summaryrefslogtreecommitdiff
diff options
context:
space:
mode:
authorRoger Frank <rfrank@pglaf.org>2025-10-15 05:06:37 -0700
committerRoger Frank <rfrank@pglaf.org>2025-10-15 05:06:37 -0700
commit23631fd455b5b042e733a5fd6cb4e8a1467665c9 (patch)
treef4ca1f3098393b33a95a340e293a22a7a1c7a58e
initial commit of ebook 19865HEADmain
-rw-r--r--.gitattributes3
-rw-r--r--19865-8.txt1643
-rw-r--r--19865-8.zipbin0 -> 36455 bytes
-rw-r--r--19865-h.zipbin0 -> 872315 bytes
-rw-r--r--19865-h/19865-h.htm1888
-rw-r--r--19865-h/images/o1907-376.gifbin0 -> 683 bytes
-rw-r--r--19865-h/images/p1907-361-1.jpgbin0 -> 90264 bytes
-rw-r--r--19865-h/images/p1907-361-2.jpgbin0 -> 24206 bytes
-rw-r--r--19865-h/images/p1907-365.jpgbin0 -> 75140 bytes
-rw-r--r--19865-h/images/p1907-368-1.jpgbin0 -> 80914 bytes
-rw-r--r--19865-h/images/p1907-368-2.jpgbin0 -> 92710 bytes
-rw-r--r--19865-h/images/p1907-369.jpgbin0 -> 73536 bytes
-rw-r--r--19865-h/images/p1907-372.jpgbin0 -> 102935 bytes
-rw-r--r--19865-h/images/p1907-373.jpgbin0 -> 105731 bytes
-rw-r--r--19865-h/images/p1907-376-1.jpgbin0 -> 84127 bytes
-rw-r--r--19865-h/images/p1907-376-2.jpgbin0 -> 102603 bytes
-rw-r--r--LICENSE.txt11
-rw-r--r--README.md2
18 files changed, 3547 insertions, 0 deletions
diff --git a/.gitattributes b/.gitattributes
new file mode 100644
index 0000000..6833f05
--- /dev/null
+++ b/.gitattributes
@@ -0,0 +1,3 @@
+* text=auto
+*.txt text
+*.md text
diff --git a/19865-8.txt b/19865-8.txt
new file mode 100644
index 0000000..2fa42a6
--- /dev/null
+++ b/19865-8.txt
@@ -0,0 +1,1643 @@
+The Project Gutenberg EBook of Reis door Nubië, by E. Amelineau
+
+This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
+almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
+re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
+with this eBook or online at www.gutenberg.org
+
+
+Title: Reis door Nubië
+ De Aarde en haar Volken, 1907
+
+Author: E. Amelineau
+
+Release Date: November 19, 2006 [EBook #19865]
+
+Language: Dutch
+
+Character set encoding: ISO-8859-1
+
+*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK REIS DOOR NUBIË ***
+
+
+
+
+Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed
+Proofreading Team at http://www.pgdp.net/
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+ Reis door Nubië.
+
+ Naar het Fransch van E. Amelineau.
+
+
+
+Ik had Abydos den 16den Februari des avonds verlaten, om mij naar
+Wadihalfa te begeven, en den 20sten was ik te Assoean, dat de
+hoofdplaats is geworden van een tweede militair grensgebied bij de
+nieuwe organisatie, die gevolgd is op de bezetting van een deel van
+den Soedan door Kitchener-pacha. Welk een groot verschil met wat ik
+er had gezien ten tijde van mijn eerste reis in 1885.
+
+De dienst voor reizigers ging toen door middel van postbooten, die
+al naar de omstandigheden er korter of langer over deden, die in het
+minst niets voor het comfort der passagiers beschikbaar hadden, waar
+de reizigers ondergebracht waren in een soort van ruimen, die met den
+naam salon vereerd waren, en waar men kans liep, des nachts zonderlinge
+bezoekers te moeten ontvangen, als bij voorbeeld de rat, die ik over
+de reisdeken zag wandelen, waarin ik mij had gewikkeld. Het moet zonder
+omwegen worden erkend, dat de heer Cook daarin zijn verdiensten heeft.
+
+En wat een verschil in het uiterlijk der kleine stad! Er waren
+toentertijd geen hotels en geen op zijn Europeesch gebouwde huizen;
+evenmin europeesche reizigers; de enkele kooplieden, aangetrokken door
+het anglo-egyptische leger, woonden op de rivier in hun dahabiehs;
+de stad was zuiver egyptisch, met een mengeling van Arabieren, Kopten
+en Nubiërs van verschillende stammen, als Bisjari's, Barabra's enz.,
+terwijl men er veel negers vond, uit Soedan gekomen uit vrijen wil of
+tegen hun zin, maar meer gedwongen dan vrijwillig, want de handel in
+negers, ofschoon officiëel afgeschaft, werd voor het oog van de gansche
+wereld in Egypte nog uitgeoefend, al deed men of hij was verdwenen.
+
+Tegenwoordig is Assoean een stad, die maar weinig van haar oostersch
+karakter heeft behouden, waar de lediggaande wereld uit Engeland
+en Amerika met enkele andere Europeanen elkaar, naar het schijnt,
+rendez-vous hebben gegeven, om den winter vroolijk door te brengen in
+een overheerlijk klimaat, waar hotels zijn verrezen met alle denkbare
+comfort van den modernen tijd en waar het aantal stoombooten, platte
+schuiten en dahabiehs, die in de rivier ten anker gaan, eenigszins doen
+denken aan de groote rivieren van Amerika, waar in alle richtingen
+groote booten elkaar kruisen. Men hoort slechts vroolijke uitroepen
+van jeugdige stemmen, met hun kristalhelderen klank van de overzij
+van den Atlantischen Oceaan gekomen, en zilveren gelach klinkt er
+op elk uur van den dag, en bijna ook van den nacht, bij pic-nics en
+partijen en concerten op het water.
+
+Het lijkt wel, of met een tooverslag uit het andere einde van Egypte
+een of andere rijke karavanserai uit Kaïro naar hier is overgebracht
+met allen, die er in woonden. Viermaal per week brengen de drijvende
+hotels van Cook een groot aantal reizigers aan en voeren diegenen
+terug, die er genoeg van hebben of die er spijt van hebben, dat de
+koek voor hen op is, zoodat vier of vijf maanden lang Assoean een
+betooverde stad gelijkt, waar men geen begrip heeft van 's levens
+zorgen en van bezwaren voor de toekomst, waar men geheel voor het
+tegenwoordig oogenblik leeft, vol vreugde en levenslust, klaar om
+van allerlei genietingen te profiteeren, en ver van de moeiten,
+die in ons ingewikkeld modern leven vermeerderd schijnen te wezen.
+
+Maar zijn we wel zoo ver van de beschaving?
+
+Wat zijn dat voor geluiden, die mijn oor bereiken? Wat bespeur ik
+daar? Ben ik de speelbal van een droom, die mij, zonder dat ik het
+merkte, naar Europa heeft overgebracht? Dat geluid kan niet anders
+dan door een spoorweg worden veroorzaakt; het is de klank van rails,
+die uitgeladen worden en de mannen, die ze uit de boot naar den oever
+brengen, zijn dwangarbeiders, met ketenen aan elkander vastgehecht,
+waardoor hun voeten worden gewond. Zie daar ook de soldaten, met
+de bajonet op het geladen geweer, gereed op ieder, die zou willen
+ontvluchten, te schieten. Alles is onder dezen schoonen hemel geen
+couleur de rose, geen spel en vreugde, en men vindt er alle bezwaren
+terug van onze westersche beschavingen.
+
+De mannen, die ik daar zie werken in het zweet huns aanschijns,
+maar die lachen en gekheid maken onder de oogen van hun bewakers,
+alsof ze in het veld bezig waren aan een vroolijken oogst en die
+doordringende blikken werpen uit hun donkere oogen, werken slechts
+omdat ze ertoe gedwongen worden, bewijzen, dat ook dit betooverd
+paradijs in een hel zou kunnen veranderen en dat men er naast het
+gelach van de gelukkigen het tandengeknars van de schuldigen en
+ellendigen kan hooren. En wat zullen er een massa onschuldigen wezen
+onder die groepen dwangarbeiders! Als men weet, hoe het gaat met de
+egyptische rechtspraak, en hoe de inlandsche rechtbanken de kunst
+verstaan, de rijken te beschermen en de armen te treffen, weet men
+maar al te goed, hoe het er mee gesteld is.
+
+Ik maak gebruik van den kleinen spoorweg, die tot Philae gaat,
+een rotsachtig eiland midden in de rivier, en waar de grillige
+verbeeldingskracht van de egyptische Pharao's een menigte grootsche
+monumenten heeft gesticht. Wij zullen ze op den terugweg bezichtigen,
+want de boot vertrekt en het dek is reeds vol passagiers. De bemanning
+haast zich met de enorme kisten, vol van de noodige levensmiddelen
+voor de reis, en laadt de overvloedige massa bagage in, die een
+dertigtal reizigers mee kunnen voeren.
+
+Alle toeristen maken namelijk drie- of viermaal toilet per dag; de
+heeren verschijnen in rok des avonds aan het diner en de dames zijn dan
+meer of minder gedecolleteerd, zoodat men Londen of New-York niet kwijt
+raakt tot het eind van de reis, om ze dan weer mee terug te nemen,
+want de wereld kan nu eenmaal niet zonder die beide steden, en die
+twee groote middelpunten zouden niet bestaan zonder hun bewoners met
+al hun bagage. Wie heeft toch eens gezegd, dat alleen de Franschen
+met een reuzenmassa bagage reizen? De schrijver, die dat meende,
+had stellig nooit de toeristen van Cook zich op Philae zien inschepen.
+
+Te midden van al de drukte van de installatie der reizigers in de
+hutten, klinkt een bel; de wielen van de boot beginnen te draaien,
+regelmatig en rustig, en de zware machine komt in beweging. Van den
+oever klinken in alle talen der wereld kreten van vaarwel, zakdoeken
+wuiven, en als de boot zich sneller beweegt, houdt het lachen op,
+de lieden verdwijnen langzamerhand van den oever en Philae wordt zelf
+minder duidelijk voor de oogen der reizigers, tot een bocht der rivier
+het geheel aan den blik der reizigers onttrekt en ons in een nieuwe
+wereld binnenleidt.
+
+De Nijl is de eenige weg, die naar Nubië voert. Aan beide zijden van
+den stroom zijn er, als de bergen zich op eenigen afstand bevinden,
+wel voetpaden over de smalle strook lands, die de eenige hoop is van
+een streek, bestemd om in alle eeuwigheid arm te blijven; maar vaak
+ook is de Nijl tusschen hooge rotsen nauw ingesloten en de doorgang
+is er afgesloten, omdat die steilten volkomen onbeklimbaar zijn. Uit
+nood en ten allen tijde hebben de menschen dus den rivierweg moeten
+volgen, om uit het midden van Afrika zich te begeven naar de mooie
+en vruchtbare oase, die Egypte is.
+
+Ik behoor tot diegenen, die gelooven, dat de egyptische beschaving
+allereerst den Nijl is afgekomen, voordat ze den steun ontving van
+andere beschavingen, die aan Afrika vreemd waren, met name dien van
+de volken, welke wij nu samenvatten onder den naam van Semieten. Op
+het tijdstip, toen de menschen zich voor het eerst durfden wagen door
+onbekende gebieden, naar nog niet aanschouwde streken, gezeten in
+hun lichte bootjes uit boomstammen gemaakt, bootjes, die men bij
+zich kon houden en die men telkens als er zich een moeilijkheid
+voordeed, uit het water haalde en aan land trok, om ze des avonds
+daar te laten en ze den volgenden morgen weer neer te laten, waarna
+ze met buitengewone snelheid zich bewogen, op dat tijdstip, zeg ik,
+moesten de mannen, die het eerst zich waagden aan een tocht naar de
+oase van Egypte, reeds een vrij ver gevorderde beschaving bezitten,
+daar ze booten konden maken, er de schoone vormen van venetiaansche
+gondels aan wisten te geven, en dus alles hadden wat voor zulk werk
+noodig was. Toen zij eenmaal waren aangekomen in het vruchtbare
+dal, dat de Nijl besproeit, die zich vrijgemaakt had van de bergen,
+waartusschen hij ingesloten was van Khartoem tot El-Kab, vond hun
+aanleg rijkelijk gelegenheid, zich te ontwikkelen.
+
+Hun beschaving ging door lange eeuwen steeds vooruit, dat is
+uit de opgravingen gebleken, en nog in den laatsten tijd toonen
+archaeologische ontdekkingen een graad van ontwikkeling bij die oude
+Egyptenaren, waar men geen vermoeden van had en hun beschaving klimt
+op tot tijden, die nog aan de oudste historische dynastie voorafgaan.
+
+Van Egypte uit verspreidde zich toen de afrikaansche beschaving over
+geheel Europa en wij profiteeren er nog van, zonder dat wij er een
+vermoeden van hebben, en herhalen de goede en de minder gelukkige
+gedachten als nieuwigheden voor ons. De bevolking van Nubië is altijd
+in overeenstemming geweest met den aard van het terrein, waar het
+land uit bestaat, en het land is eigenlijk niets anders dan de zandige
+strook gronds, die aan beide kanten van den Nijl zich uitstrekt, soms
+slechts één kilometer breed, soms nog minder en dikwijls niet breeder
+dan 40, 30, 20 of zelfs 10 meter, als de rivier niet onmiddellijk
+zich door de rotsen een weg had moeten banen. Het bebouwbare land is
+zoo gering mogelijk, en men kan licht begrijpen, dat in een dergelijk
+land, ondanks de nabijheid en de overvloedigheid van het water, het
+voor een talrijke bevolking onmogelijk was, zich te voeden. Het land
+is dus altijd schraal bevolkt geweest en altijd vond men de menschen
+in de buurt van de plaatsen, waar nu nog de steden en dorpen liggen.
+
+De groote plaatsen uit het verleden moesten noodzakelijk gelijken
+op wat ze nu zijn, dat wil zeggen, dat er geen talrijke en dichte
+bevolking woonde, want het ontbrak altijd aan de ruimte, die noodig
+zou wezen voor een volkrijke stad in oosterschen zin en in de tweede
+plaats aan den grond voor de bebouwde velden, die de opeenhoopingen
+van menschen moest voeden, want de mensch moet eten om te leven;
+dat moest hij vroeger zoowel als tegenwoordig.
+
+Er zijn ook nu nog slechts een zeer klein aantal bevolkte centra,
+en ook de dorpen zijn niet talrijk. De stad Korosko is eigenlijk
+alleen voor Nubië een stad te noemen, en zoo is het ook met Wadihalfa;
+er wonen in die middelpunten vrij wat ambtenaren en een inlandsche
+bevolking, die niet veel talrijker is dan in een gemiddeld nubisch
+dorp. Sedert Wadihalfa de grensstad is geworden van Nubië aan den
+kant van den Soedan, en daarna uitgangspunt van den spoorweg naar
+Khartoem, is het een vrij belangrijke stad geworden door den toevloed
+van vreemdelingen; maar sedert de gelukkige expeditie van Kitchener
+pacha Boven-Nubië heeft heroverd en Soedan, heeft Wadihalfa veel van
+haar belangrijkheid verloren; de plaats beteekent nu alleen nog iets
+als station van den spoorweg.
+
+Op mijn geheele reis heb ik slechts een enkele stad gezien met een
+eenigszins talrijke bevolking, misschien 10.000 inwoners, namelijk
+Deïr, de hoofdstad, van Beneden-Nubië eer de nieuwe bestuursmaatregelen
+waren ingevoerd door lord Cromer ten gevolge van de overwinningen
+van lord Kitchener over den Mahdi en zijn aanhangers.
+
+Maar al zijn er dan slechts hoogstens drie of vier bewoonde
+middelpunten in Beneden-Nubië, die den naam van kleine steden of
+groote dorpen verdienen, het aantal gehuchten is er daarentegen
+eindeloos. Waar men zich ook bevindt, overal treft men verspreide
+hutten aan, zoo primitief mogelijk ingericht, want het klimaat laat
+toe, dat men bijna zijn gansche leven in de open lucht doorbrengt,
+in de schaduw van boom of muur, als het te warm is, in de zon, als
+de aan warmte gewende oosterling de temperatuur te laag vindt.
+
+De grootste van die woningen waren niet veel meer dan hokken voor
+het vee, waar de menschen de beesten des avonds heen brachten,
+om er in hun gezelschap den nacht te slijten. Het aantal stuks vee
+is waarlijk wonderlijk voor een zoo onvruchtbaar land als Nubië,
+en men moet wel denken, dat de arme dieren in matigheid met den
+mensch wedijveren. Vooral geiten en buffels deelen de armoede met
+den Nubiër, die buitendien soms een koe en enkele schapen houdt. Ik
+vroeg mijzelven af, waar ze het voedsel vandaan haalden op de rotsen
+aan den Nijl; maar had ik te Abydos niet gezien, hoe geiten en schapen
+eten vonden op een terrein, waar maar een paar grassprietjes groeiden
+en hoe ze zich tevreden stelden met de dorre, harde halmen van de
+sorghoplant? Kameelen zijn er nog al eenige, maar het is gemakkelijk,
+de paarden te tellen. Men moet bepaald rijk zijn, om zich de weelde
+van een paard te kunnen veroorlooven, en die dieren ziet men dan ook
+alleen in de groote middelpunten, waar de bergen terugtreden van de
+rivier en plaats laten voor menschen.
+
+Nu en dan treft men streken met goed bebouwbaren grond; doch die
+grond doet in het geheel niet denken aan de zwarte aarde van Egypte,
+al heeft ook hier het Nijlslib vruchtbaarheid gebracht. In Nubië ziet
+men bijna niet anders dan zand, en dat zand is door de besproeiing
+van den Nijl en door de bestraling der zon uiterst vruchtbaar. De
+bewoners maken daar een goed gebruik van, en pas heeft de Nijl bij
+zijn jaarlijksche overstrooming een deel van zijn oevers vrij gelaten,
+of de grond wordt al bezaaid met graansoorten en lupinen.
+
+Op geregelde afstanden, ongeveer om de 400 of 500 meter, zijn langs
+de bebouwde oevers steenen aangebracht, die zoo geplaatst zijn,
+dat zij den vloed keeren, of ten minste in zooverre tegenhouden,
+dat de stroom het zand niet medevoert.
+
+Waar het maar eenigszins mogelijk is, zijn in grooten getale palmen
+geplant, en uit de verte gezien, geven die dicht aaneengeschaarde
+rijen palmboomen, dikwijls dubbel en driedubbel opschietend uit een
+zelfden stam, den indruk van een dicht bosch en verleenen het dorre
+landschap het aanzien eener vruchtbare vallei.
+
+Waar de bodem er gelegenheid toe biedt, dragen de bewoners zorg,
+hem rijkelijk te besproeien, en zij bedienen zich te dien einde van
+saqiehs, die dikwijls zeer dicht bij elkander zijn geplaatst. Somtijds
+bevinden zich wel van twintig tot dertig op een uitgestrektheid van
+één kilometer; zij toonen aan, hoe schraal de bodem is, die zooveel
+vocht behoeft, en tevens hoezeer de grond is verdeeld; want men zou
+zeer groote uitgestrektheden gronds kunnen besproeien met één dier
+groote wielen, waaraan watervaten hangen, die zich uitstorten in een
+goot. Zij zijn van den vroegen morgen tot 's avonds laat in vollen
+gang; als de zon boven de arabische bergen opkomt, vindt zij hen reeds
+aan den arbeid, en als zij wegzinkt achter het gebergte van Lybië,
+beschijnen haar laatste stralen de dieren, die onvermoeid rondloopen,
+en de druipende vaten; de raderen knarsen onophoudelijk door, en het
+weldoende vocht verspreidt vruchtbaarheid over de velden, terwijl de
+drijver onder eentonig gezang zijn span schrale koeien aanspoort of
+het magere kameel, dat het zware werk alleen moet verrichten.
+
+Wanneer onze oogen als 't ware verblind zijn door de weerkaatsing
+van de zon op den zandgrond, is het een aangename verpoozing, te zien
+naar de dichte bladertrossen, die in den wind wuiven op den top der
+hooge palmen, en naar de stammen, die levendig afsteken bij de kleur
+van het gebladerte en den bodem. Wanneer het schouwspel nog wint aan
+bekoorlijkheid door den verren afstand, en de grillige bochten van den
+stroom, kan de reiziger zich in de verte een landschap droomen, dat in
+het minst niet overeenkomt met de omgeving, die hem op dit oogenblik
+omringt, en dat zich tooit met alle wisselende kleuren en tinten der
+rijkst gezegende natuur. Het licht is de toovenaar, die deze wonderbare
+uitwerking te weeg brengt. Maar als men later de plek is genaderd,
+die men een aardsch paradijs waande, is de bekoring verdwenen,
+en na eenige oogenblikken wordt het spel onzer verbeelding hervat,
+om later opnieuw plaats te maken voor de teleurstellende werkelijkheid.
+
+De bewoners van Nubië zijn groot, en op het oog sterk van lichaamsbouw;
+hun tint is meer koperkleurig dan zwart. Zij dragen wijde kleederen,
+die oorspronkelijk wit of grijs zijn geweest, maar thans door het
+gebruik een onherkenbare kleur hebben aangenomen, en naar ik vermoed,
+gedragen worden, tot ze hun van het lijf vallen, evenals dit gebruik
+is bij de egyptische fellahs. De stof, waaruit ze zijn vervaardigd,
+is echter van betere kwaliteit, dan die, welke de fellah voor zijn
+armoedige kleeding gebruikt; ze is anders geweven en veel steviger
+dan het dunne blauwe katoen, waarin de landbouwende bevolking van
+Egypte gekleed gaat.
+
+Mannen en vrouwen zijn ongeveer op dezelfde wijze gekleed; op het
+hoofd dragen ze geen andere bedekking dan het dikke kroezende haar,
+dat bij de vrouwen langer is dan bij de mannen. Wie onder de dames
+rijk genoeg is, om zich een zilveren ring aan te schaffen, draagt zorg
+hiermede haar neusvleugel te versieren. Want de ijdelheid speelt in
+Nubië evengoed een rol als in Europa, en wij zouden daarvan nog andere
+staaltjes zien in Bahr-el-Ghazal, veel dichter bij Midden-Afrika
+gelegen, waar de vrouwen uit ijdelheid ringen om armen en beenen
+dragen, zwaarder dan wij onze galeislaven zouden durven aanleggen.
+
+Zij zijn zeer arbeidzaam; in sommige streken bebouwen zij zelf het
+weinigje land, dat haar als haar eigendom is ten deel gevallen. De
+waarde van het geld kennen zij zeer goed. Zoodra een boot met reizigers
+bij de een of andere landingplaats stilhoudt, komen zij met haar
+kinderen in dichte drommen aanloopen, gevolgd door haar mannen, en
+zonder de minste schaamte of verlegenheid vragen zij de reizigers om
+bakschisch; niet zoozeer bij wijze van verwelkoming, zooals in Egypte;
+maar eenvoudig, omdat vreemdelingen hun grondgebied willen doortrekken.
+
+'t Is een recht, dat zij eischen; zooals dat eveneens gebruik is in
+Zuid- en Midden-Afrika. Als de reizigers, die dit gevraag wel eens
+begint te vervelen, hun niets geven, jouwen de vrouwen en kinderen
+die gierige lieden geweldig uit, die niet eens willen betalen wat zij
+schuldig zijn; men schreeuwt hun scheldwoorden na, werpt hen met zand,
+en blijft de vertrekkende boot verwenschingen naroepen en met steenen
+gooien, tot op eens het lawaai een einde neemt, en de vertoornde
+bewoners welgemoed naar huis terugkeeren, zonder geld; maar met een
+verlicht gemoed, nu zij hun verontwaardiging hebben lucht gegeven.
+
+De bevolking van Nubië is dus al evenzeer tot bedelen geneigd als
+de Egyptenaren, maar toch niet op dezelfde wijze. De Nubiërs hebben
+meer gevoel van eigenwaarde dan de egyptische fellah, al kan men ze
+nog niet bepaald trotsch noemen, en dikwijls geven ook de reizigers
+zelf aanleiding tot dat gebedel, door hun zucht tot vertooning maken
+en hun onverstandige verkwisting.
+
+Domme lieden, die toevallig overvloed van geld hebben en niet weten
+wat daarmee aan te vangen, hebben er pleizier in, zilverstukken onder
+de menigte te werpen, en zich dan te verlustigen in het weerzinwekkend
+schouwspel van dat dringen en vechten der arme menschen, om een dier
+geldstukjes te bemachtigen. En daar het tooneel dezer worsteling
+meestal aan den oever der rivier is gelegen, dus op een plek, waar de
+grond bebouwd is, loopt de zaak zelden af, zonder dat er schade aan
+den oogst is toegebracht. De eigenares van den grond, of de vrouwen,
+die er het opzicht over hebben, komen dan aanloopen met lange stokken,
+stengels van sorgho, die ze stuk slaan op de ruggen der vechtenden,
+tot ze zelf moeten lachen om het geval, en haar blinkende witte
+tanden laten zien, alsof ze het zich per slot van rekening niet hard
+aantrekken, dat haar oogst werd verwoest.
+
+De Nubiërs zijn, voor zoover ik dit kon opmaken uit een betrekkelijk
+kort bezoek aan het land, en zooals ik ook reeds in Egypte bespeurd
+had, meer geneigd tot maatschappelijk verkeer en den omgang met hun
+medemenschen dan de egyptische fellah. Van deze eigenschap geven zij
+overal en op alle mogelijke wijzen blijk.
+
+Dikwijls verlaten zij hun geboorteland, om zich in Egypte te vestigen,
+waar hun beproefde eerlijkheid, die ofschoon altoos betrekkelijk,
+zeer zeker merkwaardig is, hun betrekkingen van vertrouwen bezorgt,
+zooals die van baoebab of portier, van koetsier of boodschapper. De
+Nubiër is zindelijker in zijn voorkomen dan de fellah; zijn kleeding
+staat hem goed, en valt zelfs in sierlijke plooien, die aan antieke
+gewaden herinneren; hij is nooit stoffig en vuil en zijn roode sloffen
+blinken prachtig. Hij weet zich werkelijk goed voor te doen. Nooit
+vergeet hij de brandende zon van zijn vaderland en de bergachtige
+streken, waar hij geboren is; zijn grootste wensch is het, eenmaal
+daarheen terug te keeren, met het sommetje, dat hij bij kleine beetjes
+heeft overgespaard. Hij is nog matiger dan de egyptische fellah,
+en dat is dan ook wel noodig, als hij zijn doel zal bereiken; want
+zijn loon is al zeer gering. Intusschen is hij altijd zeer blijde,
+als hij een van zijn landgenooten ontmoet, en ontvangt hem met
+de grootste voorkomendheid, dat wil zeggen onder een stroom van
+beleefdheidsbetuigingen.
