diff options
| author | Roger Frank <rfrank@pglaf.org> | 2025-10-15 05:30:54 -0700 |
|---|---|---|
| committer | Roger Frank <rfrank@pglaf.org> | 2025-10-15 05:30:54 -0700 |
| commit | 222012111ca194462ec0adc91f92fadf8d7c61cc (patch) | |
| tree | 4c4bc0e7bba881a9c5437ab8ac2ba50f4817f414 | |
| -rw-r--r-- | .gitattributes | 3 | ||||
| -rw-r--r-- | 8099-8.txt | 6637 | ||||
| -rw-r--r-- | 8099-8.zip | bin | 0 -> 136669 bytes | |||
| -rw-r--r-- | LICENSE.txt | 11 | ||||
| -rw-r--r-- | README.md | 2 | ||||
| -rw-r--r-- | old/7rns410.txt | 6605 | ||||
| -rw-r--r-- | old/7rns410.zip | bin | 0 -> 139692 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/8rns410.txt | 6605 | ||||
| -rw-r--r-- | old/8rns410.zip | bin | 0 -> 140009 bytes |
9 files changed, 19863 insertions, 0 deletions
diff --git a/.gitattributes b/.gitattributes new file mode 100644 index 0000000..6833f05 --- /dev/null +++ b/.gitattributes @@ -0,0 +1,3 @@ +* text=auto +*.txt text +*.md text diff --git a/8099-8.txt b/8099-8.txt new file mode 100644 index 0000000..3e340c0 --- /dev/null +++ b/8099-8.txt @@ -0,0 +1,6637 @@ +The Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen en door de binnenste +gedeelten van Guiana, by John Gabriel Stedman + +This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and most +other parts of the world at no cost and with almost no restrictions +whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of +the Project Gutenberg License included with this eBook or online at +www.gutenberg.org. If you are not located in the United States, you'll have +to check the laws of the country where you are located before using this ebook. + +Title: Reize naar Surinamen en door de binnenste gedeelten van Guiana + Deel 4 + +Author: John Gabriel Stedman + +Posting Date: September 26, 2014 [EBook #8099] +Release Date: May, 2005 +First Posted: July 16, 2003 + +Language: Dutch + +Character set encoding: ISO-8859-1 + +*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN, DEEL 4 *** + + + + +Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed +Proofreaders Team + + + + + + + + + + +REIZE NAAR SURINAMEN EN GUIANA. IV. + + + +REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA; + +DOOR DEN CAPITAIN JOHN GABRIËL STEDMAN. + +MET PLAATEN EN KAARTEN. + +NAAR HET ENGELSCH + +VIERDE DEEL. + +TE AMSTERDAM, BY +JOHANNES ALLART, +MDCCC. + + + +INHOUD DER HOOFTSTUKKEN. + +XXIX. HOOFTSTUK. + +Byzonderheden, betreffende den beruchten GRAMAN QUACY.--Beschryving +van eene Koffy-Plantagie.--Ontwerp tot verbetering van de Volkplanting +van Surinamen.--Verscheiden zoorten van visschen.--Nieuwe trek van +wreedheid.--Voorbeeld van menschlievendheid.--De krygsbende van den +Colonel FOURGEOUD wordt wederom ingescheept. + +XXX. HOOFTSTUK. + +De Schepen ligten het anker, en steken in Zee. Overtocht.--Het +Zee-paard.--De Noord-kaper.--De Haay.--De Zuiger-visch.--Het +Lootsmannetje.--De Bruinvisch.--Zee-orkaan.--De schepen landen in Texel +aan.--Ontscheping van het krygsvolk in de Stad 's Hertogenbosch.--Dood +van den Colonel FOURGEOUD.--Besluit. + + +AANHANGZEL. + +VOOR-BERICHT. + +EERSTE BRIEF. + +Van den aart der Landen, derzelver vruchtbaarheid en plaatselyke +ligging. + +TWEEDE BRIEF. + +Van de manier, om te arbeiden aan Dykagiën, uitwaterende Vaarten, +Sluizen en ander werk, het welk noodig is, om het Land ter bebouwing +gereed te maken. + +DERDE BRIEF. + +Van het planten en aankweeken van Koffy, en van de noodige +levensmiddelen tot onderhoud van de Planters; van het oogsten +en bewerken der Koffy; van de gebouwen, en verdere noodzakelyke +inrigtingen tot eene groote Koffy-Plantagie, volgens het gebruik der +Hollandsche Volkplantingen in Guiana. + +VIERDE BRIEF. + +Antwoord op de drie eerstgemelde Brieven, waar by de Fransche Ingezeten +de vraag omtrent de afschaffing der slavernye, in de Volkplantingen, +alwaar dezelve nog plaats heeft, opzettelyk behandelt: hy raadt om +deeze verandering, die noodzakelyk geworden is, te bevorderen; en +geeft de middelen aan de hand, om daar toe te geraken, zonder aan +den voorspoed der Volkplantingen nadeel toe te brengen. + + + +TWEEDE AANHANGZEL, + +OF + +BESCHRYVING DER VOLKPLANTING VAN CAYENNE. + +I. HOOFTSTUK. + +Aardrykskundige Beschryving van Fransch Guiana. + +II. HOOFTSTUK. + +Luchts-gesteldheid in Fransch Guiana. + +III. HOOFTSTUK. + +Geschiedkundige opgaave, betrekkelyk Fransch Guiana. + +IV. HOOFTSTUK. + +Bevolking van Fransch Guiana. + +V. HOOFTSTUK. + +Zeden en gewoonten der Indianen. + + +VI. HOOFTSTUK. + +Behandelingen, welken de Indianen in Fransch Guiana ondergaan +hebben.--Middelen om hun voor de Volkplanting nuttig te maken. + +VII. HOOFTSTUK. + +Hooge en laage landen.--Timmerhout.--Voortbrengzels van Fransch +Guiana. Levensmiddelen, tot de tafel dienende. + + + + +REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA. + + +NEGEN-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Byzonderheden, betreffende den beruchten GRAMAN QUACY.--Beschryving van +eene Koffy-Plantagie.--Ontwerp tot verbetering voor de Volkplanting +van Surinamen.--Verscheiden zoorten van visschen.--Nieuwe trek van +wreedheid.--Voorbeeld van menschlievendheid.--De krygsbende van den +Colonel FOURGEOUD wordt wederom ingescheept. + +Andermaal in de hoofdstad te rug gekomen zynde, en van de beleefdheid +van anderen geen misbruik willende maken, huurde ik een klein, maar +gemakkelyk huis, aan den waterkant gelegen, en alwaar wy byna zoo +gelukkig leefden, als op de Hoop. + +Het eerste bezoek, dat ik ontfing, was van den Capitain LEWIS, die +my berigtte, dat MACDONALD, die dankbaare matroos, van wien ik hier +boven gesproken heb, op zyne te rug reize, na eenen tocht van twaalf +dagen was overleden. Deeze brave jongen had den Capitain verzocht my +van zynent wegen te groeten, en my ter hand te stellen de schelp van +paarel d'amour, met zilver omzet, welke ik hem gegeven had. + +Een groot aantal Planters en Colonisten wenschten ons geluk met +onzen goeden uitslag tegen de muitelingen, De beruchte GRAMAN QUACY +vertoonde my ook den fraaijen rok, en gouden gedenkpenning, hem door +den Prins van Oranje geschonken. Deeze Africaan, want hy was van +de kust van Guinee geboortig, vond middel, om, door zyn inneemend +character en door zyne slimheid, zig niet alleen de vryheid, maar +zelfs een gemakkelyk leven, te bezorgen. + +Onder de slaven van het laagste zoort den naam van Lockoman, +of toovenaar, verkregen hebbende, werd 'er op de Plantagiën geene +misdaad gepleegd, of GRAMAN QUACY wierd geroepen, om den schuldigen +te ontdekken; het geen hy zeer dikwils deed, uit hoofde zyner +doorzichtigheid, geholpen door het vertrouwen, het welk de Negers +op zyne tooverstreeken stelden, en door het gezag, het welk hy op +hen verworven had. Dienvolgende kwam hy groote onheilen voor; en +tot belooning van zyne diensten, ontfing hy nu en dan aanzienlyke +geschenken. De bende Jagers, en, alle de vrye Negers, waren aan zynen +invloed onderworpen. Hy verkogt hun zyne obias of tooverbanden, om hen +onkwetsbaar te maken, en hun daar door alle vrees te benemen. Door +deeze kunstgreep had hy aan de Volkplanting grooten dienst gedaan, +en tevens goed zyn beurs gemaakt. De Negers baden hem als een God +aan. Het maken van zyne tooverbanden kostte hem weinig: zy bestonden +uit kleine steentjes, zeeschelpen, klein gehakt hair, vischgraaten, +vederen, enz. dit alles wel by elkander gebonden, en een pakje +uitmakende, wierd met een catoen lint om den hals gehangen, of aan +eenig ander gedeelte van het lichaam geplaatst. Hy had, in 't jaar +1730, het geluk, om eenen geneeskrachtigen wortel te ontdekken, die +naar hem Quassie- of Quacy-hout genoemd wierd. [1] Schoon dezelve +thans in Engeland minder beroemd is, dan voor deezen, beschouwt men +dien echter als een zeer krachtig middel tot versterking van de maag, +en herstelling van eetlust. Behalven deeze eigenschap, levert dezelve +ook een krachtig middel tegen de koorts op. + +De heer D'AHLBERG, dien ik reeds in het verhaal van deeze reize +genoemd heb, maakte, in 't jaar 1761, het Quasie-hout aan den beroemden +LINNÆUS bekend, en deeze Zweedsche Natuurkenner heeft naderhand eene +verhandeling over deeze plant geschreven. Door middel van deeze +gewichtige ontdekking, zoude QUACY groote rykdommen hebben kunnen +verzamelen, zoo hy zig niet aan een liederlyk leven en verkwistingen +had overgegeven, waar van de gevolgen zwaare ziekten waren, en +inzonderheid de melaatsheid, die, zoo als ik reeds gezegd heb, +volstrekt ongeneeslyk is. Hy moet niettemin eenen hoogen ouderdom +bereikt hebben, schoon hy den juisten tyd van zyne geboorte niet wist, +maar hy was dikwils gewoon te verhaalen, dat hy als trommelslager +diende, en op de Plantagie van zynen meester alarm sloeg, toen de +Fransche Admiraal, JACQUES CASSARD, in 't jaar 1712, de Surinaamsche +Volkplanting onder schatting stelde. + +Het Portrait van deezen buitengewoonen man, met zynen gryzen kop, +en zyn scharlaken en blaauwen rok, met goud omboord, afgereekend +hebbende, biede ik het zelve den lezer aan. + +Zelfs in de week van myne te rug komst op Paramaribo, ondervonden +wy nieuwe bewyzen van de goede uitwerkingen, welken de tooverbanden +van GRAMAN QUACY te weeg bragten. Een Capitain der Jagers, HANNIBAL +genaamd, bragt aldaar twee handen van twee oproerige Negers, die hy +ontmoet, en zelf gedood had. Eene van die handen was afgehouwen aan +den Neger CUPIDO, in 't jaar 1774, gevangen genomen door den Colonel +FOURGEOUD, die hem in de bosschen agter aan voerde, tot dat het aan +deezen Neger, in weêrwil van de ketenen, waar aan hy geboeid was, +gelukte te ontsnappen. + +Myne vrienden een bezoek gevende, ging ik den heer ANDREAS REYNSDORP +zien, die my een liskoord en een knoop van een hoed, met diamanten, +toonde, die hem twee honderd guinies gekost hadden.--Zoo groot is de +weelde in Surinamen. Deeze pracht was nog verre beneden die van den +heer D'AHLBERG die behalven eene goude snuifdoos, met edele gesteenten +omzet, en hebbende de waarde van 600 ponden sterlings, my twee stukjes +zilver geld vertoonde, met goude randen, en met diamanten omzet, met +dit opschrift: Soli Deo gloria, fortuna beatum &c. My niet hebbende +kunnen wederhouden, om hem myne verwondering te kennen te geven, dat +hy zoo byzonder veel werk maakte van twee zulke ligte stukjes, gaf hy +my ten antwoord, dat dit al het gereed geld was, het welk hy bezat, +toen hy uit zyn vaderland, Zweden, in deeze Volkplanting kwam.--Werkte +gy? zeide ik hem.--Neen.--Vroeg gy om een aalmoes?--Neen.--Gy hebt +evenwel niet gestolen?--Neen; maar, onder ons, ik gedroeg my als een +geestdryver; het geen nu en dan zeer noodzakelyk is, en de drie andere +kostwinningen overtreft. Ik zal nog een voorbeeld bybrengen van de +buitensporigheid van zommige inwooners deezer Volkplanting. Twee van +hun geschil hebbende over een koets, die zeer cierlyk gebeeldhouwd en +zeer kostbaar was, zynde kortlings uit Holland aangekomen, moest men +zyne toevlucht nemen tot de rechtbank, om te weten, aan wien dezelve +toebehoorde; en geduurende den tyd, dat het twistgeding duurde, bleef +het rydtuig in de open lucht staan, en verloor al deszelfs waarde. + +Den 10den February, wanneer de meeste onzer Officieren te Paramaribo +te rug gekomen waren, gaf de Colonel hun, in het hoofd-kwartier, +een zoo genaamd festyn. Met de vreugde op het aangezicht geschilderd, +gaf hy ons kennis, dat hy zynen tocht ten einde gebragt had. Zonder +veel bloed te vergieten, had hy zyn oogmerk volmaakt bereikt, door +één-en-twintig gehuchten of dorpen te vernielen, en twee honderd +velden te verwoesten, waar op allerleije zoorten van planten groeiden, +van welken het bestaan der muitelingen afhing. Hy bevestigde ons ook +de tyding, dat zy byna allen de Rivier Maroni waren overgetrokken, +en zig in de Fransche Volkplanting van Caijenne hadden nedergezet, +alwaar men hun niet alleen eene schuilplaats verleende, maar zelfs +alles verschafte, wat zy benoodigd hadden. Wy wenschten hem van +goeder harten geluk, en wy dronken driewerf den voorspoed van de +Surinaamsche Volkplanting, welkers toekomende veiligheid afhing van +het nieuw cordon, of van den verschansten weg, die door het krygsvolk +der Sociëteit en de Neger-jagers verdedigd wierd. + +De Colonel FOURGEOUD, en zyne krygsbende, worden, in het werk +van Dr. FERMIN, twee malen aangehaald als de redders deezer +Volkplanting. De Abt RAYNAL spreekt 'er ook met zeer veel roem +van, en zyne loftuitingen zyn met de rechtvaardigheid en waarheid +overëenkomstig. Eene zaak is 'er, die den Colonel onëindig veel +eere aandeed, namelyk dat, hoe zeer hy zyne soldaten op geenerhande +wyze spaarde, hy nimmer eenen gevangen muiteling in koelen bloede +deed ombrengen; ja zelfs, wanneer het hem mogelyk was, ontweek hy om +denzelven in handen van den Rechter over te leveren. Hy wist, dat zyn +plicht medebragt de muitelingen te verjagen; maar hy wist ook tevens, +dat geweldadige en onmenschelyke mishandelingen hen tot muiterye hadden +doen overslaan. Ik zelf, die, in de drie eerste jaaren, door hem op +eene ongepaste manier vervolgd wierd, moet tot zynen roem verklaren, +dat hy onvermoeid in den dienst was, en dat hy, in weerwil van eenige +gebreken, een uitmuntend Officier was. + +De Bevelhebber melde ons bovendien, dat twee schepen, die met +krygsbehoeften voor ons geladen waren, op de reede van Texel waren +gestrand; maar dat men een gedeelte van hunne lading geborgen had, +en in twee andere schepen overgeladen, die in de Rivier Surinamen +aankwamen. + +Ik stond toen in zulk eene blakende gunst by den Colonel, dat hy my +zelfs tot zynen vertrouweling nam. Ik wist daar door zyn voornemen, +om het nieuwlings ontscheepte krygsvolk nog verscheiden maanden +na ons vertrek in 't veld gelegerd te houden, welke ongemakken zy +'er ook door lyden mogten. Hy noemde my vervolgens de Officiers, +welken hy, na zyne aankomst in Holland, wilde tegenwerken, als mede +welken hy door zyne aanbeveeling wilde doen bevorderen; maar ik nam de +vryheid hem hier in de reden te vallen, en op myne eer te verklaren, +dat de eerstgemelde door my weten zouden het gevaar, dat hun over 't +hoofd hing, zoo hy 'er by bleef, om zulk een onrechtvaardig ontwerp +ter uitvoer te brengen. Deeze verklaring bragt ten minsten die goede +uitwerking te weeg, dat het gesprek van zulk een onäangenaam voorwerp +wierd afgeleid. Ik verzogt hem vervolgens, "dat hy zig de noodlottige +gesteltenis herïnneren zoude, waar in dit zelfde volk zig bevond +aan de Cassipory-Kreek, terwyl hun Heelmeester goude horologiën, en +diamanten ringen overwon, met het genezen van de ingebeelde ziekten +der aanzienlyke lieden op Paramaribo". Hy antwoordde my: Gy zyt een +braave jongen; en beloofde 'er aan te zullen gedachtig zyn. + +Ik wierd toen door Capitain MACNEYL genoodigd, om eenige dagen op +zyne Koffy-Plantagie te gaan doorbrengen; maar, hoe zeer ik deeze +uitnoodiging niet konde aanneemen, zal ik my echter van deeze +gelegenheid bedienen, om de nuttige plant, Koffyboom genaamd, te +beschryven, die, niet oorsprongelyk uit Guiana herkomstig zynde, +zoo men zegt, door den Graaf DE NEALE te Surinamen gebragt wierdt, +schoon zommige Schryvers daar van de eer geven aan zekeren zilversmit, +HANSBACH genaamd. + +De Koffy-boon [2] koomt voort van den Koffy-boom, welke eene bevallige +gedaante heeft, en die men niet hooger laat groeijen, dan tot een mans +hoogte, om de vrucht des te gemakkelyker te kunnen plukken. De schors +van deezen boom heeft eene helder bruine kleur; en zyne bladeren, +zynde altyd groen, glad, glinsterend en hoog gekleurd var boven, +bleek van onderen, uitgesneden, maar zonder getand te zyn, aan de +beide einden puntig, aan de buitenkant stomp, drie of vier duimen +lang, en omtrent twee breed, zitten aan zeer korte steelen, en eene +uitspringende kant verdeelt dezelve benedenwaarts in twee gelyke +deelen. De boom is 'er geheel mede bedekt, en zyne takken spruiten op +eenen kleinen afstand van den grond uit. Deszelfs beziën zyn eirond, +in 't begin groen, en langzamerhand van kleur veranderende tot dat +zy ryp zyn, wanneer zy eene heldere roode kleur vertoonen, even als +de kerssen. Het vleesch van elk deezer beziën, hebbende eenen vry +aangenaamen zoetächtigen smaak, eene speceryen geur, en eene bleeke +kleur, omgeeft twee nootedoppen, die dicht aan elkander zitten, en +elk eene halve boon of zaad bevatten van een kraakbeenigen aart, eene +bleeke of geelächtige groene kleur, eyrond, aan de eene zyde bolrond, +aan de andere plat, en aldaar over deszelfs geheele lengte met eene +zeer diepe groeve doorsneden. Men zegt, dat één Koffy-boom drie of +vier ponden koffy by elken oogst kan opleveren; en even als andere +plantgewassen van dit Land geeft dezelve twee malen 's jaars vruchten. + +De gebouwen op eene Koffy-Plantagie, bestaan in het huis van den +Planter, het welk men, om de aangenaamheid, doorgaans aan den +oever van eenige Rivier plaatst; en dicht daarby, gemakshalven, de +woning van den opzichter, van den boekhouder, de magazynen, en kleine +bergplaatsen. De verdere gebouwen, tot de bewerking geschikt, zyn eene +wooning voor den timmerman, een timmerwerf, een zoort van schuur om het +vaartuig in te bergen, twee koffy-huizen, het één, om de boon van het +verdere gedeelte der vrucht af te scheiden, en het ander, om dezelve +te laten droogen. Het overige bestaat in woningen voor de Negers, +in een hospitaal, een beestenstal, en magazynen. Het geheel heeft het +voorkomen van een klein gehucht. Het koffy-huis alleen kost zomtyds +vyf duizend ponden sterling, en zelfs meer. Maar om een volkomener +denkbeeld van het geheel te geven, verwyze ik den lezer naar de daar +van door my gemaakte afteekening. Hy zal op dezelve zien de plaats der +gebouwen, de velden in hunnen vollen groei, de paden, de grachten, +de Huizen, alles behoorlyk onderscheiden. Eene dergelyke Plantagie, +op die wyze gerangschikt, vereenigt in zig aangenaamheid, gemak, en +veiligheid: aangenaamheid, om dat zy volmaakt regelmatig is; gemak, +om dat alles aldaar onder het bereik en het oog van den Planter verrigt +wordt; veiligheid, om dat zy door eene zeer breede gracht omringd is, +waar in het water uit de Rivier loopt, en waar over een valbrug legt, +die des nachts wordt opgehaald, en alle gemeenschap van buiten afsnydt. + +De landen, tot bebouwing geschikt, zyn in groote vierkante vakken +verdeeld, waarop doorgaans twee duizend fraaije koffy-boomen staan, die +op den afstand van tien voeten van elkander geplant zyn. Deeze boomen, +die op de drie jaaren vruchten beginnen te dragen, hebben op de zes +jaaren hunnen volkomen wasdom bereikt, en worden dertig jaaren oud. In +plaats van de boomen, die sterven, plant men jonge loten, die uit eene +kweekery gehaald worden, zynde een zeer wezentlyk gedeelte, waar aan +eene Plantagie nimmer gebrek moet hebben. Ik heb reeds opgemerkt, +dat men twee maalen's jaars oogsten kan: de eerste heeft plaats op +het einde van de maand Juny, de andere op het einde van November. + +Het is in dit oogenblik niet onäangenaam, Negers van allerleijen +ouderdom, deeze beziën van eene helder roode kleur te zien plukken; +en terwyl de meer bejaarden hunne taak afwerken, vermaken zig de +jongere, die reeds dezelve geeindigd hebhen, met onder een aangenaam +groen te stoeijen. + +Zy verschynen vervolgens allen voor den Opzichter, die de geenen, wier +manden niet vol genoeg zyn, doet zweepen, welke reden van verschooning +zy ook mogen bybrengen. Dit gedaan zynde, worden de vruchten in de +schuur gebragt, en de slaven keeren naar hunne woningen te rug. Om het +vleesch der vrucht van de boonen af te scheiden, worden de vruchten +in een molen, die daar toe gemaakt is, gewreven; vervolgens worden de +boonen in water geworpen, waar in zy een nacht blyven; men spreidt ze +als dan uit op een zoort van dorschvloer, gemaakt in de open lucht, +en met platte steenen, om daar op de boonen te laten droogen. Deeze +bewerking afgeloopen zynde, begint men wederom eene andere, byna van +gelyken aart, daar in bestaande, dat men de boonen op den vloer van +eene zolder uitspreidt. Aldaar dampen zy uit, en droogen inwendig, en +men draagt zorg om ze dagelyks met houten schoppen om te roeren. Om +de drooging volkomen te doen zyn, werpt men deeze zelfde boonen in +kuipen, die op rollen loopen, en men draagt zorg, dat ze niet door +den regen nat worden. Men wryft ze vervolgens in houten mortieren, om +de schil of het vlies, waar mede de boonen in de vrucht aan elkander +vast zitten, van één te scheiden. De Negers doen dit werk op de maat, +onder een algemeen gezang. + +Eenige Koffy-Plantagiën in Surinamen brengen jaarlyks meer dan +150,000 ponden gewicht voort; en, gelyk ik reeds heb opgemerkt, het +jaar voor onze komst, voerde men, alleen naar Amsterdam, 12,267,134 +ponden van dit aangelegen voortbrengzel uit, waar van de prys van +zeven tot agtien stuivers verschilde, maar die, midden door gerekend, +eene somme van 400,000 ponden Sterling opbrengen, zonder daar nog by +te rekenen het geen naar Rotterdam en Zeeland verzonden wierd. + +Dit is genoegzaam tot betoog, dat het aankweken der koffy allen +aandacht van de Planters verdient. Ten aanzien van derzelver +hoedanigheden is het onnoodig den lezer te onderhouden. + +Met deeze beschryving zal ik de waarnemingen eindigen, door my omtrent +de voortbrengzels van het Planten-ryk in deeze Volkplanting gemaakt, +naar mate dezelve zig aan my aanboden. Ik zal 'er echter byvoegen, +dat de verscheidenheid en buitengewoone eigenschappen der boomen, +planten, wortelen, enz. in dit Land, van dien aart zyn, dat zelfs de +oudste inwooners dezelven niet volkomen kunnen kennen. + +Het is eenige jaaren geleden, dat de Graaf GENTILLY, een kundig man, +met verscheiden Indianen de woestenyen van Guiana doorreisde. Hy +had een aantal aanmerkingen verzameld, waar uit de Kruidkunde groote +voordeelen stond te trekken, toen hy door eene kwaadäartige koorts +wierd aangetast, die hem in het midden zyner zoo gewichtige als +nuttige werkzaamheden in het graf sleepte. + +Na alzoo myne berichten nopens de verschillende voortbrengzels deezer +Volkplanting, voornanamelyk catoen, suiker, cacao, indigo en koffy, +geëindigd te hebben; na herhaald te hebben, dat de onderscheidene +boomen, heesters, planten, wortels, gommen, en welriekende dingen, +welken men aldaar ontmoet, uittermaten talryk zyn, en allen van +eene uitmuntende hoedanigheid, is my thans nog overig de belofte te +vervullen, door my gedaan, om aan het oordeel van het publiek eenige +aanmerkingen te onderwerpen, waar van de gevolgen, wanneer ze beöeffend +werden, een onëindig nut aan alle de West-Indische Volkplantingen +zouden aanbrengen, en haar groote rykdommen verschaffen, tevens het +geluk der slaven bevorderende, zonder dat men noodig zoude hebben +tot den handel op de kust van Guinée zyn toevlucht te nemen, om het +dagelyks verlies der Negers te herstellen. Maar het is noodzakelyk +voor af de manier aan te wyzen, op welke zy gerangschikt en behandeld +worden, overëenkomstig de byzondere gewoonte van deeze Volkplanting; +ik zal vervolgens opgeven, hoe zy, niet alleen volgens de wetten der +menschelykheid, maar ook volgens die van het gezond verstand behooren +te zyn. + +Ik heb reeds doen opmerken, dat 'er 75,000 slaven van allerleije +benamingen in Surinamen zyn. Om een getal te hebben, het welk zig +gemakkelyker laat verdeelen, zullen wy het stellen op 80,000, en, +daar de Plantagiën een getal van 800 beloopen, veronderstellen, +dat elke Plantagie 100 slaven heeft, (schoon verscheiden derzelven +'er niet meer dan 24, en andere wederom 400 hebben,) dus zullen +wy het getal van 80,000 vinden. De volgende staat of tafel wyst de +onderscheidene diensten of werkzaamheden aan, waar toe zy gebruikt +worden. De eerste reije bevat het getal der slaven van alle ambachten, +die tot elke Plantagie behooren; de tweede, de by elkander gerekende +getallen over alle de Plantagiën. + +Staat der Negers, zoo mannen als vrouwen, tot ééne Plantagie +behoorende, volgens derzelver onderscheidene diensten. + + + Op één Op 800 + Plantagie. Plantagiën. + +Vier mannen tot huisselyken dienst. 4 3,200 +Vier vrouwen, dito 4 3,200 +Een kok voor den Planter, +Opzichter, enz. 1 800 +Een jager 1 800 +Een visscher 1 800 +Een tuinman voor de bloem- en +moestuin 1 800 +Een Neger, die belast is met het +weiden van paarden en ossen 1 800 +Een om de geiten te weiden 1 800 +Een tot het weiden van de varkens 1 800 +Een Neger, wiens post is aan het +gevogelte eeten te geven 1 800 +Timmerlieden, om wooningen, +vaartuigen, enz. te bouwen 6 4,800 +Kuipers, om het vaatwerk te maken +en te herstellen 2 1,600 +Een metzelaar, om de steene +grondvesten te bouwen en te +herstellen. 1 800 +Negers, die eenig handwerk +oeffenen, en andere, die alleen +tot pronk dienen, wonende op +Paramaribo 15 12,000 +Een Neger, den post van +Heelmeester waarnemende 1 800 +Zieken en ongeneeslyken 10 8,000 +Eene minne voor de kinderen, die +door hunne moeders niet gezoogd +kunnen worden 1 800 +Zeer jonge kinderen, die nog geen +arbeid kunnen doen 16 12,800 +Negers, die te oud zyn om te werken 7 5,600 +Negers, alleenlyk geschikt om op +het Land te arbeiden 25 20,000 + --- ------- +Het geheele getal der slaven 100 80,000 + + +Uit deezen Staat kan men zien, dat het getal der slaven, die +verwezen zyn om den geheelen last van den arbeid op het veld te +dragen, slechts een vierde bedraagt van de gezamentlyke Negers +der Volkplanting; en deeze zyn het voornamelyk, die vroegtydig +sterven. Is het dus niet klaar, dat indien men tot den zelfden arbeid, +met zoo veel gestrengheid, de vyftig duizend slaven gebruikte, die +daar toe bruikbaar zyn, het getal der dooden, jaarlyks op vyf van +'t honderd beloopende, ten minsten tot twaalf vermeerderen zoude, +en deeze bevolking, in een weinig meer dan agt jaaren tyds, volkomen +vernielen zoude. + +Na getoond te hebben, hoe de slaven verdeeld worden, moet ik kortelyk +opmerken, dat zoo al dertig duizend van dezelven met meerder gemak +leven, dan het gemeene volk in Engeland; en andere dertig duizend +een ledig leven leiden, of ten minsten een leven, het welk tot in +standhouding der Plantagiën van geen nut is; de twintig duizend, die +dan nog overig zyn, over 't algemeen onder de ellendigste schepzels, +die op aarde woonen, gerangschikt kunnen worden. Men geeft hun +naauwlyks te eeten, men put hen uit door vermoeijing, men mishandelt +hen, men ryt hen door wreede straffen van één, zonder te gedogen, +dat zy hunne vorderingen en klachten laten hooren, zonder dat men naar +hunne verdediging begeert te luisteren, zonder dat men hun by eenige +gelegenheid het minste recht laat wedervaren; en op die wyze kan men +hen als levendig dood beschouwen, dewyl zy geene der voorrechten van +de menschelyke maatschappy genieten. + +Ik moet aan ieder mensch van gezond verstand vragen, of eene dusdanige +verdeeling niet strydig is met het waar belang der eigenaars, +terwyl dezelve door een verstandiger bestuur hunne rykdommen zouden +vermeerderen, en het leven van hunne slaven zoo zeer niet verkorten? + +Indien de onbedachtzaame inwooners deezer Volkplanting hunne weelde, +ik zal niet zeggen 'er van afzien, maar matigen wilden, zouden ten +minsten twintig duizend Negers by het getal der arbeidende gevoegd +worden, het geen door aan de lediggangers werk te verschaffen, +de anderen onëindig ontlasten zoude, en (mits zy allen met minder +wreedheid behandeld werden,) het zoort van sterfte zoude doen ophouden, +die zoo algemeen het lot der eerstgemelden is. + +Maar de hervorming moet begonnen worden met menschen, wier gedrag +ten voorbeelde strekken kan. Het is noodig, dat zy, wien het +uitvoerend gedeelte van het bestuur wordt toebetrouwd, geen belang +hebben, om de oogen te sluiten voor buitensporigheden, die by de +wetten verboden zyn: het is noodig, dat nimmer de Gouverneur, en +Regeeringen der Volkplanting, eigenaars zyn van een grooter getal +slaven, dan, overëenkomstig hunnen rang, tot den huisselyken dienst +by hun noodzakelyk is; want ik heb meer dan eens gezien, dat zy, +die de wetten maakten, of met derzelver uitvoering belast wierden, +de eerste waren, die dezelven overtraden, het zy door de Negers +te dwingen, om des zondags te werken, het zy door zig aan alle de +geweldadigheid hunner driften over te geven. + +Het is derhalven van aanbelang, dat de Gouverneur en de voornaamste +lieden der Regeering uit Europa gezonden worden; dat zy met de gaven +der fortuin, en de voordeelen van eene goede opvoeding begunstigd +zyn, maar bovendien, dat zy eenen edelmoedigen en standvastigen geest +hebben; dat zy onvatbaar zyn voor omkooping, en zig door den glans +van het goud niet laten verblinden; dat zy eindelyk met gevoelens +van eer en menschelykheid bezield zyn; dat het volk, aan het welk zy +eenen zoo wezentlyken dienst doen, dat de Volkplanting, welke zy zoo +kragtdadig beschermen, hun op eene edelmoedige wyze beloone; maar dat +hunne bezoldingen vast bepaald zyn, en niet van het zweet en bloed +dier ongelukkige Africaanen afhangen; dat deeze zelfde Regeeringen +wetten maken, waar by de arbeid der Negers bepaald wordt; dat deeze +door andere beschermende wetten gevolgd worden, die niet gedogen, +dat deeze ongelukkige slaven gefolterd, van één gereten, vermoord +worden, of dat men hun al het geen den mensch lief is, hunne kinderen +en vrouwen, onbeschaamdelyk ontroove; dat men hun behoorlyk voedzel +geeft, en hun in hunne ziekten laat oppassen; maar voornamelyk, dat +men hun recht laat wedervaren, dat men hen hoort, en hun toestaat, +om de buitensporigheden, waar over zy zig beklagen, door getuigen te +bewyzen, van welke kleur dezelve ook zyn mogen; dat men hun zelfs +een voorrecht laat genieten, het geen voor ons zoo dierbaar is, +om gevonnisd te worden door onäfhangelyke en onpartydige Rechters, +uit hunne landgenooten gekozen. Indien gy eindelyk wilt, dat zy als +menschen handelen en arbeiden, behandel hen dan op dien voet. + +Wanneer dusdanige wetten aangenomen en ter uitvoer gebragt werden, +durve ik verzekeren, dat de Europeesche volken onëindige voordeelen +van hunne Volkplantingen trekken zouden.--De Planters zouden ryk, en +hunne Opzichters ordentelyke lieden worden; de slavernye zoude dan meer +in naam, dan in de daad zyn; de Negers zouden hunne taak met vermaak +afwerken; de bevolking zoude vermeerderen, en de vervloekte handel op +de kust van Guinée zoude vernietigd worden. De eigenaars zouden hunne +slaven als hunne kinderen beschouwen, en als de zoodanigen, van welken +de vergrooting van hun fortuin afhangt; de slaven zouden van hunnen +kant den dag zegenen, dat hunne vooröuders in America zyn aangeland. + +Den 16den, by zyne Excellentie den Gouverneur ter maaltyd genoodigd +zynde, liet ik hem zien de verzameling van myne teekeningen en +aanmerkingen, die ik rakende de Volkplanting van Surinamen gemaakt had; +hy wilde dezelvcn wel met zyne goedkeuring verëeren. Ik betuigde hem +myne dank-erkentenis, niet alleen voor alle de geschikte gelegenheden, +welken hy my bezorgd had, om dien arbeid aan te vullen, maar ook voor +het allervriendelykst onthaal, het welk ik, geduurende myn verblyf +in Guiana, van hem genoten had. + +Door de herhaalde betuigingen van zyne vriendschap aangemoedigd, +dorst ik, twee dagen daar na, hem een zeer buitengewoon verzoekschrift +aanbieden, het welk ik hem verzogt aan den Raad voor te dragen, zoo +als hy my ook al glimlagchende, en my de hand drukkende, beloofde. Zie +hier het zelve: + +Ik verbinde myn woord van eer, het eenigste goed, het welk ik, behalven +myne soldye, bezit, tot borge, dat, indien de Raad myn voorig verzoek +tot vrymaking van mynen geliefden zoon JOHNNY STEDMAN toestaat, +dit kind nooit ten lasten der Volkplanting van Surinamen komen zal. + + (Getekend) + +Paramaribo, +den 18. February J. G. STEDMAN. +1777. + + +Daar mede alles, wat van my af hing, gedaan hebbende, wagte ik eenige +dagen met angst, maar zonder hoop, het antwoord op myn verzoek af; +en ingevalle hetzelve ongunstig uitviel, zag ik my genoodzaakt mynen +zoon voor altyd te verlaten, of hem naar Europa mede te nemen, waar +door ik den dolk in het hart van zyne moeder gestoken zoude hebben. + +Terwyl ik aan deeze zorgelyke onzekerheid ten prooije stond, +wierden de Transport-schepen tot ons vertrek gereed gemaakt, en ik +was onder het getal der geenen, die belast waren dezelven van eenen +genoegzamen voorraad van hout te doen voorzien. De Officiers ontfingen +de agterstallige soldye, die men hun verschuldigd was; en dertien +soldaten verkregen hun pasport, van oogmerk zynde te Paramaribo te +blyven. De bekwaame Colonel betaalde ons andermaal in papier. De +Regeering had ons bovendien eenige honderde guldens toegestaan, om +ons schadeloos te stellen wegens de betaling van onderscheiden lasten, +maar men deed 'er nooit rekening van, of liever het was ons verboden om +'er van te spreken. + +Den eersten Maart, bragt een Sergeant, uit het leger aan de +Cassipory-Kreek, alwaar het nieuwe krygsvolk geposteerd lag, +aangekomen, bericht, dat de soldaten aldaar in grooten getale stierven, +en verhaalde, dat zeker soldaat, die den 10den February verdwaald was +geraakt, na verloop van zes-en-twintig dagen was te regt gekomen; dat +hy de eerste negen dagen van eenige ponden scheeps-bisschuit geleefd +had, en dat hy de zeventien andere dagen het leven alleen met water +behouden had; dat hy zyne stem geheel en al had verloren, en dat hy, +in de volste kragt van 't woord, slechts een geraamte vertoonde; maar +dat de zorge, voor hem genomen, hoop gaf, dat hy het leven behouden +zoude. Indien iemand weigert de mogelykheid van zulk een buitengewoon +geval te gelooven, laat hy dan lezen een echten brief van den heer +GODIN aan den heer DE LA CONDAMINE, waar in hy het tafereel schetst +van het verschrikkelyk lyden, het welk zyne vrouw onderging, by het +doortrekken der bosschen van Zuid-America, om zig van Rio-hamba naar +Laguna te begeven, in de maand October 1769. Hy zal daar uit kunnen +zien, hoe eene vrouw van een teeder gestel, na door de Indiaanen, die +haar tot leidslieden dienden, verlaten te zyn geworden; na haare beide +broeders, die onder den last van zoo veele vermoeyingen en ellende +bezweken, verloren te hebben; tien dagen lang het leven behield, in een +wild bosch, zonder eeten of drinken, onbewust, waar zy zig bevond, en +door tygers, slangen en allerleije zoorten van gevaaren omringd. Laat +men het omstandig verhaal van al het lyden deezer vrouw lezen, en +men zal aan het verhaal omtrent deezen soldaat niet meer twyffelen. + +Ik heb in de daad nu en dan gebeurtenissen overgeslagen, die men, +om haare vreemdheid, zoude hebben kunnen denken aan het wonderdadige +zeer naby te komen; maar wanneer men van de bosschcn van dit gedeelte +van America spreekt, is het nutteloos zyne toevlucht tot verdichtsels, +of zelfs tot de minste vergrooting te nemen, om den lezer te verbaazen. + +Zoude men by voorbeeld gelooven, dat tachtig soldaten een zwaar +bosch doortrekkende, de een na den ander een zoort van hoogte +beklommen, welke zy op hunnen weg ontmoetten, en voor een grooten ter +nedergevallen boom aanzagen, maar vervolgens onder hunne voeten voelden +beweegen, en die niet minder was, dan eene zeer groote Aboma-Slang, +welken de Colonel FOURGEOUD bevond dertig of veertig voeten lang te +zyn? en met dit al, het gebeurde is met de waarheid overeenkomstig. + +Ik beroep my op een ander geval van gelyken aart; van eenen +achtenswaardigen grysaart, FRANCIS ROWE van Philadelphia, die my +verhaalde, dat hy aan één van zyne vrienden een bezoek zynde gaan +geven, zyn paard eensklaps stil stond, verschrikt zynde door een +zeer grooten ratelslang, die het voorbygaan belette. ROWE, die +van het gewaand vermogen, aan dit zoort van dieren toegeschreven, +had hooren spreken, en daar aan geloofde, steeg van zyn paard af, +om het zelve te doen omkeeren; maar de slang, zig intusschen in +malkander gekronkeld hebbende, liet het verschrikkelyk geluid van +zyne staart hooren, en keek hem met zulke vuurige oogen aan, dat +deeze onbeweeglyk op den grond bleef staan, en een koud zweet hem +van het hoofd tot de voeten afliep; "met dit al, dus vervolgde ROWE, +myne tegenwoordigheid van geest niet verloren hebde, wierd de vrees +door mynen moed spoedig overwonnen; ik naderde het monster, en met +eenen slag sloeg ik het de herssens in". + +Den 3den Maart, ging myn vriend DE GRAAF naar het Eyland St. Eustatius, +alwaar zyn broeder Gouverneur was, te scheep, om zig van daar +naar Holland te begeven. Tot myn groot genoegen nam hy HENDRIK, den +jongsten broeder van JOANNA, met zig, en bezorgde hem vervolgens zyne +vryheid. Ik zakte met hun de Rivier af, tot aan Kaap Braam, alwaar ik +hun eene goede reize wenschte. My vervolgens in een visschers vaartuig +naar 't strand begevende, bekroop my de lust, om in den Atlantischen +Oceaan te gaan zwemmen. + +In dit zelfde vaartuig zag ik eene groote meenigte visschen, waar onder +de zulken gevonden wierden, van welken ik nog niet gesproken heb, +als daar zyn de Geel-rug, de Wipi en de Waracou. De eerste ontleent +zyn naam naar zyne kleur, volmaakt gelykende naar die van een limoen, +maar zyn buik is wit. Hy is twee of drie voeten lang. Zyn kop is zeer +breed, en van twee lange knevels voorzien. Zyn lyf is dun en zonder +schubben. Het vleesch van deezen visch is smakeloos en droog. De +twee andere zyn zeer klein: de één gelykt naar een zweep; de ander, +die lekker om te eeten is, heeft voor 't overige niets, het welk eene +byzondere beschryving verdient. + +Den 8sten Maart vierden wy in het hoofd-kwartier den verjaardag van +den Prins van Orange. Na den maaltyd vernemende, dat de Capitain VAN +GUERICK, Adjudant van den Colonel FOURGEOUD, den