summaryrefslogtreecommitdiff
diff options
context:
space:
mode:
-rw-r--r--.gitattributes3
-rw-r--r--8099-8.txt6637
-rw-r--r--8099-8.zipbin0 -> 136669 bytes
-rw-r--r--LICENSE.txt11
-rw-r--r--README.md2
-rw-r--r--old/7rns410.txt6605
-rw-r--r--old/7rns410.zipbin0 -> 139692 bytes
-rw-r--r--old/8rns410.txt6605
-rw-r--r--old/8rns410.zipbin0 -> 140009 bytes
9 files changed, 19863 insertions, 0 deletions
diff --git a/.gitattributes b/.gitattributes
new file mode 100644
index 0000000..6833f05
--- /dev/null
+++ b/.gitattributes
@@ -0,0 +1,3 @@
+* text=auto
+*.txt text
+*.md text
diff --git a/8099-8.txt b/8099-8.txt
new file mode 100644
index 0000000..3e340c0
--- /dev/null
+++ b/8099-8.txt
@@ -0,0 +1,6637 @@
+The Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen en door de binnenste
+gedeelten van Guiana, by John Gabriel Stedman
+
+This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and most
+other parts of the world at no cost and with almost no restrictions
+whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of
+the Project Gutenberg License included with this eBook or online at
+www.gutenberg.org. If you are not located in the United States, you'll have
+to check the laws of the country where you are located before using this ebook.
+
+Title: Reize naar Surinamen en door de binnenste gedeelten van Guiana
+ Deel 4
+
+Author: John Gabriel Stedman
+
+Posting Date: September 26, 2014 [EBook #8099]
+Release Date: May, 2005
+First Posted: July 16, 2003
+
+Language: Dutch
+
+Character set encoding: ISO-8859-1
+
+*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN, DEEL 4 ***
+
+
+
+
+Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed
+Proofreaders Team
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+REIZE NAAR SURINAMEN EN GUIANA. IV.
+
+
+
+REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA;
+
+DOOR DEN CAPITAIN JOHN GABRIËL STEDMAN.
+
+MET PLAATEN EN KAARTEN.
+
+NAAR HET ENGELSCH
+
+VIERDE DEEL.
+
+TE AMSTERDAM, BY
+JOHANNES ALLART,
+MDCCC.
+
+
+
+INHOUD DER HOOFTSTUKKEN.
+
+XXIX. HOOFTSTUK.
+
+Byzonderheden, betreffende den beruchten GRAMAN QUACY.--Beschryving
+van eene Koffy-Plantagie.--Ontwerp tot verbetering van de Volkplanting
+van Surinamen.--Verscheiden zoorten van visschen.--Nieuwe trek van
+wreedheid.--Voorbeeld van menschlievendheid.--De krygsbende van den
+Colonel FOURGEOUD wordt wederom ingescheept.
+
+XXX. HOOFTSTUK.
+
+De Schepen ligten het anker, en steken in Zee. Overtocht.--Het
+Zee-paard.--De Noord-kaper.--De Haay.--De Zuiger-visch.--Het
+Lootsmannetje.--De Bruinvisch.--Zee-orkaan.--De schepen landen in Texel
+aan.--Ontscheping van het krygsvolk in de Stad 's Hertogenbosch.--Dood
+van den Colonel FOURGEOUD.--Besluit.
+
+
+AANHANGZEL.
+
+VOOR-BERICHT.
+
+EERSTE BRIEF.
+
+Van den aart der Landen, derzelver vruchtbaarheid en plaatselyke
+ligging.
+
+TWEEDE BRIEF.
+
+Van de manier, om te arbeiden aan Dykagiën, uitwaterende Vaarten,
+Sluizen en ander werk, het welk noodig is, om het Land ter bebouwing
+gereed te maken.
+
+DERDE BRIEF.
+
+Van het planten en aankweeken van Koffy, en van de noodige
+levensmiddelen tot onderhoud van de Planters; van het oogsten
+en bewerken der Koffy; van de gebouwen, en verdere noodzakelyke
+inrigtingen tot eene groote Koffy-Plantagie, volgens het gebruik der
+Hollandsche Volkplantingen in Guiana.
+
+VIERDE BRIEF.
+
+Antwoord op de drie eerstgemelde Brieven, waar by de Fransche Ingezeten
+de vraag omtrent de afschaffing der slavernye, in de Volkplantingen,
+alwaar dezelve nog plaats heeft, opzettelyk behandelt: hy raadt om
+deeze verandering, die noodzakelyk geworden is, te bevorderen; en
+geeft de middelen aan de hand, om daar toe te geraken, zonder aan
+den voorspoed der Volkplantingen nadeel toe te brengen.
+
+
+
+TWEEDE AANHANGZEL,
+
+OF
+
+BESCHRYVING DER VOLKPLANTING VAN CAYENNE.
+
+I. HOOFTSTUK.
+
+Aardrykskundige Beschryving van Fransch Guiana.
+
+II. HOOFTSTUK.
+
+Luchts-gesteldheid in Fransch Guiana.
+
+III. HOOFTSTUK.
+
+Geschiedkundige opgaave, betrekkelyk Fransch Guiana.
+
+IV. HOOFTSTUK.
+
+Bevolking van Fransch Guiana.
+
+V. HOOFTSTUK.
+
+Zeden en gewoonten der Indianen.
+
+
+VI. HOOFTSTUK.
+
+Behandelingen, welken de Indianen in Fransch Guiana ondergaan
+hebben.--Middelen om hun voor de Volkplanting nuttig te maken.
+
+VII. HOOFTSTUK.
+
+Hooge en laage landen.--Timmerhout.--Voortbrengzels van Fransch
+Guiana. Levensmiddelen, tot de tafel dienende.
+
+
+
+
+REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA.
+
+
+NEGEN-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Byzonderheden, betreffende den beruchten GRAMAN QUACY.--Beschryving van
+eene Koffy-Plantagie.--Ontwerp tot verbetering voor de Volkplanting
+van Surinamen.--Verscheiden zoorten van visschen.--Nieuwe trek van
+wreedheid.--Voorbeeld van menschlievendheid.--De krygsbende van den
+Colonel FOURGEOUD wordt wederom ingescheept.
+
+Andermaal in de hoofdstad te rug gekomen zynde, en van de beleefdheid
+van anderen geen misbruik willende maken, huurde ik een klein, maar
+gemakkelyk huis, aan den waterkant gelegen, en alwaar wy byna zoo
+gelukkig leefden, als op de Hoop.
+
+Het eerste bezoek, dat ik ontfing, was van den Capitain LEWIS, die
+my berigtte, dat MACDONALD, die dankbaare matroos, van wien ik hier
+boven gesproken heb, op zyne te rug reize, na eenen tocht van twaalf
+dagen was overleden. Deeze brave jongen had den Capitain verzocht my
+van zynent wegen te groeten, en my ter hand te stellen de schelp van
+paarel d'amour, met zilver omzet, welke ik hem gegeven had.
+
+Een groot aantal Planters en Colonisten wenschten ons geluk met
+onzen goeden uitslag tegen de muitelingen, De beruchte GRAMAN QUACY
+vertoonde my ook den fraaijen rok, en gouden gedenkpenning, hem door
+den Prins van Oranje geschonken. Deeze Africaan, want hy was van
+de kust van Guinee geboortig, vond middel, om, door zyn inneemend
+character en door zyne slimheid, zig niet alleen de vryheid, maar
+zelfs een gemakkelyk leven, te bezorgen.
+
+Onder de slaven van het laagste zoort den naam van Lockoman,
+of toovenaar, verkregen hebbende, werd 'er op de Plantagiën geene
+misdaad gepleegd, of GRAMAN QUACY wierd geroepen, om den schuldigen
+te ontdekken; het geen hy zeer dikwils deed, uit hoofde zyner
+doorzichtigheid, geholpen door het vertrouwen, het welk de Negers
+op zyne tooverstreeken stelden, en door het gezag, het welk hy op
+hen verworven had. Dienvolgende kwam hy groote onheilen voor; en
+tot belooning van zyne diensten, ontfing hy nu en dan aanzienlyke
+geschenken. De bende Jagers, en, alle de vrye Negers, waren aan zynen
+invloed onderworpen. Hy verkogt hun zyne obias of tooverbanden, om hen
+onkwetsbaar te maken, en hun daar door alle vrees te benemen. Door
+deeze kunstgreep had hy aan de Volkplanting grooten dienst gedaan,
+en tevens goed zyn beurs gemaakt. De Negers baden hem als een God
+aan. Het maken van zyne tooverbanden kostte hem weinig: zy bestonden
+uit kleine steentjes, zeeschelpen, klein gehakt hair, vischgraaten,
+vederen, enz. dit alles wel by elkander gebonden, en een pakje
+uitmakende, wierd met een catoen lint om den hals gehangen, of aan
+eenig ander gedeelte van het lichaam geplaatst. Hy had, in 't jaar
+1730, het geluk, om eenen geneeskrachtigen wortel te ontdekken, die
+naar hem Quassie- of Quacy-hout genoemd wierd. [1] Schoon dezelve
+thans in Engeland minder beroemd is, dan voor deezen, beschouwt men
+dien echter als een zeer krachtig middel tot versterking van de maag,
+en herstelling van eetlust. Behalven deeze eigenschap, levert dezelve
+ook een krachtig middel tegen de koorts op.
+
+De heer D'AHLBERG, dien ik reeds in het verhaal van deeze reize
+genoemd heb, maakte, in 't jaar 1761, het Quasie-hout aan den beroemden
+LINNÆUS bekend, en deeze Zweedsche Natuurkenner heeft naderhand eene
+verhandeling over deeze plant geschreven. Door middel van deeze
+gewichtige ontdekking, zoude QUACY groote rykdommen hebben kunnen
+verzamelen, zoo hy zig niet aan een liederlyk leven en verkwistingen
+had overgegeven, waar van de gevolgen zwaare ziekten waren, en
+inzonderheid de melaatsheid, die, zoo als ik reeds gezegd heb,
+volstrekt ongeneeslyk is. Hy moet niettemin eenen hoogen ouderdom
+bereikt hebben, schoon hy den juisten tyd van zyne geboorte niet wist,
+maar hy was dikwils gewoon te verhaalen, dat hy als trommelslager
+diende, en op de Plantagie van zynen meester alarm sloeg, toen de
+Fransche Admiraal, JACQUES CASSARD, in 't jaar 1712, de Surinaamsche
+Volkplanting onder schatting stelde.
+
+Het Portrait van deezen buitengewoonen man, met zynen gryzen kop,
+en zyn scharlaken en blaauwen rok, met goud omboord, afgereekend
+hebbende, biede ik het zelve den lezer aan.
+
+Zelfs in de week van myne te rug komst op Paramaribo, ondervonden
+wy nieuwe bewyzen van de goede uitwerkingen, welken de tooverbanden
+van GRAMAN QUACY te weeg bragten. Een Capitain der Jagers, HANNIBAL
+genaamd, bragt aldaar twee handen van twee oproerige Negers, die hy
+ontmoet, en zelf gedood had. Eene van die handen was afgehouwen aan
+den Neger CUPIDO, in 't jaar 1774, gevangen genomen door den Colonel
+FOURGEOUD, die hem in de bosschen agter aan voerde, tot dat het aan
+deezen Neger, in weêrwil van de ketenen, waar aan hy geboeid was,
+gelukte te ontsnappen.
+
+Myne vrienden een bezoek gevende, ging ik den heer ANDREAS REYNSDORP
+zien, die my een liskoord en een knoop van een hoed, met diamanten,
+toonde, die hem twee honderd guinies gekost hadden.--Zoo groot is de
+weelde in Surinamen. Deeze pracht was nog verre beneden die van den
+heer D'AHLBERG die behalven eene goude snuifdoos, met edele gesteenten
+omzet, en hebbende de waarde van 600 ponden sterlings, my twee stukjes
+zilver geld vertoonde, met goude randen, en met diamanten omzet, met
+dit opschrift: Soli Deo gloria, fortuna beatum &c. My niet hebbende
+kunnen wederhouden, om hem myne verwondering te kennen te geven, dat
+hy zoo byzonder veel werk maakte van twee zulke ligte stukjes, gaf hy
+my ten antwoord, dat dit al het gereed geld was, het welk hy bezat,
+toen hy uit zyn vaderland, Zweden, in deeze Volkplanting kwam.--Werkte
+gy? zeide ik hem.--Neen.--Vroeg gy om een aalmoes?--Neen.--Gy hebt
+evenwel niet gestolen?--Neen; maar, onder ons, ik gedroeg my als een
+geestdryver; het geen nu en dan zeer noodzakelyk is, en de drie andere
+kostwinningen overtreft. Ik zal nog een voorbeeld bybrengen van de
+buitensporigheid van zommige inwooners deezer Volkplanting. Twee van
+hun geschil hebbende over een koets, die zeer cierlyk gebeeldhouwd en
+zeer kostbaar was, zynde kortlings uit Holland aangekomen, moest men
+zyne toevlucht nemen tot de rechtbank, om te weten, aan wien dezelve
+toebehoorde; en geduurende den tyd, dat het twistgeding duurde, bleef
+het rydtuig in de open lucht staan, en verloor al deszelfs waarde.
+
+Den 10den February, wanneer de meeste onzer Officieren te Paramaribo
+te rug gekomen waren, gaf de Colonel hun, in het hoofd-kwartier,
+een zoo genaamd festyn. Met de vreugde op het aangezicht geschilderd,
+gaf hy ons kennis, dat hy zynen tocht ten einde gebragt had. Zonder
+veel bloed te vergieten, had hy zyn oogmerk volmaakt bereikt, door
+één-en-twintig gehuchten of dorpen te vernielen, en twee honderd
+velden te verwoesten, waar op allerleije zoorten van planten groeiden,
+van welken het bestaan der muitelingen afhing. Hy bevestigde ons ook
+de tyding, dat zy byna allen de Rivier Maroni waren overgetrokken,
+en zig in de Fransche Volkplanting van Caijenne hadden nedergezet,
+alwaar men hun niet alleen eene schuilplaats verleende, maar zelfs
+alles verschafte, wat zy benoodigd hadden. Wy wenschten hem van
+goeder harten geluk, en wy dronken driewerf den voorspoed van de
+Surinaamsche Volkplanting, welkers toekomende veiligheid afhing van
+het nieuw cordon, of van den verschansten weg, die door het krygsvolk
+der Sociëteit en de Neger-jagers verdedigd wierd.
+
+De Colonel FOURGEOUD, en zyne krygsbende, worden, in het werk
+van Dr. FERMIN, twee malen aangehaald als de redders deezer
+Volkplanting. De Abt RAYNAL spreekt 'er ook met zeer veel roem
+van, en zyne loftuitingen zyn met de rechtvaardigheid en waarheid
+overëenkomstig. Eene zaak is 'er, die den Colonel onëindig veel
+eere aandeed, namelyk dat, hoe zeer hy zyne soldaten op geenerhande
+wyze spaarde, hy nimmer eenen gevangen muiteling in koelen bloede
+deed ombrengen; ja zelfs, wanneer het hem mogelyk was, ontweek hy om
+denzelven in handen van den Rechter over te leveren. Hy wist, dat zyn
+plicht medebragt de muitelingen te verjagen; maar hy wist ook tevens,
+dat geweldadige en onmenschelyke mishandelingen hen tot muiterye hadden
+doen overslaan. Ik zelf, die, in de drie eerste jaaren, door hem op
+eene ongepaste manier vervolgd wierd, moet tot zynen roem verklaren,
+dat hy onvermoeid in den dienst was, en dat hy, in weerwil van eenige
+gebreken, een uitmuntend Officier was.
+
+De Bevelhebber melde ons bovendien, dat twee schepen, die met
+krygsbehoeften voor ons geladen waren, op de reede van Texel waren
+gestrand; maar dat men een gedeelte van hunne lading geborgen had,
+en in twee andere schepen overgeladen, die in de Rivier Surinamen
+aankwamen.
+
+Ik stond toen in zulk eene blakende gunst by den Colonel, dat hy my
+zelfs tot zynen vertrouweling nam. Ik wist daar door zyn voornemen,
+om het nieuwlings ontscheepte krygsvolk nog verscheiden maanden
+na ons vertrek in 't veld gelegerd te houden, welke ongemakken zy
+'er ook door lyden mogten. Hy noemde my vervolgens de Officiers,
+welken hy, na zyne aankomst in Holland, wilde tegenwerken, als mede
+welken hy door zyne aanbeveeling wilde doen bevorderen; maar ik nam de
+vryheid hem hier in de reden te vallen, en op myne eer te verklaren,
+dat de eerstgemelde door my weten zouden het gevaar, dat hun over 't
+hoofd hing, zoo hy 'er by bleef, om zulk een onrechtvaardig ontwerp
+ter uitvoer te brengen. Deeze verklaring bragt ten minsten die goede
+uitwerking te weeg, dat het gesprek van zulk een onäangenaam voorwerp
+wierd afgeleid. Ik verzogt hem vervolgens, "dat hy zig de noodlottige
+gesteltenis herïnneren zoude, waar in dit zelfde volk zig bevond
+aan de Cassipory-Kreek, terwyl hun Heelmeester goude horologiën, en
+diamanten ringen overwon, met het genezen van de ingebeelde ziekten
+der aanzienlyke lieden op Paramaribo". Hy antwoordde my: Gy zyt een
+braave jongen; en beloofde 'er aan te zullen gedachtig zyn.
+
+Ik wierd toen door Capitain MACNEYL genoodigd, om eenige dagen op
+zyne Koffy-Plantagie te gaan doorbrengen; maar, hoe zeer ik deeze
+uitnoodiging niet konde aanneemen, zal ik my echter van deeze
+gelegenheid bedienen, om de nuttige plant, Koffyboom genaamd, te
+beschryven, die, niet oorsprongelyk uit Guiana herkomstig zynde,
+zoo men zegt, door den Graaf DE NEALE te Surinamen gebragt wierdt,
+schoon zommige Schryvers daar van de eer geven aan zekeren zilversmit,
+HANSBACH genaamd.
+
+De Koffy-boon [2] koomt voort van den Koffy-boom, welke eene bevallige
+gedaante heeft, en die men niet hooger laat groeijen, dan tot een mans
+hoogte, om de vrucht des te gemakkelyker te kunnen plukken. De schors
+van deezen boom heeft eene helder bruine kleur; en zyne bladeren,
+zynde altyd groen, glad, glinsterend en hoog gekleurd var boven,
+bleek van onderen, uitgesneden, maar zonder getand te zyn, aan de
+beide einden puntig, aan de buitenkant stomp, drie of vier duimen
+lang, en omtrent twee breed, zitten aan zeer korte steelen, en eene
+uitspringende kant verdeelt dezelve benedenwaarts in twee gelyke
+deelen. De boom is 'er geheel mede bedekt, en zyne takken spruiten op
+eenen kleinen afstand van den grond uit. Deszelfs beziën zyn eirond,
+in 't begin groen, en langzamerhand van kleur veranderende tot dat
+zy ryp zyn, wanneer zy eene heldere roode kleur vertoonen, even als
+de kerssen. Het vleesch van elk deezer beziën, hebbende eenen vry
+aangenaamen zoetächtigen smaak, eene speceryen geur, en eene bleeke
+kleur, omgeeft twee nootedoppen, die dicht aan elkander zitten, en
+elk eene halve boon of zaad bevatten van een kraakbeenigen aart, eene
+bleeke of geelächtige groene kleur, eyrond, aan de eene zyde bolrond,
+aan de andere plat, en aldaar over deszelfs geheele lengte met eene
+zeer diepe groeve doorsneden. Men zegt, dat één Koffy-boom drie of
+vier ponden koffy by elken oogst kan opleveren; en even als andere
+plantgewassen van dit Land geeft dezelve twee malen 's jaars vruchten.
+
+De gebouwen op eene Koffy-Plantagie, bestaan in het huis van den
+Planter, het welk men, om de aangenaamheid, doorgaans aan den
+oever van eenige Rivier plaatst; en dicht daarby, gemakshalven, de
+woning van den opzichter, van den boekhouder, de magazynen, en kleine
+bergplaatsen. De verdere gebouwen, tot de bewerking geschikt, zyn eene
+wooning voor den timmerman, een timmerwerf, een zoort van schuur om het
+vaartuig in te bergen, twee koffy-huizen, het één, om de boon van het
+verdere gedeelte der vrucht af te scheiden, en het ander, om dezelve
+te laten droogen. Het overige bestaat in woningen voor de Negers,
+in een hospitaal, een beestenstal, en magazynen. Het geheel heeft het
+voorkomen van een klein gehucht. Het koffy-huis alleen kost zomtyds
+vyf duizend ponden sterling, en zelfs meer. Maar om een volkomener
+denkbeeld van het geheel te geven, verwyze ik den lezer naar de daar
+van door my gemaakte afteekening. Hy zal op dezelve zien de plaats der
+gebouwen, de velden in hunnen vollen groei, de paden, de grachten,
+de Huizen, alles behoorlyk onderscheiden. Eene dergelyke Plantagie,
+op die wyze gerangschikt, vereenigt in zig aangenaamheid, gemak, en
+veiligheid: aangenaamheid, om dat zy volmaakt regelmatig is; gemak,
+om dat alles aldaar onder het bereik en het oog van den Planter verrigt
+wordt; veiligheid, om dat zy door eene zeer breede gracht omringd is,
+waar in het water uit de Rivier loopt, en waar over een valbrug legt,
+die des nachts wordt opgehaald, en alle gemeenschap van buiten afsnydt.
+
+De landen, tot bebouwing geschikt, zyn in groote vierkante vakken
+verdeeld, waarop doorgaans twee duizend fraaije koffy-boomen staan, die
+op den afstand van tien voeten van elkander geplant zyn. Deeze boomen,
+die op de drie jaaren vruchten beginnen te dragen, hebben op de zes
+jaaren hunnen volkomen wasdom bereikt, en worden dertig jaaren oud. In
+plaats van de boomen, die sterven, plant men jonge loten, die uit eene
+kweekery gehaald worden, zynde een zeer wezentlyk gedeelte, waar aan
+eene Plantagie nimmer gebrek moet hebben. Ik heb reeds opgemerkt,
+dat men twee maalen's jaars oogsten kan: de eerste heeft plaats op
+het einde van de maand Juny, de andere op het einde van November.
+
+Het is in dit oogenblik niet onäangenaam, Negers van allerleijen
+ouderdom, deeze beziën van eene helder roode kleur te zien plukken;
+en terwyl de meer bejaarden hunne taak afwerken, vermaken zig de
+jongere, die reeds dezelve geeindigd hebhen, met onder een aangenaam
+groen te stoeijen.
+
+Zy verschynen vervolgens allen voor den Opzichter, die de geenen, wier
+manden niet vol genoeg zyn, doet zweepen, welke reden van verschooning
+zy ook mogen bybrengen. Dit gedaan zynde, worden de vruchten in de
+schuur gebragt, en de slaven keeren naar hunne woningen te rug. Om het
+vleesch der vrucht van de boonen af te scheiden, worden de vruchten
+in een molen, die daar toe gemaakt is, gewreven; vervolgens worden de
+boonen in water geworpen, waar in zy een nacht blyven; men spreidt ze
+als dan uit op een zoort van dorschvloer, gemaakt in de open lucht,
+en met platte steenen, om daar op de boonen te laten droogen. Deeze
+bewerking afgeloopen zynde, begint men wederom eene andere, byna van
+gelyken aart, daar in bestaande, dat men de boonen op den vloer van
+eene zolder uitspreidt. Aldaar dampen zy uit, en droogen inwendig, en
+men draagt zorg om ze dagelyks met houten schoppen om te roeren. Om
+de drooging volkomen te doen zyn, werpt men deeze zelfde boonen in
+kuipen, die op rollen loopen, en men draagt zorg, dat ze niet door
+den regen nat worden. Men wryft ze vervolgens in houten mortieren, om
+de schil of het vlies, waar mede de boonen in de vrucht aan elkander
+vast zitten, van één te scheiden. De Negers doen dit werk op de maat,
+onder een algemeen gezang.
+
+Eenige Koffy-Plantagiën in Surinamen brengen jaarlyks meer dan
+150,000 ponden gewicht voort; en, gelyk ik reeds heb opgemerkt, het
+jaar voor onze komst, voerde men, alleen naar Amsterdam, 12,267,134
+ponden van dit aangelegen voortbrengzel uit, waar van de prys van
+zeven tot agtien stuivers verschilde, maar die, midden door gerekend,
+eene somme van 400,000 ponden Sterling opbrengen, zonder daar nog by
+te rekenen het geen naar Rotterdam en Zeeland verzonden wierd.
+
+Dit is genoegzaam tot betoog, dat het aankweken der koffy allen
+aandacht van de Planters verdient. Ten aanzien van derzelver
+hoedanigheden is het onnoodig den lezer te onderhouden.
+
+Met deeze beschryving zal ik de waarnemingen eindigen, door my omtrent
+de voortbrengzels van het Planten-ryk in deeze Volkplanting gemaakt,
+naar mate dezelve zig aan my aanboden. Ik zal 'er echter byvoegen,
+dat de verscheidenheid en buitengewoone eigenschappen der boomen,
+planten, wortelen, enz. in dit Land, van dien aart zyn, dat zelfs de
+oudste inwooners dezelven niet volkomen kunnen kennen.
+
+Het is eenige jaaren geleden, dat de Graaf GENTILLY, een kundig man,
+met verscheiden Indianen de woestenyen van Guiana doorreisde. Hy
+had een aantal aanmerkingen verzameld, waar uit de Kruidkunde groote
+voordeelen stond te trekken, toen hy door eene kwaadäartige koorts
+wierd aangetast, die hem in het midden zyner zoo gewichtige als
+nuttige werkzaamheden in het graf sleepte.
+
+Na alzoo myne berichten nopens de verschillende voortbrengzels deezer
+Volkplanting, voornanamelyk catoen, suiker, cacao, indigo en koffy,
+geëindigd te hebben; na herhaald te hebben, dat de onderscheidene
+boomen, heesters, planten, wortels, gommen, en welriekende dingen,
+welken men aldaar ontmoet, uittermaten talryk zyn, en allen van
+eene uitmuntende hoedanigheid, is my thans nog overig de belofte te
+vervullen, door my gedaan, om aan het oordeel van het publiek eenige
+aanmerkingen te onderwerpen, waar van de gevolgen, wanneer ze beöeffend
+werden, een onëindig nut aan alle de West-Indische Volkplantingen
+zouden aanbrengen, en haar groote rykdommen verschaffen, tevens het
+geluk der slaven bevorderende, zonder dat men noodig zoude hebben
+tot den handel op de kust van Guinée zyn toevlucht te nemen, om het
+dagelyks verlies der Negers te herstellen. Maar het is noodzakelyk
+voor af de manier aan te wyzen, op welke zy gerangschikt en behandeld
+worden, overëenkomstig de byzondere gewoonte van deeze Volkplanting;
+ik zal vervolgens opgeven, hoe zy, niet alleen volgens de wetten der
+menschelykheid, maar ook volgens die van het gezond verstand behooren
+te zyn.
+
+Ik heb reeds doen opmerken, dat 'er 75,000 slaven van allerleije
+benamingen in Surinamen zyn. Om een getal te hebben, het welk zig
+gemakkelyker laat verdeelen, zullen wy het stellen op 80,000, en,
+daar de Plantagiën een getal van 800 beloopen, veronderstellen,
+dat elke Plantagie 100 slaven heeft, (schoon verscheiden derzelven
+'er niet meer dan 24, en andere wederom 400 hebben,) dus zullen
+wy het getal van 80,000 vinden. De volgende staat of tafel wyst de
+onderscheidene diensten of werkzaamheden aan, waar toe zy gebruikt
+worden. De eerste reije bevat het getal der slaven van alle ambachten,
+die tot elke Plantagie behooren; de tweede, de by elkander gerekende
+getallen over alle de Plantagiën.
+
+Staat der Negers, zoo mannen als vrouwen, tot ééne Plantagie
+behoorende, volgens derzelver onderscheidene diensten.
+
+
+ Op één Op 800
+ Plantagie. Plantagiën.
+
+Vier mannen tot huisselyken dienst. 4 3,200
+Vier vrouwen, dito 4 3,200
+Een kok voor den Planter,
+Opzichter, enz. 1 800
+Een jager 1 800
+Een visscher 1 800
+Een tuinman voor de bloem- en
+moestuin 1 800
+Een Neger, die belast is met het
+weiden van paarden en ossen 1 800
+Een om de geiten te weiden 1 800
+Een tot het weiden van de varkens 1 800
+Een Neger, wiens post is aan het
+gevogelte eeten te geven 1 800
+Timmerlieden, om wooningen,
+vaartuigen, enz. te bouwen 6 4,800
+Kuipers, om het vaatwerk te maken
+en te herstellen 2 1,600
+Een metzelaar, om de steene
+grondvesten te bouwen en te
+herstellen. 1 800
+Negers, die eenig handwerk
+oeffenen, en andere, die alleen
+tot pronk dienen, wonende op
+Paramaribo 15 12,000
+Een Neger, den post van
+Heelmeester waarnemende 1 800
+Zieken en ongeneeslyken 10 8,000
+Eene minne voor de kinderen, die
+door hunne moeders niet gezoogd
+kunnen worden 1 800
+Zeer jonge kinderen, die nog geen
+arbeid kunnen doen 16 12,800
+Negers, die te oud zyn om te werken 7 5,600
+Negers, alleenlyk geschikt om op
+het Land te arbeiden 25 20,000
+ --- -------
+Het geheele getal der slaven 100 80,000
+
+
+Uit deezen Staat kan men zien, dat het getal der slaven, die
+verwezen zyn om den geheelen last van den arbeid op het veld te
+dragen, slechts een vierde bedraagt van de gezamentlyke Negers
+der Volkplanting; en deeze zyn het voornamelyk, die vroegtydig
+sterven. Is het dus niet klaar, dat indien men tot den zelfden arbeid,
+met zoo veel gestrengheid, de vyftig duizend slaven gebruikte, die
+daar toe bruikbaar zyn, het getal der dooden, jaarlyks op vyf van
+'t honderd beloopende, ten minsten tot twaalf vermeerderen zoude,
+en deeze bevolking, in een weinig meer dan agt jaaren tyds, volkomen
+vernielen zoude.
+
+Na getoond te hebben, hoe de slaven verdeeld worden, moet ik kortelyk
+opmerken, dat zoo al dertig duizend van dezelven met meerder gemak
+leven, dan het gemeene volk in Engeland; en andere dertig duizend
+een ledig leven leiden, of ten minsten een leven, het welk tot in
+standhouding der Plantagiën van geen nut is; de twintig duizend, die
+dan nog overig zyn, over 't algemeen onder de ellendigste schepzels,
+die op aarde woonen, gerangschikt kunnen worden. Men geeft hun
+naauwlyks te eeten, men put hen uit door vermoeijing, men mishandelt
+hen, men ryt hen door wreede straffen van één, zonder te gedogen,
+dat zy hunne vorderingen en klachten laten hooren, zonder dat men naar
+hunne verdediging begeert te luisteren, zonder dat men hun by eenige
+gelegenheid het minste recht laat wedervaren; en op die wyze kan men
+hen als levendig dood beschouwen, dewyl zy geene der voorrechten van
+de menschelyke maatschappy genieten.
+
+Ik moet aan ieder mensch van gezond verstand vragen, of eene dusdanige
+verdeeling niet strydig is met het waar belang der eigenaars,
+terwyl dezelve door een verstandiger bestuur hunne rykdommen zouden
+vermeerderen, en het leven van hunne slaven zoo zeer niet verkorten?
+
+Indien de onbedachtzaame inwooners deezer Volkplanting hunne weelde,
+ik zal niet zeggen 'er van afzien, maar matigen wilden, zouden ten
+minsten twintig duizend Negers by het getal der arbeidende gevoegd
+worden, het geen door aan de lediggangers werk te verschaffen,
+de anderen onëindig ontlasten zoude, en (mits zy allen met minder
+wreedheid behandeld werden,) het zoort van sterfte zoude doen ophouden,
+die zoo algemeen het lot der eerstgemelden is.
+
+Maar de hervorming moet begonnen worden met menschen, wier gedrag
+ten voorbeelde strekken kan. Het is noodig, dat zy, wien het
+uitvoerend gedeelte van het bestuur wordt toebetrouwd, geen belang
+hebben, om de oogen te sluiten voor buitensporigheden, die by de
+wetten verboden zyn: het is noodig, dat nimmer de Gouverneur, en
+Regeeringen der Volkplanting, eigenaars zyn van een grooter getal
+slaven, dan, overëenkomstig hunnen rang, tot den huisselyken dienst
+by hun noodzakelyk is; want ik heb meer dan eens gezien, dat zy,
+die de wetten maakten, of met derzelver uitvoering belast wierden,
+de eerste waren, die dezelven overtraden, het zy door de Negers
+te dwingen, om des zondags te werken, het zy door zig aan alle de
+geweldadigheid hunner driften over te geven.
+
+Het is derhalven van aanbelang, dat de Gouverneur en de voornaamste
+lieden der Regeering uit Europa gezonden worden; dat zy met de gaven
+der fortuin, en de voordeelen van eene goede opvoeding begunstigd
+zyn, maar bovendien, dat zy eenen edelmoedigen en standvastigen geest
+hebben; dat zy onvatbaar zyn voor omkooping, en zig door den glans
+van het goud niet laten verblinden; dat zy eindelyk met gevoelens
+van eer en menschelykheid bezield zyn; dat het volk, aan het welk zy
+eenen zoo wezentlyken dienst doen, dat de Volkplanting, welke zy zoo
+kragtdadig beschermen, hun op eene edelmoedige wyze beloone; maar dat
+hunne bezoldingen vast bepaald zyn, en niet van het zweet en bloed
+dier ongelukkige Africaanen afhangen; dat deeze zelfde Regeeringen
+wetten maken, waar by de arbeid der Negers bepaald wordt; dat deeze
+door andere beschermende wetten gevolgd worden, die niet gedogen,
+dat deeze ongelukkige slaven gefolterd, van één gereten, vermoord
+worden, of dat men hun al het geen den mensch lief is, hunne kinderen
+en vrouwen, onbeschaamdelyk ontroove; dat men hun behoorlyk voedzel
+geeft, en hun in hunne ziekten laat oppassen; maar voornamelyk, dat
+men hun recht laat wedervaren, dat men hen hoort, en hun toestaat,
+om de buitensporigheden, waar over zy zig beklagen, door getuigen te
+bewyzen, van welke kleur dezelve ook zyn mogen; dat men hun zelfs
+een voorrecht laat genieten, het geen voor ons zoo dierbaar is,
+om gevonnisd te worden door onäfhangelyke en onpartydige Rechters,
+uit hunne landgenooten gekozen. Indien gy eindelyk wilt, dat zy als
+menschen handelen en arbeiden, behandel hen dan op dien voet.
+
+Wanneer dusdanige wetten aangenomen en ter uitvoer gebragt werden,
+durve ik verzekeren, dat de Europeesche volken onëindige voordeelen
+van hunne Volkplantingen trekken zouden.--De Planters zouden ryk, en
+hunne Opzichters ordentelyke lieden worden; de slavernye zoude dan meer
+in naam, dan in de daad zyn; de Negers zouden hunne taak met vermaak
+afwerken; de bevolking zoude vermeerderen, en de vervloekte handel op
+de kust van Guinée zoude vernietigd worden. De eigenaars zouden hunne
+slaven als hunne kinderen beschouwen, en als de zoodanigen, van welken
+de vergrooting van hun fortuin afhangt; de slaven zouden van hunnen
+kant den dag zegenen, dat hunne vooröuders in America zyn aangeland.
+
+Den 16den, by zyne Excellentie den Gouverneur ter maaltyd genoodigd
+zynde, liet ik hem zien de verzameling van myne teekeningen en
+aanmerkingen, die ik rakende de Volkplanting van Surinamen gemaakt had;
+hy wilde dezelvcn wel met zyne goedkeuring verëeren. Ik betuigde hem
+myne dank-erkentenis, niet alleen voor alle de geschikte gelegenheden,
+welken hy my bezorgd had, om dien arbeid aan te vullen, maar ook voor
+het allervriendelykst onthaal, het welk ik, geduurende myn verblyf
+in Guiana, van hem genoten had.
+
+Door de herhaalde betuigingen van zyne vriendschap aangemoedigd,
+dorst ik, twee dagen daar na, hem een zeer buitengewoon verzoekschrift
+aanbieden, het welk ik hem verzogt aan den Raad voor te dragen, zoo
+als hy my ook al glimlagchende, en my de hand drukkende, beloofde. Zie
+hier het zelve:
+
+Ik verbinde myn woord van eer, het eenigste goed, het welk ik, behalven
+myne soldye, bezit, tot borge, dat, indien de Raad myn voorig verzoek
+tot vrymaking van mynen geliefden zoon JOHNNY STEDMAN toestaat,
+dit kind nooit ten lasten der Volkplanting van Surinamen komen zal.
+
+ (Getekend)
+
+Paramaribo,
+den 18. February J. G. STEDMAN.
+1777.
+
+
+Daar mede alles, wat van my af hing, gedaan hebbende, wagte ik eenige
+dagen met angst, maar zonder hoop, het antwoord op myn verzoek af;
+en ingevalle hetzelve ongunstig uitviel, zag ik my genoodzaakt mynen
+zoon voor altyd te verlaten, of hem naar Europa mede te nemen, waar
+door ik den dolk in het hart van zyne moeder gestoken zoude hebben.
+
+Terwyl ik aan deeze zorgelyke onzekerheid ten prooije stond,
+wierden de Transport-schepen tot ons vertrek gereed gemaakt, en ik
+was onder het getal der geenen, die belast waren dezelven van eenen
+genoegzamen voorraad van hout te doen voorzien. De Officiers ontfingen
+de agterstallige soldye, die men hun verschuldigd was; en dertien
+soldaten verkregen hun pasport, van oogmerk zynde te Paramaribo te
+blyven. De bekwaame Colonel betaalde ons andermaal in papier. De
+Regeering had ons bovendien eenige honderde guldens toegestaan, om
+ons schadeloos te stellen wegens de betaling van onderscheiden lasten,
+maar men deed 'er nooit rekening van, of liever het was ons verboden om
+'er van te spreken.
+
+Den eersten Maart, bragt een Sergeant, uit het leger aan de
+Cassipory-Kreek, alwaar het nieuwe krygsvolk geposteerd lag,
+aangekomen, bericht, dat de soldaten aldaar in grooten getale stierven,
+en verhaalde, dat zeker soldaat, die den 10den February verdwaald was
+geraakt, na verloop van zes-en-twintig dagen was te regt gekomen; dat
+hy de eerste negen dagen van eenige ponden scheeps-bisschuit geleefd
+had, en dat hy de zeventien andere dagen het leven alleen met water
+behouden had; dat hy zyne stem geheel en al had verloren, en dat hy,
+in de volste kragt van 't woord, slechts een geraamte vertoonde; maar
+dat de zorge, voor hem genomen, hoop gaf, dat hy het leven behouden
+zoude. Indien iemand weigert de mogelykheid van zulk een buitengewoon
+geval te gelooven, laat hy dan lezen een echten brief van den heer
+GODIN aan den heer DE LA CONDAMINE, waar in hy het tafereel schetst
+van het verschrikkelyk lyden, het welk zyne vrouw onderging, by het
+doortrekken der bosschen van Zuid-America, om zig van Rio-hamba naar
+Laguna te begeven, in de maand October 1769. Hy zal daar uit kunnen
+zien, hoe eene vrouw van een teeder gestel, na door de Indiaanen, die
+haar tot leidslieden dienden, verlaten te zyn geworden; na haare beide
+broeders, die onder den last van zoo veele vermoeyingen en ellende
+bezweken, verloren te hebben; tien dagen lang het leven behield, in een
+wild bosch, zonder eeten of drinken, onbewust, waar zy zig bevond, en
+door tygers, slangen en allerleije zoorten van gevaaren omringd. Laat
+men het omstandig verhaal van al het lyden deezer vrouw lezen, en
+men zal aan het verhaal omtrent deezen soldaat niet meer twyffelen.
+
+Ik heb in de daad nu en dan gebeurtenissen overgeslagen, die men,
+om haare vreemdheid, zoude hebben kunnen denken aan het wonderdadige
+zeer naby te komen; maar wanneer men van de bosschcn van dit gedeelte
+van America spreekt, is het nutteloos zyne toevlucht tot verdichtsels,
+of zelfs tot de minste vergrooting te nemen, om den lezer te verbaazen.
+
+Zoude men by voorbeeld gelooven, dat tachtig soldaten een zwaar
+bosch doortrekkende, de een na den ander een zoort van hoogte
+beklommen, welke zy op hunnen weg ontmoetten, en voor een grooten ter
+nedergevallen boom aanzagen, maar vervolgens onder hunne voeten voelden
+beweegen, en die niet minder was, dan eene zeer groote Aboma-Slang,
+welken de Colonel FOURGEOUD bevond dertig of veertig voeten lang te
+zyn? en met dit al, het gebeurde is met de waarheid overeenkomstig.
+
+Ik beroep my op een ander geval van gelyken aart; van eenen
+achtenswaardigen grysaart, FRANCIS ROWE van Philadelphia, die my
+verhaalde, dat hy aan één van zyne vrienden een bezoek zynde gaan
+geven, zyn paard eensklaps stil stond, verschrikt zynde door een
+zeer grooten ratelslang, die het voorbygaan belette. ROWE, die
+van het gewaand vermogen, aan dit zoort van dieren toegeschreven,
+had hooren spreken, en daar aan geloofde, steeg van zyn paard af,
+om het zelve te doen omkeeren; maar de slang, zig intusschen in
+malkander gekronkeld hebbende, liet het verschrikkelyk geluid van
+zyne staart hooren, en keek hem met zulke vuurige oogen aan, dat
+deeze onbeweeglyk op den grond bleef staan, en een koud zweet hem
+van het hoofd tot de voeten afliep; "met dit al, dus vervolgde ROWE,
+myne tegenwoordigheid van geest niet verloren hebde, wierd de vrees
+door mynen moed spoedig overwonnen; ik naderde het monster, en met
+eenen slag sloeg ik het de herssens in".
+
+Den 3den Maart, ging myn vriend DE GRAAF naar het Eyland St. Eustatius,
+alwaar zyn broeder Gouverneur was, te scheep, om zig van daar
+naar Holland te begeven. Tot myn groot genoegen nam hy HENDRIK, den
+jongsten broeder van JOANNA, met zig, en bezorgde hem vervolgens zyne
+vryheid. Ik zakte met hun de Rivier af, tot aan Kaap Braam, alwaar ik
+hun eene goede reize wenschte. My vervolgens in een visschers vaartuig
+naar 't strand begevende, bekroop my de lust, om in den Atlantischen
+Oceaan te gaan zwemmen.
+
+In dit zelfde vaartuig zag ik eene groote meenigte visschen, waar onder
+de zulken gevonden wierden, van welken ik nog niet gesproken heb,
+als daar zyn de Geel-rug, de Wipi en de Waracou. De eerste ontleent
+zyn naam naar zyne kleur, volmaakt gelykende naar die van een limoen,
+maar zyn buik is wit. Hy is twee of drie voeten lang. Zyn kop is zeer
+breed, en van twee lange knevels voorzien. Zyn lyf is dun en zonder
+schubben. Het vleesch van deezen visch is smakeloos en droog. De
+twee andere zyn zeer klein: de één gelykt naar een zweep; de ander,
+die lekker om te eeten is, heeft voor 't overige niets, het welk eene
+byzondere beschryving verdient.
+
+Den 8sten Maart vierden wy in het hoofd-kwartier den verjaardag van
+den Prins van Orange. Na den maaltyd vernemende, dat de Capitain VAN
+GUERICK, Adjudant van den Colonel FOURGEOUD, den Capitain BOLTS te
+onrecht laakte, uit hoofde zyner aanbeveeling van een jong vrywilliger,
+een mensch van een uitmuntend character, maar die weinige vrienden tot
+zyne voorspraak had, ging ik in den kring, die hen omringde, en deed
+vry ernstige verwytingen aan den Adjudant, zelfs in tegenwoordigheid
+van den Colonel, het geen een geschil veröorzaakte, waar van het
+gevolg was eene uitdaging tegen des anderen daags morgens by het
+opkomen van de zon. Wy bevonden 'er ons beiden op den bepaalden tyd,
+en gingen zonder medehelpers ter zyde af in de Savane, alwaar wy, met
+den degen in de vuist, eenige vrugtelooze aanvallen deeden, waar na,
+den degen van den Capitain in tweën gebroken zynde tegen het gevest
+van den mynen, die byna door en door was gestoken, hy geheel in myne
+macht was. Ik wilde van dit voordeel geen gebruik maken, en bood hem
+aan, om het gevecht op nieuw te beginnen, met nieuwe wapenen: maar
+hy vond dit voorstel zoo edelmoedig, dat hy, my by de hand vattende,
+my verzocht hem myne vriendschap wederom te geven. Wy erkenden toen,
+dat wy beiden al te driftig geweest waren, en gingen oogenblikkelyk
+een bezoek geven aan den Capitain BOLTS, die niets van onze wandeling
+van des morgens wist. Hy verzoende zig, schoon met moeite, met den
+Adjudant, en de geheele zaak wierd op die manier bygelegd.
+
+Den 10den, bragt ik het grootste gedeelte van den dag by den Gouverneur
+door; des avonds ging ik aan boord, om de toebereidzels onzer reize
+te bezichtigen. Ik vond onze goederen zoodanig door muizen en rotten
+beschadigd, dat ik wel zes katten noodig had, om die dieren uit te
+roeijen. De katten zyn, uit hoofde van de warmte der luchtstreek, zoo
+levendig en zoo talryk niet in Surinamen, als in Europa; ik merkte
+ook op, dat zy kleiner en magerer zyn, en dat zy zeer spitse ooren
+en bek hebben.
+
+Den 11den, zag ik met de grootste smart en verwondering de jonge
+Juffrouw JETTY DELAMARE, dochter van wylen den heer DELAMARRE, een
+fraai Mulatten meisjen, ten hoogsten veertien jaaren oud, die in den
+Christelyken Godsdienst onderwezen was, en eene volmaakte opvoeding
+genoten had, in ketenen geboeid, gelyk ook haare moeder, en eenigen
+van derzelver naastbestaanden, en door een wacht van soldaten voor den
+Raad gebragt wordende. Dit jong ongelukkig meisjen my herkend hebbende,
+riep my, en zeide my, bitterlyk schreiende: "dat de eigenaar, aan wien
+haare moeder toebehoorde, SCHOUTEN genaamd, haar voor de Rechtbank
+deed brengen, om dat zy weigerde het werk van eene gewoone slavin
+te verrigten, vermits zy buiten staat was zulks te doen, en ook,
+volgens de opvoeding, welke zy ontfangen had, tot op dit akelig
+oogenblik daar op nimmer had gerekend".
+
+De wetten van dit Land noodzaakten haar, niet alleen om zig aan dit
+ellendig lot te onderwerpen, maar zy veröordeelden haar bovendien,
+als mede haare moeder, en die geenen van haare naastbestaanden,
+welken men verdagt hield, dat haar in de vordering van haare vryheid
+zouden begunstigen, om in het geheim de straf te ontfangen, die voor
+de slaven geschikt was; en zonder de menschlievendheid van den Fiskaal
+WICHERS zoude dit verschrikkelyk vonnis zekerlyk ter uitvoer gebragt
+zyn geworden.
+
+Zie daar, welke de gevolgen waren van de weinige zorge, die DELAMARE
+had aangewend, om aan zyne dogter en derzelver moeder haare vryheid te
+doen erlangen. De smartelyke vertooning, waar van ik oog-getuige was,
+deed my voor mynen zoon beven; maar myne vrees was niet van langen
+duur; want dien zelfden dag, op het oogenblik, dat ik zulks het minst
+verwagtte, ontfing ik eene zeer beleefde boodschap van Gouverneur en
+Raaden, medebrengende: "Dat de Raad, overwogen hebbende myne diensten,
+myne menschlievendheid, en de oprechtheid, waar mede ik myn woord van
+eer tot borg voor mynen zoon aanbood, ten einde hem, alvorens hem te
+verlaten, een vry burger der weereld te zien; eenparig besloten had,
+my by eenen brief plechtiglyk kennisse te geven, dat zonder verderen
+omslag of kosten, myn verzoek was toegestaan; en dat, uit kragte van
+dien, myn zoon voor altyd vry was".
+
+Niemand gaat schielyker van overmaat van smarte tot die van vreugde
+over, dan ik zelf op dit oogenblik. De gevoelige JOANNA stortte
+tranen van teederheid en erkentenis. Wy gevoelden ons geluk des te
+sterker, om dat wy alle hoop verloren hadden, en byna veertig kinderen
+van beiderleije kunne thans aan eene altoosduurende slavernye door
+hunne vaders waren overgelaten, waar van zommige zelfs zig niet eens
+verwaardigden, om eenige tyding van hun te vernemen.
+
+Eene omstandigheid, die my in de daad zeer buitengewoon toescheen,
+bestond hier in, dat, schoon zommige fatsoenlyke lieden myne
+gevoeligheid ten hoogsten prezen, het grootste getal echter myne
+vaderlyke teederheid afkeurde, en dezelve als zwakheid of dwaasheid
+beschouwde. In de eerste vervoering van myne vreugde, schoon ik
+weinige goederen bezat om over te beschikken, maakte ik een uitersten
+wil ten voordeele van dit geliefde kind. Ik benoemde de heeren GORDON
+en GOURLAY tot uitvoerders van denzelven, en tot voogden over mynen
+zoon, geduurende myne afwezigheid. Ik stelde hun vervolgens alle myne
+papieren verzegeld ter hand, met verzoek dezelven te bewaren, tot
+dat ik ze weder zoude opëisschen, of tot mynen dood; en dit gedaan
+zynde, ging ik een bezoek geven aan den heer SNYDERHANS, Predikant
+te Paramaribo, om hem te verzoeken tot het bepalen van eenen dag,
+op welken JOHNNY STEDMAN zoude kunnen gedoopt worden. [3]
+
+Den 18den, kwam het overschietend krygsvolk van den Colonel
+FOURGEOUD uit het leger aan de Cassipory-Kreek, en wy zetteden alle de
+toebereidzels tot ons vertrek met yver voort. De vreugde, die het klein
+getal zee-soldaten, welke hunne medgezellen overleefden, wegens het
+te rug keeren naar hun vaderland gevoelde, was oorzaak, dat zy hunne
+agterstallige soldye, welke zy ontfingen, aan overdadige verteeringen
+besteedden, die gelegenheid gaven tot twisten, zoo onder elkander, als
+met de soldaten van 's Compagnies krysvolk. Verscheiden wierden gewond,
+anderen afgeklopt; en de rust herstelde zig niet dan met veel moeite.
+
+Het oogenblik van ons vertrek steeds meer en meer naderende, verliet
+ik myne wooning; en, op de uitdrukkelyke uitnoodiging van Mevrouw
+GODEFROY, bragt ik eenige dagen door in het huis, het welk zy in het
+midden van haaren fraaijen tuyn, en onder de schaduwe van tamarinde-
+en oranje-boomen, had laten bouwen, om JOANNA en haaren zoon daar in
+te ontfangen, aan wien zy bovendien twee Negerinnen gaf, om haar te
+dienen. Deeze aangenaame wooning was wel voorzien van huisraad, het
+welk fraaiheid en gemak zamenpaarde. Hoe gelukkig zoude ik geweest
+zyn met myn leven aldaar door te brengen.--Maar het noodlot had dit
+anders bepaald.
+
+Den 22sten, vervoegde ik my met den Capitain SMALL, (die voor twee
+maanden verlof had gekregen,) by den Predikant SNYDERHANS, welke,
+tot myne groote verwondering, weigerde mynen zoon te doopen, onder
+voorwendzel, dat ik, naar Holland vertrekkende, geene zorge konde
+dragen, dat hy eene Christelyke opvoeding ontfing. Ik gaf hem ten
+antwoord, dat ik mynen zoon aan voogden toevertrouwde; maar alle
+vertogen waren vrugteloos; en aan dit styfhoofdig mensch geene reden
+kunnende doen verstaan, ging ik heen, onder betuiging, dat al wilde
+hy nu zelfs in het verzogte toestemmen, ik het niet begeeren zoude.
+
+Vermaken en vreugde heerschten toen te Paramaribo, even als by
+onze aankomst. In alle wyken gaf men middag- en avond-maaltyden
+en dans-partyen; maar ik was by geene, dan by die van myne beste
+vrienden, tegenwoordig, waar onder ik steeds den Gouverneur NEPVEU
+rekende. Hy besloot alle deeze festynen, waar in de inwooners der
+Surinaamsche Volkplanting zoo verkwistend zyn, met één der treffelykste
+en kostbaarste maaltyden.
+
+Den 25sten, wierd al het goed aan boord van het schip gebragt.
+
+Ik ontfing eindeloos veel geschenken van alle de lieden, met welken
+ik eenige vriendschap gehad had. Myn voorraad van allerleije zoort
+zoude voldoende voor my geweest zyn, om 'er den aardbol mede rond
+te reizen. In een klein kistjen met sterken drank, vond ik een
+fles oprechte oranje-oly, en nog één, welke men hier noemt oly van
+tonca boonen. De eerste wordt gemaakt van oranje-schillen, welken
+men tusschen den duim en voorsten vinger drukt; een langwyligen en
+verdrietigen arbeid. Eenige droppels van deeze oly met suiker zyn
+uitmuntend tot versterking van de maag, herstelling van eetlust,
+en bevordering der verteering. Men heeft slechts één droppel noodig,
+om de geur door eene geheele kamer te verspreiden. De tonca-boonen
+groeijen, zoo men zegt, in eene dikke vleesachtige vrucht, en op
+een zeer grooten boom. Ik heb geene andere dan drooge gezien, en dan
+gelyken zy veel op pruimen. Zy dienen om aan de tabak, zoo in bladen,
+als om te snuiven, een aangenaamen geur mede te deelen.
+
+Den 26sten, gingen wy gezamentlyk van zyne Excellentie den Gouverneur
+afscheid nemen. Eenige oogenblikken daar na, kwamen de Officiers
+van het krygsvolk der Sociëteit in het hoofdkwartier, om ons eene
+behoudene reize toe te wenschen.
+
+De Colonel FOURGEOUD, ons dien zelfden dag ter maaltyd onthaald
+hebbende, drukte my twintig malen de hand na den maaltyd, zeggende:
+"Dat ik die jongeling was, dien hy op de weereld het meest beminde,
+om dat, indien hy my bevolen had in het vuur of in het water te
+loopen, ik het gedaan zoude hebben". Hy voegde 'er nog andere
+beleefde aanmerkingen by; maar ik erken, dat, schoon ik wist te
+vergeven, ik de verschrikkelyke gevaaren en onheilen, waar aan ik
+buiten noodzaak bloot gesteld was geworden, niet vergeten kon. De
+Colonel berigtte my tevens, dat hy niet met ons vertrekken zoude; maar
+dat hy voornemens was, met het overschot van het nieuwe krygsvolk,
+in 't kort zyn Regiment te volgen; en dat hy, by zyne aankomst in
+Holland, my alle diensten bewyzen zoude, waar toe hy eenigzints in
+staat was. Welke ook de beweegreden van zyne schielyke verandering
+ten mynen opzigte moge geweest zyn, het is my genoeg te zeggen, dat
+'er toen geene twee betere vrienden waren, dan de Colonel FOURGEOUD,
+en de Capitain STEDMAN.
+
+Des avonds van dien dag nam ik in korten tyd afscheid van Mevrouw
+GODEFROY, van den Heer en Mevrouw DEMELLY, van den Heer en Mevrouw
+LOLKENS, van den Heer en Mevrouw GORDON; van den Heer GOURLAY, van
+den Capitain MACNEYL, en Doctor KISSAM, die my allen de grootste
+beleefdheden en het levendigst belang, zedert myne komst in de
+Volkplanting, betoond hadden; maar ik had te veel te doen met iemand,
+die my veel liever was, dan dat ik, met van hun afscheid te nemen,
+het leed gevoeld zoude hebben, het welk ik by eene andere gelegenheid
+zoude hebben ondervonden. Terwyl ik alle de hevigheid van myne
+aandoening ten toon spreide, liet JOANNA niets van dien aart in myne
+tegenwoordigheid blyken. Ik drong nog eenmaal by haar aan om my naar
+Europa te vergezellen, en ik wierd door alle haare vrienden en door
+Mevrouw GODEFROY daar in ondersteund. Zy was even onbuigzaam als te
+vooren, en antwoordde my: "Dat hoe smartelyk ook eene scheiding,
+die misschien voor eeuwig zyn zoude, vallen mogte, zy niettemin
+verkoos in Surinamen te blyven, dewyl zy volmaakt overtuigd was, dat
+zy niet gevoeglyk over haar zelven beschikken konde, en om dat het,
+in haare tegenwoordige gesteldheid, beter was, dat zy de eerste van
+haren rang in America bleef, dan een voorwerp van verachting, of een
+last voor my, in Europa, te worden, het geen zeker stond te gebeuren,
+zoo lang ons fortuin niet onäfhangelyker was". Op deeze laatste woorden
+was zy blykbaar aangedaan, en zy ging ter zyde, om alleen tranen te
+storten.--Wat konde ik zeggen of doen?--Niet wetende te antwoorden,
+besloot ik, om, zoo mogelyk deeze moedige vrouw na te volgen, en
+my aan myn lot te onderwerpen, tot het aandoenlyk oogenblik, dat ik
+een vaarwel zoude uitspreken, het welk myn hart my aankondigde het
+laatste te zullen zyn.
+
+De geheele krygsbende, den 27sten, des morgens ten zeven uuren,
+bevel ontfangen hebbende, om zig naar den Colonel FOURGEOUD in het
+hoofdkwartier te begeven, onttrok ik my aan alles, wat my in de weereld
+lief was, aan zoon en moeder, zonder hen in hunnen slaap te stooren,
+ten einde eene al te aandoenlyke vertooning voor te komen. De Colonel
+geleide ons tot aan den oever, en wy gingen aan boord, door de vlag
+en het geschut van het Fort en van de Schepen, die op de rheede lagen,
+begroet wordende.
+
+Alle de Officiers met den Lieutenant Colonel DE BORGNES, die geduurende
+den overtocht het bevel moest voeren, het middagmaal gehouden hebbende,
+noodigde my de Colonel FOURGEOUD, om hem, tot des anderen daags
+morgens, naar de stad te vergezellen; maar daar myn hart van droefheid
+overstelpt was, bedankte ik hem voor zyn vriendelyk aanbod. Hy wenschte
+ons dus eene voorspoedige reize, en keerde te rug in het gezelschap
+van zynen Adjudant, den Capitain VAN GUERICK. By zyn vertrek, wierd hy
+door negen kanon schoten, en een driewerf geroep van hoezee, begroet.
+
+Den 29sten Maart, des middernachts, het sein gegeven zynde, gingen
+onze beide schepen onder zeyl, en zakten af tot aan het Fort Amsterdam,
+alwaar zy het anker wierpen.
+
+De heeren GORDON en GOURLAY, welken ik tot voogden over mynen
+zoon benoemd had, by den Colonel SEYBOURG, aan boord van het schip
+Hollandia, ter maaltyd onthaald zynde, gaven zy my een bezoek; en
+verzogten my met hun naar Paramaribo te rug te keeren.
+
+Het was my onmogelyk om voor de tweede maal te wederstaan aan een
+aanzoek, om twee voorwerpen, die aan myn hart zoo dierbaar waren,
+nog eens te zien. Ik stemde 'er in toe, en (moet ik het zeggen,)
+ik vond JOANNA, die in myne tegenwoordigheid zoo veel kragt en moed
+betoond had, in tranen wegsmeltende, en voor de overmaat van haare
+moedeloosheid zwigtende. Zy had geen voedzel, hoe genaamd, gebruikt,
+geen enkel oogenblik had zy de zoetigheden van den slaap gesmaakt,
+noch een enkel woord uitgebracht, noch zelfs de plaats verlaten,
+waar ik haar des morgens van den 27sten agterliet.
+
+Dewyl de schepen eerst na twee dagen zee moesten kiezen, was ik
+zeer gereed om dezelven met deeze gevoelige vrouw door te brengen,
+het geen haar moed scheen in te boezemen: maar, helaas! wy betaalden
+deeze al te korte oogenblikken zeer duur. Naauwlyks waren 'er eenige
+uuren verloopen, toen een matroos my eensklaps kwam kennis geven, dat
+een sloep my wagte, om oogenblikkelyk aan boord te gaan. De moeder
+van JOANNA nam het kind, dat in de armen van haare dochter rustte,
+terwyl de laatstgemelde door Mevrouw GODEFROY ondersteund wierd. Haare
+broeders en zusters omringden my, den Hemel deszelfs bystand voor my
+afsmeekende, en eene treurige klaagstem opheffende. De ongelukkige
+JOANNA, een meisje van slechts negentien jaaren oud, de oogen op my
+gevestigd houdende, drukte my met kragt de hand. Zy kon niet spreeken,
+haar geest was verwilderd; maar de tyd was daar! Ik drukte haar met
+drift tegen mynen boezem, en nam één van haare hairlokken. Insgelyks
+niet in staat zynde, een enkel woord uit te brengen, bad ik inwendig
+den Hemel, om voor moeder en kind te waken. Toen sloot JOANNA haare
+lieflyke oogen; de bleekheid van den dood overdekte haar aangezicht;
+haar hoofd hing naar de laagte, en zy viel beweegloos in de armen van
+haare aangenomene moeder. Ik verzamelde hier al myn moed en kragt
+by elkander, en verliet de beide voorwerpen van myne levendigste
+teederheid, die echter door de zorgen, omtrent haar aangewend, aan
+niets gebrek hadden.
+
+Daar de sloep my steeds wagtte, ging ik, door myne vrienden vergezeld,
+mynen ouden Colonel bezoeken; en hem de hand drukkende, vergaf ik hem
+uit den grond myns harten, en stilzwygende, alle de verdrietelykheden,
+die hy my veroorzaakt had. Hy was aangedaan; en ongetwyffeld, dit
+was hy my verschuldigd! Ik wenschte hem allen voorspoed, en zakte
+eindelyk de Rivier Surinaamen af.
+
+De schepen lagen dwars over kaap Braam, toen ik aankwam. De
+Vice-Gouverneur TEXIER kwam ons aldaar goeden dag zeggen. Hy gebruikte
+het middagmaal aan boord van één der twee schepen, en keerde te rug in
+het gezelschap van de Capitains SMALL en FREDERIK, die my uitgeleide
+gedaan hadden. By zyn vertrek wierd hy door zeven kanonschoten begroet.
+
+
+
+DERTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+De Schepen ligten het anker, en steken in zee.--Overtocht.--Het
+Zee-paard.--De Noordkaper.--De Haay.--De Zuiger-visch.--Het
+Lootsmanmetje.--De Bruinvisch.--Zee-orkaan.--De Schepen landen in Texel
+aan.--Ontscheping van het krygsvolk in de stad 's Hertogenbosch.--Dood
+van den Colonel FOURGEOUD.--Besluit.
+
+Toen alles tot ons vertrek volkomen in gereedheid was, ligtten de
+beide schepen, onder bevel van den Lieutenant Colonel DES BORGNES het
+anker den 1sten April 1777, en zeilden noord- en noord-west-waarts
+met een oosten wind, en stevige koelte. Ik bleef als een beweegloos
+en stom mensch, in het agterste gedeelte van het schip, tot dat
+de wolken ons beletteden land te bekennen. Na verloop van eenige
+dagen echter gelukte het my, om myne droefgeestigheid te boven te
+komen, en eene zoort van rust te erlangen. Daar toe was ongemeen
+dienende deeze troostende aanmerking, dat, zoo ik my zelven in zeker
+opzigt al benadeeld had, ik ten minsten drie belangryke persoonen,
+JOANNA, JHONNY en QUACO namelyk, aan de slavernye onttrokken had,
+welke weldaad zy overwaardig waren. Ik was voor deeze goede daad in
+voorraad betaald, door de zorgvuldigheden van twee derzelven, waar
+aan ik het behoud van myn leven te danken had, terwyl een onëindig
+getal menschen rondöm my onder den last der onheilen bezweken was,
+anderen hunne gezondheid, verscheiden het gebruik van hunne ledematen,
+zommigen hun geheugen, en eindelyk één of twee hun verstand verloren
+hadden; zynde allen de slagtöffers van eenen gestrengen dienst in
+eene noodlottige luchtstreek.
+
+Van byna twaalf honderd wel gestelde mannen, die tot deezen tocht
+waren ingescheept, kwamen 'er ten hoogsten honderd in hun vaderland
+te rug, en onder deezen bevonden 'er zig misschien geen twintig in
+volmaakte gezondheid. Men telde onder de dooden, (de Heelmeesters
+daar onder gerekend) tusschen de twintig en dertig Officiers, onder
+wier getal drie Colonels en één Major waren. Dusdanig moet de uitslag
+zyn van de gelukkigste krygsönderneemingen in een brandend heet land,
+het welk met moerassen en bosschen doorsneden is.
+
+Den 14den April gingen wy over den zonne keerkring. Vervolgens de koers
+veranderd hebbende, zeilden wy noord-noord-oost, en noord-oost-waarts,
+en wy wierden door stilte overvallen. Ik moet niet vergeten te
+verhaalen, dat wy ons op vyftien graden noorder breedte bevindende,
+de streeken overzeilden, welken men doorgaans de groene Zee noemt,
+uit hoofde van de meenigvuldige zeegewassen, waar van zommige,
+tusschen twee bladen papier uitgespreid en in de zon gedroogd zynde,
+zeer merkwaardig zyn, en boomen, heesters, bloemen vertoonen, en
+stukjens van verschillende zoorten van visschen en schelpen in zig
+bevatten. Wy zagen ook het Zeepaard, een visch, die agt of negen
+voeten lang is: deszelfs lichaam is met kraakbeenige ringen gevormd;
+zyn bek is langwerpig, en zyn kop met een zoort van hoofdhair bedekt.
+
+Den 19den, hield de stilte nog aan. Dagelyks wierden wy vermaakt door
+het gezicht van eene groote meenigte vliegende visschen, zee-braassems
+en noord-kapers, die voor en agter de schepen zwommen en speelden,
+als of zy ons gezelschap hadden willen houden. De Noordkaper is een
+visch, tot het geslacht der groote visschen behoorende; hy gelykt een
+weinig naar den Dolphyn, maar is veel grooter, en koomt in gedaante
+na by den walvisch; zomtyds is hy twintig voeten lang, en ongemeen
+vet. Zyn kakenbeen is van veertig zeer scherpe tanden voorzien. Hy
+werpt het water uit, door twee neusgaten, en zyne kleur is bruin. Wy
+zagen ook van tyd tot tyd, op eenigen afstand van de schepen, en
+boven de golven, groote Noordkapers.
+
+Dit zoort van visch gelykt zeer veel naar de Groenlandsche walvisschen,
+maar hy is veel gevaarlyker, om dat zyne gestalte kleinder, en zy
+ne gedaante platter is. Zyn kakebeen is ook korter, en van kleine
+knevels voorzien. Zyne huid is witter, en zeldzaam geeft hy meer dan
+dertig vaten traan.
+
+Den 22sten, begon het weder op eene zichtbaare manier te veranderen. Al
+het scheepsvolk wierd door verkoudheid, en verscheiden door de koorts
+aangetast.
+
+Den 30sten, was een ieder zoo zwak, dat de dienst met moeite volvoerd
+wierd. Wy hadden reeds twee matroosen en één soldaat verloren. Den
+Lieutenant Colonel DES BORGNES zig zeer ongesteld bevindende, wierd
+my het bevel voor eenige dagen opgedragen. Dewyl het andere schip toen
+voor uit, en byna buiten het gezicht was, liet ik een vlag opheisschen,
+en een kanon-schoot doen, om het zelve te rug te roepen, gelyk ook
+oogenblikkelyk gebeurde.
+
+Toen dien zelfden dag een groote Haay aan één der zyden van ons schip
+zwom, deeden wy vergeefsche pogingen om hem te vangen. De zee bevat
+verscheide zoorten van visschen van den zelfden naam, maar deeze is
+de verschrikkelykste van allen, uit hoofde van zyne grootte, want
+hy weegt zomtyds duizend ponden, en is zestien of agttien voeten
+lang. Zyn kop is platachtig en breed, en men bespeurt in den zelven
+twee gaten, door welken het dier het water laat uitspringen. In alle
+rigtingen draait hy zyne vooruitstekende oogen, die zyne vraatzucht
+te kennen geven. Beneden dezelve is zyn bek geplaatst, die zoo breed
+is, dat hy een grooten hond in eens zou inslokken. Zyne tanden,
+in vyf of zes reijen gerangschikt, zyn zoo snydend en sterk, dat hy
+den arm of het been van een mensch met het grootste gemak afbyt; het
+geen verscheidene maalen gebeurd is. Zyn geheele lyf gelykt volmaakt
+naar dat der zee-honden, welken men in de Noordelyke Zeeën vindt. Hy
+heeft vyf vinnen, één op den rug, twee aan de borst, en twee aan
+den buik. Zyn staart is vorkswyze uitgesneden; maar het bovenste
+gedeelte is het langste. Van zyne ruwe en slymige huid maakt men
+segryn leder. De Haay zwemt altyd met kragt, maar hy is genoodzaakt
+zig op zyde te wenden, om zynen buit te pakken, het geen oorzaak is,
+dat hem verscheiden visschen ontsnappen.
+
+De Zuiger-visch is een visch, welken men dikwerf vindt, aan de kiel
+der schepen en aan de groote zee-monsters, zoo als 'er aanstonds
+één derzelven door my beschreven is, vast zittende. Hy heeft eene
+gryze kleur, en is twintig duimen lang. Zyn lyf, van eene ronde
+gedaante, wordt naar de staart dunner. Zyne vinnen zyn geplaatst,
+als die van de Haay. Zyn zuiger maakt hem het meest merkwaardig. Het
+is eene kraakbeenige zelfstandigheid, van eene eironde gedaante,
+door zydelingsche balken van gelyken aart, die snydend en getand zyn,
+afgedeeld. Dit gedeelte van den Zuiger-visch hecht zig met zulk eene
+kragt aan alles vast, dat, wanneer hy vast zit, de zwaarste golven
+niet in staat zyn hem los te maken.
+
+Het is gepast alhier melding te maken van het Lootsmannetje. Hy is
+klein, en verrykt met de schitterendste kleuren, namelyk bruin met
+een gouden weerschyn. Men zegt, dat hy niet alleen gevoed wordt door
+het overschot der visschen, welke de Haay laat vallen, maar zelfs
+dat hy by deszelfs buit de wacht houdt, en van die byzonderheid zynen
+naam ontleent.
+
+Van het begin van den overtocht af, ging ik bloots hoofds en
+barrevoets; maar den eersten May, juist een maand na ons vertrek,
+was ik genoodzaakt my te kleeden, even als myne mede-reisgenooten.
+
+De Heer NEYSSENS, één van onze Heelmeesters, een Crabbo-dago, een
+zeer verslindend dier, aan boord hebbende, geraakte dezelve omtrent
+te deezer tyd uit zyn hok los, en doodde in éénen nacht alle de
+aapen, alle de papegaijen, en al het gevogelte, dat zig op het verdek
+bevond. De lieden, die de wacht hadden, redden zig met weg te loopen,
+maar één van hun had de onverschrokkenheid, om hem met een stuk hout
+dood te slaan.
+
+Den 3den, hadden wy, op veertig graden zuid-ooster breedte, zwaare
+regenbuiën, en stormwind. Dezelve vermeerderde dagelyks tot den 9den,
+wanneer hy gematigder begon te worden.
+
+Wy zagen toen Bruinvisschen. De visch van deezen naam heeft vyf of zes
+voeten lengte, is zeer vet, zonder schubben, en van eene zwartachtig
+blaauwe kleur. Zyne oogen zyn klein; hy heeft puntige tanden, en een
+zeer langwerpigen bek. Hy heeft drie vinnen, één op den rug, en twee
+aan de borst. Zyn staart is horizontaal, op dat hy boven het water
+zoude kunnen springen; het geen hy meenigmalen doet, het zy om te
+snuiven of adem te halen, en men kan dan van zeer verre af het gesnuif
+van zyne neusgaten hooren. Het vleesch van den Bruinvisch is rood,
+en gelykt veel naar zommige zoorten van varkensvleesch.
+
+Den 13den, geduurende een vierde gedeelte van den morgen, en op een
+korten afstand van de Azorische Eilanden, wierden wy door eenen
+geweldigen storm uit het oosten beloopen. Eene bramsteng dreef
+kort daar na op zyde van ons schip voorby. Wy vernamen vervolgens,
+dat dezelve van een Hollandsch Oost-Indisch Compagnies Schip was,
+het welk in zyne te rug komst in de nabyheid van het Eiland Tercéra
+met man en muis verging.
+
+Den 14den, was de wind zoo geweldig, dat wy onze groote bramsteng
+verlooren, en het groote zeil scheurde. Het andere schip verloor te
+gelyker tyd zyn boeg-spriet.
+
+Den 15den, kregen wy een orkaan, vergezeld van blixem, donder, en
+zeer zwaren regen. Dezelve duurde den geheelen nacht, en nam onze
+mast weg. Het volk was uittermaten vermoeid, en naauwlyks bestand
+tot den arbeid, die 'er noodig was, om eene schipbreuk voor te komen.
+
+De twee volgende dagen behielden wy tegenwind, met een reef in het
+fokkezeil. De golven klommen bergs hoogte, en sloegen aanhoudend over
+het schip heen. Nacht en dag moesten wy pompende blyven. Kort daar
+na deeden wy de gewoone groete aan het Hollandsch Fregat de Alarm,
+het welk ons zulks wederkeerig bewees.
+
+Den storm eindelyk ophoudende, peilden wy negen vademen water. Maar
+de wind eensklaps noord-oost-waarts draaijende, dreeven wy den mond
+van het Kanaal in, tot des morgens van den 21sten, wanneer, ten half
+twee uuren, het andere schip een schot deed, om ons te berigten,
+dat de vuurbaak der Sorlings Eilanden in het gezicht was; en des
+morgens ten vier uuren kwam 'er een loots aan boord.
+
+Op de hoogte van Douvres eene stilte van agten-veertig uuren gekregen
+hebbende, zagen wy eerst den 27sten de Hollandsche kust. Dien
+zelfden dag kogten wy beste visch, ons door eene Scheveningsche pink
+aangebragt, en wy onthaalden 'er al het volk op, schoon nimmer een
+schip beter van voorraad voorzien was.
+
+Ons geduurende den nacht van de wal afhoudende, kregen wy eindelyk
+Kykduin en den Helder in 't gezicht. Den 28sten, des morgens ten drie
+uuren, wierpen de beide schepen het anker op de rheede van Texel,
+na negen kanon-schoten gedaan te hebben.
+
+Den 30sten, in de Zuiderzee het kleine Eiland Urk voorby gezeild zynde,
+geraakten de beide schepen, het voor den wind hebbende, van zelf op
+het Pampus, eene zeer groote zandbank, met water overdekt, niet verre
+van Amsterdam afgelegen, en aan deeze Stad tot een natuurlyke wal ter
+beschutting tegen alle buitenlandsche vyanden dienende. Alle schepen
+moeten daar over heen gaan, of tusschen beiden door geleid worden;
+en dit laatste middel verkozen wy.
+
+Eenige Noorweegsche schepen kwamen te gelyker tyd met ons aan. Allen,
+die zig op dezelven bevonden, zaten in hun hembd op het dek, en waren
+nat van het zweeten, terwyl wy in mantels gedoken waren, en gevoerde
+mutsen op het hoofd hadden, om ons tegen de koude te beveiligen.
+
+De stad Amsterdam zond thans eene groote meenigte ververschingen aan
+boord, dezelven aan de verlossers eener Volkplanting aanbiedende, by
+welke zy een zoo merkelyk belang had. Het volk van onze beide schepen,
+op 't punt zynde van hunne nabestaanden en vrienden weder te zien,
+was opgenomen van vreugde. Men moet echter daar van een enkelen
+uitzonderen, die thans van zyn geluk verstoken was.
+
+Den 3den Juny, ging ons volk over op zes kleine vaartuigen, waar mede
+zy naar 's Hertogenbosch werden overgevoerd, eene Stad, alwaar men
+deeze krygsbende voltallig maakte, en dezelve in bezetting hield. By
+het ontschepen begroetten ons onze schepen met negen kanon-schoten, en
+wy beantwoordden hen met een driewerf geroep van Hoezée. Wy namen den
+weg over Saardam, Haarlem en ter Goude, welke plaatsen ik zeer fraay
+vond: ik bewonderde vooral de geschilderde glazen van de hoofdkerk
+der laatstgemelde stad. Maar de inwooners, die, door nieuwsgierigheid
+gedreven, ons in meenigte omringden, scheenen my toe een wonderlyk
+slag van menschelyke wezens te zyn, met lappen bekleed, en door de
+gaven der natuur zeer weinig begunstigd. Het was tegen dit volk niet
+alleen, dat ik zulk een vooröordeel had; alle de Europeanen hadden
+by my een gelyk voorkomen, wanneer ik ze vergeleek by de geenen, die
+ik verlaten had, by die menschen, wier oogen vol vuur zyn, de tanden
+zoo wit als ivoor, en de huid steeds van eene ongemeene zindelykheid
+glinsterende. Intusschen dagt ik niet aan het buitengewoon voorkomen,
+het welk wy maakten, wier taanige kleur door de zon verbrand was,
+en die, door zoo veele ellenden en vermoeijenissen uitgeput, niets
+meer dan wandelende geraamten waren. Ik zoude 'er kunnen byvoegen,
+dat wy zoo lang in de bosschen geleefd hebbende, geen ander voorkomen
+dan van wilde menschen hadden; en ik zelf in 't byzonder verdiende
+en verkreeg dien bynaam.
+
+In dien staat kwam ik in de Stad s' Hertogenbosch aan, alwaar onze
+laatste ontscheping den 9den plaats had.
+
+Op deeze wyze eindigde één der buitengewoonste tochten, die immer
+door Europeesch krygsvolk waren ondernomen, en waar by men slechts
+op eenen verren afstand den oorlog tegen de Americaansche Zeeroovers
+in vergelyking stellen kan.
+
+By onze aankomst ontmoetten wy den Lieutenant Colonel WESTERLOO, die,
+in 't jaar 1773, in Europa ziek was te rug gekomen, en thans zelfs
+nog niet geheel en al hersteld was. Hy noodigde my, benevens eenigen
+van myne medgezellen, ter maaltyd aan eene gemeene tafel, voor een
+gedeelte bestaande uit Hollandsche Officiers, die zig beklaagden, dat
+het eeten naar den rook smaakte, en dat het rundvleesch slecht was;
+terwyl wy, ellendige gelukzoekers, verklaarden nooit beter maaltyd
+gedaan te hebben. Maar te gelyker tyd, dat deeze heeren de lekkerheid
+der aardbeziën, kerssen, en andere Europeesche vruchten roemden,
+vonden wy dezelven verre beneden de advocaaten-peer, de water-meloen,
+de ananas, enz. die ons zoo langen tyd tot eene lekkernye gestrekt
+hadden.--Alles wat in deeze weereld goed of kwaad is, is enkel
+betrekkelyk, of door vergelyking.
+
+Des anderen daags wierden wy op de parade aan den Generaal HARDENBROEK
+voorgesteld.
+
+Den 18den, ontfingen wy onze agterstallige soldye, en men stond
+aan allen, wien zulks geliefde, toe, om tot hun voorig Regiment te
+rug te keeren. Zommige soldaten hadden vier of vyf honderd guldens;
+maar zy bragten ze zeer schielyk door.
+
+Het was toen het oogenblik ter uitvoering van myn reeds voorlang
+genomen besluit, om namelyk het Regiment van den Colonel FOURGEOUD
+te verlaten. Dadelyk na onze ontscheping, verzogt ik myn ontslag aan
+den Prins van Oranje, die my het zelve den 20sten verleende, en my
+aanstelde tot Capitain onder het Regiment van den Generaal STUART,
+het welk ik in September 1772 verlaten had.
+
+Ik veranderde dus van monteering, en kleede mynen getrouwen QUACO
+in eene deftige livrey. Ik onthaalde vervolgens myne reisgenooten,
+met welken ik zoo veele gevaaren had doorgestaan, ter maaltyd,
+en wy scheidden van elkander met wederzydsche betuigingen van eene
+eeuwigduurende vriendschap. Des anderen daags morgens vertrok ik,
+om my by myne oude krygsbende te vervoegen, alwaar ik met de blyken
+van de levendigste vreugde ontfangen wierd.
+
+Den 25sten Augustus, begaf ik my naar het Lusthuis het Loo, in
+Gelderland, alwaar ik door mynen Colonel wierd voorgesteld aan zyne
+Doorluchtige Hoogheid, den Stadhouder, die my op de vriendelykste
+wyze ontfing, en my spoedig bevorderde tot den rang van Majoor in
+het Regiment, waar toe ik thans behoorde.
+
+Ik had ook het genoegen, om eenigen van myne oude medgezellen,
+en zelfs die geenen, die zonder het te weten, met hunnen ondergang
+bedreigd waren geworden, op eene eerlyke wyze beloond te zien.
+
+Den 24sten September, ging ik naar den Hage, alwaar ik zyne
+Doorluchtige Hoogheid verzogt, om agttien beeldtenissen van wasch,
+door my zelven gegoten, als een blyk van erkentelykheid te willen
+aanneemen, gelyk hy ook de goedheid had te doen. Zy verbeeldden
+Indianen van Guiana, en Negers uit de Volkplanting van Surinamen,
+met onderscheiden arbeid bezig zynde op een Eiland, het welk op een
+glas van krystal geplaatst was.
+
+Ik gaf ook mynen Neger QUACO (met zyne toestemming,) aan de Gravin
+VAN ROSENDAAL, aan wier geslacht ik groote verpligtingen had,
+tot een geschenk. Deeze vrouw, verrukt over het goed gedrag en de
+eerlykheid van deezen jongen Neger, liet hem met myne goedkeuring naar
+mynen naam doopen, met belofte, dat zy altyd voor hem zoude zorgen,
+en hem voordeelen doen genieten, welken ik niet in staat was hem
+te beschikken.
+
+Omtrent op het einde van de maand October, boden de Bewindhebberen
+der Compagnie van de Berbices my den post aan van Vice-Gouverneur
+deezer Volkplanting, in de nabyheid van die van Surinamen gelegen. Ik
+begaf my dus naar Amsterdam, om te vernemen, welke hunne voorslagen
+waren. Zy bepaalden my eene zeer zwaare bezolding, en beloofden
+my groote voordeelen; maar ik hield aan op de belofte, om aan den
+tegenwoordigen Gouverneur by deszelfs eerder afsterven te zullen
+opvolgen, als mede op eene behoorlyke jaarwedde, by myne te rug komst,
+na een bepaald getal van jaaren. Deeze heeren beweerden dit verzoek
+niet te kunnen toestaan, en dienvolgende bedankte ik hun voor hun
+aanbod. Ik oordeelde het voorzichtiger te zyn myne gezondheid in Europa
+te herstellen, dan andermaal in de gezengde luchtstreek te gaan kwynen,
+zonder hoop om, in myn vaderland te rug komende, myne dagen in stilte
+te kunnen eindigen. Intusschen kreeg ik spoedig myne kragten wederom,
+en was zoo welvarende, als ik immer geweest was. Onder honderd van
+myne medgezellen was 'er ter naauwer nood een enkele, die op zulk
+een geluk roemen konde.
+
+De Colonel FOURGEOUD zelf had weinig genot van zyn fortuin. Eenigen tyd
+na zyne te rug komst in Holland, wierd hy in zyn bed dood gevonden. Hy
+wierd met alle krygsëer in den Hage begraven.
+
+Zyn gezworen vyand, de Gouverneur der Volkplanting Surinamen,
+overleefde hem niet lang. Zyne plaats wierd door den Colonel TEXIER met
+eere vervuld, aan wien de waardige heer WICHERS naderhand opvolgde. [4]
+
+Den Duitschen Keizer de grenssteden van Holland in 't jaar
+1782. hebbende ingenomen, was het Regiment van den Generaal STUART
+het laatste, het welk de stad Namur ontruimde, alwaar het Keizerlyk
+krygsvolk dien zelfden dag, dat hy 'er uittrok, binnen rukte. Kort
+daar na wierd de Schotsche Brigade, waar van de soldaten uit
+lieden van allerleije natiën bestonden, door de Staaten van Holland,
+genaturaliseerd, dat is, tot drie Hollandsche Regimenten gevormd, ter
+gelegenheid van den oorlog met Groot-Britanniën, die ons, de meeste
+voornaame Officiers en my zelven, noodzaakte om ons afscheid te nemen,
+als tegen onzen Koning en ons Land niet begeerende te dienen.
+
+De Prins van Orange gaf my, by het verleenen van myn afscheid, den rang
+van Lieutenant-Colonel. Toen wy allen in Engeland waren te rug gekomen,
+nam zyne Brittannische Majesteit, uit hoofde van onze getrouwheid,
+ons onder zyne bescherming. Den 18den Juny, wierden elf van de onzen,
+onder wier getal ik het geluk had te behooren, te Saint James door
+den Generaal CONWAY aan den Koning voorgesteld, en hadden de eer om
+de hand van zyne Majesteit te kussen.
+
+Den 27sten van dezelfde maand, wierd ons allen, door het Huis der
+Gemeente in het Engelsch Parlement, eene halve soldye toegestaan,
+volgens den rang, dien elk van ons bekleedde op het oogenblik, dat
+hy uit het Regiment ontslagen wierd. [5]
+
+Het Publiek zal zig een denkbeeld van de oudheid en dapperheid der
+Schotsche Brigade kunnen vormen, wanneer hy onderrigt wordt, dat
+dezelve in 't jaar 1570. in Holland ontscheepte, onder den naam van
+vrye Compagniën, onder het bevel van eenige Edellieden van den eersten
+Schotschen adel; en dat zy naderhand altyd heeft uitgeblonken in de
+oorlogen, door Holland gevoerd, zoodanig dat zy den eernaam verdiend
+heeft van het bolwerk der Republiek.
+
+Ik zal myn verhaal besluiten met nog eenmaal aan te stippen eenen
+naam, dien men zoo dikmaals heeft aangetroffen, den naam van JOANNA,
+van JOANNA, die niet meer in leven is!
+
+In den loop van de maand Augustus 1783, ontfing ik van den heer GOURLAY
+eenen brief, die my het hart doorboorde. Dezelve gaf my bericht, dat
+de schoone en deugdzaame JOANNA den 5den November was overleden, en
+dat men haaren dood aan vergif toeschreef. [6] Men had verdenking, dat
+haar vergif was ingegeven uit nyd en jaloersheid, die men tegen haar
+had opgevat, uit hoofde van de blyken van byzondere achting, die haar
+van wegen haare meer dan gemeene hoedanigheden door de aanzienlykste
+lieden in de Volkplanting bewezen werden. Haare moeder door aanneming,
+Mevrouw GODEFROY, bezorgde aan haar lyk eene eerlyke begravenis in
+het bosjen van oranje-boomen, door haar bewoond. Het beminnelyk kind,
+het welk zy my agterliet, wierd my toegezonden met een bankbriefjen
+van twee honderd ponden sterling, zynde deszelfs byzondere eigendom,
+door hem van zyne moeder geërfd: zyne beide voogden overleden korten
+tyd daar na.
+
+Hy wierd in het Graafschap Devon opgevoed, en muntte uit door schielyke
+vorderingen in zyne studiën. Hy bezat alle de goede hoedanigheden van
+eenen zeeman, en deed twee reizen naar de Westïndiën. In den oorlog
+tegen Spanje, diende hy met eere als Adelborst op de schepen zyner
+Majesteit Southampton en Lezard. Hy was steeds gereed, om ten nutte
+van den dienst zig aan alle gevaaren bloot te stellen. Maar hy leeft
+niet meer; hy is op zee gebleven, op de hoogte van het Eiland Jamaica.
+
+Ik heb dus aan den lezer niets meerder te berigten aangaande het lot
+der geenen, die my zoo dierbaar waren. Laat het my alleenlyk geöorloofd
+zyn, hem by het slot van dit myn verhaal te herinneren, dat ik in alle
+myne opgaven de eenvoudige waarheid steeds tot leidsvrouwe genomen heb.
+
+Einde der Reize van den Capitain STEDMAN.
+
+
+
+
+
+
+
+AANHANGZEL TOT DE REIZE VAN J. G. STEDMAN,
+ACHTER DE FRANSCHE VERTAALING VAN DEZELVE GEVOEGD
+
+
+
+VOOR-BERICHT.
+
+De Burger LESCALLIER, Oud-Bestuurder van Guiana;
+
+Aan
+
+Den Burger BUISSON, Boekhandelaar.
+
+Parys, den 1sten Fructidor, 't VIde Jaar der Republiek.
+
+Ik heb, Burger! het werk gelezen, door u aan my medegedeeld, ten titul
+voerende; Reize naar Surinamen, en door de binnenste gedeelten van
+Guiana, door den Capitain STEDMAN, uit het Engelsch vertaald. Ik heb
+het, over het algemeen, belangryk gevonden; het behaagt my inzonderheid
+uit hoofde van den geest van menschlievendheid en eerlykheid, die
+daar in doorstraalt. Zoo dikwils hy het stuk der slavernye behandelt,
+als mede het droevig lot der zwarten in deeze Volkplantingen, ziet
+men, dat deeze Schryver met vrymoedigheid ontvouwt, en ten hoogsten
+afkeurt de wreede handelwyze van zommige dienaaren, en de lydende
+menschelykheid oprechtelyk beklaagt. Ik heb echter met eenig leedwezen
+gezien, dat hy zelf, in verscheidene omstandigheden van zyn gedrag,
+ten deezen opzigte niet altyd onbesproken geweest is. Ik beroep my,
+onder anderen, op de behandeling, welke hy, op een valsch bericht,
+aan zynen Sergeant FOWLER aandeed, wien hy, zonder een woord te
+spreken, zes bambous-rieten op het hoofd aan stukken sloeg; zynde
+dit geweest het ellendig uitwerkzel van gramschap, die voor geene
+reden vatbaar is: (zie I. Deel, bladz. 256.) maar men moet dit een
+en ander over het hoofd zien, wanneer men daar tegen met een gunstig
+oog beschouwt den nadruk en de waarheid, die een verhaal kenschetsen,
+waar van zelfs de Schryver niet heeft agterwegen gelaten, het geen in
+zyn nadeel was, als mede een jeugdig, opvliegend en driftig gestel,
+het welk in zekere oogenblikken zig zelven niet meer meester is.
+
+Gy verlangt, om dit werk vollediger te maken, eenige nadere
+hyzonderheden rakende de verdere gedeelten van Hollandsch en Fransch
+Guiana, welken ik bewoond en doorkruisd heb. Gy hebt gemeend, dat ik
+u de middelen zoude kunnen aan de hand geven, om, tot vermaak en ten
+nutte van het Publiek, deeze beschryving van Guiana aan te vullen,
+door eenige andere aanmerkingen, betrekkelyk deeze landstreeken,
+by elkander te verzamelen.
+
+Altyd gereed, om aan myne mede-burgeren nuttig te zyn, heb ik
+niet geaarzeld de gelegenheid waar te nemen, welke gy my aanbood:
+met dit al, na rypelyk daar op te hebben doorgedacht, heb ik in
+deeze onderneming veele hinderpalen ontmoet, die my wel niet van de
+uitvoering myner belofte doen te rug keeren; maar my de toegevendheid
+van het Publiek doen verzoeken, daar de aanmerkingen, om verscheidene
+redenen, die ik u ontvouwen zal, zoo volledig niet zyn kunnen, als
+ik wel verlangd hadde.
+
+Het is veertien jaaren geleden, dat ik de ééne, en elf jaaren, dat
+ik de andere deezer Volkplantingen niet gezien heb. Zedert dien tyd
+hebben verschillende bezigheden van eene onëindige beslommering,
+andere reizen, myn geheugen met een aantal denkbeelden, en nieuwe
+zaken beladen. Om een behoorlyk werk over deeze twee gedeelten van
+Guaina by één te brengen, zoude ik meer dan ooit noodig hebben in het
+bezit te zyn van de gedenkschriften en geschrevene berigten, welken ik
+by elkander had verzameld; maar, door onderscheidene toevalligheden,
+zyn de meeste myner papieren en handschriften verloren of verstrooid
+geraakt.
+
+Aan den anderen kant heb ik, ten nutte van het Regeerings-Bestuur,
+een werk over Fransch Guiana [7] uitgegeven, waar in ik alle die
+gezichtpunten heb by één verzameld, die ik het nuttigst oordeelde,
+en de byzonderheden, die my met opzigt tot deeze landstreeken het
+gewichtigst voorkwamen: ik zoude hier niets anders kunnen doen,
+dan het door my reeds geschrevene te herhaalen.
+
+Wat Hollandsch Guiana betreft, zynde gelegen boven Surinamen, dat is
+meer naar de west-zyde, en het welk ik twee jaaren lang bewoond en
+als Opperhoofd bestuurd heb, het zelve bestaat in drie Volkplantingen,
+aan de oevers van drie voornaame Rivieren gelegen; de Volkplanting de
+Berbices, waar van de grensscheidingen zig tot aan de Rivier Corantyn
+uitstrekken; die van Demerary en van Essequebo, zig met Spaansch
+Guiana uitstrekkende tot de Rivier Poumaron. Deeze Volkplantingen by
+elkander gerekend, bevatten eene uitgestrektheid van zestig mylen aan
+de zeekusten, waar van de beschryving in veele opzichten dezelfde
+zoude zyn, als die der kusten van Fransch Guiana. Maar derzelver
+wezentlyk onderscheid bestaat in de merkelyke vorderingen, die de
+bebouwing der laage landen in deeze Volkplantingen gemaakt heeft;
+het welk een nuttig voorbeeld verschaft voor onze Volkplanting van
+Guiana, die wel eenige proeven van dien aart gedaan heeft, maar welke
+volstrekt in de eerste beginzelen zyn blyven steken.
+
+Om een nuttig Aanhangzel tot het werk van den Capitain STEDMAN,
+raakende Surinamen, te leveren, oordeele ik niets beters te kunnen
+doen, dan om, by wegen van eene briefwisseling tusschen een Hollandsch
+en een Fransch Ingezeten, aan het Publiek eenige aanmerkingen omtrent
+het bebouwen der lage landen optegeven; aanmerkingen, welken ik
+geduurende myn verblyf in deeze Volkplantingen heb opgezameld, en
+waar uit de Planters, die met eenige gelden in ons Guiana eenige
+onderneming zouden willen doen, groot voordeel trekken kunnen.
+
+Ik heb verschooning noodig aangaande den styl, rangschikking en manier
+van schryven, naar mate van den korten tyd, dien ik aan deezen arbeid
+heb kunnen besteeden, met andere beslommerende bezigheden dagelyks
+bezet, welke my zeer weinige oogenblikken vryheid overlaaten. Ik weet
+wel, dat het Publiek, over 't algemeen, niet gewoon is op dusdanige
+verschooning veel acht te slaan; en indien men aan zyn voorgesteld
+doeleinde niet voldoet, zegt het met den Menschen-hater van MOLIERE:
+
+De tyd doet niets ter zaak.
+
+Dus draag ik deeze redenen van toegeeflykheid alleenlyk voor aan u,
+en aan het klein getal van Lezers, die dezelven wel zullen weten op
+prys te stellen.
+
+
+
+INHOUD DER BRIEVEN.
+
+EERSTE BRIEF.
+
+Van den aart der Landen, derzelver vruchtbaarheid en plaatselyke
+ligging.
+
+TWEEDE BRIEF.
+
+Van de manier, om te arbeiden aan Dykagiën, uitwaterende Vaarten,
+Sluizen en ander werk, het welk noodig is, om het Land ter bebouwing
+gereed te maken.
+
+DERDE BRIEF.
+
+Van het planten en aankweeken van Koffy, en van de noodige
+levensmiddelen tot onderhoud van de Planters; van het oogsten
+en bewerken der Koffy; van de gebouwen, en verdere noodzakelyke
+inrigtingen tot eene groote Koffy-Plantagie, volgens het gebruik der
+Hollandsche Volkplantingen in Guiana.
+
+VIERDE BRIEF.
+
+Antwoord op de drie eerstgemelde Brieven, waar by de Fransche Ingezeten
+de vraag omtrent de afschaffing der slavernye, in de Volkplantingen,
+alwaar dezelve nog plaats heeft, opzettelyk behandelt: hy raadt om
+deeze verandering, die noodzakelyk geworden is, te bevorderen, en
+geeft de middelen aan de hand, om daar toe te geraken, zonder aan
+den voorspoed der Volkplantingen nadeel toe te brengen.
+
+
+
+
+AANHANGZEL.
+
+
+
+EERSTE BRIEF.
+
+Van den aart der Landen, derzelver vruchtbaarheid en plaatselyke
+ligging.
+
+De weinige ledige tyd, die my overblyft van eenen post, met eene
+meenigte bezigheden vergezeld; eene zeer flaauwe kennis van de
+Fransche taal, aan welke een aantal Schryvers zulk eene volkomenheid
+bezorgd hebben, dat het aan weinige vreemdelingen gelukken mag in eenen
+middelmatigen styl te schryven; de ongenoegzaamheid myner kundigheden;
+alle deeze redenen zouden meer dan voldoende zyn, om uw verzoek te
+weigeren, ten einde myne gedachten te vernemen omtrent den grond
+der Volkplantingen van Guiana, zoo Fransch als Hollandsch, omtrent
+het zuiveren en droogmaken der landen, en omtrent de byzonderheden
+van derzelver bebouwing, van de verblyfplaatsen en huisvestingen,
+van het inöogsten en zuiveren der volwassene vruchten, met al het
+geen tot deeze onderscheidene voorwerpen eenigzints betrekkelyk
+is: maar wanneer ik acht geef op de byzondere diensten, welken het
+Fransch Bestuur aan de Republiek bewezen heeft, vermeene ik, dat elk
+waar Hollander gereed moet zyn, om, zoo veel zyne kundigheden zulks
+toelaten, te arbeiden aan alles, wat den Franschen aangenaam zyn kan.
+
+Alvorens tot de opzettelyke behandeling der voorwerpen van onze
+briefwisseling toe te treden, oordeele ik het geenzints ongepast
+te zyn, om in weinige woorden te doen zien de verandering, welke de
+Volkplanting van Fransch Guiana t'eeniger tyd zal kunnen ondergaan,
+en by gevolg, welk nut dezelve aan onze scheepvaart en algemeenen
+koophandel zal kunnen aanbrengen, indien zy t'eeniger tyd, zig
+niet meer tot de hooge landen bepaalende, beter gebruik maakt van de
+vruchtbaare oevers van haare Rivieren Aprouago en Oyapok, als mede van
+de zee-kusten en binnen-landen, tot welken men door gegraavene vaarten
+tusschen deeze verschillende Rivieren den toegang zoude kunnen baanen.
+
+Men ziet dit nog heden ten dage te Cayenne en in de Berbices; de
+geschiedenis van Surinamen en der Volkplanting van Demerary bewyst
+het ons: men heeft, door geheel Guiana zig het eerst op de hooge
+landen beginnen neder te zetten. Het is onnoodig de redenen daar
+van op te spooren; het is genoeg te melden, dat ongetwyffeld de
+schatten, welken de ryke grond van dit gedeelte van America in zig
+bevat, zig niet kunnen ontdekken, dan door het opdroogen van haare
+moerassen. Surinamen is eerst eene Volkplanting van aanbelang geworden,
+zedert dat men begonnen heeft de lage landen van de Rivier Commewyne
+uit te droogen; en de schepen, welken zy nog tegenwoordig afzendt,
+zyn grootendeels beladen met koopwaren, komende uit den mond van deeze
+ryke Rivier, waar in die van de Cottica, en verscheide aangelegde
+kreeken, zig ontlasten. De ladingen van drie vierde der schepen,
+welken de Volkplanting de Berbices in eene kleine hoeveelheid afzendt,
+bestaan in de voortbrengzels van een klein getal Plantagiën, gelegen
+in de lage landen van het gedeelte, het welk Maripaan, dat is, het
+lage van de Rivier, genoemd wordt. Wat de Volkplantingen Demerary en
+Essequebo betreft, de voortbrengzels van de hooge gedeelten deezer
+beide Rivieren, zyn naauwlyks noemenswaardig, zedert men zig te
+Essequebo heeft toegelegd op het bebouwen der landen, die aan de
+monden der Rivier, en de kusten der nabuurige Eilanden, gelegen zyn;
+en zedert dat men te Demerary de Plantagiën, die te veel van het een
+of ander moeras aan haaren mond verwyderd lagen, byna geheel verlaten
+heeft, heeft men zig van dien tyd af niet alleen met yver op de lage
+landen der beide oevers ter nedergeslagen, maar men heeft bovendien
+den landbouw langs de beide kusten der zee voortgezet; zynde die aan
+de west-zyde reeds volkomen bebouwd tot aan Borassire Kreek, terwyl
+die aan de oostzyde spoedig bebouwd zal zyn tot aan de Maheyca Kreek,
+en tot boven aan de Coerabanne Kreek.
+
+Om u des te beter te doen gevoelen, welke uitwerking die verandering in
+deeze Volkplanting heeft te weeg gebragt, zal ik u eene tafel vertoonen
+van haare uitvoeringen naar Europa voor dien tyd, en ook daar na.
+
+De Registers van het jaar 1745 tot het jaar 1761 toonen, dat het
+hoogste van die jaaren heeft opgeleverd 3579 vaten Suiker, en het
+minste 285 vaten, zonder byna eenige andere koopwaren; dat in de
+volgende jaaren, van 1762 tot 1770, in welken tyd het bebouwen
+der lage landen begonnen is, zoo in Essequebo, als in Demerary,
+men bevindt, dat in de drie eerste jaaren het hoogste niet meer
+bedroeg dan omtrent 3000 vaten Suiker, 19 oxhoofden en 664 balen
+Koffy, en 4 balen catoen; terwyl de uitvoering in 1767 reeds was
+opgeklommen tot 4745 vaten Suiker, 72 oxhoofden en 2740 balen Koffy,
+met 84 balen Catoen, welk artikel twee jaaren daar na opklom tot 337
+balen, en, negen jaren later, tot 2868 balen in één enkel jaar: dit
+is vervolgens by aanhoudenheid naderhand zeer spoedig vermeerderd;
+zoo dat, in de maand September laatstleden, de Registers aantoonen,
+dat de Schepen, naar Holland en Zeeland vertrokken, zedert het begin
+van het tegenwoordig jaar, [8] hebben uitgevoerd 4021 en een half vaten
+Suiker, 1340 oxhoofden en 36315 balen Koffy, en 2992 balen Catoen,
+welken men hier doorgaans maakt van 300 tot 340 ponden gewicht, terwyl
+men in verscheidene andere Volkplantingen de balen catoen niet zwaarder
+maakt dan van 200 tot 250 pond: men moet die zelfde aanmerking maken,
+ten aanzien van de suikeren, welken de meeste Planters tegenwoordig
+in vaten pakken van omtrent duizend ponden netto, terwyl men dezelven
+voorheen deed in vaten van omtrent 600 ponden.
+
+Om den uitvoer van dit geheele jaar 1785 volledig op te geven,
+ontbreekt het geen nog uitgevoerd zal kunnen worden met zeker schip,
+het welk in lading ligt, en voor het einde van het jaar vertrekken
+moet.
+
+Voeg hier by het geen een goed aantal schepen van de Americanen
+en van de Eilanden (die zedert den eersten January uit Demerary
+zyn uitgezeild.) van die zelfde drie koopwaren ter smuik hebben
+uitgevoerd; eindelyk, het geen een aantal onbekende vaartuigen uit de
+Rivier Essequebo uitgevoerd hebben; het welk een handel van aanbelang
+uitmaakt, schoon een weinig minder dan in Demerary.
+
+Oordeel hier uit van de gewichtige gevolgen van het bruikbaar maken
+der lage landen en der zee-kusten!
+
+Indien de vertogen, door de Planters in 't jaar 1785 aan de Regeering
+gedaan, ingang vinden, en indien men voortgaat met van hun slechts
+matige belastingen te vorderen, indien men den handel niet dwingt
+door nadeelige Reglementen, is 'er geen twyffel aan, of de uitvoer
+naar Europa zal in veel minder dan vyftig jaren het dubbeld opbrengen.
+
+Ik geef u deeze byzonderheden op, ten aanzien van de vermeerdering
+van de voortbrengzels deezer Volkplanting, om u door daadzaken te
+bewyzen, dat indien men zig te Caijenne op het bebouwen der lage
+landen met yver toelegt, deeze Volkplanting, wel verre van aan 's
+Lands schatkist tot een last te zyn, onder het getal zal komen van
+die genen, die den koophandel en de scheepvaart der verschillende
+Fransche havens doen herleven.
+
+Ik kan niet ontkennen, dat de inrigtingen, die men op deeze landen
+aanlegt, geduurende het eerste en tweede jaar haare onaangenaamheden
+hebben: een vochtig land, en het welk nog niet lang genoeg door de
+stralen van de zon is bescheenen geweest, om volkomen droog te worden;
+onaangenaame insecten, die u des avonds, des nachts en des morgens
+kwellen; het gebrek aan goed water en verscheide andere zaken, of de
+moeilykheid om zig zulks aan te schaffen, maken, dit erken ik gaarne,
+het leven in den eersten tyd onaangenaam: maar laat men in aanschouw
+nemen, dat deeze ongemakken slechts voor een tyd zyn, terwyl de rykdom
+der voortbrengzels, welken deeze onuitputtelyke landen opleveren, de
+moeielykheden en het gebrek, die men aldaar in het begin ondervindt,
+spoedig zullen doen vergeten.
+
+Voor 't overige kan men zig eenigermaten beveiligen tegen het ongemak
+van het steken der kleine en groote muggen, door het weghakken van het
+geboomte, stronken en doornheggen, die langs den oever der Rivieren
+groeiën, en waar in deeze insecten huisvesten.
+
+Al verder, naar mate het getal der beplantingen vermeerdert,
+verminderen de onaangeraimheden. Zoo lang de nieuwe Planter zyne
+omheining nog niet geëindigd heeft, zyne uitwatering bepaald, en
+de gebouwen voor hem en zyne Negers opgerigt, is hy gehuisvest by
+zyn buurman, die zig daar toe des te gemakkelyker leent, om dat de
+nieuw aankomende door zyne omheining, en het hakken van zyn hout, de
+uitwerking der zoele winden vermeerdert, de insecten doet verdwynen,
+en hem ontlast van de zorgen der bedykingen, zoo aan de kanten, als in
+'t midden, in den tyd der zwaare regenbuien: op die wyze zyn in korte
+jaaren deeze moerassen, waar aan men te recht den naam van woesten
+klomp zoude kunnen geven, in eenen Hof van Eden veranderd en hervormd.
+
+Het gezegde moet, zoo my dunkt, de geheele wereld overtuigen, dat het
+bebouwen der lage landen onëindig voordeeliger is boven dat der hooge
+landen; en ik twyffele niet, of een ieder zal de oude vooröordeelen
+ten deezen opzigte spoedig laten varen.
+
+Na deeze inleiding, welke ik noodig geöordeeld heb vooraf te laten
+gaan, zal ik overgaan tot de behandeling van het hoofd-onderwerp van
+deezen, en van de volgende brieven.
+
+Alvorens ik echter met u begin te spreken over den grond der
+Volkplantingen van Guiana, wil ik u myne denkbeelden en myn gevoelen
+mede deelen omtrent de manier van het inrigten der bebouwing van de
+oevers der Rivieren in dit geheele vaste Land: het is voordeeligst
+de zuivering der gronden te beginnen aan de wederzydsche oevers by
+den mond der Rivier, en daar mede voort te gaan, altyd van de laagte
+naar de hoogte opklimmende.
+
+Verscheiden redenen overtuigen my, dat deeze manier de beste zyn zoude.
+
+Het is buiten allen twyffel, dat over den geheelen aardbol, maar
+vooral en in 't byzonder tusschen de zonne-keerkringen, de zeelucht,
+en de winden, die langs de zeekusten waaijen, niet alleen over dag,
+maar zelfs des nachts, vooral by droog weder, ongemeen heilzaam zyn:
+de Negers zyn aldaar veel minder aan zweren onderworpen, dan aan
+het hooge einde der Rivieren; en wanneer zy die al hebben, worden
+zy veel spoediger genezen. De lucht aan de kust is bovendien een
+byzonder geneesmiddel tot spoedige herstelling van maag-kwalen, als
+mede van alle andere ziekten uit verstoppingen, die aldaar met eene
+verwonderlyke gemakkelykheid genezen worden.
+
+Aan den anderen kant is het ontwyffelbaar, dat de eerste openingen
+in de lage landen de ongezondste zyn, en is het by gevolg niet veel
+voorzichtiger dezelven te beginnen aan dat gedeelte der Rivier,
+alwaar wind en lucht eene onbelemmerde dreef hebben, de vochtige
+uitdampingen oogenblikkelyk doen verdwynen, en den al te waterachtigen
+en rotachtigen staat van den dampkring verbeteren. Ik weet zeer wel,
+dat een enkel voorbeeld de gezondheid van eene landstreek niet met
+zekerheid bewyst; maar dit is echter zeker, dat de eerste bewoners,
+die zig op de lage landen der binnenste Rivieren van Demerary hebben
+ter neder gezet, grootendeels zeer jong gestorven zyn, terwyl men
+voorbeelden heeft van zulken, die zig aan den mond der Rivier gevestigd
+hebben, en tot eenen hoogen ouderdom gekomen zyn.
+
+Eene andere reden, waarom dit meer verkieslyk is, bestaat hier in,
+dat gy plant op dat gedeelte der lage landen, het welk de spoedigste,
+vruchtbaarheid en de meeste voortbrengzels belooft: de voordeelige
+invloed van den zee-dampkring, welke men als de kragtdadigste
+medehulp beschouwen moet, is gelegen in het helpen en voortzetten
+der groeying, het bevorderen van de vruchtdraging der boomen, uit
+hoofde van de zoutachtige deelen, die deeze lucht met zig voert,
+welke door de luchtgaten der bladeren ingezogen zynde, de werking
+der aardachtige zouten bespoedigen. Eene ondervinding van agt jaren
+in deeze Volksplanting heeft my geleerd, dat Koffy-Plantagiën, die
+het naast aan den mond der Rivier en op de kusten gelegen waren,
+doorgaans meer opgebragt hebben, dan die verder van de zee af lagen.
+
+Daarënboven is het zeker, dat de eerste ondernemingen van dien aart
+meestal zyn aangelegd door lieden van bepaalde vermogens: ook heeft
+men in de landen, aan de monden der Rivieren en aan de Kusten gelegen,
+1º. het voordeel, dat men geene groote boomen behoeft om te hakken;
+2º. een land, zeer geschikt om met gemak te worden omgespit. Ik heb met
+myne eigene oogen op deeze kusten, door twee, drie of vier spittende
+Negers, met het graven van grachten eenen verbazenden arbeid zien
+verrichten; en 3º. zoo dra de kleinste omheining geëindigd is, kan
+men aldaar catoen boomen planten, die, na verloop van negen maanden,
+reeds eenigen oogst opleveren.
+
+By deeze redenen zal ik nog eene laatste voegen, die, naar myn
+begrip, het meest afdoet, namelyk dat men, beginnende met het
+zwaare hout aan den zeekant weg te nemen, aan het afgelegener
+gedeelte der Rivier een gezonder lucht bezorgt; het zelve wordt
+vruchtbaarer en aangenaamer voor den nieuwen Planter, die zig aldaar
+nederzet. Myne Plantagie is omtrent drie vierde van een myl van den
+mond der Rivier af gelegen, en ik houde my verzekerd, dat noch ik,
+noch myne gebuuren, zoo veel koffy als tegenwoordig niet zouden
+inöogsten, indien onze aanleg afgescheiden, en op zig zelfstaande,
+in de diepte der bosschen was gemaakt, en ik ben inwendig overtuigd,
+dat onze oogst merkelyk bevorderd wordt, doordien de bosschen, aan den
+oostkant van den mond der Rivier, byna geheel en al zyn weggehakt,
+en alle de Plantagiën van beneden af, tot by my, open zyn, of van
+het zwaare hout beroofd, ter diepte van vier honderd en vyftig,
+tot zes honderd vyftig roeden. [9] Bewyst de ondervinding dit niet
+overal? Het klein getal Plantagiën in de Berbices, aangelegd op lage
+landen aan de Maripaan, aan den westelyken oever der Rivier, en alzoo
+het genot hebbende van de passaatwinden, die door den breeden mond
+van die Rivier onbelemmerd heen waaijen, maakt jaarlyks voordeelige
+oogsten; en een oud Surinaamsch Colonist, een zeer goed Planter,
+schryft my, dat alleenlyk de Plantagiën, gelegen aan de Kreeken,
+die in de Commewyne uitloopen, en het genot der zeelucht hebben,
+by aanhoudendheid veel koffy opbrengen.
+
+Ik vermeene u door alle deeze redenen overtuigd te hebben, dat het
+veel gezonder, veel gemakkelyker, en veel voordeeliger is, om de
+bebouwing der landen te beginnen aan den mond der Rivieren en aan de
+Zeekusten, niet alleen voor de geenen, die zig aldaar nederzetten,
+maar ook voor de Planters, die zig hooger op geplaatst hebben, of
+zulks by vervolg nog zouden kunnen doen.
+
+Na u in 't algemeen myne denkbeelden te hebben medegedeeld, hoedanig
+men zig omtrent de bebouwing der lage landen in Guiana heeft te
+gedragen, gaa ik over tot de byzonderheden van derzelver bearbeiding,
+zuivering van stronken en wortels, enz. en ik zal beginnen met den
+aart van den grond van deeze landen.
+
+Voor eerst zal ik toegeven, dat 'er op de hoogere en van de zee meer
+afgelegene landen, plaatsen zyn, wier grond zoo fraay en vruchtbaar
+is, als in de laagte; maar deeze plaatsen staan op zig zelven, en
+bestaan in kleine gedeeltens; zy genieten nooit die lucht, die voor
+de menschen gezond, en voor de groeizaamheid nuttig is, als de landen
+in de nabyheid der zee gelegen; het toemaken en bebouwen van dezelven
+is altyd onëindig moeijelyker, en vordert meerder werkzaamheid.
+
+Men zal derhalven altyd aan den grond der lage landen den voorrang
+moeten geven, en uit dezelven moet men, zoo als ik hier boven gezegd
+heb, de schatten van Guiana haalen.
+
+De teekenen, waar aan men goede landen kennen kan, bestaan daar in,
+dat zy, op de diepte van verscheiden voeten, een blaauwachtig, zacht,
+slyk hebben, het welk het water gemakkelyk laat doorzinken. In onze
+beide Rivieren vindt men een grond, alwaar dit slyk met zandkorrels
+vermengd is: dewyl dit nu den doortocht van het regenwater des te
+gemakkelyker maakt, schynt het zeker, dat de laatstgemelde grond den
+voorrang verdient boven de eerste, vooral voor het suiker-riet. Ik
+heb te Essequebo suiker gezien, die op dit zoort van land geöogst,
+en allerfraayst was, schoon de Plantagie slecht was uitgedroogd,
+slecht bearbeid, en slecht bebouwd: niets tog bewyst beter de goede
+hoedanigheid van den grond, dan wanneer men goede waaren, om zoo te
+spreken, van zelf ziet geboren worden.
+
+Schoon ik het blaauwachtig slyk opgeeve als het teeken van den besten
+grond, wil ik wel met u toestemmen, dat het graauwachtige slyk, mits
+het zacht en tot het doorlaten van het water geschikt is, insgelyks
+goed kan zyn; echter zoude ik, met een hedendaagsch Schryver, die
+over den landbouw in Surïnamen gehandeld heeft, 'er voor zyn, om het
+zelve in den tweeden rang te plaatsen.
+
+Beide zoorten van slyk moeten met eene zwartachtige, vette en
+gebondene aarde, als met eene goede wel verrotte mest, overdekt
+worden; deeze beweegbaare aarde vindt men van onderscheidene dikten:
+echter ben ik geenzints van het gevoelen van hun, die stellen, dat
+de rykdom van den grond geëvenredigd is aan de dikte van dit overdek
+van aarde. Integendeel zyn in Demerary alle de landen, alwaar die
+aarde ten hoogsten van 20 of 22 duimen diepte is, in verre na niet die
+geene, welke den voorrang verdienen: veel verkieslyker zyn die landen,
+alwaar men deeze aarde alleenlyk vindt ter diepte van 16 of 18 duimen,
+welke vervolgers tot 6 of 8 duimen vermindert door de indrooging,
+die na de omheining van den grond door de sterke zonnestraalen plaats
+heeft. Zelfs heb ik in de laagte van de Maripaan, en in het benedenste
+gedeelte der Rivier Canjé, in de Volkplanting de Berbices, uitmuntende
+landeryen gezien, alwaar de Koffy- en Cacao-boomen tot de grootste
+volkomenheid opgroeiden, schoon zy niet dan een zeer dun overdek van
+zwarte aarde hadden.
+
+Naar mate men aan de zee, of aan den mond der Rivieren nadert, wordt
+het slyk minder vet en zagter: zoo is het ook langs de zee-kusten,
+alwaar men den naam van slyk in dien van uitgedroogde modder zoude
+kunnen veranderen, waar van de bagger uit de gegravene vaarten een
+overtuigend blyk oplevert. Deeze bewerking moet alle twee jaaren
+geschieden op de Plantagiën, die langs de kusten gelegen zyn. Het geen
+'er uitgebaggerd wordt, werpt men aan de beide kanten dier vaarten,
+en twee jaaren daar na is van het zelve niets meer te vinden; het is
+wederom in de vaart afgezakt, welke 'er op nieuw mede bezet is.
+
+Ik had my altyd verbeeld, dat dit zoort van landen minder vruchtbaar
+was, en dat de Koffy-boomen aldaar korter duurden; maar ik heb het
+laatste jaar twee stukken land gezien, met Koffy-boomen beplant,
+behoorende tot de oudste Plantagie aan de westkust, zynde in den besten
+staat en vol vruchten; en de eigenaar heeft my verzekerd, dat deeze
+stukken zedert 22 of 23 jaaren waren beplant geweest: ten duidelyken
+blyke, dat deeze landen zeer lang in hunne vruchtbaarheid volharden.
+
+Voor een blyk van goed land houdt men vry algemeen een zoort van
+palmboom, waar aan men by u den naam van Pinot geeft. De Schryver,
+die den Surinaamschen landbouw behandeld heeft, zegt, dat hoe meer
+men van die boomen vindt, hoe vruchtbaarer de grond is. Ik stem
+gaarne toe, dat de landen, hier boven door my als de beste opgegeven,
+'er rykelyk van voorzien zyn; maar verscheide inwooners, die de hooge
+landen in Demerary vruchteloos bebouwd hebben, hebben my verzekerd
+door dit blyk bedrogen te zyn geworden; ik zoude daarom altyd raden,
+zig daar op niet eeniglyk te verlaten, maar tevens te onderzoeken,
+of de grond ook andere blyken, welken ik ontvouwd heb, oplevert.
+
+Behalven de verandering, die in den grond bespeurd wordt, naar mate
+men digter aan de zee nadert, vindt men ook, dat het hout uit minder
+sterke en een ander zoort van boomen begint te bestaan. Men ziet
+minder Manis, en van die boomen, welken de Indianen alhier noemen
+Warokoerie, de Creolen Schepperboom, dat is roey-riemen-hout, om
+dat het zig gemakkelyk laat klooven, en veel al tot het maken van
+roey-riemen gebruikt wordt; ter zelfder tyd vermeerdert het getal
+der Paletuvier-boomen. Men vindt den boom, Coeraharie genaamd, niet
+meer in grooten overvloed. Deeze boom, wiens Surinaamsche naam my
+niet bekend is, is geschikt tot timmerhout, en kan dienen tot het
+maken van palen of stylen; mits men dezelven op steene grondvesten
+plaatst; men gebruikt het ook tot ribben en balken, eindelyk tot
+alles wat beschut of bedekt is. Men vindt aldaar ook zeer fraaije
+vierkante blokken, waar van men planken zaagt, die zeer geschikt zyn
+om de huizen te beschieten; maar niet zeer goed zyn voor vloeren of
+zolders, om dat dit hout krom buigt. Men vindt deezen boom insgelyks
+in de diepten der Plantagiën, aan de west-kust; maar zy zyn aldaar
+kleiner. De Balata, die in Surinamen en de Berbices zoo gemeen is,
+is hier uittermaten zeldzaam.
+
+Insgelyks zyn de banken van schulpvisschen aan de oevers van
+Surinamen en de Berbices zeer gemeen; maar men vindt dezelven in
+'t geheel niet aan die van de Rivieren Essequebo en Demerary. Men
+begint eenige schelpvisschen te zien, wanneer men de Coerabanne naar
+den oostkant voor by vaart, gaande naar den kant van de Maheyca;
+maar aan de oostzyde van deeze laatstgemelde Kreek, of beter gezegd,
+Rivier, is eene zeer groote bank, en van daar tot aan Mahicony is
+'er de kust vol van.
+
+Om zyne keuze te bepalen omtrent die plaatsen, waar de beste landen
+gelegen zyn, kan men, volgens de zekerste berigten, die ik heb
+kunnen opspooren, in Demerary alleenlyk voor behoorlyk vruchtbaare
+landen houden die geenen, welke aan den oostelyken oever gelegen zyn,
+gerekend van de Plantagie, de groote Diamant, tot omtrent twee mylen
+van den mond der Rivier; en aan den westelyken oever, van de Plantagie
+Laurentia, een halve myl hooger op, tot aan den mond der Rivier.
+
+Te Essequebo bepalen zig de goede landen tot die van de Eilanden
+Legouane, Arobabiche, en Waakkename; en zelfs op dit laatstgemelde
+Eiland is het zuidelykst gedeelte, het welk het verste van de Zee af
+ligt, reeds van veel mindere waarde. Aan den oostelyken oever van
+deeze Rivier, kan men geene goede landen hooger op rekenen, dan de
+Plantagie Patrica, één myl van den mond der Rivier af, en aan den
+westelyken oever van de Plantagie, Adventure genaamd.
+
+
+
+TWEEDE BRIEF.
+
+Van de manier, om te arbeiden aan Dykagiën, uitwaterende vaarten,
+sluizen en ander werk, het welk noodig is, om het Land ter bebouwing
+gereed te maken.
+
+In den vorigen brief heb ik u myne gedachten opgegeven, hoe uitmuntend
+geschikt de lage landen in Guiana ter bebouwing zyn, en welke keuze
+men onder de verschillende zoorten en liggingen van deeze landen te
+maken heeft: in deezen brief zal ik u ontvouwen de manier, om die
+landen toe te bereiden en bruikbaar te maken.
+
+Dewyl deeze landen, of byna altyd onder water staan, of door de
+verwisseling van ebbe en vloed, aan overstroomingen onderworpen
+zyn, moet men dezelven droog maken, en door dyken beletten, dat het
+buitenwater niet kan doordringen tot het land, het welk men voornemens
+is tot bouwland aan te leggen.
+
+Ik vooronderstel dus, dat de keuze van het land gedaan is. Men moet,
+voor alle dingen, het hout laten weghakken, en het geheele land,
+het welk men voorgenomen heeft te bedyken, of ten minsten het
+gedeelte, waar de dyken gelegd moeten worden, tot op eene zekere
+breedte, doen zuiveren. Vervolgens kunt gy overgaan tot het leggen
+van die dyken, welke een vierkant, dat evenwyd is, zullen vormen,
+waar van de eene kant uwe voorgevel of scheidsmuur, aan de Rivier
+of Zee-kust, zal uitmaken; eene andere, aan de eerste gelyk zynde,
+zal gelegd worden in de diepte van dit zelfde land, op den afstand,
+welken gy wilt toebereiden en beplanten; de twee andere zyden, die
+beide even groot zyn, zullen lynrecht tegen de twee eerste overstaan,
+en u van uwe gebuuren, ter rechter en ter linker zyde, afscheiden.
+
+Tot dit einde moet men, in den geheelen omtrek van dit vierkant,
+beginnen met een kleine gracht te graven, welke gevonden moet worden
+onder het midden der breedte van den dyk, en daar aan als tot een
+grondvesting dienen. Deeze kleine gracht wordt genoemd de pit of
+blinde groeve: dezelve moet omtrent drie voeten breedte hebben, voor
+een dyk, die twaalf voeten en meer tot zynen grondslag heeft. Het
+is van aanbelang dezelve te graven tot de diepte van ten minsten
+twee goede schuppen, en aldaar geene stammen van boomen, geen hout,
+geene wortels over te laten, maar daar van volkomen te zuiveren.
+
+Wanneer deeze blinde groeve gemaakt is, zult gy beginnen met de
+uitwaterende grachten te graven: men is gewoon 'er daar van twee
+te maken, de eene van buiten aan den dyk, de andere van binnen. De
+eerste dient, om den dyk met slyk aan te vullen, de binnen-gracht
+daar toe zomtyds niet voldoende zynde, wanneer deeze dyk van vry wat
+aanbelang moet zyn. Deeze buitenste gracht bevordert daarënboven den
+uitloop van een gedeelte der omringende wateren, en belet dezelven,
+door middel van dien uitloop, tegen den dyk aan te perssen.
+
+Het is nutteloos deeze buitenste gracht zeer diep uit te graven;
+zy vordert zoo veel oplettendheid niet, als de binnenste gracht,
+die net en regelmatig moet bewerkt worden; terwyl men in de buitenste
+de stronken en wortels laten kan, mits zy aan de uitdieping niet te
+hinderlyk zyn. Men moet altyd eene bekwame tusschenruimte tusschen
+deeze gracht en den dyk houden.
+
+In welk zoort van lage landen het ook zy, is de bagger, die men voor
+de eerste keer uit deeze grachten haalt, te veel met vreemde lichamen
+vermengt, en al te los, om tot bekwame grondslagen voor den dyk te
+kunnen dienen. Men moet ten minsten de twee eerste baggers, die men
+'er uit haalt, aan deeze zyde werpen, dat is tusschen de gracht en den
+dyk; en wanneer men de slyk of grond vast en bekwaam genoeg vindt, laat
+men dezelve op den dyk werpen, het zy in eens, het zy in twee keeren,
+zoo als gewoonlyk plaats heeft, om reden, dat men tusschen den dyk en
+de omringende grachten een tusschenvak moet laten van 20 of zomtyds 30
+voeten. Indien men deeze voorzorg verzuimde, zoude men gevaar loopen,
+om de kanten van den dyk, en van de grachten, door de onmatige zwaarte
+van de aarde, waar van de dyk gemaakt is, spoedig te zien instorten.
+
+Men graaft de omringende grachten tot de vereischte diepte, die niet
+altyd dezelfde is, maar waar van de gewoone maat bedraagt zes voeten
+voor de binnen-gracht: men moet wel opletten, om aan deeze gracht de
+noodige opgaande schuinte te geven, naar mate men dezelve graaft. De
+evenredigheid van deeze opgaande schuinte is van 5 of 6 duimen van
+elke voet; en naar mate men de kanten van deeze gracht in die schuinte
+graaft, maakt men dezelve met het platte van de schup effen en gelyk.
+
+Men zoude vervolgens deeze binnen-gracht kunnen eindigen, zonder
+andere voorzorgen in acht te nemen; maar dan zou men gevaar loopen,
+om door het hooge water overvallen te worden, en daar door veel tyd
+te verliezen; behalven dat het te vreezen is, dat het water deeze
+grond of slyk, welke daar door gedeeltelyk in beweging gebragt wordt,
+week zoude maken, en daar door verzakkingen veroorzaken.
+
+Men keert dit ongemak af, door, van den beginne af aan, een vierkante
+pyp of sluis te plaatsen, die in dit land genaamd wordt coffre
+d'ecoulement, het zy een groote, het zy by voorraad een kleine,
+die ten minsten het water op de gewoone getyen kan tegen houden.
+
+Om deeze uitwaterende sluis te plaatsen, graaft men daar toe opzettelyk
+een gat in den dyk, aan den kant, die aan de Rivier of de Zee gelegen
+is, indien men in het land geene kreek heeft, die daar toe geschikt
+is. Maar doorgaans vindt men verscheiden van die kreeken of vaarten,
+door de natuur zelve gevormd, waar door het ryzend water in overvloed
+in de landen inloopt, en het vallend water weder afloopt. In het
+begin moet men alle deeze kreeken door goede kistdammen schutten.
+
+Zulk een kistdam is niet moeijelyk te maken; maar dit moet met
+oplettendheid en vastheid geschieden: men begint met het vak of de
+plaats, alwaar die kistdam gelegd moet worden, te zuiveren. Men neemt
+vervolgens twee zwaare stukken hout of ribben, van eene genoegzame
+lengte, om de geheele kreek en derzelver oevers te beslaan van den
+eenen tot den anderen kant, ter wydte van omtrent zes voeten: dit vak
+van zes voeten wordt tot op een goede schup diepte, beneden het bed
+van de kreek, weggegraven. De twee houte ribben worden mitsdien dwars
+op den grond van de kreek gelegd, op een zekeren afstand van elkander:
+vervolgens plant men eenige zwaare heypalen aan de buitenzyde, voor
+elk einde van deeze houte ribben, om de uitwyking voor te komen van
+de aarde of het slyk, waar mede men het vak tusschen de twee ribben
+vullen moet, om den kistdam te maken.
+
+Wanneer deeze houte ribben wel geplaatst, en behoorlyk vast gemaakt
+zyn, plant men langs elk van dezelven, zoo aan de binnen- als
+buitenzyde, een rey heypaalen, van zwaare stukken hout, welken men
+naast, en zoo dicht mogelyk aan elkander, inslaat: men moet om die
+reden rechte stukken daar toe verkiezen. Wanneer alle deeze paalen
+zyn ingeheyd, vult men het tusschen-vak met slyk, welke men aldaar
+met kragt inwerpt, en die eindelyk een klomp wordt, waar door het
+water niet kan heen dringen.
+
+Men vindt op de plaatsen zelven altyd hout, het welk geschikt is,
+om tot deeze ribben te dienen, vermits zy niet langer dan twee of
+drie jaaren behoeven te duuren, na verloop van welken tyd de kistdam
+stevig genoeg is, en geen steunzel meer noodig heeft.
+
+Thans, om de sluis te kunnen plaatsen, zuivert men de kreek,
+waar in men die plaatsen wil, van derzelver vuiligheden, of men
+graaft opzettelyk eene vaart, indien men geen gebruik van eene kreek
+maakt. Men moet eenige duimen lager graven, dan het waterpas van het
+laagste gety van de Rivier of Zee kust, waar in men de uitwatering
+verkiest.
+
+Wanneer de plaats, alwaar men de sluis stellen wil, is uitgegraven,
+brengt men die sluis voorwaarts naar één der oevers van de vaart,
+welke men daar voor gegraven heeft: men plaatst dezelve aldaar op
+eenige houte balken, die voor uit moeten steken tot byna op de helft
+van de opening der gegravene vaart. Die sluis aldaar geplaatst zynde,
+keert men de zelve op zyde, zoo dat de grond of het onderste van de
+sluis recht over einde staat aan de zyde van de uitgegravene plaats,
+en byna tegen den kant aan. Vervolgens slaat men om de twee uitëinden
+van de sluis twee zwaare touwen, waar van men de einden behoorlyk
+vast maakt. Op elk derzelven plaatst men een takel, waar van men
+de wederzyde op eenige stronken van boomen doet rusten, of, zoo
+'er die niet zyn, op twee zware palen, daar toe opzettelyk geplant,
+aan de zelfde zyde, waar de sluis geplaatst is.
+
+By elke takel zet men eenig volk, met last om gelykelyk en van
+langzamerhand schoot te geven, naar mate daar toe bevel gegeven wordt;
+vervolgens wordt door eenige arbeiders, die langs de sluis geplaatst
+zyn, dezelve op de balken voortgeduwd naar het gat, waar in dezelve
+moet inzakken. Wanneer de sluis, alzoo voortgestooten zynde, geheel van
+den grond af is, begint dezelve wederom in haare natuurlyke gesteldheid
+om te wenden, dat is, met den bodem naar beneden; als dan moet het
+volk, het welk de takels tegen houdt, de touwen eensklaps los laten,
+om de sluis in het gat te doen nederzakken. De balken, waar op men de
+sluis heeft laten voortglyden, dienen in dit oogenblik tot een wip,
+om de sluis naar beneden in de gegravene vaart te wenden, alwaar men
+dezelve nederzet, waterpas en plat, zoo naauwkeurig maar eenigzints
+mogelyk is.
+
+Wanneer de sluis zoodanig geplaatst is, als men verlangt, trekt men
+de takels en andere touwen te rug: men plaatst, even als by het maken
+van eene gewoone en volkomene kistdam, hier boven reeds beschreven,
+twee houte ribben, de eene beneden, en de andere boven de sluis,
+vlak tegen dezelve aan. Men plant aldaar eene reije van houte staken,
+uitgenomen op de plaats, welke de sluis beslaat, waar van men de
+opening niet sluiten moet: men neemt in plaats derzelven aldaar zware
+planken, of, indien men wil, ronde stukken hout, met den grond gelyk
+en in de dwarste. Deeze kistdam vult men met slyk, zoo als hier voren
+reeds is opgegeven, en men overdekt daar mede de sluis.
+
+Indien men alleenlyk by voorraad eene kleine sluis wilde plaatsen,
+om de eerste bewerking des te gemakkelyker te maken, zulks zoude veel
+eenvoudiger zyn; dezelve wordt gemaakt van vier zwaare planken aan
+elkander gevoegd, zoo dat elk derzelven één van de kanten uitmaakt: aan
+het buitenste einde plaatst men eene kleine sluisdeur of duiker, die
+nederhangt, om de sluiting des te gemakkelyker en zekerder te hebben.
+
+Hier mede behooren wy over te gaan tot de ontvouwing van de manier,
+op welke eene groote sluis gebouwd wordt, die men veronderstelt eene
+opening van drie voeten te hebben.
+
+De bouwstoffen, daartoe verëischt wordende, zyn de volgende:
+
+1º. Zes zwaare planken van 26 voeten lengte, op 13 duimen breedte en
+twee duimen dikte.
+
+2º. Vyftien zwaare planken van 12 voeten lengte, twaalf duimen breedte,
+en anderhalve duim dikte.
+
+3º. Vier zwaare planken van twaalf voeten lengte, twaalf duimen
+breedte, en twee en een halve duim dikte.
+
+4º. Twee stukken hout van vyf voeten lengte, op zeven duimen breedte in
+'t vierkant.
+
+5º. Een paar hengzels, van twee en een halve voeten lengte, en twee
+en een halve duimen breedte, met twee zwaare yzere duimen, waar van
+de punten lang genoeg zyn, om door het stukje hout of klamp, het welk
+men boven de sluisdeur plaatst, heen te gaan, en voorts genoegzaam
+uitstekende, om met een schroef of schaar vast gemaakt te worden.
+
+6º. Vier yzere banden, waar van de einden omgebogen zyn naar verëisch
+van de houte klampen, en hebbende de lengte van twee en een half
+voeten, om op de sluis te spykeren, tot derzelver meerdere vastheid.
+
+7º. Eindelyk de noodige spykers, die voor een sluis van dit maakzel,
+en van die evenredigheid, ten naasten by zullen bedragen twaalf
+ponden van 5 of 6 duimen, en twintig of vier-en-twintig ponden kleiner
+spykers van 3 duimen.
+
+Om deeze sluis te maken, begint men met de zwaare planken van 26
+voeten lengte gelyk te maken; men zet die in elkander, drie van
+de eene en drie van de andere zyde, zoo dat elke kant, uit drie te
+zamen verëenigde planken bestaande, eene gelyke breedte maakt; men
+hakt het einde van deeze planken schuins, in de evenredigheid van ten
+minsten drie duimen op elken voet. Deeze schuinte is alleen aan die
+zyde, welke naar de Rivier of Zee geplaatst wordt, en alwaar ook de
+sluis-deur moet gemaakt worden.
+
+De vier planken van twaalf voeten lengte, en twee en een halve duimen
+dikte, dienen om de vierkanten of vakken van de sluis te maken. Daarom
+klooft men dezelven in de breedte midden door, het geen de planken
+alleenlyk zes duimen breed maakt; men hakt dezelve in vier stukken,
+elk van drie voeten lang; men maakt deeze stukken van eene even gelyke
+grootte, en voegt die met rechte hoeken en een zwaluwen staart te
+zamen, zoo dat men van vier stukken een vierkant maakt; en dewyl elke
+plank agt stukken oplevert, maakt zulks twee vierkanten op elke plank,
+en voor de vier, agt vierkanten of vakken, die tot de vastheid van
+de sluis op eene lengte van 26 voeten volkomen voldoende zyn. Het
+vierkant, het welk aan het einde der lange planken, die schuins
+gehakt zyn, geplaatst is, moet insgelyks in de schuinte gehakt worden,
+om op de andere schuinte volmaakt te sluiten. Wanneer de vierkanten
+gemaakt zyn, spykert men dezelven op gelyke afstanden van elkander
+aan de lange planken vast: wanneer de sluis van wederzyden aan die
+vierkanten is vast gespykerd, gaat men over tot de twee andere zyden,
+die den bodem, en het boveneinde van de sluis uitmaken: men gebruikt
+daar toe de vyftien planken van anderhalve duim dikte: men hakt
+die alle aan stukken van drie voeten lengte, het geen voldoende is,
+om de beide zyden van de sluis aan de einden gelyk te doen dragen:
+na deeze stukken zoo gemaakt te hebben, dat ze volmaakt op elkander
+passen, spykert men ze overdwars aan de sluis vast, zoo van boven
+als van onderen.
+
+De deur van deeze sluis wordt geplaatst aan die zyde, alwaar de
+planken met een schuinse inham gehakt zyn; men geeft 'er het fatsoen
+aan overëenkomstig deeze zelfde schuinte, en hangt dezelve aan twee
+hengzels, waar van de yzere duimen zyn geklonken in een stuk hout
+van het beste zoort, het welk men boven aan de sluis vast maakt,
+door het zelve vooraf met het vierkant, waar op deeze deur rust,
+zamen te hegten; en vervolgens met twee yzere krammen, die het zelve
+aan drie kanten omvatten, en waar van de platte einden gespykerd zyn
+op de planken, welken men overdwars boven de sluis geplaatst heeft,
+terwyl men onder aan een gelyk stuk hout plaatst, op dezelfde wyze
+vast gehecht, waar op de sluisdeur rust, wanneer die gesloten is. De
+yzere duimen gaan door de breedte heen van het stuk hout, waar in zy
+geklonken zyn, en van agteren zyn zy met een schroef of schaar vast
+gemaakt, zoo dat men ze naar vooren of naar agteren kan draaijen,
+naar dat de vaste sluiting van de sluisdeur zulks vordert.
+
+Het geheel van deeze sluisdeur bestaat uit in elkander gevoegde stukken
+hout, die wel gelyk gemaakt zyn, en overdekt met eene dubbele laag hout
+met regte hoeken, insgelyks in elkander gezet: dezelve moet breeder
+zyn, dan de opening van de sluis, dat is, gelyk met derzelver geheele
+breedte, de buitenste kanten daar onder gerekend. Die zyde van de
+deur, alwaar de planken vlak of overdwars zyn in elkander gevoegd,
+moet binnenwaarts geplaatst worden, dewyl het hout op die manier
+zig minder uitzet, en de sluisdeur dan minder bloot gesteld is,
+om in wanörde te geraken, en naauwkeuriger sluit.
+
+Om aan deeze sluisdeur meer gewicht te geven, en dezelve gemakkelyker
+van zig zelve, en door haare zwaarte, te doen sluiten, voegt men 'er
+van weerskanten een zwaar stuk hout by, het welk men aan de buitenste
+oppervlakte vast spykert; dit stuk moet de dikte hebben van vier of
+zes duimen in de laagte, en naar de bovenkant hoeksgewyze eindigen.
+
+Eene uitwaterende sluis van de hier boven opgegevene grootte, is
+volkomen voldoende tot het droogmaken van een stuk van 150 hond lands:
+men kan een tweede aanleggen, of 'er een maken, die grooter is, naar
+mate eene grootere uitgestrektheid gronds moet worden droog gemaakt.
+
+Deeze zoort van sluisdeuren of duikers is de eenvoudigste en min
+kostbaarste, om te dienen tot loozing van het binnen-water van een
+land, het welk men wil droogmaken en bebouwen.
+
+Voor 't overige, wanneer men 'er de middelen en den tyd toe heeft,
+kan men aldaar sluizen maken op de manier, die in Europa bekend is,
+het zy van hout, het zy van steen. 'Er zyn veele Planters in de
+Hollandsche Volkplantingen van Guiana, die deeze laatstgemelde hebben.
+
+Wanneer de grachten rondöm gegraven en de sluis geplaatst is,
+moet men dadelyk zyn werk maken van de afdeeling van den grond,
+en van de wegen, waar door elke afdeeling wordt afgescheiden. Deeze
+wegen moeten door gegravene vaarten omgeven zyn, die tamelyk groot
+en ten hoogsten honderd toisen van elkander afgelegen zyn. Indien
+de tusschenruimten grooter waren, zoude de afloop van het water te
+langzaam en onvoldoende zyn: men moet ze ook niet te digt by elkander
+maken, om den arbeid niet noodeloos te vermeenigvuldigen.
+
+Deeze verdeelingen zyn willekeurig, en hangen van des Planters
+goedvinden af. Men maakt de midden-laanen meer of min breed, en aan
+de kanten plant men vrugtboomen, bananen-boomen, ananassen, en andere
+nuttige planten.
+
+'Er zyn Planters, die, behalven de groote midden-laan, nog eene andere
+van wederzyden maken, minder breed, in het midden van het vak tusschen
+de groote laan en elke dyk, waar door het geheele stuk gronds in vier
+gelyke deelen verdeeld is: men kan deeze verdeeling nog eenvoudiger
+maken, om den arbeid te verminderen.
+
+'Er is nog eene manier, die veel voordeeliger is, en daarom veel meer
+aan te raden: hier in bestaande, om in plaats van den middenweg,
+eene groote vaart te graven, beginnende van het achterste gedeelte
+der gebouwen tot een einde voor aan in het bosch, en in de dwarste
+loopende voor den agterdyk. Men bedient zig van de aarde, die daar
+uit gegraven wordt, om aan wederzyden van deeze vaart, de dyken op te
+hoogen, die een zeer goeden weg opleveren ter rechter en ter linker
+zyde, welken men ieder met ryen boomen beplant. Het nut van zulk eene
+gegravene vaart is onwaardeerbaar; dezelve dient, om de koffy of andere
+waaren in den oogst-tyd met schepen of ligte vaartuigen te vervoeren,
+het geen veel handen arbeid kan voorkomen. Deeze vaart is het geheele
+jaar door vol goed en zoet water, het welk uit het bosch afdaalt. Dit
+water dient tot besproeijingen, tot verscheidene benoodigdheden der
+Planters, om zig te baden, en tot het vervoeren van hout voor vaatwerk,
+en brandhout, het welk men als een vlot laat afzakken, enz.
+
+Na dat men eenige maanden aan het maken der omringende dyken gearbeid
+heeft, wanneer de grond is ingezakt en vast geworden, maakt men de
+dyken volkomen af, en gelyk, en geeft aan de onderpaden en schuinse
+afhellingen derzelver regelmatige gedaante. De hoogte van deeze dyken
+moet altyd zyn een voet boven het hoogste water.
+
+In dit bearbeiden der lage landen, na den grond van het zwaare hout
+en de takken gezuiverd te hebben, het geen altyd een lang en moeijelyk
+werk is, voornamelyk wanneer de gronden met paletuvier-boomen bewassen
+zyn, is men gewoon in het begin bananen-boomen te planten, die tot
+voedzel voor de beplanters dienen, en met hunne zwaare bladeren
+de heestergewassen, het kleine geboomte, en planten, die op den
+grond overig blyven, overschaduwende, dezelven eindelyk geheel doen
+te niet gaan. Waar na men dezelven uittrekt, en nuttige planten,
+die men voornemens is aldaar aan te kweeken, in de plaats zet, om
+'er voordeel mede te doen. Indien dit koffy-boomen zyn, plant men
+dezelven, geduurende het eerste en tweede jaar, in de schaduwe der
+bananen-boomen, waar van men een gedeelte laat staan.
+
+Voorts moeten wy nog aanmerken, dat op de groote, en vooral op de
+Suiker-Plantagiën, de verdeeling der grachten een weinig anders
+zyn moet.
+
+Voor eene Suiker-Plantagie, alwaar men een water-molen maken wil,
+moet men afzonderlyke gegravene vaarten hebben, benevens genoegzaame
+vyvers, en bewaarplaatsen van water, die in slaat zyn het zelve aan
+de molen te verschaffen; als mede eene bekwaame helling, geduurende al
+den tyd, dat de Zee laag genoeg is, om de molen te kunnen laten malen.
+
+'Er zyn ook grachten of vaarten noodig, die bevaarbaar zyn voor ligte
+vaartuigen, rondöm elke verdeeling, ten einde het suiker-riet met
+gemak en vaardigheid naar den molen te kunnen overvoeren.
+
+Op de groote Koffy-Plantagiën graaft men ook eenigen van deeze vaarten,
+tot het vervoeren van de ingeöogste vruchten in kleine vaartuigen;
+het geen aan den arbeid der wyd afgelegene Plantagiën byzonder veel
+gemak aanbrengt. Het is tot dit einde genoeg, een gracht te hebben van
+twintig voeten breedte, die midden door de Plantagie, en vervolgens
+naar de diepte heen loopt. Deeze gracht of vaart moet geene gemeenschap
+met de anderen hebben; dewyl men zorgen moet, dat daar in altyd water
+genoeg is, om te kunnen varen, en wel zoet water, gelyk reeds hier
+vooren is opgemerkt; ook is het noodig aldaar eene kleine sluis te
+leggen, die haar uitloop heeft naar de groote sluis, welke voor de
+geheele droogmaking dient, ten einde deeze vaart te kunnen ontledigen,
+wanneer 'er te veel water in is, of zelfs geheel en al uit te droogen,
+indien dit noodig is, om dezelve schoon te maken, en diergelyken.
+
+Ten aanzien van eene Suiker-Plantagie, is het met de verdeeling deezer
+grachten en vaarten geheel anders gelegen: twee zaaken komen aldaar
+in aanschouw; voor eerst, het maken van plaatsen, die geschikt zyn om
+het water te bewaren, het welk noodig is, om den molen aan den gang
+te houden; ten tweeden, om de middelen te verschaffen, tot het rondöm
+vaaren van elk stuk lands, met suiker-riet beplant, en het zelve alzoo
+naar den molen te kunnen vervoeren. Men moet die vaarten dus veel
+grooter en meerder in getal maken. Zie hier de verdeeling van dezelven.
+
+Men begint met omringende grachten te maken, die in grootte aan
+de uitgestrektheid van het stuk lands geëvenredigd zyn; men maakt
+vervolgens verdeelingen van 100 tot 100 toisen, maar niet verder,
+dan tot omtrent in het midden van de diepte der Plantagie. De groote
+gegraven vaart van zoet water, waar van wy gesproken hebben, en die
+van de gebouwen der Plantagie af, tot in derzelver diepte, boven den
+agter-dyk, doorloopt, moet eene veel grootere breedte hebben omtrent de
+plaats, waar de molen staat, dan in een afgelegener gedeelte. Op deeze
+vaart loopen andere kleinere vaarten of grachten uit, die geplaatst
+worden tusschen de afdeelingen heen, zoo dat zy met de uitwaterende
+vaarten geene gemeenschap hebben, maar alleenlyk met de middelste,
+waar van zy als zoo veele armen uitmaken.
+
+Behalven deeze groote vaart, en derzelver rechthoekige armen, zyn de
+verdeelingen van den grond omringd door eene uitwaterende vaart of
+gracht, en hebben nog eene andere in het midden van derzelver breedte,
+alle welke met de omringende en uit waterende vaarten gemeenschap
+hebben: en op die wyze geschiedt de droogmaking van den grond, als
+mede van de afgedeelde stukken, die men, even gelyk in alle andere
+droogmakingen, van 30 tot 30 voeten maakt.
+
+Wanneer eene Suiker-Plantagie, of andere, van eene zekere
+uitgestrektheid is, zyn 'er twee uitwaterende sluizen noodig, één
+aan elk uitëinde van het voorste gedeelte des lands: men legt ook
+nog een derde aan den ingang van de groote vaart, dienende tot een
+bewaarplaats van water, om, wanneer men wil, het water in alle de
+grachten te kunnen laten inloopen: en deeze sluis zet men open,
+wanneer het buiten-water te hoog is.
+
+
+
+DERDE BRIEF.
+
+Van het planten en aankweeken van Koffy, en van de noodige
+levensmiddelen tot onderhoud van de Planters; van het oogsten
+en bewerken der Koffy; van de gebouwen, en verdere noodzakelyke
+inrigtingen tot eene groote Koffy-Plantagie, volgens het gebruik der
+Hollandsche Volkplantingen in Guiana.
+
+Ik heb nu de manier ontvouwd van het droogmaken van een stuk grond,
+het inrichten van de grachten en uitwaterende sluisen, en het toemaken
+van het land, het welk voor deezen verdronken land was, ten einde
+daar van zoodanige Plantagie te maken, als men geraden zal oordeelen
+aldaar te vestigen. Ik zal voorönderstellen, dat het koffy-boomen zyn,
+welken gy voornemens zyt op uw land voort te teelen; het onderwerp
+van deezen brief zal derhalven bestaan in u opzettelyk de middelen
+aan te wyzen, waar door men zulk eene Plantagie kan aanleggen, mits
+'er de behoorlyke zorge toe aanwendende.
+
+Na dat de doorsnydingen of kleine grachten tot afscheiding der bedden
+gemaakt zyn, houdt men zig met de beplanting bezig. Het is vry algemeen
+aangenomen, om bananen-boomen te planten, eer men koffy-boomen plant,
+zelfs op eene Plantagie, die men begint aan te leggen: in dit geval
+zal men het kunnen doen zes maanden, of een jaargetyde daar na. Maar
+ten aanzien van Planters, die reeds Plantagiën hebben, en dezelven
+uitleggen, is men volstrektelyk van gedachten, dat zy ten minsten
+twaalf maanden moeten wagten, dat is, dat zy, hun land met dyken
+omringd hebbende, geduurende de groote droogte van het ééne jaar,
+hunne koffy-boomen eerst behoeven te planten in het regen-saisoen,
+na het saisoen van droogte in het volgende jaar. Maar een Planter,
+die eerst begint, en meer haast heeft om genot te trekken, kan
+reeds planten in den regen van April of Mey van het jaar, volgende
+op het saisoen van de groote droogte, waar in men verönderstelt,
+dat hy zyne omheining gemaakt heeft: indien hy zulks gedaan had
+geduurende de kleine droogte van February of Maart, zoude hy kunnen
+planten in de maand December daar aanvolgende, mits hy zig in dien
+tusschen-tyd onledig houde, om uit zyn toegemaakt land zoo veel hout
+en struiken van pynboomen, of latanus-boomen van het kleine zoort uit
+te haalen, als hem maar eenigzints mogelyk is, ten einde hem in staat
+te stellen, om het land zoo veel doenlyk gelyk te maken, alvorens de
+koffy-boomen te planten. De andere Planters, wien men aanraadt, om,
+zoo zy kunnen, een jaar te wagten, moeten denzelfden arbeid verrigten;
+maar zy zullen dit met veel meer gemak doen, vermits veele van deeze
+planten na verloop van twaalf maanden verrot zyn, die het nog niet
+zyn na verloop van zes maanden.
+
+Indien men de voorzorge niet gebruikte, om den grond schoon en gelyk
+te maken, zouden de koffy-boomen ongelyk groeijen, en zeer veel te
+lyden hebben van de houtluizen en andere insecten, die zig in het
+verrotte hout en struiken nestelen en voortteelen; en wanneer deeze
+insecten zig eenmaal ergens geplaatst hebben, worden zy, om zoo te
+spreken, onuitroeibaar.
+
+Eene andere reden, waarom men van begrip is dadelyk geene koffy-boomen
+te planten, bestaat hier in, dat de grond door de droogmaking veel
+inzakt, en wanneer men al te schielyk boomen op denzelven plant,
+deeze zeer onderworpen zyn om neder te hangen, of op den grond te
+leggen, het geen niet alleen een zeer leelyk gezigt, en eene groote
+moeielykheid in het uitwieden van het onkruid maakt, maar ook naderhand
+in het vrucht dragen nadeelig is; want een boom, die op den grond ligt,
+of over een anderen heen hangt, kan nooit zoo veel vruchten dragen,
+als een boom, die recht over einde staat, en de vrye doorspeling van
+de lucht aan alle kanten geniet.
+
+Men kan, wel is waar, dit ongemak gedeeltelyk verhelpen, door op deeze
+nieuwe gronden meer in de diepte te planten; maar nimmer zal de boom
+eene zoo fraaije spitse gedaante aanneemen, dan wanneer men met het
+planten wagt, tot dat de grond een weinig is ingezakt, vermits het
+geheele gedeelte, het welk in den grond is, zyne zytakken verliest,
+die zig nooit weder herstellen.
+
+De Planter intusschen, die, na verloop van zes maanden na de
+droogmaking, begint te planten, zal altyd wel doen, met deeze voorzorge
+niet te verwaarloozen; want het gemelde ongemak is veel minder, dan
+dat men de boomen ziet aan den grond leggen, of schuins nederhangen.
+
+Uitgenomen op een zeer klein getal Plantagiën, alwaar men eenige
+stukken met koffyboomen heeft beginnen te beplanten, op den afstand
+van tien of twaalf voeten, heeft men de algemeene gewoonte aangenomen,
+om dezelven op geen grooter afstand dan van negen voeten, en zelfs
+aan de westzyde, alleenlyk van agt voeten, te beplanten, om dat de
+koffy-boomen aldaar over 't algemeen kleiner vallen.
+
+Zonder deeze gewoonte te willen beöordeelen, ben ik van gevoelen,
+dat men de koffy-boomen op alle goede rivier-gronden kan planten op
+tien voeten afstand, en dat men geen kwaad doet met dezelven op ryker
+gronden, tien of twaalf voeten van elkander te plaatsen, vermits
+ontwyffelbaar de invloed van de lucht, niet alleen tot den groei,
+maar ook tot den bloei van alle vruchtboomen, zeer dienstig is.
+
+Men heeft in 't algemeen in Demerary eenen zeer wezentlyken misslag
+begaan, door de koffy-boomen op negen voeten afstand te planten:
+men heeft de landen beginnen te verdeelen in zoo veele vierkante
+vakken van die maat, in het midden van welken men een boom plantte;
+voorts om de vier boomen eene kleine gracht of doorsnyding van twee
+of twee en een half voeten gravende, waar door veröorzaakt wierd,
+dat in plaats dat de afstand van den voet des booms aan den kant
+van elke kleine doorsnyding de helft bedroeg van den doorgaanden
+afstand van eiken boom, dit niet meer beliep dan drie of drie en een
+half voeten, het geen, na verloop van eenige jaaren, op nog minder
+uitkwam; want het is onmogelyk, dat by elke zuivering der vuiligheden,
+de kleine doorsnyding zig niet eenige lynen verwydere, het welk, na
+verloop van een zeker getal jaaren, dezelven op eene gelyke breedte
+brengt. Uit dien hoofde hangen in Demerary de meeste reijen boomen,
+langs de kleine doorsnydingen, allen over dezelven heen, het geen
+niet alleen ten aanzien van de onderste takken aan den afloop van
+het water een groot nadeel toebrengt, maar zelfs in het plukken van
+de koffy hinderlyk is, ten minsten zulks zeer moeijelyk maakt. Ik
+ben van een geheel tegen over gesteld gevoelen: in navolging van
+de beste Surinaamsche Planters, maak ik niet alleen buiten-bedden,
+welker afstand van den boom langs de kleine doorsnydingen de helft
+bedraagt van den afstand tusschen den eenen en den anderen boom; maar
+ik voege daar ook by een voet meer, om in de verbreeding van deeze
+kleine grachten by het zuiveren der vuiligheden te voorzien. Wanneer
+men nu de boomen op den afstand van negen voeten plant, zal de afstand
+tusschen den boom en de doorsnyding bedragen vyf en een half voeten,
+en indien ik dezelven plant op tien voeten, zal die afstand beloopen
+zes voeten.
+
+Een groot voorstander van de vermeenigvuldiging der uitwateringen
+zynde, verkies ik liefst, om drie reijen boomen op een buiten-bed te
+plaatsen; zoo dat, wanneer ik plant op den afstand van tien voeten,
+zy elk van twee-en-dertig voeten worden.
+
+Men zal wel doen, om by elk regen-saisoen eene enterye aan te leggen;
+te meer, om dat, wanneer men zelf koffy-boomen heeft, die vruchten
+dragen, dit een zeer geringe arbeid is, en men alleenlyk het oogenblik
+van eenen regentyd, die niet missen kan, 'er toe verkiezen moet: want
+gelyk de loten onder de boomen wortel schieten, en gevolgelyk gewoon
+zyn, om geheel en al in de schaduwe te staan, zoo sterven zy, indien
+ze, alvorens gevat te hebben, aan de hette der zon zyn bloot gesteld.
+
+Dit is de reden, waarom ik liefst verkies dezelven in de
+bananen-plantery te plaatsen, als welke, hoe breed ze ook zyn moge,
+altyd het jong plantsoen overdekt: en op die wyze gewent het zelve
+langzamerhand aan de lucht en aan de zon.
+
+Ik stem toe, dat deeze loten misschien zoo sterk niet zyn, dan die van
+eene enterye in de opene lucht; maar echter heb ik een stuk beplant,
+zonder bananen-boomen, geheel en al bestaande uit jonge planten van
+koffy-boomen, die van onder de bananen-boomen genomen waren, en 'er
+zyn 'er van de zes-en-dertig honderd geen twaalf geweest, die niet
+gevat hebben. Voor 't overige verkies ik liefst de koffy-boomen te
+planten op zulke stukken lands, op welken bananen-boomen groeien. De
+redenen zyn, voor eerst, om dat de bananen-boomen door hunne schaduwe
+de jonge koffy-boomen beschutten, dezelven voor de winden beveiligen,
+en meer regt over einde doen groeien; eene zaak, die voor de fraayheid
+en nuttigheid van den boom van een wezentlyk belang is. Ik weet wel,
+dat men staken of stutten voor dezelven plaatsen kan; maar dit is een
+werk, het welk niet altyd aan zyn oogmerk voldoet, behalven dat dit
+hout aan de houtluizen of carias tot eene verblyfplaats verstrekt,
+byzonderlyk de stammen van pynboomen, die tot het maken van zulke
+staken de geschiktste zyn. In de tweede plaats zyn de zwaare winden,
+die in zekere maanden van het jaar waaijen, zeer nadeelig voor
+den groei der boomen, zoo als ik ondervonden heb op twee stukken,
+welken ik beplant had, na de bananen-boomen te hebben weggenomen. Het
+gedeelte van deeze boomen, het welk voor de winden beschut was, is
+grooter geworden, dan het andere gedeelte, het welk meerder aan de
+winden was bloot gesteld, en zulks in het zelfde tyds-bestek.
+
+Veele lieden meenen, dat een stuk land, in de opene vlakte beplant,
+sterker boomen voortbrengt; maar daar op valt dadelyk te antwoorden,
+dat men de bananen-boomen niet zeer digt by elkander moet planten, en
+dat men ze aldaar niet te lang laten moet, noch eensklaps wegnemen,
+maar dat men beginnen moet met dezelven in het tweede jaar te
+besnoeijen, en daar mede zoodanig voort te gaan, dat zy op het einde
+van het derde jaar allen zyn weggenomen.