+
+Dikwijls ziet men in de straten van Kaïro twee Nubiërs, die elkaar
+bij den pink vasthouden en elkander openlijk hun levendige blijdschap
+betuigen over hun ontmoeting.
+
+Bij openbare godsdienstige plechtigheden vormen de Nubiërs altijd een
+afzonderlijke groep, en met hun hooge keelstemmen brengen zij den
+heilige, wiens feest gevierd wordt, meer lofzangen in tien minuten
+dan de Egyptenaren in een uur, daar zij gaarne uit volle borst zingen,
+zooals ze dat gewoon zijn in hun geboorteland.
+
+Zij houden zeer veel van muziek; niet van de onze, maar van hun eigen
+melodieën; hoewel het verschil daartusschen niet zoo groot is als
+men zou denken.
+
+Ze zingen bepaalde wijzen, afgewisseld door de solo's van den
+kooraanvoerder, zonder zich strikt te houden aan een telkens
+terugkeerend refrein; ze slaan de maat met handgeklap en op de
+stoomboot die ons naar Wadihalfah bracht, langs dien prachtigen stroom,
+dien ik zoo lang had verlangd te leeren kennen, in dat heerlijke
+klimaat, en omgeven door die maagdelijke natuur, was het een genot,
+hen te zien en aan te hooren. Hun liederen klinken mij nog in de ooren;
+ik zie hen weer onder gezang en dans het dek der stoomboot schoonmaken;
+want bij hen is de mimiek nauw aan den zang verbonden, en ik roep mij
+die blijde uren levendig weer voor den geest terug. Ondanks de warmte,
+en de nabijheid van sommige opgewonden passagiers, die te pas en te
+onpas hun bewondering wilden uiten, was het dansen en zingen van de
+nubische bemanning der boot een der aangenaamste herinneringen, die
+mij van de reis is bijgebleven. Wellicht zou men elders een dergelijk
+genoegen kunnen smaken, meer verfijnd en beschaafd waarschijnlijk; maar
+het is dan ook niet zoozeer dat primitieve gezang alleen, noch de vrij
+alledaagsche gebaren, waarvan de zangers het deden vergezeld gaan,
+dat zulk een onuitwischbaren indruk bij mij heeft achter gelaten;
+'t is het geheele schouwspel, dat mij onvergetelijk is gebleven,
+de grootsche eenzaamheid, de treffende aanblik van een natuur, zoo
+geheel verschillend van al wat ik in Europa en zelfs in het Nijldal
+had aanschouwd, het is dat leven op de rivier, mijn herinneringen aan
+het verleden, en droomen der toekomst, de beelden, die mij daarbij voor
+den geest zweefden, en al wat daarmede samenhing, welke oorzaak waren,
+dat dit eenvoudige gezang, en die kinderlijke dansen een herinnering
+bij mij hebben achtergelaten aan oogenblikken zoo genotvol, dat ik
+ze onuitsprekelijk gaarne nogmaals en nogmaals doorleven zou.
+
+Bij de nubische vrouwen heerschen geheel andere zeden dan bij de
+egyptische. Zij dragen geen sluier, en vertoonen zich voor ieders oog,
+zooals de natuur ze heeft geschapen. Zij zijn volstrekt niet schuw,
+en het wordt ook niet als een vergrijp jegens haar godsdienst of een
+ontwijding van het heilige beschouwd, als men het waagt het woord
+tot haar te richten.
+
+Velen onder haar zijn negerinnen, die nog slavinnen zijn of het vroeger
+zijn geweest; arme vrouwen, die bijna geen menschelijk voorkomen meer
+hebben door de vele ontberingen, door haar uitgestaan in een leven,
+waaraan zij, ondanks dit alles, toch nog waarde schijnen te hechten. De
+aanwezigheid dier negervrouwen zou op zich zelf reeds voldoende zijn,
+om een bewijs te leveren van de vermenging der rassen, die hier heeft
+plaats gehad, zoo men niet bovendien tallooze verschillende typen zag
+vertegenwoordigd, waarvan bijna geen enkel zuiver is; zoo dikwijls
+hebben ten gevolge der historische gebeurtenissen wisselingen en
+veranderingen in de bevolking plaats gegrepen.
+
+Somtijds ontmoet men nog enkele vrouwen, die het levend evenbeeld
+schijnen van de eene of andere lang gestorven prinses, wier herinnering
+is bewaard gebleven, dank zij de vaardigheid der beeldende kunstenaars
+van het Nijldal. Zoo zagen wij bij voorbeeld een bijzonder mooie
+jonge vrouw te Deïr. Zij was klein van gestalte, maar zeer goed
+geproportionneerd, voor zoover haar kleeding ons veroorloofde,
+hierover te oordeelen. Haar handen waren fijn gevormd, hoewel de
+vingers door ruw werk eenigszins grof waren geworden. Haar voetjes
+zouden ook in Europa ieders bewondering hebben gaande gemaakt. Zij
+had een klein en smal gezichtje met uitstekende jukbeenderen, en
+haar oogen, onder fraai gewelfde wenkbrauwen, geleken niet op die
+der egyptische vrouwen, bij welke de beschildering met antimonium
+steeds de natuur te hulp komt. Zij waren klein, maar levendig, en
+straalden van genoegen onder de bewonderende blikken, die wij met veel
+vrijmoedigheid op hare bekoorlijkheden lieten rusten. Neergehurkt
+in een hoek, gevormd door twee muren, maalde zij in den voor haar
+staanden molen de sorgho, die bestemd was om er het brood van te
+bereiden voor haar heer en meester. De bewegingen, die zij maakte,
+om den molen te draaien, waren zoo bevallig en waardig, alsof zij
+een koningin ware geweest. Zij wist wel, dat zij mooi was; zij was
+jong en bij gevolg een weinig behaagziek.
+
+Als zij lachte, liet zij een rij mooie tandjes zien, als parelen zoo
+wit; haar bewegingen deden de sierlijke kettingen rinkelen, die zij
+om den hals droeg, en waarvan schelpen en gouden kralen op haar borst
+afhingen; zij scheen dat gaarne te hooren en het was alsof zij zeide:
+"Kijkt mij maar goed aan, gij vreemde lieden; ik ben de moeite van
+het bekijken waard, en ik geloof niet, dat gij in uw koud land zulke
+schoone vrouwen zult vinden als gij hier eene voor u ziet."
+
+Zij was werkelijk de levende belichaming van een dier vrouwen van
+Ramses II, welke men ziet afgebeeld naast de kolossen, die dezen vorst
+voorstellen in den tempel van Luxor. Zij zal dit zelve wel niet hebben
+geweten; maar zij voelde zich toch in dit aan vrouwelijke schoonheid
+arme land een koningin door haar bekoorlijkheid.
+
+Toen zij eindelijk genoeg kreeg van de blikken en onbescheiden vragen
+van enkele onzer medereizigers, vroeg zij mij, daar zij mij met de
+inwoners der stad arabisch had hooren spreken, met een allerliefste,
+heldere stem, of ik aan die menschen wilde zeggen, dat ze haar nu
+lang genoeg hadden bekeken, en trok met een snelle beweging haar
+sluier half voor haar gezicht; maar haar oogen lachten ondeugend
+onder die bedekking.
+
+Het gefluit van de stoomboot, dat de achterblijvers riep,--en
+bijna al de passagiers hadden zich om die kleine nubische schoonheid
+verzameld,--had meer uitwerking, dan mijn woorden allicht zouden hebben
+teweeg gebracht; te meer, daar ik geen recht had, mijn reisgenooten
+op die wijze de les te lezen.
+
+De boot vertrok en wij aanschouwden weder andere tafereelen; maar ik
+bleef nog lang denken aan de kleine nubische prinses der oudheid,
+die thans veroordeeld was in een armoedig huisje te Deïr het koren
+te malen, dat haar en haar echtgenoot tot levensonderhoud strekte.
+
+De reiziger, die vatbaar is voor indrukken, door grootsche
+natuurtafereelen gewekt, zal zich voor de vermoeienissen, op zijn
+reis door Nubië doorstaan, rijkelijk beloond achten, want op elk
+uur van den dag ('s nachts wordt de tocht niet voortgezet) ontrolt
+zich voor hem een onafgebroken reeks van onvergetelijke tafereelen,
+welke onuitwischbare herinneringen bij hem zullen achterlaten. Het is
+in den regel niet eens noodig, zich telkens te verplaatsen, om van
+de prachtigste gezichten te genieten; men behoeft slechts op zijn
+gemak midden op de boot op een bank te gaan zitten, en nu eens naar
+rechts, dan naar links te zien, om als in een kaleidoscoop nu eens de
+bekoorlijkste, dan weder de meest ontzagwekkende natuurtooneelen te
+zien voorbijglijden. Elk oogenblik verandert alles van aanzien, want
+de stroom maakt vele bochten, en de boot eveneens, om voortdurend in
+diep water te blijven, zoodat telkens de verlichting van het landschap
+afwisselt, en men het geheel als door een tooverslag veranderen
+ziet. Wonderbaar zijn de spelingen van het licht in deze streek,
+die doen denken aan schitteringen van diamant en kristal.
+
+Wie toch zou gelooven, dat louter zand, stroomen van zand, die van
+de bergen zijn neergestort, op zich zelf zulk een prachtig schouwspel
+konden opleveren als ons slechts zelden wordt vergund te genieten? Nu
+eens is dit zand glinsterend wit, als zilver; het schijnt zachtjes
+naar den oever te vloeien, en te spelen in kabbelende golfjes, dan
+wordt het donkerder van tint, gaat van zachtblond over in goudbruin, om
+plotseling, als een lichte wolk voorbij de zon trekt, een loodkleurigen
+tint aan te nemen. Dikwijls schijnt het een stroom van vloeiend goud,
+die een verblindenden gloed uitstraalt, en niet zacht ruischend,
+maar met ontembare kracht als een geweldige massa gesmolten metaal,
+zich in de rivier uitstort. En waar die stroom een versperring ontmoet,
+waar een of andere uitstekende rotspunt zijn vaart vertraagt, schijnt
+zijn oogverblindend felle gloed den blik te tarten, die het waagt op
+zijn pracht te blijven rusten.
+
+Somtijds weer is het, alsof aan den oever der rivier door een of andere
+wonderbare macht met kwistige hand een overvloed van edelgesteenten
+is rondgestrooid; daar blinken in allerlei heerlijke schakeeringen
+agaat, smaragd en turkoois; daar glinstert de teergekleurde amethyst,
+daar flonkeren robijnen, en men zou zweren, dat de bodem bedekt was
+met een mozaïek van diamanten en edelgesteenten. Dit is echter een
+zeldzaam voorkomend verschijnsel, afhangend van bepaalde atmosferische
+invloeden. Mijne lezers zullen zeker wel eens verschillend gekleurd
+electrisch licht hebben gezien, en weten, hoe op het tooneel door
+dergelijke kleurspelingen een tooverachtige werking wordt verkregen;
+maar hoezeer vallen deze kunstmatige vertooningen in het niet naast
+de heerlijke wonderwerken der grootsche natuur!
+
+Denkt u ten overvloede naast deze stroomen van gloeiende lava,
+uitgeworpen door een gestadig werkenden vulkaan, de zachte tinten
+van het schaarsche groen der karige veldvruchten, die worden verbouwd
+door de nooddruftige bewoners, van de slanke palmen, die luchtig hun
+stammen ten hemel heffen met de wuivende bladerkroon op den top, van de
+enkele tamarinden met hun goudbruine twijgen en groen gebladerte, van
+die lange lanen van sycomoren, met hun zware stammen, die in de verte
+een dicht woud schijnen te vormen, waardoor men zich ternauwernood
+een weg zou kunnen banen, en gij zult u een onvergetelijk schouwspel
+voor den geest hebben geroepen, waarin alle verschillende tinten
+elkanders waarde verhoogen, zonder ooit een schrille tegenstelling te
+vormen. Want onder dit wonderbare licht smelt alles liefelijk samen,
+alsof een betooverd schilderspalet als van zelf zijn kleuren wist
+te mengen tot een gelukkige harmonie van tinten. En indien uw blik
+vermoeid is van het staren op den glans van zooveel goud en zilver,
+behoeft gij slechts de oogen op te slaan, en zonder van houding
+te veranderen ziet gij de hooge nubische bergen voorbijglijden;
+geweldige rotsgevaarten, blakend in de zon; naalden van steen, die
+steil uit den grond oprijzen, als wilden zij met hun spits den hemel
+bestormen. Ook hier schijnt het, alsof de natuur heeft willen spotten
+met den mensch en zijn kunstvaardigheid, en heeft willen toonen hoe,
+wat hij als wonderwerken beschouwt, slechts een spel is voor haar
+ontzagwekkende macht.
+
+Als de reiziger voor de eerste maal de drie groote pyramiden van Gizeh
+beschouwt, staat hij verstomd van bewondering, onder den indruk van hun
+ontzaglijke grootheid, en de volhardende wilskracht, die noodig was,
+om ze te doen verrijzen. Dikwijls heeft men zich afgevraagd, hoe ooit
+in den geest der egyptische bouwmeesters de voorstelling was ontstaan,
+die hen bezielde tot den bouw der pyramiden. De geschiedschrijvers der
+egyptische kunst hebben ieder op zijn wijze gepoogd, dit raadsel op te
+lossen; zij beweren, dat de opeengestapelde aardhoopen het denkbeeld
+der pyramide deden ontstaan; anderen zeggen, dat de opgehoopte
+korenschoven in den oogst als voorbeeld moeten hebben gediend; een
+derde is weder een andere meening toegedaan.
+
+Ik zal mij wel wachten, mijn verklaring van het ontstaan der
+pyramiden als de juiste aan mijn lezers op te dringen; ik kan alleen
+verzekeren, dat de egyptische bouwmeesters niet anders hebben gedaan,
+dan kunstmatig de voorbeelden nabootsen, die de natuur hun in Nubië
+aanbood.
+
+De Egyptenaren zijn ongetwijfeld uit midden-Afrika gekomen; in de
+vroegste tijden zonden zij reeds onderzoekers uit naar Nubië en
+naar streken, die nog dichter bij den equator zijn gelegen. Bij
+twintigtallen nu ziet men aan den linker oever der rivier pyramiden
+verrijzen; natuurlijke pyramiden, van driehoekigen vorm, oprijzend uit
+een stevige basis. Vijf of zesduizend jaren voor onze tijdrekening
+konden zij van uit de rivier evengoed worden aanschouwd als thans;
+want de rivier is altoos de eenige begaanbare weg in dit land geweest,
+en zij zijn steeds op dezelfde plek gebleven, sedert de geweldige
+omwenteling die hen aan het oppervlak der aarde te voorschijn riep, als
+de onveranderlijke getuigen van menschelijke zwakheid en menschelijke
+ijdelheid. Men ziet ze in allerlei vormen en gedaanten, driehoekig,
+van treden voorzien en vierzijdig. Ik weet niet, of zij van dichtbij
+gezien even regelmatige en zuivere verhoudingen vertoonen als op
+een afstand; het licht kan natuurlijk in de verte hoeken afstompen
+en ongelijkheden verzachten of uitwisschen; maar al waren ook die
+regelmatige vormen toe te schrijven aan de werking van het licht, de
+oude Egyptenaren hebben ze evenzoo gezien, als wij ze thans waarnemen,
+en dus moet hun indruk zijn overeengekomen met den onzen.
+
+Het is een overweldigend gezicht, deze steenen reuzen zich te zien
+verheffen, als pralend met hun kracht en hun weerstandsvermogen. Soms
+vormen zij groepen van vier, of zelfs vijf pyramiden, in een
+betrekkelijk kleine ruimte vereend.
+
+Badend in den zonnegloed, die hen doet schitteren als zuiver goud,
+schijnen zij te heerschen over den chaos der woestijn, die hen
+omringt. Onze verbeelding ziet in hen de nakomelingen dier reuzen,
+die in andere streken Pelion op Ossa poogden te stapelen, en die,
+hun grootsche taak verijdeld ziende, veroordeeld zijn geworden
+tot eeuwige onbewegelijkheid in deze afrikaansche woestijn. Hun
+onbuigzame trots is hierdoor niet geknakt, en zij schijnen in
+ongenaakbaar zwijgen de ijdele strafoefening te tarten, hun door het
+lot opgelegd. Ik begroette hen met eerbiedige en bijna schroomvallige
+bewondering. Hoevele malen, sedert zij aan den brandenden schoot der
+aarde ontstegen, zagen zij niet de hechtste koninkrijken ondergaan,
+voortgezweept door den storm van het noodlot. Hoevele tooneelen van
+verschrikking hebben zij niet bijgewoond, welke bij machte zouden
+zijn, de hardste rotsen tranen te ontlokken? De wateren van den tijd
+hebben zich gesloten boven de ongelukkige slachtoffers en de menschen,
+medegesleept door de duizelingwekkende vaart van den levensstroom, zijn
+voortgegaan, misdaden op misdaden, laagheden op laagheden te stapelen,
+terwijl slechts een enkele maal de lichtstraal eener heldhaftige en
+edele daad de sombere wolk van ongerechtigheid doordringt, waaraan de
+mensch den naam van beschaving heeft gegeven. Alles gaat voorbij, en
+verdwijnt om weder terug te keeren, slechts de pyramiden zijn gebleven;
+zij hebben alle stormen overleefd, en aan hun voet zijn de schuimende
+golven gebroken van menschelijke gruweldaden en menschelijke wanhoop.
+
+Zoo aanschouwt men, rustig op het dek der stoomboot gezeten, zonder
+van plaats te veranderen, enkel door de bonte wisseling van het
+voorbijtrekkende landschap, tooneelen, waarvan ik u slechts een
+flauw denkbeeld kan geven. Zoo de reiziger slechts in geringe mate
+weet gebruik te maken van wat zijn ervaring hem heeft geleerd en
+zijn verbeeldingskracht hem voorspiegelt, zoo hij weet in te keeren
+tot zich zelf, en zich te onttrekken aan de storende opmerkingen van
+zijn reisgezellen, zal hij hier, zonder inspanning, het genot kunnen
+smaken van zijn droomen verwezenlijkt te zien, en nieuwe schoonheden
+voor het oog zijner verbeelding te doen oprijzen, een genot, dat hem
+de innigste geestelijke bevrediging zal verschaffen. En het is niet
+enkel de rivier, die hem deze blijde gewaarwording schenkt.
+
+Te Korosko, waar men den nacht doorbrengt, wacht den reiziger, door
+de goede zorgen van Cook, een geheel eenig schouwspel. Om hiervan
+te kunnen genieten, moet men voor dag en dauw opstaan, een haastig
+ontbijt gebruiken, en zoo spoedig mogelijk de gidsen volgen, die
+het gezelschap een berg willen laten beklimmen, van waar zij de zon
+zullen zien opgaan. Een kwartier gaans van de plek, waar de stoomboot
+ligt, verheft zich een kleine berg, ongeveer 200 meter hoog, van waar
+men de geheele oostelijke woestijn overziet. De helling is verbazend
+steil; maar de bewoners der streek weten met groot gemak naar boven te
+klimmen. Zoovele bezoekers plegen reeds eeuwen lang om verschillende
+redenen dien berg te bestijgen, dat de steenen op meerdere plaatsen
+zijn uitgesleten, men heeft er nu hier en daar een soort ruwe treden
+uitgehouwen om ten minste eenigen steun te hebben, en niet steeds
+gevaar te loopen van uitglijden. In een half uur bereikt men den
+top. Hier bevindt zich, op een soort van plat, een vierkant gebouwtje
+zonder deur, maar met twee of drie vensters. Langs een ladder van
+zoowat tien treden, die tegen den muur steunt, kan men boven op het
+dak klimmen, maar men moet zich stevig vasthouden, en ook zijn knieën
+gebruiken; want die ongelukkige ladder is niet hoog genoeg en reikt
+niet eens tot aan den top van den muur. Bij de expedities, die werden
+uitgezonden tegen de volgelingen van den Mahdi, had het egyptische
+gouvernement hier een wachtpost geplaatst, om den weg te bewaken, die
+langs den voet van den berg van Korosko naar Berber liep. De soldaten
+hebben zich uit verveling vermaakt met allerlei kinderspelletjes,
+waarin de Egyptenaren, en zeker ook de Nubiërs, altoos veel behagen
+scheppen, en intusschen waarschijnlijk hun kameraad uitgelachen, die
+op den top van de zooeven vermelde sterkte gezeten, moest waken voor
+de openbare veiligheid. Op de steenen ziet men nog de sporen van hun
+onschuldig tijdverdrijf.
+
+Op eenigen afstand van het gebouwtje hebben de inwoners van
+Korosko, die meermalen bedevaarten naar deze plaats ondernemen,
+blijk gegeven van hun vroomheid, door het oprichten van kleine, ruw
+gehouwen grafteekens, waarop eenige regels arabisch schrift zijn
+aangebracht. Het kleine fort is thans verlaten, er staat niets op
+dan een lange paal, waaraan eens misschien de engelsch-egyptische
+vlag heeft gewapperd en die thans beklommen wordt door verschillende
+reizigers, die van een nog hooger gelegen standpunt het eerst de
+opkomende zon willen zien verschijnen.
+
+Het weer was zacht, en alles voorspelde een van die heerlijk heldere,
+warme dagen, die in dit land zoo veelvuldig voorkomen. Toen wij de
+boot verlieten, zochten wij onzen weg bij het licht der sterren, dat
+een zachten, liefelijken glans verspreidde; toen we den top van den
+berg hadden bereikt, waren de sterren echter bijna allen verdwenen, en
+aan den horizon vertoonde zich eene smalle lichtstreep, die langzaam
+roodachtig getint werd. Van lieverlede maakte zich uit de windselen
+van den nacht de woestijn los, met haar geheimzinnige verschrikking, en
+haar aaneengeschakelde keten van lage bergruggen, die nieuwsgierig over
+elkander heen schijnen te gluren, alsof zij zich wilden vergewissen,
+of hunne buren eindelijk het geheim der beweging hadden ontdekt. In
+de zee van zand, die langzaam opdoemde voor ons oog, en als het ware
+opsteeg uit de nachtelijke nevelen, konden wij in tallooze kronkelingen
+de bedding volgen van een of anderen stroom der grijze oudheid, sedert
+duizenden eeuwen reeds uitgedroogd. De stemmen der woestijn verstomden,
+de een na de ander; want hier spreekt de duisternis met een kracht,
+die slechts geëvenaard wordt door haar welluidendheid,--en klanken
+uit de bewoonde wereld drongen door tot ons oor.
+
+Plotseling baadde de horizon in licht; als de boden van een machtig
+koning schoten tallooze stralenbundels uit naar alle zijden, en
+kondigden de nadering aan van den verheven vorst, die straks zou
+verschijnen.
+
+Toen steeg langzaam, als uit onbekende zeeën, de glinsterende
+zonneschijf boven den gezichteinder, snel groeiend, kracht en
+gloed uitstralend, de aarde koesterend met zijn heerlijk licht;
+alle schepselen tot zich lokkend, die zich vermeien in zijn weldoende
+warmte, mensch en dier zegenend, en elk wezen tot nieuw leven bezielend
+door zijn weldadige werkzaamheid. Eindelijk was hij verrezen,
+in statige pracht, rond en vol en gloeiend rood, en wel moest men
+erkennen, dat daar de vorst des daags was verschenen, onverwinnelijk
+door de kracht zijner doordringende stralen, en elke andere macht
+op aarde tartend. Hoe wel hadden de oude egyptische dichters in hun
+heilige zangen de werking van dit hemellichaam op al wat leeft weten
+te schilderen. "Prachtvol is uw opkomst aan den gezichteinder, o Aten
+(zonneschijf) levende god, levensbeginsel, wanneer gij verrijst in het
+Oosten, om de aarde te overladen met uw weldaden. Liefelijk en grootsch
+schittert gij, hoog boven de aarde, uw stralen omringen den aardbol
+en schenken leven aan alle schepselen. Gij nadert hen, gij sluit
+hen in uw teedere omarming, gij doet uw stralen op aarde schijnen,
+en de dag volgt uw schreden. Als gij in het Westen zijt ondergegaan,
+ligt de aarde in den nacht, als een doode in de dichte duisternis
+des grafs; de oogen zien niet meer; het zichtbare is uitgewischt,
+en ieder bedekt het aangezicht. De groote verscheurende dieren gaan
+niet meer uit op roof, de kruipende dieren verlaten niet meer hun
+holen. De heldere hemel is verduisterd en de schepselen zijn stil,
+als zwegen zij omdat hun schepper aan den gezichteinder verdween.
+
+"Maar in den morgen, als gij schitterend verschijnt, zonneschijf,
+die de duisternis verjaagt, verspreidt gij uw stralen, en de aarde
+viert feest, aller oogen openen zich, en mensch en dier verrijst,
+want gij doet hen herleven; gij hebt hun ledematen gesterkt, en zij
+strekken de handen naar u uit. Elk wezen vervult zijn bestemming; de
+dieren des velds rusten in het groen, de boomen en planten groeien
+en bloeien; de vogels verlaten hun nesten en vliegen voort, met
+uitgespreide vleugels."
+
+Ik herinnerde mij dien zang van een dichter uit den tijd van den Pharao
+Amenophis IV, zestien eeuwen voor onze jaartelling, en ik vroeg mij
+af, wat onze hedendaagsche schrijvers wel hadden kunnen vermelden,
+dat de egyptische zanger ongezegd had gelaten. Intusschen had het
+aanschouwen van de schitterende lichtbron, die de aarde overstroomde
+met haar pracht en gloed, ook mijn reisgezellen tot zwijgen gebracht,
+en ik had mij een weinig van de anderen verwijderd, om rustig te kunnen
+genieten van het indrukwekkend gezicht en mij in stilte rekenschap te
+geven van de indrukken, die het in mij wekte. De tallooze geruchten,
+die weerklinken in het nachtelijk duister der woestijn, waren tot
+zwijgen gebracht, en de machtige stemmen des daags en der bewoonde
+wereld lieten zich met kracht vernemen. Ik gevoelde zeer goed,
+op dit oogenblik, dat ik, zoo ik dertig of veertig eeuwen vroeger
+geboren ware, de hoogst gelegen plaatsen zou hebben gekozen, om
+het machtige hemellichaam te aanbidden, dat het ontelbare heir der
+sterren terugdreef in de duisternis en op de vlucht joeg door zijn
+verschijning aan den hemeltrans.
