier en daar eenige wijd en zijd verspreide boomen aantreft, -even als men in de Lijbische zandwoestijnen, van tijd tot tijd, -eenige oasen ontwaart, en in wiens midden, tot volmaking van dit -fraaije tafereel, een magazijn van stof ligt!--Voorts is dit treffend -geheel doorsneden met eene soort van lanen, vol modder en slijk, die -tegenwoordig gelukkig stijf bevrozen is, en waar honderd wandelaars, -even als wij, hunne verveling medebrengen, den tijd trachten te dooden, -en van welke men te regt zou kunnen zeggen: - - - "Rari nantes in gurgite vasto!" - - ---"Wat het dorre en weinige gras betreft, dat komt, wijl men der -zeissens hier al te dikwijls bezigheid verschaft." - ---"Wat raakt mij de oorzaak? ik beoordeel de uitwerkselen." - ---"En verdient deze schoone gracht, welke men het Slangen-kanaal noemt, -ten minste uwe verwondering niet?" - ---"De nabijheid van de Theems vermindert aanmerkelijk het schoone van -dit kanaal.--Maar ik zie daar eenige jonge lieden schaatsen rijden: -ik dacht niet, dat het ijs reeds sterk genoeg was." - ---"Gisteren reed men hier al. Wel is waar, er kwam een gat in, -waarin wel vijftien menschen gevallen zijn; doch er is slechts één -verdronken." - ---"En waarom zet men niet een paar schildwachten uit, om te beletten, -dat iemand op het ijs komt, voor dat het dik en sterk genoeg is?" - ---"Wat zou er dan van de Engelsche vrijheid worden?" - ---"Het is waar, ik dacht er niet om.--Welaan! laat ons dit betooverend -verblijf verlaten." - ---"Wij zullen eerst de tuinen van Kensington nog bezigtigen; want -wij zijn er zeer digt bij." - -Zoo gezegd, zoo gedaan; en nu moet ik mijnen waarden lezer ronduit -bekennen, dat ik hier waande, mij in eene andere wereld getooverd te -zien. Eene wijde uitgestrektheid van de schoonste boomen, welke het -oog naauwelijks overzien kan, met fraaije lanen doorsneden, bood hier -den liefhebbers eene bekoorlijke wandeling aan, welke in den zomer -overheerlijk moet zijn, en alsdan ook de bijeenkomst is van alles, -wat in Londen aanzienelijk en voortreffelijk mag genoemd worden. Maar -gij vindt er niets, om u te verfrisschen of te verkoelen; noch ijs, -noch limonade, noch zelfs een glas bier; niet eens eenen stoel, om uit -te rusten: men treft er geene andere zitplaatsen aan, dan eenige, op -eenen grooten afstand van elkander geplaatste, banken, even als men -die heeft in ons Luxembourg of in de Tuilleries, waar de Invaliden -en nieuwsgierige ledigloopers gewoonlijk hunne bijeenkomsten hebben. - -Wij wandelden den tuin rond, en het was reeds half vier ure, toen wij -denzelven verlieten. Nu moesten wij nogmaals Hyde-Park oversteken, -om in de stad te komen. Maar hoe groot was mijne verwondering! Ik -bevond mij als in eene andere wereld. Misschien wel vijf- of zesduizend -personen, van onderscheiden rang en stand, wandelden te voet in het -binnenste gedeelte van het park; terwijl het in de dwarslanen krielde -van rijtuigen, koetsen en paardrijders, en dat bijna in zulk eene -menigte, als in onze wandeldreven te Long-Champ. - ---"Spijt het u nu wel, gebleven te zijn?" vroeg mijn vriend; "wat -zegt gij nu van Hyde-Park?" - ---"Dat de decoratiën veranderd zijn, maar dat het tooneel altijd -hetzelfde blijft. Ik verbeeld mij, eene groote kamer te zien, die wel -prachtig en rijk gemeubeld, doch welker vloer oud en morsig is, en -welker zoldering en lambrizering sedert lang niet zijn opgeschilderd." - -Nogtans moet ik der waarheid hulde doen, en bekennen, dat dit gezigt -niet geheel onbelangrijk was, ook kan men er alle zondagen, van drie -tot vijf ure, gebruik van maken. Met genoegen beschouwt men een -aantal jonge lieden te paard, van beide seksen, die hunne moedige -en dartele rossen met zwier en bevalligheid berijden; terwijl men, -aan den anderen kant, wederom eene menigte van rijtuigen ziet, welke -in smaak en pracht met elkander wedijveren. Niet minder verlustigt -zich het oog in de wandelende en rijdende dames, van welke sommigen -den bekoorlijksten luister van het natuurlijk, eenvoudig schoon ten -toon spreiden, welks gemis anderen wederom door pracht van opschik en -sieraden trachten te vergoeden. Wij hielden ons eenige oogenblikken -op, om dit schouwspel naauwkeurig gade te slaan, hetwelk, hoe schoon -ook, mij toch eindelijk zou verveeld hebben. Mijn vriend wist echter -aan deze vervelende eentoonigheid, door het verhalen van sommige -bijzonderheden en voorvallen, eenige afleiding te geven. - -"Ziet gij daar in die geel geschilderde koets, met die fraaije wapens -en eene grafelijke kroon er boven, dat lieve vrouwtje wel? vroeg -hij mij. Zij is eene bloedverwante van een' der aanzienlijkste -personaadjes van geheel Engeland. Zij was de echtgenoote van Lord -F...; maar eene onwederstaanbare zucht tot galante minnarijen deed -haar gehoor verlenen aan de vleijerijen van Mijlord G... Haar man -bemerkte het: hij was niet minder ervaren in de Heidensche fabelleer, -dan in de Engelsche rekenkunde: de historie van Venus en Mars, -benevens de boertige wraak van Vulkaan waren hem geenszins onbekend; -en daar hij het zonderlinge begrip koesterde, dat eene vrouw minder, -en wat geld meer, een wezenlijke zegen des hemels was, hield hij -zich, als of hij den beiden gelieven schoon spel wilde geven, en wist -eindelijk het arglooze paar, door eenige zijner vrienden verzeld, -die hem voor getuigen zouden dienen, in den beslissendsten toestand, -even als de hierboven vermelde goden, te betrappen. Een Italiaan zou -zeer zeker de schuldigen terstond geponjaardeerd hebben; een Franschman -zou zijnen mededinger op de pistool of op den degen geeischt hebben; -maar een Engelschman is wel wijzer! Lord F... vervolgde Lord G... in -rechten, en verkreeg tegen hem een vonnis, waar bij deze, als onwettig -bruiker van eens anders eigendom, in eene boete van 15,000 pond, dat -is (360,000 livres Fransch) veroordeeld werd, tot schadevergoeding -van kosten en intrest, en hetwelk hem tevens magtigde, om van zijne -snoepachtige vrouw te scheiden. Toen trouwde de Mylord G... het -onbestorvene weeuwtje. Doch daar de opvolger van Lord F... niet -geldgierig is, zegt men, dat hij de uiterste voorzorgen gebruikt, -om niet genoodzaakt te zijn, de uitgeschotene gelden, welke hij aan -Lord F... betaald heeft, weder van eenen anderen zijner vrienden of -bekenden te moeten invorderen." - -"Die ruiter, op dat kastanjebruine paard, wiens sporen en stijgbeugels -van zilver zijn, heet Sir John H... Deze heeft eens eene weddenschap -aangegaan van tweeduizend guinies, dat een man in twintig dagen -duizend uren te voet zou afleggen, hetgeen iederen dag vijftig uren -maakt, of ten naastenbij zestien en eene halve Fransche mijlen. Het -gelukte hem in de daad, iemand te vinden, die dit wandelingje wilde -ondernemen, en dien hij vervolgens iederen morgen door zijnen arts -liet bezoeken; terwijl hij zelf zich met de zorg belastte, om den -looper met voedende en krachtige spijzen te onderhouden. In een woord, -hij won de weddenschap. Thans is het hem gelukt, eene heldin op te -schommelen, die zich wil verbinden, in twintig achtereenvolgende -dagen daags dertig uren af te leggen. Hij houdt zich dus bezig met -iemand op te zoeken, die hem nogmaals tweeduizend guinies wil houden; -maar ik twijfel sterk, of hij eenen wedder zal vinden; want de spraak -gaat, dat hij altijd gelukkig is in het winnen." - -"Zie daar mistress L..., in dat eenvoudige grijs geschilderde rijtuig -zonder eenig versiersel. Zij is met eenen Franschman getrouwd, dien -zij, van den morgen tot den avond, onophoudelijk kwelt, vooral, -wanneer hij het ongeluk heeft van in de eene of andere kleinigheid -zich tegen de Engelsche gewoonten te bezondigen. Op zekeren avond -thee bij haar drinkende, beknorde zij haren echtgenoot zeer hevig, -in het volle gezelschap, dewijl hij de onoplettendheid gehad had, van -het suikerpotje op de tafel, in plaats van op het theeblad, te zetten." - -"Ziet gij daar links af, een paar schreden van ons, dien man wel, in -zijnen bruinen rok, met dat levendige oog, en blootshoofds, die, even -als wij, stilletjes voortwandelt?--Het is een schilder vol talenten -en verdiensten; Hij heeft de minnares van eenen der voornaamste heeren -van het rijk geportretteerd. Toen het werk af was, had zijne Edelheid -de goedheid van hem te zeggen:--"Zie daar een portret, mijnheer! dat -u eer zal verschaffen! het is onmogelijk, van dien aard iets beters -te zien! En dit is al de betaling, welke de verdienstvolle kunstenaar -ooit heeft kunnen bekomen." - -"Spoedig! Spoedig! Beschouw die blaauwe koets daar, met die -hertoglijke wapens! Ziet gij daar niet, naast die oude dame, met dat -stuursche drakengezigt, een lief, bekoorlijk, jong meisje, hetwelk -men het verdriet uit de oogen kan lezen? het is eene wees. Hare -bevalligheden, misschien ook wel hare vijftienduizend pond renten, -trokken de liefde van een jong mensch tot zich, die wederkeerig het -geluk had van haar te behagen. Noch zijn rang noch zijne fortuin -veroorloofden hem, naar hare hand te staan. Derhalve besloten de twee -gelieven, volgens het Engelsche gebruik, een Schotsch reisje te doen; -doch voordat zij het doel hunner wenschen bereikt hadden, en door -eenen zwartrok het heilvolle woordje conjungo! (ik vereenig u!) over -hen was uitgesproken, werden zij door de bloedverwanten der jonge -juffer achterhaald en vastgehouden. Haar stelde men in de bewaring -en onder het opzigt van deze oude, welke haar even min verlaat, -als de schaduw het ligchaam: de jongeling werd als schaker aan de -kaak te pronk gezet. Men zegt evenwel, dat het beminnelijke meisje -een vast karakter heeft, en zoodra zij meerderjarig geworden is, -welk tijdstip met snelle schreden nadert, den ongelukkigen jongeling -zal trouwen en met hem naar het vaste land oversteken." - -De menigte van origineelen, welker portretten mijn vriend mij schetste, -begon echter langzamerhand te verminderen en uit een te gaan. Het -was nu bijna vijf ure. Wij vertrouwden, dat zij voornemens waren, de -wandeling door eene meer kracht gevende en meer zelfstandige bezigheid -te doen vervangen; en wij, ons aan den wil der maag onderwerpende, -achtten het niet te onpas, hun voorbeeld te volgen. - - - - - - - -XXII. - -KORTE BESCHRIJVING VAN LONDEN DOOR EENEN ITALIAANSCHEN SCHILDER. - - -"Che piacere di vedervi!" zeide tegen mij, op zekeren dag, een -Italiaansche schilder, welken ik in Parijs had leeren kennen, en -thans in New-bond-street ontmoette. - -"En sintse wanneer gij te Londen?" - ---"Sinds tien of twaalf dagen. Maar gij zelf--wat heeft u herwaarts -gevoerd?" - ---"Ikke ben gekoom, om te doen zien de konst van mijne werk" [2] - -"Ha! Ha! Gij biedt den heeren Engelschen het gezigt van uwe -kunststukken aan, tegen eene geringe erkentenis van iederen -bezigtiger?" - ---"Si Signor! maar ikke te vroeg hiere, perche ciascheduno isse na -buite op de lande, dare isse ar geen levendige ziele in Londen." - -"Slechts een weinig geduld: men zal spoedig terugkomen. De Engelschen -zijn razende liefhebbers van tentoonstellingen. Onlangs heb ik zelfs -de bekendmaking gezien van de tentoonstelling van een kleed, dat een -zeker algemeen bekend en beroemd man gedragen had, en geheel Londen -was in de weer, om er zijne offerhande te brengen." - ---"E vero, Signor! ma intus eet ik op mijne Louis, en ik krijge niet -de guinies." - ---"Bedien u van dezen tusschentijd, om het merkwaardige van Londen -te bezigtigen. Hebt gij de kerken al eens opgenomen?" - ---"Ikke heb watte, niet vele gezien; ma datte isse miserable! de meest -klein en slegte kerke in Italie of Frankrijk is nokke meer mooij. Geene -schilderstuk, geene figuur! en de pitoijabelst orde van de bouw!" - ---"Wat der bouworde betreft, zult gij toch, hoop ik, de -Sint-Paulus-Kerk, en de Abtdij van Westminster uitzonderen. Deze twee -kerken kunnen wedijveren met de schoonste gebouwen van geheel Europa." - ---"Ah Signor! voor jou niette heb gezien le belle chiesse van Rome, -Napels, en van Florence! en ikke geloof, datte de Notre-Dame en -Sinte-Geneviève, Sint Roch en Sint Soulpice te Parijs niet hoef de -schaamte te hebbe van te woon op zijde van haar al te male." - ---"Maar nog eens, mijn heer! er zijn in de Sint Paulus- en Westminster -kerken gedenkstukken, overwaardig, om bezigtigd te worden, voorwerpen, -welke de nieuwsgierigheid en opmerking der kenners in den hoogsten -graad verdienen. - -"--Zonder twijfele: daar isse in Westminstre de monumente van Henrico -Cinque, de figuur isse zonder de koppe, wante hij was van zilvere, -en daarom de dief de koppe gestool; ook de zadele van de paard, dare -dat Prins boven oppe heb gezeet, in de bataille van Aguincourt, en -dare nikse meer van te ziene is, alsse de hout en ijzere; dan nokke de -steen voor de oude koninke van Schotlande, zij leg er in met de knie, -als zij konink worde gekroond. In de Sinte Paulus kerke is eene groote -dakke, niette goed gemaak, de meestre van die maak wasse een groot -broddelaar; ook nokke watte figuuren, die stelt te voor Engelsman -in de Roomsche kleed, de haar van voor gefriseerd in de toepet, en -van agter gebond in de keu; eene klokke die weegt twaleve duizende -pond, je trek an die kleep, en de klokke zekt bim, bam, bom! Eene -galerij, je zet de monde op de eene kante van de mure, spreek zachte, -en de ander kan alles hoor aan de andere kante ver weg. Tutte cose -miravigliose; ma, om te kijk, de hande alletijd in de zakke: voor -ieder duer, die worden op gedaan, uit jou borse zoo vele skillings, -en heel vele, magtik vele duers aan de Sint Paulus- en Westminster -kerke: overal net egaal; zonder de gelde, niks te kijk in Londen. Ja, -de Theemse alleene voor niks te zien, zoo lange de Engelsman niet -kom in de occasion, om de slot er op te smijt." - ---"Ik hoop ten minste, dat gij tevreden zult zijn geweest, en u -vermaakt hebben met het gezigt van deze rivier? De schepen, waarmede -dezelve bedekt is, de kaaijen en timmerwerven in den omtrek, leveren -inderdaad een heerlijk schouwspel op. - ---"Perfettamente! de Theemse isse een aardig mooije beek, heel -gemakkelijk voor die Engelsman, die lust heb, zich te verzuip; ma -om te willen spreek van de haaf, van de timmerwerf, jou motte zien -Antwerp, sinte de Fransche dare heb gemaak die nieuwe werk, en zwijge -dood stille van de kanale, die door eene stad loop, zoo lange jij -te Venetie niet hebbe geweest. In eene woorde, is het niet schand, -datte oppe die fameuse riviere in geheel Londen niet meere dan drie -brukken gevonden word." - ---"Kom, kom! gij zijt wel ongemakkelijk! Maar hoe hebt gij de pleinen -(squares) van Londen gevonden, deze fraaije vierkanten, welke meestal -bij uitsluiting bewoond worden door lieden van de eerste klasse?" - ---"Er zijn magtig vele, Signor; want ikke geloof wel taggentik hebbe -geteld; ma hette isse, of er maar eene is, zij zijne allemale op -eene leeste geschoeid, even eense als de straat en de huis, watte -meer groot, of watte meer een beetje klein, en dat isse de geheele -onderscheid van de zake, nette als eene tuin, rondomme en overalle -met traliewerke, en waar geene mensche kan koom inne, om dat de -digte bij eigenaren alleene bewaren de sleutels: ziedaar in drie -penseeltrek de portrette van alle de vierkante plein te Londen. Het -is assolutamente, de Place-Roijale van Paris, met de onderscheide, -dat ze niet zijn bedekte, en dat men zich kan wegkruip voor de reeg, -om niet te worde nat." - ---"Ik zie, dat gij voor zinspreuk hebt aangenomen het nil admirari -van den ouden Horatius; maar ik zal u echter in eene zaak tot zwijgen -brengen. Durft gij beweren, in eenige stad der wereld, winkels aan -te zullen treffen, zoo als men dezelve in Oxford-Born-Cheapside, -en ik weet niet in hoe veel andere straten, aantreft?" - ---"Ikke ben geslaag Signor, dat isse waar! men zou zeg, dat geheel -Londen eene winkele wasse, ofte ten minste alleene voor winkele -gebouwd, in de plaatse, datte contrarie, in tegendeele, in andere -land, de winkele voor de stadte worden gemaak. In de meest miserable -pothuis en inne de kleinste winkele, is eene propreteit en schikking, -datte curieus is, en offe men wil, offe niet, men motte zich verwonder -over de rijkteheid en elegance van de groote magasins; ma perche, -als het u bliefte, ma datte isse ook om de klante te trek, en om -datte de gelde veel zal worde gewon: ik wil niette ontken, datte er -hier vele meere winkele ben als te Paris, maar ikke hou staand, datte -ze niet zijne zoo mooij, zoo praktik, en curieus, als dare zijne in -de strate, Sint-Honoré, Richellieu, Vivienne, en nog vele meere, en -dan de uithangbord! dat is om van te huil! de naam van de koopmanne, -dat isse al! Gij ziet hiere niet voor de winkele, zoo als te Paris, -heele mooij schilderij, daar mee kan gefigureerd word in de mooije -zaal.--Ma zeg mij, het is vijf uur, waar ete gij? - ---"Ik heb met eenen vriend afgesproken, hem in een Chop-house te -ontmoeten, waar men redelijk wel is." - ---"Che gusto! Ikke verlaat u niete. Ikke hebbe tot hiere toe in eene -miserable gaarkeuk gegeet; de baas van de keuk zegt, hij eene Fransch -kok isse, hij mogte de duivele! daar isse keene mensche in de heele -huize, die eene woord Fransch kan spreek, en die vente late zijne -medicamenten tegen goud opweeg. Maar ik hebbe ook gezwoor, er nooit -weer te koom. Gister tracteerde hij mij oppe eene kalverribbetje -mette de suringe. Santa Virgine! de suringe wasse als gedroogd en -verdord grasse, ikke geloof, hij had weze snij in Hyde-Park; en de -ribbetje klonk onder het snij als eene klokke, maar tusschen de tand -wasse zoo hard en taaij, als de leeren lap." - -De schilder ging derhalve met mij een stuk roasted-beef met een -rijstpudding eten, en stemde mij eindelijk toe, dat men in Londen -op het middagmaal ten minste eene hartversterking kon bekomen, welke -met regt mogt genoemd worden comfortable. - - - - - - - -XXIII. - -GODDAM! - - -Op het gezag van den Figaro van Beaumarchais, geloofde ik, dat -het woord Goddam! de grond van de Engelsche taal was, en dat alle -andere woorden en spreekwijzen slechts aanhangsels en bijvoegsels -van hetzelve waren. Doch ik kan u, op mijn woord van eer, verzekeren, -waarde lezer! dat ik dit woord, gedurende mijn verblijf te Londen, niet -eenmaal heb hooren uitspreken, en daarenboven heeft men mij verzekerd, -dat het slechts alleen bij de laagste volksklasse in gebruik is, -en dan nog maar zeer zeldzaam, wanneer namelijk de gemoederen door -gramschap of sterke dranken verhit zijn. - -Maar er zijn evenwel (het is mooi weer! de lucht staat -regenachtig! waarmede alle gesprekken gewoonlijk beginnen, -uitgezonderd) nog verscheidene andere spreekwijzen, waarvan men zich -gedurig bedient, en welke bij alle gelegenheden gebruikt worden. - -Met weinig moeite zou ik van deze waarheid een groot aantal voorbeelden -kunnen bijbrengen; doch ik wil mij slechts tot het bijvoegelijk -naamwoord bepalen, hetwelk mijne vorige afdeeling geëindigd heeft. - -Reeds heeft de lezer gezien, dat een middagmaal, waarover men -tevreden is, in een woord, een goed middagmaal, dat dit, zeg ik, -genoemd wordt comfortable. - -Op zekeren dag bevond ik mij in een huis, waar ik eene jonge juffer, -vol geest, bevalligheid, bekwaamheden en ten hoogste beminnelijk -ontmoette. "Zoudt gij wel gelooven," zeide een heer, die naast mij zat; -"dat dit bevallige schepseltje een lief klein vrouwtje zou kunnen -worden, en wel zeer comfortable?" - -Een andermaal ondervroeg men mij, over al hetgene ik in Londen gezien -had: men begeerde mijne gedachten over verscheidene onderwerpen -te weten, en ik was voorzigtig genoeg met Horatius op alles te -antwoorden, pulchre! bene! recte! fraai! wel! goed! want voor eenen -echten Engelschman zijn de, uit de Theems opgerezene en opeengepakte, -neveldampen aangenamer, dan de heldere blaauwe hemel in Italie, en -de bewalmde en berookte muren te Londen verre verkieslijk boven de -prachtige, op hun ronde en sierlijke zuilen rustende gebouwen van -de Louvre. - -"Het is wel jammer," zeide eene dame tegen mij, "dat de vaux-hall in -dit jaargetijde niet geopend is, en gij dezelve dus niet hebt kunnen -zien! Van alle publieke plaatsen, waar men altijd goed en fatsoenlijk -gezelschap aantreft, is deze, buiten tegenspraak, de meest comfortable. - -"Bijaldien gij eenige dagen in Derbijshire kondet doorbrengen," -zeide mij een zeker Lord, "dan zoudt gij mijn park en mijn kasteel -kunnen zien: ik zelf ben de schepper zoo wel van het eene, als van -het andere: de eer der uitvinding en de schikking behoort mij alleen: -er bestaat nergens een verblijf, zoo aangenaam, zoo comfortable." - -Ik had eenen zijden, van binnen met watten gevoerden, overrok, -hoedanigen men veel in Frankrijk draagt. "Het is wel jammer," zeide -een jong mensch van mijne kennis, "dat deze zijden jassen hier te -Londen niet in de mode zijn; want ze schijnen mij zeer comfortable." - -Wilt gij te Londen een schoon huis doen bouwen, ten minste zoodanig -een, dat daar voor schoon gehouden wordt--(het schoone toch is -betrekkelijk; want de afzigtelijke gezellin van den Hottentot bezit -in zijne oogen meer bekoorlijkheden, dan de bevalligste van onze -Parijsche Helena's.) Wilt gij dus te Londen een huis doen bouwen, -hetwelk het nuttige met het aangename vereenigt, hetwelk in vele -bijzondere en volkomen evenredige vertrekken is afgedeeld, waarvan -de deuren en vensters goed sluiten, iets, dat al vrij zeldzaam te -Londen is!--kortom, begeert gij een huis naar de beste Engelsche -bouworde? welnu, laat dan den metselaar komen, en met een enkel -woord, kunt gij hem verstaanbaar en begrijpelijk maken al, wat gij -verlangt. Gij behoeft niet anders te zeggen, dan: "ik wensch den bouw -van mijn huis comfortable." - -Niets is insgelijks ellendiger dan het Engelsche kolenvuur, de eenige -bekende brand in de drie vereenigde rijken. De zwarte, dikke rook, -welken de kolen veroorzaken, en die zich overal aan hecht, verpligt u, -gezigt en handen wel tien-, ja twintigmaal op éénen dag te wasschen, -om niet binnen vierentwintig uren tijds voor eenen kolendrager gehouden -te worden. Ook wordt er eene bijzondere bekwaamheid toe vereischt, -om zulk een vuur aan te leggen en aan den gang te houden; want neemt -men te veel kolen, dan dooft het al spoedig uit; neemt men te weinig, -dan gaat het uit door gebrek aan voedende stof; roert men al te druk -in de kolen, dan verdwijnt de vlam, en men zit, eer men het weet, -aan eenen kouden haard; gebruikt men den pook in het geheel niet, of -geeft men hem te veel rust, dan goeden nacht vlam en gloed! dan vormt -zich eene korst over de weleer brandende oppervlakte, en er volgt -eene geheele verduistering, welk lot der zon ook eenmaal te beurt -moet vallen, zoo men eenen zekeren sterrekijker mag gelooven!--Welnu, -wanneer dit ellendige vuur voor eenige oogenblikken, (dat echter eene -ware zeldzaamheid kan genoemd worden!) eens lustig in het haardje -brandt, en eene heldere vlam van zich geeft, dan is het al wederom -een comfortable vuurtje! - -"Indien het u gelegen...... Wat is er? wat wilt gij?" - -"Ik zou gaarne weten, mijnheer!" zeide mijne hospita, "of gij dezen -morgen uitgaat, want ik wilde in uwe afwezendheid den boel eens -schoon maken." - ---"Wat is er dan zoo al te doen?" - ---"Tapijten uit te kloppen, glazen te wasschen, de vloer te vegen, -en de meubelen te wrijven, in een woord, mijnheer! uw verblijf in -orde te brengen, opdat men zeggen kan, het is comfortable." - ---"Niets liever dan dat, mejufvrouw! oogenblikkelijk zal ik u daartoe -ruimte geven, want ik ga eene wandeling doen. - -En hierdoor voorkwam ik de verdere herhaling van dit overheerlijke -comfortable, hetwelk zij zeker nog op vele andere voorwerpen zou -toegepast hebben. Ook kan ik, mijns oordeels, deze afdeeling niet -beter eindigen, dan met den hartelijken wensch, dat mijne lezers -zich er mede mogen vermaakt hebben, en ongeveinsd kunnen uitroepen: -"het was tamelijk comfortable." - - - - - - - -XXIV. - -DE DAGBLADEN. - - -Geen land wordt er misschien van den Noord- tot den Zuidpool gevonden, -waar de dagbladen, en gedrukte nieuwstijdingen in zulk eene menigte -rondgebragt, verkocht en gelezen worden, als in Engeland. Men kan -er meer dan vijftig optellen; sommigen worden, den Zondag alleen -uitgezonderd, alle dagen uitgegeven; anderen daarentegen des zondags -alleen: dezen ontvangt men driemaal in de week, genen slechts eens -in de maand. Al deze dagbladen zijn intusschen zoo groot van formaat, -dat de Parijsche Moniteur er slechts een Lilliputiaan bij is. - -De staatkundige tinnegieterij..... Wat beteekent dit? Waarom verdikt -zich mijne inkt in de pen? Waarom weigert mijne veder de verschuldigde -gehoorzaamheid aan mijne schrijvende vingeren?--Nimmer zal ik vergeten, -eens gezworen te hebben, nooit over staatkundige onderwerpen te -zullen spreken of schrijven; en dezen duren eed wil ik houden, -o ja! hij zal mij altijd heilig, altijd onverbreekbaar zijn! - -Ha! ik gevoel eene nieuwe kracht! Het gaat, de inkt wordt weder -vloeibaar, en de pen onderwerpt zich geduldig aan haren voerder.--Ik -zeg dan, dat de staatkunde het voornaamste onderhoud der Engelsche -papieren is. Wijl zij hun echter te weinig stof verschaft, om -dagelijks twintig of dertig ontzaggelijk groote colonnes, met zeer -kleine letteren gedrukt, behoorlijk te kunnen aanvullen, maken de -schrijvers, na al het nieuws uit andere landen, het zij dan waar of -valsch, breedvoerig medegedeeld te hebben, een afzonderlijk artikel, -waarin zij nogmaals het reeds vermelde herhalen, stukswijze ontleden, -en met hunne bekookte of onbekookte aanmerkingen en oordeelkundige -of geestelooze bijvoegselen doorspekken, en dus de schaal naar -dien kant doen overslaan, welken de partij, waarvoor zij ijveren, -is toegedaan. Op deze wijze ontbreekt het hun geenszins aan stof, -om twee vierde gedeelten van hun blad te vullen. Een derde vierde -gedeelte is toegewijd aan belangrijke onderwerpen, die uit de Parijsche -Petites-Affiches zijn overgenomen; en, om het overige vol te krijgen, -deelen zij een langdradig uittreksel en de kleinste bijzonderheden -mede van de gedingen, welke voor de Londensche regtbanken verhandeld -en gevonnisd zijn. Voorts verhalen zij de gewigtige tijding, dat -Mylord die of die in de hoofdstad is teruggekeerd, en dat zijn naaste -buur daarentegen weder naar zijn landgoed is vertrokken; dat Milady -die of die den vorigen dag een dozijn menschen te eten heeft gehad, -en eindelijk, dat een rappe hazenwind, langs den weg snellende, den -vollen emmer van eene aardige melkboerin omver heeft gesmeten, dat hij -in dezelfde vaart eenen tappersjongen, met al zijne pinten bier, onder -den voet heeft geloopen, en eindelijk eene oude matrone in den modder -heeft doen nedertuimelen, zoodat zij van onder tot boven beslijkt was. - -De eigenlijke dagbladen zijn in twee partijen verdeeld, van -welke de eene de ministeriele, en de andere de oppositie-partij -genoemd wordt. Ook heeft men dagbladen, die slechts over -letterkundige onderwerpen handelen, zoo als de Monthly-Review en de -Critical-Review. Intusschen kan men, zonder een fijne kenner te zijn, -uit den schrijftrant ligtelijk opmerken, dat de eerste gunstig is voor -de ministers, en de andere de oppositie-partij aankleeft. Wanneer een -dezer dagbladen zich eenmaal voor de eene of andere partij verklaard -heeft, dan blijft het zijn aangenomen grondbeginsel ook onwrikbaar -getrouw, en verraadt nimmer zijne partij. Zeldzaam treft men in Londen -zulke schrijvers aan, welke heden den afgod met voeten treden, dien zij -gisteren aanbaden, en dien zij morgen nogmaals zouden bewierooken, -indien hij slechts weder op zijn altaar was geplaatst. Ook zijn -zij geenszins verpligt, gelijk in vele andere landen, om valsche -tijdingen te verspreiden, of ware te verzwijgen; noch genoodzaakt, -een slecht werk aan te prijzen, omdat de schrijver invloed heeft, -of eene goede lettervrucht van eenen achtenswaardigen geleerde -onbarmhartig te havenen, omdat zijn vader een regterlijk vonnis -heeft ondergaan. Letterkunde, staatkunde, alles ligt voor hen bloot, -en hunne pen is zoo vrij, als hunne gedachten; terwijl het aan de -regtbanken-alleen staat, de misbruiken te beteugelen, welke zij van -de vrijheid der drukpers mogten maken. - -"Bravo!" zeide mijn vriend C..., die, zonder dat ik het bemerkt had, -was ingekomen, en over mijnen schouder de laatste regels, welke ik -bezig was te schrijven, gelezen had: "bravo! ziedaar eens eindelijk -een hoofdstuk, hetwelk, rond uit de borst, voor de Engelschen de -grootste lofrede bevat!" - ---"Ik deel slechts daadzaken mede, en laat den bescheiden lezer -de zorg over, om de gevolgtrekkingen te maken. Maar gij doet mij -vreezen, dat ik niet wel begrepen zal worden, en dat men soms een -eenvoudig verhaal voor eene lofrede zal houden. Meent gij dan, dat, -indien ik een dagbladschrijver ware, ik niet liever zou verkiezen, -dat een censor tegen mij zeide: "dit of dat artikel zult gij niet -laten drukken!" dan dat ik den volgenden morgen voor de regtbank -gedagvaard werd; wijl ik het in mijn blad had doen plaatsen? Gelooft -gij, dat ik zulken achting toedrage, die zich verpligt rekenen, -alleen, omdat zij tot de oppositie-partij behooren, de wijste en -verstandigste besluiten van het ministerie te gispen en te gebruiken; -of wederkeerig hem zou verdedigen, die de onbetamelijkste aanslagen -tegen de Engelsche vrijheid trachtte te regtvaardigen, omdat hij een -voorstander van de ministeriele gevoelens is? En ziedaar nogtans -iets, dat men dagelijks in de Engelsche papieren aantreft. Een -dagbladschrijver moet onpartijdig zijn, en over het staatkundige met -de uiterste omzigtigheid en de strengste waarheidliefde spreken. Hij -moet zijne overheid eerbiedigen, zonder echter dezelve laaghartig -te vleijen. Dat hij mij een blad levere, zoo groot hij wille, -mids hetgene er in gevonden wordt, belangrijk is en mijnen leeslust -kan voldoen; maar dat hij mij geenszins veroordeele, eenige honderd -regels brabbeltaal en zoutelooze lafheden in te slikken, waarin niets -opmerkenswaardig gevonden wordt; dat hij eindelijk..." - ---"Gij schildert daar eenen man, die nimmer bestaan heeft, en het -land, waar men zoodanigen schrijver zou kunnen vinden, ligt zeker in -het onbekende zuiden, of in de maan." - ---"Ik wilde ten minste niet gaarne uw schrijver zijn; want ik zou -met reden vreezen, geene lezers te vinden, en dus van honger te -moeten sterven." - ---"De geest der partijzucht en boosaardigheid alleen is de eigenlijke -bron, waaruit die algemeene drift tot lezen ontspringt. Ook houdt ieder -lezer te Londen er twee dagbladen op na, om dus hetzelfde tafereel, -met verschillende kleuren geschetst, op tweederlei wijze te kunnen -beschouwen; en het is vandaar, dat men door het licht der rede geleid, -bij eene ernstige en bedaarde overweging, het beste kan...." - ---"Het beste kan ontwaren, dat de twee schrijvers de kleuren van den -hartstogt, in plaats van die der waarheid genomen hebben, en dat zij, -in plaats van eene volledige schilderij, niets meer dan eene flaauwe -schets geleverd hebben." - ---"Gij moogt zeggen, wat gij wilt, maar ik heb veel achting voor de -Engelsche dagbladen. Misschien loopt er wel een weinigje dankbaarheid -onder; want mijne eerste kennis, welke ik te Londen gemaakt heb, -ben ik aan een nieuwspapier verschuldigd." - ---"Hoe dat?" - ---"Ziehier de zaak: zij zal u wel wat romanesk voorkomen, maar zij -behelst toch de zuivere waarheid. - -"Slechts weinige dagen was ik te Londen geweest, en had nog aan niemand -kennis gekregen, dan aan eenen eenigen Franschman. Te Parijs had ik -een weinig Engelsch geleerd, doch kon het niet, dan met zeer veel -moeite spreken: het te verstaan, was mij nog lastiger. Op zekeren -morgen met mijnen vriend aan het ontbijt zittende, las ik in de -Morning-Chronicle het volgende berigt, hetwelk ik het vermaak zal -hebben u voor te lezen: "Eene Engelsche Dame, der Fransche taal magtig, -doch zich gaarne verder willende oefenen in het spreken van dezelve, -wenschte eenen geboren Franschman te vinden, die, van zijne zijde, -verlangde, zich de uitspraak van het Engelsch gemakkelijk te maken. Men -zou alsdan gezamenlijk het uur of tijdstip kunnen bepalen, om bij -elkander te komen, en het daaruit voortvloeijende nut en voordeel zal -tot wederzijdsche betaling strekken. Het antwoord wordt verzocht in -ditzelfde dagblad, onder het opschrift: aan ladij A. B." - ---"Waarachtig!" zeide ik tegen mijnen vriend, "ik zal ladij -A. B. antwoorden, en mijne onderteekening naar de volgorde van het -Abé rigten."--"Ik zou het maar stilletjes laten blijven," hernam hij; -"buiten twijfel is het eene avonturierster, die een wildbraadje denkt -op te jagen."--"Onverschillig! zij zal ondervinden, dat zij zich -bedrogen heeft!" en op het oogenblik maakte ik het volgende opstel: -"De voorslag van ladij A. B. wordt met vermaak aangenomen door een' -Franschman, die onlangs te Londen aangekomen is. Het zal hem veel -eer en genoegen zijn, naar den dag en het uur te mogen vernemen, -waarin hij zijne opwachting mag komen maken. Hij verzoekt antwoord -onder de letters C. D., no. 7 Wells-street." - -Dadelijk bragt ik mijn antwoord aan het kantoor. Er waren -intusschen reeds eenige dagen verloopen, en ik dacht niet meer aan -het geheele geval, toen ik, op zekeren avond te huis komende, het -volgende billet op mijne tafel vond: "Indien de Franschman, die de -uitnoodiging onder A. B. in de Morning-Chronicle beantwoord heeft, -zich de moeite wil geven, om aanstaanden donderdag, des avonds te -zes ure, in de St. James-street no. 9 te komen, zal hij daar de -bewuste dame met haren vader kunnen aantreffen. Alsdan zal men, na -zich onderling gezien en gehoord te hebben, het beste kunnen bepalen, -of men wederzijds genoegen in elkander vindt, en genegen is, om eene -nadere verkeering met elkander te houden." - -"Deze stijl scheen mij geenszins die van eene fortuinzoekster; derhalve -verzuimde ik de bijeenkomst niet. Daar komende, vond ik een lief jong -meisje van twintig jaren, even beminnelijk als bevallig. De geheele -familie bestond uit vader, moeder, broeder en zuster: de twee laatsten -alleen verstonden een weinig Fransch. Ik werd intusschen zeer minzaam -ontvangen. Een jaar lang bragt ik mijne avonden bij dit achtenswaardige -gezin door, en werd in dat tijdverloop der Engelsche uitspraak tamelijk -magtig, terwijl daarentegen de jonge miss aanmerkelijke vorderingen -in het Fransch gemaakt had. Korten tijd daarna trouwde zij, en haar -man bewees mij insgelijks veel vriendschap en welwillendheid. Thans -is zij, op hare beurt, moeder des huisgezins, en zelden gaat er eene -week voorbij, dat ik haar niet bezoek.--Welnu, mijn vriend! wat dunkt -u? Ben ik deze kennismaking niet aan de Morning-Chronicle verpligt?" - ---"Uwe geschiedenis deugt niets, mijn beste! Om het avontuur op -eene behoorlijke wijze te eindigen, hadt gij zelf het meisje moeten -trouwen." - ---"Indien ik u eenen roman hadde opgedischt, zou zoodanig eene -ontknooping onvermijdelijk geweest zijn; maar het is integendeel eene -waarachtige gebeurtenis, welke ik u ter goeder trouw en onopgesmukt -heb medegedeeld." - - - - - - - -XXV. - -DE SPOTPRENTEN. - - -"De zucht, om u mijn zonderling avontuurtje te vertellen," vervolgde -mijn vriend C..., "heeft mij een ander onderwerp uit het oog doen -verliezen, waarover ik u wensch te onderhouden, en waarmede wij -terstond zullen beginnen. Ik bedoel het woord Caricature. Gij zult -mij echter, hoop ik, toestaan, dat Londen ten minste hierin de eerste -stad der wereld mag genoemd worden." - -"Ik stem toe, dat er nergens zoo vele spotprenten gevonden worden, -schoon, sedert eenigen tijd, Parijs hierin met Londen om den prijs -schijnt te willen dingen. Maar wat is eigenlijk eene caricature? niets -anders dan eene geschilderde satire. Eene caricatuur moet in -tegenoverstelling van eene schilderij, datgene zijn, wat eene geestige -parodie is in tegenoverstelling van een zang- of treurspel, gelijk wij -dit dikwijls gezien hebben op ons Theatre du Vaudeville, bij voorbeeld -in de zangstukjes Nice en Arlequino Cruello. Doch, van de honderd -spotprenten, welke ik hier zie, zijn er zeker negentig volstrekt -zout- en geesteloos: ook is er geen spoor van teekening in te vinden, -alle regels der kunst zijn jammerlijk geschonden, en men bespeurt -duidelijk, dat het geenszins aan den goeden wil van den broddelaar, -(welken ik met een goed geweten nimmer kunstenaar zal kunnen noemen) -gehaperd heeft, om iets beters voor den dag te brengen; maar dat zijne -onbekwaamheid hem zoodanige gedrochten heeft doen scheppen. Betreffende -de tien anderen, van dezen verdienen negen slechts eenige aanmerking -door derzelver bijtende en boosaardige beteekenis, welke altijd het -uitsluitende kenmerk is, en de tiende alleen zou misschien eenige -verschooning kunnen vinden in de oogen van iemand, die een gezond -oordeel bezit. In een woord, nooit zie ik eene spotprent, zonder aan -Scarron's boertige vertaling van Virgilius te denken." - ---"Gij zijt waarlijk al te streng! Laat ons een paar van deze -prentwinkels bezigtigen, en gij zult er spotprenten zien, die u zullen -doen lagchen." - ---"Zonder twijfel, ik zal lagchen--even als ik lach over de -verregaande zotheden, welke Brunet en Portier op het Theatre des -Variètés uitventen; maar denk echter niet, dat ik zeg: - - - J'ai ri, me voilà désarmé! - - Ik heb gelagchen, en ziedaar mij ontwapend! - - -"Neen, mijn vriend! het is slechts een vlugtige glimlach, die volstrekt -niets meer beteekent dan een voorbijgaande reuk, welke reeds zijne -kracht verloren heeft, voordat men hem kan onderscheiden. - -"De ouden kenden de kunst van caricaturen te schetsen in den grond; -en ofschoon ons weinige werken van deze soort zijn overgebleven, -weten wij echter genoeg, om te kunnen beweren, dat zij in deze -voortbrengselen van hun genie nooit de regelen der teeken- noch -der schilderkunst verwaarloosden. Een Grieksch schilder eenmaal het -Atheensche volk willende doen gevoelen, dat het beurtelings standvastig -en wispelturig, grootmoedig en wreed, nederig en trotsch, billijk -en onregtvaardig was, kwam op het denkbeeld, om den Athenienzers -deze waarheid in eene schilderij onder het oog te brengen, waarin -hij den schutsgeest hunner stad als eenen zaaijer voorstelde, die -de zaden van alle deugden en ondeugden rondom dezelve strooide.--Een -ander kunstenaar had Timotheus, een' der voornaamste veldheeren van -dat gemeenebest, slapende geschilderd, middelerwijl de godin van het -geluk de vijandelijke steden voor hem in netten ving.--Timotheus deze -schilderij ziende, zeide, wat moet ik doen, als ik ontwaak?--Tot -besluit eindelijk zal ik onder het getal der aanmerkenswaardige -caricaturen uit de oudheid u nog het tafereel opnoemen, waarin een -voornaam schilder zekere groote en schoone koningin, over welke hij -ontevreden was, ten toon stelde in het oogenblik, waarin zij zich -tot eenen geringen visscher verlaagde. Deze, zoo wegens haren wuften -aard en hare losbandigheid van zeden, als wegens den luister harer -bekoorlijkheden, algemeen befaamde vorstin, vond hare beeldtenis -zoo schoon en wel getroffen, dat zij, in plaats van den kunstenaar te -straffen, hem een aanmerkelijk geschenk deed. Ziedaar de ware modellen, -welke de caricatuur-fabrikeurs ten voorbeeld moesten nemen, in plaats -van op lange zoomen papier, uit den mond hunner personaadjes woorden -en spreuken te voorschijn te doen komen, meestal strookende met de -wijze, waarop zij hun onderwerp behandeld hebben. Gij zult mij toch -niet willen betwisten, dat inzonderheid in de Engelsche caricaturen -deze heerschende fouten worden aangetroffen.--De Franschen en Italianen -hebben zich daarvoor beter weten te wachten; maar hier heb ik er zelf -vele gezien, waarin meer penne- dan penseeltrekken gevonden werden." - -"De Engelschen hebben derhalve, volgens uwe meening, ongelijk, dat -zij, met betrekking tot de caricaturen, op dezelfde meerderheid, -als op die van den Oceaan aanspraak maken?" - ---"Ik zal u op deze vraag antwoorden, zoodra men mij eenen Engelschen -caricatuur-fabrikeur opgenoemd heeft, die waardig is, om aan de zijde -van onzen landgenoot Gallot geplaatst te worden." - - - - - - - -XXVI. - -ROOVERS, AFZETTERS, ZAKKEROLDERS EN BEURZENSNIJDERS. - - -Op eenen zekeren avond, of liever morgen, want het was half een -des nachts, uit den schouwburg van Drurij-lane komende, ontmoette -ik eenen grooten, met eenen duchtigen stok gewapenden vent, die mij -staande hield en den doorgang afsneed. Om eenen eerlijken aftogt te -maken, wilde ik terugkeeren, doch ik stiet, helaas! op twee andere -fielten, die geen gunstiger uitzigt hadden. De een, die voor mij -stond, eischte mijne beurs, en dat wel zonder eenige wellevendheid, -welke men anderzins veelal den Engelschen straatroovers toekent. Dit -avontuur was intusschen zoo aangenaam niet, als dat van de drie -Bevalligheden, welke mij, eenige dagen te voren, in Cheapside hadden -aangerand. Juist had ik den vorigen dag in een der dagbladen de lofrede -op eenen Engelschman gelezen, die, insgelijks door drie deugnieten -aangevallen, den moed gehad had, om zijne beurs te verdedigen, en -die, tot belooning voor zijne dapperheid, onder het gewigt van eene -menigte wel aangebragte stokslagen bezweken, en beroofd was van al, -wat hij bij zich had, waarna men hem bijna naakt en half dood tot -zijnent had gebragt. Intusschen gevoelde ik mij niet zeer opgewekt, -om dezen ongelukkigen tot een pendant te verstrekken; want de eer, om -in de Londensche dagbladen te verschijnen, scheen mij tot dezen prijs -wat al te duur gekocht. Ik maakte derhalve geene zwarigheid, om mijner -beurs, die gelukkig niet zeer luisterrijk gestoffeerd was, vaarwel te -zeggen; doch ik vreesde voor mijne horologie, hoewel het aldra bleek, -dat ik met eerlijke gaauwdieven te doen had. Naauwelijks was mijne -beurs uit mijne handen in de hunne overgegaan, of zij verdwenen als -vogels in de lucht, en ik vervolgde mijnen weg naar mijn logement, -waar ik, zonder eenige andere onaangename voorvallen, behouden aankwam. - -Iederen avond, voor dat ik naar bed ging, had ik de gewoonte -om een paar bladen op te slaan in een boek, dat ten opschrift -voerde: Beschrijving van Londen, of Wegwijzer voor vreemdelingen -in deze stad. Dit diende mij tot een rigtsnoer, om te overwegen, -met welke bezigheden ik den volgenden dag zou doorbrengen. Mijne -vorige ontmoeting belettede mij geenszins, aan deze gewoonte getrouw -te blijven, en toevallig sloeg ik een hoofdstuk op, dat juist zeer -veel betrekking had met hetgene mij bejegend was. Ik zal er den lezer -eenige plaatsen uit mededeelen, en tevens zorgen, dat het overgenomene -onderscheiden wordt van de aanmerkingen, welke ik mij hier en daar -er over zal veroorloven. - -"Des nachts bestaat de wacht uit eenige ongewapende grijsaards, -watchmen genaamd; en slechte een gering getal gerechtsdienaren zijn -belast met het nasporen en opbrengen der roovers en afzetters." - -Het is dus geenszins te verwonderen, dat hier zoo velen van dit slag -van volkje gevonden worden; ook gaat er zeldzaam een dag voorbij, dat -de nieuwstijdingen geen verhaal mededelen van geweldige diefstallen -of afzetterijen. Dit vooraf in aanmerking nemende, zou men welhaast in -verzoeking geraken, om de volgende regels voor een fabeltje te houden. - -"Er bestaat nogtans geene stad, waar men veiliger en geruster -kan gaan en komen, zonder vrees van eenig ongeval te ontmoeten, -(onverschillig, welk uur van den dag of nacht) dan te Londen. Dit -wonderbare verschijnsel is echter geenszins te zoeken in de orde, -sterkte en geregeldheid van de gewone politie, maar veeleer toe -te schrijven aan den gelukkigen zamenloop van zedelijke oorzaken, -waarvan de voornaamste is de verjaarde vrijheid, welke alle klassen -van het volk onbelemmerd in Engeland genieten, en die zelfs in de -zielen der armen met diepe merken gegrift is; voorts in de algemeene -neiging tot orde in de zamenleving, en in de zucht, om zijn bestaan -te vinden door eene onafgebrokene vlijt en ijverige werkzaamheid." - -Ik begrijp derhalve niet al te wel, aan welke dezer zedelijke, -zoo gelukkig vereenigde oorzaken ik het verlies van mijne beurs -moet toeschrijven. - -Vervolgens maakt de schrijver melding van de onderscheidene soorten van -fielterijen, waarvoor zich een vreemdeling in Londen te wachten heeft. - -"De reizigers moeten, onder anderen, zorg dragen, om niet in den -nacht te Londen aan te komen, of zij loopen groot gevaar van, nog op -het einde hunner reize, door struikroovers aangevallen te worden; -ten minste is het genoegzaam zeker, dat zij, bij hunne aankomst, -zich verrast zullen zien door de vriendelijkheid en de zorg, welke de -heeren vrijbuiters gehad hebben, om de koffers en valiezen, die achter -op de rijtuigen gebonden waren, bij voorraad eene goede bergplaats -te bezorgen. - -"Eene legio van dieven en roovers houdt altijd schildwacht aan -de deuren der herbergen, waar de postwagens en andere rijtuigen -aankomen. Volijverig zijn zij in de weer, om de pakkaadje der reizigers -aan te nemen en te bezorgen; maar naauwelijks hebben zij dezelve -in handen, of zij maken zich zoek, en verdwijnen in een oogenblik, -zonder aan het terugkomen te denken. - -"Een ander gedeelte dezer fielten verzamelt zich voor de vensters -der kooplieden, waar kunstplaten, spotprenten en wat dies meer is, -verkocht worden, of aan de deuren der huizen, waar de eene of andere -publieke tentoonstelling is, even als in den omtrek der schouwburgen -en van alle andere plaatsen, van openbare vermakelijkheden. Men moet -derhalve wel zorg dragen, zoo haast men zich in het gedrang begeeft, -niets van eenige waarde bij zich te hebben, maar de oogen altijd -geopend en de handen in de sakken te houden. - -"Verwisselt gij toevallig eene banknoot, of een stuk zilver, beschouw -dan, in 's hemels naam! naauwkeurig het geld, dat men u teruggeeft; -want verscheiden kooplieden zullen u valsche munten in de handen -trachten te spelen, en bovenal hebben de huurkoetsiers zich deze -hatelijke gewoonte eigen gemaakt." - -Het is inderdaad bijna ongeloofelijk hoe vele valsche banknoten en -hoe veel valsch geld men in Engeland allerwege aantreft. Ook zal -een Engelschman zelden nalaten zelfs het kleinste stukje zilveren -munt naauwkeurig van alle kanten te bezigtigen, en op den grond -te laten vallen, om zich door den klank van deszelfs gehalte te -overtuigen. Geeft gij hem eene banknoot in betaling, dan gebeurt -het menigmaal, dat hij u verzoekt, uwen naam en uwe woning er op te -zetten. Deze banknoten zijn meestal door geheel Engeland in omloop, en -worden niet slechts in den handel, maar ook in de dagelijksche uitgaven -meer, dan de geldspecien, gebruikt: men heeft ze van onderscheidene -waarde, ja zelfs tot één pond, dat is vierentwintig livres. - -"In vele openbare verkoopingen worden somtijds opgelegde werken voor -echt zilver verkocht. - -"De Joden, die op straat uitstallen, zullen, zoo zij kunnen, u de -waarde van een ding tienvoudig doen betalen. - -"Alle wisselaars, bijna zonder uitzondering, zullen u trachten te -bedriegen. - -"De dagbladschrijvers zullen u aanzienlijke sommen afpersen voor het -stellen van een gunstig berigt nopens een pleitgeding, een nieuw werk, -of een tooneelstuk. - -"Hebt gij, bij ongeluk, eene zaak voor het eene of andere geregtshof -hangen, dan zult gij alle toegangen belegerd vinden door een heer -van menschen, die u hunne diensten aanbieden, doch u tevens, op -onderscheidene wijzen, op schatting weten te stellen. - -"De kwakzalvers zullen u vermoorden, onder de plegtigste verzekering, -dat zij u zullen genezen. - -"De apothekers zullen u vervalschte artsenijen voor goede geven." - -Doch ik wil mijn uittreksel niet verder vervolgen; alleen zal ik nog -zeggen, dat de schrijver eindigt met het berigt, dat er twee zeer -nuttige gezelschappen te Londen zijn opgerigt, die ten oogmerk hebben, -om alle schelmsche streken en afzetterijen, van welk eenen aard ook, -te ontdekken en te doen straffen; en mijns oordeels is dit nogmaals -een bewijs, dat dezelve in deze stad zeer menigvuldig zijn. - -Bijaldien immer een Franschman al datgene, hetwelk ik uit dezen -Engelschen schrijver heb overgenomen, op eigen gezag had geschreven, -zou hij zeker, zelfs in Frankrijk, van vergrooting zijn beschuldigd -geworden; en echter heb ik dit alles getrokken uit een Engelsch -boek, opzettelijk geschreven, om al, wat in de hoofdstad der drie -vereenigde rijken gevonden wordt, hemelhoog te verheffen, en waarin de -geringste voorwerpen doorgaans met de belagchenswaardigste pralerij -worden voorgedragen. Niets meer bij het geschetste tafereel kunnende -voegen, laat ik dit onderwerp gaarne aan de verdere overweging van -mijne lezers. - - - - - - - -XXVII. - -DE TOWER. - - -"Hebt gij pleizier, om een reisje met mij te ondernemen, waartoe een -lange adem vereischt wordt?" vroeg mij mijn vriend C... op zekeren -morgen. - -"--Juist ben ik willens, er een te ondernemen. De tijd, welke ik -hier zou doorbrengen, is bijna verstreken, en ik verzeker u, dat ik -er geenen enkelen dag zal aanknoopen." - -"--Daarover wilde ik u niet spreken. Maar gij kunt toch onmogelijk deze -stad verlaten, zonder de Engelsche Bastille gezien te hebben. Ik kwam -hier, om u eene wandeling naar den Tower voor te slaan. Onderweg zal -ik u een en ander aanwijzen, dat gij tot hiertoe nog niet gezien hebt." - -Met deze woorden begaven wij ons op weg: het kon naar waarheid een -reisje genoemd worden; want de straat, waarin ik woonde, was twee -groote uren van den Tower gelegen. - -Toen wij, na eenen marsch van een uur, de gevangenis van Newgate -bereikt hadden, zagen wij eene groote menigte volks bij elkander, -welke vol verlangen en met ongeduld op iets scheen te wachten, even -als de liefhebbers het ophalen van de gordijn in den schouwburg -reikhalzende te gemoet zien. - -"Weet gij ook de reden van deze drukke bijeenkomst? vroeg ik mijnen -vriend." - ---"Er zal een misdadiger opgehangen worden. Ziedaar, hij is reeds op -het schavot!" - ---"Ei, ei! is dat eene der zeldzaamheden, welke gij beloofd hebt mij -onder weg te laten zien?" - ---"O neen, mijn vriend! dit is een louter toeval. Daarenboven behoort -dit schouwspel onder het kleine getal van die dingen, welke men te -Londen gratis kan zien." - ---"Hartelijk dank! Ik zou er integendeel wel iets voor willen betalen, -om het niet te zien. Ik bid u derhalve, mijn waarde! laat ons eenen -anderen weg nemen." - ---"Zoo als gij verkiest.--Voormaals plagt men de strafoefeningen in -Tijburn te verrigten, maar tegenwoordig hebben zij altijd voor de -gevangenis van Newgate plaats. Men zet tegen een venster van eene -kamer der gevangenis een schavot op. De veroordeelde stapt uit het -raam op het straftooneel, en is vergezeld door eenige geestelijken, -welke hem trachten te bemoedigen. Terstond werpt de scherpregter -hem de koord om den hals, maakt het eene einde aan de galg vast, -en laat den misdadiger aldus eenige oogenblikken staan. Eensklaps -wordt de plank, waarop de ongelukkige staat, gewipt, en ziedaar -hem met de koorde gestraft, dat er de dood na volgt, waarvoor de -Engelschen in hunne taal eene bijzondere uitdrukking hebben en het -noemen: Iemand in de eeuwigheid overslingeren. Voor de strafoefening -wordt den lijder een glas bier aangeboden, en men gunt hem den tijd, -om hetzelve op zijn gemak uit te drinken. - -Een zeker misdadiger, zoo het scheen, niet begeerig, om de groote -plegtigheid te vertragen, bedankte voor het aanbod van dezen -comfortable drank; doch naauwelijks had hij den grooten sprong gedaan, -of er werd pardon voor hem aangekondigd. Hiervandaan het Engelsche -spreekwoord: "Had hij zijn glas bier uitgedronken, hij zou nog leven!" - -Aldus zamen koutende, waren wij ongemerkt aan den kruisweg gekomen, -waar de Prince-, Poultrij-, Cornhill- en Lombard-streets op uitloopen. - -In dezen omtrek zijn de bank, de beurs en het stadhuis gelegen. Mijn -vriend C... liet mij deze drie gestichten bezigtigen. Het uitwendige -dezer gebouwen is niet onbevallig en kenschetst zelfs zeer veel -smaak; maar van binnen is alles ten uiterste slecht gerangschikt en -verdeeld. Men vindt er niets dan eenige ruime zalen, die allen zeer -donker, treurig en somber zijn. - -Eindelijk kwamen wij aan den Tower, of den Toren, die echter, in den -eigenlijken zin van het woord, geen toren kan genoemd worden, maar -die veeleer eene vesting gelijkt, met verscheidene torens voorzien, -in welke men verschillende straten en gebouwen aantreft. - -Hier zoude ik met weinig moeite een vrij lang hoofdstuk vol -van beschrijvingen en geleerde onderzoekingen kunnen inlasschen, -doch daar ik eenmaal bij al, wat heilig is, gezworen heb, mijnen -lezers nimmer voorbedachtelijk een slaapdrankje in te geven, zal ik -mij geenszins verdiepen in het nasporen, of Julius Caesar den Tower -heeft laten bouwen, die zijnen naam voert, en of de zoogenaamde Witte -Toren, die nogtans even zoo zwart en berookt is, als al de anderen, -Willem den Veroveraar tot stichter gehad heeft: ook wil ik mij in -geen geschil inlaten, in welk vertrek Hendrik VI., op last van Eduard -IV., den dood heeft ondergaan; of in welk eene andere kamer deze en -gene in Engeland beroemde, schoon in andere landen geheel onbekende, -personaadjes zijn opgesloten geweest; maar mij liever alleen bepalen -tot de verschillende publieke stichtingen, welke in dit uitgestrekte -gebouw vervat zijn, en welke allen wij gingen bezigtigen. - -Lieden, die met een beestenspel van stad tot stad op de kermissen -rond reizen, om het geëerde publiek, tegen billijke betaling, eenige -vreemde en uit verre landen aangebragte dieren en vogels te laten zien, -hebben altijd de gewoonte, om boven of naast den ingang van hunne -vertoonplaats eene schilderij op te hangen, waarop eenige van die -merkwaardige voorwerpen zijn afgebeeld. Evenzoo wijst ook hier een -geschilderde leeuw den vreemdelingen den ingang van het dierenpark -aan. De poort is van eene groote schel voorzien, en de deurwachter -staat altijd gereed, om u, tegen betaling van eenen shilling, en -nog iets, dat de Engelschen eene erkentenis noemen, en dat in eene -vrijwillige extragift bestaat, binnen te laten. Wij behoefden echter -niet aan te schellen; want zoo als wij aan de deur kwamen, werd zij -juist geopend voor eenen man, die met den deurwachter in gesprek was. - -"Jezus mein Gott! riep hij uit, Geld, Geld, und immer Geld!" - -"Deze heer is een Duitscher," zeide ik tegen mijnen vriend. Dit had -hij gehoord, en zeide daarop terstond tegen mij "Ach, mein Herr, ich -kann wohl Englisch und Französich sprechen; es ist aber abscheulich, -dass man in diesem fatalen Lande gar nichts sehen und haben kann, -ohne Geld!" - ---"Ja, dat is hier zoo het gebruik, mijnheer! en daarnaar dient men -zich te schikken." - -Intusschen hadden wij de taks betaald, en de deurwachter wees ons al -de daar logerende gasten, den eenen na den anderen, aan. Het getal der -beesten is niet zeer groot: even als te Parijs, zijn zij in naauwe -hokken opgesloten, waarin zij, van lucht en beweging verstoken, een -plantenleven leiden, en den aanschouwers niets anders aanbieden dan -de schaduwe van hetgene zij in waarheid moesten zijn. Laat ons echter -hopen, dat wij in de laatstgenoemde stad eenmaal de leeuwen, tijgers -en al de andere vreemde dieren met dezelfde onderscheiding zullen -zien behandelen, welke men, sedert eenige jaren, voor de beeren gehad -heeft, en dan eerst zal Parijs zich kunnen beroemen, een dierenpark -te bezitten, hetwelk der hoofdstad van Europa eer aandoet. - -Nu verlieten wij het verblijf, waar deze verwoestende schepsels waren -opgesloten, om eene plaats te bezigtigen, die diende ter bewaring -der stoffe en werktuigen, om voedsel te verschaffen aan de woede en -wraakzucht van een schepsel, nog duizendmaal wreeder en bloeddorstiger -dan de verschrikkelijkste woudbewoners. De lezer begrijpt ligtelijk, -dat ik hier het arsenaal bedoel. - -"Wie viel?" vroeg mij de Duitscher, ziende, dat wij de handen in den -zak staken. - -"Maar drie shillings!" antwoordde ik hem, "en dan de erkentenis!" - -"Der Teufel!" riep hij uit, terwijl hij inmiddels zijne schellingen -ten offer bragt. - -Het arsenaal bestaat uit zes groote afdeelingen. In vier derzelve -vindt men eene ongemeen talrijke verzameling van allerlei wapenen en -geschut, zoo wel voor voet- en paardenvolk, als voor den zeedienst. In -de twee andere afdeelingen wordt een groot aantal zeldzaamheden -bewaard, als oude wapenrustingen, schilden, standaarden en andere -veroverde eereteekenen, door de Engelschen, ter herinnering van hunne -voormalige overwinningen, alhier ten toon gesteld. Ook wordt hier den -bezigtiger de bijl vertoond, waarmede de ongelukkige Anna is onthoofd -geworden, alsmede een afbeeldsel van de koningin Elizabeth, enz. Van -hier kwamen wij in een vertrek, waar de meubelen der Kroon bewaard -werden. Intusschen vermaakten mijn vriend en ik ons niet weinig met -de grappige houding van onzen Duitscher; want bij iedere andere deur, -welke ons geopend werd, trok hij zulke benaauwde gezigten, als of -hij op naalden en spelden zat, telkens eene uitroeping doende, welke, -hoe langer hoe meer, in den kruistoon eindigde. - -"Sacrement!" zeide hij, terwijl hij, met een gespannen en strak gelaat, -zijnen shilling aan deze deur paste; "So etwas braucht man zu Wien -nicht zu bezahlen. Ich bin zu Neapel, Paris und Madrid gewesen, -habe da jede Merkwürdigkeit gesehen, aber immer gratis!" - -Men moet echter toestemmen, dat het beschouwen der kostbare en -zeldzame voorwerpen, die aldaar bewaard worden, en die op twee -millioenen sterling (48,000,000 liv.) geschat zijn, wel eenige -shillings waardig is. - -Nu bleef de kapel nog ter bezigtiging over, maar mijnheer de Duitscher -hield volmondig staande, dat het gezigt van eene Engelsche kapel geenen -schelling waardig was, en nam hier afscheid van ons. Wij beiden, mijn -vriend en ik, bleven echter bij ons voornemen, doch zagen welhaast, -dat hij geen ongelijk had gehad, want wij vonden volstrekt niets, -dat eenige aanmerking verdiende. - -Hiermede eindigde mijn bezoek aan den Tower, hetwelk mij nu tien -shillings (12 fr.) kostte, de verschillende erkentenissen hieronder -begrepen. - - - - - - - -XXVIII. - -EENE ONVERWACHTE ONTMOETING. - - -Twee dagen voor mijn vertrek was ik den geheelen morgen op de been, om -afscheid te nemen van mijne vrienden en kennissen, welke ik te Londen -gemaakt had. Ook had ik een en ander gekocht, en gevoelde mij zeer -vermoeid: ik besloot derhalve, in den omtrek, waar ik mij bevond, het -middagmaal te houden. Ongelukkiglijk was het in eene der voorsteden, -die te Londen niet anders dan door de laagste volksklasse bewoond -worden. Ik kon dus geenszins verwachten, veel bijzonders op tafel -te vinden; doch daar de gourmandise geene mijner hoofdgebreken is, -voor welke ik in het grootboek, waarin al onze ondeugden en zwakheden -aangeteekend staan, zal ingeschreven worden, en ik buitendien een -zeker prikkelend gevoel in mijne maag ontwaarde, hetwelk mij scheen -te beloven, dat de eetlust de spijzen kruiden zou, indien er al iets -aan mogt ontbreken, bleef ik bij mijn genomen besluit volharden. - -Ik stapte dus een huis binnen, waar eenige stukken gebraden en gekookt -vleesch, achter een venster geplaatst, schenen aan te kondigen, dat men -er iets te eten kon krijgen, en waar tevens achter eene ruit, op een -stuk papier, met groote letters geschreven stond, dat er opene tafel, -in eene fraaije zaal, op de eerste verdieping, werd gehouden. Boven -gekomen zijnde, vond ik echter, in plaats van eene fraaije zaal, een -morsig, donker kot: de tafels stonden tegen de muren, welker kleur -mogelijk eenmaal wit was geweest, doch thans een vuil grijs opleverde: -niet helderder waren de tafellakens, die, zonder vergrooting gesproken, -gerust met de vier wanden konden wedijveren. De gasten, welke het -gezelschap uitmaakten, schenen tot het laagste gemeen te behooren, -een éénige, van wien ik aanstonds zal spreken, uitgezonderd. - -Naauwelijks had ik mijnen eersten stap in dit verblijf gezet, of ik -bemerkte reeds, dat mijn honger zeer verminderd was: intusschen was ik -te ver gevorderd, om weer terug te treden. Ik plaatste mij derhalve aan -eene tafel, en verzocht den knecht om een pint ale en een beef-steaks; -doch dat verzoek moest ik meermaals herhalen, en dit deed mij denken, -dat hij niet gewoon was, dikwijls een middagmaal van zoo veel gewigt -te hooren bestellen. En inderdaad, toen ik mijne oogen over al de -tafels liet gaan, welke mij omringden, ontwaarde ik niets op dezelve, -dan een stuk kaas, en hier en daar een stuk koud vleesch; hetwelk er -juist niet zeer smakelijk uitzag, benevens eenige pinten bier van -twee pences (hetgeen gemakkelijk te onderscheiden is, want de vorm -van het pintje zelve wijst de soort en hoedanigheid van den drank aan, -welke het bevat.) - -Middelerwijl men zich in de keuken bezig hield met de buitengewone -toebereidselen, welke de door mij bestelde geregten vorderden, riep een -der gasten, die aan eene andere tafel, digt bij mij, zat, den knecht, -om het gelag te betalen. De rekening was niet zeer omslagtig. Twee -pences brood, twee pences bier, en eene pence kaas maakten zijne -geheele vertering uit. Nu nam hij uit een klein beursje, dat niet al te -breed voorzien scheen, eenen halven shilling, die de waarde heeft van -zes pences, of twaalf Fransche stuivers, gaf denzelfven aan den knecht, -en ontving eene halve pence terug, terwijl hij het overige edelmoedig -tot een fooitje schonk, waarna hij diep zuchtende van tafel oprees. - -Het was een man van ongeveer vijf voeten en vijf duimen hoogte. Zijne -beenen waren, in de volste beteekenis van het woord, volkomene -oijevaarsbeenen met een paar zwarte slopkousen bekleed, door welker -knoopsgaten men met een weinigje oplettendheid het bloote vel kon -zien doorschijnen, en waaruit men derhalve gerustelijk het facit -kon opmaken, dat onze vriend de kousen niet onder de noodzakelijke -kleedingstukken rekende. Zijne broek, die van dezelfde kleur, doch -zoodanig kaal en afgesleten was; dat men niet kon onderscheiden, van -welke stof zij gemaakt was, bedekte een paar dijen, niet zwaarder dan -een paar lamsbilletjes; terwijl een half blaauw en half geel vest over -het gedeelte van zijn ligchaam heen fladderde, waar men zelfs met een -vergrootglas geene schaduwe van eenen buik zou hebben kunnen vinden: -de geheele romp was behangen met eenen zwarten rok, waarvan beide -de ellebogen met wit garen waren toegenaaid, hetgeen men naderhand -met inkt besmeerd had, om het in zwart te doen veranderen. Zijne -ingevallene wangen schenen zich in zijnen mond te willen verbergen, -zijn voorhoofd was vol met diepe rimpels, welke mij echter voorkwamen, -meer door rampen en tegenspoed, dan wel door ouderdom, veroorzaakt te -zijn. Niettegenstaande dit alles, had hij een moedig voorkomen, en zijn -levendig en doordringend oog spreidde eene zekere fierheid ten toon. - -Daar zijne trekken mij niet onbekend waren, en ik mij verbeeldde, -hem meermaals gezien te hebben, beschouwde ik hem met zeer veel -oplettendheid. Bij geval kreeg hij mij insgelijks in het oog, en -kwam terstond naar mij toe.--"Hoe!" zeide hij, "tref ik u te Londen, -en wel in zulk een prachtig verblijf, aan?" - -"Ja, hernam ik, maar ik moet ronduit bekennen, dat ik vergeefs tracht, -mij uwen naam te...." - ---"Herinneren, niet waar? Ik wil dit gaarne gelooven: sinds de drie -jaren, dat wij elkander niet gezien hebben, zult gij mij wel zeer -veranderd vinden.--Ik ben Croquis." - -Nu herkende ik hem dadelijk, niettegenstaande de ongeloofelijke -gedaanteverwisseling van zijnen geheelen persoon. Mijnheer Croquis -was een Fransche schilder, die, zonder zich tot den eersten rang dier -kunstenaars te hebben kunnen verheffen, op welke de Fransche school -tegenwoordig met regt mag bogen, zich echter van de broddelaars had -weten te doen onderscheiden, en dien ten gevolge eenigen opgang gemaakt -had. Zijn gedrag was steeds zeer fatsoenlijk en geregeld geweest; -ook was mij nooit iets slechts van hem ter ooren gekomen; ik kon dus -niet begrijpen, hoe hij in dezen ellendigen toestand geraakt was, -in welken ik hem, tot mijne groote verwondering, hier aantrof. Ik -verzocht hem derhalve, mij gezelschap te houden, en vriendschappelijk -met mij te deelen, hetgene voor mij op tafel stond. - -"Ik heb reeds gegeten," zeide hij, met eenen bitteren glimlach, -"en ik heb niets noodig." - -Het gelukte mij echter, zijne beschroomdheid te doen verdwijnen, en -hem gadeslaande, zag ik aldra, dat hij geenszins zooveel gegeten had, -om zich te verzadigen, maar slechts, om den snerpendsten honger een -weinig te stillen. - -Ons middagmaal geeindigd hebbende, gaf ik hem, bij het weggaan, -mijn verlangen te kennen, om de redenen te weten, welke hem in dezen -ellendigen toestand gebragt hadden; en daar hem wel bekend was, dat -mijn verzoek geenszins uit nieuwsgierigheid, maar enkel uit een waar -belang, hetwelk ik in zijn lot stelde, voortsproot, deelde hij mij -zijne droevige historie mede, welke de lezer in de volgende afdeeling -zal vinden. - - - - - - - -XXIX. - -GESCHIEDENIS VAN EENEN FRANSCHEN KUNSTENAAR. - - -"Gij weet, mijnheer!" zeide hij, "dat mijn penseel mij in Frankrijk -het noodige onderhoud verschafte. Eenigen mijner vrienden trachtten -mij over te halen, om mij naar Engeland te begeven; daar zou ik, -volgens hunne verzekering, geld winnen, zoo veel ik wilde, en binnen -weinig tijds een aanzienelijk fortuin kunnen maken. Ik liet mij door -deze bekoorlijke uitzigten misleiden, maakte alles, wat ik bezat, -tot gereed geld, stelde mijner vrouw en dochter zoo veel ter hand, -dat zij in geene twee jaren gebrek behoefden te vreezen, en begaf -mij op reis naar Londen, met ongeveer tienduizend livres baar geld." - -"Zoodra ik hier was aangekomen, nam ik een goed verblijf in het -voornaamste gedeelte van de stad--dat de woningen niet goedkoop -zijn, weet gij. Gaarne zou ik mij op eenen minderen voet gezet -hebben; doch men had mij onderrigt, dat men in Londen geenen -opgang kan maken, wanneer men, onder eene bekrompene levenswijze, -te voorschijn treedt. Ik had eenige van mijne werken medegebragt, en -mij in alle nieuwspapieren doen aankondigen. In het eerst kwamen mij -vele nieuwsgierigen bezoeken, en ik werd overladen met beleefdheden -en loftuitingen; maar welhaast vernam ik, dat de kunstenaars van de -stad zich tegen mij eene heimelijke zamenzwering hadden veroorloofd, -en de logenachtigste geruchten verspreidden, om, dusdoende, de geringe -bekwaamheden, welke ik bezat, nog te verkleinen en te belasteren. De -stukken, welke ik in mijne zaal ter bezigtiging had opgehangen, ten -einde men over mijne behandeling en mijn kunstvermogen zou kunnen -oordeelen, werden op het hevigste en onbarmhartigste gegispt en -bedild.--Het heette, mijne teekening was niet juist:--het koloriet -te schitterend, om zich te kunnen volhouden:--ik verstond niets van -de perspectief:--ik wist volstrekt mijn licht en mijne schaduw niet -te plaatsen:--de standen mijner beelden waren slecht gekozen:--de -kleeding geheel en al smakeloos.