Capitain BOLTS te +onrecht laakte, uit hoofde zyner aanbeveeling van een jong vrywilliger, +een mensch van een uitmuntend character, maar die weinige vrienden tot +zyne voorspraak had, ging ik in den kring, die hen omringde, en deed +vry ernstige verwytingen aan den Adjudant, zelfs in tegenwoordigheid +van den Colonel, het geen een geschil veröorzaakte, waar van het +gevolg was eene uitdaging tegen des anderen daags morgens by het +opkomen van de zon. Wy bevonden 'er ons beiden op den bepaalden tyd, +en gingen zonder medehelpers ter zyde af in de Savane, alwaar wy, met +den degen in de vuist, eenige vrugtelooze aanvallen deeden, waar na, +den degen van den Capitain in tweën gebroken zynde tegen het gevest +van den mynen, die byna door en door was gestoken, hy geheel in myne +macht was. Ik wilde van dit voordeel geen gebruik maken, en bood hem +aan, om het gevecht op nieuw te beginnen, met nieuwe wapenen: maar +hy vond dit voorstel zoo edelmoedig, dat hy, my by de hand vattende, +my verzocht hem myne vriendschap wederom te geven. Wy erkenden toen, +dat wy beiden al te driftig geweest waren, en gingen oogenblikkelyk +een bezoek geven aan den Capitain BOLTS, die niets van onze wandeling +van des morgens wist. Hy verzoende zig, schoon met moeite, met den +Adjudant, en de geheele zaak wierd op die manier bygelegd. + +Den 10den, bragt ik het grootste gedeelte van den dag by den Gouverneur +door; des avonds ging ik aan boord, om de toebereidzels onzer reize +te bezichtigen. Ik vond onze goederen zoodanig door muizen en rotten +beschadigd, dat ik wel zes katten noodig had, om die dieren uit te +roeijen. De katten zyn, uit hoofde van de warmte der luchtstreek, zoo +levendig en zoo talryk niet in Surinamen, als in Europa; ik merkte +ook op, dat zy kleiner en magerer zyn, en dat zy zeer spitse ooren +en bek hebben. + +Den 11den, zag ik met de grootste smart en verwondering de jonge +Juffrouw JETTY DELAMARE, dochter van wylen den heer DELAMARRE, een +fraai Mulatten meisjen, ten hoogsten veertien jaaren oud, die in den +Christelyken Godsdienst onderwezen was, en eene volmaakte opvoeding +genoten had, in ketenen geboeid, gelyk ook haare moeder, en eenigen +van derzelver naastbestaanden, en door een wacht van soldaten voor den +Raad gebragt wordende. Dit jong ongelukkig meisjen my herkend hebbende, +riep my, en zeide my, bitterlyk schreiende: "dat de eigenaar, aan wien +haare moeder toebehoorde, SCHOUTEN genaamd, haar voor de Rechtbank +deed brengen, om dat zy weigerde het werk van eene gewoone slavin +te verrigten, vermits zy buiten staat was zulks te doen, en ook, +volgens de opvoeding, welke zy ontfangen had, tot op dit akelig +oogenblik daar op nimmer had gerekend". + +De wetten van dit Land noodzaakten haar, niet alleen om zig aan dit +ellendig lot te onderwerpen, maar zy veröordeelden haar bovendien, +als mede haare moeder, en die geenen van haare naastbestaanden, +welken men verdagt hield, dat haar in de vordering van haare vryheid +zouden begunstigen, om in het geheim de straf te ontfangen, die voor +de slaven geschikt was; en zonder de menschlievendheid van den Fiskaal +WICHERS zoude dit verschrikkelyk vonnis zekerlyk ter uitvoer gebragt +zyn geworden. + +Zie daar, welke de gevolgen waren van de weinige zorge, die DELAMARE +had aangewend, om aan zyne dogter en derzelver moeder haare vryheid te +doen erlangen. De smartelyke vertooning, waar van ik oog-getuige was, +deed my voor mynen zoon beven; maar myne vrees was niet van langen +duur; want dien zelfden dag, op het oogenblik, dat ik zulks het minst +verwagtte, ontfing ik eene zeer beleefde boodschap van Gouverneur en +Raaden, medebrengende: "Dat de Raad, overwogen hebbende myne diensten, +myne menschlievendheid, en de oprechtheid, waar mede ik myn woord van +eer tot borg voor mynen zoon aanbood, ten einde hem, alvorens hem te +verlaten, een vry burger der weereld te zien; eenparig besloten had, +my by eenen brief plechtiglyk kennisse te geven, dat zonder verderen +omslag of kosten, myn verzoek was toegestaan; en dat, uit kragte van +dien, myn zoon voor altyd vry was". + +Niemand gaat schielyker van overmaat van smarte tot die van vreugde +over, dan ik zelf op dit oogenblik. De gevoelige JOANNA stortte +tranen van teederheid en erkentenis. Wy gevoelden ons geluk des te +sterker, om dat wy alle hoop verloren hadden, en byna veertig kinderen +van beiderleije kunne thans aan eene altoosduurende slavernye door +hunne vaders waren overgelaten, waar van zommige zelfs zig niet eens +verwaardigden, om eenige tyding van hun te vernemen. + +Eene omstandigheid, die my in de daad zeer buitengewoon toescheen, +bestond hier in, dat, schoon zommige fatsoenlyke lieden myne +gevoeligheid ten hoogsten prezen, het grootste getal echter myne +vaderlyke teederheid afkeurde, en dezelve als zwakheid of dwaasheid +beschouwde. In de eerste vervoering van myne vreugde, schoon ik +weinige goederen bezat om over te beschikken, maakte ik een uitersten +wil ten voordeele van dit geliefde kind. Ik benoemde de heeren GORDON +en GOURLAY tot uitvoerders van denzelven, en tot voogden over mynen +zoon, geduurende myne afwezigheid. Ik stelde hun vervolgens alle myne +papieren verzegeld ter hand, met verzoek dezelven te bewaren, tot +dat ik ze weder zoude opëisschen, of tot mynen dood; en dit gedaan +zynde, ging ik een bezoek geven aan den heer SNYDERHANS, Predikant +te Paramaribo, om hem te verzoeken tot het bepalen van eenen dag, +op welken JOHNNY STEDMAN zoude kunnen gedoopt worden. [3] + +Den 18den, kwam het overschietend krygsvolk van den Colonel +FOURGEOUD uit het leger aan de Cassipory-Kreek, en wy zetteden alle de +toebereidzels tot ons vertrek met yver voort. De vreugde, die het klein +getal zee-soldaten, welke hunne medgezellen overleefden, wegens het +te rug keeren naar hun vaderland gevoelde, was oorzaak, dat zy hunne +agterstallige soldye, welke zy ontfingen, aan overdadige verteeringen +besteedden, die gelegenheid gaven tot twisten, zoo onder elkander, als +met de soldaten van 's Compagnies krysvolk. Verscheiden wierden gewond, +anderen afgeklopt; en de rust herstelde zig niet dan met veel moeite. + +Het oogenblik van ons vertrek steeds meer en meer naderende, verliet +ik myne wooning; en, op de uitdrukkelyke uitnoodiging van Mevrouw +GODEFROY, bragt ik eenige dagen door in het huis, het welk zy in het +midden van haaren fraaijen tuyn, en onder de schaduwe van tamarinde- +en oranje-boomen, had laten bouwen, om JOANNA en haaren zoon daar in +te ontfangen, aan wien zy bovendien twee Negerinnen gaf, om haar te +dienen. Deeze aangenaame wooning was wel voorzien van huisraad, het +welk fraaiheid en gemak zamenpaarde. Hoe gelukkig zoude ik geweest +zyn met myn leven aldaar door te brengen.--Maar het noodlot had dit +anders bepaald. + +Den 22sten, vervoegde ik my met den Capitain SMALL, (die voor twee +maanden verlof had gekregen,) by den Predikant SNYDERHANS, welke, +tot myne groote verwondering, weigerde mynen zoon te doopen, onder +voorwendzel, dat ik, naar Holland vertrekkende, geene zorge konde +dragen, dat hy eene Christelyke opvoeding ontfing. Ik gaf hem ten +antwoord, dat ik mynen zoon aan voogden toevertrouwde; maar alle +vertogen waren vrugteloos; en aan dit styfhoofdig mensch geene reden +kunnende doen verstaan, ging ik heen, onder betuiging, dat al wilde +hy nu zelfs in het verzogte toestemmen, ik het niet begeeren zoude. + +Vermaken en vreugde heerschten toen te Paramaribo, even als by +onze aankomst. In alle wyken gaf men middag- en avond-maaltyden +en dans-partyen; maar ik was by geene, dan by die van myne beste +vrienden, tegenwoordig, waar onder ik steeds den Gouverneur NEPVEU +rekende. Hy besloot alle deeze festynen, waar in de inwooners der +Surinaamsche Volkplanting zoo verkwistend zyn, met één der treffelykste +en kostbaarste maaltyden. + +Den 25sten, wierd al het goed aan boord van het schip gebragt. + +Ik ontfing eindeloos veel geschenken van alle de lieden, met welken +ik eenige vriendschap gehad had. Myn voorraad van allerleije zoort +zoude voldoende voor my geweest zyn, om 'er den aardbol mede rond +te reizen. In een klein kistjen met sterken drank, vond ik een +fles oprechte oranje-oly, en nog één, welke men hier noemt oly van +tonca boonen. De eerste wordt gemaakt van oranje-schillen, welken +men tusschen den duim en voorsten vinger drukt; een langwyligen en +verdrietigen arbeid. Eenige droppels van deeze oly met suiker zyn +uitmuntend tot versterking van de maag, herstelling van eetlust, +en bevordering der verteering. Men heeft slechts één droppel noodig, +om de geur door eene geheele kamer te verspreiden. De tonca-boonen +groeijen, zoo men zegt, in eene dikke vleesachtige vrucht, en op +een zeer grooten boom. Ik heb geene andere dan drooge gezien, en dan +gelyken zy veel op pruimen. Zy dienen om aan de tabak, zoo in bladen, +als om te snuiven, een aangenaamen geur mede te deelen. + +Den 26sten, gingen wy gezamentlyk van zyne Excellentie den Gouverneur +afscheid nemen. Eenige oogenblikken daar na, kwamen de Officiers +van het krygsvolk der Sociëteit in het hoofdkwartier, om ons eene +behoudene reize toe te wenschen. + +De Colonel FOURGEOUD, ons dien zelfden dag ter maaltyd onthaald +hebbende, drukte my twintig malen de hand na den maaltyd, zeggende: +"Dat ik die jongeling was, dien hy op de weereld het meest beminde, +om dat, indien hy my bevolen had in het vuur of in het water te +loopen, ik het gedaan zoude hebben". Hy voegde 'er nog andere +beleefde aanmerkingen by; maar ik erken, dat, schoon ik wist te +vergeven, ik de verschrikkelyke gevaaren en onheilen, waar aan ik +buiten noodzaak bloot gesteld was geworden, niet vergeten kon. De +Colonel berigtte my tevens, dat hy niet met ons vertrekken zoude; maar +dat hy voornemens was, met het overschot van het nieuwe krygsvolk, +in 't kort zyn Regiment te volgen; en dat hy, by zyne aankomst in +Holland, my alle diensten bewyzen zoude, waar toe hy eenigzints in +staat was. Welke ook de beweegreden van zyne schielyke verandering +ten mynen opzigte moge geweest zyn, het is my genoeg te zeggen, dat +'er toen geene twee betere vrienden waren, dan de Colonel FOURGEOUD, +en de Capitain STEDMAN. + +Des avonds van dien dag nam ik in korten tyd afscheid van Mevrouw +GODEFROY, van den Heer en Mevrouw DEMELLY, van den Heer en Mevrouw +LOLKENS, van den Heer en Mevrouw GORDON; van den Heer GOURLAY, van +den Capitain MACNEYL, en Doctor KISSAM, die my allen de grootste +beleefdheden en het levendigst belang, zedert myne komst in de +Volkplanting, betoond hadden; maar ik had te veel te doen met iemand, +die my veel liever was, dan dat ik, met van hun afscheid te nemen, +het leed gevoeld zoude hebben, het welk ik by eene andere gelegenheid +zoude hebben ondervonden. Terwyl ik alle de hevigheid van myne +aandoening ten toon spreide, liet JOANNA niets van dien aart in myne +tegenwoordigheid blyken. Ik drong nog eenmaal by haar aan om my naar +Europa te vergezellen, en ik wierd door alle haare vrienden en door +Mevrouw GODEFROY daar in ondersteund. Zy was even onbuigzaam als te +vooren, en antwoordde my: "Dat hoe smartelyk ook eene scheiding, +die misschien voor eeuwig zyn zoude, vallen mogte, zy niettemin +verkoos in Surinamen te blyven, dewyl zy volmaakt overtuigd was, dat +zy niet gevoeglyk over haar zelven beschikken konde, en om dat het, +in haare tegenwoordige gesteldheid, beter was, dat zy de eerste van +haren rang in America bleef, dan een voorwerp van verachting, of een +last voor my, in Europa, te worden, het geen zeker stond te gebeuren, +zoo lang ons fortuin niet onäfhangelyker was". Op deeze laatste woorden +was zy blykbaar aangedaan, en zy ging ter zyde, om alleen tranen te +storten.--Wat konde ik zeggen of doen?--Niet wetende te antwoorden, +besloot ik, om, zoo mogelyk deeze moedige vrouw na te volgen, en +my aan myn lot te onderwerpen, tot het aandoenlyk oogenblik, dat ik +een vaarwel zoude uitspreken, het welk myn hart my aankondigde het +laatste te zullen zyn. + +De geheele krygsbende, den 27sten, des morgens ten zeven uuren, +bevel ontfangen hebbende, om zig naar den Colonel FOURGEOUD in het +hoofdkwartier te begeven, onttrok ik my aan alles, wat my in de weereld +lief was, aan zoon en moeder, zonder hen in hunnen slaap te stooren, +ten einde eene al te aandoenlyke vertooning voor te komen. De Colonel +geleide ons tot aan den oever, en wy gingen aan boord, door de vlag +en het geschut van het Fort en van de Schepen, die op de rheede lagen, +begroet wordende. + +Alle de Officiers met den Lieutenant Colonel DE BORGNES, die geduurende +den overtocht het bevel moest voeren, het middagmaal gehouden hebbende, +noodigde my de Colonel FOURGEOUD, om hem, tot des anderen daags +morgens, naar de stad te vergezellen; maar daar myn hart van droefheid +overstelpt was, bedankte ik hem voor zyn vriendelyk aanbod. Hy wenschte +ons dus eene voorspoedige reize, en keerde te rug in het gezelschap +van zynen Adjudant, den Capitain VAN GUERICK. By zyn vertrek, wierd hy +door negen kanon schoten, en een driewerf geroep van hoezee, begroet. + +Den 29sten Maart, des middernachts, het sein gegeven zynde, gingen +onze beide schepen onder zeyl, en zakten af tot aan het Fort Amsterdam, +alwaar zy het anker wierpen. + +De heeren GORDON en GOURLAY, welken ik tot voogden over mynen +zoon benoemd had, by den Colonel SEYBOURG, aan boord van het schip +Hollandia, ter maaltyd onthaald zynde, gaven zy my een bezoek; en +verzogten my met hun naar Paramaribo te rug te keeren. + +Het was my onmogelyk om voor de tweede maal te wederstaan aan een +aanzoek, om twee voorwerpen, die aan myn hart zoo dierbaar waren, +nog eens te zien. Ik stemde 'er in toe, en (moet ik het zeggen,) +ik vond JOANNA, die in myne tegenwoordigheid zoo veel kragt en moed +betoond had, in tranen wegsmeltende, en voor de overmaat van haare +moedeloosheid zwigtende. Zy had geen voedzel, hoe genaamd, gebruikt, +geen enkel oogenblik had zy de zoetigheden van den slaap gesmaakt, +noch een enkel woord uitgebracht, noch zelfs de plaats verlaten, +waar ik haar des morgens van den 27sten agterliet. + +Dewyl de schepen eerst na twee dagen zee moesten kiezen, was ik +zeer gereed om dezelven met deeze gevoelige vrouw door te brengen, +het geen haar moed scheen in te boezemen: maar, helaas! wy betaalden +deeze al te korte oogenblikken zeer duur. Naauwlyks waren 'er eenige +uuren verloopen, toen een matroos my eensklaps kwam kennis geven, dat +een sloep my wagte, om oogenblikkelyk aan boord te gaan. De moeder +van JOANNA nam het kind, dat in de armen van haare dochter rustte, +terwyl de laatstgemelde door Mevrouw GODEFROY ondersteund wierd. Haare +broeders en zusters omringden my, den Hemel deszelfs bystand voor my +afsmeekende, en eene treurige klaagstem opheffende. De ongelukkige +JOANNA, een meisje van slechts negentien jaaren oud, de oogen op my +gevestigd houdende, drukte my met kragt de hand. Zy kon niet spreeken, +haar geest was verwilderd; maar de tyd was daar! Ik drukte haar met +drift tegen mynen boezem, en nam één van haare hairlokken. Insgelyks +niet in staat zynde, een enkel woord uit te brengen, bad ik inwendig +den Hemel, om voor moeder en kind te waken. Toen sloot JOANNA haare +lieflyke oogen; de bleekheid van den dood overdekte haar aangezicht; +haar hoofd hing naar de laagte, en zy viel beweegloos in de armen van +haare aangenomene moeder. Ik verzamelde hier al myn moed en kragt +by elkander, en verliet de beide voorwerpen van myne levendigste +teederheid, die echter door de zorgen, omtrent haar aangewend, aan +niets gebrek hadden. + +Daar de sloep my steeds wagtte, ging ik, door myne vrienden vergezeld, +mynen ouden Colonel bezoeken; en hem de hand drukkende, vergaf ik hem +uit den grond myns harten, en stilzwygende, alle de verdrietelykheden, +die hy my veroorzaakt had. Hy was aangedaan; en ongetwyffeld, dit +was hy my verschuldigd! Ik wenschte hem allen voorspoed, en zakte +eindelyk de Rivier Surinaamen af. + +De schepen lagen dwars over kaap Braam, toen ik aankwam. De +Vice-Gouverneur TEXIER kwam ons aldaar goeden dag zeggen. Hy gebruikte +het middagmaal aan boord van één der twee schepen, en keerde te rug in +het gezelschap van de Capitains SMALL en FREDERIK, die my uitgeleide +gedaan hadden. By zyn vertrek wierd hy door zeven kanonschoten begroet. + + + +DERTIGSTE HOOFTSTUK. + +De Schepen ligten het anker, en steken in zee.--Overtocht.--Het +Zee-paard.--De Noordkaper.--De Haay.--De Zuiger-visch.--Het +Lootsmanmetje.--De Bruinvisch.--Zee-orkaan.--De Schepen landen in Texel +aan.--Ontscheping van het krygsvolk in de stad 's Hertogenbosch.--Dood +van den Colonel FOURGEOUD.--Besluit. + +Toen alles tot ons vertrek volkomen in gereedheid was, ligtten de +beide schepen, onder bevel van den Lieutenant Colonel DES BORGNES het +anker den 1sten April 1777, en zeilden noord- en noord-west-waarts +met een oosten wind, en stevige koelte. Ik bleef als een beweegloos +en stom mensch, in het agterste gedeelte van het schip, tot dat +de wolken ons beletteden land te bekennen. Na verloop van eenige +dagen echter gelukte het my, om myne droefgeestigheid te boven te +komen, en eene zoort van rust te erlangen. Daar toe was ongemeen +dienende deeze troostende aanmerking, dat, zoo ik my zelven in zeker +opzigt al benadeeld had, ik ten minsten drie belangryke persoonen, +JOANNA, JHONNY en QUACO namelyk, aan de slavernye onttrokken had, +welke weldaad zy overwaardig waren. Ik was voor deeze goede daad in +voorraad betaald, door de zorgvuldigheden van twee derzelven, waar +aan ik het behoud van myn leven te danken had, terwyl een onëindig +getal menschen rondöm my onder den last der onheilen bezweken was, +anderen hunne gezondheid, verscheiden het gebruik van hunne ledematen, +zommigen hun geheugen, en eindelyk één of twee hun verstand verloren +hadden; zynde allen de slagtöffers van eenen gestrengen dienst in +eene noodlottige luchtstreek. + +Van byna twaalf honderd wel gestelde mannen, die tot deezen tocht +waren ingescheept, kwamen 'er ten hoogsten honderd in hun vaderland +te rug, en onder deezen bevonden 'er zig misschien geen twintig in +volmaakte gezondheid. Men telde onder de dooden, (de Heelmeesters +daar onder gerekend) tusschen de twintig en dertig Officiers, onder +wier getal drie Colonels en één Major waren. Dusdanig moet de uitslag +zyn van de gelukkigste krygsönderneemingen in een brandend heet land, +het welk met moerassen en bosschen doorsneden is. + +Den 14den April gingen wy over den zonne keerkring. Vervolgens de koers +veranderd hebbende, zeilden wy noord-noord-oost, en noord-oost-waarts, +en wy wierden door stilte overvallen. Ik moet niet vergeten te +verhaalen, dat wy ons op vyftien graden noorder breedte bevindende, +de streeken overzeilden, welken men doorgaans de groene Zee noemt, +uit hoofde van de meenigvuldige zeegewassen, waar van zommige, +tusschen twee bladen papier uitgespreid en in de zon gedroogd zynde, +zeer merkwaardig zyn, en boomen, heesters, bloemen vertoonen, en +stukjens van verschillende zoorten van visschen en schelpen in zig +bevatten. Wy zagen ook het Zeepaard, een visch, die agt of negen +voeten lang is: deszelfs lichaam is met kraakbeenige ringen gevormd; +zyn bek is langwerpig, en zyn kop met een zoort van hoofdhair bedekt. + +Den 19den, hield de stilte nog aan. Dagelyks wierden wy vermaakt door +het gezicht van eene groote meenigte vliegende visschen, zee-braassems +en noord-kapers, die voor en agter de schepen zwommen en speelden, +als of zy ons gezelschap hadden willen houden. De Noordkaper is een +visch, tot het geslacht der groote visschen behoorende; hy gelykt een +weinig naar den Dolphyn, maar is veel grooter, en koomt in gedaante +na by den walvisch; zomtyds is hy twintig voeten lang, en ongemeen +vet. Zyn kakenbeen is van veertig zeer scherpe tanden voorzien. Hy +werpt het water uit, door twee neusgaten, en zyne kleur is bruin. Wy +zagen ook van tyd tot tyd, op eenigen afstand van de schepen, en +boven de golven, groote Noordkapers. + +Dit zoort van visch gelykt zeer veel naar de Groenlandsche walvisschen, +maar hy is veel gevaarlyker, om dat zyne gestalte kleinder, en zy +ne gedaante platter is. Zyn kakebeen is ook korter, en van kleine +knevels voorzien. Zyne huid is witter, en zeldzaam geeft hy meer dan +dertig vaten traan. + +Den 22sten, begon het weder op eene zichtbaare manier te veranderen. Al +het scheepsvolk wierd door verkoudheid, en verscheiden door de koorts +aangetast. + +Den 30sten, was een ieder zoo zwak, dat de dienst met moeite volvoerd +wierd. Wy hadden reeds twee matroosen en één soldaat verloren. Den +Lieutenant Colonel DES BORGNES zig zeer ongesteld bevindende, wierd +my het bevel voor eenige dagen opgedragen. Dewyl het andere schip toen +voor uit, en byna buiten het gezicht was, liet ik een vlag opheisschen, +en een kanon-schoot doen, om het zelve te rug te roepen, gelyk ook +oogenblikkelyk gebeurde. + +Toen dien zelfden dag een groote Haay aan één der zyden van ons schip +zwom, deeden wy vergeefsche pogingen om hem te vangen. De zee bevat +verscheide zoorten van visschen van den zelfden naam, maar deeze is +de verschrikkelykste van allen, uit hoofde van zyne grootte, want +hy weegt zomtyds duizend ponden, en is zestien of agttien voeten +lang. Zyn kop is platachtig en breed, en men bespeurt in den zelven +twee gaten, door welken het dier het water laat uitspringen. In alle +rigtingen draait hy zyne vooruitstekende oogen, die zyne vraatzucht +te kennen geven. Beneden dezelve is zyn bek geplaatst, die zoo breed +is, dat hy een grooten hond in eens zou inslokken. Zyne tanden, +in vyf of zes reijen gerangschikt, zyn zoo snydend en sterk, dat hy +den arm of het been van een mensch met het grootste gemak afbyt; het +geen verscheidene maalen gebeurd is. Zyn geheele lyf gelykt volmaakt +naar dat der zee-honden, welken men in de Noordelyke Zeeën vindt. Hy +heeft vyf vinnen, één op den rug, twee aan de borst, en twee aan +den buik. Zyn staart is vorkswyze uitgesneden; maar het bovenste +gedeelte is het langste. Van zyne ruwe en slymige huid maakt men +segryn leder. De Haay zwemt altyd met kragt, maar hy is genoodzaakt +zig op zyde te wenden, om zynen buit te pakken, het geen oorzaak is, +dat hem verscheiden visschen ontsnappen. + +De Zuiger-visch is een visch, welken men dikwerf vindt, aan de kiel +der schepen en aan de groote zee-monsters, zoo als 'er aanstonds +één derzelven door my beschreven is, vast zittende. Hy heeft eene +gryze kleur, en is twintig duimen lang. Zyn lyf, van eene ronde +gedaante, wordt naar de staart dunner. Zyne vinnen zyn geplaatst, +als die van de Haay. Zyn zuiger maakt hem het meest merkwaardig. Het +is eene kraakbeenige zelfstandigheid, van eene eironde gedaante, +door zydelingsche balken van gelyken aart, die snydend en getand zyn, +afgedeeld. Dit gedeelte van den Zuiger-visch hecht zig met zulk eene +kragt aan alles vast, dat, wanneer hy vast zit, de zwaarste golven +niet in staat zyn hem los te maken. + +Het is gepast alhier melding te maken van het Lootsmannetje. Hy is +klein, en verrykt met de schitterendste kleuren, namelyk bruin met +een gouden weerschyn. Men zegt, dat hy niet alleen gevoed wordt door +het overschot der visschen, welke de Haay laat vallen, maar zelfs +dat hy by deszelfs buit de wacht houdt, en van die byzonderheid zynen +naam ontleent. + +Van het begin van den overtocht af, ging ik bloots hoofds en +barrevoets; maar den eersten May, juist een maand na ons vertrek, +was ik genoodzaakt my te kleeden, even als myne mede-reisgenooten. + +De Heer NEYSSENS, één van onze Heelmeesters, een Crabbo-dago, een +zeer verslindend dier, aan boord hebbende, geraakte dezelve omtrent +te deezer tyd uit zyn hok los, en doodde in éénen nacht alle de +aapen, alle de papegaijen, en al het gevogelte, dat zig op het verdek +bevond. De lieden, die de wacht hadden, redden zig met weg te loopen, +maar één van hun had de onverschrokkenheid, om hem met een stuk hout +dood te slaan. + +Den 3den, hadden wy, op veertig graden zuid-ooster breedte, zwaare +regenbuiën, en stormwind. Dezelve vermeerderde dagelyks tot den 9den, +wanneer hy gematigder begon te worden. + +Wy zagen toen Bruinvisschen. De visch van deezen naam heeft vyf of zes +voeten lengte, is zeer vet, zonder schubben, en van eene zwartachtig +blaauwe kleur. Zyne oogen zyn klein; hy heeft puntige tanden, en een +zeer langwerpigen bek. Hy heeft drie vinnen, één op den rug, en twee +aan de borst. Zyn staart is horizontaal, op dat hy boven het water +zoude kunnen springen; het geen hy meenigmalen doet, het zy om te +snuiven of adem te halen, en men kan dan van zeer verre af het gesnuif +van zyne neusgaten hooren. Het vleesch van den Bruinvisch is rood, +en gelykt veel naar zommige zoorten van varkensvleesch. + +Den 13den, geduurende een vierde gedeelte van den morgen, en op een +korten afstand van de Azorische Eilanden, wierden wy door eenen +geweldigen storm uit het oosten beloopen. Eene bramsteng dreef +kort daar na op zyde van ons schip voorby. Wy vernamen vervolgens, +dat dezelve van een Hollandsch Oost-Indisch Compagnies Schip was, +het welk in zyne te rug komst in de nabyheid van het Eiland Tercéra +met man en muis verging. + +Den 14den, was de wind zoo geweldig, dat wy onze groote bramsteng +verlooren, en het groote zeil scheurde. Het andere schip verloor te +gelyker tyd zyn boeg-spriet. + +Den 15den, kregen wy een orkaan, vergezeld van blixem, donder, en +zeer zwaren regen. Dezelve duurde den geheelen nacht, en nam onze +mast weg. Het volk was uittermaten vermoeid, en naauwlyks bestand +tot den arbeid, die 'er noodig was, om eene schipbreuk voor te komen. + +De twee volgende dagen behielden wy tegenwind, met een reef in het +fokkezeil. De golven klommen bergs hoogte, en sloegen aanhoudend over +het schip heen. Nacht en dag moesten wy pompende blyven. Kort daar +na deeden wy de gewoone groete aan het Hollandsch Fregat de Alarm, +het welk ons zulks wederkeerig bewees. + +Den storm eindelyk ophoudende, peilden wy negen vademen water. Maar +de wind eensklaps noord-oost-waarts draaijende, dreeven wy den mond +van het Kanaal in, tot des morgens van den 21sten, wanneer, ten half +twee uuren, het andere schip een schot deed, om ons te berigten, +dat de vuurbaak der Sorlings Eilanden in het gezicht was; en des +morgens ten vier uuren kwam 'er een loots aan boord. + +Op de hoogte van Douvres eene stilte van agten-veertig uuren gekregen +hebbende, zagen wy eerst den 27sten de Hollandsche kust. Dien +zelfden dag kogten wy beste visch, ons door eene Scheveningsche pink +aangebragt, en wy onthaalden 'er al het volk op, schoon nimmer een +schip beter van voorraad voorzien was. + +Ons geduurende den nacht van de wal afhoudende, kregen wy eindelyk +Kykduin en den Helder in 't gezicht. Den 28sten, des morgens ten drie +uuren, wierpen de beide schepen het anker op de rheede van Texel, +na negen kanon-schoten gedaan te hebben. + +Den 30sten, in de Zuiderzee het kleine Eiland Urk voorby gezeild zynde, +geraakten de beide schepen, het voor den wind hebbende, van zelf op +het Pampus, eene zeer groote zandbank, met water overdekt, niet verre +van Amsterdam afgelegen, en aan deeze Stad tot een natuurlyke wal ter +beschutting tegen alle buitenlandsche vyanden dienende. Alle schepen +moeten daar over heen gaan, of tusschen beiden door geleid worden; +en dit laatste middel verkozen wy. + +Eenige Noorweegsche schepen kwamen te gelyker tyd met ons aan. Allen, +die zig op dezelven bevonden, zaten in hun hembd op het dek, en waren +nat van het zweeten, terwyl wy in mantels gedoken waren, en gevoerde +mutsen op het hoofd hadden, om ons tegen de koude te beveiligen. + +De stad Amsterdam zond thans eene groote meenigte ververschingen aan +boord, dezelven aan de verlossers eener Volkplanting aanbiedende, by +welke zy een zoo merkelyk belang had. Het volk van onze beide schepen, +op 't punt zynde van hunne nabestaanden en vrienden weder te zien, +was opgenomen van vreugde. Men moet echter daar van een enkelen +uitzonderen, die thans van zyn geluk verstoken was. + +Den 3den Juny, ging ons volk over op zes kleine vaartuigen, waar mede +zy naar 's Hertogenbosch werden overgevoerd, eene Stad, alwaar men +deeze krygsbende voltallig maakte, en dezelve in bezetting hield. By +het ontschepen begroetten ons onze schepen met negen kanon-schoten, en +wy beantwoordden hen met een driewerf geroep van Hoezée. Wy namen den +weg over Saardam, Haarlem en ter Goude, welke plaatsen ik zeer fraay +vond: ik bewonderde vooral de geschilderde glazen van de hoofdkerk +der laatstgemelde stad. Maar de inwooners, die, door nieuwsgierigheid +gedreven, ons in meenigte omringden, scheenen my toe een wonderlyk +slag van menschelyke wezens te zyn, met lappen bekleed, en door de +gaven der natuur zeer weinig begunstigd. Het was tegen dit volk niet +alleen, dat ik zulk een vooröordeel had; alle de Europeanen hadden +by my een gelyk voorkomen, wanneer ik ze vergeleek by de geenen, die +ik verlaten had, by die menschen, wier oogen vol vuur zyn, de tanden +zoo wit als ivoor, en de huid steeds van eene ongemeene zindelykheid +glinsterende. Intusschen dagt ik niet aan het buitengewoon voorkomen, +het welk wy maakten, wier taanige kleur door de zon verbrand was, +en die, door zoo veele ellenden en vermoeijenissen uitgeput, niets +meer dan wandelende geraamten waren. Ik zoude 'er kunnen byvoegen, +dat wy zoo lang in de bosschen geleefd hebbende, geen ander voorkomen +dan van wilde menschen hadden; en ik zelf in 't byzonder verdiende +en verkreeg dien bynaam. + +In dien staat kwam ik in de Stad s' Hertogenbosch aan, alwaar onze +laatste ontscheping den 9den plaats had. + +Op deeze wyze eindigde één der buitengewoonste tochten, die immer +door Europeesch krygsvolk waren ondernomen, en waar by men slechts +op eenen verren afstand den oorlog tegen de Americaansche Zeeroovers +in vergelyking stellen kan. + +By onze aankomst ontmoetten wy den Lieutenant Colonel WESTERLOO, die, +in 't jaar 1773, in Europa ziek was te rug gekomen, en thans zelfs +nog niet geheel en al hersteld was. Hy noodigde my, benevens eenigen +van myne medgezellen, ter maaltyd aan eene gemeene tafel, voor een +gedeelte bestaande uit Hollandsche Officiers, die zig beklaagden, dat +het eeten naar den rook smaakte, en dat het rundvleesch slecht was; +terwyl wy, ellendige gelukzoekers, verklaarden nooit beter maaltyd +gedaan te hebben. Maar te gelyker tyd, dat deeze heeren de lekkerheid +der aardbeziën, kerssen, en andere Europeesche vruchten roemden, +vonden wy dezelven verre beneden de advocaaten-peer, de water-meloen, +de ananas, enz. die ons zoo langen tyd tot eene lekkernye gestrekt +hadden.--Alles wat in deeze weereld goed of kwaad is, is enkel +betrekkelyk, of door vergelyking. + +Des anderen daags wierden wy op de parade aan den Generaal HARDENBROEK +voorgesteld. + +Den 18den, ontfingen wy onze agterstallige soldye, en men stond +aan allen, wien zulks geliefde, toe, om tot hun voorig Regiment te +rug te keeren. Zommige soldaten hadden vier of vyf honderd guldens; +maar zy bragten ze zeer schielyk door. + +Het was toen het oogenblik ter uitvoering van myn reeds voorlang +genomen besluit, om namelyk het Regiment van den Colonel FOURGEOUD +te verlaten. Dadelyk na onze ontscheping, verzogt ik myn ontslag aan +den Prins van Oranje, die my het zelve den 20sten verleende, en my +aanstelde tot Capitain onder het Regiment van den Generaal STUART, +het welk ik in September 1772 verlaten had. + +Ik veranderde dus van monteering, en kleede mynen getrouwen QUACO +in eene deftige livrey. Ik onthaalde vervolgens myne reisgenooten, +met welken ik zoo veele gevaaren had doorgestaan, ter maaltyd, +en wy scheidden van elkander met wederzydsche betuigingen van eene +eeuwigduurende vriendschap. Des anderen daags morgens vertrok ik, +om my by myne oude krygsbende te vervoegen, alwaar ik met de blyken +van de levendigste vreugde ontfangen wierd. + +Den 25sten Augustus, begaf ik my naar het Lusthuis het Loo, in +Gelderland, alwaar ik door mynen Colonel wierd voorgesteld aan zyne +Doorluchtige Hoogheid, den Stadhouder, die my op de vriendelykste +wyze ontfing, en my spoedig bevorderde tot den rang van Majoor in +het Regiment, waar toe ik thans behoorde. + +Ik had ook het genoegen, om eenigen van myne oude medgezellen, +en zelfs die geenen, die zonder het te weten, met hunnen ondergang +bedreigd waren geworden, op eene eerlyke wyze beloond te zien. + +Den 24sten September, ging ik naar den Hage, alwaar ik zyne +Doorluchtige Hoogheid verzogt, om agttien beeldtenissen van wasch, +door my zelven gegoten, als een blyk van erkentelykheid te willen +aanneemen, gelyk hy ook de goedheid had te doen. Zy verbeeldden +Indianen van Guiana, en Negers uit de Volkplanting van Surinamen, +met onderscheiden arbeid bezig zynde op een Eiland, het welk op een +glas van krystal geplaatst was. + +Ik gaf ook mynen Neger QUACO (met zyne toestemming,) aan de Gravin +VAN ROSENDAAL, aan wier geslacht ik groote verpligtingen had, +tot een geschenk. Deeze vrouw, verrukt over het goed gedrag en de +eerlykheid van deezen jongen Neger, liet hem met myne goedkeuring naar +mynen naam doopen, met belofte, dat zy altyd voor hem zoude zorgen, +en hem voordeelen doen genieten, welken ik niet in staat was hem +te beschikken. + +Omtrent op het einde van de maand October, boden de Bewindhebberen +der Compagnie van de Berbices my den post aan van Vice-Gouverneur +deezer Volkplanting, in de nabyheid van die van Surinamen gelegen. Ik +begaf my dus naar Amsterdam, om te vernemen, welke hunne voorslagen +waren. Zy bepaalden my eene zeer zwaare bezolding, en beloofden +my groote voordeelen; maar ik hield aan op de belofte, om aan den +tegenwoordigen Gouverneur by deszelfs eerder afsterven te zullen +opvolgen, als mede op eene behoorlyke jaarwedde, by myne te rug komst, +na een bepaald getal van jaaren. Deeze heeren beweerden dit verzoek +niet te kunnen toestaan, en dienvolgende bedankte ik hun voor hun +aanbod. Ik oordeelde het voorzichtiger te zyn myne gezondheid in Europa +te herstellen, dan andermaal in de gezengde luchtstreek te gaan kwynen, +zonder hoop om, in myn vaderland te rug komende, myne dagen in stilte +te kunnen eindigen. Intusschen kreeg ik spoedig myne kragten wederom, +en was zoo welvarende, als ik immer geweest was. Onder honderd van +myne medgezellen was 'er ter naauwer nood een enkele, die op zulk +een geluk roemen konde. + +De Colonel FOURGEOUD zelf had weinig genot van zyn fortuin. Eenigen tyd +na zyne te rug komst in Holland, wierd hy in zyn bed dood gevonden. Hy +wierd met alle krygsëer in den Hage begraven. + +Zyn gezworen vyand, de Gouverneur der Volkplanting Surinamen, +overleefde hem niet lang. Zyne plaats wierd door den Colonel TEXIER met +eere vervuld, aan wien de waardige heer WICHERS naderhand opvolgde. [4] + +Den Duitschen Keizer de grenssteden van Holland in 't jaar +1782. hebbende ingenomen, was het Regiment van den Generaal STUART +het laatste, het welk de stad Namur ontruimde, alwaar het Keizerlyk +krygsvolk dien zelfden dag, dat hy 'er uittrok, binnen rukte. Kort +daar na wierd de Schotsche Brigade, waar van de soldaten uit +lieden van allerleije natiën bestonden, door de Staaten van Holland, +genaturaliseerd, dat is, tot drie Hollandsche Regimenten gevormd, ter +gelegenheid van den oorlog met Groot-Britanniën, die ons, de meeste +voornaame Officiers en my zelven, noodzaakte om ons afscheid te nemen, +als tegen onzen Koning en ons Land niet begeerende te dienen. + +De Prins van Orange gaf my, by het verleenen van myn afscheid, den rang +van Lieutenant-Colonel. Toen wy allen in Engeland waren te rug gekomen, +nam zyne Brittannische Majesteit, uit hoofde van onze getrouwheid, +ons onder zyne bescherming. Den 18den Juny, wierden elf van de onzen, +onder wier getal ik het geluk had te behooren, te Saint James door +den Generaal CONWAY aan den Koning voorgesteld, en hadden de eer om +de hand van zyne Majesteit te kussen. + +Den 27sten van dezelfde maand, wierd ons allen, door het Huis der +Gemeente in het Engelsch Parlement, eene halve soldye toegestaan, +volgens den rang, dien elk van ons bekleedde op het oogenblik, dat +hy uit het Regiment ontslagen wierd. [5] + +Het Publiek zal zig een denkbeeld van de oudheid en dapperheid der +Schotsche Brigade kunnen vormen, wanneer hy onderrigt wordt, dat +dezelve in 't jaar 1570. in Holland ontscheepte, onder den naam van +vrye Compagniën, onder het bevel van eenige Edellieden van den eersten +Schotschen adel; en dat zy naderhand altyd heeft uitgeblonken in de +oorlogen, door Holland gevoerd, zoodanig dat zy den eernaam verdiend +heeft van het bolwerk der Republiek. + +Ik zal myn verhaal besluiten met nog eenmaal aan te stippen eenen +naam, dien men zoo dikmaals heeft aangetroffen, den naam van JOANNA, +van JOANNA, die niet meer in leven is! + +In den loop van de maand Augustus 1783, ontfing ik van den heer GOURLAY +eenen brief, die my het hart doorboorde. Dezelve gaf my bericht, dat +de schoone en deugdzaame JOANNA den 5den November was overleden, en +dat men haaren dood aan vergif toeschreef. [6] Men had verdenking, dat +haar vergif was ingegeven uit nyd en jaloersheid, die men tegen haar +had opgevat, uit hoofde van de blyken van byzondere achting, die haar +van wegen haare meer dan gemeene hoedanigheden door de aanzienlykste +lieden in de Volkplanting bewezen werden. Haare moeder door aanneming, +Mevrouw GODEFROY, bezorgde aan haar lyk eene eerlyke begravenis in +het bosjen van oranje-boomen, door haar bewoond. Het beminnelyk kind, +het welk zy my agterliet, wierd my toegezonden met een bankbriefjen +van twee honderd ponden sterling, zynde deszelfs byzondere eigendom, +door hem van zyne moeder geërfd: zyne beide voogden overleden korten +tyd daar na. + +Hy wierd in het Graafschap Devon opgevoed, en muntte uit door schielyke +vorderingen in zyne studiën. Hy bezat alle de goede hoedanigheden van +eenen zeeman, en deed twee reizen naar de Westïndiën. In den oorlog +tegen Spanje, diende hy met eere als Adelborst op de schepen zyner +Majesteit Southampton en Lezard. Hy was steeds gereed, om ten nutte +van den dienst zig aan alle gevaaren bloot te stellen. Maar hy leeft +niet meer; hy is op zee gebleven, op de hoogte van het Eiland Jamaica. + +Ik heb dus aan den lezer niets meerder te berigten aangaande het lot +der geenen, die my zoo dierbaar waren. Laat het my alleenlyk geöorloofd +zyn, hem by het slot van dit myn verhaal te herinneren, dat ik in alle +myne opgaven de eenvoudige waarheid steeds tot leidsvrouwe genomen heb. + +Einde der Reize van den Capitain STEDMAN. + + + + + + + +AANHANGZEL TOT DE REIZE VAN J. G. STEDMAN, +ACHTER DE FRANSCHE VERTAALING VAN DEZELVE GEVOEGD + + + +VOOR-BERICHT. + +De Burger LESCALLIER, Oud-Bestuurder van Guiana; + +Aan + +Den Burger BUISSON, Boekhandelaar. + +Parys, den 1sten Fructidor, 't VIde Jaar der Republiek. + +Ik heb, Burger! het werk gelezen, door u aan my medegedeeld, ten titul +voerende; Reize naar Surinamen, en door de binnenste gedeelten van +Guiana, door den Capitain STEDMAN, uit het Engelsch vertaald. Ik heb +het, over het algemeen, belangryk gevonden; het behaagt my inzonderheid +uit hoofde van den geest van menschlievendheid en eerlykheid, die +daar in doorstraalt. Zoo dikwils hy het stuk der slavernye behandelt, +als mede het droevig lot der zwarten in deeze Volkplantingen, ziet +men, dat deeze Schryver met vrymoedigheid ontvouwt, en ten hoogsten +afkeurt de wreede handelwyze van zommige dienaaren, en de lydende +menschelykheid oprechtelyk beklaagt. Ik heb echter met eenig leedwezen +gezien, dat hy zelf, in verscheidene omstandigheden van zyn gedrag, +ten deezen opzigte niet altyd onbesproken geweest is. Ik beroep my, +onder anderen, op de behandeling, welke hy, op een valsch bericht, +aan zynen Sergeant FOWLER aandeed, wien hy, zonder een woord te +spreken, zes bambous-rieten op het hoofd aan stukken sloeg; zynde +dit geweest het ellendig uitwerkzel van gramschap, die voor geene +reden vatbaar is: (zie I. Deel, bladz. 