+
+Wanneer men eene kwekerye aanlegt, is het aller noodzakelykst acht
+te geven, geene jonge planten uit te kiezen, dan onder de fraaiste
+boomen. Dit is een zaak, die in 't byzonder in deeze Volkplanting
+verwaarloosd is geworden, waar uit voortkoomt, dat 'er Plantagiën zyn,
+op welken de helft der boomen uit een slecht zoort van koffy-boomen
+bestaat, die zeer weinige vrugten dragen: men noemt dezelven, zoo ik
+meen, verkeerdelyk, de mannetjes: zy onderscheiden zig door hunne
+dikke en platte bladeren, door het groot getal van zwartachtige en
+doode takken, door te veel weeldrig hout of onvruchtbaare takken,
+eindelyk door den aart van het hout, het welk veel ligter breekt,
+dan van een goed zoort koffy-boomen.
+
+Men plant doorgaans nieuwe koffy-boomen, waar van de enterye twaalf
+maanden te vooren is aangelegd: ik vermeene, dat deeze meest geschikt
+zyn, om in de plaats te komen van doode boomen, of welken men om
+andere redenen verruilt, op stukken, die reeds van vorige tyden
+beplant geweest zyn: ik geloove zelfs, dat het niet dienstig is,
+om ze jonger te nemen.
+
+Maar op stukken, die men op nieuw beplant, geef ik de voorkeur aan
+koffy-boomen, die uit eene kweekerye van zes maanden gehaald zyn:
+zie hier myne redenen: in 't algemeen, hoe jonger een boom geplant
+wordt, hoe gemakkelyker hy wederom wortel vat: de kenners van den
+landbouw in Europa geven 'er altyd den voorrang aan; maar deeze reden
+wordt nog veel klemmender in die Land, alwaar de boomen, en ook de
+koffy-boomen een regten wortel hebben, die spilsgewyze groeit, en zig
+by de verplanting krommende, maakt, dat de boom kwynt, en nooit welig
+doorgroeit; waar uit al verder voortspruit, dat hy by het opwassen op
+zyde hangt, of op den grond legt. Terwyl de boom jong is, beurt de
+spilswyze wortel, zoo lang niet zynde, zig zelven uit den grond op,
+en verplant zig als uit de natuur. Daarënboven, een jonge boom, die
+minder door de winden getysterd wordt, vat veel eer wortel. Eindelyk,
+de kleine boomen zyn zeer onderworpen om zig in de kweekeryen in
+de lengte uit te breiden, en men heeft moeite om 'er een genoegzaam
+getal te vinden, die dit niet gedaan hebben. Men behoort dus steeds
+een wakend oog te houden op de arbeiders, die de verplanting doen, op
+dat zy 'er geene verkiezen, dan die van een goed zoort afkomen: maar,
+mits men ze jong plant, doet 'er de gedaante niet veel toe: elke boom,
+op zig zelf staande, groeit van zelf spitsgewyze naar de hoogte.
+
+Ik erken, dat, wanneer men zulke kleine boomen plant, men den arbeid
+der eerste maanden vergroot: niet alleen moet men alle maanden wieden,
+maar ook leggen deeze kleine boomen voor veele insecten bloot; de
+krekels eeten 'er den kop af; de mieren maken daar aan gaarne hunne
+nesten vast, die, zoo men geene zorge draagt om ze weg te nemen,
+den groei beletten; maar het is slechts de moeite van een oogenblik,
+die door andere voordeelen rykelyk vergoed wordt.
+
+Behalven het uitwieden van het onkruid, en het zuiver houden van de
+insecten, moet men ook nog zorge dragen, om de weelderige loten uit
+de boomen weg te nemen, en te maken, dat zy in het midden met niet
+meer dan een enkelen stam opgroeijen. Een of twee bekwame Negers
+hebben spoedig een stuk gezuiverd.
+
+Men moet ten deezen opzigte insgelyks in 't oog houden, om, by de
+eerste regenbuien, alle de boomen, die niet gevat hebben, of sterven,
+te verplanten.
+
+Men doet ook wel, met dadelyk na het uitbloeijen, geduurende de twee
+eerste jaren, de zaadkorrels der jonge boomen weg te nemen: vooreerst
+brengen zy grootendeels niet dan koffy voort, waar in geen kragt is;
+en ik ben overtuigd, dat dit te vroeg dragen van vrucht voor de groei
+en kragt van den boom schadelyk is, zoo als men natuurlyk begrypen
+kan, en ons door de ondervinding bevestigd wordt, als welke ons
+toont, dat onder de jonge koffy-boomen de zwakste en meest kwynende
+boomen het sterkst bloeijen; ten bewyze, dat dit overyld bloeijen de
+uitwerking is van eene verzwakte natuur, welke men verbeteren moet
+door het vernielen van de vrucht, zoo dra ze gevormd is. In Europa
+doet men zulks van gelyken, en met een goeden uitslag, ten aanzien
+van de persiken- en abrikosen-boomen.
+
+Wanneer de boom tot de hoogte van vyf of vyf en een half voeten is
+opgewassen, moet men deszelfs groei tegengaan, door den middelsten stam
+af te knotten. Indien het een sterke boom is, zullen zyne zy-takken
+hem nog een voet hooger doen groeijen; en dit is al de hoogte, die hy
+hebben moet, op dat de Negers allen in staat zyn 'er de vruchten af
+te plukken; want hoe fraai de groote boomen ook voor het uiterlyk oog
+schynen mogen, de nuttigheid moet op alle Plantagiën de hoofdzaak zyn.
+
+Behalven de aanhoudende uitwiedingen, moet men de boomen geduurig
+ontdoen van de weelderige loten, welken men moet afbreken, en niet
+afsnyden. Men moet ook het jong plantsoen uittrekken, het welk rondöm,
+en onder de schaduwe van den boom te voorschyn koomt. Dit werk, om
+wel verrigt te worden, vordert Negers van de mannelyke kunne, van
+eene hooge gestalte, en daarenboven oplettend en oordeelkundig. Het
+is ook best, om dit, tweemalen s'jaars, opzettelyk te laten doen. Het
+gunstigst tydstip voor deezen arbeid is het regen-saisoen, om dat
+men tevens de koffy-boomen, die niet gevat hebben, kan doen verplanten.
+
+Men moet zig wagten, om dit werk te verrigten, of 'er mede ophouden,
+in den bloei-tyd; want door het schudden der boomen, zoude men de
+bloemen en jonge vruchten doen afvallen. Men zal ook wel doen, zoo
+mogelyk, het wieden na te laten geduurende den oogst, hoe zeer dit
+echter minder schadelyk is: men moet de Negers leeren en gewennen,
+om de koffy niet groen te plukken; dezelve heeft geene waarde, en
+dewyl zy kleine zwarte boonen voortbrengt, heeft men des te meerder
+moeite met dezelven uit te zoeken.
+
+Uitgenomen op modderige landen, zoo alst die gelegen zyn aan de beide
+zee-kusten, alwaar de kanten naar de laagte loopen, en uit een zeer
+zacht slyk bestaan, oordeelt men het schoonmaken der grachten niet
+noodzakelyk; het is genoeg, dat men ze van de plantgewassen zuivert:
+zy behouden haare diepte naar evenredigheid van den afloop van het
+water, die door middel van dezelven bewerkt wordt. By de sluizen
+vermeerdert haare diepte; en dezelve vermindert weder naar mate van
+de afgelegenheid. Dit schoonmaken zoude een vergeefsche arbeid zyn,
+want de modder, welke men 'er uithaalt, wordt spoedig door ander slyk
+weder aangevuld.
+
+Ik heb, by den aanvang van deezen brief, gezegd, dat het planten
+der bananen-boomen dat der koffy-boomen moet voor af gaan op
+vrugtbaare landen, die men tot eene Koffy-Plantagie voornemens is
+aan te leggen. Men moet de bananen-boomen plaatsen op den afstand
+van zes-en-dertig, ten minsten van zeven-en-twintig voeten, indien
+men de koffy-boomen op den afftand van negen voeten planten wil;
+want deeze bananen-boomen moeten zoo geschikt zyn, dat men 'er één
+vindt telkens na vier koffy-boomen. Een Planter, die begint, en
+natuurlyker wyze gedrongen is, om levensmiddelen te moeten hebben,
+zal twee reijen bananen-boomen kunnen plaatsen op elk klein bed,
+en dus vier op een dubbeld bed. Een Planter, die alleenlyk eene
+Plantagie, reeds gedeeltelyk aangelegd, uitbreidt, en van wien men
+verönderstelt, dat hy van levensmiddelen voorzien is, zal slechts ééne
+reije bananen-boomen op elk klein bed planten: op een dubbeld bed,
+en in het midden, kan hy 'er eene derde reije byvoegen, welke men
+echter zal moeten wegnemen by het verdeelen der dubbelde of enkelde
+bedden. De moeite, om eene reije bananen-boomen te planten, heeft
+weinig te beduiden. Bovendien gebeurt het nu en dan, dat het niet
+ge/chikt is het stuk grond na verloop van een jaar met koffy-boomen te
+beplanten: indien zulks derhalven wordt uitgesteld, trekt men altoos
+de vruchten van deeze bananen-boomen, waar van de schaduw tevens nuttig
+is, om de zoutächtige deelen in deeze nieuwe gronden te behouden.
+
+Behalven de bananen-boomen, plant men ook Indisch koorn, het welk op
+deeze nieuwe landen ongemeen wel voortkoomt: men kan deeze beplanting
+verscheiden malen herhalen, zelfs na dat de koffy-boomen reeds geplant
+zyn, mits men als dan in 't oog houde dezelven op reijen te planten,
+op den afstand van vyf of zes voeten, om met des te meer gemak de
+uitwiedingen te kunnen doen, welken men niet moet verzuimen, van den
+beginne af aan, om het onkruid dadelyk uit te roeijen.
+
+De ignames kunnen ook gedeeltelyk op de nieuwe stukken grond geplant
+worden, maar niet, wanneer men 'er reeds koffy-boomen op geplaatst
+heeft. Deeze plant, die tot de voortkruipende behoort, of een zoort
+van heestergewas is, zoude voor den groei der boomen schadelyk zyn.
+
+De Manioc en de Camanioc groeijen ook welig op deeze landen; maar men
+moet ze alleenlyk planten op de laanen en aan de kanten der groote
+grachten, dewyl de Manioc het land op eene byzondere wyze uitmergelt.
+
+De aardappelen moet men nimmer binnen den omtrek den bedyking planten;
+en men moet de Negers ten sterksten beletten om zulks te doen: het
+is eene pest, waar van men zeer veel moeite heeft zig te ontdoen,
+en men moet zig eeniglyk bepalen tot het planten derzelve op de
+omringende dyken.
+
+Van het bewerken der Koffy.
+
+Dewyl het bewerken van de Koffy eene zaak is, van den landbouw
+volstrektelyk afgescheiden, heeft men gemeend dezelve afzonderlyk
+te moeten behandelen. Wanneer de Koffy geplukt is, wordt zy door de
+Negers gebragt op de plaats, alwaar de molens, tot het pellen van
+dezelve geschikt, gevonden worden. Het is beter, gemakkelyker en
+zuiniger, dezelve in een grooten bak te werpen, dan by hoopen op den
+grond te plaatsen.
+
+Men heeft de gewoonte, om met het overbrengen der Koffy naar de molens
+eerst des avonds te beginnen: intusschen, wanneer 'er tot het plukken
+veel volk gebruikt wordt, en 'er een groote overvloed van koffy is,
+zal men beter doen met vroegtydiger te beginnen, op dat de arbeid
+niet tot in den nacht voortduure.
+
+Het maakzel van deeze molens is bekend; ik vermeene, dat die geene,
+welke men hier molens van Martinique noemt, de beste zyn. Ik heb
+eene proeve genomen, om daar in eene kleine verandering te maken tot
+bespoediging van het werk, en ik ben zelfs thans bezig, om tot het
+zelfde einde eene nieuwe proeve te nemen, die deezen molen misschien
+nog merkelyk zal verbeteren.
+
+Wanneer door deeze bearbeiding de roode schil is weggenomen, worden
+de boonen in een bak geworpen, in de nabyheid van het gebouw, alwaar
+de molens staan. 'Er zyn 'er, die eerst des anderen daags het water
+'er opgieten: ik voor my verkieze zulks des avonds te doen, al waare
+het alleen om tyd uit te winnen: dan, hoedanig men dit ook gelieft
+te doen, men moet 'er eene genoegzaame hoeveelheid water opgieten,
+zoo dat de Koffy geheel en al bedekt is; waar na men de Koffy sterk
+zal omroeren en wryven, op dat de boonen zig ontdoen van de lymige
+stof, die uit de schil aan dezelve is blyven zitten. Tot dit einde
+laat men dit eerst opgegoten water wegloopen door eene opening,
+die onder in den bak gemaakt is, men wascht de Koffy, en giet 'er
+zuiver water op, dezelfde bewerking tot drie malen toe herhalende;
+want om te kunnen zeggen, dat de Koffy wel gewasschen is, moet ze in
+het aanraaken ruw zyn.
+
+By het wasschen en omroeren van de Koffy, dryven de roode schillen,
+die door de zeeft zyn doorgegaan, boven op; de kleinste boonen, welke
+door de rol niet geraakt zyn, eindelyk de onrype en de ligtste boonen,
+worden zoo veel mogelyk weggenomen, ten einde dezelven onder den
+naam van dryvende Koffy afgescheiden te houden van de Koffy met een
+zwarte bast; daar vooräl de laatstgemelde zeer schadelyk is voor de
+bewerking, en meer dan de Koffy, die nog ongepeld is, in de droogeryen
+insecten voortteelt: ik heb by my het gebruik ingevoerd, om deeze Koffy
+andermaal door den molen te laten gaan, en vervolgens te wasschen:
+als dan ontdoet zig het grootste gedeelte van haare schil, en zinkt
+naar de laagte; de dryvende Koffy maakt dan eene kleine hoeveelheid
+uit, en dryft by deeze tweede wassching boven op.
+
+Wanneer de Koffy wel gewasschen is, spreidt men dezelve uit op vloeren
+met steenen belegd, alwaar men ze in de zon laat droogen, wanneer het
+weder zulks toelaat: indien het al te regenachtig is, plaatst men de
+Koffy in groote laaden met schuiven; die aan de droogerye vast zyn,
+en onder welke men ze wegschuift wanneer het gaat regenen: deeze
+laaden zyn uittermaten gemakkelyk. Als de Koffy volkomen droog is,
+brengt men ze in het Magazyn van de droogerye, een gebouw, doorgaans
+uit twee verdiepingen bestaande.
+
+Men doet wel, vooral by regenachtig weder, om de Koffy niet te zwaar
+op elkander te stapelen: in allen gevalle moet men ze, vooral in het
+eerste begin, drie malen daags doen verschieten: de achteloosheid en
+wanörde der Planters ten deezen opzigte, brengt hun veel schade aan
+de Koffy toe.
+
+Dit verschieten van de Koffy in de droogerye vermindert men vroeger
+of later, naar mate het jaargetyde meer of minder droog is.
+
+Zoo dra het mooije weder aankoomt, kan men beginnen de Koffy in de
+droogerye te bewerken, maar alleenlyk dan, wanneer 'er zeer in 't kort
+eene gelegenheid op handen is, om ze in te schepen; want de Koffy,
+eenmaal bewerkt zynde, vermindert altyd, hoe men 'er zig ook omtrent
+gedraagt. In tyd van vrede, wanneer 'er geene schepen ontbreken,
+om koopwaren in te laden, is het best de Koffy zoo dra mogelyk te
+verzenden; want zoo dra zy in het Magazyn is, verëischt zy veel
+oppassing en arbeid, en is schooner, wanneer ze dadelyk verzonden
+wordt. Dienvolgende moet men buiten noodzaak met het pellen van de
+Koffy niet beginnen, voor dat het drooge mooije weder wel gevestigd is,
+en men van de zonneschyn zig kan verzekerd houden. Als dan spreidt
+men de Koffy op den met steenen belegden vloer in de droogerye uit,
+beginnende altyd met de ligte dryvende Koffy. Dewyl deeze mindere
+zoort van Koffy altyd veel eer wormen voortbrengt, dan de Koffy, die
+geheel volwassen is, zyn 'er doorgaans drie dagen zonneschyn noodig,
+om dezelve in staat te brengen, ten einde gevoeglyk gepeld te kunnen
+worden. Indien 'er weinig zonneschyn is, zyn één of twee dagen meer
+noodig; in allen gevalle is het, alvoorens men ze pelt, noodzaakelyk
+dezelve zoo hard te laten worden, dat men de boonen naauwlyks met
+goede tanden kan aan stukken breken.
+
+Ik volg de manier niet, welke andere Planters gewoon zyn te bezigen:
+ik laat des namiddags omtrent twee uuren, en met den geheelen toestel
+aan het pellen beginnen: terwyl de sterkste Negers daar mede bezig
+zyn, plaatsen de anderen de Koffy op den met steenen belegden vloer
+op hoopen. Zy brengen ze vervolgens in eene groote kist of laade aan,
+waar uit men ze telkens om te pellen uitneemt. Men moet dit altyd
+zoodanig verrigten, dat de Koffy voor vier uuren van den vloer is:
+ik heb opgemerkt, dat wanneer de zon tot vyf-en-veertig graaden van
+den gezicht-einder gedaald is, de warmte zoodanig vermindert, dat de
+Koffy op het gevoel koud wordt; maar wanneer zy in eene groote lade
+gelegd is, behoudt zy haare warmte zeer lang.
+
+De Koffy, op deeze wyze wel gedroogd, en warm gepeld zynde, breekt niet
+aan stukken, en wordt nimmer plat; zy verliest dan gewoonlyk het vlies,
+het welk tusschen de schil en de boon gevonden wordt. Wanneer zy uit
+den molen koomt, laat ik ze dadelyk wannen: andere Planters wannen
+ze eerst des anderen daags. Indien men ze op den zelfden dag want,
+wint men veel tyd uit: na de wanning brengt men ze op de plaats,
+die tot de uitzoeking geschikt is.
+
+Ik heb twee groote zeeften van koper: eerst laat men de gepelde Koffy
+doorgaan door die zeeft, welke de grootste openingen heeft; men laat
+door dezelve doorgaan alle de boonen met de ronde en gebrokene koffy,
+en in de zeeft blyven geene andere boonen overig, dan die haare schil
+niet zyn kwyt geraakt, en die gevolgelyk nog eens in den molen gebragt
+moeten worden.
+
+De tweede zeeft neemt op, het geen uit de andere gekomen is, en ik
+laat, benevens de ronde koffy, door dezelve doorgaan al de gebrokene
+koffy, ten minsten de kleinste. Uit hoofde van het gebruik van deeze
+twee zeeften, valt 'er met de hand niets anders uit te zoeken, dan
+de koffy, die in verscheiden groote stukken gebroken is, en de kwade
+zwarte boonen, en die door de insecten zyn aangestoken.
+
+Ik laat de zuivere koffy nog eens wannen, om 'er de vliezen, het stof,
+of andere vreemde lichamen van af te scheiden; waar na men, wanneer
+de zon zeer heet, en de lucht helder is, dezelve voor eenige uuren op
+den met steenen belegden vloer kan leggen, ten einde dezelve niet dan
+volkomen droog in de vaten te pakken, na wel te hebben zorge gedragen,
+om ze te laten koud worden.
+
+Men ziet uit alle deeze byzonderheden, dat het bewerken van eene
+groote meenigte koffy zeer veel arbeid vordert, het geen het werken
+in den tuin merkelyk vertraagt, in een jaargetyde, waar in men noodig
+heeft de grachten op te halen, en het onkruid uit te wieden: het geen
+gelegenheid gegeven heeft om te onderzoeken, of men geen ander minder
+werkelyk middel tot het bewerken der koffy zoude kunnen uitvinden.
+
+Men heeft derhalven een molen uitgedacht, van zoortgelyk maakzel als
+die, waarmede men olyven perst, om 'er de oly uit te halen; dit is wel
+gelukt, en men twyffelt niet, of dit werktuig, tot volkomenheid gebragt
+zynde, zal op de groote Koffy-Plantagiën van een algemeen gebruik
+worden, vooral om dat het zamenstelzel eenvoudig en onkostbaar is.
+
+Om intusschen deezen molen tot volkomenheid te brengen, moet men ook
+de onderscheiden middelen volmaken, die gebézigd worden om de koffy
+zonder zon te droogen, iets dat zeer nuttig is, zelfs schoon men de
+koffy pelt. Wanneer men andere proeven doet, zal men ontwyffelbaar
+niet slagen. Men moet tot een grondbeginzel houden, dat de koffy
+gedroogd word, zonder een stank van rook, noch kwaden smaak te krygen,
+en zonder haare groene of blaauwachtige kleur te verliezen.
+
+Van de Gebouwen.
+
+Het eerste gebouw, het welk gemaakt moet worden, wanneer men een stuk
+lands tot eene Plantagie aanlegt, is het huis tot bewooning voor den
+Planter. Hy is met zyn werk nog zeer in, wanörde, zoo lang hy niet een
+gedeelte van zynen grond met een dyk omringd heeft. Hy kan dit huis
+meer of min groot maken, volgens zyn smaak, staat en middelen. Het
+is raadzaam, om het afgescheiden en op zig zelf te doen staan, niet
+tegen een werkplaats of magazyn aan, om de insecten en het stuiven
+te ontwyken, en aan beide gebouwen meerder doorspeling van lucht
+te verschaffen.
+
+Vervolgens moet men overgaan tot het maken van een sluis. In het begin
+kan men zig vergenoegen met een sluis, die met vallend water gesloten,
+en met den vloed geöpend wordt, door middel van een deur met een klap:
+maar wanneer de Plantagie in uitgestrektheid toeneemt, meent men den
+voorrang te moeten geven aan een sluis, welke een deur met een val
+heeft, en die men by elk gety openen en sluiten moet, als zynde het
+ontwyffelbaar, dat tegen het einde van het gety, wanneer het water
+geen kragt meer heeft, de klapdeur in 't geheel geen water laat
+afloopen, ja zelfs uit hoofde van haare zwaarte aan de uitwatering
+altyd hinderlyk is; vooral wanneer de klap buitenwaarts hangt, volgens
+het byna algemeen gebruik in deeze Volkplanting. Van welken aart de
+sluis ook zy, moet men wel zorge dragen dezelve loodrecht, zeer vast,
+en vooral diep genoeg te leggen. Schoon het van geen nut is, wanneer zy
+te diep legt, kan zulks niet schaden, maar wel, wanneer ze te ondiep
+legt; en het is voorzichtig dezelve zoo te maken, dat de grond van
+de sluis zes duimen lager ligt, dan het laagste watergety. Het is
+van aanbelang de sluis van binnen en van buiten van goede vleugels
+te voorzien, ten einde geene lekking van water langs de fluis kan
+doorzyperen: het verwaarloozen van deeze gewichtige punten stelt de
+sluizen in deeze Volkplanting bestendig aan toevallige nadeelen bloot.
+
+Goede sluizen zyn van een wezenlyk belang tot het droogmaken der
+landen. Het is zeker, dat 'er aan de sluizen vleugels noodig zyn, maar
+het is beter de kanten van de sluis, in de gedaante van vleugels,
+te laten uitspringen, dan afzonderlyke houte vleugels te maken,
+die uit hoofde van het geduurig hermaken zeer kostbaar zyn.
+
+Voor hun, die den aanleg van eene Plantagie beginnen, zyn twee sluizen
+eene zaak van veele onkosten: tot het grondvesten van dezelven zyn
+veele steenen, kalk, tras en hout noodig. Het is de moeite en kosten
+niet waardig, om sluizen van enkel hout te maken; zy kosten veel,
+en zyn in korten tyd door de wormen vernield, Zy, die geene groote
+middelen bezitten, zyn verpligt zig te bedienen van uitwaterende goten,
+hier boven door my beschreven.
+
+In Surinamen maakt men dezelven al te breed: wanneer men goede grachten
+heeft, behoeft de sluis zoo groot niet te zyn, als men doorgaans
+meent. Men maakt ze ook altyd veel te kort, het geen verhindert om 'er
+een zwaren dyk boven te maken; men besteedt 'er te weinig zorge aan,
+en vooral aan de sluisdeur, die altyd te veel water doorlaat. Dit
+gebrek van oplettenheid is oorzaak, dat de hoeken niet behoorlyk
+gesloten zynde, het water, het welk naar binnen doorzypelt, het slyk,
+waar door de sluis stevig gehouden wordt, langzamerhand doet wegwyken,
+tot dat 'er gaten in komen; het water baant zig een weg langs de sluis,
+de dyk wykt uit, en breekt. Men tracht denzelven te herstellen,
+en men heeft het ongenoegen om te zien, dat het slechts voor een
+korten tyd is, dewyl men de oorzaak van de kwaal, die men niet kent,
+niet verholpen heeft: en hier uit trekt men dan het verkeerd besluit,
+dat de sluizen eene verkeerde uitvinding zyn.
+
+Een ander gebrek in het maken deezer sluizen bestaat daar in, dat men
+aan de deur te veel afhelling geeft, het geen belet dat het water
+dezelve opligt, en 'er doorloopt. Deeze deuren zyn meest gemaakt
+met houten hengzeis, als of ze dienen moesten voor deuren van een
+schuur. Men heeft dit werktuig tot meerder volkomenheid gebragt,
+en indien men het met lood beleggen wilde, om van de wormen niet
+doorknaagd te worden, zou het byna zoo nuttig zyn als volkomene
+sluizen, en ik zoude 'er in dit Land den voorrang aan geven, om dat
+de Negers te achteloos zyn in het regelmatig openen van de deuren,
+zoo als dit behoort.
+
+Voor eene droogmaking van twee honderd akkers, laat ik alleen twee
+sluizen maken, die elk een vak van drie voeten hebben; ik geef aan
+dezelven 26 of 28 voeten lengte; ik laat de planken wel in malkander
+sluiten; ik laat alle de reeten met pik toestoppen, even als een schip;
+men maakt 'er eene goede deur aan met yzere hengzels, waar van de
+duimyzers met een schroef gemaakt zyn, om des te vaster te houden,
+en de spykers ook met een spil en schroef. Ik laat deeze deur op de
+volkomenste wyze in één sluiten, en wel zoo vast, dat zy niet ligtelyk
+in wanörde geraken kan. Wanneer deeze sluis geplaatst is, laat ik
+daarboven een zeer zwaren dyk leggen, zelfs van twee voeten hooger,
+dan die 'er dicht by is. De sluis, op deeze wyze ingericht, laat geen
+droppel water door, geduurende den vloed, en nooit geraakt de dyk in
+wanörde, dan wanneer de sluis verrot of van de wormen doorknaagd is,
+en in duigen valt. 'Er blyft nooit water in de grachten: de sluisdeur
+gaat door het minste gewicht van 't water gemakkelyk open.
+
+De Koffy-Planter heeft het voorrecht, dat hy zig voor het derde of
+vierde jaar over het maken, der gebouwen niet behoeft te bekommeren:
+hy kan ze dan maken naar evenredigheid van de geplante boomen, zelfs
+van die geenen, die nog geene vrugten geven. De arbeid wordt meer
+noodzakelyk, naar mate dat de boomen tot het dragen van vruchten komen:
+men handelt voorzichtig met de Plantagiën in de eerste jaaren niet
+verder uit te breiden, dan in zoodanige evenredigheid, dat, wanneer de
+koffyboomen vruchten opleveren, men niet genoodzaakt is het tuinwerk
+om dat van den oogst te verwaarloozen; want men moet rekenen, dat men
+ten minsten een vyfde gedeelte van het jaar, dat is, twee en een halve
+maand, of drie maanden, aan de beide oogsten besteedt, en een zevende
+gedeelte aan het bewerken van de koffy, zonder van het verschieten en
+den verderen arbeid der droogerye te spreken. Te weinig oplettenheid in
+dit opzigt is oorzaak, dat een aantal Koffy-Plantagiën slecht bebouwd
+en slecht onderhouden zyn. Het is altyd zeker, dat eene Plantagie van
+eene middelmatige uitgestrektheid, wanneer zy wel onderhouden wordt,
+meer opbrengt, dan eene groote, wier onderhoud slecht is.
+
+Men oordeelt, dat een goed gebouw geduurende lange jaaren tot alles
+voldoende is, mits men het een weinig stevig maakt, en zulks zonder
+zeer kostbaar te zyn: men kan 'er de breedte van 32 of 34 voeten
+aan geven, en zoodanige lengte, als men goedvindt: het is dienstig,
+om het zelve zoo te plaatsen, dat men het kan uitleggen, naar mate
+de meenigte van de koffy, die in het magazyn opgeslagen moet worden,
+toeneemt. Men kan de stylen plaatsen op voetstukken van dezelfde
+hoogte, stukken hout leggen tot ondersteuning van de einden van de
+balken, die daar op rusten, of zig daar mede verëenigen. Men legt deeze
+balken op eene hoogte van 8 of 9 voeten, maar de stylen moeten nog 4
+of 5 voeten hooger zyn, op dat de zolder tusschen alle de stylen van
+wederzyden klap-vengsters kan hebben, vermits het van aanbelang is,
+dat de lucht over de zolder vryelyk heen speelt, om de koffy spoedig
+te doen droogen. Men moet daarom aan beide kanten groote vengsters
+maken, die tot op den grond van den zolder nederhangen.
+
+Het is verwonderlyk, hoe de koffy spoediger droogt, wanneer de wind
+'er regelrecht op werkt; het is alleenlyk noodig de twee gevels en de
+beide zyden van het gebouw aan het bovenste gedeelte, tot aan de zolder
+toe, met planken te beleggen. Het onderste gedeelte kan open blyven,
+of men kan het sluiten of omheinen alleenlyk met stammen van pynboomen:
+het geheel moet overdekt worden met dak-borden, die men in dit Land
+zeer duurzaam vindt: stammen van pynboomen zyn voldoende om dezelven
+te onderschragen, zonder dat men latten of dwarsbalken noodig heeft.
+
+In het benedenste gedeelte plaatst men den molen, om de koffy-boonen
+te pellen, de groote bak om ze in te werpen, zoo wel de koffy, die
+geplukt, als die gepeld is: dezelfde benedenste verdieping, zoo men
+de werkplaats verlengt, kan, dienen tot een kuiperye, een stalling,
+en verscheidene andere gebruiken.
+
+De geschikte manier tot het plaatsen der koffy-lootsen is altyd
+eene en de zelfde, op welke wyze de verdere gebouwen ook geplaatst
+of ingericht mogen zyn. De gevels moeten staan naar het oosten
+en westen, en de lengte moet gericht zyn van het noorden naar het
+zuiden. De met steenen belegde vloer moet geplaatst worden aan de
+noordelyke gevel, op eenen genoegzamen afstand, om te ontwyken de
+morgen en avond schaduwen, en de belemmering van den wind, die door
+het lichaam van het gebouw veröorzaakt zoude worden; want de wind is
+allernoodzakelykst, om de koffy te droogen. Zy, die drie of vier maal
+honderd duizend ponden koffy, en eene gelyke hoeveelheid cacao op eene
+enkele Plantagie hebben zien bewerken, kennen de waardye van een zeer
+uitgestrekten droog-vloer. Men moet ze meer boogsgewyze maken, dan
+men gewoonlyk doet. Men moet van zeer dun hout, en zeer ligte planken
+van een halven duim dikte, eene kleine kap of beweegbaar dak maken
+van 20 voeten lengte en 15 voeten breedte, zynde bovendien met bepekt
+zeildoek overdekt. Men plaatst dit dak op rollen, welken men naar zyn
+believen draait, op dezelfde wyze als huisraad en bedden. Zoo dra men
+een enkelen droppel regen bespeurt stapelt men de koffy met groote
+houten schoppen op elkander, en rolt 'er het dak over heen, om de
+koffy voor den regen te beveiligen: dit is tot groot voordeel en nut.
+
+Indien men laden of schuifbakken heeft, kan men zig insgelyks van het
+benedenste gedeelte der loots, aan één van de beide kanten bedienen,
+mits echter in het oog houdende, dat men de einden hout, waar op
+de rollen van de laaden loopen, behoorlyk verlengt, en voorts acht
+gevende, dat de schaduw, door de loots veröorzaakt, op zekere uuren
+van den dag, aan het droogen van de koffy niet hinderlyk zy.
+
+Aan de voor- of achter-zyde, naar mate de loots naar het oosten
+of westen geplaatst is, moet men een met steenen belegden vloer
+maken. Het is van het grootste nut, dat dezelve eene genoegzaame
+uitgestrektheid hebbe. Op zyde van deeze vloer, en zoo dicht mogelyk
+by de werkplaats, moet de bak staan om de koffy te wasschen, waar in
+het altyd dienstig is eene afscheiding te maken; want dewyl men het
+water verscheiden malen geduurende de wassching moet ververschen,
+is het zeer gemakkelyk de koffy, dan aan de ééne, dan aan de andere
+zyde van den bak, te kunnen overstorten.
+
+Zie daar alles, wat tot de bewerking en het behoud van de koffy
+noodzakelyk dunkt te zyn.
+
+
+
+VIERDE BRIEF.
+
+Antwoord op de drie eerstgemelde Brieven, waar by de Fransche Ingezeten
+de vraag omtrent ds afschaffing der slavernye, in de Volkplantingen,
+alwaar dezelve nog plaats heeft, opzettelyk behandelt: hy raadt om
+deeze verandering, die noodzakelyk geworden is, te bevorderen; en
+geeft de middelen aan de hand, om daar toe te geraken, zonder aan
+den voorspoed der Volkplantingen nadeel toe te brengen.
+
+Ik ben u, myn lieven vriend, zeer verplicht voor de drie brieven,
+welken gy my het genoegen gedaan hebt aan my te zenden, betrekkelyk het
+bebouwen der lage landen, waar van wy, zedert eenige jaaren, begonnen
+hebben proeven te nemen, en waar in gy onze meester zyt. Ik zal niet
+alleen voor my zelven van uwe nuttige onderrigtingen gebruik maken,
+maar ik zal ze ook ter kennisse brengen van alle myne medeburgers,
+die, even als ik, met de voortbrengzels deezer landen aan te
+kweken, voordeel bedoelen, of die zig by vervolg op zoortgelyke
+ondernemingen zouden willen toeleggen, in een uitgestrekt land,
+waar niets dan arbeidzaamheid noodig is. Uwe mededeelende inborst,
+die het onderscheidend kenmerk van waare onderrigting, en de bezitting
+van eerlyke harten is, geeft my de verzekering, dat ik aan uw oogmerk
+voldoen zal, met deeze kundigheden, zoo veel my mogelyk zal zyn, te
+verbreiden, en zelfs door de zeer voldoende brieven, welken gy my over
+dit onderwerp geschreven hebt, ten algemeenen nutte te laten drukken.
+
+Reeds hebben verscheiden van myne gebuuren, die even als ik op lage
+landen arbeiden, nuttige lessen van u ontfangen; en reeds begon deeze
+geheele streek gelukkig te worden, zoo dat men hope konde opvatten,
+dat dezelve t'eeniger tyd uwe schoone Volkplantingen zoude naar de
+kroon steken.
+
+Maar zedert de omwenteling, die van Frankryk een Gemeenebest gemaakt,
+en aan alle menschen, onder deszelfs bestuur levende, het genot
+van alle de rechten van den mensch en burger heeft wedergegeven;
+die de slavernye afgeschaft, en den Neger-handel vernietigd heeft,
+is alles van gedaante veranderd. Men heeft op 't onverwagtst de
+vryheid afgekondigd aan menschen, die met eene meer of min harde,
+maar steeds willekeurige gestrengheid, gehouden waren tot eenen arbeid,
+uit deszelfs aart verachtelyk, en welken zy, zonder eenig voordeel voor
+zig zelven, ten nutte van een enkel persoon verrigtten. Men heeft hun
+de volkomene vryheid overgelaten, om zig al of niet te verbinden aan
+hun, die welëer eigenaars van hunne persoonen waren. Het gevolg hier
+van is geweest, dat byna alle de Plantagiën, aan de Rivier Aprouago
+op laage landen aangelegd, verlaaten, of merkelyk vervallen zyn.
+
+Ik ben een vriend der vryheid, schoon ik voor deezen veele slaven in
+eigendom bezat. Ik behandelde de mynen met eene byzondere gematigdheid,
+en ik heb 'er verscheiden van behouden. Ik zoude ze zelfs allen
+behouden hebben, indien de Regeering 'er niet op eene willekeurige
+wyze over beschikt had, door hen op andere Plantagiën, in andere
+landschappen, te gebruiken, om de Plantagiën, die onder handen van
+het bestuur in bewaring gesteld waaren, boven anderen gelukkig te
+doen zyn, of de belangen van byzondere persoonen te begunstigen.
+
+Hier doet zig een vraag-punt op, het welk verscheiden Planters niet als
+bedenkelyk beschouwen, maar waaromtrent ik niet van hun gevoelen ben,
+en waar van de behandeling voor het menschdom van een byzonder belang
+is: zy moet ook hoogst belangryk zyn voor de Hollandsche Colonisten,
+onze nabuuren, wier Regeerings-bestuur, op dezelfde grondbeginzels,
+als het onze, gebouwd, insgelyks tot de afschaffing der slavernye
+zal moeten besluiten.
+
+Om dit stuk in orde te behandelen, zal ik eerst de vragen voorstellen,
+en wat de meeste onzer nabuuren 'er van zeggen.
+
+"Hoe kan de in stand houding eener Plantagie, die zoo veel
+arbeid, zoo veel uitschot van penningen vordert, met de vryheid
+der plantende Negers bestaan? Ziet gy niet, dat de Hollanders,
+die in deeze zoort van handel zulke groote vorderingen gemaakt
+hebben, onder alle Europeanen die geenen zyn, welke de Negers met de
+meeste gestrengheid behandelen? Dat zy met dit al in hun vaderland
+Comptoiren of Maatschappyen hebben, die, naar mate van de begroote
+waarde deezer landen, aanzienlyke sommen gelds opschieten aan de
+Planters, die eigentlyk niets anders doen dan het huishoudelyk bestuur
+der Plantagie voor hunne geldschieters waar te nemen? zouden wy,
+die deeze bebouwing der lage landen van verre hebben beginnen na te
+volgen, dit immer hebben kunnen uitvoeren, zonder de kragtdadige hulp,
+welke de Regeering op allerleije wyze aan de eerste bebouwers deezer
+landen verschaft heeft? zouden wy het hebben kunnen doen buiten het
+middel der slavernye, waar in de mensch geen ander mogelyk bestaan
+heeft, dan door eenen aanhoudenden en onäfgebroken arbeid, zonder
+zelfs het recht te hebben, om zig te mogen beklagen? Ziet gy niet,
+dat alle de Fransche Volkplantingen te vuur en te zwaard verwoest
+worden, en dat wy eenigermaten deeze algemeene verwoesting ontduiken,
+doordien wy op ons zelf staan, en door de zwakheid der bevolking,
+die, op uitgestrekte ruimten verspreid zynde, tegen ons niet heeft
+kunnen zamenspannen? Schoon wy de grootste onheilen agter ons hebben,
+is het evenwel niet zichtbaar, dat alles in deeze Volkplanting,
+zedert het tydperk der vryheid, in verval geraakt is, en dat vooral
+de Plantagiën op lage landen het grootste verlies geleden hebben? Merk
+daarënboven op, dat 'er zedert geene nieuwe onderneming van dien aart
+is aangelegd. En, ach! hoe zoude men dien aanleg beginnen? Welke
+middelen, zoudt gy by de hand nemen, om de zwarten aan te zetten
+tot eenen arbeid, die uit deszelfs aart zwaar en onäangenaam is,
+en welken men jaaren lang moet voortzetten, om deeze landen droog te
+krygen, alvorens 'er eenige vruchten van te trekken? Ik gevoel, dat
+gy t'eeniger tyd zult moeten toestemmen, om aan uwe landbouwers een
+vierde van uwe inkomsten te geven, gelyk, zoo men zegt, op St. Domingo
+plaats heeft: maar wat zult gy doen, eer het nog ver af zynde tydstip
+daar is, dat dit vierde iets van aanbelang bedraagt"?
+
+Zie daar de groote en voorname tegenwerpingen: ik zal 'er volkomen
+op trachten te antwoorden. Het herstel der Fransche Volkplantingen,
+en het behoud der geenen, die nog niets geleden hebben, wordt met
+reden beschouwd van zulk een groot staatkundig belang te zyn, dat al
+het geen eenig licht verspreiden kan omtrent de middelen, waar door
+de één tot eenen gevestigden voorspoed komen, en de ander den schok
+van eene noodzakelyk gewordene verandering in het bestuur ontwyken
+kan, door de eigenaars in de Volkplanting met dankbaarheid behoort
+ontfangen te worden.
+
+Ik heb myne denkbeelden niet eeniglyk in deeze Volkplanting
+opgezameld. Ik heb in de Volkplantingen van verscheiden Europeesche
+natiën gewoond; ik heb my toegelegd, om den inborst der Negers te
+leeren kennen; ik heb de verschillende manieren om hen te bestuuren,
+en derzelver gevolgen onderzogt; ik heb alles gelezen, wat voor en
+tegen de afschaffing der slavernye geschreven is geworden; en ik ben
+volkomen overreed, dat het mogelyk is, om, zonder benadeeling der
+Volkplanting, Zeden- en Staat-kunde met elkander over één te brengen,
+mitsgaders arbeidzaamheid en voorspoed, die van elkander onafscheidelyk
+zyn, onder de gezengde luchtstreek zamen te paaren.
+
+Het geen ik te zeggen heb, is geschikt om de klagten der Colonisten te
+bevredigen, die nog slaven bezitten, en, uit hoofde van de ellendige
+inrigting der Volkplantingen, alle bewysredenen tegen de slavernye der
+Negers, als eenen regelregten aanval op hunne eigendommen beschouwen.
+
+Frankryk heeft het eerst, en onder de Europeesche volken nog alleen,
+deeze schandelyke inrigting onbepaald en volkomen afgeschaft: de
+gevolgen deezer omwenteling zyn byna overal schadelyk geweest; maar
+kunnen wy over de gevolgen wel oordeelen, zonder dat wy de oorzaken
+kennen; en zouden andere oorzaaken ook geene andere gevolgen hebben
+te weeg gebragt? Zoude eene andere handelwyze, eene andere manier
+om deeze verandering van slavernye in vryheid daar te stellen, geene
+andere uitwerkingen gehad hebben? Hier aan valt niet te twyffelen.
+
+De Nationaale Conventie, na de grondslagen tot verklaring van de
+rechten van den mensch besloten te hebben, heeft deeze beginzels
+niet in 't oog gehouden in alle de beschikkingen, betrekkelyk de
+Volkplantingen, welken zy aan de ondermyningen der openbaare vyanden
+van vryheid en gelykheid heeft overgelaten. Wel verre van het lot
+der slaven te verbeteren, en de middelen tot hunne vrymaking met
+verstand voor te bereiden, heeft zy zelfs het recht van burgerschap
+aan de zwarten geweigerd, en daar door aan de Planters de magt
+gegeven, om hun het staatkundig aanwezen te weigeren, na hun het
+zelve voor een oogenblik te hebben toegestaan. Noch de Regeeringen
+in de Volkplantingen, noch de eigenaars der Plantagiën, noch de
+uitvoerders van het bestuur, wilden de vryheid niet, ja zelfs wilden
+zy den verachtelyken en lagen staat, waar onder de zwarten zuchtten,
+in de minste omstandigheid niet verzachten; integendeel scheen men
+het 'er, na de omwenteling, op toe te leggen, om deeze vernedering
+tot een grondbeginzel te vestigen. Door zulk eene handelwyze heeft
+men te weeg gebragt, dat deeze zoort van menschen onze ergste vyanden
+geworden zyn, en de schoone Volkplanting van St. Domingo het onderst
+boven gekeerd hebben.
+
+Toen vervolgens, in die ongelukkige tyden, in welken zy, die zig
+tegen de verbetering van het bestuur der Volkplantingen verzetteden,
+zig betoond hebben opentlyke vrienden van het Koningschap te
+zyn, de Engelschen te hulp geroepen, en zelfs de Negers tegen ons
+gewapend hebben, in de hoop, dat het hun gelukken mogt de slavernye
+te herstellen; toen de uiterste middelen noodzakelyk geworden waren,
+heeft de Nationale Conventie de grondbeginzels der vryheid eensklaps
+te rug gebragt, daar het vry beter was geweest dezelven trapsgewyze
+te vestigen: hier uit zyn onheilen voortgesproten, die aan de andere
+Volkplantingen eene nuttige les geven kunden.
+
+Zy moeten, zoo het mogelyk is, de vryheid bekomen, zonder eenigen
+schok, zonder wanorde in de byzondere eigendommen, en vooral zonder
+bloed te vergieten. Behalven het algemeen gevoelen van menschelykheid,
+het welk ieder eerlyk en weldenkend man doet verlangen, dat deeze
+verandering bewerkt worde zonder die schokken, welke zommigen van onze
+Volkplantingen zoo zeer beroerd hebben, kan ik niet nalaten belang te
+stellen in het lot van verscheiden deezer Volkplantingen, en ik moet
+de inwooners aanzetten, om rypelyk te denken op de aanmerkingen, die
+ik hun voordrage, en zig wel overtuigd te houden van deeze waarheid:
+dat het onmogelyk is de hatelyke inrigting der slavernye langen tyd
+te doen stand houden, en dat, om de afschaffing daar van voordeeligcr
+te doen zyn, en minder ongeregeldheid te doen uitwerken, men daar in
+goedschiks en met beleid moet te werk gaan.
+
+Indien zy hier eenige middelen aantreffen, om deezen taak gemakkelyk
+te maken, zal ik my by de Planters zeer verdienstelyk gemaakt hebben,
+door te toonen, dat het in de Volkplantingen mogelyk is, om zig met
+de voortbrengzels van het aardryk te verryken, zonder het menschdom
+te doen beven, en dat men met een weldadig hart, zonder knaging van
+'t geweten, eigenaar van eene Plantagie kan zyn.
+
+De vraag omtrent de slavernye der zwarten hield zedert langen tyd
+de verstandigen bezig, eer dat men in Frankryk aan eene omwenteling
+dagt; deeze vraag is door het Fransche Gemeenebest beslist: zy kan
+de Regeeringen, die Volkplantingen bezitten, en waar het stelzel der
+vryheid nog geen veld gewonnen heeft, in geene onverschilligheid laten.
+
+De Negers zyn niet onkundig, of zullen ten minsten niet lang onkundig
+kunnen blyven, hoe zeer hunne staat van die van huns gelyken in de
+nabuurige Fransche Volkplantingen verschilt: wanneer men zulks voor
+hun verbergen konde, denkt men dan nog, dat zy van hunne rechten
+altyd onkundig zyn geweest, en dat de stem der natuur by hun ten
+gevalle van hunne bezitters verdoofd is?
+
+Hoe dom hunne lasteraars hen ook verbeelden te zyn, zy hebben getoond
+met zeer grooten moed bezield te zyn: zy hebben, zoo als gy weet,
+in uwe Volkplantingen van Hollandsch Guiana, gelyk ook in Jamaica,
+het voorbeeld voor zig van een aantal menschen van hun geslacht,
+die door hunnen moed zig de vryheid bezorgd hebben, in weêrwil van
+hunne meesters, welken zy genoodzaakt hebben, om met hun over eene
+volkomene onäfhangelykheid te handelen.
+
+Men moet de noodlottigste gebeurtenissen duchten, indien men zig niet
+met ernst bezig houdt met de verbetering van het lot van deeze zoort
+van menschen, die uit hoofde der ryke voortbrengzels van hunnen arbeid
+van zoo veel gewicht zyn, en tevens zoo weinig bescherming ontmoeten,
+zoo mishandeld worden. Men zoude kwalyk doen, om in eene onvoorzigtige
+gerustheid te blyven sluimeren.
+
+Het voorbeeld der Fransche Volkplantingen moet aan deeze aanmerkingen
+klem byzetten: door zig tegen de vryheid te verzetten, zyn zy verwoest
+geworden, zy herstellen zig met derzelver zoeten invloed, onäangezien
+alle de noodlottigheden van den oorlog.
+
+Wat kunnen zy, die de slavernye voorstaan; tog inbrengen? Zy zullen
+zig beroepen op het oud gebruik der Volkplantingen, de voorgewende
+onmogelykheid, om dezelven zonder zwarten en zonder slaven te bebouwen,
+op het belang van den staat, om koopwaren uit de Volkplantingen
+te trekken. Men beroept zig op het geluk der Negers in hunnen
+tegenwoordigen staat, die, zoo men ons beduiden wil, verre verkieslyk
+is boven het lot van onze boeren. Men zegt, dat de luiheid, het bedrog,
+en alle slechte hoedanigheden, die harde en inhalige meesters, hun
+slechts als lydelyke werktuigen van hun fortuin beschouwende, in hun
+vinden, van het character der Negers onäfscheidelyk zyn; maar deeze
+kwaade hoedanigheden en gebreken zyn, of betrekkelyk tot het begrip
+en vooröordeel, het welk hunne staat inboezemt, of veröorzaakt door
+de manier, waar op men hen behandelt: deeze gebreken, die aan alle
+menschen, en in alle maatschappyen gemeen zyn, verdwynen, of nemen
+ten minsten merkelyk af onder een menschlievend en redelyk bestuur,
+zelfs onder slaven: zulks heeft my eene onäfgebrokene en aandachtige
+ondervinding klaar bewezen.
+
+De voorstanders der slayernye kunnen voor het overige in hunne
+verschillende redeneeringen in het geheel geen gebruik maken van
+de zaak der menschelykheid, noch van de rechtvaardigheid, noch
+van het recht der natuur, als welken geen mensch ter weereld door
+verjaring kan verliezen, van welke kleur hy ook zyn moge, en het zy de
+omstandigheden zyner geboorte meerder of minder gunstig zyn. "Wy hebben
+Volkplantingen noodig, men kan dezelven zonder slaven niet bebouwen;
+dus is de slaven-handel en het bezitten van slaven noodzakelyk". Zie
+daar, waar op hunne redeneeringen altyd nederkomen.
+
+Aan den anderen kant zyn zy, die voor de afschaffing der slavernye
+pleiten, door de reden, de rechtvaardigheid, de weldadigheid, en
+alle eerbiedwaardige beweegredenen, welken de menschelykheid aan de
+hand geeft, aangevuurd, dikwils veel te verre gegaan, en hebben zig
+dus aan de berisping hunner tegenpartyen, die by de handhaving der
+slavernye belang hadden, bloot gesteld; zy hebben gezondigd, het zy
+door buitensporigen yver, het zy door de staatkundige betrekkingen uit
+het oog te verliezen, welk laatste echter niet behoort te geschieden,
+zoo men een aantal lieden, wier fortuin van de beplantingen afhangt,
+niet in hevige klagten wil doen uitbarsten: op dien zelfden voet
+voortgaande, hebben zy zig de berisping der Planters ook nog op den
+hals gehaald, door niet wel te bevroeden alle de middelen, die tot
+het bewerken der verlangde omwenteling verëischt werden. 'Er zyn
+noodlottige gebeurtenissen voorgevallen, die de redeneeringen van de
+voorstanders der slavernye schynen te versterken; maar wat valt daar
+uit te besluiten, dan alleen dit, dat de ontwerpen der menschelykheid
+ten voordeele der zwarten, overëenkomstig eene goede staatkunde, niet
+behooren uitgevoerd te worden, dan door den tyd en trapsgewyze? dat
+eene overylde en onbepaalde vrylating, zonder uitzondering of mitsen,
+aan het voorgesteld oogmerk zeer slecht voldoet, en zelfs groote
+ongelegenheden veröorzaakt? In de daad, men moet toestemmen, dat de
+nieuwe Negers, die aan de taal en gebruiken der Europeanen nog niet
+gewoon zyn, zonder gevaar voor de Plantagiën, noch zonder benadeeling
+van hun zelven, niet allen op eenmaal, zonder tusschenpoozing of
+voorzorgen, in vryheid gesteld kunnen worden. Het is 'er mede gelegen,
+als met het gezicht, dat door eene lange duisternis verzwakt is,
+en niet met overyling het licht weder kan aanschouwen, zonder 'er
+door verbysterd te worden: men moet hun het licht by trappen en met
+beleid te rug geven.
+
+Intusschen is het geenzints onmogelyk, maar het is zelfs nuttig
+en staatkundig, om de middelen tot afschaffing der slavernye voor
+te bereiden. Men kan dit oogmerk bereiken, terwyl men tevens het
+belang van den Staat, en de staatkunde der volken in het oog houdt,
+de Volkplantingen, die nog geene veranderingen ondergaan hebben,
+bewaart, zonder de eigendommen der ingezetenen te bederven, noch
+hunne inkomsten te verminderen. Het tydperk, binnen het welk men
+trapsgewyze aan de Negers de vryheid zoude kunnen schenken, zoude
+niet verre af zyn; en de goede geneigdheid van verscheiden Planters
+zoude het zelve meerder verkorten, dan men denkt. 'Er zyn 'er veelen,
+die, om wel te doen, slechts verlangen omtrent hunne waare belangen
+te worden ingeligt; dit kan men door tyd en ondervinding te weeg
+brengen; en de Regeeringen behooren, overëenkomstig dien regelmaat,
+de gebrekkige inrigting, die nog in zwang is, en tot hier toe door
+de wet gehandhaafd is geworden, te verbeteren.
+
+Alle eerlyke, gevoelige en belanglooze harten zyn van de zaak zelve
+wel overreed; maar men moet aan de Regeering betogen, en aan de
+eigenaars der slaven bewyzen, dat men deeze veranderingen bewerken
+kan door middelen, die geene beweging maken, en aan de veiligheid,
+noch aan het voordeel der Planters geen leed toebrengen. Het is tot
+dit einde noodig, om alle vooröordeelen aan een zyde te stellen, en met
+onpartydigheid de middelen te overwegen, door welken men langzamerhand
+in de verbetering van de gebrekkige inrichting der Volkplantingen
+kan slagen, zonder de Plantagiën en derzelver bebouwing te bederven.
+
+Het eerste middel moet zyn de afschaffing van den slaven-handel.
+
+Deeze handel is met de slavernye op 't naauwst verbonden, om dat zy
+aan dezelve voedzel verschaft, en de Planters in 't begrip staan,
+dat, indien de slaven-handel ophield, het getal van de bewoners der
+Volkplanting wel dra tot niet zoude loopen, en derzelver bebouwing
+ook in evenredigheid verminderen, en dat, vermits de slavernye eene
+geöorloofde zaak is, de slaven-handel het insgelyks behoort te zyn:
+edoch niets dan de verfoeijelykste heerszucht is in staat, om deezen
+hatelyken handel, die een zamenweefzel van barbaarsheden is, te willen
+laten stand houden.
+
+Wat doet het 'er toe, of wy onrechtvaardig en wreed zyn, mits wy maar
+rykdommen vergaderen. Zie daar in korte woorden, waar toe men alle de
+redeneeringen brengen kan, die ten voordeele van deezen handel worden
+aangevoerd. Maar indien dit niet alleen eene onrechtvaardigheid, maar
+zelfs eene mistasting is; indien deeze handel, verre van voordeelig
+te zyn, voor de belangen van het volk, dat denzelven dryft, hoogst
+nadeelig is; wat moet 'er dan worden van den eenigen grond, waar mede
+men deszelfs voortduuring wil goed maken?
+
+Deeze handel, staatkundig beschouwd, brengt niet dan nadeel te
+weeg. Dezelve bederft de zeden van elk volk, het welk zig daar aan
+overgeeft, door hun eene geneigdheid tot wreede daden in te boezemen;
+door dezelven eindelyk by veele persoonen als wettige daden te doen
+beschouwen; door een aantal lieden te gewennen, om hun fortuin door
+de vernieling van het menschdom te beproeven; want het is eene
+bewezene waarheid, dat de oorlogen, gevoerd om slaven te hebben,
+de onaangenaame overtochten, de mishandelingen, en de wanhoop, veel
+meer Negers doen sneven, dan 'er in de Volkplantingen aankomen. Deeze
+handel is schadelyk voor de zeevaart, uit hoofde van het verlies van
+een groot aantal matroozen, veröorzaakt door de kwade lucht, het slecht
+voedzel, en andere vernielende omstandigheden, die op de schepen,
+tot de overvoering der Negers bestemd, noodwendig plaats hebben. De
+slavenhandel is, in één woord, een schande voor het menschdom, een
+vlak op elk volk, die denzelven gedoogt, eene openbaare strydigheid
+met de grondbeginzels en inrigting van alle Gemeenebesten.
+
+Maar, werpt men ons tegen, hoe zal men eene bevolking in stand houden,
+die geduurig afneemt, en hoe zult gy Volkplantingen hebben, indien
+gy den slaven-handel op de kust van Africa laat varen?
+
+Het getal der Neger-slaven neemt in eene verbazende meenigte af by
+de Planters, die weinig menschelykheid of gevoel bezitten; maar het
+vermeerdert langzamerhand by hun, die de noodige zorgen aanwenden
+tot behoud van hunne slaven, en om, zoo veel in hun is, de wet der
+slavernye te matigen. Mitsdien is het, onder het bestuur van eene wel
+geregelde vryheid, buiten allen twyffel, dat de volkrykheid schielyk
+zal vermeerderen, gelyk de ondervinding dit bewyst in alle Landen,
+alwaar de mensch gelukkig is, en wel geregeerd wordt.
+
+In deeze vooronderstelling zal de veiligheid en goede regeerings-orde
+in de Volkplantingen grooter zyn; haar onderhoud zal minder kostbaar
+worden, uit hoofde van eene sterke vermindering, zoo al niet eene
+volkomene vernietiging van de kosten, op de uitöeffening der Politie
+en Justitie, het houden van krygsvolk, het straffen van misdadige, en
+het vervolgen van weggeloopene Negers, het onderhoud van gevangenissen,
+enz. vallende.
+
+Na alzoo den slaven-handel te hebben afgeschaft, zal men de
+noodige beschikkingen maken tot handhaving van de goede orde in
+de Volkplantingen, tot derzelver veiligheid, en tot aanwas der
+bevolking. Voorzeker, wanneer men alle de Plantagiën in haare
+tegenwoordige werkzaamheden laat blyven, gelyk ook de regeling van
+goede orde, die op elk derzelven past, zal men niemand van de eigenaars
+iets doen verliezen.
+
+Dan zal het noodig zyn, dat men zig ernstig bezig houde, om overal,
+op eene éénstemmige wyze, wel beredeneerde wetten te maken, die niets
+willekeurigs meer in zig bevatten, en waar by men de geregelde orde
+in den arbeid, en de behoorlyke tucht zal handhaven. Zonder de wet
+te willen stellen aan die Volkplantingen, alwaar de slavernye nog
+heerscht, is het geen herssenschimmig denkbeeld, dat wel zaamgestelde
+vergaderingen, uit den bloem der Colonisten verkozen, zelve die
+Reglementen van Politie, en die geschikte en éénstemmige wetten zouden
+voorstellen, die op alle Plantagiën passen zouden, en waar naar ieder
+verpligt zoude zyn zig te gedragen; en hier uit zoude de grootste
+voorspoed voor elk in 't byzonder, en voor de geheele Volkplanting in
+'t algemeen, voortvloeijen.
+
+De Planters van Jamaica en Grenada hebben zedert lang het ontwerpen
+van Reglementen voor hunne Volkplantingen in den zin gehad. Een van
+hun laat zig in dit opzigt in deeze merkwaardige woorden uit. "Het
+staat in onze macht, om den welvaart van tweemaal honderd duizend
+menschen, wier arbeid ons het dagelyks middel van bestaan verschaft,
+te bevorderen; wy hebben het vermogen van, om zoo te spreken, eene
+nieuwe schepping te vormen. Welk edeler voorwerp kan immer onzen yver
+aanvuuren, en de natuurlyke neiging, die ons tot weldadigheid heen
+leidt, opwekken? Wanneer men de zaak uit het oogpunt van ons persoonlyk
+belang beschouwt, is het zeer zeker, dat hoe meerder menschelykheid
+iemand bezit, hoe beter staatkundige hy is: dus zullen wy door de
+neiging van ons hart te volgen, den welvaart van onze bezittingen,
+met der menschen goedkeuring, en des Hemels zegen zamen paaren.
+
+De Planters van Grenada hebben in hunne Volksvergadering Reglementen
+van inwendige Politie, en wetten ten voordeele der slaven, vast
+gesteld, waar by zy, in hunne Acte van 4 November 1788. deeze
+verstandige inleiding laten voorafgaan.
+
+"Overwegende, dat de noodzakelykheid van den invoer van Negers zal
+ophouden op het oogenblik, dat zy met menschlievenheid behandeld,
+en niet meer met onmatigen arbeid bezwaard zullen worden, en men dus
+op de wetten der natuur in de vereeniging der kunnen acht zal geven;
+
+Gemerkt, dat de wetten, die tot hier toe tot handhaving der slaven
+zyn afgekondigd, onvoldoende bevonden zyn; en de menschelykheid, zoo
+wel als het belang der Volkplanting, vordert, dat men de slavernye
+zoo dragelyk make, als mogelyk is, om de volkrykheid der Negers te
+bevorderen, het eenig middel, om de noodzakelykheid hunner invoering
+van de Americaansche kusten door den tyd geheel te vernietigen;
+
+En gelet, dat men zulk een heilzaam oogmerk niet kan bereiken,
+dan door aan de magt der meesters, en van de geenen, die met het
+opzicht over de slaven belast zyn, palen te stellen; het zy door
+hen te verpligten, om hun op eene gepaste wyze van huisvesting,
+voedzel en kleeding te voorzien, het zy door hun onderwys en goede
+zeden te beschikken, hen aan te zetten tot het aangaan van huwelyken,
+tevens deeze wettige verbintenissen eerbiedigende en beschermende:
+om alle deeze redenen", enz.
+
+Zonder van stuk tot stuk de Reglementen op te geven, die het gevolg van
+deeze Acte zyn, noch ook alhier te ontvouwen, wat men van dien aart het
+best zoude kunnen doen, indien men, met reden en menschlievendheid,
+de hier boven uitgedrukte gevoelens ter uitvoer trachte te brengen,
+is het genoeg door deeze twee voorbeelden aan te toonen, dat de
+Planters zedert lang gevoeld hebben, dat hun eigen belang dergelyke
+wetten vorderde, dat deeze wetten noodig waren tot in stand houding
+en aanwas der bevolking, om den invoer der zwarten van de Africaansche
+kust te vernietigen, als mede tot groot voordeel der inwooners.
+
+Het Reglement op het bestuur der Plantagie vast gesteld en in schrift
+gebragt zynde, zoude op de werkplaatsen gelezen en afgekondigd, en
+van tyd tot tyd vernieuwd worden: men zoude daar by voorziening doen
+omtrent het voedzel, de kleeding, en de woning der Negers: men zoude
+hun den eigendom van hunne tuinen, vogelaryen, en beesten-kwekeryen
+verzekeren: men zoude daar by melding maken van het bezorgen van
+oppassing aan de zieken, oude lieden en verzwakten; aan de zwangere
+vrouwen, aan de zoogsters en kinderen: dat de noodige voorzorgen
+gebruikt zouden worden tot handhaving der goede zeden, tot onderwys
+der jeugd, en de goede orde in de huisgezinnen, enz.
+
+Te gelyker tyd zouden de uuren van arbeid daar by worden aangewezen,
+als mede het geregeld bestuur en onderwerping. De geringe misslagen
+zouden gestraft worden, na dat de beschuldigde in tegenwoordigheid
+der verstandigsten en oudsten van de Plantagie zoude zyn gehoord:
+de misdaden zouden aan de gewoone Rechters verwezen, en volgens
+de wet gestraft worden. Voor deugdryke en uitmuntende daden zouden
+belooningen plaats hebben.
+
+Geene Plantagie zoude door deeze beschikkingen in wanorde geraken:
+integendeel zouden de Planters by deeze verbetering in het bestieren
+der zwarten onëindig veel winnen, uit hoofde van derzelver gehechtheid
+aan hunne meesters en hunne gewilligheid tot den arbeid.
+
+Dit ontwerp tot stand gebragt zynde, zal men, van dien tyd af aan,
+de benaming van slaven en slavernye veranderen: het waare anders
+te vergeefs de zaak zelve te hervormen; zy zoude altyd een hatelyk
+voorkomen blyven behouden; zy zoude weder tot den vorigen stand
+vervallen, indien men een gehaten naam liet blyven. In de daad, in
+den redelyken en gematigden staat, aan de Planters voorgeschreven door
+verstandige Reglementen, geene willekeurige, geene wreede behandeling
+gedogende, zouden hunne verpligtingen, zoo wel als hunne rechten,
+door vaste wetten volkomen bekend, en zy geene eigentlyk gezegde
+slaven meer zyn.
+
+'Er blyft dan niets meer overig, dan een enkelen stap te doen in
+den loopbaan der weldadigheid en goede bestiering, ten einde deeze
+gelukkige verandering te volmaken, de overgang namelyk van slavernye
+tot vryheid: gy zult my uwen aandacht nog een oogenblik niet weigeren.
+
+Na dat men dus op eene wyze, die geen zweem van willekeurigheid
+meer overlaat, de werkzaamheden der arbeiders zal geregeld hebben,
+behoort men hun eene belooning toe te zeggen, om hen tot een goed
+gedrag en yverigen arbeid aan te moedigen; dit zoude moeten bestaan
+in een gedeelte van de inkomsten der Plantagie, in het begin een
+klein gedeelte, en alleenlyk een tiende van de zuivere voortbrengzels.
+
+Het is meer dan waarschynlyk, dat deeze uiterlyke opöffering van
+een gedeelte der inkomsten, door den eigenaar aan zyne arbeiders
+overgelaten, ten minsten deeze inkomsten op dezelfde waarde zal
+houden; naardien het belang, het welk de zwarten zelve daar by hebben,
+hen zal aanzetten, om met den meesten yver te arbeiden, om met lust
+mede te werken tot bevordering van den welvaart der Plantagiën, en
+de inzameling der vruchten, tot het beletten der diefstallen, tyd
+verspillingen, en verscheidene misbruiken, welken de al te strenge
+bestiering der slaven doet vermeenigvuldigen.
+
+Wie is 'er, hy moge nog zoo veel bezet zyn met vooröordeelen,
+welke thans nog eenige Colonisten, voorstanders der slavernye,
+verblinden, die gelooven kan, dat de Plantagiën in het byzonder, en
+de Volkplantingen in het algemeen, den trap van geluk, die aan haare
+volkrykheid geëvenredigd is, bereiken kunnen, zoo lang de arbeiders,
+by de vruchten van hunnen eigen arbeid, en de vermeerdering van
+den oogst, zelve belang hebbende, daar toe geenen yver aanwenden,
+die men onmogelyk verwagten kan van een zoort van beesten, die door
+zweepslagen geregeerd worden, en wier eenige hope bestaat in eenige
+uuren rust te genieten, en kastydingen te ontduiken.
+
+Wanneer men door de ondervinding van één of twee jaren gezien zal
+hebben, dat de arbeiders zig onder dit nieuw ontwerp wel gedragen
+hebben; dat dit tiende gedeelte der vrugten, tot eene belooning aan de
+zwarten gegeven, de uitwerking gehad heeft, welke men 'er zig van had
+voorgesteld; dat deeze Plantagiën 'er niet door geleden hebben, maar
+veel eer door bevoordeeld zyn, zal men deeze belooning vermeerderen,
+en, in het volgende jaar, tot een negende gedeelte der zuivere vrugten
+brengen, ten einde als nog te beproeven, of, door deeze opoffering,
+de inkomsten op dezelfde waarde voor den eigenaar blyven zullen.
+
+Ik twyffele ann den goeden uitslag niet, daar ik zelf in de gelegenheid
+geweest ben, om 'er eenige proeve van te nemen, en ik verzekere u,
+dat deeze belooning, of dit aandeel in de inkomsten, aan de arbeidende
+Negers toegestaan, van jaar tot jaar kan vermeerderd worden. Men
+zal het van tyd tot tyd tot een agtste, een zevende, een zesde, een
+vyfde, een vierde, en eindelyk tot een derde der zuivere inkomsten
+brengen, zonder dat daar door de eigenaar zelf eenige vermindering
+ondervindt. Dit derde der inkomsten, door den Planter aan de arbeiders
+afgestaan, zal zyne eigene inkomsten nog des te meer verzekeren; en de
+uitvoer van koopwaren uit de Volkplanting zal vermeerderd worden met
+dit derde, het welk mede onder de voorwerpen van den koophandel komen
+zal. De invoer van koopwaren zal in gelyke evenredigheid vermeerderen
+door de verteeringen, welken de Negers, thans eene zekere zoort van
+levens-gemak genietende, maken zullen; en deeze menschen, tot hier
+toe toe zoo mishandeld, zullen allengskens hun geluk beginnen te zien,
+en hunne meesters beminnen.
+
+Ik begryp, dat de trapswyze voortgang in dit ontwerp, dien men
+noodzakelyk behoort te volgen, een tydvak ten minsten van negen jaaren
+noodig heeft. In het tiende jaar (of zoo dra deeze ondervinding zal
+gevestigd zyn, en de goede uitwerkzels van deeze huishouding zullen
+zyn gebleeken,) zal men deeze schikking tot eene vaste wet maken,
+die de rechten der eigenaars en arbeiders met billykheid zal regelen;
+tot eene wet der Volkplanting, waar in niet meer gesproken zal worden
+van slavernye, maar van een wederkeerig verdrag tusschen de arbeiders
+en de eigenaars van den grond.
+
+Het is gemakkelyk te bezeffen, dat door deeze maatregelen, welken
+ik hier in het ruwe schetse, langzamerhand in werking te brengen,
+geen groote eigendom in wanorde geraken zal; maar dat de volkrykheid
+der Negers onder een menschlievender bestuur zal aanwassen. Deeze
+gelukkige verandering zal bewerkt worden, zonder eenigen schok of
+beweging te veroorzaken. Deeze arbeiders zullen zig, langzamerhand,
+en als ongevoelig, aan eene zekere gemakkelykheid en aan eene betere
+levens-manier gewennen, die hun goed gedrag, hunne werkzaamheid en
+vlyt ten grondslag hebben zal. 'Er zal in hunne denkbeelden geene
+overylde omwenteling plaats hebben, waar door men eenig kwaad gevolg
+te vreezen heeft, dewyl de eerste aanbiedingen slegts voorwaardelyke
+gunstbewyzen zyn zullen, welken de meesters altyd zullen kunnen
+intrekken, in geval de Negers zig dezelven onwaardig maken mogten.
+
+Huisgezinnen, die zig toeleggen om hunne inkomsten een weinig te
+besparen, ten einde kleine afzonderlyke eigendommen te verkrygen,
+zullen gelegenheid vinden, om het bezit daar van te bekomen: zy
+zullen daar door een bewys van hunne bekwaamheid ten toon gespreid,
+en een waarborg voor hun toekomend goed gedrag gegeven hebben. Deeze
+verhuizingen van zommige huisgezinnen der arbeiders, die van tyd
+tot tyd groote Plantagiën verlaten zullen om kleine op te rigten,
+zullen op de eerstgemelden door den ontwyffelbaaren aanwas hunner
+volkrykheid rykelyk vervuld worden.
+
+Naar mate de Colonisten tot deeze oogmerken van menschlievendheid en
+goede orde de hand zullen leenen, door voor het uiterlyke de edelste
+opöffering te doen, zullen zy hun eigen voordeel behartigen; men
+zal de Volkplantingen en den koophandel meerder zien bloeijen: men
+zal aldaar meerder gerustheid, meerder veiligheid, een aanhoudende
+aanwas der bevolking ondervinden, zonder eenig middel van geweld, of
+het welk met goede grondbeginzelen strydig is, te bezigen. Om hier van
+overtuigd te zyn, behoeft men zig slechts deeze alöm bekende waarheid
+voor oogen te stellen, dat de bevolking overal zigtbaar aanwast,
+waar voorspoed en middelen van bestaan gevonden worden.
+
+Deeze regelmaat, op reden, rechtvaardigheid en goede Staatkunde
+gegrondvest, is in de Fransche Volkplantingen, die deeze omwending
+ondergaan hebben, niet gevolgd geworden. Alles is by deeze volken aan
+het gisten en in wanorde geraakt. Geene der partyen, van welke classe
+ook, wilde opregtelyk de vryheid, noch den algemeenen voorspoed;
+geene derzelven wierd door oprechte oogmerken gedreeven, maar allen
+wierden zy aangezet door haat, door het een of ander denkbeeld van
+haatlyke beschuldiging, en voor al door een lust tot plundering,
+die door wanorde zoo wonderbaarlyk geholpen word. De Regeering, die
+opzettelyk de Volkplantingen kwalyk bestierde, om 'er de omwenteling
+te doen vervloeken, en het Koningschap te doen beminnen, heeft de
+wanorde vermeerderd door een zoort van lieden, welken zy met haar
+gezag bekleed heeft. De Nationale Conventie, die over 't algemeen
+de zaken der Volkplantingen met een onverschillig oog beschouwde,
+heeft zig door die partye, welke de vryheid naar het hart stak, door
+tegenstrydige besluiten, die met de grondbeginzels niet strookten,
+laten wegslepen.
+
+Vervolgens is het stelzel van ROBESPIERRE gekomen, welke zeide: Laaten
+de Volkplantingen verloren gaan, liever dan dat men een oogenblik
+de grondbeginzels zoude doen wankelen. Men heeft de vryheid in de
+Volkplantingen verspreid, niet als een weldaad, maar als een middel
+van oorlog en verdediging tegen de bestryders der omwenteling, en de
+vyanden van het Gemeenebest. De regeeringloosheid en ongebondenheid
+hebben 'er zig meester van gemaakt, en men heeft 'er alle misdaden
+en driften toomloos zien woeden; deerniswaardige gesteldheid, waar
+in de slechtste menschen de teugels van 't gezag in handen krygen,
+en de brave en vreedzame lieden vermoord of verjaagd worden. De
+wanorde is ten hoogsten top gestegen, vooral in verscheiden gedeelten
+van St. Domingo, tot dat een wyzer bestuur, zig op de grondslagen
+van deeze vryheid vestigende, maar dezelve volgens de wetten en de
+Constitutie regelende, eindelyk deeze schoone bezittingen weder in
+orde gebragt heeft.
+
+In onze arme Volkplanting van Caijenne is de oprigting der vryheid
+niet vergezeld geweest van eenige afschuwelykheid, in vergelyking van
+die van St. Domingo; maar de landbouw heeft 'er veel geleden: laten
+wy de oorzaken en de omstandigheden in overweging nemen, en wy zullen
+zien, dat men den gepasten weg niet betreden heeft, dien ik hier boven
+aan de Volkplantingen heb aangeraden, die de noodzaakelyk gewordene
+verandering van slavernye in vryheid nog niet ondergaan hebben.
+
+Men heeft de vryheid der Negers, te Caijenne, zonder voorzorg en
+zonder bepaaling afgekondigd. Deeze schielyke en onverwagte overgang
+van onderdrukking tot toomloosheid is minder verderffelyk geweest,
+dan zy natuurlyk zyn moest, niet alleen, om dat deeze bevolking zeer
+klein en verstrooid is, maar ook om dat, zedert verscheiden jaaren,
+een menschlievend bestuur, het welk alle de onheilen der slavernye
+gevoelde, den weg tot deeze verandering gebaand had, door de wreedheden
+en het onredelyk gedrag der meesters in te toomen, en door aan de
+Negers jegens de blanken goedhartigheid en vertrouwen in te boezemen,
+door het wegloopen en zwerven uit te roeijen, en door de Negers te
+gewennen, om van hunnen arbeid een zeker voordeel te trekken, en zig
+zelven als menschen te beschouwen. De onderdrukking aldaar minder
+zynde, is de gisting ook minder geweest, op het oogenbik dat de oude
+orde van zaken vernietigd wierd: maar het was onmogelyk, dat menschen,
+verpligt voor anderen te werken, zonder eenig nut voor hun zelven,
+eensklaps vry en meesters van hunne daden zyn zouden, bekwaam om van
+gezagvoerende posten voorzien te worden, even als de geenen, die te
+vooren hunne meesters waren, en voor wien men hun tot hier toe eenen
+Godsdienstigen eerbied had ingeboezemd; het was onmogelyk, zeg ik,
+dat zy zig met aan eene onbezonnen vreugde zouden overgeven, en dat
+de Plantagiën, en dezelver bebouwing, niet in zekeren zin verlaten
+zouden worden, zoodanig zelfs, dat hunne zorgeloosheid hen noodwendig
+in gevaar moest brengen, om van honger te vergaan.
+
+Toen men vervolgens deeze zwarigheid wilde afwenden, en deeze
+menschen door gezag tot den arbeid en landbouw te rug brengen, heeft
+men insgelyks verkeerde maatregelen genomen; men heeft de arbeiders
+willekeuriglyk op geheel andere Plantagiën geplaatst, dan op welken
+zy gewoon waren; men heeft het herstel van de eene begunstigd, en de
+andere laten verloren gaan, volgens den willekeur der bestuurders;
+men heeft de Negers op een daggeld van drie en vier stuivers gesteld,
+eene belooning, die geheel onvoldoende en bespottelyk was, die deeze
+menschen niet kon aanzetten, om met yver te arbeiden, en die tevens,
+hoe klein zy ook wezen mogt, voor de eigenaars tot een' grooten last
+was, daar zy dikwils van het werk der arbeiders zoo veel niet trokken,
+als noodig was, om die onkosten op te diepen.
+
+Te gelyker tyd heeft men een zeer overbodig aantal van deeze arbeiders
+gewapend, naar mate van de uitgestrektheid der Volkplanting, die nimmer
+is aangevallen geworden. Men heeft uitgestrekte landstreeken, maar in
+welken byna geene andere bewooners, dan Aapen en Papegaaijen zyn, in
+orde geregeld: men heeft aldaar een geheelen stoet van bedieningen en
+posten ingevoerd, zoo als die in de meest bevolkte Fransche Gewesten
+gebruikelyk zyn: men heeft rangen, geld, ampten en gezag verleend aan
+menschen, die nog lezen nog schryven konden, en welken men tegen alle
+reden aan den landbouw onttrokken heeft.
+
+Hoe zoude, in zulke omstandigheden, eene zoo weinig gevorderde
+Volkplanting niet verminderd en verslimmerd zyn? Maar zoo dra een
+verstandig Regeerings-bestuur aldaar een goed Reglement, betreffende de
+bebouwing der Plantagiën, zal hebben vast gesteld, op de grondbeginzels
+der Staats-regeling gebouwd, en op de vryheid steunende, volgens
+welken de arbeidende Negers een behoorlyk aandeel trekken van de
+inkomsten, die hunne arbeid aanbrengt, zullen de Plantagiën haaren
+aanwas spoedig hernemen.
+
+Thans schiet nog overig eene zwarigheid op te lossen, die men
+tegenwerpt, betrekkelyk de groote uitschotten, die 'er noodig zyn, om
+de bebouwing der lage landen vol te houden: maar is 'er overal niet
+veel noodig, om nieuwe Plantagiën aan te leggen? en zyn de kosten,
+die men maken moet, met één, of twee jaaren, of zelfs iets langer, de
+arbeiders en bewerkers van den grond te betaalen, zonder voordeelen te
+trekken, in vergelyking te stellen met de kosten, die het aankoopen van
+Negers, en de sterfte onder dezelven, noodwendig moesten veröorzaken?
+
+De zaak koomt my zoo klaar voor, dat ik, om dezelve duidelyker te
+bewyzen, niet oordeele noodig te hebben eene vergelykings-rekening
+tusschen den koop-prys der Negers, en de dag-gelden, die men eenigen
+tyd verpligt is te betalen, om het land tot het voortbrengen van
+gewassen, en het geven van eenen goeden oogst, toe te bereiden. Het
+is genoeg te hebben aangemerkt, dat men voor den prys, dien men
+voorheen tot verkryging van den eigendom van één mensch betaalde,
+een vry persoon drie jaaren lang kan huuren, zonder te rekenen het
+gevaar van sterfte, het wegloopen, den verloren tyd, de ziekten,
+het onderhoud van vrouwen, kinderen, oude lieden, en gebrekkelyken,
+enz. enz.
+
+Ik eindige eenen brief, die reeds vry lang geworden is, maar die door
+de schoonheid van het onderwerp, en myne wenschen tot bevordering
+van uw geluk breeder is uitgeloopen: laat ik den inhoud zakelyk by
+één trekken.
+
+De slavernye is eene verkeerde en onrechtvaardige inrichting, die
+allen nayver en vlyt uitdooft. De Volkplantingen kunnen zeer wel
+zonder slaven bebouwd worden. Wy hebben het voorbeeld van veele
+landstreeken der Indianen en anderen, op dezelfde breedte, als wy,
+woonende, alwaar vrye volken aan den landbouw arbeiden, en alle
+zoorten van werk, waar toe vlyt verëischt wordt, bloeijen. Het is
+derhalven te wenschen, dat men die Volkplantingen, welke nog onder
+het juk der slavernye zuchten, tot den gelukkigen staat der vryheid
+te rug brenge; maar het is staatkundig, het is menschlievend, om deeze
+verandering trapsgewyze en met omzichtigheid te bewerken. Men moet aan
+deeze omwenteling verscheiden jaaren besteeden; het is noodig, dat de
+beschikkingen der Planters en eigenaars overéénstemmen, en zamenwerken
+met de daaden van het hoog gezag van hun moederland; en dat zy beiden,
+door de voorbeelden van tweedragt en wanorde, die op andere plaatsen
+zoo veele onheilen berokkend hebben, voorgelicht, hun goed oogmerk door
+redelyke en vreedzaame middelen bereiken, in plaats van een stelzel
+van onderdrukking en onrechtvaardigheid, het welk nooit lang duuren
+kan, met overyling, en verbaazende verscheuringen, om verre te werpen.
+
+Niemand neemt meer belang, dan ik, in uwen voorspoed, en die van uwe
+mede Colonisten in 't algemeen, van welken ik zoo veele blyken van
+vriendschap en achting ontfangen heb.
+
+Het is met deeze gevoelens, dat ik u opregtelyk groete.
+
+AANMERKINGEN.
+
+De bovenstaande brieven, betrekkelyk de bebouwing der lage landen
+in Surinamen, en andere Hollandsche Volkplantingen van Guiana, met
+toepassing op het Fransche gedeelte van dit Land, alwaar men zelfs
+aan de oevers der Rivier Aprouago, en in andere streeken, eenige
+gelukkige proeven van dien aart gedaan heeft, zyn gedeeltelyk het
+werk van een uitmuntend inwooner van Demerary, nu wylen den Heer
+B. VAN DEN SANTHEUVEL, en aangevuld uit het geen ik, zoo in Fransch
+als in Hollandsch Guiana, zelf gezien heb. Ik heb in dit opstel
+ook ingevlochten een groot gedeelte van verscheidene oordeelkundige
+aanmerkingen van den heer GUISAN, die door den Intendant MALOUET uit
+Surinamen ontboden, en geduurende een aantal jaaren, in Fransch Guiana,
+als Landbouw-kundige (Ingenieur agraire,) is gebruikt geworden. Ik
+heb ook gebruik gemaakt van verscheidene uitmuntende byzonderheden,
+vervat in eene Memorie, welke ik vermeene te zyn opgesteld door den
+Burger COUTURIER, inwooner van Cayenne; en die insgelyks tot den
+evengemelden post, onder GUISAN, gebruikt is.
+
+Ik hope, dat de denkbeelden, begrepen in den vierden brief, tot
+oplossing der tegenwerpingen, en wegneming van de beduchtheid der
+Bataafsche en andere Planters, tegen de afschaffing der slaverneye,
+die echter noodzakelyk geworden is, voor het menschdom van nut zullen
+kunnen zyn, en dat men, door deeze of andere gelykzoortige, en op
+dezelfde grondbeginzels meerder uitgewerkte, doelëinden in het oog te
+houden, eindelyk (in de Volkplantingen van onze Bondgenooten, en zelfs
+in de onze, alwaar, uit hoofde van den oorlog, de Staats-regeling
+nog niet is ingevoerd,) een bestuur, op reden gevestigd, moge daar
+stellen, het welk met de gesteldheid van ons Land niet strydig is,
+en het ongeluk van deeze nuttige bezittingen kan voorkomen. Ik kan
+niet nalaten een ernstig belang te stellen in het lot van verscheiden
+Volkplantingen, alwaar ik de eer gehad heb den post van Gouverneur
+te bekleeden; een belang, het welk des te grooter wordt, om dat het
+de liefde tot het menschdom en myn Vaderland ten grondslag heeft.
+
+
+TWEEDE AANHANGZEL,
+
+BEHELZENDE EENE BESCHRYVING DER
+
+VOLKPLANTING VAN CAYENNE.
+
+
+
+BESCHRYVING DER VOLKPLANTING VAN CAYENNE.
+
+
+EERSTE HOOFTSTUK.
+
+Aardrykskundige Beschryving van Fransch
+Guiana.
+
+De Franschen zyn langen tyd alleen bezitters en meesters van geheel
+Guiana [10] geweest, van de Orenoco af tot aan de Rivier der Amazonen;
+maar de gesteldheid der zaken in Europa, en de onderscheidene oorlogen,
+waar in Frankryk is ingewikkeld geworden, hebben hen genoodzaakt,
+om een gedeelte van dit uitgestrekte vaste Land aan de Hollanders en
+Portugeesen af te staan. Het gedeelte, het welk zy behouden hebben,
+heeft derhalven thans tot zyne grenspalen, aan de westzyde, de Rivier
+Marony, en aan den oostkant strekt het zig uit, volgens het Verdrag van
+Utrecht, tot aan de Rivier Yapoc, of die van VINCENT PINÇON, gelegen
+dicht by de Noord-Kaap, en welke men verkeerdelyk heeft verward met
+de groote Rivier Oyapoc, wier geheele loop aan Frankryk toebehoort,
+en waar in VINCENT PINÇON nimmer geweest is, zynde derzelver mond
+meer dan vyftig mylen van gemelde Noord-Kaap af gelegen.
+
+Deeze gelykheid, of liever deeze mistasting in den naam, heeft een
+verschil met Portugal veroorzaakt. Het Verdrag van Utrecht, wel is
+waar, noemt eenmaal de Rivier Yapoc, of die van VINCENT PINÇON;
+maar eene andere keer bedient het zelve zig van de laatstgemelde
+benaming. Noch de eene, noch de andere van deeze benamingen, is die van
+de Rivier, waar van in dit Verdrag gesproken wordt. 'Er is tusschen
+de Landen aan de Noord-Kaap en het vaste Land, een arm van de Zee,
+die een zoort van Baay vertoont. Men beweert, dat zeker Reiziger,
+genaamd VINCENT PINÇON, die CHRISTOPHORUS COLOMBUS op zyne laatste
+reize vergezeld had, in 't jaar 1500, in deeze Baay aankwam, waarom
+zommige Schryvers den naam van deezen Reiziger aan dezelve gegeven
+hebben, een naam ondertusschen, die in het Land niet bekend is.
+
+By dit zelfde Verdrag van Utrecht, staat Frankryk aan Portugal de
+uitsluitende vaart af op de Rivier der Amazonen, en het bezit van
+derzelver beide oevers, zoo noordelyken, als zuidelyken, gelyk mede
+die van den omtrek der Noord-Kaap, uit verdronken landen bestaande,
+ten noorden van den mond deezer groote Rivier gelegen, en zig tot den
+tweeden graad noorder breedte uitstrekkende; maar by het Verdrag is
+in geenen deele bepaald, op welken afstand van den noordelyken oever
+van deeze zelfde Rivier de Portugeesen recht zouden hebben zig het
+bezit aan te matigen.
+
+De Fransche Regeering alle onzekerheid ten deezen opzigte willende
+wegnemen, had aan de Bestuurders van Guiana gelast eene kaart te doen
+maken, waar op deeze binnenlandsche grensscheidingen bepaald zouden
+zyn, latende aan Portugal het vrye bezit der Landen langs den oever
+van de Rivier der Amazonen, op gelyken afstand, namelyk vyftien mylen
+van den oever, als wy aan den kant van den mond der Rivier, of van
+den oever der Zee, 'er van waren afgelegen. De Ingenieurs, met dit
+werk belast, waren echter niet verpligt deeze voorgeschrevene rigting
+te volgen, wanneer de ligging der plaatsen merkwaardiger punten,
+en meer natuurlyke grensscheidingen vorderden.
+
+Dit werk is nimmer uitgevoerd. Eerst in het jaar 1781. plaatste
+de Fransche Regeering, om de grensscheiding te verzekeren, eenen
+wachtpost by de Baay van VINCENT PINÇON, in eene landstreek, die
+volstrekt woest was, en zonder dat eenig Europeaan, van de eene af
+andere zyde, zig aldaar had nedergezet. Die post is zonder tegenkanting
+aldaar gebleven. Eene zending, genaamd die van Macary, welke zig in
+de nabuurschap bevond, benevens zeker Indiaansch volk, meer dan drie
+honderd persoonen uitmakende, behoorde ontwyffelbaar aan het Fransche
+grondgebied; maar in 't jaar 1791. kreeg de Gouverneur van Para in
+den zin, om eenige vorderingen optewerpen, en deed zelfs strooperyen,
+met oogmerk, om het Portugeesch grondgebied tot aan de Rivier Oyapoc
+uit te breiden.
+
+Op de hoogte van twaalf mylen ten noord westen van den mond van de
+Rivier der Amazonen, en op omtrent twee graden noorder-breedte, vindt
+men de Noord-Kaap, vervolgens het Eiland van de Noord-Kaap, en binnen
+het zelve de Rivier Carapa-Pouri, uitloopende in den inham der Zee,
+welken men de Baay van VINCENT PINÇON noemt. Tusschen Terra-Firma en de
+Noord-Kaap, is een van tien mylen, vol lage en verdronkene Eilanden,
+van verschillende grootte, het ééne na by het andere gelegen, die
+weinig bekend, en geheel en al onbewoond zyn. De schepen behooren
+'er byna drie mylen van af te blyven; de zee is aldaar gevaarlyk,
+vooral in de groote vloeden by volle en nieuwe maan. Men verzekert,
+dat aldaar zee-golven zyn van twintig voeten hoogte, en dat 'er
+drie van die zelfde kragt op elkander volgen, tegen welker geweld
+de schepen niet bestand zouden zyn; zy zouden dezelven op zand-
+en slyk-banken werpen, die zig, naar de breedte van deeze Eilanden,
+meer dan een groote myl ver uitstrekken; maar de schepen en sloepen,
+die de Rivier der Amazonen uitloopen, om zig naar Cayenne te begeven,
+kunnen zig daar voor myden, dewyl deeze banken, weinig water naar zig
+trekkende, niet verhinderen dicht by het Land te komen, en in kleine
+Kreeken of Baaijen de wyk te nemen, alwaar zy voor deeze verbaazende
+zee-branding beveiligd zyn. De Portugeesen van Macapa en de Indianen
+noemen dit gety Bororoca, de Franschen van Cayenne geven 'er den naam
+aan van la Barre, of le Mascaret. De beroemde CONDAMINE, zig in eene
+groote sloep bevindende, onder het geleide van eenige Indiaansche
+Portugeesen, na de Noord-Kaap te zyn voorby gezeild, verviel, in 't
+jaar 1714, op één van deeze banken aan den kant van de kust. De zee
+liep by laag water zeer verre af, en liet de sloep op een zeer harden
+slyk grond vast zitten. Dewyl het de dag van het laatste kwartier was,
+en zeer kleine vloeden plaats hadden, bleef de sloep eene geheele week
+op het drooge zitten; maar by de volgende maan, maakte het begin van
+deeze zoo geduchte branding de sloep weder vlot. Dit ging echter met
+gevaar vergezeld, want de golven namen het vaartuig op, en bragten
+het met eene vervaarlyke gezwindheid in het slyk in beweging.
+
+Zie hier, wat deeze zelfde geleerde ten dien opzigte
+verhaalt.--Tusschen Macapa en de Noord-Kaap, op de plaats, alwaar het
+groote Kanaal van de Rivier der Amazonen door de Eilanden als gesloten
+is, en voor al tegen over den grooten mond van de Rivier Arouary,
+die aan de noord zyde in de Amazone uitloopt, levert de vloed der
+zee een zonderling verschynzel op. Geduurende de drie dagen, die het
+naast aan de volle en nieuwe maan zyn, en zynde den tyd der hoogste
+vloeden, verkrygt de zee, in plaats van tot haare reizing zes uuren
+te besteeden, in één of twee minuten derzelver grootste hoogte. Men
+begrypt ligtelyk, dat dit niet met stilte gebeurt. Op eenen afstand
+van één of twee mylen hoort men een vervaarlyk geraas, het welk de
+pororoca aankondigt. Naar mate deeze verschrikkelyke vloed nadert,
+vermeerdert het geraas, en weldra ziet men een berg van water, van
+twaalf of vyftien voeten hoogte, daar op een tweeden, vervolgens een
+derden, en zomtyds een vierden, die elkander ylings volgen, en byna
+de geheele breedte van het Kanaal beslaan. Deeze golven naderen met
+eene onbegrypelyke schielykheid, en deiningen, en loopen over alles
+heen, zonder iets te wederstaan. Op zommige plaatsen ziet men groote
+streeken lands, door de pororoca weggespoeld, zeer dikke boomen
+worden 'er door uit den grond gerukt; zy veroorzaakt verwoestingen
+van allerleijen aart. De oever der zee, waar over zy heen gaat, is
+zoo schoon, als of dezelve met een bezem zindelyk was aangeveegd. De
+booten, de praauwen, de schepen zelfs hebben geen ander middel, om
+zig tegen de woede van deeze branding te beveiligen, dan door op een
+plaats te ankeren, alwaar veel slykgrond is. DE LA CONDAMINE, na op
+verschillende plaatsen de oorzaken van dit verschynsel onderzogt te
+hebben, ontvouwt het zelve in deezer voegen, dat hy het niet heeft
+zien gebeuren, dan wanneer het wassend water, in een naauw kanaal
+inloopende, een zand-bank of hoogen grond, die aan het zelve in den
+weg was, ontmoette; dat aldaar, en ook nergens anders, de geweldige
+en onregelmatige beweging der wateren begon, en een weinig boven de
+bank ophield, wanneer het kanaal diep wierd, en zig merkelyk uitbreide.
+
+Na de Rivier Carapa-Pouri, vindt men aan de noordzyde de Rivieren
+Mayacare, Carfuene en Conani, vervolgens de Kaap en Rivier Cassipour,
+en eindelyk Kaap Orange, op vier graden agt of tien minuten noorder
+breedte.
+
+De kusten van Terra-Firma, van de Eilanden van de Noord-Kaap tot aan
+Kaap Cassipour, zyn laag, allen met boomen bewassen, zonder eenig
+byzonder teeken, waar aan zy te onderkennen zyn, dan den kleinen
+berg Mayés, gelegen op drie graden, vyftien minuten breedte. Deeze
+berg is een zoort van terras, op zig zelf staande, en met boomen
+bewassen. Wanneer men naar Cayenne wil gaan, is het dienstig daar op
+te letten, om zyne reize zeker te nemen, en zig onder den wind van
+dit Eiland behoorlyk te houden. Men kan den berg Mayés niet verder
+zien, dan vyf of zes mylen, en zulks dan nog by helder weder. Maar
+langs de geheele kust bevindt men het by de peiling vry diep, en
+men kan dezelve tot op drie of vier mylen, zonder de minste vreeze
+naderen. Men vindt op deezen afstand agt, negen en tien vademen
+water; op tien mylen, twaalf, vyftien en twintig vademen; op vyftien
+en twintig mylen, vyf- en twintig of dertig vademen, met een slyk-
+en fyne zand-grond van verschillende kleuren. Verscheiden zeelieden
+loopen meer zuidelyk, en peilen op twintig of dertig mylen ten
+noord-oosten van de Noord-Kaap. Men vindt op deeze plaats veertig en
+vyftig vademen; vervolgens zeilt men langs de kust van Mayés, op een
+afstand van drie en vier mylen, de diepten wel in het oog houdende,
+om niet te digt aan de wal te naderen.
+
+Tot meerder zekerheid is het dienstig, wanneer men in het gezicht
+van deeze kust vaart, alle avonden voor anker te gaan liggen, om niet
+door de stroomen naar de kust gedreven te worden, en op ondiepten te
+vervallen, die zig tot twee mylen verre in zee uitstrekken, en op
+welken zeer weinig water is. Deeze stroomen loopen naar het noord,
+noord-westen, tot dat men Kaap Orange voor by is, als dan wenden zy
+zig naar het west-noord-westen.
+
+De water-getyen op de kust van Mayés geduuren zes uuren. De vloed loopt
+naar het west-noord-westen omtrent twee mylen in een uur, en de ebbe
+naar het noord-oosten omtrent ééne myl in het zelfde tydvak. De zee
+wast van twaalf tot vyftien voeten. Men moet echter in acht nemen,
+dat deeze richting der stroomen en der getyen niet altyd even eens is.
+
+De water-getyen zyn in deeze streeken zomtyds uittermaten geweldig. Het
+advis-jagt de Anemone bevond zig, in 't jaar 1755, in zoodanig
+geval, dat de golven by tusschenpoozingen vervaarlyke dwarlwinden
+veroorzaakten; de zee wierd 'er eensklaps door opgezet, en toen was het
+niet mogelyk het schip te stuuren. Het schip bovendien tusschen twee
+zeer sterke zee-golven geraakt zynde, waren alle de masten in gevaar
+van ter neder te storten, uit hoofde van de verbazende schokken. Het is
+opmerkelyk, dat men dit zoort van vloeden alleenlyk aantreft, wanneer
+men te digt aan de Rivier der Amazonen nadert, en dat, wanneer men
+meer noordelyk te land koomt, men daar aan minder is bloot gesteld.
+
+Van den berg Mayés tot aan Kaap Cassipour, rekent men van agttien
+tot negentien mylen ten noord-noord-westen, eenige noordelyke graden.
+
+Kaap Cassipour is gelegen op 4 graden 12 minuten noorder breedte, en
+op 53 graden 35 minuten ten westen van den midden-lyn van Parys. Digt
+by deeze Kaap is een bank van slyk, die zig vyf of zes mylen ver in
+zee uitstrekt, waar op men niet meer dan vier of vyf vademen water
+by eene lage zee ontmoet. Haare uitgestrektheid, in de dwarste van
+het noorden naar het zuid-oosten gerekend, is omtrent vier mylen.
+
+Wanneer men aan Kaap Orange nadert, ontdekt men verscheiden
+bergen boven den uithoek, die aan den ingang der Rivier Oyapoc
+gelegen is. Deeze Kaap is nog beter kenbaar door eenen uithoek aan
+den zee-kant, en die veel hooger is, dan het Land aan de zuid-oost
+zyde. Zy is al mede kenbaar door verscheide uithoeken van zeer hooge
+bergen, die de een van den ander schynen te zyn afgescheiden, en
+des te merkwaardiger zyn, om dat ze de eerste hooge landen uitmaken,
+die men ontdekt, als men van de Noord-Kaap koomt.
+
+De Rivier Oyapoc, welke men met die van VINCENT PINÇON niet verwarren
+moet, zoo als ik reeds heb opgemerkt, is ééne der merkwaardigste in dit
+Land. Zy is van de Rivier Aprouago omtrent twaalf mylen ten zuid-oosten
+af gelegen. Derzelver mond is in het midden van een zoort van Baay,
+die vier mylen breed is, en waar in zig twee andere Rivieren ontlasten,
+de ééne genaamd Couripi, aan de oost-zyde, en de andere Ouanari, aan
+de west-zyde. De mond der Rivier Oyapoc is twee mylen breed. Een myl
+binnenwaarts, is een laag Eiland, het Hinden-Eiland genaamd, en waar
+over het water by hooge getyen heen stroomt. Wanneer men de Rivier
+vyf of zes mylen ver is opgevaren, ontmoet men eene diepte, die eene
+schoone haven oplevert, alwaar men op vier, vyf en zes vademen water
+ankert, zoo naby het land, als men zelf goedvindt. In 't jaar 1726,
+bouwde men ter deezer plaats een nieuw Fort en een Dorp. Verscheiden
+Indiaansche volken kwamen zig in den omtrek nederzetten; en in 't
+jaar 1735, vestigde men, op den afstand van eenige mylen van het Fort,
+de Zending van St. Paulus.
+
+Van het Hinden-Eiland tot drie mylen hooger op, zyn verscheiden
+andere kleine Eilanden, maar die aan de scheepvaart geen hinder
+toebrengen. Vervolgens wordt de Rivier veel naauwer, en heeft niet
+meer dan zeven of agt voeten diepte. Vier mylen van het Fort aan de
+zelfde zyde, vindt men de Kreek, of liever de Rivier Gabaret. Van
+deeze Kreek tot aan de eerste waterval van de Oyapoc, is een afstand
+van vyf of zes mylen. Booten van eene middelmatige grootte kunnen
+'er naauwlyks voorby komen. Drie mylen verder is eene tweede waterval,
+die nog veel moeijelyker is. De derde waterval van de Oyapoc is twee
+en een halve myl van de tweede af gelegen. Aan de rechte zyde van
+deeze laatste waterval, ontmoet men den mond der Rivier Aramontabo,
+die meer dan twintig mylen van daar haar begin neemt.
+
+De Rivier Camopy werpt zig in de Oyapoc, op den afstand van twaalf
+mylen van de Aramontabo, en aan den zelfden kant. Zy koomt van het
+westen, en ontspringt in uitgestrekte bosschen, die ontoeganglyk
+zyn; men is 'er echter zeer diep in doorgedrongen, en men verzekert,
+dat zy loopt tot op eenen kleinen afstand van eene Rivier, waar van
+zy alleenlyk is afgescheiden door eene Kreek van omtrent drie mylen,
+welke verscheide reizigers zeggen, dat in de Amazone uitloopt, zoo dat
+door dit middel de gemeenschap tusschen deeze Rivier en de Fransche
+Volkplantingen van Guiana vry gemakkelyk zyn zoude.
+
+De Oyapoc is in haaren geheelen loop, tusschen de Rivieren Aramontabo
+en Camopy, vol watervallen, die zeer digt by elkander zyn: zeker
+reiziger heeft 'er negen geteld. Men is deeze Rivier opgevaren
+tot by de honderd mylen boven de laatstgemelde deezer Rivieren. In
+dezelve loopen een groot aantal Kreeken uit, en men heeft 'er veele
+watervallen ontmoet. De Pyrious en Ouayes, zeer talryke Indiaansche
+volken, woonen aan het boveneinde deezer Rivier.
+
+De Rivier Couripi ligt ten oosten van de Oyapoc, en is 'er, aan
+haaren mond, alleenlyk van afgescheiden door een uithoek van laag en
+verdronken land, aan de noordzyde bestaande uit eene overstroomde zand-
+en slyk-bank van een myl lengte, waar voor men zig wagten moet, wanneer
+men de Rivier wil inloopen. In deeze Rivier, zes mylen van derzelver
+mond, ontlast zig de Rivier Ouassa, die van den zuid-oost kant koomt.
+
+Beneden de eerstgemelde zyn de Kreeken Taparibo, Ciparini, en eenige
+andere, die van weinig uitgestrektheid zyn.
+
+Vyftien mylen meer westwaarts dan de Oyapoc, ontmoet men de Rivier
+Aprouago, die, tot dertien voeten water diep zynde, voor allerleije
+schepen bevaarbaar is. Ten oosten ontlasten zig in dezelve de Kreek
+Koura en de Rivier Couroudi; ten westen de Kreeken Arataye, Jpourin
+en Ineri. Aan deeze zyde hebben zig verscheiden Indiaansche volken
+nedergeslagen. Tusschen de Baay van Oyapoc en de Rivier Aprouago,
+vindt men de Kreek Ouanari, en de Zilverberg.
+
+Voorby de Rivier Kaw zyn twee Eilandjes, die den naam van de
+groote en kleine Konstapel dragen. De eerste ligt agttien mylen
+west-noordwest-waarts van de gemelde Kaap, en is een zeer hooge en
+zeer gezonde rots. De tweede is een veel kleiner Klip, gelegen ten
+oost-noord-oosten, en ten west-zuid-westen van de groote, op den
+afstand van twee derde van een myl. Men vaart tusschen beiden door,
+op agt en negen vademen water, latende de grootte op den afstand van
+twee snaphaan-schoten, en de kleine aan bakboord-zyde liggen.
+
+Van den grooten Konstapel zet men zyne koers naar het noord-westen
+ten westen, om in volle zee de Remire-Eilanden, die 'er omtrent zes
+mylen van af liggen, voor by te zeilen. De Eilandjes van deezen naam
+zyn één myl, en ten hoogften anderhalve myl van de kust van Cayenne
+afgelegen. Hun getal is vyf, te weten de Malingre, of het Kind, de
+Vader, de Moeder en de twee Dogters, die zommigen de twee Borsten
+noemen. Deeze twee Eilandjes, die zeer klein zyn, bestaan in twee
+drooge en dorre Klippen, zeer digt by elkander gelegen. Zy liggen
+een vierde van een myl ten oost-zuid-oosten van het groote Eilandje,
+het welk men de Moeder noemt. De Vader is veel grooter. Het zelve ligt
+ten oost-noord-oosten van den Berg Joly, op den afstand van één en een
+vierde myl: ten oost-zuid-oosten, en ten west-noord-westen, kan het een
+agtste van een myl haalen. De Malingre is van weinig uitgestrektheid,
+en ten oost-noord-oosten één myl van den Berg Romontabo, en één en
+een derde myl van het Eiland, de Vader genaamd, af gelegen.
+
+Men ontmoet vervolgens een ander Eilandje, genaamd de Verloren Zoon,
+gelegen noord oostwaarts ten westen van het Eiland Malingre, op eenen
+afstand van drie mylen, en van twee en een halve myl noord-waarts
+ten noord-westen van Cayenne.
+
+Wanneer men te Cayenne wil binnen loopen, ankert men by het Eilandje
+Malingre; men wagt aldaar de gunftigste getyen en het hoog water af,
+om de banken, of hooge slykgronden, waar mede de ingang van Cayenne
+vervuld is, te kunnen overkomen. 'Er zyn zelfs eenige klippen in
+de haven, welken men in acht moet nemen. Deeze haven is gelegen
+ten westen van de Stad, en aan den mond der Rivier. Zy is alleenlyk
+bevaarbaar voor schepen, die ten hoogsten dertien voeten water diep
+gaan. Jaarlyks loopen 'er twintig binnen, die uit Frankryk komen, en
+een gelyk getal kleine vaartuigen van de Antillische Eilanden, of de
+Verëenigde Staaten van America. Hier toe bepaalt zig de geheele handel
+der Volkplanting, die zig ook niet verder dan de hoofdplaats uitstrekt.
+
+De Stad en het Fort van Cayenne zyn gelegen aan den noordelyken
+uithoek van het Eiland, op 4 graden 57 minuten breedte, en 54 graden
+37 minuten lengte, ten westen van den Parysscken middenlyn. Het
+Eiland is omgeven, ten westen door de Rivier van den zelfden naam,
+ten oosten door de Rivier Mahury, ten zuiden door een arm der Rivier,
+die de beide Rivieren zamenvoegt, en ten noorden door de zee. Dit
+Eiland heeft vier of mylen lengte van het noorden naar het zuiden,
+of naar de Binnen-landen. De kust van het Eiland Cayenne is aan
+den zee-kant nergens, nog laag, nog door het water overstroomd,
+maar bestaat uit kleine heuveltjes, die tot het aankweken van de
+voortbrengzels der Volkplanting zeer geschikt zyn.
+
+De Stad Cayenne maakt een zoort van onregelmatigen zeshoek, door muuren
+omringd, benevens vyf bolwerken, eenige halve maanen, en een gracht. In
+deezen omtrek, en op eene hoogte aan den oever der zee, is gelegen een
+Fort, voorheen genaamd het Fort Louis de Cayenne, het welk de Stad en
+Haven bestrykt: in het zelve is een kruidmagazijn en een waterput. De
+meeste huizen zijn van hout; de andere van aarde of klei, volgens de
+manier van dit Land, en daar over heen wit gemaakt. Alle zijn zij met
+houten borden overdekt. Voorheen deed men dit met palmboom-bladeren;
+maar de verwoestingen, die zeer dikwils door brand aldaar voorvielen,
+hebben de inwoonders aangezet, om aan de andere manier den voorrang
+te geven. Men telt 'er niet meer dan twee honderd, waar van zommigen
+twee verdiepingen hebben.
+
+Men heeft te Cayenne een Gouverneur, benevens eenige hooge
+Officieren. De bezetting bestond uit twee honderd mannen geregeld
+krygsvolk, verdeeld in vier Compagniën, die tot het zee-wezen geene
+betrekking hebben. Zy is met twee andere Compagniën vermeerderd
+geworden. Op het minst alarm zyn de inwoonders, zoo van de Stad,
+als van het platte Land, verpligt de wapenen op te vatten.
+
+De Volkplanting heeft eenen Souverainen Raad, waar van de
+Commissaris-Ordonnateur, by afwezigheid van den Gouverneur, Voorzitter
+is. Dit Hof vonnist zonder hooger beroep. Het neemt kennis van alle
+zaaken, die de inwoonders betreffen.
+
+De noodzakelykheid om de landen in waarde te houden verpligt de
+Franschen, om zelve hunne Plantagiën te blyven bewoonen, waar door
+de Stad minder bevolkt is, dan zy anders zyn konde.
+
+Dertien mylen van Cayenne, en drie mylen in zee, gerekend van
+den mond der Rivier Kourou, die naauwlyks voor de kleinste schepen
+bevaarbaar is, zyn drie Eilanden, voorheen genoemd de Duivels-Eilanden,
+tegenwoordig Iles du Salut. Tusschen deeze drie Eilanden, die uit
+tamelyk hooge heuvels bestaan, heeft de natuur eene haven gevormd,
+die geschikt is, om door de grootste schepen bevaren te worden:
+het is de eenige plaats, op de geheele Kust van Guiana, die dit
+voordeel heeft. De Salut-Eilanden zyn dorre klippen, waar op zeer
+veele verschillende zoorten van zee-vogelen huisvesten.
+
+Van de Rivier Kourou tot aan de Sinamari is eene Kust van tien of
+twaalf mylen lengte. Tusschen beiden vindt men verscheiden kleine
+inhammen, alwaar een zeer groote overvloed van schildpadden gevangen
+wordt. Dicht by den mond van de eerstgemelde zyn groote platte rotsen,
+waar op de golven het zee-water spoelen, het welk by groote hette
+aldaar kristallen schiet, en in zout verandert.
+
+Van de Rivier Sinamari tot de Iracoubo is een tusschenvak van agt
+mylen. Men vindt tusschen beiden de Rivieren Courassani en Conanama.
+
+Deeze geheele uitgestrektheid Lands, van de Rivier Kourou tot de
+Iracoubou toe, een streek van omtrent twintig mylen, eindigt aan
+den zeekant in een boschjen van Paletuvier-boomen, en byna overal
+met zandbanken. Binnen in dit boschjen, het welk zomtyds tot een
+myl uitgestrektheid heeft, zyn natuurlyke vlakke zand-woestynen, die
+alleenlyk hier en daar, door eenige boomen, rivieren en beeken, op zeer
+groote afstanden, worden afgebroken. Aan de land-zyde binnenwaarts,
+op twee of drie mylen, eindigen zy in groote bosschen, waar in men
+alle zoorten van boomen vindt, die in dit Land overvloedig groeijen.
+
+De Rivier Iracoubo is aan het einde van dat gedeelte, het welk de
+Fransche Volkplanting uitmaakt. Van daar tot aan de grenzen der
+Surinaamsche Volkplanting, dat is, tot aan de Rivier Maroni is eene
+uitgestrektheid van veertien mylen. Tusschen beiden zyn de Rivieren
+Organabo, Iroucan-Pati, en Mana, of Amanabo, die een uitgebreiden
+loop heeft.
+
+De mond der Rivier Maroni is gelegen op 5 graden 55 minuten breedte,
+en 56 graden 30 minuten lengte, ten westen van den Parysschen
+middenlyn. Deeze mond is omtrent twee mylen breed; maar het inkomen
+aldaar is moeijelyk; want aan den buiten-kant zyn verscheide zand-
+en slyk-banken, waar op zeer weinig water blyft staan. De Maroni
+is eene groote en schoone Rivier. 't Is waar, verscheide Eilandjes
+vernaauwen derzelver bed, meer dan twaalf mylen verre, maar zonder
+de scheepvaart te belemmeren, zoodanig dat men met kleine vaartuigen
+tot aan den eersten waterval, die omtrent twintig mylen van den mond
+der Rivier af ligt, kan opvaaren. Boven deezen eersten waterval,
+vindt men verscheide anderen, die de scheepvaart zeer moeijelyk
+maaken. Men zegt, dat men meer dan veertig dagen noodig heeft, om tot
+derzelver oorsprong te komen. Anderen beweeren, dat dezelve nog niet
+bekend is, dat deeze Rivier van zeer wyd af ontspringt, en dat men
+dezelve meer dan tachtig mylen is opgevaaren, zonder dien oorsprong
+te ontdekken. Omtrent vyftig mylen van derzelver mond af, ontlast zig
+eene zeer schoone Rivier in dezelve, komende van den zuid-oost kant,
+en de Rivier der Arouas genaamd. In 't jaar 1731 en 1732, voer men de
+laatstgemelde meer dan vyf-en-twintig mylen ver op; vervolgens verliet
+men haar, om den weg te nemen over de landen naar den zuid-oost kant;
+en na verloop van agt dagen, geduurende welken men rekende 35 of
+40 mylen te hebben afgelegd, begaf men zig naar de Rivier Camopy,
+die zig in de Oyapoc ontlast. Het oogmerk van deeze reize was, om
+het Land te ontdekken, en te zoeken naar een bosch van cacao-boomen,
+het welk gezegd werd in de nabyheid van den oorsprong deezer Rivier
+gelegen te zyn.
+
+De omliggende streeken der Rivier Maroni zyn door de Galibis-Indianen
+vry sterk bevolkt. Wanneer men de oevers deezer Rivier een weinig
+opwaarts volgt, ziet men niet dan zand-woestynen, die in den winter
+moerassen, en eerst in het heetste van den zomer droog worden. Langs
+dien weg kan men te land komen van Kourou af tot Surinamen toe. De
+Fransche wegloopers, die geene booten hadden, wisten van deezen weg,
+die aan de Indianen in dien omtrek zeer gemeenzaam is, gebruik te
+maken. Zy, die langs alle deeze Rivieren woonen, en over 't algemeen
+vry gedienstig zyn, laten niet na, op het minste teeken, dat men hun
+geeft, de geenen, die zig aanbieden, met hunne praauwen te komen
+afhalen. Men maakt doorgaans een neusdoek, of een lap wit linnen,
+aan een tak van een boom vast, om hun daar mede te kennen te geven,
+dat 'er iemand is, die den doortocht verzoekt.
+
+In de Rivier Maroni loopen verscheiden andere Rivieren uit, die dezelve
+aanmerkelyk vergrooten, vooral in het regen-saisoen. De landen, waar
+over zy heen loopt, zyn laag, overstroomd, en met boomen en struiken
+bewassen. De Franschen en Hollanders hebben aan deeze Rivier een
+wachtpost tegen over elkander.
+
+
+
+TWEEDE HOOFTSTUK.
+
+Luchts-gesteldheid in Fransch Guiana.
+
+De hette is in Fransch Guiana minder, dan in onze andere Volkplantingen
+onder de gezengde luchtstreek; blyvende de Barometer aldaar staan
+tusschen de 19 en 25 graden. De zoele winden van den grooten Oceaan,
+waar aan dit gedeelte van het vaste Land op eene wonderbaarlyke wyze
+is blootgesteld, de meenigte van groote en kleine Rivieren, die het
+Land alomme besproeijen, en de bosschen, waar mede het byna geheel
+als overdekt is, verminderen bovendien de brandende hette merkelyk.
+
+Men weet, dat 'er niet meer dan twee saisoenen, of jaargetyden
+in Guiana zyn: het regensaisoen, nu en dan de winter genoemd,
+en het saisoen van droogte, waar aan men, in tegenoverstelling,
+den naam van zomer geeft. Het eerste begint doorgaans in December,
+of zelfs in January. In Maart en in April heeft men een tusschen-tyd
+van droogte, van een maand of zes weken, dien men de kleine droogte
+noemt. Met half April, of daarömtrent, begint de regen weder tot in
+Juny, en zomtyds tot half July. Dus heeft men in de twaalf maanden
+van het jaar omtrent vyf regen-maanden. Deeze algemeene regels hebben
+niettemin hunne uitzonderingen, volgens het onderscheid der jaaren,
+en het verschil der plaatsen. Het regent veel minder in die streeken,
+waar men het hout heeft uitgerooid, dan in die, welke met bosschen
+bedekt zyn; veel minder bij de Rivieren Cayenne en Kourou, dan aan den
+kant van de Oyapoc, en veel meer by de Rivieren Maroni en Surinamen,
+dan in de Landen, die door de Franschen bezeten worden. Hier door lost
+men de oogenschynlyke tegenstrydigheid op, welke 'er gevonden wordt
+tusschen de talryke waarnemingen van STEDMAN omtrent het luchts-gestel
+in de Volkplanting Surinamen, en die der Fransche Schryveren, die
+van de luchtsgesteldheid te Cayenne spreken, en eenparig zeggen,
+dat dezelve gematigd is.
+
+Schoon in het laatstgemelde tydperk de regen ongemeen overvloedig
+is, moet men zig echter niet verbeelden, dat dit eene onöphoudelyke
+overstrooming is. 'Er zyn tusschenpoozingen, zelfs van geheele dagen,
+in het midden van het regen-saisoen, dat het mooy weder is, zoo als
+'er ook wederkeerig tusschenpoozingen van geheele dagen zyn, geduurende
+welken het in 't saisoen van droogte regent.
+
+Guiana is bevryd van die orkaanen, die op de Antillische Eilanden en
+in de Indiën zoo veele verwoestingen aanregten. Men weet aldaar van
+geene aardbevingen; en de hagel vernielt 'er den oogst niet.
+
+Het is merkwaardig, dat het regen-saisoen in Guiana juist voorvalt,
+wanneer op de Antillische Eilanden het saisoen van droogte is, en
+zoo ook weder omgekeerd, onäangezien den geringen afstand tusschen
+deeze beide Landen. [11]
+
+Dikwerf ziet men Europeanen verscheiden jaaren in Guiana doorbrengen,
+zonder eenigen van die akelige ziekten te ondervinden, waar aan zy in
+byna alle andere Landen onder de gezengde luchtstreek onderworpen zyn,
+en gelyk eene zoo merkelyke verandering van luchts-gestel natuurlyker
+wyze moest doen vreezen. Zy wederstaan dezelven, wanneer zy eene
+sobere levensmanier weten aan te nemen, wanneer zy zorge dragen,
+om in het eerste begin zig niet te lang agteréén aan de regelrechte
+stralen van de zon bloot te stellen. Indien 'er vreemdelingen sterven,
+is zulks veel al het gevolg van een ongebonden leven, en het misbruik
+van sterke dranken.
+
+Het geen van de graden van hette gezegd is, heeft betrekking tot het
+luchtsgestel aan de kusten en in de nabyheid der zee. Wanneer men
+zig van het strand en van de lage Landen verwydert, op den afstand
+Van tien of vyftien mylen, zyn 'er altyd twee graden minder.
+
+De luchtsgesteldheid te Cayenne was voor deezen veel regenächtiger
+en onäangenamer, zegt BARRERE, [12] eer men in het Eiland het hout
+had uitgeroeid, en de inwoonders waren 'er aan zeer akelige ziekten
+onderworpen. Langen tyd is het onmogelyk geweest de kinderen der
+Negers in het leven te behouden; allen stierven zy byna dadelyk na
+hunne geboorte. Hedendaags worden zy 'er nog door eene algemeene
+stuiptrekking, die een waare tetanus is, aangetast. Deeze ziekte
+spaart zelfs geene groote lieden, tot welken ouderdom zy reeds mogen
+gekomen zyn. Dezelve vertoont zig door pyn in den hals, als of die
+met een koord was toegetrokken. Het kakebeen sluit zig vervolgens,
+het geen de doorslikking belet. De armen en beenen worden stram,
+en niettemin hebben 'er, verscheiden malen daags, stuiptrekkingen
+plaats. Deeze toevallen matten den zieken zoo sterk af, dat hy overluid
+schreeuwt. Men is zelfs verpligt zyn hoofd een weinig in de hoogte te
+houden, om hem de belemmerde ademhaling gemakkelyker te maken. Het
+geen hem vooral doet lyden, is een onverzadelyke honger, die hem nu
+en dan zoodanig dringt, dat hy alle oogenblik zoude eeten, indien men
+het hem maar geven wilde, en hy het vermogen van slikken had. Hier
+by koomt altyd koorts. Dezelve gaat gepaard met een overvloedig
+en algemeen zweeten; en wanneer de ziekte meer en meer verergert,
+sterft de lyder onder vervaarlyke stuiptrekkingen.
+
+Om den voortgang van zulk eene ellendige kwaal te sluiten, moet men
+den geen, die 'er door aangetast is, verscheiden malen daags met koud
+water besproeijen. Men houdt daar mede aan, tot dat de ledematen
+hunne voorige gedweeheid hernomen hebben. Het is noodzakelyk de
+kragten van den zieken door goede vleeschsoepen te ondersteunen; men
+moet dezelven dikwils geven, maar in eene kleine hoeveelheid, en met
+eenige lepels wyn. De zoete kwik met ontlastende middelen gemengd,
+als rhabarber, diagrydium, jalappe, doen in deeze ziekte veel nut:
+maar het beste middel is het heulsap, in zulke sterke giften, dat
+'er een gezond mensch van sterven zoude.
+
+
+
+DERDE HOOFTSTUK.
+
+Geschiedkundige opgaave, betrekkelyk Fransch
+Guiana.
+
+Schoon men het juiste tydstip van de eerste reizen der Franschen naar
+Guiana niet weet, is het echter zeker, dat zy 'er geweest zyn korten
+tyd na de eerste ontdekking, door de Spanjaarden gedaan.
+
+JAN DE LAET, een Schryver van voor byna twee eeuwen, verhaalt, dat
+de Franschen gewoon waren aldaar gekleurd hout, en onder anderen een
+zoort van Brasiliën-hout, in te laden.
+
+De vriendelykheid, waar mede zy door de inboorlingen des Lands
+ontfangen wierden, lokte hen uit, om deezen handel te blyven aanhouden;
+en om denzelven des te beter te verzekeren, vestigden zy 'er wel dra
+eene Volkplanting.
+
+Een ander bewys, dat de Franschen het eerst de kusten van Guiana
+bezogt hebben, is te halen uit de reisbeschryving van RALEIGH in 't
+jaar 1595. Deeze reiziger, sprekende van het binnenste gedeelte van
+dit Land, zegt, dat "de Franschen zedert lang moeite deeden tot het
+ontdekken deezer Landen, werwaards zy veelvuldige reizen deeden, om
+'er goud van daan te haalen, maar dat zy den rechten weg niet namen,
+door denzelven te zoeken langs de Rivier der Amazonen."
+
+In 't jaar 1604, besloten eenige Franschen, door de gunstige berigten
+van RALEIGH misleid, om, onder het geleide van LA RAVERDIERE, naar
+deeze streeken koers te zetten. Andere gelukzoekers deezer natie
+volgden spoedig hunne voetstappen. Allen vermoeiden zy zig op eene
+ongelooflyke wyze. Eindelyk zetteden zig zommigen, veel eer uit weêrzin
+in zoo zwaaren arbeid, als om dat zy zig in hunne hoop bedrogen vonden,
+te Cayenne neder.
+
+In 't jaar 1624, zonden eenige kooplieden van Rouaan eene kleine
+Volkplanting, bestaande uit zes-en-twintig menschen, die de oevers
+der Rivier Sinamari verkozen, om zig neder te slaan.
+
+Twee jaaren later, in 't jaar 1626, kwam 'er eene nieuwe Volkplanting,
+aanzienlyker dan de eerste, en die zig aan de Rivier Conanama
+nederzettede. Men bouwde aldaar een Fort, stelde 'er een Bevelhebber
+over aan, en liet 'er een gewapend vaartuig, om den handel langs de
+kust te beveiligen.
+
+Deeze beide Volkplantingen vermeerderden aanmerkelyk door den toevoer,
+die zy uit Frankryk ontfingen. Zy breidden zig tot verscheiden
+plaatsen uit.
+
+Zedert het jaar 1674, had men zig op het Eiland Cayenne gevestigd,
+en aldaar de kust van Remire, als de vruchtbaarste en aangenaamste
+streek, tot verblyfplaats uitgekozen. Men moest de Arikarets, en
+eenige andere Indiaansche volken, aldaar woonende, verjagen.
+
+In 't jaar 1675, verkoos men eene andere woonplaats, drie mylen
+meer ten westen, op een uithoek van het Eiland, alwaar de mond
+der Rivier Cayenne een haven oplevert. Men bouwde aldaar een Fort,
+waar aan men den naam van het Fort Louis gaf, en digt daar by een
+Dorp of Stad, die de hoofdstad der geheele Volkplanting geworden is,
+en welke men naar den naam van het Eiland Cayenne noemde. Men breide
+zig vervolgens uit in alle de gedeelten van dit zelfde Eiland, en
+aan de naby gelegene Rivieren.
+
+In 't jaar 1640. zetteden de Franschen zig aan de Rivier Surinamen
+neder; maar de lage en moerassige grond, en ongezonde lucht in
+dit gedeelte van Guiana, deeden hun het zelve wederom verlaten. De
+Engelschen maakten 'er gebruik van.
+
+Eenige kooplieden van Rouaan, denkende, dat uit deeze Volkplanting
+voordeel te haalen was, besteedden daar toe, in 't jaar 1643,
+gezamentlyk zekere somme van penningen. Zy droegen hunne belangen op
+aan een ondernemend man, PONCET DE BRETIGNY genaamd, die den oorlog
+zoo wel aan de Planters als aan de Negers verklaard hebbende, spoedig
+werd van kant geholpen. Deeze Maatschappy, aan welke men den naam
+van de Maatschappy der Noord-Kaap gaf, verkreeg van Koning LODEWYK
+XIII. opene Brieven, waar by deeze Vorst aan haar het uitsluitend
+voorrecht toestond van den koophandel en scheepvaart op Guiana, tot
+welks grensscheidingen men by die zelfde brieven bepaalde, aan de
+zuldzyde de Rivier der Amazonen, en aan de noordzyde de Orenoco. Deeze
+bepaaling der grensscheidingen ontmoette geene zwarigheid, noch
+veröorzaakte eenige klagten, dewyl geheel Europa wist, dat de Franschen
+zedert langen tyd in het bezit van Guiana waren, en de eersten geweest
+zyn, die aldaar handel gedreven en Volkplantingen aangelegd hadden.
+
+Verscheiden lieden van aanzien, in deeze Maatschappy deel genomen
+hebbende, verkregen van den Koning nieuwe voorrechten en nieuwe
+vergunningen door dit geheele Land. By herhaling zonden zy derwaarts
+aanzienlyken onderstand; en men liet meer dan agt honderd menschen
+naar Guiana vertrekken, zoo tot meerdere beveiliging en aanwas van de
+onderscheidene aangelegde Volkplantingen, als om nieuwe aan te leggen,
+en ontdekkingen te ondernemen, door dieper in het Land door te dringen.
+
+De treurige dood van PONCET DE BRETIGNY de deelgenooten ter
+nedergeslagen hebbende, werd, in 't jaar 1651, eene nieuwe Maatschappy
+opgericht, die meerder opgang scheen te zullen maken. Het merkelyk
+aantal van ingelegde penningen, stelde haar in staat, om, tot in Parys
+toe, zeven of agthonderd menschen by één te verzamelen. Zy wierden
+by de Seine ingescheept, om naar Havre te vertrekken. Het ongeluk
+wilde, dat de deugdzaame Abt DE MARIVAUX, die deeze onderneming
+voornamelyk had aangewakkerd, en dezelve als Directeur Generaal
+bestierd zoude hebben, verdronk op het oogenblik, dat hy stond scheep
+te gaan. ROIVILLE, een Edelman uit Normandië, die als Generaal naar
+Cayenne gezonden wierd, wierd op de reize vermoord. [13] Twaalf der
+voornaamste belanghebbenden, die de bewerkers van deezen aanslag
+waren, gedroegen zig in de Volkplanting, welkers bloei zy verpligt
+waren geweest te bevorderen, op zoodanig eene wreede manier, als uit
+dit verschrikkelyk voorval bereids te voorzien was. Zy deeden aan
+één van hun, ISAMBERT genaamd, die, benevens drie anderen, zig van
+het gezag geheel had willen meester maken, het hoofd afslaan. Zyne
+medepligtigen wierden naar een onbewoond Eiland verbannen. Twee andere
+deelgenooten stierven kort daar op, en de overgeblevenen gaven zig aan
+de grootste buitensporigheden over. De Bevelhebber der Vesting liep
+naar de Hollanders over, met een gedeelte van zyne bezetting. Zy,
+die aan honger, ellende, de woede der Wilden van het vaste Land,
+welken men op honderde manieren getergd had, waren bloot gesteld,
+achtten zig zeer gelukkig, toen zy met een schip en twee sloepen de
+Eilanden onder den wind bereiken konden. Vyftien maanden na dat zy in
+het Eiland waren aangeland, verlieten zy het Fort, de krygsbehoeften,
+de wapenen, de koopmanschepen, benevens vyf- of zeshonderd lyken van
+hunne ongelukkige medgezellen.
+
+In 't jaar 1663, werd eene nieuwe Maatschappy, onder het opzigt
+van den Request-meester LA BARRE, opgerigt. Dezelve bezat een
+capitaal van niet meer dan twee maal honderd duizend gulden: maar
+de hulp der Regeering stelde haar in staat, om de Hollanders, die
+zig aldaar onder het geleide van SPRANGER hadden nedergezet, toen
+zy dit Land door deszelfs eerste bezitters hadden zien ontruimen,
+uit deeze bezitting te verjagen. De Indianen waren na het vertrek der
+Franschen in het Eiland te rug gekeerd, maar SPRANGER noodzaakte hen,
+om naar Terra-Firma de wyk te nemen. Hy verbeterde de vestingwerken,
+deedt groote uitzuiveringen en voordeelige bebouwingen der landen. Na
+dat deeze Maatschappy onder het opzigt van BARRE een jaar bestaan
+had, maakte zy een gedeelte uit van de groote Maatschappy, die de
+grondslag was van alle die Maatschappyen, welken men voor Africa,
+en voor het Nieuwe Weereld-deel had opgerigt. In 't jaar 1667,
+wierd Cayenne aangevallen, geplonderd, en wederom verlaten door de
+Engelschen, en de vluchtelingen namen het weder in bezit, om het zig,
+in 't jaar 1772, andermaal te zien ontweldigen door de onderdanen
+der Vereenigde Nederlanden, die het echter niet langer, dan tot in 't
+jaar 1676, behouden konden. Te dier tyd werden zy door den Marschalk
+D'ETRÉES van daar verjaagd. Naderhand is de Volkplanting niet meer
+aangevallen geworden.
+
+De Franschen wederom meesters van Cayenne geworden zynde, waren
+ten sterksten bedagt, om zig op het Eiland en het vaste Land
+wel te vestigen. Met meerder zorgvuldigheid dan ooit kweekten zy
+alles aan, waar by de koophandel belang konde hebben. Verscheiden
+koopvaardy-schepen kwamen aldaar handelen, en eene meenigte
+huisgezinnen zetteden 'er zig ter neder. Eenige Kapers bragten ook
+het hunne toe tot aanwas der Volkplanting.
+
+Beladen met het geen zy in de Zuid-Zee geroofd hadden, vestigden
+zy zig te Cayenne, en het belangrykste was, dat zy besloten hunne
+schatten tot den landbouw te besteden.
+
+Zy scheenen denzelven met nadruk te willen voortzetten, en Cayenne was
+vry wel bevolkt, toen DUCASSE in 1688. aldaar aanlandde, met oogmerk,
+om Surinamen te vermeesteren en te plunderen. De natuurlyke lust
+der Kapers herleefde, de nieuwe Colonisten werden wederom Kapers,
+en hun voorbeeld lokte byna alle de inwoonders uit.
+
+Deeze onderneming was niet gelukkig, uit hoofde van de weinige
+voorzorgen, die men genomen had, om de aankomst deezer vloot voor
+de Hollanders, welken men voornemens was re overrompelen, geheim te
+houden. Men vondt hen overal in staat van verdediging. Een gedeelte
+der aanvallers sneuvelde; anderen wierden gevangen genomen, en naar de
+Antillische Eilanden gezonden, alwaar zy zig nedersloegen. De overigen
+gingen wederom te scheep. Zedert dien tyd heeft de Volkplanting veel
+moeite gehad, om het verlies van haare inwooners te herstellen. Het
+scheen zelfs, dat zy byna geheel in vergetenheid geraakt was, tot in
+'t jaar 1763, wanneer de Fransche Regeering haar een nieuwen luister
+trachte te geven.
+
+Frankryk ontdeed zig van de akeligheden van eenen schandelyken
+oorlog. De gesteldheid der zaaken had de Regeering genoodzaakt, om,
+met opöffering van verscheiden gewichtige bezittingen, den vrede te
+koopen. Het scheen insgelyks noodzakelyk, om de natie, zoo wel de
+geledene rampspoeden, als de misslagen, die dezelven berokkend hadden,
+te doen vergeten. Men wendde haar oog af van de Volkplantingen,
+die zy verloren had, om het zelve te vestigen op Guiana, het welk,
+zoo men zeide, zoo veele rampen vergoeden moest.
+
+Dit was het gevoelen niet van hun, die van den staat der zaaken het
+best onderricht scheenen. Eene Volkplanting, zedert anderhalve eeuw
+opgerigt, in een tydstip, dat de gemoederen op groote ondernemingen
+verhit waren; alwaar burger-twisten, noch vreemde oorlogen aan het
+aangelegde werk geen nadeel hadden toegebragt; die van de weldaaden
+der Regeering en het voordeel van den koophandel nimmer was verstoken
+geweest; alwaar de voorraad van voortbrengzels altyd zeker geweest
+was:--deeze Volkplanting was niet noemenswaardig. De ellende en
+vergetenheid was haar deel geweest, zelfs in het tydstip, dat de
+Fransche bezittingen in America door haaren luister en rykdommen,
+de oude en nieuwe weereld verbaasden. Haare gesteldheid was zelfs van
+dag tot dag verërgerd. Hoe kon men hopen op die groote vooruitzigten,
+welken men 'er van gaf? Deeze aanmerkingen wederhielden de Regeering
+niet. Om het verlies van Canada te vergoeden, wilde men in Guiana een
+vry volk vestigen, dat door zyne eigene kragten in staat zoude zyn,
+om aan vreemde aanvallen het hoofd te bieden, en geschikt, om door den
+tyd andere Volkplantingen, wanneer de omstandigheden zulks vorderden,
+te hulp te komen.
+
+Dit werk wierd bestuurd door eenen arbeidzamen Staats-Minister. Als een
+verstandig Staatsman, die de veiligheid niet aan de rykdommen wilde
+opõfferen, was zyn doelwit, een bolwerk op te rigten tot verdediging
+der Fransche bezittingen. Als een gevoelig Wysgeer, die de rechten
+van het menschdom kent en eerbiedigt, wilde hy deeze vruchtbaare en
+onbebouwde streeken door vrye menschen bevolken. Maar men voorzag
+alles niet. Men vergiste zig met te gelooven, dat Europeanen onder
+de gezengde luchtstreek de vermoeijenissen zouden doorstaan, die
+tot den aanleg en zuivering van onbebouwde landen verëischt worden,
+en dat menschen, die in de hope van een gunstiger lot hun vaderland
+verlieten, zig aan een woest leven gewennen zouden in eene luchtstreek,
+die minder gezond was, dan haare geboorte-grond.
+
+Dir verkeerd stelzel werd zoo dwaaslyk uitgevoerd, ais het ligtvaardig
+was aangenomen. Alles werd aldaar ingerigt, zonder beginzel van
+wetgeving, zonder te letten op de betrekkingen, welken de Natuur
+onder de menschen gesteld heeft. De laatstgemelden werden in twee
+zoorten verdeeld, eigenaars en arbeiders. Men hield niet in 't oog, dat
+deeze verdeeling, die in Europa stand grypt, het gevolg is van oorlog,
+omwentelingen, en oneindige toevalligheden, die de tyd te weeg brengt;
+dat zy voortkoomt uit de voortduuring van een maatschappelyk leven,
+maar geenzints de eerste grondslag is der maatschappye, die in haaren
+oorsprong wil, dat alle haare leden in den eigendom deel hebben. De
+Volkplantingen, die nieuwe bevolkingen, en nieuwe maatschappyen zyn,
+moeten deezen grondregel volgen. Met den eersten tred ging men
+'er reeds van af, door de landen in Guiana alleen toeteschikken
+aan hun, die zekere geldsommen, tot de bebouwing noodig zynde,
+konden aanbrengen. De overigen, wier begeerlykheid men door ydele of
+wisselvallige hope gaande maakte, werden van het aandeel in de landen
+uitgesloten. Dit was een gebrek van Staatkunde, tegen de rechten van
+het menschdom inloopende. Indien men aan alle de nieuwe Colonisten,
+welken men naar dit naakte en woeste Gewest heen voerde, een gedeelte
+gronds om aan te leggen gegeven had, zoude elk het bebouwd hebben
+op eene manier, aan zyne kragten en vermogens geëvenredigd: de één
+met zyn geld, de ander met zynen arbeid. Het was een onvermydelyk
+vereischte geweest, om aan alle de leden der nieuw aangelegde bevolking
+eenen eigendom aan te bieden, alwaar zy hunnen arbeid, hunne vlyt,
+hun geld, met één woord, hunne meer of min uitgestrekte vermogens,
+konden te werk leggen.
+
+Menschen, naar onbebouwde landstreeken overgevoerd, vonden 'er niets
+dan behoeften. De geregeldste en onafgebrokenste arbeid konde niet
+beletten, dat zy, die in deeze woestenyen met het aanleggen van landen
+hunnen tyd doorbragten, van alles ontbloot bleven, tot het meer of
+min afgelegen tydvak van den oogst. Ook verbond zig de Regeering,
+aan wien zulk eene blykbaare waarheid niet ontsnappen konde, om alle
+Duitschers, alle Franschen zonder onderscheid, welke tot de bevolking
+van Guiana geschikt waren, twee jaaren lang te onderhouden. Maar
+deeze daad van rechtvaardigheid was geene daad van voorzigtigheid:
+het was te voorzien, dat al wierden zelfs de levensmiddelen met zorg,
+met yver en met belangloosheid in genoegzaamen voorraad opgelegd;
+de meestcn derzelven noodwendig moesten bederven, het zy op de reize,
+het zy naderhand: het was te voorzien, dat gezouten vleesch, wel of
+kwalyk bewaard, nimmer een geschikt voedzel zyn zoude voor ongelukkige
+vluchtelingen, die eene gezonde en gematigde luchtstreek verlieten,
+om de brandende zand-woestynen onder de gezengde luchtstreek te
+bewoonen, om de vochtige en regenachtige lucht der zonne-keerkringen
+in te ademen.
+
+Eene verstandige Staatkunde zoude zig met de vermeerdering van
+het vee hebben bezig gehouden, alvorens te denken, om 'er menschen
+te vestigen. Deeze voorzorg zoude niet alleen een gezond voedzel
+aan de eerste Colonisten bezorgd hebben, maar hun ook de gepaste
+werktuigen opgeleverd tot de ondernemingen, welke de vorming van
+eene nieuwe bevolking verëischt. Met deeze hulpmiddelen zouden zy de
+vermoeijenissen hebben getrotseert, welke de Regeering op zig genomen
+had rykelyk te zullen betalen. Zy zouden woonplaatsen en koopwaren
+bezorgd hebben aan hun, die 'er hun verblyf moesten houden. Op deeze
+wyze zoude de ontworpene Volkplanting in korten tyd eene behoorlyke
+vastigheid verkregen hebben.
+
+Men maakte deeze aanmerkingen niet, hoe eenvoudig en natuurlyk ook:
+na het doorstaan van eene lange reize, werden twaaf duizend menschen
+ontscheept op woeste en onbebouwde kusten, in het ongunstigst
+jaargetyde, in het regen-saisoen. Indien de nieuwe Colonisten in
+het begin van het saisoen van droogte waren aangeland, op de hun
+toegeschikte landen verdeeld, zouden zy den tyd gehad hebben, om
+hunne wooningen in gereedheid te brengen, de bosschen om te hakken
+of te verbranden, hunne velden te bearbeiden en te bezaaijen.
+
+By gebrek van deeze voorzorge, wist men de meenigte van menschen,
+die na malkanderen aanlandden, niet te plaatsen, Het Eiland Cayenne
+zoude tot eene plaats van rust en verversching voor de kortlings
+ontscheepte perfoonen gestrekt hebben. Men zoude 'er wooningen en
+middelen van bestaan gevonden hebben. Maar het vooröordeel, om de
+nieuwe en de oude Volkplanting niet onder elkander te vermengen,
+deedt deeze voorzorge in den wind slaan. Als een gevolg van deeze
+styfhoofdigheid, plaatste men twaalf duizend ongelukkigen op de
+Salut-Eilanden, aan de oevers der Rivier Kourou, onder tenten en
+in slechte hutten. [14] Aldaar, verwezen zynde tot werkeloosheid,
+verveeling, het gemis der eerste benoodigdheden, besmettelyke ziekten,
+die altyd door bedorven voedzel veröorzaakt worden, tot alle de
+wanörden, welke de ledigheid voortbrengt onder een volk, dat verre
+heen vervoerd, zig onder eene nieuwe luchtstreek bevindt, eindigden
+zy hun droevig lot onder de verschrikkelykste wanhoop. Hunne asch zal
+steeds om wraak roepen tegen de voorstanders van eene onderneming,
+die zoo veele ellendige slachtöffers gemaakt heeft.
+
+Op dat niets aan het onheil ontbreken zoude, en de geldsommen,
+tot de uitvoering van eene ongerymde onderneming geschikt, geheel
+en al verspild zouden worden, oordeelde hy, die in last had om aan
+alle deeze noodlottigheden een einde te maken, zig verpligt, om twee
+duizend menschen welker sterk gestel aan de ongunstige luchtstreek,
+en de onuitsprekelykste ellenden wederstaan had, naar Europa te rug
+te voeren.
+
+Een zestigtal van huisgezinnen uit Duitschers en inboorlingen van
+Acadia bestaande, ontsnapte echter aan de algemeene verwoesting. Zy
+sloegen zig neder aan de Sinamari, wier oevers nimmer door de zee
+overstroomd worden, en vonden aldaar eenige natuurlyke velden, en
+een grooten overvloed van Schildpadden. Die zwakke Volkplanting heeft
+zig, langs deeze Rivier, in stand gehouden. De visscherye, de jagt,
+de vee-fokkerye in de uitgestrekte zand-woestynen, welken de Natuur in
+deeze streeken gevormd heeft, het planten van een weinig ryst, Turksch
+graan en catoen; deeze leverden hun het noodige middel van bestaan op.
+
+
+
+VIERDE HOOFTSTUK.
+
+Bevolking van Fransch Guiana.
+
+Na zoo veele noodlottige omstandigheden, en de verachting, waar
+toe Fransch Guiana vervallen is, is het niet te verwonderen, dat de
+bevolking van dit Land zeer zwak is.
+
+De inwooners bestaan uit Europeanen, Mulatten, Negers en Indianen. De
+eerstgemelden of blanken, bedragen slechts een getal van agt of negen
+honderd, zoo in de hoofdplaats Cayenne, als door het overige gedeelte
+van het Land verspreid. Verscheiden van hun zyn ongelukkig en arm. Zy,
+die meer op hun gemak leven, bestaan van ampten, jaargelden en soldyen,
+ten kosten van de algemeene schatkist. Het vertier van levensmiddelen,
+het welk de bezetting en het verblyf der geenen, die zig aldaar
+van 's Lands wegen bevonden, noodzakelyk maakt, doet het grootste
+getal der inwooners aan den kost geraken. Men zoude moeite hebben,
+om vyf-en-zeventig eigenaars van Plantagiën op te tellen, die van
+den opbrengst van hun land bestaan. Verscheiden woonen op eenen zeer
+verren afstand van de hoofdplaats. Het getal der Mulatten is vier of
+vyf honderd, en dat der Negers negen duizend.
+
+De Mulatten, die overal onderdrukt worden, hebben dit misschien meer
+in Guiana, dan ergens anders, ondervonden.
+
+"Schoon de Creolen, van een blanken en eene zwarte voortgeteeld,
+zegt de Burger LESCAILLIER in zyn te meermalen aangehaald Exposé des
+moyens &c., over 't algemeen veele lichamelyke voorrechten hebben,
+vlugheid, eene onbedwongene en bevallige houding, een zeer geregeld
+gestel en voorkomen, worden zy zeldzaam voor goede voorwerpen gehouden,
+wanneer men hen in den rang der slaven plaatste, uitgenomen de geenen,
+welken men tot huisselyke diensten gebruikte. De reden daar van is
+gemakkelyk naar te gaan; daar zy uit de gemeenschap van eenen blanken,
+die tot de Plantagie niet behoorde, ten gevolge van eene ongeoorloofde
+verbintenis, waren voortgesproten, verbeterde de opvoeding het
+gebrekkige van hunne geboorte niet. Zy verachtten de Negers, en
+werden door dezelven wederkeerig veracht. Zeldzaam gelukte het hun,
+wanneer zy, onder de zwarten vermengd, op de Plantagiën arbeidden.
+
+De algemeene laagheid, waar in men dit zoort van menschen in de
+Volkplantingen hield, en die alle nayver in hun uitdoofde, had te
+Cayenne hun tot eene zwervende en ongebondene hoop volks gemaakt;
+byna geen enkele onder hun was of tot den landbouw, of tot eenig
+handwerk geschikt.
+
+"De middelen, die men wel eer te werk stelde, met oogmerk om hen
+nuttig te maken, hebben het kwaad nog verërgerd. De Gouverneurs
+hebben gemeend de vrygelatenen te moeten beschouwen als lieden,
+die verpligt waren op het eerste bevel op te trekken. Dienvolgende
+waren alle de manspersoonen boven de veertien jaaren, getrouwd en
+ongetrouwd, landbouwers, werklieden, of andere, zonder onderscheid,
+begrepen onder eene zoogenaamde Compagnie Jagers, zonder soldy,
+staande onder bevel van een zeker zoort van Officiers, maar die ook
+geen soldy trokken, nog eenigen rang hadden. Deeze ongelukkigen,
+verpligt om op het eerste gegeven sein op te trekken, hebben zig,
+uit dien hoofde, nimmer op eenen vasten voet kunnen nederzetten,
+trouwen, zig tot eenig vast handwerk begeven, en nog minder zig op
+den landbouw toeleggen. Den dienst, die hun bevolen werd, zeer slecht
+uitvoerende, alleenlyk betaald wordende voor de dagen, dat zy werkelyk
+dienst deeden, hadden zy, by hunne te rug komst, geen eerlyk en zeker
+middel van bestaan, het geen hen dikwils noodzaakte om door wandaaden
+en strooperyen den kost te zoeken.
+
+"'Er was ook nog een ander zoort van Creolen, van een vrye vader en
+moeder geboren. Zy oeffenden handwerken of den landbouw, en leefden
+daar van met hunne huisgezinnen. Derzelver getal is in Fransch Guiana
+oneindig klein."
+
+De blanken, die geene eigendommen bezaten, het zy werklieden, het
+zy anderen, maakten het aanzienlykst gedeelte der bevolking van
+hun zoort uit: zy hebben een getal van dertien honderd bedragen,
+van allerleyen ouderdom en kunne, zonder de bezetting daar onder te
+rekenen; maar men verzekert, dat zy thans tot een getal van zeven of
+agt honderd versmolten zyn.
+
+Onder dit aantal van persoonen vindt men byna twee derde van het
+mannelyk geslacht, om reden, dat het getal der genen, die zig buiten
+'s Lands begeven, ten aanzien der mannen altyd veel aanmerkelyker
+is. Indien men van dit aantal manspersoonen de zieken, oude lieden en
+kinderen aftrekt, bleven 'er ten hoogsten vier honderd mannen overig,
+die in staat waren om de wapenen te voeren.
+
+Onder de laatstgemelden waren niet meer, dan honderd-en-vyftig
+eigenaars van middelmatige en kleine Plantagiën, die, hoe zeer
+grootendeels van geen belang tot bevordering van 's Lands voorspoed,
+en den uitvoer der koopwaaren, echter tot onderhoud van derzelver
+bezitters als voldoende beschouwd konden worden, 'Er bleven derhalven
+tweehonderd vyftig mannen (blanken) overig, die in dit Land hun
+bestaan vonden, behalven door den landbouw; de één door posten en
+ampten tot het bestuur, of tot den krygsdienst betrekkelyk; de anderen,
+als werklieden, daglooners, of bedienden van allerleije zoort, hunne
+soldyen uit de algemeene schatkist, en hunne wedden van de Regeering
+ontfangende.
+
+Indien nu de dienst zoo van het Land, als van byzondere persoonen,
+slechts honderd en vyftig van deeze menschen bezig hield, zoo bleven
+'er dus honderd overig, wier bestaan zeer wisselvallig was. Het was
+van aanbelang zig bezig te houden met dit klein getal persoonen,
+die van middelen ontbloot waren.
+
+Men vergrootte eenige bezittingen, men ondernam nieuwen arbeid,
+men deelde eenige landeryen uit, en bezorgde daar by tevens
+gereedschappen en vee. De arbeiders en bouwlieden vonden bezigheid,
+en de laatstgemelden begonnen voordeel te doen.
+
+Eene bevolking van zes honderd mannen (blanken) tegen drie honderd
+vrouwen, had geene evenredigheid tot vermeerdering der bewoners, noch
+tot bevordering der goede orde, in een Land, alwaar men de vermenging
+met Zwarten en Mulatten aan de hand gaf, en alwaar by gevolg de wet
+zelve tot hoerereije en overspel scheen uit te noodigen. Zulk een
+staat is schadelyk voor de maatschappy. Het was dus van een dringend
+aanbelang daar in te voorzien.
+
+Men had eene Volkplanting te Iracoubo begonnen, bestaande uit dertig
+mannen, uit een zeker getal afgedankte soldaten uitgekozen. Men moest
+ontwyffelbaar aan deeze mannen bezorgen verstandige, arbeidzaame en
+bekwame vrouwen. Om dit oogmerk te bereiken, verzogten de Bestuurders
+van Guiana aan de Regeering, en wel tot eene eerste proeve, een
+getal van vyf-en-twintig of dertig weesmeisjens, die met weinige
+kosten hadden kunnen overkomen. In geval deeze poging gelukt was,
+zoude men van dit zelfde middel wederom hebben gebruik gemaakt, en
+nieuwe bezitingen in deeze uitgebreide Volkplanting hebben kunnen
+aanleggen: men sloeg geen acht op dit belangryk voorstel, noch op
+veele anderen, die tot bevordering en verbetering des Lands zouden
+hebben kunnen medewerken.
+
+Het is waarschynlyk, dat deeze bezittingen verlaten zyn geworden,
+en dat de meeste blanken, die 'er hun bestaan uit moesten vinden,
+uit de Volkplanting vertrokken zyn.
+
+De Negers bedroegen in Fransch Guiana een getal van negen duizend. De
+Burger LESCAILLIER meldt ons, dat men, in 't jaar 1788, hem over
+de mogelykheid van de afschaffing der slavernye raadpleegde. Deeze
+Bestuurder verklaarde van begrip te zyn, dat men in de Volkplantingen
+de akeligste gebeurtenissen te duchten had, indien men niet
+langzamerhand den weg tot deeze gelukkige omwenteling baande. Drie
+jaaren lang deedt hy alle moeite, om de mogelykheid van dusdanige
+verandering zeker te stellen: hy toonde het voorbeeld van eene betere
+bestuuring, ten aanzien van de Negers van den Staat: hij bezorgde
+hun een gezonder en vaster voedzel: hy liet hen kleeden en in hunne
+ziekten oppassen. Op zynen raad en volgens zyn voorbeeld, heeft men
+de zwangere en zogende vrouwen ontzien: men droeg zorge voor kinderen
+en jonge lieden: men betoonde ontzag voor oude lieden en zieken: men
+moedigde het aangaan van huwelyken aan: men arbeidde, om goede zeden,
+vlyt en bedaardheid in de Negers aan te wakkeren: juiste belooningen
+vervulden de plaats van harde en willekeurige kastydingen.
+
+Zulk eene handelwyze heeft de gelukkigste uitwerkingen gehad. Het
+werk werd met yver en arbeidzaamheid verrigt, en het gelukte door dit
+middel, om aan de Negers hunnen staat van slavernye te doen vergeten.
+
+Men dagt niet meer aan wegloopen: vyf of zes schuilplaatsen der
+weggeloopen Negers, van alle gemeenschap verwyderd, in ontoegangelyke
+Landen en ondoordringbaare bosschen verzonken, zyn van tyd tot tyd
+vernield, of door de vredelievende middelen van onderhandeling,
+tot de stem der menschelykheid, die tot in deeze verblyfplaatsen was
+doorgedrongen, te rug gebragt.
+
+De optochten met krygs-geweld waren tegen deeze arme schepzels byna
+onuitvoerlyk: zy kostten aan zommigen van hun het leven, en maakten de
+anderen altyd nog afkeeriger. Men moest dus tot eenig ander middel
+zyn toevlucht nemen. Een zendeling, met een kruis in de hand, en
+onder het geleide van een getrouwen Neger, ging hun de woorden van
+vrede brengen, hun kwytschelding beloven, en allen kwamen zy, met
+hun volkomen genoegen, hunne yzere kluisters hernemen. Een deezer
+verblyfplaatsen onder anderen, verscheiden dagreizens van alle
+woningen afgelegen, was, zedert verscheiden jaaren, eene veilige
+wykplaats voor een groot getal van weggeloopene Negers. Men had
+slechts eene oppervlakkige kennis wegens het bestaan van deeze
+wykplaats. Een Priester begaf zig te voet derwaarts, vergezeld van
+eenige ongewapende Mulatten, en bragt van deeze plaats, op ééne keer,
+drie-en-veertig persoonen mede, waar onder verscheiden kinderen waren,
+in de bosschen geboren, en die nooit een blanken gezien hadden. Het
+gebeurde werd van wederzyden vergeten. De eigenaars leerden 'er door,
+om nuttige voorwerpen, die hun ontloopen konden, zonder mogelykheid
+van ze wederom te krygen, met meerder geschiktheid te behandelen,
+en de Negers hernamen met onderwerping hunnen gewoonen arbeid.
+
+Men heeft voorgegeven, dat de Negers in Guiana beter behandeld werden,
+dan in de andere Volkplantingen. Dit voorgeven wordt door geen bewys
+gewettigd. 'Er zyn in deeze landstreek weinig groote Plantagiën
+en gegoede Planters; en deeze laatstgemelde behandelden, over 't
+algemeen gezegd, hunne slaven het best, het zy om dat zy meerder
+middelen bezaten, het zy om dat ze meerder doorzicht hadden.
+
+Zeer geringe Planters, van alle toevoorzicht verre verwyderd,
+oordeelden beter hun fortuin voort te zetten, door van drie of vier
+Negers, welken zy in het geheel bezaten, eenen onmatigen arbeid te
+vorderen. Zy lieten hun zelfs den Saturdag niet, welken men anders
+gewoon was aan hun tot bebouwing van hunnen eigenen tuin toe te
+staan, en zomtyds ontnamen zy hun zelfs den Zondag: zy bekreunden
+zig over hun in 't geheel niet, noch by ziekte, noch by gezondheid:
+zy bezorgden hun geen behoorlyk voedzel noch kleeding, en nimmer heeft
+men ten deezen opzigte in Guiana kunnen verwerven de uitvoering van
+het geen by de wetten, le Code noir genoemd, bepaald was.
+
+Op de Plantagiën, waar men rykelyker bemiddeld was, doch welker
+getal ongelukkig zeer klein is, werd dit gebrek verbeterd door de
+zorge der eigenaars, door overvloed van groenten tot levensmiddelen,
+door het visschen en jagen in zekere landstreken, en door de kleine
+geld-sommetjes, die de Negers zig bezorgden, door het overschot van
+hun gevogelte en levens-middelen op de markt te verkoopen.
+
+Zommige eigenaars der Plantagiën maakten in geschrifte menschlievende
+en verstandige Reglementen, die aan de Negers werden bekend gemaakt. De
+ondervinding heeft bewezen, dat, wanneer de slaven beter behandeld
+werden, zy met meerder yver tot bevordering van de belangen hunner
+meesters medewerkten. Eén deezer Planters had aan elke Negerin, die
+zes kinderen behoorlyk zoude opvoeden, de vryheid beloofd. Wanneer
+die voorwaarde eenmaal vervuld was, werd de belofte met veel statie
+ter uitvoer gebragt.
+
+Brave en verstandige Planters, volgden natuurlyker wyze de beginzels
+van menschlievendheid en de goede voorbeelden. Redeneeringen onder
+allen, en blyken van misnoegen, aan wreede meesters te kennen
+gegeven door den verstandigen, bestuurder, den Burger LESCAILLIER,
+van wien wy deeze byzonderheden ontleend hebben, hebben langzamerhand
+op het bestaan der Negers in deeze Volkplanting, en op den staat van
+derzelver bebouwing, invloed gehad. Maar naderhand is de al te groote
+zorgloosheid der Regeering oorzaak geweest, dat het getal der Negers
+niet aanmerkelyk is aangegroeid, gelyk had moeten gebeuren, zoo uit
+hoofde van de gemakkelykheid van het bekomen van levens-onderhoud in
+dit Gewest, als van den zeer aanzienlyken invoer van slaven.
+
+Misschien is het aan eenige van de hier boven opgegevene voorzorgen toe
+te schryven, dat de afschaffing der slavernye in Fransch Guiana zulke
+akelige gevolgen niet veröorzaakt heeft, als te St. Domingo. Deeze
+omwenteling werd op eene rustige wyze bewerkt, en men verhaalt, dat
+men verscheiden Negers gezien heeft, die de gehechtheid aan hunnen
+ouden meester aan den dag leiden, door op zyne Plantagie te blyven, en
+denzelfden arbeid te verrigten, als of de wet 'er hun toe noodzaakte.
+
+
+
+VYFDE HOOFTSTUK.
+
+Zeden en gewoonten der Indianen.
+
+De volken, die in het ukgestrekte vaste Land van Guiana, voor de
+aankomst der Europeanen, omzworven, waren verdeeld in verscheidene
+natiën, die over het geheel niet zeer talryk waren, Zy hadden geene
+andere zeden, dan die der Wilden van het zuidelyke vaste Land. Deeze
+volken leven altyd van elkander afgescheiden, en dikwils verre
+verwyderd. Men onderscheidt dezelven in Indianen aan de kusten,
+en in Land-Indianen, dat is, die het binnenste gedeelte van het Land
+bewoonen. Deeze Land-Indianen, die weinig of geen omgang met de blanken
+hebben, behouden hun oorsprongelyk character en hunne gebruiken meer
+volkomen. Zy maken een groot getal van onderscheidene natiën uit,
+wier aanwezen zig niet tot eenig gedeelte van den grond van dit Land
+bepaalt; maar die, zonder verwarring van woonplaats veranderende,
+elkander op zeer verre afstanden wederom vinden.
+
+De Galibis zyn onder deeze natiën de voornaamste en talrykste; hunne
+taal wordt door alle de anderen over 't algemeen het best verstaan. Zy
+strekken zig van Cayenne tot aan de Orenoco uit. De Arouaques, de
+Acoquas, de Aramichaux, de Armancoutous, de Pourpourouis, de Pirious,
+de Mayés, de Palicours, de Puchicours, de Maraones, de Ouroukouyennes,
+de Macoussis, de Nouragues, de Emerillons, de Taryaras, de Ouins,
+de Calicouchiennes, de Coussaris, de Tocoyennes, de Maourious, de
+Mayecas, de Itoutanes, de Calipournes, zyn andere Indiaansche volken
+van deeze zelfde landstreek.
