summaryrefslogtreecommitdiff
path: root/43228-h
diff options
context:
space:
mode:
authornfenwick <nfenwick@pglaf.org>2025-03-07 18:28:50 -0800
committernfenwick <nfenwick@pglaf.org>2025-03-07 18:28:50 -0800
commit475a9977178db4b92021568ca63f04343e9ad04b (patch)
tree0f274af8d3a0ec8e14470351caed1ab9cfd41036 /43228-h
parent58f60788024c4ec827df9f29d66dddc4988be96d (diff)
Add files from ibiblio as of 2025-03-07 18:28:50HEADmain
Diffstat (limited to '43228-h')
-rw-r--r--43228-h/43228-h.htm2132
1 files changed, 859 insertions, 1273 deletions
diff --git a/43228-h/43228-h.htm b/43228-h/43228-h.htm
index d926c1c..2f9cd10 100644
--- a/43228-h/43228-h.htm
+++ b/43228-h/43228-h.htm
@@ -4,7 +4,7 @@
<html xmlns="http://www.w3.org/1999/xhtml" xml:lang="nl">
<head>
- <meta http-equiv="Content-Type" content="text/html;charset=iso-8859-1" />
+ <meta http-equiv="Content-Type" content="text/html;charset=UTF-8" />
<meta http-equiv="Content-Style-Type" content="text/css" />
<title>
@@ -138,46 +138,7 @@ td.td4 {width: 40%;}
</head>
<body>
-
-
-<pre>
-
-The Project Gutenberg EBook of Lotgevallen van een jeugdigen
-natuuronderzoeker, by Lucien Biart
-
-This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
-almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
-re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
-with this eBook or online at www.gutenberg.org
-
-
-Title: Lotgevallen van een jeugdigen natuuronderzoeker
-
-Author: Lucien Biart
-
-Translator: A. Nuyens
-
-Release Date: July 16, 2013 [EBook #43228]
-
-Language: Dutch
-
-Character set encoding: ISO-8859-1
-
-*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK LOTGEVALLEN VAN EEN JEUGDIGEN ***
-
-
-
-
-Produced by The Online Distributed Proofreading Team at
-http://www.pgdp.net
-
-
-
-
-
-
-</pre>
-
+<div>*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK 43228 ***</div>
<div class="TNbox">
@@ -215,7 +176,7 @@ http://www.pgdp.net
<a href="images/cover-l.jpg"><img
src="images/cover.jpg" width="373" height="550"
alt="cover"
- title="Lucien Biart - LOTGEVALLEN VAN EEN JEUGDIGEN NATUURONDERZOEKER -- Klik voor vergroting (1038×1527px, 322kB)" /></a>
+ title="Lucien Biart - LOTGEVALLEN VAN EEN JEUGDIGEN NATUURONDERZOEKER -- Klik voor vergroting (1038×1527px, 322kB)" /></a>
</div>
<p><span class="pagenum" title="i">&nbsp;</span><a id="p_i"></a></p>
@@ -372,7 +333,7 @@ http://www.pgdp.net
<tr>
<td class="tdr"><a href="#XIV">XIV.</a></td>
<td class="tdl">Een vuurbol.&mdash;De lantaarns van Onzen-lieven-Heer.&mdash;Het
- stinkdier.&mdash;De jalappe.&mdash;Eene luchtreis.&mdash;De orchideeën.&mdash;Bivak
+ stinkdier.&mdash;De jalappe.&mdash;Eene luchtreis.&mdash;De orchideeën.&mdash;Bivak
bij den ingang van eene grot.&mdash;Gringalet en de
kevers.&mdash;Termietennesten.</td>
<td class="tdr"><a href="#p_121"><ins class="corr" id="corr4" title="Bron: 821">121</ins></a></td>
@@ -458,7 +419,7 @@ http://www.pgdp.net
</tr>
<tr>
<td class="tdr"><a href="#XXVI">XXVI.</a></td>
- <td class="tdl">Door het woud.&mdash;Geforceerde marsch.&mdash;De bromeliaceeën.&mdash;Eene
+ <td class="tdl">Door het woud.&mdash;Geforceerde marsch.&mdash;De bromeliaceeën.&mdash;Eene
fantastische beek.&mdash;De muskieten.&mdash;De marail.&mdash;Het
beloofde land.&mdash;Een tocht van apen.</td>
<td class="tdr"><a href="#p_233">233</a></td>
@@ -472,7 +433,7 @@ http://www.pgdp.net
</tr>
<tr>
<td class="tdr"><a href="#XXVIII">XXVIII.</a></td>
- <td class="tdl">Het Campèchehout.&mdash;De mieren aan den arbeid.&mdash;De parasieten.&mdash;Tijgerkat
+ <td class="tdl">Het Campèchehout.&mdash;De mieren aan den arbeid.&mdash;De parasieten.&mdash;Tijgerkat
en <span xml:lang="la">tamandua</span>.&mdash;De vanielje.&mdash;De roode
lepelaars en de kuifreigers.&mdash;Een apenstreek.&mdash;Verdwaald.</td>
<td class="tdr"><a href="#p_252">252</a></td>
@@ -569,7 +530,7 @@ http://www.pgdp.net
<p>Langzamerhand kwam er evenwel in de kinderliteratuur eene
gunstige verandering. Het natuurlijke, het ongekunstelde kwamen
in de plaats van het onnatuurlijke en het gedwongene. Gouverneur
- en Dr. Heije brachten in proza, zoowel als in poëzie, de kinderlectuur
+ en Dr. Heije brachten in proza, zoowel als in poëzie, de kinderlectuur
<span class="pagenum" title="x">&nbsp;</span><a id="p_x"></a>in geheel andere banen, en ook het buitenland bracht in
goed geslaagde vertalingen, een rijk contingent van aangename uitspanning
voor den geest aan.</p>
@@ -594,7 +555,7 @@ http://www.pgdp.net
te danken. Elk gebied van wetenschap is bijv. in zijne collectie
vertegenwoordigd, en wel in zoo groote verscheidenheid, dat de
jeugd van elken leeftijd daar iets nuttigs, iets boeiends en tevens
- leerrijks kan vinden. Jean Macé, met zijn <i>Geschiedenis van een hapje
+ leerrijks kan vinden. Jean Macé, met zijn <i>Geschiedenis van een hapje
brood</i>; Viollet le Duc met de <i>Geschiedenis van een huis</i>; Flammarion
op het gebied der Hemelkennis, Jules Verne met zijne wonderreizen,
Van Bruijssel en andere op het gebied van Natuurlijke
@@ -629,7 +590,7 @@ http://www.pgdp.net
<p>In den aangenaamsten vorm, waar zoowel de meest vroolijke en
potsierlijke, als de ernstigste en gevaarlijkste avonturen elkander afwisselen
en de spanning gaande houden, leert de schrijver ons een
- gedeelte van Mexico kennen. Bergen en vlakten, bosschen en prairieën,
+ gedeelte van Mexico kennen. Bergen en vlakten, bosschen en prairieën,
de plantenwereld en het dierenrijk, de inwoners en hunne gewoonten,
de voortbrengselen van den grond en het klimaat, alles wat ons
een land in den uitgebreidsten zin des woords kan leeren kennen, weet
@@ -679,13 +640,13 @@ uw mama niet te veel plagen en aan mij denken?</p>
<p>&mdash;Zoudt ge dan willen, dat ik in Orizava bleef?</p>
<p>&mdash;Oh! neen; ik zou u willen zien vertrekken en.... met u
-meêgaan.</p>
+meêgaan.</p>
<p>&mdash;Hoe komt je dat in de gedachte? lieve Hemel! wij zouden
nauwelijks op weg zijn, of ge zoudt over warmte, dorst en vermoeidheid
klagen.</p>
-<p>&mdash;Dat hebt u mis, vadertje! Als u mij meêneemt, zal ik u van
+<p>&mdash;Dat hebt u mis, vadertje! Als u mij meêneemt, zal ik u van
veel dienst zijn<ins class="corr" id="corr16" title="Bron: ?">.</ins> Kan ik geen hout zoeken, vuur aanmaken en
op het gebraad passen? Zonder er nog bij te voegen, dat ik vlinders
en insekten voor uwe en mijne verzamelingen zou vangen.</p>
@@ -700,7 +661,7 @@ mij niet kan inhouden.</p>
<p>Dit antwoord dwong mij een glimlach af.</p>
-<p>&mdash;Dat is dus afgesproken, ik ga met u meê, riep Lucien uit.</p>
+<p>&mdash;Dat is dus afgesproken, ik ga met u meê, riep Lucien uit.</p>
<p>&mdash;Zoudt ge het niet eerst uwe moeder vragen? Als zij er geen
bezwaar in ziet, zou ik...&rdquo;</p>
@@ -731,7 +692,7 @@ niet op den geest uit! De ziel en het lichaam van mijn zoon zouden
beiden bij dezen tocht, dien ik naar verkiezing langer of korter
zou kunnen maken, winnen.</p>
-<p>Terwijl ik zóó, zonder het bijna te weten, de pleitbezorger van
+<p>Terwijl ik zóó, zonder het bijna te weten, de pleitbezorger van
Lucien werd, zag ik hem terugkeeren, zijne moeder bij de hand
houdende.</p>
@@ -745,14 +706,14 @@ Encuerado heeft mij beloofd, dat hij hem niet uit het oog zal verliezen.</p>
<p>&mdash;Wat, neemt gij zijn partij op?</p>
-<p>&mdash;Hij zou zoo gaarne met u meê willen gaan.</p>
+<p>&mdash;Hij zou zoo gaarne met u meê willen gaan.</p>
<p>Ik dacht een minuut na, die Lucien een eeuw toescheen; eindelijk
pakte ik hem bij zijn oor en sprak:</p>
<p><span class="pagenum" title="3">&nbsp;</span><a id="p_3"></a></p>
-<p>&mdash;Welnu het zij zoo; laat men zijn kleêren maar gereed maken,
+<p>&mdash;Welnu het zij zoo; laat men zijn kleêren maar gereed maken,
want wij zullen overmorgen, bij het krieken van den dag, vertrekken.</p>
<p>Ik dacht, dat Lucien gek van blijdschap werd. Terwijl hij het huis
@@ -777,7 +738,7 @@ hij reeds de koppen der schorpioenen, met zijn sabel kloof hij boomen
en hakte hij slangen aan stukken. Hij dacht hersenschimmige middelen
uit om vuur te maken.</p>
-<p>»Als ik op de rotsen val, zal ik om mijn schrammen lachen en
+<p>»Als ik op de rotsen val, zal ik om mijn schrammen lachen en
als wij tijgers ontmoeten....&rdquo;</p>
<p>Zijn krijgshaftige houding voltooide op welsprekende wijze den zin.</p>
@@ -811,7 +772,7 @@ de vroolijke stem van mijn vriend. Hij was expres van Cordova
gekomen om zich bij de karavaan aan te sluiten. Ik deelde hem
mijn vrees en twijfel betreffende Lucien mede. Hij nam ook de partij
voor den jeugdigen reiziger op; kon men ook wel iets anders verwachten
-van een landgenoot van Töpffer?</p>
+van een landgenoot van Töpffer?</p>
<p>&mdash;Kom eens hier, riep hij Lucien toe, die, half ontkleed, de deur
op een kier open deed.</p>
@@ -837,27 +798,27 @@ over een maand terugkeeren, zes voet groot geworden.</p>
<p>Den volgenden dag beklaagde Lucien, die reeds voor dag en voor
dauw op en geheel tot de reis uitgerust was, zich over onze langzaamheid.
Hij was gekleed in een blauw linnen kiel en een broek
-van dezelfde stof, zijn <ins class="corr" id="corr17" title="Bron: mexicaansche">Mexicaansche</ins> deken (sarapé) was om het lichaam
+van dezelfde stof, zijn <ins class="corr" id="corr17" title="Bron: mexicaansche">Mexicaansche</ins> deken (sarapé) was om het lichaam
gerold, aan den lijfriem droeg hij een scherpe sabel om de slingerplanten
door te hakken en over den schouder aan een riem een
weitasch, waarin zich een mes, een beker en eenig schoon goed bevonden.
De hoed met breede randen, dien hij op had, gaf hem een
vastberaden uiterlijk. Ik vergeet nog de veldflesch en den beruchten
reisstok, die gedurende twee dagen op alle vloeren had weerklonken.
-Eindelijk kwam ook José-Maria, een halfbloed Indiaan, vroeger
+Eindelijk kwam ook José-Maria, een halfbloed Indiaan, vroeger
tijgerjager van beroep, wien duizenden, te zamen doorgestane gevaren
voor altijd aan mijn persoon verbonden hadden, voor den dag. Hij
was gekleed in een leeren kiel en broek, die zijne gansche uitrusting
-uitmaakten en waaraan hij den naam van »den Encuerado&rdquo;<a id="FNa_1" href="#FN_1" class="fnanchor">(<sup>1</sup>)</a> te
+uitmaakten en waaraan hij den naam van »den Encuerado&rdquo;<a id="FNa_1" href="#FN_1" class="fnanchor">(<sup>1</sup>)</a> te
danken had. De brave Indiaan, een avontuurlijke natuur, kon zijne
blijdschap niet verbergen bij de gedachte, dat hij het kind, dat hij
-<span class="pagenum" title="5">&nbsp;</span><a id="p_5"></a>gewiegd had, meê in de bosschen mocht nemen. Hij droeg op zijn
+<span class="pagenum" title="5">&nbsp;</span><a id="p_5"></a>gewiegd had, meê in de bosschen mocht nemen. Hij droeg op zijn
rug de mand die de noodzakelijkste levensbehoeften: koffie, zout,
-peper, gedroogde maïskoeken enz. bevatte. Het zusje en de jongere
+peper, gedroogde maïskoeken enz. bevatte. Het zusje en de jongere
broeder van Lucien waren uit hun bed gekomen en draaiden om
ons heen; de eerste scheen droevig en onrustig, de andere was niet
zeer tevreden en preutelde; hij beweerde, dat hij ook groot genoeg
-was om meê te gaan.</p>
+was om meê te gaan.</p>
<p>Toen het beslissende uur naderde, zag de arme moeder zich den
moed ontzinken en zij had spijt dat zij hare toestemming had gegeven.
@@ -866,7 +827,7 @@ betoonde Lucien zich heldhaftig; hij wierp stok en hoed ver van
zich en riep, terwijl hij haar omhelsde:&mdash;Als gij schreit, moeder,
ga ik niet mee.</p>
-<p>&mdash;Welnu, dan ga ik in zijne plaats meê, sprak zijn broeder Emile,
+<p>&mdash;Welnu, dan ga ik in zijne plaats meê, sprak zijn broeder Emile,
die haastig den stok opraapte en naar de deur ging, zonder zich veel
over zijn meer dan luchtige morgenkleeding te bekommeren.</p>
@@ -922,7 +883,7 @@ geleerde <span xml:lang="fr">Bas-de-Cuir</span> en een man van
de wereld. Zijn ernst schrikte Lucien, die hem sedert lang kende,
volstrekt niet af.</p>
-<p>Lucien, die, evenals alle kinderen, graag alles naäapt, was reeds
+<p>Lucien, die, evenals alle kinderen, graag alles naäapt, was reeds
vroegtijdig begonnen met het aanleggen van eene verzameling insekten
en dit was voldoende geweest om hem eene bepaalde voorliefde
voor de natuurlijke geschiedenis in te boezemen. Voor zijn leeftijd
@@ -984,7 +945,7 @@ zich voort slepende, voor mijn voeten ging liggen, in de bres. Lucien,
die bang was, dat ik zijn lieveling ruw zou behandelen, bedekte zijn
gelaat met beide handen. Ik was overwonnen.</p>
-<p>&mdash;Komaan, dan zullen we Gringalet maar <ins class="corr" id="corr20" title="Bron: mêe">meê</ins> nemen riep ik uit.</p>
+<p>&mdash;Komaan, dan zullen we Gringalet maar <ins class="corr" id="corr20" title="Bron: mêe">meê</ins> nemen riep ik uit.</p>
<p>Ik haalde den hond aan, die, begrijpende dat zijne zaak gewonnen
was, met de dolste sprongen over den weg begon te rennen. Bij
@@ -1111,7 +1072,7 @@ ons bij houden door twee passen te doen tegen wij een.</p>
Cordilleras in te gaan, den vulkaan van Orizava om te trekken,
dan weer in de savannen af te dalen, dan in schuinsch linksche
richting te gaan, ten einde de zee te bereiken; van daar zouden wij
-de prairieën en de bosschen van het Warme Land doortrekken om
+de prairieën en de bosschen van het Warme Land doortrekken om
zoo weer door de bergen van Songolica op ons uitgangspunt terug
te komen. Dit vertegenwoordigde in rechte lijn een reis van honderd
vijftig mijlen of minstens van driehonderd mijlen, als men de bochten
@@ -1124,7 +1085,7 @@ het niet anders kon, in de open lucht te slapen en te kampeeren.</p>
<a href="images/ill_p010a.png"><img
src="images/ill_p010a-th.png" width="358" height="516"
alt=""
- title="Klik voor vergroting (858×1238px, 350kB)" /></a>
+ title="Klik voor vergroting (858×1238px, 350kB)" /></a>
<div class="caption">De Encuerado nam zijn <i>machete</i> en sneed een prachtigen stengel af.
(blz. 11).</div>
</div>
@@ -1156,21 +1117,21 @@ maaksel, namelijk een paal die op twee houten schijven, die wielen
zonder spaken vormen, gedragen en door twee ossen, door een juk
aan elkander verbonden, getrokken werd.</p>
-<p>Sumichrast nam den knaap bij de hand en zeide: »'t Is goed, dat
+<p>Sumichrast nam den knaap bij de hand en zeide: »'t Is goed, dat
men de geschiedenis kent van hetgeen men eet. In 't latijn heet het
suikerriet <i xml:lang="la">saccharum officinalis</i>, dat wil zeggen suiker uit de apotheken,
omdat het product van deze plant zoo zeldzaam was, dat men het
slechts bij de apothekers verkocht. De plant zelf, zegt men, dat uit
-Indië komt. Zooals gij ziet, is het een bundel wortels, die van
+Indië komt. Zooals gij ziet, is het een bundel wortels, die van
zes tot twintig stengels voortbrengt, die met meer of minder dicht
bijelkander staande knoopen zijn voorzien, waarvan het aantal ook
zeer afwisselt. De meest gezochte soort, het zoogenaamde riet van
-Taïti, heeft paarse strepen. De plant, die ge daar voor u ziet, is
+Taïti, heeft paarse strepen. De plant, die ge daar voor u ziet, is
zeer opmerkenswaardig van grootte, want zij is zeker vier meter hoog.</p>
-<p>&mdash;Het gelijkt wel wat op maïsplanten, zeide Lucien.</p>
+<p>&mdash;Het gelijkt wel wat op maïsplanten, zeide Lucien.</p>
-<p>&mdash;Met dit onderscheid, dat de maïs slechts een scheut geeft. Ha,
+<p>&mdash;Met dit onderscheid, dat de maïs slechts een scheut geeft. Ha,
zie eens, die Indiaan gaat met zijn machete de mooie plant, die ik u
aanwees, afhakken. Met een enkelen houw snijdt hij de plant schuins
door en zoo dicht bij den grond als maar mogelijk is. Hij ontdoet
@@ -1218,7 +1179,7 @@ riep de nieuw aangekomene mij toe.</p>
<p>&mdash;Een bezoek brengen aan de bosschen van de Cordilleras, antwoordde ik.</p>
-<p>&mdash;De Hemel sta mij bij! En gaat de Senorito<a id="FNa_4" href="#FN_4" class="fnanchor">(<sup>4</sup>)</a> met u meê?</p>
+<p>&mdash;De Hemel sta mij bij! En gaat de Senorito<a id="FNa_4" href="#FN_4" class="fnanchor">(<sup>4</sup>)</a> met u meê?</p>
<p>&mdash;Wel zeker. Dat God u behoede en tot weerzien, Antonio.</p>
@@ -1308,7 +1269,7 @@ was. Zoodra de bak vol was, werd er een groote klep geopend, niet
ongelijk aan die, welke gebruikt worden om het water uit de badkuipen
te laten wegvloeien; het troebele en drabbige sap liep door
<span class="pagenum" title="15">&nbsp;</span><a id="p_15"></a>een goot, vanwaar het in een steenen vergaarbak kwam. Bij dit neervallen
-liep het door de mazen van een zak, die uit aloë-vezels was
+liep het door de mazen van een zak, die uit aloë-vezels was
gemaakt en werd daarin zoo goed en zoo kwaad als 't kon gefiltreerd.
Daarna bracht men het in verbazend groote koperen ketels, die op
een groot fornuis stonden. De gekneusde suikerrietstengels, die in
@@ -1316,11 +1277,11 @@ de zon spoedig droogden, werden gebruikt om het vuur te onderhouden,
dat het sap, waarvan men ze beroofd had, aan 't koken moest
brengen.</p>
-<p>Bij den zak van aloë-vezels, waarin zich zonder ophouden het
+<p>Bij den zak van aloë-vezels, waarin zich zonder ophouden het
afval van het riet ophoopte, bevond zich een knaap van ongeveer
twaalf jaren, wiens werk het was telkens den zak te ledigen. Lucien
trok mij aan mijn kleeren, om er mij opmerkzaam op te maken dat
-de knaap slechts één arm had.</p>
+de knaap slechts één arm had.</p>
<p>&mdash;Waar hebt ge uw linkerarm verloren, <span xml:lang="es">pobrecito</span><a id="FNa_5" href="#FN_5" class="fnanchor">(<sup>5</sup>)</a>? vroeg ik.</p>
@@ -1696,7 +1657,7 @@ onze gastvrouw, die een kop koffie voor ons gereed maakt, warmen.</p>
<p>Het ventje verwijderde zich al hinkende.</p>
-<p>&mdash;Doen uw knieën en kuiten u ook zoo zeer als de mijne? vroeg
+<p>&mdash;Doen uw knieën en kuiten u ook zoo zeer als de mijne? vroeg
hij aan den Encuerado.</p>
<p>&mdash;Neen, Chanito, wij hebben gisteren nog niet genoeg geloopen.</p>
@@ -1709,7 +1670,7 @@ zeven mijlen van Orizava verwijderd zijn.</p>
<p><span class="pagenum" title="23">&nbsp;</span><a id="p_23"></a></p>
-<p>&mdash;Binnen in de knieën, de beenen en de armen.</p>
+<p>&mdash;Binnen in de knieën, de beenen en de armen.</p>
<p>&mdash;Wacht eens, ik zal u genezen.</p>
@@ -1851,7 +1812,7 @@ Sumichrast, die ons niet zien kan, moet wel denken dat gij dood zijt.</p>
<p>&mdash;Chanito, hioe, hioe, hioe, Chanito!</p>
-<p>&mdash;Ohé, ohé, antwoordde Lucien.</p>
+<p>&mdash;Ohé, ohé, antwoordde Lucien.</p>
<p>En bijna op het zelfde oogenblik verscheen hij, bleek en radeloos.
Hij liep op zijn vriend toe, wierp zich om zijn hals en drukte hem
@@ -1871,7 +1832,7 @@ kiel greep.</p>
<p>Ik verbond den Indiaan; mijn zoon troostte zich en wij dachten
er aan om onzen weg te vervolgen.</p>
-<p>&mdash;Hè, sprak Lucien spottend, op het oogenblik dat de Indiaan zijn
+<p>&mdash;Hè, sprak Lucien spottend, op het oogenblik dat de Indiaan zijn
mars weer op den rug nam, als ik daar nu eens in was geweest!</p>
<p>&mdash;Dan zou ik niet gevallen zijn, zeide de Indiaan met allen ernst.</p>
@@ -1921,7 +1882,7 @@ ruimde en voerde ons in het kreupelhout.</p>
wij met den blik eene geschikte plaats voor eene halt, toen de
afgemeten slagen van eene bijl onze ooren troffen. Dit geraas verried
de nabijheid van houthakkers, die zeker wel een voorraad van
-maïskoeken en boonen zouden hebben en ik besloot naar hen toe
+maïskoeken en boonen zouden hebben en ik besloot naar hen toe
te gaan, ten einde onze mondbehoeften te besparen. Na een uur van
eene moeielijke klimmerij en terwijl wij reeds wanhoopten den Indiaan
te bereiken, wiens bijl wij niet meer hoorden, riep Lucien uit:</p>
@@ -1936,7 +1897,7 @@ scheen hem gerust te stellen.</p>
<p><span class="pagenum" title="27">&nbsp;</span><a id="p_27"></a></p>
-<p>&mdash;Goeden dag, don José, sprak ik, mij van den naam bedienende,
+<p>&mdash;Goeden dag, don José, sprak ik, mij van den naam bedienende,
dien men in Mexico aan alle Indianen geeft.</p>
<p>&mdash;Dat God u in gezondheid beware, antwoordde hij in slecht
@@ -1946,7 +1907,7 @@ Spaansch.</p>
<p>&mdash;Neen, ik heb zes makkers.</p>
-<p>&mdash;Zoo; dat een uwer ons dan wat maïskoeken verkoope en ons
+<p>&mdash;Zoo; dat een uwer ons dan wat maïskoeken verkoope en ons
wat water geven.</p>
<p>&mdash;Wij hebben noch water noch koeken.</p>
@@ -1980,7 +1941,7 @@ na vijf minuten gaans bij eene zeer oorspronkelijke woning.</p>
met hunne bladeren er aan. De houthakkers in Mexico maken slechts
tijdelijke schuilplaatsen; want zoodra het jaargetijde der regens nadert,
verlaten zij de bosschen. Eene jonge Indiaansche vrouw warmde
-voor ons een dozijn van die koeken van maïsmeel, die men <i xml:lang="es">tortillas</i>
+voor ons een dozijn van die koeken van maïsmeel, die men <i xml:lang="es">tortillas</i>
noemt, en die de inboorlingen in de plaats van brood eten. Ten
slotte bracht zij ons een kalebas vol boonen, welke de honger ons
heerlijk deed smaken.</p>
@@ -1995,7 +1956,7 @@ wat eten zij dan 's middags?</p>
<p>&mdash;Weet gij dan niet, dat de Indianen zich slechts drie of vier
<span class="pagenum" title="28">&nbsp;</span><a id="p_28"></a>maal in 't jaar op ossenvleesch vergasten en dat hun gewone
-maaltijd uit zwarte boonen, rijst, piment en maïsmeel bestaat? Zijt
+maaltijd uit zwarte boonen, rijst, piment en maïsmeel bestaat? Zijt
gij ons middagmaal van gister vergeten?</p>
<p>&mdash;Ik dacht dat men, daar wij wat laat gekomen waren, het
@@ -2169,7 +2130,7 @@ terwijl de Indiaan, van vermoeidheid uitgeput, den riem vastmaakte.
Ik was juist aan mijne derde opklimming bezig, toen Sumichrast,
die ons vooruit was gegaan om het terrein te verkennen, boven ons
te voorschijn kwam. Toen hij mij zoo zag struikelen, en op de zij,
-op den neus, op de knieën zag vallen, om een stap vooruit te komen,
+op den neus, op de knieën zag vallen, om een stap vooruit te komen,
barstte mijn reisgezel in een luiden lach uit. Ik had tijd noch lust
om hem na te volgen en zijne ontijdige vroolijkheid maakte mij een
weinig kregelig. Eindelijk kreeg ik de paal beet, uitgeput, geradbraakt,
@@ -2379,7 +2340,7 @@ het leger geprest zijnde, was hij gedeserteerd en had hij zich op deze
bergvlakte gevestigd.</p>
<p>Sedert zes jaren waren wij de eerste blanken, die hem bezochten.
-Zijn velden brachten maïs, boonen en tabak op, die zijne vrouw en
+Zijn velden brachten maïs, boonen en tabak op, die zijne vrouw en
schoonzuster tweemaal in 't jaar in Orizava verruilden voor de
voorwerpen, die voor de huishouding noodig waren. Hij gevoelde
zich gelukkig en roemde de bekoorlijkheid der groote bosschen en
@@ -2399,7 +2360,7 @@ eerst warm worden bij het opgaan van de zon. Sumichrast kwam
weldra bij mij; evenals ik, had hij zijn deken aan den knaap afgestaan
en hij liep naast mij op en neer, zonder de koude te kunnen
overwinnen. Ik ging wat klein hout zoeken om vuur aan te maken.
-Ons heên en weêr loopen had onzen gastheer gewekt en door zijne
+Ons heên en weêr loopen had onzen gastheer gewekt en door zijne
hulp konden wij ons weldra voor een knappend vuur neerzetten.
De Encuerado, die nauwelijks beschut was, sliep als een gelukzalige.
<span class="pagenum" title="37">&nbsp;</span><a id="p_37"></a>Eindelijk hernam de slaap, dank zij het vuur, zijne rechten en weldra
@@ -2798,7 +2759,7 @@ van tijd tot tijd mede.</p>
<p>Het vleesch van den eekhoorn gelijkt door de kleur en den smaak
<span class="pagenum" title="45">&nbsp;</span><a id="p_45"></a>op dat van den haas; onze jeugdige reisgezel at er dan ook met goeden
-eetlust van. Gedroogde maïskoeken, die men <i xml:lang="es">totopo</i> noemt, vervingen
+eetlust van. Gedroogde maïskoeken, die men <i xml:lang="es">totopo</i> noemt, vervingen
het brood en ieder onzer kreeg zijn afgepast deel er van. Van
het vleesch kon een ieder naar hartelust bekomen.</p>
@@ -2806,7 +2767,7 @@ het vleesch kon een ieder naar hartelust bekomen.</p>
eekhoorn gegeven, maar in plaats van er in te smullen, vond hij
beter er met woede overheen te rollen. Het arme dier at slechts
eenige stukjes <i xml:lang="es">totopo</i>. Hij moest zich toch gewennen om wild te eten,
-want onze maïskoeken waren te kostbaar om ze hem te geven. Ieder
+want onze maïskoeken waren te kostbaar om ze hem te geven. Ieder
onzer goot een weinig water uit zijne veldflesch in een kalebas, die
hem tot voerbak diende. Aldus op rantsoen gesteld, moest de arme
Gringalet wel spijt gevoelen, dat hij ons gevolgd was. De zon ging
@@ -3010,7 +2971,7 @@ vinden; maar weldra moesten wij, tot onze groote spijt, opnieuw
klimmen en de wolboomen en eiken achter ons laten, om niet anders
dan reusachtige denneboomen te ontmoeten. De naalden,<a id="FNa_13" href="#FN_13" class="fnanchor">(<sup>13</sup>)</a> die
den grond bedekten, maakten dezen zoo glibberig, dat wij soms voor
-één pas vooruit er twee achteruit maakten. De eene val volgde op
+één pas vooruit er twee achteruit maakten. De eene val volgde op
den anderen, maar er was geen gevaar bij. Soms rolden wij, alsof het
afgesproken werk was, alle vier tegelijk en ieder lachte om het ongeval
van zijn buurman, die op zijn beurt ook pleizier had in
@@ -3026,7 +2987,7 @@ dezen, tot straf voor zijn verraad, ook een val.</p>
met de paal en den <i xml:lang="es">lazo</i> te herhalen; want de Encuerado deed tevergeefs
zijn best om ons te volgen.</p>
-<p>»Begrijpt gij nu iets van die verwenschte boomen? preutelde de
+<p>»Begrijpt gij nu iets van die verwenschte boomen? preutelde de
Indiaan; konden zij hunne bladeren niet houden? Waarom groeien
zij niet in de vlakte, in plaats van goede Christenmenschen water
en bloed te doen zweeten op een bodem, die van zich zelf reeds
@@ -3043,7 +3004,7 @@ geplaatst.</p>
<p>Gelukkigerwijze nam Lucien maar half de verzekeringen van den
Indiaan aan; hij haastte zich dus ook mij te ondervragen.</p>
-<p>»De dennen,&rdquo; antwoordde ik, zijn boomen uit het Noorden, die
+<p>»De dennen,&rdquo; antwoordde ik, zijn boomen uit het Noorden, die
slechts goed in een koud klimaat en in een dorren grond ontwikkelen.
Als de Encuerado de geschiedenis zijner voorvaderen kende,
zou hij u betere inlichtingen over deze boomen hebben kunnen geven;
@@ -3058,7 +3019,7 @@ of vier spleten eene doorschijnende hars druppelde. Lucien wilde een
dezer fraaie tranen, die hij meende dat hard waren, nemen, maar
zijn vingers kleefden aaneen.</p>
-<p>»Ik dacht, zeide hij, dat men de terpentijn verkreeg door de takken
+<p>»Ik dacht, zeide hij, dat men de terpentijn verkreeg door de takken
van den den fijn te stampen, zoo als men met de stengels van
het suikerriet doet.</p>
@@ -3094,7 +3055,7 @@ wil zeggen de sterreberg, ter hoogte van 5295 meters. Lucien kon
niet gelooven dat het dezelfde vulkaan was, waarvan hij elken morgen
den top kon zien.</p>
-<p>»Hij heeft een geheel anderen vorm, zeide hij.</p>
+<p>»Hij heeft een geheel anderen vorm, zeide hij.</p>
<p>&mdash;De berg is niet veranderd, maar wel het gezichtspunt, antwoordde
Sumichrast.</p>
@@ -3126,9 +3087,9 @@ bevindt,&rdquo; antwoordde ik.</p>
<p>&mdash;Integendeel; hij meet niet minder dan 3400 meters. Dias Ordas,
een der kapiteins van Fernando Cortes, heeft hem het eerst beklommen.
-Zijn naam beteekent »rookende berg.&rdquo;</p>
+Zijn naam beteekent »rookende berg.&rdquo;</p>
-<p>&mdash;Ja, en ik weet dat Istaccihualt beteekent »witte vrouw&rdquo;, maar
+<p>&mdash;Ja, en ik weet dat Istaccihualt beteekent »witte vrouw&rdquo;, maar
ik ken de hoogte van dien berg niet.</p>
<p>&mdash;Hij verheft zich 4786 meters boven het vlak der zee.</p>
@@ -3226,7 +3187,7 @@ zich er toe bepaalden hun staart op te lichten, welke uit zes afdeelingen
of segmenten bestaat, waarvan de laatste in een zeer fijnen haak
uitloopt.</p>
-<p>»O, wat leelijke dieren!&rdquo; riep Lucien, achteruitwijkende; zonder
+<p>»O, wat leelijke dieren!&rdquo; riep Lucien, achteruitwijkende; zonder
hun lichte kleur zou men ze voor kreeften houden, waarvan de kop
verwijderd is.</p>
@@ -3258,7 +3219,7 @@ ontaarden.</p>
Dit gezicht vermaakte Lucien zeer, vooral toen hij zag, dat het dier
zwaarvallig begon te loopen.</p>
-<p>»Ziet ge, <ins class="corr" id="corr36" title="Bron: Chanita">Chanito</ins>, sprak de Encuerado, die bij ons was gekomen&mdash;een
+<p>»Ziet ge, <ins class="corr" id="corr36" title="Bron: Chanita">Chanito</ins>, sprak de Encuerado, die bij ons was gekomen&mdash;een
bewijs dat de keuken geen onmiddellijk toezicht behoefde&mdash;zoodra
de mama der schorpioenen hun geen eten meer zal geven,
zullen zij haar zelf opeten.</p>
@@ -3272,14 +3233,14 @@ elk geval aan haar lijk verzadigen, antwoordde ik.</p>
te nemen, want deze spinsoort is in de gematigde landstreek zeer
talrijk.</p>
-<p>&mdash;»O!&rdquo; riep Lucien uit, ik had wel gelijk, toen ik het leelijke
+<p>&mdash;»O!&rdquo; riep Lucien uit, ik had wel gelijk, toen ik het leelijke
beesten noemde.</p>
<p><ins class="corr2" id="corr37" title="Bron: &mdash;"></ins>Toen de Indiaan een nieuw stuk boomschors
<ins class="corr" id="corr38" title="Bron: oplichte">oplichtte</ins>, ontdekte
hij een salamander, die zich op onbeholpen wijze zocht te verbergen.</p>
-<p>»Gij kunt hem gerust aanvatten,<ins class="corr2" id="corr39" title="Bron: &rdquo;"></ins> er is niets van te vreezen, zeide
+<p>»Gij kunt hem gerust aanvatten,<ins class="corr2" id="corr39" title="Bron: &rdquo;"></ins> er is niets van te vreezen, zeide
ik tot Lucien, die achteruit was geweken.</p>
<p>&mdash;Maar 't is een schorpioen!</p>
@@ -3299,7 +3260,7 @@ heeft mij geleerd ze zonder vrees aan te vatten.</p>
<p>En de jager legde den salamander op de hand van den knaap,
die uitriep:</p>
-<p>»Hij is ijskoud en glibberig!</p>
+<p>»Hij is ijskoud en glibberig!</p>
<p>&mdash;Dat kan niet anders,<ins class="corr2" id="corr40" title="Bron: &rdquo;"></ins> de salamander is, evenals de visch, een
koudbloedig dier. Het slijmerig vocht, dat de salamanders uitscheiden,
@@ -3320,7 +3281,7 @@ liep naar hem toe. Hij trachtte den Encuerado tegen te houden, die
den salamander had genomen en zijne onbrandbaarheid op de
proef wilde stellen.</p>
-<p>»Maar, Chanito, ik zal hem niet lang op de kolen laten liggen
+<p>»Maar, Chanito, ik zal hem niet lang op de kolen laten liggen
en uw papa zegt, dat het dien dieren vrijwel onverschillig is.</p>
<p>Lucien wilde in die wreede proefneming niet toestemmen en bracht
@@ -3348,11 +3309,11 @@ snuit in den wind, deed opnieuw zijn gehuil hooren, waarop het
scherpe en lang aanhoudende geschreeuw van de <i>Coyoten</i>, de wolfsjacals
van Mexico, antwoordde.</p>
-<p>»Die hondenkinderen! denken zij dan, dat zij ons zullen bang
+<p>»Die hondenkinderen! denken zij dan, dat zij ons zullen bang
maken? riep de Encuerado uit. En terwijl wij het vuur weer aanwakkerden,
verdween hij in de duisternis.</p>
-<p>»Zijn dat wolven, mijnheer Sumichrast? vroeg Lucien.</p>
+<p>»Zijn dat wolven, mijnheer Sumichrast? vroeg Lucien.</p>
<p>&mdash;Ja, mijn vriend, Amerikaansche wolven.</p>
@@ -3454,7 +3415,7 @@ te midden van deze kalme en weelderige natuur, een werkelijk
welbehagen. Met leedwezen maakten wij aanstalten om op te
breken.</p>
-<p>»Als wij eens na den middag vertrokken?&rdquo; zei Sumichrast.</p>
+<p>»Als wij eens na den middag vertrokken?&rdquo; zei Sumichrast.</p>
<p>&mdash;En als wij nu eens eerst morgen verder gingen?.... hernam
ik.</p>
@@ -3501,7 +3462,7 @@ doorschijnend scheen. Hij vernam dat dit weerlooze dier, hetwelk
zich met insecten en wortels voedt, tot de orde der tandeloozen
behoort, eene klasse zoogdieren, welker tandstelsel onvolledig is.</p>
-<p>»Maar,&rdquo; zeide hij, »ik heb wel eens platen gezien, waar de gordeldieren
+<p>»Maar,&rdquo; zeide hij, »ik heb wel eens platen gezien, waar de gordeldieren
zijn afgebeeld met een <ins class="corr" id="corr42" title="Bron: panter">pantser</ins> uit kleine vierkante stukjes
bestaande.</p>
@@ -3509,14 +3470,14 @@ bestaande.</p>
antwoordde Sumichrast.</p>
<p>Toen er over gesproken werd om het dier dood te maken, verzette
-Lucien er zich uit alle macht tegen. Hij vroeg om het levend meê
+Lucien er zich uit alle macht tegen. Hij vroeg om het levend meê
te mogen nemen of het weer in vrijheid te stellen, beiden onaannemelijke
voorstellen. Gringalet maakte een einde aan de woordenwisseling
door het gordeldier, dat de Encuerado aan een poot had
vastgebonden, te wurgen. De knaap, woedend en droevig tevens,
wilde den hond slaan en verbaasde zich over zijne wreedheid.</p>
-<p>»Hij heeft aan zijn instinct gehoorzaamd, zeide Sumichrast.</p>
+<p>»Hij heeft aan zijn instinct gehoorzaamd, zeide Sumichrast.</p>
<p>&mdash;Een mooi instinct, antwoordde Lucien schreiende, een arm
dier te dooden, dat niemand kwaad doet!</p>
@@ -3556,7 +3517,7 @@ de nog niet ontwikkelde bladeren den vorm van een bisschopsstaf
hadden. Lucien merkte op, dat deze struik een zonderling uiterlijk
had.</p>
-<p>»Gij hebt gelijk, antwoordde ik hem. Jussieu heeft de planten in
+<p>»Gij hebt gelijk, antwoordde ik hem. Jussieu heeft de planten in
drie groote orden ingedeeld: de nietlobbige, de eenlobbige en de tweelobbige.
De varens zijn nietlobbige planten; zij hebben geen zichtbare
bloemen; zij zijn verwant aan de wieren en de paddestoelen. Zij
@@ -3582,7 +3543,7 @@ Sumichrast voorbij.</p>
<p>Ik haastte mij den knaap te bevrijden, wiens handen en gelaat
vol lange schrammen waren.</p>
-<p>»Waarom hebt gij er niet <ins class="corr" id="corr45" title="Bron: aangedacht">aan gedacht</ins>, dat gij, door u zoo te weer
+<p>»Waarom hebt gij er niet <ins class="corr" id="corr45" title="Bron: aangedacht">aan gedacht</ins>, dat gij, door u zoo te weer
te stellen, u nog meer verwardet.</p>
<p>&mdash;Ik zag dat gij u verwijderdet, en ik wist niet wat mij tegen
@@ -3620,10 +3581,10 @@ door een kom omgeven, die men zou zeggen, dat door menschenhanden
gemaakt was.</p>
<p>Rondom ons bleef alles stil en eenzaam. En toch hadden de omringende
-struiken meer dan één gast moeten herbergen, maar de
+struiken meer dan één gast moeten herbergen, maar de
<span class="pagenum" title="62">&nbsp;</span><a id="p_62"></a>vogels hadden, door de instorting verschrikt, de vlucht genomen.</p>
-<p>»Hoe is die groote berg kunnen instorten?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
+<p>»Hoe is die groote berg kunnen instorten?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
<p>&mdash;Daarover kan men slechts gissingen maken, antwoordde Sumichrast;
misschien heeft de beek den voet der rotsen ondermijnd
@@ -3648,7 +3609,7 @@ bedekt zijn; het mos zal deze witachtige rots als met een tapijt
omgeven en de beek zal haar loop weer hernomen hebben. Als het
toeval ons weer op deze plaats terugbracht, zouden wij moeite hebben
om onder de bloemen en bladeren het tooneel van verwoesting
-terug te vinden, waarvan wij de herinnering met ons meê zullen dragen.&rdquo;</p>
+terug te vinden, waarvan wij de herinnering met ons meê zullen dragen.&rdquo;</p>
<p>Ik trok de beek over ten einde het bivak van de tegenovergestelde
zijde, die wij gevolgd waren, te bereiken.</p>
@@ -3656,7 +3617,7 @@ zijde, die wij gevolgd waren, te bereiken.</p>
<p>Eensklaps trof een geluid als dat van een hamer, die op een boomstam
slaat, onze aandacht.</p>
-<p>»Gij hebt gezegd, dat er niemand in het bosch was!&rdquo; riep Lucien
+<p>»Gij hebt gezegd, dat er niemand in het bosch was!&rdquo; riep Lucien
uit.</p>
<p>&mdash;Stil,<ins class="corr2" id="corr48" title="Bron: &rdquo;"></ins> dat is de schrijnwerker-vogel, antwoordde de Encuerado.</p>
@@ -3672,10 +3633,10 @@ ons weerklonken.</p>
roode veeren van zijn kop staken tegen de schors van een eik af,
terwijl het zwarte lichaam met witte veeren gestreept was. Hij klom
met veel vlugheid langs een stam op, steunde op de staartpennen
-en sloeg opnieuw drie vérklinkende slagen, waarna hij dadelijk aan
+en sloeg opnieuw drie vérklinkende slagen, waarna hij dadelijk aan
den anderen kant van den stam ging zien.</p>
-<p>»Lomperd, mompelde de Encuerado, hij denkt dat hij een boom,
+<p>»Lomperd, mompelde de Encuerado, hij denkt dat hij een boom,
die dikker is dan ik, met zijn drie slagen kan doorboren! Komaan,
hij zal opgegeten worden.</p>
@@ -3683,7 +3644,7 @@ hij zal opgegeten worden.</p>
<p>En hij schoot op den vogel, dien hij raakte.</p>
-<p>»Is 't waar, papa, dat de specht dien dikken boom wilde doorboren?&rdquo;</p>
+<p>»Is 't waar, papa, dat de specht dien dikken boom wilde doorboren?&rdquo;</p>
<p>&mdash;Neen, mijn jongen; dat is eene volksmeening, die door niets
gerechtvaardigd wordt; de specht klopt tegen den boom met het
@@ -3700,7 +3661,7 @@ dat eindelijk de stijve en veerkrachtige staartpennen hem een zeer
nuttig steunpunt aanbieden, bij de uitoefening van zijn vermoeienden
arbeid.</p>
-<p>»Gij hebt dikwijls tegenover mij gelijk,&rdquo; sprak de Encuerado, maar
+<p>»Gij hebt dikwijls tegenover mij gelijk,&rdquo; sprak de Encuerado, maar
gij moogt het zoo dikwijls herhalen als gij wilt, dat de spechten de
boomen niet uithollen, ik heb het zelf gezien.</p>
@@ -3718,8 +3679,8 @@ tinten liet bewonderen.</p>
<p>Deze soort leguaan, die in niets op den fabelachtigen <span xml:lang="la">basiliscus</span>
der Grieken gelijkt, hief zich bij onze nadering op, blies zijn keel
-vol lucht en schudde den vliezigen kam, die zijn kop versierde, heên
-en weêr. Zijn goudkleurig oog scheen den horizon te ondervragen;
+vol lucht en schudde den vliezigen kam, die zijn kop versierde, heên
+en weêr. Zijn goudkleurig oog scheen den horizon te ondervragen;
zonder twijfel had hij ons bemerkt; zijn slap lichaam werd stijf en
met een vluggen sprong stortte hij zich in de beek. Het sierlijke
kruipdier zwom met opgerichte borst en de achterpooten zweepten
@@ -3741,7 +3702,7 @@ want de hond huilde alsof hij iemand verloren had. Hijgende kwam
ik bij de hut. Alles was in orde; maar Lucien en de Encuerado
waren verdwenen. Ik zag mijn makker vol angst aan.</p>
-<p>»De Encuerado zal eene wandeling zijn gaan maken en hij zal
+<p>»De Encuerado zal eene wandeling zijn gaan maken en hij zal
vertrokken zijn zonder den hond, die waarschijnlijk sliep, zeide
Sumichrast.</p>
@@ -3783,7 +3744,7 @@ geklommen; er is daar een nest en een eekhoorngat.</p>
<p>&mdash;Zijt gij gek geworden? viel ik hem in de rede, terwijl ik mij
tot den Indiaan richtte.</p>
-<p>&mdash;Gek! herhaalde deze met eene bewonderenswaardige naïveteit,
+<p>&mdash;Gek! herhaalde deze met eene bewonderenswaardige naïveteit,
waarom?</p>
<p><span class="pagenum" title="65">&nbsp;</span><a id="p_65"></a></p>
@@ -3801,7 +3762,7 @@ een tak ging staan.</p>
<p>&mdash;Komaan, 't is nu genoeg met die gymnastiek, kom maar naar
omlaag. God weet, hoe ge dat zult aanleggen. Ik had mijn volzin
-nauwelijks <ins class="corr" id="corr51" title="Bron: geeindigd">geëindigd</ins>, of Lucien kwam op den grond neer, ondersteund
+nauwelijks <ins class="corr" id="corr51" title="Bron: geeindigd">geëindigd</ins>, of Lucien kwam op den grond neer, ondersteund
door den <span xml:lang="es">lazo</span>, dien de Encuerado hem onder de armen
had gebonden. Na tot op de eerste takken te zijn geklommen, terwijl
hij een der uiteinden van den riem vasthield, had de Indiaan
@@ -3867,10 +3828,10 @@ zelfde dak en te midden van deze eenzaamheid had gebracht. Wij
konden allen op elkander rekenen, want in onze vorige reizen was onze
wederzijdsche vriendschap op de proef gesteld. Door de wijze waarop
Lucien de vermoeienis doorstond, verheugde ik mij, dat ik hem
-<i>onder de hoede van zulke bewakers had meêgenomen</i>. Toen ik in
+<i>onder de hoede van zulke bewakers had meêgenomen</i>. Toen ik in
de hut ging om ook te gaan slapen, maakte ik Gringalet wakker,
die, alvorens opnieuw naast zijn meester te gaan liggen, dezen de
-handen likte: dat was een vertrouwde vriend te meer; »de hond,
+handen likte: dat was een vertrouwde vriend te meer; »de hond,
het beste, wat er in den mensch is,&rdquo; zooals Charlet zich uitdrukte.</p>
<hr class="chend" />
@@ -3897,10 +3858,10 @@ welken de Encuerado den vorigen dag gewond had&mdash;lag half verslonden
op den grond en een vijftigtal gieren kwamen beurt om
beurt een stuk vleesch van het lijk afscheuren.</p>
-<p>»Wat afschuwelijke dieren!&rdquo; riep Lucien uit. »Hoe is 't mogelijk
+<p>»Wat afschuwelijke dieren!&rdquo; riep Lucien uit. »Hoe is 't mogelijk
dat de stank hen niet afschrikt?&rdquo;</p>
-<p>&mdash;»'t Is juist die stank, die hen aantrekt, antwoordde ik; als zij
+<p>&mdash;»'t Is juist die stank, die hen aantrekt, antwoordde ik; als zij
zoo in de lucht zweven en den gezichteinder met hun lichtgeel oog
doorvorschen, zoekt hun fijne reuk in de lucht naar de uitwasemingen,
welke de rottende lichamen, waarmede zij zich voeden, van
@@ -3913,7 +3874,7 @@ maaltijden tegenwoordig geweest. Het gezicht van die naakte,
zwarte, gerimpelde halzen, die in het kreng van het dier dompelden,
vervulde hem met walging.</p>
-<p>»Bah!&rdquo; riep hij uit; »wat vieze vogels!&rdquo;</p>
+<p>»Bah!&rdquo; riep hij uit; »wat vieze vogels!&rdquo;</p>
<p><span class="pagenum" title="68">&nbsp;</span><a id="p_68"></a></p>
@@ -3925,15 +3886,15 @@ beschrijft, <i>ornithologie</i> of vogelkunde wordt genoemd. Cuvier, die groote
rangschikker, verdeelt het gevederde volkje in zes orden: roofvogels,
vinkvogels, klimvogels, hoendervogels, steltenloopers en zwemvogels.
