summaryrefslogtreecommitdiff
diff options
context:
space:
mode:
authorRoger Frank <rfrank@pglaf.org>2025-10-14 20:06:58 -0700
committerRoger Frank <rfrank@pglaf.org>2025-10-14 20:06:58 -0700
commit4ff3fd710c84c6ccd3307a09fd9b6e7cd7fda152 (patch)
tree1ef5af723761717c7b765fdba441f4d6e9ef1f07
initial commit of ebook 36982HEADmain
-rw-r--r--.gitattributes3
-rw-r--r--36982-8.txt10748
-rw-r--r--36982-8.zipbin0 -> 202459 bytes
-rw-r--r--36982-h.zipbin0 -> 426106 bytes
-rw-r--r--36982-h/36982-h.htm11451
-rw-r--r--36982-h/images/back.jpgbin0 -> 39141 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/book.pngbin0 -> 218 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/card.pngbin0 -> 249 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/cover.jpgbin0 -> 68442 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/external.pngbin0 -> 172 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/ig201.gifbin0 -> 3032 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/ii005.gifbin0 -> 2940 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/io153.gifbin0 -> 3133 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/o018.gifbin0 -> 4503 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/o057.gifbin0 -> 1535 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/o101.gifbin0 -> 3589 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/o137.gifbin0 -> 1638 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/o178.gifbin0 -> 4178 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/o255.gifbin0 -> 2749 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/o318.gifbin0 -> 3566 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/p013.pngbin0 -> 1544 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/p014.pngbin0 -> 1922 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/p016-1.pngbin0 -> 1558 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/p016-2.pngbin0 -> 1519 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/p017-1.gifbin0 -> 172 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/p017-2.gifbin0 -> 849 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/p017-3.gifbin0 -> 844 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/spine.jpgbin0 -> 15336 bytes
-rw-r--r--36982-h/images/titlepage.pngbin0 -> 37844 bytes
-rw-r--r--LICENSE.txt11
-rw-r--r--README.md2
31 files changed, 22215 insertions, 0 deletions
diff --git a/.gitattributes b/.gitattributes
new file mode 100644
index 0000000..6833f05
--- /dev/null
+++ b/.gitattributes
@@ -0,0 +1,3 @@
+* text=auto
+*.txt text
+*.md text
diff --git a/36982-8.txt b/36982-8.txt
new file mode 100644
index 0000000..c91d265
--- /dev/null
+++ b/36982-8.txt
@@ -0,0 +1,10748 @@
+The Project Gutenberg EBook of Het voedsel der Goden en hoe het op Aarde
+kwam, by H. G. Wells
+
+This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
+almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
+re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
+with this eBook or online at www.gutenberg.org
+
+
+Title: Het voedsel der Goden en hoe het op Aarde kwam
+
+Author: H. G. Wells
+
+Translator: J. Kuylman
+
+Release Date: August 5, 2011 [EBook #36982]
+
+Language: Dutch
+
+Character set encoding: ISO-8859-1
+
+*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK HET VOEDSEL DER GODEN ***
+
+
+
+
+Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed
+Proofreading Team at https://www.pgdp.net/ for Project
+Gutenberg.
+
+
+
+
+
+
+
+
+ Wereld Bibliotheek
+ Onder leiding van L. Simons
+
+
+ H. G. WELLS
+
+ HET VOEDSEL DER GODEN
+ en hoe het op Aarde kwam
+
+ Uit het Engelsch door
+ J. Kuylman
+
+
+
+ Uitgegeven voor de
+ Mij. voor Goede en Goedkoope Lectuur door
+ G. Schreuders Amsterdam
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+BOEK I.
+
+DE ONTDEKKING VAN HET VOEDSEL
+
+
+
+HOOFDSTUK I.
+
+DE ONTDEKKING VAN HET VOEDSEL.
+
+
+I.
+
+In het midden der negentiende eeuw begon in onze vreemde wereld voor
+het eerst in grooten getale een klasse van menschen op te komen,
+die voor het meerendeel aanleg hadden om oudachtig te worden,
+en die genoemd worden en dit zeer terecht, hoewel zij zelf dezen
+titel buitengewoon onaangenaam vinden--"Scientisten." Zij vinden
+dit woord zóó onaangenaam, dat het in de kolommen van "de Natuur,"
+hetwelk van het begin af hun uitsluitend en karakteristiek orgaan was,
+even zorgvuldig vermeden wordt alsof het dat andere woord ware, dat
+de basis van alle werkelijk-gemeene taal in dit land vormt. Doch het
+Groote Publiek, en zijn Pers weten dit wel beter, en "Scientisten"
+blijven zij, en als zij ook maar eenigszins algemeen bekend raken,
+noemen wij hen "beroemde scientisten," en "eminente scheikundigen"
+en "alom-bekende natuurkundigen" op zijn minst.
+
+Voorzeker verdiende de heer Bensington zoowel als Professor Redwood
+elk van deze termen ten volle, lang vóór zij de wondervolle ontdekking
+deden waar dit verhaal over handelt. De heer Bensington was Lid van het
+Koninklijk Genootschap, een voormalig Voorzitter van het Scheikundig
+Genootschap, en Professor Redwood was Professor in de Physiologie
+aan het College van de Londensche Universiteit in Bond-street en hij
+was herhaaldelijk door de anti-vivisectionisten in geschriften grof
+belasterd. En sedert hun prilste jeugd hadden zij levens geleid van
+academische onderscheiding.
+
+Zij zagen er natuurlijk heel onberoemd uit, zooals inderdaad alle
+ware Scientisten. Er steekt meer persoonlijke distinctie in den
+gladst-gemanierden acteur dan in het geheele Koninklijke Genootschap.
+
+De heer Bensington was kort van postuur, en erg, erg kaalhoofdig,
+en liep lichtelijk gebogen; hij droeg een gouden bril en linnen
+schoenen die erg laag uitgesneden waren om zijn talrijke likdoorns,
+en Professor Redwood had een doodgewoon voorkomen. Tot zij toevallig
+het Godenvoedsel vonden (ik sta er beslist op het zoo te noemen),
+leidden zij zulke eminente en obscure studie-levens, dat ik er den
+lezer moeilijk iets van zou kunnen vertellen.
+
+De heer Bensington verdiende zijn sporen (als wij tenminste een
+dergelijke uitdrukking mogen bezigen met betrekking tot een heer met
+uitgesneden linnen schoenen) met zijne schitterende onderzoekingen op
+het gebied van de Meer Giftige Alkaloïden, en Professor Redwood werd
+beroemd--dat herinner ik me eigenlijk niet recht meer, hoe hij beroemd
+werd! Méér van hem weet ik niet dan dat hij erg beroemd was. Dergelijke
+dingen groeien. Ik zou denken dat hij er gekomen was door een dik
+werk over den Duur der Reactie-bewegingen, met talrijke platen van
+sphygmographische opteekeningen (ik schrijf dit natuurlijk onderhevig
+aan verbetering) en een bewonderenswaardige nieuwe terminologie.
+
+Het groote publiek kreeg weinig of niets van deze beide heeren te
+zien. Nu en dan, op plaatsen als het Koninklijk Instituut en de
+Maatschappij van Wetenschappen, kreeg het eens iets te zien van
+den heer Bensington, tenminste zijn blozende kaalheid en een stukje
+van zijn kraag en jas, en hoorde fragmenten van een lezing of een
+verhandeling, die hij zich verbeeldde goed verstaanbaar voor te
+dragen. En ééns herinner ik me hem gehoord te hebben--'t was op een
+middag in het grauwe verleden--toen het Britsche Genootschap te Dover
+vergaderde, en ik inviel bij afdeeling C. of D. of een dergelijke
+letter welke haar kwartier had opgeslagen in een herberg, en ik uit
+louter nieuwsgierigheid twee ernstig-kijkende dames met bruinpapieren
+pakjes gevolgd was door eene deur waarop "Billard" en "Potspel" te
+lezen stond, een schandelijke duisternis in, die slechts gebroken
+werd door een tooverlantaarn-lichtkring van Redwood's diagrammen.
+
+Ik sloeg het inzetten en weder uithalen van de platen gade en luisterde
+naar een stem (ik ben vergeten wat de stem zeide) die naar ik meen
+de stem van Professor Redwood was, en er kwam een gesis uit de
+lantaarn en nog een ander geluid dat mij daar vasthield, zuiver uit
+nieuwsgierigheid, totdat de lichten plotseling opgedraaid werden. En
+toen bemerkte ik dat dit geluid niets anders was dan het geluid van
+het mummelen op krentenbroodjes en sandwiches en dergelijke dingen,
+waarvoor de leden van het Genootschap hierheen gekomen waren om op
+te eten onder bedekking van de duisternis der toover-lantaarn.
+
+En ik herinner mij dat Redwood al maar doorpraatte zoolang de lichten
+op waren, en stond aan te wijzen op de plaats waar zijn diagram op het
+scherm zichtbaar behoorde geweest te zijn--en dit was het dan ook weder
+zoodra het weer duister werd. Ik herinner mij hem bij die gelegenheid
+als een doodgewonen donkeren man, die er een beetje zenuwachtig uitzag,
+met een air als of hij met iets anders bezig was en doende wat hij
+in die oogenblikken deed door een onverklaarbaar plichtsgevoel.
+
+Ook Bensington heb ik eenmaal gehoord--in de dagen van ouds--op een
+opvoedkundige samenkomst in Bloomsbury. Zooals de meeste eminente
+Natuurkundigen en Botanici beschouwde Bensington zich ook als een
+groote autoriteit in opvoedkunde,--al was ik zeker dat een middelmatige
+klasse van een gemeenteschool hem binnen een half uur totaal van de
+wijs zou gebracht hebben--en zoo ver als ik het mij nù nog herinneren
+kan, stelde hij een verbetering van professor Armstrong's Heuristische
+methode voor, waardoor, met drie of vierhonderd pond kosten aan
+toestellen, met algeheele verwaarloozing van alle andere studievakken,
+en de onverdeelde aandacht van een buitengewoon begaafd onderwijzer,
+een middelmatig kind met een bizonderen vorm van stompzinnige
+degelijkheid in den loop van tien of twaalf jaren bijna evenveel
+chemie kon leeren als men kon halen uit een van die oppervlakkige
+twee-kwartjes-boeken, die toen zoo algemeen gebruikt werden...
+
+Ge ziet wel dat beiden doodgewone menschen waren, buiten hun
+wetenschappelijke sfeer. En nog wel aan den onpractischen kant van het
+gewone. En gij zult bevinden dat dit laatste het geval is, de geheele
+wereld over, met "scientisten" als klasse. Wat er groots aan hen is,
+is een kwelling voor hun medenatuurkundigen en een mysterie voor het
+groote publiek; en wat niet groot is, is duidelijk genoeg.
+
+Er bestaat inderdaad geen twijfel omtrent wat niet groot is, want
+geen andere menschen-categorie heeft zulke in het oog vallende
+kleinheden als zij. Zij leven in een erg begrensd wereldje zoover
+het hun omgang met menschen betreft; hun navorschingen vergen een
+oneindige aandacht, en een bijna kloosterachtige afzondering; en
+wat er overblijft, is niet erg veel. Als men den een of anderen
+eigenaardigen, blooden, misvormden, grijsharigen, opgeblazen
+kleinen uitvinder van groote uitvindingen ziet, op belachelijke
+wijze getooid met het breede lint van de een of andere ridderorde,
+en receptie houdend voor zijne medemenschen; of den angst van "De
+Natuur" leest, bij het "verwaarloozen der Wetenschap," als de engel
+der geboortedag-eerelinten het Koninklijk Genootschap voorbijgaat;
+of luistert naar den onvermoeiden mosplantkundige die een verhandeling
+houdt over het werk van een ander onvermoeid mosplantkundige, komt men
+tot de onvermijdelijke ervaring van de onveranderlijke menschelijke
+kleinheid.
+
+En toch is het rif der wetenschap, dat deze kleine "natuurkundigen"
+bouwden en nòg bezig zijn te bouwen zoo wondervol, zoo gewichtig,
+zoo vol geheimzinnige, nog half-gevormde beloften voor de groote
+toekomst van den mensch! Zij schijnen zelf de dingen die zij doen
+niet te beseffen! Zonder twijfel had de heer Bensington, toen hij
+lang geleden dit beroep koos, toen hij zijn leven wijdde aan de
+alkaloïden en hunne verwante samenstellingen, een vaag begrip van het
+visioen--méér dan een vaag begrip waarschijnlijk. Want welke jonge man
+zou zonder een inspiratie, voor zoo weinig glorie en positie als een
+gewoon "natuurkundige" verwachten kan, zijn leven gegeven hebben aan
+zulk werk? Neen zij moèten den roem er van gezien hebben, zij moeten
+dit visioen gehad hebben, doch van zóó dichtbij, dat het hen verblind
+heeft. De heerlijkheid ervan heeft hen verblind, (en dat is gelukkig),
+zoodat zij voor het overige van hun leven de fakkel der kennis hoog
+kunnen houden zonder berouw opdat wij kunnen zien.
+
+En misschien wordt Redwood's afgetrokkenheid verklaard door het feit
+dat hij (en daar bestaat nu geen twijfel meer aan) van zijne makkers
+verschilde; en wel hièrin, dat er in zijn oogen nog iets van het
+visioen schitterde.
+
+
+
+II.
+
+Ik noem het 't Voedsel der Goden, deze zelfstandigheid die de heer
+Bensington en professor Redwood samen maakten; en in aanmerking nemend
+wat het reeds gewrocht heeft, en alles wat het voorzeker nog zal doen,
+is de naam beslist niet overdreven. En derhalve zal ik het zoo blijven
+noemen mijn geheele verhaal door.
+
+Doch mijnheer Bensington zou het evenmin zóó in koelen bloede hebben
+durven noemen, als zijne kamers in Sloane-street te verlaten, gehuld
+in koninklijk purper en met een lauwerkrans op. Deze benaming was niets
+anders dan een eerste kreet van verbazing die hem ontsnapte. Hij noemde
+het 't Voedsel der Goden, in zijn enthousiasme, en dit wel een uur
+lang achter elkaar. Daarna kwam hij tot de conclusie dat het dwaas
+was. Toen hij het eerst over de zaak nadacht, had hij als het ware
+een uitzicht op enòrme mogelijkheden--eenvoudig enorme mogelijkheden,
+doch na één blik van verbazing, sloot hij resoluut de oogen voor dit
+verblindende uitzicht, zooals een conscientieus "natuurkundige" dit
+behoort te doen. Hierna klonk "Het Voedsel der Goden" hem zóó snoeverig
+toe, dat hij het bijna onbehoorlijk ging vinden. Hij was er verwonderd
+over dat hij deze uitdrukking gebezigd had. Maar niettegenstaande dit,
+was er tòch nog iets van dat helder-geziene oogenblik in hem blijven
+hangen, en kwam telkens weder voor den dag...
+
+"Waarachtig," zei hij, zich in de handen wrijvend en zenuwachtig
+lachend, "het is van meer dan theoretisch belang."
+
+"Bijvoorbeeld," deelde hij den professor in vertrouwen mede, zijn
+gezicht dicht bij dat van den geleerde brengend en zachter sprekend,
+"het zou misschien te verkóópen zijn, als het goed aangelegd werd."
+
+"Precies als een voedingsstof," zei hij, een eindje wegloopend. "Of
+ten minste als een voedingsbestanddeel. Natuurlijk aannemend dat
+het smakelijk is. Iets wat we niet kunnen zeggen vóor we het bereid
+hebben."
+
+Hij wendde zich om op het haardkleed en bestudeerde aandachtig de
+zorgvuldig afgewerkte spleetjes in zijn linnen schoenen.
+
+"De naam?" zei hij, opkijkend, als antwoord op een vraag. "Wat mij
+betreft hel ik over naar de goede oude klassieke zinspeling. Het--'t
+maakt de wetenschap respectabel--geeft er een tikje ouderwetsche
+waardigheid aan. Ik dacht zoo... Ik weet niet of je 't zot van me
+zult vinden... een beetje verbeelding is nu en dan toch zeker wel
+veroorloofd... Herakleophorbia. He? Het voedsel van een mogelijke
+Hercules? Het zou best kùnnen, niet waar... Natuurlijk als jij denkt
+dat het nièt...."
+
+Redwood keek aandachtig in het vuur en opperde geen bezwaren.
+
+"Geloof je dat die naam gaan zou?"
+
+Redwood's hoofd bewoog zich ernstig.
+
+"We konden het ook Titanophorbia noemen, zie je. Titanen-voedsel... of
+lijkt het eerste je beter? Weet je zeker dat je het niet een beetje
+tè...."
+
+"Neen."
+
+"Ha, daar ben ik blij om."
+
+En aldus noemden zij het Herakleophorbia, zoolang hunne onderzoekingen
+duurden; en in hun rapport,--het rapport dat nooit uitgegeven werd,
+door de onverwachte gebeurtenissen die al hun schikkingen in de war
+brachten,--wordt het ook voortdurend aldus genoemd. Er werden drie
+verwante zelfstandigheden bereid voor ze dàt tot uitkomst kregen,
+wat hunne berekeningen hun voorspeld hadden, en van deze drie
+substantie's spraken zij als Herakleophorbia I, Herakleophorbia II
+en Herakleophorbia III.
+
+En--vasthoudend aan den oorspronkelijken naam dien Bensington het
+gaf--noem ik hier Herakleophorbia IV het Voedsel der Goden.
+
+
+
+III.
+
+Het was een idee van den heer Bensington. Doch daar het hem aan de
+hand gedaan werd door een van Professor Redwood's stukken in de
+"Philosophische Verhandelingen," waaraan deze medewerkte, ging
+hij dezen heer er behoorlijk over raadplegen vóor hij het verder
+uitwerkte. Bovendien was het zoo goed een physiologisch als een
+scheikundig onderzoek.
+
+Professor Redwood was een van die mannen der wetenschap, die
+verslaafd zijn aan diagrammen en kromme lijnen. Gij weet wel--als
+ge tenminste ook maar eenigszins tot het soort lezers behoort waar
+ik van houd--welk soort van wetenschappelijk artikel ik bedoel. Het
+is een verhandeling waar ge geen touw aan kunt vastknoopen, en aan
+het einde komen er vijf of zes lange opgevouwen figuren, die men
+ontvouwen kan en eigenaardige zigzag-lijnen, overdreven bliksemflitsen,
+of onverklaarbare kronkelende dingen doen zien, die "vlakke lijnen"
+worden genoemd, getrokken op ordinaten en wortelend in abscissae--en
+dergelijke dingen. Ge zit een heelen tijd te gissen, en eindigt met
+een vaag vermoeden dat niet alleen gìj het niet begrijpt, maar dat de
+schrijver zelf dit evenmin doet. Maar zonder gekheid, verscheidene
+van deze mannen der wetenschap begrijpen hun eigen schrifturen heel
+goed: het is eenvoudig een gebrek aan duidelijk uitdrukken dat deze
+hinderpaal tusschen hen en ons opwerpt.
+
+Ik voor mij geloof dat Redwood in rechte en kromme lijnen dacht. En
+na zijn monumentaal werk over den Duur der Reactie-beweging (den
+onwetenschappelijken lezer verzoek ik zich hier nog een beetje meer
+in te werken, dan zal alles hem zoo helder zijn als klaarlichte dag)
+begon Redwood voor den dag te komen met vlakke gebogen lijnen en
+sphygmographeriën over Groei, en het was een van zijn stukken over
+"de Groei," dat den heer Bensington op het denkbeeld bracht.
+
+Redwood, moet ge weten, had allerlei groeiende dingen opgemeten, zooals
+jonge katten, jonge honden, zonnebloemen, paddestoelen, boonstengels
+en (tot zijn vrouw er een stokje voor stak) zijn eigen baby, en hij
+toonde aan, dat de groei zich voortzette, niet gelijkmatig of zooals
+hij het aanduidde:
+
+
+[Afbeelding: Diagonale lijn omhoog.]
+
+
+maar met plotselinge zetten en tusschenpoozen, ongeveer als volgt:
+
+
+[Afbeelding: Getrapte lijn omhoog.]
+
+
+en dat, voor zoover hij kon uitmaken, nièts regelmatig en staag
+kòn doorgroeien; het leek alsof ieder levend wezen kracht moest
+opgaren om te groeien, slechts voor eenigen tijd krachtig groeide,
+en dan weder een zekeren tijd moest wachten vóor het met groeien
+kon voortgaan. En in de bedekte en uitermate technische taal van
+den werkelijk voorzichtigen "natuurkundige," opperde Redwood,
+dat het groeiproces waarschijnlijk de aanwezigheid van de een of
+andere substantie in het bloed noodzakelijk maakte, dat slechts
+zeer langzaam gevormd werd, en dat als deze substantie door den
+groei verbruikt was, zij slechts zeer langzaam weder aangevuld kon
+worden, en het organisme onderwijl tijd moest gelaten worden. Hij
+vergeleek zijn onbekende substantie bij olie in een machine. Een
+groeiend dier had werkelijk veel gemeen met een machine, die zich een
+zekeren afstand kon voortbewegen, en dan geölied moet worden voor
+zij verder loopen kan. ("Doch waarom zou men de machine niet van
+bùìten-af van olie voorzien?" zei de heer Bensington, toen hij het
+stuk las). "En dit alles," zei Redwood met het heerlijke zenuwachtige
+over-tusschenliggende-gedachten-heenspringen van zijn klasse, "zou
+waarschijnlijk licht kunnen werpen op het mysterie van enkele der
+niet-geleidende klieren." Alsof dìe er iets mee uit te staan hadden!
+
+In een volgende verhandeling ging Redwood reeds verder. Hij gaf een
+waar "Brock's Benefit" [1] van diagrammen--die precies leken op de
+banen van vuurpijlen; en de clou ervan--voor zoover het eenige clou
+bevatte--was, dat het bloed van jonge honden en katten, en het sap
+van zonnebloemen en het sap van paddestoelen, als deze waren in wat
+hij noemde "het groei-stadium," verschilde in de aanwezig-zijnde
+proporties van zekere deelen van het bloed en sap, op de dagen dat
+zij niet bijzonder sterk groeiden.
+
+En toen Bensington, na de figuren op hun kant en onderstboven gehouden
+te hebben, begon te zien wat dit verschil was, werd hij uitermate
+verbaasd. Omdat, ziet ge, het verschil mogelijk veroorzaakt werd door
+de aanwezigheid juist van diè substantie, welke hij kort te voren
+getracht had te isoleeren bij zijn onderzoek van diè alkaloïden,
+welke het zeerst het zenuwstelsel stimuleeren. Hij legde Redwood's
+verhandeling op den gepatenteerden lessenaar, die ongemakkelijk
+weg-draaide van zijn leunstoel, nam zijn gouden bril af, ademde erop,
+en wreef hem zeer zorgvuldig af.
+
+"Allemachtig!" zei de heer Bensington.
+
+Toen hij zijn bril weder had opgezet, wendde hij zich weder naar den
+lessenaar, die, zoodra zijn elboog er tegen stootte, een coquet gepiep
+liet hooren, en de verhandeling met al haar figuren op den grond deed
+belanden, verfrommeld en verspreid.
+
+"Groote hemel!" zei mijnheer Bensington, zijn buik over den leunstoel
+rekkend met een geduldige minachting voor de gewoonten van dit
+gemakkelijk meubelstuk, en toen, bevindend dat de brochure nog buiten
+zijn bereik lag, liet hij zich op de handen vallen, om de stukken
+bijeen te garen. Op den grond viel het denkbeeld hem eigenlijk in,
+het "'t Voedsel der Goden" te noemen...
+
+Want ziet ge, als hij het bij het rechte eind had, en Redwood eveneens,
+zou hij, door deze nieuwe substantie in te spuiten of door ander
+voedsel te mengen de rustpoos geheel buiten rekening kunnen laten,
+en in plaats dat de groei aldus ging:
+
+
+[Afbeelding: Getrapte lijn omhoog.]
+
+
+zou hij (als ge mij volgen kunt) aldùs gaan:
+
+
+[Afbeelding: Diagonale lijn omhoog.]
+
+
+
+IV.
+
+Bensington deed den nacht na zijn gesprek met Redwood haast geen oog
+dicht. Eens meende hij in den dommel te raken, doch dit was slechts
+voor een oogenblik en toen droomde hij dat hij een diep gat in de
+aarde gegraven had, en daarin tonnen vol Godenvoedsel wierp en de
+aarde zette al meer en meer uit, en al de grenzen der verschillende
+landen scheurden, en het Koninklijk Aardrijkskundig Genootschap was
+als één man aan het werk, als één gróót kleermakersgilde, om den
+equator ùit te leggen...
+
+Het was natuurlijk een belachelijke droom, doch het toont veel
+beter dan één der dingen, die hij zeide of deed als hij wakker en
+op zijn hoede was, den staat van geestelijke opwinding aan, waarin
+hij verkeerde. Anders zou ik er geen melding van gemaakt hebben,
+daar ik over het algemeen het elkaar-droomen-vertellen volkomen
+onbelangrijk vind.
+
+Door een vreemde toevalligheid droomde Redwood dien nacht eveneens,
+en wat hij droomde was het volgende:
+
+
+[Afbeelding: Lijn recht omhoog.]
+
+
+Het was een figuur dat vurig stond afgedrukt op een lange rol, die
+zich tot in het oneindige verlengde. En hij (Redwood) stond op een
+planeet voor een soort van zwart podium; en hij hield een lezing over
+den nieuwen groei die nu mogelijk was, voor het Meer dan Koninklijk
+Instituut van Oorspronkelijke Krachten,--krachten die tot dan toe,
+zelfs bij den groei der rassen, keizerrijken, sterrenstelsels en
+werelden steeds aldus gewerkt hadden:
+
+
+[Afbeelding: Getrapte lijn omhoog.]
+
+
+En in sommige gevallen zelfs zoo:
+
+
+
+[Afbeelding: Lijn, eerste in stappen omhoog, dan curve naar beneden.]
+
+
+En hij was bezig heel helder en vol overtuiging uit te leggen dat
+deze langzame, achteruitgaande methoden weldra geheel uit de mode
+zouden zijn door zijne ontdekking.
+
+Belachelijk natuurlijk. Doch ook dit toont aan--
+
+Dat elk van deze beide droomen moet beschouwd worden als ook maar
+eenigermate meer beteekenisvol of profetisch dan ik categorisch gezegd
+heb, zou ik geen oogenblik durven opperen.
+
+
+
+
+
+HOOFDSTUK II.
+
+DE PROEF-HOEVE.
+
+
+I.
+
+Bensington nam zich oorspronkelijk voor, met zijn goedje proeven
+te nemen op jonge donderpadden, zoodra hij het werkelijk kon
+produceeren. Dergelijke dingen worden altijd het eerst geprobeerd op
+donderpadden; want daar zijn kikkers toch voor!--En zij kwamen overeen
+dat hij en niet Redwood de proefnemingen zou doen, omdat Redwood's
+laboratorium in beslag genomen werd door den projectiel-snelheidsmeter
+en de dieren, die noodig waren voor een onderzoek naar de Dagelijksche
+Afwijking in het aantal horenstooten per dag van den Jongen Stier,
+een onderzoek dat kromme lijnen van abnormale en zeer verwarrende soort
+opleverde, en de aanwezigheid van glazen bollen met donderpadjes erin
+was bijzonder ongewenscht, zoolang bovengenoemd onderzoek juist in
+vollen gang was.
+
+Doch toen de heer Bensington zijn nicht Jane iets toevertrouwde van
+wat hij in het hoofd had, sprak zij onmiddellijk haar veto uit over den
+invoer van donderpadden of dergelijke wezens om op te experimenteeren,
+in hun verdiepingwoning. Zij had niet het minste bezwaar dat hij
+een der vertrekken van hun verdieping gebruikte voor dingen zooals
+scheikunde waar geen ontploffingen bij te pas kwamen, en die geen
+nadeelige gevolgen had wat haar zelve betrof; zij had geen bezwaar
+dat hij een gas-fornuis en een gootsteen en een stof-vrije kast er op
+nahield, die veilig bleven voor den wekelijkschen storm der schoonmaak
+dien zij op andere plaatsen duchtig liet woeden. En daar zij lieden
+gekend had die aan den drank verslaafd waren, beschouwde zij zijn haken
+naar onderscheiding in geleerde genootschappen als een uitmuntende
+plaatsvervanger voor den groveren vorm van verdorvenheid. Doch
+massa's levende dingen, die zoo "kronkelerig" waren als ze leefden en
+"stinkerig" als ze dood waren, dat kon en wilde ze niet dulden. Zij
+zei, dat dergelijke dingen beslist ongezond moesten zijn, en dat
+Bensington een man was die erg moest oppassen--en dat het onzin zou
+zijn als hij wilde beweren dat dit niet zoo was.
+
+En toen Bensington probeerde haar het enorme gewicht van deze mogelijke
+ontdekking te doen zien, zeide ze dat 't allemaal goed en wel was,
+maar dat, als zij hem toestond alles in huis akelig en ongezond te
+maken (en daar kwam 't toch maar allemaal op neer), hij de eerste
+zou zijn om zich te beklagen.
+
+En mijnheer Bensington liep het vertrek op en neer, niet lettend op
+zijn eksteroogen, en praatte langen tijd met veel gedecideerdheid, en
+zelfs misnoegen in zijn stem, zonder het geringste effect. Hij opperde
+dat niets de Bevordering der Wetenschap in den weg behoorde te staan
+en zij zeide dat de Bevordering der Wetenschap allemaal heel goed en
+wel was, maar dat een hoop donderpadden op een bovenverdieping háár te
+machtig was; hij zei dat het in Duitschland een voldongen feit was,
+dat een man met een idee als het zijne onmiddellijk twintig duizend
+goed-ingerichte kubieke voet laboratorium tot zijn beschikking zou
+krijgen, en zij zei dat ze blij was, en altijd blij was geweest, dat ze
+geen Duitsche was; hij zei dat het hem voor altijd beroemd zou maken
+en zij zei dat er veel meer kans bestond dat het hem ziek zou maken,
+als hij een hoop donderpadden op een verdieping als de hunne hield; hij
+zei dat hij baas in zijn eigen huis was, en zij zei dat zij dan maar
+liever directrice van een school werd, dan te moeten zorgen voor een
+hoop enge jonge kikkers; en toen verzocht hij haar niet zulken onzin
+te praten en zij verzocht hem hetzelfde, en verzocht hem die ideeën
+over kikkers te laten varen; en hij zei dat ze wel een beetje meer
+respect voor zijn ideeën kon hebben, en zij zei dat zij dat niet kon
+of wilde als er zoo'n "luchtje" aan was--en toen--niettegenstaande de
+klassieke opmerkingen die Huxley over dit punt gemaakt heeft--verloor
+hij alle geduld en zei een goddeloos woord. Niet zoo heel goddeloos,
+maar toch plat genoeg. En toen was zij zeer beleedigd en hij moest
+excuus vragen, en het vooruitzicht het Godenvoedsel ooit op hun
+verdieping op kikkers te probeeren, verdween geheel in het excuus.
+
+Derhalve moest Bensington er iets anders op zien te vinden om zijn
+proefnemingen op het gebied van voeding, die noodig zouden zijn om
+zijn ontdekking te demonstreeren, te kunnen uitvoeren, zoodra hij zijne
+zelfstandigheid afgezonderd en bereid had. Eenige dagen lang bepeinsde
+hij de mogelijkheid zijn kikkers bij den een of anderen vertrouwden
+persoon in den kost te doen en toen richtte het toevallig-zien van
+de uitdrukking in een courant zijne gedachten op een "Proef-Hoeve."
+
+En kuikens. Direct toen hij er aan dacht, dacht hij eraan als aan een
+hoenderfokkerij. Plotseling kreeg hij een visioen van reusachtig-sterk
+groeiende kuikens. Hij zag voor zich een beeld van rennen, en hokken,
+hokken die àl grooter en grooter werden, en rennen die in grootte hier
+gelijken tred mede hielden. Kuikens zijn zoo gemakkelijk te naderen,
+zoo gemakkelijk te voederen en waar te nemen, zóóveel droger om te
+hanteeren en te meten, dat kikkers hem voor zijn doel nu erg wilde
+en onhandelbare beesten toeleken. Hij kon maar niet begrijpen hoe
+het kwam dat hij niet aan kuikens en wèl aan kikkers gedacht had van
+het begin af. Onder meer, zou het hem al dat gezeur met nicht Jane
+bespaard hebben. En toen hij het Redwood voorstelde, was deze het
+volkomen met hem eens.
+
+Redwood zei overtuigd te zijn dat experimenteele physiologen een
+grooten misslag begingen met proeven te doen op noodeloos-kleine
+dieren. Het stond precies gelijk met experimenteeren in de scheikunde
+met een onvoldoende hoeveelheid materiaal; fouten in opmerking en
+behandeling worden onevenredig groot. Het was, juist in dezen tijd,
+van buitengewoon groot gewicht, dat de wetenschappelijke mannen
+hun recht lieten gelden op groot materiaal. Dat was dan ook de reden
+waarom hij zijn tegenwoordige experimenten aan het Bond-street College
+verrichtte op jonge stieren, niettegenstaande zekere mate van ongerief
+voor de studenten, en professoren die in andere vakken college gaven,
+door de lichtzinnigheid en het gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel
+van deze dieren in de corridors nu en dan. Doch de kromme lijnen,
+die hij kreeg, waren buitengewoon belangwekkend en zouden, zoo ze
+uitkwamen, zijn keuze ten volle rechtvaardigen. Wat hemzelf betrof,
+zoo de wetenschap niet zoo stiefmoederlijk bedeeld ware geweest in
+dit land, zou hij nooit, als het niet hoefde, experimenteeren op iets
+kleiners dan een walvisch. Maar een Publiek Vivarium, van voldoende
+grootte om dit mogelijk te maken, was, vreesde hij, op dit oogenblik
+in dit land tenminste, een Utopistische eisch. In Duitschland--enz.
+
+Daar Redwood's jonge stieren zijn dagelijksche zorg vereischten, kwam
+het kiezen en uitrusten der Proef-Hoeve grootendeels op Bensington
+neer. Ook werd overeengekomen dat alle kosten zouden bestreden worden
+door Bensington, tot zij voldoende van buitenaf gesteund werden om het
+experiment voort te zetten. Derhalve wisselde hij zijn werk in het
+laboratorium op zijn verdieping af met de jacht naar een pachthoeve
+langs de spoorweglijnen, die van London naar het zuiden loopen,
+en zijn glurende bril, zijn vriendelijke kaalhoofdigheid, en zijn
+opengewerkte linnen schoenen, vervulden de eigenaars van tallooze
+onverhuurbare eigendommen met ijdele hoop. En hij adverteerde in
+verscheidene dagbladen en in "de Natuur," om een verantwoordelijk paar
+(gehuwd) dat nauwgezet en handig was, en gewoon met hoenders om te
+gaan, om het algeheele beheer van een Proef-hoeve van een grooten
+bunder op zich te nemen.
+
+Hij vond de plaats die hij noodig had te Hickleybrow, dicht bij Urshot
+in Kent. Het was een eigenaardige, afgelegen plek, in een vallei,
+omzoomd door pijnbosschen, die des avonds donker en ongastvrij
+waren. Een hooge heuvel sneed het af van den zonsondergang en een
+grillige put met een uit elkaar hangend afdak deed het gebouw kleiner
+lijken dan het was. Tegen het kleine huis klommen geen klimplanten
+op, er waren verscheidene ruiten gebroken, en de wagenschuur wierp
+zelfs in den middag een donkere schaduw. Het lag op anderhalven mijl
+van het laatste huis van het dorp en de eenzaamheid ervan werd op
+twijfelachtige wijze vervroolijkt door een rondwandelende familie
+van echo's.
+
+De plaats leek Bensington bijzonder geschikt voor wetenschappelijk
+onderzoek. Hij liep het erf rond, hokken en rennen teekenend met
+een zwaaienden arm, en bevond dat de keuken zonder veel verandering
+te behoeven te ondergaan een aantal broedtoestellen en kunstmoeders
+kon bergen.
+
+Hij nam de plaats onmiddellijk; en op den terugweg naar Londen stapte
+hij uit te Dunton Green, en engageerde een geschikt paar dat op zijn
+advertenties geschreven had, en nog dien zelfden avond slaagde hij
+erin een voldoende hoeveelheid Herakleophorbia I te isoleeren om deze
+schikkingen meer dan te rechtvaardigen.
+
+Het geschikte paar, dat onder Bensington de eerste aalmoezeniers op
+aarde van het Voedsel der Goden zou zijn, was niet alleen zeer merkbaar
+op jaren, maar ook buitengewoon vuil. Bensington merkte dit laatste
+niet op, omdat niets het algemeene opmerkingsvermogen zoozeer afstompt
+als een leven van experimenteele wetenschap. Zij heetten menheer en
+juffrouw Skinner, en de heer Bensington interviewde hen in een klein
+vertrek mat hermetisch gesloten vensters, een verweerden spiegel
+boven den schoorsteenmantel en een paar kwijnende calceolaria's.
+
+Juffrouw Skinner was een heel klein oud vrouwtje, zonder muts, met
+vuil-wit haar dat erg plakkerig was weggekamd van een gezicht dat
+oorspronkelijk al bestond uit, en nu, door het verlies van tanden
+en kin, en het rimpelen van wat er verder was, eindigde met bijna
+uitsluitend te zijn--neus. Zij was gekleed in lei-kleurige kleedij
+(voor zoover haar japon tenminste nog kleur had), die op een plaats
+gelapt was met een strook rood flanel. Zij liet hem binnen en praatte
+zeer bedachtzaam tegen hem, en gluurde naar hem om en over haar neus,
+terwijl ze hem in vertrouwen mededeelde dat Skinner eenige wijziging
+in zijn toilet aan het aanbrengen was. Zij bezat één tand, die haar
+uitspraak in den weg stond, en zij hield haar lange gerimpelde
+handen zenuwachtig saamgeperst. Zij vertelde den heer Bensington
+dat zij al jaren met hoenders had omgegaan, en alles wist omtrent
+broedmachines; ja, zij zelven hadden eens een hoenderpark gedreven,
+en het was eindelijk alléén failliet gegaan door gebrek aan leerlingen.
+
+"Ziet u," zeide juffrouw Skinner, "de leerlingen, die brenge de
+cente in."
+
+Meneer Skinner bleek bij zijne verschijning te zijn een man met
+een groot breed gezicht, die lispelde en zóó erg scheel zag, dat
+hij over uw hoofd heenkeek; hij had opengesneden pantoffels aan,
+die Bensington dadelijk voor hem innamen, en hij zat erg schaars in
+zijn knoopen. Hij hield met één hand zijn jas en hemd bij elkaar, en
+trok, met den wijsvinger van de andere, modellen op het zwart-met-goud
+tafelkleed, terwijl zijn eene oog dat hiernaar niet keek, Bensington's
+zwaard van Damocles (om het zoo maar eens uit te drukken), gadesloeg
+met een eenigszins droevige los-van-de-wereld-zijnde uitdrukking:
+"U wilt dethe boerderij niet drijven om de winst. Neen, meneer. 't
+Komt alleth op 't zelfde neer, mijnheer. Proeven! Net thoo!"
+
+Hij zeide dat ze dadelijk naar de boerderij konden vertrekken. Hij
+deed niets te Dunton Green dan een beetje kleermaken. "'t Ith niet
+zoo'n voordeelige plaatsth als ik dacht, en wat ik daar maak, ith
+haastht niet de moeite waard," zeide hij, "thoodat, als 't u beter
+thchikt, wij dadelijk..."
+
+En binnen een week waren meneer en juffrouw Skinner op de boerderij
+geïnstalleerd, en de karwei-timmerman van Hickleybrow wisselde de
+taak van kippehokken-timmeren en rennen-maken af met een systematisch
+gesprek over den heer Bensington.
+
+"Ik heb hem nog niet veel gethien," zeide de heer Skinner. "Maar
+voorzoover als ik uit hem wijth heb kunnen worden, lijkt hij mij een
+stomme ouwe dwaath."
+
+"Ik dacht wel dat er een van z'n vijf op den loop was," zei de
+timmerman van Hickleybrow.
+
+"Hij denkt, dat ie wat weet van hoenderth," zeide de heer
+Skinner. "Heerem'ntijd! Als je 'm hoorde, zou je denken dat niemand
+wat van hoenderth wisht dan hij."
+
+"'IJ ziet er zelf uit as een 'en," zeide de timmerman van Hickleybrow;
+"misschien door z'n bril."
+
+De heer Skinner kwam wat dichter bij den timmerman van Hickleybrow
+staan, en sprak vertrouwelijk met hem, en het eene treurige oog
+keek naar het verwijderde dorp, en het andere schitterde en keek
+kwaadaardig. "Moete èlke dag gemete worde,--iedere kip, thegt ie. Om
+te thien of the goed groeie. Nou theg,--he? Iedere kip, thowerachtig,
+iedere dag."
+
+En de heer Skinner stak zijn hand op om er achter te lachen op een
+beschaafde, en aanstekelijke manier, en haalde de schouders erg hoog
+op--en alleen zijn andere oog deelde niet in den lach. Toen, eraan
+twijfelend of de timmerman het fijne van de zaak wel gesnapt had,
+herhaalde hij met een doordringend gefluister: "gemète!"
+
+"'IJ is nog erger dan onze ouwe baas; verdompeld as 't niet waar is,"
+zei de timmerman van Hickleybrow.
+
+
+
+II.
+
+Experimenteeren is het langzaamste werk ter wereld; (de rapporten
+erover in de "Philosophische Verhandelingen" zijn misschien nòg
+vervelender) en het leek den heer Bensington erg lang toe, vóór
+zijn eerste droom van enorme mogelijkheden vervangen werd door een
+kruimpje verwerkelijking. Hij had de Proef-Hoeve in October gekocht,
+en het was al Mei voor het eerste succès begon te dagen. In dien
+tijd moesten Herakleophorbia I, II en III geprobeerd worden, en
+mislukten; er ontstond last met de ratten op de boerderij en óók met
+de Skinners. De eenige manier om Skinner ertoe te krijgen te doen
+wat hem gezegd werd, was hem te dreigen met ontslag. Dan placht hij
+met zijn vlakke hand over zijn ongeschoren kin te wrijven--hij was
+steeds op de meest wonderbaarlijke manier ongeschoren en toch had
+hij nooit een baard--en naar den heer Bensington te kijken met één
+oog, en over hem heen met het andere en te zeggen: "O, natuurlijk,
+meneer--als 't u ernst ith...!"
+
+Doch eindelijk brak de dageraad aan. En zijn heraut was een brief in
+het lange spichtige handschrift van den heer Skinner.
+
+"Het nieuwe Broeisel is uit," schreef de heer Skinner, "en ik kan niet
+zeggen dat ze me bijzonder bevallen. Groeien erg spichtig op--heelemaal
+niet zooals dat andere toom was, vóór u uw laatste orders gaf. De
+anderen, vóór de kat ze te pakke kreeg, waren flinke, tierige kuikens,
+maar deze groeie als distels. Nooit zoo iets gezien. Ze pikken zóó
+hard, dat ik onmogelijk de juiste maat van ze kan geven. 't Zijn ware
+Reuzen en eten net zooveel. We zulle heel gauw weer graan noodig hebbe
+want nooit heb je kuikens zóó zien ete'. Grooter dan Bantams. Als
+ze zoo dóor gaan, zullen ze, al zijn ze ook spichtig, gauw groot
+genoeg zijn voor een tentoonstelling. Plymouth Rocks zijn er niks
+bij. Gisteren avond ben ik erg geschrokken, omdat ik dacht dat de kat
+achter ze zat, en toen ik uit het raam keek zou ik er op hebben kunnen
+zweren dat ik 'em onder het ijzerdraad door in het hok zag kruipen. De
+kuikens waren allemaal wakker, maar ik kon geen kat ontdekken. Daarom
+gaf ik ze maar wat koren, en sloot alles goed toe. Wees zoo goed me
+te melden of ik met het voer moet doorgaan zooals u gezegd heb. Het
+voeder dat u mengde is bijna allemaal op en ikzelf meng liever niets
+meer, na het ongeluk met de pudding. Met onze vriendelijke groeten,
+en ons in uwe gunst aanbevelend verblijf ik,
+
+
+Hoogachtend,
+
+Alfred Newton Skinner.
+
+
+De toespeling aan het einde sloeg op een melkpudding waar op de een
+of andere onverklaarbare wijze wat Herakleophorbia II in geraakt was,
+met pijnlijken en bijna noodlottigen afloop voor de Skinners.
+
+Doch de heer Bensington, die tusschen de regels doorlas, zag in den
+weligen groei de bereiking van zijn lang gezocht doel. Den volgenden
+morgen stapte hij uit te Urshot en in de tasch in zijn hand droeg
+hij, goed verzegeld, in drie bussen, een voorraad Voedsel der Goden,
+voldoende voor alle kuikens in Kent.
+
+Het was een heldere, mooie morgen, laat in Mei en zijne likdoorns waren
+zooveel beter, dat hij besloot door Hickleybrow naar zijn boerderij
+te wandelen. Het was goed drie en een halve mijl, door het park en
+het dorp, en dan langs de valleien van de Hickleybrowsche afgesloten
+jachtgronden. De boomen waren allen als met een waas van groene
+loovertjes bedekt, de heggen waren vol kamille en paaschbloemen, en
+de bosschen vol blauwe hyacinthen en roode orchideeën; en overal was
+gerucht van vogels, grijze lijsters, merels, roodborstjes, vinken en
+vele andere soorten en in een warmer hoekje van het park ontvouwde
+zich wat brem, en renden en sprongen vaalroode herten rond.
+
+Deze dingen deden Bensington terugdenken aan het vroegere en
+nu vergeten genot dat hij in het leven vond; voor zijne oogen
+werd de belofte zijner ontdekking levend en vreugdevol, en het
+scheen hem werkelijk toe dat hij den gelukkigsten dag zijns levens
+bereikt had. En toen hij in den door de zon verlichten ren bij het
+zandheuveltje onder de schaduw der pijnboomen de kuikens zag die van
+het voedsel dat hij voor hen gemengd had, hadden gegeten, reusachtig
+en onbeholpen, nù al grooter dan menige kip die getrouwd en gezet is,
+en nog steeds groeiend, nog in hun eersten zachten gelen dos (licht
+getint met bruin over den rug), toen begreep hij ten volle dat zijn
+gelukkigste dag was aangebroken.
+
+Op aandrang van meneer Skinner ging hij den ren binnen, doch nadat hij
+een of tweemaal door de spleten in zijn schoenen gepikt was, kwam hij
+er maar weer uit, en sloeg deze monsters gade door het traliewerk. Hij
+bracht het hoofd heel dicht erbij, en volgde al hunne bewegingen,
+alsof hij nooit tevoren een kuiken gezien had.
+
+"Je kunt er haath niet inkomme hoe ze d'er zulle uitzien as ze volwasse
+benne," zei de heer Skinner.
+
+"Groot als een paard," zei de heer Bensington.
+
+"Thal niet veel thchelen," zei Skinner.
+
+"Verscheiden menschen zouden hun maal kunnen doen van één
+vleugel!" zeide de heer Bensington. "Zij zouden aan stukken te snijden
+zijn als rundvleesch."
+
+"The thullen anderth wel niet doorgaan met tho hard te groeien,"
+zeide Skinner.
+
+"Niet?" zei de heer Bensington.
+
+"Nee," zei de heer Skinner. "Ik ken dit thoort. Thij beginne geil,
+maar the thcheijen er gauw mee uit!"
+
+Er volgde een oogenblik stilte.
+
+"'t Ith nikth anderth dan de behandeling, die 't em doet," zeide de
+heer Skinner bescheiden.
+
+De heer Bensington wendde plotseling zijn bril naar hem toe.
+
+"We fokten ze haatht net tho groot op onthe eigen sthtee," zeide
+meneer Skinner, zijn goede oog vroom ten hemel slaand, en een beetje
+loskomend; "ik en m'n vrouw."
+
+Bensington deed zijne gewone ronde over het erf, doch keerde spoedig
+naar den ren terug. Het was werkelijk meer dan hij had durven hopen. De
+gang der wetenschap is zoo kronkelig en zoo langzaam; na de duidelijke
+beloften en vóór de verwerkelijking komt, zijn dikwijls jaren en
+jaren van ingewikkeld gescharrel noodig en hier--hier droeg het
+Voedsel der Goden reeds vrucht na weinig meer dan één proefjaar! Het
+leek hem alles tè mooi--tè mooi. De uitgestelde verwachting die het
+dagelijksch voedsel is der wetenschappelijke verbeelding, zou nu niet
+langer zijn deel zijn!
+
+Zoo leek het hem tenminste toèn. Hij kwam telkens weder naar den ren
+en staarde verbaasd naar zijn wondere kuikens.
+
+"Laat ik eens kijken," zeide hij. "Ze zijn nu tien dagen oud. En ik
+zou denken dat ze, vergeleken bij een gewoon kuiken, ongeveer zes of
+zeven maal zoo groot zijn..."
+
+"'t Wordt tijd dat we opthlag van loon vrage," zeide Skinner tot
+zijne vrouw. "Hij ith tho lekker ath wat, dat we die kuikes in de
+tweede ren tho ver gekrege hebbe,--zoo lekker ath wat."
+
+Hij boog zich vertrouwelijk naar haar over.
+
+"'IJ denkt dat 't dat goedje van 'em ith," zeide hij achter zijn hand,
+en deed een onderdrukt gelach hooren in zijn keelholte...
+
+De heer Bensington was wèl een gelukkig man dien dag. Hij was niet
+in de stemming om te vallen over kleinigheden in het beheer. Het
+heldere daglicht deed weliswaar de groeiende slordigheid en vuilheid
+der Skinners duidelijker dan ooit zien, doch zijn aanmerkingen waren
+zeer zacht. De schotten van verscheidene hokken waren in staat van
+verval, doch hij scheen den uitleg van Skinner zeer geldig te vinden,
+toen deze hem in vertrouwen mededeelde, "dat 't 'n hond of een foth
+of ietsth dergelijkth wath dat 't dee."
+
+Bensington wees hem er op, dat de broedmachine niet schoongemaakt was.
+
+"Dat is ie ook niet, meneer," zei juffrouw Skinner met over elkaar
+geslagen armen, en zedig glimlachend achter haar neus. "'t Is as of
+we geen tijd gehad hebbe, om 'em schoon te make sints we hier zijn..."
+
+Hij ging naar boven om naar de rattenholen te zien, waarvoor Skinner
+een val wilde hebben--zeer zeker waren ze enorm groot--en ontdekte
+dat het vertrek, waarin het Voedsel der Goden vermengd werd met meel
+en zemelen, in schandelijke wanorde verkeerde. De Skinners behoorden
+tot het slag van lieden, die gebarsten schotels, oude bussen, en
+flesschen van ingemaakte augurken en mosterdpotjes nog wel ergens
+voor weten te gebruiken, en het vertrek was er mee bezaaid. In een
+hoek lag een groote hoop appels, die Skinner bijeengegaard had, te
+rotten en aan een spijker aan het afloopend gedeelte der zoldering
+hingen verscheidene konijnenvellen, waarop hij zijne vaardigheid als
+bontwerker wilde beproeven. ("The kunne mìjn niet veel meer leere
+van bont en tho," zeide Skinner).
+
+De heer Bensington haalde weliswaar critisch den neus op voor
+deze wanorde, doch hij maakte geen noodeloos kabaal, en zelfs
+toen hij een wesp zich vond te goed doen in een medicijnpot, half
+vol Herakleophorbia IV, merkte hij eenvoudig kalm op, dat ze zijn
+substantie liever moesten afsluiten voor de vocht, dan het zóó aan
+de lucht bloot te stellen.
+
+En hij wendde zich af, om op te merken, wat hem al eenigen tijd in het
+hoofd gezeten had: "ik geloof, Skinner--dat ik maar een van de kuikens
+zal slachten,--eenvoudig om een exemplaar te hebben. Ik denk dat we
+'t vanmiddag nog kunnen slachten, dan neem ik 't mee naar Londen."
+
+Hij deed alsof hij in een anderen medicijnpot keek en nam toen zijn
+bril af om die schoon te wrijven.
+
+"Ik zou graag," zeide hij, "ik zou erg graag een reliquie--een
+aandenken juist van dìt broedsel en speciaal op dèzen dag--hebben."
+
+"Tusschen twee haakjes," zei hij, "je geeft die kuikens toch geen
+vleesch?"
+
+"O, nee, meneer," zei Skinner, "dàt kan ik je verthekere, meneer,
+dat we nog tè veel afwete van hoenderthfokke, van welken aard dan ook,
+om thóó ietsth te doen."
+
+"Dus je weet zeker dat je geen restantjes van je middageten werpt
+in--ik meende de beenderen van een konijn te zien liggen in den
+versten hoek van de ren--"
+
+Doch toen zij ze eens bekeken, bevonden zij dat het de grootere
+beenderen van een kat waren, erg goed schoongepikt, en al erg droog.
+
+
+
+III.
+
+"Dàt is geen kuiken," zei Bensington's nicht Jane. "Denk je dat ik
+geen kuiken ken," zei Bensington's nicht Jane heftig. "'t Is véél
+te groot voor een kuiken, en bovendien, je kunt héél goed zien, dat
+'t geen kuiken is. Het lijkt meer op een trapgans dan op een kuiken."
+
+"Ik moet zeggen," zei Redwood, aarzelend, Bensington noode toestaand
+hem in het dispuut te betrekken, "ik moet bekennen, dat, de bewijzen
+in aanmerking genomen--"
+
+"O, als u dát doet," zei nicht Jane, "in plaats van uw oogen te
+gebruiken als een verstandig man--"
+
+"Nee maar, heusch, juffrouw Bensington--!"
+
+"Och, loop heen!" zei nicht Jane. "Jullie mannen zijn allemaal
+'t zelfde."
+
+"De bewijzen in aanmerking nemend, valt dit dier toch zeker onder dit
+soort--ongetwijfeld is het abnormaal, en overvoed, maar tòch--vooral
+daar het gekomen is uit het ei van een normale kip--geloof ik toch,
+juffrouw Bensington, te moeten toegeven, dat dit, voor zoover men
+het ièts kon noemen, een kuiken is."
+
+"Dus u denkt dat dit een kuiken is?" zei nicht Jane.
+
+"Ik gelóóf dat dit een kuiken is," zei de heer Redwood.
+
+"Wat een onzin!" zei Bensington's nicht Jane, en "och," (dit gericht
+tegen Redwood's hoofd) "jullie met je onzin," en toen keerde zij zich
+plotseling om, ging de kamer uit en sloeg de deur achter zich dicht.
+
+"En 't is een heele opluchting, ook voor mij, het te zien, Bensington,"
+zei Redwood, toen de nagalm van het dichtslaan der deur weggestorven
+was. "Al moet ik zeggen dat 't erg groot is."
+
+Zonder dat Bensington hem hiertoe behoefde uit te nooden, ging hij
+in den lagen leunstoel bij het vuur zitten en bekende dingen bedreven
+te hebben, die zelfs voor een leek ongepast zouden zijn geweest.
+
+"Je zult het wel wat overhaast van me vinden, Bensington," zei hij,
+"maar de quaestie is, dat ik een klein beetje--niet erg veel--maar
+toch, een beetje--in de flesch van baby gedaan heb, nu zoowat een
+week geleden!"
+
+"Maar als nu--!" riep Bensington uit.
+
+"Jawel, dat weet ik," zeide Redwood, en keek naar het reuzenkuiken
+op den schotel op tafel.
+
+"'t Is gelukkig goed afgeloopen," en hij zocht in zijn zak naar
+zijne cigaretten.
+
+Bij stukjes en beetjes gaf hij de bijzonderheden:
+
+"Arme kleine kerel, kwam maar niet vooruit in gewicht... vreeselijk
+ongerust. Winkles, een vent van niks... vroegere leerling van me... deê
+niks... m'n vrouw, onbeperkt vertrouwen in Winkles... Je weet wel,
+een man met een optreden als een rots... overdonderend... Niets geen
+vertrouwen in mìj, natuurlijk... Gaf Winkles les... mocht nauwelijks
+in de kinderkamer komen... moest toch ìets gedaan worden... sloop
+naar binnen toen de zuster zat te ontbijten... en kreeg de flesch
+in handen."
+
+"Maar dan zal het aan 't groeien gaan," zei de heer Bensington.
+
+"Het gróéit al. Zevenentwintig ons verleden week... Nu moet je Winkles
+'es hooren. "Ligt alleen aan de behandeling," zei hij.
+
+"Wel allemachtig! precies 't zelfde zei Skinner!"
+
+Redwood keek nog eens naar het kuiken. "'t Moeilijke van de zaak is,
+om het aan den gang te houden. Ze vertrouwen mij niet meer alleen
+in de kinderkamer, omdat ik probeerde een groei-lijn van Georgina
+Phyllis te krijgen--en hoe moet ik em nu een tweede dosis geven--"
+
+"Is 't noodig?"
+
+"Hij schreit al twee dagen--hoe dan ook, met zijn gewone voedsel kàn
+hij niet doorgaan. Moet nu méér hebben."
+
+"Zeg 't aan Winkles."
+
+"Winkles kan naar den duivel loopen!" zei Redwood.
+
+"Je kondt Winkles in den arm nemen, en hem poeders geven om aan het
+kind te geven--"
+
+"Ja, daar zal wel niets anders op zitten," zeide Redwood, zijn kin
+op zijn vuist latend rusten en in het vuur kijkend.
+
+Bensington stond een oogenblik het dons op de borst van het kuiken glad
+te strijken. "'t Zullen reusachtig groote hoenders worden," zei hij.
+
+"Dàt zullen ze," zei Redwood nog steeds in den gloed starend.
+
+"Zoo groot als paarden," zei Bensington.
+
+"Gróóter," zei Redwood. "Wat ik je zeg, hoor!"
+
+Bensington wendde zich van het exemplaar af.
+
+"Redwood," zei hij, "deze hoenders zullen fureur maken."
+
+Redwood knikte tegen het vuur.
+
+"En waarachtig!" zei Bensington plotseling naderbij tredend met
+schitterende brilleglazen, "je kleine jongen óók!"
+
+"Daar denk ik net aan," zei Redwood.
+
+Hij liet zich achterover in zijn stoel vallen, zuchtte, wierp de
+nog-niet-opgerookte cigarette in het vuur, en stak zijn handen diep
+in zijne broekzakken. "Daar dacht ik juist over. Dit Herakleophorbia
+zal raar goedje worden om mee om te gaan. Denk toch es hoe hard dat
+kuiken gegroeid moet zijn--"
+
+"Een kleine jongen, die zóó hard groeit," zei de heer Bensington
+langzaam, en keek naar het kuiken terwijl hij het zeide.
+
+"Zeg!" zei Bensington, "wat een kerel zal dàt worden."
+
+"Ik zal hem steeds kleiner wordende doses geven," zei Redwood. "Of
+liever gezegd, Winkles zal dit doen."
+
+"'t Experiment is tè sterk."
+
+"Jawel."
+
+"Maar toch, weet je, moet ik zeggen--...Te een of andere tijd zal de
+een of andere baby 't tòch moeten slikken."
+
+"O, zeker, we zullen er beslist proeven mee nemen op de een of
+andere baby.--"
+
+"Precies," zei Bensington, kwam op het haardkleed staan en zette zijn
+bril af om hem schoon te maken.
+
+"Ik geloof niet, Redwood, dat, vóór ik deze kuikens zag, ik begòn
+te beseffen--ook maar iets--van de mogelijkheid die er lag in wat
+wij gemaakt hadden. En zelfs nu begint het pas tot mij door te
+dringen... de mogelijke gevolgen..."
+
+En zelfs op dat oogenblik had Bensington nog geen vaag besef van de
+mijn, die dat lontje zou doen springen.
+
+
+
+IV.
+
+Dit gebeurde in het begin van Juni. Gedurende een paar weken was
+Bensington verhinderd de Proef-Hoeve te bezoeken door een ernstige,
+doch zuiver denkbeeldige catarrh, en Redwood bracht er slechts een
+noodzakelijk overhaast bezoek aan. Hij kwam terug, als vader nog
+bezorgder kijkend dan vóór hij ging. Alles bij elkaar genomen, was
+het nu zeven weken dat de groei staag en ononderbroken voortging...
+
+En toen begonnen de wespen hun loopbaan.
+
+Het was achter in Juni, en bijna een week vóór de kippen uit
+Hickleybrow ontsnapten, dat de eerste der groote wespen gedood
+werd. Het bericht ervan verscheen in verscheidene bladen, maar ik
+weet niet of het nieuws den heer Bensington bereikte, en nog veel
+minder of hij het in verband bracht met het gebrek aan orde dat in
+alles op de Proef-Hoeve heerschte.
+
+Er bestaat nu niet meer den geringsten twijfel aan, dat, terwijl
+de heer Skinner de kuikens van den heer Bensington opfokte met
+Herakleophorbia IV, een aantal wespen èven werkzaam--en misschien nòg
+werkzamer--bezig waren hoeveelheden van hetzelfde deeg te vervoeren
+naar hun vroege zomer-broedsels op de heuvelen achter de naburige
+pijnbosschen. En het is boven allen twijfel verheven, dat deze vroege
+broedsels precies evenveel baat vonden bij deze substantie als de
+kippen van den heer Bensington. Een wesp bereikt uitteraard vroeger
+den rijpen leeftijd dan een kip--en inderdaad waren van al de wezens
+die--door de gulle achteloosheid der Skinners--deelden in de geneugten
+waarmede de heer Bensington zijne kippen overlaadde--de wespen de
+eersten, die in de wereld op den voorgrond begonnen te treden.
+
+Het was een boschwachter, Godfrey genaamd, op het buiten van
+luitenant-kolonel Rupert Hick, bij Maidstone, die het eerste dezer
+monsters ontmoette en het geluk had het te dooden. Hij liep tot aan
+zijne knieën in de brem, dwars over een open veld in de beukenbosschen,
+die verscheidenheid brengen in het park van luitenant-kolonel Hick,
+en hij droeg zijn geweer--gelukkig voor hem een dubbelloops--over
+zijn schouder, toen hij het ding het eerst in het oog kreeg. Het kwam,
+zegt hij, met het licht mee, zoodat hij het niet duidelijk kon zien,
+en terwijl het op hem afkwam, liet het een gesnor hooren "als een
+automobiel." Hij geeft toe dat hij bang werd. Het was blijkbaar zoo
+groot als, of nog grooter dan een kerkuil, en voor zijn geoefend oog
+moet de vlucht en in het bijzonder het nevelige gedwarrel der vleugels
+iets onheilspellend on-vogelachtigs geleken hebben. Bij het instinct
+van zelfverdediging, stel ik mij voor, kwam langdurige gewoonte,
+toen, zooals hij zegt, hij "het schot er aftrok."
+
+Het vreemde van het geval had waarschijnlijk invloed op zijn mikken;
+het grootste gedeelte van zijn schot hagel miste tenminste, en het
+ding viel slechts een oogenblik neer met een nijdig "Wzzzz," dat
+het onmiddellijk kenmerkte als een wesp. Toen vloog het weder op,
+terwijl alle strepen tegen het licht glansden. Hij zegt dat het op
+hem af kwam. Hoe dan ook, hij ledigde zijn tweeden loop op nog geen
+twintig pas, en wierp zijn geweer weg, liep een paar pas ver weg,
+en bukte zich toen om het uit den weg te gaan.
+
+Hij is er zeker van dat het hem op nog geen meter afstands
+voorbijsnorde, tegen den grond sloeg, weder opvloog, nogmaals neerviel,
+op misschien dertig meter afstand, en toen op zij rolde, met een zich
+krommend lichaam, terwijl de angel om zich heen stiet, in en uit, in
+zijn laatsten doodstrijd. Hij schoot er beide loopen nogmaals op af,
+vóor hij er zich dichtbij waagde.
+
+Toen hij aan het meten ging, bevond hij dat het een vlucht van
+zevenentwintig en een halven duim had, en de angel was drie duim
+lang. De buik was hem schoon van het lijf weggeschoten, maar hij
+schatte de lengte van het ding van kop tot angel op achttien duim--wat
+ongeveer uitkomt. Zijn facetten-oogen waren zoo groot als guldens.
+
+Dat is de eerste authentieke verschijning van deze reuzen-wespen. Den
+dag daarna scheelde het heel weinig of een fietsrijder, die met
+opgetrokken beenen den heuvel tusschen Sevenoaks en Tonbridge kwam
+afdalen, reed over een tweede dezer reuzen, die dwars over den weg
+kroop. Zijn voorbijkomen scheen het dier te verschrikken, en het vloog
+òp met een gedruisch als een zaagmolen. Zijn fiets hotste over den
+weg in de ontroering van het oogenblik, en toen hij in staat was òm
+te kijken, zweefde de wesp heen, hoog over de bosschen, in de richting
+van Westerham.
+
+Na een tijdje onvast voortgereden te hebben, remde hij, stapte af--hij
+beefde zoo hevig, dat hij over zijn fiets viel terwijl hij het deed--en
+ging aan den kant van den weg zitten om bij te komen. Hij was van plan
+geweest naar Ashford te trappen, doch kwam niet verder dan Tonbridge
+dien dag...
+
+Merkwaardig genoeg zijn er de eerstvolgende drie dagen geen berichten
+van groote wespen, die gezien werden. De weerberichten van die
+dagen raadplegend, bevind ik dat de lucht bedekt was, en het door
+plaatselijke buien te koud was om veel uit te vliegen, wat misschien
+deze tusschenruimte verklaart. Op den vierden dag was de hemel weder
+blauw, en scheen de zon prachtig en braken er zooveel wespen los,
+als de wereld voorzeker te voren nooit gezien had.
+
+Het is onmogelijk te raden hoeveel groote wespen er dien dag te
+voorschijn kwamen. Er zijn minstens vijftig gevallen van hunne
+verschijning vermeld. Er viel één slachtoffer, een kruidenier, die
+een van deze monsters in een suikervat ontdekte en het onbezonnen
+aanviel met een spa, toen het opvloog. Hij sloeg het neêr voor een
+oogenblik, en het stak hem door zijn laars toen hij het een tweeden
+slag toebracht, en het lichaam van het dier in tweeën sneed. Hij was
+het eerste van hun tweeën dood...
+
+De meest dramatische van die vijftig verschijningen was wel die van de
+wesp die het Britsch Museum bezocht, tegen den middag, en die uit het
+blauwe luchtruim neerschoot op een der tallooze duiven die op het plein
+vóór dat gebouw gevoederd worden, en ermee naar de kroonlijst vloog
+om zijn slachtoffer op zijn gemak te verslinden. Daarna kroop zij een
+tijdlang over het dak van het museum, kwam door een vallicht den koepel
+der leeszaal binnen, gonsde hier eenigen tijd in rond--er ontstond een
+paniek onder de lezers--vond eindelijk een raam en verdween plotseling
+in stilte weder uit de menschelijke waarnemingssfeer.
+
+Het meerendeel der andere berichten behelsde niets anders dan dat
+ze langs, of neergekomen waren. Een picnic werd te Aldington Heuvel
+uiteengejaagd en alle lekkernijen en de jam verorberd, en een jonge
+hond werd gedood en aan stukken gescheurd dicht bij Whitstable,
+voor de oogen van zijn meesteres...
+
+De straten weerklonken dien avond van den roep over de wespen,
+de plakkaten der nieuwsbladen wijdden zich in de vetste letters
+uitsluitend aan de "Reusachtige Wespen in Kent!" Opgewonden
+hoofdredacteurs en redacteuren holden wenteltrappen op en af en
+brulden allerlei over "wespen." En Professor Redwood, die uit zijn
+college in Bondstreet kwam, opgewonden door een warm dispuut met
+zijn comité over den prijs van jonge stieren, kocht een avondblad,
+opende het, verschoot van kleur, dacht geen oogenblik langer aan zijn
+jonge stieren en zijn comité, en reed zoo hard het paard maar loopen
+wilde in een bakje naar Bensington's kamers.
+
+
+
+V.
+
+De verdieping werd in beslag genomen, leek het hem toe--met
+buitensluiting van alle andere voelende dingen--door meneer Skinner
+en zijn stem, zoo ge tenminste een van beiden een voelend iets
+kunt noemen!
+
+De stem was héél hoog, baggerend in de angsttonen.
+
+"We kunne onmogelijk blijve, meneer, we thijn d'r gebleve in de
+hoop dat 't beter thou worden, en 't wordt hoe langer hoe erger,
+meneer. 't Thijn niet alleen de wethpen, meneer--d'r thijn groote
+oorwormen, meneer, thóó groot, meneer." (Hij stak zijn geheele hand en
+nog ongeveer drie duim vette, smerige pols uit). "M'n vrouw krijgt er
+haatht een beroerte van angtht van, meneer. En de brandnetelth bij de
+kippenloopen, meneer, diè groeie ook al, meneer, en het kanariekruid,
+meneer, dat we bij de thinkput thaaiden, meneer--dat sthak z'n ranke
+door het raam 'th nachts, meneer, en greep m'n vrouw bijna bij d'r
+beene, meneer. Dat komt door dat voeder van u, meneer. Overal waar we
+wat gemortht hebbe, meneer, ith alles wèliger an 't groeie gegaan,
+meneer, dan ik dacht dat mogelijk wath. 't Ith onmogelijk, meneer,
+om nog 'n maand te blijve, meneer. We thoue d'r niet levend van daan
+komme, meneer. Al stheke de wespen onth niet, dan thulle we gethmoord
+worde door de thlingerplant, meneer. Je kunt je d'r geen denkbeeld
+van make, meneer--alth je thelf niet komt kijke, meneer--"
+
+Hij richtte zijn verheven oog naar de kroonlijst boven Redwood's
+hoofd. "Wie thal thegge, meneer, of de ratte 't ook al niet te pakke
+hebbe, meneer! En daar ben ik 't bangthste voor, meneer. Tot nog toe
+heb ik geen groote rat gethien, meneer, maar wie thal 't thegge,
+meneer? We thijn dage lang in de war geweetht van thchrik toen we
+die oorwurme thage--alth kreefte, meneer--twee, meneer--en dan dat
+kanariekruid; en tho gauw toen ik de wethpen hoorde, meneer, thnapte ik
+'t. Ik wachtte geen oogenblik langer, dan om 'n knoop antethette die
+'k verlore had, en toen ben ik maar gauw hierheengekomme. En nou ben ik
+half buite methelf van angst over m'n vrouw, meneer. Dat kanariekruid
+kruipt over de heele plaatth alth een thlang, meneer--terwijl je d'r
+naar kijk, meneer! en dan die oorwurme, die hoe langer hoe grooter
+worde, en de wepthe--ze heeft thelfths geen thakjethblauw [2],
+meneer,--alth d'r wat overkwam, meneer!"
+
+"Maar de kippen," zeide de heer Bensington; "hoe gaat het met de
+kippen?"
+
+"We hebbe the tot githtere gevoederd, 't ith waar," zei de heer
+Skinner, "maar vanmorge dòrthte' we niet meer, meneer. 't Lawaai dat de
+wethpe' maakte'--vreethelijk, meneer. The vloge net uit--dothijne. Tho
+groot ath kippe. Ik theg tege d'r "naai me eve 'n paar knoope'
+aan," theg ik, "want ik kon toch thò niet naar Londen," theg ik,
+"en dan ga ik naar meneer Benthington," zeg ik, "om 'em alleth te
+vertelle. En jij blijf in dethe kamer tot ik terugkom," theg ik,
+"en hou de rame' tho dicht alth je maar kan," theg ik."
+
+"Als jelui niet zoo vervloekt slordig waart geweest"--begon Redwood.
+
+"O, theg dàt niet, meneer!" zeide Skinner. "Noù niet meneer, nou
+dat ik tho in angthst thit over m'n vrouw, meneer! Athjeblìéft,
+meneer. Ik kan nou nikth tegenthegge. Waarachtig, meneer, 't gaat
+niet! Ik moet al maar an die ratte denke--wie weet of the m'n vrouw
+al niet beet hebbe, terwijl ik hier ben?"
+
+"En heb je dan niet één enkele opmeting van al die heerlijke
+groei-lijnen!" zeide Redwood.
+
+"'k Ben te veel in de war geweetht, meneer," zeide meneer
+Skinner. "Alth je witht, wat wij doorgethtaan hebbe--ik en m'n
+vrouw. We withte niet wat er van te denke, meneer. Doordat die kippe
+tho groeiden, en de oorwurme, en het kanarie-kruid..."
+
+"Ja, ja, dat heb je nou allemaal al verteld," zeide Redwood. "Maar
+wat moeten we aanvangen, Bensington?"
+
+"Wát moeten wij aanvange?" vroeg meneer Skinner.
+
+"Jij zult natuurlijk terug moeten naar je vrouw," zeide Redwood. "Je
+kunt haar daar niet alleen laten den geheelen nacht."
+
+"Maar alléén ga 'k nièt, meneer, al ware d'r 'n dothijn juffrouwen
+Thkinner. 't Ith meneer Benthington --"
+
+"Onzin," zeide Redwood, "'s Avonds zijn d'r geen wespen, en de
+oorwurmen gaan je wel uit den weg--"
+
+"Maar de ratten dan?"
+
+"Er zìjn geen ratten," zeide Redwood.
+
+
+
+VI.
+
+De heer Skinner had zich zijn voornaamste punt van bezorgdheid kunnen
+besparen. Juffrouw Skinner bleef zelfs niet tot den avond.
+
+Tegen elf uur begon het kanariekruid, dat den geheelen morgen ijverig
+werkzaam geweest was, over het raam heen te klimmen, en dit sterk
+te verduisteren, en hoe donkerder het werd, hoe duidelijker het
+juffrouw Skinner werd, dat haar toestand heel spoedig onhoudbaar
+zou zijn. En ook, dat 't was alsof zij eeuwen doorleefd had sedert
+Skinner heenging. Zij gluurde een tijdje uit het duister wordende raam,
+door de steeds verder reikende ranken, ging toen zeer behoedzaam de
+slaapkamerdeur open doen en luisterde... Alles scheen rustig, en aldus
+haar rokken bij elkaar houdend, holde zij de slaapkamer binnen en nadat
+zij eerst onder het bed had gekeken en de deur op slot gedraaid had,
+begon zij met de stelselmatige vlugheid van een vrouw van ondervinding
+aan het pakken om te vertrekken. Het bed was nog niet opgemaakt en de
+vloer der kamer was bezaaid met stukken der kruipplant die Skinner
+den vorigen avond afgehàkt had om het venster te kunnen sluiten,
+doch aan deze wanorde stoorde zij zich niet. Zij pakte alles in
+een fatsoenlijk laken. Zij pakte haar geheele eigen garderobe in en
+een velveteen jas die Skinner droeg als hij er eens héél netjes wou
+uitzien, en zij pakte een pot augurken in, die nog niet aangebroken
+was, en tot zoover was haar pakken volkomen in orde. Doch zij pakte
+ook in twéé van de hermetisch-gesloten bussen met Herakleophorbia IV,
+die de heer Bensington bij zijn laatste bezoek had medegebracht. (Zij
+was wel eerlijk, 't goeie mensch,--maar zij was toch ook grootmoeder en
+haar hart bloedde als zij zulk een heerlijk groeimiddel zag verspillen
+op een troep van die verwenschte kuikens.)
+
+En toen ze al deze dingen ingepakt had, zette zij haar hoed op,
+deed haar schort af, bond een nieuwen schoenveter om haar parapluie
+en na langen tijd aan de deur en het venster geluisterd te hebben,
+opende zij de deur en trad naar buiten om de gevaarlijke buitenwereld
+in te gaan. Zij hield de parapluie onder den arm en zij omklemde het
+pak met twee beenige handen, die niet los zouden laten. Het was haar
+beste zondagsche hoed en de twee klaprozen die hunne hoofden opstaken
+midden uit de pracht van lint en kraal, schenen bezield met denzelfden
+huiverigen moed, die haarzelf vervulde.
+
+De lijnen om haar neuswortel trokken rimpels van vastberadenheid. Nu
+had zij er genoeg van! Heelemaal alleen daar te zitten! Als Skinner zin
+had kon die daar terugkomen, maar zij moest er niks meer van hebben.
+
+Zij ging de vóórdeur uit, niet omdat zij naar Hickleybrow wilde
+gaan (haar doel was Cheasing Eyebright, waar haar getrouwde dochter
+woonde), maar omdat zij door de achterdeur er niet meer uit kon door
+de slingerplant, die zoo woest aan het groeien gegaan was, nadat zij
+de bus met voeder dicht bij de wortels bij ongeluk omgegooid had. Zij
+luisterde een poosje, en sloot de voordeur zeer behoedzaam achter
+zich dicht.
+
+Bij den hoek van het huis bleef zij staan en nam poolshoogte.
+
+Een lang litteeken van zand op de helling van den heuvel achter het
+pijnbosch, duidde op de nabijheid van het Reuzen-wespen-nest, en dit
+litteeken sloeg zij aandachtig gade. Het uitvliegen en terugkomen
+van 's morgens was gedaan, toevallig was er geen enkele wesp in
+het zicht, en behalve een geluid dat weinig meer hoorbaar was dan
+een stoom-houtzaag in volle werking tusschen de denneboomen zoude
+geweest zijn, was alles stil. Wat de oorwormen aangaat, zij zag
+er geen enkele. Weliswaar zag ze onder in de kool iets bewegen,
+doch dat kon evengoed een kat zijn die op vogels loerde. Zij keek
+hier een tijdje naar. Zij verwijderde zich enkele schreden van den
+hoek, kreeg den ren met de reuzen-kuikens in het zicht en bleef
+weder staan. "Ach!" zeide zij, en schudde langzaam het hoofd toen
+zij ze zag. Zij waren nù ongeveer zoo groot als een casuaris, doch
+natuurlijk veel breeder van lijf--heelemaal veel grooter. Het waren
+allen hennen, vijf stuks, nu dat de twee jonge hanen elkaar gedood
+hadden. Ze aarzelde een oogenblik toen zij ze in zulke neerslachtige
+houdingen zag staan. "Arme sukkels!" zeide zij, en legde haar pak neer;
+"ze 'ebbe' geen water. En ze 'ebbe' in vierentwintig uur geen ete'
+gehad! En dan met zoo'n eetlust!" Zij bracht een magere vinger aan
+hare lippen en ging met zichzelve te rade.
+
+En toen deed deze slordige vrouw wat mij tenminste werkelijk een
+heldhaftige, barmhartige daad toelijkt. Zij liet haar buidel en
+parapluie midden op het klinkerpad liggen, ging naar den put en
+putte niet minder dan drie emmers water voor den ledigen drinkbak der
+kuikens, en toen, terwijl zij zich daar allemaal om verdrongen, deed
+zij stilletjes de deur van den ren open. Daarna werd zij bijzonder
+actief, nam haar pak weder op, klom over de heg achter in den tuin,
+stak dwars de welige weiden (om het wespennest te vermijden) over en
+beklom moeizaam het kronkelende pad naar Cheasing Eyebright.
+
+Al hijgend ging het tegen den heuvel op, en onder het gaan bleef zij
+telkens even staan, om uit te rusten, op adem te komen en nog eens om
+te kijken naar het kleine huis naast het pijnbosch daar beneden. En
+toen zij eindelijk bijna den top van den heuvel bereikt had, zag zij
+in de verte drie wespen van elkaar verwijderd vliegen, en log naar
+het westen afdalen, en dat maakte haar beenen een boel vlugger.
+
+Zij had nu weldra het open terrein achter zich gelaten, en kwam aan
+de met hooge bermen afgezette laan (die haar een veiliger plaats
+toeleek) en zoo over Hickleybrow Coombe naar de heuvels. En daar
+aan den voet der heuvels, waar een dikke boom haar een schuilplaats
+aanbood, rustte zij een oogenblik uit op een hek.
+
+Toen weder vastberaden voorwaarts...
+
+Gij ziet haar al, hoop ik, met haar witten bundel, zelf een soort
+van op-de-achterste-pooten-loopende mier, zich voortreppend langs
+het kleine witte pad-lint dwars over de hellingen der heuvels, in de
+felle zon van den zomernamiddag. Zij sukkelde voort, haar vastberaden,
+onvermoeibaren neus achterna, en de papavers op haar hoed trilden
+zonder ophouden, en haar elastieken schoenen werden al witter en
+witter door het mulle zand. Flip-flap, flip-flap petterden haar
+schoenen door de stille hitte van den dag, en voortdurend trachtte
+haar parapluie ondeugend weg te glijden van onder den elleboog die
+'m vasthield. De mond-rimpel onder haar neus was nu saamgetrokken tot
+de uiterste vastberadenheid, en telkens beval zij haar parapluie weder
+naar boven te komen of gaf een nijdigen ruk aan haar bundel. En soms
+mompelden hare lippen gedeelten van een wel-te-wachten twistgesprek
+tusschen haarzelf en Skinner.
+
+En, mijlen ver weg, groeiden een torenspits en een bosch ongemerkt
+op uit het ijle blauw, zoodat het vreedzame uithoekje waar Cheasing
+Eyebright veilig verborgen lag voor het gedruisch der wereld,
+steeds duidelijker zichtbaar werd, zich zeer weinig bekommerend om
+het Herakleophorbia dat verborgen lag in dien witten bundel, die zoo
+volhardend op de kalme rust van het plaatsje toesukkelde.
+
+
+
+VII.
+
+Zoover als ik kan nagaan, kwamen de kuikens in Hickleybrow 's middags
+tegen drie uur. Hun komst schijnt heel wat levendigheid meegebracht
+te hebben, hoewel er toevallig niemand op straat was om ze te zien
+aankomen. Het geweldige gekrijsch van den kleinen Skelmersdale schijnt
+de eerste aanduiding te zijn geweest dat er iets niet in den haak
+was. Juffrouw Durgon van het postkantoor stond als gewoonlijk voor
+het raam, en zag de kip, die het ongelukkige kind beetgepakt had,
+met groote passen de straat afrennen met haar slachtoffer, dicht
+op de hielen gezeten door twee anderen. Ge kent wel die waggelende
+groote passen van het geïmproviseerde athletische kuiken van heden ten
+dage! Gij kent wel het vinnige vasthouden van de hongerige kip! Er
+zat bloed van Plymouth Rocks in deze kippen, heb ik hooren zeggen,
+en zelfs zonder Herakleophorbia, is dit een mager, hardloopend ras.
+
+Het is mogelijk dat juffrouw Durgon niet zoo heel erg verrast
+was. Niettegenstaande het aandringen van den heer Bensington op
+geheimhouding, liep er toch reeds sinds eenige weken in het dorp een
+gerucht rond omtrent het groote kuiken, dat Skinner aan het opfokken
+was. "Goeie hemel!" riep zij uit, "net wat ik dacht."
+
+Zij schijnt zich met groote tegenwoordigheid van geest gedragen te
+hebben. Zij greep den verzegelden zak met brieven, die lag te wachten
+om door te gaan naar Urshot, op, en rende hiermede onmiddellijk de deur
+uit. Bijna op hetzelfde oogenblik verscheen de heer Skelmersdale, een
+gieter krampachtig bij de tuit houdend, en erg bleek. En het spreekt
+vanzelf, dat binnen een minimum van tijd iedereen in het dorp naar
+de deur of het venster holde.
+
+Het schouwspel dat juffrouw Durgon aanbood, den weg afhollend, met de
+geheele correspondentie van dien dag in de hand, bracht het kuiken,
+dat in bezit was van den jongenheer Skelmersdale, tot nadenken. Het
+bleef één oogenblik besluiteloos staan, en wendde zich toen naar het
+open hek van de plaats van Fulcher. Dit oogenblik was noodlottig. Het
+tweede kuiken kwam gezwind aanloopen, kreeg het kind te pakken door een
+goedgerichte pik, en vloog over den muur in den tuin van den dominé.
+
+"Charawk, chawk, chawk, chawk, chawk, chawk!" riep de achterste hen,
+netjes geraakt door den gieter van den heer Skelmersdale, en fladderde
+in wilde haast over het landhuis van mevrouw Glue, en zoo op het
+terrein van den dokter, terwijl de overige van die Gargantuaansche
+vogels dwars over het grasveld der pastorie het kuiken achtervolgden,
+dat op dàt oogenblik in bezit was van het kind.
+
+"Goeie hemel!" riep de hulpprediker uit (zooals enkelen beweren, zei
+hij iets veel manlijkers) en liep toe, zijn crocket-hamer zwaaiend
+en schreeuwend om de jacht te keeren.
+
+"Halt, schurk!" riep de hulpprediker, alsof reuzen-kippen doodgewone
+dingen waren.
+
+En toen, bevindende dat hij het met geen mogelijkheid kon tegenhouden,
+wierp hij zijn hamer met alle macht het dier achterna, en in een
+sierlijken boog vloog hij rakelings langs het hoofd van jongenheer
+Skelmersdale en door de glazen lantaarn van de broeikas. Krak! De
+nieuwe broeikas! De prachtige nieuwe broeikas van de domineesche!
+
+De kip schrok er van. Iederéén zou er van geschrokken zijn. Zij liet
+haar slachtoffer vallen in een Portugeeschen laurierstruik, (waaruit
+het een oogenblik later te voorschijn gehaald werd, gehavend doch
+heelshuids, op zijn minder fijne kleêren na), sprong fladderend naar
+het dak van Fulcher's stal, zakte met den poot door een zwakke plaats
+in de pannen, en daalde, om het zoo maar eens uit te drukken, uit de
+oneindige ruimte, in de contemplatieve rust van den heer Bumps, de
+lamme, die--en het is nu boven allen twijfel verheven door de bewijzen
+die voorhanden zijn--bij deze speciale gelegenheid in zijn leven,
+de geheele lengte van zijn tuin afliep, en zoo naar binnen zonder
+eenige hulp, de deur achter zich grendelde en toen zich onmiddellijk
+weder overgaf aan Christelijke berusting en algeheele afhankelijkheid
+van zijn vrouw...
+
+De overige kuikens werden tegengehouden door andere crocketspelers, en
+gingen door den moestuin van den predikant het veld van den dokter in,
+waar de vijfde zich ook bij hen voegde, mistroostig klokkend na een
+mislukte poging om over de komkommerkassen te loopen in den tuin van
+meneer Witherspoon. Ze schijnen daar bij elkaar gestaan te hebben,
+zooals kippen dat doen kunnen, en een beetje gekrabd en peinzend
+geklokt te hebben, en toen pikte er een naar een bijenkorf van den
+dokter en wierp hem omver, en hierop gingen ze aan den haal met een
+zotten, hortenden, onregelmatigen gang, dwars de velden door in de
+richting van Urshot, en de straat te Hickleybrow zag ze niet weder. Bij
+Urshot schijnen ze werkelijk aan hun vraatzucht geëvenredigd voedsel
+gevonden te hebben in een veld koolrapen, en pikten hier een tijd
+met smaak aan, tot hun roem hen achterhaalde.
+
+De voornaamste onmiddellijke reactie op dezen verbazingwekkenden inval
+van reuzen-hoenders op den menschelijken geest was het plotseling
+ontwaken van een eigenaardige onweerstaanbare neiging om te schreeuwen
+en hard te draven en met allerlei dingen te gooien, en in een bijzonder
+korten tijd was nagenoeg de geheele beschikbare mannelijke bevolking
+van Hickleybrow en verscheidene dames, er op uit met een merkwaardige
+verzameling van ratelende en klapperende dingen in de hand--om het
+verdrijven der reuzenkippen aan te vangen. Ze dreven ze Urshot binnen,
+waar een Landelijk Feest gehouden werd, en Urshot beschouwde ze als
+de kroon op een gelukkigen dag. Men begon op ze te schieten dicht bij
+Findon Beeches, doch in het begin slechts met een vogelroer. Natuurlijk
+kunnen vogels van deze grootte een onbeperkte hoeveelheid kleine hagel
+in zich opnemen zonder eenige nadeelige gevolgen. Zij raakten dicht
+bij Sevenoaks van elkaar en bij Tonbridge liep er een, al klokkend,
+een tijdlang buitengewoon opgewonden, naast den namiddagboot-express,
+en een eindje er voor uit,--tot groote verbazing van alle passagiers.
+
+En tegen half vijf werden er twee zeer handig gevangen door een
+circuseigenaar te Tunbridge Wells, die ze in een kooi, welke leegstond
+door den dood van een tot weduwe geworden drommedaris, lokte, door
+koekjes en brood te strooien...
+
+
+
+VIII.
+
+Toen de ongelukkige Skinner dien avond te Urshot uit den Zuid-Ooster
+trein stapte, was het bijna schemer. De trein was laat--doch niet
+buitensporig laat--wat meneer Skinner dan ook tegen den stationschef
+opmerkte. Misschien zag hij het oog van den chef veelbeteekenend
+schitteren. Na een zeer korte aarzeling en met een vertrouwelijk
+handgebaar naar den kant van zijn mond vroeg hij of er dien dag ook
+"iets" gebeurd was.
+
+"Wat bedòel je?" zei de chef, een man met een harde nadrukkelijke stem.
+
+"Met die wethpen en dat tuig."
+
+"We hebbe niet veel tijd gehad om aan wespe te denke," zei de chef
+vriendelijk. "We zijn veels te druk geweest met je pesterige kippen,"
+en hij deelde hem mede wat er met de kuikens gebeurd was.
+
+"Je hebt toch nikth ge'oord van juffrouw Thkinner?" vroeg Skinner,
+tusschen dien stortvloed van kernachtige woorden en aanmerkingen
+door...
+
+"Ben je nou heelemaal!" zeide de chef--alsof zelfs hij de grens trok
+op het gebied van dingen-weten.
+
+"Dan moet 'k er toch eth naar gaan onderthoeke," zeide meneer Skinner,
+zich zijdelings verwijderend buiten schot voor de algemeene opmerkingen
+over de verantwoordelijkheid, die iemand op zich nam door kippen te
+zwaar te voeden, waarmede de chef besloot...
+
+Toen hij Urshot doorkwam werd hij aangeroepen door een kalkbrander
+uit de groeven in de buurt van Hankey, die hem vroeg of hij naar zijn
+kippen zocht.
+
+"Je hebt bijgeval toch niksth gehoord van m'n vrouw?" vroeg hij.
+
+De kalkbrander--wàt hij precies zeide gaat ons niet aan--gaf te kennen
+dat hij méér belang stelde in kippen....
+
+Het was reeds donker--zoo donker als een nacht in de maand Juni
+in Engeland tenminste zijn kan--toen Skinner--of zijn hoofd liever
+gezegd--om de deur van "de Vroolijke Drijvers" kwam kijken, en zeide:
+"Ello! je 'ebt toch nikth ge'oord van die gesthchiedenith met mijn
+kippe, hè?"
+
+"Zoo!" zeide Fulcher. "Nou, een gedeelte van die geschiedenis is
+door het dak van mijn stal komen zakken, en één hoofdstuk heeft
+een gat gestooten in de broeibak van de domineesche--neem me niet
+kwalijk--Broeikàst."
+
+Skinner trad binnen. "Ik wil een troothtertje hebbe," zei hij "warme
+jenever met water, athjeblieft," en iedereen begon hem te vertellen
+omtrent de kuikens.
+
+"Goeie god!" zeide Skinner. "Je 'ebt toch nikth ge'oord van juffrouw
+Thkinner?" vroeg hij toen het even stil was.
+
+"Nee, dat niet!" zeide Witherspoon. "An haar hebbe we niet
+gedacht. Trouwens an jou evenmin, hoor."
+
+"Ben je vandaag dan niet thuis geweest?" vroeg Fulcher, over zijn
+bierpul heen.
+
+"As een van je verwenschte vogels d'r gepikt heeft," begon Witherspoon,
+en liet de gansche onuitgesproken verschrikking zijner woorden aan
+hun hulpelooze verbeelding over...
+
+Het leek de vergadering op dat oogenblik interessant toe, als besluit
+van een gebeurtenis-vollen dag, om Skinner te vergezellen, en te
+zien of er iets gebeurd wàs met juffrouw Skinner. Je weet nooit wat
+meevallertjes je kunt hebben als er ongelukken op de baan zijn. Doch
+Skinner, die bij de toonbank stond en zijn warme jenever met water
+dronk, met één oog dwalend over de dingen achter het buffet en het
+andere gericht op het onbegrensde, miste het psychologische van
+dit moment.
+
+"D'r ith vandaag toch niksth an de hand geweetht met een van die
+groote wepthen?" vroeg hij, met een bestudeerde losheid van manier.
+
+"Veels te druk geweest met je kippe," zei Fulcher.
+
+"Ik vertrouw dat the nou toch al wel binne thulle thijn, hè?" zei
+Skinner.
+
+"Wat--de kippe?"
+
+"Ik dacht an de wepthe," zei Skinner.
+
+En toen, met een omzichtigheid die wantrouwen zou gewekt hebben in
+een kind van een week oud, en den klemtoon leggend op het meerendeel
+der woorden die hij zeide, vroeg hij, "níémand 'ééft toch ge'óórd van
+andere groote dingen, wel? Groote 'onde' of katte' of thóó ietsth? Ik
+thou thegge dat as d'r groote kippe en wepthe' thijn, dat--"
+
+Hij lachte met een uitstekend nagebootst air alsof hij zoo maar
+wat zei.
+
+Doch er kwam een peinzende uitdrukking op de gezichten der
+Hickleybrowers. Fulcher was de eerste die aan hun aller, steeds
+helderder wordende gedachte den concreten woorden-vorm gaf.
+
+"'n Kat, die past bij die kippe'--" zei Fulcher.
+
+"Net zoo!" zei Witherspoon, "'n Kat die past bij diè kippe'."
+
+"Dat zou 'n tijger zijn," zei Fulcher.
+
+"Nog erger dan 'n tijger," zei Witherspoon.
+
+Toen Skinner eindelijk het eenzame voetpad volgde over het glooiende
+veld dat Hickleybrow scheidde van de sombere vallei, die overschaduwd
+werd door pijnboomen, in welker donkere schaduw de reusachtige
+kanarie-kruid-kruipplant in stilte zijn strijd uitvocht met de
+Proef-Hoeve, volgde hij het alléén.
+
+Zeer duidelijk zag men hem rijzen tegen de lucht--want zoover volgde
+de publieke belangstelling hem--en weder afdalen in den nacht, in
+een duisternis waaruit hij nooit weder zal te voorschijn komen. Hij
+verdween--in één groot mysterie. Tot op dezen dag weet niemand wat
+er met hem gebeurde, nadat hij de helling over was.
+
+Toen later de beide Fulchers en Witherspoon, aangevuurd door hun
+eigen verbeelding, den heuvel beklommen, en naar hem uitstaarden,
+had de nacht hem geheel verzwolgen.
+
+De drie mannen stonden dicht bij elkaar. Er kwam geen enkel geluid
+tot hen vanuit de duisternis van het bosch, dat de Hoeve aan hunne
+oogen onttrok.
+
+"'t Zal wel in orde zijn," zeide de jonge Fulcher, een lang stilzwijgen
+verbrekend.
+
+"Ik zie geen lichten," zei Witherspoon.
+
+"'t Is dampig," zei de oudste van de Fulchers.
+
+Zij bleven een oogenblik in gedachten verzonken staan.
+
+"Hij zou wel teruggekomme zijn as d'r iets niet in den haak was." zei
+de jonge Fulcher, en dit leek zóó voor de hand liggend en afdoend,
+dat een oogenblik later de oude Fulcher zei "kom," en zij alle drie
+naar huis en te bed gingen--ik moet toegeven, wel wat nadenkend...
+
+Een herder, die buiten was in de buurt van Huckster's boerderij,
+hoorde een gejank in den nacht, dat hij dacht van vossen afkomstig
+te zijn, en den volgenden morgen was een van zijn lammeren gedood,
+halverwege naar Hickleybrow gesleept en gedeeltelijk verslonden...
+
+Het onverklaarbare van het geval is, dat er geen onbetwistbare
+overblijfselen van Skinner gevonden werden!
+
+Verscheidene weken daarna, werd er tusschen de verkoolde ruïnen
+der Proef-Hoeve iets ontdekt, dat een menschelijk schouderblad kon
+geweest zijn, maar het ook evengoed nièt kon geweest zijn, en in een
+ander gedeelte der ruïnen een lang been, erg afgekloven, en eveneens
+van twijfelachtige herkomst. Dicht bij den opstap van het hek, op de
+helling naar Eyebright, werd een glazen oog gevonden, en verscheidene
+lieden ontdekten naar aanleiding hiervan, dat Skinner veel van zijn
+persoonlijke bekoring te danken had aan dit artikel. Het staarde
+de wereld aan met hetzelfde air van los zijn van al het aardsche,
+dezelfde strenge zwaarmoedigheid, die de redders waren geweest van
+zijn gelaat, dat anders wereldsch had kunnen lijken.
+
+En om de ruïnen bracht een ijverig onderzoek de metalen ringen en
+verkoolde omtrekken van twee linnen knoopen, en drie onaangetaste
+beenen knoopen aan het licht, en een van die metalen soort die gebruikt
+worden voor de minder in het oog vallende naden der menschelijke
+kleedij. Deze overblijfselen zijn door personen, die het weten
+konden, beschouwd als zonder eenigen verderen twijfel, wijzend
+op een verslonden en verstrooiden Skinner, doch terwille van mijn
+eigen overtuiging, en zijn zeer sterk aangeboren slordigen aard in
+aanmerking nemend, moet ik zeggen dat ik voor mij liever wat minder
+knoopen en wat meer beenderen had wenschen te zien.
+
+Na het vinden van het glazen oog is het natuurlijk zeer moeilijk de
+eerste meening te weerleggen en deze heeft dan ook allen schijn van
+waarheid, doch als het werkelijk het oog van den heer Skinner is,--en
+zelfs juffrouw Skinner wist nooit zeker of zijn onbeweeglijk oog van
+glas was--dan moet het een of ander het veranderd hebben van zacht
+bruin tot helder en geprononceerd blauw. Dat schouder-blad is een
+zeer twijfelachtig bewijsstuk, en ik zou het wel eens willen leggen
+naast de afgeknaagde schouderbladen van enkele van de meer gewone
+huisdieren, vóor ik toegeef dat het aan een mensch toebehoorde.
+
+En waar waren Skinner's schoenen dan wel, bijvoorbeeld?
+
+Verdorven en vreemd als de vraatzucht van een rat moge zijn, is het
+dan nog aan te nemen dat dezelfde wezens een lam half-opgegeten
+zouden laten liggen, en Skinner oppeuzelen met haar, beenderen,
+tanden en laarzen?
+
+Ik heb zooveel mogelijk lieden ondervraagd die Skinner zeer persoonlijk
+gekend hadden, en als één man zijn zij het er over eens, dat zij
+zich niet konden voorstellen dat ièts, wat dan ook, Skinner zou
+opeten. Hij behoorde tot het soort van menschen,--zooals een ex-zeeman
+die in een woning van den heer W. W. Jacobs te Dunton Green woonde,
+mij vertelde, met een voorzichtige gewichtigheid in zijn optreden,
+niet ongewoon in die streken--die tòch eenmaal "naar de haaien gaan,"
+en wat betreft die verscheurende dieren, dat Skinner in staat was
+"om een vuur het licht uit te blazen."
+
+Hij beschouwde Skinner even veilig op een ronddrijvende balk als
+overal elders. De ex-zeeman voegde erbij dat hij niks van Skinner zou
+zeggen, hoor, maar feiten waren feiten, en dat hij, wat hem betreft,
+nog maar liever de bak in ging dan zijn kleeren bij Skinner te laten
+maken. Deze opmerkingen stellen Skinner voorzeker niet in een erg
+appetijtelijk daglicht.
+
+Om volkomen eerlijk spel met den lezer te spelen, moet ik voor
+mij verklaren, niet te gelooven dat hij ooit naar de Proef-Hoeve
+terugkeerde. Ik geloof dat hij lang en aarzelend bleef rondzwerven
+in de velden om Hickleybrow, en dat hij eindelijk, toen dat gejank
+begon, den kortsten weg nam om uit zijne verlegenheid te geraken,
+en zoo het onbekende in.
+
+En in het onbekende, hetzij van deze wereld of van het hiernamaals,
+is hij hardnekkig en zonder eenigen twijfel gebleven tot op den
+huidigen dag...
+
+
+
+
+
+HOOFDSTUK III.
+
+DE REUZEN-RATTEN.
+
+
+I.
+
+Twee nachten na het verdwijnen van den heer Skinner, reed de dokter
+van Podbourne nog laat in zijn tilbury in de buurt van Hankey. Hij was
+den geheelen nacht bezig geweest een onaanzienlijken jongen burger
+onze vreemde wereld in te helpen, en nadat zijn taak volbracht was,
+reed hij slaperig naar huis.
+
+Het was ongeveer twee uur in den morgen en de afgaande maan kwam op. De
+zomernacht was kil geworden, en er hing een lage bleeke mist, die
+de dingen onduidelijk zichtbaar maakte. Hij was geheel alleen--want
+zijn koetsier lag ziek te bed--en er was aan weerszijden van den
+weg niets te zien dan een erg-mysterieus-uitziende heg, die voor het
+gele licht zijner lantarens heentrok, en er was niets te hooren dan
+het getrappel van zijn paard en de scherpe echo's die door de heg
+weerkaatst werden. Zijn paard was even betrouwenswaardig als hijzelf
+en het is dan ook niet te verwonderen dat hij dommelde...
+
+Gij kent dat afwisselende indutten en met schrik wakker worden wel,
+dat knikkebollen van het hoofd, het knikken op het rhytmisch geluid
+der wielen, nu eens met de kin op de borst en dan het plotseling
+weder opschrikken.
+
+"Klep, klep, klep."
+
+"Wat was dat?"
+
+Het leek den dokter toe alsof hij een zacht, schril gejank vlak
+bij zich hoorde. Een oogenblik lang was hij klaar wakker. Hij zeide
+een paar onverdiende verwijtingen tegen zijn paard en keek om zich
+heen. Hij trachtte zichzelven gerust te stellen. 't Zou 't verwijderde
+geblaf van een vos wel zijn,--of misschien een jong konijn dat door
+een fret gepakt was.
+
+"Rikke-tikke-e-tik-tik-tik...."
+
+"Wat was dat dan toch?"
+
+Hij voelde dat zijn verbeelding hem parten begon te spelen. Hij
+schurkte es met de schouders en jeude zijn paard aan. Hij luisterde,
+doch hoorde niets meer.
+
+"Of zou het niets geweest zijn?"
+
+Hij had een vaag idee dat er even iets naar hem gegluurd had over de
+heg, een rare, groote kop. Met ronde ooren! Hij tuurde ingespannen,
+maar zag niets.
+
+"Onzin," zei hij.
+
+Hij ging rechtop zitten met de overtuiging dat hij de nachtmerrie
+gehad had, gaf zijn paard een heel zacht tikje met de zweep,
+sprak het toe en tuurde weer over de heg. Het helle licht van zijn
+lantaarn, samen met den mist, maakte de dingen schimmig, en hij kon
+niets onderscheiden. Het kwam toen plotseling in hem op, zegt hij,
+dat daar niets kòn zijn, want als er iets geweest was, zou zijn paard
+wel schichtig geworden zijn. Doch hoe hij zichzelf ook trachtte gerust
+te stellen, bleven zijn zinnen toch zenuwachtig waakzaam.
+
+Toen hoorde hij heel duidelijk een zacht gepetter van voeten achter
+zich aan, op den weg.
+
+Hij wilde zijn ooren niet gelooven. Hij kon niet omkijken, want de
+weg nam daar juist een scherpen draai. Hij legde de zweep over zijn
+paard en keek nogmaals op zijde. En toen zag hij heel duidelijk,
+waar een straal van zijn lantaarn over een laag eindje heg heengleed,
+den gekromden rug van--het een of ander groot dier, hij kon niet
+bepalen wat het was, dat met snelle, schokkende sprongen voortliep.
+
+Hij zegt dat hij dacht aan de oude heksen-verhalen--het beest leek
+zoo absoluut niet op eenig ander dier dat hij kende, en hij vatte
+de teugels steviger beet uit vrees voor den angst van zijn paard. En
+man van opvoeding als hij was, geeft hij toch toe, dat hij zichzelven
+afvroeg of dit iets was dat zijn paard niet kon zien.
+
+Voor hem uit, en steeds dichterbij komend zag hij tegen de
+opkomende maan, de silhouet van het kleine gehucht Hankey. Dit was
+geruststellend, al zag hij ook geen enkel licht en hij klapte met de
+zweep en zei nog eens wat tegen zijn paard, en toen schoten plotseling
+als een bliksemstraal de ratten op hem toe!
+
+Hij kwam een hek voorbij, en terwijl hij dit deed, sprong de voorste
+rat erover op den weg. Het ding besprong hem van uit het duister,
+en was nu zeer duidelijk te zien, het scherpe, felle, rond-oorige
+gezicht, het lange lichaam dat nòg langer leek door de bewegingen
+die het maakte; en wat hem vooral trof waren de roode, van vliezen
+voorziene voorpooten van het dier. Wat het nog vreeselijker moet
+gemaakt hebben, was, dat hij geen vaag idee had of het beest, hetwelk
+hem aanviel, wel een áárdsch beest was. Hij herkende het niet als een
+rat, doordat het zoo groot was. Zijn paard sprong opzij toen het wezen
+naast hem op den weg neerkwam. Het smalle laantje was plotseling vol
+gerucht door het klappen van de zweep en den schreeuw dien de dokter
+gaf. Alles ging plotseling snel.
+
+"Rrr-klr-pats--."
+
+Het schijnt dat de dokter opstond en zijn paard aanvuurde, en er uit
+alle macht op los sloeg. De rat deinsde terug en sprong opzij onder
+zijn slag--wat den dokter geruststelde omtrent het aardsche van het
+dier--bij het schijnsel der lantaarn was de voor, die de zweep in het
+haar gehaald had, duidelijk zichtbaar--en hij sloeg telkens weder,
+onbewust dat er aan de andere zijde een tweede vervolger staag
+veld won.
+
+Hij vierde de teugels, keek om, en zag de derde rat, hem
+achtervolgend...
+
+Het paard sprong vooruit. De tilbury sprong hoogop bij een
+kruisspoor. Een krankzinnig oogenblik lang leek alles hem met rukken
+en sprongen te gaan...
+
+Het was puur geluk dat het paard nog in Hankey kwam te vallen, en
+niet vóór zij aan de huizen kwamen of ze achter zich gelaten hadden.
+
+Niemand weet hoè het paard kwam te vallen, of het struikelde, of dat de
+rat van de andere zijde het werkelijk een van die kervende beten van
+boven naar beneden gaf met haar tanden (die zij aanbrengen en kracht
+bijzetten met hun volle zwaarte); en de dokter werd niet gewaar dat hij
+zelf gebeten was, vóór hij in het huis van den metselaar was, en nog
+veel minder had hij gemerkt wannéér de beet was toegebracht--hoewel
+hij gebeten was en erg ook--een lange snede, als de snee van een
+dubbelen tomahawk, die twee evenwijdigloopende reepen vleesch van
+zijn linker schouder gerukt had.
+
+Hij stond op een gegeven oogenblik rechtop in zijn tilbury en het
+volgende was hij op den grond gesprongen, met een erg verstuikten
+enkel, hoewel hij dit toen niet bemerkte, en sloeg woest naar een derde
+rat, die direct op hem kwam aanvliegen. Hij kan zich den sprong dien
+hij gedaan moet hebben boven over het rad, toen de tilbury kantelde,
+haast niet meer herinneren, zoo snel en verward werd hij bestormd
+door indrukken.
+
+Ik voor mij geloof dat het paard steigerde toen de rat het in den
+strot beet, opzij viel en de heele geschiedenis meesleepte; en dat
+de dokter als het ware instinctmatig er uit sprong. Toen de tilbury
+viel, sprong het oliereservoir van de lantaarn, en smakte plotseling
+een hellen gloed van brandende olie en witten vlammengloed temidden
+van den strijd.
+
+Dit was het eerste wat de metselaar zag.
+
+Hij had het geratel van de naderende tilbury gehoord en--hoewel de
+dokter zich hier niets van herinnert --het wilde geschreeuw dat de
+dokter deed hooren. Hij was haastig uit bed gekomen, en terwijl hij
+dit deed, hoorde hij den vreeselijken smak, en zag dien gloed buiten
+opschieten door het half-opgehaalde gordijn. "'t Was nog helderder dan
+de dag," zegt hij. Hij bleef met het gordijnkoord in de hand staan
+en staarde met open mond het venster uit naar den welbekenden weg,
+die een verandering had ondergaan als in een nachtmerrie. De donkere
+gestalte van den dokter met zijn om zich heen slaande zweep rees en
+daalde tegen de vlam. Hij zag het paard staan, half verborgen door
+den gloed, met een rat aan zijn keel. In de duisternis, die tegen
+den kerkhofmuur opstond, schitterden de oogen van een tweede monster
+kwaadaardig. Een derde--niets meer dan één brok vreeselijke duisternis
+met rood-gloeiende oogen en vleeschkleurige handen--klemde zich onvast
+aan den rand van den muur, waar het tegen opgesprongen was bij het
+oplaaien van den uit-elkaar-springende lantaarn.
+
+Ge kent wel den scherpen snuit van een rat, met die twee scherpe
+tanden en de meedoogenlooze oogen. Ongeveer zes maal vergroot en
+nog meer vergroot door duisternis en verbazing en de plotseling
+opschietende schimmen van een grilligen gloed, moet dit alles iets
+vreeselijks geweest zijn om aan te zien voor den metselaar--die nog
+meer dan half sliep.
+
+Toen had de dokter de gelegenheid, die het oplaaien der vlam hem een
+oogenblik aanbood, te baat genomen, en verdween uit het gezicht van
+den metselaar, en stond beneden op de deur te rameien met den knop
+van zijn zweep....
+
+De metselaar wilde hem niet binnenlaten vóór hij licht aangestoken had.
+
+Er zijn lieden die dat in den man gelaakt hebben, maar ik aarzel
+om mij aan hun zijde te scharen, tot ik mijn eigen moed beter heb
+leeren kennen.
+
+De dokter gilde en hamerde op de deur...
+
+De metselaar zegt dat hij huilde van angst toen de deur eindelijk
+openging.
+
+"Grendel," zei de dokter, "grendel"--hij kon niet zeggen "grendel de
+deur." Hij probeerde te helpen maar kon niet. De metselaar grendelde
+de deur en de dokter moest eerst een poosje op den stoel naast de
+klok zitten voor hij den trap kon opkomen...
+
+"Ik weet niet wàt 't zijn!" herhaalde hij verscheidene malen. "Ik
+weet niet wat het zijn,"--en zijn stem ging de hoogte in, telkens
+als hij aan "zijn" kwam.
+
+De metselaar wilde hem whiskey geven, doch de dokter wilde niet alleen
+gelaten worden met niets dan een flakkerend licht.
+
+Het duurde geruimen tijd voor de metselaar hem ertoe kon bewegen naar
+boven te gaan...
+
+En toen het vuur uit was, kwamen de reuzenratten terug, sleepten
+het doode paard dwars het kerkhof over naar het veld waar het puin
+neergeworpen werd en aten ervan tot de dageraad aanbrak, en zelfs
+toèn durfde nog niemand hen storen.
+
+
+
+II.
+
+Redwood liep den volgenden morgen tegen elf uur bij Bensington aan,
+met de "tweede edities" van drie avondbladen in de hand.
+
+Bensington, die in moedeloos gepeins verzonken zat boven de vergeten
+bladzijden van den meest afleidenden roman, dien de boekhandelaar
+op den Bromptonweg voor hem had kunnen vinden, keek op. "Iets
+nieuws?" vroeg hij.
+
+"Twee menschen gestoken bij Chatham."
+
+"Zij moesten ons dat nest laten uitrooken. 't Is hun eigen schuld."
+
+"Zeker is 't hun eigen schuld," zei Redwood.
+
+"Heb je ook iets gehoord--omtrent den aankoop van de boerderij?"
+
+"De huizen-makelaar," zei Redwood, "is een wezen met een grooten
+mond en gemaakt van ondoordringbaar hout. Het wezen geeft voor, dat
+er een ander zin in het huis heeft--dat is zoo z'n vaste taktiek,
+snap je--en wil maar niet begrijpen dat er haast bij is. "Maar dit
+is een kwestie van leven of dood," zeide ik, "begrijpt u dat dan
+niet?" Het wezen sloot zijn oogen half en zeide: "waarom is u dan
+niet genegen die overige tweehonderd pond er bij te geven?"
+
+"Ik moet zeggen dat ik liever in een wereld van reuzenwespen leef,
+dan dat steenen-metselende brok stomheid zijn zin te geven. Ik--"
+
+Hij zweeg even, voelend dat een dergelijke zin licht bedorven kon
+worden door zijn samenhang.
+
+"'t Is te veel om te durven hopen," zei Bensington, "dat er een van
+die wespen--"
+
+"De wesp heeft niet meer idee van algemeen nut dan een--dan een
+makelaar in huizen," zei Redwood.
+
+Hij praatte nog een poosje door over huizen-makelaars en advocaten
+en dergelijke menschen, op de onrechtvaardige, onredelijke manier die
+zoovele lieden aannemen als ze over deze zaken-factotums aan het praten
+raken--(van al de zotte dingen in deze zotte wereld, lijkt het mij
+'t zotst van alles, dat, terwijl wij eer, moed, bekwaamheid van een
+doctor of een krijgsman verwachten als iets dat vanzelf spreekt, wij
+procureurs of makelaars in huizen niet alleen vergunnen, maar zelfs
+van hen verwachten, een schraperige, vettige, in-den-weg-staande,
+afzetterige stomheid ten toon te spreiden--enz.)--en ging toen,
+erg opgelucht, naar het venster en keek wat naar het verkeer in
+Sloane-street.
+
+Bensington had den roman op het tafeltje gelegd dat zijn electrischen
+standaard droeg. Hij bracht de vingers van zijne beide handen zeer
+voorzichtig tegen elkaar en keek er naar. "Redwood," zei hij, "wordt
+er veel over òns gepraat?"
+
+"Niet zooveel als ik dacht."
+
+"Maar veroordeelen ze ons heelemaal niet?"
+
+"Nee, heelemaal niet. Maar daarentegen bevorderen ze ook heelemaal
+niet wat ik aangetoond heb dat moèt gedaan worden. Ik heb naar de
+"Times" geschreven, moet je weten, en heb alles uitgelegd--"
+
+"Wij lezen de "Daily Chronicle"," zei Bensington.
+
+"En de "Times" heeft een lang hoofdartikel over het onderwerp--een
+erg goed doorwerkt, goed geschreven hoofdartikel met drie stukken
+"Times"-Latijn--status quo is er een van--en het laat zich lezen als de
+stem van Iemand die zijn naam niet noemt, van grooten invloed en die
+lijdt aan Influenza-Hoofdpijn en die door vellen en vellen viltpapier
+heenpraat zonder er baat bij te vinden. Als je tusschen de regels
+dóór leest, merk je tamelijk duidelijk dat de "Times" het noodeloos
+vindt er doekjes om te winden, en dat er iets (natuurlijk wordt er
+niet gezegd wàt) moet gedaan worden en dat wel onmiddellijk. Anders
+steeds meer ongewenschte gevolgen, "Times"-Engelsch, snap je, voor
+nòg méér wespen en steken. Een door en door diplomatisch artikel!"
+
+"En onder de hand verspreidt zich deze Grootheid al meer en meer op
+allerlei leelijke manieren."
+
+"Precies."
+
+"Ik wou wel eens weten of Skinner gelijk had omtrent die groote
+ratten--"
+
+"Kom! Dàt zou tè erg zijn," zei Redwood.
+
+Hij kwam naast Bensington's stoel staan.
+
+"Tusschen twee haakjes," zei hij, terwijl hij zijn stem iets liet
+dalen, "hoe vat zìj--?"
+
+Hij wees naar de gesloten deur.
+
+"Nicht Jane? Zij weet er nog niets van. Brengt ons er niet mee in
+verband, en wil de artikelen niet lezen. "Reuzenwespen!" zegt ze,
+"ik zou nog net zoo lief, als die kranten te lezen."
+
+"Dat is heel gelukkig," zei Redwood.
+
+"Ik hoop toch niet, dat--mevrouw Redwood--?"
+
+"Nee," zeide Redwood, "'t wordt net gevoed--ze tobt verschrikkelijk
+over het kind. 't Gaat àl maar door, moet je weten."
+
+"'t Groeien?"
+
+"Ja. Is in tien dagen een-en-veertig ons aangekomen. Weegt nu
+bijna tachtig pond. En nog maar zes maanden! Natuurlijk een beetje
+onrustbarend."
+
+"Is ie goed in orde?"
+
+"Puik. Zijn kindermeid vertrekt omdat hij zoo van zich af trapt. En
+natuurlijk is hij overal totaal uitgegroeid. We hebben alles
+nieuw voor hem moeten laten maken, kleeren en al 't overige. Van de
+kinderwagen--'n licht ding--brak een rad, en het ventje moest naar huis
+gebracht worden op de handkar van den melkboer. Ja. Een heele menigte
+er achteraan... En we hebben Georgina Phyllis in zijn bed moeten laten
+slapen en hem in het bed van Georgina Phyllis. Zijn moeder--natuurlijk
+wat geschrokken. Eerst vol trots en geneigd Winkles te prijzen. Nu niet
+meer. Voelt dat zoo iets niet gezond kàn zijn. Begrijp je natuurlijk."
+
+"Ik dacht dat je hem kleinere doses zou geven."
+
+"Heb 't geprobeerd."
+
+"Werkte 't niet?"
+
+"Gegil. In gewone gevallen is het geschreeuw van een kind al luid en
+hinderlijk; 't is goed voor de soort dàt dit zoo is,--maar sints hij
+gevoed wordt met Herakleophorbia--"
+
+"Hm"--zei Bensington, met meer gelatenheid naar zijn vingers kijkend
+dan tot nu toe het geval was geweest.
+
+"'t Ligt voor de hand dat de zaak moèt uitkomen. De menschen zullen
+van dit kind hooren, het in verband brengen met onze kippen en 't
+andere spul, en m'n vrouw zal de heele zaak te weten komen... Ik heb
+geen vaag idee hoe ze 't zal opvatten."
+
+"'t Is stellig moeilijk," zei Bensington, "om eenig plan te maken----"
+
+Hij zette zijn bril af, en veegde hem zorgvuldig schoon.
+
+"'t Is alweer een voorbeeld van wat er voortdurend geschiedt. Wij--als
+ik het tenminste zoo eens mag uitdrukken--wij, mannen der
+wetenschap--wij werken natuurlijk altijd om een theoretisch resultaat
+te bereiken--'n zuiver theoretisch resultaat. Doch, zonder dat
+wij het zelf willen--brengen wij soms krachten in werking--nìèuwe
+krachten. Wij mógen die niet beheerschen--en niemand anders kàn
+het. Feitelijk hebben wij de quaestie niet langer in onze macht,
+Redwood. Wij verschaffen het materiaal--"
+
+"En zij" zei Redwood, zich naar het raam wendend, "ondervinden de
+gevolgen."
+
+"Voor zoover het die plaag in Kent betreft, zal ik mij er niet verder
+moeilijk over maken."
+
+"Als ze het òns tenminste niet moeilijk gaan maken."
+
+"Precies. En als ze willen komen aanzeuren met procureurs en
+beunhazen in de rechten en wettelijke belemmeringen en allerlei
+wichtige bezwaren van het nonsensicale soort, tot ze een aantal
+nieuwe soorten reuzen-ongedierten in de wereld geschopt hebben--De
+zaken zijn altijd in de war geweest, Redwood."
+
+Redwood trok een kromme ineengestrengelde lijn in de lucht.
+
+"En het belang dat wij bij de zaak hebben, zetelt feitelijk op dit
+oogenblik alleen bij jouw jongen."
+
+Redwood wendde zich om, kwam naderbij en keek zijn medewerker
+scherp aan.
+
+"Wat is jouw idee omtrent hem, Bensington? Jij kunt de zaak
+onbevooroordeelder bekijken dan ik. Wat moet ik met hem aanvangen??"
+
+"Doorgaan met hem te voeden."
+
+"Met Herakleophorbia?"
+
+"Met Herakleophorbia."
+
+"En dan groeit hij dóór."
+
+"Hij zal opgroeien, voor zoover ik het kan berekenen naar de kippen
+en wespen, tot een lengte van ongeveer vijf en dertig voet--met alles
+daaraan geëvenredigd--"
+
+"En wat zal hij dan aanvangen?"
+
+"Dat," zei Bensington, "maakt de geheele quaestie juist zoo
+interessant."
+
+"Maar goeie hemel, kerel, denk es aan zijn kleêren! En als hij
+volwassen is," zei Redwood, "zal hij een eenzame Gulliver zijn temidden
+van een Lilliputter-wereld."
+
+De oogen van den heer Bensington keken veelbeteekenend over zijn bril.
+
+"Waarom eenzaam?" zeide hij, en herhaalde nog somberder: "waarom
+eenzaam?"
+
+"Maar je wilt toch niet zeggen--?"
+
+"Ik zeide," zei de heer Bensington, met de zelfvoldoening van iemand
+die een goed beteekenisvol iets gezegd heeft, "waarom eenzaam."
+
+"Bedoel je dat we nog meer van dergelijke kinderen zouden kunnen
+grootbrengen--?"
+
+"Neen, ik bedoel niets meer dan wat ik vroeg."
+
+Redwood begon de kamer op en neer te loopen.
+
+"Natuurlijk," zeide hij, "dat zou kunnen.--Maar toch! Wat zou het
+einde ervan zijn?"
+
+Bensington schepte blijkbaar behagen in zijn eigen hooge
+gedachtenvlucht.
+
+"Wat mij het meeste belangstelling inboezemt, Redwood, is de gedachte
+dat zijn brein daar hoog in de lucht, als mijn redeneering tenminste
+juist is, óók vijfendertig voet of zoo verheven zal zijn boven ons
+niveau... Wat is er?"
+
+Redwood stond voor het venster en keek verbaasd naar een plakkaat op
+een wagen van een courantenbureau, die de straat kwam afratelen.
+
+"Wat is er aan de hand?" herhaalde Bensington, opstaand.
+
+Redwood slaakte een luiden kreet.
+
+"Wat is er dan toch?" zei Bensington.
+
+"Haal even een courant," zei Redwood, naar de deur gaand.
+
+"Waarom?"
+
+"Haal een courant.--Ik heb 't niet heelemaal--Reusachtige ratten--!"
+
+"Ratten?"
+
+"Ja, ratten. Skinner had bij slot van rekening toch gelijk!"
+
+"Wat bedoel je?"
+
+"Hoe kan ik dat zeggen vóór ik een krant heb? Groote Ratten. Goeie
+God. Als ze hem maar niet opgegeten hebben!"
+
+Hij keek rond naar zijn hoed en besloot dan maar zonder hoed te gaan.
+
+Terwijl hij den trap afrende, twee treden tegelijk, kon hij op straat
+het geweldige gebrul der Hooligan-couranten-verkoopers hooren, dat
+nu eens nader kwam, en zich dan weder verwijderde. De kerels sloegen
+er een aardig slaatje uit.
+
+"Vraiselijke gebeurtenis in Kent--vraiselijke gebeurtenis in
+Kent. Dokter ............ opgevreten door ratte. Vraiselijke
+gebeurtenis--ratte,--opgevreite door reusachtige ratte--"
+
+
+
+III.
+
+Cossar, de welbekende civiel-ingenieur, vond hen beiden staan in
+de groote deur der bovenwoningen, terwijl Redwood de nog vochtige,
+rose courant op armslengte hield en Bensington op de teenen stond,
+over zijn arm heen lezend. Cossar was een groote man met magere
+onbehouwen ledematen, die toevallig op geschikte hoeken van zijn
+lichaam geplaatst waren en een gezicht als een houtsnee, die in
+begin-stadium reeds onafgewerkt was gelaten, al tè weinig belovend
+om ze te voltooien. Zijn neus was vierkant gelaten en zijn onderkaak
+stak verder uit dan de bovenkaak. Hij ademde hoorbaar. Weinig lieden
+vonden hem knap. Zijn haar was volkomen tangentiaal en zijn stem,
+die hij niet te veel deed hooren, was hoog en meestal klonk er een
+bitter protest in door. Hij droeg bij alle gelegenheden een grijs
+linnen jacket-costuum en een zijden hoed. Hij peilde een onmetelijken
+zak met een groote roode hand, betaalde zijn koetsier en kwam hijgend
+en resoluut den trap op, een exemplaar van de rose courant in het
+midden vastklemmend als een bliksemstraal van Jupiter.
+
+"Skinner?" zei Bensington, niet lettend op Cossar's nadering.
+
+"Staat niks over hem in," zei Redwood. "Is beslist
+opgegeten. Allebei. 't Is te vreeselijk!... Hallo, Cossar!"
+
+"Is dat dat goedje van jullie?" vroeg Cossar, met de courant
+wuivend. "Waarom maak je er geen eind aan?" vroeg hij.
+
+"De plaats koopen?" riep hij uit. "Wat een onzin! Brand 'em tegen
+den grond. Ik wist wel dat lui als jelui d'r 'n rommel van zoudt
+maken. Wat je moet aanvangen? Wel--wat ik je zeg."
+
+"Jij? Doen? Natuurlijk de straat opgaan naar den
+wapenhandelaar. Waaròm? Om geweren. Ja--er is maar één winkel. Haal
+acht geweren! Met getrokken loop. Geen olifant-roeren--nee! Te
+groot. Geen infanteriegeweren ook--te klein. Zeg dat 't is
+om 'n stier dood te schieten. Zeg dat ze zijn om buffels te
+schieten! Zie je? Hè? Ratten? Nee! Hoe kunnen ze dàt begrijpen,
+voor den duivel?... Acht? Omdat we er acht nóódig hebben. Zorg voor
+een hoop ammunitie. Koop geen geweren zonder ammunitie--nee! Neem 't
+heele zaakje mee in een vigelante naar--waarheen ook weer? Urshot? Dan
+moet je Charing-Cross station hebben. Er gaat een trein om--enfin,
+de eerste de beste trein na tweeën. Denk je dat je 't doen
+kunt? Goed zoo. Vergunning? Haal er acht aan een postkantoor,
+natuurlijk. Vergunning voor 't dragen van geweren, snap je. Geen
+jachtakte. Waarom? Omdat 't ratten zijn, man."
+
+"Jij--Bensington! Heb je 'n telephoon? Ja. Ik zal vijf van m'n
+mannetjes uit Ealing opbellen. Waarom vijf? Omdat dat 't juiste
+getal is.--Waar ga jij heen, Redwood? Een hoed zoeken! Onzin. Hier
+heb je den mijne. Geweren heb je noodig, man--geen hoeden. Heb je
+geld? Genoeg? Goed zoo. Vooruit dan maar. Waar is die telephoon,
+Bensington?"
+
+Bensington keerde zich gehoorzaam om en ging voor. Cossar gebruikte de
+telephoon en belde af. "Dan heb je die wespen nog," zei hij. "Daar
+zijn zwavel en salpeter goed voor. Natuurlijk. Gips. Jij bent
+scheikundige. Waar kan ik zwavel bij de ton krijgen in zakken die
+niet te groot zijn. Waarvoor? Wel, m'n goeie god!--om dat nest uit
+te rooken, natuurlijk! Moet toch zwavel zijn, niet waar? Jij bent
+scheikundige. Zwavel het beste, he?"
+
+"Ja, ik gelóóf wel dat zwavel 't beste is."
+
+"Niets beters? Goed, dat is jouw werk. Zie zooveel zwavel te krijgen
+als je kunt--en salpeter om het te doen branden. Sturen? Charing
+Cross. Dàdelijk. Zorg ervoor dat ze 't doen ook. Loop zèlf mee. Nog
+iets?"
+
+Hij dacht een oogenblik na.
+
+"Portland cement--alle cement is goed--nest blokkeeren--gaten, snap
+je? Dàt zal ìk wel halen."
+
+"Hoeveel?"
+
+"Hoeveel wat?"
+
+"Zwavel."
+
+"Ton. Begrepen?"
+
+Bensington kneep zijn bril wat vaster met een hand die beefde van
+vastberadenheid. "In orde," zei hij, zeer kortaf.
+
+"Geld in je zak?" vroeg Cossar. "Loop naar den duivel met
+cheques. Gereed geld betalen. Natuurlijk. Waar is je bank? Goed. Stap
+onder weg uit en haal veertig pond--bankbiljetten en goud."
+
+Weer even nadenken. "Als we dit zaakje aan de ambtenaren
+overlaten dan gaat heel Kent aan flarden," zei Cossar. "Is er nog
+iets--? Neen. Hìèr!"
+
+Hij stak een enorme hand op naar een vigelante die gretig aan-hotste
+om hem te bedienen. "Rijtuig, meneer?" zei de aapjes-man. "Nog
+al vanzelf," zeide Cossar en Bensington, nog steeds zonder hoed,
+pagaaide den trap af, en maakte zich gereed in te stappen.
+
+"Ik vind," zei hij, met zijn hand op het zeil der vigelante, en met
+een schichtigen blik naar de vensters zijner verdieping, "ik geloof
+dat ik het eerst nog even aan nicht Jeanne ga vertellen.--"
+
+"Meer tijd om te vertellen als je terugkomt," zei Cossar, hem erin
+duwend met een enorme hand die zijn rug ongeveer besloeg... "Knappe
+kerels," merkte Cossar op, "maar geen zier initiatief. Jawel, nicht
+Jeanne. Ik ken 'er. Snert, al die nichten Jeanne!--'t land is er
+mee verpest. Ik wed dat 't me den geheelen nacht zal bezighouden
+om ervoor te zorgen dat ze doen wat ze aldoor geweten hebben dat ze
+moèsten doen. Ik wou wel es weten of 't dat napluizen of nicht Jeanne
+of iets anders is, dat ze zoo maakt?"
+
+Hij liet dit ondoorgrondelijke probleem voor wat het was, staarde
+een poosje in gedachten op zijn horloge en bevond dat er nog juist
+tijd genoeg zou zijn om een restaurant binnen te vallen en koffie te
+drinken vóór hij op het portland-cement uitging en het naar Charing
+Cross vervoerde. De trein vertrok om vijf minuten over drieën, en hij
+kwam te Charing-Cross aan om kwart vóór drie, en vond daar Bensington
+buiten het station in heet dispuut met twee politie-agenten en zijn
+wagenvoerder buiten het station en Redwood in het goederenbureau, in
+een technische moeilijkheid gewikkeld omtrent zijne ammunitie. Iedereen
+gaf voor, niets te weten of geen macht te hebben, op de manier waarvan
+de beambten op de Zuid-Ooster-lijn zooveel houden als ze zien, dat
+ge haast hebt.
+
+"Jammer dat ze al die beambten niet kunnen neerschieten en een nieuw
+stel nemen," merkte Cossar zuchtend op. Doch de tijd was te kort om
+lang te redekavelen en deshalve schoof hij al deze kleinere hinderpalen
+op zij, en dook uit de een of andere obscure schuilplaats een wezen op,
+dat de station-chef kan geweest zijn--maar het ook even goed niet kan
+geweest zijn--liep heen en weer, hem stevig vasthoudend, gaf orders
+in zijn naam, en was het station uit met alles en iedereen veilig aan
+boord, vóór die beambte den vollen omvang begreep van de inbreuk die er
+gemaakt was op den meest heiligen gang van zaken en voorschriften. "Wie
+wàs dat?" vroeg de hooge beambte, den arm betastend, dien Cossar beet
+had gehad, en glimlachend met gefronste wenkbrauwen.
+
+"Hoe of wat dan ook meneer," zei een kruier, "maar 't was een
+meneer. 'IJ en allemaal die bij 'em waren, reisden eerste klas."
+
+"Nu, we hebben hèm en zijn goedje aardig vlug de baan uitgestuurd--wie
+hij dan ook was", zeide de hooge beambte, zijn arm wrijvend met iets
+dat naar voldoening zweemde.
+
+En terwijl hij langzaam terugwandelde, knipoogend in het daglicht
+waaraan hij zoo weinig gewoon was, naar die deftige plaats van
+afzondering waarin de hoogere beambten te Charing Cross hun toevlucht
+zoeken tegen den overlast van het plebs, liep hij nog steeds te
+glimlachen om zijn ongewone energie. Het geval gaf hem een zeer veel
+voldoening gevenden blik op zijn eigen handigheid, niettegenstaande
+zijn stijven arm. Hij wenschte dat enkelen van die verwenschte critici,
+die in een gemakkelijken stoel het bestuur der spoorwegen liggen af
+te kammen, hem eens hadden kunnen zien.
+
+Tegen vijven had die niet genoeg te bewonderen Cossar zonder eenigen
+schijn van overhaasting, al zijn materiaal voor zijn strijd tegen
+deze losgebroken Grootheid Urshot reeds uit, en was hij op weg naar
+Hickleybrow. Twee vaten petroleum en een vracht droge rijzen had
+hij in Urshot gekocht; een meer dan voldoend aantal zakken zwavel,
+acht geweren voor groot wild en ammunitie, drie lichte achterladers,
+met fijne-hagel-patronen voor de wespen, een bijl, twee kapmessen,
+een houweel en drie spaden, twee streng touw, wat flesschen bier,
+soda en whiskey, een gros pakjes rattenkruid en koude proviand voor
+drie dagen, waren uit Londen mee gekomen. Dit alles had hij op zeer
+zakelijke manier in een kolenlorrie en een hooiwagen vooruit gezonden;
+behalve de geweren en de ammunitie, die geborgen werden onder de bank
+van het wagentje uit den Rooden Leeuw, dat bestemd was om Redwood en
+de keurbende van vijf man die op Cossar's bevel uit Ealing gekomen was,
+te vervoeren.
+
+Cossar leidde al deze werkzaamheden met een air, alsof het de meest
+doodgewone zaak ter wereld was; hoewel er in Urshot een ware paniek
+heerschte over de ratten, en alle wagenbestuurders moesten extra
+betaald worden. Alle winkels in het plaatsje waren gesloten, en men
+zag bijna niemand op straat, en als hij op een deur klopte, ging
+niet de deur, maar het raam open. Hij scheen het zaken-drijven vanuit
+open vensters een volkomen gewettigd en voor de hand liggend iets te
+vinden. Eindelijk kregen hij en Bensington den sjees uit den Rooden
+Leeuw, en gingen op weg met net karretje, om zich bij de bagage te
+voegen die reeds een eind vooruit was. Dit deden zij een eindje voorbij
+de kruiswegen, en kwamen zoodoende het eerst te Hickleybrow aan.
+
+Bensington, met een geweer tusschen de knieën, naast Cossar zittend
+in de sjees, voelde een reeds lang in zich groeiende verbazing tot
+rijpheid komen. Al wat zij nu deden, was, zooals Cossar volhield,
+zonder twijfel het meest voor de hand liggende om te doen, maar--! In
+Engeland doet men zelden wat voor de hand ligt. Hij keek van de voeten
+van zijn buurman, naar de forsch gespierde handen op de teugels. Cossar
+had blijkbaar nooit gemend, en reed maar recht uit recht aan over het
+midden van den weg, volgens een zonder twijfel voor de hand liggende,
+doch zeer zeker ongewone eigen methode.
+
+"Waarom doen wij toch niet allemaal wat voor de hand ligt? dacht
+Bensington. Wat 'n goeie wereld zou 't dan worden als iedereen dat
+deed! Waarom doe ik bijvoorbeeld zoo'n massa dingen niet, terwijl ik
+weet dat 't goed zou zijn ze te doen--dingen die ik graag doen zou! Is
+iederéén dan zóó, of ligt 't alleen aan mij!" Hij verzonk in sombere
+overpeinzingen over den wil. Hij dacht na over de ingewikkelde,
+ingeroeste beuzelachtigheden van het dagelijksch leven, en in
+tegenstelling hiermede, over de eenvoudige en voor de hand liggende
+dingen die men behoorde te doen, de aangename en mooie daden, die
+eigenaardige invloeden ons nooit veroorloven te volbrengen. Nicht
+Jeanne? Hij bemerkte dat nicht Jeanne op de een of andere listige en
+moeilijk-na-te-gane manier een belangrijke factor in deze quaestie
+was. Waarom moeten wij, bij slot van rekening, eten, drinken, slapen,
+ongetrouwd blijven, híerheen gaan, dáár nièt heen gaan, en dit alles
+uit consideratie voor nicht Jeanne?
+
+Zij werd symbolisch zonder op te houden ondoorgrondelijk te zijn!...
+
+Een overstap, en een pad dwars door de velden trokken zijn aandacht
+en deden hem denken aan dien vroolijken helderen dag, nog zoo kort
+geleden wat tijd betrof, terwijl de emoties ervan reeds zoo ver achter
+hem lagen, toen hij van Urshot naar de Proef-Hoeve liep om naar de
+reuzen-kuikens te gaan kijken...
+
+Het lot speelt met ons.
+
+"Tchek, tchek," zeide Cossar, "sta op."
+
+Het was een zeer warme middag, er was geen zuchtje en het stof lag
+dik op de wegen. Menschen waren er niet veel te zien, doch de herten
+achter de omheining van het park graasden vreedzaam.
+
+Zij zagen een paar van de groote wespen een kruisbessenstruik
+leegplunderen even buiten Hickleybrow, en er kroop er een op en neer
+voor het kleine kruideniers-winkeltje in de dorpstraat, trachtend
+ergens een ingang te vinden. De kruidenier was nog zichtbaar binnen,
+met een oud vogelroer in de hand en de pogingen van het dier
+aandachtig volgend. De koetsier van het karretje hield stil voor
+"de Vroolijke Koejongens," en deelde Redwood mede, dat zijn deel van
+de overeenkomst hiermede afliep. Hierbij sloten zich een oogenblik
+later ook de voerlieden van den hooiwagen en de kolenlorrie aan. Zij
+hielden deze bewering niet alleen staande, doch weigerden pertinent
+om de paarden verder mee te laten gaan.
+
+"Die groote ratten zijn dol op paarden", herhaalde de kolentremmer
+telkens.
+
+Cossar keek het getwist een oogenblik aan.
+
+"Haal de spullen uit het wagentje", zeide hij, en een van zijne mannen,
+een lange, blonde, smerige werktuigkundige, gehoorzaamde.
+
+"Geef me dat jachtgeweer es an", zeide Cossar.
+
+Hij ging tusschen de voerlui staan. "Wij verlangen niet van jelui
+dat je rijden zult," zeide hij.
+
+"En nu kun je verder zeggen wat je wilt," gaf hij toe--"maar wij
+moeten die paarden hebben."
+
+Zij begonnen over en weer te praten, maar hij ging voort: "Als jelui
+het hart hebt om een hand naar ons uit te steken, schiet ik je uit
+zelfverdediging in je beenen. Maar de paarden gaan mee verder."--Hij
+beschouwde de zaak hiermede als afgedaan.
+
+"Klim op dien wagen, Flack," zei hij tot een breedgeschouderden,
+taaien, kleinen man. "Boon, jij neemt den kolenwagen."
+
+Twee wagenvoerders begonnen tegen Redwood te tieren.
+
+"Jelui hebt je plicht gedaan jegens jelui werkgevers", zeide
+Redwood. "Jelui blijven in dit dorp tot wij terugkomen. Niemand zal
+je de schuld geven, als ze zien dat wij geweren hebben. Wij willen
+niets onrechtvaardigs of gewelddadigs doen, maar de quaestie is
+dringend. Ik betaal als er iets met de paarden gebeurt, dus stel je
+op dat punt maar gerust."
+
+"Goed zoo," zeide Cossar, die zelden beloften deed.
+
+Zij lieten de sjees achter, en de mannen, die menden, gingen
+te voet. Over elken schouder bungelde een geweer. Het was een
+allervreemdste kleine expeditie voor een Engelschen landweg. Het
+geleek meer op een Yankee-troep, die bezig was westwaarts te trekken
+in de goede oude dagen der Indianen.
+
+Zij volgden den weg, totdat zij op den top van den heuvel, bij den
+overstap, de Proef-Hoeve in het zicht kregen.
+
+Zij vonden boven op den heuvel een klein troepje mannen met een
+geweer--de beide Fulchers waren er onder anderen ook bij--en een man,
+een vreemde uit Maidstone, stond een paar pas vóór de anderen en nam
+het terrein op door een tooneelkijker.
+
+Deze mannen wendden zich om en keken verbaasd naar Redwood's troep.
+
+"Iets nieuws?" zeide Cossar.
+
+"De wespen vliegen af en an," zei de oude Fulcher.
+
+"Kan niet zien of ze wat meebrengen."
+
+"Het kanariekruid is nou al tusschen de pijnboomen," zeide de man
+met den tooneelkijker. "Van morgen was het daar nog niet. Je kunt
+het zien groeien terwijl je er naar staat te kijken."
+
+Hij haalde een zakdoek uit zijn zak en wreef de glazen van den
+tooneelkijker doodbedaard zorgvuldig af.
+
+"Jelui gaan zeker naar beneden, he?" waagde Skelmersdale te zeggen.
+
+"Ga je mee?" vroeg Cossar.
+
+Skelmersdale scheen te aarzelen.
+
+"Duurt den geheelen nacht."
+
+Skelmersdale besloot, als dat zoo was, maar liever niet mee te gaan.
+
+"Ook ratten op de vlakte?" vroeg Cossar.
+
+"D'r zat er een tusschen de dennen van morgen. Ik vertrouw dat ie op
+konijnen uit was."
+
+Cossar sjokte weer voort om de anderen in te halen. Bensington,
+die van onder zijn hand naar de Proef-Hoeve tuurde, kreeg voor het
+eerst eenigermate een denkbeeld van de kracht van het voedsel. Zijn
+eerste indruk was, dat het huis kleiner was dan hij gedacht had--véél
+kleiner zelfs; zijn tweede indruk was, dat de geheele plantengroei
+tusschen het huis en het pijnbosch ontzettend groot was geworden. Het
+dak boven den put keek nog maar even uit van tusschen acht voet hooge
+graspluimen en het kanariekruid had zich om den schoorsteen geslingerd
+en gesticuleerde met stijve ranken in de lucht. Zijn bloemen waren
+helder-gele vlekken, die wel een mijl ver duidelijk zichtbaar waren
+als afzonderlijke, gele, spikkels.
+
+Een groote, groene kabel had zich dwars door het ijzergaas van
+den looper der reuzen-kuikens gewrongen en had zijn bladerstelen
+geslingerd om twee aan den buitenkant staande pijnboomen. Bijna half
+zoo hoog was ook het boschje brandnetels, dat om de karreschuur was
+opgeschoten. De geheele aanblik deed, hoe meer zij naderden, denken
+aan een aanval van dwergen op een poppenhuis dat in een vergeten
+hoekje van den een of ander grooten tuin is blijven staan.
+
+Zij zagen dat de wespen voortdurend ijverig af en aan vlogen. Een zwerm
+zwarte gedaanten vloog door elkaar in de lucht boven de verweerde
+heuvelhelling achter het pijnbosch en telkens schoot een van deze
+gedaanten op in de lucht, met ongelooflijke snelheid, en zweefde heen
+naar een verwijderd doel. Hun gegons was reeds hoorbaar op meer dan
+een halve mijl van de Proef-Hoeve.
+
+Eenmaal kwam een geel-gestreept monster hun kant uit schieten, zweefde
+een tijdlang vóór hen, naar hen kijkend met zijn groote facettenoogen,
+doch op een mislukt schot uit Cossar's jachtgeweer, vloog het weder
+heen. Rechts in een hoek van het veld, kropen er verscheidene over
+eenige afgekloven beenderen, die waarschijnlijk de overblijfselen
+waren van het lam dat de ratten hierheen gesleept hadden van Huxter's
+boerderij. De paarden begonnen onrustig te worden, toen zij deze wezens
+naderden. Geen van het gezelschap was een goed menner, en zij moesten
+ieder paard bij den teugel leiden en het aanmoedigen met hun stem.
+
+Zij zagen geen enkel spoor van de ratten, toen zij het huis naderden,
+en alles scheen volmaakt rustig, behalve het nu eens duidelijker,
+dan weer minder duidelijk aanzwellende whoozzzzzzZZZ, whoooooozoo--oe
+uit het wespen-nest.
+
+Zij leidden de paarden het erf op en een van Cossar's mannen
+die de deur zag openstaan--het geheele middengedeelte ervan was
+weggeknaagd--ging naar binnen. Niemand miste hem den eersten tijd,
+daar de anderen bezig waren met de vaten petroleum, en zij bemerkten
+eerst dat hij niet bij hen was, toen zij het knallen van zijn geweer
+en het fluiten van zijn kogel hoorden. "Pang, pang," allebei de
+loopen, en zijn eerste kogel ging, schijnt het, door het vat zwavel,
+rukte er een duig aan den anderen kant uit, en vervulde de lucht met
+geel poeder. Redwood had zijn geweer in de hand gehouden en trok
+het schot er af op iets grijs' dat hem voorbij rende. Hij zag nog
+even het breede achtergedeelte, den langen schubachtigen staart en
+lange zolen der achterpooten van een rat, en ledigde zijn tweeden
+loop. Hij zag Bensington neervallen op het oogenblik, dat het beest
+om den hoek verdween.
+
+Toen was iedereen een tijdlang druk in de weer met een geweer. Drie
+minuten lang waren levens geen cent meer waard op de Proef-Hoeve, en
+het knallen der geweren vervulde de lucht. Redwood in zijn opwinding
+niet op Bensington lettend, achtervolgde het dier, en werd omver
+gegooid door een massa puin, kalk, cement en splinters van vermolmde
+latten, die recht op hem af kwam stuiven, nadat een kogel juist
+tegenover hem door den muur was komen vliegen.
+
+Hij vond zich zelf op den grond zitten met bebloede handen en lippen
+en groote stilte hing drukkend over alles om hem heen.
+
+Toen merkte hij een geestlooze stem vanuit het huis op:
+
+"Gee--whizz!"
+
+"Hallo!" zei Redwood.
+
+"Hallo daar!" antwoordde de stem.
+
+En toen: "hebben jellui 'em?"
+
+Een besef van de plichten der vriendschap ontwaakte in Redwood. "Is
+meneer Bensington gewond?" vroeg hij.
+
+De man binnen verstond hem niet goed. "'t Is jullie schuld zèker niet,
+dat ik nog leef" zeide de stem.
+
+Het werd Redwood steeds duidelijker, dat 't niet anders kon, of hij
+had Bensington neergeschoten. Hij dacht niet langer aan de schrammen
+in zijn gezicht, stond op en vond Bensington op den grond zitten,
+zijn schouder wrijvend.
+
+Bensington keek hem over zijn bril aan. "We hebben 'em smeer gegeven,
+Redwood", zeide hij en toen: "hij probeerde over me heen te springen,
+en gooide me omver. Maar ik gaf 'm allebei de loopen, en goeie hemel,
+m'n schouder is murw."
+
+Er verscheen een man in de deur van het huis. "Eéns raakte ik 'm in
+zijn borst en eens in z'n zij," zeide hij.
+
+"Waar zijn de wagens?" zeide Cossar, te voorschijn komend uit een
+warbos van reusachtige kanariekruid-bladen.
+
+Het bleek tot Redwood's verbazing, ten eerste, dat er niemand
+doodgeschoten was, en ten tweede dat de trollen en de wagen wel een
+vijftig pas verplaatst waren, en nu met ineengeloopen wielen in den
+verwoesten moestuin van Skinner stonden.
+
+De paarden hadden opgehouden met slaan en steigeren. Een eind
+verder lag het gebarsten vat zwavel op het pad met een wolk van
+stof er boven. Hij vestigde Cossar's aandacht hierop en ging er
+naar toe. "Heeft een van jullie die rat ook gezien?" brulde Cossar,
+hem volgend. "Ik raakte hem éénmaal tusschen z'n ribben, en éénmaal
+recht in zijn facie toen hij op me afkwam."
+
+Terwijl zij nog bezig waren om de in elkaar gewerkte raderen te
+trekken, voegden juist twee mannen zich bij hen.
+
+"Ik heb die rat neergelegd," zeide een van hen.
+
+"Hebben ze 'em?" vroeg Cossar.
+
+"Jim Bates heeft 'm gevonden, achter de heg. Ik raakte 'm net toen
+hij om den hoek kwam...."
+
+"Pats, achter zijn schouder......"
+
+Toen de zaken weder een beetje op orde waren, ging Redwood eens kijken
+naar het kolossale, wanstaltige lijk. Het dier lag op zijn zijde,
+met lichtelijk gekromd lijf. Zijn knaagtanden, die uitstaken over
+de onderkaak, gaven aan zijn gezicht een uitdrukking van zwakheid
+bij al zijn grootte en vraatzucht. Het leek niet in 't minst woest of
+vrees-aanjagend. De klauwen der voorpooten deden denken aan vermagerde
+handen. Behalve een klein rond gaatje met een geschroeiden rand er
+om heen aan weerszijden van den hals, was het dier volkomen ongedeerd.
+
+Hij bleef hierover eenigen tijd staan peinzen.
+
+"Dan moeten er twéé ratten geweest zijn," zeide hij eindelijk,
+zich afwendend.
+
+"Ja, en die, die iedereen geraakt heeft,--is ontsnapt."
+
+"Ik weet anders zeker dat mijn schot......"
+
+Een kanariekruid-rank, die op de geheimzinnige manier van alle
+kruipplanten naar een houvast zocht, boog zich allervriendelijkst
+naar zijn hals, en deed hem haastig ter zijde gaan.
+
+"Whoe-z-z-z-z-z-z-Z-Z-Z", klonk het uit het wespennest, een eind
+verder, "whoe-oe-zoe-oe."
+
+
+
+IV.
+
+Dit geval deed het gezelschap op zijn hoede zijn, hoewel het er niet
+buitengewoon ontdaan over was.
+
+Zij brachten hun provisie in het huis, dat blijkbaar ondersteboven
+gehaald was door de ratten, nadat juffrouw Skinner het verlaten had, en
+vier van de mannen brachten de twee paarden naar Hickleybrow terug. Zij
+sleepten de doode rat door de heg, zóó dat zij van uit de vensters
+van het huis goed te zien was, en bemerkten toevallig een kolonie
+reuzen-oorwormen in de greppel. Deze dieren gingen haastig uit elkaar,
+doch Cossar stak zijn ontzettende ledematen uit en slaagde er in,
+er verscheidene te dooden met zijn laarzen en geweer-kolf. Vervolgens
+hakten twee der mannen verscheidene hoofd-stammen van het kanarie-kruid
+door--dit waren reusachtige cylinders van een paar voet in doorsnede,
+die uitkwamen bij den zinkput achter het huis; en terwijl Cossar het
+huis voor den nacht in orde bracht, liepen Bensington, Redwood en een
+der bijstand-verleenende electriciens behoedzaam om de kippenrennen
+heen, zoekend naar de rattenholen.
+
+Zij maakten een wijden boog om de reuzen-brandnetels heen, want dit
+reusachtig onkruid bedreigde hen met giftige doornen van ruim een
+duim lang.
+
+Vervolgens kwamen zij aan gene zijde van het afgeknaagde, onttakelde
+hek, en stonden plotseling voor het meest westelijk-gelegen reusachtige
+ratten-hol--, een kwalijk-riekende diepte,--dat hen op éen rij deed
+gaan staan.
+
+"Ik hoop dat zij te voorschijn zullen komen", zeide Redwood met een
+blik naar het afdak van den put.
+
+"En als ze er eens niet uitkomen," zei Bensington.
+
+"Dat zullen ze wel," zei Redwood.
+
+Zij bleven in gedachten verzonken staan.
+
+"We zullen op de een of andere manier vuur moeten aanmaken àls we er
+in gaan," zeide Redwood.
+
+Zij gingen een klein paadje van wit zand op, door het dennenbosch,
+en hielden een oogenblik later stand in het gezicht der wespen-holen.
+
+De zon ging nu onder, en de wespen kwamen allen naar huis; hun vleugels
+vormden in het gouden licht snel-ronddraaiende stralen-kransen om hen
+heen. De drie mannen keken behoedzaam toe van onder de boomen--zij
+waagden het niet tot aan den rànd van het bosch te gaan--en zagen
+deze kolossale insecten neerkomen, een beetje rondkruipen, de holen
+binnengaan en verdwijnen.
+
+"Binnen een paar uur zijn ze kalm," zei Redwood... "'t Is net of je
+weer een jongen bent."
+
+"We kunnen deze holen niet misloopen," zei Bensington, "al is de
+nacht ook donker. Tusschen twee haakjes--hoe moet het met 't licht"--
+
+"Volle maan," zei de electricien. "Heb 't opgezocht."
+
+Zij gingen terug en raadpleegden Cossar.
+
+Hij zeide, dat 't "voor de hand lag", dat ze voor 't schemer de zwavel,
+salpeter en gips 't bosch doorbrachten en derhalve ontlaadden zij de
+wagens en droegen de zakken op hun rug.
+
+Na het noodige geschreeuw der voorafgaande orders werd er geen woord
+meer gesproken, en toen het gezoem uit het wespen-nest verstierf,
+was er bijna geen ander geluid te hooren dan het gedruisch van
+voetstappen, de zware ademhaling van beladen mannen en het neerwerpen
+der zakken. Om beurten hielp ieder een handje behalve Bensington
+die hier klaarblijkelijk ongeschikt voor was. Hij vatte post in de
+slaapkamer der Skinners met een geweer, om het lijk der doode rat te
+bewaken en de andere droegen om beurten zakken en rustten dan weder,
+en hielden twee aan twee de wacht bij de ratten-holen achter het
+brandnetel-boschje. De zaadbolletjes der netels waren rijp, en telkens
+werd hun waken verlevendigd door het opengaan van een dezer bolletjes,
+wat precies klonk als het knallen van een pistool, en de zaadkorrels,
+zoo groot als hertenloopers, vlogen overal om hen heen.
+
+Bensington zat voor zijn venster in een harden paardenharen leunstoel,
+waarover een smoezelige anti-macasser lag, die gedurende vele jaren
+een tikje van maatschappelijke distinctie gegeven had aan de huiskamer
+der Skinners.
+
+Zijn geweer, waaraan hij zoo weinig gewoon was, rustte op het kozijn,
+en zijn bril keek nu eens naar de duistere gestalte der doode rat
+in het steeds-meer-dalende schemerduister, dan weer om zich heen,
+in vreemde overpeinzingen. Er was een flauwe stank van petroleum,
+want een van de vaten lekte, en deze lucht vermengde zich met een
+minder onaangenamen geur, die opsteeg uit den afgehakten en vertreden
+stengel van het kanariekruid.
+
+Als hij het hoofd omwendde herinnerde een mengeling van vage
+huiselijke geuren, van bier, kaas, rotte appels en oude laarzen
+als leidmotieven, hem sterk aan de verdwenen Skinners. Hij keek een
+tijdje lang rond in het duistere vertrek. Het meubilair was zeer in
+wanorde gebracht--misschien wel door de een of andere nieuwsgierige
+rat--doch een jas aan een pen, tegen de deur, een scheermes en enkele
+vuile strookjes papier, en een stukje zeep dat tot een hoornachtigen
+dobbelsteen geworden was doordat het sedert jaren niet meer gebruikt
+werd, dit alles rook naar Skinner's marquante persoonlijkheid.
+
+De gedachte kwam in Bensington's brein op, dat hoogstwaarschijnlijk
+het monster, dat daar nu in het halfduister lag, Skinner gedood en
+opgegeten had, tenminste gedeeltelijk, iets waarvan hij den geheelen
+omvang nog niet overdacht had.
+
+Waar toch een er-onschuldig-uitziende ontdekking op chemisch gebied
+al niet toe leiden kon!
+
+Hier zat hij nu, in zijn eenvoudige, oude Engeland, en toch aan
+alle zijden belaagd door gevaren, geheel alleen met een geweer
+in een halfduister, bouwvallig huis, ver van elk gemak, met zijn
+schouder deerlijk gekneusd door het stooten van een geweer, en--bij
+alle heiligen!
+
+Hij begreep nu eerst ten volle hoezeer de gewone orde van zaken van
+het Heelal voor hem veranderd was. Hij was weggegaan naar de plaats
+van dit verbazingwekkende avontuur, zonder er zelfs met één woord
+van te reppen tegen zijn nicht Jeanne!
+
+Wat moest zij wel van hem denken?
+
+Hij trachtte zich dit voor te stellen, doch het gelukte hem niet. Hij
+had het vreemde gevoel, dat hij en zij nu voor altijd gescheiden
+waren, en elkander nooit weer zouden zien. Hij gevoelde, dat hij een
+verbazenden stap gedaan had, en een wereld van nieuwe onmetelijke
+dingen had betreden. Wat voor monsters konden die steeds duisterder
+wordende schaduwen niet verbergen?... De toppen der reuzen-netels
+staken donker en scherp af tegen het bleeke groen en amber van de lucht
+in het westen. Alles was heel stil--heel, heel stil. Hij verwonderde
+zich waarom hij de anderen niet kon hooren daar ginds om den hoek
+van het huis. De schaduw in het karrehuis was nu één zwarte diepte.
+
+Pang... pang... pang.
+
+Een keten van echoos en een schreeuw.
+
+Toen lange stilte.
+
+Goddank! daar kwamen Redwood en Cossar opdoemen uit de onhoorbare
+duisternis, en Redwood riep "Bensington!"
+
+"Bensington! We hebben wéér 'n rat! Cossar heeft een tweede rat
+neergelegd!"
+
+
+
+V.
+
+Toen de expeditie zich voldoende ververscht had, was de nacht
+gedaald. De sterren schenen zoo helder als zij maar konden, en een
+steeds grooter wordende bleekheid in de richting van Hankey kondigde
+de maan aan. Nog steeds werd er wacht gehouden bij de rattenholen,
+doch de wakers hadden van plaats verwisseld en hadden post gevat
+op de heuvelhelling boven de holen, voelend dat dit een veiliger
+punt was om te vuren. Zij hurkten daar in de overvloedig vallende
+dauw, en bestreden de vochtigheid met whiskey. De anderen bleven in
+huis en de drie leiders bespraken met de mannen het werk dat hun
+gedurende den nacht voor de borst stond. Tegen middernacht ging
+de maan op, en zoodra zij boven de duinen uitkwam, begaven allen,
+behalve de schildwachten bij de rattenholen, zich op weg, achter
+elkaar loopend, in den ganzenpas, en aangevoerd door Cossar, naar
+het wespennest. Voor zoover het 't wespennest betrof, was hun taak
+buitengewoon licht--verbàzend licht. Behalve dat 't langer duurde,
+had het niet veel meer voeten in de aarde dan het eerste het beste
+gewone wespennest. Zeker, er was eenig gevaar bij--levensgevaar nog
+wel, doch dit stak zelfs het hóófd niet buiten het hol. Zij propten
+er de zwavel en salpeter in, stopten de holen zorgvuldig dicht en
+staken hunne lonten aan.
+
+Toen wendde het geheele gezelschap, behalve Cossar, zich als één man
+om en rende dwars door de lange schaduwen der pijnboomen, en ziende
+dat Cossar stand gehouden had, kwamen zij een honderd meter verder
+tot staan, dicht op elkaar gedrongen, knus dicht bij een greppel,
+die een schuilplaats aanbood. Een paar minuten lang was de zwarte en
+witte maannacht zwaar van een gesmoord gegons, dat aanzwol tot een
+gebrul, tot een diepen breeden klank, zijn hoogtepunt bereikte en
+toen weder verstierf; en toen--het was haast niet te gelooven--was
+de nacht weder stil.
+
+"Bij den hemel!" zei Bensington, bijna fluisterend, "hij heeft
+'t klaargespeeld."
+
+Allen stonden in spanning. De heuvelhelling boven het donkere
+naald-kantwerk van de schaduwen der pijnboomen was helder als het
+daglicht en kleurloos als sneeuw. Het verstijvende cement in de holen
+glom zoo waar. Cossar's losse gestalte kwam op hen toe.
+
+"Klaar hoor"--zei Cossar.
+
+"Pang--pang!"
+
+Een schot van dicht bij het huis en toen--stilte.
+
+"Wat is dàt?" zei Bensington.
+
+"Een van de ratten zal z'n kop naar buiten gestoken hebben," opperde
+een van de mannen.
+
+"Tusschen twee haakjes, we hebben onze geweren ginds gelaten,"
+zei Redwood.
+
+"Bij de zakken."
+
+Iedereen begon weer den kant van den heuvel uit te loopen.
+
+"Dat moeten de ratten zijn," zei Bensington.
+
+"Ligt voor de hand," zei Cossar, op zijn nagels bijtend.
+
+"Pang!"
+
+"Hallo?" zei één van de mannen.
+
+Toen klonken er plotseling een roep, twee schoten, een luiden
+schreeuw die bijna een gil was, drie snel op elkaar volgende schoten
+en het geluid van hout dat versplinterde. Al deze geluiden waren zeer
+duidelijk en zeer klein in de onmetelijke stilte van den nacht. Toen
+eenige minuten lang niets dan een zacht, gedempt verward geluid uit
+de richting der rattenholen, en toen weder een woeste gil... allen
+liepen om 't hardst naar de geweren... Weer twee schoten.
+
+Bensington holde met het geweer in de hand door het pijnbosch achter
+een aantal voor hem uithollende ruggen aan. Het is eigenaardig dat de
+gedachte, die op dat oogenblik den boventoon voerde in zijn brein,
+de wensch was, dat nicht Jeanne hem nu eens kon zien. Zijn bolle
+opengewerkte schoenen sloegen uit in wilde groote passen en zijn
+gezicht was vertrokken tot een voortdurende grijns, omdat dit zijn
+neus deed rimpelen en zijn bril op zijn plaats hield. Ook hield hij
+den loop van zijn geweer recht voor zich uit, terwijl hij daar door
+het plekken-werpende maanlicht holde. De man die weggeloopen was,
+kwam hen in vollen ren tegen--hij had zijn geweer laten vallen.
+
+"Hallo," zei Cossar, en ving hem op in zijn armen. "Wat heeft dit
+te beduiden?"
+
+"Ze kwamen er allemaal samen uit," zei de man.
+
+"De ratten?"
+
+"Ja, zes waren 't er."
+
+"Waar is Flack?"
+
+"Die ligt ginds."
+
+"Wat zegt ie?" hijgde Bensington, die kwam aanloopen zonder dat iemand
+op hem lette.
+
+"Ligt Flack ginds?"
+
+"Hij viel."
+
+"Ze kwamen er een voor een uit."
+
+"Wat?"
+
+"Deden een uitval. Ik loste m'n beide loopen."
+
+"En heb je Flack daar alleen achtergelaten?"
+
+"Zij zaten ons op 't lijf."
+
+"Vooruit," zei Cossar. "Jij gaat met ons mee. Waar is Flack? Breng
+ons er heen."
+
+Het geheele gezelschap ging op weg. Verdere bijzonderheden omtrent
+het gevecht ontvielen den man die weggeloopen was. De anderen,
+behalve Cossar die voorop ging, verdrongen zich om hem.
+
+"Waar zijn ze nou?"
+
+"Misschien al weer in hun holen. Ik smeerde 'n 'm. Ze renden op ons
+in om bij hun holen te kommen."
+
+"Wat bedoel je? Waren jelui dan achter ze gekomen?"
+
+"Wij gingen naar hun hol. Zagen ze d'r uit kommen, en probeerden
+ze den pas af te snijden. Ze kropen d'r uit--net als konijnen. Wij
+holden naar beneden, en brandden los. Zij liepen wild in 't rond na ons
+eerste schot, en toen kwamen ze plotseling op ons af. Op ons àf, hoor!"
+
+"Hoeveel?"
+
+"Zes of zeven."
+
+Cossar ging vóór naar den rand van het pijnbosch en hield stil.
+
+"Bedoel je dat ze Flack gepakt hebben?" vroeg iemand.
+
+"'k Zag wel dat er een op 'em afkwam."
+
+"Schoot je niet?"
+
+"Hoe kon ik dat nou?"
+
+"Heeft iedereen geladen?" zei Cossar over zijn schouder. Van alle
+kanten werd toestemmend geantwoord.
+
+"Maar Flack--" zei er een.
+
+"Je wilt toch niet zeggen dat Flack--" begon een tweede.
+
+"Er is geen tijd te verliezen," zei Cossar en riep luid
+"Flack!" terwijl hij vóórging. De geheele gewapende macht ging op
+de rattenholen toe, de man die weggeloopen was een beetje in de
+achterhoede. Zij gingen voorwaarts door allerlei soorten welig,
+overdreven-groot onkruid en liepen om het lichaam van de tweede
+gedoode rat heen. Zij waren uitgespreid tot een lijn, waarbij elke
+man dicht bij zijn buurman liep; allen liepen met hun geweer recht
+voor zich uit en gluurden om zich heen in het heldere maanlicht, of
+ze niet een ineengedoken, onheilspellende gestalte zagen. Zij vonden
+zeer spoedig het geweer van den man die weggeloopen was.
+
+"Flack!" riep Cossar. "Flack!"
+
+"Hij liep voorbij de netels en viel toen," zei de man die weggeloopen
+was.
+
+"Waar?"
+
+"Daar ginds."
+
+"Waar viel hij?"
+
+Hij aarzelde en leidde hen een tijdlang door de donkere schaduwen en
+keerde toen om.
+
+"Zoowat daar, geloof ik."
+
+"Zoo, maar nu is hij er toch niet meer."
+
+"Maar zijn geweer dan--?"
+
+"Bliksems nog an toe!" vloekte Cossar, "maar waar is dan alles
+gebleven?" Hij deed een schrede in de richting der donkere schaduwen op
+de heuvelhelling die de rattenholen verborg en bleef staan kijken. Toen
+stootte hij nogmaals een vloek uit, "àls ze hem naar binnen gesleept
+hebben--!"
+
+En aldus bleven zij een tijdlang dralen, elkaar hunne gedachtetjes
+toewerpend. Bensington's brilleglazen schoten stralen uit als
+diamanten, als hij van den een naar den ander keek. De gezichten der
+mannen veranderden van koude helderheid tot geheimzinnige duisternis,
+naarmate zij zich van of naar de maan keerden. Iedereen sprak,
+doch geen van allen maakten zij een zin af. Toen besloot Cossar,
+met zijn korte manier van optreden, wat hij doen moest. Hij gooide
+zijn ledematen hierheen en daarheen en gooide er bevelen uit als
+ballen. Het lag voor de hand, dat hij lampen noodig had. Iedereen
+behalve Cossar liep heen in de richting van het huis.
+
+"Ga je in de holen?" vroeg Redwood.
+
+"Ligt voor de hand," zei Cossar.