256.) maar men moet dit een +en ander over het hoofd zien, wanneer men daar tegen met een gunstig +oog beschouwt den nadruk en de waarheid, die een verhaal kenschetsen, +waar van zelfs de Schryver niet heeft agterwegen gelaten, het geen in +zyn nadeel was, als mede een jeugdig, opvliegend en driftig gestel, +het welk in zekere oogenblikken zig zelven niet meer meester is. + +Gy verlangt, om dit werk vollediger te maken, eenige nadere +hyzonderheden rakende de verdere gedeelten van Hollandsch en Fransch +Guiana, welken ik bewoond en doorkruisd heb. Gy hebt gemeend, dat ik +u de middelen zoude kunnen aan de hand geven, om, tot vermaak en ten +nutte van het Publiek, deeze beschryving van Guiana aan te vullen, +door eenige andere aanmerkingen, betrekkelyk deeze landstreeken, +by elkander te verzamelen. + +Altyd gereed, om aan myne mede-burgeren nuttig te zyn, heb ik +niet geaarzeld de gelegenheid waar te nemen, welke gy my aanbood: +met dit al, na rypelyk daar op te hebben doorgedacht, heb ik in +deeze onderneming veele hinderpalen ontmoet, die my wel niet van de +uitvoering myner belofte doen te rug keeren; maar my de toegevendheid +van het Publiek doen verzoeken, daar de aanmerkingen, om verscheidene +redenen, die ik u ontvouwen zal, zoo volledig niet zyn kunnen, als +ik wel verlangd hadde. + +Het is veertien jaaren geleden, dat ik de ééne, en elf jaaren, dat +ik de andere deezer Volkplantingen niet gezien heb. Zedert dien tyd +hebben verschillende bezigheden van eene onëindige beslommering, +andere reizen, myn geheugen met een aantal denkbeelden, en nieuwe +zaken beladen. Om een behoorlyk werk over deeze twee gedeelten van +Guaina by één te brengen, zoude ik meer dan ooit noodig hebben in het +bezit te zyn van de gedenkschriften en geschrevene berigten, welken ik +by elkander had verzameld; maar, door onderscheidene toevalligheden, +zyn de meeste myner papieren en handschriften verloren of verstrooid +geraakt. + +Aan den anderen kant heb ik, ten nutte van het Regeerings-Bestuur, +een werk over Fransch Guiana [7] uitgegeven, waar in ik alle die +gezichtpunten heb by één verzameld, die ik het nuttigst oordeelde, +en de byzonderheden, die my met opzigt tot deeze landstreeken het +gewichtigst voorkwamen: ik zoude hier niets anders kunnen doen, +dan het door my reeds geschrevene te herhaalen. + +Wat Hollandsch Guiana betreft, zynde gelegen boven Surinamen, dat is +meer naar de west-zyde, en het welk ik twee jaaren lang bewoond en +als Opperhoofd bestuurd heb, het zelve bestaat in drie Volkplantingen, +aan de oevers van drie voornaame Rivieren gelegen; de Volkplanting de +Berbices, waar van de grensscheidingen zig tot aan de Rivier Corantyn +uitstrekken; die van Demerary en van Essequebo, zig met Spaansch +Guiana uitstrekkende tot de Rivier Poumaron. Deeze Volkplantingen by +elkander gerekend, bevatten eene uitgestrektheid van zestig mylen aan +de zeekusten, waar van de beschryving in veele opzichten dezelfde +zoude zyn, als die der kusten van Fransch Guiana. Maar derzelver +wezentlyk onderscheid bestaat in de merkelyke vorderingen, die de +bebouwing der laage landen in deeze Volkplantingen gemaakt heeft; +het welk een nuttig voorbeeld verschaft voor onze Volkplanting van +Guiana, die wel eenige proeven van dien aart gedaan heeft, maar welke +volstrekt in de eerste beginzelen zyn blyven steken. + +Om een nuttig Aanhangzel tot het werk van den Capitain STEDMAN, +raakende Surinamen, te leveren, oordeele ik niets beters te kunnen +doen, dan om, by wegen van eene briefwisseling tusschen een Hollandsch +en een Fransch Ingezeten, aan het Publiek eenige aanmerkingen omtrent +het bebouwen der lage landen optegeven; aanmerkingen, welken ik +geduurende myn verblyf in deeze Volkplantingen heb opgezameld, en +waar uit de Planters, die met eenige gelden in ons Guiana eenige +onderneming zouden willen doen, groot voordeel trekken kunnen. + +Ik heb verschooning noodig aangaande den styl, rangschikking en manier +van schryven, naar mate van den korten tyd, dien ik aan deezen arbeid +heb kunnen besteeden, met andere beslommerende bezigheden dagelyks +bezet, welke my zeer weinige oogenblikken vryheid overlaaten. Ik weet +wel, dat het Publiek, over 't algemeen, niet gewoon is op dusdanige +verschooning veel acht te slaan; en indien men aan zyn voorgesteld +doeleinde niet voldoet, zegt het met den Menschen-hater van MOLIERE: + +De tyd doet niets ter zaak. + +Dus draag ik deeze redenen van toegeeflykheid alleenlyk voor aan u, +en aan het klein getal van Lezers, die dezelven wel zullen weten op +prys te stellen. + + + +INHOUD DER BRIEVEN. + +EERSTE BRIEF. + +Van den aart der Landen, derzelver vruchtbaarheid en plaatselyke +ligging. + +TWEEDE BRIEF. + +Van de manier, om te arbeiden aan Dykagiën, uitwaterende Vaarten, +Sluizen en ander werk, het welk noodig is, om het Land ter bebouwing +gereed te maken. + +DERDE BRIEF. + +Van het planten en aankweeken van Koffy, en van de noodige +levensmiddelen tot onderhoud van de Planters; van het oogsten +en bewerken der Koffy; van de gebouwen, en verdere noodzakelyke +inrigtingen tot eene groote Koffy-Plantagie, volgens het gebruik der +Hollandsche Volkplantingen in Guiana. + +VIERDE BRIEF. + +Antwoord op de drie eerstgemelde Brieven, waar by de Fransche Ingezeten +de vraag omtrent de afschaffing der slavernye, in de Volkplantingen, +alwaar dezelve nog plaats heeft, opzettelyk behandelt: hy raadt om +deeze verandering, die noodzakelyk geworden is, te bevorderen, en +geeft de middelen aan de hand, om daar toe te geraken, zonder aan +den voorspoed der Volkplantingen nadeel toe te brengen. + + + + +AANHANGZEL. + + + +EERSTE BRIEF. + +Van den aart der Landen, derzelver vruchtbaarheid en plaatselyke +ligging. + +De weinige ledige tyd, die my overblyft van eenen post, met eene +meenigte bezigheden vergezeld; eene zeer flaauwe kennis van de +Fransche taal, aan welke een aantal Schryvers zulk eene volkomenheid +bezorgd hebben, dat het aan weinige vreemdelingen gelukken mag in eenen +middelmatigen styl te schryven; de ongenoegzaamheid myner kundigheden; +alle deeze redenen zouden meer dan voldoende zyn, om uw verzoek te +weigeren, ten einde myne gedachten te vernemen omtrent den grond +der Volkplantingen van Guiana, zoo Fransch als Hollandsch, omtrent +het zuiveren en droogmaken der landen, en omtrent de byzonderheden +van derzelver bebouwing, van de verblyfplaatsen en huisvestingen, +van het inöogsten en zuiveren der volwassene vruchten, met al het +geen tot deeze onderscheidene voorwerpen eenigzints betrekkelyk +is: maar wanneer ik acht geef op de byzondere diensten, welken het +Fransch Bestuur aan de Republiek bewezen heeft, vermeene ik, dat elk +waar Hollander gereed moet zyn, om, zoo veel zyne kundigheden zulks +toelaten, te arbeiden aan alles, wat den Franschen aangenaam zyn kan. + +Alvorens tot de opzettelyke behandeling der voorwerpen van onze +briefwisseling toe te treden, oordeele ik het geenzints ongepast +te zyn, om in weinige woorden te doen zien de verandering, welke de +Volkplanting van Fransch Guiana t'eeniger tyd zal kunnen ondergaan, +en by gevolg, welk nut dezelve aan onze scheepvaart en algemeenen +koophandel zal kunnen aanbrengen, indien zy t'eeniger tyd, zig +niet meer tot de hooge landen bepaalende, beter gebruik maakt van de +vruchtbaare oevers van haare Rivieren Aprouago en Oyapok, als mede van +de zee-kusten en binnen-landen, tot welken men door gegraavene vaarten +tusschen deeze verschillende Rivieren den toegang zoude kunnen baanen. + +Men ziet dit nog heden ten dage te Cayenne en in de Berbices; de +geschiedenis van Surinamen en der Volkplanting van Demerary bewyst +het ons: men heeft, door geheel Guiana zig het eerst op de hooge +landen beginnen neder te zetten. Het is onnoodig de redenen daar +van op te spooren; het is genoeg te melden, dat ongetwyffeld de +schatten, welken de ryke grond van dit gedeelte van America in zig +bevat, zig niet kunnen ontdekken, dan door het opdroogen van haare +moerassen. Surinamen is eerst eene Volkplanting van aanbelang geworden, +zedert dat men begonnen heeft de lage landen van de Rivier Commewyne +uit te droogen; en de schepen, welken zy nog tegenwoordig afzendt, +zyn grootendeels beladen met koopwaren, komende uit den mond van deeze +ryke Rivier, waar in die van de Cottica, en verscheide aangelegde +kreeken, zig ontlasten. De ladingen van drie vierde der schepen, +welken de Volkplanting de Berbices in eene kleine hoeveelheid afzendt, +bestaan in de voortbrengzels van een klein getal Plantagiën, gelegen +in de lage landen van het gedeelte, het welk Maripaan, dat is, het +lage van de Rivier, genoemd wordt. Wat de Volkplantingen Demerary en +Essequebo betreft, de voortbrengzels van de hooge gedeelten deezer +beide Rivieren, zyn naauwlyks noemenswaardig, zedert men zig te +Essequebo heeft toegelegd op het bebouwen der landen, die aan de +monden der Rivier, en de kusten der nabuurige Eilanden, gelegen zyn; +en zedert dat men te Demerary de Plantagiën, die te veel van het een +of ander moeras aan haaren mond verwyderd lagen, byna geheel verlaten +heeft, heeft men zig van dien tyd af niet alleen met yver op de lage +landen der beide oevers ter nedergeslagen, maar men heeft bovendien +den landbouw langs de beide kusten der zee voortgezet; zynde die aan +de west-zyde reeds volkomen bebouwd tot aan Borassire Kreek, terwyl +die aan de oostzyde spoedig bebouwd zal zyn tot aan de Maheyca Kreek, +en tot boven aan de Coerabanne Kreek. + +Om u des te beter te doen gevoelen, welke uitwerking die verandering in +deeze Volkplanting heeft te weeg gebragt, zal ik u eene tafel vertoonen +van haare uitvoeringen naar Europa voor dien tyd, en ook daar na. + +De Registers van het jaar 1745 tot het jaar 1761 toonen, dat het +hoogste van die jaaren heeft opgeleverd 3579 vaten Suiker, en het +minste 285 vaten, zonder byna eenige andere koopwaren; dat in de +volgende jaaren, van 1762 tot 1770, in welken tyd het bebouwen +der lage landen begonnen is, zoo in Essequebo, als in Demerary, +men bevindt, dat in de drie eerste jaaren het hoogste niet meer +bedroeg dan omtrent 3000 vaten Suiker, 19 oxhoofden en 664 balen +Koffy, en 4 balen catoen; terwyl de uitvoering in 1767 reeds was +opgeklommen tot 4745 vaten Suiker, 72 oxhoofden en 2740 balen Koffy, +met 84 balen Catoen, welk artikel twee jaaren daar na opklom tot 337 +balen, en, negen jaren later, tot 2868 balen in één enkel jaar: dit +is vervolgens by aanhoudenheid naderhand zeer spoedig vermeerderd; +zoo dat, in de maand September laatstleden, de Registers aantoonen, +dat de Schepen, naar Holland en Zeeland vertrokken, zedert het begin +van het tegenwoordig jaar, [8] hebben uitgevoerd 4021 en een half vaten +Suiker, 1340 oxhoofden en 36315 balen Koffy, en 2992 balen Catoen, +welken men hier doorgaans maakt van 300 tot 340 ponden gewicht, terwyl +men in verscheidene andere Volkplantingen de balen catoen niet zwaarder +maakt dan van 200 tot 250 pond: men moet die zelfde aanmerking maken, +ten aanzien van de suikeren, welken de meeste Planters tegenwoordig +in vaten pakken van omtrent duizend ponden netto, terwyl men dezelven +voorheen deed in vaten van omtrent 600 ponden. + +Om den uitvoer van dit geheele jaar 1785 volledig op te geven, +ontbreekt het geen nog uitgevoerd zal kunnen worden met zeker schip, +het welk in lading ligt, en voor het einde van het jaar vertrekken +moet. + +Voeg hier by het geen een goed aantal schepen van de Americanen +en van de Eilanden (die zedert den eersten January uit Demerary +zyn uitgezeild.) van die zelfde drie koopwaren ter smuik hebben +uitgevoerd; eindelyk, het geen een aantal onbekende vaartuigen uit de +Rivier Essequebo uitgevoerd hebben; het welk een handel van aanbelang +uitmaakt, schoon een weinig minder dan in Demerary. + +Oordeel hier uit van de gewichtige gevolgen van het bruikbaar maken +der lage landen en der zee-kusten! + +Indien de vertogen, door de Planters in 't jaar 1785 aan de Regeering +gedaan, ingang vinden, en indien men voortgaat met van hun slechts +matige belastingen te vorderen, indien men den handel niet dwingt +door nadeelige Reglementen, is 'er geen twyffel aan, of de uitvoer +naar Europa zal in veel minder dan vyftig jaren het dubbeld opbrengen. + +Ik geef u deeze byzonderheden op, ten aanzien van de vermeerdering +van de voortbrengzels deezer Volkplanting, om u door daadzaken te +bewyzen, dat indien men zig te Caijenne op het bebouwen der lage +landen met yver toelegt, deeze Volkplanting, wel verre van aan 's +Lands schatkist tot een last te zyn, onder het getal zal komen van +die genen, die den koophandel en de scheepvaart der verschillende +Fransche havens doen herleven. + +Ik kan niet ontkennen, dat de inrigtingen, die men op deeze landen +aanlegt, geduurende het eerste en tweede jaar haare onaangenaamheden +hebben: een vochtig land, en het welk nog niet lang genoeg door de +stralen van de zon is bescheenen geweest, om volkomen droog te worden; +onaangenaame insecten, die u des avonds, des nachts en des morgens +kwellen; het gebrek aan goed water en verscheide andere zaken, of de +moeilykheid om zig zulks aan te schaffen, maken, dit erken ik gaarne, +het leven in den eersten tyd onaangenaam: maar laat men in aanschouw +nemen, dat deeze ongemakken slechts voor een tyd zyn, terwyl de rykdom +der voortbrengzels, welken deeze onuitputtelyke landen opleveren, de +moeielykheden en het gebrek, die men aldaar in het begin ondervindt, +spoedig zullen doen vergeten. + +Voor 't overige kan men zig eenigermaten beveiligen tegen het ongemak +van het steken der kleine en groote muggen, door het weghakken van het +geboomte, stronken en doornheggen, die langs den oever der Rivieren +groeiën, en waar in deeze insecten huisvesten. + +Al verder, naar mate het getal der beplantingen vermeerdert, +verminderen de onaangeraimheden. Zoo lang de nieuwe Planter zyne +omheining nog niet geëindigd heeft, zyne uitwatering bepaald, en +de gebouwen voor hem en zyne Negers opgerigt, is hy gehuisvest by +zyn buurman, die zig daar toe des te gemakkelyker leent, om dat de +nieuw aankomende door zyne omheining, en het hakken van zyn hout, de +uitwerking der zoele winden vermeerdert, de insecten doet verdwynen, +en hem ontlast van de zorgen der bedykingen, zoo aan de kanten, als in +'t midden, in den tyd der zwaare regenbuien: op die wyze zyn in korte +jaaren deeze moerassen, waar aan men te recht den naam van woesten +klomp zoude kunnen geven, in eenen Hof van Eden veranderd en hervormd. + +Het gezegde moet, zoo my dunkt, de geheele wereld overtuigen, dat het +bebouwen der lage landen onëindig voordeeliger is boven dat der hooge +landen; en ik twyffele niet, of een ieder zal de oude vooröordeelen +ten deezen opzigte spoedig laten varen. + +Na deeze inleiding, welke ik noodig geöordeeld heb vooraf te laten +gaan, zal ik overgaan tot de behandeling van het hoofd-onderwerp van +deezen, en van de volgende brieven. + +Alvorens ik echter met u begin te spreken over den grond der +Volkplantingen van Guiana, wil ik u myne denkbeelden en myn gevoelen +mede deelen omtrent de manier van het inrigten der bebouwing van de +oevers der Rivieren in dit geheele vaste Land: het is voordeeligst +de zuivering der gronden te beginnen aan de wederzydsche oevers by +den mond der Rivier, en daar mede voort te gaan, altyd van de laagte +naar de hoogte opklimmende. + +Verscheiden redenen overtuigen my, dat deeze manier de beste zyn zoude. + +Het is buiten allen twyffel, dat over den geheelen aardbol, maar +vooral en in 't byzonder tusschen de zonne-keerkringen, de zeelucht, +en de winden, die langs de zeekusten waaijen, niet alleen over dag, +maar zelfs des nachts, vooral by droog weder, ongemeen heilzaam zyn: +de Negers zyn aldaar veel minder aan zweren onderworpen, dan aan +het hooge einde der Rivieren; en wanneer zy die al hebben, worden +zy veel spoediger genezen. De lucht aan de kust is bovendien een +byzonder geneesmiddel tot spoedige herstelling van maag-kwalen, als +mede van alle andere ziekten uit verstoppingen, die aldaar met eene +verwonderlyke gemakkelykheid genezen worden. + +Aan den anderen kant is het ontwyffelbaar, dat de eerste openingen +in de lage landen de ongezondste zyn, en is het by gevolg niet veel +voorzichtiger dezelven te beginnen aan dat gedeelte der Rivier, +alwaar wind en lucht eene onbelemmerde dreef hebben, de vochtige +uitdampingen oogenblikkelyk doen verdwynen, en den al te waterachtigen +en rotachtigen staat van den dampkring verbeteren. Ik weet zeer wel, +dat een enkel voorbeeld de gezondheid van eene landstreek niet met +zekerheid bewyst; maar dit is echter zeker, dat de eerste bewoners, +die zig op de lage landen der binnenste Rivieren van Demerary hebben +ter neder gezet, grootendeels zeer jong gestorven zyn, terwyl men +voorbeelden heeft van zulken, die zig aan den mond der Rivier gevestigd +hebben, en tot eenen hoogen ouderdom gekomen zyn. + +Eene andere reden, waarom dit meer verkieslyk is, bestaat hier in, +dat gy plant op dat gedeelte der lage landen, het welk de spoedigste, +vruchtbaarheid en de meeste voortbrengzels belooft: de voordeelige +invloed van den zee-dampkring, welke men als de kragtdadigste +medehulp beschouwen moet, is gelegen in het helpen en voortzetten +der groeying, het bevorderen van de vruchtdraging der boomen, uit +hoofde van de zoutachtige deelen, die deeze lucht met zig voert, +welke door de luchtgaten der bladeren ingezogen zynde, de werking +der aardachtige zouten bespoedigen. Eene ondervinding van agt jaren +in deeze Volksplanting heeft my geleerd, dat Koffy-Plantagiën, die +het naast aan den mond der Rivier en op de kusten gelegen waren, +doorgaans meer opgebragt hebben, dan die verder van de zee af lagen. + +Daarënboven is het zeker, dat de eerste ondernemingen van dien aart +meestal zyn aangelegd door lieden van bepaalde vermogens: ook heeft +men in de landen, aan de monden der Rivieren en aan de Kusten gelegen, +1º. het voordeel, dat men geene groote boomen behoeft om te hakken; +2º. een land, zeer geschikt om met gemak te worden omgespit. Ik heb met +myne eigene oogen op deeze kusten, door twee, drie of vier spittende +Negers, met het graven van grachten eenen verbazenden arbeid zien +verrichten; en 3º. zoo dra de kleinste omheining geëindigd is, kan +men aldaar catoen boomen planten, die, na verloop van negen maanden, +reeds eenigen oogst opleveren. + +By deeze redenen zal ik nog eene laatste voegen, die, naar myn +begrip, het meest afdoet, namelyk dat men, beginnende met het +zwaare hout aan den zeekant weg te nemen, aan het afgelegener +gedeelte der Rivier een gezonder lucht bezorgt; het zelve wordt +vruchtbaarer en aangenaamer voor den nieuwen Planter, die zig aldaar +nederzet. Myne Plantagie is omtrent drie vierde van een myl van den +mond der Rivier af gelegen, en ik houde my verzekerd, dat noch ik, +noch myne gebuuren, zoo veel koffy als tegenwoordig niet zouden +inöogsten, indien onze aanleg afgescheiden, en op zig zelfstaande, +in de diepte der bosschen was gemaakt, en ik ben inwendig overtuigd, +dat onze oogst merkelyk bevorderd wordt, doordien de bosschen, aan den +oostkant van den mond der Rivier, byna geheel en al zyn weggehakt, +en alle de Plantagiën van beneden af, tot by my, open zyn, of van +het zwaare hout beroofd, ter diepte van vier honderd en vyftig, +tot zes honderd vyftig roeden. [9] Bewyst de ondervinding dit niet +overal? Het klein getal Plantagiën in de Berbices, aangelegd op lage +landen aan de Maripaan, aan den westelyken oever der Rivier, en alzoo +het genot hebbende van de passaatwinden, die door den breeden mond +van die Rivier onbelemmerd heen waaijen, maakt jaarlyks voordeelige +oogsten; en een oud Surinaamsch Colonist, een zeer goed Planter, +schryft my, dat alleenlyk de Plantagiën, gelegen aan de Kreeken, +die in de Commewyne uitloopen, en het genot der zeelucht hebben, +by aanhoudendheid veel koffy opbrengen. + +Ik vermeene u door alle deeze redenen overtuigd te hebben, dat het +veel gezonder, veel gemakkelyker, en veel voordeeliger is, om de +bebouwing der landen te beginnen aan den mond der Rivieren en aan de +Zeekusten, niet alleen voor de geenen, die zig aldaar nederzetten, +maar ook voor de Planters, die zig hooger op geplaatst hebben, of +zulks by vervolg nog zouden kunnen doen. + +Na u in 't algemeen myne denkbeelden te hebben medegedeeld, hoedanig +men zig omtrent de bebouwing der lage landen in Guiana heeft te +gedragen, gaa ik over tot de byzonderheden van derzelver bearbeiding, +zuivering van stronken en wortels, enz. en ik zal beginnen met den +aart van den grond van deeze landen. + +Voor eerst zal ik toegeven, dat 'er op de hoogere en van de zee meer +afgelegene landen, plaatsen zyn, wier grond zoo fraay en vruchtbaar +is, als in de laagte; maar deeze plaatsen staan op zig zelven, en +bestaan in kleine gedeeltens; zy genieten nooit die lucht, die voor +de menschen gezond, en voor de groeizaamheid nuttig is, als de landen +in de nabyheid der zee gelegen; het toemaken en bebouwen van dezelven +is altyd onëindig moeijelyker, en vordert meerder werkzaamheid. + +Men zal derhalven altyd aan den grond der lage landen den voorrang +moeten geven, en uit dezelven moet men, zoo als ik hier boven gezegd +heb, de schatten van Guiana haalen. + +De teekenen, waar aan men goede landen kennen kan, bestaan daar in, +dat zy, op de diepte van verscheiden voeten, een blaauwachtig, zacht, +slyk hebben, het welk het water gemakkelyk laat doorzinken. In onze +beide Rivieren vindt men een grond, alwaar dit slyk met zandkorrels +vermengd is: dewyl dit nu den doortocht van het regenwater des te +gemakkelyker maakt, schynt het zeker, dat de laatstgemelde grond den +voorrang verdient boven de eerste, vooral voor het suiker-riet. Ik +heb te Essequebo suiker gezien, die op dit zoort van land geöogst, +en allerfraayst was, schoon de Plantagie slecht was uitgedroogd, +slecht bearbeid, en slecht bebouwd: niets tog bewyst beter de goede +hoedanigheid van den grond, dan wanneer men goede waaren, om zoo te +spreken, van zelf ziet geboren worden. + +Schoon ik het blaauwachtig slyk opgeeve als het teeken van den besten +grond, wil ik wel met u toestemmen, dat het graauwachtige slyk, mits +het zacht en tot het doorlaten van het water geschikt is, insgelyks +goed kan zyn; echter zoude ik, met een hedendaagsch Schryver, die +over den landbouw in Surïnamen gehandeld heeft, 'er voor zyn, om het +zelve in den tweeden rang te plaatsen. + +Beide zoorten van slyk moeten met eene zwartachtige, vette en +gebondene aarde, als met eene goede wel verrotte mest, overdekt +worden; deeze beweegbaare aarde vindt men van onderscheidene dikten: +echter ben ik geenzints van het gevoelen van hun, die stellen, dat +de rykdom van den grond geëvenredigd is aan de dikte van dit overdek +van aarde. Integendeel zyn in Demerary alle de landen, alwaar die +aarde ten hoogsten van 20 of 22 duimen diepte is, in verre na niet die +geene, welke den voorrang verdienen: veel verkieslyker zyn die landen, +alwaar men deeze aarde alleenlyk vindt ter diepte van 16 of 18 duimen, +welke vervolgers tot 6 of 8 duimen vermindert door de indrooging, +die na de omheining van den grond door de sterke zonnestraalen plaats +heeft. Zelfs heb ik in de laagte van de Maripaan, en in het benedenste +gedeelte der Rivier Canjé, in de Volkplanting de Berbices, uitmuntende +landeryen gezien, alwaar de Koffy- en Cacao-boomen tot de grootste +volkomenheid opgroeiden, schoon zy niet dan een zeer dun overdek van +zwarte aarde hadden. + +Naar mate men aan de zee, of aan den mond der Rivieren nadert, wordt +het slyk minder vet en zagter: zoo is het ook langs de zee-kusten, +alwaar men den naam van slyk in dien van uitgedroogde modder zoude +kunnen veranderen, waar van de bagger uit de gegravene vaarten een +overtuigend blyk oplevert. Deeze bewerking moet alle twee jaaren +geschieden op de Plantagiën, die langs de kusten gelegen zyn. Het geen +'er uitgebaggerd wordt, werpt men aan de beide kanten dier vaarten, +en twee jaaren daar na is van het zelve niets meer te vinden; het is +wederom in de vaart afgezakt, welke 'er op nieuw mede bezet is. + +Ik had my altyd verbeeld, dat dit zoort van landen minder vruchtbaar +was, en dat de Koffy-boomen aldaar korter duurden; maar ik heb het +laatste jaar twee stukken land gezien, met Koffy-boomen beplant, +behoorende tot de oudste Plantagie aan de westkust, zynde in den besten +staat en vol vruchten; en de eigenaar heeft my verzekerd, dat deeze +stukken zedert 22 of 23 jaaren waren beplant geweest: ten duidelyken +blyke, dat deeze landen zeer lang in hunne vruchtbaarheid volharden. + +Voor een blyk van goed land houdt men vry algemeen een zoort van +palmboom, waar aan men by u den naam van Pinot geeft. De Schryver, +die den Surinaamschen landbouw behandeld heeft, zegt, dat hoe meer +men van die boomen vindt, hoe vruchtbaarer de grond is. Ik stem +gaarne toe, dat de landen, hier boven door my als de beste opgegeven, +'er rykelyk van voorzien zyn; maar verscheide inwooners, die de hooge +landen in Demerary vruchteloos bebouwd hebben, hebben my verzekerd +door dit blyk bedrogen te zyn geworden; ik zoude daarom altyd raden, +zig daar op niet eeniglyk te verlaten, maar tevens te onderzoeken, +of de grond ook andere blyken, welken ik ontvouwd heb, oplevert. + +Behalven de verandering, die in den grond bespeurd wordt, naar mate +men digter aan de zee nadert, vindt men ook, dat het hout uit minder +sterke en een ander zoort van boomen begint te bestaan. Men ziet +minder Manis, en van die boomen, welken de Indianen alhier noemen +Warokoerie, de Creolen Schepperboom, dat is roey-riemen-hout, om +dat het zig gemakkelyk laat klooven, en veel al tot het maken van +roey-riemen gebruikt wordt; ter zelfder tyd vermeerdert het getal +der Paletuvier-boomen. Men vindt den boom, Coeraharie genaamd, niet +meer in grooten overvloed. Deeze boom, wiens Surinaamsche naam my +niet bekend is, is geschikt tot timmerhout, en kan dienen tot het +maken van palen of stylen; mits men dezelven op steene grondvesten +plaatst; men gebruikt het ook tot ribben en balken, eindelyk tot +alles wat beschut of bedekt is. Men vindt aldaar ook zeer fraaije +vierkante blokken, waar van men planken zaagt, die zeer geschikt zyn +om de huizen te beschieten; maar niet zeer goed zyn voor vloeren of +zolders, om dat dit hout krom buigt. Men vindt deezen boom insgelyks +in de diepten der Plantagiën, aan de west-kust; maar zy zyn aldaar +kleiner. De Balata, die in Surinamen en de Berbices zoo gemeen is, +is hier uittermaten zeldzaam. + +Insgelyks zyn de banken van schulpvisschen aan de oevers van +Surinamen en de Berbices zeer gemeen; maar men vindt dezelven in +'t geheel niet aan die van de Rivieren Essequebo en Demerary. Men +begint eenige schelpvisschen te zien, wanneer men de Coerabanne naar +den oostkant voor by vaart, gaande naar den kant van de Maheyca; +maar aan de oostzyde van deeze laatstgemelde Kreek, of beter gezegd, +Rivier, is eene zeer groote bank, en van daar tot aan Mahicony is +'er de kust vol van. + +Om zyne keuze te bepalen omtrent die plaatsen, waar de beste landen +gelegen zyn, kan men, volgens de zekerste berigten, die ik heb +kunnen opspooren, in Demerary alleenlyk voor behoorlyk vruchtbaare +landen houden die geenen, welke aan den oostelyken oever gelegen zyn, +gerekend van de Plantagie, de groote Diamant, tot omtrent twee mylen +van den mond der Rivier; en aan den westelyken oever, van de Plantagie +Laurentia, een halve myl hooger op, tot aan den mond der Rivier. + +Te Essequebo bepalen zig de goede landen tot die van de Eilanden +Legouane, Arobabiche, en Waakkename; en zelfs op dit laatstgemelde +Eiland is het zuidelykst gedeelte, het welk het verste van de Zee af +ligt, reeds van veel mindere waarde. Aan den oostelyken oever van +deeze Rivier, kan men geene goede landen hooger op rekenen, dan de +Plantagie Patrica, één myl van den mond der Rivier af, en aan den +westelyken oever van de Plantagie, Adventure genaamd. + + + +TWEEDE BRIEF. + +Van de manier, om te arbeiden aan Dykagiën, uitwaterende vaarten, +sluizen en ander werk, het welk noodig is, om het Land ter bebouwing +gereed te maken. + +In den vorigen brief heb ik u myne gedachten opgegeven, hoe uitmuntend +geschikt de lage landen in Guiana ter bebouwing zyn, en welke keuze +men onder de verschillende zoorten en liggingen van deeze landen te +maken heeft: in deezen brief zal ik u ontvouwen de manier, om die +landen toe te bereiden en bruikbaar te maken. + +Dewyl deeze landen, of byna altyd onder water staan, of door de +verwisseling van ebbe en vloed, aan overstroomingen onderworpen +zyn, moet men dezelven droog maken, en door dyken beletten, dat het +buitenwater niet kan doordringen tot het land, het welk men voornemens +is tot bouwland aan te leggen. + +Ik vooronderstel dus, dat de keuze van het land gedaan is. Men moet, +voor alle dingen, het hout laten weghakken, en het geheele land, +het welk men voorgenomen heeft te bedyken, of ten minsten het +gedeelte, waar de dyken gelegd moeten worden, tot op eene zekere +breedte, doen zuiveren. Vervolgens kunt gy overgaan tot het leggen +van die dyken, welke een vierkant, dat evenwyd is, zullen vormen, +waar van de eene kant uwe voorgevel of scheidsmuur, aan de Rivier +of Zee-kust, zal uitmaken; eene andere, aan de eerste gelyk zynde, +zal gelegd worden in de diepte van dit zelfde land, op den afstand, +welken gy wilt toebereiden en beplanten; de twee andere zyden, die +beide even groot zyn, zullen lynrecht tegen de twee eerste overstaan, +en u van uwe gebuuren, ter rechter en ter linker zyde, afscheiden. + +Tot dit einde moet men, in den geheelen omtrek van dit vierkant, +beginnen met een kleine gracht te graven, welke gevonden moet worden +onder het midden der breedte van den dyk, en daar aan als tot een +grondvesting dienen. Deeze kleine gracht wordt genoemd de pit of +blinde groeve: dezelve moet omtrent drie voeten breedte hebben, voor +een dyk, die twaalf voeten en meer tot zynen grondslag heeft. Het +is van aanbelang dezelve te graven tot de diepte van ten minsten +twee goede schuppen, en aldaar geene stammen van boomen, geen hout, +geene wortels over te laten, maar daar van volkomen te zuiveren. + +Wanneer deeze blinde groeve gemaakt is, zult gy beginnen met de +uitwaterende grachten te graven: men is gewoon 'er daar van twee +te maken, de eene van buiten aan den dyk, de andere van binnen. De +eerste dient, om den dyk met slyk aan te vullen, de binnen-gracht +daar toe zomtyds niet voldoende zynde, wanneer deeze dyk van vry wat +aanbelang moet zyn. Deeze buitenste gracht bevordert daarënboven den +uitloop van een gedeelte der omringende wateren, en belet dezelven, +door middel van dien uitloop, tegen den dyk aan te perssen. + +Het is nutteloos deeze buitenste gracht zeer diep uit te graven; +zy vordert zoo veel oplettendheid niet, als de binnenste gracht, +die net en regelmatig moet bewerkt worden; terwyl men in de buitenste +de stronken en wortels laten kan, mits zy aan de uitdieping niet te +hinderlyk zyn. Men moet altyd eene bekwame tusschenruimte tusschen +deeze gracht en den dyk houden. + +In welk zoort van lage landen het ook zy, is de bagger, die men voor +de eerste keer uit deeze grachten haalt, te veel met vreemde lichamen +vermengt, en al te los, om tot bekwame grondslagen voor den dyk te +kunnen dienen. Men moet ten minsten de twee eerste baggers, die men +'er uit haalt, aan deeze zyde werpen, dat is tusschen de gracht en den +dyk; en wanneer men de slyk of grond vast en bekwaam genoeg vindt, laat +men dezelve op den dyk werpen, het zy in eens, het zy in twee keeren, +zoo als gewoonlyk plaats heeft, om reden, dat men tusschen den dyk en +de omringende grachten een tusschenvak moet laten van 20 of zomtyds 30 +voeten. Indien men deeze voorzorg verzuimde, zoude men gevaar loopen, +om de kanten van den dyk, en van de grachten, door de onmatige zwaarte +van de aarde, waar van de dyk gemaakt is, spoedig te zien instorten. + +Men graaft de omringende grachten tot de vereischte diepte, die niet +altyd dezelfde is, maar waar van de gewoone maat bedraagt zes voeten +voor de binnen-gracht: men moet wel opletten, om aan deeze gracht de +noodige opgaande schuinte te geven, naar mate men dezelve graaft. De +evenredigheid van deeze opgaande schuinte is van 5 of 6 duimen van +elke voet; en naar mate men de kanten van deeze gracht in die schuinte +graaft, maakt men dezelve met het platte van de schup effen en gelyk. + +Men zoude vervolgens deeze binnen-gracht kunnen eindigen, zonder +andere voorzorgen in acht te nemen; maar dan zou men gevaar loopen, +om door het hooge water overvallen te worden, en daar door veel tyd +te verliezen; behalven dat het te vreezen is, dat het water deeze +grond of slyk, welke daar door gedeeltelyk in beweging gebragt wordt, +week zoude maken, en daar door verzakkingen veroorzaken. + +Men keert dit ongemak af, door, van den beginne af aan, een vierkante +pyp of sluis te plaatsen, die in dit land genaamd wordt coffre +d'ecoulement, het zy een groote, het zy by voorraad een kleine, +die ten minsten het water op de gewoone getyen kan tegen houden. + +Om deeze uitwaterende sluis te plaatsen, graaft men daar toe opzettelyk +een gat in den dyk, aan den kant, die aan de Rivier of de Zee gelegen +is, indien men in het land geene kreek heeft, die daar toe geschikt +is. Maar doorgaans vindt men verscheiden van die kreeken of vaarten, +door de natuur zelve gevormd, waar door het ryzend water in overvloed +in de landen inloopt, en het vallend water weder afloopt. In het +begin moet men alle deeze kreeken door goede kistdammen schutten. + +Zulk een kistdam is niet moeijelyk te maken; maar dit moet met +oplettendheid en vastheid geschieden: men begint met het vak of de +plaats, alwaar die kistdam gelegd moet worden, te zuiveren. Men neemt +vervolgens twee zwaare stukken hout of ribben, van eene genoegzame +lengte, om de geheele kreek en derzelver oevers te beslaan van den +eenen tot den anderen kant, ter wydte van omtrent zes voeten: dit vak +van zes voeten wordt tot op een goede schup diepte, beneden het bed +van de kreek, weggegraven. De twee houte ribben worden mitsdien dwars +op den grond van de kreek gelegd, op een zekeren afstand van elkander: +vervolgens plant men eenige zwaare heypalen aan de buitenzyde, voor +elk einde van deeze houte ribben, om de uitwyking voor te komen van +de aarde of het slyk, waar mede men het vak tusschen de twee ribben +vullen moet, om den kistdam te maken. + +Wanneer deeze houte ribben wel geplaatst, en behoorlyk vast gemaakt +zyn, plant men langs elk van dezelven, zoo aan de binnen- als +buitenzyde, een rey heypaalen, van zwaare stukken hout, welken men +naast, en zoo dicht mogelyk aan elkander, inslaat: men moet om die +reden rechte stukken daar toe verkiezen. Wanneer alle deeze paalen +zyn ingeheyd, vult men het tusschen-vak met slyk, welke men aldaar +met kragt inwerpt, en die eindelyk een klomp wordt, waar door het +water niet kan heen dringen. + +Men vindt op de plaatsen zelven altyd hout, het welk geschikt is, +om tot deeze ribben te dienen, vermits zy niet langer dan twee of +drie jaaren behoeven te duuren, na verloop van welken tyd de kistdam +stevig genoeg is, en geen steunzel meer noodig heeft. + +Thans, om de sluis te kunnen plaatsen, zuivert men de kreek, +waar in men die plaatsen wil, van derzelver vuiligheden, of men +graaft opzettelyk eene vaart, indien men