Om alle verwarring te voorkomen, heeft men de orden weer in
-familiën, de familiën in geslachten, de geslachten in soorten en de
+familiën, de familiën in geslachten, de geslachten in soorten en de
soorten in stammen verdeeld.</p>
<p>&mdash;Maar hoe kan men daaruit wijs worden?</p>
<p>&mdash;Door sommige eigenaardige kenmerken, die tot uitgangspunt
dienen. De roofvogels, bij voorbeeld, hebben kromme bekken en
-nagels, tot aan de knieën of tot aan de pooten bevederde beenen,
-drie teenen naar voren en één naar achteren staande; de nagels van den
+nagels, tot aan de knieën of tot aan de pooten bevederde beenen,
+drie teenen naar voren en één naar achteren staande; de nagels van den
duim en den middelsten vinger zijn sterker dan die van de andere
vingers. De gieren, die gij daar voor u ziet, de eenigen, die in troepen
leven, behooren tot het geslacht <span xml:lang="la">catharte</span>.<a id="FNa_16" href="#FN_16" class="fnanchor">(<sup>16</sup>)</a></p>
@@ -3953,7 +3914,7 @@ te houden.</p>
<p>Wij hadden reeds sedert lang het afschuwelijk gezelschap achter
ons gelaten, toen Lucien eensklaps uitriep:</p>
-<p>»O, Papa, daar is een boom, die bloedt!</p>
+<p>»O, Papa, daar is een boom, die bloedt!</p>
<p>&mdash;Dat is een <i xml:lang="la">pterocarpus</i>, dat wil zeggen een gewas, waarvan
de vruchten weefsels bezitten, die op vogelvleugels gelijken. Het
@@ -3965,14 +3926,14 @@ wordt gebruikt tegen den buikloop.</p>
<p>De Encuerado maakte eenige stukken van het kostbare voortbrengsel
los; daarna doopte hij zijne vingers in de nog vloeibare
-druppels, om er de beenen en pooten van Gringalet meê in te
+druppels, om er de beenen en pooten van Gringalet meê in te
<span class="pagenum" title="69">&nbsp;</span><a id="p_69"></a>smeeren, die zoo in 't bezit kwam van roode laarzen. Bij slot van
rekening kon deze bewerking slechts nuttig voor het dier zijn, want
het drakenbloed, dat rijk aan looistof is, zou de weefsels toehalen;
maar het eerste gevoel scheen het dier lastig te vallen en hij liep
verder, de pooten op een allerkoddigste manier oplichtende.</p>
-<p>»Gringalet loopt juist als de Encuerado, toen hij op zekeren dag
+<p>»Gringalet loopt juist als de Encuerado, toen hij op zekeren dag
zijn mooie blauwe schoenen heeft willen aantrekken, hernam Lucien
lachende.</p>
@@ -4001,7 +3962,7 @@ trotsch zijn dienst.</p>
<p>Het avontuur was maar al te waar en Sumichrast kon zijn lachen
niet inhouden.</p>
-<p>»Waarom hingt ge die schoenen om uw hals, in plaats van ze
+<p>»Waarom hingt ge die schoenen om uw hals, in plaats van ze
in een hoek te zetten? vroeg hij den Indiaan.</p>
<p>&mdash;Dat heb ik gedaan, toen iedereen wist dat ze van mij waren,
@@ -4024,7 +3985,7 @@ kop werd zichtbaar. Gringalet blafte vol woede, maar dorst toch
niet naderbij komen. De Indiaan trok zijn sabel&mdash;het vooruitzicht
op een onverwachten schotel maakte hem vroolijk.</p>
-<p>Slangenvleesch is een Indiaansche kost. Vóór de verovering
+<p>Slangenvleesch is een Indiaansche kost. Vóór de verovering
van Mexico door de Spanjaarden, kwam zelfs de ratelslang bij plechtige
feestelijkheden op tafel. Descorides<a id="FNa_18" href="#FN_18" class="fnanchor">(<sup>18</sup>)</a> beschreef het vleesch
van adders als versterkend en het kwam voor in de theriac, dat
@@ -4054,7 +4015,7 @@ bracht. Het was de soort boschuil, die men <i xml:lang="la">athene hypogoea</i>
en welke veelvuldig in de savannen wordt aangetroffen. Hij jaagt bij
dag zoowel als bij nacht.</p>
-<p>»Een vreemde vogel, zeide Lucien; hij joeg mij met zijn oogen,
+<p>»Een vreemde vogel, zeide Lucien; hij joeg mij met zijn oogen,
die vuur schoten en zijn krommen bek vrees aan.</p>
<p>&mdash;Hij maakt iedereen beangst, Chanito, antwoordde de Encuerado,
@@ -4112,7 +4073,7 @@ hunne grillige vlucht brengt den vervolger ieder oogenblik van
streek. Het gelukte mij evenwel er een van te schieten; de andere
namen, onder een toornig <ins class="corr" id="corr59" title="Bron: gescheeuw">geschreeuw</ins>, de vlucht.</p>
-<p>»Hoe kan hij het gewicht van zulk een grooten bek dragen? vroeg
+<p>»Hoe kan hij het gewicht van zulk een grooten bek dragen? vroeg
Lucien, die den vogel, wiens fraaie groene en gele veeren zijn
bewondering opwekten, had opgeraapt.</p>
@@ -4174,7 +4135,7 @@ waarvan elk voorzien was van twee paar pooten, die in
haakjes eindigden, en begon toen met een langzaamheid te loopen,
die den kleinen nieuwsgierige teleurstelde.</p>
-<p>»Waartoe dient het toch vier en veertig pooten te hebben, riep hij
+<p>»Waartoe dient het toch vier en veertig pooten te hebben, riep hij
uit, als men veel langzamer gaat dan een loopkever, die er slechts
zes heeft?</p>
@@ -4235,7 +4196,7 @@ tweede portie aan. Na den maaltijd haalde de Encuerado uit een
zakje van agavevezel eene naald en eene els te voorschijn en begon
de broek, die eenige dagen te voren zoo gehavend was, te herstellen.
Twee eekhoornvellen waren den nauwgezetten kleermaker,
-die ook de knieën met de ondoordringbare stof voerde, ter nauwernood
+die ook de knieën met de ondoordringbare stof voerde, ter nauwernood
voldoende.</p>
<p>Lucien, die over deze oplapperij verrukt was, wilde dadelijk zijn
@@ -4249,14 +4210,14 @@ te snuffelen, schudde veelbeteekenend den kop en niesde. Hij
hervatte twee of driemaal deze handelwijze en scheen zeer nadenkend
te zijn.</p>
-<p>»Hij heeft er verstand van en vindt, dat het niet al te slecht
+<p>»Hij heeft er verstand van en vindt, dat het niet al te slecht
genaaid is, sprak de Encuerado met voldoening.</p>
<p>Maar na eene nauwkeuriger kennismaking begon het beest eensklaps
te blaffen en vatte de met zooveel moeite bijeengebrachte
stukken beet en trachtte ze te verscheuren.</p>
-<p>»De lomperd meent, dat de eekhoorn leeft!&rdquo; riep de Indiaan uit.</p>
+<p>»De lomperd meent, dat de eekhoorn leeft!&rdquo; riep de Indiaan uit.</p>
<p>Twintig maal weggejaagd, kwam Gringalet telkens weer tot den
aanval terug, en dat wel met zooveel ijver, dat hij een nieuwe
@@ -4279,7 +4240,7 @@ te veroorzaken. Eenige vogelstemmen lieten zich hooren
en enkele valken, die naar hun nest terugkeerden, hielden een oogenblik
hunne vlucht in, en bleven besluiteloos in de ruimte rondzweven.</p>
-<p>»De wind zal morgen met veel geweld blazen, sprak de Encuerado;
+<p>»De wind zal morgen met veel geweld blazen, sprak de Encuerado;
ik heb de lucht nog eens zoo in vuur gezien en twee dagen
later wierp een verschrikkelijke orkaan de meeste hutten van mijn
dorp om.</p>
@@ -4301,7 +4262,7 @@ onze schuilplaats.</p>
helpt deze vogel om de straten der steden, waarvan de reiniging niet
goed geregeld is, te zuiveren.</p></div>
-<div class="footnote"><p><a id="FN_17" href="#FNa_17" class="label">(17)</a> Verkleinwoord van José-Maria.</p></div>
+<div class="footnote"><p><a id="FN_17" href="#FNa_17" class="label">(17)</a> Verkleinwoord van José-Maria.</p></div>
<div class="footnote"><p><a id="FN_18" href="#FNa_18" class="label">(18)</a> Een beroemd Grieksch geneesheer uit de eerste eeuw der Christelijke
jaartelling.</p></div>
@@ -4365,7 +4326,7 @@ werd aangevoerd, onzen marsch.</p>
<p>Andermaal vertoonden zich rotsen, maar zoo groot en zoo dicht
tegen elkander, dat zij de nabijheid van een berg aankondigden.</p>
-<p>»Aio, Aio Chanito! riep de Indiaan verheugd uit, vooruit, vooruit!
+<p>»Aio, Aio Chanito! riep de Indiaan verheugd uit, vooruit, vooruit!
wij komen aan den eindpaal onzer kwellingen.&rdquo;</p>
<p>De knaap glimlachte en nam den versnelden pas achter zijn gids
@@ -4387,7 +4348,7 @@ tong buitengewoon lang hangen en ging onophoudelijk zitten&mdash;dat
was zonder twijfel zijne manier om te getuigen, dat hij gaarne een
verandering in de lengte van den weg zou hebben voorgeslagen.</p>
-<p>»Wij hebben ongelijk gehad over de schaduw te klagen, sprak
+<p>»Wij hebben ongelijk gehad over de schaduw te klagen, sprak
Sumichrast; hier, op deze opene vlakte, is de warmte nog ondraaglijker
dan onder de boomen. De zon steekt alsof hare stralen van
naaldepunten voorzien waren.</p>
@@ -4399,7 +4360,7 @@ Lucien toe.</p>
en sloeg zulk een bedroefden blik op mij, dat ik hem in mijne armen
sloot.</p>
-<p>»Laat ons stil houden, sprak mijn vriend, terwijl hij onder een
+<p>»Laat ons stil houden, sprak mijn vriend, terwijl hij onder een
reusachtig rotsblok ging zitten, ik verklaar mij overwonnen.&rdquo;</p>
<p>Het was eene groote verlichting voor ons, toen wij voelden dat wij
@@ -4426,7 +4387,7 @@ die zich van mij had meester gemaakt. Met brandende
oogen, gekloven lippen en een zwaar hoofd, dacht geen onzer er aan
te eten; alleen de dorst maakte het ons lastig en wij moesten
Lucien bewaken, ten einde hem te beletten zijne veldflesch ledig te
-drinken. Wij lieten hem op een stukje maïskoek knabbelen, dat hij,
+drinken. Wij lieten hem op een stukje maïskoek knabbelen, dat hij,
met evenveel moeite als wij, kon doorslikken; daarna zagen wij,
achter de rots beschut, vol angst hoe de reuzen, die ons omringden,
bogen en den grond met hunne dikke takken veegden.</p>
@@ -4461,7 +4422,7 @@ dan deed een verschrikkelijke schok de aarde beven en overstemde
dien onmetelijken doodskreet.</p>
<p>Toen, ik beken het, betreurde ik het bitterlijk, dat ik Lucien had
-meêgenomen: ik herinnerde mij dat men mij de gevaren, waarmede
+meêgenomen: ik herinnerde mij dat men mij de gevaren, waarmede
de toorn der natuur ons nu bedreigde, had voorspeld. Bij het hooren
van die onheilspellende geluiden van den storm, in die duisternis,
die op zich zelf reeds een gevaar was, gevoelde ik dat mijn voornemen
@@ -4552,16 +4513,16 @@ toen den Encuerado, die, het dichtst bij Lucien zijnde, zich gehaast
had dezen met zijn lichaam te beschermen. De knaap viel hem om
den hals.</p>
-<p>»Ik zal aan Mama vertellen, dat gij mij het leven hebt gered,&rdquo;
+<p>»Ik zal aan Mama vertellen, dat gij mij het leven hebt gered,&rdquo;
riep hij uit, hem omhelzende.</p>
<p>De Encuerado wilde antwoorden; maar ontroerd door de liefkoozingen
van zijn lieveling, kon hij hem slechts in zijne armen drukken,
terwijl twee tranen langs zijne wangen rolden.</p>
-<p>»Uwe Heerschap is wel goed zich zooveel moeite te geven om ons
+<p>»Uwe Heerschap is wel goed zich zooveel moeite te geven om ons
hare kracht te laten zien,&rdquo; zeide de Indiaan, den wind toesprekende
-om zijne ontroering te verbergen; »wat een fraai mirakel om een
+om zijne ontroering te verbergen; »wat een fraai mirakel om een
pijnboom te ontwortelen, die bijna van ouderdom gestorven was en
hem langs de helling van een berg af te rollen! Ik zou met mijn
machete evenveel kunnen doen, als ik er lust toe had. Ja, blaas
@@ -4589,13 +4550,13 @@ den ondergang had bedreigd. Een onmetelijk, gapend gat, liet ons
de afgescheurde wortels van den reus zien; de aarde was reeds opgedroogd.
Weldra was de helling weer met hout begroeid. Wij kwamen
met veel moeite, uitgeput, hijgende en uitgehongerd vooruit,
-want sedert den vorigen dag hadden wij niets dan maïskoeken gegeten.
+want sedert den vorigen dag hadden wij niets dan maïskoeken gegeten.
Onze roode en opgezwollen oogen maakten ons onkenbaar.</p>
<p>&mdash;Vader, ik ben erg vermoeid, sprak Lucien zacht.</p>
<p>&mdash;Wij ook, lieve jongen; maar moed gehouden, laat ons nog
-wat doorloopen, ons leven is er meê gemoeid.</p>
+wat doorloopen, ons leven is er meê gemoeid.</p>
<p><span class="pagenum" title="82">&nbsp;</span><a id="p_82"></a></p>
@@ -4616,7 +4577,7 @@ zigzaglijnen beschrijvende, als iemand die eene gedachte in 't
hoofd heeft en met den neus in den wind naar iets snuffelt. Ik zag
hem zich eensklaps van zijne vracht ontdoen, onder het struikgewas
verdwijnen en weldra terugkomen, de handen vol met eene soort
-van moerbeziën, de vruchten van de salsaparillaplant, welker zuurachtige
+van moerbeziën, de vruchten van de salsaparillaplant, welker zuurachtige
smaak Lucien weer wat opfrischte. De gangen van den
Encuerado waren alzoo opgehelderd. Wij volgden den Indiaan. Hij
had een boschje van deze struiken gezien, maar ons, uit vrees voor
@@ -4636,7 +4597,7 @@ en nu kwam hij met opgeheven staart en vochtigen snuit van onder
een boschje struikgewas te voorschijn. Sumichrast ging op ontdekking
uit en riep ons met vroolijke stem toe:</p>
-<p>»Eene bron!&rdquo;</p>
+<p>»Eene bron!&rdquo;</p>
<p>Men liep, wie er het eerst komen zou. Onder een dicht boschje
van Salsaparille ving onze reisgezel in zijne naast elkander geplaatste
@@ -4651,7 +4612,7 @@ hebben, hervatten wij onze opstijging, opgebeurd door de gesprekken
en hem eene heele reeks lekkere maaltijden beloofde.</p>
<p>Lucien had een weinig van zijne opgeruimdheid teruggekregen;
-hij zocht beziën of plukte de geelachtige bloemen van de Salsaparille
+hij zocht beziën of plukte de geelachtige bloemen van de Salsaparille
en onderzocht de plant, waarvan hij de vezelachtige wortels
kende, die de Indianen op de markten verkochten.</p>
@@ -4712,7 +4673,7 @@ lippen, al zijne opgeruimdheid teruggekregen. De Encuerado
maakte zich van het konijn meester, dat in een oogwenk gestroopt
was en op de gloeiende kolen lag.</p>
-<p>»Welnu, wat zegt ge wel van de orkanen?&rdquo; vroeg Sumichrast
+<p>»Welnu, wat zegt ge wel van de orkanen?&rdquo; vroeg Sumichrast
aan Lucien, die toezag hoe hij zijn geweer schoonmaakte.</p>
<p>&mdash;Ik had nooit gedacht dat de wind, die onzichtbaar is, zulke
@@ -4739,7 +4700,7 @@ te richten. Lucien, geheel nadenkend geworden, was aan den voet
van een boom gaan zitten en toen ik langs hem ging, zag ik dat
hij tranen in de oogen had.</p>
-<p>»Wat scheelt er toch aan?&rdquo; riep ik uit.</p>
+<p>»Wat scheelt er toch aan?&rdquo; riep ik uit.</p>
<p>&mdash;Ik denk aan Mama en mijne broertjes; mijnheer Sumichrast
zegt dat de storm geheele dorpen moet vernield hebben; wat zal er
@@ -4759,7 +4720,7 @@ der Asteken het eerste jaar van eene eeuw verbeeldde, verschilt,
naar ik meen, van onze Europeesche soorten, ofschoon het ten naastebij
hetzelfde haar en dezelfde gewoonten heeft.</p>
-<p>»Herkent gij de familie van het dier, dat voor ons ontbijt zal
+<p>»Herkent gij de familie van het dier, dat voor ons ontbijt zal
dienen?&rdquo; vroeg Sumichrast zijn leerling.</p>
<p>&mdash;Ja, 't is een knaagdier.</p>
@@ -4774,7 +4735,7 @@ zijn.</p>
dat het konijn, die naaste verwante van de haas, in Europa beschouwd
wordt als uit Afrika afkomstig te zijn. De Asteken offerden
eertijds groote hoeveelheden van deze dieren aan de godin Centeutl,
-de Céres der Mexicaansche godenleer, en de edelen droegen mantels
+de Céres der Mexicaansche godenleer, en de edelen droegen mantels
uit konijnenhaar, met katoen vermengd, geweven. Hazenvleesch willen
de Indianen over het algemeen niet eten, voorgevende dat de
haas zich met lijken voedt, van welke dwaling men nog niet geslaagd
@@ -4794,7 +4755,7 @@ veelkleurige vogels, allen tot de talrijke familie der vinkvogels behoorende,
rond. Wij waren op 't punt de helling op te gaan, toen
de Encuerado, aan wiens scherp oog niets ontsnapte, uitriep:</p>
-<p>»Aardappelen!&rdquo;</p>
+<p>»Aardappelen!&rdquo;</p>
<p>Lucien liep op den Indiaan toe, wiens machete reeds den grond
om eene kleine, kruidachtige plant met ovale bladeren, die overdekt
@@ -4824,7 +4785,7 @@ hij zoo dikwijls doorkruist had, plukte bloemen af, die hem vreemd
schenen aan de keerkringen en zocht zich hare namen te herinneren.
Twee vlinders vlogen spelende over ons heen.</p>
-<p>»Dat is eene soort van de Alpen!&rdquo; riep mijn vriend uit. Het terrein
+<p>»Dat is eene soort van de Alpen!&rdquo; riep mijn vriend uit. Het terrein
liet hem niet toe de wispelturige insecten lang te vervolgen;
hij bleef een oogenblik over den met scherpe punten bezaaiden afgrond
gebukt, en volgde met het oog de gevleugelde bloemen, die
@@ -4967,14 +4928,14 @@ verdween.</p>
uil weerklonk: dat was een roepkreet en de Encuerado gleed op
zijne beurt onder de struiken.</p>
-<p>»Waarom heeft mijnheer Sumichrast den Encuerado geroepen?&rdquo;
+<p>»Waarom heeft mijnheer Sumichrast den Encuerado geroepen?&rdquo;
vroeg Lucien mij zachtjes.</p>
<p><span class="pagenum" title="90">&nbsp;</span><a id="p_90"></a></p>
<p>&mdash;Zonder twijfel omdat hij een wildspoor ontdekt heeft.</p>
-<p>Nauwelijks had ik mijn volzin geëindigd, of een geritsel van
+<p>Nauwelijks had ik mijn volzin geëindigd, of een geritsel van
droge bladeren trok mijne aandacht. Een blauwe vos ging met
hangenden staart en vurigen blik langs mij heen. Ik schoot, doch
zonder het dier te raken, dat zich onder de boomen verloor, door
@@ -4992,7 +4953,7 @@ behendiger van dan ik verwacht had.</p>
<p>Een roepkreet van Sumichrast, waarop Lucien antwoordde, bracht
den teleurgestelden jager weer bij ons.</p>
-<p>»Op welk dier hebt gij geschoten?&rdquo; riep hij mij toe.</p>
+<p>»Op welk dier hebt gij geschoten?&rdquo; riep hij mij toe.</p>
<p>&mdash;Op een vos, dien ik gemist heb; waart gij soms bezig hem
te vervolgen?</p>
@@ -5012,7 +4973,7 @@ handen terug te komen.</p>
<p>Weldra kwam de Encuerado terug, een jonge ree op zijne schouders
dragende.</p>
-<p>»Wat een lief diertje!&rdquo; riep Lucien uit, »waarom hebt gij het niet
+<p>»Wat een lief diertje!&rdquo; riep Lucien uit, »waarom hebt gij het niet
levend gevangen?&rdquo;</p>
<p>&mdash;Omdat alleen een kogel even hard kan loopen, Chanito.</p>
@@ -5029,7 +4990,7 @@ de fijne beenen en den spitsen snuit van het arme dier, welks met
gelijkmatige witte vlekken bezaaide bruingele rug met den leeftijd
van kleur verandert.</p>
-<p>»Laat eens hooren, meester Zonnestraal, waaronder zoudt gij dat
+<p>»Laat eens hooren, meester Zonnestraal, waaronder zoudt gij dat
zoogdier rangschikken?&rdquo; vroeg Sumichrast aan Lucien.</p>
<p><span class="pagenum" title="91">&nbsp;</span><a id="p_91"></a></p>
@@ -5099,7 +5060,7 @@ het zijn maaltijd, tot groote verbazing van mijn zoon, die niet dacht,
de gewoonten van den tijger terug te vinden bij een insect van zulken
sierlijken vorm en oogenschijnlijk zoo onschadelijk.</p>
-<p>»Dat is een huidvleugelige of adervleugelige of <i><ins class="corr" id="corr74" title="Bron: neurophtere">neuroptere</ins></i>, aldus
+<p>»Dat is een huidvleugelige of adervleugelige of <i><ins class="corr" id="corr74" title="Bron: neurophtere">neuroptere</ins></i>, aldus
genoemd naar de netvormige aderen, die gij op de vleugels, ten
getale van vier, kunt zien. Dit insect leeft eerst, in de gedaante van
larve, in het water; in dien toestand&mdash;waarin het een jaar verblijft&mdash;gelijkt
@@ -5169,7 +5130,7 @@ was. Het diertje, waarschijnlijk door het licht verblind, liet
den vinger, die haar toen liet vallen. De Encuerado pakte de vluchteling
evenwel weer beet.</p>
-<p>»Weet gij niet, dat de hagedissen geen kwaad doen? <ins class="corr2" id="corr75" title="Bron: »"></ins>vroeg Sumichrast
+<p>»Weet gij niet, dat de hagedissen geen kwaad doen? <ins class="corr2" id="corr75" title="Bron: »"></ins>vroeg Sumichrast
aan Lucien.</p>
<p>&mdash;Daarom bijten ze dan zeker, hernam de knaap, zijne hand
@@ -5204,7 +5165,7 @@ sliepen onder eene zoele lucht in, die ons te aangenamer was, als
wij aan het lijden van den vorigen nacht dachten.</p>
<p>Onze slaap werd onderbroken door het herhaalde geroep van eene
-schaar sierlijke vinkvogels, door de Mexicanen »wekkers&rdquo; (<i xml:lang="es">despertadores</i>)
+schaar sierlijke vinkvogels, door de Mexicanen »wekkers&rdquo; (<i xml:lang="es">despertadores</i>)
geheeten. De dag vertoonde zich ternauwernood en in spijt
van de voorspelling van den Encuerado had het niet geregend. De
glans van het opnieuw aangewakkerde haardvuur verdreef onze gevederde
@@ -5259,10 +5220,10 @@ den grond rolden.</p>
<p>Ons gelach kwetste de eigenliefde van den goeden Indiaan.</p>
-<p>»Arme Jose-Marie!&rdquo; riep hij uit, met ten hemel geheven handen.
-»Je wordt oud. Wat een schande! niet eens meer een handje vol
+<p>»Arme Jose-Marie!&rdquo; riep hij uit, met ten hemel geheven handen.
+»Je wordt oud. Wat een schande! niet eens meer een handje vol
<ins class="corr" id="corr78" title="Bron: gayava's">goyava's</ins> te kunnen dragen. In je jonge jaren zouden drie zulke
-manden vol nog niet zwaar genoeg zijn geweest om je knieën te
+manden vol nog niet zwaar genoeg zijn geweest om je knieën te
doen buigen als een oud paard. Arme Jose-Marie.&rdquo;</p>
<p>De Encuerado overdreef wel een weinig zijne vroegere kracht,
@@ -5306,14 +5267,14 @@ aan den reiziger, naar wien hare verraderlijke groene stengels en
behaarde bladeren zich uitstrekken.</p>
<p>Het lijden van Sumichrast bedroefde ons, want wij kenden bij eigen
-ondervinding de ondragelijke branding, welke de steken van de »booze
+ondervinding de ondragelijke branding, welke de steken van de »booze
vrouw&rdquo; veroorzaken.</p>
<div class="figcenter" style="width: 350px;">
<a href="images/ill_p096a.png"><img
src="images/ill_p096a-th.png" width="350" height="507"
alt=""
- title="Klik voor vergroting (840×1217px, 320kB)" /></a>
+ title="Klik voor vergroting (840×1217px, 320kB)" /></a>
<div class="caption">Een struik hield hem boven den afgrond tegen. (blz. 96).</div>
</div>
@@ -5324,7 +5285,7 @@ een weinig terrein; maar weldra verhief zich een bosch van brandnetels
den Encuerado geholpen, met behulp van de machete een nauw
en bochtig pad baande op een bodem, waarvan de grillige slingeringen
meer dan eens onzen arbeid nutteloos maakten; eindelijk
-bereikte ik <i>ahuéhuétés</i> met een somber gebladerte,&mdash;wij waren
+bereikte ik <i>ahuéhuétés</i> met een somber gebladerte,&mdash;wij waren
bijna de moeielijkheid te boven.</p>
<p>Ik keerde naar mijne gezellen terug; de stengels van de brandnetels
@@ -5340,7 +5301,7 @@ Gringalet, den staart omhoog geheven, scheen het gevaar te
trotseeren; ik merkte evenwel op dat hij, door zijn instinct gedreven,
vermeed op de bladeren te trappen, waarmede het pad bezaaid was.</p>
-<p>Onder de ahuéhuétés, eene soort van cypres, vertoonden zich vijf
+<p>Onder de ahuéhuétés, eene soort van cypres, vertoonden zich vijf
of zes slangen, die bijna onmiddellijk verdwenen. Eene enkele, ongeveer
anderhalven meter lang, hield aan den voet van een boom in
en wierp een vertoornden blik op ons. Gringalet liep woedend en
@@ -5364,7 +5325,7 @@ maar de Encuerado had voor beginsel, dat de kruipdieren in
liep op de slang toe, die, den vogel wegwerpende, met een ruw geschuifel
de vlucht nam.</p>
-<p>»Is dat dan een ratelslang?&rdquo; vroeg Lucien verwonderd.</p>
+<p>»Is dat dan een ratelslang?&rdquo; vroeg Lucien verwonderd.</p>
<p><span class="pagenum" title="98">&nbsp;</span><a id="p_98"></a></p>
@@ -5389,8 +5350,8 @@ kruipen, waarop men tot zelfs de schubben der oogen terugvindt.</p>
gegaan, kwam eensklaps terug met een grooten plantaardigen helm
op het hoofd. Ik herkende de reusachtige bloem eener plant, die ik
reeds op de bergen van Songolica had aangetroffen. Niets is prachtiger
-dan deze bloem, die vóór hare ontluiking den vorm heeft van
-een eend op het water. In één ochtend gaat de groote bloemkelk
+dan deze bloem, die vóór hare ontluiking den vorm heeft van
+een eend op het water. In één ochtend gaat de groote bloemkelk
open en verandert in een met een helmkam versierden helm, waarvan
het binnenste als met paars fluweel bekleed, de oogen verblindt.
Het zaad van deze slingerplant, waarvan de Indiaansche
@@ -5488,7 +5449,7 @@ mijne gezellen, en daar ik dacht behendiger dan zij te zijn, lag ik
weldra bij hen. Daar lagen we dan alle vier met de hand in 't water,
onbeweeglijk, met ingehouden adem, ten einde des te beter onze
aandacht op de draaikevers te kunnen vestigen. De draaikevers
-kwamen in opeengedrongen massa, draaiden als een levend mozaïek,
+kwamen in opeengedrongen massa, draaiden als een levend mozaïek,
gingen van rechts naar links, van voor naar achter, maar hoe vlug
wij ook de ondergedompelde hand naar boven brachten, het mocht
ons niet gelukken er een enkelen te vangen.</p>
@@ -5560,12 +5521,12 @@ deed gelijken. Vol trots over zijne ontdekking, vatte hij er twee of
<span class="pagenum" title="102">&nbsp;</span><a id="p_102"></a>drie aan; maar toen hij bemerkte, dat hun week lichaam tusschen
zijne vingers meegaf, liet hij ze vol afkeer vallen.</p>
-<p>»Hé! Wat zijn dat voor beesten?&rdquo;</p>
+<p>»Hé! Wat zijn dat voor beesten?&rdquo;</p>
<p>&mdash;Dat zijn houtwantsen, antwoordde Sumichrast, maar nog in
den staat van larven; zij hebben nog geen vleugels.</p>
-<p>»Van waar komt die reuk, die mijne vingers verpest?&rdquo;</p>
+<p>»Van waar komt die reuk, die mijne vingers verpest?&rdquo;</p>
<p>&mdash;Als men ze aanraakt, zweeten zij een geelachtig vocht, van
eene zeer doordringende reuk, uit.</p>
@@ -5593,7 +5554,7 @@ de plaats door, waar wij de slangen hadden gezien. Ik weet niet
hoe wij met onze opstijging zouden klaargekomen zijn, als de Encuerado
niet op de gedachte was gekomen om takken af te snijden,
die voor stokken dienden. Vooral wilde ik Lucien de pijn besparen,
-die de aanraking met de »booze vrouw&rdquo; veroorzaakt en met eene
+die de aanraking met de »booze vrouw&rdquo; veroorzaakt en met eene
zucht van verlichting zag ik hem gezond en wel boven op den
oever.</p>
@@ -5649,7 +5610,7 @@ in Europa.</p>
<p>Door een zonderling toeval liet een raaf boven ons een vreeselijk
gekras hooren, op het oogenblik dat de vos stierf.</p>
-<p>»Ziedaar een raaf, die ons bedankt, dat wij hem van meester vos
+<p>»Ziedaar een raaf, die ons bedankt, dat wij hem van meester vos
bevrijd hebben,&rdquo; sprak Sumichrast tot Lucien.</p>
<p>De knaap lachte om de scherts. Niettegenstaande onze raadgevingen,
@@ -5659,7 +5620,7 @@ het duurde dan ook niet lang of de schoone pels rustte op zijn arm,
in afwachting dat zij de buitenzijde van de mars zou versieren, om
te drogen.</p>
-<p>»Ik hoop dat gij de verwantschap van meester vos reeds zult herkend
+<p>»Ik hoop dat gij de verwantschap van meester vos reeds zult herkend
hebben,&rdquo; sprak Sumichrast tot Lucien.</p>
<p>&mdash;Ja, door de kleur en den vorm gelijkt hij op den coyoot.</p>
@@ -5698,14 +5659,14 @@ in plaats van om ons heen te huppelen, zooals zijne gewoonte was,
zonder ophouden achter bleef, de ooren opstak en een klagend gehuil
deed hooren.</p>
-<p>»Drommels,&rdquo; riep ik uit, »als wij Gringalet eens voor gids namen?&rdquo;</p>
+<p>»Drommels,&rdquo; riep ik uit, »als wij Gringalet eens voor gids namen?&rdquo;</p>
<p>Zoodra het dier zijn naam hoorde, kwam het naar mij toe. Ik
streelde het.</p>
<p><span class="pagenum" title="105">&nbsp;</span><a id="p_105"></a></p>
-<p>»Komaan, zeg eens tegen uw hond, dat hij ons naar het bivak
+<p>»Komaan, zeg eens tegen uw hond, dat hij ons naar het bivak
brengt,&rdquo; sprak ik tot Lucien.</p>
<p>&mdash;Naar het bivak! naar het bivak! riep de knaap uit, terwijl
@@ -5719,7 +5680,7 @@ wiens hand al meer en meer opzwol, schertste nog maar bij tusschenpoozen.
Lucien, hoewel vermoeid, liep steeds door, telkens zijn hond
toeroepende:</p>
-<p>»Naar 't bivak! naar 't bivak!&rdquo;</p>
+<p>»Naar 't bivak! naar 't bivak!&rdquo;</p>
<p>Allengs werd het geraas van den stroom duidelijker; onze gids
begaf zich onder het kreupelhout. Terwijl wij de takken, die ons
@@ -5824,7 +5785,7 @@ die met verschrikkelijke klauwen gewapend waren, woedend heen
en weer sloeg, terwijl het zijn bek, een soort van hoornachtigen
snavel, dreigend opensperde.</p>
-<p>»Het is een <i xml:lang="es">galapago</i>, zeide de Encuerado<ins class="corr" id="corr81" title="Niet in Bron.">,</ins>
+<p>»Het is een <i xml:lang="es">galapago</i>, zeide de Encuerado<ins class="corr" id="corr81" title="Niet in Bron.">,</ins>
en slechts goed om gedood te worden.</p>
<p>De chelonier,<a id="FNa_24" href="#FN_24" class="fnanchor">(<sup>24</sup>)</a> dien de geleerden alligator- of crocodil-schildpad
@@ -5863,9 +5824,9 @@ wonden zien overleven, die men zou meenen dat doodelijk
moesten zijn, zoo stonden wij nu toch verstomd over de kracht van het
zenuwstelsel, die zich bij dit dier voordeed.</p>
-<p>»Komaan, beste vriend, tracht nu eens zonder kop te zwemmen
+<p>»Komaan, beste vriend, tracht nu eens zonder kop te zwemmen
en pas op dat je je huis niet tegen de rotsen stuk slaat!&rdquo; riep de
-Indiaan uit. »Wat! de vader redt je het leven en je wilt zijn zoon
+Indiaan uit. »Wat! de vader redt je het leven en je wilt zijn zoon
verwonden! Gij hadt mij niet gezien of ge dacht er niet aan dat
ik ook bijten kon.</p>
@@ -5881,11 +5842,11 @@ boomen, op een kalen en vetten grond&mdash;want slechts bij het naderen
der lichtingen wordt de aarde met gras bedekt,&mdash;toen de
Encuerado den schreeuw van een fazant hoorde.</p>
-<p>»Laat ons naar links afslaan, om dichter bij het wild te komen,&rdquo;
-sprak Sumichrast zachtjes, »en laat ons vooral de bladeren niet in
+<p>»Laat ons naar links afslaan, om dichter bij het wild te komen,&rdquo;
+sprak Sumichrast zachtjes, »en laat ons vooral de bladeren niet in
beweging brengen.&rdquo;</p>
-<p>»Wij zijn op den goeden weg,&rdquo; mompelde de Encuerado, »luistert....
+<p>»Wij zijn op den goeden weg,&rdquo; mompelde de Encuerado, »luistert....
ik sta er borg voor, dat gij hem voor uw maaltijd zult hebben.&rdquo;</p>
<p>De Indiaan zette zijne vracht neer, waarvan Sumichrast en Lucien
@@ -5923,7 +5884,7 @@ vond den kop te klein voor het lichaam van den vogel, wiens naakte
en wratachtige wangen, zooals hij zeide, er uitzagen alsof het
dier twee pleisters van een schildpadhuid droeg:&mdash;welke opmerking
niet van juistheid ontbloot was. Zoover mij bekend is, bezit
-Mexico geene enkele der fraaie, veelkleurige soorten uit Azië en
+Mexico geene enkele der fraaie, veelkleurige soorten uit Azië en
Afrika<ins class="corr" id="corr83" title="Niet in Bron.">.</ins><a id="FNa_25" href="#FN_25" class="fnanchor">(<sup>25</sup>)</a></p>
<p>Tegen twee uur in den middag maakte Lucien de opmerking, dat
@@ -5934,7 +5895,7 @@ Trots op deze zending, waarnaar hij altijd hunkerde, bracht
onze jeugdige gids ons op eene opene plek, die op korten afstand een
grooten, met hout begroeiden wal liet zien.</p>
-<p>»Halt!&rdquo; riep ik uit.</p>
+<p>»Halt!&rdquo; riep ik uit.</p>
<p><span class="pagenum" title="110">&nbsp;</span><a id="p_110"></a></p>
@@ -6071,7 +6032,7 @@ RAADSVERGADERING VAN KALKOENEN.</p>
<p>Gringalet was de eenige van ons, die den <ins class="corr" id="corr84" title="Bron: fezant">fazant</ins> versmaadde. Daar
wij onzen reismakker niet nuchter konden laten, gaf ik hem een
-stuk maïskoek, waarvan de Encuerado eene lekkere brij maakte,
+stuk maïskoek, waarvan de Encuerado eene lekkere brij maakte,
want hij wilde zijn woord, dat hij Gringalet had gegeven, toen deze
de bron ontdekte, houden.</p>
@@ -6097,7 +6058,7 @@ als waren zij van hun schrik bekomen.</p>
<p>Het duurde evenwel niet lang, want Lucien vond er vermaak in
met zijne vingers over de blaadjes te gaan, die onmiddellijk weer
toevouwden, alsof zij door die lichte aanraking beleedigd waren. De
-Indianen noemen het kruidje-roer-mij-niet »de beschaamde.&rdquo; De plant
+Indianen noemen het kruidje-roer-mij-niet »de beschaamde.&rdquo; De plant
groeit zelden alleen. Een enkele slag op den stam was voldoende
om oogenblikkelijk alle takken, die dan als door een gevoel van
schaamte bezield schenen te zijn, te doen buigen. Toen de zon
@@ -6117,7 +6078,7 @@ kon zich weer van zijne hand bedienen, hoewel zij hem nog
pijn deed. De berg voor ons, die te steil was om beklommen te
kunnen worden, bracht ons in eene groote verlegenheid.</p>
-<p>»Laat ons links afgaan, zeide Sumichrast, terwijl hij onder het
+<p>»Laat ons links afgaan, zeide Sumichrast, terwijl hij onder het
houtgewas op een vochtigen, met gras begroeiden bodem voortliep.</p>
<p>Tegen den middag en terwijl de Encuerado al brommende verklaarde
@@ -6127,8 +6088,8 @@ hoogstens een twintigtal schreden breed was en in minder dan een
half uur bracht de tegenovergestelde zijde ons midden in eene verrukkelijke
vallei.</p>
-<p>»Hela! meester Zonnestraal,&rdquo; riep Sumichrast, die mij de hut hielp
-bouwen, uit, »vergeet gij dan dat gij belast zijt met voor het vuur
+<p>»Hela! meester Zonnestraal,&rdquo; riep Sumichrast, die mij de hut hielp
+bouwen, uit, »vergeet gij dan dat gij belast zijt met voor het vuur
te zorgen?&rdquo;</p>
<p>&mdash;Neen, antwoordde Lucien, die verdiept scheen in de beschouwing
@@ -6176,7 +6137,7 @@ zijn pijn te verlichten, maar verergerde daardoor zijn lijden des te
meer. Lucien liep op hem toe en slaagde er in een vijftiental stekels,
die diep ingedrongen waren, uit zijn neus te halen.</p>
-<p>»Waar is toch je verstand gebleven? vroeg de Encuerado aan <ins class="corr" id="corr85" title="Bron: Gringolet">Gringalet</ins>,
+<p>»Waar is toch je verstand gebleven? vroeg de Encuerado aan <ins class="corr" id="corr85" title="Bron: Gringolet">Gringalet</ins>,
terwijl hij hem neus en snuit afwiesch. Zoo maar in een stekelvarken
te willen bijten! Waarlijk, ik had gedacht dat je slimmer
waart. 't Is wel goed moedig te zijn, maar ik raad je toch aan om
@@ -6210,7 +6171,7 @@ Gringalet den Indiaan op de hielen.</p>
<p>Lucien klom op de rots, die over den poel hing, gaf mij een
teeken om bij hem te komen en zeide toen zachtjes:</p>
-<p>»Zie eens, vader, wat daar een zonderling dier zit.&rdquo;</p>
+<p>»Zie eens, vader, wat daar een zonderling dier zit.&rdquo;</p>
<p>Ik klom ook op de rots en vond op het rotsvlak een Mexicaanschen
Cameleon, eene soort hagedis van ronden vorm, de bruine huid
@@ -6264,7 +6225,7 @@ hooger steeg, en bracht toen zijne buit achter de boomen in veiligheid.</p>
<p>Lucien, die in de vlakte al de wisselingen van dit gevecht had
aanschouwd, kwam weer bij ons.</p>
-<p>»Waarom heeft die groote vogel zich laten overwinnen door zulk
+<p>»Waarom heeft die groote vogel zich laten overwinnen door zulk
een kleinen tegenstander?&rdquo; vroeg hij Sumichrast.</p>
<p>&mdash;Omdat hij lafhartig is.</p>
@@ -6350,11 +6311,11 @@ dansen. Zijne zonderlinge bewegingen deden ons schateren van 't lachen
en Lucien liep op den Indiaan toe, die nu zijn dansen veranderde
in buitelingen, op het gras den kunstenmaker vertoonende.</p>
-<p>»Een kalkoen!&rdquo; riep hij ons toe.</p>
+<p>»Een kalkoen!&rdquo; riep hij ons toe.</p>
<p>De zware vogel met goudgroen gevederte ging van hand tot hand.</p>
-<p>»Oh, Chanito! riep de Indiaan uit, als gij met mij meê waart
+<p>»Oh, Chanito! riep de Indiaan uit, als gij met mij meê waart
gegaan, zoudt gij er een ganschen troep van gezien hebben! Ik had
die leelijke <span xml:lang="es">chibicoyos</span> vervolgd zonder ze zelfs te zien en ik was
aan den voet van een boom gaan rusten, toen Gringalet de ooren
@@ -6384,7 +6345,7 @@ de gebaren bij de woorden, draaide in de rondte, boog zijn armen
<span class="pagenum" title="120">&nbsp;</span><a id="p_120"></a>rond en bracht zijn kin op de borst om de beweging van de vogels,
die hij beschreef, na te bootsen.</p>
-<p>»Maar wat zeggen zij dan?&rdquo; vroeg Lucien slim.</p>
+<p>»Maar wat zeggen zij dan?&rdquo; vroeg Lucien slim.</p>
<p>&mdash;Dat hangt er van af, hernam de Indiaan, aan zijn voorhoofd
krabbelende. De troep, door Gringalet verrast, heeft zeker gezegd:
@@ -6398,7 +6359,7 @@ den tijd gehad om <i>poem!</i> te doen en dien mooien <i xml:lang="es">totole</i
<p>Men behoeft niet te vragen of dit verhaal onze vroolijkheid gaande
maakte. Terwijl wij naar het bivak terugkeerden, vertelde Sumichrast
-aan Lucien, dat de kalkoen uit Amerika voortkomt, dat de Jezuïeten
+aan Lucien, dat de kalkoen uit Amerika voortkomt, dat de Jezuïeten
hem naar Europa overbrachten, waar hij goed gedijde. In den tammen
staat is het gevederte van den kalkoen veel van kleur veranderd;
het is rood, wit, grijs en zwart geworden. Maar wat hij niet
@@ -6411,11 +6372,11 @@ op domme en laffe menschen.</p>
<p>Lucien vertelde op zijne beurt aan den Encuerado de geschiedenis
van den ekster en van de slang.</p>
-<p>»Hebt gij een maquizcoatl, een slang met twee koppen, gedood!&rdquo;
+<p>»Hebt gij een maquizcoatl, een slang met twee koppen, gedood!&rdquo;
riep de Indiaan uit.</p>
<p>&mdash;Ik heb haar hoogstens gewond, daar zij ontsnapt is; maar zij
-had slechts één kop.</p>
+had slechts één kop.</p>
<p>&mdash;Dan hebt gij haar niet goed aangezien; ik ben er zeker van,
dat zij zich niet heeft behoeven om te keeren om te vluchten.</p>
@@ -6454,7 +6415,7 @@ slangen; bij sommige soorten treft men nog zeer korte pooten aan. (N. v. d. V.)<
<p class="subh2">EEN VUURBOL.&mdash;DE LANTAARNS VAN ONZEN-LIEVEN-HEER.&mdash;HET
STINKDIER.&mdash;DE JALAPPE.&mdash;EENE LUCHTREIS.&mdash;DE
-ORCHIDEEËN.&mdash;BIVAK BIJ DEN INGANG VAN EENE
+ORCHIDEEËN.&mdash;BIVAK BIJ DEN INGANG VAN EENE
GROT.&mdash;GRINGALET EN DE KEVERS.&mdash;EEN TERMIETENNEST.</p>
<p>De zon verliet ons weldra en wij bleven bij het vuur zitten praten.
@@ -6478,17 +6439,17 @@ langs de boschachtige bergruggen. Lucien en de Encuerado overlaadden
ons met vragen, waarop wij niet wisten te antwoorden. De roode
ellips, die geen stralen vertoonde, nam hare richting naar ons toe.</p>
-<p>»Wat is dat?&rdquo; riep Sumichrast uit.</p>
+<p>»Wat is dat?&rdquo; riep Sumichrast uit.</p>
<p><span class="pagenum" title="122">&nbsp;</span><a id="p_122"></a></p>
-<p>&mdash;»Een vuurbol!&rdquo; riep ik uit, door eene plotselinge gedachte
+<p>&mdash;»Een vuurbol!&rdquo; riep ik uit, door eene plotselinge gedachte
getroffen.</p>
<p>&mdash;Als ik mijn geweer had, zou ik er op goed geluk af op schieten,
sprak de Encuerado en wilde schielijk zijn wapen krijgen.</p>
-<p>»Blijf hier,&rdquo; sprak ik; »die bol bevat misschien den bliksem, en
+<p>»Blijf hier,&rdquo; sprak ik; »die bol bevat misschien den bliksem, en
men moet dien niet nutteloos naar zich toe trekken.&rdquo; Op hetzelfde
oogenblik ging de meteoor ons voorbij; wij hadden ons met het
gelaat op den grond geworpen, daar wij het onbekende vreesden.
@@ -6504,7 +6465,7 @@ duisternis.</p>
<p>Terwijl wij naar het bivak terugkeerden, bestormden Lucien en de
Encuerado ons met vragen.</p>
-<p>»Wat zijn toch vuurbollen?&rdquo; vroeg de knaap.</p>
+<p>»Wat zijn toch vuurbollen?&rdquo; vroeg de knaap.</p>
<p>&mdash;Volgens het zeggen der geleerden, antwoordde Sumichrast, zijn
het brokstukken van planeten, die in de ruimte dwalen en die,
@@ -6516,13 +6477,13 @@ op hare oppervlakte neervallen.</p>
<p><ins class="corr" id="corr86" title="Niet in Bron.">&mdash;</ins>Gewoonlijk uit zwavel, chroom en ijzer. Het verschijnsel der vallende
sterren staat in nauw verband met dat der vuurbollen en de
-neergeworpen brokstukken heeten aëroliden.</p>
+neergeworpen brokstukken heeten aëroliden.</p>
<p>&mdash;Wilt gij ons wijsmaken, dat er steenen van den hemel regenen?
vroeg de Encuerado.</p>
<p>&mdash;Zeker, en als ik mij niet vergis heeft men in uw land de
-grootste bekende aërolide gevonden, want zij weegt niet minder dan
+grootste bekende aërolide gevonden, want zij weegt niet minder dan
vijfduizend kilo's. Morgen zullen wij gaan zoeken naar die, welke
aan het einde der vallei moet neergevallen zijn.</p>
@@ -6538,7 +6499,7 @@ aan het einde der vallei moet neergevallen zijn.</p>
om hetgeen hij dacht dat eene scherts was. Hij lachte zelfs zoo
hartelijk, dat zijne vroolijkheid zich aan ons mededeelde.</p>
-<p>»Wat denkt gij dan, dat de zon en de maan zijn?&rdquo; vroeg Lucien hem.</p>
+<p>»Wat denkt gij dan, dat de zon en de maan zijn?&rdquo; vroeg Lucien hem.</p>
<p><span class="pagenum" title="123">&nbsp;</span><a id="p_123"></a></p>
@@ -6552,14 +6513,14 @@ toeschreef, vermaakte den Indiaan zeer. Toen eindelijk de jonge
sterrenkundige meende de overwinning te hebben behaald, omhelsde
zijn tegenspreker hem en zeide:</p>
-<p>»Uw vertelseltje is heel mooi! Och, wat zou ik 'n plezier hebben,
+<p>»Uw vertelseltje is heel mooi! Och, wat zou ik 'n plezier hebben,
als ik al die fraaie geschiedenissen in de boeken kon lezen.&rdquo;</p>
-<p>&mdash;Dàt 'n vertelseltje! riep Lucien verontwaardigd uit.</p>
+<p>&mdash;Dàt 'n vertelseltje! riep Lucien verontwaardigd uit.</p>
<p>&mdash;Drommels, wat anders. Te willen beweren, dat de aarde een
bol is, die rondwandelt, en dat er sterren zijn, grooter dan zij! Ik
-heb meer dan één nacht doorgebracht met er naar te kijken, en het
+heb meer dan één nacht doorgebracht met er naar te kijken, en het
zijn wel degelijk lantaarns, hoor!</p>
<p>&mdash;Maar als gij ze dan hebt gadegeslagen, viel Sumichrast hem in de
@@ -6572,7 +6533,7 @@ goede God rijk genoeg is...</p>
aan eene woordenwisseling, die ik bij ondervinding wist, dat slechts
op eene nederlaag van Sumichrast en Lucien kon uitloopen.</p>
-<p>Den volgenden morgen was mijn eerste werk mijne metgezellen <ins class="corr" id="corr87" title="Bron: mêe">meê</ins>
+<p>Den volgenden morgen was mijn eerste werk mijne metgezellen <ins class="corr" id="corr87" title="Bron: mêe">meê</ins>
te nemen om naar den vuurbol te zoeken. De vuurbol was bijna
over ons heengegaan en ik geloofde zeker er de brokstukken van te
zullen vinden. Na een uur van nutteloos ronddolen, moest ik wel
@@ -6598,22 +6559,22 @@ veroorzaakt en was onder den schok bezweken.</p>
<p><span class="pagenum" title="124">&nbsp;</span><a id="p_124"></a></p>
-<p>»Dat zijn de stukken van een lantaarn,&rdquo; zeide Lucien tot den
+<p>»Dat zijn de stukken van een lantaarn,&rdquo; zeide Lucien tot den
Encuerado, die een grooten steen met metaalachtigen glans had
opgeraapt.</p>
<p>De Indiaan schudde het hoofd zonder te antwoorden. Die omgeworpen
boom, die zwartgebrande stam, dat verdorde en als 't ware
verbrande gras, die steenen, zoo vreemd van uiterlijk, wierpen klaarblijkelijk
-zijne theorieën omver. Ieder onzer vermeerderde zijne vracht
-met een aërolide en daarop het bergvlak weer bereikende, trokken
+zijne theorieën omver. Ieder onzer vermeerderde zijne vracht
+met een aërolide en daarop het bergvlak weer bereikende, trokken
wij het bosch in.</p>
<p>Een geweerschot van Sumichrast maakte dezen voor den geheelen
dag gelukkig; hij had een kruisbek van groenachtige kleur, in Europa
nog onbekend, geschoten.</p>
-<p>»Wat een vreemde vogel! riep Lucien uit. Hoe kan hij met zulk
+<p>»Wat een vreemde vogel! riep Lucien uit. Hoe kan hij met zulk
een scheeven bek eten?&rdquo;</p>
<p>&mdash;Zijn bek, antwoordde Sumichrast lachende, is geschikt voor
@@ -6676,7 +6637,7 @@ tot den gewonen en buitengewonen sandaalmaker van onze Majesteiten.</p>
<p>Den volgenden morgen drongen wij met het aanbreken van den
dag eene nauwe bergkloof in, waar wij onmogelijk naast elkander
konden gaan. Den ganschen ochtend liepen wij tusschen twee muren,
-met mos, varens en orchideeën begroeid. De vochtige bodem
+met mos, varens en orchideeën begroeid. De vochtige bodem
onderhield rondom ons eene zeer aangename frischheid, maar de
doortocht, door omgeworpen boomstammen versperd, maakte den
marsch zeer moeielijk.</p>
@@ -6750,7 +6711,7 @@ geknoopt te hebben, verdween hij.</p>
<a href="images/ill_p126b.png"><img
src="images/ill_p126b-th.png" width="344" height="489"
alt=""
- title="Klik voor vergroting (871×1239px, 305kB)" /></a>
+ title="Klik voor vergroting (871×1239px, 305kB)" /></a>
<div class="caption">Toen liet Sumichrast zich tot den boom afglijden. (blz. 127).</div>
</div>
@@ -6759,7 +6720,7 @@ zitten, om welken hij den <span xml:lang="es">lazo</span> gerold had en berichtt
onze nederdaling zonder veel gevaar ten uitvoer konden brengen.
Sumichrast maakte een tweeden <span xml:lang="es">lazo</span> gereed.</p>
-<p>»Hoe zullen wij hem vastmaken? vroeg Lucien. Er zijn geen dikke
+<p>»Hoe zullen wij hem vastmaken? vroeg Lucien. Er zijn geen dikke
takken op den rand.&rdquo;</p>
<p>&mdash;De riem is lang en ik zie daar een heester met vrij stevige
@@ -6774,11 +6735,11 @@ meester Zonnestraal heeft gelijk.</p>
<p>En ieder onzer trachtte de moeielijkheid op te lossen, door meer
of minder uitvoerbare middelen voor te stellen.</p>
-<p>»Ik heb het gevonden!&rdquo; riep ik met minstens evenveel voldoening
+<p>»Ik heb het gevonden!&rdquo; riep ik met minstens evenveel voldoening
uit, als Archimedes, toen hij uit het bad kwam. Mijn machete
nemende, maakte ik twee palen van gemiddelde dikte, die ik dicht
bij elkander, op drie pas van den afgrond in den bodem stak. Terwijl
-Sumichrast met een geïmproviseerd heiblok dit werk nog meer
+Sumichrast met een geïmproviseerd heiblok dit werk nog meer
bevestigde, kapte ik een tak van ongeveer een voet lengte af, in
't midden waarvan ik den <span xml:lang="es">lazo</span> stevig vastknoopte en dien ik dwars
achter mijne palen plaatste. Ik berekende dat, als wij eenmaal de
@@ -6795,7 +6756,7 @@ voorraad, die dit tweede gedeelte van de reis er goed afbracht.</p>
<p>Het ongeduld van Lucien was buitengewoon groot; deze luchtreis
bekoorde hem.</p>
-<p>»Nu uwe beurt,&rdquo; sprak ik, zoodra ik den riem weer had opgehaald.</p>
+<p>»Nu uwe beurt,&rdquo; sprak ik, zoodra ik den riem weer had opgehaald.</p>
<p>&mdash;Wilt u me vastbinden? vroeg hij geheel teleurgesteld.</p>
@@ -6818,7 +6779,7 @@ niet meer in de gelegenheid zijn haar te hernieuwen.</p>
<p>Lucien liet zich, niet zonder een weinig spijtigheid te betoonen,
vastbinden, terwijl zijn verbaasde hond om hem stond te blaffen.</p>
-<p>»Geduld maar! Geduld maar! sprak ik tot hem; je beurt zal ook
+<p>»Geduld maar! Geduld maar! sprak ik tot hem; je beurt zal ook
wel komen, dan zal je zoo blij niet zijn.&rdquo;</p>
<p>De riem gleed langzaam af en weldra was de knaap tusschen de
@@ -6850,13 +6811,13 @@ geslagen. Sumichrast en Lucien waren vooruitgegaan.</p>
<p>De marsch werd bezwaarlijk, en het was niet altijd gemakkelijk
om op die, nu eens gladde, dan weer hobbelige rotsen zijn evenwicht
-te bewaren. Wij liepen tusschen twee heggen van Orchideeën door,
+te bewaren. Wij liepen tusschen twee heggen van Orchideeën door,
eene soort vetplanten, waarvan Mexico duizenden soorten bezit;
bijna bij elke schrede staan blijvende om de eene of andere van deze
fraaie planten te bewonderen, die zoo zonderling van vorm zijn en
<span class="pagenum" title="129">&nbsp;</span><a id="p_129"></a>zulke schitterende bloemen hebben, gewoonlijk echter zonder geur.