+
+Hij maakte het hun nog eens duidelijk dat de lantaarns van de kar en
+de trolley gehaald moesten worden.
+
+Toen Bensington dit ten volle begreep, ging hij op weg, het pad bij
+den put af. Hij keek over zijn schouder en zag de reusachtige gestalte
+van Cossar op den voorgrond staan, alsof hij in gedachten verzonken
+naar de holen stond te kijken. Op dit gezicht bleef Bensington een
+oogenblik staan en wendde zich half om. "Zij lieten Cossar daar maar
+alleen staan--!"
+
+Natuurlijk, Cossar was wel in staat voor zichzelven te
+zorgen. Plotseling zag Bensington iets dat hem een ademloos
+"Hier!" deed uitschreeuwen. In een oogwenk hadden drie ratten zich
+uit den donkeren warbos van slingerplanten losgemaakt en kwamen op
+Cossar toeschieten. Drie seconden lang stond Cossar daar, zonder hen
+op te merken, en toen werd hij plotseling het actiefste wezen ter
+wereld. Hij schoot niet. Klaarblijkelijk had hij geen tijd om te
+mikken, of dacht hij niet aan mikken; Bensington zag dat hij zich
+bukte om een hem bespringende rat te ontgaan, en gaf het dier toen
+een slag achter zijn kop met de kolf van zijn geweer. Het monster
+sprong in de hoogte en viel over zijn kop duikelend op den grond.
+
+Cossar's gedaante verdween uit het gezicht tusschen het rietachtige
+gras, en toen kwam hij weder te voorschijn, op een van de andere
+ratten inrennend en zijn geweer boven zijn hoofd zwaaiend. Een
+zwakke kreet trof Bensington's oor, en toen zag hij de twee overige
+ratten in verschillende richtingen wegloopen en Cossar hen achterna
+in de richting der holen. Het geheele voorval was in nevelachtige
+schaduwen gehuld; alle drie vechtende monsters werden nog grooter
+en onwerkelijker gemaakt door de bedriegelijke helderheid van het
+licht. Nu eens was Cossar kolossaal, dan weder onzichtbaar. De ratten
+schoten voor zijn oog heen met plotselinge onverwachte sprongen, of
+renden met zulk een snelle beweging der pooten, dat zij op raderen
+leken te gaan. Het geheele voorval was afgespeeld in een halve
+minuut. Niemand anders dan Bensington zag het. Hij kon de andere
+achter zich hooren nog steeds op weg naar het huis. Hij schreeuwde
+iets onsamenhangends en liep toen terug naar Cossar, terwijl de
+ratten verdwenen.
+
+Hij bereikte hem buiten de holen. In het maanlicht duidde het spelen
+der schaduwen, die over Cossar's gezicht gleden, kalmte aan. "Hallo,"
+zei Cossar, "al terug? Waar zijn de Iantaarns? Ze zijn nu allemaal
+weer in hun holen. Eén heb ik z'n nek gebroken toen ie langs me heen
+kwam... Zie je? daar!" En hij wees naar het dier met een mageren
+vinger.
+
+Bensington was te verbaasd om iets te zeggen... Het leek een ontzettend
+langen tijd vóór de Iantaarns kwamen. Eindelijk verschenen zij,
+eerst één helder, onbeweeglijk oog, voorafgegaan door een heen en
+weer bewegenden gelen gloed, en toen, nu en dan even verdwijnend en
+dan weder tevoorschijn komend, nòg twee. Daar achter kwamen kleine
+gestalten aan met zachte stemmen, en toen enorme schaduwen. Deze
+groep vormde als het ware één plek brand in het reusachtige droomland
+van maneschijn.
+
+"Flack," zeiden de stemmen. "Flack."
+
+Een verklarende zin kwam tot Cossar en Bensington over. "Heeft zichzelf
+in het dakkamertje opgesloten."
+
+Cossar wekte van oogenblik tot oogenblik méér verbazing. Hij haalde
+groote handen-vol ruw katoen voor den dag, en propte die in zijne
+ooren.--Bensington vroeg zich verwonderd af waarvoor dit diende. Toen
+laadde hij zijn geweer met een kwart lading kruit. Wie anders dan
+Cossar kon aan zoo iets gedacht hebben. De illusie van het wonderland
+bereikte zijn hoogtepunt, toen Cossar's twee breede vlakken schoenzool
+in het middelste hol verdwenen.
+
+Cossar kroop op handen en voeten met twee geweren die aan weerszijden
+achter hem aan sleepten aan een touw, dat vastgemaakt was onder zijn
+kin, en zijn meest vertrouwde helper, een kleine donkere man met een
+ernstig gezicht, zou hem in de holen volgen, achter hem aan kruipen,
+en een lantaarn boven zijn hoofd houden. Alles was met even veel
+verstand voorbereid en was éven voor de hand liggend en in orde, als
+de droom van een krankzinnige. Het bleek dat het katoen was om het
+effect van het geweerschot tegen te gaan; ook de helper had wat in
+zijn ooren. Natuurlijk! Zoo lang de ratten voor Cossar uitvluchtten,
+was er geen gevaar, en zoodra zij stand hielden, zou hij hun oogen
+zien en daar tusschen vuren. En daar zij door den koker van het hol
+moesten komen, kòn Cossar ze bijna niet missen. Cossar verklaarde,
+dat het de meest voor de hand liggende manier was, misschien een
+beetje vervelend, maar absoluut zeker. Toen de helper zich bukte om
+naar binnen te kruipen, zag Bensington dat het eind van een kluwen
+bindtouw aan het jaspand van den man was vastgebonden. Hiermede moest
+hij het touw naar binnen trekken om zoo noodig de lichamen der ratten
+naar buiten te sleepen.
+
+Bensington bemerkte dat het voorwerp hetwelk hij in de hand hield,
+Cossar's zijden hoed was.
+
+Hoe was die daar gekomen?...
+
+In ieder geval was het een soort souvenir. Bij elk van de aangrenzende
+holen stond een klein groepje met een lantaarn op den grond, die het
+hol verlichtte, en een man lag voor elk hol geknield te mikken op de
+ronde, ledige diepte, wachtend dat er iets zoude uitkomen.
+
+Eindelooze spanning.
+
+Toen hoorden zij Cossar's eerste schot, als een ontploffing in
+een mijn...
+
+Elk's zenuwen en spieren spanden zich, en pang! pang! pang! de ratten
+hadden geprobeerd weg te komen, en twee waren neergeveld. Toen rukte
+de man die het kluwen bindtouw vasthield aan de lijn.
+
+"Hij heeft er daar binnen een neergelegd," zei Bensington, "en hij
+heeft het touw noodig."
+
+Hij zag toe hoe het touw het hol inkroop, en het leek wel alsof
+er een slangachtig leven in gevaren was--want de duisternis maakte
+het bindgaren onzichtbaar. Eindelijk kroop het niet langer voort,
+en gebeurde er een heelen tijd niets. Toen kroop er, wat Bensington
+het vreemdste monster van alles toeleek, langzaam uit het hol en
+ontpopte zich als de kleine werktuigkundige, die er achterwaarts
+uitkroop. Achter hem aan en diepe voren ploegend, stak Cossar zijn
+voeten naar buiten en toen volgde zijn door den lantaarn verlichten
+rug...
+
+Slechts nog één rat was er nu in leven, en deze arme, ten doode
+opgeschreven sukkel zat ineengedoken in den versten schuilhoek,
+tot Cossar en de lantaarn weder in het gat verdween en het doodde,
+en eindelijk deed Cossar, die menschelijke fret, de ronde door al de
+holen om zich te vergewissen, dat er niet méér waren.
+
+"We hebben ze," zei hij tot zijn van eerbied bijna stomme
+gezelschap. "En als ik niet zoo'n stuipekop geweest was, dan zou
+ik me tot op m'n middel uitgekleed hebben. Ligt voor de hand, niet
+waar. Voel m'n mouwen es, Bensington! Kletsnat van 't zweet. Maar je
+kunt niet an alles tegelijk denken. Alleen een halve flesch whiskey
+kan me 'n kou van 't lijf houden."
+
+
+
+VI.
+
+Er waren oogenblikken in dezen wondervollen nacht waarin het Bensington
+toescheen, dat hij voorbestemd was voor een leven van fantastische
+avonturen. Dit was voornamelijk wel een uur lang het geval nadat
+hij een flink glas whiskey gedronken had. "'k Ga niet terug naar
+Sloanestreet," deelde hij den langen, blonden, groezeligen monteur
+in vertrouwen mede.
+
+"Niet?"
+
+"Waarachtig niet," zei Bensington, somber het hoofd schuddend.
+
+De inspanning die het sleepen van de zeven doode ratten naar den
+brandstapel bij het brandnetelboschje van hem vereischte, deed hem
+baden in zweet, en Cossar wees op de voor de hand liggende physieke
+reactie van whiskey om hem te behoeden voor de anders onvermijdelijke
+kou.
+
+Ze hielden een soort van roovers-souper in de oude met tegels bevloerde
+keuken, terwijl de rij doode ratten tegen de kippeloopen buiten lag in
+het maanlicht en na ongeveer een half uur slaap, wekte Cossar hen allen
+weder om het werk, dat nog gedaan moest worden, te verrichten. "'t
+Ligt voor de hand dat we de plaats met den grond gelijk moeten maken,"
+zei hij. "Geen rommel, en geen schandaal. Snap je?" Hij haalde hen
+over tot zijn idee om de verwoesting volkomen te maken. Zij sloegen en
+versplinterden ieder stukje hout in huis; zij legden paden van gehakt
+hout overal waar de ontzaglijke plantengroei opschoot; zij maakten
+een brandstapel voor de rattenlijken, en overgoten ze met petroleum.
+
+Bensington werkte als een polderjongen, die weet wat hem te doen
+staat. Hij bereikte zijn toppunt van vroolijkheid en energie tegen twee
+uur. Als hij in het verwoestingswerk een bijl zwaaide, ontvluchtte
+zelfs de dapperste zijn nabijheid. Daarna kalmeerde hij een beetje
+door het tijdelijk verlies van zijn bril, die de anderen eindelijk
+vonden in den zijzak van zijn jas. Mannen liepen af en aan--vuile,
+nijvere mannen. Cossar bewoog zich tusschen hen als een god.
+
+Bensington dronk diep van die vreugde, die men vindt in elkaars
+gezelschap, die zegevierende legers en stoere expedities leeren
+kennen,--doch nooit zij, die het leven van eerzaam burger in steden
+leiden. Nadat Cossar hem zijn bijl had afgenomen, en hem aan het
+hout-dragen gezet had, liep Bensington af en aan, zeggend dat ze
+allemaal "goeie kerels" waren. Hij werkte dóór, nog lang nadat hij
+vermoeidheid begon te voelen.
+
+Eindelijk was alles in gereedheid en werd er begonnen met het
+openbreken der petroleum-vaten. De maan, nu beroofd van haar toch
+reeds niet talrijk nachtelijk gevolg van sterren, scheen hoog boven
+den dageraad.
+
+"Verbrand alles," zei Cossar, af en aan loopend--"verbrand den grond
+en alles wat er op staat of groeit."
+
+Bensington kreeg hem in 't oog; Cossar zag er nu zeer mager en
+vreesaanjagend uit in het eerste bleeke aanlichten van den dageraad,
+voorbijhollend met vooruitstekende onderkaak, en een walmend zwam in
+de hand.
+
+"Vooruit, kom mee!" zei iemand, aan Bensington's arm trekkend.
+
+De stille dageraad--er zongen daar geen vogels--was plotseling vervuld
+met een rumoerig geknapper; een klein, dof rood vlammetje lekte om
+de basis van den brandstapel, werd blauw toen het den grond raakte,
+en begon van blad tot blad tegen den stam van een reuzennetel op te
+klimmen. Een zangerig geluid vermengde zich met het geknapper...
+
+Zij grepen haastig hunne geweren uit den hoek van de woonkamer der
+Skinners, en toen holden allen weg. Cossar kwam achter hen aan met
+zware reuzenpassen...
+
+Nu stonden allen te kijken naar de Proef-Hoeve.
+
+Langzamerhand vatte alles vlam; de rook en de vlammen stortten naar
+buiten als een menigte in een paniek, uit deuren en vensters en uit
+duizend spleten en reten van het dak. Cossar wist wel hoe hij een
+vuurtje moest stoken! Een groote rookkolom waaruit bloedroode tongen
+en uitschietende vuurstralen te voorschijn kwamen, schoot op ten
+hemel. Het was alsof er een ontzaglijke reus plotseling opstond, zich
+uitrekte en op eens zijn reuzenarmen over den hemel uitspreidde. Het
+dompelde hen weder in het duister en verbleekte geheel den gloed
+der zon die er achter opging. Geheel Hickleybrow bemerkte spoedig
+den ontzaglijken rookkolom, en kwam aangeloopen naar den heuveltop,
+in allerlei vormen van déshabillé om hen te zien terugkeeren. Achter
+hen, als een fantastische fungus [3] zwaaide en vervormde zich deze
+rookkolom, al hooger en hooger de lucht in--en deed de heuvelen
+laag lijken en alle andere voorwerpen klein, en op den voorgrond,
+aangevoerd door Cossar volgden de stichters van dezen brand, het pad,
+acht kleine donkere gestalten die moe, met het geweer op schouder,
+de weide doorkwamen.
+
+Toen Bensington omkeek, kwam er in zijn moede brein een welbekend
+gezegde op, en bleef daar hangen. Wat was het ook? "Ge hebt vandaag
+ontstoken--? Ge hebt vandaag ontstoken?--"
+
+Toen herinnerde hij zich Latimer's woorden: "wij hebben heden een
+licht ontstoken in Engeland, dat niemand ooit weder blusschen kan--"
+
+Wàt 'n man was die Cossar! Hij bewonderde zijn rug een tijdje en was
+er trotsch op, dien hoed vastgehouden te hebben. Trotsch! Hoewel
+hij een beroemd navorscher was en Cossar slechts aan toegepaste
+wetenschap deed.
+
+Plotseling begon hij te huiveren en vreeselijk te geeuwen en wenschte,
+dat hij warm ingestopt in zijn bed lag op zijn kleine bovenhuis,
+dat uitzag op Sloanestreet. Aan nicht Jeanne te denken ging heelemaal
+niet meer. Zijn beenen waren strengen katoen geworden, en zijn voeten
+van lood. Hij verwonderde er zich over of er iemand in Hickleybrow
+hun koffie zou kunnen verschaffen. Hij was gedurende drie en dertig
+jaren nooit een heelen nacht opgebleven.
+
+
+
+VII.
+
+En terwijl deze acht avonturiers om de Proef-Hoeve ratten bevochten,
+kampte, negen mijlen ver weg, in het dorp Cheasing Eyebright, een oude
+juffrouw met een ontzettenden neus, met groote moeilijkheden bij het
+licht van een flakkerende kaars. Zij had een tang om sardinenblikjes
+open te breken in de eene knokkige hand, en in de andere hield zij
+een bus Herakleophorbia, die zij zei te willen openen, of te sterven
+in de poging. Zij spande zich onvermoeid in, terwijl door het uiterst
+dunne beschot de stem van het kleine kind der Caddles klaagde. "'t Arme
+schaap," zei juffrouw Skinner; en vervolgens, zich met haar eenigen
+tand in de lip bijtend in een extase van vastbeslotenheid, zei zij:
+"Hier d'r maar mee!"
+
+En een oogenblik later, "jap!" en een nieuwe voorraad van het Voedsel
+der Goden werd vrijgelaten om zijn reuzengroeikracht de wereld in
+te slingeren.
+
+
+
+
+
+HOOFDSTUK IV.
+
+DE REUZEN-KINDEREN.
+
+
+I.
+
+Voor een tijd tenminste moet de zich steeds uitbreidende kring van
+de nog achtergebleven gevolgen op de Proef-Hoeve buiten ons verder
+verhaal blijven--bijvoorbeeld hoe nog een tijd lang een reuzengroei
+in fungus en paddestoel, in gras en onkruid voortwoekerde in dat
+wel verkoolde doch niet geheel uitgewischte centrum. Ook kunnen
+wij niet uitweiden over de geschiedenis van die twee kwijnende
+vrijsters, de twee overlevende hennen; hoeveel bekijks zij hadden
+en hoeveel verbazing zij verwekten, en hoe zij hunne verdere jaren
+doorbrachten in ei-looze beroemdheid. De lezer, die haakt naar verdere
+bijzonderheden omtrent deze dingen, verwijs ik naar de nieuwsbladen
+van dien tijd--naar de ruime, niet al te kieskeurige kolommen van
+den modernen boekstavenden Engel. Wij zullen ons verder bezighouden
+met den heer Bensington ten tijde van deze verontrustende dingen.
+
+Hij was dan naar Londen teruggekeerd, en bemerkte dat hij plotseling
+een zeer beroemd man was geworden. In één nacht was de geheele wereld
+ten zijnen opzichte veranderd. Iedereen begreep hem. Het leek wel alsof
+nicht Jeanne er alles van wist; de menschen op straat wisten er ook
+alles van: de bladen eveneens alles en nòg méér. Zeer zeker was het
+iets vreeselijks geweest nicht Jeanne onder de oogen te moeten komen,
+doch toen het voorbij was, was het bij slot van rekening toch niet
+zoo héél vreeselijk.
+
+Zelfs háár macht over feiten had grenzen; het was duidelijk, dat
+zij met zichzelve te rade was gegaan en het Voedsel aangenomen had
+als iets dat in de natuur der dingen lag. Ze nam een houding van
+snauwende plichtmatigheid aan. Het was duidelijk, dat zij er haar
+goedkeuring geenszins aan hechtte, doch zij verbood niets. Het is
+mogelijk dat Bensington's vlucht, zooals zij die moet hebben opgevat,
+haar vermurwd heeft, en het ergste wat zij deed, was hem met bittere
+volharding op te passen onder voorwendsel van een verkoudheid die de
+goede man niet gevat had, en van zijne vermoeidheid die hij reeds
+lang vergeten was, en hem een nieuw soort hygiënisch heel-wollen
+"combination" stel ondergoed te koopen dat even veel neiging vertoonde
+om gedeeltelijk binnenste buiten te keeren en gedeeltelijk niet, en
+waar hij, als afgetrokken mensch even moeilijk kon inkomen, als in
+gezelschapskringen. En nog een tijdlang, en voor zoover dit gemak
+hem ledigen tijd liet, ging hij voort een aandeel te nemen in de
+ontwikkeling van dit nieuwe element in de menschelijke geschiedenis,
+het Voedsel der Goden.
+
+De publieke opinie, die haar eigen, mysterieuze wetten van selectie
+volgde, had hèm uitgekozen als den eenigen verantwoordelijken uitvinder
+en bevorderaar van dit nieuwe wonder; zij wilde niets van Redwood
+weten, en zonder protest stond het Cossar toe zijn natuurlijke neiging
+te volgen en in een uiterst vruchtbare obscuriteit te verzinken. Vóór
+hij bemerkte waar dit alles heen wilde, stond hij, om zoo te zeggen,
+reeds stijf en ontleed op de schuttingen tentoongesteld. Zijn
+kaalhoofdigheid, zijn eigenaardige roode kleur en zijn gouden bril
+waren algemeen eigendom geworden. Vastberaden jonge mannen met groote,
+er-duur-uitziende camera's en een air alsof zij er het volste recht toe
+hadden, namen Bensington's verdieping in bezit gedurende korten, doch
+zeer vruchtbaren tijd, lieten er plotseling helle lichten in schijnen,
+die het huis nog dagen daarna met een dikken, ondragelijken stank
+vervulden, en gingen dan weder heen om de bladzijden der periodieken te
+vullen met hunne bewonderenswaardige kiekjes van den heer Bensington
+ten voeten uit, en te huis zittend in op één na zijn beste jasje en
+opengewerkte schoenen. Weer andere personen met resolute manieren,
+van verschillende leeftijden en sexe, kwamen binnenvallen en verhaalden
+hem allerlei dingen over Bom-Voedsel--het was Punch, die het goed het
+eerst "Bom-Voedsel" noemde--en drukten later af wat zij gezegd hadden,
+als zijn eigen origineele bijdrage in het interview. Het geval werd
+Broadbeam, den populairen humorist, een ware bezetting. Hij rook weer
+iets dat hij niet begrijpen kon, en tobde zich af in pogingen om het
+geval door zijn moppen onbeduidend te doen schijnen. Men kon hem in
+societeiten vinden, een grooten onbeholpen man, met de sporen van zijn
+middernachtelijk werken bij een walmende olie-lamp op zijn ongezond
+bleek gelaat afgedrukt, aan iedereen dien hij maar te pakken kon
+krijgen, uitleggend: "Die wetenschappelijke mannetjes weet je, hebben
+niet 't minste gevoel van Humor. Dat is 't. Deze wetenschap--vermoordt
+het." Zijne grappen op Bensington werden kwaadwillige lasterschriften.
+
+Een ondernemend agentschap in couranten-uitknipsels zond Bensington
+een lang artikel over hemzelven, geknipt uit een schelling's
+weekblad, genaamd "Een nieuwe Terreur," en bood hem aan honderd van
+dezelfde artikelen te leveren voor een tientje; en twee buitengewoon
+bekoorlijke jonge dames, die hem geheel onbekend waren, bezochten hem,
+en bleven, tot de onzeggelijke verontwaardiging van nicht Jeanne,
+thee bij hem drinken, en zonden hem later hun verjaarsalbums om zijn
+handteekening in te zetten. Hij was er spoedig aan gewend zijn naam
+in één adem genoemd te zien met de meest onsamenhangende ideeën in
+de publieke pers, en in de revues artikelen te ontdekken, handelend
+over Bom-Voedsel en hemzelven, en geschreven op de meest familiare
+wijze door lieden, waarvan hij nooit gehoord had. En welke verkeerde
+denkbeelden omtrent het aangename van beroemdheid hij ook moge gevoed
+hebben in de dagen toen hij nog onbekend was, deze werden zeer spoedig
+en voor altijd gebannen. In het begin--Broadbeam uitgenomen--was de
+toon der publieke opinie vrij van alle vijandelijkheid. Het leek het
+publiek niet anders dan een speelsgewijze geopperde mogelijkheid, dat
+er nog meer Herakleophorbia zou kunnen ontsnappen. En het scheen het
+publiek niet in te vallen, dat de groeiende kleine groep kinderen,
+die nu gevoed werden met het voedsel, binnen korten tijd meer "òp"
+zouden groeien dan de meesten van ons ooit groeien. Waar het publiek
+het meest plezier in had, waren Caricaturen van eminente politici "na
+een kuur van Bom-Voedsel," het gebruikmaken van de Bom-Voedsel-idee op
+schuttingen, en zulke stichtelijke teekeningen als van de doode wespen
+die aan het vuur ontsnapt waren en van de nog overblijvende kippen.
+
+Verder dan dit keek het publiek liever niet, totdat er zeer
+ijverige pogingen gedaan werden om aller oogen te vestigen op de meer
+verwijderde gevolgen en zelfs toèn nog was de geestdrift om te handelen
+nog maar betrekkelijk bij het publiek. "Er is altijd iets nieuws," zei
+het publiek--een publiek dat zoo overvoerd was van nieuwigheden, dat
+het zonder verbazing zoude aangehoord hebben, dat de aarde gespleten
+was, zooals men een appel doorsnijdt, en dat zou gezegd hebben:
+"'k Zou wel es willen weten wat "ze" hierna weer zullen beginnen."
+
+Doch er waren er een paar die buiten het publiek stonden, en die
+reeds verder zagen, en enkelen, schijnt het, werden angstig van wat
+zij daar zagen. Daar hadt je bijvoorbeeld de jonge Caterham, neef van
+den graaf van Penterstone, en een van de meestbelovende Engelsche
+politici, die, op gevaar af voor een leuteraar gehouden te worden,
+een lang artikel schreef in de "Negentiende Eeuw en Daarna," om de
+algeheele onderdrukking van het Voedsel voor te stellen. En dan was
+er nog--in sommige stemmingen--Bensington zelf.
+
+"Ze schijnen niet te begrijpen--" zei hij tot Cossar.
+
+"Nee, dat doen ze ook niet."
+
+"En doen wij dat wel? Soms, als ik er aan denk wat het zeggen wil--dit
+arme kind van Redwood--en, natuurlijk, joùw drie--misschien veertig
+voet groot!... Mogen we, bij slot van rekening er wel mee doorgaan?"
+
+"Er mee doorgaan!" riep Cossar uit, schokkend van plompe verbazing, en
+met hooger stem dan ooit. "Natúúrlijk ga je d'r mee door! Waar denk je
+wel voor gemaakt te zijn? Om rond te slenteren tusschen je maaltijden?"
+
+"Ernstige gevolgen," gilde hij, "natúúrlijk! Enorm! Ligt voor de
+hand--Ligt voor de hand. M'n goeie man, 't is de eenige kans die je
+in je leven hebt op een ernstig gevolg! En nou wil je terug!" Een
+oogenblik lang was hij sprakeloos van verontwaardiging. "'t Is
+schànde!" zei hij eindelijk, en barstte nog eens nà los: "Schande!"
+
+Doch Bensington werkte nu in zijn laboratorium met meer emotie dan
+lust. Hij kon niet zeggen of hij ernstige gevolgen in zijn leven
+wenschte of niet; hij was een man met een kalmen smaak. Het was een
+wondere ontdekking, natuurlijk, zeer wonderbaarlijk--maar--Hij was
+reeds eigenaar geworden van verscheidene hectaren verschroeiden, te
+slechter-faam bekend staanden grond bij Hickleybrow, tegen een prijs
+van bijna f 1000 per are, en soms was hij geneigd ook dit als zùlk
+een ernstig gevolg van speculatieve chemie te beschouwen, als een
+man zonder eerzucht maar kon wenschen. Meer dan voldoening gevend,
+ja, veel meer dan voldoening gevend was de roem, dien hij bereikt
+had.--Doch de gewoonte van navorschen zat hem in het bloed...
+
+En soms, in sommige oogenblikken, zeldzaam voorkomende oogenblikken,
+voornamelijk in het laboratorium, vond hij nu en dan nog iets anders
+dan gewoonte en Cossar's argumenten om hem tot zijn werk aan te
+zetten. In dezen kleinen gebrilden man, die, met zijn opengewerkte
+schoenen om de pooten van zijn hooge kruk geslagen, zich hierop in
+evenwicht hield, met de hand op het pincet zijner gewichtjes, placht
+dan plotseling weder een lichtstraal van dat jeugd-visioen door te
+breken, een momenteele visie van het eeuwig ontkiemen van het zaad
+dat gezaaid was in zijn geest, en zag hij als het ware in de lucht,
+achter de grotesque gedaanten en voorvallen van het heden, de komende
+wereld van reuzen en al de machtige dingen die in de toekomst weggelegd
+waren--vaag en schitterend, als een glanzend paleis dat plotseling
+gezien wordt in een voorbijschietenden zonnestraal in de verte... En
+een oogenblik later was het hem weer alsof die voorbijgaande glorie
+zijn geest nooit beschenen had, en zag hij niets in de toekomst
+dan sombere schaduwen, onmetelijke hellingen en donkere diepten,
+onherbergzame wildernissen, koude, woeste en vreeselijke dingen.
+
+
+
+II.
+
+Temidden van de ingewikkelde en verwarde gebeurtenissen, de schokken
+van de groote buitenwereld, die den heer Bensington zijn roem
+bezorgden, trad een schitterende, en actieve figuur weldra op den
+voorgrond--werd bijna, als het ware, een leider en heraut van deze
+dingen, die Bensington als buiten de zaak omgaand toeleken. Dit was
+dr. Winkles, die zelfbewuste jonge praktizeerende dokter, die reeds
+in dit verhaal ten tooneele gevoerd is als het middel waardoor het
+Redwood mogelijk werd het Voedsel zijnen zoon toe te dienen. Zelfs
+vóor het algemeen uitbreken der gevolgen in Hickleybrow, was het
+duidelijk, dat de geheimzinnige poeders die Redwood hem gegeven had,
+de levendige belangstelling van dezen heer hadden opgewekt, en zoodra
+de eerste wespen verschenen, bracht hij de dingen met elkaar in
+verband. Hij behoorde tot het soort van dokters, die in manieren,
+moraal, wijze van werken en voorkomen het best konden getypeerd
+worden met het woord "opkomend." Hij was lang en blond, met een hard,
+waakzaam, pedant, aluminium-kleurig oog, haar als aangemengde kalk,
+regelmatige gelaatstrekken, met sterk ontwikkelde kaakspieren
+en vierkanten gladgeschoren kin, recht van lijf en leden en met
+flinken gang, vlug en zich op de hielen omdraaiend; hij droeg lange
+gekleede jassen, zwart-zijden dassen en eenvoudige gouden manchet-
+en boorden-knoopen en horloge-ketting, en zijn zijden hoeden hadden
+een bijzonderen vorm en rand die hem er verstandiger en beter dan
+iemand anders deden uitzien. Hij zag er even jong of oud uit als de
+eerste de beste volwassene. En na dit eerste wondervolle uitbreken,
+klampte hij zich aan Bensington en Redwood en het Voedsel der Goden
+met zulk een overtuigend air van eigenaarschap vast, dat Bensington,
+niettegenstaande het feit dat de pers het tegendeel verklaarde, soms
+geneigd was hèm als den oorspronkelijken uitvinder van de geheele
+zaak aan te zien.
+
+"Deze kleine ongelukjes," zei Winkles, toen Bensington een toespeling
+maakte op de gevaren van verdere ontsnappingen, "deze kleine ongelukjes
+hebben niets te beteekenen. Niets. De ontdekking is alles. Behoorlijk
+uitgewerkt, zorgvuldig behandeld, verstandig gecontroleerd, en we
+hebben iets heel gewichtigs gevonden in dit voedsel van "òns"... Maar
+we moeten er een oogje op houden... We moeten het niet weer laten
+ontglippen, en--we moeten het er niet bij laten zitten."
+
+En dit was hij voorzeker niet van plan te doen. Hij kwam nu bijna
+elken dag bij Bensington. Als Bensington uit het raam keek, placht hij
+de uiterst-correcte equipage Sloane-street te zien af komen draven,
+en na een ongelooflijk korten tijd trad Winkles de kamer binnen met
+lichten, veerkrachtigen tred, en vervulde haar met gerucht, haalde
+het een of ander nieuwsblad uit den zak, voorzag Bensington van nieuws
+en maakte opmerkingen.
+
+"Nou," placht hij te zeggen, zich in de handen wrijvend, "en schieten
+we op?" en bracht met deze woorden het gesprek erop.
+
+"Zie je wel," zei hij bijvoorbeeld, "dat die Caterham over ons goedje
+gesproken heeft op de Bijeenkomst van den Kerkelijken Bond?"
+
+"Goeie hemel!" zei Bensington, "dat is 'n neef van den eersten
+minister, hè?"
+
+"Ja," zei Winkles, "een heel bekwame jonge man--werkelijk heel
+bekwaam. Zijn hoofd staat hem heelemaal verkeerd, weet je, verwoed
+reactionnair--maar op en top een handige vent, hoor. En 't schijnt
+werkelijk alsof hij geld wil slaan uit ons goedje. Slaat een beslisten
+toon aan. Praat over "ons" voorstel om het te gebruiken op de lagere
+scholen--"
+
+"Ons voorstel om het te gebruiken op de lagere scholen!"
+
+"Ja, onlangs zei ik daar zoo iets over--zoo terloops--praatje
+aan een Polytechnische. Probeerde 't duidelijk te maken, dat 't
+goedje werkelijk veel goed kon doen. Niet in 't minst gevaarlijk,
+niettegenstaande die kleine ongelukjes. Die kunnen onmogelijk weer
+plaats hebben... Weet je, 't zóú werkelijk goed zijn voor--Maar nu
+is hij er over aan 't praten gegaan."
+
+"Wat heb je dan gezegd?"
+
+"Och, enkele voor de hand liggende onbeduidende dingen. Maar zooals je
+ziet--hij neemt het in vollen ernst op. Zegt dat er zonder dit ook al
+geld genoeg verknoeid wordt aan de openbare scholen. Vertelt weer de
+oude geschiedenissen over piano-lessen--weet je. Niemand, zegt hij,
+wil de kinderen uit het volk verhinderen een opvoeding te genieten,
+die overeenkomt met hun stand, maar door ze dergelijk voedsel te
+geven, zou je hun besef van verhoudingen absoluut vernietigen. Heeft
+'t onderwerp nog verder uitgewerkt. Welk nut heeft het, zegt hij,
+arme lieden zes en dertig voet lang te maken? Hij gelooft werkelijk,
+zie je, dat ze zes en dertig voet lang zullen worden."
+
+"Dat zouden ze ook," zei Bensington, "als je ze ons voedsel geregeld
+gaf. Maar niemand heeft iets gezegd van--"
+
+"Jawel, ik zei iets."
+
+"Maar m'n beste Winkles--!"
+
+"Ze zullen natuurlijk nòg Grooter worden," viel Winkles hem in de rede,
+met een air van "'k weet er alles van," en verachtelijk over de onrijpe
+ideeën van Bensington heenloopend. "Ontegenzeggelijk Grooter. Maar
+luister eens naar wat hij zegt! Zal het hen gelúkkiger maken? Dat is
+de quaestie. Zullen ze meer eerbied hebben voor de over hen gestelde
+machten? Is het wel billijk tegenover de kinderen zelf?" Grappig hoe
+bezorgd lui van zijn slag zijn voor de rechtvaardigheid--voor zoover
+het schikkingen in de toekomst betreft. Zelfs heden ten dage, zegt hij,
+bedragen de kosten van kleeding en voeding meer dan menig ouder voor
+zijn kinderen kan betalen, en als dit nieuwe wordt toegelaten!--He?"
+
+"Je ziet dat hij mijn terloops gegeven wenk tot een positief voorstel
+maakt. En dan berekent hij verder hoeveel een broek zal kosten
+voor een groeienden jongen van twintig voet ongeveer. Alsof hij
+werkelijk geloofde--Honderd twintig gulden berekent hij, en dan is
+nog alleen maar de naaktheid van den jongen bedekt. Grappige kerel,
+die Caterham. Zoo concreet! En op den braven en hard-werkenden
+belastingbetaler zal 't neerkomen, zegt hij. Hij zegt dat wij
+rekenschap hebben te houden met de Rechten der Ouders. Hier staat het
+allemaal. Twee kolommen. Ieder ouder heeft het recht zijne kinderen
+groot te brengen naar zijn eigen lengte..."
+
+"Dan komt de quaestie van de inrichting der scholen, kosten van
+vergroote banken en lessenaars voor ons tòch al tè zwaar belaste
+Rijksscholenbudget. En wat krijg je dan nòg?--een proletariaat van
+hongerige reuzen. En hij eindigt met een heel ernstige passage; hij
+zegt dat, zelfs al komt er niets van dat alle perken overschrijdende
+voorstel--ik greep 't zoo maar uit de lucht, moet je weten en heelemaal
+verkeerd uitgelegd bovendien--van die scholen, dat dan de quaestie daar
+nog niet mee uit is. Dit is een eigenaardig voedsel, zóo eigenaardig,
+dat het bijna kwaadaardig lijkt. Het is roekeloos rondgestrooid--zoo
+zegt hij--en niets waarborgt, dat het niet nogmaals zal worden
+rondgestrooid. Als men er eenmaal van genomen heeft, is het gif,
+tenzij men er mee doorgaat. ("Dat is het ook," zei Bensington). En om
+kort te gaan, hij stelt voor een "Nationaal Genootschap ter Behoud
+van de Normale Verhoudingen der Dingen" op te richten. Zot, he? En
+heel veel lui voelen er veel voor. Maar wat denken ze te doèn?"
+
+Winkles haalde de schouders op en stak zijn handen uit. "Een
+vereeniging vormen," zei hij, "en lawaai maken. Ze willen het onwettig
+doen verklaren, dit Herakleophorbia te fabriceeren--of tenminste het
+algemeen bekend maken van het bestaan ervan. Ik heb er een beetje
+over geschreven naar dit en dat blad, om aan te toonen, dat Caterham's
+begrip van de zaak schromelijk overdreven is--schròmelijk overdreven,
+maar mijn geschrijf schijnt hem niet tegen te houden. Grappig, he, hoe
+de menschen er zich tegen gaan kanten. En de Nationale Matigheids-Bond
+heeft een afdeeling opgericht voor Matigheid in Groei."
+
+"Hm," zei Bensington en streek zich over den neus.
+
+"Na al wat er gebeurd is kan dat lawaai slecht uitblijven. Oppervlakkig
+beschouwd is de quaestie werkelijk wat--onrustbarend."
+
+Winkles liep een tijdje de kamer op en neer, aarzelde en vertrok.
+
+Het was duidelijk, dat hij iets verborgen hield, iets dat op twee
+manieren van belang voor hem was en dat hij nog niet wenschte te laten
+zien. Op zekeren dag toen Redwood en Bensington samen op Bensington's
+kamers zaten, liet hij even doorschemeren wat het was, dat hij in
+reserve hield.
+
+"Hoe staan de zaken?" zei hij, zich in de handen wrijvend.
+
+"Wij zijn bezig een soort van rapport samen te stellen."
+
+"Voor het Koninklijk Genootschap?"
+
+"Juist."
+
+"Hm," zei Winkles, heel gewichtig doend, en ging naar het
+haardkleed. "Hm. Maar--De quaestie is maar, mag je dat wel doen?"
+
+"Mogen we--wat?"
+
+"Mag je dat wel publiek maken?"
+
+"Wij leven niet meer in de middeleeuwen," zei Redwood.
+
+"Dat weet ik wel."
+
+"Zooals Cossar zegt, "kennis ruilen,"--dat is de ware wetenschappelijke
+methode."
+
+"In de meeste gevallen wel, ja. Maar--Dit is een exceptioneel geval."
+
+"Wij zullen het Koninklijk Genootschap de geheele zaak behoorlijk
+voorleggen," zei Redwood.
+
+Winkles kwam bij een latere gelegenheid hier op terug.
+
+"In veel opzichten is 't een merkwaardige uitvinding."
+
+"Dat verandert niets aan de zaak," zei Redwood.
+
+"Maar dit is een soort van wetenschap die heel licht aanleiding
+kan geven tot ernstige misbruiken,--"tot ernstige gevaren,"--zooals
+Caterham het uitdrukt."
+
+Redwood zei niets.
+
+"Zelfs achteloosheid, weet je--Als we een commissie van betrouwbare
+lieden vormden om het vervaardigen van Bomvoedsel, Herakleophorbia
+bedoel ik, te controleeren--zouden we kunnen--"
+
+Hij zweeg, en Redwood, met een heimelijk onaangenaam gevoel, deed
+alsof hij de vraag in Winkles' woorden niet opmerkte.
+
+Buiten de vertrekken van Redwood en Bensington werd Winkles,
+niettegenstaande de onvolledigheid van zijn kennis ervan, een leidend
+autoriteit op het gebied van Bomvoedsel. Hij schreef brieven waarin hij
+het gebruik ervan verdedigde; hij schreef korte stukjes en artikelen
+waarin hij het nut ervan verklaarde; hij sprong op oogenblikken
+dat het heelemaal niet te pas kwam op in de vergaderingen der
+wetenschappelijke en medische genootschappen om erover te praten;
+hij vereenzelvigde er zich mede. Hij gaf een pamflet uit, getiteld
+"De waarheid omtrent Bomvoedsel," waarin hij het geheele voorval te
+Hickleybrow nagenoeg tot niets reduceerde. Hij zei, dat het onzinnig
+was te zeggen dat Bomvoedsel de menschen zeven en dertig voet lang zou
+maken. Het "lag voor de hand," dat dit overdrijving was. Natuurlijk
+zou het hen Grooter maken, maar meer niet...
+
+In dat intieme kringetje van twee zag men maar al te duidelijk, dat
+Winkles dolgraag wilde helpen bij het maken van Herakleophorbia, en
+helpen bij het corrigeeren van de proeven van het een of ander artikel
+dat voorbereid werd over dit onderwerp, ja alles te doen waaruit hij
+de bizonderheden van het vervaardigen van Herakleophorbia kon te weten
+komen. Voortdurend vertelde hij hen beiden, dat hij voelde, dat het
+"een Groot Ding" was, en dat er enorme mogelijkheden in verscholen
+lagen. Als ze maar eerst op de een of andere manier ongestoord hun
+gang konden gaan. En eindelijk vroeg hij op zekeren dag ronduit,
+of ze hem niet zeggen konden hoe het gemaakt werd.
+
+"Ik heb nog es nagedacht over wat je zei," zeide Redwood.
+
+"Nu, en?" zei Winkles, plotseling oplevend.
+
+"Het is een soort van kennis die heel licht aanleiding zou kunnen
+geven tot ernstige misbruiken." zei Redwood.
+
+"Maar ik zie niet in waar dat op slaat," zei Winkles.
+
+"'t Is tòch zoo," zei Redwood.
+
+Winkles dacht er een paar dagen over na. Toen kwam hij bij Redwood
+en zei dat hij er aan twijfelde of hij aan Redwood's kleinen jongen
+wel langer poeders mocht geven, waarvan hij niets wist; het leek hem
+toe erg veel te hebben van lichtvaardig verantwoordelijkheid op zich
+te nemen. Dit stemde Redwood tot nadenken.
+
+"Heb je gezien, dat de "Vereeniging tot Algeheele Onderdrukking van
+Bomvoedsel" al verscheidene duizenden leden telt?" zei Winkles van
+het onderwerp afstappend.
+
+"Ze hebben een petitie op touw gezet," zei Winkles. "En de jonge
+Caterham zal haar de Kamer voorleggen. 't Gaat meenens worden,
+hoor. Zij zijn bezig plaatselijke comité's te vormen om invloed
+te oefenen bij verkiezingen. Zij wenschen het vervaardigen en het
+in voorraad hebben van Herakleophorbia zonder speciale vergunning,
+strafbaar te stellen, en het toedienen van Bomvoedsel--zoo noemen
+ze het--aan eenig persoon onder de eenentwintig, als landverraad
+aan te merken, met gevangenisstraf zonder boete. Maar er zijn nog
+andere vereenigingen weet je. De "Vereeniging tot Behoud van de Oude
+Lichaamsgrootte" wil den heer Frederic Harrison in den raad zien
+te krijgen, zeggen ze. Je weet dat hij er een verhandeling over
+geschreven heeft; hij zegt dat het absoluut niet harmonieert met
+die Openbaring van het Menschelijk Geslacht die gevonden wordt in de
+leeringen van Comte. Dat het iets is, dat zelfs de achttiende eeuw in
+hare ergste tijden niet zou hebben kúnnen voortbrengen. De gedachte
+aan dit Voedsel is nooit in het hoofd van Comte opgekomen--wat wel
+een bewijs is, dat het werkelijk uit den booze is. Niemand, zegt hij,
+die Comte werkelijk heeft begrepen..."
+
+"Maar je wilt toch niet zeggen--" zei Redwood, die van schrik over
+zijn verachting voor Winkles heenraakte.
+
+"Nou, ze zullen dat nu allemaal wel niet doen," zei Winkles. "Maar
+de publieke opinie is nu eenmaal de publieke opinie, en stemmen zijn
+stemmen. Iedereen kan wel zien dat jullie een lastig ding in de wereld
+geschopt hebt. En het menschelijk instinct stelt zich onmiddellijk
+tegenover dingen die de rust verstoren.
+
+"Niemand schijnt te gelooven in Caterham's denkbeeld van menschen
+van zeven en dertig voet lang, die geen kerk of vergaderlokaal
+kunnen binnenkomen, of eenig andere maatschappelijke of menschelijke
+inrichting. Maar toch zijn ze er niet zoo heel gerust op. Ze zien
+wel dat dit iets is,--iets dat meer is dan een gewone ontdekking--"
+
+"Dat zit er in iedere ontdekking," zei Redwood.
+
+"Hoe dan ook, ze worden--schichtig. Caterham zeurt maar steeds over
+wat er gebeuren kàn, als het weer losbreekt. Ik herhaal telkens en
+telkens weer dat het dat niet zàl, en dat 't dat niet kàn. Maar--je
+staat er voor!"
+
+En hij liep een tijd lang lawaaiërig in de kamer op en neer, alsof
+hij het onderwerp van het geheim weder wilde op de proppen brengen,
+bedacht zich en ging heen.
+
+De beide geleerden keken elkaar aan. Een tijdlang spraken alleen
+hunne oogen.
+
+"In het ergste geval," zei Redwood, met gemaakt-kalme stem, "zal ik
+het Voedsel mijn kleinen Teddy eigenhandig toedienen."
+
+
+
+III.
+
+Slechts enkele dagen na dit gesprek, sloeg Redwood, zijn courant
+open en zag, dat de Eerste Minister een "Koninklijke Commissie ter
+onderzoek van Bom-Voedsel" had toegezegd. Dit deed hem, met de courant
+in de hand, naar Bensington's kamer snellen.
+
+"Ik geloof, dat Winkles de zaak aan het bederven is. Hij maakt
+het Caterham gemakkelijk. Hij praat er al maar over en wat het nog
+uitwerken zal, en jaagt de menschen vrees aan. Als hij zoo doorgaat,
+geloof ik vast dat hij onze navorschingen onmogelijk zal maken. Zelfs
+zoo als de zaken nu staan--met dit gedoe over mijn kleinen jongen--"
+
+Bensington zei dat hij wenschte dat Winkles er mede ophield.
+
+"Heb je wel opgemerkt, dat hij de gewoonte heeft aangenomen het
+Bomvoedsel te noemen. Ik mag dien naam niet," zei Bensington, over
+zijn bril heenkijkend.
+
+"Maar 't drukt precies uit wat 't is--voor Winkles."
+
+"Waarom blijft hij er zich toch zoo voor interesseeren. Hij is de
+uitvinder toch niet!"
+
+"Ja, ik begrijp 't ook niet," zeide Redwood. "Maar al is hij de
+uitvinder niet, iedereen is toch mooi op weg te denken, dat hij
+'t wel is. Niet dat 't er véél op aankomt, hoor!"
+
+"Maar als deze domme, belachelijke agitatie--eens--ernstig wordt,"
+begon Bensington.
+
+"Mijn kleine jongen kan er niet meer buiten," zei Redwood. "Ik zie
+niet in wat me ànders te doen staat. In 't ergste geval--"
+
+Een licht bonzend geluid duidde de komst van Winkles aan. Hij stond
+plotseling midden in de kamer, zich in de handen wrijvend.
+
+"Ik zag graag, dat je in 't vervolg aanklopte," zei Bensington,
+kwaadaardig over de gouden randen van zijn bril kijkend.
+
+Winkles putte zich uit in excuses. Toen wendde hij zich tot
+Redwood. "Goed dat je hier bent," begon hij, "de quaestie is--"
+
+"Heb je gelezen van die Koninklijke Commissie?" viel Redwood hem in
+de rede.
+
+"Ja," zei Winkles, van zijn stuk gebracht. "Ja."
+
+"Wat is jouw opinie daarover?"
+
+"Uitstekend iets," zei Winkles. "Moèt een eind maken aan al dit
+lawaai. Licht laten schijnen over de geheele zaak. Caterham zijn
+mond snoeren. Maar daarom ben ik niet hierheen gekomen, Redwood. De
+quaestie is--"
+
+"Ik moet zeggen, dat ik niet erg òp heb met die Koninklijke Commissie,"
+zei Bensington.
+
+"Ik kan je verzekeren, dat dàt zaakje in orde is, hoor. Ik kan je wel
+zeggen--ik geloof niet dat 't een misbruik van vertrouwen is--dat ik
+er hoogst waarschijnlijk zitting in zal nemen--"
+
+"H'm," zei Redwood, in het vuur starend.
+
+"Ik zal dat zaakje wel in orde brengen. Ik kan het in de eerste plaats
+volkomen duidelijk maken, dat het goedje zeer wel in bedwang te houden
+is, en ten tweede, dat er wel een wonder zou moeten gebeuren als die
+quaestie te Hickleybrow nog eens voor zou vallen. Dat is wat ze noodig
+hebben, een verzekering van iemand die het weten kan. Natuurlijk zou
+ik met meer zelfvertrouwen kunnen spreken als ik wist--Maar dat zeg
+ik maar zoo, hoor. En nu dat ik toch hier ben, wou ik je meteen wel
+even raadplegen in een ander zaakje. Ahem. De quaestie is--nu--Ik
+verkeer in een kleine moeilijkheid en jij kunt me daaruit helpen."
+
+Redwood trok de wenkbrauwen op, en was heimelijk verheugd.
+
+"De quaestie is--zeer confidentieel."
+
+"Ga voort," zei Redwood. "Je kunt op me vertrouwen."
+
+"Nu dan, onlangs is er een kind onder mijn behandeling gesteld--het
+kind van--van een Verheven Personage."
+
+Winkles kuchte.
+
+"Nou, nou, je raakt mooi op weg," zei Redwood.
+
+"Ik moet bekennen, dat het grootendeels te danken is aan jouw
+poeders--en de reputatie van mijn succes met je kleine jongen--'t Is
+waar, ik kan het niet verhelen, de publieke opinie is erg tegen het
+gebruik ervan. En toch merk ik, dat onder de meer intellectueele--Je
+moet niet te hard van stapel loopen met dergelijke dingen--langzaam
+aan. En toch, in het geval van Hare Doorluchtig--ik bedoel dit nieuwe
+patientje van mij. Feitelijk kwam het voorstel van haar vader, of ik
+zou nooit--"
+
+Het kwam Redwood voor dat hij niet goed wist, hoe zich te houden.
+
+"Ik dacht dat je er aan twijfelde of het wel raadzaam was deze poeders
+te gebruiken," zei Redwood.
+
+"O, die twijfel was van voorbijgaanden aard."
+
+"Je bent toch niet van plan er mee uit te scheiden--"
+
+"Wat jouw kleine jongen betreft? Beslist niet!"
+
+"Voor zoover ik er kijk op heb, zou ik 't tenminste als moord
+beschouwen."
+
+"Nee, en voor de wereld zou 't óók niet gaan er mee op te houden."
+
+"Je zult de poeders hebben, hoor," zei Redwood.
+
+"Je zoudt me zeker niet kunnen zeggen--"
+
+"Nee, nee," zei Redwood. "Er bestaat geen recept. Vergeef mij
+m'n openhartigheid, Winkles, maar probeer 't maar niet uit me te
+krijgen. Ik zelf zal je de poeders maken."
+
+"Misschien nog wèl zoo goed," zei Winkles, na Redwood een oogenblik
+strak te hebben aangekeken--"misschien nog wèl zoo goed." En
+vervolgens: "ik kan je verzekeren dat ik er absoluut niets tegen heb."
+
+
+
+IV.
+
+Toen Winkles weg was, kwam Bensington op het haardkleed staan en zag
+op Redwood neer.
+
+"Hare Doorluchtigheid!" merkte hij op.
+
+"Hare Doorluchtigheid!" zei Redwood.
+
+"Het is de prinses van Weser Dreiburg!"
+
+"Niet verder dan een nicht in den derden graad."
+
+"Redwood!" zei Bensington, "'t is natuurlijk gek dat ik 't zeg,
+maar--geloof je dat Winkles 't begrijpt?"
+
+"Wat?"
+
+"Wàt het is dat wij gemaakt hebben."
+
+"Zou hij werkelijk begrijpen," zei Bensington, zijn stem latende
+dalen, en zijn blik op de deur gericht houdend, "dat in de Familie--de
+Familie van zijn nieuwe patiente--"
+
+"Ga door," zei Redwood.
+
+"Die altijd een beetje onder--onder--"
+
+"De middelbare lengte?"
+
+"Juist. En zoo bijzonder tactvol onberoemd als hij is op elk mogelijk
+gebied, gaat hij nu een koninklijk personage te voorschijn brengen--een
+te langzaam groeiend koninklijk personage--van diè grootte. Weet je,
+Redwood, ik ben er niet zeker van of er niet iets bijna--verraderlijks
+in schuilt...."
+
+Hij wendde zijn oogen van de deur naar Redwood.
+
+Redwood maakte een gebaar--met gestrekten wijsvinger--in de richting
+van het vuur. "Bij den hemel!" zei hij, "hij weet 't níét!"
+
+"Die man," zei hij, "weet nièts. Dat was reeds zijn meest tergende
+eigenschap als student. Letterlijk niets. Hij kwam door al zijn
+examens, hij had al zijn feiten bij elkaar--en hij had evenveel
+kennis als een draaiende boekenplank waarop de "Times Encyclopedie"
+staat. En nù weet hij nog evenmin iets. Hij is Winkles en niet in
+staat om werkelijk iets in zich op te nemen en te verwerken, wat
+niet in onmiddellijk verband staat met zijn oppervlakkig, pedant
+eigen-ik. Alle verbeeldingskracht ontbreekt hem en als een gevolg
+daarvan, is hij ongeschikt voor kennis. Niemand kan zonder juist diè
+ongeschiktheid, door zooveel examens komen, en zoo goed gekleed gaan,
+en zooveel succes hebben als dokter. Dat is de geheele quaestie. En
+niettegenstaande alles wat men hem verteld, en wat hij gehoord en
+gezien heeft, heeft hij nòg geen vaag begrip van wat hij aan den gang
+gebracht heeft. Hij heeft een goed zaakje aan de hand, dat hij opkweekt
+met Bomvoedsel, en de een of ander heeft hem die koninklijke baby in
+handen gespeeld. En het feit, dat Weser Dreiburg over eenigen tijd
+zal staan voor het reuzen-probleem van een dertig en idem zooveel
+voet lange prinses, is niet alleen niet in zijn hoofd opgekomen,
+maar kòn het ook niet--kòn het ook niet."
+
+"'t Zal een ontzettende herrie geven," zei Bensington.
+
+"Ja, binnen een jaar of zoo al."
+
+"Zoodra ze zien dat het kind al maar blijft dóórgroeien."
+
+"Tenzij zij, zooals dat doorgaans in dergelijke kringen gedaan wordt,
+'t doodzwijgen."
+
+"'t Is anders wel wat véél om stil te houden."
+
+"Ja, nog al!"
+
+"'t Zal me benieuwen wat ze zullen doen?"
+
+"Zij dòèn nooit iets--Koninklijke tact."
+
+"Maar ze moeten toch ièts doen."
+
+"Misschien dat zij dat wel zullen doen."
+
+"O, Heer, ja."
+
+"Zij zullen haar achterbaks houden. Dat is meer gebeurd."
+
+Redwood barstte in een onbedaarlijk gelach uit.
+
+"Het overtollige koningskind--de niet te stuiten baby met het IJzeren
+Masker!" zei hij.
+
+"Ze zullen haar in den hoogsten toren van het oude kasteel Weser
+Dreiburg moeten zetten, en gaten in de plafonds maken, naarmate zij
+van verdieping tot verdieping groeit!"...
+
+"Nu, ik verkeer in 't zelfde geval. En Cossar en zijn drie jongens
+net zoo. En--nu ja."
+
+"'n Ontzettende herrie zal dat geven," herhaalde Bensington, niet
+mede lachend. "Ontzettend."
+
+"Ik vertrouw dat je de quaestie goed overdacht hebt, Redwood. Maar
+weet je zeker dat 't niet wijzer zoude zijn Winkles te waarschuwen,
+jouw kleine jongen er langzamerhand zien af te brengen--en--ons te
+vergenoegen met de Theoretische Overwinning die we behaald hebben?"
+
+"Ik wou waaràchtig dat je eens een half uur doorbracht in mijn
+kinderkamer als het Voedsel een beetje laat is," zei Redwood, met
+een ongeduldigen klank in zijn stem, "dan zou je wel anders praten,
+Bensington. Bovendien--stel je voor, Winkles waarschuwen!... Nee
+hoor! De opkomende vloed van deze quaestie heeft ons onverhoeds
+overvallen en of we bang zijn of niet--we zullen moèten zwemmen!"
+
+"Ja, daar zal wel niet anders opzitten," zei Bensington, naar zijn
+teenen starend. "Ja, we moeten zwemmen. En jouw jongen zal moeten
+zwemmen en Cossar's jongens--hij heeft het aan alle drie gegeven. Niets
+halfs in Cossar--alles of niets. En Haar Doorluchtigheid. En al het
+verdere. Wij gaan voort met het Voedsel te maken."
+
+"Cossar ook. Wij zijn pas in den dageraad van het begin, Redwood. Het
+is duidelijk, dat er allerlei dingen volgen zullen. Monsterachtig
+groote dingen. Maar ik kan me ze niet goed voorstellen,
+Redwood. Behalve--"
+
+Hij keek vorschend naar zijn nagels. Toen keek hij Redwood aan met
+zachte oogen door zijn bril.
+
+"Ik geloof half en half," waagde hij te zeggen, "dat Caterham gelijk
+heeft. Soms. Het zal wèrkelijk de normale afmetingen der dingen
+omverwerpen. Het zal in de plaats komen van--Ja, wat zal het niet
+verplaatsen?"
+
+"Wat het ook doet," zei Redwood, "mijn kleine jongen moet het Voedsel
+hebben."
+
+Zij hoorden iemand vlug tegen de trap optuimelen. Toen stak Cossar zijn
+hoofd om de deur. "Hallo!" zei hij, toen hij hun gelaatsuitdrukking
+zag en binnenkomend: "Wel?"
+
+Zij vertelden hem de quaestie met de prinses.
+
+"Moeilijk geval?" merkte hij op. "Geen quaestie van. Zij zal
+groeien, jouw jongen zal groeien. Al de anderen waaraan je 't gaf,
+zullen groeien. Alles. En hard ook. Waar steekt het moeilijke van de
+zaak? Alles in orde, hoor. Een kind kan je dat zeggen.... Waar zit
+de moeilijkheid?"
+
+Zij trachtten hem dat duidelijk te maken.
+
+"Er niet mee doorgaan!" gilde hij bijna. "Maar--! Jullie staat
+machteloos. Daar ben jelui voor op de wereld. Daar is Winkles
+voor. Alles in orde, hoor! Heb me dikwijls verwonderd waar Winkles
+eigenlijk voor was. Nù ligt 't voor de hand. Herrie. Natúúrlijk. Dingen
+in de war brengen? Zal àlles in de war brengen. En eindelijk zal het
+àlle menschelijke aangelegenheden omverwerpen. Helder als de dag,
+niet waar! Ze zullen probeeren 't tegen te houden, maar ze zijn er te
+laat bij. Dat zijn ze meestal. Jullie gaat er mee door en verspreidt
+er zoo veel van als je maar kunt. Dank God dat hij je ergens voor
+gebruiken wil!"
+
+"Maar de strijd die er uit volgen moet!" zei Bensington, "de
+spanning! Ik weet niet of je je wel een denkbeeld gevormd hebt--"
+
+"Jij behoorde de een of andere stronk groente geweest te zijn,
+Bensington," zei Cossar--"dat moest je. Iets dat groeide op een
+kunstrotsje in 'n tuin. Daar zit je nu, wonderbaarlijk geformeerd,
+en jij denkt dat 't eenige waar je voor op aarde bent, is om hier
+en daar wat om te hangen en je malen te gebruiken. Denk je dat deze
+wereld gemaakt is voor ouwe wijven om wat in te luiwammissen? Maar
+hoe dan ook, jelui staat er machteloos tegenover--je moèt er wel
+mede doorgaan."
+
+"Ik vertrouw 't ook," zei Redwood. "Langzaam."
+
+"Neen!" zei Cossar, met een geweldigen kreet. "Neen! Maak er zooveel
+van als je kunt en zoo vlug je maar kunt. Strooi het overall"
+
+Hij werd geïnspireerd tot een vlaag van geestigheid. Hij parodieerde
+een van Redwood's kromme lijnen met een breeden zwaai omhoog van
+zijn arm. "Redwood!" zei hij, om zijn beweging duidelijker te maken,
+"maak het Zoo!"
+
+
+
+V.
+
+Er schijnt een lengte-grens te zijn voor moedertrots, en deze werd
+in mevrouw Redwood's geval bereikt, toen haar spruit de zesde
+maand van zijn aardsch bestaan volbracht, zijn uiterst soliede
+bassinet-kinderwagen in elkaar deed zakken, en thuis gebracht werd op
+den melkwagen. De jonge Redwood woog te dien tijde vijf en negentig en
+een half pond, mat acht en veertig duim in de lengte en kon ongeveer
+zestig pond opbeuren. Hij werd naar de kinderkamer boven gedragen door
+de keukenmeid en de werkmeid. Na deze gebeurtenis was ontdekking nog
+slechts een quaestie van dagen. Op zekeren middag kwam Redwood uit
+zijn laboratorium thuis en vond zijn ongelukkige vrouw verdiept in de
+boeiende bladzijden van "Het Machtige Atoom," [4] en toen zij hem zag,
+legde zij haar boek terzijde, liep driftig op hem toe en barstte in
+tranen uit, terwijl zij tegen zijn schouder leunde.
+
+"Zeg mij toch wat je aan hem gedaan hebt," klaagde zij. "Zeg me toch
+wat je gedaan hebt."
+
+Redwood vatte haar hand, en leidde haar naar de sofa, terwijl hij
+nadacht hoe hij zich het best verdedigen kon.
+
+"O, 't is niets, lieve," zei hij; "'t is niets hoor. Je bent alleen
+wat overspannen. 't Komt door dien goedkoopen kinderwagen. Ik heb een
+man, die altijd achter een ziekenstoel loopt, besteld om morgen hier
+te komen met iets stevigers."
+
+Mevrouw Redwood keek hem door haar tranen heen aan over de punt van
+haar zakdoek.
+
+"Een baby in een ziekenstoel?" snikte zij.
+
+"Nu, waarom niet?"
+
+"Dan is het net of hij kreupel is."
+
+"Als een jonge reus, lieve, en je hoeft je heusch niet over hem
+te schamen."
+
+"Je hebt iets aan hem gedaan, Dandy," zei zij. "Ik kan het aan je
+gezicht zien."
+
+"Nu, in ieder geval heeft hij toch niet opgehouden te groeien,"
+zei Redwood harteloos.
+
+"Ik wist het wel," zei mevrouw Redwood en frommelde haar zakdoek tot
+een bal in haar eene hand. Zij keek hem plotseling streng aan. "Wat
+heb je aan ons kind gedaan?"
+
+"Wat is er dan met hem?"
+
+"Hij is zoo groot. 't Is een monster."
+
+"Onzin. Hij is zoo recht van lijf en leden en zoo gladjes als je maar
+wenschen kunt. Wat is er dan met hem?"
+
+"Zie dan toch eens hoe groot hij is."
+
+"O, dat is volkomen in orde. Kijk liever eens om je heen naar die
+kleine, sukkelende kinderen van anderen. Hij is de flinkste baby--"
+
+"Hij is tè flink," zei mevrouw Redwood.
+
+"Dat gaat zoo niet door," zei Redwood geruststellend, "'t is zoo maar
+een groeischeut."
+
+Maar hij wist zeer goed, dat het wèl zou doorgaan. En dat deed het
+dan ook. Toen deze baby een jaar oud was, waggelde hij heen en weer,
+juist een duim onder de vijf voet lang, en woog honderd vijftien pond;
+hij was inderdaad even groot als een cherubin in de Sint Pieters "in
+Vaticano", en zijn speelsche greep naar het haar en de gelaatstrekken
+der bezoekers werd het onderwerp van den dag in West-Kensington. Zij
+hadden een invalide-stoel om hem naar boven en beneden te dragen
+naar zijn kinderkamer, en zijn speciale ziekenzuster, een stevig
+jong vrouwspersoon die juist haar proeftijd achter den rug had,
+ging met hem wandelritten doen in een Panhard-ziekenstoel-auto van
+8 paardekracht, in staat heuvels van een hoek van vijftien graden te
+beklimmen, en speciaal gemaakt ten zijnen dienste. Het was in ieder
+opzicht gelukkig dat Redwood bij zijn professorschap nog verstand
+van dergelijke dingen had ook. Als men over den schok van de enorme
+grootte van den kleinen Redwood heen was, zoo hebben wij lieden die
+hem dagelijks langzaam Hyde-Park zagen rond-tuf-tuffen hooren zeggen,
+was hij een wonder-vroolijke en lieve baby. Hij schreeuwde zelden en
+behoefde niet gesust te worden. Doorgaans omklemde hij een grooten
+ratel, en soms riep hij onder het voorbijgaan de omnibus-koetsiers
+en de politie-agenten langs den weg buiten het hek toe met "Dadda"
+en "Babba!" op een sociaaldemocratische manier.
+
+"Daar gaat dat groote kind, dat met Bomvoedsel gevoed wordt," zei de
+omnibus-koetsier dan.
+
+"Ziet er gezond uit," zei de passagier, die naast hem op den bok zat.
+
+"Opgevoed met de flesch," legde de koetsier dan uit. "Ze zeggen
+dat er zoowat vier liter ingaat, en dat ie speciaal voor 'm gemaakt
+moest worden."
+
+"'Eel gezond kind, 'oe dan ook," besliste de passagier voorop.
+
+Toen mevrouw Redwood tot het besef kwam, dat de groei onbepaald en
+logisch voortging--en dit deed ze werkelijk voor de eerste maal
+toen de motor-kinderwagen voor de deur reed--gaf ze toe aan een
+wilde smart. Ze verklaarde, dat ze nooit weder in de kinderkamer
+wilde komen, dat ze wenschte dat ze dood was, en dat haar kind dood
+was, dat iedereen dood was, wenschte dat ze Redwood nooit getrouwd
+had, dat ze niemand getrouwd had, en trok zich in haar eigen kamer
+terug, waar zij gedurende drie dagen bijna uitsluitend van kippesoep
+leefde. Toen Redwood kwam om haar tot andere gedachten te brengen,
+gooide zij met de sofakussens, weende en bracht haar haar in wanorde.
+
+"O, hij is zoo gezond als een visch," zei Redwood. "Waarachtig, hij
+is er niet slechter aan toe omdat hij groot is. Je zoudt toch niet
+willen, dat hij kleiner was dan de kinderen van anderen?"
+
+"Ik wil dat hij nèt is als andere kinderen, niet kleiner en niet
+grooter. Ik had gehoopt dat hij een aardig klein ventje zou worden,
+net als Georgina Phyllis een aardig klein meisje is, en ik wilde hem
+grootbrengen zoodat hij lief werd, en kijk nù eens"--en de stem van
+de ongelukkige vrouw brak weder--"hij draagt schoenen van nummer vier
+voor volwassenen, en wordt rondgereden door--boeboe!--Petroleum! Ik
+kan hem nooit liefhebben," klaagde zij. "Hij is me tè groot! Ik kan
+nooit een moeder voor hem zijn, zooals ik had willen zijn!"
+
+Doch eindelijk kregen ze haar er toe naar de kinderkamer te gaan,
+en daar zat Edward Monson Redwood ("Pantagruel" was pas later zijn
+bijnaam) te schommelen in een speciaal versterkten hobbelstoel, en
+glimlachte en zeide "yoe en wou." En het hart van mevrouw Redwood
+ging weder uit naar haar kind, en zij nam hem in haar armen en weende.
+
+"Ze hebben iets aan je gedaan," snikte zij, "en je zult al maar
+doorgroeien, liefje, maar wat ik voor je kan doen om je fatsoenlijk
+groot te brengen, dat zàl ik doen, wat je vader er ook van mag zeggen."
+
+En Redwood, die geholpen had haar naar de deur te brengen, ging erg
+verlucht de gang af.
+
+("Hè, maar 't is een min zaakje een man te zijn--tegenover vrouwen
+tenminste!")
+
+
+
+VI.
+
+Vóór er een jaar verstreken was, waren er, behalve Redwood's
+pionier-voertuig, een heel aantal motor-kinderwagens te zien in het
+westen van Londen. Men heeft mij verteld, dat er wel zeven waren; doch
+een zeer nauwkeurig onderzoek wijst uit, dat er slechts zes waren in de
+Hoofdstad te dien tijde. Het scheen dat het goedje verschillend werkte
+op verschillende constituties. In het begin leende Herakleophorbia zich
+niet tot inspuiten, en het is boven allen twijfel verheven dat er een
+groot aantal menschelijke wezens niet in staat zijn deze stof in zich
+op te nemen en op de normale wijze te verteren. Het werd bijvoorbeeld
+gegeven aan den jongsten zoon van Winkles; doch hij schijnt even weinig
+in staat geweest te zijn tot groeien, als,--zoo Redwood tenminste
+gelijk had--, zijn vader tot kennis in zich opnemen. Weer anderen
+werden er, volgens de "Vereeniging tot Algeheele Onderdrukking van
+Bomvoedsel," op de een of andere onverklaarbare wijze door verdorven,
+en stierven reeds in het begin aan kinderkwaaltjes. De jongens van
+Cossar namen het in zich op met verbazingwekkende gulzigheid.
+
+Natuurlijk komt iets als dit nooit in het leven van een mensch met
+absolute eenvoudigheid van toepassing; groei, in het bijzonder,
+is een ingewikkeld iets, en alle generalisaties moeten uit den aard
+der zaak een weinig onnauwkeurig zijn. Doch de algemeene regel van
+het Voedsel leek dèze te zijn: dat als het organisme het in zich kòn
+opnemen op de een of andere manier, het dit in alle gevallen nagenoeg
+even sterk stimuleerde. Het vermenigvuldigde het groeicijfer van zes
+tot zeven malen, en daar bòven ging het niet, hoeveel van het Voedsel
+ook verder genomen werd. Te groote hoeveelheden van Herakleophorbia,
+toegediend boven het noodige minimum, leidden, zooals men bevond,
+tot ziekelijke storingen in de spijsverteringsorganen, tot kanker en
+gezwellen, beenverhardingen en dergelijke. En als de groei eenmaal
+op groote schaal begonnen was, bleek het weldra dat men er slechts op
+denzelfden voet mede kon doorgaan, en dat het onafgebroken toedienen
+van kleine doses Herakleophorbia dringend noodig was.
+
+Hield men er mede op, terwijl de groei nog in gang was, dan vertoonde
+zich eerst een onbestemde rusteloosheid en benauwdheid, dan een
+tijdperk van abnormaal veel eten,--zooals in het geval der jonge
+ratten te Hankey--en dan kreeg het groeiende wezen een soort van
+erge bloedarmoede, ging kwijnen en stierf. Planten leden op een
+dergelijke wijze. Doch dit alles was alleen toepasselijk op het
+groei-tijdperk. Zoodra de mannelijke staat bereikt was--in planten
+openbaarde zich dit door de vorming van de eerste bloemknoppen--werd
+de behoefte aan, en de lust naar Herakleophorbia minder, en zoodra
+de plant of het dier volkomen volwassen was, hield alle behoefte aan
+elken verderen toevoer van het Voedsel op. De plant of het dier was
+dan als het ware geheel gevormd op de nieuwe basis. Het was zoo gehéél
+hiernaar gevormd dat, zooals de distels van Hickleybrow en het gras aan
+den duinkant reeds gedemonstreerd hadden, het zaad van dit dier of deze
+plant reuzen-nakomelingschap voortbracht, even groot als de ouders.
+
+En het duurde niet lang of de kleine Redwood, pionier van het nieuwe
+geslacht, en het eerste kind van allen dat het voedsel at, begon in
+de kinderkamer rond te kruipen, meubels te breken, te bijten als een
+paard, te knijpen als een nijptang en reuzen-babytaal te stamelen
+tegen zijn "paatje," en "maatje," en tegen zijn tamelijk onthutsten
+en van ontzag vervulden vader, die dit kwaad in de wereld geschopt had.
+
+Het kind was geboren met goede voornemens. "Padda zoet zijn, zoet
+zijn," placht hij te zeggen, terwijl alles wat maar breekbaar was
+voor hem uit vloog. "Padda" was zijn overzetting van Pantagruel, den
+bijnaam dien Redwood hem gegeven had. En Cossar, zich niet storend aan
+eenige Oude Oorkonden die hem zeer spoedig in moeilijkheden brachten,
+ging, na een conflict met de plaatselijke bouw-verordening, op een
+braakliggend stuk grond, dat grensde aan Redwood's huis, aan het
+bouwen van een heerlijke, goed-verlichte speelkamer, schoollokaal
+en kinderkamer voor hun vier jongens--zestig voet in het vierkant,
+en veertig voet hoog.
+
+Redwood vatte een ware passie op voor deze groote kinderkamer terwijl
+hij en Cossar haar bouwden, en zijne belangstelling in kromme lijnen
+ging aan het tanen, zooals hij nooit gedroomd had dat zij kòn tanen,
+en maakte plaats voor belangstelling in de dringende behoeften
+van zijn zoon. "Er zit heel wat in het behoorlijk in orde brengen
+van een kinderkamer. Heel wat. De wanden, de dingen die er in zijn,
+dit alles zal tot onzen nieuwen geest spreken, hier een beetje meer,
+daar een beetje minder welsprekend, en hem al of niet duizenderlei
+dingen leeren."
+
+"Ligt voor de hand," zei Cossar, haastig naar zijn hoed grijpend.
+
+Zij werkten eenstemmig samen, doch Redwood zorgde voor het grootste
+gedeelte der opvoedkundige theorie die noodig was... Zij lieten de
+wanden en het houtwerk verven met prettige, heldere kleuren; voor
+het meerendeel voerde een, door een andere kleur wat warmer gemaakt,
+wit den boventoon, doch er waren ook strepen heldere zuivere kleur
+om de eenvoudige lijnen der constructie beter te doen uitkomen. "We
+moèten zuivere kleuren hebben," zei Redwood, en liet op een plaats
+een aardigen horizontalen rand ruiten aanbrengen, waarin purper en
+karmozijn, oranje en geel, blauw en groen prijkten. Deze ruiten moesten
+de reuzen-kinderen schikken en herschikken naar eigen genoegen. "Er
+moeten versieringen volgen," zei Redwood; "laat ze eerst de rij
+van al de tinten in hun hoofd prenten, dan kan dit weg. Er is geen
+reden waarom wij hen zouden doen overhellen naar een bepaalde kleur
+of dessin."
+
+Vervolgens zei Redwood: "Het lokaal moet overal voor hen belangwekkende
+dingen bevatten. Belangstelling is voedsel voor een kind en leegheid
+kwelling en verhongering. Hij moet massa's prenten hebben!" Er
+werden geen vaste prenten opgehangen in het vertrek, doch blanco
+lijsten werden aangebracht, waarin steeds nieuwe afbeeldingen konden
+gezet worden en van daar in een portefeuille gelegd, zoodra hunne
+belangstelling erin begon te tanen. Er was één venster van waaruit
+men de geheele lengte eener straat kon afzien, en dan had Redwood, om
+hunne belangstelling nog te verhoogen, boven op het dak der kinderkamer
+een camera obscura aangebracht, die uitzag op Kensington High Street
+en op een deel van het Kensington Park.
+
+In een hoek wachtte dat waardige werktuig, een rekentafel,--vier voet
+in het vierkant, een speciaal versterkt stuk ijzer met afgerande
+hoeken--, de eerste rekensommen der jonge reuzen. Er waren weinig
+wollen lammeren en dergelijke speeldingen, doch inplaats hiervan had
+Cossar op zekeren dag, zonder verderen uitleg, met drie vigilanten
+een groot aantal speeldingen aangebracht (allen natuurlijk net iets te
+groot om doorgeslikt te worden door de kinderen); deze dingen konden
+worden opgestapeld, op rijen gerangschikt, in het rond gegooid; er
+kon in gebeten worden, er waren er die konden klepperen en ratelen,
+die tegen elkaar geslagen konden worden, die ze konden bevoelen,
+uittrekken en opendoen, sluiten en verminken en proeven op nemen tot
+in het oneindige. Er waren veel blokken hout in verschillende kleuren,
+ovale en kubieke, blokken van glanzend porcelein, blokken doorschijnend
+glas en blokken gomelastiek; er waren leien en griffels; kegels en
+afgeknotte kegels, en verlengde spheroïden, ballen van verschillende
+grondstof, massieve en holle, veel doozen van verschillende grootte en
+vorm, met hengsel-deksels en deksels die er op moesten vastgeschroefd
+worden, en een paar om op slot te draaien; er waren riemen van leer
+en van elastiek, en een aantal grove en stevige voorwerpen, alle
+even groot, die stevig konden staan, en de gedaante van een mensch
+voorstelden. "Geef ze deze," zei Gossar. "Eén tegelijk."
+
+Deze dingen schikte Redwood in een kist in een hoek. Langs den eenen
+wand in het vertrek, op een behoorlijke hoogte voor een zes- of acht
+voet lang kind, was een bord, waarop de kinderen konden teekenen met
+wit en gekleurd krijt, en daar dichtbij een soort teeken-bloknoot,
+waarop zij met houtskool konden teekenen, en dan was er een kleine
+lessenaar, voorzien van groote timmerman's potlooden van verschillende
+hardheid en een ruime voorraad papier, waarop de jongens eerst konden
+krabbelen en daarna netter konden teekenen. En bovendien bestelde
+Redwood, (want zóóver liep zijne verbeelding vooruit) bijzonder
+groote tuben verf en verfdoozen, tegen den tijd dat zij noodig zouden
+zijn. Hij sloeg een vat modelleer-klei in. "Eerst zullen hij en zijn
+leeraar tezamen modeleeren," zei hij, "en als hij wat meer kent,
+zal hij gipsen en misschien dieren namaken. En à propos, ik moet ook
+een kist met gereedschap voor ze laten maken!"
+
+"En dan nog boeken. Ik zal 'n massa boeken moeten uitzoeken, en wat
+'n druk zal dàt moeten zijn. Wat genre van boeken zullen ze noodig
+hebben? Hun verbeelding moet gevoed worden. Want deze is bij slot van
+rekening toch maar de kroon van alle opvoeding. De kroon--zooals
+gezonde gewoonten van geest en leven de troon zijn. Heelemaal
+geen verbeelding staat gelijk met een dierlijken staat; een lage
+verbeelding is wellust en lafheid; doch een edele verbeelding is God
+die weder op aarde wandelt. Zij moeten ook droomen van een heerlijk
+sprookjesland en van al de typische kleine dingen van het leven, als
+ze zoover zijn. Doch hoofdzakelijk moeten zij hun geest voeden met de
+heerlijke werkelijkheid; zij zullen verhalen hebben van reizen, de
+geheele wereld door, reizen en avonturen, en hoe de wereld veroverd
+werd. Zij zullen dierengeschiedenissen hebben, groote, duidelijke,
+prachtige boeken over dieren en vogels, planten en kruipende wezens,
+groote boeken over de eindeloosheden der lucht en de mysteriën der zee;
+ze zullen de geschiedenis en kaarten hebben van al de rijken, die de
+wereld heeft zien komen en gaan, afbeeldingen en verhalen van al de
+stammen en de gewoonten en gebruiken der menschen. En dan nog moeten
+ze boeken en prenten hebben om hun schoonheidsgevoel te ontwikkelen,
+fijne Japansche afbeeldingen, om hen de fijnere schoonheid van vogel
+en bloemenrank te doen liefhebben, en ook westersche afbeeldingen,
+van mooigevormde mannen en vrouwen, lieve groepeeringen, en wijde
+vergezichten van land en zee. Zij zullen boeken hebben van huizen en
+paleizen; zij zullen zelven vertrekken ontwerpen en steden uitdenken"--
+
+"Ik denk ze een klein theater te geven."
+
+"En dan is er de muziek nog!"
+
+Redwood dacht hier over na, en besloot dat zijn zoon het beste deed
+te beginnen met een zuiver-klinkend harmonicon van één octaaf, dat
+misschien later kon vergroot worden. "Hiermee zal hij eerst spelen,
+er bij zingen en namen aan de noten geven," zei Redwood, "en daarna--?"
+
+Hij keek op naar de vensterbank daarboven, en mat de grootte van het
+vertrek met zijn oog.
+
+"Ze zullen zijn piano hierbinnen in elkaar moeten zetten," zei
+hij. "Haar in stukken hier binnenbrengen."
+
+Hij bleef nog wat wijlen tusschen zijne voorbereidende maatregelen,
+en leek temidden van al deze grootheid een peinzende, donkere, kleine
+gestalte. Als ge hem daar hadt kunnen zien, zou hij u een tien-duims'
+mannetje hebben toegeleken temidden van gewone kinderkamer-dingen. Een
+groot dekkleed--in werkelijkheid was het een Turksch tapijt--van
+vierhonderd vierkante voet, en waarop de jonge Redwood weldra zou
+rondkruipen, strekte zich uit tot den met een rooster afgeschutten
+electrischen radiator, die het geheele gebouw verwarmen zou. Een van
+Cossar's mannen hing heel hoog tusschen de palen van een steiger, om de
+groote lijst op te hangen waarin de te verwisselen schilderijen zouden
+geschoven worden. Een vloeiboek voor plantensoorten, zoo groot als een
+huisdeur, leunde tegen den wand, en uit dit boek stak een reusachtige
+stengel, een rand van een blad en een bloem van het vogelkruid, allen
+van die reusachtige grootte die Urshot weldra beroemd zoude maken,
+de geheele botanische wereld door...
+
+Een soort van ongeloovigheid beving Redwood, terwijl hij temidden
+dezer dingen stond.
+
+"Als het werkelijk doorgáát--" zei hij, naar het plafond daàr heel
+hoog starend.
+
+Uit de verte kwam een geluid, als het loeien van een Mafficking stier,
+alsof het een antwoord op zijne gedachten was.
+
+"Blijkbaar gaat alles nog geregeld zijn gang," zei Redwood. Er volgden
+dreunende slagen op een tafel, gevolgd door een luiden kraaienden kreet
+"Goeloe, Boezoe! Bzz...." "'t Beste wat ik doen kan," zei Redwood,
+een anderen gedachtengang volgend, "is dat ik zelf hem onderwijs."
+
+Het geklop werd hoe langer hoe heviger. Een oogenblik lang leek het
+Redwood alsof er 't rythme inkwam van het dreunen eener machine--als
+de machine van een zwaren langen trein van gedachten die op hem
+afkwamen. Toen verbrak een opeenvolging van lichtere vluggere slagen
+dezen gedachtengang, en werd eenige malen herhaald.
+
+"Binnen," riep hij uit, bemerkend dat er iemand tikte, en de deur die
+groot genoeg voor een kathedraal was, ging langzaam een eindje open. De
+nieuwe kruk hield op te knarsen en Bensington verscheen in den kier,
+goedaardig glimlachend onder zijn sterk-uitkomende kaalhoofdigheid
+en over zijn bril.
+
+"Ik heb 't er maar es op gewaagd om es te komen zièn," fluisterde hij,
+op vertrouwelijken toon.
+
+"Kom binnen," zeide Redwood, en dit deed hij, terwijl hij de deur
+achter zich sloot.
+
+Hij kwam naar Redwood toe met de handen op den rug, deed een paar
+stappen en gluurde naar boven met een vogelachtige beweging van den
+hals. Hij streek zich nadenkend over de kin. "Telkens als ik binnen
+kom," zei hij op ingehouden toon, "treft het me als--"Groot".
+
+"Ja," zei Redwood, zijn oog eveneens nog eens over alles latend dwalen,
+alsof hij trachtte den zichtbaren indruk vast te houden. "Ja, gróót
+zullen ze worden, daar kun je van op aan."
+
+"'k Geloof het ook," zei Bensington, met iets bijna eerbiedigs in
+zijn stem. "Héél groot."
+
+Zij keken elkander aan, bijna angstig.
+
+"Ja, héél groot," zei Bensington, zich over den rug van zijn neus
+strijkend, en met één oog Redwood twijfelachtig aankijkend, alsof
+hij verwachtte op zijn gelaat nog een bevestiging te zien zijner
+eigen woorden. "Allemaal--vrééselijk groot. 't Is me alsof ik 't me
+niet kan voorstellen--zelfs al zie ik dit--hoe groot ze allemaal wel
+zullen worden."
+
+
+
+
+
+HOOFDSTUK V.
+
+HET IN HET NIET VERDWIJNEN VAN DEN HEER BENSINGTON.
+
+
+I.
+
+Het was in den tijd toen de Koninklijke Commissie tot onderzoek van het
+Bomvoedsel haar rapport opmaakte, dat Herakleophorbia werkelijk begon
+te laten zien hoe geschikt het was om ergens uit te lekken. En deze
+te vroege uitbarsting kwam des te ongelegener, tenminste van Cossar's
+standpunt, omdat de schets van het rapport, die nog bestaat, aantoont
+dat de commissie, onder voogdijschap van dat hoogstbekwame lid, Doctor
+Stephen Winkles (Lid van het Koninklijk Genootschap, Medicinal Doctor,
+Vrederechter, Litterarum Doctor enz.) er reeds eenstemmig over was,
+dat dergelijke toevallige ontsnappingen onmogelijk waren, en gereed
+was te verklaren dat zoo men de contrôle erover in handen stelde
+van een bevoegde commissie (vooral Winkles), met een onbeperkte
+contrôle over den verkoop ervan, dit meer dan voldoende was om aan
+alle redelijke bezwaren, die geopperd konden worden tegen de vrije
+verspreiding ervan, te gemoet te komen. Het comité zou een onbeperkt
+monopolie hebben. En zonder twijfel moet het beschouwd worden als
+een deel van de ironie des levens, dat de eerste en ernstigste dezer
+tweede serie van ontsnappingen plaats greep op nog geen vijftig pas
+van een klein landhuis in Kent, dat voor de zomermaanden door dokter
+Winkles betrokken was.
+
+Er kon geen twijfel meer aan bestaan, dat Redwood's weigering om
+Winkles in te wijden in de samenstelling van Herakleophorbia IV,
+in laatstgenoemden heer een hem tot dan toe vreemde en hevige
+belangstelling had gewekt voor analytische chemie. Hij was geen
+erg zaakkundige werker, en juist hierdoor zag hij waarschijnlijk
+kans om te werken, niet in de uitstekend uitgeruste laboratoria
+in Londen, die ter zijner beschikking waren, doch zonder iemand te
+raadplegen, en steelsgewijze, in een klein laboratorium, dat in een
+verwaarloosd tuintje van zijn huis te Keston stond. Hij schijnt bij
+zijne onderzoekingen geen al te groot blijk van energie of groote
+bekwaamheid gegeven te hebben; ja, het is slechts al te duidelijk,
+dat hij zijn onderzoek opgaf, na er met tusschenpoozen gedurende een
+maand aan gewerkt te hebben.
+
+Dit tuin-laboratorium, waarin hij werkte, was zeer elementair
+uitgerust, voorzien van een standpijp met water, dat afliep door
+een pijp, die uitkwam in een drassigen, met biezen afgezetten poel
+onder een elzenstruik in een afgelegen hoekje van de weide, die zich
+aan de andere zijde van den heg bevond. De pijp was gebarsten en het
+overblijfsel van het Voedsel der Goden ontsnapte door de scheur in
+een kleinen plas, te midden van bosjes biezen, juist vóór het ontwaken
+der lente.
+
+Het leven in dat vuile, kleine hoekje was uit zijn winterslaap
+ontwaakt. Er dreef kikkerdril, sidderend van donderpadjes, die juist
+door hun geleiachtig omhulsel braken; er waren kleine waterslakken
+die uitkropen; en onder den groenen bast van het riet, deden de
+larven van den grooten waterkever al hun best om uit hunne eieren
+te komen. Ik weet niet of de lezer de larven kent van den kever, die
+(ik weet niet waarom) Dytiscus genoemd wordt. Zoo'n tor is een geleed,
+vreemd beest, erg gespierd, en plotseling in haar bewegingen, en heeft
+de gewoonte om met haar kop naar beneden te zwemmen, met haar staart
+uit het water; zij is zoo lang als het bovenste lid van een mannenduim,
+en misschien nòg langer--wel twee duim (dat wil zeggen, diè torren,
+die niet van het Voedsel gegeten hebben)--en zij heeft twee scherpe
+kaken die vóór haar kop samenkomen--cylinder-vormige kaken met scherpe
+punten,--waardoor zij 't bloed harer slachtoffers opzuigt... De eerste
+wezens die de ronddrijvende kruimels van het Voedsel te pakken kregen,
+waren de donderpadden en de kleine waterslakken; de kleine kronkelende
+donderpadden in het bijzonder, kregen er veel trek in, toen zij er
+eenmaal den smaak van beet hadden.
+
+Doch nauwelijks begon er een van hen een in het oog loopende positie te
+bereiken in dat kleine donderpaddenwereldje, en een kleinen broeder of
+zoo te nuttigen als aanvulling van een vegetarisch diëet, of kip! daar
+sloeg een van de Tor-larven haar kromme bloedzuigende scharen in zijn
+hart, en met dien rooden stroom ging Herakleophorbia IV, in een staat
+van oplossing of ontbinding, in het organisme van een nieuwen cliënt
+over. Het eenige, dat, naast deze monsters, nog iets van het Voedsel
+kon te pakken krijgen, was het riet en het slijmerige groene schuim
+op het water en de pas ontkiemde waterplanten in de modder op den
+bodem. Een schoonmaak van de studeerkamer kort daarop, wiesch een
+nieuwen vloed van het Voedsel in den poel, deed hem overstroomen,
+en voerde deze geheele onheilspellende vermeerdering in den strijd om
+het bestaan naar den aangrenzenden poel onder de wortels van den els...
+
+De eerste die ontdekte wat er gaande was, was een zeker heer Lukey
+Carrington, buitengewoon leeraar in de natuurwetenschappen onder
+de Londensche Commissie van Onderwijs en, in zijn vrijen tijd,
+specialiteit in zoetwaterplanten, en zeer zeker behoeven wij hem zijn
+ontdekking niet te benijden.
+
+Hij was van Keston Common gekomen om dien dag een aantal proef-buizen
+te vullen om later te onderzoeken, en hij kwam met, zeg een dozijn,
+gekurkte buisjes die zacht tegen elkaar klingelden in zijn zak, over
+den zanderigen heuveltop heen en zoo naar den poel, met den stok
+in de hand. Een tuinjongen, die op de bovenste trede der keukentrap
+stond en de heg van dokter Winkles aan het knippen was, zag hem in
+dit weinig bezochte hoekje, en vond hem en zijn bezigheid genoegzaam
+onverklaarbaar en interessant om hem nauwkeurig na te gaan.
+
+Hij zag den heer Carrington zich voorover buigen naar den poel,
+met zijn hand tegen den stam van den ouden els, en in het water
+gluren, doch natuurlijk kon hij de verrassing en het genoegen niet
+apprecieeren, waarmede de heer Carrington de groote, ongewoon-lijkende
+knobbels en slingers der waterplanten op den bodem gadesloeg. Er
+waren geen donderpadden meer te zien--die waren nu allen gedood--en
+het schijnt, dat de heer Carrington niets ongewoons zag dan den
+buitengewoon weelderigen plantengroei. Hij stroopte zijn mouw op
+tot den elleboog, boog zich voorover, en stak den arm in het water
+om een exemplaar te bemachtigen. Zijn tastende hand ging steeds
+lager. Onmiddellijk schoot er iets uit de koele schaduw onder
+de boomwortels. Bliksemsnel had het zijn scharen diep in zijn arm
+begraven--een bizarre gedaante was het--een voet en meer lang, bruin
+en geleed als een schorpioen.
+
+De leelijke verschijning en de plotselinge, scherpe pijn die de beet
+veroorzaakte, deden den heer Carrington het evenwicht verliezen. Hij
+voelde dat hij van den oever afgleed en gilde luid. Daar ging hij
+met zijn gezicht vooruit, plas! den poel in.
+
+De jongen zag hem verdwijnen en hoorde hem spartelen in het water. Hij
+zag den ongelukkige weder bovenkomen, zonder hoed, druipend van het
+water en gillend!
+
+De jongen had nog nooit te voren een màn hooren gillen.
+
+Het leek wel alsof deze verbazingwekkende vreemde aan iets rukte aan
+den kant van zijn gezicht. Er vertoonden zich daar strepen bloed. Hij
+stak zijn armen op als in wanhoop, sprong in de lucht als een bezetene,
+liep razend tien of twaalf pas, viel toen op den grond en rolde al
+maar rond, tot de jongen hem niet meer zien kon. De jongen was in een
+oogwenk van de trap af en door de heg--gelukkig met de heggeschaar
+nog in de hand. Hij zegt, dat, toen hij bezig was door de bremstruiken
+te dringen, hij half en half zin had om terug te gaan, daar hij bang
+was met een krankzinnige te doen te hebben, doch het bezit van de
+heggeschaar stelde hem gerust. "Als ie me wat had willen doen, kon ik
+'m altijd in z'n oogen gestoken hebben," legde hij uit. Zoodra de
+heer Carrington hem zag, begon hij zich te gedragen als iemand die
+wèl bij zinnen, doch wanhopig is. Hij krabbelde op de been, wankelde,
+stond op en kwam naar den jongen toe.
+
+"Kijk es!" riep hij, "ik kan ze er niet afkrijgen!"
+
+En met een rilling van ontzetting zag de jongen dat er aan de wang
+van den heer Carrington, aan zijn blooten arm en aan zijn dij, en
+verwoed slaand met hunne lenige bruine gespierde lichamen, zich drie
+van deze afschuwelijke larven hadden vastgeklemd, met hunne groote
+haken diep in zijn vleesch, en zich vastzogen alsof 't om hun leven
+ging. Zij hielden zich vast als buldoggen en de pogingen van den heer
+Carrington om de monsters van zijn gezicht los te maken, hadden tot
+eenig resultaat, dat hij het vleesch waaraan het beest zich vastgehecht
+had, afscheurde, en zijn gelaat, hals en jas met levend purper bedekte.
+
+"'k Zal em d'r afknippe'; hou je goed, meneer."
+
+En met het behagen, dat jongens op dien leeftijd in dergelijke dingen
+scheppen, scheidde hij de koppen der aanvallers van den heer Carrington
+een voor een van hunne lichamen. "Yoep," zei de jongen met een beetje
+benauwd gezicht, telkens als er een voor hem neerviel. En zelfs toèn
+nog was hun greep zoo vast en taai, dat de afgesneden koppen nog een
+tijdlang woest bleven toebijten en zuigen, terwijl het bloed achter
+uit hun halzen stroomde. Doch de jongen maakte hier een eind aan met
+nog een paar happen van zijn schaar--waarvan de heer Carrington zelf
+er ook nog een mee kreeg.
+
+"Ik kon ze er niet afkrijgen!" herhaalde Carrington en bleef een
+tijdje lang staan, wankelend en hevig bloedend. Hij bette met slappe
+handen zijne wonden en keek naar zijn handpalmen. Toen zonken zijn
+knieën onder hem uit en hij viel voorover zoo lang als hij was voor
+de voeten van den jongen in zwijm, tusschen de nog steeds opspringende
+lichamen zijner verslagen vijanden. Gelukkig viel het den jongen niet
+in water op zijn gezicht te sprenkelen,--want er waren nog meer van
+deze monsters onder de wortels van den els--, en inplaats hiervan ging
+hij om den vijver heen, den tuin door, om hulp te halen. En daar kwam
+hij den tuinman-koetsier tegen en vertelde hem het geheele geval.
+
+Toen zij samen den heer Carrington weder bereikten, zat hij op,
+versuft en zwak, doch met genoeg bewustzijn om hen te waarschuwen
+voor het gevaar in den poel.
+
+
+
+II.
+
+Dusdanig waren de omstandigheden, waardoor de wereld voor de tweede
+maal bemerkte, dat het Voedsel weder losgebroken was. Binnen een week
+was Keston Common in volle werking, en werd wat de natuurkundigen
+een "verspreidings-centrum" noemen. Ditmaal waren er geen wespen
+of ratten, geen oorwormen en geen netels, doch er waren tenminste
+drie water-spinnen, verscheidene larven van waterjuffers, die
+weldra zelf waterjuffers werden, en geheel Kent verblindden met
+hun zwevende saffier-kleurige lichamen; en dan was er nog een vieze,
+gelei-achtige vegetatie, die over den rand van den vijver heengroeide,
+en zijn glibberige groene massa's halverwege het tuinpad naar dokter
+Winkles' huis opstuwde. En er begonnen reuzen-biezen, en equisetum en
+potamogeton te groeien, die eerst gestuit werden toen zij den vijver
+hadden doen opdrogen.
+
+Het werd het publiek spoedig duidelijk, dat er ditmaal niet één
+verspreidings-centrum was doch een heele màssa centrum. Er was er
+een te Ealing--dat lijdt nu geen twijfel meer en hieruit ontstonden
+de vliegen- en de roode spinnenplaag; er was er een te Sunbury,
+die vraatzuchtige palingen voortbracht, die aan land konden komen,
+en schapen doodden; en er was er een te Bloomsbury, die de wereld
+een nieuw ras van kakkerlakken van een vreeselijke soort gaf,
+welke met allerlei ander gespuis een oud huis in Bloomsbury
+bewoonden. Plotseling, zonder voorteekenen, stond de wereld weer
+tegenover al de verschijnselen van Hickleybrow, met allerlei vreemde
+buitensporig-vergrootte monsters, (die men tot nu toe als doodgewone
+onschadelijke dieren gekend had), inplaats van de reuzen-hennen,
+ratten en wespen.
+
+Ieder centrum brak uit met zijn eigen karakteristieke plaatselijke
+fauna en flora...
+
+Wij weten nu, dat elk van deze centra in verband stond met een
+der patienten van dokter Winkles, doch dit was niet bekend te
+dien tijde. Dokter Winkles was de laatste om onder verdenking
+te vallen. Natuurlijk ontstond er een paniek, een woedende
+verontwaardiging, doch tegen het Voedsel en nog niet zoozeer tegen het
+Voedsel als wel tegen den ongelukkigen Bensington, wien de publieke
+verbeeldingskracht van het begin af hardnekkig had beschouwd als de
+eenige persoon die voor deze nieuwe zaak aansprakelijk was.
+
+De poging om hem te lynchen, die volgde, is niet meer dan een van die
+plotselinge uitbarstingen van volkswoede welke in de geschiedenis zoo
+menigvuldig voorkomen, en die in werkelijkheid wel de onbelangrijkste
+aller gebeurtenissen zijn.
+
+De geschiedenis van dezen opstand is in het duister gehuld. De groote
+massa van de menigte kwam ongetwijfeld uit een Anti-Bomvoedsel Meeting
+in Hyde-Park, georganiseerd door drijvers van Caterham's partij,
+doch er schijnt niemand geweest te zijn die het eerst voorstelde,
+en niemand die ook maar doelde op de gewelddadigheid waaraan zooveel
+menschen meededen. Het is een probleem voor den heer Gustave le Bon
+[5]--een mysterie in de psychologie der menigten. Het blijkt dat des
+Zondagsmiddags tegen drie uur een merkwaardig groote en kwaadaardige
+Londensche menigte, die niet meer te regeeren was, Thursday Street kwam
+afstroomen, bedacht op des heeren Bensington's exempleerlijken dood
+als afschrikwekkend voorbeeld voor alle wetenschappelijke navorschers,
+en dat deze menigte dichter bij het volvoeren van haar plan kwam dan
+eenig andere menigte ooit gekomen is sedert de hekken van Hyde-Park
+omver gehaald werden in de ver achter ons liggende tijden van het
+midden van Victoria's regeering. Deze menigte kwam zelfs zoo dicht
+bij haar doel, dat gedurende een uur een enkel woord het lot van den
+ongelukkigen Bensington zou beslist hebben.
+
+Hij bemerkte het eerst wat er gaande was aan het rumoer dat het volk
+buiten maakte. Hij ging naar het venster en gluurde naar buiten, niet
+bevroedend wat hem boven het hoofd hing. Een minuut lang misschien zag
+hij het aan hoe de menigte zich om den ingang verdrong, een dozijn
+politieagenten die haar den weg versperden, uit den weg ruimend,
+vóór hij ten volle de rol begreep die hij in de zaak speelde. Toen
+ging hem plotseling een licht op en begreep hij dat die brullende,
+deinende menigte het op hem gemunt had. Hij was geheel alleen op de
+verdieping--misschien gelukkig nog--daar zijn nicht Jeanne naar Ealing
+op de thee was bij een familielid van moeder's kant, en hij had even
+weinig begrip hoe zich onder dergelijke omstandigheden te gedragen, als
+van de etiquette van den Dag des oordeels. Hij was bezig door de kamers
+te hollen, aan de meubelen vragend wat hij beginnen moest, sleutels
+in sloten omdraaiend en ze dan weder ontsluitend, naar deur, raam en
+slaapkamer vliegend--toen de beambte van de verdieping binnenkwam. [6]
+
+"Geen oogenblik te verliezen, meneer," zei hij. "Ze hebben uw nummer
+gevonden op het bord in den gang! Ze komen recht hier naar toe!"
+
+Hij sleepte den heer Bensington mee den corridor op, die reeds
+weerklonk van het naderend tumult op de groote trap, draaide de deur
+achter hen op slot en ging Bensington voor naar de tegenoverliggende
+kamers, die hij binnenging door middel van een duplicaat sleutel.
+
+"Dat is onze eenige kans nog," zei hij.
+
+Hij wierp het venster open dat uitkwam op een ventilatie-koker en
+vanuit dit venster zagen zij dat in den muur een rij krammen op
+gezetten afstand onder elkaar waren geslagen die een zeer ruwe en
+gevaarlijke ladder vormden, welke als brandladder moest dienen om
+uit de bovenste verdiepingen te komen. Hij duwde den heer Bensington
+zachtjes het raam uit, toonde hem hoe hij zich vast moest houden, en
+kwam achter hem de ladder op, hem in zijne beenen porrend en prikkend
+met een bos sleutels zoodra hij even met klimmen ophield. Het leek
+Bensington soms of hij die verticale ladder verder tot in alle
+eeuwigheid zou moeten blijven beklimmen. Boven, was de goot nog
+onbereikbaar ver--'t leek wel een mijl--; beneden--Hij durfde niet
+denken aan wat er beneden wachtte.
+
+"Vooruit!" riep de klerk, en pakte hem bij den enkel. Het was
+vreeselijk zoo bij den enkel gepakt te worden en de heer Bensington
+greep de ijzeren kram boven zich zóó stevig beet alsof hij op 't punt
+was te verdrinken, en slaakte een onderdrukten kreet van angst.
+
+Het bleek dat de klerk een ruit ingedrukt had, en toen leek het hem
+alsof hij zijdelings een enorm eind gesprongen was, en toen drong het
+geluid van een venster, dat neergeschoven werd tot zijn besef door. Hij
+brulde allerlei dingen. De heer Bensington wendde voorzichtig het hoofd
+tot hij den klerk kon zien. "Kom zes treden naar beneden," beval deze.
+
+Al dit beweeg leek hem erg dwaas toe, maar heel, heel behoedzaam liet
+hij toch een voet zakken.
+
+"Niet trekken!" riep hij uit, toen de klerk hem wilde helpen vanuit
+het open venster.
+
+Het leek hem toe dat het bereiken van het raam van de ladder af een
+heel respectabel feit zou zijn voor een vliegenden vos, en het was
+meer met het idee van een fatsoenlijken zelfmoord, dan in de hoop hem
+te volbrengen, dat hij den stap eindelijk waagde en de klerk heesch
+hem meedoogenloos naar binnen.
+
+"U zult hier moeten blijven," zei de klerk; "mijn sleutels helpen
+hier niet. 't Is een Amerikaansch slot. Ik zal naar buiten gaan en
+de deur achter me dichtslaan, en zien of ik 't mannetje van deze
+verdieping kan vinden. U zult zoolang opgesloten moeten blijven. 't
+Eenigste is, ga niet naar 't raam. 't Is de kwaadaardigste menigte
+die ik ooit gezien heb. Als ze maar eerst denken dat u uit is, zullen
+ze zich waarschijnlijk wel tevreden stellen met uw boeltje in mekaar
+te slaan--"
+
+"De indicator wees "Tehuis" aan," zei Bensington.
+
+"Dat zal je de drommel halen! In ieder geval, ze moeten mij hier
+niet vinden--"
+
+Hij verdween, de deur achter zich dichtslaand.
+
+Bensington was weder aan zijn eigen initiatief overgelaten. En dit
+initiatief dreef hem onder het bed. Daar werd hij een oogenblik later
+gevonden door Cossar.
+
+Bensington was bijna versuft van angst toen hij gevonden werd, want
+Cossar had de deur met zijn schouder ingeloopen door er van den
+overkant van den gang op toe te springen.
+
+"Kom er onderuit, Bensington," zei hij. "'t Is goed volk. Ik ben 't. We
+moeten zien hier vandaan te komen. Zij steken het huis in brand. De
+portiers gaan er allemaal vandoor. De bedienden zijn al weg. 't Is
+gelukkig dat ik den man, die van dit zaakje afwist, te pakken kreeg."
+
+"Kijk es hier."
+
+Toen Bensington onder het bed uit gluurde, zag hij eenige zonderlinge
+kleedingstukken over Cossar's arm hangen, en wat het belachelijkste
+van alles was, een zwarten vrouwenmuts in diens hand!
+
+"Ze zoeken het heele huis af," zei Cossar. "Als ze het niet in brand
+steken, komen ze beslist hierheen. Troepen kunnen er niet binnen een
+uur zijn. Vijftig percent "Hooligans" [7] onder de menigte, en hoe
+meer gemeubileerde kamers ze binnenkomen, hoe meer ze den smaak er
+van beet zullen krijgen. Ligt voor de hand... Trek dezen rok aan en
+zet dien muts op, Bensington, en snij uit met mij."
+
+"Bedoel je--?" begon Bensington, een hoofd onder het bed uitstekend,
+op de manier van een schildpad.
+
+"Ik bedoel, maak er wat mee voort, en kom mee."
+
+En met plotselinge heftigheid trok hij Bensington onder het bed
+uit, en begon hem zelf aan te kleeden als een oud vrouwtje uit het
+volk. Hij sloeg zijn broek op, liet hem zijn pantoffels uittrekken,
+deed zijn boord, das, jas en vest uit, schoot een zwarten rok over
+zijn hoofd en deed hem een rood-flanellen keurslijf aan en een lijf van
+dezelfde stof. Hij liet hem zijn al te karakteristieken bril afzetten
+en drukte hem de muts vast op het hoofd. "Je kondt waarachtig als
+ouwe vrouw geboren zijn," zei hij, terwijl hij de linten der muts
+onder Bensington's kin samenbond. Toen kwamen de elastieke laarzen
+aan de beurt--een pijnlijk getrek voor de likdorens--en de shawl,
+en de vermomming was voltooid.
+
+"Loop es op en neer," zei Cossar, en Bensington gehoorzaamde.
+
+"'t Zal gaan," zei Cossar.
+
+En in deze vermomming, onbeholpen struikelend over zijn ongewone
+rokken, en een vloed van vrouwelijke verwenschingen doend neerdalen op
+zijn eigen hoofd, met een schrille falsetto om in zijn rol te blijven,
+en temidden van het brullen eener menigte die er op uit was om hem te
+lynchen, kwam de oorspronkelijke ontdekker van Herakleophorbia IV, den
+corridor der Chesterfield-Mansions af, midden tusschen die verwoede
+wanordelijke menigte, en verdween aldus geheel van het tooneel der
+gebeurtenissen die ons verder verhaal vormen.
+
+Na deze ontsnapping bemoeide hij zich nooit weder met de
+wonderbaarlijke ontwikkeling van het Voedsel der Goden, dat het eerst
+aan hem zijn ontstaan te danken had.
+
+
+
+III.
+
+Het mannetje dat de geheele zaak op touw zette, verdwijnt uit deze
+geschiedenis en na eenigen tijd verdween hij heelemaal uit de wereld
+der zichtbare en vertelbare dingen. Doch omdat bij de zaak aan den
+gang bracht, lijkt het mij niet meer dan billijk, aan zijn uitvaart
+een extra bladzijde te wijden. Gij kunt hem u wel voorstellen in later
+tijd, zooals Tunbridge Wells hem leerde kennen. Want te Tunbridge
+Wells dook hij weder op, na een tijdelijke verdwijning, zoodra hij ten
+volle begreep hoe voorbijgaand, hoe exceptioneel en onbeduidend die
+oproerige woede der menigte was. Hij verscheen weder onder de hoede
+van nicht Jeanne, om zijn geschokt zenuwgestel te restaureeren, en
+hiervoor werden alle verdere belangen terzijde gesteld. Hij scheen ook
+volkomen onverschillig te zijn geworden voor den strijd die toen juist
+woedde om deze nieuwe centra van verspreiding, en voor de Kinderen
+van het Voedsel.
+
+Hij nam zijn intrek in het Mount-Glory Hydro-Geneeskundig Hotel,
+dat werkelijk bijzonder goed ingericht is op het gebied van
+gecarbonneerde Baden, Creosoot-Baden, Galvanische en Faradische
+Baden-Behandeling, Massage, Dennen-Baden, Stijfsel- en Kervel-Baden,
+Radium-Baden, Licht-Baden, Hitte-Baden, Zemel- en Naalden-Baden, Teer-
+en Vogeldons-Baden--alle mogelijke soorten van baden; en hij gaf al
+zijn denken aan de ontwikkeling van dat systeem van geneeskundige
+behandeling, dat nog niet volmaakt was toen hij stierf. En soms reed
+hij in een huurrijtuig, met een met zeehondenleer gevoerde jas naar de
+Pantiles, of als zijne voeten het hem permitteerden liep hij er ook
+wel heen, en dan slurpte hij daar ijzerhoudend water onder toezicht
+van nicht Jeanne.
+
+Zijn gebogen schouders, zijn roode gezicht, zijn schitterende bril,
+dit alles werd een van de typische dingen van Tunbridge Wells. Niemand
+was ook maar in het minst onvriendelijk tegen hem, en het plaatsje
+en het Hotel schenen zelfs erg met zijne tegenwoordigheid vereerd te
+zijn. En hoewel hij liever den verderen loop zijner uitvinding niet
+volgde in de dagbladen, was het, als hij de Promenade vóór het Hotel
+overstak, of de Pantiles afliep, en hij hoorde fluisteren "dat is
+'em, dat is 'em!"--toch geen ontevredenheid die een zachter trek om
+zijn mond bracht en een oogenblik in zijn oog schitterde.
+
+Deze kleine figuur, deze heel kleine gestalte, zond het Voedsel der
+Goden de wereld in! Men weet werkelijk niet wat verbazingwekkender
+is, de grootheid of de kleinheid dezer mannen der wetenschap en
+filosofie. Ge ziet hem voor u, op de Pantiles, in den met bont
+gevoerden overjas. Hij staat onder dat steenen kozijn waar de fontein
+opspringt, en houdt het glas met ijzerhoudend water, waaruit hij nu en
+dan een teug neemt, in de hand. Eén helder oog is, over den vergulden
+rand van zijn bril gevestigd op nicht Jeanne, met onverbiddelijke
+strengheid. "Mm," zegt hij en slurpt.
+
+En wij maken ons souvenir voor hem, in deze houding, zóó richten wij
+onze camera op hem, en "nemen" dezen ontdekker voor de laatste maal,
+en laten hem achter, als een spikkel op onzen voorgrond, en gaan
+verder naar het grootere schilderij dat zich om hem gevormd heeft,
+naar het verhaal van zijn Voedsel, hoe de verspreide Reuzen-Kinderen
+met den dag grooter werden en opgroeiden temidden eener wereld die
+zóóveel te klein voor hen was, en hoe het net der Bomvoedsel-wetten,
+en Bomvoedsel-conventies die de Bomvoedsel-commissie aan het weven was,
+zich ieder jaar al dichter en dichter om hen samentrok. Totdàt--
+
+
+
+
+
+BOEK II.
+
+HET VOEDSEL IN HET DORP.
+
+
+HOOFDSTUK I.
+
+DE KOMST VAN HET VOEDSEL.
+
+
+I.
+
+Ons thema, dat zoo beknopt begon in de studeerkamer van den heer
+Bensington, heeft zich reeds uitgebreid en vertakt, tot het nu dezen,
+dan genen kant uitwijst en van nu aan zullen de gebeurtenissen
+in ons verhaal op verschillende plaatsen voorvallen. Het Voedsel
+der Goden verder te volgen, staat gelijk met de vertakkingen van
+een voortdurend lotenschietenden boom na te gaan; in korten tijd,
+in het vierde gedeelte van een menschenleven, was het voedsel uit
+zijn eersten bron te Hickleybrow op de kleine boerderij, gelekt en
+had zich verspreid--het voedsel, en ook de faam en schaduw van zijn
+kracht--de geheele wereld over. Zeer spoedig had het zich ook buiten
+Engeland verspreid. Weldra werkte het in Amerika, op het geheele
+vasteland van Europa, in Japan, in Australië, eindelijk de geheele
+wereld over, naar het gezette doel. Steeds werkte het langzaam, langs
+indirecte kanalen en tegen de verdrukking in. Het was de grootheid die
+in opstand gekomen was. Niettegenstaande vooroordeelen, ten spijt van
+wet en verordening, niettegenstaande al de koppige vasthoudendbeid,
+die ten grondslag ligt aan de formeele orde der menschheid, ging het
+Voedsel der Goden, als het eenmaal losgelaten was, zijn onnaspeurlijken
+en niet te stuiten gang. Gedurende al deze jaren groeiden de kinderen
+van het Voedsel staag; dit was de belangrijkste factor van dien
+tijd. Doch het zijn juist de gevallen waarin het uitbrak, die het
+tot historie maken. De kinderen die ervan gegeten hadden, groeiden,
+en weldra waren er nog andere kinderen die ook begonnen te groeien; en
+de beste voornemens ter wereld konden niet verhoeden dat het telkens
+en telkens maar weer aan uitlekte. Het Voedsel volhardde in het
+losbreken, alsof het een levend iets was. Als het met bloem van meel
+vermengd geraakte, werd het Voedsel, bij droog weder, als bij opzet
+tot fijn poeder en stoof voor het lichtste briesje uit. Nu eens was
+het een of ander insect dat tot tijdelijke noodlottige ontwikkeling
+kwam, dan weder een nieuw uitbreken der rattenplaag uit de riolen,
+en dergelijk ongedierte. Eenige dagen lang had het dorp Pangbourne in
+Berkshire te kampen met reuzenmieren. Drie mannen werden gebeten en
+stierven. Er placht een paniek te ontstaan, er werd gekampt en dan was
+de losgebroken plaag weder aan banden gelegd, doch liet steeds iets
+na in de minder op den voorgrond tredende dingen des levens--die voor
+altijd veranderd waren. Dan was het weder een acute en onrustbarende
+uitbarsting, een snel opgroeien van monsterachtig kreupelhout, een
+vertakking over de aarde van onredelijk-sterk groeiende distels,
+van torren die door de menschen bevochten werden met jachtgeweren,
+of een plaag van reusachtige vliegen.
+
+Hier en daar werd op vreemde en wanhopige wijze gekampt in obscure
+plaatsen. Het Voedsel verwekte helden in de zaak der kleinheid...
+
+En in de levens der menschen kwamen allerlei, tot nu toe ongekende,
+gebeurtenissen en zij traden ze tegen zooals zij het beste konden,
+en zeiden tegen elkaar, dat er eigenlijk in de orde der dingen
+niets veranderd was. Na de eerste groote paniek werd Caterham,
+niettegenstaande zijn groote welsprekendheid, een minder belangrijke
+figuur in de politieke wereld, en bleef slechts in de heugenis der
+menschen hangen als de voorstander van een zeer geavanceerde opvatting.
+
+Slechts zeer langzaam veroverde hij zich een op den voorgrond tredende
+positie. "Er had geen verandering in de essentieele orde der dingen
+plaats gegrepen"--die eminente leider der moderne gedachte, Dokter
+Winkles zei hier zeer duidelijke dingen over,--en de voorstanders
+van wat men in die dagen Progressief Liberalisme noemde, werden
+werkelijk sentimenteel over de essentieele onoprechtheid hunner
+vooruitstrevendheid. Het blijkt dat hunne droomen uitsluitend liepen
+over natietjes, taaltjes, huishoudentjes, elk zichzelf bedruipend op
+zijn eigen kleine hoeve. Er ontstond plotseling een mode van het kleine
+en nette. Groot-zijn was "vulgair", en sierlijk, net, mignon, miniatuur
+"minitieus-volmaakt" werden de grond-woorden voor critischen bijval.
+
+Ondertusschen groeiden de Kinderen van het Voedsel rustig en namen hun
+tijd ervoor, zooals kinderen dit moeten, in een wereld die veranderde
+om hen te ontvangen, en verzamelden kracht en postuur en kennis,
+werden persoonlijkheden met een doel in het oog, en groeiden langzaam
+op tot de afmetingen waarvoor het lot hen bestemd had. Weldra leken zij
+een natuurlijk deel te vormen van de wereld rondom hen, en begonnen
+de menschen zich verwonderd af te vragen, hoe alles vóór hun tijd
+geweest was. Verhalen van wat de reuzen-jongens konden doen drongen
+tot hunne ooren door, en men zei "dat is sterk!"--zonder eenige
+verwondering. De populaire bladen verhaalden van de drie zonen van
+Cossar en hoe deze wonderbaarlijke kinderen groote kanonnen konden
+optillen, ijzer-massa's honderden meters ver weg slingeren, en twee
+honderd voet ver springen. Men vertelde dat zij bezig waren een put
+te graven, dieper dan eenig andere put of mijn die de menschen ooit
+gemaakt hadden, en dat zij, zoo zei men, zochten naar schatten die
+in de aarde verborgen lagen sedert de aarde geschapen werd.
+
+"Deze Kinderen," zeiden de populaire tijdschriften, "zullen bergen
+met den grond gelijk maken, zeeën overbruggen, tunnels graven door
+jelui aarde tot deze een honiggraat gelijkt." "Merkwaardig," zei
+het kleine volk, "niet waar? Wat een massa gemakken zullen we dan
+hebben!" en gingen weder huns weegs, alsof er van geen Voedsel der
+Goden sprake was op aarde. En inderdaad was dit alles nog slechts
+een vage aanduiding en belofte van wat de "Kinderen van het Voedsel"
+zouden kùnnen doen, later. Nù was alles nog slechts kinderspel bij hen,
+niet anders dan het eerste gebruik maken van kracht, waarin nog geen
+doel stak. Zij zelven wisten nog niet waarvoor zij waren. Zij waren
+kinderen--langzaam groeiende kinderen van een nieuw geslacht. De
+reuzenkracht groeide dag aan dag--de reuzen-wìl moest nog tot een
+doel rijpen; doch inderdaad zag niemand het komen van Grootheid in de
+wereld, zooals ook niemand ter wereld, vóór er eeuwen verloopen waren,
+het verval en den ondergang van Rome als één gebeurtenis zag. Zij,
+die in die dagen leefden, stonden te veel temidden van deze heele
+ontwikkeling van Groei, om ze als een enkel op zichzelf staand iets te
+zien. Het leek zelfs wijzen menschen toe, dat het Voedsel de wereld
+niets anders zou geven dan een oogst van onhandelbare, met elkaar
+niets uit te staan hebbende dingen, die de bestaande orde van zaken
+konden doen beven op hare grondvesten en haar konden verontrusten,
+doch verder niets.
+
+Het wonderbaarste in dezen tijd van toenemende kracht leek
+wel--tenminste één' opmerker leek het dit--het koppig volharden van
+de groote massa in den ouden toestand, hun rustig voortgaan in het
+negeeren van de kolossale gestalten die zich tusschen hen bewogen,
+en van de belofte van nog meer kolossale dingen, die temidden van hen
+zouden opgroeien. Zooals menige stroom het rustigst voortstroomt,
+diep en krachtig, in de nabijheid van een waterval, zoo scheen al
+wat behoudend in den mensch was, in die dagen een kalm overwicht te
+voeren. De reactie werd populair; men praatte van het bankroet der
+wetenschap, van het sterven van den vooruitgang, van de nadering der
+Mandarijnen--, en van dergelijke dingen, terwijl de schreden van de
+"Kinderen van het Voedsel" te midden van hen daverden. De lawaaierige
+doellooze Revolutien van ouds, een groote menigte dwaze kleine lieden
+die den een of anderen dwazen kleinen monarch verjoegen, dit alles lag
+ver achter hen en hiermede had men afgedaan; doch de Verandering was
+nièt gestorven. Het eenige was, dat de Verandering veranderd was. Het
+nieuwe was bezig te komen op zijn eigen manier en dit ging boven het
+alledaagsch begrip der wereld.
+
+Uitvoerig te verhalen van deze komst, zou gelijk staan met een groote
+Geschiedenis te schrijven, doch overal was een evenwijdig-loopende
+keten van gebeurtenissen. Zoodat het verhalen van de komst ervan op
+ééne plaats, feitelijk het verhalen van het geheel is. Toevallig
+viel er een zaadje dezer Onmetelijkheid in het aardige dorpje
+Cheasing Eyebright in Kent; en te oordeelen naar het verhaal van de
+eigenaardige ontkieming ervan en van de tragische beuzelachtigheden
+die hieruit ontstonden, kan men trachten--als het ware één draad
+volgend--de richting aan te wijzen waarin dit geheele groote weefsel
+van gebeurtenissen het weefgestoel van den Tijd ontrolde.
+
+
+
+II.
+
+Cheasing Eyebright had natuurlijk een dominé.
+
+Nu zijn er dominé's en dominé's; en van alle soorten houd ik van een
+nieuwigheden invoerenden dominé--van een bonten, naar vooruitgang
+strevenden professioneelen reactionnair--het minst. Doch de dominé
+van Cheasing Eyebright was iemand die wel het allerminst dacht aan
+nieuwigheden invoeren, een brave, gezette, rijpe en conservatieve
+kleine man. Het is niet meer dan passend een eindje met ons verhaal
+terug te gaan om van hem te vertellen. Hij paste volkomen bij zijn
+dorpsbewoners en men kan hen zich het beste voorstellen zooals zij
+waren, op den avond tegen zonsondergang, toen juffrouw Skinner--gij
+herinnert u haar vlucht nog wel!--het voedsel, zonder dat iemand het
+vermoedde, tusschen haar wereldsche goederen deze landelijke rust
+binnen droeg.
+
+In dit licht uit het westen, zag het dorp er op zijn best uit. Het
+strekte zich uit over de lengte der vallei onder de beukenwouden van
+den "Hanger," als een koralensnoer van met riet bedekte en roodpannige
+huisjes--huisjes met portico's, die met latten bespijkerd waren en
+met pyracanthus [8] afgezette voorgevels, welke zich al dichter
+en dichter tegen elkaar aandrongen naarmate de weg daalde van de
+taxusboomen bij de kerk naar de brug. De pastorie gluurde niet al
+te hoogmoedig tusschen de boomen uit achter het dorpslogement; zij
+had een Georgiaanschen gevel, gerijpt door den tijd, en de spits der
+kerk verhief zich blij boven de holte die de vallei in de heuvels
+vormde. Een kronkelend riviertje, dat als een smal lint van schuim
+en hemelblauw voortstroomde, glinsterde tusschen breede randen riet
+en zich er overheen neigende wilgen, midden door een méékronkelende
+strook weide. Het geheel bood den eigenaardigen Engelschen aanblik
+van goede bebouwing--dien aanblik van kalme afgerondheid--die de
+volmaaktheid nabijkomt in de warmte van de ondergaande zon.
+
+En ook de dominé zag er rijp uit. Hij was gewoon er bijzonder rijp
+uit te zien, alsof hij geboren was als een murwe baby, een rijpe,
+en sappige kleine jongen. Al vóór hij het u vertelde, was het aan
+hem te zien dat hij op eene oude gevestigde openbare kostschool was
+geweest, die begroeid was met klimop, en die schitterende tradities,
+aristocratische relaties, en geen scheikundige laboratoria bezat;
+en dat hij vandaar gegaan was naar een eerwaardige hoogeschool,
+gebouwd in den rijpsten gothischen stijl. Hij bezat weinig boeken die
+jonger waren dan duizend jaar; van dezen vormden Yarrow en Ellis en
+goede preeken uit den tijd vóór de Methodisten het meerendeel. Hij
+was een man van middelmatige lengte, een beetje kleiner lijkend door
+zijn equatoriale afmetingen en met een gezicht, dat hoewel rijp van
+het begin af, nu climacterisch [9] rijp was. De baard van een David
+verborg zijne dubbele onderkin; hij droeg geen horloge-ketting uit
+verfijning, en zijn hoogsteenvoudige kleeding van geestelijke, was
+gemaakt door een kleermaker uit het West-End [10]... En hij zat daar,
+met een hand op elke dij, genoegelijk knipoogend naar zijn dorp. Hij
+wuifde er met een mollige hand naar. En in hem zong weer zijn oude
+refrein. "Wat kan men meer wenschen?" "Onze ligging is heel gelukkig,"
+zei hij, zich niet al te sterk uitdrukkend.
+
+"Wij liggen in een sterke vesting tusschen de heuvelen," legde hij
+nader uit.
+
+En eindelijk kwam hij geheel en al voor de zaak uit. "Wij liggen er
+gelukkig geheel van afgesloten."
+
+Want hij en zijn vriend hadden gepraat over de Verschrikkingen der
+Eeuw, over Democratie en Openbaar onderwijs en Lucht-schrapers [11]
+en auto's en de Inval van Amerika, het Onoordeelkundig Lezen van het
+Publiek, en het verdwijnen van allen smaak.
+
+"Wij staan er hier heelemaal buiten," herhaalde hij en net terwijl
+hij dit zei trof het geluid der voetstappen van iemand die dien kant
+uitkwam zijn oor, en hij rolde zich om in zijn stoel en keek naar haar.
+
+Gij kunt u de stage, beverige nadering der oude vrouw wel voorstellen,
+met haar pak in haar knoestige, vermagerde hand geklemd, haar neus (die
+haar gezicht vormde) gerimpeld van ademlooze vastberadenheid. Gij ziet
+de klaprozen al zwaar van noodlot knikken op haar hoed, en de met stof
+bedekte elastieken laarzen onder haar schamele rokken onherroepelijk
+en langzaam beurtelings oost en west wijzend. Onder haar arm schoof
+een niet zeer kostbare parapluie heen en weer, als een oproerige
+gevangene. Wat kon den Dominé aanduiden, dat deze grotesque oude
+gestalte--tenminste voor zoover het zijn dorp betrof--niemand anders
+was dan het Vruchtbare Toeval, en het Onverwachte--de oude harpij die
+de menschen het Noodlot noemen. Doch voor ons is zij niemand anders
+dan juffrouw Skinner.
+
+Daar zij te veel bepakt was om een buiging te maken, deed zij net of
+zij hem en zijn vriend niet zag, en ging hen dus, flip, flap, op nog
+geen drie pas voorbij, op het dorp toe. De dominé zag haar daar zoo
+langzaam in stilte heentrekken en deed ondertusschen een opmerking
+in zich rijpen...
+
+Het voorval leek hem niet in het minst belangrijk. Er zijn stééds
+oude vrouwen, in àlle tijden, geweest die bundels getorst hebben,
+de geheele wereld door. En wat heeft het uitgemaakt? "Wij liggen
+er geheel en al buiten," zei de dominé. "Wij leven in een sfeer
+van eenvoudige dingen die niet licht veranderen; van Geboorte en
+Arbeid, simpelen tijd van zaaien en simpelen oogst. Het rumoer
+gaat ons voorbij." Hij kon altijd goed praten over wat hij noemde
+de permanente dingen. "De dingen veranderen," placht hij te zeggen,
+"doch de Menschheid--aere perennius". [12] Hij hield van een klassieke
+aanhaling die listiglijk verkeerd te pas gebracht werd. En verder op,
+den heuvel af, was de ongracieuze doch vastberaden juffrouw Skinner,
+op grappige wijze één geworden met Wilmerding's "overstap." [13]
+
+
+
+III.
+
+Niemand weet wat de dominé van de Reuzen-Wolfsveesten [14] dacht.
+
+Zonder twijfel was hij een van de eersten die ze ontdekte. Met kleine
+afstanden ertusschen waren ze langs het pad verspreid; tusschen den
+dichtst bijzijnden heuvel en het einde van het dorp--een pad dat hij
+dagelijks bezocht op zijn digestie-wandelingetje. Alles bij elkaar
+genomen, waren er van het begin tot het einde, minstens dertig van deze
+zwammen. De dominé schijnt naar elk van hen afzonderlijk verbaasd te
+hebben staan kijken, en in de meeste een paar maal met zijn wandelstok
+te hebben gestooten. Eén ervan trachtte hij met zijne armen te meten,
+doch zij barstte bij zijn Ixionische omarming.
+
+Hij sprak er met verscheidene menschen over en zeide dat zij
+"wonderbaarlijk!" waren en hij verhaalde aan minstens zeven
+verschillende personen de welbekende geschiedenis van den vloersteen,
+die opgelicht werd van den keldervloer door een hoop paddestoelen
+die er onder groeiden. Hij keek er zijn Sowerby eens op na om te
+zien of het Lycoperdon coelatum of giganteum was. Hij hield er een
+geliefkoosde theorie op na, dat de benaming "giganteum" niet juist was.
+
+Men weet niet of hij ook opmerkte dat deze witte bollen juist op
+het pad groeiden dat die oude vrouw gisteren gevolgd had, en of hij
+opmerkte dat de laatste op nog geen twintig passen van het hek van
+het huisje van Caddles zijn dikken kop opstak. Zoo hij dit alles al
+opmerkte, trachtte hij toch niet er aanteekening van te houden. Zijn
+observatie-vermogen in botanische dingen was wat de kleinere
+natuurkundigen een "geoefende waarneming" noemen--men zoekt naar
+zekere bepaalde dingen en ziet alle verdere dingen over het hoofd. En
+hij deed geen moeite om dit verschijnsel in verband te brengen met
+het merkwaardig snelle groeien van den zuigeling van Caddles, wat nu
+al eenige weken aan den gang was; ja, feitelijk van den dag af dat
+Caddles ongeveer een maand tevoren zijn schoonmoeder was gaan bezoeken
+en hij zijn schoonmoeder hoorde opsnijden over het fokken van kippen.
+
+
+
+IV.
+
+Het groeien der wolfsveesten, volgend op het plotseling groeien
+van den baby der Caddles, behoorde den dominé de oogen geopend te
+hebben. Het laatste dezer twee feiten was hem reeds rechtstreeks in
+de armen gevoerd bij het doopen--bijna overweldigend...
+
+De hummel gilde oorverdoovend, toen het koude water, dat zijn goddelijk
+erfdeel en zijn recht op den naam van Albert Edward Caddles bezegelde,
+op zijn voorhoofd druppelde. Hij ging de moederlijke draagkracht
+reeds te boven en Caddles, weliswaar wankelend onder den last, doch
+ouders van minder voordeelige kinderen triumphantelijk toegrijnzend,
+droeg hem terug naar de bank die door zijn gezelschap werd ingenomen.
+
+"Zóó'n kind heb ik nog nooit gezien!" zei dominé.
+
+Dit was de eerste openlijke aanduiding dat het kleine kind van Caddles,
+dat zijn aardsche loopbaan begonnen was ònder een gewicht van zeven
+pond, bij slot van rekening zijn ouders toch nog eer aan zou gaan
+doen. En heel gauw werd het duidelijk dat het niet alleen voornemens
+was hun een eer, doch zelfs een glorie te zijn. En binnen een maand
+schitterde hun glorie zoo helder, dat zij, den stand van lieden als
+de Caddles in aanmerking nemend, onbehoorlijk was.
+
+De slager woog het kind elf maal. Hij was geen erg spraakzaam mensch
+en besteedde niet veel tijd aan dit wegen. De eerste maal zei hij:
+"'t is een goeie hoor;" de tweede maal zei hij: "wel allemachtig!" De
+derde maal zei hij: "Nou, hm," en daarna blies hij ieder maal slechts
+geweldig, krabde zich het hoofd, en keek naar zijn weegschaal met een
+tot hier toe nooit gevoeld wantrouwen. Iedereen kwam naar het "Groote
+Kind" kijken--zoo werd het algemeen genoemd--en de meesten zeiden:
+"'t is een dikzak, hoor!" Juffrouw Fletcher kwam ook kijken en zeide
+dat ze nog nooit zóó iets gezien had, wat volkomen juist was.
+
+Lady Wondershoot, de dorps-tyran, kwam op den dag nadat het voor de
+derde maal gewogen was aanzetten en bekeek het phenomeen nauwkeurig
+door haar lorgnon, wat het kind deed brullen van angst.
+
+"'t Is een merkwaardig "Groot kind,"" vertelde zij de moeder,
+met een luide, leerende stem. "Je mag er wel goed voor zorgen,
+Caddles. Natuurlijk gaat dat zoo niet dóór, daar het met de flesch
+grootgebracht wordt, maar we moeten er voor doen wat we kunnen. Ik
+zal je nog wat flanel sturen."
+
+De dokter kwam en mat het kind met een elletje, en schreef de
+cijfers in zijn notitieboekje, en de oude meneer Drifthassock, die
+een boerderij bij Up Marden had, maakte met een voerage-reiziger een
+omweg van een half-uur, om het te zien. De reiziger vroeg drie malen
+hoe oud het kind was en zeide eindelijk dat hij "verdompeld" zou
+zijn. Hoe en waarom hij "verdompeld" was moest men maar raden. Hij
+zei ook dat het in een reuzen-kinderen-tent op de kermis moest
+tentoongesteld worden. En den geheelen dag kwamen er kinderen die
+zeiden: "juffrouw Caddles, maggen we asjeblief je kind es zien,"
+tot juffrouw Caddles er een stokje voor moest steken. En temidden
+van al deze verbazingwekkende dingen stond daar juffrouw Skinner,
+glimlachend en zich een beetje achteraf houdend, met de puntige
+elbogen in haar lange slappe handen, en al maar glimlachend om en
+bij haar neus, met een oneindig diepzinnigen glimlach.
+
+"Zelfs die oude heks van een grootmoeder ziet er opgeruimder door
+uit," zei Lady Wondershoot. "Al spijt 't mij ook dat ze weer hier in
+het dorp terug is."
+
+Natuurlijk, zooals bij de meerderheid der zuigelingen van de armere
+dorpelingen, werd het bedeeld, doch door een enorm gekrijt maakte het
+kind het weldra duidelijk dat het, wat het vullen van zijn zuigflesch
+aanging, nog lang niet genoeg bedeeld werd.
+
+De baby had recht op een negendaagsche bewondering, en iedereen had
+schik in zijn verbazenden groei, gedurende tweemaal dien tijd en
+langer. En zelfs daarna, inplaats van op den achtergrond te geraken,
+en plaats te maken voor andere wonderen, bleef het maar steeds
+doorgroeien, nog sterker dan te voren!
+
+Lady Wondershoot luisterde met de uiterste verbazing naar haar
+huisbewaarster.
+
+"Caddles al wéér beneden. Geen eten voor het kind! Maar m'n beste
+Greenfield, dat kàn niet. Het schepsel eet als een nijlpaard! 't Kan
+beslist niet waar zijn."
+
+"Ik mag van harte lijden dat ze u niet bedriegen, barones," zei
+juffrouw Greenfield.
+
+"Het is zoo moeilijk te zeggen bij zulk soort menschen," zei Lady
+Wondershoot. "Doe me een pleizier, m'n beste Greenfield, er vanmiddag
+zelf even heen te gaan en je zelf te overtuigen--en blijf erbij als 't
+de flesch krijgt. Al is 't werkelijk een groot kind, ik kan me heusch
+niet voorstellen dat 't méér dan zes pint per dag zou noodig hebben."
+
+"'t Heeft er geen recht op, barones," zei juffrouw Greenfield.
+
+Lady Wondershoot's hand beefde, met die C. O. S. soort van emotie,
+die achterdochtige woede, die in alle ware aristocraten beeft, bij de
+gedachte dat mogelijk de lagere klassen bij slot van rekening--even
+laag zijn als hun meerderen en--en hier steekt de angel--op dit gebied
+nog beter aan toe zijn misschien dan zij.
+
+Doch juffrouw Greenfield kon geen bewijzen vinden dat er op
+den zak harer meesteres gespeculeerd werd, en er werd bevel
+gegeven, aan Caddles' baby een grooter dagelijksch rantsoen te
+verstrekken. Nauwelijks was het eerste rantsoen op, of daar kwam
+Caddles alweer aan, met een wanhopig air van "ik kan er niks aan doen."
+
+"Wij hebben er zuinig op gepast, juffrouw Greenfield, 't is waar,
+juffrouw, maar ze zijn 'em d'r allemaal gewoon afgesprongen! Ze vlogen
+met zoo'n kracht in de rondte, juffrouw, dat er een knoop door een
+ruit ging, en een andere me nèt hier tegen m'n hoofd vloog da 'k er
+van duizelde."
+
+Toen Lady Wondershoot vernam dat het wonderbaarlijke kind zoowaar
+zijn prachtige bedeelingskleeren had doen barsten, besloot zij er
+Caddles zèlf eens over te spreken. Hij verscheen vóór haar; zijn haar
+inderhaast natgemaakt en gladgestreken met de hand, buiten adem en
+zich aan zijn hoed-rand vastklemmend alsof het een zwemgordel was,
+en struikelend in zijn rampzaligheid over den rand van het vloerkleed.
+
+Lady Wondershoot mocht Caddles graag afsnauwen. Caddles was in
+haar oog het ideaal van iemand die tot de lagere klassen behoort,
+oneerlijk, trouw, kruiperig, werkzaam, en onbegrijpelijk ongeschikt om
+verantwoordelijkheid op zich te nemen. Zij zeide hem dat hij werkelijk
+niet te licht moest denken over de wijze waarop dat kind zich gedroeg.
+
+"Niks anders dan dat hij zoo'n honger heeft, barones," zei Caddles,
+met verheffing van stem.
+
+"En je kunt hem niet tegenhouden ook, barones," zei Caddles. "Hij
+ligt daar maar van zich af te trappen en te gillen dat je hooren en
+zien vergaat. 't Gaat niet, barones en als we 't al deden, zouden de
+buren tusschen beiden komen..."
+
+Lady Wondershoot raadpleegde er den dokter eens over.
+
+"Ik zou wel eens willen weten," zei Lady Wondershoot, "of 't wel goèd
+is dat dit kind zulk een verbazende hoeveelheid melk krijgt?"
+
+"De gewone hoeveelheid voor een kind van dien leeftijd," zei de
+dorpsdokter, "is anderhalf tot twee pint in de vierentwintig uur. Ik
+zie heusch niet in dat u geroepen is om méér te verschaffen. Zóó
+u het doet, dan is 't alleen uw eigen edelmoedigheid. Natuurlijk
+zouden we het met de hoeveelheid die hem toekomt eens een paar dagen
+kunnen probeeren. Maar ik moet toegeven, dat het kind, door de een
+of andere oorzaak physiologisch van andere kinderen verschilt. Het
+is mogelijk dat het, wat men een "Sport" noemt, is. Een geval van
+Algeheele Overvoeding."
+
+"Het is niet eerlijk tegenover de andere dorpskinderen," zei Lady
+Wondershoot. "Ik weet zeker dat er klachten inkomen als dit zoo
+dóórgaat."
+
+"Ik zie werkelijk niet in dat er van iemand verwacht kan worden
+méér te geven dan de hoeveelheid die algemeen aan kinderen van dien
+leeftijd gegeven wordt. We zouden er op kunnen staan dat 't zich
+daarmede tevreden stelde, of, als 't dat niet wilde, het als een
+"geval" naar het ziekenhuis sturen."
+
+"Ontdekt u, nog afgezien van de grootte en den eetlust, ook nog iets
+anders dat abnormaal is--niets monsterachtigs?" zei Lady Wondershoot
+nadenkend.
+
+"Neen, neen, dat niet. Doch als deze groei doorgaat, zullen wij
+ernstige moreele en intellectueele tekortkomingen ontdekken. Men zou
+dit reeds nu haast durven voorspellen aan de hand van Max Nordau's
+wet. Een zeer begaafde, en beroemde filosoof, Lady Wondershoot. Hij
+ontdekte dat het abnormale--abnormaal is, een zeer gewichtige
+ontdekking, die wel de moeite waard is onthouden te worden. Voor
+mij is zij tenminste van groot belang in mijn praktijk. Als ik iets
+abnormaals ontdek, zeg ik dadelijk: "Dit is abnormaal." Zijn oogen
+namen een diepzinnige uitdrukking aan; hij liet zijn stem dalen,
+zijn houding grensde aan het intiem-vertrouwelijke. Hij hief stijf
+een hand op. "En in dien geest behandel ik dan zoo'n geval," zei hij.
+
+
+
+V.
+
+"Wel, wel!" zei de dominé tegen zijn ontbijt-gerei--den dag na de
+aankomst van juffrouw Skinner.
+
+"Wel, wel, wat hebben we hier?" en richtte zijn bril op zijn courant
+met een afkeurenden blik.
+
+"Reuzenwespen! Wat beleven we al niet... Amerikaansche journalisten,
+vertrouw ik! Ik moet niets hebben van al die nieuwe fratsen. Ik ben
+al heel tevreden met reuzen-klapbessen."
+
+"Onzin!" zei de dominé, dronk in één teug zijn koffie leeg, met zijn
+blikken vast op zijn courant gevestigd, en smakte ongeloovig met
+de lippen.
+
+"Nonsens!" zei de dominé, het bericht niet willend gelooven. Doch den
+volgenden dag stond er meer over in, en toen ging hem plotseling een
+licht op. Doch alles werd hem niet opeens duidelijk. Toen hij dien dag
+zijn digestie-wandeling ging doen, liep hij nog onderdrukt te lachen
+over dat nonsensicale verzinsel, dat zijn courant hem op de mouw
+wilde spelden. "Jawel! Wespen--die een hond gedood hadden!" Toen hij
+toevallig voorbij de plek kwam waar die eerste was van Wolfsveesten
+groeide, merkte hij bij zichzelven op dat het gras daar erg hoog en
+weelderig groeide, doch hij bracht dit op geenerlei wijze in verband
+met dat waarover hij in stilte zulk een pleizier had.
+
+"Dan zouden we er toch hier ook wel ièts van gehoord hebben," zei hij;
+"Whitstable is nog geen twintig mijlen hier vandaan."
+
+Een eindje verder vond hij weder een wolfsveest, een van de tweede
+collectie, die als het ei van een rock [15] uit de abnormaal grove
+aarde stak.
+
+Toen schoot de beteekenis van dit alles in hem als een bliksemstraal.
+
+Dien morgen deed hij niet zijn gebruikelijke rondte. Hij sloeg af bij
+den tweeden overstap en liep zóó om naar het huisje der Caddles. "Waar
+is je kind?" vroeg hij, en toen hij het zag, riep hij uit: "Goeie
+hemel!"
+
+Hij liep den stijgenden weg naar het dorp op en kwam den dokter tegen
+die in allerijl naar beneden liep. Hij vatte hem bij den arm. "Wat
+betéékent dit allemaal?" zei hij. "Heb je de laatste dagen couranten
+gelezen?"
+
+De dokter antwoordde toestemmend.
+
+"Nu, en wat is er aan de hand met dat kind? En al dat andere--wespen,
+wolfsveesten, zuigelingen, hè, zeg? Wat is het dat ze zoo sterk doet
+groeien? 't Komt erg onverwacht. En dat nog wel in Kent! Als 't nu
+nog Amerika was--"
+
+"'t Is op 't oogenblik nog moeilijk te zeggen wat 't precies is,"
+zei de dokter. "Zoover als ik de symptomen kan nagaan--"
+
+"...is het overmatige voeding--algemeene overvoeding."
+
+"Overvóéding?"
+
+"Ja, algeheele--doet den geheelen lichaamsbouw aan--het geheele
+organisme. Tusschen ons, in vertrouwen gezegd, ben ik er wel haast van
+overtuigd dat het dàt is... Maar je moet altijd een beetje voorzichtig
+zijn in je oordeel."
+
+"Ha," zei de dominé, erg opgelucht, te bevinden dat de dokter tegen
+het geval was opgewassen; "maar hoe komt 't dat 't overal op deze
+manier uitbreekt?"
+
+"Ja, dat is weer iets dat moeilijk te zeggen valt."
+
+"In Urshot, en nu hier, 't is een vrij duidelijk geval van
+verspreiding."
+
+"Ja," zei de dokter, "ja. Ik geloof het ook. Het lijkt in elk geval
+erg op de een of andere epidemie. Waarschijnlijk zal 't wel Epidemische
+Overvoeding zijn."
+
+"Epidemisch!" zei de dominé. "Je wilt toch niet zeggen dat 't
+besmettelijk is?"
+
+De dokter glimlachte vriendelijk en wreef zich in de handen. "Ja,
+zie je, dàt kan ik niet zeggen," zei hij.
+
+"Maar--!" riep de dominé, met wijd open oogen. "Als 't eens
+besmettelijk is--dan--dan steekt 't òns ook aan!"
+
+Hij liep een paar pas den weg op en wendde zich toen weder om.
+
+"Ik kom er juist vandaan," riep hij. "Zou 't niet goed zijn als--? Ik
+ga dadelijk naar huis, om een bad te nemen en mijn kleeren te
+ontsmetten."
+
+De dokter keek zijn zich verwijderende gestalte een oogenblik na,
+wendde zich toen om en ging naar zijn eigen huis...
+
+Doch onderweg dacht hij na over het feit dat er nu al een maand lang
+een geval in het dorp was zonder dat iemand anders er door besmet
+werd, en na een korte aarzeling besloot hij moedig te zijn zooals
+een dokter betaamt en de gevolgen als een man af te wachten.
+
+En wèl waren zijn overdenkingen juist. Want groei was het allerlaatste
+dat hèm nog zou aansteken. Hij,--en ook de dominé--kon een handkar
+vol Herakleophorbia opgegeten hebben. Want de groei was bij hen uit,
+voor altijd.
+
+
+
+VI.
+
+Een dag of zoo na dit gesprek,--dat wil zeggen een dag of zoo na het
+verbranden der Proef-Hoeve, kwam Winkles bij Redwood en liet hem een
+beleedigenden brief zien. Het was een ongeteekende brief, en een auteur
+behoort de geheimen zijner sujetten te bewaren. "Ge denkt eer in te
+leggen met wat niets anders dan een volkomen natuurlijk verschijnsel
+is," luidde de brief, "en ge tracht voor uzelf reclame te maken met uw
+brief aan de "Times." U en uw Bomvoedsel! Laat ik u even zeggen dat
+dit voedsel met zijn zotten naam slechts zeer toevallig in verband
+staat met deze groote wespen en ratten. De naakte waarheid is dat er
+een epidemie van Overvoeding heerscht--Besmettelijke Overvoeding--die
+ge ongeveer even weinig kunt tegengaan als ge het zonnestelsel kunt
+bedwingen. Het is een quaestie die zoo oud is als de wereld. Er
+heerschte overvoeding in het geslacht van Enak. Geheel buiten uw
+bereik, te Chaesing Eyebright bevindt zich op dit oogenblik een kind--"
+
+"Beverige op- en neerhalen. Blijkbaar oude heer," zei Redwood. "Maar
+het is toch vreemd dat een kind--"
+
+Hij las een paar regels verder, en kreeg plotseling een ingeving.
+
+"Bij den hemel!" zei hij. "Dat is mijn verdwenen juffrouw Skinner!"
+
+Hij overviel haar plotseling den volgenden dag in den namiddag.
+
+Zij was bezig uien te trekken in het tuintje voor haar dochter's
+huisje, toen zij hem zag aankomen door het tuinhek. Zij bleef een
+oogenblik "beduusd" staan, zooals de lui op 't land het uitdrukken,
+sloeg toen de armen over elkaar en wachtte zijn komst af met het
+bosje uien als ter verdediging onder haar linker elboog. Haar mond
+opende en sloot zich verscheidene malen; zij mummelde wat met haar
+eenigen tand, en eenmaal maakte zij plotseling een buiging, als het
+flikkeren van een booglamp.
+
+"Ik dacht wel dat ik je vinden zou," zei Redwood.
+
+"Ja, dat heb ik ook al gedacht, meneer," zei zij, zonder veel
+vreugdebetoon.
+
+"Waar is Skinner?"
+
+"'IJ 'eeft me nooit weer geschreve', meneer, en is ook nooit meer
+'ier geweest vanaf dat ik 'ier ben."
+
+"Weet je niet wat er van hem geworden is?"
+
+"'IJ 'eeft me nooit meer geschreve', meneer,'' zei zij en deed
+zijdelings een schrede naar links, half met het doel Redwood van de
+deur af te houden.
+
+"Niemand weet wat er van hem geworden is," zei Redwood.
+
+"Nou maar, 'ijzèlf wel," zei juffrouw Skinner, "maar 'ij wil 't
+niet zegge', want 'ij 'ad t'r altijd slag van 'n mensch, dat 't em
+'t naaste stond in last te brenge' en te late' zitte'. Maar slim was
+ie, da mô' k zegge'," zei juffrouw Skinner....
+
+"En waar is dat kind nu?" vroeg Redwood plotseling.
+
+"Wâ blieft u?"
+
+"Dat kind daar ik van heb hooren spreken, 't kind dat je ons goedje
+gegeven hebt--het kind dat acht en twintig pond weegt."
+
+De handen van juffrouw Skinner waren zenuwachtig in de weer,
+en ze liet de uien vallen. "Warachies, meneer," zei zij, "ik weet
+werkelijk niet wat u bedoel. M'n dochter, meneer, juffrouw Caddles,
+'ééft een kind, meneer." En zij maakte zenuwachtig een reverence,
+en probeerde er onschuldig-vragend uit te zien, door haar neus naar
+één kant te trekken.
+
+"Ik zou graag dat kind es zien, juffrouw Skinner," zei Redwood.
+
+Juffrouw Skinner deed één oog wat wijder open toen zij hem voorging
+naar de deel. "Natuurlijk, meneer, d'r kan ergens wel een klein beetje
+in geweest zijn, in een kleine bus van Nicey die ik aan zijn vader
+gaf om van de boerderij mee te brengen, of misschien een klein beetje
+dat ik om 't zoo maar es uit te drukken bij me had, en dat door m'n
+gauwe inpakke' d'r tussche' zal zijn geraakt...."
+
+"H'm!" zei Redwood nadat hij een poosje naar het kind had staan
+kijken. "H'm!"
+
+Hij zei tot juffrouw Caddles dat het een erg voordeelig kind was, iets
+wat zij hoe langer hoe meer in al zijn omvang begon te begrijpen,--en
+na dit gezegd te hebben, bemoeide hij zich verder niet met haar. Een
+oogenblik later verliet zij het vertrek uit louter onbeduidendheid.
+
+"Nu dat je er mee begonnen bent, zul je er mee voort moeten gaan,"
+zei hij tot juffrouw Skinner. Hij wendde zich plotseling tot haar.
+
+"En denk er wel om, dat je 't niet wéér rondmorst," zei hij.
+
+"'t Rondmorse, meneer?"
+
+"Kom, je begrijpt me heel goed."
+
+En dàt zij hem begreep bleek uit haar zenuwachtige gebaren.
+
+"Je hebt er hier niemand iets van verteld? De ouders, den dorpsheer
+op het heerenhuis, den dokter, aan niemand?"
+
+Juffrouw Skinner schudde ontkennend het hoofd.
+
+"Dat zou ik je ook niet raden," zei Redwood.
+
+Hij ging naar de deel-deur en keek eens naar buiten. De schuurdeur
+zag, tusschen het eind van het boerenplaatsje en eenige ongebruikte
+varkenskotten, door een hek met vijf dwarslatten uit op den
+heirweg. Daar achter bevond zich een hooge steenen muur, weelderig
+met klimop, muurbloemen en huismanslook begroeid, en die van boven
+voorzien was van glasscherven. Net voorbij den hoek van den muur stak
+een door de zon verlicht bord tusschen de groene en gele bladerentakken
+uit, boven de weelderige schakeeringen der eerste gevallen bladeren,
+en behelsde het gebruikelijke "Verboden Terrein, volgens artikel 461
+Wetboek van Strafrecht." De donkere schaduw van een gat in de heg
+deed een eind prikkeldraad duidelijk uitkomen.
+
+"Hm," zei Redwood, en toen nog eens wat dieper, "hm!"
+
+Het geklep van paardenhoeven en het geratel van raderen kwam naderbij
+en Lady Wondershoot's schimmels kwamen in het zicht. Hij lette
+op de gezichten van koetsier en palfrenier, onderwijl de equipage
+naderbij kwam. De koetsier was een zeer mooi exemplaar in zijn soort,
+welgedaan en rijp, en hij mende met een soort van sacramenteele
+waardigheid. Anderen mochten aan hun roeping en positie twijfelen in
+de wereld, hij was er ten minste zéker van--hij reed de barones. De
+palfrenier zat naast hem met over elkaar geslagen armen en met een
+onbeweeglijk, zéker gezicht. Toen werd de groote dame zelf zichtbaar,
+met hoed en mantel die alle elegance verachtten. Twee jonge dames
+rekten, met haar, hunne halzen uit en gluurden naar buiten. De dominé,
+die aan den anderen kant voorbij kwam, nam met een zwaai den hoed
+van zijn David's voorhoofd, zonder dat hij opgemerkt werd.
+
+Redwood bleef nog langen tijd nadat het rijtuig verdwenen was,
+in den deurpost staan kijken, de handen op zijn rug. Zijn blikken
+gingen naar het hooge duinland en de met wolken geplekte lucht,
+en gingen toen weder terug naar den met glasscherven afgezetten
+muur. Hij wendde zich om naar de koele schaduwen daarbinnen, en
+temidden van plekken en klodders kleur zag hij daar het reuzen-kind
+in dat Rembrandtieke halfduister, naakt op een flanellen luier na,
+gezeten op een ontzettend dikke wis stroo en met zijn teenen spelend.
+
+"Ik begin in te zien, wat wij gedaan hebben," zei hij.
+
+Hij verzonk in gedachten, en de jonge Caddles en zijn eigen kind
+en Cossar's jongens vormden deel van zijne mijmeringen. Plotseling
+begon hij te lachen. "Goeie hemel!" zei hij, als om een voorbijgaande
+gedachte.
+
+"In ieder geval mag hij niet gekweld worden met storing in het geregeld
+krijgen van zijn voedsel. Dàt kunnen we tenminste voorkomen. Ik zal je
+elk half jaar een bus sturen. Daar zal hij wel mee uitkomen, denk ik,"
+zei hij tot juffrouw Skinner.
+
+Juffrouw Skinner mompelde iets van "als uwes dat denkt, meneer," en
+"is er vast bij ongeluk tusschen geraakt.... dacht niet dat 't kwaad
+kon as 'k 'em er 'n beetje van gaf," en aldus met behulp van allerlei
+buigzame gebaren beduidde zij hem dat ze hem begreep.
+
+En aldus ging het kind voort met groeien.
+
+"Feitelijk," zei Lady Wondershoot, "heeft hij ieder kalf in het dorp
+opgegeten. Als die Caddles toch nog weer zoo'n kind--"
+
+
+
+VII.
+
+Doch zelfs zulk een afgezonderd plaatsje als Cheasing Eyebright kon,
+bij de steeds toenemende drukte die er over het Voedsel gemaakt werd,
+niet lang volharden in de theorie van Overvoeding--besmettelijk
+of niet. Weldra kwam het tot pijnlijke ophelderingen voor juffrouw
+Skinner--ophelderingen die haar slechts sprakeloos deden mummelen
+op haar eenigen tand--verklaringen, die uit haar haalden wat
+er uit te halen was, die haar als 't ware doorzòchten, en haar
+ontmaskerden--totdat zij zich ten laatste genoodzaakt zag haar
+toevlucht te nemen tot de waardigheid van een ontroostbaar weduwschap,
+om de zich steeds ophoopende blaam te ontgaan. Zij sloeg haar oog--dat
+ze steeds in een waterigen toestand hield--op de burchtvrouwe, en
+veegde het zeepsop van haar handen.
+
+"U vergeet, barones, waar ik onder gebukt ga."
+
+En zij liet op deze waarschuwing, met lichtelijk uitdagende stem
+volgen:
+
+"Aan 'em denk ik, nacht en dag."
+
+Zij perste de lippen samen en haar stem werd zachter en haperde:
+"En nog wel opgegeten en wel."
+
+En zich aldus op dit standpunt geplaatst hebbend, herhaalde zij de
+verklaring die de barones eerst niet had willen aannemen. "Ik 'ad niet
+méér idee wat ik an 't kind gaf, dan ieder ander mensch zou 'ebben."
+
+De barones richtte hare gedachten op hoopvoller dingen, doch vergat
+niet Caddles natuurlijk flink de les te lezen. Afgezanten, vol van
+diplomatieke bedreigingen, kwamen plotseling in de bewogen levens
+van Bensington en Redwood. Zij verschenen in den vorm van leden van
+den parochialen raad van bestuur, dom vasthoudend als een speeldoos
+aan hun vooraf in elkaar gezette bewerinkjes.
+
+"Wij beschouwen u als aansprakelijk, mijnheer Bensington, voor al het
+nadeel dat onze parochie ondervonden heeft. U draagt hiervan alleen
+de schuld."
+
+Een advocaten-firma, met een arglistigen stijl--zij noemden zich
+Banghurst, Brown, Flapp, Codlin Tedder en Snoxton, en verschenen
+onveranderd in den vorm van een rood, er-listig-uitziend heertje
+met een spitsen neus--zei vage dingen over schadevergoeding, en dan
+was er nog een erg gepolijst personage--de agent der barones, die
+Redwood plotseling op zekeren dag overviel en vroeg: "Nu, mijnheer,
+wat denkt u te doen?" Waarop Redwood antwoordde dat hij van plan was
+het verstrekken van het "Voedsel" aan het kind te staken, als hij of
+Bensington nog verder over iets lastig gevallen werden. "Ik geef het
+toch al gratis," zei hij, "en als u ophoudt het 't voedsel te geven,
+zal het uw dorp omvèr schreeuwen vóór het sterft. Jullie hebt dit kind
+nu eenmaal, en jullie moet het houden. Lady Wondershoot kon niet altijd
+Lady de Milde en Aardsch Voorzienigheidje spelen in haar parochie
+zonder zoo nu en dan eens een verantwoordelijkheid tegen te komen."
+
+"Het kwaad is geschied," besliste Lady Wondershoot toen men haar
+mededeelde--met de noodige afkortingen en zuiveringen--wat Redwood
+gezegd had.
+
+Hoewel inderdaad het kwaad pas bezig was een aanvang te nemen.
+
+
+
+
+
+
+HOOFDSTUK II.
+
+DE REUSACHTIGE TELG.
+
+
+I.
+
+"Het reuzenkind was leelijk"--hield de dominé vol. "Het was altijd
+leelijk geweest, zooals alle buitensporige dingen dit uit den aard der
+zaak moèsten zijn." De overtuiging van den dominé stond zijn onbevangen
+oordeel in den weg. Zelfs in deze landelijke afzondering werden
+er heel wat kiekjes genomen van het kind en hun onbevooroordeelde
+getuigenis staat lijnrecht tegenover de verklaring van den dominé,
+daar zij uitwijzen dat het jonge monster eerst bijna knap was, met
+een overvloedigen krullekop met haar, dat tot op zijn voorhoofd viel,
+en dat het altijd klaar was om te glimlachen. Op de meesten dezer
+kiekjes staat Caddles, die tenger gebouwd was, achter het kind,
+aldus zijne betrekkelijke kleinheid nog meer latende uitkomen.
+
+Na het tweede jaar werd de knapheid van het kind meer betwistbaar. Hij
+begon, zooals zijn ongelukkige grootvader het zéker zoude uitgedrukt
+hebben "geil" op te groeien. Hij verloor zijn kleur, begon er bij
+al zijn kolossaalheid, toch maar smalletjes uit te zien. Hij was
+erg tenger. Zijn oogen en iets in zijn gezicht werden fijner, en
+werden, zooals men het uitdrukte, "interessant." Nadat zijn haar
+eenmaal geknipt was, begon het één warbos te worden. "Dat is de
+degeneratie die in hem zit," zei de dokter, die dit alles gadesloeg,
+doch in hoever hij hierin gelijk had, en in hoever het achteruitgaan
+van de gezondheid van het kind te wijten was aan het voortdurend
+verblijf houden in een schuur met gewitte wanden, en levend van Lady
+Wondershoot's liefdadigheid, die nog getemperd werd door een gevoel
+van rechtvaardigheid, blijft een onuitgemaakte zaak. De kiekjes
+die er van hem genomen werden, van zijn derde tot zijn zesde jaar,
+wijzen uit dat hij zich aan het ontwikkelen was tot een rond-oogigen,
+vlasharigen jongen met een dopneus en een niet onvriendelijk starenden
+blik. Er zweeft om zijne lippen die nooit ver-verwijderde belofte van
+een glimlach, die op al de foto's van de jonge reuzenkinderen is weer
+te vinden. In den zomer draagt hij losse kleederen van tijk, die aan
+elkaar genaaid zijn met touw; doorgaans heeft hij op zijn hoofd een
+van die strooien manden die werklieden voor hun gereedschap gebruiken,
+en hij is blootsvoets. Op één opname grinnikt hij met breeden mond
+en houdt hij een afgeknabbelden citroen in de hand.
+
+De foto's die in den winter van hem genomen werden zijn minder talrijk
+en minder goed gelukt. Hij draagt reusachtige klompen--natuurlijk van
+beukenhout en (zooals brokstukken van de inscriptie "John Stickells,
+Iping" uitwijzen) zakken als sokken, en zijn broek en jas zijn
+onmiskenbaar gesneden uit het overblijfsel van een carpet met een
+vrolijk patroon. Daaronder bevonden zich grove flanellen luren; vijf
+of zes el flanel zijn als een bouffante om zijn hals gebonden. Het
+ding op zijn hoofd is waarschijnlijk eveneens een zak. Hij staart,
+soms lachend, soms een beetje treurig naar de camera. Zelfs toen hij
+pas vijf jaar oud was, kon men die half grillige rimpels boven zijn
+zachte bruine oogen opmerken, die zijn gelaat kenteekenden.
+
+Zooals de dominé tenminste van het begin af beweerde, was hij een
+schrikkelijke last voor het dorp. Hij schijnt een aan zijn grootte
+geëvenredigden lust om te spelen gehad te hebben. Hij schijnt bovendien
+erg nieuwsgierig en erg op gezelschap gesteld geweest te zijn, en
+dan nog had hij een zeker verlangen--het spijt mij dat ik het zeggen
+moet--naar meer voedsel.
+
+Niettegenstaande wat juffrouw Greenfield een "buitengewoon" ruim
+rantsoen noemde, en dat hem door Lady Wondershoot verstrekt werd,
+gaf hij toch blijk van wat de dokter onmiddellijk herkende als
+de "Crimineele Honger." Het bewees slechts al te duidelijk Lady
+Wondershoot's zwartgalligste ondervindingen van de lagere klassen--dat,
+niettegenstaande een rantsoen, dat het maximum van een volwassene ver
+overtrof, men het kind toch betrapte op diefstal. En wat hij stal,
+at hij op met een onbevallige gulzigheid. Zijn groote hand placht
+plotseling over tuinmuren te verschijnen; zelfs hunkerde hij naar het
+brood in de bakkerskarren. Kazen verdwenen van Marlew's voorraadzolder
+en geen varkenstrog was veilig voor hem. Als de een of andere boer eens
+door zijn koolrapenveld liep, zag hij dikwijls het spoor zijner enorme
+voeten, en het bewijs van zijn knagenden honger--hier en daar was een
+raap uitgetrokken, en de hierdoor ontstane gaten had hij dan weder,
+met kinderlijken list, onbeholpen dichtgemaakt. Hij at een koolraap
+zooals men een radijs eet. Hij stond de appels van een boom te eten
+als er niemand in de buurt was, zooals gewone kinderen bramen van
+een struik plukken. In één opzicht was dit gebrek aan voldoende
+proviand tenminste heilzaam voor den goeden vrede te Cheasing
+Eyebright--want vele jaren lang at hij ieder kruimpje op van het
+Voedsel der Goden dat hem gegeven werd... Ontegenzeggelijk was het
+kind lastig en niet op zijn plaats. "Hij slenterde altijd rond,"
+placht de dominé te zeggen. Hij kon geen school bezoeken; hij kon
+evenmin ter kerk gaan, om reden van den beperkten kubieken inhoud
+ervan. Er werd een poging gedaan om te voldoen aan den geest van die
+"allerdwaaste en onheil-stichtende" wet--ik herhaal wat de dominé
+zei--de Wet op het Lager Onderwijs van 1870, door hem buiten het open
+schoolraam te doen plaatsnemen, terwijl er binnen onderwezen werd. Doch
+zijne tegenwoordigheid ondermijnde de discipline der school, daar de
+kinderen voortdurend opstonden en naar hem gluurden, en telkens als
+hij wat zei, lachten zij in koor. Zijn stem was zoo vreemd! En aldus
+lieten zij hem maar niet weder komen.
+
+Ook werd er niet verder bij hem aangedrongen naar de kerk te gaan,
+want zijn kolossale afmetingen droegen er niet toe bij, om de
+algemeene aandacht te bevorderen. En toch konden zij op dit punt
+een lichter taak gehad hebben; want er is alle reden te vermoeden
+dat er ergens in dat groote lichaam kiemen van godsdienstig gevoel
+huisden. Misschien ook dat de muziek hem aantrok. Zoo kon men hem
+Zondagsmorgens vaak opmerken op het kerkhof, voorzichtig tusschen
+de graven doorloopend, nadat de gemeente de kerk binnengegaan was,
+en hij zat daar dan zoolang de dienst duurde bij de groote deur,
+en luisterde toe, zooals men luistert naar het geluid in een bijenkorf.
+
+In het begin toonde hij een zeker gebrek aan tact; de menschen in de
+kerk plachten zijn voeten rusteloos om het gebouw te hooren kraken,
+of zagen zijn gezicht door de verweerde ruiten naar binnen gluren, half
+nieuwsgierig, half afgunstig, en soms trof hem plotseling een eenvoudig
+gezang en brulde hij met sombere stem mede, in een reuzen-poging om in
+te stemmen. Waarop de kleine Sloppet, die orgeltrapper, banksluiter,
+koster en bode en klokkenluider op Zondag was, benevens postbode
+en schoorsteenveger in de week, heel dapper en flink naar buiten
+placht te gaan en hem, het kind, met hangend hoofd wegzond. Het doet
+me genoegen te kunnen zeggen dat Sloppet het,--in de oogenblikken
+dat hij er ernstiger over nadacht--voelde. "Het was net als dat je
+'n hond naar huis stuurde als je ging wandelen," vertelde hij mij.