geen gebruik van eene kreek +maakt. Men moet eenige duimen lager graven, dan het waterpas van het +laagste gety van de Rivier of Zee kust, waar in men de uitwatering +verkiest. + +Wanneer de plaats, alwaar men de sluis stellen wil, is uitgegraven, +brengt men die sluis voorwaarts naar één der oevers van de vaart, +welke men daar voor gegraven heeft: men plaatst dezelve aldaar op +eenige houte balken, die voor uit moeten steken tot byna op de helft +van de opening der gegravene vaart. Die sluis aldaar geplaatst zynde, +keert men de zelve op zyde, zoo dat de grond of het onderste van de +sluis recht over einde staat aan de zyde van de uitgegravene plaats, +en byna tegen den kant aan. Vervolgens slaat men om de twee uitëinden +van de sluis twee zwaare touwen, waar van men de einden behoorlyk +vast maakt. Op elk derzelven plaatst men een takel, waar van men +de wederzyde op eenige stronken van boomen doet rusten, of, zoo +'er die niet zyn, op twee zware palen, daar toe opzettelyk geplant, +aan de zelfde zyde, waar de sluis geplaatst is. + +By elke takel zet men eenig volk, met last om gelykelyk en van +langzamerhand schoot te geven, naar mate daar toe bevel gegeven wordt; +vervolgens wordt door eenige arbeiders, die langs de sluis geplaatst +zyn, dezelve op de balken voortgeduwd naar het gat, waar in dezelve +moet inzakken. Wanneer de sluis, alzoo voortgestooten zynde, geheel van +den grond af is, begint dezelve wederom in haare natuurlyke gesteldheid +om te wenden, dat is, met den bodem naar beneden; als dan moet het +volk, het welk de takels tegen houdt, de touwen eensklaps los laten, +om de sluis in het gat te doen nederzakken. De balken, waar op men de +sluis heeft laten voortglyden, dienen in dit oogenblik tot een wip, +om de sluis naar beneden in de gegravene vaart te wenden, alwaar men +dezelve nederzet, waterpas en plat, zoo naauwkeurig maar eenigzints +mogelyk is. + +Wanneer de sluis zoodanig geplaatst is, als men verlangt, trekt men +de takels en andere touwen te rug: men plaatst, even als by het maken +van eene gewoone en volkomene kistdam, hier boven reeds beschreven, +twee houte ribben, de eene beneden, en de andere boven de sluis, +vlak tegen dezelve aan. Men plant aldaar eene reije van houte staken, +uitgenomen op de plaats, welke de sluis beslaat, waar van men de +opening niet sluiten moet: men neemt in plaats derzelven aldaar zware +planken, of, indien men wil, ronde stukken hout, met den grond gelyk +en in de dwarste. Deeze kistdam vult men met slyk, zoo als hier voren +reeds is opgegeven, en men overdekt daar mede de sluis. + +Indien men alleenlyk by voorraad eene kleine sluis wilde plaatsen, +om de eerste bewerking des te gemakkelyker te maken, zulks zoude veel +eenvoudiger zyn; dezelve wordt gemaakt van vier zwaare planken aan +elkander gevoegd, zoo dat elk derzelven één van de kanten uitmaakt: aan +het buitenste einde plaatst men eene kleine sluisdeur of duiker, die +nederhangt, om de sluiting des te gemakkelyker en zekerder te hebben. + +Hier mede behooren wy over te gaan tot de ontvouwing van de manier, +op welke eene groote sluis gebouwd wordt, die men veronderstelt eene +opening van drie voeten te hebben. + +De bouwstoffen, daartoe verëischt wordende, zyn de volgende: + +1º. Zes zwaare planken van 26 voeten lengte, op 13 duimen breedte en +twee duimen dikte. + +2º. Vyftien zwaare planken van 12 voeten lengte, twaalf duimen breedte, +en anderhalve duim dikte. + +3º. Vier zwaare planken van twaalf voeten lengte, twaalf duimen +breedte, en twee en een halve duim dikte. + +4º. Twee stukken hout van vyf voeten lengte, op zeven duimen breedte in +'t vierkant. + +5º. Een paar hengzels, van twee en een halve voeten lengte, en twee +en een halve duimen breedte, met twee zwaare yzere duimen, waar van +de punten lang genoeg zyn, om door het stukje hout of klamp, het welk +men boven de sluisdeur plaatst, heen te gaan, en voorts genoegzaam +uitstekende, om met een schroef of schaar vast gemaakt te worden. + +6º. Vier yzere banden, waar van de einden omgebogen zyn naar verëisch +van de houte klampen, en hebbende de lengte van twee en een half +voeten, om op de sluis te spykeren, tot derzelver meerdere vastheid. + +7º. Eindelyk de noodige spykers, die voor een sluis van dit maakzel, +en van die evenredigheid, ten naasten by zullen bedragen twaalf +ponden van 5 of 6 duimen, en twintig of vier-en-twintig ponden kleiner +spykers van 3 duimen. + +Om deeze sluis te maken, begint men met de zwaare planken van 26 +voeten lengte gelyk te maken; men zet die in elkander, drie van +de eene en drie van de andere zyde, zoo dat elke kant, uit drie te +zamen verëenigde planken bestaande, eene gelyke breedte maakt; men +hakt het einde van deeze planken schuins, in de evenredigheid van ten +minsten drie duimen op elken voet. Deeze schuinte is alleen aan die +zyde, welke naar de Rivier of Zee geplaatst wordt, en alwaar ook de +sluis-deur moet gemaakt worden. + +De vier planken van twaalf voeten lengte, en twee en een halve duimen +dikte, dienen om de vierkanten of vakken van de sluis te maken. Daarom +klooft men dezelven in de breedte midden door, het geen de planken +alleenlyk zes duimen breed maakt; men hakt dezelve in vier stukken, +elk van drie voeten lang; men maakt deeze stukken van eene even gelyke +grootte, en voegt die met rechte hoeken en een zwaluwen staart te +zamen, zoo dat men van vier stukken een vierkant maakt; en dewyl elke +plank agt stukken oplevert, maakt zulks twee vierkanten op elke plank, +en voor de vier, agt vierkanten of vakken, die tot de vastheid van +de sluis op eene lengte van 26 voeten volkomen voldoende zyn. Het +vierkant, het welk aan het einde der lange planken, die schuins +gehakt zyn, geplaatst is, moet insgelyks in de schuinte gehakt worden, +om op de andere schuinte volmaakt te sluiten. Wanneer de vierkanten +gemaakt zyn, spykert men dezelven op gelyke afstanden van elkander +aan de lange planken vast: wanneer de sluis van wederzyden aan die +vierkanten is vast gespykerd, gaat men over tot de twee andere zyden, +die den bodem, en het boveneinde van de sluis uitmaken: men gebruikt +daar toe de vyftien planken van anderhalve duim dikte: men hakt +die alle aan stukken van drie voeten lengte, het geen voldoende is, +om de beide zyden van de sluis aan de einden gelyk te doen dragen: +na deeze stukken zoo gemaakt te hebben, dat ze volmaakt op elkander +passen, spykert men ze overdwars aan de sluis vast, zoo van boven +als van onderen. + +De deur van deeze sluis wordt geplaatst aan die zyde, alwaar de +planken met een schuinse inham gehakt zyn; men geeft 'er het fatsoen +aan overëenkomstig deeze zelfde schuinte, en hangt dezelve aan twee +hengzels, waar van de yzere duimen zyn geklonken in een stuk hout +van het beste zoort, het welk men boven aan de sluis vast maakt, +door het zelve vooraf met het vierkant, waar op deeze deur rust, +zamen te hegten; en vervolgens met twee yzere krammen, die het zelve +aan drie kanten omvatten, en waar van de platte einden gespykerd zyn +op de planken, welken men overdwars boven de sluis geplaatst heeft, +terwyl men onder aan een gelyk stuk hout plaatst, op dezelfde wyze +vast gehecht, waar op de sluisdeur rust, wanneer die gesloten is. De +yzere duimen gaan door de breedte heen van het stuk hout, waar in zy +geklonken zyn, en van agteren zyn zy met een schroef of schaar vast +gemaakt, zoo dat men ze naar vooren of naar agteren kan draaijen, +naar dat de vaste sluiting van de sluisdeur zulks vordert. + +Het geheel van deeze sluisdeur bestaat uit in elkander gevoegde stukken +hout, die wel gelyk gemaakt zyn, en overdekt met eene dubbele laag hout +met regte hoeken, insgelyks in elkander gezet: dezelve moet breeder +zyn, dan de opening van de sluis, dat is, gelyk met derzelver geheele +breedte, de buitenste kanten daar onder gerekend. Die zyde van de +deur, alwaar de planken vlak of overdwars zyn in elkander gevoegd, +moet binnenwaarts geplaatst worden, dewyl het hout op die manier +zig minder uitzet, en de sluisdeur dan minder bloot gesteld is, +om in wanörde te geraken, en naauwkeuriger sluit. + +Om aan deeze sluisdeur meer gewicht te geven, en dezelve gemakkelyker +van zig zelve, en door haare zwaarte, te doen sluiten, voegt men 'er +van weerskanten een zwaar stuk hout by, het welk men aan de buitenste +oppervlakte vast spykert; dit stuk moet de dikte hebben van vier of +zes duimen in de laagte, en naar de bovenkant hoeksgewyze eindigen. + +Eene uitwaterende sluis van de hier boven opgegevene grootte, is +volkomen voldoende tot het droogmaken van een stuk van 150 hond lands: +men kan een tweede aanleggen, of 'er een maken, die grooter is, naar +mate eene grootere uitgestrektheid gronds moet worden droog gemaakt. + +Deeze zoort van sluisdeuren of duikers is de eenvoudigste en min +kostbaarste, om te dienen tot loozing van het binnen-water van een +land, het welk men wil droogmaken en bebouwen. + +Voor 't overige, wanneer men 'er de middelen en den tyd toe heeft, +kan men aldaar sluizen maken op de manier, die in Europa bekend is, +het zy van hout, het zy van steen. 'Er zyn veele Planters in de +Hollandsche Volkplantingen van Guiana, die deeze laatstgemelde hebben. + +Wanneer de grachten rondöm gegraven en de sluis geplaatst is, +moet men dadelyk zyn werk maken van de afdeeling van den grond, +en van de wegen, waar door elke afdeeling wordt afgescheiden. Deeze +wegen moeten door gegravene vaarten omgeven zyn, die tamelyk groot +en ten hoogsten honderd toisen van elkander afgelegen zyn. Indien +de tusschenruimten grooter waren, zoude de afloop van het water te +langzaam en onvoldoende zyn: men moet ze ook niet te digt by elkander +maken, om den arbeid niet noodeloos te vermeenigvuldigen. + +Deeze verdeelingen zyn willekeurig, en hangen van des Planters +goedvinden af. Men maakt de midden-laanen meer of min breed, en aan +de kanten plant men vrugtboomen, bananen-boomen, ananassen, en andere +nuttige planten. + +'Er zyn Planters, die, behalven de groote midden-laan, nog eene andere +van wederzyden maken, minder breed, in het midden van het vak tusschen +de groote laan en elke dyk, waar door het geheele stuk gronds in vier +gelyke deelen verdeeld is: men kan deeze verdeeling nog eenvoudiger +maken, om den arbeid te verminderen. + +'Er is nog eene manier, die veel voordeeliger is, en daarom veel meer +aan te raden: hier in bestaande, om in plaats van den middenweg, +eene groote vaart te graven, beginnende van het achterste gedeelte +der gebouwen tot een einde voor aan in het bosch, en in de dwarste +loopende voor den agterdyk. Men bedient zig van de aarde, die daar +uit gegraven wordt, om aan wederzyden van deeze vaart, de dyken op te +hoogen, die een zeer goeden weg opleveren ter rechter en ter linker +zyde, welken men ieder met ryen boomen beplant. Het nut van zulk eene +gegravene vaart is onwaardeerbaar; dezelve dient, om de koffy of andere +waaren in den oogst-tyd met schepen of ligte vaartuigen te vervoeren, +het geen veel handen arbeid kan voorkomen. Deeze vaart is het geheele +jaar door vol goed en zoet water, het welk uit het bosch afdaalt. Dit +water dient tot besproeijingen, tot verscheidene benoodigdheden der +Planters, om zig te baden, en tot het vervoeren van hout voor vaatwerk, +en brandhout, het welk men als een vlot laat afzakken, enz. + +Na dat men eenige maanden aan het maken der omringende dyken gearbeid +heeft, wanneer de grond is ingezakt en vast geworden, maakt men de +dyken volkomen af, en gelyk, en geeft aan de onderpaden en schuinse +afhellingen derzelver regelmatige gedaante. De hoogte van deeze dyken +moet altyd zyn een voet boven het hoogste water. + +In dit bearbeiden der lage landen, na den grond van het zwaare hout +en de takken gezuiverd te hebben, het geen altyd een lang en moeijelyk +werk is, voornamelyk wanneer de gronden met paletuvier-boomen bewassen +zyn, is men gewoon in het begin bananen-boomen te planten, die tot +voedzel voor de beplanters dienen, en met hunne zwaare bladeren +de heestergewassen, het kleine geboomte, en planten, die op den +grond overig blyven, overschaduwende, dezelven eindelyk geheel doen +te niet gaan. Waar na men dezelven uittrekt, en nuttige planten, +die men voornemens is aldaar aan te kweeken, in de plaats zet, om +'er voordeel mede te doen. Indien dit koffy-boomen zyn, plant men +dezelven, geduurende het eerste en tweede jaar, in de schaduwe der +bananen-boomen, waar van men een gedeelte laat staan. + +Voorts moeten wy nog aanmerken, dat op de groote, en vooral op de +Suiker-Plantagiën, de verdeeling der grachten een weinig anders +zyn moet. + +Voor eene Suiker-Plantagie, alwaar men een water-molen maken wil, +moet men afzonderlyke gegravene vaarten hebben, benevens genoegzaame +vyvers, en bewaarplaatsen van water, die in slaat zyn het zelve aan +de molen te verschaffen; als mede eene bekwaame helling, geduurende al +den tyd, dat de Zee laag genoeg is, om de molen te kunnen laten malen. + +'Er zyn ook grachten of vaarten noodig, die bevaarbaar zyn voor ligte +vaartuigen, rondöm elke verdeeling, ten einde het suiker-riet met +gemak en vaardigheid naar den molen te kunnen overvoeren. + +Op de groote Koffy-Plantagiën graaft men ook eenigen van deeze vaarten, +tot het vervoeren van de ingeöogste vruchten in kleine vaartuigen; +het geen aan den arbeid der wyd afgelegene Plantagiën byzonder veel +gemak aanbrengt. Het is tot dit einde genoeg, een gracht te hebben van +twintig voeten breedte, die midden door de Plantagie, en vervolgens +naar de diepte heen loopt. Deeze gracht of vaart moet geene gemeenschap +met de anderen hebben; dewyl men zorgen moet, dat daar in altyd water +genoeg is, om te kunnen varen, en wel zoet water, gelyk reeds hier +vooren is opgemerkt; ook is het noodig aldaar eene kleine sluis te +leggen, die haar uitloop heeft naar de groote sluis, welke voor de +geheele droogmaking dient, ten einde deeze vaart te kunnen ontledigen, +wanneer 'er te veel water in is, of zelfs geheel en al uit te droogen, +indien dit noodig is, om dezelve schoon te maken, en diergelyken. + +Ten aanzien van eene Suiker-Plantagie, is het met de verdeeling deezer +grachten en vaarten geheel anders gelegen: twee zaaken komen aldaar +in aanschouw; voor eerst, het maken van plaatsen, die geschikt zyn om +het water te bewaren, het welk noodig is, om den molen aan den gang +te houden; ten tweeden, om de middelen te verschaffen, tot het rondöm +vaaren van elk stuk lands, met suiker-riet beplant, en het zelve alzoo +naar den molen te kunnen vervoeren. Men moet die vaarten dus veel +grooter en meerder in getal maken. Zie hier de verdeeling van dezelven. + +Men begint met omringende grachten te maken, die in grootte aan +de uitgestrektheid van het stuk lands geëvenredigd zyn; men maakt +vervolgens verdeelingen van 100 tot 100 toisen, maar niet verder, +dan tot omtrent in het midden van de diepte der Plantagie. De groote +gegraven vaart van zoet water, waar van wy gesproken hebben, en die +van de gebouwen der Plantagie af, tot in derzelver diepte, boven den +agter-dyk, doorloopt, moet eene veel grootere breedte hebben omtrent de +plaats, waar de molen staat, dan in een afgelegener gedeelte. Op deeze +vaart loopen andere kleinere vaarten of grachten uit, die geplaatst +worden tusschen de afdeelingen heen, zoo dat zy met de uitwaterende +vaarten geene gemeenschap hebben, maar alleenlyk met de middelste, +waar van zy als zoo veele armen uitmaken. + +Behalven deeze groote vaart, en derzelver rechthoekige armen, zyn de +verdeelingen van den grond omringd door eene uitwaterende vaart of +gracht, en hebben nog eene andere in het midden van derzelver breedte, +alle welke met de omringende en uit waterende vaarten gemeenschap +hebben: en op die wyze geschiedt de droogmaking van den grond, als +mede van de afgedeelde stukken, die men, even gelyk in alle andere +droogmakingen, van 30 tot 30 voeten maakt. + +Wanneer eene Suiker-Plantagie, of andere, van eene zekere +uitgestrektheid is, zyn 'er twee uitwaterende sluizen noodig, één +aan elk uitëinde van het voorste gedeelte des lands: men legt ook +nog een derde aan den ingang van de groote vaart, dienende tot een +bewaarplaats van water, om, wanneer men wil, het water in alle de +grachten te kunnen laten inloopen: en deeze sluis zet men open, +wanneer het buiten-water te hoog is. + + + +DERDE BRIEF. + +Van het planten en aankweeken van Koffy, en van de noodige +levensmiddelen tot onderhoud van de Planters; van het oogsten +en bewerken der Koffy; van de gebouwen, en verdere noodzakelyke +inrigtingen tot eene groote Koffy-Plantagie, volgens het gebruik der +Hollandsche Volkplantingen in Guiana. + +Ik heb nu de manier ontvouwd van het droogmaken van een stuk grond, +het inrichten van de grachten en uitwaterende sluisen, en het toemaken +van het land, het welk voor deezen verdronken land was, ten einde +daar van zoodanige Plantagie te maken, als men geraden zal oordeelen +aldaar te vestigen. Ik zal voorönderstellen, dat het koffy-boomen zyn, +welken gy voornemens zyt op uw land voort te teelen; het onderwerp +van deezen brief zal derhalven bestaan in u opzettelyk de middelen +aan te wyzen, waar door men zulk eene Plantagie kan aanleggen, mits +'er de behoorlyke zorge toe aanwendende. + +Na dat de doorsnydingen of kleine grachten tot afscheiding der bedden +gemaakt zyn, houdt men zig met de beplanting bezig. Het is vry algemeen +aangenomen, om bananen-boomen te planten, eer men koffy-boomen plant, +zelfs op eene Plantagie, die men begint aan te leggen: in dit geval +zal men het kunnen doen zes maanden, of een jaargetyde daar na. Maar +ten aanzien van Planters, die reeds Plantagiën hebben, en dezelven +uitleggen, is men volstrektelyk van gedachten, dat zy ten minsten +twaalf maanden moeten wagten, dat is, dat zy, hun land met dyken +omringd hebbende, geduurende de groote droogte van het ééne jaar, +hunne koffy-boomen eerst behoeven te planten in het regen-saisoen, +na het saisoen van droogte in het volgende jaar. Maar een Planter, +die eerst begint, en meer haast heeft om genot te trekken, kan +reeds planten in den regen van April of Mey van het jaar, volgende +op het saisoen van de groote droogte, waar in men verönderstelt, +dat hy zyne omheining gemaakt heeft: indien hy zulks gedaan had +geduurende de kleine droogte van February of Maart, zoude hy kunnen +planten in de maand December daar aanvolgende, mits hy zig in dien +tusschen-tyd onledig houde, om uit zyn toegemaakt land zoo veel hout +en struiken van pynboomen, of latanus-boomen van het kleine zoort uit +te haalen, als hem maar eenigzints mogelyk is, ten einde hem in staat +te stellen, om het land zoo veel doenlyk gelyk te maken, alvorens de +koffy-boomen te planten. De andere Planters, wien men aanraadt, om, +zoo zy kunnen, een jaar te wagten, moeten denzelfden arbeid verrigten; +maar zy zullen dit met veel meer gemak doen, vermits veele van deeze +planten na verloop van twaalf maanden verrot zyn, die het nog niet +zyn na verloop van zes maanden. + +Indien men de voorzorge niet gebruikte, om den grond schoon en gelyk +te maken, zouden de koffy-boomen ongelyk groeijen, en zeer veel te +lyden hebben van de houtluizen en andere insecten, die zig in het +verrotte hout en struiken nestelen en voortteelen; en wanneer deeze +insecten zig eenmaal ergens geplaatst hebben, worden zy, om zoo te +spreken, onuitroeibaar. + +Eene andere reden, waarom men van begrip is dadelyk geene koffy-boomen +te planten, bestaat hier in, dat de grond door de droogmaking veel +inzakt, en wanneer men al te schielyk boomen op denzelven plant, +deeze zeer onderworpen zyn om neder te hangen, of op den grond te +leggen, het geen niet alleen een zeer leelyk gezigt, en eene groote +moeielykheid in het uitwieden van het onkruid maakt, maar ook naderhand +in het vrucht dragen nadeelig is; want een boom, die op den grond ligt, +of over een anderen heen hangt, kan nooit zoo veel vruchten dragen, +als een boom, die recht over einde staat, en de vrye doorspeling van +de lucht aan alle kanten geniet. + +Men kan, wel is waar, dit ongemak gedeeltelyk verhelpen, door op deeze +nieuwe gronden meer in de diepte te planten; maar nimmer zal de boom +eene zoo fraaije spitse gedaante aanneemen, dan wanneer men met het +planten wagt, tot dat de grond een weinig is ingezakt, vermits het +geheele gedeelte, het welk in den grond is, zyne zytakken verliest, +die zig nooit weder herstellen. + +De Planter intusschen, die, na verloop van zes maanden na de +droogmaking, begint te planten, zal altyd wel doen, met deeze voorzorge +niet te verwaarloozen; want het gemelde ongemak is veel minder, dan +dat men de boomen ziet aan den grond leggen, of schuins nederhangen. + +Uitgenomen op een zeer klein getal Plantagiën, alwaar men eenige +stukken met koffyboomen heeft beginnen te beplanten, op den afstand +van tien of twaalf voeten, heeft men de algemeene gewoonte aangenomen, +om dezelven op geen grooter afstand dan van negen voeten, en zelfs +aan de westzyde, alleenlyk van agt voeten, te beplanten, om dat de +koffy-boomen aldaar over 't algemeen kleiner vallen. + +Zonder deeze gewoonte te willen beöordeelen, ben ik van gevoelen, +dat men de koffy-boomen op alle goede rivier-gronden kan planten op +tien voeten afstand, en dat men geen kwaad doet met dezelven op ryker +gronden, tien of twaalf voeten van elkander te plaatsen, vermits +ontwyffelbaar de invloed van de lucht, niet alleen tot den groei, +maar ook tot den bloei van alle vruchtboomen, zeer dienstig is. + +Men heeft in 't algemeen in Demerary eenen zeer wezentlyken misslag +begaan, door de koffy-boomen op negen voeten afstand te planten: +men heeft de landen beginnen te verdeelen in zoo veele vierkante +vakken van die maat, in het midden van welken men een boom plantte; +voorts om de vier boomen eene kleine gracht of doorsnyding van twee +of twee en een half voeten gravende, waar door veröorzaakt wierd, +dat in plaats dat de afstand van den voet des booms aan den kant +van elke kleine doorsnyding de helft bedroeg van den doorgaanden +afstand van eiken boom, dit niet meer beliep dan drie of drie en een +half voeten, het geen, na verloop van eenige jaaren, op nog minder +uitkwam; want het is onmogelyk, dat by elke zuivering der vuiligheden, +de kleine doorsnyding zig niet eenige lynen verwydere, het welk, na +verloop van een zeker getal jaaren, dezelven op eene gelyke breedte +brengt. Uit dien hoofde hangen in Demerary de meeste reijen boomen, +langs de kleine doorsnydingen, allen over dezelven heen, het geen +niet alleen ten aanzien van de onderste takken aan den afloop van +het water een groot nadeel toebrengt, maar zelfs in het plukken van +de koffy hinderlyk is, ten minsten zulks zeer moeijelyk maakt. Ik +ben van een geheel tegen over gesteld gevoelen: in navolging van +de beste Surinaamsche Planters, maak ik niet alleen buiten-bedden, +welker afstand van den boom langs de kleine doorsnydingen de helft +bedraagt van den afstand tusschen den eenen en den anderen boom; maar +ik voege daar ook by een voet meer, om in de verbreeding van deeze +kleine grachten by het zuiveren der vuiligheden te voorzien. Wanneer +men nu de boomen op den afstand van negen voeten plant, zal de afstand +tusschen den boom en de doorsnyding bedragen vyf en een half voeten, +en indien ik dezelven plant op tien voeten, zal die afstand beloopen +zes voeten. + +Een groot voorstander van de vermeenigvuldiging der uitwateringen +zynde, verkies ik liefst, om drie reijen boomen op een buiten-bed te +plaatsen; zoo dat, wanneer ik plant op den afstand van tien voeten, +zy elk van twee-en-dertig voeten worden. + +Men zal wel doen, om by elk regen-saisoen eene enterye aan te leggen; +te meer, om dat, wanneer men zelf koffy-boomen heeft, die vruchten +dragen, dit een zeer geringe arbeid is, en men alleenlyk het oogenblik +van eenen regentyd, die niet missen kan, 'er toe verkiezen moet: want +gelyk de loten onder de boomen wortel schieten, en gevolgelyk gewoon +zyn, om geheel en al in de schaduwe te staan, zoo sterven zy, indien +ze, alvorens gevat te hebben, aan de hette der zon zyn bloot gesteld. + +Dit is de reden, waarom ik liefst verkies dezelven in de +bananen-plantery te plaatsen, als welke, hoe breed ze ook zyn moge, +altyd het jong plantsoen overdekt: en op die wyze gewent het zelve +langzamerhand aan de lucht en aan de zon. + +Ik stem toe, dat deeze loten misschien zoo sterk niet zyn, dan die van +eene enterye in de opene lucht; maar echter heb ik een stuk beplant, +zonder bananen-boomen, geheel en al bestaande uit jonge planten van +koffy-boomen, die van onder de bananen-boomen genomen waren, en 'er +zyn 'er van de zes-en-dertig honderd geen twaalf geweest, die niet +gevat hebben. Voor 't overige verkies ik liefst de koffy-boomen te +planten op zulke stukken lands, op welken bananen-boomen groeien. De +redenen zyn, voor eerst, om dat de bananen-boomen door hunne schaduwe +de jonge koffy-boomen beschutten, dezelven voor de winden beveiligen, +en meer regt over einde doen groeien; eene zaak, die voor de fraayheid +en nuttigheid van den boom van een wezentlyk belang is. Ik weet wel, +dat men staken of stutten voor dezelven plaatsen kan; maar dit is een +werk, het welk niet altyd aan zyn oogmerk voldoet, behalven dat dit +hout aan de houtluizen of carias tot eene verblyfplaats verstrekt, +byzonderlyk de stammen van pynboomen, die tot het maken van zulke +staken de geschiktste zyn. In de tweede plaats zyn de zwaare winden, +die in zekere maanden van het jaar waaijen, zeer nadeelig voor +den groei der boomen, zoo als ik ondervonden heb op twee stukken, +welken ik beplant had, na de bananen-boomen te hebben weggenomen. Het +gedeelte van deeze boomen, het welk voor de winden beschut was, is +grooter geworden, dan het andere gedeelte, het welk meerder aan de +winden was bloot gesteld, en zulks in het zelfde tyds-bestek. + +Veele lieden meenen, dat een stuk land, in de opene vlakte beplant, +sterker boomen voortbrengt; maar daar op valt dadelyk te antwoorden, +dat men de bananen-boomen niet zeer digt by elkander moet planten, en +dat men ze aldaar niet te lang laten moet, noch eensklaps wegnemen, +maar dat men beginnen moet met dezelven in het tweede jaar te +besnoeijen, en daar mede zoodanig voort te gaan, dat zy op het einde +van het derde jaar allen zyn weggenomen. + +Wanneer men eene kwekerye aanlegt, is het aller noodzakelykst acht +te geven, geene jonge planten uit te kiezen, dan onder de fraaiste +boomen. Dit is een zaak, die in 't byzonder in deeze Volkplanting +verwaarloosd is geworden, waar uit voortkoomt, dat 'er Plantagiën zyn, +op welken de helft der boomen uit een slecht zoort van koffy-boomen +bestaat, die zeer weinige vrugten dragen: men noemt dezelven, zoo ik +meen, verkeerdelyk, de mannetjes: zy onderscheiden zig door hunne +dikke en platte bladeren, door het groot getal van zwartachtige en +doode takken, door te veel weeldrig hout of onvruchtbaare takken, +eindelyk door den aart van het hout, het welk veel ligter breekt, +dan van een goed zoort koffy-boomen. + +Men plant doorgaans nieuwe koffy-boomen, waar van de enterye twaalf +maanden te vooren is aangelegd: ik vermeene, dat deeze meest geschikt +zyn, om in de plaats te komen van doode boomen, of welken men om +andere redenen verruilt, op stukken, die reeds van vorige tyden +beplant geweest zyn: ik geloove zelfs, dat het niet dienstig is, +om ze jonger te nemen. + +Maar op stukken, die men op nieuw beplant, geef ik de voorkeur aan +koffy-boomen, die uit eene kweekerye van zes maanden gehaald zyn: +zie hier myne redenen: in 't algemeen, hoe jonger een boom geplant +wordt, hoe gemakkelyker hy wederom wortel vat: de kenners van den +landbouw in Europa geven 'er altyd den voorrang aan; maar deeze reden +wordt nog veel klemmender in die Land, alwaar de boomen, en ook de +koffy-boomen een regten wortel hebben, die spilsgewyze groeit, en zig +by de verplanting krommende, maakt, dat de boom kwynt, en nooit welig +doorgroeit; waar uit al verder voortspruit, dat hy by het opwassen op +zyde hangt, of op den grond legt. Terwyl de boom jong is, beurt de +spilswyze wortel, zoo lang niet zynde, zig zelven uit den grond op, +en verplant zig als uit de natuur. Daarënboven, een jonge boom, die +minder door de winden getysterd wordt, vat veel eer wortel. Eindelyk, +de kleine boomen zyn zeer onderworpen om zig in de kweekeryen in +de lengte uit te breiden, en men heeft moeite om 'er een genoegzaam +getal te vinden, die dit niet gedaan hebben. Men behoort dus steeds +een wakend oog te houden op de arbeiders, die de verplanting doen, op +dat zy 'er geene verkiezen, dan die van een goed zoort afkomen: maar, +mits men ze jong plant, doet 'er de gedaante niet veel toe: elke boom, +op zig zelf staande, groeit van zelf spitsgewyze naar de hoogte. + +Ik erken, dat, wanneer men zulke kleine boomen plant, men den arbeid +der eerste maanden vergroot: niet alleen moet men alle maanden wieden, +maar ook leggen deeze kleine boomen voor veele insecten bloot; de +krekels eeten 'er den kop af; de mieren maken daar aan gaarne hunne +nesten vast, die, zoo men geene zorge draagt om ze weg te nemen, +den groei beletten; maar het is slechts de moeite van een oogenblik, +die door andere voordeelen rykelyk vergoed wordt. + +Behalven het uitwieden van het onkruid, en het zuiver houden van de +insecten, moet men ook nog zorge dragen, om de weelderige loten uit +de boomen weg te nemen, en te maken, dat zy in het midden met niet +meer dan een enkelen stam opgroeijen. Een of twee bekwame Negers +hebben spoedig een stuk gezuiverd. + +Men moet ten deezen opzigte insgelyks in 't oog houden, om, by de +eerste regenbuien, alle de boomen, die niet gevat hebben, of sterven, +te verplanten. + +Men doet ook wel, met dadelyk na het uitbloeijen, geduurende de twee +eerste jaren, de zaadkorrels der jonge boomen weg te nemen: vooreerst +brengen zy grootendeels niet dan koffy voort, waar in geen kragt is; +en ik ben overtuigd, dat dit te vroeg dragen van vrucht voor de groei +en kragt van den boom schadelyk is, zoo als men natuurlyk begrypen +kan, en ons door de ondervinding bevestigd wordt, als welke ons +toont, dat onder de jonge koffy-boomen de zwakste en meest kwynende +boomen het sterkst bloeijen; ten bewyze, dat dit overyld bloeijen de +uitwerking is van eene verzwakte natuur, welke men verbeteren moet +door het vernielen van de vrucht, zoo dra ze gevormd is. In Europa +doet men zulks van gelyken, en met een goeden uitslag, ten aanzien +van de persiken- en abrikosen-boomen. + +Wanneer de boom tot de hoogte van vyf of vyf en een half voeten is +opgewassen, moet men deszelfs groei tegengaan, door den middelsten stam +af te knotten. Indien het een sterke boom is, zullen zyne zy-takken +hem nog een voet hooger doen groeijen; en dit is al de hoogte, die hy +hebben moet, op dat de Negers allen in staat zyn 'er de vruchten af +te plukken; want hoe fraai de groote boomen ook voor het uiterlyk oog +schynen mogen, de nuttigheid moet op alle Plantagiën de hoofdzaak zyn. + +Behalven de aanhoudende uitwiedingen, moet men de boomen geduurig +ontdoen van de weelderige loten, welken men moet afbreken, en niet +afsnyden. Men moet ook het jong plantsoen uittrekken, het welk rondöm, +en onder de schaduwe van den boom te voorschyn koomt. Dit werk, om +wel verrigt te worden, vordert Negers van de mannelyke kunne, van +eene hooge gestalte, en daarenboven oplettend en oordeelkundig. Het +is ook best, om dit, tweemalen s'jaars, opzettelyk te laten doen. Het +gunstigst tydstip voor deezen arbeid is het regen-saisoen, om dat +men tevens de koffy-boomen, die niet gevat hebben, kan doen verplanten. + +Men moet zig wagten, om dit werk te verrigten, of 'er mede ophouden, +in den bloei-tyd; want door het schudden der boomen, zoude men de +bloemen en jonge vruchten doen afvallen. Men zal ook wel doen, zoo +mogelyk, het wieden na te laten geduurende den oogst, hoe zeer dit +echter minder schadelyk is: men moet de Negers leeren en gewennen, +om de koffy niet groen te plukken; dezelve heeft geene waarde, en +dewyl zy kleine zwarte boonen voortbrengt, heeft men des te meerder +moeite met dezelven uit te zoeken. + +Uitgenomen op modderige landen, zoo alst die gelegen zyn aan de beide +zee-kusten, alwaar de kanten naar de laagte loopen, en uit een zeer +zacht slyk bestaan, oordeelt men het schoonmaken der grachten niet +noodzakelyk; het is genoeg, dat men ze van de plantgewassen zuivert: +zy behouden haare diepte naar evenredigheid van den afloop van het +water, die door middel van dezelven bewerkt wordt. By de sluizen +vermeerdert haare diepte; en dezelve vermindert weder naar mate van +de afgelegenheid. Dit schoonmaken zoude een vergeefsche arbeid zyn, +want de modder, welke men 'er uithaalt, wordt spoedig door ander slyk +weder aangevuld. + +Ik heb, by den aanvang van deezen brief, gezegd, dat het planten +der bananen-boomen dat der koffy-boomen moet voor af gaan op +vrugtbaare landen, die men tot eene Koffy-Plantagie voornemens is +aan te leggen. Men moet de bananen-boomen plaatsen op den afstand +van zes-en-dertig, ten minsten van zeven-en-twintig voeten, indien +men de koffy-boomen op den afftand van negen voeten planten wil; +want deeze bananen-boomen moeten zoo geschikt zyn, dat men 'er één +vindt telkens na vier koffy-boomen. Een Planter, die begint, en +natuurlyker wyze gedrongen is, om levensmiddelen te moeten hebben, +zal twee reijen bananen-boomen kunnen plaatsen op elk klein bed, +en dus vier op een dubbeld bed. Een Planter, die alleenlyk eene +Plantagie, reeds gedeeltelyk aangelegd, uitbreidt, en van wien men +verönderstelt, dat hy van levensmiddelen voorzien is, zal slechts ééne +reije bananen-boomen op elk klein bed planten: op een dubbeld bed, +en in het midden, kan hy 'er eene derde reije byvoegen, welke men +echter zal moeten wegnemen by het verdeelen der dubbelde of enkelde +bedden. De moeite, om eene reije bananen-boomen te planten, heeft +weinig te beduiden. Bovendien gebeurt het nu en dan, dat het niet +ge/chikt is het stuk grond na verloop van een jaar met koffy-boomen te +beplanten: indien zulks derhalven wordt uitgesteld, trekt men altoos +de vruchten van deeze bananen-boomen, waar van de schaduw tevens nuttig +is, om de zoutächtige deelen in deeze nieuwe gronden te behouden. + +Behalven de bananen-boomen, plant men ook Indisch koorn, het welk op +deeze nieuwe landen ongemeen wel voortkoomt: men kan deeze beplanting +verscheiden malen herhalen, zelfs na dat de koffy-boomen reeds geplant +zyn, mits men als dan in 't oog houde dezelven op reijen te planten, +op den afstand van vyf of zes voeten, om met des te meer gemak de +uitwiedingen te kunnen doen, welken men niet moet verzuimen, van den +beginne af aan, om het onkruid dadelyk uit te roeijen. + +De ignames kunnen ook gedeeltelyk op de nieuwe stukken grond geplant +worden, maar niet, wanneer men 'er reeds koffy-boomen op geplaatst +heeft. Deeze plant, die tot de voortkruipende behoort, of een zoort +van heestergewas is, zoude voor den groei der boomen schadelyk zyn. + +De Manioc en de Camanioc groeijen ook welig op deeze landen; maar men +moet ze alleenlyk planten op de laanen en aan de kanten der groote +grachten, dewyl de Manioc het land op eene byzondere wyze uitmergelt. + +De aardappelen moet men nimmer binnen den omtrek den bedyking planten; +en men moet de Negers ten sterksten beletten om zulks te doen: het +is eene pest, waar van men zeer veel moeite heeft zig te ontdoen, +en men moet zig eeniglyk bepalen tot het planten derzelve op de +omringende dyken. + +Van het bewerken der Koffy. + +Dewyl het bewerken van de Koffy eene zaak is, van den landbouw +volstrektelyk afgescheiden, heeft men gemeend dezelve afzonderlyk +te moeten behandelen. Wanneer de Koffy geplukt is, wordt zy door de +Negers gebragt op de plaats, alwaar de molens, tot het pellen van +dezelve geschikt, gevonden worden. Het is beter, gemakkelyker en +zuiniger, dezelve in een grooten bak te werpen, dan by hoopen op den +grond te plaatsen. + +Men heeft de gewoonte, om met het overbrengen der Koffy naar de molens +eerst des avonds te beginnen: intusschen, wanneer 'er tot het plukken +veel volk gebruikt wordt, en 'er een groote overvloed van koffy is, +zal men beter doen met vroegtydiger te beginnen, op dat de arbeid +niet tot in den nacht voortduure. + +Het maakzel van deeze molens is bekend; ik vermeene, dat die geene, +welke men hier molens van Martinique noemt, de beste zyn. Ik heb +eene proeve genomen, om daar in eene kleine verandering te maken tot +bespoediging van het werk, en ik ben zelfs thans bezig, om tot het +zelfde einde eene nieuwe proeve te nemen, die deezen molen misschien +nog merkelyk zal verbeteren. + +Wanneer door deeze bearbeiding de roode schil is weggenomen, worden +de boonen in een bak geworpen, in de nabyheid van het gebouw, alwaar +de molens staan. 