--En eindelijk kenden de laster, -haat en afgunst mij zelfs niet de geringste dier eigenschappen toe, -welke ook de middelmatigste schilder niet mag ontberen. - -"Aldus verliepen drie maanden, zonder dat ik iets te doen -had. Eindelijk verzocht mij een rijke koopman uit de Citij, zijn -portret en die van zijne drie kinderen te maken, te weten, een meisje -en twee jongens; doch hij was op het grillige denkbeeld gekomen, om -deze vier portretten in een historisch tafereel bij een te willen -zien, en daartoe had hij de offerande van Iphigenia verkozen. Hij -zelf wilde als Agamemnon geschilderd worden, zijne dochter moest -Iphigenia voorstellen, en zijne beide zonen de karakters van Calchas -en Achilles verbeelden. Vergeefs stelde ik hem voor, dat dit onderwerp -veel bijwerk zou vereischen, vooral een groot aantal beelden, als -priesters, soldaten enz.; oogenblikkelijk sloot hij mij den mond, -met te zeggen, dat het hem volstrekt op geen geld aankwam. Wij kwamen -derhalve overeen, dat hij mij voor deze schilderij vierhonderd guinies -zou betalen." - -"Ik begaf mij aan het werk, en, om hetzelve des te meer te bespoedigen, -wees ik verscheidene leerlingen af, die mij mijne lessen zeer ruim -zouden betaald hebben. Ik verzuimde geen oogenblik, en na verloop van -acht maanden was mijn stuk ten naastenbij af, toen op zekeren morgen -mijn koopman met iemand van zijne kennis in mijne werkplaats kwam, -om te zien, hoe ver ik gevorderd was. Deze laatste vond, dat het -portret van zijnen vriend niet veel geleek, en ik was ongelukkig -genoeg, om dezen bediller te antwoorden, dat de voorgewende fout -in de gelijkenis zeker veroorzaakt werd, wijl hij niet gewoon was, -zijnen vriend met eenen helm op het hoofd te zien. Van dat tijdstip -af had ik geen oogenblik rust, voordat ik mijnen Agamemnon den helm -had afgenomen; en mijns ondanks, moest ik het hoofd van den Griekschen -vorst met eene ronde Engelsche pruik ontsieren. - -"Ook de jonge juffer vond, dat de kleeding van Iphigenia hare gestalte -in geen voordeelig licht plaatste, en ik zag mij derhalve genoodzaakt, -de Grieksche prinses in een nieuw Engelsch keurslijf te prangen. Om -aan den oudsten zoon te behagen, moest de baard van den opperpriester -insgelijks worden afgeschoren, en de jongste verkoos, als Achilles -in de montering van eenen Engelschen kolonel gestoken te worden. - -"Meer dan honderdmaal was ik voornemens, uit verdriet en ergernis al -het geschilderde door te halen; doch de vierhonderd guinies hielden -mij terug. Dan helaas! toen de dag verschenen was, waarop ik mijn -werk moest leveren, vernam ik, tot mijn uiterste hartzeer, dat mijn -Agamemnon de belegering had opgebroken, of, om mij verstaanbaar uit -te drukken, dat hij bankroet had gemaakt. - -"Men ried mij, eener voorname vrouw van smaak, die in de groote wereld -verkeerde, verlof te vragen, haar voor niet te mogen portretteren. Dit -afbeeldsel, in een harer vertrekken opgehangen, zou de algemeene -aandacht tot zich trekken, mijne bekwaamheden bekend doen worden, -en mij rijkelijk werk bezorgen. Ik verkreeg ook wezenlijk hare -toestemming als een bewijs harer bescherming, en besteedde al mijne -zorg en vlijt aan haar portret, waarover men ook zeer voldaan was; -doch in het vervolg hoorde ik nimmer weder van deze dame, noch van -hare vrienden spreken." - -"De vermindering mijner beurs drong mij, naar een goedkooper -verblijf om te zien, en van toen af verdwenen oogenblikkelijk -al de nieuwsgierigen, die tot dusverre mijne werkplaats bezocht -hadden. Intusschen had ik nog steeds eenige portretten te schilderen, -waarvoor men mij echter weinig genoeg betaalde, en nu naderde ten -tweeden male het jaargetijde, waarin geheel Londen zich op het land -begeeft; ik bleef dus eenige maanden volstrekt zonder werk. - -"Nu moest ik nogmaals eene mindere woning betrekken, want ik -bevond mij zonder eenen duit, en had nog eenige kleine schulden te -betalen. Hierdoor zag ik mij dus in de noodzakelijkheid gebragt, -om mijne schilderijen te verkoopen voor den prijs, welken men er -mij voor wilde geven. Ik had thans mijnen intrek op een zoldertje, -mijne geheele bezitting bestond in drie guinies, en al mijne meubelen -in mijn palet en mijne penseelen." - -"Nu zocht ik lessen en leerlingen te bekomen, doch, helaas! veel te -laat. De onder het dak gehuisveste schilder kon voor zijne lessen -geenszins den prijs vragen, welken zijn medebroeder, die op de eerste -verdieping in eene der voornaamste wijken van Londen woonde, mogt -vorderen; want men betaalt hier niet de innerlijke waarde der dingen, -maar wel den uitwendigen schijn." - -Sinds bijna een jaar heb ik niet meer dan drie leerlingen gehad; -het geringe, dat zij mij betalen, is naauwelijks toereikende tot het -noodige levensonderhoud--en bij toeval zijt gij getuige geworden, hoe -ik leve. Mijn eenigste verlangen is, naar Frankrijk terug te keeren, -hetwelk ik eigenlijk nimmer had moeten verlaten. - -"En wat zult gij doen," vroeg ik hem, "als gij in ons vaderland terug -zult gekomen zijn?" - -"Mijne vrouw is overleden," antwoordde hij, "en het is onnoodig, -u te zeggen, hoe zeer haar verlies mij smart: het is u bekend, dat -ik haar teeder beminde; doch, om naar waarheid te spreken, de dood -is voor haar geen ongeluk, maar heeft integendeel een einde aan haar -verdriet en hare smarten gemaakt. - -"Ik heb eenen schoonbroeder--wat zeg ik! neen, hij is een weldadige -engel in de gedaante van eenen schoonbroeder! Zonder rijk te zijn, -is hij echter in staat, om, op eene redelijke wijze, met zijn gezin -de genoegens van het leven te kunnen smaken, en schoon zelf met zes -kinderen belast, heeft hij echter mijne dochter tot zich genomen, -en behandelt haar als zijn eigen kind. Het schijnt, dat hij mijnen -jammerlijken toestand, waarover ik hem echter nimmer onderhouden heb, -vernomen heeft; want hij heeft mij verzocht, bij hem te komen inwonen, -en om mijne kieschheid niet te kwetsen, wendt hij voor, dat hij -gaarne zag, dat ik zijne kinderen in het teekenen onderrigtte. Maar -hoe zal ik de gelden bij elkander krijgen, om de reis van Londen naar -Amiens, waar mijns broeders woonplaats is, te ondernemen? Gisteren -nog ontving ik met den post eenen brief van hem, en ik bevond mij in -de droevige noodzakelijkheid van dien te moeten afwijzen; wijl het -port twee shillings en vier pences bedroeg, welke ik, helaas! niet -bezat. Doch morgen moet ik geld voor eene maand onderwijs van een' -mijner leerlingen ontvangen, en dan zal ik geen oogenblik toeven, -om den brief te halen." - ---"Wel ziedaar ons juist voor het postkantoor! laat ons er ingaan, -en veroorloof mij, u dit kleine voorschot te doen." - -Zonder zijn antwoord af te wachten, trok ik hem met mij binnen. Men -gaf hem den brief over, hij opende denzelven met drift, las, en een -traan glinsterde in zijne oogen. - ---"Ach! welk een man! riep hij uit, de beste der menschen! zie, o zie!" - -Het was een wissel op zigt van vierhonderd franken op eenen Londenschen -bankier, en dit was de reden, dat het briefport verdubbeld was; -want zelfs het nietsbeduidendste papier in eenen brief veroorzaakt -deze verdubbeling, en de Engelschen hebben eene bijzondere manier, om -dit te ontdekken. Bijna zou ik gelooven, dat zij de brieven openen, -om zich daarvan te verzekeren; indien men zulk een misbruik van -vertrouwen in een land, als Engeland, konde vooronderstellen. - -"Nu ga ik," zeide hij! "Vaarwel bekoorlijke Theems; ik denk er niet -meer aan, om mij in uwen boezem te begraven, hetgene, helaas! meer -dan eens mijn voornemen is geweest; want deze wijze van sterven kost -het minste; men behoeft noch touwen, noch pistolen te koopen." - -Vanhier gingen wij terstond naar het kantoor, waar de postwagens -afrijden, en bestelden twee plaatsen, om overmorgen gezamenlijk -te vertrekken. - - - - - - - -XXX. - -EENE TOONEELVERTOONING IN DE LATIJNSCHE TAAL. - - -Daags voor mijn vertrek, ging ik naar het alien-office, om mijnen -Franschen pas, die daar in bewaring was gebleven, terug te halen, en, -in wisseling, dien terug te geven, welke mij was ter hand gesteld. Om -den lezer niet te vervelen, zal ik hem het verhaal besparen van -eenige langwijlige plegtigheden, welke nog hierbij in acht moesten -genomen worden. Zij zouden mij nogmaals een hoofdstuk opleveren van -denzelfden inhoud, alsdat, waarmede dit werk begonnen is, en ik ben -geen vriend van herhalingen, even min als van het eentoonige. - -Nu ging ik mijnen vriend C... opzoeken, wien ik bijzonderen dank -verschuldigd was voor de verpligtende wijze, waarop hij mij, gedurende -mijn verblijf te Londen, behandeld had; en daar de postwagen niet -voor den volgenden morgen te twaalf ure afreed, verzocht ik hem, -met mij en den heer Croquis te ontbijten; want laatstgenoemde had ik -reeds te voren dezelfde uitnoodiging gedaan. - -"Van harte gaarne!" zeide hij, "maar gij; komt thans, als of gij -geroepen waart; want juist was ik voornemens, om u af te halen. Ik -denk u heden eens een schoteltje naar uwen smaak op te disschen; -en op den laatsten dag, welken gij te Londen doorbrengt, zult gij u -waarschijnelijk geenszins het minst vermaken." - ---"Gij weet, beste vriend! dat ik altijd bereid ben, om u te -volgen. Doch mag men ook weten, welk nieuw en zonderling geregt het -is, waarop gij mij heden denkt te onthalen?" - ---"Kom slechts, kom slechts! het is hoog tijd!" - -En ziedaar ons in eene straat, welke ons naar de Abtdij van Westmunster -moest geleiden. - -"Gij zijt een liefhebber van verrassingen!" zeide ik lagchende tegen -mijnen vriend; "ik hoop echter niet, dat gij plan hebt, om mij een -dergelijk schouwspel te doen zien, als toen gij mij onlangs op een -hangpartijtje wildet onthalen?" - ---"Neen, waarachtig niet! het is geheel iets anders. Ik zal u -verplaatsen in de schoonste eeuw der Romeinen, onder de tijdgenooten -van Scipio." - ---"Waarschijnlijk zult gij mij in een kunstkabinet van wassen beelden -brengen? Doch ik moet u waarschouwen, dat ik Curtius en zijne opvolgers -reeds gezien heb." - ---"Gij bedriegt u, mijn vriend! Integendeel zult gij iets zien, dat -gij nog nooit gezien hebt. Evenwel wil ik u gaarne toestemmen, dat -hetgeene gij zult hooren, niet geheel en al vreemd voor u zal zijn; en -het is niet zonder moeite, dat ik twee toegangskaartjes bekomen heb." - -"Hoe veel kosten zij?" - ---"Niets." - ---"Niets? ik bewonder de Engelsche edelmoedigheid! Maar juist deze -zelfde edelmoedigheid geeft mij eene geringe verwachting van hetgene -wij zullen zien." - ---"Schort ten minste uw oordeel op, tot gij gezien en gehoord hebt." - -Nu maakte ik geene verdere tegenwerpingen, en aldra kwamen wij -pratende voor een groot gebouw, hetwelk ik terstond als de School -van Westmunster herkende. Men deed ons in eene genoegzaam ruime -zaal binnentreden, waarin een tooneel was opgerigt, hetwelk zich -vrij goed liet aanzien. Niet zonder veel moeite gelukte het ons, -plaats te krijgen; want het gezelschap was reeds te naastenbij -voltallig. Eindelijk gezeten zijnde, zeide ik tegen mijnen vriend: -"ziedaar ons dan geplaatst; nu ontbreekt er niets meer aan, dan dat -men spoedig begint." - ---"Zoo ver is het nog niet!" hernam mijn vriend; "wij zullen nog een -oogenblik geduld moeten hebben; wacht slechts!" - -Gelukkig echter behoefden wij niet lang te wachten; want de gordijn -werd spoedig opgehaald. - -Het tooneel stelde een marktplein voor. Er trad een slaaf op, in -Grieksche kleeding, en sprak, gedurende twee of drie minuten, zonder -dat het mij mogelijk was, een enkel woord van hetgene hij zeide, te -verstaan. Vervolgens kwam er een tweede slaaf te voorschijn, en mijne -oplettendheid verdubbelende, meende ik eenige Latijnsche woorden te -onderscheiden.--"Ik geloof waarachtig," zeide ik tegen mijnen vriend, -"dat het een Latijnsch stuk is, hetwelk hier gespeeld wordt." - ---"Zonder twijfel, het is de Phormio van Terentius." - ---"Hadt gij mij dit vooraf gezegd, dan zoude ik mij van eenen Terentius -voorzien hebben, ten einde de spelers te kunnen nagaan." - ---"Ik heb op alles gedacht. Ziedaar een Terentius." - -Dadelijk sloeg ik het stuk op, dat gespeeld werd, en ging de -tooneelisten na, die echter het Latijn even als het Engelsch -uitsprekende, aan de zoetvloeiende taal van Virgilius eenen wanklank -gaven, welke mij alles onverstaanbaar maakte, en mij tevens het -ongelukkige tijdstip herinnerde, waarin de Barbaren van alle zijden -op het Romeinsche gebied losstormende, hetzelve verwoestten, en -onderling de overblijfselen deelden. Wat, voor het overige, het spel -der handelende personen betrof, dit was niet geheel te verwerpen: -hunne gebaren en standen waren zeer natuurlijk en wel overeenkomstig -met de karakters, welke zij moesten voorstellen: ook speelden zij hunne -rollen met warmte, en vermijdden tevens zorgvuldig het eentoonige van -stem. De vrouwenrollen werden insgelijks door jonge scholieren vervuld; -en de kleeding en verdere toestel konden niet beter gewenscht worden. - -"Gij hebt mij niet bedrogen," zeide ik, in het uitgaan, tegen mijnen -vriend; "ik heb deze vertooning niet zonder deelneming en genoegen -bijgewoond. Nogtans geloof ik, dat, bijaldien Terentius dezelve met -zijne tegenwoordigheid vereerd had, hij slechts matig zou zijn voldaan -geweest over de wijze, waarop zijne verzen werden opgezegd, en dat -hij de spelers echte Barbaren zou genoemd hebben. Daarenboven heeft -in deze tijden iedere beschaafde natie aan het Latijn de uitspraak -van hare eigene taal geleend, en waarschijnlijk heeft niemand hunner -den regten tongval. Maar wordt hier dikwijls gespeeld?" - ---"Alle jaren ééns, en wel omtrent dezen tijd. Het is reeds -sedert onheugelijke jaren een vastgesteld gebruik in de school van -Westmunster, om door de kweekelingen, omstreeks den vijftienden -December, een Latijnsch tooneelstuk te doen geven." - ---"Het doet mij leed, dat ik het zeggen moet, maar dit is al weder -een gebruik, hetwelk ik geenszins kan goedkeuren. Immers kan het, -mijns oordeels, nergens toe dienen, dan om bij jonge lieden de -gevaarlijke zucht voor het tooneel op te wekken, en gevolgelijk der -maatschappij, in stede van ijverige, werkzame burgers, ledigloopers -en laffe grappenmakers te leveren." - ---"Maar dit gebruik heeft ook in Frankrijk plaats gehad." - ---"Daarom is het niet prijzenswaardiger. Integendeel was het -in Frankrijk nog minder te vergeven dan hier. De scholieren van -Westmunster prenten ten minste nog goed Latijn in hun geheugen, daar -integendeel in de Fransche kollegien de jonge lieden niets anders -leerden, dan eenige barbaarsche verzen van vader Caussin, welke niet -meer gelezen worden, en van eenige anderen, welkers namen ter naauwer -nood bekend zijn. Dit misbruik is echter afgeschaft door de voormalige -hoogeschool te Parijs, dat achtingswaardige ligchaam, hetwelk, tot -onberekenbaar nadeel voor de maatschappij, nog niet weder hersteld -is. Wel is waar, er kwam geen heer van schei- en wiskundigen uit te -voorschijn, en in deze tegenwoordige eeuw, waar alles zoo gewikt en -gewogen wordt, is men bijna verpligt, om aan deze twee wetenschappen -de voorkeur te geven." - ---"De voorstanders der tooneelvertooningen in de scholen beweren -echter, dat de jonge lieden daardoor eene zekere losheid en bevalligen -zwier verkrijgen."-- - ---"Ongetwijfeld, ten naastenbij als men door het lezen der almanakken -vorderingen in de sterrekunde kan maken, of in de bouwkunde door -het zetten van kaartenhuisjes, of eindelijk, zoo als men zich in de -berekening der wetten van zwaarte en het evenwigt bekwaam zou kunnen -maken door het spelen met eenen duikelaar, waarmede zich de kinderen -vervrolijken." - - - - - - - -XXXI. - -DE ZELFMOORD. - - -Eene geheel nieuwe vertooning moest den laatsten dag van mijn verblijf -te Londen kenmerken. - -De derde verdieping van het huis, waar ik op de eerste mijn verblijf -hield, werd bewoond door eenen handwerksman, die in eene fabriek het -toezigt hield over de gereedschappen en werktuigen, en wiens inkomen -voldoende was, om zich het noodige te kunnen bezorgen. Altijd was hij -gewoon, des morgens te acht ure naar zijn werk te gaan, en nu was -het reeds tien ure geslagen, en nog had men hem niet te voorschijn -zien komen. Onze huisvrouw duchtende, dat hij misschien ziek was, -of dat hem het een of ander mogt zijn overgekomen, klopte bij hem -aan. Dit eenige malen herhaald hebbende, zonder antwoord te bekomen, -werd zij met reden ongerust en ging er derhalve terstond kennis van -geven aan het geregt: de kamer werd geopend, men vond hem uitgestrekt -op den grond, badende in zijn bloed, en geheel koud en stijf, zoodat -hij reeds verscheidene uren moet dood geweest zijn: het scheermes, -hetwelk hij gebruikt had, om zich den hals af te snijden, lag naast -hem, en op eene tafel lag een beschreven papier, met de volgende -woorden: "Niemand is oorzaak van mijnen dood. Het leven behaagt mij -niet meer. Wat is het leven? Eten, drinken, slapen, werken, rusten, -en den anderen dag al weder van voren af aan. Deze eentoonigheid -verveelt mij, en daarom wil ik iets nieuws beginnen." - -Telkens, wanneer iemand door eenen geweldigen of schielijken dood -zijne dagen eindigt, het zij vrijwillig of bij toeval, roept de regter -twaalf personen zamen uit de bloedverwanten, vrienden en buren van -den overledenen, en dit twaalftal vormt eene soort van regtbank, -welke uitspraak doet over de oorzaak van den dood. - -Juist ging men zich met dit onderwerp bezig houden, toen ik ten mijnent -kwam: ik verzocht dus, dat men mij wilde vergunnen, er bij tegenwoordig -te zijn, hetgeen mij ook niet geweigerd werd. Daar de zitting nog -niet geopend was, nam ik de vrijheid, om den regter aan te spreken. - ---"Gij moet wel veel drukte en bezigheden hebben, mijnheer! want -de zelfmoorden zijn, volgens het algemeene zeggen, niet zeldzaam -in Londen." - ---"Vooroordeelen, mijnheer! loutere praatjes! In het geheele jaar -achttienhonderd en veertien, hebben er slechts vijfendertig zelfmoorden -in Londen plaats gehad, en andere jaren somtijds nog veel minder." - -Nu waren al de getuigen tegenwoordig, en de regter begon hen op de -volgende wijze te ondervragen. - ---"Heeft armoede of gebrek den overledenen tot deze wanhopige daad -kunnen vervoeren?" - ---"Neen, mijnheer! men heeft dertig ponden (730 livres), de vrucht -zijner bezuinigingen, bij hem gevonden." - ---"Was hij dan niet bij zijn verstand?--Had hij verdriet, kwelling?" - ---"Niets van dit alles; hij verdiende genoeg, om behoorlijk te kunnen -bestaan, was bij ieder wel gezien, en heeft nimmer met eenige menschen -verschil gehad." - ---"Openbare, ontegensprekelijke krankzinnigheid!--Leefde hij in goede -verstandhouding met zijne bloedverwanten?" - ---"Hij had slechts eene zuster, en daar zij in behoeftige -omstandigheden verkeerde, heeft hij haar meer dan eens ondersteund -en uit den nood geholpen." - ---"Ware zinneloosheid! Heeft hij ook somwijlen het voornemen doen -blijken, om zich van kant te maken?" - ---"Nooit."--Dikwijls echter zeide hij, dat het leven hem tot -eenen last was, dat hij nergens vermaak in vond, en dat hij -geenszins kon begrijpen, hoe men nog zoo lang in deze wereld kon -voortsukkelen. Eindelijk heeft men hem, sinds een jaar, niet meer -dan eens beschonken gezien. - ---"Een volmaakt bewijs van verbijsterde zinnen! Was hij, bij geval, -ook onderhevig aan eenige kwalen?" - ---"Hij is nooit ziek geweest, en wist zelfs niet eens, wat ziekte was; -doch dikwijls klaagde hij over hoofdpijn." - ---"Daar hebben wij het! ijlhoofdigheid!--Scheerde hij zich zelf?" - ---"Ja, mijnheer! antwoordde hierop een der buren, die een messenmaker -was; nog voor twee dagen heb ik het scheermes, dat hij gebruikt heeft, -voor hem aangezet." - ---"Gij ziet dus, mijne vrienden! dat hier geen bepaald voornemen -tot zelfmoord heeft plaats gehad; want met voordacht heeft hij geen -werktuig gekocht, om zich het leven te benemen; o neen, hij heeft -zich slechts bediend van dat, hetwelk het toeval, in eene vlaag van -zinneloosheid, hem in de handen voerde." - ---"Derhalve, mijne heeren! hier bestaat geen zelfmoord. Zijt gij -allen van dit gevoelen?" - ---"Ja, mijnheer!--Ja!--Ja!--Ja!--En het besluit van het regterlijk -onderzoek was het volgende: Een geweldige dood, veroorzaakt door -eenen aanval van ijlhoofdigheid." - ---"Hoe!" zeide ik tegen mijne hospita, zoodra ik met haar alleen was; -"is dat geen zelfmoord? Het geschrift, dat deze ongelukkige heeft -achtergelaten, de voorzorg, welke hij genomen heeft, om zijn mes -te doen aanzetten, ten einde zeker van zijne zaak te zijn, zijn dit -geene openbare en ontegenzeggelijke bewijzen, dat hij wel degelijk -het voornemen gehad heeft, om zich voorbedachtelijk van het leven -te berooven, en dat het geenszins een aanval van krankzinnigheid -is geweest?" - -"Mijnheer!" gaf zij mij ten antwoord, "de Engelsche wetten tegen deze -misdaad zijn zoo gestreng, dat men, zoo veel mogelijk, vermijdt, ook -zelfs den onbetwistbaarsten zelfmoord als zoodanig te erkennen. Van -dertig of veertig rampzaligen, die aldus hun leven eindigen, wordt -naauwelijks één voor eenen zelfmoorder verklaard. Eenigen tijd geleden, -had zich een zeker aanzienlijk man, even als deze ongelukkige, den -hals afgesneden, en er was bijna geene mogelijkheid, om hem niet voor -eenen zelfmoordenaar te doen verklaren; doch, wat vindt men uit? In de -tegenwoordigheid van eenige heelmeesters en artsen doet men het hoofd -ontleden, en deze heeren vonden klare bewijzen van krankzinnigheid -in het zamenstel der hersenen." - -"Nu, dacht ik bij mij zelven, verwonder ik mij niet langer over het -kleine getal van zelfmoorden, welke te Londen plaats vinden!"--"Maar, -hernam ik, welke zijn dan toch de gestrenge wetten, die hier tegen -den zelfmoord bestaan?" - ---"De lijken der zelfmoorders worden op horden weggesleept, en mogen -niet bij andere eerlijke Christenen begraven worden; ook worden al -hunne goederen verbeurd verklaard." - ---"Wel dat is overheerlijk! Aldus worden de kinderen of nabestaanden -gestraft voor de misdaad hunner ouderen of bloedverwanten! Waarlijk, -eene verstandige wet, waartegen niets is in te brengen?" - ---"Maar, mijnheer! de natuurlijke liefde van de ouders voor hunne -kinderen moet hem juist daarom alleen van den zelfmoord terughouden, -en ziedaar de eigenlijke geest en strekking van deze heilzame wet." - ---"Maar indien deze overweging de ouderen nu eens niet terughoudt, -zijn dan de ongelukkige kinderen niet evenwel de beklagenswaardige -slagtoffers? Neen, foei! foei! Het is eene onmenschelijke wet!." - -Beter zonder twijfel had men het uitwerksel eener wet op den -menschelijken geest berekend in eene zekere stad van het aloude -Griekenland, waar eensklaps onder de jonge meisjes, van vijftien tot -twintig jaren, eene aanstekende ziekte of soort van dolheid ontstond, -welke haar aanzettede, om zich van het leven te berooven.--Bij deze -wet bepaalde de regering, dat alle meisjes, welke de handen aan zich -zelve sloegen, en aldus haar leven eindigden, na haren dood geheel -naakt aan hare deuren zouden ten toon gesteld worden. De vrees voor -zulk eene schande bewerkte hare genezing, niemand wilde zich hieraan -bloot stellen, en de moordlust der jeugdige schoonen was verdwenen. - - - - - - - -XXXII. - -HET AFSCHEID. - - -Reeds des morgens te negen ure had ik het genoegen, den heer Croquis -bij mij te zien. Zijne oogen fonkelden van blijdschap; de tevredenheid, -welke hij slechts sinds vierentwintig uren had mogen smaken, scheen -reeds eenige rimpels van zijn voorhoofd gevaagd en zijne verslapte -wangen eene nieuwe veerkracht gegeven te hebben. Zijne kleeding was -nog dezelfde, met dit onderscheid, dat hij over zijn oud kleed eenen -nog bijna nieuwen overrok had aangetrokken: ook meende ik aan de dikte -van zijne beenen te kunnen bemerken, dat onder zijne slopkousen een -paar goede wollen kousen huisvestten. Zeker had hij den vorigen dag -deze koopjes gedaan voor een klein gedeelte der vierhonderd franken, -welke hij zoo juist van pas van zijnen broeder ontvangen had. - -"En waar is uw goed?" vroeg ik hem. - -"Och!" antwoordde hij glimlachende, "ik ben in hetzelfde geval als -de Grieksche wijsgeer: omnia mea porto mecum; en ik kan gerust met -Don Japhet van Armenie zeggen: - - - "Mijn have en al mijn goed, gebonden in een pak, - Berg ik in eene kous, en steek die in mijn' zak." - - -Nu kwam mijn vriend C... insgelijks; en wij begonnen te ontbijten. - -"Komaan!" zeide ik schertsende tegen Croquis, en bood hem een kop -thee aan, "laat ons den afscheidswijn niet sparen!" - -"Een lekker wijntje!" hernam hij: "ach, was ik slechts te Calais, -om uit grond van mijn hart te kunnen zingen: - - - Triste boisson, j'abjure ton empire! - - -Neen, zoo lang ik leef, wil ik geen thee, noch bier meer aanzien, -en veel minder gebruiken. - ---"Wat spijt het mij," zeide mijn vriend C..., "u in deze oogenblikken -te zien vertrekken; gij verlaat Londen juist op het tijdstip, waarin -het al zijnen luister ten toon gaat spreiden. Binnen veertien dagen -zal alles van buiten weder in de stad zijn." - -"In Parijs is men reeds terug!" zeide Croquis. - ---"De wandeling in Hijde-Park en Kensingtons-Tuinen zal veel aangenamer -zijn, en gij zult er oneindig meer gezelschap aantreffen, dan den -laatsten zondag." - -"De Tuileries zullen u schadeloos stellen!" zeide Croquis. - ---"Gij zoudt de tentoonstellingen der werken en schilderstukken van -de voornaamste nog levende Engelsche meesters hebben kunnen bijwonen, -welke jaarlijks in Februarij plaats heeft." - -"In Parijs zult gij," zeide Croquis, "de meesterstukken van eenen -David, Regnault, Guerin en Girodet zien; deze toch kunnen tegen de -Engelsche wel opwegen. Dat Londen ons eens dergelijke namen oplevere!" - ---"Gij hadt onze Opera kunnen bijwonen, die spoedig zal beginnen, -en gij zoudt onze danseressen bewonderd....." - -"Maar niet aangetroffen hebben," zeide Croquis, "eene Gardel, eene -Bigottini, eene Clotilde, eene Gosselin." - -"Gij hadt onze Concerten, onze gemaskerde bals kunnen bezoeken." - -"Dat is ook waar," zeide Croquis, "even als of het u te Parijs daaraan -zal ontbreken! Lieve hemel! dit is bij ons immers dagelijksch brood." - ---"Op Drie-Koningen zoudt gij onze banketbakkerswinkels verlicht -en met eene ontelbare menigte en verscheidenheid van allerlei gebak -en lekkernijen van onderscheidene kleuren en gedaanten gestoffeerd -gevonden hebben." - -"De Lombardstraat te Parijs," zeide Croquis, "en het Palais-Roijal -zullen u dit gemis vergoeden." - -"Den drie en twintigsten Januarij zoudt gij den optogt der regters -gezien hebben, die, na alvorens bij den Lord-Kanselier het ontbijt -genomen te hebben, hunne zittingen in Westmunster gaan openen." - -"Gij hebt de Roode-Mis te Parijs gezien," zeide Croquis, "dat is wat -anders te zeggen!" - ---"Hoe veel opmerkenswaardigs is er niet nog te Londen, dat gij niet -eens den tijd hebt gehad om te kunnen beschouwen! Gij zijt in geene -van onze kleine schouwburgen geweest!" - -"Gij zult," zeide Croquis, "onze melodrames op de Boulevard zien -vertoonen, alvorens zij den verbazendsten toevloed in de groote -schouwburgen te Londen tot zich trekken." - -"Gij hebt het beroemde hospitaal voor oude en zieke zeelieden, te -Greenwich gesticht, nog niet gezien." - -"Gij zult u gaarne met dat van de Invalides te Parijs -vergenoegen!" zeide Croquis. - -"Het voortreffelijke Observatorium, dat daar is aangelegd, en waar -gij de uitmuntendste camera obscura vindt, welke in eenig land -aanwezig is." - -"Maar die dermate obscur of verdonkerd is," zeide Croquis, "dat men -dezelve niet kan genaken zonder een bijzonder verlof van den eersten -sterrekundigen, die met het oppertoevoorzigt is belast, en tot welks -verkrijging men schier hemel en aarde moet bewegen. Daarover kunt -gij u derhalve troosten met het Observatorium te Parijs, en de camera -obscura op de Pont-Neuf. - -"Gij hebt onze harddraverijen, hanengevechten en vossenjagten nog met -bijgewoond; gij zijt nog niet op eene van onze fraaije buitenplaatsen -geweest; in een woord, een vierde gedeelte der merkwaardigheden, -welke deze schoone stad bevat, is u nog onbekend." - -"Gij hebt dertig jaren te Parijs doorgebragt," zeide Croquis; "neem -nu slechts de moeite, om alles, wat gij hier nog niet gezien hebt, -daar te bezigtigen, en ik verzeker u, dat gij er vrij meer voorwerpen -zult vinden uwer opmerking dubbel waardig, dan geheel Londen u zou -kunnen opleveren." - -"Hoe vele bijzondere gewoonten, hoe vele gebruiken van de onze -verschillende, hoe vele geestige trekken, waarin het Engelsche karakter -doorstraalt, blijven u nog ter opmerking over!" - -"Ik zal terugkomen," zeide ik, "ik zal zeker terugkomen; dit laatste -artikel wekt mijne nieuwsgierigheid op; en wel veel meer, dan al -het overige." - -"Zie toch eens, hoe laat het is!" zeide Croquis met eene soort -van angstige bekommernis; "ik ben in duizend vreezen, dat de wagen -zonder ons vertrekt. Hoe onaangenaam, zou het niet zijn, het geld te -verliezen, dat wij reeds vooruit betaald hebben, en verpligt te zijn, -om ons hier nog een of twee dagen op te houden!" - -Ik zag, dat het inderdaad tijd was, om op te breken; ik deed derhalve -eene huurkoets komen; wij plaatsten ons in dezelve, en lieten ons -aan den postwagen brengen, die juist gereed stond, om af te rijden. - -Croquis vloog met dezelfde drift in den wagen, als ik eens een jong -mensch in de Tuileries in het schuitje van den luchtbol zag stappen, -waarmede hij voor de eerste maal die gevaarlijke reis zou ondernemen. - -Ik zeide mijnen vriend C... hartelijk vaarwel, en herhaalde hem mijne -welgemeende dankbetuiging voor al de aan mij bewezene beleefdheden. De -voerman van onzen wagen blies lustig op zijnen posthoren, met welk -aangenaam geluid hij onze ooren streelde, zoo lang wij door de stad -reden. Deze horen zou tot een goed tegenstuk kunnen dienen voor den -zweep, waarmede onze voerlieden gewoon zijn den ganschen weg langs -te klappen. - -Eindelijk, lieve lezer! de wagen rolt voort; wij zijn op weg, en -hiermede eindigen mijne eerste Vijftien Dagen te Londen.--De hemel -spare u en mij, dat er nog een tweede reisje door mij kan beschreven, -en door u gelezen worden! - - - EINDE. - - - - - - - -AANTEEKENINGEN - - -[1] Quinze jours gelden, gelijk men weet, bij de Franschen doorgaans -zoo veel, als VEERTIEN dagen, of eigenlijk, twee weken. Daar zij echter -tot twee weken, op die wijs, in de daad vijftien dagen brengen, en het -uit dit werkje niet duidelijk genoeg blijkt, dat de Schrijver slechts -veertien, en niet vijftien dagen, te Londen heeft doorgebragt, heeft de -Vertaler, die toch van zijne lezers gaarne vertrouwt, dat zij, op reis -zijnde, juist op geenen enkelen dag zien, hier het meerdergetal voor -het mindergetal gekozen; wijl quinze toch altijd vijftien blijft, en -er bovendien niets in dit luimige reisverhaal voorkomt, waarom quinze -hier volstrekt veertien zou moeten heeten. Doch reeds genoeg! Wie -zou op zulke, niets ter zake doende, kleinigheden willen vitten! - -[2] Op het voorbeeld van den Schrijver, heb ik dezen Italiaan ook -zoo laten koeteren. Het Fransch heeft: J'ij suis venou per faire -oune etct.--Vert. - - - - - - -End of the Project Gutenberg EBook of Vijftien dagen te Londen, op het einde -van 1815., by Defauconpret Auguste-Jean-Baptiste - -*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK VIJFTIEN DAGEN TE LONDEN *** - -***** This file should be named 50363-8.txt or 50363-8.zip ***** -This and all associated files of various formats will be found in: - http://www.gutenberg.org/5/0/3/6/50363/ - -Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed -Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ for Project -Gutenberg in celebration of Distributed Proofreaders' 15th -Anniversary. (This book was produced from scanned images -of public domain material from the Google Books project.) - - -Updated editions will replace the previous one--the old editions will -be renamed. - -Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright -law means that no one owns a United States copyright in these works, -so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the United -States without permission and without paying copyright -royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part -of this license, apply to copying and distributing Project -Gutenberg-tm electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG-tm -concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark, -and may not be used if you charge for the eBooks, unless you receive -specific permission. If you do not charge anything for copies of this -eBook, complying with the rules is very easy. You may use this eBook -for nearly any purpose such as creation of derivative works, reports, -performances and research. They may be modified and printed and given -away--you may do practically ANYTHING in the United States with eBooks -not protected by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the -trademark license, especially commercial redistribution. - -START: FULL LICENSE - -THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE -PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK - -To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free -distribution of electronic works, by using or distributing this work -(or any other work associated in any way with the phrase "Project -Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full -Project Gutenberg-tm License available with this file or online at -www.gutenberg.org/license. - -Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project -Gutenberg-tm electronic works - -1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm -electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to -and accept all the terms of this license and intellectual property -(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all -the terms of this agreement, you must cease using and return or -destroy all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your -possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a -Project Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound -by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the -person or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph -1.E.8. - -1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be -used on or associated in any way with an electronic work by people who -agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few -things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works -even without complying with the full terms of this agreement. See -paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project -Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this -agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm -electronic works. See paragraph 1.E below. - -1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the -Foundation" or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection -of Project Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual -works in the collection are in the public domain in the United -States. If an individual work is unprotected by copyright law in the -United States and you are located in the United States, we do not -claim a right to prevent you from copying, distributing, performing, -displaying or creating derivative works based on the work as long as -all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope -that you will support the Project Gutenberg-tm mission of promoting -free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg-tm -works in compliance with the terms of this agreement for keeping the -Project Gutenberg-tm name associated with the work. You can easily -comply with the terms of this agreement by keeping this work in the -same format with its attached full Project Gutenberg-tm License when -you share it without charge with others. - -1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern -what you can do with this work. Copyright laws in most countries are -in a constant state of change. If you are outside the United States, -check the laws of your country in addition to the terms of this -agreement before downloading, copying, displaying, performing, -distributing or creating derivative works based on this work or any -other Project Gutenberg-tm work. The Foundation makes no -representations concerning the copyright status of any work in any -country outside the United States. - -1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: - -1.E.1. The following sentence, with active links to, or other -immediate access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear -prominently whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work -on which the phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the -phrase "Project Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, -performed, viewed, copied or distributed: - - This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and - most other parts of the world at no cost and with almost no - restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it - under the terms of the Project Gutenberg License included with this - eBook or online at www.gutenberg.org. If you are not located in the - United States, you'll have to check the laws of the country where you - are located before using this ebook. - -1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is -derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not -contain a notice indicating that it is posted with permission of the -copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in -the United States without paying any fees or charges. If you are -redistributing or providing access to a work with the phrase "Project -Gutenberg" associated with or appearing on the work, you must comply -either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or -obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg-tm -trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9. - -1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted -with the permission of the copyright holder, your use and distribution -must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any -additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms -will be linked to the Project Gutenberg-tm License for all works -posted with the permission of the copyright holder found at the -beginning of this work. - -1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm -License terms from this work, or any files containing a part of this -work or any other work associated with Project Gutenberg-tm. - -1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this -electronic work, or any part of this electronic work, without -prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with -active links or immediate access to the full terms of the Project -Gutenberg-tm License. - -1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, -compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including -any word processing or hypertext form. However, if you provide access -to or distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format -other than "Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official -version posted on the official Project Gutenberg-tm web site -(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense -to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means -of obtaining a copy upon request, of the work in its original "Plain -Vanilla ASCII" or other form. Any alternate format must include the -full Project Gutenberg-tm License as specified in paragraph 1.E.1. - -1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, -performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works -unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. - -1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing -access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works -provided that - -* You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from - the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method - you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed - to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he has - agreed to donate royalties under this paragraph to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid - within 60 days following each date on which you prepare (or are - legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty - payments should be clearly marked as such and sent to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in - Section 4, "Information about donations to the Project Gutenberg - Literary Archive Foundation." - -* You provide a full refund of any money paid by a user who notifies - you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he - does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm - License. You must require such a user to return or destroy all - copies of the works possessed in a physical medium and discontinue - all use of and all access to other copies of Project Gutenberg-tm - works. - -* You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of - any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the - electronic work is discovered and reported to you within 90 days of - receipt of the work. - -* You comply with all other terms of this agreement for free - distribution of Project Gutenberg-tm works. - -1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project -Gutenberg-tm electronic work or group of works on different terms than -are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing -from both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and The -Project Gutenberg Trademark LLC, the owner of the Project Gutenberg-tm -trademark. Contact the Foundation as set forth in Section 3 below. - -1.F. - -1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable -effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread -works not protected by U.S. copyright law in creating the Project -Gutenberg-tm collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm -electronic works, and the medium on which they may be stored, may -contain "Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate -or corrupt data, transcription errors, a copyright or other -intellectual property infringement, a defective or damaged disk or -other medium, a computer virus, or computer codes that damage or -cannot be read by your equipment. - -1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right -of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project -Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project -Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all -liability to you for damages, costs and expenses, including legal -fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT -LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE -PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE -TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE -LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR -INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH -DAMAGE. - -1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a -defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can -receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a -written explanation to the person you received the work from. If you -received the work on a physical medium, you must return the medium -with your written explanation. The person or entity that provided you -with the defective work may elect to provide a replacement copy in -lieu of a refund. If you received the work electronically, the person -or entity providing it to you may choose to give you a second -opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If -the second copy is also defective, you may demand a refund in writing -without further opportunities to fix the problem. - -1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth -in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO -OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT -LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. - -1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied -warranties or the exclusion or limitation of certain types of -damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement -violates the law of the state applicable to this agreement, the -agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or -limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or -unenforceability of any provision of this agreement shall not void the -remaining provisions. - -1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the -trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone -providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in -accordance with this agreement, and any volunteers associated with the -production, promotion and distribution of Project Gutenberg-tm -electronic works, harmless from all liability, costs and expenses, -including legal fees, that arise directly or indirectly from any of -the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this -or any Project Gutenberg-tm work, (b) alteration, modification, or -additions or deletions to any Project Gutenberg-tm work, and (c) any -Defect you cause. - -Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm - -Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of -electronic works in formats readable by the widest variety of -computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It -exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations -from people in all walks of life. - -Volunteers and financial support to provide volunteers with the -assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's -goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will -remain freely available for generations to come. In 2001, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure -and permanent future for Project Gutenberg-tm and future -generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see -Sections 3 and 4 and the Foundation information page at -www.gutenberg.org Section 3. Information about the Project Gutenberg -Literary Archive Foundation - -The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit -501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the -state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal -Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification -number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by -U.S. federal laws and your state's laws. - -The Foundation's principal office is in Fairbanks, Alaska, with the -mailing address: PO Box 750175, Fairbanks, AK 99775, but its -volunteers and employees are scattered throughout numerous -locations. Its business office is located at 809 North 1500 West, Salt -Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up to -date contact information can be found at the Foundation's web site and -official page at www.gutenberg.org/contact - -For additional contact information: - - Dr. Gregory B. Newby - Chief Executive and Director - gbnewby@pglaf.org - -Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg -Literary Archive Foundation - -Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide -spread public support and donations to carry out its mission of -increasing the number of public domain and licensed works that can be -freely distributed in machine readable form accessible by the widest -array of equipment including outdated equipment. Many small donations -($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt -status with the IRS. - -The Foundation is committed to complying with the laws regulating -charities and charitable donations in all 50 states of the United -States. Compliance requirements are not uniform and it takes a -considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up -with these requirements. We do not solicit donations in locations -where we have not received written confirmation of compliance. To SEND -DONATIONS or determine the status of compliance for any particular -state visit www.gutenberg.org/donate - -While we cannot and do not solicit contributions from states where we -have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition -against accepting unsolicited donations from donors in such states who -approach us with offers to donate. - -International donations are gratefully accepted, but we cannot make -any statements concerning tax treatment of donations received from -outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. - -Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation -methods and addresses. Donations are accepted in a number of other -ways including checks, online payments and credit card donations. To -donate, please visit: www.gutenberg.org/donate - -Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic works. - -Professor Michael S. Hart was the originator of the Project -Gutenberg-tm concept of a library of electronic works that could be -freely shared with anyone. For forty years, he produced and -distributed Project Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of -volunteer support. - -Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed -editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in -the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not -necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper -edition. - -Most people start at our Web site which has the main PG search -facility: www.gutenberg.org - -This Web site includes information about Project Gutenberg-tm, -including how to make donations to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to -subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. - diff --git a/old/50363-8.zip b/old/50363-8.zip Binary files differdeleted file mode 100644 index 9d7ef5b..0000000 --- a/old/50363-8.zip +++ /dev/null diff --git a/old/50363-h.zip b/old/50363-h.zip Binary files differdeleted file mode 100644 index d84d907..0000000 --- a/old/50363-h.zip +++ /dev/null diff --git a/old/50363-h/50363-h.htm b/old/50363-h/50363-h.htm deleted file mode 100644 index 31a040c..0000000 --- a/old/50363-h/50363-h.htm +++ /dev/null @@ -1,7773 +0,0 @@ -<!DOCTYPE html PUBLIC "-//W3C//DTD HTML 4.01 Transitional//EN" -"http://www.w3.org/TR/html4/loose.dtd"> -<!-- This HTML file has been automatically generated from an XML source on 2015-11-01T08:33:43Z. --> -<html lang="nl"> -<head> -<meta name="generator" content= -"HTML Tidy for Windows (vers 25 March 2009), see www.w3.org"> -<title>Vijftien Dagen te Londen, op het Einde van 1815.</title> -<meta http-equiv="content-type" content="text/html; charset=us-ascii"> -<meta name="generator" content= -"tei2html.xsl, see http://code.google.com/p/tei2html/"> -<meta name="author" content="Auguste-Jean-Baptiste Defauconpret"> -<link rel="coverpage" href="images/new-cover.jpg"> -<link rel="schema.DC" href= -"http://dublincore.org/documents/1998/09/dces/"> -<meta name="DC.Creator" content="Auguste-Jean-Baptiste Defauconpret"> -<meta name="DC.Title" content= -"Vijftien Dagen te Londen, op het Einde van 1815."> -<meta name="DC.Language" content="nl-1800"> -<meta name="DC.Format" content="text/html"> -<meta name="DC.Publisher" content="Project Gutenberg"> -<meta name="DC:Subject" content="#####"> -<style type="text/css"> -body { -font-family: "Times New Roman", Times, serif; -font-size: 100%; -line-height: 1.2em; -text-align: left; -} -.div0 { -padding-top: 5.6em; -} -.div1 { -padding-top: 4.8em; -} -.div2 { -padding-top: 3.6em; -} -.div3, .div4, .div5 { -padding-top: 2.4em; -} -h1, h2, h3, h4, h5, h6, .h1, .h2, .h3, .h4 { -clear: both; -font-style: normal; -text-transform: none; -} -h3, .h3 { -font-size: 1.2em; -line-height: 1.2em; -} -h3.label { -font-size: 1em; -line-height: 1.2em; -margin-bottom: 0; -} -h4, .h4 { -font-size: 1em; -line-height: 1.2em; -} -.alignleft { -text-align: left; -} -.alignright { -text-align: right; -} -.alignblock { -text-align: justify; -} -p.tb, hr.tb, .par.tb { -margin-top: 1.6em; -margin-bottom: 1.6em; -margin-left: auto; -margin-right: auto; -text-align: center; -} -p.argument, p.note, p.tocArgument, .par.argument, .par.note, .par.tocArgument -{ -font-size: 0.9em; -line-height: 1.2em; -text-indent: 0; -} -p.argument, p.tocArgument, .par.argument, .par.tocArgument { -margin: 1.58em 10%; -} -.opener, .address { -margin-top: 1.6em; -margin-bottom: 1.6em; -} -.addrline { -margin-top: 0; -margin-bottom: 0; -} -.dateline { -margin-top: 1.6em; -margin-bottom: 1.6em; -text-align: right; -} -.salute { -margin-top: 1.6em; -margin-left: 3.58em; -text-indent: -2em; -} -.signed { -margin-top: 1.6em; -margin-left: 3.58em; -text-indent: -2em; -} -.epigraph { -font-size: 0.9em; -line-height: 1.2em; -width: 60%; -margin-left: auto; -} -.epigraph span.bibl { -display: block; -text-align: right; -} -.trailer { -clear: both; -padding-top: 2.4em; -padding-bottom: 1.6em; -} -span.parnum { -font-weight: bold; -} -.pagenum { -display: inline; -font-size: 70%; -font-style: normal; -margin: 0; -padding: 0; -position: absolute; -right: 1%; -text-align: right; -} -span.corr, span.gap { -border-bottom: 1px dotted red; -} -span.abbr { -border-bottom: 1px dotted gray; -} -span.measure { -border-bottom: 1px dotted green; -} -.ex { -letter-spacing: 0.2em; -} -.sc { -font-variant: small-caps; -} -.uc { -text-transform: uppercase; -} -.tt { -font-family: monospace; -} -.underline { -text-decoration: underline; -} -.overline, .overtilde { -text-decoration: overline; -} -.rm { -font-style: normal; -} -.red { -color: red; -} -hr { -clear: both; -height: 1px; -margin-left: auto; -margin-right: auto; -margin-top: 1em; -text-align: center; -width: 45%; -} -.aligncenter { -text-align: center; -} -h1, h2 { -font-size: 1.44em; -line-height: 1.5em; -} -h1.label, h2.label { -font-size: 1.2em; -line-height: 1.2em; -margin-bottom: 0; -} -h5, h6 { -font-size: 1em; -font-style: italic; -line-height: 1em; -} -p, .par { -text-indent: 0; -} -p.firstlinecaps:first-line, .par.firstlinecaps:first-line { -text-transform: uppercase; -} -.hangq { -text-indent: -0.32em; -} -.hangqq { -text-indent: -0.40em; -} -.hangqqq { -text-indent: -0.71em; -} -p.dropcap:first-letter, .par.dropcap:first-letter { -float: left; -clear: left; -margin: 0em 0.05em 0 0; -padding: 0px; -line-height: 0.8em; -font-size: 420%; -vertical-align: super; -} -p.quote, div.blockquote, div.argument, .par.quote { -font-size: 0.9em; -line-height: 1.2em; -margin: 1.58em 5%; -} -.pagenum a, a.noteref:hover, a.hidden:hover, a.hidden { -text-decoration: none; -} -ul { -list-style-type: none; -} -.advertisment { -background-color: #FFFEE0; -border: black 1px dotted; -color: #000; -margin: 2em 5%; -padding: 1em; -} -.footnotes .body, .footnotes .div1 { -padding: 0; -} -.fnarrow { -color: #AAAAAA; -font-weight: bold; -text-decoration: none; -} -a.noteref, a.pseudonoteref { -font-size: 80%; -text-decoration: none; -vertical-align: 0.25em; -} -.displayfootnote { -display: none; -} -div.footnotes { -font-size: 80%; -margin-top: 1em; -padding: 0; -} -hr.fnsep { -margin-left: 0; -margin-right: 0; -text-align: left; -width: 25%; -} -p.footnote, .par.footnote { -margin-bottom: 0.5em; -margin-top: 0.5em; -} -p.footnote .label, .par.footnote .label { -float: left; -width: 2em; -height: 12pt; -display: block; -} -.marginnote { -font-size: 0.8em; -height: 0; -left: 1%; -line-height: 1.2em; -position: absolute; -text-indent: 0; -width: 14%; -} -.apparatusnote { -text-decoration: none; -} -span.tocPageNum, span.flushright { -position: absolute; -right: 16%; -top: auto; -} -table.tocList { -width: 100%; -margin-left: auto; -margin-right: auto; -border-width: 0; -border-collapse: collapse; -} -td.tocPageNum, td.tocDivNum { -text-align: right; -min-width: 10%; -border-width: 0; -} -td.tocDivNum { -padding-left: 0; -padding-right: 0.5em; -} -td.tocPageNum { -padding-left: 0.5em; -padding-right: 0; -} -td.tocDivTitle { -width: auto; -} -p.tocPart, .par.tocPart { -margin: 1.58em 0%; -font-variant: small-caps; -} -p.tocChapter, .par.tocChapter { -margin: 1.58em 0%; -} -p.tocSection, .par.tocSection { -margin: 0.7em 5%; -} -table.tocList td { -vertical-align: top; -} -table.tocList td.tocPageNum { -vertical-align: bottom; -} -table.inner { -display: inline-table; -border-collapse: collapse; -width: 100%; -} -td.itemNum { -text-align: right; -min-width: 5%; -padding-right: 0.8em; -} -td.innerContainer { -padding: 0; -margin: 0; -} -.index { -font-size: 80%; -} -.indextoc { -text-align: center; -} -.transcribernote { -background-color: #DDE; -border: black 1px dotted; -color: #000; -font-family: sans-serif; -font-size: 80%; -margin: 2em 5%; -padding: 1em; -} -.correctiontable { -width: 75%; -} -.width20 { -width: 20%; -} -.width40 { -width: 40%; -} -p.smallprint, li.smallprint, .par.smallprint { -color: #666666; -font-size: 80%; -} -.titlePage { -border: #DDDDDD 2px solid; -margin: 3em 0% 7em 0%; -padding: 5em 10% 6em 10%; -text-align: center; -} -.titlePage .docTitle { -line-height: 3.5em; -margin: 2em 0% 2em 0%; -font-weight: bold; -} -.titlePage .docTitle .mainTitle { -font-size: 1.8em; -} -.titlePage .docTitle .subTitle, .titlePage .docTitle .seriesTitle, -.titlePage .docTitle .volumeTitle { -font-size: 1.44em; -} -.titlePage .byline { -margin: 2em 0% 2em 0%; -font-size: 1.2em; -line-height: 1.72em; -} -.titlePage .byline .docAuthor { -font-size: 1.2em; -font-weight: bold; -} -.titlePage .figure { -margin: 2em 0% 2em 0%; -margin-left: auto; -margin-right: auto; -} -.titlePage .docImprint { -margin: 4em 0% 0em 0%; -font-size: 1.2em; -line-height: 1.72em; -} -.titlePage .docImprint .docDate { -font-size: 1.2em; -font-weight: bold; -} -div.figure { -text-align: center; -} -.figure { -margin-left: auto; -margin-right: auto; -} -.floatLeft { -float: left; -margin: 10px 10px 10px 0; -} -.floatRight { -float: right; -margin: 10px 0 10px 10px; -} -p.figureHead, .par.figureHead { -font-size: 100%; -text-align: center; -} -.figAnnotation { -font-size: 80%; -position: relative; -margin: 0 auto; -} -.figTopLeft, .figBottomLeft { -float: left; -} -.figTop, .figBottom { -} -.figTopRight, .figBottomRight { -float: right; -} -.figure p, .figure .par { -font-size: 80%; -margin-top: 0; -text-align: center; -} -img { -border-width: 0; -} -td.galleryFigure { -text-align: center; -vertical-align: middle; -} -td.galleryCaption { -text-align: center; -vertical-align: top; -} -.lgouter { -margin-left: auto; -margin-right: auto; -display: table; -} -.lg { -text-align: left; -padding: .5em 0% .5em 0%; -} -.lg h4, .lgouter h4 { -font-weight: normal; -} -.lg .lineNum, .sp .lineNum, .lgouter .lineNum { -color: #777; -font-size: 90%; -left: 16%; -margin: 0; -position: absolute; -text-align: center; -text-indent: 0; -top: auto; -width: 1.75em; -} -p.line, .par.line { -margin: 0 0% 0 0%; -} -span.hemistich { -color: white; -} -.versenum { -font-weight: bold; -} -.speaker { -font-weight: bold; -margin-bottom: 0.4em; -} -.sp .line { -margin: 0 10%; -text-align: left; -} -.castlist, .castitem { -list-style-type: none; -} -body { -padding: 1.58em 16%; -} -.pglink, .catlink, .exlink, .wplink, .biblink, .seclink { -background-repeat: no-repeat; -background-position: right center; -} -.pglink { -background-image: url(images/book.png); -padding-right: 18px; -} -.catlink { -background-image: url(images/card.png); -padding-right: 17px; -} -.exlink, .wplink, .biblink, .seclink { -background-image: url(images/external.png); -padding-right: 13px; -} -.pglink:hover { -background-color: #DCFFDC; -} -.catlink:hover { -background-color: #FFFFDC; -} -.exlink:hover, .wplink:hover, .biblink:hover { -background-color: #FFDCDC; -}body { -background: #FFFFFF; -font-family: "Times New Roman", Times, serif; -} -body, a.hidden { -color: black; -} -h1, .h1 { -padding-bottom: 5em; -} -h1, h2, .h1, .h2 { -text-align: center; -font-variant: small-caps; -font-weight: normal; -} -p.byline { -text-align: center; -font-style: italic; -margin-bottom: 2em; -} -.figureHead, .noteref, .pseudonoteref, .marginnote, p.legend, .versenum -{ -color: #660000; -} -.rightnote, .pagenum, .linenum, .pagenum a { -color: #AAAAAA; -} -a.hidden:hover, a.noteref:hover { -color: red; -} -h1, h2, h3, h4, h5, h6 { -font-weight: normal; -} -table { -margin-left: auto; -margin-right: auto; -} -.tablecaption { -text-align: center; -}.pagenum, .linenum { -speak: none; -} -</style> - -<style type="text/css"> -/* CSS rules generated from @rend attributes in TEI file */ -.xd21e112width -{ -width:480px; -} -.xd21e118 -{ -text-align:center; -} -.xd21e127width -{ -width:389px; -} -.xd21e2361 -{ -font-style:italic; -} -.xd21e3038 -{ -text-indent:8em; -} -.xd21e7065 -{ -text-align:center; -} -@media handheld -{ -} -</style> -</head> -<body> - - -<pre> - -The Project Gutenberg EBook of Vijftien dagen te Londen, op het einde van -1815., by Defauconpret Auguste-Jean-Baptiste - -This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and most -other parts of the world at no cost and with almost no restrictions -whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of -the Project Gutenberg License included with this eBook or online at -www.gutenberg.org. If you are not located in the United States, you'll have -to check the laws of the country where you are located before using this ebook. - - - -Title: Vijftien dagen te Londen, op het einde van 1815. - -Author: Defauconpret Auguste-Jean-Baptiste - -Release Date: November 1, 2015 [EBook #50363] - -Language: Dutch - -Character set encoding: ASCII - -*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK VIJFTIEN DAGEN TE LONDEN *** - - - - -Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed -Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ for Project -Gutenberg in celebration of Distributed Proofreaders' 15th -Anniversary. (This book was produced from scanned images -of public domain material from the Google Books project.) - - - - - - -</pre> - -<div class="front"> -<div class="div1 cover"><span class="pagenum">[<a href= -"#toc">Inhoud</a>]</span> -<div class="divBody"> -<p class="par first"></p> -<div class="figure xd21e112width"><img src="images/new-cover.jpg" alt= -"Nieuw ontworpen voorkant." width="480" height="720"></div> -<p class="par"></p> -</div> -</div> -<div class="div1 frenchtitle"><span class="pagenum">[<a href= -"#toc">Inhoud</a>]</span> -<div class="divBody"> -<p class="par first xd21e118">VIJFTIEN DAGEN</p> -<p class="par xd21e118">TE</p> -<p class="par xd21e118">LONDEN.</p> -</div> -</div> -<div class="div1 titlepage"><span class="pagenum">[<a href= -"#toc">Inhoud</a>]</span> -<div class="divBody"> -<p class="par first"></p> -<div class="figure xd21e127width"><img src="images/titlepage.png" alt= -"Oorspronkelijke titelpagina." width="389" height="720"></div> -<p class="par"></p> -</div> -</div> -<div class="titlePage"> -<div class="docTitle"> -<div class="mainTitle">VIJFTIEN DAGEN<br> -TE<br> -LONDEN,</div> -<div class="subTitle">OP HET EINDE VAN 1815.</div> -</div> -<div class="byline"><span class="sc">Naar het Fransch</span>,</div> -<div class="docImprint"><span class="sc">Te LEEUWARDEN</span><br> -Bij <i>J. W. BROUWER</i>.<br> -<span class="docDate">MDCCCXVI.</span></div> -</div> -<p><span class="pagenum">[<a id="xd21e159" href="#xd21e159" name= -"xd21e159">I</a>]</span></p> -<div class="div1 preface"><span class="pagenum">[<a href= -"#toc">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="main"><i>DE VERTALER AAN DEN LEZER.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first"><span lang="fr">Quinze jours<a class="noteref" id= -"xd21e167src" href="#xd21e167" name="xd21e167src">1</a> a Londres a la -fin de 1815</span>, <i>verscheen, voor eenige weinige maanden, -<span class="pagenum">[<a id="xd21e225" href="#xd21e225" name= -"xd21e225">II</a>]</span>te</i> Parijs <i>in het licht, en werd daar -met graagte ontvangen. De vrolijke schrijftrant van den auteur en het, -hier en daar ingevlochten</i>, piquante, <i>met opzigt tot eenige, voor -den Franschman zeker zonderlinge, gewoonten en gebruiken der -Engelschen, heeft, buiten kijf, tot die grage ontvangst niet weinig -bijgedragen. Onze natie, die in vele dezer gewoonten en gebruiken</i> -(<i>niet</i> alle, <i>het</i> boksen <i>vooral niet</i>!) <i>de hare, -met eenige meerdere of mindere afwijkingen en</i> nuances, <i>vindt en -herkent, zal er juist zoo <span class="pagenum">[<a id="xd21e249" href= -"#xd21e249" name="xd21e249">III</a>]</span>vreemd niet van opzien, als -een Parijzenaar, die in zijne</i> <span lang="la">Capitale du -monde</span> <i>het</i> non plus ultra <i>van alle menschelijke -beschaafdheid en gezellige genoegens meent te bezitten. Veel zou er -dus, bij wijze van aanteekeningen onder of achter den tekst, tegen -vele, vrij gewaagde, stellingen en verkeerde opvattingen van onzen -Schrijver, te zeggen en ook te bewijzen zijn geweest; doch de Vertaler -heeft, daar hij dit werkje voor niets meer, dan voor eene</i> vrolijke -lectuur in ledige oogenblikken <i>opdischt, en het ook met geen oogmerk -schijnt geschreven te zijn, om een zedekundig tafereel van</i> Londens -<i>inwoners te leveren; zich van iedere aanmerking onthouden; terwijl -hij geenszins twijfelt, of het zal, zoo als het daar is, zijnen -landgenooten, bij de lezing, een vrolijk uurtje verschaffen. De -vertaling althans <span class="pagenum">[<a id="xd21e267" href= -"#xd21e267" name="xd21e267">IV</a>]</span>is voor hem eene aangename -bezigheid geweest.</i></p> -<p class="par"><i>Voor eenige, zijns ondanks, ingeslopene drukfeilen -(zinstorende zullen er, vertrouwt hij, niet in aangetroffen worden) -verzoekt hij nederig verschooning van hen, die het</i>: wij zijn -menschen, en ons werk is menschenwerk! <i>niet altijd gedenken: zij, -die daaraan steeds gedachtig zijn, vergeven ze hem en den letterzetter -gereedelijk</i>.</p> -<p class="par signed">B.</p> -<p class="par"><i>Amsterdam</i> <i>October</i></p> -<p class="par">1816. <span class="pagenum">[<a id="xd21e288" href= -"#xd21e288" name="xd21e288">V</a>]</span></p> -</div> -<div class="footnotes"> -<hr class="fnsep"> -<p class="par footnote" lang="nl"><span class="label"><a class= -"noteref" id="xd21e167" href="#xd21e167src" name= -"xd21e167">1</a></span> <span lang="fr">Quinze jours</span> <i>gelden, -gelijk men weet, bij de</i> Franschen <i>doorgaans zoo veel, als</i> -<span class="sc">VEERTIEN</span> dagen, <i>of eigenlijk</i>, twee -weken. <i>Daar zij echter tot twee weken, op die wijs, in de daad</i> -vijftien <i>dagen brengen, en het uit dit werkje niet duidelijk genoeg -blijkt, dat de Schrijver slechts</i> veertien, <i>en niet</i> vijftien -<i>dagen, te</i> Londen <i>heeft doorgebragt, heeft de Vertaler, die -toch van</i> <i>zijne lezers gaarne vertrouwt, dat zij, op reis zijnde, -juist op geenen enkelen dag zien, hier het</i> meerdergetal <i>voor -het</i> mindergetal <i>gekozen; wijl</i> quinze <i>toch altijd</i> -vijftien <i>blijft, en er bovendien niets in dit luimige reisverhaal -voorkomt, waarom</i> quinze <i>hier volstrekt</i> veertien <i>zou -moeten heeten. Doch reeds genoeg! Wie zou op zulke, niets ter zake -doende, kleinigheden willen vitten!</i> <a class="fnarrow" href= -"#xd21e167src">↑</a></p> -</div> -</div> -<div id="toc" class="div1 contents"><span class="pagenum">[<a href= -"#toc">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="main">INHOUD.</h2> -<table class="tocList"> -<tr> -<td class="tocDivNum"></td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"></td> -<td class="tocPageNum">Bladz.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">I.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch1" id="xd21e301" name= -"xd21e301">Ik ben te <i>Douvres</i></a>.</td> -<td class="tocPageNum">1.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">II.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch2" id="xd21e312" name= -"xd21e312">Nog al te <i>Douvres</i></a>.</td> -<td class="tocPageNum">15.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">III.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch3" id="xd21e323" name= -"xd21e323">Reis naar en aankomst te <i>Londen</i></a>.</td> -<td class="tocPageNum">29.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">IV.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch4" id="xd21e334" name= -"xd21e334">Het Keizerlijk Hof van <i>St. Petersburg</i></a>.</td> -<td class="tocPageNum">41.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">V.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch5" id="xd21e345" name= -"xd21e345">De begrafenis</a>.</td> -<td class="tocPageNum">48.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">VI.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch6" id="xd21e354" name= -"xd21e354">Hier houdt men opene tafel</a>.</td> -<td class="tocPageNum">56.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">VII.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch7" id="xd21e363" name= -"xd21e363">Het koffijhuis</a>.</td> -<td class="tocPageNum">65.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">VIII.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch8" id="xd21e372" name= -"xd21e372">De Londensche zondag</a>.</td> -<td class="tocPageNum">75.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">IX.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch9" id="xd21e381" name= -"xd21e381">De brand</a>.</td> -<td class="tocPageNum">85.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">X.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch10" id="xd21e390" name= -"xd21e390">De schellen</a>.</td> -<td class="tocPageNum">93.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XI.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch11" id="xd21e400" name= -"xd21e400">De schouwburg</a>.</td> -<td class="tocPageNum">98.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XII.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch12" id="xd21e409" name= -"xd21e409">De straten en huizen</a>.</td> -<td class="tocPageNum">110.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XIII.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch13" id="xd21e418" name= -"xd21e418">* * * * * *</a></td> -<td class="tocPageNum">119.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XIV.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch14" id="xd21e427" name= -"xd21e427">Het Britsche Museum</a>.</td> -<td class="tocPageNum">126.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XV.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch15" id="xd21e436" name= -"xd21e436">De Engelsche wellevendheid</a>.</td> -<td class="tocPageNum">134.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XVI.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch16" id="xd21e445" name= -"xd21e445">De speculant</a>.</td> -<td class="tocPageNum">139.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XVII.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch17" id="xd21e454" name= -"xd21e454">Het Engelsche middagmaal</a>.</td> -<td class="tocPageNum">145.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XVIII.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch18" id="xd21e463" name= -"xd21e463">De Sherifs</a>.</td> -<td class="tocPageNum">156.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XIX.