+
+Doch de verstandelijke en moreele opvoeding van den jongen Caddles,
+al ging ze ook bij stukjes en beetjes, liet niets aan duidelijkheid
+te wenschen over. Van het begin af aan, spanden dominé, moeder en de
+geheele wereld samen om hem duidelijk te maken dat zijn reuzenkracht
+nièt was om te gebruiken. Het was een ongeluk dat hij maar zoo goed
+mogelijk moest zien te dragen. Hij moest ter harte nemen wat hem gezegd
+werd, en doen wat hem bevolen werd, oppassen nooit iets te breken of
+iemand pijn te doen. Vooral moest hij oppassen nergens op te trappen
+of tegen dingen aan te loopen of in het rond te springen. Hij moest
+de groote lui beleefd groeten en dankbaar zijn voor het voedsel en
+de kleeren, die er voor hem van hunne rijkdommen overschoten. En hij
+leerde al deze dingen onderworpen, daar hij van aard en uit gewoonte
+een leerzaam kind was, en slechts door zijn voedsel en bij toeval,
+een reus.
+
+In die dagen bleek hij den diepsten eerbied voor Lady Wondershoot
+te hebben. Zij vond dat zij het beste tegen hem kon spreken als
+zij korte rokken aan en haar hondenzweep bij zich had, en hiermede
+gesticuleerde zij en deed altijd een beetje minachtend en praatte erg
+luid. Doch soms speelde de dominé den baas--een kleinen, buiten adem
+zijnden David van middelbaren leeftijd, die berispingen en verwijten
+en bevelen slingerde naar een kinderlijken Goliath. Het monster was
+nu zoo groot, dat niemand er zich rekenschap van scheen te kunnen
+geven dat het bij slot van rekening nog slechts een kind van zeven
+jaar was, met het verlangen van een kind om aangehaald te worden,
+en om zich te vermaken en nieuwe ondervinding op te doen, met al het
+verlangen van een kind naar wederliefde, aandacht en genegenheid,
+en met al de in een kind schuilende geschiktheid tot afhankelijkheid
+en oneindige verveling en ellende.
+
+Als de dominé zoo 's morgens in den zonneschijn den dorpsweg
+afwandelde, placht hij een lompen achttien voet van het Onverklaarbare
+te ontmoeten, die voor hem even fantastisch en onaangenaam was als een
+nieuwe vorm van afscheiding der kerk, zooals het daar onregelmatig
+heenliep met uitgestrekten hals, voortdurend zoekend naar de twee
+dingen die een kind het meeste noodig heeft--iets te eten en iets om
+mee te spelen.
+
+Als het den dominé zag, kwam er een blik van heimelijken eerbied in
+de oogen van het wezen, en het probeerde aan de verwarde voorlok te
+tikken bij wijze van groet.
+
+Op bescheiden schaal bezat de dominé werkelijk
+verbeeldingskracht--tenminste het overblijfsel ervan--en tegenover
+den jongen Caddles nam zij den vorm aan van het berekenen der
+reusachtige mogelijkheden van persoonlijk geweld die er lagen in
+zulke enorme spieren. Veronderstel bijvoorbeeld een plotselinge
+krankzinnigheid--! Veronderstel een momenteel verliezen van
+respect--! Doch de werkelijk dappere man is niet hij die geen vrees
+voelt, doch hij die haar overwint. En telkens weder gelukte het den
+dominé de vlucht zijner verbeelding te bedwingen. En steeds sprak
+hij den jongen Caddles aan met een helderen preektenor.
+
+"Pas je nog altijd goed op, Albert Edward?"
+
+En terwijl de jonge reus dichter bij den muur ging staan en diep
+kleurde, placht hij te antwoorden "ja meneer--zooveel as 'k kan."
+
+"Ja, pas maar goed op," zei de dominé dan, en ging hem voorbij met
+hoogstens een kleine versnelling van zijn adem. En uit eerbied voor
+zijn manlijkheid maakte hij het zich tot regel, om, wat hij zich ook
+in het hoofd mocht halen, nooit om te kijken naar het gevaar als hij
+het eenmaal voorbij was.
+
+Zoo nu en dan onderrichtte de dominé den jongen Caddles zelf. Hij
+leerde het monster nooit lezen--dat was niet noodig; doch hij leerde
+hem de meer gewichtige punten van den Catechismus--zijn plicht jegens
+zijn naaste bijvoorbeeld en ook sprak hij hem over die godheid,
+die Caddles zoude straffen met de uiterste gestrengheid als hij het
+ooit waagde den dominé of Lady Wondershoot ongehoorzaam te zijn. Deze
+lessen werden gegeven op de plaats van den dominé, en de voorbijgangers
+plachten die zware vlugge kinderlijke stem de leeringen der Gevestigde
+Kerk te hooren opdreunen.
+
+"Den koning en allen die macht 'ebben onder 'em te
+ge'oorzamen. Onderworpen te zijn aan al m'n leermeesters, geestelijke
+'erders en meesters. En ootmoedig te zijn jegens allen die over mij
+gesteld zijn--"
+
+Weldra bleek het, dat de indruk dien de jonge reus op paarden, die niet
+aan hem gewoon waren, maakte, dezelfde was als de schrik die een kameel
+hen inboezemde, en hij kreeg bevel niet meer op den heirweg te komen,
+niet alleen niet meer in de buurt van het kreupelhout, (waar zijn domme
+lach die over den muur klonk, de barones buitengewoon gehinderd had)
+doch nèrgens meer. Hij gehoorzaamde deze wet nooit volkomen, daar
+de heirweg hem àl te veel belangstelling inboezemde. Doch zijn gang
+naar de plaats waar hij vroeger geregeld kwam, werd een hèimelijk
+genoegen. Zijn tochten waren ten laatste bijna geheel tot de oude
+weide en de heuvels beperkt.
+
+Ik weet werkelijk niet wat hij had moeten beginnen als de heuvels
+er niet geweest waren. Dààr waren ruimten waar hij mijlen ver kon
+loopen, en dit deed hij dan ook. Hij brak takken van de boomen en
+maakte onzinnige groote bouquetten tot het hem verboden werd, hij
+nam de schapen op en zette ze netjes op rijen, waar ze onmiddellijk
+weer uitliepen, (en altijd lachte hij hier hartelijk om) totdat het
+hem verboden werd, hij groef den bovengrond weg en maakte in zijn
+baldadigheid groote gaten, totdat ook dit hem verboden werd...
+
+Hij placht over de heuvelen te dwalen, zelfs wel tot den heuvel
+achter Wreckstone, doch niet verder, omdat hij daar aan bebouwd land
+kwam en omdat de lieden, door de verwoestingen die hij aanrichtte
+onder hunne wortelvelden, en bovendien aangemoedigd door een soort
+vijandelijke blooheid die zijn ongekamd voorkomen dikwijls verwekte,
+steeds op hem afkwamen met blaffende honden om hem te verjagen. Zij
+dreigden hem en sloegen op hem los met karrezweepen. Ik heb hooren
+zeggen dat ze soms zelfs op hem schoten met hagel. En den anderen
+kant uit dwaalde hij tot onder Hickleybrow. Als hij op den heuvel
+achter Thursley Hauzer stond, kon hij nog juist de London- Chatam-
+en Dover-lijn zien, doch bebouwde velden en een verdacht gehucht
+hielden hem terug van elke poging naderbij te komen.
+
+En na eenigen tijd verschenen er waarschuwingsborden--groote borden
+met roode letters, die hem in iedere richting den weg versperden. Hij
+kon niet lezen wat de letters voorstelden: "Verboden terrein," doch
+weldra begreep hij het. Spoorwegreizigers zagen hem in die dagen
+dikwijls zitten met zijn kin op de knieën, tegen het duin aan, dicht
+bij de kalkmijnen van Thursley, waar hij later aan het werk gezet
+werd. De trein scheen vage vriendschappelijke gevoelens in hem te
+wekken, en soms wuifde hij naar het gevaarte met een enorme hand,
+en soms riep hij het in zijn boersch dialect een groet toe.
+
+"Kolossaal," zei de passagier dan. "Dat is een van de
+Bomvoedsel-kinderen. Ze zeggen, meneer, dat hij absoluut niet voor
+zichzelven kan zorgen--feitelijk niet veel meer dan een idioot,
+en een groote last voor de plaats waar hij woont."
+
+"Ouders erg arm, hoor ik."
+
+"Leeft van de liefdadigheid van de plaatselijke deftige lui."
+
+En iedereen keek dan, alsof ze 't volkomen begrepen, naar die in de
+verte neerhurkende monsterachtige gestalte.
+
+"Daar moest feitelijk een stokje voor gestoken worden," opperde dan
+de een of andere verruimde geest. "Stel je voor als je d'r zoo es
+een paar duizend in den kost had, he?"
+
+En doorgaans was er wel één onder de passagiers die wijs genoeg was
+dezen filosoof te antwoorden met zijn gansche hart: "ja, dan zou je
+wat zien, meneer."
+
+
+
+II.
+
+Het was niet alles rozegeur en maneschijn met den jongen Caddles.
+
+Daar hadt je bijvoorbeeld die onaangenaamheden die ontstonden uit de
+quaestie met de rivier.
+
+Hij maakte kleine bootjes uit heele couranten, een kunst die hij
+afzag van den jongen van Spender, en hij liet ze stroomafwaarts
+drijven--precies groote papieren steekhoeden. Als ze onder de brug
+verdwenen, die de grens vormt van de voor het publiek gesloten gronden
+om het kasteel Eyebright, placht hij een luiden kreet te slaken en naar
+den anderen kant te loopen, dwars door Tormat's nieuwe veld--goeie
+hemel! wat gingen die varkens van Tormat er van door, zóólang tot al
+hun goede vet tot mager vleesch werd!--om zijn bootjes aan den anderen
+kant bij de doorwaadbare plaats weer op te vangen. Deze papieren
+bootjes plachten dwars tusschen de dichterbij gelegen gazons door te
+varen, tot vóór het kasteel, waar Lady Wondershoot ze vlak voor haar
+neus zag voorbijvaren! die opzichtige opgevouwen couranten! "'t Was
+wat moois!"
+
+Stoutmoediger wordend omdat hij niet gestraft werd, begon hij op zijn
+kindermanier zich toe te leggen op waterbouwkunde. Hij groef een groote
+haven voor zijn papieren vloten met een oude schuurdeur, die als spade
+dienst deed, en daar toevallig niemand zijne werkzaamheden gadesloeg,
+dacht hij op vernuftige wijze een kanaal uit, dat ongelukkigerwijs
+den ijskelder van Lady Wondershoot deed onderloopen, en ten slotte
+maakte hij een dam dwars door de rivier met een paar deuren aarde--hij
+moet hieraan gewerkt hebben als een lawine--en daar kwam plotseling
+en op wonderbaarlijke wijze een stroom water dwars door de heesters
+en voerde juffrouw Sprinks en haar schildersezel mede, en liet haar
+achter, kletsnat tot de knieën, met druipende rokken, loopend al wat
+zij loopen kon in de richting van het huis. En vandaar stortte het
+water zich door den moestuin en zoo langs de groene deur het laantje
+in en door Short's sloot, zóó weer naar de rivierbedding terug.
+
+De dominé, die in zijn gesprek met den smid gestoord werd, was
+verbaasd de visch, die allertreurigst op het droge geworpen was,
+te zien opspringen uit een paar overgebleven plassen, en groen wier
+opgehoopt te zien in de stroombedding, waar nog geen tien minuten
+tevoren acht voet en meer helder koel water gestaan had.
+
+Hierna ontvluchtte de jonge Caddles, ontsteld over de gevolgen zijner
+daad, zijn tehuis gedurende twee dagen en nachten. Slechts door den
+honger gedreven keerde hij er in terug, om met stoïcijnsche kalmte een
+hoeveelheid scheldwoorden te verdragen, die méér aan zijne grootte
+geëvenredigd was dan iets anders dat hem in het Gelukkige Dorp ooit
+ten deel was gevallen.
+
+
+
+III.
+
+Onmiddellijk na deze zaak, vaardigde Lady Wondershoot, die om zich
+heen zocht naar nog meer dingen die zij als reden kon opgeven voor
+de uitbranders en het vasten waarmede zij den ongelukkige gestraft
+had, eene ukase uit. Het eerst aan haren bottelier en dit erg
+plotseling, zoodat zij hem van schrik deed opspringen. Hij was bezig
+den ontbijtboel op te ruimen, en zij keek een erg groot raam uit dat
+uitzag op het terras waar de reeën altijd gevoederd werden. "Jobbet,"
+zei zij op haren meest gebiedenden toon,--"Jobbet, dit Wezen moet
+werken voor den kost."
+
+En zij maakte niet alleen Jòbbet duidelijk (hetwelk gemakkelijk ging),
+doch ieder ander in het dorp, den jongen Caddles zelf hierin begrepen,
+dat zij hierin, als in alle andere dingen, meende wat zij zeide.
+
+"Houdt hem bezig," zei Lady Wondershoot. "Dáár moeten we heen met
+den jongenheer Caddles."
+
+"Daar moet het met de geheele Menschheid heen," zei de dominé. "De
+simpele plichten, tijd van zaaien, tijd van oogsten--"
+
+"Juist," zei Lady Wondershoot. "Dat zeg ik ook altijd. Ledigheid is
+des duivels oorkussen. Dat is tenminste zoo bij de lagere klassen. Wij
+voeden onze onder-werkmeiden altijd naar dit principe op. Waar zullen
+we hem aan zetten?"
+
+Ja, dit was een lastige vraag. Zij bedachten verschillende dingen,
+en ondertusschen wenden zij hem een beetje aan werken, door hèm,
+inplaats van een bereden boodschapper te gebruiken bij het bezorgen
+van telegrammen en berichten als er dringende haast bij was, en ook
+droeg hij bagage en kisten en dergelijke dingen in een groot net,
+dat zij voor hem maakten. Hij scheen van bezigheid te houden, en het
+te beschouwen als een soort spelletje en Kinkle, Lady Wondershoot's
+rentmeester, die hem op zekeren dag een kunstmatig aangelegde
+rotspartij voor haar zag verplaatsen, kreeg den schitterenden
+inval hem in haar krijt-groeven te Thursley Hanger aan het werk te
+zetten. Aan dit denkbeeld werd gevolg gegeven, en het had er allen
+schijn van dat hiermede het probleem opgelost was. Hij werkte in de
+krijtgroeve, eerst met het pleizier van een spelend kind, en later uit
+sleur--gravend, opladend, en alleen al de wagentjes ophijschend, de
+vollen de rails naar het wisselspoor opduwend en de leêgen optrekkend
+aan het staaldraad van een groote windas--en de geheele groeve alleen
+bewerkend.
+
+Ik heb hooren vertellen dat Kinkle een heel aardig sommetje uit hem
+sloeg ten bate van Lady Wondershoot, daar Caddles bijna niets anders
+verteerde dan zijn voedsel; doch dit belette niet dat zij "het Wezen"
+"een reusachtigen parasiet van haar liefdadigheid" bleef noemen...
+
+Te dien tijde droeg hij een soort boerenkiel van zakkenlinnen,
+een broek van gelapt leder, en met ijzer beslagen klompen. Op
+zijn hoofd droeg hij soms een vreemdsoortig ding--een niet langer
+gebruikte stoel-zitting, die gevlochten was uit het stroo van een
+bijenkorf, doch gewoonlijk liep hij blootshoofds. Hij bewoog zich in
+de groeve met groot overleg, en als de dominé 's middags, op zijn
+digestiewandeling daar voorbijkwam, vond hij hem zijn verbazende
+hoeveelheid voedsel verorberend, alsof hij er zich eenigszins voor
+schaamde, en met zijn rug naar zijne verdere omgeving gekeerd. Zijn
+voedsel werd hem dagelijks gebracht--een massa koren in de aar, op
+een lorrie--een kleine spoor-lorrie, gelijkend op een van de lorries
+die hij voortdurend met krijt vulde, en deze lading placht hij te
+roosteren in een ouden kalkput en haar dan te verorberen. Soms ook
+vermengde hij haar wel met een zak suiker. Soms zat hij te likken aan
+een klomp zout zooals men aan koeien geeft, of at hij een reusachtigen
+klomp dadels met pitten en al op, zooals men ze in Londen wel op de
+wagens der straatventers ziet. Zijn drinkwater haalde hij uit het
+riviertje, dat achter het verbrande terrein der Proef-Hoeve stroomde,
+en ging met zijn gezicht voorover in het water liggen en slurpte het
+zóó op. Door dit drinken, nadat hij gegeten had, raakte het Voedsel
+der Goden op zekeren keer los, en deed zijn werking voelen, eerst
+in het opschieten van reuzen-onkruid aan den rivierkant, toen in
+groote kikvorschen, grootere forellen en karpers, en dàn nog in een
+fantastischen overvloedigen plantengroei, die zich over de geheele
+kleine vallei verspreidde.
+
+En na ongeveer een jaar werden de vreemde monsterachtige larven in het
+stuk land voor het huis van den smid zóó groot en ontpopten zich in
+zùlke vreeselijke torren en kakkerlakken--motor-kakkerlakken noemden
+de jongens ze--dat ze Lady Wondershoot het land uitdreven.
+
+
+
+IV.
+
+Doch weldra zou het Voedsel een nieuwe phase bij hem
+intreden. Niettegenstaande de eenvoudige leeringen van den
+dominé--leeringen die er op berekend waren, het bescheiden natuurlijke
+leven dat een reuzen-boer paste, op de beste en meest afdoende
+wijze af te ronden--begon hij te vragen naar allerlei dingen en te
+dènken. Naarmate hij van jongen tot man opgroeide werd het steeds
+duidelijker dat zijn brein er een eigen denk-proces op na hield--dat
+geheel buiten het toezicht van den dominé viel. De predikant deed
+zijn best dit verontrustend verschijnsel te negeeren, maar toch,--hij
+voelde zeer goed dat het aanwezig was.
+
+De stof waar de jonge reus over kon denken, vond hij overal om
+zich heen. Zonder dat hij het bepaald kon helpen, moet hij toch,
+met zijn ruimer uitzicht, zijn voortdurend op de dingen néérzien,
+heel wat gezien hebben van het menschelijk leven, en naarmate het
+hem duidelijker werd dat, uitgenomen zijn lompe grootte, hij óók een
+mensch was, moet hij steeds meer hebben leeren inzien van hoeveel
+hij buitengesloten was door dit meewarig punt van onderscheid. Het
+gezellige gegons dat uit de school kwam, het mysterie van den
+godsdienst dat in zooveel weelde genoten werd, en zulk een zoete
+melodie uitademde, het joviale gezang dat uit de herberg klonk, de
+warm-verlichte vertrekken, met kaarsen verlicht en met vuur verwarmd,
+waarin hij gluurde van uit de duisternis buiten, of de luidruchtige
+opwinding, de energie der in flanel gekleede jongens, die naar een,
+door hem maar vaag begrepen doel speelden op het cricketveld--al
+deze dingen moeten luid gesproken hebben tot zijn naar gezelligheid
+hakend hart. Het blijkt dat naarmate hij langzaam zijn volwassen
+staat bereikte, hij een warme belangstelling begon te voelen in de
+handelingen van minnaars, in de keuzen en het paren, en in al die
+intimiteiten die zoo gewichtig zijn in het leven.
+
+Op zekeren Zondag, tegen het uur dat de sterren en de vledermuizen en
+de hartstochten van het leven op het land te voorschijn komen, bevond
+zich toevallig een jong paartje dat "mekaar een beetje kuste", in het
+"Minnaarslaantje", een laantje met breede heggen, dat achterom loopt
+naar de Upper Lodge. Zij vierden hun emotietjes bot, zoo veilig in
+den warmen, stillen schemer als minnaars maar zijn kunnen. De eenige
+stoornis kon, zoo meenden zij, van den kant van den weg komen, en deze
+konden zij een heel eind afzien; de twaalfvoet hooge heg die naar de
+stille duinen liep, leek hun een absolute waarborg tegen stoornis.
+
+En toen werden zij--'t is haast niet te gelooven--van den grond
+gelicht en van elkaar gescheiden.
+
+Zij bevonden dat zij onder de oksels in de hoogte werden gehouden
+tusschen een vinger en duim, terwijl de ontstelde bruine oogen van
+den jongen Caddles hen scherp in hunne warme, kleurende gezichten
+staarden. Het is begrijpelijk dat zij niets konden zeggen van
+verbazing.
+
+"Waaròm doen jelui dat zoo graag?" vroeg de jonge Caddles.
+
+Ik maak, uit wat ik ervan gehoord heb, op, dat de verlegenheid
+duurde tot de boerenjongen, zich herinnerend dat hij een man was,
+den jongen Caddles heftig, met luide bedreigingen, geschreeuw en
+manhaftige vloeken, zooals het geval vereischte, beval hen bij dit en
+dat neêr te zetten. Waarop de jonge Caddles, plotseling inziend dat
+hij onbeleefd was, hen knus dicht bij elkaar bracht, zoodat ze hun
+omarmingen, indien ze zin hadden, dadelijk weder konden hervatten,
+en nadat hij een oogenblik aarzelend boven hen was blijven staan,
+verdween hij weder in den schemer...
+
+"Maar ik voelde toch maar dat ik een héél raar figuur sloeg,"
+deelde de jongen mij in vertrouwen mede. "We konden bijna niet naar
+mekaar kijken--omdat hij ons zóó gesnapt had. We kusten mekaar zoo'n
+beetje--weetje. En 't gekste van alles was dat ze mijn van alles de
+schuld gaf", zei de jongen.
+
+"Gaf me leelijk smeer, en wou de heele weg naar 'uis bena niet meer
+teuge me spreke..."
+
+Het leed geen twijfel of de reus begon de dingen zelf te
+onderzoeken. Het was duidelijk dat zijn geest vragen begon te
+stellen. Tot nu toe deed hij ze aan weinigen, doch hij liep er mede
+rond. Ook zijn moeder kreeg haar deel van de strikvragen.
+
+Hij placht het erf achter zijn moeder's huisje op te komen en na den
+grond nauwkeurig onderzocht te hebben of er ook kippen of kuikens
+liepen, zich langzaam op den grond neer te laten, met zijn rug tegen
+den schuur. In een oogwenk waren de hoenders, die hem graag mochten,
+bezig met overal aan hem te pikken aan de krijt-laag die zich in de
+naden van zijn kleederen had vastgezet, en als het weder op regen
+stond en het hard waaide, zette het jonge katje van juffrouw Caddles,
+dat nooit het vertrouwen in hem verloor, een hoogen rug, en rende het
+huisje in, naar het fornuis in de keuken, dan weer terug, naar buiten,
+tegen zijn been op, dan tegen zijn lijf op, tot op zijn schouder,
+bleef dan een oogenblik als in gedachten zitten, en dan, hip, daar
+ging het weer! denzelfden weg terug en zoo voort. Soms zette het hem
+de nagels wel eens in het gezicht van pure pret, doch hij durfde het
+nooit aan te raken omdat hij er niet zeker van was wat het effect zoude
+zijn als hij zijn zware hand op zulk een zwak wezentje legde. Bovendien
+hield hij er wel van om gekitteld te worden. En een poosje later deed
+hij dan zijne moeder eenige onhandige vragen.
+
+"Moeder, als het goed is om te werken, waarom werkt dan iederéén niet?"
+
+Dan keek zijn moeder naar hem op en antwoordde:
+
+"Dat is goed voor ons soort van menschen."
+
+Hij dacht dan een tijdje na. "Waaròm?"
+
+En als hij hierop geen antwoord kreeg, ging hij voort: "Waar diènt
+werken eigenlijk voor, moeder? Waarom hak ik krijt en wasch jij,
+van dag tot dag, terwijl Lady Wondershoot rondrijdt in haar rijtuig,
+moeder, en op reis gaat naar die mooie vreemde landen die jij en ik
+nooit zullen zien, moeder?"
+
+"Dat komt omdat zij 'n dame is," zei juffrouw Caddles.
+
+"Zoo zoo," zei de jonge Caddles en verzonk in diep gepeins.
+
+"Als er geen deftige lui waren die werk voor ons maakten, hoe zouwen
+wij arme lui dan an de kost kommen?" zei juffrouw Caddles.
+
+Dit moest hij eerst weer verwerken.
+
+"Moeder," waagde hij nog eens, "als er nu es geen adellijke lui waren,
+zou dan alles niet aan menschen zooals jij en ik hooren, en als ze--"
+
+"Goeie hemel, hoor me die jongen nou toch es!" zei juffrouw Caddles
+dan--met behulp van een goed geheugen had zij zich sinds haar
+moeders dood tot een bloemrijk- en krachtig-uitende persoonlijkheid
+ontwikkeld--"nadat je arme goeie grootmoeder 'eengegaan is, ben je
+onverdragelijk geworden. Zorg jij maar dat je geen vragen doet,
+dan krijg je geen leugens te hooren. As ik je es ècht zou willen
+gaan antwoorde', dan zou je vader wel eerst iemand anders magge gaan
+hale om z'n avondete' klaar te make'--om nog niet eens te spreke'
+van de wasch--"
+
+"Nou, goed, moeder," zei hij dan, na haar een oogenblik verwonderd
+te hebben aangekeken. "Ik wou 't je niet lastig maken."
+
+En dan verzonk hij weder in gedachten.
+
+
+
+V.
+
+Hij was ook bezig met denken vier jaren later, toen de dominé, nu niet
+langer rijp, doch òverrijp, hem voor de laatste maal zag. Ge kunt u den
+ouden heer wel voorstellen, voor het uiterlijke een weinig ouder nu,
+minder zwaarlijvig, een beetje grover, en wat zwakker van gedachten
+en in zijn spraak, met een zekere beverigheid in zijne hand en een
+zekere beverigheid in zijne overtuigingen, doch met een nog helder en
+blijmoedig oog, niettegenstaande al wat "het Voedsel" in het dorp en in
+hemzelf gewrocht had. Soms was hij verontrust en beangst geworden; doch
+was hij nog niet in leven en dezelfde? en vijftien lange jaren--een
+heel brokje eeuwigheid--hadden de bezoeking in nut doen verkeeren.
+
+"Ik geef toe, dat het een heele omkeer was," placht hij te zeggen,
+"en de dingen zijn werkelijk anders geworden--anders in vele
+opzichten. Vroeger kon een jòngen wieden, doch nu gaat een màn het veld
+in met bijl en breekijzer--tenminste, dit is noodig op sommige plaatsen
+bij het kreupelhout. En het is ons ouderwetsche menschen nòg altijd
+een beetje vreemd, te zien, dat, waar vroeger de rivierbedding was,
+vóór zij aan het irrigeeren gingen, nu koren van vijf en twintig voet
+groeit--zooals dit jaar het geval is--. Men gebruikte de ouderwetsche
+zeis hier twintig jaar geleden en dan bracht men den oogst op
+een wagen thuis--en men verheugde zich--kalm en fatsoenlijk. Een
+beetje dronken, niet al te erg, zeker, een beetje eerbaar gevrij,
+waarmede het Oogstfeest eindigde... Arme Lady Wondershoot--zij kon
+niet tegen al deze veranderingen. Erg conservatief! Had nog een tikje
+van de achttiende eeuw in zich, placht ik altijd te zeggen. Haar taal
+bijvoorbeeld... opgeblazen in haar trots...
+
+"Zij stierf betrekkelijk arm. Dat groote onkruid raakte ook in háár
+tuin. Zij was niet een van die vrouwen die aan tuinieren doen, doch
+zij zag haar tuin graag netjes--dat de dingen groeiden wáár ze geplant
+werden, en zooàls ze geplant werden--onder toezicht... De wijze waarop
+de dingen begonnen te groeien was heelemaal niet wat zij wenschte--en
+bracht een algeheele omwenteling in hare denkbeelden teweeg. Zij hield
+niet van de voortdurende invallen van dit jonge monster--ten laatste
+begon zij zich te verbeelden dat hij voortdurend haar stond aan te
+gapen over haar eigen muur... Zij vond het naar, dat hij bijna zoo
+lang was als haar huis hoog... Haar aesthetisch gevoel kwam hiertegen
+in opstand. Arme goeie dame! Ik had zoo gehoopt dat zij niet vóór mij
+was heengegaan. Het waren de groote meikevers die hier een jaar of
+zoo waren, die haar deden besluiten naar het buitenland te gaan. Die
+meikevers kwamen van de reuzen-larven--leelijke dingen zoo groot als
+ratten--in de grasgrond van de vallei... En ook de mieren droegen er
+ongetwijfeld het hunne toe bij.
+
+"Daar nu toch alles onderstboven gekeerd was en er nergens rust
+en vrede te vinden waren, zei zij dat zij feitelijk even goed naar
+Monte Carlo kon verhuizen als ergens anders heen. En daar ging zij
+dan ook heen.
+
+"Ik heb hooren zeggen dat ze tamelijk hoog speelde en stierf in
+een hotel daar. Treurig einde... Bannelinge... Niet--niet wat men
+behoorlijk acht... Door geboorte een leidster van ons Engelsch
+volk... Ontworteld. Ja ja!
+
+"En toch," ging de dominé voort, "heeft het feitelijk niet zooveel te
+beteekenen. 't Is natuurlijk wel een last. De kinderen kunnen niet
+zoo vrij meer rondloopen als vroeger, uit vrees voor mierenbeten
+en andere dingen. Maar misschien is dàt nog wel zoo goed... Er
+werd over gepraat--alsof dit goedje in alles een omwenteling zou
+teweegbrengen... Doch er is iets dat al deze krachten van het
+Nieuwe wederstaat... Natuurlijk ik weet daar niet van. Ik behoor
+niet tot de moderne filosofen,--die alles met aether en atomen
+verklaren. Evolutie. Stel je voor, dergelijke nonsens. Wat ik bedoel
+is iets dat de Ologiën niet bevatten. Quaestie van verstand, niet van
+begrip. Rijpe wijsheid. De menschelijke natuur. Aere perennius... Noem
+het wat ge wilt."
+
+En zoo liep alles eindelijk met hem op een eind.
+
+De predikant had geen voorgevoel van wat hem boven het hoofd hing. Hij
+deed zijn gewone wandeling langs Farthing Doron, zooals hij dit meer
+dan twintig jaren lang gedaan had, en zóó naar de plaats waar hij
+den jongen Caddles kon gadeslaan. Hij was een beetje buiten adem
+toen hij boven op de helling van de krijt-groeve aankwam--sedert
+lang had hij den Veerkrachtigen Christen-tred van vroeger jaren
+verloren; doch Caddles was niet aan zijn werk, en toen, terwijl hij
+heenliep om het kreupelboschje van reuzenbrem dat den Hanger begon te
+verduisteren en er zijn schaduw op wierp, stond hij plotseling voor de
+reuzengestalte van het monster, dat op den heuvel zat--alsof het op de
+aarde zat te broeden. Caddles' knieën waren opgetrokken, hij steunde
+den wang met zijn hand, en hield het hoofd een weinig op zijde. Hij
+zat met zijn schouder naar den Dominé gewend, zoodat de oogen, die,
+als niet begrijpend, rondstaarden, niet zichtbaar waren. Hij moet
+zeer ingespannen hebben zitten werken--hij zat tenminste heel stil...
+
+Hij wendde zich niet om en wist niet dat de dominé, die zulk een
+groote rol gespeeld had in het vormen van zijn bestaan, naar hem
+stond te kijken voor het laatst voor langen, langen tijd--wist zelfs
+niet dat hij daar stond (op deze wijze hebben zoovele scheidingen
+plaats.) Het kwam in het brein van den dominé op, dat bij slot van
+rekening niemand ter wereld een vaag begrip had van wat dit monster
+bepeinsde als hij uitrustte van zijn arbeid. Doch hij was te traag
+om dit nieuwe thema dien dag verder uit te werken; hij liet het weder
+varen en verviel weder in zijn vroegeren gedachtengang.
+
+"Aere perennius," fluisterde hij, langzaam huiswaarts wandelend
+langs een pad, dat niet langer zooals vroeger recht over den met
+gras bedekten grond liep, doch in allerlei bochten kronkelde om
+nieuwe opgeschoten bosjes reuzengras te vermijden. "Neen! Er is niets
+veranderd. Afmetingen zeggen niets. De simpele rondgang, de weg van
+altijd." En dien nacht, zonder eenige pijn, en zonder dat hij het
+zelf wist, ging ook hij den gewonen weg--en verliet dit Mysterie van
+Verandering dat hij gedurende zijn leven staag geloochend had.
+
+Men begroef hem op het kerkhof van Cheasing Eyebright, dicht bij
+den hoogsten iep, en de eenvoudige grafsteen, die zijn grafschrift
+droeg--het eindigde met: Ut in Principio, nunc est et semper,--werd
+bijna onmiddellijk aan het oog onttrokken door het opschieten van
+reusachtig, grijs-gepluimd gras, dat te dik en te grof was voor zeis
+en schapen, en dat zich als een mist over het dorp kwam storten uit
+de aan kiemen rijke vochtige vallei-weiden, waarin het Voedsel der
+Goden gewerkt had.
+
+
+
+
+
+
+BOEK III.
+
+DE OOGST VAN HET VOEDSEL.
+
+
+HOOFDSTUK I.
+
+DE VERANDERDE WERELD.
+
+
+I.
+
+Gedurende twintig jaren speelde de Verandering met de wereld. Voor de
+meeste menschen kwamen de nieuwe dingen merkwaardig genoeg langzaam en
+dag aan dag, doch niet zoo plotseling dat zij hen overstelpten. Doch
+aan één mensch zou alles wat zich in die twintig jaar had opgehoopt,
+geopenbaard worden plotseling en verbazingwekkend, en wel alles in één
+dag. Voor ons doel is het noodzakelijk dien dag met hem te doorleven,
+en iets te verhalen van de dingen die hij toen zag.
+
+Deze man was een tot levenslange gevangenisstraf veroordeelde--wat
+hij bedreven had komt hier minder op aan--dien de wet na twintig
+jaren gratie geschonken had.
+
+Op zekeren zomermorgen werd deze arme sukkel, die de wereld verlaten
+had als een jonge man van drie en twintig, plotseling uit de grauwe
+sleur van arbeid en discipline, waaraan hij gewoon was geworden,
+geplaatst temidden der heerlijkst-schitterende vrijheid. Men had hem
+ongewone kleêren aangetrokken; zijn haar had hij gedurende eenige weken
+laten groeien, en hij had er gedurende eenige dagen een scheiding in
+gekamd; en daar stond hij nu, met een soort armoedige, en onbeholpen
+nieuwheid van lichaam en geest, knipperend met de oogen en zelfs
+knipperend met zijn ziel, weder buiten de gevangenis, en trachtend in
+één ongelooflijk iets te denken, namelijk dat hij zich gedurende een
+tijdje weder in het daadwerkelijke leven bevond, en geheel onvoorbereid
+op alle andere ongelooflijke dingen. Hij was zoo gelukkig een broeder
+te bezitten, die wel zóóveel gaf om de vervlogen dingen van vroeger
+dagen, welke zij tezamen beleefd hadden, om hem te komen afhalen
+en zijn hand te drukken--een broeder dien hij als kleinen jongen
+achtergelaten had en die nu een gebaard man was wien het goed ging
+in de wereld--en wiens oogen hij zelfs niet meer herkende. En tezamen
+kwamen hij en deze vreemdeling, die tot zijn naaste familie behoorde
+in de stad Dover aan, wèinig met elkaar sprekend en véél denkend.
+
+Zij zaten een tijdje in een café, terwijl de een de vragen van den
+ander omtrent dezen en genen persoon beantwoordde; eigenaardige
+oude gezichtspunten leefden weer op; eindelooze nieuwe uitzichten en
+verten werden op zij geschoven, en toen was het tijd naar het station
+te gaan, om den trein naar Londen te kunnen halen. Hunne namen en
+de persoonlijke dingen die zij te bespreken hadden, komen er voor
+onze geschiedenis minder op aan, doch enkel de veranderingen en al
+het vreemde dat deze arme wederkeerende ziel vond in de eens hem
+zoo bekende wereld. In Dover zelf viel hem weinig anders op dan dat
+het goed was bier uit een pul te drinken--nooit had bier hem tevoren
+ooit zóó gesmaakt, en het deed tranen van dankbaarheid in zijne oogen
+wellen. "'t Bier is nog altijd even goed om te drinken," zei hij,
+het inderdaad oneindig veel beter vindend dan vroeger...
+
+Eerst toen de trein hen voorbij Folkestone deed vliegen, was hij
+in staat iets verder te zien dan zijne onmiddellijke emoties,
+en zag hij wat er met de aarde gebeurd was. Hij gluurde uit het
+raampje. "Lekker zonnetje," zei hij, voor de twaalfde maal. "Ik kon
+geen beter weêr treffen." En toen viel het hem voor het eerst op,
+dat er nieuwe verhoudingen in de dingen gekomen waren. "Goeie hemel,"
+riep hij uit, terwijl hij rechtop ging zitten, en voor de eerste
+maal met levendigen blik naar buiten keek, "dat zijn allemachtig
+groote distels, die daar op den oever bij dat brem daar groeien. As
+'t tenminste distels zijn. Of weet 'k 't niet meer?"
+
+Doch het waren wèl distels, en wat hij voor hooge bremstruiken aanzag,
+was het nieuwe gras, en hier middenin was een compagnie Britsche
+soldaten--nog altijd met roode jassen aan--bezig te schermutselen
+volgens de regelen van het excercitie-boekje dat gedeeltelijk herzien
+was na den Boeren-oorlog. Toen plotseling--sjt--een tunnel in,
+en toen vlogen zij Sandling Junction binnen, dat geheel omgeven en
+verduisterd werd--alle lampen brandden er--door een groot kreupelbosch
+van rododendrons, die uit een naburigen tuin gekropen waren en zich
+over de geheele vallei verspreid hadden. Er stond een trein op het
+zijspoor te Sandling, die hoog opgeladen was met rhododendronblokken,
+en hièr hoorde de wederkeerende burger voor het eerst van Bomvoedsel.
+
+Toen zij voortsnelden, een landstreek in die geheel onveranderd
+scheen, waren de beide broeders druk bezig met hunne uitleggingen. De
+een was vol van driftige vervelende vragen: de ander had zich nooit
+bekommerd, en er nooit aan gedacht de quaestie als een op zichzelf
+staand feit te zien, en bij sprak over dingen die hem heel gewoon
+leken en die de ander zich moeilijk kon voorstellen. "Dat is dat
+Bomvoedsel," zei hij, al zijn grondkennis van het geval op èenmaal
+luchtend... "Snap je? Hebben ze je daar geen van allen iets van
+verteld? Bomvoedsel! Dat weet je toch wel--Bomvoedsel. Waar de heele
+verkiezing om draait. Wetenschappelijk goedje. Niemand je d'r ooit
+van verteld?"
+
+Hij vond dat de gevangenis een ontzettenden sufkop van zijn broeder
+gemaakt had, dat hij dàt niet wist. Over en weer vlogen de vragen
+en antwoorden. En hiertusschen waren soms tusschenpoozen dat zij
+uit het raampje keken. In het begin was de belangstelling die de
+man voor de dingen voelde, vaag en algemeen. Zijn verbeelding was
+bezig geweest met wat die en die, dien hij nog kende van vroeger,
+wel zeggen zou, hoe die en die er wel zou uitzien, hoe hij tegen
+allen die hij van vroeger kende enkele dingen zou zeggen die zijn
+"verhuizen naar de Nor," in een minder ongunstig daglicht zouden
+stellen. Dit Bomvoedsel had zich 't eerst aan hem voorgedaan, alsof
+hij er zóó van in een couranten-artikel gelezen had, en toen was het
+een bron van geestelijke moeilijkheid geworden tusschen hem en zijn
+broeder. Doch het werd hem spoedig duidelijk, dat dit Bom-voedsel in
+ieder gesprek dat hij begon binnensloop.
+
+In die dagen was de wereld in een alles desorganiseerend tijdperk
+van overgang, zoodat dit groote nieuwe feit hem in zijne contrasten
+trof met een schok. Het veranderingsproces was niet algemeen geweest;
+het had zich verspreid vanuit centra, die ver van elkaar lagen. Het
+land was in plekken verdeeld; er waren groote uitgestrektheden waar
+het Voedsel nog komen moest, en andere, waar het reeds in den grond
+en in de lucht zat, sporadisch en besmettend. Het was als een brutaal
+nieuw motief dat zich tusschen oude, eerwaardige melodieën dringt.
+
+Het contrast was te dien tijde vooral zeer levendig langs de spoorlijn
+van Dover naar Londen. Een tijd lang snelden zij door juist zulk een
+landstreek als hij gekend had sedert zijn kindsheid, de kleine ovale
+met heggen-afgezette akkers, juist groot genoeg om door dwerg-paardjes
+geploegd te worden, de weggetjes, breed als drie karren, de olmen en
+eiken en populieren die als spikkels in deze velden stonden, kleine
+boschjes van wilgen op de oevers der riviertjes, hooischelven die
+niet hooger waren dan de knieën van een reus, poppen-landhuisjes met
+ruitvormige venster-ruiten, braakliggende stukken land, en slingerende
+dorpsstraatjes, de grootere huizen op de klein-groote, met bloemen
+overdekte stations, en al die kleine dingen der negentiende eeuw die
+nog weerstand boden aan deze enorme Grootheid. Hier en daar stond
+een bosje door den wind gezaaide en verwaaide reuzendistels, die
+den bijl weerstonden; hier en daar stond een tien voet hooge zwam,
+of de buigzame stengels van een dor afgebrand bosje reuzen-gras;
+doch dit was het eenige dat op de komst van het Voedsel duidde.
+
+Een veertig mijlen ver was er niets dat wees op de aanwezigheid van
+het reusachtige graan en van het onkruid, dat op nog geen twaalf
+mijlen afstand over de heuvelen in de vallei van Cheasing Eyebright
+groeide. En toen begonnen zich plotseling sporen van het Voedsel
+te vertoonen.
+
+Het eerste wat hem opviel, was het groote nieuwe viaduct te Tonbridge,
+waar het moeras van de dichtgegroeide Medway (dit dichtgroeien was
+veroorzaakt door een reuzen-varieteit van "Chara") in die dagen
+begon. Toen weder het gewone kleine land, en vervolgens, toen de
+klein-krioelende uitgestrektheid van Londen zich in de wazige verte
+begon uit te spreiden, werden de sporen van den strijd der menschen
+om deze grootheid buiten te sluiten, talrijk en zonder tusschenpoozen.
+
+In dat zuid-oostelijk gedeelte van Londen, en overal om de plaats
+waar Cossar en zijn kinderen woonden, was het Voedsel op honderden
+punten op geheimzinnige wijze losgebroken; het kleine leven ging
+gewoon zijn gang tusschen deze dagelijksche voorteekenen, die niet
+langer waarschuwend tot de menschen spraken, door het geleidelijke van
+hunnen aanwas, en doordat men langzaam en even geleidelijk wende aan
+hunne tegenwoordigheid. Doch deze huiswaarts-keerende burger staarde
+naar buiten, en zag voor het eerst hoe vreemd en overweldigend het
+Voedsel gewerkt had. Platgebrande en verkoolde stukken grond, groote
+wanstaltige verdedigingswerken en voorzorgsmaatregelen, barakken en
+arsenalen, die deze subtiele volhoudende invloed in het leven der
+menschen had gedrongen.
+
+Hier had zich telkens en telkens weder op grooter schaal de
+ondervinding der eerste Proef-Hoeve herhaald. Het Voedsel had gewerkt
+in de minder belangrijke dingen des levens--op braakliggende plaatsen,
+onregelmatig en zonder doel--en hierin had de komst van een nieuwe
+kracht en nieuwe punten van uitgang zich het eerst doen gelden. Er
+lagen groote kwalijkriekende erven en afgeschoten plaatsen, waar de
+een of ander onuitroeibare wildernis van onkruid, brandstof leverde
+voor reusachtige machinerieën (kleine stadsmenschjes kwamen staan
+gapen naar de geoliede snorrende raderen en gaven de werklieden een
+kwartje fooi); er waren wegen en wagensporen voor groote motoren en
+voertuigen--wegen, die aangelegd waren van de inelkaar gevlochten
+vezels van overvoed vlas; dan waren er torens met stoom-sirenen, die
+onmiddellijk konden gillen en de wereld waarschuwen als er weder een
+nieuw soort ongedierte was losgebroken, of, en dit was nog vreemder,
+oude eerwaardige kerktorens, die in het oogloopend voorzien waren van
+mechanisch-gillende instrumenten. Er waren kleine rood-geschilderde
+vlucht-hutten en barakken voor het garnizoen, elk met een schietbaan
+van 300 meter, waar de scherpschutters zich dagelijks oefenden
+met kogels met zacht-looden punten, op schijven die den vorm van
+reuzen-ratten hadden.
+
+Sedert den tijd der Skinners was er zesmaal een reuzen-ratten-plaag
+geweest--telkenmale vanuit de riolen van het zuidwesten van Londen,
+en nù werd hun bestaan geaccepteerd, als dat der tijgers op den delta
+van Calcutta...
+
+De broeder van den man had op nonchalante wijze een courant gekocht
+te Sandling en eindelijk viel het oog van den ontslagen gevangene
+hierop. Hij sloeg de bladen waaraan hij zoozeer ontwend was, op--ze
+leken hem kleiner, talrijker en anders gedrukt dan de couranten van
+vroeger--en hij zag voor zich tallooze afbeeldingen van dingen die zóó
+vreemd waren, dat hij er geen belang in stelde, en met lange kolommen
+druks, welker opschriften even onbegrijpelijk voor hem waren alsof
+ze in een vreemde taal geschreven waren--"Groote Redevoering van den
+heer Caterham"; "De Bomvoedsel-Wetten."
+
+"Wie is die Caterham?" vroeg hij, pogend het gesprek weder op gang
+te brengen.
+
+"O, laat diè maar loopen," zei zijn broeder.
+
+"Aha! Zeker zoo'n politieker, he?"
+
+"Legt 't 'r op an de Kamers naar huis te sturen. 't Wordt tijd ook,
+hoor."
+
+"Zoo!" Hij dacht even na. "'k Vertrouw dat al de lui die àn waren
+toen ik er nog was--Chamberlain, Roseberry--al die lui--Wat?"
+
+Zijn broeder had hem plotseling bij den pols gegrepen en wees het
+portier uit.
+
+"Daar heb je de Cossars!" De oogen van den ontslagen gevangene volgden
+de richting van den vinger en zagen--"
+
+"Mijn God!" riep hij uit, voor het eerst werkelijk overweldigd
+van verbazing. De courant viel, nu geheel vergeten, tusschen zijne
+voeten. Tusschen de boomen kon hij zeer duidelijk een menschelijke
+gestalte van ruim veertig voet lang zien staan in een gemakkelijke
+houding, wijdbeens, en in de hand een bal, alsof hij op het punt stond
+dezen weg te slingeren. De gedaante schitterde in het zonlicht, gekleed
+als zij was in een pak van gevlochten wit metaal en met een breeden
+stalen gordel om. Een oogenblik concentreerde hij aller aandacht op
+zich en toen werd deze afgetrokken door een tweeden reus, die een eind
+verder stond, als klaar om op te vangen en het werd duidelijk dat
+dit geheele groote terrein in de heuvelen even benoorden Sevenoaks,
+gebezigd werd voor reuzendoeleinden.
+
+Een reusachtige omwalde trens omgaf de krijtgroeve, waarin het huis
+stond, een monsterachtige, plompe Egyptische structuur, die Cossar
+voor zijne zonen gebouwd had, toen de Reuzen-Kinderkamer haar tijd
+uitgediend had, en daarachter stond een groote donkere loods, die een
+kathedraal had kunnen overkappen, waarin een sissende gloeihitte af
+en aan laaide en waaruit een Titanisch gehamer klonk. Toen werd de
+aandacht nogmaals gevestigd op den reus, toen de groote, met ijzer
+beslagen houten bal uit zijne hand schoot en de lucht in vloog.
+
+De beide mannen stonden op en keken verbaasd toe. De bal leek zoo
+groot als een vat.
+
+"Hij heeft 'em gegrepen!" riep de man uit de gevangenis, toen een
+boom den werper aan het gezicht onttrok. De trein liet al deze dingen
+slechts een ondeelbaar oogenblik zien en verdween toen achter boomen
+en zoo de Chislehurst tunnel in. "Goeie God!" zei de ex-gevangene
+nogmaals," toen de duisternis hen omsloot. "Die kerel is zoo groot
+als een 'uis."
+
+"Dat zijn die jonge Cossars," zei zijn broeder, met zijn hoofd een
+gebaar makend naar den kant waar de reuzen verdwenen waren--"waar al
+die herrie om is..."
+
+Zij kwamen de tunnel weder uit en ontdekten nog meer torens met
+sirenen erop, nog meer roode hutten, en toen de rijen villa's der
+voorsteden. De kunst van het reclame-biljetten-aanplakken was er
+in den tusschentijd niet op achteruit gegaan, en op tallooze hooge
+schuttingen, op zijmuren van huizen, op omheiningen, en honderden
+van dergelijke schoone gelegenheden waren de veelkleurige oproepingen
+voor de groote Bomvoedsel-verkiezing te lezen.
+
+"Caterham," "Bomvoedsel," en "Jack de Reuzendooder" telkens
+en telkens weêr, en monsterachtige caricaturen en verminkte
+afbeeldingen--honderden varieteiten van verkeerde, belachelijke
+voorstellingen van die schitterende gestalten, die zij van zoo dichtbij
+gepasseerd waren, enkele oogenblikken geleden...
+
+
+
+II.
+
+De jongere broeder was van plan geweest iets heel royaals te doen,
+namelijk dezen terugkeer tot het leven te vieren met een diner in
+het een of ander restaurant van onbetwistbare renommé, een diner
+dat gevolgd zou worden door die uitermate schitterende opeenvolging
+van indrukken, die de café-chantants dier dagen zoo uitmuntend geven
+konden. Het was een waardige manier om hiermede alle restende sporen
+van de gevangenis uit te wisschen door dit vertoon van gulheid;
+doch wat het tweede gedeelte van het plan betrof, kwam er wijziging
+in. Het diner werd gegeven, doch er was reeds een sterker verlangen
+dan de lust naar vertooningen, een verlangen dat beter zijn somber
+peinzen over zijn verleden kon doen verdwijnen dan eenig theater, en
+dit was een alles overstemmende nieuwsgierigheid naar dit Bomvoedsel
+en deze Bomkinderen--dit nieuwe dreigende reuzendom, dat de wereld
+scheen te overheerschen.
+
+"Ik heb 't er 't mijne nog niet van," zei hij. "Ze wille' me niet uit
+'t hoofd."
+
+Zijn broeder had die fijnheid van geest, die zelfs kan heenstappen
+over voorgenomen gastvrijheid. "Jij kunt kiezen vanavond, kerel,"
+zei hij. "We zullen probeeren in 't Volkspaleis te komen bij die
+massavergadering."
+
+En eindelijk was de ex-gevangene zoo gelukkig zich, van alle kanten
+opgedrongen, te bevinden tusschen een opeengepakte menigte, en van uit
+de verte te staren naar een klein, helder-verlicht podium onder een
+orgel en een gaanderij. De organist had iets gespeeld dat de voeten aan
+het trappelen had gebracht, terwijl de menigte naar binnen stroomde;
+doch nu zweeg het orgel weder.
+
+Nauwelijks had de ontslagen gevangene zich neergezet en zijn twist
+met een lastigen vreemde, die hem met de elbogen op zijde drong,
+geëindigd, of Caterham kwam binnen. Hij trad vanuit het halfduister
+midden op het podium, en leek, zoo van uit de verte gezien, een
+alleronbeduidendste kleine dwerg, een kleine zwarte figuur met een
+roze vlek als gezicht--en profil zag men zijn sterk geprononceerden
+arendsneus--een klein gestaltetje, dat achter zich aansleepte--een
+juichkreet. Applaus dat dicht bij hem werd aangeheven en aangroeide
+en zich verspreidde. Een gedempt rumoer van stemmen, om het podium,
+dat plotseling over de geheele menschenmassa heensloeg, in het gebouw
+en daarbuiten. Wat applaudiseerde men: "Hoera! Hoera!!"
+
+Niemand van al die myriaden applaudiseerde als de ontslagen
+gevangene. De tranen stroomden hem langs de wangen en hij hield
+niet eerder op met toejuichen, vóór zijn aandoening hem bijna had
+doen stikken. Ge moet zoolang als hij in de gevangenis geweest zijn,
+vóór ge begrijpen kunt, of zelfs ook maar een begrip kunt krijgen,
+wat het zeggen wil voor zoo iemand om zijne longen eens flink uit te
+kunnen zetten temidden van een menigte. (Doch niettegenstaande dit
+alles maakte hij zich zelf zelfs niet wijs dat hij wist waar al dit
+gejuich om was.) "Hoera!--Hoera!"
+
+En toen volgde er eenigermate stilte. Caterham stond opzichtig-geduldig
+te wachten tot het rumoer wat bedaard zoude zijn, en onbelangrijke en
+slecht-te-verstane lieden zeiden en deden officieele en onbeduidende
+dingen. Het was als stemmen die men in de lente door het ritselen
+der bladeren heen hoort. "Wawawawa--" Wat kwam 't er ook op
+aan? Groepen toehoorders praatten met elkaar--"Wawawawa"--de zaak
+ging gewoon door. Kwam die grijs-harige suffer dan noòit aan het
+eind? Tusschenroepen? Natuùrlijk werd er geroepen. "Wa, wa, wa, wa--"
+Doch zullen wij Caterham beter hooren? In ieder geval kan je naar
+Caterham kijken, en je kan opstaan en van uit de verte de trekken
+van den grooten man eens opnemen. Hij was gemakkelijk te teekenen,
+deze man, en reeds kon de wereld hem naar hartelust bekijken op
+lampeschermpjes en kinder-bordjes, op Anti-Bomvoedsel-medailles en
+Anti-Bomvoedsel-vlaggen, op het zelfkant van Caterham-zijde en katoen
+en aan den binnenkant van Goede Oude Engelsche Caterham-hoeden. In
+al de caricaturen van dien tijd is hij te vinden. Men ziet hem
+als een zeeman bij een ouderwetsch kanon staan, met een lontstok,
+met "Nieuwe Bomvoedsel-Wetten" erop, in zijn hand; terwijl de zee
+dat reusachtige, leelijke, dreigende monster "Bomvoedsel" opgeeft;
+of hij is een figuur-ten-voeten-uit in volle wapenrusting, met 't
+St. George's kruis op schild en helm, en een laffe titanische Caliban,
+aan den ingang van een vreeselijk hol gezeten, weigert onder allerlei
+verwenschingen te gehoorzamen aan de "Nieuwe Bomvoedsel-Bepalingen;"
+of hij komt als Perseus uit de lucht aanvliegen en bevrijdt een
+geketende en schoone Andromeda (met een gordel om waarop duidelijk
+te lezen staat "Beschaving") van een zich tot in oneindige
+verten kronkelend zeemonster, op welks verschillende halzen en
+klauwen te lezen staat: "Anti-Christ", "Alles vertredend Egoïsme",
+"Mechanisme", "Monsterachtigheid" en dergelijke dingen. Doch als
+"Jack de Reuzen-Dooder" beschouwde het groote publiek hem het best
+getroffen, en de ontslagen gevangene stelde zich de gestalte die
+daar in de verte stond dan ook voor als een Jack de Reuzen-Dooder,
+zooals hij die op de aanplakbiljetten had zien staan.
+
+Het "Wawawawa" hield plotseling op.
+
+"Hij is klaar. Hij gaat zitten. Ja! Nee! Jawel! 't Is
+Caterham! Caterham! Caterham!" En toen begon het gejuich opnieuw.
+
+Er is een menigte toe noodig om zùlk een stilte te kunnen veroorzaken
+als toen volgde op het lawaaierlge gejuich. Een man alléén in een
+wildernis;--zeker is ook dit stilte tot op zekere hoogte; doch hij
+hoort zichzelven ademhalen, hij hoort zichzelven bewegen, en hij hoort
+allerlei andere dingen. Doch hier in deze zaal was Caterham's stem
+het eenige dat verneembaar was, heel helder en duidelijk, als een
+klein lichtje dat brandt in een zwart fluweelen nis. Of je hem kon
+verstaan? Je kondt hem verstaan alsof hij naast je stond te spreken.
+
+De indruk op den ontslagen gevangene was geweldig: die kleine
+gesticuleerende gestalte, die daar stond in een stralenkrans van licht,
+in een krans van weelderige, golvende klanken; en achter de gestalte
+op het podium zaten, met gedeeltelijk uitgewischte gezichten, de
+partijgenooten die hem steunden, en op den voorgrond was een ruim
+veld van tallooze ruggen en profielen, één reusachtige aandacht
+van een menigte. Die kleine gestalte scheen het wezen van die allen
+uitgezogen te hebben.
+
+Caterham sprak van onze oude instellingen.
+
+"Juistjuistjuist", brulde de menigte, "Juist! net zoo!" zei de
+ontslagen gevangene. Hij sprak van onzen ouden geest van orde en
+rechtvaardigheid. "Jajajaja!" brulde de menigte. "Ja ja!" riep de
+man uit de gevangenis, diep bewogen. Hij sprak van de wijsheid
+onzer voorvaderen, van den langzamen groei van eerbiedwaardige
+instellingen, van zedelijke en maatschappelijke overleveringen, die
+zich aan onze nationale Engelsche eigenaardigheden aanpasten zooals
+de huid over de hand. "Ja, ja!" kermde de man uit de gevangenis,
+terwijl de tranen van opwinding hem over de wangen biggelden. En nu
+zouden al deze dingen in den smeltkroes moeten verdwijnen. Ja, in
+den smeltkroes! omdat twintig jaar geleden drie mannen een vreemde
+zelfstandigheid hadden uitgevonden, daarom moest voor de geheele
+geregelde orde der dingen--"Kreten van "Neen! Neen!"--Nu, als dit
+nièt moest, dan dienden allen zich in te spannen, en alle aarzeling
+op zij te zetten.--Toen Caterham zóóver gekomen was, volgde er weder
+een uitbarsting van gejuich.--Dan moesten zij alle aarzeling en halve
+maatregelen vaarwel zeggen."
+
+"Wij hebben gehoord, heeren," riep Caterham, "van brandnetels, die
+reuzen-netels werden. Eerst zijn ze niet meer dan gewone netels--kleine
+plantjes die een stevige hand kan beetpakken en uittrekken; doch
+als ge ze laat staan--als ge ze laat staan, groeien ze met zóóveel
+giftige kracht, dat ge eindelijk bijl en touw noodig hebt, en loopen
+uw leven en ledematen gevaar, en moet gij u inspannen en volgt er
+moeite--onder het vellen ervan kunnen menschen gedood worden, onder
+het vellen ervan kunnen menschen gedood worden--"
+
+Er volgde even eenig rumoer en toen hoorde de ontslagen gevangene
+Caterham's stem weder, die helder en krachtig opklonk: "Leer uw les
+omtrent 'tgeen ge met het Bom-voedsel te doen hebt van het Bom-voedsel
+zelf en--" Hij hield even op--"pak de brandnetel beet voor het te
+laat is!"
+
+Hij zweeg, en wischte zich de lippen af. "Een glas," riep iemand,
+"een glas," en toen hoorde men weder dat geluid, dat zoo merkwaardig
+snel aangroeide tot een donderend gejuich, tot het leek alsof de
+geheele wereld juichte...
+
+De ontslagen gevangene verliet de zaal eindelijk wonderbaar bewogen;
+op zijn gelaat eene uitdrukking alsof hij een visioen gezien had. Nu
+wist hij het, iedereen wist het nu; zijn denkbeelden waren niet langer
+vaag. Hij was teruggekeerd in eene wereld die in een crisis verkeerde,
+die onmiddellijk moest beslissen in een geweldige moeilijkheid. Hij ook
+moest zijn rol in den grooten strijd spelen als een man--als een vrij
+man, doordrongen van zijn verantwoordelijkheidsgevoel. De vijandelijke
+botsing stond voor zijn verbeelding als een schilderij--Aan de eene
+zijde deze reusachtige in-malien-gekleede gestalten van dien morgen--nu
+zag hij ze in een heel ander licht--aan de andere zijde dit kleine, in
+het zwart gekleede gesticuleerende mannetje onder het magnesium-licht,
+dit dwergje met zijn goed-geordenden vloed van welluidende overredende
+argumenten, met zijn klein-menschelijke, wonder-doordringende stem,
+"John Caterham"--"Jack de Reuzen-Dooder." Zij moesten allen schouder
+aan schouder staan "om de netel beet te pakken" vóór het "te laat" was.
+
+
+
+III.
+
+Het grootst, het sterkst en het meest ontzien van al de kinderen van
+het Voedsel waren de drie zonen van Cossar. Het stuk bij Sevenoaks van
+een mijl lengte en breedte ongeveer, waarop zij hun jeugd doorbrachten,
+werd zóó omwald, zóó uitgegraven en onderste-boven-gehaald, zóó
+bedekt met loodsen en reusachtige werk-modellen en al het gespeel
+van hunne zich ontwikkelende krachten, dat er geen tweede plaats op
+aarde was die hiermede vergeleken kon worden. En reeds lang was zij
+te klein geworden voor de dingen die zij wilden doen. De oudste zoon
+was een machtig ontwerper van rader-machines; hij had zich een soort
+reuzen-fiets gemaakt, waarvoor geen weg ter wereld ruimte genoeg had,
+en die geen brug kon dragen. Daar stond het ding, een groote structuur
+van raderen en machines, in staat een snelheid van twee honderd
+vijftig mijlen per uur te ontwikkelen, ongebruikt, behalve wanneer
+hij er nu en dan op stapte en er die overvulde plaats mede overrende
+en weder terug. Hij had er deze kleine aarde mee rond willen rennen;
+met dit doel had hij het ding gemaakt, toen hij nog niet veel meer
+dan een droomerige jongen was. Nu had de roest in de spaken gevreten,
+die rood waren als wonden, overal waar het nikkel eraf geraakt was.
+
+"Je moet er eerst een weg voor maken, zoontje," had Cossar gezegd,
+"voor je dat kunt doen."
+
+Zoodat op een goeden morgen de jonge reus en zijn beide broeders aan
+het werk waren getogen om een weg om de wereld aan te leggen. Zij
+schijnen een voorgevoel gehad te hebben van komende tegenkanting, en
+zij werkten derhalve met nog meer vaart. De wereld had ze gauw genoeg
+betrapt, terwijl ze dien weg aanlegden, zoo recht als een kegelbaan
+naar het Engelsche Kanaal, toen ze er reeds eenige mijlen van gelijk
+gemaakt en vastgestampt hadden. Vóór het midden van den dag waren
+ze in hun werk gestoord door een groote menigte opgewonden lieden,
+bestaande uit landeigenaars, makelaars, plaatselijke overheden,
+advocaten, politie-agenten, en zelfs soldaten.
+
+"We zijn bezig een weg aan te leggen," had de grootste jongen hun
+uitgelegd.
+
+"Dat is een heel verdienstelijk werk," zei de leidende advocaat
+ter plaatse, "maar eerbiedig alstublieft de rechten van anderen. U
+hebt nu reeds inbreuk gemaakt op de privaat-rechten van zeven
+en twintig privaat-bezitters; om nog niet eens te spreken van de
+bijzondere privilegien en het eigendom van een stedelijk bestuur,
+negen parochie-besturen, een graafschapsraad, twee gasfabrieken en
+een spoorweg-maatschappij"....
+
+"Goeie grootje!" zei de oudste jongen van Cossar.
+
+"U zult hier mee uit moeten scheiden."
+
+"Maar heb je dan geen mooie rechte weg noodig, inplaats van al die
+vunze stinkende laantjes?"
+
+"Ik zal niet zeggen, dat het geen groot voordeel zou zijn, maar--"
+
+"'t Is niet te doen," zei de oudste Cossar, zijn gereedschap opnemend.
+
+"Niet op deze manier," zei de advocaat, "zeker niet zóó!"
+
+"Maar hoe dan wèl?"
+
+Het antwoord van den woordvoerenden advocaat was ingewikkeld en vaag.
+
+Cossar zelf was er ook bijgekomen om te kijken naar het kwaad, dat
+zijn kinderen aangericht hadden en berispte hen ernstig en lachte
+verbazend en scheen erg blij te zijn met dit zaakje. "Jelui zult
+nog een beetje moeten wachten, jongens," brulde hij naar hen op,
+"voor je dergelijke dingen kunt gaan doen."
+
+"Die advocaat zei, dat we moesten beginnen met een plan te maken,
+en speciale vergunningen aan te vragen en dergelijke onzin. Zei dat
+'t jaren zou duren"--
+
+"We zullen gauw genoeg een schema klaar hebben, ventje," riep Cossar
+met zijn handen aan den mond, "maak je maar niks bezorgd. Maar nu
+moet je nog maar liever een beetje hier spelen en modellen maken van
+de dingen die je wilt doen."
+
+En zij deden als gehoorzame zoons wat hij hen beval.
+
+Maar niettegenstaande dit, broeiden de jongens van Cossar op iets.
+
+"Dat is allemaal heel goed en wel," zei de tweede tot den eerste,
+"maar ik heb er geen zin in hièr altijd te spelen en plannen te
+maken. Ik wil iets doèn, weet je. Wij zijn niet geboren met zooveel
+kracht in ons om hier maar wat te spelen op dit ellendige lapje grond,
+en wandelingetjes te doen en zorgvuldig de steden te vermijden"--want
+het was nu zoover gekomen dat alle bewoonde plaatsen hun verboden
+waren. "Niets doen is slecht. Zouden we niks kunnen vinden, dat de
+kleine menschjes noodig hebben, en het dan voor hen maken--alleen
+maar voor het plezier van het doen?"
+
+"Hoopen menschjes hebben geen goed-bewoonbare huizen," zei de tweede
+jongen. "Laten we een huis voor ze gaan bouwen, vlak bij Londen,
+waar er hoopen en nog es hoopen in kunnen, en het zoo maken, dat 't
+er prettig en gezellig in is, en laten we een mooi weggetje voor hen
+maken naar de plek waar ze allemaal heengaan om zaken te doen--een
+mooi recht weggetje. We zullen alles zoo helder en prettig maken,
+dat ze geen van allen langer zoo smerig en beestachtig meer kùnnen
+leven zooals ze nu doen. Massa's water om zich in te wasschen moeten
+ze hebben--want ze zijn zoo smerig, nu negen van de tien huizen zelfs
+geen badgelegenheid hebben, die smerige kleine bunsings! En weet je wat
+zoo grappig is, de lui die wèl baden hebben, gooien de anderen die ze
+niet hebben beleedigingen naar hun hoofd, inplaats van ze te helpen,
+zoodat ze er ook een kunnen aanschaffen--en noemen ze de "Groote
+Ongewasschen Menigte." Nu zullen wij daar es verandering in brengen. En
+we zullen electrisch licht voor ze maken en voor ze koken en groote
+schoonmaak voor hen houden en al dergelijke dingen. Stel je voor! Ze
+laten hun vrouwen--vrouwen die moeders zullen worden--rondkruipen
+en de vloeren schrobben! Wij zouden alles zoo mooi kunnen doen. We
+zouden een dam om een vallei ginds in die heuvelrij kunnen leggen,
+en een mooi reservoirtje maken, en dan konden we hièr een groote
+flinke gelegenheid maken voor het opwekken van onze electriciteit en
+'t alles zoo knus mogelijk maken. Is 't niet, broêr?... En dan zouden
+ze ons misschien nog wel meer laten doen ook."
+
+"Ja," zei de oudere broeder, "we zouden 't hun werkelijk heel prettig
+kunnen maken."
+
+"Nou, laten we 't dan doen óók," zei de tweede broeder.
+
+"Ik heb er niet op tegen," zei de oudere broeder en keek om zich heen
+naar een geschikt stuk gereedschap.
+
+En ook dit leidde weer tot ontzettende moeilijkheden.
+
+Opgewonden menigten zaten hun in minder dan geen tijd op den hals,
+hun om duizenderlei redenen bevelend uit te scheiden, hen bevelend
+te stoppen zonder éénige reden--kakelende, verwarde, veelsoortige
+menigten. Het gebouw dat ze bouwden was te hoog--dat kon onmogelijk
+veilig zijn. Het was leelijk; het stond bovendien het behoorlijk
+verhuren van huizen in de buurt die de juiste hoogte hadden, in den
+weg; het bracht den stijl van de geheele buurt in de war; 't was
+ònbuurzaam; het was in strijd met Plaatselijke Bouwverordeningen;
+het maakte inbreuk op de rechten der plaatselijke overheid, om
+zelf te gaan knoeien met een eigen dure, petiterige, electrische
+centrale; het botste aan tegen de belangen der plaatselijke
+waterleidings-maatschappij.
+
+Klerken van het Ministerie van Handel en Nijverheid werden zoo
+actief, dat ze rechtskundige bezwaren in het midden brachten. Het
+kleine advocaatje kwam weer te voorschijn om het woord te doen voor
+een twaalftal bedreigde belanghebbenden; plaatselijke landeigenaars
+voerden oppositie; menschen met vage aanspraken wenschten onzinnig
+hooge schadevergoedingen; de werkliedenbonden van al de bouwvakken
+verhieven eendrachtig hun stem; en een trust van handelaars in allerlei
+soorten van bouwmateriaal werd een ware hinderpaal. Buitengewone
+vereenigingen van menschen met profetische visies van aesthetische
+verschrikkingen wierpen zich in den strijd om het natuurschoon te
+bewaren van de plaats waar zij het groote huis wilden neerzetten, en
+van de vallei waar zij het waterreservoir wilden maken. Deze laatste
+groep van lieden waren wel de grootste ezels van het heele zoodje,
+vonden de jongens van Cossar. Dat mooie huis van Cossar's jongens
+werd in minder dan geen tijd als een wandelstok, die in een wespennest
+gestoken wordt.
+
+"Wel god beware me!" zei de oudere jongen.
+
+"We kunnen er zoo niet mee voortgaan," zei de tweede broeder.
+
+"Beroerde kleine beestjes zijn 't," zei de derde der broeders;
+"we kunnen eenvoudig nìks doen?"
+
+"Zelfs als 't voor hun eigen gemak is, niet."
+
+"En we zouden 't hun zoo prettig en gezellig gemaakt hebben."
+
+"Ze schijnen hun zotte kleine leventjes door te brengen met mekaar
+in de wielen te rijden," zei de oudste jongen. "Rechten en wetten
+en bepalingen en gemeenigheden; net een knibbelspelletje... Nu, dan
+moeten ze nog maar wat langer in hun stoffige, smerige, zotte huisjes
+wonen. 't Is nog al duidelijk dat wij er mee uit moeten scheiden."
+
+En de kinderen van Cossar lieten het groote huis onvoltooid, niet
+veel meer dan een gat voor de fundamenten en het begin van een muur,
+en gingen bedrukt terug naar hun groote omheinde plaats. Na eenigen
+tijd vulde het gat zich met water dat ging stinken, met waterplanten en
+allerlei ongedierte, en het Voedsel, dat daar òf door Cossar's zonen
+neergeworpen, òf als stof er heen gewaaid was, zette de groeikracht
+aan als gewoonlijk. Waterratten verspreidden zich over het land en
+richtten ontzettende verwoesting aan, en op zekeren dag betrapte
+een boer zijne biggen op het drinken uit dezen poel, en slachtte ze
+allen onmiddellijk met groote tegenwoordigheid van geest--want hij
+herinnerde zich nog het geval met die groote zeug te Oakham. En uit
+dien diepen poel kwamen ook de muskieten, werkelijk vreesaanjagende
+muskieten, die alleen dit bewerkten, dat de zonen van Cossar, na een
+beetje gestoken te zijn, het niet langer konden uithouden, doch een
+maannacht uitkozen, toen wet en orde sliepen, en het water afleidden
+naar de rivier bij Brook.
+
+Doch de groote waterplanten en het onkruid en de groote waterratten
+en allerlei andere ongewenschte dingen bleven nog leven en zich
+voortplanten in de streek die Cossar's zonen bewoonden--het stuk grond
+waarop het mooie groote huis voor de kleine menschjes zich ten hemel
+had kunnen verheffen...
+
+
+
+IV.
+
+Dit alles was voorgevallen toen zij nog maar jongens waren, doch
+nu waren zij bijna mannen. En de ketenen waren àl nauwer om hen
+saamgetrokken, met elk jaar van hun groei. Met ieder jaar dat zij
+groeiden en het Voedsel zich verspreidde en groote dingen zich
+vermenigvuldigden, werd ook de spanning grooter. Voor de groote
+massa was het Voedsel eerst niet meer dan een ver-af wonder geweest,
+en nu kwam het tot voor bijna iederen drempel, de geheele geregelde
+orde van zaken bedreigend en verdringend. Het deed dìt dichtgroeien
+en wierp dàt omver; het veranderde natuurlijke producten, en doordat
+het de natuurlijke producten veranderde, zette het allerlei bedrijven
+stil en maakte honderdduizenden werkloos; het vloog de grenzen over
+en bracht de geheele handelswereld slag op slag toe; geen wonder dat
+de menschen het haatten.
+
+En daar het gemakkelijker is levende, dan levenlooze wezens te haten,
+dieren meer dan planten, en zijn medemenschen meer dan dieren,
+werd de angst en al de last die veroorzaakt werd door reuzennetels
+en zes voet hooge grassprieten, vreeselijke insecten en tijgerachtig
+ongedierte samengevat in één grooten haat tegen die verspreide groep
+van groote menschelijke wezens, de kinderen van het Voedsel. Die haat
+was de voornaamste kracht geworden in het politieke leven. De oude
+partij-grenzen werden overschreden en uitgewischt en maakten plaats
+voor deze nieuwere belangen, en de strijd werd nù gevoerd tusschen de
+partij dergenen die wilden schipperen, die kleine politieke mannetjes
+het Voedsel wilden laten controleeren en regelen; en de partij der
+reactie voor wie Caterham sprak, steeds sprekend met een sinistere
+dubbelzinnigheid, zijn bedoeling kristalliseerend nu eens in dezen
+dreigenden zin, en dan weer in een anderen; nu eens zei hij, dat men
+"den reuzengroei der bremstruiken moest snoeien," dan weder dat men
+een "middel tegen olifantiasis" moest zien te vinden, en eindelijk,
+aan den vooravond der verkiezingen, dat men de "netel moest aanpakken."
+
+Op zekeren dag zaten de drie zonen van Cossar, die nu niet langer
+jongens doch mannen waren, tusschen de massa's van hun nuttelooze
+gewrochten, en spraken samen op hun wijze over al deze dingen. Zij
+hadden den geheelen dag gewerkt aan een van een serie groote
+samengestelde verschansingen die hun vader hen verzocht had te
+maken, en nu neeg de zon ten ondergang, en zaten zij in het lapje
+tuin voor het groote huis en keken op de wereld neder en rustten,
+totdat de kleine bediendetjes daarbinnen zouden aankondigen dat het
+eten klaar was.
+
+Ge moet u deze machtige gestalten voorstellen, de kleinste veertig voet
+lang, uitgestrekt liggend op een stuk grasveld, dat een gewoon mensch
+een met rietstoppels bedekte oppervlakte zou toegeleken hebben. De eene
+ging overeind zitten en krabde de aarde van zijn reusachtige schoenen
+met een ijzeren dwarsbalk, die hij in de hand geklemd hield; de tweede
+rustte op zijn elboog; de derde sneed een punt aan een pijnboom met
+zijn zakmes en vervulde de lucht met harsgeur. Zij waren gekleed, niet
+in laken, doch in onderkleeren van gevlochten touw en bovenkleederen
+van met vilt bekleed aluminium-draad; ze waren geschoeid met hout en
+ijzer, en de maliën en knoopen en gordels hunner kleederdracht waren
+alle van geplet staal. Het groote huis met één verdieping waarin zij
+woonden, in zijn massiefheid gelijkend op de Egyptische pyramiden,
+gedeeltelijk gebouwd van monsterachtig-groote blokken krijt, en half
+uitgehouwen in het graniet van den heuvel, had een gevel van ruim
+honderd voet hoog, en daarachter rezen de schoorsteenen en raderen,
+de kranen en daken hunner werk-plaatsen wondervreemd ten hemel. Door
+een cirkelvormig raam in het huis was een pijp zichtbaar, waaruit
+een wit-gloeiende metaal-massa druppelde in afgemeten druppels in een
+onzichtbaren vergaarbak. De plaats was omheind, en ruw versterkt door
+reusachtige aarden wallen, gestut door staal, zoowel boven de kruinen
+der heuvelen uit, als dwars door de golvende vallei. Alleen een mensch
+van gewone grootte kon de kolossaalheid ervan opmerken. De trein die
+van Sevenoaks kwam aanrazen, binnen hun gezichtskring, en een oogenblik
+later de tunnel invloog en zóó aan bun blik onttrokken werd, zag er in
+zijn contrast met hen uit als een klein automatisch stukje speelgoed.
+
+"Ze hebben de grenzen van al de bosschen aan dezen kant van Ightham
+veranderd," zei de eene, "en het bord met "verboden terrein" erop,
+dat eerst bij Knockholt stond, meer dan twee mijlen hierheen gezet."
+
+"Ze konden slecht anders doen, hè?" zei de jongste, na een oogenblik
+zwijgen. "Ze probeeren den wind uit Caterham's zeilen te nemen."
+
+"Daar is het niet genoeg voor, en--het is ons bijna te veel," zei
+de derde.
+
+"Zij willen ons van Broeder Redwood afsnijden. De laatste maal toen
+ik naar hem toeging, waren de roode waarschuwingsborden al weer een
+mijl naar beide kanten verder gezet. De weg, die over de duinen naar
+hem toeleidt, is niet meer dan een nauw laantje." De spreker dacht
+na. "Wat kan er met onzen broeder Redwood gebeurd zijn?"
+
+"Hoezoo?" zei de oudste broeder.
+
+De spreker kapte een tak van zijn pijnboom.
+
+"Het was net--of hij niet goed wakker was. Hij scheen heelemaal niet
+te luisteren naar wat ik te zeggen had. En hij zei iets over--liefde."
+
+De jongste tikte met zijn dwarsbalk op den rand van zijn ijzeren zool
+en lachte. "Broer Redwood" zei hij, "is een droomer."
+
+Beiden zwegen eenigen tijd. Toen zei de oudste:
+
+"Dit hoe langer hoe nauwer insluiten wordt me haast te machtig. Ze
+zullen zoowaar op z'n laatst nog een lijn om onze laarzen trekken en
+ons bevelen daarbinnen te leven."
+
+De middelste broeder veegde met één hand een massa dennetakken terzijde
+en verschikte.
+
+"Wat ze nu doen is nog niets vergeleken bij wat ze zullen gaan doen
+als Caterham de macht in handen krijgt."
+
+"Als hij die krijgt," zei de jongste broeder, met zijn dwarsbalk op
+den grond slaand.
+
+"Dat zal hij beslist," zei de oudste, naar zijn voeteind kijkend.
+
+De middelste broeder hield op met kappen en zijn blik ging naar de
+groote aarden wallen die hen aan alle kanten beschermden. "Dan,
+broeders," zei hij, "is onze jeugd voorbij, en zullen wij ons,
+zooals Vader Redwood ons lang geleden al gezegd heeft, moeten weren
+als mannen."
+
+"Jawel," zei de oudste broeder; "maar wat wil dat eigenlijk precies
+zeggen? wat wil dat zeggen als die moeilijke dag aanbreekt?"
+
+Ook hij keek naar die ruwe, ontzaglijke aarden wallen om hen heen,
+doch niet zoozeer nààr hen, als wel er dóórheen en over de heuvelen
+naar de ontelbare menigten daarachter. Allen overdachten iets
+dergelijks--een visie van een klein volkje dat ten strijde optrok,
+in ontelbare scharen, het kleine, onuitputtelijke, kwaadaardige kleine
+volk der menschen...
+
+"Ze zijn klein," zei de jongste broeder; "doch zij zijn niet te tellen,
+als het zand aan den oever der zee."
+
+"Zij hebben wapenen--zij hebben wapenen ja, die onze broeders in
+Sunderland nog wel voor hen gemaakt hebben."
+
+"Bovendien, Broeders, wat weten we van doodmaken, behalve hier en
+daar wat ongedierte en kleine ongelukjes met kwade dingen?"
+
+"Ja, 't is waar," zei de oudste broeder. "Maar toch--we zijn die we
+zijn. Als de kwade dagen komen moeten we doen wat onze hand vindt om
+te doen."
+
+Hij klikte zijn mes dicht--het lemmet was zoo lang als een mensch--en
+gebruikte zijn nieuwe dennenstaf om op te staan. Hij stond op en wendde
+zich naar het kolossale, plompe huis. Het purper van den zonsondergang
+overstroomde hem terwijl hij opstond, viel op de maliën en gespen
+bij zijn hals en het gevlochten metaal over zijn armen, en het leek
+zijnen broeders toe alsof hij plotseling overstroomd was van bloed...
+
+Terwijl de jonge reus oprees, kreeg hij een kleine zwarte gedaante in
+het oog, afstekende tegen den westelijken gloed die het bovengedeelte
+van den aarden wal, machtig rijzend boven het duin, nog verlichtte. De
+zwarte kleine ledematen zwaaiden met vreemde gebaren. Iets in dit
+zwaaien deed den jongen reus denken aan haast. Hij zwaaide met zijn
+dennemast ten antwoord, vervulde de geheele vallei met zijn enorm
+"Hallo!" riep zijn broeders toe "d'r is iets aan de hand," en ging
+met passen van vijf en twintig voet zijn vader tegemoet om te zien
+of er te helpen viel.
+
+
+
+V.
+
+Toevallig was ook juist op dezen tijd een jonge man, die geen reus
+was, bezig zijn hart te luchten over deze zonen van Cossar. Hij
+en zijn vriend waren van over de heuvels achter Sevenoaks gekomen,
+en hij was voortdurend aan het woord. Onder het voorbijgaan hadden
+zij in het kreupelhout een erbarmelijk gepiep gehoord en hadden drie
+jonge meezen die in het nestje zaten, beschermd tegen den aanval van
+twee reuzenmieren. Dit avontuur had hen aan het praten gebracht.
+
+"Reactionair!" zei hij, toen zij het kamp der Cossars in het zicht
+kregen. "Wie zou niet reactionair worden? Zie dat vierkant stuk grond
+eens aan, dat gedeelte van God's aarde, dat eens zoo liefelijk en mooi
+was, hoe woest, en ontheiligd en uitgegraven het is! Die loodsen! Dat
+groote windrad! Die monsterachtige machine op raderen! Die aarden
+wallen! Zie eens hoe die drie monsters daar neerhurken, onder elkaar de
+een of andere duivelsche streek uitdenkend! Zie eens--zie de geheele
+streek eens aan!"
+
+Zijn vriend keek naar zijn gelaat. "Je hebt zeker Caterham hooren
+spreken," zei hij.
+
+"Nee, ik gebruik mijn eigen oogen en blik eens terug naar den
+vrede en de goede orde van het verleden, dat wij achter ons gelaten
+hebben. Dit gemeene Voedsel is de laatste gedaante van den Duivel,
+nog altijd bedacht op den ondergang van onze wereld. Bedenk toch eens
+wat de wereld moet geweest zijn vóór onzen tijd, wat zij nog was toen
+onze moeders ons droegen, en zie nù eens! Bedenk toch eens hoe deze
+hellingen blijde lachten onder den gouden oogst, hoe de heggen vol
+geurige kleine bloemen stonden, en het bescheiden stukje grond van den
+een scheidden van dat van zijn buurman; hoe de rood-gedakte boerderijen
+over het land verspreid lagen en de kerkklokken van gindschen toren
+elken Zondag de geheele omgeving tot het gebed opriepen. En nu groeit
+er met ieder jaar steeds meer reusachtig onkruid en komt er steeds
+meer monsterachtig ongedierte, en dan deze reuzen, die overal om ons
+heen opgroeien, die over ons heen stappen, en tegen alles wat ons
+heilig is aanloopen. Hier--kijk bijvoorbeeld hier maar eens!"
+
+Hij wees ergens heen en het oog van zijn vriend volgde de richting
+van zijn vinger.
+
+"Eén van hun voetindrukken. Kijk! Is er drie voet diep in gezonken,
+een valkuil voor paard en berijder, een valstrik voor hen die er
+geen erg in hebben. Daar is een wilde roos vertrapt; daar is gras
+uitgerukt en een koordendistel geknakt, de draineer-buis van een
+boer afgebroken en de kanten van het pad afgetrapt. Vernielen! Dat
+doen ze de geheele wereld over, en alle orde en fatsoen die tot nu
+heerschten gooien zij omver. Ze vertrappen alles onder hun plompe
+voeten. Reactie! Wat anders?"
+
+"Maar--wat denk je met die reactie te bereiken?"
+
+"Paal en perk stellen aan dit alles, vóór het te laat is," zei de
+jonge man van Oxford.
+
+"Maar--"
+
+"Het is niet onmogelijk," riep de jonge man van Oxford, terwijl zijn
+stem plotseling de hoogte in ging. "We hebben de vaste hand noodig;
+een vernuftig plan, en een onwrikbaren geest. Wij zijn te bedeesd
+geweest in onze uitdrukkingen en te zwak van hand; we hebben onzen
+tijd verknoeid en de zaak op de lange baan geschoven, en het Voedsel
+heeft tijd gehad om zich te verspreiden. En zelfs nù nog--"
+
+Hij zweeg een oogenblik. "Dit is de echo van Caterham," zei zijn
+vriend.
+
+"En zelfs nù nog. Zelfs nù is er nog hoop--gegronde hoop, als we maar
+eerst goed weten wat wij willen en wat we moeten vernietigen. Wij
+hebben de groote massa op onze hand, veel meer dan dit een paar jaren
+geleden het geval was; de wet is op onze hand, de grondwet en de goede
+gang van zaken der maatschappij, de geest der erkende godsdiensten,
+de gebruiken en gewoonten der menschheid staan allen aan onzen kant--en
+tegenover het Voedsel. Waarom zouden wij de zaak nog langer op de lange
+baan schuiven? Waarom zouden wij liegen? Wij haten het en hebben het
+niet noodig; waarom zouden wij het dan dulden? Wou jij dan maar bij
+de pakken neerzitten, en alleen lijdelijke obstructie voeren en niets
+doen--tot het te laat is?"
+
+Hij zweeg en wendde zich om. "Zie dat boschje brandnetels daar eens. In
+het midden ervan staan huizen--verlaten--waar ééns heldere gezinnen
+van eenvoudige lieden hun leven leefden! En daar!" hij keerde zich
+driftig om naar de plaats waar de jonge Cossars over het onrecht dat
+hun aangedaan werd zaten te praten.
+
+"Kijk hen eens! En ik ken hun vader, een bruut, een soort van
+bruut beest met een onverdragelijk luide stem, een wezen, dat
+nu al dertig jaar en meer amok maakt in onze maar al te genadige
+wereld. Een werktuigkundige! Alles wat ons heilig en dierbaar is,
+is hem niets. Niets! De schoone overleveringen van ons ras en land,
+de edele instellingen, de eerbiedwaardige orde, de breede, langzame
+gang van precedent tot precedent, die ons Engelsche volk groot gemaakt
+heeft en dit zonnige eiland vrij--dit is alles een ijdel verhaal,
+dat verteld en dan vergeten wordt. Wat bombast over de Toekomst wordt
+boven al deze heilige dingen gesteld..... Het soort van man dat een
+trambaan over zijn moeder's graf zou laten loopen als hij dacht dat
+het 't goedkoopst was hem zóó aan te leggen! En jij denkt er nog aan,
+de zaak op de lange baan te schuiven, een compromis te sluiten, dat
+je in staat zal stellen op jouw manier te leven, terwijl die--die
+machinemensch het op zijn manier doet. Ik zeg je, 't geeft niets,
+'t is hopeloos. Je zoudt even goed een verdrag met een tijger kunnen
+sluiten! Zij willen de dingen reusachtig groot hebben--wij wenschen ze
+liefelijk en normaal. Je staat hier òf voor 't een, òf voor het ander."
+
+"Maar wat kùn je aanvangen?"
+
+"O, heel veel! Alles! Het Voedsel inhouden! Zij zijn nu nog verspreid,
+deze reuzen, nog onrijp en nog niet vereenigd. Keten ze, stop ze een
+prop in den mond, doe ze een muilband voor. Hoe dan ook, ze moeten
+gestuit worden. Het gaat erom of deze aarde de hunne zal worden of
+de onze blijven! We kunnen het Voedsel inhouden. We kunnen de lui
+die het fabriceeren in de kast duwen. We zullen àl het mogelijke
+doen om Cossar te stuiten! Je schijnt heelemaal niet in aanmerking
+te nemen, dat--dat we maar één geslacht behoeven te onderdrukken,
+en dàn--Dan kunnen we die aardhoopen weer met den grond gelijk maken,
+hun voetsporen dempen, de leelijke sirenen van onze kerktorens nemen,
+al onze olifanten-geweren aan stukken slaan, en terugkeeren tot de
+oude orde der dingen, de rijpe oude beschaving, waarvoor de ziel van
+den mensch aangelegd is."
+
+"Dat zal een geweldige poging worden."
+
+"Tot het bereiken van een grootsch doel. En als we haar niet
+wagen? Zie je dan niet zoo helder als de dag, het verschiet dat voor
+ons ligt? Overal zullen de reuzen zich vermenigvuldigen en groeien;
+overal zullen zij het Voedsel gaan maken en verspreiden. Het gras
+zal reusachtig hoog opgroeien in onze velden, het onkruid in onze
+heggen, het ongedierte in het kreupelhout, de ratten in de riolen,
+alles zal reusachtig worden. Steeds meer en meer. Dit is nog pas een
+begin. De insecten-wereld zal tegen ons opstaan, en de plantenwereld
+eveneens; ja, zelfs de visschen der zee zullen onze schepen doen
+volloopen en ze doen zinken. Een reusachtige plantengroei zal onze
+huizen verduisteren en ze verbergen, onze kerken verstikken, de goede
+orde in onze steden vernietigen en wij zullen niet veel meer zijn dan
+een zwak soort van ongedierte onder de voeten van het nieuwe ras. De
+menschheid zal overstroomd worden en verdrinken in dingen die zij
+zelve verwekt heeft! En dat volkomen doelloos. Grootte. Niets anders
+dan grootte! Uitzetting en "da capo." Nu reeds moeten we oppassen waar
+we onze voeten zetten tusschen de eerste aanduidingen van den komenden
+tijd. En het eenige wat we doen, is zeggen: "wat een last!" We grommen
+en doen niets. Neen!"
+
+Hij hief zijne hand op.
+
+"Laten zij doen wat ze denken te moeten doen. Dat zal ik ook. Ik
+ben voor Reactie--voor reactie zonder vrees en die van geen wijken
+weet. Wat kun je in deze wereld nog beginnen, als je zelf het
+Voedsel niet wilt innemen? We hebben te lang getreuzeld op den gulden
+middenweg. Treuzelen op middenwegen is jullie gewoonte, jelui bestaan,
+en hetgeen waar jelui je tijd aan geeft. Doch Ik ben niet zoo! Ik ben
+tegen het Voedsel met al de kracht die in mij is, en tot het uiterste
+zal ik mij er tegen verzetten."
+
+Hij wendde zich tot zijn metgezel toen hij diens gegrom van afkeuring
+hoorde. "Aan welken kant sta jij?"
+
+"Ja, dat is zoo in een paar woorden niet te zeggen, 't is een
+ingewikkelde zaak--"
+
+"Och--drijfhout!" zei de jonge man van Oxford bitter, terwijl hij
+een wanhopend gebaar maakte met alle ledematen. "De middenweg leidt
+tot niets. Wij hebben hier òf het een, òf het andere te kiezen. Ons
+laten òpeten, of zèlf vernietigen. Wat kunnen we ànders beginnen?"
+
+
+
+
+
+
+HOOFDSTUK II.
+
+DE REUZEN-GELIEFDEN.
+
+
+I.
+
+Nu gebeurde het in de dagen, toen Caterham bezig was met zijne campagne
+tegen de Bomkinderen, vóór de Algemeene Verkiezingen die--temidden
+van de meest tragische en vreeselijke omstandigheden--hem op het
+kussen moesten helpen, dat de Reuzen-Prinses, die Doorluchtigheid,
+welker voeding jaren te voren zulk een gewichtige rol had gespeeld in
+de schitterende loopbaan van Dokter Winkles, het koninkrijk van haren
+vader verlaten, en zich naar Engeland begeven had, voor eene zaak, die
+als zeer gewichtig beschouwd werd. Zij was om staatsredenen verloofd
+met een zekeren Prins--en het huwelijk zou tot een gebeurtenis van
+internationale beteekenis gemaakt worden. Er was een geheimzinnig
+oponthoud ontstaan. Het Gerucht en de Verbeelding vertelden samen
+het wàarom en er ging heel wat van mond tot mond. Men sprak van een
+recalcitranten prins, die verklaard had, dat hij terwille van niemand
+een dwaas figuur wou slaan--tenminste niet zóó erg. Men sympathiseerde
+met hem. En dat is de gewichtigste kant van de zaak.
+
+Nu mag het volgende vreemd lijken, doch het is een feit, dat toen de
+Reuzen-Prinses naar Engeland kwam, zij niets afwist van het bestaan van
+nog andere reuzen. Zij had geleefd in een omgeving, waar tact bijna
+een hartstocht is en gereserveerdheid de adem des levens. Men had
+alles voor haar verborgen gehouden; men had haar van de buitenwereld
+afgesloten, zoodat zij nooit een reus gezien of ervan gehoord had,
+vóór de tijd gekomen was dat zij naar Engeland zou vertrekken. Vóór
+zij den jongen Redwood ontmoette, had zij zelfs geen flauw vermoeden,
+dat er sprake kon zijn van nog andere reuzen.
+
+In het koninkrijk van den vader der Prinses waren onherbergzame
+hooggebergten, waar zij vrij had rondgedwaald. Zij hield méér van
+den zonsopgang en van den zonsondergang en van het geheele drama
+der natuur, dan van iets anders ter wereld; doch onder een volk,
+dat zóó democratisch is en tegelijkertijd zóó koningsgezind als het
+Engelsche, werd haar vrijheid natuurlijk erg beperkt. De menschen
+kwamen met Janpleziers, met pleizier-treinen, bij heele menigten
+om haar te zien; zij fietsten lange afstanden om haar aan te gapen,
+en zij moest vroeg opstaan als zij tenminste rustig wilde wandelen.
+
+De dageraad was nog pas aangebroken, dien dag, toen de jonge Redwood
+haar ontmoette.
+
+Het groote Park bij het Paleis waar zij verblijf hield, strekte
+zich meer dan twintig mijlen ver naar het westen en zuiden van
+de westelijke poorten van het paleis uit. De kastanjeboomen der
+lanen verhieven zich hoog boven haar hoofd. En elk hunner scheen,
+terwijl zij voorbijging, te wedijveren wie van hen haar den rijksten
+bloemenschat zou aanbieden. Een tijdlang stelde zij zich tevreden
+met het zien en ruiken der mooie bloesems, doch eindelijk liet zij
+zich overhalen en begon ijverig uit te zoeken en te plukken, zoodat
+zij den jongen Redwood niet bemerkte vóór deze vlak bij haar was.
+
+Zij bewoog zich tusschen de kastanjeboomen, met den haar door het
+lot beschoren minnaar dicht bij zich, zonder dat zij het bevroedde of
+iets bemerkte. Zij stak haar handen tusschen de takken, ze afbrekend
+en vergârend. Zij was alleen op de wereld. En toen--
+
+Zij keek op en in dat oogenblik was haar lot beslist.
+
+Wij moeten onze verbeelding op zijn maat stellen, om de schoonheid
+te kunnen zien, die hij zag. Die onbenaderbare grootheid die het
+ons onmogelijk maakt ons een met haar te voelen, bestond voor hem
+niet. Daar stond zij, een gracieus meisje, het eerste schepsel, dat
+hem een waardige gezellin toeleek, licht en slank, licht gekleed,
+terwijl de frissche morgenwind haar kleed plooide om de weeke lijnen
+van haar gestalte, en met een groote massa bloeiende kastanjetakken
+in hare handen. De boord van haar kleed was open en liet de blankheid
+van haar hals en een zachte schaduwige rondheid zien, die naar hare
+schouders afdaalde en aan het oog onttrokken werd. De wind had een vlok
+haar gestolen en strekte de rood-gepunte haren over haar wangen. Haar
+oogen waren groot en blauw en om haar lippen zweefde steeds de belofte
+van een glimlach, terwijl zij tusschen de takken doorreikte.
+
+Zij wendde zich met schrik naar hem om, bemerkte hem, en een tijdlang
+deden zij niet anders dan elkaar aankijken. Het zien van hem was voor
+haar wonderbaarlijk en zóó bijna-ongelooflijk, dat het haar eenige
+oogenblikken lang iets vreeselijks toeleek. Hij was tot haar gekomen en
+had haar geschokt zooals een bovennatuurlijke verschijning dit gedaan
+zou hebben; hij verbrak al de vaste wetten van haar wereld. Hij was
+toen een jongeling van een en twintig, slank, met het donkere teint
+en den ernst van zijn vader. Hij was gekleed in sobere, zacht-bruin
+lederen, nauw-passende, doch gemakkelijk-zittende kleêren en met bruine
+kuitbroek aan, die hem goed stond en zijn figuur deed uitkomen. In
+weer en wind, hij liep blootshoofds. Zij stonden elkaar al maar aan
+te kijken--zij ongeloovig-verbaasd, en hij met snelkloppend hart. Het
+was een oogenblik zonder inleiding, de belangrijkste ontmoeting van
+hun leven.
+
+Hij was minder verbaasd. Hij had haar aldaar gezocht, en zijn hart
+klopte onstuimig. Hij ging naar haar toe, langzaam, met de oogen op
+haar gelaat gevestigd.
+
+"U is de prinses," zei hij. "Mijn vader heeft mij van u verteld. U
+is de prinses die men van het Voedsel der Goden gegeven heeft."
+
+"Ja, ik ben de Prinses,"--zei zij, met verbaasde blikken. "Maar--wie
+zijt gij?"
+
+"Ik ben de zoon van den man, die het Voedsel der Goden gemaakt heeft."
+
+"Voedsel der Goden!"
+
+"Ja, het Voedsel der Goden."
+
+"Maar--"
+
+Haar gezicht drukte de grootste verbazing uit, als begreep zij
+hem niet.
+
+"Wat is dat? Ik begrijp er niets van. Het Voedsel der Goden, zei u?"
+
+"Hebt ge daar nooit van gehoord?"
+
+"Van het Voedsel der Goden? Néén!"
+
+Zij bemerkte dat zij hevig beefde. Zij verschoot van kleur. "Ik wist
+niet," zei zij. "U wilt toch niet zeggen--?"
+
+Hij wachtte tot zij haar zin voltooien zou.
+
+"U wilt toch niet zeggen, dat er nog méér reuzen zijn?"
+
+En hij herhaalde: "Wist u dat niet?"
+
+En zij antwoordde met steeds toenemende verbazing, toen zij begon te
+begrijpen: "Neen!"
+
+De geheele wereld en de geheele beteekenis ervan begon in haar oog
+anders te worden. Een kastanjetak ontgleed haar hand. "U wilt toch
+niet zeggen, dat er nog meer reuzen op aarde zijn? Dat het een of
+ander voedsel--?"
+
+Nu was het zijn beurt om verbaasd te staan.
+
+"Maar wist u dan niets?" riep hij uit. "Had u dan nooit van ons
+gehoord? U, die door het Voedsel aan ons verwant zijt!"
+
+Er sprak nog steeds angst uit de blikken die hem aanstaarden. Haar hand
+ging naar haar keel en viel weder neer. Zij fluisterde: "Neen." Het was
+haar of zij òf weenen, òf in zwijm vallen moest. Doch een oogenblik
+later had zij hare zelfbeheersching herkregen en sprak en dacht
+zij weder duidelijk en helder. "Dit is alles voor mij verborgen
+gehouden," zeide zij. "Het is als een droom. Ik heb gedroomd--Ik heb
+van dergelijke mogelijkheden gedroomd. Doch wakend--Neen. Vertel mij
+toch alles. Alles! Wat zijt ge? Wat is dit Voedsel der Goden? Vertel
+het me langzaam--en duidelijk. Waarom heeft men voor mij verborgen
+gehouden, dat ik niet alleen sta in mijn grootte?"
+
+
+
+II.
+
+"Vertel het mij," zei zij, en de jonge Redwood begon haar bevend
+en opgewonden te vertellen--het was toèn maar een onsamenhangende
+en armelijke vertelling--van het Voedsel der Goden en van de
+Reuzenkinderen, die over de geheele wereld verspreid waren.
+
+Stel u hen voor, met opgewonden kleur en nog wat verschrikt, trachtend
+elkaar te begrijpen uit tallooze half-verstane, half-uitgesproken
+zinnen, steeds weder herhalend, en dan weder plotseling zwijgend,
+en het nog eens opnieuw beproevend--een wonder-vreemd gesprek,
+waarbij zij ontwaakte uit de onwetendheid waarin zij haar geheele
+leven verkeerd had. En heel langzaam werd het haar duidelijk, dat zij
+geen uitzondering vormde op den gewonen regel der menschheid, doch
+dat zij deel uitmaakte van een verspreide broederschap, waarvan alle
+leden van het Voedsel gegeten hadden, en die voor altijd de kleine
+verhoudingen van de menschjes onder hunne voeten ontgroeid waren. De
+jonge Redwood sprak van zijn vader, van Cossar, van de broederen die
+over het gansche land verspreid waren, van den grooten dageraad die
+grootscher willen met zich had gebracht en die in de geschiedenis der
+wereld was opgegaan. "Wij zijn in het begin van een begin," zei hij;
+"dit wereldje, dat ze nu hebben, is slechts een inleiding tot de wereld
+die het Voedsel scheppen zal. Mijn vader gelooft--en ik met hem--dat
+er een tijd zal komen, waarin kleinheid geheel uit de menschenwereld
+verdwenen zal zijn,--waarin reuzen vrijelijk over deze aarde--hùnne
+aarde zullen rondwandelen--voortdurend grooter en grootscher dingen
+verrichtend. Doch dat--dat moet nog komen. Wij zijn hiervan zelfs
+niet het eerste geslacht--wij zijn de eerste experimenten."
+
+"En van al deze dingen wist ik niets!" zeide zij.
+
+"Soms denk ik wel eens, dat wij te vroeg gekomen zijn. Natuurlijk één
+van allen moest het eerst komen. Doch de wereld was geheel onvoorbereid
+op onze komst en op de komst van al de minder groote dingen, die hunne
+grootheid aan het Voedsel ontleenden. Er zijn grove fouten begaan;
+er is strijd geweest. Het kleine menschenvolk haat ons...
+
+"Zij zijn hard jegens òns, omdat zìj zoo klein zijn... En omdat onze
+voeten zwaar neerkomen op de dingen, die hen doen leven. Doch hoe dit
+ook zij, zij haten ons nu; zij moeten niets van ons hebben--alleen
+als wij tot hunne normale grootte konden inkrimpen, zouden zij ons
+langzamerhand vergeven...
+
+"Zij zijn gelukkig in huizen, die ons gevangeniscellen toelijken;
+hunne steden zijn ons te klein. Het doet ons pijn langs hunne smalle
+wegen te loopen; wij kunnen niet mede opgaan naar hunne plaatsen
+van eeredienst...
+
+"Wij kijken over hunne muren, en over hunne verdedigingswerken;
+we kijken zonder er bij te denken door hunne bovenste vensters;
+wij houden geen rekening met hunne gewoonten; hun wetten zijn ons
+slechts een net om onze voeten...
+
+"Telkens als wij struikelen, hooren wij hen schreeuwen; telkens als wij
+hunne grenzen overschrijden, of ons opmaken tot eenige breede daad...
+
+"Als wij op ons doode gemak loopen, lijkt het hun alsof wij ergens
+wild op losstormen, en al de dingen die zij groot en wondervol achten,
+zijn voor ons niet meer dan poppen-pyramiden. De kleinheid van hun
+methodes en toepassingen en verbeeldingskracht belemmert en verslaat
+onze kracht. Er bestaan nog geen machines, die evenredig zijn aan
+de kracht onzer handen, en geen hulpmiddelen die in onze nooden
+kunnen voorzien. Zij maken onze grootte dienstbaar door duizenden
+onzichtbare handen. Wij zijn man voor man honderdmaal sterker, doch
+wij zijn ongewapend; juist onze grootte maakt ons tot schuldenaren;
+zij laten rechten gelden op het land, waar wij nu op staan; zij
+belasten onze grootere behoefte aan voedsel en onderdak, en voor al
+deze dingen moeten wij om hunne dwergen-grillen te bevredigen, zwaren
+arbeid verrichten met de werktuigen die deze dwergen voor ons maken....
+
+"Op alle mogelijke manieren belemmeren zij onze bewegingen. Al
+was het alleen maar om te leven, mòèten wij de grenzen die zij ons
+gesteld hebben wel overschrijden. Om u hier vandaag te ontmoeten,
+heb ik zelfs op verboden terrein moeten gaan. Alles wat aangenaam en
+begeerenswaardig in het leven is, stellen zij buiten ons bereik. Wij
+mogen niet in de steden komen; wij mogen niet over bruggen loopen;
+wij mogen niet loopen door hun bebouwde velden of in de wildparken
+voor het wild, dat zij dooden. Ik ben nu afgesneden van al de Broederen
+behalve van de drie zonen van Cossar, en zelfs diè doorgang wordt met
+elken dag nauwer. Het is of zij twist met ons zoèken, om ons het een
+of ander te kunnen aandoen."
+
+"Maar we zijn toch heel sterk," zeide zij.
+
+"Wij behóórden tenminste sterk te zijn, ja. Allen voelen wij--en ik,
+weet dat jij dat ook moet voelen--dat wij macht hebben, de kracht
+om groote dingen te doen, macht die in ons dringt om vrijgelaten te
+worden. Doch vóór wij iets kunnen beginnen--"
+
+Hij stak driftig een hand uit, die een wereld scheen weg te vagen.
+
+"Al heb ik ook gemeend, dat ik alleen op de wereld was," zeide zij,
+na een tijdlang gezwegen te hebben, "heb ik tòch wel over deze dingen
+nagedacht. Men heeft mij steeds geleerd, dat kracht bijna zonde was,
+dat het beter was klein te zijn dan groot, dat alle ware godsdienst
+bestond in het beschermen der zwakken en kleinen, de zwakken en
+kleinen te bemoedigen, hen te helpen zich te vermenigvuldigen en
+al maar vermenigvuldigen, totdat zij ten laatste elkaar verdringen;
+men heeft mij geleerd al ònze kracht op te offeren voor hunne zaak,
+maar... ik heb altijd getwijfeld aan wat men mij onderwees."
+
+"Dit leven," zei hij, "deze lichamen, die wij gekregen hebben, zijn
+niet om te sterven."
+
+"Neen."
+
+"En ook niet om in beuzeling door te brengen. Doch zoo wij dit laatste
+niet doen willen, is het allen Broederen nu reeds duidelijk, dat een
+strijd niet kan uitblijven. Ik kan niet zeggen hoe verbitterd de
+strijd, die spoedig komen moet, zijn zal, vóór de kleine menschen
+zullen dulden, dat wij leven op de wijze waaraan wij behoefte
+hebben. Al de Broederen hebben hier over nagedacht. Ook Cossar,
+waarvan ik je verteld heb, heeft hier over nagedacht."
+
+"Zij zijn heel klein en zwak."
+
+"Ja dat is zoo, tenminste het lijkt zoo. Maar jij weet ook, evenals ik,
+dat zij alle middelen om te dooden in handen hebben, en die ook naar
+de grootte hunner handen gemaakt zijn. Al honderdduizenden jaren lang
+hebben deze kleine menschjes, wier wereld wij overrompelen, geleerd
+hoe zij elkaar het beste en snelste kunnen dooden. Hierin zijn zij heel
+bekwaam. In meerdere dingen zijn zij zeer bekwaam. En bovendien kunnen
+zij bedriegen en zich plotseling anders voordoen dan zij zijn... ik
+weet het niet... er is strijd op til. Jij--jij bent misschien anders
+dan wij. Maar voor òns komt er zeker strijd.... Wat de menschen Oorlog
+noemen. Wij weten het. En tot op zekere hoogte bereiden wij ons er
+op voor. Maar je kent--deze kleine menschen!--wij weten niet hoe wij
+dooden moeten, tenminste wij missen de lust om te dooden--"
+
+"Zie eens," viel zij hem in de rede, en hij hoorde een toeterenden
+hoorn.
+
+Hij wendde zich om, en keek in de richting die hare oogen aanduidden
+en zag hoe een helder-gele automobiel, met een donkeren chauffeur
+met een motor-bril op, en met in bont gekleede passagiers, gillend en
+dreunend en nijdig puffend bij zijn hiel stond. Hij verplaatste zijn
+voet en het ding vervolgde met drie toornige kreten zijn lawaaierigen
+weg in de richting van de stad.
+
+"Blokkeeren tegenwoordig den weg ook al!" klonk er tot hem op.
+
+Vervolgens zeide iemand: "Zie! heb je haar wel gezien? Daar ginds
+achter de boomen staat de reuzen-prinses!" en al hun van stof-brillen
+voorziene gezichten wendden zich naar haar toe om haar aan te staren.
+
+"Nee maar, hoor es," zei een derde. "Dat gaat niet aan"...
+
+"Dit alles," zeide zij, "verbaast mij meer dan ik zeggen kan."
+
+"Dat ze je van dit alles niets gezegd hebben," zei hij en voltooide
+zijn zin niet.
+
+"Vóór je mij ontmoette, had ik geleefd in een wereld waarin ik
+groot en--alléén was. Maar toch had ik mijn leven hier zoo goed
+mogelijk aangepast. Ik dacht eerst, dat ik het slachtoffer was van
+een gril der natuur. En nu is mijn wereldje in een half uur in elkaar
+gevallen, en ik zie een andere wereld, andere voorwaarden, ruimere
+mogelijkheden--kameraadschap--"
+
+"Kameraadschap," antwoordde hij.
+
+"Je moet me nog wat meer vertellen, nog véél meer," zeide zij. "Weet
+je, dit alles vaart door mijn geest als een verhaal dat mij verteld
+wordt. Zelfs jij... Binnen een dag of wat zal ik misschien in je
+kunnen gelooven. Maar nu--nu droom ik... Luister!"
+
+De eerste slag van een klok bovenop de paleisgebouwen ver weg drong
+tot hen door. Elk telde werktuigelijk tot "zeven."
+
+"Nu moet ik weg," zeide zij. "Zij zullen nu net ongeveer de bowl
+met mijn koffie het vertrek waarin ik slaap binnendragen. De kleine
+lakeien en bedienden--je kunt je haast niet voorstellen hoe ernstig
+die zijn--zijn nu al weer druk bezig aan hunne werkzaamheidjes."
+
+"Zij zullen zich wel verwonderen, waar... maar ik wil met je praten."
+
+Zij dacht na.--"Maar ik wil er ook over denken. Ik wensch nu alléén
+er over na te denken, en tot klaarheid te komen in deze algeheele
+verandering der dingen, en de oude eenzaamheid weg te denken en jou en
+al die anderen in mijn wereld in te denken... Ik moet nu heen. Vandaag
+zal ik teruggaan naar mijn oude plaats in het kasteel, en morgen,
+als de dageraad aanbreekt, zal ik hier weder komen."
+
+"Ik zal je hier opwachten."
+
+"Den geheelen dag zal ik droomen van deze nieuwe wereld die je mij
+gegeven hebt. Ik kan het nu zelfs nog haast niet gelooven--"
+
+Zij deed een schrede achterwaarts en nam hem op van het hoofd tot de
+voeten. Hunne blikken ontmoetten elkaar en bleven een oogenblik vast
+op elkaar gericht.
+
+"Ja," zeide zij, met een lachje, dat bijna een snik was. "Je bent tòch
+werkelijk. Maar het is zoo wondervreemd! Denk je--werkelijk--? En als
+ik nu morgen eens hier kwam, en ik vond--dat je net zoo'n dwerg was
+als de anderen!--Ja, ik moet over alles nog eens nadenken. En daarom,
+voor vandaag--zooals de kleine menschen doen--"
+
+Zij stak haar hand uit, en voor de eerste maal raakten zij elkander
+aan. Zij hielden elkaar's hand stevig vast en hunne blikken ontmoetten
+elkaar weder.
+
+"Voor vandaag--goedendag," zeide zij. "Vaarwel! Vaarwel, Broeder Reus!"
+
+Hij aarzelde, alsof hij nog iets wilde zeggen, en eindelijk zei hij
+eenvoudig "goedendag."
+
+Een tijdlang hielden zij elkaar's hand vast, en keken elkaar vorschend
+aan. En nadat zij van elkaar gegaan waren, keek zij nog verscheidene
+malen half weifelend naar hem om, en bleef staan op de plaats waar
+zij elkaar ontmoet hadden...
+
+Zij liep dwars over het plein van het Paleis hare vertrekken binnen
+als een die in den slaap wandelt, met een grooten kastanje-tak,
+die slap in hare hand hing.
+
+
+
+III.
+
+De twee ontmoetten elkaar, alles bij elkaar genomen, veertien maal
+vóór het begin van het einde. Zij kwamen samen in het Groote Park, of
+op de hoogten en in de passen van het moer, dat doorsneden werd door
+ruwe wegen en hier en daar begroeid was met sombere pijnbosschen, en
+dat zich naar het zuidwesten uitstrekte. Tweemalen hadden zij elkaar
+ontmoet in de groote kastanjelaan, en vijf malen aan den breeden,
+aangelegden vijver, die de koning, haar grootvader, had doen graven. Er
+was daar een plek waar een groot, mooi-glad grasperk, dat met hooge
+coniferen bezet was, gracieus afhelde naar den waterkant, en daar
+placht zij dan te gaan zitten, en hij legde zich aan hare knieën
+neder, keek op naar haar gelaat en praatte; hij verhaalde haar van
+alles wat voorgevallen was, en van het groote werk, dat zijn vader hem
+opgedragen had te volbrengen, en van den grooten en verruimden droom
+van al wat het reuzenvolk eens zijn zoude. Gewoonlijk kwamen zij bij
+elkaar bij het aanbreken van den dageraad, doch eens ontmoetten zij
+elkaar in den middag en zagen weldra, hoe zij omringd werden door
+een menigte van loerende luisteraars, fietsrijders en voetgangers,
+die allen van uit de struiken naar hen gluurden, ritselend (zooals
+de musschen soms ritselen in de boschjes om u heen in de Londensche
+parken) tusschen de dorre bladeren in de bosschen, het meer komend
+afroeien in booten naar een punt, vanwaar zij hen konden zien, en
+trachtend hen zoo dicht te naderen, dat zij hen goed konden zien en
+hooren. Dit was voor de twee reuzen de eerste aanduiding van de groote
+belangstelling die de geheele streek in hunne samenkomsten stelde. En
+eens--het was de zevende maal, en verhaastte het schandaal nog--kwamen
+zij samen op het frissche moerland bij helder maanlicht en fluisterden,
+want de nacht was warm en stil. Zeer spoedig hadden zij het bewustzijn
+verloren, dat in en door hen een nieuwe wereld van reusachtige dingen
+zich vormde in de aarde, en dachten zij niet langer over den grooten
+strijd tusschen klein en groot, waarin zij blijkbaar voorbeschikt
+waren een rol te spelen, en dachten zij slechts aan meer persoonlijke
+en grooter belangen. Telkens als zij elkaar ontmoetten en met elkaar
+spraken en elkaar aanzagen, leerden zij iets meer begrijpen, dat er
+iets dierbaarders en wondervollers dan enkel vriendschap in hun gevoel
+voor elkaar was, en overal met hen meeging en hunne handen elkaar
+deed zoeken. En binnen zeer korten tijd vonden zij het woord zelf en
+waren zij minnenden, de Adam en Eva voor een nieuw geslacht op aarde.
+
+Zij schreden tezamen de wonderschoone vallei der liefde in, met hare
+diepe en vredige plaatsen. De wereld om hen nam een geheel ander
+aanzicht aan, naarmate zij zelven anders gestemd waren, totdat weldra
+een schoonheid als van het Heilige der Heiligen hunnen samenkomsten
+weldra omgaf en de sterren niet anders dan bloemen van licht waren
+onder de voeten hunner liefde, en de dageraad en de zonsondergang de
+kleurige draperiën langs hunnen weg. Zij waren niet langer wezens van
+vleesch en bloed voor elkaar en voor zichzelven; zij werden tot een
+belichaamd weefsel en voor zichzelven; zij werden tot een beschaamd
+weefsel van teederheid en verlangen. Eerst fluisterden zij en toen
+zwegen zij geheel en naderden elkaar àl meer en staarden in elkaar's
+door de maan verlichte, schemerige gezichten onder den oneindigen
+boog des hemels. En de stille donkere pijnboomen stonden om hen
+als wachters.
+
+De weerklinkende schreden van den tijd werden tot stilte gebracht en
+het leek hen alsof het heelal onbeweeglijk om hen heen hing. Alleen
+de klop hunner harten was hoorbaar. Zij leken samen te leven in
+een wereld waar geen dood meer was, en dit was werkelijk zoo in
+hun gevoel. Het leek hen toe, dat zij peilden, en werkelijk peilden
+zij zulke verborgen heerlijkheden in het hart der dingen als nooit
+te voren door iemand bereikt was. Zelfs voor lage en kleine zielen
+is de liefde een openbaring van groote heerlijkheden. En dit waren
+reuzen-geliefden, die van het Voedsel der Goden gegeten hadden...
+
+Stel u de zich steeds méér verspreidende schrik in deze goed-geordende
+wereld voor, toen het bekend werd dat Hare Doorluchtigheid de Prinses,
+die koninklijk bloed in de aderen had en die verloofd was met den
+Prins! samenkwam,--dikwijls samenkwam--met den overvoeden telg van
+een gewonen professor in de chemie, een schepsel zonder rang, zonder
+positie, zonder rijkdom, en met hem praatte alsof er geen Koningen en
+Prinsen waren, geen orde, geen eerbied--niets dan Reuzen en Dwergen
+op aarde. Zij praatte met hem en men was er maar al te zeker van,
+dat zij hem als haar minnaar beschouwde.
+
+"Als de krantenlui er de lucht van krijgen!" zei Sir Arthur Poedel
+Laarslik...
+
+"Ik heb hooren zeggen"--fluisterde de oude bisschop van Frumps...
+
+"Weer een nieuwtje boven," zei de eerste lakei, terwijl hij hier en
+daar knabbelde aan dessert-dingen. "Voor zoover ik er uit wijs kon
+worden, is die reuzen Prinses--"
+
+"Men zegt--" zei de juffrouw die den winkel in kantoor- en
+schrijfbehoeften bij den hoofdingang van het paleis hield, en bij wie
+de kleine Amerikanen hun kaartjes nemen voor de Statie-Vertrekken...
+
+En vervolgens:
+
+"Wij kunnen uit goede bron tegenspreken--" zei "Picaroon," in "Het
+Babbeltje."
+
+En aldus kwam het geheele geval uit en ontstond al de last voor de
+twee minnenden.
+
+
+IV.
+
+"Ze zeggen, dat wij scheiden moeten," zei de Prinses tot haar geliefde.
+
+"Maar waarom?" riep hij uit. "Wat hebben die kleine wezens zich nu
+weêr voor zotternij in het hoofd gehaald?"
+
+"Weet je wel," vroeg zij, "dat mij liefhebben hoogverraad is?"
+
+"Lief," riep hij uit, "wat komt het er alles op aan? Wat kan ons hun
+recht--recht zonder een zweem van redelijkheid--en hun hoogverraad
+en hun trouw aan den koning schelen?"
+
+"Dat zal ik je vertellen," zeide zij, en vertelde hem van al wat men
+tot haar gezegd had.
+
+"Zoo'n typisch klein mannetje als er toch op me af kwam, met een
+zachte, prachtig gemoduleerde stem, een gladjes daarheenloopend
+heertje, dat zijdelings de kamer in kwam, net als een kat, en dat
+zijn mooie witte handje zóó opstak, telkens als hij iets gewichtigs te
+zeggen had. Hij is kaal, maar natuurlijk niet heelemaal, en zijn neus
+en gezicht zijn klein en rozig als van een bazuinengeltje, en zijn
+baard is allerliefst in een punt geknipt. Hij deed verscheidene malen
+alsof hij erg onder den indruk was, en liet zijn oogen schitteren. Weet
+je, hij is een warm aanhanger van de koninklijke familie hier, en
+hij noemde mij zijn "waarde jonge dame," en was van het begin af
+erg deelnemend. "M'n waarde jonge dame, u móógt zoo niet voortgaan,"
+zei hij verscheidene malen en vervolgens: "u hebt plichten."
+
+"Waar vormen ze toch zulke mannetjes?"
+
+"O, hij mag zoo iets juist wel," zeide zij.
+
+"Maar ik begrijp niet--"
+
+"Hij zei heel ernstige dingen tegen me."
+
+"Je gelooft toch niet, dat er iets zit in wat hij zei?" zei hij,
+zich plotseling tot haar wendend.
+
+"Zéker zit er iets in," zeide zij.
+
+"Je meent dat--?"
+
+"Ik meen, dat, zonder dat we 't zelf wisten, wij op de heiligste
+concepties van dit kleine volkje hebben getreden. Wij, die koninklijk
+bloed in onze aderen hebben, zijn een op zichzelfstaande klasse. Wij
+zijn gevangenen die aangebeden worden, speelgoed om in processies
+medegevoerd te worden. Wij betalen voor deze hulde met het verlies
+van--onze vrijheid. En ik had dien prins moeten huwen--Maar van
+hèm weet je niets. Nu, 't is een dwerg Prinsje. Hij is niet van 't
+minste belang... Het schijnt, dat het den band tusschen mijn land en
+een ander hechter gemaakt zou hebben. En ook dìt zou er voordeel van
+gehad hebben. Stel je es voor!--de band hechter maken!"
+
+"En wat nu?"
+
+"Zij wenschen, dat ik in dezelfde verhouding tot hem blijf staan
+alsof er niets tusschen òns bestond."
+
+"Niets tusschen ons!"
+
+"Ja, maar dat is nog niet alles. Hij zei--"
+
+"Je specialiteit in takt?"
+
+"Ja. Hij zei, dat het beter voor jou en beter voor alle reuzen zou
+zijn als wij tweeën--ons onthielden van met elkaar te spreken. Zóó
+zei hij het."
+
+"Maar wat willen ze dan doen, gesteld dat we eens doen wat zij
+verlangen?"
+
+"Hij zei, dat jij je vrijheid dan zou kunnen krijgen."
+
+"Ik!"
+
+"Hij zei, met nadruk, "m'n waarde jonge dame, het zou heusch beter
+zijn, het zou waardiger zijn, als ge uit eigen vrijen wil van elkaar
+scheiddet." Dat zei hij, en legde den nadruk op "uit vrijen wil."
+
+"Maar--! Maar wat hebben deze ellendige kleine peuters er eigenlijk
+mee te maken, waar en hoe wij elkaar liefhebben! Wat hebben zij en
+hun heele wereldje met ons uit te staan?"
+
+"Zij denken er anders over."
+
+"Natuurlijk," zei hij, "geef je niets om wat zij zeggen."
+
+"Het lijkt me wel héél dwaas toe."
+
+"Dat hunne wetten ons willen binden! Dat wij, in de eerste lente
+van ons leven, ons ons geluk zouden laten ontnemen door hun oude
+engagementen en hun redelooze oude instellingen. O--! Maar wij zullen
+er ons niet aan storen."
+
+"Ik ben de jouwe. In zooverre heb je gelijk, ja."
+
+"In zooverre? Is dat dan niet alles?"
+
+"Maar ze--Als ze ons nu eens willen scheiden--"
+
+"Wat zouden ze kunnen beginnen?"
+
+"Ik weet het niet. Wat kùnnen ze doen?"
+
+"Wie geeft er wat om wat zij kunnen doen, of wat ze zùllen doen. Ik
+behoor jou en jij mij. Verder is er niets. Ik ben de jouwe en jij de
+mijne voor eeuwig. Denk je, dat ik je zou laten varen om hun kleine
+wetjes, en hun kleine verbodjes, en hun roode waarschuwingsbordjes,
+jawel!--en van jòu wegblijven?"
+
+"Ja. Maar toch, wat kunnen ze ons doen?"
+
+"Je bedoelt", zeide hij, "wat wij moeten doen?"
+
+"Ja."
+
+"Wij? wij gaan onzen gang."
+
+"Maar als ze ons dat nu eens willen beletten?"
+
+Hij balde de vuisten. Hij keek om zich heen alsof de kleine menschjes
+er reeds aankwamen om het hem te beletten. Toen wendde hij zich van
+haar af en staarde in de verte. "Ja," zei hij, "je hadt gelijk met
+te vragen "wat kunnen ze doen?""
+
+"Hier in dit kleine landje," zeide zij, en zweeg toen.
+
+Hij scheen alles te overzien. "Ze zijn overal."
+
+"Maar we konden--"
+
+"Waarheen?"
+
+"We zouden heen kunnen gaan. We zouden samen de zeeën kunnen
+overzwemmen. Aan de overzijde--"
+
+"Ik ben nooit aan de andere zijde van de zee geweest."
+
+"Daar zijn groote, eenzame bergen, waartusschen wij niet meer zouden
+lijken dan kleine menschjes, daar zijn afgelegen en verlaten valleien,
+nog onbekende meren en met sneeuw bedekte hooglanden, nog niet betreden
+door een menschenvoet."
+
+"Daar--"
+
+"Doch om daar te komen, moeten wij ons iederen dag door millioenen
+en millioenen menschen heen vechten."
+
+"Het is onze eenige hoop. In dit dichtbevolkte land is geen
+toevluchtsoord voor ons. Waar zouden wij moeten wonen temidden
+van al deze millioenen? Zij die zoo klein zijn, kunnen zich voor
+elkaar verbergen, doch waar moeten wij ons verschuilen? Er is geen
+plaats waar wij zouden kunnen eten, geen plek om te slapen. Als we
+vluchtten--zouden zij dag en nacht onze schreden volgen."
+
+Toen viel hem iets in.
+
+"Er is één plaats," zei hij, "zelfs op dit eiland."
+
+"Waar?"
+
+"De plaats die onze Broeders ginds gemaakt hebben. Zij hebben groote
+aarden wallen om hun huis opgeworpen, aan noord- en zuid-, oost- en
+westkant; zij hebben diepe groeven en verborgen plaatsen, en straks
+nog--kwam er een bij mij. Hij zei--ik luisterde niet aandachtig naar
+wat hij zei. Maar hij sprak van wapenen. Mogelijk--dat we daar een
+schuilplaats zouden vinden..."
+
+Na lang gezwegen te hebben, zei hij: "ik heb onze Broeders in
+verscheidene dagen niet gezien... Liefste! ik heb gedroomd, en heb
+alles om me heen vergeten! De dagen zijn voorbijgegaan en ik heb
+niets gedaan dan uitgekeken naar het oogenblik, dat ik je weer zou
+zien... Ik moet met hen gaan spreken en hen van jou vertellen en van al
+de dingen die ons boven het hoofd hangen. Als zij ons helpen willen,
+kunnen zij ons helpen. Dàn zou er hoop voor ons zijn. Ik weet niet
+hoe sterk hun plaats is, maar zonder twijfel zal Cossar haar erg
+versterkt hebben. Hiervóór--vóór jij mij ontmoette, herinner ik me,
+dat er ook al onheil broedde. Toen was er eens een verkiezing--dat is
+als de kleine menschen de zaken opknappen door het aantal hoofden te
+tellen. Maar die verkiezing moet nu al voorbij zijn. Toen werden er
+bedreigingen geuit tegen ons geheele ras--dat wil zeggen, tegen ons
+geheele ras, behalve jou. Ik moet met onze Broeders gaan spreken. Ik
+moet ze vertellen van al wat er tusschen ons is voorgevallen, en van
+alles dat ons nu bedreigt."
+
+De volgende maal dat zij elkaar zouden ontmoeten, moest zij eenigen
+tijd wachten vóór hij kwam. Zij zouden dien dag tegen twaalf uur bij
+elkaar komen in een gedeelte van het park dat in een bocht langs de
+rivier liep, en terwijl zij zuidwaarts uitkeek, haar hand boven de
+oogen houdend, viel het haar op dat alles heel stil was, ja, dat de
+stilte drukkend was. En toen bemerkte zij, dat niettegenstaande het
+reeds zoo laat was, haar gewoon gevolg van vrijwillige spionnen niet
+tegenwoordig was. Rechts en links, waar zij ook keek, was niemand te
+zien, en er was geen enkele boot in de zilveren bocht der Theems. Zij
+trachtte voor deze vreemde stilte om haar een verklaring te vinden...
+
+En toen zag zij tot haar blijdschap, den jongen Redwood aankomen,
+boven een open plek uit, tusschen de boomen die haar het uitzicht
+belemmerden.
+
+Een oogenblik onttrokken de boomen hem aan haar gezicht en toen zag zij
+hem er zich weder doorheen breken. Zij zag wel, dat er iets ongewoons
+had plaats gegrepen, en toen zag zij, dat hij harder liep dan anders
+en dat hij hinkte. Hij wenkte haar en zij liep naar hem toe. Zijn
+gezicht werd nu duidelijker zichtbaar, en zij zag met bezorgdheid,
+dat zijn gelaat bij iedere schrede pijnlijk vertrok.
+
+Zij snelde naar hem toe, met het hoofd vol vragen en onbestemden
+angst. Hij bereikte haar en hijgde zonder haar eerst te groeten:
+
+"Moeten wij scheiden?"
+
+"Neen," antwoordde zij. "Waarom? Wat is er?"
+
+"Maar als we niet van elkaar gaan--! Het ìs al zoover."
+
+"Wat is er dan?"
+
+"Ik wil niet van je scheiden," zei hij. "Maar--"
+
+Hij zweeg plotseling en vroeg een oogenblik later: "dus je wilt niet
+van mij scheiden?"
+
+Zij keek hem met vasten blik in de oogen. "Wat is er gebeurd?" drong
+zij aan.
+
+"Ook niet voor een tijd?"
+
+"Wat voor een tijd?"
+
+"Voor jaren misschien."
+
+"Scheiden! Neen!"
+
+"Heb je alles goed gewikt en gewogen?" hield hij aan.
+
+"Ik wil niet scheiden." Zij vatte zijn hand. "Al moest ik nu op dìt
+oogenblik sterven, zou ik je niet laten gaan."
+
+"Al moest je op dit oogenblik sterven," zei hij, en zij voelde,
+dat zijn vingers haar hand omknelden.
+
+Hij keek om zich heen alsof hij vreesde de kleine menschen al te zien
+aankomen terwijl hij nog sprak. En toen: "het is heel wel mogelijk,
+dat het ons het leven kost."
+
+"Vertel mij nu wat er gebeurd is," zeide zij.
+
+"Zij probeerden mijn gaan hierheen te belemmeren."
+
+"Hoe?"
+
+"En toen ik uit mijn werkplaats kwam, waar ik het Godenvoedsel voor
+de Cossars maak, om in voorraad te houden in hun kamp, zag ik een
+klein inspecteurtje van politie--een man in het blauw gekleed, met
+schoone witte handschoenen aan--die mij wenkte stil te staan. "Deze
+weg is voor u afgesloten!" zei hij. Dit was geen bezwaar voor mij;
+ik liep om mijn werkplaats heen naar een anderen weg die westwaarts
+loopt, en daar stond er weer een. "Hier kunt u niet door!" zei hij
+en voegde erbij: "alle wegen zijn voor u afgesloten!"
+
+"En toen?"
+
+"Ik redeneerde wat met hem. "Dit zijn publieke wegen!" zei ik.
+
+"Precies," zei hij. "U maakt ze onbegaanbaar voor het publiek."
+
+"Heel goed," zei ik, "dan zal ik de landen overgaan," en toen sprongen
+er nog anderen op van achter heggen en zeiden "deze akkers zijn
+privaat eigendom."
+
+"Loop naar den duivel met je publiek en je privaat eigendom," zei
+ik, "ik ga naar mijn Prinses," en ik bukte me en nam er een heel
+voorzichtig op--hij schopte en schreeuwde erg--en zette hem uit den
+weg. In een oogwenk leken de velden om mij te leven van hardloopende
+mannen. Ik zag er een te paard naast mij voort hollen, die iets voorlas
+onder het rijden--of liever, hij schreeuwde het. Hij hield op, wendde
+zijn paard om, en galoppeerde weg--met gebogen hoofd. Ik begreep er
+niets van. En toen hoorde ik achter mij het knallen van geweren."
+
+"Geweren!"
+
+"Geweren--net alsof zij op ratten schoten. De kogels floten door de
+lucht met een geluid alsof er iets scheurde: een stak me in het been."
+
+"En wat deed jij?"
+
+"Ik liep door naar jou, en liet hen achter, schreeuwend en rennend
+en op me schietend."
+
+"En nu--"
+
+"Nu?"
+
+"Dit is slechts een begin. Zij zijn vastbesloten ons te scheiden. Zelfs
+op dit oogenblik achtervolgen ze mij. Wij willen niet scheiden."
+
+"Neen. Maar als we niet scheiden willen--dan moet je met me mee naar
+de Broeders."
+
+"Welken kant?" zeide zij.
+
+"Naar het oosten. Van gindschen kant zullen mijne vervolgers komen. Dus
+dit is de weg dien wij moeten volgen. Deze laan af. Laat mij voorgaan,
+zoodat als zij wachten--"
+
+Hij deed een schrede voorwaarts, doch zij had zijn arm gevat.
+
+"Neen," riep zij uit. "Ik wil dicht bij je blijven, je
+vasthouden. Misschien dat ze, omdat ik van koninklijken bloede en dus
+heilig ben, dat ze niet zullen durven schieten. Als ik je vasthoud--God
+gave, dat we konden vluchten terwijl ik mijn armen om je heengeslagen
+hield! dan zouden ze misschien niet op je schieten--"
+
+Zij hield zijn schouder vast, en vatte zijn hand terwijl zij nog sprak;
+zij drong zich dichter tegen hem aan. "Mogelijk dat ze dan niet op je
+schieten," herhaalde zij, en met plotselinge teederheid nam hij haar
+in zijne armen en kuste haar op de wang. Zóó hield hij haar eenigen
+tijd vast.
+
+"Zelfs al kost het ons den dood," fluisterde zij.
+
+Zij sloeg haar armen om zijn hals en hief haar gelaat tot het zijne.
+
+"Liefste, kus mij nog eenmaal."
+
+Hij trok haar naar zich toe. Stilzwijgend kusten zij elkaar op de
+lippen, en hielden elkaar nog een oogenblik omklemd. En toen, terwijl
+zij voortdurend trachtte haar lichaam dicht bij het zijne te houden,
+gingen zij hand in hand op weg om te trachten het veilige kamp der
+zonen van Cossar te bereiken, vóór de hen achtervolgende menschjes
+hen achterhaalden.
+
+En terwijl zij het gedeelte van het park achter het kasteel dóorstaken,
+kwamen er tusschen de boomen ruiters aan galoppeeren, die tevergeefs
+trachtten hun reuzenpassen bij te houden. En een oogenblik later
+zagen zij voor zich huizen en mannen, die met geweren de huizen kwamen
+uitloopen. Toen zij dit zag, deed zij hem omkeeren hoewel hij wilde
+doorgaan en strijd leveren, en sloegen zij af naar het zuiden.
+
+Terwijl zij vluchtten vloog een kogel rakelings over hunne hoofden.
+
+
+
+
+
+
+
+HOOFDSTUK III.
+
+DE JONGE CADDLES IN LONDEN.
+
+
+I.
+
+Geheel onbewust van den gang van zaken, niets wetend van de wetten
+die zich steeds nauwer samentrokken om al de Broederen, ja, zelfs
+niet wetend dat er een Broeder leefde op aarde, koos de jonge Caddles
+dezen tijd uit om uit zijn krijtgroeve te komen en de wereld te gaan
+zien. Door zijn somber gepeins kwam hij hièr eindelijk toe. Hij
+kreeg in Cheasing Eyebright geen antwoord op al zijn vragen; de
+nieuwe dominé was nòg minder verlicht dan de oude, en het raadsel
+van zijn doelloozen arbeid werd eindelijk zoo groot, dat hij het niet
+langer dragen kon. "Waarom moet ik hier dag in dag uit in deze groeve
+werken?" vroeg hij. "Waarom zou ik me binnen zekere grenzen houden,
+en zou ik al de wonderen van de wereld daarbuiten niet mogen zien? Wat
+heb ik gedaan, dat ik hiertoe veroordeeld ben?"
+
+En op zekeren dag stond hij op, rekte zich uit, en zeide met luider
+stem: "Neen! ik doe 't niet langer," en toen verwenschte hij de
+groeve met kernachtige taal. En toen, daar hij niet rad van tong
+was, trachtte hij zijn gedachten in daden uit te drukken. Hij nam een
+lorrie, die half met krijt gevuld was en keilde hem met een smak tegen
+een anderen aan. Toen greep hij een heele rij leege lorries en gooide
+ze een glooiing af. Hij smeet er een reusachtig krijtblok tusschen
+dat aan stukken vloog, en brak toen met één krachtigen schop van zijn
+voet ongeveer twaalf rails op. Aldus begon hij op nauwgezette wijze
+de groeve te vernielen.
+
+"'k Zou nog liever, dan hier al mijn dagen in te werken," zei hij.
+
+De kleine geoloog dien hij, in zijn abstractie, over het hoofd
+gezien had, beleefde een angstige vijf minuten. Nadat dit arme wezen
+ternauwernood twee rotsblokken ontweken was, vluchtte hij door den
+westelijken uitgang, den heuvel over, met zijn knapzak dansend op zijn
+rug en met glanzende beentjes die in een kuitbroek gestoken waren,
+en liet een spoor van krijtachtige echinodermata achter zich, terwijl
+de jonge Caddles, voldaan over de verwoesting die hij aangericht had,
+met groote passen naar buiten kwam om zijn fortuin in de wereld te
+gaan zoeken.
+
+"Ik zou nog liever dan in die ouwe rot-groef te werken, tot ik
+doodga en rot en stink!" Wat voor 'n wurm dachten ze wel, dat in
+mijn reuzenlichaam huisde? Krijtgraven voor god weet wat een onzinnig
+doel. 'k Zou je danken!..
+
+De richting van den weg, of van de spoorlijn misschien, deed hem
+den kant naar Londen opgaan, en daar kwam hij opaan stappen, over
+de Duinen, dwars over de weiden, in den heeten namiddag, tot groote
+verbazing van de wereld. Het had voor hem geen beteekenis, dat er aan
+iederen muur en schuur verscheurde roode en witte aanplakbiljetten
+fladderden, waarop verschillende namen te lezen waren.
+
+Hij wist niets van de verkiezings-revolutie die Caterham, "Jack
+de Reuzendooder" plotseling op het kussen gebracht had. Het wilde
+voor hem niets zeggen, dat op elk aanplakbord aan elk politiebureau
+langs zijn weg, aangeplakt was wat bekend stond als Caterham's ukase,
+proclameerend dat geen reus, of eenig ander persoon boven de acht voet,
+zich verder dan vijf mijlen buiten zijn "woonplaats" mocht begeven,
+zonder speciale vergunning. Het zei hem niets, dat achter hem aan
+constabels, die hem niet bij konden houden, en voor wien het een ware
+opluchting was dat ze dit niet konden, waarschuwende biljetten achter
+zijn verdwijnenden rug schudden. Hij wilde zien wat er in de wereld te
+zien was, de arme ongeloovige domme jongen, en hij was niet van plan
+zich te laten ophouden door lieden die nu en dan nijdig "ho" tegen hem
+schreeuwden. Hij liep voort door Rochester en Greenwich op een steeds
+compacter wordende huizenmassa toe; hij liep nu tamelijk langzaam,
+verbaasd om zich heen ziend, en met zijn geweldig houweel zwaaiend.
+
+De Londenaars hadden tevoren al wel iets van hem gehoord, hoe hij een
+beetje idioot was, doch erg zachtzinnig, en wonderwel in toom gehouden
+door Lady Wondershoot's rentmeester en den predikant; hoe hij op zijn
+suffe manier hoog tegen deze autoriteiten opzag en dankbaar was voor
+de zorg, die zij aan hem besteedden, en zoo voort. Zoodat, toen men
+dien middag op de plakkaten der nieuwsbladen [16] las, dat ook hij
+het werk neergelegd had, het velen toeleek dat het een afgesproken
+zaak was. "Zij willen onze kracht op de proef stellen," zeiden de
+passagiers in de treinen, die van hun kantoor naar huis gingen.
+
+"'t Is maar goed dat we nu Caterham hebben."
+
+"Dat is het antwoord op zijn proclamatie."
+
+De lieden in de societeiten wisten er meer van. Zij verdrongen zich
+allen om het telegraaflint of praatten in groepen in hunne rookzalen.
+
+"Hij is ongewapend. Als hij wist wat daar gaande was, zou hij naar
+Sevenoaks gaan."
+
+"Caterham zal wel weten hoe hij hem klein moet krijgen."
+
+De winkeliers vertelden het hun klanten. De kellners in restaurants
+braken er een oogenblik tusschen de schotels uit om een avondblad
+te lezen. De huurkoetsiers lazen het dadelijk na het wedren-nieuws
+ingekeken te hebben... Op de plakaten van het voornaamste
+regeeringsavondblad stond met vette letters te lezen van "De koe bij
+de horens vatten"--Anderen trachtten effect te bereiken met: "Reus
+Redwood gaat voort met de prinses te ontmoeten." "De Echo" volgde een
+geheel eigen methode: "Berichten van Opstand onder de Reuzen in het
+Noorden van Engeland. De Sunderland Reuzen op weg naar Schotland." De
+"Westminster Gazette" liet haar gewone waarschuwende klanken hooren.
+
+"Reuzen, Laat af," zei de "Westminster Gazette," en trachtte uit het
+geval iets te halen, dat dienstig kon zijn om de Liberale Partij weder
+te vereenigen--waarin ten dien tijde vreeselijke scheuring ontstaan
+was door zeven intens-egoïstische leiders. In de latere bladen kwam
+meer eenheid. "De Reus op den New Kent Road," luidde hun aankondiging.
+
+"Ik wou wel es weten," zei de bleeke jongeling in de theezaak,
+"waarom we niets hooren van de jonge Cossars. Je zoudt anders kunnen
+verwachten dat zij zich meer dan een van de anderen zouden roeren..."
+
+"Ik heb hooren zeggen, dat er wéér een van die jonge reuzen op pad
+is," zei de buffetjuffrouw, een glas afdrogend. "Ik heb altijd gezegd
+dat't gevaarlijke kerels waren om zoo maar los te late' loope'. 'k Heb
+'t al dàdelijk gezegd.... Ze moesten d'r 'n stokje voor steke'. Ik
+'oop maar, in elk geval, dat ie deze kant niet uitkomt."
+
+"Ik wou 'm anders wel es zien," zei de jonge man voor het buffet
+snoeverig, en voegde erbij "'k heb de Prinses óók gezien."
+
+"Denk je dat ze 'm wat doen zulle'?" zei de buffetjuffrouw.
+
+"Zulle' misschien wel moete'," zei de jonge man die voor den toonbank
+stond, zijn glas leegdrinkend.
+
+En temidden van tien millioen dergelijke praatjes kwam de jonge
+Caddles naar Londen...
+
+
+
+II.
+
+Ik denk aan den jongen Caddles altijd terug zooals men hem
+op den Nieuwen Kentschen weg zag, met de warme stralen der
+ondergaande zon op zijn verbaasd gezicht. De weg was overvol van
+omnibussen, trams, wagens, karren, trolleys, fietsers, auto's en
+een menigte-in-verbazing--straatslijpers, vrouwen, kindermeisjes,
+winkelende vrouwen, kinderen, vermetele melkbaarden--die alle achter
+zijn moeilijk-bewegende voeten aankwamen. De schuttingen waren overal
+slordig van de verscheurde verkiezingsbiljetten. Een gekakel van
+stemmen rees en daalde om hem. Ge kunt u de klanten en winkeliers
+zich zien verdringen in de deuren, de gezichten die aan vensters
+verschenen en weder verdwenen, de kleine straatjongens hardloopend en
+schreeuwend, de politieagenten die het allen heel stijfjes en kalmpjes
+opnamen, de werklieden hun karwei neerleggend op de steigers en al de
+dooreenkrioelende mengelmoes van kleine menschjes. Zij schreeuwden hem
+toe, vage aanmoedigende woorden of nauw-verstaanbare beleedigingen,
+de stomme pakmoppen van den dag, en hij keek verbaasd op hen neer,
+naar zulk een menigte van levende wezens als hij zich nooit op aarde
+gedacht had.
+
+Naarmate hij verder in Londen vorderde moest hij hoe langer hoe
+langzamer loopen, daar de kleine menschjes zich zoo om hem heen
+verdrongen. De menigte werd bij iedere schrede dichter en eindelijk,
+op den hoek waar twee drukke straten bij elkaar kwamen, stond hij stil,
+en de menigte vloeide als het ware om hem heen en sloot hem in.
+
+Daar stond hij, met zijne voeten een eindje van elkaar, met zijn rug
+tegen een grooten hoogen kroeg die wel tweemaal zoo hoog was als hij,
+en in de lucht eindigde in een reclame bord. Hij staarde neer op de
+dwergen en verwonderde zich al meer--zonder twijfel trachtend dit
+alles in verband te brengen met de andere dingen van zijn leven, met
+de vallei tusschen de lage heuvellanden, de minnaars die hij bij avond
+betrapte, het zingen in de kerk, het krijt dat hij dagelijks afbikte,
+en met instinct, den dood en de lucht, trachtend den samenhang en
+beteekenis van dit alles te vinden. Hij stond daar met gefronste
+wenkbrauwen. Hij hief zijn enorme hand om er mede door zijn haar te
+varen, en kermde luid.
+
+"Ik zie het niet", zeide hij.
+
+Men verstond zijn dialect niet. Een luid gekakel rees over de open
+ruimte--een gebabbel waartusschen de gongs der trams, die hardnekkig
+hun weg door de menigte bleven ploegen, uitklonken, zooals roode
+klaproozen tusschen het koren uitsteken. "Wat zei ie?" "Zei dat ie
+'t niet begreep." Hij zei "waar is de zee?" Hij zei "waar kan ik toch
+gaan zitten?" "Hij wil gaan zitten." "Kan die idioot dan niet boven
+op een huis of iets dergelijks gaan zitten?"
+
+"Wat is jelui doel, jelui kleine krioelende menschjes? Wat doen jelui
+toch allemaal, waar zijn jelui allemaal voor?"
+
+"Waarom zijn jelui allemaal hier, terwijl ik krijt voor jelui hak in
+de krijtgroeven daar ginder?"--zijn eigenaardige stem, de stem die
+zoo nadeelig gewerkt had op de discipline van de school te Cheasing
+Eyebright, deed de menigte verstommen zoolang zij klonk, en deed hen
+eindelijk weder in luid tumult losbreken. De een of andere droogkomieke
+persoon brulde: "Spreken, spreken!" "Wat zegt hij?" werd er telkens
+en telkens weer gevraagd, en men begon te vertellen dat Caddles
+dronken was. "Hé, hé, hé," brulden de omnibus-koetsiers die zich een
+weg baanden. Een dronken Amerikaansch matroos liep huilend rond en
+vroeg: "wat moet hij eigenlijk hebben?" Een voddenkoopman, met een
+leêrachtig gezicht, die op een karretje met een ponnie er voor zat,
+overstemde de menigte door zijn luidere stem. "Ga naar 'uis, pest van
+een reus!" brulde hij, "Ga naar 'uis! Jij verpest groot gevaarlijk
+ding! Zie je dan niet dat je de paarden an 't schrikke maakt. Ga
+naar je land. 'Eeft niemand je gezeid wat er in de wet staat?"--En
+boven al dit rumoer stond de jonge Caddles verward, vol verwachting
+en niets meer zeggend.
+
+Uit een zijstraat kwam een klein rijtje deftige politieagenten,
+en kronkelde zich handig door het gedrang; "doorloopen, asjeblieft."
+
+De jonge Caddles bemerkte dat er een klein donker blauw mannetje hem
+op zijn scheen stond te tikken. Hij keek naar beneden en zag twee
+witte gesticuleerende handen. "Wat?" zei hij, zich vooroverbuigend.
+
+"Kunt hier niet blijven staan," riep de inspecteur.
+
+"Nee! Je kunt hier niet blijven staan," herhaalde hij.
+
+"Maar waar moet ik dan heen?"
+
+"Terug naar je dorp. Je woonplaats. In ieder geval--je moet
+doorloopen. Je stremt het verkeer."
+
+"Wat voor verkeer?"
+
+"Hier op den weg."
+
+"Maar waar leidt die dan heen? waar komt ie vandaan? wat beteekent dit
+toch allemaal? ze staan allemaal om me heen. Wat willen ze toch? wat
+gaan ze doen? Ik wil het weten. Ik heb genoeg van krijt bikken en
+alleen zijn. Wat doen zij voor mij terwijl ik krijt hak? Nu ik toch
+hier ben, zou ik graag hebben dat 't me nù uitgelegd werd."
+
+"Ja hoor is, maar wij zijn hier niet om dergelijke dingen uit te
+leggen. Ik moet je verzoeken door te loopen."
+
+"Maar weet je 't dan niet?"
+
+"Doorloopen, áls je blieft...... Ik zou je raden om maar te maken dat
+je thuis komt. We hebben nog geen speciale instructies ontvangen--maar
+'t is in ieder geval tegen de wet... Uit den weg daar, uit den weg."
+
+Het trottoir aan zijn linkerkant werd heerlijk leeg, en de jonge
+Caddles begaf zich langzaam op weg. Doch nu raakte zijn tong los.
+
+"Ik begrijp het niet," mompelde hij. "Ik begrijp het niet."
+
+Hij sprak nu en dan de menigte, die steeds naast en achter hem
+voortging, met gebroken stem aan. "Ik wist niet dat er zulke plaatsen
+als deze waren. Wat doen jelui toch allemaal voor de kost? waar is
+dit allemaal voor? Waar is dit toch allemaal voor en wat is mijn
+rol hierin?"
+
+Hij had reeds een nieuwe mop doen geboren worden. Jonge mannen, vol
+geestigheid en boertigen luim, spraken elkander op de volgende wijzen
+aan: "Hello, 'Arry, O'cock, waar is dit allemaal voor? Hè? Waar dient
+dit allemaal voor?" waarop een concurreerende varieteit van snedige
+antwoorden gegeven werd, voor het meerendeel onbeleefd. Het meest
+populaire en best geschikte voor algemeen gebruik schijnt geweest te
+zijn "Hou je smoel," of een verachtelijk eruitgegooid: "Stik!"
+
+Maar er waren ook nog andere die bijna even populair waren.
+
+
+
+III
+
+Wat zocht hij toch? Hij verlangde iets dat de dwergen-wereld hem
+niet gaf, een doel, dat de dwergen-wereld hem belette te bereiken,
+dat zij hem zelfs belette duidelijk te zien, en dat hij nooit helder
+zou zien. Dit was het haken van het eenzame stomme monster naar
+gezelligheid, naar zijn ras, naar de dingen die aan hem verwant waren,
+naar iets dat hij zou liefhebben en iets dat hij kon dienen, naar een
+doel dat hij kon begrijpen, en een bevel dat hij kon gehoorzamen. En
+ge weet dat dit alles in hem "stom" was en met stomme woede in hem
+kookte, en dat hij het, zelfs al had hij een broeder-reus ontmoet,
+niet in woorden had kunnen uitdrukken. Het eenige wat hij van het
+leven kende was de eentonige kringloop van het dorpsbestaan, de
+eenige taal die hij kende waren de onbelangrijke praatjes van het
+boerderijtje, die zelfs zijn minst reusachtige behoefte onbevredigd
+lieten. Deze reusachtige eenvoudige jongen kende geen geld, wist
+niets af van handel, niets van de ingewikkelde voorwendsels waarop
+het maatschappelijke gebouw der kleine menschjes gebouwd was. Hij
+had behoefte aan...... Hij had behoefte aan......
+
+Maar waar hij ook behoefte aan had, het werd nooit bevredigd.
+
+Dien geheelen dag en den zomeravond die er op volgde, dwaalde hij rond,
+hongerig wordend, doch tot dàn toe nog onvermoeid, het verkeer, dat
+verschilde naar het karakter der straten, gadeslaand, de niet na te
+gane affairetjes van al die ontelbare wezens. Het geheel droeg een
+zeer verwarrend karakter voor hem......
+
+Ik heb hooren vertellen dat hij in Kensington een dame uit haar
+rijtuig nam, een dame in zeer chic avond-toilet, dat hij haar
+nauwkeurig bekeek, haar sleep en schouderbladen en dat hij haar er
+toen weder--een beetje achteloos--inzette met een diepen zucht. Doch
+voor de waarheid hiervan kan ik niet instaan. Een uur lang stond hij
+te kijken naar de menschen die vochten om plaatsen in de omnibussen
+aan het einde van Picadilly. Men zag hem des middags een paar minuten
+lang als een toren op Kennington Oval [17] staan, doch toen hij zag
+dat deze opeengepakte duizenden verdiept waren in de mysteriën van
+het cricket-spel en niet op hem letten, ging hij weder stenend heen.
+
+Hij kwam weder in Picadilly Circus tusschen elf en twaalf uur des
+nachts en vond daar nu een geheel ander soort van menigte. Blijkbaar
+keken allen scherp om zich heen: vol van de dingen die zij, hij
+begreep niet waarom, wilden doen en van andere dingen die zij niet
+konden doen. Zij keken naar hem op en jouwden hem uit en gingen
+door. De huurkoetsiers, met hun gierenoogen, volgden elkaar in één
+lange rij, langs den rand van het krioelende trottoir. Er kwamen
+lieden uit de restaurants of traden ze binnen, ernstig, vol aandacht,
+vol waardigheid of lichtelijk en aangenaam opgewonden of waakzaam
+en scherp om zich heen kijkend--gladder dan de gladste kellner die
+hen wilde afzetten. Terwijl de kolossus daar op zijn hoek stond, keek
+hij op dit alles neer. "Wat is toch het doel van dit alles?" mompelde
+hij zacht en klagelijk. "Wat is toch het doel van dit alles? Zij zijn
+allemaal zoo ernstig. Wat is er dan dat ik niet begrijp?"
+
+En geen van die allen scheen te zien, zooals hij dit doen kon,
+de dronken ellende der geblankette vrouwen op den hoek, die in
+lompen gehulde ellende, die langs de goten voortsloop, de oneindige
+beuzelachtigheid van al dit gedoe. De oneindige nietigheid! Geen van
+die allen scheen ook maar in de verte de behoefte van dezen reus te
+begrijpen, de schaduw der toekomst te zien, die over hun pad viel......
+
+Aan den overkant gloeiden hoog in de lucht de geheimzinnige letters
+op en verdwenen weder. Zoo hij ze had kunnen lezen, zouden ze hem
+een denkbeeld hebben kunnen geven van de afmetingen der menschelijke
+belangen, zouden zij hem hebben kunnen vertellen van de fundamenteele
+behoeften en van de dingen des levens, zooals de kleine menschjes
+dit tenminste opvatten. Eerst kwam er een gloeiende T.
+
+Toen volgde er een U.
+
+ T U.
+
+Toen P.
+
+ T U P.
+
+Totdat er eindelijk in zijn geheel tegen de lucht de blijde mare te
+lezen stond voor allen die den last van 's levens ernst voelden:
+
+
+ TUPPER's VERSTERKENDE WIJN TOT
+ HERSTEL VAN KRACHTEN.
+
+
+Klik! en het was weder verdwenen in het duister, om op dezelfde
+langzame wijze gevolgd te worden door een tweede algemeene behoefte:
+
+
+ SCHOONHEID's ZEEP.
+
+
+Let wel, het was geen gewone zeep om schoon te maken, maar iets,
+wat men noemt "ideaal"; en vervolgens om den drievoet van het kleine
+leventje volledig te maken:
+
+
+ YANKER's GELE PILLEN.
+
+
+Hierna zat er niets anders op dan dat Tupper weder zou verschijnen,
+in gloeiende purperen letters; klik, klik, schoten ze over het duister:
+
+ T U P P............
+
+Kort na middernacht schijnt de jonge Caddles aan de lommerrijke rust
+van het Regent's Park gekomen te zijn; hij moet over het hek gestapt
+zijn en zich neergelegd hebben over een met gras begroeide helling
+dicht bij de plaats waar men 's winters schaatst en daar sliep hij
+een uur lang. Tegen zes uur in den morgen zag men hem praten tegen
+een beslijkte vrouw, die hij slapende gevonden had in een greppel bij
+Hampstead Heath, en hij vroeg haar zeer ernstig waar zij voor dacht
+op de wereld te zijn......
+
+
+
+IV.
+
+Het omdwalen van Caddles door Londen liep den tweeden dag in den morgen
+plotseling ten einde. Want toen werd zijn honger hem de baas. Hij
+bleef aarzelend staan bij een kar waarin warme, lekker riekende brooden
+gegooid werden, en toen knielde hij snel neder en begon te rooven. Hij
+ledigde de kar terwijl de bakkersknecht de politie ging halen en toen
+kwam zijn groote hand den winkel binnen en veegde den toonbank en de
+kisten ledig. Toen ging hij met een armvol brooden, al etend heen,
+uitziend naar een tweeden winkel om zijn maal voort te zetten.
+
+Toevallig was het een tijd, waarin het werk schaars en het voedsel duur
+was, en in dat stadsgedeelte sympathiseerde de menigte zelfs met een
+reus, al nam hij ook het voedsel dat zij begeerden. Zij juichten hem
+toe toen hij aan het tweede gedeelte van zijn maal begon, en lachten
+om zijn domme gebaar tegen den politie-agent.
+
+"Ik had honger", zeide hij, met zijn mond vol.
+
+"Brayvo!" riep de menigte. "Goed soo!"
+
+Toen hij nu aan een derden bakkerswinkel beginnen wilde, werd
+hij tegengehouden door een half dozijn politie-agenten die zijne
+schenen met wapenstokken bewerkten. "Kijk es hier, reusje, jij gaat
+met mij mee", zeide de hoofdagent. "Je mâg zoover niet van huis. En
+nou ga je met mijn mee naar huis!" Zij deden hun uiterste best hem te
+arresteeren. Men had toen nog geen plan hem te dooden. "Hij heeft niets
+met het complot te maken," had Caterham gezegd. "Ik wil mijn handen
+niet met onschuldig bloed bezoedelen." En hij voegde erbij:--"vóór
+we alles beproefd hebben."
+
+Eerst begreep Caddles niet wat deze attenties te beduiden hadden. Toèn
+hij het begreep, zei hij den agenten zich niet als zotten aan te
+stellen, en ging er van door met groote passen, en liet hen allen
+achter zich. De bakkerswinkels bevonden zich in Harrow Road en hij liep
+dwars door Londen naar St. John's Wood en ging daar in een privaten
+tuin zitten om zijn tanden te stoken, en hier werd hij zeer spoedig
+weder aangevallen door een nieuwen troep agenten.
+
+"La' me met rust, hoor," gromde hij, en liep log door de
+tuinen--bedierf verscheidene gazons en trapte een paar schuttingen
+omver, terwijl de rappe politie-agentjes hem volgden, enkelen door de
+tuinen, anderen langs den weg aan den voorkant der huizen. Er waren
+er hier ook een paar met geweren, doch zij maakten er geen gebruik
+van. Toen hij in den Edgeware-Road uitkwam, was er een andere stemming
+onder de menigte, en een bereden agent reed over zijn voet. Het gevolg
+was dat het mannetje omver werd gekijld voor zijn dienstijver.
+
+"La' me met rust," zei Caddles, zich naar de ademlooze menigte
+keerend. "Ik heb je niks in den weg gelegd."
+
+Hij was toen ongewapend, want hij had zijn krijthouweel in Regent's
+Park achtergelaten. Doch de arme drommel schijnt nu gevoeld
+te hebben dat hij een wapen noodig had. Hij liep terug naar het
+Goederen-emplacement der Great Western Spoorweg-Maatschappij, rukte den
+paal van een groot booglicht uit den grond, die een geweldigen knots in
+zijn hand vormde, en schouderde hem. En toen hij bevond dat de politie
+hem nog maar steeds bleef nazetten en kwellen, liep hij terug, door den
+Edgware Road, naar Cricklewood, en ging droevig gestemd noordwaarts.
+
+Hij zwierf tot bij Waltham en keerde zich toen weder westwaarts, en
+zoo weder naar Londen en langs de begraafplaatsen en over den heuvel
+bij Highgate. En zoo kwam hij tegen den middag weder in het gezicht
+der enorme stad. Hij ging aan den kant van den weg in een tuin zitten
+met zijn rug tegen een huis aan, dat op Londen uitzag. Hij was buiten
+adem en zijn gelaat stond dreigend, en nu verdrongen de menschen zich
+niet langer om hem zooals de eerste maal, toen hij in Londen kwam,
+doch loerden naar hem vanuit een tuin daarnaast, en gluurden vanuit
+veilige schuilplaatsen. Men wist nu dat de zaak er ernstiger uitzag
+dan men eerst gedacht had.
+
+"Waarom kunnen ze me niet met rust laten?" gromde de jonge Caddles. "Ik
+moèt eten. Waarom late' ze me niet met rust?"
+
+Hij zat daar met een gezicht, dat steeds donkerder werd, bijtend op
+zijn knokkels en op Londen neerziend. Al de vermoeidheid, de kwelling,
+de verwarring en de onmachtige woede die hij op zijne zwerftochten
+gevoeld had, bereikten nu hun toppunt. "Wat willen ze toch?" fluisterde
+hij. "Wat willen ze toch? En ze willen me niet met rust laten." En
+telkens herhaalde hij weder bij zich zelven: "wat willen ze toch?"
+
+"Bah, dat kleine volkje!"
+
+Hij beet harder op zijn vingers en zijn gezicht werd nog
+dreigender. "Krijt voor hen bikken," fluisterde hij. "En de heele
+wereld hoort an ze! Ik heb nergens deel aan--nergens."
+
+Plotseling zag hij met een aanval van weëe woede de hem nu reeds zoo
+goed bekende gestalte van een agent schrijlings op den tuinmuur zitten.
+
+"La' me met rust," gromde de reus. "La' me met rust."
+
+"Ik moet m'n plicht doen," zei het agentje, met een bleek, doch
+vastbesloten gezicht.
+
+"La' me met rust, hoor! Ik moet net zoo goed leven as jij ook. Ik
+moet denken. Ik moet eten. La' me met rust!"
+
+"De wet is eenmaal niet anders," zei het agentje, blijvend waar hij
+was. "Wij hebben de wet niet gemaakt."
+
+"Ik ook niet," zei de jonge Caddles. "Jelui kleine menschjes hebben
+dat allemaal gemaakt vóór ik geboren werd. Jelui met je wet! Wat ik
+mag doen en wat niet! Geen eten voor me of ik moet er voor werken
+als een slaaf, geen rust, geen onderkomen, niks, en jij zoudt me
+willen vertellen--"
+
+"Daar heb ik allemaal niks mee te maken," zei de agent. "Ik kan
+daar niet over praten. 't Eenige wat ik te doen heb, is de wet te
+voltrekken." En hij stak zijn tweede been over den muur en scheen
+van plan te zijn naar beneden te komen. Achter hem werden nog meer
+agenten zichtbaar.
+
+"Denk erom--tegen jou heb ik niks," zei de jonge Caddles, zijn
+reusachtige knots omknellend, met bleek gelaat, en een slappen vinger
+naar den agent uitstekend. "Tegen jou heb ik niks, maar dit zeg ik je,
+je láát me met rust."
+
+De agent trachtte kalm te doen, alsof er niets buitengewoons voorviel,
+terwijl hij de reusachtige tragedie toch voor zijne oogen had. "Geef
+mij de proclamatie," zei hij tot een ander die onzichtbaar was,
+en een klein wit papier werd hem aangegeven.
+
+"La' me met rust," zei Caddles, dreigend naar hem kijkend, en zijn
+spieren spanden zich.
+
+"Dit papier wil zooveel zeggen als "ga naar 'uis," zei de agent,
+vóór hij begon te lezen. "Ga naar 'uis naar je krijtgroef. En als je
+dat niet wil, dan zul je d'r de last van motte drage!"
+
+Caddles gromde iets onverstaanbaars.
+
+En toen de proclamatie hem voorgelezen was, gaf de agent een
+teeken. Vier mannen met geweren werden nu zichtbaar en stelden zich
+met voorgewende kalmte op langs den muur. Ze droegen den uniform
+der ratten-politie. Toen hij de geweren zag, werd de jonge Caddles
+plotseling woedend. Hij herinnerde zich de pijnlijke steken die de
+geweren der Wreckstone boeren hem veroorzaakt hadden. "Wil je die
+op me afschieten?" zei hij, ernaar wijzend, en het leek den agent,
+dat hij bang was.
+
+"Als je niet naar je groef terugwilt--"
+
+Het volgend oogenblik had de agent zich laten terugglijden van den
+muur en van zestig voet boven hem kwam de electrische-booglamp-paal
+neerschieten met doodelijke juistheid. Pang, pang, pang, knalden
+de zware geweren, en krak! de versplinterde muur, de grond, en de
+ondergrond van den tuin vloog in het rond. Er kwam iets meevliegen
+dat roode droppels op de handen van een der schutters achterliet. De
+schutters zochten, zich bukkend, een goed heenkomen en keerden zich
+dapper om, om nogmaals te vuren. Doch Caddles, die reeds tweemaal
+door het lichaam geschoten was, had zich met een ruk omgekeerd om
+te zien wie hem zoo ernstig in den rug geraakt had. Pang, pang! Hij
+zag huizen en serres en tuinen om zich heen draaien, en menschen die
+zich verschrikt van de ramen terugtrokken, alles draaide en wankelde
+geheimzinnig en vreeselijk om hem heen. Hij deed drie wankelende
+schreden voorwaarts, hief zijn reusachtige knods op, liet hem toen
+vallen, en drukte zijn hand tegen de borst. De pijn stak hem en deed
+hem ineenkrimpen. Wat was dat, dat daar zoo warm en kleverig op zijn
+hand lekte?...
+
+Een man die uit een slaapkamerraam gluurde, zag zijn gezicht, zag hem
+neerkijken, met weenende verslagenheid, toen hij het bloed op zijn hand
+zag en toen knikten zijne knieën onder hem en hij viel met een smak
+ter aarde, de eerste der reuzen-netels die in Caterham's vastbesloten
+klauwen terechtkwamen, en de allerlaatste die hij gedacht had dat in
+zijn handen zou vallen.
+
+
+
+
+
+
+HOOFDSTUK IV.