'Er zyn 'er, die eerst des anderen daags het water +'er opgieten: ik voor my verkieze zulks des avonds te doen, al waare +het alleen om tyd uit te winnen: dan, hoedanig men dit ook gelieft +te doen, men moet 'er eene genoegzaame hoeveelheid water opgieten, +zoo dat de Koffy geheel en al bedekt is; waar na men de Koffy sterk +zal omroeren en wryven, op dat de boonen zig ontdoen van de lymige +stof, die uit de schil aan dezelve is blyven zitten. Tot dit einde +laat men dit eerst opgegoten water wegloopen door eene opening, +die onder in den bak gemaakt is, men wascht de Koffy, en giet 'er +zuiver water op, dezelfde bewerking tot drie malen toe herhalende; +want om te kunnen zeggen, dat de Koffy wel gewasschen is, moet ze in +het aanraaken ruw zyn. + +By het wasschen en omroeren van de Koffy, dryven de roode schillen, +die door de zeeft zyn doorgegaan, boven op; de kleinste boonen, welke +door de rol niet geraakt zyn, eindelyk de onrype en de ligtste boonen, +worden zoo veel mogelyk weggenomen, ten einde dezelven onder den +naam van dryvende Koffy afgescheiden te houden van de Koffy met een +zwarte bast; daar vooräl de laatstgemelde zeer schadelyk is voor de +bewerking, en meer dan de Koffy, die nog ongepeld is, in de droogeryen +insecten voortteelt: ik heb by my het gebruik ingevoerd, om deeze Koffy +andermaal door den molen te laten gaan, en vervolgens te wasschen: +als dan ontdoet zig het grootste gedeelte van haare schil, en zinkt +naar de laagte; de dryvende Koffy maakt dan eene kleine hoeveelheid +uit, en dryft by deeze tweede wassching boven op. + +Wanneer de Koffy wel gewasschen is, spreidt men dezelve uit op vloeren +met steenen belegd, alwaar men ze in de zon laat droogen, wanneer het +weder zulks toelaat: indien het al te regenachtig is, plaatst men de +Koffy in groote laaden met schuiven; die aan de droogerye vast zyn, +en onder welke men ze wegschuift wanneer het gaat regenen: deeze +laaden zyn uittermaten gemakkelyk. Als de Koffy volkomen droog is, +brengt men ze in het Magazyn van de droogerye, een gebouw, doorgaans +uit twee verdiepingen bestaande. + +Men doet wel, vooral by regenachtig weder, om de Koffy niet te zwaar +op elkander te stapelen: in allen gevalle moet men ze, vooral in het +eerste begin, drie malen daags doen verschieten: de achteloosheid en +wanörde der Planters ten deezen opzigte, brengt hun veel schade aan +de Koffy toe. + +Dit verschieten van de Koffy in de droogerye vermindert men vroeger +of later, naar mate het jaargetyde meer of minder droog is. + +Zoo dra het mooije weder aankoomt, kan men beginnen de Koffy in de +droogerye te bewerken, maar alleenlyk dan, wanneer 'er zeer in 't kort +eene gelegenheid op handen is, om ze in te schepen; want de Koffy, +eenmaal bewerkt zynde, vermindert altyd, hoe men 'er zig ook omtrent +gedraagt. In tyd van vrede, wanneer 'er geene schepen ontbreken, +om koopwaren in te laden, is het best de Koffy zoo dra mogelyk te +verzenden; want zoo dra zy in het Magazyn is, verëischt zy veel +oppassing en arbeid, en is schooner, wanneer ze dadelyk verzonden +wordt. Dienvolgende moet men buiten noodzaak met het pellen van de +Koffy niet beginnen, voor dat het drooge mooije weder wel gevestigd is, +en men van de zonneschyn zig kan verzekerd houden. Als dan spreidt +men de Koffy op den met steenen belegden vloer in de droogerye uit, +beginnende altyd met de ligte dryvende Koffy. Dewyl deeze mindere +zoort van Koffy altyd veel eer wormen voortbrengt, dan de Koffy, die +geheel volwassen is, zyn 'er doorgaans drie dagen zonneschyn noodig, +om dezelve in staat te brengen, ten einde gevoeglyk gepeld te kunnen +worden. Indien 'er weinig zonneschyn is, zyn één of twee dagen meer +noodig; in allen gevalle is het, alvoorens men ze pelt, noodzaakelyk +dezelve zoo hard te laten worden, dat men de boonen naauwlyks met +goede tanden kan aan stukken breken. + +Ik volg de manier niet, welke andere Planters gewoon zyn te bezigen: +ik laat des namiddags omtrent twee uuren, en met den geheelen toestel +aan het pellen beginnen: terwyl de sterkste Negers daar mede bezig +zyn, plaatsen de anderen de Koffy op den met steenen belegden vloer +op hoopen. Zy brengen ze vervolgens in eene groote kist of laade aan, +waar uit men ze telkens om te pellen uitneemt. Men moet dit altyd +zoodanig verrigten, dat de Koffy voor vier uuren van den vloer is: +ik heb opgemerkt, dat wanneer de zon tot vyf-en-veertig graaden van +den gezicht-einder gedaald is, de warmte zoodanig vermindert, dat de +Koffy op het gevoel koud wordt; maar wanneer zy in eene groote lade +gelegd is, behoudt zy haare warmte zeer lang. + +De Koffy, op deeze wyze wel gedroogd, en warm gepeld zynde, breekt niet +aan stukken, en wordt nimmer plat; zy verliest dan gewoonlyk het vlies, +het welk tusschen de schil en de boon gevonden wordt. Wanneer zy uit +den molen koomt, laat ik ze dadelyk wannen: andere Planters wannen +ze eerst des anderen daags. Indien men ze op den zelfden dag want, +wint men veel tyd uit: na de wanning brengt men ze op de plaats, +die tot de uitzoeking geschikt is. + +Ik heb twee groote zeeften van koper: eerst laat men de gepelde Koffy +doorgaan door die zeeft, welke de grootste openingen heeft; men laat +door dezelve doorgaan alle de boonen met de ronde en gebrokene koffy, +en in de zeeft blyven geene andere boonen overig, dan die haare schil +niet zyn kwyt geraakt, en die gevolgelyk nog eens in den molen gebragt +moeten worden. + +De tweede zeeft neemt op, het geen uit de andere gekomen is, en ik +laat, benevens de ronde koffy, door dezelve doorgaan al de gebrokene +koffy, ten minsten de kleinste. Uit hoofde van het gebruik van deeze +twee zeeften, valt 'er met de hand niets anders uit te zoeken, dan +de koffy, die in verscheiden groote stukken gebroken is, en de kwade +zwarte boonen, en die door de insecten zyn aangestoken. + +Ik laat de zuivere koffy nog eens wannen, om 'er de vliezen, het stof, +of andere vreemde lichamen van af te scheiden; waar na men, wanneer +de zon zeer heet, en de lucht helder is, dezelve voor eenige uuren op +den met steenen belegden vloer kan leggen, ten einde dezelve niet dan +volkomen droog in de vaten te pakken, na wel te hebben zorge gedragen, +om ze te laten koud worden. + +Men ziet uit alle deeze byzonderheden, dat het bewerken van eene +groote meenigte koffy zeer veel arbeid vordert, het geen het werken +in den tuin merkelyk vertraagt, in een jaargetyde, waar in men noodig +heeft de grachten op te halen, en het onkruid uit te wieden: het geen +gelegenheid gegeven heeft om te onderzoeken, of men geen ander minder +werkelyk middel tot het bewerken der koffy zoude kunnen uitvinden. + +Men heeft derhalven een molen uitgedacht, van zoortgelyk maakzel als +die, waarmede men olyven perst, om 'er de oly uit te halen; dit is wel +gelukt, en men twyffelt niet, of dit werktuig, tot volkomenheid gebragt +zynde, zal op de groote Koffy-Plantagiën van een algemeen gebruik +worden, vooral om dat het zamenstelzel eenvoudig en onkostbaar is. + +Om intusschen deezen molen tot volkomenheid te brengen, moet men ook +de onderscheiden middelen volmaken, die gebézigd worden om de koffy +zonder zon te droogen, iets dat zeer nuttig is, zelfs schoon men de +koffy pelt. Wanneer men andere proeven doet, zal men ontwyffelbaar +niet slagen. Men moet tot een grondbeginzel houden, dat de koffy +gedroogd word, zonder een stank van rook, noch kwaden smaak te krygen, +en zonder haare groene of blaauwachtige kleur te verliezen. + +Van de Gebouwen. + +Het eerste gebouw, het welk gemaakt moet worden, wanneer men een stuk +lands tot eene Plantagie aanlegt, is het huis tot bewooning voor den +Planter. Hy is met zyn werk nog zeer in, wanörde, zoo lang hy niet een +gedeelte van zynen grond met een dyk omringd heeft. Hy kan dit huis +meer of min groot maken, volgens zyn smaak, staat en middelen. Het +is raadzaam, om het afgescheiden en op zig zelf te doen staan, niet +tegen een werkplaats of magazyn aan, om de insecten en het stuiven +te ontwyken, en aan beide gebouwen meerder doorspeling van lucht +te verschaffen. + +Vervolgens moet men overgaan tot het maken van een sluis. In het begin +kan men zig vergenoegen met een sluis, die met vallend water gesloten, +en met den vloed geöpend wordt, door middel van een deur met een klap: +maar wanneer de Plantagie in uitgestrektheid toeneemt, meent men den +voorrang te moeten geven aan een sluis, welke een deur met een val +heeft, en die men by elk gety openen en sluiten moet, als zynde het +ontwyffelbaar, dat tegen het einde van het gety, wanneer het water +geen kragt meer heeft, de klapdeur in 't geheel geen water laat +afloopen, ja zelfs uit hoofde van haare zwaarte aan de uitwatering +altyd hinderlyk is; vooral wanneer de klap buitenwaarts hangt, volgens +het byna algemeen gebruik in deeze Volkplanting. Van welken aart de +sluis ook zy, moet men wel zorge dragen dezelve loodrecht, zeer vast, +en vooral diep genoeg te leggen. Schoon het van geen nut is, wanneer zy +te diep legt, kan zulks niet schaden, maar wel, wanneer ze te ondiep +legt; en het is voorzichtig dezelve zoo te maken, dat de grond van +de sluis zes duimen lager ligt, dan het laagste watergety. Het is +van aanbelang de sluis van binnen en van buiten van goede vleugels +te voorzien, ten einde geene lekking van water langs de fluis kan +doorzyperen: het verwaarloozen van deeze gewichtige punten stelt de +sluizen in deeze Volkplanting bestendig aan toevallige nadeelen bloot. + +Goede sluizen zyn van een wezenlyk belang tot het droogmaken der +landen. Het is zeker, dat 'er aan de sluizen vleugels noodig zyn, maar +het is beter de kanten van de sluis, in de gedaante van vleugels, +te laten uitspringen, dan afzonderlyke houte vleugels te maken, +die uit hoofde van het geduurig hermaken zeer kostbaar zyn. + +Voor hun, die den aanleg van eene Plantagie beginnen, zyn twee sluizen +eene zaak van veele onkosten: tot het grondvesten van dezelven zyn +veele steenen, kalk, tras en hout noodig. Het is de moeite en kosten +niet waardig, om sluizen van enkel hout te maken; zy kosten veel, +en zyn in korten tyd door de wormen vernield, Zy, die geene groote +middelen bezitten, zyn verpligt zig te bedienen van uitwaterende goten, +hier boven door my beschreven. + +In Surinamen maakt men dezelven al te breed: wanneer men goede grachten +heeft, behoeft de sluis zoo groot niet te zyn, als men doorgaans +meent. Men maakt ze ook altyd veel te kort, het geen verhindert om 'er +een zwaren dyk boven te maken; men besteedt 'er te weinig zorge aan, +en vooral aan de sluisdeur, die altyd te veel water doorlaat. Dit +gebrek van oplettenheid is oorzaak, dat de hoeken niet behoorlyk +gesloten zynde, het water, het welk naar binnen doorzypelt, het slyk, +waar door de sluis stevig gehouden wordt, langzamerhand doet wegwyken, +tot dat 'er gaten in komen; het water baant zig een weg langs de sluis, +de dyk wykt uit, en breekt. Men tracht denzelven te herstellen, +en men heeft het ongenoegen om te zien, dat het slechts voor een +korten tyd is, dewyl men de oorzaak van de kwaal, die men niet kent, +niet verholpen heeft: en hier uit trekt men dan het verkeerd besluit, +dat de sluizen eene verkeerde uitvinding zyn. + +Een ander gebrek in het maken deezer sluizen bestaat daar in, dat men +aan de deur te veel afhelling geeft, het geen belet dat het water +dezelve opligt, en 'er doorloopt. Deeze deuren zyn meest gemaakt +met houten hengzeis, als of ze dienen moesten voor deuren van een +schuur. Men heeft dit werktuig tot meerder volkomenheid gebragt, +en indien men het met lood beleggen wilde, om van de wormen niet +doorknaagd te worden, zou het byna zoo nuttig zyn als volkomene +sluizen, en ik zoude 'er in dit Land den voorrang aan geven, om dat +de Negers te achteloos zyn in het regelmatig openen van de deuren, +zoo als dit behoort. + +Voor eene droogmaking van twee honderd akkers, laat ik alleen twee +sluizen maken, die elk een vak van drie voeten hebben; ik geef aan +dezelven 26 of 28 voeten lengte; ik laat de planken wel in malkander +sluiten; ik laat alle de reeten met pik toestoppen, even als een schip; +men maakt 'er eene goede deur aan met yzere hengzels, waar van de +duimyzers met een schroef gemaakt zyn, om des te vaster te houden, +en de spykers ook met een spil en schroef. Ik laat deeze deur op de +volkomenste wyze in één sluiten, en wel zoo vast, dat zy niet ligtelyk +in wanörde geraken kan. Wanneer deeze sluis geplaatst is, laat ik +daarboven een zeer zwaren dyk leggen, zelfs van twee voeten hooger, +dan die 'er dicht by is. De sluis, op deeze wyze ingericht, laat geen +droppel water door, geduurende den vloed, en nooit geraakt de dyk in +wanörde, dan wanneer de sluis verrot of van de wormen doorknaagd is, +en in duigen valt. 'Er blyft nooit water in de grachten: de sluisdeur +gaat door het minste gewicht van 't water gemakkelyk open. + +De Koffy-Planter heeft het voorrecht, dat hy zig voor het derde of +vierde jaar over het maken, der gebouwen niet behoeft te bekommeren: +hy kan ze dan maken naar evenredigheid van de geplante boomen, zelfs +van die geenen, die nog geene vrugten geven. De arbeid wordt meer +noodzakelyk, naar mate dat de boomen tot het dragen van vruchten komen: +men handelt voorzichtig met de Plantagiën in de eerste jaaren niet +verder uit te breiden, dan in zoodanige evenredigheid, dat, wanneer de +koffyboomen vruchten opleveren, men niet genoodzaakt is het tuinwerk +om dat van den oogst te verwaarloozen; want men moet rekenen, dat men +ten minsten een vyfde gedeelte van het jaar, dat is, twee en een halve +maand, of drie maanden, aan de beide oogsten besteedt, en een zevende +gedeelte aan het bewerken van de koffy, zonder van het verschieten en +den verderen arbeid der droogerye te spreken. Te weinig oplettenheid in +dit opzigt is oorzaak, dat een aantal Koffy-Plantagiën slecht bebouwd +en slecht onderhouden zyn. Het is altyd zeker, dat eene Plantagie van +eene middelmatige uitgestrektheid, wanneer zy wel onderhouden wordt, +meer opbrengt, dan eene groote, wier onderhoud slecht is. + +Men oordeelt, dat een goed gebouw geduurende lange jaaren tot alles +voldoende is, mits men het een weinig stevig maakt, en zulks zonder +zeer kostbaar te zyn: men kan 'er de breedte van 32 of 34 voeten +aan geven, en zoodanige lengte, als men goedvindt: het is dienstig, +om het zelve zoo te plaatsen, dat men het kan uitleggen, naar mate +de meenigte van de koffy, die in het magazyn opgeslagen moet worden, +toeneemt. Men kan de stylen plaatsen op voetstukken van dezelfde +hoogte, stukken hout leggen tot ondersteuning van de einden van de +balken, die daar op rusten, of zig daar mede verëenigen. Men legt deeze +balken op eene hoogte van 8 of 9 voeten, maar de stylen moeten nog 4 +of 5 voeten hooger zyn, op dat de zolder tusschen alle de stylen van +wederzyden klap-vengsters kan hebben, vermits het van aanbelang is, +dat de lucht over de zolder vryelyk heen speelt, om de koffy spoedig +te doen droogen. Men moet daarom aan beide kanten groote vengsters +maken, die tot op den grond van den zolder nederhangen. + +Het is verwonderlyk, hoe de koffy spoediger droogt, wanneer de wind +'er regelrecht op werkt; het is alleenlyk noodig de twee gevels en de +beide zyden van het gebouw aan het bovenste gedeelte, tot aan de zolder +toe, met planken te beleggen. Het onderste gedeelte kan open blyven, +of men kan het sluiten of omheinen alleenlyk met stammen van pynboomen: +het geheel moet overdekt worden met dak-borden, die men in dit Land +zeer duurzaam vindt: stammen van pynboomen zyn voldoende om dezelven +te onderschragen, zonder dat men latten of dwarsbalken noodig heeft. + +In het benedenste gedeelte plaatst men den molen, om de koffy-boonen +te pellen, de groote bak om ze in te werpen, zoo wel de koffy, die +geplukt, als die gepeld is: dezelfde benedenste verdieping, zoo men +de werkplaats verlengt, kan, dienen tot een kuiperye, een stalling, +en verscheidene andere gebruiken. + +De geschikte manier tot het plaatsen der koffy-lootsen is altyd +eene en de zelfde, op welke wyze de verdere gebouwen ook geplaatst +of ingericht mogen zyn. De gevels moeten staan naar het oosten +en westen, en de lengte moet gericht zyn van het noorden naar het +zuiden. De met steenen belegde vloer moet geplaatst worden aan de +noordelyke gevel, op eenen genoegzamen afstand, om te ontwyken de +morgen en avond schaduwen, en de belemmering van den wind, die door +het lichaam van het gebouw veröorzaakt zoude worden; want de wind is +allernoodzakelykst, om de koffy te droogen. Zy, die drie of vier maal +honderd duizend ponden koffy, en eene gelyke hoeveelheid cacao op eene +enkele Plantagie hebben zien bewerken, kennen de waardye van een zeer +uitgestrekten droog-vloer. Men moet ze meer boogsgewyze maken, dan +men gewoonlyk doet. Men moet van zeer dun hout, en zeer ligte planken +van een halven duim dikte, eene kleine kap of beweegbaar dak maken +van 20 voeten lengte en 15 voeten breedte, zynde bovendien met bepekt +zeildoek overdekt. Men plaatst dit dak op rollen, welken men naar zyn +believen draait, op dezelfde wyze als huisraad en bedden. Zoo dra men +een enkelen droppel regen bespeurt stapelt men de koffy met groote +houten schoppen op elkander, en rolt 'er het dak over heen, om de +koffy voor den regen te beveiligen: dit is tot groot voordeel en nut. + +Indien men laden of schuifbakken heeft, kan men zig insgelyks van het +benedenste gedeelte der loots, aan één van de beide kanten bedienen, +mits echter in het oog houdende, dat men de einden hout, waar op +de rollen van de laaden loopen, behoorlyk verlengt, en voorts acht +gevende, dat de schaduw, door de loots veröorzaakt, op zekere uuren +van den dag, aan het droogen van de koffy niet hinderlyk zy. + +Aan de voor- of achter-zyde, naar mate de loots naar het oosten +of westen geplaatst is, moet men een met steenen belegden vloer +maken. Het is van het grootste nut, dat dezelve eene genoegzaame +uitgestrektheid hebbe. Op zyde van deeze vloer, en zoo dicht mogelyk +by de werkplaats, moet de bak staan om de koffy te wasschen, waar in +het altyd dienstig is eene afscheiding te maken; want dewyl men het +water verscheiden malen geduurende de wassching moet ververschen, +is het zeer gemakkelyk de koffy, dan aan de ééne, dan aan de andere +zyde van den bak, te kunnen overstorten. + +Zie daar alles, wat tot de bewerking en het behoud van de koffy +noodzakelyk dunkt te zyn. + + + +VIERDE BRIEF. + +Antwoord op de drie eerstgemelde Brieven, waar by de Fransche Ingezeten +de vraag omtrent ds afschaffing der slavernye, in de Volkplantingen, +alwaar dezelve nog plaats heeft, opzettelyk behandelt: hy raadt om +deeze verandering, die noodzakelyk geworden is, te bevorderen; en +geeft de middelen aan de hand, om daar toe te geraken, zonder aan +den voorspoed der Volkplantingen nadeel toe te brengen. + +Ik ben u, myn lieven vriend, zeer verplicht voor de drie brieven, +welken gy my het genoegen gedaan hebt aan my te zenden, betrekkelyk het +bebouwen der lage landen, waar van wy, zedert eenige jaaren, begonnen +hebben proeven te nemen, en waar in gy onze meester zyt. Ik zal niet +alleen voor my zelven van uwe nuttige onderrigtingen gebruik maken, +maar ik zal ze ook ter kennisse brengen van alle myne medeburgers, +die, even als ik, met de voortbrengzels deezer landen aan te +kweken, voordeel bedoelen, of die zig by vervolg op zoortgelyke +ondernemingen zouden willen toeleggen, in een uitgestrekt land, +waar niets dan arbeidzaamheid noodig is. Uwe mededeelende inborst, +die het onderscheidend kenmerk van waare onderrigting, en de bezitting +van eerlyke harten is, geeft my de verzekering, dat ik aan uw oogmerk +voldoen zal, met deeze kundigheden, zoo veel my mogelyk zal zyn, te +verbreiden, en zelfs door de zeer voldoende brieven, welken gy my over +dit onderwerp geschreven hebt, ten algemeenen nutte te laten drukken. + +Reeds hebben verscheiden van myne gebuuren, die even als ik op lage +landen arbeiden, nuttige lessen van u ontfangen; en reeds begon deeze +geheele streek gelukkig te worden, zoo dat men hope konde opvatten, +dat dezelve t'eeniger tyd uwe schoone Volkplantingen zoude naar de +kroon steken. + +Maar zedert de omwenteling, die van Frankryk een Gemeenebest gemaakt, +en aan alle menschen, onder deszelfs bestuur levende, het genot +van alle de rechten van den mensch en burger heeft wedergegeven; +die de slavernye afgeschaft, en den Neger-handel vernietigd heeft, +is alles van gedaante veranderd. Men heeft op 't onverwagtst de +vryheid afgekondigd aan menschen, die met eene meer of min harde, +maar steeds willekeurige gestrengheid, gehouden waren tot eenen arbeid, +uit deszelfs aart verachtelyk, en welken zy, zonder eenig voordeel voor +zig zelven, ten nutte van een enkel persoon verrigtten. Men heeft hun +de volkomene vryheid overgelaten, om zig al of niet te verbinden aan +hun, die welëer eigenaars van hunne persoonen waren. Het gevolg hier +van is geweest, dat byna alle de Plantagiën, aan de Rivier Aprouago +op laage landen aangelegd, verlaaten, of merkelyk vervallen zyn. + +Ik ben een vriend der vryheid, schoon ik voor deezen veele slaven in +eigendom bezat. Ik behandelde de mynen met eene byzondere gematigdheid, +en ik heb 'er verscheiden van behouden. Ik zoude ze zelfs allen +behouden hebben, indien de Regeering 'er niet op eene willekeurige +wyze over beschikt had, door hen op andere Plantagiën, in andere +landschappen, te gebruiken, om de Plantagiën, die onder handen van +het bestuur in bewaring gesteld waaren, boven anderen gelukkig te +doen zyn, of de belangen van byzondere persoonen te begunstigen. + +Hier doet zig een vraag-punt op, het welk verscheiden Planters niet als +bedenkelyk beschouwen, maar waaromtrent ik niet van hun gevoelen ben, +en waar van de behandeling voor het menschdom van een byzonder belang +is: zy moet ook hoogst belangryk zyn voor de Hollandsche Colonisten, +onze nabuuren, wier Regeerings-bestuur, op dezelfde grondbeginzels, +als het onze, gebouwd, insgelyks tot de afschaffing der slavernye +zal moeten besluiten. + +Om dit stuk in orde te behandelen, zal ik eerst de vragen voorstellen, +en wat de meeste onzer nabuuren 'er van zeggen. + +"Hoe kan de in stand houding eener Plantagie, die zoo veel +arbeid, zoo veel uitschot van penningen vordert, met de vryheid +der plantende Negers bestaan? Ziet gy niet, dat de Hollanders, +die in deeze zoort van handel zulke groote vorderingen gemaakt +hebben, onder alle Europeanen die geenen zyn, welke de Negers met de +meeste gestrengheid behandelen? Dat zy met dit al in hun vaderland +Comptoiren of Maatschappyen hebben, die, naar mate van de begroote +waarde deezer landen, aanzienlyke sommen gelds opschieten aan de +Planters, die eigentlyk niets anders doen dan het huishoudelyk bestuur +der Plantagie voor hunne geldschieters waar te nemen? zouden wy, +die deeze bebouwing der lage landen van verre hebben beginnen na te +volgen, dit immer hebben kunnen uitvoeren, zonder de kragtdadige hulp, +welke de Regeering op allerleije wyze aan de eerste bebouwers deezer +landen verschaft heeft? zouden wy het hebben kunnen doen buiten het +middel der slavernye, waar in de mensch geen ander mogelyk bestaan +heeft, dan door eenen aanhoudenden en onäfgebroken arbeid, zonder +zelfs het recht te hebben, om zig te mogen beklagen? Ziet gy niet, +dat alle de Fransche Volkplantingen te vuur en te zwaard verwoest +worden, en dat wy eenigermaten deeze algemeene verwoesting ontduiken, +doordien wy op ons zelf staan, en door de zwakheid der bevolking, +die, op uitgestrekte ruimten verspreid zynde, tegen ons niet heeft +kunnen zamenspannen? Schoon wy de grootste onheilen agter ons hebben, +is het evenwel niet zichtbaar, dat alles in deeze Volkplanting, +zedert het tydperk der vryheid, in verval geraakt is, en dat vooral +de Plantagiën op lage landen het grootste verlies geleden hebben? Merk +daarënboven op, dat 'er zedert geene nieuwe onderneming van dien aart +is aangelegd. En, ach! hoe zoude men dien aanleg beginnen? Welke +middelen, zoudt gy by de hand nemen, om de zwarten aan te zetten +tot eenen arbeid, die uit deszelfs aart zwaar en onäangenaam is, +en welken men jaaren lang moet voortzetten, om deeze landen droog te +krygen, alvorens 'er eenige vruchten van te trekken? Ik gevoel, dat +gy t'eeniger tyd zult moeten toestemmen, om aan uwe landbouwers een +vierde van uwe inkomsten te geven, gelyk, zoo men zegt, op St. Domingo +plaats heeft: maar wat zult gy doen, eer het nog ver af zynde tydstip +daar is, dat dit vierde iets van aanbelang bedraagt"? + +Zie daar de groote en voorname tegenwerpingen: ik zal 'er volkomen +op trachten te antwoorden. Het herstel der Fransche Volkplantingen, +en het behoud der geenen, die nog niets geleden hebben, wordt met +reden beschouwd van zulk een groot staatkundig belang te zyn, dat al +het geen eenig licht verspreiden kan omtrent de middelen, waar door +de één tot eenen gevestigden voorspoed komen, en de ander den schok +van eene noodzakelyk gewordene verandering in het bestuur ontwyken +kan, door de eigenaars in de Volkplanting met dankbaarheid behoort +ontfangen te worden. + +Ik heb myne denkbeelden niet eeniglyk in deeze Volkplanting +opgezameld. Ik heb in de Volkplantingen van verscheiden Europeesche +natiën gewoond; ik heb my toegelegd, om den inborst der Negers te +leeren kennen; ik heb de verschillende manieren om hen te bestuuren, +en derzelver gevolgen onderzogt; ik heb alles gelezen, wat voor en +tegen de afschaffing der slavernye geschreven is geworden; en ik ben +volkomen overreed, dat het mogelyk is, om, zonder benadeeling der +Volkplanting, Zeden- en Staat-kunde met elkander over één te brengen, +mitsgaders arbeidzaamheid en voorspoed, die van elkander onafscheidelyk +zyn, onder de gezengde luchtstreek zamen te paaren. + +Het geen ik te zeggen heb, is geschikt om de klagten der Colonisten te +bevredigen, die nog slaven bezitten, en, uit hoofde van de ellendige +inrigting der Volkplantingen, alle bewysredenen tegen de slavernye der +Negers, als eenen regelregten aanval op hunne eigendommen beschouwen. + +Frankryk heeft het eerst, en onder de Europeesche volken nog alleen, +deeze schandelyke inrigting onbepaald en volkomen afgeschaft: de +gevolgen deezer omwenteling zyn byna overal schadelyk geweest; maar +kunnen wy over de gevolgen wel oordeelen, zonder dat wy de oorzaken +kennen; en zouden andere oorzaaken ook geene andere gevolgen hebben +te weeg gebragt? Zoude eene andere handelwyze, eene andere manier +om deeze verandering van slavernye in vryheid daar te stellen, geene +andere uitwerkingen gehad hebben? Hier aan valt niet te twyffelen. + +De Nationaale Conventie, na de grondslagen tot verklaring van de +rechten van den mensch besloten te hebben, heeft deeze beginzels +niet in 't oog gehouden in alle de beschikkingen, betrekkelyk de +Volkplantingen, welken zy aan de ondermyningen der openbaare vyanden +van vryheid en gelykheid heeft overgelaten. Wel verre van het lot +der slaven te verbeteren, en de middelen tot hunne vrymaking met +verstand voor te bereiden, heeft zy zelfs het recht van burgerschap +aan de zwarten geweigerd, en daar door aan de Planters de magt +gegeven, om hun het staatkundig aanwezen te weigeren, na hun het +zelve voor een oogenblik te hebben toegestaan. Noch de Regeeringen +in de Volkplantingen, noch de eigenaars der Plantagiën, noch de +uitvoerders van het bestuur, wilden de vryheid niet, ja zelfs wilden +zy den verachtelyken en lagen staat, waar onder de zwarten zuchtten, +in de minste omstandigheid niet verzachten; integendeel scheen men +het 'er, na de omwenteling, op toe te leggen, om deeze vernedering +tot een grondbeginzel te vestigen. Door zulk eene handelwyze heeft +men te weeg gebragt, dat deeze zoort van menschen onze ergste vyanden +geworden zyn, en de schoone Volkplanting van St. Domingo het onderst +boven gekeerd hebben. + +Toen vervolgens, in die ongelukkige tyden, in welken zy, die zig +tegen de verbetering van het bestuur der Volkplantingen verzetteden, +zig betoond hebben opentlyke vrienden van het Koningschap te +zyn, de Engelschen te hulp geroepen, en zelfs de Negers tegen ons +gewapend hebben, in de hoop, dat het hun gelukken mogt de slavernye +te herstellen; toen de uiterste middelen noodzakelyk geworden waren, +heeft de Nationale Conventie de grondbeginzels der vryheid eensklaps +te rug gebragt, daar het vry beter was geweest dezelven trapsgewyze +te vestigen: hier uit zyn onheilen voortgesproten, die aan de andere +Volkplantingen eene nuttige les geven kunden. + +Zy moeten, zoo het mogelyk is, de vryheid bekomen, zonder eenigen +schok, zonder wanorde in de byzondere eigendommen, en vooral zonder +bloed te vergieten. Behalven het algemeen gevoelen van menschelykheid, +het welk ieder eerlyk en weldenkend man doet verlangen, dat deeze +verandering bewerkt worde zonder die schokken, welke zommigen van onze +Volkplantingen zoo zeer beroerd hebben, kan ik niet nalaten belang te +stellen in het lot van verscheiden deezer Volkplantingen, en ik moet +de inwooners aanzetten, om rypelyk te denken op de aanmerkingen, die +ik hun voordrage, en zig wel overtuigd te houden van deeze waarheid: +dat het onmogelyk is de hatelyke inrigting der slavernye langen tyd +te doen stand houden, en dat, om de afschaffing daar van voordeeligcr +te doen zyn, en minder ongeregeldheid te doen uitwerken, men daar in +goedschiks en met beleid moet te werk gaan. + +Indien zy hier eenige middelen aantreffen, om deezen taak gemakkelyk +te maken, zal ik my by de Planters zeer verdienstelyk gemaakt hebben, +door te toonen, dat het in de Volkplantingen mogelyk is, om zig met +de voortbrengzels van het aardryk te verryken, zonder het menschdom +te doen beven, en dat men met een weldadig hart, zonder knaging van +'t geweten, eigenaar van eene Plantagie kan zyn. + +De vraag omtrent de slavernye der zwarten hield zedert langen tyd +de verstandigen bezig, eer dat men in Frankryk aan eene omwenteling +dagt; deeze vraag is door het Fransche Gemeenebest beslist: zy kan +de Regeeringen, die Volkplantingen bezitten, en waar het stelzel der +vryheid nog geen veld gewonnen heeft, in geene onverschilligheid laten. + +De Negers zyn niet onkundig, of zullen ten minsten niet lang onkundig +kunnen blyven, hoe zeer hunne staat van die van huns gelyken in de +nabuurige Fransche Volkplantingen verschilt: wanneer men zulks voor +hun verbergen konde, denkt men dan nog, dat zy van hunne rechten +altyd onkundig zyn geweest, en dat de stem der natuur by hun ten +gevalle van hunne bezitters verdoofd is? + +Hoe dom hunne lasteraars hen ook verbeelden te zyn, zy hebben getoond +met zeer grooten moed bezield te zyn: zy hebben, zoo als gy weet, +in uwe Volkplantingen van Hollandsch Guiana, gelyk ook in Jamaica, +het voorbeeld voor zig van een aantal menschen van hun geslacht, +die door hunnen moed zig de vryheid bezorgd hebben, in weêrwil van +hunne meesters, welken zy genoodzaakt hebben, om met hun over eene +volkomene onäfhangelykheid te handelen. + +Men moet de noodlottigste gebeurtenissen duchten, indien men zig niet +met ernst bezig houdt met de verbetering van het lot van deeze zoort +van menschen, die uit hoofde der ryke voortbrengzels van hunnen arbeid +van zoo veel gewicht zyn, en tevens zoo weinig bescherming ontmoeten, +zoo mishandeld worden. Men zoude kwalyk doen, om in eene onvoorzigtige +gerustheid te blyven sluimeren. + +Het voorbeeld der Fransche Volkplantingen moet aan deeze aanmerkingen +klem byzetten: door zig tegen de vryheid te verzetten, zyn zy verwoest +geworden, zy herstellen zig met derzelver zoeten invloed, onäangezien +alle de noodlottigheden van den oorlog. + +Wat kunnen zy, die de slavernye voorstaan; tog inbrengen? Zy zullen +zig beroepen op het oud gebruik der Volkplantingen, de voorgewende +onmogelykheid, om dezelven zonder zwarten en zonder slaven te bebouwen, +op het belang van den staat, om koopwaren uit de Volkplantingen +te trekken. Men beroept zig op het geluk der Negers in hunnen +tegenwoordigen staat, die, zoo men ons beduiden wil, verre verkieslyk +is boven het lot van onze boeren. Men zegt, dat de luiheid, het bedrog, +en alle slechte hoedanigheden, die harde en inhalige meesters, hun +slechts als lydelyke werktuigen van hun fortuin beschouwende, in hun +vinden, van het character der Negers onäfscheidelyk zyn; maar deeze +kwaade hoedanigheden en gebreken zyn, of betrekkelyk tot het begrip +en vooröordeel, het welk hunne staat inboezemt, of veröorzaakt door +de manier, waar op men hen behandelt: deeze gebreken, die aan alle +menschen, en in alle maatschappyen gemeen zyn, verdwynen, of nemen +ten minsten merkelyk af onder een menschlievend en redelyk bestuur, +zelfs onder slaven: zulks heeft my eene onäfgebrokene en aandachtige +ondervinding klaar bewezen. + +De voorstanders der slayernye kunnen voor het overige in hunne +verschillende redeneeringen in het geheel geen gebruik maken van +de zaak der menschelykheid, noch van de rechtvaardigheid, noch +van het recht der natuur, als welken geen mensch ter weereld door +verjaring kan verliezen, van welke kleur hy ook zyn moge, en het zy de +omstandigheden zyner geboorte meerder of minder gunstig zyn. "Wy hebben +Volkplantingen noodig, men kan dezelven zonder slaven niet bebouwen; +dus is de slaven-handel en het bezitten van slaven noodzakelyk". Zie +daar, waar op hunne redeneeringen altyd nederkomen. + +Aan den anderen kant zyn zy, die voor de afschaffing der slavernye +pleiten, door de reden, de rechtvaardigheid, de weldadigheid, en +alle eerbiedwaardige beweegredenen, welken de menschelykheid aan de +hand geeft, aangevuurd, dikwils veel te verre gegaan, en hebben zig +dus aan de berisping hunner tegenpartyen, die by de handhaving der +slavernye belang hadden, bloot gesteld; zy hebben gezondigd, het zy +door buitensporigen yver, het zy door de staatkundige betrekkingen uit +het oog te verliezen, welk laatste echter niet behoort te geschieden, +zoo men een aantal lieden, wier fortuin van de beplantingen afhangt, +niet in hevige klagten wil doen uitbarsten: op dien zelfden voet +voortgaande, hebben zy zig de berisping der Planters ook nog op den +hals gehaald, door niet wel te bevroeden alle de middelen, die tot +het bewerken der verlangde omwenteling verëischt werden. 'Er zyn +noodlottige gebeurtenissen voorgevallen, die de redeneeringen van de +voorstanders der slavernye schynen te versterken; maar wat valt daar +uit te besluiten, dan alleen dit, dat de ontwerpen der menschelykheid +ten voordeele der zwarten, overëenkomstig eene goede staatkunde, niet +behooren uitgevoerd te worden, dan door den tyd en trapsgewyze? dat +eene overylde en onbepaalde vrylating, zonder uitzondering of mitsen, +aan het voorgesteld oogmerk zeer slecht voldoet, en zelfs groote +ongelegenheden veröorzaakt? In de daad, men moet toestemmen, dat de +nieuwe Negers, die aan de taal en gebruiken der Europeanen nog niet +gewoon zyn, zonder gevaar voor de Plantagiën, noch zonder benadeeling +van hun zelven, niet allen op eenmaal, zonder tusschenpoozing of +voorzorgen, in vryheid gesteld kunnen worden. Het is 'er mede gelegen, +als met het gezicht, dat door eene lange duisternis verzwakt is, +en niet met overyling het licht weder kan aanschouwen, zonder 'er +door verbysterd te worden: men moet hun het licht by trappen en met +beleid te rug geven. + +Intusschen is het geenzints onmogelyk, maar het is zelfs nuttig +en staatkundig, om de middelen tot afschaffing der slavernye voor +te bereiden. Men kan dit oogmerk bereiken, terwyl men tevens het +belang van den Staat, en de staatkunde der volken in het oog houdt, +de Volkplantingen, die nog geene veranderingen ondergaan hebben, +bewaart, zonder de eigendommen der ingezetenen te bederven, noch +hunne inkomsten te verminderen. Het tydperk, binnen het welk men +trapsgewyze aan de Negers de vryheid zoude kunnen schenken, zoude +niet verre af zyn; en de goede geneigdheid van verscheiden Planters +zoude het zelve meerder verkorten, dan men denkt. 