+
+Eenige minuten lang gevoelde ik mij innig verbonden met de grootsche
+natuur; ik had werkelijk de duisternis zien vluchten naarmate de
+stralen der zon van de bergen nederdaalden en het aardoppervlak
+verlichtten, ik had uit dat duister zien aanlichten wat men den weg
+van Korosko naar Berber noemde, maar wat in waarheid de bedding was
+van een thans verdroogden stroom der oudheid, dien de menschen in deze
+onmetelijke, onbewoonde uitgestrektheid volgen, als een gebaanden
+weg. Hel verlicht, strekte hij zich uit, in grillige bochten en
+kronkelingen, met het glinsterende zand, dat reeds in het licht begon
+te schitteren, als de huid van een reuzenslang, die zich warmt in
+de zon. Plotseling moest ik weer terugkeeren tot het gewone leven;
+wij werden geroepen om den terugtocht te aanvaarden naar de boot,
+die floot in de verte. Niets is mij zoo onaangenaam als het aanhooren
+van de alledaagsche opmerkingen mijner reisgenooten, als ik pas
+doordrongen ben geweest van de nabijheid eener oneindige, grootsche
+macht, en hier werd ik maar al te onzacht uit mijn mijmeringen gewekt
+door het aanschouwen van de meest banale werkelijkheid; daar ik bij
+onze aankomst aan de boot reeds weer de luide kreten hoorde, het
+woeste geworstel, het dringen en vechten zag van een menigte lieden,
+die zich begeerig op de geldstukken wierpen, welke enkele reizigers
+hun toesmeten.
+
+Ik begreep zeer goed, dat Mozes, toen hij van de hoogten van den
+Sinaï afdaalde, waar hij van nabij Jehovah's stem had gehoord, en
+de Israëlieten op dergelijke handelingen betrapte, zoo vertoornd was
+geworden, dat hij de steenen tafelen brak, waarop de Heer zelf zijn
+wet gegrift had.
+
+Het einddoel van onze reis was Wadihalfa, een dorp, dat als begraven
+ligt in het zand, dat zich aan den voet der bergen uitstrekt. Ten
+Noorden van dit dorp maakt de rivier vele bochten, en de oevers
+zijn geheel van aanzien veranderd. Ter linker zijde ziet men slechts
+een uitgestrekte woestijn, een geweldige zandzee, kalm toen ik haar
+aanschouwde, maar vreeselijk en geducht, als de gloeiende stormwind
+waait, met golven van zand, die plotseling verstijfd schijnen in
+strakke onbewegelijkheid.
+
+Bergen ziet men niet meer, behalve aan den verren gezichteinder. Ter
+rechterzijde verheffen zich eenige heuvels, met zachtgeronde omtrekken,
+en enkele verspreide rotsen, die hun steilen top opwaarts heffen; de
+tamarinden, die eerst verdwenen waren, keeren weder terug, evenals de
+palmen, en onze oogen die reeds vermoeid waren door het gezicht van al
+dat dorre zand, rusten met welgevallen op het groen. In de kromming van
+een bocht der rivier ligt het dorp Wadihalfa op den rechteroever; de
+minaret eener moskee schijnt zich fier ten hemel te willen verheffen,
+maar is midden in haar trotsche vlucht geknakt, die zeker te stout zou
+zijn geweest; daarnaast zien wij eenige witte huizen schemeren tusschen
+het groen eener laan van mimosa's en acacia's, en achter die huizen,
+in de karig bebouwde en met moeite besproeide velden, zien wij vrouwen,
+in gebukte houding, haar arbeid verrichten, als arme verschroeide
+insecten, in de brandende hitte van den vollen middag. Want in Nubië,
+evenals in den Soedan en geheel midden-Afrika, komt den man de hoogste
+waardigheid toe, en al geldt bij ons de schoone spreuk: "Arbeid is
+vrijheid", in Afrika is het tegendeel het geval. De man doet niet
+anders dan rooken, drinken, eten, zorgen voor de instandhouding van
+zijn geslacht en oorlogvoeren; de vrouw verricht zwaren arbeid, om haar
+heer en meester voedsel te verstrekken, en te voorzien in de bescheiden
+behoeften van haar gezin. Wat aan den eenen kant der Pyreneën als
+waarheid mag beschouwd worden, geldt geenszins aan de overzijde.
+
+Tot nog toe is in deze reisbeschrijving geen melding gemaakt van
+monumenten der oudheid, wier aanwezigheid in Beneden-Nubië het feit
+kon verklaren, dat wij zulk een verren tocht ondernamen om ze in
+oogenschouw te nemen. Als de gewone toerist Egypte heeft bereisd,
+de grootsche en prachtvolle tempelzalen, rijk versierde graven en
+indrukwekkende pyramiden heeft bewonderd, zal hij moeten erkennen,
+dat in Nubië, waar hij slechts oorspronkelijk minder schoone, en
+daarbij allertreurigst vervallen overblijfselen van bouwwerken der
+oudheid ontwaart, de bezwaren, aan den verren tocht verbonden, amper
+zouden zijn vergoed, zoo hij van den aanblik der heerlijke natuur
+niet volop kon genieten.
+
+Toch treft men ook hier wel tempels aan; overal verstrooid, en
+somtijds zeer belangrijke, zooals die van Deïr, van Dakkeh, en zelfs
+van Qalabscheh; en den reiziger, die tevens archaeoloog is, valt een
+rijke oogst van merkwaardige ontdekkingen ten deel in de tempelreeks,
+die tusschen Philae en den tweeden waterval zijn gelegen; terwijl
+de kunstenaar in hun versiering motieven zal vinden van onschatbare
+waarde. Maar wie en wat hij ook zij, eenvoudig pleizierreiziger,
+oudheidkundige of kunstenaar, geen ander schouwspel zal hem zoozeer
+kunnen boeien als de twee tempels van Aboe Simbl, of zooals zij in
+den regel genoemd worden, van Ipsamboel.
+
+Deze beide monumenten, vooral de grootste, mogen beschouwd worden
+als de meest wonderbare scheppingen, die de menschenhand in het
+aanzijn riep. Beiden dagteekenen uit den tijd der regeering van
+Ramses II, die over Egypte heerschte ongeveer veertien eeuwen vóór
+onze jaartelling. Deze groote bouwmeester deed in zijn gansche rijk
+de meest verschillend ontworpen en ten uitvoer gebrachte scheppingen
+verrijzen, en, niet tevreden met de monumenten, welke hij zelf had
+doen oprichten, aarzelde hij niet, zijn naam te laten griffen in al de
+lang vóór hem tot stand gekomen bouwwerken waarin hij behagen schiep,
+een eigenaardige vorm van tot het uiterste gedreven machtsmisbruik.
+
+Deze Pharao, die zich beroemen kon de stichter te zijn Van het
+Ramesseum te Thebe, een gedeelte van de tempels van Luxor en Karnak
+(in 't bijzonder de groote zuilenzaal), den tempel te Abydos, die zijn
+naam draagt, en de versiering van de eerste zuilenzaal in den tempel
+van Seti I (ik noem hier slechts de schoonste en meest bekende), die
+steden deed bouwen aan de grenzen van zijn koninkrijk, zooals die,
+welke hij Heroopolis of stad der heldendaden noemde, meende nog niet
+genoeg te hebben gedaan om zich onsterfelijken roem te verwerven,
+zoo hij niet in Beneden-Nubië, op de plek die Aboe Simbl is genaamd,
+en waar de rivier nauw is ingesloten tusschen de lybische bergen
+en een zandig plateau, dat langzaam omhoog stijgt, een tempel liet
+bouwen ter verheerlijking van zijn vader Ammon.
+
+Rondom ligt de woestijn in zwijgende eenzaamheid.
+
+Het naastbijgelegen dorp is nog drie of vier mijlen verwijderd. Waarom
+is deze plek voor den bouw der twee tempels gekozen? De groote
+bouwmeester moest daarvoor zijn reden hebben, en voor wie goed ziet,
+blijkt die reden ook duidelijk genoeg.
+
+De voorgevels der beide tempels grenzen onmiddellijk aan den oever
+der rivier, en men staat eenvoudig verstomd van verbazing, als men
+de kolossen van den kleinen, en daarna die van den grooten tempel
+ziet voorbijglijden. De bewonderende verbazing, die ons overmeestert
+en vervult, is werkelijk beklemmend in haar uitwerking, evenals de
+indruk, in ons gewekt door het aanschouwen der groote pyramide van
+Cheops, want dit indrukwekkende tempelfront kan gerust vergeleken
+worden bij dat grootsche wonderwerk. Ongetwijfeld is de vorst eens,
+bij het voorbijvaren langs deze plek, getroffen geworden door de
+bijzondere ligging en gesteldheid van het gebergte; hij zag, dat
+een uitlooper der lybische bergketen hier tot aan de rivier reikte,
+en wel een voorgebergte van buitengewone lengte, hoogte en breedte,
+waarvan de kalksteen uitnemend voor bewerking geschikt was. Hij zal
+moeten hebben overwogen, dat dit de aangewezen plek was, om een dier
+speos of rotsgraven in uit te houwen, waarin de egyptische werklieden
+al hun kunstvaardigheid ten toon spreidden, om de laatste rustplaatsen
+hunner groote koningen waardig te versieren.
+
+Als Ramses II niet zelf dit denkbeeld had opgevat en slechts
+een van de kunstenaars in zijn omgeving het plan had geopperd,
+mag men daarom evengoed hem de eer der uitvoering laten toekomen;
+want slechts zelden is een vorst, hij moge dan Pharao zijn of niet,
+bij machte, de geniale denkbeelden zijner onderdanen te begrijpen,
+laat staan te verwezenlijken; en Ramses deed beide. Hij was het,
+die het werk deed ten uitvoer brengen, dat ontegenzeggelijk het meest
+merkwaardige bouwwerk is, onder zijn regeering tot stand gebracht.
+
+In den grooten tempel is de berg uitgehold, en tot in de geringste
+bijzonderheden rijk gebeeldhouwd en versierd, tot op een diepte van 68
+Meter, een breedte van 38 en een hoogte van 33 Meter. In den kleineren
+tempel zijn de afmetingen slechts half zoo groot; maar het geheel is
+een Titanenarbeid, welks ontwerpers aan hun weergalooze stoutmoedigheid
+de geniale vindingrijkheid paarden van volmaakte kunstenaars.
+
+Wat nog het allermeest treft, is niet de omvang van het reuzenwerk,
+maar de volmaaktheid van al zijn onderdeelen; van de reusachtige
+diervormen, die den top van den grootsten tempel bekronen, tot de
+bovenmenschelijke kolossen, die den tempelingang bewaken, en de
+wonderbaar juiste opvatting der verhoudingen van deze menschelijke
+schepping tot de omringende natuur.
+
+Men moet niet pogen, aan den voet van den tempel een overzicht van
+het geheel te verkrijgen; want al slaat men den blik ook omhoog, een
+gedeelte van het tempelfront ontsnapt aan ons gezicht; men kan het
+geheel nog het best overzien van af het midden der rivier, of misschien
+nog beter aan de overzijde. Daar alleen vangt men den totaalindruk op,
+en niets schijnt dan ook stuitend of onnatuurlijk; de ingang tusschen
+de vier groote kolossen is juist van verhouding, en de diervormen die
+op den top, 20 Meter hooger, zijn aangebracht, onderscheidt men niet
+nauwkeurig, evenmin als men alle bijzonderheden zou onderscheiden
+van de ornamenten die het kapitaal eener hooge zuil versieren.
+
+Het eenige voorbeeld, waarin wij een dergelijke stoutmoedigheid
+van conceptie en een dergelijke volmaking in de verwezenlijking
+daarvan kunnen waardeeren, is de raadselachtige, in de rots gehouwen
+sphinx, wiens reuzenhoofd zoo volkomen in harmonie gehouden is met
+de omgeving. Hij houdt de wacht in den omtrek der groote pyramiden,
+en zijn eenzame, indrukwekkende grootheid heeft hem reeds van oudsher
+bij de fellahbevolking den naam van Vader der Verschrikking verschaft.
+
+Enkele opgaven omtrent de juiste afmetingen dezer beeldhouwwerken
+geven allicht eenig denkbeeld van de stoute fantasie der egyptische
+kunstenaars. De sphinx is van het einde der voorpooten tot aan den
+staart ongeveer 57 Meter lang en 20 Meter hoog. De neus is 1.70 M.;
+het oor 1.37 M. en het gelaat heeft tusschen de beide ooren een
+breedte van 5 M.
+
+De kolossen van Aboe Simbl zijn 20 Meter hoog, hun aangezicht is
+tusschen de ooren niet minder dan 4.17 M. breed; de mond is 1.10 M., de
+oogkassen 0.84 M.; de neus 0.98 M., het oor 1.06 M. en de handen 2.64.
+
+Ondanks zijn kolossale grootte maakt de Sphinx niet zulk een
+overweldigenden indruk, als de zittende beelden van Aboe Simbl;
+de Sphinx toch staat vrij; rondom hem strekt zich naar alle zijden
+de onbegrensde ruimte uit, en de reusachtige afmetingen van het
+kunstgewrocht gaan als het ware verloren in die oneindigheid.
+
+Bij den tempel van Aboe Simbl echter, waar het gezicht wordt beperkt
+door de lijn der rotswanden, die opzettelijk tot op een bepaalde hoogte
+zijn teruggebracht, om het effect van het beeldhouwwerk te verhoogen,
+winnen de beelden in grootte, wat de berg aan hoogte heeft verloren,
+en schijnen daardoor nog reusachtiger dan zij in waarheid zijn. Toch is
+in het schouwspel niets, dat ons onaangenaam treft; want alles smelt
+samen, de bergen, de reusachtige diervormen, de geweldige friezen,
+het machtige beeld van den god Râ in het midden, en de kolossen,
+die de wacht houden naast de tempelpoort.
+
+Hoe schoon zijn zij in het avonduur, als de ondergaande zon ze baadt
+in zachten gloed, en alles in het rond innige, weemoedige teederheid
+ademt; de strakke, als verstijfde glimlach, die speelt om hun breede,
+omgekrulde lippen, schijnt plaats te maken voor een zachtere, meer
+menschelijke uitdrukking; niet langer zien zij met zoo verpletterende
+verachting, in het trotsche bewustzijn hunner onvergankelijke
+grootheid, uit de hoogte neder op de arme stervelingen, die reeds
+zoovele eeuwen lang voorbij trekken aan hun voet, om nooit terug te
+keeren. Hun gelaat vertoont thans veeleer de kalme, vredige goedheid,
+welke op het gezicht te lezen staat van den grijsaard, die aan den
+avond zijns levens vol welwillende toegevendheid het spel der kinderen
+gadeslaat, die zich vermaken in zijn nabijheid. Hun glimlach is vol
+goedaardige vriendelijkheid, en in plaats van de zooeven nog geduchte
+reuzengestalte zien wij thans een kalm en wijsgeerig beschouwer,
+verzonken in bespiegeling. Alles een gevolg van het wisselende licht
+en de scheppende kracht onzer verbeelding.
+
+Wanneer men de rivier, dien van ouds beroemden Nijlstroom, opvaart,
+komt men eerst aan den kleinen tempel, die gewoonlijk de tempel
+van Hathor genoemd wordt, en die getuigt van de vereering, door de
+koningin, welke den Pharao ter zijde stond, gewijd aan de vrouwelijke
+godheden, die het egyptische volk haar gunst verleenden, zooals de
+groote tempel gewijd is aan de nagedachtenis der eerste grondleggers
+van Egypte's grootheid.
+
+Eerst vertoonen zich aan den blik van den voorbijvarenden reiziger
+de zes kleinere kolossen in hun eeuwige, strakke onbewegelijkheid;
+daarna de vier groote, die onze bewondering ten top doen stijgen. De
+reiziger gevoelt, dat hij naar die verwijderde streken van het
+binnenland trekt, waar de natuur haar grootste wonderen aan haar
+meest geduchte verschrikkingen paart; naar dat onbekende land, dat
+van oudsher alle Egyptenaren tot zich lokte, zoowel onder Ramses II
+als onder de Pharao's der zesde dynastie en hun voorgangers, door de
+aantrekkingskracht van het onbekende, zooals het nog heden ten dage
+de belangstelling wekt der beschaafde volken, en voedsel biedt aan
+de weetgierigheid en zucht naar avonturen der onderzoekingsreizigers.
+
+Gaat de reis daarentegen weder stroomafwaarts, verlaat men de pracht
+van den tropischen plantengroei, de verschrikkingen en geheimen
+der maagdelijke wouden van Midden-Afrika voor die streken, welke
+nader bij de beschaafde wereld zijn gelegen, dan wordt alles van
+lieverlede kleiner en nietiger; na de geweldige kolossen volgen de
+minder reusachtige beelden van den koninginnetempel, terwijl de rivier
+zelf, eerst zoo statig en indrukwekkend, langzaam smaller wordt,
+en ten slotte niet meer dan één kilometer breed is, waar hij in den
+bovenloop vijf kilometer besloeg.
+
+Is het schouwspel, dat de kolossen aanbieden, wanneer zij worden
+beschenen door het licht der ondergaande zon, reeds indrukwekkend,
+veel plechtiger en verheffender nog is hun aanblik bij maanlicht,
+vooral wanneer de maan ten Westen van den tempel staat. Dan zijn
+alleen de reuzenbeelden verlicht, en het grillig spel der schaduwen
+verleent hunne gestalten iets onbeschrijfelijk tooverachtigs.
+
+Men is als het ware verplaatst in een droomenrijk, en voelt zich
+als opgelost en verzwonden in de schaduw der geweldige Ramsessen,
+die bewakers der tempelpoort, bij welke zij meer dan vijf en dertig
+eeuwen de wacht hebben gehouden, ondanks aardbevingen en omwentelingen,
+waarin de natuur en de mensch om strijd hun boeien verbraken. Wij
+duizelen bij die gedachte, welke onze verbeelding bijna niet kan
+omvatten, en de hedendaagsche mensch gevoelt zijn nietigheid in de
+tegenwoordigheid dier getuigen van zulk een grootsch verleden.
+
+Alles is even geheimzinnig, en de donkere ingangspoort schijnt toegang
+te verleenen tot een rijk van eeuwige duisternis. Toch is het de
+mensch, zoo klein tegenover de grootsche natuur, uit wiens brein deze
+wonderwerken zijn ontsproten, en die ze in het aanzijn heeft weten te
+roepen; die als het ware voorzag, hoe eenmaal deze reuzenschaduwen,
+oneindig gerekt en verlengd, zich zouden uitbreiden en alles omhullen,
+tot ook zij wegsterven, wanneer de opgaande zon ze doet verdwijnen,
+om ze aan gene zijde weder in het leven te roepen.
+
+Dit is het uur, waarop men zich gaarne onttrekt aan het dikwijls
+storende gezelschap zijner reisgenooten, om te genieten van het
+geheimzinnig stilzwijgen, dat heerscht in het rond, om alleen te zijn
+met zijn mijmeringen, zijn gemengde gewordingen vol vrees en hoop,
+godsdienstigen twijfel en wetenschappelijke zekerheid.
+
+Onze overpeinzingen in zulke stille uren leiden tot diepe overweging
+der gewichtige raadselen, welker oplossing den mensch nog niet
+beschoren is, en uit die duisternis gevoelen wij dat eenmaal licht
+zal geboren worden, zooals bij het aanbreken van den morgen de vorst
+des daags de nevelen doet verdwijnen en leven en vruchtbaarheid wekt
+waar de dood te heerschen scheen.
+
+Het wekt dan ook geenszins onze bevreemding, dat de Egyptenaren
+in hun godsdienstige voorstellingen steeds terugkeerden tot het
+licht, dat voor hen het zinnebeeld en de bron van alle leven was;
+dat zij al de kracht van hun geloof samenvatten in die zonnemythen,
+waarin zij hun denkbeelden omtrent het leven aan deze en gene zijde
+des grafs nederlegden, denkbeelden, die onder andere vormen zijn
+blijven voortbestaan en nog steeds worden gehuldigd in een wereld,
+die, zonder zich daarvan bewust te zijn, veel heeft te danken aan de
+wijsheid der oude bewoners van Egypte.
+
+De Egyptenaren bezaten een vurige verbeelding; hun ziel was
+toegankelijk voor schoonheid, in welken vorm deze zich ook
+openbaarde, uit hun geest ontsproten die bekoorlijke, maar soms ook
+verschrikkelijke mythen, die door andere volken in dichterlijke vormen
+werden gekleed, maar wier oorsprong in Egypte is te zoeken.
+
+Men zou geneigd zijn te gelooven, dat, na indrukken als die welke
+reeds door ons zijn opgevangen, geen schouwspel in staat zou zijn,
+de reeds doorleefde aandoeningen te verdringen, of de tot nog toe
+aanschouwde tooneelen in de schaduw te stellen; en toch is dit niet
+het geval. Niet alleen bij zonsondergang, niet alleen in het kalme
+licht der maan moet men den tempel van Aboe Simbl beschouwen, maar vóór
+alles bij het aanbreken van den dag, wanneer onze verrukking tot het
+uiterste zal stijgen bij den aanblik dier onvergelijkelijke schoonheid.
+
+In het Oosten, boven de arabische woestijn, komt de zon op.
+
+Nauwelijks stijgt de gloeiende schijf boven den gezichteinder,
+of haar stralen verlichten den top des tempels, waarop de twee en
+twintig bekronende diervormen het licht des daags begroeten, zooals
+in het tropische woud van de hoogste boomtoppen hun gelijken den
+dageraad verwelkomen, als de duisternis verdwijnt uit het woud,
+dat hun tot schuilplaats strekt. De zon stijgt hooger, beschijnt
+vervolgens den tempelfries met de gevleugelde zonneschijven, en
+daarna, steeds toenemend in kracht, het kolossale beeld van den god
+Râ, in de rots zelf gehouwen, de verpersoonlijking van de zon, en de
+bron van alle leven. Steeds hooger stijgt het heerlijk hemellichaam
+en doet de kolossen tintelen van leven, als waakzame wachters,
+machtige beschermers van het heiligdom, waar weldra de zonnegod als
+onbetwistbaar heerscher zijn intocht zal houden.
+
+Want steeds meer naar het Zuiden wendt zich de zon, en op een gegeven
+oogenblik dringen haar stralen door den open tempelingang binnen,
+verlichten de voorhal en glijden door de poorten, in een rechte
+lijn tegenover den hoofdingang gelegen, tot diep in het heilige der
+heiligen, waar op een steenen voetstuk de vier beelden verrijzen der
+beschermgoden van het egyptische rijk.
+
+Oorspronkelijk hadden de Egyptenaren, evenals de Chineezen, en de
+volkstammen van Midden-Afrika, als alle primitieve volken trouwens,
+geen woord, om het begrip uit te drukken, dat wij thans door het woord
+"God" vertolken, en zelfs in de taal der Kopten, dat is dus de taal,
+die door de egyptische Christenen gesproken wordt, is het woord god
+een soortnaam, steeds voorafgegaan door het lidwoord, zelfs waar zij
+God zelf aanroepen.
+
+In de oogen van Egyptenaren en Chineezen waren de goden de
+_beschermers_, die de familie, de _voorvaderen_ hadden geschapen.
+
+Aan de nagedachtenis dier voorvaderen waren hun eerste tempels gewijd,
+die zij _woningen der beschermers_ noemden, lang eer de godsdienstige
+mythen ontstonden, die datgene moesten uitdrukken, wat voor hun
+verstand verborgen bleef.
+
+Elke stad, elk dorp, elk huis had zoodoende zijn beschermgoden, en
+vandaar dan ook, dat men Egypte een reuzenpantheon zou kunnen noemen,
+waarin het uiterst moeilijk, zoo niet onmogelijk is, zich rekenschap
+te geven van al die verschillende godengestalten.
+
+Gewoonlijk bevindt zich in de tempels het beeld van den koning die
+ze stichtte, naast de afbeeldsels der goden, aan wie de tempel is
+gewijd. Hier zien wij, hoe de Pharao Ramses II in het heiligdom vier
+godenbeelden liet plaatsen, eerst Annakhis, die Râ vertegenwoordigt,
+dan hij zelf en vervolgens Ammon en Phtah.
+
+Achtereenvolgens beschijnt de zon de vier godengedaanten met haar
+levenwekkende stralen, zij drukt een vluchtigen kus op het voorhoofd
+van Annakhis, daarna op dat van Ramses, Ammon en Phtah, om, een
+oogenblik later reeds, eerst het heiligdom, dan de zuilenzalen en
+eindelijk den ganschen tempel, in duisternis en zwijgen gehuld, achter
+te laten. De Egyptenaren geloofden dat de oude goden voortdurend
+hun levenskracht verloren, en dat deze vernieuwd moest worden door
+besproeiing met het levenswater, waarom dan ook achter de godenbeelden
+een langwerpige, vierkante trog is aangebracht.
+
+Te Aboe Simbl echter is die telkens terugkeerende stroom, die hen
+tot nieuw leven bezielt, de dagelijks herhaalde zonnekus, welke hun
+voorhoofd beroert op het oogenblik, dat de zon in volle glorie harer
+kracht haar baan begint, om, als zij haar hoogtepunt heeft bereikt,
+te dalen en den dood te gemoet te gaan, die haar wacht aan het einde
+van den dag.
+
+Het is duidelijk gebleken, dat deze symbolische voorstelling
+opzettelijk door de geniale ontwerpers van het grootsche bouwwerk is
+in beeld gebracht, en dat zij gezocht hebben naar bepaalde middelen,
+om het doel, dat zij beoogden, te bereiken.
+
+Op den rechteroever toch van den Nijl, in de arabische woestijn,
+bevindt zich een berg, die zoodanig is gelegen, dat hij juist de
+zonnestralen onderschept, welke anders onbelemmerd in den tempelingang
+zouden zijn binnengedrongen. Wanneer des morgens de zon hoog genoeg is
+gestegen, om over den top van dien kegelvormigen berg, die daar midden
+in de vlakte oprijst, haar stralen op de voorzijde van den tempel
+te werpen, zou het reeds te laat geweest zijn, en de beschermgoden
+van Egypte zouden den bezielenden kus der eerste zonnestralen niet
+hebben ontvangen, nimmer zijn doorstroomd door den weldoenden gloed,
+die hun levenskracht moest vernieuwen. Maar deze belemmering werd
+door de egyptische kunstenaars overwonnen. Om de gewenschte werking te
+verkrijgen, holden zij den berg uit, en gaven aan den top den vorm van
+een liggende halve maan. Waar de reiziger ook den blik laat weiden,
+nergens in den omtrek zal hij een dergelijk verschijnsel ontdekken.