De Encuerado wees ons verscheidene planten van de lynx-bloem,
-die door de Indianen »slangenbloem&rdquo; wordt genoemd, en wier vijf,
+die door de Indianen »slangenbloem&rdquo; wordt genoemd, en wier vijf,
met gele punten bezaaide bloembladen, met rose, violet en wit gemarmerd
zijn. Iets verder herinnerde eene andere bloem, de <i>oceloxochitl</i>,
tijgerbloem, door hare kleur aan de huid van het dier, waar de Indianen
@@ -6868,7 +6829,7 @@ hij moest zich nu tevreden stellen met te vernemen, dat, met uitzondering
van de vanielje en de Orchidee, die haar naam aan de geheele
familie heeft gegeven, en wier gedroogde knollen onder den naam
van <i xml:lang="la">salep</i> bekend zijn, geene enkele van het schitterende legioen der
-Orchideeën, iets voor de kunsten noch voor de nijverheid oplevert.</p>
+Orchideeën, iets voor de kunsten noch voor de nijverheid oplevert.</p>
<p>Wij hadden den voet van den berg bereikt: reeds groeiden eenige
struiken om ons, toen eene onmetelijke rotsmassa ons tot een omweg
@@ -6888,7 +6849,7 @@ maal te zorgen.</p>
<p>Toen ik in de vlakte was gekomen, kon ik beter oordeelen over
het kunststuk, dat wij volbracht hadden. Tot op de hoogte der grot
-ongeveer, struiken en kreupelhout; hooger op de Orchideeën, wier
+ongeveer, struiken en kreupelhout; hooger op de Orchideeën, wier
levendig gekleurde bloemen en opaalgroene bladeren, sterk op de
zwart en grijs getinte rotsen afstaken; hooger nog een rechte, gladde,
onoverkoombare muur, daarna de kloof waardoor wij gekomen
@@ -6914,7 +6875,7 @@ worstelde zich los en vervolgde zijn weg.</p>
<p>&mdash;Hij draagt ook niet voor niets den naam van <i xml:lang="la">Hercules</i>, antwoordde
Sumichrast lachende. Zoo als gij ondervindt is zijne kracht
-even opmerkenswaardig als zijne grootte. 't Is een inwoner van <ins class="corr" id="corr88" title="Bron: Brazilie">Brazilië</ins>,
+even opmerkenswaardig als zijne grootte. 't Is een inwoner van <ins class="corr" id="corr88" title="Bron: Brazilie">Brazilië</ins>,
dien men slechts nu en dan eens in Mexico aantreft.</p>
<p>&mdash;En reist hij altijd in troepen?</p>
@@ -6962,7 +6923,7 @@ Altijd tot wraakneming bereid, dreigde hij den geheelen troep te
vernietigen; maar terwijl ik over zijn booze luim lachte, belette ik
hem toch zulk een nutteloozen moord te begaan.</p>
-<p>»Ziet me die mooie heeren eens aan, riep hij uit. Omdat men zegt
+<p>»Ziet me die mooie heeren eens aan, riep hij uit. Omdat men zegt
dat het Herculessen zijn, meenen zij de vingers van hun evennaaste
te mogen verscheuren? Lummels, wier neus langer dan hun lichaam
is, en die Gringalet met blaffen op de vlucht kan krijgen!</p>
@@ -7010,13 +6971,13 @@ wij ons bevonden.</p>
<p>Ik sloeg den weg naar het bivak in, dezen keer het woud binnen
dringende.</p>
-<p>»Oh! Papa, wat eene groote spons!&rdquo; riep Lucien eensklaps uit.</p>
+<p>»Oh! Papa, wat eene groote spons!&rdquo; riep Lucien eensklaps uit.</p>
<p>Eene vormelooze, poreuse, geelachtige massa verhief zich aan onze
rechterhand, drie of vier voet boven den grond. Ik herkende het
nest van den termiet, dien de Mexicanen <i>Comejen</i> noemen.</p>
-<p>»Dat is een nest van witte mieren,&rdquo; zeide ik tot Lucien; »het zijn
+<p>»Dat is een nest van witte mieren,&rdquo; zeide ik tot Lucien; »het zijn
insecten van de orde der adervleugeligen en verwanten van de
waterjuffers.&rdquo;</p>
@@ -7030,13 +6991,13 @@ geleken en naar alle kanten rondliepen, als om de oorzaak te zoeken
van het geraas, dat hen gestoord had. Lucien wilde ze meer van
nabij bezichtigen.</p>
-<p>»Pas op, de termieten, die gij nu ziet, zijn slechts weerlooze arbeidsters;
+<p>»Pas op, de termieten, die gij nu ziet, zijn slechts weerlooze arbeidsters;
maar spoedig zullen de soldaten verschijnen, en als dezen
bij u kunnen komen, zullen ze u tot bloedens toe bijten.</p>
<p>Lucien keek mij eens aan, denkende dat ik schertste.</p>
-<p>»Ik spreek in allen ernst, haastte ik mij er bij te voegen; de
+<p>»Ik spreek in allen ernst, haastte ik mij er bij te voegen; de
termieten, zoowel als de bijen en mieren, waarop zij op 't eerste
gezicht veel gelijken, leven in gezelschap en bouwen nesten, die nog
veel grooter zijn dan dat, hetwelk gij hier voor u ziet. Dit nest,
@@ -7045,14 +7006,14 @@ werklieden en soldaten. De werklieden zijn bekwame bouwmeesters,
die zich belasten met het bouwen, onderhouden en zoo noodig vergrooten
van de zonderlinge woning, die gij voor eene spons hebt aangezien.</p>
-<p>»De soldaten hebben niets anders te doen dan te strijden tegen
+<p>»De soldaten hebben niets anders te doen dan te strijden tegen
den vijand, wie hij ook zijn moge, die den vrede van de kolonie
zou komen verstoren.&rdquo;</p>
-<p>»Maar ik zie duizenden gaten; heeft elke termiet dan eene afzonderlijke
+<p>»Maar ik zie duizenden gaten; heeft elke termiet dan eene afzonderlijke
kamer?&rdquo;</p>
-<p>»Ten naasten bij: er is in de eerste plaats eene kamer voor de
+<p>»Ten naasten bij: er is in de eerste plaats eene kamer voor de
koningin, die de grootste is; dan eene voor den koning; dan de
kinderkamer, waar de werksters de eieren inbrengen, welke de koningin
dag en nacht legt.</p>
@@ -7066,7 +7027,7 @@ sloeg ik opnieuw op het nest.</p>
terug, om de bedreigde plek te onderzoeken. Ik streek
<span class="pagenum" title="133">&nbsp;</span><a id="p_133"></a>met veel geraas mijne machete links en rechts er over, en in een
oogwenk scheen de geheele oppervlakte te leven. Toen bepaalde ik
-mij er toe, om slechts op één punt met mijn geraas voort te gaan
+mij er toe, om slechts op één punt met mijn geraas voort te gaan
en weldra zag ik de soldaten, aan hun grooten kop herkenbaar, te
voorschijn komen; eindelijk sloeg ik een stuk van het gebouw af,
en legde zoodoende eene menigte witte puntjes bloot: dat waren de
@@ -7078,7 +7039,7 @@ mij Lucien mee te trekken, want de soldaten bedekten reeds den
grond, en ik kende te goed de felheid hunner beten, om er mij
willens en wetens aan bloot te stellen.</p>
-<p>»Maar ik heb de koningin niet gezien,&rdquo; riep mijn kleine makker uit.</p>
+<p>»Maar ik heb de koningin niet gezien,&rdquo; riep mijn kleine makker uit.</p>
<p>&mdash;Zij bevindt zich in het middelste gedeelte van het gebouw, en is
in eene cel ingemetseld, waaruit zij onmogelijk zou kunnen ontsnappen,
@@ -7094,9 +7055,9 @@ die vleugels zijn van korten duur; het is gebeurd, dat ik er gansche
hoopen van heb ontmoet, waarvan ik mij de aanwezigheid niet kon
verklaren.</p>
-<p>»En hoe bouwen de termieten hunne woningen?</p>
+<p>»En hoe bouwen de termieten hunne woningen?</p>
-<p>»Die, welke wij gezien hebben, schijnt gebouwd te zijn van aarde,
+<p>»Die, welke wij gezien hebben, schijnt gebouwd te zijn van aarde,
doorweekt met eene soort gom, welke het insect door den mond
afscheidt. Over het algemeen hebben de onderaardsche gangen van
een termietennest gewelven, die schijnen te bestaan uit hout, dat
@@ -7132,23 +7093,23 @@ mijne beurt bij het vuur aangekomen was, vond ik er een grooten
mol die voor het vuur gebraden werd, en waarvan Sumichrast het
vet zeer zorgvuldig opving.</p>
-<p>»Hoe hebt ge dat dier gedood? vroeg ik mijnen makker, ik heb
+<p>»Hoe hebt ge dat dier gedood? vroeg ik mijnen makker, ik heb
u niet hooren schieten.</p>
-<p>»De Encuerado heeft het met een slag met de geweerkolf gedood;
+<p>»De Encuerado heeft het met een slag met de geweerkolf gedood;
terzelfder tijd hebben uwe twee geweerschoten ons naar de grot doen
terugkeeren.</p>
-<p>»En met welk doel verzamelt gij dat vet? Moet dat misschien
+<p>»En met welk doel verzamelt gij dat vet? Moet dat misschien
een of anderen schotel voorspellen?</p>
-<p>»Neen; maar ik ben van plan de grot te onderzoeken en met
+<p>»Neen; maar ik ben van plan de grot te onderzoeken en met
dat vet zullen wij eene lamp maken, waarvan het licht ons van veel
nut kan zijn.</p>
<p>Ik juichte het denkbeeld van Sumichrast toe, en daar hij eene
gansche kolonie mollen had ontdekt, stelde ik voor, om er na het
-middagmaal eenigen te gaan vangen, ten einde zóó het aantal lampen
+middagmaal eenigen te gaan vangen, ten einde zóó het aantal lampen
te vermeerderen. Bovendien hoopte ik op die wandeling wel
een harsachtigen boom te ontmoeten, waarvan de takken als fakkels
dienst zouden kunnen doen. Lucien kon zijne blijdschap nauwelijks
@@ -7163,7 +7124,7 @@ ons zouden veroorloven de mollen te sparen. Toen Lucien ons
die beide boomen hoorde noemen, vroeg hij, waarin zij van elkander
verschilden.</p>
-<p>»De sparreboom, zeide Sumichrast, groeit gewoonlijk op hooge
+<p>»De sparreboom, zeide Sumichrast, groeit gewoonlijk op hooge
bergen, binnen in het vasteland, terwijl de denneboom op de oevers
groeit, waarvan hij het beweeglijke zand op den duur vast en vruchtbaar
maakt. Deze twee boomen behooren tot de familie der conifeeren
@@ -7234,12 +7195,12 @@ duisternis lichtgevend wordt.</p>
<p>Niets is aardiger, dan die duizenden glinsterende puntjes te zien
omhoog gaan, te zien neerdalen en elkander met eene ongekende snelheid
te zien kruisen; men zou gezegd hebben, dat het een boom met
-vurige bloemen was, die door den wind werd heên en weêr geslingerd. De
+vurige bloemen was, die door den wind werd heên en weêr geslingerd. De
Encuerado naderde met een <i xml:lang="es">Cucuyo</i>, die zijne hand met een groenachtigen
glans verlichtte. Lucien nam hem in de hand: de twee lichtgevende
vlekken schenen hem twee groote oogen te zijn. Eensklaps gaf het
insect een duw aan de vingers van den knaap, die ons heel verbaasd
-aankeek. »Deze kevers,&rdquo; zeide Sumichrast, »behooren tot de snelkevers
+aankeek. »Deze kevers,&rdquo; zeide Sumichrast, »behooren tot de snelkevers
of <i>elateriden</i>. Elater is een Grieksch woord, dat veerkrachtig beteekent,
en de <i xml:lang="es">Cucuyo</i> heeft u bewezen, dat hij den familienaam
verdient, dien de geleerden er aan gegeven hebben. Beziet hun
@@ -7256,7 +7217,7 @@ hem te verwonden, in hun haar.</p>
<p>&mdash;Hij houdt zich dood! riep Lucien uit.</p>
<p>&mdash;Ja, zooals veel andere insecten doen, die hun pooten samentrekken
-en zich laten vallen, om zóó den mensch, als hij ze wil
+en zich laten vallen, om zóó den mensch, als hij ze wil
grijpen, te misleiden.</p>
<p>&mdash;O, wat springt hij!</p>
@@ -7307,7 +7268,7 @@ en het geleek wel op eene spookachtige verschijning, zooals hij daar
stond, de fakkel boven zijn hoofd zwaaiende, om de duisternis, die
ons omringde, te doorboren.</p>
-<p>Nadat de lamp aan den ingang van den gang was neêrgezet, nam
+<p>Nadat de lamp aan den ingang van den gang was neêrgezet, nam
ieder onzer eene fakkel, en ging het, schrede voor schrede, voorwaarts.
Sumichrast en de Indiaan volgden den linkerwand, terwijl ik den
rechterwand langs liep, mijn zoon aan de hand geleidende. Onze
@@ -7319,19 +7280,19 @@ rustig aan den ingang, boven mij, brandde, wees het punt aan, vanwaar
zij vertrokken waren. Ik riep&mdash;een vreeselijk geraas weerklonk.
Lucien kwam schielijk dichter tegen mij aan.</p>
-<p>»Dat is de echo, die ons het antwoord van Sumichrast en den
-Encuerado overbrengt,&rdquo; haastte ik mij hem te zeggen. »Zij zijn in
+<p>»Dat is de echo, die ons het antwoord van Sumichrast en den
+Encuerado overbrengt,&rdquo; haastte ik mij hem te zeggen. »Zij zijn in
eene andere zaal. Roep ze ook eens.&rdquo;</p>
<p>De stem van den knaap klonk eenigszins ontroerd. Oogenblikkelijk
schenen de sombere gewelven zijne woorden te herhalen, en het
geraas werd grooter, hoe meer het zich verwijderde, alsof duizenden
-personen elkander een orderwoord toeriepen. Een vreeselijk »hioe,
+personen elkander een orderwoord toeriepen. Een vreeselijk »hioe,
hioe!&rdquo; overstemde dat geraas, en reeds vertoonde zich het gelaat van
den Encuerado aan onze linkerhand, als de echo nog het roepen
herhaalde.</p>
-<p>»Kom eens gauw naar de mooie kerk zien. Eene kerk van diamanten,
+<p>»Kom eens gauw naar de mooie kerk zien. Eene kerk van diamanten,
Chanito!&rdquo;</p>
<p>Ik naderde den ingang van eene schuine galerij, op wier helling
@@ -7360,7 +7321,7 @@ in dit tooverpaleis.</p>
<p>Terwijl wij zoo onzen weg vervolgden, raakten lange naalden,
die van het gewelf afdaalden, onze hoofden.</p>
-<p>»Dat zijn stalactieten,&rdquo; sprak ik tot den verrukten Lucien. »Het
+<p>»Dat zijn stalactieten,&rdquo; sprak ik tot den verrukten Lucien. »Het
regenwater, dat door den berg sijpelt, lost op zijn doortocht de
kalkbestanddeelen, die hij bevat, op, en brengt, als het verdampt,
die fraaie afzetsels voort, die gij daar voor oogen hebt.</p>
@@ -7384,8 +7345,8 @@ nadenkend gelaat.</p>
opgelosten toestand bevat; zoodra het water verdampt is, vormt de
steen zich weer.</p>
-<p>&mdash;»Als men het zoo neemt,&rdquo; sprak de Encuerado op zijne beurt,
-»zouden de keisteenen in de rivieren smelten.&rdquo;</p>
+<p>&mdash;»Als men het zoo neemt,&rdquo; sprak de Encuerado op zijne beurt,
+»zouden de keisteenen in de rivieren smelten.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Dat gebeurt ook; maar ze smelten, wel te verstaan, niet zoo
gemakkelijk als suiker. Herinnert gij u niet dat de <span xml:lang="es">Rio Blanco</span>, (witte
@@ -7396,7 +7357,7 @@ op de met haar in aanraking blijvende takken en bladeren?</p>
had bewonderd, waarmede de twee oevers van de Witte
Rivier bedekt zijn.</p>
-<p>&mdash;»Maar het water, dat hier valt, is helder,&rdquo; bracht Lucien er
+<p>&mdash;»Maar het water, dat hier valt, is helder,&rdquo; bracht Lucien er
tegen in, terwijl hij met zijn fakkel een natuurlijk waterbekken
naderde.</p>
@@ -7427,11 +7388,11 @@ klein kamertje. Ik uitte een kreet van verbazing; vijf of zes regelmatig
geplaatste doodshoofden schenen hunne ledige oogholten op
mij te vestigen.</p>
-<p>»O! vader,&rdquo; sprak Lucien, mij bij mijne kleeren vasthoudende,
-»zijn wij dan op een kerkhof?&rdquo;</p>
+<p>»O! vader,&rdquo; sprak Lucien, mij bij mijne kleeren vasthoudende,
+»zijn wij dan op een kerkhof?&rdquo;</p>
<p>&mdash;Ja, mijn vriend; ik meen een kerkhof te herkennen van de
-Chichimeken. Dit volk, dat vóór de Tolteken en Asteken in Mexico
+Chichimeken. Dit volk, dat vóór de Tolteken en Asteken in Mexico
woonde, had de gewoonte zijne dooden in spelonken te begraven.</p>
<p>Sumichrast onderzocht nieuwsgierig een doodshoofd, dat hij had
@@ -7505,7 +7466,7 @@ niet moede ons te ondervragen.</p>
<p><span class="pagenum" title="142">&nbsp;</span><a id="p_142"></a></p>
-<p>»Deze natuurlijke holten,&rdquo; zeide Sumichrast hem, »komen veelvuldig
+<p>»Deze natuurlijke holten,&rdquo; zeide Sumichrast hem, »komen veelvuldig
in gipsbergen, maar veelvuldiger nog in vulkanische en kalkachtige
massa's<ins class="corr" id="corr91" title="Niet in Bron.">&nbsp;voor</ins>. Eenige, die zoo oud zijn als de wereld, dagteekenen
van de eerste opheffingen van de oppervlakte van den aardbol, toen
@@ -7547,7 +7508,7 @@ allengs door stalactieten gevuld zullen worden.</p>
<p>Ons geologisch gesprek werd door een uitroep van den Encuerado
onderbroken, die een Indischen notenboom ontdekt had, welken de
-Mexicanen »boom van St. Ignatius<ins class="corr" id="corr92" title="Niet in Bron.">&rdquo;</ins>
+Mexicanen »boom van St. Ignatius<ins class="corr" id="corr92" title="Niet in Bron.">&rdquo;</ins>
noemen<ins class="corr2" id="corr93" title="Bron: &rdquo;"></ins> en waarvan de bruine
vruchten met eene houtachtige schors, die den vorm van kleine
meloenen hebben, heen en weer slingerden en met een droog gedruisch
@@ -7586,10 +7547,10 @@ beschermenden buidel te bereiken, naar beneden. In een oogwenk
was de buidelrat bij hem, terwijl zij ons met haar bek dreigde;
zoodra haar schat voltallig was, verdween zij er mede in het kreupelhout.</p>
-<p>»Waarom hebt gij mij verboden om op de <i>tlacuache</i> te schieten?&rdquo;
+<p>»Waarom hebt gij mij verboden om op de <i>tlacuache</i> te schieten?&rdquo;
vroeg de Encuerado mij.</p>
-<p>»Waartoe dient het een arm dier te dooden, dat ons van geen
+<p>»Waartoe dient het een arm dier te dooden, dat ons van geen
nut kan zijn?</p>
<p>&mdash;Gij weet wel, dat dat arme dier op de zolders komt, de kippen
@@ -7707,11 +7668,11 @@ een oogenblik uit het oog te verliezen. Zoodra zij er te dicht bij
<span class="pagenum" title="147">&nbsp;</span><a id="p_147"></a>kwamen, liet zij dadelijk haar geknor hooren, en de jongen schenen
zeer goed te weten, wat die moederlijke waarschuwing beteekende,
want zij gingen plat op den grond liggen, en kropen met hangenden
-kop achteruit. Toen haar maal geëindigd was, nam de <i>jaguarete</i> den
+kop achteruit. Toen haar maal geëindigd was, nam de <i>jaguarete</i> den
onaangetasten mol in haar bek en verwijderde zich, zonder ons bemerkt
te hebben.</p>
-<p>»Wat zegt gij van die kleine veelvraten?&rdquo; vroeg Sumichrast aan
+<p>»Wat zegt gij van die kleine veelvraten?&rdquo; vroeg Sumichrast aan
Lucien.</p>
<p>&mdash;Dat zij allerliefst zijn, met hun zwart en glanzend vel; zij ge
@@ -7749,7 +7710,7 @@ regens, die eeuwig schijnen te zullen duren. Sumichrast sneed eenige,
van bladeren voorziene takjes af, waarmede hij ons voorging, alvorens
wij de grot binnen trokken.</p>
-<p>»Waar moeten die takken toe dienen?&rdquo; vroeg Lucien verwonderd.</p>
+<p>»Waar moeten die takken toe dienen?&rdquo; vroeg Lucien verwonderd.</p>
<p>&mdash;Tata Sumichrast wil vleermuizen vangen, Chanito.</p>
@@ -7758,7 +7719,7 @@ wij de grot binnen trokken.</p>
<p>&mdash;O neen! maar misschien zouden ze toch wel goed smaken<ins class="corr" id="corr96" title="Bron: ,">.</ins></p>
<p>&mdash;Het vleesch smaakt overheerlijk,&rdquo; viel Sumichrast hem in de
-rede; »vooral de vleugel is een fijn boutje, dat ik u ten zeerste aanbeveel...&rdquo;</p>
+rede; »vooral de vleugel is een fijn boutje, dat ik u ten zeerste aanbeveel...&rdquo;</p>
<p><span class="pagenum" title="148">&nbsp;</span><a id="p_148"></a></p>
@@ -7767,7 +7728,7 @@ gelaat van Lucien zag, zoodat zijne scherts mislukte.</p>
<p>De Encuerado verdween al tastende in de grot; aan den ingang
geplaatst, hielden wij ons gereed, om onze verzameling te vermeerderen.
-Twee <i>Chéiropteren</i>&mdash;een Grieksche naam, die handvleugeligen
+Twee <i>Chéiropteren</i>&mdash;een Grieksche naam, die handvleugeligen
beteekent en door de geleerden aan de vleermuizen is gegeven&mdash;vielen
door onze takken. Lucien raakte ze met niet al te veel weerzin
aan, en de vorm van hun bek verbaasde hem nog meer dan hunne
@@ -7787,7 +7748,7 @@ gaapte.</p>
<p>De vleermuis, die een onvolmaakt wezen is, heeft langen tijd de
nieuwsgierigheid der natuurkundigen gaande gemaakt. La Fontaine
-laat haar reeds het bekende versje zeggen: »Ik ben een vogel, zie
+laat haar reeds het bekende versje zeggen: »Ik ben een vogel, zie
maar naar mijne vleugels; maar ik ben ook eene muis en leve de
ratten;&rdquo; en de geleerden beschreven haar als een vogel, die haren
in plaats van veeren, en tanden in plaats van een snavel heeft.
@@ -7799,20 +7760,20 @@ op de wijsheid van den Schepper, en op de eenvoudige middelen,
die Hij gebruikt, om de wezens, die het heelal bevolken, in
't oneindige af te wisselen.</p>
-<p>»Dat is de eerste keer,&rdquo; riep de Encuerado verontwaardigd uit, »dat
+<p>»Dat is de eerste keer,&rdquo; riep de Encuerado verontwaardigd uit, »dat
men den duivel gebruikt om den goeden God te loven.&rdquo;</p>
-<p>»De vleermuizen hebben niets met uw duivel gemeens,&rdquo; zeide Sumichrast;
+<p>»De vleermuizen hebben niets met uw duivel gemeens,&rdquo; zeide Sumichrast;
het zijn slechts dieren, die een weinig zonderlinger zijn
dan de andere.</p>
-<p>»O, Tata Sumichrast, hebt gij dan hun vleugels nooit goed bekeken?
+<p>»O, Tata Sumichrast, hebt gij dan hun vleugels nooit goed bekeken?
De Satan, die op het schoone beeld in de kerk van Orizava,
door Sint-Michiel onder den voet wordt getreden, heeft ze precies
<span class="pagenum" title="149">&nbsp;</span><a id="p_149"></a>hetzelfde. En wat nu de grotten aanbetreft, wie weet niet, dat het
de monden van de hel zijn?</p>
-<p>»Laat ons dan in de hel gaan!&rdquo; riep Lucien, die de bijgeloovigheid
+<p>»Laat ons dan in de hel gaan!&rdquo; riep Lucien, die de bijgeloovigheid
van zijn vriend niet deelde, uit.</p>
<p>Toegerust zooals den vorigen dag, daalden wij in de put neer, en
@@ -7855,15 +7816,15 @@ wilde ik de hand van Lucien niet loslaten. Ik had wel gelijk gehad;
hij gleed eensklaps uit, ik liet mijn fakkel vallen en daar lagen wij
in eene volslagene duisternis op de puinhoopen.</p>
-<p>»Pas op, dat ge geen beweging maakt,&rdquo; riep ik uit, »ge weet niet,
+<p>»Pas op, dat ge geen beweging maakt,&rdquo; riep ik uit, »ge weet niet,
welke afgronden ons kunnen omringen.&rdquo;</p>
<p><span class="pagenum" title="150">&nbsp;</span><a id="p_150"></a></p>
-<p>»Wat is het donker! Men zou zeggen, dat de duisternis een lichaam
+<p>»Wat is het donker! Men zou zeggen, dat de duisternis een lichaam
heeft, dat zij op mijn oogen drukt.&rdquo;</p>
-<p>»Dat komt, omdat wij op eene diepte zijn, waar het licht, zelfs
+<p>»Dat komt, omdat wij op eene diepte zijn, waar het licht, zelfs
niet door terugkaatsing, binnendringt. Even als u, komt het mij
voor, alsof men mij een doek op de oogen legt. Roep den Encuerado.&rdquo;</p>
@@ -7919,7 +7880,7 @@ of er door den mensch verborgen zijn, en altijd door een boozen geest
bewaakt worden, die wel zijne schatten laat zien, maar niet toelaat
dat men ze medeneemt.</p>
-<p>»Lach niet, Tatita,&rdquo; zeide mij de Indiaan, »en vooral niet in dit
+<p>»Lach niet, Tatita,&rdquo; zeide mij de Indiaan, »en vooral niet in dit
oogenblik.</p>
<p>En hij vertelde ons dat een zijner vrienden, die eens zijne kudde
@@ -7932,7 +7893,7 @@ binnen. Hij deinsde echter terug, verblind door het zien van vijftig
uiteengevallen kisten, waar het gemunte goud uitstroomde. In
plaats van partij te trekken van zulk een buitenkansje, en zich het
bezit van zulk een schat te verzekeren, door een van de op den
-grond gevallen munten meê te nemen, was de ongelukkige zoo
+grond gevallen munten meê te nemen, was de ongelukkige zoo
hard hij kon naar zijn dorp teruggekeerd, om zijne ontdekking aan
zijne vrienden mede te deelen. Op denzelfden avond gingen zij,
vijf in getal, en van rieten schoppen voorzien op weg, met het doel
@@ -7943,7 +7904,7 @@ het aanbreken van den dag volgde men den gids op den voet; men
klom, men daalde, zonder evenwel de plaats terug te vinden, waar
de even geziene schatten zich nog bevinden.</p>
-<p>»Kon hij den weg niet meer terug vinden?&rdquo; vroeg <ins class="corr" id="corr98" title="Bron: Luciën">Lucien</ins>, wien
+<p>»Kon hij den weg niet meer terug vinden?&rdquo; vroeg <ins class="corr" id="corr98" title="Bron: Luciën">Lucien</ins>, wien
dit verhaal veel belang inboezemde.</p>
<p>&mdash;Neen, Chanito! want de grot was voor hem voor altijd onzichtbaar
@@ -8029,7 +7990,7 @@ wij ten prooi waren.</p>
<p>Wij waren op het punt andermaal onder de hoornen te gaan,
toen de Encuerado staan bleef.</p>
-<p>»Wat beweegt zich daar?&rdquo; vroeg hij.</p>
+<p>»Wat beweegt zich daar?&rdquo; vroeg hij.</p>
<p>&mdash;Herten,&rdquo; antwoordde ik, na door mijn kijker gezien te hebben.</p>
@@ -8042,7 +8003,7 @@ likten, zonder dat een enkele zich in onze nabijheid waagde. Ongeduldig
over deze rol, trad Sumichrast uit zijn schuilhoek te voorschijn,
en zoodra zij hem zagen, namen de herten de vlucht. Eigenlijk
was deze halt niet nutteloos geweest; dank zij de hitte van
-de zon, was de grond meer begaanbaar geworden, en al neuriënde
+de zon, was de grond meer begaanbaar geworden, en al neuriënde
nam mijn vriend de taak op zich, ons verder te voeren.</p>
<p>De tijd voor het opslaan van het bivak was sedert lang voorbij
@@ -8086,13 +8047,13 @@ om wat adem te scheppen, of eene vlucht eenden streek dicht bij
ons neer. Een pletonsvuur verwelkomde hen, en vier slachtoffers
bedekten den grond met hunne witte, bruine en blauwe veeren.</p>
-<p>»Dat zijn de eerste zwemvogels, die wij ontmoeten,&rdquo; sprak Sumichrast.
-»'t Zal niet lang duren of wij plassen in de moerassen.&rdquo;</p>
+<p>»Dat zijn de eerste zwemvogels, die wij ontmoeten,&rdquo; sprak Sumichrast.
+»'t Zal niet lang duren of wij plassen in de moerassen.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Aan welke vogels zijn de eenden verwant?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
<p>&mdash;Aan de zwanen en ganzen, meester Zonnestraal,&rdquo; antwoordde
-mijn vriend. »Alle vogels van deze orde hebben, zooals de naam
+mijn vriend. »Alle vogels van deze orde hebben, zooals de naam
van <i>palmipeden</i><a id="FNa_30" href="#FN_30" class="fnanchor">(<sup>30</sup>)</a>, dien de natuurkundigen er aan geven, aanduidt,
de teenen door een zwemvlies verbonden. De eenden, waarvan men
in Mexico een groot aantal verscheidenheden kent, hebben een platten
@@ -8150,7 +8111,7 @@ jager, dat de boomkikvorschen, waarvan de teenen in slijmachtige
schijven eindigen, zich door deze inrichting aan de bladeren en
zelfs aan gladde voorwerpen kunnen vasthouden.</p>
-<p>»In Europa,&rdquo; voegde hij er bij, »doet men ze in flesschen, die half
+<p>»In Europa,&rdquo; voegde hij er bij, »doet men ze in flesschen, die half
met water gevuld zijn, en de boeren beweren dat het dier goed of
slecht weer voorspelt, naar gelang het buiten het water blijft of er
zich indompelt. De boomkikvorsch, evenals hare zuster, de waterkikvorsch,
@@ -8160,7 +8121,7 @@ luchtstreken voor den honger moet vrijwaren, moet in Mexico, waar
zij altijd haar voedsel vindt, eene andere oorzaak hebben. De huid
van den boomkikvorsch scheidt een vergif af.</p>
-<p>&mdash;Kom eens hier,&rdquo; riep Lucien eensklaps, »daar staat een appelboom.</p>
+<p>&mdash;Kom eens hier,&rdquo; riep Lucien eensklaps, »daar staat een appelboom.</p>
<p>Ik liep naar hem toe, en vond er een heester van ongeveer vier
<span class="pagenum" title="157">&nbsp;</span><a id="p_157"></a>meter hoogte, bedekt met geelachtige, roodgevlekte vruchten, zooals
@@ -8195,7 +8156,7 @@ gezicht, waaraan Sumichrast, door eene soortgelijke betuiging, beantwoordde.
De rijst had een ongenietbaren aromatischen smaak.
De Encuerado zag ons zegevierend aan.</p>
-<p>»Wat drommel hebt ge toch in het eten gedaan?&rdquo; riep ik uit.</p>
+<p>»Wat drommel hebt ge toch in het eten gedaan?&rdquo; riep ik uit.</p>
<p>&mdash;Niet waar, <ins class="corr" id="corr100" title="Bron: Tatito">Tatita</ins>, dat is lekker?</p>
@@ -8255,7 +8216,7 @@ vasthechtte.</p>
<p>Sumichrast ving het vischje opnieuw op en pakte den bloedzuiger,
eene geelachtige soort en van gemiddelde grootte, vast.</p>
-<p>»Onder welke dieren zoudt gij dezen rangschikken? vroeg hij
+<p>»Onder welke dieren zoudt gij dezen rangschikken? vroeg hij
aan Lucien.</p>
<p>&mdash;Onder de kruipdieren, waarop hij in 't klein gelijkt.</p>
@@ -8275,7 +8236,7 @@ dan door zijne twee uiteinden bijeen te brengen en de tijd,
dien hij daartoe noodig heeft, veroorlooft hem buiten het water
slechts langzaam vooruit te komen.</p>
-<p>&mdash;In mijn land,&rdquo; zeide de Encuerado, »vangt men de bloedzuigers
+<p>&mdash;In mijn land,&rdquo; zeide de Encuerado, »vangt men de bloedzuigers
in de moerassen. Zij, die zich op deze vangst toeleggen, wroeten in
het slijk en komen er dan gewoonlijk uit, het lichaam geheel met
bloedzuigers bedekt.</p>
@@ -8304,8 +8265,8 @@ zouden zijn.</p>
<p>De zon, achter gouden wolken verborgen, overgoot de boomen en
struiken met een zacht licht. Allengs zwegen de stemmen; de beek
alleen murmelde, terwijl vogels over ons heen vlogen om de bergen
-te bereiken. Het werd duister in 't Oosten; de sterren begonnen éen
-voor éen aan den donkeren hemel te schitteren, en levende vonken
+te bereiken. Het werd duister in 't Oosten; de sterren begonnen éen
+voor éen aan den donkeren hemel te schitteren, en levende vonken
glinsterden in de struiken. De nacht was reeds aangebroken en nog
meende ik een geruisch van vleugels, gebladerte en stemmen te
hooren; onbestemde geruchten, die het oor bekooren, terwijl het oog
@@ -8365,12 +8326,12 @@ zwarte slang eindelijk in het struikgewas. Ik onderzocht Gringalet
van kop tot teen; onze waakzame reismakker had, even als wij,
eenige kleine kneuzingen van weinig beteekenis.</p>
-<p>»Drommels, drommels! riep Sumichrast. Wij hebben ons niet
+<p>»Drommels, drommels! riep Sumichrast. Wij hebben ons niet
zeer moedig gedragen. In plaats van ons bang te maken, hadden
wij stilletjes moeten blijven liggen, de slang zou ons niet aangevallen
hebben en ons dak zou ons nog beschutten.</p>
-<p>»Eind goed al goed, hernam ik lachende; maar ik moet toestemmen
+<p>»Eind goed al goed, hernam ik lachende; maar ik moet toestemmen
dat wij aan meester Zonnestraal, die in 't vervolg voor alle slangen
bevreesd zal zijn, een beter voorbeeld hadden kunnen geven.</p>
@@ -8407,17 +8368,17 @@ OM BOOZE GEESTEN TE VERDRIJVEN.&mdash;DE <span xml:lang="la">ANHINGA</span>.</p>
<p>Den volgenden dag, die de negentiende was na ons vertrek uit
Orizava, vergeleek men de Kompassen en werd de reisroute veranderd.
Tot nu toe hadden wij in de richting van het Noord-Oosten
-langs de provinciën Puebla en Veracruz geloopen, maar zonder
+langs de provinciën Puebla en Veracruz geloopen, maar zonder
evenwel de Cordilleras te verlaten, welker wouden en talrijke valleien
nog niet onderzocht zijn. Naar de berekeningen van Sumichrast en
ook de mijne moesten wij op dit oogenblik op de hoogte van de
provincie Mexico zijn en wij kwamen overeen dat wij ons naar het
Westen zouden richten, alsof wij op de hoofdstad van Mexico afgingen.</p>
-<p>»Waarom blijven wij niet voorwaarts gaan?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
+<p>»Waarom blijven wij niet voorwaarts gaan?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
-<p>&mdash;»Omdat onze reis eenmaal een einde moet hebben,&rdquo; antwoordde
-ik; »tot nu toe zijn wij getrokken door wat men het Gematigde Land
+<p>&mdash;»Omdat onze reis eenmaal een einde moet hebben,&rdquo; antwoordde
+ik; »tot nu toe zijn wij getrokken door wat men het Gematigde Land
noemt. Van heden af zullen wij op het Koude Land toegaan en
binnen twee of drie dagen zullen wij woningen aantreffen.</p>
@@ -8428,14 +8389,14 @@ binnen twee of drie dagen zullen wij woningen aantreffen.</p>
<p>Neen; maar het zal mij zoo vreemd voorkomen, als ik weer
menschen en woningen zie.</p>
-<p>&mdash;»Drommels, drommels!&rdquo; riep Sumichrast uit, »gij zijt zoo waar
+<p>&mdash;»Drommels, drommels!&rdquo; riep Sumichrast uit, »gij zijt zoo waar
reeds een wilde geworden.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Ik vind het zoo aangenaam te voet te reizen, dat ik wel zou
<span class="pagenum" title="163">&nbsp;</span><a id="p_163"></a>willen, dat de reis nog lang duurde.... maar op voorwaarde, dat
ik Mama van tijd tot tijd eens mag omhelzen.</p>
-<p>&mdash;»Arme Zonnestraal,&rdquo; sprak Sumichrast, »als ik er aan denk dat
+<p>&mdash;»Arme Zonnestraal,&rdquo; sprak Sumichrast, »als ik er aan denk dat
gij het volgend jaar op eene kostschool zult zijn; dan eerst zult
gij aan ons leven van nu denken.&rdquo;</p>
@@ -8450,9 +8411,9 @@ moeten.</p>
<p>&mdash;Het Koude Land doortrekken?</p>
<p>&mdash;Neen, dat zullen wij slechts terloops zien; maar het Warme
-Land belooft ons meer dan ééne kwelling.</p>
+Land belooft ons meer dan ééne kwelling.</p>
-<p>&mdash;»Bah!&rdquo; sprak Lucien, terwijl hij mij omhelsde, »het Warme Land
+<p>&mdash;»Bah!&rdquo; sprak Lucien, terwijl hij mij omhelsde, »het Warme Land
is bijna mijn land; ik zal er mij zoo goed houden, dat u aan Mama
zult kunnen zeggen, dat ik een man ben.&rdquo;</p>
@@ -8468,7 +8429,7 @@ vlucht der vogels met het oog te volgen. Sumichrast opperde het
denkbeeld dat het, na zulk een slechten nacht, niet kwaad zou zijn
als wij een beteren, temidden van zulk een verrukkelijk oord doorbrachten.</p>
-<p>»Welzeker,&rdquo; riep ik uit, »de weekelijkheid zal over de geestkracht,
+<p>»Welzeker,&rdquo; riep ik uit, »de weekelijkheid zal over de geestkracht,
de lafheid over den moed zegevieren! Laten wij ons als Romeinen
van het tweede keizerrijk gedragen. Laten wij morgen, overmorgen
maar eerst vertrekken! Laat ons het gedenkwaardig verblijf te Capua
@@ -8512,11 +8473,11 @@ uitgestrekte prairie en Sumichrast voerde ons door hooge, witachtige
planten. Na verloop van een kwartier uurs begon onze gids te
niezen, Lucien volgde zijn voorbeeld, daarna kwam de beurt aan
den Encuerado, vervolgens ook aan mij en aan Gringalet. Deze
-opeenvolgende uitbarstingen werden door lachen en veelvuldige »God
+opeenvolgende uitbarstingen werden door lachen en veelvuldige »God
zegene je&rdquo; begroet; maar eene levendige prikkeling in de keel en
aan de oogen vergezelde weldra het niezen.</p>
-<p>»Drommels, drommels!&rdquo; riep mijn vriend uit, »wat beteekent die
+<p>»Drommels, drommels!&rdquo; riep mijn vriend uit, »wat beteekent die
misplaatste grap?&rdquo;</p>
<p>Ik sloeg de oogen rondom mij; wij waren omringd door wolfsmelkplanten
@@ -8592,34 +8553,34 @@ cactussen gelijken. De planten van deze familie, kruiden, struiken
of heesters, bevatten een melkachtig, scherp en vergiftig sap.</p>
<p>Eene verscheidenheid, welke men slechts zelden in Mexico aantreft,
-maar die men zegt, dat in Brazilië zeer algemeen is, is de phosphoriseerende
+maar die men zegt, dat in Brazilië zeer algemeen is, is de phosphoriseerende
wolfsmelkplant,&mdash;die des nachts licht geeft. De <span xml:lang="es">mancenilla</span>,
-in welks sap de vroegere Caraïben de pijlpunten dompelden,
+in welks sap de vroegere Caraïben de pijlpunten dompelden,
welke zij vergiftig wilden maken, behoorde tot deze plantenorde;
maar de reizigers en later de dichters, zijn veel te ver gegaan met
te beweren, dat het voldoende was in zijne schaduw te gaan liggen,
om den eeuwigen slaap in te gaan.</p>
-<p>Het melksap van de wolfsmelkplanten (eupharbiaceeën) wordt
+<p>Het melksap van de wolfsmelkplanten (eupharbiaceeën) wordt
soms in de geneeskunde gebruikt en de olie uit de zaden van den
wonderboom is een wormafdrijvend purgeermiddel, hetwelk de kinderen
zelfs maar al te goed kennen.</p>
<p>&bdquo;Dat is eene mooie familie,&rdquo; riep de Encuerado uit, die een afschuw
-van de wonderolie had; »zoo beschouwd, zijn alle leden giftmengers
+van de wonderolie had; »zoo beschouwd, zijn alle leden giftmengers
en moordenaars.&rdquo;</p>
-<p>&mdash;»Behalve de manioc, welke de <span xml:lang="la">tapioccae</span> oplevert, waarvan gij
+<p>&mdash;»Behalve de manioc, welke de <span xml:lang="la">tapioccae</span> oplevert, waarvan gij
zooveel houdt,&rdquo; antwoordde ik.</p>
-<p>&mdash;»Is de manioc een verwante van de wolfsmelkboomen?&rdquo; sprak
+<p>&mdash;»Is de manioc een verwante van de wolfsmelkboomen?&rdquo; sprak
de Indiaan, met een twijfelachtig gelaat.</p>
<p>&mdash;Zeer zeker, en wanneer zij, die haar verzamelen, niet de voorzorg
namen haar in zeer ruim water af te wasschen, zoudt gij er
niet van kunnen eten, zonder uw leven er bij in te schieten.</p>
-<p>&mdash;»Wel nu,&rdquo; zeide de Encuerado, vol overtuiging, »de duivel
+<p>&mdash;»Wel nu,&rdquo; zeide de Encuerado, vol overtuiging, »de duivel
van mijnheer Sumichrast mag van mijnentwege de geheele familie
halen en de <span xml:lang="la">tapiocca</span> op den koop toe, ik zal er mij niet over beklagen.</p>
@@ -8685,7 +8646,7 @@ Ik riep Sumichrast en den Encuerado; deze laatste riep vol schrik uit:</p>
<p><span class="pagenum" title="168">&nbsp;</span><a id="p_168"></a></p>
-<p>»De stroom!&rdquo;</p>
+<p>»De stroom!&rdquo;</p>
<p>Lucien opnemende, droeg ik hem op mijne armen weg, terwijl de
Indiaan in alle haast de over den grond verspreide voorwerpen bijeenzocht.
@@ -8763,7 +8724,7 @@ bemerkten ons, midden in het moeras staande; de jonge visscher
liep op ons toe met zijn nieuw hoofddeksel in de hand; in zijne
haast vergat hij, dat de bodem van een moeras bijna altijd glibberig
is en ik zag hem plat op zijn buik op eene laag waterplanten vallen.
-Met één sprong was de Encuerado bij hem en hielp hem
+Met één sprong was de Encuerado bij hem en hielp hem
overeind; maar in plaats van zich over zijn val te bekommeren,
sloeg Lucien zijne bedroefde oogen naar den Indiaan op.</p>
@@ -8771,18 +8732,18 @@ sloeg Lucien zijne bedroefde oogen naar den Indiaan op.</p>
vlindernet hadden gevangen en waarvan meer dan een derde in het
modderige water van het moeras verdwenen was.</p>
-<p>»Drommels, drommels!&rdquo; sprak Sumichrast, om het bedrukte gelaat
-van den visscher lachende, »wij zijn bepaald betooverd.&rdquo;</p>
+<p>»Drommels, drommels!&rdquo; sprak Sumichrast, om het bedrukte gelaat
+van den visscher lachende, »wij zijn bepaald betooverd.&rdquo;</p>
<p>Deze scherts werd door den Encuerado voor ernst opgenomen; hij
sloeg zich voor het voorhoofd, alsof hij plotseling eene ingeving had
gekregen.</p>
-<p>»Dat is de geest van de grot!&rdquo; riep hij uit. O! die rekel, en
+<p>»Dat is de geest van de grot!&rdquo; riep hij uit. O! die rekel, en
dat na alles wat hij mij te danken heeft en de voorzorg, die ik
genomen heb.</p>
-<p>&mdash;»Welke voorzorg?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
+<p>&mdash;»Welke voorzorg?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
<p>&mdash;Ik heb zeven witte keisteentjes opgeraapt en er een mooi
kruis mee geteekend.</p>
@@ -8811,10 +8772,10 @@ van den geest van de grot.</p>
<p>Eindelijk beval ik hem zijne natuurlijke houding weer aan te
nemen en zich stil te houden.</p>
-<p>»Denkt gij, dat hij vertrokken zal zijn?&rdquo; vroeg hij met een onverstoorbaren
+<p>»Denkt gij, dat hij vertrokken zal zijn?&rdquo; vroeg hij met een onverstoorbaren
ernst.</p>
-<p>&mdash;»Zeker,&rdquo; antwoordde ik; »op de wijze waarop gij hem geschud
+<p>&mdash;»Zeker,&rdquo; antwoordde ik; »op de wijze waarop gij hem geschud
hebt, moet hij wel door den mond of de ooren naar buiten zijn
gegaan.&rdquo;</p>
@@ -8834,8 +8795,8 @@ door te verklaren dat de geest op de vlucht was gegaan.
Toen naderde de Encuerado mijn metgezel en stelde dezen voor ook
hem te helpen, zooals hij Lucien had gedaan.</p>
-<p>»Nu is het genoeg,&rdquo; sprak ik, zoodra het lachen mij toeliet te spreken.
-»Sumichrast en ik bezitten een ander middel om geesten te verdrijven.&rdquo;</p>
+<p>»Nu is het genoeg,&rdquo; sprak ik, zoodra het lachen mij toeliet te spreken.
+»Sumichrast en ik bezitten een ander middel om geesten te verdrijven.&rdquo;</p>
<p>De Encuerado zag mij met bewondering aan, meer dan ooit overtuigd
dat mijne macht die van de toovenaars van zijn land ver te
@@ -8848,7 +8809,7 @@ begon te huilen.</p>
<p>De Encuerado had het arme dier bij zijne achterste pooten gevat
en schudde hem met den kop omlaag, heen en weer.</p>
-<p>»'t Is voor uw bestwil,&rdquo; zeide hij. »Begrijpt gij dan niet, dat de
+<p>»'t Is voor uw bestwil,&rdquo; zeide hij. »Begrijpt gij dan niet, dat de
geest, dien gij in het lijf hebt, u tot de eene of andere dwaasheid
zou verleiden?&rdquo;</p>
@@ -8963,7 +8924,7 @@ adem te scheppen en toomde den toorn van den Encuerado in.</p>
<p>Sumichrast naderde; verwonderd over onze luchtige kleeding,
opende hij een paar verbaasde oogen, ging eenige schreden voorwaarts
-en liet toen zulk een vervaarlijk »drommels, drommels!&rdquo;
+en liet toen zulk een vervaarlijk »drommels, drommels!&rdquo;
hooren, dat wij in een schaterlach uitbarstten, waarin hij evenwel
volstrekt niet deelde: hij was dan ook den Rubicon nog niet overgetrokken.</p>
@@ -9032,14 +8993,14 @@ dat hij een draak had gedood.</p>
<p>Ik vond den jongen jager terug; hij stond voor een prachtigen
iguano (<i xml:lang="la">cyclura acanthura</i>), die inderdaad op het fabelachtige dier
gelijkt, dat ons door de dichters beschreven is. De huid van den
-fraaien <ins class="corr" id="corr105" title="Bron: Saurier">Sauriër</ins> had een zilvergrijzen weerschijn, die vooral op den
+fraaien <ins class="corr" id="corr105" title="Bron: Saurier">Sauriër</ins> had een zilvergrijzen weerschijn, die vooral op den
rugkam zeer duidelijk was. Het dier stierf juist, toen de Encuerado
bij ons kwam, die zich de handen wrijvende uitriep:</p>
-<p>»Dat is een <i>guachi-chevé</i>, wat zullen wij een lekker avondmaal
+<p>»Dat is een <i>guachi-chevé</i>, wat zullen wij een lekker avondmaal
hebben.&rdquo;</p>
-<p>&mdash;»Hebt gij er dan al meer gezien?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
+<p>&mdash;»Hebt gij er dan al meer gezien?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
<p>&mdash;Dat is een dier uit mijn land, Chanito; het is zeer overvloedig
in de vlakten, die naar den Stillen Oceaan afdalen. Die dieren
@@ -9065,7 +9026,7 @@ twintig of dertig voet vallen en ontsnapten ons meestal.</p>
<p>Sumichrast vulde deze inlichtingen aan, door den jongen natuuronderzoeker
mede te deelen, dat de iguano&mdash;een verwante van de
-hagedis&mdash;tot een meter lang wordt; dat het wijfje twintig à dertig
+hagedis&mdash;tot een meter lang wordt; dat het wijfje twintig à dertig
eieren legt, die door de inlandsche lekkerbekken zeer gezocht zijn
en dat de groene soort&mdash;<i xml:lang="la">iguana rhinolopha</i>&mdash;een dunnen en
platten staart heeft en veel beter zwemt dan de zwarte, welks met
@@ -9094,10 +9055,10 @@ richtte den marsch eenigszins naar rechts, waar zich een weinig groen
vertoonde en onze tent van bladeren werd onder Peruaansche peperstruiken
opgericht.</p>
-<p>»Wat een leelijk land!&rdquo; riep Lucien uit. &bdquo;Zijn wij dan niet meer
+<p>»Wat een leelijk land!&rdquo; riep Lucien uit. &bdquo;Zijn wij dan niet meer
in Mexico?&rdquo;</p>
-<p>&mdash;»Zeker,&rdquo; antwoordde ik; »maar wij zijn op het groote bergvlak,
+<p>&mdash;»Zeker,&rdquo; antwoordde ik; »maar wij zijn op het groote bergvlak,
bijna op de hoogte van Mexico en Puebla.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Moeten wij die groote vlakte overtrekken? Ik zie er noch
@@ -9107,7 +9068,7 @@ dieren noch vogels, men zou zeggen, dat de boomen dorst hebben.</p>
regent hier niet meer dan viermaal in 't jaar. En toch is deze
grond, die op het eerste gezicht zoo dor schijnt, uitstekend ter bebouwing
geschikt. Hij brengt koren, gerst, aardappelen, peren, appelen,
-kersen, perziken, druiven, in één woord, alle Europeesche
+kersen, perziken, druiven, in één woord, alle Europeesche
vruchten voort, die in de gematigde luchtstreek niet kunnen groeien,
omdat de warmte ze te spoedig doet ontwikkelen. Eindelijk groeit
op dit bergvlak de <i xml:lang="es">maguey</i>,&mdash;<i xml:lang="la">agave mexicana</i>, eene wonderbare
@@ -9119,7 +9080,7 @@ blikken dwaalden over den onmetelijken horizon. Wij bevonden ons
toch op de hoogte van <i>zijn</i> land en hij kon meenen, dat hij in de
nabijheid van zijn dorp was.</p>
-<p>»Waar denkt ge zoo aan?&rdquo; vroeg ik, terwijl ik hem op den schouder
+<p>»Waar denkt ge zoo aan?&rdquo; vroeg ik, terwijl ik hem op den schouder
klopte.</p>
<p>&mdash;Oh, Tatita, waarom hebt gij mij gestoord? Hier ben ik even
@@ -9128,7 +9089,7 @@ van al de bloemen, welke hare hoofdjes naar mij toeneigen,
alsof zij mij herkenden. Ik heb dikwijls in deze vlakte rondgedoold;
ik heb die struiken, die boomen, die planten reeds vroeger gezien...