+
+De Wilden of Indianen van het vaste Land van Guiana, zyn van eene
+middelmatige gestalte; [15] de vrouwen zyn klein en niet zoo wel
+gemaakt als de mannen. Hunne huid heeft eene rood koperachtige
+kleur. Zy hebben zeer zwarte en zeer gladde hairen. Hunne trekken
+verschillen weinig van die der Europeanen. De vermenging van dit
+geslacht met dat der blanken, brengt, by de eerste voortteeling,
+menschen voort, die van de laatstgemelden niet onderscheiden zyn.
+
+De vrouwen hebben eene zekere zoort van zachtheid in haar aangezicht;
+verscheiden zyn van een aangenaam voorkomen, en hebben niets wilds. Zy
+haten, zoo men zegt, de Franschen niet; maar eene minnestreek met
+eene getrouwde vrouw gaat met veel gevaar voor haar, en zelfs voor
+den minnaar, gepaard: op de minste verdenking maakt de man hen beiden
+van kant.
+
+De meeste Indianen loopen byna naakt. Men beweert, dat zommigen,
+voor al die aan den kant van de Rivier der Amazonen woonen, geheel
+en al naakt loopen. Zy beschouwen het als een zeker voorteeken, dat
+hy, die de schaamdeelen bedekt houdt, ongelukkig zoude zyn, of in
+het loopende jaar sterven. De anderen dragen weinige kleederen. De
+mans kleeding bepaalt zig tot een linnen gordel, dien zy om het lyf
+winden, nu en dan op de manier van eene korte rok. Deeze gordels
+zyn doorgaans van catoen doek, blaauw, Guinée of Salempoure genaamd;
+zommigen dragen bovendien nog een zoortgelyke lap, waar mede zy hunne
+schouders bedekken.
+
+De Indianen van de kust dragen niets op hun hoofd: hunne hairen, die
+van agteren kort zyn afgesneden, en over het voorhoofd nederhangen,
+maken hen in dit opzigt gelykvormig aan de oude Grieken en Romeinen. By
+de volken, die meer binnen in het Land wonen, ziet men echter nu
+en dan mutsen van vederen van verschillende kleuren, die, vooral op
+feest-dagen, tot opschik dienen, Deeze zelfde Indiaansche volken maken
+gebruik van onderscheidene kleedingen, insgelyks op eene vernuftige
+manier van vederen gemaakt; zy dragen dezelven voor de maag, tot
+voorschooten, gordels en halsbanden. Zy houden bovendien veel, om hunne
+armen, de voorhand, en de beenen met armbanden van glaaze koraalen te
+vercieren; en elk volk heeft ten deezen opzigte die kleur verkozen,
+welke hy het meest bemint, en waar by zy ook be/tendig volharden. Zy,
+die wegens hunne afgelegenheid geene gemeenschap met de Europeanen
+hebben, en daar door geen kraalwerk weten te bekomen, verstaan de
+konst, om kraalen van een zwart en zeer hard hout te maken, welken zy
+draaijen, polysten en op eene zeer aartige manier doorbooren. Zy maken
+'er halscieraden van, die naar git gelyken, en een tak van koophandel
+voor hun opleveren.
+
+De vrouwen maken insgelyks, van kraalen van onderscheidene kleuren,
+voorschooten ten naasten by van eene vierkante gedaante, maar van boven
+veel naauwer dan van onderen, en ten hoogsten twee handen breed. Haare
+geheele kleeding bestaat in één van deeze voorschooten, en zy vercieren
+zig met halsbanden, armbanden, en een zoort van ringen, zelfs tot aan
+de enklauwen. Zommige dragen ook aan het been, tot aan de hoogte van
+de kuit, een weefzel van catoen, op het vleesch zelf vast gemaakt,
+het welk zonder hun echter hinderlyk te zyn, de groeijing belet, en
+al de kragt en zelfstandigheid naar boven trekt, zoodanig, dat zy op
+stelten schynen te loopen. Dit belachelyk gebruik is niet algemeen.
+
+Zoo is het ook gelegen met de Roucou, zynde eene roode verw, aan
+dit Land eigen, waar mede de meeste Indiaansche volken hun lichaam,
+aangezicht en zelfs hunne hairen besmeeren.
+
+Twee redenen kunnen hen tot het aannemen van dit gebruik bewogen
+hebben. Voor eerst, om aan hunne huid eene kleur te geven, naar hunne
+natuurlyke kleur gelykende, en die hun toeschynt dezelve te versterken,
+te verfraaijen, en eene eenparigheid en weerschyn aan dezelve te geven:
+de tweede reden is, om door den olyächtigen aart en zeer sterke reuk
+van dit smeerzel, de groote muggen, en andere insecten te verdryven,
+waar door zy, zonder dit hulpmiddel, dikwils gekweld zouden worden;
+voor al zy, die dicht by de kusten woonen, en in zekere landstreeken,
+alwaar deeze ontrustende insecten in grooten overvloed gevonden worden.
+
+Het is waarschynlyk, dat die volken, die van de Roucou geen gebruik
+maken, de Binnen-Landen bewonen, alwaar men het gemelde ongemak
+niet ondervindt.
+
+Alle Indianen zyn overgegeven aan bygeloof, en zeer luy; maar het
+ontbreekt hun niet aan behendigheid, noch vernuft; en hoe koud zy ook
+schynen te zyn, 'er is misschien geen volk, dat meer levendigheid
+bezit. In weêrwil van hunne uiterlyke ongevoeligheid, zyn hunne
+driften ongemeen. Zy leven ongeregeld, en zyn zeer aan den drank
+overgegeven. Hunne haat is onverzoenlyk, en hunne wraakzucht geweldig,
+wanneer zy dezelve zonder gevaar kunnen uitöeffenen. Niettemin
+zyn zy begaafd met eene zekere natuurlyke billykheid, die in
+hunne daaden uitblinkt, en beginzels van rechtvaardigheid, die
+hun gedrag bestuuren. Zy hebben zelfs eene zoort van beschaafdheid
+en minzaamheid. Hunne onderlinge, gesprekken voeren zy altyd met
+gematigdheid en ingetogenheid. Hunne redeneeringen ademen zagtheid en
+beleefdheid. Zeldzaam hoort men van hun lompe, en nooit beledigende
+uitdrukkingen, Zy weten niet wat het is in scheldwoorden uit te vaaren,
+zelfs wanneer zy, iemand haat toedragen. Hunne burgerlyke beleefdheid
+jegens elkander is niet minder verwonderlyk. De mannen, wanneer zy
+niet naar het veld gaan, brengen doorgaans den dag door in eene groote
+hut, die in het midden van hun gehucht is opgeslagen, en het zy ze
+in of uitgaan, zy laten nimmer na elkanderen te groeten. Bevinden
+'er zig eenige vreemdelingen, vervoegt men zig by hun het eerst. In
+de huisgezinnen heerscht veel eendragt en rust. De vrouwen zyn
+arbeidzaam, zachtzinnig, oplettend, en onderworpen. De mannen zyn aan
+hunne vrouwen zeer gehecht. De gastvryheid is by de Indianen zeer in
+gebruik. Nu en dan geven zy in grooten getale vriendelyke bezoeken aan
+nabuurige volken. Zy blyven verscheiden dagen by elkander, en brengen
+dezelven in vrolykheid door; maar gewoonlyk eindigen zy die, met zig
+gezamemtlyk dronken te drinken, het geen altyd twisten oplevert. Dit
+gebrek, het welk de blanken onder deeze volken maar al te veel hebben
+aangemoedigd, is echter niet moeielyk te verbeteren. Zy geven 'er
+zig meer aan over uit navolging, en by voorkomende gelegenheden,
+dan uit hoofde van eene bestendige gewoonte.
+
+De Indianen, die het Christendom niet omhelsd hebben, schynen geenen
+uitwendigen Godsdienst te hebben: het is echter ontwyffelbaar, dat zy
+een denkbeeld hebben van het Opperwezen, en van de onsterffelykheid
+der ziele. De Godsdienst van de meesten gelykt veel naar die der
+Manicheen, en zy zyn, ten naasten by, met dezelfde vooröordeelen
+bezet. Zy hebben hunne Toovenaars en Waarzeggers, die tevens de
+Priesters en Artsen der natie zyn. Men heeft in de reize van STEDMAN
+gezien, welken eerbied zy in 't algemeen voor de dooden hebben,
+en dat zy denzelven zoo verre dryven, dat zy hunne beenderen bewaren.
+
+Deeze volken rekenen den tyd naar het toe en afnemen der maan, en het
+zeven-gestarnte, Behalven deezen, onderscheiden zy nog verschillende
+hemelteekenen. Onder den lynrechten hemelkring wonende, bekommeren
+zy zig niet over den afstand der zonne.
+
+De Indianen bemoeien zig bijna in 't geheel niet met de opvoeding
+hunner kinderen. De ouders betoonen eene ongemeene tederheid voor
+hunne kinderen, wanneer zy in hunne eerste jeugd zyn; maar in een meer
+gevorderden ouderdom, schynen zy dezelven niet meer te kennen. Zy gaan
+hun in niets te keer; zy beveelen hun niets; zy berispen hun nooit,
+en durven het zelfs niet doen; want het is niet zonder voorbeeld,
+dat men een zoon zijnen vader straffeloos heeft zien slaan.
+
+Schoon de Indianen weinig spreken, en zelfs stilzwygende schynen,
+hebben zy echter een vrolyken geest, en eene geneigdheid tot
+spotternye: zy zingen by alle gelegenheden; en wanneer zy oploopend
+zyn, ontzien zy zig geene schimpredenen hoe genaamd.
+
+Hun leven verslyten zy byna geheel in ledigheid. Men ziet hun altyd in
+hunne hangmat liggen. Zy brengen 'er geheele dagen in door met praten,
+en met zig in een kleinen spiegel te bekyken, met het schikken van
+hunne hairen, of zoortgelyke vermaken. Zommigen scheppen vermaak in
+aanhoudend op de fluit te spelen, of liever te brommen; men kan het by
+niets beter vergelyken; want hunne groote fluiten maken een geluid,
+eenigermaten gelykende naar het gebulk van een os. De Indianen
+zyn dus uit hunnen aart zorgeloos. Zy arbeiden niet, dan wanneer
+het gebrek of de nood 'er hen toe dwingt: maar het is merkwaardig,
+dat deeze zorgeloosheid in alle omstandigheden geen plaats heeft;
+want het oorlogen, het jagen, het visschen, bezigheden, die kragt
+en werkzaamheid vorderen, met geduld gepaard, behagen hun altyd
+zonderling. De arbeidzaamsten, wier getal niet groot is, houden zig
+bezig met het maken van bogen, pylen, hangmatten, gereedschappen tot
+de huishouding, en met het maken van praauwen en booten.
+
+De vrouwen zyn de slavinnen der mannen. Behalven de zorg van het
+huishouden, zyn zy belast met het beplanten der velden, welken de man
+van de stronken gezuiverd heeft, met het uitwieden van het onkruid,
+met het inzamelen van den oogst, met het gereed maken van den drank,
+van de cassave, met het haalen van hout, en water, met het maken van
+aardewerk; met één woord, zy zyn verpligt zig met alles te bemoeijen,
+buiten de jagt en visscherye: daarënboven moeten zy zomtyds het
+onderhoud voor hunne mannen gaan zoeken, terwyl deeze zig zacht in
+hunne hangmat bakeren.
+
+De veelwyverye is by de Indianen geöorloofd, meer door gewoonte, dan
+om eenige andere reden. Ieder man is gerechtigd zoo veele vrouwen te
+hebben, als hy onderhouden kan: hy zendt haar te rug, wanneer hy het
+geraden oordeelt; en, zoo hy het goed vindt, laat hy haar geheel en al
+varen, zonder in eeniger manieren voor haar onderhoud te zorgen. By
+verlating van eene vrouw, belast de vader zig doorgaans met de zorg
+over de kinderen.
+
+De Indianen trouwen altyd met hunne nabestaanden, zelfs in den
+tweeden graad van bloedverwantschap. De jongens beschouwen hunne volle
+nichten, als of zy dezelven door een zeker recht van geboorte verkregen
+hadden. Dus trouwen zy haar dikwils, schoon ze niet meer dan twee of
+drie jaaren oud zyn. Ondertusschen neemt de man eene andere vrouw,
+welke hy weg zendt, wanneer dit jong meisjen groot genoeg geworden is,
+om met hem zamen te woonen.
+
+De huwelyken worden in een oogenblik, en zonder eenige plechtigheid,
+voltrokken. Indien een Indiaan een goed visscher, een goed jager, en
+arbeidzaam is, is hy zeer gezien. Zoo dra eene jonge dogter het oog
+op hem geworpen heeft, biedt zy hem drinken aan, en zelfs hout, om by
+zyne hangmat vuur aan te leggen. Zoo hy dit weigert, is zulks een blyk,
+dat hem het meisjen niet gevalt; zoo hy het aanneemt, is het huwelyk
+gesloten. Dien zelfden dag blyft het meisjen niet in gebreken, om haare
+hangmat in de nabyheid van die van haaren toekomenden echtgenoot op te
+hangen. Des anderen daags brengt de jonge vrouw hem eeten en drinken,
+en van dien tyd af neemt zy de zorge van zyne huishouding waar.
+
+De schoonvaders beschouwen hunne schoonzoonen als zoo veele knechts,
+geschikt om hun te dienen, en begeeren dus niet te werken. De nieuw
+getrouwde Indianen houden zig bezig met het hakken van hout, en het
+bouwen van de hut. Zy zyn verpligt te gaan jagen en visschen; met één
+woord, om te voorzien in het onderhoud van de vrouw en kinderen van
+hunnen schoonvader, die met de armen over elkander in zyne hangmat
+blyft liggen. Deeze jong-getrouwde lieden zyn ook nog aan eene zeer
+harde wet onderworpen. Wanneer hunne vrouw voor de eerste maal in het
+kraambedde bevalt, blyven zy in hunne hangmat, welke men aan het dak
+van 't huis vast maakt. Een stuk cassave-brood, en een weinig water
+maken al hun voedzel uit.
+
+Na dit gestreng vasten eenige weken te hebben uitgehouden, laat men
+hen ter neder, en men maakt hun met groote visch-graaten, of tanden
+van eenig wild dier, eenige insnydingen op onderscheiden plaatsen
+van hun lichaam, het geen de Creolen noemen frelanguer. Zeer dikwils
+zelfs geeft men hun verscheiden zweepslagen. Met deeze plechtigheid is
+het nog niet afgedaan. Hy, die vader geworden is, is verplicht zig in
+dienst te begeven by den eenen of anderen ouden Indiaan, en zyne vrouw
+voor eenige maanden te verlaten. Geduurende al dien tyd moet hy zoo
+onderworpen zyn, als een waare slaaf. Hy moet zig onthouden van het
+eeten van varkens-vleesch en grof wild. Wanneer de tyd der slavernye
+vervuld is, gaat men uit om krabben te vangen; men vangt eene zeer
+groote meenigte; men rigt een festyn aan, en drinkt zig dronken;
+vervolgens geeft men in groote statie den man aan de vrouw te rug.
+
+De krygs-bouwkundige FOUCIN, die de oevers der Rivier Oyapoc bereisd
+heeft, spreekt eene zoo algemeen aangenomene zaak eenigermaten
+tegen. "Men heeft stoutmoedig beweerd, zegt hy, dat eene vrouw, in
+het kraambedde bevallen zynde, aan alle de lasten der huishouding
+onderworpen was, en haaren man bediende. Het is niet anders, dan het
+tafereel sterk te overschaduwen, om het belangryk te maken. Maar
+indien men de waarheid hulde wil doen moet men toestemmen, dat de
+vrouwen, die bevallen zyn, negen dagen lang, door de geenen, die
+haar vergezellen, met de grootste gematigdheid behandeld worden, en
+dat zy eerst na afloop van dien tyd haare bezigheden hervatten. De
+mannen, wel is waar, houden hun rust, maar dit is een gevolg van hun
+bygeloof. Zy eeten dan niets als visch; zy onthouden, zig van alle
+zoorten van vleesch, zig overtuigd houdende, dat hun gedrag op het
+lot en het gestel van hunne kinderen invloed hebben zal."
+
+De mannen houden nooit hun middagmaal te zamen met hunne vrouwen:
+de laatstgemelde dienen hun, en geven hun wasch-water, wanneer zy
+hunne maaltyd geëindigd hebben. De Indianen zyn gewoon, wanneer zy
+zitten, hunne hielen plat op den grond te zetten. Echter hebben zy
+een houten stoel, welken zy moulé noemen, en waar van zy by het geven
+van bezoeken gebruik maken. Het is een zoort van zitbank, geheel
+uit één stuk gemaakt, en zeer ongemakkelyk, waar van het bovenste,
+byna de gedaante van een boot hebbende, zoo hol is, dat men 'er tot
+aan het midden in zakt, en de kniën byna de kin aanraken.
+
+De voornaamste arbeid der Indianen, en die hun het ernstigst bezig
+houdt, is het bouwen van hunne hutten. Dezelve zyn vierkant, maar meer
+lang dan breed; zommige zyn gelyks gronds, andere hebben 'er nog eene
+verdieping boven op. De hooge hut is eene zamenvoeging van eenige
+palen, die in den grond gestoken zyn, van de hoogte van omtrent agt
+of tien voeten, waar over men een planken vloer heen legt, met kleine
+lysten, gemaakt van palmboomen hout, het welk zig gemakkelyk laat
+klooven. Men klimt in deeze hut door middel van stammen van boomen, die
+niet sterk gebogen zyn, en waar op men eenige keepen of voegen gemaakt
+heeft, die in plaats van sporten dienen; maar deeze stammen hebben zoo
+weinig stevigheid, dat zy dan naar de ééne, dan naar de andere zyde
+overhellen. Het is zeer moeielyk om 'er met schoenen op te klimmen,
+en nog moeielyker om 'er af te komen. De lage hut is gebouwd van twee
+paalen, waar op eene lange stok of spaar rust, die het geheele gebouw
+ondersteunt. Men legt van alle kanten op dit dak takken van boomen,
+die men vervolgens met bladeren bedekt; en eene kleine deur, aan één
+der zyden gemaakt, vormt den ingang. De Indianen, die aan de oevers
+van de Oyapoc woonen, munten nogtans uit in de manier, waar op zy
+hunne hutten bouwen, welke veel stoutheid en cierlykheid vertoonen,
+uit hoofde van de weinige dikte van het daar toe gebruikte hout.
+
+De Galibis, nabuuren van Cayenne, zyn in hunne huizen byna op elkander
+gestapeld. 'Er zyn 'er, waar in men zomtyds tot twintig en dertig
+huishoudingen telt. De veiligheid, waar mede deeze Wilden onder
+elkander leven, is oorzaak, dat hunne woningen in 't geheel geene
+sluiting hebben. De deuren staan altyd open, en men kan 'er in komen,
+als men wil.
+
+Het uitgestrektste van alle Indische gebouwen is de Taboui, welke
+de Franschen doorgaans de groote hut noemen. Het is eigentlyk de
+plaats, waar de Wilden van dezelfde natie gewoon zyn by elkander te
+komen. Zy houden aldaar hunne vergaderingen; zy ontfangen 'er de
+vreemdelingen; zy houden 'er hunne plechtige feestynen, of liever
+hunne slemp-partyen. De Taboui, die aan het geheele volk gemeen
+is, is eene zoort van overdekte hal of markt, vyftig of zestig
+voeten lang, en tien of twaalf breed. In het midden en aan de beide
+einden, die altyd open zyn, plant men groote gaffels-wyze gemaakte
+staken, waar op men groote stukken hout plaatst, om tot een dak te
+dienen. Vervolgens regelt men de balken, die van boven van het gebouw
+tot naar beneden loopen, alwaar zy op kleine gaffels-wyze gemaakte
+staken rusten, van vier of vyf voeten hoogte, en die in eene reije
+met tusschen-vakken geplaatst zyn. Van binnen plaatst men eenige lange
+dwarshouten, met koorden van heesters vast gemaakt, en dienende om 'er
+de hangmatten der mannen aan op te hangen: want de vrouwen genieten
+het zelfde voorrecht niet; zy zitten gewoonlyk op die zelfde plaats,
+haare hielen op den grond houdende, of op een bank. Het dak van de
+Taboui is gedekt, even als van de andere hutten. Hoe groot deeze
+verblyfplaats ook zy, het timmerwerk is niet minder eenvoudig, noch
+beter uitgedacht, dan dat van alle andere hutten. De plaats, welke
+de Indianen verkiezen, is doorgaans eene hoogte, of de oever van
+eene Rivier. Hunne huizen, die eene groote armoede te kennen geven,
+zyn zonder eenige orde geplaatst; en het nabuurig land-gezicht heeft
+zeldzaam iets aanlokkelyks. De stilte zelfs, die in hunne wooningen
+heerscht, en die nu en dan alleenlyk door het geschrei van vogelen
+of andere dieren wordt afgebroken, is geschikt om angst aan te jagen.
+
+De bouw-orde van de groote en kleine hut is overal dezelfde niet. By
+eenige volken is de eerste getimmerd in eene eironde gedaante van
+ronde houten, die vernuftig zyn zaamgevoegd, en met koorden van
+heesters aan elkander gebonden. Men overdekt dezelve met een dak van
+palmboom-bladeren, het welk rondom afhangt, tot op den afstand van
+omtrent drie voeten van den grond, uitgenomen ter plaatse van den
+ingang, alwaar het zelve een weinig meer verheven is. De lucht en het
+daglicht spelen 'er dus van alle kanten door, zonder eenige hinder
+te kunnen toebrengen. Men is 'er volmaakt beveiligd voor de zon,
+den wind en den regen.
+
+Verscheiden andere hutten van byzondere persoonen zyn langwerpige
+gebouwen, insgelyks van ronde houten gemaakt, dragende een dak van eene
+gevelswyze gedaante, met palmboom-bladeren overdekt. Meestal is, op de
+hoogte van zes of zeven voeten boven den grond, eene zoldering, tot
+een woonplaats voor de byzondere persoonen geschikt. Deeze zoldering
+is gemaakt van stammen van palmboomen, die gespleten en niet breed zyn,
+latende openingen tusschen elkander overig, zoodanig dat de vuiligheid
+'er door valt, en de lucht, zoo wel van onderen, als van ter zyden
+doorspeelt; want het dak zakt niet af tot op de hoogte van deeze
+zoldering. In het benedenste gedeelte is eene afzonderlyke plaats,
+met een beschot afgeschoten, tot verblyf voor de vrouwen, en om
+'er den nacht door te brengen.
+
+Het huisraad en de keuken-gereedschappen der Indianen zyn niet zeer
+talryk, en van weinig waarde. De voornaamste, of nuttigste, zyn hunne
+hangmatten, die doorgaans van catoen gemaakt zyn. 'Er zyn 'er, die
+van eene andere stoffe gemaakt zyn; maar zy zyn zoo gemakkelyk niet,
+zoo wel uit hoofde van de ruwheid der koorden, waar van zy geweven
+zyn, als om dat zy openingen hebbende, men voor het steken der groote
+muggen en andere insecten niet beveiligd is. Om deeze zoort van bedden
+te maken, bedienen zig de Indianen alleenlyk van vier groote stokken,
+van vyf of zes voeten lengte, aan elken hoek met een houten pin, of
+eenig koord van heesters, vast gemaakt. Zy voegen ook verscheiden
+draden catoen, in de lengte en aan beide zyden van dit huisraad,
+het welk een weinig tegen de muur is overgebogen, zeer konstig te
+zamen; waar na zy tusschen deeze draden eene zoort van weverspoel
+laten doorloopen. Zy slaan die draden telkens sterk aan, met een stok
+van zeer hard en een weinig snydend hout. Wanneer het weefzel van de
+hangmat afgemaakt is, maken zy 'er koorden aan vast, om dezelve te
+kunnen ophangen, waar het hun gelieft. De Indianen besmeeren hunne
+hangmatten dikwils met Roucou, gemengd met eenige harst, of met balsem
+van Copaïva, of zelfs met oly. Zy schilderen daar op allerleye zoorten
+van loofwerk, met eene wonderbaarlyke geëvenredigdheid. Die bedden,
+waar op men het gemakkelykst slapen kan, zyn de witte hangmatten,
+wel aangeslagen, van zeven voeten in het vierkant. De Indianen in
+Guiana maken dezelven zeer fraay, en van allerleye grootte.
+
+Men gevoelt veel minder warmte in een hangmat, dan in een bed, naar
+de Europeesche wyze gemaakt; en de zieken, die door de koorts zyn
+aangetast, vinden zig merkelyk verligt, wanneer zy 'er eenige uuren
+in hebben doorgebragt. In plaats van een deken, bedienen zy zig van
+een mat, van palmboom-bladeren gemaakt: men spreidt die ook over den
+grond, wanneer men aldaar wil gaan liggen.
+
+Na de hangmatten, zyn de Pagaras dat huisraad, waar mede de Indianen
+zig meest bezig houden. Het zyn manden of korven van verschillende
+grootte en gedaante. 'Er zyn vierkante, langwerpige, en ook ronde. Zy
+zyn met rood en zwart loof werk beschilderd. Die geenen, waar van men
+zig doorgaans bedient, hebben eene langwerpige vierkante gedaante. Zy
+zyn overal dubbeld, en tusschen beiden gevuld met Baroulou-bladeren, op
+dat het water niet binnenwaarts zoude kunnen doordringen. Deeze zoort
+van manden hebben de verdienste, dat ze zeer ligt zyn. Alle dienen
+zy, om 'er kleederen, huisselyke gereedschappen, en levensmiddelen
+in te bergen.
+
+De manier, waar op de Indianen hun aardewerk maken, en verglasen,
+is niet van konst ontbloot. Zy maken potten van eene ongemeene
+grootte, door strooken potaarde op een platten grond naast elkander
+te schikkcn, dezelven te verdunnen, en aan elkander vast te maken:
+zy trekken daar op eenige afteekeningen en beeldtenissen, met eene
+aarde van verschillende kleuren: zy laten die potten vervolgens bakken;
+daar na doen zy 'er van buiten eene zoort van zeer lymig vernis over
+heen, gemaakt van eene gom, Simiri genaamd: zy besmeeren daar mede
+deeze potten, wanneer ze uit het vuur komen, en polysten dezelven,
+eer dat ze koud zyn geworden. Men ziet onder deeze potten zommigen,
+die drie voeten in den omtrek groot zyn. Deeze dienen, om vleesch
+te braden, of gekookte dranken voor feestdagen gereed te maken. Van
+dezelfde stof maakt men ook zeer groote ronde platen, geschikt om de
+Cassave te droogen.
+
+De praauwen of booten, waar van zig de Indianen bedienen, om in de
+Rivieren en langs de Kusten te vaaren, behooren als het meesterstuk;
+van hun vernuft beschouwd te worden. Deeze praauwen, wier ligtheid
+verwonderlyk is, zyn van een uitgeholden stam van een boom, en wel
+van één stuk, gemaakt. Zomtyds zyn zy aan de kanten met stukken
+hout opgehoogd. 'Er zyn 'er, die dertig of veertig voeten lang zyn;
+en andere, die puntsgewyze eindigen, zyn zoo klein, dat zy naauwlyks
+twee of drie menschen kunnen bevatten: ook kantelen zy dikwils om;
+doch de Indianen ontrusten zig daar over niet, dewyl zy het zwemmen
+volmaakt verstaan. Zy keeren hunne vaartuigen dadelyk om, hoosen
+'er het water uit, en gaan 'er weder in.
+
+De manier, waar op zy gewoon zyn die praauwen te bouwen, is zeer
+eenvoudig. Zy zoeken een boom van negen of twaalf voeten dikte, en zoo
+recht, als zy dien maar vinden kunnen: zy maken in denzelven, in de
+lengte, eene opening van negen of tien duimen: vervolgens haalen zy
+'er het hout van wederzyden van binnen uit, wel zorge dragende, dat
+zy dit doen op dezelfde maat van dikte, ten einde de praauwen haare
+rondte zouden behouden. Dit gedaan zynde, keeren zy den boom om, ten
+einde denzelven van buiten te bewerken. Aan het voorste gedeelte maakt
+men denzelven gewoonlyk spitser, en zomtyds zyn de beide uiteinden in
+breedte aan elkander volmaakt gelyk. Voornamelyk houdt men in het oog,
+om 'er over al eene gelyke dikte aan te geven. De dikte van den bodem
+is doorgaans van twee duimen: de zyden van anderhalven duim, en de
+randen slechts van één duim. Om de boot open te maken en te verwyden,
+plant men langs de timmerwerf, die een weinig verheven moet zyn,
+palen op den afstand van drie of vier voeten van elkander. Men legt
+van binnen en van buiten vuuren aan; en wanneer de boom door heet is,
+heeft men een stuk hout, in de gedaante van een nyptang, waar mede
+men de kant van de boot by herhaling naar zig toe trekt, zoo dat
+dezelve in drie of vier uuren tyds geheel moet zyn open gemaakt. Men
+moet altyd water by zig hebben, om de hette van het vuur te matigen,
+in geval het zelve te sterk mogt zyn, en de boot gevaar mogt loopen
+van te verbranden.
+
+De Indianen maken zelden randen aan hunne praauwen, om dat 'er spykers,
+planken, en andere dingen toe noodig zyn, welken zy niet kennen,
+voor al de geenen, die diep landwaarts in woonen. Zy vergenoegen
+zig derhalven, om de kanten van agteren tot vooren met stukken van
+palmboomen, die de dikte van eene halve vuist hebben, op te hoogen. Zy
+weten dezelve aan de praauw zoodanig vast te maken, dat 'er geen
+water kan door komen, zoo de golven 'er niet over heen loopen. Aan
+het agterste gedeelte maakt men een roer vast, of anders bestuurt men
+dezelve met een roeyriem. Het handvat van deeze zoort van riem, veel
+gelykende naar een bakkers schop, eindigt gewoonlyk met een halve maan,
+om het des te beter met de hand te kunnen vast houden. Het gedeelte,
+het welk in het water bewogen wordt, is zeer dun, en wordt aan het
+einde al langer hoe dunner. De Wilden houden zig niet alleen op met
+roeijen, maar ook met zeylen. Hun zeyl is van eene vierkante gedaante,
+en gemaakt van stukken van palmboomen, die in de lengte gespleten,
+en tot latten gesneden zyn, in goede orde naast elkander gerangschikt,
+en met koorden van heesters, of draden van zekere plant, Pite genaamd,
+vast gehecht.
+
+Alle de Indianen zyn zeer bekwaam in de scheepvaart. De heer FOUCIN,
+Officier onder de Ingenieurs, die langen tyd in Guiana dienst gedaan
+heeft, is de Rivier Oyapoc komen afvaaren, onder het geleide van twee
+Indianen. "Elk oogenblik, zegt hy, moet men onaangezien den stroom,
+aan de praauw eene nieuwe wending geven. Indien men den doortocht
+mistte, zoude men tegen de klippen aan stukkea stooten. De eerste
+waterval van deeze Rivier is de gevaarlykste: indien men geen volkomen
+vertrouwen op de Indianen stelde, zoude men waarlyk beängst worden. Men
+ontmoet aldaar, in zeer naauwe vakken, zeer hooge watervallen. Zonder
+vergrooting gesproken, de kanten van de praauw raakten byna van
+wederzyden tegen de klippen aan. Men vaart altyd werkelyk langs de
+klip, die tegen den stroom over ligt. Het oog der beide Indianen,
+die met roeijen bezig zyn, moet zoo scherpziende zyn, als hunne arm
+sterk is. Zomtyds gaan zy boven op hunne banken staan, om den weg
+juist af te meten; de overweging en de uitvoering volgen elkander
+zoo gezwind als bliksem-straalen: jonge lieden alleen zyn tot deeze
+vaart geschikt. De oudste der roeijers bereikte naauwlyks twintig
+jaaren. Van natuure vrolyk zynde, lachen zy onophoudentlyk. Een vogel,
+een visch, trok hunne aandacht; dadelyk vlogen zy naar hunne pylen. Het
+behaagde my niet, dat zy zig met dit tydverdryf bezig hielden, wanneer
+wy ons in de watervallen bevonden; maar wetende, dat zy niet gaarne
+worden tegengegaan, zeide ik 'er niets van, en ik heb 'er my wel by
+bevonden. Hier uit kan men afnemen, dat hy, die de praauw bestuurt, een
+goed gezicht, zoo wel als kragten, hebben moet. Ik ken geen voorbeeld
+van zulk eene zonderlinge manier van vaaren; zy is zeer merkwaardig;
+men kan ze niet anders, dan met zulk eene roeyriem, te werk stellen."
+
+De gewoone wapenen der Indianen in Guiana zyn de boog, de pylen, en
+de knods, met welke laatste men iemand met éénen slag de herssens
+inslaat. Het is een zoort van liniaal, byna een duim dik, en twee
+voeten lang, in het midden smal, en drie of vier duimen aan de
+beide einden breed, zynde de hoeken als een scherpe vischgraat
+uitgesneden. Dit wapentuig wordt altyd van zeer hard hout gemaakt.
+
+De Palicours bedienen zig van een halve piek of braadspit, welke zy
+Serpo noemen. Het is een meer dan gemeen wapentuig, om zoo te zeggen,
+alleen geschikt voor de voornaamsten des volks. Tot een wapentuig
+van verdediging hebben zy een schild, gemaakt van zeer ligt hout, het
+welk zy van buiten met verscheiden kleuren beschilderen. Het heeft eene
+byna vierkante gedaante, en is van binnen een weinig hol; in het midden
+is een zoort van handvat, om het des te steviger te kunnen vast houden.
+
+Deeze verschillende volken worden elk door een Opperhoofd bestuurd,
+dien wy Capitain noemen. Zyn gezag wordt hem eigentlyk nog by
+verkiezing, nog by erfvolging opgedragen. Wanneer een Opperhoofd oud
+geworden is, en zyn einde wordt te gemoet gezien, heeft het algemeen
+gevoelen reeds bestemd dien geen van zyne naaste vrienden, die het
+meest geschikt is, om hem op te volgen, het zy uit hoofde van zyne
+jaaren, het zy van zyn caracter, of zyne groote gemeenzaamheid met den
+Capitain, die hem reeds bevorens als zynen medehelper, en opvolger
+behandelde. Hy vervult zyne plaats, zonder dat dit eenige moeite of
+wanorde veroorzaakt.
+
+Het gezag van dit Opperhoofd is meer vaderlyk, dan gestreng. Hy is
+belast met de zorge der regeering, met die van 's volks veiligheid,
+en van het onderhoud van weduwen en weezen, enz. Hy geeft geene
+belooning, en oeffent ook geene straffe uit. Zyn vermogen bestaat
+daar in, dat hy eene grootere uitgestrektheid van eigendommen en
+bouwlanden heeft, dewyl hy meerder bedienden heeft; om dezelven
+te doen bearbeiden, zynde zyn huisgezin doorgaans zeer talryk,
+(want hy inzonderheid heeft verscheidene vrouwen,) terwyl elk één,
+tot dit volk behoorende, op zekere tyden, of wanneer hy het vordert,
+het geen echter zelden gebeurt, verpligt is voor hem te arbeiden.
+
+Die naar deezen grooten eere-post staat, verklaart zyn oogmerk,
+door in zyne wooning te rug te komen, met een rondas of schild op
+het hoofd; met nedergeslagene oogen, en eene diepe stilzwygendheid
+in acht nemende. Hy deelt zelfs zyn oogmerk niet mede aan zyne vrouw
+en kinderen; maar zig naar een hoek van zyne wooning begeevende laat
+hy zig aldaar eene kleine verschanssing maken, die hem naauwlyks de
+vryheid overlaat om zig te kunnen bewegen. Daar boven hangt men zyne
+hangmat, op dat hy geene gelegenheid hebben zoude om met iemand te
+spreken. Hy gaat van die plaats niet, dan om aan de behoeften der
+natuur te voldoen, en om de harde beproevingen te ondergaan, welken
+de andere Capitains hem van tyd tot tyd opleggen.
+
+Men laat hem, zes weken lang, een zeer gestreng vasten onderhouden. De
+nabuurige Capitains komen hem des morgens en des avonds bezoeken. Zy
+stellen hem voor, dat hy, om zig den rang, waar naar hy staat,
+waardig te maken, geen gevaar moet vreezen, dat hy niet alleen de
+eere der natie zal hebben te handhaven, maar zelfs wraak te nemen
+over hun, die hunne nabestaanden en vrienden in den oorlog gevangen
+hebben genomen, en dezelven eenen wreeden dood hebben doen ondergaan;
+dat arbeid en vermoeying voortaan zyn deel zyn zullen, en dat hy geen
+ander middel hebben zal, om hoogachting te verwerven.
+
+Na deeze aanspraak, welke hy met zedigheid aanhoort, geeft men hem
+eene meenigte slagen, om hem daar door te kennen te geven, wat hy al te
+lyden zoude hebben, indien hy in de handen van de vyanden zyner natie
+viel. Geduurende de uitvoering daar van, staat hy regt over einde, met
+de handen kruislings op het hoofd. Elke Capitein geeft hem op het lyf
+drie zwaren slagen met wortels van palmboomen. Dit wordt twee malen
+daags geduurende zes weken herhaald. Men slaat hem op drie plaatsen
+van het lichaam, op de borst, op den buik, en op de dyen. Het bloed
+stroomt; en in de zwaarste pyn moet dit aanstaande Opperhoofd geene
+de minste beweging maken, noch de geringste blyk van onverduldigheid
+betoonen. Hy keert vervolgens naar zyne gevangenis te rug, en heeft
+vryheid om in zyne hangmat te gaan liggen; boven dezelve plaats men,
+als zegeteekenen, alle de roeden, die ter zyner kastydinge gediend
+hebben. De jonge lieden, tot zyne wooning behoorende, maken dezelve,
+ook staande dat de kastyding wordt uitgeoeffend; en vermits elke
+Capitain niet meer dan drie slagen geeft, heeft men zeer veele roeden
+noodig, wanneer het getal van die Capitains groot is.
+
+Indien hy dit zes weken lang doorstaat, beproeft men hem nog: op
+eene andere wyze. Alle de Opperhoofden der natie verzamelen zig by
+elkander, deftig uitgedoscht, en verbergen zig, in den omtrek van
+zyne woonplaats, tusschen de struiken, van waar zy een afgryzelyk
+geschreeuw doen hooren. Met de pyl op den boog gespannen, treden zy
+op eene ruwe wyze in zyne woning; zy neemen hem mede, schoon door
+zyn vasten, en de ontfangene slagen reeds sterk verzwakt. Zy dragen
+hem in zyne hangmat, binden dezelve aan twee boomen vast, en doen
+'er hem uitgaan. Even als de eerste keer, bereidt men hem door eene
+aanspraak tot het geen hy zal ondergaan; en om zynen moed op nieuw
+te beproeven, geeft elk hem een en geesselslag, nog veel harder dan
+bevorens. Hy gaat vervolgens weder liggen; en men legt rondom hem
+hoopen van zeer stinkende kruiden, die men in brand steekt, zoo dat
+hy 'er de hette met smarte van gevoelt, maar echter zoo, dat de vlam
+hem niet raken kan. De rook alleen, die hem van alle kanten omringt,
+doet hem zeer veel ongemak lyden. Hy wordt half gek in zyne hangmat,
+en zoo hy in dezelve blyft, vervalt hy in zulke zwaare flaauwten, dat
+men hem voor dood zoude houden. Men geeft hem eenigen sterken drank, om
+zyne kragten te herstellen; maar hy koomt zoo dra niet tot zig zelven,
+of men verdubbelt het vuur, en doet hem nieuwe vermaningen. Terwyl hy
+midden in dit lyden is, brengen alle de anderen hun tyd door met rondom
+hem te zitten drinken. Eindelyk, wanneer zy denken, dat hy op den
+hoogsten trap van zwakte is, doen zy hem een halsband en een gordel om,
+gemaakt van bladeren, welken zy met groote zwarte mieren vullen, wier
+steek uittermaten pynlyk is. Deeze beide verciersels hebben schielyk
+het vermogen, om hem door nieuwe pynen te doen ontwaken. Hy staat op,
+en, indien hy nog kragten genoeg bezit om over einde te staan, giet
+men hem door een zeef een geestryk vocht over het hoofd. Dadelyk gaat
+hy zig in de naast by zynde Rivier of Fontein wasschen, en keert naar
+zyne wooning te rug, alwaar hy een weinig rust kan nemen. Men doet
+hem zyn vasten aanhouden, maar met minder gestrengheid. Hy begint
+klein gevogelte te eeten, doch geene anderen, dan die door de overige
+Capitains gedood zyn. De mishandelingen verminderen, en het voedzel
+vermeerdert trapsgewyze, tot dat hy zyne voorige kragten herkregen
+heeft. Als dan wordt hy verklaart Capitain te zyn: men geeft hem een
+nieuwen boog, en al wat verder tot zyne waardigheid behoort. Intusschen
+dient deeze ruwe beproeving alleen om Krygs-Oversten, of Opperhoofden
+van minderen rang te maken. Om tot den eersten rang verheven te worden,
+moet hy in het bezit zyn van eene praauw, door hem zelven gemaakt,
+en die eenen langduurigen en moeijelyken arbeid vordert.
+
+De manier des Lands, om Artsen, by hen Pieis of Piaies genaamd, te
+maken, is niet minder merkwaardig. Die deezen voornaamen eere-post
+begeert, brengt eerst omtrent tien jaaren door by eenen ouden Arts of
+Piaie, wien hy verpligt is ten dienste te staan, deszelfs onderwyzingen
+ontfangende. Deeze oude Arts geeft acht, of hy de noodige verëischten
+heeft: hy moet boven de twintig jaaren oud zyn.
+
+Wanneer de tyd der beproevinge gekomen is, doet men den aanstaanden
+Arts vasten, met meerder gestrengheid zelfs, dan omtrent den Capitain
+plaats had. De oude Piaies af Artsen verzamelen zig by elkander, en
+sluiten zig met hem in eene hut op, om hem het voornaamste geheim
+van hunne konst, in bezweeringen bestaande, te leeren, In plaats
+van hem te geesselen, laat men hem danssen, doch met zoo weinig
+tusschenpoozing, dat, gemerkt den staat van zwakte, waar in hy zig
+reeds bevindt, hy spoedig in bezwyming nedervalt. Dan doet men hem ook
+gordels en halsbanden aan, vol met groote zwarte mieren. Om hem met de
+geweldigste middelen gemeenzaam te maken, steekt men hem vervolgens
+eene zoort van tregter in den mond, waar door men hem eene groote
+meenigte van tabak-sap doet doorzwelgen. Zulk een vreemd geneesmiddel
+veröorzaakt hem ontlastingen, die zelfs tot bloedstortingen overslaan,
+en verscheiden dagen duuren. Wanneer deeze laatste beproeving is
+afgeloopen, verklaart men hem tot Piaie of Arts, en dat hy met het
+vermogen, om alle zoorten van ziekten te geneezen bekleed is. Om
+echter die beproeving nog te doen aanhouden, moet hy drie jaaren lang
+vasten, daar in bestaande, dat hy het eerste jaar niets anders eet,
+dan gierst en cassave; het tweede jaar eenige vrugten, met deeze zelfde
+zoort van brood; en het derde jaar, dat hy zig vergenoegt, met daar
+by nog eenig klein gevogelte te voegen. Maar de meeste gestrengheid
+bestaat in het onthouden van sterke dranken. Geene Piaies, of Artsen,
+hebben het recht om hunne konst te oeffenen, dan na deezen loopbaan van
+beproevingen te hebben afgeloopen. Wanneer één van hun by een zieken
+geroepen wordt, onderzoekt hy denzelven, betast hem alle de deelen van
+het lichaam, drukt dezelven, blaast 'er op, en eindelyk maakt hy een
+klein afgeschoten vertrekje in de nabyheid van de hangmat, waar in de
+zieke ligt. Hy overdekt dit vertrekje met bladeren, en begeeft zig in
+het zelve met alle zyne geneeskundige werktuigen, die in eene zoort
+van weitas besloten zyn, en houdende eene groote calebas in de hand,
+gevuld met drooge en harde zaden, veel naar peper gelykende. Dezelve
+dient om den Duivel te bezweeren, dien men altyd als de oorzaak der
+ziekten beschouwt. De Piaie, of Arts, in zyn vertrekje opgesloten,
+schudt deeze calebas om, maakt een groot geraas, zingt, schreeuwt,
+en roept zyne Godheden aan. Hier mede houdt hy aan twee of drie uuren
+lang. Eindelyk, zyne stem veranderende, eenige zaadkorrels in zyn
+mond steekende, en met eene kleine calebas voor den mond sprekende,
+hoort men deeze ontzettende woorden: "De Duivel is tegen den zieken
+uittermaten vergramd; hy wil hem doen omkomen, na hem een geruimen tyd
+gemarteld te hebben." De omstanders, over deeze uitspraak ter neder
+geslagen, maken een akelig geschreeuw, en smeeken den Piais om den
+boozen geest te vrede te stellen, al moest ook alles, het geen het
+huisgezin bezit, daar aan worden te kost gelegd. Hy geeft gehoor aan
+deeze verzoeken, en bezweert den Duivel, om zig te laten bewegen. De
+donderende stem antwoordt, dat deeze of geene zaak daar toe noodig
+is, en aanstonds wordt dezelve gegeven. Vervolgens is het dienstig te
+weten, welke de zitplaats van de kwaal is, en welk geneesmiddel men
+tegen dezelve behoort te bezigen. Daar op volgen nieuwe bezweeringen,
+nieuwe verzoeken en nieuwe geschenken. Wanneer men aan den kwakzalver
+alles gegeven heeft, waar in hy lust had, zuigt hy aan het deel, in
+'t welk de zieke het meeste ongemak gevoelt, en kleine stukjens been,
+welken hy vooraf in zyn mond gestoken heeft, uitspuwende, zegt hy:
+zie daar de oorzaak van de kwaal; haast u dezelve te verbranden,
+en zyt verzekerd, dat de zieke in 't kort hersteld zal zyn.
+
+Deeze voorzegging wordt nu en dan bewaarheid; want 'er worden
+dikwils wonderbaarlyke geneezingen gedaan, door de verbeelding
+op eene levendige wyze gaande te maken. Indien het tegendeel
+gebeurt, en de zieke koomt te sterven, verklaart de bedrieger, dat
+de geschenken aan den Duivel niet met een goed hart gegeven zyn,
+het geen deszelfs gramschap op nieuw heeft aangezet. Een van deeze
+Piaies, of Artsen, meer minziek, dan inhaalend zynde, liet de geenen,
+die hem raadpleegden, van gebrek vergaan, en deedt vervolgens aan
+hunne weduwen den voorslag tot een huwelyk. Hy wierd de man van drie
+vrouwen, welken hy op deeze wyze verkreeg.
+
+Hoe helachelyk ook de voorschriften deezer Artsen zyn mogen, zy worden
+altyd naar de letter uitgevoerd. Van hun eerste bezoek af, schryven
+zy een gestreng vasten aan den zieken, en aan alle zyne nabestaanden
+voor. De Othomacos besproeijen de zieken aanhoudend met koud water;
+eene manier, die hen spoedig van kant helpt. De Quaybas en Chiricos
+dompelen dezelven, tot aan den hals, in geweekte kley, of water, om
+hun van de koorts te geneezen; en schoon men hen doorgaans dood vindt,
+wanneer men 'er hen wil uithalen, blyven zy niettemin by dit gebruik,
+hoe ongerymd en gevaarlyk het ook zyn moge.
+
+De Indianen zyn de meesten hunner ziekten verschuldigd aan de gewoonte,
+om zig al te dikwils met sterke dranken, welken zy weeten te bereiden,
+dronken te drinken. Zy zouden zig zelven kunnen behandelen, indien zy
+minder vooroordeelen hadden. Een zeer groot aantal van hun leeft tot by
+de honderd jaaren. De kennis, welke zy van verscheiden enkelvoudige
+geneesmiddelen hebben, stelt hen in staat, om wonderbaarlyke
+geneezingen te bewerken. BIET beweert, dat zy een zekeren wortel
+hebben, die de vergiftigdste wonden geneest, en de kragt bezit,
+om gebroken pylen uit te trekken. Hy verzekert deezen wortel gehad,
+en op het Eiland Barbados geplant te hebben. Maar waar koomt het doch
+by toe, dat andere reizigers hier van niet spreken?
+
+In weerwil van het zoo even verhaalde, ten aanzien van de Artsen der
+Indianen, beschuldigt men deeze volken, over 't algemeen, van eene
+groote verwaarloozing van alle zieken. Het is hun zeer onverschillig,
+of de zieke eenig voedzel gebruikt, of niet. Wanneer het uur van hunne
+maaltyd gekomen is, vergenoegen zy zig, met, zonder een enkel woord
+te spreken, een gedeelte eeten, het welk men hun heeft toegediend,
+onder zyne hangmat te plaatsen. Met dit al hoort men den zieken
+nimmer klagen, noch het minste geschreeuw maken, welke pyn hy ook
+lydt. Hy sterft met eene verbaazende gerustheid, niets vreezende,
+noch hopende na dit leven. Die geenen van deeze volken, welke de
+onsterflykheid der ziel gelooven, verbeelden zig, dat dezelve rondom
+hunne graven omdwaalt.
+
+
+
+ZESDE HOOFTSTUK.
+
+Behandelingen, welken de Indianen in Fransch Guiana ondergaan
+hebben.--Middelen om hun voor de Völkplanting nuttig te maken.
+
+In het begin, toen de Franschen zig in Guiana nederzetteden, stelde
+men de Indianen in eenen staat van slavernye, en maakte hen tot een
+voorwerp van koophandel. De Regeering dit hatelyk misbruik verboden
+hebbende, zoo dra zy daar van kennis kreeg, deedt men het zelfde ten
+aanzien van de Indianen, die uit de Binnen-Landen kwamen, en aan andere
+Europeesche volken toebehoorden. Wanneer eindelyk dit laatste middel
+door gestrenge verbonden ontnomen wierd, veröorloofden zig de blanken,
+van het vertrouwelyk character der Indianen, en hunne geneigdheid
+tot sterke dranken, misbruik makende, om dezelven, gedeeltelyk met
+hunne toestemming, gedeeltelyk met geweld, tot arbeid en diensten te
+gebruiken, waar voor zy hun zeer slegt betaalden.
+
+Wanneer middelen van overreding daar toe niet meer hielpen, stelde
+men beveelen van de Regeering of Bevelhebbers in de plaats. Door een
+gebruik, het welk eenigermaten tot een wet geworden was, bestond het
+loon, het welk deeze arme Indianen voor een maand arbeids genoten,
+in anderhalf el van eene grove roode stof, die men hun voor zes
+livres aanrekende.
+
+De Gouverneurs noodzaakten de sterkste manspersoonen van dit
+merkwaardig volk tot lange en moeijelyke diensten, tot jagen en
+visschen, ten behoeven van de Opperhoofden der Volkplanting.
+
+Hier van was het gevolg, dat deeze ongelukkigen, die, om van hun
+onderhoud zeker te zyn, geduurende het goede jaargetyde hadden
+behooren te arbeiden, naar hunne woonplaatsen te rug keerden op een
+tyd, dat zy zig tot deezen zoo hoognoodigen arbeid niet meer begeven
+konden. By hunne aankomst vonden zy dikwils hun huisgezin ten prooy
+van hongersnood, of ten minsten half vervallen. Wanhoop, ellende,
+slecht voedzel, het welk men zomtyds aan de beesten niet gegeeven
+zoude hebben, deeden hen eindelyk sneeven.
+
+Zulk eene verkeerde handelwyze had tot haaren grondslag het vooröordeel
+van de meeste blanken, die verönderstelden, dat deeze Indianen een
+slag van menschen waren, verre beneden hun, en geschikt, om aan hun
+onderworpen te zyn. Dit ongerymd denkbeeld was strydig met de beveelen,
+welken de Regeering ten deezen opzigte altyd gegeven heeft. Dezelve
+had de Indianen voor vrye menschen verklaard, die met de blanken gelyk
+stonden; en nimmer hebben de voornaamste en gegoedste inwooners eenig
+vooröordeel gehad, tegen de huwelyks verbintenissen met Indiaansche
+vrouwen, noch tegen de kinderen, die daar uit geboren werden, en van
+de Europeesche in 't minst niet onderscheiden zyn.
+
+Zy, die binnen 's Lands, uit hoofde van hunne posten, deeze
+buitensporigheden behoorden tegen te gaan, waren 'er dikwils zelve
+schuldig aan, of ten minsten zy gedoogden dezelven. Zulk een gedrag
+heeft ongevoelig den ondergang of de verhuizing van een groot getal
+Indianen veroorzaakt. Alle de landstreeken in de nabuurschap onzer
+bezittingen gelegen, zyn 'er thans door ontvolkt
+
+De Burger LESCAILLIER, van wien wy deeze byzonderheden ontleenen,
+stelt zig zelven de vraag voor, of men het ongeluk van deeze volken
+niet berokkenen zoude, door hen in de zelfde maatschappye met ons
+te doen leven, en onze zeden en gebruiken te volgen? Hy antwoordt
+neen, mits men hun op eene rechtvaardige wyze behandelde. Door hen
+te beschaven, en in gemeenschap met de blanken te brengen, zeg hy,
+zal men den haat en de jaloersheid uitdooven, die de verschillende
+Indiaansche volken verdeelen; men zal hen allen, ten langen lesten,
+tot een eenig volk zamen smelten. Men zal de vooroordeelen, die hun
+verblinden, doen verdwynen. Zy zullen het zeker vooruitzicht hebben
+op een bestaan, het welk, in hunnen tegenwoordigen staat, maar al ta
+dikwils wisselvallig is.
+
+By de voortbrengzels, die het Land van zelf oplevert, zullen zy
+die geenen voegen, welken de arbeid hun in meerder overvloed en
+volkomenheid bezorgt. Tegen verruiling van hunne waaren, zullen zy zig
+gereedschappen, gewerkte stoffen, koopwaaren aanschaffen, waar van zy
+nu, of in 't geheel niet, of slechts gebrekkig voorzien zyn. Men zal
+voor al zorge dragen, om hun vee van allerleije zoort te beschikken,
+waar voor zy het noodig voedzel verkrygen zullen, door, na het omhakken
+der bosschen, weilanden aan te leggen, Door onder dit volk werkzaame
+blanken te vermengen, zal men hun den landbouw, de handwerken en de
+noodzakelykste konsten der Europeanen leeren. Eenige weinige jaaren
+zullen voldoende zyn, om deeze kwalyk bestuurde, en zoo lang verachte,
+landstreek van gedaante te doen veranderen,
+
+De straks genoemde Bestuurder had eenigen van deeze middelen beproefd,
+en daar van reeds blykbaare uitwerkingen bespeurd.
+
+De Indianen, die onder de zendelingen van Macary waren ingelyfd, hadden
+levensmiddelen, catoen, tabak, voortgeteeld. Zy hadden gezouten visch,
+maniok meel, (couac,) tabak in carotten, op de Brazilsche manier, in
+de hoofdplaats aangebragt: wel is waar, in eene kleine hoeveelheid,
+maar genoegzaam, om daar van voor het vervolg goede gedachten te
+vormen. De meesten droegen kleederen en schoenen naar de manier
+der blanken, wier taal zy ook spraken. De vyf Hoofd-Capitains, of
+Opperhoofden van dit Gewest, beesten gevraagd hebbende, om aan te
+kweeken, deedt men 'er hun eenigen toekomen.
+
+Die van Conani bereikten byna denzelfden trap van beschaafdheid.
+
+De Indianen van de Rivier Aprouago, ten getale van twaalf honderd,
+hebben dezelfde vorderingen gemaakt. Zy hebben gebruik gemaakt van
+de volkomene vryheid, die hun, met opheffing van alle diensten, was
+te rug gegeven, en zy hadden reeds regelmatig aangelegde Catoen- en
+Koffy-Plantagiën tot hun eigen onderhoud. Eene aanmerkelyke verhuizing
+van Indianen uit de Binnen-Landen, door het zagter Regeerings-bestuur,
+het welk ten aanzien deezer volken meer en meer werd in acht genoomen,
+uitgelokt, vermeerderde het getal der inwooners in den omtrek der
+Rivier Aprouage.
+
+De Indianen, by de Rivier Kaw woonende, ten getale van meer dan
+vyftig, hadden insgelyks zeer fraaije beplantingen. Zy hadden ook
+het voornemen, om beesten te weiden.
+
+Van de Rivier Kaw, tot aan de Rivier Kourou, vindt men geen enkelen
+Indiaan. By de laatstgemelde waren twee bevolkingen, uit omtrent
+zestig persoonen bestaande, zynde het ongelukkig overschot van een
+zeer groot aantal, die voor de rampzalige volkplanting, in 't jaar
+1763 ondernomen, in dit gedeelte gevonden werden.
+
+Een Planter, genaamd TERRASON, en woonende te Carouabos, omtrent twee
+en een halve myl onder den wind van Kourou, heeft in zyne nabyheid
+een klein Indiaansch volk by elkander verzameld, en eenigermaten tot
+zyn eigen aangenomen. Hy heeft hen tot den landbouw aangemoedigd. Hun
+eenig denkbeeld van onze genietingen gevende, heeft hy hun geleerd
+zig dezelven door hunnen arbeid aan te schaffen. Hy heeft hen vooral
+onderwezen in de konst van beesten te weiden, eene konst, waar van
+hy hun alle de voordelen geleerd heeft.
+
+De Indianen van de landstreek van Siniamary zyn, even als de anderen,
+van alle slaafsche diensten omtrent de blanken vry gesteld. Zy
+hebben beplantingen aangelegd, waar toe men hun eenige gereedschappen
+geschonken heeft.
+
+Anderen van dezelfde nabuurschap hebben om beesten verzogt, Zy
+waren daar toe, zoo door de Regeering zelve, als door het voorbeeld
+der Indianen van Iracoubou, die tien koeyen en een stier ontvangen
+hadden, uitgenoodigd. Men bezorgde hun, twee maanden lang, iemand,
+die hun in het oppassen van hun vee onderrigtte. Dezelfde persoon
+moest zig van tyd tot tyd vervoegen by de andere Indianen, die zig
+op de veefokkerye toeleiden.
+
+Men oordeelde het nuttig te zyn, om in het gedeelte, dat onder den wind
+gelegen is, te Mana en te Marony, twee bevolkingen aan te leggen, en
+daar door eene verzameling van Indianen van geregelde levens-manieren
+te maken. Behalven de oogmerken van burgerlyke beschaving en
+bebouwing der landen, stelde men een geschikt Opperhoofd aan, om deeze
+Indiaansche volken te bestuuren, daar mede bedoelende, om met hun in
+door hun bewerkte goederen handel te dryven, en hunne geduurige reizen
+naar Surinamen voor te komen, van waar zy de benoodigde koopwaren by
+verkiezing gingen halen, niet alleen om dat zy 'er digter by woonen,
+maar vooral, om dat zy dezelven aldaar van betere zoort vinden.
+
+Door deeze middelen, en eene aanhoudende oplettendheid, kan men den
+algemeenen welvaart van eene Volkplanting bevorderen, die al den
+aandacht der Regeering verdient. De volkrykheid der aldaar woonende
+Indianen zal van zelve vermeerderen. Hun voorbeeld zal uit de
+Binnen-Landen, zelfs uit die streeken, welke buiten onze grenspalen
+gelegen zyn, verscheiden van hunne nabestaanden en bondgenooten
+lokken; iets, waar mede zy zig reeds beginnen bezig te houden. Een der
+Capitains had het ontwerp gevormd, om naar Hollandsch Guiana te gaan,
+en zelfs tot aan de Rivier Orenoco, van waar hy dagt verscheiden
+Indianen, zyne nabestaanden of vrienden zynde, mede te brengen,
+door hun berigt te geven van de manier, op welke zy by de Franschen
+werden aangemoedigd.
+
+Het oogmerk van den meergemelden Bestuurder was bovendien, om
+dit volk door huwelyken met de blanken tot eene gemengde zoort te
+maken, en die huwelyken te bevorderen, zoo dikwils hy onder hun een
+vlytig en braaf man, die in eene Indiane zin had, gevonden zoude
+hebben. Insgelyks zoude hy Indianen hebben laten trouwen met blanke
+vrouwen, die van goede zeden en arbeidzaam waren. Men zoude aan de
+mannen landeryen, en aan de vrouwen gereedschappen, werktuigen tot
+den landbouw behoorende, beesten, en dingen van de eerste behoefte,
+tot eene huwelyks-gift gegeven hebben. "Geduurende het kort verblyf,
+door my in deeze Volkplanting gehouden, zegt de Burger LESCAILLIER,
+heb ik slechts twee van deeze huwelyks verbintenissen kunnen beproeven,
+die my zyn toegeschenen volmaakt gelukt te zyn." [16]
+
+Op die wyze zoude men uitgestrekte Landen, die, tot hier toe, byna
+geheel aan de Natuur waren overgelaten, in gelukkige, volkryke
+en wel bebouwde Landstreeken, hervormd zien. Het Fransche volk,
+wiens bezittingen in Guiana niet meer dan groote woestenyen zyn,
+zoude in de daad eigenaar worden van een Land, byna zoo uitgestrekt,
+als Frankryk zelve. Het zoude eene talryke bevolking tot zig trekken,
+bestaande uit eene zoort van inboorlingen, hoedanigen men in geene
+van onze andere Volkplantingen ontmoet.
+
+
+
+ZEVENDE HOOFTSTUK.
+
+Hooge en lage Landen.--Timmer-hout.--Voortbrengzels van Fransch
+Guiana.--Levens-middelen, tot de tafel dienende.
+
+Wanneer men de reize van den Capitain STEDMAN gelezen heeft, is
+het minder noodig, om nopens de voortbrengzels van Fransch Guiana
+breedvoerig te handelen.
+
+In Guiana onderscheidt men, in 't algemeen, hooge en lage
+Landen. Laaten wy met de beschryving der laastgemelden beginnen.
+
+De kusten van Guiana worden byna overal door laage en verdronkene
+landen omzoomd. Dezelve bestaan uit groote vlakten, door het
+afloopen van het zee-water gevormd wordende, waar van veelen kortlings
+opgekomen, anderen zedert eeuwen herwaards aanwezig zyn. Deeze zoorten
+van vlakten worden by elk gety tot de hoogte van één voet, agttien
+duimen, of twee voeten, iets meerder of minder, overstroomd, en loopen
+weder droog. Zy zyn overäl bewassen met Paletuvier-boomen, of eenige
+andere groote planten, die op een slyk-grond, waar in men ten minsten
+tot aan de kniën inzakt, ondoordringbaare bosschen uitmaken. Van
+dien aart is het Land aan alle de zeekusten, tot de diepte van drie
+of vier mylen, gelyk ook langs de oevers der voornaamste Rivieren.
+
+Men ziet dikwils deeze slykbanken, door de zee aan de kust van Guiana
+aangespoeld, gezwinden voortgang maken, en de roode Paletuvier-boomen
+aldaar welig opgroeijen. Op gelyke wyze vormen zig ook Eilanden in de
+monden der Rivieren, en zelfs hooger, op die plaatsen, waar ebbe en
+vloed plaats heeft. By beurten, zonder dat men 'er eenig juist tydperk
+van bepalen kan, brengt de zee, in plaats van slyk aan te spoelen,
+zand en schelpen op de kust. Als dan vormen zig zandbanken, of eene
+zoort van lange niet zeer hooge duinen, en de roode Paletuvier-boomen,
+die niet dan in zout water groeien, zig van het zelve beroofd vindende,
+sterven van tyd tot tyd.
+
+Deeze lage en verdronkene Landen zyn de vrugtbaarste in de geheele
+Volkplanting; maar 'er valt echter tusschen dezelven eene keuze te
+doen. Zy zyn alle, ja zelfs de meeste, niet van de beste zoort. Men
+kent de vrugtbaarsten daar aan, dat onder eene zwarte, of hoog bruine
+aarde, uit verrotte planten voortgekomen, en naar mest gelykende,
+ter diepte van zestien of agtien duimen, een slykgrond gevonden
+wordt, van eene graauwe of bleek blaauwachtige kleur, overal van
+gelykzoortigen aart, en die zig zeer gemakkelyk laat omspitten. Men kan
+'er insgelyks met de hand, en zonder veel moeite, een stok in steeken,
+al was hy zelfs twintig of dertig voeten lang. Wanneer by dit teeken
+koomt de nabyheid van de zee, welker lucht de Plantagiën vrolyker,
+en het verblyf op dezelven gezonder maakt, of ten minsten, indien men
+niet verder dan ten hoogsten twee mylen binnenwaarts van den mond van
+eene Rivier af is, kan men, mits behoorlyk arbeidende, zig van eenen
+goeden uitslag verzekerd houden. Men moet echter ook oplettend zyn,
+om zulke plaatsen te verkiezen, welken de zon gewoon is te beschynen,
+tot op eene zekere hoogte, het geen duidelyk is af te nemen uit de
+grootte van de boomen, en de dikte van die bovenkorst van aarde,
+welke uit verrotte overblyfzels van planten bestaat. Die lage landen,
+welke kortlings door de zee gevormd zyn, zyn al te zacht: men kent
+dezelven aan de jongheid der Paletuvier-boomen.
+
+De aarde, die deeze lage landen tot op eene dikte van twintig duimen,
+overdekt, zakt meer dan de helft in, vermits zy door de lucht en zon
+verdroogt. Deeze aarde is ongetwyffeld nuttig, maar het slyk, dat
+'er onder zit, is tot de voortplanting het meest geschikt.
+
+De lage landen, welken men tot het aanleggen van groote beplantingen
+boven alle anderen behoort te verkiezen, verëisschen in het begin
+meerdere onkosten, dan de hooge landen, om dat men dezelven boven water
+moet brengen. Wanneer het regen-saisoen geëindigd is, namelyk in de
+maand July, moet men zig met het droogmaken derzelven bezig houden. Het
+jaar-getyde, het welk tot deezen arbeid gunstig is, eindigt met de
+maand December. Men kan deeze onderneming niet goed volvoeren, of men
+moet 'er ten minsten honderd duizend livres aan kunnen besteden. 'Er
+zit meer voordeel op het doen van eene groote onderneming, dan van eene
+middelmatige. De kosten van Negers, het eerste oprigten van wooningen,
+en werkplaatsen, het getal der persoonen, die tot huisselyke en andere
+diensten noodig zyn, zyn voor eene kleine Plantagie dezelfde, als voor
+eene groote, Het is ook noodig, dat hy, die dusdanige onderneming doet,
+het verëischte character, standvastigheid en kundigheden bezitte,
+die hem in staat stellen, om zyne onderneming zelf te bestieren:
+anders moet hy een Opzigter zoeken, die kunde, yver en werkzaamheid
+zamenpaart; zeldzaame hoedanigheden, welken men niet te ruim betalen
+kan, wanneer zy zig in denzelfden persoon vereenigen. Zie daar dan
+wederom een nieuw punt van bekostiging.
+
+De hooge of bergachtige landen zyn ten aanzien van de zoort van aarde
+zeer verschillende. De één, die zandig is, en op eene groote vlakte
+niets dan lage planten voortbrengt, wordt Savane, of zand-woestyn
+genoemd. Op zommigen derzelven echter wassen groote boomen, waar onder
+men 'er vindt van die zoort van hout, het welk men onvergankelyk
+noemt, en ander hout van de meest gewaardeerde kleuren. Eenige
+deezer landen bestaan uit een mengzel van zand, en blaauwachtige
+kley, waar in weinig zelfstandigheid gevonden wordt. In zeer veelen
+is een mengzel van zwart zand en yzerachtige deelen. Men vindt 'er
+zonder steenen, anderen wederom vol steenen, en eindelyk eene derde
+zoort, geheel met rotsen bedekt. Deeze steenen en rotsen bevatten
+yzer, of granit-steenen. De landen, die, of over 't geheel, of in
+afzonderlyke gedeelten, zulke steenen opleveren, bestaan uit eene
+aarde, dan eens zwartachtig, dan eens graauw, geel of roodachtig,
+met eene verscheidenheid van mengelingen en schakeeringen.
+
+Schoon voornaame Schryvers [17] van Guiana sprekende, over 't algemeen,
+zig verklaaren tegen het bebouwen der hooge landen, als zynde koud
+en onvruchtbaar, verdienen zy egter alle dit oordeel niet. Men vindt
+aldaar eenige Plantagiën, die naar den wensch van hunne eigenaars
+zyn uitgevallen. Op de hooge landen bezit de Staat eene groote en
+schoone Plantagie van Nagelboomen, die volmaakt wel gelukt is. Met
+dit al is het eene waarheid, dat deeze hooge landen grootendeels
+weinig geschikt zyn tot het aanleggen van groote beplantingen, die
+eenen ryken en vetten grond vorderen, en dat de meeste lage landen
+den voorrang verdienen.
+
+De eerstgemelde hebben niettemin ook eenige voordeelen. Men kan
+dezelven gemakkelyker tot stand brengen; zy brengen veel eer vrugten
+voort, en verëisschen veel minder kosten. Men vindt 'er de beste
+zoort van hout. Aldaar zyn ook aangenaame liggingen, af hellingen,
+die tot zekere zoort van handwerken byzonder geschikt zyn, stroomend
+water, en steenen tot het maken van gebouwen. Deeze zelfde landen zyn
+meer geschikt tot her planten van Manioc, die het voornaamste voedzel
+uitmaakt voor de arbeiders, landbouwers en inboorlingen. Daarënboven
+zyn zy nooit wel bearbeid geworden. Nimmer heeft men 'er geweten,
+wat het was den grond om te ploegen, zoo als men dit in Frankryk,
+en in de meer gevorderde Volkplantingen doet.
+
+Men kan op die gedeelten der hooge landen, die in de Savanen
+liggen, fokkeryen van groot vee met hoop van eenen goeden uitslag
+aanleggen. Met de behoorlyke voorzorge zoude de fokkerye van paarden
+'er zelfs gelukken. Fransch Guiana bevat bovendien in verscheidene
+landstreeken geheele bergen, waar in yzer-mynen van een uitmuntend
+alloy, en tot allerleye werk, zelfs tot het maken van geschut,
+geschikt, gevonden worden. De mynstoffen zyn hier ryk en in
+overvloed. Het levert van vyf-en-veertig tot tachtig ten honderd
+op. De plaatsen, waar dezelve voor handen zyn, zyn met hout bedekt,
+het geen de bewerking der mynen zeer gemakkelyk maakt.
+
+Eene der voornaamste rykdommen van Guiana bestaat in een groot aantal
+van onderscheidene zoorten van timmerhout. Men kan die in drie zoorten
+verdeelen. De eene, bekend onder den naam van zacht of wit hout, moet
+geheel en al worden weggeworpen, als veel te ligt, en van te korten
+duur zynde. Tot deeze zoort behooren de Mapa, de Pekeïa, en het Bananen
+hout. De andere zoorten van eenen geheel tegenstrydigen aart, als de
+voorgaande, zyn hard, in één gedrongen, en zwaar, grootendeels van
+eene bruine of donkere kleur, maar zomtyds rood, of helder geel. Deeze
+wederstaan den bytel en de zaag. Het erf van dit hout is glad en
+fyn, en het is voor de fraaiste polysting vatbaar. Dit hout heeft
+billyk den naam van onvergankelyk hout verdiend; eene uitdrukking,
+waar door men niet letterlyk verstaan moet, dat het nooit vergaat,
+maar dat het veel beter stand houdt, dan het beste van ons hout,
+misschien by voorb. in de evenredigheid van tien tot vyftig jaaren.
+
+Onder de derde zoort vindt men 'er verscheiden, die de schoonste
+stukken, in lengte en breedte, opleveren, om tot het bouwen van schepen
+te dienen. Hier toe behooren het courbari-hout, het bagasse-hout,
+het acoma-hout, het balata-hout, het couratari-hout, het agouti-hout,
+het macaco-hout, het groen ebben-hout, het pok-hout, het yzer-hout,
+het hout, genaamd coeur-dehors, het letter-hout, het satyn-hout, het
+tendre à cailliou, het hout van St. Martin, het mannetjes roozen-hout,
+en verscheide andere zoorten. Het gewigt van een vierkante voet van
+deeze zoorten van hout verschilt van tachtig tot drie en negentig
+ponden, en daar het gevolgelyk zwaarder is, dan eene gelyke hoeveelheid
+water, zoo dryft het zelve niet.
+
+Echter is 'er nog eene zoort tusschen de eerste, die tot niets dient,
+en de andere, die ongemeen hard is. Deeze zoort van hout is vast, en
+minder moeielyk om te bewerken. Hier toe behooren het acajou-hout,
+het violetten- of amaranthus-hout, het zwart ceder-hout, het geel
+cederhout, het wyfjes roozen-hout, enz. enz. Dit hout weegt van
+veertig tot zeventig ponden de vierkante voet, en dryft by gevolg op
+het water. Het is tot onderscheidene gebruiken in den zee-scheepsbouw
+geschikt.
+
+Onder deeze onderscheidene zoorten van hout zyn 'er, die eene
+bittere of speceryachtige hoedanigheid hebben, die de insecten en
+zee-wormen, voor de schepen zoo verderffelyk zynde, verdryven. 'Er zyn
+wederom anderen, die in het water versteenen, en in het zelve nimmer
+vergaan. Men ziet 'er in de bosschen van Guiana, die door ouderdom,
+of eenigen stormwind omgevallen, een reeks van jaaren lang, de guurheid
+van het weder, en eene byna aanhoudende vochtigheid hebben doorgestaan,
+zonder dat zy daar door verder, dan in het spint, bedorven waren.
+
+Men heeft ligtvaardigryk en zonder onderscheid te maken, tegen alle
+deeze zoorten van hout tegenwerpingen gemaakt, die dezelven hebben
+doen verwerpen.
+
+De eerste is derzelver groote zwaarte. Maar deeze zwarigheid
+beantwoordt zig ligtelyk in deezer voegen, dat de scheeps-timmerman,
+na zyne berekening gemaakt te hebben, van het zwaarste hout die
+gedeelten maakt, welke onder water zyn, en de hoogere gedeelten van
+ligter hout, het welk dit land insgelyks oplevert. Hy zal daar door
+het middenpunt van zwaarte van zyn schip des te meer naar de laagte
+drukken, en het zal daar door veel minder ballast noodig hebben,
+en een grooter ruim uitleveren.
+
+De tweede zwarigheid tegen dit hout is deszelfs al te groote
+hardheid. Schoon dit deszelfs deugd bewyst, heeft nogtans deeze
+tegenwerping eenigen grond. De werkzaamheden van den scheeps-timmerman
+zouden daar door zekerlyk vermeerderd worden, maar daarentegen zoude
+het werk van eene groote duurzaamheid en van eene onvergelykelyke
+stevigheid zyn.
+
+De derde tegenwerping wordt ontleend van de moeielykheid in het hakken
+van dit hout, en de kosten der vervoering. Men beweert, dat dit hout
+veel te duur zoude komen te staan. Dit zoude ook in de daad zoo zyn,
+indien men het ging haalen uit die landstreeken, die verre van de
+Rivieren en Zee-kusten zyn afgelegen; maar men treft het in groote
+meenigte aan in de nabyheid van de Rivier Oyapoc, werwaarts de toegang
+zeer gemakkelyk is.
+
+De bosschen en binnen-landen van Guiana brengen, behalven verscheidene
+zoorten van timmerhout, ook voort Banilje, Salsaparilla, elastieke
+gom, Gom Copal, en veele anderen. Men vindt aldaar verschillende
+zoorten van natuurlyke speceryen, als kreeften-hout, en de Puchiri,
+een zoort van muscaat, de balsem Copaïva, de balsem Peru, de kassia,
+de simaruba, de ipecacuanha, de pareira-brava, eene wasch van planten,
+zwarte wach, anders bekend onder den naam van wasch van Guadeloupe,
+uitmuntende honig, een zeker goed, mieren-nest genaamd, en bestaande
+uit een zagt dons, van eene geelachtige kleur, het welk men vindt op
+uitloopende bladeren van den Latanus-boom, en dat eene hoedanigheid
+bezit verre boven de beste bekende zwam, om het bloed te stelpen;
+eindelyk ook hout, om verswaaren van te maken, en een aantal andere
+voortbrengzels, die nog geenen naam hebben.
+
+Geheele bosschen van Cacao-boomen groeijen ook natuurlyk in het
+binnenste gedeelte des Lands, maar op verre afstanden. Het bevat
+ook mynen van dat fraaije rots-kristal, het welk men, onder den naam
+van steenen van Cayenne ook wel aan het strand, en aan de oevers van
+zommige Rivieren ontmoet.
+
+De eerste voortbrengzels van dit Land waren de Roucou, het Catoen
+en de Suiker. De korrel van de laatstgemelde is veel grooter, en
+beter gekristalliseerd, dan op de Eilanden. Het catoen is ook van
+eene ongemeene fraaiheid, en is altyd in den koophandel veertig
+of vyftig guldens op de honderd ponden meer waardig, dan dat van
+de Eilanden. Men weet, dat men te Cayenne de Roucou beter, en in
+grootere meenigte maakt, dan in alle andere Volkplantingen. Cayenne
+was de eerste onder alle Fransche Volkplantingen, alwaar koffy geteeld
+werdt. Het is bekend, dat na de Moka-Koffy die van Cayenne de beste
+is. Men is altyd in het begrip geweest, dat het eenige overloopers
+waren, die, in 't jaar 1721, dezelve van Surinamen, werwaarts zy
+gevlucht waren, medebragten, en daar door Vergiffenis van straf
+erlangden; zeker Geschiedschryver heeft in 't kort opgegeven, dat dit
+eene weldaad was van LA MOTTE AIGRON, die, in 't jaar 1722, middel
+wist, om versche koffy-boonen uit deeze Hollandsche Bezitting mede
+te brengen, in weerwil van het verbod, om dezelve, nog in de schil
+zittende, te mogen uitvoeren. Tien of twaalf jaaren later, plantte
+men Cacao, die weelig voortteelde. De Indigo, of liever de plant,
+waar van de Indigo voortkoomt, kwam voorheen zeer goed te Cayenne
+voort, en dezelve was zeer geacht. "Deeze plant, die de voornaamste
+rijkdom der Volkplanting uitmaakt, zegt BARRERE, is zoo sterk in
+verval geraakt, en brengt thans zoo weinig op, dat het naauwlyks
+der moeite waardig is". Het schynt, dat men de reden daar van in de
+plant alleen niet zoeken moet. De Indigo is, volgens DE PREFONTAINE,
+(in zyn Maison rustique de Cayenne,) eene den beste aankweekingen in
+America, maar ook één van de teederste. 'Er wordt aan de zyde van hem,
+die dezelve wil voortteelen, de grootste oplettendheid verëischt,
+en misschien ook de beste zoort van grond. "ROUSSEAU, dus vervolgt
+dezelfde Schryver, is de eenige, wien het gelukt is, om met voordeel
+Indigo te maken. Hy heeft de zyne tot die fraayheid gebragt, dat zy,
+die lust hebben om dit vak van landbouw te beoeffenen, daar door
+behooren te worden aangemoedigd; en dit wederspreekt de voorgewende
+onmogelykheid, als of de inwooners van Cayenne in dit vak niet zouden
+kunnen slagen". Nieuwere berigten brengen mede, dat de Indigo op lage
+landen zeer wel voortkoomt; maar zy vordert oppassing, zonder welke
+alles te gronde gaat.
+
+De Oost-Indische speceryen, en alle de lekkerste vruchten der warme
+Landen, groeijen welig in Guiana. Verscheiden komen 'er even goed
+voort, als op de Moluksche Eilanden, of op Ceylon. Men kan zig onder
+anderen tot bewys beroepen op de beplanting van Nagelboomen, welke men
+aantreft op de Plantagie la Gabrielle, den Staat toebehoorende. Deeze
+boomen hebben aldaar vrugten voortgebragt, die in hoedanigheid aan
+de Oost-Indische gelyk bevonden zyn. De eerste planten zyn van Isle
+de France naar Cayenne overgebragt, alwaar zy onder het opzigt van
+MAILLERT DU MERLE zyn geplant geworden. In 't jaar 1778 ontfing RAYNAL,
+die door de geheele weereld kennis en gemeenschap had, van daar een
+tak, waar aan de kruidnagelen gevonden werden. Volgens het berigt
+van den Burger LESCAILLIER, hebben de jaaren 1785, 1786 en 1787 deeze
+vrucht, telkens met eene jaarlyksche vermeerdering, voortgebragt, tot
+dat men in de jaaren 1788 en 1789, op deeze Plantagie la Gabrielle,
+verscheiden honderde ponden heeft ingeöogst. By zyn vertrek van Guiana,
+in 't jaar 1788, bevondt zig deeze Plantagie in eenen bloeijenden
+staat.
+
+Behalven deeze voortbrengzels, de bron van groote rykdommen,
+levert de grond der Volkplanting van Cayenne alles op, wat tot
+levens-onderhoud van derzelver inwooners noodig is. De tuinen zyn
+aldaar vol met moeskruiden, als latuw, kervel, pimpernel, cichorey en
+sellery. Men teelt aldaar kleine erweten, komkommers, kampernoeljes,
+water-meloenen, die van een lekkeren smaak zyn. De Fransche vrugtboomen
+kunnen, wel is waar, zig naar deeze luchtstreek niet voegen, maar
+men heeft in derzelver plaats de vrugten van dit Land, als de geele
+en witte Ananas, de Papaye, en eenige anderen, die op verschillende
+wyzen worden ingelegd. Men weet, dat de citroenen en orange-appelen
+aldaar in zoo grooten overvloed zyn, dat men 'er weinig werk van maakt.
+
+Het is veel aangenaamer zyn verblyf te houden op de Plantagiën,
+dan te Cayenne zelve. Men heeft aldaar aan niets gebrek, vooral by
+de Planters, die eenigzints bemiddeld zyn, en vooral, wanneer 'er
+koopvaardy-schepen aankomen. Men houdt doorgaans eene wel voorziene
+diergaarde, alwaar men varkens, kalkoenen, eendvogels, duiven en
+hoenders aankweekt, die goed zyn om te eeten, wanneer men ze eenigen
+tyd met geerst gevoed heeft. Daarënboven heeft men één en zelfs meerder
+jagers en visschers, die wild en visch bezorgen: de laatstgemelde is
+uitmuntend. Behalven de zoorten, die aan de Eilanden onder den wind
+gemeen zyn, leveren de Zee en Rivieren eene meenigte anderen op,
+die elders geheel onbekend zyn. De Krabben verschaffen ook een zeer
+voornaam levensmiddel. Zy zyn het gewoone voedzel der Indianen, en van
+de min gegoede inwooners. Deeze dieren teelen in het onëindige voort,
+om dat men de oplettendheid gebruikt van alleen de mannetjes-krabben
+te vangen, en de wyfjes te laten, die altyd eene verbaazende meenigte
+eijeren in zig hebben.
+
+Onder de water-vogelen telt men de Ganzen, de Eendvogelen, de
+Lepelganzen, de Fregat-vogelen, allen goed om te eeten. De land-vogelen
+zyn graauwe Patryzen, zoo dik als een Kapoen, en zeer goed van smaak,
+schoon een weinig droog; Faisanten, die kleiner, en zoo goed niet zyn,
+als in Frankryk; Ringelduiven, Tortelduiven, Merels, Leeuwriken,
+Brom-vogeltjes; en eene meenigte andere groote en kleine vogelen,
+waar onder men moet rekenen de Papegayen, die zeer talryk zyn, en
+eene uitmuntende soep verschaffen.
+
+Men kweekt ook Schapen, Geiten, en verscheiden kudden van Ossen aan. Om
+hun goed weiland te bezorgen, steekt men in de maanden Augustus en
+September, de Savanen in brand. Deeze landen, dus afgebrand zynde,
+doen, in het begin van het regen-saisoen, heerlyk gras uitspruiten. Dus
+zyn de ossen en schapen in Guiana van beter smaak, dan op de andere
+Eilanden. Men brengt aldaar meel, spek, en allerleye zoorten van
+wyn; als mede een groot aantal gewerkte stoffen, die tot kleeding
+noodig zyn.
+
+Met zoo veele voordeelen, door de Natuur zelve geschonken, zal
+ongetwyffeld de Volkplanting van Fransch Guiana voorspoedig zyn,
+wanneer vreedzamere omstandigheden gedogen zullen, dat de Regeering
+en byzondere persoonen 'er zig mede bezig houden. Deeze landstreek
+maakt eene Volkplanting uit, waar van de Stad Cayenne de hoofdplaats
+is. Men weet aldaar van geene in- en uitgaande rechten, waar mede de
+koopwaaren bezwaard zouden worden.
+
+EINDE VAN HET VIERDE EN LAATSTE DEEL.
+
+
+
+
+
+BERICHT VOOR DEN BINDER.
+
+Plaat.
+
+XL. De beruchte GRAMAN-QUACY; te plaatsen tegen over
+
+XLI. De Haay en Zuigervisch
+
+XLII. Kaart van een gedeelte van Fransch Guiana
+
+
+
+
+
+NOOTEN
+
+[1] Het is een heestergewas of boompje van middelmatige hoogte. Het
+brengt één of meer stammen voort van een duim in den omtrek, die zes
+of agt voeten hoog groeijen, alvoorens takken te doen uitspruiten. Tot
+dat de stammen beginnen takken te schieten, zyn zy over haare geheele
+lengte van bladeren voorzien, die zy doorgaans na het vormen der
+takken laten vallen.
+
+De stam van dit boompjen is langwerpig rond en grysachtig. De
+jonge uitspruitzels hebben eene groene schors met eenige weinige
+witte stippen; die van de takken is, in het eerste begin, van eene
+fraaije roode kleur naar het bruine hellende, en ouder wordende met
+eenige grysächtige lynen geteekend. De bladen groeiën wederkeerig,
+en bestaan uit drie of vier reijen van blaadjes zonder steelen, maar
+van eene eironde gedaante. Het Quacy-hout is zelden zonder bladeren.
+
+Dit boompje is alleräangenaamst voor het gezicht, uit hoofde van de
+meenigte zyner roode bloemen, en de verscheidenheid van kleuren in
+deszelfs bladeren. De wortel, het eenige gedeelte van den boom, het
+welk gebruikt wordt, is ligt, en geheel van week hout; deszelfs schors
+is fyn, grys en knoestig, en op zommige plaatsen als gespleeten. Deeze
+wortel is, even als de geheele boom, uittermaten bitter. Men oordeelt
+dit hout zeer balsemächtig te wezen, en door zyne bitterheid geschikt,
+om zuure stoffen en verrotting te wederstaan. Men bedient 'er zig in
+America van tegen de tusschenpoozende, aanhoudende, kwaadäartige,
+en rotkoortsen. Men neemt het in als een poeder, en, om des te
+beter te werken, als een afkookzel in wyn of water. Het is nog maar
+weinige jaaren geleden, dat dit middel in Europa in de Geneeskunde
+is ingevoerd. Men bedient zig ook van een aftrekzel van dit hout
+in wyn, tegen de jicht, en om de maag te versterken. In één woord,
+het Quacy-hout kan het gebrek van de Kina vervullen.
+
+Aanteek. van den Franschen vert.
+
+[2] De koffy wierd in 't 1554. uit Arabië naar Constantinopolen
+overgebragt.--Omtrent in het midden van de zestiende eeuw wierd
+derzelver gebruik te London ingevoerd; en in 't jaar 1728, plantte
+de heer NICOLAAS LAWS de eerste Koffyboon te Jamaica.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+Men heeft reden te gelooven, dat de Italianen de eerste onder de
+Christen volken zyn, by welken deeze beroemde drank is ingevoerd. Zy is
+vervolgens voor het jaar 1643 naar Parys overgebragt. 'Er zyn bewyzen,
+zegt AUBLET, dat geduurende de regeering van LODEWYK XIII, onder het
+kleine Gerechtshof te Parys, gekookte koffy verkogt wierd, onder den
+naam van cahové of cahovet. De Turken noemen dezelve cahveh, het welk
+koomt van het waord cahoah of cahoueh, waar door de Arabieren dien
+drank aanduiden, dien zy het eerst gekend en in gebruik gebragt hebben;
+schoon dit Arabisch woord allen drank in 't gemeen beteekent. Het is
+waarschynlyk, dat 'er niet zeer veel van verkogt wierd, en dat dit
+niet lang geduurd heeft.
+
+Het jaar 1669, in onze Geschiedenis over bekend door het plechtig
+Gezandschap van SOLIMAN AGA, die door Sultan MAHOMET IV aan LODEWYK
+XIV gezonden wierd, moet gehouden worden voor het waare tydperk van
+de eerste invoering van het gemeene gebruik der koffy te Parys. Deeze
+Gezant, en zyn gevolg, boden, volgens de gewoonte van hun Land, deezen
+drank aan de Hovelingen, en verdere persoonen, die uit beleefdheid
+aan den Turkschen Minister een bezoek gaven, waar door veele inwooners
+deezer hoofdstad 'er smaak in kregen, en 'er zig aan gewenden.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+[3] Alle vrylating is, in de Volkplanting van Surinamen, aan de
+volgende bepalingen onderhevig: indien dezelve geschiedt ten voordeele
+van een manspersoon, is deeze genoodzaakt de Volkplanting tegen
+derzelver binnen- en buitenlandsche vyanden te dienen: de vrygelatene,
+van welke kunne die ook zy, kan geen getuigenis geven tegen zynen
+ouden meester; en indien hy in de Volkplanting koomt te sterven,
+erft zyn voorige meester het vierde gedeelte zyner nalatenschap.
+
+Aanteek. v. d. Schryver.
+
+[4] Daar de laatstgemelde zynen post kortlings heeft nedergelegd,heb ik
+het genoegen het Publiek te berigten, dat de Heer FREDERIK, die brave
+Officier, waar van ik zoo dikwils gesproken heb, en die, eenigen tyd
+bevoorens, onder het krygsvolk der Sociëteit van Surinamen te rug
+keerde, in het jaar 1792. tot Gouverneur der Volkplanting benoemd
+wierd.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[5] Deeze Officiers, welken men steeds als de waare vertegenwoordigers
+van de Schotsche Brigade beschouwde, zagen hunne braafheid beloond door
+het herstel van deeze oude krygsbende, onder bevel van den Generaal
+FRANCIS DUNDAS; en dezelve wierd naar Gibraltar in bezetting gezonden.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[6] Haar broeder HENDRIK, die zyne vryheid verkregen had, ondervond
+het zelfde lot.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[7] Exposé des moyens de mettre en valeur & d'administrer la
+Guiane.--Eén Deel in 8vo; met een Kaart: by DUPONT, rue de la Loi.
+
+[8] Dit is geschreven in 't jaar 1786. De hoeveelheid van de
+voortbrengzels deezer Volkplanting is tegenwoordig ten minsten
+verdubbeld.
+
+[9] De Hollandsche roede is van 12 voeten Rhynlandsche maat, het welk
+ten naasten by 11 Fransche voeten. (of 3 metres, 572,) uitmaakt.
+
+[10] De groote verwagting, die men van Fransch Guiana had opgevat, deed
+aan het zelve eenigen tyd den naam geven van Middel-lynig Frankryk,
+of France Equinoxiale.
+
+[11] De Burger LESCAILLIER ontvouwt dit verschynfel op eene voldoende
+wyze, in zyn werk, ten titel voerende: Exposé des moyens de mettre en
+valeur, & d'administrer la Guiane, &c. chez Dupont, imprimeur-libraire,
+rue de la Loi, Nº. 1231.
+
+[12] PIERRE BARRERE, Correspondent van de Koninglyke Academie der
+Wetenschappen te Parys, en Genees-Kruidkundige van den Koning op het
+Eiland Cayenne.
+
+[13] ANTOINE BIET, de opperste der Zendelingen, die toen naar Guiana
+vertrokken, verhaalt, dat elk der deelgenooten, welken men Seignieurs
+associés noemde, het bevel wilde voeren. ROIVILLE lag ziek, toen hy
+vermoord wierd. Hy scheen 't lot, het welk hem over het hoofd hing,
+te voorzien, en was zeer ontroerd van geest. Den 17 September 1652,
+omtrent middernacht, werd BIET door een zeer sterk geraas ontwaakt;
+en op het zelfde oogenblik hoorde hy een geroep: Werp dien schurk in de
+zee. Willende zien wat 'er gaande was, wierd hy te rug gestooten. Kort
+daar op deeden hem de moordenaars by hun komen. Hy beklom de hut, en
+schrikte op het zien van het bed van den Generaal, geheel met bloed
+besmet, en waar op twee bebloede baijonnetten lagen. Men verklaarde
+aan den Zendeling, dat de deelgenooten raadzaam geöordeeld hadden
+zig te ontdoen van eenen man, die het voornemen had hen allen van
+kant te helpen. BIET ging heen; maar des anderen daags liet men hem
+wederkomen, hem aanzeggende, dat hy den dood van den Generaal aan
+al het scheepsvolk zoude hebben bekend te maken. De Geestelyke was
+'er zeer verlegen mede. Hy besloot echter te gehoorzamen, maar hy
+deed zulks, zonder den gepleegden moord te rechtvaardigen.
+
+[14] Men kan niet zonder yzing aan den naam van Kourou denken, zegt
+de Burger LESCAILLIER; aan die plaats, alwaar 13000 menschen het leven
+lieten, en de slachtöffers werden van een ontwerp, het welk misschien
+uitvoerlyk geweest was, indien het met gematigdheid en voorzorge was
+aangelegd geweest; alwaar de Staat dertig millioenen aan onkosten
+verspilt heeft, met geen ander gevolg, dan dat, deeze ongelukkige
+Volkplanting een geruimen tyd haare achting verloren heeft; terwyl men
+aan den aart der luchtstreek toeschreef, het geen slechts de misslag
+der Regeering, en het gevolg van een verkeerd overleg was. (Exposé
+des moyens de mettre en valeur, & d'administrer la Guiane, an VI.)
+
+[15] In de ver af gelegene Binnen-Landen zyn Indianen van eene
+verhevene gestalte, en sterk gespierd.
+
+[16] Ik vermeene alhier, ter eere van deeze beide huwelyks
+verbintenissen, te moeten herïnneren, dat het geen de Burger
+LESCAILLIER gedacht en beproeft heeft, overëenkoomt met den raad,
+door RAYNAL gegeven, in zyne Histoire Philosophique des deux Indes,
+Liv. XIII. Tom. III. pag. 359. & suiv. Edit. in 4º.
+
+[17] Zie RAYNAL, Livr. XIII. pag. 291. Edit. in 4º.
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+End of the Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen en door de
+binnenste gedeelten van Guiana, by John Gabriel Stedman
+
+*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN, DEEL 4 ***
+
+***** This file should be named 8099-8.txt or 8099-8.zip *****
+This and all associated files of various formats will be found in:
+ http://www.gutenberg.org/8/0/9/8099/
+
+Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed
+Proofreaders Team
+
+Updated editions will replace the previous one--the old editions will
+be renamed.
+
+Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright
+law means that no one owns a United States copyright in these works,
+so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the United
+States without permission and without paying copyright
+royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part
+of this license, apply to copying and distributing Project
+Gutenberg-tm electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG-tm
+concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark,
+and may not be used if you charge for the eBooks, unless you receive
+specific permission. If you do not charge anything for copies of this
+eBook, complying with the rules is very easy. You may use this eBook
+for nearly any purpose such as creation of derivative works, reports,
+performances and research. They may be modified and printed and given
+away--you may do practically ANYTHING in the United States with eBooks
+not protected by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the
+trademark license, especially commercial redistribution.
+
+START: FULL LICENSE
+
+THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE
+PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK
+
+To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free
+distribution of electronic works, by using or distributing this work
+(or any other work associated in any way with the phrase "Project
+Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full
+Project Gutenberg-tm License available with this file or online at
+www.gutenberg.org/license.
+
+Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project
+Gutenberg-tm electronic works
+
+1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm
+electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to
+and accept all the terms of this license and intellectual property
+(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all
+the terms of this agreement, you must cease using and return or
+destroy all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your
+possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a
+Project Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound
+by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the
+person or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph
+1.E.8.
+
+1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be
+used on or associated in any way with an electronic work by people who
+agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few
+things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works
+even without complying with the full terms of this agreement. See
+paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project
+Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this
+agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm
+electronic works. See paragraph 1.E below.
+
+1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the
+Foundation" or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection
+of Project Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual
+works in the collection are in the public domain in the United
+States. If an individual work is unprotected by copyright law in the
+United States and you are located in the United States, we do not
+claim a right to prevent you from copying, distributing, performing,
+displaying or creating derivative works based on the work as long as
+all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope
+that you will support the Project Gutenberg-tm mission of promoting
+free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg-tm
+works in compliance with the terms of this agreement for keeping the
+Project Gutenberg-tm name associated with the work. You can easily
+comply with the terms of this agreement by keeping this work in the
+same format with its attached full Project Gutenberg-tm License when
+you share it without charge with others.
+
+1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern
+what you can do with this work. Copyright laws in most countries are
+in a constant state of change. If you are outside the United States,
+check the laws of your country in addition to the terms of this
+agreement before downloading, copying, displaying, performing,
+distributing or creating derivative works based on this work or any
+other Project Gutenberg-tm work. The Foundation makes no
+representations concerning the copyright status of any work in any
+country outside the United States.
+
+1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg:
+
+1.E.1. The following sentence, with active links to, or other
+immediate access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear
+prominently whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work
+on which the phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the
+phrase "Project Gutenberg" is associated) is accessed, displayed,
+performed, viewed, copied or distributed:
+
+ This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and
+ most other parts of the world at no cost and with almost no
+ restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it
+ under the terms of the Project Gutenberg License included with this
+ eBook or online at www.gutenberg.org. If you are not located in the
+ United States, you'll have to check the laws of the country where you
+ are located before using this ebook.
+
+1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is
+derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not
+contain a notice indicating that it is posted with permission of the
+copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in
+the United States without paying any fees or charges. If you are
+redistributing or providing access to a work with the phrase "Project
+Gutenberg" associated with or appearing on the work, you must comply
+either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or
+obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg-tm
+trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9.
+
+1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted
+with the permission of the copyright holder, your use and distribution
+must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any
+additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms
+will be linked to the Project Gutenberg-tm License for all works
+posted with the permission of the copyright holder found at the
+beginning of this work.
+
+1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm
+License terms from this work, or any files containing a part of this
+work or any other work associated with Project Gutenberg-tm.
+
+1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this
+electronic work, or any part of this electronic work, without
+prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with
+active links or immediate access to the full terms of the Project
+Gutenberg-tm License.
+
+1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary,
+compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including
+any word processing or hypertext form. However, if you provide access
+to or distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format
+other than "Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official
+version posted on the official Project Gutenberg-tm web site
+(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense
+to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means
+of obtaining a copy upon request, of the work in its original "Plain
+Vanilla ASCII" or other form. Any alternate format must include the
+full Project Gutenberg-tm License as specified in paragraph 1.E.1.
+
+1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying,
+performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works
+unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9.
+
+1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing
+access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works
+provided that
+
+* You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from
+ the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method
+ you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed
+ to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he has
+ agreed to donate royalties under this paragraph to the Project
+ Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid
+ within 60 days following each date on which you prepare (or are
+ legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty
+ payments should be clearly marked as such and sent to the Project
+ Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in
+ Section 4, "Information about donations to the Project Gutenberg
+ Literary Archive Foundation."
+
+* You provide a full refund of any money paid by a user who notifies
+ you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he
+ does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm
+ License. You must require such a user to return or destroy all
+ copies of the works possessed in a physical medium and discontinue
+ all use of and all access to other copies of Project Gutenberg-tm
+ works.
+
+* You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of
+ any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the
+ electronic work is discovered and reported to you within 90 days of
+ receipt of the work.
+
+* You comply with all other terms of this agreement for free
+ distribution of Project Gutenberg-tm works.
+
+1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project
+Gutenberg-tm electronic work or group of works on different terms than
+are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing
+from both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and The
+Project Gutenberg Trademark LLC, the owner of the Project Gutenberg-tm
+trademark. Contact the Foundation as set forth in Section 3 below.
+
+1.F.
+
+1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable
+effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread
+works not protected by U.S. copyright law in creating the Project
+Gutenberg-tm collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm
+electronic works, and the medium on which they may be stored, may
+contain "Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate
+or corrupt data, transcription errors, a copyright or other
+intellectual property infringement, a defective or damaged disk or
+other medium, a computer virus, or computer codes that damage or
+cannot be read by your equipment.
+
+1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right
+of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project
+Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project
+Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project
+Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all
+liability to you for damages, costs and expenses, including legal
+fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT
+LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE
+PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE
+TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE
+LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR
+INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH
+DAMAGE.
+
+1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a
+defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can
+receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a
+written explanation to the person you received the work from. If you
+received the work on a physical medium, you must return the medium
+with your written explanation. The person or entity that provided you
+with the defective work may elect to provide a replacement copy in
+lieu of a refund. If you received the work electronically, the person
+or entity providing it to you may choose to give you a second
+opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If
+the second copy is also defective, you may demand a refund in writing
+without further opportunities to fix the problem.
+
+1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth
+in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO
+OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT
+LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE.
+
+1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied
+warranties or the exclusion or limitation of certain types of
+damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement
+violates the law of the state applicable to this agreement, the
+agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or
+limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or
+unenforceability of any provision of this agreement shall not void the
+remaining provisions.
+
+1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the
+trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone
+providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in
+accordance with this agreement, and any volunteers associated with the
+production, promotion and distribution of Project Gutenberg-tm
+electronic works, harmless from all liability, costs and expenses,
+including legal fees, that arise directly or indirectly from any of
+the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this
+or any Project Gutenberg-tm work, (b) alteration, modification, or
+additions or deletions to any Project Gutenberg-tm work, and (c) any
+Defect you cause.
+
+Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm
+
+Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of
+electronic works in formats readable by the widest variety of
+computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It
+exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations
+from people in all walks of life.
+
+Volunteers and financial support to provide volunteers with the
+assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's
+goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will
+remain freely available for generations to come. In 2001, the Project
+Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure
+and permanent future for Project Gutenberg-tm and future
+generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary
+Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see
+Sections 3 and 4 and the Foundation information page at
+www.gutenberg.org Section 3. Information about the Project Gutenberg
+Literary Archive Foundation
+
+The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit
+501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the
+state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal
+Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification
+number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary
+Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by
+U.S. federal laws and your state's laws.
+
+The Foundation's principal office is in Fairbanks, Alaska, with the
+mailing address: PO Box 750175, Fairbanks, AK 99775, but its
+volunteers and employees are scattered throughout numerous
+locations. Its business office is located at 809 North 1500 West, Salt
+Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up to
+date contact information can be found at the Foundation's web site and
+official page at www.gutenberg.org/contact
+
+For additional contact information:
+
+ Dr. Gregory B. Newby
+ Chief Executive and Director
+ gbnewby@pglaf.org
+
+Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg
+Literary Archive Foundation
+
+Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide
+spread public support and donations to carry out its mission of
+increasing the number of public domain and licensed works that can be
+freely distributed in machine readable form accessible by the widest
+array of equipment including outdated equipment. Many small donations
+($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt
+status with the IRS.
+
+The Foundation is committed to complying with the laws regulating
+charities and charitable donations in all 50 states of the United
+States. Compliance requirements are not uniform and it takes a
+considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up
+with these requirements. We do not solicit donations in locations
+where we have not received written confirmation of compliance. To SEND
+DONATIONS or determine the status of compliance for any particular
+state visit www.gutenberg.org/donate
+
+While we cannot and do not solicit contributions from states where we
+have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition
+against accepting unsolicited donations from donors in such states who
+approach us with offers to donate.
+
+International donations are gratefully accepted, but we cannot make
+any statements concerning tax treatment of donations received from
+outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff.
+
+Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation
+methods and addresses. Donations are accepted in a number of other
+ways including checks, online payments and credit card donations. To
+donate, please visit: www.gutenberg.org/donate
+
+Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic works.
+
+Professor Michael S. Hart was the originator of the Project
+Gutenberg-tm concept of a library of electronic works that could be
+freely shared with anyone. For forty years, he produced and
+distributed Project Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of
+volunteer support.
+
+Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed
+editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in
+the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not
+necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper
+edition.
+
+Most people start at our Web site which has the main PG search
+facility: www.gutenberg.org
+
+This Web site includes information about Project Gutenberg-tm,
+including how to make donations to the Project Gutenberg Literary
+Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to
+subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks.
+
diff --git a/8099-8.zip b/8099-8.zip
new file mode 100644
index 0000000..fb7be7b
--- /dev/null
+++ b/8099-8.zip
Binary files differ
diff --git a/LICENSE.txt b/LICENSE.txt
new file mode 100644
index 0000000..6312041
--- /dev/null
+++ b/LICENSE.txt
@@ -0,0 +1,11 @@
+This eBook, including all associated images, markup, improvements,
+metadata, and any other content or labor, has been confirmed to be
+in the PUBLIC DOMAIN IN THE UNITED STATES.
+
+Procedures for determining public domain status are described in
+the "Copyright How-To" at https://www.gutenberg.org.
+
+No investigation has been made concerning possible copyrights in
+jurisdictions other than the United States. Anyone seeking to utilize
+this eBook outside of the United States should confirm copyright
+status under the laws that apply to them.
diff --git a/README.md b/README.md
new file mode 100644
index 0000000..8dca61b
--- /dev/null
+++ b/README.md
@@ -0,0 +1,2 @@
+Project Gutenberg (https://www.gutenberg.org) public repository for
+eBook #8099 (https://www.gutenberg.org/ebooks/8099)
diff --git a/old/7rns410.txt b/old/7rns410.txt
new file mode 100644
index 0000000..3d0d6c7
--- /dev/null
+++ b/old/7rns410.txt
@@ -0,0 +1,6605 @@
+The Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen en door de binnenste
+gedeelten van Guiana, by John Gabriel Stedman
+#4 in our series by John Gabriel Stedman
+
+Copyright laws are changing all over the world. Be sure to check the
+copyright laws for your country before downloading or redistributing
+this or any other Project Gutenberg eBook.
+
+This header should be the first thing seen when viewing this Project
+Gutenberg file. Please do not remove it. Do not change or edit the
+header without written permission.
+
+Please read the "legal small print," and other information about the
+eBook and Project Gutenberg at the bottom of this file. Included is
+important information about your specific rights and restrictions in
+how the file may be used. You can also find out about how to make a
+donation to Project Gutenberg, and how to get involved.
+
+
+**Welcome To The World of Free Plain Vanilla Electronic Texts**
+
+**eBooks Readable By Both Humans and By Computers, Since 1971**
+
+*****These eBooks Were Prepared By Thousands of Volunteers!*****
+
+
+Title: Reize naar Surinamen en door de binnenste gedeelten van Guiana
+
+Author: John Gabriel Stedman
+
+Release Date: May, 2005 [EBook #8099]
+[Yes, we are more than one year ahead of schedule]
+[This file was first posted on July 16, 2003]
+
+Edition: 10
+
+Language: Dutch
+
+Character set encoding: ASCII
+
+*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN ***
+
+
+
+
+Produced by Jeroen Hellingman
+and the Online Distributed Proofreaders Team
+
+
+
+
+REIZE NAAR SURINAMEN EN GUIANA. IV.
+
+
+
+REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA;
+
+DOOR DEN CAPITAIN JOHN GABRIEL STEDMAN.
+
+MET PLAATEN EN KAARTEN.
+
+NAAR HET ENGELSCH
+
+VIERDE DEEL.
+
+TE AMSTERDAM, BY
+JOHANNES ALLART,
+MDCCC.
+
+
+
+INHOUD DER HOOFTSTUKKEN.
+
+XXIX. HOOFTSTUK.
+
+Byzonderheden, betreffende den beruchten GRAMAN QUACY.--Beschryving
+van eene Koffy-Plantagie.--Ontwerp tot verbetering van de Volkplanting
+van Surinamen.--Verscheiden zoorten van visschen.--Nieuwe trek van
+wreedheid.--Voorbeeld van menschlievendheid.--De krygsbende van den
+Colonel FOURGEOUD wordt wederom ingescheept.
+
+XXX. HOOFTSTUK.
+
+De Schepen ligten het anker, en steken in Zee. Overtocht.--Het
+Zee-paard.--De Noord-kaper.--De Haay.--De Zuiger-visch.--Het
+Lootsmannetje.--De Bruinvisch.--Zee-orkaan.--De schepen landen in Texel
+aan.--Ontscheping van het krygsvolk in de Stad 's Hertogenbosch.--Dood
+van den Colonel FOURGEOUD.--Besluit.
+
+
+AANHANGZEL.
+
+VOOR-BERICHT.
+
+EERSTE BRIEF.
+
+Van den aart der Landen, derzelver vruchtbaarheid en plaatselyke
+ligging.
+
+TWEEDE BRIEF.
+
+Van de manier, om te arbeiden aan Dykagien, uitwaterende Vaarten,
+Sluizen en ander werk, het welk noodig is, om het Land ter bebouwing
+gereed te maken.
+
+DERDE BRIEF.
+
+Van het planten en aankweeken van Koffy, en van de noodige
+levensmiddelen tot onderhoud van de Planters; van het oogsten
+en bewerken der Koffy; van de gebouwen, en verdere noodzakelyke
+inrigtingen tot eene groote Koffy-Plantagie, volgens het gebruik der
+Hollandsche Volkplantingen in Guiana.
+
+VIERDE BRIEF.
+
+Antwoord op de drie eerstgemelde Brieven, waar by de Fransche Ingezeten
+de vraag omtrent de afschaffing der slavernye, in de Volkplantingen,
+alwaar dezelve nog plaats heeft, opzettelyk behandelt: hy raadt om
+deeze verandering, die noodzakelyk geworden is, te bevorderen; en
+geeft de middelen aan de hand, om daar toe te geraken, zonder aan
+den voorspoed der Volkplantingen nadeel toe te brengen.
+
+
+
+TWEEDE AANHANGZEL,
+
+OF
+
+BESCHRYVING DER VOLKPLANTING VAN CAYENNE.
+
+I. HOOFTSTUK.
+
+Aardrykskundige Beschryving van Fransch Guiana.
+
+II. HOOFTSTUK.
+
+Luchts-gesteldheid in Fransch Guiana.
+
+III. HOOFTSTUK.
+
+Geschiedkundige opgaave, betrekkelyk Fransch Guiana.
+
+IV. HOOFTSTUK.
+
+Bevolking van Fransch Guiana.
+
+V. HOOFTSTUK.
+
+Zeden en gewoonten der Indianen.
+
+
+VI. HOOFTSTUK.
+
+Behandelingen, welken de Indianen in Fransch Guiana ondergaan
+hebben.--Middelen om hun voor de Volkplanting nuttig te maken.
+
+VII. HOOFTSTUK.
+
+Hooge en laage landen.--Timmerhout.--Voortbrengzels van Fransch
+Guiana. Levensmiddelen, tot de tafel dienende.
+
+
+
+
+REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA.
+
+
+NEGEN-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Byzonderheden, betreffende den beruchten GRAMAN QUACY.--Beschryving van
+eene Koffy-Plantagie.--Ontwerp tot verbetering voor de Volkplanting
+van Surinamen.--Verscheiden zoorten van visschen.--Nieuwe trek van
+wreedheid.--Voorbeeld van menschlievendheid.--De krygsbende van den
+Colonel FOURGEOUD wordt wederom ingescheept.
+
+Andermaal in de hoofdstad te rug gekomen zynde, en van de beleefdheid
+van anderen geen misbruik willende maken, huurde ik een klein, maar
+gemakkelyk huis, aan den waterkant gelegen, en alwaar wy byna zoo
+gelukkig leefden, als op de Hoop.
+
+Het eerste bezoek, dat ik ontfing, was van den Capitain LEWIS, die
+my berigtte, dat MACDONALD, die dankbaare matroos, van wien ik hier
+boven gesproken heb, op zyne te rug reize, na eenen tocht van twaalf
+dagen was overleden. Deeze brave jongen had den Capitain verzocht my
+van zynent wegen te groeten, en my ter hand te stellen de schelp van
+paarel d'amour, met zilver omzet, welke ik hem gegeven had.
+
+Een groot aantal Planters en Colonisten wenschten ons geluk met
+onzen goeden uitslag tegen de muitelingen, De beruchte GRAMAN QUACY
+vertoonde my ook den fraaijen rok, en gouden gedenkpenning, hem door
+den Prins van Oranje geschonken. Deeze Africaan, want hy was van
+de kust van Guinee geboortig, vond middel, om, door zyn inneemend
+character en door zyne slimheid, zig niet alleen de vryheid, maar
+zelfs een gemakkelyk leven, te bezorgen.
+
+Onder de slaven van het laagste zoort den naam van Lockoman,
+of toovenaar, verkregen hebbende, werd 'er op de Plantagien geene
+misdaad gepleegd, of GRAMAN QUACY wierd geroepen, om den schuldigen
+te ontdekken; het geen hy zeer dikwils deed, uit hoofde zyner
+doorzichtigheid, geholpen door het vertrouwen, het welk de Negers
+op zyne tooverstreeken stelden, en door het gezag, het welk hy op
+hen verworven had. Dienvolgende kwam hy groote onheilen voor; en
+tot belooning van zyne diensten, ontfing hy nu en dan aanzienlyke
+geschenken. De bende Jagers, en, alle de vrye Negers, waren aan zynen
+invloed onderworpen. Hy verkogt hun zyne obias of tooverbanden, om hen
+onkwetsbaar te maken, en hun daar door alle vrees te benemen. Door
+deeze kunstgreep had hy aan de Volkplanting grooten dienst gedaan,
+en tevens goed zyn beurs gemaakt. De Negers baden hem als een God
+aan. Het maken van zyne tooverbanden kostte hem weinig: zy bestonden
+uit kleine steentjes, zeeschelpen, klein gehakt hair, vischgraaten,
+vederen, enz. dit alles wel by elkander gebonden, en een pakje
+uitmakende, wierd met een catoen lint om den hals gehangen, of aan
+eenig ander gedeelte van het lichaam geplaatst. Hy had, in 't jaar
+1730, het geluk, om eenen geneeskrachtigen wortel te ontdekken, die
+naar hem Quassie- of Quacy-hout genoemd wierd. [1] Schoon dezelve
+thans in Engeland minder beroemd is, dan voor deezen, beschouwt men
+dien echter als een zeer krachtig middel tot versterking van de maag,
+en herstelling van eetlust. Behalven deeze eigenschap, levert dezelve
+ook een krachtig middel tegen de koorts op.
+
+De heer D'AHLBERG, dien ik reeds in het verhaal van deeze reize
+genoemd heb, maakte, in 't jaar 1761, het Quasie-hout aan den beroemden
+LINNAEUS bekend, en deeze Zweedsche Natuurkenner heeft naderhand eene
+verhandeling over deeze plant geschreven. Door middel van deeze
+gewichtige ontdekking, zoude QUACY groote rykdommen hebben kunnen
+verzamelen, zoo hy zig niet aan een liederlyk leven en verkwistingen
+had overgegeven, waar van de gevolgen zwaare ziekten waren, en
+inzonderheid de melaatsheid, die, zoo als ik reeds gezegd heb,
+volstrekt ongeneeslyk is. Hy moet niettemin eenen hoogen ouderdom
+bereikt hebben, schoon hy den juisten tyd van zyne geboorte niet wist,
+maar hy was dikwils gewoon te verhaalen, dat hy als trommelslager
+diende, en op de Plantagie van zynen meester alarm sloeg, toen de
+Fransche Admiraal, JACQUES CASSARD, in 't jaar 1712, de Surinaamsche
+Volkplanting onder schatting stelde.
+
+Het Portrait van deezen buitengewoonen man, met zynen gryzen kop,
+en zyn scharlaken en blaauwen rok, met goud omboord, afgereekend
+hebbende, biede ik het zelve den lezer aan.
+
+Zelfs in de week van myne te rug komst op Paramaribo, ondervonden
+wy nieuwe bewyzen van de goede uitwerkingen, welken de tooverbanden
+van GRAMAN QUACY te weeg bragten. Een Capitain der Jagers, HANNIBAL
+genaamd, bragt aldaar twee handen van twee oproerige Negers, die hy
+ontmoet, en zelf gedood had. Eene van die handen was afgehouwen aan
+den Neger CUPIDO, in 't jaar 1774, gevangen genomen door den Colonel
+FOURGEOUD, die hem in de bosschen agter aan voerde, tot dat het aan
+deezen Neger, in weerwil van de ketenen, waar aan hy geboeid was,
+gelukte te ontsnappen.
+
+Myne vrienden een bezoek gevende, ging ik den heer ANDREAS REYNSDORP
+zien, die my een liskoord en een knoop van een hoed, met diamanten,
+toonde, die hem twee honderd guinies gekost hadden.--Zoo groot is de
+weelde in Surinamen. Deeze pracht was nog verre beneden die van den
+heer D'AHLBERG die behalven eene goude snuifdoos, met edele gesteenten
+omzet, en hebbende de waarde van 600 ponden sterlings, my twee stukjes
+zilver geld vertoonde, met goude randen, en met diamanten omzet, met
+dit opschrift: Soli Deo gloria, fortuna beatum &c. My niet hebbende
+kunnen wederhouden, om hem myne verwondering te kennen te geven, dat
+hy zoo byzonder veel werk maakte van twee zulke ligte stukjes, gaf hy
+my ten antwoord, dat dit al het gereed geld was, het welk hy bezat,
+toen hy uit zyn vaderland, Zweden, in deeze Volkplanting kwam.--Werkte
+gy? zeide ik hem.--Neen.--Vroeg gy om een aalmoes?--Neen.--Gy hebt
+evenwel niet gestolen?--Neen; maar, onder ons, ik gedroeg my als een
+geestdryver; het geen nu en dan zeer noodzakelyk is, en de drie andere
+kostwinningen overtreft. Ik zal nog een voorbeeld bybrengen van de
+buitensporigheid van zommige inwooners deezer Volkplanting. Twee van
+hun geschil hebbende over een koets, die zeer cierlyk gebeeldhouwd en
+zeer kostbaar was, zynde kortlings uit Holland aangekomen, moest men
+zyne toevlucht nemen tot de rechtbank, om te weten, aan wien dezelve
+toebehoorde; en geduurende den tyd, dat het twistgeding duurde, bleef
+het rydtuig in de open lucht staan, en verloor al deszelfs waarde.
+
+Den 10den February, wanneer de meeste onzer Officieren te Paramaribo
+te rug gekomen waren, gaf de Colonel hun, in het hoofd-kwartier,
+een zoo genaamd festyn. Met de vreugde op het aangezicht geschilderd,
+gaf hy ons kennis, dat hy zynen tocht ten einde gebragt had. Zonder
+veel bloed te vergieten, had hy zyn oogmerk volmaakt bereikt, door
+een-en-twintig gehuchten of dorpen te vernielen, en twee honderd
+velden te verwoesten, waar op allerleije zoorten van planten groeiden,
+van welken het bestaan der muitelingen afhing. Hy bevestigde ons ook
+de tyding, dat zy byna allen de Rivier Maroni waren overgetrokken,
+en zig in de Fransche Volkplanting van Caijenne hadden nedergezet,
+alwaar men hun niet alleen eene schuilplaats verleende, maar zelfs
+alles verschafte, wat zy benoodigd hadden. Wy wenschten hem van
+goeder harten geluk, en wy dronken driewerf den voorspoed van de
+Surinaamsche Volkplanting, welkers toekomende veiligheid afhing van
+het nieuw cordon, of van den verschansten weg, die door het krygsvolk
+der Societeit en de Neger-jagers verdedigd wierd.
+
+De Colonel FOURGEOUD, en zyne krygsbende, worden, in het werk
+van Dr. FERMIN, twee malen aangehaald als de redders deezer
+Volkplanting. De Abt RAYNAL spreekt 'er ook met zeer veel roem
+van, en zyne loftuitingen zyn met de rechtvaardigheid en waarheid
+overeenkomstig. Eene zaak is 'er, die den Colonel oneindig veel
+eere aandeed, namelyk dat, hoe zeer hy zyne soldaten op geenerhande
+wyze spaarde, hy nimmer eenen gevangen muiteling in koelen bloede
+deed ombrengen; ja zelfs, wanneer het hem mogelyk was, ontweek hy om
+denzelven in handen van den Rechter over te leveren. Hy wist, dat zyn
+plicht medebragt de muitelingen te verjagen; maar hy wist ook tevens,
+dat geweldadige en onmenschelyke mishandelingen hen tot muiterye hadden
+doen overslaan. Ik zelf, die, in de drie eerste jaaren, door hem op
+eene ongepaste manier vervolgd wierd, moet tot zynen roem verklaren,
+dat hy onvermoeid in den dienst was, en dat hy, in weerwil van eenige
+gebreken, een uitmuntend Officier was.
+
+De Bevelhebber melde ons bovendien, dat twee schepen, die met
+krygsbehoeften voor ons geladen waren, op de reede van Texel waren
+gestrand; maar dat men een gedeelte van hunne lading geborgen had,
+en in twee andere schepen overgeladen, die in de Rivier Surinamen
+aankwamen.
+
+Ik stond toen in zulk eene blakende gunst by den Colonel, dat hy my
+zelfs tot zynen vertrouweling nam. Ik wist daar door zyn voornemen,
+om het nieuwlings ontscheepte krygsvolk nog verscheiden maanden
+na ons vertrek in 't veld gelegerd te houden, welke ongemakken zy
+'er ook door lyden mogten. Hy noemde my vervolgens de Officiers,
+welken hy, na zyne aankomst in Holland, wilde tegenwerken, als mede
+welken hy door zyne aanbeveeling wilde doen bevorderen; maar ik nam de
+vryheid hem hier in de reden te vallen, en op myne eer te verklaren,
+dat de eerstgemelde door my weten zouden het gevaar, dat hun over 't
+hoofd hing, zoo hy 'er by bleef, om zulk een onrechtvaardig ontwerp
+ter uitvoer te brengen. Deeze verklaring bragt ten minsten die goede
+uitwerking te weeg, dat het gesprek van zulk een onaeangenaam voorwerp
+wierd afgeleid. Ik verzogt hem vervolgens, "dat hy zig de noodlottige
+gesteltenis herinneren zoude, waar in dit zelfde volk zig bevond
+aan de Cassipory-Kreek, terwyl hun Heelmeester goude horologien, en
+diamanten ringen overwon, met het genezen van de ingebeelde ziekten
+der aanzienlyke lieden op Paramaribo". Hy antwoordde my: Gy zyt een
+braave jongen; en beloofde 'er aan te zullen gedachtig zyn.
+
+Ik wierd toen door Capitain MACNEYL genoodigd, om eenige dagen op
+zyne Koffy-Plantagie te gaan doorbrengen; maar, hoe zeer ik deeze
+uitnoodiging niet konde aanneemen, zal ik my echter van deeze
+gelegenheid bedienen, om de nuttige plant, Koffyboom genaamd, te
+beschryven, die, niet oorsprongelyk uit Guiana herkomstig zynde,
+zoo men zegt, door den Graaf DE NEALE te Surinamen gebragt wierdt,
+schoon zommige Schryvers daar van de eer geven aan zekeren zilversmit,
+HANSBACH genaamd.
+
+De Koffy-boon [2] koomt voort van den Koffy-boom, welke eene bevallige
+gedaante heeft, en die men niet hooger laat groeijen, dan tot een mans
+hoogte, om de vrucht des te gemakkelyker te kunnen plukken. De schors
+van deezen boom heeft eene helder bruine kleur; en zyne bladeren,
+zynde altyd groen, glad, glinsterend en hoog gekleurd var boven,
+bleek van onderen, uitgesneden, maar zonder getand te zyn, aan de
+beide einden puntig, aan de buitenkant stomp, drie of vier duimen
+lang, en omtrent twee breed, zitten aan zeer korte steelen, en eene
+uitspringende kant verdeelt dezelve benedenwaarts in twee gelyke
+deelen. De boom is 'er geheel mede bedekt, en zyne takken spruiten op
+eenen kleinen afstand van den grond uit. Deszelfs bezien zyn eirond,
+in 't begin groen, en langzamerhand van kleur veranderende tot dat
+zy ryp zyn, wanneer zy eene heldere roode kleur vertoonen, even als
+de kerssen. Het vleesch van elk deezer bezien, hebbende eenen vry
+aangenaamen zoetaechtigen smaak, eene speceryen geur, en eene bleeke
+kleur, omgeeft twee nootedoppen, die dicht aan elkander zitten, en
+elk eene halve boon of zaad bevatten van een kraakbeenigen aart, eene
+bleeke of geelaechtige groene kleur, eyrond, aan de eene zyde bolrond,
+aan de andere plat, en aldaar over deszelfs geheele lengte met eene
+zeer diepe groeve doorsneden. Men zegt, dat een Koffy-boom drie of
+vier ponden koffy by elken oogst kan opleveren; en even als andere
+plantgewassen van dit Land geeft dezelve twee malen 's jaars vruchten.
+
+De gebouwen op eene Koffy-Plantagie, bestaan in het huis van den
+Planter, het welk men, om de aangenaamheid, doorgaans aan den
+oever van eenige Rivier plaatst; en dicht daarby, gemakshalven, de
+woning van den opzichter, van den boekhouder, de magazynen, en kleine
+bergplaatsen. De verdere gebouwen, tot de bewerking geschikt, zyn eene
+wooning voor den timmerman, een timmerwerf, een zoort van schuur om het
+vaartuig in te bergen, twee koffy-huizen, het een, om de boon van het
+verdere gedeelte der vrucht af te scheiden, en het ander, om dezelve
+te laten droogen. Het overige bestaat in woningen voor de Negers,
+in een hospitaal, een beestenstal, en magazynen. Het geheel heeft het
+voorkomen van een klein gehucht. Het koffy-huis alleen kost zomtyds
+vyf duizend ponden sterling, en zelfs meer. Maar om een volkomener
+denkbeeld van het geheel te geven, verwyze ik den lezer naar de daar
+van door my gemaakte afteekening. Hy zal op dezelve zien de plaats der
+gebouwen, de velden in hunnen vollen groei, de paden, de grachten,
+de Huizen, alles behoorlyk onderscheiden. Eene dergelyke Plantagie,
+op die wyze gerangschikt, vereenigt in zig aangenaamheid, gemak, en
+veiligheid: aangenaamheid, om dat zy volmaakt regelmatig is; gemak,
+om dat alles aldaar onder het bereik en het oog van den Planter verrigt
+wordt; veiligheid, om dat zy door eene zeer breede gracht omringd is,
+waar in het water uit de Rivier loopt, en waar over een valbrug legt,
+die des nachts wordt opgehaald, en alle gemeenschap van buiten afsnydt.
+
+De landen, tot bebouwing geschikt, zyn in groote vierkante vakken
+verdeeld, waarop doorgaans twee duizend fraaije koffy-boomen staan, die
+op den afstand van tien voeten van elkander geplant zyn. Deeze boomen,
+die op de drie jaaren vruchten beginnen te dragen, hebben op de zes
+jaaren hunnen volkomen wasdom bereikt, en worden dertig jaaren oud. In
+plaats van de boomen, die sterven, plant men jonge loten, die uit eene
+kweekery gehaald worden, zynde een zeer wezentlyk gedeelte, waar aan
+eene Plantagie nimmer gebrek moet hebben. Ik heb reeds opgemerkt,
+dat men twee maalen's jaars oogsten kan: de eerste heeft plaats op
+het einde van de maand Juny, de andere op het einde van November.
+
+Het is in dit oogenblik niet onaeangenaam, Negers van allerleijen
+ouderdom, deeze bezien van eene helder roode kleur te zien plukken;
+en terwyl de meer bejaarden hunne taak afwerken, vermaken zig de
+jongere, die reeds dezelve geeindigd hebhen, met onder een aangenaam
+groen te stoeijen.
+
+Zy verschynen vervolgens allen voor den Opzichter, die de geenen, wier
+manden niet vol genoeg zyn, doet zweepen, welke reden van verschooning
+zy ook mogen bybrengen. Dit gedaan zynde, worden de vruchten in de
+schuur gebragt, en de slaven keeren naar hunne woningen te rug. Om het
+vleesch der vrucht van de boonen af te scheiden, worden de vruchten
+in een molen, die daar toe gemaakt is, gewreven; vervolgens worden de
+boonen in water geworpen, waar in zy een nacht blyven; men spreidt ze
+als dan uit op een zoort van dorschvloer, gemaakt in de open lucht,
+en met platte steenen, om daar op de boonen te laten droogen. Deeze
+bewerking afgeloopen zynde, begint men wederom eene andere, byna van
+gelyken aart, daar in bestaande, dat men de boonen op den vloer van
+eene zolder uitspreidt. Aldaar dampen zy uit, en droogen inwendig, en
+men draagt zorg om ze dagelyks met houten schoppen om te roeren. Om
+de drooging volkomen te doen zyn, werpt men deeze zelfde boonen in
+kuipen, die op rollen loopen, en men draagt zorg, dat ze niet door
+den regen nat worden. Men wryft ze vervolgens in houten mortieren, om
+de schil of het vlies, waar mede de boonen in de vrucht aan elkander
+vast zitten, van een te scheiden. De Negers doen dit werk op de maat,
+onder een algemeen gezang.
+
+Eenige Koffy-Plantagien in Surinamen brengen jaarlyks meer dan
+150,000 ponden gewicht voort; en, gelyk ik reeds heb opgemerkt, het
+jaar voor onze komst, voerde men, alleen naar Amsterdam, 12,267,134
+ponden van dit aangelegen voortbrengzel uit, waar van de prys van
+zeven tot agtien stuivers verschilde, maar die, midden door gerekend,
+eene somme van 400,000 ponden Sterling opbrengen, zonder daar nog by
+te rekenen het geen naar Rotterdam en Zeeland verzonden wierd.
+
+Dit is genoegzaam tot betoog, dat het aankweken der koffy allen
+aandacht van de Planters verdient. Ten aanzien van derzelver
+hoedanigheden is het onnoodig den lezer te onderhouden.
+
+Met deeze beschryving zal ik de waarnemingen eindigen, door my omtrent
+de voortbrengzels van het Planten-ryk in deeze Volkplanting gemaakt,
+naar mate dezelve zig aan my aanboden. Ik zal 'er echter byvoegen,
+dat de verscheidenheid en buitengewoone eigenschappen der boomen,
+planten, wortelen, enz. in dit Land, van dien aart zyn, dat zelfs de
+oudste inwooners dezelven niet volkomen kunnen kennen.
+
+Het is eenige jaaren geleden, dat de Graaf GENTILLY, een kundig man,
+met verscheiden Indianen de woestenyen van Guiana doorreisde. Hy
+had een aantal aanmerkingen verzameld, waar uit de Kruidkunde groote
+voordeelen stond te trekken, toen hy door eene kwaadaeartige koorts
+wierd aangetast, die hem in het midden zyner zoo gewichtige als
+nuttige werkzaamheden in het graf sleepte.
+
+Na alzoo myne berichten nopens de verschillende voortbrengzels deezer
+Volkplanting, voornanamelyk catoen, suiker, cacao, indigo en koffy,
+geeindigd te hebben; na herhaald te hebben, dat de onderscheidene
+boomen, heesters, planten, wortels, gommen, en welriekende dingen,
+welken men aldaar ontmoet, uittermaten talryk zyn, en allen van
+eene uitmuntende hoedanigheid, is my thans nog overig de belofte te
+vervullen, door my gedaan, om aan het oordeel van het publiek eenige
+aanmerkingen te onderwerpen, waar van de gevolgen, wanneer ze beoeeffend
+werden, een oneindig nut aan alle de West-Indische Volkplantingen
+zouden aanbrengen, en haar groote rykdommen verschaffen, tevens het
+geluk der slaven bevorderende, zonder dat men noodig zoude hebben
+tot den handel op de kust van Guinee zyn toevlucht te nemen, om het
+dagelyks verlies der Negers te herstellen. Maar het is noodzakelyk
+voor af de manier aan te wyzen, op welke zy gerangschikt en behandeld
+worden, overeenkomstig de byzondere gewoonte van deeze Volkplanting;
+ik zal vervolgens opgeven, hoe zy, niet alleen volgens de wetten der
+menschelykheid, maar ook volgens die van het gezond verstand behooren
+te zyn.
+
+Ik heb reeds doen opmerken, dat 'er 75,000 slaven van allerleije
+benamingen in Surinamen zyn. Om een getal te hebben, het welk zig
+gemakkelyker laat verdeelen, zullen wy het stellen op 80,000, en,
+daar de Plantagien een getal van 800 beloopen, veronderstellen,
+dat elke Plantagie 100 slaven heeft, (schoon verscheiden derzelven
+'er niet meer dan 24, en andere wederom 400 hebben,) dus zullen
+wy het getal van 80,000 vinden. De volgende staat of tafel wyst de
+onderscheidene diensten of werkzaamheden aan, waar toe zy gebruikt
+worden. De eerste reije bevat het getal der slaven van alle ambachten,
+die tot elke Plantagie behooren; de tweede, de by elkander gerekende
+getallen over alle de Plantagien.
+
+Staat der Negers, zoo mannen als vrouwen, tot eene Plantagie
+behoorende, volgens derzelver onderscheidene diensten.
+
+
+ Op een Op 800
+ Plantagie. Plantagien.
+
+Vier mannen tot huisselyken dienst. 4 3,200
+Vier vrouwen, dito 4 3,200
+Een kok voor den Planter,
+Opzichter, enz. 1 800
+Een jager 1 800
+Een visscher 1 800
+Een tuinman voor de bloem- en
+moestuin 1 800
+Een Neger, die belast is met het
+weiden van paarden en ossen 1 800
+Een om de geiten te weiden 1 800
+Een tot het weiden van de varkens 1 800
+Een Neger, wiens post is aan het
+gevogelte eeten te geven 1 800
+Timmerlieden, om wooningen,
+vaartuigen, enz. te bouwen 6 4,800
+Kuipers, om het vaatwerk te maken
+en te herstellen 2 1,600
+Een metzelaar, om de steene
+grondvesten te bouwen en te
+herstellen. 1 800
+Negers, die eenig handwerk
+oeffenen, en andere, die alleen
+tot pronk dienen, wonende op
+Paramaribo 15 12,000
+Een Neger, den post van
+Heelmeester waarnemende 1 800
+Zieken en ongeneeslyken 10 8,000
+Eene minne voor de kinderen, die
+door hunne moeders niet gezoogd
+kunnen worden 1 800
+Zeer jonge kinderen, die nog geen
+arbeid kunnen doen 16 12,800
+Negers, die te oud zyn om te werken 7 5,600
+Negers, alleenlyk geschikt om op
+het Land te arbeiden 25 20,000
+ --- -------
+Het geheele getal der slaven 100 80,000
+
+
+Uit deezen Staat kan men zien, dat het getal der slaven, die
+verwezen zyn om den geheelen last van den arbeid op het veld te
+dragen, slechts een vierde bedraagt van de gezamentlyke Negers
+der Volkplanting; en deeze zyn het voornamelyk, die vroegtydig
+sterven. Is het dus niet klaar, dat indien men tot den zelfden arbeid,
+met zoo veel gestrengheid, de vyftig duizend slaven gebruikte, die
+daar toe bruikbaar zyn, het getal der dooden, jaarlyks op vyf van
+'t honderd beloopende, ten minsten tot twaalf vermeerderen zoude,
+en deeze bevolking, in een weinig meer dan agt jaaren tyds, volkomen
+vernielen zoude.
+
+Na getoond te hebben, hoe de slaven verdeeld worden, moet ik kortelyk
+opmerken, dat zoo al dertig duizend van dezelven met meerder gemak
+leven, dan het gemeene volk in Engeland; en andere dertig duizend
+een ledig leven leiden, of ten minsten een leven, het welk tot in
+standhouding der Plantagien van geen nut is; de twintig duizend, die
+dan nog overig zyn, over 't algemeen onder de ellendigste schepzels,
+die op aarde woonen, gerangschikt kunnen worden. Men geeft hun
+naauwlyks te eeten, men put hen uit door vermoeijing, men mishandelt
+hen, men ryt hen door wreede straffen van een, zonder te gedogen,
+dat zy hunne vorderingen en klachten laten hooren, zonder dat men naar
+hunne verdediging begeert te luisteren, zonder dat men hun by eenige
+gelegenheid het minste recht laat wedervaren; en op die wyze kan men
+hen als levendig dood beschouwen, dewyl zy geene der voorrechten van
+de menschelyke maatschappy genieten.
+
+Ik moet aan ieder mensch van gezond verstand vragen, of eene dusdanige
+verdeeling niet strydig is met het waar belang der eigenaars,
+terwyl dezelve door een verstandiger bestuur hunne rykdommen zouden
+vermeerderen, en het leven van hunne slaven zoo zeer niet verkorten?
+
+Indien de onbedachtzaame inwooners deezer Volkplanting hunne weelde,
+ik zal niet zeggen 'er van afzien, maar matigen wilden, zouden ten
+minsten twintig duizend Negers by het getal der arbeidende gevoegd
+worden, het geen door aan de lediggangers werk te verschaffen,
+de anderen oneindig ontlasten zoude, en (mits zy allen met minder
+wreedheid behandeld werden,) het zoort van sterfte zoude doen ophouden,
+die zoo algemeen het lot der eerstgemelden is.
+
+Maar de hervorming moet begonnen worden met menschen, wier gedrag
+ten voorbeelde strekken kan. Het is noodig, dat zy, wien het
+uitvoerend gedeelte van het bestuur wordt toebetrouwd, geen belang
+hebben, om de oogen te sluiten voor buitensporigheden, die by de
+wetten verboden zyn: het is noodig, dat nimmer de Gouverneur, en
+Regeeringen der Volkplanting, eigenaars zyn van een grooter getal
+slaven, dan, overeenkomstig hunnen rang, tot den huisselyken dienst
+by hun noodzakelyk is; want ik heb meer dan eens gezien, dat zy,
+die de wetten maakten, of met derzelver uitvoering belast wierden,
+de eerste waren, die dezelven overtraden, het zy door de Negers
+te dwingen, om des zondags te werken, het zy door zig aan alle de
+geweldadigheid hunner driften over te geven.
+
+Het is derhalven van aanbelang, dat de Gouverneur en de voornaamste
+lieden der Regeering uit Europa gezonden worden; dat zy met de gaven
+der fortuin, en de voordeelen van eene goede opvoeding begunstigd
+zyn, maar bovendien, dat zy eenen edelmoedigen en standvastigen geest
+hebben; dat zy onvatbaar zyn voor omkooping, en zig door den glans
+van het goud niet laten verblinden; dat zy eindelyk met gevoelens
+van eer en menschelykheid bezield zyn; dat het volk, aan het welk zy
+eenen zoo wezentlyken dienst doen, dat de Volkplanting, welke zy zoo
+kragtdadig beschermen, hun op eene edelmoedige wyze beloone; maar dat
+hunne bezoldingen vast bepaald zyn, en niet van het zweet en bloed
+dier ongelukkige Africaanen afhangen; dat deeze zelfde Regeeringen
+wetten maken, waar by de arbeid der Negers bepaald wordt; dat deeze
+door andere beschermende wetten gevolgd worden, die niet gedogen,
+dat deeze ongelukkige slaven gefolterd, van een gereten, vermoord
+worden, of dat men hun al het geen den mensch lief is, hunne kinderen
+en vrouwen, onbeschaamdelyk ontroove; dat men hun behoorlyk voedzel
+geeft, en hun in hunne ziekten laat oppassen; maar voornamelyk, dat
+men hun recht laat wedervaren, dat men hen hoort, en hun toestaat,
+om de buitensporigheden, waar over zy zig beklagen, door getuigen te
+bewyzen, van welke kleur dezelve ook zyn mogen; dat men hun zelfs
+een voorrecht laat genieten, het geen voor ons zoo dierbaar is,
+om gevonnisd te worden door onaefhangelyke en onpartydige Rechters,
+uit hunne landgenooten gekozen. Indien gy eindelyk wilt, dat zy als
+menschen handelen en arbeiden, behandel hen dan op dien voet.
+
+Wanneer dusdanige wetten aangenomen en ter uitvoer gebragt werden,
+durve ik verzekeren, dat de Europeesche volken oneindige voordeelen
+van hunne Volkplantingen trekken zouden.--De Planters zouden ryk, en
+hunne Opzichters ordentelyke lieden worden; de slavernye zoude dan meer
+in naam, dan in de daad zyn; de Negers zouden hunne taak met vermaak
+afwerken; de bevolking zoude vermeerderen, en de vervloekte handel op
+de kust van Guinee zoude vernietigd worden. De eigenaars zouden hunne
+slaven als hunne kinderen beschouwen, en als de zoodanigen, van welken
+de vergrooting van hun fortuin afhangt; de slaven zouden van hunnen
+kant den dag zegenen, dat hunne vooroeuders in America zyn aangeland.
+
+Den 16den, by zyne Excellentie den Gouverneur ter maaltyd genoodigd
+zynde, liet ik hem zien de verzameling van myne teekeningen en
+aanmerkingen, die ik rakende de Volkplanting van Surinamen gemaakt had;
+hy wilde dezelvcn wel met zyne goedkeuring vereeren. Ik betuigde hem
+myne dank-erkentenis, niet alleen voor alle de geschikte gelegenheden,
+welken hy my bezorgd had, om dien arbeid aan te vullen, maar ook voor
+het allervriendelykst onthaal, het welk ik, geduurende myn verblyf
+in Guiana, van hem genoten had.
+
+Door de herhaalde betuigingen van zyne vriendschap aangemoedigd,
+dorst ik, twee dagen daar na, hem een zeer buitengewoon verzoekschrift
+aanbieden, het welk ik hem verzogt aan den Raad voor te dragen, zoo
+als hy my ook al glimlagchende, en my de hand drukkende, beloofde. Zie
+hier het zelve:
+
+Ik verbinde myn woord van eer, het eenigste goed, het welk ik, behalven
+myne soldye, bezit, tot borge, dat, indien de Raad myn voorig verzoek
+tot vrymaking van mynen geliefden zoon JOHNNY STEDMAN toestaat,
+dit kind nooit ten lasten der Volkplanting van Surinamen komen zal.
+
+ (Getekend)
+
+Paramaribo,
+den 18. February J. G. STEDMAN.
+1777.
+
+
+Daar mede alles, wat van my af hing, gedaan hebbende, wagte ik eenige
+dagen met angst, maar zonder hoop, het antwoord op myn verzoek af;
+en ingevalle hetzelve ongunstig uitviel, zag ik my genoodzaakt mynen
+zoon voor altyd te verlaten, of hem naar Europa mede te nemen, waar
+door ik den dolk in het hart van zyne moeder gestoken zoude hebben.
+
+Terwyl ik aan deeze zorgelyke onzekerheid ten prooije stond,
+wierden de Transport-schepen tot ons vertrek gereed gemaakt, en ik
+was onder het getal der geenen, die belast waren dezelven van eenen
+genoegzamen voorraad van hout te doen voorzien. De Officiers ontfingen
+de agterstallige soldye, die men hun verschuldigd was; en dertien
+soldaten verkregen hun pasport, van oogmerk zynde te Paramaribo te
+blyven. De bekwaame Colonel betaalde ons andermaal in papier. De
+Regeering had ons bovendien eenige honderde guldens toegestaan, om
+ons schadeloos te stellen wegens de betaling van onderscheiden lasten,
+maar men deed 'er nooit rekening van, of liever het was ons verboden om
+'er van te spreken.
+
+Den eersten Maart, bragt een Sergeant, uit het leger aan de
+Cassipory-Kreek, alwaar het nieuwe krygsvolk geposteerd lag,
+aangekomen, bericht, dat de soldaten aldaar in grooten getale stierven,
+en verhaalde, dat zeker soldaat, die den 10den February verdwaald was
+geraakt, na verloop van zes-en-twintig dagen was te regt gekomen; dat
+hy de eerste negen dagen van eenige ponden scheeps-bisschuit geleefd
+had, en dat hy de zeventien andere dagen het leven alleen met water
+behouden had; dat hy zyne stem geheel en al had verloren, en dat hy,
+in de volste kragt van 't woord, slechts een geraamte vertoonde; maar
+dat de zorge, voor hem genomen, hoop gaf, dat hy het leven behouden
+zoude. Indien iemand weigert de mogelykheid van zulk een buitengewoon
+geval te gelooven, laat hy dan lezen een echten brief van den heer
+GODIN aan den heer DE LA CONDAMINE, waar in hy het tafereel schetst
+van het verschrikkelyk lyden, het welk zyne vrouw onderging, by het
+doortrekken der bosschen van Zuid-America, om zig van Rio-hamba naar
+Laguna te begeven, in de maand October 1769. Hy zal daar uit kunnen
+zien, hoe eene vrouw van een teeder gestel, na door de Indiaanen, die
+haar tot leidslieden dienden, verlaten te zyn geworden; na haare beide
+broeders, die onder den last van zoo veele vermoeyingen en ellende
+bezweken, verloren te hebben; tien dagen lang het leven behield, in een
+wild bosch, zonder eeten of drinken, onbewust, waar zy zig bevond, en
+door tygers, slangen en allerleije zoorten van gevaaren omringd. Laat
+men het omstandig verhaal van al het lyden deezer vrouw lezen, en
+men zal aan het verhaal omtrent deezen soldaat niet meer twyffelen.
+
+Ik heb in de daad nu en dan gebeurtenissen overgeslagen, die men,
+om haare vreemdheid, zoude hebben kunnen denken aan het wonderdadige
+zeer naby te komen; maar wanneer men van de bosschcn van dit gedeelte
+van America spreekt, is het nutteloos zyne toevlucht tot verdichtsels,
+of zelfs tot de minste vergrooting te nemen, om den lezer te verbaazen.
+
+Zoude men by voorbeeld gelooven, dat tachtig soldaten een zwaar
+bosch doortrekkende, de een na den ander een zoort van hoogte
+beklommen, welke zy op hunnen weg ontmoetten, en voor een grooten ter
+nedergevallen boom aanzagen, maar vervolgens onder hunne voeten voelden
+beweegen, en die niet minder was, dan eene zeer groote Aboma-Slang,
+welken de Colonel FOURGEOUD bevond dertig of veertig voeten lang te
+zyn? en met dit al, het gebeurde is met de waarheid overeenkomstig.
+
+Ik beroep my op een ander geval van gelyken aart; van eenen
+achtenswaardigen grysaart, FRANCIS ROWE van Philadelphia, die my
+verhaalde, dat hy aan een van zyne vrienden een bezoek zynde gaan
+geven, zyn paard eensklaps stil stond, verschrikt zynde door een
+zeer grooten ratelslang, die het voorbygaan belette. ROWE, die
+van het gewaand vermogen, aan dit zoort van dieren toegeschreven,
+had hooren spreken, en daar aan geloofde, steeg van zyn paard af,
+om het zelve te doen omkeeren; maar de slang, zig intusschen in
+malkander gekronkeld hebbende, liet het verschrikkelyk geluid van
+zyne staart hooren, en keek hem met zulke vuurige oogen aan, dat
+deeze onbeweeglyk op den grond bleef staan, en een koud zweet hem
+van het hoofd tot de voeten afliep; "met dit al, dus vervolgde ROWE,
+myne tegenwoordigheid van geest niet verloren hebde, wierd de vrees
+door mynen moed spoedig overwonnen; ik naderde het monster, en met
+eenen slag sloeg ik het de herssens in".
+
+Den 3den Maart, ging myn vriend DE GRAAF naar het Eyland St. Eustatius,
+alwaar zyn broeder Gouverneur was, te scheep, om zig van daar
+naar Holland te begeven. Tot myn groot genoegen nam hy HENDRIK, den
+jongsten broeder van JOANNA, met zig, en bezorgde hem vervolgens zyne
+vryheid. Ik zakte met hun de Rivier af, tot aan Kaap Braam, alwaar ik
+hun eene goede reize wenschte. My vervolgens in een visschers vaartuig
+naar 't strand begevende, bekroop my de lust, om in den Atlantischen
+Oceaan te gaan zwemmen.
+
+In dit zelfde vaartuig zag ik eene groote meenigte visschen, waar onder
+de zulken gevonden wierden, van welken ik nog niet gesproken heb,
+als daar zyn de Geel-rug, de Wipi en de Waracou. De eerste ontleent
+zyn naam naar zyne kleur, volmaakt gelykende naar die van een limoen,
+maar zyn buik is wit. Hy is twee of drie voeten lang. Zyn kop is zeer
+breed, en van twee lange knevels voorzien. Zyn lyf is dun en zonder
+schubben. Het vleesch van deezen visch is smakeloos en droog. De
+twee andere zyn zeer klein: de een gelykt naar een zweep; de ander,
+die lekker om te eeten is, heeft voor 't overige niets, het welk eene
+byzondere beschryving verdient.
+
+Den 8sten Maart vierden wy in het hoofd-kwartier den verjaardag van
+den Prins van Orange. Na den maaltyd vernemende, dat de Capitain VAN
+GUERICK, Adjudant van den Colonel FOURGEOUD, den Capitain BOLTS te
+onrecht laakte, uit hoofde zyner aanbeveeling van een jong vrywilliger,
+een mensch van een uitmuntend character, maar die weinige vrienden tot
+zyne voorspraak had, ging ik in den kring, die hen omringde, en deed
+vry ernstige verwytingen aan den Adjudant, zelfs in tegenwoordigheid
+van den Colonel, het geen een geschil veroeorzaakte, waar van het
+gevolg was eene uitdaging tegen des anderen daags morgens by het
+opkomen van de zon. Wy bevonden 'er ons beiden op den bepaalden tyd,
+en gingen zonder medehelpers ter zyde af in de Savane, alwaar wy, met
+den degen in de vuist, eenige vrugtelooze aanvallen deeden, waar na,
+den degen van den Capitain in tween gebroken zynde tegen het gevest
+van den mynen, die byna door en door was gestoken, hy geheel in myne
+macht was. Ik wilde van dit voordeel geen gebruik maken, en bood hem
+aan, om het gevecht op nieuw te beginnen, met nieuwe wapenen: maar
+hy vond dit voorstel zoo edelmoedig, dat hy, my by de hand vattende,
+my verzocht hem myne vriendschap wederom te geven. Wy erkenden toen,
+dat wy beiden al te driftig geweest waren, en gingen oogenblikkelyk
+een bezoek geven aan den Capitain BOLTS, die niets van onze wandeling
+van des morgens wist. Hy verzoende zig, schoon met moeite, met den
+Adjudant, en de geheele zaak wierd op die manier bygelegd.
+
+Den 10den, bragt ik het grootste gedeelte van den dag by den Gouverneur
+door; des avonds ging ik aan boord, om de toebereidzels onzer reize
+te bezichtigen. Ik vond onze goederen zoodanig door muizen en rotten
+beschadigd, dat ik wel zes katten noodig had, om die dieren uit te
+roeijen. De katten zyn, uit hoofde van de warmte der luchtstreek, zoo
+levendig en zoo talryk niet in Surinamen, als in Europa; ik merkte
+ook op, dat zy kleiner en magerer zyn, en dat zy zeer spitse ooren
+en bek hebben.
+
+Den 11den, zag ik met de grootste smart en verwondering de jonge
+Juffrouw JETTY DELAMARE, dochter van wylen den heer DELAMARRE, een
+fraai Mulatten meisjen, ten hoogsten veertien jaaren oud, die in den
+Christelyken Godsdienst onderwezen was, en eene volmaakte opvoeding
+genoten had, in ketenen geboeid, gelyk ook haare moeder, en eenigen
+van derzelver naastbestaanden, en door een wacht van soldaten voor den
+Raad gebragt wordende. Dit jong ongelukkig meisjen my herkend hebbende,
+riep my, en zeide my, bitterlyk schreiende: "dat de eigenaar, aan wien
+haare moeder toebehoorde, SCHOUTEN genaamd, haar voor de Rechtbank
+deed brengen, om dat zy weigerde het werk van eene gewoone slavin
+te verrigten, vermits zy buiten staat was zulks te doen, en ook,
+volgens de opvoeding, welke zy ontfangen had, tot op dit akelig
+oogenblik daar op nimmer had gerekend".
+
+De wetten van dit Land noodzaakten haar, niet alleen om zig aan dit
+ellendig lot te onderwerpen, maar zy veroeordeelden haar bovendien,
+als mede haare moeder, en die geenen van haare naastbestaanden,
+welken men verdagt hield, dat haar in de vordering van haare vryheid
+zouden begunstigen, om in het geheim de straf te ontfangen, die voor
+de slaven geschikt was; en zonder de menschlievendheid van den Fiskaal
+WICHERS zoude dit verschrikkelyk vonnis zekerlyk ter uitvoer gebragt
+zyn geworden.
+
+Zie daar, welke de gevolgen waren van de weinige zorge, die DELAMARE
+had aangewend, om aan zyne dogter en derzelver moeder haare vryheid te
+doen erlangen. De smartelyke vertooning, waar van ik oog-getuige was,
+deed my voor mynen zoon beven; maar myne vrees was niet van langen
+duur; want dien zelfden dag, op het oogenblik, dat ik zulks het minst
+verwagtte, ontfing ik eene zeer beleefde boodschap van Gouverneur en
+Raaden, medebrengende: "Dat de Raad, overwogen hebbende myne diensten,
+myne menschlievendheid, en de oprechtheid, waar mede ik myn woord van
+eer tot borg voor mynen zoon aanbood, ten einde hem, alvorens hem te
+verlaten, een vry burger der weereld te zien; eenparig besloten had,
+my by eenen brief plechtiglyk kennisse te geven, dat zonder verderen
+omslag of kosten, myn verzoek was toegestaan; en dat, uit kragte van
+dien, myn zoon voor altyd vry was".
+
+Niemand gaat schielyker van overmaat van smarte tot die van vreugde
+over, dan ik zelf op dit oogenblik. De gevoelige JOANNA stortte
+tranen van teederheid en erkentenis. Wy gevoelden ons geluk des te
+sterker, om dat wy alle hoop verloren hadden, en byna veertig kinderen
+van beiderleije kunne thans aan eene altoosduurende slavernye door
+hunne vaders waren overgelaten, waar van zommige zelfs zig niet eens
+verwaardigden, om eenige tyding van hun te vernemen.
+
+Eene omstandigheid, die my in de daad zeer buitengewoon toescheen,
+bestond hier in, dat, schoon zommige fatsoenlyke lieden myne
+gevoeligheid ten hoogsten prezen, het grootste getal echter myne
+vaderlyke teederheid afkeurde, en dezelve als zwakheid of dwaasheid
+beschouwde. In de eerste vervoering van myne vreugde, schoon ik
+weinige goederen bezat om over te beschikken, maakte ik een uitersten
+wil ten voordeele van dit geliefde kind. Ik benoemde de heeren GORDON
+en GOURLAY tot uitvoerders van denzelven, en tot voogden over mynen
+zoon, geduurende myne afwezigheid. Ik stelde hun vervolgens alle myne
+papieren verzegeld ter hand, met verzoek dezelven te bewaren, tot
+dat ik ze weder zoude opeisschen, of tot mynen dood; en dit gedaan
+zynde, ging ik een bezoek geven aan den heer SNYDERHANS, Predikant
+te Paramaribo, om hem te verzoeken tot het bepalen van eenen dag,
+op welken JOHNNY STEDMAN zoude kunnen gedoopt worden. [3]
+
+Den 18den, kwam het overschietend krygsvolk van den Colonel
+FOURGEOUD uit het leger aan de Cassipory-Kreek, en wy zetteden alle de
+toebereidzels tot ons vertrek met yver voort. De vreugde, die het klein
+getal zee-soldaten, welke hunne medgezellen overleefden, wegens het
+te rug keeren naar hun vaderland gevoelde, was oorzaak, dat zy hunne
+agterstallige soldye, welke zy ontfingen, aan overdadige verteeringen
+besteedden, die gelegenheid gaven tot twisten, zoo onder elkander, als
+met de soldaten van 's Compagnies krysvolk. Verscheiden wierden gewond,
+anderen afgeklopt; en de rust herstelde zig niet dan met veel moeite.
+
+Het oogenblik van ons vertrek steeds meer en meer naderende, verliet
+ik myne wooning; en, op de uitdrukkelyke uitnoodiging van Mevrouw
+GODEFROY, bragt ik eenige dagen door in het huis, het welk zy in het
+midden van haaren fraaijen tuyn, en onder de schaduwe van tamarinde-
+en oranje-boomen, had laten bouwen, om JOANNA en haaren zoon daar in
+te ontfangen, aan wien zy bovendien twee Negerinnen gaf, om haar te
+dienen. Deeze aangenaame wooning was wel voorzien van huisraad, het
+welk fraaiheid en gemak zamenpaarde. Hoe gelukkig zoude ik geweest
+zyn met myn leven aldaar door te brengen.--Maar het noodlot had dit
+anders bepaald.
+
+Den 22sten, vervoegde ik my met den Capitain SMALL, (die voor twee
+maanden verlof had gekregen,) by den Predikant SNYDERHANS, welke,
+tot myne groote verwondering, weigerde mynen zoon te doopen, onder
+voorwendzel, dat ik, naar Holland vertrekkende, geene zorge konde
+dragen, dat hy eene Christelyke opvoeding ontfing. Ik gaf hem ten
+antwoord, dat ik mynen zoon aan voogden toevertrouwde; maar alle
+vertogen waren vrugteloos; en aan dit styfhoofdig mensch geene reden
+kunnende doen verstaan, ging ik heen, onder betuiging, dat al wilde
+hy nu zelfs in het verzogte toestemmen, ik het niet begeeren zoude.
+
+Vermaken en vreugde heerschten toen te Paramaribo, even als by
+onze aankomst. In alle wyken gaf men middag- en avond-maaltyden
+en dans-partyen; maar ik was by geene, dan by die van myne beste
+vrienden, tegenwoordig, waar onder ik steeds den Gouverneur NEPVEU
+rekende. Hy besloot alle deeze festynen, waar in de inwooners der
+Surinaamsche Volkplanting zoo verkwistend zyn, met een der treffelykste
+en kostbaarste maaltyden.
+
+Den 25sten, wierd al het goed aan boord van het schip gebragt.
+
+Ik ontfing eindeloos veel geschenken van alle de lieden, met welken
+ik eenige vriendschap gehad had. Myn voorraad van allerleije zoort
+zoude voldoende voor my geweest zyn, om 'er den aardbol mede rond
+te reizen. In een klein kistjen met sterken drank, vond ik een
+fles oprechte oranje-oly, en nog een, welke men hier noemt oly van
+tonca boonen. De eerste wordt gemaakt van oranje-schillen, welken
+men tusschen den duim en voorsten vinger drukt; een langwyligen en
+verdrietigen arbeid. Eenige droppels van deeze oly met suiker zyn
+uitmuntend tot versterking van de maag, herstelling van eetlust,
+en bevordering der verteering. Men heeft slechts een droppel noodig,
+om de geur door eene geheele kamer te verspreiden. De tonca-boonen
+groeijen, zoo men zegt, in eene dikke vleesachtige vrucht, en op
+een zeer grooten boom. Ik heb geene andere dan drooge gezien, en dan
+gelyken zy veel op pruimen. Zy dienen om aan de tabak, zoo in bladen,
+als om te snuiven, een aangenaamen geur mede te deelen.
+
+Den 26sten, gingen wy gezamentlyk van zyne Excellentie den Gouverneur
+afscheid nemen. Eenige oogenblikken daar na, kwamen de Officiers
+van het krygsvolk der Societeit in het hoofdkwartier, om ons eene
+behoudene reize toe te wenschen.