'Er zyn 'er veelen, +die, om wel te doen, slechts verlangen omtrent hunne waare belangen +te worden ingeligt; dit kan men door tyd en ondervinding te weeg +brengen; en de Regeeringen behooren, overëenkomstig dien regelmaat, +de gebrekkige inrigting, die nog in zwang is, en tot hier toe door +de wet gehandhaafd is geworden, te verbeteren. + +Alle eerlyke, gevoelige en belanglooze harten zyn van de zaak zelve +wel overreed; maar men moet aan de Regeering betogen, en aan de +eigenaars der slaven bewyzen, dat men deeze veranderingen bewerken +kan door middelen, die geene beweging maken, en aan de veiligheid, +noch aan het voordeel der Planters geen leed toebrengen. Het is tot +dit einde noodig, om alle vooröordeelen aan een zyde te stellen, en met +onpartydigheid de middelen te overwegen, door welken men langzamerhand +in de verbetering van de gebrekkige inrichting der Volkplantingen +kan slagen, zonder de Plantagiën en derzelver bebouwing te bederven. + +Het eerste middel moet zyn de afschaffing van den slaven-handel. + +Deeze handel is met de slavernye op 't naauwst verbonden, om dat zy +aan dezelve voedzel verschaft, en de Planters in 't begrip staan, +dat, indien de slaven-handel ophield, het getal van de bewoners der +Volkplanting wel dra tot niet zoude loopen, en derzelver bebouwing +ook in evenredigheid verminderen, en dat, vermits de slavernye eene +geöorloofde zaak is, de slaven-handel het insgelyks behoort te zyn: +edoch niets dan de verfoeijelykste heerszucht is in staat, om deezen +hatelyken handel, die een zamenweefzel van barbaarsheden is, te willen +laten stand houden. + +Wat doet het 'er toe, of wy onrechtvaardig en wreed zyn, mits wy maar +rykdommen vergaderen. Zie daar in korte woorden, waar toe men alle de +redeneeringen brengen kan, die ten voordeele van deezen handel worden +aangevoerd. Maar indien dit niet alleen eene onrechtvaardigheid, maar +zelfs eene mistasting is; indien deeze handel, verre van voordeelig +te zyn, voor de belangen van het volk, dat denzelven dryft, hoogst +nadeelig is; wat moet 'er dan worden van den eenigen grond, waar mede +men deszelfs voortduuring wil goed maken? + +Deeze handel, staatkundig beschouwd, brengt niet dan nadeel te +weeg. Dezelve bederft de zeden van elk volk, het welk zig daar aan +overgeeft, door hun eene geneigdheid tot wreede daden in te boezemen; +door dezelven eindelyk by veele persoonen als wettige daden te doen +beschouwen; door een aantal lieden te gewennen, om hun fortuin door +de vernieling van het menschdom te beproeven; want het is eene +bewezene waarheid, dat de oorlogen, gevoerd om slaven te hebben, +de onaangenaame overtochten, de mishandelingen, en de wanhoop, veel +meer Negers doen sneven, dan 'er in de Volkplantingen aankomen. Deeze +handel is schadelyk voor de zeevaart, uit hoofde van het verlies van +een groot aantal matroozen, veröorzaakt door de kwade lucht, het slecht +voedzel, en andere vernielende omstandigheden, die op de schepen, +tot de overvoering der Negers bestemd, noodwendig plaats hebben. De +slavenhandel is, in één woord, een schande voor het menschdom, een +vlak op elk volk, die denzelven gedoogt, eene openbaare strydigheid +met de grondbeginzels en inrigting van alle Gemeenebesten. + +Maar, werpt men ons tegen, hoe zal men eene bevolking in stand houden, +die geduurig afneemt, en hoe zult gy Volkplantingen hebben, indien +gy den slaven-handel op de kust van Africa laat varen? + +Het getal der Neger-slaven neemt in eene verbazende meenigte af by +de Planters, die weinig menschelykheid of gevoel bezitten; maar het +vermeerdert langzamerhand by hun, die de noodige zorgen aanwenden +tot behoud van hunne slaven, en om, zoo veel in hun is, de wet der +slavernye te matigen. Mitsdien is het, onder het bestuur van eene wel +geregelde vryheid, buiten allen twyffel, dat de volkrykheid schielyk +zal vermeerderen, gelyk de ondervinding dit bewyst in alle Landen, +alwaar de mensch gelukkig is, en wel geregeerd wordt. + +In deeze vooronderstelling zal de veiligheid en goede regeerings-orde +in de Volkplantingen grooter zyn; haar onderhoud zal minder kostbaar +worden, uit hoofde van eene sterke vermindering, zoo al niet eene +volkomene vernietiging van de kosten, op de uitöeffening der Politie +en Justitie, het houden van krygsvolk, het straffen van misdadige, en +het vervolgen van weggeloopene Negers, het onderhoud van gevangenissen, +enz. vallende. + +Na alzoo den slaven-handel te hebben afgeschaft, zal men de +noodige beschikkingen maken tot handhaving van de goede orde in +de Volkplantingen, tot derzelver veiligheid, en tot aanwas der +bevolking. Voorzeker, wanneer men alle de Plantagiën in haare +tegenwoordige werkzaamheden laat blyven, gelyk ook de regeling van +goede orde, die op elk derzelven past, zal men niemand van de eigenaars +iets doen verliezen. + +Dan zal het noodig zyn, dat men zig ernstig bezig houde, om overal, +op eene éénstemmige wyze, wel beredeneerde wetten te maken, die niets +willekeurigs meer in zig bevatten, en waar by men de geregelde orde +in den arbeid, en de behoorlyke tucht zal handhaven. Zonder de wet +te willen stellen aan die Volkplantingen, alwaar de slavernye nog +heerscht, is het geen herssenschimmig denkbeeld, dat wel zaamgestelde +vergaderingen, uit den bloem der Colonisten verkozen, zelve die +Reglementen van Politie, en die geschikte en éénstemmige wetten zouden +voorstellen, die op alle Plantagiën passen zouden, en waar naar ieder +verpligt zoude zyn zig te gedragen; en hier uit zoude de grootste +voorspoed voor elk in 't byzonder, en voor de geheele Volkplanting in +'t algemeen, voortvloeijen. + +De Planters van Jamaica en Grenada hebben zedert lang het ontwerpen +van Reglementen voor hunne Volkplantingen in den zin gehad. Een van +hun laat zig in dit opzigt in deeze merkwaardige woorden uit. "Het +staat in onze macht, om den welvaart van tweemaal honderd duizend +menschen, wier arbeid ons het dagelyks middel van bestaan verschaft, +te bevorderen; wy hebben het vermogen van, om zoo te spreken, eene +nieuwe schepping te vormen. Welk edeler voorwerp kan immer onzen yver +aanvuuren, en de natuurlyke neiging, die ons tot weldadigheid heen +leidt, opwekken? Wanneer men de zaak uit het oogpunt van ons persoonlyk +belang beschouwt, is het zeer zeker, dat hoe meerder menschelykheid +iemand bezit, hoe beter staatkundige hy is: dus zullen wy door de +neiging van ons hart te volgen, den welvaart van onze bezittingen, +met der menschen goedkeuring, en des Hemels zegen zamen paaren. + +De Planters van Grenada hebben in hunne Volksvergadering Reglementen +van inwendige Politie, en wetten ten voordeele der slaven, vast +gesteld, waar by zy, in hunne Acte van 4 November 1788. deeze +verstandige inleiding laten voorafgaan. + +"Overwegende, dat de noodzakelykheid van den invoer van Negers zal +ophouden op het oogenblik, dat zy met menschlievenheid behandeld, +en niet meer met onmatigen arbeid bezwaard zullen worden, en men dus +op de wetten der natuur in de vereeniging der kunnen acht zal geven; + +Gemerkt, dat de wetten, die tot hier toe tot handhaving der slaven +zyn afgekondigd, onvoldoende bevonden zyn; en de menschelykheid, zoo +wel als het belang der Volkplanting, vordert, dat men de slavernye +zoo dragelyk make, als mogelyk is, om de volkrykheid der Negers te +bevorderen, het eenig middel, om de noodzakelykheid hunner invoering +van de Americaansche kusten door den tyd geheel te vernietigen; + +En gelet, dat men zulk een heilzaam oogmerk niet kan bereiken, +dan door aan de magt der meesters, en van de geenen, die met het +opzicht over de slaven belast zyn, palen te stellen; het zy door +hen te verpligten, om hun op eene gepaste wyze van huisvesting, +voedzel en kleeding te voorzien, het zy door hun onderwys en goede +zeden te beschikken, hen aan te zetten tot het aangaan van huwelyken, +tevens deeze wettige verbintenissen eerbiedigende en beschermende: +om alle deeze redenen", enz. + +Zonder van stuk tot stuk de Reglementen op te geven, die het gevolg van +deeze Acte zyn, noch ook alhier te ontvouwen, wat men van dien aart het +best zoude kunnen doen, indien men, met reden en menschlievendheid, +de hier boven uitgedrukte gevoelens ter uitvoer trachte te brengen, +is het genoeg door deeze twee voorbeelden aan te toonen, dat de +Planters zedert lang gevoeld hebben, dat hun eigen belang dergelyke +wetten vorderde, dat deeze wetten noodig waren tot in stand houding +en aanwas der bevolking, om den invoer der zwarten van de Africaansche +kust te vernietigen, als mede tot groot voordeel der inwooners. + +Het Reglement op het bestuur der Plantagie vast gesteld en in schrift +gebragt zynde, zoude op de werkplaatsen gelezen en afgekondigd, en +van tyd tot tyd vernieuwd worden: men zoude daar by voorziening doen +omtrent het voedzel, de kleeding, en de woning der Negers: men zoude +hun den eigendom van hunne tuinen, vogelaryen, en beesten-kwekeryen +verzekeren: men zoude daar by melding maken van het bezorgen van +oppassing aan de zieken, oude lieden en verzwakten; aan de zwangere +vrouwen, aan de zoogsters en kinderen: dat de noodige voorzorgen +gebruikt zouden worden tot handhaving der goede zeden, tot onderwys +der jeugd, en de goede orde in de huisgezinnen, enz. + +Te gelyker tyd zouden de uuren van arbeid daar by worden aangewezen, +als mede het geregeld bestuur en onderwerping. De geringe misslagen +zouden gestraft worden, na dat de beschuldigde in tegenwoordigheid +der verstandigsten en oudsten van de Plantagie zoude zyn gehoord: +de misdaden zouden aan de gewoone Rechters verwezen, en volgens +de wet gestraft worden. Voor deugdryke en uitmuntende daden zouden +belooningen plaats hebben. + +Geene Plantagie zoude door deeze beschikkingen in wanorde geraken: +integendeel zouden de Planters by deeze verbetering in het bestieren +der zwarten onëindig veel winnen, uit hoofde van derzelver gehechtheid +aan hunne meesters en hunne gewilligheid tot den arbeid. + +Dit ontwerp tot stand gebragt zynde, zal men, van dien tyd af aan, +de benaming van slaven en slavernye veranderen: het waare anders +te vergeefs de zaak zelve te hervormen; zy zoude altyd een hatelyk +voorkomen blyven behouden; zy zoude weder tot den vorigen stand +vervallen, indien men een gehaten naam liet blyven. In de daad, in +den redelyken en gematigden staat, aan de Planters voorgeschreven door +verstandige Reglementen, geene willekeurige, geene wreede behandeling +gedogende, zouden hunne verpligtingen, zoo wel als hunne rechten, +door vaste wetten volkomen bekend, en zy geene eigentlyk gezegde +slaven meer zyn. + +'Er blyft dan niets meer overig, dan een enkelen stap te doen in +den loopbaan der weldadigheid en goede bestiering, ten einde deeze +gelukkige verandering te volmaken, de overgang namelyk van slavernye +tot vryheid: gy zult my uwen aandacht nog een oogenblik niet weigeren. + +Na dat men dus op eene wyze, die geen zweem van willekeurigheid +meer overlaat, de werkzaamheden der arbeiders zal geregeld hebben, +behoort men hun eene belooning toe te zeggen, om hen tot een goed +gedrag en yverigen arbeid aan te moedigen; dit zoude moeten bestaan +in een gedeelte van de inkomsten der Plantagie, in het begin een +klein gedeelte, en alleenlyk een tiende van de zuivere voortbrengzels. + +Het is meer dan waarschynlyk, dat deeze uiterlyke opöffering van +een gedeelte der inkomsten, door den eigenaar aan zyne arbeiders +overgelaten, ten minsten deeze inkomsten op dezelfde waarde zal +houden; naardien het belang, het welk de zwarten zelve daar by hebben, +hen zal aanzetten, om met den meesten yver te arbeiden, om met lust +mede te werken tot bevordering van den welvaart der Plantagiën, en +de inzameling der vruchten, tot het beletten der diefstallen, tyd +verspillingen, en verscheidene misbruiken, welken de al te strenge +bestiering der slaven doet vermeenigvuldigen. + +Wie is 'er, hy moge nog zoo veel bezet zyn met vooröordeelen, +welke thans nog eenige Colonisten, voorstanders der slavernye, +verblinden, die gelooven kan, dat de Plantagiën in het byzonder, en +de Volkplantingen in het algemeen, den trap van geluk, die aan haare +volkrykheid geëvenredigd is, bereiken kunnen, zoo lang de arbeiders, +by de vruchten van hunnen eigen arbeid, en de vermeerdering van +den oogst, zelve belang hebbende, daar toe geenen yver aanwenden, +die men onmogelyk verwagten kan van een zoort van beesten, die door +zweepslagen geregeerd worden, en wier eenige hope bestaat in eenige +uuren rust te genieten, en kastydingen te ontduiken. + +Wanneer men door de ondervinding van één of twee jaren gezien zal +hebben, dat de arbeiders zig onder dit nieuw ontwerp wel gedragen +hebben; dat dit tiende gedeelte der vrugten, tot eene belooning aan de +zwarten gegeven, de uitwerking gehad heeft, welke men 'er zig van had +voorgesteld; dat deeze Plantagiën 'er niet door geleden hebben, maar +veel eer door bevoordeeld zyn, zal men deeze belooning vermeerderen, +en, in het volgende jaar, tot een negende gedeelte der zuivere vrugten +brengen, ten einde als nog te beproeven, of, door deeze opoffering, +de inkomsten op dezelfde waarde voor den eigenaar blyven zullen. + +Ik twyffele ann den goeden uitslag niet, daar ik zelf in de gelegenheid +geweest ben, om 'er eenige proeve van te nemen, en ik verzekere u, +dat deeze belooning, of dit aandeel in de inkomsten, aan de arbeidende +Negers toegestaan, van jaar tot jaar kan vermeerderd worden. Men +zal het van tyd tot tyd tot een agtste, een zevende, een zesde, een +vyfde, een vierde, en eindelyk tot een derde der zuivere inkomsten +brengen, zonder dat daar door de eigenaar zelf eenige vermindering +ondervindt. Dit derde der inkomsten, door den Planter aan de arbeiders +afgestaan, zal zyne eigene inkomsten nog des te meer verzekeren; en de +uitvoer van koopwaren uit de Volkplanting zal vermeerderd worden met +dit derde, het welk mede onder de voorwerpen van den koophandel komen +zal. De invoer van koopwaren zal in gelyke evenredigheid vermeerderen +door de verteeringen, welken de Negers, thans eene zekere zoort van +levens-gemak genietende, maken zullen; en deeze menschen, tot hier +toe toe zoo mishandeld, zullen allengskens hun geluk beginnen te zien, +en hunne meesters beminnen. + +Ik begryp, dat de trapswyze voortgang in dit ontwerp, dien men +noodzakelyk behoort te volgen, een tydvak ten minsten van negen jaaren +noodig heeft. In het tiende jaar (of zoo dra deeze ondervinding zal +gevestigd zyn, en de goede uitwerkzels van deeze huishouding zullen +zyn gebleeken,) zal men deeze schikking tot eene vaste wet maken, +die de rechten der eigenaars en arbeiders met billykheid zal regelen; +tot eene wet der Volkplanting, waar in niet meer gesproken zal worden +van slavernye, maar van een wederkeerig verdrag tusschen de arbeiders +en de eigenaars van den grond. + +Het is gemakkelyk te bezeffen, dat door deeze maatregelen, welken +ik hier in het ruwe schetse, langzamerhand in werking te brengen, +geen groote eigendom in wanorde geraken zal; maar dat de volkrykheid +der Negers onder een menschlievender bestuur zal aanwassen. Deeze +gelukkige verandering zal bewerkt worden, zonder eenigen schok of +beweging te veroorzaken. Deeze arbeiders zullen zig, langzamerhand, +en als ongevoelig, aan eene zekere gemakkelykheid en aan eene betere +levens-manier gewennen, die hun goed gedrag, hunne werkzaamheid en +vlyt ten grondslag hebben zal. 'Er zal in hunne denkbeelden geene +overylde omwenteling plaats hebben, waar door men eenig kwaad gevolg +te vreezen heeft, dewyl de eerste aanbiedingen slegts voorwaardelyke +gunstbewyzen zyn zullen, welken de meesters altyd zullen kunnen +intrekken, in geval de Negers zig dezelven onwaardig maken mogten. + +Huisgezinnen, die zig toeleggen om hunne inkomsten een weinig te +besparen, ten einde kleine afzonderlyke eigendommen te verkrygen, +zullen gelegenheid vinden, om het bezit daar van te bekomen: zy +zullen daar door een bewys van hunne bekwaamheid ten toon gespreid, +en een waarborg voor hun toekomend goed gedrag gegeven hebben. Deeze +verhuizingen van zommige huisgezinnen der arbeiders, die van tyd +tot tyd groote Plantagiën verlaten zullen om kleine op te rigten, +zullen op de eerstgemelden door den ontwyffelbaaren aanwas hunner +volkrykheid rykelyk vervuld worden. + +Naar mate de Colonisten tot deeze oogmerken van menschlievendheid en +goede orde de hand zullen leenen, door voor het uiterlyke de edelste +opöffering te doen, zullen zy hun eigen voordeel behartigen; men +zal de Volkplantingen en den koophandel meerder zien bloeijen: men +zal aldaar meerder gerustheid, meerder veiligheid, een aanhoudende +aanwas der bevolking ondervinden, zonder eenig middel van geweld, of +het welk met goede grondbeginzelen strydig is, te bezigen. Om hier van +overtuigd te zyn, behoeft men zig slechts deeze alöm bekende waarheid +voor oogen te stellen, dat de bevolking overal zigtbaar aanwast, +waar voorspoed en middelen van bestaan gevonden worden. + +Deeze regelmaat, op reden, rechtvaardigheid en goede Staatkunde +gegrondvest, is in de Fransche Volkplantingen, die deeze omwending +ondergaan hebben, niet gevolgd geworden. Alles is by deeze volken aan +het gisten en in wanorde geraakt. Geene der partyen, van welke classe +ook, wilde opregtelyk de vryheid, noch den algemeenen voorspoed; +geene derzelven wierd door oprechte oogmerken gedreeven, maar allen +wierden zy aangezet door haat, door het een of ander denkbeeld van +haatlyke beschuldiging, en voor al door een lust tot plundering, +die door wanorde zoo wonderbaarlyk geholpen word. De Regeering, die +opzettelyk de Volkplantingen kwalyk bestierde, om 'er de omwenteling +te doen vervloeken, en het Koningschap te doen beminnen, heeft de +wanorde vermeerderd door een zoort van lieden, welken zy met haar +gezag bekleed heeft. De Nationale Conventie, die over 't algemeen +de zaken der Volkplantingen met een onverschillig oog beschouwde, +heeft zig door die partye, welke de vryheid naar het hart stak, door +tegenstrydige besluiten, die met de grondbeginzels niet strookten, +laten wegslepen. + +Vervolgens is het stelzel van ROBESPIERRE gekomen, welke zeide: Laaten +de Volkplantingen verloren gaan, liever dan dat men een oogenblik +de grondbeginzels zoude doen wankelen. Men heeft de vryheid in de +Volkplantingen verspreid, niet als een weldaad, maar als een middel +van oorlog en verdediging tegen de bestryders der omwenteling, en de +vyanden van het Gemeenebest. De regeeringloosheid en ongebondenheid +hebben 'er zig meester van gemaakt, en men heeft 'er alle misdaden +en driften toomloos zien woeden; deerniswaardige gesteldheid, waar +in de slechtste menschen de teugels van 't gezag in handen krygen, +en de brave en vreedzame lieden vermoord of verjaagd worden. De +wanorde is ten hoogsten top gestegen, vooral in verscheiden gedeelten +van St. Domingo, tot dat een wyzer bestuur, zig op de grondslagen +van deeze vryheid vestigende, maar dezelve volgens de wetten en de +Constitutie regelende, eindelyk deeze schoone bezittingen weder in +orde gebragt heeft. + +In onze arme Volkplanting van Caijenne is de oprigting der vryheid +niet vergezeld geweest van eenige afschuwelykheid, in vergelyking van +die van St. Domingo; maar de landbouw heeft 'er veel geleden: laten +wy de oorzaken en de omstandigheden in overweging nemen, en wy zullen +zien, dat men den gepasten weg niet betreden heeft, dien ik hier boven +aan de Volkplantingen heb aangeraden, die de noodzaakelyk gewordene +verandering van slavernye in vryheid nog niet ondergaan hebben. + +Men heeft de vryheid der Negers, te Caijenne, zonder voorzorg en +zonder bepaaling afgekondigd. Deeze schielyke en onverwagte overgang +van onderdrukking tot toomloosheid is minder verderffelyk geweest, +dan zy natuurlyk zyn moest, niet alleen, om dat deeze bevolking zeer +klein en verstrooid is, maar ook om dat, zedert verscheiden jaaren, +een menschlievend bestuur, het welk alle de onheilen der slavernye +gevoelde, den weg tot deeze verandering gebaand had, door de wreedheden +en het onredelyk gedrag der meesters in te toomen, en door aan de +Negers jegens de blanken goedhartigheid en vertrouwen in te boezemen, +door het wegloopen en zwerven uit te roeijen, en door de Negers te +gewennen, om van hunnen arbeid een zeker voordeel te trekken, en zig +zelven als menschen te beschouwen. De onderdrukking aldaar minder +zynde, is de gisting ook minder geweest, op het oogenbik dat de oude +orde van zaken vernietigd wierd: maar het was onmogelyk, dat menschen, +verpligt voor anderen te werken, zonder eenig nut voor hun zelven, +eensklaps vry en meesters van hunne daden zyn zouden, bekwaam om van +gezagvoerende posten voorzien te worden, even als de geenen, die te +vooren hunne meesters waren, en voor wien men hun tot hier toe eenen +Godsdienstigen eerbied had ingeboezemd; het was onmogelyk, zeg ik, +dat zy zig met aan eene onbezonnen vreugde zouden overgeven, en dat +de Plantagiën, en dezelver bebouwing, niet in zekeren zin verlaten +zouden worden, zoodanig zelfs, dat hunne zorgeloosheid hen noodwendig +in gevaar moest brengen, om van honger te vergaan. + +Toen men vervolgens deeze zwarigheid wilde afwenden, en deeze +menschen door gezag tot den arbeid en landbouw te rug brengen, heeft +men insgelyks verkeerde maatregelen genomen; men heeft de arbeiders +willekeuriglyk op geheel andere Plantagiën geplaatst, dan op welken +zy gewoon waren; men heeft het herstel van de eene begunstigd, en de +andere laten verloren gaan, volgens den willekeur der bestuurders; +men heeft de Negers op een daggeld van drie en vier stuivers gesteld, +eene belooning, die geheel onvoldoende en bespottelyk was, die deeze +menschen niet kon aanzetten, om met yver te arbeiden, en die tevens, +hoe klein zy ook wezen mogt, voor de eigenaars tot een' grooten last +was, daar zy dikwils van het werk der arbeiders zoo veel niet trokken, +als noodig was, om die onkosten op te diepen. + +Te gelyker tyd heeft men een zeer overbodig aantal van deeze arbeiders +gewapend, naar mate van de uitgestrektheid der Volkplanting, die nimmer +is aangevallen geworden. Men heeft uitgestrekte landstreeken, maar in +welken byna geene andere bewooners, dan Aapen en Papegaaijen zyn, in +orde geregeld: men heeft aldaar een geheelen stoet van bedieningen en +posten ingevoerd, zoo als die in de meest bevolkte Fransche Gewesten +gebruikelyk zyn: men heeft rangen, geld, ampten en gezag verleend aan +menschen, die nog lezen nog schryven konden, en welken men tegen alle +reden aan den landbouw onttrokken heeft. + +Hoe zoude, in zulke omstandigheden, eene zoo weinig gevorderde +Volkplanting niet verminderd en verslimmerd zyn? Maar zoo dra een +verstandig Regeerings-bestuur aldaar een goed Reglement, betreffende de +bebouwing der Plantagiën, zal hebben vast gesteld, op de grondbeginzels +der Staats-regeling gebouwd, en op de vryheid steunende, volgens +welken de arbeidende Negers een behoorlyk aandeel trekken van de +inkomsten, die hunne arbeid aanbrengt, zullen de Plantagiën haaren +aanwas spoedig hernemen. + +Thans schiet nog overig eene zwarigheid op te lossen, die men +tegenwerpt, betrekkelyk de groote uitschotten, die 'er noodig zyn, om +de bebouwing der lage landen vol te houden: maar is 'er overal niet +veel noodig, om nieuwe Plantagiën aan te leggen? en zyn de kosten, +die men maken moet, met één, of twee jaaren, of zelfs iets langer, de +arbeiders en bewerkers van den grond te betaalen, zonder voordeelen te +trekken, in vergelyking te stellen met de kosten, die het aankoopen van +Negers, en de sterfte onder dezelven, noodwendig moesten veröorzaken? + +De zaak koomt my zoo klaar voor, dat ik, om dezelve duidelyker te +bewyzen, niet oordeele noodig te hebben eene vergelykings-rekening +tusschen den koop-prys der Negers, en de dag-gelden, die men eenigen +tyd verpligt is te betalen, om het land tot het voortbrengen van +gewassen, en het geven van eenen goeden oogst, toe te bereiden. Het +is genoeg te hebben aangemerkt, dat men voor den prys, dien men +voorheen tot verkryging van den eigendom van één mensch betaalde, +een vry persoon drie jaaren lang kan huuren, zonder te rekenen het +gevaar van sterfte, het wegloopen, den verloren tyd, de ziekten, +het onderhoud van vrouwen, kinderen, oude lieden, en gebrekkelyken, +enz. enz. + +Ik eindige eenen brief, die reeds vry lang geworden is, maar die door +de schoonheid van het onderwerp, en myne wenschen tot bevordering +van uw geluk breeder is uitgeloopen: laat ik den inhoud zakelyk by +één trekken. + +De slavernye is eene verkeerde en onrechtvaardige inrichting, die +allen nayver en vlyt uitdooft. De Volkplantingen kunnen zeer wel +zonder slaven bebouwd worden. Wy hebben het voorbeeld van veele +landstreeken der Indianen en anderen, op dezelfde breedte, als wy, +woonende, alwaar vrye volken aan den landbouw arbeiden, en alle +zoorten van werk, waar toe vlyt verëischt wordt, bloeijen. Het is +derhalven te wenschen, dat men die Volkplantingen, welke nog onder +het juk der slavernye zuchten, tot den gelukkigen staat der vryheid +te rug brenge; maar het is staatkundig, het is menschlievend, om deeze +verandering trapsgewyze en met omzichtigheid te bewerken. Men moet aan +deeze omwenteling verscheiden jaaren besteeden; het is noodig, dat de +beschikkingen der Planters en eigenaars overéénstemmen, en zamenwerken +met de daaden van het hoog gezag van hun moederland; en dat zy beiden, +door de voorbeelden van tweedragt en wanorde, die op andere plaatsen +zoo veele onheilen berokkend hebben, voorgelicht, hun goed oogmerk door +redelyke en vreedzaame middelen bereiken, in plaats van een stelzel +van onderdrukking en onrechtvaardigheid, het welk nooit lang duuren +kan, met overyling, en verbaazende verscheuringen, om verre te werpen. + +Niemand neemt meer belang, dan ik, in uwen voorspoed, en die van uwe +mede Colonisten in 't algemeen, van welken ik zoo veele blyken van +vriendschap en achting ontfangen heb. + +Het is met deeze gevoelens, dat ik u opregtelyk groete. + +AANMERKINGEN. + +De bovenstaande brieven, betrekkelyk de bebouwing der lage landen +in Surinamen, en andere Hollandsche Volkplantingen van Guiana, met +toepassing op het Fransche gedeelte van dit Land, alwaar men zelfs +aan de oevers der Rivier Aprouago, en in andere streeken, eenige +gelukkige proeven van dien aart gedaan heeft, zyn gedeeltelyk het +werk van een uitmuntend inwooner van Demerary, nu wylen den Heer +B. VAN DEN SANTHEUVEL, en aangevuld uit het geen ik, zoo in Fransch +als in Hollandsch Guiana, zelf gezien heb. Ik heb in dit opstel +ook ingevlochten een groot gedeelte van verscheidene oordeelkundige +aanmerkingen van den heer GUISAN, die door den Intendant MALOUET uit +Surinamen ontboden, en geduurende een aantal jaaren, in Fransch Guiana, +als Landbouw-kundige (Ingenieur agraire,) is gebruikt geworden. Ik +heb ook gebruik gemaakt van verscheidene uitmuntende byzonderheden, +vervat in eene Memorie, welke ik vermeene te zyn opgesteld door den +Burger COUTURIER, inwooner van Cayenne; en die insgelyks tot den +evengemelden post, onder GUISAN, gebruikt is. + +Ik hope, dat de denkbeelden, begrepen in den vierden brief, tot +oplossing der tegenwerpingen, en wegneming van de beduchtheid der +Bataafsche en andere Planters, tegen de afschaffing der slaverneye, +die echter noodzakelyk geworden is, voor het menschdom van nut zullen +kunnen zyn, en dat men, door deeze of andere gelykzoortige, en op +dezelfde grondbeginzels meerder uitgewerkte, doelëinden in het oog te +houden, eindelyk (in de Volkplantingen van onze Bondgenooten, en zelfs +in de onze, alwaar, uit hoofde van den oorlog, de Staats-regeling +nog niet is ingevoerd,) een bestuur, op reden gevestigd, moge daar +stellen, het welk met de gesteldheid van ons Land niet strydig is, +en het ongeluk van deeze nuttige bezittingen kan voorkomen. Ik kan +niet nalaten een ernstig belang te stellen in het lot van verscheiden +Volkplantingen, alwaar ik de eer gehad heb den post van Gouverneur +te bekleeden; een belang, het welk des te grooter wordt, om dat het +de liefde tot het menschdom en myn Vaderland ten grondslag heeft. + + +TWEEDE AANHANGZEL, + +BEHELZENDE EENE BESCHRYVING DER + +VOLKPLANTING VAN CAYENNE. + + + +BESCHRYVING DER VOLKPLANTING VAN CAYENNE. + + +EERSTE HOOFTSTUK. + +Aardrykskundige Beschryving van Fransch +Guiana. + +De Franschen zyn langen tyd alleen bezitters en meesters van geheel +Guiana [10] geweest, van de Orenoco af tot aan de Rivier der Amazonen; +maar de gesteldheid der zaken in Europa, en de onderscheidene oorlogen, +waar in Frankryk is ingewikkeld geworden, hebben hen genoodzaakt, +om een gedeelte van dit uitgestrekte vaste Land aan de Hollanders en +Portugeesen af te staan. Het gedeelte, het welk zy behouden hebben, +heeft derhalven thans tot zyne grenspalen, aan de westzyde, de Rivier +Marony, en aan den oostkant strekt het zig uit, volgens het Verdrag van +Utrecht, tot aan de Rivier Yapoc, of die van VINCENT PINÇON, gelegen +dicht by de Noord-Kaap, en welke men verkeerdelyk heeft verward met +de groote Rivier Oyapoc, wier geheele loop aan Frankryk toebehoort, +en waar in VINCENT PINÇON nimmer geweest is, zynde derzelver mond +meer dan vyftig mylen van gemelde Noord-Kaap af gelegen. + +Deeze gelykheid, of liever deeze mistasting in den naam, heeft een +verschil met Portugal veroorzaakt. Het Verdrag van Utrecht, wel is +waar, noemt eenmaal de Rivier Yapoc, of die van VINCENT PINÇON; +maar eene andere keer bedient het zelve zig van de laatstgemelde +benaming. Noch de eene, noch de andere van deeze benamingen, is die van +de Rivier, waar van in dit Verdrag gesproken wordt. 'Er is tusschen +de Landen aan de Noord-Kaap en het vaste Land, een arm van de Zee, +die een zoort van Baay vertoont. Men beweert, dat zeker Reiziger, +genaamd VINCENT PINÇON, die CHRISTOPHORUS COLOMBUS op zyne laatste +reize vergezeld had, in 't jaar 1500, in deeze Baay aankwam, waarom +zommige Schryvers den naam van deezen Reiziger aan dezelve gegeven +hebben, een naam ondertusschen, die in het Land niet bekend is. + +By dit zelfde Verdrag van Utrecht, staat Frankryk aan Portugal de +uitsluitende vaart af op de Rivier der Amazonen, en het bezit van +derzelver beide oevers, zoo noordelyken, als zuidelyken, gelyk mede +die van den omtrek der Noord-Kaap, uit verdronken landen bestaande, +ten noorden van den mond deezer groote Rivier gelegen, en zig tot den +tweeden graad noorder breedte uitstrekkende; maar by het Verdrag is +in geenen deele bepaald, op welken afstand van den noordelyken oever +van deeze zelfde Rivier de Portugeesen recht zouden hebben zig het +bezit aan te matigen. + +De Fransche Regeering alle onzekerheid ten deezen opzigte willende +wegnemen, had aan de Bestuurders van Guiana gelast eene kaart te doen +maken, waar op deeze binnenlandsche grensscheidingen bepaald zouden +zyn, latende aan Portugal het vrye bezit der Landen langs den oever +van de Rivier der Amazonen, op gelyken afstand, namelyk vyftien mylen +van den oever, als wy aan den kant van den mond der Rivier, of van +den oever der Zee, 'er van waren afgelegen. De Ingenieurs, met dit +werk belast, waren echter niet verpligt deeze voorgeschrevene rigting +te volgen, wanneer de ligging der plaatsen merkwaardiger punten, +en meer natuurlyke grensscheidingen vorderden. + +Dit werk is nimmer uitgevoerd. Eerst in het jaar 1781. plaatste +de Fransche Regeering, om de grensscheiding te verzekeren, eenen +wachtpost by de Baay van VINCENT PINÇON, in eene landstreek, die +volstrekt woest was, en zonder dat eenig Europeaan, van de eene af +andere zyde, zig aldaar had nedergezet. Die post is zonder tegenkanting +aldaar gebleven. Eene zending, genaamd die van Macary, welke zig in +de nabuurschap bevond, benevens zeker Indiaansch volk, meer dan drie +honderd persoonen uitmakende, behoorde ontwyffelbaar aan het Fransche +grondgebied; maar in 't jaar 1791. kreeg de Gouverneur van Para in +den zin, om eenige vorderingen optewerpen, en deed zelfs strooperyen, +met oogmerk, om het Portugeesch grondgebied tot aan de Rivier Oyapoc +uit te breiden. + +Op de hoogte van twaalf mylen ten noord westen van den mond van de +Rivier der Amazonen, en op omtrent twee graden noorder-breedte, vindt +men de Noord-Kaap, vervolgens het Eiland van de Noord-Kaap, en binnen +het zelve de Rivier Carapa-Pouri, uitloopende in den inham der Zee, +welken men de Baay van VINCENT PINÇON noemt. Tusschen Terra-Firma en de +Noord-Kaap, is een van tien mylen, vol lage en verdronkene Eilanden, +van verschillende grootte, het ééne na by het andere gelegen, die +weinig bekend, en geheel en al onbewoond zyn. De schepen behooren +'er byna drie mylen van af te blyven; de zee is aldaar gevaarlyk, +vooral in de groote vloeden by volle en nieuwe maan. Men verzekert, +dat aldaar zee-golven zyn van twintig voeten hoogte, en dat 'er +drie van die zelfde kragt op elkander volgen, tegen welker geweld +de schepen niet bestand zouden zyn; zy zouden dezelven op zand- +en slyk-banken werpen, die zig, naar de breedte van deeze Eilanden, +meer dan een groote myl ver uitstrekken; maar de schepen en sloepen, +die de Rivier der Amazonen uitloopen, om zig naar Cayenne te begeven, +kunnen zig daar voor myden, dewyl deeze banken, weinig water naar zig +trekkende, niet verhinderen dicht by het Land te komen, en in kleine +Kreeken of Baaijen de wyk te nemen, alwaar zy voor deeze verbaazende +zee-branding beveiligd zyn. De Portugeesen van Macapa en de Indianen +noemen dit gety Bororoca, de Franschen van Cayenne geven 'er den naam +aan van la Barre, of le Mascaret. De beroemde CONDAMINE, zig in eene +groote sloep bevindende, onder het geleide van eenige Indiaansche +Portugeesen, na de Noord-Kaap te zyn voorby gezeild, verviel, in 't +jaar 1714, op één van deeze banken aan den kant van de kust. De zee +liep by laag water zeer verre af, en liet de sloep op een zeer harden +slyk grond vast zitten. Dewyl het de dag van het laatste kwartier was, +en zeer kleine vloeden plaats hadden, bleef de sloep eene geheele week +op het drooge zitten; maar by de volgende maan, maakte het begin van +deeze zoo geduchte branding de sloep weder vlot. Dit ging echter met +gevaar vergezeld, want de golven namen het vaartuig op, en bragten +het met eene vervaarlyke gezwindheid in het slyk in beweging. + +Zie hier, wat deeze zelfde geleerde ten dien opzigte +verhaalt.--Tusschen Macapa en de Noord-Kaap, op de plaats, alwaar het +groote Kanaal van de Rivier der Amazonen door de Eilanden als gesloten +is, en voor al tegen over den grooten mond van de Rivier Arouary, +die aan de noord zyde in de Amazone uitloopt, levert de vloed der +zee een zonderling verschynzel op. Geduurende de drie dagen, die het +naast aan de volle en nieuwe maan zyn, en zynde den tyd der hoogste +vloeden, verkrygt de zee, in plaats van tot haare reizing zes uuren +te besteeden, in één of twee minuten derzelver grootste hoogte. Men +begrypt ligtelyk, dat dit niet met stilte gebeurt. Op eenen afstand +van één of twee mylen hoort men een vervaarlyk geraas, het welk de +pororoca aankondigt. Naar mate deeze verschrikkelyke vloed nadert, +vermeerdert het geraas, en weldra ziet men een berg van water, van +twaalf of vyftien voeten hoogte, daar op een tweeden, vervolgens een +derden, en zomtyds een vierden, die elkander ylings volgen, en byna +de geheele breedte van het Kanaal beslaan. Deeze golven naderen met +eene onbegrypelyke schielykheid, en deiningen, en loopen over alles +heen, zonder iets te wederstaan. Op zommige plaatsen ziet men groote +streeken lands, door de pororoca weggespoeld, zeer dikke boomen +worden 'er door uit den grond gerukt; zy veroorzaakt verwoestingen +van allerleijen aart. De oever der zee, waar over zy heen gaat, is +zoo schoon, als of dezelve met een bezem zindelyk was aangeveegd. De +booten, de praauwen, de schepen zelfs hebben geen ander middel, om +zig tegen de woede van deeze branding te beveiligen, dan door op een +plaats te ankeren, alwaar veel slykgrond is. DE LA CONDAMINE, na op +verschillende plaatsen de oorzaken van dit verschynsel onderzogt te +hebben, ontvouwt het zelve in deezer voegen, dat hy het niet heeft +zien gebeuren, dan wanneer het wassend water, in een naauw kanaal +inloopende, een zand-bank of hoogen grond, die aan het zelve in den +weg was, ontmoette; dat aldaar, en ook nergens anders, de geweldige +en onregelmatige beweging der wateren begon, en een weinig boven de +bank ophield, wanneer het kanaal diep wierd, en zig merkelyk uitbreide. + +Na de Rivier Carapa-Pouri, vindt men aan de noordzyde de Rivieren +Mayacare, Carfuene en Conani, vervolgens de Kaap en Rivier Cassipour, +en eindelyk Kaap Orange, op vier graden agt of tien minuten noorder +breedte. + +De kusten van Terra-Firma, van de Eilanden van de Noord-Kaap tot aan +Kaap Cassipour, zyn laag, allen met boomen bewassen, zonder eenig +byzonder teeken, waar aan zy te onderkennen zyn, dan den kleinen +berg Mayés, gelegen op drie graden, vyftien minuten breedte. Deeze +berg is een zoort van terras, op zig zelf staande, en met boomen +bewassen. Wanneer men naar Cayenne wil gaan, is het dienstig daar op +te letten, om zyne reize zeker te nemen, en zig onder den wind van +dit Eiland behoorlyk te houden. Men kan den berg Mayés niet verder +zien, dan vyf of zes mylen, en zulks dan nog by helder weder. Maar +langs de geheele kust bevindt men het by de peiling vry diep, en +men kan dezelve tot op drie of vier mylen, zonder de minste vreeze +naderen. Men vindt op deezen afstand agt, negen en tien vademen +water; op tien mylen, twaalf, vyftien en twintig vademen; op vyftien +en twintig mylen, vyf- en twintig of dertig vademen, met een slyk- +en fyne zand-grond van verschillende kleuren. Verscheiden zeelieden +loopen meer zuidelyk, en peilen op twintig of dertig mylen ten +noord-oosten van de Noord-Kaap. Men vindt op deeze plaats veertig en +vyftig vademen; vervolgens zeilt men langs de kust van Mayés, op een +afstand van drie en vier mylen, de diepten wel in het oog houdende, +om niet te digt aan de wal te naderen. + +Tot meerder zekerheid is het dienstig, wanneer men in het gezicht +van deeze kust vaart, alle avonden voor anker te gaan liggen, om niet +door de stroomen naar de kust gedreven te worden, en op ondiepten te +vervallen, die zig tot twee mylen verre in zee uitstrekken, en op +welken zeer weinig water is. Deeze stroomen loopen naar het noord, +noord-westen, tot dat men Kaap Orange voor by is, als dan wenden zy +zig naar het west-noord-westen. + +De water-getyen op de kust van Mayés geduuren zes uuren. De vloed loopt +naar het west-noord-westen omtrent twee mylen in een uur, en de ebbe +naar het noord-oosten omtrent ééne myl in het zelfde tydvak. De zee +wast van twaalf tot vyftien voeten. Men moet echter in acht nemen, +dat deeze richting der stroomen en der getyen niet altyd even eens is. + +De water-getyen zyn in deeze streeken zomtyds uittermaten geweldig. Het +advis-jagt de Anemone bevond zig, in 't jaar 1755, in zoodanig +geval, dat de golven by tusschenpoozingen vervaarlyke dwarlwinden +veroorzaakten; de zee wierd 'er eensklaps door opgezet, en toen was het +niet mogelyk het schip te stuuren. Het schip bovendien tusschen twee +zeer sterke zee-golven geraakt zynde, waren alle de masten in gevaar +van ter neder te storten, uit hoofde van de verbazende schokken. Het is +opmerkelyk, dat men dit zoort van vloeden alleenlyk aantreft, wanneer +men te digt aan de Rivier der Amazonen nadert, en dat, wanneer men +meer noordelyk te land koomt, men daar aan minder is bloot gesteld. + +Van den berg Mayés tot aan Kaap Cassipour, rekent men van agttien +tot negentien mylen ten noord-noord-westen, eenige noordelyke graden. + +Kaap Cassipour is gelegen op 4 graden 12 minuten noorder breedte, en +op 53 graden 35 minuten ten westen van den midden-lyn van Parys. Digt +by deeze Kaap is een bank van slyk, die zig vyf of zes mylen ver in +zee uitstrekt, waar op men niet meer dan vier of vyf vademen water +by eene lage zee ontmoet. Haare uitgestrektheid, in de dwarste van +het noorden naar het zuid-oosten gerekend, is omtrent vier mylen. + +Wanneer men aan Kaap Orange nadert, ontdekt men verscheiden +bergen boven den uithoek, die aan den ingang der Rivier Oyapoc +gelegen is. Deeze Kaap is nog beter kenbaar door eenen uithoek aan +den zee-kant, en die veel hooger