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch19" id="xd21e472" name= -"xd21e472">De Vuistvechters. (Boksers.)</a></td> -<td class="tocPageNum">162.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XX.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch20" id="xd21e481" name= -"xd21e481">Engelsche zindelijkheid</a>.</td> -<td class="tocPageNum">176.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XXI.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch21" id="xd21e490" name= -"xd21e490">De wandeling</a>.</td> -<td class="tocPageNum">186.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XXII.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch22" id="xd21e500" name= -"xd21e500">Korte beschrijving van <i>Londen</i> door eenen -Italiaanschen schilder</a>. <span class="pagenum">[<a id="xd21e508" -href="#xd21e508" name="xd21e508">VI</a>]</span></td> -<td class="tocPageNum">197.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XXIII.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch23" id="xd21e513" name= -"xd21e513">Goddam</a>.</td> -<td class="tocPageNum">204.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XXIV.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch24" id="xd21e522" name= -"xd21e522">De Dagbladen</a>.</td> -<td class="tocPageNum">210.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XXV.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch25" id="xd21e531" name= -"xd21e531">De Spotprenten</a>.</td> -<td class="tocPageNum">220.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XXVI.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch26" id="xd21e540" name= -"xd21e540">Roovers—Afzetters—Zakkerolders en -Beurzensnijders</a>.</td> -<td class="tocPageNum">225.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XXVII.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch27" id="xd21e549" name= -"xd21e549">De <i lang="en">Tower</i></a>.</td> -<td class="tocPageNum">233.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XXVIII.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch28" id="xd21e560" name= -"xd21e560">Eene onverwachte ontmoeting</a>.</td> -<td class="tocPageNum">241.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XXIX.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch29" id="xd21e569" name= -"xd21e569">Geschiedenis van eenen Franschen Kunstenaar</a>.</td> -<td class="tocPageNum">247.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XXX.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch30" id="xd21e578" name= -"xd21e578">Eene tooneelvertooning in de Latijnsche taal</a>.</td> -<td class="tocPageNum">256.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XXXI.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch31" id="xd21e587" name= -"xd21e587">De Zelfmoord</a>.</td> -<td class="tocPageNum">264.</td> -</tr> -<tr> -<td class="tocDivNum">XXXII.</td> -<td class="tocDivTitle" colspan="7"><a href="#ch32" id="xd21e596" name= -"xd21e596">Het afscheid</a>.</td> -<td class="tocPageNum">271.</td> -</tr> -</table> -<p><span class="pagenum">[<a id="pb1" href="#pb1" name= -"pb1">1</a>]</span></p> -</div> -</div> -</div> -<div class="body"> -<div id="ch1" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e301">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="super">VIJFTIEN DAGEN<br> -TE<br> -LONDEN.</h2> -<h2 class="label">I.</h2> -<h2 class="main"><i>Ik ben te</i> Douvres.</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">Onmogelijk, mijnheer! volstrekt onmogelijk! gij -kunt morgen niet naar <i>Londen</i> vertrekken—</p> -<p class="par">—„En waarom niet, met uw verlof, -mijnheer?”</p> -<p class="par">—„Wel, omdat gij een paspoort moet -hebben.”</p> -<p class="par">—„Mijn hemel, mijnheer! gij hebt daar mijnen -pas immers in uwe handen! Heb slechts de goedheid te lezen. Wijl gij -Fransch spreekt, zult gij, als ambtenaar, het toch ook wel kunnen -<span class="ex">lezen</span>.”</p> -<p class="par">—„Zeer wel, mijnheer! zeer wel; uw paspoort -is in orde, en zonder dat zou men <span class="pagenum">[<a id="pb2" -href="#pb2" name="pb2">2</a>]</span>u ook geen <i>permis</i>, om aan -wal te komen, gegeven hebben.”</p> -<p class="par">Geenszins acht ik het overtollig, hierbij aan te -stippen, dat de paketboot—de overbrengster van mijnen waarden -persoon—reeds des namiddags ten twee ure de haven was binnen -geloopen, dat ik niet voor zeven ure des avonds het <i>permis</i> tot -ontscheping bekwam, en ik dus vijf doodelijk vervelende uren op de -paketboot tusschen hoop en vrees doorbragt, altijd door eenen -tolbediende, welken ik in mijn hart met den naam van scheepsverklikker -bestempelde, in het oog gehouden wordende; maar die mij nogtans de -vrijheid vergunde, naar goedvinden op het dek heen en weder te -wandelen; want de lezer moet niet uit het oog verliezen, dat ik mij -thans in een <i>vrij land</i> bevond.</p> -<p class="par">„Maar, vervolgde hij, dit is immers een Fransche -pas, en om naar <i>Londen</i>, of eenige andere plaats in -<i>Engeland</i> te kunnen vertrekken, moet het -<i>alien-office</i>—dat is—het <i>bureau</i> der paspoorten -voor vreemdelingen, u een paspoort uit <i>Londen</i> -toezenden.”</p> -<p class="par">—„En is er veel tijds noodig, om mij met -zulk een paspoort te voorzien?”</p> -<p class="par">—„Och neen, slechts drie dagen, om te -schrijven en antwoord te ontvangen.—Dan <span class= -"pagenum">[<a id="pb3" href="#pb3" name="pb3">3</a>]</span>ter zaak, -mijnheer! Waarom komt gij eigenlijk in <i>Engeland</i>?”</p> -<p class="par">—„Waarom, mijnheer! waarom? Wel, om dezelfde -reden, waarom honderd andere Franschen in <i>Engeland</i> komen, en -welken men waarschijnlijk nooit deze vraag gedaan heeft.”</p> -<p class="par">—„Onverschillig, mijnheer! Een beetje kort -af, als het u belieft; mijn tijd is kostbaar: geef mij de reden te -kennen, ten einde ik dezelve kan opschrijven.”</p> -<p class="par">—„In waarheid, mijnheer! dezelve is juist -niet al te duidelijk; want ik kom hier geenszins, om hulpmiddelen tegen -de <span class="ex">spleen</span> te zoeken, welke ik nimmer, dan bij -naam, kende, doch waaronder ik thans door vijf uren wachtens naar een -<i>permis</i>, om te mogen aan wal komen, bijna zoude bezweken zijn: -ook kom ik hier geenszins met oogmerk van bezuiniging; wijl men hier, -volgens het algemeene zeggen, wel driemaal zoo veel moet verteren, als -in <i>Frankrijk</i>, en men er zich tevens wel driemaal slechter -bevindt. De eenvoudige reden van mijne reize is alleen om de -schoonheden van het beroemde <i>Londen</i> te bewonderen—om mijne -luchtige Fransche hersenkas met een weinigje Engelsche zwaarmoedige -deftigheid, het karakter uwer natie, aan te vullen;—om eenige -nadere kennis met uwe letterkunde, <span class="pagenum">[<a id="pb4" -href="#pb4" name="pb4">4</a>]</span>welke mij niet geheel en al vreemd -is, te maken; en eindelijk om—om—”</p> -<p class="par">Hier werd onze vriend ongeduldig en -riep—„genoeg, mijnheer! genoeg: ik zie al, wat het -is!” Met deze woorden greep hij naar zijne pen, welke, tot op dit -oogenblik, onbewegelijk achter zijn oor was blijven steken, even als -een krijgsman naar zijn zwaard; want dit is een vast aangenomen gebruik -van alle Engelschen, die schrijven kunnen, en nu mompelde hij, al -schrijvende, tusschen de tanden:—„Reis voor vermaak en -onderrigting.”</p> -<p class="par">—„Verder, mijnheer! voegde hij er bij, wien -kent gij te <i>Londen</i>?”</p> -<p class="par">—„Niemand, mijnheer!”</p> -<p class="par">—„Hoe, niemand! riep hij uit, terwijl hij -zijne pen weder achter zijn oor plaatste: niemand? in dat geval, -mijnheer! zult gij wel doen, maar weder terstond naar <i>Frankrijk</i> -terug te keeren, want men zal u geen paspoort toezenden.”</p> -<p class="par">—„Wat wil dat zeggen?”</p> -<p class="par">—„Dat het, om een paspoort te bekomen, -hoogst noodzakelijk is, dat een geboren Engelschman, die tevens gegoed -en geloofwaardig is, aan het <i>bureau</i> der paspoorten verklaart, in -te staan voor uw zedelijk en politiek <span class="pagenum">[<a id= -"pb5" href="#pb5" name="pb5">5</a>]</span>gedrag, en wiens naam en -verklaring ik in mijn rapport moet invullen.”</p> -<p class="par">Gelukkig herinnerde ik mij in dit oogenblik, dat een lid -van de Fransche Akademie van Wetenschappen mij eenen aanbevelingsbrief -had medegegeven voor <i>mylord A....</i>, lid van de Koninklijke -Societeit te <i>Londen</i>.</p> -<p class="par">„Mijnheer!<span class="corr" id="xd21e729" title= -"Niet in bron">”</span> zeide ik nu tegen den eeuwigen prater; -<span class="corr" id="xd21e732" title= -"Niet in bron">„</span>schoon ik niemand te <i>Londen</i> ken, -kent men er mij evenwel, en mijn voornemen is, bij mijne aankomst, ten -huize van <i>mylord A....</i> af te stappen.”</p> -<p class="par">—„Wel, mijnheer! hernam hij, dit is genoeg! -<i>mylord A....</i> is een man uit duizenden, alom geacht wegens zijne -uitgebreide kunde, en bemind wegens zijne heerlijke grondbeginselen: -één woord van hem bij het <i lang="en">alien office</i> -is voldoende.”—Hier nam hij ten tweede male de pen van -achter zijn oor en schreef: „speciaal bekend bij <i>mylord -A....</i>”</p> -<p class="par">Nu ging het weder aan een vragen. „Denkt gij -langen tijd in <i>Engeland</i> te blijven?”—</p> -<p class="par">—„Zoo lang, als het er mij zal -bevallen.”</p> -<p class="par">—„Maar nog eens, mijnheer! verklaar u: denkt -gij er wel drie maanden te vertoeven?”—</p> -<p class="par">—„Om u de waarheid te zeggen, dat geloof ik -niet; de voorrede maakt mijne ongerustheid <span class= -"pagenum">[<a id="pb6" href="#pb6" name="pb6">6</a>]</span>eenigzins -gaande omtrent het boek zelve. Doch schrijf slechts ten langste drie -maanden. Ik zal dan, naar goedvinden, mijn verblijf kunnen bekorten: is -het niet zoo, mijnheer?”</p> -<p class="par">—„Gij zult kunnen vertrekken, wanneer gij -wilt. Nog dezen avond zal ik uwen Franschen pas naar het <i lang= -"en"><span class="corr" id="xd21e768" title= -"Bron: allien-office">alien-office</span></i> opzenden, en binnen drie -dagen, namelijk Woensdag, zal het antwoord hier kunnen zijn.”</p> -<p class="par">—„Thans mijnheer! hoop ik, dat gij mij mijne -goederen zult doen ter hand stellen. Gelukkiger dan hun meester, hebben -zij geen <i>permis</i> tot ontscheping noodig gehad, en het zijn reeds -meer dan vijf uren, dat wij van elkander gescheiden zijn.”</p> -<p class="par">—„Mijnheer! uwe goederen moeten eerst -gevisiteerd worden.”</p> -<p class="par">—„Niet meer dan billijk, mijnheer! en ik ben -zoo vrij, u te verzoeken, die visitatie te bespoedigen.”</p> -<p class="par">—„Onmogelijk, mijnheer! onmogelijk! Het is -thans zondag, een dag, waarop wij hier nimmer gewoon zijn te werken: -gij zult dus tot morgen ochtend dienen te wachten.”</p> -<p class="par">—„Ik mag toch mijne slaapmuts wel uit mijnen -reiszak krijgen?”</p> -<p class="par">—„Onmogelijk, zeg ik u nogmaals, mijnheer! -Er mag volstrekt niets geopend worden.<span class="pagenum">[<a id= -"pb7" href="#pb7" name="pb7">7</a>]</span>—Ik heb de eer, u -dienaar te zijn.”</p> -<p class="par">De lezer zal reeds opgemerkt hebben, dat dit geheele -tooneel aan het tolkantoor te <i>Douvres</i> werd afgespeeld. De -kommies, die met mijne bewaking belast scheen, had mij, zoodra het -geoorloofd was, voet aan land te zetten, derwaarts gebragt; want dit is -de eerste <i>visite</i>, welke men, bij het aan wal stappen, verpligt -is te doen.—In minder dan drie uren tijds, had ik, bij het -fraaiste weder, dezen overtogt die waarlijk een pleizierreisje te -noemen was, van <i>Calais</i> naar <i>Douvres</i> gedaan, en geene de -minste aandoening van de zoo genaamde zeeziekte bespeurd, schoon ik mij -voor de eerste maal op dat trouwelooze element bevond. Reeds te negen -ure des morgens had ik mijn ontbijt te <i>Calais</i> genomen: thans was -het acht ure des avonds, dus gevoelde zich mijne arme maag, na elf uren -vastens, door eenen hevigen eetlust besprongen, welke door de ongewone -zeelucht nog sterker was toegenomen. Ik verzocht derhalve een dier -nuttige gedienstige wezens, welke men in alle landen en plaatsen, met -de armen over elkander, werkeloos tegen eenen boom, muur of huis -leunende, aantreft, mij in het logement, waar de postwagen afreed, -<span class="pagenum">[<a id="pb8" href="#pb8" name= -"pb8">8</a>]</span>te brengen. Daar hetzelve niet verder dan eenige -voetstappen van het tolkantoor was, gaf ik mijnen geleider eenen halven -schelling, denkende, hem rijkelijk voor zijne moeite te betalen; doch -ik leerde hier, dat een echte Engelschman zich nooit minder dan voor -eenen heelen schelling beweegt, en moest dus mijne fooi -verdubbelen.</p> -<p class="par">Ligtelijk zal men zich kunnen verbeelden, dat mijne -eerste gedachte zich tot een goed avondmaal bepaalde: derhalve vroeg ik -den knecht om de keukenlijst. Mijn hoofd was echter nog geheel vervuld -met Fransche denkbeelden en begrippen, en het was mij geheel onbekend, -dat in de Engelsche logementen de lijst der geregten op het puntje van -des knechts tong hare zitplaats houdt. Intusschen behoefde deze zijn -geheugen in het geheel niet te pijnigen, om zich die lijst te -herinneren; want alles, wat hij mij konde opdisschen was brood met een -koud stuk ossenvleesch, kaas en thee. De thee scheen mij een al te -luchtig voedsel voor eene maag, razende van honger en dol van appetijt. -Ik bepaalde mij dus tot het gebruik der drie eerstgenoemde artikelen. -Nu dischte men ook een stuk koud gebraden ossenvleesch op, dat nagenoeg -nog een pond of negen of tien zal gehouden hebben; schoon ik -<span class="pagenum">[<a id="pb9" href="#pb9" name= -"pb9">9</a>]</span>uit deszelfs omvang en de reeds ontbloote beenderen, -het <i>facit</i> ligtelijk kon opmaken, dat het reeds dikwijls de eer -had gehad voor een aanzienlijk getal van mijne voorgangers te -compareren. Ook plaatste men eene kan bier voor mij op de tafel, -benevens een klein stuk brood, zoo wit als krijt, hetwelk niet -onaangenaam van smaak, maar zoodanig hard en uitgedroogd was, dat het -wel eenen steen geleek, en ik niet verder durfde wagen, mijn gebit er -op te oefenen, uit vrees van een’ mijner tanden er bij in te -schieten. Bij dit alles kwam nog een zoutvat, eene flesch azijn, en een -klein fleschje met peper te voorschijn: ja, lieve lezer! een fleschje -met peper, dat veel overeenkomst had met die houten zoutvaatjes, welke -de kostgangers in de kollegien te <i>Parijs</i> voormaals meestal bij -zich droegen, om er gebruik van te maken, wanneer men hen op een eitje -uit den dop, zonder zout, of op een slaadje zonder olie onthaalde. Ten -laatste zette men een bord voor mij neder, waar naast men ter -regterzijde een mes en ter linkerzijde eene vork legde, waarmede men -mij naar welgevallen met het stuk vleesch liet omspringen. Vruchteloos -zat ik op een servet te wachten, hetwelk mij echter niet gebragt werd; -want dit stuk huisraad schijnt geenszins in de Engelsche logementen in -<span class="pagenum">[<a id="pb10" href="#pb10" name= -"pb10">10</a>]</span>gebruik te zijn, even min als bij den geringen -burger, ja zelfs niet eens bij den middelstand. De mond en handen veegt -men af aan de randen van het tafellaken, en draagt wel ter dege zorg, -alle Zondagen zonder verzuim een schoon tafellaken te spreiden.</p> -<p class="par">Hier hoor ik mijne lezers, bijzonder hen, die een -weinigje ongemakkelijk vallen, in drift uitroepen: „Hoe is het -mogelijk, zijnen mond aan den rand van een tafellaken te kunnen -afvegen, hetwelk reeds ten zelfde gebruike aan zoo vele andere monden -gediend heeft? en de Hemel wete, aan welke monden!” Een -oogenblik, mijne heeren! een oogenblik! Zeker hebt gij wel eens eene -kat het middag- of avondmaal zien houden? Hebt gij dan, bij die -gelegenheid, nimmer opgemerkt, hoe zindelijk en met welk eene -verbazende vlugheid zulk eene kat, als zij hare bekomst heeft, eerst -hare tong over de onderste lip laat gaan, dezelve vervolgens over de -bovenste insgelijks de ronde laat doen, en aldus deze kunstbewerking -twee of drie malen herhalende, zich van het overtollige overblijfsel -van haar maal op eene gemakkelijke wijze weet te ontlasten? Welnu, -mijne vrienden! de goede moeder Natuur heeft u immers met een dergelijk -servet mildelijk beschonken: schaamt u dan geenszins van eene kat of -van eenen Engelschman <span class="pagenum">[<a id="pb11" href="#pb11" -name="pb11">11</a>]</span>de wijze te leeren, om er u met vrucht van te -bedienen.</p> -<p class="par">Na het eindigen van mijn <i>soupé</i>, hetwelk -mij echter niet lang bezig had gehouden, begon mij de zelfverveling te -bekruipen: ik dacht dus geen betere partij te kunnen nemen, om dezelve -te verdrijven, dan om eene kamer te vragen en vervolgens te gaan -slapen. Het duurde echter ten minste nog een goed uur, eer men aan mijn -verzoek voldeed. Eindelijk kwam eene stevige, frissche meid, van een -vrolijk voorkomen, met den blaker in de hand, mij zeggen, dat mijn bed -gereed was. Ik volgde haar langs eenen kleinen smallen trap, zoo als de -meeste trappen in <i>Engeland</i> zijn, tot zij mij in eene groote -kamer bragt, waarvan het geheele behangsel bestond in vier wel gewitte -muren, en het <i>ameublement</i> uit vier ledikanten, allen zonder -gordijnen, en uit even zoo veel stoelen.</p> -<p class="par">Oogenblikkelijk schoot mij, bij de beschouwing van dit -geheel, de gewigtige aanmerking te binnen, dat er nog een -allernoodzakelijkst en onmisbaar stuk huisraad ontbrak; doch onder de -ledikanten ziende, ontdekte ik, dat men het niet vergeten had, en dat -er juist zoo veel nachtspiegels als bedden en stoelen op de kamer -aanwezig waren.</p> -<p class="par">Bij het opnemen der meubelen had ik nog <span class= -"pagenum">[<a id="pb12" href="#pb12" name="pb12">12</a>]</span>eene -kruik met water en eene handenwaskom, beide in de vensterbank -geplaatst, vergeten, en welke ten algemeenen gebruike van de bewoners -dezer slaapzaal geschikt schenen.</p> -<p class="par">Inmiddels ik mij aldus bezig hield met den boel eens -rond te zien, trachtte de dikke, bolle meid een praatje met mij te -maken; doch, ofschoon ik het Engelsch genoegzaam kon spreken, en zij -mij redelijk wel verstond, kan ik den geëerden lezer of lezeresse -op mijn woord van eer verzekeren, dat zij hare tong met zoodanig eene -vlugheid wist te bewegen, of, om mij klaarder uit te drukken, zoodanig -rabbelde, dat het mij onmogelijk was, den zamenhang harer woorden te -bevatten. Ons gesprek bestond derhalve, van mijne zijde, uit woorden, -en van haren kant uit gebaren en teekens.</p> -<p class="par">—„Lieve meid, kunt gij mij geene kamer met -één bed geven?”</p> -<p class="par">—<a id="xd21e848" name="xd21e848"></a>Zij schudde -het hoofd; waaruit ik het antwoord—neen!—meende te -bespeuren.<a id="xd21e850" name="xd21e850"></a></p> -<p class="par">—„Kunt gij mij dan ten minste geene tafel -bezorgen? Ik heb iets te schrijven.”</p> -<p class="par">Hierop trachtte zij met wijzen en wenken mij te -beduiden, dat ik beneden in het vertrek, waar ik mijn avondmaal -gehouden had, kon gaan schrijven. <span class="pagenum">[<a id="pb13" -href="#pb13" name="pb13">13</a>]</span></p> -<p class="par">—„Inderdaad, ik ben hier zeer slecht -gehuisvest!”</p> -<p class="par">Nu nam ze mij bij de hand, bragt mij naar het achterste -ledikant, vlak tegenover het kleine en zelfs eenigste raam in deze -heerlijke slaapzaal, hetwelk, bij vollen zonneschijn, slechts een zeer -flaauw licht scheen te kunnen verspreiden, hief beide hare armen -lijnregt in de hoogte, en liet dezelve terstond weder zachtjes op het -bed nederzinken, terwijl zij haar hoofd op het kussen scheen neder te -leggen, zonder het echter in de daad aan te raken, en kneep haar oogen -digt, even als of zij sliep.</p> -<p class="par">Ik voor mij kon dit gebarenspel niet al te wel bevatten, -en zelfs de grootste uitlegkundige zou het, mijns bedunkens, op -onderscheidene wijzen hebben kunnen verklaren.</p> -<p class="par">Intusschen hield ik mij, als of ik haar volmaakt wel -verstond, en, even als zij, mij door gebaren trachtende begrijpelijk te -maken, vroeg ik haar, of—maar wat baat het den lezer, te weten, -wat ik vroeg?—Genoeg, in plaats van mij te antwoorden, lachte zij -als eene bezetene, vloog, als een pijl, uit de kamer en liet mij tot -gezelschap een eindje kaars, dat mij, als het ware, scheen toe te -roepen: „Ik brand nog maar een kwartier!” Schoon het niet -later dan tien ure was, besloot ik echter, <span class= -"pagenum">[<a id="pb14" href="#pb14" name="pb14">14</a>]</span>in -’s hemels naam, naar bed te gaan. Een witte zakdoek, welken ik -gelukkiglijk bij mij had, moest de rol van eene slaapmuts vervullen: -het bed was redelijk, en ik zoude er volmaakt wel op gerust hebben, -bijaldien ik niet, tot zesmaal toe, door mijne slaapkameraden ware -gestoord geworden, die op drie onderscheidene oogenblikken binnen -kwamen, en op dezelfde wijze ook ieder afzonderlijk weder vertrokken. -<span class="pagenum">[<a id="pb15" href="#pb15" name= -"pb15">15</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch2" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e312">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">II.</h2> -<h2 class="main"><i>Nog al te</i> Douvres.</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">„Mijnheer <i>Pot-de-Vin</i><span class= -"corr" id="xd21e880" title="Niet in bron">,”</span> zeide ik, den -anderen morgen, zoo haast als ik beneden kwam.—</p> -<p class="par">Gij moet weten, geëerde lezer! dat mijnheer -<i>Pot-de-Vin</i> meester van den huize in het logement is, waar de -postwagen van <i>Douvres</i> op <i>Londen</i> afrijdt. Hij is een -Franschman van geboorte, doch reeds sinds vele jaren in deze stad -gevestigd, en overigens in doen en laten een volmaakte Engelschman, zoo -dat men in houding en manieren, ja zelfs in het stroeve, ernstige -voorkomen tusschen hem en eenen inboorling bijna geen onderscheid kan -ontdekken.</p> -<p class="par">„Mijnheer <i>Pot-de-Vin</i>,<span class="corr" id= -"xd21e899" title="Niet in bron">”</span> zeide ik dan tegen hem, -<span class="corr" id="xd21e902" title="Niet in bron">„</span>ik -verzoek u, mij een vrije kamer te geven, en vooral eene tafel; ik -wenschte naar welgevallen te kunnen lezen en schrijven, en bovenal niet -van zelfverveling te sterven gedurende den tijd, dat het <i lang= -"en">alien-office</i> mij veroordeelt te <i>Douvres</i> zijne nadere -bevelen af te wachten. Indien u dit dus niet mogelijk is, zal -<span class="pagenum">[<a id="pb16" href="#pb16" name= -"pb16">16</a>]</span>ik verpligt zijn, elders mijnen intrek te -nemen.”</p> -<p class="par">—„Ik heb slechts één vertrek -te missen,<span class="corr" id="xd21e916" title= -"Niet in bron">”</span> zeide hij; <span class="corr" id= -"xd21e919" title="Niet in bron">„</span>heb de goedheid, eens te -zien, of het u bevalt.”</p> -<p class="par">Een kleine, ongemakkelijke trap, veel gelijkheid -hebbende met eenen molenladder, en in de keuken opgaande, bragt ons op -den zolder en vervolgens in de zoo genaamde kamer, welke geen ander -licht ontving, dan door eene enkele ruit, uitgehouwen in den muur. Ook -hier was geen ander dan het reeds bekende huisraad, te weten een bed, -een stoel en een nachtspiegel, welk laatste meubel ik den vorigen avond -gevreesd had vergeten te zijn. Toen men mij eindelijk, op mijn dringend -verzoek, eene tafel had doen bezorgen, kon ik niet dan uiterst -voorzigtig en met alle behoedzaamheid op mijne kamer komen, dewijl men -er door de volte zich naauwelijks kon omkeeren. Ik bevond er mij echter -beter naar mijnen zin, dan op de slaapzaal van den vorigen avond, en de -heer <i>Pot-de-Vin</i> beloofde mij, dat ik er, gedurende mijn -verblijf, alleen bezitter van zou blijven.</p> -<p class="par">In afwachting van het ontbijt schreef ik aan <i>mylord -A....</i>, en zond hem den aanbevelingsbrief, mij voor zijne lordschap -ter hand gesteld, hem verzoekende, zich voor mij bij <span class= -"pagenum">[<a id="pb17" href="#pb17" name="pb17">17</a>]</span>het -<i>alien-office</i> te vervoegen, ten einde mij eenen pas, om mijne -reize voort te zetten, te doen bezorgen.</p> -<p class="par">Beneden komende werd ik op eene zeer aangename wijze aan -de ontbijttafel verrast. Ik vond hier drie mijner landslieden en eene -dame, welke insgelijks hunne paspoorten, ter vervolging hunner reize -naar <i>Londen</i>, afwachten; en ik vernam tevens van hen, niet zonder -bezorgdheid voor mij zelven, dat zij zich reeds sinds acht dagen te -<i>Douvres</i> bevonden, en tot dusverre nog geene de minste tijding -van wege het <i>alien-office</i> bekomen hadden.</p> -<p class="par">Indien ik mij te midden der onbeschaafdste en woestste -horden van Hottentotten, in de brandendste zandwoestijnen van -<i>Lybië</i>, of op de Groenlandsche ijsvelden verdwaald had -gevonden, zouden mijne ooren nimmer met grooter vermaak de Fransche -uitspraak hebben opgevangen, dan in dit oogenblik, toen ik deze mijne -landgenooten in het prachtige logement van mijnheer <i>Pot-de-Vin</i> -mogt aantreffen. Welhaast hadden wij kennis gemaakt; want het Fransche -karakter heeft hiertoe juist niet veel tijd noodig, vooral in een -vreemd land. Ook scheidden wij niet van elkander, zoo lang ik te -<i>Douvres</i> bleef, en hun gezelschap verminderde merkelijk mijne -verveling, welke <span class="pagenum">[<a id="pb18" href="#pb18" name= -"pb18">18</a>]</span>mijn gedwongen oponthoud aldaar mij -veroorzaakte.</p> -<p class="par">„Mogt ik eenmaal Minister van buitenlandsche zaken -in <i>Frankrijk</i> worden,<span class="corr" id="xd21e966" title= -"Niet in bron">”</span> zeide een van hen; <span class="corr" id= -"xd21e969" title="Niet in bron">„</span>ik verzeker u, ik zou de -wet der wedervergelding uitoefenen en de Engelschen met gelijke munt -betalen. Geen hunner zou eenen voet verder dan <i>Parijs</i> mogen -zetten, zonder eenen behoorlijken borgtogt van een gegoed en -geloofwaardig Franschman, aldaar woonachtig.”</p> -<p class="par">„Dat zou toch een weinigje hard zijn! hernam ik; -want tegen eenen Franschman, die in <i>Engeland</i> komt, komen wel -twintig Engelschen in <i>Frankrijk</i>: naar deze berekening zoudt gij -dus twintig slagtoffers voor één maken.”</p> -<p class="par">—„Zoudt gij dan niet gelooven, dat het meer -dan tijd is, dit stroeve, ongastvrije volk te doen gevoelen, dat de -Franschen hunne eigene waarde weten te schatten, dat zij de pligten van -beleefd- en welvoegelijkheid, aan vreemde natien verschuldigd, weten te -berekenen naar die, welke hun aldaar wederkeerig bewezen worden? Ik -voor mij wenschte, dat ieder Engelschman, die in eene onzer havens -aanlandde, aldaar <i>quarantaine</i> moest houden, even gelijk de -koopmansgoederen, welke uit de <i>Levant</i> komen.” <span class= -"pagenum">[<a id="pb19" href="#pb19" name="pb19">19</a>]</span></p> -<p class="par">—„Het is wel te zien, dat gij u te -<i>Douvres</i> verveelt. Pas maar op, dat de <span class= -"ex">spleen</span> u niet te na kome.”</p> -<p class="par">—„Maar meent gij dan, dat men zich -koelbloedig acht dagen lang in deze satansche stad kan zien ophouden, -als men bij zich zelven nagaat, dat de Engelschen, die in -<i>Frankrijk</i> komen, geen het minste beletsel ondervinden, dat zij -meer voorregt genieten dan de inboorlingen zelve, en eindelijk, dat -ieder zich beijvert, dit zwartgallige menschengeslacht van dienst te -zijn. En zou men dit alles zoo maar stilzwijgende moeten verduwen? Wat -hebben zij bij ons te maken? De een komt er uit eene razende modezucht; -wijl het tot de vereischten van eenen welopgevoeden Engelschman schijnt -te behooren, dat hij een reisje naar het vaste land gedaan heeft. Een -ander komt er uit hoofde van bezuiniging; want zich eene <i>maitres</i> -uit eene der actrices van de <i>Opera</i> of van de <i>Boulevards</i> -naar welgevallen verkiezende, en overal, zoo in koffijhuizen als in -logementen, in een woord, op alle plaatsen, waar slechts vermaak en -pleizier te scheppen is, den gebraden haan spelende, verteren zij nog -niet de helft der sommen, welke zij in hun waard en dierbaar vaderland, -als het ware, te grabbel smijten, om onder de zelfverveling -<span class="pagenum">[<a id="pb20" href="#pb20" name= -"pb20">20</a>]</span>en den <span class="ex">spleen</span> te -verkwijnen. Sommigen hunner geven, zoodra zij in hun voortreffelijk -land zijn teruggekeerd, allerlei ellendige blaauwboekjes in het licht, -onder den naam van: <i>Een Toertje naar Parijs.—Eene Reize door -Frankrijk</i>, of iets dergelijks, en trachten, dusdoende, ten koste -der waarheid, een volk belagchelijk te maken, welks eenigste misdaad -is, deze Engelsche snoeshanen al te beleefd en te vriendelijk behandeld -te hebben. Zie dit werkje slechts eens in, hetwelk ik hier gekocht heb, -met oogmerk, om mij den tijd te verdrijven. Sla slechts op, welk blad -gij wilt, het eerste, dat u maar voorkomt; en ik ben zeker, gij zult er -logen, lastertaal of zoutelooze spotternij vinden.”</p> -<p class="par">Hier gaf mijn landsman mij het boekje in handen; de -titel was: <i>Bezoek aan <span class="corr" id="xd21e1028" title= -"Bron: Parijk">Parijs</span> in 1814, of onderzoek naar den zedelijken, -staatkundigen, geleerden en gezelligen toestand van de hoofdstad der -Franschen</i>, door <i>John Scott</i>, uitgever van den <i>Kampvechter, -een staat- en letterkundig dagblad</i>.<a id="xd21e1038" name= -"xd21e1038"></a></p> -<div class="blockquote"> -<p class="par first xd21e118">„<i lang="la">Quid dignum tanto -feret hic promissor hiatu?</i>”</p> -<p class="par xd21e118">„<i>De titel belooft -wonderen!</i>”</p> -</div> -<p class="par"></p> -<p class="par">zeide ik bij mij zelven, het boekje gedachtenloos -openende, toen mijn oog op de volgende <span class="pagenum">[<a id= -"pb21" href="#pb21" name="pb21">21</a>]</span>regels viel, welke ik ook -letterlijk vertaalde.</p> -<p class="par">„De huwelijksche staat geeft in <i>Frankrijk</i> -der vrouw eenen zekeren kunstmatigen invloed en vermogen. Dezelve -verheft haar ver boven al hetgene haar geslacht immer zou kunnen -wenschen of verwachten; maar het is ook ten koste dezer hartelijke -overeenstemming, dezer teedere en belanglooze liefde, welke het -uitsluitend en onderscheidend bewijs eener verbindtenis opleveren, op -vastere en meer verstandige gronden gesloten, dan de zoo even -bedoelde.</p> -<p class="par">„Wel is waar, de Fransche vrouw schijnt een aantal -voorregten te genieten, welke, in den eersten opslag, aanlokkende en -behagelijk voorkomen, maar die eindelijk uitloopen met haar eene -levenswijze te doen houden, welke haar door het gevoel van hetgene, wat -zij zelve aan hare sekse verschuldigd is, hatelijk zou moeten worden, -indien de mannen slechts de kunst bezaten, haar deze gewaarwordingen in -te boezemen, en haar voor vermaken en genoegens vatbaar te maken, welke -haar geenszins onverschillig zouden zijn, zoo zij hare eigene waarde -gevoelde.</p> -<p class="par">„Het zoo genaamde <i>boudoir</i>, bidkamertje der -Fransche vrouwen, is uitsluitend de zetel en <span class= -"pagenum">[<a id="pb22" href="#pb22" name= -"pb22">22</a>]</span>hoofdplaats van haar gebied, en als het ware een -eigendom, dat haar-alleen behoort, in één woord, een -tempel gewijd aan de weelde en de stilzwijgendheid. Tot dit verblijf -durft zelfs de echtgenoot niet doordringen: ja, al wist hij ook, dat -zijne vrouw zich in dit heiligdom met haren minnaar had opgesloten, zou -hij het geenszins durven wagen, deze vrijplaats door zijne verschijning -te ontheiligen. Wel te verstaan, dat ik hier de lieden van den -<span class="ex">goeden</span> smaak bedoel. Een getrouwd man, die zich -anders gedroeg, zou overal voor eenen lomperd uitgekreten, en het -algemeene doel der verachting en bijtendste spotternij van beide de -seksen worden. Het <i>boudoir</i> is dan, zoo als ik reeds heb -opgemerkt, het prachtigste en sierlijkste vertrek in het geheele huis. -De kinderkamer is bij aanzienlijke lieden in den afgelegensten hoek van -de woning aan te treffen; daar het <i>boudoir</i> der moeder -integendeel prijkt met de heerlijkste standbeelden, de -voortreffelijkste schilderijen, de welriekendste bloemen, en de -zachtste, tot wellust noodigende <i>sopha’s</i>. In -één woord, het <i>boudoir</i> der Fransche vrouwen is een -verblijf, waar <i>Venus</i> zelve met genoegen zou kunnen verblijven, -en dat bijzonder schijnt ingerigt, <span class="pagenum">[<a id="pb23" -href="#pb23" name="pb23">23</a>]</span>om de ziel te openen voor -gewaarwordingen, welke deze Godin inblaast en begunstigt.<span class= -"corr" id="xd21e1091" title="Niet in bron">”</span></p> -<p class="par"><span class="corr" id="xd21e1095" title= -"Niet in bron">„</span>Zie daar reeds meer dan te -veel,<span class="corr" id="xd21e1098" title= -"Niet in bron">”</span> zeide ik, en smeet het paskwil op de -tafel. Ik geloof zeker, dat de oordeelkundige mijnheer <i>Scott</i> -niet veel verder, dan in de Parijsche <i>antichambres</i> is geweest, -en in zijne <span class="ex">verbeelding</span> onze zalen en -<i>boudoirs</i> versierd en gebouwd heeft, even als een Spanjaard -kasteelen in de lucht bouwt, of zoo als de Abbé <i>Vertot</i> -ons het verhaal van het beleg van <i>Rhodes</i> heeft opgedischt. -Intusschen zal mijnheer <i>Scott</i> met al zijne sprookjes mij niet -doen vergeten, dat het tijd wordt, om mijne goederen van het tolkantoor -te halen.</p> -<p class="par">Mijn koffer en reiszak werden geheel en al uitgehaald, -en alles werd, stukje voor stukje, ten uiterste naauwkeurig gevisiteerd -en nagezien. Ik had eenige paren, nog weinig gedragene, zijden koussen -en eenige bijna nieuwe: de komiezen waren op het punt, deze voor goeden -prijs te verklaren; doch, daar ik hun aantoonde, dat zij reeds ten -gebruik gediend hadden, ging er dit nog, hoewel niet zonder moeite, -door: maar nu kwamen er vier ponden versterkende chocolade aan de -beurt, welke ik <span class="pagenum">[<a id="pb24" href="#pb24" name= -"pb24">24</a>]</span>uit <i>Parijs</i> had medegenomen. Hierover -maakten de heeren tolbedienden een geweldig geschreeuw, en alles, wat -ik ook mogt zeggen, om dezelve te lossen, was vergeefs. Ik bood hun -aan, den impost en zelfs de volle waarde van de chocolade te betalen; -ik voegde er zelfs, op eenen eenigzins steekeligen toon bij, dat deze -chocolade tot mijn bijzonder gebruik vervaardigd, en uit sommige -ingredienten zamengesteld was, welke voor ieder ander schadelijk zouden -kunnen zijn; maar ook deze kleine noodlogen baatte mij niets; men -behield de chocolade, doch beloofde, mij dezelve, bij mijne terugreize -naar <i>Frankrijk</i>, weder ter hand te zullen stellen. Nu vroeg ik -een klein schriftelijk bewijs, en het antwoord was: wij zijn niet -gewoon, dit te geven.</p> -<p class="par">Om op dit onderwerp niet weer terug te komen, zal ik -hier, in het voorbijgaan, aanstippen, dat ik meer uit nieuwsgierigheid, -dan om eenige andere reden, mijne chocolade, bij mijne doorreize naar -<i>Frankrijk</i>, te <i>Douvres</i> aan het tolkantoor terug vroeg: -doch men kon ze onmogelijk vinden. Zeker had dezelve geene onsmakelijke -afwisseling met de thee gemaakt, welke de heeren kommiezen, even als -andere Engelschen, meestal des morgens in eene ruime mate gebruiken, en -de vrees, welke ik hun had trachten <span class="pagenum">[<a id="pb25" -href="#pb25" name="pb25">25</a>]</span>in te boezemen, wegens de -voorgewende zamenstelling dezer versterkende chocolade, had dezelve -niet kunnen beschermen: ik vond mij dus, ten profijte der magen van de -Engelsche tolbedienden, verstoken van eenen lekkeren en aangenamen -drank, dien ik mij zelven had toegedacht. Deze trek is zeer geschikt -tot een bijvoegsel van de geschiedenis der Engelsche tolkantoren.</p> -<p class="par">Den maandag en dingsdag bragt ik door in het bezigtigen -van <i>Douvres</i> en den omtrek buiten de stad. Ik zou hier voegelijk -eene beschrijving kunnen geven van de haven, van de straten, van de met -allerlei kleuren beschilderde huizen, welke veel overeenkomst met een -Arlequinspak hebben, van de vlakten, heuvels, weilanden en velden, -welke de stad omgeven, als ook van eenen beek, die zich op eenen -kleinen afstand rondom de muren kronkelt; maar het schilderen is nimmer -mijne zaak geweest, en bijaldien de een of ander mijner geachte lezers -in dit werkje eene schets van schilderachtige gehuchten, wegslepende -gezigten, of romantische beschrijvingen denkt aan te treffen, kan hij -gerust, zonder verdere moeite aan te wenden, het boekske ter zijde -leggen.</p> -<p class="par">Woensdag morgen kwam de heer <i>Pot-de-Vin</i> mij, met -eene zegepralende houding, berigten, <span class="pagenum">[<a id= -"pb26" href="#pb26" name="pb26">26</a>]</span>dat de pas uit -<i>Londen</i> was aangekomen. Ik zeg hier uitdrukkelijk met eene -zegenpralende houding; want met welk een genoegen hij ook de reizigers -tot zijnent ziet inkeeren, met geen minder vermaak, ziet hij dezelve -weder vertrekken. Dit zal menigeen eenigzins vreemd toeschijnen; dan -het zal voldoende zijn, te doen opmerken, dat mijnheer -<i>Pot-de-vin</i> bij uitstek <span class="ex">juist</span> zijne -berekening weet te maken. Zijn huis is zeer klein, en heeft hij -werkelijk het plan, van woning te veranderen, om zich voortaan de -onaangename gewaarwording te besparen, van aan arme reizigers de -herbergzaamheid te moeten ontzeggen. Ook weet hij door eene langdurige -ondervinding, dat men voor éénen dag minder acht slaat op -de vertering in eene herberg, dan wanneer men er, tegen wil en dank, -eene geheele week, en soms nog langer, moet vertoeven.</p> -<p class="par">Ik kon reeds dienzelfden avond vertrekken, maar, bij -verkiezing, geen liefhebber van het nachtreizen zijnde, besloot ik, tot -donderdag morgen te wachten.</p> -<p class="par">Eindelijk verscheen die lang gewenschte morgen, en zie -daar al weder nieuwe zwarigheid! De postwagen was geheel vol, derhalve -deed men mij het vriendelijke voorstelletje, in den pakkorf boven op -den postwagen, <span class="pagenum">[<a id="pb27" href="#pb27" name= -"pb27">27</a>]</span>bij het aldaar reeds plaats genomen hebbende -gezelschap, dat zelden het aanzienlijkste gedeelte der reizigers -uitmaakt, mijn verblijf te nemen, hetgeen mij tevens het voordeel zou -verschaffen, van de frissche opene lucht en een ruim, vrij gezigt te -genieten. Daar de plaatsen op deze hoogste en ongedekte verdieping, -slechts half geld zijn, wilde men mij ook edelmoedig de helft van de -reeds vooruit betaalde penningen terug geven. Dan ik weigerde -volstandig, in eenige onderhandeling te treden, en drong er op aan, om -mijne bestelde en reeds voluit betaalde plaats te bezitten; en hier -moet ik, tot lof van de naauwgezetheid, waarmede de Engelschen hunne -aangegane verbindtenissen vervullen, ronduit bekennen, dat er voor -mij-alleen terstond een tweede postwagen werd aangelegd. Wel is waar, -dat dezelve onder weegs aldra voltallig werd; doch of de postmeester -dit al of niet vooruit hebbe kunnen gissen, hierover wil ik mij liefst -niet inlaten.</p> -<p class="par">Ik nam dus een hartelijk afscheid van mijne drie -landslieden en van de dame, welke ik te <i>Douvres</i> had -aangetroffen, in de hoop van hen spoedig te <i>Londen</i> te zullen -ontmoeten; doch drie dagen later ontving ik eenen brief, waarin zij mij -berigtten, dat zij ongetroost naar <i>Frankrijk</i> terug moesten -keeren; wijl zij op geenerlei <span class="pagenum">[<a id="pb28" href= -"#pb28" name="pb28">28</a>]</span>wijze eenen pas van het -<i>alien-office</i> hadden kunnen bekomen.</p> -<p class="par">Het is waar, zij hadden te <i>Londen</i> geene andere -kennissen dan Franschen, die zich zeker reeds meer dan twintig of -dertig jaren aldaar met der woon gevestigd hadden en grooten handel -dreven, maar welker getuigenissen niet konden opwegen tegen den -borgtogt van één’ eenigen koopman in aardappelen of -zwavelstokken, in <i>Engeland</i> geboren, en eigenaar van het een of -ander vervallen hutje in eene der voorsteden van <i>Londen</i>, hetwelk -te <i>Parijs</i>, bij verkoop, geen vijftig <i>Louis d’or</i> zou -opgebragt hebben. <span class="pagenum">[<a id="pb29" href="#pb29" -name="pb29">29</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch3" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e323">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">III.</h2> -<h2 class="main"><i>Reis naar en aankomst te</i> Londen.</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">Ik bevond mij dan eindelijk op weg naar -<i>Londen</i>, en bijna zeker van er spoedig te zullen zijn. Terwijl -men te <i>Canterburij</i> van paarden verwisselde, had ik den tijd, om, -met behulp van drie Engelsche schellingen, (want in <i>Engeland</i> is -het algemeene <i>motto—niets voor niets</i>!) had ik den tijd, -zeg ik, om de hoofdkerk van deze stad te bezigtigen, een trotsch en -prachtig gebouw, waarvan ik niets zal zeggen; wijl iedereen er reeds -van gesproken heeft.</p> -<p class="par">Wij hielden het middagmaal te <i>Rochester</i>, eene -kleine stad, wier naam dien van den beruchten hertog van -<i>Rochester</i> altijd zal doen herinneren; en des avonds ten acht ure -deden wij onzen intogt in de hoofdstad der drie rijken.</p> -<p class="par">De postwagen moest ons afzetten in de herberg <i>de -Witte Beer</i>, in <i>Piccadilly</i>, waar ook tevens het -verhuurkantoor werd gehouden van de vaartuigen naar <i>Calais</i>. Ik -was dus zeer verwonderd, toen ik den voerman op het <span class= -"pagenum">[<a id="pb30" href="#pb30" name="pb30">30</a>]</span>eerste -plein, waar eene menigte huurkoetsen stond, zag stil houden, terwijl -hij ons tevens verzocht, uit te klimmen. Een Engelschman had de -vriendelijkheid, mij te onderrigten, dat er in <i>den Witten Beer</i> -noch wagenhuis noch stalling zijnde, de postwagen in eene andere wijk -stalde, en het postwezen, op zijne kosten, de reizigers met huurkoetsen -naar de bestemde plaats deed brengen. Ik liet mij dan met mijnen koffer -en reiszak in eene dezer koetsen pakken, waar ik nog twee Engelschen -aantrof, die ook in dezelfde wijk en digt bij <i>den Witten Beer</i> -moesten wezen. Aldaar gekomen en gevraagd hebbende, of men mij konde -huisvesten, kreeg ik ten antwoord, dat alle kamers, geene uitgezonderd, -bezet waren. De koetsier vroeg mij dus, naar welk ander logement hij -mij zoude brengen; dan daar ik geenszins de eer had, van er een eenig -in de geheele stad te kennen, zeide ik hem, dat hij slechts voor het -eerste het beste stil moest houden. Wij deden nog twee vergeefsche -pogingen, en reeds begon ik te vreezen, den eersten nacht van mijne -aankomst te <i>Londen</i> in eene huurkoets te zullen moeten -doorbrengen, toen men mij eindelijk in <i>het Keizerlijk Hof van St. -Petersburg</i>, in de <i>Douversche</i> straat, of (om met het -Engelsche gebruik, waaraan ik mij in het vervolg zal <span class= -"pagenum">[<a id="pb31" href="#pb31" name="pb31">31</a>]</span>houden, -in te stemmen) in <i>Dover-street</i> eene ledige kamer wilde laten -betrekken.</p> -<p class="par">Middelerwijl de bedienden mijnen koffer en reiszak in -huis bragten, vroeg mij de koetsier om geld. Niettegenstaande ik hem -met alle mogelijke welsprekendheid trachtte te beduiden, dat de voerman -van den postwagen hem deze koetsvracht moest betaald hebben, hield hij -hardnekkig het tegendeel staande; en buiten staat, om te bewijzen, -welke van de gaauwdieven hier den schelm speelde, moest ik hem vier -goede Engelsche schellingen geven, welke hij, op de allerbeschaafdste -en beleefdste wijze der wereld, van mij eischte, voor omtrent drie -kwartier uurs rijdens.</p> -<p class="par">De vrouw van den huize, eene dikke, vette mokkel, die er -wel genoeg uitzag, kwam al waggelende, als eene gans, naar mij toe, om -te vragen, wat er van mijnen dienst was? Met het voornemen, om mij naar -de Engelsche gewoonten en gebruiken te schikken, vroeg ik om thee. -Terwijl zij vertrokken was, om die thee voor mij te doen gereed maken, -hield ik mij bezig met de bezigtiging van het verblijf, hetwelk men mij -had toegedacht, en waarin ik mij thans geheel alleen bevond. Maar, -hemel! welk een onderscheid met het uwe, mijn waarde <i>Pot-de-Vin</i>! -<span class="pagenum">[<a id="pb32" href="#pb32" name= -"pb32">32</a>]</span></p> -<p class="par">Het is waar, bij u had ik zoo ten naastenbij slechts -zeven schellingen daags verteerd, en in het <i>Keizerlijk Hof van St. -Petersburg</i>.... Dan, laat ik mijn verhaal niet vooruit loopen. Het -voor mij bestemde verblijf bestond uit eene voorkamer, eene zaal, het -slaapvertrek en twee kabinetjes, al de kamers, de kabinetjes niet -uitgezonderd, waren met fraaije tapijten belegd, stoelen, tafels en al -de meubelen waren van echt mahonijhout, de schoorsteenen alle met -sierlijk bewerkte metalen armblakers voorzien, verscheidene schoone -spiegels, het behangsel in het eene vertrek nog vrolijker en -smaakvoller dan in het andere, overheerlijke kunstplaten in kostbare -lijsten, en rondom gordijnen, wit als sneeuw en van het fijnste batist, -een zacht donsen bed, hetwelk bij voorraad reeds eene aangename rust -scheen te beloven, in één woord, er ontbrak niets aan dit -bevallige geheel. Nog naauwelijks had ik al deze heerlijkheden met een -vlugtig oog beschouwd, of men bragt mij de thee. Twee welgekleede -bedienden zetten dezelve op een groot en kostbaar theeblad op tafel, en -het geheele servies bestond uit het fijnste porselein, met vergulde -randen. De zaal werd verlicht door eenige waskaarsen, op twee fraaije -koperen vergulde kroonkandelaren, en tevens <span class= -"pagenum">[<a id="pb33" href="#pb33" name="pb33">33</a>]</span>werd er -nog een zilveren blaker bij het theegoed gezet, om er mij, bij het naar -bed gaan, van te kunnen bedienen.</p> -<p class="par">Eene lieve, aardige meid, die er smakelijk genoeg -uitzag, en netjes en zindelijk gekleed was, kwam het bed opmaken.</p> -<p class="par">Ik bemerkte, dat er twee hoofdkussens waren, en vroeg -haar schertsende, voor wien het tweede bestemd was: zij antwoordde -mij.... <span class="ex">niets</span>, nam het mede en wenschte mij -schalkachtig eene aangename nachtrust.</p> -<p class="par">Niettegenstaande al deze heerlijkheid en luister, kon ik -echter niet nalaten, met eenige ongerustheid op het einde te denken. Ik -stelde mij levend voor, dat mijn vertrek uit het <i>Keizerlijk Hof van -St. Petersburg</i> voorzeker met veel minder aangename omstandigheden, -dan mijne aankomst, zou gepaard gaan, en daar ik wist, dat men zich te -<i>Londen</i> zeer gemakkelijk van gemeubeleerde kamers bij de week of -maand kan voorzien, nam ik bij mij zelven het ernstige besluit, om mij -reeds den volgenden morgen met zoeken bezig te houden.</p> -<p class="par">Des vrijdags morgens nogmaals mijn kopje thee genuttigd -en mij vervolgens gekleed hebbende, besloot ik, bij <i>mylord A...</i> -een bezoek af te leggen, om hem te bedanken voor <span class= -"pagenum">[<a id="pb34" href="#pb34" name="pb34">34</a>]</span>de -aangewende moeite en den spoed, waarmede hij mij mijn paspoort had doen -toekomen. Ik begaf mij dan ten zijnent en klopte eenmaal en zachtjes -aan. Na eenen geruimen tijd wachtens, opende een bediende de deur: ik -vroeg hem zeer bescheiden, of zijn heer zich te huis bevond, doch ik -begreep zijn antwoord, dat vrij beknopt en kort af was, niet wel, en -tegelijk sloot hij mij, tamelijk onbeleefd, de deur voor den neus.</p> -<p class="par">Ik had nog eenen anderen brief bij mij voor eenen -Franschman, die reeds sinds vijf en twintig jaren te <i>Londen</i> -gezeten was: het opschrift luidde in de <i>Mary-le-bone-street</i>.</p> -<p class="par">Ook had ik mij voorzien met eene kaart van de stad -<i>Londen</i>; maar haar ontbrak eene alphabetische tafel met -aanwijzingen, hetwelk de Parijsche kaart zoo gemakkelijk maakt, en een -ieder oogenblikkelijk de straat, welke hij zoekt, kan doen vinden. Na -lang zoekens, vond ik eindelijk deze straat; zelfs was zij niet ver van -mijn logement, en digt bij het goude plein, (of liever, om mij van de -Engelsche benaming te bedienen) <i>Golden-Square</i>. Ik klopte aan het -huis, welks nommer mij mijn brief opgaf.</p> -<p class="par">De heer <i>C.....</i> was daar echter in het geheel niet -bekend; ik kwam dus op het denkbeeld, dat er in <i>Londen</i> misschien -twee straten van denzelfden <span class="pagenum">[<a id="pb35" href= -"#pb35" name="pb35">35</a>]</span>naam konden wezen; en een hernieuwd -zoeken deed mij in de daad eene tweede straat van denzelfden naam, bij -de <i>Manchester-Square</i>, ontdekken.</p> -<p class="par">Dan ook deze gang was nogmaals vergeefsch, even als een -volgende, welke mij in eene derde straat voerde, insgelijks van -denzelfden naam, digt bij de <i>Portland-place</i>, en niet, dan in -eene vierde, even zoo genoemde straat, bij de <i>Fitz-Roy-Square</i>, -had ik het geluk, het bedoelde nommer te vinden, en mijn avontuurlijk -dolen te eindigen.</p> -<p class="par">Het is zeer dienstig voor de vreemdelingen, die -<i>Londen</i> willen bezoeken, te weten, dat tien, twaalf, ja meer -straten somtijds denzelfden naam voeren, en dat men haar alleen -onderscheid door den naam van het naastbij gelegen plein. Indien ik -gevraagd hadde naar de <i>Mary-le-bone-street</i>, bij -<i>Fitz-Roy-Square</i>, zoude ik terstond te regt zijn geweest.</p> -<p class="par">Nooit had ik den heer <i>C....</i> gezien, ook mijn naam -was hem onbekend, en echter ontving hij mij met eene hartelijkheid, als -of ik een zijner oudste en beste vrienden was. Hij bood mij terstond -aan, mij bij mijne wandelingen te verzellen, en al het merkwaardige van -de stad <i>Londen</i> te doen zien.</p> -<p class="par">„Dit zal spoedig gedaan zijn!” voegde hij -<span class="pagenum">[<a id="pb36" href="#pb36" name= -"pb36">36</a>]</span>er lagchende bij, ten gelijken tijde met mij -vertrekkende, om mij behulpzaam te zijn in het zoeken naar een -gemeubeleerd verblijf; en, dank zijner moeite en vriendelijkheid! -eindelijk vonden wij ook in <i>Portland-street</i> eene lieve, kleine -en zeer zindelijk gemeubeleerde woning, voor eene guinie in de week, -bestaande uit eene slaapkamer en een zaaltje, welke ik reeds den -volgenden morgen zou betrekken.</p> -<p class="par">Ik had mijnen nieuwen vriend de onheusche bejegening en -slechte ontvangst aan de deur van <i>mylord A...</i> medegedeeld. -<span class="corr" id="xd21e1375" title= -"Niet in bron">„</span>Dat is onbegrijpelijk!<span class="corr" -id="xd21e1378" title="Niet in bron">”</span> zeide hij, -<span class="corr" id="xd21e1381" title="Niet in bron">„</span>ik -ken hem niet; maar men houdt hem in het algemeen voor een zeer beleefd -man, en gevolgelijk moesten zijne bedienden ook geene lomperds zijn: -komaan, laat ons zamen het bezoek eens hervatten.<span class="corr" id= -"xd21e1384" title="Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">Bij <i>mylord A...</i> gekomen, klopte hij met herhaalde -slagen met zulk een geweld op de deur, als of hij dezelve wilde doen -springen.</p> -<p class="par">„Waar denkt gij aan, mijn vriend?” zeide ik. -„Waarom zoo vreesselijk hard te kloppen?”</p> -<p class="par">—„En hoe hebt gij dan geklopt?”</p> -<p class="par">—„Slechts eenmaal, en wel zeer -zachtjes.”</p> -<p class="par">—„Ha, ha! nu begrijp ik het!” zeide -hij, en op hetzelfde oogenblik opende de knecht, <span class= -"pagenum">[<a id="pb37" href="#pb37" name="pb37">37</a>]</span>dien ik -te voren reeds gezien had, met de grootste haast de deur, en bragt ons -zeer vriendelijk in eene kleine kamer in den gang, welke bij de -Engelschen <i>het spreekvertrek</i> wordt genoemd, en waar hij ons, op -de beleefdste wijze der wereld, te kennen gaf, dat zijn meester zich -sinds twee maanden buiten bevond, en niet voor het einde van -<i>Januarij</i> in de stad zou komen. Het bleek dus duidelijk, dat hij -geen den minsten stap tot eenen pas, ten mijnen behoeve, had kunnen -aanwenden. Zijn naam-alleen heeft zonder twijfel denzelfden invloed op -de kommiezen van het <i lang="en">alien-office</i> gehad, als het -<i lang="it">il Bondocani</i>, in den <i>Calif van Bagdad</i>: de reden -daarvan was mij onbekend, ook zocht ik geenszins dezelve uit te -vorschen.</p> -<p class="par">Bij het uitgaan betuigde ik mijnen vriend <i>C...</i> -mijne verwondering over het verschillend onthaal van den knecht, met -dat, hetwelk mij, een weinig vroeger, te beurt was gevallen.</p> -<p class="par">„Uwe onkunde van de Engelsche -manieren,<span class="corr" id="xd21e1426" title= -"Niet in bron">”</span> zeide hij, <span class="corr" id= -"xd21e1429" title="Niet in bron">„</span>is er de oorzaak van. -Hadt gij, even als ik, aangeklopt, dan zou men u ook op dezelfde wijze -ontvangen hebben. De trap van achting, den aankomenden verschuldigd, -meet zich hier af naar de wijze, op welke hij de deur behandelt. Een -bediende, een boodschapper, een werkman, in één woord, -ieder ondergeschikt <span class="pagenum">[<a id="pb38" href="#pb38" -name="pb38">38</a>]</span>wezen klopt slechts eenmaal aan. Wordt er -tweemaal geklopt, dan beteekent het, dat er de brievenbestelder is. -Eindelijk, hoe harder en vaker men klopt, voor des te gewigtiger en -aanzienlijker wordt het bezoek gehouden.</p> -<p class="par">—„Inderdaad, dit is grappig genoeg! doch ik -zal deze les wel in het geheugen prenten, en ongelukkig de deuren, die -onder mijne handen vallen, zoo zij niet hecht en sterk zijn!—Maar -welk een zonderling begrip van <i>mylord A....</i>, het ongunstigste -jaargetijde buiten door te brengen!”</p> -<p class="par">—„Ook al de mode van dit land! Zelden gaat -men vroeger naar buiten, dan in het begin van <i>September</i>, en men -komt niet voor het laatste van <i>Januarij</i> terug. Niemand der -grooten is thans in de stad. Lieden van smaak zouden er zich, zonder -blozen, niet durven vertoonen, en zij, die zelve geen buitengoed -bezitten, noch vrienden, waar zij kunnen logeeren, hebben, houden zich -met de grootste omzigtigheid schuil, om niet gezien te worden, of te -doen vermoeden, dat zij in de stad zijn.”</p> -<p class="par">—„Ziedaar waarlijk nog eene zeldzaamheid! -Maar waarom toch maakt men van het schoone saizoen geen gebruik, om op -het land te wonen?” <span class="pagenum">[<a id="pb39" href= -"#pb39" name="pb39">39</a>]</span></p> -<p class="par">—„Waarom, waarom? Gij zijt een Franschman, -en vraagt mij de reden, daar ik u reeds gezegd heb, dat het de -<span class="ex">mode</span> is! Zouden in <i>Parijs</i> uwe -saletjonkers en de zoo genaamde <i>elegante</i> vrouwen niet de -koddigste en belagchelijkste kapsels dragen; indien de mode het slechts -voorschreef? Bovendien is dit gebruik geenszins zonder eenigen grond -aangenomen. Vooreerst zijn de Engelschen algemeen hartstogtelijke -liefhebbers van de jagt, die in <i>September</i> eerst geopend wordt. -Ten tweede duren de zittingen van het Parlement dikwijls tot in de -maand <i>Augustus</i>; lieden van eenige beteekenis kunnen de hoofdstad -niet wel voor derzelver sluiting verlaten, en dezen geven, zoo hier als -elders, den toon aan het algemeen. Ten derde eindelijk wordt het -verjaringsfeest der koningin, den achttienden <i>Januarij</i> gevierd: -op dit tijdstip moet men ten hove verschijnen, en hierdoor wordt -voornamelijk de terugkomst bepaald.”</p> -<p class="par">—„Jammer, dat gij geen advokaat zijt! Het is -onmogelijk, eene kwade zaak beter te bepleiten.”</p> -<p class="par">—„Dat daar gelaten! welke plannen hebt gij -voor heden? Wilt gij mijn gast zijn en kennis maken met den kok, bij -wien ik gewoonlijk ga eten? Ik ben ongetrouwd en eet nooit ten -mijnent.” <span class="pagenum">[<a id="pb40" href="#pb40" name= -"pb40">40</a>]</span></p> -<p class="par">—„Hartelijk dank! Ik heb in het -<i>Keizerlijk Hof van St. Petersburg</i> mijn middagmaal besteld, en -wil dus, bij mijnen eersten intogt in <i>Londen</i>, den heeren -Engelschen geene stof geven, om de Fransche ligtzinnigheid te gispen; -maar morgen, zoo gij tevreden zijt, ben ik tot uwen dienst, en dan zijn -wij onscheidbaar.”</p> -<p class="par">—„Van harte!—Morgen is het voor u -verhuisdag, en dat vordert eenigen tijd. Ik ben dus te elf ure bij u, -en dan zullen wij onze wandeling hervatten.”</p> -<p class="par">—„Derhalve tot morgen!”</p> -<p class="par">—„Zonder vaarwel!” <span class= -"pagenum">[<a id="pb41" href="#pb41" name="pb41">41</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch4" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e334">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">IV.</h2> -<h2 class="main">Het Keizerlijk Hof van <i>St. Petersburg</i>.</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">Zonder twijfel denkt de lezer, dat, na drie -vervelende dagen wachtens te <i>Douvres</i>, op mijnen mij van -<i>Londen</i> toegezonden pas, mij niets meer kon in den weg komen, om -stil en gerust in de hoofdstad te vertoeven. Dit was ook mijne meening; -dan helaas! ik had de rekening buiten den waard gemaakt. Men zeide mij, -bij het overgeven van dien pas, dat hij mij nergens anders toe kon -dienen, dan om van <i>Douvres</i> naar <i>Londen</i> te vertrekken, en -dat ik hem, bij mijne aankomst in de hoofdstad, moest gaan verwisselen -aan het <i>alien-office</i> tegen een <i>permis</i>, om mij in -<i>Engeland</i> op te houden.</p> -<p class="par">Na het afscheid nemen van mijnen vriend <i>C...</i>, -besloot ik derhalve, oogenblikkelijk dezen verdrietigen gang te doen, -en begaf mij naar het kantoor van het <i>alien-office</i>, in de -<i>Crow’n-street, Westminster</i>, eene van de kleinste en -morsigste straten in geheel <i>Londen</i>. Daar moest ik, even als te -<i>Douvres</i>, niet alleen weder op nieuw een naauwkeurig verhoor -ondergaan, <span class="pagenum">[<a id="pb42" href="#pb42" name= -"pb42">42</a>]</span>maar ook mijne verklaring plegtig onderteekenen. -Nu meende ik, zou men mij een verlof, om in <i>Engeland</i> te -vertoeven, ter hand stellen—geenszins! Men behield al mijne -papieren en bescheidde mij over acht dagen. Om mijne lezers echter niet -te doen deelen in het verdriet, hetwelk mij al deze formaliteiten -veroorzaakten, zal ik slechts met korte woorden zeggen, dat, toen ik op -den bestemden tijd terugkwam, mijne papieren niet meer te vinden waren. -Langer dan een uur zocht men vruchteloos naar dezelve. Eindelijk -ontdekte ik ze op den lessenaar van den klerk, aan wien ik ze had ter -hand gesteld, en waar zij, gedurende al dien tijd, onaangeroerd gelegen -hadden. Binnen vijf minuten was mijne zaak afgehandeld, hetgeen mij -klaar deed zien, dat men, bij mijne eerste komst, indien men slechts -gewild hadde, even hetzelfde zou hebben kunnen doen. Maar ongetwijfeld -hechtte acht dagen wachtens meer gewigts aan eene gunst, en bovenal aan -hem, die het werktuig is, om dezelve te doen verkrijgen. Hoe het ook -zij, mijn <i>permis</i> vergunde mij in het lange en breede, door -geheel <i>Engeland</i> te trekken, mids ik mij slechts op den -achtenswaardigen afstand van tien mijlen van de kust en van des konings -bosschen verwijderd hield, en zorg droeg, telkens, <span class= -"pagenum">[<a id="pb43" href="#pb43" name="pb43">43</a>]</span>als ik -van woonplaats veranderde, mijne opgave aan het <i>alien-office</i> te -doen.</p> -<p class="par">Middelerwijl men mijne verklaring in orde bragt, kreeg -ongelukkig een der klerken, die zag, dat ik als kennis van <i>mylord -A....</i> was aangegeven, zeker bij toeval, zoo als ik vertrouw, het in -zijn hoofd, mij duizend vragen naar zijne gezondheid, zijne familie, -zijnen ouderdom, zijne reizen en honderd andere omstandigheden te doen, -hetwelk mij in geene geringe verlegenheid bragt.</p> -<p class="par">Meermaals had ik dergelijke tooneelen in komedien -gelezen, maar had thans geenen lust om dezelve te herhalen. Om derhalve -goedschiks weg te komen, zeide ik hem, dat ik, nimmer te voren in -<i>Londen</i> geweest zijnde, <i>mylord</i> niet anders dan door -briefwisseling kende, en op deze wijze ontsloeg ik mij van zijn -pijnigend vragen. Nu kon ik dan eindelijk gerust gaan middagmalen, -hetgeen mijne maag ook hoog noodig had, in welke ik eene sterke -prikkeling gevoelde; want het was bijna zes ure.</p> -<p class="par">Dikwijls heb ik vreemdelingen, ja zelfs onze -landgenooten hevige klagten hooren doen, dat door geheel -<i>Frankrijk</i> in de logementen meestal de schaar uithangt; dat men -er vreesselijk medegenomen, ja zelfs gevild wordt: maar mijn hemel! het -villen, hoe pijnlijk dan ook, kost <span class="pagenum">[<a id="pb44" -href="#pb44" name="pb44">44</a>]</span>slechts de huid, doch in het -<span class="ex">edelmoedige</span> <i>Engeland</i> legt men u op de -folterbank, en knijpt u met gloeijende tangen het vleesch van het -gebeente. Deze zelfde wijze van martelen heeft in alle voorname -logementen van <i>Londen</i> plaats; maar het <i>Keizerlijk Hof van St. -Petersburg</i> spant boven allen de kroon, en mag niet slechts met -drie, maar wel met vijf en twintig kruisjes geteekend worden; ja de -plunderziekste kastelein van geheel <i>Frankrijk</i> (of liever moest -ik zeggen, de grootste beurzensnijder) kan daar nog met vrucht een -lesje nemen.</p> -<p class="par">Bij mijne tehuiskomst kwam een groote, dikke keukenvorst -mij aankondigen, wat er te eten was: ik had eene ruime keuze, en -eischte eene moot verschen zalm en een <i>beef-steakes</i> (dit woord -is door geheel <i>Frankrijk</i> bekend, en moet uitgesproken worden -<i>bif-steks</i>). Het zou onwelvoegelijk geschenen hebben, in het -<i>Keizerlijk Hof van St. Petersburg</i> bier over den maaltijd te -gebruiken: ik nam dus eene halve flesch Port-wijn, waaronder ik mij -bezig hield met een stukje lekkere Hollandsche kaas te peuzelen.</p> -<p class="par">Ik vraag mijnen waarden lezers vergiffenis, dat ik hen -met deze beuzelarijen bezig houd, doch mij dunkt, dat dezelve hier niet -ten onpas komen; want, indien ik ook eene tafel voor twintig -<span class="pagenum">[<a id="pb45" href="#pb45" name= -"pb45">45</a>]</span>personen hadde doen aanrigten, zou men mij -gevoegelijk niet meer in rekening kunnen gebragt hebben. Ook moet ik -mijnen lezers hier niet verzwijgen, dat ik den volgenden morgen voor -mijn vertrek, nogmaals mijn Engelsch ontbijt, te weten, mijn kopje -thee, nuttigde. Derhalve had ik in het <i>Keizerlijk Hof van St. -Petersburg</i>, te <i>Londen</i>, in <i>Engeland</i>, -ééns het middagmaal gehouden, twee nachten geslapen, en -driemaal een prachtig kopje thee gebruikt. Nu gaf ik te kennen, dat ik -dit aangename verblijf vaarwel wilde zeggen, en verzocht dus, te weten, -wat ik verteerd had, of, om mij van den Engelschen term te bedienen, ik -eischte <i>mij bill</i>. Welnu, mijne lezers! duimpje op! hoe hoog -schat gij mijne vertering?—Ik had van donderdag avond negen ure, -tot zaturdag morgen, insgelijks bij klokslag van negen, mijn verblijf -in het <i>Keizerlijk Hof van St. Petersburg</i> gehouden, hetgeen, wel -uitgecijferd, juist zes en dertig uren maakt. Nu frisch uit de borst! -wat raadt gij?—twee dukaten?...—vier dukaten?...—zes -dukaten?—mis geraden! ver mis!—mijne rekening beliep vijf -pond, vijf schellingen en zes pences, en derhalve, in goed Fransch -geld, honderd zes en twintig livres en twaalf stuivers. Nimmer echter -zal ik ontkennen, <span class="pagenum">[<a id="pb46" href="#pb46" -name="pb46">46</a>]</span>dat die rekening een klein meesterstuk was: -niets was er op vergeten; ik herinner mij zelfs een postje van zes -pences, of twaalf stuivers Fransch, voor pen en inkt, welke ik gebruikt -had, om mijnen naam op een visitekaartje te schrijven.</p> -<p class="par">Is het wel noodig, hier nog bij te voegen, dat de -knecht, welke mij, gedurende mijn verblijf, bediend had, mij, bij mijn -vertrek, hartelijk vaarwel zeide?—dat de lieve aardige meid, -welke donderdag avond een mijner kussens had medegenomen, zonder het -vrijdags terug te brengen, mij, op de eerbiedigste en beleefdste wijze, -hare opwachting kwam maken? en eindelijk, dat een andere knecht, die -eene huurkoets voor mijne overvoering naar mijn nieuw verblijf besteld -en mijn verhuisboel daarin gepakt had, mij het portier opende met eene -zekere manier, den Engelschen bedienden zoo eigen, dat ik, zonder een -woord sprekens, zijne meening ten duidelijkste begreep? In -één woord, dit afscheid, deze eerbewijzen, deze -gedienstig- en oplettendheden ontlastten mij nogmaals van vijf goede -Engelsche schellingen; doch, om der waarheid niet te kort te doen, moet -ik ronduit verklaren, dat de laatste schelling veel minder in dit -eerbetoon deelde, dan zijne vier medgezellen. <span class= -"pagenum">[<a id="pb47" href="#pb47" name="pb47">47</a>]</span></p> -<p class="par">Ziedaar mij dan eindelijk in het rijtuig, dat mij van -dit verwenschte <i>Keizerlijk Hof</i> verwijderde, terwijl ik bij mij -zelven eenen duren eed zwoer, om nooit van mijn leven er eenen voet -weder in te zetten. Onder het rijden (de geleerdheid is toch eene -heerlijke zaak!) herinnerde ik mij gedurig den wijzen <i>Cato</i>. -Telkens, wanneer hij zich in den raad te <i>Rome</i> liet hooren, wat -dan ook het onderwerp mogte zijn, waarover gehandeld werd, sloot hij -met deze woorden. „Dit is mijn gevoelen, en dat <i>Carthago</i> -verdelgd moet worden!”</p> -<p class="par">En zoo zal ik ook, indien immer een mijner landgenooten, -naar <i>Londen</i> willende gaan, mij onderrigting komt vragen van -hetgeen hij daar te doen of te laten heeft, hem, met het grootste -vermaak der wereld, mijne ondervindingen en opmerkingen, welke ik daar -gemaakt heb, mededeelen; maar ik zal altijd eindigen met de woorden: -„ende en neemt uwen intrek niet in het <i>Keizerlijk Hof van St. -Petersburg</i>!” <span class="pagenum">[<a id="pb48" href="#pb48" -name="pb48">48</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch5" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e345">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">V.</h2> -<h2 class="main"><i>De begrafenis.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">Mijn nieuwe vriend, de heer <i>C...</i>, hield -getrouw woord: met den klokslag van elven was hij reeds bij mij.</p> -<p class="par">„Wat beschouwt gij daar zoo ernstig?” zeide -hij, ziende, dat ik mijne oogen stijf op het schuifraam gevestigd -hield.</p> -<p class="par">—„Ziet gij dan niet vlak over mijne -vensters,<span class="corr" id="xd21e1672" title= -"Niet in bron">”</span> hernam ik, <span class="corr" id= -"xd21e1675" title="Niet in bron">„</span>die twee mannen met -hunne zwarte tabbaarden, even als onze Fransche dorpkosters, die ieder -eenen grooten, met zwart laken bekleeden stok in de hand hebben, -waarvan de knop veel overeenkomst met de kolf van een geweer heeft, die -de armen gekruist, de oogen stijf op den grond gevestigd houden, en die -geene de minste beweging maken, in één woord, die veel op -onze standbeelden in de tuinen gelijken, en gevoegelijk tot -vogelverschrikkers zouden kunnen gebezigd worden, om de vruchtboomen -tegen den snoeplust van het gevleugelde volkje te beveiligen? Zij staan -daar reeds zoo lang, als ik mij hier bevind, en schijnen wel aan den -grond genageld.” <span class="pagenum">[<a id="pb49" href="#pb49" -name="pb49">49</a>]</span></p> -<p class="par">„—Er is een lijk in dat huis, en men gaat -het begraven: die twee mannen zijn aansprekers of -doodbidders.”</p> -<p class="par">„—Zullen wij dan deze plegtigheid nog voor -ons vertrek kunnen zien?”</p> -<p class="par">„—De staatsie zal juist niet prachtig zijn. -Ik heb de overledene eenigzins gekend: zij was eene oude vrijster van -eene goede familie, die slechts zijdelingsche erfgenamen en verre -bloedverwanten achterlaat, en dezen zullen denkelijk geene groote -kosten voor hare begrafenis willen maken. De proef op de som, dat zij -weinig achting voor hare nagedachtenis hebben, blijkt duidelijk -daaruit, dat men haar nu reeds laat begraven, niettegenstaande het -slechts,—ja, laat eens zien! slechts acht dagen zijn, dat zij -overleden is.”</p> -<p class="par">„—En gij zegt <i>slechts</i>? Mijn Hemel! -voor zes dagen had men haar al onder de aarde moeten -bezorgen.”</p> -<p class="par">„—Geenszins, lieve vriend! in -<i>Engeland</i> begraaft men de dooden niet eerder, dan tien, twaalf, -ja somtijds vijftien dagen na hun overlijden, ten minste nooit vroeger, -dan na verloop van eene volle week.”</p> -<p class="par">„—Lieve hemel! op zulk eene wijze doet men -den dooden eene eer aan ten koste van <span class="pagenum">[<a id= -"pb50" href="#pb50" name="pb50">50</a>]</span>de levenden! De goede God -verleene al den inwoners van dit huis eenen blakenden welstand, ten -minste zoo lang als ik er zal blijven wonen!—Buiten twijfel zult -gij mij, op mijne aanmerking tegen dit barbaarsche gebruik, nogmaals -toevoegen: <i>het is de mode</i>?”</p> -<p class="par">„—Juist, en wanneer men dit gezegd heeft, -houdt alles op: hiertegen is immers niets in te brengen! Echter zoude -ik nog kunnen aanmerken, dat deze gewoonte haren oorsprong verschuldigd -is aan de vrees, om niet levend begraven te worden, en dat de -overblijvenden meenen, op geene betere wijze hunne liefde en -verkleefdheid aan den overledene te kunnen betoonen, dan door, zoo lang -mogelijk, de eeuwige scheiding te vertragen.