Gij lacht, Chanito. Welnu! gij zult het zien! laat Tatita het maar
-gerust zeggen, als ik de waarheid niet spreek.&mdash;»Zie hier,&rdquo; sprak de
+gerust zeggen, als ik de waarheid niet spreek.&mdash;»Zie hier,&rdquo; sprak de
Indiaan, terwijl hij opstond en een plantje met dunne en witachtige
<span class="pagenum" title="177">&nbsp;</span><a id="p_177"></a>bladeren uittrok, dit is de <i xml:lang="la">alfilerillo</i>, dien de moeders aan de kinderen
geven, om ze van de keelpijn te genezen. De boomen, welke
@@ -9149,13 +9110,13 @@ zijt opgegroeid!</p>
aan en Lucien, verwonderd hem zoo ontroerd te zien,
bleef geheel ongerust bij hem staan.</p>
-<p>&mdash;»Daar is het Engelenkruid,&rdquo; hernam de Encuerado eensklaps.
-»Wat was mijne moeder verheugd, toen ik haar een takje van dit
+<p>&mdash;»Daar is het Engelenkruid,&rdquo; hernam de Encuerado eensklaps.
+»Wat was mijne moeder verheugd, toen ik haar een takje van dit
gras had meegebracht.&rdquo;</p>
-<p>&mdash;»Welke eigenschappen heeft het dan?&rdquo; vroeg ik.</p>
+<p>&mdash;»Welke eigenschappen heeft het dan?&rdquo; vroeg ik.</p>
-<p>&mdash;»Het verschaft droomen, die ons ten hemel voeren; het is dat
+<p>&mdash;»Het verschaft droomen, die ons ten hemel voeren; het is dat
zeldzame bloempje, dat het kind Jezus in de vlakten van Bethlehem
ging plukken. Ziet ge, Chanito, zonder uwe tegenwoordigheid zouden
wij dat plantje, dat de moeders uit mijn land zoo verheugd maakt,
@@ -9163,23 +9124,23 @@ niet gevonden hebben.</p>
<p>De Indiaan verviel weer in zijne droomerij, nu eens zijn blik over
den ruimen gezichteinder latende dwalen, dan weer het gras, dat
-aan zijne voeten groeide, uittrekkende. »Er ontbreekt nog maar een
+aan zijne voeten groeide, uittrekkende. »Er ontbreekt nog maar een
<span xml:lang="la">latania</span> aan, om het landschap volkomen te maken,&rdquo; sprak hij.</p>
<p>Na verloop van een oogenblik liep hij naar de struiken toe en
knielde neer; hij had een bundeltje van die gele vergeet-mij-nietjes gevonden,
-die men in zijn land het »doodenbloempje&rdquo; noemt. Weldra
+die men in zijn land het »doodenbloempje&rdquo; noemt. Weldra
hoorde ik hem snikken.</p>
-<p>»Oh, Chema, wat scheelt er toch aan?&rdquo; riep Lucien uit, terwijl
+<p>»Oh, Chema, wat scheelt er toch aan?&rdquo; riep Lucien uit, terwijl
hij op zijn vriend toeijlde.</p>
-<p>De Indiaan stond op en nam den knaap in zijne armen. »Ik had
-eene moeder, ik had broers, ik had een Vaderland,&rdquo; sprak hij; »en
+<p>De Indiaan stond op en nam den knaap in zijne armen. »Ik had
+eene moeder, ik had broers, ik had een Vaderland,&rdquo; sprak hij; »en
deze bloemen herinneren mij, dat zij, die ik lief heb gehad, in het
graf slapen.&rdquo;</p>
-<p>&mdash;»Houdt gij dan niet veel van mij?&rdquo; hernam Lucien, hem omhelzende.</p>
+<p>&mdash;»Houdt gij dan niet veel van mij?&rdquo; hernam Lucien, hem omhelzende.</p>
<p>Als eenig antwoord drukte de Encuerado hem zoo vast tegen
<span class="pagenum" title="178">&nbsp;</span><a id="p_178"></a>zijne borst, dat hij hem een lichten kreet ontlokte; daarna droeg
@@ -9187,8 +9148,8 @@ hij hem naar het bivak.</p>
<p>Dit tooneel had ons ontroerd; met langzame schreden en zonder
een woord te wisselen gingen wij, mijn vriend en ik, naast elkander
-voort. »O! macht van den dorpstoren en van de herinneringen der
-jeugd!&rdquo; dacht ik, »welk paleis zal ooit zooveel waarde hebben als het
+voort. »O! macht van den dorpstoren en van de herinneringen der
+jeugd!&rdquo; dacht ik, »welk paleis zal ooit zooveel waarde hebben als het
ouderlijk dak; welk geluk zal ooit dat der eerste kinderjaren
evenaren? De herder, die groot-vizier is geworden, zal altijd in eene
kist het ruwe kleed bewaren, waaronder hij meende ongelukkig te
@@ -9197,7 +9158,7 @@ ooit hunne jeugd kunnen vergeten? en dacht Napoleon, toen hij
beheerscher der wereld was geworden, nooit aan de tafel, zonder
tafellaken, die zijne moeder met vijgen en olijven bedekte?</p>
-<p>De honger bracht mij tot meer prozaïsche gedachten. Het blanke
+<p>De honger bracht mij tot meer prozaïsche gedachten. Het blanke
en sappige vleesch van den Iguano was eene smullerij zoowel voor
Gringalet als voor ons. Het maal duurde langer dan naar gewoonte;
wij waren over het vaderland aan 't praten geraakt en dat onderwerp
@@ -9222,11 +9183,11 @@ te maken, deed zij het gezichtsbedrog nog duidelijker voorkomen.
Ik besloot den heuvel af te dalen, ten einde Lucien van
deze zonderlinge dwaling onzer zintuigen te overtuigen.</p>
-<p>»Ik heb wel gezien dat de vlakte droog is,&rdquo; sprak hij, zich omkeerende,
-»maar hoe meer wij het bivak naderen, des te meer zou
+<p>»Ik heb wel gezien dat de vlakte droog is,&rdquo; sprak hij, zich omkeerende,
+»maar hoe meer wij het bivak naderen, des te meer zou
men zeggen, dat het water achter ons stijgt.&rdquo;</p>
-<p>&mdash;»De luchtlagen zijn ongelijk verwarmd,&rdquo; antwoordde ik, »en hare
+<p>&mdash;»De luchtlagen zijn ongelijk verwarmd,&rdquo; antwoordde ik, »en hare
weerkaatsing, die de lichtstralen doet afwijken, keert eendeels de
voorwerpen, die de vlakte bedekken, om en toont ons ze anderdeels
veel hooger dan ze werkelijk zijn.</p>
@@ -9280,7 +9241,7 @@ zijn de ochtendstonden zeer koud. Op de diepe duisternis
volgde een vaag schemerlicht, en daarna kwam een lichte nevel
op, die ons als een stortregen doornat maakte.</p>
-<p>»Wat is dat nu?&rdquo; riep Lucien uit, »het heeft niet geregend en
+<p>»Wat is dat nu?&rdquo; riep Lucien uit, »het heeft niet geregend en
toch zijn wij nat.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Dat is de dauw, Chanito, hij is in het Warme Land bijna
@@ -9288,7 +9249,7 @@ even overvloedig als de mist.</p>
<p>&mdash;Zijn mist en dauw dan niet hetzelfde?</p>
-<p>&mdash;»Niet geheel en al,&rdquo; antwoordde ik; »de dauw is gewoonlijk weldoende
+<p>&mdash;»Niet geheel en al,&rdquo; antwoordde ik; »de dauw is gewoonlijk weldoende
en valt alleen des morgens, terwijl de Mexicanen zeer bevreesd
zijn voor de mist, die na het ondergaan der zon komt en
aanvallen van koorts verwekt.</p>
@@ -9324,7 +9285,7 @@ hare wijd uiteenstaande bladeren temperden, moeielijk. Welk een
tegenstelling met de heerlijke streken, die wij tot nu toe doorloopen
hadden.</p>
-<p>»Uw land is niet zoo mooi als het mijne,&rdquo; sprak Lucien tot den
+<p>»Uw land is niet zoo mooi als het mijne,&rdquo; sprak Lucien tot den
Encuerado.</p>
<p>&mdash;Mijn land is mooier dan dat, waar wij nu doortrekken, Chanito;
@@ -9333,7 +9294,7 @@ er ook soms.</p>
<p>&mdash;Zullen wij nu sneeuw zien vallen, nu wij in het Koude Land zijn?</p>
-<p>&mdash;»Neen,&rdquo; antwoordde Sumichrast glimlachende, »gij zult geene
+<p>&mdash;»Neen,&rdquo; antwoordde Sumichrast glimlachende, »gij zult geene
sneeuw zien vallen dan het volgende jaar, als gij in Frankrijk zult
zijn. De winters in het Koude Land van Mexico herinneren meer
aan onze Europeesche lentes; maar toch bereiken zij nooit eene
@@ -9346,10 +9307,10 @@ is het bijna even warm, als op den dag, toen de Zuidenwind
zoo hard gewaaid heeft. Gringalet schijnt als ik te denken,&mdash;hij
laat zijne tong nog langer hangen dan naar gewoonte.</p>
-<p>&mdash;»Drommels! drommels!&rdquo; riep Sumichrast uit, »de opmerking van
+<p>&mdash;»Drommels! drommels!&rdquo; riep Sumichrast uit, »de opmerking van
meester Zonnestraal duidt aan, dat hij een waarnemer van de eerste
soort zal worden. Gij hebt honderdmaal gelijk,&rdquo; vervolgde hij, terwijl
-hij zijne hand op den schouder van den knaap legde; »in de
+hij zijne hand op den schouder van den knaap legde; »in de
vlakten van het Koude Land is de warmte nog lastiger dan zelfs
in het Warme Land, waar een voortdurend zweeten aan de te felle
<span class="pagenum" title="182">&nbsp;</span><a id="p_182"></a>steken van de zon tegenstand biedt. Een marsch van eenige dagen
@@ -9361,19 +9322,19 @@ den gezichteinder aan.</p>
<p>&mdash;Rook! riep Lucien uit.</p>
-<p>&mdash;»Neen, Chanito,&rdquo; antwoordde de Encuerado, »'t is een <i>tornado</i>.&rdquo;
+<p>&mdash;»Neen, Chanito,&rdquo; antwoordde de Encuerado, »'t is een <i>tornado</i>.&rdquo;
Ik had eerst dezelfde gedachte als mijn zoon, toen ik eene dunne
kolom slof tot aan de wolken zag opstijgen. Het was echter slechts
een dwarlwind, die na een oogenblik verdween.</p>
-<p>&mdash;»De wind waait toch niet,&rdquo; hernam Lucien; »hoe kan het stof
+<p>&mdash;»De wind waait toch niet,&rdquo; hernam Lucien; »hoe kan het stof
zoo hoog stijgen?</p>
-<p>&mdash;»Gij moogt u met recht verwonderen; want geen enkele geleerde
+<p>&mdash;»Gij moogt u met recht verwonderen; want geen enkele geleerde
heeft de werkelijke oorzaak van dit verschijnsel verklaard,&rdquo;
gaf ik ten antwoord.</p>
-<p>&mdash;Zouden wij meê gesleurd worden, als wij ons in een dezer
+<p>&mdash;Zouden wij meê gesleurd worden, als wij ons in een dezer
dwarlwinden bevonden.</p>
<p>&mdash;Neen, Chanito, de <i>tornado</i> zou ons alleen omwerpen.</p>
@@ -9394,13 +9355,13 @@ gelang de zwaarte met meer of minder snelheid neer.</p>
<p>Lucien verging van begeerte om door een dezer <i>tornado's</i> te loopen;
maar zij vertoonden zich altijd buiten ons bereik.</p>
-<p>»Zou men er eindelijk niet in slagen om eene verklaring te vinden
-voor de hoozen en typhons,&rdquo; vroeg Sumichrast, »als men dit verschijnsel,
+<p>»Zou men er eindelijk niet in slagen om eene verklaring te vinden
+voor de hoozen en typhons,&rdquo; vroeg Sumichrast, »als men dit verschijnsel,
dat zich bijna onophoudelijk op de groote bergvlakten van
Mexico voordoet, bestudeerde? De dwarlwinden zijn toch niet anders
dan hoozen in 't klein.</p>
-<p>&mdash;»Een hoos? wat is dat?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
+<p>&mdash;»Een hoos? wat is dat?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
<p>&mdash;Een <ins class="corr" id="corr106" title="Bron: metereologisch">meteorologisch</ins> verschijnsel, gelijk aan dat, wat gij nu gezien
hebt, maar duizendmaal aanzienlijker; want het rukt boomen
@@ -9426,14 +9387,14 @@ de zee terug en een overvloedige regen overstroomde ons. Een half
uur later voeren wij weer onder een wolkeloozen hemel en op een
sluimerenden Oceaan.</p>
-<p>&mdash;»En wat zou er gebeurd zijn, als de hoos het vaartuig had
+<p>&mdash;»En wat zou er gebeurd zijn, als de hoos het vaartuig had
bereikt?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
<p>&mdash;Dan zouden wij waarschijnlijk verzwolgen zijn geworden.</p>
<p>&mdash;Wat zult ge bang geweest zijn, Tatita!</p>
-<p>&mdash;»Zeker, en ik was niet de eenige; de officieren en matrozen
+<p>&mdash;»Zeker, en ik was niet de eenige; de officieren en matrozen
volgden den loop van de hoos met zichtbaren angst.&rdquo;</p>
<p>Zoo pratende hadden wij ons te midden der raketcactussen&mdash;<i xml:lang="la">cactus
@@ -9448,7 +9409,7 @@ te vertellen dat de cactussen&mdash;een Grieksch woord dat doornig
beteekent&mdash;uit Amerika voortkomen; dat zij in droge en zandachtige
bodems groeien en doorns in plaats van bladeren dragen.</p>
-<p>»Gij vergeet te zeggen,&rdquo; voegde de Encuerado er bij, »dat de
+<p>»Gij vergeet te zeggen,&rdquo; voegde de Encuerado er bij, »dat de
laatste scheuten van den <i xml:lang="es">tunero</i> onder de asch gebakken, ons dezen
avond eenen heerlijken schotel zullen opleveren.</p>
@@ -9464,7 +9425,7 @@ die ons van alle kanten bedreigden, openscheurden.</p>
<p>Ik plaatste mij opnieuw aan 't hoofd van de kolonne; want
tusschen de kaarscactussen als 't ware bekneld, konden wij niet op
-één gelid loopen. Ik beklom een heuveltje, vanwaar mijne blikken
+één gelid loopen. Ik beklom een heuveltje, vanwaar mijne blikken
den ruimen gezichteinder doorzochten. Nooit en in geen enkel land
ter wereld kan zulk eene grondige verandering zich in zoo weinig
uren voordoen. Geen boomen<ins class="corr" id="corr107" title="Bron: .">,</ins> geen heesters, geen struiken meer.
@@ -9483,7 +9444,7 @@ soort groote bundels, waaruit met scherpe punten gewapende stengels
kwamen; men zou gezegd hebben eene honderdkoppige hydra
te zien.</p>
-<p>»Zou men niet meenen in eene dier Hollandsche plantenhuizen
+<p>»Zou men niet meenen in eene dier Hollandsche plantenhuizen
te zijn overgeplaatst, opgevuld met vetplanten met gouden bloemen?&rdquo;
zeide Sumichrast.</p>
@@ -9495,7 +9456,7 @@ dat men ze door de lens van een microscoop beschouwt.</p>
<p>De plant, die ik bedoelde, had minstens eene hoogte van twee
meter bij een omtrek van drie of vier meter.</p>
-<p>»Toen ik herder was,&rdquo; sprak de Encuerado, »voerde ik mijne geiten
+<p>»Toen ik herder was,&rdquo; sprak de Encuerado, »voerde ik mijne geiten
in de vlakten waar de viznaga's groeien. Met behulp van mijne
machete hakte ik eene der zijden in en dan begonnen mijne geiten onmiddellijk
het merg, dat er in zit, op te eten. Zoo holden zij er allengs
@@ -9503,7 +9464,7 @@ een gat in uit, waarin twee of drie harer gemakkelijk
te gelijk konden staan, en deze schuilplaats beschutte mij voor de
stralen van de zon en de koelte van den nacht.</p>
-<p>&mdash;»Och!&rdquo; riep Lucien vol geestdrift uit, »als wij op dit veld moeten
+<p>&mdash;»Och!&rdquo; riep Lucien vol geestdrift uit, »als wij op dit veld moeten
kampeeren, moeten wij een huis in de viznaga uithollen.</p>
<p>Ik onderzocht opnieuw den gezichteinder; niets verried de nabijheid
@@ -9524,12 +9485,12 @@ opgedroogde sporen van inkervingen.</p>
<p>De Indiaan ging als verkenner voorop, door Lucien gevolgd.</p>
-<p>»Een pad,<ins class="corr" id="corr108" title="Bron: &sbquo;&rsquo;">&rdquo;</ins> riep deze eensklaps uit.</p>
+<p>»Een pad,<ins class="corr" id="corr108" title="Bron: &sbquo;&rsquo;">&rdquo;</ins> riep deze eensklaps uit.</p>
-<p>&mdash;»Een mimosa,&rdquo; zeide Sumichrast, die door zijne hooge gestalte
+<p>&mdash;»Een mimosa,&rdquo; zeide Sumichrast, die door zijne hooge gestalte
boven ons uitstak.</p>
-<p>&mdash;»Eene hut,&rdquo; mompelde de Encuerado, staan blijvende en een vinger
+<p>&mdash;»Eene hut,&rdquo; mompelde de Encuerado, staan blijvende en een vinger
op den mond leggende.</p>
<p><ins class="corr2" id="corr109" title="Bron: &mdash;"></ins>Wij wisselden een blik; daarna, voorovergebogen naar het
@@ -9549,7 +9510,7 @@ van de hut verwijderd en verwonderden ons zeer dat de honden,
die gewoonlijk om de hutten der inboorlingen zwerven, niet blaften.
Sumichrast, die vooruit was gegaan, keerde terug.</p>
-<p>»Deze stilte schijnt mij niets goeds te voorspellen,&rdquo; sprak hij; »laten
+<p>»Deze stilte schijnt mij niets goeds te voorspellen,&rdquo; sprak hij; »laten
wij oppassen, dat wij niet in eene hinderlaag vallen; ik ben er
volstrekt niet op gesteld om gekneveld te worden.&rdquo;</p>
@@ -9557,9 +9518,9 @@ volstrekt niet op gesteld om gekneveld te worden.&rdquo;</p>
wij tot groote verbazing van Lucien weer onder de cactussen
door.</p>
-<p>»Zijn wij dan in een land van wilden?&rdquo; vroeg hij mij.</p>
+<p>»Zijn wij dan in een land van wilden?&rdquo; vroeg hij mij.</p>
-<p>&mdash;»Misschien, en dat noodzaakt ons voorzichtig te zijn,&rdquo; gaf ik ten
+<p>&mdash;»Misschien, en dat noodzaakt ons voorzichtig te zijn,&rdquo; gaf ik ten
antwoord.</p>
<p>&mdash;Zou men ons kwaad doen?</p>
@@ -9573,7 +9534,7 @@ weg te zenden.</p>
<p>&mdash;Zijn het dan geen christenen?</p>
-<p>&mdash;»Zeker, Chanito, zij moeten het zijn, maar de booze weet ieder
+<p>&mdash;»Zeker, Chanito, zij moeten het zijn, maar de booze weet ieder
mensch te verleiden,&rdquo; mompelde de Indiaan.</p>
<p>En na zich van zijne mars ontdaan te hebben, verdween hij al
@@ -9636,15 +9597,15 @@ die den weg omzoomden, ons het gezicht op de hutten. Daar
klonk een gehinnik, en een man op een ongezadeld mager paard
gezeten, verscheen op honderd schreden van ons.</p>
-<p>»Halt!&rdquo; riep ik mijnen makkers toe.</p>
+<p>»Halt!&rdquo; riep ik mijnen makkers toe.</p>
<p>En mijn geweer op den rug dragende en met mijn punthoed
in de hand ging ik alleen naar den ruiter toe, die eensklaps zijn
paard had ingehouden.</p>
-<p>»Ave Maria!&rdquo; sprak ik, naar hem toegaande.</p>
+<p>»Ave Maria!&rdquo; sprak ik, naar hem toegaande.</p>
-<p>&mdash;»Dat haar naam gezegend zij,&rdquo; antwoordde de ruiter, zijn hoed
+<p>&mdash;»Dat haar naam gezegend zij,&rdquo; antwoordde de ruiter, zijn hoed
afnemende, waaruit de grijze haren te voorschijn kwamen.</p>
<p>&mdash;Spreekt mijn vader Spaansch?</p>
@@ -9672,11 +9633,11 @@ woud zijn wreed.</p>
<p>Ik riep Lucien, die voor den grijsaard zijn hoofd ontblootte en
hem groette.</p>
-<p>»Mijn kind, dat God van u een heilige make.&rdquo;</p>
+<p>»Mijn kind, dat God van u een heilige make.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Zijn wij uwe gasten?</p>
-<p>&mdash;»Ja, gij zijt de gasten van <ins class="corr" id="corr110" title="Bron: Coyotopec">Coyotepec</ins>; komt mede.&rdquo;</p>
+<p>&mdash;»Ja, gij zijt de gasten van <ins class="corr" id="corr110" title="Bron: Coyotopec">Coyotepec</ins>; komt mede.&rdquo;</p>
<p>Sumichrast en de Encuerado naderden op hunne beurt den ruiter,
die afsteeg en ons den weg wees. Hij onderhield zich met den Encuerado
@@ -9697,9 +9658,9 @@ het ras der Tlascaliers, van eene middelmatige gestalte, eene bruine
gelaatskleur, sterk en vlug als een man van veertig jaar. Hij droeg
een hoed van palmboomstroo en zijne kleeding bestond uit eene
soort van wit linnen jas, om het middel vastgebonden en een
-katoenen broek, die nauwelijks de knieën bedekte.</p>
+katoenen broek, die nauwelijks de knieën bedekte.</p>
-<p>»Welke is de naastbijzijnde stad?&rdquo; vroeg Sumichrast.</p>
+<p>»Welke is de naastbijzijnde stad?&rdquo; vroeg Sumichrast.</p>
<p>&mdash;Puebla.</p>
@@ -9740,7 +9701,7 @@ zich ook begaf.</p>
gekleed; vervolgens sprak hij, op zijne kinderen en kleinkinderen
wijzende:</p>
-<p>»Gij zijt mijne gasten! dit huis is het uwe en ziedaar uwe dienstknechten
+<p>»Gij zijt mijne gasten! dit huis is het uwe en ziedaar uwe dienstknechten
en dienstmaagden.&rdquo;</p>
<hr class="chend" />
@@ -9787,7 +9748,7 @@ had hij zich ontkleed, of de jonge Indianen, die hem met
eene zichtbare nieuwsgierigheid hadden aangestaard, barstten in
<span class="pagenum" title="191">&nbsp;</span><a id="p_191"></a>lachen uit en kakelden onder elkander als jonge papegaaien.</p>
-<p>»Waarom lachen zij toch zoo hard, als zij mij aanzien?&rdquo; vroeg
+<p>»Waarom lachen zij toch zoo hard, als zij mij aanzien?&rdquo; vroeg
Lucien aan den Encuerado.</p>
<p>&mdash;Om uwe blanke huid; wat wilt gij er aan doen? Zij hebben
@@ -9796,18 +9757,18 @@ er nooit eene van die kleur gezien.</p>
<p>&mdash;Vinden zij die dan zoo belachelijk? vroeg Sumichrast op zijne
beurt.</p>
-<p>&mdash;»Een beetje,&rdquo; hernam de Indiaan, »maar maak u daar niet ongerust
+<p>&mdash;»Een beetje,&rdquo; hernam de Indiaan, »maar maak u daar niet ongerust
over, Chanito; 't is in elk geval uwe schuld niet.</p>
<p>Ons lachen paarde zich toen aan dat der jonge Indianen en
was oorzaak, dat er zich tusschen Sumichrast en mij een lang gesprek
ontspon. De Encuerado, dien wij meenden dat ons om onze
-blanke huid benijdde, beklaagde ons dus, evenals hij door de Nubiërs
+blanke huid benijdde, beklaagde ons dus, evenals hij door de Nubiërs
beklaagd zou worden, omdat hij slechts eene koperkleurige huid
bezat.</p>
-<p>»Maar,&rdquo; sprak Lucien, die bij ons was gekomen op het oogenblik
-toen het gesprek begon, »waarom hebben niet alle menschen dezelfde
+<p>»Maar,&rdquo; sprak Lucien, die bij ons was gekomen op het oogenblik
+toen het gesprek begon, »waarom hebben niet alle menschen dezelfde
kleur? Waar ligt dat aan, mijnheer Sumichrast.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Aan den invloed van het licht, dat het pigment meer of minder
@@ -9826,14 +9787,14 @@ vlekken of zomersproeten, die het gelaat en de handen van sommige
personen bedekken, worden voortgebracht door het pigment, dat
door de huid heenkomt.</p>
-<p>&mdash;»Beteekent dat dan dat de negers in Europa wit zouden worden,&rdquo;
+<p>&mdash;»Beteekent dat dan dat de negers in Europa wit zouden worden,&rdquo;
gaf Lucien ten antwoord.</p>
-<p>&mdash;»Neen,&rdquo; antwoordde ik lachende, »de zon schijnt in Europa even
+<p>&mdash;»Neen,&rdquo; antwoordde ik lachende, »de zon schijnt in Europa even
goed als in Amerika, en hare inwerking, hoe zwak die ook zijn
moge, is voldoende om het pigment donker te kleuren.&rdquo;</p>
-<p>&mdash;»Maar als men hen in de schaduw grootbracht,&rdquo; riep de Encuerado
+<p>&mdash;»Maar als men hen in de schaduw grootbracht,&rdquo; riep de Encuerado
uit.</p>
<p>&mdash;Daartoe zou eene volkomen duisternis gevorderd worden en
@@ -9841,19 +9802,19 @@ dat is onmogelijk.</p>
<p>Op dit oogenblik riep onze gastheer ons. Op eene kreupele tafel,
met een klein katoenen tafellaken gedekt, dampte eene magere soep
-van <ins class="corr" id="corr115" title="Bron: maiskoeken">maïskoeken</ins> en tomaten, waaraan iedereen eer bewees. Deze
+van <ins class="corr" id="corr115" title="Bron: maiskoeken">maïskoeken</ins> en tomaten, waaraan iedereen eer bewees. Deze
schotel werd opgevolgd door eene kip, toebereid met eene saus van
<span class="pagenum" title="192">&nbsp;</span><a id="p_192"></a>piment en in 't vet gebraden bruine boonen; daarna spreidden
pataten&mdash;<i xml:lang="la">Convolvulus batata</i>&mdash;de levendige kleuren van hun
meelachtig vleesch ten toon, te midden van eene siroop, waarvan de
Encuerado en Lucien smulden. Een groote kom koffie voerde onze
tevredenheid ten top. In plaats van brood aten wij versch bereide
-maïskoeken. Misschien had nooit een maaltijd ons zoo heerlijk toegeschenen.
+maïskoeken. Misschien had nooit een maaltijd ons zoo heerlijk toegeschenen.
Het wild, dat sedert ons vertrek ons gewoon voedsel
uitmaakte, begon ons te vervelen; wij vergastten ons het meest
aan de boonen en aan de koeken, welke men <i xml:lang="es">tortillas</i> noemt.</p>
-<p>Toen de maaltijd geëindigd was, nam Lucien zijne plaats in 't midden
+<p>Toen de maaltijd geëindigd was, nam Lucien zijne plaats in 't midden
der kinderen weer in, die, op den oever der beek gezeten, bladeren
van den waaierpalm vlochten.</p>
@@ -9868,7 +9829,7 @@ onze bewondering de zijne niet evenaarde, wendde hij zich tot den
Encuerado, die als een kenner zijn oordeel uitsprak over de voorwerpen,
die men hem vertoonde.</p>
-<p>»Kunt gij dan ook de bladeren van den waaierpalm vlechten?</p>
+<p>»Kunt gij dan ook de bladeren van den waaierpalm vlechten?</p>
<p>&mdash;Ja, Chanito, ik kan ook sprinkhanen, paarden en zelfs vogels
maken.</p>
@@ -9883,7 +9844,7 @@ er zelf te vlechten.</p>
gastheer kwam ons goeden nacht wenschen. Ik sprak hem over het
vuur, dat wij den vorigen dag gezien hadden.</p>
-<p>»Dat is Juan,&rdquo; zeide hij.</p>
+<p>»Dat is Juan,&rdquo; zeide hij.</p>
<p>&mdash;Wie is dat, Juan?</p>
@@ -9913,7 +9874,7 @@ derhalve een groot getal voorwerpen, onder talrijke uitroepingen
van leedwezen, ter zijde te leggen, toen het mij eensklaps inviel om
Coyotepec over de jaarlijksche reis van zijn zoon te ondervragen.</p>
-<p>»Hij vertrekt binnen een veertien dagen,&rdquo; antwoordde de oude man.</p>
+<p>»Hij vertrekt binnen een veertien dagen,&rdquo; antwoordde de oude man.</p>
<p>&mdash;Alleen?</p>
@@ -9956,7 +9917,7 @@ verscheen het laatst, zij droeg om den hals een snoer paarlen van
groote waarde. De vrouwen hadden sieraden van ruw koraal en de
vingers waren bedekt met zilveren ringen.</p>
-<p>»Wij vereenigen ons des Zondags op het uur der godsdienstoefeningen
+<p>»Wij vereenigen ons des Zondags op het uur der godsdienstoefeningen
om gezamenlijk ons gebed te doen en God te danken, die
de vruchten aan de takken der boomen hangt en ons in gezondheid
bewaart,&rdquo; sprak Coyotepec.</p>
@@ -9966,7 +9927,7 @@ bewaart,&rdquo; sprak Coyotepec.</p>
<p>Iedereen ging knielen, de grijsaard bad eene litanie en vervolgens
een aantal Ave Maria's. Een der jonge meisjes zong vervolgens
een lofzang, waarvan het refrein door de aanwezigen in koor herhaald
-werd. Nauwelijks had de zangster haar lied geëindigd of de
+werd. Nauwelijks had de zangster haar lied geëindigd of de
in geestdrift geraakte Encuerado verzocht het gehoor niet op te
staan en hief toen een zijner geliefkoosde lofzangen aan. Hij hield
ons zoo een half uur in de zon, toen ik, vermoeid van het knielen,
@@ -9974,7 +9935,7 @@ hem een teeken gaf om op te houden. Vergeefsche moeite, mijn
dienaar scheen mij niet te bemerken; zijn gebaren en kreten nog
vermeerderende, herhaalde hij, tot driemaal toe, hetzelfde vers.</p>
-<p>»Amen!&rdquo; riep ik, opstaande, uit.</p>
+<p>»Amen!&rdquo; riep ik, opstaande, uit.</p>
<p>Men volgde mijn voorbeeld en vrij geworden verwijderde ik mij, terwijl
de Indianen den Encuerado omringden om hem geluk te wenschen.</p>
@@ -10017,7 +9978,7 @@ boterig, met een aangenamen smaak, die aan alle tongen behaagt.
Men eet haar ontoebereid of wel toebereid met zout, olie en azijn;
Gringalet was er evenzeer op verlekkerd als zijn jonge meester.</p>
-<p>»Heeft de advokaatboom dan geen verwanten?&rdquo; vroeg Lucien
+<p>»Heeft de advokaatboom dan geen verwanten?&rdquo; vroeg Lucien
glimlachende.</p>
<p>&mdash;Zeer zeker; hij behoort tot de familie der laurierboomen, waarvan
@@ -10032,18 +9993,18 @@ cinnamomum</i>&mdash;waarvan de bast de kaneel oplevert, en
eindelijk den sassafras, waarvan het aromatisch hout zeer geprezen
wordt als zweetverwekkend geneesmiddel.</p>
-<p>Onze gids voerde ons door een veld met Turksche tarwe of maïs.
+<p>Onze gids voerde ons door een veld met Turksche tarwe of maïs.
Dit kostbare grasgewas, dat Europa aan Amerika te danken heeft,
vervangt bij de Asteken het koren. Zij maken er hun gewoon brood
of <span xml:lang="es">tortillas</span> van, een soort pannekoeken, welke vooral de Indiaansche
vrouwen uitstekend weten te bereiden. Voor zij geheel rijp is
-wordt de maïs gekookt of geroosterd gegeten; in Mexico vervangt
+wordt de maïs gekookt of geroosterd gegeten; in Mexico vervangt
zij de gerst en de haver als voedsel voor paarden en hoornvee.</p>
<p>Toen Torribio in zijne beplanting was binnengegaan brak hij
eenige stengels door, zonder ze evenwel van den hoofdstam te scheiden.</p>
-<p>»Waarom worden die arme planten zoo geknakt? Ze zullen zoo
+<p>»Waarom worden die arme planten zoo geknakt? Ze zullen zoo
dood gaan,&rdquo; riep Lucien uit.</p>
<p>&mdash;Ja, maar in de eerste plaats omdat het jaarlijksche planten
@@ -10053,16 +10014,16 @@ stengel, die ze draagt, drogen. Deze methode, die even eenvoudig
als afdoende is, kan slechts aangewend worden in landen, waar de
winter in werkelijkheid slechts eene lente is.&rdquo;</p>
-<p>Achter het maïsveld bevond zich eene haag, overdekt met lange
+<p>Achter het maïsveld bevond zich eene haag, overdekt met lange
goudgele vezels. Deze vezels, die geheel en al zonder bladeren waren,
omgaven de struiken als met een dikken mantel.</p>
-<p>»Wat is dat toch voor eene zonderlinge plant?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
+<p>»Wat is dat toch voor eene zonderlinge plant?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
<p>&mdash;Een <i xml:lang="es">Sacatlaxcale</i>, antwoordde Torribio.</p>
<p>&mdash;Een soort koeskoes,&rdquo; hernam Sumichrast; eene plant uit de
-familie der <i>convolvulaceeën</i> of winden. In Europa vernietigt men de
+familie der <i>convolvulaceeën</i> of winden. In Europa vernietigt men de
daar bestaande soort, die zich om de planten slingert en ze verstikt;
hier laat men de <i xml:lang="es">Sacatlaxcale</i> groeien, want men weet er goed gebruik
van te maken.</p>
@@ -10109,13 +10070,13 @@ kwam onder het bereik van onze geweren; er viel een schot en de
getroffen vogel viel, al ronddraaiende, op twintig schreden afstand
neer. Lucien ging hem opzoeken.</p>
-<p>»'t Is een valk,&rdquo; riep hij ons toe.</p>
+<p>»'t Is een valk,&rdquo; riep hij ons toe.</p>
-<p>&mdash;Gij hebt gelijk,&rdquo; antwoordde Sumichrast; »'t is de havik van
+<p>&mdash;Gij hebt gelijk,&rdquo; antwoordde Sumichrast; »'t is de havik van
Cayenne, herkenbaar aan zijn met aschkleurige veertjes bedekten
kop, aan zijn bruin lichaam en aan de zwarte staartpennen.</p>
-<p>»Gaat u hem afstroopen?</p>
+<p>»Gaat u hem afstroopen?</p>
<p>&mdash;Zeker, mijn beste Zonnestraal; in de eerste plaats is deze
roofvogel niet zeer algemeen en bovendien moeten wij, gedurende
@@ -10131,11 +10092,11 @@ Och, als wij maar niet zoo zuinig op ons kruit moesten zijn....</p>
<p>&mdash;Ik heb kruit,&rdquo; mompelde Torribio.</p>
-<p>&mdash;Hebt gij kruit?&rdquo; riep ik uit, »wilt gij er ons van verkoopen?</p>
+<p>&mdash;Hebt gij kruit?&rdquo; riep ik uit, »wilt gij er ons van verkoopen?</p>
<p>&mdash;Neen,&rdquo; antwoordde de Indiaan kortweg.</p>
-<p>&mdash;Waarom niet?&rdquo; hernam ik. »Zijt gij dan een jager? Ge gaat
+<p>&mdash;Waarom niet?&rdquo; hernam ik. »Zijt gij dan een jager? Ge gaat
toch immers weldra naar Puebla en dan kunt ge uwen voorraad
weer vernieuwen.</p>
@@ -10151,13 +10112,13 @@ hemel had eene bleekblauwe kleur; wij zagen even de eentonige
vlakte, bezaaid met sombere cactussen, terwijl boven ons zich die
frissche oase ontplooide, die door de groote tegenstelling nog bekoorlijker
scheen. De vogels zongen in de struiken en vlogen de
-een vóór en de andere ná weg om den boom te bereiken, in wier
+een vóór en de andere ná weg om den boom te bereiken, in wier
takken zij misschien geboren waren. Er woei een lauw koeltje; ik
stond op om te vertrekken.</p>
<p><span class="pagenum" title="198">&nbsp;</span><a id="p_198"></a></p>
-<p>»Ik heb kruit,&rdquo; herhaalde eensklaps Torribio.</p>
+<p>»Ik heb kruit,&rdquo; herhaalde eensklaps Torribio.</p>
<p>&mdash;Maar ik weet ook, dat gij het niet verkoopen wilt.</p>
@@ -10171,7 +10132,7 @@ u koopen; neen, ik weet dat een man slechts een woord heeft. Evenwel,
als gij wildet, zou ik u een ruil voorslaan.</p>
<p>&mdash;Wat zoudt gij mij dan wel willen geven?&rdquo; antwoordde Torribio,
-met eene gemaakte onverschilligheid; »ik heb uwe vogels niet noodig
+met eene gemaakte onverschilligheid; »ik heb uwe vogels niet noodig
en mijn geweer is zoo goed als het uwe, al is het ook niet zoo mooi.</p>
<p>&mdash;Dat is waar ook, laat ons er niet meer over spreken.</p>
@@ -10180,16 +10141,16 @@ en mijn geweer is zoo goed als het uwe, al is het ook niet zoo mooi.</p>
<p>Hij keerde zich nogmaals om.</p>
-<p>»De tooverglazen,&rdquo; bracht hij er met moeite uit.</p>
+<p>»De tooverglazen,&rdquo; bracht hij er met moeite uit.</p>
-<p>&mdash;»Komaan, eindelijk zijn wij er!&rdquo; mompelde Sumichrast.</p>
+<p>&mdash;»Komaan, eindelijk zijn wij er!&rdquo; mompelde Sumichrast.</p>
<p>&mdash;Dat is afgedaan; als uw kruit althans goed is.</p>
-<p>&mdash;»Zoudt gij ze me geven?&rdquo; riep de Indiaan uit, wiens oogen
+<p>&mdash;»Zoudt gij ze me geven?&rdquo; riep de Indiaan uit, wiens oogen
schitterden.</p>
-<p>&mdash;Mannen hebben slechts éen woord.</p>
+<p>&mdash;Mannen hebben slechts éen woord.</p>
<p>Torribio versnelde zijne schreden zoozeer, dat Lucien ons hard
loopende moest bij houden. Toen wij de beek over waren bracht
@@ -10199,9 +10160,9 @@ soorten van jachthagel.</p>
<p>Deze vondst verheugde mij buitengewoon; maar ik hield mij even
bedaard als mijn gastheer, die op den grond neerhurkte en zijn kin
-op de knieën liet rusten.</p>
+op de knieën liet rusten.</p>
-<p>»Daar hebt gij den kijker,&rdquo; sprak ik.</p>
+<p>»Daar hebt gij den kijker,&rdquo; sprak ik.</p>
<p>Zijn trekken bleven onwrikbaar; maar zijne oogen flikkerden en
zijne hand beefde een weinig, toen hij het voorwerp zijner begeerte
@@ -10210,7 +10171,7 @@ hoe hij het instrument moest schoonmaken; daarna ging ik, beladen
met de kostbare bussen en gevolgd door mijne metgezellen, naar
de hut van Coyotepec terug.</p>
-<p>»Waarom heeft Torribio niet dadelijk gezegd, dat hij zijn kruit
+<p>»Waarom heeft Torribio niet dadelijk gezegd, dat hij zijn kruit
tegen den kijker wilde ruilen?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
<p>&mdash;Omdat een Indiaan zooveel mogelijk zijne begeerten en hartstochten
@@ -10219,7 +10180,7 @@ verbergt.</p>
<p>&mdash;Maar u, waarom heeft u hem dan niet terstond het instrument
aangeboden?</p>
-<p>&mdash;»Als ik mij te begeerig had getoond, zou hij den ruil misschien
+<p>&mdash;»Als ik mij te begeerig had getoond, zou hij den ruil misschien
<span class="pagenum" title="199">&nbsp;</span><a id="p_199"></a>geweigerd hebben, en een Indiaan komt zeer moeielijk op het eens
uitgesproken woord terug.&rdquo;</p>
@@ -10227,7 +10188,7 @@ uitgesproken woord terug.&rdquo;</p>
jachtmunitie verdriedubbeld was. Lucien vertelde hem den koop,
dien ik met Torribio gedaan had.</p>
-<p>»De kijker diende tot niet heel veel,&rdquo; sprak de Indiaan, »terwijl dit
+<p>»De kijker diende tot niet heel veel,&rdquo; sprak de Indiaan, »terwijl dit
kruit ons toelaat menig mooi schot te doen, zonder dat je er een
verwijt van wordt gemaakt.&rdquo; Nauwelijks was het middagmaal afgeloopen
of ik hoorde de tonen van een guitaar; na des morgens
@@ -10291,8 +10252,8 @@ pad, omzoomd met <i xml:lang="es">guapaques</i>&mdash;(<i xml:lang="la">ostrya m
tot de familie der cupuliferen of beker dragende boomen, en
die door zijn uiterlijk aan onzen eik, zijn verwante, herinnert.</p>
-<p>»Zie eens, papa,&rdquo; riep Lucien uit; »men zou zeggen dat die bladeren
-met vruchten beladen zijn.»</p>
+<p>»Zie eens, papa,&rdquo; riep Lucien uit; »men zou zeggen dat die bladeren
+met vruchten beladen zijn.»</p>
<p>&mdash;Dat zijn uitwassen, veroorzaakt door het steken van een insect,
tot de orde der huidvleugeligen (<i xml:lang="la">hymenoptera</i>) behoorende en hetwelk
@@ -10315,7 +10276,7 @@ bij de bereiding van schrijfinkt.</p>
ook zulke bollen ontstaan?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
<p>&mdash;De galwespen hebben het slechts op planten voorzien,&rdquo; hernam
-mijn vriend; »maar zij hebben neven&mdash;de sluipwespen bij voorbeeld,&mdash;die
+mijn vriend; »maar zij hebben neven&mdash;de sluipwespen bij voorbeeld,&mdash;die
hunne eieren in de lichamen van sommige rupsen
leggen. Zoodra de larven uitgekomen zijn, beginnen zij aan het dier,
dat ze draagt, te knagen, zonder het evenwel te dooden.</p>
@@ -10348,8 +10309,8 @@ verborgen was.</p>
<p>Lucien, over den afgrond gebogen, wilde weten waar dat water
bleef.</p>
-<p>»Misschien wordt het opgeslorpt door de zandige bodems, waarop
-het valt,&rdquo; zeide ik; »misschien komt het weer in de valleien te voorschijn,
+<p>»Misschien wordt het opgeslorpt door de zandige bodems, waarop
+het valt,&rdquo; zeide ik; »misschien komt het weer in de valleien te voorschijn,
waar het terrein even laag wordt als zijne bedding.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Gebeurt het dikwijls dat de beken zoo onder den grond gaan?</p>
@@ -10370,11 +10331,11 @@ viel een schot en de jager keerde terug, een prachtige vogel, wiens
rood gevederte gouden en purperen weerschijnen had, in de hand
houdend.</p>
-<p>»Dat is een fraai heer, dien hebben wij nog niet ontmoet,&rdquo; riep
+<p>»Dat is een fraai heer, dien hebben wij nog niet ontmoet,&rdquo; riep
Lucien uit.</p>
<p>&mdash;Het is de prachtigste onder de vinkvogels van Amerika,&rdquo; gaf
-ik ten antwoord, »'t is de <i xml:lang="la">ampelis pompadora</i><a id="FNa_33" href="#FN_33" class="fnanchor">(<sup>33</sup>)</a>; maar zijn schitterend
+ik ten antwoord, »'t is de <i xml:lang="la">ampelis pompadora</i><a id="FNa_33" href="#FN_33" class="fnanchor">(<sup>33</sup>)</a>; maar zijn schitterend
gewaad duurt niet lang. Binnen weinige dagen zouden die veeren,
die zoo levendig schitteren, uitgevallen zijn en vervangen worden
door een dof en donker gewaad. Deze rui, die veel vogels eigen is,
@@ -10389,12 +10350,12 @@ een twaaftal vogels van verschillende soorten, onder andere verschillende
paar fraaie koekoeks van eene geelachtig bruine kleur en met een
waaiervormigen staart, die op deze plaats op den trek waren.</p>
-<p>»Waarom?&rdquo; zoo vroeg Lucien, »zegt gij dikwijls, dat een vogel uit
-Brazilië, uit Guyana of uit Peru is, terwijl gij hem toch in Mexico
+<p>»Waarom?&rdquo; zoo vroeg Lucien, »zegt gij dikwijls, dat een vogel uit
+Brazilië, uit Guyana of uit Peru is, terwijl gij hem toch in Mexico
vindt?</p>
<p>&mdash;Omdat veel vogels op sommige tijdstippen van het jaar trekken,&rdquo;
-antwoordde mijn vriend, »en men ze op groote afstanden aantreft
+antwoordde mijn vriend, »en men ze op groote afstanden aantreft
van de landen, waar ze geboren zijn. Deze fraaie <ins class="corr" id="corr118" title="Bron: meerl">merel</ins>, bijvoorbeeld,
verschijnt slechts tegen de lente in Mexico, weshalve men hem den
naam van <i xml:lang="es">primavera</i>, eerste van de lente, heeft gegeven.</p>
@@ -10417,7 +10378,7 @@ van den <i xml:lang="la">tropoeolum</i> hun wel behagen; misschien vinden zij
dat de smaak te flauw is, omdat zij te veel gewoon zijn aan het
piment.</p>
-<p>&mdash;»Gij hebt de kruiderijen, ik de salade,&rdquo; riep mijn vriend eensklaps
+<p>&mdash;»Gij hebt de kruiderijen, ik de salade,&rdquo; riep mijn vriend eensklaps
uit.</p>
<p>Hij liet ons een handvol planten zien, die men portulak noemt.</p>
@@ -10427,9 +10388,9 @@ roode bloemen, die zich des avonds sluiten, om des morgens opnieuw
open te gaan. Ik verzamelde de vleezige bladen, terwijl Sumichrast,
die een plant vol met zaad had gezien, aan Lucien de ronde gleuf
(<i xml:lang="la">portula</i>), die zij bezitten, toonde en waaraan de plant haar familienaam
-van <i>portulaceeën</i> (portulakken) te danken heeft.</p>
+van <i>portulaceeën</i> (portulakken) te danken heeft.</p>
-<p>Maïskoeken en onze salade verschaften ons een landelijk ontbijt,
+<p>Maïskoeken en onze salade verschaften ons een landelijk ontbijt,
dat aan den oever der beek werd voorgediend. Lucien smulde in
dit eenvoudige maal en ik moest zijn eetlust, die door de prikkelende
bloemen nog werd opgewekt, matigen.</p>
@@ -10441,7 +10402,7 @@ over, want het vallen leverde niet het minste gevaar op. Minder
zwaar dan wij, bereikte hij zonder moeite den bovenkant van de
vlakte en lachte zeer oneerbiedig over onze pogingen.</p>
-<p>»Pas op je ooren,&rdquo; riep mijn vriend hem toe; »als ik bij je kom
+<p>»Pas op je ooren,&rdquo; riep mijn vriend hem toe; »als ik bij je kom
zullen ze mij tot steunmiddel dienen.</p>
<p>Aldus schertsende zocht hij tevergeefs naar een beter beklimbare
@@ -10449,11 +10410,11 @@ plek; wij maakten ons boos en onze onmacht vermaakte Lucien.
Eindelijk ontdeed ik mij van mijn geweer en weitasch en zoo opgelicht
gelukte het mij eindelijk naar boven te komen.</p>
-<p>»Dat is alles goed en wel,&rdquo; sprak Sumichrast, zich vastklampende
-en waggelende, »maar hoe zal ik nu bij u komen, nu ik twee geweren
+<p>»Dat is alles goed en wel,&rdquo; sprak Sumichrast, zich vastklampende
+en waggelende, »maar hoe zal ik nu bij u komen, nu ik twee geweren
en twee weitasschen te dragen heb.</p>
-<p>&mdash;»Wacht een weinig!&rdquo; riep Lucien uit.</p>
+<p>&mdash;»Wacht een weinig!&rdquo; riep Lucien uit.</p>
<p><span class="pagenum" title="204">&nbsp;</span><a id="p_204"></a></p>
@@ -10461,7 +10422,7 @@ en twee weitasschen te dragen heb.</p>
spoedig daarop met zijne machete een tak afkappen en kort daarna
kwam hij weer met een bamboestengel boven.</p>
-<p>»Wij zullen mijnheer Sumichrast visschen;&rdquo; zeide hij, nog geheel
+<p>»Wij zullen mijnheer Sumichrast visschen;&rdquo; zeide hij, nog geheel
buiten adem.</p>
<p>Op den wal zittende stak ik mijn vriend den stok toe; hij pakte
@@ -10493,7 +10454,7 @@ blaffen deden zich hooren; maar ditmaal zoo dicht bij, dat ik staan
bleef. Gringalet sprong voorwaarts en daar verschenen vier kinderen,
die Gringalet cactusbladeren als een schild voorhielden.</p>
-<p>»Drommels, drommels!&rdquo; sprak Sumichrast, »als ik mij niet vergis
+<p>»Drommels, drommels!&rdquo; sprak Sumichrast, »als ik mij niet vergis
zijn dat de uil, de jakhals en de hond, die ons zoozeer in spanning
hebben gehouden.&rdquo;</p>
@@ -10517,7 +10478,7 @@ lichtten het lijk aan eene zijde op, terwijl de andere met
hunne pooten de aarde er onderuit haalden. De kleine mijnwerkers
haalden zonder tusschenpoozen den grond onder hunne prooi uit.</p>
-<p>»Welk doel hebben zij toch met die muis te willen begraven?&rdquo;
+<p>»Welk doel hebben zij toch met die muis te willen begraven?&rdquo;
vroeg Lucien mij.</p>
<p>&mdash;Zij denken aan hunne kinderen. Zij zullen hunne eieren onder
@@ -10536,7 +10497,7 @@ ik wilde, ik vond er maar vier.</p>
zich zandkevers. Lucien maakte er jacht op, maar de vlugheid
der insecten stelde zijne pogingen te leur.</p>
-<p>»Wat zijn die vliegen slim,&rdquo; riep hij uit, »ik kan er geene enkele
+<p>»Wat zijn die vliegen slim,&rdquo; riep hij uit, »ik kan er geene enkele
vangen.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Dat zijn geen vliegen maar kevers en verwant met de loopkevers.