+
+Onder plechtig zwijgen, bijna met eene aandoening van vrees, ziet men
+de levenwekkende stralen naderen tot het aangezicht der vier groote
+goden, en hun achtereenvolgens den geheimzinnigen lichtkus op het
+voorhoofd drukken, om geruischloos te verdwijnen, als het wonder is
+geschied. Wel mag men vol eerbied het genie erkennen van den vorst,
+die dit grootsche ontwerp het aanzijn schonk!
+
+Thans, nu de godheid den tempel heeft verlaten, mogen schilders,
+beeldhouwers, geschiedschrijvers, archaeologen zich verdringen,
+om dezen drempel te overschrijden. Ieders verlangen zal worden
+bevredigd; want deze zalen zijn versierd door groote kunstenaars,
+die zeker waren van hun zaak, die aan de geringste bijzonderheden hun
+zorgvuldige aandacht wijdden, en nimmer afweken van het doel, dat zij
+zich hadden voorgesteld. De geschiedschrijver ziet hier het verleden in
+beeld gebracht; hij kan de veldtochten van den grooten Ramses volgen,
+en al de verrichtingen van zijn talrijke legerscharen gadeslaan, hij
+kan de genrestukjes bewonderen, die het leven in het kamp schilderen,
+evengoed als de heldendaden van den grooten koning, die het aantal
+afgehouwen handen en verminkte ledematen zijner vijanden laat tellen;
+hij kan zien, hoe de vorst zijn dapperen beloont, en zijn vader
+Ammon dank en eer bewijst, door de gevangenen te laten vermoorden,
+die slechts aan den dood op het slagveld zijn ontsnapt, om te vallen
+als offers aan de verlossers van Egypte. De oudheidkenner ziet hier
+godsdienstige plechtigheden afgebeeld, de aanbidding der voorvaderen;
+en den Pharao, waar hij, niet als een god verheerlijkt, zooals velen
+ten onrechte meenen, maar zelf God, krachtens zijn geboorte en zijn
+hooge waardigheid zijn vaderen de eer bewijst, welke hij hun als zoon
+is verschuldigd.
+
+In den tempel der koningin zal het hem blijken, dat de koninklijke
+vrouwen, opgenomen in de goddelijke familie, nauw verbonden zijn
+met dezen eeredienst, evenals thans nog de keizerin van China haar
+echtgenoot ter zijde staat, wanneer zij aan den Hemel en de Aarde,
+de beide groote voorvaderen van het chineesche volk, hulde moeten
+bewijzen, en den dank overbrengen van het geheele rijk.
+
+Ook zullen zij, die zich wijden aan de studie der oudheid,
+gelegenheid vinden, om de geheimzinnige bewoners te leeren kennen van
+Midden-Afrika. Voor den grooten tempelingang, op de geweldige basis,
+die de kolossen schraagt, zijn twee rijen gevangenen afgebeeld,
+die de Pharao op zijn veldtochten medevoerde. De eene stelt gevangen
+negers voor, waaronder zich een figuur bevindt, die het haar juist
+zoo draagt als thans nog de Chineezen.
+
+Zij die zich weinig voelen aangetrokken tot het verleden, tot
+die krijgshaftige en godsdienstige schilderingen, of eenvoudige
+afbeeldingen uit het dagelijksch leven van die lang vervlogen dagen,
+die medegaan met hun tijd, en enkel in het moderne leven belangstellen,
+behoeven den tempel van Aboe Simbl niet te verlaten zonder ook dien
+wensch bevredigd te zien.
+
+Links van den grooten tempel ziet men een zwart marmeren plaat, waarin
+met gouden letters een opschrift is aangebracht ter herdenking van
+het gevecht, dat hier geleverd is tegen de troepen van den Mahdi,
+nadat deze pas de woestijn waren doorgetrokken.
+
+Wij lezen daar:
+
+"Deze gedenksteen is hier geplaatst ter herinnering aan het gevecht
+van Taski, dat plaats had op den 3den Augustus 1889, toen het leger
+der opstandelingen in den Soedan, onder bevel van Abd-er-Rahman
+Nad-el-Nedjem, uitgezonden om Egypte te veroveren, geheel werd
+verslagen, en hun aanvoerder gedood door het egyptische leger onder
+bevel van Grenfell, pacha-sirdar."
+
+Bij het lezen dezer woorden moet men onwillekeurig denken aan een
+ander opschrift, in het Fransch, dat in een tempel te Philae werd
+gegrift door een grenadier.
+
+"In het jaar zes der Republiek, den 12den Messidor, is een fransch
+leger, onder bevel van Bonaparte, te Alexandrië aangekomen. Nadat
+dit leger, twintig dagen later, de Mamelukken bij de Pyramiden op de
+vlucht had gedreven, heeft Desaix, kommandant der eerste divisie,
+hen vervolgd tot voorbij de Katarakten, waar hij den 13den Ventôse
+van het jaar zeven aankwam."
+
+De vergelijking valt niet ten gunste van het eerste opschrift uit;
+vooral wanneer men nagaat, welke moeilijkheden in dit geval het
+fransche en het engelsche leger hadden te overwinnen. De engelsche
+soldaten, goed gewapend en wel voorzien van levensmiddelen en
+krijgsbehoeften, wachtten kalm een troep arme, dweepzieke negers
+af, uitgehongerd na den tocht door de woestijn, en slecht bewapend,
+daar zij meenden dat een europeesche legermacht niet zou verschillen
+van de egyptische troepen, die lafhartig waren geworden door lange
+werkeloosheid, gebrek aan tucht, en wantrouwen jegens hun aanvoerders.
+
+De soldaten van de fransche republiek, zonder eenige kans op
+versterking van buitenaf, pas ontscheept in een geheel onbekend land,
+vervolgden ruitertroepen, die beroemd waren om hun onverschrokkenheid
+en daarvan de duidelijkste blijken gaven; een klein troepje slechts
+bereikte het eilandje Philae, nadat zij in de verschillende dorpen
+en tempels van Egypte bezettingen hadden achtergelaten, en zoo ooit
+een gedenkschrift ter herinnering aan een gevaarlijke, gewaagde,
+en toch roemrijke onderneming gerechtvaardigd was, dan is het zeker
+dat, hetwelk den tocht der Franschen naar Egypte, in het eind der
+achttiende eeuw, in herinnering brengt. Zoo thans het Nijldal rijk is
+en voorspoedig, heeft het dien bloei aan franschen invloed te danken;
+zoo de wetenschap groote vorderingen heeft gemaakt in de kennis der
+egyptische oudheid en de ontcijfering der hiëroglyphen, zijn wij dit
+aan Franschen verschuldigd; en als Egypte het land is geworden, dat
+door zijn beroemde monumenten jaarlijks duizenden bezoekers trekt,
+dan moet ook in dit opzicht aan Frankrijk de eer worden gegeven,
+waarop het met recht aanspraak maakt.
+
+
+
+
+
+
+End of the Project Gutenberg EBook of Reis door Nubië, by E. Amelineau
+
+*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK REIS DOOR NUBIË ***
+
+***** This file should be named 19865-8.txt or 19865-8.zip *****
+This and all associated files of various formats will be found in:
+ http://www.gutenberg.org/1/9/8/6/19865/
+
+Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed
+Proofreading Team at http://www.pgdp.net/
+
+
+Updated editions will replace the previous one--the old editions
+will be renamed.
+
+Creating the works from public domain print editions means that no
+one owns a United States copyright in these works, so the Foundation
+(and you!) can copy and distribute it in the United States without
+permission and without paying copyright royalties. Special rules,
+set forth in the General Terms of Use part of this license, apply to
+copying and distributing Project Gutenberg-tm electronic works to
+protect the PROJECT GUTENBERG-tm concept and trademark. Project
+Gutenberg is a registered trademark, and may not be used if you
+charge for the eBooks, unless you receive specific permission. If you
+do not charge anything for copies of this eBook, complying with the
+rules is very easy. You may use this eBook for nearly any purpose
+such as creation of derivative works, reports, performances and
+research. They may be modified and printed and given away--you may do
+practically ANYTHING with public domain eBooks. Redistribution is
+subject to the trademark license, especially commercial
+redistribution.
+
+
+
+*** START: FULL LICENSE ***
+
+THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE
+PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK
+
+To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free
+distribution of electronic works, by using or distributing this work
+(or any other work associated in any way with the phrase "Project
+Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full Project
+Gutenberg-tm License (available with this file or online at
+http://gutenberg.org/license).
+
+
+Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg-tm
+electronic works
+
+1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm
+electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to
+and accept all the terms of this license and intellectual property
+(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all
+the terms of this agreement, you must cease using and return or destroy
+all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your possession.
+If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a Project
+Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound by the
+terms of this agreement, you may obtain a refund from the person or
+entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8.
+
+1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be
+used on or associated in any way with an electronic work by people who
+agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few
+things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works
+even without complying with the full terms of this agreement. See
+paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project
+Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this agreement
+and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm electronic
+works. See paragraph 1.E below.
+
+1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the Foundation"
+or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection of Project
+Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual works in the
+collection are in the public domain in the United States. If an
+individual work is in the public domain in the United States and you are
+located in the United States, we do not claim a right to prevent you from
+copying, distributing, performing, displaying or creating derivative
+works based on the work as long as all references to Project Gutenberg
+are removed. Of course, we hope that you will support the Project
+Gutenberg-tm mission of promoting free access to electronic works by
+freely sharing Project Gutenberg-tm works in compliance with the terms of
+this agreement for keeping the Project Gutenberg-tm name associated with
+the work. You can easily comply with the terms of this agreement by
+keeping this work in the same format with its attached full Project
+Gutenberg-tm License when you share it without charge with others.
+
+1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern
+what you can do with this work. Copyright laws in most countries are in
+a constant state of change. If you are outside the United States, check
+the laws of your country in addition to the terms of this agreement
+before downloading, copying, displaying, performing, distributing or
+creating derivative works based on this work or any other Project
+Gutenberg-tm work. The Foundation makes no representations concerning
+the copyright status of any work in any country outside the United
+States.
+
+1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg:
+
+1.E.1. The following sentence, with active links to, or other immediate
+access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear prominently
+whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work on which the
+phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the phrase "Project
+Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, performed, viewed,
+copied or distributed:
+
+This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
+almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
+re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
+with this eBook or online at www.gutenberg.org
+
+1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is derived
+from the public domain (does not contain a notice indicating that it is
+posted with permission of the copyright holder), the work can be copied
+and distributed to anyone in the United States without paying any fees
+or charges. If you are redistributing or providing access to a work
+with the phrase "Project Gutenberg" associated with or appearing on the
+work, you must comply either with the requirements of paragraphs 1.E.1
+through 1.E.7 or obtain permission for the use of the work and the
+Project Gutenberg-tm trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or
+1.E.9.
+
+1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted
+with the permission of the copyright holder, your use and distribution
+must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any additional
+terms imposed by the copyright holder. Additional terms will be linked
+to the Project Gutenberg-tm License for all works posted with the
+permission of the copyright holder found at the beginning of this work.
+
+1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm
+License terms from this work, or any files containing a part of this
+work or any other work associated with Project Gutenberg-tm.
+
+1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this
+electronic work, or any part of this electronic work, without
+prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with
+active links or immediate access to the full terms of the Project
+Gutenberg-tm License.
+
+1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary,
+compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including any
+word processing or hypertext form. However, if you provide access to or
+distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format other than
+"Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official version
+posted on the official Project Gutenberg-tm web site (www.gutenberg.org),
+you must, at no additional cost, fee or expense to the user, provide a
+copy, a means of exporting a copy, or a means of obtaining a copy upon
+request, of the work in its original "Plain Vanilla ASCII" or other
+form. Any alternate format must include the full Project Gutenberg-tm
+License as specified in paragraph 1.E.1.
+
+1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying,
+performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works
+unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9.
+
+1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing
+access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works provided
+that
+
+- You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from
+ the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method
+ you already use to calculate your applicable taxes. The fee is
+ owed to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he
+ has agreed to donate royalties under this paragraph to the
+ Project Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments
+ must be paid within 60 days following each date on which you
+ prepare (or are legally required to prepare) your periodic tax
+ returns. Royalty payments should be clearly marked as such and
+ sent to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation at the
+ address specified in Section 4, "Information about donations to
+ the Project Gutenberg Literary Archive Foundation."
+
+- You provide a full refund of any money paid by a user who notifies
+ you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he
+ does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm
+ License. You must require such a user to return or
+ destroy all copies of the works possessed in a physical medium
+ and discontinue all use of and all access to other copies of
+ Project Gutenberg-tm works.
+
+- You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of any
+ money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the
+ electronic work is discovered and reported to you within 90 days
+ of receipt of the work.
+
+- You comply with all other terms of this agreement for free
+ distribution of Project Gutenberg-tm works.
+
+1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project Gutenberg-tm
+electronic work or group of works on different terms than are set
+forth in this agreement, you must obtain permission in writing from
+both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and Michael
+Hart, the owner of the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the
+Foundation as set forth in Section 3 below.
+
+1.F.
+
+1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable
+effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread
+public domain works in creating the Project Gutenberg-tm
+collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm electronic
+works, and the medium on which they may be stored, may contain
+"Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate or
+corrupt data, transcription errors, a copyright or other intellectual
+property infringement, a defective or damaged disk or other medium, a
+computer virus, or computer codes that damage or cannot be read by
+your equipment.
+
+1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right
+of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project
+Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project
+Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project
+Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all
+liability to you for damages, costs and expenses, including legal
+fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT
+LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE
+PROVIDED IN PARAGRAPH F3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE
+TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE
+LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR
+INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH
+DAMAGE.
+
+1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a
+defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can
+receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a
+written explanation to the person you received the work from. If you
+received the work on a physical medium, you must return the medium with
+your written explanation. The person or entity that provided you with
+the defective work may elect to provide a replacement copy in lieu of a
+refund. If you received the work electronically, the person or entity
+providing it to you may choose to give you a second opportunity to
+receive the work electronically in lieu of a refund. If the second copy
+is also defective, you may demand a refund in writing without further
+opportunities to fix the problem.
+
+1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth
+in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO OTHER
+WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO
+WARRANTIES OF MERCHANTIBILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE.
+
+1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied
+warranties or the exclusion or limitation of certain types of damages.
+If any disclaimer or limitation set forth in this agreement violates the
+law of the state applicable to this agreement, the agreement shall be
+interpreted to make the maximum disclaimer or limitation permitted by
+the applicable state law. The invalidity or unenforceability of any
+provision of this agreement shall not void the remaining provisions.
+
+1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the
+trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone
+providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in accordance
+with this agreement, and any volunteers associated with the production,
+promotion and distribution of Project Gutenberg-tm electronic works,
+harmless from all liability, costs and expenses, including legal fees,
+that arise directly or indirectly from any of the following which you do
+or cause to occur: (a) distribution of this or any Project Gutenberg-tm
+work, (b) alteration, modification, or additions or deletions to any
+Project Gutenberg-tm work, and (c) any Defect you cause.
+
+
+Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm
+
+Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of
+electronic works in formats readable by the widest variety of computers
+including obsolete, old, middle-aged and new computers. It exists
+because of the efforts of hundreds of volunteers and donations from
+people in all walks of life.
+
+Volunteers and financial support to provide volunteers with the
+assistance they need, is critical to reaching Project Gutenberg-tm's
+goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will
+remain freely available for generations to come. In 2001, the Project
+Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure
+and permanent future for Project Gutenberg-tm and future generations.
+To learn more about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation
+and how your efforts and donations can help, see Sections 3 and 4
+and the Foundation web page at http://www.pglaf.org.
+
+
+Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive
+Foundation
+
+The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit
+501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the
+state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal
+Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification
+number is 64-6221541. Its 501(c)(3) letter is posted at
+http://pglaf.org/fundraising. Contributions to the Project Gutenberg
+Literary Archive Foundation are tax deductible to the full extent
+permitted by U.S. federal laws and your state's laws.
+
+The Foundation's principal office is located at 4557 Melan Dr. S.
+Fairbanks, AK, 99712., but its volunteers and employees are scattered
+throughout numerous locations. Its business office is located at
+809 North 1500 West, Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887, email
+business@pglaf.org. Email contact links and up to date contact
+information can be found at the Foundation's web site and official
+page at http://pglaf.org
+
+For additional contact information:
+ Dr. Gregory B. Newby
+ Chief Executive and Director
+ gbnewby@pglaf.org
+
+Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg
+Literary Archive Foundation
+
+Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide
+spread public support and donations to carry out its mission of
+increasing the number of public domain and licensed works that can be
+freely distributed in machine readable form accessible by the widest
+array of equipment including outdated equipment. Many small donations
+($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt
+status with the IRS.
+
+The Foundation is committed to complying with the laws regulating
+charities and charitable donations in all 50 states of the United
+States. Compliance requirements are not uniform and it takes a
+considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up
+with these requirements. We do not solicit donations in locations
+where we have not received written confirmation of compliance. To
+SEND DONATIONS or determine the status of compliance for any
+particular state visit http://pglaf.org
+
+While we cannot and do not solicit contributions from states where we
+have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition
+against accepting unsolicited donations from donors in such states who
+approach us with offers to donate.
+
+International donations are gratefully accepted, but we cannot make
+any statements concerning tax treatment of donations received from
+outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff.
+
+Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation
+methods and addresses. Donations are accepted in a number of other
+ways including checks, online payments and credit card
+donations. To donate, please visit: http://pglaf.org/donate
+
+
+Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic
+works.
+
+Professor Michael S. Hart is the originator of the Project Gutenberg-tm
+concept of a library of electronic works that could be freely shared
+with anyone. For thirty years, he produced and distributed Project
+Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of volunteer support.
+
+Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed
+editions, all of which are confirmed as Public Domain in the U.S.
+unless a copyright notice is included. Thus, we do not necessarily
+keep eBooks in compliance with any particular paper edition.
+
+Most people start at our Web site which has the main PG search facility:
+
+ http://www.gutenberg.org
+
+This Web site includes information about Project Gutenberg-tm,
+including how to make donations to the Project Gutenberg Literary
+Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to
+subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks.
+
+*** END: FULL LICENSE ***
+
diff --git a/19865-8.zip b/19865-8.zip
new file mode 100644
index 0000000..9ff5bd1
--- /dev/null
+++ b/19865-8.zip
Binary files differ
diff --git a/19865-h.zip b/19865-h.zip
new file mode 100644
index 0000000..a257f7b
--- /dev/null
+++ b/19865-h.zip
Binary files differ
diff --git a/19865-h/19865-h.htm b/19865-h/19865-h.htm
new file mode 100644
index 0000000..42e8000
--- /dev/null
+++ b/19865-h/19865-h.htm
@@ -0,0 +1,1888 @@
+
+<!DOCTYPE html
+PUBLIC "-//W3C//DTD HTML 4.01 Transitional//EN" "http://www.w3.org/TR/html4/loose.dtd">
+
+<!-- This HTML file has been automatically generated from an XML source, using XSLT. If you find any mistakes, please edit the XML source. -->
+<html lang="nl-1900">
+<head>
+<meta http-equiv="Content-Type" content="text/html; charset=ISO-8859-1">
+
+<title>The Project Gutenberg eBook of Reis door Nubi&euml;</title>
+<link rel="schema.DC" href="http://dublincore.org/documents/1998/09/dces/">
+<meta name="author" content="E. Amelineau">
+<meta name="DC.Creator" content="E. Amelineau">
+<meta name="DC.Title" content="Reis door Nubi&euml;">
+<meta name="DC.Date" content="##### 2006">
+<meta name="DC.Language" content="nl-1900"><style type="text/css">
+
+
+body
+{
+font: 100%/1.2em "Times New Roman", Times, serif;
+margin: 1.58em 16%;
+text-align: left;
+}
+
+.titlePage
+{
+border: #DDDDDD 2px solid;
+margin: 3em 0% 7em 0%;
+padding: 5em 10% 6em 10%;
+}
+
+h1.docTitle
+{
+font-size:1.6em;
+line-height:2em;
+}
+
+h2.byline
+{
+font-size:1.1em;
+font-weight:normal;
+line-height:1.44em;
+}
+
+span.docAuthor
+{
+font-size:1.2em;
+font-weight:bold;
+}
+
+h2.docImprint
+{
+font-size:1.2em;
+font-weight:normal;
+}
+
+.transcribernote
+{
+background-color:#DDE;
+border:black 1px dotted;
+color:#000;
+font-family:sans-serif;
+font-size:80%;
+margin:2em 5%;
+padding:1em;
+}
+
+.div0
+{
+padding-top: 5.6em;
+}
+
+.div1
+{
+padding-top: 4.8em;
+}
+
+.index
+{
+font-size: 80%;
+}
+
+.div2
+{
+padding-top: 3.6em;
+}
+
+.div3, .div4, .div5
+{
+padding-top: 2.4em;
+}
+
+.footnotes .body,
+.footnotes .div1
+{
+padding: 0;
+}
+
+h1, h2, h3, h4, h5, h6
+{
+clear: both;
+font-style: normal;
+text-transform: none;
+}
+
+h3
+{
+font-size:1.2em;
+line-height:1.2em;
+}
+
+h3.label
+{
+font-size:1em;
+line-height:1.2em;
+margin-bottom:0;
+}
+
+h4
+{
+font-size:1em;
+line-height:1.2em;
+}
+
+h4.lghead
+{
+margin-left:10%;
+margin-right:10%;
+}
+
+.alignleft
+{
+text-align:left;
+}
+
+.alignright
+{
+text-align:right;
+}
+
+.alignblock
+{
+text-align:justify;
+}
+
+p.poetry
+{
+margin:0 10% 1.58em;
+}
+
+p.line
+{
+margin:0 10%;
+}
+
+p.argument,p.note
+{
+font-size:0.9em;
+line-height:1.2em;
+text-indent:0;
+}
+
+p.argument
+{
+margin:1.58em 10%;
+}
+
+div.epigraph
+{
+font-size:0.9em;
+line-height:1.2em;
+margin:1.58em 20% 1.58em 0;
+}
+
+.floatLeft
+{
+float:left;
+margin:10px 10px 10px 0;
+}
+
+.floatRight
+{
+float:right;
+margin:10px 0 10px 10px;
+}
+
+p.figureHead
+{
+font-size:100%;
+text-align:center;
+}
+
+.figure p
+{
+font-size:80%;
+margin-top:0;
+text-align:center;
+}
+
+p.smallprint,li.smallprint
+{
+color:#666666;
+font-size:80%;
+}
+
+p.question
+{
+margin-bottom:0;
+text-align:left;
+}
+
+p.answer
+{
+margin-top:0;
+text-align:right;
+}
+
+p.explanation
+{
+font-size:smaller;
+margin-left:0.9em;
+margin-right:0.9em;
+}
+
+.leftnote
+{
+font-size:0.8em;
+height:0;
+left:1%;
+line-height:1.2em;
+position:absolute;
+text-indent:0;
+width:14%;
+}
+
+.pagenum
+{
+display:inline;
+font-size:70%;
+font-style:normal;
+margin:0;
+padding:0;
+position:absolute;
+right:1%;
+text-align:right;
+}
+
+a.noteref
+{
+font-size: 80%;
+text-decoration: none;
+vertical-align: 0.25em;
+}
+
+div.footnotes
+{
+margin-top: 1em;
+padding: 0;
+}
+
+hr.fnsep
+{
+margin-left: 0;
+margin-right: 0;
+text-align: left;
+width: 25%;
+}
+
+p.footnote
+{
+font-size: 80%;
+margin-bottom: 0.5em;
+margin-top: 0.5em;
+}
+
+p.footnote .label
+{
+float: left;
+text-align:left;
+width:2em;
+}
+
+.footnotes td, .footnotes th, .footnotes .tablecaption
+{
+font-size: 80%;
+}
+
+
+.poem
+{
+margin-left:5%;
+position:relative;
+text-align:left;
+width:90%;
+}
+
+.poem h4
+{
+font-weight:normal;
+margin-left:5em;
+text-decoration:underline;
+}
+
+.poem .linenum
+{
+color:#777;
+font-size:90%;
+left:-2.5em;
+margin:0;
+position:absolute;
+text-align:center;
+text-indent:0;
+top:auto;
+width:1.75em;
+}
+
+.versenum
+{
+font-weight:bold;
+}
+
+.footnotes .line
+{
+font-size:80%;
+margin:0 5%;
+}
+
+.poem .i0
+{
+display:block;
+margin-left:2em;
+}
+
+.poem .i1
+{
+display:block;
+margin-left:3em;
+}
+
+.poem .i2
+{
+display:block;
+margin-left:4em;
+}
+
+.poem .i3
+{
+display:block;
+margin-left:5em;
+}
+
+.poem .i4
+{
+display:block;
+margin-left:6em;
+}
+
+.poem .i5
+{
+display:block;
+margin-left:7em;
+}
+
+.poem .i6
+{
+display:block;
+margin-left:8em;
+}
+
+.poem .i7
+{
+display:block;
+margin-left:9em;
+}
+
+.poem .i8
+{
+display:block;
+margin-left:10em;
+}
+
+.poem .i9
+{
+display:block;
+margin-left:11em;
+}
+
+span.corr
+{
+border-bottom:1px dotted red;
+}
+
+span.abbr
+{
+border-bottom:1px dotted gray;
+}
+
+span.measure
+{
+border-bottom:1px dotted green;
+}
+
+.letterspaced
+{
+letter-spacing:0.2em;
+}
+
+.smallcaps
+{
+font-variant:small-caps;
+}
+
+hr
+{
+clear:both;
+height:1px;
+margin-left:auto;
+margin-right:auto;
+margin-top:1em;
+text-align:center;
+width:45%;
+}
+
+h2.docImprint,h1.docTitle,h2.byline,h2.docTitle,.aligncenter,div.figure
+{
+text-align:center;
+}
+
+h1,h2
+{
+font-size:1.44em;
+line-height:1.5em;
+}
+
+h1.label,h2.label
+{
+font-size:1.2em;
+line-height:1.2em;
+margin-bottom:0;
+}
+
+h5,h6
+{
+font-size:1em;
+font-style:italic;
+line-height:1em;
+}
+
+p,p.initial
+{
+text-indent:0;
+}
+
+.poem .stanza
+{
+padding: .5em 0% .5em 0%;
+}
+
+p.quote,div.blockquote,div.argument
+{
+font-size:0.9em;
+line-height:1.2em;
+margin:1.58em 5%;
+}
+
+.pagenum a, a.noteref:hover, a.hidden:hover, a.hidden
+{
+text-decoration:none;
+}
+
+
+
+
+
+body
+{
+background: #FFFFFF;
+font-family: "Times New Roman", Times, serif;
+}
+
+body, a.hidden
+{
+color: black;
+}
+
+h1, h2, h3, h4, h5, h6
+{
+color: #001FA4;
+font-family: Verdana, Arial, Helvetica, sans-serif;
+}
+
+p.byline
+{
+font-style: italic;
+margin-bottom: 2em;
+}
+
+.figureHead, .noteref, span.leftnote, p.legend, .versenum
+{
+color: #001FA4;
+}
+
+.rightnote, .pagenum, .linenum, .pagenum a
+{
+color: #AAAAAA;
+}
+
+a.hidden:hover, a.noteref:hover
+{
+color: red;
+}
+
+
+</style></head>
+<body>
+
+
+<pre>
+
+The Project Gutenberg EBook of Reis door Nubië, by E. Amelineau
+
+This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
+almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
+re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
+with this eBook or online at www.gutenberg.org
+
+
+Title: Reis door Nubië
+ De Aarde en haar Volken, 1907
+
+Author: E. Amelineau
+
+Release Date: November 19, 2006 [EBook #19865]
+
+Language: Dutch
+
+Character set encoding: ISO-8859-1
+
+*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK REIS DOOR NUBIË ***
+
+
+
+
+Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed
+Proofreading Team at http://www.pgdp.net/
+
+
+
+
+
+
+</pre>
+
+
+<div class="body"><a id="d0e69"></a><span class="pagenum">[<a href="#d0e69">361</a>]</span><div class="&#xA; div1">
+<h2>Reis door Nubi&euml;.</h2>
+<p class="byline">Naar het Fransch van <span class="smallcaps">E. Amelineau.</span></p>
+<p></p>
+<div class="figure"><img border="0" src="images/p1907-361-1.jpg" alt="Te Assoean.&#8212;Gevangenen, die, twee aan twee, spoorwegrails afladen en vervoeren." width="720" height="419"><p class="figureHead">Te Assoean.&#8212;Gevangenen, die, twee aan twee, spoorwegrails afladen en vervoeren.</p>
+</div><p>
+
+
+
+</p>
+<p>Ik had Abydos den 16den Februari des avonds verlaten, om mij naar Wadihalfa te begeven, en den 20sten was ik te Assoean, dat
+de hoofdplaats is geworden van een tweede militair grensgebied bij de nieuwe organisatie, die gevolgd is op de bezetting van
+een deel van den Soedan door Kitchener-pacha. Welk een groot verschil met wat ik er had gezien ten tijde van mijn eerste reis
+in 1885.