<span class="corr" id= -"xd21e1705" title="Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">„—Bravo! Ik zie klaar, dat de Engelsche -gebruiken in uwen persoon steeds eenen ijverigen verdediger -vinden.”</p> -<p class="par">„—Neen, geen’ verdediger; maar sinds -vijf en twintig jaren, dat ik dit land bewoon... Doch zie, zie eens! de -optogt begint!<span class="corr" id="xd21e1712" title= -"Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">Ten spoedigste hernam ik mijne plaats aan het venster. -De twee zwarte standbeelden hadden zich eindelijk in beweging gesteld -en stonden nu naast elkander, om den optogt te openen. Een derde, even -eens gekleed en uitgedost, had <span class="pagenum">[<a id="pb51" -href="#pb51" name="pb51">51</a>]</span>op zijn hoofd eene soort van -beschuitmandje, eenigzins langwerpig, ten naastenbij drie voet lang en -achttien duim breed, geheel met zwart laken bekleed, en met twaalf -witte rozen versierd, ter eere van den maagdelijken staat der -overledene, welken zij, sinds vijf en zeventig jaren, ongeschonden -(<i lang="la">incredibile dictu!</i>) bewaard had.—Bij deze -gelegenheid kwamen mij de witte pluimen, waarmede men de muilezels in -<i>Spanje</i> optooit, onwillekeurig voor den geest.—In dit -zonderlinge kostuum plaatste de manddrager zich achter de twee -standbeelden, en bleef, even als zij, beweegloos, tot dat het geheele -geleide in behoorlijke orde was gerangschikt.</p> -<p class="par">Nu droeg men de doodkist naar buiten: zij was met geen -doodkleed behangen, zonder twijfel, dewijl men derzelver fraaiheid door -de geheele buurt wilde doen bewonderen. Ook scheen zij mij zeer hecht -en sterk, en veel langer en breeder, dan onze doodkisten, hetgeen ook -ligtelijk te begrijpen is, wanneer men weet, zoo als ik naderhand -vernomen heb, dat de lijken in <i>Engeland</i> geenszins, als bij ons, -stijf in een laken, het <i>doodlaken</i> genaamd, gewikkeld, maar los -en vrij in de kist gelegd worden, waar men hun eene soort van kussen -onder het hoofd plaatst, ten einde gemakkelijk <span class= -"pagenum">[<a id="pb52" href="#pb52" name="pb52">52</a>]</span>en -ongehinderd te rusten. De kist was geheel zwart, sterk gevernist en -rondom met kleine spijkertjes met vergulde knopjes beslagen, zoo ten -naastenbij als onze nieuwerwetsche stoelen: ook waren de wapens van de -oude vrijster, die van eene adelijke familie was, keurig geschilderd en -verguld, er niet op vergeten. Nu bedekte men de kist met een zwart -fluweelen doodkleed, met witte franjes, en zij werd opgenomen door vier -dragers, die eenigzins anders gemanteld waren, dan de drie vorigen; ook -scheen de kleur dier mantels in vorige tijden tot de <span class= -"ex">zwarte</span> behoord te hebben, doch thans was het, zonder -twijfel door het tijdverloop van eenige jaren, moeijelijk te bepalen, -of zij onder de roode of grijze moest gerangschikt worden. Om dus, vrij -van alle dwaling, met zekerheid te werk te gaan, daar ik met opzet -niemand, zelfs niet eens eenen Engelschen rouwmantel, wil beleedigen, -bestempelde ik ze bij mij zelven met den naam van—<span class= -"ex">vaal</span>.</p> -<p class="par">Vervolgens de bloedverwanten of vrienden der overledene -de monstering doende passeren; telde ik achtien stuks, in diepen rouw -en met groote neerhangende hoeden, of zoogenaamde huilebalken, twee en -twee de doodbaar volgende, en allen, zoo mannen als vrouwen, in een -zwart hulsel gewikkeld van het zelfde <span class="pagenum">[<a id= -"pb53" href="#pb53" name="pb53">53</a>]</span>maaksel, als de -<i>domino’s</i>, waarmede men in <i>Frankrijk</i> op de -gemaskerde <i>bals</i> verschijnt. Ook hadden allen wit leeren -handschoenen aan, en waren van groote zakdoeken voorzien, waarmede zij, -van tijd tot tijd, aan hunne oogen wreven, om de tranen af te droogen, -die voornemens mogten zijn, huns ondanks, los te breken.</p> -<p class="par">„Ik wenschte, dit schouwspel wel ten einde te -zien;<span class="corr" id="xd21e1756" title= -"Niet in bron">”</span> zeide ik tegen mijnen vriend. -<span class="corr" id="xd21e1759" title= -"Niet in bron">„</span>Kunnen wij den trein niet -volgen?”</p> -<p class="par">„O ja, waarom niet!” gaf hij mij ten -antwoord; <span class="corr" id="xd21e1764" title= -"Niet in bron">„</span>kom aan, laat ons dan -vertrekken!”</p> -<p class="par">Met deze woorden begaven wij ons op weg en volgden den -optogt tot aan de kerk. De predikant deed een zielroerend gebed, -vervolgens nam men het lijk weder op en droeg het, door den geheelen -trein gevolgd, grafwaarts, waar nogmaals veel treffender en langer voor -de zalig ontslapene moest gebeden worden. Ook dezen gang wilde ik mede -doen; doch wij werden door eene vreesselijke regenbui overvallen, welke -echter den trein geenszins verhinderde, zijnen marsch te vervolgen, en -dat wel met ongedekten hoofde, hetgeen hier eene <i lang="la">conditio -sine qua non</i> is. Wat ons betrof, die niet gehouden waren, deze -plegtigheid ten einde toe bij te wonen, wij troffen, bij geluk, -<span class="pagenum">[<a id="pb54" href="#pb54" name= -"pb54">54</a>]</span>eene huurkoets aan, waarin wij onze schuilplaats -namen.</p> -<p class="par">Onder weg verhaalde mij mijn vriend, dat men, na het -begraven van het lijk, in dezelfde orde naar het huis van de overledene -terugkeert, alwaar het testament, zoo er namelijk een bestaat, dadelijk -moet voorgelezen worden, en dat eindelijk de geheele historie met eenen -smakelijken maaltijd wordt besloten, waarvan somwijlen eenigen der -bloedverwanten, door wijn en bier bedwelmd, voor dood naar huis worden -gebragt, doch gemeenlijk den anderen morgen zeer welvarende (eene -geringe hoofdpijn uitgezonderd) ontwaken.</p> -<p class="par">Verder zeide mij de heer <i>C...</i>, dat, wanneer er -eene prachtige uitvaart plaats heeft, de kist in eene, met zes paarden -bespannen, koets grafwaarts wordt gevoerd, en dat alle tot de -plegtigheid genoodigde personen in dat geval hunne koetsen zenden, zoo -dat men, bij de begrafenis van eene voorname personaadje, dikwijls -eenen trein van twintig of dertig ledige koetsen kan aantreffen.</p> -<p class="par">Den volgenden morgen zag ik aan het huis van mijne -overledene buurvrijster onder de vensters dat gedeelte, hetwelk zij -bewoond had, het wapenschild op eenen zwarten grond gespijkerd, met het -opschrift: <i>Resurgam!</i>—<span class="pagenum">[<a id="pb55" -href="#pb55" name="pb55">55</a>]</span><i>Ik zal weder -opstaan!</i>—Zulk een schild wordt niet weggenomen, voor dat de -volle rouw geeindigd is.</p> -<p class="par">Dit gebruik neemt men hier zeer zorgvuldig in acht met -betrekking tot al degenen, die wapens voeren; en daar het opschrift -naar welgevallen kan verkozen worden, vindt men bij de lijkbezorgers -steeds eenen ruimen voorraad van deze spreuken, waaruit men zijne -gading kan zoeken, even als uit de staalkaart van eenen lakenkooper, -welke de kleermaker medebrengt, als hij de maat van een nieuw kleed -komt nemen. <span class="pagenum">[<a id="pb56" href="#pb56" name= -"pb56">56</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch6" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e354">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">VI.</h2> -<h2 class="main"><i>Hier houdt men opene tafel!</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">Wij stapten uit de koets ter plaatse, waar mijn -vriend <i>C...</i> gewoonlijk zijne graage maag onthaalde, en deze -maagversterkende woning werd in de Engelsche taal <i>Chop-house</i> -genoemd. Maar, hoe nu dit woord in onze taal over te brengen?—Zal -ik zeggen, wij stapten af bij den <i>kok</i>?—Neen; deze -uitdrukking is te grootsch, en voldoet geenszins aan het -bedoelde.—Zal ik dan het woord <i>herberg</i> bezigen? Neen; deze -beduiding is wederom te gering: ook is het in den eigenlijken zin geene -herberg; dewijl men er wel kan eten, maar geen nachtverblijf houden. -Willen wij het <i>gaarkeuken</i> noemen?—ja, dit heeft er wel zoo -iets van, maar het is zoo gaarkeukenachtig, en bevalt mij ook niet ten -volle.—Hier dunkt mij, den driftig gebakerden lezer te hooren -uitroepen: noem het, zoo als gij wilt, en vervolg slechts! Geduld, -lieve vrienden; geduld! ik zal trachten, u genoegen te geven, en mij -door eene kleine omschrijving uit deze <span class="pagenum">[<a id= -"pb57" href="#pb57" name="pb57">57</a>]</span>verlegenheid te redden. -Ik neem dus de vrijheid, om een uithangbord voor het, ter voeding en -verkwikking geschikte, huis op te hangen, met de volgende, voor ieder -eerlijk christenmensch verstaanbare, woorden:—<i>Hier houdt men -opene tafel!</i>—Ha! Nu geloof ik, zijn wij er zoo ten naasten -bij, en indien dit opschrift den geëerden lezer al geen volledig -denkbeeld kunne geven, dan kan ik hem echter, op mijn geweten, -verzekeren, dat het ten minste het best geschikte middel is, hetwelk -onze taal oplevert, om de ware bedoeling van <i>Chop-house</i> te -bevatten.</p> -<p class="par">In verscheidene kamers staan gedekte tafels met de -noodige stoelen, van des middags te drie tot des avonds te zeven ure -voor den gaanden en komenden man gereed. Zoodra men gezeten is, komt de -knecht u de keukenceel van dien dag aanbieden. De hoofdschotels zijn -altijd gebraden ossen-, schapen-, kalfs- en varkensvleesch, somwijlen -ook hetzelfde vleesch op eene andere wijze gereed gemaakt, bij -voorbeeld, een, stuk gekookt ossen- of schapenvleesch, eene warme -kalfs- of schildpadpastei (maar waarom toch bestempelt men in -<i>Engeland</i>, zoo wel als in <i>Frankrijk</i>, een geregt met den -naam van <i>Schildpadpastei</i>, waar mogelijk nimmer een greintje -vleesch van dit tweeslachtige <span class="pagenum">[<a id="pb58" href= -"#pb58" name="pb58">58</a>]</span>dier in gevonden wordt?) Somtijds -werd mij ook een stuk van een gebraden hart, <i>coeur roti</i>, -voorgediend, doch nooit heb ik harts genoeg gehad, om er van te -proeven. In het algemeen is al het gebradene, dat in <i>Engeland</i> -wordt opgedischt, zeer goed, vrij malsch en sappig, en het is dus -bezijden de waarheid, dat het vleesch half gaar wordt gegeten: in -tegendeel heb ik het dikwijls eerder te veel dan te weinig gebrade -bevonden. Maar zoo gij immer in <i>Engeland</i> mogt komen, mijne -waarde landgenooten, waagt uwe tong en u verhemelte dan vooral niet aan -de <i>ragouts</i>; ik herhaal het ernstig, wacht u voor de -<i>ragouts</i>! De bekende vergiftiger <i>Mignot</i>, van wien -<i>Boileau</i> spreekt, zou hier, als een uitstekend kunstenaar, den -grootsten opgang hebben kunnen maken, en zijnen naam tot aan de wolken -verheffen. De eenige smaak, welken men in deze Engelsche <i>ragouts</i> -kan <span class="corr" id="xd21e1865" title= -"Bron: ondekken">ontdekken</span>, is de peper, waarmede zoo -ruimschoots wordt omgesprongen, dat, niettegenstaande dezelve altijd -met eene tamelijke portie water vergezeld is, nogtans en tong en mond -in lichtelaaije vlam schijnen te staan. Daar men in <i>Engeland</i> -altijd groenten bij het vleesch gebruikt, kan men zich, naar -verkiezing, van aardappelen, wortelen, rapen, kool, erwten of spinazie -bedienen, namelijk <span class="pagenum">[<a id="pb59" href="#pb59" -name="pb59">59</a>]</span>zoodanig, als moeder natuur ze heeft -voortgebragt, (dat is te zeggen) ongestoofd en enkel in water -gekookt.</p> -<p class="par">Vervolgens worden, overeenkomstig het saizoen, pruimen-, -appelen-, peren- en rozijnentaarten, als ook verschillende soorten van -<i>puddings</i> opgedist. Deze laatste benaming geeft men aan alle -tusschengeregten, welke uit gebak bestaan, bij voorbeeld, onze -rijsttaarten noemt men hier <i>rijstpuddings</i>. Hunne -<i>plumb-pudding</i>, onder anderen, is een welgesuikerd gebak, vol met -rozijnen, waarvan de Engelschen veel werk maken, schoon het een zeer -middelmatig geregt is. Deze <i>plumb-pudding</i> wordt warm gegeten, -sommigen doen er boter bij, anderen brandewijn, en anderen wederom -nuttigen dezelve met peper en mosterd.</p> -<p class="par">Men heeft hier tweederlei brood, het eene heet Engelsch -en het andere Fransch, het laatste is ook inderdaad een weinigje minder -hard en bruin, dan het eerste. Meer dan eens heb ik opgemerkt, dat de -Engelschen, niettegenstaande hunne nationale trotschheid en -vooringenomenheid, altijd de voorkeur aan het vreemde brood gaven, en -dat hun oog even zoo geoefend in het onderscheiden, als hunne hand -vaardig in het grijpen was, wanneer er nog <span class= -"pagenum">[<a id="pb60" href="#pb60" name="pb60">60</a>]</span>slechts -twee of drie stukken in den broodkorf lagen.</p> -<p class="par">In deze <i>Chop-houses</i> mogen geene wijnen noch -sterke dranken verkocht worden: men kan er derhalve niets anders dan -klaar water bekomen, en daar den tafelhouders verboden is, het water op -prijs te stellen, hebben zij de edelmoedigheid, het voor niet te geven. -Maar daarentegen houdt de eene of andere tappersjongen uit de buurt, -vlak bij de deur van de eetzaal post, en van dezen kan men bier krijgen -zoo veel, en van welke soort men verlangt, mids boter bij den visch, -hetgeen ook zeer goed is; want door het gewoel en de drukte zou de -verkooper er zeer ligt eenige <i>pences</i> bij kunnen inschieten, -welke hij voor het aan hem uitgereikte bier zijnen meester zou moeten -vergoeden.</p> -<p class="par">Ja, heeren Franschen! bier, van welke soort gij -verlangt! Gij zijt trotsch op uwe wijnen van <i>Bourdeaux</i>, -<i>Bourgogne</i> en <i>Champagne</i>; maar de Engelschen kunnen drie -voorname bieren opnoemen. 1<sup>o</sup>. <i>Klein bier</i>, hetgeen -zij, bij verkiezing, <i>tafelbier</i> noemen, omdat het woordje -<i>klein</i> juist niet welluidend genoeg klinkt in de ooren van -lieden, die voor het <i>groote</i> geboren zijn. Ook is dit bier de -gewone drank van het gemeen, en kost niet <span class="pagenum">[<a id= -"pb61" href="#pb61" name="pb61">61</a>]</span>meer dan vier Fransche -stuivers het pintje. 2<sup>o</sup>. De <i>ale</i>, die voor negentien -stuivers verkocht wordt, en inderdaad zeer goed en smakelijk en -oneindig beter, dan onze beste Fransche bieren, is. 3<sup>o</sup>. De -<i>porter</i>, die tusschen beiden staat, en waarvoor men zes stuivers -bij het pint betaalt. Deze-alleen kan op den duur bewaard worden, en op -flesschen of kruikjes getapt, wordt hij hoe langer hoe beter, en, naar -mate van zijnen ouderdom, des te duurder verkocht. Eindelijk worden -deze onderscheidene soorten van bieren nogmaals in bijzondere klassen -en onder verschillende benamingen gerangschikt, even als wij -<i>Bourgogne</i>-wijn van <i>Pomard</i>, <i>Beaune</i> en van -<i>Clos-Vougeot</i> hebben.</p> -<p class="par">Voor het overige doen de Engelschen zelden voorraad van -bier op: zelfs in de voornaamste huizen wordt dagelijks uit de eene of -andere herberg zoo veel gebragt, als men rekent, dien dag te zullen -gebruiken. Den geheelen dag door ziet men de tappersjongens de stad op -en neer draven, om kannen bier aan de huizen rond te brengen. Zij geven -aldus het volle pint over en nemen het ledige van den vorigen dag mede. -Ook hebben zij gewoonlijk eenen lederen riem als eenen bandelier over -den schouder en de borst hangen, en zijn derhalve <span class= -"pagenum">[<a id="pb62" href="#pb62" name="pb62">62</a>]</span>van -voren en van achteren, zoo wel op den buik als op den rug, rondom met -ledige pintjes, als met eenen krans, behangen, zoo dat men hen, dus -uitgedost, veilig voor den Engelschen <i>Bacchus</i> kan houden.</p> -<p class="par">Zoodanig is het onthaal, dat men in <i>Engeland</i>, ten -huize der opentafelhouders, geniet. Ook vindt men er somwijlen gebraden -of gekookten visch, maar altijd zeer zeker lamscarbonnaden en -<i>beef-steaks</i>. Dit laatste artikel vindt men echter merkelijk tot -zijn voordeel veranderd, zoodra men de zee weder overgestoken is en -voet aan land heeft gezet; want de <i>beaf-steaks</i> in -<i>Frankrijk</i> smaakt mij oneindig beter, dan al, die ik ooit in -<i>Engeland</i> heb gebruikt. Het is dus een van die waarlijk zeldzame -gevallen, waar de kopij het origineel overtreft.</p> -<p class="par">Maar ik vergeet den gewigtigsten schotel, het oogelijn -en den hartelust der Fransche maag, de zoo onontbeerlijke <span class= -"ex">soep</span>. Hiermede dan zullen wij dit <i>vreetzame</i> en -eetlustwekkende hoofdstuk, in plaats van dat wij er mede hadden moeten -beginnen, eindigen. Echter raad ik mijnen Franschen soepminnenden -medebroeders, die immer te <i>Londen</i> mogten komen, dezelve, wat het -proeven betreft, maar <span class="pagenum">[<a id="pb63" href="#pb63" -name="pb63">63</a>]</span>blaauw blaauw te laten blijven, even als ik -met de beschrijving ben te werk gegaan.</p> -<p class="par">De soep is geenszins in dit land, even als in -<i>Frankrijk</i>, het eerste en voornaamste vereischte van het -middagmaal; meestal wordt zij niet eenmaal voorgezet. Nogtans heeft men -soepen van onderscheidene soorten, van welke alle ik geproefd heb. -Hunne <i>soupe au jus</i> heeft de meeste overeenkomst met de onze. Het -is eene soort van vleeschnat, waarin men, naar goedvinden, eenige -stukken geroosterd brood doet; doch het smaakt niet half zoo lekker en -aangenaam, als onze Fransche <i>bouillon</i>; ja, het is veeleer eene -wrange saus, waarin men niets anders dan peper kan proeven, en (de -goedhartige lezer vergeve mij dezen kunstterm!) welke eenen muffen en -Limburgschen kaasachtigen smaak oplevert. Nog hebben zij eene magere -soep (in de volle beteekenis van dat woord,) welke zij de eer aandoen -van <i>erwtensoep</i> te noemen: deze heeft ten minste den walgelijken -smaak van de vorige niet, doch is overigens, op den man af afgesproken, -niets anders dan erwten met lang nat. Hunne hoendersoep is uit twee -bestanddeelen zamengesteld, te weten, uit eenige, meestal niet regt -gaar gekookte brokken van eenen ouden haan of hen, en het water, waarin -deze gekookt <span class="pagenum">[<a id="pb64" href="#pb64" name= -"pb64">64</a>]</span>zijn. Men moet dus al eenen zeer bijzonderen smaak -hebben, om ze goed te kunnen vinden. Eindelijk heeft men nog eene -warmoessoep, welke uit eenige groenten en gekapt vleesch wordt -toebereid, dat in eenen oceaan van gepeperd water met mosterd en zout -zwemt.</p> -<p class="par">In <i>Londen</i> zijn ook eenige Fransche tafelhouders, -maar hunne keuken verschilt vrij wat van die onzer <i>Veri’s</i> -en <i>Beauvilliers</i>. Het eenige onderscheid tusschen hen en de -Engelsche koks is, dat de eerstgemelden, op eene waarlijk zeer beleefde -wijze, uwen zak van eenige schellingen <span class="ex">meer</span> -weten te ontlasten. <span class="pagenum">[<a id="pb65" href="#pb65" -name="pb65">65</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch7" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e363">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">VII.</h2> -<h2 class="main"><i>Het koffijhuis.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">„Willen wij een kop koffij gaan -drinken?” vroeg mijn vriend <i>C...</i>, toen wij getafeld hadden -en de deur uitgingen.</p> -<p class="par">—„Ik houd dit juist voor geene vaste -gewoonte, maar het zal mij pleizier doen, de Engelsche koffijhuizen -eens op te nemen.”</p> -<p class="par">—„Wij behoeven niet lang te zoeken; want men -kan naauwelijks eenen voet verzetten, zonder er een aan te treffen, en -ik geloof, dat de koffijhuizen, herbergen, logementen, gaarkeukens en -kroegen hier wel een vierde van den platten grond beslaan. Maar wij -zullen ons thans eens naar het voornaamste, meest bezochtste koffijhuis -begeven. Wat gij er u ook van moogt verbeelden, uwe verwachting zult -gij nog altijd overtroffen zien.”</p> -<p class="par">—„Daar gij reeds sinds vijf en twintig jaren -uit <i>Parijs</i> zijt, kunt gij u geen denkbeeld vormen van den -tegenwoordigen luister, levendigheid en pracht van onze koffijhuizen. -Ik zal mij dus, zonder twijfel, ten hoogste <span class= -"pagenum">[<a id="pb66" href="#pb66" name= -"pb66">66</a>]</span>verwonderen, indien gij er mij een kunt laten -zien, dat fraaijer, sierlijker en woeliger is, dan de onzen.”</p> -<p class="par">—„Op mijn woord! gij zult verwonderd -staan.”</p> -<p class="par">En ik was het waarlijk, en wel in den hoogsten graad, -toen mijn vriend mij in eene groote kamer gelijkvloers bragt, waar mijn -neus terstond vergast werd op den reuk van eene aanzienelijke menigte -brandende bladen van de <i>Herba Nicotiana</i>, alias tabak, welke mij -juist niet de alleraangenaamste gewaarwording veroorzaakte. Ook konden -mijne oogen geenszins op het vrolijke gezigt roemen; want, voor zoo -verre ik door de wolken van damp en rook kon gluren, zag ik in het -lange, tegen den muur, achttien of twintig tafels geplaatst, waarop -eenige koppen, glazen en bierpinten stonden, allen even vuil en -bewalmd: trouwens, het was zaturdag. Maar mijne ooren hadden -daarentegen gene reden, om zich te beklagen; want het was zoo stil, dat -men eene vlieg met de vleugels zou hebben kunnen hooren klappen. Ieder -hield zich namelijk zeer ernstig bezig met het oogmerk, hetwelk hem -herwaarts had gevoerd; en het woord—<i>jongen!</i> dat, van tijd -tot tijd, door den een’ of ander’, die iets wilde hebben, -geroepen <span class="pagenum">[<a id="pb67" href="#pb67" name= -"pb67">67</a>]</span>werd, was bijna het eenigste geluid, dat zich in -dit verblijf der stilzwijgendheid deed hooren. Wat der tong betreft, -hierover zullen wij nader spreken.</p> -<p class="par">Intusschen moet gij u geenszins verbeelden, waarde -lezer! hier een aardig bekje van een meisje in een fraai en welgeschikt -kantoortje te zien zitten, een meisje, dat zich gedurig bezig houdt met -u met hare poezelige en malsche handjes een kop koffij in te schenken, -een glas <i>limonade</i> of iets dergelijks gereed te maken. O neen, -niets van dit alles! Beurtelings komt een morsige jongen of knecht, of -eene slordige meid in dit aardsche paradijs te voorschijn, om de -klanten te bedienen en het geld te ontvangen. Ook hadden beiden de -handen vol. Al de tafels waren bezet, eene eenige uitgezonderd, waarvan -wij ons terstond meester maakten. Middelerwijl de jongen onze koffij -zettede, liet ik mijne oogen de monstering doen over het gezelschap, -waarvan wij thans de eer hadden leden te zijn. Aan mijne linker hand -zat een man van middelbare jaren, wettig houder en eigenaar van enen -buik, wiens omvang..... Basta! in een der vorige hoofdstukken heb ik -mijnen lezers reeds gezegd, dat ik geen liefhebber van beschrijven -ben—wiens omvang—ik dus in <i>statu quo</i> zal laten. -<span class="pagenum">[<a id="pb68" href="#pb68" name= -"pb68">68</a>]</span>Het mondje van mijnen buurman raakte, bij de -opening, ter wederzijde met de hoeken van de beide lippen, bijna tot -aan zijne oorlapjes, en door deze opening wierp hij, slag op slag, in -den afgrond van zijne keel groote brokken vleesch en aardappelen, zoo -ten naastenbij als in de pakhuizen der Hollandsche kooplieden de -Edammer roodkorstjes geschoten worden. Mijn buurtje ter regterzijde was -nog een jong man, deftig in het zwart gekleed, doch wiens rok, zeker -luchtigheidshalve, geheel van de wol was ontbloot, zoo dat men op -denzelven gemakkelijk de draden kon tellen: ook kon men geenszins -zeggen, dat zijn gezigt in het kruis was; want, bij mijne vlugtige -beschouwing, rekende ik twee lengten op eene breedte: hij was namelijk -vrij lang, maar zoo dun en mager, dat men hem gemakkelijk achter eene -kagchelpijp zou hebben kunnen verbergen; in één woord, -men zou hem, bij verzinning, voor een aangekleed <i>cadaver</i> hebben -gehouden, zoo de beenderen van zijn gezigt en handen niet waren bedekt -geweest met eene soort van vale loodkleurige huid. Ook had hij geen -ander onderhoud, dan met zijn pint bier van <i>twee pences</i>, uit -hetwelk hij, van tijd tot tijd, zeer spaarzaam een teugje nuttigde. Ja, -lezer! hij dronk uit zijn pintje; verwonder u daarover <span class= -"pagenum">[<a id="pb69" href="#pb69" name="pb69">69</a>]</span>niet! De -meeste Engelschen, en niet alleen de geringe volksklasse, maar zelfs de -aanzienlijken drinken op deze wijze. En hebben zij wel ongelijk? Men -behoeft dan immers niet te vreezen, de glazen te breken, en heeft -niemand noodig, om ze te spoelen. Vlak over mij zaten drie jonge lieden -met eene groote kom <i>punch</i> in hun midden. Ik kon nogtans geene de -minste levendigheid of vrolijkheid, deze getrouwe gespelen der jeugd, -bij hen bespeuren. Zij bleven integendeel ernstig, koel en afgetrokken, -zonder een enkel woord te spreken, en hadden het voorkomen van te -zeggen of ten minste te denken: „<i>laat ons drinken! wat kunnen -wij beter doen?</i>”—Naast hen aan de eene zijde zat een -groot man met een gevlamd en gekarbonkeld gelaat, wiens oogen zich, van -tijd tot tijd, schenen te willen sluiten, en die zich beurtelings bezig -hield met herhaalde ladingen snuif in zijne wijde neusgaten te stoppen, -en zijne keel met een glaasje port-wijn te bevochtigen, terwijl hij -telkens, als hij inschonk, de flesch tegen de kaars hield, om te zien, -op welke hoogte zij zich bevond, vol angst en vrees van den ledigen -bodem al te spoedig te zullen ontdekken. Aan den anderen kant zat een -man, in eenen overrok, met een pakje voor zich op tafel, die ik zeker -vooronderstelde <span class="pagenum">[<a id="pb70" href="#pb70" name= -"pb70">70</a>]</span>dat hier eene bijeenkomst bepaald had; wijl hij -zoo zorgvuldig ieder oogenblik op zijn horologie zag, en die in zijn -thee, waarin hij juist zoo veel melk schonk, als noodig was, om ze even -van kleur te doen veranderen, gedurig een stuk brood met eene hand dik -boter besmeerd sopte, welke door de aantrekkingskracht der warmte van -de thee, daarin opgelost, derzelver geheele oppervlakte met eene zoo -vette korst bedekte, dat het een lust was, om te zien.</p> -<p class="par">Drie anderen, met blaauwe buisjes en lange broeken van -dezelfde kleur, naar het uiterlijke voorkomen, matrozen, zaten achter -in de koffijkamer: het waren voornamelijk zij, die met de pijp in den -mond zich belastten, met het vertrek te parfumeren. Ieder had een glas -<i lang="en">gin</i> (<i>jenever</i>) voor zich op tafel; en zoodra dat -glas ledig was, werd de knecht gefloten, ten teeken, dat hij eenen -nieuwen voorraad moest bezorgen.</p> -<p class="par">Naast dezen zat een ander man, wiens overschot van een -brood en een half geledigd pintje aankondigde, dat hij ten halven -maaltijd was. Inderdaad, naauwelijks hadden wij plaats genomen, of de -knecht zettede eene <i lang="en">plumb-pudding</i> voor hem neder, die -nog warm scheen; de goede vriend was zoodanig verdiept in <span class= -"pagenum">[<a id="pb71" href="#pb71" name="pb71">71</a>]</span>het -lezen van de <i lang="en">Morning-Chronicle</i>, dat hij de aankomst -van het geliefde geregt nog niet gemerkt had, toen wij het koffijhuis -weder verlieten.</p> -<p class="par">Een man, met een niet gunstig voorkomen, zat alleen aan -eene andere tafel: hij gebruikte niets, maar zijne oogen vestigden zich -afwisselend op al de tafels, en twee lange ooren, welke <i>Midas</i> -zelven niet zouden ontluisterd hebben, schenen zich te spitsen, om des -te beter ieder woord, dat gesproken werd, te hooren. Ik hield hem voor -een’ dier eerlijke lieden, welke men in alle landen aantreft, en -wier beroep is, aan de deuren te luisteren, door de vensters en ramen -te zien, en hunne ooren tegen de sleutelgaten te plaatsen, en die, den -ganschen dag niets gehoord noch gezien hebbende, zich des avonds -nogtans door een fraaij verhaal verdienstelijk zoeken te maken, wanneer -zij, bij gebrek van te kunnen kwaadspreken, uit al hun vermogen -beginnen te liegen.</p> -<p class="par">Juist wilde ik de monstering over de andere tafels -vervolgen, toen ons de bestelde koffij werd gebragt. Men is, helaas! al -te genegen, zijne naasten te vergeten, wanneer het er op aankomt, aan -zich zelven te denken. Een rijkelijk gevulde suikerpot, twee kopjes, -een <span class="pagenum">[<a id="pb72" href="#pb72" name= -"pb72">72</a>]</span>zeer klein melkkannetje, slechts half vol, en eene -vervaarlijke koffijkan, die in <i>Frankrijk</i> voor acht liefhebbers -voldoende zou geweest zijn, was de stoffering van het blaadje, dat men -voor ons nederzettede. Hier valt mij de spreuk van eenen zekeren -lekkertand te binnen, dat de koffij, om goed te zijn, drie bijzondere -eigenschappen moet bezitten, te weten, klaar, sterk en heet. Terstond -ontwaarde ik, bij het inschenken, dat deze troebel en laauw was, en -mijne neusgaten zochten vergeefs den lekkeren geur op te snuiven, -welken de wasem der echte <i>mokka</i>-bonen hun aanbiedt, en waarvan -ten minste eenig spoor ook in de slechtste koffij gevonden wordt. Ik -zettede dus bevende het kopje aan den mond, om deszelfs inhoud te -proeven; maar lieve hemel! het geleek wel een apothekersdrankje, een -smaak als <i>rhabarber</i>, waaraan men met moeite eenige koffijlucht -zou ontdekt hebben, zoo men er te voren niet van onderrigt ware -geweest.</p> -<p class="par">—„Hier heeft zeker een misverstand -plaats?” zeide ik tegen mijnen vriend <i>C...</i></p> -<p class="par">—„In het geheel niet: de koffij, die hier -gedronken wordt, is nooit anders; zelfs in geheel <i>Engeland</i> zult -gij geene andere vinden: alleen, bij toeval, mogelijk wel een weinigje -heeter.<span class="pagenum">[<a id="pb73" href="#pb73" name= -"pb73">73</a>]</span>—Zult gij niet nog een kopje -drinken?”</p> -<p class="par">—„Ik zal het waarachtig wel laten! ik pas -zelfs voor dit.—Maar kan men hier ook een glas likeur krijgen, om -dezen leelijken smaak af te spoelen?”</p> -<p class="par">—„Zonder twijfel. Wilt gij <i>rum</i>, -<i>gin</i>, <i>brandij</i> of <i>whiskeij</i>?”</p> -<p class="par">—„Een oogenblikje, als het u belieft: de -twee eerste ken ik, maar wat zijn de twee laatste?”</p> -<p class="par">—„<i>Brandij</i> is Fransche brandewijn; -<i>Whiskeij</i> wordt hier voor eene soort van brandewijn gehouden uit -haver gestookt, en voornamelijk in <i>Schotland</i> -gefabriceerd.”</p> -<p class="par">—„Maar is er niets anders, dat wat lekkerder -is, te krijgen?”</p> -<p class="par">—„Ha, ha! Ik zie al, wat gij hebben moet: -iets zoets, niet waar? Hei daar, jongen, twee glazen -<i>grog</i>!”</p> -<p class="par">—„<i>Grog!</i> zie daar eene benaming, welke -mij niet veel goeds doet verwachten.—Maar wat is dan nu eigenlijk -<i>grog</i>?”</p> -<p class="par">—„Ik zal het u zeggen, zoodra gij het -geproefd hebt.”</p> -<p class="par">Nu bragt men de twee glazen <i>grog</i>: eerst proefde -ik er zeer behoedzaam van, en dronk vervolgens mijn glas met smaak -ledig; want <span class="pagenum">[<a id="pb74" href="#pb74" name= -"pb74">74</a>]</span>deze drank kwam mij zeer aangenaam voor. Mijn -vriend zeide mij nu, dat het een mengsel was van rum, water en suiker, -en ten gevalle van dezen <i>grog</i> vergat ik de slechte koffij, welke -men mij had doen drinken. <span class="pagenum">[<a id="pb75" href= -"#pb75" name="pb75">75</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch8" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e372">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">VIII.</h2> -<h2 class="main"><i>De Londensche Zondag.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">„Wat is er toch dezen nacht in <i>Londen</i> -gebeurd?” zeide ik den volgenden morgen tegen mijnen vriend -<i>C...</i>, met wien ik afgesproken had, hem ten zijnent te komen -afhalen.</p> -<p class="par">—„Wat er gebeurd is? Wel hetgeen er alle -nachten gebeurt, denk ik.—De <i>watchmen</i>, -(<i>nachtwachts</i>) die de eenige Politie te <i>Londen</i> is, hebben -zeer naauwkeurig, om het half uur, de ronde gedaan en zich doen -hooren.—Zij zullen een twintig stuks dronkaards voor dood van de -straat hebben opgeraapt en te huis gebragt: eenige jonge losbollen -zullen door de meisjes van pleizier of door zakkenrolders zich de beurs -of het horologie hebben laten ligten: de een of ander zal zich veelligt -in het bed den hals afgesneden, zich op zolder verhangen, of zich in de -<i>Theems</i> verdronken hebben: de aangekomene reizigers zullen, even -als gij, hunne welkomst te <i>Londen</i> in een onzer voornaamste -logementen betaald hebben, en eindelijk....” <span class= -"pagenum">[<a id="pb76" href="#pb76" name="pb76">76</a>]</span></p> -<p class="par">—„En eindelijk, en eindelijk—naar dit -alles vraag ik u niet. <i>Londen</i> heeft dezen morgen het voorkomen -van eene verlatene of uitgestorvene stad; men ziet niemand op de -straat, en deuren en vensters zijn gesloten: het schijnt mij toe, als -of ik mij in het paleis van <i>Morpheus</i>, den god des slaaps, -bevind; en indien ik de bierdragers en melkboeren niet, volgens -gewoonte, huis aan huis had zien gaan, zou ik zeker in den waan zijn, -dat de geheele bevolking van <i>Londen</i> dezen nacht verhuisd -was.”</p> -<p class="par">—„Gij weet dan niet, dat het heden -<span class="ex">Zondag</span> is?”</p> -<p class="par">—„Ik heb er waarlijk niet aan gedacht, doch -thans verwonder ik mij nog veel meer over deze sombere en doodsche -stilte. Is deze dag dan niet, even als bij ons, een feestdag voor het -volk, en bijzonder voor de werkzame klasse of ambachtslieden, om van -den arbeid en vermoeijenissen der afgeloopene week uit te rusten en -zich door gepaste vermaken te verpoozen?”</p> -<p class="par">—„Maar ontdoe u toch in ’s hemels naam -van uwe Fransche begrippen, en denk, dat gij in <i>Engeland</i> zijt. -Meent gij, dat men hier juist den <span class="ex">zondag</span> -afwacht, om het vermaak te hebben van zich in het een of ander -<span class="pagenum">[<a id="pb77" href="#pb77" name= -"pb77">77</a>]</span>kroegje buiten de stad te gaan bedrinken? Men -geniet hier bijna dagelijks dit genoegen, zonder door gezelschap of -eene vrolijke luim daartoe verleid te worden. De ambachtsman, die geld -op zak heeft, drinkt zich hier geheel alleen, deftig en op zijn gemak, -onder een pijpje, eenen duchtigen roes, en hij behoeft niets van het -vrolijke der Franschen in hunne bijeenkomsten, wanneer zij zich des -zondags buiten op het land met dans en spel vermaken. Eenige pinten -biers, eenige glazen <i>gin</i> zijn hem meer waardig dan alle -vreugden, die <i>Frankrijk</i> kan opleveren.<span class="corr" id= -"xd21e2258" title="Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">—„Maar eindelijk, wat doet men toch zondags -te <i>Londen</i>?”</p> -<p class="par">—„Men gaat ter kerke, men leest in huis den -bijbel, en bij goed weer wandelt men.—Willen wij eens in eene -kerk gaan? Gij kunt dan zien, hoe vol het daar is.”</p> -<p class="par">—„Zeer gaarne.”</p> -<p class="par">—„Maar ik waarschouw u vooraf, dat wij tot -het einde toe moeten blijven; want gingen wij vroeger heen, dan zouden -wij der geheele vergadering eene groote ergernis geven. Daarenboven -zult gij eenige onzer predikanten hooren, en over hunne gaven kunnen -oordelen.<span class="corr" id="xd21e2273" title= -"Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">—„Zeer bezwaarlijk zal ik over hen kunnen -<span class="pagenum">[<a id="pb78" href="#pb78" name= -"pb78">78</a>]</span>beslissen; want ik ben niet eigen genoeg met de -Engelsche taal, om te durven hopen, de geheele preek te kunnen -verstaan: doch hoe het ook zij, ik ben tot uwen dienst.<span class= -"corr" id="xd21e2280" title="Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">Nu kwamen wij aan twee kerken te vergeefs; want wij -konden er niet binnen komen. Zij waren namelijk dermate opgepropt, dat -het volk op de trappen, ja zelfs op de straat stond. Eindelijk konden -wij in eene derde, alhoewel niet zonder eenige moeite, een plaatsje -vinden. Ik beken, dat ik verwonderd, ja zelfs met eene soort van -heiligen eerbied doordrongen was, toen ik de orde, de plegtige stilte -en de verhevene aandacht, die onder deze menigte heerschten, met -oplettendheid beschouwde. De dienst was reeds begonnen, toen wij in de -kerk kwamen, en wij veroorzaakten, door ons te plaatsen, eene kleine -beweging. Niemand echter scheen ons op te merken, en noch de harten -noch de oogen der hoorderen verlieten hunne bezigheid, om zich met ons -te bemoeijen. Men zag daar geenszins, als in sommige andere landen, -jonge lieden door de kerk wandelen, om hunne kennissen op te sporen, -noch vrouwen, welker oogen hare tong vervingen, en die, door lonken, -met hare vrienden eene zeer verstaanbare taal spraken; veel minder nog -dat slag van lieden, die met elkander in <span class="pagenum">[<a id= -"pb79" href="#pb79" name="pb79">79</a>]</span>de kerk de -pleizierpartijtjes beramen, welke zij, bij het uitgaan, denken te -nemen. De aandacht, aan den godsdienst verschuldigd, werd hier niet -ieder oogenblik afgebroken, dan eens door eene stoelenzetster, die om -betaling vraagt, dan weder door twee of drie <i>collectanten</i>, die -met hunne zakjes voor de armen, en bijzonder voor het onderhoud van -kerk en predikant, door de kerk ronddwalen, en allerminst door eenen of -anderen kerkdienaar, die gewijd brood ronddeelt, hetwelk de kinderen -elkander met geweld trachten te ontnemen, en dus der algemeene aandacht -storenis toebrengen. Geen voorwerp, hoe genaamd, hindert u, en ieder -schijnt zich geheel alleen met den dienst van dien God bezig te houden, -in wiens tempel hij zich bevindt. Het scheen nogtans, dat de getrouwe, -in deze heilige plaats vergaderde, geloovigen <i>gepredestineerd</i> -waren, om dezen dag eene onwillekeurige verstrooijing te ondergaan.</p> -<p class="par">Een lompe Engelschman, zoo lang als hij breed was, met -eene ronde ongepoeijerde krulpruik en eenen vervaarlijk grooten -driekanten hoed, trad, vergezeld van twee vrouwen, te gelijk met ons in -de kerk. Volgens het gebruik nam hij, bij het inkomen, den hoed af; -doch het zij de pruik te wijd voor zijn hoofd, of de <span class= -"pagenum">[<a id="pb80" href="#pb80" name="pb80">80</a>]</span>hoed te -naauw voor de pruik was, ten minste de pruik wilde hardnekkig den hoed -blijven vergezellen, en mijn goede Engelschman liet door de gevolgen -der volgzucht van de noodlottige pruik een ronden kop te voorschijn -komen, op welks platten grond ook het meest vergrootende glas niet in -staat zou geweest zijn, een enkel haartje te ontdekken. Weinige -personen echter bemerkten dit ongeval; wijl de lijder met eene -vaardigheid, waartoe ik hem, van wege zijn lomp uiterlijk voorkomen, -nimmer bekwaam zou geacht hebben, de pruik weder had opgeraapt en zijne -vorige stelling doen hernemen. Doch deze knaphandigheid was oorzaak van -eene nog grootere ramp. In zijne overhaasting had hij de ongelukkige -pruik het achterste voren opgezet, en zich in dezen opschik in eene -bank, naast de onze, geplaatst hebbende, leverde hij het koddigste -figuur op, dat men zich immer kan verbeelden. Ik voor mij ten minste -had de grootste moeite, om mijne lachspieren te bedwingen, en oordeelde -de spreuk hier zeer toepasselijk: <i lang="la">risum teneatis -amici</i>!</p> -<p class="par">Natuurlijk moest deze nootlottige, in eene verkeerde -rigting geplaatste pruik de aandacht van de geheele vergadering tot -zich trekken. De oude matronen rimpelden hare wenkbraauwen <span class= -"pagenum">[<a id="pb81" href="#pb81" name="pb81">81</a>]</span>op, de -jonge kleuters beten zich op de lippen, de bejaarde mannen glimlachten, -en de jonge lieden fluisterden elkander in het oor; in een woord, aller -oogen waren op hem gevestigd, en de predikant zelf scheen, daar de -ongelukkige pruikdrager vlak over den preekstoel zat, en dus juist -onder zijn gezigt viel, in twijfel, of hij het pas aangevangen sermoen -zou vervolgen of afbreken. Eindelijk waarschouwde hem eene der vrouwen, -die hem vergezelde, zeer liefderijk wegens zijne misvatting, en toen -nam hij, zonder zich eenigzins te ontstellen, met eene deftige houding -nogmaals de ergerniswekkende pruik van het hoofd, hield dezelve op -zijnen linker vuist, beschouwde haar zeer bedaard, om niet weder in den -vorigen misslag te vervallen; en nadat hij dezelve vervolgens in de -juiste rigting, welke eener fatsoenlijke pruik betaamt, op den, van -haar ontblooten, levenden kapstok geplaatst had, nam de geheele -ergernis en opschudding een einde, en de predikant vervolgde zijne -begonnen taak. De predikatie duurde bijna een uur, maar kwam mij veel -langer voor, dewijl ik slechts hier en daar eenige zinsneden kon -verstaan. De redenaar had de uitgeschrevene preek in zijne hand, en -scheen veel meer te lezen, dan te preken, hetgeen mij voorkwam -<span class="pagenum">[<a id="pb82" href="#pb82" name= -"pb82">82</a>]</span>minder indruk op de toehoorders te maken, dewijl -het bloote lezen nimmer der gemoederen die gewaarwording kan -inboezemen, welke eene, met kracht gehoudene, redevoering kan te weeg -brengen.</p> -<p class="par">„Om op éénen dag mijn oordeel over -de Engelsche welsprekendheid en wijze van opzeggen te kunnen -vellen;<span class="corr" id="xd21e2308" title= -"Niet in bron">”</span> zeide ik tegen mijnen vriend bij het -uitgaan van de kerk; <span class="corr" id="xd21e2311" title= -"Niet in bron">„</span>wil ik dezen avond nog naar den schouwburg -gaan.”</p> -<p class="par">—„Naar den schouwburg? Zondags wordt er -nooit gespeeld. Ik heb het u immers reeds gezegd; de geheele Londensche -zondag bestaat in deze twee woorden: <i>kerk en bijbel</i>! -uitgezonderd echter de aangename verstrooijing, welke eenige in -eenzaamheid genotene pinten biers den gretigen drinker kunnen -verschaffen.—De kinderen zelve mogen van daag niet spelen, en gij -zult er heden geen een op straat zien knikkeren of tollen, of buiten -eenen vlieger oplaten.<span class="corr" id="xd21e2319" title= -"Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">—„Dan zal ik mijnen avond besteden met aan -mevrouw B * * * een bezoek te geven. Ik heb haar eenen brief te -overhandigen van haren zoon, die zich te <i>Parijs</i> -bevindt.”</p> -<p class="par">—„Zoo als gij wilt; maar dit is immers regt -op zijn Fransch!”</p> -<p class="par">—„Hoe, wat meent gij?” <span class= -"pagenum">[<a id="pb83" href="#pb83" name="pb83">83</a>]</span></p> -<p class="par">—„In het algemeen legt men hier nimmer des -avonds bezoeken af, ten minste, zoo men niet verzocht is, of verwacht -wordt; of het moest al bij zeer goede vrienden zijn. Maar op eenen -zondagavond—dit zou nog tienmaal erger wezen. Ieder blijft ten -zijnent, in den schoot van zijn gezin en in die bekoorlijke -werkeloosheid—in dat <i lang="it">dolce far niente</i>, hetwelk -het grootste geluk aan eenen anderen nabuur van het Fransche rijk -oplevert. Slechts in eenige huizen, welke meer op goeden smaak, dan op -orde en geregeldheid mogen roemen, waagt men het, op zondagavond -gezelschap te ontvangen, en dan nog bepaalt zich het geheele vermaak -van dien avond in een weinig muzijk. Eindelijk, om u te bewijzen, met -welk eene gestrengheid men hier den zondag eert, zal ik u eenvoudig -zeggen, dat zelfs de bakkers hunne werkzaamheden moeten staken. Indien -gij derhalve een liefhebber van versch brood zijt, zult gij u van daag -met geduld tot het vasten dienen voor te bereiden.<span class="corr" -id="xd21e2337" title="Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">—„Laat ons gaan, mijne partij is gekozen, ik -zal mij in huis opsluiten, en, om dezen avond stichtelijk te vieren, -hem doorbrengen met eenige brieven naar <i>Parijs</i> te -schrijven.”</p> -<p class="par">—„Wilt gij heden avond het Vondelingshuis -<span class="pagenum">[<a id="pb84" href="#pb84" name= -"pb84">84</a>]</span>met mij gaan bezoeken? Gij zult daar eenen -uitstekenden predikant aantreffen.”</p> -<p class="par">—„Hartelijk dank! De beste zaken der wereld -verliezen hare waarde, als men er te veel gebruik van maakt.” -<span class="pagenum">[<a id="pb85" href="#pb85" name= -"pb85">85</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch9" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e381">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">IX.</h2> -<h2 class="main"><i>De Brand.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">„Brand! Brand! Brand!” was de -verschrikkelijke noodkreet, die mij des zondags nachts, omstreeks -twaalf ure, uit het bed dreef, waar ik mij kort te voren had in -gevleid. In de grootste haast trok ik mijnen nachtrok aan, en vloog -naar mijne voorkamer, die op straat uitzag. Terstond opende ik een -venster, en zag de vlammen uit de schuiframen slaan van het naast -belendende huis. Reeds was de eigenaar van het huis aan onze andere -zijde, alhoewel minder van den brand hebbende te vreezen, dan wij, druk -bezig met zijn huisraad en goederen te bergen: ik kon dus geenszins de -gerustheid begrijpen, welke in dat huis heerschte, waarvan ik een -gedeelte bewoonde. Die goede menschen slapen, dacht ik, of zij kennen -het versje niet:</p> -<div class="lgouter xd21e2361"> -<p lang="la" class="line">Tunc tua res agitur, paries cum proximus -ardet.</p> -</div> -<div class="lgouter xd21e2361"> -<p class="line">Wanneer het huis uws buurmans brandt,</p> -<p class="line">Dan is uw’ schade voor de hand.</p> -</div> -<p><span class="pagenum">[<a id="pb86" href="#pb86" name= -"pb86">86</a>]</span></p> -<p class="par">Dezer spreuk getrouw, begon ik alarm te blazen, en deed -de twee schellen, welke mijne kamers versierden, de een na de ander, -hare ware bestemming gevoelen.</p> -<p class="par">Welhaast kwam mijne gastvrouw (eene goede sloof, die -alle dagen mijn bed maakte, zonder er immer, mijnenwege, de waarde voor -te ontvangen) op het hevige geschel aangevlogen, en vroeg zeer bedaard, -<span class="corr" id="xd21e2374" title= -"Niet in bron">„</span>wat belieft u, mijnheer?”</p> -<p class="par">—„Wat mij belieft? u waarschouwen voor het -gevaar, dat wij loopen. Ziet gij dan niet, dat het huis hier naast in -brand staat?”</p> -<p class="par">—„o Ja! wij weten het: mijn man en ik waren -nog niet te bed, ik kwam er u juist van verwittigen en u tevens raden, -uw goed in uwen koffer te pakken; want ligtelijk zou de brand tot dit -huis kunnen overslaan. Ja, somtijds kunnen er wel twee, drie, vier -huizen verbranden, eer men de vlam kan blusschen.<span class="corr" id= -"xd21e2381" title="Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">—„Maar hoe kunt gij zoo bedaard en gerust -zijn?<span class="corr" id="xd21e2386" title= -"Niet in bron">”</span> zeide ik tegen haar, terwijl ik mijn -goedje bij elkander zocht; <span class="corr" id="xd21e2389" title= -"Niet in bron">„</span>en waarom maakt gij zelve geen gebruik van -den raad, dien gij mij gegeven hebt?”</p> -<p class="par">—„O! wij hebben niets te vreezen; ons huis -is <i>geassureerd</i>: onder uw venster kunt het teeken zien, dat zulks -aanduidt. Ik kan <span class="pagenum">[<a id="pb87" href="#pb87" name= -"pb87">87</a>]</span>er dus niets bij verliezen, ook is het reeds zeer -oud; en brandt het al af, welnu, het zal mij, tot eenen penning toe, -vergoed worden.”</p> -<p class="par">—„Zeer wel, wat het huis betreft; maar uwe -meubelen?”</p> -<p class="par">—„Zijn ook <i>geassureerd</i>; ik heb dus in -het minste niet te vreezen. Slechts heb ik een klein pakje linnengoed -klaar gemaakt, waarmede wij ons, in den uitersten nood, kunnen -redden.”</p> -<p class="par">—„<i>Assureert</i> men hier te <i>Londen</i> -dan alles?”</p> -<p class="par">—„O ja, zelfs het leven. Gij kunt u voor -zestig, zeventig of tachtig jaren doen <i>assureren</i>: komt gij voor -den bij de <i>assurantie</i> bepaalden tijd te sterven, dan betaalt men -het verschuldigde, volgens akkoord, aan uwe erfgenamen.”</p> -<p class="par">—„Allerliefst! Dan zullen de vrouwen ook -zonder twijfel <i>assurantie</i> kunnen nemen op dezelfde gezondheid, -dezelfde liefde en dezelfde toegevendheid van hare mannen, welke de -eerste huwelijksmaand, bij u de <i>honigmaand</i> genoemd, in het -algemeen kenschetsen?”</p> -<p class="par">—„De <i>assuradeurs</i> hebben deze -onderneming nog niet durven wagen: zij zouden al te veel gevaar -loopen.”</p> -<p class="par">—„Alles hangt af van den prijs, waarvoor -<span class="pagenum">[<a id="pb88" href="#pb88" name= -"pb88">88</a>]</span>men overeenkomt. Betaalt men de <i>assuranties</i> -hier nog al hoog?”</p> -<p class="par">—„O neen! Men geeft nog niet eens ten volle -een half ten honderd.”</p> -<p class="par">Gedurende dit onderhoud had ik, met deze goede vrouw, -mijnen koffer en reiszak gepakt: met de grootste bedaard- en -koelbloedigheid had zij mij in deze bezigheid geholpen. Daar ik nu -tamelijk gerust kon zijn, begaf ik mij aan het raam, en zag nog maar -eene brandspuit; doch op hetzelfde oogenblik kwam er eene tweede.</p> -<p class="par">„De twee eersten,<span class="corr" id="xd21e2449" -title="Niet in bron">”</span> zeide zij, <span class="corr" id= -"xd21e2452" title="Niet in bron">„</span>komen altijd spoedig; -want de voorste krijgt eene premie van dertig en de volgende eene van -twintig schellingen.”</p> -<p class="par">Intusschen kwamen kort daarna nog verscheidene andere -spuiten. Zij konden overvloedig en zeer gemakkelijk water pompen; want -door al de straten der stad loopen buizen of pijpen, ter aanvoering van -hetzelve; en voor eene guinie jaarlijks, heeft de eigenaar in zijn huis -eene kraan, welke hem ten vollen van water voorziet. De gansche stad -langs ziet men steenen, waarin een gat geboord is, in hetwelk men, met -den daartoe geschikten sleutel eene kraan omdraaijende, het water ten -naastenbij zes duim hoog kan doen springen. <span class= -"pagenum">[<a id="pb89" href="#pb89" name="pb89">89</a>]</span>Des -zomers bedient men er zich van, om de straten te bevochtigen, en des -winters, om ze schoon te maken, en, ingeval van brand, voor de -spuiten.</p> -<p class="par">„Het komt mij intusschen voor,<span class="corr" -id="xd21e2462" title="Niet in bron">”</span> zeide ik, -<span class="corr" id="xd21e2465" title= -"Niet in bron">„</span>dat de spuitgasten meer pogingen -aanwenden, om de belendende huizen te beveiligen, dan om het vuur van -het in brand staande te blusschen.”</p> -<p class="par">—„Natuurlijk!<span class="corr" id= -"xd21e2470" title="Niet in bron">”</span> antwoordde mijne -waardin; <span class="corr" id="xd21e2473" title= -"Niet in bron">„</span>het is ook schier onmogelijk, een huis te -redden, dat eenmaal heeft vuur gevat; dewijl de brand meestal te ver -gevorderd is, eer men hulp kan toebrengen. Ook zijn onze meeste muren -slechts twee steenen dik, en de voornaamste bouwstof der huizen bestaat -uit houtwerk.”</p> -<p class="par">—„Zoo! En is er dikwijls brand te -<i>Londen</i>?”</p> -<p class="par">—„Door elkander geslagen rekent men, dat er -iederen dag een huis afbrandt.”</p> -<p class="par">—„Maar op dezer wijze moeten de -brand<i>assuradeurs</i> zich in den grond boren.”</p> -<p class="par">—„In het geheel niet. Zij worden rijk, en in -plaats, dat de brand hun nadeel doet, vermeerdert hij hun -fortuin.”</p> -<p class="par">—„Dit is eene wonderspreuk, die ik niet -versta, en die mij moeijelijk te bewijzen schijnt.” <span class= -"pagenum">[<a id="pb90" href="#pb90" name="pb90">90</a>]</span></p> -<p class="par">—„Ik zal het u begrijpelijk maken. De vrees -en de menigvuldige voorbeelden vermeerderen dagelijks het getal -dergenen, welke hunne huizen doen verzekeren. Ik wed, dat gij morgen -vroeg al de eigenaars van huizen in deze straat, die deze voorzorg nog -niet genomen hebben, met drift naar het <i>assurantie</i>kantoor zult -zien loopen, en ik verzeker u, dat onze buurman, dien gij daar zoo druk -ziet dragen en slepen, in dat geval de laatste niet zal -zijn.”</p> -<p class="par">Op dit oogenblik stortte het dak van het brandende huis -in, en de vlam scheen hare woede te verdubbelen.</p> -<p class="par">„Hemel, als er slechts niemand van het huisgezin -is omgekomen!” riep ik uit.</p> -<p class="par">„Neen!<span class="corr" id="xd21e2505" title= -"Niet in bron">”</span> zeide zij. <span class="corr" id= -"xd21e2508" title="Niet in bron">„</span>Ziet gij daar in die -straat, vlak tegenover den brand, dien man niet in den bruinen overrok, -met de armen over elkander tegen den muur leunen? Deze is de eigenaar: -zijne vrouw, meid en drie kinderen zijn bij hem; en zij waren de eenige -bewoners van het huis.”</p> -<p class="par">—„Ik kan dus de moeite wel sparen van u te -vragen, of het huis <i>geassureerd</i> was: hunne geruste houding en -bedaardheid zijn er mij borg voor. Deze man brengt mij intusschen eenen -ouden wijsgeer te binnen, die, <span class="pagenum">[<a id="pb91" -href="#pb91" name="pb91">91</a>]</span>zijn huis ziende branden, zich -koelbloedig met de grootste tegenwoordigheid van geest aan den -brandenden afval warmde; dewijl, zoo als hij zich uitdrukte, dit het -laatste nut was, dat hij er van kon trekken.<span class="corr" id= -"xd21e2518" title="Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">Toen eindelijk de spuitgasten verklaarden, dat zij het -vuur meester waren, dat het gevaar voorbij was, en zij tevens voor de -naburige huizen instonden, keerde mijne goede vrouw naar hare -slaapkamer terug. Wat mij betrof, daar ik in hare zorgeloosheid niet -konde deelen, bleef ik nog tot drie uren op, en ging niet te bed, voor -dat ik mij door het vertrek der spuiten ten volle verzekerd hield, dat -er volstrekt geen gevaar meer te duchten was.</p> -<p class="par">—„Het is, ja, eene schoone zaak, zulke -brand-<i>assurantien</i>; dacht ik bij mij zelve, toen ik mij weder te -bed begaf; doch zij kunnen tevens veel aanleiding tot ongelukken geven, -door de eigenaars der aldus verzekerde huizen al te zorgeloos te maken, -en hen de noodige behoedzaamheid tegen de gevolgen van het vuur te doen -verzuimen. Ja, zou zelfs de een of andere deugeniet zijn huis, zijne -koopwaren en zijnen inboedel niet ver boven de waarde kunnen doen -<i>assureren</i>, en vervolgens zelf den brand er in steken, om dus, op -de <span class="pagenum">[<a id="pb92" href="#pb92" name= -"pb92">92</a>]</span>schandelijkste wijze, een onregtvaardig voordeel -te bejagen?”</p> -<p class="par">Deze aanmerking deelde ik, den anderen morgen, mijner -gastvrouw mede, en zij gaf mij ten antwoord, dat eensdeels op deze -misdaad de dood stond, ja, dat er voor achtien maanden nog een zeker -persoon, die zich hieraan schuldig had gemaakt, was opgehangen; en ten -andere, dat de brand-societeit, alvorens <i>assurantie</i> te geven, -huis, goederen en inboedel deed waarderen, en het regt had, om telkens, -wanneer het haar goed dacht, deze schatting te doen herhalen.</p> -<p class="par">Dit antwoord voldeed mij slechts ten halve; want daags -na de schatting, dacht ik, kan men immers het beste en voornaamste -gedeelte der goederen en meubelen aan kant maken; in een woord, geene -waardering, hoe hoog ook aangeslagen, zou mij die verregaande -onverschilligheid kunnen inboezemen, welke ik bij de Engelsche, wier -bezittingen <i>geassureerd</i> waren, opmerkte.</p> -<p class="par">Het moet dus wel waar zijn, dat het goede op dit -ondermaansche altijd door het kwade vergezeld wordt. <span class= -"pagenum">[<a id="pb93" href="#pb93" name="pb93">93</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch10" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e390">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">X.</h2> -<h2 class="main"><i>De Schellen.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">„Kent gij het <i>Schellen-Eiland</i>?” -zeide ik, op zekeren dag, tegen mijnen vriend, terwijl wij zamen door -de stad wandelden.</p> -<p class="par">—„Neen! Of bedoelt gij, met opzigt tot de -schellen, een eiland, even als het <i>Eiland der Lantaarnen</i>, waar -de vrolijke <i>Panurge</i> zijn leven reddede.”</p> -<p class="par">—„Juist! Het <i>Schellen-Eiland</i> is een -oud, afgesleten en reeds sedert lang vergeten zangspel, doch welks -titel <i>Londen</i> mij herinnerd heeft; want de titel-alleen is alles, -wat ik van die <i>Opera</i> weet. Deze stad mag waarlijk wel de -<i>Schellen-Stad</i> genoemd worden; en de reden, dat men de schellen -niet aan de deuren vindt, is buiten twijfel, wijl zij zich met eene -wandeling door de stad vermaken.”</p> -<p class="par">—„Neen, het is, omdat de meeste Londensche -uitventers, niet tevreden met u de ooren door hun vreesselijk -geschreeuw te verdooven, er, ten overvloede, nog eene schel bijvoegen, -ten einde des te beter de algemeene opmerking tot zich te trekken, en -dus doende <span class="pagenum">[<a id="pb94" href="#pb94" name= -"pb94">94</a>]</span>hunne koopmanschappen aan den man te -brengen.—Dit kind, dat gij daar ziet met die groote toegedekte -mand op het hoofd, waarvan het evenwigt door de toppen zijner linker -vingeren wordt bewaard, terwijl hij met de regterhand eene groote schel -doet klinken, en welks piepende stem en schelle toonen u het -trommelvlies schijnen te zullen breken, verkoopt, bij voorbeeld, -koekjes, om in de thee te doopen, welke de Engelschen na den maaltijd -nuttigen. Gindsche vrouw, die met moeite dien grooten, met een oud -vloerkleed bedekten, kruiwagen voortstuwt, waaraan eene soort van klok -is vastgehecht, is eene appelenverkoopster. Deze man, die, -niettegenstaande hij aan iederen arm eenen zwaren korf heeft hangen, -nogtans zijne schel kan doen klinken, is een koopman in taartjes en -pastijtjes.—Die andere, die op zijde van dat, met twee oude -knollen bespannen, karretje, zijn klokje doet hooren, is de vuilnisman; -want te <i>Londen</i> smijt men het vuilnis niet, zoo als te -<i>Parijs</i>, op de straat, maar men legt het hier of daar in huis in -eenen hoek neder, en men ontdoet er zich van, als men door het zoo even -vermelde klokkenspel de nadering van het voertuig ontwaart, dat met de -wegruiming van hetzelve belast is. Let <span class="pagenum">[<a id= -"pb95" href="#pb95" name="pb95">95</a>]</span>slechts eens op! ziedaar -juist eene meid; die hem eenen korf vol overgeeft, welken hij in zijn -karretje ledigt.”</p> -<p class="par">—„En wat zijn dat voor twee menschen, welker -hoeden rondom met papieren behangen zijn, waarop, naar het mij -voorkomt, groote geschrevene letters staan, en die beurtelings eenige -onverstaanbare woorden brullen, en dan wederom op eenen koehoren -blazen, welk geluid nog tienmaal erger is, dan al het geklank der -schellen?”</p> -<p class="par">—„Het zijn liedjeszangers en uitventers van -nieuwstijdingen. Met groote letters schrijven zij op de papieren, welke -hunne hoeden bedekken, den korten inhoud van het nieuws, hetwelk hunne -tijdingen bevatten, ten einde, langs dezen weg, hunne waar, naar hunne -meening, des te beter te slijten. Zoodra de avond valt, hebben zij eene -brandende toorts, om het opschrift op hun hoofd te verlichten. Ook -liegen zij even zoo onbeschaamd als uwe uitventers van nieuwstijdingen -te <i>Parijs</i>, en verhalen zeer omstandig en op eenen verzekerenden -toon gebeurtenissen en voorvallen, welke men zeer verwonderd is in het -geheele blad niet te kunnen vinden, hetwelk zij den nieuwsgierigen nog -wel voor eenen schelling (vier en twintig stuivers Fransch) in de hand -stoppen, <span class="pagenum">[<a id="pb96" href="#pb96" name= -"pb96">96</a>]</span>daar men het aan het expeditie-kantoor zelve voor -zeven <i>pences</i>, of veertien stuivers, kan bekomen.”</p> -<p class="par"><span class="corr" id="xd21e2604" title= -"Niet in bron">—</span>„Nog al een schelletje! Wat is dat -nu weder voor eene figuur met zijnen rooden rok, die in de eene hand, -naar het schijnt, eenen ledigen zak heeft, en met de andere op de maat -klinkt, en wel op eene geheel andere wijze dan zijne kameraden, de -overige kooplieden?<span class="corr" id="xd21e2607" title= -"Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">—„Dat is geen koopman, maar een, die brieven -aanneemt, om ze op den post te bestellen. Door dat geluid geeft hij -zijne nabijheid te kennen, en tegen betaling van eene <i>pence</i> voor -iederen brief, belast hij zich voor den post met alle, welke men hem -ter hand wil stellen.”</p> -<p class="par">—„Hij zal dus niet veel fortuin maken: er -zijn hier immers eene menigte van brievekassen, aan welke men, daar het -niets kost, buiten twijfel de voorkeur zal geven.”</p> -<p class="par">—„Dit is zoo; maar de brievekassen zijn niet -langer open, dan tot des avonds te vijf ure, en van vijven tot zessen -doen de bestellers hunne ronde. Indien gij zelfs na zessen nog eenen -brief hebt, waar haast bij is, kunt gij hem tot zeven ure toe nog op -het postkantoor kwijt worden, en tegen betaling van <span class= -"pagenum">[<a id="pb97" href="#pb97" name="pb97">97</a>]</span>zes -<i>pences</i> voor iederen brief, worden zij nog in het maal gesloten. -O mijn vriend! <i>Londen</i> is eene heerlijke stad! Alles is daar -berekend, om—<span class="corr" id="xd21e2628" title= -"Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">—„om geld te winnen!<span class="corr" id= -"xd21e2633" title="Niet in bron">”</span> <span class= -"pagenum">[<a id="pb98" href="#pb98" name="pb98">98</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch11" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e400">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">XI.</h2> -<h2 class="main"><i>De Schouwburg.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">Ons onderhoud over de schellen bragt ons bij den -schouwburg van <i>Covent-Garden</i>, waar wij dezen avond een -vertooning van <i>Beverleij</i>, in het Engelsch den <i>Speler</i> -genaamd, zouden bijwonen.</p> -<p class="par">„Waar zullen wij onze plaats nemen?” vroeg -mijn vriend <i>C.</i></p> -<p class="par">„—Mijne plaats is bij verkiezing altijd in -het orchest: men kan daar volmaakt goed hooren, en heeft tevens een -uitmuntend gezigt op het tooneel en op de aanschouwers.”</p> -<p class="par">„—Er is geen orchest in de Engelsche -schouwburgen. Slechts een <i>parterre</i> of <i>bak</i>. Hetgeen men -hier het orchest noemt, is, bij uitsluiting, geheel alleen voor de -muzijkanten geschikt; en hoe vol het ook zijn moge, nimmer doet men -deze heeren, zoo als te <i>Parijs</i> meermaals geschiedt, hunne plaats -verlaten: het publiek zou zulks volstrekt niet dulden.<span class= -"corr" id="xd21e2672" title="Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">„—Laat ons dan in den bak gaan zitten, -<span class="pagenum">[<a id="pb99" href="#pb99" name= -"pb99">99</a>]</span>mids wij er geen al te slecht gezelschap -aantreffen.<span class="corr" id="xd21e2679" title= -"Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">„—Slecht gezelschap in den bak? Wees -daarvoor niet bang. Tegen drie en een’ halven schelling de -plaats, behoeft men niet te vreezen, Jan Rap en zijnen maat te zullen -ontmoeten; dat volkje bezet de galerijen. Derhalve in den bak, mijn -vriend, ten minste,<span class="corr" id="xd21e2684" title= -"Niet in bron">”</span> voegde hij er schertsende bij, -<span class="corr" id="xd21e2687" title= -"Niet in bron">„</span>zoo gij, na eenige oogenblikken, niet van -besluit veranderd zijt?”</p> -<p class="par">Tot aan het tooneel genaderd, zagen wij eene menigte van -wel omtrent drie honderd personen, zoo mannen als vrouwen, allen zeer -wel gekleed, die zich onderling duwden en stootten, en bij afwisseling -verdrongen, even als de baren van eene verbolgene zee. Uit het midden -van deze zoo zaamgepakte menigte hoorde men somwijlen een half gesmoord -geluid; want die zich eenmaal in dezen drom bevindt, kan er zich met -geene mogelijkheid weder uitredden.</p> -<p class="par">„<span class="corr" id="xd21e2694" title= -"Niet in bron">—</span>Wat beteekent deze oploop?” vroeg ik -mijnen vriend.</p> -<p class="par">„—Het zijn de vaste klanten van den bak. -Dezen drom moeten wij met handen en voeten, zoo goed wij kunnen, -trachten door te boren: komaan, dat gaat u voor! pas slechts op uw -horologie en op uwe goudbeurs: <span class="pagenum">[<a id="pb100" -href="#pb100" name="pb100">100</a>]</span>de Londensche zakkenrolders -geven den Parijschen niets toe. Laat ons ten minste ons best doen, om -dit vermaak niet duurder, dan met eenen gescheurden rok, te -betalen.”</p> -<p class="par">„—Een oogenblik, als het u belieft. Moet men -ook zoo dringen, om in de <i>loges</i> te komen?”</p> -<p class="par">„—Geenszins, want men betaalt daar -<span class="ex">zeven</span> schellingen, en buitendien zijn de meeste -plaatsen daar reeds besproken.”</p> -<p class="par">„—Laat ons dan liever in eene <i>loge</i> -gaan.—Maar waarom houdt de politie geen beter toevoorzigt? een -dozijn soldaten zou voldoende zijn, om de orde te bewaren, en men -kon.....”</p> -<p class="par">„—Politie! Soldaten!—Altijd en eeuwig -Fransche denkbeelden en begrippen!—Vergeet gij dan, dat gij in -een vrij land zijt? Twintig personen mogen in dit gedrang versmoord -worden; doch zoo zich slechts een soldaat liet zien, zou men hem zeker -steenigen.<span class="corr" id="xd21e2719" title= -"Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">„—Dus bestaat de Engelsche vrijheid -gedeeltelijk in het voorregt, om zich plat te laten -drukken?<span class="corr" id="xd21e2724" title= -"Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">„—Maar men heeft immers de vrijheid, om er -zich niet aan bloot te stellen, en niet in den schouwburg te gaan, of, -zoo als wij zullen doen, in de <i>loge</i> plaats te nemen.” -<span class="pagenum">[<a id="pb101" href="#pb101" name= -"pb101">101</a>]</span></p> -<p class="par">Nu kwamen wij door eene andere deur aan den ingang der -<i>loges</i>. Bij het inkomen der zaal werden, in eene soort van een -voorportaal, de kaartjes uitgegeven.—De kaartjes! ziedaar al -wederom eene Fransche benaming!—Het waren geene kaartjes, maar -ronde koperen stukjes, ter grootte van eenen stuiver, waarmede men -bewijst, dat men het regt gekocht heeft, om de vertooning bij te wonen. -Zoodra men derhalve voor zeven schellingen wettige bezitter van dit -stukje koper is geworden, geeft men het aan een’ der -<i>suppoosten</i>, en alsdan kan men gaan zitten, waar men wil; want al -de <i>loges</i> zijn van denzelfden prijs, en eene verdieping hooger of -lager maakt hier geen onderscheid.</p> -<p class="par">Alle <i>loges</i> op den eersten omgang waren reeds -bezet; wij moesten dus ons fortuin eene verdieping hooger beproeven, -waar de voorste banken insgelijks alle verhuurd waren; want dit -voorregt heeft men in de Londensche schouwburgen, dat men geenszins -verpligt is, om eene geheele <i>loge</i> af te huren: men kan er zoo -vele en weinige plaatsen in bespreken, als men verkiest; doch men kan -zich tevens van de besprokene plaatsen niet langer verzekerd houden, -dan tot het einde van het eerste bedrijf: alsdan geldt de spreuk: -<i>die het eerst <span class="pagenum">[<a id="pb102" href="#pb102" -name="pb102">102</a>]</span>komt, die het eerst maalt</i>! en zij, die -ze besproken hebben en te laat komen, moeten, in dat geval, gaan -zitten, waar zij het best kunnen. Het uitwendige van den schouwburg had -mij juist geen zeer gunstig denkbeeld van denzelven gegeven. Het is een -groot en eenvoudig van tigchelsteen opgehaald gebouw, waaraan men geen -den minsten luister of pracht kan bespeuren, in een woord, ten -naastenbij gelijk aan al de overige huizen van <i>Londen</i>: het -eenige verschil bestaat in deszelfs hoogte en meerdere grootte. Ik werd -dus niet onaangenaam verrast, toen ik het inwendige even zoo bevallig -vond, als mij het uitwendige onbehagelijk was voorgekomen. De -<i>loges</i> zijn alle rood geschilderd en fraai afgezet met vergulde -randen en lijsten. Het schilderwerk is altijd levendig en frisch, omdat -het zeer dikwijls wordt opgehaald. Ook hangen er geene kroonen in het -midden van de zaal; maar tusschen iedere <i>loge</i> eene sierlijk -bewerkte kristallen <i>branche</i> met vier waskaarsen, hetwelk aan de -Engelsche vrouwen een voorregt verschaft, dat de Fransche in onze -schouwburgen, helaas! moeten ontberen, het voorregt namelijk van zeer -duidelijk gezien en opgemerkt te kunnen worden. Beneden is alles bak. -De hoogte der zaal is verdeeld in vijf galerijen of rangen, -<span class="pagenum">[<a id="pb103" href="#pb103" name= -"pb103">103</a>]</span>men heeft er geene <i>loges</i> in de kolommen -zelve, noch op zijde van het orchest aan het tooneel, ook niet in het -midden tegenover de vertooners, even min als getraliede <i>loges</i>, -die echter zoo gemakkelijk en aangenaam voor eene zekere soort van -liefhebbers zijn.</p> -<p class="par">Ik zocht de galerijen, waarvan mijn vriend <i>C...</i> -gesproken had, maar ik ontdekte ze niet.</p> -<p class="par">„Men geeft dezen naam,<span class="corr" id= -"xd21e2785" title="Niet in bron">”</span> zeide hij, <span class= -"corr" id="xd21e2788" title="Niet in bron">„</span>aan dat -gedeelte van de vierde en vijfde rij <i>loges</i>, dat vlak tegenover -het tooneel is, en aan hetgeen wij in <i>Frankrijk</i> het -<i>amphitheatre</i> of <i>paradijs</i> noemen. De prijs der plaatsen is -op den vierden rang, de eerste galerij genaamd, twee schellingen, en op -den vijfden, of de tweede galerij, slechts een. Deze galerijen, -bijzonder de tweede, zijn altijd met het gemeenste volk bezet; -fatsoenlijke lieden zouden zich schamen er <span class="corr" id= -"xd21e2804" title="Bron: ge-gezien">gezien</span> te worden: ook wordt -dit gedeelte van het publiek met veel minder omstandigheid behandeld. -Op deze twee bovenste galerijen ziet men noch <i>branches</i> noch -waskaarsen: het zijn planeten, die slechts verlicht worden door de -stralen der zon, die onder hen haren luister verspreidt. Het zal toch -niet noodig zijn, te zeggen, dat hier nooit eene wacht van soldaten, -maar altijd eenige politiebedienden gevonden -worden.”