+
+De Colonel FOURGEOUD, ons dien zelfden dag ter maaltyd onthaald
+hebbende, drukte my twintig malen de hand na den maaltyd, zeggende:
+"Dat ik die jongeling was, dien hy op de weereld het meest beminde,
+om dat, indien hy my bevolen had in het vuur of in het water te
+loopen, ik het gedaan zoude hebben". Hy voegde 'er nog andere
+beleefde aanmerkingen by; maar ik erken, dat, schoon ik wist te
+vergeven, ik de verschrikkelyke gevaaren en onheilen, waar aan ik
+buiten noodzaak bloot gesteld was geworden, niet vergeten kon. De
+Colonel berigtte my tevens, dat hy niet met ons vertrekken zoude; maar
+dat hy voornemens was, met het overschot van het nieuwe krygsvolk,
+in 't kort zyn Regiment te volgen; en dat hy, by zyne aankomst in
+Holland, my alle diensten bewyzen zoude, waar toe hy eenigzints in
+staat was. Welke ook de beweegreden van zyne schielyke verandering
+ten mynen opzigte moge geweest zyn, het is my genoeg te zeggen, dat
+'er toen geene twee betere vrienden waren, dan de Colonel FOURGEOUD,
+en de Capitain STEDMAN.
+
+Des avonds van dien dag nam ik in korten tyd afscheid van Mevrouw
+GODEFROY, van den Heer en Mevrouw DEMELLY, van den Heer en Mevrouw
+LOLKENS, van den Heer en Mevrouw GORDON; van den Heer GOURLAY, van
+den Capitain MACNEYL, en Doctor KISSAM, die my allen de grootste
+beleefdheden en het levendigst belang, zedert myne komst in de
+Volkplanting, betoond hadden; maar ik had te veel te doen met iemand,
+die my veel liever was, dan dat ik, met van hun afscheid te nemen,
+het leed gevoeld zoude hebben, het welk ik by eene andere gelegenheid
+zoude hebben ondervonden. Terwyl ik alle de hevigheid van myne
+aandoening ten toon spreide, liet JOANNA niets van dien aart in myne
+tegenwoordigheid blyken. Ik drong nog eenmaal by haar aan om my naar
+Europa te vergezellen, en ik wierd door alle haare vrienden en door
+Mevrouw GODEFROY daar in ondersteund. Zy was even onbuigzaam als te
+vooren, en antwoordde my: "Dat hoe smartelyk ook eene scheiding,
+die misschien voor eeuwig zyn zoude, vallen mogte, zy niettemin
+verkoos in Surinamen te blyven, dewyl zy volmaakt overtuigd was, dat
+zy niet gevoeglyk over haar zelven beschikken konde, en om dat het,
+in haare tegenwoordige gesteldheid, beter was, dat zy de eerste van
+haren rang in America bleef, dan een voorwerp van verachting, of een
+last voor my, in Europa, te worden, het geen zeker stond te gebeuren,
+zoo lang ons fortuin niet onaefhangelyker was". Op deeze laatste woorden
+was zy blykbaar aangedaan, en zy ging ter zyde, om alleen tranen te
+storten.--Wat konde ik zeggen of doen?--Niet wetende te antwoorden,
+besloot ik, om, zoo mogelyk deeze moedige vrouw na te volgen, en
+my aan myn lot te onderwerpen, tot het aandoenlyk oogenblik, dat ik
+een vaarwel zoude uitspreken, het welk myn hart my aankondigde het
+laatste te zullen zyn.
+
+De geheele krygsbende, den 27sten, des morgens ten zeven uuren,
+bevel ontfangen hebbende, om zig naar den Colonel FOURGEOUD in het
+hoofdkwartier te begeven, onttrok ik my aan alles, wat my in de weereld
+lief was, aan zoon en moeder, zonder hen in hunnen slaap te stooren,
+ten einde eene al te aandoenlyke vertooning voor te komen. De Colonel
+geleide ons tot aan den oever, en wy gingen aan boord, door de vlag
+en het geschut van het Fort en van de Schepen, die op de rheede lagen,
+begroet wordende.
+
+Alle de Officiers met den Lieutenant Colonel DE BORGNES, die geduurende
+den overtocht het bevel moest voeren, het middagmaal gehouden hebbende,
+noodigde my de Colonel FOURGEOUD, om hem, tot des anderen daags
+morgens, naar de stad te vergezellen; maar daar myn hart van droefheid
+overstelpt was, bedankte ik hem voor zyn vriendelyk aanbod. Hy wenschte
+ons dus eene voorspoedige reize, en keerde te rug in het gezelschap
+van zynen Adjudant, den Capitain VAN GUERICK. By zyn vertrek, wierd hy
+door negen kanon schoten, en een driewerf geroep van hoezee, begroet.
+
+Den 29sten Maart, des middernachts, het sein gegeven zynde, gingen
+onze beide schepen onder zeyl, en zakten af tot aan het Fort Amsterdam,
+alwaar zy het anker wierpen.
+
+De heeren GORDON en GOURLAY, welken ik tot voogden over mynen
+zoon benoemd had, by den Colonel SEYBOURG, aan boord van het schip
+Hollandia, ter maaltyd onthaald zynde, gaven zy my een bezoek; en
+verzogten my met hun naar Paramaribo te rug te keeren.
+
+Het was my onmogelyk om voor de tweede maal te wederstaan aan een
+aanzoek, om twee voorwerpen, die aan myn hart zoo dierbaar waren,
+nog eens te zien. Ik stemde 'er in toe, en (moet ik het zeggen,)
+ik vond JOANNA, die in myne tegenwoordigheid zoo veel kragt en moed
+betoond had, in tranen wegsmeltende, en voor de overmaat van haare
+moedeloosheid zwigtende. Zy had geen voedzel, hoe genaamd, gebruikt,
+geen enkel oogenblik had zy de zoetigheden van den slaap gesmaakt,
+noch een enkel woord uitgebracht, noch zelfs de plaats verlaten,
+waar ik haar des morgens van den 27sten agterliet.
+
+Dewyl de schepen eerst na twee dagen zee moesten kiezen, was ik
+zeer gereed om dezelven met deeze gevoelige vrouw door te brengen,
+het geen haar moed scheen in te boezemen: maar, helaas! wy betaalden
+deeze al te korte oogenblikken zeer duur. Naauwlyks waren 'er eenige
+uuren verloopen, toen een matroos my eensklaps kwam kennis geven, dat
+een sloep my wagte, om oogenblikkelyk aan boord te gaan. De moeder
+van JOANNA nam het kind, dat in de armen van haare dochter rustte,
+terwyl de laatstgemelde door Mevrouw GODEFROY ondersteund wierd. Haare
+broeders en zusters omringden my, den Hemel deszelfs bystand voor my
+afsmeekende, en eene treurige klaagstem opheffende. De ongelukkige
+JOANNA, een meisje van slechts negentien jaaren oud, de oogen op my
+gevestigd houdende, drukte my met kragt de hand. Zy kon niet spreeken,
+haar geest was verwilderd; maar de tyd was daar! Ik drukte haar met
+drift tegen mynen boezem, en nam een van haare hairlokken. Insgelyks
+niet in staat zynde, een enkel woord uit te brengen, bad ik inwendig
+den Hemel, om voor moeder en kind te waken. Toen sloot JOANNA haare
+lieflyke oogen; de bleekheid van den dood overdekte haar aangezicht;
+haar hoofd hing naar de laagte, en zy viel beweegloos in de armen van
+haare aangenomene moeder. Ik verzamelde hier al myn moed en kragt
+by elkander, en verliet de beide voorwerpen van myne levendigste
+teederheid, die echter door de zorgen, omtrent haar aangewend, aan
+niets gebrek hadden.
+
+Daar de sloep my steeds wagtte, ging ik, door myne vrienden vergezeld,
+mynen ouden Colonel bezoeken; en hem de hand drukkende, vergaf ik hem
+uit den grond myns harten, en stilzwygende, alle de verdrietelykheden,
+die hy my veroorzaakt had. Hy was aangedaan; en ongetwyffeld, dit
+was hy my verschuldigd! Ik wenschte hem allen voorspoed, en zakte
+eindelyk de Rivier Surinaamen af.
+
+De schepen lagen dwars over kaap Braam, toen ik aankwam. De
+Vice-Gouverneur TEXIER kwam ons aldaar goeden dag zeggen. Hy gebruikte
+het middagmaal aan boord van een der twee schepen, en keerde te rug in
+het gezelschap van de Capitains SMALL en FREDERIK, die my uitgeleide
+gedaan hadden. By zyn vertrek wierd hy door zeven kanonschoten begroet.
+
+
+
+DERTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+De Schepen ligten het anker, en steken in zee.--Overtocht.--Het
+Zee-paard.--De Noordkaper.--De Haay.--De Zuiger-visch.--Het
+Lootsmanmetje.--De Bruinvisch.--Zee-orkaan.--De Schepen landen in Texel
+aan.--Ontscheping van het krygsvolk in de stad 's Hertogenbosch.--Dood
+van den Colonel FOURGEOUD.--Besluit.
+
+Toen alles tot ons vertrek volkomen in gereedheid was, ligtten de
+beide schepen, onder bevel van den Lieutenant Colonel DES BORGNES het
+anker den 1sten April 1777, en zeilden noord- en noord-west-waarts
+met een oosten wind, en stevige koelte. Ik bleef als een beweegloos
+en stom mensch, in het agterste gedeelte van het schip, tot dat
+de wolken ons beletteden land te bekennen. Na verloop van eenige
+dagen echter gelukte het my, om myne droefgeestigheid te boven te
+komen, en eene zoort van rust te erlangen. Daar toe was ongemeen
+dienende deeze troostende aanmerking, dat, zoo ik my zelven in zeker
+opzigt al benadeeld had, ik ten minsten drie belangryke persoonen,
+JOANNA, JHONNY en QUACO namelyk, aan de slavernye onttrokken had,
+welke weldaad zy overwaardig waren. Ik was voor deeze goede daad in
+voorraad betaald, door de zorgvuldigheden van twee derzelven, waar
+aan ik het behoud van myn leven te danken had, terwyl een oneindig
+getal menschen rondoem my onder den last der onheilen bezweken was,
+anderen hunne gezondheid, verscheiden het gebruik van hunne ledematen,
+zommigen hun geheugen, en eindelyk een of twee hun verstand verloren
+hadden; zynde allen de slagtoeffers van eenen gestrengen dienst in
+eene noodlottige luchtstreek.
+
+Van byna twaalf honderd wel gestelde mannen, die tot deezen tocht
+waren ingescheept, kwamen 'er ten hoogsten honderd in hun vaderland
+te rug, en onder deezen bevonden 'er zig misschien geen twintig in
+volmaakte gezondheid. Men telde onder de dooden, (de Heelmeesters
+daar onder gerekend) tusschen de twintig en dertig Officiers, onder
+wier getal drie Colonels en een Major waren. Dusdanig moet de uitslag
+zyn van de gelukkigste krygsoenderneemingen in een brandend heet land,
+het welk met moerassen en bosschen doorsneden is.
+
+Den 14den April gingen wy over den zonne keerkring. Vervolgens de koers
+veranderd hebbende, zeilden wy noord-noord-oost, en noord-oost-waarts,
+en wy wierden door stilte overvallen. Ik moet niet vergeten te
+verhaalen, dat wy ons op vyftien graden noorder breedte bevindende,
+de streeken overzeilden, welken men doorgaans de groene Zee noemt,
+uit hoofde van de meenigvuldige zeegewassen, waar van zommige,
+tusschen twee bladen papier uitgespreid en in de zon gedroogd zynde,
+zeer merkwaardig zyn, en boomen, heesters, bloemen vertoonen, en
+stukjens van verschillende zoorten van visschen en schelpen in zig
+bevatten. Wy zagen ook het Zeepaard, een visch, die agt of negen
+voeten lang is: deszelfs lichaam is met kraakbeenige ringen gevormd;
+zyn bek is langwerpig, en zyn kop met een zoort van hoofdhair bedekt.
+
+Den 19den, hield de stilte nog aan. Dagelyks wierden wy vermaakt door
+het gezicht van eene groote meenigte vliegende visschen, zee-braassems
+en noord-kapers, die voor en agter de schepen zwommen en speelden,
+als of zy ons gezelschap hadden willen houden. De Noordkaper is een
+visch, tot het geslacht der groote visschen behoorende; hy gelykt een
+weinig naar den Dolphyn, maar is veel grooter, en koomt in gedaante
+na by den walvisch; zomtyds is hy twintig voeten lang, en ongemeen
+vet. Zyn kakenbeen is van veertig zeer scherpe tanden voorzien. Hy
+werpt het water uit, door twee neusgaten, en zyne kleur is bruin. Wy
+zagen ook van tyd tot tyd, op eenigen afstand van de schepen, en
+boven de golven, groote Noordkapers.
+
+Dit zoort van visch gelykt zeer veel naar de Groenlandsche walvisschen,
+maar hy is veel gevaarlyker, om dat zyne gestalte kleinder, en zy
+ne gedaante platter is. Zyn kakebeen is ook korter, en van kleine
+knevels voorzien. Zyne huid is witter, en zeldzaam geeft hy meer dan
+dertig vaten traan.
+
+Den 22sten, begon het weder op eene zichtbaare manier te veranderen. Al
+het scheepsvolk wierd door verkoudheid, en verscheiden door de koorts
+aangetast.
+
+Den 30sten, was een ieder zoo zwak, dat de dienst met moeite volvoerd
+wierd. Wy hadden reeds twee matroosen en een soldaat verloren. Den
+Lieutenant Colonel DES BORGNES zig zeer ongesteld bevindende, wierd
+my het bevel voor eenige dagen opgedragen. Dewyl het andere schip toen
+voor uit, en byna buiten het gezicht was, liet ik een vlag opheisschen,
+en een kanon-schoot doen, om het zelve te rug te roepen, gelyk ook
+oogenblikkelyk gebeurde.
+
+Toen dien zelfden dag een groote Haay aan een der zyden van ons schip
+zwom, deeden wy vergeefsche pogingen om hem te vangen. De zee bevat
+verscheide zoorten van visschen van den zelfden naam, maar deeze is
+de verschrikkelykste van allen, uit hoofde van zyne grootte, want
+hy weegt zomtyds duizend ponden, en is zestien of agttien voeten
+lang. Zyn kop is platachtig en breed, en men bespeurt in den zelven
+twee gaten, door welken het dier het water laat uitspringen. In alle
+rigtingen draait hy zyne vooruitstekende oogen, die zyne vraatzucht
+te kennen geven. Beneden dezelve is zyn bek geplaatst, die zoo breed
+is, dat hy een grooten hond in eens zou inslokken. Zyne tanden,
+in vyf of zes reijen gerangschikt, zyn zoo snydend en sterk, dat hy
+den arm of het been van een mensch met het grootste gemak afbyt; het
+geen verscheidene maalen gebeurd is. Zyn geheele lyf gelykt volmaakt
+naar dat der zee-honden, welken men in de Noordelyke Zeeen vindt. Hy
+heeft vyf vinnen, een op den rug, twee aan de borst, en twee aan
+den buik. Zyn staart is vorkswyze uitgesneden; maar het bovenste
+gedeelte is het langste. Van zyne ruwe en slymige huid maakt men
+segryn leder. De Haay zwemt altyd met kragt, maar hy is genoodzaakt
+zig op zyde te wenden, om zynen buit te pakken, het geen oorzaak is,
+dat hem verscheiden visschen ontsnappen.
+
+De Zuiger-visch is een visch, welken men dikwerf vindt, aan de kiel
+der schepen en aan de groote zee-monsters, zoo als 'er aanstonds
+een derzelven door my beschreven is, vast zittende. Hy heeft eene
+gryze kleur, en is twintig duimen lang. Zyn lyf, van eene ronde
+gedaante, wordt naar de staart dunner. Zyne vinnen zyn geplaatst,
+als die van de Haay. Zyn zuiger maakt hem het meest merkwaardig. Het
+is eene kraakbeenige zelfstandigheid, van eene eironde gedaante,
+door zydelingsche balken van gelyken aart, die snydend en getand zyn,
+afgedeeld. Dit gedeelte van den Zuiger-visch hecht zig met zulk eene
+kragt aan alles vast, dat, wanneer hy vast zit, de zwaarste golven
+niet in staat zyn hem los te maken.
+
+Het is gepast alhier melding te maken van het Lootsmannetje. Hy is
+klein, en verrykt met de schitterendste kleuren, namelyk bruin met
+een gouden weerschyn. Men zegt, dat hy niet alleen gevoed wordt door
+het overschot der visschen, welke de Haay laat vallen, maar zelfs
+dat hy by deszelfs buit de wacht houdt, en van die byzonderheid zynen
+naam ontleent.
+
+Van het begin van den overtocht af, ging ik bloots hoofds en
+barrevoets; maar den eersten May, juist een maand na ons vertrek,
+was ik genoodzaakt my te kleeden, even als myne mede-reisgenooten.
+
+De Heer NEYSSENS, een van onze Heelmeesters, een Crabbo-dago, een
+zeer verslindend dier, aan boord hebbende, geraakte dezelve omtrent
+te deezer tyd uit zyn hok los, en doodde in eenen nacht alle de
+aapen, alle de papegaijen, en al het gevogelte, dat zig op het verdek
+bevond. De lieden, die de wacht hadden, redden zig met weg te loopen,
+maar een van hun had de onverschrokkenheid, om hem met een stuk hout
+dood te slaan.
+
+Den 3den, hadden wy, op veertig graden zuid-ooster breedte, zwaare
+regenbuien, en stormwind. Dezelve vermeerderde dagelyks tot den 9den,
+wanneer hy gematigder begon te worden.
+
+Wy zagen toen Bruinvisschen. De visch van deezen naam heeft vyf of zes
+voeten lengte, is zeer vet, zonder schubben, en van eene zwartachtig
+blaauwe kleur. Zyne oogen zyn klein; hy heeft puntige tanden, en een
+zeer langwerpigen bek. Hy heeft drie vinnen, een op den rug, en twee
+aan de borst. Zyn staart is horizontaal, op dat hy boven het water
+zoude kunnen springen; het geen hy meenigmalen doet, het zy om te
+snuiven of adem te halen, en men kan dan van zeer verre af het gesnuif
+van zyne neusgaten hooren. Het vleesch van den Bruinvisch is rood,
+en gelykt veel naar zommige zoorten van varkensvleesch.
+
+Den 13den, geduurende een vierde gedeelte van den morgen, en op een
+korten afstand van de Azorische Eilanden, wierden wy door eenen
+geweldigen storm uit het oosten beloopen. Eene bramsteng dreef
+kort daar na op zyde van ons schip voorby. Wy vernamen vervolgens,
+dat dezelve van een Hollandsch Oost-Indisch Compagnies Schip was,
+het welk in zyne te rug komst in de nabyheid van het Eiland Tercera
+met man en muis verging.
+
+Den 14den, was de wind zoo geweldig, dat wy onze groote bramsteng
+verlooren, en het groote zeil scheurde. Het andere schip verloor te
+gelyker tyd zyn boeg-spriet.
+
+Den 15den, kregen wy een orkaan, vergezeld van blixem, donder, en
+zeer zwaren regen. Dezelve duurde den geheelen nacht, en nam onze
+mast weg. Het volk was uittermaten vermoeid, en naauwlyks bestand
+tot den arbeid, die 'er noodig was, om eene schipbreuk voor te komen.
+
+De twee volgende dagen behielden wy tegenwind, met een reef in het
+fokkezeil. De golven klommen bergs hoogte, en sloegen aanhoudend over
+het schip heen. Nacht en dag moesten wy pompende blyven. Kort daar
+na deeden wy de gewoone groete aan het Hollandsch Fregat de Alarm,
+het welk ons zulks wederkeerig bewees.
+
+Den storm eindelyk ophoudende, peilden wy negen vademen water. Maar
+de wind eensklaps noord-oost-waarts draaijende, dreeven wy den mond
+van het Kanaal in, tot des morgens van den 21sten, wanneer, ten half
+twee uuren, het andere schip een schot deed, om ons te berigten,
+dat de vuurbaak der Sorlings Eilanden in het gezicht was; en des
+morgens ten vier uuren kwam 'er een loots aan boord.
+
+Op de hoogte van Douvres eene stilte van agten-veertig uuren gekregen
+hebbende, zagen wy eerst den 27sten de Hollandsche kust. Dien
+zelfden dag kogten wy beste visch, ons door eene Scheveningsche pink
+aangebragt, en wy onthaalden 'er al het volk op, schoon nimmer een
+schip beter van voorraad voorzien was.
+
+Ons geduurende den nacht van de wal afhoudende, kregen wy eindelyk
+Kykduin en den Helder in 't gezicht. Den 28sten, des morgens ten drie
+uuren, wierpen de beide schepen het anker op de rheede van Texel,
+na negen kanon-schoten gedaan te hebben.
+
+Den 30sten, in de Zuiderzee het kleine Eiland Urk voorby gezeild zynde,
+geraakten de beide schepen, het voor den wind hebbende, van zelf op
+het Pampus, eene zeer groote zandbank, met water overdekt, niet verre
+van Amsterdam afgelegen, en aan deeze Stad tot een natuurlyke wal ter
+beschutting tegen alle buitenlandsche vyanden dienende. Alle schepen
+moeten daar over heen gaan, of tusschen beiden door geleid worden;
+en dit laatste middel verkozen wy.
+
+Eenige Noorweegsche schepen kwamen te gelyker tyd met ons aan. Allen,
+die zig op dezelven bevonden, zaten in hun hembd op het dek, en waren
+nat van het zweeten, terwyl wy in mantels gedoken waren, en gevoerde
+mutsen op het hoofd hadden, om ons tegen de koude te beveiligen.
+
+De stad Amsterdam zond thans eene groote meenigte ververschingen aan
+boord, dezelven aan de verlossers eener Volkplanting aanbiedende, by
+welke zy een zoo merkelyk belang had. Het volk van onze beide schepen,
+op 't punt zynde van hunne nabestaanden en vrienden weder te zien,
+was opgenomen van vreugde. Men moet echter daar van een enkelen
+uitzonderen, die thans van zyn geluk verstoken was.
+
+Den 3den Juny, ging ons volk over op zes kleine vaartuigen, waar mede
+zy naar 's Hertogenbosch werden overgevoerd, eene Stad, alwaar men
+deeze krygsbende voltallig maakte, en dezelve in bezetting hield. By
+het ontschepen begroetten ons onze schepen met negen kanon-schoten, en
+wy beantwoordden hen met een driewerf geroep van Hoezee. Wy namen den
+weg over Saardam, Haarlem en ter Goude, welke plaatsen ik zeer fraay
+vond: ik bewonderde vooral de geschilderde glazen van de hoofdkerk
+der laatstgemelde stad. Maar de inwooners, die, door nieuwsgierigheid
+gedreven, ons in meenigte omringden, scheenen my toe een wonderlyk
+slag van menschelyke wezens te zyn, met lappen bekleed, en door de
+gaven der natuur zeer weinig begunstigd. Het was tegen dit volk niet
+alleen, dat ik zulk een vooroeordeel had; alle de Europeanen hadden
+by my een gelyk voorkomen, wanneer ik ze vergeleek by de geenen, die
+ik verlaten had, by die menschen, wier oogen vol vuur zyn, de tanden
+zoo wit als ivoor, en de huid steeds van eene ongemeene zindelykheid
+glinsterende. Intusschen dagt ik niet aan het buitengewoon voorkomen,
+het welk wy maakten, wier taanige kleur door de zon verbrand was,
+en die, door zoo veele ellenden en vermoeijenissen uitgeput, niets
+meer dan wandelende geraamten waren. Ik zoude 'er kunnen byvoegen,
+dat wy zoo lang in de bosschen geleefd hebbende, geen ander voorkomen
+dan van wilde menschen hadden; en ik zelf in 't byzonder verdiende
+en verkreeg dien bynaam.
+
+In dien staat kwam ik in de Stad s' Hertogenbosch aan, alwaar onze
+laatste ontscheping den 9den plaats had.
+
+Op deeze wyze eindigde een der buitengewoonste tochten, die immer
+door Europeesch krygsvolk waren ondernomen, en waar by men slechts
+op eenen verren afstand den oorlog tegen de Americaansche Zeeroovers
+in vergelyking stellen kan.
+
+By onze aankomst ontmoetten wy den Lieutenant Colonel WESTERLOO, die,
+in 't jaar 1773, in Europa ziek was te rug gekomen, en thans zelfs
+nog niet geheel en al hersteld was. Hy noodigde my, benevens eenigen
+van myne medgezellen, ter maaltyd aan eene gemeene tafel, voor een
+gedeelte bestaande uit Hollandsche Officiers, die zig beklaagden, dat
+het eeten naar den rook smaakte, en dat het rundvleesch slecht was;
+terwyl wy, ellendige gelukzoekers, verklaarden nooit beter maaltyd
+gedaan te hebben. Maar te gelyker tyd, dat deeze heeren de lekkerheid
+der aardbezien, kerssen, en andere Europeesche vruchten roemden,
+vonden wy dezelven verre beneden de advocaaten-peer, de water-meloen,
+de ananas, enz. die ons zoo langen tyd tot eene lekkernye gestrekt
+hadden.--Alles wat in deeze weereld goed of kwaad is, is enkel
+betrekkelyk, of door vergelyking.
+
+Des anderen daags wierden wy op de parade aan den Generaal HARDENBROEK
+voorgesteld.
+
+Den 18den, ontfingen wy onze agterstallige soldye, en men stond
+aan allen, wien zulks geliefde, toe, om tot hun voorig Regiment te
+rug te keeren. Zommige soldaten hadden vier of vyf honderd guldens;
+maar zy bragten ze zeer schielyk door.
+
+Het was toen het oogenblik ter uitvoering van myn reeds voorlang
+genomen besluit, om namelyk het Regiment van den Colonel FOURGEOUD
+te verlaten. Dadelyk na onze ontscheping, verzogt ik myn ontslag aan
+den Prins van Oranje, die my het zelve den 20sten verleende, en my
+aanstelde tot Capitain onder het Regiment van den Generaal STUART,
+het welk ik in September 1772 verlaten had.
+
+Ik veranderde dus van monteering, en kleede mynen getrouwen QUACO
+in eene deftige livrey. Ik onthaalde vervolgens myne reisgenooten,
+met welken ik zoo veele gevaaren had doorgestaan, ter maaltyd,
+en wy scheidden van elkander met wederzydsche betuigingen van eene
+eeuwigduurende vriendschap. Des anderen daags morgens vertrok ik,
+om my by myne oude krygsbende te vervoegen, alwaar ik met de blyken
+van de levendigste vreugde ontfangen wierd.
+
+Den 25sten Augustus, begaf ik my naar het Lusthuis het Loo, in
+Gelderland, alwaar ik door mynen Colonel wierd voorgesteld aan zyne
+Doorluchtige Hoogheid, den Stadhouder, die my op de vriendelykste
+wyze ontfing, en my spoedig bevorderde tot den rang van Majoor in
+het Regiment, waar toe ik thans behoorde.
+
+Ik had ook het genoegen, om eenigen van myne oude medgezellen,
+en zelfs die geenen, die zonder het te weten, met hunnen ondergang
+bedreigd waren geworden, op eene eerlyke wyze beloond te zien.
+
+Den 24sten September, ging ik naar den Hage, alwaar ik zyne
+Doorluchtige Hoogheid verzogt, om agttien beeldtenissen van wasch,
+door my zelven gegoten, als een blyk van erkentelykheid te willen
+aanneemen, gelyk hy ook de goedheid had te doen. Zy verbeeldden
+Indianen van Guiana, en Negers uit de Volkplanting van Surinamen,
+met onderscheiden arbeid bezig zynde op een Eiland, het welk op een
+glas van krystal geplaatst was.
+
+Ik gaf ook mynen Neger QUACO (met zyne toestemming,) aan de Gravin
+VAN ROSENDAAL, aan wier geslacht ik groote verpligtingen had,
+tot een geschenk. Deeze vrouw, verrukt over het goed gedrag en de
+eerlykheid van deezen jongen Neger, liet hem met myne goedkeuring naar
+mynen naam doopen, met belofte, dat zy altyd voor hem zoude zorgen,
+en hem voordeelen doen genieten, welken ik niet in staat was hem
+te beschikken.
+
+Omtrent op het einde van de maand October, boden de Bewindhebberen
+der Compagnie van de Berbices my den post aan van Vice-Gouverneur
+deezer Volkplanting, in de nabyheid van die van Surinamen gelegen. Ik
+begaf my dus naar Amsterdam, om te vernemen, welke hunne voorslagen
+waren. Zy bepaalden my eene zeer zwaare bezolding, en beloofden
+my groote voordeelen; maar ik hield aan op de belofte, om aan den
+tegenwoordigen Gouverneur by deszelfs eerder afsterven te zullen
+opvolgen, als mede op eene behoorlyke jaarwedde, by myne te rug komst,
+na een bepaald getal van jaaren. Deeze heeren beweerden dit verzoek
+niet te kunnen toestaan, en dienvolgende bedankte ik hun voor hun
+aanbod. Ik oordeelde het voorzichtiger te zyn myne gezondheid in Europa
+te herstellen, dan andermaal in de gezengde luchtstreek te gaan kwynen,
+zonder hoop om, in myn vaderland te rug komende, myne dagen in stilte
+te kunnen eindigen. Intusschen kreeg ik spoedig myne kragten wederom,
+en was zoo welvarende, als ik immer geweest was. Onder honderd van
+myne medgezellen was 'er ter naauwer nood een enkele, die op zulk
+een geluk roemen konde.
+
+De Colonel FOURGEOUD zelf had weinig genot van zyn fortuin. Eenigen tyd
+na zyne te rug komst in Holland, wierd hy in zyn bed dood gevonden. Hy
+wierd met alle krygseer in den Hage begraven.
+
+Zyn gezworen vyand, de Gouverneur der Volkplanting Surinamen,
+overleefde hem niet lang. Zyne plaats wierd door den Colonel TEXIER met
+eere vervuld, aan wien de waardige heer WICHERS naderhand opvolgde. [4]
+
+Den Duitschen Keizer de grenssteden van Holland in 't jaar
+1782. hebbende ingenomen, was het Regiment van den Generaal STUART
+het laatste, het welk de stad Namur ontruimde, alwaar het Keizerlyk
+krygsvolk dien zelfden dag, dat hy 'er uittrok, binnen rukte. Kort
+daar na wierd de Schotsche Brigade, waar van de soldaten uit
+lieden van allerleije natien bestonden, door de Staaten van Holland,
+genaturaliseerd, dat is, tot drie Hollandsche Regimenten gevormd, ter
+gelegenheid van den oorlog met Groot-Britannien, die ons, de meeste
+voornaame Officiers en my zelven, noodzaakte om ons afscheid te nemen,
+als tegen onzen Koning en ons Land niet begeerende te dienen.
+
+De Prins van Orange gaf my, by het verleenen van myn afscheid, den rang
+van Lieutenant-Colonel. Toen wy allen in Engeland waren te rug gekomen,
+nam zyne Brittannische Majesteit, uit hoofde van onze getrouwheid,
+ons onder zyne bescherming. Den 18den Juny, wierden elf van de onzen,
+onder wier getal ik het geluk had te behooren, te Saint James door
+den Generaal CONWAY aan den Koning voorgesteld, en hadden de eer om
+de hand van zyne Majesteit te kussen.
+
+Den 27sten van dezelfde maand, wierd ons allen, door het Huis der
+Gemeente in het Engelsch Parlement, eene halve soldye toegestaan,
+volgens den rang, dien elk van ons bekleedde op het oogenblik, dat
+hy uit het Regiment ontslagen wierd. [5]
+
+Het Publiek zal zig een denkbeeld van de oudheid en dapperheid der
+Schotsche Brigade kunnen vormen, wanneer hy onderrigt wordt, dat
+dezelve in 't jaar 1570. in Holland ontscheepte, onder den naam van
+vrye Compagnien, onder het bevel van eenige Edellieden van den eersten
+Schotschen adel; en dat zy naderhand altyd heeft uitgeblonken in de
+oorlogen, door Holland gevoerd, zoodanig dat zy den eernaam verdiend
+heeft van het bolwerk der Republiek.
+
+Ik zal myn verhaal besluiten met nog eenmaal aan te stippen eenen
+naam, dien men zoo dikmaals heeft aangetroffen, den naam van JOANNA,
+van JOANNA, die niet meer in leven is!
+
+In den loop van de maand Augustus 1783, ontfing ik van den heer GOURLAY
+eenen brief, die my het hart doorboorde. Dezelve gaf my bericht, dat
+de schoone en deugdzaame JOANNA den 5den November was overleden, en
+dat men haaren dood aan vergif toeschreef. [6] Men had verdenking, dat
+haar vergif was ingegeven uit nyd en jaloersheid, die men tegen haar
+had opgevat, uit hoofde van de blyken van byzondere achting, die haar
+van wegen haare meer dan gemeene hoedanigheden door de aanzienlykste
+lieden in de Volkplanting bewezen werden. Haare moeder door aanneming,
+Mevrouw GODEFROY, bezorgde aan haar lyk eene eerlyke begravenis in
+het bosjen van oranje-boomen, door haar bewoond. Het beminnelyk kind,
+het welk zy my agterliet, wierd my toegezonden met een bankbriefjen
+van twee honderd ponden sterling, zynde deszelfs byzondere eigendom,
+door hem van zyne moeder geerfd: zyne beide voogden overleden korten
+tyd daar na.
+
+Hy wierd in het Graafschap Devon opgevoed, en muntte uit door schielyke
+vorderingen in zyne studien. Hy bezat alle de goede hoedanigheden van
+eenen zeeman, en deed twee reizen naar de Westindien. In den oorlog
+tegen Spanje, diende hy met eere als Adelborst op de schepen zyner
+Majesteit Southampton en Lezard. Hy was steeds gereed, om ten nutte
+van den dienst zig aan alle gevaaren bloot te stellen. Maar hy leeft
+niet meer; hy is op zee gebleven, op de hoogte van het Eiland Jamaica.
+
+Ik heb dus aan den lezer niets meerder te berigten aangaande het lot
+der geenen, die my zoo dierbaar waren. Laat het my alleenlyk geoeorloofd
+zyn, hem by het slot van dit myn verhaal te herinneren, dat ik in alle
+myne opgaven de eenvoudige waarheid steeds tot leidsvrouwe genomen heb.
+
+Einde der Reize van den Capitain STEDMAN.
+
+
+
+
+
+
+
+AANHANGZEL TOT DE REIZE VAN J. G. STEDMAN,
+ACHTER DE FRANSCHE VERTAALING VAN DEZELVE GEVOEGD
+
+
+
+VOOR-BERICHT.
+
+De Burger LESCALLIER, Oud-Bestuurder van Guiana;
+
+Aan
+
+Den Burger BUISSON, Boekhandelaar.
+
+Parys, den 1sten Fructidor, 't VIde Jaar der Republiek.
+
+Ik heb, Burger! het werk gelezen, door u aan my medegedeeld, ten titul
+voerende; Reize naar Surinamen, en door de binnenste gedeelten van
+Guiana, door den Capitain STEDMAN, uit het Engelsch vertaald. Ik heb
+het, over het algemeen, belangryk gevonden; het behaagt my inzonderheid
+uit hoofde van den geest van menschlievendheid en eerlykheid, die
+daar in doorstraalt. Zoo dikwils hy het stuk der slavernye behandelt,
+als mede het droevig lot der zwarten in deeze Volkplantingen, ziet
+men, dat deeze Schryver met vrymoedigheid ontvouwt, en ten hoogsten
+afkeurt de wreede handelwyze van zommige dienaaren, en de lydende
+menschelykheid oprechtelyk beklaagt. Ik heb echter met eenig leedwezen
+gezien, dat hy zelf, in verscheidene omstandigheden van zyn gedrag,
+ten deezen opzigte niet altyd onbesproken geweest is. Ik beroep my,
+onder anderen, op de behandeling, welke hy, op een valsch bericht,
+aan zynen Sergeant FOWLER aandeed, wien hy, zonder een woord te
+spreken, zes bambous-rieten op het hoofd aan stukken sloeg; zynde
+dit geweest het ellendig uitwerkzel van gramschap, die voor geene
+reden vatbaar is: (zie I. Deel, bladz. 256.) maar men moet dit een
+en ander over het hoofd zien, wanneer men daar tegen met een gunstig
+oog beschouwt den nadruk en de waarheid, die een verhaal kenschetsen,
+waar van zelfs de Schryver niet heeft agterwegen gelaten, het geen in
+zyn nadeel was, als mede een jeugdig, opvliegend en driftig gestel,
+het welk in zekere oogenblikken zig zelven niet meer meester is.
+
+Gy verlangt, om dit werk vollediger te maken, eenige nadere
+hyzonderheden rakende de verdere gedeelten van Hollandsch en Fransch
+Guiana, welken ik bewoond en doorkruisd heb. Gy hebt gemeend, dat ik
+u de middelen zoude kunnen aan de hand geven, om, tot vermaak en ten
+nutte van het Publiek, deeze beschryving van Guiana aan te vullen,
+door eenige andere aanmerkingen, betrekkelyk deeze landstreeken,
+by elkander te verzamelen.
+
+Altyd gereed, om aan myne mede-burgeren nuttig te zyn, heb ik
+niet geaarzeld de gelegenheid waar te nemen, welke gy my aanbood:
+met dit al, na rypelyk daar op te hebben doorgedacht, heb ik in
+deeze onderneming veele hinderpalen ontmoet, die my wel niet van de
+uitvoering myner belofte doen te rug keeren; maar my de toegevendheid
+van het Publiek doen verzoeken, daar de aanmerkingen, om verscheidene
+redenen, die ik u ontvouwen zal, zoo volledig niet zyn kunnen, als
+ik wel verlangd hadde.
+
+Het is veertien jaaren geleden, dat ik de eene, en elf jaaren, dat
+ik de andere deezer Volkplantingen niet gezien heb. Zedert dien tyd
+hebben verschillende bezigheden van eene oneindige beslommering,
+andere reizen, myn geheugen met een aantal denkbeelden, en nieuwe
+zaken beladen. Om een behoorlyk werk over deeze twee gedeelten van
+Guaina by een te brengen, zoude ik meer dan ooit noodig hebben in het
+bezit te zyn van de gedenkschriften en geschrevene berigten, welken ik
+by elkander had verzameld; maar, door onderscheidene toevalligheden,
+zyn de meeste myner papieren en handschriften verloren of verstrooid
+geraakt.
+
+Aan den anderen kant heb ik, ten nutte van het Regeerings-Bestuur,
+een werk over Fransch Guiana [7] uitgegeven, waar in ik alle die
+gezichtpunten heb by een verzameld, die ik het nuttigst oordeelde,
+en de byzonderheden, die my met opzigt tot deeze landstreeken het
+gewichtigst voorkwamen: ik zoude hier niets anders kunnen doen,
+dan het door my reeds geschrevene te herhaalen.
+
+Wat Hollandsch Guiana betreft, zynde gelegen boven Surinamen, dat is
+meer naar de west-zyde, en het welk ik twee jaaren lang bewoond en
+als Opperhoofd bestuurd heb, het zelve bestaat in drie Volkplantingen,
+aan de oevers van drie voornaame Rivieren gelegen; de Volkplanting de
+Berbices, waar van de grensscheidingen zig tot aan de Rivier Corantyn
+uitstrekken; die van Demerary en van Essequebo, zig met Spaansch
+Guiana uitstrekkende tot de Rivier Poumaron. Deeze Volkplantingen by
+elkander gerekend, bevatten eene uitgestrektheid van zestig mylen aan
+de zeekusten, waar van de beschryving in veele opzichten dezelfde
+zoude zyn, als die der kusten van Fransch Guiana. Maar derzelver
+wezentlyk onderscheid bestaat in de merkelyke vorderingen, die de
+bebouwing der laage landen in deeze Volkplantingen gemaakt heeft;
+het welk een nuttig voorbeeld verschaft voor onze Volkplanting van
+Guiana, die wel eenige proeven van dien aart gedaan heeft, maar welke
+volstrekt in de eerste beginzelen zyn blyven steken.
+
+Om een nuttig Aanhangzel tot het werk van den Capitain STEDMAN,
+raakende Surinamen, te leveren, oordeele ik niets beters te kunnen
+doen, dan om, by wegen van eene briefwisseling tusschen een Hollandsch
+en een Fransch Ingezeten, aan het Publiek eenige aanmerkingen omtrent
+het bebouwen der lage landen optegeven; aanmerkingen, welken ik
+geduurende myn verblyf in deeze Volkplantingen heb opgezameld, en
+waar uit de Planters, die met eenige gelden in ons Guiana eenige
+onderneming zouden willen doen, groot voordeel trekken kunnen.
+
+Ik heb verschooning noodig aangaande den styl, rangschikking en manier
+van schryven, naar mate van den korten tyd, dien ik aan deezen arbeid
+heb kunnen besteeden, met andere beslommerende bezigheden dagelyks
+bezet, welke my zeer weinige oogenblikken vryheid overlaaten. Ik weet
+wel, dat het Publiek, over 't algemeen, niet gewoon is op dusdanige
+verschooning veel acht te slaan; en indien men aan zyn voorgesteld
+doeleinde niet voldoet, zegt het met den Menschen-hater van MOLIERE:
+
+De tyd doet niets ter zaak.
+
+Dus draag ik deeze redenen van toegeeflykheid alleenlyk voor aan u,
+en aan het klein getal van Lezers, die dezelven wel zullen weten op
+prys te stellen.
+
+
+
+INHOUD DER BRIEVEN.
+
+EERSTE BRIEF.
+
+Van den aart der Landen, derzelver vruchtbaarheid en plaatselyke
+ligging.
+
+TWEEDE BRIEF.
+
+Van de manier, om te arbeiden aan Dykagien, uitwaterende Vaarten,
+Sluizen en ander werk, het welk noodig is, om het Land ter bebouwing
+gereed te maken.
+
+DERDE BRIEF.
+
+Van het planten en aankweeken van Koffy, en van de noodige
+levensmiddelen tot onderhoud van de Planters; van het oogsten
+en bewerken der Koffy; van de gebouwen, en verdere noodzakelyke
+inrigtingen tot eene groote Koffy-Plantagie, volgens het gebruik der
+Hollandsche Volkplantingen in Guiana.
+
+VIERDE BRIEF.
+
+Antwoord op de drie eerstgemelde Brieven, waar by de Fransche Ingezeten
+de vraag omtrent de afschaffing der slavernye, in de Volkplantingen,
+alwaar dezelve nog plaats heeft, opzettelyk behandelt: hy raadt om
+deeze verandering, die noodzakelyk geworden is, te bevorderen, en
+geeft de middelen aan de hand, om daar toe te geraken, zonder aan
+den voorspoed der Volkplantingen nadeel toe te brengen.
+
+
+
+
+AANHANGZEL.
+
+
+
+EERSTE BRIEF.
+
+Van den aart der Landen, derzelver vruchtbaarheid en plaatselyke
+ligging.
+
+De weinige ledige tyd, die my overblyft van eenen post, met eene
+meenigte bezigheden vergezeld; eene zeer flaauwe kennis van de
+Fransche taal, aan welke een aantal Schryvers zulk eene volkomenheid
+bezorgd hebben, dat het aan weinige vreemdelingen gelukken mag in eenen
+middelmatigen styl te schryven; de ongenoegzaamheid myner kundigheden;
+alle deeze redenen zouden meer dan voldoende zyn, om uw verzoek te
+weigeren, ten einde myne gedachten te vernemen omtrent den grond
+der Volkplantingen van Guiana, zoo Fransch als Hollandsch, omtrent
+het zuiveren en droogmaken der landen, en omtrent de byzonderheden
+van derzelver bebouwing, van de verblyfplaatsen en huisvestingen,
+van het inoeogsten en zuiveren der volwassene vruchten, met al het
+geen tot deeze onderscheidene voorwerpen eenigzints betrekkelyk
+is: maar wanneer ik acht geef op de byzondere diensten, welken het
+Fransch Bestuur aan de Republiek bewezen heeft, vermeene ik, dat elk
+waar Hollander gereed moet zyn, om, zoo veel zyne kundigheden zulks
+toelaten, te arbeiden aan alles, wat den Franschen aangenaam zyn kan.
+
+Alvorens tot de opzettelyke behandeling der voorwerpen van onze
+briefwisseling toe te treden, oordeele ik het geenzints ongepast
+te zyn, om in weinige woorden te doen zien de verandering, welke de
+Volkplanting van Fransch Guiana t'eeniger tyd zal kunnen ondergaan,
+en by gevolg, welk nut dezelve aan onze scheepvaart en algemeenen
+koophandel zal kunnen aanbrengen, indien zy t'eeniger tyd, zig
+niet meer tot de hooge landen bepaalende, beter gebruik maakt van de
+vruchtbaare oevers van haare Rivieren Aprouago en Oyapok, als mede van
+de zee-kusten en binnen-landen, tot welken men door gegraavene vaarten
+tusschen deeze verschillende Rivieren den toegang zoude kunnen baanen.
+
+Men ziet dit nog heden ten dage te Cayenne en in de Berbices; de
+geschiedenis van Surinamen en der Volkplanting van Demerary bewyst
+het ons: men heeft, door geheel Guiana zig het eerst op de hooge
+landen beginnen neder te zetten. Het is onnoodig de redenen daar
+van op te spooren; het is genoeg te melden, dat ongetwyffeld de
+schatten, welken de ryke grond van dit gedeelte van America in zig
+bevat, zig niet kunnen ontdekken, dan door het opdroogen van haare
+moerassen. Surinamen is eerst eene Volkplanting van aanbelang geworden,
+zedert dat men begonnen heeft de lage landen van de Rivier Commewyne
+uit te droogen; en de schepen, welken zy nog tegenwoordig afzendt,
+zyn grootendeels beladen met koopwaren, komende uit den mond van deeze
+ryke Rivier, waar in die van de Cottica, en verscheide aangelegde
+kreeken, zig ontlasten. De ladingen van drie vierde der schepen,
+welken de Volkplanting de Berbices in eene kleine hoeveelheid afzendt,
+bestaan in de voortbrengzels van een klein getal Plantagien, gelegen
+in de lage landen van het gedeelte, het welk Maripaan, dat is, het
+lage van de Rivier, genoemd wordt. Wat de Volkplantingen Demerary en
+Essequebo betreft, de voortbrengzels van de hooge gedeelten deezer
+beide Rivieren, zyn naauwlyks noemenswaardig, zedert men zig te
+Essequebo heeft toegelegd op het bebouwen der landen, die aan de
+monden der Rivier, en de kusten der nabuurige Eilanden, gelegen zyn;
+en zedert dat men te Demerary de Plantagien, die te veel van het een
+of ander moeras aan haaren mond verwyderd lagen, byna geheel verlaten
+heeft, heeft men zig van dien tyd af niet alleen met yver op de lage
+landen der beide oevers ter nedergeslagen, maar men heeft bovendien
+den landbouw langs de beide kusten der zee voortgezet; zynde die aan
+de west-zyde reeds volkomen bebouwd tot aan Borassire Kreek, terwyl
+die aan de oostzyde spoedig bebouwd zal zyn tot aan de Maheyca Kreek,
+en tot boven aan de Coerabanne Kreek.
+
+Om u des te beter te doen gevoelen, welke uitwerking die verandering in
+deeze Volkplanting heeft te weeg gebragt, zal ik u eene tafel vertoonen
+van haare uitvoeringen naar Europa voor dien tyd, en ook daar na.
+
+De Registers van het jaar 1745 tot het jaar 1761 toonen, dat het
+hoogste van die jaaren heeft opgeleverd 3579 vaten Suiker, en het
+minste 285 vaten, zonder byna eenige andere koopwaren; dat in de
+volgende jaaren, van 1762 tot 1770, in welken tyd het bebouwen
+der lage landen begonnen is, zoo in Essequebo, als in Demerary,
+men bevindt, dat in de drie eerste jaaren het hoogste niet meer
+bedroeg dan omtrent 3000 vaten Suiker, 19 oxhoofden en 664 balen
+Koffy, en 4 balen catoen; terwyl de uitvoering in 1767 reeds was
+opgeklommen tot 4745 vaten Suiker, 72 oxhoofden en 2740 balen Koffy,
+met 84 balen Catoen, welk artikel twee jaaren daar na opklom tot 337
+balen, en, negen jaren later, tot 2868 balen in een enkel jaar: dit
+is vervolgens by aanhoudenheid naderhand zeer spoedig vermeerderd;
+zoo dat, in de maand September laatstleden, de Registers aantoonen,
+dat de Schepen, naar Holland en Zeeland vertrokken, zedert het begin
+van het tegenwoordig jaar, [8] hebben uitgevoerd 4021 en een half vaten
+Suiker, 1340 oxhoofden en 36315 balen Koffy, en 2992 balen Catoen,
+welken men hier doorgaans maakt van 300 tot 340 ponden gewicht, terwyl
+men in verscheidene andere Volkplantingen de balen catoen niet zwaarder
+maakt dan van 200 tot 250 pond: men moet die zelfde aanmerking maken,
+ten aanzien van de suikeren, welken de meeste Planters tegenwoordig
+in vaten pakken van omtrent duizend ponden netto, terwyl men dezelven
+voorheen deed in vaten van omtrent 600 ponden.
+
+Om den uitvoer van dit geheele jaar 1785 volledig op te geven,
+ontbreekt het geen nog uitgevoerd zal kunnen worden met zeker schip,
+het welk in lading ligt, en voor het einde van het jaar vertrekken
+moet.
+
+Voeg hier by het geen een goed aantal schepen van de Americanen
+en van de Eilanden (die zedert den eersten January uit Demerary
+zyn uitgezeild.) van die zelfde drie koopwaren ter smuik hebben
+uitgevoerd; eindelyk, het geen een aantal onbekende vaartuigen uit de
+Rivier Essequebo uitgevoerd hebben; het welk een handel van aanbelang
+uitmaakt, schoon een weinig minder dan in Demerary.
+
+Oordeel hier uit van de gewichtige gevolgen van het bruikbaar maken
+der lage landen en der zee-kusten!
+
+Indien de vertogen, door de Planters in 't jaar 1785 aan de Regeering
+gedaan, ingang vinden, en indien men voortgaat met van hun slechts
+matige belastingen te vorderen, indien men den handel niet dwingt
+door nadeelige Reglementen, is 'er geen twyffel aan, of de uitvoer
+naar Europa zal in veel minder dan vyftig jaren het dubbeld opbrengen.
+
+Ik geef u deeze byzonderheden op, ten aanzien van de vermeerdering
+van de voortbrengzels deezer Volkplanting, om u door daadzaken te
+bewyzen, dat indien men zig te Caijenne op het bebouwen der lage
+landen met yver toelegt, deeze Volkplanting, wel verre van aan 's
+Lands schatkist tot een last te zyn, onder het getal zal komen van
+die genen, die den koophandel en de scheepvaart der verschillende
+Fransche havens doen herleven.
+
+Ik kan niet ontkennen, dat de inrigtingen, die men op deeze landen
+aanlegt, geduurende het eerste en tweede jaar haare onaangenaamheden
+hebben: een vochtig land, en het welk nog niet lang genoeg door de
+stralen van de zon is bescheenen geweest, om volkomen droog te worden;
+onaangenaame insecten, die u des avonds, des nachts en des morgens
+kwellen; het gebrek aan goed water en verscheide andere zaken, of de
+moeilykheid om zig zulks aan te schaffen, maken, dit erken ik gaarne,
+het leven in den eersten tyd onaangenaam: maar laat men in aanschouw
+nemen, dat deeze ongemakken slechts voor een tyd zyn, terwyl de rykdom
+der voortbrengzels, welken deeze onuitputtelyke landen opleveren, de
+moeielykheden en het gebrek, die men aldaar in het begin ondervindt,
+spoedig zullen doen vergeten.
+
+Voor 't overige kan men zig eenigermaten beveiligen tegen het ongemak
+van het steken der kleine en groote muggen, door het weghakken van het
+geboomte, stronken en doornheggen, die langs den oever der Rivieren
+groeien, en waar in deeze insecten huisvesten.
+
+Al verder, naar mate het getal der beplantingen vermeerdert,
+verminderen de onaangeraimheden. Zoo lang de nieuwe Planter zyne
+omheining nog niet geeindigd heeft, zyne uitwatering bepaald, en
+de gebouwen voor hem en zyne Negers opgerigt, is hy gehuisvest by
+zyn buurman, die zig daar toe des te gemakkelyker leent, om dat de
+nieuw aankomende door zyne omheining, en het hakken van zyn hout, de
+uitwerking der zoele winden vermeerdert, de insecten doet verdwynen,
+en hem ontlast van de zorgen der bedykingen, zoo aan de kanten, als in
+'t midden, in den tyd der zwaare regenbuien: op die wyze zyn in korte
+jaaren deeze moerassen, waar aan men te recht den naam van woesten
+klomp zoude kunnen geven, in eenen Hof van Eden veranderd en hervormd.
+
+Het gezegde moet, zoo my dunkt, de geheele wereld overtuigen, dat het
+bebouwen der lage landen oneindig voordeeliger is boven dat der hooge
+landen; en ik twyffele niet, of een ieder zal de oude vooroeordeelen
+ten deezen opzigte spoedig laten varen.
+
+Na deeze inleiding, welke ik noodig geoeordeeld heb vooraf te laten
+gaan, zal ik overgaan tot de behandeling van het hoofd-onderwerp van
+deezen, en van de volgende brieven.
+
+Alvorens ik echter met u begin te spreken over den grond der
+Volkplantingen van Guiana, wil ik u myne denkbeelden en myn gevoelen
+mede deelen omtrent de manier van het inrigten der bebouwing van de
+oevers der Rivieren in dit geheele vaste Land: het is voordeeligst
+de zuivering der gronden te beginnen aan de wederzydsche oevers by
+den mond der Rivier, en daar mede voort te gaan, altyd van de laagte
+naar de hoogte opklimmende.
+
+Verscheiden redenen overtuigen my, dat deeze manier de beste zyn zoude.
+
+Het is buiten allen twyffel, dat over den geheelen aardbol, maar
+vooral en in 't byzonder tusschen de zonne-keerkringen, de zeelucht,
+en de winden, die langs de zeekusten waaijen, niet alleen over dag,
+maar zelfs des nachts, vooral by droog weder, ongemeen heilzaam zyn:
+de Negers zyn aldaar veel minder aan zweren onderworpen, dan aan
+het hooge einde der Rivieren; en wanneer zy die al hebben, worden
+zy veel spoediger genezen. De lucht aan de kust is bovendien een
+byzonder geneesmiddel tot spoedige herstelling van maag-kwalen, als
+mede van alle andere ziekten uit verstoppingen, die aldaar met eene
+verwonderlyke gemakkelykheid genezen worden.
+
+Aan den anderen kant is het ontwyffelbaar, dat de eerste openingen
+in de lage landen de ongezondste zyn, en is het by gevolg niet veel
+voorzichtiger dezelven te beginnen aan dat gedeelte der Rivier,
+alwaar wind en lucht eene onbelemmerde dreef hebben, de vochtige
+uitdampingen oogenblikkelyk doen verdwynen, en den al te waterachtigen
+en rotachtigen staat van den dampkring verbeteren. Ik weet zeer wel,
+dat een enkel voorbeeld de gezondheid van eene landstreek niet met
+zekerheid bewyst; maar dit is echter zeker, dat de eerste bewoners,
+die zig op de lage landen der binnenste Rivieren van Demerary hebben
+ter neder gezet, grootendeels zeer jong gestorven zyn, terwyl men
+voorbeelden heeft van zulken, die zig aan den mond der Rivier gevestigd
+hebben, en tot eenen hoogen ouderdom gekomen zyn.
+
+Eene andere reden, waarom dit meer verkieslyk is, bestaat hier in,
+dat gy plant op dat gedeelte der lage landen, het welk de spoedigste,
+vruchtbaarheid en de meeste voortbrengzels belooft: de voordeelige
+invloed van den zee-dampkring, welke men als de kragtdadigste
+medehulp beschouwen moet, is gelegen in het helpen en voortzetten
+der groeying, het bevorderen van de vruchtdraging der boomen, uit
+hoofde van de zoutachtige deelen, die deeze lucht met zig voert,
+welke door de luchtgaten der bladeren ingezogen zynde, de werking
+der aardachtige zouten bespoedigen. Eene ondervinding van agt jaren
+in deeze Volksplanting heeft my geleerd, dat Koffy-Plantagien, die
+het naast aan den mond der Rivier en op de kusten gelegen waren,
+doorgaans meer opgebragt hebben, dan die verder van de zee af lagen.
+
+Daarenboven is het zeker, dat de eerste ondernemingen van dien aart
+meestal zyn aangelegd door lieden van bepaalde vermogens: ook heeft
+men in de landen, aan de monden der Rivieren en aan de Kusten gelegen,
+1. het voordeel, dat men geene groote boomen behoeft om te hakken;
+2. een land, zeer geschikt om met gemak te worden omgespit. Ik heb met
+myne eigene oogen op deeze kusten, door twee, drie of vier spittende
+Negers, met het graven van grachten eenen verbazenden arbeid zien
+verrichten; en 3. zoo dra de kleinste omheining geeindigd is, kan
+men aldaar catoen boomen planten, die, na verloop van negen maanden,
+reeds eenigen oogst opleveren.
+
+By deeze redenen zal ik nog eene laatste voegen, die, naar myn
+begrip, het meest afdoet, namelyk dat men, beginnende met het
+zwaare hout aan den zeekant weg te nemen, aan het afgelegener
+gedeelte der Rivier een gezonder lucht bezorgt; het zelve wordt
+vruchtbaarer en aangenaamer voor den nieuwen Planter, die zig aldaar
+nederzet. Myne Plantagie is omtrent drie vierde van een myl van den
+mond der Rivier af gelegen, en ik houde my verzekerd, dat noch ik,
+noch myne gebuuren, zoo veel koffy als tegenwoordig niet zouden
+inoeogsten, indien onze aanleg afgescheiden, en op zig zelfstaande,
+in de diepte der bosschen was gemaakt, en ik ben inwendig overtuigd,
+dat onze oogst merkelyk bevorderd wordt, doordien de bosschen, aan den
+oostkant van den mond der Rivier, byna geheel en al zyn weggehakt,
+en alle de Plantagien van beneden af, tot by my, open zyn, of van
+het zwaare hout beroofd, ter diepte van vier honderd en vyftig,
+tot zes honderd vyftig roeden. [9] Bewyst de ondervinding dit niet
+overal? Het klein getal Plantagien in de Berbices, aangelegd op lage
+landen aan de Maripaan, aan den westelyken oever der Rivier, en alzoo
+het genot hebbende van de passaatwinden, die door den breeden mond
+van die Rivier onbelemmerd heen waaijen, maakt jaarlyks voordeelige
+oogsten; en een oud Surinaamsch Colonist, een zeer goed Planter,
+schryft my, dat alleenlyk de Plantagien, gelegen aan de Kreeken,
+die in de Commewyne uitloopen, en het genot der zeelucht hebben,
+by aanhoudendheid veel koffy opbrengen.
+
+Ik vermeene u door alle deeze redenen overtuigd te hebben, dat het
+veel gezonder, veel gemakkelyker, en veel voordeeliger is, om de
+bebouwing der landen te beginnen aan den mond der Rivieren en aan de
+Zeekusten, niet alleen voor de geenen, die zig aldaar nederzetten,
+maar ook voor de Planters, die zig hooger op geplaatst hebben, of
+zulks by vervolg nog zouden kunnen doen.
+
+Na u in 't algemeen myne denkbeelden te hebben medegedeeld, hoedanig
+men zig omtrent de bebouwing der lage landen in Guiana heeft te
+gedragen, gaa ik over tot de byzonderheden van derzelver bearbeiding,
+zuivering van stronken en wortels, enz. en ik zal beginnen met den
+aart van den grond van deeze landen.
+
+Voor eerst zal ik toegeven, dat 'er op de hoogere en van de zee meer
+afgelegene landen, plaatsen zyn, wier grond zoo fraay en vruchtbaar
+is, als in de laagte; maar deeze plaatsen staan op zig zelven, en
+bestaan in kleine gedeeltens; zy genieten nooit die lucht, die voor
+de menschen gezond, en voor de groeizaamheid nuttig is, als de landen
+in de nabyheid der zee gelegen; het toemaken en bebouwen van dezelven
+is altyd oneindig moeijelyker, en vordert meerder werkzaamheid.
+
+Men zal derhalven altyd aan den grond der lage landen den voorrang
+moeten geven, en uit dezelven moet men, zoo als ik hier boven gezegd
+heb, de schatten van Guiana haalen.
+
+De teekenen, waar aan men goede landen kennen kan, bestaan daar in,
+dat zy, op de diepte van verscheiden voeten, een blaauwachtig, zacht,
+slyk hebben, het welk het water gemakkelyk laat doorzinken. In onze
+beide Rivieren vindt men een grond, alwaar dit slyk met zandkorrels
+vermengd is: dewyl dit nu den doortocht van het regenwater des te
+gemakkelyker maakt, schynt het zeker, dat de laatstgemelde grond den
+voorrang verdient boven de eerste, vooral voor het suiker-riet. Ik
+heb te Essequebo suiker gezien, die op dit zoort van land geoeogst,
+en allerfraayst was, schoon de Plantagie slecht was uitgedroogd,
+slecht bearbeid, en slecht bebouwd: niets tog bewyst beter de goede
+hoedanigheid van den grond, dan wanneer men goede waaren, om zoo te
+spreken, van zelf ziet geboren worden.
+
+Schoon ik het blaauwachtig slyk opgeeve als het teeken van den besten
+grond, wil ik wel met u toestemmen, dat het graauwachtige slyk, mits
+het zacht en tot het doorlaten van het water geschikt is, insgelyks
+goed kan zyn; echter zoude ik, met een hedendaagsch Schryver, die
+over den landbouw in Surinamen gehandeld heeft, 'er voor zyn, om het
+zelve in den tweeden rang te plaatsen.
+
+Beide zoorten van slyk moeten met eene zwartachtige, vette en
+gebondene aarde, als met eene goede wel verrotte mest, overdekt
+worden; deeze beweegbaare aarde vindt men van onderscheidene dikten:
+echter ben ik geenzints van het gevoelen van hun, die stellen, dat
+de rykdom van den grond geevenredigd is aan de dikte van dit overdek
+van aarde. Integendeel zyn in Demerary alle de landen, alwaar die
+aarde ten hoogsten van 20 of 22 duimen diepte is, in verre na niet die
+geene, welke den voorrang verdienen: veel verkieslyker zyn die landen,
+alwaar men deeze aarde alleenlyk vindt ter diepte van 16 of 18 duimen,
+welke vervolgers tot 6 of 8 duimen vermindert door de indrooging,
+die na de omheining van den grond door de sterke zonnestraalen plaats
+heeft. Zelfs heb ik in de laagte van de Maripaan, en in het benedenste
+gedeelte der Rivier Canje, in de Volkplanting de Berbices, uitmuntende
+landeryen gezien, alwaar de Koffy- en Cacao-boomen tot de grootste
+volkomenheid opgroeiden, schoon zy niet dan een zeer dun overdek van
+zwarte aarde hadden.
+
+Naar mate men aan de zee, of aan den mond der Rivieren nadert, wordt
+het slyk minder vet en zagter: zoo is het ook langs de zee-kusten,
+alwaar men den naam van slyk in dien van uitgedroogde modder zoude
+kunnen veranderen, waar van de bagger uit de gegravene vaarten een
+overtuigend blyk oplevert. Deeze bewerking moet alle twee jaaren
+geschieden op de Plantagien, die langs de kusten gelegen zyn. Het geen
+'er uitgebaggerd wordt, werpt men aan de beide kanten dier vaarten,
+en twee jaaren daar na is van het zelve niets meer te vinden; het is
+wederom in de vaart afgezakt, welke 'er op nieuw mede bezet is.
+
+Ik had my altyd verbeeld, dat dit zoort van landen minder vruchtbaar
+was, en dat de Koffy-boomen aldaar korter duurden; maar ik heb het
+laatste jaar twee stukken land gezien, met Koffy-boomen beplant,
+behoorende tot de oudste Plantagie aan de westkust, zynde in den besten
+staat en vol vruchten; en de eigenaar heeft my verzekerd, dat deeze
+stukken zedert 22 of 23 jaaren waren beplant geweest: ten duidelyken
+blyke, dat deeze landen zeer lang in hunne vruchtbaarheid volharden.
+
+Voor een blyk van goed land houdt men vry algemeen een zoort van
+palmboom, waar aan men by u den naam van Pinot geeft. De Schryver,
+die den Surinaamschen landbouw behandeld heeft, zegt, dat hoe meer
+men van die boomen vindt, hoe vruchtbaarer de grond is. Ik stem
+gaarne toe, dat de landen, hier boven door my als de beste opgegeven,
+'er rykelyk van voorzien zyn; maar verscheide inwooners, die de hooge
+landen in Demerary vruchteloos bebouwd hebben, hebben my verzekerd
+door dit blyk bedrogen te zyn geworden; ik zoude daarom altyd raden,
+zig daar op niet eeniglyk te verlaten, maar tevens te onderzoeken,
+of de grond ook andere blyken, welken ik ontvouwd heb, oplevert.
+
+Behalven de verandering, die in den grond bespeurd wordt, naar mate
+men digter aan de zee nadert, vindt men ook, dat het hout uit minder
+sterke en een ander zoort van boomen begint te bestaan. Men ziet
+minder Manis, en van die boomen, welken de Indianen alhier noemen
+Warokoerie, de Creolen Schepperboom, dat is roey-riemen-hout, om
+dat het zig gemakkelyk laat klooven, en veel al tot het maken van
+roey-riemen gebruikt wordt; ter zelfder tyd vermeerdert het getal
+der Paletuvier-boomen. Men vindt den boom, Coeraharie genaamd, niet
+meer in grooten overvloed. Deeze boom, wiens Surinaamsche naam my
+niet bekend is, is geschikt tot timmerhout, en kan dienen tot het
+maken van palen of stylen; mits men dezelven op steene grondvesten
+plaatst; men gebruikt het ook tot ribben en balken, eindelyk tot
+alles wat beschut of bedekt is. Men vindt aldaar ook zeer fraaije
+vierkante blokken, waar van men planken zaagt, die zeer geschikt zyn
+om de huizen te beschieten; maar niet zeer goed zyn voor vloeren of
+zolders, om dat dit hout krom buigt. Men vindt deezen boom insgelyks
+in de diepten der Plantagien, aan de west-kust; maar zy zyn aldaar
+kleiner. De Balata, die in Surinamen en de Berbices zoo gemeen is,
+is hier uittermaten zeldzaam.
+
+Insgelyks zyn de banken van schulpvisschen aan de oevers van
+Surinamen en de Berbices zeer gemeen; maar men vindt dezelven in
+'t geheel niet aan die van de Rivieren Essequebo en Demerary. Men
+begint eenige schelpvisschen te zien, wanneer men de Coerabanne naar
+den oostkant voor by vaart, gaande naar den kant van de Maheyca;
+maar aan de oostzyde van deeze laatstgemelde Kreek, of beter gezegd,
+Rivier, is eene zeer groote bank, en van daar tot aan Mahicony is
+'er de kust vol van.
+
+Om zyne keuze te bepalen omtrent die plaatsen, waar de beste landen
+gelegen zyn, kan men, volgens de zekerste berigten, die ik heb
+kunnen opspooren, in Demerary alleenlyk voor behoorlyk vruchtbaare
+landen houden die geenen, welke aan den oostelyken oever gelegen zyn,
+gerekend van de Plantagie, de groote Diamant, tot omtrent twee mylen
+van den mond der Rivier; en aan den westelyken oever, van de Plantagie
+Laurentia, een halve myl hooger op, tot aan den mond der Rivier.
+
+Te Essequebo bepalen zig de goede landen tot die van de Eilanden
+Legouane, Arobabiche, en Waakkename; en zelfs op dit laatstgemelde
+Eiland is het zuidelykst gedeelte, het welk het verste van de Zee af
+ligt, reeds van veel mindere waarde. Aan den oostelyken oever van
+deeze Rivier, kan men geene goede landen hooger op rekenen, dan de
+Plantagie Patrica, een myl van den mond der Rivier af, en aan den
+westelyken oever van de Plantagie, Adventure genaamd.
+
+
+
+TWEEDE BRIEF.
+
+Van de manier, om te arbeiden aan Dykagien, uitwaterende vaarten,
+sluizen en ander werk, het welk noodig is, om het Land ter bebouwing
+gereed te maken.
+
+In den vorigen brief heb ik u myne gedachten opgegeven, hoe uitmuntend
+geschikt de lage landen in Guiana ter bebouwing zyn, en welke keuze
+men onder de verschillende zoorten en liggingen van deeze landen te
+maken heeft: in deezen brief zal ik u ontvouwen de manier, om die
+landen toe te bereiden en bruikbaar te maken.
+
+Dewyl deeze landen, of byna altyd onder water staan, of door de
+verwisseling van ebbe en vloed, aan overstroomingen onderworpen
+zyn, moet men dezelven droog maken, en door dyken beletten, dat het
+buitenwater niet kan doordringen tot het land, het welk men voornemens
+is tot bouwland aan te leggen.
+
+Ik vooronderstel dus, dat de keuze van het land gedaan is. Men moet,
+voor alle dingen, het hout laten weghakken, en het geheele land,
+het welk men voorgenomen heeft te bedyken, of ten minsten het
+gedeelte, waar de dyken gelegd moeten worden, tot op eene zekere
+breedte, doen zuiveren. Vervolgens kunt gy overgaan tot het leggen
+van die dyken, welke een vierkant, dat evenwyd is, zullen vormen,
+waar van de eene kant uwe voorgevel of scheidsmuur, aan de Rivier
+of Zee-kust, zal uitmaken; eene andere, aan de eerste gelyk zynde,
+zal gelegd worden in de diepte van dit zelfde land, op den afstand,
+welken gy wilt toebereiden en beplanten; de twee andere zyden, die
+beide even groot zyn, zullen lynrecht tegen de twee eerste overstaan,
+en u van uwe gebuuren, ter rechter en ter linker zyde, afscheiden.
+
+Tot dit einde moet men, in den geheelen omtrek van dit vierkant,
+beginnen met een kleine gracht te graven, welke gevonden moet worden
+onder het midden der breedte van den dyk, en daar aan als tot een
+grondvesting dienen. Deeze kleine gracht wordt genoemd de pit of
+blinde groeve: dezelve moet omtrent drie voeten breedte hebben, voor
+een dyk, die twaalf voeten en meer tot zynen grondslag heeft. Het
+is van aanbelang dezelve te graven tot de diepte van ten minsten
+twee goede schuppen, en aldaar geene stammen van boomen, geen hout,
+geene wortels over te laten, maar daar van volkomen te zuiveren.
+
+Wanneer deeze blinde groeve gemaakt is, zult gy beginnen met de
+uitwaterende grachten te graven: men is gewoon 'er daar van twee
+te maken, de eene van buiten aan den dyk, de andere van binnen. De
+eerste dient, om den dyk met slyk aan te vullen, de binnen-gracht
+daar toe zomtyds niet voldoende zynde, wanneer deeze dyk van vry wat
+aanbelang moet zyn. Deeze buitenste gracht bevordert daarenboven den
+uitloop van een gedeelte der omringende wateren, en belet dezelven,
+door middel van dien uitloop, tegen den dyk aan te perssen.
+
+Het is nutteloos deeze buitenste gracht zeer diep uit te graven;
+zy vordert zoo veel oplettendheid niet, als de binnenste gracht,
+die net en regelmatig moet bewerkt worden; terwyl men in de buitenste
+de stronken en wortels laten kan, mits zy aan de uitdieping niet te
+hinderlyk zyn. Men moet altyd eene bekwame tusschenruimte tusschen
+deeze gracht en den dyk houden.
+
+In welk zoort van lage landen het ook zy, is de bagger, die men voor
+de eerste keer uit deeze grachten haalt, te veel met vreemde lichamen
+vermengt, en al te los, om tot bekwame grondslagen voor den dyk te
+kunnen dienen. Men moet ten minsten de twee eerste baggers, die men
+'er uit haalt, aan deeze zyde werpen, dat is tusschen de gracht en den
+dyk; en wanneer men de slyk of grond vast en bekwaam genoeg vindt, laat
+men dezelve op den dyk werpen, het zy in eens, het zy in twee keeren,
+zoo als gewoonlyk plaats heeft, om reden, dat men tusschen den dyk en
+de omringende grachten een tusschenvak moet laten van 20 of zomtyds 30
+voeten. Indien men deeze voorzorg verzuimde, zoude men gevaar loopen,
+om de kanten van den dyk, en van de grachten, door de onmatige zwaarte
+van de aarde, waar van de dyk gemaakt is, spoedig te zien instorten.
+
+Men graaft de omringende grachten tot de vereischte diepte, die niet
+altyd dezelfde is, maar waar van de gewoone maat bedraagt zes voeten
+voor de binnen-gracht: men moet wel opletten, om aan deeze gracht de
+noodige opgaande schuinte te geven, naar mate men dezelve graaft. De
+evenredigheid van deeze opgaande schuinte is van 5 of 6 duimen van
+elke voet; en naar mate men de kanten van deeze gracht in die schuinte
+graaft, maakt men dezelve met het platte van de schup effen en gelyk.
+
+Men zoude vervolgens deeze binnen-gracht kunnen eindigen, zonder
+andere voorzorgen in acht te nemen; maar dan zou men gevaar loopen,
+om door het hooge water overvallen te worden, en daar door veel tyd
+te verliezen; behalven dat het te vreezen is, dat het water deeze
+grond of slyk, welke daar door gedeeltelyk in beweging gebragt wordt,
+week zoude maken, en daar door verzakkingen veroorzaken.
+
+Men keert dit ongemak af, door, van den beginne af aan, een vierkante
+pyp of sluis te plaatsen, die in dit land genaamd wordt coffre
+d'ecoulement, het zy een groote, het zy by voorraad een kleine,
+die ten minsten het water op de gewoone getyen kan tegen houden.
+
+Om deeze uitwaterende sluis te plaatsen, graaft men daar toe opzettelyk
+een gat in den dyk, aan den kant, die aan de Rivier of de Zee gelegen
+is, indien men in het land geene kreek heeft, die daar toe geschikt
+is. Maar doorgaans vindt men verscheiden van die kreeken of vaarten,
+door de natuur zelve gevormd, waar door het ryzend water in overvloed
+in de landen inloopt, en het vallend water weder afloopt. In het
+begin moet men alle deeze kreeken door goede kistdammen schutten.
+
+Zulk een kistdam is niet moeijelyk te maken; maar dit moet met
+oplettendheid en vastheid geschieden: men begint met het vak of de
+plaats, alwaar die kistdam gelegd moet worden, te zuiveren. Men neemt
+vervolgens twee zwaare stukken hout of ribben, van eene genoegzame
+lengte, om de geheele kreek en derzelver oevers te beslaan van den
+eenen tot den anderen kant, ter wydte van omtrent zes voeten: dit vak
+van zes voeten wordt tot op een goede schup diepte, beneden het bed
+van de kreek, weggegraven. De twee houte ribben worden mitsdien dwars
+op den grond van de kreek gelegd, op een zekeren afstand van elkander:
+vervolgens plant men eenige zwaare heypalen aan de buitenzyde, voor
+elk einde van deeze houte ribben, om de uitwyking voor te komen van
+de aarde of het slyk, waar mede men het vak tusschen de twee ribben
+vullen moet, om den kistdam te maken.
+
+Wanneer deeze houte ribben wel geplaatst, en behoorlyk vast gemaakt
+zyn, plant men langs elk van dezelven, zoo aan de binnen- als
+buitenzyde, een rey heypaalen, van zwaare stukken hout, welken men
+naast, en zoo dicht mogelyk aan elkander, inslaat: men moet om die
+reden rechte stukken daar toe verkiezen. Wanneer alle deeze paalen
+zyn ingeheyd, vult men het tusschen-vak met slyk, welke men aldaar
+met kragt inwerpt, en die eindelyk een klomp wordt, waar door het
+water niet kan heen dringen.
+
+Men vindt op de plaatsen zelven altyd hout, het welk geschikt is,
+om tot deeze ribben te dienen, vermits zy niet langer dan twee of
+drie jaaren behoeven te duuren, na verloop van welken tyd de kistdam
+stevig genoeg is, en geen steunzel meer noodig heeft.
+
+Thans, om de sluis te kunnen plaatsen, zuivert men de kreek,
+waar in men die plaatsen wil, van derzelver vuiligheden, of men
+graaft opzettelyk eene vaart, indien men geen gebruik van eene kreek
+maakt. Men moet eenige duimen lager graven, dan het waterpas van het
+laagste gety van de Rivier of Zee kust, waar in men de uitwatering
+verkiest.
+
+Wanneer de plaats, alwaar men de sluis stellen wil, is uitgegraven,
+brengt men die sluis voorwaarts naar een der oevers van de vaart,
+welke men daar voor gegraven heeft: men plaatst dezelve aldaar op
+eenige houte balken, die voor uit moeten steken tot byna op de helft
+van de opening der gegravene vaart. Die sluis aldaar geplaatst zynde,
+keert men de zelve op zyde, zoo dat de grond of het onderste van de
+sluis recht over einde staat aan de zyde van de uitgegravene plaats,
+en byna tegen den kant aan. Vervolgens slaat men om de twee uiteinden
+van de sluis twee zwaare touwen, waar van men de einden behoorlyk
+vast maakt. Op elk derzelven plaatst men een takel, waar van men
+de wederzyde op eenige stronken van boomen doet rusten, of, zoo
+'er die niet zyn, op twee zware palen, daar toe opzettelyk geplant,
+aan de zelfde zyde, waar de sluis geplaatst is.
+
+By elke takel zet men eenig volk, met last om gelykelyk en van
+langzamerhand schoot te geven, naar mate daar toe bevel gegeven wordt;
+vervolgens wordt door eenige arbeiders, die langs de sluis geplaatst
+zyn, dezelve op de balken voortgeduwd naar het gat, waar in dezelve
+moet inzakken. Wanneer de sluis, alzoo voortgestooten zynde, geheel van
+den grond af is, begint dezelve wederom in haare natuurlyke gesteldheid
+om te wenden, dat is, met den bodem naar beneden; als dan moet het
+volk, het welk de takels tegen houdt, de touwen eensklaps los laten,
+om de sluis in het gat te doen nederzakken. De balken, waar op men de
+sluis heeft laten voortglyden, dienen in dit oogenblik tot een wip,
+om de sluis naar beneden in de gegravene vaart te wenden, alwaar men
+dezelve nederzet, waterpas en plat, zoo naauwkeurig maar eenigzints
+mogelyk is.
+
+Wanneer de sluis zoodanig geplaatst is, als men verlangt, trekt men
+de takels en andere touwen te rug: men plaatst, even als by het maken
+van eene gewoone en volkomene kistdam, hier boven reeds beschreven,
+twee houte ribben, de eene beneden, en de andere boven de sluis,
+vlak tegen dezelve aan. Men plant aldaar eene reije van houte staken,
+uitgenomen op de plaats, welke de sluis beslaat, waar van men de
+opening niet sluiten moet: men neemt in plaats derzelven aldaar zware
+planken, of, indien men wil, ronde stukken hout, met den grond gelyk
+en in de dwarste. Deeze kistdam vult men met slyk, zoo als hier voren
+reeds is opgegeven, en men overdekt daar mede de sluis.
+
+Indien men alleenlyk by voorraad eene kleine sluis wilde plaatsen,
+om de eerste bewerking des te gemakkelyker te maken, zulks zoude veel
+eenvoudiger zyn; dezelve wordt gemaakt van vier zwaare planken aan
+elkander gevoegd, zoo dat elk derzelven een van de kanten uitmaakt: aan
+het buitenste einde plaatst men eene kleine sluisdeur of duiker, die
+nederhangt, om de sluiting des te gemakkelyker en zekerder te hebben.
+
+Hier mede behooren wy over te gaan tot de ontvouwing van de manier,
+op welke eene groote sluis gebouwd wordt, die men veronderstelt eene
+opening van drie voeten te hebben.
+
+De bouwstoffen, daartoe vereischt wordende, zyn de volgende:
+
+1. Zes zwaare planken van 26 voeten lengte, op 13 duimen breedte en
+twee duimen dikte.
+
+2. Vyftien zwaare planken van 12 voeten lengte, twaalf duimen breedte,
+en anderhalve duim dikte.
+
+3. Vier zwaare planken van twaalf voeten lengte, twaalf duimen
+breedte, en twee en een halve duim dikte.
+
+4. Twee stukken hout van vyf voeten lengte, op zeven duimen breedte in
+'t vierkant.
+
+5. Een paar hengzels, van twee en een halve voeten lengte, en twee
+en een halve duimen breedte, met twee zwaare yzere duimen, waar van
+de punten lang genoeg zyn, om door het stukje hout of klamp, het welk
+men boven de sluisdeur plaatst, heen te gaan, en voorts genoegzaam
+uitstekende, om met een schroef of schaar vast gemaakt te worden.
+
+6. Vier yzere banden, waar van de einden omgebogen zyn naar vereisch
+van de houte klampen, en hebbende de lengte van twee en een half
+voeten, om op de sluis te spykeren, tot derzelver meerdere vastheid.
+
+7. Eindelyk de noodige spykers, die voor een sluis van dit maakzel,
+en van die evenredigheid, ten naasten by zullen bedragen twaalf
+ponden van 5 of 6 duimen, en twintig of vier-en-twintig ponden kleiner
+spykers van 3 duimen.
+
+Om deeze sluis te maken, begint men met de zwaare planken van 26
+voeten lengte gelyk te maken; men zet die in elkander, drie van
+de eene en drie van de andere zyde, zoo dat elke kant, uit drie te
+zamen vereenigde planken bestaande, eene gelyke breedte maakt; men
+hakt het einde van deeze planken schuins, in de evenredigheid van ten
+minsten drie duimen op elken voet. Deeze schuinte is alleen aan die
+zyde, welke naar de Rivier of Zee geplaatst wordt, en alwaar ook de
+sluis-deur moet gemaakt worden.
+
+De vier planken van twaalf voeten lengte, en twee en een halve duimen
+dikte, dienen om de vierkanten of vakken van de sluis te maken. Daarom
+klooft men dezelven in de breedte midden door, het geen de planken
+alleenlyk zes duimen breed maakt; men hakt dezelve in vier stukken,
+elk van drie voeten lang; men maakt deeze stukken van eene even gelyke
+grootte, en voegt die met rechte hoeken en een zwaluwen staart te
+zamen, zoo dat men van vier stukken een vierkant maakt; en dewyl elke
+plank agt stukken oplevert, maakt zulks twee vierkanten op elke plank,
+en voor de vier, agt vierkanten of vakken, die tot de vastheid van
+de sluis op eene lengte van 26 voeten volkomen voldoende zyn. Het
+vierkant, het welk aan het einde der lange planken, die schuins
+gehakt zyn, geplaatst is, moet insgelyks in de schuinte gehakt worden,
+om op de andere schuinte volmaakt te sluiten. Wanneer de vierkanten
+gemaakt zyn, spykert men dezelven op gelyke afstanden van elkander
+aan de lange planken vast: wanneer de sluis van wederzyden aan die
+vierkanten is vast gespykerd, gaat men over tot de twee andere zyden,
+die den bodem, en het boveneinde van de sluis uitmaken: men gebruikt
+daar toe de vyftien planken van anderhalve duim dikte: men hakt
+die alle aan stukken van drie voeten lengte, het geen voldoende is,
+om de beide zyden van de sluis aan de einden gelyk te doen dragen:
+na deeze stukken zoo gemaakt te hebben, dat ze volmaakt op elkander
+passen, spykert men ze overdwars aan de sluis vast, zoo van boven
+als van onderen.
+
+De deur van deeze sluis wordt geplaatst aan die zyde, alwaar de
+planken met een schuinse inham gehakt zyn; men geeft 'er het fatsoen
+aan overeenkomstig deeze zelfde schuinte, en hangt dezelve aan twee
+hengzels, waar van de yzere duimen zyn geklonken in een stuk hout
+van het beste zoort, het welk men boven aan de sluis vast maakt,
+door het zelve vooraf met het vierkant, waar op deeze deur rust,
+zamen te hegten; en vervolgens met twee yzere krammen, die het zelve
+aan drie kanten omvatten, en waar van de platte einden gespykerd zyn
+op de planken, welken men overdwars boven de sluis geplaatst heeft,
+terwyl men onder aan een gelyk stuk hout plaatst, op dezelfde wyze
+vast gehecht, waar op de sluisdeur rust, wanneer die gesloten is. De
+yzere duimen gaan door de breedte heen van het stuk hout, waar in zy
+geklonken zyn, en van agteren zyn zy met een schroef of schaar vast
+gemaakt, zoo dat men ze naar vooren of naar agteren kan draaijen,
+naar dat de vaste sluiting van de sluisdeur zulks vordert.
+
+Het geheel van deeze sluisdeur bestaat uit in elkander gevoegde stukken
+hout, die wel gelyk gemaakt zyn, en overdekt met eene dubbele laag hout
+met regte hoeken, insgelyks in elkander gezet: dezelve moet breeder
+zyn, dan de opening van de sluis, dat is, gelyk met derzelver geheele
+breedte, de buitenste kanten daar onder gerekend. Die zyde van de
+deur, alwaar de planken vlak of overdwars zyn in elkander gevoegd,
+moet binnenwaarts geplaatst worden, dewyl het hout op die manier
+zig minder uitzet, en de sluisdeur dan minder bloot gesteld is,
+om in wanoerde te geraken, en naauwkeuriger sluit.
+
+Om aan deeze sluisdeur meer gewicht te geven, en dezelve gemakkelyker
+van zig zelve, en door haare zwaarte, te doen sluiten, voegt men 'er
+van weerskanten een zwaar stuk hout by, het welk men aan de buitenste
+oppervlakte vast spykert; dit stuk moet de dikte hebben van vier of
+zes duimen in de laagte, en naar de bovenkant hoeksgewyze eindigen.
+
+Eene uitwaterende sluis van de hier boven opgegevene grootte, is
+volkomen voldoende tot het droogmaken van een stuk van 150 hond lands:
+men kan een tweede aanleggen, of 'er een maken, die grooter is, naar
+mate eene grootere uitgestrektheid gronds moet worden droog gemaakt.
+
+Deeze zoort van sluisdeuren of duikers is de eenvoudigste en min
+kostbaarste, om te dienen tot loozing van het binnen-water van een
+land, het welk men wil droogmaken en bebouwen.
+
+Voor 't overige, wanneer men 'er de middelen en den tyd toe heeft,
+kan men aldaar sluizen maken op de manier, die in Europa bekend is,
+het zy van hout, het zy van steen. 'Er zyn veele Planters in de
+Hollandsche Volkplantingen van Guiana, die deeze laatstgemelde hebben.
+
+Wanneer de grachten rondoem gegraven en de sluis geplaatst is,
+moet men dadelyk zyn werk maken van de afdeeling van den grond,
+en van de wegen, waar door elke afdeeling wordt afgescheiden. Deeze
+wegen moeten door gegravene vaarten omgeven zyn, die tamelyk groot
+en ten hoogsten honderd toisen van elkander afgelegen zyn. Indien
+de tusschenruimten grooter waren, zoude de afloop van het water te
+langzaam en onvoldoende zyn: men moet ze ook niet te digt by elkander
+maken, om den arbeid niet noodeloos te vermeenigvuldigen.
+
+Deeze verdeelingen zyn willekeurig, en hangen van des Planters
+goedvinden af. Men maakt de midden-laanen meer of min breed, en aan
+de kanten plant men vrugtboomen, bananen-boomen, ananassen, en andere
+nuttige planten.
+
+'Er zyn Planters, die, behalven de groote midden-laan, nog eene andere
+van wederzyden maken, minder breed, in het midden van het vak tusschen
+de groote laan en elke dyk, waar door het geheele stuk gronds in vier
+gelyke deelen verdeeld is: men kan deeze verdeeling nog eenvoudiger
+maken, om den arbeid te verminderen.
+
+'Er is nog eene manier, die veel voordeeliger is, en daarom veel meer
+aan te raden: hier in bestaande, om in plaats van den middenweg,
+eene groote vaart te graven, beginnende van het achterste gedeelte
+der gebouwen tot een einde voor aan in het bosch, en in de dwarste
+loopende voor den agterdyk. Men bedient zig van de aarde, die daar
+uit gegraven wordt, om aan wederzyden van deeze vaart, de dyken op te
+hoogen, die een zeer goeden weg opleveren ter rechter en ter linker
+zyde, welken men ieder met ryen boomen beplant. Het nut van zulk eene
+gegravene vaart is onwaardeerbaar; dezelve dient, om de koffy of andere
+waaren in den oogst-tyd met schepen of ligte vaartuigen te vervoeren,
+het geen veel handen arbeid kan voorkomen. Deeze vaart is het geheele
+jaar door vol goed en zoet water, het welk uit het bosch afdaalt. Dit
+water dient tot besproeijingen, tot verscheidene benoodigdheden der
+Planters, om zig te baden, en tot het vervoeren van hout voor vaatwerk,
+en brandhout, het welk men als een vlot laat afzakken, enz.
+
+Na dat men eenige maanden aan het maken der omringende dyken gearbeid
+heeft, wanneer de grond is ingezakt en vast geworden, maakt men de
+dyken volkomen af, en gelyk, en geeft aan de onderpaden en schuinse
+afhellingen derzelver regelmatige gedaante. De hoogte van deeze dyken
+moet altyd zyn een voet boven het hoogste water.
+
+In dit bearbeiden der lage landen, na den grond van het zwaare hout
+en de takken gezuiverd te hebben, het geen altyd een lang en moeijelyk
+werk is, voornamelyk wanneer de gronden met paletuvier-boomen bewassen
+zyn, is men gewoon in het begin bananen-boomen te planten, die tot
+voedzel voor de beplanters dienen, en met hunne zwaare bladeren
+de heestergewassen, het kleine geboomte, en planten, die op den
+grond overig blyven, overschaduwende, dezelven eindelyk geheel doen
+te niet gaan. Waar na men dezelven uittrekt, en nuttige planten,
+die men voornemens is aldaar aan te kweeken, in de plaats zet, om
+'er voordeel mede te doen. Indien dit koffy-boomen zyn, plant men
+dezelven, geduurende het eerste en tweede jaar, in de schaduwe der
+bananen-boomen, waar van men een gedeelte laat staan.
+
+Voorts moeten wy nog aanmerken, dat op de groote, en vooral op de
+Suiker-Plantagien, de verdeeling der grachten een weinig anders
+zyn moet.
+
+Voor eene Suiker-Plantagie, alwaar men een water-molen maken wil,
+moet men afzonderlyke gegravene vaarten hebben, benevens genoegzaame
+vyvers, en bewaarplaatsen van water, die in slaat zyn het zelve aan
+de molen te verschaffen; als mede eene bekwaame helling, geduurende al
+den tyd, dat de Zee laag genoeg is, om de molen te kunnen laten malen.
+
+'Er zyn ook grachten of vaarten noodig, die bevaarbaar zyn voor ligte
+vaartuigen, rondoem elke verdeeling, ten einde het suiker-riet met
+gemak en vaardigheid naar den molen te kunnen overvoeren.
+
+Op de groote Koffy-Plantagien graaft men ook eenigen van deeze vaarten,
+tot het vervoeren van de ingeoeogste vruchten in kleine vaartuigen;
+het geen aan den arbeid der wyd afgelegene Plantagien byzonder veel
+gemak aanbrengt. Het is tot dit einde genoeg, een gracht te hebben van
+twintig voeten breedte, die midden door de Plantagie, en vervolgens
+naar de diepte heen loopt. Deeze gracht of vaart moet geene gemeenschap
+met de anderen hebben; dewyl men zorgen moet, dat daar in altyd water
+genoeg is, om te kunnen varen, en wel zoet water, gelyk reeds hier
+vooren is opgemerkt; ook is het noodig aldaar eene kleine sluis te
+leggen, die haar uitloop heeft naar de groote sluis, welke voor de
+geheele droogmaking dient, ten einde deeze vaart te kunnen ontledigen,
+wanneer 'er te veel water in is, of zelfs geheel en al uit te droogen,
+indien dit noodig is, om dezelve schoon te maken, en diergelyken.
+
+Ten aanzien van eene Suiker-Plantagie, is het met de verdeeling deezer
+grachten en vaarten geheel anders gelegen: twee zaaken komen aldaar
+in aanschouw; voor eerst, het maken van plaatsen, die geschikt zyn om
+het water te bewaren, het welk noodig is, om den molen aan den gang
+te houden; ten tweeden, om de middelen te verschaffen, tot het rondoem
+vaaren van elk stuk lands, met suiker-riet beplant, en het zelve alzoo
+naar den molen te kunnen vervoeren. Men moet die vaarten dus veel
+grooter en meerder in getal maken. Zie hier de verdeeling van dezelven.
+
+Men begint met omringende grachten te maken, die in grootte aan
+de uitgestrektheid van het stuk lands geevenredigd zyn; men maakt
+vervolgens verdeelingen van 100 tot 100 toisen, maar niet verder,
+dan tot omtrent in het midden van de diepte der Plantagie. De groote
+gegraven vaart van zoet water, waar van wy gesproken hebben, en die
+van de gebouwen der Plantagie af, tot in derzelver diepte, boven den
+agter-dyk, doorloopt, moet eene veel grootere breedte hebben omtrent de
+plaats, waar de molen staat, dan in een afgelegener gedeelte. Op deeze
+vaart loopen andere kleinere vaarten of grachten uit, die geplaatst
+worden tusschen de afdeelingen heen, zoo dat zy met de uitwaterende
+vaarten geene gemeenschap hebben, maar alleenlyk met de middelste,
+waar van zy als zoo veele armen uitmaken.
+
+Behalven deeze groote vaart, en derzelver rechthoekige armen, zyn de
+verdeelingen van den grond omringd door eene uitwaterende vaart of
+gracht, en hebben nog eene andere in het midden van derzelver breedte,
+alle welke met de omringende en uit waterende vaarten gemeenschap
+hebben: en op die wyze geschiedt de droogmaking van den grond, als
+mede van de afgedeelde stukken, die men, even gelyk in alle andere
+droogmakingen, van 30 tot 30 voeten maakt.
+
+Wanneer eene Suiker-Plantagie, of andere, van eene zekere
+uitgestrektheid is, zyn 'er twee uitwaterende sluizen noodig, een
+aan elk uiteinde van het voorste gedeelte des lands: men legt ook
+nog een derde aan den ingang van de groote vaart, dienende tot een
+bewaarplaats van water, om, wanneer men wil, het water in alle de
+grachten te kunnen laten inloopen: en deeze sluis zet men open,
+wanneer het buiten-water te hoog is.
+
+
+
+DERDE BRIEF.
+
+Van het planten en aankweeken van Koffy, en van de noodige
+levensmiddelen tot onderhoud van de Planters; van het oogsten
+en bewerken der Koffy; van de gebouwen, en verdere noodzakelyke
+inrigtingen tot eene groote Koffy-Plantagie, volgens het gebruik der
+Hollandsche Volkplantingen in Guiana.
+
+Ik heb nu de manier ontvouwd van het droogmaken van een stuk grond,
+het inrichten van de grachten en uitwaterende sluisen, en het toemaken
+van het land, het welk voor deezen verdronken land was, ten einde
+daar van zoodanige Plantagie te maken, als men geraden zal oordeelen
+aldaar te vestigen. Ik zal vooroenderstellen, dat het koffy-boomen zyn,
+welken gy voornemens zyt op uw land voort te teelen; het onderwerp
+van deezen brief zal derhalven bestaan in u opzettelyk de middelen
+aan te wyzen, waar door men zulk eene Plantagie kan aanleggen, mits
+'er de behoorlyke zorge toe aanwendende.
+
+Na dat de doorsnydingen of kleine grachten tot afscheiding der bedden
+gemaakt zyn, houdt men zig met de beplanting bezig. Het is vry algemeen
+aangenomen, om bananen-boomen te planten, eer men koffy-boomen plant,
+zelfs op eene Plantagie, die men begint aan te leggen: in dit geval
+zal men het kunnen doen zes maanden, of een jaargetyde daar na. Maar
+ten aanzien van Planters, die reeds Plantagien hebben, en dezelven
+uitleggen, is men volstrektelyk van gedachten, dat zy ten minsten
+twaalf maanden moeten wagten, dat is, dat zy, hun land met dyken
+omringd hebbende, geduurende de groote droogte van het eene jaar,
+hunne koffy-boomen eerst behoeven te planten in het regen-saisoen,
+na het saisoen van droogte in het volgende jaar. Maar een Planter,
+die eerst begint, en meer haast heeft om genot te trekken, kan
+reeds planten in den regen van April of Mey van het jaar, volgende
+op het saisoen van de groote droogte, waar in men veroenderstelt,
+dat hy zyne omheining gemaakt heeft: indien hy zulks gedaan had
+geduurende de kleine droogte van February of Maart, zoude hy kunnen
+planten in de maand December daar aanvolgende, mits hy zig in dien
+tusschen-tyd onledig houde, om uit zyn toegemaakt land zoo veel hout
+en struiken van pynboomen, of latanus-boomen van het kleine zoort uit
+te haalen, als hem maar eenigzints mogelyk is, ten einde hem in staat
+te stellen, om het land zoo veel doenlyk gelyk te maken, alvorens de
+koffy-boomen te planten. De andere Planters, wien men aanraadt, om,
+zoo zy kunnen, een jaar te wagten, moeten denzelfden arbeid verrigten;
+maar zy zullen dit met veel meer gemak doen, vermits veele van deeze
+planten na verloop van twaalf maanden verrot zyn, die het nog niet
+zyn na verloop van zes maanden.
+
+Indien men de voorzorge niet gebruikte, om den grond schoon en gelyk
+te maken, zouden de koffy-boomen ongelyk groeijen, en zeer veel te
+lyden hebben van de houtluizen en andere insecten, die zig in het
+verrotte hout en struiken nestelen en voortteelen; en wanneer deeze
+insecten zig eenmaal ergens geplaatst hebben, worden zy, om zoo te
+spreken, onuitroeibaar.
+
+Eene andere reden, waarom men van begrip is dadelyk geene koffy-boomen
+te planten, bestaat hier in, dat de grond door de droogmaking veel
+inzakt, en wanneer men al te schielyk boomen op denzelven plant,
+deeze zeer onderworpen zyn om neder te hangen, of op den grond te
+leggen, het geen niet alleen een zeer leelyk gezigt, en eene groote
+moeielykheid in het uitwieden van het onkruid maakt, maar ook naderhand
+in het vrucht dragen nadeelig is; want een boom, die op den grond ligt,
+of over een anderen heen hangt, kan nooit zoo veel vruchten dragen,
+als een boom, die recht over einde staat, en de vrye doorspeling van
+de lucht aan alle kanten geniet.
+
+Men kan, wel is waar, dit ongemak gedeeltelyk verhelpen, door op deeze
+nieuwe gronden meer in de diepte te planten; maar nimmer zal de boom
+eene zoo fraaije spitse gedaante aanneemen, dan wanneer men met het
+planten wagt, tot dat de grond een weinig is ingezakt, vermits het
+geheele gedeelte, het welk in den grond is, zyne zytakken verliest,
+die zig nooit weder herstellen.
+
+De Planter intusschen, die, na verloop van zes maanden na de
+droogmaking, begint te planten, zal altyd wel doen, met deeze voorzorge
+niet te verwaarloozen; want het gemelde ongemak is veel minder, dan
+dat men de boomen ziet aan den grond leggen, of schuins nederhangen.
+
+Uitgenomen op een zeer klein getal Plantagien, alwaar men eenige
+stukken met koffyboomen heeft beginnen te beplanten, op den afstand
+van tien of twaalf voeten, heeft men de algemeene gewoonte aangenomen,
+om dezelven op geen grooter afstand dan van negen voeten, en zelfs
+aan de westzyde, alleenlyk van agt voeten, te beplanten, om dat de
+koffy-boomen aldaar over 't algemeen kleiner vallen.
+
+Zonder deeze gewoonte te willen beoeordeelen, ben ik van gevoelen,
+dat men de koffy-boomen op alle goede rivier-gronden kan planten op
+tien voeten afstand, en dat men geen kwaad doet met dezelven op ryker
+gronden, tien of twaalf voeten van elkander te plaatsen, vermits
+ontwyffelbaar de invloed van de lucht, niet alleen tot den groei,
+maar ook tot den bloei van alle vruchtboomen, zeer dienstig is.
+
+Men heeft in 't algemeen in Demerary eenen zeer wezentlyken misslag
+begaan, door de koffy-boomen op negen voeten afstand te planten:
+men heeft de landen beginnen te verdeelen in zoo veele vierkante
+vakken van die maat, in het midden van welken men een boom plantte;
+voorts om de vier boomen eene kleine gracht of doorsnyding van twee
+of twee en een half voeten gravende, waar door veroeorzaakt wierd,
+dat in plaats dat de afstand van den voet des booms aan den kant
+van elke kleine doorsnyding de helft bedroeg van den doorgaanden
+afstand van eiken boom, dit niet meer beliep dan drie of drie en een
+half voeten, het geen, na verloop van eenige jaaren, op nog minder
+uitkwam; want het is onmogelyk, dat by elke zuivering der vuiligheden,
+de kleine doorsnyding zig niet eenige lynen verwydere, het welk, na
+verloop van een zeker getal jaaren, dezelven op eene gelyke breedte
+brengt. Uit dien hoofde hangen in Demerary de meeste reijen boomen,
+langs de kleine doorsnydingen, allen over dezelven heen, het geen
+niet alleen ten aanzien van de onderste takken aan den afloop van
+het water een groot nadeel toebrengt, maar zelfs in het plukken van
+de koffy hinderlyk is, ten minsten zulks zeer moeijelyk maakt. Ik
+ben van een geheel tegen over gesteld gevoelen: in navolging van
+de beste Surinaamsche Planters, maak ik niet alleen buiten-bedden,
+welker afstand van den boom langs de kleine doorsnydingen de helft
+bedraagt van den afstand tusschen den eenen en den anderen boom; maar
+ik voege daar ook by een voet meer, om in de verbreeding van deeze
+kleine grachten by het zuiveren der vuiligheden te voorzien. Wanneer
+men nu de boomen op den afstand van negen voeten plant, zal de afstand
+tusschen den boom en de doorsnyding bedragen vyf en een half voeten,
+en indien ik dezelven plant op tien voeten, zal die afstand beloopen
+zes voeten.
+
+Een groot voorstander van de vermeenigvuldiging der uitwateringen
+zynde, verkies ik liefst, om drie reijen boomen op een buiten-bed te
+plaatsen; zoo dat, wanneer ik plant op den afstand van tien voeten,
+zy elk van twee-en-dertig voeten worden.
+
+Men zal wel doen, om by elk regen-saisoen eene enterye aan te leggen;
+te meer, om dat, wanneer men zelf koffy-boomen heeft, die vruchten
+dragen, dit een zeer geringe arbeid is, en men alleenlyk het oogenblik
+van eenen regentyd, die niet missen kan, 'er toe verkiezen moet: want
+gelyk de loten onder de boomen wortel schieten, en gevolgelyk gewoon
+zyn, om geheel en al in de schaduwe te staan, zoo sterven zy, indien
+ze, alvorens gevat te hebben, aan de hette der zon zyn bloot gesteld.
+
+Dit is de reden, waarom ik liefst verkies dezelven in de
+bananen-plantery te plaatsen, als welke, hoe breed ze ook zyn moge,
+altyd het jong plantsoen overdekt: en op die wyze gewent het zelve
+langzamerhand aan de lucht en aan de zon.
+
+Ik stem toe, dat deeze loten misschien zoo sterk niet zyn, dan die van
+eene enterye in de opene lucht; maar echter heb ik een stuk beplant,
+zonder bananen-boomen, geheel en al bestaande uit jonge planten van
+koffy-boomen, die van onder de bananen-boomen genomen waren, en 'er
+zyn 'er van de zes-en-dertig honderd geen twaalf geweest, die niet
+gevat hebben. Voor 't overige verkies ik liefst de koffy-boomen te
+planten op zulke stukken lands, op welken bananen-boomen groeien. De
+redenen zyn, voor eerst, om dat de bananen-boomen door hunne schaduwe
+de jonge koffy-boomen beschutten, dezelven voor de winden beveiligen,
+en meer regt over einde doen groeien; eene zaak, die voor de fraayheid
+en nuttigheid van den boom van een wezentlyk belang is. Ik weet wel,
+dat men staken of stutten voor dezelven plaatsen kan; maar dit is een
+werk, het welk niet altyd aan zyn oogmerk voldoet, behalven dat dit
+hout aan de houtluizen of carias tot eene verblyfplaats verstrekt,
+byzonderlyk de stammen van pynboomen, die tot het maken van zulke
+staken de geschiktste zyn. In de tweede plaats zyn de zwaare winden,
+die in zekere maanden van het jaar waaijen, zeer nadeelig voor
+den groei der boomen, zoo als ik ondervonden heb op twee stukken,
+welken ik beplant had, na de bananen-boomen te hebben weggenomen. Het
+gedeelte van deeze boomen, het welk voor de winden beschut was, is
+grooter geworden, dan het andere gedeelte, het welk meerder aan de
+winden was bloot gesteld, en zulks in het zelfde tyds-bestek.
+
+Veele lieden meenen, dat een stuk land, in de opene vlakte beplant,
+sterker boomen voortbrengt; maar daar op valt dadelyk te antwoorden,
+dat men de bananen-boomen niet zeer digt by elkander moet planten, en
+dat men ze aldaar niet te lang laten moet, noch eensklaps wegnemen,
+maar dat men beginnen moet met dezelven in het tweede jaar te
+besnoeijen, en daar mede zoodanig voort te gaan, dat zy op het einde
+van het derde jaar allen zyn weggenomen.
+
+Wanneer men eene kwekerye aanlegt, is het aller noodzakelykst acht
+te geven, geene jonge planten uit te kiezen, dan onder de fraaiste
+boomen. Dit is een zaak, die in 't byzonder in deeze Volkplanting
+verwaarloosd is geworden, waar uit voortkoomt, dat 'er Plantagien zyn,
+op welken de helft der boomen uit een slecht zoort van koffy-boomen
+bestaat, die zeer weinige vrugten dragen: men noemt dezelven, zoo ik
+meen, verkeerdelyk, de mannetjes: zy onderscheiden zig door hunne
+dikke en platte bladeren, door het groot getal van zwartachtige en
+doode takken, door te veel weeldrig hout of onvruchtbaare takken,
+eindelyk door den aart van het hout, het welk veel ligter breekt,
+dan van een goed zoort koffy-boomen.
+
+Men plant doorgaans nieuwe koffy-boomen, waar van de enterye twaalf
+maanden te vooren is aangelegd: ik vermeene, dat deeze meest geschikt
+zyn, om in de plaats te komen van doode boomen, of welken men om
+andere redenen verruilt, op stukken, die reeds van vorige tyden
+beplant geweest zyn: ik geloove zelfs, dat het niet dienstig is,
+om ze jonger te nemen.
+
+Maar op stukken, die men op nieuw beplant, geef ik de voorkeur aan
+koffy-boomen, die uit eene kweekerye van zes maanden gehaald zyn:
+zie hier myne redenen: in 't algemeen, hoe jonger een boom geplant
+wordt, hoe gemakkelyker hy wederom wortel vat: de kenners van den
+landbouw in Europa geven 'er altyd den voorrang aan; maar deeze reden
+wordt nog veel klemmender in die Land, alwaar de boomen, en ook de
+koffy-boomen een regten wortel hebben, die spilsgewyze groeit, en zig
+by de verplanting krommende, maakt, dat de boom kwynt, en nooit welig
+doorgroeit; waar uit al verder voortspruit, dat hy by het opwassen op
+zyde hangt, of op den grond legt. Terwyl de boom jong is, beurt de
+spilswyze wortel, zoo lang niet zynde, zig zelven uit den grond op,
+en verplant zig als uit de natuur. Daarenboven, een jonge boom, die
+minder door de winden getysterd wordt, vat veel eer wortel. Eindelyk,
+de kleine boomen zyn zeer onderworpen om zig in de kweekeryen in
+de lengte uit te breiden, en men heeft moeite om 'er een genoegzaam
+getal te vinden, die dit niet gedaan hebben. Men behoort dus steeds
+een wakend oog te houden op de arbeiders, die de verplanting doen, op
+dat zy 'er geene verkiezen, dan die van een goed zoort afkomen: maar,
+mits men ze jong plant, doet 'er de gedaante niet veel toe: elke boom,
+op zig zelf staande, groeit van zelf spitsgewyze naar de hoogte.
+
+Ik erken, dat, wanneer men zulke kleine boomen plant, men den arbeid
+der eerste maanden vergroot: niet alleen moet men alle maanden wieden,
+maar ook leggen deeze kleine boomen voor veele insecten bloot; de
+krekels eeten 'er den kop af; de mieren maken daar aan gaarne hunne
+nesten vast, die, zoo men geene zorge draagt om ze weg te nemen,
+den groei beletten; maar het is slechts de moeite van een oogenblik,
+die door andere voordeelen rykelyk vergoed wordt.
+
+Behalven het uitwieden van het onkruid, en het zuiver houden van de
+insecten, moet men ook nog zorge dragen, om de weelderige loten uit
+de boomen weg te nemen, en te maken, dat zy in het midden met niet
+meer dan een enkelen stam opgroeijen. Een of twee bekwame Negers
+hebben spoedig een stuk gezuiverd.
+
+Men moet ten deezen opzigte insgelyks in 't oog houden, om, by de
+eerste regenbuien, alle de boomen, die niet gevat hebben, of sterven,
+te verplanten.
+
+Men doet ook wel, met dadelyk na het uitbloeijen, geduurende de twee
+eerste jaren, de zaadkorrels der jonge boomen weg te nemen: vooreerst
+brengen zy grootendeels niet dan koffy voort, waar in geen kragt is;
+en ik ben overtuigd, dat dit te vroeg dragen van vrucht voor de groei
+en kragt van den boom schadelyk is, zoo als men natuurlyk begrypen
+kan, en ons door de ondervinding bevestigd wordt, als welke ons
+toont, dat onder de jonge koffy-boomen de zwakste en meest kwynende
+boomen het sterkst bloeijen; ten bewyze, dat dit overyld bloeijen de
+uitwerking is van eene verzwakte natuur, welke men verbeteren moet
+door het vernielen van de vrucht, zoo dra ze gevormd is. In Europa
+doet men zulks van gelyken, en met een goeden uitslag, ten aanzien
+van de persiken- en abrikosen-boomen.
+
+Wanneer de boom tot de hoogte van vyf of vyf en een half voeten is
+opgewassen, moet men deszelfs groei tegengaan, door den middelsten stam
+af te knotten. Indien het een sterke boom is, zullen zyne zy-takken
+hem nog een voet hooger doen groeijen; en dit is al de hoogte, die hy
+hebben moet, op dat de Negers allen in staat zyn 'er de vruchten af
+te plukken; want hoe fraai de groote boomen ook voor het uiterlyk oog
+schynen mogen, de nuttigheid moet op alle Plantagien de hoofdzaak zyn.
+
+Behalven de aanhoudende uitwiedingen, moet men de boomen geduurig
+ontdoen van de weelderige loten, welken men moet afbreken, en niet
+afsnyden. Men moet ook het jong plantsoen uittrekken, het welk rondoem,
+en onder de schaduwe van den boom te voorschyn koomt. Dit werk, om
+wel verrigt te worden, vordert Negers van de mannelyke kunne, van
+eene hooge gestalte, en daarenboven oplettend en oordeelkundig. Het
+is ook best, om dit, tweemalen s'jaars, opzettelyk te laten doen. Het
+gunstigst tydstip voor deezen arbeid is het regen-saisoen, om dat
+men tevens de koffy-boomen, die niet gevat hebben, kan doen verplanten.
+
+Men moet zig wagten, om dit werk te verrigten, of 'er mede ophouden,
+in den bloei-tyd; want door het schudden der boomen, zoude men de
+bloemen en jonge vruchten doen afvallen. Men zal ook wel doen, zoo
+mogelyk, het wieden na te laten geduurende den oogst, hoe zeer dit
+echter minder schadelyk is: men moet de Negers leeren en gewennen,
+om de koffy niet groen te plukken; dezelve heeft geene waarde, en
+dewyl zy kleine zwarte boonen voortbrengt, heeft men des te meerder
+moeite met dezelven uit te zoeken.
+
+Uitgenomen op modderige landen, zoo alst die gelegen zyn aan de beide
+zee-kusten, alwaar de kanten naar de laagte loopen, en uit een zeer
+zacht slyk bestaan, oordeelt men het schoonmaken der grachten niet
+noodzakelyk; het is genoeg, dat men ze van de plantgewassen zuivert:
+zy behouden haare diepte naar evenredigheid van den afloop van het
+water, die door middel van dezelven bewerkt wordt. By de sluizen
+vermeerdert haare diepte; en dezelve vermindert weder naar mate van
+de afgelegenheid. Dit schoonmaken zoude een vergeefsche arbeid zyn,
+want de modder, welke men 'er uithaalt, wordt spoedig door ander slyk
+weder aangevuld.
+
+Ik heb, by den aanvang van deezen brief, gezegd, dat het planten
+der bananen-boomen dat der koffy-boomen moet voor af gaan op
+vrugtbaare landen, die men tot eene Koffy-Plantagie voornemens is
+aan te leggen. Men moet de bananen-boomen plaatsen op den afstand
+van zes-en-dertig, ten minsten van zeven-en-twintig voeten, indien
+men de koffy-boomen op den afftand van negen voeten planten wil;
+want deeze bananen-boomen moeten zoo geschikt zyn, dat men 'er een
+vindt telkens na vier koffy-boomen. Een Planter, die begint, en
+natuurlyker wyze gedrongen is, om levensmiddelen te moeten hebben,
+zal twee reijen bananen-boomen kunnen plaatsen op elk klein bed,
+en dus vier op een dubbeld bed. Een Planter, die alleenlyk eene
+Plantagie, reeds gedeeltelyk aangelegd, uitbreidt, en van wien men
+veroenderstelt, dat hy van levensmiddelen voorzien is, zal slechts eene
+reije bananen-boomen op elk klein bed planten: op een dubbeld bed,
+en in het midden, kan hy 'er eene derde reije byvoegen, welke men
+echter zal moeten wegnemen by het verdeelen der dubbelde of enkelde
+bedden. De moeite, om eene reije bananen-boomen te planten, heeft
+weinig te beduiden. Bovendien gebeurt het nu en dan, dat het niet
+ge/chikt is het stuk grond na verloop van een jaar met koffy-boomen te
+beplanten: indien zulks derhalven wordt uitgesteld, trekt men altoos
+de vruchten van deeze bananen-boomen, waar van de schaduw tevens nuttig
+is, om de zoutaechtige deelen in deeze nieuwe gronden te behouden.
+
+Behalven de bananen-boomen, plant men ook Indisch koorn, het welk op
+deeze nieuwe landen ongemeen wel voortkoomt: men kan deeze beplanting
+verscheiden malen herhalen, zelfs na dat de koffy-boomen reeds geplant
+zyn, mits men als dan in 't oog houde dezelven op reijen te planten,
+op den afstand van vyf of zes voeten, om met des te meer gemak de
+uitwiedingen te kunnen doen, welken men niet moet verzuimen, van den
+beginne af aan, om het onkruid dadelyk uit te roeijen.
+
+De ignames kunnen ook gedeeltelyk op de nieuwe stukken grond geplant
+worden, maar niet, wanneer men 'er reeds koffy-boomen op geplaatst
+heeft. Deeze plant, die tot de voortkruipende behoort, of een zoort
+van heestergewas is, zoude voor den groei der boomen schadelyk zyn.
+
+De Manioc en de Camanioc groeijen ook welig op deeze landen; maar men
+moet ze alleenlyk planten op de laanen en aan de kanten der groote
+grachten, dewyl de Manioc het land op eene byzondere wyze uitmergelt.
+
+De aardappelen moet men nimmer binnen den omtrek den bedyking planten;
+en men moet de Negers ten sterksten beletten om zulks te doen: het
+is eene pest, waar van men zeer veel moeite heeft zig te ontdoen,
+en men moet zig eeniglyk bepalen tot het planten derzelve op de
+omringende dyken.
+
+Van het bewerken der Koffy.
+
+Dewyl het bewerken van de Koffy eene zaak is, van den landbouw
+volstrektelyk afgescheiden, heeft men gemeend dezelve afzonderlyk
+te moeten behandelen. Wanneer de Koffy geplukt is, wordt zy door de
+Negers gebragt op de plaats, alwaar de molens, tot het pellen van
+dezelve geschikt, gevonden worden. Het is beter, gemakkelyker en
+zuiniger, dezelve in een grooten bak te werpen, dan by hoopen op den
+grond te plaatsen.
+
+Men heeft de gewoonte, om met het overbrengen der Koffy naar de molens
+eerst des avonds te beginnen: intusschen, wanneer 'er tot het plukken
+veel volk gebruikt wordt, en 'er een groote overvloed van koffy is,
+zal men beter doen met vroegtydiger te beginnen, op dat de arbeid
+niet tot in den nacht voortduure.
+
+Het maakzel van deeze molens is bekend; ik vermeene, dat die geene,
+welke men hier molens van Martinique noemt, de beste zyn. Ik heb
+eene proeve genomen, om daar in eene kleine verandering te maken tot
+bespoediging van het werk, en ik ben zelfs thans bezig, om tot het
+zelfde einde eene nieuwe proeve te nemen, die deezen molen misschien
+nog merkelyk zal verbeteren.
+
+Wanneer door deeze bearbeiding de roode schil is weggenomen, worden
+de boonen in een bak geworpen, in de nabyheid van het gebouw, alwaar
+de molens staan. 'Er zyn 'er, die eerst des anderen daags het water
+'er opgieten: ik voor my verkieze zulks des avonds te doen, al waare
+het alleen om tyd uit te winnen: dan, hoedanig men dit ook gelieft
+te doen, men moet 'er eene genoegzaame hoeveelheid water opgieten,
+zoo dat de Koffy geheel en al bedekt is; waar na men de Koffy sterk
+zal omroeren en wryven, op dat de boonen zig ontdoen van de lymige
+stof, die uit de schil aan dezelve is blyven zitten. Tot dit einde
+laat men dit eerst opgegoten water wegloopen door eene opening,
+die onder in den bak gemaakt is, men wascht de Koffy, en giet 'er
+zuiver water op, dezelfde bewerking tot drie malen toe herhalende;
+want om te kunnen zeggen, dat de Koffy wel gewasschen is, moet ze in
+het aanraaken ruw zyn.
+
+By het wasschen en omroeren van de Koffy, dryven de roode schillen,
+die door de zeeft zyn doorgegaan, boven op; de kleinste boonen, welke
+door de rol niet geraakt zyn, eindelyk de onrype en de ligtste boonen,
+worden zoo veel mogelyk weggenomen, ten einde dezelven onder den
+naam van dryvende Koffy afgescheiden te houden van de Koffy met een
+zwarte bast; daar voorael de laatstgemelde zeer schadelyk is voor de
+bewerking, en meer dan de Koffy, die nog ongepeld is, in de droogeryen
+insecten voortteelt: ik heb by my het gebruik ingevoerd, om deeze Koffy
+andermaal door den molen te laten gaan, en vervolgens te wasschen:
+als dan ontdoet zig het grootste gedeelte van haare schil, en zinkt
+naar de laagte; de dryvende Koffy maakt dan eene kleine hoeveelheid
+uit, en dryft by deeze tweede wassching boven op.
+
+Wanneer de Koffy wel gewasschen is, spreidt men dezelve uit op vloeren
+met steenen belegd, alwaar men ze in de zon laat droogen, wanneer het
+weder zulks toelaat: indien het al te regenachtig is, plaatst men de
+Koffy in groote laaden met schuiven; die aan de droogerye vast zyn,
+en onder welke men ze wegschuift wanneer het gaat regenen: deeze
+laaden zyn uittermaten gemakkelyk. Als de Koffy volkomen droog is,
+brengt men ze in het Magazyn van de droogerye, een gebouw, doorgaans
+uit twee verdiepingen bestaande.
+
+Men doet wel, vooral by regenachtig weder, om de Koffy niet te zwaar
+op elkander te stapelen: in allen gevalle moet men ze, vooral in het
+eerste begin, drie malen daags doen verschieten: de achteloosheid en
+wanoerde der Planters ten deezen opzigte, brengt hun veel schade aan
+de Koffy toe.
+
+Dit verschieten van de Koffy in de droogerye vermindert men vroeger
+of later, naar mate het jaargetyde meer of minder droog is.
+
+Zoo dra het mooije weder aankoomt, kan men beginnen de Koffy in de
+droogerye te bewerken, maar alleenlyk dan, wanneer 'er zeer in 't kort
+eene gelegenheid op handen is, om ze in te schepen; want de Koffy,
+eenmaal bewerkt zynde, vermindert altyd, hoe men 'er zig ook omtrent
+gedraagt. In tyd van vrede, wanneer 'er geene schepen ontbreken,
+om koopwaren in te laden, is het best de Koffy zoo dra mogelyk te
+verzenden; want zoo dra zy in het Magazyn is, vereischt zy veel
+oppassing en arbeid, en is schooner, wanneer ze dadelyk verzonden
+wordt. Dienvolgende moet men buiten noodzaak met het pellen van de
+Koffy niet beginnen, voor dat het drooge mooije weder wel gevestigd is,
+en men van de zonneschyn zig kan verzekerd houden. Als dan spreidt
+men de Koffy op den met steenen belegden vloer in de droogerye uit,
+beginnende altyd met de ligte dryvende Koffy. Dewyl deeze mindere
+zoort van Koffy altyd veel eer wormen voortbrengt, dan de Koffy, die
+geheel volwassen is, zyn 'er doorgaans drie dagen zonneschyn noodig,
+om dezelve in staat te brengen, ten einde gevoeglyk gepeld te kunnen
+worden. Indien 'er weinig zonneschyn is, zyn een of twee dagen meer
+noodig; in allen gevalle is het, alvoorens men ze pelt, noodzaakelyk
+dezelve zoo hard te laten worden, dat men de boonen naauwlyks met
+goede tanden kan aan stukken breken.
+
+Ik volg de manier niet, welke andere Planters gewoon zyn te bezigen:
+ik laat des namiddags omtrent twee uuren, en met den geheelen toestel
+aan het pellen beginnen: terwyl de sterkste Negers daar mede bezig
+zyn, plaatsen de anderen de Koffy op den met steenen belegden vloer
+op hoopen. Zy brengen ze vervolgens in eene groote kist of laade aan,
+waar uit men ze telkens om te pellen uitneemt. Men moet dit altyd
+zoodanig verrigten, dat de Koffy voor vier uuren van den vloer is:
+ik heb opgemerkt, dat wanneer de zon tot vyf-en-veertig graaden van
+den gezicht-einder gedaald is, de warmte zoodanig vermindert, dat de
+Koffy op het gevoel koud wordt; maar wanneer zy in eene groote lade
+gelegd is, behoudt zy haare warmte zeer lang.
+
+De Koffy, op deeze wyze wel gedroogd, en warm gepeld zynde, breekt niet
+aan stukken, en wordt nimmer plat; zy verliest dan gewoonlyk het vlies,
+het welk tusschen de schil en de boon gevonden wordt. Wanneer zy uit
+den molen koomt, laat ik ze dadelyk wannen: andere Planters wannen
+ze eerst des anderen daags. Indien men ze op den zelfden dag want,
+wint men veel tyd uit: na de wanning brengt men ze op de plaats,
+die tot de uitzoeking geschikt is.
+
+Ik heb twee groote zeeften van koper: eerst laat men de gepelde Koffy
+doorgaan door die zeeft, welke de grootste openingen heeft; men laat
+door dezelve doorgaan alle de boonen met de ronde en gebrokene koffy,
+en in de zeeft blyven geene andere boonen overig, dan die haare schil
+niet zyn kwyt geraakt, en die gevolgelyk nog eens in den molen gebragt
+moeten worden.
+
+De tweede zeeft neemt op, het geen uit de andere gekomen is, en ik
+laat, benevens de ronde koffy, door dezelve doorgaan al de gebrokene
+koffy, ten minsten de kleinste. Uit hoofde van het gebruik van deeze
+twee zeeften, valt 'er met de hand niets anders uit te zoeken, dan
+de koffy, die in verscheiden groote stukken gebroken is, en de kwade
+zwarte boonen, en die door de insecten zyn aangestoken.
+
+Ik laat de zuivere koffy nog eens wannen, om 'er de vliezen, het stof,
+of andere vreemde lichamen van af te scheiden; waar na men, wanneer
+de zon zeer heet, en de lucht helder is, dezelve voor eenige uuren op
+den met steenen belegden vloer kan leggen, ten einde dezelve niet dan
+volkomen droog in de vaten te pakken, na wel te hebben zorge gedragen,
+om ze te laten koud worden.
+
+Men ziet uit alle deeze byzonderheden, dat het bewerken van eene
+groote meenigte koffy zeer veel arbeid vordert, het geen het werken
+in den tuin merkelyk vertraagt, in een jaargetyde, waar in men noodig
+heeft de grachten op te halen, en het onkruid uit te wieden: het geen
+gelegenheid gegeven heeft om te onderzoeken, of men geen ander minder
+werkelyk middel tot het bewerken der koffy zoude kunnen uitvinden.
+
+Men heeft derhalven een molen uitgedacht, van zoortgelyk maakzel als
+die, waarmede men olyven perst, om 'er de oly uit te halen; dit is wel
+gelukt, en men twyffelt niet, of dit werktuig, tot volkomenheid gebragt
+zynde, zal op de groote Koffy-Plantagien van een algemeen gebruik
+worden, vooral om dat het zamenstelzel eenvoudig en onkostbaar is.
+
+Om intusschen deezen molen tot volkomenheid te brengen, moet men ook
+de onderscheiden middelen volmaken, die gebezigd worden om de koffy
+zonder zon te droogen, iets dat zeer nuttig is, zelfs schoon men de
+koffy pelt. Wanneer men andere proeven doet, zal men ontwyffelbaar
+niet slagen. Men moet tot een grondbeginzel houden, dat de koffy
+gedroogd word, zonder een stank van rook, noch kwaden smaak te krygen,
+en zonder haare groene of blaauwachtige kleur te verliezen.
+
+Van de Gebouwen.
+
+Het eerste gebouw, het welk gemaakt moet worden, wanneer men een stuk
+lands tot eene Plantagie aanlegt, is het huis tot bewooning voor den
+Planter. Hy is met zyn werk nog zeer in, wanoerde, zoo lang hy niet een
+gedeelte van zynen grond met een dyk omringd heeft. Hy kan dit huis
+meer of min groot maken, volgens zyn smaak, staat en middelen. Het
+is raadzaam, om het afgescheiden en op zig zelf te doen staan, niet
+tegen een werkplaats of magazyn aan, om de insecten en het stuiven
+te ontwyken, en aan beide gebouwen meerder doorspeling van lucht
+te verschaffen.
+
+Vervolgens moet men overgaan tot het maken van een sluis. In het begin
+kan men zig vergenoegen met een sluis, die met vallend water gesloten,
+en met den vloed geoepend wordt, door middel van een deur met een klap:
+maar wanneer de Plantagie in uitgestrektheid toeneemt, meent men den
+voorrang te moeten geven aan een sluis, welke een deur met een val
+heeft, en die men by elk gety openen en sluiten moet, als zynde het
+ontwyffelbaar, dat tegen het einde van het gety, wanneer het water
+geen kragt meer heeft, de klapdeur in 't geheel geen water laat
+afloopen, ja zelfs uit hoofde van haare zwaarte aan de uitwatering
+altyd hinderlyk is; vooral wanneer de klap buitenwaarts hangt, volgens
+het byna algemeen gebruik in deeze Volkplanting. Van welken aart de
+sluis ook zy, moet men wel zorge dragen dezelve loodrecht, zeer vast,
+en vooral diep genoeg te leggen. Schoon het van geen nut is, wanneer zy
+te diep legt, kan zulks niet schaden, maar wel, wanneer ze te ondiep
+legt; en het is voorzichtig dezelve zoo te maken, dat de grond van
+de sluis zes duimen lager ligt, dan het laagste watergety. Het is
+van aanbelang de sluis van binnen en van buiten van goede vleugels
+te voorzien, ten einde geene lekking van water langs de fluis kan
+doorzyperen: het verwaarloozen van deeze gewichtige punten stelt de
+sluizen in deeze Volkplanting bestendig aan toevallige nadeelen bloot.
+
+Goede sluizen zyn van een wezenlyk belang tot het droogmaken der
+landen. Het is zeker, dat 'er aan de sluizen vleugels noodig zyn, maar
+het is beter de kanten van de sluis, in de gedaante van vleugels,
+te laten uitspringen, dan afzonderlyke houte vleugels te maken,
+die uit hoofde van het geduurig hermaken zeer kostbaar zyn.
+
+Voor hun, die den aanleg van eene Plantagie beginnen, zyn twee sluizen
+eene zaak van veele onkosten: tot het grondvesten van dezelven zyn
+veele steenen, kalk, tras en hout noodig. Het is de moeite en kosten
+niet waardig, om sluizen van enkel hout te maken; zy kosten veel,
+en zyn in korten tyd door de wormen vernield, Zy, die geene groote
+middelen bezitten, zyn verpligt zig te bedienen van uitwaterende goten,
+hier boven door my beschreven.
+
+In Surinamen maakt men dezelven al te breed: wanneer men goede grachten
+heeft, behoeft de sluis zoo groot niet te zyn, als men doorgaans
+meent. Men maakt ze ook altyd veel te kort, het geen verhindert om 'er
+een zwaren dyk boven te maken; men besteedt 'er te weinig zorge aan,
+en vooral aan de sluisdeur, die altyd te veel water doorlaat. Dit
+gebrek van oplettenheid is oorzaak, dat de hoeken niet behoorlyk
+gesloten zynde, het water, het welk naar binnen doorzypelt, het slyk,
+waar door de sluis stevig gehouden wordt, langzamerhand doet wegwyken,
+tot dat 'er gaten in komen; het water baant zig een weg langs de sluis,
+de dyk wykt uit, en breekt. Men tracht denzelven te herstellen,
+en men heeft het ongenoegen om te zien, dat het slechts voor een
+korten tyd is, dewyl men de oorzaak van de kwaal, die men niet kent,
+niet verholpen heeft: en hier uit trekt men dan het verkeerd besluit,
+dat de sluizen eene verkeerde uitvinding zyn.
+
+Een ander gebrek in het maken deezer sluizen bestaat daar in, dat men
+aan de deur te veel afhelling geeft, het geen belet dat het water
+dezelve opligt, en 'er doorloopt. Deeze deuren zyn meest gemaakt
+met houten hengzeis, als of ze dienen moesten voor deuren van een
+schuur. Men heeft dit werktuig tot meerder volkomenheid gebragt,
+en indien men het met lood beleggen wilde, om van de wormen niet
+doorknaagd te worden, zou het byna zoo nuttig zyn als volkomene
+sluizen, en ik zoude 'er in dit Land den voorrang aan geven, om dat
+de Negers te achteloos zyn in het regelmatig openen van de deuren,
+zoo als dit behoort.
+
+Voor eene droogmaking van twee honderd akkers, laat ik alleen twee
+sluizen maken, die elk een vak van drie voeten hebben; ik geef aan
+dezelven 26 of 28 voeten lengte; ik laat de planken wel in malkander
+sluiten; ik laat alle de reeten met pik toestoppen, even als een schip;
+men maakt 'er eene goede deur aan met yzere hengzels, waar van de
+duimyzers met een schroef gemaakt zyn, om des te vaster te houden,
+en de spykers ook met een spil en schroef. Ik laat deeze deur op de
+volkomenste wyze in een sluiten, en wel zoo vast, dat zy niet ligtelyk
+in wanoerde geraken kan. Wanneer deeze sluis geplaatst is, laat ik
+daarboven een zeer zwaren dyk leggen, zelfs van twee voeten hooger,
+dan die 'er dicht by is. De sluis, op deeze wyze ingericht, laat geen
+droppel water door, geduurende den vloed, en nooit geraakt de dyk in
+wanoerde, dan wanneer de sluis verrot of van de wormen doorknaagd is,
+en in duigen valt. 'Er blyft nooit water in de grachten: de sluisdeur
+gaat door het minste gewicht van 't water gemakkelyk open.
+
+De Koffy-Planter heeft het voorrecht, dat hy zig voor het derde of
+vierde jaar over het maken, der gebouwen niet behoeft te bekommeren:
+hy kan ze dan maken naar evenredigheid van de geplante boomen, zelfs
+van die geenen, die nog geene vrugten geven. De arbeid wordt meer
+noodzakelyk, naar mate dat de boomen tot het dragen van vruchten komen:
+men handelt voorzichtig met de Plantagien in de eerste jaaren niet
+verder uit te breiden, dan in zoodanige evenredigheid, dat, wanneer de
+koffyboomen vruchten opleveren, men niet genoodzaakt is het tuinwerk
+om dat van den oogst te verwaarloozen; want men moet rekenen, dat men
+ten minsten een vyfde gedeelte van het jaar, dat is, twee en een halve
+maand, of drie maanden, aan de beide oogsten besteedt, en een zevende
+gedeelte aan het bewerken van de koffy, zonder van het verschieten en
+den verderen arbeid der droogerye te spreken. Te weinig oplettenheid in
+dit opzigt is oorzaak, dat een aantal Koffy-Plantagien slecht bebouwd
+en slecht onderhouden zyn. Het is altyd zeker, dat eene Plantagie van
+eene middelmatige uitgestrektheid, wanneer zy wel onderhouden wordt,
+meer opbrengt, dan eene groote, wier onderhoud slecht is.
+
+Men oordeelt, dat een goed gebouw geduurende lange jaaren tot alles
+voldoende is, mits men het een weinig stevig maakt, en zulks zonder
+zeer kostbaar te zyn: men kan 'er de breedte van 32 of 34 voeten
+aan geven, en zoodanige lengte, als men goedvindt: het is dienstig,
+om het zelve zoo te plaatsen, dat men het kan uitleggen, naar mate
+de meenigte van de koffy, die in het magazyn opgeslagen moet worden,
+toeneemt. Men kan de stylen plaatsen op voetstukken van dezelfde
+hoogte, stukken hout leggen tot ondersteuning van de einden van de
+balken, die daar op rusten, of zig daar mede vereenigen. Men legt deeze
+balken op eene hoogte van 8 of 9 voeten, maar de stylen moeten nog 4
+of 5 voeten hooger zyn, op dat de zolder tusschen alle de stylen van
+wederzyden klap-vengsters kan hebben, vermits het van aanbelang is,
+dat de lucht over de zolder vryelyk heen speelt, om de koffy spoedig
+te doen droogen. Men moet daarom aan beide kanten groote vengsters
+maken, die tot op den grond van den zolder nederhangen.
+
+Het is verwonderlyk, hoe de koffy spoediger droogt, wanneer de wind
+'er regelrecht op werkt; het is alleenlyk noodig de twee gevels en de
+beide zyden van het gebouw aan het bovenste gedeelte, tot aan de zolder
+toe, met planken te beleggen. Het onderste gedeelte kan open blyven,
+of men kan het sluiten of omheinen alleenlyk met stammen van pynboomen:
+het geheel moet overdekt worden met dak-borden, die men in dit Land
+zeer duurzaam vindt: stammen van pynboomen zyn voldoende om dezelven
+te onderschragen, zonder dat men latten of dwarsbalken noodig heeft.
+
+In het benedenste gedeelte plaatst men den molen, om de koffy-boonen
+te pellen, de groote bak om ze in te werpen, zoo wel de koffy, die
+geplukt, als die gepeld is: dezelfde benedenste verdieping, zoo men
+de werkplaats verlengt, kan, dienen tot een kuiperye, een stalling,
+en verscheidene andere gebruiken.
+
+De geschikte manier tot het plaatsen der koffy-lootsen is altyd
+eene en de zelfde, op welke wyze de verdere gebouwen ook geplaatst
+of ingericht mogen zyn. De gevels moeten staan naar het oosten
+en westen, en de lengte moet gericht zyn van het noorden naar het
+zuiden. De met steenen belegde vloer moet geplaatst worden aan de
+noordelyke gevel, op eenen genoegzamen afstand, om te ontwyken de
+morgen en avond schaduwen, en de belemmering van den wind, die door
+het lichaam van het gebouw veroeorzaakt zoude worden; want de wind is
+allernoodzakelykst, om de koffy te droogen. Zy, die drie of vier maal
+honderd duizend ponden koffy, en eene gelyke hoeveelheid cacao op eene
+enkele Plantagie hebben zien bewerken, kennen de waardye van een zeer
+uitgestrekten droog-vloer. Men moet ze meer boogsgewyze maken, dan
+men gewoonlyk doet. Men moet van zeer dun hout, en zeer ligte planken
+van een halven duim dikte, eene kleine kap of beweegbaar dak maken
+van 20 voeten lengte en 15 voeten breedte, zynde bovendien met bepekt
+zeildoek overdekt. Men plaatst dit dak op rollen, welken men naar zyn
+believen draait, op dezelfde wyze als huisraad en bedden. Zoo dra men
+een enkelen droppel regen bespeurt stapelt men de koffy met groote
+houten schoppen op elkander, en rolt 'er het dak over heen, om de
+koffy voor den regen te beveiligen: dit is tot groot voordeel en nut.
+
+Indien men laden of schuifbakken heeft, kan men zig insgelyks van het
+benedenste gedeelte der loots, aan een van de beide kanten bedienen,
+mits echter in het oog houdende, dat men de einden hout, waar op
+de rollen van de laaden loopen, behoorlyk verlengt, en voorts acht
+gevende, dat de schaduw, door de loots veroeorzaakt, op zekere uuren
+van den dag, aan het droogen van de koffy niet hinderlyk zy.
+
+Aan de voor- of achter-zyde, naar mate de loots naar het oosten
+of westen geplaatst is, moet men een met steenen belegden vloer
+maken. Het is van het grootste nut, dat dezelve eene genoegzaame
+uitgestrektheid hebbe. Op zyde van deeze vloer, en zoo dicht mogelyk
+by de werkplaats, moet de bak staan om de koffy te wasschen, waar in
+het altyd dienstig is eene afscheiding te maken; want dewyl men het
+water verscheiden malen geduurende de wassching moet ververschen,
+is het zeer gemakkelyk de koffy, dan aan de eene, dan aan de andere
+zyde van den bak, te kunnen overstorten.
+
+Zie daar alles, wat tot de bewerking en het behoud van de koffy
+noodzakelyk dunkt te zyn.
+
+
+
+VIERDE BRIEF.
+
+Antwoord op de drie eerstgemelde Brieven, waar by de Fransche Ingezeten
+de vraag omtrent ds afschaffing der slavernye, in de Volkplantingen,
+alwaar dezelve nog plaats heeft, opzettelyk behandelt: hy raadt om
+deeze verandering, die noodzakelyk geworden is, te bevorderen; en
+geeft de middelen aan de hand, om daar toe te geraken, zonder aan
+den voorspoed der Volkplantingen nadeel toe te brengen.
+
+Ik ben u, myn lieven vriend, zeer verplicht voor de drie brieven,
+welken gy my het genoegen gedaan hebt aan my te zenden, betrekkelyk het
+bebouwen der lage landen, waar van wy, zedert eenige jaaren, begonnen
+hebben proeven te nemen, en waar in gy onze meester zyt. Ik zal niet
+alleen voor my zelven van uwe nuttige onderrigtingen gebruik maken,
+maar ik zal ze ook ter kennisse brengen van alle myne medeburgers,
+die, even als ik, met de voortbrengzels deezer landen aan te
+kweken, voordeel bedoelen, of die zig by vervolg op zoortgelyke
+ondernemingen zouden willen toeleggen, in een uitgestrekt land,
+waar niets dan arbeidzaamheid noodig is. Uwe mededeelende inborst,
+die het onderscheidend kenmerk van waare onderrigting, en de bezitting
+van eerlyke harten is, geeft my de verzekering, dat ik aan uw oogmerk
+voldoen zal, met deeze kundigheden, zoo veel my mogelyk zal zyn, te
+verbreiden, en zelfs door de zeer voldoende brieven, welken gy my over
+dit onderwerp geschreven hebt, ten algemeenen nutte te laten drukken.
+
+Reeds hebben verscheiden van myne gebuuren, die even als ik op lage
+landen arbeiden, nuttige lessen van u ontfangen; en reeds begon deeze
+geheele streek gelukkig te worden, zoo dat men hope konde opvatten,
+dat dezelve t'eeniger tyd uwe schoone Volkplantingen zoude naar de
+kroon steken.
+
+Maar zedert de omwenteling, die van Frankryk een Gemeenebest gemaakt,
+en aan alle menschen, onder deszelfs bestuur levende, het genot
+van alle de rechten van den mensch en burger heeft wedergegeven;
+die de slavernye afgeschaft, en den Neger-handel vernietigd heeft,
+is alles van gedaante veranderd. Men heeft op 't onverwagtst de
+vryheid afgekondigd aan menschen, die met eene meer of min harde,
+maar steeds willekeurige gestrengheid, gehouden waren tot eenen arbeid,
+uit deszelfs aart verachtelyk, en welken zy, zonder eenig voordeel voor
+zig zelven, ten nutte van een enkel persoon verrigtten. Men heeft hun
+de volkomene vryheid overgelaten, om zig al of niet te verbinden aan
+hun, die weleer eigenaars van hunne persoonen waren. Het gevolg hier
+van is geweest, dat byna alle de Plantagien, aan de Rivier Aprouago
+op laage landen aangelegd, verlaaten, of merkelyk vervallen zyn.
+
+Ik ben een vriend der vryheid, schoon ik voor deezen veele slaven in
+eigendom bezat. Ik behandelde de mynen met eene byzondere gematigdheid,
+en ik heb 'er verscheiden van behouden. Ik zoude ze zelfs allen
+behouden hebben, indien de Regeering 'er niet op eene willekeurige
+wyze over beschikt had, door hen op andere Plantagien, in andere
+landschappen, te gebruiken, om de Plantagien, die onder handen van
+het bestuur in bewaring gesteld waaren, boven anderen gelukkig te
+doen zyn, of de belangen van byzondere persoonen te begunstigen.
+
+Hier doet zig een vraag-punt op, het welk verscheiden Planters niet als
+bedenkelyk beschouwen, maar waaromtrent ik niet van hun gevoelen ben,
+en waar van de behandeling voor het menschdom van een byzonder belang
+is: zy moet ook hoogst belangryk zyn voor de Hollandsche Colonisten,
+onze nabuuren, wier Regeerings-bestuur, op dezelfde grondbeginzels,
+als het onze, gebouwd, insgelyks tot de afschaffing der slavernye
+zal moeten besluiten.
+
+Om dit stuk in orde te behandelen, zal ik eerst de vragen voorstellen,
+en wat de meeste onzer nabuuren 'er van zeggen.
+
+"Hoe kan de in stand houding eener Plantagie, die zoo veel
+arbeid, zoo veel uitschot van penningen vordert, met de vryheid
+der plantende Negers bestaan? Ziet gy niet, dat de Hollanders,
+die in deeze zoort van handel zulke groote vorderingen gemaakt
+hebben, onder alle Europeanen die geenen zyn, welke de Negers met de
+meeste gestrengheid behandelen? Dat zy met dit al in hun vaderland
+Comptoiren of Maatschappyen hebben, die, naar mate van de begroote
+waarde deezer landen, aanzienlyke sommen gelds opschieten aan de
+Planters, die eigentlyk niets anders doen dan het huishoudelyk bestuur
+der Plantagie voor hunne geldschieters waar te nemen? zouden wy,
+die deeze bebouwing der lage landen van verre hebben beginnen na te
+volgen, dit immer hebben kunnen uitvoeren, zonder de kragtdadige hulp,
+welke de Regeering op allerleije wyze aan de eerste bebouwers deezer
+landen verschaft heeft? zouden wy het hebben kunnen doen buiten het
+middel der slavernye, waar in de mensch geen ander mogelyk bestaan
+heeft, dan door eenen aanhoudenden en onaefgebroken arbeid, zonder
+zelfs het recht te hebben, om zig te mogen beklagen? Ziet gy niet,
+dat alle de Fransche Volkplantingen te vuur en te zwaard verwoest
+worden, en dat wy eenigermaten deeze algemeene verwoesting ontduiken,
+doordien wy op ons zelf staan, en door de zwakheid der bevolking,
+die, op uitgestrekte ruimten verspreid zynde, tegen ons niet heeft
+kunnen zamenspannen? Schoon wy de grootste onheilen agter ons hebben,
+is het evenwel niet zichtbaar, dat alles in deeze Volkplanting,
+zedert het tydperk der vryheid, in verval geraakt is, en dat vooral
+de Plantagien op lage landen het grootste verlies geleden hebben? Merk
+daarenboven op, dat 'er zedert geene nieuwe onderneming van dien aart
+is aangelegd. En, ach! hoe zoude men dien aanleg beginnen? Welke
+middelen, zoudt gy by de hand nemen, om de zwarten aan te zetten
+tot eenen arbeid, die uit deszelfs aart zwaar en onaeangenaam is,
+en welken men jaaren lang moet voortzetten, om deeze landen droog te
+krygen, alvorens 'er eenige vruchten van te trekken? Ik gevoel, dat
+gy t'eeniger tyd zult moeten toestemmen, om aan uwe landbouwers een
+vierde van uwe inkomsten te geven, gelyk, zoo men zegt, op St. Domingo
+plaats heeft: maar wat zult gy doen, eer het nog ver af zynde tydstip
+daar is, dat dit vierde iets van aanbelang bedraagt"?
+
+Zie daar de groote en voorname tegenwerpingen: ik zal 'er volkomen
+op trachten te antwoorden. Het herstel der Fransche Volkplantingen,
+en het behoud der geenen, die nog niets geleden hebben, wordt met
+reden beschouwd van zulk een groot staatkundig belang te zyn, dat al
+het geen eenig licht verspreiden kan omtrent de middelen, waar door
+de een tot eenen gevestigden voorspoed komen, en de ander den schok
+van eene noodzakelyk gewordene verandering in het bestuur ontwyken
+kan, door de eigenaars in de Volkplanting met dankbaarheid behoort
+ontfangen te worden.
+
+Ik heb myne denkbeelden niet eeniglyk in deeze Volkplanting
+opgezameld. Ik heb in de Volkplantingen van verscheiden Europeesche
+natien gewoond; ik heb my toegelegd, om den inborst der Negers te
+leeren kennen; ik heb de verschillende manieren om hen te bestuuren,
+en derzelver gevolgen onderzogt; ik heb alles gelezen, wat voor en
+tegen de afschaffing der slavernye geschreven is geworden; en ik ben
+volkomen overreed, dat het mogelyk is, om, zonder benadeeling der
+Volkplanting, Zeden- en Staat-kunde met elkander over een te brengen,
+mitsgaders arbeidzaamheid en voorspoed, die van elkander onafscheidelyk
+zyn, onder de gezengde luchtstreek zamen te paaren.
+
+Het geen ik te zeggen heb, is geschikt om de klagten der Colonisten te
+bevredigen, die nog slaven bezitten, en, uit hoofde van de ellendige
+inrigting der Volkplantingen, alle bewysredenen tegen de slavernye der
+Negers, als eenen regelregten aanval op hunne eigendommen beschouwen.
+
+Frankryk heeft het eerst, en onder de Europeesche volken nog alleen,
+deeze schandelyke inrigting onbepaald en volkomen afgeschaft: de
+gevolgen deezer omwenteling zyn byna overal schadelyk geweest; maar
+kunnen wy over de gevolgen wel oordeelen, zonder dat wy de oorzaken
+kennen; en zouden andere oorzaaken ook geene andere gevolgen hebben
+te weeg gebragt? Zoude eene andere handelwyze, eene andere manier
+om deeze verandering van slavernye in vryheid daar te stellen, geene
+andere uitwerkingen gehad hebben? Hier aan valt niet te twyffelen.
+
+De Nationaale Conventie, na de grondslagen tot verklaring van de
+rechten van den mensch besloten te hebben, heeft deeze beginzels
+niet in 't oog gehouden in alle de beschikkingen, betrekkelyk de
+Volkplantingen, welken zy aan de ondermyningen der openbaare vyanden
+van vryheid en gelykheid heeft overgelaten. Wel verre van het lot
+der slaven te verbeteren, en de middelen tot hunne vrymaking met
+verstand voor te bereiden, heeft zy zelfs het recht van burgerschap
+aan de zwarten geweigerd, en daar door aan de Planters de magt
+gegeven, om hun het staatkundig aanwezen te weigeren, na hun het
+zelve voor een oogenblik te hebben toegestaan. Noch de Regeeringen
+in de Volkplantingen, noch de eigenaars der Plantagien, noch de
+uitvoerders van het bestuur, wilden de vryheid niet, ja zelfs wilden
+zy den verachtelyken en lagen staat, waar onder de zwarten zuchtten,
+in de minste omstandigheid niet verzachten; integendeel scheen men
+het 'er, na de omwenteling, op toe te leggen, om deeze vernedering
+tot een grondbeginzel te vestigen. Door zulk eene handelwyze heeft
+men te weeg gebragt, dat deeze zoort van menschen onze ergste vyanden
+geworden zyn, en de schoone Volkplanting van St. Domingo het onderst
+boven gekeerd hebben.
+
+Toen vervolgens, in die ongelukkige tyden, in welken zy, die zig
+tegen de verbetering van het bestuur der Volkplantingen verzetteden,
+zig betoond hebben opentlyke vrienden van het Koningschap te
+zyn, de Engelschen te hulp geroepen, en zelfs de Negers tegen ons
+gewapend hebben, in de hoop, dat het hun gelukken mogt de slavernye
+te herstellen; toen de uiterste middelen noodzakelyk geworden waren,
+heeft de Nationale Conventie de grondbeginzels der vryheid eensklaps
+te rug gebragt, daar het vry beter was geweest dezelven trapsgewyze
+te vestigen: hier uit zyn onheilen voortgesproten, die aan de andere
+Volkplantingen eene nuttige les geven kunden.
+
+Zy moeten, zoo het mogelyk is, de vryheid bekomen, zonder eenigen
+schok, zonder wanorde in de byzondere eigendommen, en vooral zonder
+bloed te vergieten. Behalven het algemeen gevoelen van menschelykheid,
+het welk ieder eerlyk en weldenkend man doet verlangen, dat deeze
+verandering bewerkt worde zonder die schokken, welke zommigen van onze
+Volkplantingen zoo zeer beroerd hebben, kan ik niet nalaten belang te
+stellen in het lot van verscheiden deezer Volkplantingen, en ik moet
+de inwooners aanzetten, om rypelyk te denken op de aanmerkingen, die
+ik hun voordrage, en zig wel overtuigd te houden van deeze waarheid:
+dat het onmogelyk is de hatelyke inrigting der slavernye langen tyd
+te doen stand houden, en dat, om de afschaffing daar van voordeeligcr
+te doen zyn, en minder ongeregeldheid te doen uitwerken, men daar in
+goedschiks en met beleid moet te werk gaan.
+
+Indien zy hier eenige middelen aantreffen, om deezen taak gemakkelyk
+te maken, zal ik my by de Planters zeer verdienstelyk gemaakt hebben,
+door te toonen, dat het in de Volkplantingen mogelyk is, om zig met
+de voortbrengzels van het aardryk te verryken, zonder het menschdom
+te doen beven, en dat men met een weldadig hart, zonder knaging van
+'t geweten, eigenaar van eene Plantagie kan zyn.
+
+De vraag omtrent de slavernye der zwarten hield zedert langen tyd
+de verstandigen bezig, eer dat men in Frankryk aan eene omwenteling
+dagt; deeze vraag is door het Fransche Gemeenebest beslist: zy kan
+de Regeeringen, die Volkplantingen bezitten, en waar het stelzel der
+vryheid nog geen veld gewonnen heeft, in geene onverschilligheid laten.
+
+De Negers zyn niet onkundig, of zullen ten minsten niet lang onkundig
+kunnen blyven, hoe zeer hunne staat van die van huns gelyken in de
+nabuurige Fransche Volkplantingen verschilt: wanneer men zulks voor
+hun verbergen konde, denkt men dan nog, dat zy van hunne rechten
+altyd onkundig zyn geweest, en dat de stem der natuur by hun ten
+gevalle van hunne bezitters verdoofd is?
+
+Hoe dom hunne lasteraars hen ook verbeelden te zyn, zy hebben getoond
+met zeer grooten moed bezield te zyn: zy hebben, zoo als gy weet,
+in uwe Volkplantingen van Hollandsch Guiana, gelyk ook in Jamaica,
+het voorbeeld voor zig van een aantal menschen van hun geslacht,
+die door hunnen moed zig de vryheid bezorgd hebben, in weerwil van
+hunne meesters, welken zy genoodzaakt hebben, om met hun over eene
+volkomene onaefhangelykheid te handelen.
+
+Men moet de noodlottigste gebeurtenissen duchten, indien men zig niet
+met ernst bezig houdt met de verbetering van het lot van deeze zoort
+van menschen, die uit hoofde der ryke voortbrengzels van hunnen arbeid
+van zoo veel gewicht zyn, en tevens zoo weinig bescherming ontmoeten,
+zoo mishandeld worden. Men zoude kwalyk doen, om in eene onvoorzigtige
+gerustheid te blyven sluimeren.
+
+Het voorbeeld der Fransche Volkplantingen moet aan deeze aanmerkingen
+klem byzetten: door zig tegen de vryheid te verzetten, zyn zy verwoest
+geworden, zy herstellen zig met derzelver zoeten invloed, onaeangezien
+alle de noodlottigheden van den oorlog.
+
+Wat kunnen zy, die de slavernye voorstaan; tog inbrengen? Zy zullen
+zig beroepen op het oud gebruik der Volkplantingen, de voorgewende
+onmogelykheid, om dezelven zonder zwarten en zonder slaven te bebouwen,
+op het belang van den staat, om koopwaren uit de Volkplantingen
+te trekken. Men beroept zig op het geluk der Negers in hunnen
+tegenwoordigen staat, die, zoo men ons beduiden wil, verre verkieslyk
+is boven het lot van onze boeren. Men zegt, dat de luiheid, het bedrog,
+en alle slechte hoedanigheden, die harde en inhalige meesters, hun
+slechts als lydelyke werktuigen van hun fortuin beschouwende, in hun
+vinden, van het character der Negers onaefscheidelyk zyn; maar deeze
+kwaade hoedanigheden en gebreken zyn, of betrekkelyk tot het begrip
+en vooroeordeel, het welk hunne staat inboezemt, of veroeorzaakt door
+de manier, waar op men hen behandelt: deeze gebreken, die aan alle
+menschen, en in alle maatschappyen gemeen zyn, verdwynen, of nemen
+ten minsten merkelyk af onder een menschlievend en redelyk bestuur,
+zelfs onder slaven: zulks heeft my eene onaefgebrokene en aandachtige
+ondervinding klaar bewezen.
+
+De voorstanders der slayernye kunnen voor het overige in hunne
+verschillende redeneeringen in het geheel geen gebruik maken van
+de zaak der menschelykheid, noch van de rechtvaardigheid, noch
+van het recht der natuur, als welken geen mensch ter weereld door
+verjaring kan verliezen, van welke kleur hy ook zyn moge, en het zy de
+omstandigheden zyner geboorte meerder of minder gunstig zyn. "Wy hebben
+Volkplantingen noodig, men kan dezelven zonder slaven niet bebouwen;
+dus is de slaven-handel en het bezitten van slaven noodzakelyk". Zie
+daar, waar op hunne redeneeringen altyd nederkomen.
+
+Aan den anderen kant zyn zy, die voor de afschaffing der slavernye
+pleiten, door de reden, de rechtvaardigheid, de weldadigheid, en
+alle eerbiedwaardige beweegredenen, welken de menschelykheid aan de
+hand geeft, aangevuurd, dikwils veel te verre gegaan, en hebben zig
+dus aan de berisping hunner tegenpartyen, die by de handhaving der
+slavernye belang hadden, bloot gesteld; zy hebben gezondigd, het zy
+door buitensporigen yver, het zy door de staatkundige betrekkingen uit
+het oog te verliezen, welk laatste echter niet behoort te geschieden,
+zoo men een aantal lieden, wier fortuin van de beplantingen afhangt,
+niet in hevige klagten wil doen uitbarsten: op dien zelfden voet
+voortgaande, hebben zy zig de berisping der Planters ook nog op den
+hals gehaald, door niet wel te bevroeden alle de middelen, die tot
+het bewerken der verlangde omwenteling vereischt werden. 'Er zyn
+noodlottige gebeurtenissen voorgevallen, die de redeneeringen van de
+voorstanders der slavernye schynen te versterken; maar wat valt daar
+uit te besluiten, dan alleen dit, dat de ontwerpen der menschelykheid
+ten voordeele der zwarten, overeenkomstig eene goede staatkunde, niet
+behooren uitgevoerd te worden, dan door den tyd en trapsgewyze? dat
+eene overylde en onbepaalde vrylating, zonder uitzondering of mitsen,
+aan het voorgesteld oogmerk zeer slecht voldoet, en zelfs groote
+ongelegenheden veroeorzaakt? In de daad, men moet toestemmen, dat de
+nieuwe Negers, die aan de taal en gebruiken der Europeanen nog niet
+gewoon zyn, zonder gevaar voor de Plantagien, noch zonder benadeeling
+van hun zelven, niet allen op eenmaal, zonder tusschenpoozing of
+voorzorgen, in vryheid gesteld kunnen worden. Het is 'er mede gelegen,
+als met het gezicht, dat door eene lange duisternis verzwakt is,
+en niet met overyling het licht weder kan aanschouwen, zonder 'er
+door verbysterd te worden: men moet hun het licht by trappen en met
+beleid te rug geven.
+
+Intusschen is het geenzints onmogelyk, maar het is zelfs nuttig
+en staatkundig, om de middelen tot afschaffing der slavernye voor
+te bereiden. Men kan dit oogmerk bereiken, terwyl men tevens het
+belang van den Staat, en de staatkunde der volken in het oog houdt,
+de Volkplantingen, die nog geene veranderingen ondergaan hebben,
+bewaart, zonder de eigendommen der ingezetenen te bederven, noch
+hunne inkomsten te verminderen. Het tydperk, binnen het welk men
+trapsgewyze aan de Negers de vryheid zoude kunnen schenken, zoude
+niet verre af zyn; en de goede geneigdheid van verscheiden Planters
+zoude het zelve meerder verkorten, dan men denkt. 'Er zyn 'er veelen,
+die, om wel te doen, slechts verlangen omtrent hunne waare belangen
+te worden ingeligt; dit kan men door tyd en ondervinding te weeg
+brengen; en de Regeeringen behooren, overeenkomstig dien regelmaat,
+de gebrekkige inrigting, die nog in zwang is, en tot hier toe door
+de wet gehandhaafd is geworden, te verbeteren.
+
+Alle eerlyke, gevoelige en belanglooze harten zyn van de zaak zelve
+wel overreed; maar men moet aan de Regeering betogen, en aan de
+eigenaars der slaven bewyzen, dat men deeze veranderingen bewerken
+kan door middelen, die geene beweging maken, en aan de veiligheid,
+noch aan het voordeel der Planters geen leed toebrengen. Het is tot
+dit einde noodig, om alle vooroeordeelen aan een zyde te stellen, en met
+onpartydigheid de middelen te overwegen, door welken men langzamerhand
+in de verbetering van de gebrekkige inrichting der Volkplantingen
+kan slagen, zonder de Plantagien en derzelver bebouwing te bederven.
+
+Het eerste middel moet zyn de afschaffing van den slaven-handel.
+
+Deeze handel is met de slavernye op 't naauwst verbonden, om dat zy
+aan dezelve voedzel verschaft, en de Planters in 't begrip staan,
+dat, indien de slaven-handel ophield, het getal van de bewoners der
+Volkplanting wel dra tot niet zoude loopen, en derzelver bebouwing
+ook in evenredigheid verminderen, en dat, vermits de slavernye eene
+geoeorloofde zaak is, de slaven-handel het insgelyks behoort te zyn:
+edoch niets dan de verfoeijelykste heerszucht is in staat, om deezen
+hatelyken handel, die een zamenweefzel van barbaarsheden is, te willen
+laten stand houden.