+
+
+</p>
+<p></p>
+<div class="figure floatLeft" style="width: 289px"><img border="0" src="images/p1907-361-2.jpg" alt="Een vrouw slaat haar sluier weg...." width="289" height="391"><p class="figureHead">Een vrouw slaat haar sluier weg....</p>
+</div><p>
+
+
+</p>
+<p>De dienst voor reizigers ging toen door middel van postbooten, die al naar de omstandigheden er korter of langer over deden,
+die in het minst niets voor het comfort der passagiers beschikbaar hadden, waar de reizigers ondergebracht waren in een soort
+van ruimen, die met den naam salon vereerd waren, en waar men kans liep, des nachts zonderlinge bezoekers te moeten ontvangen,
+als bij voorbeeld de rat, die ik over de reisdeken zag wandelen, waarin ik mij had gewikkeld. Het moet zonder omwegen worden
+erkend, dat de heer Cook daarin zijn verdiensten heeft.
+
+</p>
+<p>En wat een verschil in het uiterlijk der kleine stad! Er waren toentertijd geen hotels en geen op zijn Europeesch gebouwde
+huizen; evenmin europeesche reizigers; de enkele kooplieden, aangetrokken door het anglo-egyptische leger, woonden op de rivier
+in hun dahabiehs; de stad was zuiver egyptisch, met een mengeling van Arabieren, Kopten en Nubi&euml;rs van verschillende stammen,
+als Bisjari&#8217;s, Barabra&#8217;s enz., terwijl men er veel negers vond, uit Soedan gekomen uit vrijen wil of tegen hun zin, maar meer
+gedwongen dan vrijwillig, want de handel in negers, ofschoon offici&euml;el afgeschaft, werd voor het oog van de gansche wereld
+in Egypte nog uitgeoefend, al deed men of hij was verdwenen.
+
+</p>
+<p>Tegenwoordig is Assoean een stad, die maar weinig van haar oostersch karakter heeft behouden, waar <a id="d0e95"></a><span class="pagenum">[<a href="#d0e95">362</a>]</span>de lediggaande wereld uit Engeland en Amerika met enkele andere Europeanen elkaar, naar het schijnt, rendez-vous hebben gegeven,
+om den winter vroolijk door te brengen in een overheerlijk klimaat, waar hotels zijn verrezen met alle denkbare comfort van
+den modernen tijd en waar het aantal stoombooten, platte schuiten en dahabiehs, die in de rivier ten anker gaan, eenigszins
+doen denken aan de groote rivieren van Amerika, waar in alle richtingen groote booten elkaar kruisen. Men hoort slechts vroolijke
+uitroepen van jeugdige stemmen, met hun kristalhelderen klank van de overzij van den Atlantischen Oceaan gekomen, en zilveren
+gelach klinkt er op elk uur van den dag, en bijna ook van den nacht, bij pic-nics en partijen en concerten op het water.
+
+</p>
+<p>Het lijkt wel, of met een tooverslag uit het andere einde van Egypte een of andere rijke karavanserai uit Ka&iuml;ro naar hier
+is overgebracht met allen, die er in woonden. Viermaal per week brengen de drijvende hotels van Cook een groot aantal reizigers
+aan en voeren diegenen terug, die er genoeg van hebben of die er spijt van hebben, dat de koek voor hen op is, zoodat vier
+of vijf maanden lang Assoean een betooverde stad gelijkt, waar men geen begrip heeft van &#8217;s levens zorgen en van bezwaren
+voor de toekomst, waar men geheel voor het tegenwoordig oogenblik leeft, vol vreugde en levenslust, klaar om van allerlei
+genietingen te profiteeren, en ver van de moeiten, die in ons ingewikkeld modern leven vermeerderd schijnen te wezen.
+
+</p>
+<p>Maar zijn we wel zoo ver van de beschaving?
+
+</p>
+<p>Wat zijn dat voor geluiden, die mijn oor bereiken? Wat bespeur ik daar? Ben ik de speelbal van een droom, die mij, zonder
+dat ik het merkte, naar Europa heeft overgebracht? Dat geluid kan niet anders dan door een spoorweg worden veroorzaakt; het
+is de klank van rails, die uitgeladen worden en de mannen, die ze uit de boot naar den oever brengen, zijn dwangarbeiders,
+met ketenen aan elkander vastgehecht, waardoor hun voeten worden gewond. Zie daar ook de soldaten, met de bajonet op het geladen
+geweer, gereed op ieder, die zou willen ontvluchten, te schieten. Alles is onder dezen schoonen hemel geen couleur de rose,
+geen spel en vreugde, en men vindt er alle bezwaren terug van onze westersche beschavingen.
+
+</p>
+<p>De mannen, die ik daar zie werken in het zweet huns aanschijns, maar die lachen en gekheid maken onder de oogen van hun bewakers,
+alsof ze in het veld bezig waren aan een vroolijken oogst en die doordringende blikken werpen uit hun donkere oogen, werken
+slechts omdat ze ertoe gedwongen worden, bewijzen, dat ook dit betooverd paradijs in een hel zou kunnen veranderen en dat
+men er naast het gelach van de gelukkigen het tandengeknars van de schuldigen en ellendigen kan hooren. En wat zullen er een
+massa onschuldigen wezen onder die groepen dwangarbeiders! Als men weet, hoe het gaat met de egyptische rechtspraak, en hoe
+de inlandsche rechtbanken de kunst verstaan, de rijken te beschermen en de armen te treffen, weet men maar al te goed, hoe
+het er mee gesteld is.
+
+</p>
+<p>Ik maak gebruik van den kleinen spoorweg, die tot Philae gaat, een rotsachtig eiland midden in de rivier, en waar de grillige
+verbeeldingskracht van de egyptische Pharao&#8217;s een menigte grootsche monumenten heeft gesticht. Wij zullen ze op den terugweg
+bezichtigen, want de boot vertrekt en het dek is reeds vol passagiers. De bemanning haast zich met de enorme kisten, vol van
+de noodige levensmiddelen voor de reis, en laadt de overvloedige massa bagage in, die een dertigtal reizigers mee kunnen voeren.
+
+
+</p>
+<p>Alle toeristen maken namelijk drie- of viermaal toilet per dag; de heeren verschijnen in rok des avonds aan het diner en de
+dames zijn dan meer of minder gedecolleteerd, zoodat men Londen of New-York niet kwijt raakt tot het eind van de reis, om
+ze dan weer mee terug te nemen, want de wereld kan nu eenmaal niet zonder die beide steden, en die twee groote middelpunten
+zouden niet bestaan zonder hun bewoners met al hun bagage. Wie heeft toch eens gezegd, dat alleen de Franschen met een reuzenmassa
+bagage reizen? De schrijver, die dat meende, had stellig nooit de toeristen van Cook zich op Philae zien inschepen.
+
+</p>
+<p>Te midden van al de drukte van de installatie der reizigers in de hutten, klinkt een bel; de wielen van de boot beginnen te
+draaien, regelmatig en rustig, en de zware machine komt in beweging. Van den oever klinken in alle talen der wereld kreten
+van vaarwel, zakdoeken wuiven, en als de boot zich sneller beweegt, houdt het lachen op, de lieden verdwijnen langzamerhand
+van den oever en Philae wordt zelf minder duidelijk voor de oogen der reizigers, tot een bocht der rivier het geheel aan den
+blik der reizigers onttrekt en ons in een nieuwe wereld binnenleidt.
+
+</p>
+<p>De Nijl is de eenige weg, die naar Nubi&euml; voert. Aan beide zijden van den stroom zijn er, als de bergen zich op eenigen afstand
+bevinden, wel voetpaden over de smalle strook lands, die de eenige hoop is van een streek, bestemd om in alle eeuwigheid arm
+te blijven; maar vaak ook is de Nijl tusschen hooge rotsen nauw ingesloten en de doorgang is er afgesloten, omdat die steilten
+volkomen onbeklimbaar zijn. Uit nood en ten allen tijde hebben de menschen dus den rivierweg moeten volgen, om uit het midden
+van Afrika zich te begeven naar de mooie en vruchtbare oase, die Egypte is.
+
+</p>
+<p>Ik behoor tot diegenen, die gelooven, dat de egyptische beschaving allereerst den Nijl is afgekomen, voordat ze den steun
+ontving van andere beschavingen, die aan Afrika vreemd waren, met name dien van de volken, welke wij nu samenvatten onder
+den naam van Semieten. Op het tijdstip, toen de menschen zich voor het eerst durfden wagen door onbekende gebieden, naar nog
+niet aanschouwde streken, gezeten in hun lichte bootjes uit boomstammen gemaakt, bootjes, die men bij zich kon houden en die
+men telkens als er zich een moeilijkheid voordeed, uit het water haalde en aan land trok, om ze des avonds daar te laten en
+ze den volgenden morgen weer neer te laten, waarna ze met buitengewone snelheid zich bewogen, op dat tijdstip, zeg ik, moesten
+de mannen, die het eerst zich waagden aan een tocht naar de oase van Egypte, reeds een vrij ver gevorderde beschaving <a id="d0e115"></a><span class="pagenum">[<a href="#d0e115">363</a>]</span>bezitten, daar ze booten konden maken, er de schoone vormen van venetiaansche gondels aan wisten te geven, en dus alles hadden
+wat voor zulk werk noodig was. Toen zij eenmaal waren aangekomen in het vruchtbare dal, dat de Nijl besproeit, die zich vrijgemaakt
+had van de bergen, waartusschen hij ingesloten was van Khartoem tot El-Kab, vond hun aanleg rijkelijk gelegenheid, zich te
+ontwikkelen.
+
+</p>
+<p>Hun beschaving ging door lange eeuwen steeds vooruit, dat is uit de opgravingen gebleken, en nog in den laatsten tijd toonen
+archaeologische ontdekkingen een graad van ontwikkeling bij die oude Egyptenaren, waar men geen vermoeden van had en hun beschaving
+klimt op tot tijden, die nog aan de oudste historische dynastie voorafgaan.
+
+</p>
+<p>Van Egypte uit verspreidde zich toen de afrikaansche beschaving over geheel Europa en wij profiteeren er nog van, zonder dat
+wij er een vermoeden van hebben, en herhalen de goede en de minder gelukkige gedachten als nieuwigheden voor ons. De bevolking
+van Nubi&euml; is altijd in overeenstemming geweest met den aard van het terrein, waar het land uit bestaat, en het land is eigenlijk
+niets anders dan de zandige strook gronds, die aan beide kanten van den Nijl zich uitstrekt, soms slechts &eacute;&eacute;n kilometer breed,
+soms nog minder en dikwijls niet breeder dan 40, 30, 20 of zelfs 10 meter, als de rivier niet onmiddellijk zich door de rotsen
+een weg had moeten banen. Het bebouwbare land is zoo gering mogelijk, en men kan licht begrijpen, dat in een dergelijk land,
+ondanks de nabijheid en de overvloedigheid van het water, het voor een talrijke bevolking onmogelijk was, zich te voeden.
+Het land is dus altijd schraal bevolkt geweest en altijd vond men de menschen in de buurt van de plaatsen, waar nu nog de
+steden en dorpen liggen.
+
+</p>
+<p>De groote plaatsen uit het verleden moesten noodzakelijk gelijken op wat ze nu zijn, dat wil zeggen, dat er geen talrijke
+en dichte bevolking woonde, want het ontbrak altijd aan de ruimte, die noodig zou wezen voor een volkrijke stad in oosterschen
+zin en in de tweede plaats aan den grond voor de bebouwde velden, die de opeenhoopingen van menschen moest voeden, want de
+mensch moet eten om te leven; dat moest hij vroeger zoowel als tegenwoordig.
+
+</p>
+<p>Er zijn ook nu nog slechts een zeer klein aantal bevolkte centra, en ook de dorpen zijn niet talrijk. De stad Korosko is eigenlijk
+alleen voor Nubi&euml; een stad te noemen, en zoo is het ook met Wadihalfa; er wonen in die middelpunten vrij wat ambtenaren en
+een inlandsche bevolking, die niet veel talrijker is dan in een gemiddeld nubisch dorp. Sedert Wadihalfa de grensstad is geworden
+van Nubi&euml; aan den kant van den Soedan, en daarna uitgangspunt van den spoorweg naar Khartoem, is het een vrij belangrijke
+stad geworden door den toevloed van vreemdelingen; maar sedert de gelukkige expeditie van Kitchener pacha Boven-Nubi&euml; heeft
+heroverd en Soedan, heeft Wadihalfa veel van haar belangrijkheid verloren; de plaats beteekent nu alleen nog iets als station
+van den spoorweg.
+
+</p>
+<p>Op mijn geheele reis heb ik slechts een enkele stad gezien met een eenigszins talrijke bevolking, misschien 10.000 inwoners,
+namelijk De&iuml;r, de hoofdstad, van Beneden-Nubi&euml; eer de nieuwe bestuursmaatregelen waren ingevoerd door lord Cromer ten gevolge
+van de overwinningen van lord Kitchener over den Mahdi en zijn aanhangers.
+
+</p>
+<p>Maar al zijn er dan slechts hoogstens drie of vier bewoonde middelpunten in Beneden-Nubi&euml;, die den naam van kleine steden
+of groote dorpen verdienen, het aantal gehuchten is er daarentegen eindeloos. Waar men zich ook bevindt, overal treft men
+verspreide hutten aan, zoo primitief mogelijk ingericht, want het klimaat laat toe, dat men bijna zijn gansche leven in de
+open lucht doorbrengt, in de schaduw van boom of muur, als het te warm is, in de zon, als de aan warmte gewende oosterling
+de temperatuur te laag vindt.
+
+</p>
+<p>De grootste van die woningen waren niet veel meer dan hokken voor het vee, waar de menschen de beesten des avonds heen brachten,
+om er in hun gezelschap den nacht te slijten. Het aantal stuks vee is waarlijk wonderlijk voor een zoo onvruchtbaar land als
+Nubi&euml;, en men moet wel denken, dat de arme dieren in matigheid met den mensch wedijveren. Vooral geiten en buffels deelen
+de armoede met den Nubi&euml;r, die buitendien soms een koe en enkele schapen houdt. Ik vroeg mijzelven af, waar ze het voedsel
+vandaan haalden op de rotsen aan den Nijl; maar had ik te Abydos niet gezien, hoe geiten en schapen eten vonden op een terrein,
+waar maar een paar grassprietjes groeiden en hoe ze zich tevreden stelden met de dorre, harde halmen van de sorghoplant? Kameelen
+zijn er nog al eenige, maar het is gemakkelijk, de paarden te tellen. Men moet bepaald rijk zijn, om zich de weelde van een
+paard te kunnen veroorlooven, en die dieren ziet men dan ook alleen in de groote middelpunten, waar de bergen terugtreden
+van de rivier en plaats laten voor menschen.
+
+</p>
+<p>Nu en dan treft men streken met goed bebouwbaren grond; doch die grond doet in het geheel niet denken aan de zwarte aarde
+van Egypte, al heeft ook hier het Nijlslib vruchtbaarheid gebracht. In Nubi&euml; ziet men bijna niet anders dan zand, en dat zand
+is door de besproeiing van den Nijl en door de bestraling der zon uiterst vruchtbaar. De bewoners maken daar een goed gebruik
+van, en pas heeft de Nijl bij zijn jaarlijksche overstrooming een deel van zijn oevers vrij gelaten, of de grond wordt al
+bezaaid met graansoorten en lupinen.
+
+</p>
+<p>Op geregelde afstanden, ongeveer om de 400 of 500 meter, zijn langs de bebouwde oevers steenen aangebracht, die zoo geplaatst
+zijn, dat zij den vloed keeren, of ten minste in zooverre tegenhouden, dat de stroom het zand niet medevoert.
+
+</p>
+<p>Waar het maar eenigszins mogelijk is, zijn in grooten getale palmen geplant, en uit de verte gezien, geven die dicht aaneengeschaarde
+rijen palmboomen, dikwijls dubbel en driedubbel opschietend uit een zelfden stam, den indruk van een dicht bosch en verleenen
+het dorre landschap het aanzien eener vruchtbare vallei.
+
+</p>
+<p>Waar de bodem er gelegenheid toe biedt, dragen de bewoners zorg, hem rijkelijk te besproeien, en zij bedienen zich te dien
+einde van saqiehs, die dikwijls zeer dicht bij elkander zijn geplaatst. Somtijds <a id="d0e139"></a><span class="pagenum">[<a href="#d0e139">364</a>]</span>bevinden zich wel van twintig tot dertig op een uitgestrektheid van &eacute;&eacute;n kilometer; zij toonen aan, hoe schraal de bodem is,
+die zooveel vocht behoeft, en tevens hoezeer de grond is verdeeld; want men zou zeer groote uitgestrektheden gronds kunnen
+besproeien met &eacute;&eacute;n dier groote wielen, waaraan watervaten hangen, die zich uitstorten in een goot. Zij zijn van den vroegen
+morgen tot &#8217;s avonds laat in vollen gang; als de zon boven de arabische bergen opkomt, vindt zij hen reeds aan den arbeid,
+en als zij wegzinkt achter het gebergte van Lybi&euml;, beschijnen haar laatste stralen de dieren, die onvermoeid rondloopen, en
+de druipende vaten; de raderen knarsen onophoudelijk door, en het weldoende vocht verspreidt vruchtbaarheid over de velden,
+terwijl de drijver onder eentonig gezang zijn span schrale koeien aanspoort of het magere kameel, dat het zware werk alleen
+moet verrichten.
+
+</p>
+<p>Wanneer onze oogen als &#8217;t ware verblind zijn door de weerkaatsing van de zon op den zandgrond, is het een aangename verpoozing,
+te zien naar de dichte bladertrossen, die in den wind wuiven op den top der hooge palmen, en naar de stammen, die levendig
+afsteken bij de kleur van het gebladerte en den bodem. Wanneer het schouwspel nog wint aan bekoorlijkheid door den verren
+afstand, en de grillige bochten van den stroom, kan de reiziger zich in de verte een landschap droomen, dat in het minst niet
+overeenkomt met de omgeving, die hem op dit oogenblik omringt, en dat zich tooit met alle wisselende kleuren en tinten der
+rijkst gezegende natuur. Het licht is de toovenaar, die deze wonderbare uitwerking te weeg brengt. Maar als men later de plek
+is genaderd, die men een aardsch paradijs waande, is de bekoring verdwenen, en na eenige oogenblikken wordt het spel onzer
+verbeelding hervat, om later opnieuw plaats te maken voor de teleurstellende werkelijkheid.
+
+</p>
+<p>De bewoners van Nubi&euml; zijn groot, en op het oog sterk van lichaamsbouw; hun tint is meer koperkleurig dan zwart. Zij dragen
+wijde kleederen, die oorspronkelijk wit of grijs zijn geweest, maar thans door het gebruik een onherkenbare kleur hebben aangenomen,
+en naar ik vermoed, gedragen worden, tot ze hun van het lijf vallen, evenals dit gebruik is bij de egyptische fellahs. De
+stof, waaruit ze zijn vervaardigd, is echter van betere kwaliteit, dan die, welke de fellah voor zijn armoedige kleeding gebruikt;
+ze is anders geweven en veel steviger dan het dunne blauwe katoen, waarin de landbouwende bevolking van Egypte gekleed gaat.
+
+
+</p>
+<p>Mannen en vrouwen zijn ongeveer op dezelfde wijze gekleed; op het hoofd dragen ze geen andere bedekking dan het dikke kroezende
+haar, dat bij de vrouwen langer is dan bij de mannen. Wie onder de dames rijk genoeg is, om zich een zilveren ring aan te
+schaffen, draagt zorg hiermede haar neusvleugel te versieren. Want de ijdelheid speelt in Nubi&euml; evengoed een rol als in Europa,
+en wij zouden daarvan nog andere staaltjes zien in Bahr-el-Ghazal, veel dichter bij Midden-Afrika gelegen, waar de vrouwen
+uit ijdelheid ringen om armen en beenen dragen, zwaarder dan wij onze galeislaven zouden durven aanleggen.
+
+</p>
+<p>Zij zijn zeer arbeidzaam; in sommige streken bebouwen zij zelf het weinigje land, dat haar als haar eigendom is ten deel gevallen.
+De waarde van het geld kennen zij zeer goed. Zoodra een boot met reizigers bij de een of andere landingplaats stilhoudt, komen
+zij met haar kinderen in dichte drommen aanloopen, gevolgd door haar mannen, en zonder de minste schaamte of verlegenheid
+vragen zij de reizigers om bakschisch; niet zoozeer bij wijze van verwelkoming, zooals in Egypte; maar eenvoudig, omdat vreemdelingen
+hun grondgebied willen doortrekken.
+
+</p>
+<p>&#8217;t Is een recht, dat zij eischen; zooals dat eveneens gebruik is in Zuid- en Midden-Afrika. Als de reizigers, die dit gevraag
+wel eens begint te vervelen, hun niets geven, jouwen de vrouwen en kinderen die gierige lieden geweldig uit, die niet eens
+willen betalen wat zij schuldig zijn; men schreeuwt hun scheldwoorden na, werpt hen met zand, en blijft de vertrekkende boot
+verwenschingen naroepen en met steenen gooien, tot op eens het lawaai een einde neemt, en de vertoornde bewoners welgemoed
+naar huis terugkeeren, zonder geld; maar met een verlicht gemoed, nu zij hun verontwaardiging hebben lucht gegeven.
+
+</p>
+<p>De bevolking van Nubi&euml; is dus al evenzeer tot bedelen geneigd als de Egyptenaren, maar toch niet op dezelfde wijze. De Nubi&euml;rs
+hebben meer gevoel van eigenwaarde dan de egyptische fellah, al kan men ze nog niet bepaald trotsch noemen, en dikwijls geven
+ook de reizigers zelf aanleiding tot dat gebedel, door hun zucht tot vertooning maken en hun onverstandige verkwisting.
+
+</p>
+<p>Domme lieden, die toevallig overvloed van geld hebben en niet weten wat daarmee aan te vangen, hebben er pleizier in, zilverstukken
+onder de menigte te werpen, en zich dan te verlustigen in het weerzinwekkend schouwspel van dat dringen en vechten der arme
+menschen, om een dier geldstukjes te bemachtigen. En daar het tooneel dezer worsteling meestal aan den oever der rivier is
+gelegen, dus op een plek, waar de grond bebouwd is, loopt de zaak zelden af, zonder dat er schade aan den oogst is toegebracht.
+De eigenares van den grond, of de vrouwen, die er het opzicht over hebben, komen dan aanloopen met lange stokken, stengels
+van sorgho, die ze stuk slaan op de ruggen der vechtenden, tot ze zelf moeten lachen om het geval, en haar blinkende witte
+tanden laten zien, alsof ze het zich per slot van rekening niet hard aantrekken, dat haar oogst werd verwoest.
+
+</p>
+<p>De Nubi&euml;rs zijn, voor zoover ik dit kon opmaken uit een betrekkelijk kort bezoek aan het land, en zooals ik ook reeds in Egypte
+bespeurd had, meer geneigd tot maatschappelijk verkeer en den omgang met hun medemenschen dan de egyptische fellah. Van deze
+eigenschap geven zij overal en op alle mogelijke wijzen blijk.
+
+
+</p>
+<p></p>
+<div class="figure"><img border="0" src="images/p1907-365.jpg" alt="De muzikanten en hun instrumenten zien er buitengewoon schilderachtig uit." width="540" height="720"><p class="figureHead">De muzikanten en hun instrumenten zien er buitengewoon schilderachtig uit.</p>
+</div><p>
+
+
+</p>
+<p>Dikwijls verlaten zij hun geboorteland, om zich in Egypte te vestigen, waar hun beproefde eerlijkheid, die ofschoon altoos
+betrekkelijk, zeer zeker merkwaardig is, hun betrekkingen van vertrouwen bezorgt, zooals die van baoebab of portier, van koetsier
+of boodschapper. De Nubi&euml;r is zindelijker in <a id="d0e164"></a><span class="pagenum">[<a href="#d0e164">366</a>]</span>zijn voorkomen dan de fellah; zijn kleeding staat hem goed, en valt zelfs in sierlijke plooien, die aan antieke gewaden herinneren;
+hij is nooit stoffig en vuil en zijn roode sloffen blinken prachtig. Hij weet zich werkelijk goed voor te doen. Nooit vergeet
+hij de brandende zon van zijn vaderland en de bergachtige streken, waar hij geboren is; zijn grootste wensch is het, eenmaal
+daarheen terug te keeren, met het sommetje, dat hij bij kleine beetjes heeft overgespaard. Hij is nog matiger dan de egyptische
+fellah, en dat is dan ook wel noodig, als hij zijn doel zal bereiken; want zijn loon is al zeer gering. Intusschen is hij
+altijd zeer blijde, als hij een van zijn landgenooten ontmoet, en ontvangt hem met de grootste voorkomendheid, dat wil zeggen
+onder een stroom van beleefdheidsbetuigingen.