—Voorts worden uit deze hoogte <span class= -"pagenum">[<a id="pb104" href="#pb104" name= -"pb104">104</a>]</span>somwijlen de tooneelspelers, die hunne rol niet -naar genoegen vervullen, met gebraden appelen of notedoppen begroet. -Dezen zelfden avond nog werd er eene ledige flesch van de bovenste -verdieping naar beneden in den bak gesmeten, doch kwetste gelukkig -niemand; en een bezopen <span class="corr" id="xd21e2812" title= -"Bron: karel">kerel</span> tuimelde van de tweede op de eerste galerij. -Het is den geëerden lezer zonder twijfel bekend, dat de dronkaards -hunnen eigen God er op na houden: degene, die viel, bezeerde zich dus -zelf niet, maar hij, die de eer had, van hem op zich te ontvangen, moet -waarschijnlijk geen aanbidder van dien God geweest zijn; want door de -zwaartekracht van zijnen bovenbuur, kwam hij er met niet minder af, dan -met eenen gebroken arm.</p> -<p class="par">Eenige jaren geleden is de schouwburg van -<i>Covent-Garden</i> tot den grond toe afgebrand. Bij den nieuwen -opbouw hadden de ondernemers eenen rang met getraliede <i>loges</i> -doen maken, om ze tot eenen hoogeren prijs te kunnen verhuren: ook -hadden zij de plaatsen in den bak op vier schellingen gezet. Doch deze -nieuwigheden mishaagden <i>John Bull</i>. Men liet, gedurende vijftien -dagen, den schouwburg stil staan, en toen er toch eindelijk moest -gespeeld worden, werd de ingang van den bak alle avonden overrompeld: -sommigen smeten hunne drie <span class="pagenum">[<a id="pb105" href= -"#pb105" name="pb105">105</a>]</span>en een’ halven schelling, -onder het doordringen, in het kantoor, anderen, en wel de meesten, -baanden zich met geweld eenen weg, zonder iets te betalen; de -tooneelspelers werden, zoodra zij te voorschijn kwamen, met modder en -slijk begroet, en ten laatste zagen zich de ondernemers genoodzaakt, -den gewonen prijs van den bak tegen drie en een’ halven schelling -weder in te voeren, en de getraliede <i>loges</i> te onttralien.</p> -<p class="par">De zaal heeft ten naastenbij dezelfde grootte en -gedaante als die der <i>Opera</i> te <i>Parijs</i>. Zij was dezen avond -zoo ongemeen vol en opgepropt, dat men verscheidene personen aan de -deur moest afwijzen. De oorzaak van dezen grooten toevloed was de -terugkomst van <i>miss O’Neil</i>, eene jonge en bevallige -<i>actrice</i>, aan welke de Engelschen de vereenigde bekwaamheden -toeschrijven van onze twee voornaamste treurspelspeelsters te -<i>Parijs</i>, welke ik niet noodig acht te noemen, dewijl zij bij -iederen kunstlievenden lezer, zonder twijfel, bekend zijn. Zij had een -pleizierreisje door de provintien gedaan, en gedurende dien tijd, -volgens het algemeene praatje, het geringe sommetje bijeen gebragt van -acht duizend pond sterling (192,000 Fransche <i>livres</i>.) De -dagbladen, waaruit ik deze bijzonderheid geput <span class= -"pagenum">[<a id="pb106" href="#pb106" name="pb106">106</a>]</span>heb, -zwijgen echter, of <i>miss O’Neil</i> tot de bijeenzameling van -deze aanmerkelijke som ook nog van iets anders, dan van hare -tooneelbekwaamheden gebruik heeft moeten maken.</p> -<p class="par">Zij zou dezen avond voor de eerste maal na hare -terugkomst de rol van <i>mistress Beverleij</i> vervullen: -<i>Kemble</i>, een zeer goed treurspelspeler, was <i>Beverleij</i>: de -overige rollen werden allen uitgevoerd door de eerste en voornaamste -personaadjes van den troep.—<i>Troep?</i> dit woord zal mogelijk -sommigen fijnen ooren min of meer kwetsen; ik bezig het echter met -voordacht, omdat het mij het meest gepaste voorkomt.</p> -<p class="par">Na het voorstuk werd <i>Jean Bart</i> gegeven, een uit -het Fransch vertaald stukje; want zeer vele van onze <i>melodrames</i> -worden te <i>Londen</i> gespeeld, en maken daar, niettegenstaande den -nationalen hoogmoed en eigenliefde der Engelschen, den grootsten -opgang.</p> -<p class="par">De <i>Ekster</i>, onder anderen, is op de drie -voornaamste tooneelen dezer stad gegeven, en heeft drie maanden lang -den grootsten toeloop gehad. Een jong tooneelspeler, die de rol van -eenen onnoozelen vervulde, trok mijne aandacht bijzonder tot zich: hij -had een ongedwongen, boertig en natuurlijk spel, en heette, -<span class="pagenum">[<a id="pb107" href="#pb107" name= -"pb107">107</a>]</span>zoo als men mij zeide, <i>Liston</i>. Tusschen -het voor- en nastuk wandelden wij, eenige oogenblikken, in eene soort -van gang of galerij, die tamelijk naauw was en veel geleek naar onze -zoogenaamde kagchelkamers, maar die verre na niet aan het fraaije van -de zaal beantwoordde. Ligtelijk zal de lezer raden, dat men, bij het -uitgaan van den schouwburg, niet meerder orde en geregeldheid en even -min betere voorzorgen van de politie aantreft, dan bij het inkomen. De -koetsen redden zich uit het gedrang, dank der breede straten! en de -voetgangers, dank den zijpaden en der vlugheid hunner onderdanen!</p> -<p class="par">„Welnu,<span class="corr" id="xd21e2895" title= -"Niet in bron">”</span> zeide mijn vriend, bij het uitgaan, -<span class="corr" id="xd21e2898" title= -"Niet in bron">„</span>wat dunkt u van ons tooneel? Hoe is het u -bevallen?”</p> -<p class="par">—„Hm! wel!<span class="corr" id="xd21e2903" -title="Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">—„Dit <i>wel</i> komt niet regt uit de -borst!”</p> -<p class="par">—„Wat zal ik u zeggen? <i>Aristoteles</i> en -<i>Euripides</i>, <i>Boileau</i> en <i>Racine</i> hebben mijnen smaak -en mijne wijze van beschouwen veranderd en misschien bedorven. Ik kan -mij niet vermaken met mij in hetzelfde bedrijf bij <i>Stukely</i> en -<i>Beverleij</i> gebragt te zien, dan eens in een dobbelhuis, en dan -weder bij <i>Beverleij</i>. Tot dertienmaal is het tooneel in dit stuk -veranderd. Onze gedrochtelijke <i>melodrames</i> zijn <span class= -"pagenum">[<a id="pb108" href="#pb108" name= -"pb108">108</a>]</span>meesterstukken bij de Engelsche treurspelen, -uitgezonderd de <i>Cato</i> van <i>Addison</i>, welk stuk den -Engelschen echter niet bevalt, omdat er te veel orde en regelmatigheid -in heerscht. De kleeding, de decoratien en al de overige toestel zijn -even zoo keurig en voldoende, als men in <i>Frankrijk</i> zoude kunnen -verlangen. Wat uwen <i>acteurs</i> en uwer <i>actrices</i> betreft, -neem het mij niet kwalijk, mijn vriend! dezen verwijderen zich te zeer -van de natuur door dezelve al te nabij te volgen, of liever, zij -stellen haar zoodanig voor, dat de nabootsing onaangenaam en wanstaltig -wordt. Kan het u, bij voorbeeld, treffen, <i>Beverleij</i> als eenen -razenden <i>Roeland</i> over het tooneel te zien vliegen, en zich op -den grond te wentelen, om de hevigheid der smarten uit te drukken, -welke hem het ingenomen vergift veroorzaakt? Geeft het vreesselijke -gegil zijner vrouw, wanneer zij het lijk van haren man ontwaart, en het -stuiptrekkend hikken en snikken, waarop zij den aanschouwer vergast, -geenen allerslechtsten smaak te kennen? Geenszins wil ik aan <i>sir -Kemble</i> en <i>miss O’Neil</i> de bekwaamheden ontzeggen, noch -den lof ontnemen, welken geheel <i>Engeland</i> hun beiden toezwaait, -maar, mijns bedunkens, zijn zij zeer verre verwijderd van hetgeen -<i>Larive</i> en mejufvrouw <i>Raucourt</i> <span class= -"pagenum">[<a id="pb109" href="#pb109" name= -"pb109">109</a>]</span>voorheen waren, en hetgeen <i>Lafont</i> en -mejuffer <i>Georges</i> nog heden bij ons zijn.</p> -<p class="par">Eenige dagen later ging ik insgelijks den schouwburg van -<i>Drury-Lane</i> bezoeken; doch ik wil er liefst niets van zeggen, -omdat ik ten naastenbij dezelfde aanmerkingen zou moeten herhalen, -welke ik over dien van <i>Covent-Garden</i> gemaakt heb.</p> -<p class="par">Betreffende de <i>Opera</i>, deze was nog niet geopend; -doch daar ik het plan heb, om nogmaals, gedurende dezen winter, eenige -weken in <i>Londen</i> door te brengen, zal ik er alsdan mijnen -geachten lezers rekenschap van kunnen geven, indien het verhaal van -mijn eerste verblijf gelukkig genoeg geweest is, om hen eenige -oogenblikken te hebben bezig gehouden.</p> -<p class="par">Intusschen zijn deze drie tooneelen de voornaamste in -<i>Londen</i>. Er zijn nog wel eenige andere schouwburgen van minder -belang; maar al hadde ik den tijd gehad, om dezelve te bezoeken, zou ik -er echter hier niet van gesproken hebben. Wanneer men met -<i>Achilles</i> begint, mag en moet men niet met <i>Thersites</i> -eindigen. <span class="pagenum">[<a id="pb110" href="#pb110" name= -"pb110">110</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch12" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e409">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">XII.</h2> -<h2 class="main"><i>De straten en huizen.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">„Welke is de naaste weg naar -<i>Portland-street</i>?”</p> -<p class="par">Dit was de vraag, welke ik alle dagen deed, als ik tot -mijnent terug wilde keeren. Echter deed ik dezelve nooit aan hen, die -ik op den weg ontmoette; wijl men reeds meermalen het kwaadaardig -vermaak genoten had, van mij eenen geheel anderen koers op te geven; -maar altijd vroeg ik in den eenen of anderen winkel, waar ik ook altijd -te dezen opzigte zeer vriendelijk en welwillend ben behandeld geworden. -Overigens was ik den weg niet kundiger bij mijn vertrek, dan bij mijne -aankomst.</p> -<p class="par">Hierover moet men zich geenszins verwonderen; want op de -straten van <i>Londen</i> kan men het gezegde van <i>Ovidius</i>, -wegens de Zee-Nijmphen, toepasselijk maken.</p> -<div lang="la" class="lgouter xd21e2361"> -<p class="line xd21e3038">...... Facies non omnibus una,</p> -<p class="line">„Non diversa tamen, qualem decet esse -sororum.”</p> -</div> -<p class="par first">Zij zijn allen lang, regt en breed, met een -<span class="pagenum">[<a id="pb111" href="#pb111" name= -"pb111">111</a>]</span>voetpad op zijde, en de huizen alle gelijkvormig -gebouwd. Ook vindt men op alle hoeken winkels of kassen, welke ieder in -hunne soort geene verschillendheid aan het gezigt opleveren. De muren -schijnen met eene vale, doffe kleur bestreken, hetwelk geenszins het -gevolg der kunst is; maar welke kleur zij zeer spoedig aannemen, ten -gevolge van de aldaar niet zeldzame dikke nevels en den zwarten -kolendamp, waarop de geheele stad, ten minste negen maanden van het -jaar, gastvrij onthaald wordt. Voeg hier nog bij, dat de namen der -straten, alhoewel op bordjes met zeer groote letters geschreven, -meestal onleesbaar zijn; wijl dezelfde damp, welke zicht aan de muren -hecht, ook hen met dezen klevenden walm bezoedelt. Des avonds vooral is -het volstrekt onmogelijk, die namen te lezen; wijl de wijze, waarop de -straten te <i>Londen</i> verlicht zijn, nergens anders toe schijnt te -dienen, dan om, zoo als <i>Milton</i> zich te regt uitdrukt, de -<i>duisternis zigtbaar</i> te maken.</p> -<p class="par">Ik zal echter niet zeggen, dat er gebrek is aan -lantaarns; doch geenszins kan ik er het woord <i>lichtende</i> -bijvoegen. Van vijftien tot zestien schreden zijn de straten aan -weerszijden er mede voorzien; en zij hangen in het lange bezijden het -voetpad aan ijzeren staven; maar het licht, dat <span class= -"pagenum">[<a id="pb112" href="#pb112" name="pb112">112</a>]</span>zij -van zich geven, is zoo gering, en verspreidt zoo weinig helderheid, dat -men het zeer gevoegelijk bij het afschijnsel dier insecten kan -vergelijken, welke in eenen donkeren, zoelen zomernacht den glans ten -toon spreiden, waarmede de natuur hen heeft uitgedost. Geloof echter -niet, dat men deze hooggeroemde zijpaden, waarvan niet weinig gesproken -wordt, zoo maar doodgerust kan betreden, zonder de vreesselijkste -gevolgen van de minste afgetrokkenheid te moeten duchten. Wel is waar, -dat men het gevaar van paarden en rijtuigen niet te vreezen heeft, maar -men heeft desniettemin al zijne oplettendheid noodig, om zich voor -andere gevaren te hoeden, waardoor men, bij iederen voetstap, bedreigd -wordt. Bij voorbeeld, de kruiwagens der uitventers, de vaten der -melkboeren, die volkomen aan onze waterdragers gelijk, en met het -krieken van den dag tot des avonds te zeven ure, door de gansche stad -op de been zijn; de vrachten van allerlei soort, waarmede de dragers -langs de straten zwieren; de schoppen en bezems der straatvegers, de -manden der bakkers en gebakverkoopers; de planken, de gereedschappen en -de werktuigen, waarmede de verschillende ambachtslieden heen en weder -loopen, en bovenal de metselaars met hunne <span class= -"pagenum">[<a id="pb113" href="#pb113" name= -"pb113">113</a>]</span>kalkbakken. Maar hoed u, in ’s hemels -naam, voor de ladders der lantaarnopstekers: dezen loopen, zoo haast de -avond begint te vallen, als gek en dol door de stad, met hunnen ladder -op schouder, van lantaarn tot lantaarn, ten koste van het gevaar, om -alles onder de voet te werpen, wat zich op hunnen weg bevindt. -Intusschen is deze haast zeer verschoonbaar wegens de groote menigte -lantaarnen, die ieder in zijne wijk te verzorgen heeft.</p> -<p class="par">Echter is het geenszins voldoende, slechts vooruit te -zien! O neen! men mag wel op beide zijden, ja zelfs van achteren, oogen -hebben. Let ook vooral wel op, waar gij uwe voeten zet; want voor ieder -huis wachten u twee gapende afgronden. Al de voetpaden zijn hol; wijl -de kelders daaronder loopen. Een rond of vierkant gat, van ongeveer -tien of twaalf duim omtreks, midden in het voetpad, is de deur, -waardoor men den benoodigden voorraad van steenkolen opdoet. Indien dit -gat, bij toeval, op uwen weg open staat, en gij er ongelukkig met de -voeten in raakt, kunt gij, met het grootste gemak van de wereld, een -been breken. Doch dit is nog niet met al; maar indien de ijzeren tralie -of de houten deur, waardoor men in den kelder komt, op het oogenblik -van uw overgaan niet gesloten <span class="pagenum">[<a id="pb114" -href="#pb114" name="pb114">114</a>]</span>is, loopt gij zelfs gevaar -van den hals er bij in te schieten; hetgeen zeker nog al iets van -belang is!</p> -<p class="par"><a id="xd21e3069" name="xd21e3069"></a>Welnu, men gaat -ten minste op deze zijpaden droogvoets, zal de lezer denken. O ja, -wanneer het namelijk droog weer is; maar, wanneer het tegendeel plaats -heeft, zijn zij eenen duim hoog met slijk en vuilnis bedekt, en noch de -straatvegers noch de eigenaars der huizen denken er aan, om den -doorgang van deze modderpoelen te zuiveren. Ook ziet men de mannen -altijd in laarzen of slopkousen, terwijl de vrouwen zich reeds in de -verte, door het klateren harer beslagene slijkschoenen doen hooren, -waarmede hare voeten gewapend zijn, en die, met hooge hielen voorzien, -over hare andere schoenen worden aangedaan.</p> -<p class="par">De gewone breedte der straten staat gelijk met die van -de <i>Saint Louis au Marais</i>, te <i>Parijs</i>: sommige anderen, bij -voorbeeld, de <i>Oxford-</i>, <i>Haymarket-</i>, <i>Portman-street</i>, -enz. zijn wel zoo breed als de <i>Boulevard des Italiens</i>. Doch men -moet hier wel degelijk van uitzonderen het gedeelte der stad, de -<i>City</i>, genaamd, hetwelk geheel uit kleine, naauwe en in en door -elkander kruisende straatjes en steegjes bestaat, die zamen eenen -doolhof vormen, <span class="pagenum">[<a id="pb115" href="#pb115" -name="pb115">115</a>]</span>waaruit men, eenmaal aan het dolen zijnde, -zich niet gemakkelijk kan redden. Echter vindt men daar ook, even als -elders, steeds de gewone voetpaden, die nogtans zoo smal zijn, dat men -er onmogelijk regt door op kan voortgaan, en die derhalve den doortogt -veeleer stremmen dan bevorderen. In het midden van den weg is de -standplaats der huurkoetsen, en dikwijls vindt men de breedste straten -daarmede zoodanig bezet, dat eene menigte van aankomende en -terugkeerende rijtuigen er ter wederzijde niet langs zouden kunnen -geraken, zonder hunne toevlugt te nemen tot de voetpaden, die veelal -twaalf tot vijftien voet breed zijn.</p> -<p class="par">Nogtans moet men toestemmen, dat men er niet, even als -te <i>Parijs</i>, ieder oogenblik getrapt, geschopt, gedrongen, geduwd -en met de ellebogen tegen de ribben gestooten wordt. Dit komt -gedeeltelijk vandaar, dat het een algemeen aangenomen gebruik is, om, -naarmate men van een zeker punt afkomt, de regterzijde van het voetpad -te houden, terwijl zij, die u tegenkomen, altijd hunnen weg ter -linkerzijde vervolgen: daarenboven vindt men ook nooit te <i>Londen</i> -dat verbazende aantal voetgangers, hetwelk men in de straten van -<i>Parijs</i> ontmoet. Uitgezonderd, in dat gedeelte <span class= -"pagenum">[<a id="pb116" href="#pb116" name="pb116">116</a>]</span>der -stad, de <i>City</i> genaamd, hetwelk digt bij de beurs is, levert -<i>Londen</i> een volmaakt gezigt op van de voorstad -<i>Saint-Germain</i>; en zeer vele andere wijken wedijveren met de -stilte en eenzaamheid, welke in onze vreedzame <i>Marais</i> -heerschen.</p> -<p class="par">Dezelfde eentoonigheid, die men aan de straten opmerkt, -heeft ook, met opzigt tot de huizen, plaats; want het eenigste -onderscheid tusschen het paleis van een’ der voornaamste -<i>Lords</i> en de woning van eenen koopman in kolen, bestaat hierin, -dat het eerstgenoemde grooter is, en bij gevolg eene meerdere -uitgestrektheid beslaat.</p> -<p class="par">Bijna al de huizen zijn drie verdiepingen hoog, de -keuken onder den grond, waar de kok zijn vast verblijf en zijne -woonplaats heeft, en waar derhalve de <i>beef-steaks</i> en -<i>puddings</i> gereed gemaakt worden, niet medegerekend. Ook heeft men -bij de woningen der grooten noch stalling noch koetshuizen, en de -prachtigst gekleede <i>Lady</i> moet, zelfs bij het ongunstigste weder, -uit hare koets stijgen, om, aldus het voetpad overstappende, hare -woning te bereiken, wanneer haar rijtuig na de eene of andere voorstad -terugkeert, waar geheele straten gevonden worden, die alleen uit -stallen en wagenhuizen bestaan. De Engelsche vrouwen <span class= -"pagenum">[<a id="pb117" href="#pb117" name= -"pb117">117</a>]</span>dienen dus eenen geruimen tijd tevoren het -oogenblik van haar uitgaan te bepalen, opdat haar rijtuig inmiddels kan -besteld worden.—Beminnelijke Fransche dames, aanbiddelijke -schepsels, wier waarde men des te sterker gevoelt, naarmate men verder -van u verwijderd is: gij, wier bekoorlijk en levendig ongeduld geene -minuut toevens tusschen de geboorte en bevrediging uwer wenschen -gedoogt; wat zou er van u worden, indien gij, bij het opstaan, reeds -ernstig moest overdenken, welk tijdstip van den dag het u zou kunnen -invallen, een toertje te rijden?—</p> -<p class="par">Doch laat mij tot de huizen terugkeeren, welker -eenvormigheid ten klaarste aantoont, dat de Engelsche bouwmeesters -hunne verbeeldingskracht en denkvermogen juist niet al te sterk -behoeven in te spannen. Geene versierselen van buiten, geene -verschillendheid van gedaante: de openslaande kruisramen, op de -Spaansche wijze, zijn hier geheel onbekend: de met kleine ruitjes -versierde vensters worden op- en nedergeschoven, zoo als men er hier en -daar, in <i>Parijs</i> nog wel eenige aantreft in huizen uit de eeuw -van <i>Lodewijk</i> XIII. Een ijzeren hek, ten naastenbij eene halven -mans lengte hoog, dat tot op het voetpad uitloopt, bezet de huizen -rondom, en laat den aankomende <span class="pagenum">[<a id="pb118" -href="#pb118" name="pb118">118</a>]</span>niet meer dan den benoodigden -doortogt tot eene smalle deur, welke den ingang opent, en op welke een -klein koperen plaatje is gespijkerd, waarop de naam van den bewoner te -lezen staat. De trappen zijn, over het algemeen, zeer smal; in een -woord, de geheele verdeeling der huizen is gebrekkig en gedrongen -ingerigt, en verre na zoo gemakkelijk niet als in <i>Frankrijk</i>; en -zoo men er al rijk gemeubelde vertrekken aantreft, zal men er echter -vergeefs dien smaak, die kieschheid, dat bevallige zoeken, hetwelk, bij -uitsluiting, alleen te <i>Parijs</i> gevonden wordt.</p> -<p class="par">Wat der slaapkamer der Engelschen betreft, deze is het -<i>heilige der heiligen</i>; men zou het onwelvoegelijk achten, u -dezelve te laten zien, evenzeer als de vraag ongepast zou zijn, om er -in toegelaten te worden; en ik geloof niet, dat het meerder moeite zou -kosten, in het bed van eene Engelsche vrouw, dan in de slaapkamer van -eenen Engelschen man den toegang te erlangen. <span class= -"pagenum">[<a id="pb119" href="#pb119" name="pb119">119</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch13" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e418">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">XIII.</h2> -<h2 class="main">* * * * * *</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">„En waarom geeft gij dit hoofdstuk geenen -titel?”</p> -<p class="par">—„Waarom, mijn waarde lezer? wel, omdat de -titelfabrijk boven alle verbeelding moeijelijk aan den gang te houden -is. Menig schrijver heeft minder moeite, om zijn werk te vervaardigen, -dan om den behoorlijken titel er voor te vinden. Vooreerst moet de -titel het onderwerp, dat men behandeld heeft, wel doen kennen, ten -tweede moet hij de nieuwsgierigheid opwekken, en ten derde moet hij het -bekoorlijke der nieuwheid niet ontberen, drie eigenschappen, welke niet -ligt met elkander te vereenigen zijn. Intusschen had ik, na eenige -ernstige uren overwegens, er reeds drie gevonden, die mij voorkwamen al -deze vereischten te bezitten, en nu vond ik mij met niets meer -verlegen, dan met de keuze: terwijl ik tevens bij mij zelven de -opmerking maakte, dat somtijds eenige jonge lieden van eene vurige -verbeeldingskracht, en beminnaars <span class="pagenum">[<a id="pb120" -href="#pb120" name="pb120">120</a>]</span>van eene te levendige -schilderij, op het zien alleen van een’ dezer titels, zich zouden -kunnen vleijen, in deze afdeeling iets te vinden, hetgeen ik nooit -voornemens was geweest er in te plaatsen, en dus, bij het einde, -ontevreden zouden geweest zijn, dat zij hunnen smaak niet voldaan -gezien hadden; of wel, dat een of ander beminnelijk wijsneusje of -bedilstertje, deze mijne <i>Vijftien Dagen</i> in een gezelschap -voorlezende, zoude meenen, deze geheele afdeeling te moeten overslaan, -uit vreeze van er dingen in aan te treffen, welke zij liefst alleen -voor zich wilde weten. Ik besloot dus, den titel geheel en al weg te -laten, en terstond tot den inhoud zelven over te gaan.<span class= -"corr" id="xd21e3178" title="Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">Op zekeren avond had men mij in de -<i>Leaden-Hall-street</i>, omtrent anderhalf mijl ver van mijne woning -gelegen, op de thee gevraagd; want de geëerde lezer moet weten, -dat men hier op de thee, even als bij ons op eenen maaltijd, verzocht -wordt. Nu had ik echter volstrekt geene vrees, van aan het dwalen te -zullen geraken, terwijl ik, om naar mijn huis terug te keeren, eenen -hoek uitgezonderd, slechts regt toe regt aan had te loopen. Omstreeks -half elf nam ik mijn afscheid, en keerde geheel vreedzaam en nuchter, -wijl de theedampen mijne hersens geenszins beneveld hadden, -<span class="pagenum">[<a id="pb121" href="#pb121" name= -"pb121">121</a>]</span>naar mijnent terug, toen mij eensklaps in de -straat <i>Cheapside</i> drie lieve jonge meisjes den weg afsneden. Eene -dezer nachtmadeliefjes voerde het woord, en zeide, dat het haar -toescheen, dat ik zeer koud was, en stelde mij derhalve zeer -beleefdelijk voor, tot harent te komen, waar ik een goed, lekker, -vuurtje zou vinden, om mij te warmen. Ik antwoordde haar, dat ik geenen -tijd had, om van hare vriendelijke uitnoodiging gebruik te maken. -Intusschen hadden de twee andere Nimfen zich reeds van beide mijne -armen meester gemaakt, inmiddels de spreekster, die er het snoepigst -uitzag, altijd voor mij bleef staan en ten sterkste op haar vriendelijk -verzoek aandrong.</p> -<p class="par">—„Maar mijn hemel! lieve kindertjes, gij -weet denkelijk niet, dat ik reeds vijf en veertig jaren oud ben? Wat -wilt gij toch?”</p> -<p class="par">—„Kom, mijn schatje!<span class="corr" id= -"xd21e3195" title="Niet in bron">”</span> zeide eene der twee -anderen, <span class="corr" id="xd21e3198" title= -"Niet in bron">“</span>laat ons in dit koffijhuis gaan: wij -kunnen er eene vrije kamer nemen, en zullen, onder een kommetje -<i>punch</i>, wat lagchen en praten.”</p> -<p class="par">—„Lagchen? Ach! lieve meid, gij brengt mij -daar in eene groote verzoeking; want ik heb nog niet gelagchen, zoo -lang ik in <i>Engeland</i> ben; maar—” <span class= -"pagenum">[<a id="pb122" href="#pb122" name="pb122">122</a>]</span></p> -<p class="par">Wel nu, lezer! wat zou ik hier doen? en wat zoudet gij -gedaan hebben? drie tegen een!—O ja, ik begrijp u; maar—ja -wel is het koud! Kunt gij u dan geen paar groote zwarte oogen -verbeelden, die, even als ik, uw antwoord radende, zich zedig naar den -grond rigten? Zij onttrekken zich derhalve aan uwe -nieuwsgierigheid—maar wacht slechts, ik zal u het vermaak -bezorgen van dezelve te bevredigen. Reeds had men mij het middel aan de -hand gedaan, om zich aan de opdringende beleefdheden van dit slag van -juffertjes te <i>Londen</i> te kunnen onttrekken. Ik tastte dus in -mijnen zak en liet haar, bij het flaauwe lantaarnlicht, een -drieschellingsstuk in de oogen blinken, met verzoek, het geringe niet -te versmaden, maar daarvoor op mijne en hare gezondheid te drinken; en, -zonder mijne verdere verschooning af te wachten, dat ik onmogelijk van -de partij kon zijn, waren zij in een oogenblik uit mijne oogen -verdwenen.</p> -<p class="par">De geheele <i>Cheapside</i> en <i>Holborn-street</i> -langs ontmoette ik nog een aantal soortgelijke lievertjes, die alle -willens schenen te zijn, mij dezelfde aanbiedingen te doen; doch ik -schermde zoodanig met de voeten, en sloeg mijne armen, voor de koude, -gedurig dermate in <span class="pagenum">[<a id="pb123" href="#pb123" -name="pb123">123</a>]</span>elkander, dat geen van haar mij durfde -staande te houden.</p> -<p class="par">In de <i>Broad-Saint-Bloomsburij</i> komende, had ik -wederom eene nieuwe vertooning. Het getal der vrouwlieden van -denzelfden stempel was wel niet minder, maar ik trof hier een geheel -ander slag aan: zij waren lang na zoo goed niet gekleed als de vorige, -en hare vuurroode gezigten en verwilderde oogen, alsmede hare schorre -stemmen verkondigden genoegzaam den trap van dronkenschap, waarop zij -zich bevonden. Een beschonken man is een onaangenaam voorwerp; hij -maakt echter geenszins dien hatelijken, afkeerigen indruk op ons, -welken eene beschonkene vrouw veroorzaakt; maar het afschuwelijkste -beeld, dat de dronkenschap immer kan voorstellen, is, wanneer zij zich -vertoont in jonge meisjes van vijftien tot twintig jaren.</p> -<p class="par">Eindelijk bereikte ik de <i>Oxford-street</i>, en nu -stapte ik gerust en bedaard voort; want ik kende het regtsgebied, -waarop ik mij bevond. Echter ontmoet men in deze straat, even als in -anderen te <i>Londen</i>, zoodra de lantaarnen zijn opgestoken, een -aantal meisjes, geheel alleen, of twee en twee wandelende, en altijd -zeer haastig gaande, als of zij gewigtige zaken te verrigten hadden. In -het voorbijgaan geven <span class="pagenum">[<a id="pb124" href= -"#pb124" name="pb124">124</a>]</span>zij een lonkje, een stootje met -den elleboog, vragen, hoe laat het is, of vernemen naar den weg; doch -nooit zullen zij zich aan iemand opdringen, zoo als dit mij in -<i>Cheapside-street</i> gebeurde.</p> -<p class="par">Het getal dezer gedienstige schepselen is in -<i>Londen</i> oneindig grooter dan in <i>Parijs</i>; ja men zou bijna -moeten gelooven, dat zij een vierde gedeelte der vrouwelijke bevolking -van de geheele stad uitmaken. Maar ongelukkig, driewerf ongelukkig de -vreemdeling, die, door de koude bevangen, toestaat, dat zij hem -verwarmen! Het gevaar daarvan is nog aanmerkelijk grooter, dan te -<i>Parijs</i>, en hij mag wel tevreden zijn, zoo hij, bij zijn vertrek, -niets anders dan zijne beurs of zijn horologie verloren heeft.</p> -<p class="par">Zij, die eenigzins fortuin gemaakt hebben, en vermogend -genoeg zijn, om zich behoorlijk te kunnen kleeden, gaan hare -bekoorlijkheden in de schouwburgen ten toon spreiden. Het getal dezer -gelukzoeksters is niet gering: zij bezetten gewoonlijk, en bijna zonder -uitsluiting, de achterste bank van al de rangen der <i>loges</i>, -hetgeen den jongen meisjes van geboorte en fatsoen, die aan de zijde -harer moeders op de eerste of tweede bank zitten, gelegenheid -verschaft, om, door even om te zien, haren ganschen handel te -beöogen, en hare gesprekken met <span class="pagenum">[<a id= -"pb125" href="#pb125" name="pb125">125</a>]</span>de niet zelden -halfdronkene lichtmissen van woord tot woord te verstaan, zoo dat zij, -op deze wijze, al ligt eenen gevaarlijken indruk van zedebedervende en -verpestende grondbeginselen ontvangen.</p> -<p class="par">De meeste dezer ligte troepen verschijnen echter eerst -tusschen het voor- en nastuk, dewijl men in de Londensche schouwburgen -dan slechts half geld behoeft te betalen. <span class="pagenum">[<a id= -"pb126" href="#pb126" name="pb126">126</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch14" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e427">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">XIV.</h2> -<h2 class="main"><i>Het Britsche Museum.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">Op zekeren morgen kwam mijn vriend <i>C...</i> mij -afhalen, om mij het <i>Britsche Museum</i> te laten zien, hetwelk -alleen des maandags, woensdags en vrijdags open staat.</p> -<p class="par">„Ha! Ha!<span class="corr" id="xd21e3281" title= -"Niet in bron">”</span> riep ik uit, toen ik het ontwaar werd, -<span class="corr" id="xd21e3284" title= -"Niet in bron">„</span>zie daar iets nieuws! zie daar dan -eindelijk eens groote deuren, een fraaij voorplein, aan beiden zijden -vleugels, trotsche kolommen, snij- en beeldwerk, en een prachtig gebouw -met eenen schoonen tuin! Inderdaad, zoo dit alles niet bewalmd en -beslagen ware, zou ik mij kunnen verbeelden, te <i>Parijs</i> -verplaatst te zijn.”</p> -<p class="par">„Dit huis—<span class="corr" id="xd21e3292" -title="Niet in bron">”</span>zeide hij<span class="corr" id= -"xd21e3295" title="Niet in bron">„</span>—is door de -erfgenamen van den hertog van <i>Montaigu</i> aan de bestuurderen van -het <i>Museum</i> verkocht geworden voor de aanmerkelijke som van tien -duizend pond, dat is 240,000 <i>livres</i> Fransch. Deze hertog, die -omtrent het jaar 1680 gezant in <i>Frankrijk</i> was, nam het besluit, -om in <i>Londen</i> een paleis te doen bouwen in eenen beteren -<span class="pagenum">[<a id="pb127" href="#pb127" name= -"pb127">127</a>]</span>stijl, dan tot dusverre daar gebruikelijk was. -Te dien einde liet hij van <i>Parijs</i> eenige bouwkundigen en -werklieden komen, welke dit, hetwelk gij daar voor u ziet, gesticht -hebben.”</p> -<p class="par">„Ha! nu verwonder ik mij niet langer!” zeide -ik, terwijl wij ons nog in het voorportaal tusschen de kolommen -bevonden. Doch toen wij dit doorgegaan waren, hield men ons tegen, en -bragt ons in eene groote zaal gelijkvloers, waar wij in een zeer groot -boek onze namen en woonplaatsen moesten opschrijven. Deze voorzorg had, -zeide men ons, het doel, om te verhoeden, dat er niets kon weggenomen -of gestolen worden; hetgeen buitendien zeer moeijelijk zou geweest -zijn; want uitgezonderd de standbeelden, welke men zeker niet -gemakkelijk in den zak zou hebben kunnen steken, is alles wel degelijk -achter slot en grendel.</p> -<p class="par">Tien zalen, meerendeels gelijkvloers, bevatteden -Grieksche, Romeinsche en Egijptische oudheden, stand- en borstbeelden, -vazen, kandelaren, mumiën en verdere zeldzaamheden, waaronder men -waarlijk kostbare voorwerpen vindt. Onder anderen trok een klein -marmeren vrouwenhoofd mijne aandacht bijzonder tot zich, dewijl het -hoofdhaar uit een los stuk <span class="pagenum">[<a id="pb128" href= -"#pb128" name="pb128">128</a>]</span>was gehouwen, hetwelk men, even -als eene pruik, kon afnemen en weder opzetten; eene zeldzaamheid, welke -ik nergens heb aangetroffen.</p> -<p class="par">Wat der Egijptische oudheden betreft, deze waren -meerendeels door de Franschen bijeenverzameld ten tijde van hunne -landing en hun verblijf in <i>Egijpte</i>. Ten gevolge der kapitulatie -van <i>Alexandrie</i>, in <i>September</i> 1801 gesloten, is deze -verzameling in het bezit der Engelschen gekomen.</p> -<p class="par">In twee dezer zalen vond ik verscheidene werktuigen en -gereedschappen, die weleer den Romeinen tot huisraad zouden verstrekt -hebben: bij voorbeeld armbanden, oor- en vingerringen, halssieraden, -vazen, kandelaren, lampen, spiegels en verdere toestel.</p> -<p class="par">Bovenal verdient hier genoemd te worden eene groote -menigte Etrurische vazen van verschillende gedaanten en onderscheidene -grootte; doch het kostbaarste stuk is, buiten tegenspraak, de prachtige -vaas, welke, gedurende twee eeuwen, het paleis <span class="corr" id= -"xd21e3340" title="Bron: den">der</span> <i>Barberini’s</i> te -<i>Rome</i> versierd heeft, en thans in <i>Engeland</i> algemeen den -naam van den <i>Portlandsche Vaas</i> voert, dewijl zij, door verloop -van tijd, in het bezit van den hertog van <i>Portland</i> is gekomen. -De grond van deze vaas, die juist <span class="pagenum">[<a id="pb129" -href="#pb129" name="pb129">129</a>]</span>geenen grooten omtrek heeft, -is een schoon donkerblaauw, en de beelden, waarmede dezelve versierd -is, zijn van de fraaiste zilverkleur; derzelver fijnheid en -kunstbewerking kan men zich naauwelijks verbeelden. Dit gedeelte -bezigtigd hebbende, kwamen wij in den gang terug, en bereikten, langs -eenen breeden en gemakkelijken trap, de eerste verdieping, die de -voornaamste partij van het geheele gebouw is. De <i>plafond</i> van -deze zaal was niet minder prachtig geschilderd, dan die van eene -tweede, welke wij vervolgens bezigtigden. De eerste stelde -<i>Phaëton</i> voor, verzoekende zijnen vader, ten bewijs van -zijne goddelijke afkomst, de zonnepaarden te mogen mennen, en de tweede -den val van dezen vermetelen jongeling.</p> -<p class="par">„Ziedaar een overheerlijk -schilderwerk!<span class="corr" id="xd21e3369" title= -"Niet in bron">”</span> zeide ik tegen mijnen vriend <i>C...,</i> -<span class="corr" id="xd21e3375" title="Niet in bron">„</span>en -hetwelk, <span class="corr" id="xd21e3378" title= -"Bron: niettegenstaaande">niettegenstaande</span> deszelfs oudheid, -zeer goed bewaard is gebleven.”</p> -<p class="par">„Neem er uwen hoed voor af!<span class="corr" id= -"xd21e3384" title="Niet in bron">”</span> hernam hij; -<span class="corr" id="xd21e3387" title= -"Niet in bron">„</span>het is een kunstgewrocht van onzen -landgenoot <i>Lafosse</i>, wiens meesterachtige penseel het -<i>Invalidenhuis</i> te <i>Parijs</i> zoo uitmuntend versierd -heeft.”</p> -<p class="par">Ik beken, dat ik een heimelijk genoegen ontwaarde, toen -ik zag, dat men het schoonste, hetwelk ik tot dusverre in <i>Londen</i> -had aangetroffen, <span class="pagenum">[<a id="pb130" href="#pb130" -name="pb130">130</a>]</span>aan eenen Franschen kunstenaar verpligt -was.</p> -<p class="par">Ook waren de vloeren dezer zalen heerlijk ingelegd. Twee -Engelschen, die zich hier tegelijk met ons bevonden, beschouwden dit -werk zeer naauwkeurig, en schenen er ongemeen door getroffen; -hoogstwaarschijnlijk, wijl zij nooit iets dergelijks gezien hadden; -want al de vloeren in <i>Londen</i> bestaan slechts uit regte en in de -lengte aan een gevoegde planken.</p> -<p class="par">Er zijn slechts vijf kamers met voorwerpen uit de -natuurlijke historie, en nog zijn dezelve niet zeer groot. De kamer, -waar de zeldzaamheden tot het rijk der delfstoffen bewaard worden, -verdient opmerking, wijl zij, boven de andere, in volledigheid uitmunt; -hoewel zij volstrekt niets betekent, in vergelijking met het -overheerlijke kunstkabinet, hetwelk de kenner met zoo veel verrukking -in de munt te <i>Parijs</i> beschouwt. Toen ik de verzamelingen uit het -dieren- en vogelenrijk, met die in den kruidtuin te <i>Parijs</i> -vergeleek, dacht ik onwillekeurig aan kleine kinderen, welke men -afzonderlijk aan een tafeltje plaatst, terwijl het overige gezelschap -eenen wel voorzienen disch bezet.</p> -<p class="par">In eene zesde zaal werden de wapenen, werktuigen, -gereedschappen en kleedingen der <span class="pagenum">[<a id="pb131" -href="#pb131" name="pb131">131</a>]</span>Zuidzee-eilanders, der -Amerikaansche Wilden, Hottentotten, Kaffers en andere volken -bewaard.</p> -<p class="par">Nu was de bezigtiging der boekverzameling, die bovenal -mijne nieuwsgierigheid opwekte, aan de beurt. Maar hoe zeer verwonderde -ik mij, dat ik slechts vijf vertrekjes aantrof, welke de geheele -boekerij bevatteden. Ook ontging mijne verwondering een’ der -boekbewaarders niet, die mij deed opmerken, dat in deze vijf vertrekken -slechts de handschriften bewaard werden, doch dat de gedrukte werken in -zestien andere kamers geplaatst waren, maar dat men ze aan het publiek -niet liet zien; <i>omdat het gezigt van een aantal boeken, in kassen en -op planken geschaard, noch leering, noch vermaak aan den beschouwer kan -opleveren</i>.</p> -<p class="par">Om dezelfde reden zouden de Engelschen, naar het mij -voorkomt, insgelijks de moeite wel kunnen sparen, om hunne vijf kamers -met handschriften te laten zien. Met het gezigt toch van deze -zamengebondene papieren kan men even min den bezigtiger, <i>leering of -vermaak</i> verschaffen.</p> -<p class="par">Ook verhaalde hij mij, dat er nog een kabinet van -gedenkpenningen was, alsmede eene teeken- en graveerzaal; maar dat men -een bijzonder verlof moest hebben, om er toegelaten <span class= -"pagenum">[<a id="pb132" href="#pb132" name="pb132">132</a>]</span>te -worden, <i>uit vreeze, dat men iets zou wegkapen</i>.</p> -<p class="par">Voorts verzocht ik hem, mij te zeggen, of er onder die -handschriften ook iets van de Grieksche <i>Anthologie</i>, en van de -werken van <i>Aristophanes</i> gevonden werd? waarop hij de -vriendelijkheid had, de lijst der boeken na te slaan, en mij te -berigten, dat er verscheiden op stonden.</p> -<p class="par">Ik verzocht, om ze te mogen zien.</p> -<p class="par">„Hartelijk gaarne wenschte ik aan uw verzoek te -kunnen voldoen,<span class="corr" id="xd21e3452" title= -"Niet in bron">”</span> hernam hij; <span class="corr" id= -"xd21e3455" title="Niet in bron">„</span>doch om een gedrukt werk -of handschrift te mogen inzien, moet men zich, bij geschrift, tot den -opperboekbewaarder vervoegen, en aan hem door een’ der -bestuurderen van het <i>Museum</i> worden voorgedragen: en zoo er dan -geene redenen van weigering bestaan, kan een der boekbewaarders u het -gevraagde boek of <span class="corr" id="xd21e3461" title= -"Bron: handschift">handschrift</span> ter lezing overgeven.<span class= -"corr" id="xd21e3464" title="Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">Het <i>Britsche Museum</i>, dacht ik bij mij zelven, -heeft veel overeenkomt met den schat van eenen gierigaard, of met de -verzen van <i>Lefranc de Pompignan</i>, waarover <i>Voltaire</i> zich -dus uitdrukt:</p> -<div class="lgouter"> -<p class="line">„<i lang="fr">Sacrés ils sont, car -personne n’y touche.</i>”</p> -</div> -<p class="par first">In een woord, al deze omstandigheden benemen -<span class="pagenum">[<a id="pb133" href="#pb133" name= -"pb133">133</a>]</span>iemand den lust, om naar deze zoo hoog hangende -druiven te trachten. Daar ik nogtans eens wilde zien, hoe ver dit -verbod, om de schatten der wijsheid en geleerdheid in <i>Engeland</i> -te naderen, zich zou uitstrekken, deed ik eene schriftelijke vraag aan -den heer opperboekbewaarder, doch verzelde dezelve niet met eene -aanbeveling van een der bestuurderen, en zulks om de eenvoudige reden, -dat ik de eer niet had van een’ dezer heeren te kennen. Evenwel -ontwikkelde ik hem de oorzaak, waarom ik de door mij opgegevene -handschriften wenschte in te zien. Deze bestonden hier in, dat ik -eenige duistere plaatsen, welke mij in al de gedrukte uitgaven van -eenen zekeren <i>auctor</i> niet wel gesteld schenen, met het -handschrift wilde vergelijken.</p> -<p class="par">Ik ontving echter geen antwoord, iets, hetwelk ik, om de -eer en wellevendheid der Engelsche natie op te houden, liefst wil -toeschrijven aan den korten tijd, dien ik mij nog in <i>Londen</i> -ophield. Mogelijk vind ik, bij een volgend overtogtje, daartoe eene -betere gelegenheid. <span class="pagenum">[<a id="pb134" href="#pb134" -name="pb134">134</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch15" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e436">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">XV.</h2> -<h2 class="main"><i>De Engelsche wellevendheid.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">„Uwe Londensche kooplieden,<span class= -"corr" id="xd21e3509" title="Niet in bron">”</span> zeide ik, op -eenen zekeren dag, tegen mijnen vriend, <span class="corr" id= -"xd21e3512" title="Niet in bron">„</span>zijn juist niet zeer -wellevend. Kom ik ergens in eenen winkel, dan schijnt men mij -naauwelijks op te merken; men geeft mij tamelijk onverschillig hetgeen -ik gevraagd heb; wel te verstaan, wanneer men niets beters te doen -heeft; en het is waarlijk bijna, of mij eene gunst wordt bewezen, als -men mijn geld in ruiling voor de waren aanneemt.”</p> -<p class="par">—„Gij doet mij verwonderd staan! Niets -evenaart de beleefdheid onzer kooplieden, dan misschien de zucht, om -hunne winkels en magazijnen te ledigen, en wederom met nieuwe goederen -aan te vullen. Hier heeft gewis een misverstand, of eene bijzonderheid -plaats. Kunt gij mij geene daadzaak opnoemen?”</p> -<p class="par">—„O ja! dezen morgen nog was ik bij eenen -boekverkooper, bij wien ik reeds verscheidene werken gekocht heb, met -oogmerk, om nog het een en ander uit te zoeken. Juist <span class= -"pagenum">[<a id="pb135" href="#pb135" name= -"pb135">135</a>]</span>hield hij zich met eene dame bezig; en ik was -niet onbeleefd genoeg, om hem te vergen, haar te laten staan, en mij te -helpen. Doch achtervolgens kwamen er nog vijf of zes andere personen in -den winkel, die allen voor mij geholpen werden. Eindelijk gunde hij mij -het woord, nadat ik ruim een half uur met het lezen der titels van -zijne netjes gerangschikte boeken had doorgebragt, en hij volstrekt -niets anders te doen scheen te hebben. Echter had hij mij wel zien -inkomen; dewijl ik hem zeer beleefd gegroet en zelfs mijnen hoed op de -toonbank nedergelegd had.</p> -<p class="par">„Ha, ha! Daar zijn wij er! Altijd en eeuwig -Fransch! Onze kooplieden zijn gewoon, de achting en oplettendheid, -welke zij aan hen, die in hunne winkels komen, verschuldigd zijn, af te -meten naar het voorkomen van gewigt, dat de koopers zich zelven weten -te geven. Ga slechts in een’ der voornaamste winkels van geheel -<i>Londen</i>, om het een of ander, ter waarde van slechts eenen halven -schelling te koopen; doch houd uwen hoed op, spreek op eenen hoogen -toon, veins, de grootste haast van de wereld te hebben, en gij zult u -niet alleen geholpen zien, maar zelfs zal men u met de meeste -beleefdheid en een aantal buigingen tot aan de deur geleiden. Nimmer -<span class="pagenum">[<a id="pb136" href="#pb136" name= -"pb136">136</a>]</span>zult gij eenen Engelschman, in eenen winkel -komende, zijnen hoed zien afnemen, al stond ook de schoonste en -welgekleedste vrouw achter de toonbank; iets, hetwelk, buitendien zeer -zeldzaam in <i>Londen</i> is, waar de vrouwen zich niet veel met de -winkelnering bemoeijen. Ook zal hij zulks evenmin doen, wanneer hij op -deze of gene publieke plaats komt. Reeds meermaals heb ik opgemerkt, -dat bij uwe verschijning in een koffijhuis of op ander publieke -plaatsen aller oogen op u gevestigd waren; want naauwelijks hadt gij de -deur bereikt, of, wip! was de hoed naar beneden. Zie daarentegen eens -eenen Engelschman binnenkomen: deftig als een paauw stapt hij daar -henen, ziet, met den hoed op het hoofd, driest naar alle zijden om, -groet zijne vrienden en bekenden, welke hem onder het oog vallen, met -eenen ligten hoofdknik, gaat vervolgens zitten, of hij er te huis -hoorde, en zet alsdan den hoed af, zoo dezelve hem mogt hinderen. -Gisteren morgen, mijn beste! hebt gij nog eenen ergen mispas (vergeef -mij deze uitdrukking!) gemaakt, welke uwe hoedanigheid van Franschman -alleen kan verontschuldigen. Ongetwijfeld herinnert gij u, dat wij in -<i>Picadillij sir Robert D...</i> ontmoet hebben, bij wien wij morgen -zullen eten. Hem aansprekende, hebt gij uwen hoed <span class= -"pagenum">[<a id="pb137" href="#pb137" name= -"pb137">137</a>]</span>afgenomen, en hem derhalve in de onaangename -noodzakelijkheid gebragt, om deze lastige beleefdheid op dezelfde wijze -te beantwoorden, hetgeen hem ligtelijk eene verkoudheid op den hals kan -halen.”</p> -<p class="par">—„Het is goed, dat ik dit weet, en ik -verzeker u, dat mijn hoed voortaan op mijn hoofd als gespijkerd zal -zijn.—Maar indien mij nu eens, bij geval, eene dame van mijne -kennis ontmoet; is het dan insgelijks onwellevend, den hoed af te -nemen?”</p> -<p class="par">—„Dit maakt een groot onderscheid, mijn -vriend! Immers kan zij uwe beleefdheid met eene kleine buiging -beantwoorden, welke haar geene verkoudheid zal veroorzaken. Indien zij -zich echter met u wil onderhouden, zal zij u zelve aanspreken; zoo -niet, dan eischt de wellevendheid, haar niet te zien, ten minste u te -houden, als of gij haar niet bemerktet.”</p> -<p class="par">—„Zeer wel! slechts nog eenige lesjes; en -gij zult eenen echten Engelschman van mij maken.”</p> -<p class="par">—„Dewijl gij toch begeert, in de Engelsche -manieren onderrigt te worden, moet ik u nog waarschouwen, dat gij u -nimmer moet veroorloven, om, ten minste, zoo gij u niet bij zeer goede -vrienden of bekenden bevindt, aan het vuur te raken of de kaars te -snuiten. Doch <span class="pagenum">[<a id="pb138" href="#pb138" name= -"pb138">138</a>]</span>om op het artikel van den hoed terug te komen; -geenszins is het gebruikelijk, bij het afleggen van bezoeken, met den -hoed in de hand of onder den arm in het vertrek te komen, waar het -gezelschap bij een is; men moet denzelven in het voorvertrek -nederleggen.”</p> -<p class="par">—„Ik versta u! Men komt binnen, als om een -buurpraatje te houden.—Het zal nu wel gaan! ziedaar mij, ten -minste wat der behandeling van den hoed betreft, grondig onderwezen! Ik -zie wel, dat de heeren Engelschen het kapittel van den hoed volgens -<i>Aristoteles</i> door en door bestudeerd hebben, waarvan -<i>Sganarelle</i> bij <i>Molière</i> gewag maakt.” -<span class="pagenum">[<a id="pb139" href="#pb139" name= -"pb139">139</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch16" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e445">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">XVI.</h2> -<h2 class="main"><i>De Speculant.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first"><span class="corr" id="xd21e3565" title= -"Niet in bron">„</span>Ik moet niet vergeten<span class="corr" -id="xd21e3568" title="Niet in bron">”</span>—zeide ik tegen -mijnen vriend <i>C...</i> den anderen dag, toen ik hem afhaalde, om -naar <i>sir Robert D...</i> te gaan, waar wij het middagmaal nemen -zouden—<span class="corr" id="xd21e3577" title= -"Niet in bron">„</span>u rekenschap te doen van een zeldzaam -bezoek, dat ik dezen morgen gehad heb. Gij moet dan weten, dat ik -eenige malen bij eenen zekeren boekverkooper hier in de stad geweest -ben, die mij verscheidene nieuwe werkjes bezorgd heeft, en met wien ik -zelfs overeengekomen was, na mijne terugkomst in <i>Frankrijk</i> eene -geregelde briefwisseling te onderhouden. Daar hij derhalve wist, dat ik -mij met de letteroefeningen bezig hield, kwam hij heden morgen bij mij, -om mij het buitensporigste voorstel te doen, waarvan ik ooit heb hooren -spreken.”</p> -<p class="par">„Ik kom,<span class="corr" id="xd21e3585" title= -"Niet in bron">”</span> zeide hij, terwijl hij twee groote rollen -papier in 8vo uit zijne zakken haalde, <span class="corr" id= -"xd21e3588" title="Niet in bron">„</span>u eenen zeer -voordeeligen voorslag doen. Zie hier een werk, dat ik onlangs gedrukt -heb: het is uit het Hoogduitsch vertaald, en van <span class= -"pagenum">[<a id="pb140" href="#pb140" name= -"pb140">140</a>]</span>eenen zeer bekenden en hooggeachten schrijver, -wiens werken echter nimmer in het Engelsch, ja zelfs, zoo ik het wel -heb, ook niet in het Fransch vertaald zijn geworden. Een Fransch -schrijver, die thans veel opgang maakt, heeft daaruit niet alleen de -grondstof, maar zelfs ook eene groote menigte van kleine bijzonderheden -ontleend, waarmede hij een boekdeel heeft opgesierd, hetwelk hij in -<i>Frankrijk</i> als een werk, geheel van zijne vinding, heeft -uitgegeven. De aanteekeningen, waarmede deze vertaling verrijkt is, -toonen al de plaatsen aan, welke de Fransche schrijver in beslag heeft -genomen; en daar dit werk van dien schrijver door geheel -<i>Frankrijk</i> verspreid is, geloof ik, dat eene Fransche overzetting -van dit, hetwelk ik u hier aanbied, veel fortuin zou maken. Ik doe u -derhalve het edelmoedige aanbod, om mij dertig pond te geven (720 -<i>francs</i>), waarvoor ik u dit uitmuntend werk zal laten, terwijl ik -mij tevens verbind, deze overzetting niet uit te geven, voordat de uwe -geheel klaar is, opdat gij geene mededinging behoeft te vreezen. Daar -gij een mijner kalanten zijt, geef ik u de voorkeur; want gij moogt u -verzekerd houden, dat verscheiden Fransche boekverkoopers in -<i>Londen</i> dit voorstel met verrukking zouden aannemen. <span class= -"pagenum">[<a id="pb141" href="#pb141" name="pb141">141</a>]</span></p> -<p class="par"><span class="corr" id="xd21e3608" title= -"Niet in bron">„</span>Uw voorstel is, buiten twijfel, zeer -aanlokkend, mijn waarde vriend!<span class="corr" id="xd21e3611" title= -"Niet in bron">”</span> antwoordde ik hem; <span class="corr" id= -"xd21e3614" title="Niet in bron">„</span>maar ik kan er geen -gebruik van maken. Daarenboven moet ik u doen opmerken, dat in -<i>Frankrijk</i> de letterdieverijen voor geene doodzonde gerekend -worden, en dat men er nog nooit iemand om gehangen heeft. Voor eenigen -tijd heeft men, wel is waar, veel geruchts gemaakt over de uitgave van -de <i>Conaxa</i>, onder den naam van <i lang="fr">Les deux Gendres</i>; -maar de reden hiervan is, dat de schrijver van dit laatste stuk de -onvoorzigtigheid heeft gehad, om zich den haat van een groot aantal -zijner medebroeders, het <i lang="la">genus irritabile vatum</i>, op -den hals te laden. Doch nooit is er een woord gerept van de <i>School -der Zeden</i>, een stuk, bijna woordelijk uit het Engelsche tooneelspel -<i lang="en">School for Scandal</i>, van <i>Sheridan</i>, overgenomen, -evenmin van <i>de Jeugd van Hendrik den Vijfden</i>, waarvan de inhoud, -de rangschikking, ja de kleinste bijzonderheden getrokken zijn uit een -Hoogduitsch werk van <i>Meissner</i>, onder den titel van <i lang= -"de">Skitzen und Erzählungen</i> uitgegeven. De voornaamste -verandering, welke de Fransche schrijver heeft gemaakt, is, dat hij -<i>Hendrik den Vijfden</i> de rol laat spelen, die in het -oorspronkelijke stuk aan uwen koning <i>Karel den Tweeden</i> is -toegedeeld <span class="pagenum">[<a id="pb142" href="#pb142" name= -"pb142">142</a>]</span>geworden. Maar hoe zou men een werk willen -vertalen uit eene vertaling? Dit zou immers even zoo goed zijn, als -eene oorspronkelijke schilderij naar eene kopij te vervaardigen; men -zou er de hand des meesters niet meer in kunnen ontdekken.<span class= -"corr" id="xd21e3657" title="Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">—„Laat ons elkander wel verstaan: ik -bedoelde, dat gij het oorspronkelijke Hoogduitsche werk zoudt -vertalen.”</p> -<p class="par">—„Gij hebt dit dan?”</p> -<p class="par">—„Neen, maar gij moest het -ontbieden.”</p> -<p class="par">—„En waarvoor, mijn waarde vriend! zou ik u -dan de dertig pond betalen?”</p> -<p class="par">—„Maar de aanteekeningen, mijnheer! de -aanteekeningen!”</p> -<p class="par">—„Zouden, om u de waarheid te zeggen, een -weinigje te duur betaald zijn; wijl zij nu volstrekt geen ander nut -zouden kunnen aanbrengen, dan mij het spoor der navolging aan te -wijzen, hetgeen ik gemakkelijk zelf zou kunnen ontdekken.”</p> -<p class="par">En nu verliet hij mij, zijne twee aangebodene deelen met -zich nemende, welke hij, volgens zijn zeggen, eenen anderen ging -aanbieden.—<span class="corr" id="xd21e3675" title= -"Niet in bron">„</span>Welnu, <a id="xd21e3678" name= -"xd21e3678"></a>mijn vriend! wat zegt gij van die grap?”</p> -<p class="par">„Hieraan erken ik het Engelsche genie, dat altijd -en op alles speculeert. De handel <span class="pagenum">[<a id="pb143" -href="#pb143" name="pb143">143</a>]</span>is de ziel en het leven van -eenen Engelschman, het zij hij waakt of droomt. Hoor slechts twee -Engelschen spreken, en in tien minuten tijds zal het woord <i lang= -"en">speculation</i> u herhaalde malen in de ooren klinken. Het plan, -bij voorbeeld, dat uw boekverkoper de edelmoedigheid had u voor te -slaan, moge misschien voor u niet voordeelig zijn geweest; maar gij -zult toch wel willen bekennen, dat het uitmuntend voor hem was. Gij -herinnert u dien Engelschman nog wel, die, nu drie dagen geleden, met -ons aan tafel zat? Hij heeft veel gereisd, en geenszins die dwaze -vooringenomenheid voor zijnen landaard, welke hunne trotschheid met de -sterkste kleuren schetst. „Er is,<span class="corr" id= -"xd21e3687" title="Niet in bron">”</span> zeide bij tegen ons, -<span class="corr" id="xd21e3690" title= -"Niet in bron">„</span>volstrekt geen middelstand in -<i>Londen</i>. Zonder de voorname lieden uit, en al de overigen zijn -uwe onderdanige dienaars, of, om mij beter uit te drukken, de dienaars -van uwe guinies en banknoten. Ieder burger, die slechts eene kamer te -missen heeft, meubelt en verhuurt dezelve, en wordt derhalve, ten -gevalle van uwe beurs, uw kok en bediende.” En dit is in vollen -nadruk waar. Vandaar die kwakzalverij, welke gij bijna in alle winkels -hebt moeten opmerken. Aan het eene huis, bij voorbeeld, hangt een bord -met <span class="pagenum">[<a id="pb144" href="#pb144" name= -"pb144">144</a>]</span>een opschrift, dat gij in geenen anderen winkel -te <i>Londen</i> zoodanige waren tegen zulken geringen prijs kunt -bekomen; aan het andere vindt men ieder uitgestald artikel met het -Engelsche woord <i>Only!</i> in groote letters, versierd, hetgeen zoo -veel zeggen wil, als: <i>nergens anders te bekomen</i>!</p> -<p class="par">De eene koopman laat een’ van zijne bedienden, met -eenen langen staak, aan welken van boven een bord is gehecht, met de -bekendmaking, dat in zijn magazijn-alleen deze of dergelijke goederen -tegen dien matigen prijs te koop zijn, de geheele stad doorkruisen. Een -andere wederom laat kaartjes aan <i>zijne vrienden</i>, te weten, aan -<i>iederen voorbijganger</i>, uitreiken, waardoor hij bekend maakt, dat -hij voornemens is, zijnen winkel uit te verkoopen, en dus de goederen, -welke hem nog overig zijn, voor halven prijs aanbiedt. Intusschen is -hij even min van zins, zijnen handel op te geven, als gij er aan denkt, -om denzelven te beginnen. Dit alles is Engelsche <i>speculatie</i>. In -een woord, de eerste gedachte van eenen Engelschman, bij zijn ontwaken, -de laatste bij zijn inslapen, de beelden, welke hem zelfs droomende -voor den geest zweven, zijn <span class="ex">plannen</span> en -<i>speculatien</i>. <span class="pagenum">[<a id="pb145" href="#pb145" -name="pb145">145</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch17" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e454">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">XVII.</h2> -<h2 class="main"><i>Het Engelsche middagmaal.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">Het onderhoud, mijn waarde lezer! hetwelk ik u in -het vorige hoofdstuk heb medegedeeld, bragt ons aan het huis van <i>sir -Robert D...</i> Onze hoeden, rottingen en overrokken in de voorkamer -afgelegd hebbende, geleidde men ons in eene zaal, waar zich reeds een -aantal gasten bevond. <i>Sir Robert</i> bood ons zijner vrouw en -dochter aan, een jong meisje van achttien jaren, ongemeen lief en -bevallig; en vervolgens, op dezelfde wijze, aan ieder ander lid van het -gezelschap, ons tevens van hunne namen en hunnen rang, en hen -wederkeerig van de onze onderrigtende. Dezelfde plegtigheid werd, bij -de aankomst van iederen nieuwen gast, herhaald. Dit is een algemeen -aangenomen gebruik te <i>Londen</i>. De heer van den huize neemt u -(onverschillig, in welk eenen kring gij komt) bij de hand, en biedt u, -met staatsie, aan ieder lid van het gezelschap aan.</p> -<p class="par">Behalve zijne dochter, had <i>sir Robert</i> nog eenen -zoon van zeventien jaren, die echter <span class="pagenum">[<a id= -"pb146" href="#pb146" name="pb146">146</a>]</span>thans met zijnen -gouverneur in <i>Italie</i> was; om, zoo als ieder welopgevoed -Engelschman verpligt is, de reis op het vaste land te doen; hetgeen -trouwens, naar mijn oordeel, niet wel is over een te brengen met die -algemeene minachting, welke dit volk zich aanmatigt tegen ieder, die -niet van hunnen landaard is. Doch de wispelturigheid, of het niet -gelijk blijven met zich zelven, (<i>l’inconséquence</i>) -kan hun-alleen juist niet te laste gelegd worden; en misschien zou het -van <span class="ex">ons</span> zeer onbillijk zijn, hun dezelve te -verwijten.</p> -<p class="par">Het was ongemeen guur en koud weer, iets, hetwelk wij, -al hadden wij er ook minder gevoel van gehad, toch niet ligtelijk -zouden hebben kunnen vergeten; want ieder binnenkomende gast had de -oplettendheid, om ons dit koude nieuws te herinneren. Men moge eenen -Engelschman ontmoeten, wanneer men wille, het eerste woord, dat van -zijne lippen rolt, is altijd: <i>Hoe vaart gij?</i> het tweede: <i>Een -fraaije morgen! Een sombere middag!—Een kouden avond! Een -duistere nacht!</i> Zoodat een Engelschman, met regt, <i>een wandelend -weerglas</i> kan genoemd worden.</p> -<p class="par">Dan ter zaak! Ons gezelschap bestond uit veertien -personen, vijf vrouwen en negen mannen, <span class="pagenum">[<a id= -"pb147" href="#pb147" name="pb147">147</a>]</span>toen men ons kwam -zeggen, dat het eten opgedischt was.</p> -<p class="par">De meeste voorname en rijke Engelschen houden er -tegenwoordig Fransche koks op na; want bijna allen, die in -<i>Frankrijk</i> geweest zijn, stemmen daarin overeen, dat onze keuken -de hare verre te boven streeft. Maar <i>sir Robert D...</i> is een -Engelschman van den ouden trant, die zich aan de voorvaderlijke zeden -en gebruiken houdt, en volstrekt er niet van zou afwijken. Het verstaat -zich derhalve van zelf, dat het geheele middagmaal volkomen, en zonder -de geringste afwijking, op zijn Engelsch was ingerigt. Om den -eetlievenden lezer te voldoen, zal ik er hem eene kleine schets van -trachten te geven.</p> -<p class="par">Op het midden der tafel prijkte, als hoofdschotel, een -vervaarlijk groot stuk gekookt pekelvleesch. Aan de eene zijde stond -een kalfs- en aan de andere zijde een schapengebraad, terwijl twee -schotels met visch de flank formeerden, en de vier hoeken met -aardappelen, kool, wortelen en ingelegde snijboonen, alles in zuiver -water gekookt, bezet waren. In het tweede bedrijf was de -hoofdpersonaadje eene gebrade gans, tusschen eenen insgelijks gebraden -haas en twee hoenders, en nu werd de flank gemaakt door twee schotels -sla, den een’ met <span class="pagenum">[<a id="pb148" href= -"#pb148" name="pb148">148</a>]</span>selderij en den ander’ met -cichorei, terwijl op de hoeken eene appel- en kersentaart, een -<i>plumbpudding</i> en een <i>rijstpudding</i> den lekkertand -uitnoodigden. Vervolgens werd er nog eene kaas opgezet, en eindelijk -werd het tafellaken afgenomen en eenige schoteltjes met appelen en -andere versnaperingen opgebragt; ook schonk men thans een goed glas -wijn; want, het drinken van eenige gezondheden uitgezonderd, had men -tot dusverre zeer weinig wijns gebruikt, maar zich meestal bij het bier -gehouden.</p> -<p class="par">De wijn wordt hier niet, als in <i>Frankrijk</i>, in -flesschen opgebragt, maar in kristallen <i>carafes</i>, die voor den -gastheer worden nedergezet. Zich zelven schenkt hij het eerst in, geeft -vervolgens de <i>carafe</i> aan hem, die naast hem zit, en in deze -volgorde doet zij de ronde om de tafel, tot zij ledig is, welk gebrek -men echter zorgt door eene nieuwe spoedige vulling terstond weder te -herstellen.</p> -<p class="par">Het onderhoud, gedurende den maaltijd, welke gelukkig -zeer bespoedigd werd, was uitermate doodsch en vervelend. De -voornaamste stof verschaften een lekker malsch gebraad en een stuk goed -gekookt vleesch. Ook bespeurde ik geene de minste oplettendheid voor de -aanwezige vrouwen. Ja, ik kon mij schier <span class="pagenum">[<a id= -"pb149" href="#pb149" name="pb149">149</a>]</span>niet verbeelden, dat -er vijf vrouwen tegenwoordig waren, van welke er ten minste drie in -ieder land voor <span class="ex">schoon</span> zouden gehouden zijn, en -de oudste, de vrouw van den huize, slechts zeven en dertig jaren -telde.</p> -<p class="par">Na het afnemen der tafel en het gebruik van het eerste -glas wijn, stond zij op, en verzocht der andere dames haar te volgen; -doch wij mannen bleven met de <i>carafe</i> portwijn voor ons zitten, -die, bij herhaling, de ronde om de tafel deed, en eindelijk, na verloop -van eenige uren, door eene met <i>madera</i> afgelost werd.</p> -<p class="par">Ja, lezer! na eenige uren. Wij waren te vijf ure gaan -aanzitten, de vrouwen waren reeds voor zes ure opgestaan, en wij -verlieten echter de tafel niet voor half negen, om in eene andere zaal -thee te drinken. Doch zoo ver zijn wij nog niet.—Na het vertrek -der vrouwen werd het gesprek eenigzins levendiger. Ik, wiens tong in de -tegenwoordigheid van eene lieve, bevallige vrouw steeds vlugger en -losser wordt, vond het zeer vreemd, dat dezelfde reden eene -tegengestelde uitwerking op het spraaklid der heeren Engelschen te weeg -bragt. Maar welhaast ontdekte ik, dat aan de wandelende <i>carafe</i> -de levendigheid van het onderhoud voornamelijk was toe te schrijven. -<span class="pagenum">[<a id="pb150" href="#pb150" name= -"pb150">150</a>]</span>Door het al te sterk liefkozen dier -<i>carafe</i>, scheen echter ook de grootste aandrift langzamerhand te -verkoelen: het was, als of de oogen toe wilden vallen, en de tongen dik -werden, tot het voortdurend gebruik der <i>madera</i> ons in den -vorigen staat van stilzwijgendheid terugvoerde.</p> -<p class="par">Reeds lang had ik bemerkt, dat, van tijd tot tijd, de -eene of andere gast van tafel opstond, zich achter eene gordijn begaf, -daar twee of drie minuten vertoefde, dan weder terugkwam, en bij het -gezelschap zijne plaats hernam. Ik begreep niets van deze handelwijze; -doch toen eindelijk mijn vriend <i>C...,</i> naast wien men mij -geplaatst had, insgelijks als de anderen, dit toertje gemaakt had, -vroeg ik hem, zoodra hij weder zat, zachtjes, wat dit toch beteekende? -„Ga er slechts heen,<span class="corr" id="xd21e3838" title= -"Niet in bron">”</span> zeide hij, <span class="corr" id= -"xd21e3841" title="Niet in bron">„</span>dan kunt gij het zelf -zien, en mogelijk zult gij er niet boos om zijn<span class="corr" id= -"xd21e3844" title="Niet in bron">”</span>—Om mijnen -nieuwsgierigheid te voldoen, ondernam ik het korte reisje, ging achter -de gordijn en vond....! maar hoe nu aan mijne bescheidene en kiesche -lezers, zoo als de Franschen altijd met opzigt tot de bewoordingen -zijn, het voorwerp uit te drukken, dat zich aan mijne oogen opdeed? ja, -welk eene benaming er aan te geven?—Er is echter geene bevallige -dame, die <span class="pagenum">[<a id="pb151" href="#pb151" name= -"pb151">151</a>]</span>dit <i>meubel</i> niet dagelijks gebruikt, of -die hare kamenier niet zou beknorren, zoo zij het, bij het naar bed -gaan, niet in hare slaapkamer vond, en die het, des noods, niet met den -regten naam zou durven noemen. Ik hoop dus, niets te wagen, met te -zeggen, dat ik daar vond staan eenen grooten waterpot. En inderdaad, -<i>de kruik gaat zoo lang te water, tot zij eindelijk vol wordt!</i> -zegt Figaro; en derhalve kan men geen vier of vijf uren aanhoudend -drinken, zonder dat de natuur hare schatting eischt. En waarom toch, -lezer! zou men eener even zoo natuurlijke behoefte, als eten en -drinken, niet trachten te voldoen, zonder tijd te verliezen, zonder -zich aan koude bloot te stellen, en zonder het vertrek te verlaten? -Evenwel geloof ik, dat dit gebruik tot eene meerdere volkomenheid zou -kunnen gebragt worden. Na eene lange zitting schijnt de gang van tafel -naar de gordijn aan sommige gasten nog te ver. Onder anderen merkte ik -eenen op, die al struikelende zijne plaats zocht te hervinden, doch die -zijn doel juist niet langs een regte lijn en zonder eenige zijpassen -kon bereiken. Ik hoop dus, dat door den tijd, die alle dingen -verbetert! (dank zij den aanleg tot volmaaktheid van het menschelijke -geslacht!) de Engelschen een dezer nuttige, of, om beter te zeggen, -noodzakelijke <span class="pagenum">[<a id="pb152" href="#pb152" name= -"pb152">152</a>]</span><i>meubels</i> onder den stoel van ieder hunner -gasten zullen doen plaatsen, even als men een wijnglas voor hen op -tafel zet; want deze twee artikels zijn in hunne bijeenkomsten zoo -onontbeerlijk voor elkander, als de klepel voor de klok. Deze mode in -trein te brengen, zou een overheerlijk plan en eene voortreffelijke -speculatie zijn voor eenen koopman in waterpotten.</p> -<p class="par">Eindelijk zochten wij de dames weder op, uitgenomen een -der gasten, die aan tafel ingeslapen was, en welken men het raadzaamst -oordeelde in zijne rust niet te storen. De koffij en thee waren op het -oogenblik gereed. De koffij was volkomen gelijk aan die, welke ik reeds -eenmaal in <i>Londen</i> geproefd had; doch de sterkte en smaak der -thee vergoedden rijkelijk het gebrekkige van de koffij. De thee dan was -bitter van sterkte, zoo dat ik mij genoodzaakt zag, er eene driedubbele -hoeveelheid suiker in te doen, om haar te kunnen drinken. Bij de thee -gebruikte men brood en boter, koekjes en eenige andere versnaperingen. -Ook schonk men mij een tweede kopje in, zonder te vragen, of ik nog -meer begeerde? Ik haastte mij dus, deze medicijn spoedig door te -slikken, en naauwelijks was mijn kopje ledig, of het werd ten derde -male gevuld. <span class="pagenum">[<a id="pb153" href="#pb153" name= -"pb153">153</a>]</span></p> -<p class="par">Hier kwam mij een oude manier van regtspleging te -binnen, te weten, om den beschuldigden, wien men eene bekentenis wilde -ontwringen, eene zekere hoeveelheid water te doen drinken. Daar ik -vreesde, tot dezelfde proef veroordeeld te zijn, vroeg ik zachtjes aan -mijnen vriend <i>C...,</i> of hij mij geen middel aan de hand kon doen, -om mij van dezen zondvloed te redden.</p> -<p class="par">„Zoo lang gij uw lepeltje in het schoteltje laat -liggen,<span class="corr" id="xd21e3873" title= -"Niet in bron">”</span> zeide hij, <span class="corr" id= -"xd21e3876" title="Niet in bron">„</span>zal men u niet -overslaan, doch leg het in uw kopje, en men zal u niet meer -inschenken.” Ik haastte mij derhalve, de eenige plank te grijpen, -welke mij van verdrinken kon redden, en waarlijk, zij bragt mij in eene -veilige haven: mijn kopje werd, tot hartelijke blijdschap van mijn -verhemelte, den geheelen avond niet meer gevuld.</p> -<p class="par">Veel sprak men over de jagt en de staatsbelangen, -inderdaad gewigtige en belangrijke onderwerpen voor de vrouwen, welke -men geene meerdere opmerking aan de thee-, dan aan de eettafel -verwaardigde. Eindelijk werd te elf ure het avondmaal aangekondigd.</p> -<p class="par">Dit was een mengelmoes van oesters, koud vleesch en -gebak; en tot mijne groote verwondering, zou ik uit het spoedig -verdwijnen van het opgedischte, zoo ik niet van het tegendeel -<span class="pagenum">[<a id="pb154" href="#pb154" name= -"pb154">154</a>]</span>ware overtuigd geweest, besloten hebben, dat men -noch het middagmaal gehouden, noch, onder het theedrinken, zoo tamelijk -gepeuzeld had.</p> -<p class="par">Nu werd er brandewijn, gin, rum, warm water en suiker -rondgediend, waarvan ieder, naar welgevallen, eene grootere of kleinere -hoeveelheid nam, en die zelf, naar zijnen zin, gereed maakte. Eindelijk -scheidden wij des nachts te een ure, allen een weinigje aangezet, en -den slaap ten hoogste benoodigd.