@@ -10547,7 +10508,7 @@ hij kreeg er inderdaad twee. De schoone metaalglans van hunne bruine,
met gele puntjes bezaaide dekschilden bekoorden hem, maar de insecten
ontsnapten, na hem gebeten te hebben.</p>
-<p>»Welke kaken,&rdquo; zeide hij, zijn vinger schuddende; »gelukkig dat die
+<p>»Welke kaken,&rdquo; zeide hij, zijn vinger schuddende; »gelukkig dat die
beestjes maar heel klein zijn. Leven de zandkevers dan niet in 't bosch?&rdquo;</p>
<p>&mdash;Zij vertoeven bij voorkeur op droge en zandige plaatsen; zij
@@ -10571,9 +10532,9 @@ die zonderlinge teekeningen vervaardigen, die hare verbeelding uitdenkt.</p>
<p>Tegenover de hut groeiden <i xml:lang="es">nopales</i>-cactussen.</p>
-<p>»Kijk die planten, waarvan het zien den Encuerado zeker zou
+<p>»Kijk die planten, waarvan het zien den Encuerado zeker zou
aandoen, want men vindt ze overal in zijn land, eens goed aan,
-sprak ik tot Lucien. »De talrijke bruine puntjes, die gij op de bladeren
+sprak ik tot Lucien. »De talrijke bruine puntjes, die gij op de bladeren
bemerkt, zijn halfvleugelige insecten van de familie der galwespen,
cochenieljes, zooals men ze gewoonlijk noemt. Zij hebben geen vleugels
en leven op kosten van de cactussen, waaruit zij met hun zuigsnuit
@@ -10592,10 +10553,10 @@ waar men ze gebruikt om stoffen te verven en carmijn te maken,
dat zulke fraaie rose kleuren aan het suikergoed geeft.&rdquo;</p>
<p>Een weinig verder bevond ik mij tegenover een <i xml:lang="es">maguey</i>&mdash;<i xml:lang="la">agave
-mexicana</i>&mdash;eene soort aloë, waaruit men de <i xml:lang="es">pulque</i> bereidt. De
+mexicana</i>&mdash;eene soort aloë, waaruit men de <i xml:lang="es">pulque</i> bereidt. De
<span xml:lang="es">maguey</span> bloeit alle vijfentwintig of dertig jaren en de steel, die de
-bloemkroon moet dragen, groeit in twee maanden ongeveer vijf à
-zes meters. Deze steel draagt niet minder dan vier à vijfduizend
+bloemkroon moet dragen, groeit in twee maanden ongeveer vijf à
+zes meters. Deze steel draagt niet minder dan vier à vijfduizend
bloemen aan zijn top en de plant verteert al hare kracht met ze
voort te brengen, want zij sterft spoedig daarop.</p>
@@ -10639,7 +10600,7 @@ bij te voegen, die de Encuerado hem voorzegde.</p>
<p>Reeds des avonds namen wij afscheid van onzen gastheer. Door
zijne welwillendheid hadden wij onzen voorraad rijst, koffie, suiker
-en maïskoeken vernieuwd. In plaats van zwarte peper, namen wij
+en maïskoeken vernieuwd. In plaats van zwarte peper, namen wij
roode piment mede, maar de kostbaarste koop bestond in het kruit
en de hagel, die wij tegen den verrekijker hadden ingeruild.</p>
@@ -10668,7 +10629,7 @@ ons in rechte lijn naar het Oosten richtende.</p>
<div class="footnote"><p><a id="FN_33" href="#FNa_33" class="label">(33)</a> De pracht- of Pompadoer-kotinga. Wat Biart hier zegt is gedeeltelijk
onjuist. De veeren vallen niet uit, maar veranderen van kleur. Men kan dit
-verschijnsel waarnemen bij een aantal buitenlandsche volière-vogels, zooals
+verschijnsel waarnemen bij een aantal buitenlandsche volière-vogels, zooals
de verschillende wevervogels en de Widah-vinken. Tegen den broeitijd
wordt het gewoonlijk grijsbruine gevederte allengs geel, oranje, blauw of
rood, naar gelang der soort. Men noemt dit 't prachtgewaad of bruiloftsgewaad.
@@ -10704,7 +10665,7 @@ rivier met helder en ijskoud water op.</p>
Lucien onder een grooten steen eene buitengewoon dikke, zwarte en
harige spin, met pooten die met dubbele haken gewapend waren.</p>
-<p>»Dat is een tarentella, nietwaar mijnheer Sumichrast?&rdquo;</p>
+<p>»Dat is een tarentella, nietwaar mijnheer Sumichrast?&rdquo;</p>
<p>&mdash;Neen, vriendje, dat is de vogelspin, aldus geheeten omdat
zij, naar men zegt, de nesten der vliegenvogels aanvalt en de jongen
@@ -10731,7 +10692,7 @@ eene tweede spin en overstelpte mij met vragen. Ik kon hem niets
dan eenige algemeenheden over deze zonderlinge klassen van dieren
mededeelen.</p>
-<p>»Maar, papa, wij ontmoeten bij elke schrede groene, zwarte, gele,
+<p>»Maar, papa, wij ontmoeten bij elke schrede groene, zwarte, gele,
goudkleurige spinnen; zijn er dan zoo veel soorten?&rdquo;</p>
<p>&mdash;Er zijn er zoo vele, dat men ze niet alle kent; ik geloof zelfs,
@@ -10740,7 +10701,7 @@ op de plaats-zelve moeten bestudeeren; want het weeke lichaam
der spinnen verliest door het drogen zijn vorm en men kan ze slechts bewaren
door middelen, die een reiziger niet altijd onder zijn bereik heeft.</p>
-<p>&mdash;»Ik heb er evenwel in mijne doos, die niet al te zeer gehavend
+<p>&mdash;»Ik heb er evenwel in mijne doos, die niet al te zeer gehavend
zijn,&rdquo; hernam de knaap.</p>
<p>En hij liet mij verschillende dieren met een driehoekigen buik
@@ -10753,7 +10714,7 @@ tusschen twee heesters was uitgespannen en waarvan de bezitster&mdash;eene
grijze spin&mdash;onmiddellijk te voorschijn kwam om in haast de
schade, die ik onvrijwillig had aangericht, te herstellen.</p>
-<p>»Waar haalt zij toch dien draad vandaan, die zoo dun is dat
+<p>»Waar haalt zij toch dien draad vandaan, die zoo dun is dat
men hem ternauwernood ziet?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
<p>&mdash;Uit vier bewaarplaatsen, die onder aan den buik gelegen en
@@ -10769,7 +10730,7 @@ te voorschijn brengt.</p>
insecten verzameld heb; wij hebben er zulke zonderlinge ontmoet.</p>
<p>&mdash;In de eerste plaats zijn de spinnen geen insecten; zij hebben
-longen en een hart, terwijl de insecten door luchtbuizen of tracheeën
+longen en een hart, terwijl de insecten door luchtbuizen of tracheeën
ademen.<a id="FNa_34" href="#FN_34" class="fnanchor">(<sup>34</sup>)</a> Bovendien hebben de insecten voelsprieten en ondergaan
<span class="pagenum" title="211">&nbsp;</span><a id="p_211"></a>zij gedaanteverwisselingen, wat niet bij de spinnen plaats heeft.
Gij zult u zeker nog wel herinneren, dat zij aan den schorpioen verwant
@@ -10832,11 +10793,11 @@ zouden bereikt hebben, hij hem de beroemde kristallen spin zou
laten zien, die in duizend stukken breekt, als men onhandig genoeg
is haar te laten vallen.</p>
-<p>»Chema,&rdquo; riep Lucien eensklaps uit, »kom eens naar die groote
+<p>»Chema,&rdquo; riep Lucien eensklaps uit, »kom eens naar die groote
<i xml:lang="la">coucaratcha</i> zien! Ik dacht dat die insecten alleen in de huizen leefden.
Wat sleept zij toch achter zich aan?&rdquo;</p>
-<p>&mdash;»Een klein doosje, waarin hare eieren vervat zijn,&rdquo; antwoordde ik.
+<p>&mdash;»Een klein doosje, waarin hare eieren vervat zijn,&rdquo; antwoordde ik.
In drie of vier dagen zal dat doosje aan de zijde opengaan en er
zullen een twintigtal jonge kakkerlakken uitkomen.</p>
@@ -10850,7 +10811,7 @@ letterkundigen smaak schijnen te hebben, in groot aantal in de kamers
rond, knagen aan het papier en drinken de inkt uit.</p>
<p>&mdash;Zij wachten daartoe niet eens den nacht af,&rdquo; riep Lucien uit;
-»zij hebben meermalen de onbeschaamdheid zoo ver gedreven, dat
+»zij hebben meermalen de onbeschaamdheid zoo ver gedreven, dat
zij in mijn inktkoker hunnen dorst leschten, terwijl ik bezig was mijn
schoolwerk af te maken. Ik ken bruine en groene <ins class="corr" id="corr122" title="Bron: kakkerlakkken">kakkerlakken</ins>, maar
de Encuerado heeft laatst volgehouden dat er ook witte zijn.</p>
@@ -10863,8 +10824,8 @@ eene eigenaardigheid die zij met verschillende dieren gemeen
hebben, zooals de groote spin, welke uw vriend straks heeft
weggejaagd.</p>
-<p>Ik ontrukte Lucien aan zijne entomologische studiën om hem
-meê onder de boomen te nemen, ten einde den hoofdschotel voor
+<p>Ik ontrukte Lucien aan zijne entomologische studiën om hem
+meê onder de boomen te nemen, ten einde den hoofdschotel voor
ons middagmaal op te zoeken. Wij stieten eerst op een <i xml:lang="es">Cacamizli</i>
of kattefret<a id="FNa_36" href="#FN_36" class="fnanchor">(<sup>36</sup>)</a>, een soort van wezel van een wreed uiterlijk, die ons
met een scherpen schreeuw verwelkomde. Gringalet begon het dier
@@ -10873,7 +10834,7 @@ van het hol van het dier. De <span xml:lang="es">cacamizli</span> nestelt zich,
<span class="pagenum" title="213">&nbsp;</span><a id="p_213"></a>de wezel, waarvan hij slechts in grootte verschilt, op de zolders der
woningen, waar hij zich des nachts aan de luidruchtigste beweging
overgeeft. In de voorwijken van verschillende steden van Mexico
-staat meer dan één huis ledig, omdat men meent dat het door spoken
+staat meer dan één huis ledig, omdat men meent dat het door spoken
bezocht wordt, terwijl het eenvoudiglijk bevolkt is met wezels
en buidelratten.</p>
@@ -10881,11 +10842,11 @@ en buidelratten.</p>
<a href="images/ill_p212b.png"><img
src="images/ill_p212b-th.png" width="340" height="499"
alt=""
- title="Klik voor vergroting (815×1198px, 291kB)" /></a>
+ title="Klik voor vergroting (815×1198px, 291kB)" /></a>
<div class="caption">Op tien passen van ons af, viel een dier naar beneden. (blz. 213).</div>
</div>
-<p>»Opgepast!&rdquo; riep de Encuerado eensklaps uit.</p>
+<p>»Opgepast!&rdquo; riep de Encuerado eensklaps uit.</p>
<p>Een civetkat, een roofdier dat wel een weinig op een Angora-kat
gelijkt, liep hard voor ons weg. Gringalet, wien het verveelde om
@@ -10899,9 +10860,9 @@ den terugtocht aannam.</p>
te maken en met den vinger aan den trekker. Plotseling bukte hij
om beter te kunnen hooren.</p>
-<p>»Een quimichpatlan,&rdquo; zeide hij zachtjes.</p>
+<p>»Een quimichpatlan,&rdquo; zeide hij zachtjes.</p>
-<p>&mdash;Een »vliegende rat&rdquo;<ins class="corr" id="corr123" title="Niet in Bron.">,</ins> herhaalde ik aan Sumichrast.</p>
+<p>&mdash;Een »vliegende rat&rdquo;<ins class="corr" id="corr123" title="Niet in Bron.">,</ins> herhaalde ik aan Sumichrast.</p>
<p>Lucien wilde spreken; ik wees met den vinger op den Indiaan,
die, den neus in den wind en half achter een dooden boomstam
@@ -10916,9 +10877,9 @@ den naam van <i>vliegenden eekhoorn</i>. Daar men ze zelden alleen aantreft
gingen mijne beide gezellen opnieuw op de jacht en doodden
er een tweeden.</p>
-<p>»Moeten wij die dieren eten?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
+<p>»Moeten wij die dieren eten?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
-<p>&mdash;Waarom niet!&rdquo; antwoordde ik. »Het zijn eekhoorns, en al waren
+<p>&mdash;Waarom niet!&rdquo; antwoordde ik. »Het zijn eekhoorns, en al waren
het ook ratten, zooals de Mexicanen beweren, dan zou hun vleesch
er niet minder smakelijk om zijn.&rdquo;</p>
@@ -10936,11 +10897,11 @@ geen oneer aandoen.</p>
<p><span class="pagenum" title="214">&nbsp;</span><a id="p_214"></a></p>
-<p>&mdash;»Ik dacht, dat de vleermuis het eenige vliegende zoogdier was,&rdquo;
+<p>&mdash;»Ik dacht, dat de vleermuis het eenige vliegende zoogdier was,&rdquo;
hervatte Lucien.</p>
-<p>&mdash;»Wij hebben nog de <span xml:lang="la">phalangista</span>,&rdquo; zeide mijn vriend, »een dier
-dat tot de orde der buideldieren behoort en in Australië wordt
+<p>&mdash;»Wij hebben nog de <span xml:lang="la">phalangista</span>,&rdquo; zeide mijn vriend, »een dier
+dat tot de orde der buideldieren behoort en in Australië wordt
aangetroffen; het gelijkt op de buidelrat. Men zegt dat het zich
als het een mensch ziet, aan den staart laat hangen en geen beweging
durft maken. Dit sprookje past goed bij dat van den Encuerado
@@ -10949,7 +10910,7 @@ over de kristallen spin.</p>
<p>De Indiaan begaf zich in rechte lijn naar het bivak, terwijl ik
mijne twee metgezellen weer naar den stroom terugbracht; onderweg
hadden wij nog gelegenheid eene prachtigen dadelpruimenboom te
-bewonderen. Eén daarvan was beladen met bruine, van binnen witachtige
+bewonderen. Eén daarvan was beladen met bruine, van binnen witachtige
vruchten, die een vrij aangenamen zuurzoeten smaak hebben.
Ik plukte er in haast een half dozijn van, wetende dat het eene
smullerij voor mijn bediende zou zijn.</p>
@@ -10972,7 +10933,7 @@ vlakte deed glijden. Soms verscheen een waterjuffer met een azuurblauw
en purper lichaam, en alles vluchtte voor dien vijand, als
een troep musschen voor een sperwer. Een vlinder met gouden en
perlemoeren vleugels kwam onder het bereik van het vraatzuchtige
-insect. Meer dan één vreeselijk gevecht werd onder onze oogen tusschen
+insect. Meer dan één vreeselijk gevecht werd onder onze oogen tusschen
de kleinste schepsels geleverd; eindelijk vond de waterjuffer, die
den vlinder bijna overwonnen had, een graf in de maag van een vogel.</p>
@@ -10987,7 +10948,7 @@ Bijna op hetzelfde oogenblik hield een dier, dat krachtig zwom, bij
<p>&mdash;Zijn er dan ook water-buidelratten? vroeg Lucien.</p>
-<p>&mdash;»Dat is een otter,&rdquo; antwoordde ik zacht.</p>
+<p>&mdash;»Dat is een otter,&rdquo; antwoordde ik zacht.</p>
<p>Terwijl wij zonder geraas de rots afdaalden, volgde ik Sumichrast
naar den waterkant, naar eene plek, waar het dier aan land scheen
@@ -11000,14 +10961,14 @@ weten hadden wij ons bivak op nauwelijks vier geweerschoten afstands
van het meer opgeslagen. De Indiaan sprong van vreugde,
toen hij de nabijheid vernam van wat hij een waterhond noemde.</p>
-<p>»Ge moogt me een ezel noemen,&rdquo; zeide hij tegen Gringalet, terwijl
-hij hem streelde, »als ik je morgen ochtend geen bout van je broer
-vóór ontbijt breng.&rdquo;</p>
+<p>»Ge moogt me een ezel noemen,&rdquo; zeide hij tegen Gringalet, terwijl
+hij hem streelde, »als ik je morgen ochtend geen bout van je broer
+vóór ontbijt breng.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Zijn de otters dan werkelijk verwanten van Gringalet?&rdquo; vroeg
Lucien mij.</p>
-<p>&mdash;»Ja,&rdquo; antwoordde ik; »volgens Cuvier zijn het teenloopers. Overigens
+<p>&mdash;»Ja,&rdquo; antwoordde ik; »volgens Cuvier zijn het teenloopers. Overigens
laat de otter zich zoo tam maken als een hond en men richt
hem af om visch te vangen, dien hij te gereeder weet te krijgen,
daar hij niets anders dan visch eet.&rdquo;</p>
@@ -11017,27 +10978,27 @@ maar de Encuerado smulde van de dadelpruimen, wat niet belette dat
hij het eerst gereed was. Lucien, altijd even ongeduldig, knorde
op Sumichrast, die smakelijk zijn koffie dronk.</p>
-<p>»Drommels, drommels! meester Zonnestraal,&rdquo; riep hij vroolijk uit,
-»gij vergeet dat ik een Zwitser ben en half een Indiaan ben geworden,
+<p>»Drommels, drommels! meester Zonnestraal,&rdquo; riep hij vroolijk uit,
+»gij vergeet dat ik een Zwitser ben en half een Indiaan ben geworden,
en dat ik aan de Franschen de onbezonnenheid en de voortvarendheid
overlaat.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Moet ik mijn aandeel in het compliment nemen?&rdquo; vroeg ik
glimlachende.</p>
-<p>&mdash;»Ge zult moeten bekennen,&rdquo; antwoordde mijn vriend, »dat wij een
+<p>&mdash;»Ge zult moeten bekennen,&rdquo; antwoordde mijn vriend, »dat wij een
tamelijk volledig geheel vormen en dat, alles wel overwogen, mijne
-langzaamheid ons meer dan één middagmaal heeft bezorgd, waarvan
+langzaamheid ons meer dan één middagmaal heeft bezorgd, waarvan
uw Fransch ongeduld ons zou beroofd hebben.</p>
<p>&mdash;En gij zult, op uwe beurt, moeten bekennen, dat mijne voortvarendheid
-ons meer dan één ontbijt heeft verschaft, dat uwe langzaamheid
+ons meer dan één ontbijt heeft verschaft, dat uwe langzaamheid
ons zou hebben doen verliezen.</p>
<p>&mdash;Drommels, drommels! dan is het uit met mijne meerderheid;
we zullen dan maar zeggen, dat alles om 't best is.</p>
-<p>&mdash;»Toch niet,&rdquo; riep Lucien uit; »terwijl wij praten gaan de otters
+<p>&mdash;»Toch niet,&rdquo; riep Lucien uit; »terwijl wij praten gaan de otters
slapen, zonder ons goeden nacht te wenschen.</p>
<p><span class="pagenum" title="216">&nbsp;</span><a id="p_216"></a></p>
@@ -11077,12 +11038,12 @@ stilte schreide.</p>
voor eene verscheuring, maar die bestond niet. Ik verbond den gekwetste,
wat hem zeer verlichtte.</p>
-<p>»Oh! Tatita,<ins class="corr" id="corr125" title="Niet in Bron.">&rdquo;</ins> sprak
-hij,<ins class="corr2" id="corr126" title="Bron: &rdquo;"></ins> »'t gaat nu beter, veel beter; maar toen die
+<p>»Oh! Tatita,<ins class="corr" id="corr125" title="Niet in Bron.">&rdquo;</ins> sprak
+hij,<ins class="corr2" id="corr126" title="Bron: &rdquo;"></ins> »'t gaat nu beter, veel beter; maar toen die
rakker mijn arm beet pakte, dacht ik dat ik flauw zou vallen.&rdquo;</p>
-<p>&mdash;»God geve dat dit ongeval je wat voorzichtiger moge maken,&rdquo; gaf
-ik ten antwoord; »hoe kondet gij het ook in uw hoofd krijgen om
+<p>&mdash;»God geve dat dit ongeval je wat voorzichtiger moge maken,&rdquo; gaf
+ik ten antwoord; »hoe kondet gij het ook in uw hoofd krijgen om
een gewond dier te naderen, als ge weet dat het zulke scherpe tanden
heeft als de otter?&rdquo;</p>
@@ -11097,7 +11058,7 @@ zich op u te werpen.</p>
het dier getracht had te vluchten, is het zonder beweging neergevallen.
Ik heb er mij overheen gebukt en voelde toen dadelijk zijne
tanden. De pijn was zoo hevig, dat ik de kracht niet had om er
-meê te worstelen; gelukkig is Tata Sumichrast toen gekomen, zonder
+meê te worstelen; gelukkig is Tata Sumichrast toen gekomen, zonder
nog Gringalet mee te rekenen, die uit al zijne macht beet, maar
niet op een zulke goede plaats als de otter, anders zou hij mij wel
spoedig hebben losgelaten.&rdquo;</p>
@@ -11117,7 +11078,7 @@ had gekregen.</p>
<hr class="fnsep" />
-<div class="footnote"><p><a id="FN_34" href="#FNa_34" class="label">(34)</a> De tracheeën of luchtbuizen zijn twee vaten, die aan weerskanten langs
+<div class="footnote"><p><a id="FN_34" href="#FNa_34" class="label">(34)</a> De tracheeën of luchtbuizen zijn twee vaten, die aan weerskanten langs
het lichaam zijn geplaatst en van vertakkingen zijn voorzien; zij dienen om
de lucht op te vangen en zich door het lichaam te verspreiden.</p></div>
@@ -11147,10 +11108,10 @@ de lucht op te vangen en zich door het lichaam te verspreiden.</p></div>
DE DUIVEN.&mdash;KERSEN VAN DE ANTILLEN.&mdash;DE OORWORM.
SLANGEN EN ADDERS.&mdash;HET WARME LAND.</p>
-<p>»Hoe gaat het met den arm?&rdquo; vroeg ik den Encuerado, die reeds
+<p>»Hoe gaat het met den arm?&rdquo; vroeg ik den Encuerado, die reeds
op was toen ik wakker werd.</p>
-<p>&mdash;»Vrij goed, Tatita, maar ik moet hem niet te veel bewegen;
+<p>&mdash;»Vrij goed, Tatita, maar ik moet hem niet te veel bewegen;
want dan heb ik een gevoel, alsof die verwenschte waterhond mij
nog tusschen zijne tanden heeft.&rdquo;</p>
@@ -11164,7 +11125,7 @@ en beval ons ons te haasten.</p>
mars opnemen; hij beurde zijne vracht op, maar viel weer neer en
werd geheel bleek.</p>
-<p>»Geen koppigheid,&rdquo; zeide ik hem: »gij zijt nu overtuigd, dat uwe
+<p>»Geen koppigheid,&rdquo; zeide ik hem: »gij zijt nu overtuigd, dat uwe
pogingen nutteloos zijn. Ik zal onze bagage dragen totdat uw arm
genezen is.&rdquo;</p>
@@ -11230,18 +11191,18 @@ drank, die samentrekkende eigenschappen bezit.</p>
onder de boomen door en joeg spoedig een troep fraaie duiven op
de vlucht, van eene mooie donkere aschblauwe kleur, den staart
met eene zwarte streep overtrokken en met parelgrijze stuurpennen;
-de geleerden noemen ze Zenaïde-duiven. Ik schoot er twee; Sumichrast,
+de geleerden noemen ze Zenaïde-duiven. Ik schoot er twee; Sumichrast,
die beter geplaatst was, raakte er drie; dat was meer dan
wij voor ons middagmaal noodig hadden.</p>
<p>Het waren de eerste duiven, die wij gedood hadden, en Lucien
zocht tevergeefs hare verwantschap vast te stellen.</p>
-<p>»Het zijn geen vinkvogels, noch minder zwemvogels,&rdquo; zeide hij,
-»en de klimvogels hebben anders gevormde pooten.</p>
+<p>»Het zijn geen vinkvogels, noch minder zwemvogels,&rdquo; zeide hij,
+»en de klimvogels hebben anders gevormde pooten.</p>
-<p>&mdash;»Uwe twijfelingen zijn zeer natuurlijk,&rdquo; viel mijn vriend hem in
-de rede; »de ornithologen-zelve zijn in 't onzekere. Zij rangschikken
+<p>&mdash;»Uwe twijfelingen zijn zeer natuurlijk,&rdquo; viel mijn vriend hem in
+de rede; »de ornithologen-zelve zijn in 't onzekere. Zij rangschikken
de duiven evenwel onder de hoendervogels en beschouwen ze
als den schakel, die dezen met de vinkvogels verbindt.</p>
@@ -11249,7 +11210,7 @@ als den schakel, die dezen met de vinkvogels verbindt.</p>
<p>&mdash;Bravo, meester Zonnestraal! maar uw uitmuntend denkbeeld
is reeds geopperd geworden; verscheidene natuuronderzoekers tellen
-ook een orde van de <i>colombíden</i> of duifachtige vogels. Wat gij
+ook een orde van de <i>colombíden</i> of duifachtige vogels. Wat gij
evenwel dient te weten, is, dat de duiven den geheelen aardbol bewonen;
dat er witte, blauwe, roode, groene en bruine zijn; soms
zijn die tinten te zamen versmolten en verhoogen zij nog de schoonheid
@@ -11260,7 +11221,7 @@ ze afgericht om berichten over te brengen.</p>
<p>Lucien bleef geheel in nadenken verzonken.</p>
-<p>»Als ik dat geweten had, zou ik een paar duiven hebben medegebracht
+<p>»Als ik dat geweten had, zou ik een paar duiven hebben medegebracht
en dan zou mijne lieve Mama reeds lang bericht van ons
ontvangen hebben.&rdquo;</p>
@@ -11276,10 +11237,10 @@ die hij zijnen beiden vrienden bereidde. Toen het plukken gedaan
<span class="pagenum" title="221">&nbsp;</span><a id="p_221"></a>was, onderzocht ik den boomstam. Een haastig afgerukt stuk
schors bracht een groot aantal zoogenaamde oorwormen te voorschijn.</p>
-<p>»Wat mooie kevers!&rdquo; zeide Lucien.</p>
+<p>»Wat mooie kevers!&rdquo; zeide Lucien.</p>
-<p>&mdash;»Dat zijn rechtvleugelige insecten of <i>orthopteren</i>,&rdquo; haastte ik mij
-hem te onderrichten, »zij behooren tot eene familie, die zeer aan de
+<p>&mdash;»Dat zijn rechtvleugelige insecten of <i>orthopteren</i>,&rdquo; haastte ik mij
+hem te onderrichten, »zij behooren tot eene familie, die zeer aan de
kakkerlakken verwant is. De oorwormen worden ten onrechte gevreesd;
de soort tang, waarin hun staart uitloopt, is geheel en al
onschadelijk.&rdquo;</p>
@@ -11295,7 +11256,7 @@ dat zij zich laten geleiden door dien grooten oorworm, die zich
bij elke schrede omkeert. Mooi zoo, zij blijven staan en de kleinen
verzamelen zich om hem.</p>
-<p>&mdash;»Zeg om haar, want het is eene moeder en hare kinderen; de
+<p>&mdash;»Zeg om haar, want het is eene moeder en hare kinderen; de
zoo geprezene hen zorgt niet beter voor haar kroost dan dit arme
insect.&rdquo;</p>
@@ -11305,7 +11266,7 @@ steen verjoeg, bracht hem weer bij mij. Ik had nog juist den tijd
om de slang te pakken, die zich met kracht om mijn arm kronkelde.
De knaap zag mij, stom van verbazing, met angstigen blik aan.</p>
-<p>»Vader&rdquo;, riep hij uit, vol schrik op mij toeschietende.</p>
+<p>»Vader&rdquo;, riep hij uit, vol schrik op mij toeschietende.</p>
<p>&mdash;Stel u gerust; dit arme kruipdier kan zich niet verdedigen, en
het is zoo klein, dat men het gerust in de handen kan nemen.</p>
@@ -11322,11 +11283,11 @@ die van schrik achteruitsprong, want volgens hem waren alle kruipende
dieren vergiftig. Alle aansporingen van Lucien, om hem ook de slang
te doen vastnemen, waren vruchteloos.</p>
-<p>»Ik zal het niet doen voor gij mij de woorden zult herhaald hebben,
+<p>»Ik zal het niet doen voor gij mij de woorden zult herhaald hebben,
die gij uitgesproken hebt, om onkwetsbaar te worden.&rdquo;</p>
-<p>&mdash;»Ik ben niet meer onkwetsbaar dan gij,&rdquo; hervatte Lucien lachende.
-»De slang is onschadelijk en papa heeft mij wel op het hart gedrukt
+<p>&mdash;»Ik ben niet meer onkwetsbaar dan gij,&rdquo; hervatte Lucien lachende.
+»De slang is onschadelijk en papa heeft mij wel op het hart gedrukt
nooit eene slang aan te raken, alvorens hem te hebben geraadpleegd.</p>
<p><span class="pagenum" title="222">&nbsp;</span><a id="p_222"></a></p>
@@ -11336,7 +11297,7 @@ nooit eene slang aan te raken, alvorens hem te hebben geraadpleegd.</p>
<p>&mdash;Neen; papa had haar in zijne handen en heeft haar om zijn
arm gekronkeld.</p>
-<p>&mdash;»Nu begrijp ik het,&rdquo; mompelde de Indiaan; »de slang is betooverd.&rdquo;</p>
+<p>&mdash;»Nu begrijp ik het,&rdquo; mompelde de Indiaan; »de slang is betooverd.&rdquo;</p>
<p>Gringalet, die even wantrouwend was als de Indiaan, ging op de
vlucht, toen hij de slang zich bewegen zag.</p>
@@ -11346,7 +11307,7 @@ Indiaan trok zijn machete, maar ik zette haar zelf in een struik,
zoodat hij haar geen leed kon doen.</p>
<p>De nieuwe keukenmeester overtrof zichzelven; hij zette ons eene
-soep van maïs, gebraden duiven en een rijstetaart voor, die wel niet
+soep van maïs, gebraden duiven en een rijstetaart voor, die wel niet
mooi van vorm, maar heerlijk van smaak was. De kersen voltooiden
dit vorstelijk maal, en de rustpijp werd begeleid door een kop warme
koffie. Toen de nacht daalde ging Sumichrast, door Lucien over
@@ -11368,16 +11329,16 @@ helling afgelegd was, begaf ik mij onder de pijnboomen, terwijl ik
mijn vriend, die de mars droeg, aanmoedigde en Lucien schelmsch
tot een wedloop uitdaagde.</p>
-<p>»Dat is niet edelmoedig van je,&rdquo; zeide ik tot den kleinen schelm;
-»wat zou er van ons zijn geworden als Sumichrast zich niet de moeite
+<p>»Dat is niet edelmoedig van je,&rdquo; zeide ik tot den kleinen schelm;
+»wat zou er van ons zijn geworden als Sumichrast zich niet de moeite
gaf den korf te dragen.&rdquo;</p>
-<p>&mdash;Mij spijt slechts één ding,&rdquo; antwoordde de knaap, »en dat is, dat:
+<p>&mdash;Mij spijt slechts één ding,&rdquo; antwoordde de knaap, »en dat is, dat:
ik niet sterk genoeg ben om u te helpen. Als ik mijnheer Sumichrast
zoo plaag, dan doe ik het omdat mijne plagerijen hem vermaken&mdash;zij
maken dat hij zijne vracht vergeet en dus lichter loopt.&rdquo;</p>
-<p>&mdash;»Kom bij me, dat ik u omhelze,&rdquo; riep mijn vriend uit; »gij hebt
+<p>&mdash;»Kom bij me, dat ik u omhelze,&rdquo; riep mijn vriend uit; »gij hebt
honderdmaal gelijk. Ik dacht ook, dat gij slechts een luim opvolgdet,
zonder om mij te denken.&rdquo;</p>
@@ -11393,7 +11354,7 @@ voor onze oogen ontrolde. Wij bevonden ons op eene der tegenhellingen
der Cordilleras. Het toeval was ons gunstig geweest; eenige honderden
meters verder zouden de boomen ons niet veroorloofd hebben dit
wonderschoone vergezicht te bewonderen. Boven ons rotsen met mos
-en orchideeën bekleed, een ruime, rotsachtige, steile bodem; daarna
+en orchideeën bekleed, een ruime, rotsachtige, steile bodem; daarna
een woud van eikeboomen, welker roode bladeren reeds door de zon
geroosterd waren. Lager op, eene lange prairie bezaaid met groene
struiken en omzoomd door een bosch, waarvan de hooge toppen zich,
@@ -11402,11 +11363,11 @@ eene breede gele en schitterende ruimte eene savanne aan en aan
onze zijde vormden nu eens naakte, dan weer met boomen begroeide
hoogten een grooten halven cirkel.</p>
-<p>&mdash;»Het beloofde land!&rdquo; riep Sumichrast eindelijk uit.</p>
+<p>&mdash;»Het beloofde land!&rdquo; riep Sumichrast eindelijk uit.</p>
-<p>&mdash;»Het tijgerland!&rdquo; hervatte de Encuerado.</p>
+<p>&mdash;»Het tijgerland!&rdquo; hervatte de Encuerado.</p>
-<p>&mdash;»Het land der muskieten en van den dorst,&rdquo; voegde ik er bij.</p>
+<p>&mdash;»Het land der muskieten en van den dorst,&rdquo; voegde ik er bij.</p>
<p>Lucien alleen bleef zwijgen; het Warme Land was voor hem het
lang gedroomde land. In het Gematigde Land geboren en groot
@@ -11457,7 +11418,7 @@ de Mexicanen aard-eekhoorn (<i xml:lang="la">amohli</i>) genoemd wordt. Dit dier
in holen onder den grond woont, bezit de bevalligheid en levendigheid
van zijne soortgenooten, maar men kan het niet tam maken.
Het loopt meestal bij talrijke benden, nadert de woningen en verslindt
-in één nacht de zaden, die door de landbouwers aan den
+in één nacht de zaden, die door de landbouwers aan den
bodem worden toevertrouwd. Dezen doen het dan ook een onverbiddelijken
oorlog aan.</p>
@@ -11470,10 +11431,10 @@ afgelegd. De dunne en ver uiteenstaande eiken leverden ons een
gemakkelijken doorgang over een bodem, bedekt met dorre bladeren,
die onder de voeten knapten.</p>
-<p>»Zou men niet zeggen, dat men in Europa was?&rdquo; riep Sumichrast,
+<p>»Zou men niet zeggen, dat men in Europa was?&rdquo; riep Sumichrast,
stil blijvende staan, mij toe.</p>
-<p>&mdash;Ja,&rdquo; antwoordde ik, »het is of de herfstwind reeds over de geel
+<p>&mdash;Ja,&rdquo; antwoordde ik, »het is of de herfstwind reeds over de geel
geworden bladeren heeft gewaaid.</p>
<p>&mdash;Ik bemerk daar een dooden boom; ik ben zeker dat, als wij
@@ -11509,7 +11470,7 @@ te komen. Het zweet parelde op onze voorhoofden; ik nam op mijne
beurt den zoo onontbeerlijken en toch zoo duizend maal verwenschten
korf op den rug. Ik hield aan den voet van een virginischen
cederboom stil, ongeveer op vijfhonderd meter van het bosch; ik
-behoefde mijn »halt&rdquo; niet tweemaal te herhalen.</p>
+behoefde mijn »halt&rdquo; niet tweemaal te herhalen.</p>
<p>Iedereen ging hout zoeken en in minder dan een half uur werd
de voorraad voor een nacht voldoende geoordeeld. De Encuerado
@@ -11518,7 +11479,7 @@ herkenningstocht te doen.</p>
<p>&bdquo;En de hut!&rdquo; riep Lucien uit.</p>
-<p>&mdash;»De tijd der hutten is voorbij,&rdquo; antwoordde Sumichrast.</p>
+<p>&mdash;»De tijd der hutten is voorbij,&rdquo; antwoordde Sumichrast.</p>
<p>&mdash;Moeten wij zonder beschutting slapen?</p>
@@ -11540,10 +11501,10 @@ bladeren; puntvarens hechtten hare behaarde wortels aan de takken
en groote horzels, met zwart en geel gewaad, kropen in dezen
muur van groen of kwamen er met luid gegons uit.</p>
-<p>»De boomen en de planten schijnen mij hier grooter toe dan op
+<p>»De boomen en de planten schijnen mij hier grooter toe dan op
de bergen,&rdquo; merkte Lucien op.</p>
-<p>&mdash;»Gij vergist u niet,&rdquo; antwoordde Sumichrast, »de plantengroei van
+<p>&mdash;»Gij vergist u niet,&rdquo; antwoordde Sumichrast, »de plantengroei van
het Warme Land is nog veel krachtiger dan die van het Gematigde
Land; gij zult er nog beter over kunnen oordeelen naargelang wij
meer voorwaarts gaan.</p>
@@ -11553,7 +11514,7 @@ uitvloog?</p>
<p>&mdash;Zeker, mijn beste Zonnestraal; dat is een vliegenvogeltje.</p>
-<p>&mdash;»Een vliegenvogeltje!&rdquo; riep de knaap uit, terwijl hij zijn vlindernet
+<p>&mdash;»Een vliegenvogeltje!&rdquo; riep de knaap uit, terwijl hij zijn vlindernet
opendeed.</p>
<p>En weg ging hij, den vluchteling achterna. De vlugge vogel beschreef
@@ -11563,7 +11524,7 @@ bij hem was gekomen, vond ik hem verdiept in de beschouwing van
drie kleine nestjes, die op gevorkte takjes geplaatst waren, en van
binnen bekleed met groene en gele boommossen.</p>
-<p>»Hij is daar,&rdquo; sprak Lucien zachtjes.</p>
+<p>»Hij is daar,&rdquo; sprak Lucien zachtjes.</p>
<p>Ik tilde den kleinen weetgraag stilletjes op; twee wijfjes vlogen
op en hij kon in elk nestje een paar eitjes van eene groenachtige
@@ -11575,7 +11536,7 @@ kleur en niet grooter dan eene erwt zien.</p>
gemak, maar beroof die lieve vogeltjes niet van hetgeen hun het
dierbaarst is.</p>
-<p>&mdash;»Daar is er een, dat zich niet bewogen heeft,&rdquo; hernam Lucien.</p>
+<p>&mdash;»Daar is er een, dat zich niet bewogen heeft,&rdquo; hernam Lucien.</p>
<p>&mdash;Misschien zijn zijne jongen reeds uitgekomen.</p>
@@ -11599,8 +11560,8 @@ Ik volgde hem zelfs om het werk na te gaan. Nauwelijks naderden
wij den struik of de moeder kwam om den Indiaan vliegen en ging
met kloppend hartje op haar kroost zitten.</p>
-<p>»Gij zijt een braaf vogeltje!&rdquo; riep de Indiaan uit, »en ik vraag u
-wel vergiffenis, dat ik uw huis heb meêgenomen. Wees niet bang,
+<p>»Gij zijt een braaf vogeltje!&rdquo; riep de Indiaan uit, »en ik vraag u
+wel vergiffenis, dat ik uw huis heb meêgenomen. Wees niet bang,
ik ben de Encuerado en men kan op mij vertrouwen. Beef dus maar
niet; ik zou mij zelven liever verwonden, dan u eenig kwaad te
doen. Zie zoo, nu is het weer stevig vast gemaakt en gij kunt in
@@ -11613,12 +11574,12 @@ ik u.&rdquo;</p>
met zulk een gezwaai met zijn hoed begroette, dat het arme diertje
zeker wel zal gedacht hebben, dat zijn laatste uur gekomen was.</p>
-<p>»Behooren de vliegenvogeltjes tot de orde der vinkvogels, mijnheer
+<p>»Behooren de vliegenvogeltjes tot de orde der vinkvogels, mijnheer
Sumichrast?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
<p>&mdash;Ja, tot de dunsnavelige vinkvogels. Zij vormen met de colibri's,
die vliegenvogeltjes met gebogen snavels zijn, de familie der
-trochilideeën.</p>
+trochilideeën.</p>
<p>&mdash;En waarmede voeden zij zich?</p>
@@ -11635,7 +11596,7 @@ honigbakje van de bloem verborgen was, reeds uitgepompt, hij keert
naar zijne jongen terug, die hem met geopenden snavel zullen ontvangen,
ten einde hun aandeel van den honig te krijgen.</p>
-<p>&mdash;»Dat zijn heel aardige vogels!&rdquo; sprak de Encuerado tot Lucien.
+<p>&mdash;»Dat zijn heel aardige vogels!&rdquo; sprak de Encuerado tot Lucien.
<span class="pagenum" title="229">&nbsp;</span><a id="p_229"></a>Over drie maanden, dat wil zeggen in October, zullen zij gaan
slapen, om in April weer wakker te worden.</p>
@@ -11643,12 +11604,12 @@ slapen, om in April weer wakker te worden.</p>
<p>&mdash;Ik geloof eerder, dat deze vogels verhuizen.</p>
-<p>&mdash;»Laten wij Chanito geen dwalingen leeren,&rdquo; sprak de Encuerado,
-een mijner gewone gezegden herhalende; »de <i>huitzitzilins</i> verhuizen
+<p>&mdash;»Laten wij Chanito geen dwalingen leeren,&rdquo; sprak de Encuerado,
+een mijner gewone gezegden herhalende; »de <i>huitzitzilins</i> verhuizen
niet, maar zij slapen.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Dit feit is mij door zooveel Indianen verteld, die gewoon zijn
-in de bosschen te leven,&rdquo; zeide mijn vriend mij, »dat ik geneigd ben
+in de bosschen te leven,&rdquo; zeide mijn vriend mij, »dat ik geneigd ben
er geloof aan te slaan.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Maar zeggen zij ook niet hetzelfde van de vleermuizen en de
@@ -11666,13 +11627,13 @@ drie <ins class="corr" id="corr129" title="Bron: chachalaca's">chachalacas</ins>
den stam, dien de Indiaan beklom, want de getroffen vogel was
tusschen de takken blijven hangen.</p>
-<p>»Zie eens wat lange stokken daar bij dien boom neerhangen!&rdquo; riep
+<p>»Zie eens wat lange stokken daar bij dien boom neerhangen!&rdquo; riep
Lucien uit.</p>
-<p>&mdash;»Dat is een met peulen behangen cassieboom,&rdquo; antwoordde mijn
-vriend, »hij is verwant aan de erwten en boonen.&rdquo;</p>
+<p>&mdash;»Dat is een met peulen behangen cassieboom,&rdquo; antwoordde mijn
+vriend, »hij is verwant aan de erwten en boonen.&rdquo;</p>
-<p>&mdash;»Kan men de schil eten?&rdquo; vroeg de knaap, die een der op den
+<p>&mdash;»Kan men de schil eten?&rdquo; vroeg de knaap, die een der op den
grond gevallen peulen had opgeraapt.</p>
<p>&mdash;Ge moogt van het zwarte moes, hetwelk de zaden omgeeft en
@@ -11696,23 +11657,23 @@ vos, kwam op hare beurt te voorschijn. Zij vestigde hare
vurige oogen op ons en liet een dof gejank hooren om hare jongen
terug te roepen.</p>
-<p>»Drommels, drommels!&rdquo; sprak Sumichrast; »dat canaille wil ons
+<p>»Drommels, drommels!&rdquo; sprak Sumichrast; »dat canaille wil ons
aan haar jongen geven.</p>
<p>Ik stak mijne machete in den grond, ten einde haar onder mijn
bereik te hebben. Het beest ging op den buik liggen, gereed om
zich op ons te werpen.</p>
-<p>»Ja, ja, schoone dame, waag er u maar eens aan,&rdquo; mompelde mijn
+<p>»Ja, ja, schoone dame, waag er u maar eens aan,&rdquo; mompelde mijn
vriend, den Encuerado nabootsende.</p>
<p>De tlalcoyote liet een scherpen schreeuw hooren en bijna terzelfder
tijd kwam een tweede dier zich bij haar vervoegen.</p>
-<p>»Schiet niet voor ik het bevel geef,&rdquo; sprak ik tot Lucien, wiens
+<p>»Schiet niet voor ik het bevel geef,&rdquo; sprak ik tot Lucien, wiens
houding niets te wenschen overliet.</p>
-<p>&mdash;»Gij het mannetje,&rdquo; riep Sumichrast mij toe; »maar laten wij
+<p>&mdash;»Gij het mannetje,&rdquo; riep Sumichrast mij toe; »maar laten wij
niet tot de worsteling uitdagen.&rdquo;</p>
<p>Toen zij ons overeind zagen staan, verdwenen de verbaasde roofdieren
@@ -11731,7 +11692,7 @@ was daar zeer over tevreden, want ik wenschte vooral hem te harden,
en ik vreesde dat het ongeval van den Encuerado met den
otter een kwaden indruk op hem had gemaakt.</p>
-<p>»Hebben die groote vossen u niet erg bevreesd gemaakt?&rdquo; vroeg
+<p>»Hebben die groote vossen u niet erg bevreesd gemaakt?&rdquo; vroeg
mijn vriend hem, toen hij zich weer bij ons vervoegde.</p>
<p>&mdash;Een weinig, vooral hunne oogen, die bliksemstralen schenen
@@ -11745,7 +11706,7 @@ gesprongen?</p>
<p>Ik zou zoo goed mogelijk gemikt en dan geschoten hebben, maar
de vossen zijn moediger dan ik gedacht had.</p>
-<p>&mdash;»Zij wilden hunne jongen beschermen, en de nabijheid van
+<p>&mdash;»Zij wilden hunne jongen beschermen, en de nabijheid van
hun hol heeft hen stoutmoedig gemaakt.&rdquo;</p>
<p>Toen de Encuerado vernam, dat er tlalcoyoten in de nabijheid
@@ -11763,14 +11724,14 @@ somber tegen den rooskleurigen hemel af en de pijnboomen vertoonden
hunne vormen op de hooge bergtoppen. De krekels hieven hun gezang
aan.</p>
-<p>»Drommels, drommels!&rdquo; riep mijn vriend uit, »dat is nog eentoniger
+<p>»Drommels, drommels!&rdquo; riep mijn vriend uit, »dat is nog eentoniger
dan een lofzang van den Encuerado.</p>
-<p>&mdash;»Vanwaar komt dat vreemde geluid?&rdquo; vroeg Lucien, »men zou
+<p>&mdash;»Vanwaar komt dat vreemde geluid?&rdquo; vroeg Lucien, »men zou
zeggen, dat duizend van die kleine trommels, welke de Indianen
maken, bespeeld worden.&rdquo;</p>
-<p>&mdash;»Dat zijn krekels,&rdquo; antwoordde ik, »een insect dat in Europa
+<p>&mdash;»Dat zijn krekels,&rdquo; antwoordde ik, »een insect dat in Europa
bijna den geheelen zomer, en in het Warme Land bijna het geheele
jaar zingt.&rdquo;</p>
@@ -11789,25 +11750,25 @@ de twee veerkrachtige vliezen, die onder zijn fraaie glaskleurige vleugels
zitten, en roept daardoor het wijfje. Dit laatste geeft geen
geluid.</p>
-<p>&mdash;»Waar hebt gij dien krekel gevonden?&rdquo; vroeg Lucien zijn vriend.</p>
+<p>&mdash;»Waar hebt gij dien krekel gevonden?&rdquo; vroeg Lucien zijn vriend.</p>
<p>&mdash;Op een boom, Chanito! men vindt ze altijd op boomen.</p>
-<p>&mdash;Ja,&rdquo; antwoordde ik, »en het wijfje boort met een priem, waarin
+<p>&mdash;Ja,&rdquo; antwoordde ik, »en het wijfje boort met een priem, waarin
haar buik eindigt, een gat in de takken, om er hare eieren in te
leggen. Als de larven uitkomen, laten zij zich op den grond glijden
<span class="pagenum" title="232">&nbsp;</span><a id="p_232"></a>en kruipen daar in ten einde hare gedaanteverwisselingen te ondergaan.</p>
-<p>&mdash;»Ach! Chanito,&rdquo; sprak de Indiaan, die het dier, dat zich nu
-stilhield, weer teruggenomen had, »als gij eens wist hoe lekker de
+<p>&mdash;»Ach! Chanito,&rdquo; sprak de Indiaan, die het dier, dat zich nu
+stilhield, weer teruggenomen had, »als gij eens wist hoe lekker de
krekels smaken!&rdquo;</p>
<p>&mdash;Hoe, lekker smaken? Hebt gij ze dan wel eens gegeten?</p>
<p>&mdash;Ja, in mijn land.</p>
-<p>&mdash;»Daar behoeft gij u niet over te verwonderen,&rdquo; sprak Sumichrast
-tot Lucien; »de oude Grieken vonden het ook eene lekkernij en aten
+<p>&mdash;»Daar behoeft gij u niet over te verwonderen,&rdquo; sprak Sumichrast
+tot Lucien; »de oude Grieken vonden het ook eene lekkernij en aten
bij voorkeur de wijfjes op het tijdstip als zij vol met eieren waren.&rdquo;</p>
<p>De maan kwam op; ik kan niet zeggen, welke wonderlijke lichtuitwerkselen
@@ -11821,13 +11782,13 @@ raadgevingen klem bij te zetten, weerklonk een lang gejank en
Gringalet meende verplicht te zijn er met een verschrikkelijk gehuil
op te moeten antwoorden.</p>
-<p>»Drommels, drommels!&rdquo; sprak Sumichrast, »willen die heeren hunne
+<p>»Drommels, drommels!&rdquo; sprak Sumichrast, »willen die heeren hunne
stem voegen bij het concert, dat de krekels en de muskieten ons
geven?&rdquo;</p>
<p>Lucien, die reeds was gaan liggen, stond weer op.</p>
-<p>»En mijn papegaai,&rdquo; riep hij.</p>
+<p>»En mijn papegaai,&rdquo; riep hij.</p>
<p>&mdash;Slaap maar gerust, Chanito, antwoordde de Indiaan; hij is
gebraden; wij zullen hem morgen bij het ontbijt opeten.</p>
@@ -11861,7 +11822,7 @@ droomde van een bosch vol opgezette ara's en parkieten.</p>
<h2 class="h2ch"><a id="XXVI">XXVI.</a></h2>
<p class="subh2">MIDDEN DOOR HET WOUD.&mdash;GEFORCEERDE MARSCH.&mdash;DE
-BROMELIACEEËN.&mdash;EENE FANTASTISCHE BEEK.&mdash;DE
+BROMELIACEEËN.&mdash;EENE FANTASTISCHE BEEK.&mdash;DE
MUSKIETEN.&mdash;DE MARAIL.&mdash;HET BELOOFDE
LAND.&mdash;EEN TOCHT VAN APEN.</p>
@@ -11912,9 +11873,9 @@ het werk.</p>
<p>Eindelijk waren wij den dichten muur doorgeworsteld en bevonden
wij ons in een halfduister, onder reusachtige boomen.</p>
-<p>»Zijn wij niet meer in een maagdelijk woud?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
+<p>»Zijn wij niet meer in een maagdelijk woud?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
-<p>&mdash;»Wij treden er integendeel pas binnen,&rdquo; antwoordde ik.</p>
+<p>&mdash;»Wij treden er integendeel pas binnen,&rdquo; antwoordde ik.</p>
<p>&mdash;Maar de grond is kaal; men ziet er geen slingerplanten en die
boomen schijnen op een lijntje te zijn geplaatst.</p>
@@ -11934,11 +11895,11 @@ dat de grond met planten en struiken bedekt is.</p>
<p>&mdash;Dan zijn de bosschen van het Gematigde Land mooier dan die
van het Warme Land.</p>
-<p>&mdash;»Gij oordeelt te voorbarig,&rdquo; antwoordde Sumichrast, »wacht maar
+<p>&mdash;»Gij oordeelt te voorbarig,&rdquo; antwoordde Sumichrast, »wacht maar
eens tot wij langs een rivier zullen loopen.&rdquo;</p>
-<p>&mdash;»'t Kan zijn,&rdquo; mompelde mijn zoon, terwijl hij het hoofd schudde
-en zich tot zijn vriend wendde; »maar de bosschen, die wij doorgetrokken
+<p>&mdash;»'t Kan zijn,&rdquo; mompelde mijn zoon, terwijl hij het hoofd schudde
+en zich tot zijn vriend wendde; »maar de bosschen, die wij doorgetrokken
zijn, waren levendiger. 't Is hier zoo stil en de takken
groeien zoo hoog, dat men meenen zou in eene kerk te zijn.</p>
@@ -11966,7 +11927,7 @@ voortdurend niet te drinken; in de eerste plaats omdat wij zuinig
op het water moesten zijn en ten tweede om den dorst niet op te
wekken.</p>
-<p>»Dan zullen wij maar nooit meer drinken,&rdquo; zeide hij.</p>
+<p>»Dan zullen wij maar nooit meer drinken,&rdquo; zeide hij.</p>
<p>&mdash;Wel zeker, Chanito, als wij kampeeren zal ik dadelijk de koffie
gereed maken; dan moet gij uw kom met kleine teugjes uitdrinken
@@ -11998,7 +11959,7 @@ de <i xml:lang="la">bromelia pinquin</i> der plantenkundigen.</p>
kring van groene bladen. Lucien, die neergeknield was, trachtte ze
te plukken.</p>
-<p>»Trek de middelste er uit, Chanito<ins class="corr" id="corr131" title="Niet in Bron.">!</ins>&rdquo; riep de Encuerado, »men kan
+<p>»Trek de middelste er uit, Chanito<ins class="corr" id="corr131" title="Niet in Bron.">!</ins>&rdquo; riep de Encuerado, »men kan
ze anders niet los krijgen.&rdquo;</p>
<p>De knaap vatte de middelste bes, die meegaf, en evenals de steenen
@@ -12015,13 +11976,13 @@ dorst het hoofd te bieden. De marsch werd nu met minder zware
schreden voortgezet, en Lucien, die weer opgevroolijkt was, bleef
moedig aan mijne zijde.</p>
-<p>»Wel nu!&rdquo; sprak ik, »moet gij nu niet toestemmen, dat de ongerepte
+<p>»Wel nu!&rdquo; sprak ik, »moet gij nu niet toestemmen, dat de ongerepte
wouden ook hunne goede zijde hebben? Hoe vondt gij de
vruchten van de <span xml:lang="la">timbirichis</span>?&rdquo;</p>
<p>&mdash;Uitstekend! Tot welke familie behooren zij toch?</p>
-<p>&mdash;Het zijn verwanten van den ananas, derhalve bromeliaceeën.</p>
+<p>&mdash;Het zijn verwanten van den ananas, derhalve bromeliaceeën.</p>
<p>&mdash;Maar de ananas is eene groote vrucht, die geheel alleen op
haar stengel groeit.</p>
@@ -12035,10 +11996,10 @@ niet dat zij dertig of veertig vruchten eten!</p>
<p>Een uur lang werd er geen enkel woord gewisseld; badende in 't
zweet gingen wij verder, met moeite eene gloeiende lucht inademende.</p>
-<p>»Men zou zeggen, dat daar eene open plek is,&rdquo; zeide Lucien eensklaps,
+<p>»Men zou zeggen, dat daar eene open plek is,&rdquo; zeide Lucien eensklaps,
naar links wijzende.</p>
-<p>&mdash;»Gij hebt gelijk, vooruit, vooruit.&rdquo;</p>
+<p>&mdash;»Gij hebt gelijk, vooruit, vooruit.&rdquo;</p>
<p>Vijf minuten later bevonden wij ons in een lichtkring, door de zon
overstroomd en te midden van een warboel van boomvarens en
@@ -12052,7 +12013,7 @@ welsprekende wijze buiten zijn bek hing en die met minachting aan
de <span xml:lang="la">timbirichis</span> rook, wat water. Twee schoten knalden terzelfder tijd
en de jagers kwamen met zulk een teleurgesteld gelaat terug, dat
ik begreep, dat zij mis geschoten hadden. Ik schertste er mede en
-beweerde dat droge maïskoeken evenveel waard waren als de vetste
+beweerde dat droge maïskoeken evenveel waard waren als de vetste
kalkoen. Ik sprak met zooveel ernst, dat mijne makkers warm werden
en het levendigste gesprek kruidde ons maal. Ik verklaarde
dat het lauwe water onzer veldflesschen in smaak de zuiverste bron
@@ -12083,7 +12044,7 @@ ons stil te houden; Lucien en de Encuerado sliepen in, zonder
aan het avondeten te denken. Ik stelde Sumichrast voor zoo
spoedig mogelijk den weg naar de bergen weer in te slaan.</p>
-<p>»Nog één dag,&rdquo; zeide mijn vriend mij; »wij hebben nog ongeveer
+<p>»Nog één dag,&rdquo; zeide mijn vriend mij; »wij hebben nog ongeveer
vier flesschen water, en al moesten wij ook aan Lucien en Gringalet
er een ruim gedeelte van geven, dan kunnen wij nog vierentwintig
uren er aan wagen.&rdquo;</p>
@@ -12097,7 +12058,7 @@ ons een gedeelte onzer krachten terug.</p>
<span class="pagenum" title="238">&nbsp;</span><a id="p_238"></a>de grond van aanzien, de hoornen begonnen dunner te staan en
onze geestkracht verdubbelde.</p>
-<p>»Komaan, meester Zonnestraal,&rdquo; sprak Sumichrast, »versnel den
+<p>»Komaan, meester Zonnestraal,&rdquo; sprak Sumichrast, »versnel den
pas alsjeblieft een weinig; hoort gij het murmelen eener beek niet?&rdquo;</p>
<p>&mdash;Gij vertelt mij dat reeds drie dagen lang; noch ik noch Gringalet
@@ -12106,7 +12067,7 @@ gelooven iets van uwe beek.</p>
<p>&mdash;Hoe zult gij het dan aanleggen als wij de Savannen moeten
doortrekken?</p>
-<p>&mdash;»Zooals nu; ik zal loopen zonder te drinken, ten einde den dorst
+<p>&mdash;»Zooals nu; ik zal loopen zonder te drinken, ten einde den dorst
niet op te wekken,&rdquo; antwoordde spottend de knaap, die zich slechts
met moeite door onze bewijsgronden liet overreden.</p>
@@ -12121,10 +12082,10 @@ beenen?</p>
<p>&mdash;Ik zou eerst eene beek, een krokodil en een tijger willen zien.</p>
-<p>&mdash;»Gij zijt veeleischender dan ik,&rdquo; sprak ik op mijne beurt, »ik
+<p>&mdash;»Gij zijt veeleischender dan ik,&rdquo; sprak ik op mijne beurt, »ik
zou met de beek al tevreden zijn.</p>
-<p>&mdash;»Gevoelt gij niet, dat de muskieten van het Warme Land harder
+<p>&mdash;»Gevoelt gij niet, dat de muskieten van het Warme Land harder
steken dan die van het Gematigde Land?&rdquo; hernam de knaap, zich
tot den Encuerado wendende.</p>
@@ -12154,7 +12115,7 @@ bloed te zuigen.</p>
kleine wormpjes wel, die in de poelen onophoudelijk rijzen en dalen;
dat zijn de larven van de muskieten.</p>
-<p>&mdash;»Hm, hm!&rdquo; mompelde de Indiaan, »in 't vervolg zal ik mij niet
+<p>&mdash;»Hm, hm!&rdquo; mompelde de Indiaan, »in 't vervolg zal ik mij niet
lang bedenken om zooveel van die mooie heeren op 't droge te
<span class="pagenum" title="239">&nbsp;</span><a id="p_239"></a>brengen als ik kan.&rdquo; De muskiet, die vreeselijke geesel van het Gematigde
en het Warme Land, maakt die streken ontoegankelijk voor
@@ -12166,7 +12127,7 @@ personen, die pas van de pokken hersteld zijn.</p>
<p>Wij marcheerden opnieuw zwijgend voort; de warmte had onze
keel uitgedroogd. Plotseling troffen vreemde kreten onze ooren.</p>
-<p>»Het geklok van een marail!&rdquo;<a id="FNa_38" href="#FN_38" class="fnanchor">(<sup>38</sup>)</a> riep Sumichrast uit. De Encuerado
+<p>»Het geklok van een marail!&rdquo;<a id="FNa_38" href="#FN_38" class="fnanchor">(<sup>38</sup>)</a> riep Sumichrast uit. De Encuerado
zette zijne vracht neer en mijne beide gezellen gingen op de
jacht. Na verloop van een kwartier uurs kwamen zij terug, ieder
beladen met een vogel met een bruin met witte vlekken geteekend
@@ -12174,7 +12135,7 @@ gevederte en bijna zoo groot als een kalkoen. Het waren inderdaad
marails, fraaie hoendervogels, die men alleen in de bosschen der
Nieuwe Wereld aantreft.</p>
-<p>»Drommels, drommels!&rdquo; riep Sumichrast uit, »nu hebben wij te eten;
+<p>»Drommels, drommels!&rdquo; riep Sumichrast uit, »nu hebben wij te eten;
maar deze vogel, die zich gewoonlijk ver van waterstroomen ophoudt,
vermaant ons zuinig met den inhoud onzer veldflesschen om te gaan.</p>
@@ -12184,12 +12145,12 @@ groetten den colossus, zonder ons op te houden en versnelden den
pas. Maar allengs werd het <ins class="corr" id="corr133" title="Bron: klinmen">klimmen</ins> en dalen veelvuldiger. Gringalet
stak telkens zijn neus in de hoogte om de lucht in te snuiven en
de hoop, dat wij eindelijk uit dit bosch zouden komen, dreef ons
-met een ongeëvenaarden ijver, die nog aangevuurd werd door de hoop,
+met een ongeëvenaarden ijver, die nog aangevuurd werd door de hoop,
dat wij de zoolang begeerde rivier zouden bespeuren, vooruit. Lucien
gevoelde zich ook aangewakkerd en liep met gloeiende wangen
en schitterende oogen mede.</p>
-<p>&mdash;»Gras! bloemen! Vooruit, vooruit!&rdquo; riep Sumichrast.</p>
+<p>&mdash;»Gras! bloemen! Vooruit, vooruit!&rdquo; riep Sumichrast.</p>
<p>&mdash;Vooruit! herhaalde Lucien.</p>
@@ -12220,21 +12181,21 @@ om de ceder- en styraxboomen vlogen, waagde geen der gevederde
gasten zich in die eenzaamheid, waarvan wij de ongastvrije uitgestrektheid
hadden leeren kennen.</p>
-<p>»Ik zie onder ons noch beek, noch rivier,&rdquo; sprak Lucien.</p>
+<p>»Ik zie onder ons noch beek, noch rivier,&rdquo; sprak Lucien.</p>
-<p>&mdash;»<ins class="corr" id="corr134" title="Bron: Gednld">Geduld</ins> maar,&rdquo; antwoordde Sumichrast, die bij ons was komen
-zitten. »De vogels, die voor u heen vliegen, kunnen niet zonder drinken
+<p>&mdash;»<ins class="corr" id="corr134" title="Bron: Gednld">Geduld</ins> maar,&rdquo; antwoordde Sumichrast, die bij ons was komen
+zitten. »De vogels, die voor u heen vliegen, kunnen niet zonder drinken
blijven en hun aantal wijst er op, dat er veel vruchten in dit bosch zijn.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Hioe, hioe, Chanito!</p>
-<p>&mdash;»Ohe, Ohe!&rdquo; antwoordde Lucien, terwijl hij naar den kant van
+<p>&mdash;»Ohe, Ohe!&rdquo; antwoordde Lucien, terwijl hij naar den kant van
het hem bekende geluid heenijlde.</p>
<p>Ik zag de twee vrienden van den heuvel dalen, de Encuerado
droeg zijne groote veldflesch.</p>
-<p>»Zou hij water gevonden hebben?&rdquo; sprak ik tot mijn makker, en
+<p>»Zou hij water gevonden hebben?&rdquo; sprak ik tot mijn makker, en
ik ging naar den haard toe, waar de marails onder de bewaking van
Gringalet braadden.</p>
@@ -12244,11 +12205,11 @@ van eene fraaie plant met scharlakenroode bladeren, die als woekerplant
op den stam eener magnolia groeide, omboog. Ongeveer
een glas vol helder water vloeide in de kalebas, die ik ophield.</p>
-<p>»Behoeft men dan maar die plant te drukken, om er water uit
+<p>»Behoeft men dan maar die plant te drukken, om er water uit
te krijgen,&rdquo; vroeg Lucien zeer verbaasd.</p>
-<p>&mdash;»'t Is voldoende dat men haar scheef houdt,&rdquo; antwoordde ik;
-»zij bewaart dezen kostbaren schat van dauw tusschen hare scheedevormige
+<p>&mdash;»'t Is voldoende dat men haar scheef houdt,&rdquo; antwoordde ik;
+»zij bewaart dezen kostbaren schat van dauw tusschen hare scheedevormige
bladeren, en aan haar hebben de Encuerado en ik het te
danken, dat wij op eene onzer reizen niet van dorst zijn omgekomen.</p>
@@ -12272,12 +12233,12 @@ dienen om den honger te stillen.</p>
<p>Wij klommen den heuvel weer op, toen een dof geraas, dat uit
den zoom van het woud opsteeg, tot ons kwam. Een glimlach van
den Encuerado liet ons de dubbele rij van zijne witte tanden zien.