+
+</p>
+<p>Dikwijls ziet men in de straten van Ka&iuml;ro twee Nubi&euml;rs, die elkaar bij den pink vasthouden en elkander openlijk hun levendige
+blijdschap betuigen over hun ontmoeting.
+
+</p>
+<p>Bij openbare godsdienstige plechtigheden vormen de Nubi&euml;rs altijd een afzonderlijke groep, en met hun hooge keelstemmen brengen
+zij den heilige, wiens feest gevierd wordt, meer lofzangen in tien minuten dan de Egyptenaren in een uur, daar zij gaarne
+uit volle borst zingen, zooals ze dat gewoon zijn in hun geboorteland.
+
+</p>
+<p>Zij houden zeer veel van muziek; niet van de onze, maar van hun eigen melodie&euml;n; hoewel het verschil daartusschen niet zoo
+groot is als men zou denken.
+
+</p>
+<p>Ze zingen bepaalde wijzen, afgewisseld door de solo&#8217;s van den kooraanvoerder, zonder zich strikt te houden aan een telkens
+terugkeerend refrein; ze slaan de maat met handgeklap en op de stoomboot die ons naar Wadihalfah bracht, langs dien prachtigen
+stroom, dien ik zoo lang had verlangd te leeren kennen, in dat heerlijke klimaat, en omgeven door die maagdelijke natuur,
+was het een genot, hen te zien en aan te hooren. Hun liederen klinken mij nog in de ooren; ik zie hen weer onder gezang en
+dans het dek der stoomboot schoonmaken; want bij hen is de mimiek nauw aan den zang verbonden, en ik roep mij die blijde uren
+levendig weer voor den geest terug. Ondanks de warmte, en de nabijheid van sommige opgewonden passagiers, die te pas en te
+onpas hun bewondering wilden uiten, was het dansen en zingen van de nubische bemanning der boot een der aangenaamste herinneringen,
+die mij van de reis is bijgebleven. Wellicht zou men elders een dergelijk genoegen kunnen smaken, meer verfijnd en beschaafd
+waarschijnlijk; maar het is dan ook niet zoozeer dat primitieve gezang alleen, noch de vrij alledaagsche gebaren, waarvan
+de zangers het deden vergezeld gaan, dat zulk een onuitwischbaren indruk bij mij heeft achter gelaten; &#8217;t is het geheele schouwspel,
+dat mij onvergetelijk is gebleven, de grootsche eenzaamheid, de treffende aanblik van een natuur, zoo geheel verschillend
+van al wat ik in Europa en zelfs in het Nijldal had aanschouwd, het is dat leven op de rivier, mijn herinneringen aan het
+verleden, en droomen der toekomst, de beelden, die mij daarbij voor den geest zweefden, en al wat daarmede samenhing, welke
+oorzaak waren, dat dit eenvoudige gezang, en die kinderlijke dansen een herinnering bij mij hebben achtergelaten aan oogenblikken
+zoo genotvol, dat ik ze onuitsprekelijk gaarne nogmaals en nogmaals doorleven zou.
+
+</p>
+<p>Bij de nubische vrouwen heerschen geheel andere zeden dan bij de egyptische. Zij dragen geen sluier, en vertoonen zich voor
+ieders oog, zooals de natuur ze heeft geschapen. Zij zijn volstrekt niet schuw, en het wordt ook niet als een vergrijp jegens
+haar godsdienst of een ontwijding van het heilige beschouwd, als men het waagt het woord tot haar te richten.
+
+</p>
+<p>Velen onder haar zijn negerinnen, die nog slavinnen zijn of het vroeger zijn geweest; arme vrouwen, die bijna geen menschelijk
+voorkomen meer hebben door de vele ontberingen, door haar uitgestaan in een leven, waaraan zij, ondanks dit alles, toch nog
+waarde schijnen te hechten. De aanwezigheid dier negervrouwen zou op zich zelf reeds voldoende zijn, om een bewijs te leveren
+van de vermenging der rassen, die hier heeft plaats gehad, zoo men niet bovendien tallooze verschillende typen zag vertegenwoordigd,
+waarvan bijna geen enkel zuiver is; zoo dikwijls hebben ten gevolge der historische gebeurtenissen wisselingen en veranderingen
+in de bevolking plaats gegrepen.
+
+</p>
+<p>Somtijds ontmoet men nog enkele vrouwen, die het levend evenbeeld schijnen van de eene of andere lang gestorven prinses, wier
+herinnering is bewaard gebleven, dank zij de vaardigheid der beeldende kunstenaars van het Nijldal. Zoo zagen wij bij voorbeeld
+een bijzonder mooie jonge vrouw te De&iuml;r. Zij was klein van gestalte, maar zeer goed geproportionneerd, voor zoover haar kleeding
+ons veroorloofde, hierover te oordeelen. Haar handen waren fijn gevormd, hoewel de vingers door ruw werk eenigszins grof waren
+geworden. Haar voetjes zouden ook in Europa ieders bewondering hebben gaande gemaakt. Zij had een klein en smal gezichtje
+met uitstekende jukbeenderen, en haar oogen, onder fraai gewelfde wenkbrauwen, geleken niet op die der egyptische vrouwen,
+bij welke de beschildering met antimonium steeds de natuur te hulp komt. Zij waren klein, maar levendig, en straalden van
+genoegen onder de bewonderende blikken, die wij met veel vrijmoedigheid op hare bekoorlijkheden lieten rusten. Neergehurkt
+in een hoek, gevormd door twee muren, maalde zij in den voor haar staanden molen de sorgho, die bestemd was om er het brood
+van te bereiden voor haar heer en meester. De bewegingen, die zij maakte, om den molen te draaien, waren zoo bevallig en waardig,
+alsof zij een koningin ware geweest. Zij wist wel, dat zij mooi was; zij was jong en bij gevolg een weinig behaagziek.
+
+</p>
+<p>Als zij lachte, liet zij een rij mooie tandjes zien, als parelen zoo wit; haar bewegingen deden de sierlijke kettingen rinkelen,
+die zij om den hals droeg, en waarvan schelpen en gouden kralen op haar borst afhingen; zij scheen dat gaarne te hooren en
+het was alsof zij zeide: &#8220;Kijkt mij maar goed aan, gij vreemde lieden; ik ben de moeite van het bekijken waard, en ik geloof
+niet, dat gij in uw koud land zulke schoone vrouwen zult vinden als gij hier eene voor u ziet.&#8221;
+<a id="d0e182"></a><span class="pagenum">[<a href="#d0e182">367</a>]</span></p>
+<p>Zij was werkelijk de levende belichaming van een dier vrouwen van Ramses II, welke men ziet afgebeeld naast de kolossen, die
+dezen vorst voorstellen in den tempel van Luxor. Zij zal dit zelve wel niet hebben geweten; maar zij voelde zich toch in dit
+aan vrouwelijke schoonheid arme land een koningin door haar bekoorlijkheid.
+
+</p>
+<p>Toen zij eindelijk genoeg kreeg van de blikken en onbescheiden vragen van enkele onzer medereizigers, vroeg zij mij, daar
+zij mij met de inwoners der stad arabisch had hooren spreken, met een allerliefste, heldere stem, of ik aan die menschen wilde
+zeggen, dat ze haar nu lang genoeg hadden bekeken, en trok met een snelle beweging haar sluier half voor haar gezicht; maar
+haar oogen lachten ondeugend onder die bedekking.
+
+</p>
+<p>Het gefluit van de stoomboot, dat de achterblijvers riep,&#8212;en bijna al de passagiers hadden zich om die kleine nubische schoonheid
+verzameld,&#8212;had meer uitwerking, dan mijn woorden allicht zouden hebben teweeg gebracht; te meer, daar ik geen recht had, mijn
+reisgenooten op die wijze de les te lezen.
+
+</p>
+<p>De boot vertrok en wij aanschouwden weder andere tafereelen; maar ik bleef nog lang denken aan de kleine nubische prinses
+der oudheid, die thans veroordeeld was in een armoedig huisje te <span class="corr" title="Bron: Deir">De&iuml;r</span> het koren te malen, dat haar en haar echtgenoot tot levensonderhoud strekte.
+
+</p>
+<p>De reiziger, die vatbaar is voor indrukken, door grootsche natuurtafereelen gewekt, zal zich voor de vermoeienissen, op zijn
+reis door Nubi&euml; doorstaan, rijkelijk beloond achten, want op elk uur van den dag (&#8217;s nachts wordt de tocht niet voortgezet)
+ontrolt zich voor hem een onafgebroken reeks van onvergetelijke tafereelen, welke onuitwischbare herinneringen bij hem zullen
+achterlaten. Het is in den regel niet eens noodig, zich telkens te verplaatsen, om van de prachtigste gezichten te genieten;
+men behoeft slechts op zijn gemak midden op de boot op een bank te gaan zitten, en nu eens naar rechts, dan naar links te
+zien, om als in een kaleidoscoop nu eens de bekoorlijkste, dan weder de meest ontzagwekkende natuurtooneelen te zien voorbijglijden.
+Elk oogenblik verandert alles van aanzien, want de stroom maakt vele bochten, en de boot eveneens, om voortdurend in diep
+water te blijven, zoodat telkens de verlichting van het landschap afwisselt, en men het geheel als door een tooverslag veranderen
+ziet. Wonderbaar zijn de spelingen van het licht in deze streek, die doen denken aan schitteringen van diamant en kristal.
+
+
+</p>
+<p>Wie toch zou gelooven, dat louter zand, stroomen van zand, die van de bergen zijn neergestort, op zich zelf zulk een prachtig
+schouwspel konden opleveren als ons slechts zelden wordt vergund te genieten? Nu eens is dit zand glinsterend wit, als zilver;
+het schijnt zachtjes naar den oever te vloeien, en te spelen in kabbelende golfjes, dan wordt het donkerder van tint, gaat
+van zachtblond over in goudbruin, om plotseling, als een lichte wolk voorbij de zon trekt, een loodkleurigen tint aan te nemen.
+Dikwijls schijnt het een stroom van vloeiend goud, die een verblindenden gloed uitstraalt, en niet zacht ruischend, maar met
+ontembare kracht als een geweldige massa gesmolten metaal, zich in de rivier uitstort. En waar die stroom een versperring
+ontmoet, waar een of andere uitstekende rotspunt zijn vaart vertraagt, schijnt zijn oogverblindend felle gloed den blik te
+tarten, die het waagt op zijn pracht te blijven rusten.
+
+</p>
+<p>Somtijds weer is het, alsof aan den oever der rivier door een of andere wonderbare macht met kwistige hand een overvloed van
+edelgesteenten is rondgestrooid; daar blinken in allerlei heerlijke schakeeringen agaat, smaragd en turkoois; daar glinstert
+de teergekleurde amethyst, daar flonkeren robijnen, en men zou zweren, dat de bodem bedekt was met een moza&iuml;ek van diamanten
+en edelgesteenten. Dit is echter een zeldzaam voorkomend verschijnsel, afhangend van bepaalde atmosferische invloeden. Mijne
+lezers zullen zeker wel eens verschillend gekleurd electrisch licht hebben gezien, en weten, hoe op het tooneel door dergelijke
+kleurspelingen een tooverachtige werking wordt verkregen; maar hoezeer vallen deze kunstmatige vertooningen in het niet naast
+de heerlijke wonderwerken der grootsche natuur!
+
+</p>
+<p>Denkt u ten overvloede naast deze stroomen van gloeiende lava, uitgeworpen door een gestadig werkenden vulkaan, de zachte
+tinten van het schaarsche groen der karige veldvruchten, die worden verbouwd door de nooddruftige bewoners, van de slanke
+palmen, die luchtig hun stammen ten hemel heffen met de wuivende bladerkroon op den top, van de enkele tamarinden met hun
+goudbruine twijgen en groen gebladerte, van die lange lanen van sycomoren, met hun zware stammen, die in de verte een dicht
+woud schijnen te vormen, waardoor men zich ternauwernood een weg zou kunnen banen, en gij zult u een onvergetelijk schouwspel
+voor den geest hebben geroepen, waarin alle verschillende tinten elkanders waarde verhoogen, zonder ooit een schrille tegenstelling
+te vormen. Want onder dit wonderbare licht smelt alles liefelijk samen, alsof een betooverd schilderspalet als van zelf zijn
+kleuren wist te mengen tot een gelukkige harmonie van tinten. En indien uw blik vermoeid is van het staren op den glans van
+zooveel goud en zilver, behoeft gij slechts de oogen op te slaan, en zonder van houding te veranderen ziet gij de hooge nubische
+bergen voorbijglijden; geweldige rotsgevaarten, blakend in de zon; naalden van steen, die steil uit den grond oprijzen, als
+wilden zij met hun spits den hemel bestormen. Ook hier schijnt het, alsof de natuur heeft willen spotten met den mensch en
+zijn kunstvaardigheid, en heeft willen toonen hoe, wat hij als wonderwerken beschouwt, slechts een spel is voor haar ontzagwekkende
+macht.
+
+</p>
+<p>Als de reiziger voor de eerste maal de drie groote pyramiden van Gizeh beschouwt, staat hij verstomd van bewondering, onder
+den indruk van hun ontzaglijke grootheid, en de volhardende wilskracht, die noodig was, om ze te doen verrijzen. Dikwijls
+heeft men zich afgevraagd, hoe ooit in den geest der egyptische bouwmeesters de voorstelling was ontstaan, die hen bezielde
+tot den bouw der pyramiden. De geschiedschrijvers der egyptische kunst hebben ieder op zijn wijze gepoogd, dit raadsel op
+te lossen; zij <a id="d0e204"></a><span class="pagenum">[<a href="#d0e204">368</a>]</span>beweren, dat de opeengestapelde aardhoopen het denkbeeld der pyramide deden ontstaan; anderen zeggen, dat de opgehoopte korenschoven
+in den oogst als voorbeeld moeten hebben gediend; een derde is weder een andere meening toegedaan.
+
+
+</p>
+<p></p>
+<div class="figure"><img border="0" src="images/p1907-368-1.jpg" alt="De waterval van Assoean doet zijn aanhoudend geraas weerklinken." width="634" height="461"><p class="figureHead">De waterval van Assoean doet zijn aanhoudend geraas weerklinken.</p>
+</div><p>
+
+
+</p>
+<p>Ik zal mij wel wachten, mijn verklaring van het ontstaan der pyramiden als de juiste aan mijn lezers op te dringen; ik kan
+alleen verzekeren, dat de egyptische bouwmeesters niet anders hebben gedaan, dan kunstmatig de voorbeelden nabootsen, die
+de natuur hun in Nubi&euml; aanbood.
+
+
+</p>
+<p></p>
+<div class="figure"><img border="0" src="images/p1907-368-2.jpg" alt="Op den Nijl varen pleizierbootjes." width="705" height="544"><p class="figureHead">Op den Nijl varen pleizierbootjes.</p>
+</div><p>
+
+
+</p>
+<p>De Egyptenaren zijn ongetwijfeld uit midden-Afrika gekomen; in de vroegste tijden zonden zij reeds onderzoekers uit naar Nubi&euml;
+en naar streken, die nog dichter bij den equator zijn gelegen. Bij twintigtallen nu ziet men aan den linker oever der rivier
+pyramiden verrijzen; natuurlijke pyramiden, van driehoekigen vorm, oprijzend uit een stevige basis. Vijf of zesduizend jaren
+voor onze tijdrekening konden zij van uit de rivier evengoed worden aanschouwd als thans; want de rivier is altoos de eenige
+begaanbare weg in dit land geweest, en zij zijn steeds op dezelfde plek gebleven, sedert de geweldige omwenteling die hen
+aan het oppervlak der aarde te voorschijn riep, als de onveranderlijke getuigen van menschelijke zwakheid en menschelijke
+ijdelheid. Men ziet ze in allerlei vormen en gedaanten, driehoekig, van treden voorzien en vierzijdig. Ik weet niet, of zij
+van dichtbij gezien even regelmatige en zuivere verhoudingen vertoonen als op een afstand; het licht kan natuurlijk in de
+verte hoeken afstompen en ongelijkheden verzachten of uitwisschen; maar al waren ook die regelmatige vormen toe te schrijven
+aan de werking van het licht, de oude Egyptenaren hebben ze evenzoo gezien, als wij ze thans waarnemen, en dus moet hun indruk
+zijn overeengekomen met den onzen.
+
+</p>
+<p>Het is een overweldigend gezicht, deze steenen reuzen zich te zien verheffen, als pralend met hun kracht en hun weerstandsvermogen.
+Soms vormen zij groepen van vier, of zelfs vijf pyramiden, in een betrekkelijk kleine ruimte vereend.
+
+<a id="d0e222"></a><span class="pagenum">[<a href="#d0e222">369</a>]</span></p>
+<p></p>
+<div class="figure"><img border="0" src="images/p1907-369.jpg" alt="De dorpen van Neder-Nubi&euml; zijn eenzaam en verlaten, als de woestijn die ze omringt." width="720" height="363"><p class="figureHead">De dorpen van Neder-Nubi&euml; zijn eenzaam en verlaten, als de woestijn die ze omringt.</p>
+</div><p>
+
+
+</p>
+<p>Badend in den zonnegloed, die hen doet schitteren als zuiver goud, schijnen zij te heerschen over den chaos der woestijn,
+die hen omringt. Onze verbeelding ziet in hen de nakomelingen dier reuzen, die in andere streken Pelion op Ossa poogden te
+stapelen, en die, hun grootsche taak verijdeld ziende, veroordeeld zijn geworden tot eeuwige onbewegelijkheid in deze afrikaansche
+woestijn. Hun onbuigzame trots is hierdoor niet geknakt, en zij schijnen in ongenaakbaar zwijgen de ijdele strafoefening te
+tarten, hun door het lot opgelegd. Ik begroette hen met eerbiedige en bijna schroomvallige bewondering. Hoevele malen, sedert
+zij aan den brandenden schoot der aarde ontstegen, zagen zij niet de hechtste koninkrijken ondergaan, voortgezweept door den
+storm van het noodlot. Hoevele tooneelen van verschrikking hebben zij niet bijgewoond, welke bij machte zouden zijn, de hardste
+rotsen tranen te ontlokken? De wateren van den tijd hebben zich gesloten boven de ongelukkige slachtoffers en de menschen,
+medegesleept door de duizelingwekkende vaart van den levensstroom, zijn voortgegaan, misdaden op misdaden, laagheden op laagheden
+te stapelen, terwijl slechts een enkele maal de lichtstraal eener heldhaftige en edele daad de sombere wolk van ongerechtigheid
+doordringt, waaraan de mensch den naam van beschaving heeft gegeven. Alles gaat voorbij, en verdwijnt om weder terug te keeren,
+slechts de pyramiden zijn gebleven; zij hebben alle stormen overleefd, en aan hun voet zijn de schuimende golven gebroken
+van menschelijke gruweldaden en menschelijke wanhoop.
+
+</p>
+<p>Zoo aanschouwt men, rustig op het dek der stoomboot gezeten, zonder van plaats te veranderen, enkel door de bonte wisseling
+van het voorbijtrekkende landschap, tooneelen, waarvan ik u slechts een flauw denkbeeld kan geven. Zoo de reiziger slechts
+in geringe mate weet gebruik te maken van wat zijn ervaring hem heeft geleerd en zijn verbeeldingskracht hem voorspiegelt,
+zoo hij weet in te keeren tot zich zelf, en zich te onttrekken aan de storende opmerkingen van zijn reisgezellen, zal hij
+hier, zonder inspanning, het genot kunnen smaken van zijn droomen verwezenlijkt te zien, en nieuwe schoonheden voor het oog
+zijner verbeelding te doen oprijzen, een genot, dat hem de innigste geestelijke bevrediging zal verschaffen. En het is niet
+enkel de rivier, die hem deze blijde gewaarwording schenkt.
+
+</p>
+<p>Te Korosko, waar men den nacht doorbrengt, wacht den reiziger, door de goede zorgen van Cook, een geheel eenig schouwspel.
+Om hiervan te kunnen genieten, moet men voor dag en dauw opstaan, een haastig ontbijt gebruiken, en zoo spoedig mogelijk de
+gidsen volgen, die het gezelschap een berg willen laten beklimmen, van waar zij de zon zullen zien opgaan. Een kwartier gaans
+van de plek, waar de stoomboot ligt, verheft zich een kleine berg, ongeveer 200 meter hoog, van waar men de geheele oostelijke
+woestijn overziet. De helling is verbazend steil; maar de bewoners der streek weten met groot gemak naar boven te klimmen.
+Zoovele bezoekers plegen reeds eeuwen lang om verschillende redenen dien berg te bestijgen, dat de steenen op meerdere plaatsen
+zijn uitgesleten, men heeft er nu hier en daar een soort ruwe treden uitgehouwen om ten minste eenigen steun te hebben, en
+niet steeds gevaar te loopen van uitglijden. In een half uur bereikt men den top. Hier bevindt zich, op een soort van plat,
+een vierkant gebouwtje zonder deur, maar met twee of drie vensters. Langs een ladder van zoowat tien treden, die tegen den
+muur steunt, kan men boven op het dak klimmen, maar men moet zich stevig vasthouden, en ook zijn knie&euml;n gebruiken; want die
+ongelukkige ladder is niet hoog genoeg en reikt niet eens tot aan den top van den muur. Bij de expedities, die werden uitgezonden
+tegen de volgelingen van den Mahdi, had het egyptische gouvernement <a id="d0e234"></a><span class="pagenum">[<a href="#d0e234">370</a>]</span>hier een wachtpost geplaatst, om den weg te bewaken, die langs den voet van den berg van Korosko naar Berber liep. De soldaten
+hebben zich uit verveling vermaakt met allerlei kinderspelletjes, waarin de Egyptenaren, en zeker ook de Nubi&euml;rs, altoos veel
+behagen scheppen, en intusschen waarschijnlijk hun kameraad uitgelachen, die op den top van de zooeven vermelde sterkte gezeten,
+moest waken voor de openbare veiligheid. Op de steenen ziet men nog de sporen van hun onschuldig tijdverdrijf.
+
+</p>
+<p>Op eenigen afstand van het gebouwtje hebben de inwoners van Korosko, die meermalen bedevaarten naar deze plaats ondernemen,
+blijk gegeven van hun vroomheid, door het oprichten van kleine, ruw gehouwen grafteekens, waarop eenige regels arabisch schrift
+zijn aangebracht. Het kleine fort is thans verlaten, er staat niets op dan een lange paal, waaraan eens misschien de engelsch-egyptische
+vlag heeft gewapperd en die thans beklommen wordt door verschillende reizigers, die van een nog hooger gelegen standpunt het
+eerst de opkomende zon willen zien verschijnen.
+
+</p>
+<p>Het weer was zacht, en alles voorspelde een van die heerlijk heldere, warme dagen, die in dit land zoo veelvuldig voorkomen.
+Toen wij de boot verlieten, zochten wij onzen weg bij het licht der sterren, dat een zachten, liefelijken glans verspreidde;
+toen we den top van den berg hadden bereikt, waren de sterren echter bijna allen verdwenen, en aan den horizon vertoonde zich
+eene smalle lichtstreep, die langzaam roodachtig getint werd. Van lieverlede maakte zich uit de windselen van den nacht de
+woestijn los, met haar geheimzinnige verschrikking, en haar aaneengeschakelde keten van lage bergruggen, die nieuwsgierig
+over elkander heen schijnen te gluren, alsof zij zich wilden vergewissen, of hunne buren eindelijk het geheim der beweging
+hadden ontdekt. In de zee van zand, die langzaam opdoemde voor ons oog, en als het ware opsteeg uit de nachtelijke nevelen,
+konden wij in tallooze kronkelingen de bedding volgen van een of anderen stroom der grijze oudheid, sedert duizenden eeuwen
+reeds uitgedroogd. De stemmen der woestijn verstomden, de een na de ander; want hier spreekt de duisternis met een kracht,
+die slechts ge&euml;venaard wordt door haar welluidendheid,&#8212;en klanken uit de bewoonde wereld drongen door tot ons oor.
+
+</p>
+<p>Plotseling baadde de horizon in licht; als de boden van een machtig koning schoten tallooze stralenbundels uit naar alle zijden,
+en kondigden de nadering aan van den verheven vorst, die straks zou verschijnen.
+
+</p>
+<p>Toen steeg langzaam, als uit onbekende zee&euml;n, de glinsterende zonneschijf boven den gezichteinder, snel groeiend, kracht en
+gloed uitstralend, de aarde koesterend met zijn heerlijk licht; alle schepselen tot zich lokkend, die zich vermeien in zijn
+weldoende warmte, mensch en dier zegenend, en elk wezen tot nieuw leven bezielend door zijn weldadige werkzaamheid. Eindelijk
+was hij verrezen, in statige pracht, rond en vol en gloeiend rood, en wel moest men erkennen, dat daar de vorst des daags
+was verschenen, onverwinnelijk door de kracht zijner doordringende stralen, en elke andere macht op aarde tartend. Hoe wel
+hadden de oude egyptische dichters in hun heilige zangen de werking van dit hemellichaam op al wat leeft weten te schilderen.
+&#8220;Prachtvol is uw opkomst aan den gezichteinder, o Aten (zonneschijf) levende god, levensbeginsel, wanneer gij verrijst in
+het Oosten, om de aarde te overladen met uw weldaden. Liefelijk en grootsch schittert gij, hoog boven de aarde, uw stralen
+omringen den aardbol en schenken leven aan alle schepselen. Gij nadert hen, gij sluit hen in uw teedere omarming, gij doet
+uw stralen op aarde schijnen, en de dag volgt uw schreden. Als gij in het Westen zijt ondergegaan, ligt de aarde in den nacht,
+als een doode in de dichte duisternis des grafs; de oogen zien niet meer; het zichtbare is uitgewischt, en ieder bedekt het
+aangezicht. De groote verscheurende dieren gaan niet meer uit op roof, de kruipende dieren verlaten niet meer hun holen. De
+heldere hemel is verduisterd en de schepselen zijn stil, als zwegen zij omdat hun schepper aan den gezichteinder verdween.