</p> -<p class="par">Wacht u echter wel, lezers! het woordje <i>allen</i> ook -op de vrouwen toe te passen. Dezen zijn in <i>Engeland</i>, in het -algemeen, ja bijna geene uitgezonderd, van eene bewonderenswaardige -matigheid met opzigt tot den wijn en de sterke dranken, hetgeen des te -vreemder moet voorkomen, wijl het vochtlievend voorbeeld der mannen -haar ligtelijk smaak in deze voorwerpen zou kunnen doen krijgen. De -Fransche schrijver, die in het jaar achttien honderd en vijftien door -de drukpers het publiek heeft verteld, dat de Engelsche dames zich, -even als hare mannen, dagelijks in den drank te buiten gaan, heeft haar -opzettelijk en met voordacht gelasterd, of wel, heeft, gedurende zijn -verblijf, geene andere verkeering gehad, dan met zulke dames, die bij -avond en des nachts in den omtrek der kerk van <i>Sint-Gilles</i> haar -fortuin zoeken. <span class="pagenum">[<a id="pb155" href="#pb155" -name="pb155">155</a>]</span></p> -<p class="par">Men verhaalt, dat eene, geenszins aan dit gebrek -verslaafde, dame op zekeren avond bij toeval meer gedronken had, dan -zij verdragen kon, en zoodanig beschonken was, dat men haar in bed -moest dragen. Den anderen morgen maakte haar echtgenoot, geheel in het -zwart gekleed, haar zijne opwachting.—Goede hemel! riep zij uit, -mijn vriend! geen onzer bloedverwanten was immers ziek, zoo ver ik -weet; over wien rouwt gij?—„<i>Over uwe eer, mevrouw! die -gij gisteren avond bevlekt, en mogelijk voor altijd verloren -hebt!</i>” antwoordde hij. Nu zwoer deze dame plegtig, nimmer -weder wijn of sterken drank te zullen gebruiken; en men verzekert, dat -zij haar woord nooit verbroken heeft. <span class="pagenum">[<a id= -"pb156" href="#pb156" name="pb156">156</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch18" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e463">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">XVIII.</h2> -<h2 class="main"><i>De Sherifs.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">Op zekeren dag bevond ik mij in de <i>Citij</i>, -digt hij de <i>Sint-Paulus-kerk</i>, in <i>Pater-Noster-Row</i>. Juist -was ik bezig met, in eenen der talrijke boekwinkels, waarvan deze -straat grimmelt, een nieuw werk te koopen, toen een onverwacht geluid -van een groot getal instrumenten mijne ooren trof. Op mijne vraag, wat -deze soort van <i>concert</i> beteekende, werd mij gezegd, dat het de -twee nieuwelings verkozene <i>sherifs</i> (<i>regters</i>) waren, die -op het stadhuis (<i>Guild-Hall</i>) den eed gingen afleggen. -Oogenblikkelijk begaf ik mij naar <i>Cheapside</i>, welken weg de -optogt moest nemen, en bespeurde, bij die gelegenheid, dat er te -<i>Londen</i> niet minder gapers, dan te <i>Parijs</i>, zijn. De -straten waren opgepropt met een volkje van allerlei slag, maar men zag -noch wachten noch geregtsdienaars, om de menigte in bedwang te houden; -het volk zelf scheen zich van dezen pligt te kwijten, en de rust bleef -volkomen ongestoord, waarvan, naar mijne <span class="pagenum">[<a id= -"pb157" href="#pb157" name="pb157">157</a>]</span>gedachten, de ruimte -en breedte der straten gedeeltelijk de oorzaak waren.</p> -<p class="par">Het geleide werd vooruitgegaan door een twintigtal -muzijkanten, allen op blaasinstrumenten spelende. Hierop volgde een man -op een paard, dat moedig en snuivende voortstapte, terwijl de ruiter in -zijne hand eenen vergulden stok hield, die veel naar eenen schepter, of -ten minste naar eene koopmansel geleek; zijn kleed was van rood -scharlaken, met breede gouden belegsels, en op zijne schouders prijkte -ter wederzijde eene kolonels-<i>epaulette</i>: zijn hoofd was met eenen -kolossalen, driepuntigen en rijk met goud geboorden hoed bedekt, en -zijn post bestond in de plegtigheid van het feest te regelen. Achter -hem kwamen twaalf rijtuigen, ieder met eenen magistraatspersoon -(<i>alderman</i>) bevracht, en deze werden gevolgd door de geheel -vergulde en ontzaggelijk groote koets van den <i>Lord-Major</i>. De -dissel en de bok van den koetsier waren, even als het achterste -gedeelte van de koets, met gesneden en rijkelijk verguld houtwerk -dermate overladen, dat het mij onmogelijk is, er eene behoorlijke -beschrijving van te geven; doch alles was tevens zoo stevig, massief en -verkwistend zwaar, dat men van de afbraak der koets, wat het hout -betreft, gemakkelijk een klein <span class="pagenum">[<a id="pb158" -href="#pb158" name="pb158">158</a>]</span>huis zou hebben kunnen -bouwen. Nu kwamen eindelijk de koetsen der twee nieuw verkozene -<i>sherifs</i>. Deze waren wel minder prachtig, dan die van den -<i>Lord-Major</i>, maar des te netter en doelmatiger. De koetsiers -dezer drie rijtuigen zuchtten intusschen onder den last van vervaarlijk -groote vlassen <span class="corr" id="xd21e3966" title= -"Bron: paruiken">pruiken</span> zonder poeder, en met verscheidene -verdiepingen van krullen voorzien, die er of aan vast gebreid, of ten -minste er op genaaid waren. Op deze gekoetsierde pruiken, of, om mij -beter uit te drukken, op deze gepruikte koetsiers volgde een twintigtal -lakkeijen te voet, in groot liverei, wier wit zijden kousen mijne ziel -met medelijden vervulden; wijl de modder en slijk het wit zoodanig -hadden veranderd, dat men het bijna voor zwart, ten minste voor grijs -zou gehouden hebben. De achterhoede van dezen optogt bestond wederom -uit eenen troep van twintig muzijkanten. Voorts werd mij verhaald, dat, -na het afleggen van den eed, de eene dezer regters in een der -voornaamste <i>logementen</i> van <i>Londen</i> eenen grooten maaltijd -geeft, en dat, eenige dagen later, de andere dezen pligt insgelijks -moet vervullen.</p> -<p class="par">Het aanschouwen van dezen plegtigen optogt deed -intusschen mijne nieuwsgierigheid <span class="pagenum">[<a id="pb159" -href="#pb159" name="pb159">159</a>]</span>ontbranden om eenige -bijzonderheden te weten, welke ik den weetgierigen lezer thans zal -mededeelen; wijl hij misschien hetzelfde verlangen ontwaart, en het zoo -gemakkelijk niet zou kunnen bevredigen.</p> -<p class="par">De regering bestaat uit den <i>Lord-Major</i>, twee -<i>sherifs</i> (<i>regters</i>, of <i>bijzitters</i>), vijf en twintig -<i>aldermans</i> (<i>schepenen</i>) en twee honderd zes en dertig -raadsheeren, of vroedschappen.</p> -<p class="par">De <i>Lord-Major</i> wordt door het volk uit de -<i>aldermans</i> verkozen. Men benoemt er twee, uit welke de algemeene -vergadering, bestaande uit den aftredenden <i>Lord</i>, de -<i>aldermans</i> en raadsheeren, eenen nieuwen <i>Lord-Major</i> -<span class="corr" id="xd21e4018" title="Bron: benoemd">benoemt</span>. -Zijne aanstelling is slechts voor een jaar; echter is hij eigenlijk het -hoofd, en eenigermate zelfs de ziel van de geheele regering.</p> -<p class="par">De bediening der <i>sherifs</i>, welke insgelijks door -het volk verkozen worden, vervalt ook met het jaar. De -<i>Lord-Major</i> is voorzitter, en als de keuze gedaan is, roept hij -den nieuw verkozene uit, onder het drinken van een glas wijn, op de -gezondheid van den <i>sherif</i>, <i>die</i> of <i>die</i>, een -penseeltrek, welke vooral niet vergeten moet worden bij het schetsen -der Engelsche zeden en gebruiken. Overigens veroorzaakt deze benoeming -zeer vele onkosten aan <span class="pagenum">[<a id="pb160" href= -"#pb160" name="pb160">160</a>]</span>hem, die er het voorwerp van -wordt: ook mag men er zich geenszins aan onttrekken, zoo men geene -boete van vierhonderd pond (9,600 <i>livres</i>) wil betalen. Deze -regters staan aan het hoofd der regtspleging. De <i>aldermans</i> -worden op dezelfde wijze verkozen, doch hunne benoeming is levenslang. -Zij vervullen het beroep van vrederegters in de stad <i>Londen</i>, en -verscheidene regtsvergaderingen zijn uit hen samengesteld.</p> -<p class="par">De raadsheeren eindelijk worden door de bijzondere -wijken der <i>Citij</i> benoemd, welke in twee honderd zes en dertig -afdeelingen gesplitst wordt. Zij zijn ten naastenbij hetzelfde, als de -algemeene vergadering van den raad te <i>Parijs</i>, met dit -onderscheid echter, dat hunne magt en hun aanzien veel verder is -uitgebreid. Het stadhuis (<i>Guild-Hall</i>), waar de kiesvergaderingen -gehouden worden, is een groot Gothisch gebouw. Het is ook daar, dat de -plegtige inwijding van den nieuwen <i>Lord-Major</i> jaarlijks den -negenden <i>November</i> met een groot feest gevierd wordt, op hetwelk -ongeveer duizend personen van beiderlei sekse genoodigd worden, en -waarbij gemeenlijk een paar duizend flesschen wijn hare ontlasting -vinden.</p> -<p class="par">Ik heb mij altijd bediend van de uitdrukking -<span class="pagenum">[<a id="pb161" href="#pb161" name= -"pb161">161</a>]</span>de <i>Citij</i> van <i>Londen</i>: men moet -echter dit geenszins met het woord <i>stad</i> verwarren, waarvan de -<i>Citij</i> slechts een derde gedeelte uitmaakt. De regenten, van -welke ik gesproken heb, kunnen buiten de <i>Citij</i> geen gezag, hoe -genaamd, uitoefenen, en het overige gedeelte van <i>Londen</i> wordt, -even als de andere steden en dorpen van het koningrijk, bestuurd. -<span class="pagenum">[<a id="pb162" href="#pb162" name= -"pb162">162</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch19" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e472">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">XIX.</h2> -<h2 class="main"><i>De Vuistvechters.</i> (<i>Boksers.</i>)</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">Slechts zeer weinige menschen brengen den dag door -naar het ontwerp, hetwelk zij den vorigen avond gevormd hebben. Aan den -eenen kant wederstreeft ons bijna altijd in onze voornemens het -register van onvoorziene toevallen, hetwelk zoo vruchtbaar in deszelfs -geheelen omvang is; terwijl, aan den anderen kant, onze eigene -wispelturigheid ons niet zelden een welberaamd besluit doet opgeven, om -een ander te volgen, hetwelk een louter toeval deed geboren worden. In -een woord, wanneer wij het onderscheid tusschen <span class= -"ex">willen</span> en <span class="ex">doen</span>, <span class= -"ex">beramen</span> en <span class="ex">uitvoeren</span>, naauwkeurig -gadeslaan, dan zullen wij ons meestal in de slotsom onzer ontwerpen -jammerlijk bedrogen vinden. Men denkt, zich, bij voorbeeld, in den -schouwburg te vermaken, en men geeuwt er: men waant, veel leerzaams in -het een of ander Genootschap van Wetenschappen te zullen hooren, en men -sluimert er zachtkens in: men vervoegt zich in het een of ander -gezelschap, op hoop <span class="pagenum">[<a id="pb163" href="#pb163" -name="pb163">163</a>]</span>van een geliefdkoosd voorwerp te ontmoeten; -men is er, en zij komt niet:—men is voornemens, eener lieve jonge -vrouw een bezoek te geven, en men treft haren ouden echtgenoot aan.</p> -<p class="par">Evenwel moet men ook toestemmen, dat het toeval, onze -ontwerpen verijdelende, ons dikwijls veel beter dient, dan wij ons -hadden kunnen verbeelden; en hij, die ter goeder trouw eenen blik op -het verledene wilde terugwerpen, zou ongetwijfeld moeten bekennen, dat -hij een groot gedeelte van het wel slagen zijner ondernemingen, hetwelk -zijne eigenliefde aan het wel beramen van zijne plans wil toeschrijven, -veeleer aan het bloote geval te danken heeft.</p> -<p class="par">Even zoo was ik aan het lot het gezigt van een -schouwspel verschuldigd, dat wel niet zeer aanlokkend voor eenen -Franschman, doch des te belangrijker voor een volk is, hetwelk meer -vermaak vindt in de geestverschijning in <i>Macbeth</i>, en in de -ijsselijkheden in <i>Koning Lear</i>, dan in de verteederende droefheid -van eene <i>Iphigenie</i>, en in de zachte tranen, welke de wegslepende -moederliefde van eene <i>Andromache</i> uit de oogen doet vloeijen. -Doch de beschouwer is dikwijls genoodzaakt, zijne oogen op voorwerpen -te vestigen, welke hem met afschrik vervullen; even als de -ontleedkundige door het <span class="pagenum">[<a id="pb164" href= -"#pb164" name="pb164">164</a>]</span>ontleden der lijken lessen -verzamelt, om de smarten der lijdende menschheid te verligten.</p> -<p class="par">—„Ziedaar eene waarlijk lange -inleiding!”</p> -<p class="par">Maar vergeet tevens niet, op te merken, waarde lezer! -dat het de eerste is, waarop ik u vergast; en indien zij u al min of -meer verveeld hebbe, bedank mij dan ten minste, dat ik niet al mijne -hoofdstukken, even als vele dagbladschrijvers gewoonlijk hunne -tijdingen beginnen, met eene voorrede heb aangevangen, die meestal zoo -weinig betrekking heeft tot het onderwerp, dat behandeld zal worden, -als de zeden van <i>Londen</i> naar die van <i>Parijs</i> gelijken. -Doch daar het uw wil is, zal ik eenige aanmerkingen, welke ik hier -eigenlijk nog te maken had, in mijne pen houden, en mij spoeden, om tot -de zaak zelve te komen.</p> -<p class="par">Het paleis van den Prins Regent van <i>Engeland</i> ligt -bijna in het midden der stad, in <i>Pall-mall</i>.</p> -<p class="par">Men heeft het voornemen, van dit punt, in eene regte -lijn, eene groote en zeer fraaije straat, in de lengte een aanzienlijk -gedeelte der stad doorsnijdende, tot aan <i>New-road</i> te leiden, en -dus met <i>Regents-Park</i> te vereenigen.</p> -<p class="par">Een gedeelte dezer onderneming heeft men ook reeds ten -uitvoer gebragt, en deze nieuwe <span class="pagenum">[<a id="pb165" -href="#pb165" name="pb165">165</a>]</span>straat, welke -<i>Portland-place</i> genoemd wordt, en voorzeker de schoonste van -geheel <i>Londen</i> zal zijn, maakt omtrent een vijfde gedeelte dezer -hoofdstad uit, en zal ten naastenbij drie kwartier uurs lang zijn. -<i>New-road</i>, hetwelk in het Fransch zoo veel, als <i>Nieuwe -Aanleg</i> beteekent, is in een der uithoeken van de stad gelegen, digt -bij het <i>Regents-park</i>, of het <i>Park van den Prins -Regent</i>.</p> -<p class="par">Op zekeren morgen, niets te doen hebbende, ging ik al -vrij vroeg uit, met het voornemen, om het nieuwe plantsoen in -<i>Regent’s-park</i>, dat nog niet in volle orde is, te -bezigtigen. In den <i>Nieuwen Aanleg</i> gekomen, zag ik op zekere -hoogte, <i>Primrose-hill</i> genaamd, van verre in het veld, eene -groote menigte van mannen en vrouwen, en tegelijk een aantal menschen, -die, dwars overstekende, uit al hunne magt naar hetzelfde punt liepen. -Hier bleek het weder, dat ik, even als zij, een echte afstammeling van -onze goede moeder <i>Eva</i> was: ik vergat het doel mijner wandeling, -en liet mij door den <i>Daemon</i> der nieuwsgierigheid naar dezelfde -zijde heen slepen.</p> -<p class="par">De bonte menigte bestond uit lieden van allerlei stand -en rang der beide seksen: eene welgekleedde dame stond naast eenen -kruijer of lastdrager, en een opgeschikte modezoon <span class= -"pagenum">[<a id="pb166" href="#pb166" name= -"pb166">166</a>]</span>tusschen eenen hoop van vischwijven en -bedelaarsters. De aanschouwers vormden eenen ongemeen wijden kring, in -wiens midden een man van eene Herculische gestalte bezig was, met zich -van zijne das, zijnen rok, en zijn vest en eindelijk van zijn hemd te -ontdoen, waarna, tot mijne groote verwondering, het baaijen onderhemdje -hetzelfde lot onderging, zoo dat ik nu zeker vooronderstelde, dat broek -en kousen de uitgetrokken plunje zouden navolgen; doch dit gebeurde -niet. De oogen en wangen der zedige <i>Ladij’s</i>, welke dit -schouwspel met hare tegenwoordigheid vereerden, schenen, tot mijne -uiterste verbazing, noch te blikken, noch te blozen op het gezigt van -eenen man, die tot aan zijn midden moedernaakt voor haar stond. Weinige -oogenblikken hierna konden zij een dubbel genoegen smaken; want een -ander kampvechter, die zich buiten den kring ontkleed had, kwam nu, vol -drift, door de menigte heen dringen, om zijne partij te ontmoeten. -Ieder was door twee mannen vergezeld, die bestemd waren, om ruimbaan -voor de kampioenen te houden en hen, des noods, te ondersteunen. De -laatst gekomene was intusschen veel kleiner, dan de eerste, maar zijne -spieren en pezen, die borst, rug en armen bekleedden, verkondigden den -aanschouwer, dat de natuur <span class="pagenum">[<a id="pb167" href= -"#pb167" name="pb167">167</a>]</span>hem voor zijne kleinere gestalte -rijkelijk schadeloos had gesteld door het geschenk van buitengewone -ligchaamskrachten.</p> -<p class="par">Na veel moeite gelukte het mij, plaats te vinden onder -de echte liefhebbers, en wel in den eersten rang, naast eenen bejaarden -Engelschman, die zeer oplettend was op al, wat er voorviel, en wien ik -verzocht, mij te onderrigten, wat deze bijeenkomst eigenlijk beduidde, -en wat er gebeuren zou.</p> -<p class="par">„Gij zijt een vreemdeling,<span class="corr" id= -"xd21e4215" title="Niet in bron">”</span> zeide hij, <span class= -"corr" id="xd21e4218" title="Niet in bron">„</span>uwe -vraag—alleen zou mij dit ontdekt hebben, indien uwe uitspraak u -niet reeds verraden hadde.—Gij zult zien <span class= -"ex">boksen</span>, maar ik vrees, dat wij niet veel pleizier zullen -hebben; want deze knapen zijn juist niet van de voornaamsten; het zijn -twee ambachtslieden, die gisteren toevallig verschil gekregen, en hier -tijd en plaats bepaald hebben, om hetzelve te beslechten. Maar wacht! -let op! let op! zij beginnen!”</p> -<p class="par">„Tien guinies tegen zeven op <i>Tom</i>!” -schreeuwde een jong mensch, die eenige schreden van ons af stond, uit -al zijne magt.</p> -<p class="par"><i>Tom</i> was degene, die het voordeel der grootte -had.</p> -<p class="par">„Ik houd de zeven guinies op -<i>Dick!</i><span class="corr" id="xd21e4237" title= -"Niet in bron">”</span> riep de Engelschman, die naast mij -stond.<a id="xd21e4240" name="xd21e4240"></a></p> -<p class="par">En op het oogenblik kwamen de twee kampvechters -<span class="pagenum">[<a id="pb168" href="#pb168" name= -"pb168">168</a>]</span>met geslotene vuisten op elkander af, en -trachtten, wel vijf minuten lang, elkander duchtige vuistslagen toe te -brengen, welke zij echter beide met veel vlug- en vaardigheid wisten af -te keeren.</p> -<p class="par">„Het zijn kinderen der natuur, ongeleerde -vechters!<span class="corr" id="xd21e4248" title= -"Niet in bron">”</span> zeide mijn buurman; <span class="corr" -id="xd21e4251" title="Niet in bron">“</span>er heerscht noch -kunst noch overleg in hunne wijze van boksen.”</p> -<p class="par">—„Heeft men het hier dan zoo ver gebragt, -dat men de kunst van vuistvechten naar grondregelen -uitoefent?<span class="corr" id="xd21e4256" title= -"Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">—„Zonder twijfel! Even als in de -schermkunst, hebben wij hier leermeesters in deze wetenschap, en het is -gemakkelijk te zien, dat deze twee menschen zich weinig geoefend, of -ten minste slechte meesters gehad hebben.”</p> -<p class="par">Op dit oogenblik bragt <i>Dick</i>, met eenen -uitgestrekten arm, zijner partij <i>Tom</i> eenen, zoo wel gerigten, -vuistslag onder de laatste rib toe, dat die als een os ter neder -stortte.</p> -<p class="par">Middelerwijl de twee secondanten van <i>Tom</i> hem -oprigtten, zeide ik tegen mijnen buurman: „ziedaar uwe -weddingschap gewonnen!” In het denkbeeld verkeerende, dat door -den val van den eenen der strijders het gevecht geheel geeindigd -was.</p> -<p class="par">„Gewonnen! riep hij, och, mijn vriend! -<span class="pagenum">[<a id="pb169" href="#pb169" name= -"pb169">169</a>]</span>zoo ver zijn wij nog niet. <i>Tom</i> zal het -zoo gemakkelijk niet opgeven: het gevecht eindigt niet, voor dat een -van beiden bekent, overwonnen te zijn.”</p> -<p class="par">—„En waarom heeft <i>Dick</i> zich dan niet -van zijn voordeel bediend, en zijne partij gedwongen, zijne nederlaag -te bekennen?”</p> -<p class="par">—„Dewijl deze soort van gevecht, even als -iedere andere, naar regt en wetten behandeld wordt, en men zijnen -neergevelden vijand geene slagen mag toebrengen.”</p> -<p class="par">Intusschen was <i>Tom</i> weder op de been gekomen, en -had den aanval hernieuwd. Eenige oogenblikken daarna liet hij zijne -vuist zoo onzacht op het kakebeen van <i>Dick</i> nederglijden, dat -deze, op zijne beurt, insgelijks den grond kuste, terwijl een stroom -van bloed, met eenige tanden, uit zijnen mond vloog.</p> -<p class="par">Na eenen korten stilstand hernieuwde men het gevecht. -<i>Dick</i>, zich houdende, als of hij nogmaals eenen aanval op de -ribben van zijne partij wilde doen, drukte, door eene vaardige wending, -onverwachts zijne volle vuist zoo onzacht op den regter kijker van -zijnen vijand, dat deze, tegen wil en dank, het, door deze persing -opgezwollene, venster gesloten moest houden.</p> -<p class="par">„Niet slecht!<span class="corr" id="xd21e4304" -title="Niet in bron">”</span> riep mijn buurman, <span class= -"corr" id="xd21e4307" title="Niet in bron">„</span>niet -<span class="pagenum">[<a id="pb170" href="#pb170" name= -"pb170">170</a>]</span>slecht!<span class="corr" id="xd21e4312" title= -"Niet in bron">”</span> Doch naauwelijks was het tweede <i>niet -slecht!</i> over zijne lippen gegleden, of <i>Tom</i> onthaalde den -neus van <i>Dick</i> op eene zoo allergeweldigste stomp, dat uit beide -neusgaten twee bloedfonteinen sprongen, terwijl <i>Dick</i> ruggelings -op den grond nedertuimelde. Nu snelden zijne twee secondanten vaardig -toe, reinigden zijn gezigt met sponsen van het bloed, en rigtten hem -op, ter hervatting van dit moorddadig gevecht.</p> -<p class="par">Thans scheen <i>Dick</i> al zijne pogingen aan te -wenden, om het linker oog van zijne partij in denzelfden toestand als -het regter te brengen. Het kwam mij dus voor, dat <i>Dick</i>, alhoewel -niet sterk voor de <i>broederschap</i> ingenomen, echter des te -krachtdadiger de <i>gelijkheid</i> betrachtte, tot welk einde hij -telkens de <i>vrijheid</i> nam, om zijne vuist met het linker oog van -<i>Tom</i> in aanraking te brengen, en hetzelve, op deze wijze, -gelijkvormig aan het regter te maken. Daarbij scheen hij volstrekt -ongevoelig voor de slagen, welke hij ontving, en niet eens te merken, -dat stroomen bloeds uit zijnen mond en neus ontsprongen, toen het hem -eindelijk gelukte, het voorgestelde doel te bereiken, en het andere oog -van zijnen vijand insgelijks te treffen en te sluiten, zoo dat -<span class="pagenum">[<a id="pb171" href="#pb171" name= -"pb171">171</a>]</span>deze rampzalige nu te regt kon gezegd worden -<i>blind geslagen</i> te zijn, welke kunstbewerking in <i>Engeland</i> -bij het edele boksen den uitvoerder den grootsten roem verschaft. Dan -daar, helaas! in het menschelijke leven het grootste geluk veelal door -rampen is verzeld, ontving de oculist gelijktijdig van zijnen lijder, -ter betaling voor de opgedrongene kuur, eenen zoo hevigen slag op den -hartkuil, dat hij zelf ten derdemaal op den grond nederplofte.</p> -<p class="par">Nu dacht ik ten minste zeker, dat de strijd -geëindigd was. <i>Tom</i>, wiens luiken digt geslagen waren, -scheen mij door dit kleine beletsel buiten staat, om zich te -verdedigen, en dus veel minder in staat, om den aanval te kunnen doen; -en den, op den grond uitgestrekten en naauwelijks adem kunnende halen, -<i>Dick</i> was het, mijns oordeels, insgelijks onmogelijk, het gevecht -te hervatten. Maar ik bedroog mij nogmaals.</p> -<p class="par">De secondanten van <i>Dick</i> kwamen andermaals bij -hem, wiesschen hem op nieuw het bloed met sponsen van het gezigt, -drukten hem citroensap in zijnen mond, verkwikten den sterk -beschadigden neus insgelijks met eenige droppelen van datzelfde vocht, -en trachtten hem te overtuigen, dat hij met een weinigje <span class= -"pagenum">[<a id="pb172" href="#pb172" name="pb172">172</a>]</span>moed -en standvastigheid ongetwijfeld overwinnaar moest worden; wijl hij -zijne tegenpartij geheelenal <span class="ex">blind</span> had geklopt; -en zij bragten het inderdaad ook zoo ver, dat zij hem overeind kregen, -en door hunne aanspraak weder met nieuwen moed bezielden.</p> -<p class="par">Gedurende dezen tijd bleven de vrienden van <i>Tom</i> -geenszins werkeloos. Een ligte lancetsteek onder beide de oogen, deed -het daartusschen gedrongen bloed over de wangen loopen, en verminderde -in zoo verre de ontsteking, dat de lijder een weinigje kon zien.</p> -<p class="par">Nu vielen zij met vernieuwde woede, als twee tijgers, op -elkander aan, en eene menigte van vuistslagen, wederzijds gegeven en -ontvangen, bragt zulk eene hoeveelheid bloeds te voorschijn, dat de -beide vechters er geheel mede bedekt waren.</p> -<p class="par">En zelfs vrouwen konden op dit afgrijsselijk schouwspel -hunne teedere oogen vestigen! oogen, welke zich nimmer moesten openen, -dan, om tooneelen van vermaak en stille vreugde te beschouwen! -„Helaas!<span class="corr" id="xd21e4385" title= -"Niet in bron">”</span> zeide ik bij mij zelven, <span class= -"corr" id="xd21e4388" title="Niet in bron">„</span>zijn deze, -welke ik hier ontmoet, Engelsche—zijn deze wel Europesche -vrouwen?—Zijn het niet veeleer vrouwen (vrouwen, zeg ik!) neen, -vrouwelijke monsters uit de horden der Kannibalen, die met wellust -<span class="pagenum">[<a id="pb173" href="#pb173" name= -"pb173">173</a>]</span>rondom de vlammen dansen, in welker midden zij -den ongelukkigen gevangene, langzaam bradende aan eenen paal, van een -scheuren, en deszelfs geblakerde leden met de lillende ingewanden tot -een smakelijk voedsel nuttigen!”</p> -<p class="par">Doch, terwijl ik mij in deze en dergelijke overdenkingen -verdiepte, gaf de ongelukkige <i>Tom</i>, door eenen laatsten hartslag -ter nedergeveld, groote gulpen bloeds over, en alle moeite, welke zijne -secondanten, eenige minuten lang, aanwendden, om hem op de been te -houden, vruchteloos bevonden zijnde, behield zijne tegenpartij het -slagveld, en werd, met eenige tanden in den mond minder, een paar bont -en blaauw geslagene oogen en eenen gebroken neus, door zijne vrienden -juichende als overwinnaar weggeleid.</p> -<p class="par">Twist of oneenigheid is echter niet altijd de -aanleidende oorzaak van deze vuistgevechten, o neen! er is een aantal -<span class="ex">boksers van beroep</span>, die om geld deze -moorddadige kunst uitoefenen, en in dat geval is eene beurs met -twintig, dertig of vijftig guinies tot eenen prijs voor den overwinnaar -bestemd. De eene of andere rijke en aanzienlijke <i>Lord</i> laat in -zijn park eenen ruimen omtrek met palen en touwen afsluiten, welke tot -het slagveld voor de kampvechters verstrekt, en waar zij ongehinderd -<span class="pagenum">[<a id="pb174" href="#pb174" name= -"pb174">174</a>]</span>hunne vlugheid, kracht en bekwaamheden kunnen -ten toon spreiden. Alsdan worden er belangrijke weddingschappen -aangegaan, en welgelukzalig zij, welken het te beurt valt, de eer te -genieten, om in het vermaak van dit bekoorlijk schouwspel te mogen -deelen, even als in vroegere tijden vorsten en edelen de ridderspelen -met hunne tegenwoordigheid vereerden.</p> -<p class="par">En dan durft men de Romeinen nog van wreedheid -beschuldigen; wijl hunne oogen zich in den strijd der zwaardvechters -konden verlustigen! Dit oorlogzuchtige volk, onder de wapenen geboren -en in den krijg opgevoed, zag immers in die gevechten slechts het -afbeeldsel van den oorlog, en daarenboven was ieder burger soldaat. De -vechters zelve waren bezield met de zucht tot roem. Als een hunner, na -zich dapper gekweten te hebben, op het punt stond van den doodsteek te -ontvangen, gaven de aanschouwers dikwijls hun verlangen te kennen, dat -de ongelukkige mogt gespaard worden, ten welken einde zij hunne handen -opstaken, met hunne doeken wuifden en somwijlen met een onstuimig -geschreeuw de vrijheid van den verwonnenen eischten.</p> -<p class="par">Maar welk een belang toch kan een laag en hatelijk -vuistgevecht verwekken, gedurende hetwelk de aanschouwers zich met -niets anders <span class="pagenum">[<a id="pb175" href="#pb175" name= -"pb175">175</a>]</span>schijnen bezig te houden, dan met pogingen, om -de verwoedheid der razende vechters aan te moedigen, tot eindelijk een -hunner bijna levenloos nederstort? En dit is nogtans een der meest -geliefkoosde vermaken van het volk, dat zich, bij uitzondering, het -<i>denkende</i> noemt. <span class="pagenum">[<a id="pb176" href= -"#pb176" name="pb176">176</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch20" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e481">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">XX.</h2> -<h2 class="main"><i>Engelsche zindelijkheid.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">Op eenen zaturdag wandelde ik met mijnen vriend -<i>C...</i> door de stad.</p> -<p class="par">„En met welk voornemen?” zal men mij -mogelijk vragen.</p> -<p class="par">Zie hier mijn antwoord.—Plaats u slechts, waarde -lezer! op den eenen of anderen morgen, zonder u de moeite te geven van -naar <i>Londen</i> te reizen, bij de <i>Pont-Neuf</i>, te -<i>Parijs</i>, en doe dezelfde vraag aan alle voorbijgangers, namelijk, -met welk voornemen zij zijn uit gegaan?</p> -<p class="par">Een advokaat zal u zeggen:—„Om voor eenen -mijner kliënten te pleiten.” En het is integendeel slechts, -om de vijftig <i>Louis d’or</i> te verdienen, welke hij zich -vooruit heeft doen betalen.</p> -<p class="par">Een arts zal u <span class="corr" id="xd21e4449" title= -"Bron: antwoordden">antwoorden</span>: „Om eenen mijner lijders -te bezoeken.” Maar geenszins zal hij er bijvoegen, dat dit bezoek -hem rijkelijk zal betaald worden.</p> -<p class="par">Een dagbladschrijver zal u vertellen: <span class="corr" -id="xd21e4454" title="Niet in bron">„</span>om eene <span class= -"pagenum">[<a id="pb177" href="#pb177" name= -"pb177">177</a>]</span>proef te corrigeren.” En het is juist om -de eerste letter van zijnen naam, waarachter hij zich verschuilt, te -gaan uitkrabben onder het een of ander artikel, in hetwelk hij eenen -zekeren schrijver al te hard is aangevallen, en voor wiens -onverzoenlijke wraakzucht hij thans beducht is.</p> -<p class="par">De koopman zal u diets pogen te maken, dat hij -<span class="corr" id="xd21e4461" title= -"Niet in bron">„</span>eenen zijner handelvrienden, wiens zaken -wat schuinsch zitten, gaat ondersteunen.” Maar hij verzwijgt u, -dat zijn voornemens is, tegen gereed geld voor een derde der waarde den -ongelukkigen de goederen, welke hem nog overig zijn, af te -woekeren.</p> -<p class="par">De krijgsman zwetst u voor: „Mij roept eene zaak -van eer!” En het is eene danseres van de <i>Opera</i>, met welke -deze zaak van eer moet beslist worden.</p> -<p class="par">De schoone <i>Agnes</i>, die, u antwoordende, hare -tintelende oogen zedig naar den grond slaat, zegt, met den grootsten -schijn van waarheid: „Ik ga de mis hooren in de naburige -kerk.” Maar het looze meisje weet, dat zij eenen jongen vriend -zal vinden, welken zij daar eene bijeenkomst heeft -toegestaan.—Dat oude grootje dweept u, met een uitgestreken -gelaat, voor: „Ik ga, in de vreeze des heere, een heimelijk -liefdewerk verrigten.” Maar <span class="pagenum">[<a id="pb178" -href="#pb178" name="pb178">178</a>]</span>het is, om aan vijf of zes -schijnheilige klappijen van hare kennis een schandelijk nieuws mede te -deelen, hetwelk haar, ten nadeele van eene harer beste vriendinnen, den -vorigen avond verhaald is geworden.</p> -<p class="par">Indien ik nu zelf op uwe vraag antwoordde, waarde lezer! -zoudet gij immers kunnen vermoeden, dat ik u insgelijks mijne ware -beweegredenen wilde verbergen, of dat ik er u slechts een gedeelte van -ontdekte. Heb derhalve de goedheid, om u te vergenoegen met datgene, -hetwelk ik mij in gemoede verpligt acht ter uwer kennis te brengen, en -u te bepalen bij de uitwerkselen, zonder al te diep in derzelver -oorzaken te willen doordringen; want deze aangeborene zucht, hoe -natuurlijk en verschoonbaar dezelve ook zij, is meermaals de bron van -duizende dwalingen en misslagen voor het menschdom geweest. Ja men -kende...... Doch ik bemerk, dat ik mij van mijnen weg verwijder, en dat -ik, dus voortgaande, in plaats van hetgene ik te <i>Londen</i> gezien -en gehoord heb, te verhalen, mij ongevoelig in wijsgeerige -bespiegelingen zou verdiepen. Derhalve ter zake!</p> -<p class="par">„Welk eene verwonderlijke zindelijkheid heerscht -er in dit land!<span class="corr" id="xd21e4484" title= -"Niet in bron">”</span> zeide mijn vriend <i>C...</i> -<span class="corr" id="xd21e4490" title= -"Niet in bron">„</span>Ziet gij wel aan alle huizen de -dienstmeisjes met hare emmers, bezems, luiwagens, dweilen, <span class= -"pagenum">[<a id="pb179" href="#pb179" name= -"pb179">179</a>]</span>sponsen en zandbakjes? Zij zijn bezig met de -trappen, van den zolder tot aan den kelder, te schuren, en zij eindigen -met den huisdrempel. En dit wordt alle zaturdagen op nieuw herhaald. -Wel nu, wat zegt gij er van?—Doet men dit te <i>Parijs</i> -ook?”</p> -<p class="par">„Maar te <i>Parijs</i>,<span class="corr" id= -"xd21e4503" title="Niet in bron">”</span> antwoordde ik hem, -<span class="corr" id="xd21e4506" title= -"Niet in bron">„</span>worden bij zeer vele lieden de trappen -niet alleen geschrobd en geboend, maar zelfs met wassen lappen -gewreven; gij zult mij dus gaarne toestemmen, dat dit tegen het -Engelsche wasschen, waarvan gij zoo veel ophefs maakt, wel kan opwegen. -Wat der zindelijkheid betreft, mijn beste! dan moest gij eens in -<i>Holland</i> zijn, daar zoudt gij andere staaltjes aantreffen: daar -wascht men zelfs de muren der huizen van buiten. Ik moet u daarenboven -ronduit verklaren, dat ik mij in het geheel niet met geestdrift voor de -Engelsche zindelijkheid vooringenomen gevoel. Gij, mijn vriend! -beschouwt slechts het vernis der schilderij, maar geenszins derzelver -innerlijke waarde.</p> -<p class="par">Onder dit gesprek wees ik hem eenen tappersjongen aan, -die, huis aan huis, zijne pinten bier rondbragt, welke hij naast -elkander op eene, tot dit gebruik geschikte, plank geplaatst, in zijne -hand hield, Aan ieder huis, waar hij <span class="pagenum">[<a id= -"pb180" href="#pb180" name="pb180">180</a>]</span>kwam, nam hij, voor -het aankloppen, eene teug uit het pintje, hetwelk hij moest -overhandigen, zoo dat hij, dus doende, middel vond, om zijnen dorst of -snoeplust te bevredigen (indien het nemen van eenen slok bier -<i>snoepen</i> mag genoemd worden) zonder dat de hoeveelheid van het -vocht uit de pinten aanmerkelijk verminderde.</p> -<p class="par">Op het zelfde oogenblik zag ik een kind van omtrent acht -of negen jaren met een stuk boter in de hand, dat hij waarschijnlijk -voor zijne ouders gehaald had, en waarvan hij, het papier opligtende, -gedurende den weg, den omtrek met zijne tong belikte, dat het een lust -was.</p> -<p class="par">Eindelijk zagen wij vlak tegenover ons eene melkboerin -op een’ harer emmers zitten, en die, bemerkende, dat haar rok -gedeeltelijk in den anderen emmer hing, denzelven er zeer voorzigtig -uitnam en in dien emmer uitwrong, om toch geenen droppel van het vocht, -dat zij verkocht, te verliezen.</p> -<p class="par">„Ziedaar!<span class="corr" id="xd21e4525" title= -"Niet in bron">”</span> zeide ik, <span class="corr" id= -"xd21e4528" title="Niet in bron">„</span>het toeval biedt ons, -gelijktijdig en juist van pas, drie sprekende voorbeelden van de -Engelsche zindelijkheid aan! Wel nu, wat zegt gij er van?”</p> -<p class="par">—„Dat dit niets bewijst! Men kan uit -bijzonderheden geene gevolgtrekking tot het geheel maken.” -<span class="pagenum">[<a id="pb181" href="#pb181" name= -"pb181">181</a>]</span></p> -<p class="par">—„Ik heb u ook niet slechts eenen trek -aangewezen, maar wel drie, in dezelfde straat, en op hetzelfde -oogenblik, en mijn geheugen herinnert mij nog een aantal -anderen.—Of kunt gij deze vrouw zindelijk noemen, die, den -eersten morgen na mijn ontwaken, in mijn verblijf, dat ik thans nog -bewoon, mij, nadat zij eerst mijn vuur aangemaakt, en de zwarte kolen -met de handen aangevat had, het ontbijt bragt, zonder zich afgewasschen -te hebben, en zich insgelijks gereed maakte, om mijn bed te schudden, -hetwelk ik echter nog gelukkig voorkwam, door haar, bij wijze van een -komplimentje, te zeggen, dat de heldere blankheid van haar gelaat een -sterk kontrast met hare zwarte handen opleverde? Is het misschien ook -een beginsel van zindelijkheid, dat de menschen, bij welke gij inwoont, -toen ik u, op zekeren dag, terwijl zij zaten te eten, afwachtte, mij -gul en hartelijk eene teug bier uit het pint aanboden, hetwelk gedurig -de ronde om de tafel deed, zonder dat een der drinkenden er om dacht, -den mond met een servet af te vegen, en zulks om de natuurlijke reden, -wijl niemand een servet had?<span class="corr" id="xd21e4536" title= -"Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">—„Alles enkele voorbeelden! Gij beoordeelt -de Engelschen, als zeker reiziger de Fransche vrouwen schetste. Deze, -te <i>Calais</i> <span class="pagenum">[<a id="pb182" href="#pb182" -name="pb182">182</a>]</span>ontschepende, teekende in zijn zakboekje -aan, dat alle Fransche vrouwen zoo rood als vossen waren, dewijl de -kasteleines der herberg, waar hij was afgestapt, rood haar -had.”</p> -<p class="par">—„Gij bedriegt u. Ik zeg niet, dat alle -Engelschen morsig zijn; maar ik betwist hun den roem van algemeene -zindelijkheid, met welke men hun zeer ongepast in <i>Engeland</i> -vereert, en ik durf beweren, dat de Franschen, wat dit artikel betreft, -hun geenszins, uit den weg behoeven te gaan. Maar nog iets; indien de -bijzondere bewijzen u niet kunnen overtuigen, indien gij mij -tegenwerpt, dat alle voorbeelden, welke ik heb aangehaald, slechts het -lage <span class="corr" id="xd21e4551" title= -"Bron: gemeeen">gemeen</span> betreffen, dan zal ik u eenige algemeene -trekken opnoemen, en wel onder lieden van den eersten rang in de -maatschappij.”</p> -<p class="par">„Goed, hier wacht ik u, mijn vriend.”</p> -<p class="par">—„Zeer wel, let slechts op!—Gij weet, -dat, als men, zelfs in de eerste huizen, thee gaat drinken, dezelve op -een prachtig geschilderd, en met goud of zilver versierd blad, in het -keurigste en kostbaarste porselein, wordt voorgediend. Maar hebt gij -tevens nooit uw oog gevestigd op die spoelkom, welke half vol warm -water op den hoek van het blad is geplaatst?—Hebt gij er nooit op -gelet, dat ieder, na zijn kopje uitgedronken te hebben, hetzelve -<span class="pagenum">[<a id="pb183" href="#pb183" name= -"pb183">183</a>]</span>in die kom van het overschot en van eenige, daar -in nog overgeblevene, theebladen gaat zuiveren? Is dit niet even eens, -als of ieder beurtelings uit hetzelfde kopje dronk? Neen! zoo zeer ik -met vermaak uit een kopje of schoteltje zou willen drinken, hetwelk met -een paar lieve koralen lipjes in aanraking was geweest, met even zoo -veel tegenzin en afkeer zou ik er mij van bedienen, indien het in -hetzelfde water was afgespoeld geworden, hetwelk de restjes van eenen -dronkaard, of van eene tandelooze bes ontvangen heeft; want eigenlijk -is dit geen <i>reinigen</i>, maar wel degelijk -<i>bemorsen</i>.—Ja, mijn vriend! doorzoek vrij, als gij kunt, de -kleedkamer van de pronkzuchtigste vrouw, of van de rijkst onderhouden -wordende <i>maitresse</i>; ga bij de voornaamste behangers en in de -eerste modewinkels, en gij zult bevinden, dat eene Fransche vrouw, van -welk eenen stand ook, er niet volledig alles zou aantreffen, wat zij -noodig heeft, om zich geheel naar haren zin van meubelen te -voorzien.</p> -<p class="par">—Hebt gij reeds onze lieve en beminnelijke -landgenoote, welke wij gisteren door ongesteldheid te bed vonden, -vergeten, en die zich ongelukkig bezeerd had bij het vervaardigen van -een <span class="pagenum">[<a id="pb184" href="#pb184" name= -"pb184">184</a>]</span>stuk huisraad, dat zij in geheel <i>Londen</i> -niet vinden kon? En op wat wijze zult gij de fraaije manier, om het -neuzenmerg op te halen en in te slokken, verdedigen?—Eene -gewoonte, welke onder alle klassen plaats heeft, en vandaar -oorspronkelijk schijnt te zijn, dat de zindelijke heeren Engelschen -nooit iets uitspuwen, uit vrees van hunne tapijten te bederven, en ook -zeer zelden eenen zakdoek gebruiken, uit voorzorg van denzelven morsig -te maken.</p> -<p class="par">Ja zelfs schijnt de regering dezer stad het nuttige en -noodzakelijke der zindelijkheid niet genoegzaam in het oog te houden; -want gij zult mij toch wel willen toestemmen, dat de straten hier zeer -slecht schoon gehouden worden, of laat ik liever zeggen, dat zij altijd -zeer vuil en morsig zijn. Het is waar, men veegt, bij de eene of andere -dwarsstraat, een klein plekje schoon, om van het eene voetpad op het -andere te kunnen komen, en dit werk wordt gemeenlijk nog door eenen -bedelaar verrigt, die, in de eene hand den bezem houdende, de andere -geopend en uitgestrekt den voorbijgangers aanbiedt. Doch wilt gij de -straten dwars oversteken, om aan de overzijde te komen, dan moet gij -tot aan de waden door modder en slijk stappen, of weder terugkeeren, -<span class="pagenum">[<a id="pb185" href="#pb185" name= -"pb185">185</a>]</span>tot gij aan een dezer paadjes komt, waarvan ik -gesproken heb, en welke veel overeenkomst hebben met eene plank over -eene moddersloot.</p> -<p class="par">—„Genoeg! om ’s hemels wil, -genoeg!<span class="corr" id="xd21e4583" title= -"Niet in bron">”</span> zeide mijn vriend <i>C...</i>; -<span class="corr" id="xd21e4589" title= -"Niet in bron">„</span>gij zoudt eindigen met mij te betogen, dat -<i>Londen</i> de tempel der morsigheid is!”</p> -<p class="par">—„Dan zoudt gij in eene tweede dwaling -vervallen. Mijn voornemen is geenszins, <i>Londen</i> in het -overdrevene van morsigheid te beschuldigen, maar slechts te bewijzen, -dat men ongelijk heeft met de Engelsche zindelijkheid zoo hemelhoog -boven de onze te verheffen. Men moet, om gezond over de zaken te kunnen -oordeelen, ze van zeer nabij zien, en met oplettendheid onderzoeken; -want het gaat met de meeste dingen, welke wij in het eerst verbazend -bewonderen, even als met menige vrouw, die in de verte met al de -bekoorlijkheden en frischheid der jeugd schijnt uitgedost te zijn, maar -die, bij iederen stap, met welken gij haar nadert, iets van hare -bevalligheid verliest, en eindelijk zelfs leelijk zou kunnen genoemd -worden. <span class="pagenum">[<a id="pb186" href="#pb186" name= -"pb186">186</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch21" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e490">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">XXI.</h2> -<h2 class="main"><i>De wandeling.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">„Helaas! nog al veroordeeld, om eenen -<span class="ex">zondag</span> te <i>Londen</i> door te brengen! welk -een verdriet! Geene andere publieke plaats staat open, dan de -koffijhuizen, die juist niet in mijnen smaak vallen, en de herbergen, -waar gerookt wordt, en welke ik verfoei! Geen bezoek kan men afleggen! -Ha! ik kan echter eene predikatie gaan hooren! Eene predikatie... de -hemel beware mij! ik vergenoeg mij gaarne met de eerste, welke ik -gehoord heb.—Komaan, laat ons een hoofdstuk bijeen flansen, en -het de <i>verveling</i> doopen. De verveling is immers eene ziekte, -welke al de inwoners van <i>Londen</i> bekruipt, en die mogelijk -eenigen mijner lezers, bij het doorbladeren van dit boekje, mijns -ondanks, ook zal bevangen.”</p> -<p class="par">Ik nam derhalve een groot vel schrijfpapier, en schreef -boven aan met groote letteren: <i>Een en twintigste Hoofdstuk.—De -Verveling.</i> Reeds was ik bezig met eene inleiding te ontwerpen toen -ik mij op den schouder voelde <span class="pagenum">[<a id="pb187" -href="#pb187" name="pb187">187</a>]</span>tikken. Ik keerde mij om en -zag mijne vriend <i>C...</i></p> -<p class="par">„Wel!<span class="corr" id="xd21e4633" title= -"Niet in bron">”</span> zeide hij, <span class="corr" id= -"xd21e4636" title="Niet in bron">„</span>wat denkt gij van daag -te doen?”</p> -<p class="par">„Ach!<span class="corr" id="xd21e4641" title= -"Niet in bron">”</span> antwoordde ik met eenen zucht, -<span class="corr" id="xd21e4644" title= -"Niet in bron">„</span>hetgene men te <i>Londen</i> op -<span class="ex">zondag</span> kan doen. Ziedaar!<span class="corr" id= -"xd21e4653" title="Niet in bron">”</span> vervolgde ik, hem mijn -vol papier onder de oogen houdende.</p> -<p class="par">„Smijt het in het vuur!<span class="corr" id= -"xd21e4658" title="Niet in bron">”</span> hernam hij: -<span class="corr" id="xd21e4661" title= -"Niet in bron">„</span>het is een heerlijke winterdag, niet te -koud, geen wind; komaan, laat ons in <i>Hyde-Park</i> gaan wandelen; -dit zal onzen eetlust opwekken, en wij zullen alsdan dezen middag der -tafel eer kunnen aandoen.”</p> -<p class="par">Ik liet mij niet lang bidden; wij begaven ons terstond -op weg en kwamen, na omtrent een uur wandelens, aan dat vermakelijke -park, door de poort van de <i>Oxford-street</i>. Zonder medelijden liet -mijn vriend mijne voeten de lengte van het geheele park meten, en toen -vroeg hij mij: <span class="corr" id="xd21e4672" title= -"Niet in bron">„</span>Welnu! hoe vindt gij deze -wandeling?<span class="corr" id="xd21e4675" title= -"Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">„Overheerlijk! Ik zou er mij geen denkbeeld van -hebben kunnen vormen! Maar in ernst! Hoe toch kunt gij -vooronderstellen, dat deze plaats mij zou kunnen behagen? Een wijd -uitgestrekte grond, van eenen onregelmatigen omtrek, bedekt met een dun -en dor groen, <span class="pagenum">[<a id="pb188" href="#pb188" name= -"pb188">188</a>]</span>waartusschen het oog hier en daar eenige wijd en -zijd verspreide boomen aantreft, even als men in de Lijbische -zandwoestijnen, van tijd tot tijd, eenige <i>oasen</i> ontwaart, en in -wiens midden, tot volmaking van dit fraaije tafereel, een magazijn van -stof ligt!—Voorts is dit treffend geheel doorsneden met eene -soort van lanen, vol modder en slijk, die tegenwoordig gelukkig stijf -bevrozen is, en waar honderd wandelaars, even als wij, hunne verveling -medebrengen, den tijd trachten te dooden, en van welke men te regt zou -kunnen zeggen:</p> -<div lang="la" class="lgouter"> -<p class="line">„<i>Rari nantes in gurgite vasto!</i>”</p> -</div> -<p class="par first">—„Wat het dorre en weinige gras -betreft, dat komt, wijl men der zeissens hier al te dikwijls bezigheid -verschaft.”</p> -<p class="par">—„Wat raakt mij de oorzaak? ik beoordeel de -uitwerkselen.”</p> -<p class="par">—„En verdient deze schoone gracht, welke men -het <i>Slangen-kanaal</i> noemt, ten minste uwe verwondering -niet?”</p> -<p class="par">—„De nabijheid van de <i>Theems</i> -vermindert aanmerkelijk het schoone van dit kanaal.—Maar ik zie -daar eenige jonge lieden schaatsen rijden: ik dacht niet, dat het ijs -reeds sterk genoeg was.” <span class="pagenum">[<a id="pb189" -href="#pb189" name="pb189">189</a>]</span></p> -<p class="par">—„Gisteren reed men hier al. Wel is waar, er -kwam een gat in, waarin wel vijftien menschen gevallen zijn; doch er is -slechts één verdronken.”</p> -<p class="par">—„En waarom zet men niet een paar -schildwachten uit, om te beletten, dat iemand op het ijs komt, voor dat -het dik en sterk genoeg is?”</p> -<p class="par">—„Wat zou er dan van de Engelsche vrijheid -worden?”</p> -<p class="par">—„Het is waar, ik dacht er niet -om.—Welaan! laat ons dit betooverend verblijf -verlaten.”</p> -<p class="par">—„Wij zullen eerst de tuinen van -<i>Kensington</i> nog bezigtigen; want wij zijn er zeer digt -bij.”</p> -<p class="par">Zoo gezegd, zoo gedaan; en nu moet ik mijnen waarden -lezer ronduit bekennen, dat ik hier waande, mij in eene andere wereld -getooverd te zien. Eene wijde uitgestrektheid van de schoonste boomen, -welke het oog naauwelijks overzien kan, met fraaije lanen doorsneden, -bood hier den liefhebbers eene bekoorlijke wandeling aan, welke in den -zomer overheerlijk moet zijn, en alsdan ook de bijeenkomst is van -alles, wat in <i>Londen</i> aanzienelijk en voortreffelijk mag genoemd -worden. Maar gij vindt er niets, om u te verfrisschen of te -<span class="pagenum">[<a id="pb190" href="#pb190" name= -"pb190">190</a>]</span>verkoelen; noch ijs, noch <i>limonade</i>, noch -zelfs een glas bier; niet eens eenen stoel, om uit te rusten: men treft -er geene andere zitplaatsen aan, dan eenige, op eenen grooten afstand -van elkander geplaatste, banken, even als men die heeft in ons -<i>Luxembourg</i> of in de <i>Tuilleries</i>, waar de <i>Invaliden</i> -en nieuwsgierige ledigloopers gewoonlijk hunne bijeenkomsten -hebben.</p> -<p class="par">Wij wandelden den tuin rond, en het was reeds half vier -ure, toen wij denzelven verlieten. Nu moesten wij nogmaals -<i>Hyde-Park</i> oversteken, om in de stad te komen. Maar hoe groot was -mijne verwondering! Ik bevond mij als in eene andere wereld. Misschien -wel vijf- of zesduizend personen, van onderscheiden rang en stand, -wandelden te voet in het binnenste gedeelte van het park; terwijl het -in de dwarslanen krielde van rijtuigen, koetsen en paardrijders, en dat -bijna in zulk eene menigte, als in onze wandeldreven te -<i>Long-Champ</i>.</p> -<p class="par">—„Spijt het u nu wel, gebleven te -zijn?” vroeg mijn vriend; „wat zegt gij nu van -<i>Hyde-Park</i>?”</p> -<p class="par">—„Dat de decoratiën veranderd zijn, -maar dat het tooneel altijd hetzelfde blijft. Ik verbeeld mij, eene -groote kamer te zien, die wel <span class="pagenum">[<a id="pb191" -href="#pb191" name="pb191">191</a>]</span>prachtig en rijk gemeubeld, -doch welker vloer oud en morsig is, en welker zoldering en lambrizering -sedert lang niet zijn opgeschilderd.”</p> -<p class="par">Nogtans moet ik der waarheid hulde doen, en bekennen, -dat dit gezigt niet geheel onbelangrijk was, ook kan men er alle -zondagen, van drie tot vijf ure, gebruik van maken. Met genoegen -beschouwt men een aantal jonge lieden te paard, van beide seksen, die -hunne moedige en dartele rossen met zwier en bevalligheid berijden; -terwijl men, aan den anderen kant, wederom eene menigte van rijtuigen -ziet, welke in smaak en pracht met elkander wedijveren. Niet minder -verlustigt zich het oog in de wandelende en rijdende dames, van welke -sommigen den bekoorlijksten luister van het natuurlijk, eenvoudig -schoon ten toon spreiden, welks gemis anderen wederom door pracht van -opschik en sieraden trachten te vergoeden. Wij hielden ons eenige -oogenblikken op, om dit schouwspel naauwkeurig gade te slaan, hetwelk, -hoe schoon ook, mij toch eindelijk zou verveeld hebben. Mijn vriend -wist echter aan deze vervelende eentoonigheid, door het verhalen van -sommige bijzonderheden en voorvallen, eenige afleiding te geven.</p> -<p class="par">„Ziet gij daar in die geel geschilderde -<span class="pagenum">[<a id="pb192" href="#pb192" name= -"pb192">192</a>]</span>koets, met die fraaije wapens en eene grafelijke -kroon er boven, dat lieve vrouwtje wel? vroeg hij mij. Zij is eene -bloedverwante van een’ der aanzienlijkste personaadjes van geheel -<i>Engeland</i>. Zij was de echtgenoote van <i>Lord F...</i>; maar eene -onwederstaanbare zucht tot galante minnarijen deed haar gehoor verlenen -aan de vleijerijen van <i>Mijlord G...</i> Haar man bemerkte het: hij -was niet minder ervaren in de Heidensche fabelleer, dan in de Engelsche -rekenkunde: de historie van <i>Venus</i> en <i>Mars</i>, benevens de -boertige wraak van <i>Vulkaan</i> waren hem geenszins onbekend; en daar -hij het zonderlinge begrip koesterde, dat eene vrouw minder, en wat -geld meer, een wezenlijke zegen des hemels was, hield hij zich, als of -hij den beiden gelieven schoon spel wilde geven, en wist eindelijk het -arglooze paar, door eenige zijner vrienden verzeld, die hem voor -getuigen zouden dienen, in den beslissendsten toestand, even als de -hierboven vermelde goden, te betrappen. Een Italiaan zou zeer zeker de -schuldigen terstond geponjaardeerd hebben; een Franschman zou zijnen -mededinger op de pistool of op den degen geeischt hebben; maar een -Engelschman is wel wijzer! <i>Lord F...</i> vervolgde <i>Lord G...</i> -in rechten, en verkreeg tegen hem een vonnis, <span class= -"pagenum">[<a id="pb193" href="#pb193" name="pb193">193</a>]</span>waar -bij deze, als onwettig bruiker van eens anders eigendom, in eene boete -van 15,000 pond, dat is (360,000 <i>livres</i> Fransch) veroordeeld -werd, tot schadevergoeding van kosten en intrest, en hetwelk hem tevens -magtigde, om van zijne snoepachtige vrouw te scheiden. Toen trouwde de -<i>Mylord G...</i> het onbestorvene weeuwtje. Doch daar de opvolger van -<i>Lord F...</i> niet geldgierig is, zegt men, dat hij de uiterste -voorzorgen gebruikt, om niet genoodzaakt te zijn, de uitgeschotene -gelden, welke hij aan <i>Lord F...</i> betaald heeft, weder van eenen -anderen zijner vrienden of bekenden te moeten invorderen.”</p> -<p class="par">„Die ruiter, op dat kastanjebruine paard, wiens -sporen en stijgbeugels van zilver zijn, heet <i>Sir John H...</i> Deze -heeft eens eene weddenschap aangegaan van tweeduizend guinies, dat een -man in twintig dagen duizend uren te voet zou afleggen, hetgeen iederen -dag vijftig uren maakt, of ten naastenbij zestien en eene halve -Fransche mijlen. Het gelukte hem in de daad, iemand te vinden, die dit -wandelingje wilde ondernemen, en dien hij vervolgens iederen morgen -door zijnen arts liet bezoeken; terwijl hij zelf zich met de zorg -belastte, om den looper met voedende en krachtige spijzen te -onderhouden. <span class="pagenum">[<a id="pb194" href="#pb194" name= -"pb194">194</a>]</span>In een woord, hij won de weddenschap. Thans is -het hem gelukt, eene heldin op te schommelen, die zich wil verbinden, -in twintig achtereenvolgende dagen daags dertig uren af te leggen. Hij -houdt zich dus bezig met iemand op te zoeken, die hem nogmaals -tweeduizend guinies wil houden; maar ik twijfel sterk, of hij eenen -wedder zal vinden; want de spraak gaat, dat hij altijd gelukkig is in -het winnen.”</p> -<p class="par">„Zie daar <i>mistress L...</i>, in dat eenvoudige -grijs geschilderde rijtuig zonder eenig versiersel. Zij is met eenen -Franschman getrouwd, dien zij, van den morgen tot den avond, -onophoudelijk kwelt, vooral, wanneer hij het ongeluk heeft van in de -eene of andere kleinigheid zich tegen de Engelsche gewoonten te -bezondigen. Op zekeren avond thee bij haar drinkende, beknorde zij -haren echtgenoot zeer hevig, in het volle gezelschap, dewijl hij de -onoplettendheid gehad had, van het suikerpotje op de tafel, in plaats -van op het theeblad, te zetten.”</p> -<p class="par">„Ziet gij daar links af, een paar schreden van -ons, dien man wel, in zijnen bruinen rok, met dat levendige oog, en -blootshoofds, die, even als wij, stilletjes voortwandelt?—Het is -een schilder vol talenten en verdiensten; Hij heeft de minnares van -eenen der voornaamste heeren van het rijk geportretteerd. <span class= -"pagenum">[<a id="pb195" href="#pb195" name="pb195">195</a>]</span>Toen -het werk af was, had zijne Edelheid de goedheid van hem te -zeggen:—„Zie daar een portret, mijnheer! dat u eer zal -verschaffen! het is onmogelijk, van dien aard iets beters te zien! En -dit is al de betaling, welke de verdienstvolle kunstenaar ooit heeft -kunnen bekomen.”</p> -<p class="par">„Spoedig! Spoedig! Beschouw die blaauwe koets -daar, met die hertoglijke wapens! Ziet gij daar niet, naast die oude -dame, met dat stuursche drakengezigt, een lief, bekoorlijk, jong -meisje, hetwelk men het verdriet uit de oogen kan lezen? het is eene -wees. Hare bevalligheden, misschien ook wel hare vijftienduizend pond -renten, trokken de liefde van een jong mensch tot zich, die wederkeerig -het geluk had van haar te behagen. Noch zijn rang noch zijne fortuin -veroorloofden hem, naar hare hand te staan. Derhalve besloten de twee -gelieven, volgens het Engelsche gebruik, een <i>Schotsch reisje</i> te -doen; doch voordat zij het doel hunner wenschen bereikt hadden, en door -eenen zwartrok het heilvolle woordje <i lang="la">conjungo!</i> (<i>ik -vereenig u!</i>) over hen was uitgesproken, werden zij door de -bloedverwanten der jonge juffer achterhaald en vastgehouden. Haar -stelde men in de bewaring en onder het opzigt van deze oude, -<span class="pagenum">[<a id="pb196" href="#pb196" name= -"pb196">196</a>]</span>welke haar even min verlaat, als de schaduw het -ligchaam: de jongeling werd als schaker aan de kaak te pronk gezet. Men -zegt evenwel, dat het beminnelijke meisje een vast karakter heeft, en -zoodra zij meerderjarig geworden is, welk tijdstip met snelle schreden -nadert, den ongelukkigen jongeling zal trouwen en met hem naar het -vaste land oversteken.”</p> -<p class="par">De menigte van <i>origineelen</i>, welker portretten -mijn vriend mij schetste, begon echter langzamerhand te verminderen en -uit een te gaan. Het was nu bijna vijf ure. Wij vertrouwden, dat zij -voornemens waren, de wandeling door eene meer kracht gevende en meer -zelfstandige bezigheid te doen vervangen; en wij, ons aan den wil der -maag onderwerpende, achtten het niet te onpas, hun voorbeeld te volgen. -<span class="pagenum">[<a id="pb197" href="#pb197" name= -"pb197">197</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch22" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e500">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">XXII.</h2> -<h2 class="main"><i>Korte beschrijving van</i> Londen <i>door eenen -Italiaanschen Schilder</i>.</h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">„<i lang="it">Che piacere di -vedervi!</i>” zeide tegen mij, op zekeren dag, een Italiaansche -schilder, welken ik in <i>Parijs</i> had leeren kennen, en thans in -<i>New-bond-street</i> ontmoette.</p> -<p class="par">„En sintse wanneer gij te -<i>Londen</i>?”</p> -<p class="par">—„Sinds tien of twaalf dagen. Maar gij -zelf—wat heeft u herwaarts gevoerd?”</p> -<p class="par">—„Ikke ben gekoom, om te doen zien de konst -van mijne werk”<a class="noteref" id="xd21e4869src" href= -"#xd21e4869" name="xd21e4869src">1</a></p> -<p class="par">„Ha! Ha! Gij biedt den heeren Engelschen het -gezigt van uwe kunststukken aan, tegen eene geringe erkentenis van -iederen bezigtiger?”</p> -<p class="par">—„<i lang="it">Si Signor!</i> maar ikke te -vroeg hiere, <i lang="it">perche ciascheduno</i> isse na buite op de -lande, dare isse ar geen levendige ziele in <i>Londen</i>.” -<span class="pagenum">[<a id="pb198" href="#pb198" name= -"pb198">198</a>]</span></p> -<p class="par">„Slechts een weinig geduld: men zal spoedig -terugkomen. De Engelschen zijn razende liefhebbers van -tentoonstellingen. Onlangs heb ik zelfs de bekendmaking gezien van de -tentoonstelling van een kleed, dat een zeker algemeen bekend en beroemd -man gedragen had, en geheel <i>Londen</i> was in de weer, om er zijne -offerhande te brengen.”</p> -<p class="par">—„<i>E vero, Signor! ma</i> intus eet ik op -mijne <i>Louis</i>, en ik krijge niet de <i>guinies</i>.”</p> -<p class="par">—„Bedien u van dezen tusschentijd, om het -merkwaardige van <i>Londen</i> te bezigtigen. Hebt gij de kerken al -eens opgenomen?”</p> -<p class="par">—„Ikke heb watte, niet vele gezien; -<i>ma</i> datte isse miserable! de meest klein en slegte kerke in -<i>Italie</i> of <i>Frankrijk</i> is nokke meer mooij. Geene -schilderstuk, geene figuur! en de pitoijabelst orde van de -bouw!”</p> -<p class="par">—„Wat der bouworde betreft, zult gij toch, -hoop ik, de <i>Sint-Paulus-Kerk</i>, en de <i>Abtdij van -Westminster</i> uitzonderen. Deze twee kerken kunnen wedijveren met de -schoonste gebouwen van geheel <i>Europa</i>.”</p> -<p class="par">—„<i lang="it">Ah Signor!</i> voor jou -niette heb gezien <i lang="it">le belle chiesse</i> van <i>Rome</i>, -<i>Napels</i>, en van <i>Florence</i>! en ikke geloof, datte de -<i>Notre-Dame</i> en <i>Sinte-Geneviève</i>, <i>Sint Roch</i> en -<i>Sint Soulpice</i> te <i>Parijs</i> niet hoef de <span class= -"pagenum">[<a id="pb199" href="#pb199" name= -"pb199">199</a>]</span>schaamte te hebbe van te woon op zijde van haar -al te male.”</p> -<p class="par">—„Maar nog eens, mijn heer! er zijn in de -<i>Sint Paulus</i>- en <i>Westminster</i> kerken gedenkstukken, -overwaardig, om bezigtigd te worden, voorwerpen, welke de -nieuwsgierigheid en opmerking der kenners in den hoogsten graad -verdienen.</p> -<p class="par">„—Zonder twijfele: daar isse in -<i>Westminstre</i> de monumente van <i>Henrico Cinque</i>, de figuur -isse zonder de koppe, wante hij was van zilvere, en daarom de dief de -koppe gestool; ook de zadele van de paard, dare dat Prins boven oppe -heb gezeet, in de bataille van <i>Aguincourt</i>, en dare nikse meer -van te ziene is, alsse de hout en ijzere; dan nokke de steen voor de -oude koninke van <i>Schotlande</i>, zij leg er in met de knie, als zij -konink worde gekroond. In de <i>Sinte Paulus</i> kerke is eene groote -dakke, niette goed gemaak, de meestre van die maak wasse een groot -broddelaar; ook nokke watte figuuren, die stelt te voor Engelsman in de -Roomsche kleed, de haar van voor gefriseerd in de toepet, en van agter -gebond in de keu; eene klokke die weegt twaleve duizende pond, je trek -an die kleep, en de klokke zekt bim, bam, bom! Eene galerij, je zet de -monde op de eene kante <span class="pagenum">[<a id="pb200" href= -"#pb200" name="pb200">200</a>]</span>van de mure, spreek zachte, en de -ander kan alles hoor aan de andere kante ver weg. <i lang="it">Tutte -cose miravigliose; ma</i>, om te kijk, de hande alletijd in de zakke: -voor ieder duer, die worden op gedaan, uit jou borse zoo vele -skillings, en heel vele, magtik vele duers aan de <i>Sint Paulus</i>- -en <i>Westminster</i> kerke: overal net egaal; zonder de gelde, niks te -kijk in <i>Londen</i>. Ja, de <i>Theemse</i> alleene voor niks te zien, -zoo lange de Engelsman niet kom in de <i>occasion</i>, om de slot er op -te smijt.”</p> -<p class="par">—„Ik hoop ten minste, dat gij tevreden zult -zijn geweest, en u vermaakt hebben met het gezigt van deze rivier? De -schepen, waarmede dezelve bedekt is, de kaaijen en timmerwerven in den -omtrek, leveren inderdaad een heerlijk schouwspel op.</p> -<p class="par">—„<i>Perfettamente!</i> de <i>Theemse</i> -isse een aardig mooije beek, heel gemakkelijk voor die Engelsman, die -lust heb, zich te verzuip; <i>ma</i> om te willen spreek van de haaf, -van de timmerwerf, jou motte zien <i>Antwerp</i>, sinte de Fransche -dare heb gemaak die nieuwe werk, en zwijge dood stille van de kanale, -die door eene stad loop, zoo lange jij te <i>Venetie</i> niet hebbe -geweest. In eene woorde, is het niet schand, datte oppe die fameuse -riviere in geheel <span class="pagenum">[<a id="pb201" href="#pb201" -name="pb201">201</a>]</span><i>Londen</i> niet meere dan drie brukken -gevonden word.”</p> -<p class="par">—„Kom, kom! gij zijt wel ongemakkelijk! Maar -hoe hebt gij de pleinen (<i lang="en">squares</i>) van <i>Londen</i> -gevonden, deze fraaije vierkanten, welke meestal bij uitsluiting -bewoond worden door lieden van de eerste klasse?”</p> -<p class="par">—„Er zijn magtig vele, <i>Signor</i>; want -ikke geloof wel taggentik hebbe geteld; <i>ma</i> hette isse, of er -maar eene is, zij zijne allemale op eene leeste geschoeid, even eense -als de straat en de huis, watte meer groot, of watte meer een beetje -klein, en dat isse de geheele onderscheid van de zake, nette als eene -tuin, rondomme en overalle met traliewerke, en waar geene mensche kan -koom inne, om dat de digte bij eigenaren alleene bewaren de sleutels: -ziedaar in drie penseeltrek de portrette van alle de vierkante plein te -<i>Londen</i>. Het is <i>assolutamente</i>, de <i>Place-Roijale</i> van -<i>Paris</i>, met de onderscheide, dat ze niet zijn bedekte, en dat men -zich kan wegkruip voor de reeg, om niet te worde nat.”</p> -<p class="par">—„Ik zie, dat gij voor zinspreuk hebt -aangenomen het <i lang="la">nil admirari</i> van den ouden -<i>Horatius</i>; maar ik zal u echter in eene zaak tot zwijgen brengen. -Durft gij beweren, in eenige stad <span class="pagenum">[<a id="pb202" -href="#pb202" name="pb202">202</a>]</span>der wereld, winkels aan te -zullen treffen, zoo als men dezelve in <i>Oxford-Born-Cheapside</i>, en -ik weet niet in hoe veel andere straten, aantreft?”</p> -<p class="par">—„Ikke ben geslaag <i>Signor</i>, dat isse -waar! men zou zeg, dat geheel <i>Londen</i> eene winkele wasse, ofte -ten minste alleene voor winkele gebouwd, in de plaatse, datte -contrarie, in tegendeele, in andere land, de winkele voor de stadte -worden gemaak. In de meest miserable pothuis en inne de kleinste -winkele, is eene propreteit en schikking, datte curieus is, en offe men -wil, offe niet, men motte zich verwonder over de rijkteheid en -<i>elegance</i> van de groote <i lang="it">magasins; ma perche</i>, als -het u bliefte, <i>ma</i> datte isse ook om de klante te trek, en om -datte de gelde veel zal worde gewon: ik wil niette ontken, datte er -hier vele meere winkele ben als te <i>Paris</i>, maar ikke hou staand, -datte ze niet zijne zoo mooij, zoo praktik, en curieus, als dare zijne -in de strate, <i>Sint-Honoré</i>, <i>Richellieu</i>, -<i>Vivienne</i>, en nog vele meere, en dan de uithangbord! dat is om -van te huil! de naam van de koopmanne, dat isse al! Gij ziet hiere niet -voor de winkele, zoo als te <i>Paris</i>, heele mooij schilderij, daar -mee kan gefigureerd word in de mooije <span class="pagenum">[<a id= -"pb203" href="#pb203" name="pb203">203</a>]</span>zaal.—<i>Ma</i> -zeg mij, het is vijf uur, waar ete gij?</p> -<p class="par">—„Ik heb met eenen vriend afgesproken, hem -in een <i>Chop-house</i> te ontmoeten, waar men redelijk wel -is.”</p> -<p class="par">—„<i lang="it">Che gusto!</i> Ikke verlaat u -niete. Ikke hebbe tot hiere toe in eene miserable gaarkeuk gegeet; de -baas van de keuk zegt, hij eene Fransch kok isse, hij mogte de duivele! -daar isse keene mensche in de heele huize, die eene woord Fransch kan -spreek, en die vente late zijne medicamenten tegen goud opweeg. Maar ik -hebbe ook gezwoor, er nooit weer te koom. Gister tracteerde hij mij -oppe eene kalverribbetje mette de suringe. <i>Santa Virgine!</i> de -suringe wasse als gedroogd en verdord grasse, ikke geloof, hij had weze -snij in <i>Hyde-Park</i>; en de ribbetje klonk onder het snij als eene -klokke, maar tusschen de tand wasse zoo hard en taaij, als de leeren -lap.”</p> -<p class="par">De schilder ging derhalve met mij een stuk -<i>roasted-beef</i> met een <i>rijstpudding</i> eten, en stemde mij -eindelijk toe, dat men in <i>Londen</i> op het middagmaal ten minste -eene hartversterking kon bekomen, welke met regt mogt genoemd worden -<i>comfortable</i>. <span class="pagenum">[<a id="pb204" href="#pb204" -name="pb204">204</a>]</span></p> -</div> -<div class="footnotes"> -<hr class="fnsep"> -<p class="par footnote"><span class="label"><a class="noteref" id= -"xd21e4869" href="#xd21e4869src" name="xd21e4869">1</a></span> Op het -voorbeeld van den Schrijver, heb ik dezen Italiaan ook zoo laten -koeteren. Het Fransch heeft: <i lang="fr">J’ij suis venou per -faire oune etct</i>.—Vert. <a class="fnarrow" href= -"#xd21e4869src">↑</a></p> -</div> -</div> -<div id="ch23" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e513">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">XXIII.</h2> -<h2 class="main"><i>Goddam!</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">Op het gezag van den <i>Figaro</i> van -<i>Beaumarchais</i>, geloofde ik, dat het woord <i>Goddam!</i> de grond -van de Engelsche taal was, en dat alle andere woorden en spreekwijzen -slechts aanhangsels en bijvoegsels van hetzelve waren. Doch ik kan u, -op mijn woord van eer, verzekeren, waarde lezer! dat ik dit woord, -gedurende mijn verblijf te <i>Londen</i>, niet eenmaal heb hooren -uitspreken, en daarenboven heeft men mij verzekerd, dat het slechts -alleen bij de laagste volksklasse in gebruik is, en dan nog maar zeer -zeldzaam, wanneer namelijk de gemoederen door gramschap of sterke -dranken verhit zijn.</p> -<p class="par">Maar er zijn evenwel (<i>het is mooi weer! de lucht -staat regenachtig!</i> waarmede alle gesprekken gewoonlijk beginnen, -uitgezonderd) nog verscheidene andere spreekwijzen, waarvan men zich -gedurig bedient, en welke bij alle gelegenheden gebruikt worden.</p> -<p class="par">Met weinig moeite zou ik van deze waarheid <span class= -"pagenum">[<a id="pb205" href="#pb205" name="pb205">205</a>]</span>een -groot aantal voorbeelden kunnen bijbrengen; doch ik wil mij slechts tot -het bijvoegelijk naamwoord bepalen, hetwelk mijne vorige afdeeling -geëindigd heeft.</p> -<p class="par">Reeds heeft de lezer gezien, dat een middagmaal, -waarover men tevreden is, in een woord, een <span class= -"ex">goed</span> middagmaal, dat dit, zeg ik, genoemd wordt -<i>comfortable</i>.</p> -<p class="par">Op zekeren dag bevond ik mij in een huis, waar ik eene -jonge juffer, vol geest, bevalligheid, bekwaamheden en ten hoogste -beminnelijk ontmoette. „Zoudt gij wel gelooven,<span class="corr" -id="xd21e5192" title="Niet in bron">”</span> zeide een heer, die -naast mij zat; <span class="corr" id="xd21e5195" title= -"Niet in bron">„</span>dat dit bevallige schepseltje een lief -klein vrouwtje zou kunnen worden, en wel zeer -<i>comfortable</i>?”</p> -<p class="par">Een andermaal ondervroeg men mij, over al hetgene ik in -<i>Londen</i> gezien had: men begeerde mijne gedachten over -verscheidene onderwerpen te weten, en ik was voorzigtig genoeg met -<i>Horatius</i> op alles te antwoorden, <i>pulchre! bene! recte! fraai! -wel! goed!