+
+REDWOOD'S TWEE DAGEN.
+
+
+I.
+
+Zoodra Caterham het oogenblik om den netel aan te vatten gekomen wist,
+nam hij de uitvoering der wet in eigen handen en zond lieden uit om
+Cossar en Redwood te arresteeren.
+
+Met Redwood ging dit gemakkelijk genoeg. Hij had een operatie in de
+zijde ondergaan en de doktoren hadden alle verontrustende tijdingen
+voor hem verborgen gehouden, totdat hij aan de betere hand zou zijn. En
+nu was hij zoover. Hij was juist opgestaan, en zat in een verwarmd
+vertrek, met een berg couranten om zich heen, voor het eerst lezend
+van de agitatie die aan Caterham het land in handen gespeeld had,
+en van al de moeilijkheden die zich boven de hoofden van zijn zoon
+en de prinses samenpakten. Het was 's morgens op den dag dat de jonge
+Caddles stierf en waarop de politieagent den jongen Redwood trachtte
+te weerhouden van zijn tocht naar de Prinses. De laatste bladen die
+Redwood had, stipten deze dingen slechts vaag aan. Hij las deze eerste
+afschaduwingen van tegenspoed nog eens over met een zinkend hart,
+en las er steeds meer de schaduw des doods uit; hij las voort om
+zijn geest bezig te houden tot er verder nieuws zoude komen. Toen de
+politiebeambten den knecht de kamer in volgden, keek hij verlangend op.
+
+"Ik dacht dat je me een avondblad bracht," zei hij.
+
+Toen stond hij op, en zei met een plotselinge verandering van houding:
+"Wat heeft dit te beteekenen?...."
+
+Hiernà bereikte Redwood geen tijding van iets gedurende twee dagen.
+
+Men was met een rijtuig gekomen om hem mede te nemen, doch toen
+het bleek dat hij ziek was, besloot men hem nog een dag of zoo te
+laten waar hij was, tot hij veilig kon vervoerd worden, en de politie
+bezette zijn huis en veranderde het in een tijdelijke gevangenis. Het
+was hetzelfde huis waarin de Reus Redwood geboren was, en waarin
+Herakleophorbia voor de eerste maal aan een menschelijk wezen gegeven
+was, en Redwood was nu al gedurende acht jaar weduwnaar en woonde
+daar alleen.
+
+Hij was nu metaal-grijs, met een klein puntbaardje, en met nog
+altijd levendige bruine oogen. Hij was tenger en had een zachte stem,
+zooals hij altijd gehad had, doch zijne trekken hadden nu die niet te
+beschrijven uitdrukking welke ontstaat door het peinzen over groote
+dingen. Het leek den beambte die hem kwam arresteeren, toe, dat zijn
+voorkomen een indrukwekkend contrast vormde met de kolossaalheid zijner
+vergrijpen. "Deze vent," zei de hoofdagent tot zijn ondergeschikte,
+"heeft zijn uiterste best gedaan om alles in de war te schoppen, en hij
+heeft een gezicht als een kalm landedelman; en daar heb je nou Rechter
+Hangbrow, die de zaken in orde houdt voor iedereen, en die heeft een
+kop als een varken. En dan hun manier van optreden! De één een en al
+vriendelijkheid en de ander niks dan grommen en brommen. 'k Wil dus
+alleen maar zeggen dat je niet op iemand z'n uiterlijk kunt afgaan."
+
+Doch dezen lof van Redwood's minzaamheid werd al heel gauw den
+bodem ingeslagen. De agenten vonden hem lastig in het begin, tot
+zij hem aan zijn verstand gebracht hadden dat het nutteloos was,
+vragen te doen of om couranten te vragen. Zij stelden een onderzoek
+in, in zijn studeerkamer, en namen zelfs de couranten mede die hij
+hàd. Redwood's stem was luid en vol protest. "Maar begrijp jelui dan
+niet," zei hij telkens weer, "dat het mijn zoon is, mijn eenige zoon,
+die in moeilijkheid zit. Om het Voedsel geef ik niets, maar mijn zoon."
+
+"Ik wou waarachtig dat ik u iets kon mededeelen, mijnheer," zei de
+agent. "Maar onze orders zijn strict."
+
+"En wie heeft je die orders gegeven?" riep Redwood uit.
+
+"Ah, ja, ziet u, meneer--" zei de agent, naar de deur gaand...
+
+"Hij loopt z'n kamer op en neer," zei de tweede agent, toen zijn
+superieur naar beneden kwam.
+
+"Goed zoo, dan zal hij 't er wel wat uitloopen."
+
+"Ik mag 't lijjen," zei de hoofdagent, "van diè kant heb ik 't nog
+niet bekeken, zie je, maar die Reus, die met de Prinses verkeert,
+weet je, is zijn zóón."
+
+De twee keken elkaar aan en toen den derden agent.
+
+"Ja, dan is 't wel wat hard voor hem," zei de derde agent.
+
+Het bleek dat Redwood nog niet ten volle begrepen had, dat er een
+ijzeren gordijn gevallen was tusschen hem en de buitenwereld. Zij
+hoorden hem naar de deur gaan, aan den knop draaien en aan het
+slot rammelen, en vervolgens de stem van den agent, die op den
+overloop geplaatst was, en die hem beduidde dat dit alles hem niets
+hielp. Daarna hoorden zij hem aan de vensters, en zagen de agenten
+buiten opkijken. "Neen, u kunt er langs dièn kant evenmin uit," zei
+de tweede agent. Toen begon Redwood uit alle macht te bellen. De
+inspecteur ging naar boven en legde hem met veel geduld uit, dat
+het hem niets gaf of hij al belde, en dat als hij er nù voor niets op
+drukte, men er wel eens niet naar kon luisteren, als hij wèrkelijk iets
+noodig had. "We willen u graag in 't redelijke geven wat we kunnen,
+meneer," zei hij, "maar als u op het knopje drukt, eenvoudig om te
+protesteeren, dan zullen we 'em moeten uitschakelen."
+
+Het laatste woord dat de inspecteur hoorde was een luid: "maar u
+kondt me toch in ieder geval wel vertellen of mijn zoon--"
+
+
+
+II.
+
+Hierna bracht Redwood een groot gedeelte van zijn tijd aan de
+vensters door.
+
+Doch de vensters lieten hem heel weinig zien van den gang der zaken
+buiten. Het was altijd al een stille straat geweest en dien dag was
+zij buitengewoon stil. Men zag er bijna geen enkel huurrijtuig,
+en dien geheelen morgen ging er bijna niets anders voorbij dan
+een winkeliers-karretje nu en dan. Af en toe gingen er menschen
+voorbij--zonder dat er iets bijzonders aan hen te zien was,--nu en dan
+een troepje kinderen, een kindermeisje en een vrouw die ging winkelen,
+en zoo voort. Ze kwamen de straat af links of rechts, met een tergenden
+schijn van onverschilligheid voor alles wat grooter en ruimer van
+zin was dan zijzelven, zij kregen het door de politie bewaakte huis
+met verbazing in het oog en verwijderden zich in tegenovergestelde
+richting, waar de groote ranken van een reuzen hydrangea over de
+straat hingen, en keken dan nog eens om en wezen.... Nu en dan ging
+er een man naar een van de agenten toe om dezen iets te vragen en
+kreeg dan een kort antwoord...
+
+Aan den overkant schenen de huizen uitgestorven te zijn. Eenmaal
+verscheen er een werkmeisje aan een slaapkamerraam en bleef een
+tijdlang nieuwsgierig staan kijken, en het viel Redwood in, haar
+teekens te geven. Een poosje bleef zij naar deze gebaren kijken alsof
+zij haar interesseerden en maakte op haar beurt eenige gebaren terug,
+toen keek ze plotseling over haar schouder en ging heen. Een oude
+man kwam Nummer 37 uitstrompelen, de stoep af en ging zonder op te
+kijken de straat af. Het eenige wat er gedurende tien minuten in de
+straat te zien was, was een kat... En met dergelijke onbelangrijke
+gebeurtenisjes rekte zich die oneindige en toch zoo gewichtige morgen.
+
+Tegen twaalf uur begonnen de courantenjongens in de straat daar
+dichtbij te schreeuwen; doch ook dit verstomde. Tègen hunne gewoonte
+kwamen zij niet door Redwood's straat en hij begon te vermoeden dat
+de politie het einde der straat had afgezet. Hij trachtte het raam
+op te schuiven, doch dit haalde hem onmiddellijk een agent op den hals.
+
+De klok der naburige kerk sloeg twaalf, en na een zee van tijd--één
+uur.
+
+Het was alsof ze hem wilden voor den gek houden met hem een lunch
+voor te zetten.
+
+Hij at een stukje en strooide het voedsel wat rond opdat ze het maar
+weg zouden nemen, dronk nog al wat whiskey, nam een stoel en ging
+weder voor het venster zitten. De minuten rekten zich uit tot grijze
+oneindigheden, en een tijdlang sliep hij...
+
+Hij werd wakker met een vagen indruk van verwijderde ontploffingen. Hij
+nam een trillen der vensterruiten waar als bij een aardbeving; dit
+duurde een minuut of zoo en hield weder op. Toen, na een tijdje stilte,
+herhaalde het zich nogmaals... Toen hield het weder op. Hij dacht dat
+het eenvoudig het voorbijgaan van het een of ander zware voertuig in
+de hoofdstraat zou zijn. Wat zou het anders kunnen wezen?...
+
+Na eenigen tijd begon hij het te betwijfelen of hij dit geluid wel
+gehoord had.
+
+Hij hield eindelooze redeneeringen met zichzelf.
+
+Waarom hadden ze hem eigenlijk gevangen genomen? Caterham was pas
+twee dagen áán--juist lang genoeg--om zijn koe bij de horens te
+grijpen! Zijn koe bij de horens te grijpen! Zijn Reuzen Netel! Toen
+dit refrein hem eenmaal in zijn hoofd zat, kon hij het niet weder
+kwijtraken. Wat kon Caterham eigenlijk doen? Hij was een godsdienstig
+man. Hierdoor kon hij niet zonder geldige redenen geweld gebruiken.
+
+Zijn Netel uitrukken! Misschien dat ze de Prinses zouden gevangen nemen
+en haar buitenslands sturen. Dan konden moeilijkheden volgen met zijn
+zoon. En in dàt geval--! Maar waarom was hijzèlf gearresteerd? Waarom
+was het noodzakelijk hem omtrent een dergelijk iets onwetend te
+laten? Het leek wel alsof er--iets meer--iets gewichtigs achterzat.
+
+Misschien dat ze àl de reuzen wilden oppakken! Allemaal tegelijk. Daar
+was al op gedoeld in de verkiezingstoespraken. En dan?
+
+Zonder twijfel hadden ze Cossar ook al opgepakt.
+
+Caterham was een godsdienstig man. Dààr hield Redwood zich aan
+vast. Het was of de achtergrond van zijn brein een zwart gordijn was,
+en op dit gordijn verscheen en verdween telkens weder een woord--een
+woord, geschreven in vurige letters. Hij vocht voortdurend om het woord
+niet te zien. Het was alsof het telkens begon op het voorhangsel te
+komen en niet voleindigd werd.
+
+Eindelijk zag hij het onder de oogen. "Slachting!" Daar stond het
+woord in zijn volle bruutheid.
+
+Neen! Neen! Neen! Dat was onmogelijk! Caterham was een man met
+godsdienstige principes, een beschaafd man. En bovendien het kòn toch
+niet, dat het werk van al deze jaren, dat al deze hoop met één slag
+vernietigd werd!
+
+Redwood sprong op, en liep de kamer op en neêr. Hij praatte in
+zichzelf; hij riep luide: "Neen!"
+
+Zóó krankzinnig zou de menschheid toch zeker niet zijn--'t kòn
+niet! Het was onmogelijk, het was niet te gelooven, het kòn niet. Wat
+voor nut kon het hebben de menschen-reuzen te dooden, waar de tijd
+van het reusachtige in al de lager-staande dingen nu onherroepelijk
+aangebroken was? Zóó krankzinnig kònden ze niet zijn.
+
+"Ik moet dit uit mijn hoofd zetten," zei hij luid, "ik moet dit
+denkbeeld absoluut uit mijn hoofd zetten!"
+
+Hij zweeg plotseling. Wat was dat?
+
+Nu was hij er toch zeker van dat de ruiten gerateld hadden. Hij ging
+naar het venster om in de straat te kijken. Aan den overkant zàg hij
+de onmiddellijke bevestiging van wat zijne ooren gehoord hadden. Voor
+een slaapkamerraam, op nummer 35 stond een vrouw, met een handdoek in
+de hand, en aan het venster van de eetzaal van nummer 37 zag hij een
+man staan achter een groote vaas overvoed venus-haar, en beiden keken
+ongerust en nieuwsgierig naar boven. Hij zag nu maar al te duidelijk
+dat de agenten op straat het ook gehoord hadden. Het kwam dus niet
+voort uit zijne verbeelding.
+
+Hij wendde zich om naar de duisterwordende kamer.
+
+"Kanonnen," zei hij.
+
+Hij bleef staan peinzen.
+
+"Kanonnen?"
+
+Men bracht hem sterke thee, zooals hij die gewoon was te
+drinken. Blijkbaar had men zijn huishoudster hierin geraadpleegd. Nadat
+hij zijn thee had uitgedronken was hij te rusteloos om nog langer
+aan het venster te zitten, en hij liep de kamer op en neer. Hij begon
+langzamerhand geregelder te denken.
+
+Deze kamer was al vierentwintig jaar zijn studeerkamer geweest. Zij
+was gemeubeld bij zijn trouwen, en al de zwaardere meubels dateerden
+van dien tijd, de groote dubbele schrijftafel, de draai-stoel, de
+luie-stoel bij het vuur, de draaiende boekenstander, de vaste rij
+genummerde vakjes die de nis aan het eind van het vertrek vulden. Het
+kleurige Turksche tapijt, de kleeden uit den lateren tijd van
+Victoria's regeering, en gordijnen die nu verschoten waren tot een
+mooie waardige kleurschakeering, en het roode en gele koper blonk
+prachtig vóór den gloed van het vuur. Electrische lampjes hadden de
+plaats ingenomen van de petroleum-lamp van vroeger dagen; dit was de
+voornaamste verandering, die het oorspronkelijke meubilair ondergaan
+had. Doch tusschen al deze dingen had zijn omgaan met het Voedsel
+allerlei sporen achtergelaten. Langs den eenen wand, boven den dado,
+was een drukke groepeering van foto's en photogravures in lijsten,
+die zijn eigen zoon en Cossar's zonen en andere Bomvoedsel-kinderen
+voorstelden op verschillende leeftijden en temidden van verschillende
+omgevingen. Zelfs het peinzende gezicht van den jongen Caddles kon men
+weervinden in deze verzameling. In den hoek stond een bosje reusachtige
+grashalmen uit een weide bij Cheasing-Eyebright, en op de schrijftafel
+lagen ledige manekoppen zoo groot als hoeden. De gordijn-roeden waren
+grasstengels. En de reusachtige schedel van het groote varken van
+Oakham hing met den snuit naar beneden als een massieve ivoren schouw,
+met een Chineesche pul in elke oogholte, boven het vuur...
+
+Redwood ging naar de foto's en keek in het bijzonder naar de foto's
+van zijn zoon.
+
+Zij riepen hem tallooze herinneringen in het geheugen terug, die
+hij haast vergeten had, uit de dagen toen het Voedsel nog pas in de
+geboorte was; hij dacht aan Bensington's bloode verschijning, aan
+Bensington's nicht Jeanne, aan Cossar en aan den nachtelijken arbeid
+op de Proef-Hoeve. Deze dingen kwamen hem nu weder erg klein en helder
+en duidelijk voor den geest, als dingen die men op een zonnigen dag
+door een verrekijker ziet. En dan was er die reusachtige kinderkamer,
+de kindertijd van den reus, de eerste pogingen om te spreken, en de
+eerste duidelijke teekenen van affectie van het reuzen-kind.
+
+Kanonnen?
+
+Het drong zich aan hem op, onwederstaanbaar en overweldigend, dat
+daarbuiten, ver van deze vervloekte stilte en geheimzinnigheid, zijn
+zoon en Cossar's zonen en al deze heerlijke eerste vruchten van een
+grootscher eeuw aan het vechten waren--op dàt oogenblik zelfs--aan het
+vechten waren om het leven! Zelfs op dat oogenblik was het mogelijk
+dat zijn zoon in de een of andere groote moeilijkheid zat, gewond
+en vermeesterd....
+
+Hij wendde zich plotseling van de foto's af en liep gesticuleerend
+het vertrek op en neer.
+
+"Het kàn niet," riep hij uit. "Het is onmogelijk. Het kàn zoo niet
+eindigen!"
+
+"Wat was dat?"
+
+Hij bleef als verstijfd staan.
+
+Het beven der ramen was weder begonnen, en toen was er plotseling een
+doffe plof gevolgd--een ontzettende ontploffing die het geheele huis
+deed dreunen. Dat moest erg dichtbij geweest zijn. Een oogenblik lang
+leek het hem alsof iets het huis boven hem geraakt had--een enorme
+drukking waarop een gerinkel van vallend glas volgde en toen een
+stilte die eindelijk eindigde in een duidelijk hoorbaar geluid van
+dravende voeten beneden op straat.
+
+Deze voeten schudden hem uit zijne verstijving wakker. Hij wendde
+zich naar het venster en zag dat de ruiten gebarsten waren.
+
+Zijn hart klopte hevig, als voelde hij dat nu de crisis, de
+eindbeslissing en de bevrijding gekomen was. En toen viel de
+plotselinge gedachte aan de gevangenschap, die hem machteloos maakte,
+weder om hem heen als een gordijn!
+
+Buiten zag hij niets behalve dat de kleine electrische lamp aan den
+overkant niet brandde; hij hoorde niets na de eerste aanduiding
+van wilde verwarring. En hij kon niets verders gewaar worden om
+dit mysterie te verklaren of nog te vergrooten, behalve dat er een
+oogenblik later een roodachtig, heen en weer bewegende gloed in de
+lucht zichtbaar werd in het zuid-oosten. Dit licht werd telkens helder
+en verdween weder. Als het verdween twijfelde hij eraan of het eerst
+wel opgekomen was. Het was langzamerhand in de kamer gegleden met het
+schemerduister. Het werd het voornaamste feit in dien langen nacht,
+vol spanning. Soms leek het hem dat het beefde als flikkerende vlammen
+en dan weder verbeeldde hij zich dat het niets anders was dan de gewone
+reflectie der avond-lantarens. Het groeide aan en werd weder minder,
+al die uren lang, en verdween niet éér voor het vervloeide in den
+aanbrekenden dageraad. Beteekende dit--? Wat hàd het te beduiden? Hij
+was er bijna zeker van dat het een brand was, dichtbij of verwijderd,
+doch hij kon zelfs niet zeggen of het rook was of wolken die langs
+de lucht zeilden. Doch tegen één uur begonnen er zoeklichten te
+flikkeren door dien rossigen schijn, die den geheelen nacht bleven
+heen en weder glijden. Dit óók kon allerlei beteekenen. Wat kòn het
+beduiden. Wat betéékende het? Het eenige wat hij had om zijn geest
+bezig te houden, waren deze vuilgevlekte rustelooze lucht en de indruk
+van een geweldige ontploffing. Verder deed zich geen geluid vernemen,
+geen verder heen en weer gedraaf, niets dan geschreeuw dat evengoed
+van dronken lieden op een afstand kon komen....
+
+Hij draaide zijn lichten niet op; hij bleef voor zijn tochtige gebroken
+ruiten staan, en leek den agent, die telkens eens in de kamer kwam
+kijken en hem aanried om wat te gaan rusten, een kommervol, klein
+donker omlijnd mannetje toe.
+
+Den geheelen nacht bleef Redwood voor het venster staan, keek op naar
+het verwarde voorbijdrijven der wolken, en niet vóór den dageraad,
+gaf hij aan zijne vermoeidheid toe en ging hij liggen op het veldbed
+dat men voor hem gespreid had tusschen zijn schrijftafel en het steeds
+lager vlammende vuur in den haard, onder den kop van het groote varken.
+
+
+
+III.
+
+Zesendertig uur lang bleef Redwood opgesloten in zijn kamer en
+afgesloten van het groote drama der Twee Dagen, waarop de kleine
+menschenkinderen, in den dageraad der grootheid, tegen de Kinderen van
+het Voedsel streden. En toen ging plotseling het ijzeren gordijn weder
+op en bevond hij zich dichtbij het centrum van den strijd. Laat in den
+middag werd hij naar het venster getrokken door het rollen van een
+huurrijtuig dat buiten stilhield. Een jonge man sprong eruit en een
+oogenblik later stond er voor hem in de kamer, een tenger gebouwde
+jonge man van misschien dertig jaren, gladgeschoren, goed gekleed
+en welgemanierd.
+
+"Mijnheer Redwood, mijnheer," begon hij, "zoudt u genegen zijn bij
+mijnheer Caterham te komen? Hij verzoekt u zeer dringend bij hem
+te komen."
+
+"Verzoekt mij dringend!"... Er kwam plotseling een vraag in Redwood's
+hoofd op, die hij niet kon uiten. Hij aarzelde. En toen vroeg hij
+met bevende stem: "Wat heeft hij met mijn zoon gedaan?" en wachtte
+ademloos op het antwoord.
+
+"Uw zoon, mijnheer? Uw zoon maakt het goed. Ten minste dat vertrouwen
+wij."
+
+"Maakt hij het goed?"
+
+"Hij werd gisteren gewond, mijnheer. Hebt u dat dan niet gehoord?"
+
+Redwood wierp deze huichelarijen omver door te zeggen, met een stem
+waarin nu niet langer vrees, doch toorn klonk: "U weet heel goed dat
+ik dit niet vernomen heb. U weet heel goed dat ik niets vernomen heb."
+
+"Mijnheer Caterham was bang, mijnheer--Het was een tijd van
+opstand. Iedereen--overrompeld. Hij arresteerde u om uwe veiligheid
+te verzekeren, Mijnheer."
+
+"Hij arresteerde mij om te voorkomen, dat ik mijn zoon zou waarschuwen
+of hem raadgeven. Maar ga voort. Vertel mij wat er gebeurd is. Zijn
+uwe pogingen geslaagd? Hebt gij ze allen gedood?"
+
+De jonge man deed een schrede in de richting van het venster en wendde
+zich toen om.
+
+"Neen, mijnheer," zei hij kortaf.
+
+"Waarvoor komt u hier?"
+
+"Het is ons bewijs, mijnheer, dat wij dit gevecht niet begonnen
+zijn. Zij vonden ons--geheel onvoorbereid.
+
+"U bedoelt?"
+
+"Ik bedoel, mijnheer, dat de reuzen zich tot op zekere hoogte
+hebben--staande gehouden."
+
+Redwood zag nu alles in een ander licht. Een oogenblik leek het alsof
+eene zenuwaandoening de spieren van Redwood's gelaat en keel deed
+schokken. Toen uitte hij een diep "Ah!" En zijn hart sprong in hem
+op van vreugde. "De reuzen hebben zich staande gehouden."
+
+"Er is vreeselijk gevochten--en er zijn vreeselijke verwoestingen
+aangericht. Alles komt voort uit een afgrijselijk misverstand... In het
+Noorden en in het midden van het land zijn er Reuzen gedood... Overal."
+
+"Wordt er nù nòg gevochten?"
+
+"Neen, mijnheer. Er werd een wapenstilstand gevraagd."
+
+"Door hen?"
+
+"Neen, mijnheer. Mijnheer Caterham zond een witte vlag en vroeg
+een wapenstilstand aan. Alles komt voort uit een vreeselijk
+misverstand. Daarom wenscht hij met u te spreken, en u zijn geval
+voor te leggen. Zij staan erop, dat u als bemiddelaar zult optreden--"
+
+Redwood viel hem in de rede. "Weet u ook wat er met mijn zoon gebeurd
+is," vroeg hij.
+
+"Hij werd gewond!"
+
+"Vertel het mij, vertel het mij!"
+
+"Hij en de Prinses stuitten--nog vóór de beweging om het kamp der
+Cossar's--de groeve der Cossar's te Chislehurst--te omsingelen geheel
+uitgevoerd was, plotseling op een colonne infanterie toen zij door
+een dicht kreupelbosch van reuzen-haver kwamen breken... De soldaten
+waren den heelen dag al erg zenuwachtig geweest en dit veroorzaakte
+een paniek."
+
+"Hebben ze hem doodgeschoten?"
+
+"Neen, mijnheer. Zij vluchtten. De een of ander schoot in het wilde
+op hem--tegen de bevelen in."
+
+Redwood gaf te kennen dat hij dit niet geloofde.
+
+"Het is zoo, mijnheer. Ik wil niet beweren dat 't om uw zoon was,
+maar terwille van de prinses."
+
+"Juist, dàt is het."
+
+"De twee reuzen renden schreeuwend naar het kamp. De soldaten liepen
+wild door elkaar en toen vuurde er een. Men zegt, dat ze hem zagen
+wankelen--"
+
+"Hu!"
+
+"Ja, mijnheer. Maar wij weten ook dat hij niet ernstig gewond is."
+
+"Hoè weet u dat?"
+
+"Hij zond bericht, mijnheer, dat hij wel was!"
+
+"Aan mij?"
+
+"Aan wien anders, mijnheer?"
+
+Redwood stond bijna een minuut lang met over elkaar geslagen armen
+om dit alles te omvatten. En toen gaf de verontwaardiging hem zijn
+stem weder.
+
+"Omdat jelui krankzinnig waren dit alles te doen, omdat jelui je
+misrekend en een stomme fout gemaakt hebt, zou je mij willen doen
+gelooven, dat jelui geen moordenaars in voorbedachten rade zijt. En
+bovendien--Hoe is het met de anderen?"
+
+De jonge man keek hem vragend aan.
+
+"De andere Reuzen?"
+
+De jonge man wendde niet langer voor hem niet te begrijpen. Zijn
+stem daalde.
+
+"Er zijn er dertien gesneuveld, mijnheer."
+
+"En nog anderen gewond?"
+
+"Ja, mijnheer."
+
+"En Caterham," hijgde hij, "wil hebben, dat ik hem ga opzoeken!... Waar
+zijn de anderen?"
+
+"Enkelen bereikten het kamp onder het gevecht, mijnheer.... Zij
+schijnen geweten te hebben dat--"
+
+"Natuurlijk wisten ze dat. Als Cossar er niet geweest was--Is Cossar
+daar ook?"
+
+"Jawel, mijnheer. En al de nog overgebleven reuzen bevinden zich
+daar--die welke het kamp niet konden bereiken onder het gevecht,
+zijn verdwenen, of zijn nu veilig onder de vlag der wapenstilstand."
+
+"Dat wil dus zooveel zeggen, als dat jelui verslagen zijt," zei
+Redwood.
+
+"Wij zijn nièt verslagen, mijnheer. Neen, mijnheer. Dàt kunt
+u niet zeggen. Maar uwe zonen hebben tegen de krijgsgebruiken
+gehandeld. Eenmaal gisterenavond en vandaag wèder. Nadat onze
+aanvallende colonnes zich teruggetrokken hadden. Vanmiddag begonnen
+zij Londen te bombardeeren--"
+
+"Dat is volkomen gewettigd!"
+
+"Zij vuurden bommen af, gevuld met--vergif."
+
+"Vergif?"
+
+"Ja. Vergif. Het Voedsel--"
+
+"Herakleophorbia?"
+
+"Ja, mijnheer. Mijnheer Caterham, mijnheer--"
+
+"U zijt verslagen! Natúúrlijk kunnen jelui dáár niet tegen op. Dat
+is het werk van Cossar! En wat rest jullie nu nog? Wat geeft het of
+je de hemel weet wat ook begint? Jelui zult het inademen met het
+stof van de straten. Waarom zouden jelui nog dóórvechten? Jawel,
+krijgsregelen! En nu wil Caterham mij zoover overduvelen dat ik hem
+zal helpen onderhandelen. Goeie God, man? Waarom zou ik meegaan
+naar jelui uitelkaar gespatte zak met wind? Hij heeft zijn kaart
+uitgespeeld... gemoord en de boel wanhopig in de war gestuurd. Waarom
+zou ik nù nog meegaan?"
+
+De jonge man stond daar in een houding van eerbiedige waakzaamheid.
+
+"Mijnheer, het is zooals ik u zei," viel hij Redwood in de rede;
+"de reuzen staan er op u te zien. Zij willen geen anderen bemiddelaar
+dan u. Ik vrees dat, zoo u niet naar hen toegaat, er nog meer bloed
+zal vloeien."
+
+"Aan úw kant misschien."
+
+"Néén, mijnheer--aan beide zijden. De wereld heeft vast besloten,
+dat er een einde aan moet komen."
+
+Redwood keek zijn studeervertrek rond. Zijn oog bleef een oogenblik
+rusten op de foto van zijn zoon. Hij wendde zich om en antwoordde
+den in spanning verkeerenden jongen man:
+
+"Ja, ik zal meegaan."
+
+
+
+IV.
+
+Zijn ontmoeting met Caterham was geheel anders dan hij verwacht
+had. Hij had den man slechts tweemaal in zijn leven gezien, eenmaal
+aan een diner, en eens in de corridors van het Parlementsgebouw,
+en zijn verbeeldingskracht had zich beziggehouden, niet met den
+màn, doch met de creatie der nieuwsbladen en karikaturen, met den
+Caterham uit de legende, "Jack de Reuzendooder," "Perseus" en al
+die andere nonsens. Doch nu kwam de persoonlijkheid van vleesch
+en bloed dit alles omverwerpen. Dit was niet het gelaat uit de
+caricaturen en afbeeldingen, doch het gelaat van een afgewerkt man
+die aan slapeloosheid leed, gerimpeld en lusteloos, en met geel in
+het wit zijner oogen, en een beetje verzwakt om den mond. Zeker,
+dit waren de roodbruine oogen, het zwarte haar, het gepronunceerde
+arends-profiel van den grooten volksman, doch hier was eveneens iets
+dat alle vóór-opgevatte geringschatting en rhetorica wegdreef. Deze man
+was lijdende; hij leed acúut; en zijne zenuwen waren tot het uiterste
+gespannen. Van het eerste oogenblik af aan zag hij eruit als de man
+die zijn rol speelt. Een oogenblik later zag Redwood aan een enkel
+gebaar, en aan een lichte beweging, dat hij zich met artsenijen op
+de been hield. Hij bracht zijn duim naar zijn vestzak en na nog even
+doorgepraat te hebben, wierp hij alle geheimhouding terzijde en liet
+het tabletje tusschen zijn lippen doorglijden.
+
+Bovendien, niettegenstaande zijne overspanning, niettegenstaande het
+feit dat hij ongelijk had, en een dozijn jaren jonger dan Redwood,
+voelde Redwood toch in hem die vreemde hoedanigheid, dat onverklaarbaar
+iets--men zou het bij gebrek aan een beteren naam "persoonlijk
+magnetisme" kunnen noemen--nog aanwezig hetwelk hem deze noodlottige
+hoogte had doen bereiken. En ook hièrop had Redwood niet gerekend. Van
+het eerste oogenblik af aan, overheerschte Caterham Redwood voor zoover
+het den loop en de leiding van hun gesprek betrof. De aard van het
+eerste gedeelte van hun samenspreking, de toon en de leiding er van
+gingen van hem uit. En dat gebeurde alsof het zoo vanzelf sprak. Al
+Redwood's verwachtingen gingen in rook op toen hij voor hem stond. Zij
+hadden elkaar de hand gedrukt vóór Redwood zich nog goed bewust was,
+dat hij deze familiariteit had willen afwijzen; hij gaf van het begin
+den toon van het gesprek aan, zeker en duidelijk, alsof zij samen
+naar middelen zochten om een gemeenschappeltjke ramp te bezweren.
+
+Als hij al eens een fout beging, was het wanneer zijne vermoeidheid
+zijne aandacht een oogenblik de baas werd, en de gewoonte in
+het publiek te spreken hem meêsleepte. Dan richtte hij zich
+op--gedurende hun geheele conferentie stónden de beide mannen--en
+staarde hij langs Redwood heen, en begon zich te verweren en zich
+te rechtvaardigen. Eenmaal zei hij zelfs: "Mijne heeren!" Rustig
+uiteenzettend, begon hij te praten...
+
+Op sommige oogenblikken vergat Redwood zelfs, dat hij tegenover dezen
+man stond als ondervrager, en werd hij niets dan de toehoorder van een
+monoloog. Hij werd de begunstigde toeschouwer van een buitengewoon
+verschijnsel. Hij voelde bijna iets van een specifiek verschil
+tusschen zich zelf en dit wezen welks mooie stem als het ware om
+hem heenvloeide, al maar doorpratend. Deze geest, die zich hier voor
+hem uitte, was zoo machtig en toch tegelijk zoo klein. De naar zijn
+doel stuwende energie, het persoonlijke gewicht, het onverbeterlijke
+over het hoofd zien van zekere dingen, deden in Redwood's geest
+een belachelijk en vreemd beeld geboren worden. Inplaats van als
+een tegenstander, die een medemensch was, een man dien men moreel
+verantwoordelijk kon stellen, en tot wien men redelijke verzoeken
+kon richten, zag hij Caterham als iets, ja, als een monsterachtigen
+rhinoceros, als het ware een beschaafden rhinoceros, voortgekomen uit
+de wildernis van het democratische leven, een monster welks aanval
+en verdediging onwederstaanbaar en onoverwinbaar waren. In al de
+tegen elkaar indruischende woordenwisselingen van die netelige
+zaak was hij de eerste. En verder? Deze man was een wezen, bij
+uitnemendheid geschikt om zich een weg te banen door menigten van
+menschen. Voor hem bestond er geen grover fout dan zelftegenspraak,
+geen wetenschap zóó belangrijk als het verzoenen van met elkaar
+strijdige "belangen." Economische werkelijkheid, topografische
+behoeften, de nauwelijks aangeraakte mijnen van wetenschappelijke
+hulpmiddelen bestonden voor hem evenmin, als spoorwegen of geweren
+of land- en volkenkunde bestaan voor den rhinoceros waarop hij
+in Redwood's verbeelding geleek. Wat alléén voor hem bestond waren
+vergaderingen en kiesvereenigingen en stemmen--ja bovenal, stèmmen. Hij
+was de geïncarneerde stem--millioènen stemmen.
+
+En nu, in deze geweldige crisis met de Reuzen, die wel geleden hadden,
+doch niet verslagen waren, praatte dit stem-monster.
+
+Het was zoo duidelijk dat hij zelfs nù nog alles te leeren had. Hij
+wist niet dat er physieke en economische wetten waren, grootheden
+en reacties die de geheele menschheid, al stemt ze ook "nemine
+contradicente" niet kan weg-stemmen, en waaraan men alleen ten koste
+van algeheele vernietiging kan ongehoorzaam worden. Hij wist niet,
+dat er moreele wetten zijn, die niet verbogen kunnen worden door
+welk oogbedrog ook, of die slechts gebogen worden om met wrekende
+hevigheid terug te springen. Het werd Redwood duidelijk, dat deze man
+als hij voor schroot of den Dag des Oordeels gesteld werd, zich zou
+verschuilen achter de een of andere op eigenaardige manier verdraaide
+"stemming van het Lagerhuis."
+
+Wat zijn geest zelfs op dit oogenblik het meest bezig hield, waren
+niet de machten die de sterkte ginds in het zuiden bezet hielden,
+niet nederlaag of dood, doch den indruk dien dit alles op zijne
+"Meerderheid" zou maken, (de eenige, groote werkelijkheid in zijn
+leven.) Hij moest de Reuzen verslaan of zelf van het politiek tooneel
+verdwijnen. Hij was nog geenszins geheel wanhopig. In dit uur van
+algeheel falen, met bloed en ramp op zijn geweten, en de rijke belofte
+van nog meer vreeselijke rampen; terwijl de reusachtige krachten der
+wereld zich hoog boven hem verhieven en over hem heen vielen, was
+hij nog in staat te gelooven dat als hij zijn stem maar uitzette,
+en uitlegde en nog eens weder uitlegde, hij zijn macht weder zou
+kunnen herstellen. Zonder twijfel zat hij in de klem, en was hij moe
+en lijdend, maar als hij zich er maar bovenop kon houden, als hij
+maar kon blijven sprèken--
+
+Terwijl hij praatte leek het Redwood toe alsof hij naar voren trad en
+zich weder terugtrok, alsof hij zich uitzette en inkromp. Redwood's
+aandeel in wat er gezegd werd, was van zeer ondergeschikt belang,
+en niet anders als het ware dan wiggen, plotseling tusschen zijn
+phrases geschoven.
+
+"Onzin mijnheer." "Neen." "Dàt voorstel geeft natuurlijk
+niets." "Waarom begon u er dan mee?"
+
+Het is twijfelachtig of Caterham hem wel hoorde. Caterham's rede
+omvloeide dergelijke onderbrekingen als een snelle stroom een
+rots. Daar stond deze wonderbare man, op zijn officieele haardkleed,
+pratend, al maar pratend met enorme kracht en vaardigheid, pratend
+alsof een oogenblik rust in zijn rede, in zijne uitleggingen, in zijn
+voorstelling van een standpunt, van overwegingen en middelen, den
+een of anderen vijandigen invloed gelegenheid zou geven zich te doen
+gelden--zich in wóórden uit te drukken,--het eenige wat hij begrijpen
+kon. Daar stond hij temidden der lichtelijk verwelkte pracht van dat
+officieele vertrek waarin de eene man na den ander was ondergegaan
+door het geloof dat een zekere handigheid in het bemiddelen de beste
+manier was om een keizerrijk te regeeren...
+
+Hoe meer deze man praatte, hoe sterker Redwood doordrongen werd van
+de verbazende oppervlakkigheid van dezen woordenvloed. Besefte deze
+man wel dat, terwijl hij daar stond te praten, de geheele groote
+wereld voortleefde; dat het niet te keeren getij van groei al maar
+voortstroomde, dat er nog andere uren bestonden dan die welke men in
+het Parlement doorbracht met praten, en dat de hand der Wrekers van
+het vergoten Bloed gewapend was? Buiten tikte één enkel reuzenblad
+van een Virginische meelbloem, dat het geheele vertrek verduisterde,
+tegen de ruiten, zonder dat iemand er op lette.
+
+Redwood verlangde naar het slot van deze wondere alleenspraak, om te
+kunnen gaan naar een plaats waar hij weder gezonde rede en oordeel zou
+hooren, naar het belegerde kamp, naar de sterke vesting der toekomst,
+waar de Zonen nu bij elkaar waren, in al de glorie hunner grootheid. Om
+daarheen te kunnen gaan had hij al dit gepraat geduldig aangehoord. Hij
+kreeg het eigenaardige gevoel, dat zoo deze alleenspraak niet spoedig
+eindigde, hij er door zou meê gesleept worden, dat hij moest kampen
+tegen den indruk dien Caterham's stem op hem maakte, zooals men kampt
+tegen de werking van een slaapmiddel. De feiten waren veranderd,
+en vervormden zich nog steeds onder die betoovering.
+
+Wat zei die man toch?
+
+Daar Redwood het den Kinderen van het Voedsel moest overbrengen,
+begreep hij dat het tot op zekere hoogte van belang was ernaar te
+luisteren.
+
+Hij zou beter moeten luisteren en zijn neiging om zich te laten
+afleiden door de dingen om hem heen, zoo veel mogelijk moeten
+beheerschen.
+
+Hij hoorde veel praten over "bloedschuld." Dat was alleen maar terwille
+van de welsprekendheid. Dus dat kwam er minder op aan. En dan?
+
+Hij stelde een verdrag voor!
+
+Hij stelde voor, dat de nog overgebleven Kinderen van het Voedsel
+zouden capituleeren en ergens afzonderlijk zouden gaan wonen en een
+eigen maatschappij vormen. De geschiedenis kon op meer dergelijke
+maatregelen wijzen. "Wij zouden hun grondgebied kunnen aanwijzen--"
+
+"Waar?" viel Redwood hem in de rede, zich verwaardigend om te praten.
+
+Caterham greep naar de vraag als een concessie. Hij wendde zijn gelaat
+naar Redwood, en zijn stem werd overredend. Dat zou men later kunnen
+bepalen. Hij moest opmerken, dat dit een punt van ondergeschikt
+belang was. Toen ging hij voort met vaststellen: "En behalve over
+hetgeen zij zelf behoeven op de plaats waar zij zijn, moeten wij de
+absolute beschikking hebben over het Voedsel, en al de Vruchten van
+het Voedsel moeten verdelgd worden--"
+
+Redwood bemerkte dat hij zelf ook aan het onderhandelen raakte:
+"En de Prinses?"
+
+"Die staat erbuiten."
+
+"Neen," zei Redwood, kampend om weder tot het oude standpunt terug
+te keeren. "Dat is belachelijk!"
+
+"Daar spreken we later nog wel over. In elk geval zijn wij het er
+over eens, dat het fabriceeren van het Voedsel moet ophouden--"
+
+"Ik heb niets toegegeven. Ik heb niets gezegd--"
+
+"Maar het gaat toch niet aan, op één planeet twéé menschensoorten te
+hebben, een groot en een klein! Denk eens aan wat er gebeurd is! Bedenk
+dat het nog slechts een voorproefje is van wat er gebeuren zal als
+dit Voedsel ongestoord zijn gang gaat! Denk eens aan al wat u al
+over deze aarde gebracht hebt! Als er een ras van Reuzen moet zijn,
+dat steeds aangroeit en zich vermenigvuldigt--"
+
+"Ik kan daar niet over gaan redeneeren," zei Redwood. "Ik moet
+naar onze kinderen. Ik wil naar mijn zoon. Daarom ben ik naar u toe
+gekomen. Zeg me kort en goed wat uwe voorwaarden zijn."
+
+Caterham hield weder een redevoering over zijne voorwaarden.
+
+Den Kinderen van het Voedsel zou een groot eigen grondgebied afgestaan
+worden--misschien in Noord-Amerika of in Afrika--waarop zij hun leven
+konden leven zooals zij dit zelven wenschten.
+
+"Maar dat is onzin," zei Redwood. "Op dit oogenblik zijn er overal
+al Reuzen. Over geheel Europa--overal!"
+
+"Wij zouden een internationaal verdrag kunnen sluiten. Het is niet
+onmogelijk. Iets dergelijks is al besproken... Doch op dit terrein
+kunnen zij hun leven leven zooals zij dit zelven wenschen. Zij mogen
+doen wat zij willen; zij mogen maken wat zij willen. Wij zullen het
+apprecieeren, als zij allerlei dingen voor ons willen maken. Zij
+kunnen er zeer gelukkig zijn. Bedenk dit eens!"
+
+"Mits er niet meerdere Kinderen komen?"
+
+"Juist. De Kinderen zijn voor ons. En op deze wijze, mijnheer,
+zullen wij de wereld redden, wij zullen haar geheel vrijwaren voor de
+vruchten uwer vreeselijke ontdekking. Het is nog niet te laat voor
+ons. Doch tevens willen wij gaarne deze practische noodzakelijkheid
+verzachten met wat toe te geven. Op dit oogenblik reeds zijn wij
+bezig de plaatsen waar hunne granaten gisteren insloegen, uit te
+branden en dicht te maken. We zullen het overwinnen. Geloof me,
+we zullen het onderdrukken. Doch op die wijze, zonder wreedheid,
+zonder onrechtvaardigheid--"
+
+"En als de Kinderen hier eens niet in kunnen treden?"
+
+Voor de eerste maal keek Caterham Redwood recht in de oogen.
+
+"Zij moèten!"
+
+"Ik geloof niet dat zij het doen zullen."
+
+"Waarom zouden zij niet toestemmen?" vroeg Caterham, met
+warm-geschakeerde verbazing.
+
+"En als ze het eens niet doen?"
+
+"Wat rest ons dan nog behalve strijd? Wij mògen het zóó niet
+voort laten gaan. Wij mógen niet, mijnheer. Hebben jullie,
+mannen der wetenschap dan geen verbeeldingskracht? Hebt ge geen
+mededoogen? Wij kunnen onze aarde niet laten vertrappen door een
+steeds aangroeiende kudde van zulke monsters en door monsterachtigen
+plantengroei zooals uw Voedsel veroorzaakt heeft. Wij kùnnen niet,
+en ik herhaal nog eens, wij mógen het niet! Ik vraag u, mijnheer,
+wat rest ons dan nog dan oorlog? En bedenk wel--wat nu gebeurd is
+was nog pas een begin! Dit was een schermutseling. Niets anders
+dan een gevecht met politie. Gelooft u me, niets anders dan een
+gevecht met de politie. Laat u niet misleiden door perspectief,
+door de grootheid van deze nieuwere dingen en wezens. Achter ons
+staat de natie--staat de menschheid. Achter de duizenden die gevallen
+zijn, staan millioenen. Zoo ik niet teruggedeinsd was voor nog meer
+bloedvergieten, mijnheer, zouden zich achter onze eerste aanvallen,
+nieuwe aanvallen vormen, zelfs op dit oogenblik. Of wij dit Voedsel
+al of niet kunnen uitroeien, zonder eenigen twijfel kunnen wij uwe
+zonen dooden! U bouwt te veel op de dingen die gisteren gebeurd zijn,
+op de gebeurtenissen van een twintig jaren, op één slag. U hebt geen
+begrip van den langzamen gang der Geschiedenis. Ik stel u dit verdrag
+voor terwille van de menschenlevens, nièt omdat het het onvermijdelijk
+einde kan afwenden. Zoo u denkt dat uw armelijke paar dozijn Reuzen
+de geheele kracht van ons volk en van al de met ons verbonden natiën
+die ons ter hulp zullen snellen, kunnen weerstaan; als u denkt dat u
+de Menschheid kunt veranderen in één slag, in één enkele generatie,
+en den aard der natuur en de lichaamsbouw van den Mensch--" Hij stak
+een arm uit. "Ga naar hen toe, Mijnheer! Nù dadelijk! En zie hoe zij,
+om al het kwaad dat zij aangericht hebben, neerhurken tusschen hunne
+gewonden--"
+
+Hij zweeg, alsof hij toevallig een blik op Redwood's zoon geslagen had.
+
+Een tijdlang zwegen de beide mannen.
+
+"Ga naar hen toe," zei hij.
+
+"Ja, dat is juist wat ik wil."
+
+"Ga dan nù..."
+
+Hij wendde zich af, drukte op het knopje van een schel; en buiten
+klonk, als antwoord, onmiddellijk een geluid van deuren die zich
+openden en voeten die kwamen aansnellen.
+
+Het gesprek was geëindigd. De comedie was afgespeeld. En plotseling
+scheen Caterham in te krimpen, te verschrompelen tot een man, met
+een geel gezicht, uitgeput, van middelbare lengte en van middelbaren
+leeftijd. Hij deed een schrede voorwaarts, alsof hij uit de lijst van
+een schilderij trad, en met een voorwenden van die vriendelijkheid die
+loert achter al den openlijken strijd van ons ras, stak hij Redwood
+de hand toe.
+
+En alsof dit zoo van zelf sprak, drukte Redwood hem ten tweeden male
+de hand.
+
+
+
+
+
+
+
+HOOFDSTUK V.
+
+DE REUZEN-LEGERPLAATS.
+
+
+I.
+
+Eenigen tijd later zat Redwood in een trein die zuidwaarts over den
+Theems ging. Hij zag in het voorbijgaan even de rivier, die schitterde
+onder de lichten, en de rook die nog opsteeg van de plaats op den
+noordelijken oever waar de granaat neergekomen was, en waar een groote
+menigte mannen aan het werk gezet was om de Herakleophorbia uit den
+grond te branden.
+
+De zuidelijke oever was duister, en om den een of anderen reden waren
+de straten zelfs niet verlicht, en het eenige wat duidelijk zichtbaar
+was, waren de omtrekken der hooge alarm-torens en de duistere massa's
+van bovenverdiepingen en scholen, en na een minuut lang naar buiten
+gegluurd te hebben ging hij met den rug naar het raampje zitten en
+verzonk in gepeins. Er was niets meer te doen of te zien vóór hij de
+zonen zag...
+
+Hij was moe van de spanning der laatste twee dagen. Het leek hem
+toe dat zijne emoties nu uitgeput moesten zijn, doch hij had zich
+versterkt met sterke koffie voor hij op weg ging en nu dacht hij weder
+helder. Hij dacht na over velerlei dingen. Hij ging nog eens na,--doch
+nu in het licht van de gebeurtenissen die voorgevallen waren--, de
+wijze waarop het Voedsel het eerst in de wereld was gekomen en hoe
+het zich ontwikkeld had.
+
+"Bensington meende, dat het een uitstekend Voedsel voor kleine kinderen
+zou zijn," fluisterde hij bij zich zelven, flauwtjes glimlachend. En
+toen kwam in zijn brein weder op, alsof hij nog onbeslist was, de
+pijnigende twijfel nadat hij het Voedsel aan zijn eigen kind gegeven
+had. En hierna, met een stagen, niet aarzelenden gang, niettegenstaande
+elke poging der menschen om het te bevorderen of het tegen te houden,
+had het Voedsel zich verspreid over de geheele menschenwereld. En nu?
+
+"Al dooden zij hen allen," fluisterde Redwood, "dan is de zaak tòch
+geschied."
+
+Het geheim van het maken ervan, was nu heinde en ver bekend. Dit
+was zìjn werk geweest. Planten, dieren, een menigte ontzettend-sterk
+groeiende kinderen zouden onwederstaanbaar samenspannen om de wereld
+te dwingen toch weder tot het Voedsel terug te keeren, wat er ook
+uit den huidigen strijd mocht voortvloeien. "De zaak is niet meer
+te veranderen," zei hij, terwijl zijn geest, niettegenstaande alle
+pogingen om het te verhinderen, toch weder begon na te denken over
+het tegenwoordige lot der Kinderen en dat van zijn zoon. Zou hij
+hen uitgeput vinden van de vermoeienissen van den strijd, gewond,
+omkomend van honger, op het punt verslagen te worden, of zou hij hen
+nog krachtig en vol hoop vinden, gereed voor den nog meer verwoeden
+strijd van morgen?... Zijn zoon was gewond! Doch hij had een boodschap
+gezonden!
+
+Hij begon weder te denken over zijn interview met Caterham.
+
+Hij werd uit zijne overpeinzingen opgeschrikt door het stoppen van den
+trein aan het station te Chislehurst. Hij herkende de plaats aan den
+reusachtigen ratten-alarmtoren die op den top van den heuvel te Camden
+stond, en de rij bloeiende reuzen-klavers die langs den weg groeiden.
+
+Caterhams privaat-secretaris kwam naar hem toe uit het andere rijtuig
+en zei hem, dat de lijn een half uur verder opgebroken was, en dat het
+overige der reis afgelegd zou moeten worden in een auto. Redwood stapte
+uit, op het perron, dat slechts verlicht werd door een handlantaarn
+en waarover de nachtwind koel aanwoei. De stilte van deze verlaten,
+met hout begroeide, en door onkruid overdekte buitenwijk--want al de
+bewoners hadden den vorigen dag de wijk genomen naar Londen, zoodra
+de strijd een aanvang nam--was indrukwekkend. Zijn geleider voerde
+hem den trap af naar de plaats waar een automobiel stond te wachten
+met helle lantaarns aan--de eenige lichten die te zien waren--beval
+den chauffeur goed zorg voor hem te dragen en zei hem vaarwel.
+
+"Zult u uw best voor ons doen?" zei hij, zijns meesters wijze van
+optreden zoo getrouw mogelijk nabootsend, terwijl hij Redwood's hand
+gevat hield.
+
+Zoodra Redwood goed in het bont gestopt was, reden zij het nachtelijk
+duister in. Een oogenblik stond de auto stil en toen vloog hij zacht
+en snel het stationsplein af. Zij draaiden een hoek om en daarna nog
+een, volgden de kronkelingen van een met villa's afgezette laan en
+toen lag de weg voor hen. Het gesnor van den auto klonk al luider en
+luider, tot hij zijn grootste snelheid bereikt had en de donkere nacht
+vloog hen voorbij. De geheele omgeving lag zeer duister onder het
+licht der sterren uitgespreid en het gansche drukke leven lag daar,
+geheimzinnig stil, volkomen geluidloos. Er voer geen zuchtje door de
+boomen en struiken waar zij langs vlogen; de verlaten, bleek-witte
+villa's aan weerszijden, met hunne donkere vensters waarachter geen
+licht brandde, deden hem denken aan het geruischlooze voorbijtrekken
+van een processie skeletten. De chauffeur naast hem was een zwijgzaam
+man, of misschien dat hij zich niet tot spreken geneigd voelde door
+de omstandigheden van den tocht. Hij antwoordde op de korte vragen
+van Redwood met monosyllaben en tamelijk barsch. Langs de zuiderlucht
+schoten geruischloos zoeklichten; de eenige vreemde teekenen van leven
+in die geheele verlaten wereld, die zich overal om de voortsnellende
+machine uitstrekte.
+
+Een oogenblik later stonden er overal langs den kant van den weg
+reusachtige sleedoorn-twijgen die het erg donker maakten, en dan
+stonden er nog hoog gras en pijpkruid, reusachtige doove netels,
+zoo hoog als boomen, wier duistere silhouetten boven hunne hoofden
+voorbijschoten. Toen zij Keston voorbij waren, kwamen zij aan een
+heuvelhelling en reed de chauffeur langzamer. Toen hij den top bereikt
+had, stopte hij. De machine dreunde en zweeg. "Daar," zei hij, en
+zijn groote gehandschoende hand schoof al wijzend, als een zwarte
+vormlooze massa voor Redwood's oogen.
+
+Hij meende in de verte de groote schans, gekroond door den gloed
+waaruit de zoeklichten schoten, tegen de lucht te zien afsteken. Deze
+stralen kwamen en gingen tusschen de wolken en het heuvelland om hen
+heen alsof zij geheimzinnige tooverformules trokken.
+
+"Verder weet ik niet," zei de chauffeur eindelijk en het was duidelijk
+dat hij bang was verder te gaan.
+
+Daar schoot een zoeklicht uit de lucht naar hen neer, bleef plotseling,
+als met schrik, staan, bekeek hen nauwkeurig, een verblindende
+blik die nog eerder verscherpt dan verzacht werd door den stengel
+van het een of ander reuzen-onkruid, dat zich tusschen hen en dit
+licht plaatste. Zij zaten daar met hunne handschoenen voor de oogen,
+trachtende er onderdoor te kijken, tegen het licht in.
+
+"Rij door," zei Redwood na eenigen tijd.
+
+De chauffeur aarzelde nog steeds; hij trachtte zijn aarzeling onder
+woorden te brengen, doch het eenige wat hij zeggen kon was: "verder
+weet ik niet."
+
+Eindelijk waagde hij het verder te gaan. "Nou, vooruit dan maar,"
+zei hij, en bracht weder leven in zijn machine, zorgvuldig gevolgd
+door dat groote helle oog.
+
+Het leek Redwood geruimen tijd toe dat zij niet langer op aarde waren,
+doch in een toestand van zenuwachtigen haast door een lichtende wolk
+schoten. Tuf, tuf, tuf, tuf, ging de machine en telkens--gehoorzamend,
+ik weet niet aan welke zenuwachtige aandrift--liet de chauffeur zijn
+hoorn toeteren.
+
+Zij schoten de welkome duisternis eener met hooge schuttingen
+afgezette laan in, een vallei binnen, en zoo voorbij eenige huizen
+weder in dat verblindende licht. Toen liep de weg een tijdlang over een
+onbegroeiden heuvel, en zij schenen dreunend in de oneindige ruimte
+te hangen. Toen vertoonde zich weder reuzen-onkruid om hen heen en
+schoot langs hen. En toen stond er plotseling vlak voor hen de gestalte
+van een reus, helder blinkend waar liet zoeklicht van onderen op hem
+viel en donker afstekend tegen de lucht daarboven. "Hallo daar!" riep
+hij. "Stop! verder gaat de weg niet... Is dat Vader Redwood?"
+
+Redwood stond op en schreeuwde flauwtjes ten antwoord, en toen stond
+Cossar plotseling naast hem op den weg, zijne beide handen stevig
+drukkend en hem uit den auto trekkend.
+
+"Hoe is 't met mijn zoon?" vroeg Redwood.
+
+"O, goed," zei Cossar. "Hèm hebben ze niet erg geraakt."
+
+"En jouw eìgen jongens?"
+
+"Goed in orde, allemaal. Maar 't is een warm dagje geweest gisteren."
+
+De reus zei iets tot den chauffeur. Redwood ging op zij toen de auto
+omdraaide en toen verdween Cossar plotseling, alles verdween, en hij
+stond een tijd lang in absolute duisternis. Het zoeklicht volgde
+den auto weder terwijl deze terugreed naar den top van den heuvel
+van Keston. Hij zag het kleine rijtuig zich verwijderen temidden
+van dien witten stralenkrans. En het eigenaardige van de zaak was
+dat het net was alsof het voertuig zelf stilstond en de stralenkrans
+zich voortbewoog. Een groep, door den krijg gehavende, reuzen-elzen
+werd plotseling zichtbaar met hunne grillige verkoolde takken, en werd
+weder verzwolgen door de duisternis... Redwood wendde zich weder naar
+de duidelijk-zichtbare gestalte van Cossar en drukte hem de hand:
+"Ze hebben me opgesloten en van alles totaal onwetend gehouden,
+twee volle dagen lang," zei hij.
+
+"Wij vuurden het Voedsel op hen af," zei Cossar. "Ligt voor de
+hand! Dertig schoten. Hè!"
+
+"Ik kom van Caterham."
+
+"Dat weet ik." Hij lachte en er klonk iets bitters in dien lach. "Ik
+vertrouw dat hij bezig is 't op te vegen, he?"
+
+
+
+II.
+
+"Waar is mijn zoon?" zei Redwood.
+
+"O, daar is alles mee in orde, hoor. De Reuzen wachten op je
+boodschap."
+
+"Jawel, maar mijn jongen--"
+
+Hij ging met Cossar een lange, hellende tunnel af die een oogenblik
+rood verlicht en toen weder duister werd, en uitkwam op de groote
+veilige groeve die de reuzen gemaakt hadden.
+
+Redwood's eerste indruk was die van een enorme arena, die omzet was
+met heel hooge rotsen, en welker vloer bestrooid was met allerlei
+dingen. Het eenige licht dat dit alles deed zien was het schijnsel
+der zoeklichten die voortdurend hoog over de groeve heenschoten, en
+een gloed die nu eens aanlaaide dan weder verflauwde, vanuit een hoek,
+waar twee reuzen samen werkten temidden van metaal-geklank. Toen deze
+gloed weder oplaaide zag hij tegen de lucht de bekende omlijningen
+der oude werkloodsen en speelgebouwen die daar gemaakt waren voor
+de jongens van Cossar. Zij hingen nu, als het ware, aan den rand
+van een rots, en waren eigenaardig vervormd en gehavend door het
+bombardement van Caterham's geschut. Hij zag daar boven iets dat op
+stellingen voor reusachtig geschut geleek, en dichter bij lagen groote
+pyramiden kolossale cylinders opgestapeld die misschien ammunitie
+voorstelden. Over de geheele ruime uitgestrektheid beneden lagen groote
+machinerieën en massa's, waarvan hij het gebruik niet kon gissen, in
+wanorde door elkaar. De reuzen verschenen en verdwenen weder tusschen
+deze massa's en in het onzekere licht; allen groote gestalten doch niet
+buiten verhouding met de dingen waartusschen zij zich bewogen. Enkelen
+waren druk bezig, anderen zaten en lagen alsof zij den slaap zochten,
+en een, die zich vlak bij Redwood bevond en wiens lichaam verbonden
+was, lag op een ruw leger van dennetakken en sliep vast.
+
+Redwood keek verbaasd naar deze nauwelijks te onderscheiden gedaanten;
+zijn oogen dwaalden van den eenen bewegenden omtrek naar den anderen.
+
+"Waar is mijn jongen, Cossar?"
+
+En toen zag hij hem.
+
+Zijn zoon zat in de schaduw van een grooten stalen muur. Hij was niet
+anders dan een groote zwarte gedaante, slechts te herkennen aan zijn
+houding--zijn gelaat was onzichtbaar. Hij zat met de kin in de hand,
+alsof hij moê of in gedachten verdiept was. Naast hem ontdekte Redwood
+de gestalte der Prinses, of liever, hij meende uit de donkere gestalte
+die naast zijn zoon stond, te kunnen opmaken dat zij het was, en toen,
+toen de gloed van het ijzer, een eind verder, weder oplichtte, zag
+hij een oogenblik haar rood-verlichte zachte gezicht. Zij keek op
+haren minnaar neer, terwijl haar hand tegen het staal van den muur
+rustte. Het scheen dat zij tot hem fluisterde.
+
+Redwood wilde naar hen toe gaan.
+
+"Straks," zei Cossar. "Eerst je boodschap."
+
+"Ja," zei Redwood, "maar--"
+
+Hij hield plotseling op. Zijn zoon keek nu op en zei wat tot de
+Prinses, doch te zacht om het te verstaan. De jonge Redwood hief zijn
+gezicht op en zij boog zich tot hem over, en wendde haar gelaat af
+voor zij begon te spreken.
+
+"Maar als wij nu eens verslagen worden," hoorde hij de stem van zijn
+zoon fluisteren.
+
+Zij zweeg even, en de roode gloed liet haar oogen zien die glansden
+van ongestorte tranen. Zij boog zich nog meer naar hem over en sprak
+nog zachter. Er was iets zóó intiems en innigs in hun houding, in
+hun fluisteren, dat Redwood--Redwood die twee dagen lang aan niets
+anders dan zijn zoon gedacht had--zich hier te veel voelde. Hij bleef
+plotseling staan. Voor het eerst in zijn leven misschien besefte hij,
+hoeveel méér een vader zijn zoon kan liefhebben dan een zoon ooit
+zijn vader; hij besefte ten volle de heerschappij der toekomst over
+het verleden. Tusschen deze twee was geen plaats voor hem. Hij had
+zijn rol gespeeld. Hij wendde zich tot Cossar, terwijl dit besef hem
+nog vasthield. Hunne oogen ontmoetten elkaar. Zijn stem klonk nu heel
+anders met een toon van kleurlooze vastbeslotenheid erin.
+
+"Ik wil mijn boodschap nù afleveren," zei hij. "Daarna--....Dan kan
+'t altijd nog wel."
+
+De groeve was zoo enorm en lag zoo bezaaid met allerlei, dat de weg
+naar de plaats vanwaar Redwood de Reuzen kon toespreken, lang en
+kronkelig was,
+
+Hij en Cossar volgden een steil afgaanden weg die onder een boog van
+inelkaar sluitende machinerieën doorliep, en kwamen zoo in een groote
+diepe verschansing die dwars over den bodem der groeve liep. Deze
+verschansing, breed en ledig, en toch betrekkelijk smal, droeg er,
+met al het verdere om hem heen, toe bij om Redwood's gevoel van eigen
+kleinheid nog te verhoogen. Het begon hem als het ware een uitgegraven
+keel toe te lijken. Hoog boven zijn hoofd, van hem gescheiden door
+duistere rotsen, flikkerden en schenen hel de zoeklichten en de
+blinkende gedaanten gingen af en aan. Reuzen-stemmen riepen elkander
+daar boven toe, riepen de Reuzen ten Krijgsraad, om de voorwaarden te
+hooren die Caterham gesteld had. De verschansing helde steeds verder
+naar donkere ruimten, naar schaduwen en mysteriën en niet te begrijpen
+dingen, waarin Redwood langzaam afdaalde met aarzelende schreden en
+Cossar met vastberaden tred als van een, die dit alles reeds kende...
+
+Redwood's gedachten gingen over allerlei dingen.
+
+De beide mannen waren nu in de diepste duisternis gekomen, en Cossar
+vatte zijn metgezel bij den pols. Zij waren nu wel gedwongen langzaam
+voort te gaan.
+
+Redwood voelde zich gedrongen te spreken.
+
+"Dit alles is heel vreemd om te zien," zei hij.
+
+"Groot," zei Cossar.
+
+"Vreemd. En het is vréémd dat het mij vreemd toeschijnt--mij, die,
+tot op zekere hoogte, de schepper van dit alles ben. Het is--"
+
+Hij zweeg, trachtende zijn bedoeling duidelijk te maken, en maakte
+een gebaar naar de klip boven, dat de ander door de duisternis niet
+kon zien.
+
+"Ik heb er nooit zoo aan gedacht. Ik heb het druk gehad en de jaren
+zijn omgevlogen. Maar hier zie ik--Het is een nieuw geslacht, Cossar,
+met nieuwe aandoeningen en nieuwe behoeften. Dit alles, Cossar--"
+
+Cossar zag nu zijn onduidelijk gebaar naar de dingen om hen heen.
+
+"Dit alles is de Jeugd."
+
+Cossar gaf geen antwoord, en zijn onregelmatige schreden gingen voort.
+
+"Maar ònze jeugd is het niet, Cossar. Zij hebben alles overgenomen. Zij
+vangen nu aan met eigen aandoeningen, eigen ondervinding en eigen
+levenswijze. Wij hebben een nieuwe wereld gemaakt, die de onze niet
+meer is. Zij is mij zelfs niet--sympathiek. Deze groote ruimte--"
+
+"Die heb ik ontworpen," zei Cossar, met strak gezicht.
+
+"Maar nù?"
+
+"Ah, ik heb haar aan mijn jongens gegeven."
+
+Redwood kon den lossen zwaai van den arm dien hij niet zien kon,
+voelen.
+
+"Juist, zoo is het. Wij hebben onzen tijd uitgediend--of tenminste
+bijnà."
+
+"Je boodschap!"
+
+"Ja. En dan--"
+
+"Is 't gedaan met ons."
+
+"Nu--? Natuurlijk staan wij buiten dit alles, wij twee oudjes," zei
+Cossar, met den welbekenden klank van plotselingen toorn in zijn
+stem. "Natuurlijk. Ligt voor de hand. Een ieder op zijn tijd. En
+nu--is het hùn tijd om te beginnen. Natuurlijk. Wij doen wat we
+doen moeten en dan gaan we heen. Snap je? Daar is de dood voor. Wij
+verwerken ons kleine verstand en onze kleine emoties en dan beginnen
+die na ons komen opnieuw. Met frisschen moed! Heel eenvoudig, niet
+waar? En wat is daar niet goed in?"
+
+Hij zweeg even om Redwood naar een trap te leiden.
+
+"Ja," zei Redwood, "maar ik voel toch--"
+
+Hij voltooide den zin niet.
+
+"Daar is de Dood voor." Hij hoorde 't Cossar beneden zich nogmaals met
+overtuiging zeggen: "Hoe zou 't ànders met de wereld moeten gaan? Dààr
+is de Dood voor."
+
+
+
+III.
+
+Na veel gedaal en geklim kwamen zij uit op een vooruitstekenden
+rand, vanwaar het mogelijk was het grootste gedeelte van de groeve
+der Reuzen te overzien, en vanwaar Redwood zich verstaanbaar kon
+maken voor de geheele vergadering. De Reuzen waren reeds verzameld,
+beneden hem en op verschillende hoogten, om de boodschap te hooren
+die hij zou brengen. Cossar's oudste zoon stond op den wal daarboven,
+gadeslaand wat de zoeklichten openbaarden, want zij vreesden dat
+de wapenstilstand verraderlijk zou verbroken worden. Zij die het
+groote instrument in den hoek bedienden, stonden daar hel verlicht
+door hun eigen licht; zij waren bijna geheel naakt; zij wendden hunne
+gezichten naar Redwood, doch keken telkens weder naar de gietvormen
+die zij niet konden verlaten. Hij zag degenen, die dichtbij stonden
+onduidelijk in het weifelende licht en zij die verder af stonden, nòg
+onduidelijker. Zij verschenen plotseling uit, en verdwenen weder in
+de diepten der duisternis, want deze Reuzen brandden niet méér licht
+dan absoluut noodig was in de groeve, opdat hunne oogen dadelijk
+elke aanvallende strijdmacht, die hen van uit de duisternis mocht
+bespringen, zouden kunnen zien.
+
+Telkens als er toevallig een lichtstraal op hen viel, werd er de een
+of andere groep van lange reuzen-gestalten zichtbaar, de Reuzen van
+Sunderland gekleed in metalen platen die over elkaar heenvielen,
+en de anderen gekleed in leder, in gedraaid touw of in gevlochten
+metaal, al naar de omstandigheden hen hadden doen kiezen. Zij zaten
+tusschen, of lieten de handen rusten op, of stonden rechtop tusschen
+machinerieën en wapenen even machtig als zijzelven, en in hun aller
+oogen, als ze zichtbaar werden, lag vastberadenheid.
+
+Hij probeerde te beginnen, doch kwam zoover niet. Toen, in een
+plotseling oplaaien van het vuur, zag hij het gelaat van zijn zoon
+naar hem geheven, vol liefde en toch sterk; en toen vond hij zijn
+stem weder om hem toe te spreken, en was het hem of hij dwars over
+een afgrond tot zijn zoon sprak.
+
+"Ik kom van Caterham," zei hij. "Hij heeft mij tot u gezonden, om u
+de voorwaarden die hij u aanbiedt, mede te deelen."
+
+Hij zweeg even. "Ik weet, dat zij onmogelijk zijn aan te nemen,
+nu ik u hier allen verzameld zie; het zijn onmogelijke voorwaarden,
+doch ik breng ze u over, omdat ik u allen wenschte te zien--en ook
+mijn zoon. Ik wilde mijn zoon--nog eens zien..."
+
+"Zeg hun de voorwaarden," zei Cossar.
+
+"Dit is wat Caterham aanbiedt: Hij wil, dat jullie van hier gaat en
+zijn grondgebied verlaat!"
+
+"Waarheen?"
+
+"Dat weet hij nog niet. Hij zei zoo iets van "een groot terrein ergens
+in de wereld reserveeren.... En gij moogt geen Voedsel meer maken,
+geen kinderen krijgen, ge moogt leven zooals ge wilt tot ge sterft,
+en dan is alles meteen uit."
+
+Hij zweeg.
+
+"Meer niet?"
+
+"Meer niet."
+
+Er volgde een diepe stilte. De duisternis die de Reuzen omhulde
+leek hem peinzend aan te staren. Hij voelde dat iemand zijn
+elboog aanraakte, en Cossar schoof hem een stoel toe--een typisch
+stukje poppenspeelgoed temidden van deze op elkaar gestapelde
+reuzen-dingen. Hij ging zitten en sloeg de beenen over elkaar, legde
+vervolgens het eene been dwars over de knie van het andere, en hield
+zenuwachtig zijn laars vast, en voelde zich erg klein en alleen, en
+scherp zichtbaar en belachelijk misplaatst temidden van dit alles. Toen
+klonk er plotseling een stem en vergat hij zichzelven weder.
+
+"Ge hebt het gehoord, Broeders," zei deze stem vanuit het duister.
+
+En een tweede antwoordde: "Wij hebben het gehoord."
+
+"En het antwoord, Broeders?"
+
+"Aan Caterham?"
+
+"Is "Neen!"
+
+"En dan?"
+
+Er volgde een stilte van eenige seconden.
+
+Toen zei een stem: "Deze menschen hebben gelijk. Dat wil zeggen, van
+hùn standpunt en naar het verstand dat zij gekregen hebben. Zij hadden
+gelijk alles te dooden wat grooter was dan zijzelven--dier en plant,
+en alle groote dingen die opschoten. Zij hadden gelijk, toen zij ons
+trachtten om te brengen. En ook nù hebben zij gelijk als zij zeggen,
+dat wij niet mogen huwen met anderen die even groot zijn als wij. Zij
+beseffen--en het wordt tijd, dat wij dit ook inzien--dat reuzen en
+dwergen niet tezamen in één samenleving passen. Caterham heeft dat
+telkens en telkens weder herhaald--heel duidelijk--òf aan hun of aan
+òns de wereld."
+
+"Maar wij zijn geen vijftig man sterk," zei een ander, "en zij
+tallooze millioenen."
+
+"Dat is mogelijk. Maar het is zooals ik gezegd heb."
+
+Toen volgde er weder een lange stilte.
+
+"En moeten wij dan sterven?"
+
+"God beware ons daarvoor!"
+
+"Zij dan?"
+
+"Neen."
+
+"Maar dàt zegt Caterham! Hij wil hebben, dat wij ons leven uitleven,
+éen voor éen sterven, totdat er slechts één over is, en die eene
+zal eindelijk ook sterven, en zij zullen alle reuzen-planten en
+onkruid omhakken, de lager-staande reuzen-dierenwereld uitroeien, alle
+sporen van het Voedsel uitbranden--ook aan ons en aan het Voedsel een
+einde maken voor altijd. Dan eerst zal de dwergen-wereld weer veilig
+zijn. Zij zullen voortgaan--voor altijd veilig,--hun kleine leventjes
+te leven, dwergen-vriendelijkheidjes bewijzend, en dwergen-wreedheidjes
+begaand tegenover elkaar; ze zouden het misschien zelfs wel tot een
+dwergen-heilstaat kunnen brengen, een eind maken aan allen krijg, een
+eind maken aan overbevolking, en zich neerzetten in een de geheele
+wereld omvattende stad om aan dwerg-kunst te doen, elkaar vereerend
+tot de wereld begint te bevriezen...."
+
+In den hoek viel een ijzeren plaat met donderend geraas op den grond.
+
+"Broeders, wij weten wat wij willen."
+
+Bij een plotseling flikkeren der zoeklichten, zag Redwood ernstige
+jeugdige gezichten zich naar zijn zoon wenden.
+
+"Het is nu gemakkelijk het Voedsel te maken. Wij zouden gemakkelijk
+Voedsel voor de geheele wereld kumnen fabriceeren."
+
+"Je bedoelt, Broeder Redwood," zei een stem uit de duisternis,
+"dat de kleine menschjes het Voedsel moeten eten."
+
+"Wat valt er anders te doen?"
+
+"Maar wij zijn geen vijftig man sterk en zij vele millioenen."
+
+"Maar wij hebben ons staande gehouden.''
+
+"Tot nu toe, ja."
+
+"Als God het wil, kunnen wij dit nògmaals."
+
+"Ja, maar denk eens aan de dooden!"
+
+Toen vervolgde een andere stem: "De dooden. Denk aan de nog niet
+geborenen...."
+
+"Broeders," zei de stem van den jongen Redwood, "wat rest ons nog,
+dan hen te bevechten, en àls wij hen verslaan, hen te dwingen om
+van het Voedsel te eten? Zij moèten het nu wel nemen. Veronderstel,
+dat wij ons erfdeel zouden afstaan en dezen nonsens die Caterham ons
+aanbiedt, aannemen! Gesteld dat wij dit kònden! Gesteld dat wij al dit
+groote opgeven dat in ons leeft, en al wat onze vaders voor ons gedaan
+hebben,--dat gìj vader--voor ons gedaan hebt--en als onze tijd daar
+is, in het niet verzinken en rotten! Wat dan? Zal deze kleine wereld
+dan zijn zooals zij tevoren was? Zij mogen kampen tegen grootheid
+in ons die menschenkinderen zijn, maar zullen zij overwinnen? Zelfs
+al doodden zij ons een voor een, wat zou dit dan nog? Zou dit hen
+redden? Neen! Want er is Grootheid opgestaan, niet alleen in ons,
+niet alleen in het Voedsel, maar in het willen van alle dingen. Het
+uit zich in den aard van alles; het is een deel geworden van tijd en
+ruimte. Te groeien, al maar te groeien, dit is het doel--dit is de
+Levenswet. Welke andere wet kan daarnaast nog bestaan?"
+
+"Om anderen te helpen?"
+
+"Te groeien. Anderen te helpen is óók groei. Tenzij wij hen helpen
+te falen...."
+
+"Zij zullen hun uiterste best doen om ons te verslaan," zei een stem.
+
+En weer een andere: "Wat zou dat?"
+
+"Zij zullen vechten," zei de jonge Redwood. "Als wij deze voorwaarden
+niet aannemen, twijfel ik er niet aan of zij zullen vechten. Ik hoop
+werkelijk, dat zij er open en rond mee voor den dag zullen komen en ons
+bevechten. Als zij ons bij slot van rekening vrede aanbieden, zal hun
+dit des te beter in staat stellen ons onverhoeds aan te vallen. Begaat
+geen fout, Broeders; op de een of andere wijze bestrijden zij ons
+tòch. De strijd is begonnen en wij moeten strijden tot het einde. Als
+wij niet wijs zijn, zullen wij nog bevinden, dat wij slechts geleefd
+hebben om hun beter wapenen tegen onze kinderen en ons geslacht
+in handen te geven. Tot nu toe hebben wij slechts den dageraad van
+den strijd gezien. Ons geheele leven zal één strijd zijn. Eenigen
+van ons zullen gedood worden in den strijd, anderen zullen belaagd
+worden. Er zal geen gemakkelijke overwinning volgen--geen overwinning,
+die niet half een nederlaag voor ons is. Weest daar zeker van. Doch
+waarom zou ons dit afschrikken? Als wij ons slechts staande houden,
+zoo wij slechts achterlaten een groeiende menigte, om den strijd
+voort te zetten als wij heengegaan zijn!"
+
+"En morgen?"
+
+"Zullen wij het Voedsel overal verspreiden; wij zullen de wereld
+verzadigen van het Voedsel."
+
+"En als zij eens nieuwe en meer aannemelijke voorwaarden mochten
+stellen?"
+
+"Onze voorwaarden zijn het Voedsel. Nooit kunnen klein en groot naast
+elkander leven in een duurzamen vrede. Of het één, of het ànder. Met
+welk recht zouden onze ouders zeggen: "Mijn kind zal geen ander licht
+hebben dan ik gehad heb, zal niet grooter worden dan ik geworden
+ben." Zijt gij het met mij eens, Broeders."
+
+Een goedkeurend gemompel antwoordde hem.
+
+"En voor de kinderen die vrouwen zullen worden, zoowel als voor de
+kinderen die mannen zullen worden," zeide een stem uit het duister.
+
+"Méér nog--die moeders zullen worden van een nieuw geslacht..."
+
+"Doch voor het volgend geslacht moet er nog groot en klein zijn,"
+zei Redwood met de oogen op het gelaat van zijn zoon gevestigd.
+
+"Nog vele geslachten lang. En het kleine zal het groote steeds in
+den weg staan en het groote zal het kleine onderdrukken. Dit mòèt
+zoo zijn, vader.
+
+"Er zal strijd heerschen.
+
+"Strijd zonder einde. Eindeloos misverstand. Het geheele leven is
+zoo. Groot en klein kunnen elkaar niet begrijpen. Doch in elk kind
+dat uit menschen geboren wordt, Vader Redwood, schuilt een zaadje
+grootheid--dat op het Voedsel wacht."
+
+"Dan zal ik naar Caterham moeten gaan en hem zeggen, dat--"
+
+"Gij blijft bij ons, Vader Redwood. Bij het aanbreken van den dageraad
+gaat ons antwoord naar Caterham."
+
+"Hij zegt, dat hij jullie zal bevechten tot...."
+
+"Zoo zij het," zei de jonge Redwood, en zijne broederen mompelden
+goedkeurend.
+
+"Het ijzer wacht," mompelde een stem, en de twee reuzen die in den
+hoek aan het werk waren, begonnen rythmisch te hameren, wat bij dit
+tooneel klonk als een begeleiding van een machtige muziek. Het metaal
+gloeide heller dan het tevoren had gedaan, en liet Redwood het kamp
+duidelijker zien dan hij het tot nu toe had kunnen waarnemen.
+
+Om hem heen stonden de jonge reuzen, torenhoog en schoon, glanzend in
+hun maliën, temidden der toebereidselen voor den dag van morgen. Zijn
+hart sprong op van vreugde toen hij hen zoo zag. Hun kracht kwam
+zoo gemakkelijk! Zij waren zoo groot en gracelijk! Hunne bewegingen
+waren zoo vast! En daar stond zijn zoon tusschen hen, met de eerste
+van alle reuzen-vrouwen, de Prinses naast zich....
+
+In zijn hoofd kwam plotseling een allervreemdst contrast op, het
+terugdenken aan Bensington, heel levendig en klein--Bensington met
+zijn hand in het zachte borstdons van dat eerste groote kuiken,
+staande in zijn conventioneel gemeubileerde kamer, en weifelend over
+zijn bril heenkijkend naar Nicht Jane, die de deur dichtsmeet...
+
+Het was alles gebeurd in een gisteren van een en twintig jaren.
+
+Toen werd hij plotseling bevangen door een vreemden twijfel: dat
+deze plaats en al de grootheid die hij om zich zag, slechts een
+droomweefsel was; dat hij zelf droomde en straks zou ontwaken,
+en zich weder in zijn studeerkamer bevinden, de Reuzen vermoord,
+het Voedsel geheel vernietigd en hij zelf gevangen en opgesloten.
+
+Als je daar op neer kwam; wat was het leven dan anders dan een
+voortdurende gevangenschap! Dit was het hoogtepunt en het einde van
+zijn droom. Hij zou ontwaken temidden van bloedvergieten en strijd,
+en zijn Voedsel het dwaaste aller hersenschimmen bevinden, en zijn hoop
+op en geloof aan een beter wereld zouden evenmin verwezenlijkt worden
+als het kleurige vliesje op een poel vol rottende stoffen. Onverwinbare
+kleinheid!...
+
+En zoo hevig en diep was deze neerslachtigheid, deze vrees voor
+ontnuchtering, dat hij opsprong; Hij stond daar en drukte de gebalde
+vuisten tegen zijne oogen en bleef zoo een oogenblik staan, bang, als
+hij ze opende, te zien, dat de droom reeds in het niet vergaan was.....
+
+De stemmen der reuzenkinderen spraken tot elkaar, als een
+zachteren klank door de galmende melodie der smeden. Zijn twijfel
+verminderde. Hij hoorde de reuzenstemmen; hij hoorde hunne
+bewegingen nog om zich heen. Het was werkelijk, ongetwijfeld was
+het werkelijkheid--even werkelijk als spijtige daden! Inderdaad méér
+werkelijk, want mogelijk zijn deze groote dingen, de dingen die komen
+zullen; en de kleinheid, bestialiteit, en de zwakheid der menschen
+zijn dingen die voorbijgaan. Hij opende de oogen.
+
+"Klaar!" riep een der twee smeden, en zij wierpen hunne hamers neer.
+
+Er klonk een stem hoog boven Redwood. De zoon van Cossar, die op de
+groote aarden wal stond, had zich omgewend en sprak hun nu allen toe.
+
+"Het is niet ons opzet om het kleine volk de wereld uit te dringen,"
+zei hij, "opdat wij die slechts één stap verder zijn van hun
+kleinheid, de wereld voor altijd zouden kunnen bezitten. Het is de trap
+waarlangs wij moeten opklimmen, waarvoor wij strijden, en niet voor
+onszelven.... Hier zijn wij, Broeders, en met welk doel? Om getrouw te
+zijn aan het leven en het Doel waarvoor wij geboren zijn. Wij strijden
+niet voor onszelven--want wij zijn slechts de handen en oogen van het
+Leven der wereld. Dit hebt gij, Vader Redwood, ons geleerd. Uit ons,
+zoowel als uit het kleine volk, spreekt de Geest. En van ons moet hij,
+door woord, geboorte en daad overgaan--op nòg gróótere levens. Deze
+aarde is geen rustplaats, deze aarde is geen speelplaats; als dit
+zoo was, ja, dan zouden wij onze keel het mes van het kleine volkje
+kunnen voorhouden, daar wij dan niet méér recht om te leven zouden
+hebben dan zij. En dan zouden zij op hun beurt moeten onderdoen voor
+mieren en ongedierte. Wij strijden niet voor onszelven, doch voor
+den Groei--groei die steeds dóórgaat. Morgen, hetzij wij blijven
+leven of sterven, zal de Groei door ons overwinnen. Dat is de wet van
+den Geest voor altijd. Te groeien zooals God het wil! Deze spleten
+en holen, schaduwen en duisternis te ontgroeien, naar grootheid
+en licht! Grooter," zei hij, het woord langzaam en met nadruk
+uitsprekend,--"steeds grooter. Al maar te groeien--. Groeien tot
+wij eindelijk groot genoeg zijn om bij God te leven. Groeien... tot
+de aarde niet meer is dan een voetbank onzer voeten... Tot de geest
+de vrees geheel zal verdreven hebben en zich over alles zal hebben
+verspreid"... Hij zwaaide zijn arm hemelwaarts:--"Daar!"
+
+Zijn stem zweeg. De witte gloed van een der zoeklichten straalde
+neer, en viel een oogenblik op hem, en hij stond daar, reusachtig,
+met één hand ten hemel geheven.
+
+Eén oogenblik straalde hij, en keek onbevreesd in de met sterren
+bezaaide hemeldiepten; gekleed in maliën, jong en sterk, vastberaden
+en kalm. Toen gleed het licht heen en was hij nog slechts een groote
+donkere omtrek, die tegen den sterrenhemel afstak,-- een groote
+zwarte omtrek, die met een machtig gebaar het firmament en al die
+sterrenscharen bedreigde.
+
+
+
+
+
+
+INHOUD.
+
+
+Boek I.
+
+De ontdekking van het voedsel.
+
+ Pag.
+ Hoofdstuk I. De ontdekking van het Voedsel 5
+ Hoofdstuk II. De Proef-Hoeve 19
+ Hoofdstuk III. De Reuzen-Ratten 58
+ Hoofdstuk IV. De Reuzen-Kinderen 102
+ Hoofdstuk V. Het in het niet verdwijnen van
+ den heer Bensington 138
+
+Boek II.
+
+Het voedsel in het dorp.
+
+ Hoofdstuk I. De komst van het Voedsel 153
+ Hoofdstuk II. De reusachtige Telg 179
+
+Boek III.
+
+De oogst van het voedsel.
+
+ Hoofdstuk I. De veranderde wereld 201
+ Hoofdstuk II. De Reuzen-Geliefden 232
+ Hoofdstuk III. De jonge Caddles in Londen 256
+ Hoofdstuk IV. Redwood's Twee Dagen 273
+ Hoofdstuk V. De Reuzen-Legerplaats 298
+
+
+
+
+
+
+
+AANTEEKENINGEN
+
+
+[1] Brock is dè vuurwerkmaker in Engeland en bij Brock's Benefiet,
+eenmaal per jaar in het "Crystal Palace", wordt een eindeloos getal
+rakketten enz. opgelaten.
+
+(Noot van Vertaler.)
+
+[2] Reckitt's zakjes-blauw wordt geacht uitstekend te helpen als men
+door een wesp etc. gestoken is, en dit op de oploopende plaats legt.
+
+[3] Sponsachtige uitwas van het genus fungales.
+
+[4] Roman van de veelschrijfster Marie Corelli. (Red.)
+
+[5] Fransch schrijver van werken over "de zielkunde der menigte",
+evenals Sighele. (Red.)
+
+[6] In Amerika heeft, in de groote hôtels, iedere verdieping haar
+eigen beambte of klerk. Wells schijnt dit overgebracht te hebben op
+de groote particuliere huizen, die in verdiepingen verhuurd worden.
+
+[7] Hooligans zijn de ruwste, meest bandelooze soort van
+straatslijpers.
+
+[8] Pyracanthus is een soort hagedoorn.
+
+[9] Climacterisch, letterlijk: naar zekere tijdperken. Volgens
+oud-medische beschouwing wordt een menschenleeftijd verdeeld in
+tijdperken, die aan het eind levensgevaarlijk zouden zijn. Vooral
+het 63e jaar, waarbij een zekere sufheid intreedt. Men zou, als van
+een vrucht, kunnen zeggen, dat de mensch "beurs" wordt.
+
+[10] West-End is het deftigere gedeelte van Londen.
+
+[11] De hooge huizen van twintig en meer verdiepingen in Londen.
+
+[12] "Verandert niet".
+
+[13] "Overstap".--Waar in Engeland een voetpad over partikulier land
+loopt, dat omheind is, zijn bij de kruisingen en afscheidingen overal
+zoogenaamde "stiles" aangebracht; soms draaiende hekken, soms eenige
+treden, om over te stappen.
+
+[14] Wolfsveest: kampernoelje, paddenstoel--latijn: Lycoperdon.
+
+[15] Het "ei van Koning Rock" speelt een rol in de geschiedenis van
+Aladdin en de Wonderlamp, waar de broeder van den vermoorden toovenaar
+Aladdin doet overhalen de geesten van de lamp om dat ei te vragen. (Zie
+onze uitgave van dit verhaal.)
+
+[16] Anders dan hier te lande worden de nieuwsbladen, onmiddellijk
+nadat zij uitgegeven zijn, rondgevent op straat door jongens, die
+tevens groote reclame-biljetten bij zich hebben, waarop het meest
+sensationeele van den dag te lezen staat.
+
+[17] Kennington Oval: het bekende cricket-veld bij Londen.
+
+
+
+
+
+
+End of the Project Gutenberg EBook of Het voedsel der Goden en hoe het op
+Aarde kwam, by H. G. Wells
+
+*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK HET VOEDSEL DER GODEN ***
+
+***** This file should be named 36982-8.txt or 36982-8.zip *****
+This and all associated files of various formats will be found in:
+ https://www.gutenberg.org/3/6/9/8/36982/
+
+Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed
+Proofreading Team at https://www.pgdp.net/ for Project
+Gutenberg.
+
+
+Updated editions will replace the previous one--the old editions
+will be renamed.
+
+Creating the works from public domain print editions means that no
+one owns a United States copyright in these works, so the Foundation
+(and you!) can copy and distribute it in the United States without
+permission and without paying copyright royalties. Special rules,
+set forth in the General Terms of Use part of this license, apply to
+copying and distributing Project Gutenberg-tm electronic works to
+protect the PROJECT GUTENBERG-tm concept and trademark. Project
+Gutenberg is a registered trademark, and may not be used if you
+charge for the eBooks, unless you receive specific permission. If you
+do not charge anything for copies of this eBook, complying with the
+rules is very easy. You may use this eBook for nearly any purpose
+such as creation of derivative works, reports, performances and
+research. They may be modified and printed and given away--you may do
+practically ANYTHING with public domain eBooks. Redistribution is
+subject to the trademark license, especially commercial
+redistribution.
+
+
+
+*** START: FULL LICENSE ***
+
+THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE
+PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK
+
+To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free
+distribution of electronic works, by using or distributing this work
+(or any other work associated in any way with the phrase "Project
+Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full Project
+Gutenberg-tm License (available with this file or online at
+https://gutenberg.org/license).
+
+
+Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg-tm
+electronic works
+
+1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm
+electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to
+and accept all the terms of this license and intellectual property
+(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all
+the terms of this agreement, you must cease using and return or destroy
+all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your possession.
+If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a Project
+Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound by the
+terms of this agreement, you may obtain a refund from the person or
+entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8.
+
+1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be
+used on or associated in any way with an electronic work by people who
+agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few
+things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works
+even without complying with the full terms of this agreement. See
+paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project
+Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this agreement
+and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm electronic
+works. See paragraph 1.E below.
+
+1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the Foundation"
+or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection of Project
+Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual works in the
+collection are in the public domain in the United States. If an
+individual work is in the public domain in the United States and you are
+located in the United States, we do not claim a right to prevent you from
+copying, distributing, performing, displaying or creating derivative
+works based on the work as long as all references to Project Gutenberg
+are removed. Of course, we hope that you will support the Project
+Gutenberg-tm mission of promoting free access to electronic works by
+freely sharing Project Gutenberg-tm works in compliance with the terms of
+this agreement for keeping the Project Gutenberg-tm name associated with
+the work. You can easily comply with the terms of this agreement by
+keeping this work in the same format with its attached full Project
+Gutenberg-tm License when you share it without charge with others.
+
+1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern
+what you can do with this work. Copyright laws in most countries are in
+a constant state of change. If you are outside the United States, check
+the laws of your country in addition to the terms of this agreement
+before downloading, copying, displaying, performing, distributing or
+creating derivative works based on this work or any other Project
+Gutenberg-tm work. The Foundation makes no representations concerning
+the copyright status of any work in any country outside the United
+States.
+
+1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg:
+
+1.E.1. The following sentence, with active links to, or other immediate
+access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear prominently
+whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work on which the
+phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the phrase "Project
+Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, performed, viewed,
+copied or distributed:
+
+This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
+almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
+re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
+with this eBook or online at www.gutenberg.org
+
+1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is derived
+from the public domain (does not contain a notice indicating that it is
+posted with permission of the copyright holder), the work can be copied
+and distributed to anyone in the United States without paying any fees
+or charges. If you are redistributing or providing access to a work
+with the phrase "Project Gutenberg" associated with or appearing on the
+work, you must comply either with the requirements of paragraphs 1.E.1
+through 1.E.7 or obtain permission for the use of the work and the
+Project Gutenberg-tm trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or
+1.E.9.
+
+1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted
+with the permission of the copyright holder, your use and distribution
+must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any additional
+terms imposed by the copyright holder. Additional terms will be linked
+to the Project Gutenberg-tm License for all works posted with the
+permission of the copyright holder found at the beginning of this work.
+
+1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm
+License terms from this work, or any files containing a part of this
+work or any other work associated with Project Gutenberg-tm.
+
+1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this
+electronic work, or any part of this electronic work, without
+prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with
+active links or immediate access to the full terms of the Project
+Gutenberg-tm License.
+
+1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary,
+compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including any
+word processing or hypertext form. However, if you provide access to or
+distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format other than
+"Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official version
+posted on the official Project Gutenberg-tm web site (www.gutenberg.org),
+you must, at no additional cost, fee or expense to the user, provide a
+copy, a means of exporting a copy, or a means of obtaining a copy upon
+request, of the work in its original "Plain Vanilla ASCII" or other
+form. Any alternate format must include the full Project Gutenberg-tm
+License as specified in paragraph 1.E.1.
+
+1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying,
+performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works
+unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9.
+
+1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing
+access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works provided
+that
+
+- You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from
+ the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method
+ you already use to calculate your applicable taxes. The fee is
+ owed to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he
+ has agreed to donate royalties under this paragraph to the
+ Project Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments
+ must be paid within 60 days following each date on which you
+ prepare (or are legally required to prepare) your periodic tax
+ returns. Royalty payments should be clearly marked as such and
+ sent to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation at the
+ address specified in Section 4, "Information about donations to
+ the Project Gutenberg Literary Archive Foundation."
+
+- You provide a full refund of any money paid by a user who notifies
+ you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he
+ does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm
+ License. You must require such a user to return or
+ destroy all copies of the works possessed in a physical medium
+ and discontinue all use of and all access to other copies of
+ Project Gutenberg-tm works.
+
+- You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of any
+ money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the
+ electronic work is discovered and reported to you within 90 days
+ of receipt of the work.
+
+- You comply with all other terms of this agreement for free
+ distribution of Project Gutenberg-tm works.
+
+1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project Gutenberg-tm
+electronic work or group of works on different terms than are set
+forth in this agreement, you must obtain permission in writing from
+both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and Michael
+Hart, the owner of the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the
+Foundation as set forth in Section 3 below.
+
+1.F.
+
+1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable
+effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread
+public domain works in creating the Project Gutenberg-tm
+collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm electronic
+works, and the medium on which they may be stored, may contain
+"Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate or
+corrupt data, transcription errors, a copyright or other intellectual
+property infringement, a defective or damaged disk or other medium, a
+computer virus, or computer codes that damage or cannot be read by
+your equipment.
+
+1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right
+of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project
+Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project
+Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project
+Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all
+liability to you for damages, costs and expenses, including legal
+fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT
+LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE
+PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE
+TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE
+LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR
+INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH
+DAMAGE.
+
+1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a
+defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can
+receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a
+written explanation to the person you received the work from. If you
+received the work on a physical medium, you must return the medium with
+your written explanation. The person or entity that provided you with
+the defective work may elect to provide a replacement copy in lieu of a
+refund. If you received the work electronically, the person or entity
+providing it to you may choose to give you a second opportunity to
+receive the work electronically in lieu of a refund. If the second copy
+is also defective, you may demand a refund in writing without further
+opportunities to fix the problem.
+
+1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth
+in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS' WITH NO OTHER
+WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO
+WARRANTIES OF MERCHANTIBILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE.
+
+1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied
+warranties or the exclusion or limitation of certain types of damages.
+If any disclaimer or limitation set forth in this agreement violates the
+law of the state applicable to this agreement, the agreement shall be
+interpreted to make the maximum disclaimer or limitation permitted by
+the applicable state law. The invalidity or unenforceability of any
+provision of this agreement shall not void the remaining provisions.
+
+1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the
+trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone
+providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in accordance
+with this agreement, and any volunteers associated with the production,
+promotion and distribution of Project Gutenberg-tm electronic works,
+harmless from all liability, costs and expenses, including legal fees,
+that arise directly or indirectly from any of the following which you do
+or cause to occur: (a) distribution of this or any Project Gutenberg-tm
+work, (b) alteration, modification, or additions or deletions to any
+Project Gutenberg-tm work, and (c) any Defect you cause.
+
+
+Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm
+
+Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of
+electronic works in formats readable by the widest variety of computers
+including obsolete, old, middle-aged and new computers. It exists
+because of the efforts of hundreds of volunteers and donations from
+people in all walks of life.
+
+Volunteers and financial support to provide volunteers with the
+assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's
+goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will
+remain freely available for generations to come. In 2001, the Project
+Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure
+and permanent future for Project Gutenberg-tm and future generations.
+To learn more about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation
+and how your efforts and donations can help, see Sections 3 and 4
+and the Foundation web page at https://www.pglaf.org.
+
+
+Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive
+Foundation
+
+The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit
+501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the
+state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal
+Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification
+number is 64-6221541. Its 501(c)(3) letter is posted at
+https://pglaf.org/fundraising. Contributions to the Project Gutenberg
+Literary Archive Foundation are tax deductible to the full extent
+permitted by U.S. federal laws and your state's laws.
+
+The Foundation's principal office is located at 4557 Melan Dr. S.
+Fairbanks, AK, 99712., but its volunteers and employees are scattered
+throughout numerous locations. Its business office is located at
+809 North 1500 West, Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887, email
+business@pglaf.org. Email contact links and up to date contact
+information can be found at the Foundation's web site and official
+page at https://pglaf.org
+
+For additional contact information:
+ Dr. Gregory B. Newby
+ Chief Executive and Director
+ gbnewby@pglaf.org
+
+
+Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg
+Literary Archive Foundation
+
+Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide
+spread public support and donations to carry out its mission of
+increasing the number of public domain and licensed works that can be
+freely distributed in machine readable form accessible by the widest
+array of equipment including outdated equipment. Many small donations
+($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt
+status with the IRS.
+
+The Foundation is committed to complying with the laws regulating
+charities and charitable donations in all 50 states of the United
+States. Compliance requirements are not uniform and it takes a
+considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up
+with these requirements. We do not solicit donations in locations
+where we have not received written confirmation of compliance. To
+SEND DONATIONS or determine the status of compliance for any
+particular state visit https://pglaf.org
+
+While we cannot and do not solicit contributions from states where we
+have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition
+against accepting unsolicited donations from donors in such states who
+approach us with offers to donate.
+
+International donations are gratefully accepted, but we cannot make
+any statements concerning tax treatment of donations received from
+outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff.
+
+Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation
+methods and addresses. Donations are accepted in a number of other
+ways including including checks, online payments and credit card
+donations. To donate, please visit: https://pglaf.org/donate
+
+
+Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic
+works.
+
+Professor Michael S. Hart was the originator of the Project Gutenberg-tm
+concept of a library of electronic works that could be freely shared
+with anyone. For thirty years, he produced and distributed Project
+Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of volunteer support.
+
+
+Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed
+editions, all of which are confirmed as Public Domain in the U.S.
+unless a copyright notice is included. Thus, we do not necessarily
+keep eBooks in compliance with any particular paper edition.
+
+
+Most people start at our Web site which has the main PG search facility:
+
+ https://www.gutenberg.org
+
+This Web site includes information about Project Gutenberg-tm,
+including how to make donations to the Project Gutenberg Literary
+Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to
+subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks.
diff --git a/36982-8.zip b/36982-8.zip
new file mode 100644
index 0000000..41ea9a9
--- /dev/null
+++ b/36982-8.zip
Binary files differ
diff --git a/36982-h.zip b/36982-h.zip
new file mode 100644
index 0000000..cec4062
--- /dev/null
+++ b/36982-h.zip
Binary files differ
diff --git a/36982-h/36982-h.htm b/36982-h/36982-h.htm
new file mode 100644
index 0000000..fbc7e2a
--- /dev/null
+++ b/36982-h/36982-h.htm
@@ -0,0 +1,11451 @@
+<!DOCTYPE html PUBLIC "-//W3C//DTD HTML 4.01 Transitional//EN"
+"http://www.w3.org/TR/html4/loose.dtd">
+<!-- This HTML file has been automatically generated from an XML source on 2011-08-05T23:19:00.315+02:00. -->
+<html lang="nl-1900">
+<head>
+<meta name="generator" content=
+"HTML Tidy for Windows (vers 25 March 2009), see www.w3.org">
+<title>Het voedsel der Goden en hoe het op Aarde kwam</title>
+<meta http-equiv="Content-Type" content="text/html; charset=us-ascii">
+<meta name="generator" content=
+"tei2html.xsl, see http://code.google.com/p/tei2html/">
+<meta name="author" content="H. G. Wells">
+<link rel="schema.DC" href=
+"http://dublincore.org/documents/1998/09/dces/">
+<meta name="DC.Creator" content="H. G. Wells">
+<meta name="DC.Title" content=
+"Het voedsel der Goden en hoe het op Aarde kwam">
+<meta name="DC.Date" content="#####">
+<meta name="DC.Language" content="nl-1900">
+<meta name="DC.Format" content="text/html">
+<meta name="DC.Publisher" content="Project Gutenberg">
+<meta name="DC:Subject" content="#####">
+<style type="text/css">
+body
+{
+font: 100%/1.2em "Times New Roman", Times, serif;
+margin: 1.58em 16%;
+text-align: left;
+}
+/* Titlepage */
+.titlePage
+{
+border: #DDDDDD 2px solid;
+margin: 3em 0% 7em 0%;
+padding: 5em 10% 6em 10%;
+text-align: center;
+}
+.titlePage .docTitle
+{
+line-height: 3.5em;
+margin: 2em 0% 2em 0%;
+font-weight: bold;
+}
+.titlePage .docTitle .mainTitle
+{
+font-size: 1.8em;
+}
+.titlePage .docTitle .subTitle, .titlePage .docTitle .seriesTitle, .titlePage .docTitle .volumeTitle
+{
+font-size: 1.44em;
+}
+.titlePage .byline
+{
+margin: 2em 0% 2em 0%;
+font-size:1.2em;
+line-height:1.72em;
+}
+.titlePage .byline .docAuthor
+{
+font-size: 1.2em;
+font-weight: bold;
+}
+.titlePage .figure
+{
+margin: 2em 0% 2em 0%;
+margin-left: auto;
+margin-right: auto;
+}
+.titlePage .docImprint
+{
+margin: 4em 0% 0em 0%;
+font-size: 1.2em;
+line-height: 1.72em;
+}
+.titlePage .docImprint .docDate
+{
+font-size: 1.2em;
+font-weight: bold;
+}
+/* End Titlepage */
+.transcribernote
+{
+background-color:#DDE;
+border:black 1px dotted;
+color:#000;
+font-family:sans-serif;
+font-size:80%;
+margin:2em 5%;
+padding:1em;
+}
+.advertisment
+{
+background-color:#FFFEE0;
+border:black 1px dotted;
+color:#000;
+margin:2em 5%;
+padding:1em;
+}
+.width20
+{
+width: 20%;
+}
+.width40
+{
+width: 40%;
+}
+.indextoc
+{
+text-align: center;
+}
+.div0
+{
+padding-top: 5.6em;
+}
+.div1
+{
+padding-top: 4.8em;
+}
+.index
+{
+font-size: 80%;
+}
+.div2
+{
+padding-top: 3.6em;
+}
+.div3, .div4, .div5
+{
+padding-top: 2.4em;
+}
+.footnotes .body,
+.footnotes .div1
+{
+padding: 0;
+}
+.apparatusnote
+{
+text-decoration: none;
+}
+table.alignedtext
+{
+border-collapse: collapse;
+}
+table.alignedtext td
+{
+vertical-align: top;
+width: 50%;
+}
+table.alignedtext td.first
+{
+border-width: 0 0.2px 0 0;
+border-color: gray;
+border-style: solid;
+padding-right: 10px;
+}
+table.alignedtext td.second
+{
+padding-left: 10px;
+}
+h1, h2, h3, h4, h5, h6, .pseudoh1, .pseudoh2, .pseudoh3, pseudoh4
+{
+clear: both;
+font-style: normal;
+text-transform: none;
+}
+h3, .pseudoh3
+{
+font-size:1.2em;
+line-height:1.2em;
+}
+h3.label
+{
+font-size:1em;
+line-height:1.2em;
+margin-bottom:0;
+}
+h4, pseudoh4
+{
+font-size:1em;
+line-height:1.2em;
+}
+.alignleft
+{
+text-align:left;
+}
+.alignright
+{
+text-align:right;
+}
+.alignblock
+{
+text-align:justify;
+}
+p.tb, hr.tb
+{
+margin-top: 1.6em;
+margin-bottom: 1.6em;
+margin-left: auto;
+margin-right: auto;
+text-align: center;
+}
+p.argument, p.note, p.tocArgument
+{
+font-size:0.9em;
+line-height:1.2em;
+text-indent:0;
+}
+p.argument, p.tocArgument
+{
+margin:1.58em 10%;
+}
+p.tocPart
+{
+margin:1.58em 0%;
+font-variant: small-caps;
+}
+p.tocChapter
+{
+margin:1.58em 0%;
+}
+p.tocSection
+{
+margin:0.7em 5%;
+}
+.opener, .address
+{
+margin-top: 1.6em;
+margin-bottom: 1.6em;
+}
+.addrline
+{
+margin-top: 0;
+margin-bottom: 0;
+}
+.dateline
+{
+margin-top: 1.6em;
+margin-bottom: 1.6em;
+text-align: right;
+}
+.salute
+{
+margin-top: 1.6em;
+margin-left: 3.58em;
+text-indent: -2em;
+}
+.signed
+{
+margin-top: 1.6em;
+margin-left: 3.58em;
+text-indent: -2em;
+}
+.epigraph
+{
+font-size:0.9em;
+line-height:1.2em;
+width: 60%;
+margin-left: auto;
+}
+.epigraph span.bibl
+{
+display: block;
+text-align: right;
+}
+.trailer
+{
+clear: both;
+padding-top: 2.4em;
+padding-bottom: 1.6em;
+}
+.figure
+{
+margin-left: auto;
+margin-right: auto;
+}
+.floatLeft
+{
+float:left;
+margin:10px 10px 10px 0;
+}
+.floatRight
+{
+float:right;
+margin:10px 0 10px 10px;
+}
+p.figureHead
+{
+font-size:100%;
+text-align:center;
+}
+.figAnnotation
+{
+font-size:80%;
+position:relative;
+margin: 0 auto; /* center this */
+}
+.figTopLeft, .figBottomLeft
+{
+float: left;
+}
+.figTop, .figBottom
+{
+}
+.figTopRight, .figBottomRight
+{
+float: right;
+}
+.figure p
+{
+font-size:80%;
+margin-top:0;
+text-align:center;
+}
+img
+{
+border-width:0;
+}
+p.smallprint,li.smallprint
+{
+color:#666666;
+font-size:80%;
+}
+span.parnum
+{
+font-weight: bold;
+}
+.marginnote
+{
+font-size:0.8em;
+height:0;
+left:1%;
+line-height:1.2em;
+position:absolute;
+text-indent:0;
+width:14%;
+}
+.pagenum
+{
+display:inline;
+font-size:70%;
+font-style:normal;
+margin:0;
+padding:0;
+position:absolute;
+right:1%;
+text-align:right;
+}
+a.noteref, a.pseudonoteref
+{
+font-size: 80%;
+text-decoration: none;
+vertical-align: 0.25em;
+}
+.displayfootnote
+{
+display: none;
+}
+div.footnotes
+{
+font-size: 80%;
+margin-top: 1em;
+padding: 0;
+}
+hr.fnsep
+{
+margin-left: 0;
+margin-right: 0;
+text-align: left;
+width: 25%;
+}
+p.footnote
+{
+margin-bottom: 0.5em;
+margin-top: 0.5em;
+}
+p.footnote .label
+{
+float:left;
+width:2em;
+height:12pt;
+display:block;
+}
+/* Tables */
+td, th
+{
+vertical-align: top;
+}
+td.label, tr.label td
+{
+font-weight: bold;
+}
+td.unit, tr.unit td
+{
+font-style: italic;
+}
+td.sum
+{
+padding-top: 2px; border-top: solid black 1px;
+}
+/* Poetry */
+.lgouter
+{
+margin-left: auto;
+margin-right: auto;
+display:table; /* used to make the block shrink to the actual size */
+}
+.lg
+{
+text-align: left;
+}
+.lg h4, .lgouter h4
+{
+font-weight: normal;
+}
+.lg .linenum, .sp .linenum, .lgouter .linenum
+{
+color:#777;
+font-size:90%;
+left: 16%;
+margin:0;
+position:absolute;
+text-align:center;
+text-indent:0;
+top:auto;
+width:1.75em;
+}
+p.line
+{
+margin: 0 0% 0 0%;
+}
+span.hemistich /* invisible text to achieve visual effect of hemistich indentation. */
+{
+color: white;
+}
+.versenum
+{
+font-weight:bold;
+}
+/* Drama */
+.speaker
+{
+font-weight: bold;
+margin-bottom: 0.4em;
+}
+.sp .line
+{
+margin: 0 10%;
+text-align: left;
+}
+/* End Drama */
+/* right aligned page number in table of contents */
+.tocPagenum, .flushright
+{
+position: absolute;
+right: 16%;
+top: auto;
+}
+table.tocList
+{
+width: 100%;
+margin-left: auto;
+margin-right: auto;
+}
+td.tocPageNum, td.tocDivNum
+{
+text-align: right;
+width: 15%;
+padding-left: 1em;
+padding-right: 1em;
+}
+td.tocDivTitle
+{
+width: 70%;
+}
+span.corr, span.gap
+{
+border-bottom:1px dotted red;
+}
+span.abbr
+{
+border-bottom:1px dotted gray;
+}
+span.measure
+{
+border-bottom:1px dotted green;
+}
+/* Font Styles and Colors */
+.ex
+{
+letter-spacing: 0.2em;
+}
+.sc
+{
+font-variant: small-caps;
+}
+.uc
+{
+text-transform: uppercase;
+}
+/* overline is actually a bit too high; overtilde is approximated with overline */
+.overline, .overtilde
+{
+text-decoration: overline;
+}
+.rm
+{
+font-style: normal;
+}
+.red
+{
+color: red;
+}
+/* End Font Styles and Colors */
+hr
+{
+clear:both;
+height:1px;
+margin-left:auto;
+margin-right:auto;
+margin-top:1em;
+text-align:center;
+width:45%;
+}
+.aligncenter, div.figure
+{
+text-align:center;
+}
+h1, h2
+{
+font-size:1.44em;
+line-height:1.5em;
+}
+h1.label, h2.label
+{
+font-size:1.2em;
+line-height:1.2em;
+margin-bottom:0;
+}
+h5, h6
+{
+font-size:1em;
+font-style:italic;
+line-height:1em;
+}
+p
+{
+text-indent:0;
+}
+p.firstlinecaps:first-line
+{
+text-transform: uppercase;
+}
+p.dropcap:first-letter
+{
+float: left;
+clear: left;
+margin: 0em 0.05em 0 0;
+padding: 0px;
+line-height: 0.8em;
+font-size: 420%;
+vertical-align:super;
+}
+.lg
+{
+padding: .5em 0% .5em 0%;
+}
+p.quote,div.blockquote, div.argument
+{
+font-size:0.9em;
+line-height:1.2em;
+margin:1.58em 5%;
+}
+.pagenum a, a.noteref:hover, a.hidden:hover, a.hidden
+{
+text-decoration:none;
+}
+ul { list-style-type: none; }
+.castlist, .castitem { list-style-type: none; }
+/* External Links */
+.pglink, .catlink, .exlink
+{
+background-repeat: no-repeat;
+background-position: right center;
+}
+.pglink
+{
+background-image: url(images/book.png);
+padding-right: 18px;
+}
+.catlink
+{
+background-image: url(images/card.png);
+padding-right: 17px;
+}
+.exlink
+{
+background-image: url(images/external.png);
+padding-right: 13px;
+}
+.pglink:hover
+{
+background-color: #DCFFDC;
+}
+.catlink:hover
+{
+background-color: #FFFFDC;
+}
+.exlink:hover
+{
+background-color: #FFDCDC;
+}
+body
+{
+background: #FFFFFF;
+font-family: "Times New Roman", Times, serif;
+}
+body, a.hidden
+{
+color: black;
+}
+.titlePage
+{
+color: #001FA4;
+font-family: Verdana, Arial, Helvetica, sans-serif;
+}
+h1, h2, h3, h4, h5, h6, .pseudoh1, .pseudoh2, .pseudoh3, .pseudoh4
+{
+color: #001FA4;
+font-family: Verdana, Arial, Helvetica, sans-serif;
+}
+p.byline
+{
+font-style: italic;
+margin-bottom: 2em;
+}
+.figureHead, .noteref, .pseudonoteref, .marginnote, p.legend, .versenum, .stage
+{
+color: #001FA4;
+}
+.rightnote, .pagenum, .linenum, .pagenum a
+{
+color: #AAAAAA;
+}
+a.hidden:hover, a.noteref:hover
+{
+color: red;
+}
+p.dropcap:first-letter
+{
+color: #001FA4;
+font-weight: bold;
+}
+sub, sup
+{
+line-height: 0;
+}
+.pagenum, .linenum
+{
+speak: none;
+}
+</style>
+
+<style type="text/css">
+.xd20e85width
+{
+width:485px;
+}
+.xd20e91
+{
+text-align:center;
+}
+.xd20e100width
+{
+width:436px;
+}
+.xd20e149
+{
+background: url(images/ii005.gif) no-repeat top left;
+}
+.xd20e149init
+{
+float: left;
+width: 120px;
+height: 115px;
+background: url(images/ii005.gif) no-repeat;
+text-align: right;
+color: white;
+font-size: 1px;
+}
+.xd20e236width
+{
+width:411px;
+}
+.xd20e244width
+{
+width:393px;
+}
+.xd20e273width
+{
+width:347px;
+}
+.xd20e280width
+{
+width:413px;
+}
+.xd20e296width
+{
+width:12px;
+}
+.xd20e303width
+{
+width:366px;
+}
+.xd20e310width
+{
+width:256px;
+}
+.xd20e327width
+{
+width:190px;
+}
+.xd20e904width
+{
+width:92px;
+}
+.xd20e1781width
+{
+width:235px;
+}
+.xd20e2339width
+{
+width:185px;
+}
+.xd20e2531
+{
+background: url(images/io153.gif) no-repeat top left;
+}
+.xd20e2531init
+{
+float: left;
+width: 120px;
+height: 115px;
+background: url(images/io153.gif) no-repeat;
+text-align: right;
+color: white;
+font-size: 1px;
+}
+.xd20e2900width
+{
+width:135px;
+}
+.xd20e3136width
+{
+width:190px;
+}
+.xd20e3157
+{
+background: url(images/ig201.gif) no-repeat top left;
+}
+.xd20e3157init
+{
+float: left;
+width: 120px;
+height: 115px;
+background: url(images/ig201.gif) no-repeat;
+text-align: right;
+color: white;
+font-size: 1px;
+}
+.xd20e3987width
+{
+width:159px;
+}
+.xd20e4673width
+{
+width:185px;
+}
+.xd20e5037width
+{
+width:279px;
+}
+.xd20e5162width
+{
+width:720px;
+}
+.xd20e5169width
+{
+width:483px;
+}
+</style>
+</head>
+<body>
+
+
+<pre>
+
+The Project Gutenberg EBook of Het voedsel der Goden en hoe het op Aarde
+kwam, by H. G. Wells
+
+This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
+almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
+re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
+with this eBook or online at www.gutenberg.org
+
+
+Title: Het voedsel der Goden en hoe het op Aarde kwam
+
+Author: H. G. Wells
+
+Translator: J. Kuylman
+
+Release Date: August 5, 2011 [EBook #36982]
+
+Language: Dutch
+
+Character set encoding: ASCII
+
+*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK HET VOEDSEL DER GODEN ***
+
+
+
+
+Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed
+Proofreading Team at https://www.pgdp.net/ for Project
+Gutenberg.
+
+
+
+
+
+
+</pre>
+
+<div class="front">
+<div class="div1"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divBody">
+<p class="first"></p>
+<div class="figure xd20e85width"><img src="images/cover.jpg" alt=
+"Oorspronkelijke voorkant." width="485" height="720"></div>
+</div>
+</div>
+<div class="div1"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divBody">
+<p class="first xd20e91">Het voedsel der Goden</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div1"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divBody">
+<p class="first xd20e91"><span class="sc">Druk N. V. voorheen Nonhebel
+&amp; Co.&mdash;Hilversum</span></p>
+<div class="figure xd20e100width"><img src="images/titlepage.png" alt=
+"Oorspronkelijke titelpagina." width="436" height="720"></div>
+</div>
+</div>
+<div class="titlePage">
+<div class="docTitle">
+<div class="seriesTitle">Wereld Bibliotheek</div>
+</div>
+<div class="byline">Onder leiding van L. Simons<br>
+<span class="docAuthor">H. G. Wells</span></div>
+<div class="docTitle">
+<div class="mainTitle">Het voedsel der Goden en hoe het op Aarde
+kwam</div>
+</div>
+<div class="byline">Uit het Engelsch door<br>
+<span class="docAuthor">J. Kuylman</span></div>
+<div class="docImprint">Uitgegeven voor de<br>
+M<sup>ij</sup>. voor Goede en Goedkoope Lectuur door<br>
+G. Schreuders Amsterdam</div>
+</div>
+<p><span class="pagenum">[<a id="xd20e134" href="#xd20e134" name=
+"xd20e134">5</a>]</span></p>
+</div>
+<div class="body">
+<div class="div0">
+<h2 class="label">Boek I.</h2>
+<h2 class="main">De ontdekking van het voedsel</h2>
+<div id="ch1.1" class="div1"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h2 class="label">Hoofdstuk I.</h2>
+<h2 class="main">De ontdekking van het voedsel.</h2>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">I.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="xd20e149"><span class="xd20e149init">I</span>n het midden der
+negentiende eeuw begon in onze vreemde wereld voor het eerst in grooten
+getale een klasse van menschen op te komen, die voor het meerendeel
+aanleg hadden om oudachtig te worden, en die genoemd worden en dit zeer
+terecht, hoewel zij zelf dezen titel buitengewoon onaangenaam
+vinden&mdash;&bdquo;Scientisten.&rdquo; Zij vinden dit woord
+z&oacute;&oacute; onaangenaam, dat het in de kolommen van &bdquo;de
+Natuur,&rdquo; hetwelk van het begin af hun uitsluitend en
+karakteristiek orgaan was, even zorgvuldig vermeden wordt alsof het dat
+andere woord ware, dat de basis van alle werkelijk-gemeene taal in dit
+land vormt. Doch het Groote Publiek, en zijn Pers weten dit wel beter,
+en &bdquo;Scientisten&rdquo; blijven zij, en als zij ook maar
+eenigszins algemeen bekend raken, noemen wij hen &bdquo;beroemde
+scientisten,&rdquo; en &bdquo;eminente scheikundigen&rdquo; en
+&bdquo;alom-bekende natuurkundigen&rdquo; op zijn minst.</p>
+<p>Voorzeker verdiende de heer Bensington zoowel als Professor Redwood
+elk van deze termen ten volle, lang <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e153" href="#xd20e153" name=
+"xd20e153">6</a>]</span>v&oacute;&oacute;r zij de wondervolle
+ontdekking deden waar dit verhaal over handelt. De heer Bensington was
+Lid van het Koninklijk Genootschap, een voormalig Voorzitter van het
+Scheikundig Genootschap, en Professor Redwood was Professor in de
+Physiologie aan het College van de Londensche Universiteit in
+Bond-street en hij was herhaaldelijk door de anti-vivisectionisten in
+geschriften grof belasterd. En sedert hun prilste jeugd hadden zij
+levens geleid van academische onderscheiding.</p>
+<p>Zij zagen er natuurlijk heel onberoemd uit, zooals inderdaad alle
+ware Scientisten. Er steekt meer persoonlijke distinctie in den
+gladst-gemanierden acteur dan in het geheele Koninklijke
+Genootschap.</p>
+<p>De heer Bensington was kort van postuur, en erg, erg kaalhoofdig, en
+liep lichtelijk gebogen; hij droeg een gouden bril en linnen schoenen
+die erg laag uitgesneden waren om zijn talrijke likdoorns, en Professor
+Redwood had een doodgewoon voorkomen. Tot zij toevallig het
+Godenvoedsel vonden (ik sta er beslist op het zoo te noemen), leidden
+zij zulke eminente en obscure studie-levens, dat ik er den lezer
+moeilijk iets van zou kunnen vertellen.</p>
+<p>De heer Bensington verdiende zijn sporen (als wij tenminste een
+dergelijke uitdrukking mogen bezigen met betrekking tot een heer met
+uitgesneden linnen schoenen) met zijne schitterende onderzoekingen op
+het gebied van de Meer Giftige Alkalo&iuml;den, en Professor Redwood
+werd beroemd&mdash;dat herinner ik me eigenlijk niet recht meer, hoe
+hij beroemd werd! M&eacute;&eacute;r van hem weet ik niet dan dat hij
+erg beroemd was. Dergelijke dingen groeien. Ik zou denken dat hij er
+gekomen was door een dik werk over den Duur der Reactie-bewegingen, met
+talrijke platen van sphygmographische opteekeningen (ik schrijf dit
+natuurlijk <span class="pagenum">[<a id="xd20e161" href="#xd20e161"
+name="xd20e161">7</a>]</span>onderhevig aan verbetering) en een
+bewonderenswaardige nieuwe terminologie.</p>
+<p>Het groote publiek kreeg weinig of niets van deze beide heeren te
+zien. Nu en dan, op plaatsen als het Koninklijk Instituut en de
+Maatschappij van Wetenschappen, kreeg het eens iets te zien van den
+heer Bensington, tenminste zijn blozende kaalheid en een stukje van
+zijn kraag en jas, en hoorde fragmenten van een lezing of een
+verhandeling, die hij zich verbeeldde goed verstaanbaar voor te dragen.
+En &eacute;&eacute;ns herinner ik me hem gehoord te
+hebben&mdash;&rsquo;t was op een middag in het grauwe
+verleden&mdash;toen het Britsche Genootschap te Dover vergaderde, en ik
+inviel bij afdeeling C. of D. of een dergelijke letter welke haar
+kwartier had opgeslagen in een herberg, en ik uit louter
+nieuwsgierigheid twee ernstig-kijkende dames met bruinpapieren pakjes
+gevolgd was door eene deur waarop &bdquo;Billard&rdquo; en
+&bdquo;Potspel&rdquo; te lezen stond, een schandelijke duisternis in,
+die slechts gebroken werd door een tooverlantaarn-lichtkring van
+Redwood&rsquo;s diagrammen.</p>
+<p>Ik sloeg het inzetten en weder uithalen van de platen gade en
+luisterde naar een stem (ik ben vergeten wat de stem zeide) die naar ik
+meen de stem van Professor Redwood was, en er kwam een gesis uit de
+lantaarn en nog een ander geluid dat mij daar vasthield, zuiver uit
+nieuwsgierigheid, totdat de lichten plotseling opgedraaid werden. En
+toen bemerkte ik dat dit geluid niets anders was dan het geluid van het
+mummelen op krentenbroodjes en sandwiches en dergelijke dingen,
+waarvoor de leden van het Genootschap hierheen gekomen waren om op te
+eten onder bedekking van de duisternis der toover-lantaarn.</p>
+<p>En ik herinner mij dat Redwood al maar doorpraatte zoolang de
+lichten op waren, en stond aan te <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e169" href="#xd20e169" name="xd20e169">8</a>]</span>wijzen op de
+plaats waar zijn diagram op het scherm zichtbaar behoorde geweest te
+zijn&mdash;en dit was het dan ook weder zoodra het weer duister werd.
+Ik herinner mij hem bij die gelegenheid als een doodgewonen donkeren
+man, die er een beetje zenuwachtig uitzag, met een air als of hij met
+iets anders bezig was en doende wat hij in die oogenblikken deed door
+een onverklaarbaar plichtsgevoel.</p>
+<p>Ook Bensington heb ik eenmaal gehoord&mdash;in de dagen van
+ouds&mdash;op een opvoedkundige samenkomst in Bloomsbury. Zooals de
+meeste eminente Natuurkundigen en Botanici beschouwde Bensington zich
+ook als een groote autoriteit in opvoedkunde,&mdash;al was ik zeker dat
+een middelmatige klasse van een gemeenteschool hem binnen een half uur
+totaal van de wijs zou gebracht hebben&mdash;en zoo ver als ik het mij
+n&ugrave; nog herinneren kan, stelde hij een verbetering van professor
+Armstrong&rsquo;s Heuristische methode voor, waardoor, met drie of
+vierhonderd pond kosten aan toestellen, met algeheele verwaarloozing
+van alle andere studievakken, en de onverdeelde aandacht van een
+buitengewoon begaafd onderwijzer, een middelmatig kind met een
+bizonderen vorm van stompzinnige degelijkheid in den loop van tien of
+twaalf jaren bijna evenveel chemie kon leeren als men kon halen uit een
+van die oppervlakkige twee-kwartjes-boeken, die toen zoo algemeen
+gebruikt werden...</p>
+<p>Ge ziet wel dat beiden doodgewone menschen waren, buiten hun
+wetenschappelijke sfeer. En nog wel aan den onpractischen kant van het
+gewone. En gij zult bevinden dat dit laatste het geval is, de geheele
+wereld over, met &bdquo;scientisten&rdquo; als klasse. Wat er groots
+aan hen is, is een kwelling voor hun medenatuurkundigen en een mysterie
+voor het groote publiek; en wat niet groot is, is duidelijk genoeg.
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e175" href="#xd20e175" name=
+"xd20e175">9</a>]</span></p>
+<p>Er bestaat inderdaad geen twijfel omtrent wat niet groot is, want
+geen andere menschen-categorie heeft zulke in het oog vallende
+kleinheden als zij. Zij leven in een erg begrensd wereldje zoover het
+hun omgang met menschen betreft; hun navorschingen vergen een oneindige
+aandacht, en een bijna kloosterachtige afzondering; en wat er
+overblijft, is niet erg veel. Als men den een of anderen eigenaardigen,
+blooden, misvormden, grijsharigen, opgeblazen kleinen uitvinder van
+groote uitvindingen ziet, op belachelijke wijze getooid met het breede
+lint van de een of andere ridderorde, en receptie houdend voor zijne
+medemenschen; of den angst van &bdquo;De Natuur&rdquo; leest, bij het
+&bdquo;verwaarloozen der Wetenschap,&rdquo; als de engel der
+geboortedag-eerelinten het Koninklijk Genootschap voorbijgaat; of
+luistert naar den onvermoeiden mosplantkundige die een verhandeling
+houdt over het werk van een ander onvermoeid mosplantkundige, komt men
+tot de onvermijdelijke ervaring van de onveranderlijke menschelijke
+kleinheid.</p>
+<p>En toch is het rif der wetenschap, dat deze kleine
+&bdquo;natuurkundigen&rdquo; bouwden en n&ograve;g bezig zijn te bouwen
+zoo wondervol, zoo gewichtig, zoo vol geheimzinnige, nog half-gevormde
+beloften voor de groote toekomst van den mensch! Zij schijnen zelf de
+dingen die zij doen niet te beseffen! Zonder twijfel had de heer
+Bensington, toen hij lang geleden dit beroep koos, toen hij zijn leven
+wijdde aan de alkalo&iuml;den en hunne verwante samenstellingen, een
+vaag begrip van het visioen&mdash;m&eacute;&eacute;r dan een vaag
+begrip waarschijnlijk. Want welke jonge man zou zonder een inspiratie,
+voor zoo weinig glorie en positie als een gewoon
+&bdquo;natuurkundige&rdquo; verwachten kan, zijn leven gegeven hebben
+aan zulk werk? Neen zij mo&egrave;ten den roem er van gezien hebben,
+zij moeten dit visioen gehad <span class="pagenum">[<a id="xd20e181"
+href="#xd20e181" name="xd20e181">10</a>]</span>hebben, doch van
+z&oacute;&oacute; dichtbij, dat het hen verblind heeft. De heerlijkheid
+ervan heeft hen verblind, (en dat is gelukkig), zoodat zij voor het
+overige van hun leven de fakkel der kennis hoog kunnen houden zonder
+berouw opdat wij kunnen zien.</p>
+<p>En misschien wordt Redwood&rsquo;s afgetrokkenheid verklaard door
+het feit dat hij (en daar bestaat nu geen twijfel meer aan) van zijne
+makkers verschilde; en wel hi&egrave;rin, dat er in zijn oogen nog iets
+van het visioen schitterde.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">II.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Ik noem het &rsquo;t Voedsel der Goden, deze
+zelfstandigheid die de heer Bensington en professor Redwood samen
+maakten; en in aanmerking nemend wat het reeds gewrocht heeft, en alles
+wat het voorzeker nog zal doen, is de naam beslist niet overdreven. En
+derhalve zal ik het zoo blijven noemen mijn geheele verhaal door.</p>
+<p>Doch mijnheer Bensington zou het evenmin z&oacute;&oacute; in koelen
+bloede hebben durven noemen, als zijne kamers in Sloane-street te
+verlaten, gehuld in koninklijk purper en met een lauwerkrans op. Deze
+benaming was niets anders dan een eerste kreet van verbazing die hem
+ontsnapte. Hij noemde het &rsquo;t Voedsel der Goden, in zijn
+enthousiasme, en dit wel een uur lang achter elkaar. Daarna kwam hij
+tot de conclusie dat het dwaas was. Toen hij het eerst over de zaak
+nadacht, had hij als het ware een uitzicht op en&ograve;rme
+mogelijkheden&mdash;eenvoudig enorme mogelijkheden, doch na
+&eacute;&eacute;n blik van verbazing, sloot hij resoluut de oogen voor
+dit verblindende uitzicht, zooals een conscientieus
+&bdquo;natuurkundige&rdquo; dit behoort te doen. Hierna klonk
+&bdquo;Het Voedsel der Goden&rdquo; hem z&oacute;&oacute; snoeverig
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e192" href="#xd20e192" name=
+"xd20e192">11</a>]</span>toe, dat hij het bijna onbehoorlijk ging
+vinden. Hij was er verwonderd over dat hij deze uitdrukking gebezigd
+had. Maar niettegenstaande dit, was er t&ograve;ch nog iets van dat
+helder-geziene oogenblik in hem blijven hangen, en kwam telkens weder
+voor den dag...</p>
+<p>&bdquo;Waarachtig,&rdquo; zei hij, zich in de handen wrijvend en
+zenuwachtig lachend, &bdquo;het is van meer dan theoretisch
+belang.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Bijvoorbeeld,&rdquo; deelde hij den professor in vertrouwen
+mede, zijn gezicht dicht bij dat van den geleerde brengend en zachter
+sprekend, &bdquo;het zou misschien te verk&oacute;&oacute;pen zijn, als
+het goed aangelegd werd.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Precies als een voedingsstof,&rdquo; zei hij, een eindje
+wegloopend. &bdquo;Of ten minste als een voedingsbestanddeel.
+Natuurlijk aannemend dat het smakelijk is. Iets wat we niet kunnen
+zeggen v&oacute;or we het bereid hebben.&rdquo;</p>
+<p>Hij wendde zich om op het haardkleed en bestudeerde aandachtig de
+zorgvuldig afgewerkte spleetjes in zijn linnen schoenen.</p>
+<p>&bdquo;De naam?&rdquo; zei hij, opkijkend, als antwoord op een
+vraag. &bdquo;Wat mij betreft hel ik over naar de goede oude klassieke
+zinspeling. Het&mdash;&rsquo;t maakt de wetenschap
+respectabel&mdash;geeft er een tikje ouderwetsche waardigheid aan. Ik
+dacht zoo... Ik weet niet of je &rsquo;t zot van me zult vinden... een
+beetje verbeelding is nu en dan toch zeker wel veroorloofd...
+Herakleophorbia. He? Het voedsel van een mogelijke Hercules? Het zou
+best k&ugrave;nnen, niet waar... Natuurlijk als jij denkt dat het
+ni&egrave;t....&rdquo;</p>
+<p>Redwood keek aandachtig in het vuur en opperde geen bezwaren.</p>
+<p>&bdquo;Geloof je dat die naam gaan zou?&rdquo;</p>
+<p>Redwood&rsquo;s hoofd bewoog zich ernstig. <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e210" href="#xd20e210" name=
+"xd20e210">12</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;We konden het ook Titanophorbia noemen, zie je.
+Titanen-voedsel... of lijkt het eerste je beter? Weet je zeker dat je
+het niet een beetje t&egrave;....&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Neen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ha, daar ben ik blij om.&rdquo;</p>
+<p>En aldus noemden zij het Herakleophorbia, zoolang hunne
+onderzoekingen duurden; en in hun rapport,&mdash;het rapport dat nooit
+uitgegeven werd, door de onverwachte gebeurtenissen die al hun
+schikkingen in de war brachten,&mdash;wordt het ook voortdurend aldus
+genoemd. Er werden drie verwante zelfstandigheden bereid voor ze
+d&agrave;t tot uitkomst kregen, wat hunne berekeningen hun voorspeld
+hadden, en van deze drie substantie&rsquo;s spraken zij als
+Herakleophorbia I, Herakleophorbia II en Herakleophorbia III.</p>
+<p>En&mdash;vasthoudend aan den oorspronkelijken naam dien Bensington
+het gaf&mdash;noem ik hier Herakleophorbia IV het Voedsel der
+Goden.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">III.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Het was een idee van den heer Bensington. Doch daar
+het hem aan de hand gedaan werd door een van Professor Redwood&rsquo;s
+stukken in de &bdquo;Philosophische Verhandelingen,&rdquo; waaraan deze
+medewerkte, ging hij dezen heer er behoorlijk over raadplegen
+v&oacute;or hij het verder uitwerkte. Bovendien was het zoo goed een
+physiologisch als een scheikundig onderzoek.</p>
+<p>Professor Redwood was een van die mannen der wetenschap, die
+verslaafd zijn aan diagrammen en kromme lijnen. Gij weet wel&mdash;als
+ge tenminste ook maar eenigszins tot het soort lezers behoort waar ik
+van houd&mdash;welk soort van wetenschappelijk artikel ik bedoel. Het
+is een verhandeling waar ge geen touw aan kunt vastknoopen, en aan het
+einde komen er <span class="pagenum">[<a id="xd20e229" href="#xd20e229"
+name="xd20e229">13</a>]</span>vijf of zes lange opgevouwen figuren, die
+men ontvouwen kan en eigenaardige zigzag-lijnen, overdreven
+bliksemflitsen, of onverklaarbare kronkelende dingen doen zien, die
+&bdquo;vlakke lijnen&rdquo; worden genoemd, getrokken op ordinaten en
+wortelend in abscissae&mdash;en dergelijke dingen. Ge zit een heelen
+tijd te gissen, en eindigt met een vaag vermoeden dat niet alleen
+g&igrave;j het niet begrijpt, maar dat de schrijver zelf dit evenmin
+doet. Maar zonder gekheid, verscheidene van deze mannen der wetenschap
+begrijpen hun eigen schrifturen heel goed: het is eenvoudig een gebrek
+aan duidelijk uitdrukken dat deze hinderpaal tusschen hen en ons
+opwerpt.</p>
+<p>Ik voor mij geloof dat Redwood in rechte en kromme lijnen dacht. En
+na zijn monumentaal werk over den Duur der Reactie-beweging (den
+onwetenschappelijken lezer verzoek ik zich hier nog een beetje meer in
+te werken, dan zal alles hem zoo helder zijn als klaarlichte dag) begon
+Redwood voor den dag te komen met vlakke gebogen lijnen en
+sphygmographeri&euml;n over Groei, en het was een van zijn stukken over
+&bdquo;de Groei,&rdquo; dat den heer Bensington op het denkbeeld
+bracht.</p>
+<p>Redwood, moet ge weten, had allerlei groeiende dingen opgemeten,
+zooals jonge katten, jonge honden, zonnebloemen, paddestoelen,
+boonstengels en (tot zijn vrouw er een stokje voor stak) zijn eigen
+baby, en hij toonde aan, dat de groei zich voortzette, niet gelijkmatig
+of zooals hij het aanduidde:</p>
+<div class="figure xd20e236width"><img src="images/p013.png" alt=
+"Diagonale lijn omhoog." width="411" height="85"></div>
+<p><span class="pagenum">[<a id="xd20e240" href="#xd20e240" name=
+"xd20e240">14</a>]</span></p>
+<p>maar met plotselinge zetten en tusschenpoozen, ongeveer als
+volgt:</p>
+<div class="figure xd20e244width"><img src="images/p014.png" alt=
+"Getrapte lijn omhoog." width="393" height="123"></div>
+<p>en dat, voor zoover hij kon uitmaken, ni&egrave;ts regelmatig en
+staag k&ograve;n doorgroeien; het leek alsof ieder levend wezen kracht
+moest opgaren om te groeien, slechts voor eenigen tijd krachtig
+groeide, en dan weder een zekeren tijd moest wachten v&oacute;or het
+met groeien kon voortgaan. En in de bedekte en uitermate technische
+taal van den werkelijk voorzichtigen &bdquo;natuurkundige,&rdquo;
+opperde Redwood, dat het groeiproces waarschijnlijk de aanwezigheid van
+de een of andere substantie in het bloed noodzakelijk maakte, dat
+slechts zeer langzaam gevormd werd, en dat als deze substantie door den
+groei verbruikt was, zij slechts zeer langzaam weder aangevuld kon
+worden, en het organisme onderwijl tijd moest gelaten worden. Hij
+vergeleek zijn onbekende substantie bij olie in een machine. Een
+groeiend dier had werkelijk veel gemeen met een machine, die zich een
+zekeren afstand kon voortbewegen, en dan ge&ouml;lied moet worden voor
+zij verder loopen kan. (&bdquo;Doch waarom zou men de machine niet van
+b&ugrave;&igrave;ten-af van olie voorzien?&rdquo; zei de heer
+Bensington, toen hij het stuk las). &bdquo;En dit alles,&rdquo; zei
+Redwood met het heerlijke zenuwachtige
+over-tusschenliggende-gedachten-heenspringen van zijn klasse,
+&bdquo;zou waarschijnlijk licht kunnen werpen op het mysterie van
+enkele der niet-geleidende klieren.&rdquo; Alsof d&igrave;e er iets mee
+uit te staan hadden! <span class="pagenum">[<a id="xd20e250" href=
+"#xd20e250" name="xd20e250">15</a>]</span></p>
+<p>In een volgende verhandeling ging Redwood reeds verder. Hij gaf een
+waar &bdquo;Brock&rsquo;s Benefit&rdquo;<a class="noteref" id=
+"xd20e253src" href="#xd20e253" name="xd20e253src">1</a> van
+diagrammen&mdash;die precies leken op de banen van vuurpijlen; en de
+clou ervan&mdash;voor zoover het eenige clou bevatte&mdash;was, dat het
+bloed van jonge honden en katten, en het sap van zonnebloemen en het
+sap van paddestoelen, als deze waren in wat hij noemde &bdquo;het
+groei-stadium,&rdquo; verschilde in de aanwezig-zijnde proporties van
+zekere deelen van het bloed en sap, op de dagen dat zij niet bijzonder
+sterk groeiden.</p>
+<p>En toen Bensington, na de figuren op hun kant en onderstboven
+gehouden te hebben, begon te zien wat dit verschil was, werd hij
+uitermate verbaasd. Omdat, ziet ge, het verschil mogelijk veroorzaakt
+werd door de aanwezigheid juist van di&egrave; substantie, welke hij
+kort te voren getracht had te isoleeren bij zijn onderzoek van
+di&egrave; alkalo&iuml;den, welke het zeerst het zenuwstelsel
+stimuleeren. Hij legde Redwood&rsquo;s verhandeling op den
+gepatenteerden lessenaar, die ongemakkelijk weg-draaide van zijn
+leunstoel, nam zijn gouden bril af, ademde erop, en wreef hem zeer
+zorgvuldig af.</p>
+<p>&bdquo;Allemachtig!&rdquo; zei de heer Bensington.</p>
+<p>Toen hij zijn bril weder had opgezet, wendde hij zich weder naar den
+lessenaar, die, zoodra zijn elboog er tegen stootte, een coquet gepiep
+liet hooren, en de verhandeling met al haar figuren op den grond deed
+belanden, verfrommeld en verspreid.</p>
+<p>&bdquo;Groote hemel!&rdquo; zei mijnheer Bensington, zijn buik over
+den leunstoel rekkend met een geduldige <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e268" href="#xd20e268" name="xd20e268">16</a>]</span>minachting
+voor de gewoonten van dit gemakkelijk meubelstuk, en toen, bevindend
+dat de brochure nog buiten zijn bereik lag, liet hij zich op de handen
+vallen, om de stukken bijeen te garen. Op den grond viel het denkbeeld
+hem eigenlijk in, het &bdquo;&rsquo;t Voedsel der Goden&rdquo; te
+noemen...</p>
+<p>Want ziet ge, als hij het bij het rechte eind had, en Redwood
+eveneens, zou hij, door deze nieuwe substantie in te spuiten of door
+ander voedsel te mengen de rustpoos geheel buiten rekening kunnen
+laten, en in plaats dat de groei aldus ging:</p>
+<div class="figure xd20e273width"><img src="images/p016-1.png" alt=
+"Getrapte lijn omhoog." width="347" height="101"></div>
+<p>zou hij (als ge mij volgen kunt) ald&ugrave;s gaan:</p>
+<div class="figure xd20e280width"><img src="images/p016-2.png" alt=
+"Diagonale lijn omhoog." width="413" height="91"></div>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">IV.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Bensington deed den nacht na zijn gesprek met Redwood
+haast geen oog dicht. Eens meende hij in den dommel te raken, doch dit
+was slechts voor een oogenblik en toen droomde hij dat hij een diep gat
+in de aarde gegraven had, en daarin tonnen vol Godenvoedsel wierp en de
+aarde zette al meer en meer uit, en al de grenzen der verschillende
+landen scheurden, en het Koninklijk Aardrijkskundig Genootschap was
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e289" href="#xd20e289" name=
+"xd20e289">17</a>]</span>als &eacute;&eacute;n man aan het werk, als
+&eacute;&eacute;n gr&oacute;&oacute;t kleermakersgilde, om den equator
+&ugrave;it te leggen...</p>
+<p>Het was natuurlijk een belachelijke droom, doch het toont veel beter
+dan &eacute;&eacute;n der dingen, die hij zeide of deed als hij wakker
+en op zijn hoede was, den staat van geestelijke opwinding aan, waarin
+hij verkeerde. Anders zou ik er geen melding van gemaakt hebben, daar
+ik over het algemeen het elkaar-droomen-vertellen volkomen onbelangrijk
+vind.</p>
+<p>Door een vreemde toevalligheid droomde Redwood dien nacht eveneens,
+en wat hij droomde was het volgende:</p>
+<div class="figure xd20e296width"><img src="images/p017-1.gif" alt=
+"Lijn recht omhoog." width="12" height="55"></div>
+<p>Het was een figuur dat vurig stond afgedrukt op een lange rol, die
+zich tot in het oneindige verlengde. En hij (Redwood) stond op een
+planeet voor een soort van zwart podium; en hij hield een lezing over
+den nieuwen groei die nu mogelijk was, voor het Meer dan Koninklijk
+Instituut van Oorspronkelijke Krachten,&mdash;krachten die tot dan toe,
+zelfs bij den groei der rassen, keizerrijken, sterrenstelsels en
+werelden steeds aldus gewerkt hadden:</p>
+<div class="figure xd20e303width"><img src="images/p017-2.gif" alt=
+"Getrapte lijn omhoog." width="366" height="94"></div>
+<p>En in sommige gevallen zelfs zoo:</p>
+<div class="figure xd20e310width"><img src="images/p017-3.gif" alt=
+"Lijn, eerste in stappen omhoog, dan curve naar beneden." width="256"
+height="86"></div>
+<p><span class="pagenum">[<a id="xd20e314" href="#xd20e314" name=
+"xd20e314">18</a>]</span></p>
+<p>En hij was bezig heel helder en vol overtuiging uit te leggen dat
+deze langzame, achteruitgaande methoden weldra geheel uit de mode
+zouden zijn door zijne ontdekking.</p>
+<hr class="tb">
+<p>Belachelijk natuurlijk. Doch ook dit toont aan&mdash;</p>
+<hr class="tb">
+<p>Dat elk van deze beide droomen moet beschouwd worden als ook maar
+eenigermate meer beteekenisvol of profetisch dan ik categorisch gezegd
+heb, zou ik geen oogenblik durven opperen.</p>
+<div class="figure xd20e327width"><img src="images/o018.gif" alt=
+"Ornament (vlinder)" width="190" height="128"></div>
+<p><span class="pagenum">[<a id="xd20e331" href="#xd20e331" name=
+"xd20e331">19</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div class="footnotes">
+<hr class="fnsep">
+<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id=
+"xd20e253" href="#xd20e253src" name="xd20e253">1</a></span> Brock is
+d&egrave; vuurwerkmaker in Engeland en bij Brock&rsquo;s Benefiet,
+eenmaal per jaar in het &bdquo;Crystal Palace&rdquo;, wordt een
+eindeloos getal rakketten enz. opgelaten.</p>
+<p class="footnote">(Noot van Vertaler.)</p>
+</div>
+</div>
+<div id="ch1.2" class="div1"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h2 class="label">Hoofdstuk II.</h2>
+<h2 class="main">De Proef-Hoeve.</h2>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">I.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Bensington nam zich oorspronkelijk voor, met zijn
+goedje proeven te nemen op jonge donderpadden, zoodra hij het werkelijk
+kon produceeren. Dergelijke dingen worden altijd het eerst geprobeerd
+op donderpadden; want daar zijn kikkers toch voor!&mdash;En zij kwamen
+overeen dat hij en niet Redwood de proefnemingen zou doen, omdat
+Redwood&rsquo;s laboratorium in beslag genomen werd door den
+projectiel-snelheidsmeter en de dieren, die noodig waren voor een
+onderzoek naar de Dagelijksche Afwijking in het aantal horenstooten per
+dag van den Jongen Stier, een onderzoek dat kromme lijnen van abnormale
+en zeer verwarrende soort opleverde, en de aanwezigheid van glazen
+bollen met donderpadjes erin was bijzonder ongewenscht, zoolang
+bovengenoemd onderzoek juist in vollen gang was.</p>
+<p>Doch toen de heer Bensington zijn nicht Jane iets toevertrouwde van
+wat hij in het hoofd had, sprak zij onmiddellijk haar veto uit over den
+invoer van donderpadden of dergelijke wezens om op te experimenteeren,
+in hun verdiepingwoning. Zij had niet het minste bezwaar dat hij een
+der vertrekken van hun verdieping gebruikte voor dingen zooals
+scheikunde waar geen ontploffingen bij te pas kwamen, en die
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e344" href="#xd20e344" name=
+"xd20e344">20</a>]</span>geen nadeelige gevolgen had wat haar zelve
+betrof; zij had geen bezwaar dat hij een gas-fornuis en een gootsteen
+en een stof-vrije kast er op nahield, die veilig bleven voor den
+wekelijkschen storm der schoonmaak dien zij op andere plaatsen duchtig
+liet woeden. En daar zij lieden gekend had die aan den drank verslaafd
+waren, beschouwde zij zijn haken naar onderscheiding in geleerde
+genootschappen als een uitmuntende plaatsvervanger voor den groveren
+vorm van verdorvenheid. Doch massa&rsquo;s levende dingen, die zoo
+&bdquo;kronkelerig&rdquo; waren als ze leefden en
+&bdquo;stinkerig&rdquo; als ze dood waren, dat kon en wilde ze niet
+dulden. Zij zei, dat dergelijke dingen beslist ongezond moesten zijn,
+en dat Bensington een man was die erg moest oppassen&mdash;en dat het
+onzin zou zijn als hij wilde beweren dat dit niet zoo was.</p>
+<p>En toen Bensington probeerde haar het enorme gewicht van deze
+mogelijke ontdekking te doen zien, zeide ze dat &rsquo;t allemaal goed
+en wel was, maar dat, als zij hem toestond alles in huis akelig en
+ongezond te maken (en daar kwam &rsquo;t toch maar allemaal op neer),
+hij de eerste zou zijn om zich te beklagen.</p>
+<p>En mijnheer Bensington liep het vertrek op en neer, niet lettend op
+zijn eksteroogen, en praatte langen tijd met veel gedecideerdheid, en
+zelfs misnoegen in zijn stem, zonder het geringste effect. Hij opperde
+dat niets de Bevordering der Wetenschap in den weg behoorde te staan en
+zij zeide dat de Bevordering der Wetenschap allemaal heel goed en wel
+was, maar dat een hoop donderpadden op een bovenverdieping
+h&aacute;&aacute;r te machtig was; hij zei dat het in Duitschland een
+voldongen feit was, dat een man met een idee als het zijne onmiddellijk
+twintig duizend goed-ingerichte kubieke voet laboratorium tot zijn
+beschikking zou krijgen, en zij zei dat ze blij was, en altijd blij was
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e350" href="#xd20e350" name=
+"xd20e350">21</a>]</span>geweest, dat ze geen Duitsche was; hij zei dat
+het hem voor altijd beroemd zou maken en zij zei dat er veel meer kans
+bestond dat het hem ziek zou maken, als hij een hoop donderpadden op
+een verdieping als de hunne hield; hij zei dat hij baas in zijn eigen
+huis was, en zij zei dat zij dan maar liever directrice van een school
+werd, dan te moeten zorgen voor een hoop enge jonge kikkers; en toen
+verzocht hij haar niet zulken onzin te praten en zij verzocht hem
+hetzelfde, en verzocht hem die idee&euml;n over kikkers te laten varen;
+en hij zei dat ze wel een beetje meer respect voor zijn idee&euml;n kon
+hebben, en zij zei dat zij dat niet kon of wilde als er zoo&rsquo;n
+&bdquo;luchtje&rdquo; aan was&mdash;en toen&mdash;niettegenstaande de
+klassieke opmerkingen die Huxley over dit punt gemaakt
+heeft&mdash;verloor hij alle geduld en zei een goddeloos woord. Niet
+zoo heel goddeloos, maar toch plat genoeg. En toen was zij zeer
+beleedigd en hij moest excuus vragen, en het vooruitzicht het
+Godenvoedsel ooit op hun verdieping op kikkers te probeeren, verdween
+geheel in het excuus.</p>
+<p>Derhalve moest Bensington er iets anders op zien te vinden om zijn
+proefnemingen op het gebied van voeding, die noodig zouden zijn om zijn
+ontdekking te demonstreeren, te kunnen uitvoeren, zoodra hij zijne
+zelfstandigheid afgezonderd en bereid had. Eenige dagen lang bepeinsde
+hij de mogelijkheid zijn kikkers bij den een of anderen vertrouwden
+persoon in den kost te doen en toen richtte het toevallig-zien van de
+uitdrukking in een courant zijne gedachten op een
+&bdquo;Proef-Hoeve.&rdquo;</p>
+<p>En kuikens. Direct toen hij er aan dacht, dacht hij eraan als aan
+een hoenderfokkerij. Plotseling kreeg hij een visioen van
+reusachtig-sterk groeiende kuikens. Hij zag voor zich een beeld van
+rennen, en hokken, <span class="pagenum">[<a id="xd20e356" href=
+"#xd20e356" name="xd20e356">22</a>]</span>hokken die &agrave;l grooter
+en grooter werden, en rennen die in grootte hier gelijken tred mede
+hielden. Kuikens zijn zoo gemakkelijk te naderen, zoo gemakkelijk te
+voederen en waar te nemen, z&oacute;&oacute;veel droger om te hanteeren
+en te meten, dat kikkers hem voor zijn doel nu erg wilde en
+onhandelbare beesten toeleken. Hij kon maar niet begrijpen hoe het kwam
+dat hij niet aan kuikens en w&egrave;l aan kikkers gedacht had van het
+begin af. Onder meer, zou het hem al dat gezeur met nicht Jane bespaard
+hebben. En toen hij het Redwood voorstelde, was deze het volkomen met
+hem eens.</p>
+<p>Redwood zei overtuigd te zijn dat experimenteele physiologen een
+grooten misslag begingen met proeven te doen op noodeloos-kleine
+dieren. Het stond precies gelijk met experimenteeren in de scheikunde
+met een onvoldoende hoeveelheid materiaal; fouten in opmerking en
+behandeling worden onevenredig groot. Het was, juist in dezen tijd, van
+buitengewoon groot gewicht, dat de wetenschappelijke mannen hun recht
+lieten gelden op groot materiaal. Dat was dan ook de reden waarom hij
+zijn tegenwoordige experimenten aan het Bond-street College verrichtte
+op jonge stieren, niettegenstaande zekere mate van ongerief voor de
+studenten, en professoren die in andere vakken college gaven, door de
+lichtzinnigheid en het gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel van deze
+dieren in de corridors nu en dan. Doch de kromme lijnen, die hij kreeg,
+waren buitengewoon belangwekkend en zouden, zoo ze uitkwamen, zijn
+keuze ten volle rechtvaardigen. Wat hemzelf betrof, zoo de wetenschap
+niet zoo stiefmoederlijk bedeeld ware geweest in dit land, zou hij
+nooit, als het niet hoefde, experimenteeren op iets kleiners dan een
+walvisch. Maar een Publiek Vivarium, van voldoende grootte om dit
+mogelijk te maken, <span class="pagenum">[<a id="xd20e360" href=
+"#xd20e360" name="xd20e360">23</a>]</span>was, vreesde hij, op dit
+oogenblik in dit land tenminste, een Utopistische eisch. In
+Duitschland&mdash;enz.</p>
+<p>Daar Redwood&rsquo;s jonge stieren zijn dagelijksche zorg
+vereischten, kwam het kiezen en uitrusten der Proef-Hoeve grootendeels
+op Bensington neer. Ook werd overeengekomen dat alle kosten zouden
+bestreden worden door Bensington, tot zij voldoende van buitenaf
+gesteund werden om het experiment voort te zetten. Derhalve wisselde
+hij zijn werk in het laboratorium op zijn verdieping af met de jacht
+naar een pachthoeve langs de spoorweglijnen, die van London naar het
+zuiden loopen, en zijn glurende bril, zijn vriendelijke
+kaalhoofdigheid, en zijn opengewerkte linnen schoenen, vervulden de
+eigenaars van tallooze onverhuurbare eigendommen met ijdele hoop. En
+hij adverteerde in verscheidene dagbladen en in &bdquo;de
+Natuur,&rdquo; om een verantwoordelijk paar (gehuwd) dat nauwgezet en
+handig was, en gewoon met hoenders om te gaan, om het algeheele beheer
+van een Proef-hoeve van een grooten bunder op zich te nemen.</p>
+<p>Hij vond de plaats die hij noodig had te Hickleybrow, dicht bij
+Urshot in Kent. Het was een eigenaardige, afgelegen plek, in een
+vallei, omzoomd door pijnbosschen, die des avonds donker en ongastvrij
+waren. Een hooge heuvel sneed het af van den zonsondergang en een
+grillige put met een uit elkaar hangend afdak deed het gebouw kleiner
+lijken dan het was. Tegen het kleine huis klommen geen klimplanten op,
+er waren verscheidene ruiten gebroken, en de wagenschuur wierp zelfs in
+den middag een donkere schaduw. Het lag op anderhalven mijl van het
+laatste huis van het dorp en de eenzaamheid ervan werd op
+twijfelachtige wijze vervroolijkt door een rondwandelende familie van
+echo&rsquo;s.</p>
+<p>De plaats leek Bensington bijzonder geschikt voor <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e368" href="#xd20e368" name=
+"xd20e368">24</a>]</span>wetenschappelijk onderzoek. Hij liep het erf
+rond, hokken en rennen teekenend met een zwaaienden arm, en bevond dat
+de keuken zonder veel verandering te behoeven te ondergaan een aantal
+broedtoestellen en kunstmoeders kon bergen.</p>
+<p>Hij nam de plaats onmiddellijk; en op den terugweg naar Londen
+stapte hij uit te Dunton Green, en engageerde een geschikt paar dat op
+zijn advertenties geschreven had, en nog dien zelfden avond slaagde hij
+erin een voldoende hoeveelheid Herakleophorbia I te isoleeren om deze
+schikkingen meer dan te rechtvaardigen.</p>
+<p>Het geschikte paar, dat onder Bensington de eerste aalmoezeniers op
+aarde van het Voedsel der Goden zou zijn, was niet alleen zeer merkbaar
+op jaren, maar ook buitengewoon vuil. Bensington merkte dit laatste
+niet op, omdat niets het algemeene opmerkingsvermogen zoozeer afstompt
+als een leven van experimenteele wetenschap. Zij heetten menheer en
+juffrouw Skinner, en de heer Bensington interviewde hen in een klein
+vertrek mat hermetisch gesloten vensters, een verweerden spiegel boven
+den schoorsteenmantel en een paar kwijnende calceolaria&rsquo;s.</p>
+<p>Juffrouw Skinner was een heel klein oud vrouwtje, zonder muts, met
+vuil-wit haar dat erg plakkerig was weggekamd van een gezicht dat
+oorspronkelijk al bestond uit, en nu, door het verlies van tanden en
+kin, en het rimpelen van wat er verder was, eindigde met bijna
+uitsluitend te zijn&mdash;neus. Zij was gekleed in lei-kleurige kleedij
+(voor zoover haar japon tenminste nog kleur had), die op een plaats
+gelapt was met een strook rood flanel. Zij liet hem binnen en praatte
+zeer bedachtzaam tegen hem, en gluurde naar hem om en over haar neus,
+terwijl ze hem in vertrouwen mededeelde dat Skinner eenige wijziging in
+zijn toilet aan <span class="pagenum">[<a id="xd20e377" href=
+"#xd20e377" name="xd20e377">25</a>]</span>het aanbrengen was. Zij bezat
+&eacute;&eacute;n tand, die haar uitspraak in den weg stond, en zij
+hield haar lange gerimpelde handen zenuwachtig saamgeperst. Zij
+vertelde den heer Bensington dat zij al jaren met hoenders had
+omgegaan, en alles wist omtrent broedmachines; ja, zij zelven hadden
+eens een hoenderpark gedreven, en het was eindelijk
+all&eacute;&eacute;n failliet gegaan door gebrek aan leerlingen.</p>
+<p>&bdquo;Ziet u,&rdquo; zeide juffrouw Skinner, &bdquo;de leerlingen,
+die brenge de cente in.&rdquo;</p>
+<p>Meneer Skinner bleek bij zijne verschijning te zijn een man met een
+groot breed gezicht, die lispelde en z&oacute;&oacute; erg scheel zag,
+dat hij over uw hoofd heenkeek; hij had opengesneden pantoffels aan,
+die Bensington dadelijk voor hem innamen, en hij zat erg schaars in
+zijn knoopen. Hij hield met &eacute;&eacute;n hand zijn jas en hemd bij
+elkaar, en trok, met den wijsvinger van de andere, modellen op het
+zwart-met-goud tafelkleed, terwijl zijn eene oog dat hiernaar niet
+keek, Bensington&rsquo;s zwaard van Damocles (om het zoo maar eens uit
+te drukken), gadesloeg met een eenigszins droevige
+los-van-de-wereld-zijnde uitdrukking: &bdquo;U wilt dethe boerderij
+niet drijven om de winst. Neen, meneer. &rsquo;t Komt alleth op
+&rsquo;t zelfde neer, mijnheer. Proeven! Net thoo!&rdquo;</p>
+<p>Hij zeide dat ze dadelijk naar de boerderij konden vertrekken. Hij
+deed niets te Dunton Green dan een beetje kleermaken. &bdquo;&rsquo;t
+Ith niet zoo&rsquo;n voordeelige plaatsth als ik dacht, en wat ik daar
+maak, ith haastht niet de moeite waard,&rdquo; zeide hij,
+&bdquo;thoodat, als &rsquo;t u beter thchikt, wij
+dadelijk...&rdquo;</p>
+<p>En binnen een week waren meneer en juffrouw Skinner op de boerderij
+ge&iuml;nstalleerd, en de karwei-timmerman van Hickleybrow wisselde de
+taak van kippehokken-timmeren en rennen-maken af met een <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e387" href="#xd20e387" name=
+"xd20e387">26</a>]</span>systematisch gesprek over den heer
+Bensington.</p>
+<p>&bdquo;Ik heb hem nog niet veel gethien,&rdquo; zeide de heer
+Skinner. &bdquo;Maar voorzoover als ik uit hem wijth heb kunnen worden,
+lijkt hij mij een stomme ouwe dwaath.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik dacht wel dat er een van z&rsquo;n vijf op den loop
+was,&rdquo; zei de timmerman van Hickleybrow.</p>
+<p>&bdquo;Hij denkt, dat ie wat weet van hoenderth,&rdquo; zeide de
+heer Skinner. &bdquo;Heerem&rsquo;ntijd! Als je &rsquo;m hoorde, zou je
+denken dat niemand wat van hoenderth wisht dan hij.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;IJ ziet er zelf uit as een &rsquo;en,&rdquo; zeide de
+timmerman van Hickleybrow; &bdquo;misschien door z&rsquo;n
+bril.&rdquo;</p>
+<p>De heer Skinner kwam wat dichter bij den timmerman van Hickleybrow
+staan, en sprak vertrouwelijk met hem, en het eene treurige oog keek
+naar het verwijderde dorp, en het andere schitterde en keek
+kwaadaardig. &bdquo;Moete &egrave;lke dag gemete worde,&mdash;iedere
+kip, thegt ie. Om te thien of the goed groeie. Nou theg,&mdash;he?
+Iedere kip, thowerachtig, iedere dag.&rdquo;</p>
+<p>En de heer Skinner stak zijn hand op om er achter te lachen op een
+beschaafde, en aanstekelijke manier, en haalde de schouders erg hoog
+op&mdash;en alleen zijn andere oog deelde niet in den lach. Toen, eraan
+twijfelend of de timmerman het fijne van de zaak wel gesnapt had,
+herhaalde hij met een doordringend gefluister:
+&bdquo;gem&egrave;te!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;IJ is nog erger dan onze ouwe baas; verdompeld as
+&rsquo;t niet waar is,&rdquo; zei de timmerman van Hickleybrow.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">II.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Experimenteeren is het langzaamste werk ter wereld;
+(de rapporten erover in de &bdquo;Philosophische Verhandelingen&rdquo;
+zijn misschien n&ograve;g vervelender) en <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e409" href="#xd20e409" name="xd20e409">27</a>]</span>het leek den
+heer Bensington erg lang toe, v&oacute;&oacute;r zijn eerste droom van
+enorme mogelijkheden vervangen werd door een kruimpje verwerkelijking.
+Hij had de Proef-Hoeve in October gekocht, en het was al Mei voor het
+eerste succ&egrave;s begon te dagen. In dien tijd moesten
+Herakleophorbia I, II en III geprobeerd worden, en mislukten; er
+ontstond last met de ratten op de boerderij en &oacute;&oacute;k met de
+Skinners. De eenige manier om Skinner ertoe te krijgen te doen wat hem
+gezegd werd, was hem te dreigen met ontslag. Dan placht hij met zijn
+vlakke hand over zijn ongeschoren kin te wrijven&mdash;hij was steeds
+op de meest wonderbaarlijke manier ongeschoren en toch had hij nooit
+een baard&mdash;en naar den heer Bensington te kijken met
+&eacute;&eacute;n oog, en over hem heen met het andere en te zeggen:
+&bdquo;O, natuurlijk, meneer&mdash;als &rsquo;t u ernst
+ith...!&rdquo;</p>
+<p>Doch eindelijk brak de dageraad aan. En zijn heraut was een brief in
+het lange spichtige handschrift van den heer Skinner.</p>
+<p>&bdquo;Het nieuwe Broeisel is uit,&rdquo; schreef de heer Skinner,
+&bdquo;en ik kan niet zeggen dat ze me bijzonder bevallen. Groeien erg
+spichtig op&mdash;heelemaal niet zooals dat andere toom was,
+v&oacute;&oacute;r u uw laatste orders gaf. De anderen,
+v&oacute;&oacute;r de kat ze te pakke kreeg, waren flinke, tierige
+kuikens, maar deze groeie als distels. Nooit zoo iets gezien. Ze pikken
+z&oacute;&oacute; hard, dat ik onmogelijk de juiste maat van ze kan
+geven. &rsquo;t Zijn ware Reuzen en eten net zooveel. We zulle heel
+gauw weer graan noodig hebbe want nooit heb je kuikens
+z&oacute;&oacute; zien ete&rsquo;. Grooter dan Bantams. Als ze zoo
+d&oacute;or gaan, zullen ze, al zijn ze ook spichtig, gauw groot genoeg
+zijn voor een tentoonstelling. Plymouth Rocks zijn er niks bij.