+
+
+</p>
+<p>&#8220;Maar in den morgen, als gij schitterend verschijnt, zonneschijf, die de duisternis verjaagt, verspreidt gij uw stralen, en
+de aarde viert feest, aller oogen openen zich, en mensch en dier verrijst, want gij doet hen herleven; gij hebt hun ledematen
+gesterkt, en zij strekken de handen naar u uit. Elk wezen vervult zijn bestemming; de dieren des velds rusten in het groen,
+de boomen en planten groeien en bloeien; de vogels verlaten hun nesten en vliegen voort, met uitgespreide vleugels.&#8221;
+
+</p>
+<p>Ik herinnerde mij dien zang van een dichter uit den tijd van den Pharao Amenophis IV, zestien eeuwen voor onze jaartelling,
+en ik vroeg mij af, wat onze hedendaagsche schrijvers wel hadden kunnen vermelden, dat de egyptische zanger ongezegd had gelaten.
+Intusschen had het aanschouwen van de schitterende lichtbron, die de aarde overstroomde met haar pracht en gloed, ook mijn
+reisgezellen tot zwijgen gebracht, en ik had mij een weinig van de anderen verwijderd, om rustig te kunnen genieten van het
+indrukwekkend gezicht en mij in stilte rekenschap te geven van de indrukken, die het in mij wekte. De tallooze geruchten,
+die weerklinken in het nachtelijk duister der woestijn, waren tot zwijgen gebracht, en de machtige stemmen des daags en der
+bewoonde wereld lieten zich met kracht vernemen. Ik gevoelde zeer goed, op dit oogenblik, dat ik, zoo ik dertig of veertig
+eeuwen vroeger geboren ware, de hoogst gelegen plaatsen zou hebben gekozen, om het machtige hemellichaam te aanbidden, dat
+het ontelbare heir der sterren terugdreef in de duisternis en op de vlucht joeg door zijn verschijning aan den hemeltrans.
+
+
+</p>
+<p>Eenige minuten lang gevoelde ik mij innig verbonden met de grootsche natuur; ik had werkelijk de duisternis zien vluchten
+naarmate de stralen der zon van de bergen nederdaalden en het aardoppervlak verlichtten, ik had uit dat duister zien aanlichten
+wat men den weg van Korosko naar Berber noemde, maar wat in waarheid de bedding was van een thans verdroogden stroom der oudheid,
+dien de menschen in deze onmetelijke, onbewoonde uitgestrektheid volgen, als een gebaanden weg. Hel verlicht, strekte hij
+zich uit, in grillige bochten en kronkelingen, met het glinsterende zand, dat reeds in het licht begon te schitteren, als
+de huid van een reuzenslang, <a id="d0e250"></a><span class="pagenum">[<a href="#d0e250">371</a>]</span>die zich warmt in de zon. Plotseling moest ik weer terugkeeren tot het gewone leven; wij werden geroepen om den terugtocht
+te aanvaarden naar de boot, die floot in de verte. Niets is mij zoo onaangenaam als het aanhooren van de alledaagsche opmerkingen
+mijner reisgenooten, als ik pas doordrongen ben geweest van de nabijheid eener oneindige, grootsche macht, en hier werd ik
+maar al te onzacht uit mijn mijmeringen gewekt door het aanschouwen van de meest banale werkelijkheid; daar ik bij onze aankomst
+aan de boot reeds weer de luide kreten hoorde, het woeste geworstel, het dringen en vechten zag van een menigte lieden, die
+zich begeerig op de geldstukken wierpen, welke enkele reizigers hun toesmeten.
+
+</p>
+<p>Ik begreep zeer goed, dat Mozes, toen hij van de hoogten van den Sina&iuml; afdaalde, waar hij van nabij Jehovah&#8217;s stem had gehoord,
+en de Isra&euml;lieten op dergelijke handelingen betrapte, zoo vertoornd was geworden, dat hij de steenen tafelen brak, waarop
+de Heer zelf zijn wet gegrift had.
+
+</p>
+<p>Het einddoel van onze reis was Wadihalfa, een dorp, dat als begraven ligt in het zand, dat zich aan den voet der bergen uitstrekt.
+Ten Noorden van dit dorp maakt de rivier vele bochten, en de oevers zijn geheel van aanzien veranderd. Ter linker zijde ziet
+men slechts een uitgestrekte woestijn, een geweldige zandzee, kalm toen ik haar aanschouwde, maar vreeselijk en geducht, als
+de gloeiende stormwind waait, met golven van zand, die plotseling verstijfd schijnen in strakke onbewegelijkheid.
+
+</p>
+<p>Bergen ziet men niet meer, behalve aan den verren gezichteinder. Ter rechterzijde verheffen zich eenige heuvels, met zachtgeronde
+omtrekken, en enkele verspreide rotsen, die hun steilen top opwaarts heffen; de tamarinden, die eerst verdwenen waren, keeren
+weder terug, evenals de palmen, en onze oogen die reeds vermoeid waren door het gezicht van al dat dorre zand, rusten met
+welgevallen op het groen. In de kromming van een bocht der rivier ligt het dorp Wadihalfa op den rechteroever; de minaret
+eener moskee schijnt zich fier ten hemel te willen verheffen, maar is midden in haar trotsche vlucht geknakt, die zeker te
+stout zou zijn geweest; daarnaast zien wij eenige witte huizen schemeren tusschen het groen eener laan van mimosa&#8217;s en acacia&#8217;s,
+en achter die huizen, in de karig bebouwde en met moeite besproeide velden, zien wij vrouwen, in gebukte houding, haar arbeid
+verrichten, als arme verschroeide insecten, in de brandende hitte van den vollen middag. Want in Nubi&euml;, evenals in den Soedan
+en geheel midden-Afrika, komt den man de hoogste waardigheid toe, en al geldt bij ons de schoone spreuk: &#8220;Arbeid is vrijheid&#8221;,
+in Afrika is het tegendeel het geval. De man doet niet anders dan rooken, drinken, eten, zorgen voor de instandhouding van
+zijn geslacht en oorlogvoeren; de vrouw verricht zwaren arbeid, om haar heer en meester voedsel te verstrekken, en te voorzien
+in de bescheiden behoeften van haar gezin. Wat aan den eenen kant der Pyrene&euml;n als waarheid mag beschouwd worden, geldt geenszins
+aan de overzijde.
+
+</p>
+<p>Tot nog toe is in deze reisbeschrijving geen melding gemaakt van monumenten der oudheid, wier aanwezigheid in Beneden-Nubi&euml;
+het feit kon verklaren, dat wij zulk een verren tocht ondernamen om ze in oogenschouw te nemen. Als de gewone toerist Egypte
+heeft bereisd, de grootsche en prachtvolle tempelzalen, rijk versierde graven en indrukwekkende pyramiden heeft bewonderd,
+zal hij moeten erkennen, dat in Nubi&euml;, waar hij slechts oorspronkelijk minder schoone, en daarbij allertreurigst vervallen
+overblijfselen van bouwwerken der oudheid ontwaart, de bezwaren, aan den verren tocht verbonden, amper zouden zijn vergoed,
+zoo hij van den aanblik der heerlijke natuur niet volop kon genieten.
+
+</p>
+<p>Toch treft men ook hier wel tempels aan; overal verstrooid, en somtijds zeer belangrijke, zooals die van De&iuml;r, van Dakkeh,
+en zelfs van Qalabscheh; en den reiziger, die tevens archaeoloog is, valt een rijke oogst van merkwaardige ontdekkingen ten
+deel in de tempelreeks, die tusschen Philae en den tweeden waterval zijn gelegen; terwijl de kunstenaar in hun versiering
+motieven zal vinden van onschatbare waarde. Maar wie en wat hij ook zij, eenvoudig pleizierreiziger, oudheidkundige of kunstenaar,
+geen ander schouwspel zal hem zoozeer kunnen boeien als de twee tempels van Aboe Simbl, of zooals zij in den regel genoemd
+worden, van Ipsamboel.
+
+</p>
+<p>Deze beide monumenten, vooral de grootste, mogen beschouwd worden als de meest wonderbare scheppingen, die de menschenhand
+in het aanzijn riep. Beiden dagteekenen uit den tijd der regeering van Ramses II, die over Egypte heerschte ongeveer veertien
+eeuwen v&oacute;&oacute;r onze jaartelling. Deze groote bouwmeester deed in zijn gansche rijk de meest verschillend ontworpen en ten uitvoer
+gebrachte scheppingen verrijzen, en, niet tevreden met de monumenten, welke hij zelf had doen oprichten, aarzelde hij niet,
+zijn naam te laten griffen in al de lang v&oacute;&oacute;r hem tot stand gekomen bouwwerken waarin hij behagen schiep, een eigenaardige
+vorm van tot het uiterste gedreven machtsmisbruik.
+
+</p>
+<p>Deze Pharao, die zich beroemen kon de stichter te zijn Van het Ramesseum te Thebe, een gedeelte van de tempels van Luxor en
+Karnak (in &#8217;t bijzonder de groote zuilenzaal), den tempel te Abydos, die zijn naam draagt, en de versiering van de eerste
+zuilenzaal in den tempel van Seti I (ik noem hier slechts de schoonste en meest bekende), die steden deed bouwen aan de grenzen
+van zijn koninkrijk, zooals die, welke hij Heroopolis of stad der heldendaden noemde, meende nog niet genoeg te hebben gedaan
+om zich onsterfelijken roem te verwerven, zoo hij niet in Beneden-Nubi&euml;, op de plek die Aboe Simbl is genaamd, en waar de
+rivier nauw is ingesloten tusschen de lybische bergen en een zandig plateau, dat langzaam omhoog stijgt, een tempel liet bouwen
+ter verheerlijking van zijn vader Ammon.
+
+</p>
+<p>Rondom ligt de woestijn in zwijgende eenzaamheid.
+
+</p>
+<p>Het naastbijgelegen dorp is nog drie of vier mijlen verwijderd. Waarom is deze plek voor den bouw der twee tempels gekozen?
+De groote bouwmeester moest daarvoor zijn reden hebben, en voor wie goed ziet, blijkt die reden ook duidelijk genoeg.
+
+</p>
+<p>De voorgevels der beide tempels grenzen onmiddellijk aan den oever der rivier, en men staat eenvoudig verstomd van verbazing,
+als men de kolossen <a id="d0e272"></a><span class="pagenum">[<a href="#d0e272">372</a>]</span>van den kleinen, en daarna die van den grooten tempel ziet voorbijglijden. De bewonderende verbazing, die ons overmeestert
+en vervult, is werkelijk beklemmend in haar uitwerking, evenals de indruk, in ons gewekt door het aanschouwen der groote pyramide
+van Cheops, want dit indrukwekkende tempelfront kan gerust vergeleken worden bij dat grootsche wonderwerk. Ongetwijfeld is
+de vorst eens, bij het voorbijvaren langs deze plek, getroffen geworden door de bijzondere ligging en gesteldheid van het
+gebergte; hij zag, dat een uitlooper der lybische bergketen hier tot aan de rivier reikte, en wel een voorgebergte van buitengewone
+lengte, hoogte en breedte, waarvan de kalksteen uitnemend voor bewerking geschikt was. Hij zal moeten hebben overwogen, dat
+dit de aangewezen plek was, om een dier speos of rotsgraven in uit te houwen, waarin de egyptische werklieden al hun kunstvaardigheid
+ten toon spreidden, om de laatste rustplaatsen hunner groote koningen waardig te versieren.
+
+
+</p>
+<p></p>
+<div class="figure"><img border="0" src="images/p1907-372.jpg" alt="De Nubi&euml;r en zijn ros." width="575" height="720"><p class="figureHead">De Nubi&euml;r en zijn ros.</p>
+</div><p>
+
+
+</p>
+<p>Als Ramses II niet zelf dit denkbeeld had opgevat en slechts een van de kunstenaars in zijn omgeving het plan had geopperd,
+mag men daarom evengoed hem de eer der uitvoering laten toekomen; want slechts zelden is een vorst, hij moge dan Pharao zijn
+of niet, bij machte, de geniale denkbeelden zijner onderdanen te begrijpen, laat staan te verwezenlijken; en Ramses deed beide.
+Hij was het, die het werk deed ten uitvoer brengen, dat ontegenzeggelijk het meest merkwaardige bouwwerk is, onder zijn regeering
+tot stand gebracht.
+
+</p>
+<p>In den grooten tempel is de berg uitgehold, en tot in de geringste bijzonderheden rijk gebeeldhouwd en versierd, tot op een
+diepte van 68 Meter, een breedte van 38 en een hoogte van 33 Meter. In den kleineren tempel zijn de afmetingen slechts half
+zoo groot; maar het geheel is een Titanenarbeid, welks ontwerpers aan hun weergalooze stoutmoedigheid de geniale vindingrijkheid
+paarden van volmaakte kunstenaars.
+
+</p>
+<p>Wat nog het allermeest treft, is niet de omvang van het reuzenwerk, maar de volmaaktheid van al zijn onderdeelen; van de reusachtige
+diervormen, die den top van den grootsten tempel bekronen, tot de bovenmenschelijke kolossen, die den tempelingang bewaken,
+en de wonderbaar juiste opvatting der verhoudingen van deze menschelijke schepping tot de omringende natuur.
+
+</p>
+<p>Men moet niet pogen, aan den voet van den tempel een overzicht van het geheel te verkrijgen; want al slaat men den blik ook
+omhoog, een gedeelte van het tempelfront ontsnapt aan ons gezicht; men kan het geheel nog het best overzien van af het midden
+der rivier, of misschien nog beter aan de overzijde. Daar alleen vangt men den totaalindruk op, en niets schijnt dan ook stuitend
+of onnatuurlijk; de ingang tusschen de vier groote kolossen is juist van verhouding, en de diervormen die op den top, 20 Meter
+hooger, zijn aangebracht, onderscheidt men niet nauwkeurig, evenmin als men alle bijzonderheden zou onderscheiden van de ornamenten
+die het kapitaal eener hooge zuil versieren.
+
+</p>
+<p>Het eenige voorbeeld, waarin wij een dergelijke stoutmoedigheid van conceptie en een dergelijke volmaking in de verwezenlijking
+daarvan kunnen waardeeren, is de raadselachtige, in de rots gehouwen sphinx, wiens reuzenhoofd zoo volkomen in harmonie gehouden
+is met de omgeving. Hij houdt de wacht in den omtrek der groote pyramiden, en zijn eenzame, <a id="d0e289"></a><span class="pagenum">[<a href="#d0e289">373</a>]</span>indrukwekkende grootheid heeft hem reeds van oudsher bij de fellahbevolking den naam van Vader der Verschrikking verschaft.
+
+
+</p>
+<p>Enkele opgaven omtrent de juiste afmetingen dezer beeldhouwwerken geven allicht eenig denkbeeld van de stoute fantasie der
+egyptische kunstenaars. De sphinx is van het einde der voorpooten tot aan den staart ongeveer 57 Meter lang en 20 Meter hoog.
+De neus is 1.70 M.; het oor 1.37 M. en het gelaat heeft tusschen de beide ooren een breedte van 5 M.
+
+</p>
+<p>De kolossen van Aboe Simbl zijn 20 Meter hoog, hun aangezicht is tusschen de ooren niet minder dan 4.17 M. breed; de mond
+is 1.10 M., de oogkassen 0.84 M.; de neus 0.98 M., het oor 1.06 M. en de handen 2.64.
+
+</p>
+<p>Ondanks zijn kolossale grootte maakt de Sphinx niet zulk een overweldigenden indruk, als de zittende beelden van Aboe Simbl;
+de Sphinx toch staat vrij; rondom hem strekt zich naar alle zijden de onbegrensde ruimte uit, en de reusachtige afmetingen
+van het kunstgewrocht gaan als het ware verloren in die oneindigheid.
+
+</p>
+<p>Bij den tempel van Aboe Simbl echter, waar het gezicht wordt beperkt door de lijn der rotswanden, die opzettelijk tot op een
+bepaalde hoogte zijn teruggebracht, om het effect van het beeldhouwwerk te verhoogen, winnen de beelden in grootte, wat de
+berg aan hoogte heeft verloren, en schijnen daardoor nog reusachtiger dan zij in waarheid zijn. Toch is in het schouwspel
+niets, dat ons onaangenaam treft; want alles smelt samen, de bergen, de reusachtige diervormen, de geweldige friezen, het
+machtige beeld van den god R&acirc; in het midden, en de kolossen, die de wacht houden naast de tempelpoort.
+
+</p>
+<p>Hoe schoon zijn zij in het avonduur, als de ondergaande zon ze baadt in zachten gloed, en alles in het rond innige, weemoedige
+teederheid ademt; de strakke, als verstijfde glimlach, die speelt om hun breede, omgekrulde lippen, schijnt plaats te maken
+voor een zachtere, meer menschelijke uitdrukking; niet langer zien zij met zoo verpletterende verachting, in het trotsche
+bewustzijn hunner onvergankelijke grootheid, uit de hoogte neder op de arme stervelingen, die reeds zoovele eeuwen lang voorbij
+trekken aan hun voet, om nooit terug te keeren. Hun gelaat vertoont thans veeleer de kalme, vredige goedheid, welke op het
+gezicht te lezen staat van den grijsaard, die aan den avond zijns levens vol welwillende toegevendheid het spel der kinderen
+gadeslaat, die zich vermaken in zijn nabijheid. Hun glimlach is vol goedaardige vriendelijkheid, en in plaats van de zooeven
+nog geduchte reuzengestalte zien wij thans een kalm en wijsgeerig beschouwer, verzonken in bespiegeling. Alles een gevolg
+van het wisselende licht en de scheppende kracht onzer verbeelding.
+
+
+</p>
+<p></p>
+<div class="figure"><img border="0" src="images/p1907-373.jpg" alt="Een kind was schrijlings op een buffel gezeten." width="575" height="720"><p class="figureHead">Een kind was schrijlings op een buffel gezeten.</p>
+</div><p>
+
+
+</p>
+<p>Wanneer men de rivier, dien van ouds beroemden Nijlstroom, opvaart, komt men eerst aan den kleinen tempel, die gewoonlijk
+de tempel van Hathor genoemd wordt, en die getuigt van de vereering, door de koningin, welke den Pharao ter zijde stond, gewijd
+aan de vrouwelijke godheden, die het egyptische volk haar gunst verleenden, zooals de groote tempel gewijd is aan de nagedachtenis
+der eerste grondleggers van Egypte&#8217;s grootheid.
+
+</p>
+<p>Eerst vertoonen zich aan den blik van den voorbijvarenden reiziger de zes kleinere kolossen in hun eeuwige, strakke onbewegelijkheid;
+daarna de vier groote, die onze bewondering ten top doen stijgen. <a id="d0e310"></a><span class="pagenum">[<a href="#d0e310">374</a>]</span>De reiziger gevoelt, dat hij naar die verwijderde streken van het binnenland trekt, waar de natuur haar grootste wonderen
+aan haar meest geduchte verschrikkingen paart; naar dat onbekende land, dat van oudsher alle Egyptenaren tot zich lokte, zoowel
+onder Ramses II als onder de Pharao&#8217;s der zesde dynastie en hun voorgangers, door de aantrekkingskracht van het onbekende,
+zooals het nog heden ten dage de belangstelling wekt der beschaafde volken, en voedsel biedt aan de weetgierigheid en zucht
+naar avonturen der onderzoekingsreizigers.
+
+</p>
+<p>Gaat de reis daarentegen weder stroomafwaarts, verlaat men de pracht van den tropischen plantengroei, de verschrikkingen en
+geheimen der maagdelijke wouden van Midden-Afrika voor die streken, welke nader bij de beschaafde wereld zijn gelegen, dan
+wordt alles van lieverlede kleiner en nietiger; na de geweldige kolossen volgen de minder reusachtige beelden van den koninginnetempel,
+terwijl de rivier zelf, eerst zoo statig en indrukwekkend, langzaam smaller wordt, en ten slotte niet meer dan &eacute;&eacute;n kilometer
+breed is, waar hij in den bovenloop vijf kilometer besloeg.
+
+</p>
+<p>Is het schouwspel, dat de kolossen aanbieden, wanneer zij worden beschenen door het licht der ondergaande zon, reeds indrukwekkend,
+veel plechtiger en verheffender nog is hun aanblik bij maanlicht, vooral wanneer de maan ten Westen van den tempel staat.
+Dan zijn alleen de reuzenbeelden verlicht, en het grillig spel der schaduwen verleent hunne gestalten iets onbeschrijfelijk
+tooverachtigs.
+
+</p>
+<p>Men is als het ware verplaatst in een droomenrijk, en voelt zich als opgelost en verzwonden in de schaduw der geweldige Ramsessen,
+die bewakers der tempelpoort, bij welke zij meer dan vijf en dertig eeuwen de wacht hebben gehouden, ondanks aardbevingen
+en omwentelingen, waarin de natuur en de mensch om strijd hun boeien verbraken. Wij duizelen bij die gedachte, welke onze
+verbeelding bijna niet kan omvatten, en de hedendaagsche mensch gevoelt zijn nietigheid in de tegenwoordigheid dier getuigen
+van zulk een grootsch verleden.
+
+</p>
+<p>Alles is even geheimzinnig, en de donkere ingangspoort schijnt toegang te verleenen tot een rijk van eeuwige duisternis. Toch
+is het de mensch, zoo klein tegenover de grootsche natuur, uit wiens brein deze wonderwerken zijn ontsproten, en die ze in
+het aanzijn heeft weten te roepen; die als het ware voorzag, hoe eenmaal deze reuzenschaduwen, oneindig gerekt en verlengd,
+zich zouden uitbreiden en alles omhullen, tot ook zij wegsterven, wanneer de opgaande zon ze doet verdwijnen, om ze aan gene
+zijde weder in het leven te roepen.
+
+</p>
+<p>Dit is het uur, waarop men zich gaarne onttrekt aan het dikwijls storende gezelschap zijner reisgenooten, om te genieten van
+het geheimzinnig stilzwijgen, dat heerscht in het rond, om alleen te zijn met zijn mijmeringen, zijn gemengde gewordingen
+vol vrees en hoop, godsdienstigen twijfel en wetenschappelijke zekerheid.
+
+</p>
+<p>Onze overpeinzingen in zulke stille uren leiden tot diepe overweging der gewichtige raadselen, welker oplossing den mensch
+nog niet beschoren is, en uit die duisternis gevoelen wij dat eenmaal licht zal geboren worden, zooals bij het aanbreken van
+den morgen de vorst des daags de nevelen doet verdwijnen en leven en vruchtbaarheid wekt waar de dood te heerschen scheen.
+
+
+</p>
+<p>Het wekt dan ook geenszins onze bevreemding, dat de Egyptenaren in hun godsdienstige voorstellingen steeds terugkeerden tot
+het licht, dat voor hen het zinnebeeld en de bron van alle leven was; dat zij al de kracht van hun geloof samenvatten in die
+zonnemythen, waarin zij hun denkbeelden omtrent het leven aan deze en gene zijde des grafs nederlegden, denkbeelden, die onder
+andere vormen zijn blijven voortbestaan en nog steeds worden gehuldigd in een wereld, die, zonder zich daarvan bewust te zijn,
+veel heeft te danken aan de wijsheid der oude bewoners van Egypte.
+
+</p>
+<p>De Egyptenaren bezaten een vurige verbeelding; hun ziel was toegankelijk voor schoonheid, in welken vorm deze zich ook openbaarde,
+uit hun geest ontsproten die bekoorlijke, maar soms ook verschrikkelijke mythen, die door andere volken in dichterlijke vormen
+werden gekleed, maar wier oorsprong in Egypte is te zoeken.
+
+</p>
+<p>Men zou geneigd zijn te gelooven, dat, na indrukken als die welke reeds door ons zijn opgevangen, geen schouwspel in staat
+zou zijn, de reeds doorleefde aandoeningen te verdringen, of de tot nog toe aanschouwde tooneelen in de schaduw te stellen;
+en toch is dit niet het geval. Niet alleen bij zonsondergang, niet alleen in het kalme licht der maan moet men den tempel
+van Aboe Simbl beschouwen, maar v&oacute;&oacute;r alles bij het aanbreken van den dag, wanneer onze verrukking tot het uiterste zal stijgen
+bij den aanblik dier onvergelijkelijke schoonheid.
+
+</p>
+<p>In het Oosten, boven de arabische woestijn, komt de zon op.
+
+</p>
+<p>Nauwelijks stijgt de gloeiende schijf boven den gezichteinder, of haar stralen verlichten den top des tempels, waarop de twee
+en twintig bekronende diervormen het licht des daags begroeten, zooals in het tropische woud van de hoogste boomtoppen hun
+gelijken den dageraad verwelkomen, als de duisternis verdwijnt uit het woud, dat hun tot schuilplaats strekt. De zon stijgt
+hooger, beschijnt vervolgens den tempelfries met de gevleugelde zonneschijven, en daarna, steeds toenemend in kracht, het
+kolossale beeld van den god R&acirc;, in de rots zelf gehouwen, de verpersoonlijking van de zon, en de bron van alle leven. Steeds
+hooger stijgt het heerlijk hemellichaam en doet de kolossen tintelen van leven, als waakzame wachters, machtige beschermers
+van het heiligdom, waar weldra de zonnegod als onbetwistbaar heerscher zijn intocht zal houden.
+
+</p>
+<p>Want steeds meer naar het Zuiden wendt zich de zon, en op een gegeven oogenblik dringen haar stralen door den open tempelingang
+binnen, verlichten de voorhal en glijden door de poorten, in een rechte lijn tegenover den hoofdingang gelegen, tot diep in
+het heilige der heiligen, waar op een steenen voetstuk de vier beelden verrijzen der beschermgoden van het egyptische rijk.
+
+
+</p>
+<p>Oorspronkelijk hadden de Egyptenaren, evenals de Chineezen, en de volkstammen van Midden-Afrika, als alle primitieve volken
+trouwens, geen woord, om <a id="d0e338"></a><span class="pagenum">[<a href="#d0e338">375</a>]</span>het begrip uit te drukken, dat wij thans door het woord &#8220;God&#8221; vertolken, en zelfs in de taal der Kopten, dat is dus de taal,
+die door de egyptische Christenen gesproken wordt, is het woord god een soortnaam, steeds voorafgegaan door het lidwoord,
+zelfs waar zij God zelf aanroepen.
+
+</p>
+<p>In de oogen van Egyptenaren en Chineezen waren de goden de <i>beschermers</i>, die de familie, de <i>voorvaderen</i> hadden geschapen.