</i> want voor eenen echten Engelschman zijn de, uit de -<i>Theems</i> opgerezene en opeengepakte, neveldampen aangenamer, dan -de heldere blaauwe hemel in <i>Italie</i>, en de bewalmde en berookte -muren te <i>Londen</i> verre verkieslijk boven de prachtige, op hun -ronde en sierlijke zuilen rustende gebouwen van de <i>Louvre</i>. -<span class="pagenum">[<a id="pb206" href="#pb206" name= -"pb206">206</a>]</span></p> -<p class="par">„Het is wel jammer,<span class="corr" id= -"xd21e5228" title="Niet in bron">”</span> zeide eene dame tegen -mij, <span class="corr" id="xd21e5231" title= -"Niet in bron">„</span>dat de <i>vaux-hall</i> in dit jaargetijde -niet geopend is, en gij dezelve dus niet hebt kunnen zien! Van alle -publieke plaatsen, waar men altijd goed en fatsoenlijk gezelschap -aantreft, is deze, buiten tegenspraak, de meest <i>comfortable</i>.</p> -<p class="par">„Bijaldien gij eenige dagen in <i>Derbijshire</i> -kondet doorbrengen,<span class="corr" id="xd21e5245" title= -"Niet in bron">”</span> zeide mij een zeker <i>Lord</i>, -<span class="corr" id="xd21e5251" title= -"Niet in bron">„</span>dan zoudt gij mijn park en mijn kasteel -kunnen zien: ik zelf ben de schepper zoo wel van het eene, als van het -andere: de eer der uitvinding en de schikking behoort mij alleen: er -bestaat nergens een verblijf, zoo aangenaam, zoo -<i>comfortable</i>.<span class="corr" id="xd21e5258" title= -"Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">Ik had eenen zijden, van binnen met watten gevoerden, -overrok, hoedanigen men veel in <i>Frankrijk</i> draagt. „Het is -wel jammer,<span class="corr" id="xd21e5266" title= -"Niet in bron">”</span> zeide een jong mensch van mijne kennis, -<span class="corr" id="xd21e5269" title= -"Niet in bron">„</span>dat deze zijden jassen hier te -<i>Londen</i> niet in de mode zijn; want ze schijnen mij zeer -<i>comfortable</i>.”</p> -<p class="par">Wilt gij te <i>Londen</i> een schoon huis doen bouwen, -ten minste zoodanig een, dat <i>daar</i> voor schoon gehouden -wordt—(het schoone toch is betrekkelijk; want de afzigtelijke -gezellin van den Hottentot bezit in zijne oogen meer bekoorlijkheden, -dan de bevalligste van onze Parijsche <span class="pagenum">[<a id= -"pb207" href="#pb207" name= -"pb207">207</a>]</span><i>Helena’s</i>.) Wilt gij dus te -<i>Londen</i> een huis doen bouwen, hetwelk het nuttige met het -aangename vereenigt, hetwelk in vele bijzondere en volkomen evenredige -<span class="corr" id="xd21e5294" title= -"Bron: vertrekkken">vertrekken</span> is afgedeeld, waarvan de deuren -en vensters goed sluiten, iets, dat al vrij zeldzaam te <i>Londen</i> -is!—kortom, begeert gij een huis naar de beste Engelsche -bouworde? welnu, laat dan den metselaar komen, en met een enkel woord, -kunt gij hem verstaanbaar en begrijpelijk maken al, wat gij verlangt. -Gij behoeft niet anders te zeggen, dan: „ik wensch den bouw van -mijn huis <i>comfortable</i>.”</p> -<p class="par">Niets is insgelijks ellendiger dan het Engelsche -kolenvuur, de eenige bekende brand in de drie vereenigde rijken. De -zwarte, dikke rook, welken de kolen veroorzaken, en die zich -<span class="corr" id="xd21e5306" title="Bron: overaal an">overal -aan</span> hecht, verpligt u, gezigt en handen wel tien-, ja -twintigmaal op éénen dag te wasschen, om niet binnen -vierentwintig uren tijds voor eenen kolendrager gehouden te worden. Ook -wordt er eene bijzondere bekwaamheid toe vereischt, om zulk een vuur -aan te leggen en aan den gang te houden; want neemt men te veel kolen, -dan dooft het al spoedig uit; neemt men te weinig, dan gaat het uit -door gebrek aan voedende stof; roert men al te druk in de kolen, dan -verdwijnt de vlam, <span class="pagenum">[<a id="pb208" href="#pb208" -name="pb208">208</a>]</span>en men zit, eer men het weet, aan eenen -kouden haard; gebruikt men den pook in het geheel niet, of geeft men -hem te veel rust, dan goeden nacht vlam en gloed! dan vormt zich eene -korst over de weleer brandende oppervlakte, en er volgt eene geheele -verduistering, welk lot der zon ook eenmaal te beurt moet vallen, zoo -men eenen zekeren sterrekijker mag gelooven!—Welnu, wanneer dit -ellendige vuur voor eenige oogenblikken, (dat echter eene ware -zeldzaamheid kan genoemd worden!) eens lustig in het haardje brandt, en -eene heldere vlam van zich geeft, dan is het al wederom een -<i>comfortable</i> vuurtje!</p> -<p class="par">„Indien het u gelegen...... Wat is er? wat wilt -gij?”</p> -<p class="par">„Ik zou gaarne weten, mijnheer!<span class="corr" -id="xd21e5318" title="Niet in bron">”</span> zeide mijne -<i>hospita</i>, <span class="corr" id="xd21e5324" title= -"Niet in bron">„</span>of gij dezen morgen uitgaat, want ik wilde -in uwe afwezendheid den boel eens schoon maken.”</p> -<p class="par">—„Wat is er dan zoo al te doen?”</p> -<p class="par">—„Tapijten uit te kloppen, glazen te -wasschen, de vloer te vegen, en de meubelen te wrijven, in een woord, -mijnheer! uw verblijf in orde te brengen, opdat men zeggen kan, het is -<i>comfortable</i>.”</p> -<p class="par">—„Niets liever dan dat, mejufvrouw! -<span class="pagenum">[<a id="pb209" href="#pb209" name= -"pb209">209</a>]</span>oogenblikkelijk zal ik u daartoe ruimte geven, -want ik ga eene wandeling doen.</p> -<p class="par">En hierdoor voorkwam ik de verdere herhaling van dit -overheerlijke <i>comfortable</i>, hetwelk zij zeker nog op vele andere -voorwerpen zou toegepast hebben. Ook kan ik, mijns oordeels, deze -afdeeling niet beter eindigen, dan met den hartelijken wensch, dat -mijne lezers zich er mede mogen vermaakt hebben, en ongeveinsd kunnen -uitroepen: „het was tamelijk <i>comfortable</i>.” -<span class="pagenum">[<a id="pb210" href="#pb210" name= -"pb210">210</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch24" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e522">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">XXIV.</h2> -<h2 class="main"><i>De Dagbladen<span class="corr" id="xd21e5353" -title="Niet in bron">.</span></i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">Geen land wordt er misschien van den Noord- tot -den Zuidpool gevonden, waar de dagbladen, en gedrukte nieuwstijdingen -in zulk eene menigte rondgebragt, verkocht en gelezen worden, als in -<i>Engeland</i>. Men kan er meer dan vijftig optellen; sommigen worden, -den Zondag alleen uitgezonderd, alle dagen uitgegeven; anderen -daarentegen des zondags alleen: dezen ontvangt men driemaal in de week, -genen slechts eens in de maand. Al deze dagbladen zijn intusschen zoo -groot van formaat, dat de Parijsche <i>Moniteur</i> er slechts een -<i>Lilliputiaan</i> bij is.</p> -<p class="par">De staatkundige tinnegieterij..... Wat beteekent dit? -Waarom verdikt zich mijne inkt in de pen? Waarom weigert mijne veder de -verschuldigde gehoorzaamheid aan mijne schrijvende -vingeren?—Nimmer zal ik vergeten, eens gezworen te hebben, nooit -over staatkundige onderwerpen te zullen spreken of schrijven; en dezen -duren eed wil ik houden, o ja! hij <span class="pagenum">[<a id="pb211" -href="#pb211" name="pb211">211</a>]</span>zal mij altijd heilig, altijd -onverbreekbaar zijn!</p> -<p class="par">Ha! ik gevoel eene nieuwe kracht! Het gaat, de inkt -wordt weder vloeibaar, en de pen onderwerpt zich geduldig aan haren -voerder.—Ik zeg dan, dat de staatkunde het voornaamste onderhoud -der Engelsche papieren is. Wijl zij hun echter te weinig stof -verschaft, om dagelijks twintig of dertig ontzaggelijk groote -<i>colonnes</i>, met zeer kleine letteren gedrukt, behoorlijk te kunnen -aanvullen, maken de schrijvers, na al het nieuws uit andere landen, het -zij dan waar of valsch, breedvoerig medegedeeld te hebben, een -afzonderlijk artikel, waarin zij nogmaals het reeds vermelde herhalen, -stukswijze ontleden, en met hunne bekookte of onbekookte aanmerkingen -en oordeelkundige of geestelooze bijvoegselen doorspekken, en dus de -schaal naar dien kant doen overslaan, welken de partij, waarvoor zij -ijveren, is toegedaan. Op deze wijze ontbreekt het hun geenszins aan -stof, om twee vierde gedeelten van hun blad te vullen. Een derde vierde -gedeelte is toegewijd aan belangrijke onderwerpen, die uit de Parijsche -<i>Petites-Affiches</i> zijn overgenomen; en, om het overige vol te -krijgen, deelen zij een langdradig uittreksel en de kleinste -bijzonderheden mede <span class="pagenum">[<a id="pb212" href="#pb212" -name="pb212">212</a>]</span>van de gedingen, welke voor de Londensche -regtbanken verhandeld en gevonnisd zijn. Voorts verhalen zij de -gewigtige tijding, dat <i>Mylord die of die</i> in de hoofdstad is -teruggekeerd, en dat zijn naaste buur daarentegen weder naar zijn -landgoed is vertrokken; dat <i>Milady die of die</i> den vorigen dag -een dozijn menschen te eten heeft gehad, en eindelijk, dat een rappe -hazenwind, langs den weg snellende, den vollen emmer van eene aardige -melkboerin omver heeft gesmeten, dat hij in dezelfde vaart eenen -tappersjongen, met al zijne pinten bier, onder den voet heeft geloopen, -en eindelijk eene oude matrone in den modder heeft doen nedertuimelen, -zoodat zij van onder tot boven beslijkt was.</p> -<p class="par">De eigenlijke dagbladen zijn in twee partijen verdeeld, -van welke de eene de <i>ministeriele</i>, en de andere de -<i>oppositie-partij</i> genoemd wordt. Ook heeft men dagbladen, die -slechts over letterkundige onderwerpen handelen, zoo als de <i lang= -"en">Monthly-Review</i> en de <i lang="en">Critical-Review</i>. -Intusschen kan men, zonder een fijne kenner te zijn, uit den -schrijftrant ligtelijk opmerken, dat de eerste gunstig is voor de -<i>ministers</i>, en de andere de <i>oppositie-partij</i> aankleeft. -Wanneer een dezer dagbladen zich eenmaal voor de eene of andere -<span class="pagenum">[<a id="pb213" href="#pb213" name= -"pb213">213</a>]</span>partij verklaard heeft, dan blijft het zijn -aangenomen grondbeginsel ook onwrikbaar getrouw, en verraadt nimmer -zijne partij. Zeldzaam treft men in <i>Londen</i> zulke schrijvers aan, -welke heden den afgod met voeten treden, dien zij gisteren aanbaden, en -dien zij morgen nogmaals zouden bewierooken, indien hij slechts weder -op zijn altaar was geplaatst. Ook zijn zij geenszins verpligt, gelijk -in vele andere landen, om valsche tijdingen te verspreiden, of ware te -verzwijgen; noch genoodzaakt, een slecht werk aan te prijzen, omdat de -schrijver invloed heeft, of eene goede lettervrucht van eenen -achtenswaardigen geleerde onbarmhartig te havenen, omdat zijn vader een -regterlijk vonnis heeft ondergaan. Letterkunde, staatkunde, alles ligt -voor hen bloot, en hunne pen is zoo vrij, als hunne gedachten; terwijl -het aan de regtbanken-alleen staat, de misbruiken te beteugelen, welke -zij van de vrijheid der drukpers mogten maken.</p> -<p class="par">„Bravo!” zeide mijn vriend <i>C...</i>, die, -zonder dat ik het bemerkt had, was ingekomen, en over mijnen schouder -de laatste regels, welke ik bezig was te schrijven, gelezen had: -„bravo! ziedaar eens eindelijk een hoofdstuk, hetwelk, rond uit -de borst, voor de Engelschen de grootste lofrede bevat!” -<span class="pagenum">[<a id="pb214" href="#pb214" name= -"pb214">214</a>]</span></p> -<p class="par">—„Ik deel slechts daadzaken mede, en laat -den bescheiden lezer de zorg over, om de gevolgtrekkingen te maken. -Maar gij doet mij vreezen, dat ik niet wel begrepen zal worden, en dat -men soms een eenvoudig verhaal voor eene lofrede zal houden. Meent gij -dan, dat, indien ik een dagbladschrijver ware, ik niet liever zou -verkiezen, dat een <i>censor</i> tegen mij zeide: „<i>dit of dat -artikel zult gij niet laten drukken!</i>” dan dat ik den -volgenden morgen voor de regtbank gedagvaard werd; wijl ik het in mijn -blad had doen plaatsen? Gelooft gij, dat ik zulken achting toedrage, -die zich verpligt rekenen, alleen, omdat zij tot de -<i>oppositie-partij</i> behooren, de <span class="corr" id="xd21e5429" -title="Bron: wijsste">wijste</span> en verstandigste besluiten van het -<i>ministerie</i> te gispen en te gebruiken; of wederkeerig hem zou -verdedigen, die de onbetamelijkste aanslagen tegen de Engelsche -vrijheid trachtte te regtvaardigen, omdat hij een voorstander van de -ministeriele gevoelens is? En ziedaar nogtans iets, dat men dagelijks -in de Engelsche papieren aantreft. Een dagbladschrijver moet -onpartijdig zijn, en over het staatkundige met de uiterste omzigtigheid -en de strengste waarheidliefde spreken. Hij moet zijne overheid -eerbiedigen, zonder echter dezelve laaghartig te vleijen. Dat hij mij -een blad levere, zoo <span class="pagenum">[<a id="pb215" href="#pb215" -name="pb215">215</a>]</span>groot hij wille, mids hetgene er in -gevonden wordt, belangrijk is en mijnen leeslust kan voldoen; maar dat -hij mij geenszins veroordeele, eenige honderd regels brabbeltaal en -zoutelooze lafheden in te slikken, waarin niets opmerkenswaardig -gevonden wordt; dat hij eindelijk...”</p> -<p class="par">—„Gij schildert daar eenen man, die nimmer -bestaan heeft, en het land, waar men zoodanigen schrijver zou kunnen -vinden, ligt zeker in het onbekende zuiden, of in de maan.<span class= -"corr" id="xd21e5440" title="Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">—„Ik wilde ten minste niet gaarne uw -schrijver zijn; want ik zou met reden vreezen, geene lezers te vinden, -en dus van honger te moeten sterven.”</p> -<p class="par">—„De geest der partijzucht en boosaardigheid -alleen is de eigenlijke bron, waaruit die algemeene drift tot lezen -ontspringt. Ook houdt ieder lezer te <i>Londen</i> er twee dagbladen op -na, om dus hetzelfde tafereel, met verschillende kleuren geschetst, op -tweederlei wijze te kunnen beschouwen; en het is vandaar, dat men door -het licht der rede geleid, bij eene ernstige en bedaarde overweging, -het beste kan....”</p> -<p class="par">—„Het beste kan ontwaren, dat de twee -schrijvers de kleuren van den hartstogt, in plaats van die der waarheid -genomen hebben, <span class="pagenum">[<a id="pb216" href="#pb216" -name="pb216">216</a>]</span>en dat zij, in plaats van eene volledige -schilderij, niets meer dan eene flaauwe schets geleverd -hebben.”</p> -<p class="par">—„Gij moogt zeggen, wat gij wilt, maar ik -heb veel achting voor de Engelsche dagbladen. Misschien loopt er wel -een weinigje dankbaarheid onder; want mijne eerste kennis, welke ik te -<i>Londen</i> gemaakt heb, ben ik aan een nieuwspapier -verschuldigd.”</p> -<p class="par">—„Hoe dat?”</p> -<p class="par">—„Ziehier de zaak: zij zal u wel wat -romanesk voorkomen, maar zij behelst toch de zuivere waarheid.</p> -<p class="par">„Slechts weinige dagen was ik te <i>Londen</i> -geweest, en had nog aan niemand kennis gekregen, dan aan eenen eenigen -Franschman. Te <i>Parijs</i> had ik een weinig Engelsch geleerd, doch -kon het niet, dan met zeer veel moeite spreken: het te verstaan, was -mij nog lastiger. Op zekeren morgen met mijnen vriend aan het ontbijt -zittende, las ik in de <i lang="en">Morning-Chronicle</i> het volgende -berigt, hetwelk ik het vermaak zal hebben u voor te lezen: -„<i>Eene Engelsche Dame, der Fransche taal magtig, doch zich -gaarne verder willende oefenen in het spreken van dezelve, wenschte -eenen geboren Franschman te vinden, die, van zijne zijde, verlangde, -zich de uitspraak van het <span class="pagenum">[<a id="pb217" href= -"#pb217" name="pb217">217</a>]</span>Engelsch gemakkelijk te maken. Men -zou alsdan gezamenlijk het uur of tijdstip kunnen bepalen, om bij -elkander te komen, en het daaruit voortvloeijende nut en voordeel zal -tot wederzijdsche betaling strekken. Het antwoord wordt verzocht in -ditzelfde dagblad, onder het opschrift</i>: aan ladij A. B.”</p> -<p class="par">—„Waarachtig!<span class="corr" id= -"xd21e5482" title="Niet in bron">”</span> zeide ik tegen mijnen -vriend, <span class="corr" id="xd21e5485" title= -"Niet in bron">„</span>ik zal <i>ladij A. B.</i> antwoorden, en -mijne onderteekening naar de volgorde van het <i>Abé</i> -rigten.”—„Ik zou het maar stilletjes laten -blijven,<span class="corr" id="xd21e5494" title= -"Niet in bron">”</span> hernam hij; <span class="corr" id= -"xd21e5498" title="Niet in bron">„</span>buiten twijfel is het -eene avonturierster, die een wildbraadje denkt op te -jagen.”—„Onverschillig! zij zal ondervinden, dat zij -zich bedrogen heeft!” en op het oogenblik maakte ik het volgende -opstel: „<i>De voorslag van</i> ladij A. B. <i>wordt met vermaak -aangenomen door een’ Franschman, die onlangs te Londen aangekomen -is. Het zal hem veel eer en genoegen zijn, naar den dag en het uur te -mogen vernemen, waarin hij zijne opwachting mag komen maken. Hij -verzoekt antwoord onder de letters C. D., n<sup>o</sup>. 7 -Wells-street.</i>”</p> -<p class="par">Dadelijk bragt ik mijn antwoord aan het kantoor. Er -waren intusschen reeds eenige dagen verloopen, en ik dacht niet meer -aan het geheele geval, toen ik, op zekeren avond <span class= -"pagenum">[<a id="pb218" href="#pb218" name="pb218">218</a>]</span>te -huis komende, het volgende <i>billet</i> op mijne tafel vond: -„<i>Indien de Franschman, die de uitnoodiging onder A. B. in -de</i> <span lang="en">Morning-Chronicle</span> <i>beantwoord heeft, -zich de moeite wil geven, om aanstaanden donderdag, des avonds te zes -ure, in de</i> St. James-street <i>n<sup>o</sup>. 9 te komen, zal hij -daar de bewuste dame met haren vader kunnen aantreffen. Alsdan zal men, -na zich onderling gezien en gehoord te hebben, het beste kunnen -bepalen, of men wederzijds genoegen in elkander vindt, en genegen is, -om eene nadere verkeering met elkander te houden</i>.<span class="corr" -id="xd21e5533" title="Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">„Deze stijl scheen mij geenszins die van eene -fortuinzoekster; derhalve verzuimde ik de bijeenkomst niet. Daar -komende, vond ik een lief jong meisje van twintig jaren, even -beminnelijk als bevallig. De geheele familie bestond uit vader, moeder, -broeder en zuster: de twee laatsten alleen verstonden een weinig -Fransch. Ik werd intusschen zeer minzaam ontvangen. Een jaar lang bragt -ik mijne avonden bij dit achtenswaardige gezin door, en werd in dat -tijdverloop der Engelsche uitspraak tamelijk magtig, terwijl -daarentegen de jonge <i>miss</i> aanmerkelijke vorderingen in het -Fransch gemaakt had. Korten tijd daarna trouwde zij, en haar man bewees -mij insgelijks <span class="pagenum">[<a id="pb219" href="#pb219" name= -"pb219">219</a>]</span>veel vriendschap en welwillendheid. Thans is -zij, op hare beurt, moeder des huisgezins, en zelden gaat er eene week -voorbij, dat ik haar niet bezoek.—Welnu, mijn vriend! wat dunkt -u? Ben ik deze kennismaking niet aan de <i lang= -"en">Morning-Chronicle</i> verpligt?”</p> -<p class="par">—„Uwe geschiedenis deugt niets, mijn beste! -Om het avontuur op eene behoorlijke wijze te eindigen, hadt gij zelf -het meisje moeten trouwen.”</p> -<p class="par">—„Indien ik u eenen roman hadde opgedischt, -zou zoodanig eene ontknooping onvermijdelijk geweest zijn; maar het is -integendeel eene waarachtige gebeurtenis, welke ik u ter goeder trouw -en onopgesmukt heb medegedeeld.” <span class="pagenum">[<a id= -"pb220" href="#pb220" name="pb220">220</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch25" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e531">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">XXV.</h2> -<h2 class="main"><i>De Spotprenten.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">„De zucht, om u mijn zonderling avontuurtje -te vertellen,” vervolgde mijn vriend <i>C...</i>, „heeft -mij een ander onderwerp uit het oog doen verliezen, waarover ik u -wensch te onderhouden, en waarmede wij terstond zullen beginnen. Ik -bedoel het woord <i>Caricature</i>. Gij zult mij echter, hoop ik, -toestaan, dat <i>Londen</i> ten minste hierin de eerste stad der wereld -mag genoemd worden.”</p> -<p class="par">„Ik stem toe, dat er nergens zoo vele spotprenten -gevonden worden, schoon, sedert eenigen tijd, <i>Parijs</i> hierin met -<i>Londen</i> om den prijs schijnt te willen dingen. Maar wat is -eigenlijk eene <i>caricature</i>? niets anders dan eene geschilderde -<i>satire</i>. Eene <i>caricatuur</i> moet in tegenoverstelling van -eene schilderij, datgene zijn, wat eene geestige <i>parodie</i> is in -tegenoverstelling van een zang- of treurspel, gelijk wij dit dikwijls -gezien hebben op ons <i>Theatre du Vaudeville</i>, bij voorbeeld in de -zangstukjes <i>Nice</i> en <i>Arlequino Cruello</i>. Doch, van -<span class="pagenum">[<a id="pb221" href="#pb221" name= -"pb221">221</a>]</span>de honderd spotprenten, welke ik hier zie, zijn -er zeker negentig volstrekt zout- en geesteloos: ook is er geen spoor -van teekening in te vinden, alle regels der kunst zijn jammerlijk -geschonden, en men bespeurt duidelijk, dat het geenszins aan den goeden -wil van den broddelaar, (welken ik met een goed geweten nimmer -<i>kunstenaar</i> zal kunnen noemen) gehaperd heeft, om iets beters -voor den dag te brengen; maar dat zijne onbekwaamheid hem zoodanige -gedrochten heeft doen scheppen. Betreffende de tien anderen, van dezen -verdienen negen slechts eenige aanmerking door derzelver bijtende en -boosaardige beteekenis, welke altijd het uitsluitende kenmerk is, en de -tiende alleen zou misschien eenige verschooning kunnen vinden in de -oogen van iemand, die een gezond oordeel bezit. In een woord, nooit zie -ik eene spotprent, zonder aan <i>Scarron’s</i> boertige vertaling -van <i>Virgilius</i> te denken.”</p> -<p class="par">—„Gij zijt waarlijk al te streng! Laat ons -een paar van deze prentwinkels bezigtigen, en gij zult er spotprenten -zien, die u zullen doen lagchen.”</p> -<p class="par">—„Zonder twijfel, ik zal lagchen—even -als ik lach over de verregaande zotheden, welke <i>Brunet</i> en -<i>Portier</i> op het <i lang="fr">Theatre des <span class= -"pagenum">[<a id="pb222" href="#pb222" name= -"pb222">222</a>]</span>Variètés</i> uitventen; maar denk -echter niet, dat ik zeg:</p> -<div class="lgouter"> -<p class="line"><i lang="fr">J’ai ri, me voilà -désarmé!</i></p> -</div> -<div class="lgouter"> -<p class="line"><i>Ik heb gelagchen, en ziedaar mij ontwapend!</i></p> -</div> -<p class="par first"><span class="corr" id="xd21e5634" title= -"Niet in bron">„</span>Neen, mijn vriend! het is slechts een -vlugtige glimlach, die volstrekt niets meer beteekent dan een -voorbijgaande reuk, welke reeds zijne kracht verloren heeft, voordat -men hem kan onderscheiden.</p> -<p class="par"><span class="corr" id="xd21e5638" title= -"Niet in bron">„</span>De ouden kenden de kunst van -<i>caricaturen</i> te schetsen in den grond; en ofschoon ons weinige -werken van deze soort zijn overgebleven, weten wij echter genoeg, om te -kunnen beweren, dat zij in deze voortbrengselen van hun genie nooit de -regelen der teeken- noch der schilderkunst verwaarloosden. Een Grieksch -schilder eenmaal het Atheensche volk willende doen gevoelen, dat het -beurtelings standvastig en wispelturig, grootmoedig en wreed, nederig -en trotsch, billijk en onregtvaardig was, kwam op het denkbeeld, om den -Athenienzers deze waarheid in eene schilderij onder het oog te brengen, -waarin hij den schutsgeest hunner stad als eenen zaaijer voorstelde, -die de zaden van alle deugden en ondeugden rondom dezelve -strooide.—Een ander kunstenaar had <span class="pagenum">[<a id= -"pb223" href="#pb223" name="pb223">223</a>]</span><i>Timotheus</i>, -een’ der voornaamste veldheeren van dat gemeenebest, slapende -geschilderd, middelerwijl de godin van het geluk de vijandelijke steden -voor hem in netten ving.—<i>Timotheus</i> deze schilderij ziende, -zeide, wat moet ik doen, als ik ontwaak?—Tot besluit eindelijk -zal ik onder het getal der aanmerkenswaardige <i>caricaturen</i> uit de -oudheid u nog het tafereel opnoemen, waarin een voornaam schilder -zekere groote en schoone koningin, over welke hij ontevreden was, ten -toon stelde in het oogenblik, waarin zij zich tot eenen geringen -visscher verlaagde. Deze, zoo wegens haren wuften aard en hare -losbandigheid van zeden, als wegens den luister harer bekoorlijkheden, -algemeen befaamde vorstin, vond hare beeldtenis zoo schoon en wel -getroffen, dat zij, in plaats van den kunstenaar te straffen, hem een -aanmerkelijk geschenk deed. Ziedaar de ware modellen, welke de -<i>caricatuur-fabrikeurs</i> ten voorbeeld moesten nemen, in plaats van -op lange zoomen papier, uit den mond hunner personaadjes woorden en -spreuken te voorschijn te doen komen, meestal strookende met de wijze, -waarop zij hun onderwerp behandeld hebben. Gij zult mij toch niet -willen betwisten, dat inzonderheid in de Engelsche <i>caricaturen</i> -deze heerschende fouten worden <span class="pagenum">[<a id="pb224" -href="#pb224" name="pb224">224</a>]</span>aangetroffen.—De -Franschen en Italianen hebben zich daarvoor beter weten te wachten; -maar hier heb ik er zelf vele gezien, waarin meer penne- dan -penseeltrekken gevonden werden.”</p> -<p class="par">„De Engelschen hebben derhalve, volgens uwe -meening, ongelijk, dat zij, met betrekking tot de <i>caricaturen</i>, -op dezelfde meerderheid, als op die van den Oceaan aanspraak -maken?”</p> -<p class="par">—„Ik zal u op deze vraag antwoorden, zoodra -men mij eenen Engelschen <i>caricatuur-fabrikeur</i> opgenoemd heeft, -die waardig is, om aan de zijde van onzen landgenoot <i>Gallot</i> -geplaatst te worden.<span class="corr" id="xd21e5677" title= -"Niet in bron">”</span> <span class="pagenum">[<a id="pb225" -href="#pb225" name="pb225">225</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch26" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e540">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">XXVI.</h2> -<h2 class="main"><i>Roovers, Afzetters, Zakkerolders en -Beurzensnijders.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">Op eenen zekeren avond, of liever morgen, want het -was half een des nachts, uit den schouwburg van <i>Drurij-lane</i> -komende, ontmoette ik eenen grooten, met eenen duchtigen stok -gewapenden vent, die mij staande hield en den doorgang afsneed. Om -eenen eerlijken aftogt te maken, wilde ik terugkeeren, doch ik stiet, -helaas! op twee andere fielten, die geen gunstiger uitzigt hadden. De -een, die voor mij stond, eischte mijne beurs, en dat wel zonder eenige -wellevendheid, welke men anderzins veelal den Engelschen straatroovers -toekent. Dit avontuur was intusschen zoo aangenaam niet, als dat van de -drie Bevalligheden, welke mij, eenige dagen te voren, in -<i>Cheapside</i> hadden aangerand. Juist had ik den vorigen dag in een -der dagbladen de lofrede op eenen Engelschman gelezen, die, insgelijks -door drie deugnieten aangevallen, den moed gehad had, om zijne beurs te -verdedigen, <span class="pagenum">[<a id="pb226" href="#pb226" name= -"pb226">226</a>]</span>en die, tot belooning voor zijne dapperheid, -onder het gewigt van eene menigte wel aangebragte stokslagen bezweken, -en beroofd was van al, wat hij bij zich had, waarna men hem bijna naakt -en half dood tot zijnent had gebragt. Intusschen gevoelde ik mij niet -zeer opgewekt, om dezen ongelukkigen tot een <i>pendant</i> te -verstrekken; want de eer, om in de Londensche dagbladen te verschijnen, -scheen mij tot dezen prijs wat al te duur gekocht. Ik maakte derhalve -geene zwarigheid, om mijner beurs, die gelukkig niet zeer luisterrijk -gestoffeerd was, vaarwel te zeggen; doch ik vreesde voor mijne -horologie, hoewel het aldra bleek, dat ik met eerlijke gaauwdieven te -doen had. Naauwelijks was mijne beurs uit mijne handen in de hunne -overgegaan, of zij verdwenen als vogels in de lucht, en ik vervolgde -mijnen weg naar mijn logement, waar ik, zonder eenige andere -onaangename voorvallen, behouden aankwam.</p> -<p class="par">Iederen avond, voor dat ik naar bed ging, had ik de -gewoonte om een paar bladen op te slaan in een boek, dat ten opschrift -voerde: <i>Beschrijving van Londen, of Wegwijzer voor vreemdelingen in -deze stad</i>. Dit diende mij tot een rigtsnoer, om te overwegen, met -welke bezigheden ik den volgenden dag zou <span class="pagenum">[<a id= -"pb227" href="#pb227" name="pb227">227</a>]</span>doorbrengen. Mijne -vorige ontmoeting belettede mij geenszins, aan deze gewoonte getrouw te -blijven, en toevallig sloeg ik een hoofdstuk op, dat juist zeer veel -betrekking had met hetgene mij bejegend was. Ik zal er den lezer eenige -plaatsen uit mededeelen, en tevens zorgen, dat het overgenomene -onderscheiden wordt van de aanmerkingen, welke ik mij hier en daar er -over zal veroorloven.</p> -<p class="par">„Des nachts bestaat de wacht uit eenige -ongewapende grijsaards, <i><span class="corr" id="xd21e5710" title= -"Bron: wachmen">watchmen</span></i> genaamd; en slechte een gering -getal gerechtsdienaren zijn belast met het nasporen en opbrengen der -roovers en afzetters.”</p> -<p class="par">Het is dus geenszins te verwonderen, dat hier zoo velen -van dit slag van volkje gevonden worden; ook gaat er zeldzaam een dag -voorbij, dat de nieuwstijdingen geen verhaal mededelen van geweldige -diefstallen of afzetterijen. Dit vooraf in aanmerking nemende, zou men -welhaast in verzoeking geraken, om de volgende regels voor een fabeltje -te houden.</p> -<p class="par">„Er bestaat nogtans geene stad, waar men veiliger -en geruster kan gaan en komen, zonder vrees van eenig ongeval te -ontmoeten, (onverschillig, welk uur van den dag of nacht) dan te -<i>Londen</i><span class="corr" id="xd21e5719" title= -"Niet in bron">.</span> Dit wonderbare <span class="pagenum">[<a id= -"pb228" href="#pb228" name="pb228">228</a>]</span>verschijnsel is -echter geenszins te zoeken in de orde, sterkte en geregeldheid van de -gewone politie, maar veeleer toe te schrijven aan den gelukkigen -zamenloop van zedelijke oorzaken, waarvan de voornaamste is de -verjaarde vrijheid, welke alle klassen van het volk onbelemmerd in -<i>Engeland</i> genieten, en die zelfs in de zielen der armen met diepe -merken gegrift is; voorts in de algemeene neiging tot orde in de -zamenleving, en in de zucht, om zijn bestaan te vinden door eene -onafgebrokene vlijt en ijverige werkzaamheid.”</p> -<p class="par">Ik begrijp derhalve niet al te wel, aan welke dezer -zedelijke, zoo gelukkig vereenigde oorzaken ik het verlies van mijne -beurs moet toeschrijven.</p> -<p class="par">Vervolgens maakt de schrijver melding van de -onderscheidene soorten van fielterijen, waarvoor zich een vreemdeling -in <i>Londen</i> te wachten heeft.</p> -<p class="par">„De reizigers moeten, onder anderen, zorg dragen, -om niet in den nacht te <i>Londen</i> aan te komen, of zij loopen groot -gevaar van, nog op het einde hunner reize, door struikroovers -aangevallen te worden; ten minste is het genoegzaam zeker, dat zij, bij -hunne aankomst, zich verrast zullen zien door <span class= -"pagenum">[<a id="pb229" href="#pb229" name="pb229">229</a>]</span>de -vriendelijkheid en de zorg, welke de heeren vrijbuiters gehad hebben, -om de koffers en valiezen, die achter op de <span class="corr" id= -"xd21e5741" title="Bron: ruituigen">rijtuigen</span> gebonden waren, -bij voorraad eene goede bergplaats te bezorgen.<a id="xd21e5744" name= -"xd21e5744"></a></p> -<p class="par">„Eene <i>legio</i> van dieven en roovers houdt -altijd schildwacht aan de deuren der herbergen, waar de <span class= -"corr" id="xd21e5751" title="Bron: potswagens">postwagens</span> en -andere rijtuigen aankomen. Volijverig zijn zij in de weer, om de -pakkaadje der reizigers aan te nemen en te bezorgen; maar naauwelijks -hebben zij dezelve in handen, of zij maken zich zoek, en verdwijnen in -een oogenblik, zonder aan het terugkomen te denken.</p> -<p class="par">„Een ander gedeelte dezer fielten verzamelt zich -voor de vensters der kooplieden, waar kunstplaten, spotprenten en wat -dies meer is, verkocht worden, of aan de deuren der huizen, waar de -eene of andere publieke tentoonstelling is, even als in den omtrek der -schouwburgen en van alle andere plaatsen, van openbare -vermakelijkheden. Men moet derhalve wel zorg dragen, zoo haast men zich -in het gedrang begeeft, niets van eenige waarde bij zich te hebben, -maar de oogen altijd geopend en de handen in de sakken te houden.</p> -<p class="par">„Verwisselt gij toevallig eene banknoot, of -<span class="pagenum">[<a id="pb230" href="#pb230" name= -"pb230">230</a>]</span>een stuk zilver, beschouw dan, in ’s -hemels naam! naauwkeurig het geld, dat men u teruggeeft; want -verscheiden kooplieden zullen u valsche munten in de handen trachten te -spelen, en bovenal hebben de huurkoetsiers zich deze hatelijke gewoonte -eigen gemaakt.”</p> -<p class="par">Het is inderdaad bijna ongeloofelijk hoe vele valsche -banknoten en hoe veel valsch geld men in <i>Engeland</i> allerwege -aantreft. Ook zal een Engelschman zelden nalaten zelfs het kleinste -stukje zilveren munt naauwkeurig van alle kanten te bezigtigen, en op -den grond te laten vallen, om zich door den klank van deszelfs gehalte -te overtuigen. Geeft gij hem eene banknoot in betaling, dan gebeurt het -menigmaal, dat hij u verzoekt, uwen naam en uwe woning er op te zetten. -Deze banknoten zijn meestal door geheel <i>Engeland</i> in omloop, en -worden niet slechts in den handel, maar ook in de dagelijksche uitgaven -meer, dan de geldspecien, gebruikt: men heeft ze van onderscheidene -waarde, ja zelfs tot één pond, dat is vierentwintig -<i>livres</i>.</p> -<p class="par">„In vele openbare verkoopingen worden somtijds -opgelegde werken voor echt zilver verkocht.</p> -<p class="par">„De Joden, die op straat uitstallen, zullen, -<span class="pagenum">[<a id="pb231" href="#pb231" name= -"pb231">231</a>]</span>zoo zij kunnen, u de waarde van een ding -tienvoudig doen betalen.</p> -<p class="par">„Alle wisselaars, bijna zonder uitzondering, -zullen u trachten te bedriegen.</p> -<p class="par">„De dagbladschrijvers zullen u aanzienlijke sommen -afpersen voor het stellen van een gunstig berigt nopens een -pleitgeding, een nieuw werk, of een tooneelstuk.</p> -<p class="par">„Hebt gij, bij ongeluk, eene zaak voor het eene of -andere geregtshof hangen, dan zult gij alle toegangen belegerd vinden -door een heer van menschen, die u hunne diensten aanbieden, doch u -tevens, op onderscheidene wijzen, op schatting weten te stellen.</p> -<p class="par">„De kwakzalvers zullen u vermoorden, onder de -plegtigste verzekering, dat zij u zullen genezen.</p> -<p class="par">„De apothekers zullen u vervalschte artsenijen -voor goede geven.”</p> -<p class="par">Doch ik wil mijn uittreksel niet verder vervolgen; -alleen zal ik nog zeggen, dat de schrijver eindigt met het berigt, dat -er twee zeer nuttige gezelschappen te <i>Londen</i> zijn opgerigt, die -ten oogmerk hebben, om alle schelmsche streken en afzetterijen, van -welk eenen aard ook, te ontdekken en te doen straffen; en mijns -oordeels is dit nogmaals een bewijs, dat <span class="corr" id= -"xd21e5793" title="Bron: dezefve">dezelve</span> in deze stad zeer -menigvuldig zijn. <span class="pagenum">[<a id="pb232" href="#pb232" -name="pb232">232</a>]</span></p> -<p class="par">Bijaldien immer een Franschman al datgene, hetwelk ik -uit dezen Engelschen schrijver heb overgenomen, op eigen gezag had -geschreven, zou hij zeker, zelfs in <i>Frankrijk</i>, van vergrooting -zijn beschuldigd geworden; en echter heb ik dit alles getrokken uit een -Engelsch boek, opzettelijk geschreven, om al, wat in de hoofdstad der -drie vereenigde rijken gevonden wordt, hemelhoog te verheffen, en -waarin de geringste voorwerpen doorgaans met de belagchenswaardigste -pralerij worden voorgedragen. Niets meer bij het geschetste tafereel -kunnende voegen, laat ik dit onderwerp gaarne aan de verdere overweging -van mijne lezers. <span class="pagenum">[<a id="pb233" href="#pb233" -name="pb233">233</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch27" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e549">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">XXVII.</h2> -<h2 class="main"><i>De Tower.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">„Hebt gij pleizier, om een reisje met mij te -ondernemen, waartoe een lange adem vereischt wordt?” vroeg mij -mijn vriend <i>C...</i> op zekeren morgen.</p> -<p class="par">„—Juist ben ik willens, er een te -ondernemen. De tijd, welke ik hier zou doorbrengen, is bijna -verstreken, en ik verzeker u, dat ik er geenen enkelen dag zal -aanknoopen.”</p> -<p class="par">„—Daarover wilde ik u niet spreken. Maar gij -kunt toch onmogelijk deze stad verlaten, zonder de Engelsche -<i>Bastille</i> gezien te hebben. Ik kwam hier, om u eene wandeling -naar den <i>Tower</i> voor te slaan. Onderweg zal ik u een en ander -aanwijzen, dat gij tot hiertoe nog niet gezien hebt.”</p> -<p class="par">Met deze woorden begaven wij ons op weg: het kon naar -waarheid een reisje genoemd worden; want de straat, waarin ik woonde, -was twee groote uren van den <i>Tower</i> gelegen.</p> -<p class="par">Toen wij, na eenen marsch van een uur, de gevangenis van -<i>Newgate</i> bereikt hadden, zagen wij eene groote menigte volks bij -elkander, <span class="pagenum">[<a id="pb234" href="#pb234" name= -"pb234">234</a>]</span>welke vol verlangen en met ongeduld op iets -scheen te wachten, even als de liefhebbers het ophalen van de gordijn -in den schouwburg reikhalzende te gemoet zien.</p> -<p class="par">„Weet gij ook de reden van deze <span class="corr" -id="xd21e5839" title="Bron: drokke">drukke</span> bijeenkomst? vroeg ik -mijnen vriend.”</p> -<p class="par">—„Er zal een misdadiger opgehangen worden. -Ziedaar, hij is reeds op het schavot!”</p> -<p class="par">—„Ei, ei! is dat eene der zeldzaamheden, -welke gij beloofd hebt mij onder weg te laten zien?”</p> -<p class="par">—„O neen, mijn vriend! dit is een louter -toeval. Daarenboven behoort dit schouwspel onder het kleine getal van -die dingen, welke men te <i>Londen gratis</i> kan zien.”</p> -<p class="par">—„Hartelijk dank! Ik zou er integendeel wel -iets voor willen betalen, om het <span class="ex">niet</span> te zien. -Ik bid u derhalve, mijn waarde! laat ons eenen anderen weg -nemen.”</p> -<p class="par">—„Zoo als gij verkiest.—Voormaals -plagt men de strafoefeningen in <i>Tijburn</i> te verrigten, maar -tegenwoordig hebben zij altijd voor de gevangenis van <i>Newgate</i> -plaats. Men zet tegen een venster van eene kamer der gevangenis een -schavot op. De veroordeelde stapt uit het raam op het straftooneel, en -is vergezeld door eenige geestelijken, welke hem trachten te -bemoedigen. Terstond werpt de scherpregter <span class= -"pagenum">[<a id="pb235" href="#pb235" name="pb235">235</a>]</span>hem -de koord om den hals, maakt het eene einde aan de galg vast, en laat -den misdadiger aldus eenige oogenblikken staan. Eensklaps wordt de -plank, waarop de ongelukkige staat, gewipt, en ziedaar hem met de -koorde gestraft, dat er de dood na volgt, waarvoor de Engelschen in -hunne taal eene bijzondere uitdrukking hebben en het noemen: <i>Iemand -in de eeuwigheid overslingeren</i>. Voor de strafoefening wordt den -lijder een glas bier <span class="corr" id="xd21e5870" title= -"Bron: angeboden">aangeboden</span>, en men gunt hem den tijd, om -hetzelve op zijn gemak uit te drinken.</p> -<p class="par">Een zeker misdadiger, zoo het scheen, niet begeerig, om -de groote plegtigheid te vertragen, bedankte voor het aanbod van dezen -<i>comfortable</i> drank; doch naauwelijks had hij den grooten sprong -gedaan, of er werd <i>pardon</i> voor hem aangekondigd. Hiervandaan het -Engelsche spreekwoord: <span class="corr" id="xd21e5881" title= -"Niet in bron">„</span><i>Had hij zijn glas bier uitgedronken, -hij zou nog leven!</i>”</p> -<p class="par">Aldus zamen koutende, waren wij ongemerkt aan den -kruisweg gekomen, waar de <i><span class="corr" id="xd21e5889" title= -"Bron: Prince">Prince-</span>,</i> <i>Poultrij-</i>, <i>Cornhill-</i> -en <i>Lombard-streets</i> op uitloopen.</p> -<p class="par">In dezen omtrek zijn de bank, de beurs en het stadhuis -gelegen. Mijn vriend <i>C...</i> liet mij deze drie gestichten -bezigtigen. Het uitwendige dezer gebouwen is niet onbevallig en -kenschetst zelfs zeer veel smaak; maar van <span class= -"pagenum">[<a id="pb236" href="#pb236" name= -"pb236">236</a>]</span>binnen is alles ten uiterste slecht gerangschikt -en verdeeld. Men vindt er niets dan eenige ruime zalen, die allen zeer -donker, treurig en somber zijn.</p> -<p class="par">Eindelijk kwamen wij aan den <i>Tower</i>, of <i>den -Toren</i>, die echter, in den eigenlijken zin van het woord, geen -<i>toren</i> kan genoemd worden, maar die veeleer eene vesting gelijkt, -met verscheidene torens voorzien, in welke men verschillende straten en -gebouwen aantreft.</p> -<p class="par">Hier zoude ik met weinig moeite een vrij lang hoofdstuk -vol van beschrijvingen en geleerde onderzoekingen kunnen inlasschen, -doch daar ik eenmaal bij al, wat heilig is, gezworen heb, mijnen lezers -nimmer voorbedachtelijk een slaapdrankje in te geven, zal ik mij -geenszins verdiepen in het nasporen, of <i>Julius Caesar</i> den -<i>Tower</i> heeft laten bouwen, die zijnen naam voert, en of de -zoogenaamde <i>Witte Toren</i>, die nogtans even zoo zwart en berookt -is, als al de anderen, <i>Willem den Veroveraar</i> tot stichter gehad -heeft: ook wil ik mij in geen geschil inlaten, in welk vertrek -<i>Hendrik VI.</i>, op last van <i>Eduard <span class="corr" id= -"xd21e5940" title="Bron: VI">IV</span>.</i>, den dood heeft ondergaan; -of in welk eene andere kamer deze en gene in <i>Engeland</i> beroemde, -schoon in andere landen geheel onbekende, personaadjes zijn opgesloten -geweest; maar mij liever alleen bepalen tot de verschillende publieke -stichtingen, welke in dit <span class="pagenum">[<a id="pb237" href= -"#pb237" name="pb237">237</a>]</span>uitgestrekte gebouw vervat zijn, -en welke allen wij gingen bezigtigen.</p> -<p class="par">Lieden, die met een beestenspel van stad tot stad op de -kermissen rond reizen, om het geëerde publiek, tegen billijke -betaling, eenige vreemde en uit verre landen aangebragte dieren en -vogels te laten zien, hebben altijd de gewoonte, om boven of naast den -ingang van hunne vertoonplaats eene schilderij op te hangen, waarop -eenige van die merkwaardige voorwerpen zijn afgebeeld. Evenzoo wijst -ook hier een geschilderde leeuw den vreemdelingen den ingang van het -<i>dierenpark</i> aan. De poort is van eene groote schel voorzien, en -de deurwachter staat altijd gereed, om u, tegen betaling van eenen -<i>shilling</i>, en nog iets, dat de Engelschen eene <i>erkentenis</i> -noemen, en dat in eene vrijwillige extragift bestaat, binnen te laten. -Wij behoefden echter niet aan te schellen; want zoo als wij aan de deur -kwamen, werd zij juist geopend voor eenen man, die met den deurwachter -in gesprek was.</p> -<p class="par">„<i lang="de">Jezus mein Gott!</i> riep hij uit, -<i lang="de">Geld, Geld, und immer Geld!</i>”</p> -<p class="par">„Deze heer is een Duitscher,” zeide ik tegen -mijnen vriend. Dit had hij gehoord, en zeide daarop terstond tegen mij -„<i lang="de">Ach, mein Herr, ich kann wohl Englisch und -Französich sprechen; es ist aber abscheulich, dass <span class= -"pagenum">[<a id="pb238" href="#pb238" name="pb238">238</a>]</span>man -in diesem fatalen Lande gar nichts sehen und haben kann, ohne -Geld!</i>”</p> -<p class="par">—„Ja, dat is hier zoo het gebruik, mijnheer! -en daarnaar dient men zich te schikken.”</p> -<p class="par">Intusschen hadden wij de taks betaald, en de deurwachter -wees ons al de daar logerende gasten, den eenen na den anderen, aan. -Het getal der beesten is niet zeer groot: even als te <i>Parijs</i>, -zijn zij in naauwe hokken opgesloten, waarin zij, van lucht en beweging -verstoken, een plantenleven leiden, en den aanschouwers niets anders -aanbieden dan de schaduwe van hetgene zij in waarheid moesten zijn. -Laat ons echter hopen, dat wij in de laatstgenoemde stad eenmaal de -leeuwen, tijgers en al de andere vreemde dieren met dezelfde -onderscheiding zullen zien behandelen, welke men, sedert eenige jaren, -voor de beeren gehad heeft, en dan eerst zal <i>Parijs</i> zich kunnen -beroemen, een <i>dierenpark</i> te bezitten, hetwelk der hoofdstad van -<i>Europa</i> eer aandoet.</p> -<p class="par">Nu verlieten wij het verblijf, waar deze verwoestende -schepsels waren opgesloten, om eene plaats te bezigtigen, die diende -ter bewaring der stoffe en werktuigen, om voedsel te verschaffen aan de -woede en wraakzucht van een schepsel, nog duizendmaal wreeder en -bloeddorstiger dan de verschrikkelijkste woudbewoners. <span class= -"pagenum">[<a id="pb239" href="#pb239" name="pb239">239</a>]</span>De -lezer begrijpt ligtelijk, dat ik hier het arsenaal bedoel.</p> -<p class="par">„<i lang="de">Wie viel?</i>” vroeg mij de -Duitscher, ziende, dat wij de handen in den zak staken.</p> -<p class="par">„Maar drie <i>shillings!</i><span class="corr" id= -"xd21e6005" title="Niet in bron">”</span> antwoordde ik hem, -<span class="corr" id="xd21e6008" title="Niet in bron">„</span>en -dan de <i>erkentenis!</i>”</p> -<p class="par">„<i lang="de">Der Teufel!</i>” riep hij uit, -terwijl hij inmiddels zijne schellingen ten offer bragt.</p> -<p class="par">Het arsenaal bestaat uit zes groote afdeelingen. In vier -derzelve vindt men eene ongemeen talrijke verzameling van allerlei -wapenen en geschut, zoo wel voor voet- en paardenvolk, als voor den -zeedienst. In de twee andere afdeelingen wordt een groot aantal -zeldzaamheden bewaard, als oude wapenrustingen, schilden, standaarden -en andere veroverde eereteekenen, door de Engelschen, ter herinnering -van hunne voormalige overwinningen, alhier ten toon gesteld. Ook wordt -hier den bezigtiger de bijl vertoond, waarmede de ongelukkige -<i>Anna</i> is onthoofd geworden, alsmede een afbeeldsel van de -koningin <i>Elizabeth</i>, enz. Van hier kwamen wij in een vertrek, -waar de meubelen der Kroon bewaard werden. Intusschen vermaakten mijn -vriend en ik ons niet weinig met de grappige houding van onzen -Duitscher; want bij iedere andere deur, welke ons geopend werd, trok -hij zulke benaauwde gezigten, als of hij op naalden en spelden -<span class="pagenum">[<a id="pb240" href="#pb240" name= -"pb240">240</a>]</span>zat, telkens eene uitroeping doende, welke, hoe -langer hoe meer, in den kruistoon eindigde.</p> -<p class="par">„<i>Sacrement!</i>” zeide hij, terwijl hij, -met een gespannen en strak gelaat, zijnen <i>shilling</i> aan deze deur -paste; „<i lang="de">So etwas braucht man zu Wien nicht zu -bezahlen. Ich bin zu Neapel, Paris und Madrid gewesen, habe da -<span class="corr" id="xd21e6039" title="Bron: jedere">jede</span> -Merkwürdigkeit gesehen, aber immer gratis!</i><span class="corr" -id="xd21e6042" title="Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">Men moet echter toestemmen, dat het beschouwen der -kostbare en zeldzame voorwerpen, die aldaar bewaard worden, en die op -twee millioenen sterling (48,000,000 <i>liv.</i>) geschat zijn, wel -eenige <i>shillings</i> waardig is.</p> -<p class="par">Nu bleef de kapel nog ter bezigtiging over, maar -mijnheer de Duitscher hield volmondig staande, dat het gezigt van eene -Engelsche kapel geenen schelling waardig was, en nam hier afscheid van -ons. Wij beiden, mijn vriend en ik, bleven echter bij ons voornemen, -doch zagen welhaast, dat hij geen ongelijk had gehad, want wij vonden -volstrekt niets, dat eenige aanmerking verdiende.</p> -<p class="par">Hiermede eindigde mijn bezoek aan den <i>Tower</i>, -hetwelk mij nu tien <i>shillings</i> (12 <i>fr.</i>) kostte, de -verschillende <i>erkentenissen</i> hieronder begrepen. <span class= -"pagenum">[<a id="pb241" href="#pb241" name="pb241">241</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch28" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e560">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">XXVIII.</h2> -<h2 class="main"><i>Eene onverwachte ontmoeting.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">Twee dagen voor mijn vertrek was ik den geheelen -morgen op de been, om afscheid te nemen van mijne vrienden en -kennissen, welke ik te <i>Londen</i> gemaakt had. Ook had ik een en -ander gekocht, en gevoelde mij zeer vermoeid: ik besloot derhalve, in -den omtrek, waar ik mij bevond, het middagmaal te houden. -Ongelukkiglijk was het in eene der voorsteden, die te <i>Londen</i> -niet anders dan door de laagste volksklasse bewoond worden. Ik kon dus -geenszins verwachten, veel bijzonders op tafel te vinden; doch daar de -<i>gourmandise</i> geene mijner hoofdgebreken is, voor welke ik in het -grootboek, waarin al onze ondeugden en zwakheden aangeteekend staan, -zal ingeschreven worden, en ik buitendien een zeker prikkelend gevoel -in mijne maag ontwaarde, hetwelk mij scheen te beloven, dat de eetlust -de spijzen kruiden zou, indien er al iets aan mogt ontbreken, bleef ik -bij mijn genomen besluit volharden. <span class="pagenum">[<a id= -"pb242" href="#pb242" name="pb242">242</a>]</span></p> -<p class="par">Ik stapte dus een huis binnen, waar eenige stukken -gebraden en gekookt vleesch, achter een venster geplaatst, schenen aan -te kondigen, dat men er iets te eten kon krijgen, en waar tevens achter -eene ruit, op een stuk papier, met groote letters geschreven stond, dat -er opene tafel, in eene fraaije zaal, op de eerste verdieping, werd -gehouden. Boven gekomen zijnde, vond ik echter, in plaats van eene -fraaije zaal, een morsig, donker kot: de tafels stonden tegen de muren, -welker kleur mogelijk eenmaal wit was geweest, doch thans een vuil -grijs opleverde: niet helderder waren de tafellakens, die, zonder -vergrooting gesproken, gerust met de vier wanden konden wedijveren. De -gasten, welke het gezelschap uitmaakten, schenen tot het laagste gemeen -te behooren, een éénige, van wien ik aanstonds zal -spreken, uitgezonderd.</p> -<p class="par">Naauwelijks had ik mijnen eersten stap in dit verblijf -gezet, of ik bemerkte reeds, dat mijn honger zeer verminderd was: -intusschen was ik te ver gevorderd, om weer terug te treden. Ik -plaatste mij derhalve aan eene tafel, en verzocht den knecht om een -pint <i>ale</i> en een <i>beef-steaks</i>; doch dat verzoek moest ik -meermaals herhalen, en dit deed mij denken, dat hij niet gewoon was, -dikwijls een <span class="pagenum">[<a id="pb243" href="#pb243" name= -"pb243">243</a>]</span>middagmaal van zoo veel gewigt te hooren -bestellen. En inderdaad, toen ik mijne oogen over al de tafels liet -gaan, welke mij omringden, ontwaarde ik niets op dezelve, dan een stuk -kaas, en hier en daar een stuk koud vleesch; hetwelk er juist niet zeer -smakelijk uitzag, benevens eenige pinten bier van twee <i>pences</i> -(hetgeen gemakkelijk te onderscheiden is, want de vorm van het pintje -zelve wijst de soort en hoedanigheid van den drank aan, welke het -bevat.)</p> -<p class="par">Middelerwijl men zich in de keuken bezig hield met de -buitengewone toebereidselen, welke de door mij bestelde geregten -vorderden, riep een der gasten, die aan eene andere tafel, digt bij -mij, zat, den knecht, om het gelag te betalen. De rekening was niet -zeer omslagtig. Twee <i>pences</i> brood, twee <i>pences</i> bier, en -eene <i>pence</i> kaas maakten zijne geheele vertering uit. Nu nam hij -uit een klein beursje, dat niet al te breed voorzien scheen, eenen -halven <i>shilling</i>, die de waarde heeft van zes <i>pences</i>, of -twaalf Fransche stuivers, gaf denzelfven aan den knecht, en ontving -eene halve <i>pence</i> terug, terwijl hij het overige edelmoedig tot -een fooitje schonk, waarna hij diep zuchtende van tafel oprees.</p> -<p class="par">Het was een man van ongeveer vijf voeten en vijf duimen -hoogte. Zijne beenen waren, in <span class="pagenum">[<a id="pb244" -href="#pb244" name="pb244">244</a>]</span>de volste beteekenis van het -woord, volkomene oijevaarsbeenen met een paar zwarte slopkousen -bekleed, door welker knoopsgaten men met een weinigje oplettendheid het -bloote vel kon zien doorschijnen, en waaruit men derhalve gerustelijk -het <i>facit</i> kon opmaken, dat onze vriend de kousen niet onder de -noodzakelijke kleedingstukken rekende. Zijne broek, die van dezelfde -kleur, doch zoodanig kaal en afgesleten was; dat men niet kon -onderscheiden, van welke stof zij gemaakt was, bedekte een paar dijen, -niet zwaarder dan een paar lamsbilletjes; terwijl een half blaauw en -half geel vest over het gedeelte van zijn ligchaam heen fladderde, waar -men zelfs met een vergrootglas geene schaduwe van eenen buik zou hebben -kunnen vinden: de geheele romp was behangen met eenen zwarten rok, -waarvan beide de ellebogen met wit garen waren toegenaaid, hetgeen men -naderhand met inkt besmeerd had, om het in zwart te doen veranderen. -Zijne ingevallene wangen schenen zich in zijnen mond te willen -verbergen, zijn voorhoofd was vol met diepe rimpels, welke mij echter -voorkwamen, meer door rampen en tegenspoed, dan wel door ouderdom, -veroorzaakt te zijn. Niettegenstaande dit alles, had hij een moedig -voorkomen, <span class="pagenum">[<a id="pb245" href="#pb245" name= -"pb245">245</a>]</span>en zijn levendig en doordringend oog spreidde -eene zekere fierheid ten toon.</p> -<p class="par">Daar zijne trekken mij niet onbekend waren, en ik mij -verbeeldde, hem meermaals gezien te hebben, beschouwde ik hem met zeer -veel oplettendheid. Bij geval kreeg hij mij insgelijks in het oog, en -kwam terstond naar mij toe.—<span class="corr" id="xd21e6135" -title="Niet in bron">„</span>Hoe!<span class="corr" id= -"xd21e6138" title="Niet in bron">”</span> zeide hij, <span class= -"corr" id="xd21e6141" title="Niet in bron">„</span>tref ik u te -<i>Londen</i>, en wel in zulk een prachtig verblijf, aan?<span class= -"corr" id="xd21e6147" title="Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">„Ja, hernam ik, maar ik moet ronduit bekennen, dat -ik vergeefs tracht, mij uwen naam te....”</p> -<p class="par">—„Herinneren, niet waar? Ik wil dit gaarne -gelooven: sinds de drie jaren, dat wij elkander niet gezien hebben, -zult gij mij wel zeer veranderd vinden.—Ik ben -<i>Croquis</i>.”</p> -<p class="par">Nu herkende ik hem dadelijk, niettegenstaande de -ongeloofelijke gedaanteverwisseling van zijnen geheelen persoon. -Mijnheer <i>Croquis</i> was een Fransche schilder, die, zonder zich tot -den eersten rang dier kunstenaars te hebben kunnen verheffen, op welke -de Fransche school tegenwoordig met regt mag bogen, zich echter van de -broddelaars had weten te doen onderscheiden, en dien ten gevolge -eenigen opgang gemaakt had. Zijn gedrag was steeds zeer fatsoenlijk en -geregeld geweest; ook was <span class="pagenum">[<a id="pb246" href= -"#pb246" name="pb246">246</a>]</span>mij nooit iets slechts van hem ter -ooren gekomen; ik kon dus niet begrijpen, hoe hij in dezen ellendigen -toestand geraakt was, in welken ik hem, tot mijne groote verwondering, -hier aantrof. Ik verzocht hem derhalve, mij gezelschap te houden, en -vriendschappelijk met mij te deelen, hetgene voor mij op tafel -stond.</p> -<p class="par">„Ik heb reeds gegeten,<span class="corr" id= -"xd21e6167" title="Niet in bron">”</span> zeide hij, met eenen -bitteren glimlach, <span class="corr" id="xd21e6170" title= -"Niet in bron">„</span>en ik heb niets noodig.”</p> -<p class="par">Het gelukte mij echter, zijne beschroomdheid te doen -verdwijnen, en hem gadeslaande, zag ik aldra, dat hij geenszins zooveel -gegeten had, om zich te verzadigen, maar slechts, om den snerpendsten -honger een weinig te stillen.</p> -<p class="par">Ons middagmaal geeindigd hebbende, gaf ik hem, bij het -weggaan, mijn verlangen te kennen, om de redenen te weten, welke hem in -dezen ellendigen toestand gebragt hadden; en daar hem wel bekend was, -dat mijn verzoek geenszins uit nieuwsgierigheid, maar enkel uit een -waar belang, hetwelk ik in zijn lot stelde, voortsproot, deelde hij mij -zijne droevige historie mede, welke de lezer in de volgende afdeeling -zal vinden. <span class="pagenum">[<a id="pb247" href="#pb247" name= -"pb247">247</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch29" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e569">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">XXIX.</h2> -<h2 class="main"><i>Geschiedenis van eenen Franschen -kunstenaar.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">„Gij weet, mijnheer!<span class="corr" id= -"xd21e6186" title="Niet in bron">”</span> zeide hij, <span class= -"corr" id="xd21e6189" title="Niet in bron">„</span>dat mijn -penseel mij in <i>Frankrijk</i> het noodige onderhoud verschafte. -Eenigen mijner vrienden trachtten mij over te halen, om mij naar -<i>Engeland</i> te begeven; daar zou ik, volgens hunne verzekering, -geld winnen, zoo veel ik wilde, en binnen weinig tijds een aanzienelijk -fortuin kunnen maken. Ik liet mij door deze bekoorlijke uitzigten -misleiden, maakte alles, wat ik bezat, tot gereed geld, stelde mijner -vrouw en dochter zoo veel ter hand, dat zij in geene twee jaren gebrek -behoefden te vreezen, en begaf mij op reis naar <i>Londen</i>, met -ongeveer tienduizend <i>livres</i> baar geld.”</p> -<p class="par">„Zoodra ik hier was aangekomen, nam ik een goed -verblijf in het voornaamste gedeelte van de stad—dat de woningen -niet goedkoop zijn, weet gij. Gaarne zou ik mij op eenen minderen voet -gezet hebben; doch men had mij onderrigt, dat men in <i>Londen</i> -geenen <span class="pagenum">[<a id="pb248" href="#pb248" name= -"pb248">248</a>]</span>opgang kan maken, wanneer men, onder eene -bekrompene levenswijze, te voorschijn treedt. Ik had eenige van mijne -werken medegebragt, en mij in alle nieuwspapieren doen aankondigen. In -het eerst kwamen mij vele nieuwsgierigen bezoeken, en ik werd overladen -met beleefdheden en loftuitingen; maar welhaast vernam ik, dat de -kunstenaars van de stad zich tegen mij eene heimelijke zamenzwering -hadden veroorloofd, en de logenachtigste geruchten verspreidden, om, -dusdoende, de geringe bekwaamheden, welke ik bezat, nog te verkleinen -en te belasteren. De stukken, welke ik in mijne zaal ter bezigtiging -had opgehangen, ten einde men over mijne behandeling en mijn -kunstvermogen zou kunnen oordeelen, werden op het hevigste en -onbarmhartigste gegispt en bedild.—Het heette, mijne teekening -was niet juist:—het koloriet te schitterend, om zich te kunnen -volhouden:—ik verstond niets van de perspectief:—ik wist -volstrekt mijn licht en mijne schaduw niet te plaatsen:—de -standen mijner beelden waren slecht gekozen:—de kleeding geheel -en al smakeloos.—En eindelijk kenden de laster, haat en afgunst -mij zelfs niet de geringste dier eigenschappen toe, welke ook de -middelmatigste schilder niet mag ontberen. <span class= -"pagenum">[<a id="pb249" href="#pb249" name="pb249">249</a>]</span></p> -<p class="par">„Aldus verliepen drie maanden, zonder dat ik iets -te doen had. Eindelijk verzocht mij een rijke koopman uit de -<i>Citij</i>, zijn portret en die van zijne drie kinderen te maken, te -weten, een meisje en twee jongens; doch hij was op het grillige -denkbeeld gekomen, om deze vier portretten in een historisch tafereel -bij een te willen zien, en daartoe had hij de offerande van -<i>Iphigenia</i> verkozen. Hij zelf wilde als <i>Agamemnon</i> -geschilderd worden, zijne dochter moest <i>Iphigenia</i> voorstellen, -en zijne beide zonen de karakters van <i>Calchas</i> en <i>Achilles</i> -verbeelden. Vergeefs stelde ik hem voor, dat dit onderwerp veel bijwerk -zou vereischen, vooral een groot aantal beelden, als priesters, -soldaten enz.; oogenblikkelijk sloot hij mij den mond, met te zeggen, -dat het hem volstrekt op geen geld aankwam. Wij kwamen derhalve -overeen, dat hij mij voor deze schilderij vierhonderd guinies zou -betalen.”</p> -<p class="par">„Ik begaf mij aan het werk, en, om hetzelve des te -meer te bespoedigen, wees ik verscheidene leerlingen af, die mij mijne -lessen zeer ruim zouden betaald hebben. Ik verzuimde geen oogenblik, en -na verloop van acht maanden was mijn stuk ten naastenbij af, toen op -zekeren morgen mijn koopman met iemand van zijne kennis in mijne -werkplaats kwam, <span class="pagenum">[<a id="pb250" href="#pb250" -name="pb250">250</a>]</span>om te zien, hoe ver ik gevorderd was. Deze -laatste vond, dat het portret van zijnen vriend niet veel geleek, en ik -was ongelukkig genoeg, om dezen bediller te antwoorden, dat de -voorgewende fout in de gelijkenis zeker veroorzaakt werd, wijl hij niet -gewoon was, zijnen vriend met eenen helm op het hoofd te zien. Van dat -tijdstip af had ik geen oogenblik rust, voordat ik mijnen -<i>Agamemnon</i> den helm had afgenomen; en mijns ondanks, moest ik het -hoofd van den Griekschen vorst met eene ronde Engelsche pruik -ontsieren.</p> -<p class="par">„Ook de jonge juffer vond, dat de kleeding van -<i>Iphigenia</i> hare gestalte in geen voordeelig licht plaatste, en ik -zag mij derhalve genoodzaakt, de Grieksche prinses in een nieuw -Engelsch keurslijf te prangen. Om aan den oudsten zoon te behagen, -moest de baard van den opperpriester insgelijks worden afgeschoren, en -de jongste verkoos, als <i>Achilles</i> in de montering van eenen -Engelschen kolonel gestoken te worden.</p> -<p class="par">„Meer dan honderdmaal was ik voornemens, uit -verdriet en ergernis al het geschilderde door te halen; doch de -vierhonderd guinies hielden mij terug. Dan helaas! toen de dag -verschenen was, waarop ik mijn werk moest leveren, vernam ik, tot mijn -uiterste hartzeer, <span class="pagenum">[<a id="pb251" href="#pb251" -name="pb251">251</a>]</span>dat mijn <i>Agamemnon</i> de belegering had -opgebroken, of, om mij verstaanbaar uit te drukken, dat hij bankroet -had gemaakt.</p> -<p class="par">„Men ried mij, eener voorname vrouw van smaak, die -in de groote wereld verkeerde, verlof te vragen, haar voor niet te -mogen portretteren. Dit afbeeldsel, in een harer vertrekken opgehangen, -zou de algemeene aandacht tot zich trekken, mijne bekwaamheden bekend -doen worden, en mij rijkelijk werk bezorgen. Ik verkreeg ook wezenlijk -hare toestemming als een bewijs harer bescherming, en besteedde al -mijne zorg en vlijt aan haar portret, waarover men ook zeer voldaan -was; doch in het vervolg hoorde ik nimmer weder van deze dame, noch van -hare vrienden spreken.”</p> -<p class="par">„De vermindering mijner beurs drong mij, naar een -goedkooper verblijf om te zien, en van toen af verdwenen -oogenblikkelijk al de nieuwsgierigen, die tot dusverre mijne werkplaats -bezocht hadden. Intusschen had ik nog steeds eenige portretten te -schilderen, waarvoor men mij echter weinig genoeg betaalde, en nu -naderde ten tweeden male het jaargetijde, waarin geheel <i>Londen</i> -zich op het land begeeft; ik bleef dus eenige maanden volstrekt zonder -werk. <span class="pagenum">[<a id="pb252" href="#pb252" name= -"pb252">252</a>]</span></p> -<p class="par">„Nu moest ik nogmaals eene mindere woning -betrekken, want ik bevond mij zonder eenen duit, en had nog eenige -kleine schulden te betalen. Hierdoor zag ik mij dus in de -noodzakelijkheid gebragt, om mijne schilderijen te verkoopen voor den -prijs, welken men er mij voor wilde geven. Ik had thans mijnen intrek -op een zoldertje, mijne geheele bezitting bestond in drie guinies, en -al mijne meubelen in mijn palet en mijne penseelen.”</p> -<p class="par">„Nu zocht ik lessen en leerlingen te bekomen, -doch, helaas! veel te laat. De onder het dak gehuisveste schilder kon -voor zijne lessen geenszins den prijs vragen, welken zijn medebroeder, -die op de eerste verdieping in eene der voornaamste wijken van -<i>Londen</i> woonde, mogt vorderen; want men betaalt hier niet de -innerlijke waarde der dingen, maar wel den uitwendigen -schijn.”</p> -<p class="par">Sinds bijna een jaar heb ik niet meer dan drie -leerlingen gehad; het geringe, dat zij mij betalen, is naauwelijks -toereikende tot het noodige levensonderhoud—en bij toeval zijt -gij getuige geworden, <span class="ex">hoe</span> ik leve. Mijn -eenigste verlangen is, naar <i>Frankrijk</i> terug te keeren, hetwelk -ik eigenlijk nimmer had moeten verlaten. <span class="pagenum">[<a id= -"pb253" href="#pb253" name="pb253">253</a>]</span></p> -<p class="par">„En wat zult gij doen,<span class="corr" id= -"xd21e6283" title="Niet in bron">”</span> vroeg ik hem, -<span class="corr" id="xd21e6286" title= -"Niet in bron">„</span>als gij in ons vaderland terug zult -gekomen zijn?”</p> -<p class="par">„Mijne vrouw is overleden,<span class="corr" id= -"xd21e6291" title="Niet in bron">”</span> antwoordde hij, -<span class="corr" id="xd21e6294" title="Niet in bron">„</span>en -het is onnoodig, u te zeggen, hoe zeer haar verlies mij smart: het is u -bekend, dat ik haar teeder beminde; doch, om naar waarheid te spreken, -de dood is voor haar geen ongeluk, maar heeft integendeel een einde aan -haar verdriet en hare smarten gemaakt.</p> -<p class="par"><span class="corr" id="xd21e6298" title= -"Niet in bron">„</span>Ik heb eenen schoonbroeder—wat zeg -ik! neen, hij is een weldadige engel in de gedaante van eenen -schoonbroeder! Zonder rijk te zijn, is hij echter in staat, om, op eene -redelijke wijze, met zijn gezin de genoegens van het leven te kunnen -smaken, en schoon zelf met zes kinderen belast, heeft hij echter mijne -dochter tot zich genomen, en behandelt haar als zijn eigen kind. Het -schijnt, dat hij mijnen jammerlijken toestand, waarover ik hem echter -nimmer onderhouden heb, vernomen heeft; want hij heeft mij verzocht, -bij hem te komen inwonen, en om mijne kieschheid niet te kwetsen, wendt -hij voor, dat hij gaarne zag, dat ik zijne kinderen in het teekenen -onderrigtte. Maar hoe zal ik de gelden bij elkander krijgen, om de reis -van <i>Londen</i> naar <i>Amiens</i>, waar mijns broeders woonplaats -is, te ondernemen? Gisteren nog ontving ik <span class= -"pagenum">[<a id="pb254" href="#pb254" name="pb254">254</a>]</span>met -den post eenen brief van hem, en ik bevond mij in de droevige -noodzakelijkheid van dien te moeten afwijzen; wijl het port twee -<i>shillings</i> en vier <i>pences</i> bedroeg, welke ik, helaas! niet -bezat. Doch morgen moet ik geld voor eene maand onderwijs van -een’ mijner leerlingen ontvangen, en dan zal ik geen oogenblik -toeven, om den brief te halen.”</p> -<p class="par">—„Wel ziedaar ons juist voor het -postkantoor! laat ons er ingaan, en veroorloof mij, u dit kleine -voorschot te doen.”</p> -<p class="par">Zonder zijn antwoord af te wachten, trok ik hem met mij -binnen. Men gaf hem den brief over, hij opende denzelven met drift, -las, en een traan glinsterde in zijne oogen.</p> -<p class="par">—„Ach! welk een man! riep hij uit, de beste -der menschen! zie, o zie!”</p> -<p class="par">Het was een wissel op zigt van vierhonderd franken op -eenen Londenschen bankier, en dit was de reden, dat het briefport -verdubbeld was; want zelfs het nietsbeduidendste papier in eenen brief -veroorzaakt deze verdubbeling, en de Engelschen hebben eene bijzondere -manier, om dit te ontdekken. Bijna zou ik gelooven, dat zij de brieven -openen, om zich daarvan te verzekeren; indien men zulk een misbruik van -vertrouwen in een land, als <i>Engeland</i>, konde vooronderstellen. -<span class="pagenum">[<a id="pb255" href="#pb255" name= -"pb255">255</a>]</span></p> -<p class="par">„Nu ga ik,<span class="corr" id="xd21e6329" title= -"Niet in bron">”</span> zeide hij! <span class="corr" id= -"xd21e6332" title="Niet in bron">„</span>Vaarwel bekoorlijke -<i>Theems</i>; ik denk er niet meer aan, om mij in uwen boezem te -begraven, hetgene, helaas! meer dan eens mijn voornemen is geweest; -want deze wijze van sterven kost het minste; men behoeft noch touwen, -noch pistolen te koopen.”</p> -<p class="par">Vanhier gingen wij terstond naar het kantoor, waar de -postwagens afrijden, en bestelden twee plaatsen, om overmorgen -gezamenlijk te vertrekken. <span class="pagenum">[<a id="pb256" href= -"#pb256" name="pb256">256</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch30" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e578">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">XXX.</h2> -<h2 class="main"><i>Eene tooneelvertooning in de Latijnsche -taal.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">Daags voor mijn vertrek, ging ik naar het -<i>alien-office</i>, om mijnen Franschen pas, die daar in bewaring was -gebleven, terug te halen, en, in wisseling, dien terug te geven, welke -mij was ter hand gesteld. Om den lezer niet te vervelen, zal ik hem het -verhaal besparen van eenige langwijlige plegtigheden, welke nog hierbij -in acht moesten genomen worden. Zij zouden mij nogmaals een hoofdstuk -opleveren van denzelfden inhoud, alsdat, waarmede dit werk begonnen is, -en ik ben geen vriend van herhalingen, even min als van het -eentoonige.</p> -<p class="par">Nu ging ik mijnen vriend <i>C...</i> opzoeken, wien ik -bijzonderen dank verschuldigd was voor de verpligtende wijze, waarop -hij mij, gedurende mijn verblijf te <i>Londen</i>, behandeld had; en -daar de postwagen niet voor den volgenden morgen te twaalf ure afreed, -verzocht ik <span class="pagenum">[<a id="pb257" href="#pb257" name= -"pb257">257</a>]</span>hem, met mij en den heer <i>Croquis</i> te -ontbijten; want laatstgenoemde had ik reeds te voren dezelfde -uitnoodiging gedaan.</p> -<p class="par">„Van harte gaarne!