+Gisteren avond ben ik erg geschrokken, omdat ik dacht dat de kat achter
+ze zat, en toen ik uit het raam keek zou ik er op hebben <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e415" href="#xd20e415" name=
+"xd20e415">28</a>]</span>kunnen zweren dat ik &rsquo;em onder het
+ijzerdraad door in het hok zag kruipen. De kuikens waren allemaal
+wakker, maar ik kon geen kat ontdekken. Daarom gaf ik ze maar wat
+koren, en sloot alles goed toe. Wees zoo goed me te melden of ik met
+het voer moet doorgaan zooals u gezegd heb. Het voeder dat u mengde is
+bijna allemaal op en ikzelf meng liever niets meer, na het ongeluk met
+de pudding. Met onze vriendelijke groeten, en ons in uwe gunst
+aanbevelend verblijf ik,</p>
+<p class="signed">Hoogachtend,</p>
+<p class="signed"><span class="ex">Alfred Newton Skinner</span>.</p>
+<p>De toespeling aan het einde sloeg op een melkpudding waar op de een
+of andere onverklaarbare wijze wat Herakleophorbia II in geraakt was,
+met pijnlijken en bijna noodlottigen afloop voor de Skinners.</p>
+<p>Doch de heer Bensington, die tusschen de regels doorlas, zag in den
+weligen groei de bereiking van zijn lang gezocht doel. Den volgenden
+morgen stapte hij uit te Urshot en in de tasch in zijn hand droeg hij,
+goed verzegeld, in drie bussen, een voorraad Voedsel der Goden,
+voldoende voor alle kuikens in Kent.</p>
+<p>Het was een heldere, mooie morgen, laat in Mei en zijne likdoorns
+waren zooveel beter, dat hij besloot door Hickleybrow naar zijn
+boerderij te wandelen. Het was goed drie en een halve mijl, door het
+park en het dorp, en dan langs de valleien van de Hickleybrowsche
+afgesloten jachtgronden. De boomen waren allen als met een waas van
+groene loovertjes bedekt, de heggen waren vol kamille en paaschbloemen,
+en de bosschen vol blauwe hyacinthen en roode orchidee&euml;n; en
+overal was gerucht van vogels, grijze lijsters, merels, roodborstjes,
+vinken en vele andere soorten en in een warmer hoekje van het park
+ontvouwde zich wat <span class="pagenum">[<a id="xd20e429" href=
+"#xd20e429" name="xd20e429">29</a>]</span>brem, en renden en sprongen
+vaalroode herten rond.</p>
+<p>Deze dingen deden Bensington terugdenken aan het vroegere en nu
+vergeten genot dat hij in het leven vond; voor zijne oogen werd de
+belofte zijner ontdekking levend en vreugdevol, en het scheen hem
+werkelijk toe dat hij den gelukkigsten dag zijns levens bereikt had. En
+toen hij in den door de zon verlichten ren bij het zandheuveltje onder
+de schaduw der pijnboomen de kuikens zag die van het voedsel dat hij
+voor hen gemengd had, hadden gegeten, reusachtig en onbeholpen,
+n&ugrave; al grooter dan menige kip die getrouwd en gezet is, en nog
+steeds groeiend, nog in hun eersten zachten gelen dos (licht getint met
+bruin over den rug), toen begreep hij ten volle dat zijn gelukkigste
+dag was aangebroken.</p>
+<p>Op aandrang van meneer Skinner ging hij den ren binnen, doch nadat
+hij een of tweemaal door de spleten in zijn schoenen gepikt was, kwam
+hij er maar weer uit, en sloeg deze monsters gade door het traliewerk.
+Hij bracht het hoofd heel dicht erbij, en volgde al hunne bewegingen,
+alsof hij nooit tevoren een kuiken gezien had.</p>
+<p>&bdquo;Je kunt er haath niet inkomme hoe ze d&rsquo;er zulle uitzien
+as ze volwasse benne,&rdquo; zei de heer Skinner.</p>
+<p>&bdquo;Groot als een paard,&rdquo; zei de heer Bensington.</p>
+<p>&bdquo;Thal niet veel thchelen,&rdquo; zei Skinner.</p>
+<p>&bdquo;Verscheiden menschen zouden hun maal kunnen doen van
+&eacute;&eacute;n vleugel!&rdquo; zeide de heer Bensington. &bdquo;Zij
+zouden aan stukken te snijden zijn als rundvleesch.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;The thullen anderth wel niet doorgaan met tho hard te
+groeien,&rdquo; zeide Skinner.</p>
+<p>&bdquo;Niet?&rdquo; zei de heer Bensington.</p>
+<p>&bdquo;Nee,&rdquo; zei de heer Skinner. &bdquo;Ik ken dit thoort.
+Thij beginne geil, maar the thcheijen er gauw mee uit!&rdquo;</p>
+<p>Er volgde een oogenblik stilte. <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e452" href="#xd20e452" name="xd20e452">30</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;&rsquo;t Ith nikth anderth dan de behandeling, die &rsquo;t
+em doet,&rdquo; zeide de heer Skinner bescheiden.</p>
+<p>De heer Bensington wendde plotseling zijn bril naar hem toe.</p>
+<p>&bdquo;We fokten ze haatht net tho groot op onthe eigen
+sthtee,&rdquo; zeide meneer Skinner, zijn goede oog vroom ten hemel
+slaand, en een beetje loskomend; &bdquo;ik en m&rsquo;n
+vrouw.&rdquo;</p>
+<p>Bensington deed zijne gewone ronde over het erf, doch keerde spoedig
+naar den ren terug. Het was werkelijk meer dan hij had durven hopen. De
+gang der wetenschap is zoo kronkelig en zoo langzaam; na de duidelijke
+beloften en v&oacute;&oacute;r de verwerkelijking komt, zijn dikwijls
+jaren en jaren van ingewikkeld gescharrel noodig en hier&mdash;hier
+droeg het Voedsel der Goden reeds vrucht na weinig meer dan
+&eacute;&eacute;n proefjaar! Het leek hem alles t&egrave;
+mooi&mdash;t&egrave; mooi. De uitgestelde verwachting die het
+dagelijksch voedsel is der wetenschappelijke verbeelding, zou nu niet
+langer zijn deel zijn!</p>
+<p>Zoo leek het hem tenminste to&egrave;n. Hij kwam telkens weder naar
+den ren en staarde verbaasd naar zijn wondere kuikens.</p>
+<p>&bdquo;Laat ik eens kijken,&rdquo; zeide hij. &bdquo;Ze zijn nu tien
+dagen oud. En ik zou denken dat ze, vergeleken bij een gewoon kuiken,
+ongeveer zes of zeven maal zoo groot zijn...&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;t Wordt tijd dat we opthlag van loon vrage,&rdquo;
+zeide Skinner tot zijne vrouw. &bdquo;Hij ith tho lekker ath wat, dat
+we die kuikes in de tweede ren tho ver gekrege hebbe,&mdash;zoo lekker
+ath wat.&rdquo;</p>
+<p>Hij boog zich vertrouwelijk naar haar over.</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;IJ denkt dat &rsquo;t dat goedje van &rsquo;em
+ith,&rdquo; zeide hij achter zijn hand, en deed een onderdrukt gelach
+hooren in zijn keelholte... <span class="pagenum">[<a id="xd20e472"
+href="#xd20e472" name="xd20e472">31</a>]</span></p>
+<p>De heer Bensington was w&egrave;l een gelukkig man dien dag. Hij was
+niet in de stemming om te vallen over kleinigheden in het beheer. Het
+heldere daglicht deed weliswaar de groeiende slordigheid en vuilheid
+der Skinners duidelijker dan ooit zien, doch zijn aanmerkingen waren
+zeer zacht. De schotten van verscheidene hokken waren in staat van
+verval, doch hij scheen den uitleg van Skinner zeer geldig te vinden,
+toen deze hem in vertrouwen mededeelde, &bdquo;dat &rsquo;t &rsquo;n
+hond of een foth of ietsth dergelijkth wath dat &rsquo;t
+dee.&rdquo;</p>
+<p>Bensington wees hem er op, dat de broedmachine niet schoongemaakt
+was.</p>
+<p>&bdquo;Dat is ie ook niet, meneer,&rdquo; zei juffrouw Skinner met
+over elkaar geslagen armen, en zedig glimlachend achter haar neus.
+&bdquo;&rsquo;t Is as of we geen tijd gehad hebbe, om &rsquo;em schoon
+te make sints we hier zijn...&rdquo;</p>
+<p>Hij ging naar boven om naar de rattenholen te zien, waarvoor Skinner
+een val wilde hebben&mdash;zeer zeker waren ze enorm groot&mdash;en
+ontdekte dat het vertrek, waarin het Voedsel der Goden vermengd werd
+met meel en zemelen, in schandelijke wanorde verkeerde. De Skinners
+behoorden tot het slag van lieden, die gebarsten schotels, oude bussen,
+en flesschen van ingemaakte augurken en mosterdpotjes nog wel ergens
+voor weten te gebruiken, en het vertrek was er mee bezaaid. In een hoek
+lag een groote hoop appels, die Skinner bijeengegaard had, te rotten en
+aan een spijker aan het afloopend gedeelte der zoldering hingen
+verscheidene konijnenvellen, waarop hij zijne vaardigheid als
+bontwerker wilde beproeven. (&bdquo;The kunne m&igrave;jn niet veel
+meer leere van bont en tho,&rdquo; zeide Skinner).</p>
+<p>De heer Bensington haalde weliswaar critisch den neus op voor deze
+wanorde, doch hij maakte geen <span class="pagenum">[<a id="xd20e483"
+href="#xd20e483" name="xd20e483">32</a>]</span>noodeloos kabaal, en
+zelfs toen hij een wesp zich vond te goed doen in een medicijnpot, half
+vol Herakleophorbia IV, merkte hij eenvoudig kalm op, dat ze zijn
+substantie liever moesten afsluiten voor de vocht, dan het
+z&oacute;&oacute; aan de lucht bloot te stellen.</p>
+<p>En hij wendde zich af, om op te merken, wat hem al eenigen tijd in
+het hoofd gezeten had: &bdquo;ik geloof, Skinner&mdash;dat ik maar een
+van de kuikens zal slachten,&mdash;eenvoudig om een exemplaar te
+hebben. Ik denk dat we &rsquo;t vanmiddag nog kunnen slachten, dan neem
+ik &rsquo;t mee naar Londen.&rdquo;</p>
+<p>Hij deed alsof hij in een anderen medicijnpot keek en nam toen zijn
+bril af om die schoon te wrijven.</p>
+<p>&bdquo;Ik zou graag,&rdquo; zeide hij, &bdquo;ik zou erg graag een
+reliquie&mdash;een aandenken juist van d&igrave;t broedsel en speciaal
+op d&egrave;zen dag&mdash;hebben.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Tusschen twee haakjes,&rdquo; zei hij, &bdquo;je geeft die
+kuikens toch geen vleesch?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;O, nee, meneer,&rdquo; zei Skinner, &bdquo;d&agrave;t kan ik
+je verthekere, meneer, dat we nog t&egrave; veel afwete van
+hoenderthfokke, van welken aard dan ook, om th&oacute;&oacute; ietsth
+te doen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dus je weet zeker dat je geen restantjes van je middageten
+werpt in&mdash;ik meende de beenderen van een konijn te zien liggen in
+den versten hoek van de ren&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Doch toen zij ze eens bekeken, bevonden zij dat het de grootere
+beenderen van een kat waren, erg goed schoongepikt, en al erg
+droog.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">III.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">&bdquo;D&agrave;t is geen kuiken,&rdquo; zei
+Bensington&rsquo;s nicht Jane. &bdquo;Denk je dat ik geen kuiken
+ken,&rdquo; zei Bensington&rsquo;s nicht Jane heftig. &bdquo;&rsquo;t
+Is v&eacute;&eacute;l te groot voor een kuiken, <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e505" href="#xd20e505" name=
+"xd20e505">33</a>]</span>en bovendien, je kunt h&eacute;&eacute;l goed
+zien, dat &rsquo;t geen kuiken is. Het lijkt meer op een trapgans dan
+op een kuiken.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik moet zeggen,&rdquo; zei Redwood, aarzelend, Bensington
+noode toestaand hem in het dispuut te betrekken, &bdquo;ik moet
+bekennen, dat, de bewijzen in aanmerking genomen&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;O, als u d&aacute;t doet,&rdquo; zei nicht Jane,
+&bdquo;<span class="corr" id="xd20e511" title="Bron: inplaats">in
+plaats</span> van uw oogen te gebruiken als een verstandig
+man&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Nee maar, heusch, juffrouw Bensington&mdash;!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Och, loop heen!&rdquo; zei nicht Jane. &bdquo;Jullie mannen
+zijn allemaal &rsquo;t zelfde.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;De bewijzen in aanmerking nemend, valt dit dier toch zeker
+onder dit soort&mdash;ongetwijfeld is het abnormaal, en overvoed, maar
+t&ograve;ch&mdash;vooral daar het gekomen is uit het ei van een normale
+kip&mdash;geloof ik toch, juffrouw Bensington, te moeten toegeven, dat
+dit, voor zoover men het i&egrave;ts kon noemen, een kuiken
+is.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dus u denkt dat dit een kuiken is?&rdquo; zei nicht Jane.</p>
+<p>&bdquo;Ik gel&oacute;&oacute;f dat dit een kuiken is,&rdquo; zei de
+heer Redwood.</p>
+<p>&bdquo;Wat een onzin!&rdquo; zei Bensington&rsquo;s nicht Jane, en
+&bdquo;och,&rdquo; (dit gericht tegen Redwood&rsquo;s hoofd)
+&bdquo;jullie met je onzin,&rdquo; en toen keerde zij zich plotseling
+om, ging de kamer uit en sloeg de deur achter zich dicht.</p>
+<p>&bdquo;En &rsquo;t is een heele opluchting, ook voor mij, het te
+zien, Bensington,&rdquo; zei Redwood, toen de nagalm van het dichtslaan
+der deur weggestorven was. &bdquo;Al moet ik zeggen dat &rsquo;t erg
+groot is.&rdquo;</p>
+<p>Zonder dat Bensington hem hiertoe behoefde uit te nooden, ging hij
+in den lagen leunstoel bij het vuur zitten en bekende dingen bedreven
+te hebben, die zelfs voor een leek ongepast zouden zijn geweest.
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e531" href="#xd20e531" name=
+"xd20e531">34</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Je zult het wel wat overhaast van me vinden,
+Bensington,&rdquo; zei hij, &bdquo;maar de quaestie is, dat ik een
+klein beetje&mdash;niet erg veel&mdash;maar toch, een beetje&mdash;in
+de flesch van baby gedaan heb, nu zoowat een week geleden!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar als nu&mdash;!&rdquo; riep Bensington uit.</p>
+<p>&bdquo;Jawel, dat weet ik,&rdquo; zeide Redwood, en keek naar het
+reuzenkuiken op den schotel op tafel.</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;t Is gelukkig goed afgeloopen,&rdquo; en hij zocht in
+zijn zak naar zijne cigaretten.</p>
+<p>Bij stukjes en beetjes gaf hij de bijzonderheden:</p>
+<p>&bdquo;Arme kleine kerel, kwam maar niet vooruit in gewicht...
+vreeselijk ongerust. Winkles, een vent van niks... vroegere leerling
+van me... de&ecirc; niks... m&rsquo;n vrouw, onbeperkt vertrouwen in
+Winkles... Je weet wel, een man met een optreden als een rots...
+overdonderend... Niets geen vertrouwen in m&igrave;j, natuurlijk... Gaf
+Winkles les... mocht nauwelijks in de kinderkamer komen... moest toch
+&igrave;ets gedaan worden... sloop naar binnen toen de zuster zat te
+ontbijten... en kreeg de flesch in handen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar dan zal het aan &rsquo;t groeien gaan,&rdquo; zei de
+heer Bensington.</p>
+<p>&bdquo;Het gr&oacute;&eacute;it al. Zevenentwintig ons verleden
+week... Nu moet je Winkles &rsquo;es hooren. &bdquo;Ligt alleen aan de
+behandeling,&rdquo; zei hij.</p>
+<p>&bdquo;Wel allemachtig! precies &rsquo;t zelfde zei
+Skinner!&rdquo;</p>
+<p>Redwood keek nog eens naar het kuiken. &bdquo;&rsquo;t Moeilijke van
+de zaak is, om het aan den gang te houden. Ze vertrouwen mij niet meer
+alleen in de kinderkamer, omdat ik probeerde een groei-lijn van
+Georgina Phyllis te krijgen&mdash;en hoe moet ik em nu een tweede dosis
+geven&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;<span class="ex">Is</span> &rsquo;t noodig?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hij schreit al twee dagen&mdash;hoe dan ook, met <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e560" href="#xd20e560" name=
+"xd20e560">35</a>]</span>zijn gewone voedsel k&agrave;n hij niet
+doorgaan. Moet nu m&eacute;&eacute;r hebben.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zeg &rsquo;t aan Winkles.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Winkles kan naar den duivel loopen!&rdquo; zei Redwood.</p>
+<p>&bdquo;Je kondt Winkles in den arm nemen, en hem poeders geven om
+aan het kind te geven&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja, daar zal wel niets anders op zitten,&rdquo; zeide
+Redwood, zijn kin op zijn vuist latend rusten en in het vuur
+kijkend.</p>
+<p>Bensington stond een oogenblik het dons op de borst van het kuiken
+glad te strijken. &bdquo;&rsquo;t Zullen reusachtig groote hoenders
+worden,&rdquo; zei hij.</p>
+<p>&bdquo;D&agrave;t zullen ze,&rdquo; zei Redwood nog steeds in den
+gloed starend.</p>
+<p>&bdquo;Zoo groot als paarden,&rdquo; zei Bensington.</p>
+<p>&bdquo;Gr&oacute;&oacute;ter,&rdquo; zei Redwood. &bdquo;Wat ik je
+zeg, hoor!&rdquo;</p>
+<p>Bensington wendde zich van het exemplaar af.</p>
+<p>&bdquo;Redwood,&rdquo; zei hij, &bdquo;deze hoenders zullen fureur
+maken.&rdquo;</p>
+<p>Redwood knikte tegen het vuur.</p>
+<p>&bdquo;En waarachtig!&rdquo; zei Bensington plotseling naderbij
+tredend met schitterende brilleglazen, &bdquo;je kleine jongen
+&oacute;&oacute;k!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Daar denk ik net aan,&rdquo; zei Redwood.</p>
+<p>Hij liet zich achterover in zijn stoel vallen, zuchtte, wierp de
+nog-niet-opgerookte cigarette in het vuur, en stak zijn handen diep in
+zijne broekzakken. &bdquo;Daar dacht ik juist over. Dit Herakleophorbia
+zal raar goedje worden om mee om te gaan. Denk toch es hoe hard dat
+kuiken gegroeid moet zijn&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Een kleine jongen, die z&oacute;&oacute; hard groeit,&rdquo;
+zei de heer Bensington langzaam, en keek naar het kuiken terwijl hij
+het zeide.</p>
+<p>&bdquo;Zeg!&rdquo; zei Bensington, &bdquo;wat een kerel zal
+d&agrave;t worden.&rdquo; <span class="pagenum">[<a id="xd20e595" href=
+"#xd20e595" name="xd20e595">36</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Ik zal hem steeds kleiner wordende doses geven,&rdquo; zei
+Redwood. &bdquo;Of liever gezegd, Winkles zal dit doen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;t Experiment is t&egrave; sterk.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Jawel.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar toch, weet je, moet ik zeggen&mdash;...Te een of andere
+tijd zal de een of andere baby &rsquo;t t&ograve;ch moeten
+slikken.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;O, zeker, we zullen er beslist proeven mee nemen op de een of
+andere baby.&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Precies,&rdquo; zei Bensington, kwam op het haardkleed staan
+en zette zijn bril af om hem schoon te maken.</p>
+<p>&bdquo;Ik geloof niet, Redwood, dat, v&oacute;&oacute;r ik deze
+kuikens zag, ik beg&ograve;n te beseffen&mdash;ook maar iets&mdash;van
+de mogelijkheid die er lag in wat wij gemaakt hadden. En zelfs nu
+begint het pas tot mij door te dringen... de mogelijke
+gevolgen...&rdquo;</p>
+<p>En zelfs op dat oogenblik had Bensington nog geen vaag besef van de
+mijn, die dat lontje zou doen springen.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">IV.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Dit gebeurde in het begin van Juni. Gedurende een paar
+weken was Bensington verhinderd de Proef-Hoeve te bezoeken door een
+ernstige, doch zuiver denkbeeldige catarrh, en Redwood bracht er
+slechts een noodzakelijk overhaast bezoek aan. Hij kwam terug, als
+vader nog bezorgder kijkend dan v&oacute;&oacute;r hij ging. Alles bij
+elkaar genomen, was het nu zeven weken dat de groei staag en
+ononderbroken voortging...</p>
+<p>En toen begonnen de wespen hun loopbaan.</p>
+<p>Het was achter in Juni, en bijna een week v&oacute;&oacute;r de
+kippen uit Hickleybrow ontsnapten, dat de eerste der groote wespen
+gedood werd. Het bericht ervan verscheen <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e622" href="#xd20e622" name="xd20e622">37</a>]</span>in
+verscheidene bladen, maar ik weet niet of het nieuws den heer
+Bensington bereikte, en nog veel minder of hij het in verband bracht
+met het gebrek aan orde dat in alles op de Proef-Hoeve heerschte.</p>
+<p>Er bestaat nu niet meer den geringsten twijfel aan, dat, terwijl de
+heer Skinner de kuikens van den heer Bensington opfokte met
+Herakleophorbia IV, een aantal wespen &egrave;ven werkzaam&mdash;en
+misschien n&ograve;g werkzamer&mdash;bezig waren hoeveelheden van
+hetzelfde deeg te vervoeren naar hun vroege zomer-broedsels op de
+heuvelen achter de naburige pijnbosschen. En het is boven allen twijfel
+verheven, dat deze vroege broedsels precies evenveel baat vonden bij
+deze substantie als de kippen van den heer Bensington. Een wesp bereikt
+uitteraard vroeger den rijpen leeftijd dan een kip&mdash;en inderdaad
+waren van al de wezens die&mdash;door de gulle achteloosheid der
+Skinners&mdash;deelden in de geneugten waarmede de heer Bensington
+zijne kippen overlaadde&mdash;de wespen de eersten, die in de wereld op
+den voorgrond begonnen te treden.</p>
+<p>Het was een boschwachter, Godfrey genaamd, op het buiten van
+luitenant-kolonel Rupert Hick, bij Maidstone, die het eerste dezer
+monsters ontmoette en het geluk had het te dooden. Hij liep tot aan
+zijne knie&euml;n in de brem, dwars over een open veld in de
+beukenbosschen, die verscheidenheid brengen in het park van
+luitenant-kolonel Hick, en hij droeg zijn geweer&mdash;gelukkig voor
+hem een dubbelloops&mdash;over zijn schouder, toen hij het ding het
+eerst in het oog kreeg. Het kwam, zegt hij, met het licht mee, zoodat
+hij het niet duidelijk kon zien, en terwijl het op hem afkwam, liet het
+een gesnor hooren &bdquo;als een automobiel.&rdquo; Hij geeft toe dat
+hij bang werd. Het was blijkbaar zoo groot als, of nog grooter dan een
+kerkuil, en voor zijn geoefend oog moet de vlucht en in het bijzonder
+het <span class="pagenum">[<a id="xd20e628" href="#xd20e628" name=
+"xd20e628">38</a>]</span>nevelige gedwarrel der vleugels iets
+onheilspellend on-vogelachtigs geleken hebben. Bij het instinct van
+zelfverdediging, stel ik mij voor, kwam langdurige gewoonte, toen,
+zooals hij zegt, hij &bdquo;het schot er aftrok.&rdquo;</p>
+<p>Het vreemde van het geval had waarschijnlijk invloed op zijn mikken;
+het grootste gedeelte van zijn schot hagel miste tenminste, en het ding
+viel slechts een oogenblik neer met een nijdig &bdquo;Wzzzz,&rdquo; dat
+het onmiddellijk kenmerkte als een wesp. Toen vloog het weder op,
+terwijl alle strepen tegen het licht glansden. Hij zegt dat het op hem
+af kwam. Hoe dan ook, hij ledigde zijn tweeden loop op nog geen twintig
+pas, en wierp zijn geweer weg, liep een paar pas ver weg, en bukte zich
+toen om het uit den weg te gaan.</p>
+<p>Hij is er zeker van dat het hem op nog geen meter afstands
+voorbijsnorde, tegen den grond sloeg, weder opvloog, nogmaals neerviel,
+op misschien dertig meter afstand, en toen op zij rolde, met een zich
+krommend lichaam, terwijl de angel om zich heen stiet, in en uit, in
+zijn laatsten doodstrijd. Hij schoot er beide loopen nogmaals op af,
+v&oacute;or hij er zich dichtbij waagde.</p>
+<p>Toen hij aan het meten ging, bevond hij dat het een vlucht van
+zevenentwintig en een halven duim had, en de angel was drie duim lang.
+De buik was hem schoon van het lijf weggeschoten, maar hij schatte de
+lengte van het ding van kop tot angel op achttien duim&mdash;wat
+ongeveer uitkomt. Zijn facetten-oogen waren zoo groot als guldens.</p>
+<p>Dat is de eerste authentieke verschijning van deze reuzen-wespen.
+Den dag daarna scheelde het heel weinig of een fietsrijder, die met
+opgetrokken beenen den heuvel tusschen Sevenoaks en Tonbridge kwam
+afdalen, reed over een tweede dezer reuzen, die dwars <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e638" href="#xd20e638" name=
+"xd20e638">39</a>]</span>over den weg kroop. Zijn voorbijkomen scheen
+het dier te verschrikken, en het vloog &ograve;p met een gedruisch als
+een zaagmolen. Zijn fiets hotste over den weg in de ontroering van het
+oogenblik, en toen hij in staat was &ograve;m te kijken, zweefde de
+wesp heen, hoog over de bosschen, in de richting van Westerham.</p>
+<p>Na een tijdje onvast voortgereden te hebben, remde hij, stapte
+af&mdash;hij beefde zoo hevig, dat hij over zijn fiets viel terwijl hij
+het deed&mdash;en ging aan den kant van den weg zitten om bij te komen.
+Hij was van plan geweest naar Ashford te trappen, doch kwam niet verder
+dan Tonbridge dien dag...</p>
+<p>Merkwaardig genoeg zijn er de eerstvolgende drie dagen geen
+berichten van groote wespen, die gezien werden. De weerberichten van
+die dagen raadplegend, bevind ik dat de lucht bedekt was, en het door
+plaatselijke buien te koud was om veel uit te vliegen, wat misschien
+deze tusschenruimte verklaart. Op den vierden dag was de hemel weder
+blauw, en scheen de zon prachtig en braken er zooveel wespen los, als
+de wereld voorzeker te voren nooit gezien had.</p>
+<p>Het is onmogelijk te raden hoeveel groote wespen er dien dag te
+voorschijn kwamen. Er zijn minstens vijftig gevallen van hunne
+verschijning vermeld. Er viel &eacute;&eacute;n slachtoffer, een
+kruidenier, die een van deze monsters in een suikervat ontdekte en het
+onbezonnen aanviel met een spa, toen het opvloog. Hij sloeg het
+ne&ecirc;r voor een oogenblik, en het stak hem door zijn laars toen hij
+het een tweeden slag toebracht, en het lichaam van het dier in
+twee&euml;n sneed. Hij was het eerste van hun twee&euml;n dood...</p>
+<p>De meest dramatische van die vijftig verschijningen was wel die van
+de wesp die het Britsch Museum bezocht, tegen den middag, en die uit
+het blauwe luchtruim neerschoot op een der tallooze duiven die
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e649" href="#xd20e649" name=
+"xd20e649">40</a>]</span>op het plein v&oacute;&oacute;r dat gebouw
+gevoederd worden, en ermee naar de kroonlijst vloog om zijn slachtoffer
+op zijn gemak te verslinden. Daarna kroop zij een tijdlang over het dak
+van het museum, kwam door een vallicht den koepel der leeszaal binnen,
+gonsde hier eenigen tijd in rond&mdash;er ontstond een paniek onder de
+lezers&mdash;vond eindelijk een raam en verdween plotseling in stilte
+weder uit de menschelijke waarnemingssfeer.</p>
+<p>Het meerendeel der andere berichten behelsde niets anders dan dat ze
+langs, of neergekomen waren. Een picnic werd te Aldington Heuvel
+uiteengejaagd en alle lekkernijen en de jam verorberd, en een jonge
+hond werd gedood en aan stukken gescheurd dicht bij Whitstable, voor de
+oogen van zijn meesteres...</p>
+<p>De straten weerklonken dien avond van den roep over de wespen, de
+plakkaten der nieuwsbladen wijdden zich in de vetste letters
+uitsluitend aan de &bdquo;Reusachtige Wespen in Kent!&rdquo; Opgewonden
+hoofdredacteurs en redacteuren holden wenteltrappen op en af en brulden
+allerlei over &bdquo;wespen.&rdquo; En Professor Redwood, die uit zijn
+college in Bondstreet kwam, opgewonden door een warm dispuut met zijn
+comit&eacute; over den prijs van jonge stieren, kocht een avondblad,
+opende het, verschoot van kleur, dacht geen oogenblik langer aan zijn
+jonge stieren en zijn comit&eacute;, en reed zoo hard het paard maar
+loopen wilde in een bakje naar Bensington&rsquo;s kamers.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">V.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">De verdieping werd in beslag genomen, leek het hem
+toe&mdash;met buitensluiting van alle andere voelende dingen&mdash;door
+meneer Skinner en zijn stem, zoo ge <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e660" href="#xd20e660" name="xd20e660">41</a>]</span>tenminste een
+van beiden een voelend iets kunt noemen!</p>
+<p>De stem was h&eacute;&eacute;l hoog, baggerend in de angsttonen.</p>
+<p>&bdquo;We kunne onmogelijk blijve, meneer, we thijn d&rsquo;r
+gebleve in de hoop dat &rsquo;t beter thou worden, en &rsquo;t wordt
+hoe langer hoe erger, meneer. &rsquo;t Thijn niet alleen de wethpen,
+meneer&mdash;d&rsquo;r thijn groote oorwormen, meneer,
+th&oacute;&oacute; groot, meneer.&rdquo; (Hij stak zijn geheele hand en
+nog ongeveer drie duim vette, smerige pols uit). &bdquo;M&rsquo;n vrouw
+krijgt er haatht een beroerte van angtht van, meneer. En de
+brandnetelth bij de kippenloopen, meneer, di&egrave; groeie ook al,
+meneer, en het kanariekruid, meneer, dat we bij de thinkput thaaiden,
+meneer&mdash;dat sthak z&rsquo;n ranke door het raam &rsquo;th nachts,
+meneer, en greep m&rsquo;n vrouw bijna bij d&rsquo;r beene, meneer. Dat
+komt door dat voeder van u, meneer. Overal waar we wat gemortht hebbe,
+meneer, ith alles w&egrave;liger an &rsquo;t groeie gegaan, meneer, dan
+ik dacht dat mogelijk wath. &rsquo;t Ith onmogelijk, meneer, om nog
+&rsquo;n maand te blijve, meneer. We thoue d&rsquo;r niet levend van
+daan komme, meneer. Al stheke de wespen onth niet, dan thulle we
+gethmoord worde door de thlingerplant, meneer. Je kunt je d&rsquo;r
+geen denkbeeld van make, meneer&mdash;alth je thelf niet komt kijke,
+meneer&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Hij richtte zijn verheven oog naar de kroonlijst boven
+Redwood&rsquo;s hoofd. &bdquo;Wie thal thegge, meneer, of de ratte
+&rsquo;t ook al niet te pakke hebbe, meneer! En daar ben ik &rsquo;t
+bangthste voor, meneer. Tot nog toe heb ik geen groote rat gethien,
+meneer, maar wie thal &rsquo;t thegge, meneer? We thijn dage lang in de
+war geweetht van thchrik toen we die oorwurme thage&mdash;alth kreefte,
+meneer&mdash;twee, meneer&mdash;en dan dat kanariekruid; en tho gauw
+toen ik de wethpen hoorde, meneer, thnapte ik &rsquo;t. Ik wachtte geen
+oogenblik <span class="pagenum">[<a id="xd20e668" href="#xd20e668"
+name="xd20e668">42</a>]</span>langer, dan om &rsquo;n knoop antethette
+die &rsquo;k verlore had, en toen ben ik maar gauw hierheengekomme. En
+nou ben ik half buite methelf van angst over m&rsquo;n vrouw, meneer.
+Dat kanariekruid kruipt over de heele plaatth alth een thlang,
+meneer&mdash;terwijl je d&rsquo;r naar kijk, meneer! en dan die
+oorwurme, die hoe langer hoe grooter worde, en de wepthe&mdash;ze heeft
+thelfths geen thakjethblauw<a class="noteref" id="xd20e670src" href=
+"#xd20e670" name="xd20e670src">1</a>, meneer,&mdash;alth d&rsquo;r wat
+overkwam, meneer!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar de kippen,&rdquo; zeide de heer Bensington; &bdquo;hoe
+gaat het met de kippen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;We hebbe the tot githtere gevoederd, &rsquo;t ith
+waar,&rdquo; zei de heer Skinner, &bdquo;maar vanmorge
+d&ograve;rthte&rsquo; we niet meer, meneer. &rsquo;t Lawaai dat de
+wethpe&rsquo; maakte&rsquo;&mdash;vreethelijk, meneer. The vloge net
+uit&mdash;dothijne. Tho groot ath kippe. Ik theg tege d&rsquo;r
+&bdquo;naai me eve &rsquo;n paar knoope&rsquo; aan,&rdquo; theg ik,
+&bdquo;want ik kon toch th&ograve; niet naar Londen,&rdquo; theg ik,
+&bdquo;en dan ga ik naar meneer Benthington,&rdquo; zeg ik, &bdquo;om
+&rsquo;em alleth te vertelle. En jij blijf in dethe kamer tot ik
+terugkom,&rdquo; theg ik, &bdquo;en hou de rame&rsquo; tho dicht alth
+je maar kan,&rdquo; theg ik.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Als jelui niet zoo vervloekt slordig waart
+geweest&rdquo;&mdash;begon Redwood.</p>
+<p>&bdquo;O, theg d&agrave;t niet, meneer!&rdquo; zeide Skinner.
+&bdquo;No&ugrave; niet meneer, nou dat ik tho in angthst thit over
+m&rsquo;n vrouw, meneer! Athjebl&igrave;&eacute;ft, meneer. Ik kan nou
+nikth tegenthegge. Waarachtig, meneer, &rsquo;t gaat niet! Ik moet al
+maar an die ratte denke&mdash;wie weet of the m&rsquo;n vrouw al niet
+beet hebbe, terwijl ik hier ben?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En heb je dan niet &eacute;&eacute;n enkele opmeting van al
+die heerlijke groei-lijnen!&rdquo; zeide Redwood. <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e686" href="#xd20e686" name=
+"xd20e686">43</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;&rsquo;k Ben te veel in de war geweetht, meneer,&rdquo; zeide
+meneer Skinner. &bdquo;Alth je witht, wat wij doorgethtaan
+hebbe&mdash;ik en m&rsquo;n vrouw. We withte niet wat er van te denke,
+meneer. Doordat die kippe tho groeiden, en de oorwurme, en het
+kanarie-kruid...&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja, ja, dat heb je nou allemaal al verteld,&rdquo; zeide
+Redwood. &bdquo;Maar wat moeten we aanvangen, Bensington?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;W&aacute;t moeten wij aanvange?&rdquo; vroeg meneer
+Skinner.</p>
+<p>&bdquo;Jij zult natuurlijk terug moeten naar je vrouw,&rdquo; zeide
+Redwood. &bdquo;Je kunt haar daar niet alleen laten den geheelen
+nacht.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar all&eacute;&eacute;n ga &rsquo;k ni&egrave;t, meneer, al
+ware d&rsquo;r &rsquo;n dothijn juffrouwen Thkinner. &rsquo;t Ith
+meneer Benthington &mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Onzin,&rdquo; zeide Redwood, &bdquo;&rsquo;s Avonds zijn
+d&rsquo;r geen wespen, en de oorwurmen gaan je wel uit den
+weg&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar de ratten dan?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Er z&igrave;jn geen ratten,&rdquo; zeide Redwood.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">VI.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">De heer Skinner had zich zijn voornaamste punt van
+bezorgdheid kunnen besparen. Juffrouw Skinner bleef zelfs niet tot den
+avond.</p>
+<p>Tegen elf uur begon het kanariekruid, dat den geheelen morgen
+ijverig werkzaam geweest was, over het raam heen te klimmen, en dit
+sterk te verduisteren, en hoe donkerder het werd, hoe duidelijker het
+juffrouw Skinner werd, dat haar toestand heel spoedig onhoudbaar zou
+zijn. En ook, dat &rsquo;t was alsof zij eeuwen doorleefd had sedert
+Skinner heenging. Zij gluurde een tijdje uit het duister wordende raam,
+door de steeds verder reikende ranken, ging toen zeer behoedzaam de
+slaapkamerdeur open doen en luisterde... <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e711" href="#xd20e711" name="xd20e711">44</a>]</span>Alles scheen
+rustig, en aldus haar rokken bij elkaar houdend, holde zij de
+slaapkamer binnen en nadat zij eerst onder het bed had gekeken en de
+deur op slot gedraaid had, begon zij met de stelselmatige vlugheid van
+een vrouw van ondervinding aan het pakken om te vertrekken. Het bed was
+nog niet opgemaakt en de vloer der kamer was bezaaid met stukken der
+kruipplant die Skinner den vorigen avond afgeh&agrave;kt had om het
+venster te kunnen sluiten, doch aan deze wanorde stoorde zij zich niet.
+Zij pakte alles in een fatsoenlijk laken. Zij pakte haar geheele eigen
+garderobe in en een velveteen jas die Skinner droeg als hij er eens
+h&eacute;&eacute;l netjes wou uitzien, en zij pakte een pot augurken
+in, die nog niet aangebroken was, en tot zoover was haar pakken
+volkomen in orde. Doch zij pakte ook in tw&eacute;&eacute; van de
+hermetisch-gesloten bussen met Herakleophorbia IV, die de heer
+Bensington bij zijn laatste bezoek had medegebracht. (Zij was wel
+eerlijk, &rsquo;t goeie mensch,&mdash;maar zij was toch ook grootmoeder
+en haar hart bloedde als zij zulk een heerlijk groeimiddel zag
+verspillen op een troep van die verwenschte kuikens.)</p>
+<p>En toen ze al deze dingen ingepakt had, zette zij haar hoed op, deed
+haar schort af, bond een nieuwen schoenveter om haar parapluie en na
+langen tijd aan de deur en het venster geluisterd te hebben, opende zij
+de deur en trad naar buiten om de gevaarlijke buitenwereld in te gaan.
+Zij hield de parapluie onder den arm en zij omklemde het pak met twee
+beenige handen, die niet los zouden laten. Het was haar beste
+zondagsche hoed en de twee klaprozen die hunne hoofden opstaken midden
+uit de pracht van lint en kraal, schenen bezield met denzelfden
+huiverigen moed, die haarzelf vervulde.</p>
+<p>De lijnen om haar neuswortel trokken rimpels van <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e717" href="#xd20e717" name=
+"xd20e717">45</a>]</span>vastberadenheid. Nu had zij er genoeg van!
+Heelemaal alleen daar te zitten! Als Skinner zin had kon die daar
+terugkomen, maar zij moest er niks meer van hebben.</p>
+<p>Zij ging de v&oacute;&oacute;rdeur uit, niet omdat zij naar
+Hickleybrow wilde gaan (haar doel was Cheasing Eyebright, waar haar
+getrouwde dochter woonde), maar omdat zij door de achterdeur er niet
+meer uit kon door de slingerplant, die zoo woest aan het groeien gegaan
+was, nadat zij de bus met voeder dicht bij de wortels bij ongeluk
+omgegooid had. Zij luisterde een poosje, en sloot de voordeur zeer
+behoedzaam achter zich dicht.</p>
+<p>Bij den hoek van het huis bleef zij staan en nam poolshoogte.</p>
+<p>Een lang litteeken van zand op de helling van den heuvel achter het
+pijnbosch, duidde op de nabijheid van het Reuzen-wespen-nest, en dit
+litteeken sloeg zij aandachtig gade. Het uitvliegen en terugkomen van
+&rsquo;s morgens was gedaan, toevallig was er geen enkele wesp in het
+zicht, en behalve een geluid dat weinig meer hoorbaar was dan een
+stoom-houtzaag in volle werking tusschen de denneboomen zoude geweest
+zijn, was alles stil. Wat de oorwormen aangaat, zij zag er geen enkele.
+Weliswaar zag ze onder in de kool iets bewegen, doch dat kon evengoed
+een kat zijn die op vogels loerde. Zij keek hier een tijdje naar. Zij
+verwijderde zich enkele schreden van den hoek, kreeg den ren met de
+reuzen-kuikens in het zicht en bleef weder staan. &bdquo;Ach!&rdquo;
+zeide zij, en schudde langzaam het hoofd toen zij ze zag. Zij waren
+n&ugrave; ongeveer zoo groot als een casuaris, doch natuurlijk veel
+breeder van lijf&mdash;heelemaal veel grooter. Het waren allen hennen,
+vijf stuks, nu dat de twee jonge hanen elkaar gedood hadden. Ze
+aarzelde een oogenblik toen zij ze in zulke neerslachtige houdingen zag
+staan. &bdquo;Arme <span class="pagenum">[<a id="xd20e725" href=
+"#xd20e725" name="xd20e725">46</a>]</span>sukkels!&rdquo; zeide zij, en
+legde haar pak neer; &bdquo;ze &rsquo;ebbe&rsquo; geen water. En ze
+&rsquo;ebbe<span class="corr" id="xd20e727" title=
+"Bron: ,">&rsquo;</span> in vierentwintig uur geen ete&rsquo; gehad! En
+dan met zoo&rsquo;n eetlust!&rdquo; Zij bracht een magere vinger aan
+hare lippen en ging met zichzelve te rade.</p>
+<p>En toen deed deze slordige vrouw wat mij tenminste werkelijk een
+heldhaftige, barmhartige daad toelijkt. Zij liet haar buidel en
+parapluie midden op het klinkerpad liggen, ging naar den put en putte
+niet minder dan drie emmers water voor den ledigen drinkbak der
+kuikens, en toen, terwijl zij zich daar allemaal om verdrongen, deed
+zij stilletjes de deur van den ren open. Daarna werd zij bijzonder
+actief, nam haar pak weder op, klom over de heg achter in den tuin,
+stak dwars de welige weiden (om het wespennest te vermijden) over en
+beklom moeizaam het kronkelende pad naar Cheasing Eyebright.</p>
+<p>Al hijgend ging het tegen den heuvel op, en onder het gaan bleef zij
+telkens even staan, om uit te rusten, op adem te komen en nog eens om
+te kijken naar het kleine huis naast het pijnbosch daar beneden. En
+toen zij eindelijk bijna den top van den heuvel bereikt had, zag zij in
+de verte drie wespen van elkaar verwijderd vliegen, en log naar het
+westen afdalen, en dat maakte haar beenen een boel vlugger.</p>
+<p>Zij had nu weldra het open terrein achter zich gelaten, en kwam aan
+de met hooge bermen afgezette laan (die haar een veiliger plaats
+toeleek) en zoo over Hickleybrow Coombe naar de heuvels. En daar aan
+den voet der heuvels, waar een dikke boom haar een schuilplaats
+aanbood, rustte zij een oogenblik uit op een hek.</p>
+<p>Toen weder vastberaden voorwaarts...</p>
+<p>Gij ziet haar al, hoop ik, met haar witten bundel, zelf een soort
+van op-de-achterste-pooten-loopende <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e741" href="#xd20e741" name="xd20e741">47</a>]</span>mier, zich
+voortreppend langs het kleine witte pad-lint dwars over de hellingen
+der heuvels, in de felle zon van den zomernamiddag. Zij sukkelde voort,
+haar vastberaden, onvermoeibaren neus achterna, en de papavers op haar
+hoed trilden zonder ophouden, en haar elastieken schoenen werden al
+witter en witter door het mulle zand. Flip-flap, flip-flap petterden
+haar schoenen door de stille hitte van den dag, en voortdurend trachtte
+haar parapluie ondeugend weg te glijden van onder den elleboog die
+&rsquo;m vasthield. De mond-rimpel onder haar neus was nu saamgetrokken
+tot de uiterste vastberadenheid, en telkens beval zij haar parapluie
+weder naar boven te komen of gaf een nijdigen ruk aan haar bundel. En
+soms mompelden hare lippen gedeelten van een wel-te-wachten
+twistgesprek tusschen haarzelf en Skinner.</p>
+<p>En, mijlen ver weg, groeiden een torenspits en een bosch ongemerkt
+op uit het ijle blauw, zoodat het vreedzame uithoekje waar Cheasing
+Eyebright veilig verborgen lag voor het gedruisch der wereld, steeds
+duidelijker zichtbaar werd, zich zeer weinig bekommerend om het
+Herakleophorbia dat verborgen lag in dien witten bundel, die zoo
+volhardend op de kalme rust van het plaatsje toesukkelde.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">VII.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Zoover als ik kan nagaan, kwamen de kuikens in
+Hickleybrow &rsquo;s middags tegen drie uur. Hun komst schijnt heel wat
+levendigheid meegebracht te hebben, hoewel er toevallig niemand op
+straat was om ze te zien aankomen. Het geweldige gekrijsch van den
+kleinen Skelmersdale schijnt de eerste aanduiding te zijn geweest dat
+er iets niet in den haak was. Juffrouw <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e750" href="#xd20e750" name="xd20e750">48</a>]</span>Durgon van
+het postkantoor stond als gewoonlijk voor het raam, en zag de kip, die
+het ongelukkige kind beetgepakt had, met groote passen de straat
+afrennen met haar slachtoffer, dicht op de hielen gezeten door twee
+anderen. Ge kent wel die waggelende groote passen van het
+ge&iuml;mproviseerde athletische kuiken van heden ten dage! Gij kent
+wel het vinnige vasthouden van de hongerige kip! Er zat bloed van
+Plymouth Rocks in deze kippen, heb ik hooren zeggen, en zelfs zonder
+Herakleophorbia, is dit een mager, hardloopend ras.</p>
+<p>Het is mogelijk dat juffrouw Durgon niet zoo heel erg verrast was.
+Niettegenstaande het aandringen van den heer Bensington op
+geheimhouding, liep er toch reeds sinds eenige weken in het dorp een
+gerucht rond omtrent het groote kuiken, dat Skinner aan het opfokken
+was. &bdquo;Goeie hemel!&rdquo; riep zij uit, &bdquo;net wat ik
+dacht.&rdquo;</p>
+<p>Zij schijnt zich met groote tegenwoordigheid van geest gedragen te
+hebben. Zij greep den verzegelden zak met brieven, die lag te wachten
+om door te gaan naar Urshot, op, en rende hiermede onmiddellijk de deur
+uit. Bijna op hetzelfde oogenblik verscheen de heer Skelmersdale, een
+gieter krampachtig bij de tuit houdend, en erg bleek. En het spreekt
+vanzelf, dat binnen een minimum van tijd iedereen in het dorp naar de
+deur of het venster holde.</p>
+<p>Het schouwspel dat juffrouw <span class="corr" id="xd20e758" title=
+"Bron: Durgan">Durgon</span> aanbood, den weg afhollend, met de geheele
+correspondentie van dien dag in de hand, bracht het kuiken, dat in
+bezit was van den jongenheer Skelmersdale, tot nadenken. Het bleef
+&eacute;&eacute;n oogenblik besluiteloos staan, en wendde zich toen
+naar het open hek van de plaats van Fulcher. Dit oogenblik was
+noodlottig. Het tweede kuiken kwam gezwind aanloopen, kreeg het kind te
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e761" href="#xd20e761" name=
+"xd20e761">49</a>]</span>pakken door een goedgerichte pik, en vloog
+over den muur in den tuin van den domin&eacute;.</p>
+<p>&bdquo;Charawk, chawk, chawk, chawk, chawk, chawk!&rdquo; riep de
+achterste hen, netjes geraakt door den gieter van den heer
+Skelmersdale, en fladderde in wilde haast over het landhuis van mevrouw
+Glue, en zoo op het terrein van den dokter, terwijl de overige van die
+Gargantuaansche vogels dwars over het grasveld der pastorie het kuiken
+achtervolgden, dat op d&agrave;t oogenblik in bezit was van het
+kind.</p>
+<p>&bdquo;Goeie hemel!&rdquo; riep de hulpprediker uit (zooals enkelen
+beweren, zei hij iets veel manlijkers) en liep toe, zijn crocket-hamer
+zwaaiend en schreeuwend om de jacht te keeren.</p>
+<p>&bdquo;Halt, schurk!&rdquo; riep de hulpprediker, alsof
+reuzen-kippen doodgewone dingen waren.</p>
+<p>En toen, bevindende dat hij het met geen mogelijkheid kon
+tegenhouden, wierp hij zijn hamer met alle macht het dier achterna, en
+in een sierlijken boog vloog hij rakelings langs het hoofd van
+jongenheer Skelmersdale en door de glazen lantaarn van de broeikas.
+Krak! De nieuwe broeikas! De prachtige nieuwe broeikas van de
+domineesche!</p>
+<p>De kip schrok er van. Ieder&eacute;&eacute;n zou er van geschrokken
+zijn. Zij liet haar slachtoffer vallen in een Portugeeschen
+laurierstruik, (waaruit het een oogenblik later te voorschijn gehaald
+werd, gehavend doch heelshuids, op zijn minder fijne kle&ecirc;ren na),
+sprong fladderend naar het dak van Fulcher&rsquo;s stal, zakte met den
+poot door een zwakke plaats in de pannen, en daalde, om het zoo maar
+eens uit te drukken, uit de oneindige ruimte, in de contemplatieve rust
+van den heer Bumps, de lamme, die&mdash;en het is nu boven allen
+twijfel verheven door de bewijzen die voorhanden zijn&mdash;bij deze
+speciale gelegenheid in zijn leven, <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e773" href="#xd20e773" name="xd20e773">50</a>]</span>de geheele
+lengte van zijn tuin afliep, en zoo naar binnen zonder eenige hulp, de
+deur achter zich grendelde en toen zich onmiddellijk weder overgaf aan
+Christelijke berusting en algeheele afhankelijkheid van zijn
+vrouw...</p>
+<p>De overige kuikens werden tegengehouden door andere crocketspelers,
+en gingen door den moestuin van den predikant het veld van den dokter
+in, waar de vijfde zich ook bij hen voegde, mistroostig klokkend na een
+mislukte poging om over de komkommerkassen te loopen in den tuin van
+meneer Witherspoon. Ze schijnen daar bij elkaar gestaan te hebben,
+zooals kippen dat doen kunnen, en een beetje gekrabd en peinzend
+geklokt te hebben, en toen pikte er een naar een bijenkorf van den
+dokter en wierp hem omver, en hierop gingen ze aan den haal met een
+zotten, hortenden, onregelmatigen gang, dwars de velden door in de
+richting van Urshot, en de straat te Hickleybrow zag ze niet weder. Bij
+Urshot schijnen ze werkelijk aan hun vraatzucht ge&euml;venredigd
+voedsel gevonden te hebben in een veld koolrapen, en pikten hier een
+tijd met smaak aan, tot hun roem hen achterhaalde.</p>
+<p>De voornaamste onmiddellijke reactie op dezen verbazingwekkenden
+inval van reuzen-hoenders op den menschelijken geest was het plotseling
+ontwaken van een eigenaardige onweerstaanbare neiging om te schreeuwen
+en hard te draven en met allerlei dingen te gooien, en in een bijzonder
+korten tijd was nagenoeg de geheele beschikbare mannelijke bevolking
+van Hickleybrow en verscheidene dames, er op uit met een merkwaardige
+verzameling van ratelende en klapperende dingen in de hand&mdash;om het
+verdrijven der reuzenkippen aan te vangen. Ze dreven ze Urshot binnen,
+waar een Landelijk Feest gehouden werd, en Urshot beschouwde ze als de
+kroon op een gelukkigen <span class="pagenum">[<a id="xd20e780" href=
+"#xd20e780" name="xd20e780">51</a>]</span>dag. Men begon op ze te
+schieten dicht bij Findon Beeches, doch in het begin slechts met een
+vogelroer. Natuurlijk kunnen vogels van deze grootte een onbeperkte
+hoeveelheid kleine hagel in zich opnemen zonder eenige nadeelige
+gevolgen. Zij raakten dicht bij Sevenoaks van elkaar en bij Tonbridge
+liep er een, al klokkend, een tijdlang buitengewoon opgewonden, naast
+den namiddagboot-express, en een eindje er voor uit,&mdash;tot groote
+verbazing van alle passagiers.</p>
+<p>En tegen half vijf werden er twee zeer handig gevangen door een
+circuseigenaar te Tunbridge Wells, die ze in een kooi, welke leegstond
+door den dood van een tot weduwe geworden drommedaris, lokte, door
+koekjes en brood te strooien...</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">VIII.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Toen de ongelukkige Skinner dien avond te Urshot uit
+den Zuid-Ooster trein stapte, was het bijna schemer. De trein was
+laat&mdash;doch niet buitensporig laat&mdash;wat meneer Skinner dan ook
+tegen den stationschef opmerkte. Misschien zag hij het oog van den chef
+veelbeteekenend schitteren. Na een zeer korte aarzeling en met een
+vertrouwelijk handgebaar naar den kant van zijn mond vroeg hij of er
+dien dag ook &bdquo;iets&rdquo; gebeurd was.</p>
+<p>&bdquo;Wat bed&ograve;el je?&rdquo; zei de chef, een man met een
+harde nadrukkelijke stem.</p>
+<p>&bdquo;Met die wethpen en dat tuig.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;We hebbe niet veel tijd gehad om aan wespe te denke,&rdquo;
+zei de chef vriendelijk. &bdquo;We zijn veels te druk geweest met je
+pesterige kippen,&rdquo; en hij deelde hem mede wat er met de kuikens
+gebeurd was.</p>
+<p>&bdquo;Je hebt toch nikth ge&rsquo;oord van juffrouw
+Thkinner?&rdquo; <span class="pagenum">[<a id="xd20e797" href=
+"#xd20e797" name="xd20e797">52</a>]</span>vroeg Skinner, tusschen dien
+stortvloed van kernachtige woorden en aanmerkingen door...</p>
+<p>&bdquo;Ben je nou heelemaal!&rdquo; zeide de chef&mdash;alsof zelfs
+hij de grens trok op het gebied van dingen-weten.</p>
+<p>&bdquo;Dan moet &rsquo;k er toch eth naar gaan onderthoeke,&rdquo;
+zeide meneer Skinner, zich zijdelings verwijderend buiten schot voor de
+algemeene opmerkingen over de verantwoordelijkheid, die iemand op zich
+nam door kippen te zwaar te voeden, waarmede de chef besloot...</p>
+<p>Toen hij Urshot doorkwam werd hij aangeroepen door een kalkbrander
+uit de groeven in de buurt van Hankey, die hem vroeg of hij naar zijn
+kippen zocht.</p>
+<p>&bdquo;Je hebt bijgeval toch niksth gehoord van m&rsquo;n
+vrouw?&rdquo; vroeg hij.</p>
+<p>De kalkbrander&mdash;w&agrave;t hij precies zeide gaat ons niet
+aan&mdash;gaf te kennen dat hij m&eacute;&eacute;r belang stelde in
+kippen....</p>
+<p>Het was reeds donker&mdash;zoo donker als een nacht in de maand Juni
+in Engeland tenminste zijn kan&mdash;toen Skinner&mdash;of zijn hoofd
+liever gezegd&mdash;om de deur van &bdquo;de Vroolijke Drijvers&rdquo;
+kwam kijken, en zeide: &bdquo;Ello! je &rsquo;ebt toch nikth
+ge&rsquo;oord van die gesthchiedenith met mijn kippe,
+h&egrave;?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zoo!&rdquo; zeide Fulcher. &bdquo;Nou, een gedeelte van die
+geschiedenis is door het dak van mijn stal komen zakken, en
+&eacute;&eacute;n hoofdstuk heeft een gat gestooten in de broeibak van
+de domineesche&mdash;neem me niet
+kwalijk&mdash;Broeik&agrave;st.&rdquo;</p>
+<p>Skinner trad binnen. &bdquo;Ik wil een troothtertje hebbe,&rdquo;
+zei hij &bdquo;warme jenever met water, athjeblieft,&rdquo; en iedereen
+begon hem te vertellen omtrent de kuikens.</p>
+<p>&bdquo;Goeie god!&rdquo; zeide Skinner. &bdquo;Je &rsquo;ebt toch
+nikth ge&rsquo;oord van juffrouw Thkinner?&rdquo; vroeg hij toen het
+even stil was. <span class="pagenum">[<a id="xd20e818" href="#xd20e818"
+name="xd20e818">53</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Nee, dat niet!&rdquo; zeide Witherspoon. &bdquo;An haar hebbe
+we niet gedacht. Trouwens an jou evenmin, hoor.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ben je vandaag dan niet thuis geweest?&rdquo; vroeg Fulcher,
+over zijn bierpul heen.</p>
+<p>&bdquo;As een van je verwenschte vogels d&rsquo;r gepikt
+heeft,&rdquo; begon Witherspoon, en liet de gansche onuitgesproken
+verschrikking zijner woorden aan hun hulpelooze verbeelding over...</p>
+<p>Het leek de vergadering op dat oogenblik interessant toe, als
+besluit van een gebeurtenis-vollen dag, om Skinner te vergezellen, en
+te zien of er iets gebeurd w&agrave;s met juffrouw Skinner. Je weet
+nooit wat meevallertjes je kunt hebben als er ongelukken op de baan
+zijn. Doch Skinner, die bij de toonbank stond en zijn warme jenever met
+water dronk, met &eacute;&eacute;n oog dwalend over de dingen achter
+het buffet en het andere gericht op het onbegrensde, miste het
+psychologische van dit moment.</p>
+<p>&bdquo;D&rsquo;r ith vandaag toch niksth an de hand geweetht met een
+van die groote wepthen?&rdquo; vroeg hij, met een bestudeerde losheid
+van manier.</p>
+<p>&bdquo;Veels te druk geweest met je kippe,&rdquo; zei Fulcher.</p>
+<p>&bdquo;Ik vertrouw dat the nou toch al wel binne thulle thijn,
+h&egrave;?&rdquo; zei Skinner.</p>
+<p>&bdquo;Wat&mdash;de kippe?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik dacht an de wepthe,&rdquo; zei Skinner.</p>
+<p>En toen, met een omzichtigheid die wantrouwen zou gewekt hebben in
+een kind van een week oud, en den klemtoon leggend op het meerendeel
+der woorden die hij zeide, vroeg hij, &bdquo;n&iacute;&eacute;mand
+&rsquo;&eacute;&eacute;ft toch ge&rsquo;&oacute;&oacute;rd van andere
+groote dingen, wel? Groote &rsquo;onde&rsquo; of katte&rsquo; of
+th&oacute;&oacute; ietsth? <span class="ex">Ik</span> thou thegge dat
+as d&rsquo;r groote kippe en wepthe&rsquo; thijn, dat&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Hij lachte met een uitstekend nagebootst air alsof hij zoo maar wat
+zei. <span class="pagenum">[<a id="xd20e845" href="#xd20e845" name=
+"xd20e845">54</a>]</span></p>
+<p>Doch er kwam een peinzende uitdrukking op de gezichten der
+Hickleybrowers. Fulcher was de eerste die aan hun aller, steeds
+helderder wordende gedachte den concreten woorden-vorm gaf.</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;n Kat, die past bij die kippe&rsquo;&mdash;&rdquo; zei
+Fulcher.</p>
+<p>&bdquo;Net zoo!&rdquo; zei Witherspoon, &bdquo;&rsquo;n Kat die past
+bij di&egrave; kippe&rsquo;.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dat zou &rsquo;n tijger zijn,&rdquo; zei Fulcher.</p>
+<p>&bdquo;Nog erger dan &rsquo;n tijger,&rdquo; zei Witherspoon.</p>
+<p>Toen Skinner eindelijk het eenzame voetpad volgde over het glooiende
+veld dat Hickleybrow scheidde van de sombere vallei, die overschaduwd
+werd door pijnboomen, in welker donkere schaduw de reusachtige
+kanarie-kruid-kruipplant in stilte zijn strijd uitvocht met de
+Proef-Hoeve, volgde hij het all&eacute;&eacute;n.</p>
+<p>Zeer duidelijk zag men hem rijzen tegen de lucht&mdash;want zoover
+volgde de publieke belangstelling hem&mdash;en weder afdalen in den
+nacht, in een duisternis waaruit hij nooit weder zal te voorschijn
+komen. Hij verdween&mdash;in &eacute;&eacute;n groot mysterie. Tot op
+dezen dag weet niemand wat er met hem gebeurde, nadat hij de helling
+over was.</p>
+<p>Toen later de beide Fulchers en Witherspoon, aangevuurd door hun
+eigen verbeelding, den heuvel beklommen, en naar hem uitstaarden, had
+de nacht hem geheel verzwolgen.</p>
+<p>De drie mannen stonden dicht bij elkaar. Er kwam geen enkel geluid
+tot hen vanuit de duisternis van het bosch, dat de Hoeve aan hunne
+oogen onttrok.</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;t Zal wel in orde zijn,&rdquo; zeide de jonge Fulcher,
+een lang stilzwijgen verbrekend.</p>
+<p>&bdquo;Ik zie geen lichten,&rdquo; zei Witherspoon.</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;t Is dampig,&rdquo; zei de oudste van de Fulchers.</p>
+<p>Zij bleven een oogenblik in gedachten verzonken staan. <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e873" href="#xd20e873" name=
+"xd20e873">55</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Hij zou wel teruggekomme zijn as d&rsquo;r iets niet in den
+haak was.&rdquo; zei de jonge Fulcher, en dit leek z&oacute;&oacute;
+voor de hand liggend en afdoend, dat een oogenblik later de oude
+Fulcher zei &bdquo;kom,&rdquo; en zij alle drie naar huis en te bed
+gingen&mdash;ik moet toegeven, wel wat nadenkend...</p>
+<p>Een herder, die buiten was in de buurt van Huckster&rsquo;s
+boerderij, hoorde een gejank in den nacht, dat hij dacht van vossen
+afkomstig te zijn, en den volgenden morgen was een van zijn lammeren
+gedood, halverwege naar Hickleybrow gesleept en gedeeltelijk
+verslonden...</p>
+<p>Het onverklaarbare van het geval is, dat er geen onbetwistbare
+overblijfselen van Skinner gevonden werden!</p>
+<p>Verscheidene weken daarna, werd er tusschen de verkoolde ru&iuml;nen
+der Proef-Hoeve iets ontdekt, dat een menschelijk schouderblad kon
+geweest zijn, maar het ook evengoed ni&egrave;t kon geweest zijn, en in
+een ander gedeelte der ru&iuml;nen een lang been, erg afgekloven, en
+eveneens van twijfelachtige herkomst. Dicht bij den opstap van het hek,
+op de helling naar Eyebright, werd een glazen oog gevonden, en
+verscheidene lieden ontdekten naar aanleiding hiervan, dat Skinner veel
+van zijn persoonlijke bekoring te danken had aan dit artikel. Het
+staarde de wereld aan met hetzelfde air van los zijn van al het
+aardsche, dezelfde strenge zwaarmoedigheid, die de redders waren
+geweest van zijn gelaat, dat anders wereldsch had kunnen lijken.</p>
+<p>En om de ru&iuml;nen bracht een ijverig onderzoek de metalen ringen
+en verkoolde omtrekken van twee linnen knoopen, en drie onaangetaste
+beenen knoopen aan het licht, en een van die metalen soort die gebruikt
+worden voor de minder in het oog vallende naden <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e884" href="#xd20e884" name=
+"xd20e884">56</a>]</span>der menschelijke kleedij. Deze overblijfselen
+zijn door personen, die het weten konden, beschouwd als zonder eenigen
+verderen twijfel, wijzend op een verslonden en verstrooiden Skinner,
+doch terwille van mijn eigen overtuiging, en zijn zeer sterk aangeboren
+slordigen aard in aanmerking nemend, moet ik zeggen dat ik voor mij
+liever wat minder knoopen en wat meer beenderen had wenschen te
+zien.</p>
+<p>Na het vinden van het glazen oog is het natuurlijk zeer moeilijk de
+eerste meening te weerleggen en deze heeft dan ook allen schijn van
+waarheid, doch als het werkelijk het oog van den heer Skinner
+is,&mdash;en zelfs juffrouw Skinner wist nooit zeker of zijn
+onbeweeglijk oog van glas was&mdash;dan moet het een of ander het
+veranderd hebben van zacht bruin tot helder en geprononceerd blauw. Dat
+schouder-blad is een zeer twijfelachtig bewijsstuk, en ik zou het wel
+eens willen leggen naast de afgeknaagde schouderbladen van enkele van
+de meer gewone huisdieren, v&oacute;or ik toegeef dat het aan een
+mensch toebehoorde.</p>
+<p>En waar waren Skinner&rsquo;s schoenen dan wel, bijvoorbeeld?</p>
+<p>Verdorven en vreemd als de vraatzucht van een rat moge zijn, is het
+dan nog aan te nemen dat dezelfde wezens een lam half-opgegeten zouden
+laten liggen, en Skinner oppeuzelen met haar, beenderen, tanden en
+laarzen?</p>
+<p>Ik heb zooveel mogelijk lieden ondervraagd die Skinner zeer
+persoonlijk gekend hadden, en als &eacute;&eacute;n man zijn zij het er
+over eens, dat zij zich niet konden voorstellen dat i&egrave;ts, wat
+dan ook, Skinner zou opeten. Hij behoorde tot het soort van
+menschen,&mdash;zooals een ex-zeeman die in een woning van den heer W.
+W. Jacobs te Dunton Green woonde, mij vertelde, met een voorzichtige
+gewichtigheid in zijn optreden, niet <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e895" href="#xd20e895" name="xd20e895">57</a>]</span>ongewoon in
+die streken&mdash;die t&ograve;ch eenmaal &bdquo;naar de haaien
+gaan,&rdquo; en wat betreft die verscheurende dieren, dat Skinner in
+staat was &bdquo;om een vuur het licht uit te blazen.&rdquo;</p>
+<p>Hij beschouwde Skinner even veilig op een ronddrijvende balk als
+overal elders. De ex-zeeman voegde erbij dat hij niks van Skinner zou
+zeggen, hoor, maar feiten waren feiten, en dat hij, wat hem betreft,
+nog maar liever de bak in ging dan zijn kleeren bij Skinner te laten
+maken. Deze opmerkingen stellen Skinner voorzeker niet in een erg
+appetijtelijk daglicht.</p>
+<p>Om volkomen eerlijk spel met den lezer te spelen, moet ik voor mij
+verklaren, niet te gelooven dat hij ooit naar de Proef-Hoeve
+terugkeerde. Ik geloof dat hij lang en aarzelend bleef rondzwerven in
+de velden om Hickleybrow, en dat hij eindelijk, toen dat gejank begon,
+den kortsten weg nam om uit zijne verlegenheid te geraken, en zoo het
+onbekende in.</p>
+<p>En in het onbekende, hetzij van deze wereld of van het hiernamaals,
+is hij hardnekkig en zonder eenigen twijfel gebleven tot op den
+huidigen dag...</p>
+<div class="figure xd20e904width"><img src="images/o057.gif" alt=
+"Ornament" width="92" height="93"></div>
+<p><span class="pagenum">[<a id="xd20e908" href="#xd20e908" name=
+"xd20e908">58</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div class="footnotes">
+<hr class="fnsep">
+<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id=
+"xd20e670" href="#xd20e670src" name="xd20e670">1</a></span>
+Reckitt&rsquo;s zakjes-blauw wordt geacht uitstekend te helpen als men
+door een wesp etc. gestoken is, en dit op de oploopende plaats
+legt.</p>
+</div>
+</div>
+<div id="ch1.3" class="div1"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h2 class="label">Hoofdstuk III.</h2>
+<h2 class="main">De Reuzen-Ratten.</h2>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">I.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Twee nachten na het verdwijnen van den heer Skinner,
+reed de dokter van Podbourne nog laat in zijn tilbury in de buurt van
+Hankey. Hij was den geheelen nacht bezig geweest een onaanzienlijken
+jongen burger onze vreemde wereld in te helpen, en nadat zijn taak
+volbracht was, reed hij slaperig naar huis.</p>
+<p>Het was ongeveer twee uur in den morgen en de afgaande maan kwam op.
+De zomernacht was kil geworden, en er hing een lage bleeke mist, die de
+dingen onduidelijk zichtbaar maakte. Hij was geheel alleen&mdash;want
+zijn koetsier lag ziek te bed&mdash;en er was aan weerszijden van den
+weg niets te zien dan een erg-mysterieus-uitziende heg, die voor het
+gele licht zijner lantarens heentrok, en er was niets te hooren dan het
+getrappel van zijn paard en de scherpe echo&rsquo;s die door de heg
+weerkaatst werden. Zijn paard was even betrouwenswaardig als hijzelf en
+het is dan ook niet te verwonderen dat hij dommelde...</p>
+<p>Gij kent dat afwisselende indutten en met schrik wakker worden wel,
+dat knikkebollen van het hoofd, het knikken op het rhytmisch geluid der
+wielen, nu eens met de kin op de borst en dan het plotseling weder
+opschrikken. <span class="pagenum">[<a id="xd20e923" href="#xd20e923"
+name="xd20e923">59</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Klep, klep, klep.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wat was dat?&rdquo;</p>
+<p>Het leek den dokter toe alsof hij een zacht, schril gejank vlak bij
+zich hoorde. Een oogenblik lang was hij klaar wakker. Hij zeide een
+paar onverdiende verwijtingen tegen zijn paard en keek om zich heen.
+Hij trachtte zichzelven gerust te stellen. &rsquo;t Zou &rsquo;t
+verwijderde geblaf van een vos wel zijn,&mdash;of misschien een jong
+konijn dat door een fret gepakt was.</p>
+<p>&bdquo;Rikke-tikke-e-tik-tik-tik....&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wat was dat dan toch?&rdquo;</p>
+<p>Hij voelde dat zijn verbeelding hem parten begon te spelen. Hij
+schurkte es met de schouders en jeude zijn paard aan. Hij luisterde,
+doch hoorde niets meer.</p>
+<p>&bdquo;Of zou het niets geweest zijn?&rdquo;</p>
+<p>Hij had een vaag idee dat er even iets naar hem gegluurd had over de
+heg, een rare, groote kop. Met ronde ooren! Hij tuurde ingespannen,
+maar zag niets.</p>
+<p>&bdquo;Onzin,&rdquo; zei hij.</p>
+<p>Hij ging rechtop zitten met de overtuiging dat hij de nachtmerrie
+gehad had, gaf zijn paard een heel zacht tikje met de zweep, sprak het
+toe en tuurde weer over de heg. Het helle licht van zijn lantaarn,
+samen met den mist, maakte de dingen schimmig, en hij kon niets
+onderscheiden. Het kwam toen plotseling in hem op, zegt hij, dat daar
+niets k&ograve;n zijn, want als er iets geweest was, zou zijn paard wel
+schichtig geworden zijn. Doch hoe hij zichzelf ook trachtte gerust te
+stellen, bleven zijn zinnen toch zenuwachtig waakzaam.</p>
+<p>Toen hoorde hij heel duidelijk een zacht gepetter van voeten achter
+zich aan, op den weg.</p>
+<p>Hij wilde zijn ooren niet gelooven. Hij kon niet omkijken, want de
+weg nam daar juist een scherpen draai. Hij legde de zweep over zijn
+paard en keek <span class="pagenum">[<a id="xd20e949" href="#xd20e949"
+name="xd20e949">60</a>]</span>nogmaals op zijde. En toen zag hij heel
+duidelijk, waar een straal van zijn lantaarn over een laag eindje heg
+heengleed, den gekromden rug van&mdash;het een of ander groot dier, hij
+kon niet bepalen wat het was, dat met snelle, schokkende sprongen
+voortliep.</p>
+<p>Hij zegt dat hij dacht aan de oude heksen-verhalen&mdash;het beest
+leek zoo absoluut niet op eenig ander dier dat hij kende, en hij vatte
+de teugels steviger beet uit vrees voor den angst van zijn paard. En
+man van opvoeding als hij was, geeft hij toch toe, dat hij zichzelven
+afvroeg of dit iets was dat zijn paard niet kon zien.</p>
+<p>Voor hem uit, en steeds dichterbij komend zag hij tegen de opkomende
+maan, de silhouet van het kleine gehucht Hankey. Dit was
+geruststellend, al zag hij ook geen enkel licht en hij klapte met de
+zweep en zei nog eens wat tegen zijn paard, en toen schoten plotseling
+als een bliksemstraal de ratten op hem toe!</p>
+<p>Hij kwam een hek voorbij, en terwijl hij dit deed, sprong de voorste
+rat erover op den weg. Het ding besprong hem van uit het duister, en
+was nu zeer duidelijk te zien, het scherpe, felle, rond-oorige gezicht,
+het lange lichaam dat n&ograve;g langer leek door de bewegingen die het
+maakte; en wat hem vooral trof waren de roode, van vliezen voorziene
+voorpooten van het dier. Wat het nog vreeselijker moet gemaakt hebben,
+was, dat hij geen vaag idee had of het beest, hetwelk hem aanviel, wel
+een &aacute;&aacute;rdsch beest was. Hij herkende het niet als een rat,
+doordat het zoo groot was. Zijn paard sprong opzij toen het wezen naast
+hem op den weg neerkwam. Het smalle laantje was plotseling vol gerucht
+door het klappen van de zweep en den schreeuw dien de dokter gaf. Alles
+ging plotseling snel.</p>
+<p>&bdquo;Rrr-klr-pats&mdash;.&rdquo; <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e959" href="#xd20e959" name="xd20e959">61</a>]</span></p>
+<p>Het schijnt dat de dokter opstond en zijn paard aanvuurde, en er uit
+alle macht op los sloeg. De rat deinsde terug en sprong opzij onder
+zijn slag&mdash;wat den dokter geruststelde omtrent het aardsche van
+het dier&mdash;bij het schijnsel der lantaarn was de voor, die de zweep
+in het haar gehaald had, duidelijk zichtbaar&mdash;en hij sloeg telkens
+weder, onbewust dat er aan de andere zijde een tweede vervolger staag
+veld won.</p>
+<p>Hij vierde de teugels, keek om, en zag de derde rat, hem
+achtervolgend...</p>
+<p>Het paard sprong vooruit. De tilbury sprong hoogop bij een
+kruisspoor. Een krankzinnig oogenblik lang leek alles hem met rukken en
+sprongen te gaan...</p>
+<p>Het was puur geluk dat het paard nog in Hankey kwam te vallen, en
+niet v&oacute;&oacute;r zij aan de huizen kwamen of ze achter zich
+gelaten hadden.</p>
+<p>Niemand weet ho&egrave; het paard kwam te vallen, of het struikelde,
+of dat de rat van de andere zijde het werkelijk een van die kervende
+beten van boven naar beneden gaf met haar tanden (die zij aanbrengen en
+kracht bijzetten met hun volle zwaarte); en de dokter werd niet gewaar
+dat hij zelf gebeten was, v&oacute;&oacute;r hij in het huis van den
+metselaar was, en nog veel minder had hij gemerkt wann&eacute;&eacute;r
+de beet was toegebracht&mdash;hoewel hij gebeten was en erg
+ook&mdash;een lange snede, als de snee van een dubbelen tomahawk, die
+twee evenwijdigloopende reepen vleesch van zijn linker schouder gerukt
+had.</p>
+<p>Hij stond op een gegeven oogenblik rechtop in zijn tilbury en het
+volgende was hij op den grond gesprongen, met een erg verstuikten
+enkel, hoewel hij dit toen niet bemerkte, en sloeg woest naar een derde
+rat, die direct op hem kwam aanvliegen. Hij kan zich den sprong dien
+hij gedaan moet hebben boven over het rad, toen de tilbury kantelde,
+haast niet meer <span class="pagenum">[<a id="xd20e973" href=
+"#xd20e973" name="xd20e973">62</a>]</span>herinneren, zoo snel en
+verward werd hij bestormd door indrukken.</p>
+<p>Ik voor mij geloof dat het paard steigerde toen de rat het in den
+strot beet, opzij viel en de heele geschiedenis meesleepte; en dat de
+dokter als het ware instinctmatig er uit sprong. Toen de tilbury viel,
+sprong het oliereservoir van de lantaarn, en smakte plotseling een
+hellen gloed van brandende olie en witten vlammengloed temidden van den
+strijd.</p>
+<p>Dit was het eerste wat de metselaar zag.</p>
+<p>Hij had het geratel van de naderende tilbury gehoord en&mdash;hoewel
+de dokter zich hier niets van herinnert &mdash;het wilde geschreeuw dat
+de dokter deed hooren. Hij was haastig uit bed gekomen, en terwijl hij
+dit deed, hoorde hij den vreeselijken smak, en zag dien gloed buiten
+opschieten door het half-opgehaalde gordijn. &bdquo;&rsquo;t Was nog
+helderder dan de dag,&rdquo; zegt hij. Hij bleef met het gordijnkoord
+in de hand staan en staarde met open mond het venster uit naar den
+welbekenden weg, die een verandering had ondergaan als in een
+nachtmerrie. De donkere gestalte van den dokter met zijn om zich heen
+slaande zweep rees en daalde tegen de vlam. Hij zag het paard
+<span class="corr" id="xd20e981" title="Bron: slaan">staan</span>, half
+verborgen door den gloed, met een rat aan zijn keel. In de duisternis,
+die tegen den kerkhofmuur opstond, schitterden de oogen van een tweede
+monster kwaadaardig. Een derde&mdash;niets meer dan &eacute;&eacute;n
+brok vreeselijke duisternis met rood-gloeiende oogen en vleeschkleurige
+handen&mdash;klemde zich onvast aan den rand van den muur, waar het
+tegen opgesprongen was bij het oplaaien van den uit-elkaar-springende
+lantaarn.</p>
+<p>Ge kent wel den scherpen snuit van een rat, met die twee scherpe
+tanden en de meedoogenlooze oogen. Ongeveer zes maal vergroot en nog
+meer vergroot door duisternis en verbazing en de plotseling
+opschietende <span class="pagenum">[<a id="xd20e986" href="#xd20e986"
+name="xd20e986">63</a>]</span>schimmen van een grilligen gloed, moet
+dit alles iets vreeselijks geweest zijn om aan te zien voor den
+metselaar&mdash;die nog meer dan half sliep.</p>
+<p>Toen had de dokter de gelegenheid, die het oplaaien der vlam hem een
+oogenblik aanbood, te baat genomen, en verdween uit het gezicht van den
+metselaar, en stond beneden op de deur te rameien met den knop van zijn
+zweep....</p>
+<p>De metselaar wilde hem niet binnenlaten v&oacute;&oacute;r hij licht
+aangestoken had.</p>
+<p>Er zijn lieden die dat in den man gelaakt hebben, maar ik aarzel om
+mij aan hun zijde te scharen, tot ik mijn eigen moed beter heb leeren
+kennen.</p>
+<p>De dokter gilde en hamerde op de deur...</p>
+<p>De metselaar zegt dat hij huilde van angst toen de deur eindelijk
+openging.</p>
+<p>&bdquo;Grendel,&rdquo; zei de dokter,
+&bdquo;grendel&rdquo;&mdash;hij kon niet zeggen &bdquo;grendel de
+deur.&rdquo; Hij probeerde te helpen maar kon niet. De metselaar
+grendelde de deur en de dokter moest eerst een poosje op den stoel
+naast de klok zitten voor hij den trap kon opkomen...</p>
+<p>&bdquo;Ik weet niet w&agrave;t &rsquo;t zijn!&rdquo; herhaalde hij
+verscheidene malen. &bdquo;Ik weet niet wat het zijn,&rdquo;&mdash;en
+zijn stem ging de hoogte in, telkens als hij aan &bdquo;zijn&rdquo;
+kwam.</p>
+<p>De metselaar wilde hem whiskey geven, doch de dokter wilde niet
+alleen gelaten worden met niets dan een flakkerend licht.</p>
+<p>Het duurde geruimen tijd voor de metselaar hem ertoe kon bewegen
+naar boven te gaan...</p>
+<p>En toen het vuur uit was, kwamen de reuzenratten terug, sleepten het
+doode paard dwars het kerkhof over naar het veld waar het puin
+neergeworpen werd en aten ervan tot de dageraad aanbrak, en zelfs
+to&egrave;n durfde nog niemand hen storen. <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e1009" href="#xd20e1009" name=
+"xd20e1009">64</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">II.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Redwood liep den volgenden morgen tegen elf uur bij
+Bensington aan, met de &bdquo;tweede edities&rdquo; van drie
+avondbladen in de hand.</p>
+<p>Bensington, die in moedeloos gepeins verzonken zat boven de vergeten
+bladzijden van den meest afleidenden roman, dien de boekhandelaar op
+den Bromptonweg voor hem had kunnen vinden, keek op. &bdquo;Iets
+nieuws?&rdquo; vroeg hij.</p>
+<p>&bdquo;Twee menschen gestoken bij Chatham.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zij moesten ons dat nest laten uitrooken. &rsquo;t Is hun
+eigen schuld.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zeker is &rsquo;t hun eigen schuld,&rdquo; zei Redwood.</p>
+<p>&bdquo;Heb je ook iets gehoord&mdash;omtrent den aankoop van de
+boerderij?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;De huizen-makelaar,&rdquo; zei Redwood, &bdquo;is een wezen
+met een grooten mond en gemaakt van ondoordringbaar hout. Het wezen
+geeft voor, dat er een ander zin in het huis heeft&mdash;dat is zoo
+z&rsquo;n vaste taktiek, snap je&mdash;en wil maar niet begrijpen dat
+er haast bij is. &bdquo;Maar dit is een kwestie van leven of
+dood,&rdquo; zeide ik, &bdquo;begrijpt u dat dan niet?&rdquo; Het wezen
+sloot zijn oogen half en zeide: &bdquo;waarom is u dan niet genegen die
+overige tweehonderd pond er bij te geven?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik moet zeggen dat ik liever in een wereld van reuzenwespen
+leef, dan dat steenen-metselende brok stomheid zijn zin te geven.
+Ik&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Hij zweeg even, voelend dat een dergelijke zin licht bedorven kon
+worden door zijn samenhang.</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;t Is te veel om te durven hopen,&rdquo; zei
+Bensington, &bdquo;dat er een van die wespen&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;De wesp heeft niet meer idee van algemeen nut dan
+een&mdash;dan een makelaar in huizen,&rdquo; zei Redwood. <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e1036" href="#xd20e1036" name=
+"xd20e1036">65</a>]</span></p>
+<p>Hij praatte nog een poosje door over huizen-makelaars en advocaten
+en dergelijke menschen, op de onrechtvaardige, onredelijke manier die
+zoovele lieden aannemen als ze over deze zaken-factotums aan het praten
+raken&mdash;(van al de zotte dingen in deze zotte wereld, lijkt het mij
+&rsquo;t zotst van alles, dat, terwijl wij eer, moed, bekwaamheid van
+een doctor of een krijgsman verwachten als iets dat vanzelf spreekt,
+wij procureurs of makelaars in huizen niet alleen vergunnen, maar zelfs
+van hen verwachten, een schraperige, vettige, in-den-weg-staande,
+afzetterige stomheid ten toon te spreiden&mdash;enz.)&mdash;en ging
+toen, erg opgelucht, naar het venster en keek wat naar het verkeer in
+Sloane-street.</p>
+<p>Bensington had den roman op het tafeltje gelegd dat zijn
+electrischen standaard droeg. Hij bracht de vingers van zijne beide
+handen zeer voorzichtig tegen elkaar en keek er naar.
+&bdquo;Redwood,&rdquo; zei hij, &bdquo;wordt er veel over &ograve;ns
+gepraat?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Niet zooveel als ik dacht.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar veroordeelen ze ons heelemaal niet?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Nee, heelemaal niet. Maar daarentegen bevorderen ze ook
+heelemaal niet wat ik aangetoond heb dat mo&egrave;t gedaan worden. Ik
+heb naar de &bdquo;Times&rdquo; geschreven, moet je weten, en heb alles
+uitgelegd&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wij lezen de &bdquo;Daily Chronicle<span class="corr" id=
+"xd20e1049" title="Niet in bron">&rdquo;</span>,&rdquo; zei
+Bensington.</p>
+<p>&bdquo;En de &bdquo;Times&rdquo; heeft een lang hoofdartikel over
+het onderwerp&mdash;een erg goed doorwerkt, goed geschreven
+hoofdartikel met drie stukken &bdquo;Times&rdquo;-Latijn&mdash;status
+quo is er een van&mdash;en het laat zich lezen als de stem van Iemand
+die zijn naam niet noemt, van grooten invloed en die lijdt aan
+Influenza-Hoofdpijn en die door vellen en vellen viltpapier heenpraat
+zonder er baat bij te vinden. Als je tusschen de regels
+d&oacute;&oacute;r leest, merk je tamelijk duidelijk dat de
+&bdquo;Times&rdquo; <span class="pagenum">[<a id="xd20e1054" href=
+"#xd20e1054" name="xd20e1054">66</a>]</span>het noodeloos vindt er
+doekjes om te winden, en dat er iets (natuurlijk wordt er niet gezegd
+w&agrave;t) moet gedaan worden en dat wel onmiddellijk. Anders steeds
+meer ongewenschte gevolgen, &bdquo;Times&rdquo;-Engelsch, snap je, voor
+n&ograve;g m&eacute;&eacute;r wespen en steken. Een door en door
+diplomatisch artikel!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En onder de hand verspreidt zich deze Grootheid al meer en
+meer op allerlei leelijke manieren.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Precies.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik wou wel eens weten of Skinner gelijk had omtrent die
+groote ratten&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Kom! D&agrave;t zou t&egrave; erg zijn,&rdquo; zei
+Redwood.</p>
+<p>Hij kwam naast Bensington&rsquo;s stoel staan.</p>
+<p>&bdquo;Tusschen twee haakjes,&rdquo; zei hij, terwijl hij zijn stem
+iets liet dalen, &bdquo;hoe vat z&igrave;j&mdash;?&rdquo;</p>
+<p>Hij wees naar de gesloten deur.</p>
+<p>&bdquo;Nicht Jane? Zij weet er nog niets van. Brengt ons er niet mee
+in verband, en wil de artikelen niet lezen. &bdquo;Reuzenwespen!&rdquo;
+zegt ze, &bdquo;ik zou nog net zoo lief, als die kranten te
+lezen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dat is heel gelukkig,&rdquo; zei Redwood.</p>
+<p>&bdquo;Ik hoop toch niet, dat&mdash;mevrouw
+Redwood&mdash;?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Nee,&rdquo; zeide Redwood, &bdquo;&rsquo;t wordt net
+gevoed&mdash;ze tobt verschrikkelijk over het kind. &rsquo;t Gaat
+&agrave;l maar door, moet je weten.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;t Groeien?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja. Is in tien dagen een-en-veertig ons aangekomen. Weegt nu
+bijna tachtig pond. En nog maar zes maanden! Natuurlijk een beetje
+onrustbarend.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Is ie goed in orde?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Puik. Zijn kindermeid vertrekt omdat hij zoo van zich af
+trapt. En natuurlijk is hij overal totaal uitgegroeid. We hebben alles
+nieuw voor hem moeten laten maken, kleeren en al &rsquo;t overige. Van
+de kinderwagen&mdash;&rsquo;n licht ding&mdash;brak een rad, en het
+ventje <span class="pagenum">[<a id="xd20e1088" href="#xd20e1088" name=
+"xd20e1088">67</a>]</span>moest naar huis gebracht worden op de handkar
+van den melkboer. Ja. Een heele menigte er achteraan... En we hebben
+Georgina Phyllis in zijn bed moeten laten slapen en hem in het bed van
+Georgina Phyllis. Zijn moeder&mdash;natuurlijk wat geschrokken. Eerst
+vol trots en geneigd Winkles te prijzen. Nu niet meer. Voelt dat zoo
+iets niet gezond k&agrave;n zijn. Begrijp je natuurlijk.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik dacht dat je hem kleinere doses zou geven.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Heb &rsquo;t geprobeerd.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Werkte &rsquo;t niet?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Gegil. In gewone gevallen is het geschreeuw van een kind al
+luid en hinderlijk; &rsquo;t is goed voor de soort d&agrave;t dit zoo
+is,&mdash;maar sints hij gevoed wordt met
+Herakleophorbia&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hm&rdquo;&mdash;zei Bensington, met meer gelatenheid naar
+zijn vingers kijkend dan tot nu toe het geval was geweest.</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;t Ligt voor de hand dat de zaak mo&egrave;t uitkomen.
+De menschen zullen van dit kind hooren, het in verband brengen met onze
+kippen en &rsquo;t andere spul, en m&rsquo;n vrouw zal de heele zaak te
+weten komen... Ik heb geen vaag idee hoe ze &rsquo;t zal
+opvatten.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;t Is stellig moeilijk,&rdquo; zei Bensington,
+&bdquo;om eenig plan te maken&mdash;&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Hij zette zijn bril af, en veegde hem zorgvuldig schoon.</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;t Is alweer een voorbeeld van wat er voortdurend
+geschiedt. Wij&mdash;als ik het tenminste zoo eens mag
+uitdrukken&mdash;wij, mannen der wetenschap&mdash;wij werken natuurlijk
+altijd om een theoretisch resultaat te bereiken&mdash;&rsquo;n zuiver
+theoretisch resultaat. Doch, zonder dat wij het zelf
+willen&mdash;brengen wij soms krachten in
+werking&mdash;n&igrave;&egrave;uwe krachten. Wij m&oacute;gen die niet
+beheerschen&mdash;en niemand anders k&agrave;n het. Feitelijk
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e1108" href="#xd20e1108" name=
+"xd20e1108">68</a>]</span>hebben wij de quaestie niet langer in onze
+macht, Redwood. Wij verschaffen het materiaal&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En zij&rdquo; zei Redwood, zich naar het raam wendend,
+&bdquo;ondervinden de gevolgen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Voor zoover het die plaag in Kent betreft, zal ik mij er niet
+verder moeilijk over maken.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Als ze het &ograve;ns tenminste niet moeilijk gaan
+maken.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Precies. En als ze willen komen aanzeuren met procureurs en
+beunhazen in de rechten en wettelijke belemmeringen en allerlei
+wichtige bezwaren van het nonsensicale soort, tot ze een aantal nieuwe
+soorten reuzen-ongedierten in de wereld geschopt hebben&mdash;De zaken
+zijn altijd in de war geweest, Redwood.&rdquo;</p>
+<p>Redwood trok een kromme ineengestrengelde lijn in de lucht.</p>
+<p>&bdquo;En het belang dat wij bij de zaak hebben, zetelt feitelijk op
+dit oogenblik alleen bij jouw jongen.&rdquo;</p>
+<p>Redwood wendde zich om, kwam naderbij en keek zijn medewerker scherp
+aan.</p>
+<p>&bdquo;Wat is jouw idee omtrent hem, Bensington? Jij kunt de zaak
+onbevooroordeelder bekijken dan ik. Wat moet ik met hem
+aanvangen??&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Doorgaan met hem te voeden.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Met Herakleophorbia?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Met Herakleophorbia.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En dan groeit hij d&oacute;&oacute;r.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hij zal opgroeien, voor zoover ik het kan berekenen naar de
+kippen en wespen, tot een lengte van ongeveer vijf en dertig
+voet&mdash;met alles daaraan ge&euml;venredigd&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En wat zal hij dan aanvangen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dat,&rdquo; zei Bensington, &bdquo;maakt de geheele quaestie
+juist zoo interessant.&rdquo; <span class="pagenum">[<a id="xd20e1142"
+href="#xd20e1142" name="xd20e1142">69</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Maar goeie hemel, kerel, denk es aan zijn kle&ecirc;ren! En
+als hij volwassen is,&rdquo; zei Redwood, &bdquo;zal hij een eenzame
+Gulliver zijn temidden van een Lilliputter-wereld.&rdquo;</p>
+<p>De oogen van den heer Bensington keken veelbeteekenend over zijn
+bril.</p>
+<p>&bdquo;Waarom eenzaam?&rdquo; zeide hij, en herhaalde nog somberder:
+&bdquo;waarom eenzaam?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar je wilt toch niet zeggen&mdash;?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik zeide,&rdquo; zei de heer Bensington, met de
+zelfvoldoening van iemand die een goed beteekenisvol iets gezegd heeft,
+&bdquo;waarom eenzaam.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Bedoel je dat we nog meer van dergelijke kinderen zouden
+kunnen grootbrengen&mdash;?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Neen, ik bedoel niets meer dan wat ik vroeg.&rdquo;</p>
+<p>Redwood begon de kamer op en neer te loopen.</p>
+<p>&bdquo;Natuurlijk,&rdquo; zeide hij, &bdquo;dat zou
+kunnen.&mdash;Maar toch! Wat zou het einde ervan zijn?&rdquo;</p>
+<p>Bensington schepte blijkbaar behagen in zijn eigen hooge
+gedachtenvlucht.</p>
+<p>&bdquo;Wat mij het meeste belangstelling inboezemt, Redwood, is de
+gedachte dat zijn brein daar hoog in de lucht, als mijn redeneering
+tenminste juist is, &oacute;&oacute;k vijfendertig voet of zoo verheven
+zal zijn boven ons niveau... Wat is er?&rdquo;</p>
+<p>Redwood stond voor het venster en keek verbaasd naar een plakkaat op
+een wagen van een courantenbureau, die de straat kwam afratelen.</p>
+<p>&bdquo;Wat is er aan de hand?&rdquo; herhaalde Bensington,
+opstaand.</p>
+<p>Redwood slaakte een luiden kreet.</p>
+<p>&bdquo;Wat is er dan toch?&rdquo; zei Bensington.</p>
+<p>&bdquo;Haal even een courant,&rdquo; zei Redwood, naar de deur
+gaand.</p>
+<p>&bdquo;Waarom?&rdquo; <span class="pagenum">[<a id="xd20e1178" href=
+"#xd20e1178" name="xd20e1178">70</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Haal een courant.&mdash;Ik heb &rsquo;t niet
+heelemaal&mdash;Reusachtige ratten&mdash;!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ratten?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja, ratten. Skinner had bij slot van rekening toch
+gelijk!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wat bedoel je?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hoe kan ik dat zeggen v&oacute;&oacute;r ik een krant heb?
+Groote Ratten. Goeie God. Als ze hem maar niet opgegeten
+hebben!&rdquo;</p>
+<p>Hij keek rond naar zijn hoed en besloot dan maar zonder hoed te
+gaan.</p>
+<p>Terwijl hij den trap afrende, twee treden tegelijk, kon hij op
+straat het geweldige gebrul der Hooligan-couranten-verkoopers hooren,
+dat nu eens nader kwam, en zich dan weder verwijderde. De kerels
+sloegen er een aardig slaatje uit.</p>
+<p>&bdquo;Vraiselijke gebeurtenis in Kent&mdash;vraiselijke gebeurtenis
+in Kent. Dokter ............ opgevreten door ratte. Vraiselijke
+gebeurtenis&mdash;ratte,&mdash;opgevreite door reusachtige
+ratte&mdash;&rdquo;</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">III.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Cossar, de welbekende civiel-ingenieur, vond hen
+beiden staan in de groote deur der bovenwoningen, terwijl Redwood de
+nog vochtige, rose courant op armslengte hield en Bensington op de
+teenen stond, over zijn arm heen lezend. Cossar was een groote man met
+magere onbehouwen ledematen, die toevallig op geschikte hoeken van zijn
+lichaam geplaatst waren en een gezicht als een houtsnee, die in
+begin-stadium reeds onafgewerkt was gelaten, al t&egrave; weinig
+belovend om ze te voltooien. Zijn neus was vierkant gelaten en zijn
+onderkaak stak verder uit dan de bovenkaak. Hij ademde hoorbaar. Weinig
+lieden vonden hem knap. <span class="pagenum">[<a id="xd20e1201" href=
+"#xd20e1201" name="xd20e1201">71</a>]</span>Zijn haar was volkomen
+tangentiaal en zijn stem, die hij niet te veel deed hooren, was hoog en
+meestal klonk er een bitter protest in door. Hij droeg bij alle
+gelegenheden een grijs linnen jacket-costuum en een zijden hoed. Hij
+peilde een onmetelijken zak met een groote roode hand, betaalde zijn
+koetsier en kwam hijgend en resoluut den trap op, een exemplaar van de
+rose courant in het midden vastklemmend als een bliksemstraal van
+Jupiter.</p>
+<p>&bdquo;Skinner?&rdquo; zei Bensington, niet lettend op
+Cossar&rsquo;s nadering.</p>
+<p>&bdquo;Staat niks over hem in,&rdquo; zei Redwood. &bdquo;Is beslist
+opgegeten. Allebei. &rsquo;t Is te vreeselijk!... Hallo,
+Cossar!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Is dat dat goedje van jullie?&rdquo; vroeg Cossar, met de
+courant wuivend. &bdquo;Waarom maak je er geen eind aan?&rdquo; vroeg
+hij.</p>
+<p>&bdquo;De plaats koopen?&rdquo; riep hij uit. &bdquo;Wat een onzin!
+Brand &rsquo;em tegen den grond. Ik wist wel dat lui als jelui
+d&rsquo;r &rsquo;n rommel van zoudt maken. Wat je moet aanvangen?
+Wel&mdash;wat ik je zeg.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Jij? Doen? Natuurlijk de straat opgaan naar den
+wapenhandelaar. Waar&ograve;m? Om geweren. Ja&mdash;er is maar
+&eacute;&eacute;n winkel. Haal acht geweren! Met getrokken loop. Geen
+olifant-roeren&mdash;nee! Te groot. Geen infanteriegeweren ook&mdash;te
+klein. Zeg dat &rsquo;t is om &rsquo;n stier dood te schieten. Zeg dat
+ze zijn om buffels te schieten! Zie je? H&egrave;? Ratten? Nee! Hoe
+kunnen ze d&agrave;t begrijpen, voor den duivel?... Acht? Omdat we er
+acht n&oacute;&oacute;dig hebben. Zorg voor een hoop ammunitie. Koop
+geen geweren zonder ammunitie&mdash;nee! Neem &rsquo;t heele zaakje mee
+in een vigelante naar&mdash;waarheen ook weer? Urshot? Dan moet je
+Charing-Cross station hebben. Er gaat een trein om&mdash;enfin, de
+eerste de beste trein na twee&euml;n. Denk je dat je &rsquo;t doen
+kunt? Goed zoo. Vergunning? Haal er acht aan een postkantoor,
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e1213" href="#xd20e1213" name=
+"xd20e1213">72</a>]</span>natuurlijk. Vergunning voor &rsquo;t dragen
+van geweren, snap je. Geen jachtakte. Waarom? Omdat &rsquo;t ratten
+zijn, man.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Jij&mdash;Bensington! Heb je &rsquo;n telephoon? Ja. Ik zal
+vijf van m&rsquo;n mannetjes uit Ealing opbellen. Waarom vijf? Omdat
+dat &rsquo;t juiste getal is.&mdash;Waar ga jij heen, Redwood? Een hoed
+zoeken! Onzin. Hier heb je den mijne. Geweren heb je noodig,
+man&mdash;geen hoeden. Heb je geld? Genoeg? Goed zoo. Vooruit dan maar.
+Waar is die telephoon, Bensington?&rdquo;</p>
+<p>Bensington keerde zich gehoorzaam om en ging voor. Cossar gebruikte
+de telephoon en belde af. &bdquo;Dan heb je die wespen nog,&rdquo; zei
+hij. &bdquo;Daar zijn zwavel en salpeter goed voor. Natuurlijk. Gips.
+Jij bent scheikundige. Waar kan ik zwavel bij de ton krijgen in zakken
+die niet te groot zijn. Waarvoor? Wel, m&rsquo;n goeie god!&mdash;om
+dat nest uit te rooken, natuurlijk! Moet toch zwavel zijn, niet waar?
+Jij bent scheikundige. Zwavel het beste, he?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja, ik gel&oacute;&oacute;f wel dat zwavel &rsquo;t beste
+is.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Niets beters? Goed, dat is jouw werk. Zie zooveel zwavel te
+krijgen als je kunt&mdash;en salpeter om het te doen branden. Sturen?
+Charing Cross. D&agrave;delijk. Zorg ervoor dat ze &rsquo;t doen ook.
+Loop z&egrave;lf mee. Nog iets?&rdquo;</p>
+<p>Hij dacht een oogenblik na.</p>
+<p>&bdquo;Portland cement&mdash;alle cement is goed&mdash;nest
+blokkeeren&mdash;gaten, snap je? D&agrave;t zal &igrave;k wel
+halen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hoeveel?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hoeveel wat?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zwavel.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ton. Begrepen?&rdquo;</p>
+<p>Bensington kneep zijn bril wat vaster met een hand die beefde van
+vastberadenheid. &bdquo;In orde,&rdquo; zei hij, zeer kortaf.
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e1238" href="#xd20e1238" name=
+"xd20e1238">73</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Geld in je zak?&rdquo; vroeg Cossar. &bdquo;Loop naar den
+duivel met cheques. Gereed geld betalen. Natuurlijk. Waar is je bank?
+Goed. Stap onder weg uit en haal veertig pond&mdash;bankbiljetten en
+goud.&rdquo;</p>
+<p>Weer even nadenken. &bdquo;Als we dit zaakje aan de ambtenaren
+overlaten dan gaat heel Kent aan flarden,&rdquo; zei Cossar. &bdquo;Is
+er nog iets&mdash;? Neen. H&igrave;&egrave;r!&rdquo;</p>
+<p>Hij stak een enorme hand op naar een vigelante die gretig aan-hotste
+om hem te bedienen. &bdquo;Rijtuig, meneer?&rdquo; zei de aapjes-man.
+&bdquo;Nog al vanzelf,&rdquo; zeide Cossar en Bensington, nog steeds
+zonder hoed, pagaaide den trap af, en maakte zich gereed in te
+stappen.</p>
+<p>&bdquo;Ik vind,&rdquo; zei hij, met zijn hand op het zeil der
+vigelante, en met een schichtigen blik naar de vensters zijner
+verdieping, &bdquo;ik geloof dat ik het eerst nog even aan nicht Jeanne
+ga vertellen.&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Meer tijd om te vertellen als je terugkomt,&rdquo; zei
+Cossar, hem erin duwend met een enorme hand die zijn rug ongeveer
+besloeg... &bdquo;Knappe kerels,&rdquo; merkte Cossar op, &bdquo;maar
+geen zier initiatief. Jawel, nicht Jeanne. Ik ken &rsquo;er. Snert, al
+die nichten Jeanne!&mdash;&rsquo;t land is er mee verpest. Ik wed dat
+&rsquo;t me den geheelen nacht zal bezighouden om ervoor te zorgen dat
+ze doen wat ze aldoor geweten hebben dat ze mo&egrave;sten doen. Ik wou
+wel es weten of &rsquo;t dat napluizen of nicht Jeanne of iets anders
+is, dat ze zoo maakt?&rdquo;</p>
+<p>Hij liet dit ondoorgrondelijke probleem voor wat het was, staarde
+een poosje in gedachten op zijn horloge en bevond dat er nog juist tijd
+genoeg zou zijn om een restaurant binnen te vallen en koffie te drinken
+v&oacute;&oacute;r hij op het portland-cement uitging en het naar
+Charing Cross vervoerde. De trein vertrok om vijf minuten over
+drie&euml;n, en hij kwam te Charing-Cross aan om kwart
+v&oacute;&oacute;r drie, en vond daar Bensington <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e1252" href="#xd20e1252" name=
+"xd20e1252">74</a>]</span>buiten het station in heet dispuut met twee
+politie-agenten en zijn wagenvoerder buiten het station en Redwood in
+het goederenbureau, in een technische moeilijkheid gewikkeld omtrent
+zijne ammunitie. Iedereen gaf voor, niets te weten of geen macht te
+hebben, op de manier waarvan de beambten op de Zuid-Ooster-lijn zooveel
+houden als ze zien, dat ge haast hebt.</p>
+<p>&bdquo;Jammer dat ze al die beambten niet kunnen neerschieten en een
+nieuw stel nemen,&rdquo; merkte Cossar zuchtend op. Doch de tijd was te
+kort om lang te redekavelen en deshalve schoof hij al deze kleinere
+hinderpalen op zij, en dook uit de een of andere obscure schuilplaats
+een wezen op, dat de station-chef kan geweest zijn&mdash;maar het ook
+even goed niet kan geweest zijn&mdash;liep heen en weer, hem stevig
+vasthoudend, gaf orders in zijn naam, en was het station uit met alles
+en iedereen veilig aan boord, v&oacute;&oacute;r die beambte den vollen
+omvang begreep van de inbreuk die er gemaakt was op den meest heiligen
+gang van zaken en voorschriften. &bdquo;Wie w&agrave;s dat?&rdquo;
+vroeg de hooge beambte, den arm betastend, dien Cossar beet had gehad,
+en glimlachend met gefronste wenkbrauwen.</p>
+<p>&bdquo;Hoe of wat dan ook meneer,&rdquo; zei een kruier, &bdquo;maar
+&rsquo;t was een meneer. &rsquo;IJ en allemaal die bij &rsquo;em waren,
+reisden eerste klas.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Nu, we hebben h&egrave;m en zijn goedje aardig vlug de baan
+uitgestuurd&mdash;wie hij dan ook was&rdquo;, zeide de hooge beambte,
+zijn arm wrijvend met iets dat naar voldoening zweemde.</p>
+<p>En terwijl hij langzaam terugwandelde, knipoogend in het daglicht
+waaraan hij zoo weinig gewoon was, naar die deftige plaats van
+afzondering waarin de hoogere beambten te Charing Cross hun toevlucht
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e1262" href="#xd20e1262" name=
+"xd20e1262">75</a>]</span>zoeken tegen den overlast van het plebs, liep
+hij nog steeds te glimlachen om zijn ongewone energie. Het geval gaf
+hem een zeer veel voldoening gevenden blik op zijn eigen handigheid,
+niettegenstaande zijn stijven arm. Hij wenschte dat enkelen van die
+verwenschte critici, die in een gemakkelijken stoel het bestuur der
+spoorwegen liggen af te kammen, hem eens hadden kunnen zien.</p>
+<p>Tegen vijven had die niet genoeg te bewonderen Cossar zonder eenigen
+schijn van overhaasting, al zijn materiaal voor zijn strijd tegen deze
+losgebroken Grootheid Urshot reeds uit, en was hij op weg naar
+Hickleybrow. Twee vaten petroleum en een vracht droge rijzen had hij in
+Urshot gekocht; een meer dan voldoend aantal zakken zwavel, acht
+geweren voor groot wild en ammunitie, drie lichte achterladers, met
+fijne-hagel-patronen voor de wespen, een bijl, twee kapmessen, een
+houweel en drie spaden, twee streng touw, wat flesschen bier, soda en
+whiskey, een gros pakjes rattenkruid en koude proviand voor drie dagen,
+waren uit Londen mee gekomen. Dit alles had hij op zeer zakelijke
+manier in een kolenlorrie en een hooiwagen vooruit gezonden; behalve de
+geweren en de ammunitie, die geborgen werden onder de bank van het
+wagentje uit den Rooden Leeuw, dat bestemd was om Redwood en de
+keurbende van vijf man die op Cossar&rsquo;s bevel uit Ealing gekomen
+was, te vervoeren.</p>
+<p>Cossar leidde al deze werkzaamheden met een air, alsof het de meest
+doodgewone zaak ter wereld was; hoewel er in Urshot een ware paniek
+heerschte over de ratten, en alle wagenbestuurders moesten extra
+betaald worden. Alle winkels in het plaatsje waren gesloten, en men zag
+bijna niemand op straat, en als hij op een deur klopte, ging niet de
+deur, maar het raam open. Hij scheen het zaken-drijven vanuit open
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e1268" href="#xd20e1268" name=
+"xd20e1268">76</a>]</span>vensters een volkomen gewettigd en voor de
+hand liggend iets te vinden. Eindelijk kregen hij en Bensington den
+sjees uit den Rooden Leeuw, en gingen op weg met net karretje, om zich
+bij de bagage te voegen die reeds een eind vooruit was. Dit deden zij
+een eindje voorbij de kruiswegen, en kwamen zoodoende het eerst te
+Hickleybrow aan.</p>
+<p>Bensington, met een geweer tusschen de knie&euml;n, naast Cossar
+zittend in de sjees, voelde een reeds lang in zich groeiende verbazing
+tot rijpheid komen. Al wat zij nu deden, was, zooals Cossar volhield,
+zonder twijfel het meest voor de hand liggende om te doen, maar&mdash;!
+In Engeland doet men zelden wat voor de hand ligt. Hij keek van de
+voeten van zijn buurman, naar de forsch gespierde handen op de teugels.
+Cossar had blijkbaar nooit gemend, en reed maar recht uit recht aan
+over het midden van den weg, volgens een zonder twijfel voor de hand
+liggende, doch zeer zeker ongewone eigen methode.</p>
+<p><span class="corr" id="xd20e1273" title=
+"Niet in bron">&bdquo;</span>Waarom doen wij toch niet allemaal wat
+voor de hand ligt? dacht Bensington. Wat &rsquo;n goeie wereld zou
+&rsquo;t dan worden als iedereen dat deed! Waarom doe ik bijvoorbeeld
+zoo&rsquo;n massa dingen niet, terwijl ik weet dat &rsquo;t goed zou
+zijn ze te doen&mdash;dingen die ik graag doen zou! Is
+ieder&eacute;&eacute;n dan z&oacute;&oacute;, of ligt &rsquo;t alleen
+aan mij!&rdquo; Hij verzonk in sombere overpeinzingen over den wil. Hij
+dacht na over de ingewikkelde, ingeroeste beuzelachtigheden van het
+dagelijksch leven, en in tegenstelling hiermede, over de eenvoudige en
+voor de hand liggende dingen die men behoorde te doen, de aangename en
+mooie daden, die eigenaardige invloeden ons nooit veroorloven te
+volbrengen. Nicht Jeanne? Hij bemerkte dat nicht Jeanne op de een of
+andere listige en moeilijk-na-te-gane manier een belangrijke factor in
+deze quaestie <span class="pagenum">[<a id="xd20e1276" href=
+"#xd20e1276" name="xd20e1276">77</a>]</span>was. Waarom moeten wij, bij
+slot van rekening, eten, drinken, slapen, ongetrouwd blijven,
+<span class="corr" id="xd20e1278" title=
+"Bron: hi&eacute;rheen">h&iacute;erheen</span> gaan, d&aacute;&aacute;r
+ni&egrave;t heen gaan, en dit alles uit consideratie voor nicht
+Jeanne?</p>
+<p>Zij werd symbolisch zonder op te houden ondoorgrondelijk te
+zijn!...</p>
+<p>Een overstap, en een pad dwars door de velden trokken zijn aandacht
+en deden hem denken aan dien vroolijken helderen dag, nog zoo kort
+geleden wat tijd betrof, terwijl de emoties ervan reeds zoo ver achter
+hem lagen, toen hij van Urshot naar de Proef-Hoeve liep om naar de
+reuzen-kuikens te gaan kijken...</p>
+<p>Het lot speelt met ons.</p>
+<p>&bdquo;Tchek, tchek,&rdquo; zeide Cossar<span class="corr" id=
+"xd20e1290" title="Bron: .">,</span> &bdquo;sta op.&rdquo;</p>
+<p>Het was een zeer warme middag, er was geen zuchtje en het stof lag
+dik op de wegen. Menschen waren er niet veel te zien, doch de herten
+achter de omheining van het park graasden vreedzaam.</p>
+<p>Zij zagen een paar van de groote wespen een kruisbessenstruik
+leegplunderen even buiten Hickleybrow, en er kroop er een op en neer
+voor het kleine kruideniers-winkeltje in de dorpstraat, trachtend
+ergens een ingang te vinden. De kruidenier was nog zichtbaar binnen,
+met een oud vogelroer in de hand en de pogingen van het dier aandachtig
+volgend. De koetsier van het karretje hield stil voor &bdquo;de
+Vroolijke Koejongens,&rdquo; en deelde Redwood mede, dat zijn deel van
+de overeenkomst hiermede afliep. Hierbij sloten zich een oogenblik
+later ook de voerlieden van den hooiwagen en de kolenlorrie aan. Zij
+hielden deze bewering niet alleen staande, doch weigerden pertinent om
+de paarden verder mee te laten gaan.</p>
+<p>&bdquo;Die groote ratten zijn dol op paarden&rdquo;, herhaalde de
+kolentremmer telkens.</p>
+<p>Cossar keek het getwist een oogenblik aan. <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e1301" href="#xd20e1301" name=
+"xd20e1301">78</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Haal de spullen uit het wagentje&rdquo;, zeide hij, en een
+van zijne mannen, een lange, blonde, smerige<a id="xd20e1304" name=
+"xd20e1304"></a> werktuigkundige, gehoorzaamde.</p>
+<p>&bdquo;Geef me dat jachtgeweer es an&rdquo;, zeide Cossar.</p>
+<p>Hij ging tusschen de voerlui staan. &bdquo;Wij verlangen niet van
+jelui dat je rijden zult,&rdquo; zeide hij.</p>
+<p>&bdquo;En nu kun je verder zeggen wat je wilt,&rdquo; gaf hij
+toe&mdash;&bdquo;maar wij moeten die paarden hebben.&rdquo;</p>
+<p>Zij begonnen over en weer te praten, maar hij ging voort: &bdquo;Als
+jelui het hart hebt om een hand naar ons uit te steken, schiet ik je
+uit zelfverdediging in je beenen. Maar de paarden gaan mee
+verder.&rdquo;&mdash;Hij beschouwde de zaak hiermede als afgedaan.</p>
+<p>&bdquo;Klim op dien wagen, Flack,&rdquo; zei hij tot een
+breedgeschouderden, taaien, kleinen man. &bdquo;Boon, jij neemt den
+kolenwagen.&rdquo;</p>
+<p>Twee wagenvoerders begonnen tegen Redwood te tieren.</p>
+<p>&bdquo;Jelui hebt je plicht gedaan jegens jelui werkgevers&rdquo;,
+zeide Redwood. &bdquo;Jelui blijven in dit dorp tot wij terugkomen.
+Niemand zal je de schuld geven, als ze zien dat wij geweren hebben. Wij
+willen niets onrechtvaardigs of <span class="corr" id="xd20e1321"
+title="Bron: geweldadigs">gewelddadigs</span> doen, maar de quaestie is
+dringend. Ik betaal als er iets met de paarden gebeurt, dus stel je op
+dat punt maar gerust.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Goed zoo,&rdquo; zeide Cossar, die zelden beloften deed.</p>
+<p>Zij lieten de sjees achter, en de mannen, die menden, gingen te
+voet. Over elken schouder bungelde een geweer. Het was een
+allervreemdste kleine expeditie voor een Engelschen landweg. Het geleek
+meer op een Yankee-troep, die bezig was westwaarts te trekken in de
+goede oude dagen der Indianen.</p>
+<p>Zij volgden den weg, totdat zij op den top van den heuvel, bij den
+overstap, de Proef-Hoeve in het zicht kregen. <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e1330" href="#xd20e1330" name=
+"xd20e1330">79</a>]</span></p>
+<p>Zij vonden boven op den heuvel een klein troepje mannen met een
+geweer&mdash;de beide Fulchers waren er onder anderen ook bij&mdash;en
+een man, een vreemde uit Maidstone, stond een paar pas
+v&oacute;&oacute;r de anderen en nam het terrein op door een
+tooneelkijker.</p>
+<p>Deze mannen wendden zich om en keken verbaasd naar Redwood&rsquo;s
+troep.</p>
+<p>&bdquo;Iets nieuws?&rdquo; zeide Cossar.</p>
+<p>&bdquo;De wespen vliegen af en an,&rdquo; zei de oude Fulcher.</p>
+<p>&bdquo;Kan niet zien of ze wat meebrengen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Het kanariekruid is nou al tusschen de pijnboomen,&rdquo;
+zeide de man met den tooneelkijker. &bdquo;Van morgen was het daar nog
+niet. Je kunt het zien groeien terwijl je er naar staat te
+kijken.&rdquo;</p>
+<p>Hij haalde een zakdoek uit zijn zak en wreef de glazen van den
+tooneelkijker doodbedaard zorgvuldig af.</p>
+<p>&bdquo;Jelui gaan zeker naar beneden, he?&rdquo; waagde Skelmersdale
+te zeggen.</p>
+<p>&bdquo;Ga je mee?&rdquo; vroeg Cossar.</p>
+<p>Skelmersdale scheen te aarzelen.</p>
+<p>&bdquo;Duurt den geheelen nacht.&rdquo;</p>
+<p>Skelmersdale besloot, als dat zoo was, maar liever niet mee te
+gaan.</p>
+<p>&bdquo;Ook ratten op de vlakte?&rdquo; vroeg Cossar.</p>
+<p>&bdquo;D&rsquo;r zat er een tusschen de dennen van morgen. Ik
+vertrouw dat ie op konijnen uit was.&rdquo;</p>
+<p>Cossar sjokte weer voort om de anderen in te halen. Bensington, die
+van onder zijn hand naar de Proef-Hoeve tuurde, kreeg voor het eerst
+eenigermate een denkbeeld van de kracht van het voedsel. Zijn eerste
+indruk was, dat het huis kleiner was dan hij gedacht
+had&mdash;v&eacute;&eacute;l kleiner zelfs; zijn tweede indruk was, dat
+de geheele plantengroei tusschen het huis en het pijnbosch ontzettend
+groot was geworden. Het dak boven den <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e1362" href="#xd20e1362" name="xd20e1362">80</a>]</span>put keek
+nog maar even uit van tusschen acht voet hooge graspluimen en het
+kanariekruid had zich om den schoorsteen geslingerd en gesticuleerde
+met stijve ranken in de lucht. Zijn bloemen waren helder-gele vlekken,
+die wel een mijl ver duidelijk zichtbaar waren als afzonderlijke, gele,
+spikkels.</p>
+<p>Een groote, groene kabel had zich dwars door het ijzergaas van den
+looper der reuzen-kuikens gewrongen en had zijn bladerstelen geslingerd
+om twee aan den buitenkant staande pijnboomen. Bijna half zoo hoog was
+ook het boschje brandnetels, dat om de karreschuur was opgeschoten. De
+geheele aanblik deed, hoe meer zij naderden, denken aan een aanval van
+dwergen op een poppenhuis dat in een vergeten hoekje van den een of
+ander grooten tuin is blijven staan.</p>
+<p>Zij zagen dat de wespen voortdurend ijverig af en aan vlogen. Een
+zwerm zwarte gedaanten vloog door elkaar in de lucht boven de verweerde
+heuvelhelling achter het pijnbosch en telkens schoot een van deze
+gedaanten op in de lucht, met ongelooflijke snelheid, en zweefde heen
+naar een verwijderd doel. Hun gegons was reeds hoorbaar op meer dan een
+halve mijl van de Proef-Hoeve.</p>
+<p>Eenmaal kwam een geel-gestreept monster hun kant uit schieten,
+zweefde een tijdlang v&oacute;&oacute;r hen, naar hen kijkend met zijn
+groote facettenoogen, doch op een mislukt schot uit Cossar&rsquo;s
+jachtgeweer, vloog het weder heen. Rechts in een hoek van het veld,
+kropen er verscheidene over eenige afgekloven beenderen, die
+waarschijnlijk de overblijfselen waren van het lam dat de ratten
+hierheen gesleept hadden van Huxter&rsquo;s boerderij. De paarden
+begonnen onrustig te worden, toen zij deze wezens naderden. Geen van
+het gezelschap was een goed menner, en zij moesten ieder <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e1371" href="#xd20e1371" name=
+"xd20e1371">81</a>]</span>paard bij den teugel leiden en het
+aanmoedigen met hun stem.</p>
+<p>Zij zagen geen enkel spoor van de ratten, toen zij het huis
+naderden, en alles scheen volmaakt rustig, behalve het nu eens
+duidelijker, dan weer minder duidelijk aanzwellende whoozzzzzzZZZ,
+whoooooozoo&mdash;oe uit het wespen-nest.</p>
+<p>Zij leidden de paarden het erf op en een van Cossar&rsquo;s mannen
+die de deur zag openstaan&mdash;het geheele middengedeelte ervan was
+weggeknaagd&mdash;ging naar binnen. Niemand miste hem den eersten tijd,
+daar de anderen bezig waren met de vaten petroleum, en zij bemerkten
+eerst dat hij niet bij hen was, toen zij het knallen van zijn geweer en
+het fluiten van zijn kogel hoorden. &bdquo;Pang, pang,&rdquo; allebei
+de loopen, en zijn eerste kogel ging, schijnt het, door het vat zwavel,
+rukte er een duig aan den anderen kant uit, en vervulde de lucht met
+geel poeder. Redwood had zijn geweer in de hand gehouden en trok het
+schot er af op iets grijs&rsquo; dat hem voorbij rende. Hij zag nog
+even het breede achtergedeelte, den langen schubachtigen staart en
+lange zolen der achterpooten van een rat, en ledigde zijn tweeden loop.
+Hij zag Bensington neervallen op het oogenblik, dat het beest om den
+hoek verdween.</p>
+<p>Toen was iedereen een tijdlang druk in de weer met een geweer. Drie
+minuten lang waren levens geen cent meer waard op de Proef-Hoeve, en
+het knallen der geweren vervulde de lucht. Redwood in zijn opwinding
+niet op Bensington lettend, achtervolgde het dier, en werd omver
+gegooid door een massa puin, kalk, cement en splinters van vermolmde
+latten, die recht op hem af kwam stuiven, nadat een kogel juist
+tegenover hem door den muur was komen vliegen.</p>
+<p>Hij vond zich zelf op den grond zitten met bebloede <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e1381" href="#xd20e1381" name=
+"xd20e1381">82</a>]</span>handen en lippen en groote stilte hing
+drukkend over alles om hem heen<span class="corr" id="xd20e1383" title=
+"Bron: ,">.</span></p>
+<p>Toen merkte hij een geestlooze stem vanuit het huis op:</p>
+<p>&bdquo;Gee&mdash;whizz!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hallo!&rdquo; zei Redwood.</p>
+<p>&bdquo;Hallo daar!&rdquo; antwoordde de stem.</p>
+<p>En toen: &bdquo;hebben jellui &rsquo;em?&rdquo;</p>
+<p>Een besef van de plichten der vriendschap ontwaakte in Redwood.
+&bdquo;Is meneer Bensington gewond?&rdquo; vroeg hij.</p>
+<p>De man binnen verstond hem niet goed. &bdquo;&rsquo;t Is jullie
+schuld z&egrave;ker niet, dat ik nog leef&rdquo; zeide de stem.</p>
+<p>Het werd Redwood steeds duidelijker, dat &rsquo;t niet anders kon,
+of hij had Bensington neergeschoten. Hij dacht niet langer aan de
+schrammen in zijn gezicht, stond op en vond Bensington op den grond
+zitten, zijn schouder wrijvend.</p>
+<p>Bensington keek hem over zijn bril aan. &bdquo;We hebben &rsquo;em
+smeer gegeven, Redwood&rdquo;, zeide hij en toen: &bdquo;hij probeerde
+over me heen te springen, en gooide me omver. Maar ik gaf &rsquo;m
+allebei de loopen, en goeie hemel, m&rsquo;n schouder is
+murw.&rdquo;</p>
+<p>Er verscheen een man in de deur van het huis. &bdquo;E&eacute;ns
+raakte ik &rsquo;m in zijn borst en eens in z&rsquo;n zij,&rdquo; zeide
+hij.</p>
+<p>&bdquo;Waar zijn de wagens?&rdquo; zeide Cossar, te voorschijn
+komend uit een warbos van reusachtige kanariekruid-bladen.</p>
+<p>Het bleek tot Redwood&rsquo;s verbazing, ten eerste, dat er niemand
+doodgeschoten was, en ten tweede dat de trollen en de wagen wel een
+vijftig pas verplaatst waren, en nu met ineengeloopen wielen in den
+verwoesten moestuin van Skinner stonden.</p>
+<p>De paarden hadden opgehouden met slaan en steigeren. Een eind verder
+lag het gebarsten vat zwavel op het pad met een wolk van stof er boven.
+Hij vestigde <span class="pagenum">[<a id="xd20e1413" href="#xd20e1413"
+name="xd20e1413">83</a>]</span>Cossar&rsquo;s aandacht hierop en ging
+er naar toe. &bdquo;Heeft een van jullie die rat ook gezien?&rdquo;
+brulde Cossar, hem volgend. &bdquo;Ik raakte hem &eacute;&eacute;nmaal
+tusschen z&rsquo;n ribben, en &eacute;&eacute;nmaal recht in zijn facie
+toen hij op me afkwam.&rdquo;</p>
+<p>Terwijl zij nog bezig waren om de in elkaar gewerkte raderen te
+trekken, voegden juist twee mannen zich bij hen.</p>
+<p>&bdquo;Ik heb die rat neergelegd,&rdquo; zeide een van hen.</p>
+<p>&bdquo;Hebben ze &rsquo;em?&rdquo; vroeg Cossar.</p>
+<p>&bdquo;Jim Bates heeft &rsquo;m gevonden, achter de heg. Ik raakte
+&rsquo;m net toen hij om den hoek kwam....&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Pats, achter zijn schouder......&rdquo;</p>
+<p>Toen de zaken weder een beetje op orde waren, ging Redwood eens
+kijken naar het kolossale, wanstaltige lijk. Het dier lag op zijn
+zijde, met lichtelijk gekromd lijf. Zijn knaagtanden, die uitstaken
+over de onderkaak, gaven aan zijn gezicht een uitdrukking van zwakheid
+bij al zijn grootte en vraatzucht. Het leek niet in &rsquo;t minst
+woest of vrees-aanjagend. De klauwen der voorpooten deden denken aan
+vermagerde handen. Behalve een klein rond gaatje met een geschroeiden
+rand er om heen aan weerszijden van den hals, was het dier volkomen
+ongedeerd.</p>
+<p>Hij bleef hierover eenigen tijd staan peinzen.</p>
+<p>&bdquo;Dan moeten er tw&eacute;&eacute; ratten geweest zijn,&rdquo;
+zeide hij eindelijk, zich afwendend.</p>
+<p>&bdquo;Ja, en die, die iedereen geraakt heeft,&mdash;is
+ontsnapt.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik weet anders zeker dat mijn schot......&rdquo;</p>
+<p>Een kanariekruid-rank, die op de geheimzinnige manier van alle
+kruipplanten naar een houvast zocht, boog zich allervriendelijkst naar
+zijn hals, en deed hem haastig ter zijde gaan.</p>
+<p>&bdquo;Whoe-z-z-z-z-z-z-Z-Z-Z&rdquo;, klonk het uit het wespennest,
+een eind verder, &bdquo;whoe-oe-zoe-oe.&rdquo; <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e1440" href="#xd20e1440" name=
+"xd20e1440">84</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main"><span class="corr" id="xd20e1443" title=
+"Bron: V">IV</span>.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Dit geval deed het gezelschap op zijn hoede zijn,
+hoewel het er niet buitengewoon ontdaan over was.</p>
+<p>Zij brachten hun provisie in het huis, dat blijkbaar ondersteboven
+gehaald was door de ratten, nadat juffrouw Skinner het verlaten had, en
+vier van de mannen brachten de twee paarden naar Hickleybrow terug. Zij
+sleepten de doode rat door de heg, z&oacute;&oacute; dat zij van uit de
+vensters van het huis goed te zien was, en bemerkten toevallig een
+kolonie reuzen-oorwormen in de greppel. Deze dieren gingen haastig uit
+elkaar, doch Cossar stak zijn ontzettende ledematen uit en slaagde er
+in, er verscheidene te dooden met zijn laarzen en geweer-kolf.
+Vervolgens hakten twee der mannen verscheidene hoofd-stammen van het
+kanarie-kruid door&mdash;dit waren reusachtige cylinders van een paar
+voet in doorsnede, die uitkwamen bij den zinkput achter het huis; en
+terwijl Cossar het huis voor den nacht in orde bracht, liepen
+Bensington, Redwood en een der bijstand-verleenende electriciens
+behoedzaam om de kippenrennen heen, zoekend naar de rattenholen.</p>
+<p>Zij maakten een wijden boog om de reuzen-brandnetels heen, want dit
+reusachtig onkruid bedreigde hen met giftige doornen van ruim een duim
+lang.</p>
+<p>Vervolgens kwamen zij aan gene zijde van het afgeknaagde, onttakelde
+hek, en stonden plotseling voor het meest westelijk-gelegen reusachtige
+ratten-hol&mdash;, een kwalijk-riekende diepte,&mdash;dat hen op
+&eacute;en rij deed gaan staan.</p>
+<p>&bdquo;Ik hoop dat zij te voorschijn zullen komen&rdquo;, zeide
+Redwood met een blik naar het afdak van den put.</p>
+<p>&bdquo;En als ze er eens niet uitkomen,&rdquo; zei Bensington.</p>
+<p>&bdquo;Dat zullen ze wel,&rdquo; zei Redwood. <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e1460" href="#xd20e1460" name=
+"xd20e1460">85</a>]</span></p>
+<p>Zij bleven in gedachten verzonken staan.</p>
+<p>&bdquo;We zullen op de een of andere manier vuur moeten aanmaken
+&agrave;ls we er in gaan,&rdquo; zeide Redwood.</p>
+<p>Zij gingen een klein paadje van wit zand op, door het dennenbosch,
+en hielden een oogenblik later stand in het gezicht der
+wespen-holen.</p>
+<p>De zon ging nu onder, en de wespen kwamen allen naar huis; hun
+vleugels vormden in het gouden licht snel-ronddraaiende stralen-kransen
+om hen heen. De drie mannen keken behoedzaam toe van onder de
+boomen&mdash;zij waagden het niet tot aan den r&agrave;nd van het bosch
+te gaan&mdash;en zagen deze kolossale insecten neerkomen, een beetje
+rondkruipen, de holen binnengaan en verdwijnen.</p>
+<p>&bdquo;Binnen een paar uur zijn ze kalm,&rdquo; zei Redwood...
+<span class="corr" id="xd20e1472" title=
+"Niet in bron">&bdquo;</span>&rsquo;t Is net of je weer een jongen
+bent.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;We kunnen deze holen niet misloopen,&rdquo; zei Bensington,
+&bdquo;al is de nacht ook donker. Tusschen twee haakjes&mdash;hoe moet
+het met &rsquo;t licht&rdquo;&mdash;</p>
+<p>&bdquo;Volle maan,&rdquo; zei de electricien. &bdquo;Heb &rsquo;t
+opgezocht.&rdquo;</p>
+<p>Zij gingen terug en raadpleegden Cossar.</p>
+<p>Hij zeide, dat &rsquo;t &bdquo;voor de hand lag&rdquo;, dat ze voor
+&rsquo;t schemer de zwavel, salpeter en gips &rsquo;t bosch
+doorbrachten en derhalve ontlaadden zij de wagens en droegen de zakken
+op hun rug.</p>
+<p>Na het noodige geschreeuw der voorafgaande orders werd er geen woord
+meer gesproken, en toen het gezoem uit het wespen-nest verstierf, was
+er bijna geen ander geluid te hooren dan het gedruisch van voetstappen,
+de zware ademhaling van beladen mannen en het neerwerpen der zakken. Om
+beurten hielp ieder een handje behalve Bensington die hier
+klaarblijkelijk ongeschikt voor was. Hij vatte post in de slaapkamer
+der Skinners met een geweer, om het lijk der doode rat te bewaken en de
+andere droegen <span class="pagenum">[<a id="xd20e1485" href=
+"#xd20e1485" name="xd20e1485">86</a>]</span>om beurten zakken en
+rustten dan weder, en hielden twee aan twee de wacht bij de
+ratten-holen achter het brandnetel-boschje. De zaadbolletjes der netels
+waren rijp, en telkens werd hun waken verlevendigd door het opengaan
+van een dezer bolletjes, wat precies klonk als het knallen van een
+pistool, en de zaadkorrels, zoo groot als hertenloopers, vlogen overal
+om hen heen.</p>
+<p>Bensington zat voor zijn venster in een harden paardenharen
+leunstoel, waarover een smoezelige anti-macasser lag, die gedurende
+vele jaren een tikje van maatschappelijke distinctie gegeven had aan de
+huiskamer der Skinners.</p>
+<p>Zijn geweer, waaraan hij zoo weinig gewoon was, rustte op het
+kozijn, en zijn bril keek nu eens naar de duistere gestalte der doode
+rat in het steeds-meer-dalende schemerduister, dan weer om zich heen,
+in vreemde overpeinzingen. Er was een flauwe stank van petroleum, want
+een van de vaten lekte, en deze lucht vermengde zich met een minder
+onaangenamen geur, die opsteeg uit den afgehakten en vertreden stengel
+van het kanariekruid.</p>
+<p>Als hij het hoofd omwendde herinnerde een mengeling van vage
+huiselijke geuren, van bier, kaas, rotte appels en oude laarzen als
+leidmotieven, hem sterk aan de verdwenen Skinners. Hij keek een tijdje
+lang rond in het duistere vertrek. Het meubilair was zeer in wanorde
+gebracht&mdash;misschien wel door de een of andere nieuwsgierige
+rat&mdash;doch een jas aan een pen, tegen de deur, een scheermes en
+enkele vuile strookjes papier, en een stukje zeep dat tot een
+hoornachtigen dobbelsteen geworden was doordat het sedert jaren niet
+meer gebruikt werd, dit alles rook naar Skinner&rsquo;s marquante
+persoonlijkheid.</p>
+<p>De gedachte kwam in Bensington&rsquo;s brein op, dat
+hoogstwaarschijnlijk het monster, dat daar nu in het <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e1495" href="#xd20e1495" name=
+"xd20e1495">87</a>]</span>halfduister lag, Skinner gedood en opgegeten
+had, tenminste gedeeltelijk, iets waarvan hij den geheelen omvang nog
+niet overdacht had.</p>
+<p>Waar toch een er-onschuldig-uitziende ontdekking op chemisch gebied
+al niet toe leiden kon!</p>
+<p>Hier zat hij nu, in zijn eenvoudige, oude Engeland, en toch aan alle
+zijden belaagd door gevaren, geheel alleen met een geweer in een
+halfduister, bouwvallig huis, ver van elk gemak, met zijn schouder
+deerlijk gekneusd door het stooten van een geweer, en&mdash;bij alle
+heiligen!</p>
+<p>Hij begreep nu eerst ten volle hoezeer de gewone orde van zaken van
+het Heelal voor hem veranderd was. Hij was weggegaan naar de plaats van
+dit verbazingwekkende avontuur, zonder er zelfs met &eacute;&eacute;n
+woord van te reppen tegen zijn nicht Jeanne!</p>
+<p>Wat moest zij wel van hem denken?</p>
+<p>Hij trachtte zich dit voor te stellen, doch het gelukte hem niet.
+Hij had het vreemde gevoel, dat hij en zij nu voor altijd gescheiden
+waren, en elkander nooit weer zouden zien. Hij gevoelde, dat hij een
+verbazenden stap gedaan had, en een wereld van nieuwe onmetelijke
+dingen had betreden. Wat voor monsters konden die steeds duisterder
+wordende schaduwen niet verbergen?... De toppen der reuzen-netels
+staken donker en scherp af tegen het bleeke groen en amber van de lucht
+in het westen. Alles was heel stil&mdash;heel, heel stil. Hij
+verwonderde zich waarom hij de anderen niet kon hooren daar ginds om
+den hoek van het huis. De schaduw in het karrehuis was nu
+&eacute;&eacute;n zwarte diepte.</p>
+<p>Pang... pang... pang.</p>
+<p>Een keten van echoos en een schreeuw.</p>
+<p>Toen lange stilte.</p>
+<p>Goddank! daar kwamen Redwood en Cossar opdoemen <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e1516" href="#xd20e1516" name=
+"xd20e1516">88</a>]</span>uit de onhoorbare duisternis, en Redwood riep
+&bdquo;Bensington!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Bensington! We hebben w&eacute;&eacute;r &rsquo;n rat! Cossar
+heeft een tweede rat neergelegd!&rdquo;</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main"><span class="corr" id="xd20e1522" title=
+"Bron: VI">V</span>.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Toen de expeditie zich voldoende ververscht had, was
+de nacht gedaald. De sterren schenen zoo helder als zij maar konden, en
+een steeds grooter wordende bleekheid in de richting van Hankey
+kondigde de maan aan. Nog steeds werd er wacht gehouden bij de
+rattenholen, doch de wakers hadden van plaats verwisseld en hadden post
+gevat op de heuvelhelling boven de holen, voelend dat dit een veiliger
+punt was om te vuren. Zij hurkten daar in de overvloedig vallende dauw,
+en bestreden de vochtigheid met whiskey. De anderen bleven in huis en
+de drie leiders bespraken met de mannen het werk dat hun gedurende den
+nacht voor de borst stond. Tegen middernacht ging de maan op, en zoodra
+zij boven de duinen uitkwam, begaven allen, behalve de schildwachten
+bij de rattenholen, zich op weg, achter elkaar loopend, in den
+ganzenpas, en aangevoerd door Cossar, naar het wespennest. Voor zoover
+het &rsquo;t wespennest betrof, was hun taak buitengewoon
+licht&mdash;verb&agrave;zend licht. Behalve dat &rsquo;t langer duurde,
+had het niet veel meer voeten in de aarde dan het eerste het beste
+gewone wespennest. Zeker, er was eenig gevaar bij&mdash;levensgevaar
+nog wel, doch dit stak zelfs het h&oacute;&oacute;fd niet buiten het
+hol. Zij propten er de zwavel en salpeter in, stopten de holen
+zorgvuldig dicht en staken hunne lonten aan.</p>
+<p>Toen wendde het geheele gezelschap, behalve Cossar, zich als
+&eacute;&eacute;n man om en rende dwars door de lange schaduwen der
+pijnboomen, en ziende dat Cossar stand <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e1529" href="#xd20e1529" name="xd20e1529">89</a>]</span>gehouden
+had, kwamen zij een honderd meter verder tot staan, dicht op elkaar
+gedrongen, knus dicht bij een greppel, die een schuilplaats aanbood.
+Een paar minuten lang was de zwarte en witte maannacht zwaar van een
+gesmoord gegons, dat aanzwol tot een gebrul, tot een diepen breeden
+klank, zijn hoogtepunt bereikte en toen weder verstierf; en
+toen&mdash;het was haast niet te gelooven&mdash;was de nacht weder
+stil.</p>
+<p>&bdquo;Bij den hemel!&rdquo; zei Bensington, bijna fluisterend,
+&bdquo;hij heeft &rsquo;t klaargespeeld.&rdquo;</p>
+<p>Allen stonden in spanning. De heuvelhelling boven het donkere
+naald-kantwerk van de schaduwen der pijnboomen was helder als het
+daglicht en kleurloos als sneeuw. Het verstijvende cement in de holen
+glom zoo waar. Cossar&rsquo;s losse gestalte kwam op hen toe.</p>
+<p>&bdquo;Klaar hoor&rdquo;&mdash;zei Cossar.</p>
+<p>&bdquo;Pang&mdash;pang!&rdquo;</p>
+<p>Een schot van dicht bij het huis en toen&mdash;stilte.</p>
+<p>&bdquo;Wat is d&agrave;t?&rdquo; zei Bensington.</p>
+<p>&bdquo;Een van de ratten zal z&rsquo;n kop naar buiten gestoken
+hebben,&rdquo; opperde een van de mannen.</p>
+<p>&bdquo;Tusschen twee haakjes, we hebben onze geweren ginds
+gelaten,&rdquo; zei Redwood.</p>
+<p>&bdquo;Bij de zakken.&rdquo;</p>
+<p>Iedereen begon weer den kant van den heuvel uit te loopen.</p>
+<p>&bdquo;Dat moeten de ratten zijn,&rdquo; zei Bensington.</p>
+<p>&bdquo;Ligt voor de hand,&rdquo; zei Cossar, op zijn nagels
+bijtend.</p>
+<p>&bdquo;Pang!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hallo?&rdquo; zei <span class="corr" id="xd20e1560" title=
+"Bron: een">&eacute;&eacute;n</span> van de mannen.</p>
+<p>Toen klonken er plotseling een roep, twee schoten, een luiden
+schreeuw die bijna een gil was, drie snel op elkaar volgende schoten en
+het geluid van hout dat versplinterde. Al deze geluiden waren zeer
+duidelijk <span class="pagenum">[<a id="xd20e1565" href="#xd20e1565"
+name="xd20e1565">90</a>]</span>en zeer klein in de onmetelijke stilte
+van den nacht. Toen eenige minuten lang niets dan een zacht, gedempt
+verward geluid uit de richting der rattenholen, en toen weder een
+woeste gil... allen liepen om &rsquo;t hardst naar de geweren... Weer
+twee schoten.</p>
+<p>Bensington holde met het geweer in de hand door het pijnbosch achter
+een aantal voor hem uithollende ruggen aan. Het is eigenaardig dat de
+gedachte, die op dat oogenblik den boventoon voerde in zijn brein, de
+wensch was, dat nicht Jeanne hem nu eens kon zien. Zijn bolle
+opengewerkte schoenen sloegen uit in wilde groote passen en zijn
+gezicht was vertrokken tot een voortdurende grijns, omdat dit zijn neus
+deed rimpelen en zijn bril op zijn plaats hield. Ook hield hij den loop
+van zijn geweer recht voor zich uit, terwijl hij daar door het
+plekken-werpende maanlicht holde. De man die weggeloopen was, kwam hen
+in vollen ren tegen&mdash;hij had zijn geweer laten vallen.</p>
+<p>&bdquo;Hallo,&rdquo; zei Cossar, en ving hem op in zijn armen.
+&bdquo;Wat heeft dit te beduiden?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ze kwamen er allemaal samen uit,&rdquo; zei de man.</p>
+<p>&bdquo;De ratten?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja, zes waren &rsquo;t er.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Waar is Flack?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Die ligt ginds.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wat zegt ie?&rdquo; hijgde Bensington, die kwam aanloopen
+zonder dat iemand op hem lette.</p>
+<p>&bdquo;Ligt Flack ginds?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hij viel.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ze kwamen er een voor een uit.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wat?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Deden een uitval. Ik loste m&rsquo;n beide loopen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En heb je Flack daar alleen achtergelaten?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zij zaten ons op &rsquo;t lijf.&rdquo; <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e1598" href="#xd20e1598" name=
+"xd20e1598">91</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Vooruit,&rdquo; zei Cossar. &bdquo;Jij gaat met ons mee. Waar
+is Flack? Breng ons er heen.&rdquo;</p>
+<p>Het geheele gezelschap ging op weg. Verdere bijzonderheden omtrent
+het gevecht ontvielen den man die weggeloopen was. De anderen, behalve
+Cossar die voorop ging, verdrongen zich om hem.</p>
+<p>&bdquo;Waar zijn ze nou?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Misschien al weer in hun holen. Ik smeerde &rsquo;n &rsquo;m.
+Ze renden op ons in om bij hun holen te kommen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wat bedoel je? Waren jelui dan achter ze gekomen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wij gingen naar hun hol. Zagen ze d&rsquo;r uit kommen, en
+probeerden ze den pas af te snijden. Ze kropen d&rsquo;r uit&mdash;net
+als konijnen. Wij holden naar beneden, en brandden los. Zij liepen wild
+in &rsquo;t rond na ons eerste schot, en toen kwamen ze plotseling op
+ons af. Op ons &agrave;f, hoor!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hoeveel?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zes of zeven.&rdquo;</p>
+<p>Cossar ging v&oacute;&oacute;r naar den rand van het pijnbosch en
+hield stil.</p>
+<p>&bdquo;Bedoel je dat ze Flack gepakt hebben?&rdquo; vroeg
+iemand.</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;k Zag wel dat er een op &rsquo;em afkwam.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Schoot je niet?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hoe kon ik dat nou?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Heeft iedereen geladen?&rdquo; zei Cossar over zijn schouder.
+Van alle kanten werd toestemmend geantwoord.</p>
+<p>&bdquo;Maar Flack&mdash;&rdquo; zei er een.</p>
+<p>&bdquo;Je wilt toch niet zeggen dat Flack&mdash;&rdquo; begon een
+tweede.</p>
+<p>&bdquo;Er is geen tijd te verliezen,&rdquo; zei Cossar en riep luid
+&bdquo;Flack!&rdquo; terwijl hij v&oacute;&oacute;rging. De geheele
+gewapende macht ging op de rattenholen toe, de man die weggeloopen
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e1635" href="#xd20e1635" name=
+"xd20e1635">92</a>]</span>was een beetje in de achterhoede. Zij gingen
+voorwaarts door allerlei soorten welig, overdreven-groot onkruid en
+liepen om het lichaam van de tweede gedoode rat heen. Zij waren
+uitgespreid tot een lijn, waarbij elke man dicht bij zijn buurman liep;
+allen liepen met hun geweer recht voor zich uit en gluurden om zich
+heen in het heldere maanlicht, of ze niet een ineengedoken,
+onheilspellende gestalte zagen. Zij vonden zeer spoedig het geweer van
+den man die weggeloopen was.</p>
+<p>&bdquo;Flack!&rdquo; riep Cossar. &bdquo;Flack!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hij liep voorbij de netels en viel toen,&rdquo; zei de man
+die weggeloopen was.</p>
+<p>&bdquo;Waar?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Daar ginds.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Waar viel hij?&rdquo;</p>
+<p>Hij aarzelde en leidde hen een tijdlang door de donkere schaduwen en
+keerde toen om.</p>
+<p>&bdquo;Zoowat daar, geloof ik.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zoo, maar nu is hij er toch niet meer.<span class="corr" id=
+"xd20e1654" title="Bron: &rsquo;">&rdquo;</span></p>
+<p>&bdquo;Maar zijn geweer dan&mdash;?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Bliksems nog an toe!&rdquo; vloekte Cossar, &bdquo;maar waar
+is dan alles gebleven?&rdquo; Hij deed een schrede in de richting der
+donkere schaduwen op de heuvelhelling die de rattenholen verborg en
+bleef staan kijken. Toen stootte hij nogmaals een vloek uit,
+&bdquo;&agrave;ls ze hem naar binnen gesleept hebben&mdash;!&rdquo;</p>
+<p>En aldus bleven zij een tijdlang dralen, elkaar hunne gedachtetjes
+toewerpend. Bensington&rsquo;s brilleglazen schoten stralen uit als
+diamanten, als hij van den een naar den ander keek. De gezichten der
+mannen veranderden van koude helderheid tot geheimzinnige duisternis,
+naarmate zij zich van of naar de maan keerden. Iedereen sprak, doch
+geen van allen maakten zij een zin af. Toen besloot Cossar, met zijn
+korte <span class="pagenum">[<a id="xd20e1663" href="#xd20e1663" name=
+"xd20e1663">93</a>]</span>manier van optreden, wat hij doen moest. Hij
+gooide zijn ledematen hierheen en daarheen en gooide er bevelen uit als
+ballen. Het lag voor de hand, dat hij lampen noodig had. Iedereen
+behalve Cossar liep heen in de richting van het huis.</p>
+<p>&bdquo;Ga je in de holen?&rdquo; vroeg Redwood.</p>
+<p>&bdquo;Ligt voor de hand,&rdquo; zei Cossar.</p>
+<p>Hij maakte het hun nog eens duidelijk dat de lantaarns van de kar en
+de trolley gehaald moesten worden.</p>
+<p>Toen Bensington dit ten volle begreep, ging hij op weg, het pad bij
+den put af. Hij keek over zijn schouder en zag de reusachtige gestalte
+van Cossar op den voorgrond staan, alsof hij in gedachten verzonken
+naar de holen stond te kijken. Op dit gezicht bleef Bensington een
+oogenblik staan en wendde zich half om. &bdquo;Zij lieten Cossar daar
+maar alleen staan&mdash;!&rdquo;</p>
+<p>Natuurlijk, Cossar was wel in staat voor zichzelven te zorgen.
+Plotseling zag Bensington iets dat hem een ademloos &bdquo;Hier!&rdquo;
+deed uitschreeuwen. In een oogwenk hadden drie ratten zich uit den
+donkeren warbos van slingerplanten losgemaakt en kwamen op Cossar
+toeschieten. Drie seconden lang stond Cossar daar, zonder hen op te
+merken, en toen werd hij plotseling het actiefste wezen ter wereld. Hij
+schoot niet. Klaarblijkelijk had hij geen tijd om te mikken, of dacht
+hij niet aan mikken; Bensington zag dat hij zich bukte om een hem
+bespringende rat te ontgaan, en gaf het dier toen een slag achter zijn
+kop met de kolf van zijn geweer. Het monster sprong in de hoogte en
+viel over zijn kop duikelend op den grond.</p>
+<p>Cossar&rsquo;s gedaante verdween uit het gezicht tusschen het
+rietachtige gras, en toen kwam hij weder te voorschijn, op een van de
+andere ratten inrennend en <span class="pagenum">[<a id="xd20e1678"
+href="#xd20e1678" name="xd20e1678">94</a>]</span>zijn geweer boven zijn
+hoofd zwaaiend. Een zwakke kreet trof Bensington&rsquo;s oor, en toen
+zag hij de twee overige ratten in verschillende richtingen wegloopen en
+Cossar hen achterna in de richting der holen. Het geheele voorval was
+in nevelachtige schaduwen gehuld; alle drie vechtende monsters werden
+nog grooter en onwerkelijker gemaakt door de bedriegelijke helderheid
+van het licht. Nu eens was Cossar kolossaal, dan weder onzichtbaar. De
+ratten schoten voor zijn oog heen met plotselinge onverwachte sprongen,
+of renden met zulk een snelle beweging der pooten, dat zij op raderen
+leken te gaan. Het geheele voorval was afgespeeld in een halve minuut.
+Niemand anders dan Bensington zag het. Hij kon de andere achter zich
+hooren nog steeds op weg naar het huis. Hij schreeuwde iets
+onsamenhangends en liep toen terug naar Cossar, terwijl de ratten
+verdwenen.</p>
+<p>Hij bereikte hem buiten de holen. In het maanlicht duidde het spelen
+der schaduwen, die over Cossar&rsquo;s gezicht gleden, kalmte aan.
+&bdquo;Hallo,&rdquo; zei Cossar, &bdquo;al terug? Waar zijn de
+Iantaarns? Ze zijn nu allemaal weer in hun holen. E&eacute;n heb ik
+z&rsquo;n nek gebroken toen ie langs me heen kwam... Zie je?
+daar!&rdquo; En hij wees naar het dier met een mageren vinger.</p>
+<p>Bensington was te verbaasd om iets te zeggen... Het leek een
+ontzettend langen tijd v&oacute;&oacute;r de Iantaarns kwamen.
+Eindelijk verschenen zij, eerst &eacute;&eacute;n helder, onbeweeglijk
+oog, voorafgegaan door een heen en weer bewegenden gelen gloed, en
+toen, nu en dan even verdwijnend en dan weder tevoorschijn komend,
+n&ograve;g twee. Daar achter kwamen kleine gestalten aan met zachte
+stemmen, en toen enorme schaduwen. Deze groep vormde als het ware
+&eacute;&eacute;n plek brand in het reusachtige droomland van
+maneschijn.</p>
+<p>&bdquo;Flack,&rdquo; zeiden de stemmen. &bdquo;Flack.&rdquo;
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e1686" href="#xd20e1686" name=
+"xd20e1686">95</a>]</span></p>
+<p>Een verklarende zin kwam tot Cossar en Bensington over. &bdquo;Heeft
+zichzelf in het dakkamertje opgesloten.&rdquo;</p>
+<p>Cossar wekte van oogenblik tot oogenblik m&eacute;&eacute;r
+verbazing. Hij haalde groote handen-vol ruw katoen voor den dag, en
+propte die in zijne ooren.&mdash;Bensington vroeg zich verwonderd af
+waarvoor dit diende. Toen laadde hij zijn geweer met een kwart lading
+kruit. Wie anders dan Cossar kon aan zoo iets gedacht hebben. De
+illusie van het wonderland bereikte zijn hoogtepunt, toen
+Cossar&rsquo;s twee breede vlakken schoenzool in het middelste hol
+verdwenen.</p>
+<p>Cossar kroop op handen en voeten met twee geweren die aan
+weerszijden achter hem aan sleepten aan een touw, dat vastgemaakt was
+onder zijn kin, en zijn meest vertrouwde helper, een kleine donkere man
+met een ernstig gezicht, zou hem in de holen volgen, achter hem aan
+kruipen, en een lantaarn boven zijn hoofd houden. Alles was met even
+veel verstand voorbereid en was &eacute;ven voor de hand liggend en in
+orde, als de droom van een krankzinnige. Het bleek dat het katoen was
+om het effect van het geweerschot tegen te gaan; ook de helper had wat
+in zijn ooren. Natuurlijk! Zoo lang de ratten voor Cossar uitvluchtten,
+was er geen gevaar, en zoodra zij stand hielden, zou hij hun oogen zien
+en daar tusschen vuren. En daar zij door den koker van het hol moesten
+komen, k&ograve;n Cossar ze bijna niet missen. Cossar verklaarde, dat
+het de meest voor de hand liggende manier was, misschien een beetje
+vervelend, maar absoluut zeker. Toen de helper zich bukte om naar
+binnen te kruipen, zag Bensington dat het eind van een kluwen bindtouw
+aan het jaspand van den man was vastgebonden. Hiermede moest hij het
+touw naar binnen trekken om zoo noodig de lichamen der ratten naar
+buiten te sleepen. <span class="pagenum">[<a id="xd20e1693" href=
+"#xd20e1693" name="xd20e1693">96</a>]</span></p>
+<p>Bensington bemerkte dat het voorwerp hetwelk hij in de hand hield,
+Cossar&rsquo;s zijden hoed was.</p>
+<p>Hoe was die daar gekomen?...</p>
+<p>In ieder geval was het een soort souvenir. Bij elk van de
+aangrenzende holen stond een klein groepje met een lantaarn op den
+grond, die het hol verlichtte, en een man lag voor elk hol geknield te
+mikken op de ronde, ledige diepte, wachtend dat er iets zoude
+uitkomen.</p>
+<p>Eindelooze spanning.</p>
+<p>Toen hoorden zij Cossar&rsquo;s eerste schot, als een ontploffing in
+een mijn...</p>
+<p>Elk&rsquo;s zenuwen en spieren spanden zich, en pang! pang! pang! de
+ratten hadden geprobeerd weg te komen, en twee waren neergeveld. Toen
+rukte de man die het kluwen bindtouw vasthield aan de lijn.</p>
+<p>&bdquo;Hij heeft er daar binnen een neergelegd,&rdquo; zei
+Bensington, &bdquo;en hij heeft het touw noodig.&rdquo;</p>
+<p>Hij zag toe hoe het touw het hol inkroop, en het leek wel alsof er
+een slangachtig leven in gevaren was&mdash;want de duisternis maakte
+het bindgaren onzichtbaar. Eindelijk kroop het niet langer voort, en
+gebeurde er een heelen tijd niets. Toen kroop er, wat Bensington het
+vreemdste monster van alles toeleek, langzaam uit het hol en ontpopte
+zich als de kleine werktuigkundige, die er achterwaarts uitkroop.
+Achter hem aan en diepe voren ploegend, stak Cossar zijn voeten naar
+buiten en toen volgde zijn door den lantaarn verlichten rug...</p>
+<p>Slechts nog &eacute;&eacute;n rat was er nu in leven, en deze arme,
+ten doode opgeschreven sukkel zat ineengedoken in den versten
+schuilhoek, tot Cossar en de lantaarn weder in het gat verdween en het
+doodde, en eindelijk deed Cossar, die menschelijke fret, de ronde door
+al de holen om zich te vergewissen, dat er niet m&eacute;&eacute;r
+waren. <span class="pagenum">[<a id="xd20e1713" href="#xd20e1713" name=
+"xd20e1713">97</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;We hebben ze,&rdquo; zei hij tot zijn van eerbied bijna
+stomme gezelschap. &bdquo;En als ik niet zoo&rsquo;n stuipekop geweest
+was, dan zou ik me tot op m&rsquo;n middel uitgekleed hebben. Ligt voor
+de hand, niet waar. Voel m&rsquo;n mouwen es, Bensington! Kletsnat van
+&rsquo;t zweet. Maar je kunt niet an alles tegelijk denken. Alleen een
+halve flesch whiskey kan me &rsquo;n kou van &rsquo;t lijf
+houden.&rdquo;</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main"><span class="corr" id="xd20e1718" title=
+"Bron: VII">VI</span>.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Er waren oogenblikken in dezen wondervollen nacht
+waarin het Bensington toescheen, dat hij voorbestemd was voor een leven
+van fantastische avonturen. Dit was voornamelijk wel een uur lang het
+geval nadat hij een flink glas whiskey gedronken had. &bdquo;&rsquo;k
+Ga niet terug naar Sloanestreet,&rdquo; deelde hij den langen, blonden,
+groezeligen monteur in vertrouwen mede.</p>
+<p>&bdquo;Niet?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Waarachtig niet,&rdquo; zei Bensington, somber het hoofd
+schuddend.</p>
+<p>De inspanning die het sleepen van de zeven doode ratten naar den
+brandstapel bij het brandnetelboschje van hem vereischte, deed hem
+baden in zweet, en Cossar wees op de voor de hand liggende physieke
+reactie van whiskey om hem te behoeden voor de anders onvermijdelijke
+kou.</p>
+<p>Ze hielden een soort van roovers-souper in de oude met tegels
+bevloerde keuken, terwijl de rij doode ratten tegen de kippeloopen
+buiten lag in het maanlicht en na ongeveer een half uur slaap, wekte
+Cossar hen allen weder om het werk, dat nog gedaan moest worden, te
+verrichten. &bdquo;&rsquo;t Ligt voor de hand dat we de plaats met den
+grond gelijk moeten maken,&rdquo; zei hij. &bdquo;Geen rommel, en geen
+schandaal. Snap je?&rdquo; Hij <span class="pagenum">[<a id="xd20e1731"
+href="#xd20e1731" name="xd20e1731">98</a>]</span>haalde hen over tot
+zijn idee om de verwoesting volkomen te maken. Zij sloegen en
+versplinterden ieder stukje hout in huis; zij legden paden van gehakt
+hout overal waar de ontzaglijke plantengroei opschoot; zij maakten een
+brandstapel voor de rattenlijken, en overgoten ze met petroleum.</p>
+<p>Bensington werkte als een polderjongen, die weet wat hem te doen
+staat. Hij bereikte zijn toppunt van vroolijkheid en energie tegen twee
+uur. Als hij in het verwoestingswerk een bijl zwaaide, ontvluchtte
+zelfs de dapperste zijn nabijheid. Daarna kalmeerde hij een beetje door
+het tijdelijk verlies van zijn bril, die de anderen eindelijk vonden in
+den zijzak van zijn jas. Mannen liepen af en aan&mdash;vuile, nijvere
+mannen. Cossar bewoog zich tusschen hen als een god.</p>
+<p>Bensington dronk diep van die vreugde, die men vindt in elkaars
+gezelschap, die zegevierende legers en stoere expedities leeren
+kennen,&mdash;doch nooit zij, die het leven van eerzaam burger in
+steden leiden. Nadat Cossar hem zijn bijl had afgenomen, en hem aan het
+hout-dragen gezet had, liep Bensington af en aan, zeggend dat ze
+allemaal &bdquo;goeie kerels&rdquo; waren. Hij werkte
+d&oacute;&oacute;r, nog lang nadat hij vermoeidheid begon te
+voelen.</p>
+<p>Eindelijk was alles in gereedheid en werd er begonnen met het
+openbreken der petroleum-vaten. De maan, nu beroofd van haar toch reeds
+niet talrijk nachtelijk gevolg van sterren, scheen hoog boven den
+dageraad.</p>
+<p>&bdquo;Verbrand alles,&rdquo; zei Cossar, af en aan
+loopend&mdash;&bdquo;verbrand den grond en alles wat er op staat of
+groeit.&rdquo;</p>
+<p>Bensington kreeg hem in &rsquo;t oog; Cossar zag er nu zeer mager en
+vreesaanjagend uit in het eerste bleeke aanlichten van den dageraad,
+voorbijhollend met <span class="pagenum">[<a id="xd20e1743" href=
+"#xd20e1743" name="xd20e1743">99</a>]</span>vooruitstekende onderkaak,
+en een walmend zwam in de hand.</p>
+<p>&bdquo;Vooruit, kom mee!&rdquo; zei iemand, aan Bensington&rsquo;s
+arm trekkend.</p>
+<p>De stille dageraad&mdash;er zongen daar geen vogels&mdash;was
+plotseling vervuld met een rumoerig geknapper; een klein, dof rood
+vlammetje lekte om de basis van den brandstapel, werd blauw toen het
+den grond raakte, en begon van blad tot blad tegen den stam van een
+reuzennetel op te klimmen. Een zangerig geluid vermengde zich met het
+geknapper...</p>
+<p>Zij grepen haastig hunne geweren uit den hoek van de woonkamer der
+Skinners, en toen holden allen weg. Cossar kwam achter hen aan met
+zware reuzenpassen...</p>
+<p>Nu stonden allen te kijken naar de Proef-Hoeve.</p>
+<p>Langzamerhand vatte alles vlam; de rook en de vlammen stortten naar
+buiten als een menigte in een paniek, uit deuren en vensters en uit
+duizend spleten en reten van het dak. Cossar wist wel hoe hij een
+vuurtje moest stoken! Een groote rookkolom waaruit bloedroode tongen en
+uitschietende vuurstralen te voorschijn kwamen, schoot op ten hemel.
+Het was alsof er een ontzaglijke reus plotseling opstond, zich uitrekte
+en op eens zijn reuzenarmen over den hemel uitspreidde. Het dompelde
+hen weder in het duister en verbleekte geheel den gloed der zon die er
+achter opging. Geheel Hickleybrow bemerkte spoedig den ontzaglijken
+rookkolom, en kwam aangeloopen naar den heuveltop, in allerlei vormen
+van d&eacute;shabill&eacute; om hen te zien terugkeeren. Achter hen,
+als een fantastische fungus<a class="noteref" id="xd20e1756src" href=
+"#xd20e1756" name="xd20e1756src">1</a> zwaaide en vervormde zich deze
+rookkolom, al hooger en hooger de lucht in&mdash;en deed <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e1759" href="#xd20e1759" name=
+"xd20e1759">100</a>]</span>de heuvelen laag lijken en alle andere
+voorwerpen klein, en op den voorgrond, aangevoerd door Cossar volgden
+de stichters van dezen brand, het pad, acht kleine donkere gestalten
+die moe, met het geweer op schouder, de weide doorkwamen.</p>
+<p>Toen Bensington omkeek, kwam er in zijn moede brein een welbekend
+gezegde op, en bleef daar hangen. Wat was het ook? &bdquo;Ge hebt
+vandaag ontstoken&mdash;? Ge hebt vandaag ontstoken?&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Toen herinnerde hij zich Latimer&rsquo;s woorden: &bdquo;wij hebben
+heden een licht ontstoken in Engeland, dat niemand ooit weder blusschen
+kan&mdash;&rdquo;</p>
+<p>W&agrave;t &rsquo;n man was die Cossar! Hij bewonderde zijn rug een
+tijdje en was er trotsch op, dien hoed vastgehouden te hebben. Trotsch!
+Hoewel hij een beroemd navorscher was en Cossar slechts aan toegepaste
+wetenschap deed.</p>
+<p>Plotseling begon hij te huiveren en vreeselijk te geeuwen en
+wenschte, dat hij warm ingestopt in zijn bed lag op zijn kleine
+bovenhuis, dat uitzag op Sloanestreet. Aan nicht Jeanne te denken ging
+heelemaal niet meer. Zijn beenen waren strengen katoen geworden, en
+zijn voeten van lood. Hij verwonderde er zich over of er iemand in
+Hickleybrow hun koffie zou kunnen verschaffen. Hij was gedurende drie
+en dertig jaren nooit een heelen nacht opgebleven.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main"><span class="corr" id="xd20e1771" title=
+"Bron: VIII">VII</span>.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">En terwijl deze acht avonturiers om de Proef-Hoeve
+ratten bevochten, kampte, negen mijlen ver weg, in het dorp Cheasing
+Eyebright, een oude juffrouw met een ontzettenden neus, met groote
+moeilijkheden bij het licht van een flakkerende kaars. Zij had een tang
+om sardinenblikjes open te breken in de eene knokkige <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e1776" href="#xd20e1776" name=
+"xd20e1776">101</a>]</span>hand, en in de andere hield zij een bus
+Herakleophorbia, die zij zei te willen openen, of te sterven in de
+poging. Zij spande zich onvermoeid in, terwijl door het uiterst dunne
+beschot de stem van het kleine kind der Caddles klaagde.