+
+</p>
+<p>Aan de nagedachtenis dier voorvaderen waren hun eerste tempels gewijd, die zij <i>woningen der beschermers</i> noemden, lang eer de godsdienstige mythen ontstonden, die datgene moesten uitdrukken, wat voor hun verstand verborgen bleef.
+
+
+</p>
+<p>Elke stad, elk dorp, elk huis had zoodoende zijn beschermgoden, en vandaar dan ook, dat men Egypte een reuzenpantheon zou
+kunnen noemen, waarin het uiterst moeilijk, zoo niet onmogelijk is, zich rekenschap te geven van al die verschillende godengestalten.
+
+
+</p>
+<p>Gewoonlijk bevindt zich in de tempels het beeld van den koning die ze stichtte, naast de afbeeldsels der goden, aan wie de
+tempel is gewijd. Hier zien wij, hoe de Pharao Ramses II in het heiligdom vier godenbeelden liet plaatsen, eerst Annakhis,
+die R&acirc; vertegenwoordigt, dan hij zelf en vervolgens Ammon en Phtah.
+
+</p>
+<p>Achtereenvolgens beschijnt de zon de vier godengedaanten met haar levenwekkende stralen, zij drukt een vluchtigen kus op het
+voorhoofd van Annakhis, daarna op dat van Ramses, Ammon en Phtah, om, een oogenblik later reeds, eerst het heiligdom, dan
+de zuilenzalen en eindelijk den ganschen tempel, in duisternis en zwijgen gehuld, achter te laten. De Egyptenaren geloofden
+dat de oude goden voortdurend hun levenskracht verloren, en dat deze vernieuwd moest worden door besproeiing met het levenswater,
+waarom dan ook achter de godenbeelden een langwerpige, vierkante trog is aangebracht.
+
+</p>
+<p>Te Aboe Simbl echter is die telkens terugkeerende stroom, die hen tot nieuw leven bezielt, de dagelijks herhaalde zonnekus,
+welke hun voorhoofd beroert op het oogenblik, dat de zon in volle glorie harer kracht haar baan begint, om, als zij haar hoogtepunt
+heeft bereikt, te dalen en den dood te gemoet te gaan, die haar wacht aan het einde van den dag.
+
+</p>
+<p>Het is duidelijk gebleken, dat deze symbolische voorstelling opzettelijk door de geniale ontwerpers van het grootsche bouwwerk
+is in beeld gebracht, en dat zij gezocht hebben naar bepaalde middelen, om het doel, dat zij beoogden, te bereiken.
+
+</p>
+<p>Op den rechteroever toch van den Nijl, in de arabische woestijn, bevindt zich een berg, die zoodanig is gelegen, dat hij juist
+de zonnestralen onderschept, welke anders onbelemmerd in den tempelingang zouden zijn binnengedrongen. Wanneer des morgens
+de zon hoog genoeg is gestegen, om over den top van dien kegelvormigen berg, die daar midden in de vlakte oprijst, haar stralen
+op de voorzijde van den tempel te werpen, zou het reeds te laat geweest zijn, en de beschermgoden van Egypte zouden den bezielenden
+kus der eerste zonnestralen niet hebben ontvangen, nimmer zijn doorstroomd door den weldoenden gloed, die hun levenskracht
+moest vernieuwen. Maar deze belemmering werd door de egyptische kunstenaars overwonnen. Om de gewenschte werking te verkrijgen,
+holden zij den berg uit, en gaven aan den top den vorm van een liggende halve maan. Waar de reiziger ook den blik laat weiden,
+nergens in den omtrek zal hij een dergelijk verschijnsel ontdekken.
+
+</p>
+<p>Onder plechtig zwijgen, bijna met eene aandoening van vrees, ziet men de levenwekkende stralen naderen tot het aangezicht
+der vier groote goden, en hun achtereenvolgens den geheimzinnigen lichtkus op het voorhoofd drukken, om geruischloos te verdwijnen,
+als het wonder is geschied. Wel mag men vol eerbied het genie erkennen van den vorst, die dit grootsche ontwerp het aanzijn
+schonk!
+
+</p>
+<p>Thans, nu de godheid den tempel heeft verlaten, mogen schilders, beeldhouwers, geschiedschrijvers, archaeologen zich verdringen,
+om dezen drempel te overschrijden. Ieders verlangen zal worden bevredigd; want deze zalen zijn versierd door groote kunstenaars,
+die zeker waren van hun zaak, die aan de geringste bijzonderheden hun zorgvuldige aandacht wijdden, en nimmer afweken van
+het doel, dat zij zich hadden voorgesteld. De geschiedschrijver ziet hier het verleden in beeld gebracht; hij kan de veldtochten
+van den grooten Ramses volgen, en al de verrichtingen van zijn talrijke legerscharen gadeslaan, hij kan de genrestukjes bewonderen,
+die het leven in het kamp schilderen, evengoed als de heldendaden van den grooten koning, die het aantal afgehouwen handen
+en verminkte ledematen zijner vijanden laat tellen; hij kan zien, hoe de vorst zijn dapperen beloont, en zijn vader Ammon
+dank en eer bewijst, door de gevangenen te laten vermoorden, die slechts aan den dood op het slagveld zijn ontsnapt, om te
+vallen als offers aan de verlossers van Egypte. De oudheidkenner ziet hier godsdienstige plechtigheden afgebeeld, de aanbidding
+der voorvaderen; en den Pharao, waar hij, niet als een god verheerlijkt, zooals velen ten onrechte meenen, maar zelf God,
+krachtens zijn geboorte en zijn hooge waardigheid zijn vaderen de eer bewijst, welke hij hun als zoon is verschuldigd.
+
+</p>
+<p>In den tempel der koningin zal het hem blijken, dat de koninklijke vrouwen, opgenomen in de goddelijke familie, nauw verbonden
+zijn met dezen eeredienst, evenals thans nog de keizerin van China haar echtgenoot ter zijde staat, wanneer zij aan den Hemel
+en de Aarde, de beide groote voorvaderen van het chineesche volk, hulde moeten bewijzen, en den dank overbrengen van het geheele
+rijk.
+
+</p>
+<p>Ook zullen zij, die zich wijden aan de studie der oudheid, gelegenheid vinden, om de geheimzinnige bewoners te leeren kennen
+van Midden-Afrika. Voor den grooten tempelingang, op de geweldige basis, die de kolossen schraagt, zijn twee rijen gevangenen
+afgebeeld, die de Pharao op zijn veldtochten medevoerde. De eene stelt gevangen negers voor, waaronder zich een figuur bevindt,
+die het haar juist zoo draagt als thans nog de Chineezen.
+
+</p>
+<p>Zij die zich weinig voelen aangetrokken tot het verleden, tot die krijgshaftige en godsdienstige schilderingen, of eenvoudige
+afbeeldingen uit het dagelijksch leven van die lang vervlogen dagen, die medegaan met hun tijd, en enkel in het moderne leven
+belangstellen, behoeven den tempel van Aboe Simbl niet te verlaten zonder ook dien wensch bevredigd te zien.
+<a id="d0e375"></a><span class="pagenum">[<a href="#d0e375">376</a>]</span></p>
+<p>Links van den grooten tempel ziet men een zwart marmeren plaat, waarin met gouden letters een opschrift is aangebracht ter
+herdenking van het gevecht, dat hier geleverd is tegen de troepen van den Mahdi, nadat deze pas de woestijn waren doorgetrokken.
+
+
+
+</p>
+<p></p>
+<div class="figure floatLeft" style="width: 471px"><img border="0" src="images/p1907-376-1.jpg" alt="Uit den tempel te Ipsamboel." width="471" height="410"><p class="figureHead">Uit den tempel te Ipsamboel.</p>
+<p>Ramses II doorsteekt een lybisch opperhoofd.</p>
+</div><p>
+
+
+</p>
+<p>Wij lezen daar:
+
+</p>
+<p>&#8220;Deze gedenksteen is hier geplaatst ter herinnering aan het gevecht van Taski, dat plaats had op den 3den Augustus 1889, toen
+het leger der opstandelingen in den Soedan, onder bevel van Abd-er-Rahman Nad-el-Nedjem, uitgezonden om Egypte te veroveren,
+geheel werd verslagen, en hun aanvoerder gedood door het egyptische leger onder bevel van Grenfell, pacha-sirdar.&#8221;
+
+</p>
+<p>Bij het lezen dezer woorden moet men onwillekeurig denken aan een ander opschrift, in het Fransch, dat in een tempel te Philae
+werd gegrift door een grenadier.
+
+</p>
+<p>&#8220;In het jaar zes der Republiek, den 12den Messidor, is een fransch leger, onder bevel van Bonaparte, te Alexandri&euml; aangekomen.
+Nadat dit leger, twintig dagen later, de Mamelukken bij de Pyramiden op de vlucht had gedreven, heeft Desaix, kommandant der
+eerste divisie, hen vervolgd tot voorbij de Katarakten, waar hij den 13den Vent&ocirc;se van het jaar zeven aankwam.&#8221;
+
+</p>
+<p>De vergelijking valt niet ten gunste van het eerste opschrift uit; vooral wanneer men nagaat, welke moeilijkheden in dit geval
+het fransche en het engelsche leger hadden te overwinnen. De engelsche soldaten, goed gewapend en wel voorzien van levensmiddelen
+en krijgsbehoeften, wachtten kalm een troep arme, dweepzieke negers af, uitgehongerd na den tocht door de woestijn, en slecht
+bewapend, daar zij meenden dat een europeesche legermacht niet zou verschillen van de egyptische troepen, die lafhartig waren
+geworden door lange werkeloosheid, gebrek aan tucht, en wantrouwen jegens hun aanvoerders.
+
+
+</p>
+<p></p>
+<div class="figure floatRight" style="width: 611px"><img border="0" src="images/p1907-376-2.jpg" alt="De kolossen van den tempel te Ipsamboel zijn 20 M. hoog." width="611" height="500"><p class="figureHead">De kolossen van den tempel te Ipsamboel zijn 20 M. hoog.</p>
+</div><p>
+
+
+</p>
+<p>De soldaten van de fransche republiek, zonder eenige kans op versterking van buitenaf, pas ontscheept in een geheel onbekend
+land, vervolgden ruitertroepen, die beroemd waren om hun onverschrokkenheid en daarvan de duidelijkste blijken gaven; een
+klein troepje slechts bereikte het eilandje Philae, nadat zij in de verschillende dorpen en tempels van Egypte bezettingen
+hadden achtergelaten, en zoo ooit een gedenkschrift ter herinnering aan een gevaarlijke, gewaagde, en toch roemrijke onderneming
+gerechtvaardigd was, dan is het zeker dat, hetwelk den tocht der Franschen naar Egypte, in het eind der achttiende eeuw, in
+herinnering brengt. Zoo thans het Nijldal rijk is en voorspoedig, heeft het dien bloei aan franschen invloed te danken; zoo
+de wetenschap groote vorderingen heeft gemaakt in de kennis der egyptische oudheid en de ontcijfering der hi&euml;roglyphen, zijn
+wij dit aan Franschen verschuldigd; en als Egypte het land is geworden, dat door zijn beroemde monumenten jaarlijks duizenden
+bezoekers trekt, dan moet ook in dit opzicht aan Frankrijk de eer worden gegeven, waarop het met recht aanspraak maakt.
+
+
+</p>
+<p></p>
+<div class="figure"><img border="0" src="images/o1907-376.gif" alt="Ornament." width="310" height="15"></div><p>
+
+
+</p>
+</div>
+</div>
+
+
+
+
+
+
+
+<pre>
+
+
+
+
+
+End of the Project Gutenberg EBook of Reis door Nubië, by E. Amelineau
+
+*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK REIS DOOR NUBIË ***
+
+***** This file should be named 19865-h.htm or 19865-h.zip *****
+This and all associated files of various formats will be found in:
+ http://www.gutenberg.org/1/9/8/6/19865/
+
+Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed
+Proofreading Team at http://www.pgdp.net/
+
+
+Updated editions will replace the previous one--the old editions
+will be renamed.
+
+Creating the works from public domain print editions means that no
+one owns a United States copyright in these works, so the Foundation
+(and you!) can copy and distribute it in the United States without
+permission and without paying copyright royalties. Special rules,
+set forth in the General Terms of Use part of this license, apply to
+copying and distributing Project Gutenberg-tm electronic works to
+protect the PROJECT GUTENBERG-tm concept and trademark. Project
+Gutenberg is a registered trademark, and may not be used if you
+charge for the eBooks, unless you receive specific permission. If you
+do not charge anything for copies of this eBook, complying with the
+rules is very easy. You may use this eBook for nearly any purpose
+such as creation of derivative works, reports, performances and
+research. They may be modified and printed and given away--you may do
+practically ANYTHING with public domain eBooks. Redistribution is
+subject to the trademark license, especially commercial
+redistribution.
+
+
+
+*** START: FULL LICENSE ***
+
+THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE
+PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK
+
+To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free
+distribution of electronic works, by using or distributing this work
+(or any other work associated in any way with the phrase "Project
+Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full Project
+Gutenberg-tm License (available with this file or online at
+http://gutenberg.org/license).
+
+
+Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg-tm
+electronic works
+
+1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm
+electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to
+and accept all the terms of this license and intellectual property
+(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all
+the terms of this agreement, you must cease using and return or destroy
+all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your possession.
+If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a Project
+Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound by the
+terms of this agreement, you may obtain a refund from the person or
+entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8.
+
+1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be
+used on or associated in any way with an electronic work by people who
+agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few
+things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works
+even without complying with the full terms of this agreement. See
+paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project
+Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this agreement
+and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm electronic
+works. See paragraph 1.E below.
+
+1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the Foundation"
+or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection of Project
+Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual works in the
+collection are in the public domain in the United States. If an
+individual work is in the public domain in the United States and you are
+located in the United States, we do not claim a right to prevent you from
+copying, distributing, performing, displaying or creating derivative
+works based on the work as long as all references to Project Gutenberg
+are removed. Of course, we hope that you will support the Project
+Gutenberg-tm mission of promoting free access to electronic works by
+freely sharing Project Gutenberg-tm works in compliance with the terms of
+this agreement for keeping the Project Gutenberg-tm name associated with
+the work. You can easily comply with the terms of this agreement by
+keeping this work in the same format with its attached full Project
+Gutenberg-tm License when you share it without charge with others.
+
+1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern
+what you can do with this work. Copyright laws in most countries are in
+a constant state of change. If you are outside the United States, check
+the laws of your country in addition to the terms of this agreement
+before downloading, copying, displaying, performing, distributing or
+creating derivative works based on this work or any other Project
+Gutenberg-tm work. The Foundation makes no representations concerning
+the copyright status of any work in any country outside the United
+States.
+
+1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg:
+
+1.E.1. The following sentence, with active links to, or other immediate
+access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear prominently
+whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work on which the
+phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the phrase "Project
+Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, performed, viewed,
+copied or distributed:
+
+This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
+almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
+re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
+with this eBook or online at www.gutenberg.org
+
+1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is derived
+from the public domain (does not contain a notice indicating that it is
+posted with permission of the copyright holder), the work can be copied
+and distributed to anyone in the United States without paying any fees
+or charges. If you are redistributing or providing access to a work
+with the phrase "Project Gutenberg" associated with or appearing on the
+work, you must comply either with the requirements of paragraphs 1.E.1
+through 1.E.7 or obtain permission for the use of the work and the
+Project Gutenberg-tm trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or
+1.E.9.
+
+1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted
+with the permission of the copyright holder, your use and distribution
+must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any additional
+terms imposed by the copyright holder. Additional terms will be linked
+to the Project Gutenberg-tm License for all works posted with the
+permission of the copyright holder found at the beginning of this work.
+
+1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm
+License terms from this work, or any files containing a part of this
+work or any other work associated with Project Gutenberg-tm.
+
+1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this
+electronic work, or any part of this electronic work, without
+prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with
+active links or immediate access to the full terms of the Project
+Gutenberg-tm License.
+
+1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary,
+compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including any
+word processing or hypertext form. However, if you provide access to or
+distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format other than
+"Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official version
+posted on the official Project Gutenberg-tm web site (www.gutenberg.org),
+you must, at no additional cost, fee or expense to the user, provide a
+copy, a means of exporting a copy, or a means of obtaining a copy upon
+request, of the work in its original "Plain Vanilla ASCII" or other
+form. Any alternate format must include the full Project Gutenberg-tm
+License as specified in paragraph 1.E.1.
+
+1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying,
+performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works
+unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9.
+
+1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing
+access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works provided
+that
+
+- You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from
+ the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method
+ you already use to calculate your applicable taxes. The fee is
+ owed to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he
+ has agreed to donate royalties under this paragraph to the
+ Project Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments
+ must be paid within 60 days following each date on which you
+ prepare (or are legally required to prepare) your periodic tax
+ returns. Royalty payments should be clearly marked as such and
+ sent to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation at the
+ address specified in Section 4, "Information about donations to
+ the Project Gutenberg Literary Archive Foundation."
+
+- You provide a full refund of any money paid by a user who notifies
+ you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he
+ does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm
+ License. You must require such a user to return or
+ destroy all copies of the works possessed in a physical medium
+ and discontinue all use of and all access to other copies of
+ Project Gutenberg-tm works.
+
+- You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of any
+ money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the
+ electronic work is discovered and reported to you within 90 days
+ of receipt of the work.
+
+- You comply with all other terms of this agreement for free
+ distribution of Project Gutenberg-tm works.
+
+1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project Gutenberg-tm
+electronic work or group of works on different terms than are set
+forth in this agreement, you must obtain permission in writing from
+both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and Michael
+Hart, the owner of the Project Gutenberg-tm trademark. Contact the
+Foundation as set forth in Section 3 below.
+
+1.F.
+
+1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable
+effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread
+public domain works in creating the Project Gutenberg-tm
+collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm electronic
+works, and the medium on which they may be stored, may contain
+"Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate or
+corrupt data, transcription errors, a copyright or other intellectual
+property infringement, a defective or damaged disk or other medium, a
+computer virus, or computer codes that damage or cannot be read by
+your equipment.
+
+1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right
+of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project
+Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project
+Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project
+Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all
+liability to you for damages, costs and expenses, including legal
+fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT
+LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE
+PROVIDED IN PARAGRAPH F3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE
+TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE
+LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR
+INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH
+DAMAGE.
+
+1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a
+defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can
+receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a
+written explanation to the person you received the work from. If you
+received the work on a physical medium, you must return the medium with
+your written explanation. The person or entity that provided you with
+the defective work may elect to provide a replacement copy in lieu of a
+refund. If you received the work electronically, the person or entity
+providing it to you may choose to give you a second opportunity to
+receive the work electronically in lieu of a refund. If the second copy
+is also defective, you may demand a refund in writing without further
+opportunities to fix the problem.
+
+1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth
+in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO OTHER
+WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO
+WARRANTIES OF MERCHANTIBILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE.
+
+1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied
+warranties or the exclusion or limitation of certain types of damages.
+If any disclaimer or limitation set forth in this agreement violates the
+law of the state applicable to this agreement, the agreement shall be
+interpreted to make the maximum disclaimer or limitation permitted by
+the applicable state law. The invalidity or unenforceability of any
+provision of this agreement shall not void the remaining provisions.
+
+1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the
+trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone
+providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in accordance
+with this agreement, and any volunteers associated with the production,
+promotion and distribution of Project Gutenberg-tm electronic works,
+harmless from all liability, costs and expenses, including legal fees,
+that arise directly or indirectly from any of the following which you do
+or cause to occur: (a) distribution of this or any Project Gutenberg-tm
+work, (b) alteration, modification, or additions or deletions to any
+Project Gutenberg-tm work, and (c) any Defect you cause.
+
+
+Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm
+
+Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of
+electronic works in formats readable by the widest variety of computers
+including obsolete, old, middle-aged and new computers. It exists
+because of the efforts of hundreds of volunteers and donations from
+people in all walks of life.
+
+Volunteers and financial support to provide volunteers with the
+assistance they need, is critical to reaching Project Gutenberg-tm's
+goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will
+remain freely available for generations to come. In 2001, the Project
+Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure
+and permanent future for Project Gutenberg-tm and future generations.
+To learn more about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation
+and how your efforts and donations can help, see Sections 3 and 4
+and the Foundation web page at http://www.pglaf.org.
+
+
+Section 3. Information about the Project Gutenberg Literary Archive
+Foundation
+
+The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit
+501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the
+state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal
+Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification
+number is 64-6221541. Its 501(c)(3) letter is posted at
+http://pglaf.org/fundraising. Contributions to the Project Gutenberg
+Literary Archive Foundation are tax deductible to the full extent
+permitted by U.S. federal laws and your state's laws.
+
+The Foundation's principal office is located at 4557 Melan Dr. S.
+Fairbanks, AK, 99712., but its volunteers and employees are scattered
+throughout numerous locations. Its business office is located at
+809 North 1500 West, Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887, email
+business@pglaf.org. Email contact links and up to date contact
+information can be found at the Foundation's web site and official
+page at http://pglaf.org
+
+For additional contact information:
+ Dr. Gregory B. Newby
+ Chief Executive and Director
+ gbnewby@pglaf.org
+
+Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg
+Literary Archive Foundation
+
+Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide
+spread public support and donations to carry out its mission of
+increasing the number of public domain and licensed works that can be
+freely distributed in machine readable form accessible by the widest
+array of equipment including outdated equipment. Many small donations
+($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt
+status with the IRS.
+
+The Foundation is committed to complying with the laws regulating
+charities and charitable donations in all 50 states of the United
+States. Compliance requirements are not uniform and it takes a
+considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up
+with these requirements. We do not solicit donations in locations
+where we have not received written confirmation of compliance. To
+SEND DONATIONS or determine the status of compliance for any
+particular state visit http://pglaf.org
+
+While we cannot and do not solicit contributions from states where we
+have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition
+against accepting unsolicited donations from donors in such states who
+approach us with offers to donate.
+
+International donations are gratefully accepted, but we cannot make
+any statements concerning tax treatment of donations received from
+outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff.
+
+Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation
+methods and addresses. Donations are accepted in a number of other
+ways including checks, online payments and credit card
+donations. To donate, please visit: http://pglaf.org/donate
+
+
+Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic
+works.
+
+Professor Michael S. Hart is the originator of the Project Gutenberg-tm
+concept of a library of electronic works that could be freely shared
+with anyone. For thirty years, he produced and distributed Project
+Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of volunteer support.
+
+Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed
+editions, all of which are confirmed as Public Domain in the U.S.
+unless a copyright notice is included. Thus, we do not necessarily
+keep eBooks in compliance with any particular paper edition.
+
+Most people start at our Web site which has the main PG search facility:
+
+ http://www.gutenberg.org
+
+This Web site includes information about Project Gutenberg-tm,
+including how to make donations to the Project Gutenberg Literary
+Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to
+subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks.
+
+*** END: FULL LICENSE ***
+
+
+
+</pre>
+
+</body>
+</html>
+
diff --git a/19865-h/images/o1907-376.gif b/19865-h/images/o1907-376.gif
new file mode 100644
index 0000000..0df14ed
--- /dev/null
+++ b/19865-h/images/o1907-376.gif
Binary files differ
diff --git a/19865-h/images/p1907-361-1.jpg b/19865-h/images/p1907-361-1.jpg
new file mode 100644
index 0000000..488dd69
--- /dev/null
+++ b/19865-h/images/p1907-361-1.jpg
Binary files differ
diff --git a/19865-h/images/p1907-361-2.jpg b/19865-h/images/p1907-361-2.jpg
new file mode 100644
index 0000000..fde712a
--- /dev/null
+++ b/19865-h/images/p1907-361-2.jpg
Binary files differ
diff --git a/19865-h/images/p1907-365.jpg b/19865-h/images/p1907-365.jpg
new file mode 100644
index 0000000..5b2317e
--- /dev/null
+++ b/19865-h/images/p1907-365.jpg
Binary files differ
diff --git a/19865-h/images/p1907-368-1.jpg b/19865-h/images/p1907-368-1.jpg
new file mode 100644
index 0000000..07ef723
--- /dev/null
+++ b/19865-h/images/p1907-368-1.jpg
Binary files differ
diff --git a/19865-h/images/p1907-368-2.jpg b/19865-h/images/p1907-368-2.jpg
new file mode 100644
index 0000000..92b3c80
--- /dev/null
+++ b/19865-h/images/p1907-368-2.jpg
Binary files differ
diff --git a/19865-h/images/p1907-369.jpg b/19865-h/images/p1907-369.jpg
new file mode 100644
index 0000000..9efc9ae
--- /dev/null
+++ b/19865-h/images/p1907-369.jpg
Binary files differ
diff --git a/19865-h/images/p1907-372.jpg b/19865-h/images/p1907-372.jpg
new file mode 100644
index 0000000..7ef90cf
--- /dev/null
+++ b/19865-h/images/p1907-372.jpg
Binary files differ
diff --git a/19865-h/images/p1907-373.jpg b/19865-h/images/p1907-373.jpg
new file mode 100644
index 0000000..22d24fb
--- /dev/null
+++ b/19865-h/images/p1907-373.jpg
Binary files differ
diff --git a/19865-h/images/p1907-376-1.jpg b/19865-h/images/p1907-376-1.jpg
new file mode 100644
index 0000000..9f7d1f9
--- /dev/null
+++ b/19865-h/images/p1907-376-1.jpg
Binary files differ
diff --git a/19865-h/images/p1907-376-2.jpg b/19865-h/images/p1907-376-2.jpg
new file mode 100644
index 0000000..fb902e2
--- /dev/null
+++ b/19865-h/images/p1907-376-2.jpg
Binary files differ
diff --git a/LICENSE.txt b/LICENSE.txt
new file mode 100644
index 0000000..6312041
--- /dev/null
+++ b/LICENSE.txt
@@ -0,0 +1,11 @@
+This eBook, including all associated images, markup, improvements,
+metadata, and any other content or labor, has been confirmed to be
+in the PUBLIC DOMAIN IN THE UNITED STATES.
+
+Procedures for determining public domain status are described in
+the "Copyright How-To" at https://www.gutenberg.org.
+
+No investigation has been made concerning possible copyrights in
+jurisdictions other than the United States. Anyone seeking to utilize
+this eBook outside of the United States should confirm copyright
+status under the laws that apply to them.
diff --git a/README.md b/README.md
new file mode 100644
index 0000000..4cd7e9a
--- /dev/null
+++ b/README.md
@@ -0,0 +1,2 @@
+Project Gutenberg (https://www.gutenberg.org) public repository for
+eBook #19865 (https://www.gutenberg.org/ebooks/19865)