<span class="corr" id= -"xd21e6367" title="Niet in bron">”</span> zeide hij, <span class= -"corr" id="xd21e6370" title="Niet in bron">„</span>maar gij; komt -thans, als of gij geroepen waart; want juist was ik voornemens, om u af -te halen. Ik denk u heden eens een schoteltje naar uwen smaak op te -disschen; en op den laatsten dag, welken gij te <i>Londen</i> -doorbrengt, zult gij u waarschijnelijk geenszins het minst -vermaken.”</p> -<p class="par">—„Gij weet, beste vriend! dat ik altijd -bereid ben, om u te volgen. Doch mag men ook weten, welk nieuw en -zonderling geregt het is, waarop gij mij heden denkt te -onthalen?”</p> -<p class="par">—„Kom slechts, kom slechts! het is hoog -tijd!”</p> -<p class="par">En ziedaar ons in eene straat, welke ons naar de -<i>Abtdij van Westmunster</i> moest geleiden.</p> -<p class="par">„Gij zijt een liefhebber van -verrassingen!<span class="corr" id="xd21e6387" title= -"Niet in bron">”</span> zeide ik lagchende tegen mijnen vriend; -<span class="corr" id="xd21e6390" title="Niet in bron">„</span>ik -hoop echter niet, dat gij plan hebt, om mij een dergelijk schouwspel te -doen zien, als toen gij mij onlangs op een hangpartijtje wildet -onthalen?”</p> -<p class="par">—„Neen, waarachtig niet! het is geheel iets -anders. Ik zal u verplaatsen in de schoonste eeuw der Romeinen, onder -de tijdgenooten van <i>Scipio</i>.” <span class="pagenum">[<a id= -"pb258" href="#pb258" name="pb258">258</a>]</span></p> -<p class="par">—„Waarschijnlijk zult gij mij in een -kunstkabinet van wassen beelden brengen? Doch ik moet u waarschouwen, -dat ik <i>Curtius</i> en zijne opvolgers reeds gezien heb.”</p> -<p class="par">—„Gij bedriegt u, mijn vriend! Integendeel -zult gij iets zien, dat gij nog nooit gezien hebt. Evenwel wil ik u -gaarne toestemmen, dat hetgeene gij zult hooren, niet geheel en al -vreemd voor u zal zijn; en het is niet zonder moeite, dat ik twee -toegangskaartjes bekomen heb.”</p> -<p class="par">„Hoe veel kosten zij?”</p> -<p class="par">—„Niets.”</p> -<p class="par">—„Niets? ik bewonder de Engelsche -edelmoedigheid! Maar juist deze zelfde edelmoedigheid geeft mij eene -geringe verwachting van hetgene wij zullen zien.”</p> -<p class="par">—„Schort ten minste uw oordeel op, tot gij -gezien en gehoord hebt.”</p> -<p class="par">Nu maakte ik geene verdere tegenwerpingen, en aldra -kwamen wij pratende voor een groot gebouw, hetwelk ik terstond als de -<i>School van Westmunster</i> herkende. Men deed ons in eene genoegzaam -ruime zaal binnentreden, waarin een tooneel was opgerigt, hetwelk zich -vrij goed liet aanzien. Niet zonder veel moeite gelukte het ons, plaats -te krijgen; want het gezelschap was reeds te naastenbij voltallig. -<span class="pagenum">[<a id="pb259" href="#pb259" name= -"pb259">259</a>]</span>Eindelijk gezeten zijnde, zeide ik tegen mijnen -vriend: <span class="corr" id="xd21e6422" title= -"Niet in bron">„</span>ziedaar ons dan geplaatst; nu ontbreekt er -niets meer aan, dan dat men spoedig begint.”</p> -<p class="par">—„Zoo ver is het nog niet!<span class="corr" -id="xd21e6427" title="Niet in bron">”</span> hernam mijn vriend; -<span class="corr" id="xd21e6430" title= -"Niet in bron">„</span>wij zullen nog een oogenblik geduld moeten -hebben; wacht slechts!”</p> -<p class="par">Gelukkig echter behoefden wij niet lang te wachten; want -de gordijn werd spoedig opgehaald.</p> -<p class="par">Het tooneel stelde een marktplein voor. Er trad een -slaaf op, in Grieksche kleeding, en sprak, gedurende twee of drie -minuten, zonder dat het mij mogelijk was, een enkel woord van hetgene -hij zeide, te verstaan. Vervolgens kwam er een tweede slaaf te -voorschijn, en mijne oplettendheid verdubbelende, meende ik eenige -Latijnsche woorden te onderscheiden.—<span class="corr" id= -"xd21e6437" title="Niet in bron">„</span>Ik geloof -waarachtig,<span class="corr" id="xd21e6440" title= -"Niet in bron">”</span> zeide ik tegen mijnen vriend, -<span class="corr" id="xd21e6443" title= -"Niet in bron">„</span>dat het een Latijnsch stuk is, hetwelk -hier gespeeld wordt.<span class="corr" id="xd21e6446" title= -"Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">—„Zonder twijfel, het is de <i>Phormio</i> -van <i>Terentius</i>.”</p> -<p class="par">—„Hadt gij mij dit vooraf gezegd, dan zoude -ik mij van eenen <i>Terentius</i> voorzien hebben, ten einde de spelers -te kunnen nagaan.” <span class="pagenum">[<a id="pb260" href= -"#pb260" name="pb260">260</a>]</span></p> -<p class="par">—„Ik heb op alles gedacht. Ziedaar een -<i>Terentius</i>.”</p> -<p class="par">Dadelijk sloeg ik het stuk op, dat gespeeld werd, en -ging de tooneelisten na, die echter het Latijn even als het Engelsch -uitsprekende, aan de zoetvloeiende taal van <i>Virgilius</i> eenen -wanklank gaven, welke mij alles onverstaanbaar maakte, en mij tevens -het ongelukkige tijdstip herinnerde, waarin de Barbaren van alle zijden -op het Romeinsche gebied losstormende, hetzelve verwoestten, en -onderling de overblijfselen deelden. Wat, voor het overige, het spel -der handelende personen betrof, dit was niet geheel te verwerpen: hunne -gebaren en standen waren zeer natuurlijk en wel overeenkomstig met de -karakters, welke zij moesten voorstellen: ook speelden zij hunne rollen -met warmte, en vermijdden tevens zorgvuldig het eentoonige van stem. De -vrouwenrollen werden insgelijks door jonge scholieren vervuld; en de -kleeding en verdere toestel konden niet beter gewenscht worden.</p> -<p class="par">„Gij hebt mij niet bedrogen,<span class="corr" id= -"xd21e6476" title="Niet in bron">”</span> zeide ik, in het -uitgaan, tegen mijnen vriend; <span class="corr" id="xd21e6479" title= -"Niet in bron">„</span>ik heb deze vertooning niet zonder -deelneming en genoegen bijgewoond. Nogtans geloof ik, dat, bijaldien -<i>Terentius</i> dezelve met zijne tegenwoordigheid <span class= -"pagenum">[<a id="pb261" href="#pb261" name= -"pb261">261</a>]</span>vereerd had, hij slechts matig zou zijn voldaan -geweest over de wijze, waarop zijne verzen werden opgezegd, en dat hij -de spelers echte Barbaren zou genoemd hebben. Daarenboven heeft in deze -tijden iedere beschaafde natie aan het Latijn de uitspraak van hare -eigene taal geleend, en waarschijnlijk heeft niemand hunner den regten -tongval. Maar wordt hier dikwijls gespeeld?”</p> -<p class="par">—„Alle jaren ééns, en wel -omtrent dezen tijd. Het is reeds sedert onheugelijke jaren een -vastgesteld gebruik in de school van <i>Westmunster</i>, om door de -kweekelingen, omstreeks den vijftienden <i>December</i>, een Latijnsch -tooneelstuk te doen geven.”</p> -<p class="par">—„Het doet mij leed, dat ik het zeggen moet, -maar dit is al weder een gebruik, hetwelk ik geenszins kan goedkeuren. -Immers kan het, mijns oordeels, nergens toe dienen, dan om bij jonge -lieden de gevaarlijke zucht voor het tooneel op te wekken, en -gevolgelijk der maatschappij, in stede van ijverige, werkzame burgers, -ledigloopers en laffe grappenmakers te leveren.”</p> -<p class="par">—„Maar dit gebruik heeft ook in -<i>Frankrijk</i> plaats gehad.”</p> -<p class="par">—„Daarom is het niet prijzenswaardiger. -<span class="pagenum">[<a id="pb262" href="#pb262" name= -"pb262">262</a>]</span>Integendeel was het in <i>Frankrijk</i> nog -minder te vergeven dan hier. De scholieren van <i>Westmunster</i> -prenten ten minste nog <span class="ex">goed</span> Latijn in hun -geheugen, daar integendeel in de Fransche kollegien de jonge lieden -niets anders leerden, dan eenige barbaarsche verzen van vader -<i>Caussin</i>, welke niet meer gelezen worden, en van eenige anderen, -welkers namen ter naauwer nood bekend zijn. Dit misbruik is echter -afgeschaft door de voormalige hoogeschool te <i>Parijs</i>, dat -achtingswaardige ligchaam, hetwelk, tot onberekenbaar nadeel voor de -maatschappij, nog niet weder hersteld is. Wel is waar, er kwam geen -heer van schei- en wiskundigen uit te voorschijn, en in deze -tegenwoordige eeuw, waar alles zoo gewikt en gewogen wordt, is men -bijna verpligt, om aan deze twee wetenschappen de voorkeur te -geven.”</p> -<p class="par">—„De voorstanders der tooneelvertooningen in -de scholen beweren echter, dat de jonge lieden daardoor eene zekere -losheid en bevalligen zwier verkrijgen.”—</p> -<p class="par">—„Ongetwijfeld, ten naastenbij als men door -het lezen der almanakken vorderingen in de sterrekunde kan maken, of in -de bouwkunde door het zetten van kaartenhuisjes, of eindelijk, -<span class="pagenum">[<a id="pb263" href="#pb263" name= -"pb263">263</a>]</span>zoo als men zich in de berekening der wetten van -zwaarte en het evenwigt bekwaam zou kunnen maken door het spelen met -eenen duikelaar, waarmede zich de kinderen vervrolijken.” -<span class="pagenum">[<a id="pb264" href="#pb264" name= -"pb264">264</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch31" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e587">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">XXXI.</h2> -<h2 class="main"><i>De Zelfmoord.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">Eene geheel nieuwe vertooning moest den laatsten -dag van mijn verblijf te <i>Londen</i> kenmerken.</p> -<p class="par">De derde verdieping van het huis, waar ik op de eerste -mijn verblijf hield, werd bewoond door eenen handwerksman, die in eene -fabriek het toezigt hield over de gereedschappen en werktuigen, en -wiens inkomen voldoende was, om zich het noodige te kunnen bezorgen. -Altijd was hij gewoon, des morgens te acht ure naar zijn werk te gaan, -en nu was het reeds tien ure geslagen, en nog had men hem niet te -voorschijn zien komen. Onze huisvrouw duchtende, dat hij misschien ziek -was, of dat hem het een of ander mogt zijn overgekomen, klopte bij hem -aan. Dit eenige malen herhaald hebbende, zonder antwoord te bekomen, -werd zij met reden ongerust en ging er derhalve terstond kennis van -geven aan het geregt: de kamer werd geopend, men vond hem <span class= -"pagenum">[<a id="pb265" href="#pb265" name= -"pb265">265</a>]</span>uitgestrekt op den grond, badende in zijn bloed, -en geheel koud en stijf, zoodat hij reeds verscheidene uren moet dood -geweest zijn: het scheermes, hetwelk hij gebruikt had, om zich den hals -af te snijden, lag naast hem, en op eene tafel lag een beschreven -papier, met de volgende woorden: „<i>Niemand is oorzaak van -mijnen dood. Het leven behaagt mij niet meer. Wat is het leven? Eten, -drinken, slapen, werken, rusten, en den anderen dag al weder van voren -af aan. Deze eentoonigheid verveelt mij, en daarom wil ik iets nieuws -beginnen.</i>”</p> -<p class="par">Telkens, wanneer iemand door eenen geweldigen of -schielijken dood zijne dagen eindigt, het zij vrijwillig of bij toeval, -roept de regter twaalf personen zamen uit de bloedverwanten, vrienden -en buren van den overledenen, en dit twaalftal vormt eene soort van -regtbank, welke uitspraak doet over de oorzaak van den dood.</p> -<p class="par">Juist ging men zich met dit onderwerp bezig houden, toen -ik ten mijnent kwam: ik verzocht dus, dat men mij wilde vergunnen, er -bij tegenwoordig te zijn, hetgeen mij ook niet geweigerd werd. Daar de -zitting nog niet geopend was, nam ik de vrijheid, om den regter aan te -spreken. <span class="pagenum">[<a id="pb266" href="#pb266" name= -"pb266">266</a>]</span></p> -<p class="par">—„Gij moet wel veel drukte en bezigheden -hebben, mijnheer! want de zelfmoorden zijn, volgens het algemeene -zeggen, niet zeldzaam in <i>Londen</i>.”</p> -<p class="par">—„Vooroordeelen, mijnheer! loutere praatjes! -In het geheele jaar achttienhonderd en veertien, hebben er slechts -vijfendertig zelfmoorden in <i>Londen</i> plaats gehad, en andere jaren -somtijds nog veel minder.”</p> -<p class="par">Nu waren al de getuigen tegenwoordig, en de regter begon -hen op de volgende wijze te ondervragen.</p> -<p class="par">—„Heeft armoede of gebrek den overledenen -tot deze wanhopige daad kunnen vervoeren?”</p> -<p class="par">—„Neen, mijnheer! men heeft dertig ponden -(730 <i>livres</i>), de vrucht zijner bezuinigingen, bij hem -gevonden.”</p> -<p class="par">—„Was hij dan niet bij zijn -verstand?—Had hij verdriet, kwelling?”</p> -<p class="par">—„Niets van dit alles; hij verdiende genoeg, -om behoorlijk te kunnen bestaan, was bij ieder wel gezien, en heeft -nimmer met eenige menschen verschil gehad.”</p> -<p class="par">—„Openbare, ontegensprekelijke -krankzinnigheid!—Leefde hij in goede verstandhouding met zijne -bloedverwanten?”</p> -<p class="par">—„Hij had slechts eene zuster, en daar -<span class="pagenum">[<a id="pb267" href="#pb267" name= -"pb267">267</a>]</span>zij in behoeftige omstandigheden verkeerde, -heeft hij haar meer dan eens ondersteund en uit den nood -geholpen.”</p> -<p class="par">—„Ware zinneloosheid! Heeft hij ook -somwijlen het voornemen doen blijken, om zich van kant te -maken?”</p> -<p class="par">—„Nooit.<span class="corr" id="xd21e6586" -title="Niet in bron">”</span>—Dikwijls echter zeide hij, -dat het leven hem tot eenen last was, dat hij nergens vermaak in vond, -en dat hij geenszins kon begrijpen, hoe men nog zoo lang in deze wereld -kon voortsukkelen. Eindelijk heeft men hem, sinds een jaar, niet meer -dan eens beschonken gezien.<a id="xd21e6589" name="xd21e6589"></a></p> -<p class="par">—„Een volmaakt bewijs van verbijsterde -zinnen! Was hij, bij geval, ook onderhevig aan eenige -kwalen?”</p> -<p class="par">—„Hij is nooit ziek geweest, en wist zelfs -niet eens, wat ziekte was; doch dikwijls klaagde hij over -hoofdpijn.”</p> -<p class="par">—„Daar hebben wij het! -ijlhoofdigheid!—Scheerde hij zich zelf?”</p> -<p class="par">—„Ja, mijnheer! antwoordde hierop een der -buren, die een messenmaker was; nog voor twee dagen heb ik het -scheermes, dat hij gebruikt heeft, voor hem aangezet.”</p> -<p class="par">—„Gij ziet dus, mijne vrienden! dat hier -geen bepaald voornemen tot zelfmoord heeft plaats gehad; want met -voordacht heeft hij geen <span class="pagenum">[<a id="pb268" href= -"#pb268" name="pb268">268</a>]</span>werktuig gekocht, om zich het -leven te benemen; o neen, hij heeft zich slechts bediend van dat, -hetwelk het toeval, in eene vlaag van zinneloosheid, hem in de handen -voerde.”</p> -<p class="par">—„Derhalve, mijne heeren! hier bestaat geen -zelfmoord. Zijt gij allen van dit gevoelen?”</p> -<p class="par">—„Ja, -mijnheer!—Ja!—Ja!—Ja!—En het besluit van het -regterlijk onderzoek was het volgende: <i>Een geweldige dood, -veroorzaakt door eenen aanval van ijlhoofdigheid.</i>”</p> -<p class="par">—„Hoe!<span class="corr" id="xd21e6613" -title="Niet in bron">”</span> zeide ik tegen mijne -<i>hospita</i>, zoodra ik met haar alleen was; <span class="corr" id= -"xd21e6619" title="Niet in bron">„</span>is dat geen zelfmoord? -Het geschrift, dat deze ongelukkige heeft achtergelaten, de voorzorg, -welke hij genomen heeft, om zijn mes te doen aanzetten, ten einde zeker -van zijne zaak te zijn, zijn dit geene openbare en ontegenzeggelijke -bewijzen, dat hij wel degelijk het voornemen gehad heeft, om zich -voorbedachtelijk van het leven te berooven, en dat het geenszins een -aanval van krankzinnigheid is geweest?”</p> -<p class="par">„Mijnheer!<span class="corr" id="xd21e6624" title= -"Niet in bron">”</span> gaf zij mij ten antwoord, <span class= -"corr" id="xd21e6627" title="Niet in bron">„</span>de Engelsche -wetten tegen deze misdaad zijn zoo gestreng, dat men, zoo veel -mogelijk, vermijdt, ook zelfs den onbetwistbaarsten zelfmoord als -zoodanig te erkennen. Van dertig <span class="pagenum">[<a id="pb269" -href="#pb269" name="pb269">269</a>]</span>of veertig rampzaligen, die -aldus hun leven eindigen, wordt naauwelijks één voor -eenen zelfmoorder verklaard. Eenigen tijd geleden, had zich een zeker -aanzienlijk man, even als deze ongelukkige, den hals afgesneden, en er -was bijna geene mogelijkheid, om hem niet voor eenen zelfmoordenaar te -doen verklaren; doch, wat vindt men uit? In de tegenwoordigheid van -eenige heelmeesters en artsen doet men het hoofd ontleden, en deze -heeren vonden klare bewijzen van krankzinnigheid in het zamenstel der -hersenen.”</p> -<p class="par">„Nu, dacht ik bij mij zelven, verwonder ik mij -niet langer over het kleine getal van zelfmoorden, welke te -<i>Londen</i> plaats vinden!”—„Maar, hernam ik, welke -zijn dan toch de gestrenge wetten, die hier tegen den zelfmoord -bestaan?”</p> -<p class="par">—„De lijken der zelfmoorders worden op -horden weggesleept, en mogen niet bij andere eerlijke Christenen -begraven worden; ook worden al hunne goederen verbeurd -verklaard.”</p> -<p class="par">—„Wel dat is overheerlijk! Aldus worden de -kinderen of nabestaanden gestraft voor de misdaad hunner ouderen of -bloedverwanten! Waarlijk, eene verstandige wet, waartegen niets is in -te brengen?”</p> -<p class="par">—„Maar, mijnheer! de natuurlijke liefde -<span class="pagenum">[<a id="pb270" href="#pb270" name= -"pb270">270</a>]</span>van de ouders voor hunne kinderen moet hem juist -daarom alleen van den zelfmoord terughouden, en ziedaar de eigenlijke -geest en strekking van deze heilzame wet.”</p> -<p class="par">—„Maar indien deze overweging de ouderen nu -eens niet terughoudt, zijn dan de ongelukkige kinderen niet evenwel de -beklagenswaardige slagtoffers? Neen, foei! foei! Het is eene -onmenschelijke wet!.<span class="corr" id="xd21e6647" title= -"Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">Beter zonder twijfel had men het uitwerksel eener wet op -den menschelijken geest berekend in eene zekere stad van het aloude -<i>Griekenland</i>, waar eensklaps onder de jonge meisjes, van vijftien -tot twintig jaren, eene aanstekende ziekte of soort van dolheid -ontstond, welke haar aanzettede, om zich van het leven te -berooven.—Bij deze wet bepaalde de regering, dat alle meisjes, -welke de handen aan zich zelve sloegen, en aldus haar leven eindigden, -na haren dood geheel naakt aan hare deuren zouden ten toon gesteld -worden. De vrees voor zulk eene schande bewerkte hare genezing, niemand -wilde zich hieraan bloot stellen, en de moordlust der jeugdige schoonen -was verdwenen. <span class="pagenum">[<a id="pb271" href="#pb271" name= -"pb271">271</a>]</span></p> -</div> -</div> -<div id="ch32" class="div1 chapter"><span class="pagenum">[<a href= -"#xd21e596">Inhoud</a>]</span> -<div class="divHead"> -<h2 class="label">XXXII.</h2> -<h2 class="main"><i>Het afscheid.</i></h2> -</div> -<div class="divBody"> -<p class="par first">Reeds des morgens te negen ure had ik het -genoegen, den heer <i>Croquis</i> bij mij te zien. Zijne oogen -fonkelden van blijdschap; de tevredenheid, welke hij slechts sinds -vierentwintig uren had mogen smaken, scheen reeds eenige rimpels van -zijn voorhoofd gevaagd en zijne verslapte wangen eene nieuwe veerkracht -gegeven te hebben. Zijne kleeding was nog dezelfde, met dit -onderscheid, dat hij over zijn oud kleed eenen nog bijna nieuwen -overrok had aangetrokken: ook meende ik aan de dikte van zijne beenen -te kunnen bemerken, dat onder zijne slopkousen een paar goede wollen -kousen huisvestten. Zeker had hij den vorigen dag deze koopjes gedaan -voor een klein gedeelte der vierhonderd <i>franken</i>, welke hij zoo -juist van pas van zijnen broeder ontvangen had.</p> -<p class="par">„En waar is uw goed?” vroeg ik hem.</p> -<p class="par">„Och!<span class="corr" id="xd21e6674" title= -"Niet in bron">”</span> antwoordde hij glimlachende, <span class= -"corr" id="xd21e6677" title="Niet in bron">„</span>ik ben in -hetzelfde geval als de Grieksche wijsgeer: <span class= -"pagenum">[<a id="pb272" href="#pb272" name= -"pb272">272</a>]</span><i lang="la">omnia mea porto mecum</i>; en ik -kan gerust met <i>Don Japhet van Armenie</i> zeggen:</p> -<div class="lgouter xd21e2361"> -<p class="line">„Mijn have en al mijn goed, gebonden in een -pak,</p> -<p class="line">Berg ik in eene kous, en steek die in mijn’ -zak.”</p> -</div> -<p class="par first">Nu kwam mijn vriend <i>C...</i> insgelijks; en wij -begonnen te ontbijten.</p> -<p class="par">„Komaan!<span class="corr" id="xd21e6699" title= -"Niet in bron">”</span> zeide ik schertsende tegen -<i>Croquis</i>, en bood hem een kop thee aan, <span class="corr" id= -"xd21e6705" title="Niet in bron">„</span>laat ons den -afscheidswijn niet sparen!”</p> -<p class="par">„Een lekker wijntje!<span class="corr" id= -"xd21e6710" title="Niet in bron">”</span> hernam hij: -<span class="corr" id="xd21e6713" title= -"Niet in bron">„</span>ach, was ik slechts te <i>Calais</i>, om -uit grond van mijn hart te kunnen zingen:</p> -<div lang="fr" class="lgouter xd21e2361"> -<p class="line">Triste boisson, j’abjure ton empire!</p> -</div> -<p class="par first">Neen, zoo lang ik leef, wil ik geen thee, noch -bier meer aanzien, en veel minder gebruiken.</p> -<p class="par">—„Wat spijt het mij,<span class="corr" id= -"xd21e6727" title="Niet in bron">”</span> zeide mijn vriend -<i>C...</i>, <span class="corr" id="xd21e6733" title= -"Niet in bron">„</span>u in deze oogenblikken te zien vertrekken; -gij verlaat <i>Londen</i> juist op het tijdstip, waarin het al zijnen -luister ten toon gaat spreiden. Binnen veertien dagen zal alles van -buiten weder in de stad zijn.”</p> -<p class="par">„In <i>Parijs</i> is men reeds terug!<span class= -"corr" id="xd21e6744" title="Niet in bron">”</span> zeide -<i>Croquis</i>.<a id="xd21e6750" name="xd21e6750"></a> <span class= -"pagenum">[<a id="pb273" href="#pb273" name="pb273">273</a>]</span></p> -<p class="par">—„De wandeling in <i>Hijde-Park</i> en -<i>Kensingtons-Tuinen</i> zal veel aangenamer zijn, en gij zult er -oneindig meer gezelschap aantreffen, dan den laatsten -zondag.”</p> -<p class="par">„De <i>Tuileries</i> zullen u schadeloos -stellen!<span class="corr" id="xd21e6766" title= -"Niet in bron">”</span> zeide <i>Croquis</i>.<a id="xd21e6772" -name="xd21e6772"></a></p> -<p class="par">—„Gij zoudt de tentoonstellingen der werken -en schilderstukken van de voornaamste nog levende Engelsche meesters -hebben kunnen bijwonen, welke jaarlijks in <i>Februarij</i> plaats -heeft.”</p> -<p class="par">„In <i>Parijs</i> zult gij,<span class="corr" id= -"xd21e6784" title="Niet in bron">”</span> zeide <i>Croquis</i>, -<span class="corr" id="xd21e6790" title="Niet in bron">„</span>de -meesterstukken van eenen <i>David</i>, <i>Regnault</i>, <i>Guerin</i> -en <i>Girodet</i> zien; deze toch kunnen tegen de Engelsche wel -opwegen. Dat <i>Londen</i> ons eens dergelijke namen -oplevere!”</p> -<p class="par">—„Gij hadt onze <i>Opera</i> kunnen -bijwonen, die spoedig zal beginnen, en gij zoudt onze danseressen -bewonderd.....<span class="corr" id="xd21e6814" title= -"Niet in bron">”</span></p> -<p class="par">„Maar niet aangetroffen hebben,<span class="corr" -id="xd21e6819" title="Niet in bron">”</span> zeide -<i>Croquis</i>, <span class="corr" id="xd21e6825" title= -"Niet in bron">„</span>eene <i>Gardel</i>, eene <i>Bigottini</i>, -eene <i>Clotilde</i>, eene <i>Gosselin</i>.”</p> -<p class="par">„Gij hadt onze <i>Concerten</i>, onze gemaskerde -bals kunnen bezoeken.”</p> -<p class="par">„Dat is ook waar,<span class="corr" id="xd21e6848" -title="Niet in bron">”</span> zeide <i>Croquis</i>, <span class= -"corr" id="xd21e6854" title="Niet in bron">„</span>even als of -het u te <i>Parijs</i> daaraan zal ontbreken! Lieve hemel! dit is bij -ons immers dagelijksch brood.” <span class="pagenum">[<a id= -"pb274" href="#pb274" name="pb274">274</a>]</span></p> -<p class="par">—„Op Drie-Koningen zoudt gij onze -banketbakkerswinkels verlicht en met eene ontelbare menigte en -verscheidenheid van allerlei gebak en lekkernijen van onderscheidene -kleuren en gedaanten gestoffeerd gevonden hebben.”</p> -<p class="par"><span class="corr" id="xd21e6865" title= -"Niet in bron">„</span>De <i>Lombardstraat</i> te -<i>Parijs</i>,<span class="corr" id="xd21e6874" title= -"Niet in bron">”</span> zeide <i>Croquis</i>, <span class="corr" -id="xd21e6880" title="Niet in bron">„</span>en het -<i>Palais-Roijal</i> zullen u dit gemis vergoeden.”</p> -<p class="par">„Den drie en twintigsten <i>Januarij</i> zoudt gij -den optogt der regters gezien hebben, die, na alvorens bij den -<i>Lord-Kanselier</i> het ontbijt genomen te hebben, hunne zittingen in -<i>Westmunster</i> gaan openen.”</p> -<p class="par">„Gij hebt de <i>Roode-Mis</i> te <i>Parijs</i> -gezien,<span class="corr" id="xd21e6906" title= -"Niet in bron">”</span> zeide <i>Croquis</i>, <span class="corr" -id="xd21e6912" title="Niet in bron">„</span>dat is wat anders te -zeggen!”</p> -<p class="par">—„Hoe veel opmerkenswaardigs is er niet nog -te <i>Londen</i>, dat gij niet eens den tijd hebt gehad om te kunnen -beschouwen! Gij zijt in geene van onze kleine schouwburgen -geweest!”</p> -<p class="par">„Gij zult,<span class="corr" id="xd21e6922" title= -"Niet in bron">”</span> zeide <i>Croquis</i>, <span class="corr" -id="xd21e6928" title="Niet in bron">„</span>onze -<i>melodrames</i> op de <i>Boulevard</i> zien vertoonen, alvorens zij -den verbazendsten toevloed in de groote schouwburgen te <i>Londen</i> -tot zich trekken.”</p> -<p class="par">„Gij hebt het beroemde hospitaal voor oude en -zieke zeelieden, te <i>Greenwich</i> gesticht, nog niet -gezien.”</p> -<p class="par">„Gij zult u gaarne met dat van de <i>Invalides</i> -te <i>Parijs</i> vergenoegen!<span class="corr" id="xd21e6954" title= -"Niet in bron">”</span> zeide <i>Croquis</i>.<a id="xd21e6960" -name="xd21e6960"></a> <span class="pagenum">[<a id="pb275" href= -"#pb275" name="pb275">275</a>]</span></p> -<p class="par">„Het voortreffelijke <i>Observatorium</i>, dat -daar is aangelegd, en waar gij de uitmuntendste <i>camera obscura</i> -vindt, welke in eenig land aanwezig is.”</p> -<p class="par">„Maar die dermate <i>obscur</i> of verdonkerd -is,<span class="corr" id="xd21e6977" title= -"Niet in bron">”</span> zeide <i>Croquis</i>, <span class="corr" -id="xd21e6983" title="Niet in bron">„</span>dat men dezelve niet -kan genaken zonder een bijzonder verlof van den eersten sterrekundigen, -die met het oppertoevoorzigt is belast, en tot welks verkrijging men -schier hemel en aarde moet bewegen. Daarover kunt gij u derhalve -troosten met het <i>Observatorium</i> te <i>Parijs</i>, en de <i>camera -obscura</i> op de <i>Pont-Neuf</i>.</p> -<p class="par">„Gij hebt onze harddraverijen, hanengevechten en -vossenjagten nog met bijgewoond; gij zijt nog niet op eene van onze -fraaije buitenplaatsen geweest; in een woord, een vierde gedeelte der -merkwaardigheden, welke deze schoone stad bevat, is u nog -onbekend.”</p> -<p class="par">„Gij hebt dertig jaren te <i>Parijs</i> -doorgebragt,<span class="corr" id="xd21e7006" title= -"Niet in bron">”</span> zeide <i>Croquis</i>; <span class="corr" -id="xd21e7012" title="Niet in bron">„</span>neem nu slechts de -moeite, om alles, wat gij hier nog niet gezien hebt, daar te -bezigtigen, en ik verzeker u, dat gij er vrij meer voorwerpen zult -vinden uwer opmerking dubbel waardig, dan geheel <i>Londen</i> u zou -kunnen opleveren.”</p> -<p class="par">„Hoe vele bijzondere gewoonten, hoe vele gebruiken -van de onze verschillende, hoe vele <span class="pagenum">[<a id= -"pb276" href="#pb276" name="pb276">276</a>]</span>geestige trekken, -waarin het Engelsche karakter doorstraalt, blijven u nog ter opmerking -over!”</p> -<p class="par"><span class="corr" id="xd21e7024" title= -"Niet in bron">„</span>Ik zal terugkomen,<span class="corr" id= -"xd21e7027" title="Niet in bron">”</span> zeide ik, <span class= -"corr" id="xd21e7030" title="Niet in bron">„</span>ik zal zeker -terugkomen; dit laatste artikel wekt mijne nieuwsgierigheid op; en wel -veel meer, dan al het overige.”</p> -<p class="par">„Zie toch eens, hoe laat het is!<span class="corr" -id="xd21e7035" title="Niet in bron">”</span> zeide <i>Croquis</i> -met eene soort van angstige bekommernis; <span class="corr" id= -"xd21e7041" title="Niet in bron">„</span>ik ben in duizend -vreezen, dat de wagen zonder ons vertrekt. Hoe onaangenaam, zou het -niet zijn, het geld te verliezen, dat wij reeds vooruit betaald hebben, -en verpligt te zijn, om ons hier nog een of twee dagen op te -houden!”</p> -<p class="par">Ik zag, dat het inderdaad tijd was, om op te breken; ik -deed derhalve eene huurkoets komen; wij plaatsten ons in dezelve, en -lieten ons aan den postwagen brengen, die juist gereed stond, om af te -rijden.</p> -<p class="par"><i>Croquis</i> vloog met dezelfde drift in den wagen, -als ik eens een jong mensch in de <i>Tuileries</i> in het schuitje van -den luchtbol zag stappen, waarmede hij voor de eerste maal die -gevaarlijke reis zou ondernemen.</p> -<p class="par">Ik zeide mijnen vriend <i>C...</i> hartelijk vaarwel, en -herhaalde hem mijne welgemeende dankbetuiging voor al de aan mij -bewezene beleefdheden. De voerman van onzen wagen <span class= -"pagenum">[<a id="pb277" href="#pb277" name= -"pb277">277</a>]</span>blies lustig op zijnen posthoren, met welk -aangenaam geluid hij onze ooren streelde, zoo lang wij door de stad -reden. Deze horen zou tot een goed tegenstuk kunnen dienen voor den -zweep, waarmede onze voerlieden gewoon zijn den ganschen weg langs te -klappen.</p> -<p class="par">Eindelijk, lieve lezer! de wagen rolt voort; wij zijn op -weg, en hiermede eindigen mijne <i>eerste Vijftien Dagen te -Londen</i>.—De hemel spare u en mij, dat er nog een tweede reisje -door mij kan beschreven, en door u gelezen worden!</p> -<p class="trailer xd21e7065"><span class="ex">EINDE.</span></p> -</div> -</div> -</div> -<div class="back"> -<div class="transcribernote"> -<h2 class="main">Colofon</h2> -<h3 class="main">Beschikbaarheid</h3> -<p class="par first">Dit eBoek is voor kosteloos gebruik door iedereen -overal, met vrijwel geen beperkingen van welke soort dan ook. U mag het -kopiëren, weggeven of hergebruiken onder de voorwaarden van de -<a class="exlink xd21e41" title="Externe link" href= -"http://www.gutenberg.org/license" rel="license">Project Gutenberg -Licentie</a> bij dit eBoek of on-line op <a class="exlink xd21e41" -title="Externe link" href= -"http://www.gutenberg.org/">www.gutenberg.org</a>.</p> -<p class="par">Dit eBoek is geproduceerd door het on-line -gedistribueerd correctieteam op <a class="exlink xd21e41" title= -"Externe link" href="http://www.pgdp.net/">www.pgdp.net</a>.</p> -<p class="par">Scans voor dit werk zijn online beschikbaar bij het -<a id="xd21e54" class="seclink xd21e41" title="Externe link" href= -"https://books.google.nl/books?id=l9xNAAAAcAAJ" name="xd21e54">Google -Books</a>; scans van het Fransche origineel, onder de titel <i lang= -"fr"><a id="xd21e58" class="seclink xd21e41" title="Externe link" href= -"https://books.google.nl/books?id=EbwUAAAAQAAJ" name="xd21e58">Quinze -jours a Londres a la fin de 1815</a></i> zijn daar ook beschikbaar.</p> -<h3 class="main">Codering</h3> -<p class="par first">Dit boek is weergegeven in oorspronkelijke -schrijfwijze. Afgebroken woorden aan het einde van de regel zijn -stilzwijgend hersteld. Kennelijke zetfouten in het origineel zijn -verbeterd. Deze verbeteringen zijn aangegeven in de colofon aan het -einde van dit boek.</p> -<h3 class="main">Documentgeschiedenis</h3> -<ul> -<li>2015-10-30 Begonnen.</li> -</ul> -<h3 class="main">Externe Referenties</h3> -<p>Dit Project Gutenberg eBoek bevat externe referenties. Het kan zijn -dat deze links voor u niet werken.</p> -<h3 class="main">Verbeteringen</h3> -<p>De volgende verbeteringen zijn aangebracht in de tekst:</p> -<table class="correctiontable" summary= -"Overzicht van verbeteringen aangebracht in de tekst."> -<tr> -<th>Bladzijde</th> -<th>Bron</th> -<th>Verbetering</th> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e729">5</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e899">15</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e916">16</a>, <a class="pageref" href="#xd21e966">18</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e1091">23</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e1098">23</a>, <a class="pageref" href="#xd21e1378">36</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e1384">36</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e1426">37</a>, <a class="pageref" href="#xd21e1672">48</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e1705">50</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e1712">50</a>, <a class="pageref" href="#xd21e1756">53</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e2258">77</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e2273">77</a>, <a class="pageref" href="#xd21e2280">78</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e2308">82</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e2319">82</a>, <a class="pageref" href="#xd21e2337">83</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e2381">86</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e2386">86</a>, <a class="pageref" href="#xd21e2449">88</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e2462">89</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e2470">89</a>, <a class="pageref" href="#xd21e2505">90</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e2518">91</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e2607">96</a>, <a class="pageref" href="#xd21e2628">97</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e2633">97</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e2672">98</a>, <a class="pageref" href="#xd21e2679">99</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e2684">99</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e2719">100</a>, <a class="pageref" href="#xd21e2724">100</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e2785">103</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e2895">107</a>, <a class="pageref" href="#xd21e2903">107</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e3178">120</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e3195">121</a>, <a class="pageref" href="#xd21e3281">126</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e3292">126</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e3369">129</a>, <a class="pageref" href="#xd21e3384">129</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e3452">132</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e3464">132</a>, <a class="pageref" href="#xd21e3509">134</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e3568">139</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e3585">139</a>, <a class="pageref" href="#xd21e3611">141</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e3657">142</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e3687">143</a>, <a class="pageref" href="#xd21e3838">150</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e3844">150</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e3873">153</a>, <a class="pageref" href="#xd21e4215">167</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e4237">167</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e4248">168</a>, <a class="pageref" href="#xd21e4256">168</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e4304">169</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e4312">170</a>, <a class="pageref" href="#xd21e4385">172</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e4484">178</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e4503">179</a>, <a class="pageref" href="#xd21e4525">180</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e4536">181</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e4583">185</a>, <a class="pageref" href="#xd21e4633">187</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e4641">187</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e4653">187</a>, <a class="pageref" href="#xd21e4658">187</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e4675">187</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e5192">205</a>, <a class="pageref" href="#xd21e5228">206</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e5245">206</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e5258">206</a>, <a class="pageref" href="#xd21e5266">206</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e5318">208</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e5440">215</a>, <a class="pageref" href="#xd21e5482">217</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e5494">217</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e5533">218</a>, <a class="pageref" href="#xd21e5677">224</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6005">239</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e6042">240</a>, <a class="pageref" href="#xd21e6138">245</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6147">245</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e6167">246</a>, <a class="pageref" href="#xd21e6186">247</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6283">253</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e6291">253</a>, <a class="pageref" href="#xd21e6329">255</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6367">257</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e6387">257</a>, <a class="pageref" href="#xd21e6427">259</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6440">259</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e6446">259</a>, <a class="pageref" href="#xd21e6476">260</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6586">267</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e6613">268</a>, <a class="pageref" href="#xd21e6624">268</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6647">270</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e6674">271</a>, <a class="pageref" href="#xd21e6699">272</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6710">272</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e6727">272</a>, <a class="pageref" href="#xd21e6744">272</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6766">273</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e6784">273</a>, <a class="pageref" href="#xd21e6814">273</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6819">273</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e6848">273</a>, <a class="pageref" href="#xd21e6874">274</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6906">274</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e6922">274</a>, <a class="pageref" href="#xd21e6954">274</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6977">275</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e7006">275</a>, <a class="pageref" href="#xd21e7027">276</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e7035">276</a></td> -<td class="width40 bottom">[<i>Niet in bron</i>]</td> -<td class="width40 bottom">”</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e732">5</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e902">15</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e919">16</a>, <a class="pageref" href="#xd21e969">18</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e1095">23</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e1375">36</a>, <a class="pageref" href="#xd21e1381">36</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e1429">37</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e1675">48</a>, <a class="pageref" href="#xd21e1759">53</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e1764">53</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e2311">82</a>, <a class="pageref" href="#xd21e2374">86</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e2389">86</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e2452">88</a>, <a class="pageref" href="#xd21e2465">89</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e2473">89</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e2508">90</a>, <a class="pageref" href="#xd21e2687">99</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e2788">103</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e2898">107</a>, <a class="pageref" href="#xd21e3284">126</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e3295">126</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e3375">129</a>, <a class="pageref" href="#xd21e3387">129</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e3455">132</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e3512">134</a>, <a class="pageref" href="#xd21e3565">139</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e3577">139</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e3588">139</a>, <a class="pageref" href="#xd21e3608">141</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e3614">141</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e3675">142</a>, <a class="pageref" href="#xd21e3690">143</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e3841">150</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e3876">153</a>, <a class="pageref" href="#xd21e4218">167</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e4307">169</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e4388">172</a>, <a class="pageref" href="#xd21e4454">176</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e4461">177</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e4490">178</a>, <a class="pageref" href="#xd21e4506">179</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e4528">180</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e4589">185</a>, <a class="pageref" href="#xd21e4636">187</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e4644">187</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e4661">187</a>, <a class="pageref" href="#xd21e4672">187</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e5195">205</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e5231">206</a>, <a class="pageref" href="#xd21e5251">206</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e5269">206</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e5324">208</a>, <a class="pageref" href="#xd21e5485">217</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e5498">217</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e5634">222</a>, <a class="pageref" href="#xd21e5638">222</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e5881">235</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e6008">239</a>, <a class="pageref" href="#xd21e6135">245</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6141">245</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e6170">246</a>, <a class="pageref" href="#xd21e6189">247</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6286">253</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e6294">253</a>, <a class="pageref" href="#xd21e6298">253</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6332">255</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e6370">257</a>, <a class="pageref" href="#xd21e6390">257</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6422">259</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e6430">259</a>, <a class="pageref" href="#xd21e6437">259</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6443">259</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e6479">260</a>, <a class="pageref" href="#xd21e6619">268</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6627">268</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e6677">271</a>, <a class="pageref" href="#xd21e6705">272</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6713">272</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e6733">272</a>, <a class="pageref" href="#xd21e6790">273</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6825">273</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e6854">273</a>, <a class="pageref" href="#xd21e6865">274</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6880">274</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e6912">274</a>, <a class="pageref" href="#xd21e6928">274</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6983">275</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e7012">275</a>, <a class="pageref" href="#xd21e7024">276</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e7030">276</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e7041">276</a></td> -<td class="width40 bottom">[<i>Niet in bron</i>]</td> -<td class="width40 bottom">„</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e768">6</a></td> -<td class="width40 bottom">allien-office</td> -<td class="width40 bottom">alien-office</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e848">12</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e3069">114</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e3678">142</a></td> -<td class="width40 bottom">„</td> -<td class="width40 bottom">[<i>Verwijderd</i>]</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e850">12</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e1038">20</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e4240">167</a>, <a class="pageref" href="#xd21e5744">229</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6589">267</a>, <a class="pageref" href= -"#xd21e6750">272</a>, <a class="pageref" href="#xd21e6772">273</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e6960">274</a></td> -<td class="width40 bottom">”</td> -<td class="width40 bottom">[<i>Verwijderd</i>]</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e880">15</a></td> -<td class="width40 bottom">[<i>Niet in bron</i>]</td> -<td class="width40 bottom">,”</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e1028">20</a></td> -<td class="width40 bottom">Parijk</td> -<td class="width40 bottom">Parijs</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e1865">58</a></td> -<td class="width40 bottom">ondekken</td> -<td class="width40 bottom">ontdekken</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e2604">96</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e2694">99</a></td> -<td class="width40 bottom">[<i>Niet in bron</i>]</td> -<td class="width40 bottom">—</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e2804">103</a></td> -<td class="width40 bottom">ge-gezien</td> -<td class="width40 bottom">gezien</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e2812">104</a></td> -<td class="width40 bottom">karel</td> -<td class="width40 bottom">kerel</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e3198">121</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e4251">168</a></td> -<td class="width40 bottom">[<i>Niet in bron</i>]</td> -<td class="width40 bottom">“</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e3340">128</a></td> -<td class="width40 bottom">den</td> -<td class="width40 bottom">der</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e3378">129</a></td> -<td class="width40 bottom">niettegenstaaande</td> -<td class="width40 bottom">niettegenstaande</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e3461">132</a></td> -<td class="width40 bottom">handschift</td> -<td class="width40 bottom">handschrift</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e3966">158</a></td> -<td class="width40 bottom">paruiken</td> -<td class="width40 bottom">pruiken</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e4018">159</a></td> -<td class="width40 bottom">benoemd</td> -<td class="width40 bottom">benoemt</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e4449">176</a></td> -<td class="width40 bottom">antwoordden</td> -<td class="width40 bottom">antwoorden</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e4551">182</a></td> -<td class="width40 bottom">gemeeen</td> -<td class="width40 bottom">gemeen</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e5294">207</a></td> -<td class="width40 bottom">vertrekkken</td> -<td class="width40 bottom">vertrekken</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e5306">207</a></td> -<td class="width40 bottom">overaal an</td> -<td class="width40 bottom">overal aan</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e5353">210</a>, -<a class="pageref" href="#xd21e5719">227</a></td> -<td class="width40 bottom">[<i>Niet in bron</i>]</td> -<td class="width40 bottom">.</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e5429">214</a></td> -<td class="width40 bottom">wijsste</td> -<td class="width40 bottom">wijste</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e5710">227</a></td> -<td class="width40 bottom">wachmen</td> -<td class="width40 bottom">watchmen</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e5741">229</a></td> -<td class="width40 bottom">ruituigen</td> -<td class="width40 bottom">rijtuigen</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e5751">229</a></td> -<td class="width40 bottom">potswagens</td> -<td class="width40 bottom">postwagens</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e5793">231</a></td> -<td class="width40 bottom">dezefve</td> -<td class="width40 bottom">dezelve</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e5839">234</a></td> -<td class="width40 bottom">drokke</td> -<td class="width40 bottom">drukke</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e5870">235</a></td> -<td class="width40 bottom">angeboden</td> -<td class="width40 bottom">aangeboden</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e5889">235</a></td> -<td class="width40 bottom">Prince</td> -<td class="width40 bottom">Prince-</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e5940">236</a></td> -<td class="width40 bottom">VI</td> -<td class="width40 bottom">IV</td> -</tr> -<tr> -<td class="width20"><a class="pageref" href="#xd21e6039">240</a></td> -<td class="width40 bottom">jedere</td> -<td class="width40 bottom">jede</td> -</tr> -</table> -</div> -</div> - - - - - - - -<pre> - - - - - -End of the Project Gutenberg EBook of Vijftien dagen te Londen, op het einde -van 1815., by Defauconpret Auguste-Jean-Baptiste - -*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK VIJFTIEN DAGEN TE LONDEN *** - -***** This file should be named 50363-h.htm or 50363-h.zip ***** -This and all associated files of various formats will be found in: - http://www.gutenberg.org/5/0/3/6/50363/ - -Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed -Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ for Project -Gutenberg in celebration of Distributed Proofreaders' 15th -Anniversary. (This book was produced from scanned images -of public domain material from the Google Books project.) - - -Updated editions will replace the previous one--the old editions will -be renamed. - -Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright -law means that no one owns a United States copyright in these works, -so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the United -States without permission and without paying copyright -royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part -of this license, apply to copying and distributing Project -Gutenberg-tm electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG-tm -concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark, -and may not be used if you charge for the eBooks, unless you receive -specific permission. If you do not charge anything for copies of this -eBook, complying with the rules is very easy. You may use this eBook -for nearly any purpose such as creation of derivative works, reports, -performances and research. They may be modified and printed and given -away--you may do practically ANYTHING in the United States with eBooks -not protected by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the -trademark license, especially commercial redistribution. - -START: FULL LICENSE - -THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE -PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK - -To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free -distribution of electronic works, by using or distributing this work -(or any other work associated in any way with the phrase "Project -Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full -Project Gutenberg-tm License available with this file or online at -www.gutenberg.org/license. - -Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project -Gutenberg-tm electronic works - -1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm -electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to -and accept all the terms of this license and intellectual property -(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all -the terms of this agreement, you must cease using and return or -destroy all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your -possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a -Project Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound -by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the -person or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph -1.E.8. - -1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be -used on or associated in any way with an electronic work by people who -agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few -things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works -even without complying with the full terms of this agreement. See -paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project -Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this -agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm -electronic works. See paragraph 1.E below. - -1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the -Foundation" or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection -of Project Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual -works in the collection are in the public domain in the United -States. If an individual work is unprotected by copyright law in the -United States and you are located in the United States, we do not -claim a right to prevent you from copying, distributing, performing, -displaying or creating derivative works based on the work as long as -all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope -that you will support the Project Gutenberg-tm mission of promoting -free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg-tm -works in compliance with the terms of this agreement for keeping the -Project Gutenberg-tm name associated with the work. You can easily -comply with the terms of this agreement by keeping this work in the -same format with its attached full Project Gutenberg-tm License when -you share it without charge with others. - -1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern -what you can do with this work. Copyright laws in most countries are -in a constant state of change. If you are outside the United States, -check the laws of your country in addition to the terms of this -agreement before downloading, copying, displaying, performing, -distributing or creating derivative works based on this work or any -other Project Gutenberg-tm work. The Foundation makes no -representations concerning the copyright status of any work in any -country outside the United States. - -1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: - -1.E.1. The following sentence, with active links to, or other -immediate access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear -prominently whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work -on which the phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the -phrase "Project Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, -performed, viewed, copied or distributed: - - This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and - most other parts of the world at no cost and with almost no - restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it - under the terms of the Project Gutenberg License included with this - eBook or online at www.gutenberg.org. If you are not located in the - United States, you'll have to check the laws of the country where you - are located before using this ebook. - -1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is -derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not -contain a notice indicating that it is posted with permission of the -copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in -the United States without paying any fees or charges. If you are -redistributing or providing access to a work with the phrase "Project -Gutenberg" associated with or appearing on the work, you must comply -either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or -obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg-tm -trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9. - -1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted -with the permission of the copyright holder, your use and distribution -must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any -additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms -will be linked to the Project Gutenberg-tm License for all works -posted with the permission of the copyright holder found at the -beginning of this work. - -1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm -License terms from this work, or any files containing a part of this -work or any other work associated with Project Gutenberg-tm. - -1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this -electronic work, or any part of this electronic work, without -prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with -active links or immediate access to the full terms of the Project -Gutenberg-tm License. - -1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, -compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including -any word processing or hypertext form. However, if you provide access -to or distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format -other than "Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official -version posted on the official Project Gutenberg-tm web site -(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense -to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means -of obtaining a copy upon request, of the work in its original "Plain -Vanilla ASCII" or other form. Any alternate format must include the -full Project Gutenberg-tm License as specified in paragraph 1.E.1. - -1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, -performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works -unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. - -1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing -access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works -provided that - -* You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from - the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method - you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed - to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he has - agreed to donate royalties under this paragraph to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid - within 60 days following each date on which you prepare (or are - legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty - payments should be clearly marked as such and sent to the Project - Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in - Section 4, "Information about donations to the Project Gutenberg - Literary Archive Foundation." - -* You provide a full refund of any money paid by a user who notifies - you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he - does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm - License. You must require such a user to return or destroy all - copies of the works possessed in a physical medium and discontinue - all use of and all access to other copies of Project Gutenberg-tm - works. - -* You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of - any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the - electronic work is discovered and reported to you within 90 days of - receipt of the work. - -* You comply with all other terms of this agreement for free - distribution of Project Gutenberg-tm works. - -1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project -Gutenberg-tm electronic work or group of works on different terms than -are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing -from both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and The -Project Gutenberg Trademark LLC, the owner of the Project Gutenberg-tm -trademark. Contact the Foundation as set forth in Section 3 below. - -1.F. - -1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable -effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread -works not protected by U.S. copyright law in creating the Project -Gutenberg-tm collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm -electronic works, and the medium on which they may be stored, may -contain "Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate -or corrupt data, transcription errors, a copyright or other -intellectual property infringement, a defective or damaged disk or -other medium, a computer virus, or computer codes that damage or -cannot be read by your equipment. - -1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right -of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project -Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project -Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all -liability to you for damages, costs and expenses, including legal -fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT -LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE -PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE -TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE -LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR -INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH -DAMAGE. - -1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a -defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can -receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a -written explanation to the person you received the work from. If you -received the work on a physical medium, you must return the medium -with your written explanation. The person or entity that provided you -with the defective work may elect to provide a replacement copy in -lieu of a refund. If you received the work electronically, the person -or entity providing it to you may choose to give you a second -opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If -the second copy is also defective, you may demand a refund in writing -without further opportunities to fix the problem. - -1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth -in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO -OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT -LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. - -1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied -warranties or the exclusion or limitation of certain types of -damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement -violates the law of the state applicable to this agreement, the -agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or -limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or -unenforceability of any provision of this agreement shall not void the -remaining provisions. - -1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the -trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone -providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in -accordance with this agreement, and any volunteers associated with the -production, promotion and distribution of Project Gutenberg-tm -electronic works, harmless from all liability, costs and expenses, -including legal fees, that arise directly or indirectly from any of -the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this -or any Project Gutenberg-tm work, (b) alteration, modification, or -additions or deletions to any Project Gutenberg-tm work, and (c) any -Defect you cause. - -Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm - -Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of -electronic works in formats readable by the widest variety of -computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It -exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations -from people in all walks of life. - -Volunteers and financial support to provide volunteers with the -assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's -goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will -remain freely available for generations to come. In 2001, the Project -Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure -and permanent future for Project Gutenberg-tm and future -generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see -Sections 3 and 4 and the Foundation information page at -www.gutenberg.org Section 3. Information about the Project Gutenberg -Literary Archive Foundation - -The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit -501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the -state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal -Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification -number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by -U.S. federal laws and your state's laws. - -The Foundation's principal office is in Fairbanks, Alaska, with the -mailing address: PO Box 750175, Fairbanks, AK 99775, but its -volunteers and employees are scattered throughout numerous -locations. Its business office is located at 809 North 1500 West, Salt -Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up to -date contact information can be found at the Foundation's web site and -official page at www.gutenberg.org/contact - -For additional contact information: - - Dr. Gregory B. Newby - Chief Executive and Director - gbnewby@pglaf.org - -Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg -Literary Archive Foundation - -Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide -spread public support and donations to carry out its mission of -increasing the number of public domain and licensed works that can be -freely distributed in machine readable form accessible by the widest -array of equipment including outdated equipment. Many small donations -($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt -status with the IRS. - -The Foundation is committed to complying with the laws regulating -charities and charitable donations in all 50 states of the United -States. Compliance requirements are not uniform and it takes a -considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up -with these requirements. We do not solicit donations in locations -where we have not received written confirmation of compliance. To SEND -DONATIONS or determine the status of compliance for any particular -state visit www.gutenberg.org/donate - -While we cannot and do not solicit contributions from states where we -have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition -against accepting unsolicited donations from donors in such states who -approach us with offers to donate. - -International donations are gratefully accepted, but we cannot make -any statements concerning tax treatment of donations received from -outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. - -Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation -methods and addresses. Donations are accepted in a number of other -ways including checks, online payments and credit card donations. To -donate, please visit: www.gutenberg.org/donate - -Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic works. - -Professor Michael S. Hart was the originator of the Project -Gutenberg-tm concept of a library of electronic works that could be -freely shared with anyone. For forty years, he produced and -distributed Project Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of -volunteer support. - -Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed -editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in -the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not -necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper -edition. - -Most people start at our Web site which has the main PG search -facility: www.gutenberg.org - -This Web site includes information about Project Gutenberg-tm, -including how to make donations to the Project Gutenberg Literary -Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to -subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. - - - -</pre> - -</body> -</html> diff --git a/old/50363-h/images/book.png b/old/50363-h/images/book.png Binary files differdeleted file mode 100644 index 963d165..0000000 --- a/old/50363-h/images/book.png +++ /dev/null diff --git a/old/50363-h/images/card.png b/old/50363-h/images/card.png Binary files differdeleted file mode 100644 index 1ffbe1a..0000000 --- a/old/50363-h/images/card.png +++ /dev/null diff --git a/old/50363-h/images/external.png b/old/50363-h/images/external.png Binary files differdeleted file mode 100644 index ba4f205..0000000 --- a/old/50363-h/images/external.png +++ /dev/null diff --git a/old/50363-h/images/new-cover-tn.jpg b/old/50363-h/images/new-cover-tn.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index d7dc47c..0000000 --- a/old/50363-h/images/new-cover-tn.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50363-h/images/new-cover.jpg b/old/50363-h/images/new-cover.jpg Binary files differdeleted file mode 100644 index 0c0b109..0000000 --- a/old/50363-h/images/new-cover.jpg +++ /dev/null diff --git a/old/50363-h/images/titlepage.png b/old/50363-h/images/titlepage.png Binary files differdeleted file mode 100644 index 7a08358..0000000 --- a/old/50363-h/images/titlepage.png +++ /dev/null |