+
+Wat doet het 'er toe, of wy onrechtvaardig en wreed zyn, mits wy maar
+rykdommen vergaderen. Zie daar in korte woorden, waar toe men alle de
+redeneeringen brengen kan, die ten voordeele van deezen handel worden
+aangevoerd. Maar indien dit niet alleen eene onrechtvaardigheid, maar
+zelfs eene mistasting is; indien deeze handel, verre van voordeelig
+te zyn, voor de belangen van het volk, dat denzelven dryft, hoogst
+nadeelig is; wat moet 'er dan worden van den eenigen grond, waar mede
+men deszelfs voortduuring wil goed maken?
+
+Deeze handel, staatkundig beschouwd, brengt niet dan nadeel te
+weeg. Dezelve bederft de zeden van elk volk, het welk zig daar aan
+overgeeft, door hun eene geneigdheid tot wreede daden in te boezemen;
+door dezelven eindelyk by veele persoonen als wettige daden te doen
+beschouwen; door een aantal lieden te gewennen, om hun fortuin door
+de vernieling van het menschdom te beproeven; want het is eene
+bewezene waarheid, dat de oorlogen, gevoerd om slaven te hebben,
+de onaangenaame overtochten, de mishandelingen, en de wanhoop, veel
+meer Negers doen sneven, dan 'er in de Volkplantingen aankomen. Deeze
+handel is schadelyk voor de zeevaart, uit hoofde van het verlies van
+een groot aantal matroozen, veroeorzaakt door de kwade lucht, het slecht
+voedzel, en andere vernielende omstandigheden, die op de schepen,
+tot de overvoering der Negers bestemd, noodwendig plaats hebben. De
+slavenhandel is, in een woord, een schande voor het menschdom, een
+vlak op elk volk, die denzelven gedoogt, eene openbaare strydigheid
+met de grondbeginzels en inrigting van alle Gemeenebesten.
+
+Maar, werpt men ons tegen, hoe zal men eene bevolking in stand houden,
+die geduurig afneemt, en hoe zult gy Volkplantingen hebben, indien
+gy den slaven-handel op de kust van Africa laat varen?
+
+Het getal der Neger-slaven neemt in eene verbazende meenigte af by
+de Planters, die weinig menschelykheid of gevoel bezitten; maar het
+vermeerdert langzamerhand by hun, die de noodige zorgen aanwenden
+tot behoud van hunne slaven, en om, zoo veel in hun is, de wet der
+slavernye te matigen. Mitsdien is het, onder het bestuur van eene wel
+geregelde vryheid, buiten allen twyffel, dat de volkrykheid schielyk
+zal vermeerderen, gelyk de ondervinding dit bewyst in alle Landen,
+alwaar de mensch gelukkig is, en wel geregeerd wordt.
+
+In deeze vooronderstelling zal de veiligheid en goede regeerings-orde
+in de Volkplantingen grooter zyn; haar onderhoud zal minder kostbaar
+worden, uit hoofde van eene sterke vermindering, zoo al niet eene
+volkomene vernietiging van de kosten, op de uitoeeffening der Politie
+en Justitie, het houden van krygsvolk, het straffen van misdadige, en
+het vervolgen van weggeloopene Negers, het onderhoud van gevangenissen,
+enz. vallende.
+
+Na alzoo den slaven-handel te hebben afgeschaft, zal men de
+noodige beschikkingen maken tot handhaving van de goede orde in
+de Volkplantingen, tot derzelver veiligheid, en tot aanwas der
+bevolking. Voorzeker, wanneer men alle de Plantagien in haare
+tegenwoordige werkzaamheden laat blyven, gelyk ook de regeling van
+goede orde, die op elk derzelven past, zal men niemand van de eigenaars
+iets doen verliezen.
+
+Dan zal het noodig zyn, dat men zig ernstig bezig houde, om overal,
+op eene eenstemmige wyze, wel beredeneerde wetten te maken, die niets
+willekeurigs meer in zig bevatten, en waar by men de geregelde orde
+in den arbeid, en de behoorlyke tucht zal handhaven. Zonder de wet
+te willen stellen aan die Volkplantingen, alwaar de slavernye nog
+heerscht, is het geen herssenschimmig denkbeeld, dat wel zaamgestelde
+vergaderingen, uit den bloem der Colonisten verkozen, zelve die
+Reglementen van Politie, en die geschikte en eenstemmige wetten zouden
+voorstellen, die op alle Plantagien passen zouden, en waar naar ieder
+verpligt zoude zyn zig te gedragen; en hier uit zoude de grootste
+voorspoed voor elk in 't byzonder, en voor de geheele Volkplanting in
+'t algemeen, voortvloeijen.
+
+De Planters van Jamaica en Grenada hebben zedert lang het ontwerpen
+van Reglementen voor hunne Volkplantingen in den zin gehad. Een van
+hun laat zig in dit opzigt in deeze merkwaardige woorden uit. "Het
+staat in onze macht, om den welvaart van tweemaal honderd duizend
+menschen, wier arbeid ons het dagelyks middel van bestaan verschaft,
+te bevorderen; wy hebben het vermogen van, om zoo te spreken, eene
+nieuwe schepping te vormen. Welk edeler voorwerp kan immer onzen yver
+aanvuuren, en de natuurlyke neiging, die ons tot weldadigheid heen
+leidt, opwekken? Wanneer men de zaak uit het oogpunt van ons persoonlyk
+belang beschouwt, is het zeer zeker, dat hoe meerder menschelykheid
+iemand bezit, hoe beter staatkundige hy is: dus zullen wy door de
+neiging van ons hart te volgen, den welvaart van onze bezittingen,
+met der menschen goedkeuring, en des Hemels zegen zamen paaren.
+
+De Planters van Grenada hebben in hunne Volksvergadering Reglementen
+van inwendige Politie, en wetten ten voordeele der slaven, vast
+gesteld, waar by zy, in hunne Acte van 4 November 1788. deeze
+verstandige inleiding laten voorafgaan.
+
+"Overwegende, dat de noodzakelykheid van den invoer van Negers zal
+ophouden op het oogenblik, dat zy met menschlievenheid behandeld,
+en niet meer met onmatigen arbeid bezwaard zullen worden, en men dus
+op de wetten der natuur in de vereeniging der kunnen acht zal geven;
+
+Gemerkt, dat de wetten, die tot hier toe tot handhaving der slaven
+zyn afgekondigd, onvoldoende bevonden zyn; en de menschelykheid, zoo
+wel als het belang der Volkplanting, vordert, dat men de slavernye
+zoo dragelyk make, als mogelyk is, om de volkrykheid der Negers te
+bevorderen, het eenig middel, om de noodzakelykheid hunner invoering
+van de Americaansche kusten door den tyd geheel te vernietigen;
+
+En gelet, dat men zulk een heilzaam oogmerk niet kan bereiken,
+dan door aan de magt der meesters, en van de geenen, die met het
+opzicht over de slaven belast zyn, palen te stellen; het zy door
+hen te verpligten, om hun op eene gepaste wyze van huisvesting,
+voedzel en kleeding te voorzien, het zy door hun onderwys en goede
+zeden te beschikken, hen aan te zetten tot het aangaan van huwelyken,
+tevens deeze wettige verbintenissen eerbiedigende en beschermende:
+om alle deeze redenen", enz.
+
+Zonder van stuk tot stuk de Reglementen op te geven, die het gevolg van
+deeze Acte zyn, noch ook alhier te ontvouwen, wat men van dien aart het
+best zoude kunnen doen, indien men, met reden en menschlievendheid,
+de hier boven uitgedrukte gevoelens ter uitvoer trachte te brengen,
+is het genoeg door deeze twee voorbeelden aan te toonen, dat de
+Planters zedert lang gevoeld hebben, dat hun eigen belang dergelyke
+wetten vorderde, dat deeze wetten noodig waren tot in stand houding
+en aanwas der bevolking, om den invoer der zwarten van de Africaansche
+kust te vernietigen, als mede tot groot voordeel der inwooners.
+
+Het Reglement op het bestuur der Plantagie vast gesteld en in schrift
+gebragt zynde, zoude op de werkplaatsen gelezen en afgekondigd, en
+van tyd tot tyd vernieuwd worden: men zoude daar by voorziening doen
+omtrent het voedzel, de kleeding, en de woning der Negers: men zoude
+hun den eigendom van hunne tuinen, vogelaryen, en beesten-kwekeryen
+verzekeren: men zoude daar by melding maken van het bezorgen van
+oppassing aan de zieken, oude lieden en verzwakten; aan de zwangere
+vrouwen, aan de zoogsters en kinderen: dat de noodige voorzorgen
+gebruikt zouden worden tot handhaving der goede zeden, tot onderwys
+der jeugd, en de goede orde in de huisgezinnen, enz.
+
+Te gelyker tyd zouden de uuren van arbeid daar by worden aangewezen,
+als mede het geregeld bestuur en onderwerping. De geringe misslagen
+zouden gestraft worden, na dat de beschuldigde in tegenwoordigheid
+der verstandigsten en oudsten van de Plantagie zoude zyn gehoord:
+de misdaden zouden aan de gewoone Rechters verwezen, en volgens
+de wet gestraft worden. Voor deugdryke en uitmuntende daden zouden
+belooningen plaats hebben.
+
+Geene Plantagie zoude door deeze beschikkingen in wanorde geraken:
+integendeel zouden de Planters by deeze verbetering in het bestieren
+der zwarten oneindig veel winnen, uit hoofde van derzelver gehechtheid
+aan hunne meesters en hunne gewilligheid tot den arbeid.
+
+Dit ontwerp tot stand gebragt zynde, zal men, van dien tyd af aan,
+de benaming van slaven en slavernye veranderen: het waare anders
+te vergeefs de zaak zelve te hervormen; zy zoude altyd een hatelyk
+voorkomen blyven behouden; zy zoude weder tot den vorigen stand
+vervallen, indien men een gehaten naam liet blyven. In de daad, in
+den redelyken en gematigden staat, aan de Planters voorgeschreven door
+verstandige Reglementen, geene willekeurige, geene wreede behandeling
+gedogende, zouden hunne verpligtingen, zoo wel als hunne rechten,
+door vaste wetten volkomen bekend, en zy geene eigentlyk gezegde
+slaven meer zyn.
+
+'Er blyft dan niets meer overig, dan een enkelen stap te doen in
+den loopbaan der weldadigheid en goede bestiering, ten einde deeze
+gelukkige verandering te volmaken, de overgang namelyk van slavernye
+tot vryheid: gy zult my uwen aandacht nog een oogenblik niet weigeren.
+
+Na dat men dus op eene wyze, die geen zweem van willekeurigheid
+meer overlaat, de werkzaamheden der arbeiders zal geregeld hebben,
+behoort men hun eene belooning toe te zeggen, om hen tot een goed
+gedrag en yverigen arbeid aan te moedigen; dit zoude moeten bestaan
+in een gedeelte van de inkomsten der Plantagie, in het begin een
+klein gedeelte, en alleenlyk een tiende van de zuivere voortbrengzels.
+
+Het is meer dan waarschynlyk, dat deeze uiterlyke opoeffering van
+een gedeelte der inkomsten, door den eigenaar aan zyne arbeiders
+overgelaten, ten minsten deeze inkomsten op dezelfde waarde zal
+houden; naardien het belang, het welk de zwarten zelve daar by hebben,
+hen zal aanzetten, om met den meesten yver te arbeiden, om met lust
+mede te werken tot bevordering van den welvaart der Plantagien, en
+de inzameling der vruchten, tot het beletten der diefstallen, tyd
+verspillingen, en verscheidene misbruiken, welken de al te strenge
+bestiering der slaven doet vermeenigvuldigen.
+
+Wie is 'er, hy moge nog zoo veel bezet zyn met vooroeordeelen,
+welke thans nog eenige Colonisten, voorstanders der slavernye,
+verblinden, die gelooven kan, dat de Plantagien in het byzonder, en
+de Volkplantingen in het algemeen, den trap van geluk, die aan haare
+volkrykheid geevenredigd is, bereiken kunnen, zoo lang de arbeiders,
+by de vruchten van hunnen eigen arbeid, en de vermeerdering van
+den oogst, zelve belang hebbende, daar toe geenen yver aanwenden,
+die men onmogelyk verwagten kan van een zoort van beesten, die door
+zweepslagen geregeerd worden, en wier eenige hope bestaat in eenige
+uuren rust te genieten, en kastydingen te ontduiken.
+
+Wanneer men door de ondervinding van een of twee jaren gezien zal
+hebben, dat de arbeiders zig onder dit nieuw ontwerp wel gedragen
+hebben; dat dit tiende gedeelte der vrugten, tot eene belooning aan de
+zwarten gegeven, de uitwerking gehad heeft, welke men 'er zig van had
+voorgesteld; dat deeze Plantagien 'er niet door geleden hebben, maar
+veel eer door bevoordeeld zyn, zal men deeze belooning vermeerderen,
+en, in het volgende jaar, tot een negende gedeelte der zuivere vrugten
+brengen, ten einde als nog te beproeven, of, door deeze opoffering,
+de inkomsten op dezelfde waarde voor den eigenaar blyven zullen.
+
+Ik twyffele ann den goeden uitslag niet, daar ik zelf in de gelegenheid
+geweest ben, om 'er eenige proeve van te nemen, en ik verzekere u,
+dat deeze belooning, of dit aandeel in de inkomsten, aan de arbeidende
+Negers toegestaan, van jaar tot jaar kan vermeerderd worden. Men
+zal het van tyd tot tyd tot een agtste, een zevende, een zesde, een
+vyfde, een vierde, en eindelyk tot een derde der zuivere inkomsten
+brengen, zonder dat daar door de eigenaar zelf eenige vermindering
+ondervindt. Dit derde der inkomsten, door den Planter aan de arbeiders
+afgestaan, zal zyne eigene inkomsten nog des te meer verzekeren; en de
+uitvoer van koopwaren uit de Volkplanting zal vermeerderd worden met
+dit derde, het welk mede onder de voorwerpen van den koophandel komen
+zal. De invoer van koopwaren zal in gelyke evenredigheid vermeerderen
+door de verteeringen, welken de Negers, thans eene zekere zoort van
+levens-gemak genietende, maken zullen; en deeze menschen, tot hier
+toe toe zoo mishandeld, zullen allengskens hun geluk beginnen te zien,
+en hunne meesters beminnen.
+
+Ik begryp, dat de trapswyze voortgang in dit ontwerp, dien men
+noodzakelyk behoort te volgen, een tydvak ten minsten van negen jaaren
+noodig heeft. In het tiende jaar (of zoo dra deeze ondervinding zal
+gevestigd zyn, en de goede uitwerkzels van deeze huishouding zullen
+zyn gebleeken,) zal men deeze schikking tot eene vaste wet maken,
+die de rechten der eigenaars en arbeiders met billykheid zal regelen;
+tot eene wet der Volkplanting, waar in niet meer gesproken zal worden
+van slavernye, maar van een wederkeerig verdrag tusschen de arbeiders
+en de eigenaars van den grond.
+
+Het is gemakkelyk te bezeffen, dat door deeze maatregelen, welken
+ik hier in het ruwe schetse, langzamerhand in werking te brengen,
+geen groote eigendom in wanorde geraken zal; maar dat de volkrykheid
+der Negers onder een menschlievender bestuur zal aanwassen. Deeze
+gelukkige verandering zal bewerkt worden, zonder eenigen schok of
+beweging te veroorzaken. Deeze arbeiders zullen zig, langzamerhand,
+en als ongevoelig, aan eene zekere gemakkelykheid en aan eene betere
+levens-manier gewennen, die hun goed gedrag, hunne werkzaamheid en
+vlyt ten grondslag hebben zal. 'Er zal in hunne denkbeelden geene
+overylde omwenteling plaats hebben, waar door men eenig kwaad gevolg
+te vreezen heeft, dewyl de eerste aanbiedingen slegts voorwaardelyke
+gunstbewyzen zyn zullen, welken de meesters altyd zullen kunnen
+intrekken, in geval de Negers zig dezelven onwaardig maken mogten.
+
+Huisgezinnen, die zig toeleggen om hunne inkomsten een weinig te
+besparen, ten einde kleine afzonderlyke eigendommen te verkrygen,
+zullen gelegenheid vinden, om het bezit daar van te bekomen: zy
+zullen daar door een bewys van hunne bekwaamheid ten toon gespreid,
+en een waarborg voor hun toekomend goed gedrag gegeven hebben. Deeze
+verhuizingen van zommige huisgezinnen der arbeiders, die van tyd
+tot tyd groote Plantagien verlaten zullen om kleine op te rigten,
+zullen op de eerstgemelden door den ontwyffelbaaren aanwas hunner
+volkrykheid rykelyk vervuld worden.
+
+Naar mate de Colonisten tot deeze oogmerken van menschlievendheid en
+goede orde de hand zullen leenen, door voor het uiterlyke de edelste
+opoeffering te doen, zullen zy hun eigen voordeel behartigen; men
+zal de Volkplantingen en den koophandel meerder zien bloeijen: men
+zal aldaar meerder gerustheid, meerder veiligheid, een aanhoudende
+aanwas der bevolking ondervinden, zonder eenig middel van geweld, of
+het welk met goede grondbeginzelen strydig is, te bezigen. Om hier van
+overtuigd te zyn, behoeft men zig slechts deeze aloem bekende waarheid
+voor oogen te stellen, dat de bevolking overal zigtbaar aanwast,
+waar voorspoed en middelen van bestaan gevonden worden.
+
+Deeze regelmaat, op reden, rechtvaardigheid en goede Staatkunde
+gegrondvest, is in de Fransche Volkplantingen, die deeze omwending
+ondergaan hebben, niet gevolgd geworden. Alles is by deeze volken aan
+het gisten en in wanorde geraakt. Geene der partyen, van welke classe
+ook, wilde opregtelyk de vryheid, noch den algemeenen voorspoed;
+geene derzelven wierd door oprechte oogmerken gedreeven, maar allen
+wierden zy aangezet door haat, door het een of ander denkbeeld van
+haatlyke beschuldiging, en voor al door een lust tot plundering,
+die door wanorde zoo wonderbaarlyk geholpen word. De Regeering, die
+opzettelyk de Volkplantingen kwalyk bestierde, om 'er de omwenteling
+te doen vervloeken, en het Koningschap te doen beminnen, heeft de
+wanorde vermeerderd door een zoort van lieden, welken zy met haar
+gezag bekleed heeft. De Nationale Conventie, die over 't algemeen
+de zaken der Volkplantingen met een onverschillig oog beschouwde,
+heeft zig door die partye, welke de vryheid naar het hart stak, door
+tegenstrydige besluiten, die met de grondbeginzels niet strookten,
+laten wegslepen.
+
+Vervolgens is het stelzel van ROBESPIERRE gekomen, welke zeide: Laaten
+de Volkplantingen verloren gaan, liever dan dat men een oogenblik
+de grondbeginzels zoude doen wankelen. Men heeft de vryheid in de
+Volkplantingen verspreid, niet als een weldaad, maar als een middel
+van oorlog en verdediging tegen de bestryders der omwenteling, en de
+vyanden van het Gemeenebest. De regeeringloosheid en ongebondenheid
+hebben 'er zig meester van gemaakt, en men heeft 'er alle misdaden
+en driften toomloos zien woeden; deerniswaardige gesteldheid, waar
+in de slechtste menschen de teugels van 't gezag in handen krygen,
+en de brave en vreedzame lieden vermoord of verjaagd worden. De
+wanorde is ten hoogsten top gestegen, vooral in verscheiden gedeelten
+van St. Domingo, tot dat een wyzer bestuur, zig op de grondslagen
+van deeze vryheid vestigende, maar dezelve volgens de wetten en de
+Constitutie regelende, eindelyk deeze schoone bezittingen weder in
+orde gebragt heeft.
+
+In onze arme Volkplanting van Caijenne is de oprigting der vryheid
+niet vergezeld geweest van eenige afschuwelykheid, in vergelyking van
+die van St. Domingo; maar de landbouw heeft 'er veel geleden: laten
+wy de oorzaken en de omstandigheden in overweging nemen, en wy zullen
+zien, dat men den gepasten weg niet betreden heeft, dien ik hier boven
+aan de Volkplantingen heb aangeraden, die de noodzaakelyk gewordene
+verandering van slavernye in vryheid nog niet ondergaan hebben.
+
+Men heeft de vryheid der Negers, te Caijenne, zonder voorzorg en
+zonder bepaaling afgekondigd. Deeze schielyke en onverwagte overgang
+van onderdrukking tot toomloosheid is minder verderffelyk geweest,
+dan zy natuurlyk zyn moest, niet alleen, om dat deeze bevolking zeer
+klein en verstrooid is, maar ook om dat, zedert verscheiden jaaren,
+een menschlievend bestuur, het welk alle de onheilen der slavernye
+gevoelde, den weg tot deeze verandering gebaand had, door de wreedheden
+en het onredelyk gedrag der meesters in te toomen, en door aan de
+Negers jegens de blanken goedhartigheid en vertrouwen in te boezemen,
+door het wegloopen en zwerven uit te roeijen, en door de Negers te
+gewennen, om van hunnen arbeid een zeker voordeel te trekken, en zig
+zelven als menschen te beschouwen. De onderdrukking aldaar minder
+zynde, is de gisting ook minder geweest, op het oogenbik dat de oude
+orde van zaken vernietigd wierd: maar het was onmogelyk, dat menschen,
+verpligt voor anderen te werken, zonder eenig nut voor hun zelven,
+eensklaps vry en meesters van hunne daden zyn zouden, bekwaam om van
+gezagvoerende posten voorzien te worden, even als de geenen, die te
+vooren hunne meesters waren, en voor wien men hun tot hier toe eenen
+Godsdienstigen eerbied had ingeboezemd; het was onmogelyk, zeg ik,
+dat zy zig met aan eene onbezonnen vreugde zouden overgeven, en dat
+de Plantagien, en dezelver bebouwing, niet in zekeren zin verlaten
+zouden worden, zoodanig zelfs, dat hunne zorgeloosheid hen noodwendig
+in gevaar moest brengen, om van honger te vergaan.
+
+Toen men vervolgens deeze zwarigheid wilde afwenden, en deeze
+menschen door gezag tot den arbeid en landbouw te rug brengen, heeft
+men insgelyks verkeerde maatregelen genomen; men heeft de arbeiders
+willekeuriglyk op geheel andere Plantagien geplaatst, dan op welken
+zy gewoon waren; men heeft het herstel van de eene begunstigd, en de
+andere laten verloren gaan, volgens den willekeur der bestuurders;
+men heeft de Negers op een daggeld van drie en vier stuivers gesteld,
+eene belooning, die geheel onvoldoende en bespottelyk was, die deeze
+menschen niet kon aanzetten, om met yver te arbeiden, en die tevens,
+hoe klein zy ook wezen mogt, voor de eigenaars tot een' grooten last
+was, daar zy dikwils van het werk der arbeiders zoo veel niet trokken,
+als noodig was, om die onkosten op te diepen.
+
+Te gelyker tyd heeft men een zeer overbodig aantal van deeze arbeiders
+gewapend, naar mate van de uitgestrektheid der Volkplanting, die nimmer
+is aangevallen geworden. Men heeft uitgestrekte landstreeken, maar in
+welken byna geene andere bewooners, dan Aapen en Papegaaijen zyn, in
+orde geregeld: men heeft aldaar een geheelen stoet van bedieningen en
+posten ingevoerd, zoo als die in de meest bevolkte Fransche Gewesten
+gebruikelyk zyn: men heeft rangen, geld, ampten en gezag verleend aan
+menschen, die nog lezen nog schryven konden, en welken men tegen alle
+reden aan den landbouw onttrokken heeft.
+
+Hoe zoude, in zulke omstandigheden, eene zoo weinig gevorderde
+Volkplanting niet verminderd en verslimmerd zyn? Maar zoo dra een
+verstandig Regeerings-bestuur aldaar een goed Reglement, betreffende de
+bebouwing der Plantagien, zal hebben vast gesteld, op de grondbeginzels
+der Staats-regeling gebouwd, en op de vryheid steunende, volgens
+welken de arbeidende Negers een behoorlyk aandeel trekken van de
+inkomsten, die hunne arbeid aanbrengt, zullen de Plantagien haaren
+aanwas spoedig hernemen.
+
+Thans schiet nog overig eene zwarigheid op te lossen, die men
+tegenwerpt, betrekkelyk de groote uitschotten, die 'er noodig zyn, om
+de bebouwing der lage landen vol te houden: maar is 'er overal niet
+veel noodig, om nieuwe Plantagien aan te leggen? en zyn de kosten,
+die men maken moet, met een, of twee jaaren, of zelfs iets langer, de
+arbeiders en bewerkers van den grond te betaalen, zonder voordeelen te
+trekken, in vergelyking te stellen met de kosten, die het aankoopen van
+Negers, en de sterfte onder dezelven, noodwendig moesten veroeorzaken?
+
+De zaak koomt my zoo klaar voor, dat ik, om dezelve duidelyker te
+bewyzen, niet oordeele noodig te hebben eene vergelykings-rekening
+tusschen den koop-prys der Negers, en de dag-gelden, die men eenigen
+tyd verpligt is te betalen, om het land tot het voortbrengen van
+gewassen, en het geven van eenen goeden oogst, toe te bereiden. Het
+is genoeg te hebben aangemerkt, dat men voor den prys, dien men
+voorheen tot verkryging van den eigendom van een mensch betaalde,
+een vry persoon drie jaaren lang kan huuren, zonder te rekenen het
+gevaar van sterfte, het wegloopen, den verloren tyd, de ziekten,
+het onderhoud van vrouwen, kinderen, oude lieden, en gebrekkelyken,
+enz. enz.
+
+Ik eindige eenen brief, die reeds vry lang geworden is, maar die door
+de schoonheid van het onderwerp, en myne wenschen tot bevordering
+van uw geluk breeder is uitgeloopen: laat ik den inhoud zakelyk by
+een trekken.
+
+De slavernye is eene verkeerde en onrechtvaardige inrichting, die
+allen nayver en vlyt uitdooft. De Volkplantingen kunnen zeer wel
+zonder slaven bebouwd worden. Wy hebben het voorbeeld van veele
+landstreeken der Indianen en anderen, op dezelfde breedte, als wy,
+woonende, alwaar vrye volken aan den landbouw arbeiden, en alle
+zoorten van werk, waar toe vlyt vereischt wordt, bloeijen. Het is
+derhalven te wenschen, dat men die Volkplantingen, welke nog onder
+het juk der slavernye zuchten, tot den gelukkigen staat der vryheid
+te rug brenge; maar het is staatkundig, het is menschlievend, om deeze
+verandering trapsgewyze en met omzichtigheid te bewerken. Men moet aan
+deeze omwenteling verscheiden jaaren besteeden; het is noodig, dat de
+beschikkingen der Planters en eigenaars overeenstemmen, en zamenwerken
+met de daaden van het hoog gezag van hun moederland; en dat zy beiden,
+door de voorbeelden van tweedragt en wanorde, die op andere plaatsen
+zoo veele onheilen berokkend hebben, voorgelicht, hun goed oogmerk door
+redelyke en vreedzaame middelen bereiken, in plaats van een stelzel
+van onderdrukking en onrechtvaardigheid, het welk nooit lang duuren
+kan, met overyling, en verbaazende verscheuringen, om verre te werpen.
+
+Niemand neemt meer belang, dan ik, in uwen voorspoed, en die van uwe
+mede Colonisten in 't algemeen, van welken ik zoo veele blyken van
+vriendschap en achting ontfangen heb.
+
+Het is met deeze gevoelens, dat ik u opregtelyk groete.
+
+AANMERKINGEN.
+
+De bovenstaande brieven, betrekkelyk de bebouwing der lage landen
+in Surinamen, en andere Hollandsche Volkplantingen van Guiana, met
+toepassing op het Fransche gedeelte van dit Land, alwaar men zelfs
+aan de oevers der Rivier Aprouago, en in andere streeken, eenige
+gelukkige proeven van dien aart gedaan heeft, zyn gedeeltelyk het
+werk van een uitmuntend inwooner van Demerary, nu wylen den Heer
+B. VAN DEN SANTHEUVEL, en aangevuld uit het geen ik, zoo in Fransch
+als in Hollandsch Guiana, zelf gezien heb. Ik heb in dit opstel
+ook ingevlochten een groot gedeelte van verscheidene oordeelkundige
+aanmerkingen van den heer GUISAN, die door den Intendant MALOUET uit
+Surinamen ontboden, en geduurende een aantal jaaren, in Fransch Guiana,
+als Landbouw-kundige (Ingenieur agraire,) is gebruikt geworden. Ik
+heb ook gebruik gemaakt van verscheidene uitmuntende byzonderheden,
+vervat in eene Memorie, welke ik vermeene te zyn opgesteld door den
+Burger COUTURIER, inwooner van Cayenne; en die insgelyks tot den
+evengemelden post, onder GUISAN, gebruikt is.
+
+Ik hope, dat de denkbeelden, begrepen in den vierden brief, tot
+oplossing der tegenwerpingen, en wegneming van de beduchtheid der
+Bataafsche en andere Planters, tegen de afschaffing der slaverneye,
+die echter noodzakelyk geworden is, voor het menschdom van nut zullen
+kunnen zyn, en dat men, door deeze of andere gelykzoortige, en op
+dezelfde grondbeginzels meerder uitgewerkte, doeleinden in het oog te
+houden, eindelyk (in de Volkplantingen van onze Bondgenooten, en zelfs
+in de onze, alwaar, uit hoofde van den oorlog, de Staats-regeling
+nog niet is ingevoerd,) een bestuur, op reden gevestigd, moge daar
+stellen, het welk met de gesteldheid van ons Land niet strydig is,
+en het ongeluk van deeze nuttige bezittingen kan voorkomen. Ik kan
+niet nalaten een ernstig belang te stellen in het lot van verscheiden
+Volkplantingen, alwaar ik de eer gehad heb den post van Gouverneur
+te bekleeden; een belang, het welk des te grooter wordt, om dat het
+de liefde tot het menschdom en myn Vaderland ten grondslag heeft.
+
+
+TWEEDE AANHANGZEL,
+
+BEHELZENDE EENE BESCHRYVING DER
+
+VOLKPLANTING VAN CAYENNE.
+
+
+
+BESCHRYVING DER VOLKPLANTING VAN CAYENNE.
+
+
+EERSTE HOOFTSTUK.
+
+Aardrykskundige Beschryving van Fransch
+Guiana.
+
+De Franschen zyn langen tyd alleen bezitters en meesters van geheel
+Guiana [10] geweest, van de Orenoco af tot aan de Rivier der Amazonen;
+maar de gesteldheid der zaken in Europa, en de onderscheidene oorlogen,
+waar in Frankryk is ingewikkeld geworden, hebben hen genoodzaakt,
+om een gedeelte van dit uitgestrekte vaste Land aan de Hollanders en
+Portugeesen af te staan. Het gedeelte, het welk zy behouden hebben,
+heeft derhalven thans tot zyne grenspalen, aan de westzyde, de Rivier
+Marony, en aan den oostkant strekt het zig uit, volgens het Verdrag van
+Utrecht, tot aan de Rivier Yapoc, of die van VINCENT PINCON, gelegen
+dicht by de Noord-Kaap, en welke men verkeerdelyk heeft verward met
+de groote Rivier Oyapoc, wier geheele loop aan Frankryk toebehoort,
+en waar in VINCENT PINCON nimmer geweest is, zynde derzelver mond
+meer dan vyftig mylen van gemelde Noord-Kaap af gelegen.
+
+Deeze gelykheid, of liever deeze mistasting in den naam, heeft een
+verschil met Portugal veroorzaakt. Het Verdrag van Utrecht, wel is
+waar, noemt eenmaal de Rivier Yapoc, of die van VINCENT PINCON;
+maar eene andere keer bedient het zelve zig van de laatstgemelde
+benaming. Noch de eene, noch de andere van deeze benamingen, is die van
+de Rivier, waar van in dit Verdrag gesproken wordt. 'Er is tusschen
+de Landen aan de Noord-Kaap en het vaste Land, een arm van de Zee,
+die een zoort van Baay vertoont. Men beweert, dat zeker Reiziger,
+genaamd VINCENT PINCON, die CHRISTOPHORUS COLOMBUS op zyne laatste
+reize vergezeld had, in 't jaar 1500, in deeze Baay aankwam, waarom
+zommige Schryvers den naam van deezen Reiziger aan dezelve gegeven
+hebben, een naam ondertusschen, die in het Land niet bekend is.
+
+By dit zelfde Verdrag van Utrecht, staat Frankryk aan Portugal de
+uitsluitende vaart af op de Rivier der Amazonen, en het bezit van
+derzelver beide oevers, zoo noordelyken, als zuidelyken, gelyk mede
+die van den omtrek der Noord-Kaap, uit verdronken landen bestaande,
+ten noorden van den mond deezer groote Rivier gelegen, en zig tot den
+tweeden graad noorder breedte uitstrekkende; maar by het Verdrag is
+in geenen deele bepaald, op welken afstand van den noordelyken oever
+van deeze zelfde Rivier de Portugeesen recht zouden hebben zig het
+bezit aan te matigen.
+
+De Fransche Regeering alle onzekerheid ten deezen opzigte willende
+wegnemen, had aan de Bestuurders van Guiana gelast eene kaart te doen
+maken, waar op deeze binnenlandsche grensscheidingen bepaald zouden
+zyn, latende aan Portugal het vrye bezit der Landen langs den oever
+van de Rivier der Amazonen, op gelyken afstand, namelyk vyftien mylen
+van den oever, als wy aan den kant van den mond der Rivier, of van
+den oever der Zee, 'er van waren afgelegen. De Ingenieurs, met dit
+werk belast, waren echter niet verpligt deeze voorgeschrevene rigting
+te volgen, wanneer de ligging der plaatsen merkwaardiger punten,
+en meer natuurlyke grensscheidingen vorderden.
+
+Dit werk is nimmer uitgevoerd. Eerst in het jaar 1781. plaatste
+de Fransche Regeering, om de grensscheiding te verzekeren, eenen
+wachtpost by de Baay van VINCENT PINCON, in eene landstreek, die
+volstrekt woest was, en zonder dat eenig Europeaan, van de eene af
+andere zyde, zig aldaar had nedergezet. Die post is zonder tegenkanting
+aldaar gebleven. Eene zending, genaamd die van Macary, welke zig in
+de nabuurschap bevond, benevens zeker Indiaansch volk, meer dan drie
+honderd persoonen uitmakende, behoorde ontwyffelbaar aan het Fransche
+grondgebied; maar in 't jaar 1791. kreeg de Gouverneur van Para in
+den zin, om eenige vorderingen optewerpen, en deed zelfs strooperyen,
+met oogmerk, om het Portugeesch grondgebied tot aan de Rivier Oyapoc
+uit te breiden.
+
+Op de hoogte van twaalf mylen ten noord westen van den mond van de
+Rivier der Amazonen, en op omtrent twee graden noorder-breedte, vindt
+men de Noord-Kaap, vervolgens het Eiland van de Noord-Kaap, en binnen
+het zelve de Rivier Carapa-Pouri, uitloopende in den inham der Zee,
+welken men de Baay van VINCENT PINCON noemt. Tusschen Terra-Firma en de
+Noord-Kaap, is een van tien mylen, vol lage en verdronkene Eilanden,
+van verschillende grootte, het eene na by het andere gelegen, die
+weinig bekend, en geheel en al onbewoond zyn. De schepen behooren
+'er byna drie mylen van af te blyven; de zee is aldaar gevaarlyk,
+vooral in de groote vloeden by volle en nieuwe maan. Men verzekert,
+dat aldaar zee-golven zyn van twintig voeten hoogte, en dat 'er
+drie van die zelfde kragt op elkander volgen, tegen welker geweld
+de schepen niet bestand zouden zyn; zy zouden dezelven op zand-
+en slyk-banken werpen, die zig, naar de breedte van deeze Eilanden,
+meer dan een groote myl ver uitstrekken; maar de schepen en sloepen,
+die de Rivier der Amazonen uitloopen, om zig naar Cayenne te begeven,
+kunnen zig daar voor myden, dewyl deeze banken, weinig water naar zig
+trekkende, niet verhinderen dicht by het Land te komen, en in kleine
+Kreeken of Baaijen de wyk te nemen, alwaar zy voor deeze verbaazende
+zee-branding beveiligd zyn. De Portugeesen van Macapa en de Indianen
+noemen dit gety Bororoca, de Franschen van Cayenne geven 'er den naam
+aan van la Barre, of le Mascaret. De beroemde CONDAMINE, zig in eene
+groote sloep bevindende, onder het geleide van eenige Indiaansche
+Portugeesen, na de Noord-Kaap te zyn voorby gezeild, verviel, in 't
+jaar 1714, op een van deeze banken aan den kant van de kust. De zee
+liep by laag water zeer verre af, en liet de sloep op een zeer harden
+slyk grond vast zitten. Dewyl het de dag van het laatste kwartier was,
+en zeer kleine vloeden plaats hadden, bleef de sloep eene geheele week
+op het drooge zitten; maar by de volgende maan, maakte het begin van
+deeze zoo geduchte branding de sloep weder vlot. Dit ging echter met
+gevaar vergezeld, want de golven namen het vaartuig op, en bragten
+het met eene vervaarlyke gezwindheid in het slyk in beweging.
+
+Zie hier, wat deeze zelfde geleerde ten dien opzigte
+verhaalt.--Tusschen Macapa en de Noord-Kaap, op de plaats, alwaar het
+groote Kanaal van de Rivier der Amazonen door de Eilanden als gesloten
+is, en voor al tegen over den grooten mond van de Rivier Arouary,
+die aan de noord zyde in de Amazone uitloopt, levert de vloed der
+zee een zonderling verschynzel op. Geduurende de drie dagen, die het
+naast aan de volle en nieuwe maan zyn, en zynde den tyd der hoogste
+vloeden, verkrygt de zee, in plaats van tot haare reizing zes uuren
+te besteeden, in een of twee minuten derzelver grootste hoogte. Men
+begrypt ligtelyk, dat dit niet met stilte gebeurt. Op eenen afstand
+van een of twee mylen hoort men een vervaarlyk geraas, het welk de
+pororoca aankondigt. Naar mate deeze verschrikkelyke vloed nadert,
+vermeerdert het geraas, en weldra ziet men een berg van water, van
+twaalf of vyftien voeten hoogte, daar op een tweeden, vervolgens een
+derden, en zomtyds een vierden, die elkander ylings volgen, en byna
+de geheele breedte van het Kanaal beslaan. Deeze golven naderen met
+eene onbegrypelyke schielykheid, en deiningen, en loopen over alles
+heen, zonder iets te wederstaan. Op zommige plaatsen ziet men groote
+streeken lands, door de pororoca weggespoeld, zeer dikke boomen
+worden 'er door uit den grond gerukt; zy veroorzaakt verwoestingen
+van allerleijen aart. De oever der zee, waar over zy heen gaat, is
+zoo schoon, als of dezelve met een bezem zindelyk was aangeveegd. De
+booten, de praauwen, de schepen zelfs hebben geen ander middel, om
+zig tegen de woede van deeze branding te beveiligen, dan door op een
+plaats te ankeren, alwaar veel slykgrond is. DE LA CONDAMINE, na op
+verschillende plaatsen de oorzaken van dit verschynsel onderzogt te
+hebben, ontvouwt het zelve in deezer voegen, dat hy het niet heeft
+zien gebeuren, dan wanneer het wassend water, in een naauw kanaal
+inloopende, een zand-bank of hoogen grond, die aan het zelve in den
+weg was, ontmoette; dat aldaar, en ook nergens anders, de geweldige
+en onregelmatige beweging der wateren begon, en een weinig boven de
+bank ophield, wanneer het kanaal diep wierd, en zig merkelyk uitbreide.
+
+Na de Rivier Carapa-Pouri, vindt men aan de noordzyde de Rivieren
+Mayacare, Carfuene en Conani, vervolgens de Kaap en Rivier Cassipour,
+en eindelyk Kaap Orange, op vier graden agt of tien minuten noorder
+breedte.
+
+De kusten van Terra-Firma, van de Eilanden van de Noord-Kaap tot aan
+Kaap Cassipour, zyn laag, allen met boomen bewassen, zonder eenig
+byzonder teeken, waar aan zy te onderkennen zyn, dan den kleinen
+berg Mayes, gelegen op drie graden, vyftien minuten breedte. Deeze
+berg is een zoort van terras, op zig zelf staande, en met boomen
+bewassen. Wanneer men naar Cayenne wil gaan, is het dienstig daar op
+te letten, om zyne reize zeker te nemen, en zig onder den wind van
+dit Eiland behoorlyk te houden. Men kan den berg Mayes niet verder
+zien, dan vyf of zes mylen, en zulks dan nog by helder weder. Maar
+langs de geheele kust bevindt men het by de peiling vry diep, en
+men kan dezelve tot op drie of vier mylen, zonder de minste vreeze
+naderen. Men vindt op deezen afstand agt, negen en tien vademen
+water; op tien mylen, twaalf, vyftien en twintig vademen; op vyftien
+en twintig mylen, vyf- en twintig of dertig vademen, met een slyk-
+en fyne zand-grond van verschillende kleuren. Verscheiden zeelieden
+loopen meer zuidelyk, en peilen op twintig of dertig mylen ten
+noord-oosten van de Noord-Kaap. Men vindt op deeze plaats veertig en
+vyftig vademen; vervolgens zeilt men langs de kust van Mayes, op een
+afstand van drie en vier mylen, de diepten wel in het oog houdende,
+om niet te digt aan de wal te naderen.
+
+Tot meerder zekerheid is het dienstig, wanneer men in het gezicht
+van deeze kust vaart, alle avonden voor anker te gaan liggen, om niet
+door de stroomen naar de kust gedreven te worden, en op ondiepten te
+vervallen, die zig tot twee mylen verre in zee uitstrekken, en op
+welken zeer weinig water is. Deeze stroomen loopen naar het noord,
+noord-westen, tot dat men Kaap Orange voor by is, als dan wenden zy
+zig naar het west-noord-westen.
+
+De water-getyen op de kust van Mayes geduuren zes uuren. De vloed loopt
+naar het west-noord-westen omtrent twee mylen in een uur, en de ebbe
+naar het noord-oosten omtrent eene myl in het zelfde tydvak. De zee
+wast van twaalf tot vyftien voeten. Men moet echter in acht nemen,
+dat deeze richting der stroomen en der getyen niet altyd even eens is.
+
+De water-getyen zyn in deeze streeken zomtyds uittermaten geweldig. Het
+advis-jagt de Anemone bevond zig, in 't jaar 1755, in zoodanig
+geval, dat de golven by tusschenpoozingen vervaarlyke dwarlwinden
+veroorzaakten; de zee wierd 'er eensklaps door opgezet, en toen was het
+niet mogelyk het schip te stuuren. Het schip bovendien tusschen twee
+zeer sterke zee-golven geraakt zynde, waren alle de masten in gevaar
+van ter neder te storten, uit hoofde van de verbazende schokken. Het is
+opmerkelyk, dat men dit zoort van vloeden alleenlyk aantreft, wanneer
+men te digt aan de Rivier der Amazonen nadert, en dat, wanneer men
+meer noordelyk te land koomt, men daar aan minder is bloot gesteld.
+
+Van den berg Mayes tot aan Kaap Cassipour, rekent men van agttien
+tot negentien mylen ten noord-noord-westen, eenige noordelyke graden.
+
+Kaap Cassipour is gelegen op 4 graden 12 minuten noorder breedte, en
+op 53 graden 35 minuten ten westen van den midden-lyn van Parys. Digt
+by deeze Kaap is een bank van slyk, die zig vyf of zes mylen ver in
+zee uitstrekt, waar op men niet meer dan vier of vyf vademen water
+by eene lage zee ontmoet. Haare uitgestrektheid, in de dwarste van
+het noorden naar het zuid-oosten gerekend, is omtrent vier mylen.
+
+Wanneer men aan Kaap Orange nadert, ontdekt men verscheiden
+bergen boven den uithoek, die aan den ingang der Rivier Oyapoc
+gelegen is. Deeze Kaap is nog beter kenbaar door eenen uithoek aan
+den zee-kant, en die veel hooger is, dan het Land aan de zuid-oost
+zyde. Zy is al mede kenbaar door verscheide uithoeken van zeer hooge
+bergen, die de een van den ander schynen te zyn afgescheiden, en
+des te merkwaardiger zyn, om dat ze de eerste hooge landen uitmaken,
+die men ontdekt, als men van de Noord-Kaap koomt.
+
+De Rivier Oyapoc, welke men met die van VINCENT PINCON niet verwarren
+moet, zoo als ik reeds heb opgemerkt, is eene der merkwaardigste in dit
+Land. Zy is van de Rivier Aprouago omtrent twaalf mylen ten zuid-oosten
+af gelegen. Derzelver mond is in het midden van een zoort van Baay,
+die vier mylen breed is, en waar in zig twee andere Rivieren ontlasten,
+de eene genaamd Couripi, aan de oost-zyde, en de andere Ouanari, aan
+de west-zyde. De mond der Rivier Oyapoc is twee mylen breed. Een myl
+binnenwaarts, is een laag Eiland, het Hinden-Eiland genaamd, en waar
+over het water by hooge getyen heen stroomt. Wanneer men de Rivier
+vyf of zes mylen ver is opgevaren, ontmoet men eene diepte, die eene
+schoone haven oplevert, alwaar men op vier, vyf en zes vademen water
+ankert, zoo naby het land, als men zelf goedvindt. In 't jaar 1726,
+bouwde men ter deezer plaats een nieuw Fort en een Dorp. Verscheiden
+Indiaansche volken kwamen zig in den omtrek nederzetten; en in 't
+jaar 1735, vestigde men, op den afstand van eenige mylen van het Fort,
+de Zending van St. Paulus.
+
+Van het Hinden-Eiland tot drie mylen hooger op, zyn verscheiden
+andere kleine Eilanden, maar die aan de scheepvaart geen hinder
+toebrengen. Vervolgens wordt de Rivier veel naauwer, en heeft niet
+meer dan zeven of agt voeten diepte. Vier mylen van het Fort aan de
+zelfde zyde, vindt men de Kreek, of liever de Rivier Gabaret. Van
+deeze Kreek tot aan de eerste waterval van de Oyapoc, is een afstand
+van vyf of zes mylen. Booten van eene middelmatige grootte kunnen
+'er naauwlyks voorby komen. Drie mylen verder is eene tweede waterval,
+die nog veel moeijelyker is. De derde waterval van de Oyapoc is twee
+en een halve myl van de tweede af gelegen. Aan de rechte zyde van
+deeze laatste waterval, ontmoet men den mond der Rivier Aramontabo,
+die meer dan twintig mylen van daar haar begin neemt.
+
+De Rivier Camopy werpt zig in de Oyapoc, op den afstand van twaalf
+mylen van de Aramontabo, en aan den zelfden kant. Zy koomt van het
+westen, en ontspringt in uitgestrekte bosschen, die ontoeganglyk
+zyn; men is 'er echter zeer diep in doorgedrongen, en men verzekert,
+dat zy loopt tot op eenen kleinen afstand van eene Rivier, waar van
+zy alleenlyk is afgescheiden door eene Kreek van omtrent drie mylen,
+welke verscheide reizigers zeggen, dat in de Amazone uitloopt, zoo dat
+door dit middel de gemeenschap tusschen deeze Rivier en de Fransche
+Volkplantingen van Guiana vry gemakkelyk zyn zoude.
+
+De Oyapoc is in haaren geheelen loop, tusschen de Rivieren Aramontabo
+en Camopy, vol watervallen, die zeer digt by elkander zyn: zeker
+reiziger heeft 'er negen geteld. Men is deeze Rivier opgevaren
+tot by de honderd mylen boven de laatstgemelde deezer Rivieren. In
+dezelve loopen een groot aantal Kreeken uit, en men heeft 'er veele
+watervallen ontmoet. De Pyrious en Ouayes, zeer talryke Indiaansche
+volken, woonen aan het boveneinde deezer Rivier.
+
+De Rivier Couripi ligt ten oosten van de Oyapoc, en is 'er, aan
+haaren mond, alleenlyk van afgescheiden door een uithoek van laag en
+verdronken land, aan de noordzyde bestaande uit eene overstroomde zand-
+en slyk-bank van een myl lengte, waar voor men zig wagten moet, wanneer
+men de Rivier wil inloopen. In deeze Rivier, zes mylen van derzelver
+mond, ontlast zig de Rivier Ouassa, die van den zuid-oost kant koomt.
+
+Beneden de eerstgemelde zyn de Kreeken Taparibo, Ciparini, en eenige
+andere, die van weinig uitgestrektheid zyn.
+
+Vyftien mylen meer westwaarts dan de Oyapoc, ontmoet men de Rivier
+Aprouago, die, tot dertien voeten water diep zynde, voor allerleije
+schepen bevaarbaar is. Ten oosten ontlasten zig in dezelve de Kreek
+Koura en de Rivier Couroudi; ten westen de Kreeken Arataye, Jpourin
+en Ineri. Aan deeze zyde hebben zig verscheiden Indiaansche volken
+nedergeslagen. Tusschen de Baay van Oyapoc en de Rivier Aprouago,
+vindt men de Kreek Ouanari, en de Zilverberg.
+
+Voorby de Rivier Kaw zyn twee Eilandjes, die den naam van de
+groote en kleine Konstapel dragen. De eerste ligt agttien mylen
+west-noordwest-waarts van de gemelde Kaap, en is een zeer hooge en
+zeer gezonde rots. De tweede is een veel kleiner Klip, gelegen ten
+oost-noord-oosten, en ten west-zuid-westen van de groote, op den
+afstand van twee derde van een myl. Men vaart tusschen beiden door,
+op agt en negen vademen water, latende de grootte op den afstand van
+twee snaphaan-schoten, en de kleine aan bakboord-zyde liggen.
+
+Van den grooten Konstapel zet men zyne koers naar het noord-westen
+ten westen, om in volle zee de Remire-Eilanden, die 'er omtrent zes
+mylen van af liggen, voor by te zeilen. De Eilandjes van deezen naam
+zyn een myl, en ten hoogften anderhalve myl van de kust van Cayenne
+afgelegen. Hun getal is vyf, te weten de Malingre, of het Kind, de
+Vader, de Moeder en de twee Dogters, die zommigen de twee Borsten
+noemen. Deeze twee Eilandjes, die zeer klein zyn, bestaan in twee
+drooge en dorre Klippen, zeer digt by elkander gelegen. Zy liggen
+een vierde van een myl ten oost-zuid-oosten van het groote Eilandje,
+het welk men de Moeder noemt. De Vader is veel grooter. Het zelve ligt
+ten oost-noord-oosten van den Berg Joly, op den afstand van een en een
+vierde myl: ten oost-zuid-oosten, en ten west-noord-westen, kan het een
+agtste van een myl haalen. De Malingre is van weinig uitgestrektheid,
+en ten oost-noord-oosten een myl van den Berg Romontabo, en een en
+een derde myl van het Eiland, de Vader genaamd, af gelegen.
+
+Men ontmoet vervolgens een ander Eilandje, genaamd de Verloren Zoon,
+gelegen noord oostwaarts ten westen van het Eiland Malingre, op eenen
+afstand van drie mylen, en van twee en een halve myl noord-waarts
+ten noord-westen van Cayenne.
+
+Wanneer men te Cayenne wil binnen loopen, ankert men by het Eilandje
+Malingre; men wagt aldaar de gunftigste getyen en het hoog water af,
+om de banken, of hooge slykgronden, waar mede de ingang van Cayenne
+vervuld is, te kunnen overkomen. 'Er zyn zelfs eenige klippen in
+de haven, welken men in acht moet nemen. Deeze haven is gelegen
+ten westen van de Stad, en aan den mond der Rivier. Zy is alleenlyk
+bevaarbaar voor schepen, die ten hoogsten dertien voeten water diep
+gaan. Jaarlyks loopen 'er twintig binnen, die uit Frankryk komen, en
+een gelyk getal kleine vaartuigen van de Antillische Eilanden, of de
+Vereenigde Staaten van America. Hier toe bepaalt zig de geheele handel
+der Volkplanting, die zig ook niet verder dan de hoofdplaats uitstrekt.
+
+De Stad en het Fort van Cayenne zyn gelegen aan den noordelyken
+uithoek van het Eiland, op 4 graden 57 minuten breedte, en 54 graden
+37 minuten lengte, ten westen van den Parysscken middenlyn. Het
+Eiland is omgeven, ten westen door de Rivier van den zelfden naam,
+ten oosten door de Rivier Mahury, ten zuiden door een arm der Rivier,
+die de beide Rivieren zamenvoegt, en ten noorden door de zee. Dit
+Eiland heeft vier of mylen lengte van het noorden naar het zuiden,
+of naar de Binnen-landen. De kust van het Eiland Cayenne is aan
+den zee-kant nergens, nog laag, nog door het water overstroomd,
+maar bestaat uit kleine heuveltjes, die tot het aankweken van de
+voortbrengzels der Volkplanting zeer geschikt zyn.
+
+De Stad Cayenne maakt een zoort van onregelmatigen zeshoek, door muuren
+omringd, benevens vyf bolwerken, eenige halve maanen, en een gracht. In
+deezen omtrek, en op eene hoogte aan den oever der zee, is gelegen een
+Fort, voorheen genaamd het Fort Louis de Cayenne, het welk de Stad en
+Haven bestrykt: in het zelve is een kruidmagazijn en een waterput. De
+meeste huizen zijn van hout; de andere van aarde of klei, volgens de
+manier van dit Land, en daar over heen wit gemaakt. Alle zijn zij met
+houten borden overdekt. Voorheen deed men dit met palmboom-bladeren;
+maar de verwoestingen, die zeer dikwils door brand aldaar voorvielen,
+hebben de inwoonders aangezet, om aan de andere manier den voorrang
+te geven. Men telt 'er niet meer dan twee honderd, waar van zommigen
+twee verdiepingen hebben.
+
+Men heeft te Cayenne een Gouverneur, benevens eenige hooge
+Officieren. De bezetting bestond uit twee honderd mannen geregeld
+krygsvolk, verdeeld in vier Compagnien, die tot het zee-wezen geene
+betrekking hebben. Zy is met twee andere Compagnien vermeerderd
+geworden. Op het minst alarm zyn de inwoonders, zoo van de Stad,
+als van het platte Land, verpligt de wapenen op te vatten.
+
+De Volkplanting heeft eenen Souverainen Raad, waar van de
+Commissaris-Ordonnateur, by afwezigheid van den Gouverneur, Voorzitter
+is. Dit Hof vonnist zonder hooger beroep. Het neemt kennis van alle
+zaaken, die de inwoonders betreffen.
+
+De noodzakelykheid om de landen in waarde te houden verpligt de
+Franschen, om zelve hunne Plantagien te blyven bewoonen, waar door
+de Stad minder bevolkt is, dan zy anders zyn konde.
+
+Dertien mylen van Cayenne, en drie mylen in zee, gerekend van
+den mond der Rivier Kourou, die naauwlyks voor de kleinste schepen
+bevaarbaar is, zyn drie Eilanden, voorheen genoemd de Duivels-Eilanden,
+tegenwoordig Iles du Salut. Tusschen deeze drie Eilanden, die uit
+tamelyk hooge heuvels bestaan, heeft de natuur eene haven gevormd,
+die geschikt is, om door de grootste schepen bevaren te worden:
+het is de eenige plaats, op de geheele Kust van Guiana, die dit
+voordeel heeft. De Salut-Eilanden zyn dorre klippen, waar op zeer
+veele verschillende zoorten van zee-vogelen huisvesten.
+
+Van de Rivier Kourou tot aan de Sinamari is eene Kust van tien of
+twaalf mylen lengte. Tusschen beiden vindt men verscheiden kleine
+inhammen, alwaar een zeer groote overvloed van schildpadden gevangen
+wordt. Dicht by den mond van de eerstgemelde zyn groote platte rotsen,
+waar op de golven het zee-water spoelen, het welk by groote hette
+aldaar kristallen schiet, en in zout verandert.
+
+Van de Rivier Sinamari tot de Iracoubo is een tusschenvak van agt
+mylen. Men vindt tusschen beiden de Rivieren Courassani en Conanama.
+
+Deeze geheele uitgestrektheid Lands, van de Rivier Kourou tot de
+Iracoubou toe, een streek van omtrent twintig mylen, eindigt aan
+den zeekant in een boschjen van Paletuvier-boomen, en byna overal
+met zandbanken. Binnen in dit boschjen, het welk zomtyds tot een
+myl uitgestrektheid heeft, zyn natuurlyke vlakke zand-woestynen, die
+alleenlyk hier en daar, door eenige boomen, rivieren en beeken, op zeer
+groote afstanden, worden afgebroken. Aan de land-zyde binnenwaarts,
+op twee of drie mylen, eindigen zy in groote bosschen, waar in men
+alle zoorten van boomen vindt, die in dit Land overvloedig groeijen.
+
+De Rivier Iracoubo is aan het einde van dat gedeelte, het welk de
+Fransche Volkplanting uitmaakt. Van daar tot aan de grenzen der
+Surinaamsche Volkplanting, dat is, tot aan de Rivier Maroni is eene
+uitgestrektheid van veertien mylen. Tusschen beiden zyn de Rivieren
+Organabo, Iroucan-Pati, en Mana, of Amanabo, die een uitgebreiden
+loop heeft.
+
+De mond der Rivier Maroni is gelegen op 5 graden 55 minuten breedte,
+en 56 graden 30 minuten lengte, ten westen van den Parysschen
+middenlyn. Deeze mond is omtrent twee mylen breed; maar het inkomen
+aldaar is moeijelyk; want aan den buiten-kant zyn verscheide zand-
+en slyk-banken, waar op zeer weinig water blyft staan. De Maroni
+is eene groote en schoone Rivier. 't Is waar, verscheide Eilandjes
+vernaauwen derzelver bed, meer dan twaalf mylen verre, maar zonder
+de scheepvaart te belemmeren, zoodanig dat men met kleine vaartuigen
+tot aan den eersten waterval, die omtrent twintig mylen van den mond
+der Rivier af ligt, kan opvaaren. Boven deezen eersten waterval,
+vindt men verscheide anderen, die de scheepvaart zeer moeijelyk
+maaken. Men zegt, dat men meer dan veertig dagen noodig heeft, om tot
+derzelver oorsprong te komen. Anderen beweeren, dat dezelve nog niet
+bekend is, dat deeze Rivier van zeer wyd af ontspringt, en dat men
+dezelve meer dan tachtig mylen is opgevaaren, zonder dien oorsprong
+te ontdekken. Omtrent vyftig mylen van derzelver mond af, ontlast zig
+eene zeer schoone Rivier in dezelve, komende van den zuid-oost kant,
+en de Rivier der Arouas genaamd. In 't jaar 1731 en 1732, voer men de
+laatstgemelde meer dan vyf-en-twintig mylen ver op; vervolgens verliet
+men haar, om den weg te nemen over de landen naar den zuid-oost kant;
+en na verloop van agt dagen, geduurende welken men rekende 35 of
+40 mylen te hebben afgelegd, begaf men zig naar de Rivier Camopy,
+die zig in de Oyapoc ontlast. Het oogmerk van deeze reize was, om
+het Land te ontdekken, en te zoeken naar een bosch van cacao-boomen,
+het welk gezegd werd in de nabyheid van den oorsprong deezer Rivier
+gelegen te zyn.
+
+De omliggende streeken der Rivier Maroni zyn door de Galibis-Indianen
+vry sterk bevolkt. Wanneer men de oevers deezer Rivier een weinig
+opwaarts volgt, ziet men niet dan zand-woestynen, die in den winter
+moerassen, en eerst in het heetste van den zomer droog worden. Langs
+dien weg kan men te land komen van Kourou af tot Surinamen toe. De
+Fransche wegloopers, die geene booten hadden, wisten van deezen weg,
+die aan de Indianen in dien omtrek zeer gemeenzaam is, gebruik te
+maken. Zy, die langs alle deeze Rivieren woonen, en over 't algemeen
+vry gedienstig zyn, laten niet na, op het minste teeken, dat men hun
+geeft, de geenen, die zig aanbieden, met hunne praauwen te komen
+afhalen. Men maakt doorgaans een neusdoek, of een lap wit linnen,
+aan een tak van een boom vast, om hun daar mede te kennen te geven,
+dat 'er iemand is, die den doortocht verzoekt.
+
+In de Rivier Maroni loopen verscheiden andere Rivieren uit, die dezelve
+aanmerkelyk vergrooten, vooral in het regen-saisoen. De landen, waar
+over zy heen loopt, zyn laag, overstroomd, en met boomen en struiken
+bewassen. De Franschen en Hollanders hebben aan deeze Rivier een
+wachtpost tegen over elkander.
+
+
+
+TWEEDE HOOFTSTUK.
+
+Luchts-gesteldheid in Fransch Guiana.
+
+De hette is in Fransch Guiana minder, dan in onze andere Volkplantingen
+onder de gezengde luchtstreek; blyvende de Barometer aldaar staan
+tusschen de 19 en 25 graden. De zoele winden van den grooten Oceaan,
+waar aan dit gedeelte van het vaste Land op eene wonderbaarlyke wyze
+is blootgesteld, de meenigte van groote en kleine Rivieren, die het
+Land alomme besproeijen, en de bosschen, waar mede het byna geheel
+als overdekt is, verminderen bovendien de brandende hette merkelyk.
+
+Men weet, dat 'er niet meer dan twee saisoenen, of jaargetyden
+in Guiana zyn: het regensaisoen, nu en dan de winter genoemd,
+en het saisoen van droogte, waar aan men, in tegenoverstelling,
+den naam van zomer geeft. Het eerste begint doorgaans in December,
+of zelfs in January. In Maart en in April heeft men een tusschen-tyd
+van droogte, van een maand of zes weken, dien men de kleine droogte
+noemt. Met half April, of daaroemtrent, begint de regen weder tot in
+Juny, en zomtyds tot half July. Dus heeft men in de twaalf maanden
+van het jaar omtrent vyf regen-maanden. Deeze algemeene regels hebben
+niettemin hunne uitzonderingen, volgens het onderscheid der jaaren,
+en het verschil der plaatsen. Het regent veel minder in die streeken,
+waar men het hout heeft uitgerooid, dan in die, welke met bosschen
+bedekt zyn; veel minder bij de Rivieren Cayenne en Kourou, dan aan den
+kant van de Oyapoc, en veel meer by de Rivieren Maroni en Surinamen,
+dan in de Landen, die door de Franschen bezeten worden. Hier door lost
+men de oogenschynlyke tegenstrydigheid op, welke 'er gevonden wordt
+tusschen de talryke waarnemingen van STEDMAN omtrent het luchts-gestel
+in de Volkplanting Surinamen, en die der Fransche Schryveren, die
+van de luchtsgesteldheid te Cayenne spreken, en eenparig zeggen,
+dat dezelve gematigd is.
+
+Schoon in het laatstgemelde tydperk de regen ongemeen overvloedig
+is, moet men zig echter niet verbeelden, dat dit eene onoephoudelyke
+overstrooming is. 'Er zyn tusschenpoozingen, zelfs van geheele dagen,
+in het midden van het regen-saisoen, dat het mooy weder is, zoo als
+'er ook wederkeerig tusschenpoozingen van geheele dagen zyn, geduurende
+welken het in 't saisoen van droogte regent.
+
+Guiana is bevryd van die orkaanen, die op de Antillische Eilanden en
+in de Indien zoo veele verwoestingen aanregten. Men weet aldaar van
+geene aardbevingen; en de hagel vernielt 'er den oogst niet.
+
+Het is merkwaardig, dat het regen-saisoen in Guiana juist voorvalt,
+wanneer op de Antillische Eilanden het saisoen van droogte is, en
+zoo ook weder omgekeerd, onaeangezien den geringen afstand tusschen
+deeze beide Landen. [11]
+
+Dikwerf ziet men Europeanen verscheiden jaaren in Guiana doorbrengen,
+zonder eenigen van die akelige ziekten te ondervinden, waar aan zy in
+byna alle andere Landen onder de gezengde luchtstreek onderworpen zyn,
+en gelyk eene zoo merkelyke verandering van luchts-gestel natuurlyker
+wyze moest doen vreezen. Zy wederstaan dezelven, wanneer zy eene
+sobere levensmanier weten aan te nemen, wanneer zy zorge dragen,
+om in het eerste begin zig niet te lang agtereen aan de regelrechte
+stralen van de zon bloot te stellen. Indien 'er vreemdelingen sterven,
+is zulks veel al het gevolg van een ongebonden leven, en het misbruik
+van sterke dranken.
+
+Het geen van de graden van hette gezegd is, heeft betrekking tot het
+luchtsgestel aan de kusten en in de nabyheid der zee. Wanneer men
+zig van het strand en van de lage Landen verwydert, op den afstand
+Van tien of vyftien mylen, zyn 'er altyd twee graden minder.
+
+De luchtsgesteldheid te Cayenne was voor deezen veel regenaechtiger
+en onaeangenamer, zegt BARRERE, [12] eer men in het Eiland het hout
+had uitgeroeid, en de inwoonders waren 'er aan zeer akelige ziekten
+onderworpen. Langen tyd is het onmogelyk geweest de kinderen der
+Negers in het leven te behouden; allen stierven zy byna dadelyk na
+hunne geboorte. Hedendaags worden zy 'er nog door eene algemeene
+stuiptrekking, die een waare tetanus is, aangetast. Deeze ziekte
+spaart zelfs geene groote lieden, tot welken ouderdom zy reeds mogen
+gekomen zyn. Dezelve vertoont zig door pyn in den hals, als of die
+met een koord was toegetrokken. Het kakebeen sluit zig vervolgens,
+het geen de doorslikking belet. De armen en beenen worden stram,
+en niettemin hebben 'er, verscheiden malen daags, stuiptrekkingen
+plaats. Deeze toevallen matten den zieken zoo sterk af, dat hy overluid
+schreeuwt. Men is zelfs verpligt zyn hoofd een weinig in de hoogte te
+houden, om hem de belemmerde ademhaling gemakkelyker te maken. Het
+geen hem vooral doet lyden, is een onverzadelyke honger, die hem nu
+en dan zoodanig dringt, dat hy alle oogenblik zoude eeten, indien men
+het hem maar geven wilde, en hy het vermogen van slikken had. Hier
+by koomt altyd koorts. Dezelve gaat gepaard met een overvloedig
+en algemeen zweeten; en wanneer de ziekte meer en meer verergert,
+sterft de lyder onder vervaarlyke stuiptrekkingen.
+
+Om den voortgang van zulk eene ellendige kwaal te sluiten, moet men
+den geen, die 'er door aangetast is, verscheiden malen daags met koud
+water besproeijen. Men houdt daar mede aan, tot dat de ledematen
+hunne voorige gedweeheid hernomen hebben. Het is noodzakelyk de
+kragten van den zieken door goede vleeschsoepen te ondersteunen; men
+moet dezelven dikwils geven, maar in eene kleine hoeveelheid, en met
+eenige lepels wyn. De zoete kwik met ontlastende middelen gemengd,
+als rhabarber, diagrydium, jalappe, doen in deeze ziekte veel nut:
+maar het beste middel is het heulsap, in zulke sterke giften, dat
+'er een gezond mensch van sterven zoude.
+
+
+
+DERDE HOOFTSTUK.
+
+Geschiedkundige opgaave, betrekkelyk Fransch
+Guiana.
+
+Schoon men het juiste tydstip van de eerste reizen der Franschen naar
+Guiana niet weet, is het echter zeker, dat zy 'er geweest zyn korten
+tyd na de eerste ontdekking, door de Spanjaarden gedaan.
+
+JAN DE LAET, een Schryver van voor byna twee eeuwen, verhaalt, dat
+de Franschen gewoon waren aldaar gekleurd hout, en onder anderen een
+zoort van Brasilien-hout, in te laden.
+
+De vriendelykheid, waar mede zy door de inboorlingen des Lands
+ontfangen wierden, lokte hen uit, om deezen handel te blyven aanhouden;
+en om denzelven des te beter te verzekeren, vestigden zy 'er wel dra
+eene Volkplanting.
+
+Een ander bewys, dat de Franschen het eerst de kusten van Guiana
+bezogt hebben, is te halen uit de reisbeschryving van RALEIGH in 't
+jaar 1595. Deeze reiziger, sprekende van het binnenste gedeelte van
+dit Land, zegt, dat "de Franschen zedert lang moeite deeden tot het
+ontdekken deezer Landen, werwaards zy veelvuldige reizen deeden, om
+'er goud van daan te haalen, maar dat zy den rechten weg niet namen,
+door denzelven te zoeken langs de Rivier der Amazonen."
+
+In 't jaar 1604, besloten eenige Franschen, door de gunstige berigten
+van RALEIGH misleid, om, onder het geleide van LA RAVERDIERE, naar
+deeze streeken koers te zetten. Andere gelukzoekers deezer natie
+volgden spoedig hunne voetstappen. Allen vermoeiden zy zig op eene
+ongelooflyke wyze. Eindelyk zetteden zig zommigen, veel eer uit weerzin
+in zoo zwaaren arbeid, als om dat zy zig in hunne hoop bedrogen vonden,
+te Cayenne neder.
+
+In 't jaar 1624, zonden eenige kooplieden van Rouaan eene kleine
+Volkplanting, bestaande uit zes-en-twintig menschen, die de oevers
+der Rivier Sinamari verkozen, om zig neder te slaan.
+
+Twee jaaren later, in 't jaar 1626, kwam 'er eene nieuwe Volkplanting,
+aanzienlyker dan de eerste, en die zig aan de Rivier Conanama
+nederzettede. Men bouwde aldaar een Fort, stelde 'er een Bevelhebber
+over aan, en liet 'er een gewapend vaartuig, om den handel langs de
+kust te beveiligen.
+
+Deeze beide Volkplantingen vermeerderden aanmerkelyk door den toevoer,
+die zy uit Frankryk ontfingen. Zy breidden zig tot verscheiden
+plaatsen uit.
+
+Zedert het jaar 1674, had men zig op het Eiland Cayenne gevestigd,
+en aldaar de kust van Remire, als de vruchtbaarste en aangenaamste
+streek, tot verblyfplaats uitgekozen. Men moest de Arikarets, en
+eenige andere Indiaansche volken, aldaar woonende, verjagen.
+
+In 't jaar 1675, verkoos men eene andere woonplaats, drie mylen
+meer ten westen, op een uithoek van het Eiland, alwaar de mond
+der Rivier Cayenne een haven oplevert. Men bouwde aldaar een Fort,
+waar aan men den naam van het Fort Louis gaf, en digt daar by een
+Dorp of Stad, die de hoofdstad der geheele Volkplanting geworden is,
+en welke men naar den naam van het Eiland Cayenne noemde. Men breide
+zig vervolgens uit in alle de gedeelten van dit zelfde Eiland, en
+aan de naby gelegene Rivieren.
+
+In 't jaar 1640. zetteden de Franschen zig aan de Rivier Surinamen
+neder; maar de lage en moerassige grond, en ongezonde lucht in
+dit gedeelte van Guiana, deeden hun het zelve wederom verlaten. De
+Engelschen maakten 'er gebruik van.
+
+Eenige kooplieden van Rouaan, denkende, dat uit deeze Volkplanting
+voordeel te haalen was, besteedden daar toe, in 't jaar 1643,
+gezamentlyk zekere somme van penningen. Zy droegen hunne belangen op
+aan een ondernemend man, PONCET DE BRETIGNY genaamd, die den oorlog
+zoo wel aan de Planters als aan de Negers verklaard hebbende, spoedig
+werd van kant geholpen. Deeze Maatschappy, aan welke men den naam
+van de Maatschappy der Noord-Kaap gaf, verkreeg van Koning LODEWYK
+XIII. opene Brieven, waar by deeze Vorst aan haar het uitsluitend
+voorrecht toestond van den koophandel en scheepvaart op Guiana, tot
+welks grensscheidingen men by die zelfde brieven bepaalde, aan de
+zuldzyde de Rivier der Amazonen, en aan de noordzyde de Orenoco. Deeze
+bepaaling der grensscheidingen ontmoette geene zwarigheid, noch
+veroeorzaakte eenige klagten, dewyl geheel Europa wist, dat de Franschen
+zedert langen tyd in het bezit van Guiana waren, en de eersten geweest
+zyn, die aldaar handel gedreven en Volkplantingen aangelegd hadden.
+
+Verscheiden lieden van aanzien, in deeze Maatschappy deel genomen
+hebbende, verkregen van den Koning nieuwe voorrechten en nieuwe
+vergunningen door dit geheele Land. By herhaling zonden zy derwaarts
+aanzienlyken onderstand; en men liet meer dan agt honderd menschen
+naar Guiana vertrekken, zoo tot meerdere beveiliging en aanwas van de
+onderscheidene aangelegde Volkplantingen, als om nieuwe aan te leggen,
+en ontdekkingen te ondernemen, door dieper in het Land door te dringen.
+
+De treurige dood van PONCET DE BRETIGNY de deelgenooten ter
+nedergeslagen hebbende, werd, in 't jaar 1651, eene nieuwe Maatschappy
+opgericht, die meerder opgang scheen te zullen maken. Het merkelyk
+aantal van ingelegde penningen, stelde haar in staat, om, tot in Parys
+toe, zeven of agthonderd menschen by een te verzamelen. Zy wierden
+by de Seine ingescheept, om naar Havre te vertrekken. Het ongeluk
+wilde, dat de deugdzaame Abt DE MARIVAUX, die deeze onderneming
+voornamelyk had aangewakkerd, en dezelve als Directeur Generaal
+bestierd zoude hebben, verdronk op het oogenblik, dat hy stond scheep
+te gaan. ROIVILLE, een Edelman uit Normandie, die als Generaal naar
+Cayenne gezonden wierd, wierd op de reize vermoord. [13] Twaalf der
+voornaamste belanghebbenden, die de bewerkers van deezen aanslag
+waren, gedroegen zig in de Volkplanting, welkers bloei zy verpligt
+waren geweest te bevorderen, op zoodanig eene wreede manier, als uit
+dit verschrikkelyk voorval bereids te voorzien was. Zy deeden aan
+een van hun, ISAMBERT genaamd, die, benevens drie anderen, zig van
+het gezag geheel had willen meester maken, het hoofd afslaan. Zyne
+medepligtigen wierden naar een onbewoond Eiland verbannen. Twee andere
+deelgenooten stierven kort daar op, en de overgeblevenen gaven zig aan
+de grootste buitensporigheden over. De Bevelhebber der Vesting liep
+naar de Hollanders over, met een gedeelte van zyne bezetting. Zy,
+die aan honger, ellende, de woede der Wilden van het vaste Land,
+welken men op honderde manieren getergd had, waren bloot gesteld,
+achtten zig zeer gelukkig, toen zy met een schip en twee sloepen de
+Eilanden onder den wind bereiken konden. Vyftien maanden na dat zy in
+het Eiland waren aangeland, verlieten zy het Fort, de krygsbehoeften,
+de wapenen, de koopmanschepen, benevens vyf- of zeshonderd lyken van
+hunne ongelukkige medgezellen.
+
+In 't jaar 1663, werd eene nieuwe Maatschappy, onder het opzigt
+van den Request-meester LA BARRE, opgerigt. Dezelve bezat een
+capitaal van niet meer dan twee maal honderd duizend gulden: maar
+de hulp der Regeering stelde haar in staat, om de Hollanders, die
+zig aldaar onder het geleide van SPRANGER hadden nedergezet, toen
+zy dit Land door deszelfs eerste bezitters hadden zien ontruimen,
+uit deeze bezitting te verjagen. De Indianen waren na het vertrek der
+Franschen in het Eiland te rug gekeerd, maar SPRANGER noodzaakte hen,
+om naar Terra-Firma de wyk te nemen. Hy verbeterde de vestingwerken,
+deedt groote uitzuiveringen en voordeelige bebouwingen der landen. Na
+dat deeze Maatschappy onder het opzigt van BARRE een jaar bestaan
+had, maakte zy een gedeelte uit van de groote Maatschappy, die de
+grondslag was van alle die Maatschappyen, welken men voor Africa,
+en voor het Nieuwe Weereld-deel had opgerigt. In 't jaar 1667,
+wierd Cayenne aangevallen, geplonderd, en wederom verlaten door de
+Engelschen, en de vluchtelingen namen het weder in bezit, om het zig,
+in 't jaar 1772, andermaal te zien ontweldigen door de onderdanen
+der Vereenigde Nederlanden, die het echter niet langer, dan tot in 't
+jaar 1676, behouden konden. Te dier tyd werden zy door den Marschalk
+D'ETREES van daar verjaagd. Naderhand is de Volkplanting niet meer
+aangevallen geworden.
+
+De Franschen wederom meesters van Cayenne geworden zynde, waren
+ten sterksten bedagt, om zig op het Eiland en het vaste Land
+wel te vestigen. Met meerder zorgvuldigheid dan ooit kweekten zy
+alles aan, waar by de koophandel belang konde hebben. Verscheiden
+koopvaardy-schepen kwamen aldaar handelen, en eene meenigte
+huisgezinnen zetteden 'er zig ter neder. Eenige Kapers bragten ook
+het hunne toe tot aanwas der Volkplanting.
+
+Beladen met het geen zy in de Zuid-Zee geroofd hadden, vestigden
+zy zig te Cayenne, en het belangrykste was, dat zy besloten hunne
+schatten tot den landbouw te besteden.
+
+Zy scheenen denzelven met nadruk te willen voortzetten, en Cayenne was
+vry wel bevolkt, toen DUCASSE in 1688. aldaar aanlandde, met oogmerk,
+om Surinamen te vermeesteren en te plunderen. De natuurlyke lust
+der Kapers herleefde, de nieuwe Colonisten werden wederom Kapers,
+en hun voorbeeld lokte byna alle de inwoonders uit.
+
+Deeze onderneming was niet gelukkig, uit hoofde van de weinige
+voorzorgen, die men genomen had, om de aankomst deezer vloot voor
+de Hollanders, welken men voornemens was re overrompelen, geheim te
+houden. Men vondt hen overal in staat van verdediging. Een gedeelte
+der aanvallers sneuvelde; anderen wierden gevangen genomen, en naar de
+Antillische Eilanden gezonden, alwaar zy zig nedersloegen. De overigen
+gingen wederom te scheep. Zedert dien tyd heeft de Volkplanting veel
+moeite gehad, om het verlies van haare inwooners te herstellen. Het
+scheen zelfs, dat zy byna geheel in vergetenheid geraakt was, tot in
+'t jaar 1763, wanneer de Fransche Regeering haar een nieuwen luister
+trachte te geven.
+
+Frankryk ontdeed zig van de akeligheden van eenen schandelyken
+oorlog. De gesteldheid der zaaken had de Regeering genoodzaakt, om,
+met opoeffering van verscheiden gewichtige bezittingen, den vrede te
+koopen. Het scheen insgelyks noodzakelyk, om de natie, zoo wel de
+geledene rampspoeden, als de misslagen, die dezelven berokkend hadden,
+te doen vergeten. Men wendde haar oog af van de Volkplantingen,
+die zy verloren had, om het zelve te vestigen op Guiana, het welk,
+zoo men zeide, zoo veele rampen vergoeden moest.
+
+Dit was het gevoelen niet van hun, die van den staat der zaaken het
+best onderricht scheenen. Eene Volkplanting, zedert anderhalve eeuw
+opgerigt, in een tydstip, dat de gemoederen op groote ondernemingen
+verhit waren; alwaar burger-twisten, noch vreemde oorlogen aan het
+aangelegde werk geen nadeel hadden toegebragt; die van de weldaaden
+der Regeering en het voordeel van den koophandel nimmer was verstoken
+geweest; alwaar de voorraad van voortbrengzels altyd zeker geweest
+was:--deeze Volkplanting was niet noemenswaardig. De ellende en
+vergetenheid was haar deel geweest, zelfs in het tydstip, dat de
+Fransche bezittingen in America door haaren luister en rykdommen,
+de oude en nieuwe weereld verbaasden. Haare gesteldheid was zelfs van
+dag tot dag verergerd. Hoe kon men hopen op die groote vooruitzigten,
+welken men 'er van gaf? Deeze aanmerkingen wederhielden de Regeering
+niet. Om het verlies van Canada te vergoeden, wilde men in Guiana een
+vry volk vestigen, dat door zyne eigene kragten in staat zoude zyn,
+om aan vreemde aanvallen het hoofd te bieden, en geschikt, om door den
+tyd andere Volkplantingen, wanneer de omstandigheden zulks vorderden,
+te hulp te komen.
+
+Dit werk wierd bestuurd door eenen arbeidzamen Staats-Minister. Als een
+verstandig Staatsman, die de veiligheid niet aan de rykdommen wilde
+opofferen, was zyn doelwit, een bolwerk op te rigten tot verdediging
+der Fransche bezittingen. Als een gevoelig Wysgeer, die de rechten
+van het menschdom kent en eerbiedigt, wilde hy deeze vruchtbaare en
+onbebouwde streeken door vrye menschen bevolken. Maar men voorzag
+alles niet. Men vergiste zig met te gelooven, dat Europeanen onder
+de gezengde luchtstreek de vermoeijenissen zouden doorstaan, die
+tot den aanleg en zuivering van onbebouwde landen vereischt worden,
+en dat menschen, die in de hope van een gunstiger lot hun vaderland
+verlieten, zig aan een woest leven gewennen zouden in eene luchtstreek,
+die minder gezond was, dan haare geboorte-grond.
+
+Dir verkeerd stelzel werd zoo dwaaslyk uitgevoerd, ais het ligtvaardig
+was aangenomen. Alles werd aldaar ingerigt, zonder beginzel van
+wetgeving, zonder te letten op de betrekkingen, welken de Natuur
+onder de menschen gesteld heeft. De laatstgemelden werden in twee
+zoorten verdeeld, eigenaars en arbeiders. Men hield niet in 't oog, dat
+deeze verdeeling, die in Europa stand grypt, het gevolg is van oorlog,
+omwentelingen, en oneindige toevalligheden, die de tyd te weeg brengt;
+dat zy voortkoomt uit de voortduuring van een maatschappelyk leven,
+maar geenzints de eerste grondslag is der maatschappye, die in haaren
+oorsprong wil, dat alle haare leden in den eigendom deel hebben. De
+Volkplantingen, die nieuwe bevolkingen, en nieuwe maatschappyen zyn,
+moeten deezen grondregel volgen. Met den eersten tred ging men
+'er reeds van af, door de landen in Guiana alleen toeteschikken
+aan hun, die zekere geldsommen, tot de bebouwing noodig zynde,
+konden aanbrengen. De overigen, wier begeerlykheid men door ydele of
+wisselvallige hope gaande maakte, werden van het aandeel in de landen
+uitgesloten. Dit was een gebrek van Staatkunde, tegen de rechten van
+het menschdom inloopende. Indien men aan alle de nieuwe Colonisten,
+welken men naar dit naakte en woeste Gewest heen voerde, een gedeelte
+gronds om aan te leggen gegeven had, zoude elk het bebouwd hebben
+op eene manier, aan zyne kragten en vermogens geevenredigd: de een
+met zyn geld, de ander met zynen arbeid. Het was een onvermydelyk
+vereischte geweest, om aan alle de leden der nieuw aangelegde bevolking
+eenen eigendom aan te bieden, alwaar zy hunnen arbeid, hunne vlyt,
+hun geld, met een woord, hunne meer of min uitgestrekte vermogens,
+konden te werk leggen.
+
+Menschen, naar onbebouwde landstreeken overgevoerd, vonden 'er niets
+dan behoeften. De geregeldste en onafgebrokenste arbeid konde niet
+beletten, dat zy, die in deeze woestenyen met het aanleggen van landen
+hunnen tyd doorbragten, van alles ontbloot bleven, tot het meer of
+min afgelegen tydvak van den oogst. Ook verbond zig de Regeering,
+aan wien zulk eene blykbaare waarheid niet ontsnappen konde, om alle
+Duitschers, alle Franschen zonder onderscheid, welke tot de bevolking
+van Guiana geschikt waren, twee jaaren lang te onderhouden. Maar
+deeze daad van rechtvaardigheid was geene daad van voorzigtigheid:
+het was te voorzien, dat al wierden zelfs de levensmiddelen met zorg,
+met yver en met belangloosheid in genoegzaamen voorraad opgelegd;
+de meestcn derzelven noodwendig moesten bederven, het zy op de reize,
+het zy naderhand: het was te voorzien, dat gezouten vleesch, wel of
+kwalyk bewaard, nimmer een geschikt voedzel zyn zoude voor ongelukkige
+vluchtelingen, die eene gezonde en gematigde luchtstreek verlieten,
+om de brandende zand-woestynen onder de gezengde luchtstreek te
+bewoonen, om de vochtige en regenachtige lucht der zonne-keerkringen
+in te ademen.
+
+Eene verstandige Staatkunde zoude zig met de vermeerdering van
+het vee hebben bezig gehouden, alvorens te denken, om 'er menschen
+te vestigen. Deeze voorzorg zoude niet alleen een gezond voedzel
+aan de eerste Colonisten bezorgd hebben, maar hun ook de gepaste
+werktuigen opgeleverd tot de ondernemingen, welke de vorming van
+eene nieuwe bevolking vereischt. Met deeze hulpmiddelen zouden zy de
+vermoeijenissen hebben getrotseert, welke de Regeering op zig genomen
+had rykelyk te zullen betalen. Zy zouden woonplaatsen en koopwaren
+bezorgd hebben aan hun, die 'er hun verblyf moesten houden. Op deeze
+wyze zoude de ontworpene Volkplanting in korten tyd eene behoorlyke
+vastigheid verkregen hebben.
+
+Men maakte deeze aanmerkingen niet, hoe eenvoudig en natuurlyk ook:
+na het doorstaan van eene lange reize, werden twaaf duizend menschen
+ontscheept op woeste en onbebouwde kusten, in het ongunstigst
+jaargetyde, in het regen-saisoen. Indien de nieuwe Colonisten in
+het begin van het saisoen van droogte waren aangeland, op de hun
+toegeschikte landen verdeeld, zouden zy den tyd gehad hebben, om
+hunne wooningen in gereedheid te brengen, de bosschen om te hakken
+of te verbranden, hunne velden te bearbeiden en te bezaaijen.
+
+By gebrek van deeze voorzorge, wist men de meenigte van menschen,
+die na malkanderen aanlandden, niet te plaatsen, Het Eiland Cayenne
+zoude tot eene plaats van rust en verversching voor de kortlings
+ontscheepte perfoonen gestrekt hebben. Men zoude 'er wooningen en
+middelen van bestaan gevonden hebben. Maar het vooroeordeel, om de
+nieuwe en de oude Volkplanting niet onder elkander te vermengen,
+deedt deeze voorzorge in den wind slaan. Als een gevolg van deeze
+styfhoofdigheid, plaatste men twaalf duizend ongelukkigen op de
+Salut-Eilanden, aan de oevers der Rivier Kourou, onder tenten en
+in slechte hutten. [14] Aldaar, verwezen zynde tot werkeloosheid,
+verveeling, het gemis der eerste benoodigdheden, besmettelyke ziekten,
+die altyd door bedorven voedzel veroeorzaakt worden, tot alle de
+wanoerden, welke de ledigheid voortbrengt onder een volk, dat verre
+heen vervoerd, zig onder eene nieuwe luchtstreek bevindt, eindigden
+zy hun droevig lot onder de verschrikkelykste wanhoop. Hunne asch zal
+steeds om wraak roepen tegen de voorstanders van eene onderneming,
+die zoo veele ellendige slachtoeffers gemaakt heeft.
+
+Op dat niets aan het onheil ontbreken zoude, en de geldsommen,
+tot de uitvoering van eene ongerymde onderneming geschikt, geheel
+en al verspild zouden worden, oordeelde hy, die in last had om aan
+alle deeze noodlottigheden een einde te maken, zig verpligt, om twee
+duizend menschen welker sterk gestel aan de ongunstige luchtstreek,
+en de onuitsprekelykste ellenden wederstaan had, naar Europa te rug
+te voeren.
+
+Een zestigtal van huisgezinnen uit Duitschers en inboorlingen van
+Acadia bestaande, ontsnapte echter aan de algemeene verwoesting. Zy
+sloegen zig neder aan de Sinamari, wier oevers nimmer door de zee
+overstroomd worden, en vonden aldaar eenige natuurlyke velden, en
+een grooten overvloed van Schildpadden. Die zwakke Volkplanting heeft
+zig, langs deeze Rivier, in stand gehouden. De visscherye, de jagt,
+de vee-fokkerye in de uitgestrekte zand-woestynen, welken de Natuur in
+deeze streeken gevormd heeft, het planten van een weinig ryst, Turksch
+graan en catoen; deeze leverden hun het noodige middel van bestaan op.
+
+
+
+VIERDE HOOFTSTUK.
+
+Bevolking van Fransch Guiana.
+
+Na zoo veele noodlottige omstandigheden, en de verachting, waar
+toe Fransch Guiana vervallen is, is het niet te verwonderen, dat de
+bevolking van dit Land zeer zwak is.
+
+De inwooners bestaan uit Europeanen, Mulatten, Negers en Indianen. De
+eerstgemelden of blanken, bedragen slechts een getal van agt of negen
+honderd, zoo in de hoofdplaats Cayenne, als door het overige gedeelte
+van het Land verspreid. Verscheiden van hun zyn ongelukkig en arm. Zy,
+die meer op hun gemak leven, bestaan van ampten, jaargelden en soldyen,
+ten kosten van de algemeene schatkist. Het vertier van levensmiddelen,
+het welk de bezetting en het verblyf der geenen, die zig aldaar
+van 's Lands wegen bevonden, noodzakelyk maakt, doet het grootste
+getal der inwooners aan den kost geraken. Men zoude moeite hebben,
+om vyf-en-zeventig eigenaars van Plantagien op te tellen, die van
+den opbrengst van hun land bestaan. Verscheiden woonen op eenen zeer
+verren afstand van de hoofdplaats. Het getal der Mulatten is vier of
+vyf honderd, en dat der Negers negen duizend.
+
+De Mulatten, die overal onderdrukt worden, hebben dit misschien meer
+in Guiana, dan ergens anders, ondervonden.
+
+"Schoon de Creolen, van een blanken en eene zwarte voortgeteeld,
+zegt de Burger LESCAILLIER in zyn te meermalen aangehaald Expose des
+moyens &c., over 't algemeen veele lichamelyke voorrechten hebben,
+vlugheid, eene onbedwongene en bevallige houding, een zeer geregeld
+gestel en voorkomen, worden zy zeldzaam voor goede voorwerpen gehouden,
+wanneer men hen in den rang der slaven plaatste, uitgenomen de geenen,
+welken men tot huisselyke diensten gebruikte. De reden daar van is
+gemakkelyk naar te gaan; daar zy uit de gemeenschap van eenen blanken,
+die tot de Plantagie niet behoorde, ten gevolge van eene ongeoorloofde
+verbintenis, waren voortgesproten, verbeterde de opvoeding het
+gebrekkige van hunne geboorte niet. Zy verachtten de Negers, en
+werden door dezelven wederkeerig veracht. Zeldzaam gelukte het hun,
+wanneer zy, onder de zwarten vermengd, op de Plantagien arbeidden.
+
+De algemeene laagheid, waar in men dit zoort van menschen in de
+Volkplantingen hield, en die alle nayver in hun uitdoofde, had te
+Cayenne hun tot eene zwervende en ongebondene hoop volks gemaakt;
+byna geen enkele onder hun was of tot den landbouw, of tot eenig
+handwerk geschikt.
+
+"De middelen, die men wel eer te werk stelde, met oogmerk om hen
+nuttig te maken, hebben het kwaad nog verergerd. De Gouverneurs
+hebben gemeend de vrygelatenen te moeten beschouwen als lieden,
+die verpligt waren op het eerste bevel op te trekken. Dienvolgende
+waren alle de manspersoonen boven de veertien jaaren, getrouwd en
+ongetrouwd, landbouwers, werklieden, of andere, zonder onderscheid,
+begrepen onder eene zoogenaamde Compagnie Jagers, zonder soldy,
+staande onder bevel van een zeker zoort van Officiers, maar die ook
+geen soldy trokken, nog eenigen rang hadden. Deeze ongelukkigen,
+verpligt om op het eerste gegeven sein op te trekken, hebben zig,
+uit dien hoofde, nimmer op eenen vasten voet kunnen nederzetten,
+trouwen, zig tot eenig vast handwerk begeven, en nog minder zig op
+den landbouw toeleggen. Den dienst, die hun bevolen werd, zeer slecht
+uitvoerende, alleenlyk betaald wordende voor de dagen, dat zy werkelyk
+dienst deeden, hadden zy, by hunne te rug komst, geen eerlyk en zeker
+middel van bestaan, het geen hen dikwils noodzaakte om door wandaaden
+en strooperyen den kost te zoeken.
+
+"'Er was ook nog een ander zoort van Creolen, van een vrye vader en
+moeder geboren. Zy oeffenden handwerken of den landbouw, en leefden
+daar van met hunne huisgezinnen. Derzelver getal is in Fransch Guiana
+oneindig klein."
+
+De blanken, die geene eigendommen bezaten, het zy werklieden, het
+zy anderen, maakten het aanzienlykst gedeelte der bevolking van
+hun zoort uit: zy hebben een getal van dertien honderd bedragen,
+van allerleyen ouderdom en kunne, zonder de bezetting daar onder te
+rekenen; maar men verzekert, dat zy thans tot een getal van zeven of
+agt honderd versmolten zyn.
+
+Onder dit aantal van persoonen vindt men byna twee derde van het
+mannelyk geslacht, om reden, dat het getal der genen, die zig buiten
+'s Lands begeven, ten aanzien der mannen altyd veel aanmerkelyker
+is. Indien men van dit aantal manspersoonen de zieken, oude lieden en
+kinderen aftrekt, bleven 'er ten hoogsten vier honderd mannen overig,
+die in staat waren om de wapenen te voeren.
+
+Onder de laatstgemelden waren niet meer, dan honderd-en-vyftig
+eigenaars van middelmatige en kleine Plantagien, die, hoe zeer
+grootendeels van geen belang tot bevordering van 's Lands voorspoed,
+en den uitvoer der koopwaaren, echter tot onderhoud van derzelver
+bezitters als voldoende beschouwd konden worden, 'Er bleven derhalven
+tweehonderd vyftig mannen (blanken) overig, die in dit Land hun
+bestaan vonden, behalven door den landbouw; de een door posten en
+ampten tot het bestuur, of tot den krygsdienst betrekkelyk; de anderen,
+als werklieden, daglooners, of bedienden van allerleije zoort, hunne
+soldyen uit de algemeene schatkist, en hunne wedden van de Regeering
+ontfangende.
+
+Indien nu de dienst zoo van het Land, als van byzondere persoonen,
+slechts honderd en vyftig van deeze menschen bezig hield, zoo bleven
+'er dus honderd overig, wier bestaan zeer wisselvallig was. Het was
+van aanbelang zig bezig te houden met dit klein getal persoonen,
+die van middelen ontbloot waren.
+
+Men vergrootte eenige bezittingen, men ondernam nieuwen arbeid,
+men deelde eenige landeryen uit, en bezorgde daar by tevens
+gereedschappen en vee. De arbeiders en bouwlieden vonden bezigheid,
+en de laatstgemelden begonnen voordeel te doen.
+
+Eene bevolking van zes honderd mannen (blanken) tegen drie honderd
+vrouwen, had geene evenredigheid tot vermeerdering der bewoners, noch
+tot bevordering der goede orde, in een Land, alwaar men de vermenging
+met Zwarten en Mulatten aan de hand gaf, en alwaar by gevolg de wet
+zelve tot hoerereije en overspel scheen uit te noodigen. Zulk een
+staat is schadelyk voor de maatschappy. Het was dus van een dringend
+aanbelang daar in te voorzien.
+
+Men had eene Volkplanting te Iracoubo begonnen, bestaande uit dertig
+mannen, uit een zeker getal afgedankte soldaten uitgekozen. Men moest
+ontwyffelbaar aan deeze mannen bezorgen verstandige, arbeidzaame en
+bekwame vrouwen. Om dit oogmerk te bereiken, verzogten de Bestuurders
+van Guiana aan de Regeering, en wel tot eene eerste proeve, een
+getal van vyf-en-twintig of dertig weesmeisjens, die met weinige
+kosten hadden kunnen overkomen. In geval deeze poging gelukt was,
+zoude men van dit zelfde middel wederom hebben gebruik gemaakt, en
+nieuwe bezitingen in deeze uitgebreide Volkplanting hebben kunnen
+aanleggen: men sloeg geen acht op dit belangryk voorstel, noch op
+veele anderen, die tot bevordering en verbetering des Lands zouden
+hebben kunnen medewerken.
+
+Het is waarschynlyk, dat deeze bezittingen verlaten zyn geworden,
+en dat de meeste blanken, die 'er hun bestaan uit moesten vinden,
+uit de Volkplanting vertrokken zyn.
+
+De Negers bedroegen in Fransch Guiana een getal van negen duizend. De
+Burger LESCAILLIER meldt ons, dat men, in 't jaar 1788, hem over
+de mogelykheid van de afschaffing der slavernye raadpleegde. Deeze
+Bestuurder verklaarde van begrip te zyn, dat men in de Volkplantingen
+de akeligste gebeurtenissen te duchten had, indien men niet
+langzamerhand den weg tot deeze gelukkige omwenteling baande. Drie
+jaaren lang deedt hy alle moeite, om de mogelykheid van dusdanige
+verandering zeker te stellen: hy toonde het voorbeeld van eene betere
+bestuuring, ten aanzien van de Negers van den Staat: hij bezorgde
+hun een gezonder en vaster voedzel: hy liet hen kleeden en in hunne
+ziekten oppassen. Op zynen raad en volgens zyn voorbeeld, heeft men
+de zwangere en zogende vrouwen ontzien: men droeg zorge voor kinderen
+en jonge lieden: men betoonde ontzag voor oude lieden en zieken: men
+moedigde het aangaan van huwelyken aan: men arbeidde, om goede zeden,
+vlyt en bedaardheid in de Negers aan te wakkeren: juiste belooningen
+vervulden de plaats van harde en willekeurige kastydingen.
+
+Zulk eene handelwyze heeft de gelukkigste uitwerkingen gehad. Het
+werk werd met yver en arbeidzaamheid verrigt, en het gelukte door dit
+middel, om aan de Negers hunnen staat van slavernye te doen vergeten.
+
+Men dagt niet meer aan wegloopen: vyf of zes schuilplaatsen der
+weggeloopen Negers, van alle gemeenschap verwyderd, in ontoegangelyke
+Landen en ondoordringbaare bosschen verzonken, zyn van tyd tot tyd
+vernield, of door de vredelievende middelen van onderhandeling,
+tot de stem der menschelykheid, die tot in deeze verblyfplaatsen was
+doorgedrongen, te rug gebragt.
+
+De optochten met krygs-geweld waren tegen deeze arme schepzels byna
+onuitvoerlyk: zy kostten aan zommigen van hun het leven, en maakten de
+anderen altyd nog afkeeriger. Men moest dus tot eenig ander middel
+zyn toevlucht nemen. Een zendeling, met een kruis in de hand, en
+onder het geleide van een getrouwen Neger, ging hun de woorden van
+vrede brengen, hun kwytschelding beloven, en allen kwamen zy, met
+hun volkomen genoegen, hunne yzere kluisters hernemen. Een deezer
+verblyfplaatsen onder anderen, verscheiden dagreizens van alle
+woningen afgelegen, was, zedert verscheiden jaaren, eene veilige
+wykplaats voor een groot getal van weggeloopene Negers. Men had
+slechts eene oppervlakkige kennis wegens het bestaan van deeze
+wykplaats. Een Priester begaf zig te voet derwaarts, vergezeld van
+eenige ongewapende Mulatten, en bragt van deeze plaats, op eene keer,
+drie-en-veertig persoonen mede, waar onder verscheiden kinderen waren,
+in de bosschen geboren, en die nooit een blanken gezien hadden. Het
+gebeurde werd van wederzyden vergeten. De eigenaars leerden 'er door,
+om nuttige voorwerpen, die hun ontloopen konden, zonder mogelykheid
+van ze wederom te krygen, met meerder geschiktheid te behandelen,
+en de Negers hernamen met onderwerping hunnen gewoonen arbeid.
+
+Men heeft voorgegeven, dat de Negers in Guiana beter behandeld werden,
+dan in de andere Volkplantingen. Dit voorgeven wordt door geen bewys
+gewettigd. 'Er zyn in deeze landstreek weinig groote Plantagien
+en gegoede Planters; en deeze laatstgemelde behandelden, over 't
+algemeen gezegd, hunne slaven het best, het zy om dat zy meerder
+middelen bezaten, het zy om dat ze meerder doorzicht hadden.
+
+Zeer geringe Planters, van alle toevoorzicht verre verwyderd,
+oordeelden beter hun fortuin voort te zetten, door van drie of vier
+Negers, welken zy in het geheel bezaten, eenen onmatigen arbeid te
+vorderen. Zy lieten hun zelfs den Saturdag niet, welken men anders
+gewoon was aan hun tot bebouwing van hunnen eigenen tuin toe te
+staan, en zomtyds ontnamen zy hun zelfs den Zondag: zy bekreunden
+zig over hun in 't geheel niet, noch by ziekte, noch by gezondheid:
+zy bezorgden hun geen behoorlyk voedzel noch kleeding, en nimmer heeft
+men ten deezen opzigte in Guiana kunnen verwerven de uitvoering van
+het geen by de wetten, le Code noir genoemd, bepaald was.
+
+Op de Plantagien, waar men rykelyker bemiddeld was, doch welker
+getal ongelukkig zeer klein is, werd dit gebrek verbeterd door de
+zorge der eigenaars, door overvloed van groenten tot levensmiddelen,
+door het visschen en jagen in zekere landstreken, en door de kleine
+geld-sommetjes, die de Negers zig bezorgden, door het overschot van
+hun gevogelte en levens-middelen op de markt te verkoopen.
+
+Zommige eigenaars der Plantagien maakten in geschrifte menschlievende
+en verstandige Reglementen, die aan de Negers werden bekend gemaakt. De
+ondervinding heeft bewezen, dat, wanneer de slaven beter behandeld
+werden, zy met meerder yver tot bevordering van de belangen hunner
+meesters medewerkten. Een deezer Planters had aan elke Negerin, die
+zes kinderen behoorlyk zoude opvoeden, de vryheid beloofd. Wanneer
+die voorwaarde eenmaal vervuld was, werd de belofte met veel statie
+ter uitvoer gebragt.
+
+Brave en verstandige Planters, volgden natuurlyker wyze de beginzels
+van menschlievendheid en de goede voorbeelden. Redeneeringen onder
+allen, en blyken van misnoegen, aan wreede meesters te kennen
+gegeven door den verstandigen, bestuurder, den Burger LESCAILLIER,
+van wien wy deeze byzonderheden ontleend hebben, hebben langzamerhand
+op het bestaan der Negers in deeze Volkplanting, en op den staat van
+derzelver bebouwing, invloed gehad. Maar naderhand is de al te groote
+zorgloosheid der Regeering oorzaak geweest, dat het getal der Negers
+niet aanmerkelyk is aangegroeid, gelyk had moeten gebeuren, zoo uit
+hoofde van de gemakkelykheid van het bekomen van levens-onderhoud in
+dit Gewest, als van den zeer aanzienlyken invoer van slaven.
+
+Misschien is het aan eenige van de hier boven opgegevene voorzorgen toe
+te schryven, dat de afschaffing der slavernye in Fransch Guiana zulke
+akelige gevolgen niet veroeorzaakt heeft, als te St. Domingo. Deeze
+omwenteling werd op eene rustige wyze bewerkt, en men verhaalt, dat
+men verscheiden Negers gezien heeft, die de gehechtheid aan hunnen
+ouden meester aan den dag leiden, door op zyne Plantagie te blyven, en
+denzelfden arbeid te verrigten, als of de wet 'er hun toe noodzaakte.
+
+
+
+VYFDE HOOFTSTUK.
+
+Zeden en gewoonten der Indianen.
+
+De volken, die in het ukgestrekte vaste Land van Guiana, voor de
+aankomst der Europeanen, omzworven, waren verdeeld in verscheidene
+natien, die over het geheel niet zeer talryk waren, Zy hadden geene
+andere zeden, dan die der Wilden van het zuidelyke vaste Land. Deeze
+volken leven altyd van elkander afgescheiden, en dikwils verre
+verwyderd. Men onderscheidt dezelven in Indianen aan de kusten,
+en in Land-Indianen, dat is, die het binnenste gedeelte van het Land
+bewoonen. Deeze Land-Indianen, die weinig of geen omgang met de blanken
+hebben, behouden hun oorsprongelyk character en hunne gebruiken meer
+volkomen. Zy maken een groot getal van onderscheidene natien uit,
+wier aanwezen zig niet tot eenig gedeelte van den grond van dit Land
+bepaalt; maar die, zonder verwarring van woonplaats veranderende,
+elkander op zeer verre afstanden wederom vinden.
+
+De Galibis zyn onder deeze natien de voornaamste en talrykste; hunne
+taal wordt door alle de anderen over 't algemeen het best verstaan. Zy
+strekken zig van Cayenne tot aan de Orenoco uit. De Arouaques, de
+Acoquas, de Aramichaux, de Armancoutous, de Pourpourouis, de Pirious,
+de Mayes, de Palicours, de Puchicours, de Maraones, de Ouroukouyennes,
+de Macoussis, de Nouragues, de Emerillons, de Taryaras, de Ouins,
+de Calicouchiennes, de Coussaris, de Tocoyennes, de Maourious, de
+Mayecas, de Itoutanes, de Calipournes, zyn andere Indiaansche volken
+van deeze zelfde landstreek.
+
+De Wilden of Indianen van het vaste Land van Guiana, zyn van eene
+middelmatige gestalte; [15] de vrouwen zyn klein en niet zoo wel
+gemaakt als de mannen. Hunne huid heeft eene rood koperachtige
+kleur. Zy hebben zeer zwarte en zeer gladde hairen. Hunne trekken
+verschillen weinig van die der Europeanen. De vermenging van dit
+geslacht met dat der blanken, brengt, by de eerste voortteeling,
+menschen voort, die van de laatstgemelden niet onderscheiden zyn.
+
+De vrouwen hebben eene zekere zoort van zachtheid in haar aangezicht;
+verscheiden zyn van een aangenaam voorkomen, en hebben niets wilds. Zy
+haten, zoo men zegt, de Franschen niet; maar eene minnestreek met
+eene getrouwde vrouw gaat met veel gevaar voor haar, en zelfs voor
+den minnaar, gepaard: op de minste verdenking maakt de man hen beiden
+van kant.
+
+De meeste Indianen loopen byna naakt. Men beweert, dat zommigen,
+voor al die aan den kant van de Rivier der Amazonen woonen, geheel
+en al naakt loopen. Zy beschouwen het als een zeker voorteeken, dat
+hy, die de schaamdeelen bedekt houdt, ongelukkig zoude zyn, of in
+het loopende jaar sterven. De anderen dragen weinige kleederen. De
+mans kleeding bepaalt zig tot een linnen gordel, dien zy om het lyf
+winden, nu en dan op de manier van eene korte rok. Deeze gordels
+zyn doorgaans van catoen doek, blaauw, Guinee of Salempoure genaamd;
+zommigen dragen bovendien nog een zoortgelyke lap, waar mede zy hunne
+schouders bedekken.
+
+De Indianen van de kust dragen niets op hun hoofd: hunne hairen, die
+van agteren kort zyn afgesneden, en over het voorhoofd nederhangen,
+maken hen in dit opzigt gelykvormig aan de oude Grieken en Romeinen. By
+de volken, die meer binnen in het Land wonen, ziet men echter nu
+en dan mutsen van vederen van verschillende kleuren, die, vooral op
+feest-dagen, tot opschik dienen, Deeze zelfde Indiaansche volken maken
+gebruik van onderscheidene kleedingen, insgelyks op eene vernuftige
+manier van vederen gemaakt; zy dragen dezelven voor de maag, tot
+voorschooten, gordels en halsbanden. Zy houden bovendien veel, om hunne
+armen, de voorhand, en de beenen met armbanden van glaaze koraalen te
+vercieren; en elk volk heeft ten deezen opzigte die kleur verkozen,
+welke hy het meest bemint, en waar by zy ook be/tendig volharden. Zy,
+die wegens hunne afgelegenheid geene gemeenschap met de Europeanen
+hebben, en daar door geen kraalwerk weten te bekomen, verstaan de
+konst, om kraalen van een zwart en zeer hard hout te maken, welken zy
+draaijen, polysten en op eene zeer aartige manier doorbooren. Zy maken
+'er halscieraden van, die naar git gelyken, en een tak van koophandel
+voor hun opleveren.
+
+De vrouwen maken insgelyks, van kraalen van onderscheidene kleuren,
+voorschooten ten naasten by van eene vierkante gedaante, maar van boven
+veel naauwer dan van onderen, en ten hoogsten twee handen breed. Haare
+geheele kleeding bestaat in een van deeze voorschooten, en zy vercieren
+zig met halsbanden, armbanden, en een zoort van ringen, zelfs tot aan
+de enklauwen. Zommige dragen ook aan het been, tot aan de hoogte van
+de kuit, een weefzel van catoen, op het vleesch zelf vast gemaakt,
+het welk zonder hun echter hinderlyk te zyn, de groeijing belet, en
+al de kragt en zelfstandigheid naar boven trekt, zoodanig, dat zy op
+stelten schynen te loopen. Dit belachelyk gebruik is niet algemeen.
+
+Zoo is het ook gelegen met de Roucou, zynde eene roode verw, aan
+dit Land eigen, waar mede de meeste Indiaansche volken hun lichaam,
+aangezicht en zelfs hunne hairen besmeeren.
+
+Twee redenen kunnen hen tot het aannemen van dit gebruik bewogen
+hebben. Voor eerst, om aan hunne huid eene kleur te geven, naar hunne
+natuurlyke kleur gelykende, en die hun toeschynt dezelve te versterken,
+te verfraaijen, en eene eenparigheid en weerschyn aan dezelve te geven:
+de tweede reden is, om door den olyaechtigen aart en zeer sterke reuk
+van dit smeerzel, de groote muggen, en andere insecten te verdryven,
+waar door zy, zonder dit hulpmiddel, dikwils gekweld zouden worden;
+voor al zy, die dicht by de kusten woonen, en in zekere landstreeken,
+alwaar deeze ontrustende insecten in grooten overvloed gevonden worden.
+
+Het is waarschynlyk, dat die volken, die van de Roucou geen gebruik
+maken, de Binnen-Landen bewonen, alwaar men het gemelde ongemak
+niet ondervindt.
+
+Alle Indianen zyn overgegeven aan bygeloof, en zeer luy; maar het
+ontbreekt hun niet aan behendigheid, noch vernuft; en hoe koud zy ook
+schynen te zyn, 'er is misschien geen volk, dat meer levendigheid
+bezit. In weerwil van hunne uiterlyke ongevoeligheid, zyn hunne
+driften ongemeen. Zy leven ongeregeld, en zyn zeer aan den drank
+overgegeven. Hunne haat is onverzoenlyk, en hunne wraakzucht geweldig,
+wanneer zy dezelve zonder gevaar kunnen uitoeeffenen. Niettemin
+zyn zy begaafd met eene zekere natuurlyke billykheid, die in
+hunne daaden uitblinkt, en beginzels van rechtvaardigheid, die
+hun gedrag bestuuren. Zy hebben zelfs eene zoort van beschaafdheid
+en minzaamheid. Hunne onderlinge, gesprekken voeren zy altyd met
+gematigdheid en ingetogenheid. Hunne redeneeringen ademen zagtheid en
+beleefdheid. Zeldzaam hoort men van hun lompe, en nooit beledigende
+uitdrukkingen, Zy weten niet wat het is in scheldwoorden uit te vaaren,
+zelfs wanneer zy, iemand haat toedragen. Hunne burgerlyke beleefdheid
+jegens elkander is niet minder verwonderlyk. De mannen, wanneer zy
+niet naar het veld gaan, brengen doorgaans den dag door in eene groote
+hut, die in het midden van hun gehucht is opgeslagen, en het zy ze
+in of uitgaan, zy laten nimmer na elkanderen te groeten. Bevinden
+'er zig eenige vreemdelingen, vervoegt men zig by hun het eerst. In
+de huisgezinnen heerscht veel eendragt en rust. De vrouwen zyn
+arbeidzaam, zachtzinnig, oplettend, en onderworpen. De mannen zyn aan
+hunne vrouwen zeer gehecht. De gastvryheid is by de Indianen zeer in
+gebruik. Nu en dan geven zy in grooten getale vriendelyke bezoeken aan
+nabuurige volken. Zy blyven verscheiden dagen by elkander, en brengen
+dezelven in vrolykheid door; maar gewoonlyk eindigen zy die, met zig
+gezamemtlyk dronken te drinken, het geen altyd twisten oplevert. Dit
+gebrek, het welk de blanken onder deeze volken maar al te veel hebben
+aangemoedigd, is echter niet moeielyk te verbeteren. Zy geven 'er
+zig meer aan over uit navolging, en by voorkomende gelegenheden,
+dan uit hoofde van eene bestendige gewoonte.
+
+De Indianen, die het Christendom niet omhelsd hebben, schynen geenen
+uitwendigen Godsdienst te hebben: het is echter ontwyffelbaar, dat zy
+een denkbeeld hebben van het Opperwezen, en van de onsterffelykheid
+der ziele. De Godsdienst van de meesten gelykt veel naar die der
+Manicheen, en zy zyn, ten naasten by, met dezelfde vooroeordeelen
+bezet. Zy hebben hunne Toovenaars en Waarzeggers, die tevens de
+Priesters en Artsen der natie zyn. Men heeft in de reize van STEDMAN
+gezien, welken eerbied zy in 't algemeen voor de dooden hebben,
+en dat zy denzelven zoo verre dryven, dat zy hunne beenderen bewaren.
+
+Deeze volken rekenen den tyd naar het toe en afnemen der maan, en het
+zeven-gestarnte, Behalven deezen, onderscheiden zy nog verschillende
+hemelteekenen. Onder den lynrechten hemelkring wonende, bekommeren
+zy zig niet over den afstand der zonne.
+
+De Indianen bemoeien zig bijna in 't geheel niet met de opvoeding
+hunner kinderen. De ouders betoonen eene ongemeene tederheid voor
+hunne kinderen, wanneer zy in hunne eerste jeugd zyn; maar in een meer
+gevorderden ouderdom, schynen zy dezelven niet meer te kennen. Zy gaan
+hun in niets te keer; zy beveelen hun niets; zy berispen hun nooit,
+en durven het zelfs niet doen; want het is niet zonder voorbeeld,
+dat men een zoon zijnen vader straffeloos heeft zien slaan.
+
+Schoon de Indianen weinig spreken, en zelfs stilzwygende schynen,
+hebben zy echter een vrolyken geest, en eene geneigdheid tot
+spotternye: zy zingen by alle gelegenheden; en wanneer zy oploopend
+zyn, ontzien zy zig geene schimpredenen hoe genaamd.
+
+Hun leven verslyten zy byna geheel in ledigheid. Men ziet hun altyd in
+hunne hangmat liggen. Zy brengen 'er geheele dagen in door met praten,
+en met zig in een kleinen spiegel te bekyken, met het schikken van
+hunne hairen, of zoortgelyke vermaken. Zommigen scheppen vermaak in
+aanhoudend op de fluit te spelen, of liever te brommen; men kan het by
+niets beter vergelyken; want hunne groote fluiten maken een geluid,
+eenigermaten gelykende naar het gebulk van een os. De Indianen
+zyn dus uit hunnen aart zorgeloos. Zy arbeiden niet, dan wanneer
+het gebrek of de nood 'er hen toe dwingt: maar het is merkwaardig,
+dat deeze zorgeloosheid in alle omstandigheden geen plaats heeft;
+want het oorlogen, het jagen, het visschen, bezigheden, die kragt
+en werkzaamheid vorderen, met geduld gepaard, behagen hun altyd
+zonderling. De arbeidzaamsten, wier getal niet groot is, houden zig
+bezig met het maken van bogen, pylen, hangmatten, gereedschappen tot
+de huishouding, en met het maken van praauwen en booten.
+
+De vrouwen zyn de slavinnen der mannen. Behalven de zorg van het
+huishouden, zyn zy belast met het beplanten der velden, welken de man
+van de stronken gezuiverd heeft, met het uitwieden van het onkruid,
+met het inzamelen van den oogst, met het gereed maken van den drank,
+van de cassave, met het haalen van hout, en water, met het maken van
+aardewerk; met een woord, zy zyn verpligt zig met alles te bemoeijen,
+buiten de jagt en visscherye: daarenboven moeten zy zomtyds het
+onderhoud voor hunne mannen gaan zoeken, terwyl deeze zig zacht in
+hunne hangmat bakeren.
+
+De veelwyverye is by de Indianen geoeorloofd, meer door gewoonte, dan
+om eenige andere reden. Ieder man is gerechtigd zoo veele vrouwen te
+hebben, als hy onderhouden kan: hy zendt haar te rug, wanneer hy het
+geraden oordeelt; en, zoo hy het goed vindt, laat hy haar geheel en al
+varen, zonder in eeniger manieren voor haar onderhoud te zorgen. By
+verlating van eene vrouw, belast de vader zig doorgaans met de zorg
+over de kinderen.
+
+De Indianen trouwen altyd met hunne nabestaanden, zelfs in den
+tweeden graad van bloedverwantschap. De jongens beschouwen hunne volle
+nichten, als of zy dezelven door een zeker recht van geboorte verkregen
+hadden. Dus trouwen zy haar dikwils, schoon ze niet meer dan twee of
+drie jaaren oud zyn. Ondertusschen neemt de man eene andere vrouw,
+welke hy weg zendt, wanneer dit jong meisjen groot genoeg geworden is,
+om met hem zamen te woonen.
+
+De huwelyken worden in een oogenblik, en zonder eenige plechtigheid,
+voltrokken. Indien een Indiaan een goed visscher, een goed jager, en
+arbeidzaam is, is hy zeer gezien. Zoo dra eene jonge dogter het oog
+op hem geworpen heeft, biedt zy hem drinken aan, en zelfs hout, om by
+zyne hangmat vuur aan te leggen. Zoo hy dit weigert, is zulks een blyk,
+dat hem het meisjen niet gevalt; zoo hy het aanneemt, is het huwelyk
+gesloten. Dien zelfden dag blyft het meisjen niet in gebreken, om haare
+hangmat in de nabyheid van die van haaren toekomenden echtgenoot op te
+hangen. Des anderen daags brengt de jonge vrouw hem eeten en drinken,
+en van dien tyd af neemt zy de zorge van zyne huishouding waar.
+
+De schoonvaders beschouwen hunne schoonzoonen als zoo veele knechts,
+geschikt om hun te dienen, en begeeren dus niet te werken. De nieuw
+getrouwde Indianen houden zig bezig met het hakken van hout, en het
+bouwen van de hut. Zy zyn verpligt te gaan jagen en visschen; met een
+woord, om te voorzien in het onderhoud van de vrouw en kinderen van
+hunnen schoonvader, die met de armen over elkander in zyne hangmat
+blyft liggen. Deeze jong-getrouwde lieden zyn ook nog aan eene zeer
+harde wet onderworpen. Wanneer hunne vrouw voor de eerste maal in het
+kraambedde bevalt, blyven zy in hunne hangmat, welke men aan het dak
+van 't huis vast maakt. Een stuk cassave-brood, en een weinig water
+maken al hun voedzel uit.
+
+Na dit gestreng vasten eenige weken te hebben uitgehouden, laat men
+hen ter neder, en men maakt hun met groote visch-graaten, of tanden
+van eenig wild dier, eenige insnydingen op onderscheiden plaatsen
+van hun lichaam, het geen de Creolen noemen frelanguer. Zeer dikwils
+zelfs geeft men hun verscheiden zweepslagen. Met deeze plechtigheid is
+het nog niet afgedaan. Hy, die vader geworden is, is verplicht zig in
+dienst te begeven by den eenen of anderen ouden Indiaan, en zyne vrouw
+voor eenige maanden te verlaten. Geduurende al dien tyd moet hy zoo
+onderworpen zyn, als een waare slaaf. Hy moet zig onthouden van het
+eeten van varkens-vleesch en grof wild. Wanneer de tyd der slavernye
+vervuld is, gaat men uit om krabben te vangen; men vangt eene zeer
+groote meenigte; men rigt een festyn aan, en drinkt zig dronken;
+vervolgens geeft men in groote statie den man aan de vrouw te rug.
+
+De krygs-bouwkundige FOUCIN, die de oevers der Rivier Oyapoc bereisd
+heeft, spreekt eene zoo algemeen aangenomene zaak eenigermaten
+tegen. "Men heeft stoutmoedig beweerd, zegt hy, dat eene vrouw, in
+het kraambedde bevallen zynde, aan alle de lasten der huishouding
+onderworpen was, en haaren man bediende. Het is niet anders, dan het
+tafereel sterk te overschaduwen, om het belangryk te maken. Maar
+indien men de waarheid hulde wil doen moet men toestemmen, dat de
+vrouwen, die bevallen zyn, negen dagen lang, door de geenen, die
+haar vergezellen, met de grootste gematigdheid behandeld worden, en
+dat zy eerst na afloop van dien tyd haare bezigheden hervatten. De
+mannen, wel is waar, houden hun rust, maar dit is een gevolg van hun
+bygeloof. Zy eeten dan niets als visch; zy onthouden, zig van alle
+zoorten van vleesch, zig overtuigd houdende, dat hun gedrag op het
+lot en het gestel van hunne kinderen invloed hebben zal."
+
+De mannen houden nooit hun middagmaal te zamen met hunne vrouwen:
+de laatstgemelde dienen hun, en geven hun wasch-water, wanneer zy
+hunne maaltyd geeindigd hebben. De Indianen zyn gewoon, wanneer zy
+zitten, hunne hielen plat op den grond te zetten. Echter hebben zy
+een houten stoel, welken zy moule noemen, en waar van zy by het geven
+van bezoeken gebruik maken. Het is een zoort van zitbank, geheel
+uit een stuk gemaakt, en zeer ongemakkelyk, waar van het bovenste,
+byna de gedaante van een boot hebbende, zoo hol is, dat men 'er tot
+aan het midden in zakt, en de knien byna de kin aanraken.
+
+De voornaamste arbeid der Indianen, en die hun het ernstigst bezig
+houdt, is het bouwen van hunne hutten. Dezelve zyn vierkant, maar meer
+lang dan breed; zommige zyn gelyks gronds, andere hebben 'er nog eene
+verdieping boven op. De hooge hut is eene zamenvoeging van eenige
+palen, die in den grond gestoken zyn, van de hoogte van omtrent agt
+of tien voeten, waar over men een planken vloer heen legt, met kleine
+lysten, gemaakt van palmboomen hout, het welk zig gemakkelyk laat
+klooven. Men klimt in deeze hut door middel van stammen van boomen, die
+niet sterk gebogen zyn, en waar op men eenige keepen of voegen gemaakt
+heeft, die in plaats van sporten dienen; maar deeze stammen hebben zoo
+weinig stevigheid, dat zy dan naar de eene, dan naar de andere zyde
+overhellen. Het is zeer moeielyk om 'er met schoenen op te klimmen,
+en nog moeielyker om 'er af te komen. De lage hut is gebouwd van twee
+paalen, waar op eene lange stok of spaar rust, die het geheele gebouw
+ondersteunt. Men legt van alle kanten op dit dak takken van boomen,
+die men vervolgens met bladeren bedekt; en eene kleine deur, aan een
+der zyden gemaakt, vormt den ingang. De Indianen, die aan de oevers
+van de Oyapoc woonen, munten nogtans uit in de manier, waar op zy
+hunne hutten bouwen, welke veel stoutheid en cierlykheid vertoonen,
+uit hoofde van de weinige dikte van het daar toe gebruikte hout.
+
+De Galibis, nabuuren van Cayenne, zyn in hunne huizen byna op elkander
+gestapeld. 'Er zyn 'er, waar in men zomtyds tot twintig en dertig
+huishoudingen telt. De veiligheid, waar mede deeze Wilden onder
+elkander leven, is oorzaak, dat hunne woningen in 't geheel geene
+sluiting hebben. De deuren staan altyd open, en men kan 'er in komen,
+als men wil.
+
+Het uitgestrektste van alle Indische gebouwen is de Taboui, welke
+de Franschen doorgaans de groote hut noemen. Het is eigentlyk de
+plaats, waar de Wilden van dezelfde natie gewoon zyn by elkander te
+komen. Zy houden aldaar hunne vergaderingen; zy ontfangen 'er de
+vreemdelingen; zy houden 'er hunne plechtige feestynen, of liever
+hunne slemp-partyen. De Taboui, die aan het geheele volk gemeen
+is, is eene zoort van overdekte hal of markt, vyftig of zestig
+voeten lang, en tien of twaalf breed. In het midden en aan de beide
+einden, die altyd open zyn, plant men groote gaffels-wyze gemaakte
+staken, waar op men groote stukken hout plaatst, om tot een dak te
+dienen. Vervolgens regelt men de balken, die van boven van het gebouw
+tot naar beneden loopen, alwaar zy op kleine gaffels-wyze gemaakte
+staken rusten, van vier of vyf voeten hoogte, en die in eene reije
+met tusschen-vakken geplaatst zyn. Van binnen plaatst men eenige lange
+dwarshouten, met koorden van heesters vast gemaakt, en dienende om 'er
+de hangmatten der mannen aan op te hangen: want de vrouwen genieten
+het zelfde voorrecht niet; zy zitten gewoonlyk op die zelfde plaats,
+haare hielen op den grond houdende, of op een bank. Het dak van de
+Taboui is gedekt, even als van de andere hutten. Hoe groot deeze
+verblyfplaats ook zy, het timmerwerk is niet minder eenvoudig, noch
+beter uitgedacht, dan dat van alle andere hutten. De plaats, welke
+de Indianen verkiezen, is doorgaans eene hoogte, of de oever van
+eene Rivier. Hunne huizen, die eene groote armoede te kennen geven,
+zyn zonder eenige orde geplaatst; en het nabuurig land-gezicht heeft
+zeldzaam iets aanlokkelyks. De stilte zelfs, die in hunne wooningen
+heerscht, en die nu en dan alleenlyk door het geschrei van vogelen
+of andere dieren wordt afgebroken, is geschikt om angst aan te jagen.
+
+De bouw-orde van de groote en kleine hut is overal dezelfde niet. By
+eenige volken is de eerste getimmerd in eene eironde gedaante van
+ronde houten, die vernuftig zyn zaamgevoegd, en met koorden van
+heesters aan elkander gebonden. Men overdekt dezelve met een dak van
+palmboom-bladeren, het welk rondom afhangt, tot op den afstand van
+omtrent drie voeten van den grond, uitgenomen ter plaatse van den
+ingang, alwaar het zelve een weinig meer verheven is. De lucht en het
+daglicht spelen 'er dus van alle kanten door, zonder eenige hinder
+te kunnen toebrengen. Men is 'er volmaakt beveiligd voor de zon,
+den wind en den regen.
+
+Verscheiden andere hutten van byzondere persoonen zyn langwerpige
+gebouwen, insgelyks van ronde houten gemaakt, dragende een dak van eene
+gevelswyze gedaante, met palmboom-bladeren overdekt. Meestal is, op de
+hoogte van zes of zeven voeten boven den grond, eene zoldering, tot
+een woonplaats voor de byzondere persoonen geschikt. Deeze zoldering
+is gemaakt van stammen van palmboomen, die gespleten en niet breed zyn,
+latende openingen tusschen elkander overig, zoodanig dat de vuiligheid
+'er door valt, en de lucht, zoo wel van onderen, als van ter zyden
+doorspeelt; want het dak zakt niet af tot op de hoogte van deeze
+zoldering. In het benedenste gedeelte is eene afzonderlyke plaats,
+met een beschot afgeschoten, tot verblyf voor de vrouwen, en om
+'er den nacht door te brengen.
+
+Het huisraad en de keuken-gereedschappen der Indianen zyn niet zeer
+talryk, en van weinig waarde. De voornaamste, of nuttigste, zyn hunne
+hangmatten, die doorgaans van catoen gemaakt zyn. 'Er zyn 'er, die
+van eene andere stoffe gemaakt zyn; maar zy zyn zoo gemakkelyk niet,
+zoo wel uit hoofde van de ruwheid der koorden, waar van zy geweven
+zyn, als om dat zy openingen hebbende, men voor het steken der groote
+muggen en andere insecten niet beveiligd is. Om deeze zoort van bedden
+te maken, bedienen zig de Indianen alleenlyk van vier groote stokken,
+van vyf of zes voeten lengte, aan elken hoek met een houten pin, of
+eenig koord van heesters, vast gemaakt. Zy voegen ook verscheiden
+draden catoen, in de lengte en aan beide zyden van dit huisraad,
+het welk een weinig tegen de muur is overgebogen, zeer konstig te
+zamen; waar na zy tusschen deeze draden eene zoort van weverspoel
+laten doorloopen. Zy slaan die draden telkens sterk aan, met een stok
+van zeer hard en een weinig snydend hout. Wanneer het weefzel van de
+hangmat afgemaakt is, maken zy 'er koorden aan vast, om dezelve te
+kunnen ophangen, waar het hun gelieft. De Indianen besmeeren hunne
+hangmatten dikwils met Roucou, gemengd met eenige harst, of met balsem
+van Copaiva, of zelfs met oly. Zy schilderen daar op allerleye zoorten
+van loofwerk, met eene wonderbaarlyke geevenredigdheid. Die bedden,
+waar op men het gemakkelykst slapen kan, zyn de witte hangmatten,
+wel aangeslagen, van zeven voeten in het vierkant. De Indianen in
+Guiana maken dezelven zeer fraay, en van allerleye grootte.
+
+Men gevoelt veel minder warmte in een hangmat, dan in een bed, naar
+de Europeesche wyze gemaakt; en de zieken, die door de koorts zyn
+aangetast, vinden zig merkelyk verligt, wanneer zy 'er eenige uuren
+in hebben doorgebragt. In plaats van een deken, bedienen zy zig van
+een mat, van palmboom-bladeren gemaakt: men spreidt die ook over den
+grond, wanneer men aldaar wil gaan liggen.
+
+Na de hangmatten, zyn de Pagaras dat huisraad, waar mede de Indianen
+zig meest bezig houden. Het zyn manden of korven van verschillende
+grootte en gedaante. 'Er zyn vierkante, langwerpige, en ook ronde. Zy
+zyn met rood en zwart loof werk beschilderd. Die geenen, waar van men
+zig doorgaans bedient, hebben eene langwerpige vierkante gedaante. Zy
+zyn overal dubbeld, en tusschen beiden gevuld met Baroulou-bladeren, op
+dat het water niet binnenwaarts zoude kunnen doordringen. Deeze zoort
+van manden hebben de verdienste, dat ze zeer ligt zyn. Alle dienen
+zy, om 'er kleederen, huisselyke gereedschappen, en levensmiddelen
+in te bergen.
+
+De manier, waar op de Indianen hun aardewerk maken, en verglasen,
+is niet van konst ontbloot. Zy maken potten van eene ongemeene
+grootte, door strooken potaarde op een platten grond naast elkander
+te schikkcn, dezelven te verdunnen, en aan elkander vast te maken:
+zy trekken daar op eenige afteekeningen en beeldtenissen, met eene
+aarde van verschillende kleuren: zy laten die potten vervolgens bakken;
+daar na doen zy 'er van buiten eene zoort van zeer lymig vernis over
+heen, gemaakt van eene gom, Simiri genaamd: zy besmeeren daar mede
+deeze potten, wanneer ze uit het vuur komen, en polysten dezelven,
+eer dat ze koud zyn geworden. Men ziet onder deeze potten zommigen,
+die drie voeten in den omtrek groot zyn. Deeze dienen, om vleesch
+te braden, of gekookte dranken voor feestdagen gereed te maken. Van
+dezelfde stof maakt men ook zeer groote ronde platen, geschikt om de
+Cassave te droogen.
+
+De praauwen of booten, waar van zig de Indianen bedienen, om in de
+Rivieren en langs de Kusten te vaaren, behooren als het meesterstuk;
+van hun vernuft beschouwd te worden. Deeze praauwen, wier ligtheid
+verwonderlyk is, zyn van een uitgeholden stam van een boom, en wel
+van een stuk, gemaakt. Zomtyds zyn zy aan de kanten met stukken
+hout opgehoogd. 'Er zyn 'er, die dertig of veertig voeten lang zyn;
+en andere, die puntsgewyze eindigen, zyn zoo klein, dat zy naauwlyks
+twee of drie menschen kunnen bevatten: ook kantelen zy dikwils om;
+doch de Indianen ontrusten zig daar over niet, dewyl zy het zwemmen
+volmaakt verstaan. Zy keeren hunne vaartuigen dadelyk om, hoosen
+'er het water uit, en gaan 'er weder in.
+
+De manier, waar op zy gewoon zyn die praauwen te bouwen, is zeer
+eenvoudig. Zy zoeken een boom van negen of twaalf voeten dikte, en zoo
+recht, als zy dien maar vinden kunnen: zy maken in denzelven, in de
+lengte, eene opening van negen of tien duimen: vervolgens haalen zy
+'er het hout van wederzyden van binnen uit, wel zorge dragende, dat
+zy dit doen op dezelfde maat van dikte, ten einde de praauwen haare
+rondte zouden behouden. Dit gedaan zynde, keeren zy den boom om, ten
+einde denzelven van buiten te bewerken. Aan het voorste gedeelte maakt
+men denzelven gewoonlyk spitser, en zomtyds zyn de beide uiteinden in
+breedte aan elkander volmaakt gelyk. Voornamelyk houdt men in het oog,
+om 'er over al eene gelyke dikte aan te geven. De dikte van den bodem
+is doorgaans van twee duimen: de zyden van anderhalven duim, en de
+randen slechts van een duim. Om de boot open te maken en te verwyden,
+plant men langs de timmerwerf, die een weinig verheven moet zyn,
+palen op den afstand van drie of vier voeten van elkander. Men legt
+van binnen en van buiten vuuren aan; en wanneer de boom door heet is,
+heeft men een stuk hout, in de gedaante van een nyptang, waar mede
+men de kant van de boot by herhaling naar zig toe trekt, zoo dat
+dezelve in drie of vier uuren tyds geheel moet zyn open gemaakt. Men
+moet altyd water by zig hebben, om de hette van het vuur te matigen,
+in geval het zelve te sterk mogt zyn, en de boot gevaar mogt loopen
+van te verbranden.
+
+De Indianen maken zelden randen aan hunne praauwen, om dat 'er spykers,
+planken, en andere dingen toe noodig zyn, welken zy niet kennen,
+voor al de geenen, die diep landwaarts in woonen. Zy vergenoegen
+zig derhalven, om de kanten van agteren tot vooren met stukken van
+palmboomen, die de dikte van eene halve vuist hebben, op te hoogen. Zy
+weten dezelve aan de praauw zoodanig vast te maken, dat 'er geen
+water kan door komen, zoo de golven 'er niet over heen loopen. Aan
+het agterste gedeelte maakt men een roer vast, of anders bestuurt men
+dezelve met een roeyriem. Het handvat van deeze zoort van riem, veel
+gelykende naar een bakkers schop, eindigt gewoonlyk met een halve maan,
+om het des te beter met de hand te kunnen vast houden. Het gedeelte,
+het welk in het water bewogen wordt, is zeer dun, en wordt aan het
+einde al langer hoe dunner. De Wilden houden zig niet alleen op met
+roeijen, maar ook met zeylen. Hun zeyl is van eene vierkante gedaante,
+en gemaakt van stukken van palmboomen, die in de lengte gespleten,
+en tot latten gesneden zyn, in goede orde naast elkander gerangschikt,
+en met koorden van heesters, of draden van zekere plant, Pite genaamd,
+vast gehecht.
+
+Alle de Indianen zyn zeer bekwaam in de scheepvaart. De heer FOUCIN,
+Officier onder de Ingenieurs, die langen tyd in Guiana dienst gedaan
+heeft, is de Rivier Oyapoc komen afvaaren, onder het geleide van twee
+Indianen. "Elk oogenblik, zegt hy, moet men onaangezien den stroom,
+aan de praauw eene nieuwe wending geven. Indien men den doortocht
+mistte, zoude men tegen de klippen aan stukkea stooten. De eerste
+waterval van deeze Rivier is de gevaarlykste: indien men geen volkomen
+vertrouwen op de Indianen stelde, zoude men waarlyk beaengst worden. Men
+ontmoet aldaar, in zeer naauwe vakken, zeer hooge watervallen. Zonder
+vergrooting gesproken, de kanten van de praauw raakten byna van
+wederzyden tegen de klippen aan. Men vaart altyd werkelyk langs de
+klip, die tegen den stroom over ligt. Het oog der beide Indianen,
+die met roeijen bezig zyn, moet zoo scherpziende zyn, als hunne arm
+sterk is. Zomtyds gaan zy boven op hunne banken staan, om den weg
+juist af te meten; de overweging en de uitvoering volgen elkander
+zoo gezwind als bliksem-straalen: jonge lieden alleen zyn tot deeze
+vaart geschikt. De oudste der roeijers bereikte naauwlyks twintig
+jaaren. Van natuure vrolyk zynde, lachen zy onophoudentlyk. Een vogel,
+een visch, trok hunne aandacht; dadelyk vlogen zy naar hunne pylen. Het
+behaagde my niet, dat zy zig met dit tydverdryf bezig hielden, wanneer
+wy ons in de watervallen bevonden; maar wetende, dat zy niet gaarne
+worden tegengegaan, zeide ik 'er niets van, en ik heb 'er my wel by
+bevonden. Hier uit kan men afnemen, dat hy, die de praauw bestuurt, een
+goed gezicht, zoo wel als kragten, hebben moet. Ik ken geen voorbeeld
+van zulk eene zonderlinge manier van vaaren; zy is zeer merkwaardig;
+men kan ze niet anders, dan met zulk eene roeyriem, te werk stellen."
+
+De gewoone wapenen der Indianen in Guiana zyn de boog, de pylen, en
+de knods, met welke laatste men iemand met eenen slag de herssens
+inslaat. Het is een zoort van liniaal, byna een duim dik, en twee
+voeten lang, in het midden smal, en drie of vier duimen aan de
+beide einden breed, zynde de hoeken als een scherpe vischgraat
+uitgesneden. Dit wapentuig wordt altyd van zeer hard hout gemaakt.
+
+De Palicours bedienen zig van een halve piek of braadspit, welke zy
+Serpo noemen. Het is een meer dan gemeen wapentuig, om zoo te zeggen,
+alleen geschikt voor de voornaamsten des volks. Tot een wapentuig
+van verdediging hebben zy een schild, gemaakt van zeer ligt hout, het
+welk zy van buiten met verscheiden kleuren beschilderen. Het heeft eene
+byna vierkante gedaante, en is van binnen een weinig hol; in het midden
+is een zoort van handvat, om het des te steviger te kunnen vast houden.
+
+Deeze verschillende volken worden elk door een Opperhoofd bestuurd,
+dien wy Capitain noemen. Zyn gezag wordt hem eigentlyk nog by
+verkiezing, nog by erfvolging opgedragen. Wanneer een Opperhoofd oud
+geworden is, en zyn einde wordt te gemoet gezien, heeft het algemeen
+gevoelen reeds bestemd dien geen van zyne naaste vrienden, die het
+meest geschikt is, om hem op te volgen, het zy uit hoofde van zyne
+jaaren, het zy van zyn caracter, of zyne groote gemeenzaamheid met den
+Capitain, die hem reeds bevorens als zynen medehelper, en opvolger
+behandelde. Hy vervult zyne plaats, zonder dat dit eenige moeite of
+wanorde veroorzaakt.
+
+Het gezag van dit Opperhoofd is meer vaderlyk, dan gestreng. Hy is
+belast met de zorge der regeering, met die van 's volks veiligheid,
+en van het onderhoud van weduwen en weezen, enz. Hy geeft geene
+belooning, en oeffent ook geene straffe uit. Zyn vermogen bestaat
+daar in, dat hy eene grootere uitgestrektheid van eigendommen en
+bouwlanden heeft, dewyl hy meerder bedienden heeft; om dezelven
+te doen bearbeiden, zynde zyn huisgezin doorgaans zeer talryk,
+(want hy inzonderheid heeft verscheidene vrouwen,) terwyl elk een,
+tot dit volk behoorende, op zekere tyden, of wanneer hy het vordert,
+het geen echter zelden gebeurt, verpligt is voor hem te arbeiden.
+
+Die naar deezen grooten eere-post staat, verklaart zyn oogmerk,
+door in zyne wooning te rug te komen, met een rondas of schild op
+het hoofd; met nedergeslagene oogen, en eene diepe stilzwygendheid
+in acht nemende. Hy deelt zelfs zyn oogmerk niet mede aan zyne vrouw
+en kinderen; maar zig naar een hoek van zyne wooning begeevende laat
+hy zig aldaar eene kleine verschanssing maken, die hem naauwlyks de
+vryheid overlaat om zig te kunnen bewegen. Daar boven hangt men zyne
+hangmat, op dat hy geene gelegenheid hebben zoude om met iemand te
+spreken. Hy gaat van die plaats niet, dan om aan de behoeften der
+natuur te voldoen, en om de harde beproevingen te ondergaan, welken
+de andere Capitains hem van tyd tot tyd opleggen.
+
+Men laat hem, zes weken lang, een zeer gestreng vasten onderhouden. De
+nabuurige Capitains komen hem des morgens en des avonds bezoeken. Zy
+stellen hem voor, dat hy, om zig den rang, waar naar hy staat,
+waardig te maken, geen gevaar moet vreezen, dat hy niet alleen de
+eere der natie zal hebben te handhaven, maar zelfs wraak te nemen
+over hun, die hunne nabestaanden en vrienden in den oorlog gevangen
+hebben genomen, en dezelven eenen wreeden dood hebben doen ondergaan;
+dat arbeid en vermoeying voortaan zyn deel zyn zullen, en dat hy geen
+ander middel hebben zal, om hoogachting te verwerven.
+
+Na deeze aanspraak, welke hy met zedigheid aanhoort, geeft men hem
+eene meenigte slagen, om hem daar door te kennen te geven, wat hy al te
+lyden zoude hebben, indien hy in de handen van de vyanden zyner natie
+viel. Geduurende de uitvoering daar van, staat hy regt over einde, met
+de handen kruislings op het hoofd. Elke Capitein geeft hem op het lyf
+drie zwaren slagen met wortels van palmboomen. Dit wordt twee malen
+daags geduurende zes weken herhaald. Men slaat hem op drie plaatsen
+van het lichaam, op de borst, op den buik, en op de dyen. Het bloed
+stroomt; en in de zwaarste pyn moet dit aanstaande Opperhoofd geene
+de minste beweging maken, noch de geringste blyk van onverduldigheid
+betoonen. Hy keert vervolgens naar zyne gevangenis te rug, en heeft
+vryheid om in zyne hangmat te gaan liggen; boven dezelve plaats men,
+als zegeteekenen, alle de roeden, die ter zyner kastydinge gediend
+hebben. De jonge lieden, tot zyne wooning behoorende, maken dezelve,
+ook staande dat de kastyding wordt uitgeoeffend; en vermits elke
+Capitain niet meer dan drie slagen geeft, heeft men zeer veele roeden
+noodig, wanneer het getal van die Capitains groot is.
+
+Indien hy dit zes weken lang doorstaat, beproeft men hem nog: op
+eene andere wyze. Alle de Opperhoofden der natie verzamelen zig by
+elkander, deftig uitgedoscht, en verbergen zig, in den omtrek van
+zyne woonplaats, tusschen de struiken, van waar zy een afgryzelyk
+geschreeuw doen hooren. Met de pyl op den boog gespannen, treden zy
+op eene ruwe wyze in zyne woning; zy neemen hem mede, schoon door
+zyn vasten, en de ontfangene slagen reeds sterk verzwakt. Zy dragen
+hem in zyne hangmat, binden dezelve aan twee boomen vast, en doen
+'er hem uitgaan. Even als de eerste keer, bereidt men hem door eene
+aanspraak tot het geen hy zal ondergaan; en om zynen moed op nieuw
+te beproeven, geeft elk hem een en geesselslag, nog veel harder dan
+bevorens. Hy gaat vervolgens weder liggen; en men legt rondom hem
+hoopen van zeer stinkende kruiden, die men in brand steekt, zoo dat
+hy 'er de hette met smarte van gevoelt, maar echter zoo, dat de vlam
+hem niet raken kan. De rook alleen, die hem van alle kanten omringt,
+doet hem zeer veel ongemak lyden. Hy wordt half gek in zyne hangmat,
+en zoo hy in dezelve blyft, vervalt hy in zulke zwaare flaauwten, dat
+men hem voor dood zoude houden. Men geeft hem eenigen sterken drank, om
+zyne kragten te herstellen; maar hy koomt zoo dra niet tot zig zelven,
+of men verdubbelt het vuur, en doet hem nieuwe vermaningen. Terwyl hy
+midden in dit lyden is, brengen alle de anderen hun tyd door met rondom
+hem te zitten drinken. Eindelyk, wanneer zy denken, dat hy op den
+hoogsten trap van zwakte is, doen zy hem een halsband en een gordel om,
+gemaakt van bladeren, welken zy met groote zwarte mieren vullen, wier
+steek uittermaten pynlyk is. Deeze beide verciersels hebben schielyk
+het vermogen, om hem door nieuwe pynen te doen ontwaken. Hy staat op,
+en, indien hy nog kragten genoeg bezit om over einde te staan, giet
+men hem door een zeef een geestryk vocht over het hoofd. Dadelyk gaat
+hy zig in de naast by zynde Rivier of Fontein wasschen, en keert naar
+zyne wooning te rug, alwaar hy een weinig rust kan nemen. Men doet
+hem zyn vasten aanhouden, maar met minder gestrengheid. Hy begint
+klein gevogelte te eeten, doch geene anderen, dan die door de overige
+Capitains gedood zyn. De mishandelingen verminderen, en het voedzel
+vermeerdert trapsgewyze, tot dat hy zyne voorige kragten herkregen
+heeft. Als dan wordt hy verklaart Capitain te zyn: men geeft hem een
+nieuwen boog, en al wat verder tot zyne waardigheid behoort. Intusschen
+dient deeze ruwe beproeving alleen om Krygs-Oversten, of Opperhoofden
+van minderen rang te maken. Om tot den eersten rang verheven te worden,
+moet hy in het bezit zyn van eene praauw, door hem zelven gemaakt,
+en die eenen langduurigen en moeijelyken arbeid vordert.
+
+De manier des Lands, om Artsen, by hen Pieis of Piaies genaamd, te
+maken, is niet minder merkwaardig. Die deezen voornaamen eere-post
+begeert, brengt eerst omtrent tien jaaren door by eenen ouden Arts of
+Piaie, wien hy verpligt is ten dienste te staan, deszelfs onderwyzingen
+ontfangende. Deeze oude Arts geeft acht, of hy de noodige vereischten
+heeft: hy moet boven de twintig jaaren oud zyn.
+
+Wanneer de tyd der beproevinge gekomen is, doet men den aanstaanden
+Arts vasten, met meerder gestrengheid zelfs, dan omtrent den Capitain
+plaats had. De oude Piaies af Artsen verzamelen zig by elkander, en
+sluiten zig met hem in eene hut op, om hem het voornaamste geheim
+van hunne konst, in bezweeringen bestaande, te leeren, In plaats
+van hem te geesselen, laat men hem danssen, doch met zoo weinig
+tusschenpoozing, dat, gemerkt den staat van zwakte, waar in hy zig
+reeds bevindt, hy spoedig in bezwyming nedervalt. Dan doet men hem ook
+gordels en halsbanden aan, vol met groote zwarte mieren. Om hem met de
+geweldigste middelen gemeenzaam te maken, steekt men hem vervolgens
+eene zoort van tregter in den mond, waar door men hem eene groote
+meenigte van tabak-sap doet doorzwelgen. Zulk een vreemd geneesmiddel
+veroeorzaakt hem ontlastingen, die zelfs tot bloedstortingen overslaan,
+en verscheiden dagen duuren. Wanneer deeze laatste beproeving is
+afgeloopen, verklaart men hem tot Piaie of Arts, en dat hy met het
+vermogen, om alle zoorten van ziekten te geneezen bekleed is. Om
+echter die beproeving nog te doen aanhouden, moet hy drie jaaren lang
+vasten, daar in bestaande, dat hy het eerste jaar niets anders eet,
+dan gierst en cassave; het tweede jaar eenige vrugten, met deeze zelfde
+zoort van brood; en het derde jaar, dat hy zig vergenoegt, met daar
+by nog eenig klein gevogelte te voegen. Maar de meeste gestrengheid
+bestaat in het onthouden van sterke dranken. Geene Piaies, of Artsen,
+hebben het recht om hunne konst te oeffenen, dan na deezen loopbaan van
+beproevingen te hebben afgeloopen. Wanneer een van hun by een zieken
+geroepen wordt, onderzoekt hy denzelven, betast hem alle de deelen van
+het lichaam, drukt dezelven, blaast 'er op, en eindelyk maakt hy een
+klein afgeschoten vertrekje in de nabyheid van de hangmat, waar in de
+zieke ligt. Hy overdekt dit vertrekje met bladeren, en begeeft zig in
+het zelve met alle zyne geneeskundige werktuigen, die in eene zoort
+van weitas besloten zyn, en houdende eene groote calebas in de hand,
+gevuld met drooge en harde zaden, veel naar peper gelykende. Dezelve
+dient om den Duivel te bezweeren, dien men altyd als de oorzaak der
+ziekten beschouwt. De Piaie, of Arts, in zyn vertrekje opgesloten,
+schudt deeze calebas om, maakt een groot geraas, zingt, schreeuwt,
+en roept zyne Godheden aan. Hier mede houdt hy aan twee of drie uuren
+lang. Eindelyk, zyne stem veranderende, eenige zaadkorrels in zyn
+mond steekende, en met eene kleine calebas voor den mond sprekende,
+hoort men deeze ontzettende woorden: "De Duivel is tegen den zieken
+uittermaten vergramd; hy wil hem doen omkomen, na hem een geruimen tyd
+gemarteld te hebben." De omstanders, over deeze uitspraak ter neder
+geslagen, maken een akelig geschreeuw, en smeeken den Piais om den
+boozen geest te vrede te stellen, al moest ook alles, het geen het
+huisgezin bezit, daar aan worden te kost gelegd. Hy geeft gehoor aan
+deeze verzoeken, en bezweert den Duivel, om zig te laten bewegen. De
+donderende stem antwoordt, dat deeze of geene zaak daar toe noodig
+is, en aanstonds wordt dezelve gegeven. Vervolgens is het dienstig te
+weten, welke de zitplaats van de kwaal is, en welk geneesmiddel men
+tegen dezelve behoort te bezigen. Daar op volgen nieuwe bezweeringen,
+nieuwe verzoeken en nieuwe geschenken. Wanneer men aan den kwakzalver
+alles gegeven heeft, waar in hy lust had, zuigt hy aan het deel, in
+'t welk de zieke het meeste ongemak gevoelt, en kleine stukjens been,
+welken hy vooraf in zyn mond gestoken heeft, uitspuwende, zegt hy:
+zie daar de oorzaak van de kwaal; haast u dezelve te verbranden,
+en zyt verzekerd, dat de zieke in 't kort hersteld zal zyn.
+
+Deeze voorzegging wordt nu en dan bewaarheid; want 'er worden
+dikwils wonderbaarlyke geneezingen gedaan, door de verbeelding
+op eene levendige wyze gaande te maken. Indien het tegendeel
+gebeurt, en de zieke koomt te sterven, verklaart de bedrieger, dat
+de geschenken aan den Duivel niet met een goed hart gegeven zyn,
+het geen deszelfs gramschap op nieuw heeft aangezet. Een van deeze
+Piaies, of Artsen, meer minziek, dan inhaalend zynde, liet de geenen,
+die hem raadpleegden, van gebrek vergaan, en deedt vervolgens aan
+hunne weduwen den voorslag tot een huwelyk. Hy wierd de man van drie
+vrouwen, welken hy op deeze wyze verkreeg.
+
+Hoe helachelyk ook de voorschriften deezer Artsen zyn mogen, zy worden
+altyd naar de letter uitgevoerd. Van hun eerste bezoek af, schryven
+zy een gestreng vasten aan den zieken, en aan alle zyne nabestaanden
+voor. De Othomacos besproeijen de zieken aanhoudend met koud water;
+eene manier, die hen spoedig van kant helpt. De Quaybas en Chiricos
+dompelen dezelven, tot aan den hals, in geweekte kley, of water, om
+hun van de koorts te geneezen; en schoon men hen doorgaans dood vindt,
+wanneer men 'er hen wil uithalen, blyven zy niettemin by dit gebruik,
+hoe ongerymd en gevaarlyk het ook zyn moge.
+
+De Indianen zyn de meesten hunner ziekten verschuldigd aan de gewoonte,
+om zig al te dikwils met sterke dranken, welken zy weeten te bereiden,
+dronken te drinken. Zy zouden zig zelven kunnen behandelen, indien zy
+minder vooroordeelen hadden. Een zeer groot aantal van hun leeft tot by
+de honderd jaaren. De kennis, welke zy van verscheiden enkelvoudige
+geneesmiddelen hebben, stelt hen in staat, om wonderbaarlyke
+geneezingen te bewerken. BIET beweert, dat zy een zekeren wortel
+hebben, die de vergiftigdste wonden geneest, en de kragt bezit,
+om gebroken pylen uit te trekken. Hy verzekert deezen wortel gehad,
+en op het Eiland Barbados geplant te hebben. Maar waar koomt het doch
+by toe, dat andere reizigers hier van niet spreken?
+
+In weerwil van het zoo even verhaalde, ten aanzien van de Artsen der
+Indianen, beschuldigt men deeze volken, over 't algemeen, van eene
+groote verwaarloozing van alle zieken. Het is hun zeer onverschillig,
+of de zieke eenig voedzel gebruikt, of niet. Wanneer het uur van hunne
+maaltyd gekomen is, vergenoegen zy zig, met, zonder een enkel woord
+te spreken, een gedeelte eeten, het welk men hun heeft toegediend,
+onder zyne hangmat te plaatsen. Met dit al hoort men den zieken
+nimmer klagen, noch het minste geschreeuw maken, welke pyn hy ook
+lydt. Hy sterft met eene verbaazende gerustheid, niets vreezende,
+noch hopende na dit leven. Die geenen van deeze volken, welke de
+onsterflykheid der ziel gelooven, verbeelden zig, dat dezelve rondom
+hunne graven omdwaalt.
+
+
+
+ZESDE HOOFTSTUK.
+
+Behandelingen, welken de Indianen in Fransch Guiana ondergaan
+hebben.--Middelen om hun voor de Voelkplanting nuttig te maken.
+
+In het begin, toen de Franschen zig in Guiana nederzetteden, stelde
+men de Indianen in eenen staat van slavernye, en maakte hen tot een
+voorwerp van koophandel. De Regeering dit hatelyk misbruik verboden
+hebbende, zoo dra zy daar van kennis kreeg, deedt men het zelfde ten
+aanzien van de Indianen, die uit de Binnen-Landen kwamen, en aan andere
+Europeesche volken toebehoorden. Wanneer eindelyk dit laatste middel
+door gestrenge verbonden ontnomen wierd, veroeorloofden zig de blanken,
+van het vertrouwelyk character der Indianen, en hunne geneigdheid
+tot sterke dranken, misbruik makende, om dezelven, gedeeltelyk met
+hunne toestemming, gedeeltelyk met geweld, tot arbeid en diensten te
+gebruiken, waar voor zy hun zeer slegt betaalden.
+
+Wanneer middelen van overreding daar toe niet meer hielpen, stelde
+men beveelen van de Regeering of Bevelhebbers in de plaats. Door een
+gebruik, het welk eenigermaten tot een wet geworden was, bestond het
+loon, het welk deeze arme Indianen voor een maand arbeids genoten,
+in anderhalf el van eene grove roode stof, die men hun voor zes
+livres aanrekende.
+
+De Gouverneurs noodzaakten de sterkste manspersoonen van dit
+merkwaardig volk tot lange en moeijelyke diensten, tot jagen en
+visschen, ten behoeven van de Opperhoofden der Volkplanting.
+
+Hier van was het gevolg, dat deeze ongelukkigen, die, om van hun
+onderhoud zeker te zyn, geduurende het goede jaargetyde hadden
+behooren te arbeiden, naar hunne woonplaatsen te rug keerden op een
+tyd, dat zy zig tot deezen zoo hoognoodigen arbeid niet meer begeven
+konden. By hunne aankomst vonden zy dikwils hun huisgezin ten prooy
+van hongersnood, of ten minsten half vervallen. Wanhoop, ellende,
+slecht voedzel, het welk men zomtyds aan de beesten niet gegeeven
+zoude hebben, deeden hen eindelyk sneeven.
+
+Zulk eene verkeerde handelwyze had tot haaren grondslag het vooroeordeel
+van de meeste blanken, die veroenderstelden, dat deeze Indianen een
+slag van menschen waren, verre beneden hun, en geschikt, om aan hun
+onderworpen te zyn. Dit ongerymd denkbeeld was strydig met de beveelen,
+welken de Regeering ten deezen opzigte altyd gegeven heeft. Dezelve
+had de Indianen voor vrye menschen verklaard, die met de blanken gelyk
+stonden; en nimmer hebben de voornaamste en gegoedste inwooners eenig
+vooroeordeel gehad, tegen de huwelyks verbintenissen met Indiaansche
+vrouwen, noch tegen de kinderen, die daar uit geboren werden, en van
+de Europeesche in 't minst niet onderscheiden zyn.
+
+Zy, die binnen 's Lands, uit hoofde van hunne posten, deeze
+buitensporigheden behoorden tegen te gaan, waren 'er dikwils zelve
+schuldig aan, of ten minsten zy gedoogden dezelven. Zulk een gedrag
+heeft ongevoelig den ondergang of de verhuizing van een groot getal
+Indianen veroorzaakt. Alle de landstreeken in de nabuurschap onzer
+bezittingen gelegen, zyn 'er thans door ontvolkt
+
+De Burger LESCAILLIER, van wien wy deeze byzonderheden ontleenen,
+stelt zig zelven de vraag voor, of men het ongeluk van deeze volken
+niet berokkenen zoude, door hen in de zelfde maatschappye met ons
+te doen leven, en onze zeden en gebruiken te volgen? Hy antwoordt
+neen, mits men hun op eene rechtvaardige wyze behandelde. Door hen
+te beschaven, en in gemeenschap met de blanken te brengen, zeg hy,
+zal men den haat en de jaloersheid uitdooven, die de verschillende
+Indiaansche volken verdeelen; men zal hen allen, ten langen lesten,
+tot een eenig volk zamen smelten. Men zal de vooroordeelen, die hun
+verblinden, doen verdwynen. Zy zullen het zeker vooruitzicht hebben
+op een bestaan, het welk, in hunnen tegenwoordigen staat, maar al ta
+dikwils wisselvallig is.
+
+By de voortbrengzels, die het Land van zelf oplevert, zullen zy
+die geenen voegen, welken de arbeid hun in meerder overvloed en
+volkomenheid bezorgt. Tegen verruiling van hunne waaren, zullen zy zig
+gereedschappen, gewerkte stoffen, koopwaaren aanschaffen, waar van zy
+nu, of in 't geheel niet, of slechts gebrekkig voorzien zyn. Men zal
+voor al zorge dragen, om hun vee van allerleije zoort te beschikken,
+waar voor zy het noodig voedzel verkrygen zullen, door, na het omhakken
+der bosschen, weilanden aan te leggen, Door onder dit volk werkzaame
+blanken te vermengen, zal men hun den landbouw, de handwerken en de
+noodzakelykste konsten der Europeanen leeren. Eenige weinige jaaren
+zullen voldoende zyn, om deeze kwalyk bestuurde, en zoo lang verachte,
+landstreek van gedaante te doen veranderen,
+
+De straks genoemde Bestuurder had eenigen van deeze middelen beproefd,
+en daar van reeds blykbaare uitwerkingen bespeurd.