+&bdquo;&rsquo;t Arme schaap,&rdquo; zei juffrouw Skinner; en
+vervolgens, zich met haar eenigen tand in de lip bijtend in een extase
+van vastbeslotenheid, zei zij: &bdquo;Hier d&rsquo;r maar
+mee!&rdquo;</p>
+<p>En een oogenblik later, &bdquo;jap!&rdquo; en een nieuwe voorraad
+van het Voedsel der Goden werd vrijgelaten om zijn reuzengroeikracht de
+wereld in te slingeren.</p>
+<div class="figure xd20e1781width"><img src="images/o101.gif" alt=
+"Ornament" width="235" height="100"></div>
+<p><span class="pagenum">[<a id="xd20e1785" href="#xd20e1785" name=
+"xd20e1785">102</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div class="footnotes">
+<hr class="fnsep">
+<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id=
+"xd20e1756" href="#xd20e1756src" name="xd20e1756">1</a></span>
+Sponsachtige uitwas van het genus fungales.</p>
+</div>
+</div>
+<div id="ch1.4" class="div1"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h2 class="label">Hoofdstuk IV.</h2>
+<h2 class="main">De Reuzen-Kinderen.</h2>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">I.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Voor een tijd tenminste moet de zich steeds
+uitbreidende kring van de nog achtergebleven gevolgen op de Proef-Hoeve
+buiten ons verder verhaal blijven&mdash;bijvoorbeeld hoe nog een tijd
+lang een reuzengroei in fungus en paddestoel, in gras en onkruid
+voortwoekerde in dat wel verkoolde doch niet geheel uitgewischte
+centrum. Ook kunnen wij niet uitweiden over de geschiedenis van die
+twee kwijnende vrijsters, de twee overlevende hennen; hoeveel bekijks
+zij hadden en hoeveel verbazing zij verwekten, en hoe zij hunne verdere
+jaren doorbrachten in ei-looze beroemdheid. De lezer, die haakt naar
+verdere bijzonderheden omtrent deze dingen, verwijs ik naar de
+nieuwsbladen van dien tijd&mdash;naar de ruime, niet al te kieskeurige
+kolommen van den modernen boekstavenden Engel. Wij zullen ons verder
+bezighouden met den heer Bensington ten tijde van deze verontrustende
+dingen.</p>
+<p>Hij was dan naar Londen teruggekeerd, en bemerkte dat hij plotseling
+een zeer beroemd man was geworden. In &eacute;&eacute;n nacht was de
+geheele wereld ten zijnen opzichte veranderd. Iedereen begreep hem. Het
+leek wel alsof nicht Jeanne er alles van wist; de menschen op straat
+wisten er ook alles van: de <span class="pagenum">[<a id="xd20e1798"
+href="#xd20e1798" name="xd20e1798">103</a>]</span>bladen eveneens alles
+en n&ograve;g m&eacute;&eacute;r. Zeer zeker was het iets vreeselijks
+geweest nicht Jeanne onder de oogen te moeten komen, doch toen het
+voorbij was, was het bij slot van rekening toch niet zoo
+h&eacute;&eacute;l vreeselijk.</p>
+<p>Zelfs h&aacute;&aacute;r macht over feiten had grenzen; het was
+duidelijk, dat zij met zichzelve te rade was gegaan en het Voedsel
+aangenomen had als iets dat in de natuur der dingen lag. Ze nam een
+houding van snauwende plichtmatigheid aan. Het was duidelijk, dat zij
+er haar goedkeuring geenszins aan hechtte, doch zij verbood niets. Het
+is mogelijk dat Bensington&rsquo;s vlucht, zooals zij die moet hebben
+opgevat, haar vermurwd heeft, en het ergste wat zij deed, was hem met
+bittere volharding op te passen onder voorwendsel van een verkoudheid
+die de goede man niet gevat had, en van zijne vermoeidheid die hij
+reeds lang vergeten was, en hem een nieuw soort hygi&euml;nisch
+heel-wollen &bdquo;combination&rdquo; stel ondergoed te koopen dat even
+veel neiging vertoonde om gedeeltelijk binnenste buiten te keeren en
+gedeeltelijk niet, en waar hij, als afgetrokken mensch even moeilijk
+kon inkomen, als in gezelschapskringen. En nog een tijdlang, en voor
+zoover dit gemak hem ledigen tijd liet, ging hij voort een aandeel te
+nemen in de ontwikkeling van dit nieuwe element in de menschelijke
+geschiedenis, het Voedsel der Goden.</p>
+<p>De publieke opinie, die haar eigen, mysterieuze wetten van selectie
+volgde, had h&egrave;m uitgekozen als den eenigen verantwoordelijken
+uitvinder en bevorderaar van dit nieuwe wonder; zij wilde niets van
+Redwood weten, en zonder protest stond het Cossar toe zijn natuurlijke
+neiging te volgen en in een uiterst vruchtbare obscuriteit te
+verzinken. V&oacute;&oacute;r hij bemerkte waar dit alles heen wilde,
+stond hij, om zoo te zeggen, <span class="pagenum">[<a id="xd20e1804"
+href="#xd20e1804" name="xd20e1804">104</a>]</span>reeds stijf en
+ontleed op de schuttingen tentoongesteld. Zijn kaalhoofdigheid, zijn
+eigenaardige roode kleur en zijn gouden bril waren algemeen eigendom
+geworden. Vastberaden jonge mannen met groote, er-duur-uitziende
+camera&rsquo;s en een air alsof zij er het volste recht toe hadden,
+namen Bensington&rsquo;s verdieping in bezit gedurende korten, doch
+zeer vruchtbaren tijd, lieten er plotseling helle lichten in schijnen,
+die het huis nog dagen daarna met een dikken, ondragelijken stank
+vervulden, en gingen dan weder heen om de bladzijden der periodieken te
+vullen met hunne bewonderenswaardige kiekjes van den heer Bensington
+ten voeten uit, en te huis zittend in op &eacute;&eacute;n na zijn
+beste jasje en opengewerkte schoenen. Weer andere personen met
+<span class="corr" id="xd20e1806" title=
+"Bron: resolutie">resolute</span> manieren, van verschillende
+leeftijden en sexe, kwamen binnenvallen en verhaalden hem allerlei
+dingen over Bom-Voedsel&mdash;het was Punch, die het goed het eerst
+&bdquo;Bom-Voedsel&rdquo; noemde&mdash;en drukten later af wat zij
+gezegd hadden, als zijn eigen origineele bijdrage in het interview. Het
+geval werd Broadbeam, den populairen humorist, een ware bezetting. Hij
+rook weer iets dat hij niet begrijpen kon, en tobde zich af in pogingen
+om het geval door zijn moppen onbeduidend te doen schijnen. Men kon hem
+in societeiten vinden, een grooten onbeholpen man, met de sporen van
+zijn middernachtelijk werken bij een walmende olie-lamp op zijn
+ongezond bleek gelaat afgedrukt, aan iedereen dien hij maar te pakken
+kon krijgen, uitleggend: &bdquo;Die wetenschappelijke mannetjes weet
+je, hebben niet &rsquo;t minste gevoel van Humor. Dat is &rsquo;t. Deze
+wetenschap&mdash;vermoordt het.&rdquo; Zijne grappen op Bensington
+werden kwaadwillige lasterschriften.</p>
+<p>Een ondernemend agentschap in couranten-uitknipsels zond Bensington
+een lang artikel over hemzelven, geknipt uit een schelling&rsquo;s
+weekblad, genaamd &bdquo;Een <span class="pagenum">[<a id="xd20e1811"
+href="#xd20e1811" name="xd20e1811">105</a>]</span>nieuwe
+Terreur,&rdquo; en bood hem aan honderd van dezelfde artikelen te
+leveren voor een tientje; en twee buitengewoon bekoorlijke jonge dames,
+die hem geheel onbekend waren, bezochten hem, en bleven, tot de
+onzeggelijke verontwaardiging van nicht Jeanne, thee bij hem drinken,
+en zonden hem later hun verjaarsalbums om zijn handteekening in te
+zetten. Hij was er spoedig aan gewend zijn naam in &eacute;&eacute;n
+adem genoemd te zien met de meest onsamenhangende idee&euml;n in de
+publieke pers, en in de revues artikelen te ontdekken, handelend over
+Bom-Voedsel en hemzelven, en geschreven op de meest familiare wijze
+door lieden, waarvan hij nooit gehoord had. En welke verkeerde
+denkbeelden omtrent het aangename van beroemdheid hij ook moge gevoed
+hebben in de dagen toen hij nog onbekend was, deze werden zeer spoedig
+en voor altijd gebannen. In het begin&mdash;Broadbeam
+uitgenomen&mdash;was de toon der publieke opinie vrij van alle
+vijandelijkheid. Het leek het publiek niet anders dan een speelsgewijze
+geopperde mogelijkheid, dat er nog meer Herakleophorbia zou kunnen
+ontsnappen. En het scheen het publiek niet in te vallen, dat de
+groeiende kleine groep kinderen, die nu gevoed werden met het voedsel,
+binnen korten tijd meer &bdquo;&ograve;p&rdquo; zouden groeien dan de
+meesten van ons ooit groeien. Waar het publiek het meest plezier in
+had, waren Caricaturen van eminente politici &bdquo;na een kuur van
+Bom-Voedsel,&rdquo; het gebruikmaken van de Bom-Voedsel-idee op
+schuttingen, en zulke stichtelijke teekeningen als van de doode wespen
+die aan het vuur ontsnapt waren en van de nog overblijvende kippen.</p>
+<p>Verder dan dit keek het publiek liever niet, totdat er zeer ijverige
+pogingen gedaan werden om aller oogen te vestigen op de meer
+verwijderde gevolgen en zelfs to&egrave;n nog was de geestdrift om te
+handelen <span class="pagenum">[<a id="xd20e1815" href="#xd20e1815"
+name="xd20e1815">106</a>]</span>nog maar betrekkelijk bij het publiek.
+&bdquo;Er is altijd iets nieuws,&rdquo; zei het publiek&mdash;een
+publiek dat zoo overvoerd was van nieuwigheden, dat het zonder
+verbazing zoude aangehoord hebben, dat de aarde gespleten was, zooals
+men een appel doorsnijdt, en dat zou gezegd hebben: &bdquo;&rsquo;k Zou
+wel es willen weten wat &bdquo;ze&rdquo; hierna weer zullen
+beginnen.&rdquo;</p>
+<p>Doch er waren er een paar die buiten het publiek stonden, en die
+reeds verder zagen, en enkelen, schijnt het, werden angstig van wat zij
+daar zagen. Daar hadt je bijvoorbeeld de jonge Caterham, neef van den
+graaf van Penterstone, en een van de meestbelovende Engelsche politici,
+die, op gevaar af voor een leuteraar gehouden te worden, een lang
+artikel schreef in de &bdquo;Negentiende Eeuw en Daarna,&rdquo; om de
+algeheele onderdrukking van het Voedsel voor te stellen. En dan was er
+nog&mdash;in sommige stemmingen&mdash;Bensington zelf.</p>
+<p>&bdquo;Ze schijnen niet te begrijpen&mdash;&rdquo; zei hij tot
+Cossar.</p>
+<p>&bdquo;Nee, dat doen ze ook niet.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En doen wij dat wel? Soms, als ik er aan denk wat het zeggen
+wil&mdash;dit arme kind van Redwood&mdash;en, natuurlijk, jo&ugrave;w
+drie&mdash;misschien veertig voet groot!... Mogen we, bij slot van
+rekening er wel mee doorgaan?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Er mee doorgaan!&rdquo; riep Cossar uit, schokkend van plompe
+verbazing, en met hooger stem dan ooit. &bdquo;Nat&uacute;&uacute;rlijk
+ga je d&rsquo;r mee door! Waar denk je wel voor gemaakt te zijn? Om
+rond te slenteren tusschen je maaltijden?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ernstige gevolgen,&rdquo; gilde hij,
+&bdquo;nat&uacute;&uacute;rlijk! Enorm! Ligt voor de hand&mdash;Ligt
+voor de hand. M&rsquo;n goeie man, &rsquo;t is de eenige kans die je in
+je leven hebt op een ernstig gevolg! En nou wil je terug!&rdquo; Een
+oogenblik lang was hij sprakeloos van verontwaardiging. <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e1830" href="#xd20e1830" name=
+"xd20e1830">107</a>]</span>&rdquo;&rsquo;t Is sch&agrave;nde!&rdquo;
+zei hij eindelijk, en barstte nog eens n&agrave; los:
+&bdquo;Schande!&rdquo;</p>
+<p>Doch Bensington werkte nu in zijn laboratorium met meer emotie dan
+lust. Hij kon niet zeggen of hij ernstige gevolgen in zijn leven
+wenschte of niet; hij was een man met een kalmen smaak. Het was een
+wondere ontdekking, natuurlijk, zeer
+wonderbaarlijk&mdash;maar&mdash;Hij was reeds eigenaar geworden van
+verscheidene hectaren verschroeiden, te slechter-faam bekend staanden
+grond bij Hickleybrow, tegen een prijs van bijna &fnof;&nbsp;1000 per
+are, en soms was hij geneigd ook dit als z&ugrave;lk een ernstig gevolg
+van speculatieve chemie te beschouwen, als een man zonder eerzucht maar
+kon wenschen. Meer dan voldoening gevend, ja, veel meer dan voldoening
+gevend was de roem, dien hij bereikt had.&mdash;Doch de gewoonte van
+navorschen zat hem in het bloed...</p>
+<p>En soms, in sommige oogenblikken, zeldzaam voorkomende oogenblikken,
+voornamelijk in het laboratorium, vond hij nu en dan nog iets anders
+dan gewoonte en Cossar&rsquo;s argumenten om hem tot zijn werk aan te
+zetten. In dezen kleinen gebrilden man, die, met zijn opengewerkte
+schoenen om de pooten van zijn hooge kruk geslagen, zich hierop in
+evenwicht hield, met de hand op het pincet zijner gewichtjes, placht
+dan plotseling weder een lichtstraal van dat jeugd-visioen door te
+breken, een momenteele visie van het eeuwig ontkiemen van het zaad dat
+gezaaid was in zijn geest, en zag hij als het ware in de lucht, achter
+de grotesque gedaanten en voorvallen van het heden, de komende wereld
+van reuzen en al de machtige dingen die in de toekomst weggelegd
+waren&mdash;vaag en schitterend, als een glanzend paleis dat plotseling
+gezien wordt in een voorbijschietenden zonnestraal in de verte... En
+een oogenblik later was het <span class="pagenum">[<a id="xd20e1836"
+href="#xd20e1836" name="xd20e1836">108</a>]</span>hem weer alsof die
+voorbijgaande glorie zijn geest nooit beschenen had, en zag hij niets
+in de toekomst dan sombere schaduwen, onmetelijke hellingen en donkere
+diepten, onherbergzame wildernissen, koude, woeste en vreeselijke
+dingen.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">II.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Temidden van de ingewikkelde en verwarde
+gebeurtenissen, de schokken van de groote buitenwereld, die den heer
+Bensington zijn roem bezorgden, trad een schitterende, en actieve
+figuur weldra op den voorgrond&mdash;werd bijna, als het ware, een
+leider en heraut van deze dingen, die Bensington als buiten de zaak
+omgaand toeleken. Dit was dr. Winkles, die zelfbewuste jonge
+praktizeerende dokter, die reeds in dit verhaal ten tooneele gevoerd is
+als het middel waardoor het Redwood mogelijk werd het Voedsel zijnen
+zoon toe te dienen. Zelfs v&oacute;or het algemeen uitbreken der
+gevolgen in Hickleybrow, was het duidelijk, dat de geheimzinnige
+poeders die Redwood hem gegeven had, de levendige belangstelling van
+dezen heer hadden opgewekt, en zoodra de eerste wespen verschenen,
+bracht hij de dingen met elkaar in verband. Hij behoorde tot het soort
+van dokters, die in manieren, moraal, wijze van werken en voorkomen het
+best konden getypeerd worden met het woord &bdquo;opkomend.&rdquo; Hij
+was lang en blond, met een hard, waakzaam, pedant, aluminium-kleurig
+oog, haar als aangemengde kalk, regelmatige gelaatstrekken, met sterk
+ontwikkelde kaakspieren en vierkanten gladgeschoren kin, recht van lijf
+en leden en met flinken gang, vlug en zich op de hielen omdraaiend; hij
+droeg lange gekleede jassen, zwart-zijden dassen en eenvoudige gouden
+manchet- en <span class="pagenum">[<a id="xd20e1843" href="#xd20e1843"
+name="xd20e1843">109</a>]</span>boorden-knoopen en horloge-ketting, en
+zijn zijden hoeden hadden een bijzonderen vorm en rand die hem er
+verstandiger en beter dan iemand anders deden uitzien. Hij zag er even
+jong of oud uit als de eerste de beste volwassene. En na dit eerste
+wondervolle uitbreken, klampte hij zich aan Bensington en Redwood en
+het Voedsel der Goden met zulk een overtuigend air van eigenaarschap
+vast, dat Bensington, niettegenstaande het feit dat de pers het
+tegendeel verklaarde, soms geneigd was h&egrave;m als den
+oorspronkelijken uitvinder van de geheele zaak aan te zien.</p>
+<p>&bdquo;Deze kleine ongelukjes,&rdquo; zei Winkles, toen Bensington
+een toespeling maakte op de gevaren van verdere ontsnappingen,
+&bdquo;deze kleine ongelukjes hebben niets te beteekenen. Niets. De
+ontdekking is alles. Behoorlijk uitgewerkt, zorgvuldig behandeld,
+verstandig gecontroleerd, en we hebben iets heel gewichtigs gevonden in
+dit voedsel van &bdquo;&ograve;ns&rdquo;... Maar we moeten er een oogje
+op houden... We moeten het niet weer laten ontglippen, en&mdash;we
+moeten het er niet bij laten zitten.&rdquo;</p>
+<p>En dit was hij voorzeker niet van plan te doen. Hij kwam nu bijna
+elken dag bij Bensington. Als Bensington uit het raam keek, placht hij
+de uiterst-correcte equipage Sloane-street te zien af komen draven, en
+na een ongelooflijk korten tijd trad Winkles de kamer binnen met
+lichten, veerkrachtigen tred, en vervulde haar met gerucht, haalde het
+een of ander nieuwsblad uit den zak, voorzag Bensington van nieuws en
+maakte opmerkingen.</p>
+<p>&bdquo;Nou,&rdquo; placht hij te zeggen, zich in de handen wrijvend,
+&bdquo;en schieten we op?&rdquo; en bracht met deze woorden het gesprek
+erop.</p>
+<p>&bdquo;Zie je wel,&rdquo; zei hij bijvoorbeeld, &bdquo;dat die
+Caterham <span class="pagenum">[<a id="xd20e1853" href="#xd20e1853"
+name="xd20e1853">110</a>]</span>over ons goedje gesproken heeft op de
+Bijeenkomst van den Kerkelijken Bond?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Goeie hemel!&rdquo; zei Bensington, &bdquo;dat is &rsquo;n
+neef van den eersten minister, h&egrave;?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja,&rdquo; zei Winkles, &bdquo;een heel bekwame jonge
+man&mdash;werkelijk heel bekwaam. Zijn hoofd staat hem heelemaal
+verkeerd, weet je, verwoed reactionnair&mdash;maar op en top een
+handige vent, hoor. En &rsquo;t schijnt werkelijk alsof hij geld wil
+slaan uit ons goedje. Slaat een beslisten toon aan. Praat over
+&bdquo;ons&rdquo; voorstel om het te gebruiken op de lagere
+scholen&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ons voorstel om het te gebruiken op de lagere
+scholen!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja, onlangs zei ik daar zoo iets over&mdash;zoo
+terloops&mdash;praatje aan een Polytechnische. Probeerde &rsquo;t
+duidelijk te maken, dat &rsquo;t goedje werkelijk veel goed kon doen.
+Niet in &rsquo;t minst gevaarlijk, niettegenstaande die kleine
+ongelukjes. Die kunnen onmogelijk weer plaats hebben... Weet je,
+&rsquo;t z&oacute;&uacute; werkelijk goed zijn voor&mdash;Maar nu is
+hij er over aan &rsquo;t praten gegaan.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wat heb je dan gezegd?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Och, enkele voor de hand liggende onbeduidende dingen. Maar
+zooals je ziet&mdash;hij neemt het in vollen ernst op. Zegt dat er
+zonder dit ook al geld genoeg verknoeid wordt aan de openbare scholen.
+Vertelt weer de oude geschiedenissen over piano-lessen&mdash;weet je.
+Niemand, zegt hij, wil de kinderen uit het volk verhinderen een
+opvoeding te genieten, die overeenkomt met hun stand, maar door ze
+dergelijk voedsel te geven, zou je hun besef van verhoudingen absoluut
+vernietigen. Heeft &rsquo;t onderwerp nog verder uitgewerkt. Welk nut
+heeft het, zegt hij, arme lieden zes en dertig voet lang te maken? Hij
+gelooft werkelijk, zie je, dat ze zes en dertig voet lang zullen
+worden.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dat zouden ze ook,&rdquo; zei Bensington, &bdquo;als je ze
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e1870" href="#xd20e1870" name=
+"xd20e1870">111</a>]</span>ons voedsel geregeld gaf. Maar niemand heeft
+iets gezegd van&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Jawel, ik zei iets.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar m&rsquo;n beste Winkles&mdash;!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ze zullen natuurlijk n&ograve;g Grooter worden,&rdquo; viel
+Winkles hem in de rede, met een air van &bdquo;&rsquo;k weet er alles
+van,&rdquo; en verachtelijk over de onrijpe idee&euml;n van Bensington
+heenloopend. &bdquo;Ontegenzeggelijk Grooter. Maar luister eens naar
+wat hij zegt! Zal het hen gel&uacute;kkiger maken? Dat is de quaestie.
+Zullen ze meer eerbied hebben voor de over hen gestelde machten? Is het
+wel billijk tegenover de kinderen zelf?&rdquo; Grappig hoe bezorgd lui
+van zijn slag zijn voor de rechtvaardigheid&mdash;voor zoover het
+schikkingen in de toekomst betreft. Zelfs heden ten dage, zegt hij,
+bedragen de kosten van kleeding en voeding meer dan menig ouder voor
+zijn kinderen kan betalen, en als dit nieuwe wordt
+toegelaten!&mdash;He?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Je ziet dat hij mijn terloops gegeven wenk tot een positief
+voorstel maakt. En dan berekent hij verder hoeveel een broek zal kosten
+voor een groeienden jongen van twintig voet ongeveer. Alsof hij
+werkelijk geloofde&mdash;Honderd twintig gulden berekent hij, en dan is
+nog alleen maar de naaktheid van den jongen bedekt. Grappige kerel, die
+Caterham. Zoo concreet! En op den braven en hard-werkenden
+belastingbetaler zal &rsquo;t neerkomen, zegt hij. Hij zegt dat wij
+rekenschap hebben te houden met de Rechten der Ouders. Hier staat het
+allemaal. Twee kolommen. Ieder ouder heeft het recht zijne kinderen
+groot te brengen naar zijn eigen lengte...&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dan komt de quaestie van de inrichting der scholen, kosten
+van vergroote banken en lessenaars voor ons t&ograve;ch al t&egrave;
+zwaar belaste Rijksscholenbudget. En wat krijg je dan
+n&ograve;g?&mdash;een proletariaat van hongerige <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e1882" href="#xd20e1882" name=
+"xd20e1882">112</a>]</span>reuzen. En hij eindigt met een heel ernstige
+passage; hij zegt dat, zelfs al komt er niets van dat alle perken
+overschrijdende voorstel&mdash;ik greep &rsquo;t zoo maar uit de lucht,
+moet je weten en heelemaal verkeerd uitgelegd bovendien&mdash;van die
+scholen, dat dan de quaestie daar nog niet mee uit is. Dit is een
+eigenaardig voedsel, z&oacute;o eigenaardig, dat het bijna kwaadaardig
+lijkt. Het is roekeloos rondgestrooid&mdash;zoo zegt hij&mdash;en niets
+waarborgt, dat het niet nogmaals zal worden rondgestrooid. Als men er
+eenmaal van genomen heeft, is het gif, tenzij men er mee doorgaat.
+(&bdquo;Dat is het ook,&rdquo; zei Bensington). En om kort te gaan, hij
+stelt voor een &bdquo;Nationaal Genootschap ter Behoud van de Normale
+Verhoudingen der Dingen&rdquo; op te richten. Zot, he? En heel veel lui
+voelen er veel voor. Maar wat denken ze te do&egrave;n?&rdquo;</p>
+<p>Winkles haalde de schouders op en stak zijn handen uit. &bdquo;Een
+vereeniging vormen,&rdquo; zei hij, &bdquo;en lawaai maken. Ze willen
+het onwettig doen verklaren, dit Herakleophorbia te
+fabriceeren&mdash;of tenminste het algemeen bekend maken van het
+bestaan ervan. Ik heb er een beetje over geschreven naar dit en dat
+blad, om aan te toonen, dat Caterham&rsquo;s begrip van de zaak
+schromelijk overdreven is&mdash;schr&ograve;melijk overdreven, maar
+mijn geschrijf schijnt hem niet tegen te houden. Grappig, he, hoe de
+menschen er zich tegen gaan kanten. En de Nationale Matigheids-Bond
+heeft een afdeeling opgericht voor Matigheid in Groei.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hm,&rdquo; zei Bensington en streek zich over den neus.</p>
+<p>&bdquo;Na al wat er gebeurd is kan dat lawaai slecht uitblijven.
+Oppervlakkig beschouwd is de quaestie werkelijk
+wat&mdash;onrustbarend.&rdquo;</p>
+<p>Winkles liep een tijdje de kamer op en neer, aarzelde en
+vertrok.</p>
+<p>Het was duidelijk, dat hij iets verborgen hield, iets <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e1895" href="#xd20e1895" name=
+"xd20e1895">113</a>]</span>dat op twee manieren van belang voor hem was
+en dat hij nog niet wenschte te laten zien. Op zekeren dag toen Redwood
+en Bensington samen op Bensington&rsquo;s kamers zaten, liet hij even
+doorschemeren wat het was, dat hij in reserve hield.</p>
+<p>&bdquo;Hoe staan de zaken?&rdquo; zei hij, zich in de handen
+wrijvend.</p>
+<p>&bdquo;Wij zijn bezig een soort van rapport samen te
+stellen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Voor het Koninklijk Genootschap?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Juist.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hm,&rdquo; zei Winkles, heel gewichtig doend, en ging naar
+het haardkleed. &bdquo;Hm. Maar&mdash;De quaestie is maar, mag je dat
+wel doen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Mogen we&mdash;wat?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Mag je dat wel publiek maken?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wij leven niet meer in de middeleeuwen,&rdquo; zei
+Redwood.</p>
+<p>&bdquo;Dat weet ik wel.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zooals Cossar zegt, &bdquo;kennis ruilen,&rdquo;&mdash;dat is
+de ware wetenschappelijke methode.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;In de meeste gevallen wel, ja. Maar&mdash;Dit is een
+exceptioneel geval.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wij zullen het Koninklijk Genootschap de geheele zaak
+behoorlijk voorleggen,&rdquo; zei Redwood.</p>
+<p>Winkles kwam bij een latere gelegenheid hier op terug.</p>
+<p>&bdquo;In veel opzichten is &rsquo;t een merkwaardige
+uitvinding.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dat verandert niets aan de zaak,&rdquo; zei Redwood.</p>
+<p>&bdquo;Maar dit is een soort van wetenschap die heel licht
+aanleiding kan geven tot ernstige misbruiken,&mdash;&bdquo;tot ernstige
+gevaren,&rdquo;&mdash;zooals Caterham het uitdrukt.&rdquo;</p>
+<p>Redwood zei niets.</p>
+<p>&bdquo;Zelfs achteloosheid, weet je&mdash;Als we een commissie van
+betrouwbare lieden vormden om het vervaardigen <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e1934" href="#xd20e1934" name=
+"xd20e1934">114</a>]</span>van Bomvoedsel, Herakleophorbia bedoel ik,
+te controleeren&mdash;zouden we kunnen&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Hij zweeg, en Redwood, met een heimelijk onaangenaam gevoel, deed
+alsof hij de vraag in Winkles&rsquo; woorden niet opmerkte.</p>
+<p>Buiten de vertrekken van Redwood en Bensington werd Winkles,
+niettegenstaande de onvolledigheid van zijn kennis ervan, een leidend
+autoriteit op het gebied van Bomvoedsel. Hij schreef brieven waarin hij
+het gebruik ervan verdedigde; hij schreef korte stukjes en artikelen
+waarin hij het nut ervan verklaarde; hij sprong op oogenblikken dat het
+heelemaal niet te pas kwam op in de vergaderingen der wetenschappelijke
+en medische genootschappen om erover te praten; hij vereenzelvigde er
+zich mede. Hij gaf een pamflet uit, getiteld &bdquo;De waarheid omtrent
+Bomvoedsel,&rdquo; waarin hij het geheele voorval te Hickleybrow
+nagenoeg tot niets reduceerde. Hij zei, dat het onzinnig was te zeggen
+dat Bomvoedsel de menschen zeven en dertig voet lang zou maken. Het
+&bdquo;lag voor de hand,&rdquo; dat dit overdrijving was. Natuurlijk
+zou het hen Grooter maken, maar meer niet...</p>
+<p>In dat intieme kringetje van twee zag men maar al te duidelijk, dat
+Winkles dolgraag wilde helpen bij het maken van Herakleophorbia, en
+helpen bij het corrigeeren van de proeven van het een of ander artikel
+dat voorbereid werd over dit onderwerp, ja alles te doen waaruit hij de
+bizonderheden van het vervaardigen van Herakleophorbia kon te weten
+komen. Voortdurend vertelde hij hen beiden, dat hij voelde, dat het
+&bdquo;een Groot Ding&rdquo; was, en dat er enorme mogelijkheden in
+verscholen lagen. Als ze maar eerst op de een of andere manier
+ongestoord hun gang konden gaan. En eindelijk vroeg hij op zekeren dag
+ronduit, of ze hem niet zeggen konden hoe het gemaakt werd.
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e1942" href="#xd20e1942" name=
+"xd20e1942">115</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Ik heb nog es nagedacht over wat je zei,&rdquo; zeide
+Redwood.</p>
+<p>&bdquo;Nu, en?&rdquo; zei Winkles, plotseling oplevend.</p>
+<p>&bdquo;Het is een soort van kennis die heel licht aanleiding zou
+kunnen geven tot ernstige misbruiken.&rdquo; zei Redwood.</p>
+<p>&bdquo;Maar ik zie niet in waar dat op slaat,&rdquo; zei
+Winkles.</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;t Is t&ograve;ch zoo,&rdquo; zei Redwood.</p>
+<p>Winkles dacht er een paar dagen over na. Toen kwam hij bij Redwood
+en zei dat hij er aan twijfelde of hij aan Redwood&rsquo;s kleinen
+jongen wel langer poeders mocht geven, waarvan hij niets wist; het leek
+hem toe erg veel te hebben van lichtvaardig verantwoordelijkheid op
+zich te nemen. Dit stemde Redwood tot nadenken.</p>
+<p>&bdquo;Heb je gezien, dat de &bdquo;Vereeniging tot Algeheele
+Onderdrukking van Bomvoedsel&rdquo; al verscheidene duizenden leden
+telt?&rdquo; zei Winkles van het onderwerp afstappend.</p>
+<p>&bdquo;Ze hebben een petitie op touw gezet,&rdquo; zei Winkles.
+&bdquo;En de jonge Caterham zal haar de Kamer voorleggen. &rsquo;t Gaat
+meenens worden, hoor. Zij zijn bezig plaatselijke comit&eacute;&rsquo;s
+te vormen om invloed te oefenen bij verkiezingen. Zij wenschen het
+vervaardigen en het in voorraad hebben van Herakleophorbia zonder
+speciale vergunning, strafbaar te stellen, en het toedienen van
+Bomvoedsel&mdash;zoo noemen ze het&mdash;aan eenig persoon onder de
+eenentwintig, als landverraad aan te merken, met gevangenisstraf zonder
+boete. Maar er zijn nog andere vereenigingen weet je. De
+&bdquo;Vereeniging tot Behoud van de Oude Lichaamsgrootte&rdquo; wil
+den heer Frederic Harrison in den raad zien te krijgen, zeggen ze. Je
+weet dat hij er een verhandeling over geschreven heeft; hij zegt dat
+het absoluut niet harmonieert met die Openbaring van het Menschelijk
+Geslacht die gevonden <span class="pagenum">[<a id="xd20e1960" href=
+"#xd20e1960" name="xd20e1960">116</a>]</span>wordt in de leeringen van
+Comte. Dat het iets is, dat zelfs de achttiende eeuw in hare ergste
+tijden niet zou hebben k&uacute;nnen voortbrengen. De gedachte aan dit
+Voedsel is nooit in het hoofd van Comte opgekomen&mdash;wat wel een
+bewijs is, dat het werkelijk uit den booze is. Niemand, zegt hij, die
+Comte werkelijk heeft begrepen...&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar je wilt toch niet zeggen&mdash;&rdquo; zei Redwood, die
+van schrik over zijn verachting voor Winkles heenraakte.</p>
+<p>&bdquo;Nou, ze zullen dat nu allemaal wel niet doen,&rdquo; zei
+Winkles. &bdquo;Maar de publieke opinie is nu eenmaal de publieke
+opinie, en stemmen zijn stemmen. Iedereen kan wel zien dat jullie een
+lastig ding in de wereld geschopt hebt. En het menschelijk instinct
+stelt zich onmiddellijk tegenover dingen die de rust verstoren.</p>
+<p>&bdquo;Niemand schijnt te gelooven in Caterham&rsquo;s denkbeeld van
+menschen van zeven en dertig voet lang, die geen kerk of vergaderlokaal
+kunnen binnenkomen, of eenig andere maatschappelijke of menschelijke
+inrichting. Maar toch zijn ze er niet zoo heel gerust op. Ze zien wel
+dat dit iets is,&mdash;iets dat meer is dan een gewone
+ontdekking&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dat zit er in iedere ontdekking,&rdquo; zei Redwood.</p>
+<p>&bdquo;Hoe dan ook, ze worden&mdash;schichtig. Caterham zeurt maar
+steeds over wat er gebeuren k&agrave;n, als het weer losbreekt. Ik
+herhaal telkens en telkens weer dat het dat niet z&agrave;l, en dat
+&rsquo;t dat niet k&agrave;n. Maar&mdash;je staat er voor!&rdquo;</p>
+<p>En hij liep een tijd lang lawaai&euml;rig in de kamer op en neer,
+alsof hij het onderwerp van het geheim weder wilde op de proppen
+brengen, bedacht zich en ging heen.</p>
+<p>De beide geleerden keken elkaar aan. Een tijdlang spraken alleen
+hunne oogen.</p>
+<p>&bdquo;In het ergste geval,&rdquo; zei Redwood, met gemaakt-kalme
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e1979" href="#xd20e1979" name=
+"xd20e1979">117</a>]</span>stem, &bdquo;zal ik het Voedsel mijn kleinen
+Teddy eigenhandig toedienen.&rdquo;</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">III.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Slechts enkele dagen na dit gesprek, sloeg Redwood,
+zijn courant open en zag, dat de Eerste Minister een &bdquo;Koninklijke
+Commissie ter onderzoek van Bom-Voedsel&rdquo; had toegezegd. Dit deed
+hem, met de courant in de hand, naar Bensington&rsquo;s kamer
+snellen.</p>
+<p>&bdquo;Ik geloof, dat Winkles de zaak aan het bederven is. Hij maakt
+het Caterham gemakkelijk. Hij praat er al maar over en wat het nog
+uitwerken zal, en jaagt de menschen vrees aan. Als hij zoo doorgaat,
+geloof ik vast dat hij onze navorschingen onmogelijk zal maken. Zelfs
+zoo als de zaken nu staan&mdash;met dit gedoe over mijn kleinen
+jongen&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Bensington zei dat hij wenschte dat Winkles er mede ophield.</p>
+<p>&bdquo;Heb je wel opgemerkt, dat hij de gewoonte heeft aangenomen
+het Bomvoedsel te noemen. Ik mag dien naam niet,&rdquo; zei Bensington,
+over zijn bril heenkijkend.</p>
+<p>&bdquo;Maar &rsquo;t drukt precies uit wat &rsquo;t is&mdash;voor
+Winkles.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Waarom blijft hij er zich toch zoo voor interesseeren. Hij is
+de uitvinder toch niet!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja, ik begrijp &rsquo;t ook niet,&rdquo; zeide Redwood.
+&bdquo;Maar al is hij de uitvinder niet, iedereen is toch mooi op weg
+te denken, dat hij &rsquo;t wel is. Niet dat &rsquo;t er
+v&eacute;&eacute;l op aankomt, hoor!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar als deze domme, belachelijke
+agitatie&mdash;eens&mdash;ernstig wordt,&rdquo; begon Bensington.</p>
+<p>&bdquo;Mijn kleine jongen kan er niet meer buiten,&rdquo; zei
+Redwood. &bdquo;Ik zie niet in wat me &agrave;nders te doen staat. In
+&rsquo;t ergste geval&mdash;&rdquo; <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e2002" href="#xd20e2002" name="xd20e2002">118</a>]</span></p>
+<p>Een licht bonzend geluid duidde de komst van Winkles aan. Hij stond
+plotseling midden in de kamer, zich in de handen wrijvend.</p>
+<p>&bdquo;Ik zag graag, dat je in &rsquo;t vervolg aanklopte,&rdquo;
+zei Bensington, kwaadaardig over de gouden randen van zijn bril
+kijkend.</p>
+<p>Winkles putte zich uit in excuses. Toen wendde hij zich tot Redwood.
+&bdquo;Goed dat je hier bent,&rdquo; begon hij, &bdquo;de quaestie
+is&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Heb je gelezen van die Koninklijke Commissie?&rdquo; viel
+Redwood hem in de rede.</p>
+<p>&bdquo;Ja,&rdquo; zei Winkles, van zijn stuk gebracht.
+&bdquo;Ja.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wat is jouw opinie daarover?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Uitstekend iets,&rdquo; zei Winkles. &bdquo;Mo&egrave;t een
+eind maken aan al dit lawaai. Licht laten schijnen over de geheele
+zaak. Caterham zijn mond snoeren. Maar daarom ben ik niet hierheen
+gekomen, Redwood. De quaestie is&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik moet zeggen, dat ik niet erg &ograve;p heb met die
+Koninklijke Commissie,&rdquo; zei Bensington.</p>
+<p>&bdquo;Ik kan je verzekeren, dat d&agrave;t zaakje in orde is, hoor.
+Ik kan je wel zeggen&mdash;ik geloof niet dat &rsquo;t een misbruik van
+vertrouwen is&mdash;dat ik er hoogst waarschijnlijk zitting in zal
+nemen&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;H&rsquo;m,&rdquo; zei Redwood, in het vuur starend.</p>
+<p>&bdquo;Ik zal dat zaakje wel in orde brengen. Ik kan het in de
+eerste plaats volkomen duidelijk maken, dat het goedje zeer wel in
+bedwang te houden is, en ten tweede, dat er wel een wonder zou moeten
+gebeuren als die quaestie te Hickleybrow nog eens voor zou vallen. Dat
+is wat ze noodig hebben, een verzekering van iemand die het weten kan.
+Natuurlijk zou ik met meer zelfvertrouwen kunnen spreken als ik
+wist&mdash;Maar dat zeg ik maar zoo, hoor. En nu dat ik toch hier ben,
+wou ik je meteen wel even raadplegen in <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e2026" href="#xd20e2026" name="xd20e2026">119</a>]</span>een ander
+zaakje. Ahem. De quaestie is&mdash;nu&mdash;Ik verkeer in een kleine
+moeilijkheid en jij kunt me daaruit helpen.&rdquo;</p>
+<p>Redwood trok de wenkbrauwen op, en was heimelijk verheugd.</p>
+<p>&bdquo;De quaestie is&mdash;zeer confidentieel.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ga voort,&rdquo; zei Redwood. &bdquo;Je kunt op me
+vertrouwen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Nu dan, onlangs is er een kind onder mijn behandeling
+gesteld&mdash;het kind van&mdash;van een Verheven Personage.&rdquo;</p>
+<p>Winkles kuchte.</p>
+<p>&bdquo;Nou, nou, je raakt mooi op weg,&rdquo; zei Redwood.</p>
+<p>&bdquo;Ik moet bekennen, dat het grootendeels te danken is aan jouw
+poeders&mdash;en de reputatie van mijn succes met je kleine
+jongen&mdash;&rsquo;t Is waar, ik kan het niet verhelen, de publieke
+opinie is erg tegen het gebruik ervan. En toch merk ik, dat onder de
+meer intellectueele&mdash;Je moet niet te hard van stapel loopen met
+dergelijke dingen&mdash;langzaam aan. En toch, in het geval van Hare
+Doorluchtig&mdash;ik bedoel dit nieuwe patientje van mij. Feitelijk
+kwam het voorstel van haar vader, of ik zou nooit&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Het kwam Redwood voor dat hij niet goed wist, hoe zich te
+houden.</p>
+<p>&bdquo;Ik dacht dat je er aan twijfelde of het wel raadzaam was deze
+poeders te gebruiken,&rdquo; zei Redwood.</p>
+<p>&bdquo;O, die twijfel was van voorbijgaanden aard.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Je bent toch niet van plan er mee uit te
+scheiden&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wat jouw kleine jongen betreft? Beslist niet!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Voor zoover ik er kijk op heb, zou ik &rsquo;t tenminste als
+moord beschouwen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Nee, en voor de wereld zou &rsquo;t &oacute;&oacute;k niet
+gaan er mee op te houden.&rdquo; <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e2058" href="#xd20e2058" name="xd20e2058">120</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Je zult de poeders hebben, hoor,&rdquo; zei Redwood.</p>
+<p>&bdquo;Je zoudt me zeker niet kunnen zeggen&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Nee, nee,&rdquo; zei Redwood. &bdquo;Er bestaat geen recept.
+Vergeef mij m&rsquo;n openhartigheid, Winkles, maar probeer &rsquo;t
+maar niet uit me te krijgen. Ik zelf zal je de poeders
+maken.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Misschien nog w&egrave;l zoo goed,&rdquo; zei Winkles, na
+Redwood een oogenblik strak te hebben aangekeken&mdash;&bdquo;misschien
+nog w&egrave;l zoo goed.&rdquo; En vervolgens: &bdquo;ik kan je
+verzekeren dat ik er absoluut niets tegen heb.&rdquo;</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">IV.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Toen Winkles weg was, kwam Bensington op het
+haardkleed staan en zag op Redwood neer.</p>
+<p>&bdquo;Hare Doorluchtigheid!&rdquo; merkte hij op.</p>
+<p>&bdquo;Hare Doorluchtigheid!&rdquo; zei Redwood.</p>
+<p>&bdquo;Het is de prinses van Weser Dreiburg!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Niet verder dan een nicht in den derden graad.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Redwood!&rdquo; zei Bensington, &bdquo;&rsquo;t is natuurlijk
+gek dat ik &rsquo;t zeg, maar&mdash;geloof je dat Winkles &rsquo;t
+begrijpt?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wat?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;W&agrave;t het is dat wij gemaakt hebben.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zou hij werkelijk begrijpen,&rdquo; zei Bensington, zijn stem
+latende dalen, en zijn blik op de deur gericht houdend, &bdquo;dat in
+de Familie&mdash;de Familie van zijn nieuwe patiente&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ga door,&rdquo; zei Redwood.</p>
+<p>&bdquo;Die altijd een beetje onder&mdash;onder&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;De middelbare lengte?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Juist. En zoo bijzonder tactvol onberoemd als hij is op elk
+mogelijk gebied, gaat hij nu een koninklijk personage te voorschijn
+brengen&mdash;een te langzaam <span class="pagenum">[<a id="xd20e2097"
+href="#xd20e2097" name="xd20e2097">121</a>]</span>groeiend koninklijk
+personage&mdash;van di&egrave; grootte. Weet je, Redwood, ik ben er
+niet zeker van of er niet iets bijna&mdash;verraderlijks in
+schuilt....&rdquo;</p>
+<p>Hij wendde zijn oogen van de deur naar Redwood.</p>
+<p>Redwood maakte een gebaar&mdash;met gestrekten wijsvinger&mdash;in
+de richting van het vuur. &bdquo;Bij den hemel!&rdquo; zei hij,
+&bdquo;hij weet &rsquo;t n&iacute;&eacute;t!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Die man,&rdquo; zei hij, &bdquo;weet ni&egrave;ts. Dat was
+reeds zijn meest tergende eigenschap als student. Letterlijk niets. Hij
+kwam door al zijn examens, hij had al zijn feiten bij elkaar&mdash;en
+hij had evenveel kennis als een draaiende boekenplank waarop de
+&bdquo;Times Encyclopedie&rdquo; staat. En n&ugrave; weet hij nog
+evenmin iets. Hij is Winkles en niet in staat om werkelijk iets in zich
+op te nemen en te verwerken, wat niet in onmiddellijk verband staat met
+zijn oppervlakkig, pedant eigen-ik. Alle verbeeldingskracht ontbreekt
+hem en als een gevolg daarvan, is hij ongeschikt voor kennis. Niemand
+kan zonder juist di&egrave; ongeschiktheid, door zooveel examens komen,
+en zoo goed gekleed gaan, en zooveel succes hebben als dokter. Dat is
+de geheele quaestie. En niettegenstaande alles wat men hem verteld, en
+wat hij gehoord en gezien heeft, heeft hij n&ograve;g geen vaag begrip
+van wat hij aan den gang gebracht heeft. Hij heeft een goed zaakje aan
+de hand, dat hij opkweekt met Bomvoedsel, en de een of ander heeft hem
+die koninklijke baby in handen gespeeld. En het feit, dat Weser
+Dreiburg over eenigen tijd zal staan voor het reuzen-probleem van een
+dertig en idem zooveel voet lange prinses, is niet alleen niet in zijn
+hoofd opgekomen, maar k&ograve;n het ook niet&mdash;k&ograve;n het ook
+niet.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;t Zal een ontzettende herrie geven,&rdquo; zei
+Bensington.</p>
+<p>&bdquo;Ja, binnen een jaar of zoo al.&rdquo; <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e2109" href="#xd20e2109" name=
+"xd20e2109">122</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Zoodra ze zien dat het kind al maar blijft
+d&oacute;&oacute;rgroeien.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Tenzij zij, zooals dat doorgaans in dergelijke kringen gedaan
+wordt, &rsquo;t doodzwijgen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;t Is anders wel wat v&eacute;&eacute;l om stil te
+houden.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja, nog al!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;t Zal me benieuwen wat ze zullen doen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zij d&ograve;&egrave;n nooit iets&mdash;Koninklijke
+tact.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar ze moeten toch i&egrave;ts doen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Misschien dat zij dat wel zullen doen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;O, Heer, ja.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zij zullen haar achterbaks houden. Dat is meer
+gebeurd.&rdquo;</p>
+<p>Redwood barstte in een onbedaarlijk gelach uit.</p>
+<p>&bdquo;Het overtollige koningskind&mdash;de niet te stuiten baby met
+het IJzeren Masker!&rdquo; zei hij.</p>
+<p>&bdquo;Ze zullen haar in den hoogsten toren van het oude kasteel
+Weser Dreiburg moeten zetten, en gaten in de plafonds maken, naarmate
+zij van verdieping tot verdieping groeit!&rdquo;...</p>
+<p>&bdquo;Nu, ik verkeer in &rsquo;t zelfde geval. En Cossar en zijn
+drie jongens net zoo. En&mdash;nu ja.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;n Ontzettende herrie zal dat geven,&rdquo; herhaalde
+Bensington, niet mede lachend. &bdquo;Ontzettend.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik vertrouw dat je de quaestie goed overdacht hebt, Redwood.
+Maar weet je zeker dat &rsquo;t niet wijzer zoude zijn Winkles te
+waarschuwen, jouw kleine jongen er langzamerhand zien af te
+brengen&mdash;en&mdash;ons te vergenoegen met de Theoretische
+Overwinning die we behaald hebben?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik wou waar&agrave;chtig dat je eens een half uur doorbracht
+in mijn kinderkamer als het Voedsel een beetje laat is,&rdquo; zei
+Redwood, met een ongeduldigen klank in zijn stem, &bdquo;dan zou je wel
+anders praten, Bensington. Bovendien&mdash;stel je voor, Winkles
+waarschuwen!... <span class="pagenum">[<a id="xd20e2146" href=
+"#xd20e2146" name="xd20e2146">123</a>]</span>Nee hoor! De opkomende
+vloed van deze quaestie heeft ons onverhoeds overvallen en of we bang
+zijn of niet&mdash;we zullen mo&egrave;ten zwemmen!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja, daar zal wel niet anders opzitten,&rdquo; zei Bensington,
+naar zijn teenen starend. &bdquo;Ja, we moeten zwemmen. En jouw jongen
+zal moeten zwemmen en Cossar&rsquo;s jongens&mdash;hij heeft het aan
+alle drie gegeven. Niets halfs in Cossar&mdash;alles of niets. En Haar
+Doorluchtigheid. En al het verdere. Wij gaan voort met het Voedsel te
+maken.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Cossar ook. Wij zijn pas in den dageraad van het begin,
+Redwood. Het is duidelijk, dat er allerlei dingen volgen zullen.
+Monsterachtig groote dingen. Maar ik kan me ze niet goed voorstellen,
+Redwood. Behalve&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Hij keek vorschend naar zijn nagels. Toen keek hij Redwood aan met
+zachte oogen door zijn bril.</p>
+<p>&bdquo;Ik geloof half en half,&rdquo; waagde hij te zeggen,
+&bdquo;dat Caterham gelijk heeft. Soms. Het zal w&egrave;rkelijk de
+normale afmetingen der dingen omverwerpen. Het zal in de plaats komen
+van&mdash;Ja, wat zal het niet verplaatsen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wat het ook doet,&rdquo; zei Redwood, &bdquo;mijn kleine
+jongen moet het Voedsel hebben.&rdquo;</p>
+<p>Zij hoorden iemand vlug tegen de trap optuimelen. Toen stak Cossar
+zijn hoofd om de deur. &bdquo;Hallo!&rdquo; zei hij, toen hij hun
+gelaatsuitdrukking zag en binnenkomend: &bdquo;Wel?&rdquo;</p>
+<p>Zij vertelden hem de quaestie met de prinses.</p>
+<p>&bdquo;Moeilijk geval?&rdquo; merkte hij op. &bdquo;Geen quaestie
+van. Zij zal groeien, jouw jongen zal groeien. Al de anderen waaraan je
+&rsquo;t gaf, zullen groeien. Alles. En hard ook. Waar steekt het
+moeilijke van de zaak? Alles in orde, hoor. Een kind kan je dat
+zeggen.... Waar zit de moeilijkheid?&rdquo; <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e2164" href="#xd20e2164" name=
+"xd20e2164">124</a>]</span></p>
+<p>Zij trachtten hem dat duidelijk te maken.</p>
+<p>&bdquo;Er niet mee doorgaan!&rdquo; gilde hij bijna.
+&bdquo;Maar&mdash;! Jullie staat machteloos. Daar ben jelui voor op de
+wereld. Daar is Winkles voor. Alles in orde, hoor! Heb me dikwijls
+verwonderd waar Winkles eigenlijk voor was. N&ugrave; ligt &rsquo;t
+voor de hand. Herrie. Nat&uacute;&uacute;rlijk. Dingen in de war
+brengen? Zal &agrave;lles in de war brengen. En eindelijk zal het
+&agrave;lle menschelijke aangelegenheden omverwerpen. Helder als de
+dag, niet waar! Ze zullen probeeren &rsquo;t tegen te houden, maar ze
+zijn er te laat bij. Dat zijn ze meestal. Jullie gaat er mee door en
+verspreidt er zoo veel van als je maar kunt. Dank God dat hij je ergens
+voor gebruiken wil!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar de strijd die er uit volgen moet!&rdquo; zei Bensington,
+&bdquo;de spanning! Ik weet niet of je je wel een denkbeeld gevormd
+hebt&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Jij behoorde de een of andere stronk groente geweest te zijn,
+Bensington,&rdquo; zei Cossar&mdash;&bdquo;dat moest je. Iets dat
+groeide op een kunstrotsje in &rsquo;n tuin. Daar zit je nu,
+wonderbaarlijk geformeerd, en jij denkt dat &rsquo;t eenige waar je
+voor op aarde bent, is om hier en daar wat om te hangen en je malen te
+gebruiken. Denk je dat deze wereld gemaakt is voor ouwe wijven om wat
+in te luiwammissen? Maar hoe dan ook, jelui staat er machteloos
+tegenover&mdash;je mo&egrave;t er wel mede doorgaan.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik vertrouw &rsquo;t ook,&rdquo; zei Redwood.
+&bdquo;Langzaam.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Neen!&rdquo; zei Cossar, met een geweldigen kreet.
+&bdquo;Neen! Maak er zooveel van als je kunt en zoo vlug je maar kunt.
+Strooi het overall&rdquo;</p>
+<p>Hij werd ge&iuml;nspireerd tot een vlaag van geestigheid. Hij
+parodieerde een van Redwood&rsquo;s kromme lijnen met een breeden zwaai
+omhoog van zijn arm. &bdquo;Redwood!&rdquo; zei hij, om zijn beweging
+duidelijker te maken, &bdquo;maak het Zoo!&rdquo; <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e2180" href="#xd20e2180" name=
+"xd20e2180">125</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">V.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Er schijnt een lengte-grens te zijn voor moedertrots,
+en deze werd in mevrouw Redwood&rsquo;s geval bereikt, toen haar spruit
+de zesde maand van zijn aardsch bestaan volbracht, zijn uiterst soliede
+bassinet-kinderwagen in elkaar deed zakken, en thuis gebracht werd op
+den melkwagen. De jonge Redwood woog te dien tijde vijf en negentig en
+een half pond, mat acht en veertig duim in de lengte en kon ongeveer
+zestig pond opbeuren. Hij werd naar de kinderkamer boven gedragen door
+de keukenmeid en de werkmeid. Na deze gebeurtenis was ontdekking nog
+slechts een quaestie van dagen. Op zekeren middag kwam Redwood uit zijn
+laboratorium thuis en vond zijn ongelukkige vrouw verdiept in de
+boeiende bladzijden van &bdquo;Het Machtige Atoom,&rdquo;<a class=
+"noteref" id="xd20e2186src" href="#xd20e2186" name="xd20e2186src">1</a>
+en toen zij hem zag, legde zij haar boek terzijde, liep driftig op hem
+toe en barstte in tranen uit, terwijl zij tegen zijn schouder
+leunde.</p>
+<p>&bdquo;Zeg mij toch wat je aan hem gedaan hebt,&rdquo; klaagde zij.
+&bdquo;Zeg me toch wat je gedaan hebt.&rdquo;</p>
+<p>Redwood vatte haar hand, en leidde haar naar de sofa, terwijl hij
+nadacht hoe hij zich het best verdedigen kon.</p>
+<p>&bdquo;O, &rsquo;t is niets, lieve,&rdquo; zei hij; &bdquo;&rsquo;t
+is niets hoor. Je bent alleen wat overspannen. &rsquo;t Komt door dien
+goedkoopen kinderwagen. Ik heb een man, die altijd achter een
+ziekenstoel loopt, besteld om morgen hier te komen met iets
+stevigers.&rdquo;</p>
+<p>Mevrouw Redwood keek hem door haar tranen heen aan over de punt van
+haar zakdoek.</p>
+<p>&bdquo;Een baby in een ziekenstoel?&rdquo; snikte zij.</p>
+<p>&bdquo;Nu, waarom niet?&rdquo; <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e2201" href="#xd20e2201" name="xd20e2201">126</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Dan is het net of hij kreupel is.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Als een jonge reus, lieve, en je hoeft je heusch niet over
+hem te schamen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Je hebt iets aan hem gedaan, Dandy,&rdquo; zei zij. &bdquo;Ik
+kan het aan je gezicht zien.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Nu, in ieder geval heeft hij toch niet opgehouden te
+groeien,&rdquo; zei Redwood harteloos.</p>
+<p>&bdquo;Ik wist het wel,&rdquo; zei mevrouw Redwood en frommelde haar
+zakdoek tot een bal in haar eene hand. Zij keek hem plotseling streng
+aan. &bdquo;Wat heb je aan ons kind gedaan?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wat is er dan met hem?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hij is zoo groot. &rsquo;t Is een monster.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Onzin. Hij is zoo recht van lijf en leden en zoo gladjes als
+je maar wenschen kunt. Wat is er dan met hem?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zie dan toch eens hoe groot hij is.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;O, dat is volkomen in orde. Kijk liever eens om je heen naar
+die kleine, sukkelende kinderen van anderen. Hij is de flinkste
+baby&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hij is t&egrave; flink,&rdquo; zei mevrouw Redwood.</p>
+<p>&bdquo;Dat gaat zoo niet door,&rdquo; zei Redwood geruststellend,
+&bdquo;&rsquo;t is zoo maar een groeischeut.&rdquo;</p>
+<p>Maar hij wist zeer goed, dat het w&egrave;l zou doorgaan. En dat
+deed het dan ook. Toen deze baby een jaar oud was, waggelde hij heen en
+weer, juist een duim onder de vijf voet lang, en woog honderd vijftien
+pond; hij was inderdaad even groot als een cherubin in de Sint Pieters
+&bdquo;in Vaticano&rdquo;, en zijn speelsche greep naar het haar en de
+gelaatstrekken der bezoekers werd het onderwerp van den dag in
+West-Kensington. Zij hadden een invalide-stoel om hem naar boven en
+beneden te dragen naar zijn kinderkamer, en zijn speciale ziekenzuster,
+een stevig jong vrouwspersoon die juist haar proeftijd achter den rug
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e2229" href="#xd20e2229" name=
+"xd20e2229">127</a>]</span>had, ging met hem wandelritten doen in een
+Panhard-ziekenstoel-auto van 8 paardekracht, in staat heuvels van een
+hoek van vijftien graden te beklimmen, en speciaal gemaakt ten zijnen
+dienste. Het was in ieder opzicht gelukkig dat Redwood bij zijn
+professorschap nog verstand van dergelijke dingen had ook. Als men over
+den schok van de enorme grootte van den kleinen Redwood heen was, zoo
+hebben wij lieden die hem dagelijks langzaam Hyde-Park zagen
+rond-tuf-tuffen hooren zeggen, was hij een wonder-vroolijke en lieve
+baby. Hij schreeuwde zelden en behoefde niet gesust te worden.
+Doorgaans omklemde hij een grooten ratel, en soms riep hij onder het
+voorbijgaan de omnibus-koetsiers en de politie-agenten langs den weg
+buiten het hek toe met &bdquo;Dadda&rdquo; en &bdquo;Babba!&rdquo; op
+een sociaaldemocratische manier.</p>
+<p>&bdquo;Daar gaat dat groote kind, dat met Bomvoedsel gevoed
+wordt,&rdquo; zei de omnibus-koetsier dan.</p>
+<p>&bdquo;Ziet er gezond uit,&rdquo; zei de passagier, die naast hem op
+den bok zat.</p>
+<p>&bdquo;Opgevoed met de flesch,&rdquo; legde de koetsier dan uit.
+&bdquo;Ze zeggen dat er zoowat vier liter ingaat, en dat ie speciaal
+voor &rsquo;m gemaakt moest worden.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;Eel gezond kind, &rsquo;oe dan ook,&rdquo; besliste de
+passagier voorop.</p>
+<p>Toen mevrouw Redwood tot het besef kwam, dat de groei onbepaald en
+logisch voortging&mdash;en dit deed ze werkelijk voor de eerste maal
+toen de motor-kinderwagen voor de deur reed&mdash;gaf ze toe aan een
+wilde smart. Ze verklaarde, dat ze nooit weder in de kinderkamer wilde
+komen, dat ze wenschte dat ze dood was, en dat haar kind dood was, dat
+iedereen dood was, wenschte dat ze Redwood nooit getrouwd had, dat ze
+niemand getrouwd had, en trok zich in haar eigen kamer terug, waar zij
+gedurende <span class="pagenum">[<a id="xd20e2242" href="#xd20e2242"
+name="xd20e2242">128</a>]</span>drie dagen bijna uitsluitend van
+kippesoep leefde. Toen Redwood kwam om haar tot andere gedachten te
+brengen, gooide zij met de sofakussens, weende en bracht haar haar in
+wanorde.</p>
+<p>&bdquo;O, hij is zoo gezond als een visch,&rdquo; zei Redwood.
+&bdquo;Waarachtig, hij is er niet slechter aan toe omdat hij groot is.
+Je zoudt toch niet willen, dat hij kleiner was dan de kinderen van
+anderen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik wil dat hij n&egrave;t is als andere kinderen, niet
+kleiner en niet grooter. Ik had gehoopt dat hij een aardig klein ventje
+zou worden, net als Georgina Phyllis een aardig klein meisje is, en ik
+wilde hem grootbrengen zoodat hij lief werd, en kijk n&ugrave;
+eens&rdquo;&mdash;en de stem van de ongelukkige vrouw brak
+weder&mdash;&bdquo;hij draagt schoenen van nummer vier voor
+volwassenen, en wordt rondgereden door&mdash;boeboe!&mdash;Petroleum!
+Ik kan hem nooit liefhebben,&rdquo; klaagde zij. &bdquo;Hij is me
+t&egrave; groot! Ik kan nooit een moeder voor hem zijn, zooals ik had
+willen zijn!&rdquo;</p>
+<p>Doch eindelijk kregen ze haar er toe naar de kinderkamer te gaan, en
+daar zat Edward Monson Redwood (&bdquo;Pantagruel&rdquo; was pas later
+zijn bijnaam) te schommelen in een speciaal versterkten hobbelstoel, en
+glimlachte en zeide &bdquo;yoe en wou.&rdquo; En het hart van mevrouw
+Redwood ging weder uit naar haar kind, en zij nam hem in haar armen en
+weende.</p>
+<p>&bdquo;Ze hebben iets aan je gedaan,&rdquo; snikte zij, &bdquo;en je
+zult al maar doorgroeien, liefje, maar wat ik voor je kan doen om je
+fatsoenlijk groot te brengen, dat z&agrave;l ik doen, wat je vader er
+ook van mag zeggen.&rdquo;</p>
+<p>En Redwood, die geholpen had haar naar de deur te brengen, ging erg
+verlucht de gang af.</p>
+<p>(&bdquo;H&egrave;, maar &rsquo;t is een min zaakje een man te
+zijn&mdash;tegenover vrouwen tenminste!&rdquo;) <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e2256" href="#xd20e2256" name=
+"xd20e2256">129</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">VI.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">V&oacute;&oacute;r er een jaar verstreken was, waren
+er, behalve Redwood&rsquo;s pionier-voertuig, een heel aantal
+motor-kinderwagens te zien in het westen van Londen. Men heeft mij
+verteld, dat er wel zeven waren; doch een zeer nauwkeurig onderzoek
+wijst uit, dat er slechts zes waren in de Hoofdstad te dien tijde. Het
+scheen dat het goedje verschillend werkte op verschillende
+constituties. In het begin leende Herakleophorbia zich niet tot
+inspuiten, en het is boven allen twijfel verheven dat er een groot
+aantal menschelijke wezens niet in staat zijn deze stof in zich op te
+nemen en op de normale wijze te verteren. Het werd bijvoorbeeld gegeven
+aan den jongsten zoon van Winkles; doch hij schijnt even weinig in
+staat geweest te zijn tot groeien, als,&mdash;zoo Redwood tenminste
+gelijk had&mdash;, zijn vader tot kennis in zich opnemen. Weer anderen
+werden er, volgens de &bdquo;Vereeniging tot Algeheele Onderdrukking
+van Bomvoedsel,&rdquo; op de een of andere onverklaarbare wijze door
+verdorven, en stierven reeds in het begin aan kinderkwaaltjes. De
+jongens van Cossar namen het in zich op met verbazingwekkende
+gulzigheid.</p>
+<p>Natuurlijk komt iets als dit nooit in het leven van een mensch met
+absolute eenvoudigheid van toepassing; groei, in het bijzonder, is een
+ingewikkeld iets, en alle generalisaties moeten uit den aard der zaak
+een weinig onnauwkeurig zijn. Doch de algemeene regel van het Voedsel
+leek d&egrave;ze te zijn: dat als het organisme het in zich k&ograve;n
+opnemen op de een of andere manier, het dit in alle gevallen nagenoeg
+even sterk stimuleerde. Het vermenigvuldigde het groeicijfer van zes
+tot zeven malen, en daar b&ograve;ven ging het niet, hoeveel van het
+Voedsel ook verder genomen <span class="pagenum">[<a id="xd20e2264"
+href="#xd20e2264" name="xd20e2264">130</a>]</span>werd. Te groote
+hoeveelheden van Herakleophorbia, toegediend boven het noodige minimum,
+leidden, zooals men bevond, tot ziekelijke storingen in de
+spijsverteringsorganen, tot kanker en gezwellen, beenverhardingen en
+dergelijke. En als de groei eenmaal op groote schaal begonnen was,
+bleek het weldra dat men er slechts op denzelfden voet mede kon
+doorgaan, en dat het onafgebroken toedienen van kleine doses
+Herakleophorbia dringend noodig was.</p>
+<p>Hield men er mede op, terwijl de groei nog in gang was, dan
+vertoonde zich eerst een onbestemde rusteloosheid en benauwdheid, dan
+een tijdperk van abnormaal veel eten,&mdash;zooals in het geval der
+jonge ratten te Hankey&mdash;en dan kreeg het groeiende wezen een soort
+van erge bloedarmoede, ging kwijnen en stierf. Planten leden op een
+dergelijke wijze. Doch dit alles was alleen toepasselijk op het
+groei-tijdperk. Zoodra de mannelijke staat bereikt was&mdash;in planten
+openbaarde zich dit door de vorming van de eerste
+bloemknoppen&mdash;werd de behoefte aan, en de lust naar
+Herakleophorbia minder, en zoodra de plant of het dier volkomen
+volwassen was, hield alle behoefte aan elken verderen toevoer van het
+Voedsel op. De plant of het dier was dan als het ware geheel gevormd op
+de nieuwe basis. Het was zoo geh&eacute;&eacute;l hiernaar gevormd dat,
+zooals de distels van Hickleybrow en het gras aan den duinkant reeds
+gedemonstreerd hadden, het zaad van dit dier of deze plant
+reuzen-nakomelingschap voortbracht, even groot als de ouders.</p>
+<p>En het duurde niet lang of de kleine Redwood, pionier van het nieuwe
+geslacht, en het eerste kind van allen dat het voedsel at, begon in de
+kinderkamer rond te kruipen, meubels te breken, te bijten als een
+paard, te knijpen als een nijptang en reuzen-babytaal te stamelen tegen
+zijn &bdquo;paatje,&rdquo; en &bdquo;maatje,&rdquo; en <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e2270" href="#xd20e2270" name=
+"xd20e2270">131</a>]</span>tegen zijn tamelijk onthutsten en van ontzag
+vervulden vader, die dit kwaad in de wereld geschopt had.</p>
+<p>Het kind was geboren met goede voornemens. &bdquo;Padda zoet zijn,
+zoet zijn,&rdquo; placht hij te zeggen, terwijl alles wat maar
+breekbaar was voor hem uit vloog. &bdquo;Padda&rdquo; was zijn
+overzetting van Pantagruel, den bijnaam dien Redwood hem gegeven had.
+En Cossar, zich niet storend aan eenige Oude Oorkonden die hem zeer
+spoedig in moeilijkheden brachten, ging, na een conflict met de
+plaatselijke bouw-verordening, op een braakliggend stuk grond, dat
+grensde aan Redwood&rsquo;s huis, aan het bouwen van een heerlijke,
+goed-verlichte speelkamer, schoollokaal en kinderkamer voor hun vier
+jongens&mdash;zestig voet in het vierkant, en veertig voet hoog.</p>
+<p>Redwood vatte een ware passie op voor deze groote kinderkamer
+terwijl hij en Cossar haar bouwden, en zijne belangstelling in kromme
+lijnen ging aan het tanen, zooals hij nooit gedroomd had dat zij
+k&ograve;n tanen, en maakte plaats voor belangstelling in de dringende
+behoeften van zijn zoon. &bdquo;Er zit heel wat in het behoorlijk in
+orde brengen van een kinderkamer. Heel wat. De wanden, de dingen die er
+in zijn, dit alles zal tot onzen nieuwen geest spreken, hier een beetje
+meer, daar een beetje minder welsprekend, en hem al of niet
+duizenderlei dingen leeren.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ligt voor de hand,&rdquo; zei Cossar, haastig naar zijn hoed
+grijpend.</p>
+<p>Zij werkten eenstemmig samen, doch Redwood zorgde voor het grootste
+gedeelte der opvoedkundige theorie die noodig was... Zij lieten de
+wanden en het houtwerk verven met prettige, heldere kleuren; voor het
+meerendeel voerde een, door een andere kleur wat warmer gemaakt, wit
+den boventoon, doch er waren ook strepen heldere zuivere kleur om de
+eenvoudige <span class="pagenum">[<a id="xd20e2280" href="#xd20e2280"
+name="xd20e2280">132</a>]</span>lijnen der constructie beter te doen
+uitkomen. &bdquo;We mo&egrave;ten zuivere kleuren hebben,&rdquo; zei
+Redwood, en liet op een plaats een aardigen horizontalen rand ruiten
+aanbrengen, waarin purper en karmozijn, oranje en geel, blauw en groen
+prijkten. Deze ruiten moesten de reuzen-kinderen schikken en
+herschikken naar eigen genoegen. &bdquo;Er moeten versieringen
+volgen,&rdquo; zei Redwood; &bdquo;laat ze eerst de rij van al de
+tinten in hun hoofd prenten, dan kan dit weg. Er is geen reden waarom
+wij hen zouden doen overhellen naar een bepaalde kleur of
+dessin.&rdquo;</p>
+<p>Vervolgens zei Redwood: &bdquo;Het lokaal moet overal voor hen
+belangwekkende dingen bevatten. Belangstelling is voedsel voor een kind
+en leegheid kwelling en verhongering. Hij moet massa&rsquo;s prenten
+hebben!&rdquo; Er werden geen vaste prenten opgehangen in het vertrek,
+doch blanco lijsten werden aangebracht, waarin steeds nieuwe
+afbeeldingen konden gezet worden en van daar in een portefeuille
+gelegd, zoodra hunne belangstelling erin begon te tanen. Er was
+&eacute;&eacute;n venster van waaruit men de geheele lengte eener
+straat kon afzien, en dan had Redwood, om hunne belangstelling nog te
+verhoogen, boven op het dak der kinderkamer een camera obscura
+aangebracht, die uitzag op Kensington High Street en op een deel van
+het Kensington Park.</p>
+<p>In een hoek wachtte dat waardige werktuig, een
+rekentafel,&mdash;vier voet in het vierkant, een speciaal versterkt
+stuk ijzer met afgerande hoeken&mdash;, de eerste rekensommen der jonge
+reuzen. Er waren weinig wollen lammeren en dergelijke speeldingen, doch
+inplaats hiervan had Cossar op zekeren dag, zonder verderen uitleg, met
+drie vigilanten een groot aantal speeldingen aangebracht (allen
+natuurlijk net iets te groot om doorgeslikt te worden door de
+kinderen); <span class="pagenum">[<a id="xd20e2286" href="#xd20e2286"
+name="xd20e2286">133</a>]</span>deze dingen konden worden opgestapeld,
+op rijen gerangschikt, in het rond gegooid; er kon in gebeten worden,
+er waren er die konden klepperen en ratelen, die tegen elkaar geslagen
+konden worden, die ze konden bevoelen, uittrekken en opendoen, sluiten
+en verminken en proeven op nemen tot in het oneindige. Er waren veel
+blokken hout in verschillende kleuren, ovale en kubieke, blokken van
+glanzend porcelein, blokken doorschijnend glas en blokken gomelastiek;
+er waren leien en griffels; kegels en afgeknotte kegels, en verlengde
+sphero&iuml;den, ballen van verschillende grondstof, massieve en holle,
+veel doozen van verschillende grootte en vorm, met hengsel-deksels en
+deksels die er op moesten vastgeschroefd worden, en een paar om op slot
+te draaien; er waren riemen van leer en van elastiek, en een aantal
+grove en stevige voorwerpen, alle even groot, die stevig konden staan,
+en de gedaante van een mensch voorstelden. &bdquo;Geef ze deze,&rdquo;
+zei Gossar. &bdquo;E&eacute;n tegelijk.&rdquo;</p>
+<p>Deze dingen schikte Redwood in een kist in een hoek. Langs den eenen
+wand in het vertrek, op een behoorlijke hoogte voor een zes- of acht
+voet lang kind, was een bord, waarop de kinderen konden teekenen met
+wit en gekleurd krijt, en daar dichtbij een soort teeken-bloknoot,
+waarop zij met houtskool konden teekenen, en dan was er een kleine
+lessenaar, voorzien van groote timmerman&rsquo;s potlooden van
+verschillende hardheid en een ruime voorraad papier, waarop de jongens
+eerst konden krabbelen en daarna netter konden teekenen. En bovendien
+bestelde Redwood, (want z&oacute;&oacute;ver liep zijne verbeelding
+vooruit) bijzonder groote tuben verf en verfdoozen, tegen den tijd dat
+zij noodig zouden zijn. Hij sloeg een vat modelleer-klei in.
+&bdquo;Eerst zullen hij en zijn leeraar tezamen modeleeren,&rdquo; zei
+hij, &bdquo;en als hij wat meer <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e2291" href="#xd20e2291" name="xd20e2291">134</a>]</span>kent, zal
+hij gipsen en misschien dieren namaken. En &agrave; propos, ik moet ook
+een kist met gereedschap voor ze laten maken!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En dan nog boeken. Ik zal &rsquo;n massa boeken moeten
+uitzoeken, en wat &rsquo;n druk zal d&agrave;t moeten zijn. Wat genre
+van boeken zullen ze noodig hebben? Hun verbeelding moet gevoed worden.
+Want deze is bij slot van rekening toch maar de kroon van alle
+opvoeding. De kroon&mdash;zooals gezonde gewoonten van geest en leven
+de troon zijn. Heelemaal geen verbeelding staat gelijk met een
+dierlijken staat; een lage verbeelding is wellust en lafheid; doch een
+edele verbeelding is God die weder op aarde wandelt. Zij moeten ook
+droomen van een heerlijk sprookjesland en van al de typische kleine
+dingen van het leven, als ze zoover zijn. Doch hoofdzakelijk moeten zij
+hun geest voeden met de heerlijke werkelijkheid; zij zullen verhalen
+hebben van reizen, de geheele wereld door, reizen en avonturen, en hoe
+de wereld veroverd werd. Zij zullen dierengeschiedenissen hebben,
+groote, duidelijke, prachtige boeken over dieren en vogels, planten en
+kruipende wezens, groote boeken over de eindeloosheden der lucht en de
+mysteri&euml;n der zee; ze zullen de geschiedenis en kaarten hebben van
+al de rijken, die de wereld heeft zien komen en gaan, afbeeldingen en
+verhalen van al de stammen en de gewoonten en gebruiken der menschen.
+En dan nog moeten ze boeken en prenten hebben om hun schoonheidsgevoel
+te ontwikkelen, fijne Japansche afbeeldingen, om hen de fijnere
+schoonheid van vogel en bloemenrank te doen liefhebben, en ook
+westersche afbeeldingen, van mooigevormde mannen en vrouwen, lieve
+groepeeringen, en wijde vergezichten van land en zee. Zij zullen boeken
+hebben van huizen en paleizen; zij zullen zelven vertrekken ontwerpen
+en steden uitdenken&rdquo;&mdash; <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e2295" href="#xd20e2295" name="xd20e2295">135</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Ik denk ze een klein theater te geven.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En dan is er de muziek nog!&rdquo;</p>
+<p>Redwood dacht hier over na, en besloot dat zijn zoon het beste deed
+te beginnen met een zuiver-klinkend harmonicon van &eacute;&eacute;n
+octaaf, dat misschien later kon vergroot worden. &bdquo;Hiermee zal hij
+eerst spelen, er bij zingen en namen aan de noten geven,&rdquo; zei
+Redwood, &bdquo;en daarna&mdash;?&rdquo;</p>
+<p>Hij keek op naar de vensterbank daarboven, en mat de grootte van het
+vertrek met zijn oog.</p>
+<p>&bdquo;Ze zullen zijn piano hierbinnen in elkaar moeten
+zetten,&rdquo; zei hij. &bdquo;Haar in stukken hier
+binnenbrengen.&rdquo;</p>
+<p>Hij bleef nog wat wijlen tusschen zijne voorbereidende maatregelen,
+en leek temidden van al deze grootheid een peinzende, donkere, kleine
+gestalte. Als ge hem daar hadt kunnen zien, zou hij u een
+tien-duims&rsquo; mannetje hebben toegeleken temidden van gewone
+kinderkamer-dingen. Een groot dekkleed&mdash;in werkelijkheid was het
+een Turksch tapijt&mdash;van vierhonderd vierkante voet, en waarop de
+jonge Redwood weldra zou rondkruipen, strekte zich uit tot den met een
+rooster afgeschutten electrischen radiator, die het geheele gebouw
+verwarmen zou. Een van Cossar&rsquo;s mannen hing heel hoog tusschen de
+palen van een steiger, om de groote lijst op te hangen waarin de te
+verwisselen schilderijen zouden geschoven worden. Een vloeiboek voor
+plantensoorten, zoo groot als een huisdeur, leunde tegen den wand, en
+uit dit boek stak een reusachtige stengel, een rand van een blad en een
+bloem van het vogelkruid, allen van die reusachtige grootte die Urshot
+weldra beroemd zoude maken, de geheele botanische wereld door...</p>
+<p>Een soort van ongeloovigheid beving Redwood, terwijl hij temidden
+dezer dingen stond. <span class="pagenum">[<a id="xd20e2310" href=
+"#xd20e2310" name="xd20e2310">136</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Als het werkelijk doorg&aacute;&aacute;t&mdash;&rdquo; zei
+hij, naar het plafond da&agrave;r heel hoog starend.</p>
+<p>Uit de verte kwam een geluid, als het loeien van een Mafficking
+stier, alsof het een antwoord op zijne gedachten was.</p>
+<p>&bdquo;Blijkbaar gaat alles nog geregeld zijn gang,&rdquo; zei
+Redwood. Er volgden dreunende slagen op een tafel, gevolgd door een
+luiden kraaienden kreet &bdquo;Goeloe, Boezoe! Bzz....&rdquo;
+&bdquo;&rsquo;t Beste wat ik doen kan,&rdquo; zei Redwood, een anderen
+gedachtengang volgend, &bdquo;is dat ik zelf hem onderwijs.&rdquo;</p>
+<p>Het geklop werd hoe langer hoe heviger. Een oogenblik lang leek het
+Redwood alsof er &rsquo;t rythme inkwam van het dreunen eener
+machine&mdash;als de machine van een zwaren langen trein van gedachten
+die op hem afkwamen. Toen verbrak een opeenvolging van lichtere
+vluggere slagen dezen gedachtengang, en werd eenige malen herhaald.</p>
+<p>&bdquo;Binnen,&rdquo; riep hij uit, bemerkend dat er iemand tikte,
+en de deur die groot genoeg voor een kathedraal was, ging langzaam een
+eindje open. De nieuwe kruk hield op te knarsen en Bensington verscheen
+in den kier, goedaardig glimlachend onder zijn sterk-uitkomende
+kaalhoofdigheid en over zijn bril.</p>
+<p>&bdquo;Ik heb &rsquo;t er maar es op gewaagd om es te komen
+zi&egrave;n,&rdquo; fluisterde hij, op vertrouwelijken toon.</p>
+<p>&bdquo;Kom binnen,&rdquo; zeide Redwood, en dit deed hij, terwijl
+hij de deur achter zich sloot.</p>
+<p>Hij kwam naar Redwood toe met de handen op den rug, deed een paar
+stappen en gluurde naar boven met een vogelachtige beweging van den
+hals. Hij streek zich nadenkend over de kin. &bdquo;Telkens als ik
+binnen kom,&rdquo; zei hij op ingehouden toon, &bdquo;treft het me
+als&mdash;&bdquo;Groot&rdquo;.</p>
+<p>&bdquo;Ja,&rdquo; zei Redwood, zijn oog eveneens nog eens over
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e2330" href="#xd20e2330" name=
+"xd20e2330">137</a>]</span>alles latend dwalen, alsof hij trachtte den
+zichtbaren indruk vast te houden. &bdquo;Ja, gr&oacute;&oacute;t zullen
+ze worden, daar kun je van op aan.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;k Geloof het ook,&rdquo; zei Bensington, met iets
+bijna eerbiedigs in zijn stem. &bdquo;H&eacute;&eacute;l
+groot.&rdquo;</p>
+<p>Zij keken elkander aan, bijna angstig.</p>
+<p>&bdquo;Ja, h&eacute;&eacute;l groot,&rdquo; zei Bensington, zich
+over den rug van zijn neus strijkend, en met &eacute;&eacute;n oog
+Redwood twijfelachtig aankijkend, alsof hij verwachtte op zijn gelaat
+nog een bevestiging te zien zijner eigen woorden.
+&bdquo;Allemaal&mdash;vr&eacute;&eacute;selijk groot. &rsquo;t Is me
+alsof ik &rsquo;t me niet kan voorstellen&mdash;zelfs al zie ik
+dit&mdash;hoe groot ze allemaal wel zullen worden.&rdquo;</p>
+<div class="figure xd20e2339width"><img src="images/o137.gif" alt=
+"Ornament" width="185" height="68"></div>
+<p><span class="pagenum">[<a id="xd20e2343" href="#xd20e2343" name=
+"xd20e2343">138</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div class="footnotes">
+<hr class="fnsep">
+<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id=
+"xd20e2186" href="#xd20e2186src" name="xd20e2186">1</a></span> Roman
+van de veelschrijfster Marie Corelli. (Red.)</p>
+</div>
+</div>
+<div id="ch1.5" class="div1"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h2 class="label">Hoofdstuk V.</h2>
+<h2 class="main">Het in het niet verdwijnen van den heer
+Bensington.</h2>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">I.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Het was in den tijd toen de Koninklijke Commissie tot
+onderzoek van het Bomvoedsel haar rapport opmaakte, dat Herakleophorbia
+werkelijk begon te laten zien hoe geschikt het was om ergens uit te
+lekken. En deze te vroege uitbarsting kwam des te ongelegener,
+tenminste van Cossar&rsquo;s standpunt, omdat de schets van het
+rapport, die nog bestaat, aantoont dat de commissie, onder voogdijschap
+van dat hoogstbekwame lid, Doctor Stephen Winkles (Lid van het
+Koninklijk Genootschap, Medicinal Doctor, Vrederechter, Litterarum
+Doctor enz.) er reeds eenstemmig over was, dat dergelijke toevallige
+ontsnappingen onmogelijk waren, en gereed was te verklaren dat zoo men
+de <span class="corr" id="xd20e2354" title=
+"Bron: controle">contr&ocirc;le</span> erover in handen stelde van een
+bevoegde commissie (vooral Winkles), met een onbeperkte contr&ocirc;le
+over den verkoop ervan, dit meer dan voldoende was om aan alle
+redelijke bezwaren, die geopperd konden worden tegen de vrije
+verspreiding ervan, te gemoet te komen. Het comit&eacute; zou een
+onbeperkt monopolie hebben. En zonder twijfel moet het beschouwd worden
+als een deel van de ironie des levens, dat de eerste en ernstigste
+dezer tweede <span class="pagenum">[<a id="xd20e2357" href="#xd20e2357"
+name="xd20e2357">139</a>]</span>serie van ontsnappingen plaats greep op
+nog geen vijftig pas van een klein landhuis in Kent, dat voor de
+zomermaanden door dokter Winkles betrokken was.</p>
+<p>Er kon geen twijfel meer aan bestaan, dat Redwood&rsquo;s weigering
+om Winkles in te wijden in de samenstelling van Herakleophorbia IV, in
+laatstgenoemden heer een hem tot dan toe vreemde en hevige
+belangstelling had gewekt voor analytische chemie. Hij was geen erg
+zaakkundige werker, en juist hierdoor zag hij waarschijnlijk kans om te
+werken, niet in de uitstekend uitgeruste laboratoria in Londen, die ter
+zijner beschikking waren, doch zonder iemand te raadplegen, en
+steelsgewijze, in een klein laboratorium, dat in een verwaarloosd
+tuintje van zijn huis te Keston stond. Hij schijnt bij zijne
+onderzoekingen geen al te groot blijk van energie of groote bekwaamheid
+gegeven te hebben; ja, het is slechts al te duidelijk, dat hij zijn
+onderzoek opgaf, na er met tusschenpoozen gedurende een maand aan
+gewerkt te hebben.</p>
+<p>Dit tuin-laboratorium, waarin hij werkte, was zeer elementair
+uitgerust, voorzien van een standpijp met water, dat afliep door een
+pijp, die uitkwam in een drassigen, met biezen afgezetten poel onder
+een elzenstruik in een afgelegen hoekje van de weide, die zich aan de
+andere zijde van den heg bevond. De pijp was gebarsten en het
+overblijfsel van het Voedsel der Goden ontsnapte door de scheur in een
+kleinen plas, te midden van bosjes biezen, juist v&oacute;&oacute;r het
+ontwaken der lente.</p>
+<p>Het leven in dat vuile, kleine hoekje was uit zijn winterslaap
+ontwaakt. Er dreef kikkerdril, sidderend van donderpadjes, die juist
+door hun geleiachtig omhulsel braken; er waren kleine waterslakken die
+uitkropen; en onder den groenen bast van het riet, <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e2365" href="#xd20e2365" name=
+"xd20e2365">140</a>]</span>deden de larven van den grooten waterkever
+al hun best om uit hunne eieren te komen. Ik weet niet of de lezer de
+larven kent van den kever, die (ik weet niet waarom) Dytiscus genoemd
+wordt. Zoo&rsquo;n tor is een geleed, vreemd beest, erg gespierd, en
+plotseling in haar bewegingen, en heeft de gewoonte om met haar kop
+naar beneden te zwemmen, met haar staart uit het water; zij is zoo lang
+als het bovenste lid van een mannenduim, en misschien n&ograve;g
+langer&mdash;wel twee duim (dat wil zeggen, di&egrave; torren, die niet
+van het Voedsel gegeten hebben)&mdash;en zij heeft twee scherpe kaken
+die v&oacute;&oacute;r haar kop samenkomen&mdash;cylinder-vormige kaken
+met scherpe punten,&mdash;waardoor zij &rsquo;t bloed harer
+slachtoffers opzuigt... De eerste wezens die de ronddrijvende kruimels
+van het Voedsel te pakken kregen, waren de donderpadden en de kleine
+waterslakken; de kleine kronkelende donderpadden in het bijzonder,
+kregen er veel trek in, toen zij er eenmaal den smaak van beet
+hadden.</p>
+<p>Doch nauwelijks begon er een van hen een in het oog loopende positie
+te bereiken in dat kleine donderpaddenwereldje, en een kleinen broeder
+of zoo te nuttigen als aanvulling van een vegetarisch di&euml;et, of
+kip! daar sloeg een van de Tor-larven haar kromme bloedzuigende scharen
+in zijn hart, en met dien rooden stroom ging Herakleophorbia IV, in een
+staat van oplossing of ontbinding, in het organisme van een nieuwen
+cli&euml;nt over. Het eenige, dat, naast deze monsters, nog iets van
+het Voedsel kon te pakken krijgen, was het riet en het slijmerige
+groene schuim op het water en de pas ontkiemde waterplanten in de
+modder op den bodem. Een schoonmaak van de studeerkamer kort daarop,
+wiesch een nieuwen vloed van het Voedsel in den poel, deed hem
+overstroomen, en voerde deze geheele onheilspellende vermeerdering in
+den <span class="pagenum">[<a id="xd20e2369" href="#xd20e2369" name=
+"xd20e2369">141</a>]</span>strijd om het bestaan naar den aangrenzenden
+poel onder de wortels van den els...</p>
+<p>De eerste die ontdekte wat er gaande was, was een zeker heer Lukey
+Carrington, buitengewoon leeraar in de natuurwetenschappen onder de
+Londensche Commissie van Onderwijs en, in zijn vrijen tijd,
+specialiteit in zoetwaterplanten, en zeer zeker behoeven wij hem zijn
+ontdekking niet te benijden.</p>
+<p>Hij was van Keston Common gekomen om dien dag een aantal
+proef-buizen te vullen om later te onderzoeken, en hij kwam met, zeg
+een dozijn, gekurkte buisjes die zacht tegen elkaar klingelden in zijn
+zak, over den zanderigen heuveltop heen en zoo naar den poel, met den
+stok in de hand. Een tuinjongen, die op de bovenste trede der
+keukentrap stond en de heg van dokter Winkles aan het knippen was, zag
+hem in dit weinig bezochte hoekje, en vond hem en zijn bezigheid
+genoegzaam onverklaarbaar en interessant om hem nauwkeurig na te
+gaan.</p>
+<p>Hij zag den heer Carrington zich voorover buigen naar den poel, met
+zijn hand tegen den stam van den ouden els, en in het water gluren,
+doch natuurlijk kon hij de verrassing en het genoegen niet
+apprecieeren, waarmede de heer Carrington de groote, ongewoon-lijkende
+knobbels en slingers der waterplanten op den bodem gadesloeg. Er waren
+geen donderpadden meer te zien&mdash;die waren nu allen gedood&mdash;en
+het schijnt, dat de heer Carrington niets ongewoons zag dan den
+buitengewoon weelderigen plantengroei. Hij stroopte zijn mouw op tot
+den elleboog, boog zich voorover, en stak den arm in het water om een
+exemplaar te bemachtigen. Zijn tastende hand ging steeds lager.
+Onmiddellijk schoot er iets uit de koele schaduw onder de boomwortels.
+Bliksemsnel had het zijn scharen diep in zijn arm
+begraven&mdash;<span class="pagenum">[<a id="xd20e2377" href=
+"#xd20e2377" name="xd20e2377">142</a>]</span>een bizarre gedaante was
+het&mdash;een voet en meer lang, bruin en geleed als een
+schorpioen.</p>
+<p>De leelijke verschijning en de plotselinge, scherpe pijn die de beet
+veroorzaakte, deden den heer Carrington het evenwicht verliezen. Hij
+voelde dat hij van den oever afgleed en gilde luid. Daar ging hij met
+zijn gezicht vooruit, plas! den poel in.</p>
+<p>De jongen zag hem verdwijnen en hoorde hem spartelen in het water.
+Hij zag den ongelukkige weder bovenkomen, zonder hoed, druipend van het
+water en gillend!</p>
+<p>De jongen had nog nooit te voren een m&agrave;n hooren gillen.</p>
+<p>Het leek wel alsof deze verbazingwekkende vreemde aan iets rukte aan
+den kant van zijn gezicht. Er vertoonden zich daar strepen bloed. Hij
+stak zijn armen op als in wanhoop, sprong in de lucht als een bezetene,
+liep razend tien of twaalf pas, viel toen op den grond en rolde al maar
+rond, tot de jongen hem niet meer zien kon. De jongen was in een
+oogwenk van de trap af en door de heg&mdash;gelukkig met de heggeschaar
+nog in de hand. Hij zegt, dat, toen hij bezig was door de bremstruiken
+te dringen, hij half en half zin had om terug te gaan, daar hij bang
+was met een krankzinnige te doen te hebben, doch het bezit van de
+heggeschaar stelde hem gerust. &bdquo;Als ie me wat had willen doen,
+kon ik &rsquo;m altijd in z&rsquo;n oogen gestoken hebben,&rdquo; legde
+hij uit. Zoodra de heer Carrington hem zag, begon hij zich te gedragen
+als iemand die w&egrave;l bij zinnen, doch wanhopig is. Hij krabbelde
+op de been, wankelde, stond op en kwam naar den jongen toe.</p>
+<p>&bdquo;Kijk es!&rdquo; riep hij, &bdquo;ik kan ze er niet
+afkrijgen!&rdquo;</p>
+<p>En met een rilling van ontzetting zag de jongen dat er aan de wang
+van den heer Carrington, aan zijn blooten arm en aan zijn dij, en
+verwoed slaand <span class="pagenum">[<a id="xd20e2392" href=
+"#xd20e2392" name="xd20e2392">143</a>]</span>met hunne lenige bruine
+gespierde lichamen, zich drie van deze afschuwelijke larven hadden
+vastgeklemd, met hunne groote haken diep in zijn vleesch, en zich
+vastzogen alsof &rsquo;t om hun leven ging. Zij hielden zich vast als
+buldoggen en de pogingen van den heer Carrington om de monsters van
+zijn gezicht los te maken, hadden tot eenig resultaat, dat hij het
+vleesch waaraan het beest zich vastgehecht had, afscheurde, en zijn
+gelaat, hals en jas met levend purper bedekte.</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;k Zal em d&rsquo;r afknippe&rsquo;; hou je goed,
+meneer.&rdquo;</p>
+<p>En met het behagen, dat jongens op dien leeftijd in dergelijke
+dingen scheppen, scheidde hij de koppen der aanvallers van den heer
+Carrington een voor een van hunne lichamen. &bdquo;Yoep,&rdquo; zei de
+jongen met een beetje benauwd gezicht, telkens als er een voor hem
+neerviel. En zelfs to&egrave;n nog was hun greep zoo vast en taai, dat
+de afgesneden koppen nog een tijdlang woest bleven toebijten en zuigen,
+terwijl het bloed achter uit hun halzen stroomde. Doch de jongen maakte
+hier een eind aan met nog een paar happen van zijn schaar&mdash;waarvan
+de heer Carrington zelf er ook nog een mee kreeg.</p>
+<p>&bdquo;Ik kon ze er niet afkrijgen!&rdquo; herhaalde Carrington en
+bleef een tijdje lang staan, wankelend en hevig bloedend. Hij bette met
+slappe handen zijne wonden en keek naar zijn handpalmen. Toen zonken
+zijn knie&euml;n onder hem uit en hij viel voorover zoo lang als hij
+was voor de voeten van den jongen in zwijm, tusschen de nog steeds
+opspringende lichamen zijner verslagen vijanden. Gelukkig viel het den
+jongen niet in water op zijn gezicht te sprenkelen,&mdash;want er waren
+nog meer van deze monsters onder de wortels van den els&mdash;, en
+inplaats hiervan ging hij om den vijver heen, den tuin door, om hulp te
+halen. En daar <span class="pagenum">[<a id="xd20e2400" href=
+"#xd20e2400" name="xd20e2400">144</a>]</span>kwam hij den
+tuinman-koetsier tegen en vertelde hem het geheele geval.</p>
+<p>Toen zij samen den heer Carrington weder bereikten, zat hij op,
+versuft en zwak, doch met genoeg bewustzijn om hen te waarschuwen voor
+het gevaar in den poel.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">II.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Dusdanig waren de omstandigheden, waardoor de wereld
+voor de tweede maal bemerkte, dat het Voedsel weder losgebroken was.
+Binnen een week was Keston Common in volle werking, en werd wat de
+natuurkundigen een &bdquo;verspreidings-centrum&rdquo; noemen. Ditmaal
+waren er geen wespen of ratten, geen oorwormen en geen netels, doch er
+waren tenminste drie water-spinnen, verscheidene larven van
+waterjuffers, die weldra zelf waterjuffers werden, en geheel Kent
+verblindden met hun zwevende saffier-kleurige lichamen; en dan was er
+nog een vieze, gelei-achtige vegetatie, die over den rand van den
+vijver heengroeide, en zijn glibberige groene massa&rsquo;s halverwege
+het tuinpad naar dokter Winkles&rsquo; huis opstuwde. En er begonnen
+reuzen-biezen, en equisetum en potamogeton te groeien, die eerst
+gestuit werden toen zij den vijver hadden doen opdrogen.</p>
+<p>Het werd het publiek spoedig duidelijk, dat er ditmaal niet
+&eacute;&eacute;n verspreidings-centrum was doch een heele m&agrave;ssa
+centrum. Er was er een te Ealing&mdash;dat lijdt nu geen twijfel meer
+en hieruit ontstonden de vliegen- en de roode spinnenplaag; er was er
+een te Sunbury, die vraatzuchtige palingen voortbracht, die aan land
+konden komen, en schapen doodden; en er was er een te Bloomsbury, die
+de wereld een nieuw ras van kakkerlakken van een vreeselijke soort gaf,
+welke met allerlei ander gespuis een oud huis in Bloomsbury
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e2411" href="#xd20e2411" name=
+"xd20e2411">145</a>]</span>bewoonden. Plotseling, zonder voorteekenen,
+stond de wereld weer tegenover al de verschijnselen van Hickleybrow,
+met allerlei vreemde buitensporig-vergrootte monsters, (die men tot nu
+toe als doodgewone onschadelijke dieren gekend had), inplaats van de
+reuzen-hennen, ratten en wespen.</p>
+<p>Ieder centrum brak uit met zijn eigen karakteristieke plaatselijke
+fauna en flora...</p>
+<p>Wij weten nu, dat elk van deze centra in verband stond met een der
+patienten van dokter Winkles, doch dit was niet bekend te dien tijde.
+Dokter Winkles was de laatste om onder verdenking te vallen. Natuurlijk
+ontstond er een paniek, een woedende verontwaardiging, doch tegen het
+Voedsel en nog niet zoozeer tegen het Voedsel als wel tegen den
+ongelukkigen Bensington, wien de publieke verbeeldingskracht van het
+begin af hardnekkig had beschouwd als de eenige persoon die voor deze
+nieuwe zaak aansprakelijk was.</p>
+<p>De poging om hem te lynchen, die volgde, is niet meer dan een van
+die plotselinge uitbarstingen van volkswoede welke in de geschiedenis
+zoo menigvuldig voorkomen, en die in werkelijkheid wel de
+onbelangrijkste aller gebeurtenissen zijn.</p>
+<p>De geschiedenis van dezen opstand is in het duister gehuld. De
+groote massa van de menigte kwam ongetwijfeld uit een Anti-Bomvoedsel
+Meeting in Hyde-Park, georganiseerd door drijvers van Caterham&rsquo;s
+partij, doch er schijnt niemand geweest te zijn die het eerst
+voorstelde, en niemand die ook maar doelde op de gewelddadigheid
+waaraan zooveel menschen meededen. Het is een probleem voor den heer
+Gustave le Bon<a class="noteref" id="xd20e2421src" href="#xd20e2421"
+name="xd20e2421src">1</a>&mdash;een mysterie in de psychologie der
+menigten. <span class="pagenum">[<a id="xd20e2427" href="#xd20e2427"
+name="xd20e2427">146</a>]</span>Het blijkt dat des Zondagsmiddags tegen
+drie uur een merkwaardig groote en kwaadaardige Londensche menigte, die
+niet meer te regeeren was, Thursday Street kwam afstroomen, bedacht op
+des heeren Bensington&rsquo;s exempleerlijken dood als afschrikwekkend
+voorbeeld voor alle wetenschappelijke navorschers, en dat deze menigte
+dichter bij het volvoeren van haar plan kwam dan eenig andere menigte
+ooit gekomen is sedert de hekken van Hyde-Park omver gehaald werden in
+de ver achter ons liggende tijden van het midden van Victoria&rsquo;s
+regeering. Deze menigte kwam zelfs zoo dicht bij haar doel, dat
+gedurende een uur een enkel woord het lot van den ongelukkigen
+Bensington zou beslist hebben.</p>
+<p>Hij bemerkte het eerst wat er gaande was aan het rumoer dat het volk
+buiten maakte. Hij ging naar het venster en gluurde naar buiten, niet
+bevroedend wat hem boven het hoofd hing. Een minuut lang misschien zag
+hij het aan hoe de menigte zich om den ingang verdrong, een dozijn
+politieagenten die haar den weg versperden, uit den weg ruimend,
+v&oacute;&oacute;r hij ten volle de rol begreep die hij in de zaak
+speelde. Toen ging hem plotseling een licht op en begreep hij dat die
+brullende, deinende menigte het op hem gemunt had. Hij was geheel
+alleen op de verdieping&mdash;misschien gelukkig nog&mdash;daar zijn
+nicht Jeanne naar Ealing op de thee was bij een familielid van
+moeder&rsquo;s kant, en hij had even weinig begrip hoe zich onder
+dergelijke omstandigheden te gedragen, als van de etiquette van den Dag
+des oordeels. Hij was bezig door de kamers te hollen, aan de meubelen
+vragend wat hij beginnen moest, sleutels in sloten omdraaiend en ze dan
+weder ontsluitend, naar deur, raam en slaapkamer
+vliegend&mdash;<span class="pagenum">[<a id="xd20e2431" href=
+"#xd20e2431" name="xd20e2431">147</a>]</span>toen de beambte van de
+verdieping binnenkwam.<a class="noteref" id="xd20e2433src" href=
+"#xd20e2433" name="xd20e2433src">2</a></p>
+<p>&bdquo;Geen oogenblik te verliezen, meneer,&rdquo; zei hij.
+&bdquo;Ze hebben uw nummer gevonden op het bord in den gang! Ze komen
+recht hier naar toe!&rdquo;</p>
+<p>Hij sleepte den heer Bensington mee den corridor op, die reeds
+weerklonk van het naderend tumult op de groote trap, draaide de deur
+achter hen op slot en ging Bensington voor naar de tegenoverliggende
+kamers, die hij binnenging door middel van een duplicaat sleutel.</p>
+<p>&bdquo;Dat is onze eenige kans nog,&rdquo; zei hij.</p>
+<p>Hij wierp het venster open dat uitkwam op een ventilatie-koker en
+vanuit dit venster zagen zij dat in den muur een rij krammen op
+gezetten afstand onder elkaar waren geslagen die een zeer ruwe en
+gevaarlijke ladder vormden, welke als brandladder moest dienen om uit
+de bovenste verdiepingen te komen. Hij duwde den heer Bensington
+zachtjes het raam uit, toonde hem hoe hij zich vast moest houden, en
+kwam achter hem de ladder op, hem in zijne beenen porrend en prikkend
+met een bos sleutels zoodra hij even met klimmen ophield. Het leek
+Bensington soms of hij die verticale ladder verder tot in alle
+eeuwigheid zou moeten blijven beklimmen. Boven, was de goot nog
+onbereikbaar ver&mdash;&rsquo;t leek wel een mijl&mdash;;
+beneden&mdash;Hij durfde niet denken aan wat er beneden wachtte.</p>
+<p>&bdquo;Vooruit!&rdquo; riep de klerk, en pakte hem bij den enkel.
+Het was vreeselijk zoo bij den enkel gepakt te worden en de heer
+Bensington greep de ijzeren kram boven zich z&oacute;&oacute; stevig
+beet alsof hij op &rsquo;t punt <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e2447" href="#xd20e2447" name="xd20e2447">148</a>]</span>was te
+verdrinken, en slaakte een onderdrukten kreet van angst.</p>
+<p>Het bleek dat de klerk een ruit ingedrukt had, en toen leek het hem
+alsof hij zijdelings een enorm eind gesprongen was, en toen drong het
+geluid van een venster, dat neergeschoven werd tot zijn besef door. Hij
+brulde allerlei dingen. De heer Bensington wendde voorzichtig het hoofd
+tot hij den klerk kon zien. &bdquo;Kom zes treden naar beneden,&rdquo;
+beval deze.</p>
+<p>Al dit beweeg leek hem erg dwaas toe, maar heel, heel behoedzaam
+liet hij toch een voet zakken.</p>
+<p>&bdquo;Niet trekken!&rdquo; riep hij uit, toen de klerk hem wilde
+helpen vanuit het open venster.</p>
+<p>Het leek hem toe dat het bereiken van het raam van de ladder af een
+heel respectabel feit zou zijn voor een vliegenden vos, en het was meer
+met het idee van een fatsoenlijken zelfmoord, dan in de hoop hem te
+volbrengen, dat hij den stap eindelijk waagde en de klerk heesch hem
+meedoogenloos naar binnen.</p>
+<p>&bdquo;U zult hier moeten blijven,&rdquo; zei de klerk; &bdquo;mijn
+sleutels helpen hier niet. &rsquo;t Is een Amerikaansch slot. Ik zal
+naar buiten gaan en de deur achter me dichtslaan, en zien of ik
+&rsquo;t mannetje van deze verdieping kan vinden. U zult zoolang
+opgesloten moeten blijven. &rsquo;t Eenigste is, ga niet naar &rsquo;t
+raam. &rsquo;t Is de kwaadaardigste menigte die ik ooit gezien heb. Als
+ze maar eerst denken dat u uit is, zullen ze zich waarschijnlijk wel
+tevreden stellen met uw boeltje in mekaar te slaan&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;De indicator wees &bdquo;Tehuis&rdquo; aan,&rdquo; zei
+Bensington.</p>
+<p>&bdquo;Dat zal je de drommel halen! In ieder geval, ze moeten mij
+hier niet vinden&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Hij verdween, de deur achter zich dichtslaand.</p>
+<p>Bensington was weder aan zijn eigen initiatief overgelaten.
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e2467" href="#xd20e2467" name=
+"xd20e2467">149</a>]</span>En dit initiatief dreef hem onder het bed.
+Daar werd hij een oogenblik later gevonden door Cossar.</p>
+<p>Bensington was bijna versuft van angst toen hij gevonden werd, want
+Cossar had de deur met zijn schouder ingeloopen door er van den
+overkant van den gang op toe te springen.</p>
+<p>&bdquo;Kom er onderuit, Bensington,&rdquo; zei hij. &bdquo;&rsquo;t
+Is goed volk. Ik ben &rsquo;t. We moeten zien hier vandaan te komen.
+Zij steken het huis in brand. De portiers gaan er allemaal vandoor. De
+bedienden zijn al weg. &rsquo;t Is gelukkig dat ik den man, die van dit
+zaakje afwist, te pakken kreeg.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Kijk es hier.&rdquo;</p>
+<p>Toen Bensington onder het bed uit gluurde, zag hij eenige
+zonderlinge kleedingstukken over Cossar&rsquo;s arm hangen, en wat het
+belachelijkste van alles was, een zwarten vrouwenmuts in diens
+hand!</p>
+<p>&bdquo;Ze zoeken het heele huis af,&rdquo; zei Cossar. &bdquo;Als ze
+het niet in brand steken, komen ze beslist hierheen. Troepen kunnen er
+niet binnen een uur zijn. Vijftig percent
+&bdquo;Hooligans&rdquo;<a class="noteref" id="xd20e2480src" href=
+"#xd20e2480" name="xd20e2480src">3</a> onder de menigte, en hoe meer
+gemeubileerde kamers ze binnenkomen, hoe meer ze den smaak er van beet
+zullen krijgen. Ligt voor de hand... Trek dezen rok aan en zet dien
+muts op, Bensington, en snij uit met mij.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Bedoel je&mdash;?&rdquo; begon Bensington, een hoofd onder
+het bed uitstekend, op de manier van een schildpad.</p>
+<p>&bdquo;Ik bedoel, maak er wat mee voort, en kom mee.&rdquo;</p>
+<p>En met plotselinge heftigheid trok hij Bensington onder het bed uit,
+en begon hem zelf aan te kleeden als een oud vrouwtje uit het volk. Hij
+sloeg zijn broek <span class="pagenum">[<a id="xd20e2489" href=
+"#xd20e2489" name="xd20e2489">150</a>]</span>op, liet hem zijn
+pantoffels uittrekken, deed zijn boord, das, jas en vest uit, schoot
+een zwarten rok over zijn hoofd en deed hem een rood-flanellen
+keurslijf aan en een lijf van dezelfde stof. Hij liet hem zijn al te
+karakteristieken bril afzetten en drukte hem de muts vast op het hoofd.
+&bdquo;Je kondt waarachtig als ouwe vrouw geboren zijn,&rdquo; zei hij,
+terwijl hij de linten der muts onder Bensington&rsquo;s kin samenbond.
+Toen kwamen de elastieke laarzen aan de beurt&mdash;een pijnlijk getrek
+voor de likdorens&mdash;en de shawl, en de vermomming was voltooid.</p>
+<p>&bdquo;Loop es op en neer,&rdquo; zei Cossar, en Bensington
+gehoorzaamde.</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;t Zal gaan,&rdquo; zei Cossar.</p>
+<p>En in deze vermomming, onbeholpen struikelend over zijn ongewone
+rokken, en een vloed van vrouwelijke verwenschingen doend neerdalen op
+zijn eigen hoofd, met een schrille falsetto om in zijn rol te blijven,
+en temidden van het brullen eener menigte die er op uit was om hem te
+lynchen, kwam de oorspronkelijke ontdekker van Herakleophorbia IV, den
+corridor der Chesterfield-Mansions af, midden tusschen die verwoede
+wanordelijke menigte, en verdween aldus geheel van het tooneel der
+gebeurtenissen die ons verder verhaal vormen.</p>
+<p>Na deze ontsnapping bemoeide hij zich nooit weder met de
+wonderbaarlijke ontwikkeling van het Voedsel der Goden, dat het eerst
+aan hem zijn ontstaan te danken had.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">III.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Het mannetje dat de geheele zaak op touw zette,
+verdwijnt uit deze geschiedenis en na eenigen tijd verdween hij
+heelemaal uit de wereld der zichtbare <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e2505" href="#xd20e2505" name="xd20e2505">151</a>]</span>en
+vertelbare dingen. Doch omdat bij de zaak aan den gang bracht, lijkt
+het mij niet meer dan billijk, aan zijn uitvaart een extra bladzijde te
+wijden. Gij kunt hem u wel voorstellen in later tijd, zooals Tunbridge
+Wells hem leerde kennen. Want te Tunbridge Wells dook hij weder op, na
+een tijdelijke verdwijning, zoodra hij ten volle begreep hoe
+voorbijgaand, hoe exceptioneel en onbeduidend die oproerige woede der
+menigte was. Hij verscheen weder onder de hoede van nicht Jeanne, om
+zijn geschokt zenuwgestel te restaureeren, en hiervoor werden alle
+verdere belangen terzijde gesteld. Hij scheen ook volkomen
+onverschillig te zijn geworden voor den strijd die toen juist woedde om
+deze nieuwe centra van verspreiding, en voor de Kinderen van het
+Voedsel.</p>
+<p>Hij nam zijn intrek in het Mount-Glory Hydro-Geneeskundig Hotel, dat
+werkelijk bijzonder goed ingericht is op het gebied van gecarbonneerde
+Baden, Creosoot-Baden, Galvanische en Faradische Baden-Behandeling,
+Massage, Dennen-Baden, Stijfsel- en Kervel-Baden, Radium-Baden,
+Licht-Baden, Hitte-Baden, Zemel- en Naalden-Baden, Teer- en
+Vogeldons-Baden&mdash;alle mogelijke soorten van baden; en hij gaf al
+zijn denken aan de ontwikkeling van dat systeem van geneeskundige
+behandeling, dat nog niet volmaakt was toen hij stierf. En soms reed
+hij in een huurrijtuig, met een met zeehondenleer gevoerde jas naar de
+Pantiles, of als zijne voeten het hem permitteerden liep hij er ook wel
+heen, en dan slurpte hij daar ijzerhoudend water onder toezicht van
+nicht Jeanne.</p>
+<p>Zijn gebogen schouders, zijn roode gezicht, zijn schitterende bril,
+dit alles werd een van de typische dingen van Tunbridge Wells. Niemand
+was ook maar in het minst onvriendelijk tegen hem, en het plaatsje en
+het Hotel schenen zelfs erg met zijne tegenwoordigheid <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e2511" href="#xd20e2511" name=
+"xd20e2511">152</a>]</span>vereerd te zijn. En hoewel hij liever den
+verderen loop zijner uitvinding niet volgde in de dagbladen, was het,
+als hij de Promenade v&oacute;&oacute;r het Hotel overstak, of de
+Pantiles afliep, en hij hoorde fluisteren &bdquo;dat is &rsquo;em, dat
+is &rsquo;em!&rdquo;&mdash;toch geen ontevredenheid die een zachter
+trek om zijn mond bracht en een oogenblik in zijn oog schitterde.</p>
+<p>Deze kleine figuur, deze heel kleine gestalte, zond het Voedsel der
+Goden de wereld in! Men weet werkelijk niet wat verbazingwekkender is,
+de grootheid of de kleinheid dezer mannen der wetenschap en filosofie.
+Ge ziet hem voor u, op de Pantiles, in den met bont gevoerden overjas.
+Hij staat onder dat steenen kozijn waar de fontein opspringt, en houdt
+het glas met ijzerhoudend water, waaruit hij nu en dan een teug neemt,
+in de hand. E&eacute;n helder oog is, over den vergulden rand van zijn
+bril gevestigd op nicht Jeanne, met onverbiddelijke strengheid.
+&bdquo;Mm,&rdquo; zegt hij en slurpt.</p>
+<p>En wij maken ons souvenir voor hem, in deze houding,
+z&oacute;&oacute; richten wij onze camera op hem, en
+&bdquo;nemen&rdquo; dezen ontdekker voor de laatste maal, en laten hem
+achter, als een spikkel op onzen voorgrond, en gaan verder naar het
+grootere schilderij dat zich om hem gevormd heeft, naar het verhaal van
+zijn Voedsel, hoe de verspreide Reuzen-Kinderen met den dag grooter
+werden en opgroeiden temidden eener wereld die z&oacute;&oacute;veel te
+klein voor hen was, en hoe het net der Bomvoedsel-wetten, en
+Bomvoedsel-conventies die de Bomvoedsel-commissie aan het weven was,
+zich ieder jaar al dichter en dichter om hen samentrok.
+Totd&agrave;t&mdash; <span class="pagenum">[<a id="xd20e2517" href=
+"#xd20e2517" name="xd20e2517">153</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div class="footnotes">
+<hr class="fnsep">
+<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id=
+"xd20e2421" href="#xd20e2421src" name="xd20e2421">1</a></span> Fransch
+schrijver van werken over &bdquo;de zielkunde der menigte&rdquo;,
+evenals Sighele. (<span class="sc">Red.</span>)</p>
+<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id=
+"xd20e2433" href="#xd20e2433src" name="xd20e2433">2</a></span> In
+Amerika heeft, in de groote h&ocirc;tels, iedere verdieping haar eigen
+beambte of klerk. Wells schijnt dit overgebracht te hebben op de groote
+particuliere huizen, die in verdiepingen verhuurd worden.</p>
+<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id=
+"xd20e2480" href="#xd20e2480src" name="xd20e2480">3</a></span>
+Hooligans zijn de ruwste, meest bandelooze soort van
+straatslijpers.</p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div class="div0">
+<h2 class="label">Boek II.</h2>
+<h2 class="main">Het voedsel in het dorp.</h2>
+<div id="ch2.1" class="div1"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h2 class="label">Hoofdstuk I.</h2>
+<h2 class="main">De komst van het voedsel.</h2>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">I.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="xd20e2531"><span class="xd20e2531init">O</span>ns thema, dat
+zoo beknopt begon in de studeerkamer van den heer Bensington, heeft
+zich reeds uitgebreid en vertakt, tot het nu dezen, dan genen kant
+uitwijst en van nu aan zullen de gebeurtenissen in ons verhaal op
+verschillende plaatsen voorvallen. Het Voedsel der Goden verder te
+volgen, staat gelijk met de vertakkingen van een voortdurend
+lotenschietenden boom na te gaan; in korten tijd, in het vierde
+gedeelte van een menschenleven, was het voedsel uit zijn eersten bron
+te Hickleybrow op de kleine boerderij, gelekt en had zich
+verspreid&mdash;het voedsel, en ook de faam en schaduw van zijn
+kracht&mdash;de geheele wereld over. Zeer spoedig had het zich ook
+buiten Engeland verspreid. Weldra werkte het in Amerika, op het geheele
+vasteland van Europa, in Japan, in Australi&euml;, eindelijk de geheele
+wereld over, naar het gezette doel. Steeds werkte het langzaam, langs
+indirecte kanalen en tegen de verdrukking in. <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e2533" href="#xd20e2533" name=
+"xd20e2533">154</a>]</span>Het was de grootheid die in opstand gekomen
+was. Niettegenstaande vooroordeelen, ten spijt van wet en verordening,
+niettegenstaande al de koppige vasthoudendbeid, die ten grondslag ligt
+aan de formeele orde der menschheid, ging het Voedsel der Goden, als
+het eenmaal losgelaten was, zijn onnaspeurlijken en niet te stuiten
+gang. Gedurende al deze jaren groeiden de kinderen van het Voedsel
+staag; dit was de belangrijkste factor van dien tijd. Doch het zijn
+juist de gevallen waarin het uitbrak, die het tot historie maken. De
+kinderen die ervan gegeten hadden, groeiden, en weldra waren er nog
+andere kinderen die ook begonnen te groeien; en de beste voornemens ter
+wereld konden niet verhoeden dat het telkens en telkens maar weer aan
+uitlekte. Het Voedsel volhardde in het losbreken, alsof het een levend
+iets was. Als het met bloem van meel vermengd geraakte, werd het
+Voedsel, bij droog weder, als bij opzet tot fijn poeder en stoof voor
+het lichtste briesje uit. Nu eens was het een of ander insect dat tot
+tijdelijke noodlottige ontwikkeling kwam, dan weder een nieuw uitbreken
+der rattenplaag uit de riolen, en dergelijk ongedierte. Eenige dagen
+lang had het dorp Pangbourne in Berkshire te kampen met reuzenmieren.
+Drie mannen werden gebeten en stierven. Er placht een paniek te
+ontstaan, er werd gekampt en dan was de losgebroken plaag weder aan
+banden gelegd, doch liet steeds iets na in de minder op den voorgrond
+tredende dingen des levens&mdash;die voor altijd veranderd waren. Dan
+was het weder een acute en onrustbarende uitbarsting, een snel
+opgroeien van monsterachtig kreupelhout, een vertakking over de aarde
+van onredelijk-sterk groeiende distels, van torren die door de menschen
+bevochten werden met jachtgeweren, of een plaag van reusachtige
+vliegen. <span class="pagenum">[<a id="xd20e2535" href="#xd20e2535"
+name="xd20e2535">155</a>]</span></p>
+<p>Hier en daar werd op vreemde en wanhopige wijze gekampt in obscure
+plaatsen. Het Voedsel verwekte helden in de zaak der kleinheid...</p>
+<p>En in de levens der menschen kwamen allerlei, tot nu toe ongekende,
+gebeurtenissen en zij traden ze tegen zooals zij het beste konden, en
+zeiden tegen elkaar, dat er eigenlijk in de orde der dingen niets
+veranderd was. Na de eerste groote paniek werd Caterham,
+niettegenstaande zijn groote welsprekendheid, een minder belangrijke
+figuur in de politieke wereld, en bleef slechts in de heugenis der
+menschen hangen als de voorstander van een zeer geavanceerde
+opvatting.</p>
+<p>Slechts zeer langzaam veroverde hij zich een op den voorgrond
+tredende positie. &bdquo;Er had geen verandering in de essentieele orde
+der dingen plaats gegrepen&rdquo;&mdash;die eminente leider der moderne
+gedachte, Dokter Winkles zei hier zeer duidelijke dingen over,&mdash;en
+de voorstanders van wat men in die dagen Progressief Liberalisme
+noemde, werden werkelijk sentimenteel over de essentieele onoprechtheid
+hunner vooruitstrevendheid. Het blijkt dat hunne droomen uitsluitend
+liepen over natietjes, taaltjes, huishoudentjes, elk zichzelf
+bedruipend op zijn eigen kleine hoeve. Er ontstond plotseling een mode
+van het kleine en nette. Groot-zijn was &bdquo;vulgair&rdquo;, en
+sierlijk, net, mignon, miniatuur &bdquo;minitieus-volmaakt&rdquo;
+werden de grond-woorden voor critischen bijval.</p>
+<p>Ondertusschen groeiden de Kinderen van het Voedsel rustig en namen
+hun tijd ervoor, zooals kinderen dit moeten, in een wereld die
+veranderde om hen te ontvangen, en verzamelden kracht en postuur en
+kennis, werden persoonlijkheden met een doel in het oog, en groeiden
+langzaam op tot de afmetingen waarvoor het lot hen bestemd had. Weldra
+leken zij een natuurlijk <span class="pagenum">[<a id="xd20e2544" href=
+"#xd20e2544" name="xd20e2544">156</a>]</span>deel te vormen van de
+wereld rondom hen, en begonnen de menschen zich verwonderd af te
+vragen, hoe alles v&oacute;&oacute;r hun tijd geweest was. Verhalen van
+wat de reuzen-jongens konden doen drongen tot hunne ooren door, en men
+zei &bdquo;dat is sterk!&rdquo;&mdash;zonder eenige verwondering. De
+populaire bladen verhaalden van de drie zonen van Cossar en hoe deze
+wonderbaarlijke kinderen groote kanonnen konden optillen,
+ijzer-massa&rsquo;s honderden meters ver weg slingeren, en twee honderd
+voet ver springen. Men vertelde dat zij bezig waren een put te graven,
+dieper dan eenig andere put of mijn die de menschen ooit gemaakt
+hadden, en dat zij, zoo zei men, zochten naar schatten die in de aarde
+verborgen lagen sedert de aarde geschapen werd.</p>
+<p>&bdquo;Deze Kinderen,&rdquo; zeiden de populaire tijdschriften,
+&bdquo;zullen bergen met den grond gelijk maken, zee&euml;n
+overbruggen, tunnels graven door jelui aarde tot deze een honiggraat
+gelijkt.&rdquo; &bdquo;Merkwaardig,&rdquo; zei het kleine volk,
+&bdquo;niet waar? Wat een massa gemakken zullen we dan hebben!&rdquo;
+en gingen weder huns weegs, alsof er van geen Voedsel der Goden sprake
+was op aarde. En inderdaad was dit alles nog slechts een vage
+aanduiding en belofte van wat de &bdquo;Kinderen van het Voedsel&rdquo;
+zouden k&ugrave;nnen doen, later. N&ugrave; was alles nog slechts
+kinderspel bij hen, niet anders dan het eerste gebruik maken van
+kracht, waarin nog geen doel stak. Zij zelven wisten nog niet waarvoor
+zij waren. Zij waren kinderen&mdash;langzaam groeiende kinderen van een
+nieuw geslacht. De reuzenkracht groeide dag aan dag&mdash;de
+reuzen-w&igrave;l moest nog tot een doel rijpen; doch inderdaad zag
+niemand het komen van Grootheid in de wereld, zooals ook niemand ter
+wereld, v&oacute;&oacute;r er eeuwen verloopen waren, het verval en den
+ondergang van Rome als &eacute;&eacute;n gebeurtenis zag. Zij, die in
+die dagen <span class="pagenum">[<a id="xd20e2548" href="#xd20e2548"
+name="xd20e2548">157</a>]</span>leefden, stonden te veel temidden van
+deze heele ontwikkeling van Groei, om ze als een enkel op zichzelf
+staand iets te zien. Het leek zelfs wijzen menschen toe, dat het
+Voedsel de wereld niets anders zou geven dan een oogst van
+onhandelbare, met elkaar niets uit te staan hebbende dingen, die de
+bestaande orde van zaken konden doen beven op hare grondvesten en haar
+konden verontrusten, doch verder niets.</p>
+<p>Het wonderbaarste in dezen tijd van toenemende kracht leek
+wel&mdash;tenminste &eacute;&eacute;n&rsquo; opmerker leek het
+dit&mdash;het koppig volharden van de groote massa in den ouden
+toestand, hun rustig voortgaan in het negeeren van de kolossale
+gestalten die zich tusschen hen bewogen, en van de belofte van nog meer
+kolossale dingen, die temidden van hen zouden opgroeien. Zooals menige
+stroom het rustigst voortstroomt, diep en krachtig, in de nabijheid van
+een waterval, zoo scheen al wat behoudend in den mensch was, in die
+dagen een kalm overwicht te voeren. De reactie werd populair; men
+praatte van het bankroet der wetenschap, van het sterven van den
+vooruitgang, van de nadering der Mandarijnen&mdash;, en van dergelijke
+dingen, terwijl de schreden van de &bdquo;Kinderen van het
+Voedsel&rdquo; te midden van hen daverden. De lawaaierige doellooze
+Revolutien van ouds, een groote menigte dwaze kleine lieden die den een
+of anderen dwazen kleinen monarch verjoegen, dit alles lag ver achter
+hen en hiermede had men afgedaan; doch de Verandering was ni&egrave;t
+gestorven. Het eenige was, dat de Verandering veranderd was. Het nieuwe
+was bezig te komen op zijn eigen manier en dit ging boven het
+alledaagsch begrip der wereld.</p>
+<p>Uitvoerig te verhalen van deze komst, zou gelijk staan met een
+groote Geschiedenis te schrijven, doch overal was een
+evenwijdig-loopende keten van gebeurtenissen. <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e2554" href="#xd20e2554" name=
+"xd20e2554">158</a>]</span>Zoodat het verhalen van de komst ervan op
+&eacute;&eacute;ne plaats, feitelijk het verhalen van het geheel is.
+Toevallig viel er een zaadje dezer Onmetelijkheid in het aardige dorpje
+Cheasing Eyebright in Kent; en te oordeelen naar het verhaal van de
+eigenaardige ontkieming ervan en van de tragische beuzelachtigheden die
+hieruit ontstonden, kan men trachten&mdash;als het ware
+&eacute;&eacute;n draad volgend&mdash;de richting aan te wijzen waarin
+dit geheele groote weefsel van gebeurtenissen het weefgestoel van den
+Tijd ontrolde.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">II.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Cheasing Eyebright had natuurlijk een
+domin&eacute;.</p>
+<p>Nu zijn er domin&eacute;&rsquo;s en domin&eacute;&rsquo;s; en van
+alle soorten houd ik van een nieuwigheden invoerenden
+domin&eacute;&mdash;van een bonten, naar vooruitgang strevenden
+professioneelen reactionnair&mdash;het minst. Doch de domin&eacute; van
+Cheasing Eyebright was iemand die wel het allerminst dacht aan
+nieuwigheden invoeren, een brave, gezette, rijpe en conservatieve
+kleine man. Het is niet meer dan passend een eindje met ons verhaal
+terug te gaan om van hem te vertellen. Hij paste volkomen bij zijn
+dorpsbewoners en men kan hen zich het beste voorstellen zooals zij
+waren, op den avond tegen zonsondergang, toen juffrouw
+Skinner&mdash;gij herinnert u haar vlucht nog wel!&mdash;het voedsel,
+zonder dat iemand het vermoedde, tusschen haar wereldsche goederen deze
+landelijke rust binnen droeg.</p>
+<p>In dit licht uit het westen, zag het dorp er op zijn best uit. Het
+strekte zich uit over de lengte der vallei onder de beukenwouden van
+den &bdquo;Hanger,&rdquo; als een koralensnoer van met riet bedekte en
+roodpannige huisjes&mdash;huisjes met portico&rsquo;s, die met latten
+bespijkerd <span class="pagenum">[<a id="xd20e2565" href="#xd20e2565"
+name="xd20e2565">159</a>]</span>waren en met pyracanthus<a class=
+"noteref" id="xd20e2567src" href="#xd20e2567" name="xd20e2567src">1</a>
+afgezette voorgevels, welke zich al dichter en dichter tegen elkaar
+aandrongen naarmate de weg daalde van de taxusboomen bij de kerk naar
+de brug. De pastorie gluurde niet al te hoogmoedig tusschen de boomen
+uit achter het dorpslogement; zij had een Georgiaanschen gevel, gerijpt
+door den tijd, en de spits der kerk verhief zich blij boven de holte
+die de vallei in de heuvels vormde. Een kronkelend riviertje, dat als
+een smal lint van schuim en hemelblauw voortstroomde, glinsterde
+tusschen breede randen riet en zich er overheen neigende wilgen, midden
+door een m&eacute;&eacute;kronkelende strook weide. Het geheel bood den
+eigenaardigen Engelschen aanblik van goede bebouwing&mdash;dien aanblik
+van kalme afgerondheid&mdash;die de volmaaktheid nabijkomt in de warmte
+van de ondergaande zon.</p>
+<p>En ook de domin&eacute; zag er rijp uit. Hij was gewoon er bijzonder
+rijp uit te zien, alsof hij geboren was als een murwe baby, een rijpe,
+en sappige kleine jongen. Al v&oacute;&oacute;r hij het u vertelde, was
+het aan hem te zien dat hij op eene oude gevestigde openbare kostschool
+was geweest, die begroeid was met klimop, en die schitterende
+tradities, aristocratische relaties, en geen scheikundige laboratoria
+bezat; en dat hij vandaar gegaan was naar een eerwaardige hoogeschool,
+gebouwd in den rijpsten gothischen stijl. Hij bezat weinig boeken die
+jonger waren dan duizend jaar; van dezen vormden Yarrow en Ellis en
+goede preeken uit den tijd v&oacute;&oacute;r de Methodisten het
+meerendeel. Hij was een man van middelmatige lengte, een beetje kleiner
+lijkend door zijn equatoriale afmetingen en met een gezicht, dat hoewel
+rijp van het begin af, nu climacterisch<a class="noteref" id=
+"xd20e2572src" href="#xd20e2572" name="xd20e2572src">2</a> <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e2577" href="#xd20e2577" name=
+"xd20e2577">160</a>]</span>rijp was. De baard van een David verborg
+zijne dubbele onderkin; hij droeg geen horloge-ketting uit verfijning,
+en zijn hoogsteenvoudige kleeding van geestelijke, was gemaakt door een
+kleermaker uit het West-End<a class="noteref" id="xd20e2579src" href=
+"#xd20e2579" name="xd20e2579src">3</a>... En hij zat daar, met een hand
+op elke dij, genoegelijk knipoogend naar zijn dorp. Hij wuifde er met
+een mollige hand naar. En in hem zong weer zijn oude refrein.
+&bdquo;Wat kan men meer wenschen?&rdquo; &bdquo;Onze ligging is heel
+gelukkig,&rdquo; zei hij, zich niet al te sterk uitdrukkend.</p>
+<p>&bdquo;Wij liggen in een sterke vesting tusschen de heuvelen,&rdquo;
+legde hij nader uit.</p>
+<p>En eindelijk kwam hij geheel en al voor de zaak uit. &bdquo;Wij
+liggen er gelukkig geheel van afgesloten.&rdquo;</p>
+<p>Want hij en zijn vriend hadden gepraat over de Verschrikkingen der
+Eeuw, over Democratie en Openbaar onderwijs en Lucht-schrapers<a class=
+"noteref" id="xd20e2588src" href="#xd20e2588" name="xd20e2588src">4</a>
+en auto&rsquo;s en de Inval van Amerika, het Onoordeelkundig Lezen van
+het Publiek, en het verdwijnen van allen smaak.</p>
+<p>&bdquo;Wij staan er hier heelemaal buiten,&rdquo; herhaalde hij en
+net terwijl hij dit zei trof het geluid der voetstappen van iemand die
+dien kant uitkwam zijn oor, en hij rolde zich om in zijn stoel en keek
+naar haar.</p>
+<p>Gij kunt u de stage, beverige nadering der oude vrouw wel
+voorstellen, met haar pak in haar knoestige, <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e2595" href="#xd20e2595" name=
+"xd20e2595">161</a>]</span>vermagerde hand geklemd, haar neus (die haar
+gezicht vormde) gerimpeld van ademlooze vastberadenheid. Gij ziet de
+klaprozen al zwaar van noodlot knikken op haar hoed, en de met stof
+bedekte elastieken laarzen onder haar schamele rokken onherroepelijk en
+langzaam beurtelings oost en west wijzend. Onder haar arm schoof een
+niet zeer kostbare parapluie heen en weer, als een oproerige gevangene.
+Wat kon den Domin&eacute; aanduiden, dat deze grotesque oude
+gestalte&mdash;tenminste voor zoover het zijn dorp betrof&mdash;niemand
+anders was dan het Vruchtbare Toeval, en het Onverwachte&mdash;de oude
+harpij die de menschen het Noodlot noemen. Doch voor ons is zij niemand
+anders dan juffrouw Skinner.</p>
+<p>Daar zij te veel bepakt was om een buiging te maken, deed zij net of
+zij hem en zijn vriend niet zag, en ging hen dus, flip, flap, op nog
+geen drie pas voorbij, op het dorp toe. De domin&eacute; zag haar daar
+zoo langzaam in stilte heentrekken en deed ondertusschen een opmerking
+in zich rijpen...</p>
+<p>Het voorval leek hem niet in het minst belangrijk. Er zijn
+st&eacute;&eacute;ds oude vrouwen, in &agrave;lle tijden, geweest die
+bundels getorst hebben, de geheele wereld door. En wat heeft het
+uitgemaakt? &bdquo;Wij liggen er geheel en al buiten,&rdquo; zei de
+domin&eacute;. &bdquo;Wij leven in een sfeer van eenvoudige dingen die
+niet licht veranderen; van Geboorte en Arbeid, simpelen tijd van zaaien
+en simpelen oogst. Het rumoer gaat ons voorbij.&rdquo; Hij kon altijd
+goed praten over wat hij noemde de permanente dingen. &bdquo;De dingen
+veranderen,&rdquo; placht hij te zeggen, &bdquo;doch de
+Menschheid&mdash;aere perennius&rdquo;.<a class="noteref" id=
+"xd20e2602src" href="#xd20e2602" name="xd20e2602src">5</a> Hij hield
+van een klassieke aanhaling die listiglijk verkeerd te pas gebracht
+werd. En verder <span class="pagenum">[<a id="xd20e2605" href=
+"#xd20e2605" name="xd20e2605">162</a>]</span>op, den heuvel af, was de
+ongracieuze doch vastberaden juffrouw Skinner, op grappige wijze
+<span class="corr" id="xd20e2607" title=
+"Bron: &egrave;en">&eacute;&eacute;n</span> geworden met
+Wilmerding&rsquo;s &bdquo;overstap.&rdquo;<a class="noteref" id=
+"xd20e2610src" href="#xd20e2610" name="xd20e2610src">6</a></p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">III.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Niemand weet wat de domin&eacute; van de
+Reuzen-Wolfsveesten<a class="noteref" id="xd20e2618src" href=
+"#xd20e2618" name="xd20e2618src">7</a> dacht.</p>
+<p>Zonder twijfel was hij een van de eersten die ze ontdekte. Met
+kleine afstanden ertusschen waren ze langs het pad verspreid; tusschen
+den dichtst bijzijnden heuvel en het einde van het dorp&mdash;een pad
+dat hij dagelijks bezocht op zijn digestie-wandelingetje. Alles bij
+elkaar genomen, waren er van het begin tot het einde, minstens dertig
+van deze zwammen. De domin&eacute; schijnt naar elk van hen
+afzonderlijk verbaasd te hebben staan kijken, en in de meeste een paar
+maal met zijn wandelstok te hebben gestooten. E&eacute;n ervan trachtte
+hij met zijne armen te meten, doch zij barstte bij zijn Ixionische
+omarming.</p>
+<p>Hij sprak er met verscheidene menschen over en zeide dat zij
+&bdquo;wonderbaarlijk!&rdquo; waren en hij verhaalde aan minstens zeven
+verschillende personen de welbekende geschiedenis van den vloersteen,
+die opgelicht werd van den keldervloer door een hoop paddestoelen die
+er onder groeiden. Hij keek er zijn Sowerby eens op na om te zien of
+het Lycoperdon coelatum of giganteum was. Hij hield er een geliefkoosde
+theorie <span class="pagenum">[<a id="xd20e2625" href="#xd20e2625"
+name="xd20e2625">163</a>]</span>op na, dat de benaming
+&bdquo;giganteum&rdquo; niet juist was.</p>
+<p>Men weet niet of hij ook opmerkte dat deze witte bollen juist op het
+pad groeiden dat die oude vrouw gisteren gevolgd had, en of hij
+opmerkte dat de laatste op nog geen twintig passen van het hek van het
+huisje van Caddles zijn dikken kop opstak. Zoo hij dit alles al
+opmerkte, trachtte hij toch niet er aanteekening van te houden. Zijn
+observatie-vermogen in botanische dingen was wat de kleinere
+natuurkundigen een &bdquo;geoefende waarneming&rdquo; noemen&mdash;men
+zoekt naar zekere bepaalde dingen en ziet alle verdere dingen over het
+hoofd. En hij deed geen moeite om dit verschijnsel in verband te
+brengen met het merkwaardig snelle groeien van den zuigeling van
+Caddles, wat nu al eenige weken aan den gang was; ja, feitelijk van den
+dag af dat Caddles ongeveer een maand tevoren zijn schoonmoeder was
+gaan bezoeken en hij zijn schoonmoeder hoorde opsnijden over het fokken
+van kippen.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">IV.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Het groeien der wolfsveesten, volgend op het
+plotseling groeien van den baby der Caddles, behoorde den domin&eacute;
+de oogen geopend te hebben. Het laatste dezer twee feiten was hem reeds
+rechtstreeks in de armen gevoerd bij het doopen&mdash;bijna
+overweldigend...</p>
+<p>De hummel gilde oorverdoovend, toen het koude water, dat zijn
+goddelijk erfdeel en zijn recht op den naam van Albert Edward Caddles
+bezegelde, op zijn voorhoofd druppelde. Hij ging de moederlijke
+draagkracht reeds te boven en Caddles, weliswaar wankelend onder den
+last, doch ouders van minder voordeelige kinderen triumphantelijk
+toegrijnzend, droeg <span class="pagenum">[<a id="xd20e2636" href=
+"#xd20e2636" name="xd20e2636">164</a>]</span>hem terug naar de bank die
+door zijn gezelschap werd ingenomen.</p>
+<p>&bdquo;Z&oacute;&oacute;&rsquo;n kind heb ik nog nooit
+gezien!&rdquo; zei domin&eacute;.</p>
+<p>Dit was de eerste openlijke aanduiding dat het kleine kind van
+Caddles, dat zijn aardsche loopbaan begonnen was &ograve;nder een
+gewicht van zeven pond, bij slot van rekening zijn ouders toch nog eer
+aan zou gaan doen. En heel gauw werd het duidelijk dat het niet alleen
+voornemens was hun een eer, doch zelfs een glorie te zijn. En binnen
+een maand schitterde hun glorie zoo helder, dat zij, den stand van
+lieden als de Caddles in aanmerking nemend, onbehoorlijk was.</p>
+<p>De slager woog het kind elf maal. Hij was geen erg spraakzaam mensch
+en besteedde niet veel tijd aan dit wegen. De eerste maal zei hij:
+&bdquo;&rsquo;t is een goeie hoor;&rdquo; de tweede maal zei hij:
+&bdquo;wel allemachtig!&rdquo; De derde maal zei hij: &bdquo;Nou,
+hm,&rdquo; en daarna blies hij ieder maal slechts geweldig, krabde zich
+het hoofd, en keek naar zijn weegschaal met een tot hier toe nooit
+gevoeld wantrouwen. Iedereen kwam naar het &bdquo;Groote Kind&rdquo;
+kijken&mdash;zoo werd het algemeen genoemd&mdash;en de meesten zeiden:
+&bdquo;&rsquo;t is een dikzak, hoor!&rdquo; Juffrouw Fletcher kwam ook
+kijken en zeide dat ze nog nooit z&oacute;&oacute; iets gezien had, wat
+volkomen juist was.</p>
+<p>Lady Wondershoot, de dorps-tyran, kwam op den dag nadat het voor de
+derde maal gewogen was aanzetten en bekeek het phenomeen nauwkeurig
+door haar lorgnon, wat het kind deed brullen van angst.</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;t Is een merkwaardig &bdquo;Groot
+kind,&rdquo;<span class="corr" id="xd20e2648" title=
+"Niet in bron">&rdquo;</span> vertelde zij de moeder, met een luide,
+leerende stem. &bdquo;Je mag er wel goed voor zorgen, Caddles.
+Natuurlijk gaat dat zoo niet d&oacute;&oacute;r, daar het met de flesch
+grootgebracht wordt, maar we moeten er voor doen wat we kunnen. Ik zal
+je nog wat flanel sturen.&rdquo; <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e2651" href="#xd20e2651" name="xd20e2651">165</a>]</span></p>
+<p>De dokter kwam en mat het kind met een elletje, en schreef de
+cijfers in zijn notitieboekje, en de oude meneer Drifthassock, die een
+boerderij bij Up Marden had, maakte met een voerage-reiziger een omweg
+van een half-uur, om het te zien. De reiziger vroeg drie malen hoe oud
+het kind was en zeide eindelijk dat hij &bdquo;verdompeld&rdquo; zou
+zijn. Hoe en waarom hij &bdquo;verdompeld&rdquo; was moest men maar
+raden. Hij zei ook dat het in een reuzen-kinderen-tent op de kermis
+moest tentoongesteld worden. En den geheelen dag kwamen er kinderen die
+zeiden: &bdquo;juffrouw Caddles, maggen we asjeblief je kind es
+zien,&rdquo; tot juffrouw Caddles er een stokje voor moest steken. En
+temidden van al deze verbazingwekkende dingen stond daar juffrouw
+Skinner, glimlachend en zich een beetje achteraf houdend, met de
+puntige elbogen in haar lange slappe handen, en al maar glimlachend om
+en bij haar neus, met een oneindig diepzinnigen glimlach.</p>
+<p>&bdquo;Zelfs die oude heks van een grootmoeder ziet er opgeruimder
+door uit,&rdquo; zei Lady Wondershoot. &bdquo;Al spijt &rsquo;t mij ook
+dat ze weer hier in het dorp terug is.&rdquo;</p>
+<p>Natuurlijk, zooals bij de meerderheid der zuigelingen van de armere
+dorpelingen, werd het bedeeld, doch door een enorm gekrijt maakte het
+kind het weldra duidelijk dat het, wat het vullen van zijn zuigflesch
+aanging, nog lang niet genoeg bedeeld werd.</p>
+<p>De baby had recht op een negendaagsche bewondering, en iedereen had
+schik in zijn verbazenden groei, gedurende tweemaal dien tijd en
+langer. En zelfs daarna, inplaats van op den achtergrond te geraken, en
+plaats te maken voor andere wonderen, bleef het maar steeds
+doorgroeien, nog sterker dan te voren!</p>
+<p>Lady Wondershoot luisterde met de uiterste verbazing naar haar
+huisbewaarster. <span class="pagenum">[<a id="xd20e2663" href=
+"#xd20e2663" name="xd20e2663">166</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Caddles al w&eacute;&eacute;r beneden. Geen eten voor het
+kind! Maar m&rsquo;n beste Greenfield, dat k&agrave;n niet. Het
+schepsel eet als een nijlpaard! &rsquo;t Kan beslist niet waar
+zijn.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik mag van harte lijden dat ze u niet bedriegen,
+barones,&rdquo; zei juffrouw Greenfield.</p>
+<p>&bdquo;Het is zoo moeilijk te zeggen bij zulk soort menschen,&rdquo;
+zei Lady Wondershoot. &bdquo;Doe me een pleizier, m&rsquo;n beste
+Greenfield, er vanmiddag zelf even heen te gaan en je zelf te
+overtuigen&mdash;en blijf erbij als &rsquo;t de flesch krijgt. Al is
+&rsquo;t werkelijk een groot kind, ik kan me heusch niet voorstellen
+dat &rsquo;t m&eacute;&eacute;r dan zes pint per dag zou noodig
+hebben.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;t Heeft er geen recht op, barones,&rdquo; zei juffrouw
+Greenfield.</p>
+<p>Lady Wondershoot&rsquo;s hand beefde, met die C. O. S. soort van
+emotie, die achterdochtige woede, die in alle ware aristocraten beeft,
+bij de gedachte dat mogelijk de lagere klassen bij slot van
+rekening&mdash;even laag zijn als hun meerderen en&mdash;en hier steekt
+de angel&mdash;op dit gebied nog beter aan toe zijn misschien dan
+zij.</p>
+<p>Doch juffrouw Greenfield kon geen bewijzen vinden dat er op den zak
+harer meesteres gespeculeerd werd, en er werd bevel gegeven, aan
+Caddles&rsquo; baby een grooter dagelijksch rantsoen te verstrekken.
+Nauwelijks was het eerste rantsoen op, of daar kwam Caddles alweer aan,
+met een wanhopig air van &bdquo;ik kan er niks aan doen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wij hebben er zuinig op gepast, juffrouw Greenfield, &rsquo;t
+is waar, juffrouw, maar ze zijn &rsquo;em d&rsquo;r allemaal gewoon
+afgesprongen! Ze vlogen met zoo&rsquo;n kracht in de rondte, juffrouw,
+dat er een knoop door een ruit ging, en een andere me n&egrave;t hier
+tegen m&rsquo;n hoofd vloog da &rsquo;k er van duizelde.&rdquo;
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e2678" href="#xd20e2678" name=
+"xd20e2678">167</a>]</span></p>
+<p>Toen Lady Wondershoot vernam dat het wonderbaarlijke kind zoowaar
+zijn prachtige bedeelingskleeren had doen barsten, besloot zij er
+Caddles z&egrave;lf eens over te spreken. Hij verscheen
+v&oacute;&oacute;r haar; zijn haar inderhaast natgemaakt en
+gladgestreken met de hand, buiten adem en zich aan zijn hoed-rand
+vastklemmend alsof het een zwemgordel was, en struikelend in zijn
+rampzaligheid over den rand van het vloerkleed.</p>
+<p>Lady Wondershoot mocht Caddles graag afsnauwen. Caddles was in haar
+oog het ideaal van iemand die tot de lagere klassen behoort, oneerlijk,
+trouw, kruiperig, werkzaam, en onbegrijpelijk ongeschikt om
+verantwoordelijkheid op zich te nemen. Zij zeide hem dat hij werkelijk
+niet te licht moest denken over de wijze waarop dat kind zich
+gedroeg.</p>
+<p>&bdquo;Niks anders dan dat hij zoo&rsquo;n honger heeft,
+barones,&rdquo; zei Caddles, met verheffing van stem.</p>
+<p>&bdquo;En je kunt hem niet tegenhouden ook, barones,&rdquo; zei
+Caddles. &bdquo;Hij ligt daar maar van zich af te trappen en te gillen
+dat je hooren en zien vergaat. &rsquo;t Gaat niet, barones en als we
+&rsquo;t al deden, zouden de buren tusschen beiden komen...&rdquo;</p>
+<p>Lady Wondershoot raadpleegde er den dokter eens over.</p>
+<p>&bdquo;Ik zou wel eens willen weten,&rdquo; zei Lady Wondershoot,
+&bdquo;of &rsquo;t wel go&egrave;d is dat dit kind zulk een verbazende
+hoeveelheid melk krijgt?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;De gewone hoeveelheid voor een kind van dien leeftijd,&rdquo;
+zei de dorpsdokter, &bdquo;is anderhalf tot twee pint in de
+vierentwintig uur. Ik zie heusch niet in dat u geroepen is om
+m&eacute;&eacute;r te verschaffen. Z&oacute;&oacute; u het doet, dan is
+&rsquo;t alleen uw eigen edelmoedigheid. Natuurlijk zouden we het met
+de hoeveelheid die hem toekomt eens een paar dagen kunnen probeeren.
+Maar ik moet toegeven, dat het kind, door de een of andere <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e2694" href="#xd20e2694" name=
+"xd20e2694">168</a>]</span>oorzaak physiologisch van andere kinderen
+verschilt. Het is mogelijk dat het, wat men een &bdquo;Sport&rdquo;
+noemt, is. Een geval van Algeheele Overvoeding.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Het is niet eerlijk tegenover de andere dorpskinderen,&rdquo;
+zei Lady Wondershoot. &bdquo;Ik weet zeker dat er klachten inkomen als
+dit zoo d&oacute;&oacute;rgaat.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik zie werkelijk niet in dat er van iemand verwacht kan
+worden m&eacute;&eacute;r te geven dan de hoeveelheid die algemeen aan
+kinderen van dien leeftijd gegeven wordt. We zouden er op kunnen staan
+dat &rsquo;t zich daarmede tevreden stelde, of, als &rsquo;t dat niet
+wilde, het als een &bdquo;geval&rdquo; naar het ziekenhuis
+sturen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ontdekt u, nog afgezien van de grootte en den eetlust, ook
+nog iets anders dat abnormaal is&mdash;niets monsterachtigs?&rdquo; zei
+Lady Wondershoot nadenkend.</p>
+<p>&bdquo;Neen, neen, dat niet. Doch als deze groei doorgaat, zullen
+wij ernstige moreele en intellectueele tekortkomingen ontdekken. Men
+zou dit reeds nu haast durven voorspellen aan de hand van Max
+Nordau&rsquo;s wet. Een zeer begaafde, en beroemde filosoof, Lady
+Wondershoot. Hij ontdekte dat het abnormale&mdash;abnormaal is, een
+zeer gewichtige ontdekking, die wel de moeite waard is onthouden te
+worden. Voor mij is zij tenminste van groot belang in mijn praktijk.
+Als ik iets abnormaals ontdek, zeg ik dadelijk: &bdquo;Dit is
+abnormaal.&rdquo; Zijn oogen namen een diepzinnige uitdrukking aan; hij
+liet zijn stem dalen, zijn houding grensde aan het
+intiem-vertrouwelijke. Hij hief stijf een hand op. &bdquo;En in dien
+geest behandel ik dan zoo&rsquo;n geval,&rdquo; zei hij.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">V.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">&bdquo;Wel, wel!&rdquo; zei de domin&eacute; tegen
+zijn ontbijt-gerei&mdash;den dag na de aankomst van juffrouw Skinner.
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e2709" href="#xd20e2709" name=
+"xd20e2709">169</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Wel, wel, wat hebben we hier?&rdquo; en richtte zijn bril op
+zijn courant met een afkeurenden blik.</p>
+<p>&bdquo;Reuzenwespen! Wat beleven we al niet... Amerikaansche
+journalisten, vertrouw ik! Ik moet niets hebben van al die nieuwe
+fratsen. Ik ben al heel tevreden met reuzen-klapbessen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Onzin!&rdquo; zei de domin&eacute;, dronk in
+&eacute;&eacute;n teug zijn koffie leeg, met zijn blikken vast op zijn
+courant gevestigd, en smakte ongeloovig met de lippen.</p>
+<p>&bdquo;Nonsens!&rdquo; zei de domin&eacute;, het bericht niet
+willend gelooven. Doch den volgenden dag stond er meer over in, en toen
+ging hem plotseling een licht op. Doch alles werd hem niet opeens
+duidelijk. Toen hij dien dag zijn digestie-wandeling ging doen, liep
+hij nog onderdrukt te lachen over dat nonsensicale verzinsel, dat zijn
+courant hem op de mouw wilde spelden. &bdquo;Jawel! Wespen&mdash;die
+een hond gedood hadden!&rdquo; Toen hij toevallig voorbij de plek kwam
+waar die eerste was van Wolfsveesten groeide, merkte hij bij zichzelven
+op dat het gras daar erg hoog en weelderig groeide, doch hij bracht dit
+op geenerlei wijze in verband met dat waarover hij in stilte zulk een
+pleizier had.</p>
+<p>&bdquo;Dan zouden we er toch hier ook wel i&egrave;ts van gehoord
+hebben,&rdquo; zei hij; &bdquo;Whitstable is nog geen twintig mijlen
+hier vandaan.&rdquo;</p>
+<p>Een eindje verder vond hij weder een wolfsveest, een van de tweede
+collectie, die als het ei van een rock<a class="noteref" id=
+"xd20e2722src" href="#xd20e2722" name="xd20e2722src">8</a> uit de
+abnormaal grove aarde stak.</p>
+<p>Toen schoot de beteekenis van dit alles in hem als een
+bliksemstraal. <span class="pagenum">[<a id="xd20e2730" href=
+"#xd20e2730" name="xd20e2730">170</a>]</span></p>
+<p>Dien morgen deed hij niet zijn gebruikelijke rondte. Hij sloeg af
+bij den tweeden overstap en liep z&oacute;&oacute; om naar het huisje
+der Caddles. &bdquo;Waar is je kind?&rdquo; vroeg hij, en toen hij het
+zag, riep hij uit: &bdquo;Goeie hemel!&rdquo;</p>
+<p>Hij liep den stijgenden weg naar het dorp op en kwam den dokter
+tegen die in allerijl naar beneden liep. Hij vatte hem bij den arm.
+&bdquo;Wat bet&eacute;&eacute;kent dit allemaal?&rdquo; zei hij.
+&bdquo;Heb je de laatste dagen couranten gelezen?&rdquo;</p>
+<p>De dokter antwoordde toestemmend.</p>
+<p>&bdquo;Nu, en wat is er aan de hand met dat kind? En al dat
+andere&mdash;wespen, wolfsveesten, zuigelingen, h&egrave;, zeg? Wat is
+het dat ze zoo sterk doet groeien? &rsquo;t Komt erg onverwacht. En dat
+nog wel in Kent! Als &rsquo;t nu nog Amerika was&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;t Is op &rsquo;t oogenblik nog moeilijk te zeggen wat
+&rsquo;t precies is,&rdquo; zei de dokter. &bdquo;Zoover als ik de
+symptomen kan nagaan&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;...is het overmatige voeding&mdash;algemeene
+overvoeding.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Overv&oacute;&eacute;ding?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja, algeheele&mdash;doet den geheelen lichaamsbouw
+aan&mdash;het geheele organisme. Tusschen ons, in vertrouwen gezegd,
+ben ik er wel haast van overtuigd dat het d&agrave;t is... Maar je moet
+altijd een beetje voorzichtig zijn in je oordeel.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ha,&rdquo; zei de domin&eacute;, erg opgelucht, te bevinden
+dat de dokter tegen het geval was opgewassen; &bdquo;maar hoe komt
+&rsquo;t dat &rsquo;t overal op deze manier uitbreekt?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja, dat is weer iets dat moeilijk te zeggen valt.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;In Urshot, en nu hier, &rsquo;t is een vrij duidelijk geval
+van verspreiding.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja,&rdquo; zei de dokter, &bdquo;ja. Ik geloof het ook. Het
+lijkt in elk geval erg op de een of andere epidemie. Waarschijnlijk
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e2756" href="#xd20e2756" name=
+"xd20e2756">171</a>]</span>zal &rsquo;t wel Epidemische Overvoeding
+zijn.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Epidemisch!&rdquo; zei de domin&eacute;. &bdquo;Je wilt toch
+niet zeggen dat &rsquo;t besmettelijk is?&rdquo;</p>
+<p>De dokter glimlachte vriendelijk en wreef zich in de handen.
+&bdquo;Ja, zie je, d&agrave;t kan ik niet zeggen,&rdquo; zei hij.</p>
+<p>&bdquo;Maar&mdash;!&rdquo; riep de domin&eacute;, met wijd open
+oogen. &bdquo;Als &rsquo;t eens besmettelijk is&mdash;dan&mdash;dan
+steekt &rsquo;t &ograve;ns ook aan!&rdquo;</p>
+<p>Hij liep een paar pas den weg op en wendde zich toen weder om.</p>
+<p>&bdquo;Ik kom er juist vandaan,&rdquo; riep hij. &bdquo;Zou &rsquo;t
+niet goed zijn als&mdash;? Ik ga dadelijk naar huis, om een bad te
+nemen en mijn kleeren te ontsmetten.&rdquo;</p>
+<p>De dokter keek zijn zich verwijderende gestalte een oogenblik na,
+wendde zich toen om en ging naar zijn eigen huis...</p>
+<p>Doch onderweg dacht hij na over het feit dat er nu al een maand lang
+een geval in het dorp was zonder dat iemand anders er door besmet werd,
+en na een korte aarzeling besloot hij moedig te zijn zooals een dokter
+betaamt en de gevolgen als een man af te wachten.</p>
+<p>En w&egrave;l waren zijn overdenkingen juist. Want groei was het
+allerlaatste dat h&egrave;m nog zou aansteken. Hij,&mdash;en ook de
+domin&eacute;&mdash;kon een handkar vol Herakleophorbia opgegeten
+hebben. Want de groei was bij hen uit, voor altijd.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">VI.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Een dag of zoo na dit gesprek,&mdash;dat wil zeggen
+een dag of zoo na het verbranden der Proef-Hoeve, kwam Winkles bij
+Redwood en liet hem een beleedigenden brief zien. Het was een
+ongeteekende brief, en een auteur behoort de geheimen zijner sujetten
+te <span class="pagenum">[<a id="xd20e2780" href="#xd20e2780" name=
+"xd20e2780">172</a>]</span>bewaren. &bdquo;Ge denkt eer in te leggen
+met wat niets anders dan een volkomen natuurlijk verschijnsel
+is,&rdquo; luidde de brief, &bdquo;en ge tracht voor uzelf reclame te
+maken met uw brief aan de &bdquo;Times.&rdquo; U en uw Bomvoedsel! Laat
+ik u even zeggen dat dit voedsel met zijn zotten naam slechts zeer
+toevallig in verband staat met deze groote wespen en ratten. De naakte
+waarheid is dat er een epidemie van Overvoeding
+heerscht&mdash;Besmettelijke Overvoeding&mdash;die ge ongeveer even
+weinig kunt tegengaan als ge het zonnestelsel kunt bedwingen. Het is
+een quaestie die zoo oud is als de wereld. Er heerschte overvoeding in
+het geslacht van Enak. Geheel buiten uw bereik, te Chaesing Eyebright
+bevindt zich op dit oogenblik een kind&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Beverige op- en neerhalen. Blijkbaar oude heer,&rdquo; zei
+Redwood. &bdquo;Maar het is toch vreemd dat een kind&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Hij las een paar regels verder, en kreeg plotseling een
+ingeving.</p>
+<p>&bdquo;Bij den hemel!&rdquo; zei hij. &bdquo;Dat is mijn verdwenen
+juffrouw Skinner!&rdquo;</p>
+<p>Hij overviel haar plotseling den volgenden dag in den namiddag.</p>
+<p>Zij was bezig uien te trekken in het tuintje voor haar
+dochter&rsquo;s huisje, toen zij hem zag aankomen door het tuinhek. Zij
+bleef een oogenblik &bdquo;beduusd&rdquo; staan, zooals de lui op
+&rsquo;t land het uitdrukken, sloeg toen de armen over elkaar en
+wachtte zijn komst af met het bosje uien als ter verdediging onder haar
+linker elboog. Haar mond opende en sloot zich verscheidene malen; zij
+mummelde wat met haar eenigen tand, en eenmaal maakte zij plotseling
+een buiging, als het flikkeren van een booglamp.</p>
+<p>&bdquo;Ik dacht wel dat ik je vinden zou,&rdquo; zei Redwood.
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e2794" href="#xd20e2794" name=
+"xd20e2794">173</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Ja, dat heb ik ook al gedacht, meneer,&rdquo; zei zij, zonder
+veel vreugdebetoon.</p>
+<p>&bdquo;Waar is Skinner?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;IJ &rsquo;eeft me nooit weer geschreve&rsquo;, meneer,
+en is ook nooit meer &rsquo;ier geweest vanaf dat ik &rsquo;ier
+ben.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Weet je niet wat er van hem geworden is?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;IJ &rsquo;eeft me nooit meer geschreve&rsquo;,
+meneer,&rsquo;&rsquo; zei zij en deed zijdelings een schrede naar
+links, half met het doel Redwood van de deur af te houden.</p>
+<p>&bdquo;Niemand weet wat er van hem geworden is,&rdquo; zei
+Redwood.</p>
+<p>&bdquo;Nou maar, &rsquo;ijz&egrave;lf wel,&rdquo; zei juffrouw
+Skinner, &bdquo;maar &rsquo;ij wil &rsquo;t niet zegge&rsquo;, want
+&rsquo;ij &rsquo;ad t&rsquo;r altijd slag van &rsquo;n mensch, dat
+&rsquo;t em &rsquo;t naaste stond in last te brenge&rsquo; en te
+late&rsquo; zitte&rsquo;. Maar slim was ie, da m&ocirc;&rsquo; k
+zegge&rsquo;,&rdquo; zei juffrouw Skinner....</p>
+<p>&bdquo;En waar is dat kind nu?&rdquo; vroeg Redwood plotseling.</p>
+<p>&bdquo;W&acirc; blieft u?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dat kind daar ik van heb hooren spreken, &rsquo;t kind dat je
+ons goedje gegeven hebt&mdash;het kind dat acht en twintig pond
+weegt.&rdquo;</p>
+<p>De handen van juffrouw Skinner waren zenuwachtig in de weer, en ze
+liet de uien vallen. &bdquo;Warachies, meneer,&rdquo; zei zij,
+&bdquo;ik weet werkelijk niet wat u bedoel. M&rsquo;n dochter, meneer,
+juffrouw Caddles, &rsquo;&eacute;&eacute;ft een kind, meneer.&rdquo; En
+zij maakte zenuwachtig een reverence, en probeerde er
+onschuldig-vragend uit te zien, door haar neus naar &eacute;&eacute;n
+kant te trekken.</p>
+<p>&bdquo;Ik zou graag dat kind es zien, juffrouw Skinner,&rdquo; zei
+Redwood.</p>
+<p>Juffrouw Skinner deed &eacute;&eacute;n oog wat wijder open toen zij
+hem voorging naar de deel. &bdquo;Natuurlijk, meneer, d&rsquo;r kan
+ergens wel een klein beetje in geweest zijn, in een kleine bus van
+Nicey die ik aan zijn vader gaf om van de boerderij mee te brengen, of
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e2822" href="#xd20e2822" name=
+"xd20e2822">174</a>]</span>misschien een klein beetje dat ik om
+&rsquo;t zoo maar es uit te drukken bij me had, en dat door m&rsquo;n
+gauwe inpakke&rsquo; d&rsquo;r tussche&rsquo; zal zijn
+geraakt....&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;H&rsquo;m!&rdquo; zei Redwood nadat hij een poosje naar het
+kind had staan kijken. &bdquo;H&rsquo;m!&rdquo;</p>
+<p>Hij zei tot juffrouw Caddles dat het een erg voordeelig kind was,
+iets wat zij hoe langer hoe meer in al zijn omvang begon te
+begrijpen,&mdash;en na dit gezegd te hebben, bemoeide hij zich verder
+niet met haar. Een oogenblik later verliet zij het vertrek uit louter
+onbeduidendheid.</p>
+<p>&bdquo;Nu dat je er mee begonnen bent, zul je er mee voort moeten
+gaan,&rdquo; zei hij tot juffrouw Skinner. Hij wendde zich plotseling
+tot haar.</p>
+<p>&bdquo;En denk er wel om, dat je &rsquo;t niet w&eacute;&eacute;r
+rondmorst,&rdquo; zei hij.</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;t Rondmorse, meneer?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Kom, je begrijpt me heel goed.&rdquo;</p>
+<p>En d&agrave;t zij hem begreep bleek uit haar zenuwachtige
+gebaren.</p>
+<p>&bdquo;Je hebt er hier niemand iets van verteld? De ouders, den
+dorpsheer op het heerenhuis, den dokter, aan niemand?&rdquo;</p>
+<p>Juffrouw Skinner schudde ontkennend het hoofd.</p>
+<p>&bdquo;Dat zou ik je ook niet raden,&rdquo; zei Redwood.</p>
+<p>Hij ging naar de deel-deur en keek eens naar buiten. De schuurdeur
+zag, tusschen het eind van het boerenplaatsje en eenige ongebruikte
+varkenskotten, door een hek met vijf dwarslatten uit op den heirweg.
+Daar achter bevond zich een hooge steenen muur, weelderig met klimop,
+muurbloemen en huismanslook begroeid, en die van boven voorzien was van
+glasscherven. Net voorbij den hoek van den muur stak een door de zon
+verlicht bord tusschen de groene en gele bladerentakken uit, boven de
+weelderige schakeeringen <span class="pagenum">[<a id="xd20e2847" href=
+"#xd20e2847" name="xd20e2847">175</a>]</span>der eerste gevallen
+bladeren, en behelsde het gebruikelijke &bdquo;Verboden Terrein,
+volgens artikel 461 Wetboek van Strafrecht.&rdquo; De donkere schaduw
+van een gat in de heg deed een eind prikkeldraad duidelijk
+uitkomen.</p>
+<p>&bdquo;Hm,&rdquo; zei Redwood, en toen nog eens wat dieper,
+&bdquo;hm!&rdquo;</p>
+<p>Het geklep van paardenhoeven en het geratel van raderen kwam
+naderbij en Lady Wondershoot&rsquo;s schimmels kwamen in het zicht. Hij
+lette op de gezichten van koetsier en palfrenier, onderwijl de equipage
+naderbij kwam. De koetsier was een zeer mooi exemplaar in zijn soort,
+welgedaan en rijp, en hij mende met een soort van sacramenteele
+waardigheid. Anderen mochten aan hun roeping en positie twijfelen in de
+wereld, hij was er ten minste z&eacute;ker van&mdash;hij reed de
+barones. De palfrenier zat naast hem met over elkaar geslagen armen en
+met een onbeweeglijk, z&eacute;ker gezicht. Toen werd de groote dame
+zelf zichtbaar, met hoed en mantel die alle elegance verachtten. Twee
+jonge dames rekten, met haar, hunne halzen uit en gluurden naar buiten.
+De domin&eacute;, die aan den anderen kant voorbij kwam, nam met een
+zwaai den hoed van zijn David&rsquo;s voorhoofd, zonder dat hij
+opgemerkt werd.</p>
+<p>Redwood bleef nog langen tijd nadat het rijtuig verdwenen was, in
+den deurpost staan kijken, de handen op zijn rug. Zijn blikken gingen
+naar het hooge duinland en de met wolken geplekte lucht, en gingen toen
+weder terug naar den met glasscherven afgezetten muur. Hij wendde zich
+om naar de koele schaduwen daarbinnen, en temidden van plekken en
+klodders kleur zag hij daar het reuzen-kind in dat Rembrandtieke
+halfduister, naakt op een flanellen luier na, gezeten op een ontzettend
+dikke wis stroo en met zijn teenen spelend. <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e2856" href="#xd20e2856" name=
+"xd20e2856">176</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Ik begin in te zien, wat wij gedaan hebben,&rdquo; zei
+hij.</p>
+<p>Hij verzonk in gedachten, en de jonge Caddles en zijn eigen kind en
+Cossar&rsquo;s jongens vormden deel van zijne mijmeringen. Plotseling
+begon hij te lachen. &bdquo;Goeie hemel!&rdquo; zei hij, als om een
+voorbijgaande gedachte.</p>
+<p>&bdquo;In ieder geval mag hij niet gekweld worden met storing in het
+geregeld krijgen van zijn voedsel. D&agrave;t kunnen we tenminste
+voorkomen. Ik zal je elk half jaar een bus sturen. Daar zal hij wel mee
+uitkomen, denk ik,&rdquo; zei hij tot juffrouw Skinner.</p>
+<p>Juffrouw Skinner mompelde iets van &bdquo;als uwes dat denkt,
+meneer,&rdquo; en &bdquo;is er vast bij ongeluk tusschen geraakt....
+dacht niet dat &rsquo;t kwaad kon as &rsquo;k &rsquo;em er &rsquo;n
+beetje van gaf,&rdquo; en aldus met behulp van allerlei buigzame
+gebaren beduidde zij hem dat ze hem begreep.</p>
+<p>En aldus ging het kind voort met groeien.</p>
+<p>&bdquo;Feitelijk,&rdquo; zei Lady Wondershoot, &bdquo;heeft hij
+ieder kalf in het dorp opgegeten. Als die Caddles toch nog weer
+zoo&rsquo;n kind&mdash;&rdquo;</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">VII.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Doch zelfs zulk een afgezonderd plaatsje als Cheasing
+Eyebright kon, bij de steeds toenemende drukte die er over het Voedsel
+gemaakt werd, niet lang volharden in de theorie van
+Overvoeding&mdash;besmettelijk of niet. Weldra kwam het tot pijnlijke
+ophelderingen voor juffrouw Skinner&mdash;ophelderingen die haar
+slechts sprakeloos deden mummelen op haar eenigen
+tand&mdash;verklaringen, die uit haar haalden wat er uit te halen was,
+die haar als &rsquo;t ware doorz&ograve;chten, en haar
+ontmaskerden&mdash;totdat zij zich ten laatste genoodzaakt zag haar
+toevlucht te nemen tot de waardigheid van <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e2874" href="#xd20e2874" name="xd20e2874">177</a>]</span>een
+ontroostbaar weduwschap, om de zich steeds ophoopende blaam te ontgaan.