-»Ziedaar eens,&rdquo; zeide hij tot Lucien, naar een hoek van het woud
+»Ziedaar eens,&rdquo; zeide hij tot Lucien, naar een hoek van het woud
wijzende, van waar de vogels de vlucht schenen te nemen.</p>
<p>Eene heele bende apen stoeide te midden der slingerplanten.</p>
-<p>»Laten wij ze wat dichter bij gaan zien,&rdquo; riep Lucien luide.</p>
+<p>»Laten wij ze wat dichter bij gaan zien,&rdquo; riep Lucien luide.</p>
<p>&mdash;'t Is te laat, Chanito; ze komen drinken en gaan dan slapen,
maar we zullen er morgen een eten; ons avondeten wacht ons nu.</p>
@@ -12286,7 +12247,7 @@ maar we zullen er morgen een eten; ons avondeten wacht ons nu.</p>
papegaaien bij paren voorbijgaan en de parkieten op de heesters
vliegen, toen een vreeselijk gebrul ons deed opspringen.</p>
-<p>»O, wat een vreeselijke kreet,&rdquo; riep Lucien uit.</p>
+<p>»O, wat een vreeselijke kreet,&rdquo; riep Lucien uit.</p>
<p>&mdash;Een tijger!&rdquo; sprak de Encuerado, wiens oogen flikkerden.</p>
@@ -12333,7 +12294,7 @@ Na verscheidene malen het hoofd opgericht en de schouders
te hebben opgetrokken, bleef de Encuerado eindelijk staan om
hen te antwoorden.</p>
-<p>»Kom haar dan halen,&rdquo; riep hij uit, »kom haar dan halen, en toont
+<p>»Kom haar dan halen,&rdquo; riep hij uit, »kom haar dan halen, en toont
dat gij meer kunt dan een man.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Wat biedt ge den papegaaien toch aan?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
@@ -12348,7 +12309,7 @@ waren wij vijf of zes opene plekken doorgetrokken. Eensklaps bemerkte
ik, dat Gringalet verdwenen was. Ik riep hem en een verwijderd
geblaf gaf mij antwoord.</p>
-<p>»Zou hij eene rivier ontdekt hebben?&rdquo; vroeg Sumichrast.</p>
+<p>»Zou hij eene rivier ontdekt hebben?&rdquo; vroeg Sumichrast.</p>
<p>Ik ging in de richting van waar het geluid van onzen viervoetigen
makker kwam; eensklaps kwam hij woedend blaffende uit
@@ -12356,8 +12317,8 @@ het kreupelhout, vervolgd door een jongen puma, die, zoodra hij
mij zag, staan bleef. Sumichrast snelde toe, waarop het roofdier
in het bosch verdween.</p>
-<p>»Waar heb je dien kameraad toch vandaan gehaald, Gringalet?&rdquo;
-vroeg de Encuerado hem vol ernst. »Stel maar niet te veel vertrouwen
+<p>»Waar heb je dien kameraad toch vandaan gehaald, Gringalet?&rdquo;
+vroeg de Encuerado hem vol ernst. »Stel maar niet te veel vertrouwen
in die mooie kennissen; het zou je terdege kunnen opbreken;
de leeuwen kunnen niet liefkoozen of zij moeten iets breken.</p>
@@ -12374,13 +12335,13 @@ der geleerden.</p>
ons tusschen de beenen liep. Ik keerde mij om&mdash;de leeuw was ons
in stilte gevolgd.</p>
-<p>»Drommels, drommels!&rdquo; sprak Sumichrast, &bdquo;zou die knaap ons
+<p>»Drommels, drommels!&rdquo; sprak Sumichrast, &bdquo;zou die knaap ons
willen bewijzen, dat de puma vaak menschen aanvalt.&rdquo;</p>
<p>De Encuerado, die zich van zijne mars ontdaan had, had reeds op
het dier aangelegd.</p>
-<p>»Schiet niet!&rdquo; riep ik hem gebiedend toe.</p>
+<p>»Schiet niet!&rdquo; riep ik hem gebiedend toe.</p>
<p>De puma kwam niet verder; hij doorboorde ons als 't ware met
zijne gele oogen; zijn staart sloeg met een gelijkmatigen tact tegen
@@ -12399,29 +12360,29 @@ zijn snuit te wrijven.</p>
met tegenzin. Ik plaatste Lucien, die blijde was het fraaie dier van
zoo nabij gezien te hebben, in 't midden van den troep.</p>
-<p>»Als men den leeuw niet eet, eet hij u,&rdquo; herhaalde de Indiaan;
-<span class="pagenum" title="244">&nbsp;</span><a id="p_244"></a>»al hadden wij hem ook maar gewond, dan zou hij toch aan zijne
+<p>»Als men den leeuw niet eet, eet hij u,&rdquo; herhaalde de Indiaan;
+<span class="pagenum" title="244">&nbsp;</span><a id="p_244"></a>»al hadden wij hem ook maar gewond, dan zou hij toch aan zijne
soort verteld hebben, dat het niet raadzaam is in de nabijheid van
ons vuur te komen.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Welnu, als hij terugkomt, moogt gij schieten.</p>
-<p>&mdash;Ha! 't Is zijne eigene schuld!&rdquo; riep de Encuerado; »houd stil
+<p>&mdash;Ha! 't Is zijne eigene schuld!&rdquo; riep de Encuerado; »houd stil
Tata Sumichrast; houd uw geweer gereed, Chanito, gij moogt het
eerst schieten.&rdquo;</p>
<p>Wij waren in een groep gaan staan en mijne blikken zochten tevergeefs
naar het roofdier.</p>
-<p>»De rekel is ons vooruitgegaan,&rdquo; hernam de jager.</p>
+<p>»De rekel is ons vooruitgegaan,&rdquo; hernam de jager.</p>
-<p>»Wij zullen hem ook eens vreemd laten opzien! Kom hier, Chanito,
+<p>»Wij zullen hem ook eens vreemd laten opzien! Kom hier, Chanito,
maar niet hard loopen en niet omzien. Ziet gij dien boom daar
voor ons uit? Zie eens wat vreemde vrucht hij draagt.&rdquo;</p>
<p>&mdash;De leeuw!&rdquo; riep de knaap uit.</p>
-<p>&mdash;Drommels, drommels!&rdquo; mompelde Sumichrast, »zitten er ons
+<p>&mdash;Drommels, drommels!&rdquo; mompelde Sumichrast, »zitten er ons
dan twee puma's op de hielen.</p>
<p>&mdash;Neen, neen, Tata Sumichrast, 't is dezelfde. Mik tusschen de
@@ -12430,7 +12391,7 @@ oogen, Chanito, vuur, vuur!&rdquo;</p>
<p>Twee schoten knalden bijna terzelfder tijd en het dier viel op den
grond, zonder een geluid te geven.</p>
-<p>»Niet zoo gauw, Chanito,&rdquo; vervolgde de Indiaan, »dat is geen waterhond;
+<p>»Niet zoo gauw, Chanito,&rdquo; vervolgde de Indiaan, »dat is geen waterhond;
laten wij eerst eens te weten komen of de vijand wel dood
is, voor en aleer wij ons onder zijn bereik wagen.&rdquo;</p>
@@ -12441,12 +12402,12 @@ Hij was bijna een meter lang en zijn haar, dat op sommige plaatsen
nog gekroesd was, verried zijne jeugd. De Indiaan hief den zwaren
kop van het roofdier op.</p>
-<p>»Komaan,&rdquo; zeide hij, »gij verdiendet als een dappere te sterven.
+<p>»Komaan,&rdquo; zeide hij, »gij verdiendet als een dappere te sterven.
Gij zijt de eerste van uw ras, die zich zoo dicht bij mijn geweer gewaagd
heeft. Woudt gij dan Chanito verscheuren?&rdquo;</p>
<p>&mdash;Ik geloof veeleer dat hij het op Gringalet gemunt had,&rdquo; antwoordde
-mijn vriend; »hoe jammer, dat men die fraaie katten niet
+mijn vriend; »hoe jammer, dat men die fraaie katten niet
tam kan maken!&rdquo;</p>
<p>&mdash;Katten!&rdquo; herhaalde Lucien.</p>
@@ -12514,7 +12475,7 @@ was gedoopt.</p>
gebladerte mijne aandacht. Ik wees hem Lucien aan als zijnde de
<i xml:lang="la">Siphonia-elastica</i> of caoutchouc-boom.</p>
-<p>»En hoe verkrijgt men daaruit den caoutchouc?&rdquo; vroeg hij mij.</p>
+<p>»En hoe verkrijgt men daaruit den caoutchouc?&rdquo; vroeg hij mij.</p>
<p>&mdash;Men maakt eene insnijding in den stam van den boom en
na verloop van eenige uren druppelt de caoutchouc er van zelf uit.</p>
@@ -12538,7 +12499,7 @@ die ook de gewoonte had aangenomen van ons te ondervragen.</p>
<p>&mdash;Deze soort is niet gevaarlijk.</p>
<p>&mdash;Wij zullen er maar half vertrouwen in stellen,&rdquo; mompelde de
-Indiaan; <ins class="corr2" id="corr138" title="Bron: »"></ins>en met twee sabelhouwen had hij een kruis aan den voet
+Indiaan; <ins class="corr2" id="corr138" title="Bron: »"></ins>en met twee sabelhouwen had hij een kruis aan den voet
van den boom gemaakt.<ins class="corr2" id="corr139" title="Bron: &rdquo;"></ins></p>
<p>Ik richtte mij nu naar den stam van een palmboom, die half
@@ -12548,7 +12509,7 @@ de palmwijn bewaard wordt; het lichaam was van een fraai fluweelachtig
blauwzwart, met grijze plekken bezaaid en de lengte van
hun snuit vermaakte Lucien zeer. De snuitkevers zijn in Mexico
niet minder algemeen dan in Europa en eene bijzondere soort, die
-vooral de maïs aantast, maakt dat men deze graansoort onmogelijk
+vooral de maïs aantast, maakt dat men deze graansoort onmogelijk
van 't eene jaar in 't andere kan bewaren.</p>
<p>Eene vondst, die den jongen natuuronderzoeker vooral veel genoegen
@@ -12586,8 +12547,8 @@ teeken om te gaan slapen. Wij waren van plan om drie of vier
dagen op deze plaats, die voor onze opsporingen zoo gewichtig was,
te vertoeven.</p>
-<p>»Niemand zal zeggen, dat wij misbruik gemaakt hebben van ons
-recht om uit te rusten,&rdquo; sprak mijn vriend; »wij hebben vandaag
+<p>»Niemand zal zeggen, dat wij misbruik gemaakt hebben van ons
+recht om uit te rusten,&rdquo; sprak mijn vriend; »wij hebben vandaag
den 20 April; wij zijn dus twee-en-veertig dagen op weg.&rdquo;</p>
<p>Den volgenden morgen ging ik met het aanbreken van den dag
@@ -12606,7 +12567,7 @@ papegaaiennest ontdekt en er twee jonge groen, rood en geel gekleurde
vogels uitgehaald, die zich uitstekend schenen te schikken
in de zorgen, die de knaap hen bewees.</p>
-<p>»Wat wilt gij met die arme weezen doen?&rdquo; vroeg ik.</p>
+<p>»Wat wilt gij met die arme weezen doen?&rdquo; vroeg ik.</p>
<p><span class="pagenum" title="248">&nbsp;</span><a id="p_248"></a></p>
@@ -12630,7 +12591,7 @@ hun einde zullen komen.&rdquo;</p>
<p>Terwijl wij uitrustten gingen Lucien en zijn vriend den caoutchoucboom
opzoeken. De knaap kwam geheel teleurgesteld terug.</p>
-<p>»Uw gomelastiek deugt niet,&rdquo; zeide hij tot Sumichrast, terwijl hij
+<p>»Uw gomelastiek deugt niet,&rdquo; zeide hij tot Sumichrast, terwijl hij
hem een dik en wit vocht liet zien, dat hij van den boom had gehaald.</p>
<p>&mdash;En waarom dat, als ik u vragen mag?</p>
@@ -12675,10 +12636,10 @@ dreef de zwemvogels als bij tooverslag op de vlucht; verscheidene
verborgen zich tusschen het riet, maar de roofvogel vloog verder,
zonder, naar het scheen, acht te slaan op een wild, dat zijner onwaardig
was. Plotseling streek op twintig pas afstands van ons een
-Mexicaansche Ibis<a id="FNa_39" href="#FN_39" class="fnanchor">(<sup>39</sup>)</a> neêr, ging in de rivier en bleef daar onbeweeglijk
+Mexicaansche Ibis<a id="FNa_39" href="#FN_39" class="fnanchor">(<sup>39</sup>)</a> neêr, ging in de rivier en bleef daar onbeweeglijk
staan.</p>
-<p>»O papa! wat een vreemde vogel is dat! men zou zeggen dat hij
+<p>»O papa! wat een vreemde vogel is dat! men zou zeggen dat hij
een kalen kop heeft.</p>
<p>&mdash;Daarin vergist gij u niet; deze vogel wordt door de Indianen
@@ -12687,7 +12648,7 @@ een kalen kop heeft.</p>
<p>&mdash;Hij is bijna zoo groot als ik.</p>
<p>&mdash;Ziet ge niet dat hij op stelten loopt?&rdquo; antwoordde ik lachend.
-»'t Is een broertje van den ooievaar.</p>
+»'t Is een broertje van den ooievaar.</p>
<p>&mdash;Wij hebben nog geen vogels van deze soort ontmoet.</p>
@@ -12741,7 +12702,7 @@ het groot aantal levende wezens, die ons omringden en die levendigheid
trof hem te meer, als hij haar vergeleek bij de doodsche
eenzaamheid in het groote woud, dat wij doorgetrokken waren.</p>
-<p>»In het Warme Land,&rdquo; zeide ik hem, »zijn de oevers der wateren
+<p>»In het Warme Land,&rdquo; zeide ik hem, »zijn de oevers der wateren
altijd vruchtbaar en de bewoners van vlakte en bosch komen er bij
elkander.</p>
@@ -12767,7 +12728,7 @@ regenseizoen lieten overvallen.</p>
rede vallende, uit.</p>
<p>&mdash;Dat zijn Mexicaansche mispelen.&mdash;Wij zullen er morgen wat
-van komen plukken. Er groeien nog zes of zeven soorten sapotéas
+van komen plukken. Er groeien nog zes of zeven soorten sapotéas
in de maagdelijke wouden. De fraaie boomen van deze soort brengen
meer of minder gezochte vruchten voort. Die, welke uwe aandacht
<span class="pagenum" title="251">&nbsp;</span><a id="p_251"></a>heeft getrokken, de <i xml:lang="la">sapota achras</i>, is vooral beroemd. Zijne vruchten
@@ -12800,7 +12761,7 @@ wakker, zoo vreeselijk was het geraas rondom ons.</p>
<h2 class="h2ch"><a id="XXVIII">XXVIII.</a></h2>
-<p class="subh2">HET CAMPÈCHE-HOUT.&mdash;DE MIEREN AAN DEN ARBEID.&mdash;PARASIETACHTIGE
+<p class="subh2">HET CAMPÈCHE-HOUT.&mdash;DE MIEREN AAN DEN ARBEID.&mdash;PARASIETACHTIGE
INSECTEN.&mdash;TIJGERKAT EN <span xml:lang="la">TAMANDUA</span>.&mdash;DE
VANIELJE.&mdash;ROOSKLEURIGE LEPELAARS EN KUIFREIGERS.&mdash;EEN
APENSTREEK.&mdash;VERDWAALD.</p>
@@ -12818,12 +12779,12 @@ zetten, was voor Lucien eene nieuwe oorzaak van bewondering. Zijn
vriend toonde hem een grooten boom van de familie der leguminosen,
en toen hij door een slag met de machete een stuk bast van
den stam had gehouwen, liet hij hem het bloedroode hout zien. Het
-was de <i xml:lang="la">haematoxylon</i> of campèche-boom, die in Europa zooveel gebruikt
+was de <i xml:lang="la">haematoxylon</i> of campèche-boom, die in Europa zooveel gebruikt
wordt om stoffen zwart of paarsch te verven en die van den
Brazilie-boom verschilt door de dikte der takken en een zeer merkbaren
reuk van viooltjes. Bijna alle schepen, die naar Mexico komen,
lossen hunne waren te Vera-Cruz en begeven zich dan naar de
-Campèche-baai, waar deze boom bij iedere schrede wordt aangetroffen.</p>
+Campèche-baai, waar deze boom bij iedere schrede wordt aangetroffen.</p>
<p>Tusschen deze reuzen groeide een klein boompje van dezelfde
familie, door de geleerden <i xml:lang="la">myroxylon</i> genoemd en dat eene zwartachtige
@@ -12886,7 +12847,7 @@ huilend op.</p>
<p><span class="pagenum" title="254">&nbsp;</span><a id="p_254"></a></p>
<p>&mdash;Zult ge dan nooit voorzichtig worden?&rdquo; riep de Encuerado
-hem toe. »Men moet wel zoo onnoozel zijn als een pas geboren kind,
+hem toe. »Men moet wel zoo onnoozel zijn als een pas geboren kind,
om langs een mierennest te gaan liggen! Dat is de tweede keer, dat
zulk een ongeval je overkomt en toch zijt gij geen beest....&rdquo;</p>
@@ -12896,10 +12857,10 @@ ging hij op den grond zitten om de mieren te vangen, die langs zijn
leeren broek opklauterden. Ik kon mij niet inhouden om in een
schaterlach uit te barsten.</p>
-<p>»Zie nu eens, Gringalet heeft zijne huid vol puistjes!&rdquo; riep Lucien
+<p>»Zie nu eens, Gringalet heeft zijne huid vol puistjes!&rdquo; riep Lucien
die den hond aanhaalde, uit.</p>
-<p>&mdash;»Dat zijn parasieten,&rdquo; sprak Sumichrast. »Het zijn teken.
+<p>&mdash;»Dat zijn parasieten,&rdquo; sprak Sumichrast. »Het zijn teken.
Men moet Gringalet er elken avond van ontlasten.</p>
<p>&mdash;Maar ze laten niet los.</p>
@@ -12925,7 +12886,7 @@ andere komen voor op vogels, op runderen, op schapen enz.</p>
<p>Wij hadden onzen marsch hervat. Een nieuwe opene plek voerde
ons naar een veld, dat geheel en al door de mollen doorwroet was.
Een weinig verder trok de Encuerado Lucien mede, uitroepende:
-»Een guïro! een guïro!&rdquo;</p>
+»Een guïro! een guïro!&rdquo;</p>
<p>Ik kwam bij hen, terwijl zij voor een klein boompje met een
licht en weinig overvloedig gebladerte en vol groote vruchten van
@@ -12945,7 +12906,7 @@ gevestigd houdende. Bij onze nadering nam zij de vlucht. De
<span class="pagenum" title="255">&nbsp;</span><a id="p_255"></a>Encuerado vatte mijn arm en vestigde mijne aandacht op een groot
dier, dat zich tusschen de takken bewoog.</p>
-<p>»'t Is een aap!&rdquo; sprak Lucien zacht.</p>
+<p>»'t Is een aap!&rdquo; sprak Lucien zacht.</p>
<p>&mdash;'t Is een beer! antwoordde de Encuerado.</p>
@@ -12976,7 +12937,7 @@ gewurgd geworden. Vandaar zijn onverzoenlijke haat tegen het
gansche ras; ik zou dan ook vergeefs getracht hebben hem te
beletten te schieten.</p>
-<p>»Nader niet<ins class="corr" id="corr144" title="Bron: .">,</ins> Tata Sumichrast,&rdquo; riep de Encuerado, »gij weet dat
+<p>»Nader niet<ins class="corr" id="corr144" title="Bron: .">,</ins> Tata Sumichrast,&rdquo; riep de Encuerado, »gij weet dat
die kerels een taai leven hebben, en ik draag op mijne huid nog de
indrukken van zijne nagels. Laat ik hem eerst eens met de punt
van mijn machete kittelen.&rdquo;</p>
@@ -12986,7 +12947,7 @@ van mijn machete kittelen.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Ja, ik had niet het minste denkbeeld van zulk een leelijk dier.&rdquo;</p>
<p>&mdash;De leelijkheid bewijst juist niet, dat het boosaardig is,&rdquo; voegde
-Sumichrast hem toe, »hij valt niemand aan en gebruikt zijne kracht
+Sumichrast hem toe, »hij valt niemand aan en gebruikt zijne kracht
slechts ter zijner verdediging. Ik hoop, dat gij er een tandarm<a id="FNa_41" href="#FN_41" class="fnanchor">(<sup>41</sup>)</a> dier
in zult herkend hebben en een verwante van de tatoes.&rdquo;</p>
@@ -13011,7 +12972,7 @@ In het Koude Land, bijvoorbeeld, bereidt men de spijzen met de eieren
van de roode mieren en eene kleinere soort scheidt een suikerachtig
vocht uit, waarop de kinderen zeer verlekkerd zijn.</p>
-<p>&mdash;Ik ken die mieren!&rdquo; riep de Encuerado uit. »Men zuigt ze als
+<p>&mdash;Ik ken die mieren!&rdquo; riep de Encuerado uit. »Men zuigt ze als
suikergoed en als wij er ontmoeten zult gij zien, Chanito, dat de
miereneters nog zulk een slechten smaak niet hebben.&rdquo;</p>
@@ -13022,7 +12983,7 @@ voor vergiftig gehouden worden, aan te raken. Even te voren had ik
vanielje ontdekt en weldra voerde Sumichrast ons onder een prieel
van deze Orchidee, die met lange groene peulen beladen was.</p>
-<p>»Is die vanielje dan nog niet rijp? Zij ruikt niet.&rdquo;</p>
+<p>»Is die vanielje dan nog niet rijp? Zij ruikt niet.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Zeker is zij rijp, Chanito; gij behoeft ze slechts te laten drogen,
dan wordt zij zwart en begint lekker te ruiken.</p>
@@ -13030,7 +12991,7 @@ dan wordt zij zwart en begint lekker te ruiken.</p>
<p>&mdash;Wat zijn dat mooie groene bladen! Bestaat er slechts eene
soort van vanielje?</p>
-<p>&mdash;Er zijn twee of drie soorten,&rdquo; antwoordde de Encuerado. »Deze,
+<p>&mdash;Er zijn twee of drie soorten,&rdquo; antwoordde de Encuerado. »Deze,
waarvan de stengel zigzagsgewijze opklimt en die witte bloemen heeft,
wordt het duurst verkocht. Men droogt de peulen door ze elken dag
een uur aan de zon bloot te stellen en daarna in wol te wikkelen.
@@ -13042,7 +13003,7 @@ zoo weinig beteekent, dat <ins class="corr" id="corr145" title="Bron: Gringolet"
De rechteroever was bedekt met zilverreigers en de linkeroever met
<i>lepelaars</i>, wier gevederte een zachtroode kleur had.</p>
-<p>»Wat prachtige vogels!&rdquo; riep Lucien uit.</p>
+<p>»Wat prachtige vogels!&rdquo; riep Lucien uit.</p>
<p>&mdash;Zie dat gij er een schiet; uwe mama zal blij zijn die prachtige
veeren te bezitten.</p>
@@ -13053,7 +13014,7 @@ hooren.</p>
<p><span class="pagenum" title="257">&nbsp;</span><a id="p_257"></a></p>
-<p>»Wat een zonderlinge bek,&rdquo; sprak de jonge jager, zijne prooi, welke
+<p>»Wat een zonderlinge bek,&rdquo; sprak de jonge jager, zijne prooi, welke
Gringalet was gaan halen, nauwkeurig beschouwende.</p>
<p>&mdash;Daaraan hebben deze steltloopers hun naam van lepelaars te
@@ -13066,7 +13027,7 @@ danken.</p>
<p>Sumichrast bracht een vinger op zijne lippen; er kwamen twee kleine
reigers, die zich dicht bij ons neerzetten.</p>
-<p>»Komaan, meester Zonnestraal,&rdquo; sprak Sumichrast, »schiet op den
+<p>»Komaan, meester Zonnestraal,&rdquo; sprak Sumichrast, »schiet op den
vogel links, terwijl ik op den rechtschen zal aanleggen. Het zijn kuifreigers
en als gij knap zijt, zal uwe zuster fraaie veeren hebben om
het haar op te sieren. Opgelet: een, twee, vuur!&rdquo;</p>
@@ -13093,21 +13054,21 @@ in de prairie zou komen; de Indiaan spoedde zich zooveel hij kon
om de Villa te bereiken, die door een troep apen overvallen was,
welke nu hun best deden om het woud te bereiken.</p>
-<p>»Schelmen, schreeuwers, leegloopers!&rdquo; riep de Indiaan hun na;
-»laat maar een van jelui mij afwachten, als hij durft! Laat maar
-éen Gringalet durven afwachten.&rdquo;</p>
+<p>»Schelmen, schreeuwers, leegloopers!&rdquo; riep de Indiaan hun na;
+»laat maar een van jelui mij afwachten, als hij durft! Laat maar
+éen Gringalet durven afwachten.&rdquo;</p>
<p>De hond, die vlugger dan de apen liep, kreeg er twee of drie tusschen
zijne tanden te pakken, waarvoor hij echter evenveel muilperen
terug ontving. De Encuerado, die zijn visch de vluchtelingen
-achterna had gegooid, hield niet op met schelden, vóórdat de vlugge
+achterna had gegooid, hield niet op met schelden, vóórdat de vlugge
stroopers verdwenen waren.</p>
<p>De toorn van den Indiaan brak met verdubbelde hevigheid los,
toen hij bemerkte, dat de apen in zijne mars aan 't snuffelen waren
geweest. Wij waren juist bijtijds gekomen, want hunne duivelsche
<span class="pagenum" title="258">&nbsp;</span><a id="p_258"></a>nieuwsgierigheid had ons duur te staan kunnen komen. De grond
-was bezaaid met maïskoeken en de kruitbussen en insectenflesschen,
+was bezaaid met maïskoeken en de kruitbussen en insectenflesschen,
die hier en daar verspreid lagen, toonden aan, dat de apen ze
hadden willen openen. De wanorde werd spoedig hersteld, maar terwijl
de Encuerado den visch gereed maakte, zwoer hij zich te zullen wreken.</p>
@@ -13129,7 +13090,7 @@ die zich het eerst onder het bereik van zijn wapen zou bevinden.</p>
vier uur vertrok ik in gezelschap van Lucien en wendde ik mij naar
het woud, dat tegenover de rivier was gelegen, met het doel om insecten
te verzamelen. Nauwelijks waren wij in het bosch doorgedrongen
-of vijf à zes toekans (pepereters) met rooden bek en witte en gele
+of vijf à zes toekans (pepereters) met rooden bek en witte en gele
veeren namen de vlucht, en wij hun achterna. De wantrouwige klimvogels
lokten mij ver weg; ik gaf de vervolging op om twee prachtige
<ins class="corr" id="corr146" title="Bron: koeroekoes">soeroekoes</ins> met lange staarten, wier geschreeuw mij scheen uit
@@ -13140,15 +13101,15 @@ naar mij toekwamen; ik stond op, maar nauwelijks had ik een paar
schreden gedaan of eene rilling overviel mij,&mdash;ik had vergeten
kerven in de boomstammen te maken.</p>
-<p>»Zijn wij verdwaald?&rdquo; vroeg de knaap vol ongerustheid.</p>
+<p>»Zijn wij verdwaald?&rdquo; vroeg de knaap vol ongerustheid.</p>
-<p>&mdash;»Neen,&rdquo; antwoordde ik, »laat ons voortgaan.&rdquo;</p>
+<p>&mdash;»Neen,&rdquo; antwoordde ik, »laat ons voortgaan.&rdquo;</p>
<p>Ik hield weldra stil; de dag neigde ten ondergang en het woud nam
een doodsch uiterlijk aan. Ik aarzelde twee of drie malen, welke
richting ik in zou slaan en Lucien overstelpte mij met vragen.</p>
-<p>»Wij zijn te ver gegaan,&rdquo; zeide ik, »en misschien zullen wij dezen
+<p>»Wij zijn te ver gegaan,&rdquo; zeide ik, »en misschien zullen wij dezen
avond de Palmboomen-villa niet meer kunnen bereiken. Ik zal eens
schieten om de aandacht van den Encuerado te trekken.&rdquo;</p>
@@ -13159,16 +13120,16 @@ lading, die op zijn geweer zat.</p>
<p><span class="pagenum" title="259">&nbsp;</span><a id="p_259"></a></p>
-<p>»Schiet ook eens,&rdquo; <ins class="corr2" id="corr147" title="Bron: »"></ins>zeide ik hem,
-<ins class="corr" id="corr148" title="Niet in Bron.">»</ins>opdat de Encuerado begrijpe,
+<p>»Schiet ook eens,&rdquo; <ins class="corr2" id="corr147" title="Bron: »"></ins>zeide ik hem,
+<ins class="corr" id="corr148" title="Niet in Bron.">»</ins>opdat de Encuerado begrijpe,
dat wij hem roepen.&rdquo;</p>
<p>Ik luisterde opnieuw met ingehouden adem toe, en ik meende
het geluid van een ver verwijderde losbranding te vernemen. Wij
liepen snel door; maar de nacht brak aan.</p>
-<p>»Wij zullen zonder avondeten gaan slapen,&rdquo; sprak ik met eene
-opgeruimdheid, die evenwel ver van mij was. »Als wij nog verder
+<p>»Wij zullen zonder avondeten gaan slapen,&rdquo; sprak ik met eene
+opgeruimdheid, die evenwel ver van mij was. »Als wij nog verder
gingen zouden wij kunnen verdwalen.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Waarom heeft de Encuerado niet geantwoord?</p>
@@ -13182,7 +13143,7 @@ te ontdoen. Dat was nu voor ons een groot geluk. Zoolang als men
in een bosch vuur kan aanmaken, is men slechts half verdwaald.
Slechts uitgegaan zijnde om eene kleine wandeling te doen, had
ik noch veldflesch, noch mes bij mij, en ik had slechts bij toeval
-een stuk of drie patronen meêgenomen.</p>
+een stuk of drie patronen meêgenomen.</p>
<p>Ik richtte het vuur in een halven kring om een boom op. De
zwaarmoedigste voorgevoelens overvielen mij, maar ik veinsde toch
@@ -13209,7 +13170,7 @@ van mijne opgewonden verbeelding.</p>
<p>Eensklaps deed een vervaarlijk gebrul de lucht daveren, zoodat
Lucien ontwaakte.</p>
-<p>»Wat is er? Is Chema daar?</p>
+<p>»Wat is er? Is Chema daar?</p>
<p>&mdash;Neen, mijn kind; daar heeft een tijger gebruld.</p>
@@ -13255,11 +13216,11 @@ dan weer te voorschijn komende.</p>
Lucien zitten, die, het geweer in de hand, den vijand moedig in de
oogen keek.</p>
-<p>»Wat zou de Encuerado blij zijn als hij hier was,&rdquo; sprak hij, »hij
+<p>»Wat zou de Encuerado blij zijn als hij hier was,&rdquo; sprak hij, »hij
verlangt er zoo naar een tijger te dooden.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Deze zal zeker wel niet de laatste zijn, dien wij hier zullen
-ontmoeten,&rdquo; antwoordde ik; »maar pas vooral op, dat gij niet schiet.&rdquo;</p>
+ontmoeten,&rdquo; antwoordde ik; »maar pas vooral op, dat gij niet schiet.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Zou het beest zich dan op ons werpen?</p>
@@ -13280,21 +13241,21 @@ Lucien drukte zich verschrikt tegen mij aan.</p>
<p><span class="pagenum" title="262">&nbsp;</span><a id="p_262"></a></p>
-<p>»Hoe!&rdquo; sprak ik, »herkent gij dan niet meer het geraas, dat een
+<p>»Hoe!&rdquo; sprak ik, »herkent gij dan niet meer het geraas, dat een
neervallende boom maakt?&rdquo;</p>
<p>&mdash;O vader! Sedert den dag van den orkaan heb ik iets dergelijks
niet gehoord.</p>
<p>&mdash;Dat is waar; maar gij zult aan zulk een ongeval wel gewoon
-raken; bij den eersten storm den besten zal de wind meer dan één
+raken; bij den eersten storm den besten zal de wind meer dan één
van die eeuwenoude reuzen omverwerpen.</p>
<p>&mdash;De tijger is ook geschrokken, want hij heeft de vlucht genomen.</p>
<p>En werkelijk vertoonde onze vreeselijke buurman zich niet meer.</p>
-<p>»Tracht nog wat te slapen, arme kleine, want wij zullen morgen
+<p>»Tracht nog wat te slapen, arme kleine, want wij zullen morgen
misschien veel moeten loopen.&rdquo;</p>
<p>Ik leunde mijn hoofd tegen dat van den knaap, die spoedig in
@@ -13331,20 +13292,20 @@ een dun lichtstraaltje kondigde den morgenstond aan.</p>
opende, mij toelachte en omhelsde. Zijn verbaasde blikken dwaalden
om het vuur rond.</p>
-<p>»Zijn wij dan nog altijd verdwaald?&rdquo; vroeg hij mij.</p>
+<p>»Zijn wij dan nog altijd verdwaald?&rdquo; vroeg hij mij.</p>
<p><span class="pagenum" title="263">&nbsp;</span><a id="p_263"></a></p>
-<p>&mdash;»Ik hoop, dat wij maar een weinig van den weg zijn geraakt,&rdquo;
-antwoordde ik. »Gevoelt gij u sterk genoeg om te loopen?&rdquo;</p>
+<p>&mdash;»Ik hoop, dat wij maar een weinig van den weg zijn geraakt,&rdquo;
+antwoordde ik. »Gevoelt gij u sterk genoeg om te loopen?&rdquo;</p>
-<p>&mdash;»'t Zal wel moeten,&rdquo; antwoordde hij, vlug opstaande.</p>
+<p>&mdash;»'t Zal wel moeten,&rdquo; antwoordde hij, vlug opstaande.</p>
<p>De zon verlichtte ons en gedurende een <ins class="corr" id="corr151" title="Bron: kwartieruurs">kwartier uurs</ins> bleef ik met
ter zijde hangend hoofd staan, hopende het geluid van een schot te
hooren.</p>
-<p>»De Encuerado slaapt nog,&rdquo; zeide ik tot Lucien, »hij zal zich gister
+<p>»De Encuerado slaapt nog,&rdquo; zeide ik tot Lucien, »hij zal zich gister
erg vermoeid hebben met naar ons te zoeken.&rdquo;</p>
<p>Een uur verging in vergeefsch wachten. Meer dan eens had ik den
@@ -13370,7 +13331,7 @@ waren.</p>
<p>Ik volgde zooveel mogelijk ons spoor van den vorigen dag, vond
hier en daar eenige indrukken van onze voeten, trilde bij het minste
-geraas en leende het oor aan het geringste geluid. <ins class="corr" id="corr152" title="Bron: Bromelaceeën">Bromeliaceeën</ins> gaven
+geraas en leende het oor aan het geringste geluid. <ins class="corr" id="corr152" title="Bron: Bromelaceeën">Bromeliaceeën</ins> gaven
ons genoeg water om onzen dorst te lesschen, maar om er bij te
komen moest ik in de boomen klimmen en de hemel weet ten koste
van hoeveel inspanning en tijdverlies. Ik wilde niet schieten dan op
@@ -13378,14 +13339,14 @@ een wild dat het waard was; het gering aantal patronen dat ik
bezat, maakte mij het meest ongerust. Plotseling hoorde ik het gekloek
van de chachalacas; het was ongeveer twaalf uur.</p>
-<p>»Ik begin honger te krijgen,&rdquo; zeide Lucien, het hoofd schuddende.</p>
+<p>»Ik begin honger te krijgen,&rdquo; zeide Lucien, het hoofd schuddende.</p>
<p>&mdash;Ik ook, lieve jongen; maar als wij de chachalacas vervolgen,
zouden ze ons wellicht weer achteruitvoeren.</p>
-<p>&mdash;»Goeloegoeloe! goeloegoeloe! Schaamt gij u niet,&rdquo; sprak mijn
-jonge metgezel, <ins class="corr2" id="corr153" title="Bron: »"></ins>den toon van den Encuerado
-nabootsende, <ins class="corr" id="corr154" title="Niet in Bron.">»</ins>schaamt
+<p>&mdash;»Goeloegoeloe! goeloegoeloe! Schaamt gij u niet,&rdquo; sprak mijn
+jonge metgezel, <ins class="corr2" id="corr153" title="Bron: »"></ins>den toon van den Encuerado
+nabootsende, <ins class="corr" id="corr154" title="Niet in Bron.">»</ins>schaamt
gij u niet ons te tarten, als wij met een leegen buik loopen en niet
op jacht kunnen gaan? Kom, kom! zoo gedragen fatsoenlijke
vogels zich niet.&rdquo;</p>
@@ -13410,8 +13371,8 @@ kon hem die toch niet geheel ontgaan; maar zijn gesnap,
dat nog vroolijker was dan naar gewoonte, rechtvaardigde den
bijnaam van Zonnestraal, dien Sumichrast hem gegeven had.</p>
-<p>»Wees niet zoo treurig,&rdquo; sprak hij eensklaps, <ins class="corr" id="corr155" title="Niet in Bron.">»</ins>en wees het vooral
-niet om mij; <ins class="corr2" id="corr156" title="Bron: »"></ins>komaan, ik weet het wel, wij zijn verdwaald; maar
+<p>»Wees niet zoo treurig,&rdquo; sprak hij eensklaps, <ins class="corr" id="corr155" title="Niet in Bron.">»</ins>en wees het vooral
+niet om mij; <ins class="corr2" id="corr156" title="Bron: »"></ins>komaan, ik weet het wel, wij zijn verdwaald; maar
ik ben bij u en niet bevreesd; wij zullen den weg wel terugvinden.&rdquo;</p>
<p>De arme jongen vermoedde niet, dat de dood ons reeds als zijne
@@ -13427,27 +13388,27 @@ die droevige gedachten te verbannen en ik zwoer dat ik tot het
laatste zou volhouden, met het geloof en de geestkracht, die de
redding moeten aanbrengen.</p>
-<p>»De Encuerado zal ons wel terug weten te vinden,&rdquo; sprak Lucien
+<p>»De Encuerado zal ons wel terug weten te vinden,&rdquo; sprak Lucien
met zooveel overtuiging, dat zijn vertrouwen ook het mijne werd.</p>
-<p>&mdash;Ja,&rdquo; riep ik uit, »Sumichrast en de Encuerado zullen ons wel
+<p>&mdash;Ja,&rdquo; riep ik uit, »Sumichrast en de Encuerado zullen ons wel
weten te vinden en zij zullen liever sterven dan ons aan ons lot
over te laten. Bovendien zal God niet gedoogen...&rdquo; Ik dorst mijne
gedachte niet overluid te voltooien.</p>
<p>De marsch werd met nieuwen moed voortgezet.</p>
-<p>»Drommels, drommels!&rdquo; riep Lucien eensklaps uit, 't is of daar
+<p>»Drommels, drommels!&rdquo; riep Lucien eensklaps uit, 't is of daar
ginds takken bewogen worden.</p>
-<p>&mdash;»'t Is een aap, sprak ik, hij behoort zeker tot de bende, die
+<p>&mdash;»'t Is een aap, sprak ik, hij behoort zeker tot de bende, die
gister de villa heeft geplunderd.&rdquo;</p>
<div class="figcenter" style="width: 330px;">
<a href="images/ill_p264b.png"><img
src="images/ill_p264b-th.png" width="330" height="489"
alt=""
- title="Klik voor vergroting (793×1174px, 268kB)" /></a>
+ title="Klik voor vergroting (793×1174px, 268kB)" /></a>
<div class="caption">Een jong aapje bleef op drie meter boven den grond hangen. (Blz. 265).</div>
</div>
@@ -13455,7 +13416,7 @@ gister de villa heeft geplunderd.&rdquo;</p>
<span class="pagenum" title="265">&nbsp;</span><a id="p_265"></a>met ons scheen te willen spotten. Het liet eensklaps een keelgeluid
hooren, waarop twintig stemmen antwoordden en de heen-en-weer
slingerende lianen lieten ons eenige apen zien van de soort
-die men »<i xml:lang="la">Ateles Belzebut</i>&rdquo; noemt, en die in alle denkbare houdingen
+die men »<i xml:lang="la">Ateles Belzebut</i>&rdquo; noemt, en die in alle denkbare houdingen
aan de planten hingen. Ik verborg mij achter een boom en
beval Lucien stil te zijn. De apen, die aan hun grijpstaart hingen,
slingerden zich van de eene plant naar de andere, kruisten
@@ -13486,13 +13447,13 @@ ten einde Lucien niet te verschrikken door het zien van een gestroopten
aap. Terwijl ik op het gebraad paste, riep mijn kleine
metgezel den jongen <span xml:lang="la">ateles</span>, die niet ophield te klagen.</p>
-<p>»Vader, laat mij op den boom klimmen om het arme dier te
+<p>»Vader, laat mij op den boom klimmen om het arme dier te
bevrijden?&rdquo;</p>
<p>&mdash;'t Is groot genoeg om te vluchten en het zou u kunnen bijten.</p>
<p>&mdash;Welnu, ik zie het liever vluchten dan het zoo te hooren
-schreeuwen. <ins class="corr2" id="corr157" title="Bron: »"></ins>'t Is of het schreit.&rdquo;</p>
+schreeuwen. <ins class="corr2" id="corr157" title="Bron: »"></ins>'t Is of het schreit.&rdquo;</p>
<p>Ik ging zelf aan de lianen hangen, overtuigd dat deze handelwijze
den jongen aap zou verschrikken. Bij den tweeden greep liet
@@ -13512,10 +13473,10 @@ zijn geklaag opnieuw begon. Ik bond hem met een zeer buigzame
liaan, die ik om zijn middel deed, aan een struik vast.</p>
<p>Het zwarte en taaie vleesch van den aap was opgegeten en drie
-<ins class="corr" id="corr158" title="Bron: bromelaceeën">bromeliaceeën</ins> leverden ons voldoende water op om onzen dorst te
+<ins class="corr" id="corr158" title="Bron: bromelaceeën">bromeliaceeën</ins> leverden ons voldoende water op om onzen dorst te
lesschen. Ik stelde Lucien voor den tocht voort te zetten.</p>
-<p>»Wij zullen onzen gevangene meênemen,&rdquo; zeide hij.</p>
+<p>»Wij zullen onzen gevangene meênemen,&rdquo; zeide hij.</p>
<p>&mdash;Zeker, hij zal ons goed te pas komen, als wij hedenavond
onze vrienden nog niet terug hebben gevonden.</p>
@@ -13558,7 +13519,7 @@ op, maar aarzelde nog mijn voorlaatsten patroon te verschieten!