+
+De Indianen, die onder de zendelingen van Macary waren ingelyfd, hadden
+levensmiddelen, catoen, tabak, voortgeteeld. Zy hadden gezouten visch,
+maniok meel, (couac,) tabak in carotten, op de Brazilsche manier, in
+de hoofdplaats aangebragt: wel is waar, in eene kleine hoeveelheid,
+maar genoegzaam, om daar van voor het vervolg goede gedachten te
+vormen. De meesten droegen kleederen en schoenen naar de manier
+der blanken, wier taal zy ook spraken. De vyf Hoofd-Capitains, of
+Opperhoofden van dit Gewest, beesten gevraagd hebbende, om aan te
+kweeken, deedt men 'er hun eenigen toekomen.
+
+Die van Conani bereikten byna denzelfden trap van beschaafdheid.
+
+De Indianen van de Rivier Aprouago, ten getale van twaalf honderd,
+hebben dezelfde vorderingen gemaakt. Zy hebben gebruik gemaakt van
+de volkomene vryheid, die hun, met opheffing van alle diensten, was
+te rug gegeven, en zy hadden reeds regelmatig aangelegde Catoen- en
+Koffy-Plantagien tot hun eigen onderhoud. Eene aanmerkelyke verhuizing
+van Indianen uit de Binnen-Landen, door het zagter Regeerings-bestuur,
+het welk ten aanzien deezer volken meer en meer werd in acht genoomen,
+uitgelokt, vermeerderde het getal der inwooners in den omtrek der
+Rivier Aprouage.
+
+De Indianen, by de Rivier Kaw woonende, ten getale van meer dan
+vyftig, hadden insgelyks zeer fraaije beplantingen. Zy hadden ook
+het voornemen, om beesten te weiden.
+
+Van de Rivier Kaw, tot aan de Rivier Kourou, vindt men geen enkelen
+Indiaan. By de laatstgemelde waren twee bevolkingen, uit omtrent
+zestig persoonen bestaande, zynde het ongelukkig overschot van een
+zeer groot aantal, die voor de rampzalige volkplanting, in 't jaar
+1763 ondernomen, in dit gedeelte gevonden werden.
+
+Een Planter, genaamd TERRASON, en woonende te Carouabos, omtrent twee
+en een halve myl onder den wind van Kourou, heeft in zyne nabyheid
+een klein Indiaansch volk by elkander verzameld, en eenigermaten tot
+zyn eigen aangenomen. Hy heeft hen tot den landbouw aangemoedigd. Hun
+eenig denkbeeld van onze genietingen gevende, heeft hy hun geleerd
+zig dezelven door hunnen arbeid aan te schaffen. Hy heeft hen vooral
+onderwezen in de konst van beesten te weiden, eene konst, waar van
+hy hun alle de voordelen geleerd heeft.
+
+De Indianen van de landstreek van Siniamary zyn, even als de anderen,
+van alle slaafsche diensten omtrent de blanken vry gesteld. Zy
+hebben beplantingen aangelegd, waar toe men hun eenige gereedschappen
+geschonken heeft.
+
+Anderen van dezelfde nabuurschap hebben om beesten verzogt, Zy
+waren daar toe, zoo door de Regeering zelve, als door het voorbeeld
+der Indianen van Iracoubou, die tien koeyen en een stier ontvangen
+hadden, uitgenoodigd. Men bezorgde hun, twee maanden lang, iemand,
+die hun in het oppassen van hun vee onderrigtte. Dezelfde persoon
+moest zig van tyd tot tyd vervoegen by de andere Indianen, die zig
+op de veefokkerye toeleiden.
+
+Men oordeelde het nuttig te zyn, om in het gedeelte, dat onder den wind
+gelegen is, te Mana en te Marony, twee bevolkingen aan te leggen, en
+daar door eene verzameling van Indianen van geregelde levens-manieren
+te maken. Behalven de oogmerken van burgerlyke beschaving en
+bebouwing der landen, stelde men een geschikt Opperhoofd aan, om deeze
+Indiaansche volken te bestuuren, daar mede bedoelende, om met hun in
+door hun bewerkte goederen handel te dryven, en hunne geduurige reizen
+naar Surinamen voor te komen, van waar zy de benoodigde koopwaren by
+verkiezing gingen halen, niet alleen om dat zy 'er digter by woonen,
+maar vooral, om dat zy dezelven aldaar van betere zoort vinden.
+
+Door deeze middelen, en eene aanhoudende oplettendheid, kan men den
+algemeenen welvaart van eene Volkplanting bevorderen, die al den
+aandacht der Regeering verdient. De volkrykheid der aldaar woonende
+Indianen zal van zelve vermeerderen. Hun voorbeeld zal uit de
+Binnen-Landen, zelfs uit die streeken, welke buiten onze grenspalen
+gelegen zyn, verscheiden van hunne nabestaanden en bondgenooten
+lokken; iets, waar mede zy zig reeds beginnen bezig te houden. Een der
+Capitains had het ontwerp gevormd, om naar Hollandsch Guiana te gaan,
+en zelfs tot aan de Rivier Orenoco, van waar hy dagt verscheiden
+Indianen, zyne nabestaanden of vrienden zynde, mede te brengen,
+door hun berigt te geven van de manier, op welke zy by de Franschen
+werden aangemoedigd.
+
+Het oogmerk van den meergemelden Bestuurder was bovendien, om
+dit volk door huwelyken met de blanken tot eene gemengde zoort te
+maken, en die huwelyken te bevorderen, zoo dikwils hy onder hun een
+vlytig en braaf man, die in eene Indiane zin had, gevonden zoude
+hebben. Insgelyks zoude hy Indianen hebben laten trouwen met blanke
+vrouwen, die van goede zeden en arbeidzaam waren. Men zoude aan de
+mannen landeryen, en aan de vrouwen gereedschappen, werktuigen tot
+den landbouw behoorende, beesten, en dingen van de eerste behoefte,
+tot eene huwelyks-gift gegeven hebben. "Geduurende het kort verblyf,
+door my in deeze Volkplanting gehouden, zegt de Burger LESCAILLIER,
+heb ik slechts twee van deeze huwelyks verbintenissen kunnen beproeven,
+die my zyn toegeschenen volmaakt gelukt te zyn." [16]
+
+Op die wyze zoude men uitgestrekte Landen, die, tot hier toe, byna
+geheel aan de Natuur waren overgelaten, in gelukkige, volkryke
+en wel bebouwde Landstreeken, hervormd zien. Het Fransche volk,
+wiens bezittingen in Guiana niet meer dan groote woestenyen zyn,
+zoude in de daad eigenaar worden van een Land, byna zoo uitgestrekt,
+als Frankryk zelve. Het zoude eene talryke bevolking tot zig trekken,
+bestaande uit eene zoort van inboorlingen, hoedanigen men in geene
+van onze andere Volkplantingen ontmoet.
+
+
+
+ZEVENDE HOOFTSTUK.
+
+Hooge en lage Landen.--Timmer-hout.--Voortbrengzels van Fransch
+Guiana.--Levens-middelen, tot de tafel dienende.
+
+Wanneer men de reize van den Capitain STEDMAN gelezen heeft, is
+het minder noodig, om nopens de voortbrengzels van Fransch Guiana
+breedvoerig te handelen.
+
+In Guiana onderscheidt men, in 't algemeen, hooge en lage
+Landen. Laaten wy met de beschryving der laastgemelden beginnen.
+
+De kusten van Guiana worden byna overal door laage en verdronkene
+landen omzoomd. Dezelve bestaan uit groote vlakten, door het
+afloopen van het zee-water gevormd wordende, waar van veelen kortlings
+opgekomen, anderen zedert eeuwen herwaards aanwezig zyn. Deeze zoorten
+van vlakten worden by elk gety tot de hoogte van een voet, agttien
+duimen, of twee voeten, iets meerder of minder, overstroomd, en loopen
+weder droog. Zy zyn overael bewassen met Paletuvier-boomen, of eenige
+andere groote planten, die op een slyk-grond, waar in men ten minsten
+tot aan de knien inzakt, ondoordringbaare bosschen uitmaken. Van
+dien aart is het Land aan alle de zeekusten, tot de diepte van drie
+of vier mylen, gelyk ook langs de oevers der voornaamste Rivieren.
+
+Men ziet dikwils deeze slykbanken, door de zee aan de kust van Guiana
+aangespoeld, gezwinden voortgang maken, en de roode Paletuvier-boomen
+aldaar welig opgroeijen. Op gelyke wyze vormen zig ook Eilanden in de
+monden der Rivieren, en zelfs hooger, op die plaatsen, waar ebbe en
+vloed plaats heeft. By beurten, zonder dat men 'er eenig juist tydperk
+van bepalen kan, brengt de zee, in plaats van slyk aan te spoelen,
+zand en schelpen op de kust. Als dan vormen zig zandbanken, of eene
+zoort van lange niet zeer hooge duinen, en de roode Paletuvier-boomen,
+die niet dan in zout water groeien, zig van het zelve beroofd vindende,
+sterven van tyd tot tyd.
+
+Deeze lage en verdronkene Landen zyn de vrugtbaarste in de geheele
+Volkplanting; maar 'er valt echter tusschen dezelven eene keuze te
+doen. Zy zyn alle, ja zelfs de meeste, niet van de beste zoort. Men
+kent de vrugtbaarsten daar aan, dat onder eene zwarte, of hoog bruine
+aarde, uit verrotte planten voortgekomen, en naar mest gelykende,
+ter diepte van zestien of agtien duimen, een slykgrond gevonden
+wordt, van eene graauwe of bleek blaauwachtige kleur, overal van
+gelykzoortigen aart, en die zig zeer gemakkelyk laat omspitten. Men kan
+'er insgelyks met de hand, en zonder veel moeite, een stok in steeken,
+al was hy zelfs twintig of dertig voeten lang. Wanneer by dit teeken
+koomt de nabyheid van de zee, welker lucht de Plantagien vrolyker,
+en het verblyf op dezelven gezonder maakt, of ten minsten, indien men
+niet verder dan ten hoogsten twee mylen binnenwaarts van den mond van
+eene Rivier af is, kan men, mits behoorlyk arbeidende, zig van eenen
+goeden uitslag verzekerd houden. Men moet echter ook oplettend zyn,
+om zulke plaatsen te verkiezen, welken de zon gewoon is te beschynen,
+tot op eene zekere hoogte, het geen duidelyk is af te nemen uit de
+grootte van de boomen, en de dikte van die bovenkorst van aarde,
+welke uit verrotte overblyfzels van planten bestaat. Die lage landen,
+welke kortlings door de zee gevormd zyn, zyn al te zacht: men kent
+dezelven aan de jongheid der Paletuvier-boomen.
+
+De aarde, die deeze lage landen tot op eene dikte van twintig duimen,
+overdekt, zakt meer dan de helft in, vermits zy door de lucht en zon
+verdroogt. Deeze aarde is ongetwyffeld nuttig, maar het slyk, dat
+'er onder zit, is tot de voortplanting het meest geschikt.
+
+De lage landen, welken men tot het aanleggen van groote beplantingen
+boven alle anderen behoort te verkiezen, vereisschen in het begin
+meerdere onkosten, dan de hooge landen, om dat men dezelven boven water
+moet brengen. Wanneer het regen-saisoen geeindigd is, namelyk in de
+maand July, moet men zig met het droogmaken derzelven bezig houden. Het
+jaar-getyde, het welk tot deezen arbeid gunstig is, eindigt met de
+maand December. Men kan deeze onderneming niet goed volvoeren, of men
+moet 'er ten minsten honderd duizend livres aan kunnen besteden. 'Er
+zit meer voordeel op het doen van eene groote onderneming, dan van eene
+middelmatige. De kosten van Negers, het eerste oprigten van wooningen,
+en werkplaatsen, het getal der persoonen, die tot huisselyke en andere
+diensten noodig zyn, zyn voor eene kleine Plantagie dezelfde, als voor
+eene groote, Het is ook noodig, dat hy, die dusdanige onderneming doet,
+het vereischte character, standvastigheid en kundigheden bezitte,
+die hem in staat stellen, om zyne onderneming zelf te bestieren:
+anders moet hy een Opzigter zoeken, die kunde, yver en werkzaamheid
+zamenpaart; zeldzaame hoedanigheden, welken men niet te ruim betalen
+kan, wanneer zy zig in denzelfden persoon vereenigen. Zie daar dan
+wederom een nieuw punt van bekostiging.
+
+De hooge of bergachtige landen zyn ten aanzien van de zoort van aarde
+zeer verschillende. De een, die zandig is, en op eene groote vlakte
+niets dan lage planten voortbrengt, wordt Savane, of zand-woestyn
+genoemd. Op zommigen derzelven echter wassen groote boomen, waar onder
+men 'er vindt van die zoort van hout, het welk men onvergankelyk
+noemt, en ander hout van de meest gewaardeerde kleuren. Eenige
+deezer landen bestaan uit een mengzel van zand, en blaauwachtige
+kley, waar in weinig zelfstandigheid gevonden wordt. In zeer veelen
+is een mengzel van zwart zand en yzerachtige deelen. Men vindt 'er
+zonder steenen, anderen wederom vol steenen, en eindelyk eene derde
+zoort, geheel met rotsen bedekt. Deeze steenen en rotsen bevatten
+yzer, of granit-steenen. De landen, die, of over 't geheel, of in
+afzonderlyke gedeelten, zulke steenen opleveren, bestaan uit eene
+aarde, dan eens zwartachtig, dan eens graauw, geel of roodachtig,
+met eene verscheidenheid van mengelingen en schakeeringen.
+
+Schoon voornaame Schryvers [17] van Guiana sprekende, over 't algemeen,
+zig verklaaren tegen het bebouwen der hooge landen, als zynde koud
+en onvruchtbaar, verdienen zy egter alle dit oordeel niet. Men vindt
+aldaar eenige Plantagien, die naar den wensch van hunne eigenaars
+zyn uitgevallen. Op de hooge landen bezit de Staat eene groote en
+schoone Plantagie van Nagelboomen, die volmaakt wel gelukt is. Met
+dit al is het eene waarheid, dat deeze hooge landen grootendeels
+weinig geschikt zyn tot het aanleggen van groote beplantingen, die
+eenen ryken en vetten grond vorderen, en dat de meeste lage landen
+den voorrang verdienen.
+
+De eerstgemelde hebben niettemin ook eenige voordeelen. Men kan
+dezelven gemakkelyker tot stand brengen; zy brengen veel eer vrugten
+voort, en vereisschen veel minder kosten. Men vindt 'er de beste
+zoort van hout. Aldaar zyn ook aangenaame liggingen, af hellingen,
+die tot zekere zoort van handwerken byzonder geschikt zyn, stroomend
+water, en steenen tot het maken van gebouwen. Deeze zelfde landen zyn
+meer geschikt tot her planten van Manioc, die het voornaamste voedzel
+uitmaakt voor de arbeiders, landbouwers en inboorlingen. Daarenboven
+zyn zy nooit wel bearbeid geworden. Nimmer heeft men 'er geweten,
+wat het was den grond om te ploegen, zoo als men dit in Frankryk,
+en in de meer gevorderde Volkplantingen doet.
+
+Men kan op die gedeelten der hooge landen, die in de Savanen
+liggen, fokkeryen van groot vee met hoop van eenen goeden uitslag
+aanleggen. Met de behoorlyke voorzorge zoude de fokkerye van paarden
+'er zelfs gelukken. Fransch Guiana bevat bovendien in verscheidene
+landstreeken geheele bergen, waar in yzer-mynen van een uitmuntend
+alloy, en tot allerleye werk, zelfs tot het maken van geschut,
+geschikt, gevonden worden. De mynstoffen zyn hier ryk en in
+overvloed. Het levert van vyf-en-veertig tot tachtig ten honderd
+op. De plaatsen, waar dezelve voor handen zyn, zyn met hout bedekt,
+het geen de bewerking der mynen zeer gemakkelyk maakt.
+
+Eene der voornaamste rykdommen van Guiana bestaat in een groot aantal
+van onderscheidene zoorten van timmerhout. Men kan die in drie zoorten
+verdeelen. De eene, bekend onder den naam van zacht of wit hout, moet
+geheel en al worden weggeworpen, als veel te ligt, en van te korten
+duur zynde. Tot deeze zoort behooren de Mapa, de Pekeia, en het Bananen
+hout. De andere zoorten van eenen geheel tegenstrydigen aart, als de
+voorgaande, zyn hard, in een gedrongen, en zwaar, grootendeels van
+eene bruine of donkere kleur, maar zomtyds rood, of helder geel. Deeze
+wederstaan den bytel en de zaag. Het erf van dit hout is glad en
+fyn, en het is voor de fraaiste polysting vatbaar. Dit hout heeft
+billyk den naam van onvergankelyk hout verdiend; eene uitdrukking,
+waar door men niet letterlyk verstaan moet, dat het nooit vergaat,
+maar dat het veel beter stand houdt, dan het beste van ons hout,
+misschien by voorb. in de evenredigheid van tien tot vyftig jaaren.
+
+Onder de derde zoort vindt men 'er verscheiden, die de schoonste
+stukken, in lengte en breedte, opleveren, om tot het bouwen van schepen
+te dienen. Hier toe behooren het courbari-hout, het bagasse-hout,
+het acoma-hout, het balata-hout, het couratari-hout, het agouti-hout,
+het macaco-hout, het groen ebben-hout, het pok-hout, het yzer-hout,
+het hout, genaamd coeur-dehors, het letter-hout, het satyn-hout, het
+tendre a cailliou, het hout van St. Martin, het mannetjes roozen-hout,
+en verscheide andere zoorten. Het gewigt van een vierkante voet van
+deeze zoorten van hout verschilt van tachtig tot drie en negentig
+ponden, en daar het gevolgelyk zwaarder is, dan eene gelyke hoeveelheid
+water, zoo dryft het zelve niet.
+
+Echter is 'er nog eene zoort tusschen de eerste, die tot niets dient,
+en de andere, die ongemeen hard is. Deeze zoort van hout is vast, en
+minder moeielyk om te bewerken. Hier toe behooren het acajou-hout,
+het violetten- of amaranthus-hout, het zwart ceder-hout, het geel
+cederhout, het wyfjes roozen-hout, enz. enz. Dit hout weegt van
+veertig tot zeventig ponden de vierkante voet, en dryft by gevolg op
+het water. Het is tot onderscheidene gebruiken in den zee-scheepsbouw
+geschikt.
+
+Onder deeze onderscheidene zoorten van hout zyn 'er, die eene
+bittere of speceryachtige hoedanigheid hebben, die de insecten en
+zee-wormen, voor de schepen zoo verderffelyk zynde, verdryven. 'Er zyn
+wederom anderen, die in het water versteenen, en in het zelve nimmer
+vergaan. Men ziet 'er in de bosschen van Guiana, die door ouderdom,
+of eenigen stormwind omgevallen, een reeks van jaaren lang, de guurheid
+van het weder, en eene byna aanhoudende vochtigheid hebben doorgestaan,
+zonder dat zy daar door verder, dan in het spint, bedorven waren.
+
+Men heeft ligtvaardigryk en zonder onderscheid te maken, tegen alle
+deeze zoorten van hout tegenwerpingen gemaakt, die dezelven hebben
+doen verwerpen.
+
+De eerste is derzelver groote zwaarte. Maar deeze zwarigheid
+beantwoordt zig ligtelyk in deezer voegen, dat de scheeps-timmerman,
+na zyne berekening gemaakt te hebben, van het zwaarste hout die
+gedeelten maakt, welke onder water zyn, en de hoogere gedeelten van
+ligter hout, het welk dit land insgelyks oplevert. Hy zal daar door
+het middenpunt van zwaarte van zyn schip des te meer naar de laagte
+drukken, en het zal daar door veel minder ballast noodig hebben,
+en een grooter ruim uitleveren.
+
+De tweede zwarigheid tegen dit hout is deszelfs al te groote
+hardheid. Schoon dit deszelfs deugd bewyst, heeft nogtans deeze
+tegenwerping eenigen grond. De werkzaamheden van den scheeps-timmerman
+zouden daar door zekerlyk vermeerderd worden, maar daarentegen zoude
+het werk van eene groote duurzaamheid en van eene onvergelykelyke
+stevigheid zyn.
+
+De derde tegenwerping wordt ontleend van de moeielykheid in het hakken
+van dit hout, en de kosten der vervoering. Men beweert, dat dit hout
+veel te duur zoude komen te staan. Dit zoude ook in de daad zoo zyn,
+indien men het ging haalen uit die landstreeken, die verre van de
+Rivieren en Zee-kusten zyn afgelegen; maar men treft het in groote
+meenigte aan in de nabyheid van de Rivier Oyapoc, werwaarts de toegang
+zeer gemakkelyk is.
+
+De bosschen en binnen-landen van Guiana brengen, behalven verscheidene
+zoorten van timmerhout, ook voort Banilje, Salsaparilla, elastieke
+gom, Gom Copal, en veele anderen. Men vindt aldaar verschillende
+zoorten van natuurlyke speceryen, als kreeften-hout, en de Puchiri,
+een zoort van muscaat, de balsem Copaiva, de balsem Peru, de kassia,
+de simaruba, de ipecacuanha, de pareira-brava, eene wasch van planten,
+zwarte wach, anders bekend onder den naam van wasch van Guadeloupe,
+uitmuntende honig, een zeker goed, mieren-nest genaamd, en bestaande
+uit een zagt dons, van eene geelachtige kleur, het welk men vindt op
+uitloopende bladeren van den Latanus-boom, en dat eene hoedanigheid
+bezit verre boven de beste bekende zwam, om het bloed te stelpen;
+eindelyk ook hout, om verswaaren van te maken, en een aantal andere
+voortbrengzels, die nog geenen naam hebben.
+
+Geheele bosschen van Cacao-boomen groeijen ook natuurlyk in het
+binnenste gedeelte des Lands, maar op verre afstanden. Het bevat
+ook mynen van dat fraaije rots-kristal, het welk men, onder den naam
+van steenen van Cayenne ook wel aan het strand, en aan de oevers van
+zommige Rivieren ontmoet.
+
+De eerste voortbrengzels van dit Land waren de Roucou, het Catoen
+en de Suiker. De korrel van de laatstgemelde is veel grooter, en
+beter gekristalliseerd, dan op de Eilanden. Het catoen is ook van
+eene ongemeene fraaiheid, en is altyd in den koophandel veertig
+of vyftig guldens op de honderd ponden meer waardig, dan dat van
+de Eilanden. Men weet, dat men te Cayenne de Roucou beter, en in
+grootere meenigte maakt, dan in alle andere Volkplantingen. Cayenne
+was de eerste onder alle Fransche Volkplantingen, alwaar koffy geteeld
+werdt. Het is bekend, dat na de Moka-Koffy die van Cayenne de beste
+is. Men is altyd in het begrip geweest, dat het eenige overloopers
+waren, die, in 't jaar 1721, dezelve van Surinamen, werwaarts zy
+gevlucht waren, medebragten, en daar door Vergiffenis van straf
+erlangden; zeker Geschiedschryver heeft in 't kort opgegeven, dat dit
+eene weldaad was van LA MOTTE AIGRON, die, in 't jaar 1722, middel
+wist, om versche koffy-boonen uit deeze Hollandsche Bezitting mede
+te brengen, in weerwil van het verbod, om dezelve, nog in de schil
+zittende, te mogen uitvoeren. Tien of twaalf jaaren later, plantte
+men Cacao, die weelig voortteelde. De Indigo, of liever de plant,
+waar van de Indigo voortkoomt, kwam voorheen zeer goed te Cayenne
+voort, en dezelve was zeer geacht. "Deeze plant, die de voornaamste
+rijkdom der Volkplanting uitmaakt, zegt BARRERE, is zoo sterk in
+verval geraakt, en brengt thans zoo weinig op, dat het naauwlyks
+der moeite waardig is". Het schynt, dat men de reden daar van in de
+plant alleen niet zoeken moet. De Indigo is, volgens DE PREFONTAINE,
+(in zyn Maison rustique de Cayenne,) eene den beste aankweekingen in
+America, maar ook een van de teederste. 'Er wordt aan de zyde van hem,
+die dezelve wil voortteelen, de grootste oplettendheid vereischt,
+en misschien ook de beste zoort van grond. "ROUSSEAU, dus vervolgt
+dezelfde Schryver, is de eenige, wien het gelukt is, om met voordeel
+Indigo te maken. Hy heeft de zyne tot die fraayheid gebragt, dat zy,
+die lust hebben om dit vak van landbouw te beoeffenen, daar door
+behooren te worden aangemoedigd; en dit wederspreekt de voorgewende
+onmogelykheid, als of de inwooners van Cayenne in dit vak niet zouden
+kunnen slagen". Nieuwere berigten brengen mede, dat de Indigo op lage
+landen zeer wel voortkoomt; maar zy vordert oppassing, zonder welke
+alles te gronde gaat.
+
+De Oost-Indische speceryen, en alle de lekkerste vruchten der warme
+Landen, groeijen welig in Guiana. Verscheiden komen 'er even goed
+voort, als op de Moluksche Eilanden, of op Ceylon. Men kan zig onder
+anderen tot bewys beroepen op de beplanting van Nagelboomen, welke men
+aantreft op de Plantagie la Gabrielle, den Staat toebehoorende. Deeze
+boomen hebben aldaar vrugten voortgebragt, die in hoedanigheid aan
+de Oost-Indische gelyk bevonden zyn. De eerste planten zyn van Isle
+de France naar Cayenne overgebragt, alwaar zy onder het opzigt van
+MAILLERT DU MERLE zyn geplant geworden. In 't jaar 1778 ontfing RAYNAL,
+die door de geheele weereld kennis en gemeenschap had, van daar een
+tak, waar aan de kruidnagelen gevonden werden. Volgens het berigt
+van den Burger LESCAILLIER, hebben de jaaren 1785, 1786 en 1787 deeze
+vrucht, telkens met eene jaarlyksche vermeerdering, voortgebragt, tot
+dat men in de jaaren 1788 en 1789, op deeze Plantagie la Gabrielle,
+verscheiden honderde ponden heeft ingeoeogst. By zyn vertrek van Guiana,
+in 't jaar 1788, bevondt zig deeze Plantagie in eenen bloeijenden
+staat.
+
+Behalven deeze voortbrengzels, de bron van groote rykdommen,
+levert de grond der Volkplanting van Cayenne alles op, wat tot
+levens-onderhoud van derzelver inwooners noodig is. De tuinen zyn
+aldaar vol met moeskruiden, als latuw, kervel, pimpernel, cichorey en
+sellery. Men teelt aldaar kleine erweten, komkommers, kampernoeljes,
+water-meloenen, die van een lekkeren smaak zyn. De Fransche vrugtboomen
+kunnen, wel is waar, zig naar deeze luchtstreek niet voegen, maar
+men heeft in derzelver plaats de vrugten van dit Land, als de geele
+en witte Ananas, de Papaye, en eenige anderen, die op verschillende
+wyzen worden ingelegd. Men weet, dat de citroenen en orange-appelen
+aldaar in zoo grooten overvloed zyn, dat men 'er weinig werk van maakt.
+
+Het is veel aangenaamer zyn verblyf te houden op de Plantagien,
+dan te Cayenne zelve. Men heeft aldaar aan niets gebrek, vooral by
+de Planters, die eenigzints bemiddeld zyn, en vooral, wanneer 'er
+koopvaardy-schepen aankomen. Men houdt doorgaans eene wel voorziene
+diergaarde, alwaar men varkens, kalkoenen, eendvogels, duiven en
+hoenders aankweekt, die goed zyn om te eeten, wanneer men ze eenigen
+tyd met geerst gevoed heeft. Daarenboven heeft men een en zelfs meerder
+jagers en visschers, die wild en visch bezorgen: de laatstgemelde is
+uitmuntend. Behalven de zoorten, die aan de Eilanden onder den wind
+gemeen zyn, leveren de Zee en Rivieren eene meenigte anderen op,
+die elders geheel onbekend zyn. De Krabben verschaffen ook een zeer
+voornaam levensmiddel. Zy zyn het gewoone voedzel der Indianen, en van
+de min gegoede inwooners. Deeze dieren teelen in het oneindige voort,
+om dat men de oplettendheid gebruikt van alleen de mannetjes-krabben
+te vangen, en de wyfjes te laten, die altyd eene verbaazende meenigte
+eijeren in zig hebben.
+
+Onder de water-vogelen telt men de Ganzen, de Eendvogelen, de
+Lepelganzen, de Fregat-vogelen, allen goed om te eeten. De land-vogelen
+zyn graauwe Patryzen, zoo dik als een Kapoen, en zeer goed van smaak,
+schoon een weinig droog; Faisanten, die kleiner, en zoo goed niet zyn,
+als in Frankryk; Ringelduiven, Tortelduiven, Merels, Leeuwriken,
+Brom-vogeltjes; en eene meenigte andere groote en kleine vogelen,
+waar onder men moet rekenen de Papegayen, die zeer talryk zyn, en
+eene uitmuntende soep verschaffen.
+
+Men kweekt ook Schapen, Geiten, en verscheiden kudden van Ossen aan. Om
+hun goed weiland te bezorgen, steekt men in de maanden Augustus en
+September, de Savanen in brand. Deeze landen, dus afgebrand zynde,
+doen, in het begin van het regen-saisoen, heerlyk gras uitspruiten. Dus
+zyn de ossen en schapen in Guiana van beter smaak, dan op de andere
+Eilanden. Men brengt aldaar meel, spek, en allerleye zoorten van
+wyn; als mede een groot aantal gewerkte stoffen, die tot kleeding
+noodig zyn.
+
+Met zoo veele voordeelen, door de Natuur zelve geschonken, zal
+ongetwyffeld de Volkplanting van Fransch Guiana voorspoedig zyn,
+wanneer vreedzamere omstandigheden gedogen zullen, dat de Regeering
+en byzondere persoonen 'er zig mede bezig houden. Deeze landstreek
+maakt eene Volkplanting uit, waar van de Stad Cayenne de hoofdplaats
+is. Men weet aldaar van geene in- en uitgaande rechten, waar mede de
+koopwaaren bezwaard zouden worden.
+
+EINDE VAN HET VIERDE EN LAATSTE DEEL.
+
+
+
+
+
+BERICHT VOOR DEN BINDER.
+
+Plaat.
+
+XL. De beruchte GRAMAN-QUACY; te plaatsen tegen over
+
+XLI. De Haay en Zuigervisch
+
+XLII. Kaart van een gedeelte van Fransch Guiana
+
+
+
+
+
+NOOTEN
+
+[1] Het is een heestergewas of boompje van middelmatige hoogte. Het
+brengt een of meer stammen voort van een duim in den omtrek, die zes
+of agt voeten hoog groeijen, alvoorens takken te doen uitspruiten. Tot
+dat de stammen beginnen takken te schieten, zyn zy over haare geheele
+lengte van bladeren voorzien, die zy doorgaans na het vormen der
+takken laten vallen.
+
+De stam van dit boompjen is langwerpig rond en grysachtig. De
+jonge uitspruitzels hebben eene groene schors met eenige weinige
+witte stippen; die van de takken is, in het eerste begin, van eene
+fraaije roode kleur naar het bruine hellende, en ouder wordende met
+eenige grysaechtige lynen geteekend. De bladen groeien wederkeerig,
+en bestaan uit drie of vier reijen van blaadjes zonder steelen, maar
+van eene eironde gedaante. Het Quacy-hout is zelden zonder bladeren.
+
+Dit boompje is alleraeangenaamst voor het gezicht, uit hoofde van de
+meenigte zyner roode bloemen, en de verscheidenheid van kleuren in
+deszelfs bladeren. De wortel, het eenige gedeelte van den boom, het
+welk gebruikt wordt, is ligt, en geheel van week hout; deszelfs schors
+is fyn, grys en knoestig, en op zommige plaatsen als gespleeten. Deeze
+wortel is, even als de geheele boom, uittermaten bitter. Men oordeelt
+dit hout zeer balsemaechtig te wezen, en door zyne bitterheid geschikt,
+om zuure stoffen en verrotting te wederstaan. Men bedient 'er zig in
+America van tegen de tusschenpoozende, aanhoudende, kwaadaeartige,
+en rotkoortsen. Men neemt het in als een poeder, en, om des te
+beter te werken, als een afkookzel in wyn of water. Het is nog maar
+weinige jaaren geleden, dat dit middel in Europa in de Geneeskunde
+is ingevoerd. Men bedient zig ook van een aftrekzel van dit hout
+in wyn, tegen de jicht, en om de maag te versterken. In een woord,
+het Quacy-hout kan het gebrek van de Kina vervullen.
+
+Aanteek. van den Franschen vert.
+
+[2] De koffy wierd in 't 1554. uit Arabie naar Constantinopolen
+overgebragt.--Omtrent in het midden van de zestiende eeuw wierd
+derzelver gebruik te London ingevoerd; en in 't jaar 1728, plantte
+de heer NICOLAAS LAWS de eerste Koffyboon te Jamaica.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+Men heeft reden te gelooven, dat de Italianen de eerste onder de
+Christen volken zyn, by welken deeze beroemde drank is ingevoerd. Zy is
+vervolgens voor het jaar 1643 naar Parys overgebragt. 'Er zyn bewyzen,
+zegt AUBLET, dat geduurende de regeering van LODEWYK XIII, onder het
+kleine Gerechtshof te Parys, gekookte koffy verkogt wierd, onder den
+naam van cahove of cahovet. De Turken noemen dezelve cahveh, het welk
+koomt van het waord cahoah of cahoueh, waar door de Arabieren dien
+drank aanduiden, dien zy het eerst gekend en in gebruik gebragt hebben;
+schoon dit Arabisch woord allen drank in 't gemeen beteekent. Het is
+waarschynlyk, dat 'er niet zeer veel van verkogt wierd, en dat dit
+niet lang geduurd heeft.
+
+Het jaar 1669, in onze Geschiedenis over bekend door het plechtig
+Gezandschap van SOLIMAN AGA, die door Sultan MAHOMET IV aan LODEWYK
+XIV gezonden wierd, moet gehouden worden voor het waare tydperk van
+de eerste invoering van het gemeene gebruik der koffy te Parys. Deeze
+Gezant, en zyn gevolg, boden, volgens de gewoonte van hun Land, deezen
+drank aan de Hovelingen, en verdere persoonen, die uit beleefdheid
+aan den Turkschen Minister een bezoek gaven, waar door veele inwooners
+deezer hoofdstad 'er smaak in kregen, en 'er zig aan gewenden.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+[3] Alle vrylating is, in de Volkplanting van Surinamen, aan de
+volgende bepalingen onderhevig: indien dezelve geschiedt ten voordeele
+van een manspersoon, is deeze genoodzaakt de Volkplanting tegen
+derzelver binnen- en buitenlandsche vyanden te dienen: de vrygelatene,
+van welke kunne die ook zy, kan geen getuigenis geven tegen zynen
+ouden meester; en indien hy in de Volkplanting koomt te sterven,
+erft zyn voorige meester het vierde gedeelte zyner nalatenschap.
+
+Aanteek. v. d. Schryver.
+
+[4] Daar de laatstgemelde zynen post kortlings heeft nedergelegd,heb ik
+het genoegen het Publiek te berigten, dat de Heer FREDERIK, die brave
+Officier, waar van ik zoo dikwils gesproken heb, en die, eenigen tyd
+bevoorens, onder het krygsvolk der Societeit van Surinamen te rug
+keerde, in het jaar 1792. tot Gouverneur der Volkplanting benoemd
+wierd.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[5] Deeze Officiers, welken men steeds als de waare vertegenwoordigers
+van de Schotsche Brigade beschouwde, zagen hunne braafheid beloond door
+het herstel van deeze oude krygsbende, onder bevel van den Generaal
+FRANCIS DUNDAS; en dezelve wierd naar Gibraltar in bezetting gezonden.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[6] Haar broeder HENDRIK, die zyne vryheid verkregen had, ondervond
+het zelfde lot.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[7] Expose des moyens de mettre en valeur & d'administrer la
+Guiane.--Een Deel in 8vo; met een Kaart: by DUPONT, rue de la Loi.
+
+[8] Dit is geschreven in 't jaar 1786. De hoeveelheid van de
+voortbrengzels deezer Volkplanting is tegenwoordig ten minsten
+verdubbeld.
+
+[9] De Hollandsche roede is van 12 voeten Rhynlandsche maat, het welk
+ten naasten by 11 Fransche voeten. (of 3 metres, 572,) uitmaakt.
+
+[10] De groote verwagting, die men van Fransch Guiana had opgevat, deed
+aan het zelve eenigen tyd den naam geven van Middel-lynig Frankryk,
+of France Equinoxiale.
+
+[11] De Burger LESCAILLIER ontvouwt dit verschynfel op eene voldoende
+wyze, in zyn werk, ten titel voerende: Expose des moyens de mettre en
+valeur, & d'administrer la Guiane, &c. chez Dupont, imprimeur-libraire,
+rue de la Loi, N. 1231.
+
+[12] PIERRE BARRERE, Correspondent van de Koninglyke Academie der
+Wetenschappen te Parys, en Genees-Kruidkundige van den Koning op het
+Eiland Cayenne.
+
+[13] ANTOINE BIET, de opperste der Zendelingen, die toen naar Guiana
+vertrokken, verhaalt, dat elk der deelgenooten, welken men Seignieurs
+associes noemde, het bevel wilde voeren. ROIVILLE lag ziek, toen hy
+vermoord wierd. Hy scheen 't lot, het welk hem over het hoofd hing,
+te voorzien, en was zeer ontroerd van geest. Den 17 September 1652,
+omtrent middernacht, werd BIET door een zeer sterk geraas ontwaakt;
+en op het zelfde oogenblik hoorde hy een geroep: Werp dien schurk in de
+zee. Willende zien wat 'er gaande was, wierd hy te rug gestooten. Kort
+daar op deeden hem de moordenaars by hun komen. Hy beklom de hut, en
+schrikte op het zien van het bed van den Generaal, geheel met bloed
+besmet, en waar op twee bebloede baijonnetten lagen. Men verklaarde
+aan den Zendeling, dat de deelgenooten raadzaam geoeordeeld hadden
+zig te ontdoen van eenen man, die het voornemen had hen allen van
+kant te helpen. BIET ging heen; maar des anderen daags liet men hem
+wederkomen, hem aanzeggende, dat hy den dood van den Generaal aan
+al het scheepsvolk zoude hebben bekend te maken. De Geestelyke was
+'er zeer verlegen mede. Hy besloot echter te gehoorzamen, maar hy
+deed zulks, zonder den gepleegden moord te rechtvaardigen.
+
+[14] Men kan niet zonder yzing aan den naam van Kourou denken, zegt
+de Burger LESCAILLIER; aan die plaats, alwaar 13000 menschen het leven
+lieten, en de slachtoeffers werden van een ontwerp, het welk misschien
+uitvoerlyk geweest was, indien het met gematigdheid en voorzorge was
+aangelegd geweest; alwaar de Staat dertig millioenen aan onkosten
+verspilt heeft, met geen ander gevolg, dan dat, deeze ongelukkige
+Volkplanting een geruimen tyd haare achting verloren heeft; terwyl men
+aan den aart der luchtstreek toeschreef, het geen slechts de misslag
+der Regeering, en het gevolg van een verkeerd overleg was. (Expose
+des moyens de mettre en valeur, & d'administrer la Guiane, an VI.)
+
+[15] In de ver af gelegene Binnen-Landen zyn Indianen van eene
+verhevene gestalte, en sterk gespierd.
+
+[16] Ik vermeene alhier, ter eere van deeze beide huwelyks
+verbintenissen, te moeten herinneren, dat het geen de Burger
+LESCAILLIER gedacht en beproeft heeft, overeenkoomt met den raad,
+door RAYNAL gegeven, in zyne Histoire Philosophique des deux Indes,
+Liv. XIII. Tom. III. pag. 359. & suiv. Edit. in 4.
+
+[17] Zie RAYNAL, Livr. XIII. pag. 291. Edit. in 4.
+
+
+
+
+
+End of the Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen en door de
+binnenste gedeelten van Guiana, by John Gabriel Stedman
+
+*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN ***
+
+This file should be named 7rns410.txt or 7rns410.zip
+Corrected EDITIONS of our eBooks get a new NUMBER, 7rns411.txt
+VERSIONS based on separate sources get new LETTER, 7rns410a.txt
+
+Produced by Jeroen Hellingman
+and the Online Distributed Proofreaders Team
+
+Project Gutenberg eBooks are often created from several printed
+editions, all of which are confirmed as Public Domain in the US
+unless a copyright notice is included. Thus, we usually do not
+keep eBooks in compliance with any particular paper edition.
+
+We are now trying to release all our eBooks one year in advance
+of the official release dates, leaving time for better editing.
+Please be encouraged to tell us about any error or corrections,
+even years after the official publication date.
+
+Please note neither this listing nor its contents are final til
+midnight of the last day of the month of any such announcement.
+The official release date of all Project Gutenberg eBooks is at
+Midnight, Central Time, of the last day of the stated month. A
+preliminary version may often be posted for suggestion, comment
+and editing by those who wish to do so.
+
+Most people start at our Web sites at:
+http://gutenberg.net or
+http://promo.net/pg
+
+These Web sites include award-winning information about Project
+Gutenberg, including how to donate, how to help produce our new
+eBooks, and how to subscribe to our email newsletter (free!).
+
+
+Those of you who want to download any eBook before announcement
+can get to them as follows, and just download by date. This is
+also a good way to get them instantly upon announcement, as the
+indexes our cataloguers produce obviously take a while after an
+announcement goes out in the Project Gutenberg Newsletter.
+
+http://www.ibiblio.org/gutenberg/etext03 or
+ftp://ftp.ibiblio.org/pub/docs/books/gutenberg/etext03
+
+Or /etext02, 01, 00, 99, 98, 97, 96, 95, 94, 93, 92, 92, 91 or 90
+
+Just search by the first five letters of the filename you want,
+as it appears in our Newsletters.
+
+
+Information about Project Gutenberg (one page)
+
+We produce about two million dollars for each hour we work. The
+time it takes us, a rather conservative estimate, is fifty hours
+to get any eBook selected, entered, proofread, edited, copyright
+searched and analyzed, the copyright letters written, etc. Our
+projected audience is one hundred million readers. If the value
+per text is nominally estimated at one dollar then we produce $2
+million dollars per hour in 2002 as we release over 100 new text
+files per month: 1240 more eBooks in 2001 for a total of 4000+
+We are already on our way to trying for 2000 more eBooks in 2002
+If they reach just 1-2% of the world's population then the total
+will reach over half a trillion eBooks given away by year's end.
+
+The Goal of Project Gutenberg is to Give Away 1 Trillion eBooks!
+This is ten thousand titles each to one hundred million readers,
+which is only about 4% of the present number of computer users.
+
+Here is the briefest record of our progress (* means estimated):
+
+eBooks Year Month
+
+ 1 1971 July
+ 10 1991 January
+ 100 1994 January
+ 1000 1997 August
+ 1500 1998 October
+ 2000 1999 December
+ 2500 2000 December
+ 3000 2001 November
+ 4000 2001 October/November
+ 6000 2002 December*
+ 9000 2003 November*
+10000 2004 January*
+
+
+The Project Gutenberg Literary Archive Foundation has been created
+to secure a future for Project Gutenberg into the next millennium.
+
+We need your donations more than ever!
+
+As of February, 2002, contributions are being solicited from people
+and organizations in: Alabama, Alaska, Arkansas, Connecticut,
+Delaware, District of Columbia, Florida, Georgia, Hawaii, Illinois,
+Indiana, Iowa, Kansas, Kentucky, Louisiana, Maine, Massachusetts,
+Michigan, Mississippi, Missouri, Montana, Nebraska, Nevada, New
+Hampshire, New Jersey, New Mexico, New York, North Carolina, Ohio,
+Oklahoma, Oregon, Pennsylvania, Rhode Island, South Carolina, South
+Dakota, Tennessee, Texas, Utah, Vermont, Virginia, Washington, West
+Virginia, Wisconsin, and Wyoming.
+
+We have filed in all 50 states now, but these are the only ones
+that have responded.
+
+As the requirements for other states are met, additions to this list
+will be made and fund raising will begin in the additional states.
+Please feel free to ask to check the status of your state.
+
+In answer to various questions we have received on this:
+
+We are constantly working on finishing the paperwork to legally
+request donations in all 50 states. If your state is not listed and
+you would like to know if we have added it since the list you have,
+just ask.
+
+While we cannot solicit donations from people in states where we are
+not yet registered, we know of no prohibition against accepting
+donations from donors in these states who approach us with an offer to
+donate.
+
+International donations are accepted, but we don't know ANYTHING about
+how to make them tax-deductible, or even if they CAN be made
+deductible, and don't have the staff to handle it even if there are
+ways.
+
+Donations by check or money order may be sent to:
+
+Project Gutenberg Literary Archive Foundation
+PMB 113
+1739 University Ave.
+Oxford, MS 38655-4109
+
+Contact us if you want to arrange for a wire transfer or payment
+method other than by check or money order.
+
+The Project Gutenberg Literary Archive Foundation has been approved by
+the US Internal Revenue Service as a 501(c)(3) organization with EIN
+[Employee Identification Number] 64-622154. Donations are
+tax-deductible to the maximum extent permitted by law. As fund-raising
+requirements for other states are met, additions to this list will be
+made and fund-raising will begin in the additional states.
+
+We need your donations more than ever!
+
+You can get up to date donation information online at:
+
+http://www.gutenberg.net/donation.html
+
+
+***
+
+If you can't reach Project Gutenberg,
+you can always email directly to:
+
+Michael S. Hart <hart@pobox.com>
+
+Prof. Hart will answer or forward your message.
+
+We would prefer to send you information by email.
+
+
+**The Legal Small Print**
+
+
+(Three Pages)
+
+***START**THE SMALL PRINT!**FOR PUBLIC DOMAIN EBOOKS**START***
+Why is this "Small Print!" statement here? You know: lawyers.
+They tell us you might sue us if there is something wrong with
+your copy of this eBook, even if you got it for free from
+someone other than us, and even if what's wrong is not our
+fault. So, among other things, this "Small Print!" statement
+disclaims most of our liability to you. It also tells you how
+you may distribute copies of this eBook if you want to.
+
+*BEFORE!* YOU USE OR READ THIS EBOOK
+By using or reading any part of this PROJECT GUTENBERG-tm
+eBook, you indicate that you understand, agree to and accept
+this "Small Print!" statement. If you do not, you can receive
+a refund of the money (if any) you paid for this eBook by
+sending a request within 30 days of receiving it to the person
+you got it from. If you received this eBook on a physical
+medium (such as a disk), you must return it with your request.
+
+ABOUT PROJECT GUTENBERG-TM EBOOKS
+This PROJECT GUTENBERG-tm eBook, like most PROJECT GUTENBERG-tm eBooks,
+is a "public domain" work distributed by Professor Michael S. Hart
+through the Project Gutenberg Association (the "Project").
+Among other things, this means that no one owns a United States copyright
+on or for this work, so the Project (and you!) can copy and
+distribute it in the United States without permission and
+without paying copyright royalties. Special rules, set forth
+below, apply if you wish to copy and distribute this eBook
+under the "PROJECT GUTENBERG" trademark.
+
+Please do not use the "PROJECT GUTENBERG" trademark to market
+any commercial products without permission.
+
+To create these eBooks, the Project expends considerable
+efforts to identify, transcribe and proofread public domain
+works. Despite these efforts, the Project's eBooks and any
+medium they may be on may contain "Defects". Among other
+things, Defects may take the form of incomplete, inaccurate or
+corrupt data, transcription errors, a copyright or other
+intellectual property infringement, a defective or damaged
+disk or other eBook medium, a computer virus, or computer
+codes that damage or cannot be read by your equipment.
+
+LIMITED WARRANTY; DISCLAIMER OF DAMAGES
+But for the "Right of Replacement or Refund" described below,
+[1] Michael Hart and the Foundation (and any other party you may
+receive this eBook from as a PROJECT GUTENBERG-tm eBook) disclaims
+all liability to you for damages, costs and expenses, including
+legal fees, and [2] YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE OR
+UNDER STRICT LIABILITY, OR FOR BREACH OF WARRANTY OR CONTRACT,
+INCLUDING BUT NOT LIMITED TO INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE
+OR INCIDENTAL DAMAGES, EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE
+POSSIBILITY OF SUCH DAMAGES.
+
+If you discover a Defect in this eBook within 90 days of
+receiving it, you can receive a refund of the money (if any)
+you paid for it by sending an explanatory note within that
+time to the person you received it from. If you received it
+on a physical medium, you must return it with your note, and
+such person may choose to alternatively give you a replacement
+copy. If you received it electronically, such person may
+choose to alternatively give you a second opportunity to
+receive it electronically.
+
+THIS EBOOK IS OTHERWISE PROVIDED TO YOU "AS-IS". NO OTHER
+WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, ARE MADE TO YOU AS
+TO THE EBOOK OR ANY MEDIUM IT MAY BE ON, INCLUDING BUT NOT
+LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A
+PARTICULAR PURPOSE.
+
+Some states do not allow disclaimers of implied warranties or
+the exclusion or limitation of consequential damages, so the
+above disclaimers and exclusions may not apply to you, and you
+may have other legal rights.
+
+INDEMNITY
+You will indemnify and hold Michael Hart, the Foundation,
+and its trustees and agents, and any volunteers associated
+with the production and distribution of Project Gutenberg-tm
+texts harmless, from all liability, cost and expense, including
+legal fees, that arise directly or indirectly from any of the
+following that you do or cause: [1] distribution of this eBook,
+[2] alteration, modification, or addition to the eBook,
+or [3] any Defect.
+
+DISTRIBUTION UNDER "PROJECT GUTENBERG-tm"
+You may distribute copies of this eBook electronically, or by
+disk, book or any other medium if you either delete this
+"Small Print!" and all other references to Project Gutenberg,
+or:
+
+[1] Only give exact copies of it. Among other things, this
+ requires that you do not remove, alter or modify the
+ eBook or this "small print!" statement. You may however,
+ if you wish, distribute this eBook in machine readable
+ binary, compressed, mark-up, or proprietary form,
+ including any form resulting from conversion by word
+ processing or hypertext software, but only so long as
+ *EITHER*:
+
+ [*] The eBook, when displayed, is clearly readable, and
+ does *not* contain characters other than those
+ intended by the author of the work, although tilde
+ (~), asterisk (*) and underline (_) characters may
+ be used to convey punctuation intended by the
+ author, and additional characters may be used to
+ indicate hypertext links; OR
+
+ [*] The eBook may be readily converted by the reader at
+ no expense into plain ASCII, EBCDIC or equivalent
+ form by the program that displays the eBook (as is
+ the case, for instance, with most word processors);
+ OR
+
+ [*] You provide, or agree to also provide on request at
+ no additional cost, fee or expense, a copy of the
+ eBook in its original plain ASCII form (or in EBCDIC
+ or other equivalent proprietary form).
+
+[2] Honor the eBook refund and replacement provisions of this
+ "Small Print!" statement.
+
+[3] Pay a trademark license fee to the Foundation of 20% of the
+ gross profits you derive calculated using the method you
+ already use to calculate your applicable taxes. If you
+ don't derive profits, no royalty is due. Royalties are
+ payable to "Project Gutenberg Literary Archive Foundation"
+ the 60 days following each date you prepare (or were
+ legally required to prepare) your annual (or equivalent
+ periodic) tax return. Please contact us beforehand to
+ let us know your plans and to work out the details.
+
+WHAT IF YOU *WANT* TO SEND MONEY EVEN IF YOU DON'T HAVE TO?
+Project Gutenberg is dedicated to increasing the number of
+public domain and licensed works that can be freely distributed
+in machine readable form.
+
+The Project gratefully accepts contributions of money, time,
+public domain materials, or royalty free copyright licenses.
+Money should be paid to the:
+"Project Gutenberg Literary Archive Foundation."
+
+If you are interested in contributing scanning equipment or
+software or other items, please contact Michael Hart at:
+hart@pobox.com
+
+[Portions of this eBook's header and trailer may be reprinted only
+when distributed free of all fees. Copyright (C) 2001, 2002 by
+Michael S. Hart. Project Gutenberg is a TradeMark and may not be
+used in any sales of Project Gutenberg eBooks or other materials be
+they hardware or software or any other related product without
+express permission.]
+
+*END THE SMALL PRINT! FOR PUBLIC DOMAIN EBOOKS*Ver.02/11/02*END*
+
diff --git a/old/7rns410.zip b/old/7rns410.zip
new file mode 100644
index 0000000..da91d08
--- /dev/null
+++ b/old/7rns410.zip
Binary files differ
diff --git a/old/8rns410.txt b/old/8rns410.txt
new file mode 100644
index 0000000..43ac5ac
--- /dev/null
+++ b/old/8rns410.txt
@@ -0,0 +1,6605 @@
+The Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen en door de binnenste
+gedeelten van Guiana, by John Gabriël Stedman
+#4 in our series by John Gabriël Stedman
+
+Copyright laws are changing all over the world. Be sure to check the
+copyright laws for your country before downloading or redistributing
+this or any other Project Gutenberg eBook.
+
+This header should be the first thing seen when viewing this Project
+Gutenberg file. Please do not remove it. Do not change or edit the
+header without written permission.
+
+Please read the "legal small print," and other information about the
+eBook and Project Gutenberg at the bottom of this file. Included is
+important information about your specific rights and restrictions in
+how the file may be used. You can also find out about how to make a
+donation to Project Gutenberg, and how to get involved.
+
+
+**Welcome To The World of Free Plain Vanilla Electronic Texts**
+
+**eBooks Readable By Both Humans and By Computers, Since 1971**
+
+*****These eBooks Were Prepared By Thousands of Volunteers!*****
+
+
+Title: Reize naar Surinamen en door de binnenste gedeelten van Guiana
+
+Author: John Gabriël Stedman
+
+Release Date: May, 2005 [EBook #8099]
+[Yes, we are more than one year ahead of schedule]
+[This file was first posted on July 16, 2003]
+
+Edition: 10
+
+Language: Dutch
+
+Character set encoding: ISO-8859-1
+
+*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN ***
+
+
+
+
+Produced by Jeroen Hellingman
+and the Online Distributed Proofreaders Team
+
+
+
+
+REIZE NAAR SURINAMEN EN GUIANA. IV.
+
+
+
+REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA;
+
+DOOR DEN CAPITAIN JOHN GABRIËL STEDMAN.
+
+MET PLAATEN EN KAARTEN.
+
+NAAR HET ENGELSCH
+
+VIERDE DEEL.
+
+TE AMSTERDAM, BY
+JOHANNES ALLART,
+MDCCC.
+
+
+
+INHOUD DER HOOFTSTUKKEN.
+
+XXIX. HOOFTSTUK.
+
+Byzonderheden, betreffende den beruchten GRAMAN QUACY.--Beschryving
+van eene Koffy-Plantagie.--Ontwerp tot verbetering van de Volkplanting
+van Surinamen.--Verscheiden zoorten van visschen.--Nieuwe trek van
+wreedheid.--Voorbeeld van menschlievendheid.--De krygsbende van den
+Colonel FOURGEOUD wordt wederom ingescheept.
+
+XXX. HOOFTSTUK.
+
+De Schepen ligten het anker, en steken in Zee. Overtocht.--Het
+Zee-paard.--De Noord-kaper.--De Haay.--De Zuiger-visch.--Het
+Lootsmannetje.--De Bruinvisch.--Zee-orkaan.--De schepen landen in Texel
+aan.--Ontscheping van het krygsvolk in de Stad 's Hertogenbosch.--Dood
+van den Colonel FOURGEOUD.--Besluit.
+
+
+AANHANGZEL.
+
+VOOR-BERICHT.
+
+EERSTE BRIEF.
+
+Van den aart der Landen, derzelver vruchtbaarheid en plaatselyke
+ligging.
+
+TWEEDE BRIEF.
+
+Van de manier, om te arbeiden aan Dykagiën, uitwaterende Vaarten,
+Sluizen en ander werk, het welk noodig is, om het Land ter bebouwing
+gereed te maken.
+
+DERDE BRIEF.
+
+Van het planten en aankweeken van Koffy, en van de noodige
+levensmiddelen tot onderhoud van de Planters; van het oogsten
+en bewerken der Koffy; van de gebouwen, en verdere noodzakelyke
+inrigtingen tot eene groote Koffy-Plantagie, volgens het gebruik der
+Hollandsche Volkplantingen in Guiana.
+
+VIERDE BRIEF.
+
+Antwoord op de drie eerstgemelde Brieven, waar by de Fransche Ingezeten
+de vraag omtrent de afschaffing der slavernye, in de Volkplantingen,
+alwaar dezelve nog plaats heeft, opzettelyk behandelt: hy raadt om
+deeze verandering, die noodzakelyk geworden is, te bevorderen; en
+geeft de middelen aan de hand, om daar toe te geraken, zonder aan
+den voorspoed der Volkplantingen nadeel toe te brengen.
+
+
+
+TWEEDE AANHANGZEL,
+
+OF
+
+BESCHRYVING DER VOLKPLANTING VAN CAYENNE.
+
+I. HOOFTSTUK.
+
+Aardrykskundige Beschryving van Fransch Guiana.
+
+II. HOOFTSTUK.
+
+Luchts-gesteldheid in Fransch Guiana.
+
+III. HOOFTSTUK.
+
+Geschiedkundige opgaave, betrekkelyk Fransch Guiana.
+
+IV. HOOFTSTUK.
+
+Bevolking van Fransch Guiana.
+
+V. HOOFTSTUK.
+
+Zeden en gewoonten der Indianen.
+
+
+VI. HOOFTSTUK.
+
+Behandelingen, welken de Indianen in Fransch Guiana ondergaan
+hebben.--Middelen om hun voor de Volkplanting nuttig te maken.
+
+VII. HOOFTSTUK.
+
+Hooge en laage landen.--Timmerhout.--Voortbrengzels van Fransch
+Guiana. Levensmiddelen, tot de tafel dienende.
+
+
+
+
+REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA.
+
+
+NEGEN-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+Byzonderheden, betreffende den beruchten GRAMAN QUACY.--Beschryving van
+eene Koffy-Plantagie.--Ontwerp tot verbetering voor de Volkplanting
+van Surinamen.--Verscheiden zoorten van visschen.--Nieuwe trek van
+wreedheid.--Voorbeeld van menschlievendheid.--De krygsbende van den
+Colonel FOURGEOUD wordt wederom ingescheept.
+
+Andermaal in de hoofdstad te rug gekomen zynde, en van de beleefdheid
+van anderen geen misbruik willende maken, huurde ik een klein, maar
+gemakkelyk huis, aan den waterkant gelegen, en alwaar wy byna zoo
+gelukkig leefden, als op de Hoop.
+
+Het eerste bezoek, dat ik ontfing, was van den Capitain LEWIS, die
+my berigtte, dat MACDONALD, die dankbaare matroos, van wien ik hier
+boven gesproken heb, op zyne te rug reize, na eenen tocht van twaalf
+dagen was overleden. Deeze brave jongen had den Capitain verzocht my
+van zynent wegen te groeten, en my ter hand te stellen de schelp van
+paarel d'amour, met zilver omzet, welke ik hem gegeven had.
+
+Een groot aantal Planters en Colonisten wenschten ons geluk met
+onzen goeden uitslag tegen de muitelingen, De beruchte GRAMAN QUACY
+vertoonde my ook den fraaijen rok, en gouden gedenkpenning, hem door
+den Prins van Oranje geschonken. Deeze Africaan, want hy was van
+de kust van Guinee geboortig, vond middel, om, door zyn inneemend
+character en door zyne slimheid, zig niet alleen de vryheid, maar
+zelfs een gemakkelyk leven, te bezorgen.
+
+Onder de slaven van het laagste zoort den naam van Lockoman,
+of toovenaar, verkregen hebbende, werd 'er op de Plantagiën geene
+misdaad gepleegd, of GRAMAN QUACY wierd geroepen, om den schuldigen
+te ontdekken; het geen hy zeer dikwils deed, uit hoofde zyner
+doorzichtigheid, geholpen door het vertrouwen, het welk de Negers
+op zyne tooverstreeken stelden, en door het gezag, het welk hy op
+hen verworven had. Dienvolgende kwam hy groote onheilen voor; en
+tot belooning van zyne diensten, ontfing hy nu en dan aanzienlyke
+geschenken. De bende Jagers, en, alle de vrye Negers, waren aan zynen
+invloed onderworpen. Hy verkogt hun zyne obias of tooverbanden, om hen
+onkwetsbaar te maken, en hun daar door alle vrees te benemen. Door
+deeze kunstgreep had hy aan de Volkplanting grooten dienst gedaan,
+en tevens goed zyn beurs gemaakt. De Negers baden hem als een God
+aan. Het maken van zyne tooverbanden kostte hem weinig: zy bestonden
+uit kleine steentjes, zeeschelpen, klein gehakt hair, vischgraaten,
+vederen, enz. dit alles wel by elkander gebonden, en een pakje
+uitmakende, wierd met een catoen lint om den hals gehangen, of aan
+eenig ander gedeelte van het lichaam geplaatst. Hy had, in 't jaar
+1730, het geluk, om eenen geneeskrachtigen wortel te ontdekken, die
+naar hem Quassie- of Quacy-hout genoemd wierd. [1] Schoon dezelve
+thans in Engeland minder beroemd is, dan voor deezen, beschouwt men
+dien echter als een zeer krachtig middel tot versterking van de maag,
+en herstelling van eetlust. Behalven deeze eigenschap, levert dezelve
+ook een krachtig middel tegen de koorts op.
+
+De heer D'AHLBERG, dien ik reeds in het verhaal van deeze reize
+genoemd heb, maakte, in 't jaar 1761, het Quasie-hout aan den beroemden
+LINNÆUS bekend, en deeze Zweedsche Natuurkenner heeft naderhand eene
+verhandeling over deeze plant geschreven. Door middel van deeze
+gewichtige ontdekking, zoude QUACY groote rykdommen hebben kunnen
+verzamelen, zoo hy zig niet aan een liederlyk leven en verkwistingen
+had overgegeven, waar van de gevolgen zwaare ziekten waren, en
+inzonderheid de melaatsheid, die, zoo als ik reeds gezegd heb,
+volstrekt ongeneeslyk is. Hy moet niettemin eenen hoogen ouderdom
+bereikt hebben, schoon hy den juisten tyd van zyne geboorte niet wist,
+maar hy was dikwils gewoon te verhaalen, dat hy als trommelslager
+diende, en op de Plantagie van zynen meester alarm sloeg, toen de
+Fransche Admiraal, JACQUES CASSARD, in 't jaar 1712, de Surinaamsche
+Volkplanting onder schatting stelde.
+
+Het Portrait van deezen buitengewoonen man, met zynen gryzen kop,
+en zyn scharlaken en blaauwen rok, met goud omboord, afgereekend
+hebbende, biede ik het zelve den lezer aan.
+
+Zelfs in de week van myne te rug komst op Paramaribo, ondervonden
+wy nieuwe bewyzen van de goede uitwerkingen, welken de tooverbanden
+van GRAMAN QUACY te weeg bragten. Een Capitain der Jagers, HANNIBAL
+genaamd, bragt aldaar twee handen van twee oproerige Negers, die hy
+ontmoet, en zelf gedood had. Eene van die handen was afgehouwen aan
+den Neger CUPIDO, in 't jaar 1774, gevangen genomen door den Colonel
+FOURGEOUD, die hem in de bosschen agter aan voerde, tot dat het aan
+deezen Neger, in weêrwil van de ketenen, waar aan hy geboeid was,
+gelukte te ontsnappen.
+
+Myne vrienden een bezoek gevende, ging ik den heer ANDREAS REYNSDORP
+zien, die my een liskoord en een knoop van een hoed, met diamanten,
+toonde, die hem twee honderd guinies gekost hadden.--Zoo groot is de
+weelde in Surinamen. Deeze pracht was nog verre beneden die van den
+heer D'AHLBERG die behalven eene goude snuifdoos, met edele gesteenten
+omzet, en hebbende de waarde van 600 ponden sterlings, my twee stukjes
+zilver geld vertoonde, met goude randen, en met diamanten omzet, met
+dit opschrift: Soli Deo gloria, fortuna beatum &c. My niet hebbende
+kunnen wederhouden, om hem myne verwondering te kennen te geven, dat
+hy zoo byzonder veel werk maakte van twee zulke ligte stukjes, gaf hy
+my ten antwoord, dat dit al het gereed geld was, het welk hy bezat,
+toen hy uit zyn vaderland, Zweden, in deeze Volkplanting kwam.--Werkte
+gy? zeide ik hem.--Neen.--Vroeg gy om een aalmoes?--Neen.--Gy hebt
+evenwel niet gestolen?--Neen; maar, onder ons, ik gedroeg my als een
+geestdryver; het geen nu en dan zeer noodzakelyk is, en de drie andere
+kostwinningen overtreft. Ik zal nog een voorbeeld bybrengen van de
+buitensporigheid van zommige inwooners deezer Volkplanting. Twee van
+hun geschil hebbende over een koets, die zeer cierlyk gebeeldhouwd en
+zeer kostbaar was, zynde kortlings uit Holland aangekomen, moest men
+zyne toevlucht nemen tot de rechtbank, om te weten, aan wien dezelve
+toebehoorde; en geduurende den tyd, dat het twistgeding duurde, bleef
+het rydtuig in de open lucht staan, en verloor al deszelfs waarde.
+
+Den 10den February, wanneer de meeste onzer Officieren te Paramaribo
+te rug gekomen waren, gaf de Colonel hun, in het hoofd-kwartier,
+een zoo genaamd festyn. Met de vreugde op het aangezicht geschilderd,
+gaf hy ons kennis, dat hy zynen tocht ten einde gebragt had. Zonder
+veel bloed te vergieten, had hy zyn oogmerk volmaakt bereikt, door
+één-en-twintig gehuchten of dorpen te vernielen, en twee honderd
+velden te verwoesten, waar op allerleije zoorten van planten groeiden,
+van welken het bestaan der muitelingen afhing. Hy bevestigde ons ook
+de tyding, dat zy byna allen de Rivier Maroni waren overgetrokken,
+en zig in de Fransche Volkplanting van Caijenne hadden nedergezet,
+alwaar men hun niet alleen eene schuilplaats verleende, maar zelfs
+alles verschafte, wat zy benoodigd hadden. Wy wenschten hem van
+goeder harten geluk, en wy dronken driewerf den voorspoed van de
+Surinaamsche Volkplanting, welkers toekomende veiligheid afhing van
+het nieuw cordon, of van den verschansten weg, die door het krygsvolk
+der Sociëteit en de Neger-jagers verdedigd wierd.
+
+De Colonel FOURGEOUD, en zyne krygsbende, worden, in het werk
+van Dr. FERMIN, twee malen aangehaald als de redders deezer
+Volkplanting. De Abt RAYNAL spreekt 'er ook met zeer veel roem
+van, en zyne loftuitingen zyn met de rechtvaardigheid en waarheid
+overëenkomstig. Eene zaak is 'er, die den Colonel onëindig veel
+eere aandeed, namelyk dat, hoe zeer hy zyne soldaten op geenerhande
+wyze spaarde, hy nimmer eenen gevangen muiteling in koelen bloede
+deed ombrengen; ja zelfs, wanneer het hem mogelyk was, ontweek hy om
+denzelven in handen van den Rechter over te leveren. Hy wist, dat zyn
+plicht medebragt de muitelingen te verjagen; maar hy wist ook tevens,
+dat geweldadige en onmenschelyke mishandelingen hen tot muiterye hadden
+doen overslaan. Ik zelf, die, in de drie eerste jaaren, door hem op
+eene ongepaste manier vervolgd wierd, moet tot zynen roem verklaren,
+dat hy onvermoeid in den dienst was, en dat hy, in weerwil van eenige
+gebreken, een uitmuntend Officier was.
+
+De Bevelhebber melde ons bovendien, dat twee schepen, die met
+krygsbehoeften voor ons geladen waren, op de reede van Texel waren
+gestrand; maar dat men een gedeelte van hunne lading geborgen had,
+en in twee andere schepen overgeladen, die in de Rivier Surinamen
+aankwamen.
+
+Ik stond toen in zulk eene blakende gunst by den Colonel, dat hy my
+zelfs tot zynen vertrouweling nam. Ik wist daar door zyn voornemen,
+om het nieuwlings ontscheepte krygsvolk nog verscheiden maanden
+na ons vertrek in 't veld gelegerd te houden, welke ongemakken zy
+'er ook door lyden mogten. Hy noemde my vervolgens de Officiers,
+welken hy, na zyne aankomst in Holland, wilde tegenwerken, als mede
+welken hy door zyne aanbeveeling wilde doen bevorderen; maar ik nam de
+vryheid hem hier in de reden te vallen, en op myne eer te verklaren,
+dat de eerstgemelde door my weten zouden het gevaar, dat hun over 't
+hoofd hing, zoo hy 'er by bleef, om zulk een onrechtvaardig ontwerp
+ter uitvoer te brengen. Deeze verklaring bragt ten minsten die goede
+uitwerking te weeg, dat het gesprek van zulk een onäangenaam voorwerp
+wierd afgeleid. Ik verzogt hem vervolgens, "dat hy zig de noodlottige
+gesteltenis herïnneren zoude, waar in dit zelfde volk zig bevond
+aan de Cassipory-Kreek, terwyl hun Heelmeester goude horologiën, en
+diamanten ringen overwon, met het genezen van de ingebeelde ziekten
+der aanzienlyke lieden op Paramaribo". Hy antwoordde my: Gy zyt een
+braave jongen; en beloofde 'er aan te zullen gedachtig zyn.
+
+Ik wierd toen door Capitain MACNEYL genoodigd, om eenige dagen op
+zyne Koffy-Plantagie te gaan doorbrengen; maar, hoe zeer ik deeze
+uitnoodiging niet konde aanneemen, zal ik my echter van deeze
+gelegenheid bedienen, om de nuttige plant, Koffyboom genaamd, te
+beschryven, die, niet oorsprongelyk uit Guiana herkomstig zynde,
+zoo men zegt, door den Graaf DE NEALE te Surinamen gebragt wierdt,
+schoon zommige Schryvers daar van de eer geven aan zekeren zilversmit,
+HANSBACH genaamd.
+
+De Koffy-boon [2] koomt voort van den Koffy-boom, welke eene bevallige
+gedaante heeft, en die men niet hooger laat groeijen, dan tot een mans
+hoogte, om de vrucht des te gemakkelyker te kunnen plukken. De schors
+van deezen boom heeft eene helder bruine kleur; en zyne bladeren,
+zynde altyd groen, glad, glinsterend en hoog gekleurd var boven,
+bleek van onderen, uitgesneden, maar zonder getand te zyn, aan de
+beide einden puntig, aan de buitenkant stomp, drie of vier duimen
+lang, en omtrent twee breed, zitten aan zeer korte steelen, en eene
+uitspringende kant verdeelt dezelve benedenwaarts in twee gelyke
+deelen. De boom is 'er geheel mede bedekt, en zyne takken spruiten op
+eenen kleinen afstand van den grond uit. Deszelfs beziën zyn eirond,
+in 't begin groen, en langzamerhand van kleur veranderende tot dat
+zy ryp zyn, wanneer zy eene heldere roode kleur vertoonen, even als
+de kerssen. Het vleesch van elk deezer beziën, hebbende eenen vry
+aangenaamen zoetächtigen smaak, eene speceryen geur, en eene bleeke
+kleur, omgeeft twee nootedoppen, die dicht aan elkander zitten, en
+elk eene halve boon of zaad bevatten van een kraakbeenigen aart, eene
+bleeke of geelächtige groene kleur, eyrond, aan de eene zyde bolrond,
+aan de andere plat, en aldaar over deszelfs geheele lengte met eene
+zeer diepe groeve doorsneden. Men zegt, dat één Koffy-boom drie of
+vier ponden koffy by elken oogst kan opleveren; en even als andere
+plantgewassen van dit Land geeft dezelve twee malen 's jaars vruchten.
+
+De gebouwen op eene Koffy-Plantagie, bestaan in het huis van den
+Planter, het welk men, om de aangenaamheid, doorgaans aan den
+oever van eenige Rivier plaatst; en dicht daarby, gemakshalven, de
+woning van den opzichter, van den boekhouder, de magazynen, en kleine
+bergplaatsen. De verdere gebouwen, tot de bewerking geschikt, zyn eene
+wooning voor den timmerman, een timmerwerf, een zoort van schuur om het
+vaartuig in te bergen, twee koffy-huizen, het één, om de boon van het
+verdere gedeelte der vrucht af te scheiden, en het ander, om dezelve
+te laten droogen. Het overige bestaat in woningen voor de Negers,
+in een hospitaal, een beestenstal, en magazynen. Het geheel heeft het
+voorkomen van een klein gehucht. Het koffy-huis alleen kost zomtyds
+vyf duizend ponden sterling, en zelfs meer. Maar om een volkomener
+denkbeeld van het geheel te geven, verwyze ik den lezer naar de daar
+van door my gemaakte afteekening. Hy zal op dezelve zien de plaats der
+gebouwen, de velden in hunnen vollen groei, de paden, de grachten,
+de Huizen, alles behoorlyk onderscheiden. Eene dergelyke Plantagie,
+op die wyze gerangschikt, vereenigt in zig aangenaamheid, gemak, en
+veiligheid: aangenaamheid, om dat zy volmaakt regelmatig is; gemak,
+om dat alles aldaar onder het bereik en het oog van den Planter verrigt
+wordt; veiligheid, om dat zy door eene zeer breede gracht omringd is,
+waar in het water uit de Rivier loopt, en waar over een valbrug legt,
+die des nachts wordt opgehaald, en alle gemeenschap van buiten afsnydt.
+
+De landen, tot bebouwing geschikt, zyn in groote vierkante vakken
+verdeeld, waarop doorgaans twee duizend fraaije koffy-boomen staan, die
+op den afstand van tien voeten van elkander geplant zyn. Deeze boomen,
+die op de drie jaaren vruchten beginnen te dragen, hebben op de zes
+jaaren hunnen volkomen wasdom bereikt, en worden dertig jaaren oud. In
+plaats van de boomen, die sterven, plant men jonge loten, die uit eene
+kweekery gehaald worden, zynde een zeer wezentlyk gedeelte, waar aan
+eene Plantagie nimmer gebrek moet hebben. Ik heb reeds opgemerkt,
+dat men twee maalen's jaars oogsten kan: de eerste heeft plaats op
+het einde van de maand Juny, de andere op het einde van November.
+
+Het is in dit oogenblik niet onäangenaam, Negers van allerleijen
+ouderdom, deeze beziën van eene helder roode kleur te zien plukken;
+en terwyl de meer bejaarden hunne taak afwerken, vermaken zig de
+jongere, die reeds dezelve geeindigd hebhen, met onder een aangenaam
+groen te stoeijen.
+
+Zy verschynen vervolgens allen voor den Opzichter, die de geenen, wier
+manden niet vol genoeg zyn, doet zweepen, welke reden van verschooning
+zy ook mogen bybrengen. Dit gedaan zynde, worden de vruchten in de
+schuur gebragt, en de slaven keeren naar hunne woningen te rug. Om het
+vleesch der vrucht van de boonen af te scheiden, worden de vruchten
+in een molen, die daar toe gemaakt is, gewreven; vervolgens worden de
+boonen in water geworpen, waar in zy een nacht blyven; men spreidt ze
+als dan uit op een zoort van dorschvloer, gemaakt in de open lucht,
+en met platte steenen, om daar op de boonen te laten droogen. Deeze
+bewerking afgeloopen zynde, begint men wederom eene andere, byna van
+gelyken aart, daar in bestaande, dat men de boonen op den vloer van
+eene zolder uitspreidt. Aldaar dampen zy uit, en droogen inwendig, en
+men draagt zorg om ze dagelyks met houten schoppen om te roeren. Om
+de drooging volkomen te doen zyn, werpt men deeze zelfde boonen in
+kuipen, die op rollen loopen, en men draagt zorg, dat ze niet door
+den regen nat worden. Men wryft ze vervolgens in houten mortieren, om
+de schil of het vlies, waar mede de boonen in de vrucht aan elkander
+vast zitten, van één te scheiden. De Negers doen dit werk op de maat,
+onder een algemeen gezang.
+
+Eenige Koffy-Plantagiën in Surinamen brengen jaarlyks meer dan
+150,000 ponden gewicht voort; en, gelyk ik reeds heb opgemerkt, het
+jaar voor onze komst, voerde men, alleen naar Amsterdam, 12,267,134
+ponden van dit aangelegen voortbrengzel uit, waar van de prys van
+zeven tot agtien stuivers verschilde, maar die, midden door gerekend,
+eene somme van 400,000 ponden Sterling opbrengen, zonder daar nog by
+te rekenen het geen naar Rotterdam en Zeeland verzonden wierd.
+
+Dit is genoegzaam tot betoog, dat het aankweken der koffy allen
+aandacht van de Planters verdient. Ten aanzien van derzelver
+hoedanigheden is het onnoodig den lezer te onderhouden.
+
+Met deeze beschryving zal ik de waarnemingen eindigen, door my omtrent
+de voortbrengzels van het Planten-ryk in deeze Volkplanting gemaakt,
+naar mate dezelve zig aan my aanboden. Ik zal 'er echter byvoegen,
+dat de verscheidenheid en buitengewoone eigenschappen der boomen,
+planten, wortelen, enz. in dit Land, van dien aart zyn, dat zelfs de
+oudste inwooners dezelven niet volkomen kunnen kennen.
+
+Het is eenige jaaren geleden, dat de Graaf GENTILLY, een kundig man,
+met verscheiden Indianen de woestenyen van Guiana doorreisde. Hy
+had een aantal aanmerkingen verzameld, waar uit de Kruidkunde groote
+voordeelen stond te trekken, toen hy door eene kwaadäartige koorts
+wierd aangetast, die hem in het midden zyner zoo gewichtige als
+nuttige werkzaamheden in het graf sleepte.
+
+Na alzoo myne berichten nopens de verschillende voortbrengzels deezer
+Volkplanting, voornanamelyk catoen, suiker, cacao, indigo en koffy,
+geëindigd te hebben; na herhaald te hebben, dat de onderscheidene
+boomen, heesters, planten, wortels, gommen, en welriekende dingen,
+welken men aldaar ontmoet, uittermaten talryk zyn, en allen van
+eene uitmuntende hoedanigheid, is my thans nog overig de belofte te
+vervullen, door my gedaan, om aan het oordeel van het publiek eenige
+aanmerkingen te onderwerpen, waar van de gevolgen, wanneer ze beöeffend
+werden, een onëindig nut aan alle de West-Indische Volkplantingen
+zouden aanbrengen, en haar groote rykdommen verschaffen, tevens het
+geluk der slaven bevorderende, zonder dat men noodig zoude hebben
+tot den handel op de kust van Guinée zyn toevlucht te nemen, om het
+dagelyks verlies der Negers te herstellen. Maar het is noodzakelyk
+voor af de manier aan te wyzen, op welke zy gerangschikt en behandeld
+worden, overëenkomstig de byzondere gewoonte van deeze Volkplanting;
+ik zal vervolgens opgeven, hoe zy, niet alleen volgens de wetten der
+menschelykheid, maar ook volgens die van het gezond verstand behooren
+te zyn.
+
+Ik heb reeds doen opmerken, dat 'er 75,000 slaven van allerleije
+benamingen in Surinamen zyn. Om een getal te hebben, het welk zig
+gemakkelyker laat verdeelen, zullen wy het stellen op 80,000, en,
+daar de Plantagiën een getal van 800 beloopen, veronderstellen,
+dat elke Plantagie 100 slaven heeft, (schoon verscheiden derzelven
+'er niet meer dan 24, en andere wederom 400 hebben,) dus zullen
+wy het getal van 80,000 vinden. De volgende staat of tafel wyst de
+onderscheidene diensten of werkzaamheden aan, waar toe zy gebruikt
+worden. De eerste reije bevat het getal der slaven van alle ambachten,
+die tot elke Plantagie behooren; de tweede, de by elkander gerekende
+getallen over alle de Plantagiën.
+
+Staat der Negers, zoo mannen als vrouwen, tot ééne Plantagie
+behoorende, volgens derzelver onderscheidene diensten.
+
+
+ Op één Op 800
+ Plantagie. Plantagiën.
+
+Vier mannen tot huisselyken dienst. 4 3,200
+Vier vrouwen, dito 4 3,200
+Een kok voor den Planter,
+Opzichter, enz. 1 800
+Een jager 1 800
+Een visscher 1 800
+Een tuinman voor de bloem- en
+moestuin 1 800
+Een Neger, die belast is met het
+weiden van paarden en ossen 1 800
+Een om de geiten te weiden 1 800
+Een tot het weiden van de varkens 1 800
+Een Neger, wiens post is aan het
+gevogelte eeten te geven 1 800
+Timmerlieden, om wooningen,
+vaartuigen, enz. te bouwen 6 4,800
+Kuipers, om het vaatwerk te maken
+en te herstellen 2 1,600
+Een metzelaar, om de steene
+grondvesten te bouwen en te
+herstellen. 1 800
+Negers, die eenig handwerk
+oeffenen, en andere, die alleen
+tot pronk dienen, wonende op
+Paramaribo 15 12,000
+Een Neger, den post van
+Heelmeester waarnemende 1 800
+Zieken en ongeneeslyken 10 8,000
+Eene minne voor de kinderen, die
+door hunne moeders niet gezoogd
+kunnen worden 1 800
+Zeer jonge kinderen, die nog geen
+arbeid kunnen doen 16 12,800
+Negers, die te oud zyn om te werken 7 5,600
+Negers, alleenlyk geschikt om op
+het Land te arbeiden 25 20,000
+ --- -------
+Het geheele getal der slaven 100 80,000
+
+
+Uit deezen Staat kan men zien, dat het getal der slaven, die
+verwezen zyn om den geheelen last van den arbeid op het veld te
+dragen, slechts een vierde bedraagt van de gezamentlyke Negers
+der Volkplanting; en deeze zyn het voornamelyk, die vroegtydig
+sterven. Is het dus niet klaar, dat indien men tot den zelfden arbeid,
+met zoo veel gestrengheid, de vyftig duizend slaven gebruikte, die
+daar toe bruikbaar zyn, het getal der dooden, jaarlyks op vyf van
+'t honderd beloopende, ten minsten tot twaalf vermeerderen zoude,
+en deeze bevolking, in een weinig meer dan agt jaaren tyds, volkomen
+vernielen zoude.
+
+Na getoond te hebben, hoe de slaven verdeeld worden, moet ik kortelyk
+opmerken, dat zoo al dertig duizend van dezelven met meerder gemak
+leven, dan het gemeene volk in Engeland; en andere dertig duizend
+een ledig leven leiden, of ten minsten een leven, het welk tot in
+standhouding der Plantagiën van geen nut is; de twintig duizend, die
+dan nog overig zyn, over 't algemeen onder de ellendigste schepzels,
+die op aarde woonen, gerangschikt kunnen worden. Men geeft hun
+naauwlyks te eeten, men put hen uit door vermoeijing, men mishandelt
+hen, men ryt hen door wreede straffen van één, zonder te gedogen,
+dat zy hunne vorderingen en klachten laten hooren, zonder dat men naar
+hunne verdediging begeert te luisteren, zonder dat men hun by eenige
+gelegenheid het minste recht laat wedervaren; en op die wyze kan men
+hen als levendig dood beschouwen, dewyl zy geene der voorrechten van
+de menschelyke maatschappy genieten.
+
+Ik moet aan ieder mensch van gezond verstand vragen, of eene dusdanige
+verdeeling niet strydig is met het waar belang der eigenaars,
+terwyl dezelve door een verstandiger bestuur hunne rykdommen zouden
+vermeerderen, en het leven van hunne slaven zoo zeer niet verkorten?
+
+Indien de onbedachtzaame inwooners deezer Volkplanting hunne weelde,
+ik zal niet zeggen 'er van afzien, maar matigen wilden, zouden ten
+minsten twintig duizend Negers by het getal der arbeidende gevoegd
+worden, het geen door aan de lediggangers werk te verschaffen,
+de anderen onëindig ontlasten zoude, en (mits zy allen met minder
+wreedheid behandeld werden,) het zoort van sterfte zoude doen ophouden,
+die zoo algemeen het lot der eerstgemelden is.
+
+Maar de hervorming moet begonnen worden met menschen, wier gedrag
+ten voorbeelde strekken kan. Het is noodig, dat zy, wien het
+uitvoerend gedeelte van het bestuur wordt toebetrouwd, geen belang
+hebben, om de oogen te sluiten voor buitensporigheden, die by de
+wetten verboden zyn: het is noodig, dat nimmer de Gouverneur, en
+Regeeringen der Volkplanting, eigenaars zyn van een grooter getal
+slaven, dan, overëenkomstig hunnen rang, tot den huisselyken dienst
+by hun noodzakelyk is; want ik heb meer dan eens gezien, dat zy,
+die de wetten maakten, of met derzelver uitvoering belast wierden,
+de eerste waren, die dezelven overtraden, het zy door de Negers
+te dwingen, om des zondags te werken, het zy door zig aan alle de
+geweldadigheid hunner driften over te geven.
+
+Het is derhalven van aanbelang, dat de Gouverneur en de voornaamste
+lieden der Regeering uit Europa gezonden worden; dat zy met de gaven
+der fortuin, en de voordeelen van eene goede opvoeding begunstigd
+zyn, maar bovendien, dat zy eenen edelmoedigen en standvastigen geest
+hebben; dat zy onvatbaar zyn voor omkooping, en zig door den glans
+van het goud niet laten verblinden; dat zy eindelyk met gevoelens
+van eer en menschelykheid bezield zyn; dat het volk, aan het welk zy
+eenen zoo wezentlyken dienst doen, dat de Volkplanting, welke zy zoo
+kragtdadig beschermen, hun op eene edelmoedige wyze beloone; maar dat
+hunne bezoldingen vast bepaald zyn, en niet van het zweet en bloed
+dier ongelukkige Africaanen afhangen; dat deeze zelfde Regeeringen
+wetten maken, waar by de arbeid der Negers bepaald wordt; dat deeze
+door andere beschermende wetten gevolgd worden, die niet gedogen,
+dat deeze ongelukkige slaven gefolterd, van één gereten, vermoord
+worden, of dat men hun al het geen den mensch lief is, hunne kinderen
+en vrouwen, onbeschaamdelyk ontroove; dat men hun behoorlyk voedzel
+geeft, en hun in hunne ziekten laat oppassen; maar voornamelyk, dat
+men hun recht laat wedervaren, dat men hen hoort, en hun toestaat,
+om de buitensporigheden, waar over zy zig beklagen, door getuigen te
+bewyzen, van welke kleur dezelve ook zyn mogen; dat men hun zelfs
+een voorrecht laat genieten, het geen voor ons zoo dierbaar is,
+om gevonnisd te worden door onäfhangelyke en onpartydige Rechters,
+uit hunne landgenooten gekozen. Indien gy eindelyk wilt, dat zy als
+menschen handelen en arbeiden, behandel hen dan op dien voet.
+
+Wanneer dusdanige wetten aangenomen en ter uitvoer gebragt werden,
+durve ik verzekeren, dat de Europeesche volken onëindige voordeelen
+van hunne Volkplantingen trekken zouden.--De Planters zouden ryk, en
+hunne Opzichters ordentelyke lieden worden; de slavernye zoude dan meer
+in naam, dan in de daad zyn; de Negers zouden hunne taak met vermaak
+afwerken; de bevolking zoude vermeerderen, en de vervloekte handel op
+de kust van Guinée zoude vernietigd worden. De eigenaars zouden hunne
+slaven als hunne kinderen beschouwen, en als de zoodanigen, van welken
+de vergrooting van hun fortuin afhangt; de slaven zouden van hunnen
+kant den dag zegenen, dat hunne vooröuders in America zyn aangeland.
+
+Den 16den, by zyne Excellentie den Gouverneur ter maaltyd genoodigd
+zynde, liet ik hem zien de verzameling van myne teekeningen en
+aanmerkingen, die ik rakende de Volkplanting van Surinamen gemaakt had;
+hy wilde dezelvcn wel met zyne goedkeuring verëeren. Ik betuigde hem
+myne dank-erkentenis, niet alleen voor alle de geschikte gelegenheden,
+welken hy my bezorgd had, om dien arbeid aan te vullen, maar ook voor
+het allervriendelykst onthaal, het welk ik, geduurende myn verblyf
+in Guiana, van hem genoten had.
+
+Door de herhaalde betuigingen van zyne vriendschap aangemoedigd,
+dorst ik, twee dagen daar na, hem een zeer buitengewoon verzoekschrift
+aanbieden, het welk ik hem verzogt aan den Raad voor te dragen, zoo
+als hy my ook al glimlagchende, en my de hand drukkende, beloofde. Zie
+hier het zelve:
+
+Ik verbinde myn woord van eer, het eenigste goed, het welk ik, behalven
+myne soldye, bezit, tot borge, dat, indien de Raad myn voorig verzoek
+tot vrymaking van mynen geliefden zoon JOHNNY STEDMAN toestaat,
+dit kind nooit ten lasten der Volkplanting van Surinamen komen zal.
+
+ (Getekend)
+
+Paramaribo,
+den 18. February J. G. STEDMAN.
+1777.
+
+
+Daar mede alles, wat van my af hing, gedaan hebbende, wagte ik eenige
+dagen met angst, maar zonder hoop, het antwoord op myn verzoek af;
+en ingevalle hetzelve ongunstig uitviel, zag ik my genoodzaakt mynen
+zoon voor altyd te verlaten, of hem naar Europa mede te nemen, waar
+door ik den dolk in het hart van zyne moeder gestoken zoude hebben.
+
+Terwyl ik aan deeze zorgelyke onzekerheid ten prooije stond,
+wierden de Transport-schepen tot ons vertrek gereed gemaakt, en ik
+was onder het getal der geenen, die belast waren dezelven van eenen
+genoegzamen voorraad van hout te doen voorzien. De Officiers ontfingen
+de agterstallige soldye, die men hun verschuldigd was; en dertien
+soldaten verkregen hun pasport, van oogmerk zynde te Paramaribo te
+blyven. De bekwaame Colonel betaalde ons andermaal in papier. De
+Regeering had ons bovendien eenige honderde guldens toegestaan, om
+ons schadeloos te stellen wegens de betaling van onderscheiden lasten,
+maar men deed 'er nooit rekening van, of liever het was ons verboden om
+'er van te spreken.
+
+Den eersten Maart, bragt een Sergeant, uit het leger aan de
+Cassipory-Kreek, alwaar het nieuwe krygsvolk geposteerd lag,
+aangekomen, bericht, dat de soldaten aldaar in grooten getale stierven,
+en verhaalde, dat zeker soldaat, die den 10den February verdwaald was
+geraakt, na verloop van zes-en-twintig dagen was te regt gekomen; dat
+hy de eerste negen dagen van eenige ponden scheeps-bisschuit geleefd
+had, en dat hy de zeventien andere dagen het leven alleen met water
+behouden had; dat hy zyne stem geheel en al had verloren, en dat hy,
+in de volste kragt van 't woord, slechts een geraamte vertoonde; maar
+dat de zorge, voor hem genomen, hoop gaf, dat hy het leven behouden
+zoude. Indien iemand weigert de mogelykheid van zulk een buitengewoon
+geval te gelooven, laat hy dan lezen een echten brief van den heer
+GODIN aan den heer DE LA CONDAMINE, waar in hy het tafereel schetst
+van het verschrikkelyk lyden, het welk zyne vrouw onderging, by het
+doortrekken der bosschen van Zuid-America, om zig van Rio-hamba naar
+Laguna te begeven, in de maand October 1769. Hy zal daar uit kunnen
+zien, hoe eene vrouw van een teeder gestel, na door de Indiaanen, die
+haar tot leidslieden dienden, verlaten te zyn geworden; na haare beide
+broeders, die onder den last van zoo veele vermoeyingen en ellende
+bezweken, verloren te hebben; tien dagen lang het leven behield, in een
+wild bosch, zonder eeten of drinken, onbewust, waar zy zig bevond, en
+door tygers, slangen en allerleije zoorten van gevaaren omringd. Laat
+men het omstandig verhaal van al het lyden deezer vrouw lezen, en
+men zal aan het verhaal omtrent deezen soldaat niet meer twyffelen.
+
+Ik heb in de daad nu en dan gebeurtenissen overgeslagen, die men,
+om haare vreemdheid, zoude hebben kunnen denken aan het wonderdadige
+zeer naby te komen; maar wanneer men van de bosschcn van dit gedeelte
+van America spreekt, is het nutteloos zyne toevlucht tot verdichtsels,
+of zelfs tot de minste vergrooting te nemen, om den lezer te verbaazen.
+
+Zoude men by voorbeeld gelooven, dat tachtig soldaten een zwaar
+bosch doortrekkende, de een na den ander een zoort van hoogte
+beklommen, welke zy op hunnen weg ontmoetten, en voor een grooten ter
+nedergevallen boom aanzagen, maar vervolgens onder hunne voeten voelden
+beweegen, en die niet minder was, dan eene zeer groote Aboma-Slang,
+welken de Colonel FOURGEOUD bevond dertig of veertig voeten lang te
+zyn? en met dit al, het gebeurde is met de waarheid overeenkomstig.
+
+Ik beroep my op een ander geval van gelyken aart; van eenen
+achtenswaardigen grysaart, FRANCIS ROWE van Philadelphia, die my
+verhaalde, dat hy aan één van zyne vrienden een bezoek zynde gaan
+geven, zyn paard eensklaps stil stond, verschrikt zynde door een
+zeer grooten ratelslang, die het voorbygaan belette. ROWE, die
+van het gewaand vermogen, aan dit zoort van dieren toegeschreven,
+had hooren spreken, en daar aan geloofde, steeg van zyn paard af,
+om het zelve te doen omkeeren; maar de slang, zig intusschen in
+malkander gekronkeld hebbende, liet het verschrikkelyk geluid van
+zyne staart hooren, en keek hem met zulke vuurige oogen aan, dat
+deeze onbeweeglyk op den grond bleef staan, en een koud zweet hem
+van het hoofd tot de voeten afliep; "met dit al, dus vervolgde ROWE,
+myne tegenwoordigheid van geest niet verloren hebde, wierd de vrees
+door mynen moed spoedig overwonnen; ik naderde het monster, en met
+eenen slag sloeg ik het de herssens in".
+
+Den 3den Maart, ging myn vriend DE GRAAF naar het Eyland St. Eustatius,
+alwaar zyn broeder Gouverneur was, te scheep, om zig van daar
+naar Holland te begeven. Tot myn groot genoegen nam hy HENDRIK, den
+jongsten broeder van JOANNA, met zig, en bezorgde hem vervolgens zyne
+vryheid. Ik zakte met hun de Rivier af, tot aan Kaap Braam, alwaar ik
+hun eene goede reize wenschte. My vervolgens in een visschers vaartuig
+naar 't strand begevende, bekroop my de lust, om in den Atlantischen
+Oceaan te gaan zwemmen.
+
+In dit zelfde vaartuig zag ik eene groote meenigte visschen, waar onder
+de zulken gevonden wierden, van welken ik nog niet gesproken heb,
+als daar zyn de Geel-rug, de Wipi en de Waracou. De eerste ontleent
+zyn naam naar zyne kleur, volmaakt gelykende naar die van een limoen,
+maar zyn buik is wit. Hy is twee of drie voeten lang. Zyn kop is zeer
+breed, en van twee lange knevels voorzien. Zyn lyf is dun en zonder
+schubben. Het vleesch van deezen visch is smakeloos en droog. De
+twee andere zyn zeer klein: de één gelykt naar een zweep; de ander,
+die lekker om te eeten is, heeft voor 't overige niets, het welk eene
+byzondere beschryving verdient.
+
+Den 8sten Maart vierden wy in het hoofd-kwartier den verjaardag van
+den Prins van Orange. Na den maaltyd vernemende, dat de Capitain VAN
+GUERICK, Adjudant van den Colonel FOURGEOUD, den Capitain BOLTS te
+onrecht laakte, uit hoofde zyner aanbeveeling van een jong vrywilliger,
+een mensch van een uitmuntend character, maar die weinige vrienden tot
+zyne voorspraak had, ging ik in den kring, die hen omringde, en deed
+vry ernstige verwytingen aan den Adjudant, zelfs in tegenwoordigheid
+van den Colonel, het geen een geschil veröorzaakte, waar van het
+gevolg was eene uitdaging tegen des anderen daags morgens by het
+opkomen van de zon. Wy bevonden 'er ons beiden op den bepaalden tyd,
+en gingen zonder medehelpers ter zyde af in de Savane, alwaar wy, met
+den degen in de vuist, eenige vrugtelooze aanvallen deeden, waar na,
+den degen van den Capitain in tweën gebroken zynde tegen het gevest
+van den mynen, die byna door en door was gestoken, hy geheel in myne
+macht was. Ik wilde van dit voordeel geen gebruik maken, en bood hem
+aan, om het gevecht op nieuw te beginnen, met nieuwe wapenen: maar
+hy vond dit voorstel zoo edelmoedig, dat hy, my by de hand vattende,
+my verzocht hem myne vriendschap wederom te geven. Wy erkenden toen,
+dat wy beiden al te driftig geweest waren, en gingen oogenblikkelyk
+een bezoek geven aan den Capitain BOLTS, die niets van onze wandeling
+van des morgens wist. Hy verzoende zig, schoon met moeite, met den
+Adjudant, en de geheele zaak wierd op die manier bygelegd.
+
+Den 10den, bragt ik het grootste gedeelte van den dag by den Gouverneur
+door; des avonds ging ik aan boord, om de toebereidzels onzer reize
+te bezichtigen. Ik vond onze goederen zoodanig door muizen en rotten
+beschadigd, dat ik wel zes katten noodig had, om die dieren uit te
+roeijen. De katten zyn, uit hoofde van de warmte der luchtstreek, zoo
+levendig en zoo talryk niet in Surinamen, als in Europa; ik merkte
+ook op, dat zy kleiner en magerer zyn, en dat zy zeer spitse ooren
+en bek hebben.
+
+Den 11den, zag ik met de grootste smart en verwondering de jonge
+Juffrouw JETTY DELAMARE, dochter van wylen den heer DELAMARRE, een
+fraai Mulatten meisjen, ten hoogsten veertien jaaren oud, die in den
+Christelyken Godsdienst onderwezen was, en eene volmaakte opvoeding
+genoten had, in ketenen geboeid, gelyk ook haare moeder, en eenigen
+van derzelver naastbestaanden, en door een wacht van soldaten voor den
+Raad gebragt wordende. Dit jong ongelukkig meisjen my herkend hebbende,
+riep my, en zeide my, bitterlyk schreiende: "dat de eigenaar, aan wien
+haare moeder toebehoorde, SCHOUTEN genaamd, haar voor de Rechtbank
+deed brengen, om dat zy weigerde het werk van eene gewoone slavin
+te verrigten, vermits zy buiten staat was zulks te doen, en ook,
+volgens de opvoeding, welke zy ontfangen had, tot op dit akelig
+oogenblik daar op nimmer had gerekend".
+
+De wetten van dit Land noodzaakten haar, niet alleen om zig aan dit
+ellendig lot te onderwerpen, maar zy veröordeelden haar bovendien,
+als mede haare moeder, en die geenen van haare naastbestaanden,
+welken men verdagt hield, dat haar in de vordering van haare vryheid
+zouden begunstigen, om in het geheim de straf te ontfangen, die voor
+de slaven geschikt was; en zonder de menschlievendheid van den Fiskaal
+WICHERS zoude dit verschrikkelyk vonnis zekerlyk ter uitvoer gebragt
+zyn geworden.
+
+Zie daar, welke de gevolgen waren van de weinige zorge, die DELAMARE
+had aangewend, om aan zyne dogter en derzelver moeder haare vryheid te
+doen erlangen. De smartelyke vertooning, waar van ik oog-getuige was,
+deed my voor mynen zoon beven; maar myne vrees was niet van langen
+duur; want dien zelfden dag, op het oogenblik, dat ik zulks het minst
+verwagtte, ontfing ik eene zeer beleefde boodschap van Gouverneur en
+Raaden, medebrengende: "Dat de Raad, overwogen hebbende myne diensten,
+myne menschlievendheid, en de oprechtheid, waar mede ik myn woord van
+eer tot borg voor mynen zoon aanbood, ten einde hem, alvorens hem te
+verlaten, een vry burger der weereld te zien; eenparig besloten had,
+my by eenen brief plechtiglyk kennisse te geven, dat zonder verderen
+omslag of kosten, myn verzoek was toegestaan; en dat, uit kragte van
+dien, myn zoon voor altyd vry was".
+
+Niemand gaat schielyker van overmaat van smarte tot die van vreugde
+over, dan ik zelf op dit oogenblik. De gevoelige JOANNA stortte
+tranen van teederheid en erkentenis. Wy gevoelden ons geluk des te
+sterker, om dat wy alle hoop verloren hadden, en byna veertig kinderen
+van beiderleije kunne thans aan eene altoosduurende slavernye door
+hunne vaders waren overgelaten, waar van zommige zelfs zig niet eens
+verwaardigden, om eenige tyding van hun te vernemen.
+
+Eene omstandigheid, die my in de daad zeer buitengewoon toescheen,
+bestond hier in, dat, schoon zommige fatsoenlyke lieden myne
+gevoeligheid ten hoogsten prezen, het grootste getal echter myne
+vaderlyke teederheid afkeurde, en dezelve als zwakheid of dwaasheid
+beschouwde. In de eerste vervoering van myne vreugde, schoon ik
+weinige goederen bezat om over te beschikken, maakte ik een uitersten
+wil ten voordeele van dit geliefde kind. Ik benoemde de heeren GORDON
+en GOURLAY tot uitvoerders van denzelven, en tot voogden over mynen
+zoon, geduurende myne afwezigheid. Ik stelde hun vervolgens alle myne
+papieren verzegeld ter hand, met verzoek dezelven te bewaren, tot
+dat ik ze weder zoude opëisschen, of tot mynen dood; en dit gedaan
+zynde, ging ik een bezoek geven aan den heer SNYDERHANS, Predikant
+te Paramaribo, om hem te verzoeken tot het bepalen van eenen dag,
+op welken JOHNNY STEDMAN zoude kunnen gedoopt worden. [3]
+
+Den 18den, kwam het overschietend krygsvolk van den Colonel
+FOURGEOUD uit het leger aan de Cassipory-Kreek, en wy zetteden alle de
+toebereidzels tot ons vertrek met yver voort. De vreugde, die het klein
+getal zee-soldaten, welke hunne medgezellen overleefden, wegens het
+te rug keeren naar hun vaderland gevoelde, was oorzaak, dat zy hunne
+agterstallige soldye, welke zy ontfingen, aan overdadige verteeringen
+besteedden, die gelegenheid gaven tot twisten, zoo onder elkander, als
+met de soldaten van 's Compagnies krysvolk. Verscheiden wierden gewond,
+anderen afgeklopt; en de rust herstelde zig niet dan met veel moeite.
+
+Het oogenblik van ons vertrek steeds meer en meer naderende, verliet
+ik myne wooning; en, op de uitdrukkelyke uitnoodiging van Mevrouw
+GODEFROY, bragt ik eenige dagen door in het huis, het welk zy in het
+midden van haaren fraaijen tuyn, en onder de schaduwe van tamarinde-
+en oranje-boomen, had laten bouwen, om JOANNA en haaren zoon daar in
+te ontfangen, aan wien zy bovendien twee Negerinnen gaf, om haar te
+dienen. Deeze aangenaame wooning was wel voorzien van huisraad, het
+welk fraaiheid en gemak zamenpaarde. Hoe gelukkig zoude ik geweest
+zyn met myn leven aldaar door te brengen.--Maar het noodlot had dit
+anders bepaald.
+
+Den 22sten, vervoegde ik my met den Capitain SMALL, (die voor twee
+maanden verlof had gekregen,) by den Predikant SNYDERHANS, welke,
+tot myne groote verwondering, weigerde mynen zoon te doopen, onder
+voorwendzel, dat ik, naar Holland vertrekkende, geene zorge konde
+dragen, dat hy eene Christelyke opvoeding ontfing. Ik gaf hem ten
+antwoord, dat ik mynen zoon aan voogden toevertrouwde; maar alle
+vertogen waren vrugteloos; en aan dit styfhoofdig mensch geene reden
+kunnende doen verstaan, ging ik heen, onder betuiging, dat al wilde
+hy nu zelfs in het verzogte toestemmen, ik het niet begeeren zoude.
+
+Vermaken en vreugde heerschten toen te Paramaribo, even als by
+onze aankomst. In alle wyken gaf men middag- en avond-maaltyden
+en dans-partyen; maar ik was by geene, dan by die van myne beste
+vrienden, tegenwoordig, waar onder ik steeds den Gouverneur NEPVEU
+rekende. Hy besloot alle deeze festynen, waar in de inwooners der
+Surinaamsche Volkplanting zoo verkwistend zyn, met één der treffelykste
+en kostbaarste maaltyden.
+
+Den 25sten, wierd al het goed aan boord van het schip gebragt.
+
+Ik ontfing eindeloos veel geschenken van alle de lieden, met welken
+ik eenige vriendschap gehad had. Myn voorraad van allerleije zoort
+zoude voldoende voor my geweest zyn, om 'er den aardbol mede rond
+te reizen. In een klein kistjen met sterken drank, vond ik een
+fles oprechte oranje-oly, en nog één, welke men hier noemt oly van
+tonca boonen. De eerste wordt gemaakt van oranje-schillen, welken
+men tusschen den duim en voorsten vinger drukt; een langwyligen en
+verdrietigen arbeid. Eenige droppels van deeze oly met suiker zyn
+uitmuntend tot versterking van de maag, herstelling van eetlust,
+en bevordering der verteering. Men heeft slechts één droppel noodig,
+om de geur door eene geheele kamer te verspreiden. De tonca-boonen
+groeijen, zoo men zegt, in eene dikke vleesachtige vrucht, en op
+een zeer grooten boom. Ik heb geene andere dan drooge gezien, en dan
+gelyken zy veel op pruimen. Zy dienen om aan de tabak, zoo in bladen,
+als om te snuiven, een aangenaamen geur mede te deelen.
+
+Den 26sten, gingen wy gezamentlyk van zyne Excellentie den Gouverneur
+afscheid nemen. Eenige oogenblikken daar na, kwamen de Officiers
+van het krygsvolk der Sociëteit in het hoofdkwartier, om ons eene
+behoudene reize toe te wenschen.
+
+De Colonel FOURGEOUD, ons dien zelfden dag ter maaltyd onthaald
+hebbende, drukte my twintig malen de hand na den maaltyd, zeggende:
+"Dat ik die jongeling was, dien hy op de weereld het meest beminde,
+om dat, indien hy my bevolen had in het vuur of in het water te
+loopen, ik het gedaan zoude hebben". Hy voegde 'er nog andere
+beleefde aanmerkingen by; maar ik erken, dat, schoon ik wist te
+vergeven, ik de verschrikkelyke gevaaren en onheilen, waar aan ik
+buiten noodzaak bloot gesteld was geworden, niet vergeten kon. De
+Colonel berigtte my tevens, dat hy niet met ons vertrekken zoude; maar
+dat hy voornemens was, met het overschot van het nieuwe krygsvolk,
+in 't kort zyn Regiment te volgen; en dat hy, by zyne aankomst in
+Holland, my alle diensten bewyzen zoude, waar toe hy eenigzints in
+staat was. Welke ook de beweegreden van zyne schielyke verandering
+ten mynen opzigte moge geweest zyn, het is my genoeg te zeggen, dat
+'er toen geene twee betere vrienden waren, dan de Colonel FOURGEOUD,
+en de Capitain STEDMAN.
+
+Des avonds van dien dag nam ik in korten tyd afscheid van Mevrouw
+GODEFROY, van den Heer en Mevrouw DEMELLY, van den Heer en Mevrouw
+LOLKENS, van den Heer en Mevrouw GORDON; van den Heer GOURLAY, van
+den Capitain MACNEYL, en Doctor KISSAM, die my allen de grootste
+beleefdheden en het levendigst belang, zedert myne komst in de
+Volkplanting, betoond hadden; maar ik had te veel te doen met iemand,
+die my veel liever was, dan dat ik, met van hun afscheid te nemen,
+het leed gevoeld zoude hebben, het welk ik by eene andere gelegenheid
+zoude hebben ondervonden. Terwyl ik alle de hevigheid van myne
+aandoening ten toon spreide, liet JOANNA niets van dien aart in myne
+tegenwoordigheid blyken. Ik drong nog eenmaal by haar aan om my naar
+Europa te vergezellen, en ik wierd door alle haare vrienden en door
+Mevrouw GODEFROY daar in ondersteund. Zy was even onbuigzaam als te
+vooren, en antwoordde my: "Dat hoe smartelyk ook eene scheiding,
+die misschien voor eeuwig zyn zoude, vallen mogte, zy niettemin
+verkoos in Surinamen te blyven, dewyl zy volmaakt overtuigd was, dat
+zy niet gevoeglyk over haar zelven beschikken konde, en om dat het,
+in haare tegenwoordige gesteldheid, beter was, dat zy de eerste van
+haren rang in America bleef, dan een voorwerp van verachting, of een
+last voor my, in Europa, te worden, het geen zeker stond te gebeuren,
+zoo lang ons fortuin niet onäfhangelyker was". Op deeze laatste woorden
+was zy blykbaar aangedaan, en zy ging ter zyde, om alleen tranen te
+storten.--Wat konde ik zeggen of doen?--Niet wetende te antwoorden,
+besloot ik, om, zoo mogelyk deeze moedige vrouw na te volgen, en
+my aan myn lot te onderwerpen, tot het aandoenlyk oogenblik, dat ik
+een vaarwel zoude uitspreken, het welk myn hart my aankondigde het
+laatste te zullen zyn.
+
+De geheele krygsbende, den 27sten, des morgens ten zeven uuren,
+bevel ontfangen hebbende, om zig naar den Colonel FOURGEOUD in het
+hoofdkwartier te begeven, onttrok ik my aan alles, wat my in de weereld
+lief was, aan zoon en moeder, zonder hen in hunnen slaap te stooren,
+ten einde eene al te aandoenlyke vertooning voor te komen. De Colonel
+geleide ons tot aan den oever, en wy gingen aan boord, door de vlag
+en het geschut van het Fort en van de Schepen, die op de rheede lagen,
+begroet wordende.
+
+Alle de Officiers met den Lieutenant Colonel DE BORGNES, die geduurende
+den overtocht het bevel moest voeren, het middagmaal gehouden hebbende,
+noodigde my de Colonel FOURGEOUD, om hem, tot des anderen daags
+morgens, naar de stad te vergezellen; maar daar myn hart van droefheid
+overstelpt was, bedankte ik hem voor zyn vriendelyk aanbod. Hy wenschte
+ons dus eene voorspoedige reize, en keerde te rug in het gezelschap
+van zynen Adjudant, den Capitain VAN GUERICK. By zyn vertrek, wierd hy
+door negen kanon schoten, en een driewerf geroep van hoezee, begroet.
+
+Den 29sten Maart, des middernachts, het sein gegeven zynde, gingen
+onze beide schepen onder zeyl, en zakten af tot aan het Fort Amsterdam,
+alwaar zy het anker wierpen.
+
+De heeren GORDON en GOURLAY, welken ik tot voogden over mynen
+zoon benoemd had, by den Colonel SEYBOURG, aan boord van het schip
+Hollandia, ter maaltyd onthaald zynde, gaven zy my een bezoek; en
+verzogten my met hun naar Paramaribo te rug te keeren.
+
+Het was my onmogelyk om voor de tweede maal te wederstaan aan een
+aanzoek, om twee voorwerpen, die aan myn hart zoo dierbaar waren,
+nog eens te zien. Ik stemde 'er in toe, en (moet ik het zeggen,)
+ik vond JOANNA, die in myne tegenwoordigheid zoo veel kragt en moed
+betoond had, in tranen wegsmeltende, en voor de overmaat van haare
+moedeloosheid zwigtende. Zy had geen voedzel, hoe genaamd, gebruikt,
+geen enkel oogenblik had zy de zoetigheden van den slaap gesmaakt,
+noch een enkel woord uitgebracht, noch zelfs de plaats verlaten,
+waar ik haar des morgens van den 27sten agterliet.
+
+Dewyl de schepen eerst na twee dagen zee moesten kiezen, was ik
+zeer gereed om dezelven met deeze gevoelige vrouw door te brengen,
+het geen haar moed scheen in te boezemen: maar, helaas! wy betaalden
+deeze al te korte oogenblikken zeer duur. Naauwlyks waren 'er eenige
+uuren verloopen, toen een matroos my eensklaps kwam kennis geven, dat
+een sloep my wagte, om oogenblikkelyk aan boord te gaan. De moeder
+van JOANNA nam het kind, dat in de armen van haare dochter rustte,
+terwyl de laatstgemelde door Mevrouw GODEFROY ondersteund wierd. Haare
+broeders en zusters omringden my, den Hemel deszelfs bystand voor my
+afsmeekende, en eene treurige klaagstem opheffende. De ongelukkige
+JOANNA, een meisje van slechts negentien jaaren oud, de oogen op my
+gevestigd houdende, drukte my met kragt de hand. Zy kon niet spreeken,
+haar geest was verwilderd; maar de tyd was daar! Ik drukte haar met
+drift tegen mynen boezem, en nam één van haare hairlokken. Insgelyks
+niet in staat zynde, een enkel woord uit te brengen, bad ik inwendig
+den Hemel, om voor moeder en kind te waken. Toen sloot JOANNA haare
+lieflyke oogen; de bleekheid van den dood overdekte haar aangezicht;
+haar hoofd hing naar de laagte, en zy viel beweegloos in de armen van
+haare aangenomene moeder. Ik verzamelde hier al myn moed en kragt
+by elkander, en verliet de beide voorwerpen van myne levendigste
+teederheid, die echter door de zorgen, omtrent haar aangewend, aan
+niets gebrek hadden.
+
+Daar de sloep my steeds wagtte, ging ik, door myne vrienden vergezeld,
+mynen ouden Colonel bezoeken; en hem de hand drukkende, vergaf ik hem
+uit den grond myns harten, en stilzwygende, alle de verdrietelykheden,
+die hy my veroorzaakt had. Hy was aangedaan; en ongetwyffeld, dit
+was hy my verschuldigd! Ik wenschte hem allen voorspoed, en zakte
+eindelyk de Rivier Surinaamen af.
+
+De schepen lagen dwars over kaap Braam, toen ik aankwam. De
+Vice-Gouverneur TEXIER kwam ons aldaar goeden dag zeggen. Hy gebruikte
+het middagmaal aan boord van één der twee schepen, en keerde te rug in
+het gezelschap van de Capitains SMALL en FREDERIK, die my uitgeleide
+gedaan hadden. By zyn vertrek wierd hy door zeven kanonschoten begroet.
+
+
+
+DERTIGSTE HOOFTSTUK.
+
+De Schepen ligten het anker, en steken in zee.--Overtocht.--Het
+Zee-paard.--De Noordkaper.--De Haay.--De Zuiger-visch.--Het
+Lootsmanmetje.--De Bruinvisch.--Zee-orkaan.--De Schepen landen in Texel
+aan.--Ontscheping van het krygsvolk in de stad 's Hertogenbosch.--Dood
+van den Colonel FOURGEOUD.--Besluit.
+
+Toen alles tot ons vertrek volkomen in gereedheid was, ligtten de
+beide schepen, onder bevel van den Lieutenant Colonel DES BORGNES het
+anker den 1sten April 1777, en zeilden noord- en noord-west-waarts
+met een oosten wind, en stevige koelte. Ik bleef als een beweegloos
+en stom mensch, in het agterste gedeelte van het schip, tot dat
+de wolken ons beletteden land te bekennen. Na verloop van eenige
+dagen echter gelukte het my, om myne droefgeestigheid te boven te
+komen, en eene zoort van rust te erlangen. Daar toe was ongemeen
+dienende deeze troostende aanmerking, dat, zoo ik my zelven in zeker
+opzigt al benadeeld had, ik ten minsten drie belangryke persoonen,
+JOANNA, JHONNY en QUACO namelyk, aan de slavernye onttrokken had,
+welke weldaad zy overwaardig waren. Ik was voor deeze goede daad in
+voorraad betaald, door de zorgvuldigheden van twee derzelven, waar
+aan ik het behoud van myn leven te danken had, terwyl een onëindig
+getal menschen rondöm my onder den last der onheilen bezweken was,
+anderen hunne gezondheid, verscheiden het gebruik van hunne ledematen,
+zommigen hun geheugen, en eindelyk één of twee hun verstand verloren
+hadden; zynde allen de slagtöffers van eenen gestrengen dienst in
+eene noodlottige luchtstreek.
+
+Van byna twaalf honderd wel gestelde mannen, die tot deezen tocht
+waren ingescheept, kwamen 'er ten hoogsten honderd in hun vaderland
+te rug, en onder deezen bevonden 'er zig misschien geen twintig in
+volmaakte gezondheid. Men telde onder de dooden, (de Heelmeesters
+daar onder gerekend) tusschen de twintig en dertig Officiers, onder
+wier getal drie Colonels en één Major waren. Dusdanig moet de uitslag
+zyn van de gelukkigste krygsönderneemingen in een brandend heet land,
+het welk met moerassen en bosschen doorsneden is.
+
+Den 14den April gingen wy over den zonne keerkring. Vervolgens de koers
+veranderd hebbende, zeilden wy noord-noord-oost, en noord-oost-waarts,
+en wy wierden door stilte overvallen. Ik moet niet vergeten te
+verhaalen, dat wy ons op vyftien graden noorder breedte bevindende,
+de streeken overzeilden, welken men doorgaans de groene Zee noemt,
+uit hoofde van de meenigvuldige zeegewassen, waar van zommige,
+tusschen twee bladen papier uitgespreid en in de zon gedroogd zynde,
+zeer merkwaardig zyn, en boomen, heesters, bloemen vertoonen, en
+stukjens van verschillende zoorten van visschen en schelpen in zig
+bevatten. Wy zagen ook het Zeepaard, een visch, die agt of negen
+voeten lang is: deszelfs lichaam is met kraakbeenige ringen gevormd;
+zyn bek is langwerpig, en zyn kop met een zoort van hoofdhair bedekt.
+
+Den 19den, hield de stilte nog aan. Dagelyks wierden wy vermaakt door
+het gezicht van eene groote meenigte vliegende visschen, zee-braassems
+en noord-kapers, die voor en agter de schepen zwommen en speelden,
+als of zy ons gezelschap hadden willen houden. De Noordkaper is een
+visch, tot het geslacht der groote visschen behoorende; hy gelykt een
+weinig naar den Dolphyn, maar is veel grooter, en koomt in gedaante
+na by den walvisch; zomtyds is hy twintig voeten lang, en ongemeen
+vet. Zyn kakenbeen is van veertig zeer scherpe tanden voorzien. Hy
+werpt het water uit, door twee neusgaten, en zyne kleur is bruin. Wy
+zagen ook van tyd tot tyd, op eenigen afstand van de schepen, en
+boven de golven, groote Noordkapers.
+
+Dit zoort van visch gelykt zeer veel naar de Groenlandsche walvisschen,
+maar hy is veel gevaarlyker, om dat zyne gestalte kleinder, en zy
+ne gedaante platter is. Zyn kakebeen is ook korter, en van kleine
+knevels voorzien. Zyne huid is witter, en zeldzaam geeft hy meer dan
+dertig vaten traan.
+
+Den 22sten, begon het weder op eene zichtbaare manier te veranderen. Al
+het scheepsvolk wierd door verkoudheid, en verscheiden door de koorts
+aangetast.
+
+Den 30sten, was een ieder zoo zwak, dat de dienst met moeite volvoerd
+wierd. Wy hadden reeds twee matroosen en één soldaat verloren. Den
+Lieutenant Colonel DES BORGNES zig zeer ongesteld bevindende, wierd
+my het bevel voor eenige dagen opgedragen. Dewyl het andere schip toen
+voor uit, en byna buiten het gezicht was, liet ik een vlag opheisschen,
+en een kanon-schoot doen, om het zelve te rug te roepen, gelyk ook
+oogenblikkelyk gebeurde.
+
+Toen dien zelfden dag een groote Haay aan één der zyden van ons schip
+zwom, deeden wy vergeefsche pogingen om hem te vangen. De zee bevat
+verscheide zoorten van visschen van den zelfden naam, maar deeze is
+de verschrikkelykste van allen, uit hoofde van zyne grootte, want
+hy weegt zomtyds duizend ponden, en is zestien of agttien voeten
+lang. Zyn kop is platachtig en breed, en men bespeurt in den zelven
+twee gaten, door welken het dier het water laat uitspringen. In alle
+rigtingen draait hy zyne vooruitstekende oogen, die zyne vraatzucht
+te kennen geven. Beneden dezelve is zyn bek geplaatst, die zoo breed
+is, dat hy een grooten hond in eens zou inslokken. Zyne tanden,
+in vyf of zes reijen gerangschikt, zyn zoo snydend en sterk, dat hy
+den arm of het been van een mensch met het grootste gemak afbyt; het
+geen verscheidene maalen gebeurd is. Zyn geheele lyf gelykt volmaakt
+naar dat der zee-honden, welken men in de Noordelyke Zeeën vindt. Hy
+heeft vyf vinnen, één op den rug, twee aan de borst, en twee aan
+den buik. Zyn staart is vorkswyze uitgesneden; maar het bovenste
+gedeelte is het langste. Van zyne ruwe en slymige huid maakt men
+segryn leder. De Haay zwemt altyd met kragt, maar hy is genoodzaakt
+zig op zyde te wenden, om zynen buit te pakken, het geen oorzaak is,
+dat hem verscheiden visschen ontsnappen.
+
+De Zuiger-visch is een visch, welken men dikwerf vindt, aan de kiel
+der schepen en aan de groote zee-monsters, zoo als 'er aanstonds
+één derzelven door my beschreven is, vast zittende. Hy heeft eene
+gryze kleur, en is twintig duimen lang. Zyn lyf, van eene ronde
+gedaante, wordt naar de staart dunner. Zyne vinnen zyn geplaatst,
+als die van de Haay. Zyn zuiger maakt hem het meest merkwaardig. Het
+is eene kraakbeenige zelfstandigheid, van eene eironde gedaante,
+door zydelingsche balken van gelyken aart, die snydend en getand zyn,
+afgedeeld. Dit gedeelte van den Zuiger-visch hecht zig met zulk eene
+kragt aan alles vast, dat, wanneer hy vast zit, de zwaarste golven
+niet in staat zyn hem los te maken.
+
+Het is gepast alhier melding te maken van het Lootsmannetje. Hy is
+klein, en verrykt met de schitterendste kleuren, namelyk bruin met
+een gouden weerschyn. Men zegt, dat hy niet alleen gevoed wordt door
+het overschot der visschen, welke de Haay laat vallen, maar zelfs
+dat hy by deszelfs buit de wacht houdt, en van die byzonderheid zynen
+naam ontleent.
+
+Van het begin van den overtocht af, ging ik bloots hoofds en
+barrevoets; maar den eersten May, juist een maand na ons vertrek,
+was ik genoodzaakt my te kleeden, even als myne mede-reisgenooten.
+
+De Heer NEYSSENS, één van onze Heelmeesters, een Crabbo-dago, een
+zeer verslindend dier, aan boord hebbende, geraakte dezelve omtrent
+te deezer tyd uit zyn hok los, en doodde in éénen nacht alle de
+aapen, alle de papegaijen, en al het gevogelte, dat zig op het verdek
+bevond. De lieden, die de wacht hadden, redden zig met weg te loopen,
+maar één van hun had de onverschrokkenheid, om hem met een stuk hout
+dood te slaan.
+
+Den 3den, hadden wy, op veertig graden zuid-ooster breedte, zwaare
+regenbuiën, en stormwind. Dezelve vermeerderde dagelyks tot den 9den,
+wanneer hy gematigder begon te worden.
+
+Wy zagen toen Bruinvisschen. De visch van deezen naam heeft vyf of zes
+voeten lengte, is zeer vet, zonder schubben, en van eene zwartachtig
+blaauwe kleur. Zyne oogen zyn klein; hy heeft puntige tanden, en een
+zeer langwerpigen bek. Hy heeft drie vinnen, één op den rug, en twee
+aan de borst. Zyn staart is horizontaal, op dat hy boven het water
+zoude kunnen springen; het geen hy meenigmalen doet, het zy om te
+snuiven of adem te halen, en men kan dan van zeer verre af het gesnuif
+van zyne neusgaten hooren. Het vleesch van den Bruinvisch is rood,
+en gelykt veel naar zommige zoorten van varkensvleesch.
+
+Den 13den, geduurende een vierde gedeelte van den morgen, en op een
+korten afstand van de Azorische Eilanden, wierden wy door eenen
+geweldigen storm uit het oosten beloopen. Eene bramsteng dreef
+kort daar na op zyde van ons schip voorby. Wy vernamen vervolgens,
+dat dezelve van een Hollandsch Oost-Indisch Compagnies Schip was,
+het welk in zyne te rug komst in de nabyheid van het Eiland Tercéra
+met man en muis verging.
+
+Den 14den, was de wind zoo geweldig, dat wy onze groote bramsteng
+verlooren, en het groote zeil scheurde. Het andere schip verloor te
+gelyker tyd zyn boeg-spriet.
+
+Den 15den, kregen wy een orkaan, vergezeld van blixem, donder, en
+zeer zwaren regen. Dezelve duurde den geheelen nacht, en nam onze
+mast weg. Het volk was uittermaten vermoeid, en naauwlyks bestand
+tot den arbeid, die 'er noodig was, om eene schipbreuk voor te komen.
+
+De twee volgende dagen behielden wy tegenwind, met een reef in het
+fokkezeil. De golven klommen bergs hoogte, en sloegen aanhoudend over
+het schip heen. Nacht en dag moesten wy pompende blyven. Kort daar
+na deeden wy de gewoone groete aan het Hollandsch Fregat de Alarm,
+het welk ons zulks wederkeerig bewees.
+
+Den storm eindelyk ophoudende, peilden wy negen vademen water. Maar
+de wind eensklaps noord-oost-waarts draaijende, dreeven wy den mond
+van het Kanaal in, tot des morgens van den 21sten, wanneer, ten half
+twee uuren, het andere schip een schot deed, om ons te berigten,
+dat de vuurbaak der Sorlings Eilanden in het gezicht was; en des
+morgens ten vier uuren kwam 'er een loots aan boord.
+
+Op de hoogte van Douvres eene stilte van agten-veertig uuren gekregen
+hebbende, zagen wy eerst den 27sten de Hollandsche kust. Dien
+zelfden dag kogten wy beste visch, ons door eene Scheveningsche pink
+aangebragt, en wy onthaalden 'er al het volk op, schoon nimmer een
+schip beter van voorraad voorzien was.
+
+Ons geduurende den nacht van de wal afhoudende, kregen wy eindelyk
+Kykduin en den Helder in 't gezicht. Den 28sten, des morgens ten drie
+uuren, wierpen de beide schepen het anker op de rheede van Texel,
+na negen kanon-schoten gedaan te hebben.
+
+Den 30sten, in de Zuiderzee het kleine Eiland Urk voorby gezeild zynde,
+geraakten de beide schepen, het voor den wind hebbende, van zelf op
+het Pampus, eene zeer groote zandbank, met water overdekt, niet verre
+van Amsterdam afgelegen, en aan deeze Stad tot een natuurlyke wal ter
+beschutting tegen alle buitenlandsche vyanden dienende. Alle schepen
+moeten daar over heen gaan, of tusschen beiden door geleid worden;
+en dit laatste middel verkozen wy.
+
+Eenige Noorweegsche schepen kwamen te gelyker tyd met ons aan. Allen,
+die zig op dezelven bevonden, zaten in hun hembd op het dek, en waren
+nat van het zweeten, terwyl wy in mantels gedoken waren, en gevoerde
+mutsen op het hoofd hadden, om ons tegen de koude te beveiligen.
+
+De stad Amsterdam zond thans eene groote meenigte ververschingen aan
+boord, dezelven aan de verlossers eener Volkplanting aanbiedende, by
+welke zy een zoo merkelyk belang had. Het volk van onze beide schepen,
+op 't punt zynde van hunne nabestaanden en vrienden weder te zien,
+was opgenomen van vreugde. Men moet echter daar van een enkelen
+uitzonderen, die thans van zyn geluk verstoken was.
+
+Den 3den Juny, ging ons volk over op zes kleine vaartuigen, waar mede
+zy naar 's Hertogenbosch werden overgevoerd, eene Stad, alwaar men
+deeze krygsbende voltallig maakte, en dezelve in bezetting hield. By
+het ontschepen begroetten ons onze schepen met negen kanon-schoten, en
+wy beantwoordden hen met een driewerf geroep van Hoezée. Wy namen den
+weg over Saardam, Haarlem en ter Goude, welke plaatsen ik zeer fraay
+vond: ik bewonderde vooral de geschilderde glazen van de hoofdkerk
+der laatstgemelde stad. Maar de inwooners, die, door nieuwsgierigheid
+gedreven, ons in meenigte omringden, scheenen my toe een wonderlyk
+slag van menschelyke wezens te zyn, met lappen bekleed, en door de
+gaven der natuur zeer weinig begunstigd. Het was tegen dit volk niet
+alleen, dat ik zulk een vooröordeel had; alle de Europeanen hadden
+by my een gelyk voorkomen, wanneer ik ze vergeleek by de geenen, die
+ik verlaten had, by die menschen, wier oogen vol vuur zyn, de tanden
+zoo wit als ivoor, en de huid steeds van eene ongemeene zindelykheid
+glinsterende. Intusschen dagt ik niet aan het buitengewoon voorkomen,
+het welk wy maakten, wier taanige kleur door de zon verbrand was,
+en die, door zoo veele ellenden en vermoeijenissen uitgeput, niets
+meer dan wandelende geraamten waren. Ik zoude 'er kunnen byvoegen,
+dat wy zoo lang in de bosschen geleefd hebbende, geen ander voorkomen
+dan van wilde menschen hadden; en ik zelf in 't byzonder verdiende
+en verkreeg dien bynaam.
+
+In dien staat kwam ik in de Stad s' Hertogenbosch aan, alwaar onze
+laatste ontscheping den 9den plaats had.
+
+Op deeze wyze eindigde één der buitengewoonste tochten, die immer
+door Europeesch krygsvolk waren ondernomen, en waar by men slechts
+op eenen verren afstand den oorlog tegen de Americaansche Zeeroovers
+in vergelyking stellen kan.
+
+By onze aankomst ontmoetten wy den Lieutenant Colonel WESTERLOO, die,
+in 't jaar 1773, in Europa ziek was te rug gekomen, en thans zelfs
+nog niet geheel en al hersteld was. Hy noodigde my, benevens eenigen
+van myne medgezellen, ter maaltyd aan eene gemeene tafel, voor een
+gedeelte bestaande uit Hollandsche Officiers, die zig beklaagden, dat
+het eeten naar den rook smaakte, en dat het rundvleesch slecht was;
+terwyl wy, ellendige gelukzoekers, verklaarden nooit beter maaltyd
+gedaan te hebben. Maar te gelyker tyd, dat deeze heeren de lekkerheid
+der aardbeziën, kerssen, en andere Europeesche vruchten roemden,
+vonden wy dezelven verre beneden de advocaaten-peer, de water-meloen,
+de ananas, enz. die ons zoo langen tyd tot eene lekkernye gestrekt
+hadden.--Alles wat in deeze weereld goed of kwaad is, is enkel
+betrekkelyk, of door vergelyking.
+
+Des anderen daags wierden wy op de parade aan den Generaal HARDENBROEK
+voorgesteld.
+
+Den 18den, ontfingen wy onze agterstallige soldye, en men stond
+aan allen, wien zulks geliefde, toe, om tot hun voorig Regiment te
+rug te keeren. Zommige soldaten hadden vier of vyf honderd guldens;
+maar zy bragten ze zeer schielyk door.
+
+Het was toen het oogenblik ter uitvoering van myn reeds voorlang
+genomen besluit, om namelyk het Regiment van den Colonel FOURGEOUD
+te verlaten. Dadelyk na onze ontscheping, verzogt ik myn ontslag aan
+den Prins van Oranje, die my het zelve den 20sten verleende, en my
+aanstelde tot Capitain onder het Regiment van den Generaal STUART,
+het welk ik in September 1772 verlaten had.
+
+Ik veranderde dus van monteering, en kleede mynen getrouwen QUACO
+in eene deftige livrey. Ik onthaalde vervolgens myne reisgenooten,
+met welken ik zoo veele gevaaren had doorgestaan, ter maaltyd,
+en wy scheidden van elkander met wederzydsche betuigingen van eene
+eeuwigduurende vriendschap. Des anderen daags morgens vertrok ik,
+om my by myne oude krygsbende te vervoegen, alwaar ik met de blyken
+van de levendigste vreugde ontfangen wierd.
+
+Den 25sten Augustus, begaf ik my naar het Lusthuis het Loo, in
+Gelderland, alwaar ik door mynen Colonel wierd voorgesteld aan zyne
+Doorluchtige Hoogheid, den Stadhouder, die my op de vriendelykste
+wyze ontfing, en my spoedig bevorderde tot den rang van Majoor in
+het Regiment, waar toe ik thans behoorde.
+
+Ik had ook het genoegen, om eenigen van myne oude medgezellen,
+en zelfs die geenen, die zonder het te weten, met hunnen ondergang
+bedreigd waren geworden, op eene eerlyke wyze beloond te zien.
+
+Den 24sten September, ging ik naar den Hage, alwaar ik zyne
+Doorluchtige Hoogheid verzogt, om agttien beeldtenissen van wasch,
+door my zelven gegoten, als een blyk van erkentelykheid te willen
+aanneemen, gelyk hy ook de goedheid had te doen. Zy verbeeldden
+Indianen van Guiana, en Negers uit de Volkplanting van Surinamen,
+met onderscheiden arbeid bezig zynde op een Eiland, het welk op een
+glas van krystal geplaatst was.
+
+Ik gaf ook mynen Neger QUACO (met zyne toestemming,) aan de Gravin
+VAN ROSENDAAL, aan wier geslacht ik groote verpligtingen had,
+tot een geschenk. Deeze vrouw, verrukt over het goed gedrag en de
+eerlykheid van deezen jongen Neger, liet hem met myne goedkeuring naar
+mynen naam doopen, met belofte, dat zy altyd voor hem zoude zorgen,
+en hem voordeelen doen genieten, welken ik niet in staat was hem
+te beschikken.
+
+Omtrent op het einde van de maand October, boden de Bewindhebberen
+der Compagnie van de Berbices my den post aan van Vice-Gouverneur
+deezer Volkplanting, in de nabyheid van die van Surinamen gelegen. Ik
+begaf my dus naar Amsterdam, om te vernemen, welke hunne voorslagen
+waren. Zy bepaalden my eene zeer zwaare bezolding, en beloofden
+my groote voordeelen; maar ik hield aan op de belofte, om aan den
+tegenwoordigen Gouverneur by deszelfs eerder afsterven te zullen
+opvolgen, als mede op eene behoorlyke jaarwedde, by myne te rug komst,
+na een bepaald getal van jaaren. Deeze heeren beweerden dit verzoek
+niet te kunnen toestaan, en dienvolgende bedankte ik hun voor hun
+aanbod. Ik oordeelde het voorzichtiger te zyn myne gezondheid in Europa
+te herstellen, dan andermaal in de gezengde luchtstreek te gaan kwynen,
+zonder hoop om, in myn vaderland te rug komende, myne dagen in stilte
+te kunnen eindigen. Intusschen kreeg ik spoedig myne kragten wederom,
+en was zoo welvarende, als ik immer geweest was. Onder honderd van
+myne medgezellen was 'er ter naauwer nood een enkele, die op zulk
+een geluk roemen konde.
+
+De Colonel FOURGEOUD zelf had weinig genot van zyn fortuin. Eenigen tyd
+na zyne te rug komst in Holland, wierd hy in zyn bed dood gevonden. Hy
+wierd met alle krygsëer in den Hage begraven.
+
+Zyn gezworen vyand, de Gouverneur der Volkplanting Surinamen,
+overleefde hem niet lang. Zyne plaats wierd door den Colonel TEXIER met
+eere vervuld, aan wien de waardige heer WICHERS naderhand opvolgde. [4]
+
+Den Duitschen Keizer de grenssteden van Holland in 't jaar
+1782. hebbende ingenomen, was het Regiment van den Generaal STUART
+het laatste, het welk de stad Namur ontruimde, alwaar het Keizerlyk
+krygsvolk dien zelfden dag, dat hy 'er uittrok, binnen rukte. Kort
+daar na wierd de Schotsche Brigade, waar van de soldaten uit
+lieden van allerleije natiën bestonden, door de Staaten van Holland,
+genaturaliseerd, dat is, tot drie Hollandsche Regimenten gevormd, ter
+gelegenheid van den oorlog met Groot-Britanniën, die ons, de meeste
+voornaame Officiers en my zelven, noodzaakte om ons afscheid te nemen,
+als tegen onzen Koning en ons Land niet begeerende te dienen.
+
+De Prins van Orange gaf my, by het verleenen van myn afscheid, den rang
+van Lieutenant-Colonel. Toen wy allen in Engeland waren te rug gekomen,
+nam zyne Brittannische Majesteit, uit hoofde van onze getrouwheid,
+ons onder zyne bescherming. Den 18den Juny, wierden elf van de onzen,
+onder wier getal ik het geluk had te behooren, te Saint James door
+den Generaal CONWAY aan den Koning voorgesteld, en hadden de eer om
+de hand van zyne Majesteit te kussen.
+
+Den 27sten van dezelfde maand, wierd ons allen, door het Huis der
+Gemeente in het Engelsch Parlement, eene halve soldye toegestaan,
+volgens den rang, dien elk van ons bekleedde op het oogenblik, dat
+hy uit het Regiment ontslagen wierd. [5]
+
+Het Publiek zal zig een denkbeeld van de oudheid en dapperheid der
+Schotsche Brigade kunnen vormen, wanneer hy onderrigt wordt, dat
+dezelve in 't jaar 1570. in Holland ontscheepte, onder den naam van
+vrye Compagniën, onder het bevel van eenige Edellieden van den eersten
+Schotschen adel; en dat zy naderhand altyd heeft uitgeblonken in de
+oorlogen, door Holland gevoerd, zoodanig dat zy den eernaam verdiend
+heeft van het bolwerk der Republiek.
+
+Ik zal myn verhaal besluiten met nog eenmaal aan te stippen eenen
+naam, dien men zoo dikmaals heeft aangetroffen, den naam van JOANNA,
+van JOANNA, die niet meer in leven is!
+
+In den loop van de maand Augustus 1783, ontfing ik van den heer GOURLAY
+eenen brief, die my het hart doorboorde. Dezelve gaf my bericht, dat
+de schoone en deugdzaame JOANNA den 5den November was overleden, en
+dat men haaren dood aan vergif toeschreef. [6] Men had verdenking, dat
+haar vergif was ingegeven uit nyd en jaloersheid, die men tegen haar
+had opgevat, uit hoofde van de blyken van byzondere achting, die haar
+van wegen haare meer dan gemeene hoedanigheden door de aanzienlykste
+lieden in de Volkplanting bewezen werden. Haare moeder door aanneming,
+Mevrouw GODEFROY, bezorgde aan haar lyk eene eerlyke begravenis in
+het bosjen van oranje-boomen, door haar bewoond. Het beminnelyk kind,
+het welk zy my agterliet, wierd my toegezonden met een bankbriefjen
+van twee honderd ponden sterling, zynde deszelfs byzondere eigendom,
+door hem van zyne moeder geërfd: zyne beide voogden overleden korten
+tyd daar na.
+
+Hy wierd in het Graafschap Devon opgevoed, en muntte uit door schielyke
+vorderingen in zyne studiën. Hy bezat alle de goede hoedanigheden van
+eenen zeeman, en deed twee reizen naar de Westïndiën. In den oorlog
+tegen Spanje, diende hy met eere als Adelborst op de schepen zyner
+Majesteit Southampton en Lezard. Hy was steeds gereed, om ten nutte
+van den dienst zig aan alle gevaaren bloot te stellen. Maar hy leeft
+niet meer; hy is op zee gebleven, op de hoogte van het Eiland Jamaica.
+
+Ik heb dus aan den lezer niets meerder te berigten aangaande het lot
+der geenen, die my zoo dierbaar waren. Laat het my alleenlyk geöorloofd
+zyn, hem by het slot van dit myn verhaal te herinneren, dat ik in alle
+myne opgaven de eenvoudige waarheid steeds tot leidsvrouwe genomen heb.
+
+Einde der Reize van den Capitain STEDMAN.
+
+
+
+
+
+
+
+AANHANGZEL TOT DE REIZE VAN J. G. STEDMAN,
+ACHTER DE FRANSCHE VERTAALING VAN DEZELVE GEVOEGD
+
+
+
+VOOR-BERICHT.
+
+De Burger LESCALLIER, Oud-Bestuurder van Guiana;
+
+Aan
+
+Den Burger BUISSON, Boekhandelaar.
+
+Parys, den 1sten Fructidor, 't VIde Jaar der Republiek.
+
+Ik heb, Burger! het werk gelezen, door u aan my medegedeeld, ten titul
+voerende; Reize naar Surinamen, en door de binnenste gedeelten van
+Guiana, door den Capitain STEDMAN, uit het Engelsch vertaald. Ik heb
+het, over het algemeen, belangryk gevonden; het behaagt my inzonderheid
+uit hoofde van den geest van menschlievendheid en eerlykheid, die
+daar in doorstraalt. Zoo dikwils hy het stuk der slavernye behandelt,
+als mede het droevig lot der zwarten in deeze Volkplantingen, ziet
+men, dat deeze Schryver met vrymoedigheid ontvouwt, en ten hoogsten
+afkeurt de wreede handelwyze van zommige dienaaren, en de lydende
+menschelykheid oprechtelyk beklaagt. Ik heb echter met eenig leedwezen
+gezien, dat hy zelf, in verscheidene omstandigheden van zyn gedrag,
+ten deezen opzigte niet altyd onbesproken geweest is. Ik beroep my,
+onder anderen, op de behandeling, welke hy, op een valsch bericht,
+aan zynen Sergeant FOWLER aandeed, wien hy, zonder een woord te
+spreken, zes bambous-rieten op het hoofd aan stukken sloeg; zynde
+dit geweest het ellendig uitwerkzel van gramschap, die voor geene
+reden vatbaar is: (zie I. Deel, bladz. 256.) maar men moet dit een
+en ander over het hoofd zien, wanneer men daar tegen met een gunstig
+oog beschouwt den nadruk en de waarheid, die een verhaal kenschetsen,
+waar van zelfs de Schryver niet heeft agterwegen gelaten, het geen in
+zyn nadeel was, als mede een jeugdig, opvliegend en driftig gestel,
+het welk in zekere oogenblikken zig zelven niet meer meester is.
+
+Gy verlangt, om dit werk vollediger te maken, eenige nadere
+hyzonderheden rakende de verdere gedeelten van Hollandsch en Fransch
+Guiana, welken ik bewoond en doorkruisd heb. Gy hebt gemeend, dat ik
+u de middelen zoude kunnen aan de hand geven, om, tot vermaak en ten
+nutte van het Publiek, deeze beschryving van Guiana aan te vullen,
+door eenige andere aanmerkingen, betrekkelyk deeze landstreeken,
+by elkander te verzamelen.
+
+Altyd gereed, om aan myne mede-burgeren nuttig te zyn, heb ik
+niet geaarzeld de gelegenheid waar te nemen, welke gy my aanbood:
+met dit al, na rypelyk daar op te hebben doorgedacht, heb ik in
+deeze onderneming veele hinderpalen ontmoet, die my wel niet van de
+uitvoering myner belofte doen te rug keeren; maar my de toegevendheid
+van het Publiek doen verzoeken, daar de aanmerkingen, om verscheidene
+redenen, die ik u ontvouwen zal, zoo volledig niet zyn kunnen, als
+ik wel verlangd hadde.
+
+Het is veertien jaaren geleden, dat ik de ééne, en elf jaaren, dat
+ik de andere deezer Volkplantingen niet gezien heb. Zedert dien tyd
+hebben verschillende bezigheden van eene onëindige beslommering,
+andere reizen, myn geheugen met een aantal denkbeelden, en nieuwe
+zaken beladen. Om een behoorlyk werk over deeze twee gedeelten van
+Guaina by één te brengen, zoude ik meer dan ooit noodig hebben in het
+bezit te zyn van de gedenkschriften en geschrevene berigten, welken ik
+by elkander had verzameld; maar, door onderscheidene toevalligheden,
+zyn de meeste myner papieren en handschriften verloren of verstrooid
+geraakt.
+
+Aan den anderen kant heb ik, ten nutte van het Regeerings-Bestuur,
+een werk over Fransch Guiana [7] uitgegeven, waar in ik alle die
+gezichtpunten heb by één verzameld, die ik het nuttigst oordeelde,
+en de byzonderheden, die my met opzigt tot deeze landstreeken het
+gewichtigst voorkwamen: ik zoude hier niets anders kunnen doen,
+dan het door my reeds geschrevene te herhaalen.
+
+Wat Hollandsch Guiana betreft, zynde gelegen boven Surinamen, dat is
+meer naar de west-zyde, en het welk ik twee jaaren lang bewoond en
+als Opperhoofd bestuurd heb, het zelve bestaat in drie Volkplantingen,
+aan de oevers van drie voornaame Rivieren gelegen; de Volkplanting de
+Berbices, waar van de grensscheidingen zig tot aan de Rivier Corantyn
+uitstrekken; die van Demerary en van Essequebo, zig met Spaansch
+Guiana uitstrekkende tot de Rivier Poumaron. Deeze Volkplantingen by
+elkander gerekend, bevatten eene uitgestrektheid van zestig mylen aan
+de zeekusten, waar van de beschryving in veele opzichten dezelfde
+zoude zyn, als die der kusten van Fransch Guiana. Maar derzelver
+wezentlyk onderscheid bestaat in de merkelyke vorderingen, die de
+bebouwing der laage landen in deeze Volkplantingen gemaakt heeft;
+het welk een nuttig voorbeeld verschaft voor onze Volkplanting van
+Guiana, die wel eenige proeven van dien aart gedaan heeft, maar welke
+volstrekt in de eerste beginzelen zyn blyven steken.
+
+Om een nuttig Aanhangzel tot het werk van den Capitain STEDMAN,
+raakende Surinamen, te leveren, oordeele ik niets beters te kunnen
+doen, dan om, by wegen van eene briefwisseling tusschen een Hollandsch
+en een Fransch Ingezeten, aan het Publiek eenige aanmerkingen omtrent
+het bebouwen der lage landen optegeven; aanmerkingen, welken ik
+geduurende myn verblyf in deeze Volkplantingen heb opgezameld, en
+waar uit de Planters, die met eenige gelden in ons Guiana eenige
+onderneming zouden willen doen, groot voordeel trekken kunnen.
+
+Ik heb verschooning noodig aangaande den styl, rangschikking en manier
+van schryven, naar mate van den korten tyd, dien ik aan deezen arbeid
+heb kunnen besteeden, met andere beslommerende bezigheden dagelyks
+bezet, welke my zeer weinige oogenblikken vryheid overlaaten. Ik weet
+wel, dat het Publiek, over 't algemeen, niet gewoon is op dusdanige
+verschooning veel acht te slaan; en indien men aan zyn voorgesteld
+doeleinde niet voldoet, zegt het met den Menschen-hater van MOLIERE:
+
+De tyd doet niets ter zaak.
+
+Dus draag ik deeze redenen van toegeeflykheid alleenlyk voor aan u,
+en aan het klein getal van Lezers, die dezelven wel zullen weten op
+prys te stellen.
+
+
+
+INHOUD DER BRIEVEN.
+
+EERSTE BRIEF.
+
+Van den aart der Landen, derzelver vruchtbaarheid en plaatselyke
+ligging.
+
+TWEEDE BRIEF.
+
+Van de manier, om te arbeiden aan Dykagiën, uitwaterende Vaarten,
+Sluizen en ander werk, het welk noodig is, om het Land ter bebouwing
+gereed te maken.
+
+DERDE BRIEF.
+
+Van het planten en aankweeken van Koffy, en van de noodige
+levensmiddelen tot onderhoud van de Planters; van het oogsten
+en bewerken der Koffy; van de gebouwen, en verdere noodzakelyke
+inrigtingen tot eene groote Koffy-Plantagie, volgens het gebruik der
+Hollandsche Volkplantingen in Guiana.
+
+VIERDE BRIEF.
+
+Antwoord op de drie eerstgemelde Brieven, waar by de Fransche Ingezeten
+de vraag omtrent de afschaffing der slavernye, in de Volkplantingen,
+alwaar dezelve nog plaats heeft, opzettelyk behandelt: hy raadt om
+deeze verandering, die noodzakelyk geworden is, te bevorderen, en
+geeft de middelen aan de hand, om daar toe te geraken, zonder aan
+den voorspoed der Volkplantingen nadeel toe te brengen.
+
+
+
+
+AANHANGZEL.
+
+
+
+EERSTE BRIEF.
+
+Van den aart der Landen, derzelver vruchtbaarheid en plaatselyke
+ligging.
+
+De weinige ledige tyd, die my overblyft van eenen post, met eene
+meenigte bezigheden vergezeld; eene zeer flaauwe kennis van de
+Fransche taal, aan welke een aantal Schryvers zulk eene volkomenheid
+bezorgd hebben, dat het aan weinige vreemdelingen gelukken mag in eenen
+middelmatigen styl te schryven; de ongenoegzaamheid myner kundigheden;
+alle deeze redenen zouden meer dan voldoende zyn, om uw verzoek te
+weigeren, ten einde myne gedachten te vernemen omtrent den grond
+der Volkplantingen van Guiana, zoo Fransch als Hollandsch, omtrent
+het zuiveren en droogmaken der landen, en omtrent de byzonderheden
+van derzelver bebouwing, van de verblyfplaatsen en huisvestingen,
+van het inöogsten en zuiveren der volwassene vruchten, met al het
+geen tot deeze onderscheidene voorwerpen eenigzints betrekkelyk
+is: maar wanneer ik acht geef op de byzondere diensten, welken het
+Fransch Bestuur aan de Republiek bewezen heeft, vermeene ik, dat elk
+waar Hollander gereed moet zyn, om, zoo veel zyne kundigheden zulks
+toelaten, te arbeiden aan alles, wat den Franschen aangenaam zyn kan.
+
+Alvorens tot de opzettelyke behandeling der voorwerpen van onze
+briefwisseling toe te treden, oordeele ik het geenzints ongepast
+te zyn, om in weinige woorden te doen zien de verandering, welke de
+Volkplanting van Fransch Guiana t'eeniger tyd zal kunnen ondergaan,
+en by gevolg, welk nut dezelve aan onze scheepvaart en algemeenen
+koophandel zal kunnen aanbrengen, indien zy t'eeniger tyd, zig
+niet meer tot de hooge landen bepaalende, beter gebruik maakt van de
+vruchtbaare oevers van haare Rivieren Aprouago en Oyapok, als mede van
+de zee-kusten en binnen-landen, tot welken men door gegraavene vaarten
+tusschen deeze verschillende Rivieren den toegang zoude kunnen baanen.
+
+Men ziet dit nog heden ten dage te Cayenne en in de Berbices; de
+geschiedenis van Surinamen en der Volkplanting van Demerary bewyst
+het ons: men heeft, door geheel Guiana zig het eerst op de hooge
+landen beginnen neder te zetten. Het is onnoodig de redenen daar
+van op te spooren; het is genoeg te melden, dat ongetwyffeld de
+schatten, welken de ryke grond van dit gedeelte van America in zig
+bevat, zig niet kunnen ontdekken, dan door het opdroogen van haare
+moerassen. Surinamen is eerst eene Volkplanting van aanbelang geworden,
+zedert dat men begonnen heeft de lage landen van de Rivier Commewyne
+uit te droogen; en de schepen, welken zy nog tegenwoordig afzendt,
+zyn grootendeels beladen met koopwaren, komende uit den mond van deeze
+ryke Rivier, waar in die van de Cottica, en verscheide aangelegde
+kreeken, zig ontlasten. De ladingen van drie vierde der schepen,
+welken de Volkplanting de Berbices in eene kleine hoeveelheid afzendt,
+bestaan in de voortbrengzels van een klein getal Plantagiën, gelegen
+in de lage landen van het gedeelte, het welk Maripaan, dat is, het
+lage van de Rivier, genoemd wordt. Wat de Volkplantingen Demerary en
+Essequebo betreft, de voortbrengzels van de hooge gedeelten deezer
+beide Rivieren, zyn naauwlyks noemenswaardig, zedert men zig te
+Essequebo heeft toegelegd op het bebouwen der landen, die aan de
+monden der Rivier, en de kusten der nabuurige Eilanden, gelegen zyn;
+en zedert dat men te Demerary de Plantagiën, die te veel van het een
+of ander moeras aan haaren mond verwyderd lagen, byna geheel verlaten
+heeft, heeft men zig van dien tyd af niet alleen met yver op de lage
+landen der beide oevers ter nedergeslagen, maar men heeft bovendien
+den landbouw langs de beide kusten der zee voortgezet; zynde die aan
+de west-zyde reeds volkomen bebouwd tot aan Borassire Kreek, terwyl
+die aan de oostzyde spoedig bebouwd zal zyn tot aan de Maheyca Kreek,
+en tot boven aan de Coerabanne Kreek.
+
+Om u des te beter te doen gevoelen, welke uitwerking die verandering in
+deeze Volkplanting heeft te weeg gebragt, zal ik u eene tafel vertoonen
+van haare uitvoeringen naar Europa voor dien tyd, en ook daar na.
+
+De Registers van het jaar 1745 tot het jaar 1761 toonen, dat het
+hoogste van die jaaren heeft opgeleverd 3579 vaten Suiker, en het
+minste 285 vaten, zonder byna eenige andere koopwaren; dat in de
+volgende jaaren, van 1762 tot 1770, in welken tyd het bebouwen
+der lage landen begonnen is, zoo in Essequebo, als in Demerary,
+men bevindt, dat in de drie eerste jaaren het hoogste niet meer
+bedroeg dan omtrent 3000 vaten Suiker, 19 oxhoofden en 664 balen
+Koffy, en 4 balen catoen; terwyl de uitvoering in 1767 reeds was
+opgeklommen tot 4745 vaten Suiker, 72 oxhoofden en 2740 balen Koffy,
+met 84 balen Catoen, welk artikel twee jaaren daar na opklom tot 337
+balen, en, negen jaren later, tot 2868 balen in één enkel jaar: dit
+is vervolgens by aanhoudenheid naderhand zeer spoedig vermeerderd;
+zoo dat, in de maand September laatstleden, de Registers aantoonen,
+dat de Schepen, naar Holland en Zeeland vertrokken, zedert het begin
+van het tegenwoordig jaar, [8] hebben uitgevoerd 4021 en een half vaten
+Suiker, 1340 oxhoofden en 36315 balen Koffy, en 2992 balen Catoen,
+welken men hier doorgaans maakt van 300 tot 340 ponden gewicht, terwyl
+men in verscheidene andere Volkplantingen de balen catoen niet zwaarder
+maakt dan van 200 tot 250 pond: men moet die zelfde aanmerking maken,
+ten aanzien van de suikeren, welken de meeste Planters tegenwoordig
+in vaten pakken van omtrent duizend ponden netto, terwyl men dezelven
+voorheen deed in vaten van omtrent 600 ponden.
+
+Om den uitvoer van dit geheele jaar 1785 volledig op te geven,
+ontbreekt het geen nog uitgevoerd zal kunnen worden met zeker schip,
+het welk in lading ligt, en voor het einde van het jaar vertrekken
+moet.
+
+Voeg hier by het geen een goed aantal schepen van de Americanen
+en van de Eilanden (die zedert den eersten January uit Demerary
+zyn uitgezeild.) van die zelfde drie koopwaren ter smuik hebben
+uitgevoerd; eindelyk, het geen een aantal onbekende vaartuigen uit de
+Rivier Essequebo uitgevoerd hebben; het welk een handel van aanbelang
+uitmaakt, schoon een weinig minder dan in Demerary.
+
+Oordeel hier uit van de gewichtige gevolgen van het bruikbaar maken
+der lage landen en der zee-kusten!
+
+Indien de vertogen, door de Planters in 't jaar 1785 aan de Regeering
+gedaan, ingang vinden, en indien men voortgaat met van hun slechts
+matige belastingen te vorderen, indien men den handel niet dwingt
+door nadeelige Reglementen, is 'er geen twyffel aan, of de uitvoer
+naar Europa zal in veel minder dan vyftig jaren het dubbeld opbrengen.
+
+Ik geef u deeze byzonderheden op, ten aanzien van de vermeerdering
+van de voortbrengzels deezer Volkplanting, om u door daadzaken te
+bewyzen, dat indien men zig te Caijenne op het bebouwen der lage
+landen met yver toelegt, deeze Volkplanting, wel verre van aan 's
+Lands schatkist tot een last te zyn, onder het getal zal komen van
+die genen, die den koophandel en de scheepvaart der verschillende
+Fransche havens doen herleven.
+
+Ik kan niet ontkennen, dat de inrigtingen, die men op deeze landen
+aanlegt, geduurende het eerste en tweede jaar haare onaangenaamheden
+hebben: een vochtig land, en het welk nog niet lang genoeg door de
+stralen van de zon is bescheenen geweest, om volkomen droog te worden;
+onaangenaame insecten, die u des avonds, des nachts en des morgens
+kwellen; het gebrek aan goed water en verscheide andere zaken, of de
+moeilykheid om zig zulks aan te schaffen, maken, dit erken ik gaarne,
+het leven in den eersten tyd onaangenaam: maar laat men in aanschouw
+nemen, dat deeze ongemakken slechts voor een tyd zyn, terwyl de rykdom
+der voortbrengzels, welken deeze onuitputtelyke landen opleveren, de
+moeielykheden en het gebrek, die men aldaar in het begin ondervindt,
+spoedig zullen doen vergeten.
+
+Voor 't overige kan men zig eenigermaten beveiligen tegen het ongemak
+van het steken der kleine en groote muggen, door het weghakken van het
+geboomte, stronken en doornheggen, die langs den oever der Rivieren
+groeiën, en waar in deeze insecten huisvesten.
+
+Al verder, naar mate het getal der beplantingen vermeerdert,
+verminderen de onaangeraimheden. Zoo lang de nieuwe Planter zyne
+omheining nog niet geëindigd heeft, zyne uitwatering bepaald, en
+de gebouwen voor hem en zyne Negers opgerigt, is hy gehuisvest by
+zyn buurman, die zig daar toe des te gemakkelyker leent, om dat de
+nieuw aankomende door zyne omheining, en het hakken van zyn hout, de
+uitwerking der zoele winden vermeerdert, de insecten doet verdwynen,
+en hem ontlast van de zorgen der bedykingen, zoo aan de kanten, als in
+'t midden, in den tyd der zwaare regenbuien: op die wyze zyn in korte
+jaaren deeze moerassen, waar aan men te recht den naam van woesten
+klomp zoude kunnen geven, in eenen Hof van Eden veranderd en hervormd.
+
+Het gezegde moet, zoo my dunkt, de geheele wereld overtuigen, dat het
+bebouwen der lage landen onëindig voordeeliger is boven dat der hooge
+landen; en ik twyffele niet, of een ieder zal de oude vooröordeelen
+ten deezen opzigte spoedig laten varen.
+
+Na deeze inleiding, welke ik noodig geöordeeld heb vooraf te laten
+gaan, zal ik overgaan tot de behandeling van het hoofd-onderwerp van
+deezen, en van de volgende brieven.