+Zij sloeg haar oog&mdash;dat ze steeds in een waterigen toestand
+hield&mdash;op de burchtvrouwe, en veegde het zeepsop van haar
+handen.</p>
+<p>&bdquo;U vergeet, barones, waar ik onder gebukt ga.&rdquo;</p>
+<p>En zij liet op deze waarschuwing, met lichtelijk uitdagende stem
+volgen:</p>
+<p>&bdquo;Aan &rsquo;em denk ik, nacht en dag.&rdquo;</p>
+<p>Zij perste de lippen samen en haar stem werd zachter en haperde:
+&bdquo;En nog wel opgegeten en wel.&rdquo;</p>
+<p>En zich aldus op dit standpunt geplaatst hebbend, herhaalde zij de
+verklaring die de barones eerst niet had willen aannemen. &bdquo;Ik
+&rsquo;ad niet m&eacute;&eacute;r idee wat ik an &rsquo;t kind gaf, dan
+ieder ander mensch zou &rsquo;ebben.&rdquo;</p>
+<p>De barones richtte hare gedachten op hoopvoller dingen, doch vergat
+niet Caddles natuurlijk flink de les te lezen. Afgezanten, vol van
+diplomatieke bedreigingen, kwamen plotseling in de bewogen levens van
+Bensington en Redwood. Zij verschenen in den vorm van leden van den
+parochialen raad van bestuur, dom vasthoudend als een speeldoos aan hun
+vooraf in elkaar gezette bewerinkjes.</p>
+<p>&bdquo;Wij beschouwen u als aansprakelijk, mijnheer Bensington, voor
+al het nadeel dat onze parochie ondervonden heeft. U draagt hiervan
+alleen de schuld.&rdquo;</p>
+<p>Een advocaten-firma, met een arglistigen stijl&mdash;zij noemden
+zich Banghurst, Brown, Flapp, Codlin Tedder en Snoxton, en verschenen
+onveranderd in den vorm van een rood, er-listig-uitziend heertje met
+een spitsen neus&mdash;zei vage dingen over schadevergoeding, en dan
+was er nog een erg gepolijst personage&mdash;de agent der barones, die
+Redwood plotseling op zekeren dag overviel en vroeg: &bdquo;Nu,
+mijnheer, wat <span class="pagenum">[<a id="xd20e2892" href=
+"#xd20e2892" name="xd20e2892">178</a>]</span>denkt u te doen?&rdquo;
+Waarop Redwood antwoordde dat hij van plan was het verstrekken van het
+&bdquo;Voedsel&rdquo; aan het kind te staken, als hij of Bensington nog
+verder over iets lastig gevallen werden. &bdquo;Ik geef het toch al
+gratis,&rdquo; zei hij, &bdquo;en als u ophoudt het &rsquo;t voedsel te
+geven, zal het uw dorp omv&egrave;r schreeuwen v&oacute;&oacute;r het
+sterft. Jullie hebt dit kind nu eenmaal, en jullie moet het houden.
+Lady Wondershoot kon niet altijd Lady de Milde en Aardsch
+Voorzienigheidje spelen in haar parochie zonder zoo nu en dan eens een
+verantwoordelijkheid tegen te komen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Het kwaad is geschied,&rdquo; besliste Lady Wondershoot toen
+men haar mededeelde&mdash;met de noodige afkortingen en
+zuiveringen&mdash;wat Redwood gezegd had.</p>
+<p>Hoewel inderdaad het kwaad pas bezig was een aanvang te nemen.</p>
+<div class="figure xd20e2900width"><img src="images/o178.gif" alt=
+"Ornament (blad)" width="135" height="150"></div>
+<p><span class="pagenum">[<a id="xd20e2904" href="#xd20e2904" name=
+"xd20e2904">179</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div class="footnotes">
+<hr class="fnsep">
+<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id=
+"xd20e2567" href="#xd20e2567src" name="xd20e2567">1</a></span>
+Pyracanthus is een soort hagedoorn.</p>
+<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id=
+"xd20e2572" href="#xd20e2572src" name="xd20e2572">2</a></span>
+<span class="ex">Climacterisch</span>, letterlijk: naar zekere
+tijdperken. Volgens oud-medische beschouwing wordt een menschenleeftijd
+verdeeld in tijdperken, die aan het eind levensgevaarlijk zouden zijn.
+Vooral het 63e jaar, waarbij een zekere sufheid intreedt. Men zou, als
+van een vrucht, kunnen zeggen, dat de mensch &bdquo;beurs&rdquo;
+wordt.</p>
+<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id=
+"xd20e2579" href="#xd20e2579src" name="xd20e2579">3</a></span> West-End
+is het deftigere gedeelte van Londen.</p>
+<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id=
+"xd20e2588" href="#xd20e2588src" name="xd20e2588">4</a></span> De hooge
+huizen van twintig en meer verdiepingen in Londen.</p>
+<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id=
+"xd20e2602" href="#xd20e2602src" name="xd20e2602">5</a></span>
+&bdquo;Verandert niet&rdquo;.</p>
+<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id=
+"xd20e2610" href="#xd20e2610src" name="xd20e2610">6</a></span>
+&bdquo;Overstap&rdquo;.&mdash;Waar in Engeland een voetpad over
+partikulier land loopt, dat omheind is, zijn bij de kruisingen en
+afscheidingen overal zoogenaamde &bdquo;stiles&rdquo; aangebracht; soms
+draaiende hekken, soms eenige treden, om over te stappen.</p>
+<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id=
+"xd20e2618" href="#xd20e2618src" name="xd20e2618">7</a></span>
+Wolfsveest: kampernoelje, paddenstoel&mdash;latijn: Lycoperdon.</p>
+<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id=
+"xd20e2722" href="#xd20e2722src" name="xd20e2722">8</a></span> Het
+&bdquo;ei van Koning Rock&rdquo; speelt een rol in de geschiedenis van
+<span class="ex">Aladdin en de Wonderlamp</span>, waar de broeder van
+den vermoorden toovenaar Aladdin doet overhalen de geesten van de lamp
+om dat ei te vragen. (Zie onze uitgave van dit verhaal.)</p>
+</div>
+</div>
+<div id="ch2.2" class="div1"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h2 class="label">Hoofdstuk II.</h2>
+<h2 class="main">De reusachtige Telg.</h2>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">I.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">&bdquo;Het reuzenkind was leelijk&rdquo;&mdash;hield
+de domin&eacute; vol. &bdquo;Het was altijd leelijk geweest, zooals
+alle buitensporige dingen dit uit den aard der zaak mo&egrave;sten
+zijn.&rdquo; De overtuiging van den domin&eacute; stond zijn onbevangen
+oordeel in den weg. Zelfs in deze landelijke afzondering werden er heel
+wat kiekjes genomen van het kind en hun onbevooroordeelde getuigenis
+staat lijnrecht tegenover de verklaring van den domin&eacute;, daar zij
+uitwijzen dat het jonge monster eerst bijna knap was, met een
+overvloedigen krullekop met haar, dat tot op zijn voorhoofd viel, en
+dat het altijd klaar was om te glimlachen. Op de meesten dezer kiekjes
+staat Caddles, die tenger gebouwd was, achter het kind, aldus zijne
+betrekkelijke kleinheid nog meer latende uitkomen.</p>
+<p>Na het tweede jaar werd de knapheid van het kind meer betwistbaar.
+Hij begon, zooals zijn ongelukkige grootvader het z&eacute;ker zoude
+uitgedrukt hebben &bdquo;geil&rdquo; op te groeien. Hij verloor zijn
+kleur, begon er bij al zijn kolossaalheid, toch maar smalletjes uit te
+zien. Hij was erg tenger. Zijn oogen en iets in zijn gezicht werden
+fijner, en werden, zooals men het uitdrukte, &bdquo;interessant.&rdquo;
+Nadat zijn haar eenmaal geknipt was, begon het &eacute;&eacute;n warbos
+te worden. &bdquo;Dat is de degeneratie <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e2917" href="#xd20e2917" name="xd20e2917">180</a>]</span>die in
+hem zit,&rdquo; zei de dokter, die dit alles gadesloeg, doch in hoever
+hij hierin gelijk had, en in hoever het achteruitgaan van de gezondheid
+van het kind te wijten was aan het voortdurend verblijf houden in een
+schuur met gewitte wanden, en levend van Lady Wondershoot&rsquo;s
+liefdadigheid, die nog getemperd werd door een gevoel van
+rechtvaardigheid, blijft een onuitgemaakte zaak. De kiekjes die er van
+hem genomen werden, van zijn derde tot zijn zesde jaar, wijzen uit dat
+hij zich aan het ontwikkelen was tot een rond-oogigen, vlasharigen
+jongen met een dopneus en een niet onvriendelijk starenden blik. Er
+zweeft om zijne lippen die nooit ver-verwijderde belofte van een
+glimlach, die op al de foto&rsquo;s van de jonge reuzenkinderen is weer
+te vinden. In den zomer draagt hij losse kleederen van tijk, die aan
+elkaar genaaid zijn met touw; doorgaans heeft hij op zijn hoofd een van
+die strooien manden die werklieden voor hun gereedschap gebruiken, en
+hij is blootsvoets. Op &eacute;&eacute;n opname grinnikt hij met
+breeden mond en houdt hij een afgeknabbelden citroen in de hand.</p>
+<p>De foto&rsquo;s die in den winter van hem genomen werden zijn minder
+talrijk en minder goed gelukt. Hij draagt reusachtige
+klompen&mdash;natuurlijk van beukenhout en (zooals brokstukken van de
+inscriptie &bdquo;John Stickells, Iping&rdquo; uitwijzen) zakken als
+sokken, en zijn broek en jas zijn onmiskenbaar gesneden uit het
+overblijfsel van een carpet met een vrolijk patroon. Daaronder bevonden
+zich grove flanellen luren; vijf of zes el flanel zijn als een
+bouffante om zijn hals gebonden. Het ding op zijn hoofd is
+waarschijnlijk eveneens een zak. Hij staart, soms lachend, soms een
+beetje treurig naar de camera. Zelfs toen hij pas vijf jaar oud was,
+kon men die half grillige rimpels boven zijn zachte bruine oogen
+opmerken, die zijn gelaat kenteekenden. <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e2921" href="#xd20e2921" name="xd20e2921">181</a>]</span></p>
+<p>Zooals de domin&eacute; tenminste van het begin af beweerde, was hij
+een schrikkelijke last voor het dorp. Hij schijnt een aan zijn grootte
+ge&euml;venredigden lust om te spelen gehad te hebben. Hij schijnt
+bovendien erg nieuwsgierig en erg op gezelschap gesteld geweest te
+zijn, en dan nog had hij een zeker verlangen&mdash;het spijt mij dat ik
+het zeggen moet&mdash;naar meer voedsel.</p>
+<p>Niettegenstaande wat juffrouw Greenfield een
+&bdquo;buitengewoon&rdquo; ruim rantsoen noemde, en dat hem door Lady
+Wondershoot verstrekt werd, gaf hij toch blijk van wat de dokter
+onmiddellijk herkende als de &bdquo;Crimineele Honger.&rdquo; Het
+bewees slechts al te duidelijk Lady Wondershoot&rsquo;s zwartgalligste
+ondervindingen van de lagere klassen&mdash;dat, niettegenstaande een
+rantsoen, dat het maximum van een volwassene ver overtrof, men het kind
+toch betrapte op diefstal. En wat hij stal, at hij op met een
+onbevallige gulzigheid. Zijn groote hand placht plotseling over
+tuinmuren te verschijnen; zelfs hunkerde hij naar het brood in de
+bakkerskarren. Kazen verdwenen van Marlew&rsquo;s voorraadzolder en
+geen varkenstrog was veilig voor hem. Als de een of andere boer eens
+door zijn koolrapenveld liep, zag hij dikwijls het spoor zijner enorme
+voeten, en het bewijs van zijn knagenden honger&mdash;hier en daar was
+een raap uitgetrokken, en de hierdoor ontstane gaten had hij dan weder,
+met kinderlijken list, onbeholpen dichtgemaakt. Hij at een koolraap
+zooals men een radijs eet. Hij stond de appels van een boom te eten als
+er niemand in de buurt was, zooals gewone kinderen bramen van een
+struik plukken. In &eacute;&eacute;n opzicht was dit gebrek aan
+voldoende proviand tenminste heilzaam voor den goeden vrede te Cheasing
+Eyebright&mdash;want vele jaren lang at hij ieder kruimpje op van het
+Voedsel der Goden dat hem gegeven werd... <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e2926" href="#xd20e2926" name=
+"xd20e2926">182</a>]</span>Ontegenzeggelijk was het kind lastig en niet
+op zijn plaats. &bdquo;Hij slenterde altijd rond,&rdquo; placht de
+domin&eacute; te zeggen. Hij kon geen school bezoeken; hij kon evenmin
+ter kerk gaan, om reden van den beperkten kubieken inhoud ervan. Er
+werd een poging gedaan om te voldoen aan den geest van die
+&bdquo;allerdwaaste en onheil-stichtende&rdquo; wet&mdash;ik herhaal
+wat de domin&eacute; zei&mdash;de Wet op het Lager Onderwijs van 1870,
+door hem buiten het open schoolraam te doen plaatsnemen, terwijl er
+binnen onderwezen werd. Doch zijne tegenwoordigheid ondermijnde de
+discipline der school, daar de kinderen voortdurend opstonden en naar
+hem gluurden, en telkens als hij wat zei, lachten zij in koor. Zijn
+stem was zoo vreemd! En aldus lieten zij hem maar niet weder komen.</p>
+<p>Ook werd er niet verder bij hem aangedrongen naar de kerk te gaan,
+want zijn kolossale afmetingen droegen er niet toe bij, om de algemeene
+aandacht te bevorderen. En toch konden zij op dit punt een lichter taak
+gehad hebben; want er is alle reden te vermoeden dat er ergens in dat
+groote lichaam kiemen van godsdienstig gevoel huisden. Misschien ook
+dat de muziek hem aantrok. Zoo kon men hem Zondagsmorgens vaak opmerken
+op het kerkhof, voorzichtig tusschen de graven doorloopend, nadat de
+gemeente de kerk binnengegaan was, en hij zat daar dan zoolang de
+dienst duurde bij de groote deur, en luisterde toe, zooals men luistert
+naar het geluid in een bijenkorf.</p>
+<p>In het begin toonde hij een zeker gebrek aan tact; de menschen in de
+kerk plachten zijn voeten rusteloos om het gebouw te hooren kraken, of
+zagen zijn gezicht door de verweerde ruiten naar binnen gluren, half
+nieuwsgierig, half afgunstig, en soms trof hem plotseling een eenvoudig
+gezang en brulde hij met sombere stem mede, in een reuzen-poging om in
+te <span class="pagenum">[<a id="xd20e2932" href="#xd20e2932" name=
+"xd20e2932">183</a>]</span>stemmen. Waarop de kleine Sloppet, die
+orgeltrapper, banksluiter, koster en bode en klokkenluider op Zondag
+was, benevens postbode en schoorsteenveger in de week, heel dapper en
+flink naar buiten placht te gaan en hem, het kind, met hangend hoofd
+wegzond. Het doet me genoegen te kunnen zeggen dat Sloppet
+het,&mdash;in de oogenblikken dat hij er ernstiger over
+nadacht&mdash;voelde. &bdquo;Het was net als dat je &rsquo;n hond naar
+huis stuurde als je ging wandelen,&rdquo; vertelde hij mij.</p>
+<p>Doch de verstandelijke en moreele opvoeding van den jongen Caddles,
+al ging ze ook bij stukjes en beetjes, liet niets aan duidelijkheid te
+wenschen over. Van het begin af aan, spanden domin&eacute;, moeder en
+de geheele wereld samen om hem duidelijk te maken dat zijn reuzenkracht
+ni&egrave;t was om te gebruiken. Het was een ongeluk dat hij maar zoo
+goed mogelijk moest zien te dragen. Hij moest ter harte nemen wat hem
+gezegd werd, en doen wat hem bevolen werd, oppassen nooit iets te
+breken of iemand pijn te doen. Vooral moest hij oppassen nergens op te
+trappen of tegen dingen aan te loopen of in het rond te springen. Hij
+moest de groote lui beleefd groeten en dankbaar zijn voor het voedsel
+en de kleeren, die er voor hem van hunne rijkdommen overschoten. En hij
+leerde al deze dingen onderworpen, daar hij van aard en uit gewoonte
+een leerzaam kind was, en slechts door zijn voedsel en bij toeval, een
+reus.</p>
+<p>In die dagen bleek hij den diepsten eerbied voor Lady Wondershoot te
+hebben. Zij vond dat zij het beste tegen hem kon spreken als zij korte
+rokken aan en haar hondenzweep bij zich had, en hiermede gesticuleerde
+zij en deed altijd een beetje minachtend en praatte erg luid. Doch soms
+speelde de domin&eacute; den baas&mdash;een kleinen, buiten adem
+zijnden David van <span class="pagenum">[<a id="xd20e2938" href=
+"#xd20e2938" name="xd20e2938">184</a>]</span>middelbaren leeftijd, die
+berispingen en verwijten en bevelen slingerde naar een kinderlijken
+Goliath. Het monster was nu zoo groot, dat niemand er zich rekenschap
+van scheen te kunnen geven dat het bij slot van rekening nog slechts
+een kind van zeven jaar was, met het verlangen van een kind om
+aangehaald te worden, en om zich te vermaken en nieuwe ondervinding op
+te doen, met al het verlangen van een kind naar wederliefde, aandacht
+en genegenheid, en met al de in een kind schuilende geschiktheid tot
+afhankelijkheid en oneindige verveling en ellende.</p>
+<p>Als de domin&eacute; zoo &rsquo;s morgens in den zonneschijn den
+dorpsweg afwandelde, placht hij een lompen achttien voet van het
+Onverklaarbare te ontmoeten, die voor hem even fantastisch en
+onaangenaam was als een nieuwe vorm van afscheiding der kerk, zooals
+het daar onregelmatig heenliep met uitgestrekten hals, voortdurend
+zoekend naar de twee dingen die een kind het meeste noodig
+heeft&mdash;iets te eten en iets om mee te spelen.</p>
+<p>Als het den domin&eacute; zag, kwam er een blik van heimelijken
+eerbied in de oogen van het wezen, en het probeerde aan de verwarde
+voorlok te tikken bij wijze van groet.</p>
+<p>Op bescheiden schaal bezat de domin&eacute; werkelijk
+verbeeldingskracht&mdash;tenminste het overblijfsel ervan&mdash;en
+tegenover den jongen Caddles nam zij den vorm aan van het berekenen der
+reusachtige mogelijkheden van persoonlijk geweld die er lagen in zulke
+enorme spieren. Veronderstel bijvoorbeeld een plotselinge
+krankzinnigheid&mdash;! Veronderstel een momenteel verliezen van
+respect&mdash;! Doch de werkelijk dappere man is niet hij die geen
+vrees voelt, doch hij die haar overwint. En telkens weder gelukte het
+den domin&eacute; de vlucht zijner verbeelding te bedwingen. En steeds
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e2947" href="#xd20e2947" name=
+"xd20e2947">185</a>]</span>sprak hij den jongen Caddles aan met een
+helderen preektenor.</p>
+<p>&bdquo;Pas je nog altijd goed op, Albert Edward?&rdquo;</p>
+<p>En terwijl de jonge reus dichter bij den muur ging staan en diep
+kleurde, placht hij te antwoorden &bdquo;ja meneer&mdash;zooveel as
+&rsquo;k kan.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja, pas maar goed op,&rdquo; zei de domin&eacute; dan, en
+ging hem voorbij met hoogstens een kleine versnelling van zijn adem. En
+uit eerbied voor zijn manlijkheid maakte hij het zich tot regel, om,
+wat hij zich ook in het hoofd mocht halen, nooit om te kijken naar het
+gevaar als hij het eenmaal voorbij was.</p>
+<p>Zoo nu en dan onderrichtte de domin&eacute; den jongen Caddles zelf.
+Hij leerde het monster nooit lezen&mdash;dat was niet noodig; doch hij
+leerde hem de meer gewichtige punten van den Catechismus&mdash;zijn
+plicht jegens zijn naaste bijvoorbeeld en ook sprak hij hem over die
+godheid, die Caddles zoude straffen met de uiterste gestrengheid als
+hij het ooit waagde den domin&eacute; of Lady Wondershoot ongehoorzaam
+te zijn. Deze lessen werden gegeven op de plaats van den domin&eacute;,
+en de voorbijgangers plachten die zware vlugge kinderlijke stem de
+leeringen der Gevestigde Kerk te hooren opdreunen.</p>
+<p>&bdquo;Den koning en allen die macht &rsquo;ebben onder &rsquo;em te
+ge&rsquo;oorzamen. Onderworpen te zijn aan al m&rsquo;n leermeesters,
+geestelijke &rsquo;erders en meesters. En ootmoedig te zijn jegens
+allen die over mij gesteld zijn&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Weldra bleek het, dat de indruk dien de jonge reus op paarden, die
+niet aan hem gewoon waren, maakte, dezelfde was als de schrik die een
+kameel hen inboezemde, en hij kreeg bevel niet meer op den heirweg te
+komen, niet alleen niet meer in de buurt van het kreupelhout, (waar
+zijn domme lach die over den muur klonk, de barones buitengewoon
+gehinderd had) <span class="pagenum">[<a id="xd20e2961" href=
+"#xd20e2961" name="xd20e2961">186</a>]</span>doch n&egrave;rgens meer.
+Hij gehoorzaamde deze wet nooit volkomen, daar de heirweg hem &agrave;l
+te veel belangstelling inboezemde. Doch zijn gang naar de plaats waar
+hij vroeger geregeld kwam, werd een h&egrave;imelijk genoegen. Zijn
+tochten waren ten laatste bijna geheel tot de oude weide en de heuvels
+beperkt.</p>
+<p>Ik weet werkelijk niet wat hij had moeten beginnen als de heuvels er
+niet geweest waren. D&agrave;&agrave;r waren ruimten waar hij mijlen
+ver kon loopen, en dit deed hij dan ook. Hij brak takken van de boomen
+en maakte onzinnige groote bouquetten tot het hem verboden werd, hij
+nam de schapen op en zette ze netjes op rijen, waar ze onmiddellijk
+weer uitliepen, (en altijd lachte hij hier hartelijk om) totdat het hem
+verboden werd, hij groef den bovengrond weg en maakte in zijn
+baldadigheid groote gaten, totdat ook dit hem verboden werd...</p>
+<p>Hij placht over de heuvelen te dwalen, zelfs wel tot den heuvel
+achter Wreckstone, doch niet verder, omdat hij daar aan bebouwd land
+kwam en omdat de lieden, door de verwoestingen die hij aanrichtte onder
+hunne wortelvelden, en bovendien aangemoedigd door een soort
+vijandelijke blooheid die zijn ongekamd voorkomen dikwijls verwekte,
+steeds op hem afkwamen met blaffende honden om hem te verjagen. Zij
+dreigden hem en sloegen op hem los met karrezweepen. Ik heb hooren
+zeggen dat ze soms zelfs op hem schoten met hagel. En den anderen kant
+uit dwaalde hij tot onder Hickleybrow. Als hij op den heuvel achter
+Thursley Hauzer stond, kon hij nog juist de London- Chatam- en
+Dover-lijn zien, doch bebouwde velden en een verdacht gehucht hielden
+hem terug van elke poging naderbij te komen.</p>
+<p>En na eenigen tijd verschenen er waarschuwingsborden&mdash;groote
+borden met roode letters, die hem <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e2969" href="#xd20e2969" name="xd20e2969">187</a>]</span>in iedere
+richting den weg versperden. Hij kon niet lezen wat de letters
+voorstelden: &bdquo;Verboden terrein,&rdquo; doch weldra begreep hij
+het. Spoorwegreizigers zagen hem in die dagen dikwijls zitten met zijn
+kin op de knie&euml;n, tegen het duin aan, dicht bij de kalkmijnen van
+Thursley, waar hij later aan het werk gezet werd. De trein scheen vage
+vriendschappelijke gevoelens in hem te wekken, en soms wuifde hij naar
+het gevaarte met een enorme hand, en soms riep hij het in zijn boersch
+dialect een groet toe.</p>
+<p>&bdquo;Kolossaal,&rdquo; zei de passagier dan. &bdquo;Dat is een van
+de Bomvoedsel-kinderen. Ze zeggen, meneer, dat hij absoluut niet voor
+zichzelven kan zorgen&mdash;feitelijk niet veel meer dan een idioot, en
+een groote last voor de plaats waar hij woont.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ouders erg arm, hoor ik.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Leeft van de liefdadigheid van de plaatselijke deftige
+lui.&rdquo;</p>
+<p>En iedereen keek dan, alsof ze &rsquo;t volkomen begrepen, naar die
+in de verte neerhurkende monsterachtige gestalte.</p>
+<p>&bdquo;Daar moest feitelijk een stokje voor gestoken worden,&rdquo;
+opperde dan de een of andere verruimde geest. &bdquo;Stel je voor als
+je d&rsquo;r zoo es een paar duizend in den kost had, he?&rdquo;</p>
+<p>En doorgaans was er wel &eacute;&eacute;n onder de passagiers die
+wijs genoeg was dezen filosoof te antwoorden met zijn gansche hart:
+&bdquo;ja, dan zou je wat zien, meneer.&rdquo;</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">II.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Het was niet alles rozegeur en maneschijn met den
+jongen Caddles.</p>
+<p>Daar hadt je bijvoorbeeld die onaangenaamheden die ontstonden uit de
+quaestie met de rivier. <span class="pagenum">[<a id="xd20e2991" href=
+"#xd20e2991" name="xd20e2991">188</a>]</span></p>
+<p>Hij maakte kleine bootjes uit heele couranten, een kunst die hij
+afzag van den jongen van Spender, en hij liet ze stroomafwaarts
+drijven&mdash;precies groote papieren steekhoeden. Als ze onder de brug
+verdwenen, die de grens vormt van de voor het publiek gesloten gronden
+om het kasteel Eyebright, placht hij een luiden kreet te slaken en naar
+den anderen kant te loopen, dwars door Tormat&rsquo;s nieuwe
+veld&mdash;goeie hemel! wat gingen die varkens van Tormat er van door,
+z&oacute;&oacute;lang tot al hun goede vet tot mager vleesch
+werd!&mdash;om zijn bootjes aan den anderen kant bij de doorwaadbare
+plaats weer op te vangen. Deze papieren bootjes plachten dwars tusschen
+de dichterbij gelegen gazons door te varen, tot v&oacute;&oacute;r het
+kasteel, waar Lady Wondershoot ze vlak voor haar neus zag voorbijvaren!
+die opzichtige opgevouwen couranten! &bdquo;&rsquo;t Was wat
+moois!&rdquo;</p>
+<p>Stoutmoediger wordend omdat hij niet gestraft werd, begon hij op
+zijn kindermanier zich toe te leggen op waterbouwkunde. Hij groef een
+groote haven voor zijn papieren vloten met een oude schuurdeur, die als
+spade dienst deed, en daar toevallig niemand zijne werkzaamheden
+gadesloeg, dacht hij op vernuftige wijze een kanaal uit, dat
+ongelukkigerwijs den ijskelder van Lady Wondershoot deed onderloopen,
+en ten slotte maakte hij een dam dwars door de rivier met een paar
+deuren aarde&mdash;hij moet hieraan gewerkt hebben als een
+lawine&mdash;en daar kwam plotseling en op wonderbaarlijke wijze een
+stroom water dwars door de heesters en voerde juffrouw Sprinks en haar
+schildersezel mede, en liet haar achter, kletsnat tot de knie&euml;n,
+met druipende rokken, loopend al wat zij loopen kon in de richting van
+het huis. En vandaar stortte het water zich door den moestuin en zoo
+langs de groene deur het laantje in en door <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e2996" href="#xd20e2996" name=
+"xd20e2996">189</a>]</span>Short&rsquo;s sloot, z&oacute;&oacute; weer
+naar de rivierbedding terug.</p>
+<p>De domin&eacute;, die in zijn gesprek met den smid gestoord werd,
+was verbaasd de visch, die allertreurigst op het droge geworpen was, te
+zien opspringen uit een paar overgebleven plassen, en groen wier
+opgehoopt te zien in de stroombedding, waar nog geen tien minuten
+tevoren acht voet en meer helder koel water gestaan had.</p>
+<p>Hierna ontvluchtte de jonge Caddles, ontsteld over de gevolgen
+zijner daad, zijn tehuis gedurende twee dagen en nachten. Slechts door
+den honger gedreven keerde hij er in terug, om met sto&iuml;cijnsche
+kalmte een hoeveelheid scheldwoorden te verdragen, die
+m&eacute;&eacute;r aan zijne grootte ge&euml;venredigd was dan iets
+anders dat hem in het Gelukkige Dorp ooit ten deel was gevallen.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">III.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Onmiddellijk na deze zaak, vaardigde Lady Wondershoot,
+die om zich heen zocht naar nog meer dingen die zij als reden kon
+opgeven voor de uitbranders en het vasten waarmede zij den ongelukkige
+gestraft had, eene ukase uit. Het eerst aan haren bottelier en dit erg
+plotseling, zoodat zij hem van schrik deed opspringen. Hij was bezig
+den ontbijtboel op te ruimen, en zij keek een erg groot raam uit dat
+uitzag op het terras waar de ree&euml;n altijd gevoederd werden.
+&bdquo;Jobbet,&rdquo; zei zij op haren meest gebiedenden
+toon,&mdash;&bdquo;Jobbet, dit Wezen moet werken voor den
+kost.&rdquo;</p>
+<p>En zij maakte niet alleen J&ograve;bbet duidelijk (hetwelk
+gemakkelijk ging), doch ieder ander in het dorp, den jongen Caddles
+zelf hierin begrepen, dat zij hierin, als in alle andere dingen, meende
+wat zij zeide.</p>
+<p>&bdquo;Houdt hem bezig,&rdquo; zei Lady Wondershoot.
+&bdquo;D&aacute;&aacute;r <span class="pagenum">[<a id="xd20e3011"
+href="#xd20e3011" name="xd20e3011">190</a>]</span>moeten we heen met
+den jongenheer Caddles.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Daar moet het met de geheele Menschheid heen,&rdquo; zei de
+domin&eacute;. &bdquo;De simpele plichten, tijd van zaaien, tijd van
+oogsten&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Juist,&rdquo; zei Lady Wondershoot. &bdquo;Dat zeg ik ook
+altijd. Ledigheid is des duivels oorkussen. Dat is tenminste zoo bij de
+lagere klassen. Wij voeden onze onder-werkmeiden altijd naar dit
+principe op. Waar zullen we hem aan zetten?&rdquo;</p>
+<p>Ja, dit was een lastige vraag. Zij bedachten verschillende dingen,
+en ondertusschen wenden zij hem een beetje aan werken, door h&egrave;m,
+inplaats van een bereden boodschapper te gebruiken bij het bezorgen van
+telegrammen en berichten als er dringende haast bij was, en ook droeg
+hij bagage en kisten en dergelijke dingen in een groot net, dat zij
+voor hem maakten. Hij scheen van bezigheid te houden, en het te
+beschouwen als een soort spelletje en Kinkle, Lady Wondershoot&rsquo;s
+rentmeester, die hem op zekeren dag een kunstmatig aangelegde
+rotspartij voor haar zag verplaatsen, kreeg den schitterenden inval hem
+in haar krijt-groeven te Thursley Hanger aan het werk te zetten. Aan
+dit denkbeeld werd gevolg gegeven, en het had er allen schijn van dat
+hiermede het probleem opgelost was. Hij werkte in de krijtgroeve, eerst
+met het pleizier van een spelend kind, en later uit
+sleur&mdash;gravend, opladend, en alleen al de wagentjes ophijschend,
+de vollen de rails naar het wisselspoor opduwend en de le&ecirc;gen
+optrekkend aan het staaldraad van een groote windas&mdash;en de geheele
+groeve alleen bewerkend.</p>
+<p>Ik heb hooren vertellen dat Kinkle een heel aardig sommetje uit hem
+sloeg ten bate van Lady Wondershoot, daar Caddles bijna niets anders
+verteerde dan zijn voedsel; doch dit belette niet dat zij &bdquo;het
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e3021" href="#xd20e3021" name=
+"xd20e3021">191</a>]</span>Wezen&rdquo; &bdquo;een reusachtigen
+parasiet van haar liefdadigheid&rdquo; bleef noemen...</p>
+<p>Te dien tijde droeg hij een soort boerenkiel van zakkenlinnen, een
+broek van gelapt leder, en met ijzer beslagen klompen. Op zijn hoofd
+droeg hij soms een vreemdsoortig ding&mdash;een niet langer gebruikte
+stoel-zitting, die gevlochten was uit het stroo van een bijenkorf, doch
+gewoonlijk liep hij blootshoofds. Hij bewoog zich in de groeve met
+groot overleg, en als de domin&eacute; &rsquo;s middags, op zijn
+digestiewandeling daar voorbijkwam, vond hij hem zijn verbazende
+hoeveelheid voedsel verorberend, alsof hij er zich eenigszins voor
+schaamde, en met zijn rug naar zijne verdere omgeving gekeerd. Zijn
+voedsel werd hem dagelijks gebracht&mdash;een massa koren in de aar, op
+een lorrie&mdash;een kleine spoor-lorrie, gelijkend op een van de
+lorries die hij voortdurend met krijt vulde, en deze lading placht hij
+te roosteren in een ouden kalkput en haar dan te verorberen. Soms ook
+vermengde hij haar wel met een zak suiker. Soms zat hij te likken aan
+een klomp zout zooals men aan koeien geeft, of at hij een reusachtigen
+klomp dadels met pitten en al op, zooals men ze in Londen wel op de
+wagens der straatventers ziet. Zijn drinkwater haalde hij uit het
+riviertje, dat achter het verbrande terrein der Proef-Hoeve stroomde,
+en ging met zijn gezicht voorover in het water liggen en slurpte het
+z&oacute;&oacute; op. Door dit drinken, nadat hij gegeten had, raakte
+het Voedsel der Goden op zekeren keer los, en deed zijn werking voelen,
+eerst in het opschieten van reuzen-onkruid aan den rivierkant, toen in
+groote kikvorschen, grootere forellen en karpers, en d&agrave;n nog in
+een fantastischen overvloedigen plantengroei, die zich over de geheele
+kleine vallei verspreidde.</p>
+<p>En na ongeveer een jaar werden de vreemde monsterachtige
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e3027" href="#xd20e3027" name=
+"xd20e3027">192</a>]</span>larven in het stuk land voor het huis van
+den smid z&oacute;&oacute; groot en ontpopten zich in z&ugrave;lke
+vreeselijke torren en kakkerlakken&mdash;motor-kakkerlakken noemden de
+jongens ze&mdash;dat ze Lady Wondershoot het land uitdreven.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">IV.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Doch weldra zou het Voedsel een nieuwe phase bij hem
+intreden. Niettegenstaande de eenvoudige leeringen van den
+domin&eacute;&mdash;leeringen die er op berekend waren, het bescheiden
+natuurlijke leven dat een reuzen-boer paste, op de beste en meest
+afdoende wijze af te ronden&mdash;begon hij te vragen naar allerlei
+dingen en te d&egrave;nken. Naarmate hij van jongen tot man opgroeide
+werd het steeds duidelijker dat zijn brein er een eigen denk-proces op
+na hield&mdash;dat geheel buiten het toezicht van den domin&eacute;
+viel. De predikant deed zijn best dit verontrustend verschijnsel te
+negeeren, maar toch,&mdash;hij voelde zeer goed dat het aanwezig
+was.</p>
+<p>De stof waar de jonge reus over kon denken, vond hij overal om zich
+heen. Zonder dat hij het bepaald kon helpen, moet hij toch, met zijn
+ruimer uitzicht, zijn voortdurend op de dingen n&eacute;&eacute;rzien,
+heel wat gezien hebben van het menschelijk leven, en naarmate het hem
+duidelijker werd dat, uitgenomen zijn lompe grootte, hij
+&oacute;&oacute;k een mensch was, moet hij steeds meer hebben leeren
+inzien van hoeveel hij buitengesloten was door dit meewarig punt van
+onderscheid. Het gezellige gegons dat uit de school kwam, het mysterie
+van den godsdienst dat in zooveel weelde genoten werd, en zulk een
+zoete melodie uitademde, het joviale gezang dat uit de herberg klonk,
+de warm-verlichte vertrekken, met kaarsen verlicht en met vuur
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e3036" href="#xd20e3036" name=
+"xd20e3036">193</a>]</span>verwarmd, waarin hij gluurde van uit de
+duisternis buiten, of de luidruchtige opwinding, de energie der in
+flanel gekleede jongens, die naar een, door hem maar vaag begrepen doel
+speelden op het cricketveld&mdash;al deze dingen moeten luid gesproken
+hebben tot zijn naar gezelligheid hakend hart. Het blijkt dat naarmate
+hij langzaam zijn volwassen staat bereikte, hij een warme
+belangstelling begon te voelen in de handelingen van minnaars, in de
+keuzen en het paren, en in al die intimiteiten die zoo gewichtig zijn
+in het leven.</p>
+<p>Op zekeren Zondag, tegen het uur dat de sterren en de vledermuizen
+en de hartstochten van het leven op het land te voorschijn komen,
+bevond zich toevallig een jong paartje dat &bdquo;mekaar een beetje
+kuste&rdquo;, in het &bdquo;Minnaarslaantje&rdquo;, een laantje met
+breede heggen, dat achterom loopt naar de Upper Lodge. Zij vierden hun
+emotietjes bot, zoo veilig in den warmen, stillen schemer als minnaars
+maar zijn kunnen. De eenige stoornis kon, zoo meenden zij, van den kant
+van den weg komen, en deze konden zij een heel eind afzien; de
+twaalfvoet hooge heg die naar de stille duinen liep, leek hun een
+absolute waarborg tegen stoornis.</p>
+<p>En toen werden zij&mdash;<span class="corr" id="xd20e3042" title=
+"Bron: t&rsquo;">&rsquo;t</span> is haast niet te gelooven&mdash;van
+den grond gelicht en van elkaar gescheiden.</p>
+<p>Zij bevonden dat zij onder de oksels in de hoogte werden gehouden
+tusschen een vinger en duim, terwijl de ontstelde bruine oogen van den
+jongen Caddles hen scherp in hunne warme, kleurende gezichten staarden.
+Het is begrijpelijk dat zij niets konden zeggen van verbazing.</p>
+<p>&bdquo;Waar&ograve;m doen jelui dat zoo graag?&rdquo; vroeg de jonge
+Caddles.</p>
+<p>Ik maak, uit wat ik ervan gehoord heb, op, dat de <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e3051" href="#xd20e3051" name=
+"xd20e3051">194</a>]</span>verlegenheid duurde tot de boerenjongen,
+zich herinnerend dat hij een man was, den jongen Caddles heftig, met
+luide bedreigingen, geschreeuw en manhaftige vloeken, zooals het geval
+vereischte, beval hen bij dit en dat ne&ecirc;r te zetten. Waarop de
+jonge Caddles, plotseling inziend dat hij onbeleefd was, hen knus dicht
+bij elkaar bracht, zoodat ze hun omarmingen, indien ze zin hadden,
+dadelijk weder konden hervatten, en nadat hij een oogenblik aarzelend
+boven hen was blijven staan, verdween hij weder in den schemer...</p>
+<p>&bdquo;Maar ik voelde toch maar dat ik een h&eacute;&eacute;l raar
+figuur sloeg,&rdquo; deelde de jongen mij in vertrouwen mede. &bdquo;We
+konden bijna niet naar mekaar kijken&mdash;omdat hij ons
+z&oacute;&oacute; gesnapt had. We kusten mekaar zoo&rsquo;n
+beetje&mdash;weetje. En &rsquo;t gekste van alles was dat ze mijn van
+alles de schuld gaf&rdquo;, zei de jongen.</p>
+<p>&bdquo;Gaf me leelijk smeer, en wou de heele weg naar &rsquo;uis
+bena niet meer teuge me spreke...&rdquo;</p>
+<p>Het leed geen twijfel of de reus begon de dingen zelf te
+onderzoeken. Het was duidelijk dat zijn geest vragen begon te stellen.
+Tot nu toe deed hij ze aan weinigen, doch hij liep er mede rond. Ook
+zijn moeder kreeg haar deel van de strikvragen.</p>
+<p>Hij placht het erf achter zijn moeder&rsquo;s huisje op te komen en
+na den grond nauwkeurig onderzocht te hebben of er ook kippen of
+kuikens liepen, zich langzaam op den grond neer te laten, met zijn rug
+tegen den schuur. In een oogwenk waren de hoenders, die hem graag
+mochten, bezig met overal aan hem te pikken aan de krijt-laag die zich
+in de naden van zijn kleederen had vastgezet, en als het weder op regen
+stond en het hard waaide, zette het jonge katje van juffrouw Caddles,
+dat nooit het vertrouwen in hem verloor, een hoogen rug, en rende het
+huisje in, <span class="pagenum">[<a id="xd20e3062" href="#xd20e3062"
+name="xd20e3062">195</a>]</span>naar het fornuis in de keuken, dan weer
+terug, naar buiten, tegen zijn been op, dan tegen zijn lijf op, tot op
+zijn schouder, bleef dan een oogenblik als in gedachten zitten, en dan,
+hip, daar ging het weer! denzelfden weg terug en zoo voort. Soms zette
+het hem de nagels wel eens in het gezicht van pure pret, doch hij
+durfde het nooit aan te raken omdat hij er niet zeker van was wat het
+effect zoude zijn als hij zijn zware hand op zulk een zwak wezentje
+legde. Bovendien hield hij <span class="corr" id="xd20e3064" title=
+"Bron: erwel">er wel</span> van om gekitteld te worden. En een poosje
+later deed hij dan zijne moeder eenige onhandige vragen.</p>
+<p>&bdquo;Moeder, als het goed is om te werken, waarom werkt dan
+ieder&eacute;&eacute;n niet?&rdquo;</p>
+<p>Dan keek zijn moeder naar hem op en antwoordde:</p>
+<p>&bdquo;Dat is goed voor ons soort van menschen.&rdquo;</p>
+<p>Hij dacht dan een tijdje na. &bdquo;Waar&ograve;m?&rdquo;</p>
+<p>En als hij hierop geen antwoord kreeg, ging hij voort: &bdquo;Waar
+di&egrave;nt werken eigenlijk voor, moeder? Waarom hak ik krijt en
+wasch jij, van dag tot dag, terwijl Lady Wondershoot rondrijdt in haar
+rijtuig, moeder, en op reis gaat naar die mooie vreemde landen die jij
+en ik nooit zullen zien, moeder?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dat komt omdat zij &rsquo;n dame is,&rdquo; zei juffrouw
+Caddles.</p>
+<p>&bdquo;Zoo zoo,&rdquo; zei de jonge Caddles en verzonk in diep
+gepeins.</p>
+<p>&bdquo;Als er geen deftige lui waren die werk voor ons maakten, hoe
+zouwen wij arme lui dan an de kost kommen?&rdquo; zei juffrouw
+Caddles.</p>
+<p>Dit moest hij eerst weer verwerken.</p>
+<p>&bdquo;Moeder,&rdquo; waagde hij nog eens, &bdquo;als er nu es geen
+adellijke lui waren, zou dan alles niet aan menschen zooals jij en ik
+hooren, en als ze&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Goeie hemel, hoor me die jongen nou toch es!&rdquo; zei
+juffrouw Caddles dan&mdash;met behulp van een goed <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e3090" href="#xd20e3090" name=
+"xd20e3090">196</a>]</span>geheugen had zij zich <span class="corr" id=
+"xd20e3092" title="Bron: sints">sinds</span> haar moeders dood tot een
+bloemrijk- en krachtig-uitende persoonlijkheid
+ontwikkeld&mdash;&bdquo;nadat je arme goeie grootmoeder
+&rsquo;eengegaan is, ben je onverdragelijk geworden. Zorg jij maar dat
+je geen vragen doet, dan krijg je geen leugens te hooren. As ik je es
+&egrave;cht zou willen gaan antwoorde&rsquo;, dan zou je vader wel
+eerst iemand anders magge gaan hale om z&rsquo;n avondete&rsquo; klaar
+te make&rsquo;&mdash;om nog niet eens te spreke&rsquo; van de
+wasch&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Nou, goed, moeder,&rdquo; zei hij dan, na haar een oogenblik
+verwonderd te hebben aangekeken. &bdquo;Ik wou &rsquo;t je niet lastig
+maken.&rdquo;</p>
+<p>En dan verzonk hij weder in gedachten.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">V.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Hij was ook bezig met denken vier jaren later, toen de
+domin&eacute;, nu niet langer rijp, doch &ograve;verrijp, hem voor de
+laatste maal zag. Ge kunt u den ouden heer wel voorstellen, voor het
+uiterlijke een weinig ouder nu, minder zwaarlijvig, een beetje grover,
+en wat zwakker van gedachten en in zijn spraak, met een zekere
+beverigheid in zijne hand en een zekere beverigheid in zijne
+overtuigingen, doch met een nog helder en blijmoedig oog,
+niettegenstaande al wat &bdquo;het Voedsel&rdquo; in het dorp en in
+hemzelf gewrocht had. Soms was hij verontrust en beangst geworden; doch
+was hij nog niet in leven en dezelfde? en vijftien lange
+jaren&mdash;een heel brokje eeuwigheid&mdash;hadden de bezoeking in nut
+doen verkeeren.</p>
+<p>&bdquo;Ik geef toe, dat het een heele omkeer was,&rdquo; placht hij
+te zeggen, &bdquo;en de dingen zijn werkelijk anders
+geworden&mdash;anders in vele opzichten. Vroeger kon een j&ograve;ngen
+wieden, doch nu gaat een m&agrave;n het veld <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e3106" href="#xd20e3106" name=
+"xd20e3106">197</a>]</span>in met bijl en breekijzer&mdash;tenminste,
+dit is noodig op sommige plaatsen bij het kreupelhout. En het is ons
+ouderwetsche menschen n&ograve;g altijd een beetje vreemd, te zien,
+dat, waar vroeger de rivierbedding was, v&oacute;&oacute;r zij aan het
+irrigeeren gingen, nu koren van vijf en twintig voet
+groeit&mdash;zooals dit jaar het geval is&mdash;. Men gebruikte de
+ouderwetsche zeis hier twintig jaar geleden en dan bracht men den oogst
+op een wagen thuis&mdash;en men verheugde zich&mdash;kalm en
+fatsoenlijk. Een beetje dronken, niet al te erg, zeker, een beetje
+eerbaar gevrij, waarmede het Oogstfeest eindigde... Arme Lady
+Wondershoot&mdash;zij kon niet tegen al deze veranderingen. Erg
+conservatief! Had nog een tikje van de achttiende eeuw in zich, placht
+ik altijd te zeggen. Haar taal bijvoorbeeld... opgeblazen in haar
+trots...</p>
+<p>&bdquo;Zij stierf betrekkelijk arm. Dat groote onkruid raakte ook in
+h&aacute;&aacute;r tuin. Zij was niet een van die vrouwen die aan
+tuinieren doen, doch zij zag haar tuin graag netjes&mdash;dat de dingen
+groeiden w&aacute;&aacute;r ze geplant werden, en zoo&agrave;ls ze
+geplant werden&mdash;onder toezicht... De wijze waarop de dingen
+begonnen te groeien was heelemaal niet wat zij wenschte&mdash;en bracht
+een algeheele omwenteling in hare denkbeelden teweeg. Zij hield niet
+van de voortdurende invallen van dit jonge monster&mdash;ten laatste
+begon zij zich te verbeelden dat hij voortdurend haar stond aan te
+gapen over haar eigen muur... Zij vond het naar, dat hij bijna zoo lang
+was als haar huis hoog... Haar aesthetisch gevoel kwam hiertegen in
+opstand. Arme goeie dame! Ik had zoo gehoopt dat zij niet
+v&oacute;&oacute;r mij was heengegaan. Het waren de groote meikevers
+die hier een jaar of zoo waren, die haar deden besluiten naar het
+buitenland te gaan. Die meikevers kwamen van de
+reuzen-larven&mdash;leelijke dingen zoo groot als ratten&mdash;in de
+grasgrond <span class="pagenum">[<a id="xd20e3110" href="#xd20e3110"
+name="xd20e3110">198</a>]</span>van de vallei... En ook de mieren
+droegen er ongetwijfeld het hunne toe bij.</p>
+<p>&bdquo;Daar nu toch alles onderstboven gekeerd was en er nergens
+rust en vrede te vinden waren, zei zij dat zij feitelijk even goed naar
+Monte Carlo kon verhuizen als ergens anders heen. En daar ging zij dan
+ook heen.</p>
+<p>&bdquo;Ik heb hooren zeggen dat ze tamelijk hoog speelde en stierf
+in een hotel daar. Treurig einde... Bannelinge... Niet&mdash;niet wat
+men behoorlijk acht... Door geboorte een leidster van ons Engelsch
+volk... Ontworteld. Ja ja!</p>
+<p>&bdquo;En toch,&rdquo; ging de domin&eacute; voort, &bdquo;heeft het
+feitelijk niet zooveel te beteekenen. &rsquo;t Is natuurlijk wel een
+last. De kinderen kunnen niet zoo vrij meer rondloopen als vroeger, uit
+vrees voor mierenbeten en andere dingen. Maar misschien is d&agrave;t
+nog wel zoo goed... Er werd over gepraat&mdash;alsof dit goedje in
+alles een omwenteling zou teweegbrengen... Doch er is iets dat al deze
+krachten van het Nieuwe wederstaat... Natuurlijk ik weet daar niet van.
+Ik behoor niet tot de moderne filosofen,&mdash;die alles met aether en
+atomen verklaren. Evolutie. Stel je voor, dergelijke nonsens. Wat ik
+bedoel is iets dat de Ologi&euml;n niet bevatten. Quaestie van
+verstand, niet van begrip. Rijpe wijsheid. De menschelijke natuur. Aere
+perennius... Noem het wat ge wilt.&rdquo;</p>
+<p>En zoo liep alles eindelijk met hem op een eind.</p>
+<p>De predikant had geen voorgevoel van wat hem boven het hoofd hing.
+Hij deed zijn gewone wandeling langs Farthing Doron, zooals hij dit
+meer dan twintig jaren lang gedaan had, en z&oacute;&oacute; naar de
+plaats waar hij den jongen Caddles kon gadeslaan. Hij was een beetje
+buiten adem toen hij boven op de helling van de krijt-groeve
+aankwam&mdash;sedert lang had hij den Veerkrachtigen Christen-tred van
+vroeger jaren verloren; <span class="pagenum">[<a id="xd20e3122" href=
+"#xd20e3122" name="xd20e3122">199</a>]</span>doch Caddles was niet aan
+zijn werk, en toen, terwijl hij heenliep om het kreupelboschje van
+reuzenbrem dat den Hanger begon te verduisteren en er zijn schaduw op
+wierp, stond hij plotseling voor de reuzengestalte van het monster, dat
+op den heuvel zat&mdash;alsof het op de aarde zat te broeden.
+Caddles&rsquo; knie&euml;n waren opgetrokken, hij steunde den wang met
+zijn hand, en hield het hoofd een weinig op zijde. Hij zat met zijn
+schouder naar den Domin&eacute; gewend, zoodat de oogen, die, als niet
+begrijpend, rondstaarden, niet zichtbaar waren. Hij moet zeer
+ingespannen hebben zitten werken&mdash;hij zat tenminste heel
+stil...</p>
+<p>Hij wendde zich niet om en wist niet dat de domin&eacute;, die zulk
+een groote rol gespeeld had in het vormen van zijn bestaan, naar hem
+stond te kijken voor het laatst voor langen, langen tijd&mdash;wist
+zelfs niet dat hij daar stond (op deze wijze hebben zoovele scheidingen
+plaats.) Het kwam in het brein van den domin&eacute; op, dat bij slot
+van rekening niemand ter wereld een vaag begrip had van wat dit monster
+bepeinsde als hij uitrustte van zijn arbeid. Doch hij was te traag om
+dit nieuwe thema dien dag verder uit te werken; hij liet het weder
+varen en verviel weder in zijn vroegeren gedachtengang.</p>
+<p>&bdquo;Aere perennius,&rdquo; fluisterde hij, langzaam huiswaarts
+wandelend langs een pad, dat niet langer zooals vroeger recht over den
+met gras bedekten grond liep, doch in allerlei bochten kronkelde om
+nieuwe opgeschoten bosjes reuzengras te vermijden. &bdquo;Neen! Er is
+niets veranderd. Afmetingen zeggen niets. De simpele rondgang, de weg
+van altijd.&rdquo; En dien nacht, zonder eenige pijn, en zonder dat hij
+het zelf wist, ging ook hij den gewonen weg&mdash;en verliet dit
+Mysterie van Verandering dat hij gedurende zijn leven staag geloochend
+had. <span class="pagenum">[<a id="xd20e3128" href="#xd20e3128" name=
+"xd20e3128">200</a>]</span></p>
+<p>Men begroef hem op het kerkhof van Cheasing Eyebright, dicht bij den
+hoogsten iep, en de eenvoudige grafsteen, die zijn grafschrift
+droeg&mdash;het eindigde met: <span lang="la">Ut in Principio, nunc est
+et semper</span>,&mdash;werd bijna onmiddellijk aan het oog onttrokken
+door het opschieten van reusachtig, grijs-gepluimd gras, dat te dik en
+te grof was voor zeis en schapen, en dat zich als een mist over het
+dorp kwam storten uit de aan kiemen rijke vochtige vallei-weiden,
+waarin het Voedsel der Goden gewerkt had.</p>
+<div class="figure xd20e3136width"><img src="images/o018.gif" alt=
+"Ornament (vlinder)" width="190" height="128"></div>
+<p><span class="pagenum">[<a id="xd20e3140" href="#xd20e3140" name=
+"xd20e3140">201</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div class="div0">
+<h2 class="label">Boek III.</h2>
+<h2 class="main">De oogst van het voedsel.</h2>
+<div id="ch3.1" class="div1"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h2 class="label">Hoofdstuk I.</h2>
+<h2 class="main">De <span class="corr" id="xd20e3151" title=
+"Bron: verouderde">veranderde</span> Wereld.</h2>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">I.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="xd20e3157"><span class="xd20e3157init">G</span>edurende
+twintig jaren speelde de Verandering met de wereld. Voor de meeste
+menschen kwamen de nieuwe dingen merkwaardig genoeg langzaam en dag aan
+dag, doch niet zoo plotseling dat zij hen overstelpten. Doch aan
+&eacute;&eacute;n mensch zou alles wat zich in die twintig jaar had
+opgehoopt, geopenbaard worden plotseling en verbazingwekkend, en wel
+alles in &eacute;&eacute;n dag. Voor ons doel is het noodzakelijk dien
+dag met hem te doorleven, en iets te verhalen van de dingen die hij
+toen zag.</p>
+<p>Deze man was een tot levenslange gevangenisstraf
+veroordeelde&mdash;wat hij bedreven had komt hier minder op
+aan&mdash;dien de wet na twintig jaren gratie geschonken had.</p>
+<p>Op zekeren zomermorgen werd deze arme sukkel, die de wereld verlaten
+had als een jonge man van drie en twintig, plotseling uit de grauwe
+sleur van arbeid en discipline, waaraan hij gewoon was geworden,
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e3163" href="#xd20e3163" name=
+"xd20e3163">202</a>]</span>geplaatst temidden der
+heerlijkst-schitterende vrijheid. Men had hem ongewone kle&ecirc;ren
+aangetrokken; zijn haar had hij gedurende eenige weken laten groeien,
+en hij had er gedurende eenige dagen een scheiding in gekamd; en daar
+stond hij nu, met een soort armoedige, en onbeholpen nieuwheid van
+lichaam en geest, knipperend met de oogen en zelfs knipperend met zijn
+ziel, weder buiten de gevangenis, en trachtend in &eacute;&eacute;n
+ongelooflijk iets te denken, namelijk dat hij zich gedurende een tijdje
+weder in het daadwerkelijke leven bevond, en geheel onvoorbereid op
+alle andere ongelooflijke dingen. Hij was zoo gelukkig een broeder te
+bezitten, die wel z&oacute;&oacute;veel gaf om de vervlogen dingen van
+vroeger dagen, welke zij tezamen beleefd hadden, om hem te komen
+afhalen en zijn hand te drukken&mdash;een broeder dien hij als kleinen
+jongen achtergelaten had en die nu een gebaard man was wien het goed
+ging in de wereld&mdash;en wiens oogen hij zelfs niet meer herkende. En
+tezamen kwamen hij en deze vreemdeling, die tot zijn naaste familie
+behoorde in de stad Dover aan, w&egrave;inig met elkaar sprekend en
+v&eacute;&eacute;l denkend.</p>
+<p>Zij zaten een tijdje in een caf&eacute;, terwijl de een de vragen
+van den ander omtrent <span class="corr" id="xd20e3167" title=
+"Bron: de en">dezen</span> en genen persoon beantwoordde; eigenaardige
+oude gezichtspunten leefden weer op; eindelooze nieuwe uitzichten en
+verten werden op zij geschoven, en toen was het tijd naar het station
+te gaan, om den trein naar Londen te kunnen halen. Hunne namen en de
+persoonlijke dingen die zij te bespreken hadden, komen er voor onze
+geschiedenis minder op aan, doch enkel de veranderingen en al het
+vreemde dat deze arme wederkeerende ziel vond in de eens hem zoo
+bekende wereld. In Dover zelf viel hem weinig anders op dan dat het
+goed was bier uit een pul te drinken&mdash;nooit had bier hem
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e3170" href="#xd20e3170" name=
+"xd20e3170">203</a>]</span>tevoren ooit z&oacute;&oacute; gesmaakt, en
+het deed tranen van dankbaarheid in zijne oogen wellen. &bdquo;&rsquo;t
+Bier is nog altijd even goed om te drinken,&rdquo; zei hij, het
+inderdaad oneindig veel beter vindend dan vroeger...</p>
+<p>Eerst toen de trein hen voorbij Folkestone deed vliegen, was hij in
+staat iets verder te zien dan zijne onmiddellijke emoties, en zag hij
+wat er met de aarde gebeurd was. Hij gluurde uit het raampje.
+&bdquo;Lekker zonnetje,&rdquo; zei hij, voor de twaalfde maal.
+&bdquo;Ik kon geen beter we&ecirc;r treffen.&rdquo; En toen viel het
+hem voor het eerst op, dat er nieuwe verhoudingen in de dingen gekomen
+waren. &bdquo;Goeie hemel,&rdquo; riep hij uit, terwijl hij rechtop
+ging zitten, en voor de eerste maal met levendigen blik naar buiten
+keek, &bdquo;dat zijn allemachtig groote distels, die daar op den oever
+bij dat brem daar groeien. As &rsquo;t tenminste distels zijn. Of weet
+&rsquo;k &rsquo;t niet meer?&rdquo;</p>
+<p>Doch het waren w&egrave;l distels, en wat hij voor hooge
+bremstruiken aanzag, was het nieuwe gras, en hier middenin was een
+compagnie Britsche soldaten&mdash;nog altijd met roode jassen
+aan&mdash;bezig te schermutselen volgens de regelen van het
+excercitie-boekje dat gedeeltelijk herzien was na den Boeren-oorlog.
+Toen plotseling&mdash;sjt&mdash;een tunnel in, en toen vlogen zij
+Sandling Junction binnen, dat geheel omgeven en verduisterd
+werd&mdash;alle lampen brandden er&mdash;door een groot kreupelbosch
+van rododendrons, die uit een naburigen tuin gekropen waren en zich
+over de geheele vallei verspreid hadden. Er stond een trein op het
+zijspoor te Sandling, die hoog opgeladen was met rhododendronblokken,
+en hi&egrave;r hoorde de wederkeerende burger voor het eerst van
+Bomvoedsel.</p>
+<p>Toen zij voortsnelden, een landstreek in die geheel onveranderd
+scheen, waren de beide broeders druk <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e3178" href="#xd20e3178" name="xd20e3178">204</a>]</span>bezig met
+hunne uitleggingen. De een was vol van driftige vervelende vragen: de
+ander had zich nooit bekommerd, en er nooit aan gedacht de quaestie als
+een op zichzelf staand feit te zien, en bij sprak over dingen die hem
+heel gewoon leken en die de ander zich moeilijk kon voorstellen.
+&bdquo;Dat is dat Bomvoedsel,&rdquo; zei hij, al zijn grondkennis van
+het geval op &egrave;enmaal luchtend... &bdquo;Snap je? Hebben ze je
+daar geen van allen iets van verteld? Bomvoedsel! Dat weet je toch
+wel&mdash;Bomvoedsel. Waar de heele verkiezing om draait.
+Wetenschappelijk goedje. Niemand je d&rsquo;r ooit van
+verteld?&rdquo;</p>
+<p>Hij vond dat de gevangenis een ontzettenden sufkop van zijn broeder
+gemaakt had, dat hij d&agrave;t niet wist. Over en weer vlogen de
+vragen en antwoorden<span class="corr" id="xd20e3182" title=
+"Niet in bron">.</span> En hiertusschen waren soms tusschenpoozen dat
+zij uit het raampje keken. In het begin was de belangstelling die de
+man voor de dingen voelde, vaag en algemeen. Zijn verbeelding was bezig
+geweest met wat die en die, dien hij nog kende van vroeger, wel zeggen
+zou, hoe die en die er wel zou uitzien, hoe hij tegen allen die hij van
+vroeger kende enkele dingen zou zeggen die zijn &bdquo;verhuizen naar
+de Nor,&rdquo; in een minder ongunstig daglicht zouden stellen. Dit
+<span class="corr" id="xd20e3185" title=
+"Bron: Bom-voedsel">Bomvoedsel</span> had zich &rsquo;t eerst aan hem
+voorgedaan, alsof hij er z&oacute;&oacute; van in een couranten-artikel
+gelezen had, en toen was het een bron van geestelijke moeilijkheid
+geworden tusschen hem en zijn broeder. Doch het werd hem spoedig
+duidelijk, dat dit Bom-voedsel in ieder gesprek dat hij begon
+binnensloop.</p>
+<p>In die dagen was de wereld in een alles desorganiseerend tijdperk
+van overgang, zoodat dit groote nieuwe feit hem in zijne contrasten
+trof met een schok. Het veranderingsproces was niet algemeen geweest;
+het had zich verspreid vanuit centra, die ver <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e3190" href="#xd20e3190" name=
+"xd20e3190">205</a>]</span>van elkaar lagen. Het land was in plekken
+verdeeld; er waren groote uitgestrektheden waar het Voedsel nog komen
+moest, en andere, waar het reeds in den grond en in de lucht zat,
+sporadisch en besmettend. Het was als een brutaal nieuw motief dat zich
+tusschen oude, eerwaardige melodie&euml;n dringt.</p>
+<p>Het contrast was te dien tijde vooral zeer levendig langs de
+spoorlijn van Dover naar Londen. Een tijd lang snelden zij door juist
+zulk een landstreek als hij gekend had sedert zijn kindsheid, de kleine
+ovale met heggen-afgezette akkers, juist groot genoeg om door
+dwerg-paardjes geploegd te worden, de weggetjes, breed als drie karren,
+de olmen en eiken en populieren die als spikkels in deze velden
+stonden, kleine boschjes van wilgen op de oevers der riviertjes,
+hooischelven die niet hooger waren dan de knie&euml;n van een reus,
+poppen-landhuisjes met ruitvormige venster-ruiten, braakliggende
+stukken land, en slingerende dorpsstraatjes, de grootere huizen op de
+klein-groote, met bloemen overdekte stations, en al die kleine dingen
+der negentiende eeuw die nog weerstand boden aan deze enorme Grootheid.
+Hier en daar stond een bosje door den wind gezaaide en verwaaide
+reuzendistels, die den bijl weerstonden; hier en daar stond een tien
+voet hooge zwam, of de buigzame stengels van een dor afgebrand bosje
+reuzen-gras; doch dit was het eenige dat op de komst van het Voedsel
+duidde.</p>
+<p>Een veertig mijlen ver was er niets dat wees op de aanwezigheid van
+het reusachtige graan en van het onkruid, dat op nog geen twaalf mijlen
+afstand over de heuvelen in de vallei van Cheasing Eyebright groeide.
+En toen begonnen zich plotseling sporen van het Voedsel te
+vertoonen.</p>
+<p>Het eerste wat hem opviel, was het groote nieuwe viaduct te
+Tonbridge, waar het moeras van de dichtgegroeide <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e3199" href="#xd20e3199" name=
+"xd20e3199">206</a>]</span>Medway (dit dichtgroeien was veroorzaakt
+door een reuzen-varieteit van &bdquo;Chara&rdquo;) in die dagen begon.
+Toen weder het gewone kleine land, en vervolgens, toen de
+klein-krioelende uitgestrektheid van Londen zich in de wazige verte
+begon uit te spreiden, werden de sporen van den strijd der menschen om
+deze grootheid buiten te sluiten, talrijk en zonder tusschenpoozen.</p>
+<p>In dat zuid-oostelijk gedeelte van Londen, en overal om de plaats
+waar Cossar en zijn kinderen woonden, was het Voedsel op honderden
+punten op geheimzinnige wijze losgebroken; het kleine leven ging gewoon
+zijn gang tusschen deze dagelijksche voorteekenen, die niet langer
+waarschuwend tot de menschen spraken, door het geleidelijke van hunnen
+aanwas, en doordat men langzaam en even geleidelijk wende aan hunne
+tegenwoordigheid. Doch deze huiswaarts-keerende burger staarde naar
+buiten, en zag voor het eerst hoe vreemd en overweldigend het Voedsel
+gewerkt had. Platgebrande en verkoolde stukken grond, groote
+wanstaltige verdedigingswerken en voorzorgsmaatregelen, barakken en
+arsenalen, die deze subtiele volhoudende invloed in het leven der
+menschen had gedrongen.</p>
+<p>Hier had zich telkens en telkens weder op grooter schaal de
+ondervinding der eerste Proef-Hoeve herhaald. Het Voedsel had gewerkt
+in de minder belangrijke dingen des levens&mdash;op braakliggende
+plaatsen, onregelmatig en zonder doel&mdash;en hierin had de komst van
+een nieuwe kracht en nieuwe punten van uitgang zich het eerst doen
+gelden. Er lagen groote kwalijkriekende erven en afgeschoten plaatsen,
+waar de een of ander <span class="corr" id="xd20e3205" title=
+"Bron: ontuitroeibare">onuitroeibare</span> wildernis van onkruid,
+brandstof leverde voor reusachtige machinerie&euml;n (kleine
+stadsmenschjes kwamen staan gapen naar de geoliede <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e3208" href="#xd20e3208" name=
+"xd20e3208">207</a>]</span>snorrende raderen en gaven de werklieden een
+kwartje fooi); er waren wegen en wagensporen voor groote motoren en
+voertuigen&mdash;wegen, die aangelegd waren van de inelkaar gevlochten
+vezels van overvoed vlas; dan waren er torens met stoom-sirenen, die
+onmiddellijk konden gillen en de wereld waarschuwen als er weder een
+nieuw soort ongedierte was losgebroken, of, en dit was nog vreemder,
+oude eerwaardige kerktorens, die in het oogloopend voorzien waren van
+mechanisch-gillende instrumenten. Er waren kleine rood-geschilderde
+vlucht-hutten en barakken voor het garnizoen, elk met een schietbaan
+van 300 meter, waar de scherpschutters zich dagelijks oefenden met
+kogels met zacht-looden punten, op schijven die den vorm van
+reuzen-ratten hadden.</p>
+<p>Sedert den tijd der Skinners was er zesmaal een reuzen-ratten-plaag
+geweest&mdash;telkenmale vanuit de riolen van het zuidwesten van
+Londen, en n&ugrave; werd hun bestaan geaccepteerd, als dat der tijgers
+op den delta van Calcutta...</p>
+<p>De broeder van den man had op nonchalante wijze een courant gekocht
+te Sandling en eindelijk viel het oog van den ontslagen gevangene
+hierop. Hij sloeg de bladen waaraan hij zoozeer ontwend was,
+op&mdash;ze leken hem kleiner, talrijker en anders gedrukt dan de
+couranten van vroeger&mdash;en hij zag voor zich tallooze afbeeldingen
+van dingen die z&oacute;&oacute; vreemd waren, dat hij er geen belang
+in stelde, en met lange kolommen druks, welker opschriften even
+onbegrijpelijk voor hem waren alsof ze in een vreemde taal geschreven
+waren&mdash;&bdquo;Groote Redevoering van den heer Caterham&rdquo;;
+&bdquo;De Bomvoedsel-Wetten.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wie is die Caterham?&rdquo; vroeg hij, pogend het gesprek
+weder op gang te brengen.</p>
+<p>&bdquo;O, laat di&egrave; maar loopen,&rdquo; zei zijn broeder.
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e3218" href="#xd20e3218" name=
+"xd20e3218">208</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Aha! Zeker zoo&rsquo;n politieker, he?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Legt &rsquo;t &rsquo;r op an de Kamers naar huis te sturen.
+&rsquo;t Wordt tijd ook, hoor.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zoo!&rdquo; Hij dacht even na. &bdquo;&rsquo;k Vertrouw dat
+al de lui die &agrave;n waren toen ik er nog was&mdash;Chamberlain,
+Roseberry&mdash;al die lui&mdash;Wat?&rdquo;</p>
+<p>Zijn broeder had hem plotseling bij den pols gegrepen en wees het
+portier uit.</p>
+<p>&bdquo;Daar heb je de Cossars!&rdquo; De oogen van den ontslagen
+gevangene volgden de richting van den vinger en zagen&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Mijn God!&rdquo; riep hij uit, voor het eerst werkelijk
+overweldigd van verbazing. De courant viel, nu geheel vergeten,
+tusschen zijne voeten. Tusschen de boomen kon hij zeer duidelijk een
+menschelijke gestalte van ruim veertig voet lang zien staan in een
+gemakkelijke houding, wijdbeens, en in de hand een bal, alsof hij op
+het punt stond dezen weg te slingeren. De gedaante schitterde in het
+zonlicht, gekleed als zij was in een pak van gevlochten wit metaal en
+met een breeden stalen gordel om. Een oogenblik concentreerde hij aller
+aandacht op zich en toen werd deze afgetrokken door een tweeden reus,
+die een eind verder stond, als klaar om op te vangen en het werd
+duidelijk dat dit geheele groote terrein in de heuvelen even benoorden
+Sevenoaks, gebezigd werd voor reuzendoeleinden.</p>
+<p>Een reusachtige omwalde trens omgaf de krijtgroeve, waarin het huis
+stond, een monsterachtige, plompe Egyptische structuur, die Cossar voor
+zijne zonen gebouwd had, toen de Reuzen-Kinderkamer haar tijd
+uitgediend had, en daarachter stond een groote donkere loods, die een
+kathedraal had kunnen overkappen, waarin een sissende gloeihitte af en
+aan laaide en waaruit een Titanisch gehamer klonk. Toen <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e3234" href="#xd20e3234" name=
+"xd20e3234">209</a>]</span>werd de aandacht nogmaals gevestigd op den
+reus, toen de groote, met ijzer beslagen houten bal uit zijne hand
+schoot en de lucht in vloog.</p>
+<p>De beide mannen stonden op en keken verbaasd toe. De bal leek zoo
+groot als een vat.</p>
+<p>&bdquo;Hij heeft &rsquo;em gegrepen!&rdquo; riep de man uit de
+gevangenis, toen een boom den werper aan het gezicht onttrok. De trein
+liet al deze dingen slechts een ondeelbaar oogenblik zien en verdween
+toen achter boomen en zoo de Chislehurst tunnel in. &bdquo;Goeie
+God!&rdquo; zei de ex-gevangene nogmaals,&rdquo; toen de duisternis hen
+omsloot. &bdquo;Die kerel is zoo groot als een &rsquo;uis.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dat zijn die jonge Cossars,&rdquo; zei zijn broeder, met zijn
+hoofd een gebaar makend naar den kant waar de reuzen verdwenen
+waren&mdash;&bdquo;waar al die herrie om is...&rdquo;</p>
+<p>Zij kwamen de tunnel weder uit en ontdekten nog meer torens met
+sirenen erop, nog meer roode hutten, en toen de rijen villa&rsquo;s der
+voorsteden. De kunst van het reclame-biljetten-aanplakken was er in den
+tusschentijd niet op achteruit gegaan, en op tallooze hooge
+schuttingen, op zijmuren van huizen, op omheiningen, en honderden van
+dergelijke schoone gelegenheden waren de veelkleurige oproepingen voor
+de groote Bomvoedsel-verkiezing te lezen.</p>
+<p>&bdquo;Caterham,&rdquo; &bdquo;Bomvoedsel,&rdquo; en &bdquo;Jack de
+Reuzendooder&rdquo; telkens en telkens we&ecirc;r, en monsterachtige
+caricaturen en verminkte afbeeldingen&mdash;honderden varieteiten van
+verkeerde, belachelijke voorstellingen van die schitterende gestalten,
+die zij van zoo dichtbij gepasseerd waren, enkele oogenblikken
+geleden...</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">II.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">De jongere broeder was van plan geweest iets heel
+royaals te doen, namelijk dezen terugkeer tot het leven <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e3251" href="#xd20e3251" name=
+"xd20e3251">210</a>]</span>te vieren met een diner in het een of ander
+restaurant van onbetwistbare renomm&eacute;, een diner dat gevolgd zou
+worden door die uitermate schitterende opeenvolging van indrukken, die
+de caf&eacute;-chantants dier dagen zoo uitmuntend geven konden. Het
+was een waardige manier om hiermede alle restende sporen van de
+gevangenis uit te wisschen door dit vertoon van gulheid; doch wat het
+tweede gedeelte van het plan betrof, kwam er wijziging in. Het diner
+werd gegeven, doch er was reeds een sterker verlangen dan de lust naar
+vertooningen, een verlangen dat beter zijn somber peinzen over zijn
+verleden kon doen verdwijnen dan eenig theater, en dit was een alles
+overstemmende nieuwsgierigheid naar dit Bomvoedsel en deze
+Bomkinderen&mdash;dit nieuwe dreigende reuzendom, dat de wereld scheen
+te overheerschen.</p>
+<p>&bdquo;Ik heb &rsquo;t er &rsquo;t mijne nog niet van,&rdquo; zei
+hij. &bdquo;Ze wille&rsquo; me niet uit &rsquo;t hoofd.&rdquo;</p>
+<p>Zijn broeder had die fijnheid van geest, die zelfs kan heenstappen
+over voorgenomen gastvrijheid. &bdquo;Jij kunt kiezen vanavond,
+kerel,&rdquo; zei hij. &bdquo;We zullen probeeren in &rsquo;t
+Volkspaleis te komen bij die massavergadering.&rdquo;</p>
+<p>En eindelijk was de ex-gevangene zoo gelukkig zich, van alle kanten
+opgedrongen, te bevinden tusschen een opeengepakte menigte, en van uit
+de verte te staren naar een klein, helder-verlicht podium onder een
+orgel en een gaanderij. De organist had iets gespeeld dat de voeten aan
+het trappelen had gebracht, terwijl de menigte naar binnen stroomde;
+doch nu zweeg het orgel weder.</p>
+<p>Nauwelijks had de ontslagen gevangene zich neergezet en zijn twist
+met een lastigen vreemde, die hem met de elbogen op zijde drong,
+ge&euml;indigd, of Caterham kwam binnen. Hij trad vanuit het
+halfduister midden <span class="pagenum">[<a id="xd20e3261" href=
+"#xd20e3261" name="xd20e3261">211</a>]</span>op het podium, en leek,
+zoo van uit de verte gezien, een alleronbeduidendste kleine dwerg, een
+kleine zwarte figuur met een roze vlek als gezicht&mdash;en profil zag
+men zijn sterk geprononceerden arendsneus&mdash;een klein gestaltetje,
+dat achter zich aansleepte&mdash;een juichkreet. Applaus dat dicht bij
+hem werd aangeheven en aangroeide en zich verspreidde. Een gedempt
+rumoer van stemmen, om het podium, dat plotseling over de geheele
+menschenmassa heensloeg, in het gebouw en daarbuiten. Wat
+applaudiseerde men: &bdquo;Hoera! Hoera!!&rdquo;</p>
+<p>Niemand van al die myriaden applaudiseerde als de ontslagen
+gevangene. De tranen stroomden hem langs de wangen en hij hield niet
+eerder op met toejuichen, v&oacute;&oacute;r zijn aandoening hem bijna
+had doen stikken. Ge moet zoolang als hij in de gevangenis geweest
+zijn, v&oacute;&oacute;r ge begrijpen kunt, of zelfs ook maar een
+begrip kunt krijgen, wat het zeggen wil voor zoo iemand om zijne longen
+eens flink uit te kunnen zetten temidden van een menigte. (Doch
+niettegenstaande dit alles maakte hij zich zelf zelfs niet wijs dat hij
+wist waar al dit gejuich om was.) &bdquo;Hoera!&mdash;Hoera!&rdquo;</p>
+<p>En toen volgde er eenigermate stilte. Caterham stond
+opzichtig-geduldig te wachten tot het rumoer wat bedaard zoude zijn, en
+onbelangrijke en slecht-te-verstane lieden zeiden en deden officieele
+en onbeduidende dingen. Het was als stemmen die men in de lente door
+het ritselen der bladeren heen hoort. &bdquo;Wawawawa&mdash;&rdquo; Wat
+kwam &rsquo;t er ook op aan? Groepen toehoorders praatten met
+elkaar&mdash;&bdquo;Wawawawa&rdquo;&mdash;de zaak ging gewoon door.
+Kwam die grijs-harige suffer dan no&ograve;it aan het eind?
+Tusschenroepen? Natu&ugrave;rlijk werd er geroepen. &bdquo;Wa, wa, wa,
+wa&mdash;&rdquo; Doch zullen wij Caterham beter hooren? In ieder geval
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e3267" href="#xd20e3267" name=
+"xd20e3267">212</a>]</span>kan je naar Caterham kijken, en je kan
+opstaan en van uit de verte de trekken van den grooten man eens
+opnemen. Hij was gemakkelijk te teekenen, deze man, en reeds kon de
+wereld hem naar hartelust bekijken op lampeschermpjes en
+kinder-bordjes, op Anti-Bomvoedsel-medailles en
+Anti-Bomvoedsel-vlaggen, op het zelfkant van Caterham-zijde en katoen
+en aan den binnenkant van Goede Oude Engelsche Caterham-hoeden. In al
+de caricaturen van dien tijd is hij te vinden. Men ziet hem als een
+zeeman bij een ouderwetsch kanon staan, met een lontstok, met
+&bdquo;Nieuwe Bomvoedsel-Wetten&rdquo; erop, in zijn hand; terwijl de
+zee dat reusachtige, leelijke, dreigende monster
+&bdquo;Bomvoedsel&rdquo; opgeeft; of hij is een figuur-ten-voeten-uit
+in volle wapenrusting, met &rsquo;t St. George&rsquo;s kruis op schild
+en helm, en een laffe titanische Caliban, aan den ingang van een
+vreeselijk hol gezeten, weigert onder allerlei verwenschingen te
+gehoorzamen aan de &bdquo;Nieuwe Bomvoedsel-Bepalingen;&rdquo; of hij
+komt als Perseus uit de lucht aanvliegen en bevrijdt een geketende en
+schoone Andromeda (met een gordel om waarop duidelijk te lezen staat
+&bdquo;Beschaving&rdquo;) van een zich tot in oneindige verten
+kronkelend zeemonster, op welks verschillende halzen en klauwen te
+lezen staat: &bdquo;Anti-Christ&rdquo;, &bdquo;Alles vertredend
+Ego&iuml;sme&rdquo;, &bdquo;Mechanisme&rdquo;,
+&bdquo;Monsterachtigheid&rdquo; en dergelijke dingen. Doch als
+&bdquo;Jack de Reuzen-Dooder&rdquo; beschouwde het groote publiek hem
+het best getroffen, en de ontslagen gevangene stelde zich de gestalte
+die daar in de verte stond dan ook voor als een Jack de Reuzen-Dooder,
+zooals hij die op de aanplakbiljetten had zien staan.</p>
+<p>Het &bdquo;Wawawawa&rdquo; hield plotseling op.</p>
+<p>&bdquo;Hij is klaar. Hij gaat zitten. Ja! Nee! Jawel! &rsquo;t Is
+Caterham! Caterham! Caterham!&rdquo; En toen begon het gejuich opnieuw.
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e3273" href="#xd20e3273" name=
+"xd20e3273">213</a>]</span></p>
+<p>Er is een menigte toe noodig om z&ugrave;lk een stilte te kunnen
+veroorzaken als toen volgde op het lawaaierlge gejuich. Een man
+all&eacute;&eacute;n in een wildernis;&mdash;zeker is ook dit stilte
+tot op zekere hoogte; doch hij hoort zichzelven ademhalen, hij hoort
+zichzelven bewegen, en hij hoort allerlei andere dingen. Doch hier in
+deze zaal was Caterham&rsquo;s stem het eenige dat verneembaar was,
+heel helder en duidelijk, als een klein lichtje dat brandt in een zwart
+fluweelen nis. Of je hem kon verstaan? Je kondt hem verstaan alsof hij
+naast je stond te spreken.</p>
+<p>De indruk op den ontslagen gevangene was geweldig: die kleine
+gesticuleerende gestalte, die daar stond in een stralenkrans van licht,
+in een krans van weelderige, golvende klanken; en achter de gestalte op
+het podium zaten, met gedeeltelijk uitgewischte gezichten, de
+partijgenooten die hem steunden, en op den voorgrond was een ruim veld
+van tallooze ruggen en profielen, &eacute;&eacute;n reusachtige
+aandacht van een menigte. Die kleine gestalte scheen het wezen van die
+allen uitgezogen te hebben.</p>
+<p>Caterham sprak van onze oude instellingen.</p>
+<p>&bdquo;Juistjuistjuist&rdquo;, brulde de menigte, &bdquo;Juist! net
+zoo!&rdquo; zei de ontslagen gevangene. Hij sprak van onzen ouden geest
+van orde en rechtvaardigheid. &bdquo;Jajajaja!&rdquo; brulde de
+menigte. &bdquo;Ja ja!&rdquo; riep de man uit de gevangenis, diep
+bewogen. Hij sprak van de wijsheid onzer voorvaderen, van den langzamen
+groei van eerbiedwaardige instellingen, van zedelijke en
+maatschappelijke overleveringen, die zich aan onze nationale Engelsche
+eigenaardigheden aanpasten zooals de huid over de hand. &bdquo;Ja,
+ja!&rdquo; kermde de man uit de gevangenis, terwijl de tranen van
+opwinding hem over de wangen biggelden. En nu zouden al deze dingen in
+den smeltkroes moeten verdwijnen. Ja, in den smeltkroes! <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e3283" href="#xd20e3283" name=
+"xd20e3283">214</a>]</span>omdat twintig jaar geleden drie mannen een
+vreemde zelfstandigheid hadden uitgevonden, daarom moest voor de
+geheele geregelde orde der dingen&mdash;&bdquo;Kreten van &bdquo;Neen!
+Neen!&rdquo;&mdash;Nu, als dit ni&egrave;t moest, dan dienden allen
+zich in te spannen, en alle aarzeling op zij te zetten.&mdash;Toen
+Caterham z&oacute;&oacute;ver gekomen was, volgde er weder een
+uitbarsting van gejuich.&mdash;Dan moesten zij alle aarzeling en halve
+maatregelen vaarwel zeggen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wij hebben gehoord, heeren,&rdquo; riep Caterham, &bdquo;van
+brandnetels, die reuzen-netels werden. Eerst zijn ze niet meer dan
+gewone netels&mdash;kleine plantjes die een stevige hand kan beetpakken
+en uittrekken; doch als ge ze laat staan&mdash;als ge ze laat staan,
+groeien ze met z&oacute;&oacute;veel giftige kracht, dat ge eindelijk
+bijl en touw noodig hebt, en loopen uw leven en ledematen gevaar, en
+moet gij u inspannen en volgt er moeite&mdash;onder het vellen ervan
+kunnen menschen gedood worden, onder het vellen ervan kunnen menschen
+gedood worden&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Er volgde even eenig rumoer en toen hoorde de ontslagen gevangene
+Caterham&rsquo;s stem weder, die helder en krachtig opklonk:
+&bdquo;Leer uw les omtrent &rsquo;tgeen ge met het Bom-voedsel te doen
+hebt van het Bom-voedsel zelf en&mdash;&rdquo; Hij hield even
+op&mdash;&rdquo;<span class="ex">pak de brandnetel beet voor het te
+laat is</span>!&rdquo;</p>
+<p>Hij zweeg, en wischte zich de lippen af. &bdquo;Een glas,&rdquo;
+riep iemand, &bdquo;een glas,&rdquo; en toen hoorde men weder dat
+geluid, dat zoo merkwaardig snel aangroeide tot een donderend gejuich,
+tot het leek alsof de geheele wereld juichte...</p>
+<p>De ontslagen gevangene verliet de zaal eindelijk wonderbaar bewogen;
+op zijn gelaat eene uitdrukking alsof hij een visioen gezien had. Nu
+wist hij het, iedereen wist het nu; zijn denkbeelden waren niet
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e3296" href="#xd20e3296" name=
+"xd20e3296">215</a>]</span>langer vaag. Hij was teruggekeerd in eene
+wereld die in een crisis verkeerde, die onmiddellijk moest beslissen in
+een geweldige moeilijkheid. Hij ook moest zijn rol in den grooten
+strijd spelen als een man&mdash;als een vrij man, doordrongen van zijn
+verantwoordelijkheidsgevoel. De vijandelijke botsing stond voor zijn
+verbeelding als een schilderij&mdash;Aan de eene zijde deze reusachtige
+in-malien-gekleede gestalten van dien morgen&mdash;nu zag hij ze in een
+heel ander licht&mdash;aan de andere zijde dit kleine, in het zwart
+gekleede gesticuleerende mannetje onder het magnesium-licht, dit
+dwergje met zijn goed-geordenden vloed van welluidende overredende
+argumenten, met zijn klein-menschelijke, wonder-doordringende stem,
+&bdquo;John Caterham&rdquo;&mdash;&bdquo;Jack de Reuzen-Dooder.&rdquo;
+Zij moesten allen schouder aan schouder staan &bdquo;om de netel beet
+te pakken&rdquo; v&oacute;&oacute;r het &bdquo;te laat&rdquo; was.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">III.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Het grootst, het sterkst en het meest ontzien van al
+de kinderen van het Voedsel waren de drie zonen van Cossar. Het stuk
+bij Sevenoaks van een mijl lengte en breedte ongeveer, waarop zij hun
+jeugd doorbrachten, werd z&oacute;&oacute; omwald, z&oacute;&oacute;
+uitgegraven en onderste-boven-gehaald, z&oacute;&oacute; bedekt met
+loodsen en reusachtige werk-modellen en al het gespeel van hunne zich
+ontwikkelende krachten, dat er geen tweede plaats op aarde was die
+hiermede vergeleken kon worden. En reeds lang was zij te klein geworden
+voor de dingen die zij wilden doen. De oudste zoon was een machtig
+ontwerper van rader-machines; hij had zich een soort reuzen-fiets
+gemaakt, waarvoor geen weg ter wereld ruimte genoeg had, en die geen
+brug kon dragen. Daar stond het ding, een groote <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e3303" href="#xd20e3303" name=
+"xd20e3303">216</a>]</span>structuur van raderen en machines, in staat
+een snelheid van twee honderd vijftig mijlen per uur te ontwikkelen,
+ongebruikt, behalve wanneer hij er nu en dan op stapte en er die
+overvulde plaats mede overrende en weder terug. Hij had er deze kleine
+aarde mee rond willen rennen; met dit doel had hij het ding gemaakt,
+toen hij nog niet veel meer dan een droomerige jongen was. Nu had de
+roest in de spaken gevreten, die rood waren als wonden, overal waar het
+nikkel eraf geraakt was.</p>
+<p>&bdquo;Je moet er eerst een weg voor maken, zoontje,&rdquo; had
+Cossar gezegd, &bdquo;voor je dat kunt doen.&rdquo;</p>
+<p>Zoodat op een goeden morgen de jonge reus en zijn beide broeders aan
+het werk waren getogen om een weg om de wereld aan te leggen. Zij
+schijnen een voorgevoel gehad te hebben van komende tegenkanting, en
+zij werkten derhalve met nog meer vaart. De wereld had ze gauw genoeg
+betrapt, terwijl ze dien weg aanlegden, zoo recht als een kegelbaan
+naar het Engelsche Kanaal, toen ze er reeds eenige mijlen van gelijk
+gemaakt en vastgestampt hadden. V&oacute;&oacute;r het midden van den
+dag waren ze in hun werk gestoord door een groote menigte opgewonden
+lieden, bestaande uit landeigenaars, makelaars, plaatselijke overheden,
+advocaten, politie-agenten, en zelfs soldaten.</p>
+<p>&bdquo;We zijn bezig een weg aan te leggen,&rdquo; had de grootste
+jongen hun uitgelegd.</p>
+<p>&bdquo;Dat is een heel verdienstelijk werk,&rdquo; zei de leidende
+advocaat ter plaatse, &bdquo;maar eerbiedig alstublieft de rechten van
+anderen. U hebt nu reeds inbreuk gemaakt op de privaat-rechten van
+zeven en twintig privaat-bezitters; om nog niet eens te spreken van de
+bijzondere privilegien en het eigendom van een stedelijk bestuur, negen
+parochie-besturen, een graafschapsraad, <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e3313" href="#xd20e3313" name="xd20e3313">217</a>]</span>twee
+gasfabrieken en een spoorweg-maatschappij&rdquo;....</p>
+<p>&bdquo;Goeie grootje!&rdquo; zei de oudste jongen van Cossar.</p>
+<p>&bdquo;U zult hier mee uit moeten scheiden.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar heb je dan geen mooie rechte weg noodig, inplaats van al
+die vunze stinkende laantjes?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik zal niet zeggen, dat het geen groot voordeel zou zijn,
+maar&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;t Is niet te doen,&rdquo; zei de oudste Cossar, zijn
+gereedschap opnemend.</p>
+<p>&bdquo;Niet op deze manier,&rdquo; zei de advocaat, &bdquo;zeker
+niet z&oacute;&oacute;!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar hoe dan w&egrave;l?&rdquo;</p>
+<p>Het antwoord van den woordvoerenden advocaat was ingewikkeld en
+vaag.</p>
+<p>Cossar zelf was er ook bijgekomen om te kijken naar het kwaad, dat
+zijn kinderen aangericht hadden en berispte hen ernstig en lachte
+verbazend en scheen erg blij te zijn met dit zaakje. &bdquo;Jelui zult
+nog een beetje moeten wachten, jongens,&rdquo; brulde hij naar hen op,
+&bdquo;voor je dergelijke dingen kunt gaan doen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Die advocaat zei, dat we moesten beginnen met een plan te
+maken, en speciale vergunningen aan te vragen en dergelijke onzin. Zei
+dat &rsquo;t jaren zou duren&rdquo;&mdash;</p>
+<p>&bdquo;We zullen gauw genoeg een schema klaar hebben, ventje,&rdquo;
+riep Cossar met zijn handen aan den mond, &bdquo;maak je maar niks
+bezorgd. Maar nu moet je nog maar liever een beetje hier spelen en
+modellen maken van de dingen die je wilt doen.&rdquo;</p>
+<p>En zij deden als gehoorzame zoons wat hij hen beval.</p>
+<p>Maar niettegenstaande dit, broeiden de jongens van Cossar op
+iets.</p>
+<p>&bdquo;Dat is allemaal heel goed en wel,&rdquo; zei de tweede tot
+den eerste, &bdquo;maar ik heb er geen zin in hi&egrave;r altijd
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e3344" href="#xd20e3344" name=
+"xd20e3344">218</a>]</span>te spelen en plannen te maken. Ik wil iets
+do&egrave;n, weet je. Wij zijn niet geboren met zooveel kracht in ons
+om hier maar wat te spelen op dit ellendige lapje grond, en
+wandelingetjes te doen en zorgvuldig de steden te vermijden<span class=
+"corr" id="xd20e3346" title="Niet in bron">&rdquo;</span>&mdash;want
+het was nu zoover gekomen dat alle bewoonde plaatsen hun verboden
+waren. &bdquo;Niets doen is slecht. Zouden we niks kunnen vinden, dat
+de kleine menschjes <span class="ex">noodig</span> hebben, en het dan
+voor hen maken&mdash;alleen maar voor het plezier van het <span class=
+"ex">doen</span>?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hoopen menschjes hebben geen goed-bewoonbare huizen,&rdquo;
+zei de tweede jongen. &bdquo;Laten we een huis voor ze gaan bouwen,
+vlak bij Londen, waar er hoopen en nog es hoopen in kunnen, en het zoo
+maken, dat &rsquo;t er prettig en gezellig in is, en laten we een mooi
+weggetje voor hen maken naar de plek waar ze allemaal heengaan om zaken
+te doen&mdash;een mooi recht weggetje. We zullen alles zoo helder en
+prettig maken, dat ze geen van allen langer zoo smerig en beestachtig
+meer k&ugrave;nnen leven zooals ze nu doen. Massa&rsquo;s water om zich
+in te wasschen moeten ze hebben&mdash;want ze zijn zoo smerig, nu negen
+van de tien huizen zelfs geen badgelegenheid hebben, die smerige kleine
+bunsings! En weet je wat zoo grappig is, de lui die w&egrave;l baden
+hebben, gooien de anderen die ze niet hebben beleedigingen naar hun
+hoofd, inplaats van ze te helpen, zoodat ze er ook een kunnen
+aanschaffen&mdash;en noemen ze de &bdquo;Groote Ongewasschen
+Menigte.&rdquo; Nu zullen wij daar es verandering in brengen. En we
+zullen electrisch licht voor ze maken en voor ze koken en groote
+schoonmaak voor hen houden en al dergelijke dingen. Stel je voor! Ze
+laten hun vrouwen&mdash;vrouwen die moeders zullen
+worden&mdash;rondkruipen en de vloeren schrobben! Wij zouden alles zoo
+mooi kunnen doen. We zouden een <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e3357" href="#xd20e3357" name="xd20e3357">219</a>]</span>dam om
+een vallei ginds in die heuvelrij kunnen leggen, en een mooi
+reservoirtje maken, en dan konden we hi&egrave;r een groote flinke
+gelegenheid maken voor het opwekken van onze electriciteit en &rsquo;t
+alles zoo knus mogelijk maken. Is &rsquo;t niet, bro&ecirc;r?... En dan
+zouden ze ons misschien nog wel meer laten doen ook.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja,&rdquo; zei de oudere broeder, &bdquo;we zouden &rsquo;t
+hun werkelijk heel prettig kunnen maken.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Nou, laten we &rsquo;t dan doen &oacute;&oacute;k,&rdquo; zei
+de tweede broeder.</p>
+<p>&bdquo;Ik heb er niet op tegen,&rdquo; zei de oudere broeder en keek
+om zich heen naar een geschikt stuk gereedschap.</p>
+<p>En ook dit leidde weer tot ontzettende moeilijkheden.</p>
+<p>Opgewonden menigten zaten hun in minder dan geen tijd op den hals,
+hun om duizenderlei redenen bevelend uit te scheiden, hen bevelend te
+stoppen zonder &eacute;&eacute;nige reden&mdash;kakelende, verwarde,
+veelsoortige menigten. Het gebouw dat ze bouwden was te hoog&mdash;dat
+kon onmogelijk veilig zijn. Het was leelijk; het stond bovendien het
+behoorlijk verhuren van huizen in de buurt die de juiste hoogte hadden,
+in den weg; het bracht den stijl van de geheele buurt in de war;
+&rsquo;t was &ograve;nbuurzaam; het was in strijd met Plaatselijke
+Bouwverordeningen; het maakte inbreuk op de rechten der plaatselijke
+overheid, om zelf te gaan knoeien met een eigen dure, petiterige,
+electrische centrale; het botste aan tegen de belangen der plaatselijke
+waterleidings-maatschappij.</p>
+<p>Klerken van het Ministerie van Handel en Nijverheid werden zoo
+actief, dat ze rechtskundige bezwaren in het midden brachten. Het
+kleine advocaatje kwam weer te voorschijn om het woord te doen voor een
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e3372" href="#xd20e3372" name=
+"xd20e3372">220</a>]</span>twaalftal bedreigde belanghebbenden;
+plaatselijke landeigenaars voerden oppositie; menschen met vage
+aanspraken wenschten onzinnig hooge schadevergoedingen; de
+werkliedenbonden van al de bouwvakken verhieven eendrachtig hun stem;
+en een trust van handelaars in allerlei soorten van bouwmateriaal werd
+een ware hinderpaal. Buitengewone vereenigingen van menschen met
+profetische visies van aesthetische verschrikkingen wierpen zich in den
+strijd om het natuurschoon te bewaren van de plaats waar zij het groote
+huis wilden neerzetten, en van de vallei waar zij het waterreservoir
+wilden maken. Deze laatste groep van lieden waren wel de grootste ezels
+van het heele zoodje, vonden de jongens van Cossar. Dat mooie huis van
+Cossar&rsquo;s jongens werd in minder dan geen tijd als een wandelstok,
+die in een wespennest gestoken wordt.</p>
+<p>&bdquo;Wel god beware me!&rdquo; zei de oudere jongen.</p>
+<p>&bdquo;We kunnen er zoo niet mee voortgaan,&rdquo; zei de tweede
+broeder.</p>
+<p>&bdquo;Beroerde kleine beestjes zijn &rsquo;t,&rdquo; zei de derde
+der broeders; &bdquo;we kunnen eenvoudig <span class=
+"ex">n&igrave;ks</span> doen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zelfs als &rsquo;t voor hun eigen gemak is, niet.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En we zouden &rsquo;t hun zoo prettig en gezellig gemaakt
+hebben.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ze schijnen hun zotte kleine leventjes door te brengen met
+mekaar in de wielen te rijden,&rdquo; zei de oudste jongen.
+&bdquo;Rechten en wetten en bepalingen en gemeenigheden; net een
+knibbelspelletje... Nu, dan moeten ze nog maar wat langer in hun
+stoffige, smerige, zotte huisjes wonen. &rsquo;t Is nog al duidelijk
+dat wij er mee uit moeten scheiden.&rdquo;</p>
+<p>En de kinderen van Cossar lieten het groote huis onvoltooid, niet
+veel meer dan een gat voor de fundamenten en het begin van een muur, en
+gingen bedrukt <span class="pagenum">[<a id="xd20e3392" href=
+"#xd20e3392" name="xd20e3392">221</a>]</span>terug naar hun groote
+omheinde plaats. Na eenigen tijd vulde het gat zich met water dat ging
+stinken, met waterplanten en allerlei ongedierte, en het Voedsel, dat
+daar &ograve;f door Cossar&rsquo;s zonen neergeworpen, &ograve;f als
+stof er heen gewaaid was, zette de groeikracht aan als gewoonlijk.
+Waterratten verspreidden zich over het land en richtten ontzettende
+verwoesting aan, en op zekeren dag betrapte een boer zijne biggen op
+het drinken uit dezen poel, en slachtte ze allen onmiddellijk met
+groote tegenwoordigheid van geest&mdash;want hij herinnerde zich nog
+het geval met die groote zeug te Oakham. En uit dien diepen poel kwamen
+ook de muskieten, werkelijk vreesaanjagende muskieten, die alleen dit
+bewerkten, dat de zonen van Cossar, na een beetje gestoken te zijn, het
+niet langer konden uithouden, doch een maannacht uitkozen, toen wet en
+orde sliepen, en het water afleidden naar de rivier bij Brook.</p>
+<p>Doch de groote waterplanten en het onkruid en de groote waterratten
+en allerlei andere ongewenschte dingen bleven nog leven en zich
+voortplanten in de streek die Cossar&rsquo;s zonen bewoonden&mdash;het
+stuk grond waarop het mooie groote huis voor de kleine menschjes zich
+ten hemel had kunnen verheffen...</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">IV.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Dit alles was voorgevallen toen zij nog maar jongens
+waren, doch nu waren zij bijna mannen. En de ketenen waren &agrave;l
+nauwer om hen saamgetrokken, met elk jaar van hun groei. Met ieder jaar
+dat zij groeiden en het Voedsel zich verspreidde en groote dingen zich
+vermenigvuldigden, werd ook de spanning grooter. Voor de groote massa
+was het Voedsel eerst niet meer dan een ver-af wonder geweest, en
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e3401" href="#xd20e3401" name=
+"xd20e3401">222</a>]</span>nu kwam het tot voor bijna iederen drempel,
+de geheele geregelde orde van zaken bedreigend en verdringend. Het deed
+d&igrave;t dichtgroeien en wierp d&agrave;t omver; het veranderde
+natuurlijke producten, en doordat het de natuurlijke producten
+veranderde, zette het allerlei bedrijven stil en maakte
+honderdduizenden werkloos; het vloog de grenzen over en bracht de
+geheele handelswereld slag op slag toe; geen wonder dat de menschen het
+haatten.</p>
+<p>En daar het gemakkelijker is levende, dan levenlooze wezens te
+haten, dieren meer dan planten, en zijn medemenschen meer dan dieren,
+werd de angst en al de last die veroorzaakt werd door reuzennetels en
+zes voet hooge grassprieten, vreeselijke insecten en tijgerachtig
+ongedierte samengevat in &eacute;&eacute;n grooten haat tegen die
+verspreide groep van groote menschelijke wezens, de kinderen van het
+Voedsel. Die haat was de voornaamste kracht geworden in het politieke
+leven. De oude partij-grenzen werden overschreden en uitgewischt en
+maakten plaats voor deze nieuwere belangen, en de strijd werd n&ugrave;
+gevoerd tusschen de partij dergenen die wilden schipperen, die kleine
+politieke mannetjes het Voedsel wilden laten controleeren en regelen;
+en de partij der reactie voor wie Caterham sprak, steeds sprekend met
+een sinistere dubbelzinnigheid, zijn bedoeling kristalliseerend nu eens
+in dezen dreigenden zin, en dan weer in een anderen; nu eens zei hij,
+dat men &bdquo;den reuzengroei der bremstruiken moest snoeien,&rdquo;
+dan weder dat men een &bdquo;middel tegen olifantiasis&rdquo; moest
+zien te vinden, en eindelijk, aan den vooravond der verkiezingen, dat
+men de &bdquo;netel moest aanpakken.&rdquo;</p>
+<p>Op zekeren dag zaten de drie zonen van Cossar, die nu niet langer
+jongens doch mannen waren, tusschen de massa&rsquo;s van hun nuttelooze
+gewrochten, en <span class="pagenum">[<a id="xd20e3407" href=
+"#xd20e3407" name="xd20e3407">223</a>]</span>spraken samen op hun wijze
+over al deze dingen. Zij hadden den geheelen dag gewerkt aan een van
+een serie groote samengestelde verschansingen die hun vader hen
+verzocht had te maken, en nu neeg de zon ten ondergang, en zaten zij in
+het lapje tuin voor het groote huis en keken op de wereld neder en
+rustten, totdat de kleine bediendetjes daarbinnen zouden aankondigen
+dat het eten klaar was.</p>
+<p>Ge moet u deze machtige gestalten voorstellen, de kleinste veertig
+voet lang, uitgestrekt liggend op een stuk grasveld, dat een gewoon
+mensch een met rietstoppels bedekte oppervlakte zou toegeleken hebben.
+De eene ging overeind zitten en krabde de aarde van zijn reusachtige
+schoenen met een ijzeren dwarsbalk, die hij in de hand geklemd hield;
+de tweede rustte op zijn elboog; de derde sneed een punt aan een
+pijnboom met zijn zakmes en vervulde de lucht met harsgeur. Zij waren
+gekleed, niet in laken, doch in onderkleeren van gevlochten touw en
+bovenkleederen van met vilt bekleed aluminium-draad; ze waren geschoeid
+met hout en ijzer, en de mali&euml;n en knoopen en gordels hunner
+kleederdracht waren alle van geplet staal. Het groote huis met
+&eacute;&eacute;n verdieping waarin zij woonden, in zijn massiefheid
+gelijkend op de Egyptische pyramiden, gedeeltelijk gebouwd van
+monsterachtig-groote blokken krijt, en half uitgehouwen in het graniet
+van den heuvel, had een gevel van ruim honderd voet hoog, en daarachter
+rezen de schoorsteenen en raderen, de kranen en daken hunner
+werk-plaatsen wondervreemd ten hemel. Door een cirkelvormig raam in het
+huis was een pijp zichtbaar, waaruit een wit-gloeiende metaal-massa
+druppelde in afgemeten druppels in een onzichtbaren vergaarbak. De
+plaats was omheind, en ruw versterkt door reusachtige aarden wallen,
+gestut door staal, zoowel <span class="pagenum">[<a id="xd20e3411"
+href="#xd20e3411" name="xd20e3411">224</a>]</span>boven de kruinen der
+heuvelen uit, als dwars door de golvende vallei. Alleen een mensch van
+gewone grootte kon de kolossaalheid ervan opmerken. De trein die van
+Sevenoaks kwam aanrazen, binnen hun gezichtskring, en een oogenblik
+later de tunnel invloog en z&oacute;&oacute; aan bun blik onttrokken
+werd, zag er in zijn contrast met hen uit als een klein automatisch
+stukje speelgoed.</p>
+<p>&bdquo;Ze hebben de grenzen van al de bosschen aan dezen kant van
+Ightham veranderd,&rdquo; zei de eene, &bdquo;en het bord met
+&bdquo;verboden terrein&rdquo; erop, dat eerst bij Knockholt stond,
+meer dan twee mijlen hierheen gezet.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ze konden slecht anders doen, h&egrave;?&rdquo; zei de
+jongste, na een oogenblik zwijgen. &bdquo;Ze probeeren den wind uit
+Caterham&rsquo;s zeilen te nemen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Daar is het niet genoeg voor, en&mdash;het is ons bijna te
+veel,&rdquo; zei de derde.</p>
+<p>&bdquo;Zij willen ons van Broeder Redwood afsnijden. De laatste maal
+toen ik naar hem toeging, waren de roode waarschuwingsborden al weer
+een mijl naar beide kanten verder gezet. De weg, die over de duinen
+naar hem toeleidt, is niet meer dan een nauw laantje.&rdquo; De spreker
+dacht na. &bdquo;Wat kan er met onzen broeder Redwood gebeurd
+zijn?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hoezoo?&rdquo; zei de oudste broeder.</p>
+<p>De spreker kapte een tak van zijn pijnboom.</p>
+<p>&bdquo;Het was net&mdash;of hij niet goed wakker was. Hij scheen
+heelemaal niet te luisteren naar wat ik te zeggen had. En hij zei iets
+over&mdash;liefde.&rdquo;</p>
+<p>De jongste tikte met zijn dwarsbalk op den rand van zijn ijzeren
+zool en lachte. &bdquo;Broer Redwood&rdquo; zei hij, &bdquo;is een
+droomer.&rdquo;</p>
+<p>Beiden zwegen eenigen tijd. Toen zei de oudste:</p>
+<p>&bdquo;Dit hoe langer hoe nauwer insluiten wordt me haast te
+machtig. Ze zullen zoowaar op z&rsquo;n laatst <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e3434" href="#xd20e3434" name=
+"xd20e3434">225</a>]</span>nog een lijn om onze laarzen trekken en ons
+bevelen daarbinnen te leven.&rdquo;</p>
+<p>De middelste broeder veegde met &eacute;&eacute;n hand een massa
+dennetakken terzijde en verschikte.</p>
+<p>&bdquo;Wat ze nu doen is nog niets vergeleken bij wat ze zullen gaan
+doen als Caterham de macht in handen krijgt.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;<span class="ex">Als</span> hij die krijgt,&rdquo; zei de
+jongste broeder, met zijn dwarsbalk op den grond slaand.</p>
+<p>&bdquo;Dat zal hij beslist,&rdquo; zei de oudste, naar zijn voeteind
+kijkend.</p>
+<p>De middelste broeder hield op met kappen en zijn blik ging naar de
+groote aarden wallen die hen aan alle kanten beschermden. &bdquo;Dan,
+broeders,&rdquo; zei hij, &bdquo;is onze jeugd voorbij, en zullen wij
+ons, zooals Vader Redwood ons lang geleden al gezegd heeft, moeten
+weren als mannen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Jawel,&rdquo; zei de oudste broeder; &bdquo;maar wat wil dat
+eigenlijk precies zeggen? wat wil dat zeggen als die moeilijke dag
+aanbreekt?&rdquo;</p>
+<p>Ook hij keek naar die ruwe, ontzaglijke aarden wallen om hen heen,
+doch niet zoozeer n&agrave;&agrave;r hen, als wel er
+d&oacute;&oacute;rheen en over de heuvelen naar de ontelbare menigten
+daarachter. Allen overdachten iets dergelijks&mdash;een visie van een
+klein volkje dat ten strijde optrok, in ontelbare scharen, het kleine,
+onuitputtelijke, kwaadaardige kleine volk der menschen...</p>
+<p>&bdquo;Ze zijn klein,&rdquo; zei de jongste broeder; &bdquo;doch zij
+zijn niet te tellen, als het zand aan den oever der zee.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zij hebben wapenen&mdash;zij hebben wapenen ja, die onze
+broeders in Sunderland nog wel voor hen gemaakt hebben.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Bovendien, Broeders, wat weten we van doodmaken, behalve hier
+en daar wat ongedierte en kleine ongelukjes met kwade dingen?&rdquo;
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e3460" href="#xd20e3460" name=
+"xd20e3460">226</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Ja, &rsquo;t is waar,&rdquo; zei de oudste broeder.
+&bdquo;Maar toch&mdash;we zijn die we zijn. Als de kwade dagen komen
+moeten we doen wat onze hand vindt om te doen.&rdquo;</p>
+<p>Hij klikte zijn mes dicht&mdash;het lemmet was zoo lang als een
+mensch&mdash;en gebruikte zijn nieuwe dennenstaf om op te staan. Hij
+stond op en wendde zich naar het kolossale, plompe huis. Het purper van
+den zonsondergang overstroomde hem terwijl hij opstond, viel op de
+mali&euml;n en gespen bij zijn hals en het gevlochten metaal over zijn
+armen, en het leek zijnen broeders toe alsof hij plotseling overstroomd
+was van bloed...</p>
+<p>Terwijl de jonge reus oprees, kreeg hij een kleine zwarte gedaante
+in het oog, afstekende tegen den westelijken gloed die het
+bovengedeelte van den aarden wal, machtig rijzend boven het duin, nog
+verlichtte. De zwarte kleine ledematen zwaaiden met vreemde gebaren.
+Iets in dit zwaaien deed den jongen reus denken aan haast. Hij zwaaide
+met zijn dennemast ten antwoord, vervulde de geheele vallei met zijn
+enorm &bdquo;Hallo!&rdquo; riep zijn broeders toe &bdquo;d&rsquo;r is
+iets aan de hand,&rdquo; en ging met passen van vijf en twintig voet
+zijn vader tegemoet om te zien of er te helpen viel.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">V.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Toevallig was ook juist op dezen tijd een jonge man,
+die geen reus was, bezig zijn hart te luchten over deze zonen van
+Cossar. Hij en zijn vriend waren van over de heuvels achter Sevenoaks
+gekomen, en hij was voortdurend aan het woord. Onder het voorbijgaan
+hadden zij in het kreupelhout een erbarmelijk gepiep gehoord en hadden
+drie jonge meezen die in het nestje zaten, beschermd tegen den aanval
+van <span class="pagenum">[<a id="xd20e3472" href="#xd20e3472" name=
+"xd20e3472">227</a>]</span>twee reuzenmieren. Dit avontuur had hen aan
+het praten gebracht.</p>
+<p>&bdquo;Reactionair!&rdquo; zei hij, toen zij het kamp der Cossars in
+het zicht kregen. &bdquo;Wie zou niet reactionair worden? Zie dat
+vierkant stuk grond eens aan, dat gedeelte van God&rsquo;s aarde, dat
+eens zoo liefelijk en mooi was, hoe woest, en ontheiligd en uitgegraven
+het is! Die loodsen! Dat groote windrad! Die monsterachtige machine op
+raderen! Die aarden wallen! Zie eens hoe die drie monsters daar
+neerhurken, onder elkaar de een of andere duivelsche streek uitdenkend!
+Zie eens&mdash;zie de geheele streek eens aan!&rdquo;</p>
+<p>Zijn vriend keek naar zijn gelaat. &bdquo;Je hebt zeker Caterham
+hooren spreken,&rdquo; zei hij.</p>
+<p>&bdquo;Nee, ik gebruik mijn eigen oogen en blik eens terug naar den
+vrede en de goede orde van het verleden, dat wij achter ons gelaten
+hebben. Dit gemeene Voedsel is de laatste gedaante van den Duivel, nog
+altijd bedacht op den ondergang van onze wereld. Bedenk toch eens wat
+de wereld moet geweest zijn v&oacute;&oacute;r onzen tijd, wat zij nog
+was toen onze moeders ons droegen, en zie n&ugrave; eens! Bedenk toch
+eens hoe deze hellingen blijde lachten onder den gouden oogst, hoe de
+heggen vol geurige kleine bloemen stonden, en het bescheiden stukje
+grond van den een scheidden van dat van zijn buurman; hoe de
+rood-gedakte boerderijen over het land verspreid lagen en de
+kerkklokken van gindschen toren elken Zondag de geheele omgeving tot
+het gebed opriepen. En nu groeit er met ieder jaar steeds meer
+reusachtig onkruid en komt er steeds meer monsterachtig ongedierte, en
+dan deze reuzen, die overal om ons heen opgroeien, die over ons heen
+stappen, en tegen alles wat ons heilig is aanloopen. Hier&mdash;kijk
+bijvoorbeeld hier maar eens!&rdquo; <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e3480" href="#xd20e3480" name="xd20e3480">228</a>]</span></p>
+<p>Hij wees ergens heen en het oog van zijn vriend volgde de richting
+van zijn vinger.</p>
+<p>&bdquo;E&eacute;n van hun voetindrukken. Kijk! Is er drie voet diep
+in gezonken, een valkuil voor paard en berijder, een valstrik voor hen
+die er geen erg in hebben. Daar is een wilde roos vertrapt; daar is
+gras uitgerukt en een koordendistel geknakt, de draineer-buis van een
+boer afgebroken en de kanten van het pad afgetrapt. Vernielen! Dat doen
+ze de geheele wereld over, en alle orde en fatsoen die tot nu
+heerschten gooien zij omver. Ze vertrappen alles onder hun plompe
+voeten. Reactie! Wat anders?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar&mdash;wat denk je met die reactie te
+bereiken?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Paal en perk stellen aan dit alles, v&oacute;&oacute;r het te
+laat is,&rdquo; zei de jonge man van Oxford.</p>
+<p>&bdquo;Maar&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Het is niet onmogelijk,&rdquo; riep de jonge man van Oxford,
+terwijl zijn stem plotseling de hoogte in ging. &bdquo;We hebben de
+vaste hand noodig; een vernuftig plan, en een onwrikbaren geest. Wij
+zijn te bedeesd geweest in onze uitdrukkingen en te zwak van hand; we
+hebben onzen tijd verknoeid en de zaak op de lange baan geschoven, en
+het Voedsel heeft tijd gehad om zich te verspreiden. En zelfs n&ugrave;
+nog&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Hij zweeg een oogenblik. &bdquo;Dit is de echo van Caterham,&rdquo;
+zei zijn vriend.</p>
+<p>&bdquo;En zelfs n&ugrave; nog. Zelfs n&ugrave; is er nog
+hoop&mdash;gegronde hoop, als we maar eerst goed weten wat wij willen
+en wat we moeten vernietigen. Wij hebben de groote massa op onze hand,
+veel meer dan dit een paar jaren geleden het geval was; de wet is op
+onze hand, de grondwet en de goede gang van zaken der maatschappij, de
+geest der erkende godsdiensten, de gebruiken en gewoonten der
+menschheid staan allen aan onzen kant&mdash;en tegenover het Voedsel.
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e3498" href="#xd20e3498" name=
+"xd20e3498">229</a>]</span>Waarom zouden wij de zaak nog langer op de
+lange baan schuiven? Waarom zouden wij liegen? Wij haten het en hebben
+het niet noodig; waarom zouden wij het dan dulden? Wou jij dan maar bij
+de pakken neerzitten, en alleen lijdelijke obstructie voeren en niets
+doen&mdash;tot het te laat is?&rdquo;</p>
+<p>Hij zweeg en wendde zich om. &bdquo;Zie dat boschje brandnetels daar
+eens. In het midden ervan staan huizen&mdash;verlaten&mdash;waar
+&eacute;&eacute;ns heldere gezinnen van eenvoudige lieden hun leven
+leefden! En daar!&rdquo; hij keerde zich driftig om naar de plaats waar
+de jonge Cossars over het onrecht dat hun aangedaan werd zaten te
+praten.</p>
+<p>&bdquo;Kijk hen eens! En ik ken hun vader, een bruut, een soort van
+bruut beest met een onverdragelijk luide stem, een wezen, dat nu al
+dertig jaar en meer amok maakt in onze maar al te genadige wereld. Een
+werktuigkundige! Alles wat ons heilig en dierbaar is, is hem niets.
+Niets! De schoone overleveringen van ons ras en land, de edele
+instellingen, de eerbiedwaardige orde, de breede, langzame gang van
+precedent tot precedent, die ons Engelsche volk groot gemaakt heeft en
+dit zonnige eiland vrij&mdash;dit is alles een ijdel verhaal, dat
+verteld en dan vergeten wordt. Wat bombast over de Toekomst wordt boven
+al deze heilige dingen gesteld..... Het soort van man dat een trambaan
+over zijn moeder&rsquo;s graf zou laten loopen als hij dacht dat het
+&rsquo;t goedkoopst was hem z&oacute;&oacute; aan te leggen! En jij
+denkt er nog aan, de zaak op de lange baan te schuiven, een compromis
+te sluiten, dat je in staat zal stellen op jouw manier te leven,
+terwijl die&mdash;die machinemensch het op zijn manier doet. Ik zeg je,
+&rsquo;t geeft niets, &rsquo;t is hopeloos. Je zoudt even goed een
+verdrag met een tijger kunnen sluiten! Zij willen de dingen reusachtig
+groot hebben&mdash;wij <span class="pagenum">[<a id="xd20e3504" href=
+"#xd20e3504" name="xd20e3504">230</a>]</span>wenschen ze liefelijk en
+normaal. Je staat hier &ograve;f voor &rsquo;t een, &ograve;f voor het
+ander.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar wat k&ugrave;n je aanvangen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;O, heel veel! Alles! Het Voedsel inhouden! Zij zijn nu nog
+verspreid, deze reuzen, nog onrijp en nog niet vereenigd. Keten ze,
+stop ze een prop in den mond, doe ze een muilband voor. Hoe dan ook, ze
+moeten gestuit worden. Het gaat erom of deze aarde de hunne zal worden
+of de onze blijven! We kunnen het Voedsel inhouden. We kunnen de lui
+die het fabriceeren in de kast duwen. We zullen &agrave;l het mogelijke
+doen om Cossar te stuiten! Je schijnt heelemaal niet in aanmerking te
+nemen, dat&mdash;dat we maar &eacute;&eacute;n geslacht behoeven te
+onderdrukken, en d&agrave;n&mdash;Dan kunnen we die aardhoopen weer met
+den grond gelijk maken, hun voetsporen dempen, de leelijke sirenen van
+onze kerktorens nemen, al onze olifanten-geweren aan stukken slaan, en
+terugkeeren tot de oude orde der dingen, de rijpe oude beschaving,
+waarvoor de ziel van den mensch aangelegd is.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dat zal een geweldige poging worden.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Tot het bereiken van een grootsch doel. En als we haar niet
+wagen? Zie je dan niet zoo helder als de dag, het verschiet dat voor
+ons ligt? Overal zullen de reuzen zich vermenigvuldigen en groeien;
+overal zullen zij het Voedsel gaan maken en verspreiden. Het gras zal
+reusachtig hoog opgroeien in onze velden, het onkruid in onze heggen,
+het ongedierte in het kreupelhout, de ratten in de riolen, alles zal
+reusachtig worden. Steeds meer en meer. Dit is nog pas een begin. De
+insecten-wereld zal tegen ons opstaan, en de plantenwereld eveneens;
+ja, zelfs de visschen der zee zullen onze schepen doen volloopen en ze
+doen zinken. Een reusachtige plantengroei zal onze huizen verduisteren
+en ze verbergen, onze kerken verstikken, <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e3514" href="#xd20e3514" name="xd20e3514">231</a>]</span>de goede
+orde in onze steden vernietigen en wij zullen niet veel meer zijn dan
+een zwak soort van ongedierte onder de voeten van het nieuwe ras. De
+menschheid zal overstroomd worden en verdrinken in dingen die zij zelve
+verwekt heeft! En dat volkomen doelloos. Grootte. Niets anders dan
+grootte! Uitzetting en &bdquo;da capo.&rdquo; Nu reeds moeten we
+oppassen waar we onze voeten zetten tusschen de eerste aanduidingen van
+den komenden tijd. En het eenige wat we doen, is zeggen: &bdquo;wat een
+last!&rdquo; We grommen en doen niets. Neen!&rdquo;</p>
+<p>Hij hief zijne hand op.</p>
+<p>&bdquo;Laten zij doen wat ze denken te moeten doen. Dat zal ik ook.
+Ik ben voor Reactie&mdash;voor reactie zonder vrees en die van geen
+wijken weet. Wat kun je in deze wereld nog beginnen, als je zelf het
+Voedsel niet wilt innemen? We hebben te lang getreuzeld op den gulden
+middenweg. Treuzelen op middenwegen is jullie gewoonte, jelui bestaan,
+en hetgeen waar jelui je tijd aan geeft. Doch Ik ben niet zoo! Ik ben
+tegen het Voedsel met al de kracht die in mij is, en tot het uiterste
+zal ik mij er tegen verzetten.&rdquo;</p>
+<p>Hij wendde zich tot zijn metgezel toen hij diens gegrom van
+afkeuring hoorde. &bdquo;Aan welken kant sta jij?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja, dat is zoo in een paar woorden niet te zeggen, &rsquo;t
+is een ingewikkelde zaak&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Och&mdash;drijfhout!&rdquo; zei de jonge man van Oxford
+bitter, terwijl hij een wanhopend gebaar maakte met alle ledematen.
+<span class="corr" id="xd20e3527" title="Niet in bron">&rdquo;</span>De
+middenweg leidt tot niets. Wij hebben hier &ograve;f het een, &ograve;f
+het andere te kiezen. Ons laten &ograve;peten, of z&egrave;lf
+vernietigen. Wat kunnen we &agrave;nders beginnen?&rdquo; <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e3530" href="#xd20e3530" name=
+"xd20e3530">232</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="ch3.2" class="div1"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h2 class="label">Hoofdstuk II.</h2>
+<h2 class="main">De Reuzen-Geliefden.</h2>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">I.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Nu gebeurde het in de dagen, toen Caterham bezig was
+met zijne campagne tegen de Bomkinderen, v&oacute;&oacute;r de
+Algemeene Verkiezingen die&mdash;temidden van de meest tragische en
+vreeselijke omstandigheden&mdash;hem op het kussen moesten helpen, dat
+de Reuzen-Prinses, die Doorluchtigheid, welker voeding jaren te voren
+zulk een gewichtige rol had gespeeld in de schitterende loopbaan van
+Dokter Winkles, het koninkrijk van haren vader verlaten, en zich naar
+Engeland begeven had, voor eene zaak, die als zeer gewichtig beschouwd
+werd. Zij was om staatsredenen verloofd met een zekeren Prins&mdash;en
+het huwelijk zou tot een gebeurtenis van internationale beteekenis
+gemaakt worden. Er was een geheimzinnig oponthoud ontstaan. Het Gerucht
+en de Verbeelding vertelden samen het w&agrave;arom en er ging heel wat
+van mond tot mond. Men sprak van een recalcitranten prins, die
+verklaard had, dat hij terwille van niemand een dwaas figuur wou
+slaan&mdash;tenminste niet z&oacute;&oacute; erg. Men sympathiseerde
+met hem. En dat is de gewichtigste kant van de zaak.</p>
+<p>Nu mag het volgende vreemd lijken, doch het is <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e3543" href="#xd20e3543" name=
+"xd20e3543">233</a>]</span>een feit, dat toen de Reuzen-Prinses naar
+Engeland kwam, zij niets afwist van het bestaan van nog andere reuzen.
+Zij had geleefd in een omgeving, waar tact bijna een hartstocht is en
+gereserveerdheid de adem des levens. Men had alles voor haar verborgen
+gehouden; men had haar van de buitenwereld afgesloten, zoodat zij nooit
+een reus gezien of ervan gehoord had, v&oacute;&oacute;r de tijd
+gekomen was dat zij naar Engeland zou vertrekken. V&oacute;&oacute;r
+zij den jongen Redwood ontmoette, had zij zelfs geen flauw vermoeden,
+dat er sprake kon zijn van nog andere reuzen.</p>
+<p>In het koninkrijk van den vader der Prinses waren onherbergzame
+hooggebergten, waar zij vrij had rondgedwaald. Zij hield
+m&eacute;&eacute;r van den zonsopgang en van den zonsondergang en van
+het geheele drama der natuur, dan van iets anders ter wereld; doch
+onder een volk, dat z&oacute;&oacute; democratisch is en tegelijkertijd
+z&oacute;&oacute; koningsgezind als het Engelsche, werd haar vrijheid
+natuurlijk erg beperkt. De menschen kwamen met Janpleziers, met
+pleizier-treinen, bij heele menigten om haar te zien; zij fietsten
+lange afstanden om haar aan te gapen, en zij moest vroeg opstaan als
+zij tenminste rustig wilde wandelen.</p>
+<p>De dageraad was nog pas aangebroken, dien dag, toen de jonge Redwood
+haar ontmoette.</p>
+<p>Het groote Park bij het Paleis waar zij verblijf hield, strekte zich
+meer dan twintig mijlen ver naar het westen en zuiden van de westelijke
+poorten van het paleis uit. De kastanjeboomen der lanen verhieven zich
+hoog boven haar hoofd. En elk hunner scheen, terwijl zij voorbijging,
+te wedijveren wie van hen haar den rijksten bloemenschat zou aanbieden.
+Een tijdlang stelde zij zich tevreden met het zien en ruiken der mooie
+bloesems, doch eindelijk liet zij zich overhalen en begon ijverig uit
+te zoeken en te plukken, <span class="pagenum">[<a id="xd20e3551" href=
+"#xd20e3551" name="xd20e3551">234</a>]</span>zoodat zij den jongen
+Redwood niet bemerkte v&oacute;&oacute;r deze vlak bij haar was.</p>
+<p>Zij bewoog zich tusschen de kastanjeboomen, met den haar door het
+lot beschoren minnaar dicht bij zich, zonder dat zij het bevroedde of
+iets bemerkte. Zij stak haar handen tusschen de takken, ze afbrekend en
+verg&acirc;rend. Zij was alleen op de wereld. En toen&mdash;</p>
+<p>Zij keek op en in dat oogenblik was haar lot beslist.</p>
+<p>Wij moeten onze verbeelding op zijn maat stellen, om de schoonheid
+te kunnen zien, die hij zag. Die onbenaderbare grootheid die het ons
+onmogelijk maakt ons een met haar te voelen, bestond voor hem niet.
+Daar stond zij, een gracieus meisje, het eerste schepsel, dat hem een
+waardige gezellin toeleek, licht en slank, licht gekleed, terwijl de
+frissche morgenwind haar kleed plooide om de weeke lijnen van haar
+gestalte, en met een groote massa bloeiende kastanjetakken in hare
+handen. De boord van haar kleed was open en liet de blankheid van haar
+hals en een zachte schaduwige rondheid zien, die naar hare schouders
+afdaalde en aan het oog onttrokken werd. De wind had een vlok haar
+gestolen en strekte de rood-gepunte haren over haar wangen. Haar oogen
+waren groot en blauw en om haar lippen zweefde steeds de belofte van
+een glimlach, terwijl zij tusschen de takken doorreikte.</p>
+<p>Zij wendde zich met schrik naar hem om, bemerkte hem, en een
+tijdlang deden zij niet anders dan elkaar aankijken. Het zien van hem
+was voor haar wonderbaarlijk en z&oacute;&oacute; bijna-ongelooflijk,
+dat het haar eenige oogenblikken lang iets vreeselijks toeleek. Hij was
+tot haar gekomen en had haar geschokt zooals een bovennatuurlijke
+verschijning dit gedaan zou hebben; hij verbrak al de vaste wetten van
+haar wereld. Hij <span class="pagenum">[<a id="xd20e3561" href=
+"#xd20e3561" name="xd20e3561">235</a>]</span>was toen een jongeling van
+een en twintig, slank, met het donkere teint en den ernst van zijn
+vader. Hij was gekleed in sobere, zacht-bruin lederen, nauw-passende,
+doch gemakkelijk-zittende kle&ecirc;ren en met bruine kuitbroek aan,
+die hem goed stond en zijn figuur deed uitkomen. In weer en wind, hij
+liep blootshoofds. Zij stonden elkaar al maar aan te kijken&mdash;zij
+ongeloovig-verbaasd, en hij met snelkloppend hart. Het was een
+oogenblik zonder inleiding, de belangrijkste ontmoeting van hun
+leven.</p>
+<p>Hij was minder verbaasd. Hij had haar aldaar gezocht, en zijn hart
+klopte onstuimig. Hij ging naar haar toe, langzaam, met de oogen op
+haar gelaat gevestigd.</p>
+<p>&bdquo;U is de prinses,&rdquo; zei hij. &bdquo;Mijn vader heeft mij
+van u verteld. U is de prinses die men van het Voedsel der Goden
+gegeven heeft.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja, ik ben de Prinses,&rdquo;&mdash;zei zij, met verbaasde
+blikken. &bdquo;Maar&mdash;wie zijt gij?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik ben de zoon van den man, die het Voedsel der Goden gemaakt
+heeft.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Voedsel der Goden!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja, het Voedsel der Goden.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Haar gezicht drukte de grootste verbazing uit, als begreep zij hem
+niet.</p>
+<p>&bdquo;Wat is dat? Ik begrijp er niets van. Het Voedsel der Goden,
+zei u?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hebt ge daar nooit van gehoord?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Van het Voedsel der Goden? N&eacute;&eacute;n!&rdquo;</p>
+<p>Zij bemerkte dat zij hevig beefde. Zij verschoot van kleur.
+&bdquo;Ik wist niet,&rdquo; zei zij. &bdquo;U wilt toch niet
+zeggen&mdash;?&rdquo;</p>
+<p>Hij wachtte tot zij haar zin voltooien zou.</p>
+<p>&bdquo;U wilt toch niet zeggen, dat er nog m&eacute;&eacute;r reuzen
+zijn?&rdquo; <span class="pagenum">[<a id="xd20e3593" href="#xd20e3593"
+name="xd20e3593">236</a>]</span></p>
+<p>En hij herhaalde: &bdquo;Wist u dat niet?&rdquo;</p>
+<p>En zij antwoordde met steeds toenemende verbazing, toen zij begon te
+begrijpen: &bdquo;Neen!&rdquo;</p>
+<p>De geheele wereld en de geheele beteekenis ervan begon in haar oog
+anders te worden. Een kastanjetak ontgleed haar hand. &bdquo;U wilt
+toch niet zeggen, dat er nog meer reuzen op aarde zijn? Dat het een of
+ander voedsel&mdash;?&rdquo;</p>
+<p>Nu was het zijn beurt om verbaasd te staan.</p>
+<p>&bdquo;Maar wist u dan niets?&rdquo; riep hij uit. &bdquo;Had u dan
+nooit van ons gehoord? U, die door het Voedsel aan ons verwant
+zijt!&rdquo;</p>
+<p>Er sprak nog steeds angst uit de blikken die hem aanstaarden. Haar
+hand ging naar haar keel en viel weder neer. Zij fluisterde:
+&bdquo;Neen.&rdquo; Het was haar of zij &ograve;f weenen, &ograve;f in
+zwijm vallen moest. Doch een oogenblik later had zij hare
+zelfbeheersching herkregen en sprak en dacht zij weder duidelijk en
+helder. &bdquo;Dit is alles voor mij verborgen gehouden,&rdquo; zeide
+zij. &bdquo;Het is als een droom. Ik heb gedroomd&mdash;Ik heb van
+dergelijke mogelijkheden gedroomd. Doch wakend&mdash;Neen. Vertel mij
+toch alles. <span class="ex">Alles</span>! Wat zijt ge? Wat is dit
+Voedsel der Goden? Vertel het me langzaam&mdash;en duidelijk. Waarom
+heeft men voor mij verborgen gehouden, dat ik niet alleen sta in mijn
+grootte?&rdquo;</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">II.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">&bdquo;Vertel het mij,&rdquo; zei zij, en de jonge
+Redwood begon haar bevend en opgewonden te vertellen&mdash;het was
+to&egrave;n maar een onsamenhangende en armelijke vertelling&mdash;van
+het Voedsel der Goden en van de Reuzenkinderen, die over de geheele
+wereld verspreid waren. <span class="pagenum">[<a id="xd20e3614" href=
+"#xd20e3614" name="xd20e3614">237</a>]</span></p>
+<p>Stel u hen voor, met opgewonden kleur en nog wat verschrikt,
+trachtend elkaar te begrijpen uit tallooze half-verstane,
+half-uitgesproken zinnen, steeds weder herhalend, en dan weder
+plotseling zwijgend, en het nog eens opnieuw beproevend&mdash;een
+wonder-vreemd gesprek, waarbij zij ontwaakte uit de onwetendheid waarin
+zij haar geheele leven verkeerd had. En heel langzaam werd het haar
+duidelijk, dat zij geen uitzondering vormde op den gewonen regel der
+menschheid, doch dat zij deel uitmaakte van een verspreide
+broederschap, waarvan alle leden van het Voedsel gegeten hadden, en die
+voor altijd de kleine verhoudingen van de menschjes onder hunne voeten
+ontgroeid waren. De jonge Redwood sprak van zijn vader, van Cossar, van
+de broederen die over het gansche land verspreid waren, van den grooten
+dageraad die grootscher willen met zich had gebracht en die in de
+geschiedenis der wereld was opgegaan. &bdquo;Wij zijn in het begin van
+een begin,&rdquo; zei hij; &bdquo;dit wereldje, dat ze nu hebben, is
+slechts een inleiding tot de wereld die het Voedsel scheppen zal. Mijn
+vader gelooft&mdash;en ik met hem&mdash;dat er een tijd zal komen,
+waarin kleinheid geheel uit de menschenwereld verdwenen zal
+zijn,&mdash;waarin reuzen vrijelijk over deze aarde&mdash;h&ugrave;nne
+aarde zullen rondwandelen&mdash;voortdurend grooter en grootscher
+dingen verrichtend. Doch dat&mdash;dat moet nog komen. Wij zijn hiervan
+zelfs niet het eerste geslacht&mdash;wij zijn de eerste
+experimenten.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En van al deze dingen wist ik niets!&rdquo; zeide zij.</p>
+<p>&bdquo;Soms denk ik wel eens, dat wij te vroeg gekomen zijn.
+Natuurlijk &eacute;&eacute;n van allen moest het eerst komen. Doch de
+wereld was geheel onvoorbereid op onze komst en op de komst van al de
+minder groote dingen, die hunne grootheid aan het Voedsel ontleenden.
+Er <span class="pagenum">[<a id="xd20e3621" href="#xd20e3621" name=
+"xd20e3621">238</a>]</span>zijn grove fouten begaan; er is strijd
+geweest. Het kleine menschenvolk haat ons...</p>
+<p>&bdquo;Zij zijn hard jegens &ograve;ns, omdat z&igrave;j zoo klein
+zijn... En omdat onze voeten zwaar neerkomen op de dingen, die hen doen
+leven. Doch hoe dit ook zij, zij haten ons nu; zij moeten niets van ons
+hebben&mdash;alleen als wij tot hunne normale grootte konden inkrimpen,
+zouden zij ons langzamerhand vergeven...</p>
+<p>&bdquo;Zij zijn gelukkig in huizen, die ons gevangeniscellen
+toelijken; hunne steden zijn ons te klein. Het doet ons pijn langs
+hunne smalle wegen te loopen; wij kunnen niet mede opgaan naar hunne
+plaatsen van eeredienst...</p>
+<p><span class="corr" id="xd20e3628" title=
+"Niet in bron">&bdquo;</span>Wij kijken over hunne muren, en over hunne
+verdedigingswerken; we kijken zonder er bij te denken door hunne
+bovenste vensters; wij houden geen rekening met hunne gewoonten; hun
+wetten zijn ons slechts een net om onze voeten...</p>
+<p>&bdquo;Telkens als wij struikelen, hooren wij hen schreeuwen;
+telkens als wij hunne grenzen overschrijden, of ons opmaken tot eenige
+breede daad...</p>
+<p>&bdquo;Als wij op ons doode gemak loopen, lijkt het hun alsof wij
+ergens wild op losstormen, en al de dingen die zij groot en wondervol
+achten, zijn voor ons niet meer dan poppen-pyramiden. De kleinheid van
+hun methodes en toepassingen en verbeeldingskracht belemmert en
+verslaat onze kracht. Er bestaan nog geen machines, die evenredig zijn
+aan de kracht onzer handen, en geen hulpmiddelen die in onze nooden
+kunnen voorzien. Zij maken onze grootte dienstbaar door duizenden
+onzichtbare handen. Wij zijn man voor man honderdmaal sterker, doch wij
+zijn ongewapend; juist onze grootte maakt ons tot schuldenaren; zij
+laten rechten gelden op het land, waar wij nu op staan; zij belasten
+onze grootere behoefte aan <span class="pagenum">[<a id="xd20e3635"
+href="#xd20e3635" name="xd20e3635">239</a>]</span>voedsel en onderdak,
+en voor al deze dingen moeten wij om hunne dwergen-grillen te
+bevredigen, zwaren arbeid verrichten met de werktuigen die deze dwergen
+voor ons maken....</p>
+<p>&bdquo;Op alle mogelijke manieren belemmeren zij onze bewegingen. Al
+was het alleen maar om te leven, m&ograve;&egrave;ten wij de grenzen
+die zij ons gesteld hebben wel overschrijden. Om u hier vandaag te
+ontmoeten, heb ik zelfs op verboden terrein moeten gaan. Alles wat
+aangenaam en begeerenswaardig in het leven is, stellen zij buiten ons
+bereik. Wij mogen niet in de steden komen; wij mogen niet over bruggen
+loopen; wij mogen niet loopen door hun bebouwde velden of in de
+wildparken voor het wild, dat zij dooden. Ik ben nu afgesneden van al
+de Broederen behalve van de drie zonen van Cossar, en zelfs di&egrave;
+doorgang wordt met elken dag nauwer. Het is of zij twist met ons
+zo&egrave;ken, om ons het een of ander te kunnen aandoen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar we zijn toch heel sterk,&rdquo; zeide zij.</p>
+<p>&bdquo;Wij beh&oacute;&oacute;rden tenminste sterk te zijn, ja.
+Allen voelen wij&mdash;en ik, weet dat jij dat ook moet
+voelen&mdash;dat wij macht hebben, de kracht om groote dingen te doen,
+macht die in ons dringt om vrijgelaten te worden. Doch
+v&oacute;&oacute;r wij iets kunnen beginnen&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Hij stak driftig een hand uit, die een wereld scheen weg te
+vagen.</p>
+<p>&bdquo;Al heb ik ook gemeend, dat ik alleen op de wereld was,&rdquo;
+zeide zij, na een tijdlang gezwegen te hebben, &bdquo;heb ik
+t&ograve;ch wel over deze dingen nagedacht. Men heeft mij steeds
+geleerd, dat kracht bijna zonde was, dat het beter was klein te zijn
+dan groot, dat alle ware godsdienst bestond in het beschermen der
+zwakken en kleinen, de zwakken en kleinen te bemoedigen, hen te helpen
+zich te vermenigvuldigen en al maar vermenigvuldigen, totdat zij ten
+laatste <span class="pagenum">[<a id="xd20e3648" href="#xd20e3648"
+name="xd20e3648">240</a>]</span>elkaar verdringen; men heeft mij
+geleerd al &ograve;nze kracht op te offeren voor hunne zaak, maar... ik
+heb altijd getwijfeld aan wat men mij onderwees.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dit leven,&rdquo; zei hij, &bdquo;deze lichamen, die wij
+gekregen hebben, zijn niet om te sterven.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Neen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En ook niet om in beuzeling door te brengen. Doch zoo wij dit
+laatste niet doen willen, is het allen Broederen nu reeds duidelijk,
+dat een strijd niet kan uitblijven. Ik kan niet zeggen hoe verbitterd
+de strijd, die spoedig komen moet, zijn zal, v&oacute;&oacute;r de
+kleine menschen zullen dulden, dat wij leven op de wijze waaraan wij
+behoefte hebben. Al de Broederen hebben hier over nagedacht. Ook
+Cossar, waarvan ik je verteld heb, heeft hier over
+nagedacht.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zij zijn heel klein en zwak.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja dat is zoo, tenminste het lijkt zoo. Maar jij weet ook,
+evenals ik, dat zij alle middelen om te dooden in handen hebben, en die
+ook naar de grootte hunner handen gemaakt zijn. Al honderdduizenden
+jaren lang hebben deze kleine menschjes, wier wereld wij overrompelen,
+geleerd hoe zij elkaar het beste en snelste kunnen dooden. Hierin zijn
+zij heel bekwaam. In meerdere dingen zijn zij zeer bekwaam. En
+bovendien kunnen zij bedriegen en zich plotseling anders voordoen dan
+zij zijn... ik weet het niet... er is strijd op til. Jij&mdash;jij bent
+misschien anders dan wij. Maar voor &ograve;ns komt er zeker strijd....
+Wat de menschen Oorlog noemen. Wij weten het. En tot op zekere hoogte
+bereiden wij ons er op voor. Maar je kent&mdash;deze kleine
+menschen!&mdash;wij weten niet hoe wij dooden moeten, tenminste wij
+missen de lust om te dooden&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zie eens,&rdquo; viel zij hem in de rede, en hij hoorde een
+toeterenden hoorn. <span class="pagenum">[<a id="xd20e3662" href=
+"#xd20e3662" name="xd20e3662">241</a>]</span></p>
+<p>Hij wendde zich om, en keek in de richting die hare oogen aanduidden
+en zag hoe een helder-gele automobiel, met een donkeren chauffeur met
+een motor-bril op, en met in bont gekleede passagiers, gillend en
+dreunend en nijdig puffend bij zijn hiel stond. Hij verplaatste zijn
+voet en het ding vervolgde met drie toornige kreten zijn lawaaierigen
+weg in de richting van de stad.</p>
+<p>&bdquo;Blokkeeren tegenwoordig den weg ook al!&rdquo; klonk er tot
+hem op.</p>
+<p>Vervolgens zeide iemand: &bdquo;Zie! heb je haar wel gezien? Daar
+ginds achter de boomen staat de reuzen-prinses!&rdquo; en al hun van
+stof-brillen voorziene gezichten wendden zich naar haar toe om haar aan
+te staren.</p>
+<p>&bdquo;Nee maar, hoor es,&rdquo; zei een derde. &bdquo;Dat gaat niet
+aan&rdquo;...</p>
+<p>&bdquo;Dit alles,&rdquo; zeide zij, &bdquo;verbaast mij meer dan ik
+zeggen kan.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dat ze je van dit alles niets gezegd hebben,&rdquo; zei hij
+en voltooide zijn zin niet.</p>
+<p>&bdquo;V&oacute;&oacute;r je mij ontmoette, had ik geleefd in een
+wereld waarin ik groot en&mdash;all&eacute;&eacute;n was. Maar toch had
+ik mijn leven hier zoo goed mogelijk aangepast. Ik dacht eerst, dat ik
+het slachtoffer was van een gril der natuur. En nu is mijn wereldje in
+een half uur in elkaar gevallen, en ik zie een andere wereld, andere
+voorwaarden, ruimere
+mogelijkheden&mdash;kameraadschap&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Kameraadschap,&rdquo; antwoordde hij.</p>
+<p>&bdquo;Je moet me nog wat meer vertellen, nog v&eacute;&eacute;l
+meer,&rdquo; zeide zij. &bdquo;Weet je, dit alles vaart door mijn geest
+als een verhaal dat mij verteld wordt. Zelfs jij... Binnen een dag of
+wat zal ik misschien in je kunnen gelooven. Maar nu&mdash;nu droom
+ik... Luister!&rdquo; <span class="pagenum">[<a id="xd20e3682" href=
+"#xd20e3682" name="xd20e3682">242</a>]</span></p>
+<p>De eerste slag van een klok bovenop de paleisgebouwen ver weg drong
+tot hen door. Elk telde werktuigelijk tot &bdquo;zeven.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Nu moet ik weg,&rdquo; zeide zij. &bdquo;Zij zullen nu net
+ongeveer de bowl met mijn koffie het vertrek waarin ik slaap
+binnendragen. De kleine lakeien en bedienden&mdash;je kunt je haast
+niet voorstellen hoe ernstig die zijn&mdash;zijn nu al weer druk bezig
+aan hunne werkzaamheidjes.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zij zullen zich wel verwonderen, waar... maar ik wil met je
+praten.&rdquo;</p>
+<p>Zij dacht na.&mdash;&bdquo;Maar ik wil er ook over denken. Ik wensch
+nu all&eacute;&eacute;n er over na te denken, en tot klaarheid te komen
+in deze algeheele verandering der dingen, en de oude eenzaamheid weg te
+denken en jou en al die anderen in mijn wereld in te denken... Ik moet
+nu heen. Vandaag zal ik teruggaan naar mijn oude plaats in het kasteel,
+en morgen, als de dageraad aanbreekt, zal ik hier weder
+komen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik zal je hier opwachten.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Den geheelen dag zal ik droomen van deze nieuwe wereld die je
+mij gegeven hebt. Ik kan het nu zelfs nog haast niet
+gelooven&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Zij deed een schrede achterwaarts en nam hem op van het hoofd tot de
+voeten. Hunne blikken ontmoetten elkaar en bleven een oogenblik vast op
+elkaar gericht.</p>
+<p>&bdquo;Ja,&rdquo; zeide zij, met een lachje, dat bijna een snik was.
+&bdquo;Je bent t&ograve;ch werkelijk. Maar het is zoo wondervreemd!
+Denk je&mdash;werkelijk&mdash;? En als ik nu morgen eens hier kwam, en
+ik vond&mdash;dat je net zoo&rsquo;n dwerg was als de
+anderen!&mdash;Ja, ik moet over alles nog eens nadenken. En daarom,
+voor vandaag&mdash;zooals de kleine menschen doen&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Zij stak haar hand uit, en voor de eerste maal <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e3702" href="#xd20e3702" name=
+"xd20e3702">243</a>]</span>raakten zij elkander aan. Zij hielden
+elkaar&rsquo;s hand stevig vast en hunne blikken ontmoetten elkaar
+weder.</p>
+<p>&bdquo;Voor vandaag&mdash;goedendag,&rdquo; zeide zij.
+&bdquo;Vaarwel! Vaarwel, Broeder Reus!&rdquo;</p>
+<p>Hij aarzelde, alsof hij nog iets wilde zeggen, en eindelijk zei hij
+eenvoudig &bdquo;goedendag.&rdquo;</p>
+<p>Een tijdlang hielden zij elkaar&rsquo;s hand vast, en keken elkaar
+vorschend aan. En nadat zij van elkaar gegaan waren, keek zij nog
+verscheidene malen half weifelend naar hem om, en bleef staan op de
+plaats waar zij elkaar ontmoet hadden...</p>
+<p>Zij liep dwars over het plein van het Paleis hare vertrekken binnen
+als een die in den slaap wandelt, met een grooten kastanje-tak, die
+slap in hare hand hing.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">III.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">De twee ontmoetten elkaar, alles bij elkaar genomen,
+veertien maal v&oacute;&oacute;r het begin van het einde. Zij kwamen
+samen in het Groote Park, of op de hoogten en in de passen van het
+moer, dat doorsneden werd door ruwe wegen en hier en daar begroeid was
+met sombere pijnbosschen, en dat zich naar het zuidwesten uitstrekte.
+Tweemalen hadden zij elkaar ontmoet in de groote kastanjelaan, en vijf
+malen aan den breeden, aangelegden vijver, die de koning, haar
+grootvader, had doen graven. Er was daar een plek waar een groot,
+mooi-glad grasperk, dat met hooge coniferen bezet was, gracieus afhelde
+naar den waterkant, en daar placht zij dan te gaan zitten, en hij legde
+zich aan hare knie&euml;n neder, keek op naar haar gelaat en praatte;
+hij verhaalde haar van alles wat voorgevallen was, en van het groote
+werk, dat zijn vader hem opgedragen had te volbrengen, <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e3717" href="#xd20e3717" name=
+"xd20e3717">244</a>]</span>en van den grooten en verruimden droom van
+al wat het reuzenvolk eens zijn zoude. Gewoonlijk kwamen zij bij elkaar
+bij het aanbreken van den dageraad, doch eens ontmoetten zij elkaar in
+den middag en zagen weldra, hoe zij omringd werden door een menigte van
+loerende luisteraars, fietsrijders en voetgangers, die allen van uit de
+struiken naar hen gluurden, ritselend (zooals de musschen soms ritselen
+in de boschjes om u heen in de Londensche parken) tusschen de dorre
+bladeren in de bosschen, het meer komend afroeien in booten naar een
+punt, vanwaar zij hen konden zien, en trachtend hen zoo dicht te
+naderen, dat zij hen goed konden zien en hooren. Dit was voor de twee
+reuzen de eerste aanduiding van de groote belangstelling die de geheele
+streek in hunne samenkomsten stelde. En eens&mdash;het was de zevende
+maal, en verhaastte het schandaal nog&mdash;kwamen zij samen op het
+frissche moerland bij helder maanlicht en fluisterden, want de nacht
+was warm en stil. Zeer spoedig hadden zij het bewustzijn verloren, dat
+in en door hen een nieuwe wereld van reusachtige dingen zich vormde in
+de aarde, en dachten zij niet langer over den grooten strijd tusschen
+klein en groot, waarin zij blijkbaar voorbeschikt waren een rol te
+spelen, en dachten zij slechts aan meer persoonlijke en grooter
+belangen. Telkens als zij elkaar ontmoetten en met elkaar spraken en
+elkaar aanzagen, leerden zij iets meer begrijpen, dat er iets
+dierbaarders en wondervollers dan enkel vriendschap in hun gevoel voor
+elkaar was, en overal met hen meeging en hunne handen elkaar deed
+zoeken. En binnen zeer korten tijd vonden zij het woord zelf en waren
+zij minnenden, de Adam en Eva voor een nieuw geslacht op aarde.</p>
+<p>Zij schreden tezamen de wonderschoone vallei der liefde in, met hare
+diepe en vredige plaatsen. De <span class="pagenum">[<a id="xd20e3721"
+href="#xd20e3721" name="xd20e3721">245</a>]</span>wereld om hen nam een
+geheel ander aanzicht aan, naarmate zij zelven anders gestemd waren,
+totdat weldra een schoonheid als van het Heilige der Heiligen hunnen
+samenkomsten weldra omgaf en de sterren niet anders dan bloemen van
+licht waren onder de voeten hunner liefde, en de dageraad en de
+zonsondergang de kleurige draperi&euml;n langs hunnen weg. Zij waren
+niet langer wezens van vleesch en bloed voor elkaar en voor zichzelven;
+zij werden tot een belichaamd weefsel en voor zichzelven; zij werden
+tot een beschaamd weefsel van teederheid en verlangen. Eerst
+fluisterden zij en toen zwegen zij geheel en naderden elkaar &agrave;l
+meer en staarden in elkaar&rsquo;s door de maan verlichte, schemerige
+gezichten onder den oneindigen boog des hemels. En de stille donkere
+pijnboomen stonden om hen als wachters.</p>
+<p>De weerklinkende schreden van den tijd werden tot stilte gebracht en
+het leek hen alsof het heelal onbeweeglijk om hen heen hing. Alleen de
+klop hunner harten was hoorbaar. Zij leken samen te leven in een wereld
+waar geen dood meer was, en dit was werkelijk zoo in hun gevoel. Het
+leek hen toe, dat zij peilden, en werkelijk peilden zij zulke verborgen
+heerlijkheden in het hart der dingen als nooit te voren door iemand
+bereikt was. Zelfs voor lage en kleine zielen is de liefde een
+openbaring van groote heerlijkheden. En dit waren reuzen-geliefden, die
+van het Voedsel der Goden gegeten hadden...</p>
+<p>Stel u de zich steeds m&eacute;&eacute;r verspreidende schrik in
+deze goed-geordende wereld voor, toen het bekend werd dat Hare
+Doorluchtigheid de Prinses, die koninklijk bloed in de aderen had en
+die verloofd was met den Prins! samenkwam,&mdash;dikwijls
+samenkwam&mdash;met den overvoeden telg van een gewonen professor in de
+chemie, een schepsel zonder rang, zonder positie, <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e3727" href="#xd20e3727" name=
+"xd20e3727">246</a>]</span>zonder rijkdom, en met hem praatte alsof er
+geen Koningen en Prinsen waren, geen orde, geen eerbied&mdash;niets dan
+Reuzen en Dwergen op aarde. Zij praatte met hem en men was er maar al
+te zeker van, dat zij hem als haar minnaar beschouwde.</p>
+<p>&bdquo;Als de krantenlui er de lucht van krijgen!&rdquo; zei Sir
+Arthur Poedel Laarslik...</p>
+<p>&bdquo;Ik heb hooren zeggen&rdquo;&mdash;fluisterde de oude bisschop
+van Frumps...</p>
+<p>&bdquo;Weer een nieuwtje boven,&rdquo; zei de eerste lakei, terwijl
+hij hier en daar knabbelde aan dessert-dingen. &bdquo;Voor zoover ik er
+uit wijs kon worden, is die reuzen Prinses&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Men zegt&mdash;&rdquo; zei de juffrouw die den winkel in
+kantoor- en schrijfbehoeften bij den hoofdingang van het paleis hield,
+en bij wie de kleine Amerikanen hun kaartjes nemen voor de
+Statie-Vertrekken...</p>
+<p>En vervolgens:</p>
+<p>&bdquo;Wij kunnen uit goede bron tegenspreken&mdash;&rdquo; zei
+&bdquo;Picaroon,&rdquo; in &bdquo;Het Babbeltje.&rdquo;</p>
+<p>En aldus kwam het geheele geval uit en ontstond al de last voor de
+twee minnenden.</p>
+<p>IV.</p>
+<p>&bdquo;Ze zeggen, dat wij scheiden moeten,&rdquo; zei de Prinses tot
+haar geliefde.</p>
+<p>&bdquo;Maar waarom?&rdquo; riep hij uit. &bdquo;Wat hebben die
+kleine wezens zich nu we&ecirc;r voor zotternij in het hoofd
+gehaald?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Weet je wel,&rdquo; vroeg zij, &bdquo;dat mij liefhebben
+hoogverraad is?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Lief,&rdquo; riep hij uit, &bdquo;wat komt het er alles op
+aan? Wat kan ons hun recht&mdash;recht zonder een zweem <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e3754" href="#xd20e3754" name=
+"xd20e3754">247</a>]</span>van redelijkheid&mdash;en hun hoogverraad en
+hun trouw aan den koning schelen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dat zal ik je vertellen,&rdquo; zeide zij, en vertelde hem
+van al wat men tot haar gezegd had.</p>
+<p>&bdquo;Zoo&rsquo;n typisch klein mannetje als er toch op me af kwam,
+met een zachte, prachtig gemoduleerde stem, een gladjes daarheenloopend
+heertje, dat zijdelings de kamer in kwam, net als een kat, en dat zijn
+mooie witte handje z&oacute;&oacute; opstak, telkens als hij iets
+gewichtigs te zeggen had. Hij is kaal, maar natuurlijk niet heelemaal,
+en zijn neus en gezicht zijn klein en rozig als van een bazuinengeltje,
+en zijn baard is allerliefst in een punt geknipt. Hij deed verscheidene
+malen alsof hij erg onder den indruk was, en liet zijn oogen
+schitteren. Weet je, hij is een warm aanhanger van de koninklijke
+familie hier, en hij noemde mij zijn &bdquo;waarde jonge dame,&rdquo;
+en was van het begin af erg deelnemend. &bdquo;M&rsquo;n waarde jonge
+dame, u m&oacute;&oacute;gt zoo niet voortgaan,&rdquo; zei hij
+verscheidene malen en vervolgens: &bdquo;u hebt plichten.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Waar vormen ze toch zulke mannetjes?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;O, hij mag zoo iets juist wel,&rdquo; zeide zij.</p>
+<p>&bdquo;Maar ik begrijp niet&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hij zei heel ernstige dingen tegen me.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Je gelooft toch niet, dat er iets zit in wat hij zei?&rdquo;
+zei hij, zich plotseling tot haar wendend.</p>
+<p>&bdquo;Z&eacute;ker zit er iets in,&rdquo; zeide zij.</p>
+<p>&bdquo;Je meent dat&mdash;?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik meen, dat, zonder dat we &rsquo;t zelf wisten, wij op de
+heiligste concepties van dit kleine volkje hebben getreden. Wij, die
+koninklijk bloed in onze aderen hebben, zijn een op zichzelfstaande
+klasse. Wij zijn gevangenen die aangebeden worden, speelgoed om in
+processies medegevoerd te worden. Wij betalen voor deze hulde met het
+verlies van&mdash;onze vrijheid. <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e3777" href="#xd20e3777" name="xd20e3777">248</a>]</span>En ik had
+dien prins moeten huwen&mdash;Maar van h&egrave;m weet je niets. Nu,
+&rsquo;t is een dwerg Prinsje. Hij is niet van &rsquo;t minste
+belang... Het schijnt, dat het den band tusschen mijn land en een ander
+hechter gemaakt zou hebben. En ook d&igrave;t zou er voordeel van gehad
+hebben. Stel je es voor!&mdash;de band hechter maken!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En wat nu?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zij wenschen, dat ik in dezelfde verhouding tot hem blijf
+staan alsof er niets tusschen &ograve;ns bestond.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Niets tusschen ons!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja, maar dat is nog niet alles. Hij zei&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Je specialiteit in takt?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja. Hij zei, dat het beter voor jou en beter voor alle reuzen
+zou zijn als wij twee&euml;n&mdash;ons onthielden van met elkaar te
+spreken. Z&oacute;&oacute; zei hij het.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar wat willen ze dan doen, gesteld dat we eens doen wat zij
+verlangen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hij zei, dat jij je vrijheid dan zou kunnen
+krijgen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;<span class="ex">Ik</span>!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hij zei, met nadruk, &bdquo;m&rsquo;n waarde jonge dame, het
+zou heusch beter zijn, het zou waardiger zijn, als ge uit eigen vrijen
+wil van elkaar scheiddet.&rdquo; Dat <span class="corr" id="xd20e3803"
+title="Bron: zij">zei</span> hij, en legde den nadruk op &bdquo;uit
+vrijen wil.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar&mdash;! Maar wat hebben deze ellendige kleine peuters er
+eigenlijk mee te maken, waar en hoe wij elkaar liefhebben! Wat hebben
+zij en hun heele wereldje met ons uit te staan?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zij denken er anders over.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Natuurlijk,&rdquo; zei hij, &bdquo;geef je niets om wat zij
+zeggen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Het lijkt me wel h&eacute;&eacute;l dwaas toe.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dat hunne wetten ons willen binden! Dat wij, in de eerste
+lente van ons leven, ons ons geluk zouden laten ontnemen door hun oude
+engagementen en hun <span class="pagenum">[<a id="xd20e3816" href=
+"#xd20e3816" name="xd20e3816">249</a>]</span>redelooze oude
+instellingen. O&mdash;! Maar wij zullen er ons niet aan
+storen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik ben de jouwe. In zooverre heb je gelijk, ja.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;In zooverre? Is dat dan niet alles?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar ze&mdash;Als ze ons nu eens willen
+scheiden&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wat zouden ze kunnen beginnen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik weet het niet. Wat k&ugrave;nnen ze doen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wie geeft er wat om wat zij kunnen doen, of wat ze
+z&ugrave;llen doen. Ik behoor jou en jij mij. Verder is er niets. Ik
+ben de jouwe en jij de mijne voor eeuwig. Denk je, dat ik je zou laten
+varen om hun kleine wetjes, en hun kleine verbodjes, en hun roode
+waarschuwingsbordjes, jawel!&mdash;en van j&ograve;u
+wegblijven?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja. Maar toch, wat kunnen ze ons doen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Je bedoelt&rdquo;, zeide hij, &bdquo;wat wij moeten
+doen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wij? wij gaan onzen gang.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar als ze ons dat nu eens willen beletten?&rdquo;</p>
+<p>Hij balde de vuisten. Hij keek om zich heen alsof de kleine
+menschjes er reeds aankwamen om het hem te beletten. Toen wendde hij
+zich van haar af en staarde in de verte. &bdquo;Ja,&rdquo; zei hij,
+&bdquo;je hadt gelijk met te vragen &bdquo;wat kunnen ze
+doen?&rdquo;<span class="corr" id="xd20e3843" title=
+"Niet in bron">&rdquo;</span></p>
+<p>&bdquo;Hier in dit kleine landje,&rdquo; zeide zij, en zweeg
+toen.</p>
+<p>Hij scheen alles te overzien. &bdquo;Ze zijn overal.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar we konden&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Waarheen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;We zouden heen kunnen gaan. We zouden samen de zee&euml;n
+kunnen overzwemmen. Aan de overzijde&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik ben nooit aan de andere zijde van de zee
+geweest.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Daar zijn groote, eenzame bergen, waartusschen wij niet meer
+zouden lijken dan kleine menschjes, daar zijn afgelegen en verlaten
+valleien, nog onbekende <span class="pagenum">[<a id="xd20e3861" href=
+"#xd20e3861" name="xd20e3861">250</a>]</span>meren en met sneeuw
+bedekte hooglanden, nog niet betreden door een menschenvoet.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Daar&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Doch om daar te komen, moeten wij ons iederen dag door
+millioenen en millioenen menschen heen vechten.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Het is onze eenige hoop. In dit dichtbevolkte land is geen
+toevluchtsoord voor ons. Waar zouden wij moeten wonen temidden van al
+deze millioenen? Zij die zoo klein zijn, kunnen zich voor elkaar
+verbergen, doch waar moeten wij ons verschuilen? Er is geen plaats waar
+wij zouden kunnen eten, geen plek om te slapen. Als we
+vluchtten&mdash;zouden zij dag en nacht onze schreden
+volgen.&rdquo;</p>
+<p>Toen viel hem iets in.</p>
+<p>&bdquo;Er is &eacute;&eacute;n plaats,&rdquo; zei hij, &bdquo;zelfs
+op dit eiland.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Waar?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;De plaats die onze Broeders ginds gemaakt hebben. Zij hebben
+groote aarden wallen om hun huis opgeworpen, aan noord- en zuid-, oost-
+en westkant; zij hebben diepe groeven en verborgen plaatsen, en straks
+nog&mdash;kwam er een bij mij. Hij zei&mdash;ik luisterde niet
+aandachtig naar wat hij zei. Maar hij sprak van wapenen.
+Mogelijk&mdash;dat we daar een schuilplaats zouden vinden...&rdquo;</p>
+<p>Na lang gezwegen te hebben, zei hij: &bdquo;ik heb onze Broeders in
+verscheidene dagen niet gezien... Liefste! ik heb gedroomd, en heb
+alles om me heen vergeten! De dagen zijn voorbijgegaan en ik heb niets
+gedaan dan uitgekeken naar het oogenblik, dat ik je weer zou zien... Ik
+moet met hen gaan spreken en hen van jou vertellen en van al de dingen
+die ons boven het hoofd hangen. Als zij ons helpen willen, kunnen zij
+ons helpen. D&agrave;n zou er hoop voor ons zijn. Ik weet niet hoe
+sterk hun plaats is, maar zonder twijfel zal Cossar haar erg versterkt
+hebben. Hierv&oacute;&oacute;r&mdash;v&oacute;&oacute;r <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e3880" href="#xd20e3880" name=
+"xd20e3880">251</a>]</span>jij mij ontmoette, herinner ik me, dat er
+ook al onheil broedde. Toen was er eens een verkiezing&mdash;dat is als
+de kleine menschen de zaken opknappen door het aantal hoofden te
+tellen. Maar die verkiezing moet nu al voorbij zijn. Toen werden er
+bedreigingen geuit tegen ons geheele ras&mdash;dat wil zeggen, tegen
+ons geheele ras, behalve jou. Ik moet met onze Broeders gaan spreken.
+Ik moet ze vertellen van al wat er tusschen ons is voorgevallen, en van
+alles dat ons nu bedreigt.&rdquo;</p>
+<p>De volgende maal dat zij elkaar zouden ontmoeten, moest zij eenigen
+tijd wachten v&oacute;&oacute;r hij kwam. Zij zouden dien dag tegen
+twaalf uur bij elkaar komen in een gedeelte van het park dat in een
+bocht langs de rivier liep, en terwijl zij zuidwaarts uitkeek, haar
+hand boven de oogen houdend, viel het haar op dat alles heel stil was,
+ja, dat de stilte drukkend was. En toen bemerkte zij, dat
+niettegenstaande het reeds zoo laat was, haar gewoon gevolg van
+vrijwillige spionnen niet tegenwoordig was. Rechts en links, waar zij
+ook keek, was niemand te zien, en er was geen enkele boot in de
+zilveren bocht der Theems. Zij trachtte voor deze vreemde stilte om
+haar een verklaring te vinden...</p>
+<p>En toen zag zij tot haar blijdschap, den jongen Redwood aankomen,
+boven een open plek uit, tusschen de boomen die haar het uitzicht
+belemmerden.</p>
+<p>Een oogenblik onttrokken de boomen hem aan haar gezicht en toen zag
+zij hem er zich weder doorheen breken. Zij zag wel, dat er iets
+ongewoons had plaats gegrepen, en toen zag zij, dat hij harder liep dan
+anders en dat hij hinkte. Hij wenkte haar en zij liep naar hem toe.
+Zijn gezicht werd nu duidelijker zichtbaar, en zij zag met bezorgdheid,
+dat zijn gelaat bij iedere schrede pijnlijk vertrok. <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e3888" href="#xd20e3888" name=
+"xd20e3888">252</a>]</span></p>
+<p>Zij snelde naar hem toe, met het hoofd vol vragen en onbestemden
+angst. Hij bereikte haar en hijgde zonder haar eerst te groeten:</p>
+<p>&bdquo;Moeten wij scheiden?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Neen,&rdquo; antwoordde zij. &bdquo;Waarom? Wat is
+er?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar als we niet van elkaar gaan&mdash;! Het &igrave;s al
+zoover.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wat is er dan?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik wil niet van je scheiden,&rdquo; zei hij.