De haan viel neer; ik volgde met angst het geluid, dat
zonder echo in de verte wegstierf! Lucien bewoog zich niet.</p>
-<p>»Sta op, sta op!&rdquo; riep ik uit.</p>
+<p>»Sta op, sta op!&rdquo; riep ik uit.</p>
<p>Een dof gerol dreunde door de lucht, ik brandde vol haast mijn
laatste schot af, en met gesloten oogen, open mond en opgesperde
@@ -13572,20 +13533,20 @@ duidelijk en trillend, weerklonk.</p>
<p>&mdash;Dat is de Encuerado!&rdquo; riep Lucien uit.</p>
-<p>&mdash;»De Encuerado!&rdquo;</p>
+<p>&mdash;»De Encuerado!&rdquo;</p>
<p>Ik omhelsde den knaap als waanzinnig.</p>
-<p>»Antwoord uw vriend!&rdquo; riep ik uit, »uw geweer is nog in een
+<p>»Antwoord uw vriend!&rdquo; riep ik uit, »uw geweer is nog in een
der loopen geladen.&rdquo;</p>
<p>Lucien vuurde; op hetzelfde oogenblik bijna klonk een schot uit
het geweer van Sumichrast. Onze vrienden kwamen naar ons toe.</p>
-<p>»Laat ons schreeuwen om hun te wijzen waar wij zijn,&rdquo; sprak ik
-tot mijn zoon, »want wij hebben geen kruit meer.&rdquo;</p>
+<p>»Laat ons schreeuwen om hun te wijzen waar wij zijn,&rdquo; sprak ik
+tot mijn zoon, »want wij hebben geen kruit meer.&rdquo;</p>
-<p>&mdash;Ohé, ohé, ohé!</p>
+<p>&mdash;Ohé, ohé, ohé!</p>
<p>&mdash;Hioe, hioe, hioe... Chanito! <ins class="corr" id="corr159" title="Bron: antwooordde">antwoordde</ins> eene stem in de
verte.</p>
@@ -13640,7 +13601,7 @@ wild was, klom zelf op mijn schouder. De Encuerado sprong en
zong, terwijl hij Lucien aan de hand hield. Wij bereikten niet voor
twaalf uur de Palmboomen-villa. Toen zij ons zagen, begonnen Verdet
en Jaunet hard te schreeuwen; Rougette wandelde met eene deftige
-langzaamheid tusschen de overblijfselen van maïskoeken.</p>
+langzaamheid tusschen de overblijfselen van maïskoeken.</p>
<p>De vogels zwegen; geen blaadje bewoog en de hemel werd
naar het Oosten steeds duisterder. Een bliksemstraal flikkerde, de
@@ -13690,7 +13651,7 @@ zijn leerling in staat de gifttanden te onderzoeken, waarmede
de slangen het vreeselijke gift, hetwelk de natuur aan enkele
soorten heeft gegeven, in het lichaam brengen.</p>
-<p>»Als de slang bijt,&rdquo; zeide mijn vriend, »drukken de tanden een
+<p>»Als de slang bijt,&rdquo; zeide mijn vriend, »drukken de tanden een
klein blaasje, dat aan den onderkant er van gelegen is, te zamen
en het gift dringt in de wonde.&rdquo;</p>
@@ -13698,9 +13659,9 @@ en het gift dringt in de wonde.&rdquo;</p>
eenen der tanden te drukken, aan welks uiteinde een bijna onmerkbaar
druppeltje van een groenachtig vocht parelde.</p>
-<p>»Hoe komt het dat de slang zichzelve niet vergiftigt?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
+<p>»Hoe komt het dat de slang zichzelve niet vergiftigt?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
-<p>»In de eerste plaats kauwt de slang hare prooi niet en dan is het
+<p>»In de eerste plaats kauwt de slang hare prooi niet en dan is het
venijn alleen dan gevaarlijk, als het in den bloedsomloop komt;
daardoor komt het dat de mensch, mits hij geene wonde in de spijsverteringsbuis
heeft, ongestraft dit gift kan innemen, waarvan eene
@@ -13719,7 +13680,7 @@ oever der rivier.</p>
water en begonnen het samenvoegen van het vaartuig, dat ons
naar de vlakten zou voeren. Ik ging met Lucien bossen droog
gras zoeken, welke dienen moesten om de <i>balsa</i> te kalfateren.
-Een weinig vóór zonsondergang manoeuvreerde de Encuerado reeds
+Een weinig vóór zonsondergang manoeuvreerde de Encuerado reeds
met behulp van een langen stok, die gaffelsgewijze was uitgesneden,
met het schip, dat ons, naar wij hoopten, zoude vervoeren. Daar de proef
naar genoegen was uitgevallen, werd het vlot vastgemeerd en ieder
@@ -13808,7 +13769,7 @@ de onbeweeglijkheid, waartoe wij veroordeeld waren en die nog verergerd
werd door het steken der muskieten, geholpen door eene
soort groote vliegen met groene oogen, eene marteling.</p>
-<p>»Dat zijn horzels,&rdquo; zeide Sumichrast tot Lucien, »bloeddorstige,
+<p>»Dat zijn horzels,&rdquo; zeide Sumichrast tot Lucien, »bloeddorstige,
tweevleugelige insecten, die van het eene einde der wereld tot het
andere alle zoogdieren kwellen.</p>
@@ -13825,7 +13786,7 @@ is minder onaangenaam dan die der <i xml:lang="es">garapatas</i>.</p>
<p>&mdash;Bacapalataca, zei Verdet, op zijne beurt.</p>
-<p>»<i xml:lang="es">Saca la pata</i> (geef een pootje),&rdquo; vertaalde de Indiaan, »gij hebt
+<p>»<i xml:lang="es">Saca la pata</i> (geef een pootje),&rdquo; vertaalde de Indiaan, »gij hebt
nog gelijk, dat kunstje zullen Chanito en ik u wel eens leeren.&rdquo;</p>
<p>Lucien lachte hartelijk om de verklaring, welke de Indiaan van
@@ -13888,7 +13849,7 @@ aanval vreezende, had ik mijne machete gevat, en ik durfde mij eerst
bewegen, toen het geluid verdwenen was. De door mijn vriend gedoode
slang was meer dan een meter lang, haar huid was met zwarte,
bruine en grijze vlekken gemarmerd; de platte en driehoekige kop
-<span class="pagenum" title="275">&nbsp;</span><a id="p_275"></a>had een wreed uiterlijk. Lucien hieuw met één slag van zijne machete
+<span class="pagenum" title="275">&nbsp;</span><a id="p_275"></a>had een wreed uiterlijk. Lucien hieuw met één slag van zijne machete
de beweegbare ratels, die aan de slang haar naam van ratelslang
gegeven hebben, af. Die hoornachtige staartuiteinden, zeven in getal,
zouden den Encuerado zeer verblijden, want evenals al zijne landgenooten
@@ -13905,9 +13866,9 @@ soorten roofkevers. Een door den Indiaan gelost schot bracht ons
naar het bivak terug; onze makker had eene wilde kat, door de
Indiaan <i>ocotchotly</i><a id="FNa_44" href="#FN_44" class="fnanchor">(<sup>44</sup>)</a> genoemd, gedood.</p>
-<p>»Ziet gij dat mooie dier, Chanito,&rdquo; riep de Encuerado, die met zijne
+<p>»Ziet gij dat mooie dier, Chanito,&rdquo; riep de Encuerado, die met zijne
hand over het rosse, met zwarte vlekken geteekende vel van zijne
-buit streek. »Als het een hert of een wild zwijn heeft gedood, begraaft
+buit streek. »Als het een hert of een wild zwijn heeft gedood, begraaft
hij het onder de bladeren, klimt op den naastbijstaanden
boom en begint te klagen, totdat de andere roofdieren naderbij komen.
Als deze verzadigd zijn, klimt hij naar beneden, en verslindt,
@@ -13945,7 +13906,7 @@ de bewegingen van de fraaie vogels volgde, wier staart tweemaal
zoolang als het lichaam was. De klimvogels, door de Indianen
<i>huacamayas</i> genoemd, hadden hunne slaapplaats ingenomen, toen
ik zag dat zij blijkbaar ongerust werden. Zij klapwiekten en herhaalden
-telkens hun ruw geschreeuw van »ara&rdquo;, waaraan zij hun
+telkens hun ruw geschreeuw van »ara&rdquo;, waaraan zij hun
naam ontleenen. Een dubbele losbranding weerklonk, de vogels
vielen, de flamingo's en eenden sloegen met hunne vleugels.</p>
@@ -14000,7 +13961,7 @@ VLOT BLIJFT STEKEN.&mdash;DE TEPOXOSLANG.</p>
die in gedachten verzonken zat, keek naar de slapers, terwijl
meester Job om hem draaide, hem bij de ooren nam en zelfs zijn
staart om het lichaam van zijn nieuwen vriend rolde. Jaunet en
-Verdet schommelden met opgezette veeren en in stilte heên en weêr.
+Verdet schommelden met opgezette veeren en in stilte heên en weêr.
Zoodra de zon opkwam bracht ik ze aan den oever der rivier, waar
zij, tot groote voldoening van hun jongen meester, die hun telkens
de namen voorzegde, welke hij hen wilde leeren uitspreken, uit eigen
@@ -14016,12 +13977,12 @@ zien kon, kwam zich bij het riet neerzetten. Lucien kon bij
het zien van den vogel, die men zou zeggen dat in de lucht zweefde,
eene uitroeping van verbazing niet weerhouden.</p>
-<p>»Dat is de <i xml:lang="la">himantopus mexicanus</i>, de Mexicaansche strandruiter,&rdquo;
-zeide ik hem, »de type van de familie der steltloopers. Hij leeft
+<p>»Dat is de <i xml:lang="la">himantopus mexicanus</i>, de Mexicaansche strandruiter,&rdquo;
+zeide ik hem, »de type van de familie der steltloopers. Hij leeft
voornamelijk aan den oever der zee, waar hij zich met wormen en
schelpdieren voedt.</p>
-<p>&mdash;Wat een gekke loop,&rdquo; riep de knaap uit; »ik dacht eerst dat
+<p>&mdash;Wat een gekke loop,&rdquo; riep de knaap uit; »ik dacht eerst dat
hij geen pooten had.</p>
<p><span class="pagenum" title="278">&nbsp;</span><a id="p_278"></a></p>
@@ -14040,7 +14001,7 @@ nu begon de jacht. Maar nauwelijks hadden wij een paar honderd
passen afgelegd, of de Indiaan, die voorop ging, keerde om,
roepende:</p>
-<p>»Naar het vlot, naar het vlot!&rdquo;</p>
+<p>»Naar het vlot, naar het vlot!&rdquo;</p>
<p>Een geraas, gelijk aan den galop van een troep paarden, deed
den grond dreunen. Ik greep Lucien bij de hand en sleepte hem
@@ -14051,7 +14012,7 @@ dan honderd in getal, kwamen opeengedrongen en woedend aanrennen.
Van nabij bestookt sprong Sumichrast op het vlot, dat bijna
omsloeg, terwijl de Encuerado langs den oever liep.</p>
-<p>»Snijd het meertouw los en steek van wal!&rdquo; riep hij mij toe, terwijl
+<p>»Snijd het meertouw los en steek van wal!&rdquo; riep hij mij toe, terwijl
hij zich onder het dichte struikgewas begaf.</p>
<p>Een gedeelte der pecaris zette hem achterna; de andere, opeengehoopt
@@ -14069,9 +14030,9 @@ troep, die Sumichrast op de hielen had gezeten, voegde zich nu bij
dien, waarvoor de Encuerado vluchtte. Ik deed het vlot den rechter
oever naderen, vanwaar het geraas zich deed hooren.</p>
-<p>»Hioe, hioe, Chanito!</p>
+<p>»Hioe, hioe, Chanito!</p>
-<p>&mdash;Ohé, ohé! antwoordde ik.</p>
+<p>&mdash;Ohé, ohé! antwoordde ik.</p>
<p>Ik wilde aan wal springen, toen de Encuerado door Gringalet
gevolgd, zich vertoonde en het water inging, zijn geweer boven het
@@ -14086,20 +14047,20 @@ pecari toe, die weer den oever trachtte te bereiken; hij pakte hem
bij een oor en bracht hem, door Gringalet geholpen, die achter het
wild zwom en het telkens trachtte te bijten, naar het vlot.</p>
-<p>»Schiet uw geweer tegen den kop van dien armen drommel af,&rdquo;
+<p>»Schiet uw geweer tegen den kop van dien armen drommel af,&rdquo;
zeide de Encuerado tot Sumichrast. Mijn makker gehoorzaamde.</p>
-<p>»Lala!&rdquo; hernam de Indiaan, bij een laatste stuiptrekking van het
+<p>»Lala!&rdquo; hernam de Indiaan, bij een laatste stuiptrekking van het
dier, dat zich weldra niet meer bewoog.</p>
-<p>»Neem Gringalet bij u, Tatita; als hij 't in zijn kop kreeg om
+<p>»Neem Gringalet bij u, Tatita; als hij 't in zijn kop kreeg om
naar de pecaris terug te keeren, was hij verloren.&rdquo;</p>
<p>Ik vatte den hond beet, die meester Job en de papegaaien goed
besproeide.</p>
-<p>»Ja, ja, vriendjes, schreeuwt nu maar!&rdquo; riep de Indiaan de wilde
-varkens toe, »'t komt te laat om ons nog bang te maken. Hel een
+<p>»Ja, ja, vriendjes, schreeuwt nu maar!&rdquo; riep de Indiaan de wilde
+varkens toe, »'t komt te laat om ons nog bang te maken. Hel een
weinig naar rechts over, Tatita, opdat ik met mijn gast er op kan
komen. Wees maar niet bang, Chanito, wij zullen niet omslaan.&rdquo;</p>
@@ -14113,12 +14074,12 @@ niet met hun schel geknor op; maar wij waren buiten hun bereik.
Ik gaf het vlot een flinken stoot, zoodat het weldra door den stroom
werd medegevoerd.</p>
-<p>»Drommels, drommels!&rdquo; riep Sumichrast met eene zucht van verlichting
-uit, »daar zijn we de dans goed ontsprongen.</p>
+<p>»Drommels, drommels!&rdquo; riep Sumichrast met eene zucht van verlichting
+uit, »daar zijn we de dans goed ontsprongen.</p>
<p>&mdash;Maar wie zou ook denken dat die vlegels in zoo'n groot
aantal waren?&rdquo; sprak de Encuerado, terwijl hij een schop tegen het
-lijk van zijn vijand gaf. »Gewoonlijk kondigen zij hunne komst
+lijk van zijn vijand gaf. »Gewoonlijk kondigen zij hunne komst
door zulk een geraas aan, dat hunne stilte mij bedrogen heeft.</p>
<p>&mdash;Zijn de pecaris dan roofdieren?&rdquo; vroeg Lucien.</p>
@@ -14139,7 +14100,7 @@ in troepen loopen; wel genomen zijn ze niet veel beter dan de pecaris.</p>
<p>&mdash;'t Is een wild zwijn, nietwaar mijnheer Sumichrast?</p>
<p>&mdash;Hij behoort tot de orde der dikhuidigen en is derhalve een
-broer van het varken,&rdquo; antwoordde mijn vriend. »Het wilde zwijn
+broer van het varken,&rdquo; antwoordde mijn vriend. »Het wilde zwijn
leeft alleen, terwijl de pecaris in meer of minder talrijke troepen
leven, zoodat zij, niettegenstaande hunne geringe grootte, zeer te
duchten zijn.</p>
@@ -14152,7 +14113,7 @@ kenmerkt, is, dat zij drie teenen aan de achterpooten en vier aan
de voorpooten hebben. Bovendien hebben zij maar een bewijsje van
staart en hunne borstels zijn met zwart en wit gestippeld.</p>
-<p>»Chema,&rdquo; viel Lucien in, »gaat gij den pecari stroopen, omdat
+<p>»Chema,&rdquo; viel Lucien in, »gaat gij den pecari stroopen, omdat
gij uw mes zoo scherpt.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Neen, Chanito, ik ga hem slechts gereedmaken; kijk er maar
@@ -14160,8 +14121,8 @@ niet naar; 't is evenmin aangenaam om te zien als om te doen,
maar 't moet geschieden. En met eene vlugge beweging gaf hij eene
snede in den rug van het dier.</p>
-<p>»Als gij mij niet in de rede waart gevallen,&rdquo; hernam Sumichrast,
-»zoudt gij nu reeds weten dat de <i>sus torquatus</i>, zooals de geleerden
+<p>»Als gij mij niet in de rede waart gevallen,&rdquo; hernam Sumichrast,
+»zoudt gij nu reeds weten dat de <i>sus torquatus</i>, zooals de geleerden
den pecari noemen, bij de lendenen een open zak heeft, waaruit een
vuilriekende stof komt; om die bijzonderheid hebben de geleerden
de pecaris tot een bijzonder geslacht gerekend.&rdquo;</p>
@@ -14238,19 +14199,19 @@ dat ik moest gaan zitten en hinkende, maar ditmaal in de struiken
slaande, ging ik den Encuerado mijn ongeval mededeelen.</p>
<p>Meester Job betoonde zich zeer dankbaar voor de vruchten, welke
-ik voor hem had meêgenomen; Verdet en Jaunet smulden in de
+ik voor hem had meêgenomen; Verdet en Jaunet smulden in de
brijappelen. De door den Indiaan gebraden ham werd zoo goed en
zoo malsch bevonden, dat Sumichrast voorstelde den kok eene belooning
te geven.</p>
-<p>»Meent gij dat, Tatita?&rdquo;</p>
+<p>»Meent gij dat, Tatita?&rdquo;</p>
-<p>&mdash;Zeker is 't gemeend,&rdquo; antwoordde ik, »wilt ge dat wij u in zegepraal
+<p>&mdash;Zeker is 't gemeend,&rdquo; antwoordde ik, »wilt ge dat wij u in zegepraal
ronddragen, dat wij driemaal ter uwer eer hoera roepen
of dat wij een getuigschrift onderteekenen?&rdquo;</p>
<p>&mdash;Als 't u hetzelfde is,&rdquo; sprak de Indiaan, terwijl hij zijne witte
-tanden liet zien, »zou ik liever een klein druppeltje cognac willen
+tanden liet zien, »zou ik liever een klein druppeltje cognac willen
hebben.&rdquo;</p>
<p>Ik schonk hem een goeden borrel in en men dronk op zijne gezondheid
@@ -14270,7 +14231,7 @@ de namen van Hortense en Emile, welke Lucien zijne leerlingen
vol geduld voorpraatte.</p>
<p>Een gebrul deed mij wakker springen; ik deed de oogen open
-en zag Lucien, met het geweer in de hand, bij Sumichrast neêrgehurkt.
+en zag Lucien, met het geweer in de hand, bij Sumichrast neêrgehurkt.
Meester Job schreeuwde van angst, en Gringalet, door mijn vriend
tegengehouden, bromde, zonder te kunnen blaffen. Op den oever,
op een vijftigtal meters afstand, onderscheidde ik een langen, gelen
@@ -14278,9 +14239,9 @@ vorm en twee vurige oogen. Een tweede gebrul leerde mij den naam
<span class="pagenum" title="283">&nbsp;</span><a id="p_283"></a>van den nachtelijken bezoeker kennen, dien ik in mijn droom meende
gehoord te hebben.</p>
-<p>»En de Encuerado?&rdquo; vroeg ik aan mijn makker.</p>
+<p>»En de Encuerado?&rdquo; vroeg ik aan mijn makker.</p>
-<p>»Hij kruipt naar dien kant uit.</p>
+<p>»Hij kruipt naar dien kant uit.</p>
<p>Een geweerschot sneed mij het woord af, het dier brulde op nieuw
en wierp zich in de struiken. Een geraas als van eene worsteling
@@ -14289,7 +14250,7 @@ van woede huilende, verscheidene kringen. Een laatste sprong bracht
hem tot op twintig schreden van den haard; hij viel om niet meer
op te staan.</p>
-<p>»Hioe, hioe, Chanito.&rdquo;</p>
+<p>»Hioe, hioe, Chanito.&rdquo;</p>
<p>Dit roepen ontlastte mij van eene drukking, welke mij belette
adem te halen. Lucien bezat nauwelijks de kracht om te antwoorden.</p>
@@ -14298,12 +14259,12 @@ adem te halen. Lucien bezat nauwelijks de kracht om te antwoorden.</p>
en bleef op een afstand blaffen. De Indiaan kwam, met het geweer
op den schouder, naderbij.</p>
-<p>»Uwe Heerlijkheid zal mij dit recht laten wedervaren,&rdquo; sprak hij,
-over het lijk van zijn vijand gebogen, »dat zij zeer dicht bij het hart
+<p>»Uwe Heerlijkheid zal mij dit recht laten wedervaren,&rdquo; sprak hij,
+over het lijk van zijn vijand gebogen, »dat zij zeer dicht bij het hart
getroffen is. Zij zou den kogel zelfs tusschen beide oogen ontvangen
-hebben, als zij het gewaagd had naar mijn kant heên te
+hebben, als zij het gewaagd had naar mijn kant heên te
zien... Schreit gij, Chanito!&rdquo; riep de Encuerado uit, van toon
-veranderende. »Waart gij dan bang!&rdquo;</p>
+veranderende. »Waart gij dan bang!&rdquo;</p>
<p>&mdash;Zeker was ik dat; de tijger liep naar den kant toe waar gij
waart.</p>
@@ -14320,7 +14281,7 @@ gerust zoodra hij bemerkte dat Gringalet naast hem ging liggen.
Wij wilden weer gaan liggen, toen het gebrul van een tijger opnieuw
de lucht deed dreunen.</p>
-<p>»Drommels!&rdquo; vroeg mijn vriend, zou dat beest weer levend zijn
+<p>»Drommels!&rdquo; vroeg mijn vriend, zou dat beest weer levend zijn
geworden.</p>
<p>&mdash;Neen, Tatita Sumichrast; maar mijn tijger is een tijgerin en
@@ -14328,7 +14289,7 @@ haar gemaal komt mij nieuws van haar vragen.</p>
<p>Ik beval den Indiaan zich niet te bewegen.</p>
-<p>»Laat hem zijn gang gaan,&rdquo; sprak mijn makker, »hij zou u toch
+<p>»Laat hem zijn gang gaan,&rdquo; sprak mijn makker, »hij zou u toch
niet gehoorzamen.&rdquo;</p>
<p>Een half uur verliep, de diepste stilte heerschte en wij luisterden
@@ -14337,13 +14298,13 @@ naar het minste geritsel der bladeren. Het geluid van eene losbranding
<i>hioe, hioe!</i> met onze bravo's, terwijl de Encuerado van
't water druipende, zich voor het vuur droogde.</p>
-<p>»Ik moest de rivier overzwemmen&rdquo;, zeide hij; »maar ditmaal heeft
+<p>»Ik moest de rivier overzwemmen&rdquo;, zeide hij; »maar ditmaal heeft
zijne Heerlijkheid den kogel tusschen beide oogen.</p>
<p>&mdash;Gij zijt een dappere kerel,&rdquo; sprak Sumichrast, hem de hand
reikende. Lucien vloog hem om den hals.</p>
-<p>»Wat zal ik lekker slapen,&rdquo; sprak de Indiaan.</p>
+<p>»Wat zal ik lekker slapen,&rdquo; sprak de Indiaan.</p>
<hr class="fnsep" />
@@ -14368,7 +14329,7 @@ open, toen ik bij het aanbreken van den dag eveneens wakker werd.
Lucien stond juist op toen ik mij gereed maakte om naar den oever
der rivier te gaan en vergezelde mij. Ik bewonderde in 't voorbijgaan
de wijfjesjaguar, door den Encuerado geschoten. Een weinig
-verder vonden wij het mannetje (<i xml:lang="la">Felís onza</i>) waarvan de bruingele
+verder vonden wij het mannetje (<i xml:lang="la">Felís onza</i>) waarvan de bruingele
huid zwart gevlekt was; hij mat niet minder dan anderhalven meter;
de breedte van de met scherpe nagels gewapende klauwen verbaasde
den jongen natuuronderzoeker, die het betreurde dat ik niet een
@@ -14378,17 +14339,17 @@ Een sierlijke vogel met langen, gebogen snavel streek op den oever
neer; Lucien's oog viel op de fraaie bronskleur van den steltlooper;
ik vertelde hem dat het een Ibis was.</p>
-<p>»De vogel van de <ins class="corr" id="corr168" title="Bron: Egytenaren">Egyptenaren</ins>, die slangen verslindt?&rdquo;</p>
+<p>»De vogel van de <ins class="corr" id="corr168" title="Bron: Egytenaren">Egyptenaren</ins>, die slangen verslindt?&rdquo;</p>
-<p>&mdash;Een van zijne verwanten&rdquo;, antwoordde ik. »De Ibissen voeden
+<p>&mdash;Een van zijne verwanten&rdquo;, antwoordde ik. »De Ibissen voeden
zich over 't algemeen met wormen, schelpdieren en zelfs waterplanten;
misschien eten zij ook wel waterslangen; maar of zij zich nu uitsluitend
met kruipdieren voeden, of ze stelselmatig vernietigen, dat
is eene andere vraag.<ins class="corr" id="corr169" title="Niet in Bron.">&rdquo;</ins> Ik kwam weer bij het bivak terug, waar ik
mijne makkers reeds op de been vond.</p>
-<p>Verdet babbelde. »Ja, mijnheer Verdet, van nacht twee tijgers
-gedood,&rdquo; antwoordde de Encuerado hem. »'t Is lang geleden, dat mij
+<p>Verdet babbelde. »Ja, mijnheer Verdet, van nacht twee tijgers
+gedood,&rdquo; antwoordde de Encuerado hem. »'t Is lang geleden, dat mij
zulk een buitenkansje is te beurt gevallen.</p>
<p><span class="pagenum" title="286">&nbsp;</span><a id="p_286"></a></p>
@@ -14396,7 +14357,7 @@ zulk een buitenkansje is te beurt gevallen.</p>
<p>&mdash;Baparalaca, sprak <ins class="corr" id="corr170" title="Bron: Jaunnet">Jaunet</ins>.</p>
<p>Zeker, zeker, men kan hem <i xml:lang="es">por aca</i> (van hieraf) zien,&rdquo; antwoordde
-de Indiaan levendig; »maar als gij slechts met één oog hadt geslapen,
+de Indiaan levendig; »maar als gij slechts met één oog hadt geslapen,
zooals elke fatsoenlijke papegaai moet doen, zoudt gij de twee schoten
van mijn geweer gehoord hebben. Neem deze woorden ter harte,
en gij ook, meester Job, want uwe scheeve gezichten beletten niet,
@@ -14439,7 +14400,7 @@ bereikte, met kracht vooruit; maar veelvuldige bochten vertraagden
onzen gang en de nacht dreigde ons te overvallen. Eindelijk lieten
de minder dicht opeen staande palmboomen een weinig licht doordringen
en de rivier trad buiten het bosch om zich in eene vlakte
-te storten, waarna het vlot onder een priëel van lianen doorgleed.</p>
+te storten, waarna het vlot onder een priëel van lianen doorgleed.</p>
<p><span class="pagenum" title="287">&nbsp;</span><a id="p_287"></a></p>
@@ -14452,8 +14413,8 @@ weerklonk. De Encuerado had twee vischlijnen uitgezet, maar duizenden
kleine vischjes verslonden het aas, dat hij aan zijne haken
had bevestigd en noodzaakten hem het telkens te vernieuwen.</p>
-<p>»Ziet ge me dan voor een gans aan, dat ik u voeden moet?&rdquo; riep
-hij toornig uit. »Dat zullen wij eens zien.&rdquo;</p>
+<p>»Ziet ge me dan voor een gans aan, dat ik u voeden moet?&rdquo; riep
+hij toornig uit. »Dat zullen wij eens zien.&rdquo;</p>
<p>En het vlindernet nemende, dat uit sterk linnen was vervaardigd,
ving mijn makker in een oogwenk eene menigte bakvischjes, aan
@@ -14463,8 +14424,8 @@ welke hij zijne spotternijen niet spaarde.</p>
trok aan een strik een jongen krokodil van ongeveer twintig centimeter
lengte, voort.</p>
-<p>»Zie eens, mijnheer de Encuerado,&rdquo; riep de knaap zijn vriend
-toe, »hier heb ik een krokodil, alligator of kaaiman, een verwante
+<p>»Zie eens, mijnheer de Encuerado,&rdquo; riep de knaap zijn vriend
+toe, »hier heb ik een krokodil, alligator of kaaiman, een verwante
van de hagedissen en een vijand van de menschen. Dit lieve diertje
heeft holle en ongelijke kiezen, zoodat het zijne prooi niet kan kauwen.
Het voedt zich met visschen, otters, kalveren en eene menigte
@@ -14475,13 +14436,13 @@ zooveel van den mensch houdt, dat het hem opeet, als het hem beet
kan krijgen.</p>
<p>&mdash;Pas op, dat gij u niet laat bijten,&rdquo; riep ik mijn zoon toe;
-»hoe hebt gij dien jongen kaaiman kunnen vangen?</p>
+»hoe hebt gij dien jongen kaaiman kunnen vangen?</p>
<p>&mdash;Ik heb hem vervolgd, want ik dacht dat het eene groote hagedis
was; mijnheer Sumichrast riep mij toe, dat ik hem niet moest
aanraken en heeft hem toen deze liaan om den hals gebonden.&rdquo;</p>
-<p>&mdash;Ik hoop toch niet, dat gij er aan denkt om hem meê te nemen?&rdquo;</p>
+<p>&mdash;Ik hoop toch niet, dat gij er aan denkt om hem meê te nemen?&rdquo;</p>
<p>&mdash;Neen, 't is een te slechte kameraad; hij wil altijd bijten. Ik
zal hem eens aan meester Job laten zien en de vrijheid weergeven.&rdquo;</p>
@@ -14492,11 +14453,11 @@ het zien van den jongen kaaiman terug en zocht te vergeefs zich te
verbergen. Jaunet en Verdet wisselden eenige woorden en klapwiekten,
wat gewoonlijk hun eenig hulpmiddel was. Rougette trok verontwaardigd
al hare uiteinden in hare schaal terug en bleef als versteend.
-De sauriër werd daarna op den oever van de rivier gebracht;
+De sauriër werd daarna op den oever van de rivier gebracht;
maar in plaats van er in te springen, zooals de knaap verwacht
<span class="pagenum" title="288">&nbsp;</span><a id="p_288"></a>had, beschreef hij een halven cirkel en ging het bosch weer in.</p>
-<p>»Kunnen de jonge krokodillen dan niet zwemmen?&rdquo; vroeg Lucien
+<p>»Kunnen de jonge krokodillen dan niet zwemmen?&rdquo; vroeg Lucien
verbaasd.</p>
<p>&mdash;Ja wel, Chanito; maar zij gaan niet in 't water voor en aleer
@@ -14512,7 +14473,7 @@ den jongen natuuronderzoeker met de dieren te verzoenen, waaraan
het monstertje, hetwelk hij zooeven weg had gebracht, hem even
leelijk als kwaadaardig toescheen.</p>
-<p>»Och dan!&rdquo; riep hij uit, »hoe hebt gij uwe pan zoo spoedig met
+<p>»Och dan!&rdquo; riep hij uit, »hoe hebt gij uwe pan zoo spoedig met
visch kunnen vullen?&rdquo;</p>
<p>&mdash;Als gij er bij waart geweest, zoudt ge pret hebben gehad,<ins class="corr2" id="corr171" title="Bron: &rdquo;"></ins>
@@ -14537,7 +14498,7 @@ ze lomperds.&rdquo;</p>
<p>De zorgen, die de maaltijd vereischte, maakte aan dit verhaal een
einde. De visschen, welke met het vet van de iguano gebakken waren,
-werden zeer geprezen; het blanke en malsche vleesch van den Sauriër
+werden zeer geprezen; het blanke en malsche vleesch van den Sauriër
werd niet minder goed gevonden, want het wildbraad begon
ons tegen te staan.</p>
@@ -14551,11 +14512,11 @@ eene beweging van schrik niet kon weerhouden. Zij waren van vijf
tot zes meter lang, het lichaam was bruin en met bulten bedekt,
<span class="pagenum" title="289">&nbsp;</span><a id="p_289"></a>en de muil tot aan de oogen <ins class="corr" id="corr174" title="Bron: gespieten">gespleten</ins>; een hunner, die zijne kaken
wijd opengesperd had, liet zijne holle tanden zien. Ik nam den
-knaap bij de hand om hem tot bij de amphibieën te brengen; <ins class="corr" id="corr175" title="Bron: eerstwilde">eerst wilde</ins>
+knaap bij de hand om hem tot bij de amphibieën te brengen; <ins class="corr" id="corr175" title="Bron: eerstwilde">eerst wilde</ins>
hij niet; het uiterlijk dezer monsters boezemde hem een
<ins class="corr" id="corr176" title="Bron: on&nbsp;overwinbaren">onoverwinbaren</ins> afkeer in.</p>
-<p>»Ik mag nog liever een tijger,&rdquo; zeide hij; »zijn gebrul is vreeselijk,
+<p>»Ik mag nog liever een tijger,&rdquo; zeide hij; »zijn gebrul is vreeselijk,
maar hij is niet zoo afschuwelijk.&rdquo;</p>
<p>Ik overreedde mijn kleinen metgezel om zijn afkeer te overwinnen
@@ -14573,7 +14534,7 @@ zonder de kennis van den Encuerado, die ons spoedig weer op den
goeden weg bracht. Eindelijk werd de rivier weer nauwer en herkreeg
zij hare gewone diepte.</p>
-<p>»Zie eens daar, mijnheer Sumichrast,&rdquo; riep Lucien uit, »men zou
+<p>»Zie eens daar, mijnheer Sumichrast,&rdquo; riep Lucien uit, »men zou
zeggen dat er oogen op het water drijven.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Daarin hebt gij u niet vergist; dat zijn oogen van krokodillen.&rdquo;</p>
@@ -14585,7 +14546,7 @@ ongerust.</p>
<p>Soms kwam een krokodil dwars voor ons vaartuig liggen.</p>
-<p>»Ga door,&rdquo; riep de Encuerado, »al weet gij ook dat uw huid onkwetsbaar
+<p>»Ga door,&rdquo; riep de Encuerado, »al weet gij ook dat uw huid onkwetsbaar
is, dan is dat nog geen reden om u hier als heer en
meester op te werpen. Ik ken wel een naadje in je rok, waar mijn
kogel eene opening zou weten te vinden. Wees maar niet bang,
@@ -14597,8 +14558,8 @@ in het water en kwamen om het vlot dolen; maar het grootste
aantal bleef onbeweeglijk en verwaardigde zich niet van plaats te
veranderen. De vrees van Lucien bedaarde allengs; maar nadat hij
zoo zeer gewenscht had kaaimans te zien, begon hij er zich nu over
-te beklagen, dat hij er te veel zag. »Zij zijn hier de baas,&rdquo; zeide
-mijn vriend hem; »zij groeien en vermenigvuldigen zich ongestoord.
+te beklagen, dat hij er te veel zag. »Zij zijn hier de baas,&rdquo; zeide
+mijn vriend hem; »zij groeien en vermenigvuldigen zich ongestoord.
De rivier bevat visch genoeg om hen te voeden, en zonder twijfel
<span class="pagenum" title="290">&nbsp;</span><a id="p_290"></a>gaan zij nu en dan wel in het bosch op de jacht. Zie daar eens
naar dien, welke de landtong opklimt, hij draait met moeite om
@@ -14637,13 +14598,13 @@ moeite het mij kostte om tegen den stroom op te komen.</p>
<p>Met zijne machete in de hand trok de Indiaan van leer tegen den
boom, die de oorzaak van zijn ongeval was.</p>
-<p>»Zoo! overvalt gij de menschen zoo verraderlijk, om ze in 't
-water te smijten,&rdquo; riep hij uit; »dat is nog al een slimme zet en
+<p>»Zoo! overvalt gij de menschen zoo verraderlijk, om ze in 't
+water te smijten,&rdquo; riep hij uit; »dat is nog al een slimme zet en
dat voor een honderdjarigen grijsaard! Maar dat zult ge vooreerst
niet weer doen, dat zweer ik je.</p>
<p>&mdash;Als gij dien reus omver wilt werpen,&rdquo; riep mijn vriend hem
-toe, »kunnen wij wel gaan kampeeren; gij hebt er minstens acht
+toe, »kunnen wij wel gaan kampeeren; gij hebt er minstens acht
dagen werk aan.</p>
<p>&mdash;Hoogstens voor tien minuten, Tatita Sumichrast; men zal
@@ -14656,7 +14617,7 @@ tot aan den eersten tak klimmen; maar door zijne te groote
haast gleed hij naar omlaag en kwam nog eens in 't water terecht.
Nu kende zijn toorn geen grenzen.</p>
-<p>»Lach maar, lach maar!&rdquo; riep hij, »wij zullen wel zien wie het
+<p>»Lach maar, lach maar!&rdquo; riep hij, »wij zullen wel zien wie het
hardst zal lachen.</p>
<p>En opnieuw naar boven klimmende ging hij op den tak zitten,
@@ -14691,7 +14652,7 @@ juist den laatsten struik voorbijgaan, toen de Encuerado eensklaps
het vlot achteruitduwde. Ik stond op en zag eene kudde stieren,
welke zich naar de plek begaven, die wij juist wilden oversteken.</p>
-<p>»Drommels, drommels!&rdquo; riep Sumichrast uit, »dat is veel zeldzamer
+<p>»Drommels, drommels!&rdquo; riep Sumichrast uit, »dat is veel zeldzamer
schouwspel dan dat van de krokodillen; laten wij meester Zonnestraal
zoo plaatsen, dat hij goed zien kan.&rdquo;</p>
@@ -14702,7 +14663,7 @@ oogenblik te verliezen namen Lucien, Sumichrast en ik tusschen
de Indiaan ging te water en zwom naar een alleenstaanden boom
tegenover ons.</p>
-<p>»Wij zullen heden avond gebraden runderhaas eten,&rdquo; riep hij ons
+<p>»Wij zullen heden avond gebraden runderhaas eten,&rdquo; riep hij ons
toe en hij maakte tusschen de takken zulke dwaze sprongen, dat
ik andermaal voor een val vreesde.</p>
@@ -14747,8 +14708,8 @@ een gesprek voerde.</p>
<p><span class="pagenum" title="293">&nbsp;</span><a id="p_293"></a></p>
-<p>»Weest dan toch zoo goed te wachten,&rdquo; sprak hij bij elk gejank;
-»ik heb het dier gedood; 't is dus niet meer dan billijk, dat ik mij
+<p>»Weest dan toch zoo goed te wachten,&rdquo; sprak hij bij elk gejank;
+»ik heb het dier gedood; 't is dus niet meer dan billijk, dat ik mij
het eerst bedien.&rdquo;</p>
<p>Gedurende dit tooneel hadden wij meester Job en de papegaaien
@@ -14811,7 +14772,7 @@ gieren of koningsgier, een broeder van den condor.</p>
<p>De koning der gieren, zooals de Indianen hem noemen, had een
zwarten staart en witte vleugels. De hals was versierd met een
kraag van parelgrijze veertjes en het bovengedeelte van den kop
-gestreept met een donker, in regelmatige rijën geplaatst dons; de
+gestreept met een donker, in regelmatige rijën geplaatst dons; de
wangen waren met levendige kleuren getint, die het witte oog prachtig
omlijstten. Zijn geelachtige bek, van middelmatige grootte, droeg
een vleezig uitwas in den vorm van een klaverblad, waarvan de
@@ -14871,7 +14832,7 @@ ontdaan aanloopen.</p>
<p>&mdash;Zijt gij door eene slang gebeten? riep ik uit.</p>
-<p>&mdash;Neen, Tatita,&rdquo; antwoordde hij, geheel buiten adem, »er is mij
+<p>&mdash;Neen, Tatita,&rdquo; antwoordde hij, geheel buiten adem, »er is mij
iets veel ergers overkomen. Ik heb hem gezien!</p>
<p>&mdash;Wien?</p>
@@ -14884,7 +14845,7 @@ dan eens over den <i xml:lang="es">ante</i> hooren spreken, een dier zoo groot a
ezel, met zonderlinge vormen, en dat zich slechts laat zien aan hen,
wien hij een kwaden streek wil spelen.</p>
-<p>»Stel u maar gerust,&rdquo; zeide ik tot den Indiaan; »als gij den <span xml:lang="es">ante-burro</span>
+<p>»Stel u maar gerust,&rdquo; zeide ik tot den Indiaan; »als gij den <span xml:lang="es">ante-burro</span>
gezien hebt, zullen wij hem morgen doodschieten.</p>
<p>&mdash;Men kan den duivel niet doodschieten, Tatita.</p>
@@ -14903,7 +14864,7 @@ eene dikke graszode gezeten, zag hij naar de uitgestrekte bruisende
watervlakte, toen de <span xml:lang="es">ante-burro</span> eensklaps, als een los paard springende,
op het grasperk was verschenen.</p>
-<p>»En hebt gij er niet op geschoten?&rdquo; riep mijn vriend uit.</p>
+<p>»En hebt gij er niet op geschoten?&rdquo; riep mijn vriend uit.</p>
<p>&mdash;Ik heb de vlucht genomen,&rdquo; antwoordde de tijgerjager.</p>
@@ -14921,7 +14882,7 @@ meende hij zijn vijand weer te zien. In plaats van zijne dwaling te
bestrijden&mdash;wat tot geen uitslag zou gevoerd hebben&mdash;wilde ik
hem doen gelooven, dat mijne macht die van den <span xml:lang="es">ante-burro</span> overtrof.</p>
-<p>»Zou ik anders Lucien wel aan 't gevaar blootstellen in zijne
+<p>»Zou ik anders Lucien wel aan 't gevaar blootstellen in zijne
nabijheid te gaan slapen!&rdquo;</p>
<p>Sumichrast overhandigde den Indiaan twee kogels, en verzekerde
@@ -14948,7 +14909,7 @@ zich kon overtuigen, dat men een <ins class="corr" id="corr180" title="Bron: ant
week het riet vaneen en twee dikhuiden vertoonden zich op het
grasveld. De Encuerado maakte een aantal kruisjes.</p>
-<p>»Schiet,&rdquo; sprak ik met zachte stem en mik op het voorhoofd.
+<p>»Schiet,&rdquo; sprak ik met zachte stem en mik op het voorhoofd.
Het schot viel en de tapirs sloegen op de vlucht; een hunner viel
echter op den grond eer hij het water bereikt had en liet een dof
geknor hooren; hij was dood toen ik bij hem kwam.</p>
@@ -14959,7 +14920,7 @@ verminderde.</p>
<p><span class="pagenum" title="298">&nbsp;</span><a id="p_298"></a></p>
-<p>»Gij hebt den duivel gedood,&rdquo; zeide Lucien hem, die op zijne
+<p>»Gij hebt den duivel gedood,&rdquo; zeide Lucien hem, die op zijne
beurt den zonderlingen dikhuid onderzocht.</p>
<p>&mdash;Ja, Chanito, met behulp van den betooverden kogel; maar
@@ -15035,7 +14996,7 @@ met bruin en zwart gevederte en gelen staart, waren de eenige levende
wezens, welke wij op onzen weg ontmoetten. De muskieten
kwelden ons bijna evenveel als op de oevers der rivier; eindelijk
moesten wij, door de vermoeidheid overwonnen, kampeeren; ons
-middagmaal bestond slechts uit maïskoeken; maar onze papegaaien
+middagmaal bestond slechts uit maïskoeken; maar onze papegaaien
en meester Job vergastten zich op kleine cocosnooten, die men
<i xml:lang="es">coyoles</i> noemt.</p>
@@ -15088,7 +15049,7 @@ zich in het Westen. Van nu af moest de berg ons tot kompas
dienen; maar de onmetelijke savanne, die zich voor ons uitstrekte,
maakte mij voor mijn jongen metgezel bevreesd.</p>
-<p>»Moeten wij die groote vlakte doortrekken?&rdquo; vroeg hij.</p>
+<p>»Moeten wij die groote vlakte doortrekken?&rdquo; vroeg hij.</p>
<p>&mdash;Ja, beste Zonnestraal, dat is de kortste weg om <ins class="corr" id="corr182" title="Bron: Orizaba">Orizava</ins> te
bereiken.</p>
@@ -15154,14 +15115,14 @@ weinig aanlokkelijken geur af; maar de Indiaan was op de kreeftenvangst
gegaan en de opbrengst was voldoende om ons te verzadigen.
Nu werd de moeilijke vraag over het vertrek opgeworpen.
Sumichrast wilde eene schuinsche richting inslaan, om te trachten
-prairieën te bereiken waar het gras minder hoog was dan dat, hetwelk
+prairieën te bereiken waar het gras minder hoog was dan dat, hetwelk
wij voor oogen hadden en waar de aanwezigheid van heesters den
marsch minder eentonig zou maken. De Encuerado was van een
tegenovergesteld gevoelen; volgens hem moesten wij maar flinkweg
de Savanne in de geheele lengte doortrekken; dat was wel een
moeielijke marsch van drie of vier dagen het hoofd bieden, maar
men zou althans het doel bereiken, want over het algemeen worden
-de <ins class="corr" id="corr183" title="Bron: prairiën">prairieën</ins> van 't Noorden naar 't Zuiden smaller. Ik deelde het
+de <ins class="corr" id="corr183" title="Bron: prairiën">prairieën</ins> van 't Noorden naar 't Zuiden smaller. Ik deelde het
gevoelen van den Indiaan en onze bewijsgronden overtuigden onzen
metgezel.</p>
@@ -15174,7 +15135,7 @@ was daarover in de wolken.</p>
<p>De Encuerado maakte lange staken, die, in den grond gestoken
<span class="pagenum" title="303">&nbsp;</span><a id="p_303"></a>zijnde, dienen moesten om de huiden op te doen rusten en zoo eene
soort van tent te vormen. De bagage werd gelijkelijk verdeeld en
-alle nuttelooze ballast weggedaan; ik telde onze maïskoeken, die
+alle nuttelooze ballast weggedaan; ik telde onze maïskoeken, die
ons eenig voedsel zouden uitmaken. Zonder ons al te zeer op rantsoen
te moeten stellen, hadden wij gelukkig nog voor acht dagen
levensmiddelen. Het water maakte ons het meest bezorgd. De
@@ -15205,12 +15166,12 @@ ons tot de werkelijkheid terug. Iedereen nam zijne vracht op en
Sumichrast trad het eerst tusschen het hooge gras, van nabij door
Lucien gevolgd.</p>
-<p>»Welnu, meester Zonnestraal, nu zijt gij even goed verborgen
+<p>»Welnu, meester Zonnestraal, nu zijt gij even goed verborgen
achter deze dorre halmen als in een woud. Zijn uw laarzen goed
ingesmeerd? Gij weet dat wij gedurende een paar weken door deze
vlakten moeten marcheeren.&rdquo;</p>
-<p>»Waar zijn dan de wilde stieren en paarden?&rdquo;</p>
+<p>»Waar zijn dan de wilde stieren en paarden?&rdquo;</p>
<p>&mdash;God geve, dat wij ze spoedig mogen ontmoeten; in de eerste
plaats omdat zij ons den weg naar de poelen en rivier zullen wijzen,
@@ -15235,12 +15196,12 @@ gemaakt was, scheen geheel teleurgesteld, dat hij niet als
naar gewoonte links en rechts kon rondspringen. Ik merkte op dat
hij van tijd tot tijd jankte en achterwege bleef.</p>
-<p>»Is de Encuerado dan aan 't hoofd van den troep?&rdquo; vroeg ik mijn
+<p>»Is de Encuerado dan aan 't hoofd van den troep?&rdquo; vroeg ik mijn
vriend.</p>
<p>&mdash;Neen, ik open den marsch.</p>
-<p>&mdash;Ohé! Ohé! riep ik.</p>
+<p>&mdash;Ohé! Ohé! riep ik.</p>
<p>&mdash;Hioe, hioe, antwoordde in de verte de stem van den Indiaan,
die na vijf minuten weer bij ons was en door Gringalet met
@@ -15268,10 +15229,10 @@ de wonderbare lichteffecten, die zij moest voortbrengen, te aanschouwen.</p>
<p>Jaunet en Verdet werden twee- of driemaal wakker en begonnen
te keuvelen; zij werden zoo luidruchtig dat Sumichrast zich omkeerde.</p>
-<p>»Wat drommel vertellen uwe papegaaien toch?&rdquo; vroeg hij den Indiaan.</p>
+<p>»Wat drommel vertellen uwe papegaaien toch?&rdquo; vroeg hij den Indiaan.</p>
<p>&mdash;Ik heb het maar half verstaan,&rdquo; antwoordde de Encuerado
-»maar wat zouden zij anders kunnen zeggen, dan dat wij moesten
+»maar wat zouden zij anders kunnen zeggen, dan dat wij moesten
slapen, in plaats van in de maneschijn te wandelen?</p>
<p>&mdash;En zegt gij hun dan niets terug?</p>
@@ -15287,14 +15248,14 @@ opende slechts de oogen om van plaats te veranderen.</p>
<a href="images/ill_p304b.png"><img
src="images/ill_p304b-th.png" width="338" height="489"
alt=""
- title="Klik voor vergroting (809×1173px, 265kB)" /></a>
+ title="Klik voor vergroting (809×1173px, 265kB)" /></a>
<div class="caption">Lucien begon hen opnieuw de namen van Hortense en Emile voor
te zeggen. (blz. 305)</div>
</div>
<p><span class="pagenum" title="305">&nbsp;</span><a id="p_305"></a></p>
-<p>»Sla een weinig rechts af! Tatita Sumichrast,&rdquo; riep de Encuerado
+<p>»Sla een weinig rechts af! Tatita Sumichrast,&rdquo; riep de Encuerado
eensklaps uit.</p>
<p>&mdash;Waarom dat?</p>
@@ -15360,40 +15321,40 @@ tot den ochtendstond voortgezet.</p>
<p>Bij de eerste schemering onderzocht ik opnieuw den gezichteinder;&mdash;nog
altijd de blauwachtige bergen aan de rechterhand, en verder
overal de eenzame, doodsche vlakte. Dien dag moest men zich met
-maïskoeken tevreden stellen; maar de hoop, dat wij eindelijk het
-bosch zouden bereiken, beurde zelfs onzen kleinen reisgezel op. »Nog
-een nacht,&rdquo; herhaalden Sumichrast en de Encuerado, »en rust en
+maïskoeken tevreden stellen; maar de hoop, dat wij eindelijk het
+bosch zouden bereiken, beurde zelfs onzen kleinen reisgezel op. »Nog
+een nacht,&rdquo; herhaalden Sumichrast en de Encuerado, »en rust en
overvloed wachten ons.&rdquo;</p>
<p>De vierde marsch was veel moeielijker, vooral voor den armen
-Lucien, die soms hinkte. »Wij zullen spoedig boomboschjes en kudden
-ontmoeten,&rdquo; sprak Sumichrast tot hem; »'t is onze laatste beproeving.
+Lucien, die soms hinkte. »Wij zullen spoedig boomboschjes en kudden
+ontmoeten,&rdquo; sprak Sumichrast tot hem; »'t is onze laatste beproeving.