+
+Alvorens ik echter met u begin te spreken over den grond der
+Volkplantingen van Guiana, wil ik u myne denkbeelden en myn gevoelen
+mede deelen omtrent de manier van het inrigten der bebouwing van de
+oevers der Rivieren in dit geheele vaste Land: het is voordeeligst
+de zuivering der gronden te beginnen aan de wederzydsche oevers by
+den mond der Rivier, en daar mede voort te gaan, altyd van de laagte
+naar de hoogte opklimmende.
+
+Verscheiden redenen overtuigen my, dat deeze manier de beste zyn zoude.
+
+Het is buiten allen twyffel, dat over den geheelen aardbol, maar
+vooral en in 't byzonder tusschen de zonne-keerkringen, de zeelucht,
+en de winden, die langs de zeekusten waaijen, niet alleen over dag,
+maar zelfs des nachts, vooral by droog weder, ongemeen heilzaam zyn:
+de Negers zyn aldaar veel minder aan zweren onderworpen, dan aan
+het hooge einde der Rivieren; en wanneer zy die al hebben, worden
+zy veel spoediger genezen. De lucht aan de kust is bovendien een
+byzonder geneesmiddel tot spoedige herstelling van maag-kwalen, als
+mede van alle andere ziekten uit verstoppingen, die aldaar met eene
+verwonderlyke gemakkelykheid genezen worden.
+
+Aan den anderen kant is het ontwyffelbaar, dat de eerste openingen
+in de lage landen de ongezondste zyn, en is het by gevolg niet veel
+voorzichtiger dezelven te beginnen aan dat gedeelte der Rivier,
+alwaar wind en lucht eene onbelemmerde dreef hebben, de vochtige
+uitdampingen oogenblikkelyk doen verdwynen, en den al te waterachtigen
+en rotachtigen staat van den dampkring verbeteren. Ik weet zeer wel,
+dat een enkel voorbeeld de gezondheid van eene landstreek niet met
+zekerheid bewyst; maar dit is echter zeker, dat de eerste bewoners,
+die zig op de lage landen der binnenste Rivieren van Demerary hebben
+ter neder gezet, grootendeels zeer jong gestorven zyn, terwyl men
+voorbeelden heeft van zulken, die zig aan den mond der Rivier gevestigd
+hebben, en tot eenen hoogen ouderdom gekomen zyn.
+
+Eene andere reden, waarom dit meer verkieslyk is, bestaat hier in,
+dat gy plant op dat gedeelte der lage landen, het welk de spoedigste,
+vruchtbaarheid en de meeste voortbrengzels belooft: de voordeelige
+invloed van den zee-dampkring, welke men als de kragtdadigste
+medehulp beschouwen moet, is gelegen in het helpen en voortzetten
+der groeying, het bevorderen van de vruchtdraging der boomen, uit
+hoofde van de zoutachtige deelen, die deeze lucht met zig voert,
+welke door de luchtgaten der bladeren ingezogen zynde, de werking
+der aardachtige zouten bespoedigen. Eene ondervinding van agt jaren
+in deeze Volksplanting heeft my geleerd, dat Koffy-Plantagiën, die
+het naast aan den mond der Rivier en op de kusten gelegen waren,
+doorgaans meer opgebragt hebben, dan die verder van de zee af lagen.
+
+Daarënboven is het zeker, dat de eerste ondernemingen van dien aart
+meestal zyn aangelegd door lieden van bepaalde vermogens: ook heeft
+men in de landen, aan de monden der Rivieren en aan de Kusten gelegen,
+1º. het voordeel, dat men geene groote boomen behoeft om te hakken;
+2º. een land, zeer geschikt om met gemak te worden omgespit. Ik heb met
+myne eigene oogen op deeze kusten, door twee, drie of vier spittende
+Negers, met het graven van grachten eenen verbazenden arbeid zien
+verrichten; en 3º. zoo dra de kleinste omheining geëindigd is, kan
+men aldaar catoen boomen planten, die, na verloop van negen maanden,
+reeds eenigen oogst opleveren.
+
+By deeze redenen zal ik nog eene laatste voegen, die, naar myn
+begrip, het meest afdoet, namelyk dat men, beginnende met het
+zwaare hout aan den zeekant weg te nemen, aan het afgelegener
+gedeelte der Rivier een gezonder lucht bezorgt; het zelve wordt
+vruchtbaarer en aangenaamer voor den nieuwen Planter, die zig aldaar
+nederzet. Myne Plantagie is omtrent drie vierde van een myl van den
+mond der Rivier af gelegen, en ik houde my verzekerd, dat noch ik,
+noch myne gebuuren, zoo veel koffy als tegenwoordig niet zouden
+inöogsten, indien onze aanleg afgescheiden, en op zig zelfstaande,
+in de diepte der bosschen was gemaakt, en ik ben inwendig overtuigd,
+dat onze oogst merkelyk bevorderd wordt, doordien de bosschen, aan den
+oostkant van den mond der Rivier, byna geheel en al zyn weggehakt,
+en alle de Plantagiën van beneden af, tot by my, open zyn, of van
+het zwaare hout beroofd, ter diepte van vier honderd en vyftig,
+tot zes honderd vyftig roeden. [9] Bewyst de ondervinding dit niet
+overal? Het klein getal Plantagiën in de Berbices, aangelegd op lage
+landen aan de Maripaan, aan den westelyken oever der Rivier, en alzoo
+het genot hebbende van de passaatwinden, die door den breeden mond
+van die Rivier onbelemmerd heen waaijen, maakt jaarlyks voordeelige
+oogsten; en een oud Surinaamsch Colonist, een zeer goed Planter,
+schryft my, dat alleenlyk de Plantagiën, gelegen aan de Kreeken,
+die in de Commewyne uitloopen, en het genot der zeelucht hebben,
+by aanhoudendheid veel koffy opbrengen.
+
+Ik vermeene u door alle deeze redenen overtuigd te hebben, dat het
+veel gezonder, veel gemakkelyker, en veel voordeeliger is, om de
+bebouwing der landen te beginnen aan den mond der Rivieren en aan de
+Zeekusten, niet alleen voor de geenen, die zig aldaar nederzetten,
+maar ook voor de Planters, die zig hooger op geplaatst hebben, of
+zulks by vervolg nog zouden kunnen doen.
+
+Na u in 't algemeen myne denkbeelden te hebben medegedeeld, hoedanig
+men zig omtrent de bebouwing der lage landen in Guiana heeft te
+gedragen, gaa ik over tot de byzonderheden van derzelver bearbeiding,
+zuivering van stronken en wortels, enz. en ik zal beginnen met den
+aart van den grond van deeze landen.
+
+Voor eerst zal ik toegeven, dat 'er op de hoogere en van de zee meer
+afgelegene landen, plaatsen zyn, wier grond zoo fraay en vruchtbaar
+is, als in de laagte; maar deeze plaatsen staan op zig zelven, en
+bestaan in kleine gedeeltens; zy genieten nooit die lucht, die voor
+de menschen gezond, en voor de groeizaamheid nuttig is, als de landen
+in de nabyheid der zee gelegen; het toemaken en bebouwen van dezelven
+is altyd onëindig moeijelyker, en vordert meerder werkzaamheid.
+
+Men zal derhalven altyd aan den grond der lage landen den voorrang
+moeten geven, en uit dezelven moet men, zoo als ik hier boven gezegd
+heb, de schatten van Guiana haalen.
+
+De teekenen, waar aan men goede landen kennen kan, bestaan daar in,
+dat zy, op de diepte van verscheiden voeten, een blaauwachtig, zacht,
+slyk hebben, het welk het water gemakkelyk laat doorzinken. In onze
+beide Rivieren vindt men een grond, alwaar dit slyk met zandkorrels
+vermengd is: dewyl dit nu den doortocht van het regenwater des te
+gemakkelyker maakt, schynt het zeker, dat de laatstgemelde grond den
+voorrang verdient boven de eerste, vooral voor het suiker-riet. Ik
+heb te Essequebo suiker gezien, die op dit zoort van land geöogst,
+en allerfraayst was, schoon de Plantagie slecht was uitgedroogd,
+slecht bearbeid, en slecht bebouwd: niets tog bewyst beter de goede
+hoedanigheid van den grond, dan wanneer men goede waaren, om zoo te
+spreken, van zelf ziet geboren worden.
+
+Schoon ik het blaauwachtig slyk opgeeve als het teeken van den besten
+grond, wil ik wel met u toestemmen, dat het graauwachtige slyk, mits
+het zacht en tot het doorlaten van het water geschikt is, insgelyks
+goed kan zyn; echter zoude ik, met een hedendaagsch Schryver, die
+over den landbouw in Surïnamen gehandeld heeft, 'er voor zyn, om het
+zelve in den tweeden rang te plaatsen.
+
+Beide zoorten van slyk moeten met eene zwartachtige, vette en
+gebondene aarde, als met eene goede wel verrotte mest, overdekt
+worden; deeze beweegbaare aarde vindt men van onderscheidene dikten:
+echter ben ik geenzints van het gevoelen van hun, die stellen, dat
+de rykdom van den grond geëvenredigd is aan de dikte van dit overdek
+van aarde. Integendeel zyn in Demerary alle de landen, alwaar die
+aarde ten hoogsten van 20 of 22 duimen diepte is, in verre na niet die
+geene, welke den voorrang verdienen: veel verkieslyker zyn die landen,
+alwaar men deeze aarde alleenlyk vindt ter diepte van 16 of 18 duimen,
+welke vervolgers tot 6 of 8 duimen vermindert door de indrooging,
+die na de omheining van den grond door de sterke zonnestraalen plaats
+heeft. Zelfs heb ik in de laagte van de Maripaan, en in het benedenste
+gedeelte der Rivier Canjé, in de Volkplanting de Berbices, uitmuntende
+landeryen gezien, alwaar de Koffy- en Cacao-boomen tot de grootste
+volkomenheid opgroeiden, schoon zy niet dan een zeer dun overdek van
+zwarte aarde hadden.
+
+Naar mate men aan de zee, of aan den mond der Rivieren nadert, wordt
+het slyk minder vet en zagter: zoo is het ook langs de zee-kusten,
+alwaar men den naam van slyk in dien van uitgedroogde modder zoude
+kunnen veranderen, waar van de bagger uit de gegravene vaarten een
+overtuigend blyk oplevert. Deeze bewerking moet alle twee jaaren
+geschieden op de Plantagiën, die langs de kusten gelegen zyn. Het geen
+'er uitgebaggerd wordt, werpt men aan de beide kanten dier vaarten,
+en twee jaaren daar na is van het zelve niets meer te vinden; het is
+wederom in de vaart afgezakt, welke 'er op nieuw mede bezet is.
+
+Ik had my altyd verbeeld, dat dit zoort van landen minder vruchtbaar
+was, en dat de Koffy-boomen aldaar korter duurden; maar ik heb het
+laatste jaar twee stukken land gezien, met Koffy-boomen beplant,
+behoorende tot de oudste Plantagie aan de westkust, zynde in den besten
+staat en vol vruchten; en de eigenaar heeft my verzekerd, dat deeze
+stukken zedert 22 of 23 jaaren waren beplant geweest: ten duidelyken
+blyke, dat deeze landen zeer lang in hunne vruchtbaarheid volharden.
+
+Voor een blyk van goed land houdt men vry algemeen een zoort van
+palmboom, waar aan men by u den naam van Pinot geeft. De Schryver,
+die den Surinaamschen landbouw behandeld heeft, zegt, dat hoe meer
+men van die boomen vindt, hoe vruchtbaarer de grond is. Ik stem
+gaarne toe, dat de landen, hier boven door my als de beste opgegeven,
+'er rykelyk van voorzien zyn; maar verscheide inwooners, die de hooge
+landen in Demerary vruchteloos bebouwd hebben, hebben my verzekerd
+door dit blyk bedrogen te zyn geworden; ik zoude daarom altyd raden,
+zig daar op niet eeniglyk te verlaten, maar tevens te onderzoeken,
+of de grond ook andere blyken, welken ik ontvouwd heb, oplevert.
+
+Behalven de verandering, die in den grond bespeurd wordt, naar mate
+men digter aan de zee nadert, vindt men ook, dat het hout uit minder
+sterke en een ander zoort van boomen begint te bestaan. Men ziet
+minder Manis, en van die boomen, welken de Indianen alhier noemen
+Warokoerie, de Creolen Schepperboom, dat is roey-riemen-hout, om
+dat het zig gemakkelyk laat klooven, en veel al tot het maken van
+roey-riemen gebruikt wordt; ter zelfder tyd vermeerdert het getal
+der Paletuvier-boomen. Men vindt den boom, Coeraharie genaamd, niet
+meer in grooten overvloed. Deeze boom, wiens Surinaamsche naam my
+niet bekend is, is geschikt tot timmerhout, en kan dienen tot het
+maken van palen of stylen; mits men dezelven op steene grondvesten
+plaatst; men gebruikt het ook tot ribben en balken, eindelyk tot
+alles wat beschut of bedekt is. Men vindt aldaar ook zeer fraaije
+vierkante blokken, waar van men planken zaagt, die zeer geschikt zyn
+om de huizen te beschieten; maar niet zeer goed zyn voor vloeren of
+zolders, om dat dit hout krom buigt. Men vindt deezen boom insgelyks
+in de diepten der Plantagiën, aan de west-kust; maar zy zyn aldaar
+kleiner. De Balata, die in Surinamen en de Berbices zoo gemeen is,
+is hier uittermaten zeldzaam.
+
+Insgelyks zyn de banken van schulpvisschen aan de oevers van
+Surinamen en de Berbices zeer gemeen; maar men vindt dezelven in
+'t geheel niet aan die van de Rivieren Essequebo en Demerary. Men
+begint eenige schelpvisschen te zien, wanneer men de Coerabanne naar
+den oostkant voor by vaart, gaande naar den kant van de Maheyca;
+maar aan de oostzyde van deeze laatstgemelde Kreek, of beter gezegd,
+Rivier, is eene zeer groote bank, en van daar tot aan Mahicony is
+'er de kust vol van.
+
+Om zyne keuze te bepalen omtrent die plaatsen, waar de beste landen
+gelegen zyn, kan men, volgens de zekerste berigten, die ik heb
+kunnen opspooren, in Demerary alleenlyk voor behoorlyk vruchtbaare
+landen houden die geenen, welke aan den oostelyken oever gelegen zyn,
+gerekend van de Plantagie, de groote Diamant, tot omtrent twee mylen
+van den mond der Rivier; en aan den westelyken oever, van de Plantagie
+Laurentia, een halve myl hooger op, tot aan den mond der Rivier.
+
+Te Essequebo bepalen zig de goede landen tot die van de Eilanden
+Legouane, Arobabiche, en Waakkename; en zelfs op dit laatstgemelde
+Eiland is het zuidelykst gedeelte, het welk het verste van de Zee af
+ligt, reeds van veel mindere waarde. Aan den oostelyken oever van
+deeze Rivier, kan men geene goede landen hooger op rekenen, dan de
+Plantagie Patrica, één myl van den mond der Rivier af, en aan den
+westelyken oever van de Plantagie, Adventure genaamd.
+
+
+
+TWEEDE BRIEF.
+
+Van de manier, om te arbeiden aan Dykagiën, uitwaterende vaarten,
+sluizen en ander werk, het welk noodig is, om het Land ter bebouwing
+gereed te maken.
+
+In den vorigen brief heb ik u myne gedachten opgegeven, hoe uitmuntend
+geschikt de lage landen in Guiana ter bebouwing zyn, en welke keuze
+men onder de verschillende zoorten en liggingen van deeze landen te
+maken heeft: in deezen brief zal ik u ontvouwen de manier, om die
+landen toe te bereiden en bruikbaar te maken.
+
+Dewyl deeze landen, of byna altyd onder water staan, of door de
+verwisseling van ebbe en vloed, aan overstroomingen onderworpen
+zyn, moet men dezelven droog maken, en door dyken beletten, dat het
+buitenwater niet kan doordringen tot het land, het welk men voornemens
+is tot bouwland aan te leggen.
+
+Ik vooronderstel dus, dat de keuze van het land gedaan is. Men moet,
+voor alle dingen, het hout laten weghakken, en het geheele land,
+het welk men voorgenomen heeft te bedyken, of ten minsten het
+gedeelte, waar de dyken gelegd moeten worden, tot op eene zekere
+breedte, doen zuiveren. Vervolgens kunt gy overgaan tot het leggen
+van die dyken, welke een vierkant, dat evenwyd is, zullen vormen,
+waar van de eene kant uwe voorgevel of scheidsmuur, aan de Rivier
+of Zee-kust, zal uitmaken; eene andere, aan de eerste gelyk zynde,
+zal gelegd worden in de diepte van dit zelfde land, op den afstand,
+welken gy wilt toebereiden en beplanten; de twee andere zyden, die
+beide even groot zyn, zullen lynrecht tegen de twee eerste overstaan,
+en u van uwe gebuuren, ter rechter en ter linker zyde, afscheiden.
+
+Tot dit einde moet men, in den geheelen omtrek van dit vierkant,
+beginnen met een kleine gracht te graven, welke gevonden moet worden
+onder het midden der breedte van den dyk, en daar aan als tot een
+grondvesting dienen. Deeze kleine gracht wordt genoemd de pit of
+blinde groeve: dezelve moet omtrent drie voeten breedte hebben, voor
+een dyk, die twaalf voeten en meer tot zynen grondslag heeft. Het
+is van aanbelang dezelve te graven tot de diepte van ten minsten
+twee goede schuppen, en aldaar geene stammen van boomen, geen hout,
+geene wortels over te laten, maar daar van volkomen te zuiveren.
+
+Wanneer deeze blinde groeve gemaakt is, zult gy beginnen met de
+uitwaterende grachten te graven: men is gewoon 'er daar van twee
+te maken, de eene van buiten aan den dyk, de andere van binnen. De
+eerste dient, om den dyk met slyk aan te vullen, de binnen-gracht
+daar toe zomtyds niet voldoende zynde, wanneer deeze dyk van vry wat
+aanbelang moet zyn. Deeze buitenste gracht bevordert daarënboven den
+uitloop van een gedeelte der omringende wateren, en belet dezelven,
+door middel van dien uitloop, tegen den dyk aan te perssen.
+
+Het is nutteloos deeze buitenste gracht zeer diep uit te graven;
+zy vordert zoo veel oplettendheid niet, als de binnenste gracht,
+die net en regelmatig moet bewerkt worden; terwyl men in de buitenste
+de stronken en wortels laten kan, mits zy aan de uitdieping niet te
+hinderlyk zyn. Men moet altyd eene bekwame tusschenruimte tusschen
+deeze gracht en den dyk houden.
+
+In welk zoort van lage landen het ook zy, is de bagger, die men voor
+de eerste keer uit deeze grachten haalt, te veel met vreemde lichamen
+vermengt, en al te los, om tot bekwame grondslagen voor den dyk te
+kunnen dienen. Men moet ten minsten de twee eerste baggers, die men
+'er uit haalt, aan deeze zyde werpen, dat is tusschen de gracht en den
+dyk; en wanneer men de slyk of grond vast en bekwaam genoeg vindt, laat
+men dezelve op den dyk werpen, het zy in eens, het zy in twee keeren,
+zoo als gewoonlyk plaats heeft, om reden, dat men tusschen den dyk en
+de omringende grachten een tusschenvak moet laten van 20 of zomtyds 30
+voeten. Indien men deeze voorzorg verzuimde, zoude men gevaar loopen,
+om de kanten van den dyk, en van de grachten, door de onmatige zwaarte
+van de aarde, waar van de dyk gemaakt is, spoedig te zien instorten.
+
+Men graaft de omringende grachten tot de vereischte diepte, die niet
+altyd dezelfde is, maar waar van de gewoone maat bedraagt zes voeten
+voor de binnen-gracht: men moet wel opletten, om aan deeze gracht de
+noodige opgaande schuinte te geven, naar mate men dezelve graaft. De
+evenredigheid van deeze opgaande schuinte is van 5 of 6 duimen van
+elke voet; en naar mate men de kanten van deeze gracht in die schuinte
+graaft, maakt men dezelve met het platte van de schup effen en gelyk.
+
+Men zoude vervolgens deeze binnen-gracht kunnen eindigen, zonder
+andere voorzorgen in acht te nemen; maar dan zou men gevaar loopen,
+om door het hooge water overvallen te worden, en daar door veel tyd
+te verliezen; behalven dat het te vreezen is, dat het water deeze
+grond of slyk, welke daar door gedeeltelyk in beweging gebragt wordt,
+week zoude maken, en daar door verzakkingen veroorzaken.
+
+Men keert dit ongemak af, door, van den beginne af aan, een vierkante
+pyp of sluis te plaatsen, die in dit land genaamd wordt coffre
+d'ecoulement, het zy een groote, het zy by voorraad een kleine,
+die ten minsten het water op de gewoone getyen kan tegen houden.
+
+Om deeze uitwaterende sluis te plaatsen, graaft men daar toe opzettelyk
+een gat in den dyk, aan den kant, die aan de Rivier of de Zee gelegen
+is, indien men in het land geene kreek heeft, die daar toe geschikt
+is. Maar doorgaans vindt men verscheiden van die kreeken of vaarten,
+door de natuur zelve gevormd, waar door het ryzend water in overvloed
+in de landen inloopt, en het vallend water weder afloopt. In het
+begin moet men alle deeze kreeken door goede kistdammen schutten.
+
+Zulk een kistdam is niet moeijelyk te maken; maar dit moet met
+oplettendheid en vastheid geschieden: men begint met het vak of de
+plaats, alwaar die kistdam gelegd moet worden, te zuiveren. Men neemt
+vervolgens twee zwaare stukken hout of ribben, van eene genoegzame
+lengte, om de geheele kreek en derzelver oevers te beslaan van den
+eenen tot den anderen kant, ter wydte van omtrent zes voeten: dit vak
+van zes voeten wordt tot op een goede schup diepte, beneden het bed
+van de kreek, weggegraven. De twee houte ribben worden mitsdien dwars
+op den grond van de kreek gelegd, op een zekeren afstand van elkander:
+vervolgens plant men eenige zwaare heypalen aan de buitenzyde, voor
+elk einde van deeze houte ribben, om de uitwyking voor te komen van
+de aarde of het slyk, waar mede men het vak tusschen de twee ribben
+vullen moet, om den kistdam te maken.
+
+Wanneer deeze houte ribben wel geplaatst, en behoorlyk vast gemaakt
+zyn, plant men langs elk van dezelven, zoo aan de binnen- als
+buitenzyde, een rey heypaalen, van zwaare stukken hout, welken men
+naast, en zoo dicht mogelyk aan elkander, inslaat: men moet om die
+reden rechte stukken daar toe verkiezen. Wanneer alle deeze paalen
+zyn ingeheyd, vult men het tusschen-vak met slyk, welke men aldaar
+met kragt inwerpt, en die eindelyk een klomp wordt, waar door het
+water niet kan heen dringen.
+
+Men vindt op de plaatsen zelven altyd hout, het welk geschikt is,
+om tot deeze ribben te dienen, vermits zy niet langer dan twee of
+drie jaaren behoeven te duuren, na verloop van welken tyd de kistdam
+stevig genoeg is, en geen steunzel meer noodig heeft.
+
+Thans, om de sluis te kunnen plaatsen, zuivert men de kreek,
+waar in men die plaatsen wil, van derzelver vuiligheden, of men
+graaft opzettelyk eene vaart, indien men geen gebruik van eene kreek
+maakt. Men moet eenige duimen lager graven, dan het waterpas van het
+laagste gety van de Rivier of Zee kust, waar in men de uitwatering
+verkiest.
+
+Wanneer de plaats, alwaar men de sluis stellen wil, is uitgegraven,
+brengt men die sluis voorwaarts naar één der oevers van de vaart,
+welke men daar voor gegraven heeft: men plaatst dezelve aldaar op
+eenige houte balken, die voor uit moeten steken tot byna op de helft
+van de opening der gegravene vaart. Die sluis aldaar geplaatst zynde,
+keert men de zelve op zyde, zoo dat de grond of het onderste van de
+sluis recht over einde staat aan de zyde van de uitgegravene plaats,
+en byna tegen den kant aan. Vervolgens slaat men om de twee uitëinden
+van de sluis twee zwaare touwen, waar van men de einden behoorlyk
+vast maakt. Op elk derzelven plaatst men een takel, waar van men
+de wederzyde op eenige stronken van boomen doet rusten, of, zoo
+'er die niet zyn, op twee zware palen, daar toe opzettelyk geplant,
+aan de zelfde zyde, waar de sluis geplaatst is.
+
+By elke takel zet men eenig volk, met last om gelykelyk en van
+langzamerhand schoot te geven, naar mate daar toe bevel gegeven wordt;
+vervolgens wordt door eenige arbeiders, die langs de sluis geplaatst
+zyn, dezelve op de balken voortgeduwd naar het gat, waar in dezelve
+moet inzakken. Wanneer de sluis, alzoo voortgestooten zynde, geheel van
+den grond af is, begint dezelve wederom in haare natuurlyke gesteldheid
+om te wenden, dat is, met den bodem naar beneden; als dan moet het
+volk, het welk de takels tegen houdt, de touwen eensklaps los laten,
+om de sluis in het gat te doen nederzakken. De balken, waar op men de
+sluis heeft laten voortglyden, dienen in dit oogenblik tot een wip,
+om de sluis naar beneden in de gegravene vaart te wenden, alwaar men
+dezelve nederzet, waterpas en plat, zoo naauwkeurig maar eenigzints
+mogelyk is.
+
+Wanneer de sluis zoodanig geplaatst is, als men verlangt, trekt men
+de takels en andere touwen te rug: men plaatst, even als by het maken
+van eene gewoone en volkomene kistdam, hier boven reeds beschreven,
+twee houte ribben, de eene beneden, en de andere boven de sluis,
+vlak tegen dezelve aan. Men plant aldaar eene reije van houte staken,
+uitgenomen op de plaats, welke de sluis beslaat, waar van men de
+opening niet sluiten moet: men neemt in plaats derzelven aldaar zware
+planken, of, indien men wil, ronde stukken hout, met den grond gelyk
+en in de dwarste. Deeze kistdam vult men met slyk, zoo als hier voren
+reeds is opgegeven, en men overdekt daar mede de sluis.
+
+Indien men alleenlyk by voorraad eene kleine sluis wilde plaatsen,
+om de eerste bewerking des te gemakkelyker te maken, zulks zoude veel
+eenvoudiger zyn; dezelve wordt gemaakt van vier zwaare planken aan
+elkander gevoegd, zoo dat elk derzelven één van de kanten uitmaakt: aan
+het buitenste einde plaatst men eene kleine sluisdeur of duiker, die
+nederhangt, om de sluiting des te gemakkelyker en zekerder te hebben.
+
+Hier mede behooren wy over te gaan tot de ontvouwing van de manier,
+op welke eene groote sluis gebouwd wordt, die men veronderstelt eene
+opening van drie voeten te hebben.
+
+De bouwstoffen, daartoe verëischt wordende, zyn de volgende:
+
+1º. Zes zwaare planken van 26 voeten lengte, op 13 duimen breedte en
+twee duimen dikte.
+
+2º. Vyftien zwaare planken van 12 voeten lengte, twaalf duimen breedte,
+en anderhalve duim dikte.
+
+3º. Vier zwaare planken van twaalf voeten lengte, twaalf duimen
+breedte, en twee en een halve duim dikte.
+
+4º. Twee stukken hout van vyf voeten lengte, op zeven duimen breedte in
+'t vierkant.
+
+5º. Een paar hengzels, van twee en een halve voeten lengte, en twee
+en een halve duimen breedte, met twee zwaare yzere duimen, waar van
+de punten lang genoeg zyn, om door het stukje hout of klamp, het welk
+men boven de sluisdeur plaatst, heen te gaan, en voorts genoegzaam
+uitstekende, om met een schroef of schaar vast gemaakt te worden.
+
+6º. Vier yzere banden, waar van de einden omgebogen zyn naar verëisch
+van de houte klampen, en hebbende de lengte van twee en een half
+voeten, om op de sluis te spykeren, tot derzelver meerdere vastheid.
+
+7º. Eindelyk de noodige spykers, die voor een sluis van dit maakzel,
+en van die evenredigheid, ten naasten by zullen bedragen twaalf
+ponden van 5 of 6 duimen, en twintig of vier-en-twintig ponden kleiner
+spykers van 3 duimen.
+
+Om deeze sluis te maken, begint men met de zwaare planken van 26
+voeten lengte gelyk te maken; men zet die in elkander, drie van
+de eene en drie van de andere zyde, zoo dat elke kant, uit drie te
+zamen verëenigde planken bestaande, eene gelyke breedte maakt; men
+hakt het einde van deeze planken schuins, in de evenredigheid van ten
+minsten drie duimen op elken voet. Deeze schuinte is alleen aan die
+zyde, welke naar de Rivier of Zee geplaatst wordt, en alwaar ook de
+sluis-deur moet gemaakt worden.
+
+De vier planken van twaalf voeten lengte, en twee en een halve duimen
+dikte, dienen om de vierkanten of vakken van de sluis te maken. Daarom
+klooft men dezelven in de breedte midden door, het geen de planken
+alleenlyk zes duimen breed maakt; men hakt dezelve in vier stukken,
+elk van drie voeten lang; men maakt deeze stukken van eene even gelyke
+grootte, en voegt die met rechte hoeken en een zwaluwen staart te
+zamen, zoo dat men van vier stukken een vierkant maakt; en dewyl elke
+plank agt stukken oplevert, maakt zulks twee vierkanten op elke plank,
+en voor de vier, agt vierkanten of vakken, die tot de vastheid van
+de sluis op eene lengte van 26 voeten volkomen voldoende zyn. Het
+vierkant, het welk aan het einde der lange planken, die schuins
+gehakt zyn, geplaatst is, moet insgelyks in de schuinte gehakt worden,
+om op de andere schuinte volmaakt te sluiten. Wanneer de vierkanten
+gemaakt zyn, spykert men dezelven op gelyke afstanden van elkander
+aan de lange planken vast: wanneer de sluis van wederzyden aan die
+vierkanten is vast gespykerd, gaat men over tot de twee andere zyden,
+die den bodem, en het boveneinde van de sluis uitmaken: men gebruikt
+daar toe de vyftien planken van anderhalve duim dikte: men hakt
+die alle aan stukken van drie voeten lengte, het geen voldoende is,
+om de beide zyden van de sluis aan de einden gelyk te doen dragen:
+na deeze stukken zoo gemaakt te hebben, dat ze volmaakt op elkander
+passen, spykert men ze overdwars aan de sluis vast, zoo van boven
+als van onderen.
+
+De deur van deeze sluis wordt geplaatst aan die zyde, alwaar de
+planken met een schuinse inham gehakt zyn; men geeft 'er het fatsoen
+aan overëenkomstig deeze zelfde schuinte, en hangt dezelve aan twee
+hengzels, waar van de yzere duimen zyn geklonken in een stuk hout
+van het beste zoort, het welk men boven aan de sluis vast maakt,
+door het zelve vooraf met het vierkant, waar op deeze deur rust,
+zamen te hegten; en vervolgens met twee yzere krammen, die het zelve
+aan drie kanten omvatten, en waar van de platte einden gespykerd zyn
+op de planken, welken men overdwars boven de sluis geplaatst heeft,
+terwyl men onder aan een gelyk stuk hout plaatst, op dezelfde wyze
+vast gehecht, waar op de sluisdeur rust, wanneer die gesloten is. De
+yzere duimen gaan door de breedte heen van het stuk hout, waar in zy
+geklonken zyn, en van agteren zyn zy met een schroef of schaar vast
+gemaakt, zoo dat men ze naar vooren of naar agteren kan draaijen,
+naar dat de vaste sluiting van de sluisdeur zulks vordert.
+
+Het geheel van deeze sluisdeur bestaat uit in elkander gevoegde stukken
+hout, die wel gelyk gemaakt zyn, en overdekt met eene dubbele laag hout
+met regte hoeken, insgelyks in elkander gezet: dezelve moet breeder
+zyn, dan de opening van de sluis, dat is, gelyk met derzelver geheele
+breedte, de buitenste kanten daar onder gerekend. Die zyde van de
+deur, alwaar de planken vlak of overdwars zyn in elkander gevoegd,
+moet binnenwaarts geplaatst worden, dewyl het hout op die manier
+zig minder uitzet, en de sluisdeur dan minder bloot gesteld is,
+om in wanörde te geraken, en naauwkeuriger sluit.
+
+Om aan deeze sluisdeur meer gewicht te geven, en dezelve gemakkelyker
+van zig zelve, en door haare zwaarte, te doen sluiten, voegt men 'er
+van weerskanten een zwaar stuk hout by, het welk men aan de buitenste
+oppervlakte vast spykert; dit stuk moet de dikte hebben van vier of
+zes duimen in de laagte, en naar de bovenkant hoeksgewyze eindigen.
+
+Eene uitwaterende sluis van de hier boven opgegevene grootte, is
+volkomen voldoende tot het droogmaken van een stuk van 150 hond lands:
+men kan een tweede aanleggen, of 'er een maken, die grooter is, naar
+mate eene grootere uitgestrektheid gronds moet worden droog gemaakt.
+
+Deeze zoort van sluisdeuren of duikers is de eenvoudigste en min
+kostbaarste, om te dienen tot loozing van het binnen-water van een
+land, het welk men wil droogmaken en bebouwen.
+
+Voor 't overige, wanneer men 'er de middelen en den tyd toe heeft,
+kan men aldaar sluizen maken op de manier, die in Europa bekend is,
+het zy van hout, het zy van steen. 'Er zyn veele Planters in de
+Hollandsche Volkplantingen van Guiana, die deeze laatstgemelde hebben.
+
+Wanneer de grachten rondöm gegraven en de sluis geplaatst is,
+moet men dadelyk zyn werk maken van de afdeeling van den grond,
+en van de wegen, waar door elke afdeeling wordt afgescheiden. Deeze
+wegen moeten door gegravene vaarten omgeven zyn, die tamelyk groot
+en ten hoogsten honderd toisen van elkander afgelegen zyn. Indien
+de tusschenruimten grooter waren, zoude de afloop van het water te
+langzaam en onvoldoende zyn: men moet ze ook niet te digt by elkander
+maken, om den arbeid niet noodeloos te vermeenigvuldigen.
+
+Deeze verdeelingen zyn willekeurig, en hangen van des Planters
+goedvinden af. Men maakt de midden-laanen meer of min breed, en aan
+de kanten plant men vrugtboomen, bananen-boomen, ananassen, en andere
+nuttige planten.
+
+'Er zyn Planters, die, behalven de groote midden-laan, nog eene andere
+van wederzyden maken, minder breed, in het midden van het vak tusschen
+de groote laan en elke dyk, waar door het geheele stuk gronds in vier
+gelyke deelen verdeeld is: men kan deeze verdeeling nog eenvoudiger
+maken, om den arbeid te verminderen.
+
+'Er is nog eene manier, die veel voordeeliger is, en daarom veel meer
+aan te raden: hier in bestaande, om in plaats van den middenweg,
+eene groote vaart te graven, beginnende van het achterste gedeelte
+der gebouwen tot een einde voor aan in het bosch, en in de dwarste
+loopende voor den agterdyk. Men bedient zig van de aarde, die daar
+uit gegraven wordt, om aan wederzyden van deeze vaart, de dyken op te
+hoogen, die een zeer goeden weg opleveren ter rechter en ter linker
+zyde, welken men ieder met ryen boomen beplant. Het nut van zulk eene
+gegravene vaart is onwaardeerbaar; dezelve dient, om de koffy of andere
+waaren in den oogst-tyd met schepen of ligte vaartuigen te vervoeren,
+het geen veel handen arbeid kan voorkomen. Deeze vaart is het geheele
+jaar door vol goed en zoet water, het welk uit het bosch afdaalt. Dit
+water dient tot besproeijingen, tot verscheidene benoodigdheden der
+Planters, om zig te baden, en tot het vervoeren van hout voor vaatwerk,
+en brandhout, het welk men als een vlot laat afzakken, enz.
+
+Na dat men eenige maanden aan het maken der omringende dyken gearbeid
+heeft, wanneer de grond is ingezakt en vast geworden, maakt men de
+dyken volkomen af, en gelyk, en geeft aan de onderpaden en schuinse
+afhellingen derzelver regelmatige gedaante. De hoogte van deeze dyken
+moet altyd zyn een voet boven het hoogste water.
+
+In dit bearbeiden der lage landen, na den grond van het zwaare hout
+en de takken gezuiverd te hebben, het geen altyd een lang en moeijelyk
+werk is, voornamelyk wanneer de gronden met paletuvier-boomen bewassen
+zyn, is men gewoon in het begin bananen-boomen te planten, die tot
+voedzel voor de beplanters dienen, en met hunne zwaare bladeren
+de heestergewassen, het kleine geboomte, en planten, die op den
+grond overig blyven, overschaduwende, dezelven eindelyk geheel doen
+te niet gaan. Waar na men dezelven uittrekt, en nuttige planten,
+die men voornemens is aldaar aan te kweeken, in de plaats zet, om
+'er voordeel mede te doen. Indien dit koffy-boomen zyn, plant men
+dezelven, geduurende het eerste en tweede jaar, in de schaduwe der
+bananen-boomen, waar van men een gedeelte laat staan.
+
+Voorts moeten wy nog aanmerken, dat op de groote, en vooral op de
+Suiker-Plantagiën, de verdeeling der grachten een weinig anders
+zyn moet.
+
+Voor eene Suiker-Plantagie, alwaar men een water-molen maken wil,
+moet men afzonderlyke gegravene vaarten hebben, benevens genoegzaame
+vyvers, en bewaarplaatsen van water, die in slaat zyn het zelve aan
+de molen te verschaffen; als mede eene bekwaame helling, geduurende al
+den tyd, dat de Zee laag genoeg is, om de molen te kunnen laten malen.
+
+'Er zyn ook grachten of vaarten noodig, die bevaarbaar zyn voor ligte
+vaartuigen, rondöm elke verdeeling, ten einde het suiker-riet met
+gemak en vaardigheid naar den molen te kunnen overvoeren.
+
+Op de groote Koffy-Plantagiën graaft men ook eenigen van deeze vaarten,
+tot het vervoeren van de ingeöogste vruchten in kleine vaartuigen;
+het geen aan den arbeid der wyd afgelegene Plantagiën byzonder veel
+gemak aanbrengt. Het is tot dit einde genoeg, een gracht te hebben van
+twintig voeten breedte, die midden door de Plantagie, en vervolgens
+naar de diepte heen loopt. Deeze gracht of vaart moet geene gemeenschap
+met de anderen hebben; dewyl men zorgen moet, dat daar in altyd water
+genoeg is, om te kunnen varen, en wel zoet water, gelyk reeds hier
+vooren is opgemerkt; ook is het noodig aldaar eene kleine sluis te
+leggen, die haar uitloop heeft naar de groote sluis, welke voor de
+geheele droogmaking dient, ten einde deeze vaart te kunnen ontledigen,
+wanneer 'er te veel water in is, of zelfs geheel en al uit te droogen,
+indien dit noodig is, om dezelve schoon te maken, en diergelyken.
+
+Ten aanzien van eene Suiker-Plantagie, is het met de verdeeling deezer
+grachten en vaarten geheel anders gelegen: twee zaaken komen aldaar
+in aanschouw; voor eerst, het maken van plaatsen, die geschikt zyn om
+het water te bewaren, het welk noodig is, om den molen aan den gang
+te houden; ten tweeden, om de middelen te verschaffen, tot het rondöm
+vaaren van elk stuk lands, met suiker-riet beplant, en het zelve alzoo
+naar den molen te kunnen vervoeren. Men moet die vaarten dus veel
+grooter en meerder in getal maken. Zie hier de verdeeling van dezelven.
+
+Men begint met omringende grachten te maken, die in grootte aan
+de uitgestrektheid van het stuk lands geëvenredigd zyn; men maakt
+vervolgens verdeelingen van 100 tot 100 toisen, maar niet verder,
+dan tot omtrent in het midden van de diepte der Plantagie. De groote
+gegraven vaart van zoet water, waar van wy gesproken hebben, en die
+van de gebouwen der Plantagie af, tot in derzelver diepte, boven den
+agter-dyk, doorloopt, moet eene veel grootere breedte hebben omtrent de
+plaats, waar de molen staat, dan in een afgelegener gedeelte. Op deeze
+vaart loopen andere kleinere vaarten of grachten uit, die geplaatst
+worden tusschen de afdeelingen heen, zoo dat zy met de uitwaterende
+vaarten geene gemeenschap hebben, maar alleenlyk met de middelste,
+waar van zy als zoo veele armen uitmaken.
+
+Behalven deeze groote vaart, en derzelver rechthoekige armen, zyn de
+verdeelingen van den grond omringd door eene uitwaterende vaart of
+gracht, en hebben nog eene andere in het midden van derzelver breedte,
+alle welke met de omringende en uit waterende vaarten gemeenschap
+hebben: en op die wyze geschiedt de droogmaking van den grond, als
+mede van de afgedeelde stukken, die men, even gelyk in alle andere
+droogmakingen, van 30 tot 30 voeten maakt.
+
+Wanneer eene Suiker-Plantagie, of andere, van eene zekere
+uitgestrektheid is, zyn 'er twee uitwaterende sluizen noodig, één
+aan elk uitëinde van het voorste gedeelte des lands: men legt ook
+nog een derde aan den ingang van de groote vaart, dienende tot een
+bewaarplaats van water, om, wanneer men wil, het water in alle de
+grachten te kunnen laten inloopen: en deeze sluis zet men open,
+wanneer het buiten-water te hoog is.
+
+
+
+DERDE BRIEF.
+
+Van het planten en aankweeken van Koffy, en van de noodige
+levensmiddelen tot onderhoud van de Planters; van het oogsten
+en bewerken der Koffy; van de gebouwen, en verdere noodzakelyke
+inrigtingen tot eene groote Koffy-Plantagie, volgens het gebruik der
+Hollandsche Volkplantingen in Guiana.
+
+Ik heb nu de manier ontvouwd van het droogmaken van een stuk grond,
+het inrichten van de grachten en uitwaterende sluisen, en het toemaken
+van het land, het welk voor deezen verdronken land was, ten einde
+daar van zoodanige Plantagie te maken, als men geraden zal oordeelen
+aldaar te vestigen. Ik zal voorönderstellen, dat het koffy-boomen zyn,
+welken gy voornemens zyt op uw land voort te teelen; het onderwerp
+van deezen brief zal derhalven bestaan in u opzettelyk de middelen
+aan te wyzen, waar door men zulk eene Plantagie kan aanleggen, mits
+'er de behoorlyke zorge toe aanwendende.
+
+Na dat de doorsnydingen of kleine grachten tot afscheiding der bedden
+gemaakt zyn, houdt men zig met de beplanting bezig. Het is vry algemeen
+aangenomen, om bananen-boomen te planten, eer men koffy-boomen plant,
+zelfs op eene Plantagie, die men begint aan te leggen: in dit geval
+zal men het kunnen doen zes maanden, of een jaargetyde daar na. Maar
+ten aanzien van Planters, die reeds Plantagiën hebben, en dezelven
+uitleggen, is men volstrektelyk van gedachten, dat zy ten minsten
+twaalf maanden moeten wagten, dat is, dat zy, hun land met dyken
+omringd hebbende, geduurende de groote droogte van het ééne jaar,
+hunne koffy-boomen eerst behoeven te planten in het regen-saisoen,
+na het saisoen van droogte in het volgende jaar. Maar een Planter,
+die eerst begint, en meer haast heeft om genot te trekken, kan
+reeds planten in den regen van April of Mey van het jaar, volgende
+op het saisoen van de groote droogte, waar in men verönderstelt,
+dat hy zyne omheining gemaakt heeft: indien hy zulks gedaan had
+geduurende de kleine droogte van February of Maart, zoude hy kunnen
+planten in de maand December daar aanvolgende, mits hy zig in dien
+tusschen-tyd onledig houde, om uit zyn toegemaakt land zoo veel hout
+en struiken van pynboomen, of latanus-boomen van het kleine zoort uit
+te haalen, als hem maar eenigzints mogelyk is, ten einde hem in staat
+te stellen, om het land zoo veel doenlyk gelyk te maken, alvorens de
+koffy-boomen te planten. De andere Planters, wien men aanraadt, om,
+zoo zy kunnen, een jaar te wagten, moeten denzelfden arbeid verrigten;
+maar zy zullen dit met veel meer gemak doen, vermits veele van deeze
+planten na verloop van twaalf maanden verrot zyn, die het nog niet
+zyn na verloop van zes maanden.
+
+Indien men de voorzorge niet gebruikte, om den grond schoon en gelyk
+te maken, zouden de koffy-boomen ongelyk groeijen, en zeer veel te
+lyden hebben van de houtluizen en andere insecten, die zig in het
+verrotte hout en struiken nestelen en voortteelen; en wanneer deeze
+insecten zig eenmaal ergens geplaatst hebben, worden zy, om zoo te
+spreken, onuitroeibaar.
+
+Eene andere reden, waarom men van begrip is dadelyk geene koffy-boomen
+te planten, bestaat hier in, dat de grond door de droogmaking veel
+inzakt, en wanneer men al te schielyk boomen op denzelven plant,
+deeze zeer onderworpen zyn om neder te hangen, of op den grond te
+leggen, het geen niet alleen een zeer leelyk gezigt, en eene groote
+moeielykheid in het uitwieden van het onkruid maakt, maar ook naderhand
+in het vrucht dragen nadeelig is; want een boom, die op den grond ligt,
+of over een anderen heen hangt, kan nooit zoo veel vruchten dragen,
+als een boom, die recht over einde staat, en de vrye doorspeling van
+de lucht aan alle kanten geniet.
+
+Men kan, wel is waar, dit ongemak gedeeltelyk verhelpen, door op deeze
+nieuwe gronden meer in de diepte te planten; maar nimmer zal de boom
+eene zoo fraaije spitse gedaante aanneemen, dan wanneer men met het
+planten wagt, tot dat de grond een weinig is ingezakt, vermits het
+geheele gedeelte, het welk in den grond is, zyne zytakken verliest,
+die zig nooit weder herstellen.
+
+De Planter intusschen, die, na verloop van zes maanden na de
+droogmaking, begint te planten, zal altyd wel doen, met deeze voorzorge
+niet te verwaarloozen; want het gemelde ongemak is veel minder, dan
+dat men de boomen ziet aan den grond leggen, of schuins nederhangen.
+
+Uitgenomen op een zeer klein getal Plantagiën, alwaar men eenige
+stukken met koffyboomen heeft beginnen te beplanten, op den afstand
+van tien of twaalf voeten, heeft men de algemeene gewoonte aangenomen,
+om dezelven op geen grooter afstand dan van negen voeten, en zelfs
+aan de westzyde, alleenlyk van agt voeten, te beplanten, om dat de
+koffy-boomen aldaar over 't algemeen kleiner vallen.
+
+Zonder deeze gewoonte te willen beöordeelen, ben ik van gevoelen,
+dat men de koffy-boomen op alle goede rivier-gronden kan planten op
+tien voeten afstand, en dat men geen kwaad doet met dezelven op ryker
+gronden, tien of twaalf voeten van elkander te plaatsen, vermits
+ontwyffelbaar de invloed van de lucht, niet alleen tot den groei,
+maar ook tot den bloei van alle vruchtboomen, zeer dienstig is.
+
+Men heeft in 't algemeen in Demerary eenen zeer wezentlyken misslag
+begaan, door de koffy-boomen op negen voeten afstand te planten:
+men heeft de landen beginnen te verdeelen in zoo veele vierkante
+vakken van die maat, in het midden van welken men een boom plantte;
+voorts om de vier boomen eene kleine gracht of doorsnyding van twee
+of twee en een half voeten gravende, waar door veröorzaakt wierd,
+dat in plaats dat de afstand van den voet des booms aan den kant
+van elke kleine doorsnyding de helft bedroeg van den doorgaanden
+afstand van eiken boom, dit niet meer beliep dan drie of drie en een
+half voeten, het geen, na verloop van eenige jaaren, op nog minder
+uitkwam; want het is onmogelyk, dat by elke zuivering der vuiligheden,
+de kleine doorsnyding zig niet eenige lynen verwydere, het welk, na
+verloop van een zeker getal jaaren, dezelven op eene gelyke breedte
+brengt. Uit dien hoofde hangen in Demerary de meeste reijen boomen,
+langs de kleine doorsnydingen, allen over dezelven heen, het geen
+niet alleen ten aanzien van de onderste takken aan den afloop van
+het water een groot nadeel toebrengt, maar zelfs in het plukken van
+de koffy hinderlyk is, ten minsten zulks zeer moeijelyk maakt. Ik
+ben van een geheel tegen over gesteld gevoelen: in navolging van
+de beste Surinaamsche Planters, maak ik niet alleen buiten-bedden,
+welker afstand van den boom langs de kleine doorsnydingen de helft
+bedraagt van den afstand tusschen den eenen en den anderen boom; maar
+ik voege daar ook by een voet meer, om in de verbreeding van deeze
+kleine grachten by het zuiveren der vuiligheden te voorzien. Wanneer
+men nu de boomen op den afstand van negen voeten plant, zal de afstand
+tusschen den boom en de doorsnyding bedragen vyf en een half voeten,
+en indien ik dezelven plant op tien voeten, zal die afstand beloopen
+zes voeten.
+
+Een groot voorstander van de vermeenigvuldiging der uitwateringen
+zynde, verkies ik liefst, om drie reijen boomen op een buiten-bed te
+plaatsen; zoo dat, wanneer ik plant op den afstand van tien voeten,
+zy elk van twee-en-dertig voeten worden.
+
+Men zal wel doen, om by elk regen-saisoen eene enterye aan te leggen;
+te meer, om dat, wanneer men zelf koffy-boomen heeft, die vruchten
+dragen, dit een zeer geringe arbeid is, en men alleenlyk het oogenblik
+van eenen regentyd, die niet missen kan, 'er toe verkiezen moet: want
+gelyk de loten onder de boomen wortel schieten, en gevolgelyk gewoon
+zyn, om geheel en al in de schaduwe te staan, zoo sterven zy, indien
+ze, alvorens gevat te hebben, aan de hette der zon zyn bloot gesteld.
+
+Dit is de reden, waarom ik liefst verkies dezelven in de
+bananen-plantery te plaatsen, als welke, hoe breed ze ook zyn moge,
+altyd het jong plantsoen overdekt: en op die wyze gewent het zelve
+langzamerhand aan de lucht en aan de zon.
+
+Ik stem toe, dat deeze loten misschien zoo sterk niet zyn, dan die van
+eene enterye in de opene lucht; maar echter heb ik een stuk beplant,
+zonder bananen-boomen, geheel en al bestaande uit jonge planten van
+koffy-boomen, die van onder de bananen-boomen genomen waren, en 'er
+zyn 'er van de zes-en-dertig honderd geen twaalf geweest, die niet
+gevat hebben. Voor 't overige verkies ik liefst de koffy-boomen te
+planten op zulke stukken lands, op welken bananen-boomen groeien. De
+redenen zyn, voor eerst, om dat de bananen-boomen door hunne schaduwe
+de jonge koffy-boomen beschutten, dezelven voor de winden beveiligen,
+en meer regt over einde doen groeien; eene zaak, die voor de fraayheid
+en nuttigheid van den boom van een wezentlyk belang is. Ik weet wel,
+dat men staken of stutten voor dezelven plaatsen kan; maar dit is een
+werk, het welk niet altyd aan zyn oogmerk voldoet, behalven dat dit
+hout aan de houtluizen of carias tot eene verblyfplaats verstrekt,
+byzonderlyk de stammen van pynboomen, die tot het maken van zulke
+staken de geschiktste zyn. In de tweede plaats zyn de zwaare winden,
+die in zekere maanden van het jaar waaijen, zeer nadeelig voor
+den groei der boomen, zoo als ik ondervonden heb op twee stukken,
+welken ik beplant had, na de bananen-boomen te hebben weggenomen. Het
+gedeelte van deeze boomen, het welk voor de winden beschut was, is
+grooter geworden, dan het andere gedeelte, het welk meerder aan de
+winden was bloot gesteld, en zulks in het zelfde tyds-bestek.
+
+Veele lieden meenen, dat een stuk land, in de opene vlakte beplant,
+sterker boomen voortbrengt; maar daar op valt dadelyk te antwoorden,
+dat men de bananen-boomen niet zeer digt by elkander moet planten, en
+dat men ze aldaar niet te lang laten moet, noch eensklaps wegnemen,
+maar dat men beginnen moet met dezelven in het tweede jaar te
+besnoeijen, en daar mede zoodanig voort te gaan, dat zy op het einde
+van het derde jaar allen zyn weggenomen.
+
+Wanneer men eene kwekerye aanlegt, is het aller noodzakelykst acht
+te geven, geene jonge planten uit te kiezen, dan onder de fraaiste
+boomen. Dit is een zaak, die in 't byzonder in deeze Volkplanting
+verwaarloosd is geworden, waar uit voortkoomt, dat 'er Plantagiën zyn,
+op welken de helft der boomen uit een slecht zoort van koffy-boomen
+bestaat, die zeer weinige vrugten dragen: men noemt dezelven, zoo ik
+meen, verkeerdelyk, de mannetjes: zy onderscheiden zig door hunne
+dikke en platte bladeren, door het groot getal van zwartachtige en
+doode takken, door te veel weeldrig hout of onvruchtbaare takken,
+eindelyk door den aart van het hout, het welk veel ligter breekt,
+dan van een goed zoort koffy-boomen.
+
+Men plant doorgaans nieuwe koffy-boomen, waar van de enterye twaalf
+maanden te vooren is aangelegd: ik vermeene, dat deeze meest geschikt
+zyn, om in de plaats te komen van doode boomen, of welken men om
+andere redenen verruilt, op stukken, die reeds van vorige tyden
+beplant geweest zyn: ik geloove zelfs, dat het niet dienstig is,
+om ze jonger te nemen.
+
+Maar op stukken, die men op nieuw beplant, geef ik de voorkeur aan
+koffy-boomen, die uit eene kweekerye van zes maanden gehaald zyn:
+zie hier myne redenen: in 't algemeen, hoe jonger een boom geplant
+wordt, hoe gemakkelyker hy wederom wortel vat: de kenners van den
+landbouw in Europa geven 'er altyd den voorrang aan; maar deeze reden
+wordt nog veel klemmender in die Land, alwaar de boomen, en ook de
+koffy-boomen een regten wortel hebben, die spilsgewyze groeit, en zig
+by de verplanting krommende, maakt, dat de boom kwynt, en nooit welig
+doorgroeit; waar uit al verder voortspruit, dat hy by het opwassen op
+zyde hangt, of op den grond legt. Terwyl de boom jong is, beurt de
+spilswyze wortel, zoo lang niet zynde, zig zelven uit den grond op,
+en verplant zig als uit de natuur. Daarënboven, een jonge boom, die
+minder door de winden getysterd wordt, vat veel eer wortel. Eindelyk,
+de kleine boomen zyn zeer onderworpen om zig in de kweekeryen in
+de lengte uit te breiden, en men heeft moeite om 'er een genoegzaam
+getal te vinden, die dit niet gedaan hebben. Men behoort dus steeds
+een wakend oog te houden op de arbeiders, die de verplanting doen, op
+dat zy 'er geene verkiezen, dan die van een goed zoort afkomen: maar,
+mits men ze jong plant, doet 'er de gedaante niet veel toe: elke boom,
+op zig zelf staande, groeit van zelf spitsgewyze naar de hoogte.
+
+Ik erken, dat, wanneer men zulke kleine boomen plant, men den arbeid
+der eerste maanden vergroot: niet alleen moet men alle maanden wieden,
+maar ook leggen deeze kleine boomen voor veele insecten bloot; de
+krekels eeten 'er den kop af; de mieren maken daar aan gaarne hunne
+nesten vast, die, zoo men geene zorge draagt om ze weg te nemen,
+den groei beletten; maar het is slechts de moeite van een oogenblik,
+die door andere voordeelen rykelyk vergoed wordt.
+
+Behalven het uitwieden van het onkruid, en het zuiver houden van de
+insecten, moet men ook nog zorge dragen, om de weelderige loten uit
+de boomen weg te nemen, en te maken, dat zy in het midden met niet
+meer dan een enkelen stam opgroeijen. Een of twee bekwame Negers
+hebben spoedig een stuk gezuiverd.
+
+Men moet ten deezen opzigte insgelyks in 't oog houden, om, by de
+eerste regenbuien, alle de boomen, die niet gevat hebben, of sterven,
+te verplanten.
+
+Men doet ook wel, met dadelyk na het uitbloeijen, geduurende de twee
+eerste jaren, de zaadkorrels der jonge boomen weg te nemen: vooreerst
+brengen zy grootendeels niet dan koffy voort, waar in geen kragt is;
+en ik ben overtuigd, dat dit te vroeg dragen van vrucht voor de groei
+en kragt van den boom schadelyk is, zoo als men natuurlyk begrypen
+kan, en ons door de ondervinding bevestigd wordt, als welke ons
+toont, dat onder de jonge koffy-boomen de zwakste en meest kwynende
+boomen het sterkst bloeijen; ten bewyze, dat dit overyld bloeijen de
+uitwerking is van eene verzwakte natuur, welke men verbeteren moet
+door het vernielen van de vrucht, zoo dra ze gevormd is. In Europa
+doet men zulks van gelyken, en met een goeden uitslag, ten aanzien
+van de persiken- en abrikosen-boomen.
+
+Wanneer de boom tot de hoogte van vyf of vyf en een half voeten is
+opgewassen, moet men deszelfs groei tegengaan, door den middelsten stam
+af te knotten. Indien het een sterke boom is, zullen zyne zy-takken
+hem nog een voet hooger doen groeijen; en dit is al de hoogte, die hy
+hebben moet, op dat de Negers allen in staat zyn 'er de vruchten af
+te plukken; want hoe fraai de groote boomen ook voor het uiterlyk oog
+schynen mogen, de nuttigheid moet op alle Plantagiën de hoofdzaak zyn.
+
+Behalven de aanhoudende uitwiedingen, moet men de boomen geduurig
+ontdoen van de weelderige loten, welken men moet afbreken, en niet
+afsnyden. Men moet ook het jong plantsoen uittrekken, het welk rondöm,
+en onder de schaduwe van den boom te voorschyn koomt. Dit werk, om
+wel verrigt te worden, vordert Negers van de mannelyke kunne, van
+eene hooge gestalte, en daarenboven oplettend en oordeelkundig. Het
+is ook best, om dit, tweemalen s'jaars, opzettelyk te laten doen. Het
+gunstigst tydstip voor deezen arbeid is het regen-saisoen, om dat
+men tevens de koffy-boomen, die niet gevat hebben, kan doen verplanten.
+
+Men moet zig wagten, om dit werk te verrigten, of 'er mede ophouden,
+in den bloei-tyd; want door het schudden der boomen, zoude men de
+bloemen en jonge vruchten doen afvallen. Men zal ook wel doen, zoo
+mogelyk, het wieden na te laten geduurende den oogst, hoe zeer dit
+echter minder schadelyk is: men moet de Negers leeren en gewennen,
+om de koffy niet groen te plukken; dezelve heeft geene waarde, en
+dewyl zy kleine zwarte boonen voortbrengt, heeft men des te meerder
+moeite met dezelven uit te zoeken.
+
+Uitgenomen op modderige landen, zoo alst die gelegen zyn aan de beide
+zee-kusten, alwaar de kanten naar de laagte loopen, en uit een zeer
+zacht slyk bestaan, oordeelt men het schoonmaken der grachten niet
+noodzakelyk; het is genoeg, dat men ze van de plantgewassen zuivert:
+zy behouden haare diepte naar evenredigheid van den afloop van het
+water, die door middel van dezelven bewerkt wordt. By de sluizen
+vermeerdert haare diepte; en dezelve vermindert weder naar mate van
+de afgelegenheid. Dit schoonmaken zoude een vergeefsche arbeid zyn,
+want de modder, welke men 'er uithaalt, wordt spoedig door ander slyk
+weder aangevuld.
+
+Ik heb, by den aanvang van deezen brief, gezegd, dat het planten
+der bananen-boomen dat der koffy-boomen moet voor af gaan op
+vrugtbaare landen, die men tot eene Koffy-Plantagie voornemens is
+aan te leggen. Men moet de bananen-boomen plaatsen op den afstand
+van zes-en-dertig, ten minsten van zeven-en-twintig voeten, indien
+men de koffy-boomen op den afftand van negen voeten planten wil;
+want deeze bananen-boomen moeten zoo geschikt zyn, dat men 'er één
+vindt telkens na vier koffy-boomen. Een Planter, die begint, en
+natuurlyker wyze gedrongen is, om levensmiddelen te moeten hebben,
+zal twee reijen bananen-boomen kunnen plaatsen op elk klein bed,
+en dus vier op een dubbeld bed. Een Planter, die alleenlyk eene
+Plantagie, reeds gedeeltelyk aangelegd, uitbreidt, en van wien men
+verönderstelt, dat hy van levensmiddelen voorzien is, zal slechts ééne
+reije bananen-boomen op elk klein bed planten: op een dubbeld bed,
+en in het midden, kan hy 'er eene derde reije byvoegen, welke men
+echter zal moeten wegnemen by het verdeelen der dubbelde of enkelde
+bedden. De moeite, om eene reije bananen-boomen te planten, heeft
+weinig te beduiden. Bovendien gebeurt het nu en dan, dat het niet
+ge/chikt is het stuk grond na verloop van een jaar met koffy-boomen te
+beplanten: indien zulks derhalven wordt uitgesteld, trekt men altoos
+de vruchten van deeze bananen-boomen, waar van de schaduw tevens nuttig
+is, om de zoutächtige deelen in deeze nieuwe gronden te behouden.
+
+Behalven de bananen-boomen, plant men ook Indisch koorn, het welk op
+deeze nieuwe landen ongemeen wel voortkoomt: men kan deeze beplanting
+verscheiden malen herhalen, zelfs na dat de koffy-boomen reeds geplant
+zyn, mits men als dan in 't oog houde dezelven op reijen te planten,
+op den afstand van vyf of zes voeten, om met des te meer gemak de
+uitwiedingen te kunnen doen, welken men niet moet verzuimen, van den
+beginne af aan, om het onkruid dadelyk uit te roeijen.
+
+De ignames kunnen ook gedeeltelyk op de nieuwe stukken grond geplant
+worden, maar niet, wanneer men 'er reeds koffy-boomen op geplaatst
+heeft. Deeze plant, die tot de voortkruipende behoort, of een zoort
+van heestergewas is, zoude voor den groei der boomen schadelyk zyn.
+
+De Manioc en de Camanioc groeijen ook welig op deeze landen; maar men
+moet ze alleenlyk planten op de laanen en aan de kanten der groote
+grachten, dewyl de Manioc het land op eene byzondere wyze uitmergelt.
+
+De aardappelen moet men nimmer binnen den omtrek den bedyking planten;
+en men moet de Negers ten sterksten beletten om zulks te doen: het
+is eene pest, waar van men zeer veel moeite heeft zig te ontdoen,
+en men moet zig eeniglyk bepalen tot het planten derzelve op de
+omringende dyken.
+
+Van het bewerken der Koffy.
+
+Dewyl het bewerken van de Koffy eene zaak is, van den landbouw
+volstrektelyk afgescheiden, heeft men gemeend dezelve afzonderlyk
+te moeten behandelen. Wanneer de Koffy geplukt is, wordt zy door de
+Negers gebragt op de plaats, alwaar de molens, tot het pellen van
+dezelve geschikt, gevonden worden. Het is beter, gemakkelyker en
+zuiniger, dezelve in een grooten bak te werpen, dan by hoopen op den
+grond te plaatsen.
+
+Men heeft de gewoonte, om met het overbrengen der Koffy naar de molens
+eerst des avonds te beginnen: intusschen, wanneer 'er tot het plukken
+veel volk gebruikt wordt, en 'er een groote overvloed van koffy is,
+zal men beter doen met vroegtydiger te beginnen, op dat de arbeid
+niet tot in den nacht voortduure.
+
+Het maakzel van deeze molens is bekend; ik vermeene, dat die geene,
+welke men hier molens van Martinique noemt, de beste zyn. Ik heb
+eene proeve genomen, om daar in eene kleine verandering te maken tot
+bespoediging van het werk, en ik ben zelfs thans bezig, om tot het
+zelfde einde eene nieuwe proeve te nemen, die deezen molen misschien
+nog merkelyk zal verbeteren.
+
+Wanneer door deeze bearbeiding de roode schil is weggenomen, worden
+de boonen in een bak geworpen, in de nabyheid van het gebouw, alwaar
+de molens staan. 'Er zyn 'er, die eerst des anderen daags het water
+'er opgieten: ik voor my verkieze zulks des avonds te doen, al waare
+het alleen om tyd uit te winnen: dan, hoedanig men dit ook gelieft
+te doen, men moet 'er eene genoegzaame hoeveelheid water opgieten,
+zoo dat de Koffy geheel en al bedekt is; waar na men de Koffy sterk
+zal omroeren en wryven, op dat de boonen zig ontdoen van de lymige
+stof, die uit de schil aan dezelve is blyven zitten. Tot dit einde
+laat men dit eerst opgegoten water wegloopen door eene opening,
+die onder in den bak gemaakt is, men wascht de Koffy, en giet 'er
+zuiver water op, dezelfde bewerking tot drie malen toe herhalende;
+want om te kunnen zeggen, dat de Koffy wel gewasschen is, moet ze in
+het aanraaken ruw zyn.
+
+By het wasschen en omroeren van de Koffy, dryven de roode schillen,
+die door de zeeft zyn doorgegaan, boven op; de kleinste boonen, welke
+door de rol niet geraakt zyn, eindelyk de onrype en de ligtste boonen,
+worden zoo veel mogelyk weggenomen, ten einde dezelven onder den
+naam van dryvende Koffy afgescheiden te houden van de Koffy met een
+zwarte bast; daar vooräl de laatstgemelde zeer schadelyk is voor de
+bewerking, en meer dan de Koffy, die nog ongepeld is, in de droogeryen
+insecten voortteelt: ik heb by my het gebruik ingevoerd, om deeze Koffy
+andermaal door den molen te laten gaan, en vervolgens te wasschen:
+als dan ontdoet zig het grootste gedeelte van haare schil, en zinkt
+naar de laagte; de dryvende Koffy maakt dan eene kleine hoeveelheid
+uit, en dryft by deeze tweede wassching boven op.
+
+Wanneer de Koffy wel gewasschen is, spreidt men dezelve uit op vloeren
+met steenen belegd, alwaar men ze in de zon laat droogen, wanneer het
+weder zulks toelaat: indien het al te regenachtig is, plaatst men de
+Koffy in groote laaden met schuiven; die aan de droogerye vast zyn,
+en onder welke men ze wegschuift wanneer het gaat regenen: deeze
+laaden zyn uittermaten gemakkelyk. Als de Koffy volkomen droog is,
+brengt men ze in het Magazyn van de droogerye, een gebouw, doorgaans
+uit twee verdiepingen bestaande.
+
+Men doet wel, vooral by regenachtig weder, om de Koffy niet te zwaar
+op elkander te stapelen: in allen gevalle moet men ze, vooral in het
+eerste begin, drie malen daags doen verschieten: de achteloosheid en
+wanörde der Planters ten deezen opzigte, brengt hun veel schade aan
+de Koffy toe.
+
+Dit verschieten van de Koffy in de droogerye vermindert men vroeger
+of later, naar mate het jaargetyde meer of minder droog is.
+
+Zoo dra het mooije weder aankoomt, kan men beginnen de Koffy in de
+droogerye te bewerken, maar alleenlyk dan, wanneer 'er zeer in 't kort
+eene gelegenheid op handen is, om ze in te schepen; want de Koffy,
+eenmaal bewerkt zynde, vermindert altyd, hoe men 'er zig ook omtrent
+gedraagt. In tyd van vrede, wanneer 'er geene schepen ontbreken,
+om koopwaren in te laden, is het best de Koffy zoo dra mogelyk te
+verzenden; want zoo dra zy in het Magazyn is, verëischt zy veel
+oppassing en arbeid, en is schooner, wanneer ze dadelyk verzonden
+wordt. Dienvolgende moet men buiten noodzaak met het pellen van de
+Koffy niet beginnen, voor dat het drooge mooije weder wel gevestigd is,
+en men van de zonneschyn zig kan verzekerd houden. Als dan spreidt
+men de Koffy op den met steenen belegden vloer in de droogerye uit,
+beginnende altyd met de ligte dryvende Koffy. Dewyl deeze mindere
+zoort van Koffy altyd veel eer wormen voortbrengt, dan de Koffy, die
+geheel volwassen is, zyn 'er doorgaans drie dagen zonneschyn noodig,
+om dezelve in staat te brengen, ten einde gevoeglyk gepeld te kunnen
+worden. Indien 'er weinig zonneschyn is, zyn één of twee dagen meer
+noodig; in allen gevalle is het, alvoorens men ze pelt, noodzaakelyk
+dezelve zoo hard te laten worden, dat men de boonen naauwlyks met
+goede tanden kan aan stukken breken.
+
+Ik volg de manier niet, welke andere Planters gewoon zyn te bezigen:
+ik laat des namiddags omtrent twee uuren, en met den geheelen toestel
+aan het pellen beginnen: terwyl de sterkste Negers daar mede bezig
+zyn, plaatsen de anderen de Koffy op den met steenen belegden vloer
+op hoopen. Zy brengen ze vervolgens in eene groote kist of laade aan,
+waar uit men ze telkens om te pellen uitneemt. Men moet dit altyd
+zoodanig verrigten, dat de Koffy voor vier uuren van den vloer is:
+ik heb opgemerkt, dat wanneer de zon tot vyf-en-veertig graaden van
+den gezicht-einder gedaald is, de warmte zoodanig vermindert, dat de
+Koffy op het gevoel koud wordt; maar wanneer zy in eene groote lade
+gelegd is, behoudt zy haare warmte zeer lang.
+
+De Koffy, op deeze wyze wel gedroogd, en warm gepeld zynde, breekt niet
+aan stukken, en wordt nimmer plat; zy verliest dan gewoonlyk het vlies,
+het welk tusschen de schil en de boon gevonden wordt. Wanneer zy uit
+den molen koomt, laat ik ze dadelyk wannen: andere Planters wannen
+ze eerst des anderen daags. Indien men ze op den zelfden dag want,
+wint men veel tyd uit: na de wanning brengt men ze op de plaats,
+die tot de uitzoeking geschikt is.
+
+Ik heb twee groote zeeften van koper: eerst laat men de gepelde Koffy
+doorgaan door die zeeft, welke de grootste openingen heeft; men laat
+door dezelve doorgaan alle de boonen met de ronde en gebrokene koffy,
+en in de zeeft blyven geene andere boonen overig, dan die haare schil
+niet zyn kwyt geraakt, en die gevolgelyk nog eens in den molen gebragt
+moeten worden.
+
+De tweede zeeft neemt op, het geen uit de andere gekomen is, en ik
+laat, benevens de ronde koffy, door dezelve doorgaan al de gebrokene
+koffy, ten minsten de kleinste. Uit hoofde van het gebruik van deeze
+twee zeeften, valt 'er met de hand niets anders uit te zoeken, dan
+de koffy, die in verscheiden groote stukken gebroken is, en de kwade
+zwarte boonen, en die door de insecten zyn aangestoken.
+
+Ik laat de zuivere koffy nog eens wannen, om 'er de vliezen, het stof,
+of andere vreemde lichamen van af te scheiden; waar na men, wanneer
+de zon zeer heet, en de lucht helder is, dezelve voor eenige uuren op
+den met steenen belegden vloer kan leggen, ten einde dezelve niet dan
+volkomen droog in de vaten te pakken, na wel te hebben zorge gedragen,
+om ze te laten koud worden.
+
+Men ziet uit alle deeze byzonderheden, dat het bewerken van eene
+groote meenigte koffy zeer veel arbeid vordert, het geen het werken
+in den tuin merkelyk vertraagt, in een jaargetyde, waar in men noodig
+heeft de grachten op te halen, en het onkruid uit te wieden: het geen
+gelegenheid gegeven heeft om te onderzoeken, of men geen ander minder
+werkelyk middel tot het bewerken der koffy zoude kunnen uitvinden.
+
+Men heeft derhalven een molen uitgedacht, van zoortgelyk maakzel als
+die, waarmede men olyven perst, om 'er de oly uit te halen; dit is wel
+gelukt, en men twyffelt niet, of dit werktuig, tot volkomenheid gebragt
+zynde, zal op de groote Koffy-Plantagiën van een algemeen gebruik
+worden, vooral om dat het zamenstelzel eenvoudig en onkostbaar is.
+
+Om intusschen deezen molen tot volkomenheid te brengen, moet men ook
+de onderscheiden middelen volmaken, die gebézigd worden om de koffy
+zonder zon te droogen, iets dat zeer nuttig is, zelfs schoon men de
+koffy pelt. Wanneer men andere proeven doet, zal men ontwyffelbaar
+niet slagen. Men moet tot een grondbeginzel houden, dat de koffy
+gedroogd word, zonder een stank van rook, noch kwaden smaak te krygen,
+en zonder haare groene of blaauwachtige kleur te verliezen.
+
+Van de Gebouwen.
+
+Het eerste gebouw, het welk gemaakt moet worden, wanneer men een stuk
+lands tot eene Plantagie aanlegt, is het huis tot bewooning voor den
+Planter. Hy is met zyn werk nog zeer in, wanörde, zoo lang hy niet een
+gedeelte van zynen grond met een dyk omringd heeft. Hy kan dit huis
+meer of min groot maken, volgens zyn smaak, staat en middelen. Het
+is raadzaam, om het afgescheiden en op zig zelf te doen staan, niet
+tegen een werkplaats of magazyn aan, om de insecten en het stuiven
+te ontwyken, en aan beide gebouwen meerder doorspeling van lucht
+te verschaffen.
+
+Vervolgens moet men overgaan tot het maken van een sluis. In het begin
+kan men zig vergenoegen met een sluis, die met vallend water gesloten,
+en met den vloed geöpend wordt, door middel van een deur met een klap:
+maar wanneer de Plantagie in uitgestrektheid toeneemt, meent men den
+voorrang te moeten geven aan een sluis, welke een deur met een val
+heeft, en die men by elk gety openen en sluiten moet, als zynde het
+ontwyffelbaar, dat tegen het einde van het gety, wanneer het water
+geen kragt meer heeft, de klapdeur in 't geheel geen water laat
+afloopen, ja zelfs uit hoofde van haare zwaarte aan de uitwatering
+altyd hinderlyk is; vooral wanneer de klap buitenwaarts hangt, volgens
+het byna algemeen gebruik in deeze Volkplanting. Van welken aart de
+sluis ook zy, moet men wel zorge dragen dezelve loodrecht, zeer vast,
+en vooral diep genoeg te leggen. Schoon het van geen nut is, wanneer zy
+te diep legt, kan zulks niet schaden, maar wel, wanneer ze te ondiep
+legt; en het is voorzichtig dezelve zoo te maken, dat de grond van
+de sluis zes duimen lager ligt, dan het laagste watergety. Het is
+van aanbelang de sluis van binnen en van buiten van goede vleugels
+te voorzien, ten einde geene lekking van water langs de fluis kan
+doorzyperen: het verwaarloozen van deeze gewichtige punten stelt de
+sluizen in deeze Volkplanting bestendig aan toevallige nadeelen bloot.
+
+Goede sluizen zyn van een wezenlyk belang tot het droogmaken der
+landen. Het is zeker, dat 'er aan de sluizen vleugels noodig zyn, maar
+het is beter de kanten van de sluis, in de gedaante van vleugels,
+te laten uitspringen, dan afzonderlyke houte vleugels te maken,
+die uit hoofde van het geduurig hermaken zeer kostbaar zyn.
+
+Voor hun, die den aanleg van eene Plantagie beginnen, zyn twee sluizen
+eene zaak van veele onkosten: tot het grondvesten van dezelven zyn
+veele steenen, kalk, tras en hout noodig. Het is de moeite en kosten
+niet waardig, om sluizen van enkel hout te maken; zy kosten veel,
+en zyn in korten tyd door de wormen vernield, Zy, die geene groote
+middelen bezitten, zyn verpligt zig te bedienen van uitwaterende goten,
+hier boven door my beschreven.
+
+In Surinamen maakt men dezelven al te breed: wanneer men goede grachten
+heeft, behoeft de sluis zoo groot niet te zyn, als men doorgaans
+meent. Men maakt ze ook altyd veel te kort, het geen verhindert om 'er
+een zwaren dyk boven te maken; men besteedt 'er te weinig zorge aan,
+en vooral aan de sluisdeur, die altyd te veel water doorlaat. Dit
+gebrek van oplettenheid is oorzaak, dat de hoeken niet behoorlyk
+gesloten zynde, het water, het welk naar binnen doorzypelt, het slyk,
+waar door de sluis stevig gehouden wordt, langzamerhand doet wegwyken,
+tot dat 'er gaten in komen; het water baant zig een weg langs de sluis,
+de dyk wykt uit, en breekt. Men tracht denzelven te herstellen,
+en men heeft het ongenoegen om te zien, dat het slechts voor een
+korten tyd is, dewyl men de oorzaak van de kwaal, die men niet kent,
+niet verholpen heeft: en hier uit trekt men dan het verkeerd besluit,
+dat de sluizen eene verkeerde uitvinding zyn.
+
+Een ander gebrek in het maken deezer sluizen bestaat daar in, dat men
+aan de deur te veel afhelling geeft, het geen belet dat het water
+dezelve opligt, en 'er doorloopt. Deeze deuren zyn meest gemaakt
+met houten hengzeis, als of ze dienen moesten voor deuren van een
+schuur. Men heeft dit werktuig tot meerder volkomenheid gebragt,
+en indien men het met lood beleggen wilde, om van de wormen niet
+doorknaagd te worden, zou het byna zoo nuttig zyn als volkomene
+sluizen, en ik zoude 'er in dit Land den voorrang aan geven, om dat
+de Negers te achteloos zyn in het regelmatig openen van de deuren,
+zoo als dit behoort.
+
+Voor eene droogmaking van twee honderd akkers, laat ik alleen twee
+sluizen maken, die elk een vak van drie voeten hebben; ik geef aan
+dezelven 26 of 28 voeten lengte; ik laat de planken wel in malkander
+sluiten; ik laat alle de reeten met pik toestoppen, even als een schip;
+men maakt 'er eene goede deur aan met yzere hengzels, waar van de
+duimyzers met een schroef gemaakt zyn, om des te vaster te houden,
+en de spykers ook met een spil en schroef. Ik laat deeze deur op de
+volkomenste wyze in één sluiten, en wel zoo vast, dat zy niet ligtelyk
+in wanörde geraken kan. Wanneer deeze sluis geplaatst is, laat ik
+daarboven een zeer zwaren dyk leggen, zelfs van twee voeten hooger,
+dan die 'er dicht by is. De sluis, op deeze wyze ingericht, laat geen
+droppel water door, geduurende den vloed, en nooit geraakt de dyk in
+wanörde, dan wanneer de sluis verrot of van de wormen doorknaagd is,
+en in duigen valt. 'Er blyft nooit water in de grachten: de sluisdeur
+gaat door het minste gewicht van 't water gemakkelyk open.
+
+De Koffy-Planter heeft het voorrecht, dat hy zig voor het derde of
+vierde jaar over het maken, der gebouwen niet behoeft te bekommeren:
+hy kan ze dan maken naar evenredigheid van de geplante boomen, zelfs
+van die geenen, die nog geene vrugten geven. De arbeid wordt meer
+noodzakelyk, naar mate dat de boomen tot het dragen van vruchten komen:
+men handelt voorzichtig met de Plantagiën in de eerste jaaren niet
+verder uit te breiden, dan in zoodanige evenredigheid, dat, wanneer de
+koffyboomen vruchten opleveren, men niet genoodzaakt is het tuinwerk
+om dat van den oogst te verwaarloozen; want men moet rekenen, dat men
+ten minsten een vyfde gedeelte van het jaar, dat is, twee en een halve
+maand, of drie maanden, aan de beide oogsten besteedt, en een zevende
+gedeelte aan het bewerken van de koffy, zonder van het verschieten en
+den verderen arbeid der droogerye te spreken. Te weinig oplettenheid in
+dit opzigt is oorzaak, dat een aantal Koffy-Plantagiën slecht bebouwd
+en slecht onderhouden zyn. Het is altyd zeker, dat eene Plantagie van
+eene middelmatige uitgestrektheid, wanneer zy wel onderhouden wordt,
+meer opbrengt, dan eene groote, wier onderhoud slecht is.
+
+Men oordeelt, dat een goed gebouw geduurende lange jaaren tot alles
+voldoende is, mits men het een weinig stevig maakt, en zulks zonder
+zeer kostbaar te zyn: men kan 'er de breedte van 32 of 34 voeten
+aan geven, en zoodanige lengte, als men goedvindt: het is dienstig,
+om het zelve zoo te plaatsen, dat men het kan uitleggen, naar mate
+de meenigte van de koffy, die in het magazyn opgeslagen moet worden,
+toeneemt. Men kan de stylen plaatsen op voetstukken van dezelfde
+hoogte, stukken hout leggen tot ondersteuning van de einden van de
+balken, die daar op rusten, of zig daar mede verëenigen. Men legt deeze
+balken op eene hoogte van 8 of 9 voeten, maar de stylen moeten nog 4
+of 5 voeten hooger zyn, op dat de zolder tusschen alle de stylen van
+wederzyden klap-vengsters kan hebben, vermits het van aanbelang is,
+dat de lucht over de zolder vryelyk heen speelt, om de koffy spoedig
+te doen droogen. Men moet daarom aan beide kanten groote vengsters
+maken, die tot op den grond van den zolder nederhangen.
+
+Het is verwonderlyk, hoe de koffy spoediger droogt, wanneer de wind
+'er regelrecht op werkt; het is alleenlyk noodig de twee gevels en de
+beide zyden van het gebouw aan het bovenste gedeelte, tot aan de zolder
+toe, met planken te beleggen. Het onderste gedeelte kan open blyven,
+of men kan het sluiten of omheinen alleenlyk met stammen van pynboomen:
+het geheel moet overdekt worden met dak-borden, die men in dit Land
+zeer duurzaam vindt: stammen van pynboomen zyn voldoende om dezelven
+te onderschragen, zonder dat men latten of dwarsbalken noodig heeft.
+
+In het benedenste gedeelte plaatst men den molen, om de koffy-boonen
+te pellen, de groote bak om ze in te werpen, zoo wel de koffy, die
+geplukt, als die gepeld is: dezelfde benedenste verdieping, zoo men
+de werkplaats verlengt, kan, dienen tot een kuiperye, een stalling,
+en verscheidene andere gebruiken.
+
+De geschikte manier tot het plaatsen der koffy-lootsen is altyd
+eene en de zelfde, op welke wyze de verdere gebouwen ook geplaatst
+of ingericht mogen zyn. De gevels moeten staan naar het oosten
+en westen, en de lengte moet gericht zyn van het noorden naar het
+zuiden. De met steenen belegde vloer moet geplaatst worden aan de
+noordelyke gevel, op eenen genoegzamen afstand, om te ontwyken de
+morgen en avond schaduwen, en de belemmering van den wind, die door
+het lichaam van het gebouw veröorzaakt zoude worden; want de wind is
+allernoodzakelykst, om de koffy te droogen. Zy, die drie of vier maal
+honderd duizend ponden koffy, en eene gelyke hoeveelheid cacao op eene
+enkele Plantagie hebben zien bewerken, kennen de waardye van een zeer
+uitgestrekten droog-vloer. Men moet ze meer boogsgewyze maken, dan
+men gewoonlyk doet. Men moet van zeer dun hout, en zeer ligte planken
+van een halven duim dikte, eene kleine kap of beweegbaar dak maken
+van 20 voeten lengte en 15 voeten breedte, zynde bovendien met bepekt
+zeildoek overdekt. Men plaatst dit dak op rollen, welken men naar zyn
+believen draait, op dezelfde wyze als huisraad en bedden. Zoo dra men
+een enkelen droppel regen bespeurt stapelt men de koffy met groote
+houten schoppen op elkander, en rolt 'er het dak over heen, om de
+koffy voor den regen te beveiligen: dit is tot groot voordeel en nut.
+
+Indien men laden of schuifbakken heeft, kan men zig insgelyks van het
+benedenste gedeelte der loots, aan één van de beide kanten bedienen,
+mits echter in het oog houdende, dat men de einden hout, waar op
+de rollen van de laaden loopen, behoorlyk verlengt, en voorts acht
+gevende, dat de schaduw, door de loots veröorzaakt, op zekere uuren
+van den dag, aan het droogen van de koffy niet hinderlyk zy.
+
+Aan de voor- of achter-zyde, naar mate de loots naar het oosten
+of westen geplaatst is, moet men een met steenen belegden vloer
+maken. Het is van het grootste nut, dat dezelve eene genoegzaame
+uitgestrektheid hebbe. Op zyde van deeze vloer, en zoo dicht mogelyk
+by de werkplaats, moet de bak staan om de koffy te wasschen, waar in
+het altyd dienstig is eene afscheiding te maken; want dewyl men het
+water verscheiden malen geduurende de wassching moet ververschen,
+is het zeer gemakkelyk de koffy, dan aan de ééne, dan aan de andere
+zyde van den bak, te kunnen overstorten.
+
+Zie daar alles, wat tot de bewerking en het behoud van de koffy
+noodzakelyk dunkt te zyn.
+
+
+
+VIERDE BRIEF.
+
+Antwoord op de drie eerstgemelde Brieven, waar by de Fransche Ingezeten
+de vraag omtrent ds afschaffing der slavernye, in de Volkplantingen,
+alwaar dezelve nog plaats heeft, opzettelyk behandelt: hy raadt om
+deeze verandering, die noodzakelyk geworden is, te bevorderen; en
+geeft de middelen aan de hand, om daar toe te geraken, zonder aan
+den voorspoed der Volkplantingen nadeel toe te brengen.
+
+Ik ben u, myn lieven vriend, zeer verplicht voor de drie brieven,
+welken gy my het genoegen gedaan hebt aan my te zenden, betrekkelyk het
+bebouwen der lage landen, waar van wy, zedert eenige jaaren, begonnen
+hebben proeven te nemen, en waar in gy onze meester zyt. Ik zal niet
+alleen voor my zelven van uwe nuttige onderrigtingen gebruik maken,
+maar ik zal ze ook ter kennisse brengen van alle myne medeburgers,
+die, even als ik, met de voortbrengzels deezer landen aan te
+kweken, voordeel bedoelen, of die zig by vervolg op zoortgelyke
+ondernemingen zouden willen toeleggen, in een uitgestrekt land,
+waar niets dan arbeidzaamheid noodig is. Uwe mededeelende inborst,
+die het onderscheidend kenmerk van waare onderrigting, en de bezitting
+van eerlyke harten is, geeft my de verzekering, dat ik aan uw oogmerk
+voldoen zal, met deeze kundigheden, zoo veel my mogelyk zal zyn, te
+verbreiden, en zelfs door de zeer voldoende brieven, welken gy my over
+dit onderwerp geschreven hebt, ten algemeenen nutte te laten drukken.
+
+Reeds hebben verscheiden van myne gebuuren, die even als ik op lage
+landen arbeiden, nuttige lessen van u ontfangen; en reeds begon deeze
+geheele streek gelukkig te worden, zoo dat men hope konde opvatten,
+dat dezelve t'eeniger tyd uwe schoone Volkplantingen zoude naar de
+kroon steken.
+
+Maar zedert de omwenteling, die van Frankryk een Gemeenebest gemaakt,
+en aan alle menschen, onder deszelfs bestuur levende, het genot
+van alle de rechten van den mensch en burger heeft wedergegeven;
+die de slavernye afgeschaft, en den Neger-handel vernietigd heeft,
+is alles van gedaante veranderd. Men heeft op 't onverwagtst de
+vryheid afgekondigd aan menschen, die met eene meer of min harde,
+maar steeds willekeurige gestrengheid, gehouden waren tot eenen arbeid,
+uit deszelfs aart verachtelyk, en welken zy, zonder eenig voordeel voor
+zig zelven, ten nutte van een enkel persoon verrigtten. Men heeft hun
+de volkomene vryheid overgelaten, om zig al of niet te verbinden aan
+hun, die welëer eigenaars van hunne persoonen waren. Het gevolg hier
+van is geweest, dat byna alle de Plantagiën, aan de Rivier Aprouago
+op laage landen aangelegd, verlaaten, of merkelyk vervallen zyn.
+
+Ik ben een vriend der vryheid, schoon ik voor deezen veele slaven in
+eigendom bezat. Ik behandelde de mynen met eene byzondere gematigdheid,
+en ik heb 'er verscheiden van behouden. Ik zoude ze zelfs allen
+behouden hebben, indien de Regeering 'er niet op eene willekeurige
+wyze over beschikt had, door hen op andere Plantagiën, in andere
+landschappen, te gebruiken, om de Plantagiën, die onder handen van
+het bestuur in bewaring gesteld waaren, boven anderen gelukkig te
+doen zyn, of de belangen van byzondere persoonen te begunstigen.
+
+Hier doet zig een vraag-punt op, het welk verscheiden Planters niet als
+bedenkelyk beschouwen, maar waaromtrent ik niet van hun gevoelen ben,
+en waar van de behandeling voor het menschdom van een byzonder belang
+is: zy moet ook hoogst belangryk zyn voor de Hollandsche Colonisten,
+onze nabuuren, wier Regeerings-bestuur, op dezelfde grondbeginzels,
+als het onze, gebouwd, insgelyks tot de afschaffing der slavernye
+zal moeten besluiten.
+
+Om dit stuk in orde te behandelen, zal ik eerst de vragen voorstellen,
+en wat de meeste onzer nabuuren 'er van zeggen.
+
+"Hoe kan de in stand houding eener Plantagie, die zoo veel
+arbeid, zoo veel uitschot van penningen vordert, met de vryheid
+der plantende Negers bestaan? Ziet gy niet, dat de Hollanders,
+die in deeze zoort van handel zulke groote vorderingen gemaakt
+hebben, onder alle Europeanen die geenen zyn, welke de Negers met de
+meeste gestrengheid behandelen? Dat zy met dit al in hun vaderland
+Comptoiren of Maatschappyen hebben, die, naar mate van de begroote
+waarde deezer landen, aanzienlyke sommen gelds opschieten aan de
+Planters, die eigentlyk niets anders doen dan het huishoudelyk bestuur
+der Plantagie voor hunne geldschieters waar te nemen? zouden wy,
+die deeze bebouwing der lage landen van verre hebben beginnen na te
+volgen, dit immer hebben kunnen uitvoeren, zonder de kragtdadige hulp,
+welke de Regeering op allerleije wyze aan de eerste bebouwers deezer
+landen verschaft heeft? zouden wy het hebben kunnen doen buiten het
+middel der slavernye, waar in de mensch geen ander mogelyk bestaan
+heeft, dan door eenen aanhoudenden en onäfgebroken arbeid, zonder
+zelfs het recht te hebben, om zig te mogen beklagen? Ziet gy niet,
+dat alle de Fransche Volkplantingen te vuur en te zwaard verwoest
+worden, en dat wy eenigermaten deeze algemeene verwoesting ontduiken,
+doordien wy op ons zelf staan, en door de zwakheid der bevolking,
+die, op uitgestrekte ruimten verspreid zynde, tegen ons niet heeft
+kunnen zamenspannen? Schoon wy de grootste onheilen agter ons hebben,
+is het evenwel niet zichtbaar, dat alles in deeze Volkplanting,
+zedert het tydperk der vryheid, in verval geraakt is, en dat vooral
+de Plantagiën op lage landen het grootste verlies geleden hebben? Merk
+daarënboven op, dat 'er zedert geene nieuwe onderneming van dien aart
+is aangelegd. En, ach! hoe zoude men dien aanleg beginnen? Welke
+middelen, zoudt gy by de hand nemen, om de zwarten aan te zetten
+tot eenen arbeid, die uit deszelfs aart zwaar en onäangenaam is,
+en welken men jaaren lang moet voortzetten, om deeze landen droog te
+krygen, alvorens 'er eenige vruchten van te trekken? Ik gevoel, dat
+gy t'eeniger tyd zult moeten toestemmen, om aan uwe landbouwers een
+vierde van uwe inkomsten te geven, gelyk, zoo men zegt, op St. Domingo
+plaats heeft: maar wat zult gy doen, eer het nog ver af zynde tydstip
+daar is, dat dit vierde iets van aanbelang bedraagt"?
+
+Zie daar de groote en voorname tegenwerpingen: ik zal 'er volkomen
+op trachten te antwoorden. Het herstel der Fransche Volkplantingen,
+en het behoud der geenen, die nog niets geleden hebben, wordt met
+reden beschouwd van zulk een groot staatkundig belang te zyn, dat al
+het geen eenig licht verspreiden kan omtrent de middelen, waar door
+de één tot eenen gevestigden voorspoed komen, en de ander den schok
+van eene noodzakelyk gewordene verandering in het bestuur ontwyken
+kan, door de eigenaars in de Volkplanting met dankbaarheid behoort
+ontfangen te worden.
+
+Ik heb myne denkbeelden niet eeniglyk in deeze Volkplanting
+opgezameld. Ik heb in de Volkplantingen van verscheiden Europeesche
+natiën gewoond; ik heb my toegelegd, om den inborst der Negers te
+leeren kennen; ik heb de verschillende manieren om hen te bestuuren,
+en derzelver gevolgen onderzogt; ik heb alles gelezen, wat voor en
+tegen de afschaffing der slavernye geschreven is geworden; en ik ben
+volkomen overreed, dat het mogelyk is, om, zonder benadeeling der
+Volkplanting, Zeden- en Staat-kunde met elkander over één te brengen,
+mitsgaders arbeidzaamheid en voorspoed, die van elkander onafscheidelyk
+zyn, onder de gezengde luchtstreek zamen te paaren.
+
+Het geen ik te zeggen heb, is geschikt om de klagten der Colonisten te
+bevredigen, die nog slaven bezitten, en, uit hoofde van de ellendige
+inrigting der Volkplantingen, alle bewysredenen tegen de slavernye der
+Negers, als eenen regelregten aanval op hunne eigendommen beschouwen.
+
+Frankryk heeft het eerst, en onder de Europeesche volken nog alleen,
+deeze schandelyke inrigting onbepaald en volkomen afgeschaft: de
+gevolgen deezer omwenteling zyn byna overal schadelyk geweest; maar
+kunnen wy over de gevolgen wel oordeelen, zonder dat wy de oorzaken
+kennen; en zouden andere oorzaaken ook geene andere gevolgen hebben
+te weeg gebragt? Zoude eene andere handelwyze, eene andere manier
+om deeze verandering van slavernye in vryheid daar te stellen, geene
+andere uitwerkingen gehad hebben? Hier aan valt niet te twyffelen.
+
+De Nationaale Conventie, na de grondslagen tot verklaring van de
+rechten van den mensch besloten te hebben, heeft deeze beginzels
+niet in 't oog gehouden in alle de beschikkingen, betrekkelyk de
+Volkplantingen, welken zy aan de ondermyningen der openbaare vyanden
+van vryheid en gelykheid heeft overgelaten. Wel verre van het lot
+der slaven te verbeteren, en de middelen tot hunne vrymaking met
+verstand voor te bereiden, heeft zy zelfs het recht van burgerschap
+aan de zwarten geweigerd, en daar door aan de Planters de magt
+gegeven, om hun het staatkundig aanwezen te weigeren, na hun het
+zelve voor een oogenblik te hebben toegestaan. Noch de Regeeringen
+in de Volkplantingen, noch de eigenaars der Plantagiën, noch de
+uitvoerders van het bestuur, wilden de vryheid niet, ja zelfs wilden
+zy den verachtelyken en lagen staat, waar onder de zwarten zuchtten,
+in de minste omstandigheid niet verzachten; integendeel scheen men
+het 'er, na de omwenteling, op toe te leggen, om deeze vernedering
+tot een grondbeginzel te vestigen. Door zulk eene handelwyze heeft
+men te weeg gebragt, dat deeze zoort van menschen onze ergste vyanden
+geworden zyn, en de schoone Volkplanting van St. Domingo het onderst
+boven gekeerd hebben.
+
+Toen vervolgens, in die ongelukkige tyden, in welken zy, die zig
+tegen de verbetering van het bestuur der Volkplantingen verzetteden,
+zig betoond hebben opentlyke vrienden van het Koningschap te
+zyn, de Engelschen te hulp geroepen, en zelfs de Negers tegen ons
+gewapend hebben, in de hoop, dat het hun gelukken mogt de slavernye
+te herstellen; toen de uiterste middelen noodzakelyk geworden waren,
+heeft de Nationale Conventie de grondbeginzels der vryheid eensklaps
+te rug gebragt, daar het vry beter was geweest dezelven trapsgewyze
+te vestigen: hier uit zyn onheilen voortgesproten, die aan de andere
+Volkplantingen eene nuttige les geven kunden.
+
+Zy moeten, zoo het mogelyk is, de vryheid bekomen, zonder eenigen
+schok, zonder wanorde in de byzondere eigendommen, en vooral zonder
+bloed te vergieten. Behalven het algemeen gevoelen van menschelykheid,
+het welk ieder eerlyk en weldenkend man doet verlangen, dat deeze
+verandering bewerkt worde zonder die schokken, welke zommigen van onze
+Volkplantingen zoo zeer beroerd hebben, kan ik niet nalaten belang te
+stellen in het lot van verscheiden deezer Volkplantingen, en ik moet
+de inwooners aanzetten, om rypelyk te denken op de aanmerkingen, die
+ik hun voordrage, en zig wel overtuigd te houden van deeze waarheid:
+dat het onmogelyk is de hatelyke inrigting der slavernye langen tyd
+te doen stand houden, en dat, om de afschaffing daar van voordeeligcr
+te doen zyn, en minder ongeregeldheid te doen uitwerken, men daar in
+goedschiks en met beleid moet te werk gaan.
+
+Indien zy hier eenige middelen aantreffen, om deezen taak gemakkelyk
+te maken, zal ik my by de Planters zeer verdienstelyk gemaakt hebben,
+door te toonen, dat het in de Volkplantingen mogelyk is, om zig met
+de voortbrengzels van het aardryk te verryken, zonder het menschdom
+te doen beven, en dat men met een weldadig hart, zonder knaging van
+'t geweten, eigenaar van eene Plantagie kan zyn.
+
+De vraag omtrent de slavernye der zwarten hield zedert langen tyd
+de verstandigen bezig, eer dat men in Frankryk aan eene omwenteling
+dagt; deeze vraag is door het Fransche Gemeenebest beslist: zy kan
+de Regeeringen, die Volkplantingen bezitten, en waar het stelzel der
+vryheid nog geen veld gewonnen heeft, in geene onverschilligheid laten.
+
+De Negers zyn niet onkundig, of zullen ten minsten niet lang onkundig
+kunnen blyven, hoe zeer hunne staat van die van huns gelyken in de
+nabuurige Fransche Volkplantingen verschilt: wanneer men zulks voor
+hun verbergen konde, denkt men dan nog, dat zy van hunne rechten
+altyd onkundig zyn geweest, en dat de stem der natuur by hun ten
+gevalle van hunne bezitters verdoofd is?
+
+Hoe dom hunne lasteraars hen ook verbeelden te zyn, zy hebben getoond
+met zeer grooten moed bezield te zyn: zy hebben, zoo als gy weet,
+in uwe Volkplantingen van Hollandsch Guiana, gelyk ook in Jamaica,
+het voorbeeld voor zig van een aantal menschen van hun geslacht,
+die door hunnen moed zig de vryheid bezorgd hebben, in weêrwil van
+hunne meesters, welken zy genoodzaakt hebben, om met hun over eene
+volkomene onäfhangelykheid te handelen.
+
+Men moet de noodlottigste gebeurtenissen duchten, indien men zig niet
+met ernst bezig houdt met de verbetering van het lot van deeze zoort
+van menschen, die uit hoofde der ryke voortbrengzels van hunnen arbeid
+van zoo veel gewicht zyn, en tevens zoo weinig bescherming ontmoeten,
+zoo mishandeld worden. Men zoude kwalyk doen, om in eene onvoorzigtige
+gerustheid te blyven sluimeren.
+
+Het voorbeeld der Fransche Volkplantingen moet aan deeze aanmerkingen
+klem byzetten: door zig tegen de vryheid te verzetten, zyn zy verwoest
+geworden, zy herstellen zig met derzelver zoeten invloed, onäangezien
+alle de noodlottigheden van den oorlog.
+
+Wat kunnen zy, die de slavernye voorstaan; tog inbrengen? Zy zullen
+zig beroepen op het oud gebruik der Volkplantingen, de voorgewende
+onmogelykheid, om dezelven zonder zwarten en zonder slaven te bebouwen,
+op het belang van den staat, om koopwaren uit de Volkplantingen
+te trekken. Men beroept zig op het geluk der Negers in hunnen
+tegenwoordigen staat, die, zoo men ons beduiden wil, verre verkieslyk
+is boven het lot van onze boeren. Men zegt, dat de luiheid, het bedrog,
+en alle slechte hoedanigheden, die harde en inhalige meesters, hun
+slechts als lydelyke werktuigen van hun fortuin beschouwende, in hun
+vinden, van het character der Negers onäfscheidelyk zyn; maar deeze
+kwaade hoedanigheden en gebreken zyn, of betrekkelyk tot het begrip
+en vooröordeel, het welk hunne staat inboezemt, of veröorzaakt door
+de manier, waar op men hen behandelt: deeze gebreken, die aan alle
+menschen, en in alle maatschappyen gemeen zyn, verdwynen, of nemen
+ten minsten merkelyk af onder een menschlievend en redelyk bestuur,
+zelfs onder slaven: zulks heeft my eene onäfgebrokene en aandachtige
+ondervinding klaar bewezen.
+
+De voorstanders der slayernye kunnen voor het overige in hunne
+verschillende redeneeringen in het geheel geen gebruik maken van
+de zaak der menschelykheid, noch van de rechtvaardigheid, noch
+van het recht der natuur, als welken geen mensch ter weereld door
+verjaring kan verliezen, van welke kleur hy ook zyn moge, en het zy de
+omstandigheden zyner geboorte meerder of minder gunstig zyn. "Wy hebben
+Volkplantingen noodig, men kan dezelven zonder slaven niet bebouwen;
+dus is de slaven-handel en het bezitten van slaven noodzakelyk". Zie
+daar, waar op hunne redeneeringen altyd nederkomen.
+
+Aan den anderen kant zyn zy, die voor de afschaffing der slavernye
+pleiten, door de reden, de rechtvaardigheid, de weldadigheid, en
+alle eerbiedwaardige beweegredenen, welken de menschelykheid aan de
+hand geeft, aangevuurd, dikwils veel te verre gegaan, en hebben zig
+dus aan de berisping hunner tegenpartyen, die by de handhaving der
+slavernye belang hadden, bloot gesteld; zy hebben gezondigd, het zy
+door buitensporigen yver, het zy door de staatkundige betrekkingen uit
+het oog te verliezen, welk laatste echter niet behoort te geschieden,
+zoo men een aantal lieden, wier fortuin van de beplantingen afhangt,
+niet in hevige klagten wil doen uitbarsten: op dien zelfden voet
+voortgaande, hebben zy zig de berisping der Planters ook nog op den
+hals gehaald, door niet wel te bevroeden alle de middelen, die tot
+het bewerken der verlangde omwenteling verëischt werden. 'Er zyn
+noodlottige gebeurtenissen voorgevallen, die de redeneeringen van de
+voorstanders der slavernye schynen te versterken; maar wat valt daar
+uit te besluiten, dan alleen dit, dat de ontwerpen der menschelykheid
+ten voordeele der zwarten, overëenkomstig eene goede staatkunde, niet
+behooren uitgevoerd te worden, dan door den tyd en trapsgewyze? dat
+eene overylde en onbepaalde vrylating, zonder uitzondering of mitsen,
+aan het voorgesteld oogmerk zeer slecht voldoet, en zelfs groote
+ongelegenheden veröorzaakt? In de daad, men moet toestemmen, dat de
+nieuwe Negers, die aan de taal en gebruiken der Europeanen nog niet
+gewoon zyn, zonder gevaar voor de Plantagiën, noch zonder benadeeling
+van hun zelven, niet allen op eenmaal, zonder tusschenpoozing of
+voorzorgen, in vryheid gesteld kunnen worden. Het is 'er mede gelegen,
+als met het gezicht, dat door eene lange duisternis verzwakt is,
+en niet met overyling het licht weder kan aanschouwen, zonder 'er
+door verbysterd te worden: men moet hun het licht by trappen en met
+beleid te rug geven.
+
+Intusschen is het geenzints onmogelyk, maar het is zelfs nuttig
+en staatkundig, om de middelen tot afschaffing der slavernye voor
+te bereiden. Men kan dit oogmerk bereiken, terwyl men tevens het
+belang van den Staat, en de staatkunde der volken in het oog houdt,
+de Volkplantingen, die nog geene veranderingen ondergaan hebben,
+bewaart, zonder de eigendommen der ingezetenen te bederven, noch
+hunne inkomsten te verminderen. Het tydperk, binnen het welk men
+trapsgewyze aan de Negers de vryheid zoude kunnen schenken, zoude
+niet verre af zyn; en de goede geneigdheid van verscheiden Planters
+zoude het zelve meerder verkorten, dan men denkt. 'Er zyn 'er veelen,
+die, om wel te doen, slechts verlangen omtrent hunne waare belangen
+te worden ingeligt; dit kan men door tyd en ondervinding te weeg
+brengen; en de Regeeringen behooren, overëenkomstig dien regelmaat,
+de gebrekkige inrigting, die nog in zwang is, en tot hier toe door
+de wet gehandhaafd is geworden, te verbeteren.
+
+Alle eerlyke, gevoelige en belanglooze harten zyn van de zaak zelve
+wel overreed; maar men moet aan de Regeering betogen, en aan de
+eigenaars der slaven bewyzen, dat men deeze veranderingen bewerken
+kan door middelen, die geene beweging maken, en aan de veiligheid,
+noch aan het voordeel der Planters geen leed toebrengen. Het is tot
+dit einde noodig, om alle vooröordeelen aan een zyde te stellen, en met
+onpartydigheid de middelen te overwegen, door welken men langzamerhand
+in de verbetering van de gebrekkige inrichting der Volkplantingen
+kan slagen, zonder de Plantagiën en derzelver bebouwing te bederven.
+
+Het eerste middel moet zyn de afschaffing van den slaven-handel.
+
+Deeze handel is met de slavernye op 't naauwst verbonden, om dat zy
+aan dezelve voedzel verschaft, en de Planters in 't begrip staan,
+dat, indien de slaven-handel ophield, het getal van de bewoners der
+Volkplanting wel dra tot niet zoude loopen, en derzelver bebouwing
+ook in evenredigheid verminderen, en dat, vermits de slavernye eene
+geöorloofde zaak is, de slaven-handel het insgelyks behoort te zyn:
+edoch niets dan de verfoeijelykste heerszucht is in staat, om deezen
+hatelyken handel, die een zamenweefzel van barbaarsheden is, te willen
+laten stand houden.
+
+Wat doet het 'er toe, of wy onrechtvaardig en wreed zyn, mits wy maar
+rykdommen vergaderen. Zie daar in korte woorden, waar toe men alle de
+redeneeringen brengen kan, die ten voordeele van deezen handel worden
+aangevoerd. Maar indien dit niet alleen eene onrechtvaardigheid, maar
+zelfs eene mistasting is; indien deeze handel, verre van voordeelig
+te zyn, voor de belangen van het volk, dat denzelven dryft, hoogst
+nadeelig is; wat moet 'er dan worden van den eenigen grond, waar mede
+men deszelfs voortduuring wil goed maken?
+
+Deeze handel, staatkundig beschouwd, brengt niet dan nadeel te
+weeg. Dezelve bederft de zeden van elk volk, het welk zig daar aan
+overgeeft, door hun eene geneigdheid tot wreede daden in te boezemen;
+door dezelven eindelyk by veele persoonen als wettige daden te doen
+beschouwen; door een aantal lieden te gewennen, om hun fortuin door
+de vernieling van het menschdom te beproeven; want het is eene
+bewezene waarheid, dat de oorlogen, gevoerd om slaven te hebben,
+de onaangenaame overtochten, de mishandelingen, en de wanhoop, veel
+meer Negers doen sneven, dan 'er in de Volkplantingen aankomen. Deeze
+handel is schadelyk voor de zeevaart, uit hoofde van het verlies van
+een groot aantal matroozen, veröorzaakt door de kwade lucht, het slecht
+voedzel, en andere vernielende omstandigheden, die op de schepen,
+tot de overvoering der Negers bestemd, noodwendig plaats hebben. De
+slavenhandel is, in één woord, een schande voor het menschdom, een
+vlak op elk volk, die denzelven gedoogt, eene openbaare strydigheid
+met de grondbeginzels en inrigting van alle Gemeenebesten.
+
+Maar, werpt men ons tegen, hoe zal men eene bevolking in stand houden,
+die geduurig afneemt, en hoe zult gy Volkplantingen hebben, indien
+gy den slaven-handel op de kust van Africa laat varen?
+
+Het getal der Neger-slaven neemt in eene verbazende meenigte af by
+de Planters, die weinig menschelykheid of gevoel bezitten; maar het
+vermeerdert langzamerhand by hun, die de noodige zorgen aanwenden
+tot behoud van hunne slaven, en om, zoo veel in hun is, de wet der
+slavernye te matigen. Mitsdien is het, onder het bestuur van eene wel
+geregelde vryheid, buiten allen twyffel, dat de volkrykheid schielyk
+zal vermeerderen, gelyk de ondervinding dit bewyst in alle Landen,
+alwaar de mensch gelukkig is, en wel geregeerd wordt.
+
+In deeze vooronderstelling zal de veiligheid en goede regeerings-orde
+in de Volkplantingen grooter zyn; haar onderhoud zal minder kostbaar
+worden, uit hoofde van eene sterke vermindering, zoo al niet eene
+volkomene vernietiging van de kosten, op de uitöeffening der Politie
+en Justitie, het houden van krygsvolk, het straffen van misdadige, en
+het vervolgen van weggeloopene Negers, het onderhoud van gevangenissen,
+enz. vallende.
+
+Na alzoo den slaven-handel te hebben afgeschaft, zal men de
+noodige beschikkingen maken tot handhaving van de goede orde in
+de Volkplantingen, tot derzelver veiligheid, en tot aanwas der
+bevolking. Voorzeker, wanneer men alle de Plantagiën in haare
+tegenwoordige werkzaamheden laat blyven, gelyk ook de regeling van
+goede orde, die op elk derzelven past, zal men niemand van de eigenaars
+iets doen verliezen.
+
+Dan zal het noodig zyn, dat men zig ernstig bezig houde, om overal,
+op eene éénstemmige wyze, wel beredeneerde wetten te maken, die niets
+willekeurigs meer in zig bevatten, en waar by men de geregelde orde
+in den arbeid, en de behoorlyke tucht zal handhaven. Zonder de wet
+te willen stellen aan die Volkplantingen, alwaar de slavernye nog
+heerscht, is het geen herssenschimmig denkbeeld, dat wel zaamgestelde
+vergaderingen, uit den bloem der Colonisten verkozen, zelve die
+Reglementen van Politie, en die geschikte en éénstemmige wetten zouden
+voorstellen, die op alle Plantagiën passen zouden, en waar naar ieder
+verpligt zoude zyn zig te gedragen; en hier uit zoude de grootste
+voorspoed voor elk in 't byzonder, en voor de geheele Volkplanting in
+'t algemeen, voortvloeijen.
+
+De Planters van Jamaica en Grenada hebben zedert lang het ontwerpen
+van Reglementen voor hunne Volkplantingen in den zin gehad. Een van
+hun laat zig in dit opzigt in deeze merkwaardige woorden uit. "Het
+staat in onze macht, om den welvaart van tweemaal honderd duizend
+menschen, wier arbeid ons het dagelyks middel van bestaan verschaft,
+te bevorderen; wy hebben het vermogen van, om zoo te spreken, eene
+nieuwe schepping te vormen. Welk edeler voorwerp kan immer onzen yver
+aanvuuren, en de natuurlyke neiging, die ons tot weldadigheid heen
+leidt, opwekken? Wanneer men de zaak uit het oogpunt van ons persoonlyk
+belang beschouwt, is het zeer zeker, dat hoe meerder menschelykheid
+iemand bezit, hoe beter staatkundige hy is: dus zullen wy door de
+neiging van ons hart te volgen, den welvaart van onze bezittingen,
+met der menschen goedkeuring, en des Hemels zegen zamen paaren.
+
+De Planters van Grenada hebben in hunne Volksvergadering Reglementen
+van inwendige Politie, en wetten ten voordeele der slaven, vast
+gesteld, waar by zy, in hunne Acte van 4 November 1788. deeze
+verstandige inleiding laten voorafgaan.
+
+"Overwegende, dat de noodzakelykheid van den invoer van Negers zal
+ophouden op het oogenblik, dat zy met menschlievenheid behandeld,
+en niet meer met onmatigen arbeid bezwaard zullen worden, en men dus
+op de wetten der natuur in de vereeniging der kunnen acht zal geven;
+
+Gemerkt, dat de wetten, die tot hier toe tot handhaving der slaven
+zyn afgekondigd, onvoldoende bevonden zyn; en de menschelykheid, zoo
+wel als het belang der Volkplanting, vordert, dat men de slavernye
+zoo dragelyk make, als mogelyk is, om de volkrykheid der Negers te
+bevorderen, het eenig middel, om de noodzakelykheid hunner invoering
+van de Americaansche kusten door den tyd geheel te vernietigen;
+
+En gelet, dat men zulk een heilzaam oogmerk niet kan bereiken,
+dan door aan de magt der meesters, en van de geenen, die met het
+opzicht over de slaven belast zyn, palen te stellen; het zy door
+hen te verpligten, om hun op eene gepaste wyze van huisvesting,
+voedzel en kleeding te voorzien, het zy door hun onderwys en goede
+zeden te beschikken, hen aan te zetten tot het aangaan van huwelyken,
+tevens deeze wettige verbintenissen eerbiedigende en beschermende:
+om alle deeze redenen", enz.
+
+Zonder van stuk tot stuk de Reglementen op te geven, die het gevolg van
+deeze Acte zyn, noch ook alhier te ontvouwen, wat men van dien aart het
+best zoude kunnen doen, indien men, met reden en menschlievendheid,
+de hier boven uitgedrukte gevoelens ter uitvoer trachte te brengen,
+is het genoeg door deeze twee voorbeelden aan te toonen, dat de
+Planters zedert lang gevoeld hebben, dat hun eigen belang dergelyke
+wetten vorderde, dat deeze wetten noodig waren tot in stand houding
+en aanwas der bevolking, om den invoer der zwarten van de Africaansche
+kust te vernietigen, als mede tot groot voordeel der inwooners.
+
+Het Reglement op het bestuur der Plantagie vast gesteld en in schrift
+gebragt zynde, zoude op de werkplaatsen gelezen en afgekondigd, en
+van tyd tot tyd vernieuwd worden: men zoude daar by voorziening doen
+omtrent het voedzel, de kleeding, en de woning der Negers: men zoude
+hun den eigendom van hunne tuinen, vogelaryen, en beesten-kwekeryen
+verzekeren: men zoude daar by melding maken van het bezorgen van
+oppassing aan de zieken, oude lieden en verzwakten; aan de zwangere
+vrouwen, aan de zoogsters en kinderen: dat de noodige voorzorgen
+gebruikt zouden worden tot handhaving der goede zeden, tot onderwys
+der jeugd, en de goede orde in de huisgezinnen, enz.
+
+Te gelyker tyd zouden de uuren van arbeid daar by worden aangewezen,
+als mede het geregeld bestuur en onderwerping. De geringe misslagen
+zouden gestraft worden, na dat de beschuldigde in tegenwoordigheid
+der verstandigsten en oudsten van de Plantagie zoude zyn gehoord:
+de misdaden zouden aan de gewoone Rechters verwezen, en volgens
+de wet gestraft worden. Voor deugdryke en uitmuntende daden zouden
+belooningen plaats hebben.
+
+Geene Plantagie zoude door deeze beschikkingen in wanorde geraken:
+integendeel zouden de Planters by deeze verbetering in het bestieren
+der zwarten onëindig veel winnen, uit hoofde van derzelver gehechtheid
+aan hunne meesters en hunne gewilligheid tot den arbeid.
+
+Dit ontwerp tot stand gebragt zynde, zal men, van dien tyd af aan,
+de benaming van slaven en slavernye veranderen: het waare anders
+te vergeefs de zaak zelve te hervormen; zy zoude altyd een hatelyk
+voorkomen blyven behouden; zy zoude weder tot den vorigen stand
+vervallen, indien men een gehaten naam liet blyven. In de daad, in
+den redelyken en gematigden staat, aan de Planters voorgeschreven door
+verstandige Reglementen, geene willekeurige, geene wreede behandeling
+gedogende, zouden hunne verpligtingen, zoo wel als hunne rechten,
+door vaste wetten volkomen bekend, en zy geene eigentlyk gezegde
+slaven meer zyn.
+
+'Er blyft dan niets meer overig, dan een enkelen stap te doen in
+den loopbaan der weldadigheid en goede bestiering, ten einde deeze
+gelukkige verandering te volmaken, de overgang namelyk van slavernye
+tot vryheid: gy zult my uwen aandacht nog een oogenblik niet weigeren.
+
+Na dat men dus op eene wyze, die geen zweem van willekeurigheid
+meer overlaat, de werkzaamheden der arbeiders zal geregeld hebben,
+behoort men hun eene belooning toe te zeggen, om hen tot een goed
+gedrag en yverigen arbeid aan te moedigen; dit zoude moeten bestaan
+in een gedeelte van de inkomsten der Plantagie, in het begin een
+klein gedeelte, en alleenlyk een tiende van de zuivere voortbrengzels.
+
+Het is meer dan waarschynlyk, dat deeze uiterlyke opöffering van
+een gedeelte der inkomsten, door den eigenaar aan zyne arbeiders
+overgelaten, ten minsten deeze inkomsten op dezelfde waarde zal
+houden; naardien het belang, het welk de zwarten zelve daar by hebben,
+hen zal aanzetten, om met den meesten yver te arbeiden, om met lust
+mede te werken tot bevordering van den welvaart der Plantagiën, en
+de inzameling der vruchten, tot het beletten der diefstallen, tyd
+verspillingen, en verscheidene misbruiken, welken de al te strenge
+bestiering der slaven doet vermeenigvuldigen.
+
+Wie is 'er, hy moge nog zoo veel bezet zyn met vooröordeelen,
+welke thans nog eenige Colonisten, voorstanders der slavernye,
+verblinden, die gelooven kan, dat de Plantagiën in het byzonder, en
+de Volkplantingen in het algemeen, den trap van geluk, die aan haare
+volkrykheid geëvenredigd is, bereiken kunnen, zoo lang de arbeiders,
+by de vruchten van hunnen eigen arbeid, en de vermeerdering van
+den oogst, zelve belang hebbende, daar toe geenen yver aanwenden,
+die men onmogelyk verwagten kan van een zoort van beesten, die door
+zweepslagen geregeerd worden, en wier eenige hope bestaat in eenige
+uuren rust te genieten, en kastydingen te ontduiken.
+
+Wanneer men door de ondervinding van één of twee jaren gezien zal
+hebben, dat de arbeiders zig onder dit nieuw ontwerp wel gedragen
+hebben; dat dit tiende gedeelte der vrugten, tot eene belooning aan de
+zwarten gegeven, de uitwerking gehad heeft, welke men 'er zig van had
+voorgesteld; dat deeze Plantagiën 'er niet door geleden hebben, maar
+veel eer door bevoordeeld zyn, zal men deeze belooning vermeerderen,
+en, in het volgende jaar, tot een negende gedeelte der zuivere vrugten
+brengen, ten einde als nog te beproeven, of, door deeze opoffering,
+de inkomsten op dezelfde waarde voor den eigenaar blyven zullen.
+
+Ik twyffele ann den goeden uitslag niet, daar ik zelf in de gelegenheid
+geweest ben, om 'er eenige proeve van te nemen, en ik verzekere u,
+dat deeze belooning, of dit aandeel in de inkomsten, aan de arbeidende
+Negers toegestaan, van jaar tot jaar kan vermeerderd worden. Men
+zal het van tyd tot tyd tot een agtste, een zevende, een zesde, een
+vyfde, een vierde, en eindelyk tot een derde der zuivere inkomsten
+brengen, zonder dat daar door de eigenaar zelf eenige vermindering
+ondervindt. Dit derde der inkomsten, door den Planter aan de arbeiders
+afgestaan, zal zyne eigene inkomsten nog des te meer verzekeren; en de
+uitvoer van koopwaren uit de Volkplanting zal vermeerderd worden met
+dit derde, het welk mede onder de voorwerpen van den koophandel komen
+zal. De invoer van koopwaren zal in gelyke evenredigheid vermeerderen
+door de verteeringen, welken de Negers, thans eene zekere zoort van
+levens-gemak genietende, maken zullen; en deeze menschen, tot hier
+toe toe zoo mishandeld, zullen allengskens hun geluk beginnen te zien,
+en hunne meesters beminnen.
+
+Ik begryp, dat de trapswyze voortgang in dit ontwerp, dien men
+noodzakelyk behoort te volgen, een tydvak ten minsten van negen jaaren
+noodig heeft. In het tiende jaar (of zoo dra deeze ondervinding zal
+gevestigd zyn, en de goede uitwerkzels van deeze huishouding zullen
+zyn gebleeken,) zal men deeze schikking tot eene vaste wet maken,
+die de rechten der eigenaars en arbeiders met billykheid zal regelen;
+tot eene wet der Volkplanting, waar in niet meer gesproken zal worden
+van slavernye, maar van een wederkeerig verdrag tusschen de arbeiders
+en de eigenaars van den grond.
+
+Het is gemakkelyk te bezeffen, dat door deeze maatregelen, welken
+ik hier in het ruwe schetse, langzamerhand in werking te brengen,
+geen groote eigendom in wanorde geraken zal; maar dat de volkrykheid
+der Negers onder een menschlievender bestuur zal aanwassen. Deeze
+gelukkige verandering zal bewerkt worden, zonder eenigen schok of
+beweging te veroorzaken. Deeze arbeiders zullen zig, langzamerhand,
+en als ongevoelig, aan eene zekere gemakkelykheid en aan eene betere
+levens-manier gewennen, die hun goed gedrag, hunne werkzaamheid en
+vlyt ten grondslag hebben zal. 'Er zal in hunne denkbeelden geene
+overylde omwenteling plaats hebben, waar door men eenig kwaad gevolg
+te vreezen heeft, dewyl de eerste aanbiedingen slegts voorwaardelyke
+gunstbewyzen zyn zullen, welken de meesters altyd zullen kunnen
+intrekken, in geval de Negers zig dezelven onwaardig maken mogten.
+
+Huisgezinnen, die zig toeleggen om hunne inkomsten een weinig te
+besparen, ten einde kleine afzonderlyke eigendommen te verkrygen,
+zullen gelegenheid vinden, om het bezit daar van te bekomen: zy
+zullen daar door een bewys van hunne bekwaamheid ten toon gespreid,
+en een waarborg voor hun toekomend goed gedrag gegeven hebben. Deeze
+verhuizingen van zommige huisgezinnen der arbeiders, die van tyd
+tot tyd groote Plantagiën verlaten zullen om kleine op te rigten,
+zullen op de eerstgemelden door den ontwyffelbaaren aanwas hunner
+volkrykheid rykelyk vervuld worden.
+
+Naar mate de Colonisten tot deeze oogmerken van menschlievendheid en
+goede orde de hand zullen leenen, door voor het uiterlyke de edelste
+opöffering te doen, zullen zy hun eigen voordeel behartigen; men
+zal de Volkplantingen en den koophandel meerder zien bloeijen: men
+zal aldaar meerder gerustheid, meerder veiligheid, een aanhoudende
+aanwas der bevolking ondervinden, zonder eenig middel van geweld, of
+het welk met goede grondbeginzelen strydig is, te bezigen. Om hier van
+overtuigd te zyn, behoeft men zig slechts deeze alöm bekende waarheid
+voor oogen te stellen, dat de bevolking overal zigtbaar aanwast,
+waar voorspoed en middelen van bestaan gevonden worden.
+
+Deeze regelmaat, op reden, rechtvaardigheid en goede Staatkunde
+gegrondvest, is in de Fransche Volkplantingen, die deeze omwending
+ondergaan hebben, niet gevolgd geworden. Alles is by deeze volken aan
+het gisten en in wanorde geraakt. Geene der partyen, van welke classe
+ook, wilde opregtelyk de vryheid, noch den algemeenen voorspoed;
+geene derzelven wierd door oprechte oogmerken gedreeven, maar allen
+wierden zy aangezet door haat, door het een of ander denkbeeld van
+haatlyke beschuldiging, en voor al door een lust tot plundering,
+die door wanorde zoo wonderbaarlyk geholpen word. De Regeering, die
+opzettelyk de Volkplantingen kwalyk bestierde, om 'er de omwenteling
+te doen vervloeken, en het Koningschap te doen beminnen, heeft de
+wanorde vermeerderd door een zoort van lieden, welken zy met haar
+gezag bekleed heeft. De Nationale Conventie, die over 't algemeen
+de zaken der Volkplantingen met een onverschillig oog beschouwde,
+heeft zig door die partye, welke de vryheid naar het hart stak, door
+tegenstrydige besluiten, die met de grondbeginzels niet strookten,
+laten wegslepen.
+
+Vervolgens is het stelzel van ROBESPIERRE gekomen, welke zeide: Laaten
+de Volkplantingen verloren gaan, liever dan dat men een oogenblik
+de grondbeginzels zoude doen wankelen. Men heeft de vryheid in de
+Volkplantingen verspreid, niet als een weldaad, maar als een middel
+van oorlog en verdediging tegen de bestryders der omwenteling, en de
+vyanden van het Gemeenebest. De regeeringloosheid en ongebondenheid
+hebben 'er zig meester van gemaakt, en men heeft 'er alle misdaden
+en driften toomloos zien woeden; deerniswaardige gesteldheid, waar
+in de slechtste menschen de teugels van 't gezag in handen krygen,
+en de brave en vreedzame lieden vermoord of verjaagd worden. De
+wanorde is ten hoogsten top gestegen, vooral in verscheiden gedeelten
+van St. Domingo, tot dat een wyzer bestuur, zig op de grondslagen
+van deeze vryheid vestigende, maar dezelve volgens de wetten en de
+Constitutie regelende, eindelyk deeze schoone bezittingen weder in
+orde gebragt heeft.
+
+In onze arme Volkplanting van Caijenne is de oprigting der vryheid
+niet vergezeld geweest van eenige afschuwelykheid, in vergelyking van
+die van St. Domingo; maar de landbouw heeft 'er veel geleden: laten
+wy de oorzaken en de omstandigheden in overweging nemen, en wy zullen
+zien, dat men den gepasten weg niet betreden heeft, dien ik hier boven
+aan de Volkplantingen heb aangeraden, die de noodzaakelyk gewordene
+verandering van slavernye in vryheid nog niet ondergaan hebben.
+
+Men heeft de vryheid der Negers, te Caijenne, zonder voorzorg en
+zonder bepaaling afgekondigd. Deeze schielyke en onverwagte overgang
+van onderdrukking tot toomloosheid is minder verderffelyk geweest,
+dan zy natuurlyk zyn moest, niet alleen, om dat deeze bevolking zeer
+klein en verstrooid is, maar ook om dat, zedert verscheiden jaaren,
+een menschlievend bestuur, het welk alle de onheilen der slavernye
+gevoelde, den weg tot deeze verandering gebaand had, door de wreedheden
+en het onredelyk gedrag der meesters in te toomen, en door aan de
+Negers jegens de blanken goedhartigheid en vertrouwen in te boezemen,
+door het wegloopen en zwerven uit te roeijen, en door de Negers te
+gewennen, om van hunnen arbeid een zeker voordeel te trekken, en zig
+zelven als menschen te beschouwen. De onderdrukking aldaar minder
+zynde, is de gisting ook minder geweest, op het oogenbik dat de oude
+orde van zaken vernietigd wierd: maar het was onmogelyk, dat menschen,
+verpligt voor anderen te werken, zonder eenig nut voor hun zelven,
+eensklaps vry en meesters van hunne daden zyn zouden, bekwaam om van
+gezagvoerende posten voorzien te worden, even als de geenen, die te
+vooren hunne meesters waren, en voor wien men hun tot hier toe eenen
+Godsdienstigen eerbied had ingeboezemd; het was onmogelyk, zeg ik,
+dat zy zig met aan eene onbezonnen vreugde zouden overgeven, en dat
+de Plantagiën, en dezelver bebouwing, niet in zekeren zin verlaten
+zouden worden, zoodanig zelfs, dat hunne zorgeloosheid hen noodwendig
+in gevaar moest brengen, om van honger te vergaan.
+
+Toen men vervolgens deeze zwarigheid wilde afwenden, en deeze
+menschen door gezag tot den arbeid en landbouw te rug brengen, heeft
+men insgelyks verkeerde maatregelen genomen; men heeft de arbeiders
+willekeuriglyk op geheel andere Plantagiën geplaatst, dan op welken
+zy gewoon waren; men heeft het herstel van de eene begunstigd, en de
+andere laten verloren gaan, volgens den willekeur der bestuurders;
+men heeft de Negers op een daggeld van drie en vier stuivers gesteld,
+eene belooning, die geheel onvoldoende en bespottelyk was, die deeze
+menschen niet kon aanzetten, om met yver te arbeiden, en die tevens,
+hoe klein zy ook wezen mogt, voor de eigenaars tot een' grooten last
+was, daar zy dikwils van het werk der arbeiders zoo veel niet trokken,
+als noodig was, om die onkosten op te diepen.
+
+Te gelyker tyd heeft men een zeer overbodig aantal van deeze arbeiders
+gewapend, naar mate van de uitgestrektheid der Volkplanting, die nimmer
+is aangevallen geworden. Men heeft uitgestrekte landstreeken, maar in
+welken byna geene andere bewooners, dan Aapen en Papegaaijen zyn, in
+orde geregeld: men heeft aldaar een geheelen stoet van bedieningen en
+posten ingevoerd, zoo als die in de meest bevolkte Fransche Gewesten
+gebruikelyk zyn: men heeft rangen, geld, ampten en gezag verleend aan
+menschen, die nog lezen nog schryven konden, en welken men tegen alle
+reden aan den landbouw onttrokken heeft.
+
+Hoe zoude, in zulke omstandigheden, eene zoo weinig gevorderde
+Volkplanting niet verminderd en verslimmerd zyn? Maar zoo dra een
+verstandig Regeerings-bestuur aldaar een goed Reglement, betreffende de
+bebouwing der Plantagiën, zal hebben vast gesteld, op de grondbeginzels
+der Staats-regeling gebouwd, en op de vryheid steunende, volgens
+welken de arbeidende Negers een behoorlyk aandeel trekken van de
+inkomsten, die hunne arbeid aanbrengt, zullen de Plantagiën haaren
+aanwas spoedig hernemen.
+
+Thans schiet nog overig eene zwarigheid op te lossen, die men
+tegenwerpt, betrekkelyk de groote uitschotten, die 'er noodig zyn, om
+de bebouwing der lage landen vol te houden: maar is 'er overal niet
+veel noodig, om nieuwe Plantagiën aan te leggen? en zyn de kosten,
+die men maken moet, met één, of twee jaaren, of zelfs iets langer, de
+arbeiders en bewerkers van den grond te betaalen, zonder voordeelen te
+trekken, in vergelyking te stellen met de kosten, die het aankoopen van
+Negers, en de sterfte onder dezelven, noodwendig moesten veröorzaken?
+
+De zaak koomt my zoo klaar voor, dat ik, om dezelve duidelyker te
+bewyzen, niet oordeele noodig te hebben eene vergelykings-rekening
+tusschen den koop-prys der Negers, en de dag-gelden, die men eenigen
+tyd verpligt is te betalen, om het land tot het voortbrengen van
+gewassen, en het geven van eenen goeden oogst, toe te bereiden. Het
+is genoeg te hebben aangemerkt, dat men voor den prys, dien men
+voorheen tot verkryging van den eigendom van één mensch betaalde,
+een vry persoon drie jaaren lang kan huuren, zonder te rekenen het
+gevaar van sterfte, het wegloopen, den verloren tyd, de ziekten,
+het onderhoud van vrouwen, kinderen, oude lieden, en gebrekkelyken,
+enz. enz.
+
+Ik eindige eenen brief, die reeds vry lang geworden is, maar die door
+de schoonheid van het onderwerp, en myne wenschen tot bevordering
+van uw geluk breeder is uitgeloopen: laat ik den inhoud zakelyk by
+één trekken.
+
+De slavernye is eene verkeerde en onrechtvaardige inrichting, die
+allen nayver en vlyt uitdooft. De Volkplantingen kunnen zeer wel
+zonder slaven bebouwd worden. Wy hebben het voorbeeld van veele
+landstreeken der Indianen en anderen, op dezelfde breedte, als wy,
+woonende, alwaar vrye volken aan den landbouw arbeiden, en alle
+zoorten van werk, waar toe vlyt verëischt wordt, bloeijen. Het is
+derhalven te wenschen, dat men die Volkplantingen, welke nog onder
+het juk der slavernye zuchten, tot den gelukkigen staat der vryheid
+te rug brenge; maar het is staatkundig, het is menschlievend, om deeze
+verandering trapsgewyze en met omzichtigheid te bewerken. Men moet aan
+deeze omwenteling verscheiden jaaren besteeden; het is noodig, dat de
+beschikkingen der Planters en eigenaars overéénstemmen, en zamenwerken
+met de daaden van het hoog gezag van hun moederland; en dat zy beiden,
+door de voorbeelden van tweedragt en wanorde, die op andere plaatsen
+zoo veele onheilen berokkend hebben, voorgelicht, hun goed oogmerk door
+redelyke en vreedzaame middelen bereiken, in plaats van een stelzel
+van onderdrukking en onrechtvaardigheid, het welk nooit lang duuren
+kan, met overyling, en verbaazende verscheuringen, om verre te werpen.
+
+Niemand neemt meer belang, dan ik, in uwen voorspoed, en die van uwe
+mede Colonisten in 't algemeen, van welken ik zoo veele blyken van
+vriendschap en achting ontfangen heb.
+
+Het is met deeze gevoelens, dat ik u opregtelyk groete.
+
+AANMERKINGEN.
+
+De bovenstaande brieven, betrekkelyk de bebouwing der lage landen
+in Surinamen, en andere Hollandsche Volkplantingen van Guiana, met
+toepassing op het Fransche gedeelte van dit Land, alwaar men zelfs
+aan de oevers der Rivier Aprouago, en in andere streeken, eenige
+gelukkige proeven van dien aart gedaan heeft, zyn gedeeltelyk het
+werk van een uitmuntend inwooner van Demerary, nu wylen den Heer
+B. VAN DEN SANTHEUVEL, en aangevuld uit het geen ik, zoo in Fransch
+als in Hollandsch Guiana, zelf gezien heb. Ik heb in dit opstel
+ook ingevlochten een groot gedeelte van verscheidene oordeelkundige
+aanmerkingen van den heer GUISAN, die door den Intendant MALOUET uit
+Surinamen ontboden, en geduurende een aantal jaaren, in Fransch Guiana,
+als Landbouw-kundige (Ingenieur agraire,) is gebruikt geworden. Ik
+heb ook gebruik gemaakt van verscheidene uitmuntende byzonderheden,
+vervat in eene Memorie, welke ik vermeene te zyn opgesteld door den
+Burger COUTURIER, inwooner van Cayenne; en die insgelyks tot den
+evengemelden post, onder GUISAN, gebruikt is.
+
+Ik hope, dat de denkbeelden, begrepen in den vierden brief, tot
+oplossing der tegenwerpingen, en wegneming van de beduchtheid der
+Bataafsche en andere Planters, tegen de afschaffing der slaverneye,
+die echter noodzakelyk geworden is, voor het menschdom van nut zullen
+kunnen zyn, en dat men, door deeze of andere gelykzoortige, en op
+dezelfde grondbeginzels meerder uitgewerkte, doelëinden in het oog te
+houden, eindelyk (in de Volkplantingen van onze Bondgenooten, en zelfs
+in de onze, alwaar, uit hoofde van den oorlog, de Staats-regeling
+nog niet is ingevoerd,) een bestuur, op reden gevestigd, moge daar
+stellen, het welk met de gesteldheid van ons Land niet strydig is,
+en het ongeluk van deeze nuttige bezittingen kan voorkomen. Ik kan
+niet nalaten een ernstig belang te stellen in het lot van verscheiden
+Volkplantingen, alwaar ik de eer gehad heb den post van Gouverneur
+te bekleeden; een belang, het welk des te grooter wordt, om dat het
+de liefde tot het menschdom en myn Vaderland ten grondslag heeft.
+
+
+TWEEDE AANHANGZEL,
+
+BEHELZENDE EENE BESCHRYVING DER
+
+VOLKPLANTING VAN CAYENNE.
+
+
+
+BESCHRYVING DER VOLKPLANTING VAN CAYENNE.
+
+
+EERSTE HOOFTSTUK.
+
+Aardrykskundige Beschryving van Fransch
+Guiana.
+
+De Franschen zyn langen tyd alleen bezitters en meesters van geheel
+Guiana [10] geweest, van de Orenoco af tot aan de Rivier der Amazonen;
+maar de gesteldheid der zaken in Europa, en de onderscheidene oorlogen,
+waar in Frankryk is ingewikkeld geworden, hebben hen genoodzaakt,
+om een gedeelte van dit uitgestrekte vaste Land aan de Hollanders en
+Portugeesen af te staan. Het gedeelte, het welk zy behouden hebben,
+heeft derhalven thans tot zyne grenspalen, aan de westzyde, de Rivier
+Marony, en aan den oostkant strekt het zig uit, volgens het Verdrag van
+Utrecht, tot aan de Rivier Yapoc, of die van VINCENT PINÇON, gelegen
+dicht by de Noord-Kaap, en welke men verkeerdelyk heeft verward met
+de groote Rivier Oyapoc, wier geheele loop aan Frankryk toebehoort,
+en waar in VINCENT PINÇON nimmer geweest is, zynde derzelver mond
+meer dan vyftig mylen van gemelde Noord-Kaap af gelegen.
+
+Deeze gelykheid, of liever deeze mistasting in den naam, heeft een
+verschil met Portugal veroorzaakt. Het Verdrag van Utrecht, wel is
+waar, noemt eenmaal de Rivier Yapoc, of die van VINCENT PINÇON;
+maar eene andere keer bedient het zelve zig van de laatstgemelde
+benaming. Noch de eene, noch de andere van deeze benamingen, is die van
+de Rivier, waar van in dit Verdrag gesproken wordt. 'Er is tusschen
+de Landen aan de Noord-Kaap en het vaste Land, een arm van de Zee,
+die een zoort van Baay vertoont. Men beweert, dat zeker Reiziger,
+genaamd VINCENT PINÇON, die CHRISTOPHORUS COLOMBUS op zyne laatste
+reize vergezeld had, in 't jaar 1500, in deeze Baay aankwam, waarom
+zommige Schryvers den naam van deezen Reiziger aan dezelve gegeven
+hebben, een naam ondertusschen, die in het Land niet bekend is.
+
+By dit zelfde Verdrag van Utrecht, staat Frankryk aan Portugal de
+uitsluitende vaart af op de Rivier der Amazonen, en het bezit van
+derzelver beide oevers, zoo noordelyken, als zuidelyken, gelyk mede
+die van den omtrek der Noord-Kaap, uit verdronken landen bestaande,
+ten noorden van den mond deezer groote Rivier gelegen, en zig tot den
+tweeden graad noorder breedte uitstrekkende; maar by het Verdrag is
+in geenen deele bepaald, op welken afstand van den noordelyken oever
+van deeze zelfde Rivier de Portugeesen recht zouden hebben zig het
+bezit aan te matigen.
+
+De Fransche Regeering alle onzekerheid ten deezen opzigte willende
+wegnemen, had aan de Bestuurders van Guiana gelast eene kaart te doen
+maken, waar op deeze binnenlandsche grensscheidingen bepaald zouden
+zyn, latende aan Portugal het vrye bezit der Landen langs den oever
+van de Rivier der Amazonen, op gelyken afstand, namelyk vyftien mylen
+van den oever, als wy aan den kant van den mond der Rivier, of van
+den oever der Zee, 'er van waren afgelegen. De Ingenieurs, met dit
+werk belast, waren echter niet verpligt deeze voorgeschrevene rigting
+te volgen, wanneer de ligging der plaatsen merkwaardiger punten,
+en meer natuurlyke grensscheidingen vorderden.
+
+Dit werk is nimmer uitgevoerd. Eerst in het jaar 1781. plaatste
+de Fransche Regeering, om de grensscheiding te verzekeren, eenen
+wachtpost by de Baay van VINCENT PINÇON, in eene landstreek, die
+volstrekt woest was, en zonder dat eenig Europeaan, van de eene af
+andere zyde, zig aldaar had nedergezet. Die post is zonder tegenkanting
+aldaar gebleven. Eene zending, genaamd die van Macary, welke zig in
+de nabuurschap bevond, benevens zeker Indiaansch volk, meer dan drie
+honderd persoonen uitmakende, behoorde ontwyffelbaar aan het Fransche
+grondgebied; maar in 't jaar 1791. kreeg de Gouverneur van Para in
+den zin, om eenige vorderingen optewerpen, en deed zelfs strooperyen,
+met oogmerk, om het Portugeesch grondgebied tot aan de Rivier Oyapoc
+uit te breiden.
+
+Op de hoogte van twaalf mylen ten noord westen van den mond van de
+Rivier der Amazonen, en op omtrent twee graden noorder-breedte, vindt
+men de Noord-Kaap, vervolgens het Eiland van de Noord-Kaap, en binnen
+het zelve de Rivier Carapa-Pouri, uitloopende in den inham der Zee,
+welken men de Baay van VINCENT PINÇON noemt. Tusschen Terra-Firma en de
+Noord-Kaap, is een van tien mylen, vol lage en verdronkene Eilanden,
+van verschillende grootte, het ééne na by het andere gelegen, die
+weinig bekend, en geheel en al onbewoond zyn. De schepen behooren
+'er byna drie mylen van af te blyven; de zee is aldaar gevaarlyk,
+vooral in de groote vloeden by volle en nieuwe maan. Men verzekert,
+dat aldaar zee-golven zyn van twintig voeten hoogte, en dat 'er
+drie van die zelfde kragt op elkander volgen, tegen welker geweld
+de schepen niet bestand zouden zyn; zy zouden dezelven op zand-
+en slyk-banken werpen, die zig, naar de breedte van deeze Eilanden,
+meer dan een groote myl ver uitstrekken; maar de schepen en sloepen,
+die de Rivier der Amazonen uitloopen, om zig naar Cayenne te begeven,
+kunnen zig daar voor myden, dewyl deeze banken, weinig water naar zig
+trekkende, niet verhinderen dicht by het Land te komen, en in kleine
+Kreeken of Baaijen de wyk te nemen, alwaar zy voor deeze verbaazende
+zee-branding beveiligd zyn. De Portugeesen van Macapa en de Indianen
+noemen dit gety Bororoca, de Franschen van Cayenne geven 'er den naam
+aan van la Barre, of le Mascaret. De beroemde CONDAMINE, zig in eene
+groote sloep bevindende, onder het geleide van eenige Indiaansche
+Portugeesen, na de Noord-Kaap te zyn voorby gezeild, verviel, in 't
+jaar 1714, op één van deeze banken aan den kant van de kust. De zee
+liep by laag water zeer verre af, en liet de sloep op een zeer harden
+slyk grond vast zitten. Dewyl het de dag van het laatste kwartier was,
+en zeer kleine vloeden plaats hadden, bleef de sloep eene geheele week
+op het drooge zitten; maar by de volgende maan, maakte het begin van
+deeze zoo geduchte branding de sloep weder vlot. Dit ging echter met
+gevaar vergezeld, want de golven namen het vaartuig op, en bragten
+het met eene vervaarlyke gezwindheid in het slyk in beweging.
+
+Zie hier, wat deeze zelfde geleerde ten dien opzigte
+verhaalt.--Tusschen Macapa en de Noord-Kaap, op de plaats, alwaar het
+groote Kanaal van de Rivier der Amazonen door de Eilanden als gesloten
+is, en voor al tegen over den grooten mond van de Rivier Arouary,
+die aan de noord zyde in de Amazone uitloopt, levert de vloed der
+zee een zonderling verschynzel op. Geduurende de drie dagen, die het
+naast aan de volle en nieuwe maan zyn, en zynde den tyd der hoogste
+vloeden, verkrygt de zee, in plaats van tot haare reizing zes uuren
+te besteeden, in één of twee minuten derzelver grootste hoogte. Men
+begrypt ligtelyk, dat dit niet met stilte gebeurt. Op eenen afstand
+van één of twee mylen hoort men een vervaarlyk geraas, het welk de
+pororoca aankondigt. Naar mate deeze verschrikkelyke vloed nadert,
+vermeerdert het geraas, en weldra ziet men een berg van water, van
+twaalf of vyftien voeten hoogte, daar op een tweeden, vervolgens een
+derden, en zomtyds een vierden, die elkander ylings volgen, en byna
+de geheele breedte van het Kanaal beslaan. Deeze golven naderen met
+eene onbegrypelyke schielykheid, en deiningen, en loopen over alles
+heen, zonder iets te wederstaan. Op zommige plaatsen ziet men groote
+streeken lands, door de pororoca weggespoeld, zeer dikke boomen
+worden 'er door uit den grond gerukt; zy veroorzaakt verwoestingen
+van allerleijen aart. De oever der zee, waar over zy heen gaat, is
+zoo schoon, als of dezelve met een bezem zindelyk was aangeveegd. De
+booten, de praauwen, de schepen zelfs hebben geen ander middel, om
+zig tegen de woede van deeze branding te beveiligen, dan door op een
+plaats te ankeren, alwaar veel slykgrond is. DE LA CONDAMINE, na op
+verschillende plaatsen de oorzaken van dit verschynsel onderzogt te
+hebben, ontvouwt het zelve in deezer voegen, dat hy het niet heeft
+zien gebeuren, dan wanneer het wassend water, in een naauw kanaal
+inloopende, een zand-bank of hoogen grond, die aan het zelve in den
+weg was, ontmoette; dat aldaar, en ook nergens anders, de geweldige
+en onregelmatige beweging der wateren begon, en een weinig boven de
+bank ophield, wanneer het kanaal diep wierd, en zig merkelyk uitbreide.
+
+Na de Rivier Carapa-Pouri, vindt men aan de noordzyde de Rivieren
+Mayacare, Carfuene en Conani, vervolgens de Kaap en Rivier Cassipour,
+en eindelyk Kaap Orange, op vier graden agt of tien minuten noorder
+breedte.
+
+De kusten van Terra-Firma, van de Eilanden van de Noord-Kaap tot aan
+Kaap Cassipour, zyn laag, allen met boomen bewassen, zonder eenig
+byzonder teeken, waar aan zy te onderkennen zyn, dan den kleinen
+berg Mayés, gelegen op drie graden, vyftien minuten breedte. Deeze
+berg is een zoort van terras, op zig zelf staande, en met boomen
+bewassen. Wanneer men naar Cayenne wil gaan, is het dienstig daar op
+te letten, om zyne reize zeker te nemen, en zig onder den wind van
+dit Eiland behoorlyk te houden. Men kan den berg Mayés niet verder
+zien, dan vyf of zes mylen, en zulks dan nog by helder weder. Maar
+langs de geheele kust bevindt men het by de peiling vry diep, en
+men kan dezelve tot op drie of vier mylen, zonder de minste vreeze
+naderen. Men vindt op deezen afstand agt, negen en tien vademen
+water; op tien mylen, twaalf, vyftien en twintig vademen; op vyftien
+en twintig mylen, vyf- en twintig of dertig vademen, met een slyk-
+en fyne zand-grond van verschillende kleuren. Verscheiden zeelieden
+loopen meer zuidelyk, en peilen op twintig of dertig mylen ten
+noord-oosten van de Noord-Kaap. Men vindt op deeze plaats veertig en
+vyftig vademen; vervolgens zeilt men langs de kust van Mayés, op een
+afstand van drie en vier mylen, de diepten wel in het oog houdende,
+om niet te digt aan de wal te naderen.
+
+Tot meerder zekerheid is het dienstig, wanneer men in het gezicht
+van deeze kust vaart, alle avonden voor anker te gaan liggen, om niet
+door de stroomen naar de kust gedreven te worden, en op ondiepten te
+vervallen, die zig tot twee mylen verre in zee uitstrekken, en op
+welken zeer weinig water is. Deeze stroomen loopen naar het noord,
+noord-westen, tot dat men Kaap Orange voor by is, als dan wenden zy
+zig naar het west-noord-westen.
+
+De water-getyen op de kust van Mayés geduuren zes uuren. De vloed loopt
+naar het west-noord-westen omtrent twee mylen in een uur, en de ebbe
+naar het noord-oosten omtrent ééne myl in het zelfde tydvak. De zee
+wast van twaalf tot vyftien voeten. Men moet echter in acht nemen,
+dat deeze richting der stroomen en der getyen niet altyd even eens is.
+
+De water-getyen zyn in deeze streeken zomtyds uittermaten geweldig. Het
+advis-jagt de Anemone bevond zig, in 't jaar 1755, in zoodanig
+geval, dat de golven by tusschenpoozingen vervaarlyke dwarlwinden
+veroorzaakten; de zee wierd 'er eensklaps door opgezet, en toen was het
+niet mogelyk het schip te stuuren. Het schip bovendien tusschen twee
+zeer sterke zee-golven geraakt zynde, waren alle de masten in gevaar
+van ter neder te storten, uit hoofde van de verbazende schokken. Het is
+opmerkelyk, dat men dit zoort van vloeden alleenlyk aantreft, wanneer
+men te digt aan de Rivier der Amazonen nadert, en dat, wanneer men
+meer noordelyk te land koomt, men daar aan minder is bloot gesteld.
+
+Van den berg Mayés tot aan Kaap Cassipour, rekent men van agttien
+tot negentien mylen ten noord-noord-westen, eenige noordelyke graden.
+
+Kaap Cassipour is gelegen op 4 graden 12 minuten noorder breedte, en
+op 53 graden 35 minuten ten westen van den midden-lyn van Parys. Digt
+by deeze Kaap is een bank van slyk, die zig vyf of zes mylen ver in
+zee uitstrekt, waar op men niet meer dan vier of vyf vademen water
+by eene lage zee ontmoet. Haare uitgestrektheid, in de dwarste van
+het noorden naar het zuid-oosten gerekend, is omtrent vier mylen.
+
+Wanneer men aan Kaap Orange nadert, ontdekt men verscheiden
+bergen boven den uithoek, die aan den ingang der Rivier Oyapoc
+gelegen is. Deeze Kaap is nog beter kenbaar door eenen uithoek aan
+den zee-kant, en die veel hooger is, dan het Land aan de zuid-oost
+zyde. Zy is al mede kenbaar door verscheide uithoeken van zeer hooge
+bergen, die de een van den ander schynen te zyn afgescheiden, en
+des te merkwaardiger zyn, om dat ze de eerste hooge landen uitmaken,
+die men ontdekt, als men van de Noord-Kaap koomt.
+
+De Rivier Oyapoc, welke men met die van VINCENT PINÇON niet verwarren
+moet, zoo als ik reeds heb opgemerkt, is ééne der merkwaardigste in dit
+Land. Zy is van de Rivier Aprouago omtrent twaalf mylen ten zuid-oosten
+af gelegen. Derzelver mond is in het midden van een zoort van Baay,
+die vier mylen breed is, en waar in zig twee andere Rivieren ontlasten,
+de ééne genaamd Couripi, aan de oost-zyde, en de andere Ouanari, aan
+de west-zyde. De mond der Rivier Oyapoc is twee mylen breed. Een myl
+binnenwaarts, is een laag Eiland, het Hinden-Eiland genaamd, en waar
+over het water by hooge getyen heen stroomt. Wanneer men de Rivier
+vyf of zes mylen ver is opgevaren, ontmoet men eene diepte, die eene
+schoone haven oplevert, alwaar men op vier, vyf en zes vademen water
+ankert, zoo naby het land, als men zelf goedvindt. In 't jaar 1726,
+bouwde men ter deezer plaats een nieuw Fort en een Dorp. Verscheiden
+Indiaansche volken kwamen zig in den omtrek nederzetten; en in 't
+jaar 1735, vestigde men, op den afstand van eenige mylen van het Fort,
+de Zending van St. Paulus.
+
+Van het Hinden-Eiland tot drie mylen hooger op, zyn verscheiden
+andere kleine Eilanden, maar die aan de scheepvaart geen hinder
+toebrengen. Vervolgens wordt de Rivier veel naauwer, en heeft niet
+meer dan zeven of agt voeten diepte. Vier mylen van het Fort aan de
+zelfde zyde, vindt men de Kreek, of liever de Rivier Gabaret. Van
+deeze Kreek tot aan de eerste waterval van de Oyapoc, is een afstand
+van vyf of zes mylen. Booten van eene middelmatige grootte kunnen
+'er naauwlyks voorby komen. Drie mylen verder is eene tweede waterval,
+die nog veel moeijelyker is. De derde waterval van de Oyapoc is twee
+en een halve myl van de tweede af gelegen. Aan de rechte zyde van
+deeze laatste waterval, ontmoet men den mond der Rivier Aramontabo,
+die meer dan twintig mylen van daar haar begin neemt.
+
+De Rivier Camopy werpt zig in de Oyapoc, op den afstand van twaalf
+mylen van de Aramontabo, en aan den zelfden kant. Zy koomt van het
+westen, en ontspringt in uitgestrekte bosschen, die ontoeganglyk
+zyn; men is 'er echter zeer diep in doorgedrongen, en men verzekert,
+dat zy loopt tot op eenen kleinen afstand van eene Rivier, waar van
+zy alleenlyk is afgescheiden door eene Kreek van omtrent drie mylen,
+welke verscheide reizigers zeggen, dat in de Amazone uitloopt, zoo dat
+door dit middel de gemeenschap tusschen deeze Rivier en de Fransche
+Volkplantingen van Guiana vry gemakkelyk zyn zoude.
+
+De Oyapoc is in haaren geheelen loop, tusschen de Rivieren Aramontabo
+en Camopy, vol watervallen, die zeer digt by elkander zyn: zeker
+reiziger heeft 'er negen geteld. Men is deeze Rivier opgevaren
+tot by de honderd mylen boven de laatstgemelde deezer Rivieren. In
+dezelve loopen een groot aantal Kreeken uit, en men heeft 'er veele
+watervallen ontmoet. De Pyrious en Ouayes, zeer talryke Indiaansche
+volken, woonen aan het boveneinde deezer Rivier.
+
+De Rivier Couripi ligt ten oosten van de Oyapoc, en is 'er, aan
+haaren mond, alleenlyk van afgescheiden door een uithoek van laag en
+verdronken land, aan de noordzyde bestaande uit eene overstroomde zand-
+en slyk-bank van een myl lengte, waar voor men zig wagten moet, wanneer
+men de Rivier wil inloopen. In deeze Rivier, zes mylen van derzelver
+mond, ontlast zig de Rivier Ouassa, die van den zuid-oost kant koomt.
+
+Beneden de eerstgemelde zyn de Kreeken Taparibo, Ciparini, en eenige
+andere, die van weinig uitgestrektheid zyn.
+
+Vyftien mylen meer westwaarts dan de Oyapoc, ontmoet men de Rivier
+Aprouago, die, tot dertien voeten water diep zynde, voor allerleije
+schepen bevaarbaar is. Ten oosten ontlasten zig in dezelve de Kreek
+Koura en de Rivier Couroudi; ten westen de Kreeken Arataye, Jpourin
+en Ineri. Aan deeze zyde hebben zig verscheiden Indiaansche volken
+nedergeslagen. Tusschen de Baay van Oyapoc en de Rivier Aprouago,
+vindt men de Kreek Ouanari, en de Zilverberg.
+
+Voorby de Rivier Kaw zyn twee Eilandjes, die den naam van de
+groote en kleine Konstapel dragen. De eerste ligt agttien mylen
+west-noordwest-waarts van de gemelde Kaap, en is een zeer hooge en
+zeer gezonde rots. De tweede is een veel kleiner Klip, gelegen ten
+oost-noord-oosten, en ten west-zuid-westen van de groote, op den
+afstand van twee derde van een myl. Men vaart tusschen beiden door,
+op agt en negen vademen water, latende de grootte op den afstand van
+twee snaphaan-schoten, en de kleine aan bakboord-zyde liggen.
+
+Van den grooten Konstapel zet men zyne koers naar het noord-westen
+ten westen, om in volle zee de Remire-Eilanden, die 'er omtrent zes
+mylen van af liggen, voor by te zeilen. De Eilandjes van deezen naam
+zyn één myl, en ten hoogften anderhalve myl van de kust van Cayenne
+afgelegen. Hun getal is vyf, te weten de Malingre, of het Kind, de
+Vader, de Moeder en de twee Dogters, die zommigen de twee Borsten
+noemen. Deeze twee Eilandjes, die zeer klein zyn, bestaan in twee
+drooge en dorre Klippen, zeer digt by elkander gelegen. Zy liggen
+een vierde van een myl ten oost-zuid-oosten van het groote Eilandje,
+het welk men de Moeder noemt. De Vader is veel grooter. Het zelve ligt
+ten oost-noord-oosten van den Berg Joly, op den afstand van één en een
+vierde myl: ten oost-zuid-oosten, en ten west-noord-westen, kan het een
+agtste van een myl haalen. De Malingre is van weinig uitgestrektheid,
+en ten oost-noord-oosten één myl van den Berg Romontabo, en één en
+een derde myl van het Eiland, de Vader genaamd, af gelegen.
+
+Men ontmoet vervolgens een ander Eilandje, genaamd de Verloren Zoon,
+gelegen noord oostwaarts ten westen van het Eiland Malingre, op eenen
+afstand van drie mylen, en van twee en een halve myl noord-waarts
+ten noord-westen van Cayenne.
+
+Wanneer men te Cayenne wil binnen loopen, ankert men by het Eilandje
+Malingre; men wagt aldaar de gunftigste getyen en het hoog water af,
+om de banken, of hooge slykgronden, waar mede de ingang van Cayenne
+vervuld is, te kunnen overkomen. 'Er zyn zelfs eenige klippen in
+de haven, welken men in acht moet nemen. Deeze haven is gelegen
+ten westen van de Stad, en aan den mond der Rivier. Zy is alleenlyk
+bevaarbaar voor schepen, die ten hoogsten dertien voeten water diep
+gaan. Jaarlyks loopen 'er twintig binnen, die uit Frankryk komen, en
+een gelyk getal kleine vaartuigen van de Antillische Eilanden, of de
+Verëenigde Staaten van America. Hier toe bepaalt zig de geheele handel
+der Volkplanting, die zig ook niet verder dan de hoofdplaats uitstrekt.
+
+De Stad en het Fort van Cayenne zyn gelegen aan den noordelyken
+uithoek van het Eiland, op 4 graden 57 minuten breedte, en 54 graden
+37 minuten lengte, ten westen van den Parysscken middenlyn. Het
+Eiland is omgeven, ten westen door de Rivier van den zelfden naam,
+ten oosten door de Rivier Mahury, ten zuiden door een arm der Rivier,
+die de beide Rivieren zamenvoegt, en ten noorden door de zee. Dit
+Eiland heeft vier of mylen lengte van het noorden naar het zuiden,
+of naar de Binnen-landen. De kust van het Eiland Cayenne is aan
+den zee-kant nergens, nog laag, nog door het water overstroomd,
+maar bestaat uit kleine heuveltjes, die tot het aankweken van de
+voortbrengzels der Volkplanting zeer geschikt zyn.