+&bdquo;Maar&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Hij zweeg plotseling en vroeg een oogenblik later: &bdquo;dus je
+wilt niet van mij scheiden?&rdquo;</p>
+<p>Zij keek hem met vasten blik in de oogen. &bdquo;Wat is er
+gebeurd?&rdquo; drong zij aan.</p>
+<p>&bdquo;Ook niet voor een tijd?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wat voor een tijd?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Voor jaren misschien.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Scheiden! Neen!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Heb je alles goed gewikt en gewogen?&rdquo; hield hij
+aan.</p>
+<p>&bdquo;Ik wil niet scheiden.&rdquo; Zij vatte zijn hand. &bdquo;Al
+moest ik nu op d&igrave;t oogenblik sterven, zou ik je niet laten
+gaan.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Al moest je op dit oogenblik sterven,&rdquo; zei hij, en zij
+voelde, dat zijn vingers haar hand omknelden.</p>
+<p>Hij keek om zich heen alsof hij vreesde de kleine menschen al te
+zien aankomen terwijl hij nog sprak. En toen: &bdquo;het is heel wel
+mogelijk, dat het ons het leven kost.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Vertel mij nu wat er gebeurd is,&rdquo; zeide zij.</p>
+<p>&bdquo;Zij probeerden mijn gaan hierheen te belemmeren.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hoe?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En toen ik uit mijn werkplaats kwam, waar ik het Godenvoedsel
+voor de Cossars maak, om in voorraad te houden in hun kamp, zag ik een
+klein inspecteurtje van politie&mdash;een man in het blauw gekleed,
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e3931" href="#xd20e3931" name=
+"xd20e3931">253</a>]</span>met schoone witte handschoenen aan&mdash;die
+mij wenkte stil te staan. &bdquo;Deze weg is voor u afgesloten!&rdquo;
+zei hij. Dit was geen bezwaar voor mij; ik liep om mijn werkplaats heen
+naar een anderen weg die westwaarts loopt, en daar stond er weer een.
+&bdquo;Hier kunt u niet door!&rdquo; zei hij en voegde erbij:
+&bdquo;alle wegen zijn voor u afgesloten!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En toen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik redeneerde wat met hem. &bdquo;Dit zijn publieke
+wegen!&rdquo; zei ik.</p>
+<p>&bdquo;Precies,&rdquo; zei hij. &bdquo;U maakt ze onbegaanbaar voor
+het publiek.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Heel goed,&rdquo; zei ik, &bdquo;dan zal ik de landen
+overgaan,&rdquo; en toen sprongen er nog anderen op van achter heggen
+en zeiden &bdquo;deze akkers zijn privaat eigendom.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Loop naar den duivel met je publiek en je privaat
+eigendom,&rdquo; zei ik, &bdquo;ik ga naar mijn Prinses,&rdquo; en ik
+bukte me en nam er een heel voorzichtig op&mdash;hij schopte en
+schreeuwde erg&mdash;en zette hem uit den weg. In een oogwenk leken de
+velden om mij te leven van hardloopende mannen. Ik zag er een te paard
+naast mij voort hollen, die iets voorlas onder het rijden&mdash;of
+liever, hij schreeuwde het. Hij hield op, wendde zijn paard om, en
+galoppeerde weg&mdash;met gebogen hoofd. Ik begreep er niets van. En
+toen hoorde ik achter mij het knallen van geweren.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Geweren!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Geweren&mdash;net alsof zij op ratten schoten. De kogels
+floten door de lucht met een geluid alsof er iets scheurde: een stak me
+in het been.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En wat deed jij?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik liep door naar jou, en liet hen achter, schreeuwend en
+rennend en op me schietend.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En nu&mdash;&rdquo; <span class="pagenum">[<a id="xd20e3954"
+href="#xd20e3954" name="xd20e3954">254</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Nu?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dit is slechts een begin. Zij zijn vastbesloten ons te
+scheiden. Zelfs op dit oogenblik achtervolgen ze mij. Wij willen niet
+scheiden.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Neen. Maar als we niet scheiden willen&mdash;dan moet je met
+me mee naar de Broeders.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Welken kant?&rdquo; zeide zij.</p>
+<p>&bdquo;Naar het oosten. Van gindschen kant zullen mijne vervolgers
+komen. Dus dit is de weg dien wij moeten volgen. Deze laan af. Laat mij
+voorgaan, zoodat als zij wachten&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Hij deed een schrede voorwaarts, doch zij had zijn arm gevat.</p>
+<p>&bdquo;Neen,&rdquo; riep zij uit. &bdquo;Ik wil dicht bij je
+blijven, je vasthouden. Misschien dat ze, omdat ik van koninklijken
+bloede en dus heilig ben, dat ze niet zullen durven schieten. Als ik je
+vasthoud&mdash;God gave, dat we konden vluchten terwijl ik mijn armen
+om je heengeslagen hield! dan zouden ze misschien niet op je
+schieten&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Zij hield zijn schouder vast, en vatte zijn hand terwijl zij nog
+sprak; zij drong zich dichter tegen hem aan. &bdquo;Mogelijk dat ze dan
+niet op je schieten,&rdquo; herhaalde zij, en met plotselinge
+teederheid nam hij haar in zijne armen en kuste haar op de wang.
+Z&oacute;&oacute; hield hij haar eenigen tijd vast.</p>
+<p>&bdquo;Zelfs al kost het ons den dood,&rdquo; fluisterde zij.</p>
+<p>Zij sloeg haar armen om zijn hals en hief haar gelaat tot het
+zijne.</p>
+<p>&bdquo;Liefste, kus mij nog eenmaal.&rdquo;</p>
+<p>Hij trok haar naar zich toe. Stilzwijgend kusten zij elkaar op de
+lippen, en hielden elkaar nog een oogenblik omklemd. En toen, terwijl
+zij voortdurend trachtte haar lichaam dicht bij het zijne te houden,
+gingen zij hand in hand op weg om te trachten het <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e3980" href="#xd20e3980" name=
+"xd20e3980">255</a>]</span>veilige kamp der zonen van Cossar te
+bereiken, v&oacute;&oacute;r de hen achtervolgende menschjes hen
+achterhaalden.</p>
+<p>En terwijl zij het gedeelte van het park achter het kasteel
+d&oacute;orstaken, kwamen er tusschen de boomen ruiters aan
+galoppeeren, die tevergeefs trachtten hun reuzenpassen bij te houden.
+En een oogenblik later zagen zij voor zich huizen en mannen, die met
+geweren de huizen kwamen uitloopen. Toen zij dit zag, deed zij hem
+omkeeren hoewel hij wilde doorgaan en strijd leveren, en sloegen zij af
+naar het zuiden.</p>
+<p>Terwijl zij vluchtten vloog een kogel rakelings over hunne
+hoofden.</p>
+<div class="figure xd20e3987width"><img src="images/o255.gif" alt=
+"Ornament" width="159" height="109"></div>
+<p><span class="pagenum">[<a id="xd20e3991" href="#xd20e3991" name=
+"xd20e3991">256</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="ch3.3" class="div1"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h2 class="label">Hoofdstuk III.</h2>
+<h2 class="main">De jonge Caddles in Londen.</h2>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">I.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Geheel onbewust van den gang van zaken, niets wetend
+van de wetten die zich steeds nauwer samentrokken om al de Broederen,
+ja, zelfs niet wetend dat er een Broeder leefde op aarde, koos de jonge
+Caddles dezen tijd uit om uit zijn krijtgroeve te komen en de wereld te
+gaan zien. Door zijn somber gepeins kwam hij hi&egrave;r eindelijk toe.
+Hij kreeg in Cheasing Eyebright geen antwoord op al zijn vragen; de
+nieuwe domin&eacute; was n&ograve;g minder verlicht dan de oude, en het
+raadsel van zijn doelloozen arbeid werd eindelijk zoo groot, dat hij
+het niet langer dragen kon. &bdquo;Waarom moet ik hier dag in dag uit
+in deze groeve werken?&rdquo; vroeg hij. &bdquo;Waarom zou ik me binnen
+zekere grenzen houden, en zou ik al de wonderen van de wereld
+daarbuiten niet mogen zien? Wat heb ik gedaan, dat ik hiertoe
+veroordeeld ben?&rdquo;</p>
+<p>En op zekeren dag stond hij op, rekte zich uit, en zeide met luider
+stem: &bdquo;Neen! ik doe &rsquo;t niet langer,&rdquo; en toen
+verwenschte hij de groeve met kernachtige taal. En toen, daar hij niet
+rad van tong was, trachtte hij zijn gedachten in daden uit te drukken.
+Hij nam een lorrie, die half met krijt gevuld was en keilde hem met een
+smak tegen een anderen aan. Toen greep hij een heele rij leege lorries
+en gooide ze een <span class="pagenum">[<a id="xd20e4004" href=
+"#xd20e4004" name="xd20e4004">257</a>]</span>glooiing af. Hij smeet er
+een reusachtig krijtblok tusschen dat aan stukken vloog, en brak toen
+met &eacute;&eacute;n krachtigen schop van zijn voet ongeveer twaalf
+rails op. Aldus begon hij op nauwgezette wijze de groeve te
+vernielen.</p>
+<p>&bdquo;&rsquo;k Zou nog liever, dan hier al mijn dagen in te
+werken,&rdquo; zei hij.</p>
+<p>De kleine geoloog dien hij, in zijn abstractie, over het hoofd
+gezien had, beleefde een angstige vijf minuten. Nadat dit arme wezen
+ternauwernood twee rotsblokken ontweken was, vluchtte hij door den
+westelijken uitgang, den heuvel over, met zijn knapzak dansend op zijn
+rug en met glanzende beentjes die in een kuitbroek gestoken waren, en
+liet een spoor van krijtachtige echinodermata achter zich, terwijl de
+jonge Caddles, voldaan over de verwoesting die hij aangericht had, met
+groote passen naar buiten kwam om zijn fortuin in de wereld te gaan
+zoeken.</p>
+<p>&bdquo;Ik zou nog liever dan in die ouwe rot-groef te werken, tot ik
+doodga en rot en stink!&rdquo; Wat voor &rsquo;n wurm dachten ze wel,
+dat in mijn reuzenlichaam huisde? Krijtgraven voor god weet wat een
+onzinnig doel. &rsquo;k Zou je danken!..</p>
+<p>De richting van den weg, of van de spoorlijn misschien, deed hem den
+kant naar Londen opgaan, en daar kwam hij opaan stappen, over de
+Duinen, dwars over de weiden, in den heeten namiddag, tot groote
+verbazing van de wereld. Het had voor hem geen beteekenis, dat er aan
+iederen muur en schuur verscheurde roode en witte aanplakbiljetten
+fladderden, waarop verschillende namen te lezen waren.</p>
+<p>Hij wist niets van de verkiezings-revolutie die Caterham,
+&bdquo;Jack de Reuzendooder&rdquo; plotseling op het kussen gebracht
+had. Het wilde voor hem niets zeggen, dat op elk aanplakbord aan elk
+politiebureau <span class="pagenum">[<a id="xd20e4016" href=
+"#xd20e4016" name="xd20e4016">258</a>]</span>langs zijn weg, aangeplakt
+was wat bekend stond als Caterham&rsquo;s ukase, proclameerend dat geen
+reus, of eenig ander persoon boven de acht voet, zich verder dan vijf
+mijlen buiten zijn &bdquo;woonplaats&rdquo; mocht begeven, zonder
+speciale vergunning. Het zei hem niets, dat achter hem aan constabels,
+die hem niet bij konden houden, en voor wien het een ware opluchting
+was dat ze dit niet konden, waarschuwende biljetten achter zijn
+verdwijnenden rug schudden. Hij wilde zien wat er in de wereld te zien
+was, de arme ongeloovige domme jongen, en hij was niet van plan zich te
+laten ophouden door lieden die nu en dan nijdig &bdquo;ho&rdquo; tegen
+hem schreeuwden. Hij liep voort door Rochester en Greenwich op een
+steeds compacter wordende huizenmassa toe; hij liep nu tamelijk
+langzaam, verbaasd om zich heen ziend, en met zijn geweldig houweel
+zwaaiend.</p>
+<p>De Londenaars hadden tevoren al wel iets van hem gehoord, hoe hij
+een beetje idioot was, doch erg zachtzinnig, en wonderwel in toom
+gehouden door Lady Wondershoot&rsquo;s rentmeester en den predikant;
+hoe hij op zijn suffe manier hoog tegen deze autoriteiten opzag en
+dankbaar was voor de zorg, die zij aan hem besteedden, en zoo voort.
+Zoodat, toen men dien middag op de plakkaten der nieuwsbladen<a class=
+"noteref" id="xd20e4020src" href="#xd20e4020" name="xd20e4020src">1</a>
+las, dat ook hij het werk neergelegd had, het velen toeleek dat het een
+afgesproken zaak was. &bdquo;Zij willen onze kracht op de proef
+stellen,&rdquo; zeiden de passagiers in de treinen, die van hun kantoor
+naar huis gingen. <span class="pagenum">[<a id="xd20e4023" href=
+"#xd20e4023" name="xd20e4023">259</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;&rsquo;t Is maar goed dat we nu Caterham hebben.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dat is het antwoord op zijn proclamatie.&rdquo;</p>
+<p>De lieden in de societeiten wisten er meer van. Zij verdrongen zich
+allen om het telegraaflint of praatten in groepen in hunne
+rookzalen.</p>
+<p>&bdquo;Hij is ongewapend. Als hij wist wat daar gaande was, zou hij
+naar Sevenoaks gaan.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Caterham zal wel weten hoe hij hem klein moet
+krijgen.&rdquo;</p>
+<p>De winkeliers vertelden het hun klanten. De kellners in restaurants
+braken er een oogenblik tusschen de schotels uit om een avondblad te
+lezen. De huurkoetsiers lazen het dadelijk na het wedren-nieuws
+ingekeken te hebben... Op de plakaten van het voornaamste
+regeeringsavondblad stond met vette letters te lezen van &bdquo;De koe
+bij de horens vatten&rdquo;&mdash;Anderen trachtten effect te bereiken
+met: &bdquo;Reus Redwood gaat voort met de prinses te ontmoeten.&rdquo;
+&bdquo;De Echo&rdquo; volgde een geheel eigen methode: &bdquo;Berichten
+van Opstand onder de Reuzen in het Noorden van Engeland. De Sunderland
+Reuzen op weg naar Schotland.&rdquo; De &bdquo;Westminster
+Gazette&rdquo; liet haar gewone waarschuwende klanken hooren.</p>
+<p>&bdquo;Reuzen, Laat af,&rdquo; zei de &bdquo;Westminster
+Gazette,&rdquo; en trachtte uit het geval iets te halen, dat dienstig
+kon zijn om de Liberale Partij weder te vereenigen&mdash;waarin ten
+dien tijde vreeselijke scheuring ontstaan was door zeven
+intens-ego&iuml;stische leiders. In de latere bladen kwam meer eenheid.
+&bdquo;De Reus op den New Kent Road,&rdquo; luidde hun
+aankondiging.</p>
+<p>&bdquo;Ik wou wel es weten,&rdquo; zei de bleeke jongeling in de
+theezaak, &bdquo;waarom we niets hooren van de jonge Cossars. Je zoudt
+anders kunnen verwachten dat zij zich meer dan een van de anderen
+zouden roeren...&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik heb hooren zeggen, dat er w&eacute;&eacute;r een van die
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e4043" href="#xd20e4043" name=
+"xd20e4043">260</a>]</span>jonge reuzen op pad is,&rdquo; zei de
+buffetjuffrouw, een glas afdrogend. &bdquo;Ik heb altijd gezegd
+dat&rsquo;t gevaarlijke kerels waren om zoo maar los te late&rsquo;
+loope&rsquo;. &rsquo;k Heb &rsquo;t al d&agrave;delijk gezegd.... Ze
+moesten d&rsquo;r &rsquo;n stokje voor steke&rsquo;. Ik &rsquo;oop
+maar, in elk geval, dat ie deze kant niet uitkomt.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik wou &rsquo;m anders wel es zien,&rdquo; zei de jonge man
+voor het buffet snoeverig, en voegde erbij &bdquo;&rsquo;k heb de
+Prinses &oacute;&oacute;k gezien.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Denk je dat ze &rsquo;m wat doen zulle&rsquo;?&rdquo; zei de
+buffetjuffrouw.</p>
+<p>&bdquo;Zulle&rsquo; misschien wel moete&rsquo;,&rdquo; zei de jonge
+man die voor den toonbank stond, zijn glas leegdrinkend.</p>
+<p>En temidden van tien millioen dergelijke praatjes kwam de jonge
+Caddles naar Londen...</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">II.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Ik denk aan den jongen Caddles altijd terug zooals men
+hem op den Nieuwen Kentschen weg zag, met de warme stralen der
+ondergaande zon op zijn verbaasd gezicht. De weg was overvol van
+omnibussen, trams, wagens, karren, trolleys, fietsers, auto&rsquo;s en
+een menigte-in-verbazing&mdash;straatslijpers, vrouwen, kindermeisjes,
+winkelende vrouwen, kinderen, vermetele melkbaarden&mdash;die alle
+achter zijn moeilijk-bewegende voeten aankwamen. De schuttingen waren
+overal slordig van de verscheurde verkiezingsbiljetten. Een gekakel van
+stemmen rees en daalde om hem. Ge kunt u de klanten en winkeliers zich
+zien verdringen in de deuren, de gezichten die aan vensters verschenen
+en weder verdwenen, de kleine straatjongens hardloopend en schreeuwend,
+de politieagenten die het allen heel stijfjes en kalmpjes opnamen, de
+werklieden hun karwei neerleggend op de <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e4058" href="#xd20e4058" name="xd20e4058">261</a>]</span>steigers
+en al de dooreenkrioelende mengelmoes van kleine menschjes. Zij
+schreeuwden hem toe, vage aanmoedigende woorden of nauw-verstaanbare
+beleedigingen, de stomme pakmoppen van den dag, en hij keek verbaasd op
+hen neer, naar zulk een menigte van levende wezens als hij zich nooit
+op aarde gedacht had.</p>
+<p>Naarmate hij verder in Londen vorderde moest hij hoe langer hoe
+langzamer loopen, daar de kleine menschjes zich zoo om hem heen
+verdrongen. De menigte werd bij iedere schrede dichter en eindelijk, op
+den hoek waar twee drukke straten bij elkaar kwamen, stond hij stil, en
+de menigte vloeide als het ware om hem heen en sloot hem in.</p>
+<p>Daar stond hij, met zijne voeten een eindje van elkaar, met zijn rug
+tegen een grooten hoogen kroeg die wel tweemaal zoo hoog was als hij,
+en in de lucht eindigde in een reclame bord. Hij staarde neer op de
+dwergen en verwonderde zich al meer&mdash;zonder twijfel trachtend dit
+alles in verband te brengen met de andere dingen van zijn leven, met de
+vallei tusschen de lage heuvellanden, de minnaars die hij bij avond
+betrapte, het zingen in de kerk, het krijt dat hij dagelijks afbikte,
+en met instinct, den dood en de lucht, trachtend den samenhang en
+beteekenis van dit alles te vinden. Hij stond daar met gefronste
+wenkbrauwen. Hij hief zijn enorme hand om er mede door zijn haar te
+varen, en kermde luid.</p>
+<p>&bdquo;Ik zie het niet&rdquo;, zeide hij.</p>
+<p>Men verstond zijn dialect niet. Een luid gekakel rees over de open
+ruimte&mdash;een gebabbel waartusschen de gongs der trams, die
+hardnekkig hun weg door de menigte bleven ploegen, uitklonken, zooals
+roode klaproozen tusschen het koren uitsteken. &bdquo;Wat zei
+ie?&rdquo; &bdquo;Zei dat ie &rsquo;t niet begreep.&rdquo; Hij zei
+&bdquo;waar is <span class="pagenum">[<a id="xd20e4068" href=
+"#xd20e4068" name="xd20e4068">262</a>]</span>de zee?&rdquo; Hij zei
+&bdquo;waar kan ik toch gaan zitten?&rdquo; &bdquo;Hij wil gaan
+zitten.&rdquo; &bdquo;Kan die idioot dan niet boven op een huis of iets
+dergelijks gaan zitten?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wat is jelui doel, jelui kleine krioelende menschjes? Wat
+doen jelui toch allemaal, waar zijn jelui allemaal voor?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Waarom zijn jelui allemaal hier, terwijl ik krijt voor jelui
+hak in de krijtgroeven daar ginder?&rdquo;&mdash;zijn eigenaardige
+stem, de stem die zoo nadeelig gewerkt had op de discipline van de
+school te Cheasing Eyebright, deed de menigte verstommen zoolang zij
+klonk, en deed hen eindelijk weder in luid tumult losbreken. De een of
+andere droogkomieke persoon brulde: &bdquo;Spreken, spreken!&rdquo;
+&bdquo;Wat zegt hij?&rdquo; werd er telkens en telkens weer gevraagd,
+en men begon te vertellen dat Caddles dronken was. &bdquo;H&eacute;,
+h&eacute;, h&eacute;,&rdquo; brulden de omnibus-koetsiers die zich een
+weg baanden. Een dronken Amerikaansch matroos liep huilend rond en
+vroeg: &bdquo;wat moet hij eigenlijk hebben?&rdquo; Een voddenkoopman,
+met een le&ecirc;rachtig gezicht, die op een karretje met een ponnie er
+voor zat, overstemde de menigte door zijn luidere stem. &bdquo;Ga naar
+&rsquo;uis, pest van een reus!&rdquo; brulde hij, &bdquo;Ga naar
+&rsquo;uis! Jij verpest groot gevaarlijk ding! Zie je dan niet dat je
+de paarden an &rsquo;t schrikke maakt. Ga naar je land. &rsquo;Eeft
+niemand je gezeid wat er in de wet staat?&rdquo;&mdash;En boven al dit
+rumoer stond de jonge Caddles verward, vol verwachting en niets meer
+zeggend.</p>
+<p>Uit een zijstraat kwam een klein rijtje deftige politieagenten, en
+kronkelde zich handig door het gedrang; &bdquo;doorloopen,
+asjeblieft.&rdquo;</p>
+<p>De jonge Caddles bemerkte dat er een klein donker blauw mannetje hem
+op zijn scheen stond te tikken. Hij keek naar beneden en zag twee witte
+gesticuleerende handen. &bdquo;Wat?&rdquo; zei hij, zich
+vooroverbuigend. <span class="pagenum">[<a id="xd20e4078" href=
+"#xd20e4078" name="xd20e4078">263</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Kunt hier niet blijven staan,&rdquo; riep de inspecteur.</p>
+<p>&bdquo;Nee! Je kunt hier niet blijven staan,&rdquo; herhaalde
+hij.</p>
+<p>&bdquo;Maar waar moet ik dan heen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Terug naar je dorp. Je woonplaats. In ieder geval&mdash;je
+moet doorloopen. Je stremt het verkeer.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wat voor verkeer?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hier op den weg.<span class="corr" id="xd20e4092" title=
+"Niet in bron">&rdquo;</span></p>
+<p>&bdquo;Maar waar leidt die dan heen? waar komt ie vandaan? wat
+beteekent dit toch allemaal? ze staan allemaal om me heen. Wat willen
+ze toch? wat gaan ze doen? Ik wil het weten. Ik heb genoeg van krijt
+bikken en alleen zijn. Wat doen zij voor mij terwijl ik krijt hak? Nu
+ik toch hier ben, zou ik graag hebben dat &rsquo;t me n&ugrave;
+uitgelegd werd.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja hoor is, maar wij zijn hier niet om dergelijke dingen uit
+te leggen. Ik moet je verzoeken door te loopen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar weet je &rsquo;t dan niet?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Doorloopen, &aacute;ls je blieft...... Ik zou je raden om
+maar te maken dat je thuis komt. We hebben nog geen speciale
+instructies ontvangen&mdash;maar &rsquo;t is in ieder geval tegen de
+wet... Uit den weg daar, uit den weg.&rdquo;</p>
+<p>Het trottoir aan zijn linkerkant werd heerlijk leeg, en de jonge
+Caddles begaf zich langzaam op weg. Doch nu raakte zijn tong los.</p>
+<p>&bdquo;Ik begrijp het niet,&rdquo; mompelde hij. &bdquo;Ik begrijp
+het niet.&rdquo;</p>
+<p>Hij sprak nu en dan de menigte, die steeds naast en achter hem
+voortging, met gebroken stem aan. &bdquo;Ik wist niet dat er zulke
+plaatsen als deze waren. Wat doen jelui toch allemaal voor de kost?
+waar is dit allemaal voor? Waar is dit toch allemaal voor en wat is
+mijn rol hierin?&rdquo;</p>
+<p>Hij had reeds een nieuwe mop doen geboren worden. Jonge mannen, vol
+geestigheid en boertigen luim, <span class="pagenum">[<a id="xd20e4112"
+href="#xd20e4112" name="xd20e4112">264</a>]</span>spraken elkander op
+de volgende wijzen aan: &bdquo;Hello, &rsquo;Arry, O&rsquo;cock, waar
+is dit allemaal voor? H&egrave;? Waar dient dit allemaal voor?&rdquo;
+waarop een <span class="corr" id="xd20e4114" title=
+"Bron: concureerende">concurreerende</span> varieteit van snedige
+antwoorden gegeven werd, voor het meerendeel onbeleefd. Het meest
+populaire en best geschikte voor algemeen gebruik schijnt geweest te
+zijn &bdquo;Hou je smoel,&rdquo; of een verachtelijk eruitgegooid:
+&bdquo;Stik!&rdquo;</p>
+<p>Maar er waren ook nog andere die bijna even populair waren.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">III</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Wat zocht hij toch? Hij verlangde iets dat de
+dwergen-wereld hem niet gaf, een doel, dat de dwergen-wereld hem
+belette te bereiken<span class="corr" id="xd20e4124" title=
+"Niet in bron">,</span> dat zij hem zelfs belette duidelijk te zien, en
+dat hij nooit helder zou zien. Dit was het haken van het eenzame stomme
+monster naar gezelligheid, naar zijn ras, naar de dingen die aan hem
+verwant waren, naar iets dat hij zou liefhebben en iets dat hij kon
+dienen, naar een doel dat hij kon begrijpen, en een bevel dat hij kon
+gehoorzamen. En ge weet dat dit alles in hem &bdquo;stom&rdquo; was en
+met stomme woede in hem kookte, en dat hij het, zelfs al had hij een
+broeder-reus ontmoet, niet in woorden had kunnen uitdrukken. Het eenige
+wat hij van het leven kende was de eentonige kringloop van het
+dorpsbestaan, de eenige taal die hij kende waren de onbelangrijke
+praatjes van het boerderijtje, die zelfs zijn minst reusachtige
+behoefte onbevredigd lieten. Deze reusachtige eenvoudige jongen kende
+geen geld, wist niets af van handel, niets van de ingewikkelde
+voorwendsels waarop het maatschappelijke gebouw der kleine menschjes
+gebouwd was. Hij had behoefte aan...... Hij had behoefte aan......
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e4127" href="#xd20e4127" name=
+"xd20e4127">265</a>]</span></p>
+<p>Maar waar hij ook behoefte aan had, het werd nooit bevredigd.</p>
+<p>Dien geheelen dag en den zomeravond die er op volgde, dwaalde hij
+rond, hongerig wordend, doch tot d&agrave;n toe nog onvermoeid, het
+verkeer, dat verschilde naar het karakter der straten, gadeslaand, de
+niet na te gane affairetjes van al die ontelbare wezens. Het geheel
+droeg een zeer verwarrend karakter voor hem......</p>
+<p>Ik heb hooren vertellen dat hij in Kensington een dame uit haar
+rijtuig nam, een dame in zeer chic avond-toilet, dat hij haar
+nauwkeurig bekeek, haar sleep en schouderbladen en dat hij haar er toen
+weder&mdash;een beetje achteloos&mdash;inzette met een diepen zucht.
+Doch voor de waarheid hiervan kan ik niet instaan. Een uur lang stond
+hij te kijken naar de menschen die vochten om plaatsen in de omnibussen
+aan het einde van Picadilly. Men zag hem des middags een paar minuten
+lang als een toren op Kennington Oval<a class="noteref" id=
+"xd20e4134src" href="#xd20e4134" name="xd20e4134src">2</a> staan, doch
+toen hij zag dat deze opeengepakte duizenden verdiept waren in de
+mysteri&euml;n van het cricket-spel en niet op hem letten, ging hij
+weder stenend heen.</p>
+<p>Hij kwam weder in Picadilly Circus tusschen elf en twaalf uur des
+nachts en vond daar nu een geheel ander soort van menigte. Blijkbaar
+keken allen scherp om zich heen: vol van de dingen die zij, hij begreep
+niet waarom, wilden doen en van andere dingen die zij niet konden doen.
+Zij keken naar hem op en jouwden hem uit en gingen door. De
+huurkoetsiers, met hun gierenoogen, volgden elkaar in &eacute;&eacute;n
+lange rij, langs den rand van het krioelende trottoir. Er kwamen lieden
+uit de restaurants of traden ze binnen, <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e4139" href="#xd20e4139" name="xd20e4139">266</a>]</span>ernstig,
+vol aandacht, vol waardigheid of lichtelijk en aangenaam opgewonden of
+waakzaam en scherp om zich heen kijkend&mdash;gladder dan de gladste
+kellner die hen wilde afzetten. Terwijl de kolossus daar op zijn hoek
+stond, keek hij op dit alles neer. &bdquo;Wat is toch het doel van dit
+alles?&rdquo; mompelde hij zacht en klagelijk. &bdquo;Wat is toch het
+doel van dit alles? Zij zijn allemaal zoo ernstig. Wat is er dan dat ik
+niet begrijp?&rdquo;</p>
+<p>En geen van die allen scheen te zien, zooals hij dit doen kon, de
+dronken ellende der geblankette vrouwen op den hoek, die in lompen
+gehulde ellende, die langs de goten voortsloop, de oneindige
+beuzelachtigheid van al dit gedoe. De oneindige nietigheid! Geen van
+die allen scheen ook maar in de verte de behoefte van dezen reus te
+begrijpen, de schaduw der toekomst te zien, die over hun pad
+viel......</p>
+<p>Aan den overkant gloeiden hoog in de lucht de geheimzinnige letters
+op en verdwenen weder. Zoo hij ze had kunnen lezen, zouden ze hem een
+denkbeeld hebben kunnen geven van de afmetingen der menschelijke
+belangen, zouden zij hem hebben kunnen vertellen van de fundamenteele
+behoeften en van de dingen des levens, zooals de kleine menschjes dit
+tenminste opvatten. Eerst kwam er een gloeiende T.</p>
+<p>Toen volgde er een U.</p>
+<p>T U.</p>
+<p>Toen P.</p>
+<p>T U P.</p>
+<p>Totdat er eindelijk in zijn geheel tegen de lucht de blijde mare te
+lezen stond voor allen die den last van &rsquo;s levens ernst
+voelden:</p>
+<p class="xd20e91">TUPPER&rsquo;s VERSTERKENDE WIJN TOT<br>
+HERSTEL VAN KRACHTEN. <span class="pagenum">[<a id="xd20e4160" href=
+"#xd20e4160" name="xd20e4160">267</a>]</span></p>
+<p>Klik! en het was weder verdwenen in het duister, om op dezelfde
+langzame wijze gevolgd te worden door een tweede algemeene
+behoefte:</p>
+<p class="xd20e91">SCHOONHEID&rsquo;s ZEEP.</p>
+<p>Let wel, het was geen gewone zeep om schoon te maken, maar iets, wat
+men noemt &bdquo;ideaal&rdquo;; en vervolgens om den drievoet van het
+kleine leventje volledig te maken:</p>
+<p class="xd20e91">YANKER&rsquo;s GELE PILLEN.</p>
+<p>Hierna zat er niets anders op dan dat Tupper weder zou verschijnen,
+in gloeiende purperen letters; klik, klik, schoten ze over het
+duister:</p>
+<p class="xd20e91">T U P P............</p>
+<p>Kort na middernacht schijnt de jonge Caddles aan de lommerrijke rust
+van het Regent&rsquo;s Park gekomen te zijn; hij moet over het hek
+gestapt zijn en zich neergelegd hebben over een met gras begroeide
+helling dicht bij de plaats waar men &rsquo;s winters schaatst en daar
+sliep hij een uur lang. Tegen zes uur in den morgen zag men hem praten
+tegen een beslijkte vrouw, die hij slapende gevonden had in een greppel
+bij Hampstead Heath, en hij vroeg haar zeer ernstig waar zij voor dacht
+op de wereld te zijn......</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">IV.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Het omdwalen van Caddles door Londen liep den tweeden
+dag in den morgen plotseling ten einde. Want toen werd zijn honger hem
+de baas. Hij bleef aarzelend staan bij een kar waarin warme, lekker
+riekende brooden gegooid werden, en toen knielde hij <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e4180" href="#xd20e4180" name=
+"xd20e4180">268</a>]</span>snel neder en begon te rooven. Hij ledigde
+de kar terwijl de bakkersknecht de politie ging halen en toen kwam zijn
+groote hand den winkel binnen en veegde den toonbank en de kisten
+ledig. Toen ging hij met een armvol brooden, al etend heen, uitziend
+naar een tweeden winkel om zijn maal voort te zetten.</p>
+<p>Toevallig was het een tijd, waarin het werk schaars en het voedsel
+duur was, en in dat stadsgedeelte sympathiseerde de menigte zelfs met
+een reus, al nam hij ook het voedsel dat zij begeerden. Zij juichten
+hem toe toen hij aan het tweede gedeelte van zijn maal begon, en
+lachten om zijn domme gebaar tegen den politie-agent.</p>
+<p>&bdquo;Ik had honger&rdquo;, zeide hij, met zijn mond vol.</p>
+<p>&bdquo;Brayvo!&rdquo; riep de menigte. &bdquo;Goed soo!&rdquo;</p>
+<p>Toen hij nu aan een derden bakkerswinkel beginnen wilde, werd hij
+tegengehouden door een half dozijn politie-agenten die zijne schenen
+met wapenstokken bewerkten. &bdquo;Kijk es hier, reusje, jij gaat met
+mij mee&rdquo;, zeide de hoofdagent. &bdquo;Je m&acirc;g zoover niet
+van huis. En nou ga je met mijn mee naar huis!&rdquo; Zij deden hun
+uiterste best hem te arresteeren. Men had toen nog geen plan hem te
+dooden. &bdquo;Hij heeft niets met het complot te maken,&rdquo; had
+Caterham gezegd. &bdquo;Ik wil mijn handen niet met onschuldig bloed
+bezoedelen.&rdquo; En hij voegde erbij:&mdash;&bdquo;v&oacute;&oacute;r
+we alles beproefd hebben.&rdquo;</p>
+<p>Eerst begreep Caddles niet wat deze attenties te beduiden hadden.
+To&egrave;n hij het begreep, zei hij den agenten zich niet als zotten
+aan te stellen, en ging er van door met groote passen, en liet hen
+allen achter zich. De bakkerswinkels bevonden zich in Harrow Road en
+hij liep dwars door Londen naar St. John&rsquo;s Wood en ging daar in
+een privaten tuin zitten om zijn tanden te stoken, en hier werd hij
+zeer <span class="pagenum">[<a id="xd20e4192" href="#xd20e4192" name=
+"xd20e4192">269</a>]</span>spoedig weder aangevallen door een nieuwen
+troep agenten.</p>
+<p>&bdquo;La&rsquo; me met rust, hoor,&rdquo; gromde hij, en liep log
+door de tuinen&mdash;bedierf verscheidene gazons en trapte een paar
+schuttingen omver, terwijl de rappe politie-agentjes hem volgden,
+enkelen door de tuinen, anderen langs den weg aan den voorkant der
+huizen. Er waren er hier ook een paar met geweren, doch zij maakten er
+geen gebruik van. Toen hij in den Edgeware-Road uitkwam, was er een
+andere stemming onder de menigte, en een bereden agent reed over zijn
+voet. Het gevolg was dat het mannetje omver werd gekijld voor zijn
+dienstijver.</p>
+<p>&bdquo;La&rsquo; me met rust,&rdquo; zei Caddles, zich naar de
+ademlooze menigte keerend. &bdquo;Ik heb je niks in den weg
+gelegd.&rdquo;</p>
+<p>Hij was toen ongewapend, want hij had zijn krijthouweel in
+Regent&rsquo;s Park achtergelaten. Doch de arme drommel schijnt nu
+gevoeld te hebben dat hij een wapen noodig had. Hij liep terug naar het
+Goederen-emplacement der Great Western Spoorweg-Maatschappij, rukte den
+paal van een groot booglicht uit den grond, die een geweldigen knots in
+zijn hand vormde, en schouderde hem. En toen hij bevond dat de politie
+hem nog maar steeds bleef nazetten en kwellen, liep hij terug, door den
+Edgware Road, naar Cricklewood, en ging droevig gestemd
+noordwaarts.</p>
+<p>Hij zwierf tot bij Waltham en keerde zich toen weder westwaarts, en
+zoo weder naar Londen en langs de begraafplaatsen en over den heuvel
+bij Highgate. En zoo kwam hij tegen den middag weder in het gezicht der
+enorme stad. Hij ging aan den kant van den weg in een tuin zitten met
+zijn rug tegen een huis aan, dat op Londen uitzag. Hij was buiten adem
+en zijn gelaat stond dreigend, en nu verdrongen <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e4202" href="#xd20e4202" name=
+"xd20e4202">270</a>]</span>de menschen zich niet langer om hem zooals
+de eerste maal, toen hij in Londen kwam, doch loerden naar hem vanuit
+een tuin daarnaast, en gluurden vanuit veilige schuilplaatsen. Men wist
+nu dat de zaak er ernstiger uitzag dan men eerst gedacht had.</p>
+<p>&bdquo;Waarom kunnen ze me niet met rust laten?&rdquo; gromde de
+jonge Caddles. &bdquo;Ik mo&egrave;t eten. Waarom late&rsquo; ze me
+niet met rust?&rdquo;</p>
+<p>Hij zat daar met een gezicht, dat steeds donkerder werd, bijtend op
+zijn knokkels en op Londen neerziend. Al de vermoeidheid, de kwelling,
+de verwarring en de onmachtige woede die hij op zijne zwerftochten
+gevoeld had, bereikten nu hun toppunt. &bdquo;Wat willen ze
+toch?&rdquo; fluisterde hij. &bdquo;Wat willen ze toch? En ze willen me
+niet met rust laten.&rdquo; En telkens herhaalde hij weder bij zich
+zelven: &bdquo;wat willen ze toch?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Bah, dat kleine volkje!&rdquo;</p>
+<p>Hij beet harder op zijn vingers en zijn gezicht werd nog dreigender.
+&bdquo;Krijt voor hen bikken,&rdquo; fluisterde hij. &bdquo;En de heele
+wereld hoort an ze! Ik heb nergens deel aan&mdash;nergens.&rdquo;</p>
+<p>Plotseling zag hij met een aanval van we&euml;e woede de hem nu
+reeds zoo goed bekende gestalte van een agent schrijlings op den
+tuinmuur zitten.</p>
+<p>&bdquo;La&rsquo; me met rust,&rdquo; gromde de reus.
+&bdquo;La&rsquo; me met rust.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik moet m&rsquo;n plicht doen,&rdquo; zei het agentje, met
+een bleek, doch vastbesloten gezicht.</p>
+<p>&bdquo;La&rsquo; me met rust, hoor! Ik moet net zoo goed leven as
+jij ook. Ik moet denken. Ik moet eten. La&rsquo; me met
+rust!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;De wet is eenmaal niet anders,&rdquo; zei het agentje,
+blijvend waar hij was. &bdquo;Wij hebben de wet niet gemaakt.&rdquo;
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e4223" href="#xd20e4223" name=
+"xd20e4223">271</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Ik ook niet,&rdquo; zei de jonge Caddles. &bdquo;Jelui kleine
+menschjes hebben dat allemaal gemaakt v&oacute;&oacute;r ik geboren
+werd. Jelui met je wet! Wat ik mag doen en wat niet! Geen eten voor me
+of ik moet er voor werken als een slaaf, geen rust, geen onderkomen,
+niks, en jij zoudt me willen vertellen&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Daar heb ik allemaal niks mee te maken,&rdquo; zei de agent.
+&bdquo;Ik kan daar niet over praten. &rsquo;t Eenige wat ik te doen
+heb, is de wet te voltrekken.&rdquo; En hij stak zijn tweede been over
+den muur en scheen van plan te zijn naar beneden te komen. Achter hem
+werden nog meer agenten zichtbaar.</p>
+<p>&bdquo;Denk erom&mdash;tegen jou heb ik niks,&rdquo; zei de jonge
+Caddles, zijn reusachtige knots omknellend, met bleek gelaat, en een
+slappen vinger naar den agent uitstekend. &bdquo;Tegen jou heb ik niks,
+maar dit zeg ik je, je l&aacute;&aacute;t me met rust.&rdquo;</p>
+<p>De agent trachtte kalm te doen, alsof er niets buitengewoons
+voorviel, terwijl hij de reusachtige tragedie toch voor zijne oogen
+had. &bdquo;Geef mij de proclamatie,&rdquo; zei hij tot een ander die
+onzichtbaar was, en een klein wit papier werd hem aangegeven.</p>
+<p>&bdquo;La&rsquo; me met rust,&rdquo; zei Caddles, dreigend naar hem
+kijkend, en zijn spieren spanden zich.</p>
+<p>&bdquo;Dit papier wil zooveel zeggen als &bdquo;ga naar
+&rsquo;uis,&rdquo; zei de agent, v&oacute;&oacute;r hij begon te lezen.
+&bdquo;Ga naar &rsquo;uis naar je krijtgroef. En als je dat niet wil,
+dan zul je d&rsquo;r de last van motte drage!&rdquo;</p>
+<p>Caddles gromde iets onverstaanbaars.</p>
+<p>En toen de proclamatie hem voorgelezen was, gaf de agent een teeken.
+Vier mannen met geweren werden nu zichtbaar en stelden zich met
+voorgewende kalmte op langs den muur. Ze droegen den uniform der
+ratten-politie. Toen hij de geweren zag, werd de jonge Caddles
+plotseling woedend. Hij herinnerde zich <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e4241" href="#xd20e4241" name="xd20e4241">272</a>]</span>de
+pijnlijke steken die de geweren der Wreckstone boeren hem veroorzaakt
+hadden. &bdquo;Wil je die op me afschieten?&rdquo; zei hij, ernaar
+wijzend, en het leek den agent, dat hij bang was.</p>
+<p>&bdquo;Als je niet naar je groef terugwilt&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Het volgend oogenblik had de agent zich laten terugglijden van den
+muur en van zestig voet boven hem kwam de electrische-booglamp-paal
+neerschieten met doodelijke juistheid. Pang, pang, pang, knalden de
+zware geweren, en krak! de versplinterde muur, de grond, en de
+ondergrond van den tuin vloog in het rond. Er kwam iets meevliegen dat
+roode droppels op de handen van een der schutters achterliet. De
+schutters zochten, zich bukkend, een goed heenkomen en keerden zich
+dapper om, om nogmaals te vuren. Doch Caddles, die reeds tweemaal door
+het lichaam geschoten was, had zich met een ruk omgekeerd om te zien
+wie hem zoo ernstig in den rug geraakt had. Pang, pang! Hij zag huizen
+en serres en tuinen om zich heen draaien, en menschen die zich
+verschrikt van de ramen terugtrokken, alles draaide en wankelde
+geheimzinnig en vreeselijk om hem heen. Hij deed drie wankelende
+schreden voorwaarts, hief zijn reusachtige knods op, liet hem toen
+vallen, en drukte zijn hand tegen de borst. De pijn stak hem en deed
+hem ineenkrimpen. Wat was dat, dat daar zoo warm en kleverig op zijn
+hand lekte?...</p>
+<p>Een man die uit een slaapkamerraam gluurde, zag zijn gezicht, zag
+hem neerkijken, met weenende verslagenheid, toen hij het bloed op zijn
+hand zag en toen knikten zijne knie&euml;n onder hem en hij viel met
+een smak ter aarde, de eerste der reuzen-netels die in Caterham&rsquo;s
+vastbesloten klauwen terechtkwamen, en de allerlaatste die hij gedacht
+had dat in zijn handen zou vallen. <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e4249" href="#xd20e4249" name="xd20e4249">273</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div class="footnotes">
+<hr class="fnsep">
+<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id=
+"xd20e4020" href="#xd20e4020src" name="xd20e4020">1</a></span> Anders
+dan hier te lande worden de nieuwsbladen, onmiddellijk nadat zij
+uitgegeven zijn, rondgevent op straat door jongens, die tevens groote
+reclame-biljetten bij zich hebben, waarop het meest sensationeele van
+den dag te lezen staat.</p>
+<p class="footnote"><span class="label"><a class="noteref" id=
+"xd20e4134" href="#xd20e4134src" name="xd20e4134">2</a></span>
+Kennington Oval: het bekende cricket-veld bij Londen.</p>
+</div>
+</div>
+<div id="ch3.4" class="div1"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h2 class="label">Hoofdstuk IV.</h2>
+<h2 class="main">Redwood&rsquo;s Twee Dagen.</h2>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">I.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Zoodra Caterham het oogenblik om den netel aan te
+vatten gekomen wist, nam hij de uitvoering der wet in eigen handen en
+zond lieden uit om Cossar en Redwood te arresteeren.</p>
+<p>Met Redwood ging dit gemakkelijk genoeg. Hij had een operatie in de
+zijde ondergaan en de doktoren hadden alle verontrustende tijdingen
+voor hem verborgen gehouden, totdat hij aan de betere hand zou zijn. En
+nu was hij zoover. Hij was juist opgestaan, en zat in een verwarmd
+vertrek, met een berg couranten om zich heen, voor het eerst lezend van
+de agitatie die aan Caterham het land in handen gespeeld had, en van al
+de moeilijkheden die zich boven de hoofden van zijn zoon en de prinses
+samenpakten. Het was &rsquo;s morgens op den dag dat de jonge Caddles
+stierf en waarop de politieagent den jongen Redwood trachtte te
+weerhouden van zijn tocht naar de Prinses. De laatste bladen die
+Redwood had, stipten deze dingen slechts vaag aan. Hij las deze eerste
+afschaduwingen van tegenspoed nog eens over met een zinkend hart, en
+las er steeds meer de schaduw des doods uit; hij las voort om zijn
+geest bezig te houden tot er verder nieuws zoude komen. Toen de
+politiebeambten <span class="pagenum">[<a id="xd20e4262" href=
+"#xd20e4262" name="xd20e4262">274</a>]</span>den knecht de kamer in
+volgden, keek hij verlangend op.</p>
+<p>&bdquo;Ik dacht dat je me een avondblad bracht,&rdquo; zei hij.</p>
+<p>Toen stond hij op, en zei met een plotselinge verandering van
+houding: &bdquo;Wat heeft dit te beteekenen?....&rdquo;</p>
+<p>Hiern&agrave; bereikte Redwood geen tijding van iets gedurende twee
+dagen.</p>
+<p>Men was met een rijtuig gekomen om hem mede te nemen, doch toen het
+bleek dat hij ziek was, besloot men hem nog een dag of zoo te laten
+waar hij was, tot hij veilig kon vervoerd worden, en de politie bezette
+zijn huis en veranderde het in een tijdelijke gevangenis. Het was
+hetzelfde huis waarin de Reus Redwood geboren was, en waarin
+Herakleophorbia voor de eerste maal aan een menschelijk wezen gegeven
+was, en Redwood was nu al gedurende acht jaar weduwnaar en woonde daar
+alleen.</p>
+<p>Hij was nu metaal-grijs, met een klein puntbaardje, en met nog
+altijd levendige bruine oogen. Hij was tenger en had een zachte stem,
+zooals hij altijd gehad had, doch zijne trekken hadden nu die niet te
+beschrijven uitdrukking welke ontstaat door het peinzen over groote
+dingen. Het leek den beambte die hem kwam arresteeren, toe, dat zijn
+voorkomen een indrukwekkend contrast vormde met de kolossaalheid zijner
+vergrijpen. &bdquo;Deze vent,&rdquo; zei de hoofdagent tot zijn
+ondergeschikte, &bdquo;heeft zijn uiterste best gedaan om alles in de
+war te schoppen, en hij heeft een gezicht als een kalm landedelman; en
+daar heb je nou Rechter Hangbrow, die de zaken in orde houdt voor
+iedereen, en die heeft een kop als een varken. En dan hun manier van
+optreden! De &eacute;&eacute;n een en al vriendelijkheid en de ander
+niks dan grommen en brommen. &rsquo;k Wil dus alleen maar zeggen dat je
+niet op iemand z&rsquo;n uiterlijk kunt afgaan.&rdquo; <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e4274" href="#xd20e4274" name=
+"xd20e4274">275</a>]</span></p>
+<p>Doch dezen lof van Redwood&rsquo;s minzaamheid werd al heel gauw den
+bodem ingeslagen. De agenten vonden hem lastig in het begin, tot zij
+hem aan zijn verstand gebracht hadden dat het nutteloos was, vragen te
+doen of om couranten te vragen. Zij stelden een onderzoek in, in zijn
+studeerkamer, en namen zelfs de couranten mede die hij h&agrave;d.
+Redwood&rsquo;s stem was luid en vol protest. &bdquo;Maar begrijp jelui
+dan niet,&rdquo; zei hij telkens weer, &bdquo;dat het mijn zoon is,
+mijn eenige zoon, die in moeilijkheid zit. Om het Voedsel geef ik
+niets, maar mijn zoon.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik wou waarachtig dat ik u iets kon mededeelen,
+mijnheer,&rdquo; zei de agent. &bdquo;Maar onze orders zijn
+strict.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En wie heeft je die orders gegeven?&rdquo; riep Redwood
+uit.</p>
+<p>&bdquo;Ah, ja, ziet u, meneer&mdash;&rdquo; zei de agent, naar de
+deur gaand...</p>
+<p>&bdquo;Hij loopt z&rsquo;n kamer op en neer,&rdquo; zei de tweede
+agent, toen zijn superieur naar beneden kwam.</p>
+<p>&bdquo;Goed zoo, dan zal hij &rsquo;t er wel wat
+uitloopen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik mag &rsquo;t lijjen,&rdquo; zei de hoofdagent, &bdquo;van
+di&egrave; kant heb ik &rsquo;t nog niet bekeken, zie je, maar die
+Reus, die met de Prinses verkeert, weet je, is zijn
+z&oacute;&oacute;n.&rdquo;</p>
+<p>De twee keken elkaar aan en toen den derden agent.</p>
+<p>&bdquo;Ja, dan is &rsquo;t wel wat hard voor hem,&rdquo; zei de
+derde agent.</p>
+<p>Het bleek dat Redwood nog niet ten volle begrepen had, dat er een
+ijzeren gordijn gevallen was tusschen hem en de buitenwereld. Zij
+hoorden hem naar de deur gaan, aan den knop draaien en aan het slot
+rammelen, en vervolgens de stem van den agent, die op den overloop
+geplaatst was, en die hem beduidde dat dit alles hem niets hielp.
+Daarna hoorden zij hem aan de vensters, en zagen de agenten buiten
+opkijken. <span class="pagenum">[<a id="xd20e4296" href="#xd20e4296"
+name="xd20e4296">276</a>]</span>&bdquo;Neen, u kunt er langs
+di&egrave;n kant evenmin uit,&rdquo; zei de tweede agent. Toen begon
+Redwood uit alle macht te bellen. De inspecteur ging naar boven en
+legde hem met veel geduld uit, dat het hem niets gaf of hij al belde,
+en dat als hij er n&ugrave; voor niets op drukte, men er wel eens niet
+naar kon luisteren, als hij w&egrave;rkelijk iets noodig had. &bdquo;We
+willen u graag in &rsquo;t redelijke geven wat we kunnen,
+meneer,&rdquo; zei hij, &bdquo;maar als u op het knopje drukt,
+eenvoudig om te protesteeren, dan zullen we &rsquo;em moeten
+uitschakelen.&rdquo;</p>
+<p>Het laatste woord dat de inspecteur hoorde was een luid: &bdquo;maar
+u kondt me toch in ieder geval wel vertellen of mijn
+zoon&mdash;&rdquo;</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">II.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Hierna bracht Redwood een groot gedeelte van zijn tijd
+aan de vensters door.</p>
+<p>Doch de vensters lieten hem heel weinig zien van den gang der zaken
+buiten. Het was altijd al een stille straat geweest en dien dag was zij
+buitengewoon stil. Men zag er bijna geen enkel huurrijtuig, en dien
+geheelen morgen ging er bijna niets anders voorbij dan een
+winkeliers-karretje nu en dan. Af en toe gingen er menschen
+voorbij&mdash;zonder dat er iets bijzonders aan hen te zien
+was,&mdash;nu en dan een troepje kinderen, een kindermeisje en een
+vrouw die ging winkelen, en zoo voort. Ze kwamen de straat af links of
+rechts, met een tergenden schijn van onverschilligheid voor alles wat
+grooter en ruimer van zin was dan zijzelven, zij kregen het door de
+politie bewaakte huis met verbazing in het oog en verwijderden zich in
+tegenovergestelde richting, waar de groote ranken van een reuzen
+hydrangea over de straat hingen, en keken dan nog eens om en wezen....
+Nu <span class="pagenum">[<a id="xd20e4307" href="#xd20e4307" name=
+"xd20e4307">277</a>]</span>en dan ging er een man naar een van de
+agenten toe om dezen iets te vragen en kreeg dan een kort
+antwoord...</p>
+<p>Aan den overkant schenen de huizen uitgestorven te zijn. Eenmaal
+verscheen er een werkmeisje aan een slaapkamerraam en bleef een
+tijdlang nieuwsgierig staan kijken, en het viel Redwood in, haar
+teekens te geven. Een poosje bleef zij naar deze gebaren kijken alsof
+zij haar interesseerden en maakte op haar beurt eenige gebaren terug,
+toen keek ze plotseling over haar schouder en ging heen. Een oude man
+kwam Nummer 37 uitstrompelen, de stoep af en ging zonder op te kijken
+de straat af. Het eenige wat er gedurende tien minuten in de straat te
+zien was, was een kat... En met dergelijke onbelangrijke gebeurtenisjes
+rekte zich die oneindige en toch zoo gewichtige morgen.</p>
+<p>Tegen twaalf uur begonnen de courantenjongens in de straat daar
+dichtbij te schreeuwen; doch ook dit verstomde. T&egrave;gen hunne
+gewoonte kwamen zij niet door Redwood&rsquo;s straat en hij begon te
+vermoeden dat de politie het einde der straat had afgezet. Hij trachtte
+het raam op te schuiven, doch dit haalde hem onmiddellijk een agent op
+den hals.</p>
+<p>De klok der naburige kerk sloeg twaalf, en na een zee van
+tijd&mdash;&eacute;&eacute;n uur.</p>
+<p>Het was alsof ze hem wilden voor den gek houden met hem een lunch
+voor te zetten.</p>
+<p>Hij at een stukje en strooide het voedsel wat rond opdat ze het maar
+weg zouden nemen, dronk nog al wat whiskey, nam een stoel en ging weder
+voor het venster zitten. De minuten rekten zich uit tot grijze
+oneindigheden, en een tijdlang sliep hij...</p>
+<p>Hij werd wakker met een vagen indruk van verwijderde ontploffingen.
+Hij nam een trillen der vensterruiten <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e4321" href="#xd20e4321" name="xd20e4321">278</a>]</span>waar als
+bij een aardbeving; dit duurde een minuut of zoo en hield weder op.
+Toen, na een tijdje stilte, herhaalde het zich nogmaals... Toen hield
+het weder op. Hij dacht dat het eenvoudig het voorbijgaan van het een
+of ander zware voertuig in de hoofdstraat zou zijn. Wat zou het anders
+kunnen wezen?...</p>
+<p>Na eenigen tijd begon hij het te betwijfelen of hij dit geluid wel
+gehoord had.</p>
+<p>Hij hield eindelooze redeneeringen met zichzelf.</p>
+<p>Waarom hadden ze hem eigenlijk gevangen genomen? Caterham was pas
+twee dagen &aacute;&aacute;n&mdash;juist lang genoeg&mdash;om zijn koe
+bij de horens te grijpen! Zijn koe bij de horens te grijpen! Zijn
+Reuzen Netel! Toen dit refrein hem eenmaal in zijn hoofd zat, kon hij
+het niet weder kwijtraken. Wat kon Caterham eigenlijk doen? Hij was een
+godsdienstig man. Hierdoor kon hij niet zonder geldige redenen geweld
+gebruiken.</p>
+<p>Zijn Netel uitrukken! Misschien dat ze de Prinses zouden gevangen
+nemen en haar buitenslands sturen. Dan konden moeilijkheden volgen met
+zijn zoon. En in d&agrave;t geval&mdash;! Maar waarom was
+hijz&egrave;lf gearresteerd? Waarom was het noodzakelijk hem omtrent
+een dergelijk iets onwetend te laten? Het leek wel alsof er&mdash;iets
+meer&mdash;iets gewichtigs achterzat.</p>
+<p>Misschien dat ze &agrave;l de reuzen wilden oppakken! Allemaal
+tegelijk. Daar was al op gedoeld in de verkiezingstoespraken. En
+dan?</p>
+<p>Zonder twijfel hadden ze Cossar ook al opgepakt.</p>
+<p>Caterham was een godsdienstig man. D&agrave;&agrave;r hield Redwood
+zich aan vast. Het was of de achtergrond van zijn brein een zwart
+gordijn was, en op dit gordijn verscheen en verdween telkens weder een
+woord&mdash;een woord, geschreven in vurige letters. Hij vocht
+voortdurend om het woord niet te zien. Het was alsof <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e4338" href="#xd20e4338" name=
+"xd20e4338">279</a>]</span>het telkens begon op het voorhangsel te
+komen en niet voleindigd werd.</p>
+<p>Eindelijk zag hij het onder de oogen. &bdquo;Slachting!&rdquo; Daar
+stond het woord in zijn volle bruutheid.</p>
+<p>Neen! Neen! Neen! Dat was onmogelijk! Caterham was een man met
+godsdienstige principes, een beschaafd man. En bovendien het k&ograve;n
+toch niet, dat het werk van al deze jaren, dat al deze hoop met
+&eacute;&eacute;n slag vernietigd werd!</p>
+<p>Redwood sprong op, en liep de kamer op en ne&ecirc;r. Hij praatte in
+zichzelf; hij riep luide: &bdquo;Neen!&rdquo;</p>
+<p>Z&oacute;&oacute; krankzinnig zou de menschheid toch zeker niet
+zijn&mdash;&rsquo;t k&ograve;n niet! Het was onmogelijk, het was niet
+te gelooven, het k&ograve;n niet. Wat voor nut kon het hebben de
+menschen-reuzen te dooden, waar de tijd van het reusachtige in al de
+lager-staande dingen nu onherroepelijk aangebroken was?
+Z&oacute;&oacute; krankzinnig k&ograve;nden ze niet zijn.</p>
+<p>&bdquo;Ik moet dit uit mijn hoofd zetten,&rdquo; zei hij luid,
+&bdquo;ik moet dit denkbeeld absoluut uit mijn hoofd zetten!&rdquo;</p>
+<p>Hij zweeg plotseling. Wat was dat?</p>
+<p>Nu was hij er toch zeker van dat de ruiten gerateld hadden. Hij ging
+naar het venster om in de straat te kijken. Aan den overkant z&agrave;g
+hij de onmiddellijke bevestiging van wat zijne ooren gehoord hadden.
+Voor een slaapkamerraam, op nummer 35 stond een vrouw, met een handdoek
+in de hand, en aan het venster van de eetzaal van nummer 37 zag hij een
+man staan achter een groote vaas overvoed venus-haar, en beiden keken
+ongerust en nieuwsgierig naar boven. Hij zag nu maar al te duidelijk
+dat de agenten op straat het ook gehoord hadden. Het kwam dus niet
+voort uit zijne verbeelding.</p>
+<p>Hij wendde zich om naar de duisterwordende kamer. <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e4357" href="#xd20e4357" name=
+"xd20e4357">280</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Kanonnen,&rdquo; zei hij.</p>
+<p>Hij bleef staan peinzen.</p>
+<p>&bdquo;Kanonnen?&rdquo;</p>
+<p>Men bracht hem sterke thee, zooals hij die gewoon was te drinken.
+Blijkbaar had men zijn huishoudster hierin geraadpleegd. Nadat hij zijn
+thee had uitgedronken was hij te rusteloos om nog langer aan het
+venster te zitten, en hij liep de kamer op en neer. Hij begon
+langzamerhand geregelder te denken.</p>
+<p>Deze kamer was al vierentwintig jaar zijn studeerkamer geweest. Zij
+was gemeubeld bij zijn trouwen, en al de zwaardere meubels dateerden
+van dien tijd, de groote dubbele schrijftafel, de draai-stoel, de
+luie-stoel bij het vuur, de draaiende boekenstander, de vaste rij
+genummerde vakjes die de nis aan het eind van het vertrek vulden. Het
+kleurige Turksche tapijt, de kleeden uit den lateren tijd van
+Victoria&rsquo;s regeering, en gordijnen die nu verschoten waren tot
+een mooie waardige kleurschakeering, en het roode en gele koper blonk
+prachtig v&oacute;&oacute;r den gloed van het vuur. Electrische lampjes
+hadden de plaats ingenomen van de petroleum-lamp van vroeger dagen; dit
+was de voornaamste verandering, die het oorspronkelijke meubilair
+ondergaan had. Doch tusschen al deze dingen had zijn omgaan met het
+Voedsel allerlei sporen achtergelaten. Langs den eenen wand, boven den
+dado, was een drukke groepeering van foto&rsquo;s en photogravures in
+lijsten, die zijn eigen zoon en Cossar&rsquo;s zonen en andere
+Bomvoedsel-kinderen voorstelden op verschillende leeftijden en temidden
+van verschillende omgevingen. Zelfs het peinzende gezicht van den
+jongen Caddles kon men weervinden in deze verzameling. In den hoek
+stond een bosje reusachtige grashalmen uit een weide bij
+Cheasing-Eyebright, en op de schrijftafel lagen ledige manekoppen zoo
+groot als hoeden. <span class="pagenum">[<a id="xd20e4368" href=
+"#xd20e4368" name="xd20e4368">281</a>]</span>De gordijn-roeden waren
+grasstengels. En de reusachtige schedel van het groote varken van
+Oakham hing met den snuit naar beneden als een massieve ivoren schouw,
+met een Chineesche pul in elke oogholte, boven het vuur...</p>
+<p>Redwood ging naar de foto&rsquo;s en keek in het bijzonder naar de
+foto&rsquo;s van zijn zoon.</p>
+<p>Zij riepen hem tallooze herinneringen in het geheugen terug, die hij
+haast vergeten had, uit de dagen toen het Voedsel nog pas in de
+geboorte was; hij dacht aan Bensington&rsquo;s bloode verschijning, aan
+Bensington&rsquo;s nicht Jeanne, aan Cossar en aan den nachtelijken
+arbeid op de Proef-Hoeve. Deze dingen kwamen hem nu weder erg klein en
+helder en duidelijk voor den geest, als dingen die men op een zonnigen
+dag door een verrekijker ziet. En dan was er die reusachtige
+kinderkamer, de kindertijd van den reus, de eerste pogingen om te
+spreken, en de eerste duidelijke teekenen van affectie van het
+reuzen-kind.</p>
+<p>Kanonnen?</p>
+<p>Het drong zich aan hem op, onwederstaanbaar en overweldigend, dat
+daarbuiten, ver van deze vervloekte stilte en geheimzinnigheid, zijn
+zoon en Cossar&rsquo;s zonen en al deze heerlijke eerste vruchten van
+een grootscher eeuw aan het vechten waren&mdash;op d&agrave;t oogenblik
+zelfs&mdash;aan het vechten waren om het leven! Zelfs op dat oogenblik
+was het mogelijk dat zijn zoon in de een of andere groote moeilijkheid
+zat, gewond en vermeesterd....</p>
+<p>Hij wendde zich plotseling van de foto&rsquo;s af en liep
+gesticuleerend het vertrek op en neer.</p>
+<p>&bdquo;Het k&agrave;n niet,&rdquo; riep hij uit. &bdquo;Het is
+onmogelijk. Het k&agrave;n zoo niet eindigen!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wat was dat?&rdquo;</p>
+<p>Hij bleef als verstijfd staan. <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e4387" href="#xd20e4387" name="xd20e4387">282</a>]</span></p>
+<p>Het beven der ramen was weder begonnen, en toen was er plotseling
+een doffe plof gevolgd&mdash;een ontzettende ontploffing die het
+geheele huis deed dreunen. Dat moest erg dichtbij geweest zijn. Een
+oogenblik lang leek het hem alsof iets het huis boven hem geraakt
+had&mdash;een enorme drukking waarop een gerinkel van vallend glas
+volgde en toen een stilte die eindelijk eindigde in een duidelijk
+hoorbaar geluid van dravende voeten beneden op straat.</p>
+<p>Deze voeten schudden hem uit zijne verstijving wakker. Hij wendde
+zich naar het venster en zag dat de ruiten gebarsten waren.</p>
+<p>Zijn hart klopte hevig, als voelde hij dat nu de crisis, de
+eindbeslissing en de bevrijding gekomen was. En toen viel de
+plotselinge gedachte aan de gevangenschap, die hem machteloos maakte,
+weder om hem heen als een gordijn!</p>
+<p>Buiten zag hij niets behalve dat de kleine electrische lamp aan den
+overkant niet brandde; hij hoorde niets na de eerste aanduiding van
+wilde verwarring. En hij kon niets verders gewaar worden om dit
+mysterie te verklaren of nog te vergrooten, behalve dat er een
+oogenblik later een roodachtig, heen en weer bewegende gloed in de
+lucht zichtbaar werd in het zuid-oosten. Dit licht werd telkens helder
+en verdween weder. Als het verdween twijfelde hij eraan of het eerst
+wel opgekomen was. Het was langzamerhand in de kamer gegleden met het
+schemerduister. Het werd het voornaamste feit in dien langen nacht, vol
+spanning. Soms leek het hem dat het beefde als flikkerende vlammen en
+dan weder verbeeldde hij zich dat het niets anders was dan de gewone
+reflectie der avond-lantarens. Het groeide aan en werd weder minder, al
+die uren lang, en verdween niet &eacute;&eacute;r voor het vervloeide
+in den aanbrekenden dageraad. Beteekende <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e4396" href="#xd20e4396" name=
+"xd20e4396">283</a>]</span>dit&mdash;? Wat h&agrave;d het te beduiden?
+Hij was er bijna zeker van dat het een brand was, dichtbij of
+verwijderd, doch hij kon zelfs niet zeggen of het rook was of wolken
+die langs de lucht zeilden. Doch tegen &eacute;&eacute;n uur begonnen
+er zoeklichten te flikkeren door dien rossigen schijn, die den geheelen
+nacht bleven heen en weder glijden. Dit &oacute;&oacute;k kon allerlei
+beteekenen. Wat k&ograve;n het beduiden. Wat bet&eacute;&eacute;kende
+het? Het eenige wat hij had om zijn geest bezig te houden, waren deze
+vuilgevlekte rustelooze lucht en de indruk van een geweldige
+ontploffing. Verder deed zich geen geluid vernemen, geen verder heen en
+weer gedraaf, niets dan geschreeuw dat evengoed van dronken lieden op
+een afstand kon komen....</p>
+<p>Hij draaide zijn lichten niet op; hij bleef voor zijn tochtige
+gebroken ruiten staan, en leek den agent, die telkens eens in de kamer
+kwam kijken en hem aanried om wat te gaan rusten, een kommervol, klein
+donker omlijnd mannetje toe.</p>
+<p>Den geheelen nacht bleef Redwood voor het venster staan, keek op
+naar het verwarde voorbijdrijven der wolken, en niet v&oacute;&oacute;r
+den dageraad, gaf hij aan zijne vermoeidheid toe en ging hij liggen op
+het veldbed dat men voor hem gespreid had tusschen zijn schrijftafel en
+het steeds lager vlammende vuur in den haard, onder den kop van het
+groote varken.</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">III.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Zesendertig uur lang bleef Redwood opgesloten in zijn
+kamer en afgesloten van het groote drama der Twee Dagen, waarop de
+kleine menschenkinderen, in den dageraad der grootheid, tegen de
+Kinderen van het Voedsel streden. En toen ging plotseling het ijzeren
+gordijn weder op en bevond hij zich dichtbij <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e4407" href="#xd20e4407" name=
+"xd20e4407">284</a>]</span>het centrum van den strijd. Laat in den
+middag werd hij naar het venster getrokken door het rollen van een
+huurrijtuig dat buiten stilhield. Een jonge man sprong eruit en een
+oogenblik later stond er voor hem in de kamer, een tenger gebouwde
+jonge man van misschien dertig jaren, gladgeschoren, goed gekleed en
+welgemanierd.</p>
+<p>&bdquo;Mijnheer Redwood, mijnheer,&rdquo; begon hij, &bdquo;zoudt u
+genegen zijn bij mijnheer Caterham te komen? Hij verzoekt u zeer
+dringend bij hem te komen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Verzoekt mij dringend!&rdquo;... Er kwam plotseling een vraag
+in Redwood&rsquo;s hoofd op, die hij niet kon uiten. Hij aarzelde. En
+toen vroeg hij met bevende stem: &bdquo;Wat heeft hij met mijn zoon
+gedaan?&rdquo; en wachtte ademloos op het antwoord.</p>
+<p>&bdquo;Uw zoon, mijnheer? Uw zoon maakt het goed. Ten minste dat
+vertrouwen wij.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maakt hij het goed?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hij werd gisteren gewond, mijnheer. Hebt u dat dan niet
+gehoord?&rdquo;</p>
+<p>Redwood wierp deze huichelarijen omver door te zeggen, met een stem
+waarin nu niet langer vrees, doch toorn klonk: &bdquo;U weet heel goed
+dat ik dit niet vernomen heb. U weet heel goed dat ik niets vernomen
+heb.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Mijnheer Caterham was bang, mijnheer&mdash;Het was een tijd
+van opstand. Iedereen&mdash;overrompeld. Hij arresteerde u om uwe
+veiligheid te verzekeren, Mijnheer.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hij arresteerde mij om te voorkomen, dat ik mijn zoon zou
+waarschuwen of hem raadgeven. Maar ga voort. Vertel mij wat er gebeurd
+is. Zijn uwe pogingen geslaagd? Hebt gij ze allen gedood?&rdquo;</p>
+<p>De jonge man deed een schrede in de richting van het venster en
+wendde zich toen om. <span class="pagenum">[<a id="xd20e4427" href=
+"#xd20e4427" name="xd20e4427">285</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Neen, mijnheer,&rdquo; zei hij kortaf.</p>
+<p>&bdquo;Waarvoor komt u hier?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Het is ons bewijs, mijnheer, dat wij dit gevecht niet
+begonnen zijn. Zij vonden ons&mdash;geheel onvoorbereid.</p>
+<p>&bdquo;U bedoelt?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik bedoel, mijnheer, dat de reuzen zich tot op zekere hoogte
+hebben&mdash;staande gehouden.&rdquo;</p>
+<p>Redwood zag nu alles in een ander licht. Een oogenblik leek het
+alsof eene zenuwaandoening de spieren van Redwood&rsquo;s gelaat en
+keel deed schokken. Toen uitte hij een diep &bdquo;Ah!&rdquo; En zijn
+hart sprong in hem op van vreugde. &bdquo;De reuzen hebben zich staande
+gehouden.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Er is vreeselijk gevochten&mdash;en er zijn vreeselijke
+verwoestingen aangericht. Alles komt voort uit een afgrijselijk
+misverstand... In het Noorden en in het midden van het land zijn er
+Reuzen gedood... Overal.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wordt er n&ugrave; n&ograve;g gevochten?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Neen, mijnheer. Er werd een wapenstilstand
+gevraagd.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Door hen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Neen, mijnheer. Mijnheer Caterham zond een witte vlag en
+vroeg een wapenstilstand aan. Alles komt voort uit een vreeselijk
+misverstand. Daarom wenscht hij met u te spreken, en u zijn geval voor
+te leggen. Zij staan erop, dat u als bemiddelaar zult
+optreden&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Redwood viel hem in de rede. &bdquo;Weet u ook wat er met mijn zoon
+gebeurd is,&rdquo; vroeg hij.</p>
+<p>&bdquo;Hij werd gewond!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Vertel het mij, vertel het mij!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hij en de Prinses stuitten&mdash;nog v&oacute;&oacute;r de
+beweging om het kamp der Cossar&rsquo;s&mdash;de groeve der
+Cossar&rsquo;s te Chislehurst&mdash;te omsingelen geheel uitgevoerd
+was, plotseling op een colonne infanterie toen zij door een
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e4460" href="#xd20e4460" name=
+"xd20e4460">286</a>]</span>dicht kreupelbosch van reuzen-haver kwamen
+breken... De soldaten waren den heelen dag al erg zenuwachtig geweest
+en dit veroorzaakte een paniek.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hebben ze hem doodgeschoten?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Neen, mijnheer. Zij vluchtten. De een of ander schoot in het
+wilde op hem&mdash;tegen de bevelen in.&rdquo;</p>
+<p>Redwood gaf te kennen dat hij dit niet geloofde.</p>
+<p>&bdquo;Het is zoo, mijnheer. Ik wil niet beweren dat &rsquo;t om uw
+zoon was, maar terwille van de prinses.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Juist, d&agrave;t is het.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;De twee reuzen renden schreeuwend naar het kamp. De soldaten
+liepen wild door elkaar en toen vuurde er een. Men zegt, dat ze hem
+zagen wankelen&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hu!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja, mijnheer. Maar wij weten ook dat hij niet ernstig gewond
+is.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ho&egrave; weet u dat?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hij zond bericht, mijnheer, dat hij wel was!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Aan mij?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Aan wien anders, mijnheer?&rdquo;</p>
+<p>Redwood stond bijna een minuut lang met over elkaar geslagen armen
+om dit alles te omvatten. En toen gaf de verontwaardiging hem zijn stem
+weder.</p>
+<p>&bdquo;Omdat jelui krankzinnig waren dit alles te doen, omdat jelui
+je misrekend en een stomme fout gemaakt hebt, zou je mij willen doen
+gelooven, dat jelui geen moordenaars in voorbedachten rade zijt. En
+bovendien&mdash;Hoe is het met de anderen?&rdquo;</p>
+<p>De jonge man keek hem vragend aan.</p>
+<p>&bdquo;De andere Reuzen?&rdquo;</p>
+<p>De jonge man wendde niet langer voor hem niet te begrijpen. Zijn
+stem daalde.</p>
+<p>&bdquo;Er zijn er dertien gesneuveld, mijnheer.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En nog anderen gewond?&rdquo; <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e4502" href="#xd20e4502" name="xd20e4502">287</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Ja, mijnheer.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En Caterham,&rdquo; hijgde hij, &bdquo;wil hebben, dat ik hem
+ga opzoeken!... Waar zijn de anderen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Enkelen bereikten het kamp onder het gevecht, mijnheer....
+Zij schijnen geweten te hebben dat&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Natuurlijk wisten ze dat. Als Cossar er niet geweest
+was&mdash;Is Cossar daar ook?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Jawel, mijnheer. En al de nog overgebleven reuzen bevinden
+zich daar&mdash;die welke het kamp niet konden bereiken onder het
+gevecht, zijn verdwenen, of zijn nu veilig onder de vlag der
+wapenstilstand.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dat wil dus zooveel zeggen, als dat jelui verslagen
+zijt,&rdquo; zei Redwood.</p>
+<p>&bdquo;Wij zijn ni&egrave;t verslagen, mijnheer. Neen, mijnheer.
+D&agrave;t kunt u niet zeggen. Maar uwe zonen hebben tegen de
+krijgsgebruiken gehandeld. Eenmaal gisterenavond en vandaag
+w&egrave;der. Nadat onze aanvallende colonnes zich teruggetrokken
+hadden. Vanmiddag begonnen zij Londen te bombardeeren&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dat is volkomen gewettigd!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zij vuurden bommen af, gevuld met&mdash;vergif.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Vergif?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja. Vergif. Het Voedsel&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Herakleophorbia?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja, mijnheer. Mijnheer Caterham, mijnheer&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;U zijt verslagen! Nat&uacute;&uacute;rlijk kunnen jelui
+d&aacute;&aacute;r niet tegen op. Dat is het werk van Cossar! En wat
+rest jullie nu nog? Wat geeft het of je de hemel weet wat ook begint?
+Jelui zult het inademen met het stof van de straten. Waarom zouden
+jelui nog d&oacute;&oacute;rvechten? Jawel, krijgsregelen! En nu wil
+Caterham mij zoover overduvelen dat ik hem zal helpen onderhandelen.
+Goeie God, man? Waarom zou ik meegaan naar jelui uitelkaar gespatte zak
+met wind? Hij heeft zijn kaart uitgespeeld... gemoord en de boel
+wanhopig in de <span class="pagenum">[<a id="xd20e4532" href=
+"#xd20e4532" name="xd20e4532">288</a>]</span>war gestuurd. Waarom zou
+ik n&ugrave; nog meegaan?&rdquo;</p>
+<p>De jonge man stond daar in een houding van eerbiedige
+waakzaamheid.</p>
+<p>&bdquo;Mijnheer, het is zooals ik u zei,&rdquo; viel hij Redwood in
+de rede; &bdquo;de reuzen staan er op u te zien. Zij willen geen
+anderen bemiddelaar dan u. Ik vrees dat, zoo u niet naar hen toegaat,
+er nog meer bloed zal vloeien.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Aan &uacute;w kant misschien.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;N&eacute;&eacute;n, mijnheer&mdash;aan beide zijden. De
+wereld heeft vast besloten, dat er een einde aan moet komen.&rdquo;</p>
+<p>Redwood keek zijn studeervertrek rond. Zijn oog bleef een oogenblik
+rusten op de foto van zijn zoon. Hij wendde zich om en antwoordde den
+in spanning verkeerenden jongen man:</p>
+<p>&bdquo;Ja, ik zal meegaan.&rdquo;</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">IV.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Zijn ontmoeting met Caterham was geheel anders dan hij
+verwacht had. Hij had den man slechts tweemaal in zijn leven gezien,
+eenmaal aan een diner, en eens in de corridors van het
+Parlementsgebouw, en zijn verbeeldingskracht had zich beziggehouden,
+niet met den m&agrave;n, doch met de creatie der nieuwsbladen en
+karikaturen, met den Caterham uit de legende, &bdquo;Jack de
+Reuzendooder,&rdquo; &bdquo;Perseus&rdquo; en al die andere nonsens.
+Doch nu kwam de persoonlijkheid van vleesch en bloed dit alles
+omverwerpen. Dit was niet het gelaat uit de caricaturen en
+afbeeldingen, doch het gelaat van een afgewerkt man die aan
+slapeloosheid leed, gerimpeld en lusteloos, en met geel in het wit
+zijner oogen, en een beetje verzwakt om den mond. Zeker, dit waren de
+roodbruine oogen, het zwarte haar, het gepronunceerde arends-profiel
+van <span class="pagenum">[<a id="xd20e4551" href="#xd20e4551" name=
+"xd20e4551">289</a>]</span>den grooten volksman, doch hier was eveneens
+iets dat alle v&oacute;&oacute;r-opgevatte geringschatting en rhetorica
+wegdreef. Deze man was lijdende; hij leed ac&uacute;ut; en zijne
+zenuwen waren tot het uiterste gespannen. Van het eerste oogenblik af
+aan zag hij eruit als de man die zijn rol speelt. Een oogenblik later
+zag Redwood aan een enkel gebaar, en aan een lichte beweging, dat hij
+zich met artsenijen op de been hield. Hij bracht zijn duim naar zijn
+vestzak en na nog even doorgepraat te hebben, wierp hij alle
+geheimhouding terzijde en liet het tabletje tusschen zijn lippen
+doorglijden.</p>
+<p>Bovendien, niettegenstaande zijne overspanning, niettegenstaande het
+feit dat hij ongelijk had, en een dozijn jaren jonger dan Redwood,
+voelde Redwood toch in hem die vreemde hoedanigheid, dat onverklaarbaar
+iets&mdash;men zou het bij gebrek aan een beteren naam
+&bdquo;persoonlijk magnetisme&rdquo; kunnen noemen&mdash;nog aanwezig
+hetwelk hem deze noodlottige hoogte had doen bereiken. En ook
+hi&egrave;rop had Redwood niet gerekend. Van het eerste oogenblik af
+aan, overheerschte Caterham Redwood voor zoover het den loop en de
+leiding van hun gesprek betrof. De aard van het eerste gedeelte van hun
+samenspreking, de toon en de leiding er van gingen van hem uit. En dat
+gebeurde alsof het zoo vanzelf sprak. Al Redwood&rsquo;s verwachtingen
+gingen in rook op toen hij voor hem stond. Zij hadden elkaar de hand
+gedrukt v&oacute;&oacute;r Redwood zich nog goed bewust was, dat hij
+deze familiariteit had willen afwijzen; hij gaf van het begin den toon
+van het gesprek aan, zeker en duidelijk, alsof zij samen naar middelen
+zochten om een gemeenschappeltjke ramp te bezweren.</p>
+<p><span class="ex">Als</span> hij al eens een fout beging, was het
+wanneer zijne vermoeidheid zijne aandacht een oogenblik de <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e4559" href="#xd20e4559" name=
+"xd20e4559">290</a>]</span>baas werd, en de gewoonte in het publiek te
+spreken hem me&ecirc;sleepte. Dan richtte hij zich op&mdash;gedurende
+hun geheele conferentie st&oacute;nden de beide mannen&mdash;en staarde
+hij langs Redwood heen, en begon zich te verweren en zich te
+rechtvaardigen. Eenmaal zei hij zelfs: &bdquo;Mijne heeren!&rdquo;
+Rustig uiteenzettend, begon hij te praten...</p>
+<p>Op sommige oogenblikken vergat Redwood zelfs, dat hij tegenover
+dezen man stond als ondervrager, en werd hij niets dan de toehoorder
+van een monoloog. Hij werd de begunstigde toeschouwer van een
+buitengewoon verschijnsel. Hij voelde bijna iets van een specifiek
+verschil tusschen zich zelf en dit wezen welks mooie stem als het ware
+om hem heenvloeide, al maar doorpratend. Deze geest, die zich hier voor
+hem uitte, was zoo machtig en toch tegelijk zoo klein. De naar zijn
+doel stuwende energie, het persoonlijke gewicht, het onverbeterlijke
+over het hoofd zien van zekere dingen, deden in Redwood&rsquo;s geest
+een belachelijk en vreemd beeld geboren worden. Inplaats van als een
+tegenstander, die een medemensch was, een man dien men moreel
+verantwoordelijk kon stellen, en tot wien men redelijke verzoeken kon
+richten, zag hij Caterham als iets, ja, als een monsterachtigen
+rhinoceros, als het ware een beschaafden rhinoceros, voortgekomen uit
+de wildernis van het democratische leven, een monster welks aanval en
+verdediging onwederstaanbaar en onoverwinbaar waren. In al de tegen
+elkaar indruischende woordenwisselingen van die netelige zaak was hij
+de eerste. En verder? Deze man was een wezen, bij uitnemendheid
+geschikt om zich een weg te banen door menigten van menschen. Voor hem
+bestond er geen grover fout dan zelftegenspraak, geen wetenschap
+z&oacute;&oacute; belangrijk als het verzoenen van met elkaar strijdige
+&bdquo;belangen.&rdquo; Economische <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e4563" href="#xd20e4563" name=
+"xd20e4563">291</a>]</span>werkelijkheid, topografische behoeften, de
+nauwelijks aangeraakte mijnen van wetenschappelijke hulpmiddelen
+bestonden voor hem evenmin, als spoorwegen of geweren of land- en
+volkenkunde bestaan voor den rhinoceros waarop hij in Redwood&rsquo;s
+verbeelding geleek. Wat all&eacute;&eacute;n voor hem bestond waren
+vergaderingen en kiesvereenigingen en stemmen&mdash;ja bovenal,
+st&egrave;mmen. Hij was de ge&iuml;ncarneerde
+stem&mdash;millio&egrave;nen stemmen.</p>
+<p>En nu, in deze geweldige crisis met de Reuzen, die wel geleden
+hadden, doch niet verslagen waren, praatte dit stem-monster.</p>
+<p>Het was zoo duidelijk dat hij zelfs n&ugrave; nog alles te leeren
+had. Hij wist niet dat er physieke en economische wetten waren,
+grootheden en reacties die de geheele menschheid, al stemt ze ook
+&bdquo;nemine contradicente&rdquo; niet kan weg-stemmen, en waaraan men
+alleen ten koste van algeheele vernietiging kan ongehoorzaam worden.
+Hij wist niet, dat er moreele wetten zijn, die niet verbogen kunnen
+worden door welk oogbedrog ook, of die slechts gebogen worden om met
+wrekende hevigheid terug te springen. Het werd Redwood duidelijk, dat
+deze man als hij voor schroot of den Dag des Oordeels gesteld werd,
+zich zou verschuilen achter de een of andere op eigenaardige manier
+verdraaide &bdquo;stemming van het Lagerhuis.&rdquo;</p>
+<p>Wat zijn geest zelfs op dit oogenblik het meest bezig hield, waren
+niet de machten die de sterkte ginds in het zuiden bezet hielden, niet
+nederlaag of dood, doch den indruk dien dit alles op zijne
+&bdquo;Meerderheid&rdquo; zou maken, (de eenige, groote werkelijkheid
+in zijn leven.) Hij moest de Reuzen verslaan of zelf van het politiek
+tooneel verdwijnen. Hij was nog geenszins geheel wanhopig. In dit uur
+van algeheel falen, met <span class="pagenum">[<a id="xd20e4571" href=
+"#xd20e4571" name="xd20e4571">292</a>]</span>bloed en ramp op zijn
+geweten, en de rijke belofte van nog meer vreeselijke rampen; terwijl
+de reusachtige krachten der wereld zich hoog boven hem verhieven en
+over hem heen vielen, was hij nog in staat te gelooven dat als hij zijn
+stem maar uitzette, en uitlegde en nog eens weder uitlegde, hij zijn
+macht weder zou kunnen herstellen. Zonder twijfel zat hij in de klem,
+en was hij moe en lijdend, maar als hij zich er maar bovenop kon
+houden, als hij maar kon blijven spr&egrave;ken&mdash;</p>
+<p>Terwijl hij praatte leek het Redwood toe alsof hij naar voren trad
+en zich weder terugtrok, alsof hij zich uitzette en inkromp.
+Redwood&rsquo;s aandeel in wat er gezegd werd, was van zeer
+ondergeschikt belang, en niet anders als het ware dan wiggen,
+plotseling tusschen zijn phrases geschoven.</p>
+<p>&bdquo;Onzin mijnheer.&rdquo; &bdquo;Neen.&rdquo; &bdquo;D&agrave;t
+voorstel geeft natuurlijk niets.&rdquo; &bdquo;Waarom begon u er dan
+mee?&rdquo;</p>
+<p>Het is twijfelachtig of Caterham hem wel hoorde. Caterham&rsquo;s
+rede omvloeide dergelijke onderbrekingen als een snelle stroom een
+rots. Daar stond deze wonderbare man, op zijn officieele haardkleed,
+pratend, al maar pratend met enorme kracht en vaardigheid, pratend
+alsof een oogenblik rust in zijn rede, in zijne uitleggingen, in zijn
+voorstelling van een standpunt, van overwegingen en middelen, den een
+of anderen vijandigen invloed gelegenheid zou geven zich te doen
+gelden&mdash;zich in w&oacute;&oacute;rden uit te drukken,&mdash;het
+eenige wat hij begrijpen kon. Daar stond hij temidden der lichtelijk
+verwelkte pracht van dat officieele vertrek waarin de eene man na den
+ander was ondergegaan door het geloof dat een zekere handigheid in het
+bemiddelen de beste manier was om een keizerrijk te regeeren...</p>
+<p>Hoe meer deze man praatte, hoe sterker Redwood <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e4582" href="#xd20e4582" name=
+"xd20e4582">293</a>]</span>doordrongen werd van de verbazende
+oppervlakkigheid van dezen woordenvloed. Besefte deze man wel dat,
+terwijl hij daar stond te praten, de geheele groote wereld voortleefde;
+dat het niet te keeren getij van groei al maar voortstroomde, dat er
+nog andere uren bestonden dan die welke men in het Parlement doorbracht
+met praten, en dat de hand der Wrekers van het vergoten Bloed gewapend
+was? Buiten tikte &eacute;&eacute;n enkel reuzenblad van een
+Virginische meelbloem, dat het geheele vertrek verduisterde, tegen de
+ruiten, zonder dat iemand er op lette.</p>
+<p>Redwood verlangde naar het slot van deze wondere alleenspraak, om te
+kunnen gaan naar een plaats waar hij weder gezonde rede en oordeel zou
+hooren, naar het belegerde kamp, naar de sterke vesting der toekomst,
+waar de Zonen nu bij elkaar waren, in al de glorie hunner grootheid. Om
+daarheen te kunnen gaan had hij al dit gepraat geduldig aangehoord. Hij
+kreeg het eigenaardige gevoel, dat zoo deze alleenspraak niet spoedig
+eindigde, hij er door zou me&ecirc; gesleept worden, dat hij moest
+kampen tegen den indruk dien Caterham&rsquo;s stem op hem maakte,
+zooals men kampt tegen de werking van een slaapmiddel. De feiten waren
+veranderd, en vervormden zich nog steeds onder die betoovering.</p>
+<p>Wat zei die man toch?</p>
+<p>Daar Redwood het den Kinderen van het Voedsel moest overbrengen,
+begreep hij dat het tot op zekere hoogte van belang was ernaar te
+luisteren.</p>
+<p>Hij zou beter moeten luisteren en zijn neiging om zich te laten
+afleiden door de dingen om hem heen, zoo veel mogelijk moeten
+beheerschen.</p>
+<p>Hij hoorde veel praten over &bdquo;bloedschuld.&rdquo; Dat was
+alleen maar terwille van de welsprekendheid. Dus dat kwam er minder op
+aan. En dan? <span class="pagenum">[<a id="xd20e4594" href="#xd20e4594"
+name="xd20e4594">294</a>]</span></p>
+<p>Hij stelde een verdrag voor!</p>
+<p>Hij stelde voor, dat de nog overgebleven Kinderen van het Voedsel
+zouden capituleeren en ergens afzonderlijk zouden gaan wonen en een
+eigen maatschappij vormen. De geschiedenis kon op meer dergelijke
+maatregelen wijzen. &bdquo;Wij zouden hun grondgebied kunnen
+aanwijzen&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Waar?&rdquo; viel Redwood hem in de rede, zich verwaardigend
+om te praten.</p>
+<p>Caterham greep naar de vraag als een concessie. Hij wendde zijn
+gelaat naar Redwood, en zijn stem werd overredend. Dat zou men later
+kunnen bepalen. Hij moest opmerken, dat dit een punt van ondergeschikt
+belang was. Toen ging hij voort met vaststellen: &bdquo;En behalve over
+hetgeen zij zelf behoeven op de plaats waar zij zijn, moeten wij de
+absolute beschikking hebben over het Voedsel, en al de Vruchten van het
+Voedsel moeten verdelgd worden&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Redwood bemerkte dat hij zelf ook aan het onderhandelen raakte:
+&bdquo;En de Prinses?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Die staat erbuiten.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Neen,&rdquo; zei Redwood, kampend om weder tot het oude
+standpunt terug te keeren. &bdquo;Dat is belachelijk!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Daar spreken we later nog wel over. In elk geval zijn wij het
+er over eens, dat het fabriceeren van het Voedsel moet
+ophouden&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik heb niets toegegeven. Ik heb niets
+gezegd&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar het gaat toch niet aan, op &eacute;&eacute;n planeet
+tw&eacute;&eacute; menschensoorten te hebben, een groot en een klein!
+Denk eens aan wat er gebeurd is! Bedenk dat het nog slechts een
+voorproefje is van wat er gebeuren zal als dit Voedsel ongestoord zijn
+gang gaat! Denk eens aan al wat u al over deze aarde gebracht hebt! Als
+er een ras van Reuzen moet zijn, dat steeds aangroeit en zich
+vermenigvuldigt&mdash;&rdquo; <span class="pagenum">[<a id="xd20e4616"
+href="#xd20e4616" name="xd20e4616">295</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Ik kan daar niet over gaan redeneeren,&rdquo; zei Redwood.
+&bdquo;Ik moet naar onze kinderen. Ik wil naar mijn zoon. Daarom ben ik
+naar u toe gekomen. Zeg me kort en goed wat uwe voorwaarden
+zijn.&rdquo;</p>
+<p>Caterham hield weder een redevoering over zijne voorwaarden.</p>
+<p>Den Kinderen van het Voedsel zou een groot eigen grondgebied
+afgestaan worden&mdash;misschien in Noord-Amerika of in
+Afrika&mdash;waarop zij hun leven konden leven zooals zij dit zelven
+wenschten.</p>
+<p>&bdquo;Maar dat is onzin,&rdquo; zei Redwood. &bdquo;Op dit
+oogenblik zijn er overal al Reuzen. Over geheel
+Europa&mdash;overal!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wij zouden een internationaal verdrag kunnen sluiten. Het is
+niet onmogelijk. Iets dergelijks is al besproken... Doch op dit terrein
+kunnen zij hun leven leven zooals zij dit zelven wenschen. Zij mogen
+doen wat zij willen; zij mogen maken wat zij willen. Wij zullen het
+apprecieeren, als zij allerlei dingen voor ons willen maken. Zij kunnen
+er zeer gelukkig zijn. Bedenk dit eens!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Mits er niet meerdere Kinderen komen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Juist. De Kinderen zijn voor ons. En op deze wijze, mijnheer,
+zullen wij de wereld redden, wij zullen haar geheel vrijwaren voor de
+vruchten uwer vreeselijke ontdekking. Het is nog niet te laat voor ons.
+Doch tevens willen wij gaarne deze practische noodzakelijkheid
+verzachten met wat toe te geven. Op dit oogenblik reeds zijn wij bezig
+de plaatsen waar hunne granaten gisteren insloegen, uit te branden en
+dicht te maken. We zullen het overwinnen. Geloof me, we zullen het
+onderdrukken. Doch op die wijze, zonder wreedheid, zonder
+onrechtvaardigheid&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En als de Kinderen hier eens niet in kunnen treden?&rdquo;
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e4634" href="#xd20e4634" name=
+"xd20e4634">296</a>]</span></p>
+<p>Voor de eerste maal keek Caterham Redwood recht in de oogen.</p>
+<p>&bdquo;Zij mo&egrave;ten!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik geloof niet dat zij het doen zullen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Waarom zouden zij niet toestemmen?&rdquo; vroeg Caterham, met
+warm-geschakeerde verbazing.</p>
+<p>&bdquo;En als ze het eens niet doen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wat rest ons dan nog behalve strijd? Wij m&ograve;gen het
+z&oacute;&oacute; niet voort laten gaan. Wij m&oacute;gen niet,
+mijnheer. Hebben jullie, mannen der wetenschap dan geen
+verbeeldingskracht? Hebt ge geen mededoogen? Wij kunnen onze aarde niet
+laten vertrappen door een steeds aangroeiende kudde van zulke monsters
+en door monsterachtigen plantengroei zooals uw Voedsel veroorzaakt
+heeft. Wij k&ugrave;nnen niet, en ik herhaal nog eens, wij m&oacute;gen
+het niet! Ik vraag u, mijnheer, wat rest ons dan nog dan oorlog? En
+bedenk wel&mdash;wat nu gebeurd is was nog pas een begin! Dit was een
+schermutseling. Niets anders dan een gevecht met politie. Gelooft u me,
+niets anders dan een gevecht met de politie. Laat u niet misleiden door
+perspectief, door de grootheid van deze nieuwere dingen en wezens.
+Achter ons staat de natie&mdash;staat de menschheid. Achter de
+duizenden die gevallen zijn, staan millioenen. Zoo ik niet
+teruggedeinsd was voor nog meer bloedvergieten, mijnheer, zouden zich
+achter onze eerste aanvallen, nieuwe aanvallen vormen, zelfs op dit
+oogenblik. Of wij dit Voedsel al of niet kunnen uitroeien, zonder
+eenigen twijfel kunnen wij uwe zonen dooden! U bouwt te veel op de
+dingen die gisteren gebeurd zijn, op de gebeurtenissen van een twintig
+jaren, op &eacute;&eacute;n slag. U hebt geen begrip van den langzamen
+gang der Geschiedenis. Ik stel u dit verdrag voor terwille van de
+menschenlevens, ni&egrave;t omdat het het onvermijdelijk einde kan
+afwenden. <span class="pagenum">[<a id="xd20e4647" href="#xd20e4647"
+name="xd20e4647">297</a>]</span>Zoo u denkt dat uw armelijke paar
+dozijn Reuzen de geheele kracht van ons volk en van al de met ons
+verbonden <span class="corr" id="xd20e4649" title=
+"Bron: natien">nati&euml;n</span> die ons ter hulp zullen snellen,
+kunnen weerstaan; als u denkt dat u de Menschheid kunt veranderen in
+&eacute;&eacute;n slag, in &eacute;&eacute;n enkele generatie, en den
+aard der natuur en de lichaamsbouw van den Mensch&mdash;&rdquo; Hij
+stak een arm uit. &bdquo;Ga naar hen toe, Mijnheer! N&ugrave; dadelijk!
+En zie hoe zij, om al het kwaad dat zij aangericht hebben, neerhurken
+tusschen hunne gewonden&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Hij zweeg, alsof hij toevallig een blik op Redwood&rsquo;s zoon
+geslagen had.</p>
+<p>Een tijdlang zwegen de beide mannen.</p>
+<p>&bdquo;Ga naar hen toe,&rdquo; zei hij.</p>
+<p>&bdquo;Ja, dat is juist wat ik wil<span class="corr" id="xd20e4661"
+title="Niet in bron">.</span>&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ga dan n&ugrave;...&rdquo;</p>
+<p>Hij wendde zich af, drukte op het knopje van een schel; en buiten
+klonk, als antwoord, onmiddellijk een geluid van deuren die zich
+openden en voeten die kwamen aansnellen.</p>
+<p>Het gesprek was ge&euml;indigd. De comedie was afgespeeld. En
+plotseling scheen Caterham in te krimpen, te verschrompelen tot een
+man, met een geel gezicht, uitgeput, van middelbare lengte en van
+middelbaren leeftijd. Hij deed een schrede voorwaarts, alsof hij uit de
+lijst van een schilderij trad, en met een voorwenden van die
+vriendelijkheid die loert achter al den openlijken strijd van ons ras,
+stak hij Redwood de hand toe.</p>
+<p>En alsof dit zoo van zelf sprak, drukte Redwood hem ten tweeden male
+de hand.</p>
+<div class="figure xd20e4673width"><img src="images/o137.gif" alt=
+"Ornament (kruis)" width="185" height="68"></div>
+<p><span class="pagenum">[<a id="xd20e4677" href="#xd20e4677" name=
+"xd20e4677">298</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div id="ch3.5" class="div1"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h2 class="label">Hoofdstuk V.</h2>
+<h2 class="main">De Reuzen-Legerplaats.</h2>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">I.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Eenigen tijd later zat Redwood in een trein die
+zuidwaarts over den Theems ging. Hij zag in het voorbijgaan even de
+rivier, die schitterde onder de lichten, en de rook die nog opsteeg van
+de plaats op den noordelijken oever waar de granaat neergekomen was, en
+waar een groote menigte mannen aan het werk gezet was om de
+Herakleophorbia uit den grond te branden.</p>
+<p>De zuidelijke oever was duister, en om den een of anderen reden
+waren de straten zelfs niet verlicht, en het eenige wat duidelijk
+zichtbaar was, waren de omtrekken der hooge alarm-torens en de duistere
+massa&rsquo;s van bovenverdiepingen en scholen, en na een minuut lang
+naar buiten gegluurd te hebben ging hij met den rug naar het raampje
+zitten en verzonk in gepeins. Er was niets meer te doen of te zien
+v&oacute;&oacute;r hij de zonen zag...</p>
+<p>Hij was moe van de spanning der laatste twee dagen. Het leek hem toe
+dat zijne emoties nu uitgeput moesten zijn, doch hij had zich versterkt
+met sterke koffie voor hij op weg ging en nu dacht hij weder helder.
+Hij dacht na over velerlei dingen. Hij ging nog eens na,&mdash;doch nu
+in het licht van de gebeurtenissen die voorgevallen waren&mdash;, de
+wijze <span class="pagenum">[<a id="xd20e4692" href="#xd20e4692" name=
+"xd20e4692">299</a>]</span>waarop het Voedsel het eerst in de wereld
+was gekomen en hoe het zich ontwikkeld had.</p>
+<p>&bdquo;Bensington meende, dat het een uitstekend Voedsel voor kleine
+kinderen zou zijn,&rdquo; fluisterde hij bij zich zelven, flauwtjes
+glimlachend. En toen kwam in zijn brein weder op, alsof hij nog
+onbeslist was, de pijnigende twijfel nadat hij het Voedsel aan zijn
+eigen kind gegeven had. En hierna, met een stagen, niet aarzelenden
+gang, niettegenstaande elke poging der menschen om het te bevorderen of
+het tegen te houden, had het Voedsel zich verspreid over de geheele
+menschenwereld. En nu?</p>
+<p>&bdquo;Al dooden zij hen allen,&rdquo; fluisterde Redwood,
+&bdquo;dan is de zaak t&ograve;ch geschied.&rdquo;</p>
+<p>Het geheim van het maken ervan, was nu heinde en ver bekend. Dit was
+z&igrave;jn werk geweest. Planten, dieren, een menigte ontzettend-sterk
+groeiende kinderen zouden onwederstaanbaar samenspannen om de wereld te
+dwingen toch weder tot het Voedsel terug te keeren, wat er ook uit den
+huidigen strijd mocht voortvloeien. &bdquo;De zaak is niet meer te
+veranderen,&rdquo; zei hij, terwijl zijn geest, niettegenstaande alle
+pogingen om het te verhinderen, toch weder begon na te denken over het
+tegenwoordige lot der Kinderen en dat van zijn zoon. Zou hij hen
+uitgeput vinden van de vermoeienissen van den strijd, gewond, omkomend
+van honger, op het punt verslagen te worden, of zou hij hen nog
+krachtig en vol hoop vinden, gereed voor den nog meer verwoeden strijd
+van morgen?... Zijn zoon was gewond! Doch hij had een boodschap
+gezonden!</p>
+<p>Hij begon weder te denken over zijn interview met Caterham.</p>
+<p>Hij werd uit zijne overpeinzingen opgeschrikt door het stoppen van
+den trein aan het station te Chislehurst. <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e4704" href="#xd20e4704" name="xd20e4704">300</a>]</span>Hij
+herkende de plaats aan den reusachtigen ratten-alarmtoren die op den
+top van den heuvel te Camden stond, en de rij bloeiende reuzen-klavers
+die langs den weg groeiden.</p>
+<p>Caterhams privaat-secretaris kwam naar hem toe uit het andere
+rijtuig en zei hem, dat de lijn een half uur verder opgebroken was, en
+dat het overige der reis afgelegd zou moeten worden in een auto.
+Redwood stapte uit, op het perron, dat slechts verlicht werd door een
+handlantaarn en waarover de nachtwind koel aanwoei. De stilte van deze
+verlaten, met hout begroeide, en door onkruid overdekte
+buitenwijk&mdash;want al de bewoners hadden den vorigen dag de wijk
+genomen naar Londen, zoodra de strijd een aanvang nam&mdash;was
+indrukwekkend. Zijn geleider voerde hem den trap af naar de plaats waar
+een automobiel stond te wachten met helle lantaarns aan&mdash;de eenige
+lichten die te zien waren&mdash;beval den chauffeur goed zorg voor hem
+te dragen en zei hem vaarwel.</p>
+<p>&bdquo;Zult u uw best voor ons doen?&rdquo; zei hij, zijns meesters
+wijze van optreden zoo getrouw mogelijk nabootsend, terwijl hij
+Redwood&rsquo;s hand gevat hield.</p>
+<p>Zoodra Redwood goed in het bont gestopt was, reden zij het
+nachtelijk duister in. Een oogenblik stond de auto stil en toen vloog
+hij zacht en snel het stationsplein af. Zij draaiden een hoek om en
+daarna nog een, volgden de kronkelingen van een met villa&rsquo;s
+afgezette laan en toen lag de weg voor hen. Het gesnor van den auto
+klonk al luider en luider, tot hij zijn grootste snelheid bereikt had
+en de donkere nacht vloog hen voorbij. De geheele omgeving lag zeer
+duister onder het licht der sterren uitgespreid en het gansche drukke
+leven lag daar, geheimzinnig stil, volkomen geluidloos. Er voer geen
+zuchtje door de boomen en struiken waar zij langs vlogen; de verlaten,
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e4713" href="#xd20e4713" name=
+"xd20e4713">301</a>]</span>bleek-witte villa&rsquo;s aan weerszijden,
+met hunne donkere vensters waarachter geen licht brandde, deden hem
+denken aan het geruischlooze voorbijtrekken van een processie
+skeletten. De chauffeur naast hem was een zwijgzaam man, of misschien
+dat hij zich niet tot spreken geneigd voelde door de omstandigheden van
+den tocht. Hij antwoordde op de korte vragen van Redwood met
+monosyllaben en tamelijk barsch. Langs de zuiderlucht schoten
+geruischloos zoeklichten; de eenige vreemde teekenen van leven in die
+geheele verlaten wereld, die zich overal om de voortsnellende machine
+uitstrekte.</p>
+<p>Een oogenblik later stonden er overal langs den kant van den weg
+reusachtige sleedoorn-twijgen die het erg donker maakten, en dan
+stonden er nog hoog gras en pijpkruid, reusachtige doove netels, zoo
+hoog als boomen, wier duistere silhouetten boven hunne hoofden
+voorbijschoten. Toen zij Keston voorbij waren, kwamen zij aan een
+heuvelhelling en reed de chauffeur langzamer. Toen hij den top bereikt
+had, stopte hij. De machine dreunde en zweeg. &bdquo;Daar,&rdquo; zei
+hij, en zijn groote gehandschoende hand schoof al wijzend, als een
+zwarte vormlooze massa voor Redwood&rsquo;s oogen.</p>
+<p>Hij meende in de verte de groote schans, gekroond door den gloed
+waaruit de zoeklichten schoten, tegen de lucht te zien afsteken. Deze
+stralen kwamen en gingen tusschen de wolken en het heuvelland om hen
+heen alsof zij geheimzinnige tooverformules trokken.</p>
+<p>&bdquo;Verder weet ik niet,&rdquo; zei de chauffeur eindelijk en het
+was duidelijk dat hij bang was verder te gaan.</p>
+<p>Daar schoot een zoeklicht uit de lucht naar hen neer, bleef
+plotseling, als met schrik, staan, bekeek hen nauwkeurig, een
+verblindende blik die nog eerder verscherpt dan verzacht werd door den
+stengel van het een of ander reuzen-onkruid, dat zich tusschen
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e4723" href="#xd20e4723" name=
+"xd20e4723">302</a>]</span>hen en dit licht plaatste. Zij zaten daar
+met hunne handschoenen voor de oogen, trachtende er onderdoor te
+kijken, tegen het licht in.</p>
+<p>&bdquo;Rij door,&rdquo; zei Redwood na eenigen tijd.</p>
+<p>De chauffeur aarzelde nog steeds; hij trachtte zijn aarzeling onder
+woorden te brengen, doch het eenige wat hij zeggen kon was:
+&bdquo;verder weet ik niet.&rdquo;</p>
+<p>Eindelijk waagde hij het verder te gaan. &bdquo;Nou, vooruit dan
+maar,&rdquo; zei hij, en bracht weder leven in zijn machine, zorgvuldig
+gevolgd door dat groote helle oog.</p>
+<p>Het leek Redwood geruimen tijd toe dat zij niet langer op aarde
+waren, doch in een toestand van zenuwachtigen haast door een lichtende
+wolk schoten. Tuf, tuf, tuf, tuf, ging de machine en
+telkens&mdash;gehoorzamend, ik weet niet aan welke zenuwachtige
+aandrift&mdash;liet de chauffeur zijn hoorn toeteren.</p>
+<p>Zij schoten de welkome duisternis eener met hooge schuttingen
+afgezette laan in, een vallei binnen, en zoo voorbij eenige huizen
+weder in dat verblindende licht. Toen liep de weg een tijdlang over een
+onbegroeiden heuvel, en zij schenen dreunend in de oneindige ruimte te
+hangen. Toen vertoonde zich weder reuzen-onkruid om hen heen en schoot
+langs hen. En toen stond er plotseling vlak voor hen de gestalte van
+een reus, helder blinkend waar liet zoeklicht van onderen op hem viel
+en donker afstekend tegen de lucht daarboven. &bdquo;Hallo daar!&rdquo;
+riep hij. &bdquo;Stop! verder gaat de weg niet... Is dat Vader
+Redwood?&rdquo;</p>
+<p>Redwood stond op en schreeuwde flauwtjes ten antwoord, en toen stond
+Cossar plotseling naast hem op den weg, zijne beide handen stevig
+drukkend en hem uit den auto trekkend.</p>
+<p>&bdquo;Hoe is &rsquo;t met mijn zoon?&rdquo; vroeg Redwood.</p>
+<p>&bdquo;O, goed,&rdquo; zei Cossar. &bdquo;H&egrave;m hebben ze niet
+erg geraakt.&rdquo; <span class="pagenum">[<a id="xd20e4742" href=
+"#xd20e4742" name="xd20e4742">303</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;En jouw e&igrave;gen jongens?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Goed in orde, allemaal. Maar &rsquo;t is een warm dagje
+geweest gisteren.&rdquo;</p>
+<p>De reus zei iets tot den chauffeur. Redwood ging op zij toen de auto
+omdraaide en toen verdween Cossar plotseling, alles verdween, en hij
+stond een tijd lang in absolute duisternis. Het zoeklicht volgde den
+auto weder terwijl deze terugreed naar den top van den heuvel van
+Keston. Hij zag het kleine rijtuig zich verwijderen temidden van dien
+witten stralenkrans. En het eigenaardige van de zaak was dat het net
+was alsof het voertuig zelf stilstond en de stralenkrans zich
+voortbewoog. Een groep, door den krijg gehavende, reuzen-elzen werd
+plotseling zichtbaar met hunne grillige verkoolde takken, en werd weder
+verzwolgen door de duisternis... Redwood wendde zich weder naar de
+duidelijk-zichtbare gestalte van Cossar en drukte hem de hand:
+&bdquo;Ze hebben me opgesloten en van alles totaal onwetend gehouden,
+twee volle dagen lang,&rdquo; zei hij.</p>
+<p>&bdquo;Wij vuurden het Voedsel op hen af,&rdquo; zei Cossar.
+&bdquo;Ligt voor de hand! Dertig schoten. H&egrave;!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ik kom van Caterham.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dat weet ik.&rdquo; Hij lachte en er klonk iets bitters in
+dien lach. &bdquo;Ik vertrouw dat hij bezig is &rsquo;t op te vegen,
+he?&rdquo;</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">II.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">&bdquo;Waar is mijn zoon?&rdquo; zei Redwood.</p>
+<p>&bdquo;O, daar is alles mee in orde, hoor. De Reuzen wachten op je
+boodschap.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Jawel, maar mijn jongen&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Hij ging met Cossar een lange, hellende tunnel af die een oogenblik
+rood verlicht en toen weder duister <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e4766" href="#xd20e4766" name="xd20e4766">304</a>]</span>werd, en
+uitkwam op de groote veilige groeve die de reuzen gemaakt hadden.</p>
+<p>Redwood&rsquo;s eerste indruk was die van een enorme arena, die
+omzet was met heel hooge rotsen, en welker vloer bestrooid was met
+allerlei dingen. Het eenige licht dat dit alles deed zien was het
+schijnsel der zoeklichten die voortdurend hoog over de groeve
+heenschoten, en een gloed die nu eens aanlaaide dan weder verflauwde,
+vanuit een hoek, waar twee reuzen samen werkten temidden van
+metaal-geklank. Toen deze gloed weder oplaaide zag hij tegen de lucht
+de bekende omlijningen der oude werkloodsen en speelgebouwen die daar
+gemaakt waren voor de jongens van Cossar. Zij hingen nu, als het ware,
+aan den rand van een rots, en waren eigenaardig vervormd en gehavend
+door het bombardement van Caterham&rsquo;s geschut. Hij zag daar boven
+iets dat op stellingen voor reusachtig geschut geleek, en dichter bij
+lagen groote pyramiden kolossale cylinders opgestapeld die misschien
+ammunitie voorstelden. Over de geheele ruime uitgestrektheid beneden
+lagen groote machinerie&euml;n en massa&rsquo;s, waarvan hij het
+gebruik niet kon gissen, in wanorde door elkaar. De reuzen verschenen
+en verdwenen weder tusschen deze massa&rsquo;s en in het onzekere
+licht; allen groote gestalten doch niet buiten verhouding met de dingen
+waartusschen zij zich bewogen. Enkelen waren druk bezig, anderen zaten
+en lagen alsof zij den slaap zochten, en een, die zich vlak bij Redwood
+bevond en wiens lichaam verbonden was, lag op een ruw leger van
+dennetakken en sliep vast.</p>
+<p>Redwood keek verbaasd naar deze nauwelijks te onderscheiden
+gedaanten; zijn oogen dwaalden van den eenen bewegenden omtrek naar den
+anderen.</p>
+<p>&bdquo;Waar is mijn jongen, Cossar?&rdquo; <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e4774" href="#xd20e4774" name=
+"xd20e4774">305</a>]</span></p>
+<p>En toen zag hij hem.</p>
+<p>Zijn zoon zat in de schaduw van een grooten stalen muur. Hij was
+niet anders dan een groote zwarte gedaante, slechts te herkennen aan
+zijn houding&mdash;zijn gelaat was onzichtbaar. Hij zat met de kin in
+de hand, alsof hij mo&ecirc; of in gedachten verdiept was. Naast hem
+ontdekte Redwood de gestalte der Prinses, of liever, hij meende uit de
+donkere gestalte die naast zijn zoon stond, te kunnen opmaken dat zij
+het was, en toen, toen de gloed van het ijzer, een eind verder, weder
+oplichtte, zag hij een oogenblik haar rood-verlichte zachte gezicht.
+Zij keek op haren minnaar neer, terwijl haar hand tegen het staal van
+den muur rustte. Het scheen dat zij tot hem fluisterde.</p>
+<p>Redwood wilde naar hen toe gaan.</p>
+<p>&bdquo;Straks,&rdquo; zei Cossar. &bdquo;Eerst je
+boodschap.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja,&rdquo; zei Redwood, &bdquo;maar&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Hij hield plotseling op. Zijn zoon keek nu op en zei wat tot de
+Prinses, doch te zacht om het te verstaan. De jonge Redwood hief zijn
+gezicht op en zij boog zich tot hem over, en wendde haar gelaat af voor
+zij begon te spreken.</p>
+<p>&bdquo;Maar als wij nu eens verslagen worden,&rdquo; hoorde hij de
+stem van zijn zoon fluisteren.</p>
+<p>Zij zweeg even, en de roode gloed liet haar oogen zien die glansden
+van ongestorte tranen. Zij boog zich nog meer naar hem over en sprak
+nog zachter. Er was iets z&oacute;&oacute; intiems en innigs in hun
+houding, in hun fluisteren, dat Redwood&mdash;Redwood die twee dagen
+lang aan niets anders dan zijn zoon gedacht had&mdash;zich hier te veel
+voelde. Hij bleef plotseling staan. Voor het eerst in zijn leven
+misschien besefte hij, hoeveel m&eacute;&eacute;r een vader zijn zoon
+kan liefhebben dan een zoon ooit zijn vader; hij besefte ten volle de
+heerschappij der toekomst over het verleden. Tusschen <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e4792" href="#xd20e4792" name=
+"xd20e4792">306</a>]</span>deze twee was geen plaats voor hem. Hij had
+zijn rol gespeeld. Hij wendde zich tot Cossar, terwijl dit besef hem
+nog vasthield. Hunne oogen ontmoetten elkaar. Zijn stem klonk nu heel
+anders met een toon van kleurlooze vastbeslotenheid erin.</p>
+<p>&bdquo;Ik wil mijn boodschap n&ugrave; afleveren,&rdquo; zei hij.
+&bdquo;Daarna&mdash;....Dan kan &rsquo;t altijd nog wel.&rdquo;</p>
+<p>De groeve was zoo enorm en lag zoo bezaaid met allerlei, dat de weg
+naar de plaats vanwaar Redwood de Reuzen kon toespreken, lang en
+kronkelig was,</p>
+<p>Hij en Cossar volgden een steil afgaanden weg die onder een boog van
+inelkaar sluitende machinerie&euml;n doorliep, en kwamen zoo in een
+groote diepe verschansing die dwars over den bodem der groeve liep.
+Deze verschansing, breed en ledig, en toch betrekkelijk smal, droeg er,
+met al het verdere om hem heen, toe bij om Redwood&rsquo;s gevoel van
+eigen kleinheid nog te verhoogen. Het begon hem als het ware een
+uitgegraven keel toe te lijken. Hoog boven zijn hoofd, van hem
+gescheiden door duistere rotsen, flikkerden en schenen hel de
+zoeklichten en de blinkende gedaanten gingen af en aan. Reuzen-stemmen
+riepen elkander daar boven toe, riepen de Reuzen ten Krijgsraad, om de
+voorwaarden te hooren die Caterham gesteld had. De verschansing helde
+steeds verder naar donkere ruimten, naar schaduwen en mysteri&euml;n en
+niet te begrijpen dingen, waarin Redwood langzaam afdaalde met
+aarzelende schreden en Cossar met vastberaden tred als van een, die dit
+alles reeds kende...</p>
+<p>Redwood&rsquo;s gedachten gingen over allerlei dingen.</p>
+<p>De beide mannen waren nu in de diepste duisternis gekomen, en Cossar
+vatte zijn metgezel bij den pols. Zij waren nu wel gedwongen langzaam
+voort te gaan.</p>
+<p>Redwood voelde zich gedrongen te spreken.</p>
+<p>&bdquo;Dit alles is heel vreemd om te zien,&rdquo; zei hij.
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e4809" href="#xd20e4809" name=
+"xd20e4809">307</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Groot,&rdquo; zei Cossar.</p>
+<p>&bdquo;Vreemd. En het is vr&eacute;&eacute;md dat het mij vreemd
+toeschijnt&mdash;mij, die, tot op zekere hoogte, de schepper van dit
+alles ben. Het is&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Hij zweeg, trachtende zijn bedoeling duidelijk te maken, en maakte
+een gebaar naar de klip boven, dat de ander door de duisternis niet kon
+zien.</p>
+<p>&bdquo;Ik heb er nooit zoo aan gedacht. Ik heb het druk gehad en de
+jaren zijn omgevlogen. Maar hier zie ik&mdash;Het is een nieuw
+geslacht, Cossar, met nieuwe aandoeningen en nieuwe behoeften. Dit
+alles, Cossar&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Cossar zag nu zijn onduidelijk gebaar naar de dingen om hen
+heen.</p>
+<p>&bdquo;Dit alles is de Jeugd.&rdquo;</p>
+<p>Cossar gaf geen antwoord, en zijn onregelmatige schreden gingen
+voort.</p>
+<p>&bdquo;Maar &ograve;nze jeugd is het niet, Cossar. Zij hebben alles
+overgenomen. Zij vangen nu aan met eigen aandoeningen, eigen
+ondervinding en eigen levenswijze. Wij hebben een nieuwe wereld
+gemaakt, die de onze niet meer is. Zij is mij zelfs
+niet&mdash;sympathiek. Deze groote ruimte&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Die heb ik ontworpen,&rdquo; zei Cossar, met strak
+gezicht.</p>
+<p>&bdquo;Maar n&ugrave;?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ah, ik heb haar aan mijn jongens gegeven.&rdquo;</p>
+<p>Redwood kon den lossen zwaai van den arm dien hij niet zien kon,
+voelen.</p>
+<p>&bdquo;Juist, zoo is het. Wij hebben onzen tijd uitgediend&mdash;of
+tenminste bijn&agrave;.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Je boodschap!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja. En dan&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Is &rsquo;t gedaan met ons.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Nu&mdash;? Natuurlijk staan wij buiten dit alles, wij
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e4845" href="#xd20e4845" name=
+"xd20e4845">308</a>]</span>twee oudjes,&rdquo; zei Cossar, met den
+welbekenden klank van plotselingen toorn in zijn stem.
+&bdquo;Natuurlijk. Ligt voor de hand. Een ieder op zijn tijd. En
+nu&mdash;is het h&ugrave;n tijd om te beginnen. Natuurlijk. Wij doen
+wat we doen moeten en dan gaan we heen. Snap je? Daar is de dood voor.
+Wij verwerken ons kleine verstand en onze kleine emoties en dan
+beginnen die na ons komen opnieuw. Met frisschen moed! Heel eenvoudig,
+niet waar? En wat is daar niet goed in?&rdquo;</p>
+<p>Hij zweeg even om Redwood naar een trap te leiden.</p>
+<p>&bdquo;Ja,&rdquo; zei Redwood, &bdquo;maar ik voel
+toch&mdash;&rdquo;</p>
+<p>Hij voltooide den zin niet.</p>
+<p>&bdquo;Daar is de Dood voor.&rdquo; Hij hoorde &rsquo;t Cossar
+beneden zich nogmaals met overtuiging zeggen: &bdquo;Hoe zou &rsquo;t
+&agrave;nders met de wereld moeten gaan? D&agrave;&agrave;r is de Dood
+voor.&rdquo;</p>
+</div>
+</div>
+<div class="div2"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h3 class="main">III.</h3>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first">Na veel gedaal en geklim kwamen zij uit op een
+vooruitstekenden rand, vanwaar het mogelijk was het grootste gedeelte
+van de groeve der Reuzen te overzien, en vanwaar Redwood zich
+verstaanbaar kon maken voor de geheele vergadering. De Reuzen waren
+reeds verzameld, beneden hem en op verschillende hoogten, om de
+boodschap te hooren die hij zou brengen. Cossar&rsquo;s oudste zoon
+stond op den wal daarboven, gadeslaand wat de zoeklichten openbaarden,
+want zij vreesden dat de wapenstilstand verraderlijk zou verbroken
+worden. Zij die het groote instrument in den hoek bedienden, stonden
+daar hel verlicht door hun eigen licht; zij waren bijna geheel naakt;
+zij wendden hunne gezichten naar Redwood, doch keken telkens weder naar
+de gietvormen die zij niet konden verlaten. Hij zag degenen, die
+dichtbij stonden onduidelijk <span class="pagenum">[<a id="xd20e4860"
+href="#xd20e4860" name="xd20e4860">309</a>]</span>in het weifelende
+licht en zij die verder af stonden, n&ograve;g onduidelijker. Zij
+verschenen plotseling uit, en verdwenen weder in de diepten der
+duisternis, want deze Reuzen brandden niet m&eacute;&eacute;r licht dan
+absoluut noodig was in de groeve, opdat hunne oogen dadelijk elke
+aanvallende strijdmacht, die hen van uit de duisternis mocht
+bespringen, zouden kunnen zien.</p>
+<p>Telkens als er toevallig een lichtstraal op hen viel, werd er de een
+of andere groep van lange reuzen-gestalten zichtbaar, de Reuzen van
+Sunderland gekleed in metalen platen die over elkaar heenvielen, en de
+anderen gekleed in leder, in gedraaid touw of in gevlochten metaal, al
+naar de omstandigheden hen hadden doen kiezen. Zij zaten tusschen, of
+lieten de handen rusten op, of stonden rechtop tusschen
+machinerie&euml;n en wapenen even machtig als zijzelven, en in hun
+aller oogen, als ze zichtbaar werden, lag vastberadenheid.</p>
+<p>Hij probeerde te beginnen, doch kwam zoover niet. Toen, in een
+plotseling oplaaien van het vuur, zag hij het gelaat van zijn zoon naar
+hem geheven, vol liefde en toch sterk; en toen vond hij zijn stem weder
+om hem toe te spreken, en was het hem of hij dwars over een afgrond tot
+zijn zoon sprak.</p>
+<p>&bdquo;Ik kom van Caterham,&rdquo; zei hij. &bdquo;Hij heeft mij tot
+u gezonden, om u de voorwaarden die hij u aanbiedt, mede te
+deelen.&rdquo;</p>
+<p>Hij zweeg even. &bdquo;Ik weet, dat zij onmogelijk zijn aan te
+nemen, nu ik u hier allen verzameld zie; het zijn onmogelijke
+voorwaarden, doch ik breng ze u over, omdat ik u allen wenschte te
+zien&mdash;en ook mijn zoon. Ik wilde mijn zoon&mdash;nog eens
+zien...&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zeg hun de voorwaarden,&rdquo; zei Cossar.</p>
+<p>&bdquo;Dit is wat Caterham aanbiedt: Hij wil, dat jullie van hier
+gaat en zijn grondgebied verlaat!&rdquo; <span class="pagenum">[<a id=
+"xd20e4874" href="#xd20e4874" name="xd20e4874">310</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Waarheen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dat weet hij nog niet. Hij zei zoo iets van &bdquo;een groot
+terrein ergens in de wereld reserveeren.... En gij moogt geen Voedsel
+meer maken, geen kinderen krijgen, ge moogt leven zooals ge wilt tot ge
+sterft, en dan is alles meteen uit.&rdquo;</p>
+<p>Hij zweeg.</p>
+<p>&bdquo;Meer niet?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Meer niet.&rdquo;</p>
+<p>Er volgde een diepe stilte. De duisternis die de Reuzen omhulde leek
+hem peinzend aan te staren. Hij voelde dat iemand zijn elboog
+aanraakte, en Cossar schoof hem een stoel toe&mdash;een typisch stukje
+poppenspeelgoed temidden van deze op elkaar gestapelde reuzen-dingen.
+Hij ging zitten en sloeg de beenen over elkaar, legde vervolgens het
+eene been dwars over de knie van het andere, en hield zenuwachtig zijn
+laars vast, en voelde zich erg klein en alleen, en scherp zichtbaar en
+belachelijk misplaatst temidden van dit alles. Toen klonk er plotseling
+een stem en vergat hij zichzelven weder.</p>
+<p>&bdquo;Ge hebt het gehoord, Broeders,&rdquo; zei deze stem vanuit
+het duister.</p>
+<p>En een tweede antwoordde: &bdquo;Wij hebben het gehoord.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En het antwoord, Broeders?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Aan Caterham?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Is &bdquo;Neen!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En dan?&rdquo;</p>
+<p>Er volgde een stilte van eenige seconden.</p>
+<p>Toen zei een stem: &bdquo;Deze menschen hebben gelijk. Dat wil
+zeggen, van h&ugrave;n standpunt en naar het verstand dat zij gekregen
+hebben. Zij hadden gelijk alles te dooden wat grooter was dan
+zijzelven&mdash;dier en plant, en alle groote dingen die opschoten. Zij
+hadden <span class="pagenum">[<a id="xd20e4904" href="#xd20e4904" name=
+"xd20e4904">311</a>]</span>gelijk, toen zij ons trachtten om te
+brengen. En ook n&ugrave; hebben zij gelijk als zij zeggen, dat wij
+niet mogen huwen met anderen die even groot zijn als wij. Zij
+beseffen&mdash;en het wordt tijd, dat wij dit ook inzien&mdash;dat
+reuzen en dwergen niet tezamen in &eacute;&eacute;n samenleving passen.
+Caterham heeft dat telkens en telkens weder herhaald&mdash;heel
+duidelijk&mdash;&ograve;f aan hun of aan &ograve;ns de
+wereld.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar wij zijn geen vijftig man sterk,&rdquo; zei een ander,
+&bdquo;en zij tallooze millioenen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dat is mogelijk. Maar het is zooals ik gezegd heb.&rdquo;</p>
+<p>Toen volgde er weder een lange stilte.</p>
+<p>&bdquo;En moeten wij dan sterven?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;God beware ons daarvoor!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zij dan?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Neen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar d&agrave;t zegt Caterham! Hij wil hebben, dat wij ons
+leven uitleven, &eacute;en voor &eacute;en sterven, totdat er slechts
+&eacute;&eacute;n over is, en die eene zal eindelijk ook sterven, en
+zij zullen alle reuzen-planten en onkruid omhakken, de lager-staande
+reuzen-dierenwereld uitroeien, alle sporen van het Voedsel
+uitbranden&mdash;ook aan ons en aan het Voedsel een einde maken voor
+altijd. Dan eerst zal de dwergen-wereld weer veilig zijn. Zij zullen
+voortgaan&mdash;voor altijd veilig,&mdash;hun kleine leventjes te
+leven, dwergen-vriendelijkheidjes bewijzend, en dwergen-wreedheidjes
+begaand tegenover elkaar; ze zouden het misschien zelfs wel tot een
+dwergen-heilstaat kunnen brengen, een eind maken aan allen krijg, een
+eind maken aan overbevolking, en zich neerzetten in een de geheele
+wereld omvattende stad om aan dwerg-kunst te doen, elkaar vereerend tot
+de wereld begint te bevriezen....&rdquo;</p>
+<p>In den hoek viel een ijzeren plaat met donderend geraas op den
+grond. <span class="pagenum">[<a id="xd20e4925" href="#xd20e4925" name=
+"xd20e4925">312</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Broeders, wij weten wat wij willen.&rdquo;</p>
+<p>Bij een plotseling flikkeren der zoeklichten, zag Redwood ernstige
+jeugdige gezichten zich naar zijn zoon wenden.</p>
+<p>&bdquo;Het is nu gemakkelijk het Voedsel te maken. Wij zouden
+gemakkelijk Voedsel voor de geheele wereld kumnen
+fabriceeren.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Je bedoelt, Broeder Redwood,&rdquo; zei een stem uit de
+duisternis, &bdquo;dat de kleine menschjes het Voedsel moeten
+eten.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Wat valt er anders te doen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar wij zijn geen vijftig man sterk en zij vele
+millioenen.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Maar wij hebben ons staande gehouden.&rsquo;&rsquo;</p>
+<p>&bdquo;Tot nu toe, ja.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Als God het wil, kunnen wij dit n&ograve;gmaals.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Ja, maar denk eens aan de dooden!&rdquo;</p>
+<p>Toen vervolgde een andere stem: &bdquo;De dooden. Denk aan de nog
+niet geborenen....&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Broeders,&rdquo; zei de stem van den jongen Redwood,
+&bdquo;wat rest ons nog, dan hen te bevechten, en &agrave;ls wij hen
+verslaan, hen te dwingen om van het Voedsel te eten? Zij mo&egrave;ten
+het nu wel nemen. Veronderstel, dat wij ons erfdeel zouden afstaan en
+dezen nonsens die Caterham ons aanbiedt, aannemen! Gesteld dat wij dit
+k&ograve;nden! Gesteld dat wij al dit groote opgeven dat in ons leeft,
+en al wat onze vaders voor ons gedaan hebben,&mdash;dat g&igrave;j
+vader&mdash;voor ons gedaan hebt&mdash;en als onze tijd daar is, in het
+niet verzinken en rotten! Wat dan? Zal deze kleine wereld dan zijn
+zooals zij tevoren was? Zij mogen kampen tegen grootheid in ons die
+menschenkinderen zijn, maar zullen zij overwinnen? Zelfs al doodden zij
+ons een voor een, wat zou dit dan nog? Zou dit hen redden? Neen! Want
+er is Grootheid opgestaan, niet alleen in ons, <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e4951" href="#xd20e4951" name=
+"xd20e4951">313</a>]</span>niet alleen in het Voedsel, maar in het
+willen van alle dingen. Het uit zich in den aard van alles; het is een
+deel geworden van tijd en ruimte. Te groeien, al maar te groeien, dit
+is het doel&mdash;dit is de Levenswet. Welke andere wet kan daarnaast
+nog bestaan?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Om anderen te helpen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Te groeien. Anderen te helpen is &oacute;&oacute;k groei.
+Tenzij wij hen helpen te falen....&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zij zullen hun uiterste best doen om ons te verslaan,&rdquo;
+zei een stem.</p>
+<p>En weer een andere: &bdquo;Wat zou dat?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Zij zullen vechten,&rdquo; zei de jonge Redwood. &bdquo;Als
+wij deze voorwaarden niet aannemen, twijfel ik er niet aan of zij
+zullen vechten. Ik hoop werkelijk, dat zij er open en rond mee voor den
+dag zullen komen en ons bevechten. Als zij ons bij slot van rekening
+vrede aanbieden, zal hun dit des te beter in staat stellen ons
+onverhoeds aan te vallen. Begaat geen fout, Broeders; op de een of
+andere wijze bestrijden zij ons t&ograve;ch. De strijd is begonnen en
+wij moeten strijden tot het einde. Als wij niet wijs zijn, zullen wij
+nog bevinden, dat wij slechts geleefd hebben om hun beter wapenen tegen
+onze kinderen en ons geslacht in handen te geven. Tot nu toe hebben wij
+slechts den dageraad van den strijd gezien. Ons geheele leven zal
+&eacute;&eacute;n strijd zijn. Eenigen van ons zullen gedood worden in
+den strijd, anderen zullen belaagd worden. Er zal geen gemakkelijke
+overwinning volgen&mdash;geen overwinning, die niet half een nederlaag
+voor ons is. Weest daar zeker van. Doch waarom zou ons dit afschrikken?
+Als wij ons slechts staande houden, zoo wij slechts achterlaten een
+groeiende menigte, om den strijd voort te zetten als wij heengegaan
+zijn!&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En morgen?&rdquo; <span class="pagenum">[<a id="xd20e4966"
+href="#xd20e4966" name="xd20e4966">314</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Zullen wij het Voedsel overal verspreiden; wij zullen de
+wereld verzadigen van het Voedsel.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;En als zij eens nieuwe en meer aannemelijke voorwaarden
+mochten stellen?&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;<span class="ex">Onze</span> voorwaarden zijn het Voedsel.
+Nooit kunnen klein en groot naast elkander leven in een duurzamen
+vrede. Of het &eacute;&eacute;n, of het &agrave;nder. Met welk recht
+zouden onze ouders zeggen: &bdquo;Mijn kind zal geen ander licht hebben
+dan ik gehad heb, zal niet grooter worden dan ik geworden ben.&rdquo;
+Zijt gij het met mij eens, Broeders.&rdquo;</p>
+<p>Een goedkeurend gemompel antwoordde hem.</p>
+<p>&bdquo;En voor de kinderen die vrouwen zullen worden, zoowel als
+voor de kinderen die mannen zullen worden,&rdquo; zeide een stem uit
+het duister.</p>
+<p>&bdquo;M&eacute;&eacute;r nog&mdash;die moeders zullen worden van
+een nieuw geslacht...&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Doch voor het volgend geslacht moet er nog groot en klein
+zijn,&rdquo; zei Redwood met de oogen op het gelaat van zijn zoon
+gevestigd.</p>
+<p>&bdquo;Nog vele geslachten lang. En het kleine zal het groote steeds
+in den weg staan en het groote zal het kleine onderdrukken. Dit
+m&ograve;&egrave;t zoo zijn, vader.</p>
+<p>&bdquo;Er zal strijd heerschen.</p>
+<p>&bdquo;Strijd zonder einde. Eindeloos misverstand. Het geheele leven
+is zoo. Groot en klein kunnen elkaar niet begrijpen. Doch in elk kind
+dat uit menschen geboren wordt, Vader Redwood, schuilt een zaadje
+grootheid&mdash;dat op het Voedsel wacht.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Dan zal ik naar Caterham moeten gaan en hem zeggen,
+dat&mdash;&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Gij blijft bij ons, Vader Redwood. Bij het aanbreken van den
+dageraad gaat ons antwoord naar Caterham.&rdquo;</p>
+<p>&bdquo;Hij zegt, dat hij jullie zal bevechten tot....&rdquo;
+<span class="pagenum">[<a id="xd20e4997" href="#xd20e4997" name=
+"xd20e4997">315</a>]</span></p>
+<p>&bdquo;Zoo zij het,&rdquo; zei de jonge Redwood, en zijne broederen
+mompelden goedkeurend.</p>
+<p>&bdquo;<span class="ex">Het ijzer wacht</span>,&rdquo; mompelde een
+stem, en de twee reuzen die in den hoek aan het werk waren, begonnen
+rythmisch te hameren, wat bij dit tooneel klonk als een begeleiding van
+een machtige muziek. Het metaal gloeide heller dan het tevoren had
+gedaan, en liet Redwood het kamp duidelijker zien dan hij het tot nu
+toe had kunnen waarnemen.</p>
+<p>Om hem heen stonden de jonge reuzen, torenhoog en schoon, glanzend
+in hun mali&euml;n, temidden der toebereidselen voor den dag van
+morgen. Zijn hart sprong op van vreugde toen hij hen zoo zag. Hun
+kracht kwam zoo gemakkelijk! Zij waren zoo groot en gracelijk! Hunne
+bewegingen waren zoo vast! En daar stond zijn zoon tusschen hen, met de
+eerste van alle reuzen-vrouwen, de Prinses naast zich....</p>
+<p>In zijn hoofd kwam plotseling een allervreemdst contrast op, het
+terugdenken aan Bensington, heel levendig en klein&mdash;Bensington met
+zijn hand in het zachte borstdons van dat eerste groote kuiken, staande
+in zijn conventioneel gemeubileerde kamer, en weifelend over zijn bril
+heenkijkend naar Nicht Jane, die de deur dichtsmeet...</p>
+<p>Het was alles gebeurd in een gisteren van een en twintig jaren.</p>
+<p>Toen werd hij plotseling bevangen door een vreemden twijfel: dat
+deze plaats en al de grootheid die hij om zich zag, slechts een
+droomweefsel was; dat hij zelf droomde en straks zou ontwaken, en zich
+weder in zijn studeerkamer bevinden, de Reuzen vermoord, het Voedsel
+geheel vernietigd en hij zelf gevangen en opgesloten.</p>
+<p>Als je daar op neer kwam; wat was het leven dan <span class=
+"pagenum">[<a id="xd20e5016" href="#xd20e5016" name=
+"xd20e5016">316</a>]</span>anders dan een voortdurende gevangenschap!
+Dit was het hoogtepunt en het einde van zijn droom. Hij zou ontwaken
+temidden van bloedvergieten en strijd, en zijn Voedsel het dwaaste
+aller hersenschimmen bevinden, en zijn hoop op en geloof aan een beter
+wereld zouden evenmin verwezenlijkt worden als het kleurige vliesje op
+een poel vol rottende stoffen. Onverwinbare kleinheid!...</p>
+<p>En zoo hevig en diep was deze neerslachtigheid, deze vrees voor
+ontnuchtering, dat hij opsprong; Hij stond daar en drukte de gebalde
+vuisten tegen zijne oogen en bleef zoo een oogenblik staan, bang, als
+hij ze opende, te zien, dat de droom reeds in het niet vergaan
+was.....</p>
+<p>De stemmen der reuzenkinderen spraken tot elkaar, als een zachteren
+klank door de galmende melodie der smeden. Zijn twijfel verminderde.
+Hij hoorde de reuzenstemmen; hij hoorde hunne bewegingen nog om zich
+heen. Het was werkelijk, ongetwijfeld was het werkelijkheid&mdash;even
+werkelijk als spijtige daden! Inderdaad m&eacute;&eacute;r werkelijk,
+want mogelijk zijn deze groote dingen, de dingen die komen zullen; en
+de kleinheid, bestialiteit, en de zwakheid der menschen zijn dingen die
+voorbijgaan. Hij opende de oogen.</p>
+<p>&bdquo;Klaar!&rdquo; riep een der twee smeden, en zij wierpen hunne
+hamers neer.</p>
+<p>Er klonk een stem hoog boven Redwood. De zoon van Cossar, die op de
+groote aarden wal stond, had zich omgewend en sprak hun nu allen
+toe.</p>
+<p>&bdquo;Het is niet ons opzet om het kleine volk de wereld uit te
+dringen,&rdquo; zei hij, &bdquo;opdat wij die slechts &eacute;&eacute;n
+stap verder zijn van hun kleinheid, de wereld voor altijd zouden kunnen
+bezitten. Het is de trap waarlangs wij moeten opklimmen, waarvoor wij
+strijden, <span class="pagenum">[<a id="xd20e5028" href="#xd20e5028"
+name="xd20e5028">317</a>]</span>en niet voor onszelven.... Hier zijn
+wij, Broeders, en met welk doel? Om getrouw te zijn aan het leven en
+het Doel waarvoor wij geboren zijn. Wij strijden niet voor
+onszelven&mdash;want wij zijn slechts de handen en oogen van het Leven
+der wereld. Dit hebt gij, Vader Redwood, ons geleerd. Uit ons, zoowel
+als uit het kleine volk, spreekt de Geest. En van ons moet hij, door
+woord, geboorte en daad overgaan&mdash;op n&ograve;g
+gr&oacute;&oacute;tere levens. Deze aarde is geen rustplaats, deze
+aarde is geen speelplaats; als dit zoo was, ja, dan zouden wij onze
+keel het mes van het kleine volkje kunnen voorhouden, daar wij dan niet
+m&eacute;&eacute;r recht om te leven zouden hebben dan zij. En dan
+zouden zij op hun beurt moeten onderdoen voor mieren en ongedierte. Wij
+strijden niet voor onszelven, doch voor den Groei&mdash;groei die
+steeds d&oacute;&oacute;rgaat. Morgen, hetzij wij blijven leven of
+sterven, zal de Groei door ons overwinnen. Dat is de wet van den Geest
+voor altijd. Te groeien zooals God het wil! Deze spleten en holen,
+schaduwen en duisternis te ontgroeien, naar grootheid en licht!
+Grooter,&rdquo; zei hij, het woord langzaam en met nadruk
+uitsprekend,&mdash;&bdquo;steeds grooter. Al maar te groeien&mdash;.
+Groeien tot wij eindelijk groot genoeg zijn om bij God te leven.
+Groeien... tot de aarde niet meer is dan een voetbank onzer voeten...
+Tot de geest de vrees geheel zal verdreven hebben en zich over alles
+zal hebben verspreid&rdquo;... Hij zwaaide zijn arm
+hemelwaarts:&mdash;&bdquo;Daar!&rdquo;</p>
+<p>Zijn stem zweeg. De witte gloed van een der zoeklichten straalde
+neer, en viel een oogenblik op hem, en hij stond daar, reusachtig, met
+&eacute;&eacute;n hand ten hemel geheven.</p>
+<p>E&eacute;n oogenblik straalde hij, en keek onbevreesd in de met
+sterren bezaaide hemeldiepten; gekleed in mali&euml;n, jong en sterk,
+vastberaden en kalm. Toen <span class="pagenum">[<a id="xd20e5034"
+href="#xd20e5034" name="xd20e5034">318</a>]</span>gleed het licht heen
+en was hij nog slechts een groote donkere omtrek, die tegen den
+sterrenhemel afstak,&mdash; een groote zwarte omtrek, die met een
+machtig gebaar het firmament en al die sterrenscharen bedreigde.</p>
+<div class="figure xd20e5037width"><img src="images/o318.gif" alt=
+"Einde" width="279" height="92"></div>
+<p><span class="pagenum">[<a id="xd20e5041" href="#xd20e5041" name=
+"xd20e5041">319</a>]</span></p>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+</div>
+<div class="back">
+<div id="toc" class="div1"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divHead">
+<h2 class="main">Inhoud.</h2>
+</div>
+<div class="divBody">
+<p class="first tocChapter">Boek I.</p>
+<p class="tocChapter">De ontdekking van het voedsel.</p>
+<ul>
+<li>&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPagenum">Pag.</span></li>
+<li>Hoofdstuk I. <a href="#ch1.1">De ontdekking van het Voedsel</a>
+&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPagenum">5</span></li>
+<li>Hoofdstuk II. <a href="#ch1.2">De Proef-Hoeve</a>
+&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPagenum">19</span></li>
+<li>Hoofdstuk III. <a href="#ch1.3">De Reuzen-Ratten</a>
+&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPagenum">58</span></li>
+<li>Hoofdstuk IV. <a href="#ch1.4">De Reuzen-Kinderen</a>
+&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPagenum">102</span></li>
+<li>Hoofdstuk V. <a href="#ch1.5">Het in het niet verdwijnen van den
+heer Bensington</a> &nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class=
+"tocPagenum">138</span></li>
+</ul>
+<p class="tocChapter">Boek II.</p>
+<p class="tocChapter">Het voedsel in het dorp.</p>
+<ul>
+<li>&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPagenum">Pag.</span></li>
+<li>Hoofdstuk I. <a href="#ch2.1">De komst van het Voedsel</a>
+&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPagenum">153</span></li>
+<li>Hoofdstuk II. <a href="#ch2.2">De reusachtige Telg</a>
+&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPagenum">179</span></li>
+</ul>
+<p class="tocChapter">Boek III.</p>
+<p class="tocChapter">De oogst van het voedsel.</p>
+<ul>
+<li>&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPagenum">Pag.</span></li>
+<li>Hoofdstuk I. <a href="#ch3.1">De veranderde wereld</a>
+&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPagenum">201</span></li>
+<li>Hoofdstuk II. <a href="#ch3.2">De Reuzen-Geliefden</a>
+&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPagenum">232</span></li>
+<li>Hoofdstuk III. <a href="#ch3.3">De jonge Caddles in Londen</a>
+&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPagenum">256</span></li>
+<li>Hoofdstuk IV. <a href="#ch3.4">Redwood&rsquo;s Twee Dagen</a>
+&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPagenum">273</span></li>
+<li>Hoofdstuk V. <a href="#ch3.5">De Reuzen-Legerplaats</a>
+&nbsp;&nbsp;&nbsp;&nbsp; <span class="tocPagenum">298</span></li>
+</ul>
+</div>
+</div>
+<div class="div1"><span class="pagenum">[<a href=
+"#toc">Inhoud</a>]</span>
+<div class="divBody">
+<p class="first"></p>
+<div class="figure xd20e5162width"><img src="images/spine.jpg" alt=
+"Oorspronkelijke rug." width="720" height="122"></div>
+<p>&nbsp;</p>
+<div class="figure xd20e5169width"><img src="images/back.jpg" alt=
+"Oorspronkelijke achterkant." width="483" height="720"></div>
+</div>
+</div>
+<div class="transcribernote">
+<h2 class="main">Colofon</h2>
+<h3 class="main">Beschikbaarheid</h3>
+<p class="first">Dit eBoek is voor kosteloos gebruik door iedereen
+overal, met vrijwel geen beperkingen van welke soort dan ook. U mag het
+kopi&euml;ren, weggeven of hergebruiken onder de voorwaarden van de
+Project Gutenberg Licentie bij dit eBoek of on-line op <a class=
+"exlink" title="Externe link" href=
+"https://www.gutenberg.org/">www.gutenberg.org</a>.</p>
+<p>Dit eBoek is geproduceerd door het on-line gedistribueerd correctie
+team op <a class="exlink" title="Externe link" href=
+"https://www.pgdp.net/">www.pgdp.net</a>.</p>
+<h3 class="main">Codering</h3>
+<p class="first">Dit bestand is in een verouderde spelling. Er is geen
+poging gedaan de tekst te moderniseren. Afgebroken woorden aan het
+einde van de regel zijn stilzwijgend hersteld. Kennelijke zetfouten in
+het origineel zijn gecorrigeerd. Dergelijke correcties zijn gemarkeerd
+met het corr-element.</p>
+<h3 class="main">Documentgeschiedenis</h3>
+<ul>
+<li>2011-07-30 Begonnen.</li>
+</ul>
+<h3 class="main">Externe Referenties</h3>
+<p>Dit Project Gutenberg eBoek bevat externe referenties. Het kan zijn
+dat deze links voor u niet werken.</p>
+<h3 class="main">Verbeteringen</h3>
+<p>De volgende verbeteringen zijn aangebracht in de tekst:</p>
+<table width="75%" summary=
+"Overzicht van verbeteringen aangebracht in de tekst.">
+<tr>
+<th>Bladzijde</th>
+<th>Bron</th>
+<th>Verbetering</th>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e511">33</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">inplaats</td>
+<td class="width40" valign="bottom">in plaats</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e727">46</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">,</td>
+<td class="width40" valign="bottom">&rsquo;</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e758">48</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">Durgan</td>
+<td class="width40" valign="bottom">Durgon</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e981">62</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">slaan</td>
+<td class="width40" valign="bottom">staan</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e1049">65</a>, <a class="pageref" href="#xd20e2648">164</a>,
+<a class="pageref" href="#xd20e3346">218</a>, <a class="pageref" href=
+"#xd20e3527">231</a>, <a class="pageref" href="#xd20e3843">249</a>,
+<a class="pageref" href="#xd20e4092">263</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">[<i>Niet in bron</i>]</td>
+<td class="width40" valign="bottom">&rdquo;</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e1273">76</a>, <a class="pageref" href="#xd20e1472">85</a>,
+<a class="pageref" href="#xd20e3628">238</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">[<i>Niet in bron</i>]</td>
+<td class="width40" valign="bottom">&bdquo;</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e1278">77</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">hi&eacute;rheen</td>
+<td class="width40" valign="bottom">h&iacute;erheen</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e1290">77</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">.</td>
+<td class="width40" valign="bottom">,</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e1304">78</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">,</td>
+<td class="width40" valign="bottom">[<i>Verwijderd</i>]</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e1321">78</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">geweldadigs</td>
+<td class="width40" valign="bottom">gewelddadigs</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e1383">82</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">,</td>
+<td class="width40" valign="bottom">.</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e1443">84</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">V</td>
+<td class="width40" valign="bottom">IV</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e1522">88</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">VI</td>
+<td class="width40" valign="bottom">V</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e1560">89</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">een</td>
+<td class="width40" valign="bottom">&eacute;&eacute;n</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e1654">92</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">&rsquo;</td>
+<td class="width40" valign="bottom">&rdquo;</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e1718">97</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">VII</td>
+<td class="width40" valign="bottom">VI</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e1771">100</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">VIII</td>
+<td class="width40" valign="bottom">VII</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e1806">104</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">resolutie</td>
+<td class="width40" valign="bottom">resolute</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e2354">138</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">controle</td>
+<td class="width40" valign="bottom">contr&ocirc;le</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e2607">162</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">&egrave;en</td>
+<td class="width40" valign="bottom">&eacute;&eacute;n</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e3042">193</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">t&rsquo;</td>
+<td class="width40" valign="bottom">&rsquo;t</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e3064">195</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">erwel</td>
+<td class="width40" valign="bottom">er wel</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e3092">196</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">sints</td>
+<td class="width40" valign="bottom">sinds</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e3151">201</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">verouderde</td>
+<td class="width40" valign="bottom">veranderde</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e3167">202</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">de en</td>
+<td class="width40" valign="bottom">dezen</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e3182">204</a>, <a class="pageref" href="#xd20e4661">297</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">[<i>Niet in bron</i>]</td>
+<td class="width40" valign="bottom">.</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e3185">204</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">Bom-voedsel</td>
+<td class="width40" valign="bottom">Bomvoedsel</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e3205">206</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">ontuitroeibare</td>
+<td class="width40" valign="bottom">onuitroeibare</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e3803">248</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">zij</td>
+<td class="width40" valign="bottom">zei</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e4114">264</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">concureerende</td>
+<td class="width40" valign="bottom">concurreerende</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e4124">264</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">[<i>Niet in bron</i>]</td>
+<td class="width40" valign="bottom">,</td>
+</tr>
+<tr>
+<td class="width20" valign="top"><a class="pageref" href=
+"#xd20e4649">297</a></td>
+<td class="width40" valign="bottom">natien</td>
+<td class="width40" valign="bottom">nati&euml;n</td>
+</tr>
+</table>
+</div>
+</div>
+
+
+
+
+
+
+
+<pre>
+
+
+
+
+
+End of the Project Gutenberg EBook of Het voedsel der Goden en hoe het op
+Aarde kwam, by H. G. Wells
+
+*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK HET VOEDSEL DER GODEN ***
+
+***** This file should be named 36982-h.htm or 36982-h.zip *****
+This and all associated files of various formats will be found in:
+ https://www.gutenberg.org/3/6/9/8/36982/
+
+Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed
+Proofreading Team at https://www.pgdp.net/ for Project
+Gutenberg.
+
+
+Updated editions will replace the previous one--the old editions
+will be renamed.
+
+Creating the works from public domain print editions means that no
+one owns a United States copyright in these works, so the Foundation
+(and you!) can copy and distribute it in the United States without
+permission and without paying copyright royalties. Special rules,
+set forth in the General Terms of Use part of this license, apply to
+copying and distributing Project Gutenberg-tm electronic works to
+protect the PROJECT GUTENBERG-tm concept and trademark. Project
+Gutenberg is a registered trademark, and may not be used if you
+charge for the eBooks, unless you receive specific permission. If you
+do not charge anything for copies of this eBook, complying with the
+rules is very easy. You may use this eBook for nearly any purpose
+such as creation of derivative works, reports, performances and
+research. They may be modified and printed and given away--you may do
+practically ANYTHING with public domain eBooks. Redistribution is
+subject to the trademark license, especially commercial
+redistribution.
+
+
+
+*** START: FULL LICENSE ***
+
+THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE
+PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK
+
+To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free
+distribution of electronic works, by using or distributing this work
+(or any other work associated in any way with the phrase "Project
+Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full Project
+Gutenberg-tm License (available with this file or online at
+https://gutenberg.org/license).
+
+
+Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg-tm
+electronic works
+
+1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm
+electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to
+and accept all the terms of this license and intellectual property
+(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all
+the terms of this agreement, you must cease using and return or destroy
+all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your possession.
+If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a Project
+Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound by the
+terms of this agreement, you may obtain a refund from the person or
+entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8.
+
+1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be
+used on or associated in any way with an electronic work by people who
+agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few
+things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works
+even without complying with the full terms of this agreement. See
+paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project
+Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this agreement
+and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm electronic
+works. See paragraph 1.E below.
+
+1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the Foundation"
+or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection of Project
+Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual works in the
+collection are in the public domain in the United States. If an
+individual work is in the public domain in the United States and you are
+located in the United States, we do not claim a right to prevent you from
+copying, distributing, performing, displaying or creating derivative
+works based on the work as long as all references to Project Gutenberg
+are removed. Of course, we hope that you will support the Project
+Gutenberg-tm mission of promoting free access to electronic works by
+freely sharing Project Gutenberg-tm works in compliance with the terms of
+this agreement for keeping the Project Gutenberg-tm name associated with
+the work. You can easily comply with the terms of this agreement by
+keeping this work in the same format with its attached full Project
+Gutenberg-tm License when you share it without charge with others.
+
+1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern
+what you can do with this work. Copyright laws in most countries are in
+a constant state of change. If you are outside the United States, check
+the laws of your country in addition to the terms of this agreement
+before downloading, copying, displaying, performing, distributing or
+creating derivative works based on this work or any other Project
+Gutenberg-tm work. The Foundation makes no representations concerning
+the copyright status of any work in any country outside the United
+States.
+
+1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg:
+
+1.E.1. The following sentence, with active links to, or other immediate
+access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear prominently
+whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work on which the
+phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the phrase "Project
+Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, performed, viewed,
+copied or distributed:
+
+This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
+almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
+re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
+with this eBook or online at www.gutenberg.org
+
+1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is derived
+from the public domain (does not contain a notice indicating that it is
+posted with permission of the copyright holder), the work can be copied
+and distributed to anyone in the United States without paying any fees
+or charges. If you are redistributing or providing access to a work
+with the phrase "Project Gutenberg" associated with or appearing on the
+work, you must comply either with the requirements of paragraphs 1.E.1
+through 1.E.7 or obtain permission for the use of the work and the
+Project Gutenberg-tm trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or
+1.E.9.
+
+1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted
+with the permission of the copyright holder, your use and distribution
+must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any additional
+terms imposed by the copyright holder. Additional terms will be linked
+to the Project Gutenberg-tm License for all works posted with the
+permission of the copyright holder found at the beginning of this work.
+
+1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm
+License terms from this work, or any files containing a part of this
+work or any other work associated with Project Gutenberg-tm.
+
+1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this
+electronic work, or any part of this electronic work, without
+prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with
+active links or immediate access to the full terms of the Project
+Gutenberg-tm License.
+
+1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary,
+compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including any
+word processing or hypertext form. However, if you provide access to or
+distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format other than
+"Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official version
+posted on the official Project Gutenberg-tm web site (www.gutenberg.org),
+you must, at no additional cost, fee or expense to the user, provide a
+copy, a means of exporting a copy, or a means of obtaining a copy upon
+request, of the work in its original "Plain Vanilla ASCII" or other
+form. Any alternate format must include the full Project Gutenberg-tm
+License as specified in paragraph 1.E.1.
+
+1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying,
+performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works
+unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9.
+
+1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing
+access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works provided
+that
+
+- You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from
+ the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method
+ you already use to calculate your applicable taxes. The fee is
+ owed to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he
+ has agreed to donate royalties under this paragraph to the
+ Project Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments
+ must be paid within 60 days following each date on which you
+ prepare (or are legally required to prepare) your periodic tax
+ returns. Royalty payments should be clearly marked as such and
+ sent to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation at the
+ address specified in Section 4, "Information about donations to
+ the Project Gutenberg Literary Archive Foundation."
+
+- You provide a full refund of any money paid by a user who notifies
+ you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he
+ does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm
+ License. You must require such a user to return or
+ destroy all copies of the works possessed in a physical medium
+ and discontinue all use of and all access to other copies of
+ Project Gutenberg-tm works.
+
+- You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of any
+ money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the
+ electronic work is discovered and reported to you within 90 days
+ of receipt of the work.
+
+- You comply with all other terms of this agreement for free
+ distribution of Project Gutenberg-tm works.
+
+1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project Gutenberg-tm
+electronic work or group of works on different terms than are set
+forth in this agreement, you must obtain permission in writing from
+both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and Michael
+Hart, the owner of the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the
+Foundation as set forth in Section 3 below.
+
+1.F.
+
+1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable
+effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread
+public domain works in creating the Project Gutenberg-tm
+collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm electronic
+works, and the medium on which they may be stored, may contain
+"Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate or
+corrupt data, transcription errors, a copyright or other intellectual
+property infringement, a defective or damaged disk or other medium, a
+computer virus, or computer codes that damage or cannot be read by
+your equipment.
+
+1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right
+of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project
+Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project
+Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project
+Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all
+liability to you for damages, costs and expenses, including legal
+fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT
+LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE
+PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE
+TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE
+LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR
+INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH
+DAMAGE.
+
+1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a
+defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can
+receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a
+written explanation to the person you received the work from. If you
+received the work on a physical medium, you must return the medium with
+your written explanation. The person or entity that provided you with
+the defective work may elect to provide a replacement copy in lieu of a
+refund. If you received the work electronically, the person or entity
+providing it to you may choose to give you a second opportunity to
+receive the work electronically in lieu of a refund. If the second copy
+is also defective, you may demand a refund in writing without further
+opportunities to fix the problem.
+
+1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth
+in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS' WITH NO OTHER
+WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO
+WARRANTIES OF MERCHANTIBILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE.
+
+1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied
+warranties or the exclusion or limitation of certain types of damages.
+If any disclaimer or limitation set forth in this agreement violates the
+law of the state applicable to this agreement, the agreement shall be
+interpreted to make the maximum disclaimer or limitation permitted by
+the applicable state law. The invalidity or unenforceability of any
+provision of this agreement shall not void the remaining provisions.
+
+1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the
+trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone
+providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in accordance
+with this agreement, and any volunteers associated with the production,
+promotion and distribution of Project Gutenberg-tm electronic works,
+harmless from all liability, costs and expenses, including legal fees,
+that arise directly or indirectly from any of the following which you do
+or cause to occur: (a) distribution of this or any Project Gutenberg-tm
+work, (b) alteration, modification, or additions or deletions to any
+Project Gutenberg-tm work, and (c) any Defect you cause.
+
+
+Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm
+
+Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of
+electronic works in formats readable by the widest variety of computers
+including obsolete, old, middle-aged and new computers. It exists
+because of the efforts of hundreds of volunteers and donations from
+people in all walks of life.
+
+Volunteers and financial support to provide volunteers with the
+assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's
+goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will
+remain freely available for generations to come. In 2001, the Project
+Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure
+and permanent future for Project Gutenberg-tm and future generations.
+To learn more about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation
+and how your efforts and donations can help, see Sections 3 and 4
+and the Foundation web page at https://www.pglaf.org.
+
+
+Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive
+Foundation
+
+The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit
+501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the
+state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal
+Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification
+number is 64-6221541. Its 501(c)(3) letter is posted at
+https://pglaf.org/fundraising. Contributions to the Project Gutenberg
+Literary Archive Foundation are tax deductible to the full extent
+permitted by U.S. federal laws and your state's laws.
+
+The Foundation's principal office is located at 4557 Melan Dr. S.
+Fairbanks, AK, 99712., but its volunteers and employees are scattered
+throughout numerous locations. Its business office is located at
+809 North 1500 West, Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887, email
+business@pglaf.org. Email contact links and up to date contact
+information can be found at the Foundation's web site and official
+page at https://pglaf.org
+
+For additional contact information:
+ Dr. Gregory B. Newby
+ Chief Executive and Director
+ gbnewby@pglaf.org
+
+
+Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg
+Literary Archive Foundation
+
+Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide
+spread public support and donations to carry out its mission of
+increasing the number of public domain and licensed works that can be
+freely distributed in machine readable form accessible by the widest
+array of equipment including outdated equipment. Many small donations
+($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt
+status with the IRS.
+
+The Foundation is committed to complying with the laws regulating
+charities and charitable donations in all 50 states of the United
+States. Compliance requirements are not uniform and it takes a
+considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up
+with these requirements. We do not solicit donations in locations
+where we have not received written confirmation of compliance. To
+SEND DONATIONS or determine the status of compliance for any
+particular state visit https://pglaf.org
+
+While we cannot and do not solicit contributions from states where we
+have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition
+against accepting unsolicited donations from donors in such states who
+approach us with offers to donate.
+
+International donations are gratefully accepted, but we cannot make
+any statements concerning tax treatment of donations received from
+outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff.
+
+Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation
+methods and addresses. Donations are accepted in a number of other
+ways including including checks, online payments and credit card
+donations. To donate, please visit: https://pglaf.org/donate
+
+
+Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic
+works.
+
+Professor Michael S. Hart was the originator of the Project Gutenberg-tm
+concept of a library of electronic works that could be freely shared
+with anyone. For thirty years, he produced and distributed Project
+Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of volunteer support.
+
+
+Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed
+editions, all of which are confirmed as Public Domain in the U.S.
+unless a copyright notice is included. Thus, we do not necessarily
+keep eBooks in compliance with any particular paper edition.
+
+
+Most people start at our Web site which has the main PG search facility:
+
+ https://www.gutenberg.org
+
+This Web site includes information about Project Gutenberg-tm,
+including how to make donations to the Project Gutenberg Literary
+Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to
+subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks.
+
+
+</pre>
+
+</body>
+</html>
diff --git a/36982-h/images/back.jpg b/36982-h/images/back.jpg
new file mode 100644
index 0000000..400a974
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/back.jpg
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/book.png b/36982-h/images/book.png
new file mode 100644
index 0000000..8c9ee4f
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/book.png
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/card.png b/36982-h/images/card.png
new file mode 100644
index 0000000..1ffbe1a
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/card.png
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/cover.jpg b/36982-h/images/cover.jpg
new file mode 100644
index 0000000..0f5b09a
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/cover.jpg
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/external.png b/36982-h/images/external.png
new file mode 100644
index 0000000..ba4f205
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/external.png
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/ig201.gif b/36982-h/images/ig201.gif
new file mode 100644
index 0000000..b0ddcb7
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/ig201.gif
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/ii005.gif b/36982-h/images/ii005.gif
new file mode 100644
index 0000000..973fbc6
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/ii005.gif
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/io153.gif b/36982-h/images/io153.gif
new file mode 100644
index 0000000..8a80288
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/io153.gif
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/o018.gif b/36982-h/images/o018.gif
new file mode 100644
index 0000000..6a205e8
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/o018.gif
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/o057.gif b/36982-h/images/o057.gif
new file mode 100644
index 0000000..ec6d2be
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/o057.gif
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/o101.gif b/36982-h/images/o101.gif
new file mode 100644
index 0000000..3b98533
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/o101.gif
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/o137.gif b/36982-h/images/o137.gif
new file mode 100644
index 0000000..15c4132
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/o137.gif
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/o178.gif b/36982-h/images/o178.gif
new file mode 100644
index 0000000..e098d3e
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/o178.gif
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/o255.gif b/36982-h/images/o255.gif
new file mode 100644
index 0000000..e6de288
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/o255.gif
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/o318.gif b/36982-h/images/o318.gif
new file mode 100644
index 0000000..9cd6ae3
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/o318.gif
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/p013.png b/36982-h/images/p013.png
new file mode 100644
index 0000000..75f11fd
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/p013.png
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/p014.png b/36982-h/images/p014.png
new file mode 100644
index 0000000..e0711c7
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/p014.png
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/p016-1.png b/36982-h/images/p016-1.png
new file mode 100644
index 0000000..4c5dc42
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/p016-1.png
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/p016-2.png b/36982-h/images/p016-2.png
new file mode 100644
index 0000000..50c8351
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/p016-2.png
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/p017-1.gif b/36982-h/images/p017-1.gif
new file mode 100644
index 0000000..18a415d
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/p017-1.gif
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/p017-2.gif b/36982-h/images/p017-2.gif
new file mode 100644
index 0000000..aef9f82
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/p017-2.gif
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/p017-3.gif b/36982-h/images/p017-3.gif
new file mode 100644
index 0000000..699b338
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/p017-3.gif
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/spine.jpg b/36982-h/images/spine.jpg
new file mode 100644
index 0000000..fab37c0
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/spine.jpg
Binary files differ
diff --git a/36982-h/images/titlepage.png b/36982-h/images/titlepage.png
new file mode 100644
index 0000000..4ff76d9
--- /dev/null
+++ b/36982-h/images/titlepage.png
Binary files differ
diff --git a/LICENSE.txt b/LICENSE.txt
new file mode 100644
index 0000000..6312041
--- /dev/null
+++ b/LICENSE.txt
@@ -0,0 +1,11 @@
+This eBook, including all associated images, markup, improvements,
+metadata, and any other content or labor, has been confirmed to be
+in the PUBLIC DOMAIN IN THE UNITED STATES.
+
+Procedures for determining public domain status are described in
+the "Copyright How-To" at https://www.gutenberg.org.
+
+No investigation has been made concerning possible copyrights in
+jurisdictions other than the United States. Anyone seeking to utilize
+this eBook outside of the United States should confirm copyright
+status under the laws that apply to them.
diff --git a/README.md b/README.md
new file mode 100644
index 0000000..c197111
--- /dev/null
+++ b/README.md
@@ -0,0 +1,2 @@
+Project Gutenberg (https://www.gutenberg.org) public repository for
+eBook #36982 (https://www.gutenberg.org/ebooks/36982)