Na zoo dapper de groote wouden doortrokken te zijn,
zult gij u toch zeker niet door de savannen willen laten overwinnen.&rdquo;</p>
-<p>&mdash;»Neen,&rdquo; antwoordde de wakkere knaap; »ik zou zelfs vlugger
+<p>&mdash;»Neen,&rdquo; antwoordde de wakkere knaap; »ik zou zelfs vlugger
willen vooruitkomen als ik kon; ik weet dat ik mijne lieve moeder
zal weerzien; maar mijne voeten doen zoo'n pijn.&rdquo;</p>
<p>&mdash;He, Chanito, gij hadt niet gedacht dat de savannen zoo
groot waren?</p>
-<p>&mdash;»Noch zoo droevig,&rdquo; antwoordde Lucien.</p>
+<p>&mdash;»Noch zoo droevig,&rdquo; antwoordde Lucien.</p>
<p>De dag brak aan. Ik peilde opnieuw den gezichteinder, zonder
-iets anders te zien dan hemel en gras. »Ik vrees, dat wij op een
-verkeerden weg zijn,&rdquo; sprak ik tot den Encuerado, »God geve, dat
+iets anders te zien dan hemel en gras. »Ik vrees, dat wij op een
+verkeerden weg zijn,&rdquo; sprak ik tot den Encuerado, »God geve, dat
wij niet gedurende drie dagen op goed geluk af ronddraaien.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Neen, Tatita, de vulkaan is altijd rechts.</p>
-<p>&mdash;»Op den afstand, waarop wij er ons van bevinden, kunnen wij
+<p>&mdash;»Op den afstand, waarop wij er ons van bevinden, kunnen wij
twintig mijlen afwijken, zonder er erg in te hebben.&rdquo;</p>
<p>De Indiaan klom op zijne mars en onderzocht nauwkeurig de
gedaante van de bergen.</p>
-<p>»Wij zijn op den goeden weg,&rdquo; sprak hij met overtuiging, »de savanne
+<p>»Wij zijn op den goeden weg,&rdquo; sprak hij met overtuiging, »de savanne
is lang, dat is alles.&rdquo;</p>
<p><span class="pagenum" title="307">&nbsp;</span><a id="p_307"></a></p>
@@ -15445,10 +15406,10 @@ slechts ten deele de verloren krachten. Evenals den vorigen dag,
werd de gezichteinder met koortsachtigen angst onderzocht en ook
<span class="pagenum" title="308">&nbsp;</span><a id="p_308"></a>nu nog bespeurden onze blikken niets dan de uitgestrekte vlakte.</p>
-<p>Wij hielden raad; helaas! er bestond slechts één redmiddel om
+<p>Wij hielden raad; helaas! er bestond slechts één redmiddel om
uit onzen toestand te geraken: n.l. loopen.</p>
-<p>»Zullen wij dan verplicht zijn meester Job op te eten!&rdquo; had de Encuerado
+<p>»Zullen wij dan verplicht zijn meester Job op te eten!&rdquo; had de Encuerado
gevraagd.</p>
<p>Lucien had zijne armen naar het ongelukkige dier uitgestrekt,
@@ -15461,7 +15422,7 @@ verlaten en op het punt waren van thuis te komen. Toen wij
meenden van alle ernstige ongevallen bevrijd te zijn, kwam die eindelooze
savanne hare woeste vlakte voor ons uitbreiden. Wij werden
zichtbaar mager en het water, dat ons overbleef, werd druppelsgewijze
-door Lucien opgedronken. Nog één dag, en onze maïskoeken zouden
+door Lucien opgedronken. Nog één dag, en onze maïskoeken zouden
op zijn en wat hielp ons onze rijst zonder water? De vermoeidheid
overwon onze bezorgdheid en wij sliepen in.</p>
@@ -15475,8 +15436,8 @@ Dat was de weg, dien onze makker zich gebaand had, die,
wij konden er niet meer aan twijfelen, van onzen slaap gebruik had
gemaakt om zich met Gringalet te verwijderen.</p>
-<p>»Dat is onmogelijk!&rdquo; riep ik uit, op eene zwijgende ondervraging
-van mijn vriend antwoordende; »neen, de Encuerado kan ons niet
+<p>»Dat is onmogelijk!&rdquo; riep ik uit, op eene zwijgende ondervraging
+van mijn vriend antwoordende; »neen, de Encuerado kan ons niet
in den steek hebben gelaten!&rdquo;</p>
<p>De geheele nacht ging in wachten voorbij, de Indiaan had zijn
@@ -15522,19 +15483,19 @@ voor een dier onweders, die ons acht dagen te voren zoo hinderlijk
waren geweest? Maar het uitzicht van den hemel ontnam ons zelfs
deze laatste hoop.</p>
-<p>In den namiddag deelde ik eenige stukken maïskoek uit en moest
+<p>In den namiddag deelde ik eenige stukken maïskoek uit en moest
men zich met een slokje water tevredenstellen. Lucien klaagde
niet meer; maar de vermoeidheid en zijne pijnlijke voeten verwekten
verschijnselen van koorts, waarover ik mij ongerust begon te maken.</p>
-<p>»Ik heb dorst&rdquo;, herhaalde hij zonder ophouden; »mijne voeten doen
+<p>»Ik heb dorst&rdquo;, herhaalde hij zonder ophouden; »mijne voeten doen
erg zeer; maar ik zou genezen zijn, als ik kon drinken.&rdquo;</p>
<p>Herhaalde malen reikte mijn vriend hem zijne veldflesch over,&mdash;dan
was zijne marteling een weinig minder, doch zij keerde weldra
terug. De nacht naderde en wij maakten ons gereed tot een
wanhopigen marsch. Een slokje cognac verschafte ons schijnbaar
-kracht, waarvan ik besloot gebruik te maken. Nog vóór de zon
+kracht, waarvan ik besloot gebruik te maken. Nog vóór de zon
onderging, nam ik Lucien op mijne schouders en ging ik vooruit.
Ik moest twintigmaal stil blijven staan om adem te scheppen en
twintigmaal werd de marsch weer hervat. Lucien volgde ons nu
@@ -15542,12 +15503,12 @@ en dan hinkende. Tegen tien uur waren onze krachten uitgeput doch
gelukkig vertoonde zich een goed voorteeken: het gras werd minder
hoog.</p>
-<p>»Wij zijn gered!&rdquo; riep ik uit.</p>
+<p>»Wij zijn gered!&rdquo; riep ik uit.</p>
<p><span class="pagenum" title="311">&nbsp;</span><a id="p_311"></a></p>
<p>&mdash;Drommels, drommels!&rdquo; antwoordde Sumichrast met zijne gewone
-koelbloedigheid, <ins class="corr" id="corr189" title="Bron: «">»</ins>'t werd tijd.&rdquo;</p>
+koelbloedigheid, <ins class="corr" id="corr189" title="Bron: «">»</ins>'t werd tijd.&rdquo;</p>
<p>Na eene vrij lange rust maakte ik mij gereed om Lucien te wekken,
toen ik een dof geluid meende te hooren. Ik schoot op goed
@@ -15557,17 +15518,17 @@ hadden ons vergist.</p>
<p>De arme Lucien stond op en zijn eerste woord was ons wat
water te vragen; ik gaf hem eenige druppels met cognac vermengd.</p>
-<p>»Wat zou mama bedroefd zijn,&rdquo; zeide hij »als zij wist dat wij geen
+<p>»Wat zou mama bedroefd zijn,&rdquo; zeide hij »als zij wist dat wij geen
water hebben.&rdquo;</p>
-<p>&mdash;»Dat is mijne schuld,&rdquo; riep Sumichrast uit, zijn gelaat met de
+<p>&mdash;»Dat is mijne schuld,&rdquo; riep Sumichrast uit, zijn gelaat met de
handen bedekkende.</p>
-<p>&mdash;»'t Gaat al beter, ik heb geen dorst meer,&rdquo; sprak de knaap,
-die naar Sumichrast <ins class="corr" id="corr190" title="Bron: toeeilde">toeijlde</ins> en hem omhelsde. »Komt, laat ons
+<p>&mdash;»'t Gaat al beter, ik heb geen dorst meer,&rdquo; sprak de knaap,
+die naar Sumichrast <ins class="corr" id="corr190" title="Bron: toeeilde">toeijlde</ins> en hem omhelsde. »Komt, laat ons
loopen; gij zult zien dat ik bijna niet meer hink.&rdquo;</p>
-<p>&mdash;»Gij hebt gelijk, op weg!&rdquo; herhaalde Sumichrast. Hij beurde
+<p>&mdash;»Gij hebt gelijk, op weg!&rdquo; herhaalde Sumichrast. Hij beurde
Lucien met kracht op en begon met vaste schreden te loopen. Ik
nam meester Job op, die zeker wel verbaasd over deze nachtelijke
reizen moet geweest zijn.</p>
@@ -15576,7 +15537,7 @@ reizen moet geweest zijn.</p>
niet vergist. Ik bleef staan om beter te kunnen luisteren; een schot
deed de lucht trillen.</p>
-<p>»De Encuerado!&rdquo; riep ik uit.</p>
+<p>»De Encuerado!&rdquo; riep ik uit.</p>
<p>Ik omhelsde Lucien herhaalde malen, Sumichrast schoot zijn geweer
af en een nieuwe losbranding beantwoordde zijn schot. Ik
@@ -15585,7 +15546,7 @@ had, op mijne beurt, de oogen vol tranen.</p>
<p>Het geraas naderde; men hoorde het galoppeeren van een paard,
een bekend blaffen weerklonk.</p>
-<p>»Gringalet,&rdquo; sprak Lucien.</p>
+<p>»Gringalet,&rdquo; sprak Lucien.</p>
<p>&mdash;Hioe.... hioe... hioe... Chanito!....</p>
@@ -15602,18 +15563,18 @@ geholpen, goot ik eenige druppels cognac tusschen zijne opeengeklemde
tanden. Langzamerhand kwam hij weer bij kennis en zag
ons verbaasd aan.</p>
-<p><ins class="corr" id="corr191" title="Bron: «">»</ins>Drink,&rdquo; zeide ik hem.</p>
+<p><ins class="corr" id="corr191" title="Bron: «">»</ins>Drink,&rdquo; zeide ik hem.</p>
<p><span class="pagenum" title="312">&nbsp;</span><a id="p_312"></a></p>
<p>Hij bracht de flesch aan zijne lippen en riep uit:</p>
-<p>»'t Is voor Chanito.&rdquo;</p>
+<p>»'t Is voor Chanito.&rdquo;</p>
<p>Ieder dronk op zijne beurt; daarop gaf de Indiaan ons een stuk
geroosterd vleesch. Ik droeg zorg de porties te verdeelen.</p>
-<p>»Eet gij op uw gemak,&rdquo; sprak ik tot den Encuerado.</p>
+<p>»Eet gij op uw gemak,&rdquo; sprak ik tot den Encuerado.</p>
<p>&mdash;O, ik heb even goed honger als gij; sedert ik u verlaten heb,
heb ik noch gegeten noch gedronken.</p>
@@ -15621,20 +15582,20 @@ heb ik noch gegeten noch gedronken.</p>
<p>De bezwijming van den braven Indiaan week nu. Ik zag hem
met verwondering aan.</p>
-<p>»Als ik gegeten of gedronken had, zou ik hebben willen slapen,&rdquo;
-antwoordde hij op den eenvoudigsten toon van de wereld, »en wat
+<p>»Als ik gegeten of gedronken had, zou ik hebben willen slapen,&rdquo;
+antwoordde hij op den eenvoudigsten toon van de wereld, »en wat
zou er dan van u geworden zijn? Maar honger en dorst hebben
-mij zóó geprikkeld, dat ik geen oogenblik verloren heb.&rdquo;</p>
+mij zóó geprikkeld, dat ik geen oogenblik verloren heb.&rdquo;</p>
-<p>»Dat is krankzinnigheid,&rdquo; riep ik uit.</p>
+<p>»Dat is krankzinnigheid,&rdquo; riep ik uit.</p>
-<p>»Eene heldhaftige krankzinnigheid,&rdquo; herhaalde Sumichrast, de
+<p>»Eene heldhaftige krankzinnigheid,&rdquo; herhaalde Sumichrast, de
hand van den Indiaan drukkende.</p>
-<p>»Neen,&rdquo; sprak hij, »gij moet mij niet voor krankzinnig aanzien,
+<p>»Neen,&rdquo; sprak hij, »gij moet mij niet voor krankzinnig aanzien,
ik heb naar mijne beste weten gehandeld.&rdquo;</p>
-<p>&mdash;»Groot kind,&rdquo; hervatte ik, »gij hadt uwe krachten moeten herstellen;
+<p>&mdash;»Groot kind,&rdquo; hervatte ik, »gij hadt uwe krachten moeten herstellen;
als zij u verlaten hadden, wat zou er dan van ons worden!</p>
<p>De Encuerado hoorde mij niet meer; hij was in een diepen slaap
@@ -15644,13 +15605,13 @@ gevallen.</p>
<p>Bij ons ontwaken besteeg de Encuerado zijn paard, een jongen
appelgrijzen schimmel met somber en vurig oog, dat hij liet zwenken,
-nam Lucien vóór zich en ontlastte mij van meester Job. Toen de
+nam Lucien vóór zich en ontlastte mij van meester Job. Toen de
voor volgende, die wij op onzen marsch in het gras gemaakt hadden,
voerde onze gids ons naar onze bagage terug, die wij dachten
dat door Jaunet en Verdet wel verlaten zou zijn.</p>
-<p>»Wij hebben veel naar je gezocht,&rdquo; zeide Lucien tot zijn vriend
-»en wij waren zeer bedroefd over je vertrek. Papa vreesde eerst dat
+<p>»Wij hebben veel naar je gezocht,&rdquo; zeide Lucien tot zijn vriend
+»en wij waren zeer bedroefd over je vertrek. Papa vreesde eerst dat
je een ongeluk was overkomen; maar Gringalet was bij je.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Waarom zijt gij vertrokken zonder ons te waarschuwen? vroeg
@@ -15669,7 +15630,7 @@ cognac gegaan en heb er twee of drie slokken uitgenomen...</p>
<p>Bij deze bekentenis zag de Indiaan mij angstig aan.</p>
-<p>»Gij hadt de geheele flesch meê moeten nemen,&rdquo; riep ik uit; »gij
+<p>»Gij hadt de geheele flesch meê moeten nemen,&rdquo; riep ik uit; »gij
wist wel dat wij er nog een hadden. Maar vertel verder.&rdquo;</p>
<p>&mdash;De cognac is een goede raadgever, Tatita; hij zeide mij: ga,
@@ -15679,7 +15640,7 @@ uwe ooren, heb ik den looppas aangenomen, zooals gij dat noemt.
Als gij de tong van Gringalet eens gezien hadt, Chanito, hij had
eenen dorst!...</p>
-<p>&mdash;»En gij dan?&rdquo;</p>
+<p>&mdash;»En gij dan?&rdquo;</p>
<p>&mdash;Ik ook; maar om te kunnen drinken, moest ik eerst loopen;
ik had evenwel veel lust wat te rusten; maar dan dacht ik aan
@@ -15688,12 +15649,12 @@ u en liep nog eens zoo hard.</p>
<p>Ik drukte de hand van mijn wakkeren dienaar, wiens oog van
voldoening schitterde.</p>
-<p>»Zonder te weten hoe, struikelde ik,&rdquo; zoo vervolgde hij, »en het
+<p>»Zonder te weten hoe, struikelde ik,&rdquo; zoo vervolgde hij, »en het
scheen mij toe, alsof ik insliep. Toen ik de oogen weer opende,
was de zon verdwenen en Gringalet likte mij het gelaat. Ik stond
half verdoofd op... dat kwam van den cognac.</p>
-<p>&mdash;»Dat kwam van uitputting,&rdquo; zeide ik.</p>
+<p>&mdash;»Dat kwam van uitputting,&rdquo; zeide ik.</p>
<p>&mdash;Ik heb den cognac goed aangesproken, Chanito; Gringalet
zou u kunnen vertellen, hoe ik hem de waarheid heb gezegd.
@@ -15706,18 +15667,18 @@ altijd zonder te weten waarom.&rdquo;</p>
<p>De knaap drukte zich ontroerd tegen den ruiter aan.</p>
-<p>»Wat een mooie boom, Chanito! Op den stam groeide een Paaschbloem;
+<p>»Wat een mooie boom, Chanito! Op den stam groeide een Paaschbloem;
ik dronk een slokje water en gaf het overige aan Gringalet,
ik ben gaan zitten om den dag af te wachten, want ik sliep staande....</p>
-<p>&mdash;»Arme Chema!&rdquo; murmelde de knaap.</p>
+<p>&mdash;»Arme Chema!&rdquo; murmelde de knaap.</p>
<p>&mdash;De zon begon zich reeds te vertoonen, toen ik wakker werd.
Ik begaf mij onder de boomen en in minder dan een kwartier
was ik het bosch doorgeloopen; ik bemerkte toen een groot meer,
paarden en stieren....</p>
-<p>»En waart gij toen aan het eind van uw lijden?&rdquo; vroeg Sumichrast.</p>
+<p>»En waart gij toen aan het eind van uw lijden?&rdquo; vroeg Sumichrast.</p>
<p>&mdash;Ja, oogenschijnlijk; maar, ziet gij, de <span xml:lang="es">ante-burro</span> wilde zich wreken;
mijne krachten begaven mij en mijne verstijfde beenen konden nauwelijks
@@ -15730,10 +15691,10 @@ paard een slag gevende, zoodat het opsprong.</p>
<p>&mdash;En waarom zou ik honger en dorst hebben gehad, als 't niet
door den <span xml:lang="es">ante-burro</span> kwam? Denkt gij dan dat Tata Sumichrast,
zonder dat verwenschte dier ooit de veldflesch zou gebroken hebben?
-Wij zullen in 't vervolg die <i>crustaceeën</i><a id="FNa_47" href="#FN_47" class="fnanchor">(<sup>47</sup>)</a> met vrede laten, want zij
+Wij zullen in 't vervolg die <i>crustaceeën</i><a id="FNa_47" href="#FN_47" class="fnanchor">(<sup>47</sup>)</a> met vrede laten, want zij
behooren tot de familie des duivels.</p>
-<p>»Vertel verder,&rdquo; zeide ik, niet zonder te glimlachen om het
+<p>»Vertel verder,&rdquo; zeide ik, niet zonder te glimlachen om het
woord <i>crustacee</i>, dat zoo zonderling door den Indiaan werd toegepast.</p>
<p>&mdash;Ik slaagde er eindelijk in dit veulen, dat aan zijn dij het
@@ -15761,7 +15722,7 @@ te moeten lijden? sprak Lucien met eenen zucht.</p>
<p>&mdash;Waarom hebt gij meester Job niet opgegeten?</p>
-<p>&mdash;»Hij was veroordeeld,&rdquo; sprak ik, »uw terugkeer redt zijn leven.&rdquo;</p>
+<p>&mdash;»Hij was veroordeeld,&rdquo; sprak ik, »uw terugkeer redt zijn leven.&rdquo;</p>
<p>Lucien zag ons verontwaardigd aan; maar wij waren bij onze
bagage gekomen en de beide papegaaien begroetten ons met een
@@ -15835,7 +15796,7 @@ altijd blauwachtige, maar nu naar 't scheen hoogere bergen, bevonden
zich vlak tegenover ons en de vulkaan vertoonde ons zijn
scherpste punt. Eene kudde wilde paarden, door een prachtig bruin
dier aangevoerd, omringde ons eensklaps en sprong meer dan een
-uur om ons heên; daarop kwamen stieren, die ons vervolgden.
+uur om ons heên; daarop kwamen stieren, die ons vervolgden.
Andere kudden vergenoegden zich met ons na te kijken; zij hadden
op den rug eene menigte maden-pikkers<a id="FNa_48" href="#FN_48" class="fnanchor">(<sup>48</sup>)</a>, die met hunne snavels
in het haar wroetten, om er de parasieten uit te halen. Wij trokken
@@ -15848,9 +15809,9 @@ Ik maakte mijn geweer gereed en bijna op hetzelfde oogenblik zag
ik tusschen het gebladerte een monsterachtigen kop. Ik week achteruit
tot bij mijn makker.</p>
-<p>»Wat is er toch? gij zijt gansch bleek!&rdquo;</p>
+<p>»Wat is er toch? gij zijt gansch bleek!&rdquo;</p>
-<p>&mdash;»Ik ben bang,&rdquo; antwoordde ik; »ik geloof dat ik nu den wezenlijken
+<p>&mdash;»Ik ben bang,&rdquo; antwoordde ik; »ik geloof dat ik nu den wezenlijken
<span xml:lang="es">ante-burro</span> gezien heb.&rdquo;</p>
<p>&mdash;Drommels, drommels! Zullen wij een tot dus verre onbekend
@@ -15858,7 +15819,7 @@ dier ontdekken!</p>
<p>Het geraas in het kreupelhout bleef aanhouden.</p>
-<p>»Pas op,&rdquo; riep ik mijn makker toe, »ik verzeker u dat ik nooit
+<p>»Pas op,&rdquo; riep ik mijn makker toe, »ik verzeker u dat ik nooit
zoo'n kop gezien heb.&rdquo;</p>
<p>Op dit oogenblik deinsde ook Sumichrast achteruit, maar weldra
@@ -15890,7 +15851,7 @@ gaan, kwam een ruiter aanrennen<ins class="corr" id="corr192" title="Bron: ,">.<
en wendde vervolgens, na zijn geweer op ons te hebben afgeschoten
den teugel.</p>
-<p>»Drommels, drommels!&rdquo; sprak Sumichrast.</p>
+<p>»Drommels, drommels!&rdquo; sprak Sumichrast.</p>
<p>De Encuerado hief zijn geweer op, maar ik belette hem te schieten.</p>
@@ -15900,13 +15861,13 @@ langs onze ooren vloog. Nu zette de Indiaan den verrader achterna,
die in galop wegvluchtte. Niettegenstaande mijn geschreeuw vuurde
de Encuerado en de ruiter stortte op den grond.</p>
-<p>»Dood hem niet!&rdquo; riep ik mijn dienaar toe.</p>
+<p>»Dood hem niet!&rdquo; riep ik mijn dienaar toe.</p>
-<p>»Neen, Tatita, ik heb slechts op zijn paard gemikt. De koeherder
-was met één sprong op de been, en vluchtte wat hij kon. Maar de
+<p>»Neen, Tatita, ik heb slechts op zijn paard gemikt. De koeherder
+was met één sprong op de been, en vluchtte wat hij kon. Maar de
Encuerado zette hem achterna en greep hem weldra bij zijn kraag.</p>
-<p>'t Was een jongmensch van nauwelijks zeventien jaar. »Wie zijt
+<p>'t Was een jongmensch van nauwelijks zeventien jaar. »Wie zijt
gij?&rdquo; riep ik hem toe.</p>
<p>&mdash;Joce Antonio, een dienaar van God; doe mij geen kwaad!</p>
@@ -15920,7 +15881,7 @@ angst. Dat komt omdat wij ons zelven geen rekenschap wisten te
geven van het vreemd uiterlijk, dat onze gelapte kleeren en onze
verwonde gezichten ons gaven.</p>
-<p>»Van waar komt gij?&rdquo;</p>
+<p>»Van waar komt gij?&rdquo;</p>
<p>&mdash;Van de hoeve van Sopilote, bij Amatlan.</p>
@@ -15933,8 +15894,8 @@ verwonde gezichten ons gaven.</p>
<p>&mdash;Gij zoudt evenwel eene kastijding verdienen, want uwe kogels
hadden ons kunnen verwonden of dit kind dooden.</p>
-<p>&mdash;»De eigenaar van de hoeve van Sopilote is mijn vriend,&rdquo; voegde
-Sumichrast er bij, »en ik beloof u, dat hij u zal weten te straffen.&rdquo;</p>
+<p>&mdash;»De eigenaar van de hoeve van Sopilote is mijn vriend,&rdquo; voegde
+Sumichrast er bij, »en ik beloof u, dat hij u zal weten te straffen.&rdquo;</p>
<p>Ik beval den <ins class="corr" id="corr193" title="Bron: Encueredo">Encuerado</ins> den jongen man los te laten, die het
dadelijk op een loopen zette.</p>
@@ -15989,7 +15950,7 @@ verlichtte zijne mars met wat van onzen voorraad overbleef en
schonk het onzen gastheer; daarna begon hij, tot aan het laatste
oogenblik de gebaande wegen versmadende, een heuvel te beklimmen.</p>
-<p>»O! mama, lieve mama,&rdquo; riep Lucien uit; »als zij eens wist, hoe
+<p>»O! mama, lieve mama,&rdquo; riep Lucien uit; »als zij eens wist, hoe
dicht wij in hare nabijheid zijn.&rdquo;</p>
<p>En hij liep met zooveel vuur vooruit, dat wij hem met moeite
@@ -15997,7 +15958,7 @@ konden volgen.</p>
<p><span class="pagenum" title="320">&nbsp;</span><a id="p_320"></a></p>
-<p>»Drommels, drommels!&rdquo; herhaalde Sumichrast, »zijt gij dan het
+<p>»Drommels, drommels!&rdquo; herhaalde Sumichrast, »zijt gij dan het
spreekwoord vergeten: Wie langzaam gaat, gaat zeker! uwe overijling
zou ons in een ravijn kunnen doen storten; laten wij, als 't u
belieft, zien dat wij heelhuids aankomen.&rdquo;</p>
@@ -16015,17 +15976,17 @@ gedachte overheerscht had. De Indianen verlieten ons aan den
voet van den berg, den laatsten dien wij nog over te trekken hadden
en waarvan de steile helling onzen ijver temperde.</p>
-<p>»Emile, Emile, Emile,&rdquo; riep Jaunet.</p>
+<p>»Emile, Emile, Emile,&rdquo; riep Jaunet.</p>
<p>&mdash;Hortense, Hortense! antwoordde Verdet.</p>
-<p>&mdash;»Zij kunnen u nog niet hooren,&rdquo; zeide de Encuerado hun, »maar
+<p>&mdash;»Zij kunnen u nog niet hooren,&rdquo; zeide de Encuerado hun, »maar
dezen avond zult gij kennis met hen maken. Maar ge zult, hoop
ik, niet vergeten, dat ik, als gij hen ooit bijt, verplicht zal zijn
jelui ook te bijten en mijne tanden zijn wel zoo goed als jelui bek.&rdquo;</p>
<p>Lucien kwam het eerst op het bergvlak en de vulcaan van
-Orizava vertoonde zich vlak vóór ons. Nog eenige schreden en onze
+Orizava vertoonde zich vlak vóór ons. Nog eenige schreden en onze
oogen staarden op eene onmetelijke vallei,&mdash;Orizava strekte zich
voor onze voeten uit.</p>
@@ -16033,7 +15994,7 @@ voor onze voeten uit.</p>
hij gevoelde niet eens dat de tranen onwillekeurig langs zijne wangen
vloeiden; hij strekte de armen uit en snikte.</p>
-<p>»Ik schrei omdat ik zoo gelukkig ben,&rdquo; zeide hij tot zijn vriend,
+<p>»Ik schrei omdat ik zoo gelukkig ben,&rdquo; zeide hij tot zijn vriend,
die hem wilde troosten.</p>
<p>Wij deelden trouwens allen zijne ontroering. Het was de 5 Juli,
@@ -16080,11 +16041,11 @@ die hij ondergaan had.</p>
en krulde de breede randen van zijn hoed, op gevaar af van ze te
misvormen, rond.</p>
-<p>»Zonder hem zouden wij omgekomen zijn!&rdquo; zeide ik tot mijne vrouw.</p>
+<p>»Zonder hem zouden wij omgekomen zijn!&rdquo; zeide ik tot mijne vrouw.</p>
<p>De brave Indiaan kuste de hand zijner meesteres.</p>
-<p>»Och! Senora,&rdquo; riep hij met tranen in de oogen uit, »wat is Chanito
+<p>»Och! Senora,&rdquo; riep hij met tranen in de oogen uit, »wat is Chanito
moedig geweest; als gij u de moeite wilt geven meester Job te ondervragen,
zal hij er u wel een woordje over zeggen; hij heeft hem gezien,
in de bosschen zoowel als in de Savanne.&rdquo;</p>
@@ -16097,14 +16058,14 @@ het waterbekken in den tuin werd gebracht.</p>
als om strijd de namen van Hortense en Emile; de beide kinderen
verbleekten van genoegen en verbazing.</p>
-<p>»Gij ziet nu wel, dat ik ook met u had kunnen meegaan,&rdquo; riep
-Emile met eene zonderlinge bewijsvoering uit, »de papegaaien kennen
+<p>»Gij ziet nu wel, dat ik ook met u had kunnen meegaan,&rdquo; riep
+Emile met eene zonderlinge bewijsvoering uit, »de papegaaien kennen
mij zelfs.&rdquo;</p>
-<p>&mdash;Neen, geen reizen meer,&rdquo; sprak mijne vrouw; »ik wil mij niet
+<p>&mdash;Neen, geen reizen meer,&rdquo; sprak mijne vrouw; »ik wil mij niet
<span class="pagenum" title="322">&nbsp;</span><a id="p_322"></a>meer aan zulke langdurige ongerustheid bloot stellen.</p>
-<p>&mdash;Bah! Bah!&rdquo; antwoordde Sumichrast; »gij zult meester Zonnestraal
+<p>&mdash;Bah! Bah!&rdquo; antwoordde Sumichrast; »gij zult meester Zonnestraal
nog wel eens een klein tochtje toestaan.&rdquo;</p>
<p>Op het zelfde oogenblik kwam meester Job, die zich door Gringalet
@@ -16116,15 +16077,15 @@ omringd door al de wezens, die mijn hart zoo dierbaar zijn! De
Encuerado juichte Lucien toe, die zijne moeder telkens deed ontroeren
door zijn verhaal van de voornaamste voorvallen van onze reis.</p>
-<p>»Als het mijne beurt wordt om meê in de bosschen te gaan,&rdquo; sprak
-Emile, die in een tijgerhuid gewikkeld binnen kwam, »dan zal ik...&rdquo;</p>
+<p>»Als het mijne beurt wordt om meê in de bosschen te gaan,&rdquo; sprak
+Emile, die in een tijgerhuid gewikkeld binnen kwam, »dan zal ik...&rdquo;</p>
<p>Hij kon zijn volzin niet voltooien, daar hij verplicht was zijn
zegeteeken te verdedigen tegen zijn zusje Amelie, die beweerde dat
de tijgerhuid groot genoeg voor hen beiden was.</p>
-<p>»Niet waar, mama, u laat mij nog wel eens met papa meegaan?&rdquo;
-vroeg Lucien. »Onze verzameling is nog niet voltallig. Den een of
+<p>»Niet waar, mama, u laat mij nog wel eens met papa meegaan?&rdquo;
+vroeg Lucien. »Onze verzameling is nog niet voltallig. Den een of
anderen tijd zullen wij haar toch moeten aanvullen.&rdquo;</p>
<p>In die vraag vond men den jongen natuuronderzoeker terug.
@@ -16168,7 +16129,7 @@ blootstellen.</p>
<tr><td class="td2"><a href="#corr17">Blz. 4</a></td><td class="td4">mexicaansche</td><td class="td4">Mexicaansche</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr18">Blz. 4 (voetnoot)</a></td><td class="td4">t</td><td class="td4">'t</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr19">Blz. 6</a></td><td class="td4">&nbsp;</td><td class="td4">&mdash;</td></tr>
- <tr><td class="td2"><a href="#corr20">Blz. 8</a></td><td class="td4">mêe</td><td class="td4">meê</td></tr>
+ <tr><td class="td2"><a href="#corr20">Blz. 8</a></td><td class="td4">mêe</td><td class="td4">meê</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr21">Blz. 8</a></td><td class="td4">Zuidewind</td><td class="td4">Zuidenwind</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr22">Blz. 9</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">,</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr23">Blz. 12</a></td><td class="td4">opgegete</td><td class="td4">opgegeten</td></tr>
@@ -16199,7 +16160,7 @@ blootstellen.</p>
<tr><td class="td2"><a href="#corr48">Blz. 62</a></td><td class="td4">&rdquo;</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr49">Blz. 62</a></td><td class="td4">&rdquo;</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr50">Blz. 64</a></td><td class="td4">vergistte</td><td class="td4">vergiste</td></tr>
- <tr><td class="td2"><a href="#corr51">Blz. 65</a></td><td class="td4">geeindigd</td><td class="td4">geëindigd</td></tr>
+ <tr><td class="td2"><a href="#corr51">Blz. 65</a></td><td class="td4">geeindigd</td><td class="td4">geëindigd</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr52">Blz. 65</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">&mdash;</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr53">Blz. 65</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">.</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr54">Blz. 66</a></td><td class="td4">Sumichrait</td><td class="td4">Sumichrast</td></tr>
@@ -16223,7 +16184,7 @@ blootstellen.</p>
<tr><td class="td2"><a href="#corr72">Blz. 89</a></td><td class="td4">ware uigebraakt</td><td class="td4">waren uitgebraakt</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr73">Blz. 91</a></td><td class="td4">anwoordde</td><td class="td4">antwoordde</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr74">Blz. 92</a></td><td class="td4">neurophtere</td><td class="td4">neuroptere</td></tr>
- <tr><td class="td2"><a href="#corr75">Blz. 94</a></td><td class="td4">»</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr>
+ <tr><td class="td2"><a href="#corr75">Blz. 94</a></td><td class="td4">»</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr76">Blz. 95</a></td><td class="td4">gayavaboom</td><td class="td4">goyavaboom</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr77">Blz. 95</a></td><td class="td4">gayavavruchten</td><td class="td4">goyavavruchten</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr78">Blz. 95</a></td><td class="td4">gayava's</td><td class="td4">goyava's</td></tr>
@@ -16235,8 +16196,8 @@ blootstellen.</p>
<tr><td class="td2"><a href="#corr84">Blz. 113</a></td><td class="td4">fezant</td><td class="td4">fazant</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr85">Blz. 115</a></td><td class="td4">Gringolet</td><td class="td4">Gringalet</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr86">Blz. 122</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">&mdash;</td></tr>
- <tr><td class="td2"><a href="#corr87">Blz. 123</a></td><td class="td4">mêe</td><td class="td4">meê</td></tr>
- <tr><td class="td2"><a href="#corr88">Blz. 130</a></td><td class="td4">Brazilie</td><td class="td4">Brazilië</td></tr>
+ <tr><td class="td2"><a href="#corr87">Blz. 123</a></td><td class="td4">mêe</td><td class="td4">meê</td></tr>
+ <tr><td class="td2"><a href="#corr88">Blz. 130</a></td><td class="td4">Brazilie</td><td class="td4">Brazilië</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr89">Blz. 135</a></td><td class="td4">gayacboom</td><td class="td4">gaiacboom</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr90">Blz. 140</a></td><td class="td4">Tato</td><td class="td4">Tata</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr91">Blz. 142</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">&nbsp;voor</td></tr>
@@ -16246,14 +16207,14 @@ blootstellen.</p>
<tr><td class="td2"><a href="#corr95">Blz. 146</a></td><td class="td4">jaquarete</td><td class="td4">jaguarete</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr96">Blz. 147</a></td><td class="td4">,</td><td class="td4">.</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr97">Blz. 148</a></td><td class="td4">,</td><td class="td4">.</td></tr>
- <tr><td class="td2"><a href="#corr98">Blz. 151</a></td><td class="td4">Luciën</td><td class="td4">Lucien</td></tr>
+ <tr><td class="td2"><a href="#corr98">Blz. 151</a></td><td class="td4">Luciën</td><td class="td4">Lucien</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr99">Blz. 154</a></td><td class="td4">,</td><td class="td4">.</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr100">Blz. 157</a></td><td class="td4">Tatito</td><td class="td4">Tatita</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr101">Blz. 159</a></td><td class="td4">.</td><td class="td4">,</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr102">Blz. 172</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">.</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr103">Blz. 172</a></td><td class="td4">overpoosd</td><td class="td4">onverpoosd</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr104">Blz. 172</a></td><td class="td4">onmogeiijk</td><td class="td4">onmogelijk</td></tr>
- <tr><td class="td2"><a href="#corr105">Blz. 175</a></td><td class="td4">Saurier</td><td class="td4">Sauriër</td></tr>
+ <tr><td class="td2"><a href="#corr105">Blz. 175</a></td><td class="td4">Saurier</td><td class="td4">Sauriër</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr106">Blz. 182</a></td><td class="td4">metereologisch</td><td class="td4">meteorologisch</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr107">Blz. 184</a></td><td class="td4">.</td><td class="td4">,</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr108">Blz. 185</a></td><td class="td4">&sbquo;&rsquo;</td><td class="td4">&rdquo;</td></tr>
@@ -16263,7 +16224,7 @@ blootstellen.</p>
<tr><td class="td2"><a href="#corr112">Blz. 190</a></td><td class="td4">&nbsp;</td><td class="td4">&mdash;</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr113">Blz. 190</a></td><td class="td4">&nbsp;</td><td class="td4">&mdash;</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr114">Blz. 190</a></td><td class="td4">&nbsp;</td><td class="td4">&mdash;</td></tr>
- <tr><td class="td2"><a href="#corr115">Blz. 191</a></td><td class="td4">maiskoeken</td><td class="td4">maïskoeken</td></tr>
+ <tr><td class="td2"><a href="#corr115">Blz. 191</a></td><td class="td4">maiskoeken</td><td class="td4">maïskoeken</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr116">Blz. 194 (voetnoot)</a></td><td class="td4">.</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr117">Blz. 200</a></td><td class="td4">XV</td><td class="td4">XXII</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr118">Blz. 202</a></td><td class="td4">meerl</td><td class="td4">merel</td></tr>
@@ -16286,7 +16247,7 @@ blootstellen.</p>
<tr><td class="td2"><a href="#corr135">Blz. 240</a></td><td class="td4">bromelacee</td><td class="td4">bromeliacee</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr136">Blz. 246</a></td><td class="td4">toekomenende</td><td class="td4">toekomende</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr137">Blz. 246</a></td><td class="td4">Sumichast</td><td class="td4">Sumichrast</td></tr>
- <tr><td class="td2"><a href="#corr138">Blz. 246</a></td><td class="td4">»</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr>
+ <tr><td class="td2"><a href="#corr138">Blz. 246</a></td><td class="td4">»</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr139">Blz. 246</a></td><td class="td4">&rdquo;</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr140">Blz. 246</a></td><td class="td4">geleerde</td><td class="td4">geleerden</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr141">Blz. 247</a></td><td class="td4">arabische</td><td class="td4">Arabische</td></tr>
@@ -16295,18 +16256,18 @@ blootstellen.</p>
<tr><td class="td2"><a href="#corr144">Blz. 255</a></td><td class="td4">.</td><td class="td4">,</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr145">Blz. 256</a></td><td class="td4">Gringolet</td><td class="td4">Gringalet</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr146">Blz. 258</a></td><td class="td4">koeroekoes</td><td class="td4">soeroekoes</td></tr>
- <tr><td class="td2"><a href="#corr147">Blz. 259</a></td><td class="td4">»</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr>
- <tr><td class="td2"><a href="#corr148">Blz. 259</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">»</td></tr>
+ <tr><td class="td2"><a href="#corr147">Blz. 259</a></td><td class="td4">»</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr>
+ <tr><td class="td2"><a href="#corr148">Blz. 259</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">»</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr149">Blz. 260</a></td><td class="td4" xml:lang="la">Tamantua</td><td class="td4" xml:lang="la">Tamandua</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr150">Blz. 260</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">.</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr151">Blz. 263</a></td><td class="td4">kwartieruurs</td><td class="td4">kwartier uurs</td></tr>
- <tr><td class="td2"><a href="#corr152">Blz. 263</a></td><td class="td4">Bromelaceeën</td><td class="td4">Bromeliaceeën</td></tr>
- <tr><td class="td2"><a href="#corr153">Blz. 263</a></td><td class="td4">»</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr>
- <tr><td class="td2"><a href="#corr154">Blz. 263</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">»</td></tr>
- <tr><td class="td2"><a href="#corr155">Blz. 264</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">»</td></tr>
- <tr><td class="td2"><a href="#corr156">Blz. 264</a></td><td class="td4">»</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr>
- <tr><td class="td2"><a href="#corr157">Blz. 265</a></td><td class="td4">»</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr>
- <tr><td class="td2"><a href="#corr158">Blz. 266</a></td><td class="td4">bromelaceeën</td><td class="td4">bromeliaceeën</td></tr>
+ <tr><td class="td2"><a href="#corr152">Blz. 263</a></td><td class="td4">Bromelaceeën</td><td class="td4">Bromeliaceeën</td></tr>
+ <tr><td class="td2"><a href="#corr153">Blz. 263</a></td><td class="td4">»</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr>
+ <tr><td class="td2"><a href="#corr154">Blz. 263</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">»</td></tr>
+ <tr><td class="td2"><a href="#corr155">Blz. 264</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">»</td></tr>
+ <tr><td class="td2"><a href="#corr156">Blz. 264</a></td><td class="td4">»</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr>
+ <tr><td class="td2"><a href="#corr157">Blz. 265</a></td><td class="td4">»</td><td class="td4">[<i>Verwijderd.</i>]</td></tr>
+ <tr><td class="td2"><a href="#corr158">Blz. 266</a></td><td class="td4">bromelaceeën</td><td class="td4">bromeliaceeën</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr159">Blz. 267</a></td><td class="td4">antwooordde</td><td class="td4">antwoordde</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr160">Blz. 272</a></td><td class="td4">,</td><td class="td4">.</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr164">Blz. 272 (voetnoot)</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">.</td></tr>
@@ -16331,396 +16292,21 @@ blootstellen.</p>
<tr><td class="td2"><a href="#corr180">Blz. 297</a></td><td class="td4">anto-burro</td><td class="td4" xml:lang="es">ante-burro</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr181">Blz. 300</a></td><td class="td4">Orizaba</td><td class="td4">Orizava</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr182">Blz. 300</a></td><td class="td4">Orizaba</td><td class="td4">Orizava</td></tr>
- <tr><td class="td2"><a href="#corr183">Blz. 302</a></td><td class="td4">prairiën</td><td class="td4">prairieën</td></tr>
+ <tr><td class="td2"><a href="#corr183">Blz. 302</a></td><td class="td4">prairiën</td><td class="td4">prairieën</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr184">Blz. 303</a></td><td class="td4">Orizaba</td><td class="td4">Orizava</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr185">Blz. 307</a></td><td class="td4">gezichtseinder</td><td class="td4">gezichteinder</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr186">Blz. 310</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">.</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr187">Blz. 310</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">.</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr188">Blz. 310</a></td><td class="td4">[<i>Niet in Bron.</i>]</td><td class="td4">.</td></tr>
- <tr><td class="td2"><a href="#corr189">Blz. 311</a></td><td class="td4">«</td><td class="td4">»</td></tr>
+ <tr><td class="td2"><a href="#corr189">Blz. 311</a></td><td class="td4">«</td><td class="td4">»</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr190">Blz. 311</a></td><td class="td4">toeeilde</td><td class="td4">toeijlde</td></tr>
- <tr><td class="td2"><a href="#corr191">Blz. 311</a></td><td class="td4">«</td><td class="td4">»</td></tr>
+ <tr><td class="td2"><a href="#corr191">Blz. 311</a></td><td class="td4">«</td><td class="td4">»</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr192">Blz. 317</a></td><td class="td4">,</td><td class="td4">.</td></tr>
<tr><td class="td2"><a href="#corr193">Blz. 318</a></td><td class="td4">Encueredo</td><td class="td4">Encuerado</td></tr>
</tbody>
</table>
</div>
-
-
-
-
-
-
-
-<pre>
-
-
-
-
-
-End of the Project Gutenberg EBook of Lotgevallen van een jeugdigen
-natuuronderzoeker, by Lucien Biart
-
-*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK LOTGEVALLEN VAN EEN JEUGDIGEN ***
-
-***** This file should be named 43228-h.htm or 43228-h.zip *****
-This and all associated files of various formats will be found in:
- http://www.gutenberg.org/4/3/2/2/43228/
-
-Produced by The Online Distributed Proofreading Team at
-http://www.pgdp.net
-
-
-Updated editions will replace the previous one--the old editions
-will be renamed.
-
-Creating the works from public domain print editions means that no
-one owns a United States copyright in these works, so the Foundation
-(and you!) can copy and distribute it in the United States without
-permission and without paying copyright royalties. Special rules,
-set forth in the General Terms of Use part of this license, apply to
-copying and distributing Project Gutenberg-tm electronic works to
-protect the PROJECT GUTENBERG-tm concept and trademark. Project
-Gutenberg is a registered trademark, and may not be used if you
-charge for the eBooks, unless you receive specific permission. If you
-do not charge anything for copies of this eBook, complying with the
-rules is very easy. You may use this eBook for nearly any purpose
-such as creation of derivative works, reports, performances and
-research. They may be modified and printed and given away--you may do
-practically ANYTHING with public domain eBooks. Redistribution is
-subject to the trademark license, especially commercial
-redistribution.
-
-
-
-*** START: FULL LICENSE ***
-
-THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE
-PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK
-
-To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free
-distribution of electronic works, by using or distributing this work
-(or any other work associated in any way with the phrase "Project
-Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full Project
-Gutenberg-tm License available with this file or online at
- www.gutenberg.org/license.
-
-
-Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg-tm
-electronic works
-
-1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm
-electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to
-and accept all the terms of this license and intellectual property
-(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all
-the terms of this agreement, you must cease using and return or destroy
-all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your possession.
-If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a Project
-Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound by the
-terms of this agreement, you may obtain a refund from the person or
-entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8.
-
-1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be
-used on or associated in any way with an electronic work by people who
-agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few
-things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works
-even without complying with the full terms of this agreement. See
-paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project
-Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this agreement
-and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm electronic
-works. See paragraph 1.E below.
-
-1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the Foundation"
-or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection of Project
-Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual works in the
-collection are in the public domain in the United States. If an
-individual work is in the public domain in the United States and you are
-located in the United States, we do not claim a right to prevent you from
-copying, distributing, performing, displaying or creating derivative
-works based on the work as long as all references to Project Gutenberg
-are removed. Of course, we hope that you will support the Project
-Gutenberg-tm mission of promoting free access to electronic works by
-freely sharing Project Gutenberg-tm works in compliance with the terms of
-this agreement for keeping the Project Gutenberg-tm name associated with
-the work. You can easily comply with the terms of this agreement by
-keeping this work in the same format with its attached full Project
-Gutenberg-tm License when you share it without charge with others.
-
-1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern
-what you can do with this work. Copyright laws in most countries are in
-a constant state of change. If you are outside the United States, check
-the laws of your country in addition to the terms of this agreement
-before downloading, copying, displaying, performing, distributing or
-creating derivative works based on this work or any other Project
-Gutenberg-tm work. The Foundation makes no representations concerning
-the copyright status of any work in any country outside the United
-States.
-
-1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg:
-
-1.E.1. The following sentence, with active links to, or other immediate
-access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear prominently
-whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work on which the
-phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the phrase "Project
-Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, performed, viewed,
-copied or distributed:
-
-This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
-almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
-re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
-with this eBook or online at www.gutenberg.org
-
-1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is derived
-from the public domain (does not contain a notice indicating that it is
-posted with permission of the copyright holder), the work can be copied
-and distributed to anyone in the United States without paying any fees
-or charges. If you are redistributing or providing access to a work
-with the phrase "Project Gutenberg" associated with or appearing on the
-work, you must comply either with the requirements of paragraphs 1.E.1
-through 1.E.7 or obtain permission for the use of the work and the
-Project Gutenberg-tm trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or
-1.E.9.
-
-1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted
-with the permission of the copyright holder, your use and distribution
-must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any additional
-terms imposed by the copyright holder. Additional terms will be linked
-to the Project Gutenberg-tm License for all works posted with the
-permission of the copyright holder found at the beginning of this work.
-
-1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm
-License terms from this work, or any files containing a part of this
-work or any other work associated with Project Gutenberg-tm.
-
-1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this
-electronic work, or any part of this electronic work, without
-prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with
-active links or immediate access to the full terms of the Project
-Gutenberg-tm License.
-
-1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary,
-compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including any
-word processing or hypertext form. However, if you provide access to or
-distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format other than
-"Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official version
-posted on the official Project Gutenberg-tm web site (www.gutenberg.org),
-you must, at no additional cost, fee or expense to the user, provide a
-copy, a means of exporting a copy, or a means of obtaining a copy upon
-request, of the work in its original "Plain Vanilla ASCII" or other
-form. Any alternate format must include the full Project Gutenberg-tm
-License as specified in paragraph 1.E.1.
-
-1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying,
-performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works
-unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9.
-
-1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing
-access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works provided
-that
-
-- You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from
- the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method
- you already use to calculate your applicable taxes. The fee is
- owed to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he
- has agreed to donate royalties under this paragraph to the
- Project Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments
- must be paid within 60 days following each date on which you
- prepare (or are legally required to prepare) your periodic tax
- returns. Royalty payments should be clearly marked as such and
- sent to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation at the
- address specified in Section 4, "Information about donations to
- the Project Gutenberg Literary Archive Foundation."
-
-- You provide a full refund of any money paid by a user who notifies
- you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he
- does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm
- License. You must require such a user to return or
- destroy all copies of the works possessed in a physical medium
- and discontinue all use of and all access to other copies of
- Project Gutenberg-tm works.
-
-- You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of any
- money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the
- electronic work is discovered and reported to you within 90 days
- of receipt of the work.
-
-- You comply with all other terms of this agreement for free
- distribution of Project Gutenberg-tm works.
-
-1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project Gutenberg-tm
-electronic work or group of works on different terms than are set
-forth in this agreement, you must obtain permission in writing from
-both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and Michael
-Hart, the owner of the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the
-Foundation as set forth in Section 3 below.
-
-1.F.
-
-1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable
-effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread
-public domain works in creating the Project Gutenberg-tm
-collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm electronic
-works, and the medium on which they may be stored, may contain
-"Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate or
-corrupt data, transcription errors, a copyright or other intellectual
-property infringement, a defective or damaged disk or other medium, a
-computer virus, or computer codes that damage or cannot be read by
-your equipment.
-
-1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right
-of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project
-Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project
-Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project
-Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all
-liability to you for damages, costs and expenses, including legal
-fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT
-LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE
-PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE
-TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE
-LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR
-INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH
-DAMAGE.
-
-1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a
-defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can
-receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a
-written explanation to the person you received the work from. If you
-received the work on a physical medium, you must return the medium with
-your written explanation. The person or entity that provided you with
-the defective work may elect to provide a replacement copy in lieu of a
-refund. If you received the work electronically, the person or entity
-providing it to you may choose to give you a second opportunity to
-receive the work electronically in lieu of a refund. If the second copy
-is also defective, you may demand a refund in writing without further
-opportunities to fix the problem.
-
-1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth
-in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO OTHER
-WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO
-WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE.
-
-1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied
-warranties or the exclusion or limitation of certain types of damages.
-If any disclaimer or limitation set forth in this agreement violates the
-law of the state applicable to this agreement, the agreement shall be
-interpreted to make the maximum disclaimer or limitation permitted by
-the applicable state law. The invalidity or unenforceability of any
-provision of this agreement shall not void the remaining provisions.
-
-1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the
-trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone
-providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in accordance
-with this agreement, and any volunteers associated with the production,
-promotion and distribution of Project Gutenberg-tm electronic works,
-harmless from all liability, costs and expenses, including legal fees,
-that arise directly or indirectly from any of the following which you do
-or cause to occur: (a) distribution of this or any Project Gutenberg-tm
-work, (b) alteration, modification, or additions or deletions to any
-Project Gutenberg-tm work, and (c) any Defect you cause.
-
-
-Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm
-
-Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of
-electronic works in formats readable by the widest variety of computers
-including obsolete, old, middle-aged and new computers. It exists
-because of the efforts of hundreds of volunteers and donations from
-people in all walks of life.
-
-Volunteers and financial support to provide volunteers with the
-assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's
-goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will
-remain freely available for generations to come. In 2001, the Project
-Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure
-and permanent future for Project Gutenberg-tm and future generations.
-To learn more about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation
-and how your efforts and donations can help, see Sections 3 and 4
-and the Foundation information page at www.gutenberg.org
-
-
-Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive
-Foundation
-
-The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit
-501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the
-state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal
-Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification
-number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg
-Literary Archive Foundation are tax deductible to the full extent
-permitted by U.S. federal laws and your state's laws.
-
-The Foundation's principal office is located at 4557 Melan Dr. S.
-Fairbanks, AK, 99712., but its volunteers and employees are scattered
-throughout numerous locations. Its business office is located at 809
-North 1500 West, Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email
-contact links and up to date contact information can be found at the
-Foundation's web site and official page at www.gutenberg.org/contact
-
-For additional contact information:
- Dr. Gregory B. Newby
- Chief Executive and Director
- gbnewby@pglaf.org
-
-Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg
-Literary Archive Foundation
-
-Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide
-spread public support and donations to carry out its mission of
-increasing the number of public domain and licensed works that can be
-freely distributed in machine readable form accessible by the widest
-array of equipment including outdated equipment. Many small donations
-($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt
-status with the IRS.
-
-The Foundation is committed to complying with the laws regulating
-charities and charitable donations in all 50 states of the United
-States. Compliance requirements are not uniform and it takes a
-considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up
-with these requirements. We do not solicit donations in locations
-where we have not received written confirmation of compliance. To
-SEND DONATIONS or determine the status of compliance for any
-particular state visit www.gutenberg.org/donate
-
-While we cannot and do not solicit contributions from states where we
-have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition
-against accepting unsolicited donations from donors in such states who
-approach us with offers to donate.
-
-International donations are gratefully accepted, but we cannot make
-any statements concerning tax treatment of donations received from
-outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff.
-
-Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation
-methods and addresses. Donations are accepted in a number of other
-ways including checks, online payments and credit card donations.
-To donate, please visit: www.gutenberg.org/donate
-
-
-Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic
-works.
-
-Professor Michael S. Hart was the originator of the Project Gutenberg-tm
-concept of a library of electronic works that could be freely shared
-with anyone. For forty years, he produced and distributed Project
-Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of volunteer support.
-
-Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed
-editions, all of which are confirmed as Public Domain in the U.S.
-unless a copyright notice is included. Thus, we do not necessarily
-keep eBooks in compliance with any particular paper edition.
-
-Most people start at our Web site which has the main PG search facility:
-
- www.gutenberg.org
-
-This Web site includes information about Project Gutenberg-tm,
-including how to make donations to the Project Gutenberg Literary
-Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to
-subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks.
-
-
-</pre>
-
+<div>*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK 43228 ***</div>
</body>
</html>