+
+De Stad Cayenne maakt een zoort van onregelmatigen zeshoek, door muuren
+omringd, benevens vyf bolwerken, eenige halve maanen, en een gracht. In
+deezen omtrek, en op eene hoogte aan den oever der zee, is gelegen een
+Fort, voorheen genaamd het Fort Louis de Cayenne, het welk de Stad en
+Haven bestrykt: in het zelve is een kruidmagazijn en een waterput. De
+meeste huizen zijn van hout; de andere van aarde of klei, volgens de
+manier van dit Land, en daar over heen wit gemaakt. Alle zijn zij met
+houten borden overdekt. Voorheen deed men dit met palmboom-bladeren;
+maar de verwoestingen, die zeer dikwils door brand aldaar voorvielen,
+hebben de inwoonders aangezet, om aan de andere manier den voorrang
+te geven. Men telt 'er niet meer dan twee honderd, waar van zommigen
+twee verdiepingen hebben.
+
+Men heeft te Cayenne een Gouverneur, benevens eenige hooge
+Officieren. De bezetting bestond uit twee honderd mannen geregeld
+krygsvolk, verdeeld in vier Compagniën, die tot het zee-wezen geene
+betrekking hebben. Zy is met twee andere Compagniën vermeerderd
+geworden. Op het minst alarm zyn de inwoonders, zoo van de Stad,
+als van het platte Land, verpligt de wapenen op te vatten.
+
+De Volkplanting heeft eenen Souverainen Raad, waar van de
+Commissaris-Ordonnateur, by afwezigheid van den Gouverneur, Voorzitter
+is. Dit Hof vonnist zonder hooger beroep. Het neemt kennis van alle
+zaaken, die de inwoonders betreffen.
+
+De noodzakelykheid om de landen in waarde te houden verpligt de
+Franschen, om zelve hunne Plantagiën te blyven bewoonen, waar door
+de Stad minder bevolkt is, dan zy anders zyn konde.
+
+Dertien mylen van Cayenne, en drie mylen in zee, gerekend van
+den mond der Rivier Kourou, die naauwlyks voor de kleinste schepen
+bevaarbaar is, zyn drie Eilanden, voorheen genoemd de Duivels-Eilanden,
+tegenwoordig Iles du Salut. Tusschen deeze drie Eilanden, die uit
+tamelyk hooge heuvels bestaan, heeft de natuur eene haven gevormd,
+die geschikt is, om door de grootste schepen bevaren te worden:
+het is de eenige plaats, op de geheele Kust van Guiana, die dit
+voordeel heeft. De Salut-Eilanden zyn dorre klippen, waar op zeer
+veele verschillende zoorten van zee-vogelen huisvesten.
+
+Van de Rivier Kourou tot aan de Sinamari is eene Kust van tien of
+twaalf mylen lengte. Tusschen beiden vindt men verscheiden kleine
+inhammen, alwaar een zeer groote overvloed van schildpadden gevangen
+wordt. Dicht by den mond van de eerstgemelde zyn groote platte rotsen,
+waar op de golven het zee-water spoelen, het welk by groote hette
+aldaar kristallen schiet, en in zout verandert.
+
+Van de Rivier Sinamari tot de Iracoubo is een tusschenvak van agt
+mylen. Men vindt tusschen beiden de Rivieren Courassani en Conanama.
+
+Deeze geheele uitgestrektheid Lands, van de Rivier Kourou tot de
+Iracoubou toe, een streek van omtrent twintig mylen, eindigt aan
+den zeekant in een boschjen van Paletuvier-boomen, en byna overal
+met zandbanken. Binnen in dit boschjen, het welk zomtyds tot een
+myl uitgestrektheid heeft, zyn natuurlyke vlakke zand-woestynen, die
+alleenlyk hier en daar, door eenige boomen, rivieren en beeken, op zeer
+groote afstanden, worden afgebroken. Aan de land-zyde binnenwaarts,
+op twee of drie mylen, eindigen zy in groote bosschen, waar in men
+alle zoorten van boomen vindt, die in dit Land overvloedig groeijen.
+
+De Rivier Iracoubo is aan het einde van dat gedeelte, het welk de
+Fransche Volkplanting uitmaakt. Van daar tot aan de grenzen der
+Surinaamsche Volkplanting, dat is, tot aan de Rivier Maroni is eene
+uitgestrektheid van veertien mylen. Tusschen beiden zyn de Rivieren
+Organabo, Iroucan-Pati, en Mana, of Amanabo, die een uitgebreiden
+loop heeft.
+
+De mond der Rivier Maroni is gelegen op 5 graden 55 minuten breedte,
+en 56 graden 30 minuten lengte, ten westen van den Parysschen
+middenlyn. Deeze mond is omtrent twee mylen breed; maar het inkomen
+aldaar is moeijelyk; want aan den buiten-kant zyn verscheide zand-
+en slyk-banken, waar op zeer weinig water blyft staan. De Maroni
+is eene groote en schoone Rivier. 't Is waar, verscheide Eilandjes
+vernaauwen derzelver bed, meer dan twaalf mylen verre, maar zonder
+de scheepvaart te belemmeren, zoodanig dat men met kleine vaartuigen
+tot aan den eersten waterval, die omtrent twintig mylen van den mond
+der Rivier af ligt, kan opvaaren. Boven deezen eersten waterval,
+vindt men verscheide anderen, die de scheepvaart zeer moeijelyk
+maaken. Men zegt, dat men meer dan veertig dagen noodig heeft, om tot
+derzelver oorsprong te komen. Anderen beweeren, dat dezelve nog niet
+bekend is, dat deeze Rivier van zeer wyd af ontspringt, en dat men
+dezelve meer dan tachtig mylen is opgevaaren, zonder dien oorsprong
+te ontdekken. Omtrent vyftig mylen van derzelver mond af, ontlast zig
+eene zeer schoone Rivier in dezelve, komende van den zuid-oost kant,
+en de Rivier der Arouas genaamd. In 't jaar 1731 en 1732, voer men de
+laatstgemelde meer dan vyf-en-twintig mylen ver op; vervolgens verliet
+men haar, om den weg te nemen over de landen naar den zuid-oost kant;
+en na verloop van agt dagen, geduurende welken men rekende 35 of
+40 mylen te hebben afgelegd, begaf men zig naar de Rivier Camopy,
+die zig in de Oyapoc ontlast. Het oogmerk van deeze reize was, om
+het Land te ontdekken, en te zoeken naar een bosch van cacao-boomen,
+het welk gezegd werd in de nabyheid van den oorsprong deezer Rivier
+gelegen te zyn.
+
+De omliggende streeken der Rivier Maroni zyn door de Galibis-Indianen
+vry sterk bevolkt. Wanneer men de oevers deezer Rivier een weinig
+opwaarts volgt, ziet men niet dan zand-woestynen, die in den winter
+moerassen, en eerst in het heetste van den zomer droog worden. Langs
+dien weg kan men te land komen van Kourou af tot Surinamen toe. De
+Fransche wegloopers, die geene booten hadden, wisten van deezen weg,
+die aan de Indianen in dien omtrek zeer gemeenzaam is, gebruik te
+maken. Zy, die langs alle deeze Rivieren woonen, en over 't algemeen
+vry gedienstig zyn, laten niet na, op het minste teeken, dat men hun
+geeft, de geenen, die zig aanbieden, met hunne praauwen te komen
+afhalen. Men maakt doorgaans een neusdoek, of een lap wit linnen,
+aan een tak van een boom vast, om hun daar mede te kennen te geven,
+dat 'er iemand is, die den doortocht verzoekt.
+
+In de Rivier Maroni loopen verscheiden andere Rivieren uit, die dezelve
+aanmerkelyk vergrooten, vooral in het regen-saisoen. De landen, waar
+over zy heen loopt, zyn laag, overstroomd, en met boomen en struiken
+bewassen. De Franschen en Hollanders hebben aan deeze Rivier een
+wachtpost tegen over elkander.
+
+
+
+TWEEDE HOOFTSTUK.
+
+Luchts-gesteldheid in Fransch Guiana.
+
+De hette is in Fransch Guiana minder, dan in onze andere Volkplantingen
+onder de gezengde luchtstreek; blyvende de Barometer aldaar staan
+tusschen de 19 en 25 graden. De zoele winden van den grooten Oceaan,
+waar aan dit gedeelte van het vaste Land op eene wonderbaarlyke wyze
+is blootgesteld, de meenigte van groote en kleine Rivieren, die het
+Land alomme besproeijen, en de bosschen, waar mede het byna geheel
+als overdekt is, verminderen bovendien de brandende hette merkelyk.
+
+Men weet, dat 'er niet meer dan twee saisoenen, of jaargetyden
+in Guiana zyn: het regensaisoen, nu en dan de winter genoemd,
+en het saisoen van droogte, waar aan men, in tegenoverstelling,
+den naam van zomer geeft. Het eerste begint doorgaans in December,
+of zelfs in January. In Maart en in April heeft men een tusschen-tyd
+van droogte, van een maand of zes weken, dien men de kleine droogte
+noemt. Met half April, of daarömtrent, begint de regen weder tot in
+Juny, en zomtyds tot half July. Dus heeft men in de twaalf maanden
+van het jaar omtrent vyf regen-maanden. Deeze algemeene regels hebben
+niettemin hunne uitzonderingen, volgens het onderscheid der jaaren,
+en het verschil der plaatsen. Het regent veel minder in die streeken,
+waar men het hout heeft uitgerooid, dan in die, welke met bosschen
+bedekt zyn; veel minder bij de Rivieren Cayenne en Kourou, dan aan den
+kant van de Oyapoc, en veel meer by de Rivieren Maroni en Surinamen,
+dan in de Landen, die door de Franschen bezeten worden. Hier door lost
+men de oogenschynlyke tegenstrydigheid op, welke 'er gevonden wordt
+tusschen de talryke waarnemingen van STEDMAN omtrent het luchts-gestel
+in de Volkplanting Surinamen, en die der Fransche Schryveren, die
+van de luchtsgesteldheid te Cayenne spreken, en eenparig zeggen,
+dat dezelve gematigd is.
+
+Schoon in het laatstgemelde tydperk de regen ongemeen overvloedig
+is, moet men zig echter niet verbeelden, dat dit eene onöphoudelyke
+overstrooming is. 'Er zyn tusschenpoozingen, zelfs van geheele dagen,
+in het midden van het regen-saisoen, dat het mooy weder is, zoo als
+'er ook wederkeerig tusschenpoozingen van geheele dagen zyn, geduurende
+welken het in 't saisoen van droogte regent.
+
+Guiana is bevryd van die orkaanen, die op de Antillische Eilanden en
+in de Indiën zoo veele verwoestingen aanregten. Men weet aldaar van
+geene aardbevingen; en de hagel vernielt 'er den oogst niet.
+
+Het is merkwaardig, dat het regen-saisoen in Guiana juist voorvalt,
+wanneer op de Antillische Eilanden het saisoen van droogte is, en
+zoo ook weder omgekeerd, onäangezien den geringen afstand tusschen
+deeze beide Landen. [11]
+
+Dikwerf ziet men Europeanen verscheiden jaaren in Guiana doorbrengen,
+zonder eenigen van die akelige ziekten te ondervinden, waar aan zy in
+byna alle andere Landen onder de gezengde luchtstreek onderworpen zyn,
+en gelyk eene zoo merkelyke verandering van luchts-gestel natuurlyker
+wyze moest doen vreezen. Zy wederstaan dezelven, wanneer zy eene
+sobere levensmanier weten aan te nemen, wanneer zy zorge dragen,
+om in het eerste begin zig niet te lang agteréén aan de regelrechte
+stralen van de zon bloot te stellen. Indien 'er vreemdelingen sterven,
+is zulks veel al het gevolg van een ongebonden leven, en het misbruik
+van sterke dranken.
+
+Het geen van de graden van hette gezegd is, heeft betrekking tot het
+luchtsgestel aan de kusten en in de nabyheid der zee. Wanneer men
+zig van het strand en van de lage Landen verwydert, op den afstand
+Van tien of vyftien mylen, zyn 'er altyd twee graden minder.
+
+De luchtsgesteldheid te Cayenne was voor deezen veel regenächtiger
+en onäangenamer, zegt BARRERE, [12] eer men in het Eiland het hout
+had uitgeroeid, en de inwoonders waren 'er aan zeer akelige ziekten
+onderworpen. Langen tyd is het onmogelyk geweest de kinderen der
+Negers in het leven te behouden; allen stierven zy byna dadelyk na
+hunne geboorte. Hedendaags worden zy 'er nog door eene algemeene
+stuiptrekking, die een waare tetanus is, aangetast. Deeze ziekte
+spaart zelfs geene groote lieden, tot welken ouderdom zy reeds mogen
+gekomen zyn. Dezelve vertoont zig door pyn in den hals, als of die
+met een koord was toegetrokken. Het kakebeen sluit zig vervolgens,
+het geen de doorslikking belet. De armen en beenen worden stram,
+en niettemin hebben 'er, verscheiden malen daags, stuiptrekkingen
+plaats. Deeze toevallen matten den zieken zoo sterk af, dat hy overluid
+schreeuwt. Men is zelfs verpligt zyn hoofd een weinig in de hoogte te
+houden, om hem de belemmerde ademhaling gemakkelyker te maken. Het
+geen hem vooral doet lyden, is een onverzadelyke honger, die hem nu
+en dan zoodanig dringt, dat hy alle oogenblik zoude eeten, indien men
+het hem maar geven wilde, en hy het vermogen van slikken had. Hier
+by koomt altyd koorts. Dezelve gaat gepaard met een overvloedig
+en algemeen zweeten; en wanneer de ziekte meer en meer verergert,
+sterft de lyder onder vervaarlyke stuiptrekkingen.
+
+Om den voortgang van zulk eene ellendige kwaal te sluiten, moet men
+den geen, die 'er door aangetast is, verscheiden malen daags met koud
+water besproeijen. Men houdt daar mede aan, tot dat de ledematen
+hunne voorige gedweeheid hernomen hebben. Het is noodzakelyk de
+kragten van den zieken door goede vleeschsoepen te ondersteunen; men
+moet dezelven dikwils geven, maar in eene kleine hoeveelheid, en met
+eenige lepels wyn. De zoete kwik met ontlastende middelen gemengd,
+als rhabarber, diagrydium, jalappe, doen in deeze ziekte veel nut:
+maar het beste middel is het heulsap, in zulke sterke giften, dat
+'er een gezond mensch van sterven zoude.
+
+
+
+DERDE HOOFTSTUK.
+
+Geschiedkundige opgaave, betrekkelyk Fransch
+Guiana.
+
+Schoon men het juiste tydstip van de eerste reizen der Franschen naar
+Guiana niet weet, is het echter zeker, dat zy 'er geweest zyn korten
+tyd na de eerste ontdekking, door de Spanjaarden gedaan.
+
+JAN DE LAET, een Schryver van voor byna twee eeuwen, verhaalt, dat
+de Franschen gewoon waren aldaar gekleurd hout, en onder anderen een
+zoort van Brasiliën-hout, in te laden.
+
+De vriendelykheid, waar mede zy door de inboorlingen des Lands
+ontfangen wierden, lokte hen uit, om deezen handel te blyven aanhouden;
+en om denzelven des te beter te verzekeren, vestigden zy 'er wel dra
+eene Volkplanting.
+
+Een ander bewys, dat de Franschen het eerst de kusten van Guiana
+bezogt hebben, is te halen uit de reisbeschryving van RALEIGH in 't
+jaar 1595. Deeze reiziger, sprekende van het binnenste gedeelte van
+dit Land, zegt, dat "de Franschen zedert lang moeite deeden tot het
+ontdekken deezer Landen, werwaards zy veelvuldige reizen deeden, om
+'er goud van daan te haalen, maar dat zy den rechten weg niet namen,
+door denzelven te zoeken langs de Rivier der Amazonen."
+
+In 't jaar 1604, besloten eenige Franschen, door de gunstige berigten
+van RALEIGH misleid, om, onder het geleide van LA RAVERDIERE, naar
+deeze streeken koers te zetten. Andere gelukzoekers deezer natie
+volgden spoedig hunne voetstappen. Allen vermoeiden zy zig op eene
+ongelooflyke wyze. Eindelyk zetteden zig zommigen, veel eer uit weêrzin
+in zoo zwaaren arbeid, als om dat zy zig in hunne hoop bedrogen vonden,
+te Cayenne neder.
+
+In 't jaar 1624, zonden eenige kooplieden van Rouaan eene kleine
+Volkplanting, bestaande uit zes-en-twintig menschen, die de oevers
+der Rivier Sinamari verkozen, om zig neder te slaan.
+
+Twee jaaren later, in 't jaar 1626, kwam 'er eene nieuwe Volkplanting,
+aanzienlyker dan de eerste, en die zig aan de Rivier Conanama
+nederzettede. Men bouwde aldaar een Fort, stelde 'er een Bevelhebber
+over aan, en liet 'er een gewapend vaartuig, om den handel langs de
+kust te beveiligen.
+
+Deeze beide Volkplantingen vermeerderden aanmerkelyk door den toevoer,
+die zy uit Frankryk ontfingen. Zy breidden zig tot verscheiden
+plaatsen uit.
+
+Zedert het jaar 1674, had men zig op het Eiland Cayenne gevestigd,
+en aldaar de kust van Remire, als de vruchtbaarste en aangenaamste
+streek, tot verblyfplaats uitgekozen. Men moest de Arikarets, en
+eenige andere Indiaansche volken, aldaar woonende, verjagen.
+
+In 't jaar 1675, verkoos men eene andere woonplaats, drie mylen
+meer ten westen, op een uithoek van het Eiland, alwaar de mond
+der Rivier Cayenne een haven oplevert. Men bouwde aldaar een Fort,
+waar aan men den naam van het Fort Louis gaf, en digt daar by een
+Dorp of Stad, die de hoofdstad der geheele Volkplanting geworden is,
+en welke men naar den naam van het Eiland Cayenne noemde. Men breide
+zig vervolgens uit in alle de gedeelten van dit zelfde Eiland, en
+aan de naby gelegene Rivieren.
+
+In 't jaar 1640. zetteden de Franschen zig aan de Rivier Surinamen
+neder; maar de lage en moerassige grond, en ongezonde lucht in
+dit gedeelte van Guiana, deeden hun het zelve wederom verlaten. De
+Engelschen maakten 'er gebruik van.
+
+Eenige kooplieden van Rouaan, denkende, dat uit deeze Volkplanting
+voordeel te haalen was, besteedden daar toe, in 't jaar 1643,
+gezamentlyk zekere somme van penningen. Zy droegen hunne belangen op
+aan een ondernemend man, PONCET DE BRETIGNY genaamd, die den oorlog
+zoo wel aan de Planters als aan de Negers verklaard hebbende, spoedig
+werd van kant geholpen. Deeze Maatschappy, aan welke men den naam
+van de Maatschappy der Noord-Kaap gaf, verkreeg van Koning LODEWYK
+XIII. opene Brieven, waar by deeze Vorst aan haar het uitsluitend
+voorrecht toestond van den koophandel en scheepvaart op Guiana, tot
+welks grensscheidingen men by die zelfde brieven bepaalde, aan de
+zuldzyde de Rivier der Amazonen, en aan de noordzyde de Orenoco. Deeze
+bepaaling der grensscheidingen ontmoette geene zwarigheid, noch
+veröorzaakte eenige klagten, dewyl geheel Europa wist, dat de Franschen
+zedert langen tyd in het bezit van Guiana waren, en de eersten geweest
+zyn, die aldaar handel gedreven en Volkplantingen aangelegd hadden.
+
+Verscheiden lieden van aanzien, in deeze Maatschappy deel genomen
+hebbende, verkregen van den Koning nieuwe voorrechten en nieuwe
+vergunningen door dit geheele Land. By herhaling zonden zy derwaarts
+aanzienlyken onderstand; en men liet meer dan agt honderd menschen
+naar Guiana vertrekken, zoo tot meerdere beveiliging en aanwas van de
+onderscheidene aangelegde Volkplantingen, als om nieuwe aan te leggen,
+en ontdekkingen te ondernemen, door dieper in het Land door te dringen.
+
+De treurige dood van PONCET DE BRETIGNY de deelgenooten ter
+nedergeslagen hebbende, werd, in 't jaar 1651, eene nieuwe Maatschappy
+opgericht, die meerder opgang scheen te zullen maken. Het merkelyk
+aantal van ingelegde penningen, stelde haar in staat, om, tot in Parys
+toe, zeven of agthonderd menschen by één te verzamelen. Zy wierden
+by de Seine ingescheept, om naar Havre te vertrekken. Het ongeluk
+wilde, dat de deugdzaame Abt DE MARIVAUX, die deeze onderneming
+voornamelyk had aangewakkerd, en dezelve als Directeur Generaal
+bestierd zoude hebben, verdronk op het oogenblik, dat hy stond scheep
+te gaan. ROIVILLE, een Edelman uit Normandië, die als Generaal naar
+Cayenne gezonden wierd, wierd op de reize vermoord. [13] Twaalf der
+voornaamste belanghebbenden, die de bewerkers van deezen aanslag
+waren, gedroegen zig in de Volkplanting, welkers bloei zy verpligt
+waren geweest te bevorderen, op zoodanig eene wreede manier, als uit
+dit verschrikkelyk voorval bereids te voorzien was. Zy deeden aan
+één van hun, ISAMBERT genaamd, die, benevens drie anderen, zig van
+het gezag geheel had willen meester maken, het hoofd afslaan. Zyne
+medepligtigen wierden naar een onbewoond Eiland verbannen. Twee andere
+deelgenooten stierven kort daar op, en de overgeblevenen gaven zig aan
+de grootste buitensporigheden over. De Bevelhebber der Vesting liep
+naar de Hollanders over, met een gedeelte van zyne bezetting. Zy,
+die aan honger, ellende, de woede der Wilden van het vaste Land,
+welken men op honderde manieren getergd had, waren bloot gesteld,
+achtten zig zeer gelukkig, toen zy met een schip en twee sloepen de
+Eilanden onder den wind bereiken konden. Vyftien maanden na dat zy in
+het Eiland waren aangeland, verlieten zy het Fort, de krygsbehoeften,
+de wapenen, de koopmanschepen, benevens vyf- of zeshonderd lyken van
+hunne ongelukkige medgezellen.
+
+In 't jaar 1663, werd eene nieuwe Maatschappy, onder het opzigt
+van den Request-meester LA BARRE, opgerigt. Dezelve bezat een
+capitaal van niet meer dan twee maal honderd duizend gulden: maar
+de hulp der Regeering stelde haar in staat, om de Hollanders, die
+zig aldaar onder het geleide van SPRANGER hadden nedergezet, toen
+zy dit Land door deszelfs eerste bezitters hadden zien ontruimen,
+uit deeze bezitting te verjagen. De Indianen waren na het vertrek der
+Franschen in het Eiland te rug gekeerd, maar SPRANGER noodzaakte hen,
+om naar Terra-Firma de wyk te nemen. Hy verbeterde de vestingwerken,
+deedt groote uitzuiveringen en voordeelige bebouwingen der landen. Na
+dat deeze Maatschappy onder het opzigt van BARRE een jaar bestaan
+had, maakte zy een gedeelte uit van de groote Maatschappy, die de
+grondslag was van alle die Maatschappyen, welken men voor Africa,
+en voor het Nieuwe Weereld-deel had opgerigt. In 't jaar 1667,
+wierd Cayenne aangevallen, geplonderd, en wederom verlaten door de
+Engelschen, en de vluchtelingen namen het weder in bezit, om het zig,
+in 't jaar 1772, andermaal te zien ontweldigen door de onderdanen
+der Vereenigde Nederlanden, die het echter niet langer, dan tot in 't
+jaar 1676, behouden konden. Te dier tyd werden zy door den Marschalk
+D'ETRÉES van daar verjaagd. Naderhand is de Volkplanting niet meer
+aangevallen geworden.
+
+De Franschen wederom meesters van Cayenne geworden zynde, waren
+ten sterksten bedagt, om zig op het Eiland en het vaste Land
+wel te vestigen. Met meerder zorgvuldigheid dan ooit kweekten zy
+alles aan, waar by de koophandel belang konde hebben. Verscheiden
+koopvaardy-schepen kwamen aldaar handelen, en eene meenigte
+huisgezinnen zetteden 'er zig ter neder. Eenige Kapers bragten ook
+het hunne toe tot aanwas der Volkplanting.
+
+Beladen met het geen zy in de Zuid-Zee geroofd hadden, vestigden
+zy zig te Cayenne, en het belangrykste was, dat zy besloten hunne
+schatten tot den landbouw te besteden.
+
+Zy scheenen denzelven met nadruk te willen voortzetten, en Cayenne was
+vry wel bevolkt, toen DUCASSE in 1688. aldaar aanlandde, met oogmerk,
+om Surinamen te vermeesteren en te plunderen. De natuurlyke lust
+der Kapers herleefde, de nieuwe Colonisten werden wederom Kapers,
+en hun voorbeeld lokte byna alle de inwoonders uit.
+
+Deeze onderneming was niet gelukkig, uit hoofde van de weinige
+voorzorgen, die men genomen had, om de aankomst deezer vloot voor
+de Hollanders, welken men voornemens was re overrompelen, geheim te
+houden. Men vondt hen overal in staat van verdediging. Een gedeelte
+der aanvallers sneuvelde; anderen wierden gevangen genomen, en naar de
+Antillische Eilanden gezonden, alwaar zy zig nedersloegen. De overigen
+gingen wederom te scheep. Zedert dien tyd heeft de Volkplanting veel
+moeite gehad, om het verlies van haare inwooners te herstellen. Het
+scheen zelfs, dat zy byna geheel in vergetenheid geraakt was, tot in
+'t jaar 1763, wanneer de Fransche Regeering haar een nieuwen luister
+trachte te geven.
+
+Frankryk ontdeed zig van de akeligheden van eenen schandelyken
+oorlog. De gesteldheid der zaaken had de Regeering genoodzaakt, om,
+met opöffering van verscheiden gewichtige bezittingen, den vrede te
+koopen. Het scheen insgelyks noodzakelyk, om de natie, zoo wel de
+geledene rampspoeden, als de misslagen, die dezelven berokkend hadden,
+te doen vergeten. Men wendde haar oog af van de Volkplantingen,
+die zy verloren had, om het zelve te vestigen op Guiana, het welk,
+zoo men zeide, zoo veele rampen vergoeden moest.
+
+Dit was het gevoelen niet van hun, die van den staat der zaaken het
+best onderricht scheenen. Eene Volkplanting, zedert anderhalve eeuw
+opgerigt, in een tydstip, dat de gemoederen op groote ondernemingen
+verhit waren; alwaar burger-twisten, noch vreemde oorlogen aan het
+aangelegde werk geen nadeel hadden toegebragt; die van de weldaaden
+der Regeering en het voordeel van den koophandel nimmer was verstoken
+geweest; alwaar de voorraad van voortbrengzels altyd zeker geweest
+was:--deeze Volkplanting was niet noemenswaardig. De ellende en
+vergetenheid was haar deel geweest, zelfs in het tydstip, dat de
+Fransche bezittingen in America door haaren luister en rykdommen,
+de oude en nieuwe weereld verbaasden. Haare gesteldheid was zelfs van
+dag tot dag verërgerd. Hoe kon men hopen op die groote vooruitzigten,
+welken men 'er van gaf? Deeze aanmerkingen wederhielden de Regeering
+niet. Om het verlies van Canada te vergoeden, wilde men in Guiana een
+vry volk vestigen, dat door zyne eigene kragten in staat zoude zyn,
+om aan vreemde aanvallen het hoofd te bieden, en geschikt, om door den
+tyd andere Volkplantingen, wanneer de omstandigheden zulks vorderden,
+te hulp te komen.
+
+Dit werk wierd bestuurd door eenen arbeidzamen Staats-Minister. Als een
+verstandig Staatsman, die de veiligheid niet aan de rykdommen wilde
+opõfferen, was zyn doelwit, een bolwerk op te rigten tot verdediging
+der Fransche bezittingen. Als een gevoelig Wysgeer, die de rechten
+van het menschdom kent en eerbiedigt, wilde hy deeze vruchtbaare en
+onbebouwde streeken door vrye menschen bevolken. Maar men voorzag
+alles niet. Men vergiste zig met te gelooven, dat Europeanen onder
+de gezengde luchtstreek de vermoeijenissen zouden doorstaan, die
+tot den aanleg en zuivering van onbebouwde landen verëischt worden,
+en dat menschen, die in de hope van een gunstiger lot hun vaderland
+verlieten, zig aan een woest leven gewennen zouden in eene luchtstreek,
+die minder gezond was, dan haare geboorte-grond.
+
+Dir verkeerd stelzel werd zoo dwaaslyk uitgevoerd, ais het ligtvaardig
+was aangenomen. Alles werd aldaar ingerigt, zonder beginzel van
+wetgeving, zonder te letten op de betrekkingen, welken de Natuur
+onder de menschen gesteld heeft. De laatstgemelden werden in twee
+zoorten verdeeld, eigenaars en arbeiders. Men hield niet in 't oog, dat
+deeze verdeeling, die in Europa stand grypt, het gevolg is van oorlog,
+omwentelingen, en oneindige toevalligheden, die de tyd te weeg brengt;
+dat zy voortkoomt uit de voortduuring van een maatschappelyk leven,
+maar geenzints de eerste grondslag is der maatschappye, die in haaren
+oorsprong wil, dat alle haare leden in den eigendom deel hebben. De
+Volkplantingen, die nieuwe bevolkingen, en nieuwe maatschappyen zyn,
+moeten deezen grondregel volgen. Met den eersten tred ging men
+'er reeds van af, door de landen in Guiana alleen toeteschikken
+aan hun, die zekere geldsommen, tot de bebouwing noodig zynde,
+konden aanbrengen. De overigen, wier begeerlykheid men door ydele of
+wisselvallige hope gaande maakte, werden van het aandeel in de landen
+uitgesloten. Dit was een gebrek van Staatkunde, tegen de rechten van
+het menschdom inloopende. Indien men aan alle de nieuwe Colonisten,
+welken men naar dit naakte en woeste Gewest heen voerde, een gedeelte
+gronds om aan te leggen gegeven had, zoude elk het bebouwd hebben
+op eene manier, aan zyne kragten en vermogens geëvenredigd: de één
+met zyn geld, de ander met zynen arbeid. Het was een onvermydelyk
+vereischte geweest, om aan alle de leden der nieuw aangelegde bevolking
+eenen eigendom aan te bieden, alwaar zy hunnen arbeid, hunne vlyt,
+hun geld, met één woord, hunne meer of min uitgestrekte vermogens,
+konden te werk leggen.
+
+Menschen, naar onbebouwde landstreeken overgevoerd, vonden 'er niets
+dan behoeften. De geregeldste en onafgebrokenste arbeid konde niet
+beletten, dat zy, die in deeze woestenyen met het aanleggen van landen
+hunnen tyd doorbragten, van alles ontbloot bleven, tot het meer of
+min afgelegen tydvak van den oogst. Ook verbond zig de Regeering,
+aan wien zulk eene blykbaare waarheid niet ontsnappen konde, om alle
+Duitschers, alle Franschen zonder onderscheid, welke tot de bevolking
+van Guiana geschikt waren, twee jaaren lang te onderhouden. Maar
+deeze daad van rechtvaardigheid was geene daad van voorzigtigheid:
+het was te voorzien, dat al wierden zelfs de levensmiddelen met zorg,
+met yver en met belangloosheid in genoegzaamen voorraad opgelegd;
+de meestcn derzelven noodwendig moesten bederven, het zy op de reize,
+het zy naderhand: het was te voorzien, dat gezouten vleesch, wel of
+kwalyk bewaard, nimmer een geschikt voedzel zyn zoude voor ongelukkige
+vluchtelingen, die eene gezonde en gematigde luchtstreek verlieten,
+om de brandende zand-woestynen onder de gezengde luchtstreek te
+bewoonen, om de vochtige en regenachtige lucht der zonne-keerkringen
+in te ademen.
+
+Eene verstandige Staatkunde zoude zig met de vermeerdering van
+het vee hebben bezig gehouden, alvorens te denken, om 'er menschen
+te vestigen. Deeze voorzorg zoude niet alleen een gezond voedzel
+aan de eerste Colonisten bezorgd hebben, maar hun ook de gepaste
+werktuigen opgeleverd tot de ondernemingen, welke de vorming van
+eene nieuwe bevolking verëischt. Met deeze hulpmiddelen zouden zy de
+vermoeijenissen hebben getrotseert, welke de Regeering op zig genomen
+had rykelyk te zullen betalen. Zy zouden woonplaatsen en koopwaren
+bezorgd hebben aan hun, die 'er hun verblyf moesten houden. Op deeze
+wyze zoude de ontworpene Volkplanting in korten tyd eene behoorlyke
+vastigheid verkregen hebben.
+
+Men maakte deeze aanmerkingen niet, hoe eenvoudig en natuurlyk ook:
+na het doorstaan van eene lange reize, werden twaaf duizend menschen
+ontscheept op woeste en onbebouwde kusten, in het ongunstigst
+jaargetyde, in het regen-saisoen. Indien de nieuwe Colonisten in
+het begin van het saisoen van droogte waren aangeland, op de hun
+toegeschikte landen verdeeld, zouden zy den tyd gehad hebben, om
+hunne wooningen in gereedheid te brengen, de bosschen om te hakken
+of te verbranden, hunne velden te bearbeiden en te bezaaijen.
+
+By gebrek van deeze voorzorge, wist men de meenigte van menschen,
+die na malkanderen aanlandden, niet te plaatsen, Het Eiland Cayenne
+zoude tot eene plaats van rust en verversching voor de kortlings
+ontscheepte perfoonen gestrekt hebben. Men zoude 'er wooningen en
+middelen van bestaan gevonden hebben. Maar het vooröordeel, om de
+nieuwe en de oude Volkplanting niet onder elkander te vermengen,
+deedt deeze voorzorge in den wind slaan. Als een gevolg van deeze
+styfhoofdigheid, plaatste men twaalf duizend ongelukkigen op de
+Salut-Eilanden, aan de oevers der Rivier Kourou, onder tenten en
+in slechte hutten. [14] Aldaar, verwezen zynde tot werkeloosheid,
+verveeling, het gemis der eerste benoodigdheden, besmettelyke ziekten,
+die altyd door bedorven voedzel veröorzaakt worden, tot alle de
+wanörden, welke de ledigheid voortbrengt onder een volk, dat verre
+heen vervoerd, zig onder eene nieuwe luchtstreek bevindt, eindigden
+zy hun droevig lot onder de verschrikkelykste wanhoop. Hunne asch zal
+steeds om wraak roepen tegen de voorstanders van eene onderneming,
+die zoo veele ellendige slachtöffers gemaakt heeft.
+
+Op dat niets aan het onheil ontbreken zoude, en de geldsommen,
+tot de uitvoering van eene ongerymde onderneming geschikt, geheel
+en al verspild zouden worden, oordeelde hy, die in last had om aan
+alle deeze noodlottigheden een einde te maken, zig verpligt, om twee
+duizend menschen welker sterk gestel aan de ongunstige luchtstreek,
+en de onuitsprekelykste ellenden wederstaan had, naar Europa te rug
+te voeren.
+
+Een zestigtal van huisgezinnen uit Duitschers en inboorlingen van
+Acadia bestaande, ontsnapte echter aan de algemeene verwoesting. Zy
+sloegen zig neder aan de Sinamari, wier oevers nimmer door de zee
+overstroomd worden, en vonden aldaar eenige natuurlyke velden, en
+een grooten overvloed van Schildpadden. Die zwakke Volkplanting heeft
+zig, langs deeze Rivier, in stand gehouden. De visscherye, de jagt,
+de vee-fokkerye in de uitgestrekte zand-woestynen, welken de Natuur in
+deeze streeken gevormd heeft, het planten van een weinig ryst, Turksch
+graan en catoen; deeze leverden hun het noodige middel van bestaan op.
+
+
+
+VIERDE HOOFTSTUK.
+
+Bevolking van Fransch Guiana.
+
+Na zoo veele noodlottige omstandigheden, en de verachting, waar
+toe Fransch Guiana vervallen is, is het niet te verwonderen, dat de
+bevolking van dit Land zeer zwak is.
+
+De inwooners bestaan uit Europeanen, Mulatten, Negers en Indianen. De
+eerstgemelden of blanken, bedragen slechts een getal van agt of negen
+honderd, zoo in de hoofdplaats Cayenne, als door het overige gedeelte
+van het Land verspreid. Verscheiden van hun zyn ongelukkig en arm. Zy,
+die meer op hun gemak leven, bestaan van ampten, jaargelden en soldyen,
+ten kosten van de algemeene schatkist. Het vertier van levensmiddelen,
+het welk de bezetting en het verblyf der geenen, die zig aldaar
+van 's Lands wegen bevonden, noodzakelyk maakt, doet het grootste
+getal der inwooners aan den kost geraken. Men zoude moeite hebben,
+om vyf-en-zeventig eigenaars van Plantagiën op te tellen, die van
+den opbrengst van hun land bestaan. Verscheiden woonen op eenen zeer
+verren afstand van de hoofdplaats. Het getal der Mulatten is vier of
+vyf honderd, en dat der Negers negen duizend.
+
+De Mulatten, die overal onderdrukt worden, hebben dit misschien meer
+in Guiana, dan ergens anders, ondervonden.
+
+"Schoon de Creolen, van een blanken en eene zwarte voortgeteeld,
+zegt de Burger LESCAILLIER in zyn te meermalen aangehaald Exposé des
+moyens &c., over 't algemeen veele lichamelyke voorrechten hebben,
+vlugheid, eene onbedwongene en bevallige houding, een zeer geregeld
+gestel en voorkomen, worden zy zeldzaam voor goede voorwerpen gehouden,
+wanneer men hen in den rang der slaven plaatste, uitgenomen de geenen,
+welken men tot huisselyke diensten gebruikte. De reden daar van is
+gemakkelyk naar te gaan; daar zy uit de gemeenschap van eenen blanken,
+die tot de Plantagie niet behoorde, ten gevolge van eene ongeoorloofde
+verbintenis, waren voortgesproten, verbeterde de opvoeding het
+gebrekkige van hunne geboorte niet. Zy verachtten de Negers, en
+werden door dezelven wederkeerig veracht. Zeldzaam gelukte het hun,
+wanneer zy, onder de zwarten vermengd, op de Plantagiën arbeidden.
+
+De algemeene laagheid, waar in men dit zoort van menschen in de
+Volkplantingen hield, en die alle nayver in hun uitdoofde, had te
+Cayenne hun tot eene zwervende en ongebondene hoop volks gemaakt;
+byna geen enkele onder hun was of tot den landbouw, of tot eenig
+handwerk geschikt.
+
+"De middelen, die men wel eer te werk stelde, met oogmerk om hen
+nuttig te maken, hebben het kwaad nog verërgerd. De Gouverneurs
+hebben gemeend de vrygelatenen te moeten beschouwen als lieden,
+die verpligt waren op het eerste bevel op te trekken. Dienvolgende
+waren alle de manspersoonen boven de veertien jaaren, getrouwd en
+ongetrouwd, landbouwers, werklieden, of andere, zonder onderscheid,
+begrepen onder eene zoogenaamde Compagnie Jagers, zonder soldy,
+staande onder bevel van een zeker zoort van Officiers, maar die ook
+geen soldy trokken, nog eenigen rang hadden. Deeze ongelukkigen,
+verpligt om op het eerste gegeven sein op te trekken, hebben zig,
+uit dien hoofde, nimmer op eenen vasten voet kunnen nederzetten,
+trouwen, zig tot eenig vast handwerk begeven, en nog minder zig op
+den landbouw toeleggen. Den dienst, die hun bevolen werd, zeer slecht
+uitvoerende, alleenlyk betaald wordende voor de dagen, dat zy werkelyk
+dienst deeden, hadden zy, by hunne te rug komst, geen eerlyk en zeker
+middel van bestaan, het geen hen dikwils noodzaakte om door wandaaden
+en strooperyen den kost te zoeken.
+
+"'Er was ook nog een ander zoort van Creolen, van een vrye vader en
+moeder geboren. Zy oeffenden handwerken of den landbouw, en leefden
+daar van met hunne huisgezinnen. Derzelver getal is in Fransch Guiana
+oneindig klein."
+
+De blanken, die geene eigendommen bezaten, het zy werklieden, het
+zy anderen, maakten het aanzienlykst gedeelte der bevolking van
+hun zoort uit: zy hebben een getal van dertien honderd bedragen,
+van allerleyen ouderdom en kunne, zonder de bezetting daar onder te
+rekenen; maar men verzekert, dat zy thans tot een getal van zeven of
+agt honderd versmolten zyn.
+
+Onder dit aantal van persoonen vindt men byna twee derde van het
+mannelyk geslacht, om reden, dat het getal der genen, die zig buiten
+'s Lands begeven, ten aanzien der mannen altyd veel aanmerkelyker
+is. Indien men van dit aantal manspersoonen de zieken, oude lieden en
+kinderen aftrekt, bleven 'er ten hoogsten vier honderd mannen overig,
+die in staat waren om de wapenen te voeren.
+
+Onder de laatstgemelden waren niet meer, dan honderd-en-vyftig
+eigenaars van middelmatige en kleine Plantagiën, die, hoe zeer
+grootendeels van geen belang tot bevordering van 's Lands voorspoed,
+en den uitvoer der koopwaaren, echter tot onderhoud van derzelver
+bezitters als voldoende beschouwd konden worden, 'Er bleven derhalven
+tweehonderd vyftig mannen (blanken) overig, die in dit Land hun
+bestaan vonden, behalven door den landbouw; de één door posten en
+ampten tot het bestuur, of tot den krygsdienst betrekkelyk; de anderen,
+als werklieden, daglooners, of bedienden van allerleije zoort, hunne
+soldyen uit de algemeene schatkist, en hunne wedden van de Regeering
+ontfangende.
+
+Indien nu de dienst zoo van het Land, als van byzondere persoonen,
+slechts honderd en vyftig van deeze menschen bezig hield, zoo bleven
+'er dus honderd overig, wier bestaan zeer wisselvallig was. Het was
+van aanbelang zig bezig te houden met dit klein getal persoonen,
+die van middelen ontbloot waren.
+
+Men vergrootte eenige bezittingen, men ondernam nieuwen arbeid,
+men deelde eenige landeryen uit, en bezorgde daar by tevens
+gereedschappen en vee. De arbeiders en bouwlieden vonden bezigheid,
+en de laatstgemelden begonnen voordeel te doen.
+
+Eene bevolking van zes honderd mannen (blanken) tegen drie honderd
+vrouwen, had geene evenredigheid tot vermeerdering der bewoners, noch
+tot bevordering der goede orde, in een Land, alwaar men de vermenging
+met Zwarten en Mulatten aan de hand gaf, en alwaar by gevolg de wet
+zelve tot hoerereije en overspel scheen uit te noodigen. Zulk een
+staat is schadelyk voor de maatschappy. Het was dus van een dringend
+aanbelang daar in te voorzien.
+
+Men had eene Volkplanting te Iracoubo begonnen, bestaande uit dertig
+mannen, uit een zeker getal afgedankte soldaten uitgekozen. Men moest
+ontwyffelbaar aan deeze mannen bezorgen verstandige, arbeidzaame en
+bekwame vrouwen. Om dit oogmerk te bereiken, verzogten de Bestuurders
+van Guiana aan de Regeering, en wel tot eene eerste proeve, een
+getal van vyf-en-twintig of dertig weesmeisjens, die met weinige
+kosten hadden kunnen overkomen. In geval deeze poging gelukt was,
+zoude men van dit zelfde middel wederom hebben gebruik gemaakt, en
+nieuwe bezitingen in deeze uitgebreide Volkplanting hebben kunnen
+aanleggen: men sloeg geen acht op dit belangryk voorstel, noch op
+veele anderen, die tot bevordering en verbetering des Lands zouden
+hebben kunnen medewerken.
+
+Het is waarschynlyk, dat deeze bezittingen verlaten zyn geworden,
+en dat de meeste blanken, die 'er hun bestaan uit moesten vinden,
+uit de Volkplanting vertrokken zyn.
+
+De Negers bedroegen in Fransch Guiana een getal van negen duizend. De
+Burger LESCAILLIER meldt ons, dat men, in 't jaar 1788, hem over
+de mogelykheid van de afschaffing der slavernye raadpleegde. Deeze
+Bestuurder verklaarde van begrip te zyn, dat men in de Volkplantingen
+de akeligste gebeurtenissen te duchten had, indien men niet
+langzamerhand den weg tot deeze gelukkige omwenteling baande. Drie
+jaaren lang deedt hy alle moeite, om de mogelykheid van dusdanige
+verandering zeker te stellen: hy toonde het voorbeeld van eene betere
+bestuuring, ten aanzien van de Negers van den Staat: hij bezorgde
+hun een gezonder en vaster voedzel: hy liet hen kleeden en in hunne
+ziekten oppassen. Op zynen raad en volgens zyn voorbeeld, heeft men
+de zwangere en zogende vrouwen ontzien: men droeg zorge voor kinderen
+en jonge lieden: men betoonde ontzag voor oude lieden en zieken: men
+moedigde het aangaan van huwelyken aan: men arbeidde, om goede zeden,
+vlyt en bedaardheid in de Negers aan te wakkeren: juiste belooningen
+vervulden de plaats van harde en willekeurige kastydingen.
+
+Zulk eene handelwyze heeft de gelukkigste uitwerkingen gehad. Het
+werk werd met yver en arbeidzaamheid verrigt, en het gelukte door dit
+middel, om aan de Negers hunnen staat van slavernye te doen vergeten.
+
+Men dagt niet meer aan wegloopen: vyf of zes schuilplaatsen der
+weggeloopen Negers, van alle gemeenschap verwyderd, in ontoegangelyke
+Landen en ondoordringbaare bosschen verzonken, zyn van tyd tot tyd
+vernield, of door de vredelievende middelen van onderhandeling,
+tot de stem der menschelykheid, die tot in deeze verblyfplaatsen was
+doorgedrongen, te rug gebragt.
+
+De optochten met krygs-geweld waren tegen deeze arme schepzels byna
+onuitvoerlyk: zy kostten aan zommigen van hun het leven, en maakten de
+anderen altyd nog afkeeriger. Men moest dus tot eenig ander middel
+zyn toevlucht nemen. Een zendeling, met een kruis in de hand, en
+onder het geleide van een getrouwen Neger, ging hun de woorden van
+vrede brengen, hun kwytschelding beloven, en allen kwamen zy, met
+hun volkomen genoegen, hunne yzere kluisters hernemen. Een deezer
+verblyfplaatsen onder anderen, verscheiden dagreizens van alle
+woningen afgelegen, was, zedert verscheiden jaaren, eene veilige
+wykplaats voor een groot getal van weggeloopene Negers. Men had
+slechts eene oppervlakkige kennis wegens het bestaan van deeze
+wykplaats. Een Priester begaf zig te voet derwaarts, vergezeld van
+eenige ongewapende Mulatten, en bragt van deeze plaats, op ééne keer,
+drie-en-veertig persoonen mede, waar onder verscheiden kinderen waren,
+in de bosschen geboren, en die nooit een blanken gezien hadden. Het
+gebeurde werd van wederzyden vergeten. De eigenaars leerden 'er door,
+om nuttige voorwerpen, die hun ontloopen konden, zonder mogelykheid
+van ze wederom te krygen, met meerder geschiktheid te behandelen,
+en de Negers hernamen met onderwerping hunnen gewoonen arbeid.
+
+Men heeft voorgegeven, dat de Negers in Guiana beter behandeld werden,
+dan in de andere Volkplantingen. Dit voorgeven wordt door geen bewys
+gewettigd. 'Er zyn in deeze landstreek weinig groote Plantagiën
+en gegoede Planters; en deeze laatstgemelde behandelden, over 't
+algemeen gezegd, hunne slaven het best, het zy om dat zy meerder
+middelen bezaten, het zy om dat ze meerder doorzicht hadden.
+
+Zeer geringe Planters, van alle toevoorzicht verre verwyderd,
+oordeelden beter hun fortuin voort te zetten, door van drie of vier
+Negers, welken zy in het geheel bezaten, eenen onmatigen arbeid te
+vorderen. Zy lieten hun zelfs den Saturdag niet, welken men anders
+gewoon was aan hun tot bebouwing van hunnen eigenen tuin toe te
+staan, en zomtyds ontnamen zy hun zelfs den Zondag: zy bekreunden
+zig over hun in 't geheel niet, noch by ziekte, noch by gezondheid:
+zy bezorgden hun geen behoorlyk voedzel noch kleeding, en nimmer heeft
+men ten deezen opzigte in Guiana kunnen verwerven de uitvoering van
+het geen by de wetten, le Code noir genoemd, bepaald was.
+
+Op de Plantagiën, waar men rykelyker bemiddeld was, doch welker
+getal ongelukkig zeer klein is, werd dit gebrek verbeterd door de
+zorge der eigenaars, door overvloed van groenten tot levensmiddelen,
+door het visschen en jagen in zekere landstreken, en door de kleine
+geld-sommetjes, die de Negers zig bezorgden, door het overschot van
+hun gevogelte en levens-middelen op de markt te verkoopen.
+
+Zommige eigenaars der Plantagiën maakten in geschrifte menschlievende
+en verstandige Reglementen, die aan de Negers werden bekend gemaakt. De
+ondervinding heeft bewezen, dat, wanneer de slaven beter behandeld
+werden, zy met meerder yver tot bevordering van de belangen hunner
+meesters medewerkten. Eén deezer Planters had aan elke Negerin, die
+zes kinderen behoorlyk zoude opvoeden, de vryheid beloofd. Wanneer
+die voorwaarde eenmaal vervuld was, werd de belofte met veel statie
+ter uitvoer gebragt.
+
+Brave en verstandige Planters, volgden natuurlyker wyze de beginzels
+van menschlievendheid en de goede voorbeelden. Redeneeringen onder
+allen, en blyken van misnoegen, aan wreede meesters te kennen
+gegeven door den verstandigen, bestuurder, den Burger LESCAILLIER,
+van wien wy deeze byzonderheden ontleend hebben, hebben langzamerhand
+op het bestaan der Negers in deeze Volkplanting, en op den staat van
+derzelver bebouwing, invloed gehad. Maar naderhand is de al te groote
+zorgloosheid der Regeering oorzaak geweest, dat het getal der Negers
+niet aanmerkelyk is aangegroeid, gelyk had moeten gebeuren, zoo uit
+hoofde van de gemakkelykheid van het bekomen van levens-onderhoud in
+dit Gewest, als van den zeer aanzienlyken invoer van slaven.
+
+Misschien is het aan eenige van de hier boven opgegevene voorzorgen toe
+te schryven, dat de afschaffing der slavernye in Fransch Guiana zulke
+akelige gevolgen niet veröorzaakt heeft, als te St. Domingo. Deeze
+omwenteling werd op eene rustige wyze bewerkt, en men verhaalt, dat
+men verscheiden Negers gezien heeft, die de gehechtheid aan hunnen
+ouden meester aan den dag leiden, door op zyne Plantagie te blyven, en
+denzelfden arbeid te verrigten, als of de wet 'er hun toe noodzaakte.
+
+
+
+VYFDE HOOFTSTUK.
+
+Zeden en gewoonten der Indianen.
+
+De volken, die in het ukgestrekte vaste Land van Guiana, voor de
+aankomst der Europeanen, omzworven, waren verdeeld in verscheidene
+natiën, die over het geheel niet zeer talryk waren, Zy hadden geene
+andere zeden, dan die der Wilden van het zuidelyke vaste Land. Deeze
+volken leven altyd van elkander afgescheiden, en dikwils verre
+verwyderd. Men onderscheidt dezelven in Indianen aan de kusten,
+en in Land-Indianen, dat is, die het binnenste gedeelte van het Land
+bewoonen. Deeze Land-Indianen, die weinig of geen omgang met de blanken
+hebben, behouden hun oorsprongelyk character en hunne gebruiken meer
+volkomen. Zy maken een groot getal van onderscheidene natiën uit,
+wier aanwezen zig niet tot eenig gedeelte van den grond van dit Land
+bepaalt; maar die, zonder verwarring van woonplaats veranderende,
+elkander op zeer verre afstanden wederom vinden.
+
+De Galibis zyn onder deeze natiën de voornaamste en talrykste; hunne
+taal wordt door alle de anderen over 't algemeen het best verstaan. Zy
+strekken zig van Cayenne tot aan de Orenoco uit. De Arouaques, de
+Acoquas, de Aramichaux, de Armancoutous, de Pourpourouis, de Pirious,
+de Mayés, de Palicours, de Puchicours, de Maraones, de Ouroukouyennes,
+de Macoussis, de Nouragues, de Emerillons, de Taryaras, de Ouins,
+de Calicouchiennes, de Coussaris, de Tocoyennes, de Maourious, de
+Mayecas, de Itoutanes, de Calipournes, zyn andere Indiaansche volken
+van deeze zelfde landstreek.
+
+De Wilden of Indianen van het vaste Land van Guiana, zyn van eene
+middelmatige gestalte; [15] de vrouwen zyn klein en niet zoo wel
+gemaakt als de mannen. Hunne huid heeft eene rood koperachtige
+kleur. Zy hebben zeer zwarte en zeer gladde hairen. Hunne trekken
+verschillen weinig van die der Europeanen. De vermenging van dit
+geslacht met dat der blanken, brengt, by de eerste voortteeling,
+menschen voort, die van de laatstgemelden niet onderscheiden zyn.
+
+De vrouwen hebben eene zekere zoort van zachtheid in haar aangezicht;
+verscheiden zyn van een aangenaam voorkomen, en hebben niets wilds. Zy
+haten, zoo men zegt, de Franschen niet; maar eene minnestreek met
+eene getrouwde vrouw gaat met veel gevaar voor haar, en zelfs voor
+den minnaar, gepaard: op de minste verdenking maakt de man hen beiden
+van kant.
+
+De meeste Indianen loopen byna naakt. Men beweert, dat zommigen,
+voor al die aan den kant van de Rivier der Amazonen woonen, geheel
+en al naakt loopen. Zy beschouwen het als een zeker voorteeken, dat
+hy, die de schaamdeelen bedekt houdt, ongelukkig zoude zyn, of in
+het loopende jaar sterven. De anderen dragen weinige kleederen. De
+mans kleeding bepaalt zig tot een linnen gordel, dien zy om het lyf
+winden, nu en dan op de manier van eene korte rok. Deeze gordels
+zyn doorgaans van catoen doek, blaauw, Guinée of Salempoure genaamd;
+zommigen dragen bovendien nog een zoortgelyke lap, waar mede zy hunne
+schouders bedekken.
+
+De Indianen van de kust dragen niets op hun hoofd: hunne hairen, die
+van agteren kort zyn afgesneden, en over het voorhoofd nederhangen,
+maken hen in dit opzigt gelykvormig aan de oude Grieken en Romeinen. By
+de volken, die meer binnen in het Land wonen, ziet men echter nu
+en dan mutsen van vederen van verschillende kleuren, die, vooral op
+feest-dagen, tot opschik dienen, Deeze zelfde Indiaansche volken maken
+gebruik van onderscheidene kleedingen, insgelyks op eene vernuftige
+manier van vederen gemaakt; zy dragen dezelven voor de maag, tot
+voorschooten, gordels en halsbanden. Zy houden bovendien veel, om hunne
+armen, de voorhand, en de beenen met armbanden van glaaze koraalen te
+vercieren; en elk volk heeft ten deezen opzigte die kleur verkozen,
+welke hy het meest bemint, en waar by zy ook be/tendig volharden. Zy,
+die wegens hunne afgelegenheid geene gemeenschap met de Europeanen
+hebben, en daar door geen kraalwerk weten te bekomen, verstaan de
+konst, om kraalen van een zwart en zeer hard hout te maken, welken zy
+draaijen, polysten en op eene zeer aartige manier doorbooren. Zy maken
+'er halscieraden van, die naar git gelyken, en een tak van koophandel
+voor hun opleveren.
+
+De vrouwen maken insgelyks, van kraalen van onderscheidene kleuren,
+voorschooten ten naasten by van eene vierkante gedaante, maar van boven
+veel naauwer dan van onderen, en ten hoogsten twee handen breed. Haare
+geheele kleeding bestaat in één van deeze voorschooten, en zy vercieren
+zig met halsbanden, armbanden, en een zoort van ringen, zelfs tot aan
+de enklauwen. Zommige dragen ook aan het been, tot aan de hoogte van
+de kuit, een weefzel van catoen, op het vleesch zelf vast gemaakt,
+het welk zonder hun echter hinderlyk te zyn, de groeijing belet, en
+al de kragt en zelfstandigheid naar boven trekt, zoodanig, dat zy op
+stelten schynen te loopen. Dit belachelyk gebruik is niet algemeen.
+
+Zoo is het ook gelegen met de Roucou, zynde eene roode verw, aan
+dit Land eigen, waar mede de meeste Indiaansche volken hun lichaam,
+aangezicht en zelfs hunne hairen besmeeren.
+
+Twee redenen kunnen hen tot het aannemen van dit gebruik bewogen
+hebben. Voor eerst, om aan hunne huid eene kleur te geven, naar hunne
+natuurlyke kleur gelykende, en die hun toeschynt dezelve te versterken,
+te verfraaijen, en eene eenparigheid en weerschyn aan dezelve te geven:
+de tweede reden is, om door den olyächtigen aart en zeer sterke reuk
+van dit smeerzel, de groote muggen, en andere insecten te verdryven,
+waar door zy, zonder dit hulpmiddel, dikwils gekweld zouden worden;
+voor al zy, die dicht by de kusten woonen, en in zekere landstreeken,
+alwaar deeze ontrustende insecten in grooten overvloed gevonden worden.
+
+Het is waarschynlyk, dat die volken, die van de Roucou geen gebruik
+maken, de Binnen-Landen bewonen, alwaar men het gemelde ongemak
+niet ondervindt.
+
+Alle Indianen zyn overgegeven aan bygeloof, en zeer luy; maar het
+ontbreekt hun niet aan behendigheid, noch vernuft; en hoe koud zy ook
+schynen te zyn, 'er is misschien geen volk, dat meer levendigheid
+bezit. In weêrwil van hunne uiterlyke ongevoeligheid, zyn hunne
+driften ongemeen. Zy leven ongeregeld, en zyn zeer aan den drank
+overgegeven. Hunne haat is onverzoenlyk, en hunne wraakzucht geweldig,
+wanneer zy dezelve zonder gevaar kunnen uitöeffenen. Niettemin
+zyn zy begaafd met eene zekere natuurlyke billykheid, die in
+hunne daaden uitblinkt, en beginzels van rechtvaardigheid, die
+hun gedrag bestuuren. Zy hebben zelfs eene zoort van beschaafdheid
+en minzaamheid. Hunne onderlinge, gesprekken voeren zy altyd met
+gematigdheid en ingetogenheid. Hunne redeneeringen ademen zagtheid en
+beleefdheid. Zeldzaam hoort men van hun lompe, en nooit beledigende
+uitdrukkingen, Zy weten niet wat het is in scheldwoorden uit te vaaren,
+zelfs wanneer zy, iemand haat toedragen. Hunne burgerlyke beleefdheid
+jegens elkander is niet minder verwonderlyk. De mannen, wanneer zy
+niet naar het veld gaan, brengen doorgaans den dag door in eene groote
+hut, die in het midden van hun gehucht is opgeslagen, en het zy ze
+in of uitgaan, zy laten nimmer na elkanderen te groeten. Bevinden
+'er zig eenige vreemdelingen, vervoegt men zig by hun het eerst. In
+de huisgezinnen heerscht veel eendragt en rust. De vrouwen zyn
+arbeidzaam, zachtzinnig, oplettend, en onderworpen. De mannen zyn aan
+hunne vrouwen zeer gehecht. De gastvryheid is by de Indianen zeer in
+gebruik. Nu en dan geven zy in grooten getale vriendelyke bezoeken aan
+nabuurige volken. Zy blyven verscheiden dagen by elkander, en brengen
+dezelven in vrolykheid door; maar gewoonlyk eindigen zy die, met zig
+gezamemtlyk dronken te drinken, het geen altyd twisten oplevert. Dit
+gebrek, het welk de blanken onder deeze volken maar al te veel hebben
+aangemoedigd, is echter niet moeielyk te verbeteren. Zy geven 'er
+zig meer aan over uit navolging, en by voorkomende gelegenheden,
+dan uit hoofde van eene bestendige gewoonte.
+
+De Indianen, die het Christendom niet omhelsd hebben, schynen geenen
+uitwendigen Godsdienst te hebben: het is echter ontwyffelbaar, dat zy
+een denkbeeld hebben van het Opperwezen, en van de onsterffelykheid
+der ziele. De Godsdienst van de meesten gelykt veel naar die der
+Manicheen, en zy zyn, ten naasten by, met dezelfde vooröordeelen
+bezet. Zy hebben hunne Toovenaars en Waarzeggers, die tevens de
+Priesters en Artsen der natie zyn. Men heeft in de reize van STEDMAN
+gezien, welken eerbied zy in 't algemeen voor de dooden hebben,
+en dat zy denzelven zoo verre dryven, dat zy hunne beenderen bewaren.
+
+Deeze volken rekenen den tyd naar het toe en afnemen der maan, en het
+zeven-gestarnte, Behalven deezen, onderscheiden zy nog verschillende
+hemelteekenen. Onder den lynrechten hemelkring wonende, bekommeren
+zy zig niet over den afstand der zonne.
+
+De Indianen bemoeien zig bijna in 't geheel niet met de opvoeding
+hunner kinderen. De ouders betoonen eene ongemeene tederheid voor
+hunne kinderen, wanneer zy in hunne eerste jeugd zyn; maar in een meer
+gevorderden ouderdom, schynen zy dezelven niet meer te kennen. Zy gaan
+hun in niets te keer; zy beveelen hun niets; zy berispen hun nooit,
+en durven het zelfs niet doen; want het is niet zonder voorbeeld,
+dat men een zoon zijnen vader straffeloos heeft zien slaan.
+
+Schoon de Indianen weinig spreken, en zelfs stilzwygende schynen,
+hebben zy echter een vrolyken geest, en eene geneigdheid tot
+spotternye: zy zingen by alle gelegenheden; en wanneer zy oploopend
+zyn, ontzien zy zig geene schimpredenen hoe genaamd.
+
+Hun leven verslyten zy byna geheel in ledigheid. Men ziet hun altyd in
+hunne hangmat liggen. Zy brengen 'er geheele dagen in door met praten,
+en met zig in een kleinen spiegel te bekyken, met het schikken van
+hunne hairen, of zoortgelyke vermaken. Zommigen scheppen vermaak in
+aanhoudend op de fluit te spelen, of liever te brommen; men kan het by
+niets beter vergelyken; want hunne groote fluiten maken een geluid,
+eenigermaten gelykende naar het gebulk van een os. De Indianen
+zyn dus uit hunnen aart zorgeloos. Zy arbeiden niet, dan wanneer
+het gebrek of de nood 'er hen toe dwingt: maar het is merkwaardig,
+dat deeze zorgeloosheid in alle omstandigheden geen plaats heeft;
+want het oorlogen, het jagen, het visschen, bezigheden, die kragt
+en werkzaamheid vorderen, met geduld gepaard, behagen hun altyd
+zonderling. De arbeidzaamsten, wier getal niet groot is, houden zig
+bezig met het maken van bogen, pylen, hangmatten, gereedschappen tot
+de huishouding, en met het maken van praauwen en booten.
+
+De vrouwen zyn de slavinnen der mannen. Behalven de zorg van het
+huishouden, zyn zy belast met het beplanten der velden, welken de man
+van de stronken gezuiverd heeft, met het uitwieden van het onkruid,
+met het inzamelen van den oogst, met het gereed maken van den drank,
+van de cassave, met het haalen van hout, en water, met het maken van
+aardewerk; met één woord, zy zyn verpligt zig met alles te bemoeijen,
+buiten de jagt en visscherye: daarënboven moeten zy zomtyds het
+onderhoud voor hunne mannen gaan zoeken, terwyl deeze zig zacht in
+hunne hangmat bakeren.
+
+De veelwyverye is by de Indianen geöorloofd, meer door gewoonte, dan
+om eenige andere reden. Ieder man is gerechtigd zoo veele vrouwen te
+hebben, als hy onderhouden kan: hy zendt haar te rug, wanneer hy het
+geraden oordeelt; en, zoo hy het goed vindt, laat hy haar geheel en al
+varen, zonder in eeniger manieren voor haar onderhoud te zorgen. By
+verlating van eene vrouw, belast de vader zig doorgaans met de zorg
+over de kinderen.
+
+De Indianen trouwen altyd met hunne nabestaanden, zelfs in den
+tweeden graad van bloedverwantschap. De jongens beschouwen hunne volle
+nichten, als of zy dezelven door een zeker recht van geboorte verkregen
+hadden. Dus trouwen zy haar dikwils, schoon ze niet meer dan twee of
+drie jaaren oud zyn. Ondertusschen neemt de man eene andere vrouw,
+welke hy weg zendt, wanneer dit jong meisjen groot genoeg geworden is,
+om met hem zamen te woonen.
+
+De huwelyken worden in een oogenblik, en zonder eenige plechtigheid,
+voltrokken. Indien een Indiaan een goed visscher, een goed jager, en
+arbeidzaam is, is hy zeer gezien. Zoo dra eene jonge dogter het oog
+op hem geworpen heeft, biedt zy hem drinken aan, en zelfs hout, om by
+zyne hangmat vuur aan te leggen. Zoo hy dit weigert, is zulks een blyk,
+dat hem het meisjen niet gevalt; zoo hy het aanneemt, is het huwelyk
+gesloten. Dien zelfden dag blyft het meisjen niet in gebreken, om haare
+hangmat in de nabyheid van die van haaren toekomenden echtgenoot op te
+hangen. Des anderen daags brengt de jonge vrouw hem eeten en drinken,
+en van dien tyd af neemt zy de zorge van zyne huishouding waar.
+
+De schoonvaders beschouwen hunne schoonzoonen als zoo veele knechts,
+geschikt om hun te dienen, en begeeren dus niet te werken. De nieuw
+getrouwde Indianen houden zig bezig met het hakken van hout, en het
+bouwen van de hut. Zy zyn verpligt te gaan jagen en visschen; met één
+woord, om te voorzien in het onderhoud van de vrouw en kinderen van
+hunnen schoonvader, die met de armen over elkander in zyne hangmat
+blyft liggen. Deeze jong-getrouwde lieden zyn ook nog aan eene zeer
+harde wet onderworpen. Wanneer hunne vrouw voor de eerste maal in het
+kraambedde bevalt, blyven zy in hunne hangmat, welke men aan het dak
+van 't huis vast maakt. Een stuk cassave-brood, en een weinig water
+maken al hun voedzel uit.
+
+Na dit gestreng vasten eenige weken te hebben uitgehouden, laat men
+hen ter neder, en men maakt hun met groote visch-graaten, of tanden
+van eenig wild dier, eenige insnydingen op onderscheiden plaatsen
+van hun lichaam, het geen de Creolen noemen frelanguer. Zeer dikwils
+zelfs geeft men hun verscheiden zweepslagen. Met deeze plechtigheid is
+het nog niet afgedaan. Hy, die vader geworden is, is verplicht zig in
+dienst te begeven by den eenen of anderen ouden Indiaan, en zyne vrouw
+voor eenige maanden te verlaten. Geduurende al dien tyd moet hy zoo
+onderworpen zyn, als een waare slaaf. Hy moet zig onthouden van het
+eeten van varkens-vleesch en grof wild. Wanneer de tyd der slavernye
+vervuld is, gaat men uit om krabben te vangen; men vangt eene zeer
+groote meenigte; men rigt een festyn aan, en drinkt zig dronken;
+vervolgens geeft men in groote statie den man aan de vrouw te rug.
+
+De krygs-bouwkundige FOUCIN, die de oevers der Rivier Oyapoc bereisd
+heeft, spreekt eene zoo algemeen aangenomene zaak eenigermaten
+tegen. "Men heeft stoutmoedig beweerd, zegt hy, dat eene vrouw, in
+het kraambedde bevallen zynde, aan alle de lasten der huishouding
+onderworpen was, en haaren man bediende. Het is niet anders, dan het
+tafereel sterk te overschaduwen, om het belangryk te maken. Maar
+indien men de waarheid hulde wil doen moet men toestemmen, dat de
+vrouwen, die bevallen zyn, negen dagen lang, door de geenen, die
+haar vergezellen, met de grootste gematigdheid behandeld worden, en
+dat zy eerst na afloop van dien tyd haare bezigheden hervatten. De
+mannen, wel is waar, houden hun rust, maar dit is een gevolg van hun
+bygeloof. Zy eeten dan niets als visch; zy onthouden, zig van alle
+zoorten van vleesch, zig overtuigd houdende, dat hun gedrag op het
+lot en het gestel van hunne kinderen invloed hebben zal."
+
+De mannen houden nooit hun middagmaal te zamen met hunne vrouwen:
+de laatstgemelde dienen hun, en geven hun wasch-water, wanneer zy
+hunne maaltyd geëindigd hebben. De Indianen zyn gewoon, wanneer zy
+zitten, hunne hielen plat op den grond te zetten. Echter hebben zy
+een houten stoel, welken zy moulé noemen, en waar van zy by het geven
+van bezoeken gebruik maken. Het is een zoort van zitbank, geheel
+uit één stuk gemaakt, en zeer ongemakkelyk, waar van het bovenste,
+byna de gedaante van een boot hebbende, zoo hol is, dat men 'er tot
+aan het midden in zakt, en de kniën byna de kin aanraken.
+
+De voornaamste arbeid der Indianen, en die hun het ernstigst bezig
+houdt, is het bouwen van hunne hutten. Dezelve zyn vierkant, maar meer
+lang dan breed; zommige zyn gelyks gronds, andere hebben 'er nog eene
+verdieping boven op. De hooge hut is eene zamenvoeging van eenige
+palen, die in den grond gestoken zyn, van de hoogte van omtrent agt
+of tien voeten, waar over men een planken vloer heen legt, met kleine
+lysten, gemaakt van palmboomen hout, het welk zig gemakkelyk laat
+klooven. Men klimt in deeze hut door middel van stammen van boomen, die
+niet sterk gebogen zyn, en waar op men eenige keepen of voegen gemaakt
+heeft, die in plaats van sporten dienen; maar deeze stammen hebben zoo
+weinig stevigheid, dat zy dan naar de ééne, dan naar de andere zyde
+overhellen. Het is zeer moeielyk om 'er met schoenen op te klimmen,
+en nog moeielyker om 'er af te komen. De lage hut is gebouwd van twee
+paalen, waar op eene lange stok of spaar rust, die het geheele gebouw
+ondersteunt. Men legt van alle kanten op dit dak takken van boomen,
+die men vervolgens met bladeren bedekt; en eene kleine deur, aan één
+der zyden gemaakt, vormt den ingang. De Indianen, die aan de oevers
+van de Oyapoc woonen, munten nogtans uit in de manier, waar op zy
+hunne hutten bouwen, welke veel stoutheid en cierlykheid vertoonen,
+uit hoofde van de weinige dikte van het daar toe gebruikte hout.
+
+De Galibis, nabuuren van Cayenne, zyn in hunne huizen byna op elkander
+gestapeld. 'Er zyn 'er, waar in men zomtyds tot twintig en dertig
+huishoudingen telt. De veiligheid, waar mede deeze Wilden onder
+elkander leven, is oorzaak, dat hunne woningen in 't geheel geene
+sluiting hebben. De deuren staan altyd open, en men kan 'er in komen,
+als men wil.
+
+Het uitgestrektste van alle Indische gebouwen is de Taboui, welke
+de Franschen doorgaans de groote hut noemen. Het is eigentlyk de
+plaats, waar de Wilden van dezelfde natie gewoon zyn by elkander te
+komen. Zy houden aldaar hunne vergaderingen; zy ontfangen 'er de
+vreemdelingen; zy houden 'er hunne plechtige feestynen, of liever
+hunne slemp-partyen. De Taboui, die aan het geheele volk gemeen
+is, is eene zoort van overdekte hal of markt, vyftig of zestig
+voeten lang, en tien of twaalf breed. In het midden en aan de beide
+einden, die altyd open zyn, plant men groote gaffels-wyze gemaakte
+staken, waar op men groote stukken hout plaatst, om tot een dak te
+dienen. Vervolgens regelt men de balken, die van boven van het gebouw
+tot naar beneden loopen, alwaar zy op kleine gaffels-wyze gemaakte
+staken rusten, van vier of vyf voeten hoogte, en die in eene reije
+met tusschen-vakken geplaatst zyn. Van binnen plaatst men eenige lange
+dwarshouten, met koorden van heesters vast gemaakt, en dienende om 'er
+de hangmatten der mannen aan op te hangen: want de vrouwen genieten
+het zelfde voorrecht niet; zy zitten gewoonlyk op die zelfde plaats,
+haare hielen op den grond houdende, of op een bank. Het dak van de
+Taboui is gedekt, even als van de andere hutten. Hoe groot deeze
+verblyfplaats ook zy, het timmerwerk is niet minder eenvoudig, noch
+beter uitgedacht, dan dat van alle andere hutten. De plaats, welke
+de Indianen verkiezen, is doorgaans eene hoogte, of de oever van
+eene Rivier. Hunne huizen, die eene groote armoede te kennen geven,
+zyn zonder eenige orde geplaatst; en het nabuurig land-gezicht heeft
+zeldzaam iets aanlokkelyks. De stilte zelfs, die in hunne wooningen
+heerscht, en die nu en dan alleenlyk door het geschrei van vogelen
+of andere dieren wordt afgebroken, is geschikt om angst aan te jagen.
+
+De bouw-orde van de groote en kleine hut is overal dezelfde niet. By
+eenige volken is de eerste getimmerd in eene eironde gedaante van
+ronde houten, die vernuftig zyn zaamgevoegd, en met koorden van
+heesters aan elkander gebonden. Men overdekt dezelve met een dak van
+palmboom-bladeren, het welk rondom afhangt, tot op den afstand van
+omtrent drie voeten van den grond, uitgenomen ter plaatse van den
+ingang, alwaar het zelve een weinig meer verheven is. De lucht en het
+daglicht spelen 'er dus van alle kanten door, zonder eenige hinder
+te kunnen toebrengen. Men is 'er volmaakt beveiligd voor de zon,
+den wind en den regen.
+
+Verscheiden andere hutten van byzondere persoonen zyn langwerpige
+gebouwen, insgelyks van ronde houten gemaakt, dragende een dak van eene
+gevelswyze gedaante, met palmboom-bladeren overdekt. Meestal is, op de
+hoogte van zes of zeven voeten boven den grond, eene zoldering, tot
+een woonplaats voor de byzondere persoonen geschikt. Deeze zoldering
+is gemaakt van stammen van palmboomen, die gespleten en niet breed zyn,
+latende openingen tusschen elkander overig, zoodanig dat de vuiligheid
+'er door valt, en de lucht, zoo wel van onderen, als van ter zyden
+doorspeelt; want het dak zakt niet af tot op de hoogte van deeze
+zoldering. In het benedenste gedeelte is eene afzonderlyke plaats,
+met een beschot afgeschoten, tot verblyf voor de vrouwen, en om
+'er den nacht door te brengen.
+
+Het huisraad en de keuken-gereedschappen der Indianen zyn niet zeer
+talryk, en van weinig waarde. De voornaamste, of nuttigste, zyn hunne
+hangmatten, die doorgaans van catoen gemaakt zyn. 'Er zyn 'er, die
+van eene andere stoffe gemaakt zyn; maar zy zyn zoo gemakkelyk niet,
+zoo wel uit hoofde van de ruwheid der koorden, waar van zy geweven
+zyn, als om dat zy openingen hebbende, men voor het steken der groote
+muggen en andere insecten niet beveiligd is. Om deeze zoort van bedden
+te maken, bedienen zig de Indianen alleenlyk van vier groote stokken,
+van vyf of zes voeten lengte, aan elken hoek met een houten pin, of
+eenig koord van heesters, vast gemaakt. Zy voegen ook verscheiden
+draden catoen, in de lengte en aan beide zyden van dit huisraad,
+het welk een weinig tegen de muur is overgebogen, zeer konstig te
+zamen; waar na zy tusschen deeze draden eene zoort van weverspoel
+laten doorloopen. Zy slaan die draden telkens sterk aan, met een stok
+van zeer hard en een weinig snydend hout. Wanneer het weefzel van de
+hangmat afgemaakt is, maken zy 'er koorden aan vast, om dezelve te
+kunnen ophangen, waar het hun gelieft. De Indianen besmeeren hunne
+hangmatten dikwils met Roucou, gemengd met eenige harst, of met balsem
+van Copaïva, of zelfs met oly. Zy schilderen daar op allerleye zoorten
+van loofwerk, met eene wonderbaarlyke geëvenredigdheid. Die bedden,
+waar op men het gemakkelykst slapen kan, zyn de witte hangmatten,
+wel aangeslagen, van zeven voeten in het vierkant. De Indianen in
+Guiana maken dezelven zeer fraay, en van allerleye grootte.
+
+Men gevoelt veel minder warmte in een hangmat, dan in een bed, naar
+de Europeesche wyze gemaakt; en de zieken, die door de koorts zyn
+aangetast, vinden zig merkelyk verligt, wanneer zy 'er eenige uuren
+in hebben doorgebragt. In plaats van een deken, bedienen zy zig van
+een mat, van palmboom-bladeren gemaakt: men spreidt die ook over den
+grond, wanneer men aldaar wil gaan liggen.
+
+Na de hangmatten, zyn de Pagaras dat huisraad, waar mede de Indianen
+zig meest bezig houden. Het zyn manden of korven van verschillende
+grootte en gedaante. 'Er zyn vierkante, langwerpige, en ook ronde. Zy
+zyn met rood en zwart loof werk beschilderd. Die geenen, waar van men
+zig doorgaans bedient, hebben eene langwerpige vierkante gedaante. Zy
+zyn overal dubbeld, en tusschen beiden gevuld met Baroulou-bladeren, op
+dat het water niet binnenwaarts zoude kunnen doordringen. Deeze zoort
+van manden hebben de verdienste, dat ze zeer ligt zyn. Alle dienen
+zy, om 'er kleederen, huisselyke gereedschappen, en levensmiddelen
+in te bergen.
+
+De manier, waar op de Indianen hun aardewerk maken, en verglasen,
+is niet van konst ontbloot. Zy maken potten van eene ongemeene
+grootte, door strooken potaarde op een platten grond naast elkander
+te schikkcn, dezelven te verdunnen, en aan elkander vast te maken:
+zy trekken daar op eenige afteekeningen en beeldtenissen, met eene
+aarde van verschillende kleuren: zy laten die potten vervolgens bakken;
+daar na doen zy 'er van buiten eene zoort van zeer lymig vernis over
+heen, gemaakt van eene gom, Simiri genaamd: zy besmeeren daar mede
+deeze potten, wanneer ze uit het vuur komen, en polysten dezelven,
+eer dat ze koud zyn geworden. Men ziet onder deeze potten zommigen,
+die drie voeten in den omtrek groot zyn. Deeze dienen, om vleesch
+te braden, of gekookte dranken voor feestdagen gereed te maken. Van
+dezelfde stof maakt men ook zeer groote ronde platen, geschikt om de
+Cassave te droogen.
+
+De praauwen of booten, waar van zig de Indianen bedienen, om in de
+Rivieren en langs de Kusten te vaaren, behooren als het meesterstuk;
+van hun vernuft beschouwd te worden. Deeze praauwen, wier ligtheid
+verwonderlyk is, zyn van een uitgeholden stam van een boom, en wel
+van één stuk, gemaakt. Zomtyds zyn zy aan de kanten met stukken
+hout opgehoogd. 'Er zyn 'er, die dertig of veertig voeten lang zyn;
+en andere, die puntsgewyze eindigen, zyn zoo klein, dat zy naauwlyks
+twee of drie menschen kunnen bevatten: ook kantelen zy dikwils om;
+doch de Indianen ontrusten zig daar over niet, dewyl zy het zwemmen
+volmaakt verstaan. Zy keeren hunne vaartuigen dadelyk om, hoosen
+'er het water uit, en gaan 'er weder in.
+
+De manier, waar op zy gewoon zyn die praauwen te bouwen, is zeer
+eenvoudig. Zy zoeken een boom van negen of twaalf voeten dikte, en zoo
+recht, als zy dien maar vinden kunnen: zy maken in denzelven, in de
+lengte, eene opening van negen of tien duimen: vervolgens haalen zy
+'er het hout van wederzyden van binnen uit, wel zorge dragende, dat
+zy dit doen op dezelfde maat van dikte, ten einde de praauwen haare
+rondte zouden behouden. Dit gedaan zynde, keeren zy den boom om, ten
+einde denzelven van buiten te bewerken. Aan het voorste gedeelte maakt
+men denzelven gewoonlyk spitser, en zomtyds zyn de beide uiteinden in
+breedte aan elkander volmaakt gelyk. Voornamelyk houdt men in het oog,
+om 'er over al eene gelyke dikte aan te geven. De dikte van den bodem
+is doorgaans van twee duimen: de zyden van anderhalven duim, en de
+randen slechts van één duim. Om de boot open te maken en te verwyden,
+plant men langs de timmerwerf, die een weinig verheven moet zyn,
+palen op den afstand van drie of vier voeten van elkander. Men legt
+van binnen en van buiten vuuren aan; en wanneer de boom door heet is,
+heeft men een stuk hout, in de gedaante van een nyptang, waar mede
+men de kant van de boot by herhaling naar zig toe trekt, zoo dat
+dezelve in drie of vier uuren tyds geheel moet zyn open gemaakt. Men
+moet altyd water by zig hebben, om de hette van het vuur te matigen,
+in geval het zelve te sterk mogt zyn, en de boot gevaar mogt loopen
+van te verbranden.
+
+De Indianen maken zelden randen aan hunne praauwen, om dat 'er spykers,
+planken, en andere dingen toe noodig zyn, welken zy niet kennen,
+voor al de geenen, die diep landwaarts in woonen. Zy vergenoegen
+zig derhalven, om de kanten van agteren tot vooren met stukken van
+palmboomen, die de dikte van eene halve vuist hebben, op te hoogen. Zy
+weten dezelve aan de praauw zoodanig vast te maken, dat 'er geen
+water kan door komen, zoo de golven 'er niet over heen loopen. Aan
+het agterste gedeelte maakt men een roer vast, of anders bestuurt men
+dezelve met een roeyriem. Het handvat van deeze zoort van riem, veel
+gelykende naar een bakkers schop, eindigt gewoonlyk met een halve maan,
+om het des te beter met de hand te kunnen vast houden. Het gedeelte,
+het welk in het water bewogen wordt, is zeer dun, en wordt aan het
+einde al langer hoe dunner. De Wilden houden zig niet alleen op met
+roeijen, maar ook met zeylen. Hun zeyl is van eene vierkante gedaante,
+en gemaakt van stukken van palmboomen, die in de lengte gespleten,
+en tot latten gesneden zyn, in goede orde naast elkander gerangschikt,
+en met koorden van heesters, of draden van zekere plant, Pite genaamd,
+vast gehecht.
+
+Alle de Indianen zyn zeer bekwaam in de scheepvaart. De heer FOUCIN,
+Officier onder de Ingenieurs, die langen tyd in Guiana dienst gedaan
+heeft, is de Rivier Oyapoc komen afvaaren, onder het geleide van twee
+Indianen. "Elk oogenblik, zegt hy, moet men onaangezien den stroom,
+aan de praauw eene nieuwe wending geven. Indien men den doortocht
+mistte, zoude men tegen de klippen aan stukkea stooten. De eerste
+waterval van deeze Rivier is de gevaarlykste: indien men geen volkomen
+vertrouwen op de Indianen stelde, zoude men waarlyk beängst worden. Men
+ontmoet aldaar, in zeer naauwe vakken, zeer hooge watervallen. Zonder
+vergrooting gesproken, de kanten van de praauw raakten byna van
+wederzyden tegen de klippen aan. Men vaart altyd werkelyk langs de
+klip, die tegen den stroom over ligt. Het oog der beide Indianen,
+die met roeijen bezig zyn, moet zoo scherpziende zyn, als hunne arm
+sterk is. Zomtyds gaan zy boven op hunne banken staan, om den weg
+juist af te meten; de overweging en de uitvoering volgen elkander
+zoo gezwind als bliksem-straalen: jonge lieden alleen zyn tot deeze
+vaart geschikt. De oudste der roeijers bereikte naauwlyks twintig
+jaaren. Van natuure vrolyk zynde, lachen zy onophoudentlyk. Een vogel,
+een visch, trok hunne aandacht; dadelyk vlogen zy naar hunne pylen. Het
+behaagde my niet, dat zy zig met dit tydverdryf bezig hielden, wanneer
+wy ons in de watervallen bevonden; maar wetende, dat zy niet gaarne
+worden tegengegaan, zeide ik 'er niets van, en ik heb 'er my wel by
+bevonden. Hier uit kan men afnemen, dat hy, die de praauw bestuurt, een
+goed gezicht, zoo wel als kragten, hebben moet. Ik ken geen voorbeeld
+van zulk eene zonderlinge manier van vaaren; zy is zeer merkwaardig;
+men kan ze niet anders, dan met zulk eene roeyriem, te werk stellen."
+
+De gewoone wapenen der Indianen in Guiana zyn de boog, de pylen, en
+de knods, met welke laatste men iemand met éénen slag de herssens
+inslaat. Het is een zoort van liniaal, byna een duim dik, en twee
+voeten lang, in het midden smal, en drie of vier duimen aan de
+beide einden breed, zynde de hoeken als een scherpe vischgraat
+uitgesneden. Dit wapentuig wordt altyd van zeer hard hout gemaakt.
+
+De Palicours bedienen zig van een halve piek of braadspit, welke zy
+Serpo noemen. Het is een meer dan gemeen wapentuig, om zoo te zeggen,
+alleen geschikt voor de voornaamsten des volks. Tot een wapentuig
+van verdediging hebben zy een schild, gemaakt van zeer ligt hout, het
+welk zy van buiten met verscheiden kleuren beschilderen. Het heeft eene
+byna vierkante gedaante, en is van binnen een weinig hol; in het midden
+is een zoort van handvat, om het des te steviger te kunnen vast houden.
+
+Deeze verschillende volken worden elk door een Opperhoofd bestuurd,
+dien wy Capitain noemen. Zyn gezag wordt hem eigentlyk nog by
+verkiezing, nog by erfvolging opgedragen. Wanneer een Opperhoofd oud
+geworden is, en zyn einde wordt te gemoet gezien, heeft het algemeen
+gevoelen reeds bestemd dien geen van zyne naaste vrienden, die het
+meest geschikt is, om hem op te volgen, het zy uit hoofde van zyne
+jaaren, het zy van zyn caracter, of zyne groote gemeenzaamheid met den
+Capitain, die hem reeds bevorens als zynen medehelper, en opvolger
+behandelde. Hy vervult zyne plaats, zonder dat dit eenige moeite of
+wanorde veroorzaakt.
+
+Het gezag van dit Opperhoofd is meer vaderlyk, dan gestreng. Hy is
+belast met de zorge der regeering, met die van 's volks veiligheid,
+en van het onderhoud van weduwen en weezen, enz. Hy geeft geene
+belooning, en oeffent ook geene straffe uit. Zyn vermogen bestaat
+daar in, dat hy eene grootere uitgestrektheid van eigendommen en
+bouwlanden heeft, dewyl hy meerder bedienden heeft; om dezelven
+te doen bearbeiden, zynde zyn huisgezin doorgaans zeer talryk,
+(want hy inzonderheid heeft verscheidene vrouwen,) terwyl elk één,
+tot dit volk behoorende, op zekere tyden, of wanneer hy het vordert,
+het geen echter zelden gebeurt, verpligt is voor hem te arbeiden.
+
+Die naar deezen grooten eere-post staat, verklaart zyn oogmerk,
+door in zyne wooning te rug te komen, met een rondas of schild op
+het hoofd; met nedergeslagene oogen, en eene diepe stilzwygendheid
+in acht nemende. Hy deelt zelfs zyn oogmerk niet mede aan zyne vrouw
+en kinderen; maar zig naar een hoek van zyne wooning begeevende laat
+hy zig aldaar eene kleine verschanssing maken, die hem naauwlyks de
+vryheid overlaat om zig te kunnen bewegen. Daar boven hangt men zyne
+hangmat, op dat hy geene gelegenheid hebben zoude om met iemand te
+spreken. Hy gaat van die plaats niet, dan om aan de behoeften der
+natuur te voldoen, en om de harde beproevingen te ondergaan, welken
+de andere Capitains hem van tyd tot tyd opleggen.
+
+Men laat hem, zes weken lang, een zeer gestreng vasten onderhouden. De
+nabuurige Capitains komen hem des morgens en des avonds bezoeken. Zy
+stellen hem voor, dat hy, om zig den rang, waar naar hy staat,
+waardig te maken, geen gevaar moet vreezen, dat hy niet alleen de
+eere der natie zal hebben te handhaven, maar zelfs wraak te nemen
+over hun, die hunne nabestaanden en vrienden in den oorlog gevangen
+hebben genomen, en dezelven eenen wreeden dood hebben doen ondergaan;
+dat arbeid en vermoeying voortaan zyn deel zyn zullen, en dat hy geen
+ander middel hebben zal, om hoogachting te verwerven.
+
+Na deeze aanspraak, welke hy met zedigheid aanhoort, geeft men hem
+eene meenigte slagen, om hem daar door te kennen te geven, wat hy al te
+lyden zoude hebben, indien hy in de handen van de vyanden zyner natie
+viel. Geduurende de uitvoering daar van, staat hy regt over einde, met
+de handen kruislings op het hoofd. Elke Capitein geeft hem op het lyf
+drie zwaren slagen met wortels van palmboomen. Dit wordt twee malen
+daags geduurende zes weken herhaald. Men slaat hem op drie plaatsen
+van het lichaam, op de borst, op den buik, en op de dyen. Het bloed
+stroomt; en in de zwaarste pyn moet dit aanstaande Opperhoofd geene
+de minste beweging maken, noch de geringste blyk van onverduldigheid
+betoonen. Hy keert vervolgens naar zyne gevangenis te rug, en heeft
+vryheid om in zyne hangmat te gaan liggen; boven dezelve plaats men,
+als zegeteekenen, alle de roeden, die ter zyner kastydinge gediend
+hebben. De jonge lieden, tot zyne wooning behoorende, maken dezelve,
+ook staande dat de kastyding wordt uitgeoeffend; en vermits elke
+Capitain niet meer dan drie slagen geeft, heeft men zeer veele roeden
+noodig, wanneer het getal van die Capitains groot is.
+
+Indien hy dit zes weken lang doorstaat, beproeft men hem nog: op
+eene andere wyze. Alle de Opperhoofden der natie verzamelen zig by
+elkander, deftig uitgedoscht, en verbergen zig, in den omtrek van
+zyne woonplaats, tusschen de struiken, van waar zy een afgryzelyk
+geschreeuw doen hooren. Met de pyl op den boog gespannen, treden zy
+op eene ruwe wyze in zyne woning; zy neemen hem mede, schoon door
+zyn vasten, en de ontfangene slagen reeds sterk verzwakt. Zy dragen
+hem in zyne hangmat, binden dezelve aan twee boomen vast, en doen
+'er hem uitgaan. Even als de eerste keer, bereidt men hem door eene
+aanspraak tot het geen hy zal ondergaan; en om zynen moed op nieuw
+te beproeven, geeft elk hem een en geesselslag, nog veel harder dan
+bevorens. Hy gaat vervolgens weder liggen; en men legt rondom hem
+hoopen van zeer stinkende kruiden, die men in brand steekt, zoo dat
+hy 'er de hette met smarte van gevoelt, maar echter zoo, dat de vlam
+hem niet raken kan. De rook alleen, die hem van alle kanten omringt,
+doet hem zeer veel ongemak lyden. Hy wordt half gek in zyne hangmat,
+en zoo hy in dezelve blyft, vervalt hy in zulke zwaare flaauwten, dat
+men hem voor dood zoude houden. Men geeft hem eenigen sterken drank, om
+zyne kragten te herstellen; maar hy koomt zoo dra niet tot zig zelven,
+of men verdubbelt het vuur, en doet hem nieuwe vermaningen. Terwyl hy
+midden in dit lyden is, brengen alle de anderen hun tyd door met rondom
+hem te zitten drinken. Eindelyk, wanneer zy denken, dat hy op den
+hoogsten trap van zwakte is, doen zy hem een halsband en een gordel om,
+gemaakt van bladeren, welken zy met groote zwarte mieren vullen, wier
+steek uittermaten pynlyk is. Deeze beide verciersels hebben schielyk
+het vermogen, om hem door nieuwe pynen te doen ontwaken. Hy staat op,
+en, indien hy nog kragten genoeg bezit om over einde te staan, giet
+men hem door een zeef een geestryk vocht over het hoofd. Dadelyk gaat
+hy zig in de naast by zynde Rivier of Fontein wasschen, en keert naar
+zyne wooning te rug, alwaar hy een weinig rust kan nemen. Men doet
+hem zyn vasten aanhouden, maar met minder gestrengheid. Hy begint
+klein gevogelte te eeten, doch geene anderen, dan die door de overige
+Capitains gedood zyn. De mishandelingen verminderen, en het voedzel
+vermeerdert trapsgewyze, tot dat hy zyne voorige kragten herkregen
+heeft. Als dan wordt hy verklaart Capitain te zyn: men geeft hem een
+nieuwen boog, en al wat verder tot zyne waardigheid behoort. Intusschen
+dient deeze ruwe beproeving alleen om Krygs-Oversten, of Opperhoofden
+van minderen rang te maken. Om tot den eersten rang verheven te worden,
+moet hy in het bezit zyn van eene praauw, door hem zelven gemaakt,
+en die eenen langduurigen en moeijelyken arbeid vordert.
+
+De manier des Lands, om Artsen, by hen Pieis of Piaies genaamd, te
+maken, is niet minder merkwaardig. Die deezen voornaamen eere-post
+begeert, brengt eerst omtrent tien jaaren door by eenen ouden Arts of
+Piaie, wien hy verpligt is ten dienste te staan, deszelfs onderwyzingen
+ontfangende. Deeze oude Arts geeft acht, of hy de noodige verëischten
+heeft: hy moet boven de twintig jaaren oud zyn.
+
+Wanneer de tyd der beproevinge gekomen is, doet men den aanstaanden
+Arts vasten, met meerder gestrengheid zelfs, dan omtrent den Capitain
+plaats had. De oude Piaies af Artsen verzamelen zig by elkander, en
+sluiten zig met hem in eene hut op, om hem het voornaamste geheim
+van hunne konst, in bezweeringen bestaande, te leeren, In plaats
+van hem te geesselen, laat men hem danssen, doch met zoo weinig
+tusschenpoozing, dat, gemerkt den staat van zwakte, waar in hy zig
+reeds bevindt, hy spoedig in bezwyming nedervalt. Dan doet men hem ook
+gordels en halsbanden aan, vol met groote zwarte mieren. Om hem met de
+geweldigste middelen gemeenzaam te maken, steekt men hem vervolgens
+eene zoort van tregter in den mond, waar door men hem eene groote
+meenigte van tabak-sap doet doorzwelgen. Zulk een vreemd geneesmiddel
+veröorzaakt hem ontlastingen, die zelfs tot bloedstortingen overslaan,
+en verscheiden dagen duuren. Wanneer deeze laatste beproeving is
+afgeloopen, verklaart men hem tot Piaie of Arts, en dat hy met het
+vermogen, om alle zoorten van ziekten te geneezen bekleed is. Om
+echter die beproeving nog te doen aanhouden, moet hy drie jaaren lang
+vasten, daar in bestaande, dat hy het eerste jaar niets anders eet,
+dan gierst en cassave; het tweede jaar eenige vrugten, met deeze zelfde
+zoort van brood; en het derde jaar, dat hy zig vergenoegt, met daar
+by nog eenig klein gevogelte te voegen. Maar de meeste gestrengheid
+bestaat in het onthouden van sterke dranken. Geene Piaies, of Artsen,
+hebben het recht om hunne konst te oeffenen, dan na deezen loopbaan van
+beproevingen te hebben afgeloopen. Wanneer één van hun by een zieken
+geroepen wordt, onderzoekt hy denzelven, betast hem alle de deelen van
+het lichaam, drukt dezelven, blaast 'er op, en eindelyk maakt hy een
+klein afgeschoten vertrekje in de nabyheid van de hangmat, waar in de
+zieke ligt. Hy overdekt dit vertrekje met bladeren, en begeeft zig in
+het zelve met alle zyne geneeskundige werktuigen, die in eene zoort
+van weitas besloten zyn, en houdende eene groote calebas in de hand,
+gevuld met drooge en harde zaden, veel naar peper gelykende. Dezelve
+dient om den Duivel te bezweeren, dien men altyd als de oorzaak der
+ziekten beschouwt. De Piaie, of Arts, in zyn vertrekje opgesloten,
+schudt deeze calebas om, maakt een groot geraas, zingt, schreeuwt,
+en roept zyne Godheden aan. Hier mede houdt hy aan twee of drie uuren
+lang. Eindelyk, zyne stem veranderende, eenige zaadkorrels in zyn
+mond steekende, en met eene kleine calebas voor den mond sprekende,
+hoort men deeze ontzettende woorden: "De Duivel is tegen den zieken
+uittermaten vergramd; hy wil hem doen omkomen, na hem een geruimen tyd
+gemarteld te hebben." De omstanders, over deeze uitspraak ter neder
+geslagen, maken een akelig geschreeuw, en smeeken den Piais om den
+boozen geest te vrede te stellen, al moest ook alles, het geen het
+huisgezin bezit, daar aan worden te kost gelegd. Hy geeft gehoor aan
+deeze verzoeken, en bezweert den Duivel, om zig te laten bewegen. De
+donderende stem antwoordt, dat deeze of geene zaak daar toe noodig
+is, en aanstonds wordt dezelve gegeven. Vervolgens is het dienstig te
+weten, welke de zitplaats van de kwaal is, en welk geneesmiddel men
+tegen dezelve behoort te bezigen. Daar op volgen nieuwe bezweeringen,
+nieuwe verzoeken en nieuwe geschenken. Wanneer men aan den kwakzalver
+alles gegeven heeft, waar in hy lust had, zuigt hy aan het deel, in
+'t welk de zieke het meeste ongemak gevoelt, en kleine stukjens been,
+welken hy vooraf in zyn mond gestoken heeft, uitspuwende, zegt hy:
+zie daar de oorzaak van de kwaal; haast u dezelve te verbranden,
+en zyt verzekerd, dat de zieke in 't kort hersteld zal zyn.
+
+Deeze voorzegging wordt nu en dan bewaarheid; want 'er worden
+dikwils wonderbaarlyke geneezingen gedaan, door de verbeelding
+op eene levendige wyze gaande te maken. Indien het tegendeel
+gebeurt, en de zieke koomt te sterven, verklaart de bedrieger, dat
+de geschenken aan den Duivel niet met een goed hart gegeven zyn,
+het geen deszelfs gramschap op nieuw heeft aangezet. Een van deeze
+Piaies, of Artsen, meer minziek, dan inhaalend zynde, liet de geenen,
+die hem raadpleegden, van gebrek vergaan, en deedt vervolgens aan
+hunne weduwen den voorslag tot een huwelyk. Hy wierd de man van drie
+vrouwen, welken hy op deeze wyze verkreeg.
+
+Hoe helachelyk ook de voorschriften deezer Artsen zyn mogen, zy worden
+altyd naar de letter uitgevoerd. Van hun eerste bezoek af, schryven
+zy een gestreng vasten aan den zieken, en aan alle zyne nabestaanden
+voor. De Othomacos besproeijen de zieken aanhoudend met koud water;
+eene manier, die hen spoedig van kant helpt. De Quaybas en Chiricos
+dompelen dezelven, tot aan den hals, in geweekte kley, of water, om
+hun van de koorts te geneezen; en schoon men hen doorgaans dood vindt,
+wanneer men 'er hen wil uithalen, blyven zy niettemin by dit gebruik,
+hoe ongerymd en gevaarlyk het ook zyn moge.
+
+De Indianen zyn de meesten hunner ziekten verschuldigd aan de gewoonte,
+om zig al te dikwils met sterke dranken, welken zy weeten te bereiden,
+dronken te drinken. Zy zouden zig zelven kunnen behandelen, indien zy
+minder vooroordeelen hadden. Een zeer groot aantal van hun leeft tot by
+de honderd jaaren. De kennis, welke zy van verscheiden enkelvoudige
+geneesmiddelen hebben, stelt hen in staat, om wonderbaarlyke
+geneezingen te bewerken. BIET beweert, dat zy een zekeren wortel
+hebben, die de vergiftigdste wonden geneest, en de kragt bezit,
+om gebroken pylen uit te trekken. Hy verzekert deezen wortel gehad,
+en op het Eiland Barbados geplant te hebben. Maar waar koomt het doch
+by toe, dat andere reizigers hier van niet spreken?
+
+In weerwil van het zoo even verhaalde, ten aanzien van de Artsen der
+Indianen, beschuldigt men deeze volken, over 't algemeen, van eene
+groote verwaarloozing van alle zieken. Het is hun zeer onverschillig,
+of de zieke eenig voedzel gebruikt, of niet. Wanneer het uur van hunne
+maaltyd gekomen is, vergenoegen zy zig, met, zonder een enkel woord
+te spreken, een gedeelte eeten, het welk men hun heeft toegediend,
+onder zyne hangmat te plaatsen. Met dit al hoort men den zieken
+nimmer klagen, noch het minste geschreeuw maken, welke pyn hy ook
+lydt. Hy sterft met eene verbaazende gerustheid, niets vreezende,
+noch hopende na dit leven. Die geenen van deeze volken, welke de
+onsterflykheid der ziel gelooven, verbeelden zig, dat dezelve rondom
+hunne graven omdwaalt.
+
+
+
+ZESDE HOOFTSTUK.
+
+Behandelingen, welken de Indianen in Fransch Guiana ondergaan
+hebben.--Middelen om hun voor de Völkplanting nuttig te maken.
+
+In het begin, toen de Franschen zig in Guiana nederzetteden, stelde
+men de Indianen in eenen staat van slavernye, en maakte hen tot een
+voorwerp van koophandel. De Regeering dit hatelyk misbruik verboden
+hebbende, zoo dra zy daar van kennis kreeg, deedt men het zelfde ten
+aanzien van de Indianen, die uit de Binnen-Landen kwamen, en aan andere
+Europeesche volken toebehoorden. Wanneer eindelyk dit laatste middel
+door gestrenge verbonden ontnomen wierd, veröorloofden zig de blanken,
+van het vertrouwelyk character der Indianen, en hunne geneigdheid
+tot sterke dranken, misbruik makende, om dezelven, gedeeltelyk met
+hunne toestemming, gedeeltelyk met geweld, tot arbeid en diensten te
+gebruiken, waar voor zy hun zeer slegt betaalden.
+
+Wanneer middelen van overreding daar toe niet meer hielpen, stelde
+men beveelen van de Regeering of Bevelhebbers in de plaats. Door een
+gebruik, het welk eenigermaten tot een wet geworden was, bestond het
+loon, het welk deeze arme Indianen voor een maand arbeids genoten,
+in anderhalf el van eene grove roode stof, die men hun voor zes
+livres aanrekende.
+
+De Gouverneurs noodzaakten de sterkste manspersoonen van dit
+merkwaardig volk tot lange en moeijelyke diensten, tot jagen en
+visschen, ten behoeven van de Opperhoofden der Volkplanting.
+
+Hier van was het gevolg, dat deeze ongelukkigen, die, om van hun
+onderhoud zeker te zyn, geduurende het goede jaargetyde hadden
+behooren te arbeiden, naar hunne woonplaatsen te rug keerden op een
+tyd, dat zy zig tot deezen zoo hoognoodigen arbeid niet meer begeven
+konden. By hunne aankomst vonden zy dikwils hun huisgezin ten prooy
+van hongersnood, of ten minsten half vervallen. Wanhoop, ellende,
+slecht voedzel, het welk men zomtyds aan de beesten niet gegeeven
+zoude hebben, deeden hen eindelyk sneeven.
+
+Zulk eene verkeerde handelwyze had tot haaren grondslag het vooröordeel
+van de meeste blanken, die verönderstelden, dat deeze Indianen een
+slag van menschen waren, verre beneden hun, en geschikt, om aan hun
+onderworpen te zyn. Dit ongerymd denkbeeld was strydig met de beveelen,
+welken de Regeering ten deezen opzigte altyd gegeven heeft. Dezelve
+had de Indianen voor vrye menschen verklaard, die met de blanken gelyk
+stonden; en nimmer hebben de voornaamste en gegoedste inwooners eenig
+vooröordeel gehad, tegen de huwelyks verbintenissen met Indiaansche
+vrouwen, noch tegen de kinderen, die daar uit geboren werden, en van
+de Europeesche in 't minst niet onderscheiden zyn.
+
+Zy, die binnen 's Lands, uit hoofde van hunne posten, deeze
+buitensporigheden behoorden tegen te gaan, waren 'er dikwils zelve
+schuldig aan, of ten minsten zy gedoogden dezelven. Zulk een gedrag
+heeft ongevoelig den ondergang of de verhuizing van een groot getal
+Indianen veroorzaakt. Alle de landstreeken in de nabuurschap onzer
+bezittingen gelegen, zyn 'er thans door ontvolkt
+
+De Burger LESCAILLIER, van wien wy deeze byzonderheden ontleenen,
+stelt zig zelven de vraag voor, of men het ongeluk van deeze volken
+niet berokkenen zoude, door hen in de zelfde maatschappye met ons
+te doen leven, en onze zeden en gebruiken te volgen? Hy antwoordt
+neen, mits men hun op eene rechtvaardige wyze behandelde. Door hen
+te beschaven, en in gemeenschap met de blanken te brengen, zeg hy,
+zal men den haat en de jaloersheid uitdooven, die de verschillende
+Indiaansche volken verdeelen; men zal hen allen, ten langen lesten,
+tot een eenig volk zamen smelten. Men zal de vooroordeelen, die hun
+verblinden, doen verdwynen. Zy zullen het zeker vooruitzicht hebben
+op een bestaan, het welk, in hunnen tegenwoordigen staat, maar al ta
+dikwils wisselvallig is.
+
+By de voortbrengzels, die het Land van zelf oplevert, zullen zy
+die geenen voegen, welken de arbeid hun in meerder overvloed en
+volkomenheid bezorgt. Tegen verruiling van hunne waaren, zullen zy zig
+gereedschappen, gewerkte stoffen, koopwaaren aanschaffen, waar van zy
+nu, of in 't geheel niet, of slechts gebrekkig voorzien zyn. Men zal
+voor al zorge dragen, om hun vee van allerleije zoort te beschikken,
+waar voor zy het noodig voedzel verkrygen zullen, door, na het omhakken
+der bosschen, weilanden aan te leggen, Door onder dit volk werkzaame
+blanken te vermengen, zal men hun den landbouw, de handwerken en de
+noodzakelykste konsten der Europeanen leeren. Eenige weinige jaaren
+zullen voldoende zyn, om deeze kwalyk bestuurde, en zoo lang verachte,
+landstreek van gedaante te doen veranderen,
+
+De straks genoemde Bestuurder had eenigen van deeze middelen beproefd,
+en daar van reeds blykbaare uitwerkingen bespeurd.
+
+De Indianen, die onder de zendelingen van Macary waren ingelyfd, hadden
+levensmiddelen, catoen, tabak, voortgeteeld. Zy hadden gezouten visch,
+maniok meel, (couac,) tabak in carotten, op de Brazilsche manier, in
+de hoofdplaats aangebragt: wel is waar, in eene kleine hoeveelheid,
+maar genoegzaam, om daar van voor het vervolg goede gedachten te
+vormen. De meesten droegen kleederen en schoenen naar de manier
+der blanken, wier taal zy ook spraken. De vyf Hoofd-Capitains, of
+Opperhoofden van dit Gewest, beesten gevraagd hebbende, om aan te
+kweeken, deedt men 'er hun eenigen toekomen.
+
+Die van Conani bereikten byna denzelfden trap van beschaafdheid.
+
+De Indianen van de Rivier Aprouago, ten getale van twaalf honderd,
+hebben dezelfde vorderingen gemaakt. Zy hebben gebruik gemaakt van
+de volkomene vryheid, die hun, met opheffing van alle diensten, was
+te rug gegeven, en zy hadden reeds regelmatig aangelegde Catoen- en
+Koffy-Plantagiën tot hun eigen onderhoud. Eene aanmerkelyke verhuizing
+van Indianen uit de Binnen-Landen, door het zagter Regeerings-bestuur,
+het welk ten aanzien deezer volken meer en meer werd in acht genoomen,
+uitgelokt, vermeerderde het getal der inwooners in den omtrek der
+Rivier Aprouage.
+
+De Indianen, by de Rivier Kaw woonende, ten getale van meer dan
+vyftig, hadden insgelyks zeer fraaije beplantingen. Zy hadden ook
+het voornemen, om beesten te weiden.
+
+Van de Rivier Kaw, tot aan de Rivier Kourou, vindt men geen enkelen
+Indiaan. By de laatstgemelde waren twee bevolkingen, uit omtrent
+zestig persoonen bestaande, zynde het ongelukkig overschot van een
+zeer groot aantal, die voor de rampzalige volkplanting, in 't jaar
+1763 ondernomen, in dit gedeelte gevonden werden.
+
+Een Planter, genaamd TERRASON, en woonende te Carouabos, omtrent twee
+en een halve myl onder den wind van Kourou, heeft in zyne nabyheid
+een klein Indiaansch volk by elkander verzameld, en eenigermaten tot
+zyn eigen aangenomen. Hy heeft hen tot den landbouw aangemoedigd. Hun
+eenig denkbeeld van onze genietingen gevende, heeft hy hun geleerd
+zig dezelven door hunnen arbeid aan te schaffen. Hy heeft hen vooral
+onderwezen in de konst van beesten te weiden, eene konst, waar van
+hy hun alle de voordelen geleerd heeft.
+
+De Indianen van de landstreek van Siniamary zyn, even als de anderen,
+van alle slaafsche diensten omtrent de blanken vry gesteld. Zy
+hebben beplantingen aangelegd, waar toe men hun eenige gereedschappen
+geschonken heeft.
+
+Anderen van dezelfde nabuurschap hebben om beesten verzogt, Zy
+waren daar toe, zoo door de Regeering zelve, als door het voorbeeld
+der Indianen van Iracoubou, die tien koeyen en een stier ontvangen
+hadden, uitgenoodigd. Men bezorgde hun, twee maanden lang, iemand,
+die hun in het oppassen van hun vee onderrigtte. Dezelfde persoon
+moest zig van tyd tot tyd vervoegen by de andere Indianen, die zig
+op de veefokkerye toeleiden.
+
+Men oordeelde het nuttig te zyn, om in het gedeelte, dat onder den wind
+gelegen is, te Mana en te Marony, twee bevolkingen aan te leggen, en
+daar door eene verzameling van Indianen van geregelde levens-manieren
+te maken. Behalven de oogmerken van burgerlyke beschaving en
+bebouwing der landen, stelde men een geschikt Opperhoofd aan, om deeze
+Indiaansche volken te bestuuren, daar mede bedoelende, om met hun in
+door hun bewerkte goederen handel te dryven, en hunne geduurige reizen
+naar Surinamen voor te komen, van waar zy de benoodigde koopwaren by
+verkiezing gingen halen, niet alleen om dat zy 'er digter by woonen,
+maar vooral, om dat zy dezelven aldaar van betere zoort vinden.
+
+Door deeze middelen, en eene aanhoudende oplettendheid, kan men den
+algemeenen welvaart van eene Volkplanting bevorderen, die al den
+aandacht der Regeering verdient. De volkrykheid der aldaar woonende
+Indianen zal van zelve vermeerderen. Hun voorbeeld zal uit de
+Binnen-Landen, zelfs uit die streeken, welke buiten onze grenspalen
+gelegen zyn, verscheiden van hunne nabestaanden en bondgenooten
+lokken; iets, waar mede zy zig reeds beginnen bezig te houden. Een der
+Capitains had het ontwerp gevormd, om naar Hollandsch Guiana te gaan,
+en zelfs tot aan de Rivier Orenoco, van waar hy dagt verscheiden
+Indianen, zyne nabestaanden of vrienden zynde, mede te brengen,
+door hun berigt te geven van de manier, op welke zy by de Franschen
+werden aangemoedigd.
+
+Het oogmerk van den meergemelden Bestuurder was bovendien, om
+dit volk door huwelyken met de blanken tot eene gemengde zoort te
+maken, en die huwelyken te bevorderen, zoo dikwils hy onder hun een
+vlytig en braaf man, die in eene Indiane zin had, gevonden zoude
+hebben. Insgelyks zoude hy Indianen hebben laten trouwen met blanke
+vrouwen, die van goede zeden en arbeidzaam waren. Men zoude aan de
+mannen landeryen, en aan de vrouwen gereedschappen, werktuigen tot
+den landbouw behoorende, beesten, en dingen van de eerste behoefte,
+tot eene huwelyks-gift gegeven hebben. "Geduurende het kort verblyf,
+door my in deeze Volkplanting gehouden, zegt de Burger LESCAILLIER,
+heb ik slechts twee van deeze huwelyks verbintenissen kunnen beproeven,
+die my zyn toegeschenen volmaakt gelukt te zyn." [16]
+
+Op die wyze zoude men uitgestrekte Landen, die, tot hier toe, byna
+geheel aan de Natuur waren overgelaten, in gelukkige, volkryke
+en wel bebouwde Landstreeken, hervormd zien. Het Fransche volk,
+wiens bezittingen in Guiana niet meer dan groote woestenyen zyn,
+zoude in de daad eigenaar worden van een Land, byna zoo uitgestrekt,
+als Frankryk zelve. Het zoude eene talryke bevolking tot zig trekken,
+bestaande uit eene zoort van inboorlingen, hoedanigen men in geene
+van onze andere Volkplantingen ontmoet.
+
+
+
+ZEVENDE HOOFTSTUK.
+
+Hooge en lage Landen.--Timmer-hout.--Voortbrengzels van Fransch
+Guiana.--Levens-middelen, tot de tafel dienende.
+
+Wanneer men de reize van den Capitain STEDMAN gelezen heeft, is
+het minder noodig, om nopens de voortbrengzels van Fransch Guiana
+breedvoerig te handelen.
+
+In Guiana onderscheidt men, in 't algemeen, hooge en lage
+Landen. Laaten wy met de beschryving der laastgemelden beginnen.
+
+De kusten van Guiana worden byna overal door laage en verdronkene
+landen omzoomd. Dezelve bestaan uit groote vlakten, door het
+afloopen van het zee-water gevormd wordende, waar van veelen kortlings
+opgekomen, anderen zedert eeuwen herwaards aanwezig zyn. Deeze zoorten
+van vlakten worden by elk gety tot de hoogte van één voet, agttien
+duimen, of twee voeten, iets meerder of minder, overstroomd, en loopen
+weder droog. Zy zyn overäl bewassen met Paletuvier-boomen, of eenige
+andere groote planten, die op een slyk-grond, waar in men ten minsten
+tot aan de kniën inzakt, ondoordringbaare bosschen uitmaken. Van
+dien aart is het Land aan alle de zeekusten, tot de diepte van drie
+of vier mylen, gelyk ook langs de oevers der voornaamste Rivieren.
+
+Men ziet dikwils deeze slykbanken, door de zee aan de kust van Guiana
+aangespoeld, gezwinden voortgang maken, en de roode Paletuvier-boomen
+aldaar welig opgroeijen. Op gelyke wyze vormen zig ook Eilanden in de
+monden der Rivieren, en zelfs hooger, op die plaatsen, waar ebbe en
+vloed plaats heeft. By beurten, zonder dat men 'er eenig juist tydperk
+van bepalen kan, brengt de zee, in plaats van slyk aan te spoelen,
+zand en schelpen op de kust. Als dan vormen zig zandbanken, of eene
+zoort van lange niet zeer hooge duinen, en de roode Paletuvier-boomen,
+die niet dan in zout water groeien, zig van het zelve beroofd vindende,
+sterven van tyd tot tyd.
+
+Deeze lage en verdronkene Landen zyn de vrugtbaarste in de geheele
+Volkplanting; maar 'er valt echter tusschen dezelven eene keuze te
+doen. Zy zyn alle, ja zelfs de meeste, niet van de beste zoort. Men
+kent de vrugtbaarsten daar aan, dat onder eene zwarte, of hoog bruine
+aarde, uit verrotte planten voortgekomen, en naar mest gelykende,
+ter diepte van zestien of agtien duimen, een slykgrond gevonden
+wordt, van eene graauwe of bleek blaauwachtige kleur, overal van
+gelykzoortigen aart, en die zig zeer gemakkelyk laat omspitten. Men kan
+'er insgelyks met de hand, en zonder veel moeite, een stok in steeken,
+al was hy zelfs twintig of dertig voeten lang. Wanneer by dit teeken
+koomt de nabyheid van de zee, welker lucht de Plantagiën vrolyker,
+en het verblyf op dezelven gezonder maakt, of ten minsten, indien men
+niet verder dan ten hoogsten twee mylen binnenwaarts van den mond van
+eene Rivier af is, kan men, mits behoorlyk arbeidende, zig van eenen
+goeden uitslag verzekerd houden. Men moet echter ook oplettend zyn,
+om zulke plaatsen te verkiezen, welken de zon gewoon is te beschynen,
+tot op eene zekere hoogte, het geen duidelyk is af te nemen uit de
+grootte van de boomen, en de dikte van die bovenkorst van aarde,
+welke uit verrotte overblyfzels van planten bestaat. Die lage landen,
+welke kortlings door de zee gevormd zyn, zyn al te zacht: men kent
+dezelven aan de jongheid der Paletuvier-boomen.
+
+De aarde, die deeze lage landen tot op eene dikte van twintig duimen,
+overdekt, zakt meer dan de helft in, vermits zy door de lucht en zon
+verdroogt. Deeze aarde is ongetwyffeld nuttig, maar het slyk, dat
+'er onder zit, is tot de voortplanting het meest geschikt.
+
+De lage landen, welken men tot het aanleggen van groote beplantingen
+boven alle anderen behoort te verkiezen, verëisschen in het begin
+meerdere onkosten, dan de hooge landen, om dat men dezelven boven water
+moet brengen. Wanneer het regen-saisoen geëindigd is, namelyk in de
+maand July, moet men zig met het droogmaken derzelven bezig houden. Het
+jaar-getyde, het welk tot deezen arbeid gunstig is, eindigt met de
+maand December. Men kan deeze onderneming niet goed volvoeren, of men
+moet 'er ten minsten honderd duizend livres aan kunnen besteden. 'Er
+zit meer voordeel op het doen van eene groote onderneming, dan van eene
+middelmatige. De kosten van Negers, het eerste oprigten van wooningen,
+en werkplaatsen, het getal der persoonen, die tot huisselyke en andere
+diensten noodig zyn, zyn voor eene kleine Plantagie dezelfde, als voor
+eene groote, Het is ook noodig, dat hy, die dusdanige onderneming doet,
+het verëischte character, standvastigheid en kundigheden bezitte,
+die hem in staat stellen, om zyne onderneming zelf te bestieren:
+anders moet hy een Opzigter zoeken, die kunde, yver en werkzaamheid
+zamenpaart; zeldzaame hoedanigheden, welken men niet te ruim betalen
+kan, wanneer zy zig in denzelfden persoon vereenigen. Zie daar dan
+wederom een nieuw punt van bekostiging.
+
+De hooge of bergachtige landen zyn ten aanzien van de zoort van aarde
+zeer verschillende. De één, die zandig is, en op eene groote vlakte
+niets dan lage planten voortbrengt, wordt Savane, of zand-woestyn
+genoemd. Op zommigen derzelven echter wassen groote boomen, waar onder
+men 'er vindt van die zoort van hout, het welk men onvergankelyk
+noemt, en ander hout van de meest gewaardeerde kleuren. Eenige
+deezer landen bestaan uit een mengzel van zand, en blaauwachtige
+kley, waar in weinig zelfstandigheid gevonden wordt. In zeer veelen
+is een mengzel van zwart zand en yzerachtige deelen. Men vindt 'er
+zonder steenen, anderen wederom vol steenen, en eindelyk eene derde
+zoort, geheel met rotsen bedekt. Deeze steenen en rotsen bevatten
+yzer, of granit-steenen. De landen, die, of over 't geheel, of in
+afzonderlyke gedeelten, zulke steenen opleveren, bestaan uit eene
+aarde, dan eens zwartachtig, dan eens graauw, geel of roodachtig,
+met eene verscheidenheid van mengelingen en schakeeringen.
+
+Schoon voornaame Schryvers [17] van Guiana sprekende, over 't algemeen,
+zig verklaaren tegen het bebouwen der hooge landen, als zynde koud
+en onvruchtbaar, verdienen zy egter alle dit oordeel niet. Men vindt
+aldaar eenige Plantagiën, die naar den wensch van hunne eigenaars
+zyn uitgevallen. Op de hooge landen bezit de Staat eene groote en
+schoone Plantagie van Nagelboomen, die volmaakt wel gelukt is. Met
+dit al is het eene waarheid, dat deeze hooge landen grootendeels
+weinig geschikt zyn tot het aanleggen van groote beplantingen, die
+eenen ryken en vetten grond vorderen, en dat de meeste lage landen
+den voorrang verdienen.
+
+De eerstgemelde hebben niettemin ook eenige voordeelen. Men kan
+dezelven gemakkelyker tot stand brengen; zy brengen veel eer vrugten
+voort, en verëisschen veel minder kosten. Men vindt 'er de beste
+zoort van hout. Aldaar zyn ook aangenaame liggingen, af hellingen,
+die tot zekere zoort van handwerken byzonder geschikt zyn, stroomend
+water, en steenen tot het maken van gebouwen. Deeze zelfde landen zyn
+meer geschikt tot her planten van Manioc, die het voornaamste voedzel
+uitmaakt voor de arbeiders, landbouwers en inboorlingen. Daarënboven
+zyn zy nooit wel bearbeid geworden. Nimmer heeft men 'er geweten,
+wat het was den grond om te ploegen, zoo als men dit in Frankryk,
+en in de meer gevorderde Volkplantingen doet.
+
+Men kan op die gedeelten der hooge landen, die in de Savanen
+liggen, fokkeryen van groot vee met hoop van eenen goeden uitslag
+aanleggen. Met de behoorlyke voorzorge zoude de fokkerye van paarden
+'er zelfs gelukken. Fransch Guiana bevat bovendien in verscheidene
+landstreeken geheele bergen, waar in yzer-mynen van een uitmuntend
+alloy, en tot allerleye werk, zelfs tot het maken van geschut,
+geschikt, gevonden worden. De mynstoffen zyn hier ryk en in
+overvloed. Het levert van vyf-en-veertig tot tachtig ten honderd
+op. De plaatsen, waar dezelve voor handen zyn, zyn met hout bedekt,
+het geen de bewerking der mynen zeer gemakkelyk maakt.
+
+Eene der voornaamste rykdommen van Guiana bestaat in een groot aantal
+van onderscheidene zoorten van timmerhout. Men kan die in drie zoorten
+verdeelen. De eene, bekend onder den naam van zacht of wit hout, moet
+geheel en al worden weggeworpen, als veel te ligt, en van te korten
+duur zynde. Tot deeze zoort behooren de Mapa, de Pekeïa, en het Bananen
+hout. De andere zoorten van eenen geheel tegenstrydigen aart, als de
+voorgaande, zyn hard, in één gedrongen, en zwaar, grootendeels van
+eene bruine of donkere kleur, maar zomtyds rood, of helder geel. Deeze
+wederstaan den bytel en de zaag. Het erf van dit hout is glad en
+fyn, en het is voor de fraaiste polysting vatbaar. Dit hout heeft
+billyk den naam van onvergankelyk hout verdiend; eene uitdrukking,
+waar door men niet letterlyk verstaan moet, dat het nooit vergaat,
+maar dat het veel beter stand houdt, dan het beste van ons hout,
+misschien by voorb. in de evenredigheid van tien tot vyftig jaaren.
+
+Onder de derde zoort vindt men 'er verscheiden, die de schoonste
+stukken, in lengte en breedte, opleveren, om tot het bouwen van schepen
+te dienen. Hier toe behooren het courbari-hout, het bagasse-hout,
+het acoma-hout, het balata-hout, het couratari-hout, het agouti-hout,
+het macaco-hout, het groen ebben-hout, het pok-hout, het yzer-hout,
+het hout, genaamd coeur-dehors, het letter-hout, het satyn-hout, het
+tendre à cailliou, het hout van St. Martin, het mannetjes roozen-hout,
+en verscheide andere zoorten. Het gewigt van een vierkante voet van
+deeze zoorten van hout verschilt van tachtig tot drie en negentig
+ponden, en daar het gevolgelyk zwaarder is, dan eene gelyke hoeveelheid
+water, zoo dryft het zelve niet.
+
+Echter is 'er nog eene zoort tusschen de eerste, die tot niets dient,
+en de andere, die ongemeen hard is. Deeze zoort van hout is vast, en
+minder moeielyk om te bewerken. Hier toe behooren het acajou-hout,
+het violetten- of amaranthus-hout, het zwart ceder-hout, het geel
+cederhout, het wyfjes roozen-hout, enz. enz. Dit hout weegt van
+veertig tot zeventig ponden de vierkante voet, en dryft by gevolg op
+het water. Het is tot onderscheidene gebruiken in den zee-scheepsbouw
+geschikt.
+
+Onder deeze onderscheidene zoorten van hout zyn 'er, die eene
+bittere of speceryachtige hoedanigheid hebben, die de insecten en
+zee-wormen, voor de schepen zoo verderffelyk zynde, verdryven. 'Er zyn
+wederom anderen, die in het water versteenen, en in het zelve nimmer
+vergaan. Men ziet 'er in de bosschen van Guiana, die door ouderdom,
+of eenigen stormwind omgevallen, een reeks van jaaren lang, de guurheid
+van het weder, en eene byna aanhoudende vochtigheid hebben doorgestaan,
+zonder dat zy daar door verder, dan in het spint, bedorven waren.
+
+Men heeft ligtvaardigryk en zonder onderscheid te maken, tegen alle
+deeze zoorten van hout tegenwerpingen gemaakt, die dezelven hebben
+doen verwerpen.
+
+De eerste is derzelver groote zwaarte. Maar deeze zwarigheid
+beantwoordt zig ligtelyk in deezer voegen, dat de scheeps-timmerman,
+na zyne berekening gemaakt te hebben, van het zwaarste hout die
+gedeelten maakt, welke onder water zyn, en de hoogere gedeelten van
+ligter hout, het welk dit land insgelyks oplevert. Hy zal daar door
+het middenpunt van zwaarte van zyn schip des te meer naar de laagte
+drukken, en het zal daar door veel minder ballast noodig hebben,
+en een grooter ruim uitleveren.
+
+De tweede zwarigheid tegen dit hout is deszelfs al te groote
+hardheid. Schoon dit deszelfs deugd bewyst, heeft nogtans deeze
+tegenwerping eenigen grond. De werkzaamheden van den scheeps-timmerman
+zouden daar door zekerlyk vermeerderd worden, maar daarentegen zoude
+het werk van eene groote duurzaamheid en van eene onvergelykelyke
+stevigheid zyn.
+
+De derde tegenwerping wordt ontleend van de moeielykheid in het hakken
+van dit hout, en de kosten der vervoering. Men beweert, dat dit hout
+veel te duur zoude komen te staan. Dit zoude ook in de daad zoo zyn,
+indien men het ging haalen uit die landstreeken, die verre van de
+Rivieren en Zee-kusten zyn afgelegen; maar men treft het in groote
+meenigte aan in de nabyheid van de Rivier Oyapoc, werwaarts de toegang
+zeer gemakkelyk is.
+
+De bosschen en binnen-landen van Guiana brengen, behalven verscheidene
+zoorten van timmerhout, ook voort Banilje, Salsaparilla, elastieke
+gom, Gom Copal, en veele anderen. Men vindt aldaar verschillende
+zoorten van natuurlyke speceryen, als kreeften-hout, en de Puchiri,
+een zoort van muscaat, de balsem Copaïva, de balsem Peru, de kassia,
+de simaruba, de ipecacuanha, de pareira-brava, eene wasch van planten,
+zwarte wach, anders bekend onder den naam van wasch van Guadeloupe,
+uitmuntende honig, een zeker goed, mieren-nest genaamd, en bestaande
+uit een zagt dons, van eene geelachtige kleur, het welk men vindt op
+uitloopende bladeren van den Latanus-boom, en dat eene hoedanigheid
+bezit verre boven de beste bekende zwam, om het bloed te stelpen;
+eindelyk ook hout, om verswaaren van te maken, en een aantal andere
+voortbrengzels, die nog geenen naam hebben.
+
+Geheele bosschen van Cacao-boomen groeijen ook natuurlyk in het
+binnenste gedeelte des Lands, maar op verre afstanden. Het bevat
+ook mynen van dat fraaije rots-kristal, het welk men, onder den naam
+van steenen van Cayenne ook wel aan het strand, en aan de oevers van
+zommige Rivieren ontmoet.
+
+De eerste voortbrengzels van dit Land waren de Roucou, het Catoen
+en de Suiker. De korrel van de laatstgemelde is veel grooter, en
+beter gekristalliseerd, dan op de Eilanden. Het catoen is ook van
+eene ongemeene fraaiheid, en is altyd in den koophandel veertig
+of vyftig guldens op de honderd ponden meer waardig, dan dat van
+de Eilanden. Men weet, dat men te Cayenne de Roucou beter, en in
+grootere meenigte maakt, dan in alle andere Volkplantingen. Cayenne
+was de eerste onder alle Fransche Volkplantingen, alwaar koffy geteeld
+werdt. Het is bekend, dat na de Moka-Koffy die van Cayenne de beste
+is. Men is altyd in het begrip geweest, dat het eenige overloopers
+waren, die, in 't jaar 1721, dezelve van Surinamen, werwaarts zy
+gevlucht waren, medebragten, en daar door Vergiffenis van straf
+erlangden; zeker Geschiedschryver heeft in 't kort opgegeven, dat dit
+eene weldaad was van LA MOTTE AIGRON, die, in 't jaar 1722, middel
+wist, om versche koffy-boonen uit deeze Hollandsche Bezitting mede
+te brengen, in weerwil van het verbod, om dezelve, nog in de schil
+zittende, te mogen uitvoeren. Tien of twaalf jaaren later, plantte
+men Cacao, die weelig voortteelde. De Indigo, of liever de plant,
+waar van de Indigo voortkoomt, kwam voorheen zeer goed te Cayenne
+voort, en dezelve was zeer geacht. "Deeze plant, die de voornaamste
+rijkdom der Volkplanting uitmaakt, zegt BARRERE, is zoo sterk in
+verval geraakt, en brengt thans zoo weinig op, dat het naauwlyks
+der moeite waardig is". Het schynt, dat men de reden daar van in de
+plant alleen niet zoeken moet. De Indigo is, volgens DE PREFONTAINE,
+(in zyn Maison rustique de Cayenne,) eene den beste aankweekingen in
+America, maar ook één van de teederste. 'Er wordt aan de zyde van hem,
+die dezelve wil voortteelen, de grootste oplettendheid verëischt,
+en misschien ook de beste zoort van grond. "ROUSSEAU, dus vervolgt
+dezelfde Schryver, is de eenige, wien het gelukt is, om met voordeel
+Indigo te maken. Hy heeft de zyne tot die fraayheid gebragt, dat zy,
+die lust hebben om dit vak van landbouw te beoeffenen, daar door
+behooren te worden aangemoedigd; en dit wederspreekt de voorgewende
+onmogelykheid, als of de inwooners van Cayenne in dit vak niet zouden
+kunnen slagen". Nieuwere berigten brengen mede, dat de Indigo op lage
+landen zeer wel voortkoomt; maar zy vordert oppassing, zonder welke
+alles te gronde gaat.
+
+De Oost-Indische speceryen, en alle de lekkerste vruchten der warme
+Landen, groeijen welig in Guiana. Verscheiden komen 'er even goed
+voort, als op de Moluksche Eilanden, of op Ceylon. Men kan zig onder
+anderen tot bewys beroepen op de beplanting van Nagelboomen, welke men
+aantreft op de Plantagie la Gabrielle, den Staat toebehoorende. Deeze
+boomen hebben aldaar vrugten voortgebragt, die in hoedanigheid aan
+de Oost-Indische gelyk bevonden zyn. De eerste planten zyn van Isle
+de France naar Cayenne overgebragt, alwaar zy onder het opzigt van
+MAILLERT DU MERLE zyn geplant geworden. In 't jaar 1778 ontfing RAYNAL,
+die door de geheele weereld kennis en gemeenschap had, van daar een
+tak, waar aan de kruidnagelen gevonden werden. Volgens het berigt
+van den Burger LESCAILLIER, hebben de jaaren 1785, 1786 en 1787 deeze
+vrucht, telkens met eene jaarlyksche vermeerdering, voortgebragt, tot
+dat men in de jaaren 1788 en 1789, op deeze Plantagie la Gabrielle,
+verscheiden honderde ponden heeft ingeöogst. By zyn vertrek van Guiana,
+in 't jaar 1788, bevondt zig deeze Plantagie in eenen bloeijenden
+staat.
+
+Behalven deeze voortbrengzels, de bron van groote rykdommen,
+levert de grond der Volkplanting van Cayenne alles op, wat tot
+levens-onderhoud van derzelver inwooners noodig is. De tuinen zyn
+aldaar vol met moeskruiden, als latuw, kervel, pimpernel, cichorey en
+sellery. Men teelt aldaar kleine erweten, komkommers, kampernoeljes,
+water-meloenen, die van een lekkeren smaak zyn. De Fransche vrugtboomen
+kunnen, wel is waar, zig naar deeze luchtstreek niet voegen, maar
+men heeft in derzelver plaats de vrugten van dit Land, als de geele
+en witte Ananas, de Papaye, en eenige anderen, die op verschillende
+wyzen worden ingelegd. Men weet, dat de citroenen en orange-appelen
+aldaar in zoo grooten overvloed zyn, dat men 'er weinig werk van maakt.
+
+Het is veel aangenaamer zyn verblyf te houden op de Plantagiën,
+dan te Cayenne zelve. Men heeft aldaar aan niets gebrek, vooral by
+de Planters, die eenigzints bemiddeld zyn, en vooral, wanneer 'er
+koopvaardy-schepen aankomen. Men houdt doorgaans eene wel voorziene
+diergaarde, alwaar men varkens, kalkoenen, eendvogels, duiven en
+hoenders aankweekt, die goed zyn om te eeten, wanneer men ze eenigen
+tyd met geerst gevoed heeft. Daarënboven heeft men één en zelfs meerder
+jagers en visschers, die wild en visch bezorgen: de laatstgemelde is
+uitmuntend. Behalven de zoorten, die aan de Eilanden onder den wind
+gemeen zyn, leveren de Zee en Rivieren eene meenigte anderen op,
+die elders geheel onbekend zyn. De Krabben verschaffen ook een zeer
+voornaam levensmiddel. Zy zyn het gewoone voedzel der Indianen, en van
+de min gegoede inwooners. Deeze dieren teelen in het onëindige voort,
+om dat men de oplettendheid gebruikt van alleen de mannetjes-krabben
+te vangen, en de wyfjes te laten, die altyd eene verbaazende meenigte
+eijeren in zig hebben.
+
+Onder de water-vogelen telt men de Ganzen, de Eendvogelen, de
+Lepelganzen, de Fregat-vogelen, allen goed om te eeten. De land-vogelen
+zyn graauwe Patryzen, zoo dik als een Kapoen, en zeer goed van smaak,
+schoon een weinig droog; Faisanten, die kleiner, en zoo goed niet zyn,
+als in Frankryk; Ringelduiven, Tortelduiven, Merels, Leeuwriken,
+Brom-vogeltjes; en eene meenigte andere groote en kleine vogelen,
+waar onder men moet rekenen de Papegayen, die zeer talryk zyn, en
+eene uitmuntende soep verschaffen.
+
+Men kweekt ook Schapen, Geiten, en verscheiden kudden van Ossen aan. Om
+hun goed weiland te bezorgen, steekt men in de maanden Augustus en
+September, de Savanen in brand. Deeze landen, dus afgebrand zynde,
+doen, in het begin van het regen-saisoen, heerlyk gras uitspruiten. Dus
+zyn de ossen en schapen in Guiana van beter smaak, dan op de andere
+Eilanden. Men brengt aldaar meel, spek, en allerleye zoorten van
+wyn; als mede een groot aantal gewerkte stoffen, die tot kleeding
+noodig zyn.
+
+Met zoo veele voordeelen, door de Natuur zelve geschonken, zal
+ongetwyffeld de Volkplanting van Fransch Guiana voorspoedig zyn,
+wanneer vreedzamere omstandigheden gedogen zullen, dat de Regeering
+en byzondere persoonen 'er zig mede bezig houden. Deeze landstreek
+maakt eene Volkplanting uit, waar van de Stad Cayenne de hoofdplaats
+is. Men weet aldaar van geene in- en uitgaande rechten, waar mede de
+koopwaaren bezwaard zouden worden.
+
+EINDE VAN HET VIERDE EN LAATSTE DEEL.
+
+
+
+
+
+BERICHT VOOR DEN BINDER.
+
+Plaat.
+
+XL. De beruchte GRAMAN-QUACY; te plaatsen tegen over
+
+XLI. De Haay en Zuigervisch
+
+XLII. Kaart van een gedeelte van Fransch Guiana
+
+
+
+
+
+NOOTEN
+
+[1] Het is een heestergewas of boompje van middelmatige hoogte. Het
+brengt één of meer stammen voort van een duim in den omtrek, die zes
+of agt voeten hoog groeijen, alvoorens takken te doen uitspruiten. Tot
+dat de stammen beginnen takken te schieten, zyn zy over haare geheele
+lengte van bladeren voorzien, die zy doorgaans na het vormen der
+takken laten vallen.
+
+De stam van dit boompjen is langwerpig rond en grysachtig. De
+jonge uitspruitzels hebben eene groene schors met eenige weinige
+witte stippen; die van de takken is, in het eerste begin, van eene
+fraaije roode kleur naar het bruine hellende, en ouder wordende met
+eenige grysächtige lynen geteekend. De bladen groeiën wederkeerig,
+en bestaan uit drie of vier reijen van blaadjes zonder steelen, maar
+van eene eironde gedaante. Het Quacy-hout is zelden zonder bladeren.
+
+Dit boompje is alleräangenaamst voor het gezicht, uit hoofde van de
+meenigte zyner roode bloemen, en de verscheidenheid van kleuren in
+deszelfs bladeren. De wortel, het eenige gedeelte van den boom, het
+welk gebruikt wordt, is ligt, en geheel van week hout; deszelfs schors
+is fyn, grys en knoestig, en op zommige plaatsen als gespleeten. Deeze
+wortel is, even als de geheele boom, uittermaten bitter. Men oordeelt
+dit hout zeer balsemächtig te wezen, en door zyne bitterheid geschikt,
+om zuure stoffen en verrotting te wederstaan. Men bedient 'er zig in
+America van tegen de tusschenpoozende, aanhoudende, kwaadäartige,
+en rotkoortsen. Men neemt het in als een poeder, en, om des te
+beter te werken, als een afkookzel in wyn of water. Het is nog maar
+weinige jaaren geleden, dat dit middel in Europa in de Geneeskunde
+is ingevoerd. Men bedient zig ook van een aftrekzel van dit hout
+in wyn, tegen de jicht, en om de maag te versterken. In één woord,
+het Quacy-hout kan het gebrek van de Kina vervullen.
+
+Aanteek. van den Franschen vert.
+
+[2] De koffy wierd in 't 1554. uit Arabië naar Constantinopolen
+overgebragt.--Omtrent in het midden van de zestiende eeuw wierd
+derzelver gebruik te London ingevoerd; en in 't jaar 1728, plantte
+de heer NICOLAAS LAWS de eerste Koffyboon te Jamaica.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+Men heeft reden te gelooven, dat de Italianen de eerste onder de
+Christen volken zyn, by welken deeze beroemde drank is ingevoerd. Zy is
+vervolgens voor het jaar 1643 naar Parys overgebragt. 'Er zyn bewyzen,
+zegt AUBLET, dat geduurende de regeering van LODEWYK XIII, onder het
+kleine Gerechtshof te Parys, gekookte koffy verkogt wierd, onder den
+naam van cahové of cahovet. De Turken noemen dezelve cahveh, het welk
+koomt van het waord cahoah of cahoueh, waar door de Arabieren dien
+drank aanduiden, dien zy het eerst gekend en in gebruik gebragt hebben;
+schoon dit Arabisch woord allen drank in 't gemeen beteekent. Het is
+waarschynlyk, dat 'er niet zeer veel van verkogt wierd, en dat dit
+niet lang geduurd heeft.
+
+Het jaar 1669, in onze Geschiedenis over bekend door het plechtig
+Gezandschap van SOLIMAN AGA, die door Sultan MAHOMET IV aan LODEWYK
+XIV gezonden wierd, moet gehouden worden voor het waare tydperk van
+de eerste invoering van het gemeene gebruik der koffy te Parys. Deeze
+Gezant, en zyn gevolg, boden, volgens de gewoonte van hun Land, deezen
+drank aan de Hovelingen, en verdere persoonen, die uit beleefdheid
+aan den Turkschen Minister een bezoek gaven, waar door veele inwooners
+deezer hoofdstad 'er smaak in kregen, en 'er zig aan gewenden.
+
+Aanteek. v. d. Franschen Vertaler.
+
+[3] Alle vrylating is, in de Volkplanting van Surinamen, aan de
+volgende bepalingen onderhevig: indien dezelve geschiedt ten voordeele
+van een manspersoon, is deeze genoodzaakt de Volkplanting tegen
+derzelver binnen- en buitenlandsche vyanden te dienen: de vrygelatene,
+van welke kunne die ook zy, kan geen getuigenis geven tegen zynen
+ouden meester; en indien hy in de Volkplanting koomt te sterven,
+erft zyn voorige meester het vierde gedeelte zyner nalatenschap.
+
+Aanteek. v. d. Schryver.
+
+[4] Daar de laatstgemelde zynen post kortlings heeft nedergelegd,heb ik
+het genoegen het Publiek te berigten, dat de Heer FREDERIK, die brave
+Officier, waar van ik zoo dikwils gesproken heb, en die, eenigen tyd
+bevoorens, onder het krygsvolk der Sociëteit van Surinamen te rug
+keerde, in het jaar 1792. tot Gouverneur der Volkplanting benoemd
+wierd.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[5] Deeze Officiers, welken men steeds als de waare vertegenwoordigers
+van de Schotsche Brigade beschouwde, zagen hunne braafheid beloond door
+het herstel van deeze oude krygsbende, onder bevel van den Generaal
+FRANCIS DUNDAS; en dezelve wierd naar Gibraltar in bezetting gezonden.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[6] Haar broeder HENDRIK, die zyne vryheid verkregen had, ondervond
+het zelfde lot.
+
+Aanteek. van den Schryver.
+
+[7] Exposé des moyens de mettre en valeur & d'administrer la
+Guiane.--Eén Deel in 8vo; met een Kaart: by DUPONT, rue de la Loi.
+
+[8] Dit is geschreven in 't jaar 1786. De hoeveelheid van de
+voortbrengzels deezer Volkplanting is tegenwoordig ten minsten
+verdubbeld.
+
+[9] De Hollandsche roede is van 12 voeten Rhynlandsche maat, het welk
+ten naasten by 11 Fransche voeten. (of 3 metres, 572,) uitmaakt.
+
+[10] De groote verwagting, die men van Fransch Guiana had opgevat, deed
+aan het zelve eenigen tyd den naam geven van Middel-lynig Frankryk,
+of France Equinoxiale.
+
+[11] De Burger LESCAILLIER ontvouwt dit verschynfel op eene voldoende
+wyze, in zyn werk, ten titel voerende: Exposé des moyens de mettre en
+valeur, & d'administrer la Guiane, &c. chez Dupont, imprimeur-libraire,
+rue de la Loi, Nº. 1231.
+
+[12] PIERRE BARRERE, Correspondent van de Koninglyke Academie der
+Wetenschappen te Parys, en Genees-Kruidkundige van den Koning op het
+Eiland Cayenne.
+
+[13] ANTOINE BIET, de opperste der Zendelingen, die toen naar Guiana
+vertrokken, verhaalt, dat elk der deelgenooten, welken men Seignieurs
+associés noemde, het bevel wilde voeren. ROIVILLE lag ziek, toen hy
+vermoord wierd. Hy scheen 't lot, het welk hem over het hoofd hing,
+te voorzien, en was zeer ontroerd van geest. Den 17 September 1652,
+omtrent middernacht, werd BIET door een zeer sterk geraas ontwaakt;
+en op het zelfde oogenblik hoorde hy een geroep: Werp dien schurk in de
+zee. Willende zien wat 'er gaande was, wierd hy te rug gestooten. Kort
+daar op deeden hem de moordenaars by hun komen. Hy beklom de hut, en
+schrikte op het zien van het bed van den Generaal, geheel met bloed
+besmet, en waar op twee bebloede baijonnetten lagen. Men verklaarde
+aan den Zendeling, dat de deelgenooten raadzaam geöordeeld hadden
+zig te ontdoen van eenen man, die het voornemen had hen allen van
+kant te helpen. BIET ging heen; maar des anderen daags liet men hem
+wederkomen, hem aanzeggende, dat hy den dood van den Generaal aan
+al het scheepsvolk zoude hebben bekend te maken. De Geestelyke was
+'er zeer verlegen mede. Hy besloot echter te gehoorzamen, maar hy
+deed zulks, zonder den gepleegden moord te rechtvaardigen.
+
+[14] Men kan niet zonder yzing aan den naam van Kourou denken, zegt
+de Burger LESCAILLIER; aan die plaats, alwaar 13000 menschen het leven
+lieten, en de slachtöffers werden van een ontwerp, het welk misschien
+uitvoerlyk geweest was, indien het met gematigdheid en voorzorge was
+aangelegd geweest; alwaar de Staat dertig millioenen aan onkosten
+verspilt heeft, met geen ander gevolg, dan dat, deeze ongelukkige
+Volkplanting een geruimen tyd haare achting verloren heeft; terwyl men
+aan den aart der luchtstreek toeschreef, het geen slechts de misslag
+der Regeering, en het gevolg van een verkeerd overleg was. (Exposé
+des moyens de mettre en valeur, & d'administrer la Guiane, an VI.)
+
+[15] In de ver af gelegene Binnen-Landen zyn Indianen van eene
+verhevene gestalte, en sterk gespierd.
+
+[16] Ik vermeene alhier, ter eere van deeze beide huwelyks
+verbintenissen, te moeten herïnneren, dat het geen de Burger
+LESCAILLIER gedacht en beproeft heeft, overëenkoomt met den raad,
+door RAYNAL gegeven, in zyne Histoire Philosophique des deux Indes,
+Liv. XIII. Tom. III. pag. 359. & suiv. Edit. in 4º.
+
+[17] Zie RAYNAL, Livr. XIII. pag. 291. Edit. in 4º.
+
+
+
+
+
+End of the Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen en door de
+binnenste gedeelten van Guiana, by John Gabriël Stedman
+
+*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN ***
+
+This file should be named 8rns410.txt or 8rns410.zip
+Corrected EDITIONS of our eBooks get a new NUMBER, 8rns411.txt
+VERSIONS based on separate sources get new LETTER, 8rns410a.txt
+
+Produced by Jeroen Hellingman
+and the Online Distributed Proofreaders Team
+
+Project Gutenberg eBooks are often created from several printed
+editions, all of which are confirmed as Public Domain in the US
+unless a copyright notice is included. Thus, we usually do not
+keep eBooks in compliance with any particular paper edition.
+
+We are now trying to release all our eBooks one year in advance
+of the official release dates, leaving time for better editing.
+Please be encouraged to tell us about any error or corrections,
+even years after the official publication date.
+
+Please note neither this listing nor its contents are final til
+midnight of the last day of the month of any such announcement.
+The official release date of all Project Gutenberg eBooks is at
+Midnight, Central Time, of the last day of the stated month. A
+preliminary version may often be posted for suggestion, comment
+and editing by those who wish to do so.
+
+Most people start at our Web sites at:
+http://gutenberg.net or
+http://promo.net/pg
+
+These Web sites include award-winning information about Project
+Gutenberg, including how to donate, how to help produce our new
+eBooks, and how to subscribe to our email newsletter (free!).
+
+
+Those of you who want to download any eBook before announcement
+can get to them as follows, and just download by date. This is
+also a good way to get them instantly upon announcement, as the
+indexes our cataloguers produce obviously take a while after an
+announcement goes out in the Project Gutenberg Newsletter.
+
+http://www.ibiblio.org/gutenberg/etext03 or
+ftp://ftp.ibiblio.org/pub/docs/books/gutenberg/etext03
+
+Or /etext02, 01, 00, 99, 98, 97, 96, 95, 94, 93, 92, 92, 91 or 90
+
+Just search by the first five letters of the filename you want,
+as it appears in our Newsletters.
+
+
+Information about Project Gutenberg (one page)
+
+We produce about two million dollars for each hour we work. The
+time it takes us, a rather conservative estimate, is fifty hours
+to get any eBook selected, entered, proofread, edited, copyright
+searched and analyzed, the copyright letters written, etc. Our
+projected audience is one hundred million readers. If the value
+per text is nominally estimated at one dollar then we produce $2
+million dollars per hour in 2002 as we release over 100 new text
+files per month: 1240 more eBooks in 2001 for a total of 4000+
+We are already on our way to trying for 2000 more eBooks in 2002
+If they reach just 1-2% of the world's population then the total
+will reach over half a trillion eBooks given away by year's end.
+
+The Goal of Project Gutenberg is to Give Away 1 Trillion eBooks!
+This is ten thousand titles each to one hundred million readers,
+which is only about 4% of the present number of computer users.
+
+Here is the briefest record of our progress (* means estimated):
+
+eBooks Year Month
+
+ 1 1971 July
+ 10 1991 January
+ 100 1994 January
+ 1000 1997 August
+ 1500 1998 October
+ 2000 1999 December
+ 2500 2000 December
+ 3000 2001 November
+ 4000 2001 October/November
+ 6000 2002 December*
+ 9000 2003 November*
+10000 2004 January*
+
+
+The Project Gutenberg Literary Archive Foundation has been created
+to secure a future for Project Gutenberg into the next millennium.
+
+We need your donations more than ever!
+
+As of February, 2002, contributions are being solicited from people
+and organizations in: Alabama, Alaska, Arkansas, Connecticut,
+Delaware, District of Columbia, Florida, Georgia, Hawaii, Illinois,
+Indiana, Iowa, Kansas, Kentucky, Louisiana, Maine, Massachusetts,
+Michigan, Mississippi, Missouri, Montana, Nebraska, Nevada, New
+Hampshire, New Jersey, New Mexico, New York, North Carolina, Ohio,
+Oklahoma, Oregon, Pennsylvania, Rhode Island, South Carolina, South
+Dakota, Tennessee, Texas, Utah, Vermont, Virginia, Washington, West
+Virginia, Wisconsin, and Wyoming.
+
+We have filed in all 50 states now, but these are the only ones
+that have responded.
+
+As the requirements for other states are met, additions to this list
+will be made and fund raising will begin in the additional states.
+Please feel free to ask to check the status of your state.
+
+In answer to various questions we have received on this:
+
+We are constantly working on finishing the paperwork to legally
+request donations in all 50 states. If your state is not listed and
+you would like to know if we have added it since the list you have,
+just ask.
+
+While we cannot solicit donations from people in states where we are
+not yet registered, we know of no prohibition against accepting
+donations from donors in these states who approach us with an offer to
+donate.
+
+International donations are accepted, but we don't know ANYTHING about
+how to make them tax-deductible, or even if they CAN be made
+deductible, and don't have the staff to handle it even if there are
+ways.
+
+Donations by check or money order may be sent to:
+
+Project Gutenberg Literary Archive Foundation
+PMB 113
+1739 University Ave.
+Oxford, MS 38655-4109
+
+Contact us if you want to arrange for a wire transfer or payment
+method other than by check or money order.
+
+The Project Gutenberg Literary Archive Foundation has been approved by
+the US Internal Revenue Service as a 501(c)(3) organization with EIN
+[Employee Identification Number] 64-622154. Donations are
+tax-deductible to the maximum extent permitted by law. As fund-raising
+requirements for other states are met, additions to this list will be
+made and fund-raising will begin in the additional states.
+
+We need your donations more than ever!
+
+You can get up to date donation information online at:
+
+http://www.gutenberg.net/donation.html
+
+
+***
+
+If you can't reach Project Gutenberg,
+you can always email directly to:
+
+Michael S. Hart <hart@pobox.com>
+
+Prof. Hart will answer or forward your message.
+
+We would prefer to send you information by email.
+
+
+**The Legal Small Print**
+
+
+(Three Pages)
+
+***START**THE SMALL PRINT!**FOR PUBLIC DOMAIN EBOOKS**START***
+Why is this "Small Print!" statement here? You know: lawyers.
+They tell us you might sue us if there is something wrong with
+your copy of this eBook, even if you got it for free from
+someone other than us, and even if what's wrong is not our
+fault. So, among other things, this "Small Print!" statement
+disclaims most of our liability to you. It also tells you how
+you may distribute copies of this eBook if you want to.
+
+*BEFORE!* YOU USE OR READ THIS EBOOK
+By using or reading any part of this PROJECT GUTENBERG-tm
+eBook, you indicate that you understand, agree to and accept
+this "Small Print!" statement. If you do not, you can receive
+a refund of the money (if any) you paid for this eBook by
+sending a request within 30 days of receiving it to the person
+you got it from. If you received this eBook on a physical
+medium (such as a disk), you must return it with your request.
+
+ABOUT PROJECT GUTENBERG-TM EBOOKS
+This PROJECT GUTENBERG-tm eBook, like most PROJECT GUTENBERG-tm eBooks,
+is a "public domain" work distributed by Professor Michael S. Hart
+through the Project Gutenberg Association (the "Project").
+Among other things, this means that no one owns a United States copyright
+on or for this work, so the Project (and you!) can copy and
+distribute it in the United States without permission and
+without paying copyright royalties. Special rules, set forth
+below, apply if you wish to copy and distribute this eBook
+under the "PROJECT GUTENBERG" trademark.
+
+Please do not use the "PROJECT GUTENBERG" trademark to market
+any commercial products without permission.
+
+To create these eBooks, the Project expends considerable
+efforts to identify, transcribe and proofread public domain
+works. Despite these efforts, the Project's eBooks and any
+medium they may be on may contain "Defects". Among other
+things, Defects may take the form of incomplete, inaccurate or
+corrupt data, transcription errors, a copyright or other
+intellectual property infringement, a defective or damaged
+disk or other eBook medium, a computer virus, or computer
+codes that damage or cannot be read by your equipment.
+
+LIMITED WARRANTY; DISCLAIMER OF DAMAGES
+But for the "Right of Replacement or Refund" described below,
+[1] Michael Hart and the Foundation (and any other party you may
+receive this eBook from as a PROJECT GUTENBERG-tm eBook) disclaims
+all liability to you for damages, costs and expenses, including
+legal fees, and [2] YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE OR
+UNDER STRICT LIABILITY, OR FOR BREACH OF WARRANTY OR CONTRACT,
+INCLUDING BUT NOT LIMITED TO INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE
+OR INCIDENTAL DAMAGES, EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE
+POSSIBILITY OF SUCH DAMAGES.
+
+If you discover a Defect in this eBook within 90 days of
+receiving it, you can receive a refund of the money (if any)
+you paid for it by sending an explanatory note within that
+time to the person you received it from. If you received it
+on a physical medium, you must return it with your note, and
+such person may choose to alternatively give you a replacement
+copy. If you received it electronically, such person may
+choose to alternatively give you a second opportunity to
+receive it electronically.
+
+THIS EBOOK IS OTHERWISE PROVIDED TO YOU "AS-IS". NO OTHER
+WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, ARE MADE TO YOU AS
+TO THE EBOOK OR ANY MEDIUM IT MAY BE ON, INCLUDING BUT NOT
+LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A
+PARTICULAR PURPOSE.
+
+Some states do not allow disclaimers of implied warranties or
+the exclusion or limitation of consequential damages, so the
+above disclaimers and exclusions may not apply to you, and you
+may have other legal rights.
+
+INDEMNITY
+You will indemnify and hold Michael Hart, the Foundation,
+and its trustees and agents, and any volunteers associated
+with the production and distribution of Project Gutenberg-tm
+texts harmless, from all liability, cost and expense, including
+legal fees, that arise directly or indirectly from any of the
+following that you do or cause: [1] distribution of this eBook,
+[2] alteration, modification, or addition to the eBook,
+or [3] any Defect.
+
+DISTRIBUTION UNDER "PROJECT GUTENBERG-tm"
+You may distribute copies of this eBook electronically, or by
+disk, book or any other medium if you either delete this
+"Small Print!" and all other references to Project Gutenberg,
+or:
+
+[1] Only give exact copies of it. Among other things, this
+ requires that you do not remove, alter or modify the
+ eBook or this "small print!" statement. You may however,
+ if you wish, distribute this eBook in machine readable
+ binary, compressed, mark-up, or proprietary form,
+ including any form resulting from conversion by word
+ processing or hypertext software, but only so long as
+ *EITHER*:
+
+ [*] The eBook, when displayed, is clearly readable, and
+ does *not* contain characters other than those
+ intended by the author of the work, although tilde
+ (~), asterisk (*) and underline (_) characters may
+ be used to convey punctuation intended by the
+ author, and additional characters may be used to
+ indicate hypertext links; OR
+
+ [*] The eBook may be readily converted by the reader at
+ no expense into plain ASCII, EBCDIC or equivalent
+ form by the program that displays the eBook (as is
+ the case, for instance, with most word processors);
+ OR
+
+ [*] You provide, or agree to also provide on request at
+ no additional cost, fee or expense, a copy of the
+ eBook in its original plain ASCII form (or in EBCDIC
+ or other equivalent proprietary form).
+
+[2] Honor the eBook refund and replacement provisions of this
+ "Small Print!" statement.
+
+[3] Pay a trademark license fee to the Foundation of 20% of the
+ gross profits you derive calculated using the method you
+ already use to calculate your applicable taxes. If you
+ don't derive profits, no royalty is due. Royalties are
+ payable to "Project Gutenberg Literary Archive Foundation"
+ the 60 days following each date you prepare (or were
+ legally required to prepare) your annual (or equivalent
+ periodic) tax return. Please contact us beforehand to
+ let us know your plans and to work out the details.
+
+WHAT IF YOU *WANT* TO SEND MONEY EVEN IF YOU DON'T HAVE TO?
+Project Gutenberg is dedicated to increasing the number of
+public domain and licensed works that can be freely distributed
+in machine readable form.
+
+The Project gratefully accepts contributions of money, time,
+public domain materials, or royalty free copyright licenses.
+Money should be paid to the:
+"Project Gutenberg Literary Archive Foundation."
+
+If you are interested in contributing scanning equipment or
+software or other items, please contact Michael Hart at:
+hart@pobox.com
+
+[Portions of this eBook's header and trailer may be reprinted only
+when distributed free of all fees. Copyright (C) 2001, 2002 by
+Michael S. Hart. Project Gutenberg is a TradeMark and may not be
+used in any sales of Project Gutenberg eBooks or other materials be
+they hardware or software or any other related product without
+express permission.]
+
+*END THE SMALL PRINT! FOR PUBLIC DOMAIN EBOOKS*Ver.02/11/02*END*
+
diff --git a/old/8rns410.zip b/old/8rns410.zip
new file mode 100644
index 0000000..ba20cf5
--- /dev/null
+++ b/old/8rns410.zip
Binary files differ