is, dan het Land aan de zuid-oost +zyde. Zy is al mede kenbaar door verscheide uithoeken van zeer hooge +bergen, die de een van den ander schynen te zyn afgescheiden, en +des te merkwaardiger zyn, om dat ze de eerste hooge landen uitmaken, +die men ontdekt, als men van de Noord-Kaap koomt. + +De Rivier Oyapoc, welke men met die van VINCENT PINÇON niet verwarren +moet, zoo als ik reeds heb opgemerkt, is ééne der merkwaardigste in dit +Land. Zy is van de Rivier Aprouago omtrent twaalf mylen ten zuid-oosten +af gelegen. Derzelver mond is in het midden van een zoort van Baay, +die vier mylen breed is, en waar in zig twee andere Rivieren ontlasten, +de ééne genaamd Couripi, aan de oost-zyde, en de andere Ouanari, aan +de west-zyde. De mond der Rivier Oyapoc is twee mylen breed. Een myl +binnenwaarts, is een laag Eiland, het Hinden-Eiland genaamd, en waar +over het water by hooge getyen heen stroomt. Wanneer men de Rivier +vyf of zes mylen ver is opgevaren, ontmoet men eene diepte, die eene +schoone haven oplevert, alwaar men op vier, vyf en zes vademen water +ankert, zoo naby het land, als men zelf goedvindt. In 't jaar 1726, +bouwde men ter deezer plaats een nieuw Fort en een Dorp. Verscheiden +Indiaansche volken kwamen zig in den omtrek nederzetten; en in 't +jaar 1735, vestigde men, op den afstand van eenige mylen van het Fort, +de Zending van St. Paulus. + +Van het Hinden-Eiland tot drie mylen hooger op, zyn verscheiden +andere kleine Eilanden, maar die aan de scheepvaart geen hinder +toebrengen. Vervolgens wordt de Rivier veel naauwer, en heeft niet +meer dan zeven of agt voeten diepte. Vier mylen van het Fort aan de +zelfde zyde, vindt men de Kreek, of liever de Rivier Gabaret. Van +deeze Kreek tot aan de eerste waterval van de Oyapoc, is een afstand +van vyf of zes mylen. Booten van eene middelmatige grootte kunnen +'er naauwlyks voorby komen. Drie mylen verder is eene tweede waterval, +die nog veel moeijelyker is. De derde waterval van de Oyapoc is twee +en een halve myl van de tweede af gelegen. Aan de rechte zyde van +deeze laatste waterval, ontmoet men den mond der Rivier Aramontabo, +die meer dan twintig mylen van daar haar begin neemt. + +De Rivier Camopy werpt zig in de Oyapoc, op den afstand van twaalf +mylen van de Aramontabo, en aan den zelfden kant. Zy koomt van het +westen, en ontspringt in uitgestrekte bosschen, die ontoeganglyk +zyn; men is 'er echter zeer diep in doorgedrongen, en men verzekert, +dat zy loopt tot op eenen kleinen afstand van eene Rivier, waar van +zy alleenlyk is afgescheiden door eene Kreek van omtrent drie mylen, +welke verscheide reizigers zeggen, dat in de Amazone uitloopt, zoo dat +door dit middel de gemeenschap tusschen deeze Rivier en de Fransche +Volkplantingen van Guiana vry gemakkelyk zyn zoude. + +De Oyapoc is in haaren geheelen loop, tusschen de Rivieren Aramontabo +en Camopy, vol watervallen, die zeer digt by elkander zyn: zeker +reiziger heeft 'er negen geteld. Men is deeze Rivier opgevaren +tot by de honderd mylen boven de laatstgemelde deezer Rivieren. In +dezelve loopen een groot aantal Kreeken uit, en men heeft 'er veele +watervallen ontmoet. De Pyrious en Ouayes, zeer talryke Indiaansche +volken, woonen aan het boveneinde deezer Rivier. + +De Rivier Couripi ligt ten oosten van de Oyapoc, en is 'er, aan +haaren mond, alleenlyk van afgescheiden door een uithoek van laag en +verdronken land, aan de noordzyde bestaande uit eene overstroomde zand- +en slyk-bank van een myl lengte, waar voor men zig wagten moet, wanneer +men de Rivier wil inloopen. In deeze Rivier, zes mylen van derzelver +mond, ontlast zig de Rivier Ouassa, die van den zuid-oost kant koomt. + +Beneden de eerstgemelde zyn de Kreeken Taparibo, Ciparini, en eenige +andere, die van weinig uitgestrektheid zyn. + +Vyftien mylen meer westwaarts dan de Oyapoc, ontmoet men de Rivier +Aprouago, die, tot dertien voeten water diep zynde, voor allerleije +schepen bevaarbaar is. Ten oosten ontlasten zig in dezelve de Kreek +Koura en de Rivier Couroudi; ten westen de Kreeken Arataye, Jpourin +en Ineri. Aan deeze zyde hebben zig verscheiden Indiaansche volken +nedergeslagen. Tusschen de Baay van Oyapoc en de Rivier Aprouago, +vindt men de Kreek Ouanari, en de Zilverberg. + +Voorby de Rivier Kaw zyn twee Eilandjes, die den naam van de +groote en kleine Konstapel dragen. De eerste ligt agttien mylen +west-noordwest-waarts van de gemelde Kaap, en is een zeer hooge en +zeer gezonde rots. De tweede is een veel kleiner Klip, gelegen ten +oost-noord-oosten, en ten west-zuid-westen van de groote, op den +afstand van twee derde van een myl. Men vaart tusschen beiden door, +op agt en negen vademen water, latende de grootte op den afstand van +twee snaphaan-schoten, en de kleine aan bakboord-zyde liggen. + +Van den grooten Konstapel zet men zyne koers naar het noord-westen +ten westen, om in volle zee de Remire-Eilanden, die 'er omtrent zes +mylen van af liggen, voor by te zeilen. De Eilandjes van deezen naam +zyn één myl, en ten hoogften anderhalve myl van de kust van Cayenne +afgelegen. Hun getal is vyf, te weten de Malingre, of het Kind, de +Vader, de Moeder en de twee Dogters, die zommigen de twee Borsten +noemen. Deeze twee Eilandjes, die zeer klein zyn, bestaan in twee +drooge en dorre Klippen, zeer digt by elkander gelegen. Zy liggen +een vierde van een myl ten oost-zuid-oosten van het groote Eilandje, +het welk men de Moeder noemt. De Vader is veel grooter. Het zelve ligt +ten oost-noord-oosten van den Berg Joly, op den afstand van één en een +vierde myl: ten oost-zuid-oosten, en ten west-noord-westen, kan het een +agtste van een myl haalen. De Malingre is van weinig uitgestrektheid, +en ten oost-noord-oosten één myl van den Berg Romontabo, en één en +een derde myl van het Eiland, de Vader genaamd, af gelegen. + +Men ontmoet vervolgens een ander Eilandje, genaamd de Verloren Zoon, +gelegen noord oostwaarts ten westen van het Eiland Malingre, op eenen +afstand van drie mylen, en van twee en een halve myl noord-waarts +ten noord-westen van Cayenne. + +Wanneer men te Cayenne wil binnen loopen, ankert men by het Eilandje +Malingre; men wagt aldaar de gunftigste getyen en het hoog water af, +om de banken, of hooge slykgronden, waar mede de ingang van Cayenne +vervuld is, te kunnen overkomen. 'Er zyn zelfs eenige klippen in +de haven, welken men in acht moet nemen. Deeze haven is gelegen +ten westen van de Stad, en aan den mond der Rivier. Zy is alleenlyk +bevaarbaar voor schepen, die ten hoogsten dertien voeten water diep +gaan. Jaarlyks loopen 'er twintig binnen, die uit Frankryk komen, en +een gelyk getal kleine vaartuigen van de Antillische Eilanden, of de +Verëenigde Staaten van America. Hier toe bepaalt zig de geheele handel +der Volkplanting, die zig ook niet verder dan de hoofdplaats uitstrekt. + +De Stad en het Fort van Cayenne zyn gelegen aan den noordelyken +uithoek van het Eiland, op 4 graden 57 minuten breedte, en 54 graden +37 minuten lengte, ten westen van den Parysscken middenlyn. Het +Eiland is omgeven, ten westen door de Rivier van den zelfden naam, +ten oosten door de Rivier Mahury, ten zuiden door een arm der Rivier, +die de beide Rivieren zamenvoegt, en ten noorden door de zee. Dit +Eiland heeft vier of mylen lengte van het noorden naar het zuiden, +of naar de Binnen-landen. De kust van het Eiland Cayenne is aan +den zee-kant nergens, nog laag, nog door het water overstroomd, +maar bestaat uit kleine heuveltjes, die tot het aankweken van de +voortbrengzels der Volkplanting zeer geschikt zyn. + +De Stad Cayenne maakt een zoort van onregelmatigen zeshoek, door muuren +omringd, benevens vyf bolwerken, eenige halve maanen, en een gracht. In +deezen omtrek, en op eene hoogte aan den oever der zee, is gelegen een +Fort, voorheen genaamd het Fort Louis de Cayenne, het welk de Stad en +Haven bestrykt: in het zelve is een kruidmagazijn en een waterput. De +meeste huizen zijn van hout; de andere van aarde of klei, volgens de +manier van dit Land, en daar over heen wit gemaakt. Alle zijn zij met +houten borden overdekt. Voorheen deed men dit met palmboom-bladeren; +maar de verwoestingen, die zeer dikwils door brand aldaar voorvielen, +hebben de inwoonders aangezet, om aan de andere manier den voorrang +te geven. Men telt 'er niet meer dan twee honderd, waar van zommigen +twee verdiepingen hebben. + +Men heeft te Cayenne een Gouverneur, benevens eenige hooge +Officieren. De bezetting bestond uit twee honderd mannen geregeld +krygsvolk, verdeeld in vier Compagniën, die tot het zee-wezen geene +betrekking hebben. Zy is met twee andere Compagniën vermeerderd +geworden. Op het minst alarm zyn de inwoonders, zoo van de Stad, +als van het platte Land, verpligt de wapenen op te vatten. + +De Volkplanting heeft eenen Souverainen Raad, waar van de +Commissaris-Ordonnateur, by afwezigheid van den Gouverneur, Voorzitter +is. Dit Hof vonnist zonder hooger beroep. Het neemt kennis van alle +zaaken, die de inwoonders betreffen. + +De noodzakelykheid om de landen in waarde te houden verpligt de +Franschen, om zelve hunne Plantagiën te blyven bewoonen, waar door +de Stad minder bevolkt is, dan zy anders zyn konde. + +Dertien mylen van Cayenne, en drie mylen in zee, gerekend van +den mond der Rivier Kourou, die naauwlyks voor de kleinste schepen +bevaarbaar is, zyn drie Eilanden, voorheen genoemd de Duivels-Eilanden, +tegenwoordig Iles du Salut. Tusschen deeze drie Eilanden, die uit +tamelyk hooge heuvels bestaan, heeft de natuur eene haven gevormd, +die geschikt is, om door de grootste schepen bevaren te worden: +het is de eenige plaats, op de geheele Kust van Guiana, die dit +voordeel heeft. De Salut-Eilanden zyn dorre klippen, waar op zeer +veele verschillende zoorten van zee-vogelen huisvesten. + +Van de Rivier Kourou tot aan de Sinamari is eene Kust van tien of +twaalf mylen lengte. Tusschen beiden vindt men verscheiden kleine +inhammen, alwaar een zeer groote overvloed van schildpadden gevangen +wordt. Dicht by den mond van de eerstgemelde zyn groote platte rotsen, +waar op de golven het zee-water spoelen, het welk by groote hette +aldaar kristallen schiet, en in zout verandert. + +Van de Rivier Sinamari tot de Iracoubo is een tusschenvak van agt +mylen. Men vindt tusschen beiden de Rivieren Courassani en Conanama. + +Deeze geheele uitgestrektheid Lands, van de Rivier Kourou tot de +Iracoubou toe, een streek van omtrent twintig mylen, eindigt aan +den zeekant in een boschjen van Paletuvier-boomen, en byna overal +met zandbanken. Binnen in dit boschjen, het welk zomtyds tot een +myl uitgestrektheid heeft, zyn natuurlyke vlakke zand-woestynen, die +alleenlyk hier en daar, door eenige boomen, rivieren en beeken, op zeer +groote afstanden, worden afgebroken. Aan de land-zyde binnenwaarts, +op twee of drie mylen, eindigen zy in groote bosschen, waar in men +alle zoorten van boomen vindt, die in dit Land overvloedig groeijen. + +De Rivier Iracoubo is aan het einde van dat gedeelte, het welk de +Fransche Volkplanting uitmaakt. Van daar tot aan de grenzen der +Surinaamsche Volkplanting, dat is, tot aan de Rivier Maroni is eene +uitgestrektheid van veertien mylen. Tusschen beiden zyn de Rivieren +Organabo, Iroucan-Pati, en Mana, of Amanabo, die een uitgebreiden +loop heeft. + +De mond der Rivier Maroni is gelegen op 5 graden 55 minuten breedte, +en 56 graden 30 minuten lengte, ten westen van den Parysschen +middenlyn. Deeze mond is omtrent twee mylen breed; maar het inkomen +aldaar is moeijelyk; want aan den buiten-kant zyn verscheide zand- +en slyk-banken, waar op zeer weinig water blyft staan. De Maroni +is eene groote en schoone Rivier. 't Is waar, verscheide Eilandjes +vernaauwen derzelver bed, meer dan twaalf mylen verre, maar zonder +de scheepvaart te belemmeren, zoodanig dat men met kleine vaartuigen +tot aan den eersten waterval, die omtrent twintig mylen van den mond +der Rivier af ligt, kan opvaaren. Boven deezen eersten waterval, +vindt men verscheide anderen, die de scheepvaart zeer moeijelyk +maaken. Men zegt, dat men meer dan veertig dagen noodig heeft, om tot +derzelver oorsprong te komen. Anderen beweeren, dat dezelve nog niet +bekend is, dat deeze Rivier van zeer wyd af ontspringt, en dat men +dezelve meer dan tachtig mylen is opgevaaren, zonder dien oorsprong +te ontdekken. Omtrent vyftig mylen van derzelver mond af, ontlast zig +eene zeer schoone Rivier in dezelve, komende van den zuid-oost kant, +en de Rivier der Arouas genaamd. In 't jaar 1731 en 1732, voer men de +laatstgemelde meer dan vyf-en-twintig mylen ver op; vervolgens verliet +men haar, om den weg te nemen over de landen naar den zuid-oost kant; +en na verloop van agt dagen, geduurende welken men rekende 35 of +40 mylen te hebben afgelegd, begaf men zig naar de Rivier Camopy, +die zig in de Oyapoc ontlast. Het oogmerk van deeze reize was, om +het Land te ontdekken, en te zoeken naar een bosch van cacao-boomen, +het welk gezegd werd in de nabyheid van den oorsprong deezer Rivier +gelegen te zyn. + +De omliggende streeken der Rivier Maroni zyn door de Galibis-Indianen +vry sterk bevolkt. Wanneer men de oevers deezer Rivier een weinig +opwaarts volgt, ziet men niet dan zand-woestynen, die in den winter +moerassen, en eerst in het heetste van den zomer droog worden. Langs +dien weg kan men te land komen van Kourou af tot Surinamen toe. De +Fransche wegloopers, die geene booten hadden, wisten van deezen weg, +die aan de Indianen in dien omtrek zeer gemeenzaam is, gebruik te +maken. Zy, die langs alle deeze Rivieren woonen, en over 't algemeen +vry gedienstig zyn, laten niet na, op het minste teeken, dat men hun +geeft, de geenen, die zig aanbieden, met hunne praauwen te komen +afhalen. Men maakt doorgaans een neusdoek, of een lap wit linnen, +aan een tak van een boom vast, om hun daar mede te kennen te geven, +dat 'er iemand is, die den doortocht verzoekt. + +In de Rivier Maroni loopen verscheiden andere Rivieren uit, die dezelve +aanmerkelyk vergrooten, vooral in het regen-saisoen. De landen, waar +over zy heen loopt, zyn laag, overstroomd, en met boomen en struiken +bewassen. De Franschen en Hollanders hebben aan deeze Rivier een +wachtpost tegen over elkander. + + + +TWEEDE HOOFTSTUK. + +Luchts-gesteldheid in Fransch Guiana. + +De hette is in Fransch Guiana minder, dan in onze andere Volkplantingen +onder de gezengde luchtstreek; blyvende de Barometer aldaar staan +tusschen de 19 en 25 graden. De zoele winden van den grooten Oceaan, +waar aan dit gedeelte van het vaste Land op eene wonderbaarlyke wyze +is blootgesteld, de meenigte van groote en kleine Rivieren, die het +Land alomme besproeijen, en de bosschen, waar mede het byna geheel +als overdekt is, verminderen bovendien de brandende hette merkelyk. + +Men weet, dat 'er niet meer dan twee saisoenen, of jaargetyden +in Guiana zyn: het regensaisoen, nu en dan de winter genoemd, +en het saisoen van droogte, waar aan men, in tegenoverstelling, +den naam van zomer geeft. Het eerste begint doorgaans in December, +of zelfs in January. In Maart en in April heeft men een tusschen-tyd +van droogte, van een maand of zes weken, dien men de kleine droogte +noemt. Met half April, of daarömtrent, begint de regen weder tot in +Juny, en zomtyds tot half July. Dus heeft men in de twaalf maanden +van het jaar omtrent vyf regen-maanden. Deeze algemeene regels hebben +niettemin hunne uitzonderingen, volgens het onderscheid der jaaren, +en het verschil der plaatsen. Het regent veel minder in die streeken, +waar men het hout heeft uitgerooid, dan in die, welke met bosschen +bedekt zyn; veel minder bij de Rivieren Cayenne en Kourou, dan aan den +kant van de Oyapoc, en veel meer by de Rivieren Maroni en Surinamen, +dan in de Landen, die door de Franschen bezeten worden. Hier door lost +men de oogenschynlyke tegenstrydigheid op, welke 'er gevonden wordt +tusschen de talryke waarnemingen van STEDMAN omtrent het luchts-gestel +in de Volkplanting Surinamen, en die der Fransche Schryveren, die +van de luchtsgesteldheid te Cayenne spreken, en eenparig zeggen, +dat dezelve gematigd is. + +Schoon in het laatstgemelde tydperk de regen ongemeen overvloedig +is, moet men zig echter niet verbeelden, dat dit eene onöphoudelyke +overstrooming is. 'Er zyn tusschenpoozingen, zelfs van geheele dagen, +in het midden van het regen-saisoen, dat het mooy weder is, zoo als +'er ook wederkeerig tusschenpoozingen van geheele dagen zyn, geduurende +welken het in 't saisoen van droogte regent. + +Guiana is bevryd van die orkaanen, die op de Antillische Eilanden en +in de Indiën zoo veele verwoestingen aanregten. Men weet aldaar van +geene aardbevingen; en de hagel vernielt 'er den oogst niet. + +Het is merkwaardig, dat het regen-saisoen in Guiana juist voorvalt, +wanneer op de Antillische Eilanden het saisoen van droogte is, en +zoo ook weder omgekeerd, onäangezien den geringen afstand tusschen +deeze beide Landen. [11] + +Dikwerf ziet men Europeanen verscheiden jaaren in Guiana doorbrengen, +zonder eenigen van die akelige ziekten te ondervinden, waar aan zy in +byna alle andere Landen onder de gezengde luchtstreek onderworpen zyn, +en gelyk eene zoo merkelyke verandering van luchts-gestel natuurlyker +wyze moest doen vreezen. Zy wederstaan dezelven, wanneer zy eene +sobere levensmanier weten aan te nemen, wanneer zy zorge dragen, +om in het eerste begin zig niet te lang agteréén aan de regelrechte +stralen van de zon bloot te stellen. Indien 'er vreemdelingen sterven, +is zulks veel al het gevolg van een ongebonden leven, en het misbruik +van sterke dranken. + +Het geen van de graden van hette gezegd is, heeft betrekking tot het +luchtsgestel aan de kusten en in de nabyheid der zee. Wanneer men +zig van het strand en van de lage Landen verwydert, op den afstand +Van tien of vyftien mylen, zyn 'er altyd twee graden minder. + +De luchtsgesteldheid te Cayenne was voor deezen veel regenächtiger +en onäangenamer, zegt BARRERE, [12] eer men in het Eiland het hout +had uitgeroeid, en de inwoonders waren 'er aan zeer akelige ziekten +onderworpen. Langen tyd is het onmogelyk geweest de kinderen der +Negers in het leven te behouden; allen stierven zy byna dadelyk na +hunne geboorte. Hedendaags worden zy 'er nog door eene algemeene +stuiptrekking, die een waare tetanus is, aangetast. Deeze ziekte +spaart zelfs geene groote lieden, tot welken ouderdom zy reeds mogen +gekomen zyn. Dezelve vertoont zig door pyn in den hals, als of die +met een koord was toegetrokken. Het kakebeen sluit zig vervolgens, +het geen de doorslikking belet. De armen en beenen worden stram, +en niettemin hebben 'er, verscheiden malen daags, stuiptrekkingen +plaats. Deeze toevallen matten den zieken zoo sterk af, dat hy overluid +schreeuwt. Men is zelfs verpligt zyn hoofd een weinig in de hoogte te +houden, om hem de belemmerde ademhaling gemakkelyker te maken. Het +geen hem vooral doet lyden, is een onverzadelyke honger, die hem nu +en dan zoodanig dringt, dat hy alle oogenblik zoude eeten, indien men +het hem maar geven wilde, en hy het vermogen van slikken had. Hier +by koomt altyd koorts. Dezelve gaat gepaard met een overvloedig +en algemeen zweeten; en wanneer de ziekte meer en meer verergert, +sterft de lyder onder vervaarlyke stuiptrekkingen. + +Om den voortgang van zulk eene ellendige kwaal te sluiten, moet men +den geen, die 'er door aangetast is, verscheiden malen daags met koud +water besproeijen. Men houdt daar mede aan, tot dat de ledematen +hunne voorige gedweeheid hernomen hebben. Het is noodzakelyk de +kragten van den zieken door goede vleeschsoepen te ondersteunen; men +moet dezelven dikwils geven, maar in eene kleine hoeveelheid, en met +eenige lepels wyn. De zoete kwik met ontlastende middelen gemengd, +als rhabarber, diagrydium, jalappe, doen in deeze ziekte veel nut: +maar het beste middel is het heulsap, in zulke sterke giften, dat +'er een gezond mensch van sterven zoude. + + + +DERDE HOOFTSTUK. + +Geschiedkundige opgaave, betrekkelyk Fransch +Guiana. + +Schoon men het juiste tydstip van de eerste reizen der Franschen naar +Guiana niet weet, is het echter zeker, dat zy 'er geweest zyn korten +tyd na de eerste ontdekking, door de Spanjaarden gedaan. + +JAN DE LAET, een Schryver van voor byna twee eeuwen, verhaalt, dat +de Franschen gewoon waren aldaar gekleurd hout, en onder anderen een +zoort van Brasiliën-hout, in te laden. + +De vriendelykheid, waar mede zy door de inboorlingen des Lands +ontfangen wierden, lokte hen uit, om deezen handel te blyven aanhouden; +en om denzelven des te beter te verzekeren, vestigden zy 'er wel dra +eene Volkplanting. + +Een ander bewys, dat de Franschen het eerst de kusten van Guiana +bezogt hebben, is te halen uit de reisbeschryving van RALEIGH in 't +jaar 1595. Deeze reiziger, sprekende van het binnenste gedeelte van +dit Land, zegt, dat "de Franschen zedert lang moeite deeden tot het +ontdekken deezer Landen, werwaards zy veelvuldige reizen deeden, om +'er goud van daan te haalen, maar dat zy den rechten weg niet namen, +door denzelven te zoeken langs de Rivier der Amazonen." + +In 't jaar 1604, besloten eenige Franschen, door de gunstige berigten +van RALEIGH misleid, om, onder het geleide van LA RAVERDIERE, naar +deeze streeken koers te zetten. Andere gelukzoekers deezer natie +volgden spoedig hunne voetstappen. Allen vermoeiden zy zig op eene +ongelooflyke wyze. Eindelyk zetteden zig zommigen, veel eer uit weêrzin +in zoo zwaaren arbeid, als om dat zy zig in hunne hoop bedrogen vonden, +te Cayenne neder. + +In 't jaar 1624, zonden eenige kooplieden van Rouaan eene kleine +Volkplanting, bestaande uit zes-en-twintig menschen, die de oevers +der Rivier Sinamari verkozen, om zig neder te slaan. + +Twee jaaren later, in 't jaar 1626, kwam 'er eene nieuwe Volkplanting, +aanzienlyker dan de eerste, en die zig aan de Rivier Conanama +nederzettede. Men bouwde aldaar een Fort, stelde 'er een Bevelhebber +over aan, en liet 'er een gewapend vaartuig, om den handel langs de +kust te beveiligen. + +Deeze beide Volkplantingen vermeerderden aanmerkelyk door den toevoer, +die zy uit Frankryk ontfingen. Zy breidden zig tot verscheiden +plaatsen uit. + +Zedert het jaar 1674, had men zig op het Eiland Cayenne gevestigd, +en aldaar de kust van Remire, als de vruchtbaarste en aangenaamste +streek, tot verblyfplaats uitgekozen. Men moest de Arikarets, en +eenige andere Indiaansche volken, aldaar woonende, verjagen. + +In 't jaar 1675, verkoos men eene andere woonplaats, drie mylen +meer ten westen, op een uithoek van het Eiland, alwaar de mond +der Rivier Cayenne een haven oplevert. Men bouwde aldaar een Fort, +waar aan men den naam van het Fort Louis gaf, en digt daar by een +Dorp of Stad, die de hoofdstad der geheele Volkplanting geworden is, +en welke men naar den naam van het Eiland Cayenne noemde. Men breide +zig vervolgens uit in alle de gedeelten van dit zelfde Eiland, en +aan de naby gelegene Rivieren. + +In 't jaar 1640. zetteden de Franschen zig aan de Rivier Surinamen +neder; maar de lage en moerassige grond, en ongezonde lucht in +dit gedeelte van Guiana, deeden hun het zelve wederom verlaten. De +Engelschen maakten 'er gebruik van. + +Eenige kooplieden van Rouaan, denkende, dat uit deeze Volkplanting +voordeel te haalen was, besteedden daar toe, in 't jaar 1643, +gezamentlyk zekere somme van penningen. Zy droegen hunne belangen op +aan een ondernemend man, PONCET DE BRETIGNY genaamd, die den oorlog +zoo wel aan de Planters als aan de Negers verklaard hebbende, spoedig +werd van kant geholpen. Deeze Maatschappy, aan welke men den naam +van de Maatschappy der Noord-Kaap gaf, verkreeg van Koning LODEWYK +XIII. opene Brieven, waar by deeze Vorst aan haar het uitsluitend +voorrecht toestond van den koophandel en scheepvaart op Guiana, tot +welks grensscheidingen men by die zelfde brieven bepaalde, aan de +zuldzyde de Rivier der Amazonen, en aan de noordzyde de Orenoco. Deeze +bepaaling der grensscheidingen ontmoette geene zwarigheid, noch +veröorzaakte eenige klagten, dewyl geheel Europa wist, dat de Franschen +zedert langen tyd in het bezit van Guiana waren, en de eersten geweest +zyn, die aldaar handel gedreven en Volkplantingen aangelegd hadden. + +Verscheiden lieden van aanzien, in deeze Maatschappy deel genomen +hebbende, verkregen van den Koning nieuwe voorrechten en nieuwe +vergunningen door dit geheele Land. By herhaling zonden zy derwaarts +aanzienlyken onderstand; en men liet meer dan agt honderd menschen +naar Guiana vertrekken, zoo tot meerdere beveiliging en aanwas van de +onderscheidene aangelegde Volkplantingen, als om nieuwe aan te leggen, +en ontdekkingen te ondernemen, door dieper in het Land door te dringen. + +De treurige dood van PONCET DE BRETIGNY de deelgenooten ter +nedergeslagen hebbende, werd, in 't jaar 1651, eene nieuwe Maatschappy +opgericht, die meerder opgang scheen te zullen maken. Het merkelyk +aantal van ingelegde penningen, stelde haar in staat, om, tot in Parys +toe, zeven of agthonderd menschen by één te verzamelen. Zy wierden +by de Seine ingescheept, om naar Havre te vertrekken. Het ongeluk +wilde, dat de deugdzaame Abt DE MARIVAUX, die deeze onderneming +voornamelyk had aangewakkerd, en dezelve als Directeur Generaal +bestierd zoude hebben, verdronk op het oogenblik, dat hy stond scheep +te gaan. ROIVILLE, een Edelman uit Normandië, die als Generaal naar +Cayenne gezonden wierd, wierd op de reize vermoord. [13] Twaalf der +voornaamste belanghebbenden, die de bewerkers van deezen aanslag +waren, gedroegen zig in de Volkplanting, welkers bloei zy verpligt +waren geweest te bevorderen, op zoodanig eene wreede manier, als uit +dit verschrikkelyk voorval bereids te voorzien was. Zy deeden aan +één van hun, ISAMBERT genaamd, die, benevens drie anderen, zig van +het gezag geheel had willen meester maken, het hoofd afslaan. Zyne +medepligtigen wierden naar een onbewoond Eiland verbannen. Twee andere +deelgenooten stierven kort daar op, en de overgeblevenen gaven zig aan +de grootste buitensporigheden over. De Bevelhebber der Vesting liep +naar de Hollanders over, met een gedeelte van zyne bezetting. Zy, +die aan honger, ellende, de woede der Wilden van het vaste Land, +welken men op honderde manieren getergd had, waren bloot gesteld, +achtten zig zeer gelukkig, toen zy met een schip en twee sloepen de +Eilanden onder den wind bereiken konden. Vyftien maanden na dat zy in +het Eiland waren aangeland, verlieten zy het Fort, de krygsbehoeften, +de wapenen, de koopmanschepen, benevens vyf- of zeshonderd lyken van +hunne ongelukkige medgezellen. + +In 't jaar 1663, werd eene nieuwe Maatschappy, onder het opzigt +van den Request-meester LA BARRE, opgerigt. Dezelve bezat een +capitaal van niet meer dan twee maal honderd duizend gulden: maar +de hulp der Regeering stelde haar in staat, om de Hollanders, die +zig aldaar onder het geleide van SPRANGER hadden nedergezet, toen +zy dit Land door deszelfs eerste bezitters hadden zien ontruimen, +uit deeze bezitting te verjagen. De Indianen waren na het vertrek der +Franschen in het Eiland te rug gekeerd, maar SPRANGER noodzaakte hen, +om naar Terra-Firma de wyk te nemen. Hy verbeterde de vestingwerken, +deedt groote uitzuiveringen en voordeelige bebouwingen der landen. Na +dat deeze Maatschappy onder het opzigt van BARRE een jaar bestaan +had, maakte zy een gedeelte uit van de groote Maatschappy, die de +grondslag was van alle die Maatschappyen, welken men voor Africa, +en voor het Nieuwe Weereld-deel had opgerigt. In 't jaar 1667, +wierd Cayenne aangevallen, geplonderd, en wederom verlaten door de +Engelschen, en de vluchtelingen namen het weder in bezit, om het zig, +in 't jaar 1772, andermaal te zien ontweldigen door de onderdanen +der Vereenigde Nederlanden, die het echter niet langer, dan tot in 't +jaar 1676, behouden konden. Te dier tyd werden zy door den Marschalk +D'ETRÉES van daar verjaagd. Naderhand is de Volkplanting niet meer +aangevallen geworden. + +De Franschen wederom meesters van Cayenne geworden zynde, waren +ten sterksten bedagt, om zig op het Eiland en het vaste Land +wel te vestigen. Met meerder zorgvuldigheid dan ooit kweekten zy +alles aan, waar by de koophandel belang konde hebben. Verscheiden +koopvaardy-schepen kwamen aldaar handelen, en eene meenigte +huisgezinnen zetteden 'er zig ter neder. Eenige Kapers bragten ook +het hunne toe tot aanwas der Volkplanting. + +Beladen met het geen zy in de Zuid-Zee geroofd hadden, vestigden +zy zig te Cayenne, en het belangrykste was, dat zy besloten hunne +schatten tot den landbouw te besteden. + +Zy scheenen denzelven met nadruk te willen voortzetten, en Cayenne was +vry wel bevolkt, toen DUCASSE in 1688. aldaar aanlandde, met oogmerk, +om Surinamen te vermeesteren en te plunderen. De natuurlyke lust +der Kapers herleefde, de nieuwe Colonisten werden wederom Kapers, +en hun voorbeeld lokte byna alle de inwoonders uit. + +Deeze onderneming was niet gelukkig, uit hoofde van de weinige +voorzorgen, die men genomen had, om de aankomst deezer vloot voor +de Hollanders, welken men voornemens was re overrompelen, geheim te +houden. Men vondt hen overal in staat van verdediging. Een gedeelte +der aanvallers sneuvelde; anderen wierden gevangen genomen, en naar de +Antillische Eilanden gezonden, alwaar zy zig nedersloegen. De overigen +gingen wederom te scheep. Zedert dien tyd heeft de Volkplanting veel +moeite gehad, om het verlies van haare inwooners te herstellen. Het +scheen zelfs, dat zy byna geheel in vergetenheid geraakt was, tot in +'t jaar 1763, wanneer de Fransche Regeering haar een nieuwen luister +trachte te geven. + +Frankryk ontdeed zig van de akeligheden van eenen schandelyken +oorlog. De gesteldheid der zaaken had de Regeering genoodzaakt, om, +met opöffering van verscheiden gewichtige bezittingen, den vrede te +koopen. Het scheen insgelyks noodzakelyk, om de natie, zoo wel de +geledene rampspoeden, als de misslagen, die dezelven berokkend hadden, +te doen vergeten. Men wendde haar oog af van de Volkplantingen, +die zy verloren had, om het zelve te vestigen op Guiana, het welk, +zoo men zeide, zoo veele rampen vergoeden moest. + +Dit was het gevoelen niet van hun, die van den staat der zaaken het +best onderricht scheenen. Eene Volkplanting, zedert anderhalve eeuw +opgerigt, in een tydstip, dat de gemoederen op groote ondernemingen +verhit waren; alwaar burger-twisten, noch vreemde oorlogen aan het +aangelegde werk geen nadeel hadden toegebragt; die van de weldaaden +der Regeering en het voordeel van den koophandel nimmer was verstoken +geweest; alwaar de voorraad van voortbrengzels altyd zeker geweest +was:--deeze Volkplanting was niet noemenswaardig. De ellende en +vergetenheid was haar deel geweest, zelfs in het tydstip, dat de +Fransche bezittingen in America door haaren luister en rykdommen, +de oude en nieuwe weereld verbaasden. Haare gesteldheid was zelfs van +dag tot dag verërgerd. Hoe kon men hopen op die groote vooruitzigten, +welken men 'er van gaf? Deeze aanmerkingen wederhielden de Regeering +niet. Om het verlies van Canada te vergoeden, wilde men in Guiana een +vry volk vestigen, dat door zyne eigene kragten in staat zoude zyn, +om aan vreemde aanvallen het hoofd te bieden, en geschikt, om door den +tyd andere Volkplantingen, wanneer de omstandigheden zulks vorderden, +te hulp te komen. + +Dit werk wierd bestuurd door eenen arbeidzamen Staats-Minister. Als een +verstandig Staatsman, die de veiligheid niet aan de rykdommen wilde +opõfferen, was zyn doelwit, een bolwerk op te rigten tot verdediging +der Fransche bezittingen. Als een gevoelig Wysgeer, die de rechten +van het menschdom kent en eerbiedigt, wilde hy deeze vruchtbaare en +onbebouwde streeken door vrye menschen bevolken. Maar men voorzag +alles niet. Men vergiste zig met te gelooven, dat Europeanen onder +de gezengde luchtstreek de vermoeijenissen zouden doorstaan, die +tot den aanleg en zuivering van onbebouwde landen verëischt worden, +en dat menschen, die in de hope van een gunstiger lot hun vaderland +verlieten, zig aan een woest leven gewennen zouden in eene luchtstreek, +die minder gezond was, dan haare geboorte-grond. + +Dir verkeerd stelzel werd zoo dwaaslyk uitgevoerd, ais het ligtvaardig +was aangenomen. Alles werd aldaar ingerigt, zonder beginzel van +wetgeving, zonder te letten op de betrekkingen, welken de Natuur +onder de menschen gesteld heeft. De laatstgemelden werden in twee +zoorten verdeeld, eigenaars en arbeiders. Men hield niet in 't oog, dat +deeze verdeeling, die in Europa stand grypt, het gevolg is van oorlog, +omwentelingen, en oneindige toevalligheden, die de tyd te weeg brengt; +dat zy voortkoomt uit de voortduuring van een maatschappelyk leven, +maar geenzints de eerste grondslag is der maatschappye, die in haaren +oorsprong wil, dat alle haare leden in den eigendom deel hebben. De +Volkplantingen, die nieuwe bevolkingen, en nieuwe maatschappyen zyn, +moeten deezen grondregel volgen. Met den eersten tred ging men +'er reeds van af, door de landen in Guiana alleen toeteschikken +aan hun, die zekere geldsommen, tot de bebouwing noodig zynde, +konden aanbrengen. De overigen, wier begeerlykheid men door ydele of +wisselvallige hope gaande maakte, werden van het aandeel in de landen +uitgesloten. Dit was een gebrek van Staatkunde, tegen de rechten van +het menschdom inloopende. Indien men aan alle de nieuwe Colonisten, +welken men naar dit naakte en woeste Gewest heen voerde, een gedeelte +gronds om aan te leggen gegeven had, zoude elk het bebouwd hebben +op eene manier, aan zyne kragten en vermogens geëvenredigd: de één +met zyn geld, de ander met zynen arbeid. Het was een onvermydelyk +vereischte geweest, om aan alle de leden der nieuw aangelegde bevolking +eenen eigendom aan te bieden, alwaar zy hunnen arbeid, hunne vlyt, +hun geld, met één woord, hunne meer of min uitgestrekte vermogens, +konden te werk leggen. + +Menschen, naar onbebouwde landstreeken overgevoerd, vonden 'er niets +dan behoeften. De geregeldste en onafgebrokenste arbeid konde niet +beletten, dat zy, die in deeze woestenyen met het aanleggen van landen +hunnen tyd doorbragten, van alles ontbloot bleven, tot het meer of +min afgelegen tydvak van den oogst. Ook verbond zig de Regeering, +aan wien zulk eene blykbaare waarheid niet ontsnappen konde, om alle +Duitschers, alle Franschen zonder onderscheid, welke tot de bevolking +van Guiana geschikt waren, twee jaaren lang te onderhouden. Maar +deeze daad van rechtvaardigheid was geene daad van voorzigtigheid: +het was te voorzien, dat al wierden zelfs de levensmiddelen met zorg, +met yver en met belangloosheid in genoegzaamen voorraad opgelegd; +de meestcn derzelven noodwendig moesten bederven, het zy op de reize, +het zy naderhand: het was te voorzien, dat gezouten vleesch, wel of +kwalyk bewaard, nimmer een geschikt voedzel zyn zoude voor ongelukkige +vluchtelingen, die eene gezonde en gematigde luchtstreek verlieten, +om de brandende zand-woestynen onder de gezengde luchtstreek te +bewoonen, om de vochtige en regenachtige lucht der zonne-keerkringen +in te ademen. + +Eene verstandige Staatkunde zoude zig met de vermeerdering van +het vee hebben bezig gehouden, alvorens te denken, om 'er menschen +te vestigen. Deeze voorzorg zoude niet alleen een gezond voedzel +aan de eerste Colonisten bezorgd hebben, maar hun ook de gepaste +werktuigen opgeleverd tot de ondernemingen, welke de vorming van +eene nieuwe bevolking verëischt. Met deeze hulpmiddelen zouden zy de +vermoeijenissen hebben getrotseert, welke de Regeering op zig genomen +had rykelyk te zullen betalen. Zy zouden woonplaatsen en koopwaren +bezorgd hebben aan hun, die 'er hun verblyf moesten houden. Op deeze +wyze zoude de ontworpene Volkplanting in korten tyd eene behoorlyke +vastigheid verkregen hebben. + +Men maakte deeze aanmerkingen niet, hoe eenvoudig en natuurlyk ook: +na het doorstaan van eene lange reize, werden twaaf duizend menschen +ontscheept op woeste en onbebouwde kusten, in het ongunstigst +jaargetyde, in het regen-saisoen. Indien de nieuwe Colonisten in +het begin van het saisoen van droogte waren aangeland, op de hun +toegeschikte landen verdeeld, zouden zy den tyd gehad hebben, om +hunne wooningen in gereedheid te brengen, de bosschen om te hakken +of te verbranden, hunne velden te bearbeiden en te bezaaijen. + +By gebrek van deeze voorzorge, wist men de meenigte van menschen, +die na malkanderen aanlandden, niet te plaatsen, Het Eiland Cayenne +zoude tot eene plaats van rust en verversching voor de kortlings +ontscheepte perfoonen gestrekt hebben. Men zoude 'er wooningen en +middelen van bestaan gevonden hebben. Maar het vooröordeel, om de +nieuwe en de oude Volkplanting niet onder elkander te vermengen, +deedt deeze voorzorge in den wind slaan. Als een gevolg van deeze +styfhoofdigheid, plaatste men twaalf duizend ongelukkigen op de +Salut-Eilanden, aan de oevers der Rivier Kourou, onder tenten en +in slechte hutten. [14] Aldaar, verwezen zynde tot werkeloosheid, +verveeling, het gemis der eerste benoodigdheden, besmettelyke ziekten, +die altyd door bedorven voedzel veröorzaakt worden, tot alle de +wanörden, welke de ledigheid voortbrengt onder een volk, dat verre +heen vervoerd, zig onder eene nieuwe luchtstreek bevindt, eindigden +zy hun droevig lot onder de verschrikkelykste wanhoop. Hunne asch zal +steeds om wraak roepen tegen de voorstanders van eene onderneming, +die zoo veele ellendige slachtöffers gemaakt heeft. + +Op dat niets aan het onheil ontbreken zoude, en de geldsommen, +tot de uitvoering van eene ongerymde onderneming geschikt, geheel +en al verspild zouden worden, oordeelde hy, die in last had om aan +alle deeze noodlottigheden een einde te maken, zig verpligt, om twee +duizend menschen welker sterk gestel aan de ongunstige luchtstreek, +en de onuitsprekelykste ellenden wederstaan had, naar Europa te rug +te voeren. + +Een zestigtal van huisgezinnen uit Duitschers en inboorlingen van +Acadia bestaande, ontsnapte echter aan de algemeene verwoesting. Zy +sloegen zig neder aan de Sinamari, wier oevers nimmer door de zee +overstroomd worden, en vonden aldaar eenige natuurlyke velden, en +een grooten overvloed van Schildpadden. Die zwakke Volkplanting heeft +zig, langs deeze Rivier, in stand gehouden. De visscherye, de jagt, +de vee-fokkerye in de uitgestrekte zand-woestynen, welken de Natuur in +deeze streeken gevormd heeft, het planten van een weinig ryst, Turksch +graan en catoen; deeze leverden hun het noodige middel van bestaan op. + + + +VIERDE HOOFTSTUK. + +Bevolking van Fransch Guiana. + +Na zoo veele noodlottige omstandigheden, en de verachting, waar +toe Fransch Guiana vervallen is, is het niet te verwonderen, dat de +bevolking van dit Land zeer zwak is. + +De inwooners bestaan uit Europeanen, Mulatten, Negers en Indianen. De +eerstgemelden of blanken, bedragen slechts een getal van agt of negen +honderd, zoo in de hoofdplaats Cayenne, als door het overige gedeelte +van het Land verspreid. Verscheiden van hun zyn ongelukkig en arm. Zy, +die meer op hun gemak leven, bestaan van ampten, jaargelden en soldyen, +ten kosten van de algemeene schatkist. Het vertier van levensmiddelen, +het welk de bezetting en het verblyf der geenen, die zig aldaar +van 's Lands wegen bevonden, noodzakelyk maakt, doet het grootste +getal der inwooners aan den kost geraken. Men zoude moeite hebben, +om vyf-en-zeventig eigenaars van Plantagiën op te tellen, die van +den opbrengst van hun land bestaan. Verscheiden woonen op eenen zeer +verren afstand van de hoofdplaats. Het getal der Mulatten is vier of +vyf honderd, en dat der Negers negen duizend. + +De Mulatten, die overal onderdrukt worden, hebben dit misschien meer +in Guiana, dan ergens anders, ondervonden. + +"Schoon de Creolen, van een blanken en eene zwarte voortgeteeld, +zegt de Burger LESCAILLIER in zyn te meermalen aangehaald Exposé des +moyens &c., over 't algemeen veele lichamelyke voorrechten hebben, +vlugheid, eene onbedwongene en bevallige houding, een zeer geregeld +gestel en voorkomen, worden zy zeldzaam voor goede voorwerpen gehouden, +wanneer men hen in den rang der slaven plaatste, uitgenomen de geenen, +welken men tot huisselyke diensten gebruikte. De reden daar van is +gemakkelyk naar te gaan; daar zy uit de gemeenschap van eenen blanken, +die tot de Plantagie niet behoorde, ten gevolge van eene ongeoorloofde +verbintenis, waren voortgesproten, verbeterde de opvoeding het +gebrekkige van hunne geboorte niet. Zy verachtten de Negers, en +werden door dezelven wederkeerig veracht. Zeldzaam gelukte het hun, +wanneer zy, onder de zwarten vermengd, op de Plantagiën arbeidden. + +De algemeene laagheid, waar in men dit zoort van menschen in de +Volkplantingen hield, en die alle nayver in hun uitdoofde, had te +Cayenne hun tot eene zwervende en ongebondene hoop volks gemaakt; +byna geen enkele onder hun was of tot den landbouw, of tot eenig +handwerk geschikt. + +"De middelen, die men wel eer te werk stelde, met oogmerk om hen +nuttig te maken, hebben het kwaad nog verërgerd. De Gouverneurs +hebben gemeend de vrygelatenen te moeten beschouwen als lieden, +die verpligt waren op het eerste bevel op te trekken. Dienvolgende +waren alle de manspersoonen boven de veertien jaaren, getrouwd en +ongetrouwd, landbouwers, werklieden, of andere, zonder onderscheid, +begrepen onder eene zoogenaamde Compagnie Jagers, zonder soldy, +staande onder bevel van een zeker zoort van Officiers, maar die ook +geen soldy trokken, nog eenigen rang hadden. Deeze ongelukkigen, +verpligt om op het eerste gegeven sein op te trekken, hebben zig, +uit dien hoofde, nimmer op eenen vasten voet kunnen nederzetten, +trouwen, zig tot eenig vast handwerk begeven, en nog minder zig op +den landbouw toeleggen. Den dienst, die hun bevolen werd, zeer slecht +uitvoerende, alleenlyk betaald wordende voor de dagen, dat zy werkelyk +dienst deeden, hadden zy, by hunne te rug komst, geen eerlyk en zeker +middel van bestaan, het geen hen dikwils noodzaakte om door wandaaden +en strooperyen den kost te zoeken. + +"'Er was ook nog een ander zoort van Creolen, van een vrye vader en +moeder geboren. Zy oeffenden handwerken of den landbouw, en leefden +daar van met hunne huisgezinnen. Derzelver getal is in Fransch Guiana +oneindig klein." + +De blanken, die geene eigendommen bezaten, het zy werklieden, het +zy anderen, maakten het aanzienlykst gedeelte der bevolking van +hun zoort uit: zy hebben een getal van dertien honderd bedragen, +van allerleyen ouderdom en kunne, zonder de bezetting daar onder te +rekenen; maar men verzekert, dat zy thans tot een getal van zeven of +agt honderd versmolten zyn. + +Onder dit aantal van persoonen vindt men byna twee derde van het +mannelyk geslacht, om reden, dat het getal der genen, die zig buiten +'s Lands begeven, ten aanzien der mannen altyd veel aanmerkelyker +is. Indien men van dit aantal manspersoonen de zieken, oude lieden en +kinderen aftrekt, bleven 'er ten hoogsten vier honderd mannen overig, +die in staat waren om de wapenen te voeren. + +Onder de laatstgemelden waren niet meer, dan honderd-en-vyftig +eigenaars van middelmatige en kleine Plantagiën, die, hoe zeer +grootendeels van geen belang tot bevordering van 's Lands voorspoed, +en den uitvoer der koopwaaren, echter tot onderhoud van derzelver +bezitters als voldoende beschouwd konden worden, 'Er bleven derhalven +tweehonderd vyftig mannen (blanken) overig, die in dit Land hun +bestaan vonden, behalven door den landbouw; de één door posten en +ampten tot het bestuur, of tot den krygsdienst betrekkelyk; de anderen, +als werklieden, daglooners, of bedienden van allerleije zoort, hunne +soldyen uit de algemeene schatkist, en hunne wedden van de Regeering +ontfangende. + +Indien nu de dienst zoo van het Land, als van byzondere persoonen, +slechts honderd en vyftig van deeze menschen bezig hield, zoo bleven +'er dus honderd overig, wier bestaan zeer wisselvallig was. Het was +van aanbelang zig bezig te houden met dit klein getal persoonen, +die van middelen ontbloot waren. + +Men vergrootte eenige bezittingen, men ondernam nieuwen arbeid, +men deelde eenige landeryen uit, en bezorgde daar by tevens +gereedschappen en vee. De arbeiders en bouwlieden vonden bezigheid, +en de laatstgemelden begonnen voordeel te doen. + +Eene bevolking van zes honderd mannen (blanken) tegen drie honderd +vrouwen, had geene evenredigheid tot vermeerdering der bewoners, noch +tot bevordering der goede orde, in een Land, alwaar men de vermenging +met Zwarten en Mulatten aan de hand gaf, en alwaar by gevolg de wet +zelve tot hoerereije en overspel scheen uit te noodigen. Zulk een +staat is schadelyk voor de maatschappy. Het was dus van een dringend +aanbelang daar in te voorzien. + +Men had eene Volkplanting te Iracoubo begonnen, bestaande uit dertig +mannen, uit een zeker getal afgedankte soldaten uitgekozen. Men moest +ontwyffelbaar aan deeze mannen bezorgen verstandige, arbeidzaame en +bekwame vrouwen. Om dit oogmerk te bereiken, verzogten de Bestuurders +van Guiana aan de Regeering, en wel tot eene eerste proeve, een +getal van vyf-en-twintig of dertig weesmeisjens, die met weinige +kosten hadden kunnen overkomen. In geval deeze poging gelukt was, +zoude men van dit zelfde middel wederom hebben gebruik gemaakt, en +nieuwe bezitingen in deeze uitgebreide Volkplanting hebben kunnen +aanleggen: men sloeg geen acht op dit belangryk voorstel, noch op +veele anderen, die tot bevordering en verbetering des Lands zouden +hebben kunnen medewerken. + +Het is waarschynlyk, dat deeze bezittingen verlaten zyn geworden, +en dat de meeste blanken, die 'er hun bestaan uit moesten vinden, +uit de Volkplanting vertrokken zyn. + +De Negers bedroegen in Fransch Guiana een getal van negen duizend. De +Burger LESCAILLIER meldt ons, dat men, in 't jaar 1788, hem over +de mogelykheid van de afschaffing der slavernye raadpleegde. Deeze +Bestuurder verklaarde van begrip te zyn, dat men in de Volkplantingen +de akeligste gebeurtenissen te duchten had, indien men niet +langzamerhand den weg tot deeze gelukkige omwenteling baande. Drie +jaaren lang deedt hy alle moeite, om de mogelykheid van dusdanige +verandering zeker te stellen: hy toonde het voorbeeld van eene betere +bestuuring, ten aanzien van de Negers van den Staat: hij bezorgde +hun een gezonder en vaster voedzel: hy liet hen kleeden en in hunne +ziekten oppassen. Op zynen raad en volgens zyn voorbeeld, heeft men +de zwangere en zogende vrouwen ontzien: men droeg zorge voor kinderen +en jonge lieden: men betoonde ontzag voor oude lieden en zieken: men +moedigde het aangaan van huwelyken aan: men arbeidde, om goede zeden, +vlyt en bedaardheid in de Negers aan te wakkeren: juiste belooningen +vervulden de plaats van harde en willekeurige kastydingen. + +Zulk eene handelwyze heeft de gelukkigste uitwerkingen gehad. Het +werk werd met yver en arbeidzaamheid verrigt, en het gelukte door dit +middel, om aan de Negers hunnen staat van slavernye te doen vergeten. + +Men dagt niet meer aan wegloopen: vyf of zes schuilplaatsen der +weggeloopen Negers, van alle gemeenschap verwyderd, in ontoegangelyke +Landen en ondoordringbaare bosschen verzonken, zyn van tyd tot tyd +vernield, of door de vredelievende middelen van onderhandeling, +tot de stem der menschelykheid, die tot in deeze verblyfplaatsen was +doorgedrongen, te rug gebragt. + +De optochten met krygs-geweld waren tegen deeze arme schepzels byna +onuitvoerlyk: zy kostten aan zommigen van hun het leven, en maakten de +anderen altyd nog afkeeriger. Men moest dus tot eenig ander middel +zyn toevlucht nemen. Een zendeling, met een kruis in de hand, en +onder het geleide van een getrouwen Neger, ging hun de woorden van +vrede brengen, hun kwytschelding beloven, en allen kwamen zy, met +hun volkomen genoegen, hunne yzere kluisters hernemen. Een deezer +verblyfplaatsen onder anderen, verscheiden dagreizens van alle +woningen afgelegen, was, zedert verscheiden jaaren, eene veilige +wykplaats voor een groot getal van weggeloopene Negers. Men had +slechts eene oppervlakkige kennis wegens het bestaan van deeze +wykplaats. Een Priester begaf zig te voet derwaarts, vergezeld van +eenige ongewapende Mulatten, en bragt van deeze plaats, op ééne keer, +drie-en-veertig persoonen mede, waar onder verscheiden kinderen waren, +in de bosschen geboren, en die nooit een blanken gezien hadden. Het +gebeurde werd van wederzyden vergeten. De eigenaars leerden 'er door, +om nuttige voorwerpen, die hun ontloopen konden, zonder mogelykheid +van ze wederom te krygen, met meerder geschiktheid te behandelen, +en de Negers hernamen met onderwerping hunnen gewoonen arbeid. + +Men heeft voorgegeven, dat de Negers in Guiana beter behandeld werden, +dan in de andere Volkplantingen. Dit voorgeven wordt door geen bewys +gewettigd. 'Er zyn in deeze landstreek weinig groote Plantagiën +en gegoede Planters; en deeze laatstgemelde behandelden, over 't +algemeen gezegd, hunne slaven het best, het zy om dat zy meerder +middelen bezaten, het zy om dat ze meerder doorzicht hadden. + +Zeer geringe Planters, van alle toevoorzicht verre verwyderd, +oordeelden beter hun fortuin voort te zetten, door van drie of vier +Negers, welken zy in het geheel bezaten, eenen onmatigen arbeid te +vorderen. Zy lieten hun zelfs den Saturdag niet, welken men anders +gewoon was aan hun tot bebouwing van hunnen eigenen tuin toe te +staan, en zomtyds ontnamen zy hun zelfs den Zondag: zy bekreunden +zig over hun in 't geheel niet, noch by ziekte, noch by gezondheid: +zy bezorgden hun geen behoorlyk voedzel noch kleeding, en nimmer heeft +men ten deezen opzigte in Guiana kunnen verwerven de uitvoering van +het geen by de wetten, le Code noir genoemd, bepaald was. + +Op de Plantagiën, waar men rykelyker bemiddeld was, doch welker +getal ongelukkig zeer klein is, werd dit gebrek verbeterd door de +zorge der eigenaars, door overvloed van groenten tot levensmiddelen, +door het visschen en jagen in zekere landstreken, en door de kleine +geld-sommetjes, die de Negers zig bezorgden, door het overschot van +hun gevogelte en levens-middelen op de markt te verkoopen. + +Zommige eigenaars der Plantagiën maakten in geschrifte menschlievende +en verstandige Reglementen, die aan de Negers werden bekend gemaakt. De +ondervinding heeft bewezen, dat, wanneer de slaven beter behandeld +werden, zy met meerder yver tot bevordering van de belangen hunner +meesters medewerkten. Eén deezer Planters had aan elke Negerin, die +zes kinderen behoorlyk zoude opvoeden, de vryheid beloofd. Wanneer +die voorwaarde eenmaal vervuld was, werd de belofte met veel statie +ter uitvoer gebragt. + +Brave en verstandige Planters, volgden natuurlyker wyze de beginzels +van menschlievendheid en de goede voorbeelden. Redeneeringen onder +allen, en blyken van misnoegen, aan wreede meesters te kennen +gegeven door den verstandigen, bestuurder, den Burger LESCAILLIER, +van wien wy deeze byzonderheden ontleend hebben, hebben langzamerhand +op het bestaan der Negers in deeze Volkplanting, en op den staat van +derzelver bebouwing, invloed gehad. Maar naderhand is de al te groote +zorgloosheid der Regeering oorzaak geweest, dat het getal der Negers +niet aanmerkelyk is aangegroeid, gelyk had moeten gebeuren, zoo uit +hoofde van de gemakkelykheid van het bekomen van levens-onderhoud in +dit Gewest, als van den zeer aanzienlyken invoer van slaven. + +Misschien is het aan eenige van de hier boven opgegevene voorzorgen toe +te schryven, dat de afschaffing der slavernye in Fransch Guiana zulke +akelige gevolgen niet veröorzaakt heeft, als te St. Domingo. Deeze +omwenteling werd op eene rustige wyze bewerkt, en men verhaalt, dat +men verscheiden Negers gezien heeft, die de gehechtheid aan hunnen +ouden meester aan den dag leiden, door op zyne Plantagie te blyven, en +denzelfden arbeid te verrigten, als of de wet 'er hun toe noodzaakte. + + + +VYFDE HOOFTSTUK. + +Zeden en gewoonten der Indianen. + +De volken, die in het ukgestrekte vaste Land van Guiana, voor de +aankomst der Europeanen, omzworven, waren verdeeld in verscheidene +natiën, die over het geheel niet zeer talryk waren, Zy hadden geene +andere zeden, dan die der Wilden van het zuidelyke vaste Land. Deeze +volken leven altyd van elkander afgescheiden, en dikwils verre +verwyderd. Men onderscheidt dezelven in Indianen aan de kusten, +en in Land-Indianen, dat is, die het binnenste gedeelte van het Land +bewoonen. Deeze Land-Indianen, die weinig of geen omgang met de blanken +hebben, behouden hun oorsprongelyk character en hunne gebruiken meer +volkomen. Zy maken een groot getal van onderscheidene natiën uit, +wier aanwezen zig niet tot eenig gedeelte van den grond van dit Land +bepaalt; maar die, zonder verwarring van woonplaats veranderende, +elkander op zeer verre afstanden wederom vinden. + +De Galibis zyn onder deeze natiën de voornaamste en talrykste; hunne +taal wordt door alle de anderen over 't algemeen het best verstaan. Zy +strekken zig van Cayenne tot aan de Orenoco uit. De Arouaques, de +Acoquas, de Aramichaux, de Armancoutous, de Pourpourouis, de Pirious, +de Mayés, de Palicours, de Puchicours, de Maraones, de Ouroukouyennes, +de Macoussis, de Nouragues, de Emerillons, de Taryaras, de Ouins, +de Calicouchiennes, de Coussaris, de Tocoyennes, de Maourious, de +Mayecas, de Itoutanes, de Calipournes, zyn andere Indiaansche volken +van deeze zelfde landstreek. + +De Wilden of Indianen van het vaste Land van Guiana, zyn van eene +middelmatige gestalte; [15] de vrouwen zyn klein en niet zoo wel +gemaakt als de mannen. Hunne huid heeft eene rood koperachtige +kleur. Zy hebben zeer zwarte en zeer gladde hairen. Hunne trekken +verschillen weinig van die der Europeanen. De vermenging van dit +geslacht met dat der blanken, brengt, by de eerste voortteeling, +menschen voort, die van de laatstgemelden niet onderscheiden zyn. + +De vrouwen hebben eene zekere zoort van zachtheid in haar aangezicht; +verscheiden zyn van een aangenaam voorkomen, en hebben niets wilds. Zy +haten, zoo men zegt, de Franschen niet; maar eene minnestreek met +eene getrouwde vrouw gaat met veel gevaar voor haar, en zelfs voor +den minnaar, gepaard: op de minste verdenking maakt de man hen beiden +van kant. + +De meeste Indianen loopen byna naakt. Men beweert, dat zommigen, +voor al die aan den kant van de Rivier der Amazonen woonen, geheel +en al naakt loopen. Zy beschouwen het als een zeker voorteeken, dat +hy, die de schaamdeelen bedekt houdt, ongelukkig zoude zyn, of in +het loopende jaar sterven. De anderen dragen weinige kleederen. De +mans kleeding bepaalt zig tot een linnen gordel, dien zy om het lyf +winden, nu en dan op de manier van eene korte rok. Deeze gordels +zyn doorgaans van catoen doek, blaauw, Guinée of Salempoure genaamd; +zommigen dragen bovendien nog een zoortgelyke lap, waar mede zy hunne +schouders bedekken. + +De Indianen van de kust dragen niets op hun hoofd: hunne hairen, die +van agteren kort zyn afgesneden, en over het voorhoofd nederhangen, +maken hen in dit opzigt gelykvormig aan de oude Grieken en Romeinen. By +de volken, die meer binnen in het Land wonen, ziet men echter nu +en dan mutsen van vederen van verschillende kleuren, die, vooral op +feest-dagen, tot opschik dienen, Deeze zelfde Indiaansche volken maken +gebruik van onderscheidene kleedingen, insgelyks op eene vernuftige +manier van vederen gemaakt; zy dragen dezelven voor de maag, tot +voorschooten, gordels en halsbanden. Zy houden bovendien veel, om hunne +armen, de voorhand, en de beenen met armbanden van glaaze koraalen te +vercieren; en elk volk heeft ten deezen opzigte die kleur verkozen, +welke hy het meest bemint, en waar by zy ook be/tendig volharden. Zy, +die wegens hunne afgelegenheid geene gemeenschap met de Europeanen +hebben, en daar door geen kraalwerk weten te bekomen, verstaan de +konst, om kraalen van een zwart en zeer hard hout te maken, welken zy +draaijen, polysten en op eene zeer aartige manier doorbooren. Zy maken +'er halscieraden van, die naar git gelyken, en een tak van koophandel +voor hun opleveren. + +De vrouwen maken insgelyks, van kraalen van onderscheidene kleuren, +voorschooten ten naasten by van eene vierkante gedaante, maar van boven +veel naauwer dan van onderen, en ten hoogsten twee handen breed. Haare +geheele kleeding bestaat in één van deeze voorschooten, en zy vercieren +zig met halsbanden, armbanden, en een zoort van ringen, zelfs tot aan +de enklauwen. Zommige dragen ook aan het been, tot aan de hoogte van +de kuit, een weefzel van catoen, op het vleesch zelf vast gemaakt, +het welk zonder hun echter hinderlyk te zyn, de groeijing belet, en +al de kragt en zelfstandigheid naar boven trekt, zoodanig, dat zy op +stelten schynen te loopen. Dit belachelyk gebruik is niet algemeen. + +Zoo is het ook gelegen met de Roucou, zynde eene roode verw, aan +dit Land eigen, waar mede de meeste Indiaansche volken hun lichaam, +aangezicht en zelfs hunne hairen besmeeren. + +Twee redenen kunnen hen tot het aannemen van dit gebruik bewogen +hebben. Voor eerst, om aan hunne huid eene kleur te geven, naar hunne +natuurlyke kleur gelykende, en die hun toeschynt dezelve te versterken, +te verfraaijen, en eene eenparigheid en weerschyn aan dezelve te geven: +de tweede reden is, om door den olyächtigen aart en zeer sterke reuk +van dit smeerzel, de groote muggen, en andere insecten te verdryven, +waar door zy, zonder dit hulpmiddel, dikwils gekweld zouden worden; +voor al zy, die dicht by de kusten woonen, en in zekere landstreeken, +alwaar deeze ontrustende insecten in grooten overvloed gevonden worden. + +Het is waarschynlyk, dat die volken, die van de Roucou geen gebruik +maken, de Binnen-Landen bewonen, alwaar men het gemelde ongemak +niet ondervindt. + +Alle Indianen zyn overgegeven aan bygeloof, en zeer luy; maar het +ontbreekt hun niet aan behendigheid, noch vernuft; en hoe koud zy ook +schynen te zyn, 'er is misschien geen volk, dat meer levendigheid +bezit. In weêrwil van hunne uiterlyke ongevoeligheid, zyn hunne +driften ongemeen. Zy leven ongeregeld, en zyn zeer aan den drank +overgegeven. Hunne haat is onverzoenlyk, en hunne wraakzucht geweldig, +wanneer zy dezelve zonder gevaar kunnen uitöeffenen. Niettemin +zyn zy begaafd met eene zekere natuurlyke billykheid, die in +hunne daaden uitblinkt, en beginzels van rechtvaardigheid, die +hun gedrag bestuuren. Zy hebben zelfs eene zoort van beschaafdheid +en minzaamheid. Hunne onderlinge, gesprekken voeren zy altyd met +gematigdheid en ingetogenheid. Hunne redeneeringen ademen zagtheid en +beleefdheid. Zeldzaam hoort men van hun lompe, en nooit beledigende +uitdrukkingen, Zy weten niet wat het is in scheldwoorden uit te vaaren, +zelfs wanneer zy, iemand haat toedragen. Hunne burgerlyke beleefdheid +jegens elkander is niet minder verwonderlyk. De mannen, wanneer zy +niet naar het veld gaan, brengen doorgaans den dag door in eene groote +hut, die in het midden van hun gehucht is opgeslagen, en het zy ze +in of uitgaan, zy laten nimmer na elkanderen te groeten. Bevinden +'er zig eenige vreemdelingen, vervoegt men zig by hun het eerst. In +de huisgezinnen heerscht veel eendragt en rust. De vrouwen zyn +arbeidzaam, zachtzinnig, oplettend, en onderworpen. De mannen zyn aan +hunne vrouwen zeer gehecht. De gastvryheid is by de Indianen zeer in +gebruik. Nu en dan geven zy in grooten getale vriendelyke bezoeken aan +nabuurige volken. Zy blyven verscheiden dagen by elkander, en brengen +dezelven in vrolykheid door; maar gewoonlyk eindigen zy die, met zig +gezamemtlyk dronken te drinken, het geen altyd twisten oplevert. Dit +gebrek, het welk de blanken onder deeze volken maar al te veel hebben +aangemoedigd, is echter niet moeielyk te verbeteren. Zy geven 'er +zig meer aan over uit navolging, en by voorkomende gelegenheden, +dan uit hoofde van eene bestendige gewoonte. + +De Indianen, die het Christendom niet omhelsd hebben, schynen geenen +uitwendigen Godsdienst te hebben: het is echter ontwyffelbaar, dat zy +een denkbeeld hebben van het Opperwezen, en van de onsterffelykheid +der ziele. De Godsdienst van de meesten gelykt veel naar die der +Manicheen, en zy zyn, ten naasten by, met dezelfde vooröordeelen +bezet. Zy hebben hunne Toovenaars en Waarzeggers, die tevens de +Priesters en Artsen der natie zyn. Men heeft in de reize van STEDMAN +gezien, welken eerbied zy in 't algemeen voor de dooden hebben, +en dat zy denzelven zoo verre dryven, dat zy hunne beenderen bewaren. + +Deeze volken rekenen den tyd naar het toe en afnemen der maan, en het +zeven-gestarnte, Behalven deezen, onderscheiden zy nog verschillende +hemelteekenen. Onder den lynrechten hemelkring wonende, bekommeren +zy zig niet over den afstand der zonne. + +De Indianen bemoeien zig bijna in 't geheel niet met de opvoeding +hunner kinderen. De ouders betoonen eene ongemeene tederheid voor +hunne kinderen, wanneer zy in hunne eerste jeugd zyn; maar in een meer +gevorderden ouderdom, schynen zy dezelven niet meer te kennen. Zy gaan +hun in niets te keer; zy beveelen hun niets; zy berispen hun nooit, +en durven het zelfs niet doen; want het is niet zonder voorbeeld, +dat men een zoon zijnen vader straffeloos heeft zien slaan. + +Schoon de Indianen weinig spreken, en zelfs stilzwygende schynen, +hebben zy echter een vrolyken geest, en eene geneigdheid tot +spotternye: zy zingen by alle gelegenheden; en wanneer zy oploopend +zyn, ontzien zy zig geene schimpredenen hoe genaamd. + +Hun leven verslyten zy byna geheel in ledigheid. Men ziet hun altyd in +hunne hangmat liggen. Zy brengen 'er geheele dagen in door met praten, +en met zig in een kleinen spiegel te bekyken, met het schikken van +hunne hairen, of zoortgelyke vermaken. Zommigen scheppen vermaak in +aanhoudend op de fluit te spelen, of liever te brommen; men kan het by +niets beter vergelyken; want hunne groote fluiten maken een geluid, +eenigermaten gelykende naar het gebulk van een os. De Indianen +zyn dus uit hunnen aart zorgeloos. Zy arbeiden niet, dan wanneer +het gebrek of de nood 'er hen toe dwingt: maar het is merkwaardig, +dat deeze zorgeloosheid in alle omstandigheden geen plaats heeft; +want het oorlogen, het jagen, het visschen, bezigheden, die kragt +en werkzaamheid vorderen, met geduld gepaard, behagen hun altyd +zonderling. De arbeidzaamsten, wier getal niet groot is, houden zig +bezig met het maken van bogen, pylen, hangmatten, gereedschappen tot +de huishouding, en met het maken van praauwen en booten. + +De vrouwen zyn de slavinnen der mannen. Behalven de zorg van het +huishouden, zyn zy belast met het beplanten der velden, welken de man +van de stronken gezuiverd heeft, met het uitwieden van het onkruid, +met het inzamelen van den oogst, met het gereed maken van den drank, +van de cassave, met het haalen van hout, en water, met het maken van +aardewerk; met één woord, zy zyn verpligt zig met alles te bemoeijen, +buiten de jagt en visscherye: daarënboven moeten zy zomtyds het +onderhoud voor hunne mannen gaan zoeken, terwyl deeze zig zacht in +hunne hangmat bakeren. + +De veelwyverye is by de Indianen geöorloofd, meer door gewoonte, dan +om eenige andere reden. Ieder man is gerechtigd zoo veele vrouwen te +hebben, als hy onderhouden kan: hy zendt haar te rug, wanneer hy het +geraden oordeelt; en, zoo hy het goed vindt, laat hy haar geheel en al +varen, zonder in eeniger manieren voor haar onderhoud te zorgen. By +verlating van eene vrouw, belast de vader zig doorgaans met de zorg +over de kinderen. + +De Indianen trouwen altyd met hunne nabestaanden, zelfs in den +tweeden graad van bloedverwantschap. De jongens beschouwen hunne volle +nichten, als of zy dezelven door een zeker recht van geboorte verkregen +hadden. Dus trouwen zy haar dikwils, schoon ze niet meer dan twee of +drie jaaren oud zyn. Ondertusschen neemt de man eene andere vrouw, +welke hy weg zendt, wanneer dit jong meisjen groot genoeg geworden is, +om met hem zamen te woonen. + +De huwelyken worden in een oogenblik, en zonder eenige plechtigheid, +voltrokken. Indien een Indiaan een goed visscher, een goed jager, en +arbeidzaam is, is hy zeer gezien. Zoo dra eene jonge dogter het oog +op hem geworpen heeft, biedt zy hem drinken aan, en zelfs hout, om by +zyne hangmat vuur aan te leggen. Zoo hy dit weigert, is zulks een blyk, +dat hem het meisjen niet gevalt; zoo hy het aanneemt, is het huwelyk +gesloten. Dien zelfden dag blyft het meisjen niet in gebreken, om haare +hangmat in de nabyheid van die van haaren toekomenden echtgenoot op te +hangen. Des anderen daags brengt de jonge vrouw hem eeten en drinken, +en van dien tyd af neemt zy de zorge van zyne huishouding waar. + +De schoonvaders beschouwen hunne schoonzoonen als zoo veele knechts, +geschikt om hun te dienen, en begeeren dus niet te werken. De nieuw +getrouwde Indianen houden zig bezig met het hakken van hout, en het +bouwen van de hut. Zy zyn verpligt te gaan jagen en visschen; met één +woord, om te voorzien in het onderhoud van de vrouw en kinderen van +hunnen schoonvader, die met de armen over elkander in zyne hangmat +blyft liggen. Deeze jong-getrouwde lieden zyn ook nog aan eene zeer +harde wet onderworpen. Wanneer hunne vrouw voor de eerste maal in het +kraambedde bevalt, blyven zy in hunne hangmat, welke men aan het dak +van 't huis vast maakt. Een stuk cassave-brood, en een weinig water +maken al hun voedzel uit. + +Na dit gestreng vasten eenige weken te hebben uitgehouden, laat men +hen ter neder, en men maakt hun met groote visch-graaten, of tanden +van eenig wild dier, eenige insnydingen op onderscheiden plaatsen +van hun lichaam, het geen de Creolen noemen frelanguer. Zeer dikwils +zelfs geeft men hun verscheiden zweepslagen. Met deeze plechtigheid is +het nog niet afgedaan. Hy, die vader geworden is, is verplicht zig in +dienst te begeven by den eenen of anderen ouden Indiaan, en zyne vrouw +voor eenige maanden te verlaten. Geduurende al dien tyd moet hy zoo +onderworpen zyn, als een waare slaaf. Hy moet zig onthouden van het +eeten van varkens-vleesch en grof wild. Wanneer de tyd der slavernye +vervuld is, gaat men uit om krabben te vangen; men vangt eene zeer +groote meenigte; men rigt een festyn aan, en drinkt zig dronken; +vervolgens geeft men in groote statie den man aan de vrouw te rug. + +De krygs-bouwkundige FOUCIN, die de oevers der Rivier Oyapoc bereisd +heeft, spreekt eene zoo algemeen aangenomene zaak eenigermaten +tegen. "Men heeft stoutmoedig beweerd, zegt hy, dat eene vrouw, in +het kraambedde bevallen zynde, aan alle de lasten der huishouding +onderworpen was, en haaren man bediende. Het is niet anders, dan het +tafereel sterk te overschaduwen, om het belangryk te maken. Maar +indien men de waarheid hulde wil doen moet men toestemmen, dat de +vrouwen, die bevallen zyn, negen dagen lang, door de geenen, die +haar vergezellen, met de grootste gematigdheid behandeld worden, en +dat zy eerst na afloop van dien tyd haare bezigheden hervatten. De +mannen, wel is waar, houden hun rust, maar dit is een gevolg van hun +bygeloof. Zy eeten dan niets als visch; zy onthouden, zig van alle +zoorten van vleesch, zig overtuigd houdende, dat hun gedrag op het +lot en het gestel van hunne kinderen invloed hebben zal." + +De mannen houden nooit hun middagmaal te zamen met hunne vrouwen: +de laatstgemelde dienen hun, en geven hun wasch-water, wanneer zy +hunne maaltyd geëindigd hebben. De Indianen zyn gewoon, wanneer zy +zitten, hunne hielen plat op den grond te zetten. Echter hebben zy +een houten stoel, welken zy moulé noemen, en waar van zy by het geven +van bezoeken gebruik maken. Het is een zoort van zitbank, geheel +uit één stuk gemaakt, en zeer ongemakkelyk, waar van het bovenste, +byna de gedaante van een boot hebbende, zoo hol is, dat men 'er tot +aan het midden in zakt, en de kniën byna de kin aanraken. + +De voornaamste arbeid der Indianen, en die hun het ernstigst bezig +houdt, is het bouwen van hunne hutten. Dezelve zyn vierkant, maar meer +lang dan breed; zommige zyn gelyks gronds, andere hebben 'er nog eene +verdieping boven op. De hooge hut is eene zamenvoeging van eenige +palen, die in den grond gestoken zyn, van de hoogte van omtrent agt +of tien voeten, waar over men een planken vloer heen legt, met kleine +lysten, gemaakt van palmboomen hout, het welk zig gemakkelyk laat +klooven. Men klimt in deeze hut door middel van stammen van boomen, die +niet sterk gebogen zyn, en waar op men eenige keepen of voegen gemaakt +heeft, die in plaats van sporten dienen; maar deeze stammen hebben zoo +weinig stevigheid, dat zy dan naar de ééne, dan naar de andere zyde +overhellen. Het is zeer moeielyk om 'er met schoenen op te klimmen, +en nog moeielyker om 'er af te komen. De lage hut is gebouwd van twee +paalen, waar op eene lange stok of spaar rust, die het geheele gebouw +ondersteunt. Men legt van alle kanten op dit dak takken van boomen, +die men vervolgens met bladeren bedekt; en eene kleine deur, aan één +der zyden gemaakt, vormt den ingang. De Indianen, die aan de oevers +van de Oyapoc woonen, munten nogtans uit in de manier, waar op zy +hunne hutten bouwen, welke veel stoutheid en cierlykheid vertoonen, +uit hoofde van de weinige dikte van het daar toe gebruikte hout. + +De Galibis, nabuuren van Cayenne, zyn in hunne huizen byna op elkander +gestapeld. 'Er zyn 'er, waar in men zomtyds tot twintig en dertig +huishoudingen telt. De veiligheid, waar mede deeze Wilden onder +elkander leven, is oorzaak, dat hunne woningen in 't geheel geene +sluiting hebben. De deuren staan altyd open, en men kan 'er in komen, +als men wil. + +Het uitgestrektste van alle Indische gebouwen is de Taboui, welke +de Franschen doorgaans de groote hut noemen. Het is eigentlyk de +plaats, waar de Wilden van dezelfde natie gewoon zyn by elkander te +komen. Zy houden aldaar hunne vergaderingen; zy ontfangen 'er de +vreemdelingen; zy houden 'er hunne plechtige feestynen, of liever +hunne slemp-partyen. De Taboui, die aan het geheele volk gemeen +is, is eene zoort van overdekte hal of markt, vyftig of zestig +voeten lang, en tien of twaalf breed. In het midden en aan de beide +einden, die altyd open zyn, plant men groote gaffels-wyze gemaakte +staken, waar op men groote stukken hout plaatst, om tot een dak te +dienen. Vervolgens regelt men de balken, die van boven van het gebouw +tot naar beneden loopen, alwaar zy op kleine gaffels-wyze gemaakte +staken rusten, van vier of vyf voeten hoogte, en die in eene reije +met tusschen-vakken geplaatst zyn. Van binnen plaatst men eenige lange +dwarshouten, met koorden van heesters vast gemaakt, en dienende om 'er +de hangmatten der mannen aan op te hangen: want de vrouwen genieten +het zelfde voorrecht niet; zy zitten gewoonlyk op die zelfde plaats, +haare hielen op den grond houdende, of op een bank. Het dak van de +Taboui is gedekt, even als van de andere hutten. Hoe groot deeze +verblyfplaats ook zy, het timmerwerk is niet minder eenvoudig, noch +beter uitgedacht, dan dat van alle andere hutten. De plaats, welke +de Indianen verkiezen, is doorgaans eene hoogte, of de oever van +eene Rivier. Hunne huizen, die eene groote armoede te kennen geven, +zyn zonder eenige orde geplaatst; en het nabuurig land-gezicht heeft +zeldzaam iets aanlokkelyks. De stilte zelfs, die in hunne wooningen +heerscht, en die nu en dan alleenlyk door het geschrei van vogelen +of andere dieren wordt afgebroken, is geschikt om angst aan te jagen. + +De bouw-orde van de groote en kleine hut is overal dezelfde niet. By +eenige volken is de eerste getimmerd in eene eironde gedaante van +ronde houten, die vernuftig zyn zaamgevoegd, en met koorden van +heesters aan elkander gebonden. Men overdekt dezelve met een dak van +palmboom-bladeren, het welk rondom afhangt, tot op den afstand van +omtrent drie voeten van den grond, uitgenomen ter plaatse van den +ingang, alwaar het zelve een weinig meer verheven is. De lucht en het +daglicht spelen 'er dus van alle kanten door, zonder eenige hinder +te kunnen toebrengen. Men is 'er volmaakt beveiligd voor de zon, +den wind en den regen. + +Verscheiden andere hutten van byzondere persoonen zyn langwerpige +gebouwen, insgelyks van ronde houten gemaakt, dragende een dak van eene +gevelswyze gedaante, met palmboom-bladeren overdekt. Meestal is, op de +hoogte van zes of zeven voeten boven den grond, eene zoldering, tot +een woonplaats voor de byzondere persoonen geschikt. Deeze zoldering +is gemaakt van stammen van palmboomen, die gespleten en niet breed zyn, +latende openingen tusschen elkander overig, zoodanig dat de vuiligheid +'er door valt, en de lucht, zoo wel van onderen, als van ter zyden +doorspeelt; want het dak zakt niet af tot op de hoogte van deeze +zoldering. In het benedenste gedeelte is eene afzonderlyke plaats, +met een beschot afgeschoten, tot verblyf voor de vrouwen, en om +'er den nacht door te brengen. + +Het huisraad en de keuken-gereedschappen der Indianen zyn niet zeer +talryk, en van weinig waarde. De voornaamste, of nuttigste, zyn hunne +hangmatten, die doorgaans van catoen gemaakt zyn. 'Er zyn 'er, die +van eene andere stoffe gemaakt zyn; maar zy zyn zoo gemakkelyk niet, +zoo wel uit hoofde van de ruwheid der koorden, waar van zy geweven +zyn, als om dat zy openingen hebbende, men voor het steken der groote +muggen en andere insecten niet beveiligd is. Om deeze zoort van bedden +te maken, bedienen zig de Indianen alleenlyk van vier groote stokken, +van vyf of zes voeten lengte, aan elken hoek met een houten pin, of +eenig koord van heesters, vast gemaakt. Zy voegen ook verscheiden +draden catoen, in de lengte en aan beide zyden van dit huisraad, +het welk een weinig tegen de muur is overgebogen, zeer konstig te +zamen; waar na zy tusschen deeze draden eene zoort van weverspoel +laten doorloopen. Zy slaan die draden telkens sterk aan, met een stok +van zeer hard en een weinig snydend hout. Wanneer het weefzel van de +hangmat afgemaakt is, maken zy 'er koorden aan vast, om dezelve te +kunnen ophangen, waar het hun gelieft. De Indianen besmeeren hunne +hangmatten dikwils met Roucou, gemengd met eenige harst, of met balsem +van Copaïva, of zelfs met oly. Zy schilderen daar op allerleye zoorten +van loofwerk, met eene wonderbaarlyke geëvenredigdheid. Die bedden, +waar op men het gemakkelykst slapen kan, zyn de witte hangmatten, +wel aangeslagen, van zeven voeten in het vierkant. De Indianen in +Guiana maken dezelven zeer fraay, en van allerleye grootte. + +Men gevoelt veel minder warmte in een hangmat, dan in een bed, naar +de Europeesche wyze gemaakt; en de zieken, die door de koorts zyn +aangetast, vinden zig merkelyk verligt, wanneer zy 'er eenige uuren +in hebben doorgebragt. In plaats van een deken, bedienen zy zig van +een mat, van palmboom-bladeren gemaakt: men spreidt die ook over den +grond, wanneer men aldaar wil gaan liggen. + +Na de hangmatten, zyn de Pagaras dat huisraad, waar mede de Indianen +zig meest bezig houden. Het zyn manden of korven van verschillende +grootte en gedaante. 'Er zyn vierkante, langwerpige, en ook ronde. Zy +zyn met rood en zwart loof werk beschilderd. Die geenen, waar van men +zig doorgaans bedient, hebben eene langwerpige vierkante gedaante. Zy +zyn overal dubbeld, en tusschen beiden gevuld met Baroulou-bladeren, op +dat het water niet binnenwaarts zoude kunnen doordringen. Deeze zoort +van manden hebben de verdienste, dat ze zeer ligt zyn. Alle dienen +zy, om 'er kleederen, huisselyke gereedschappen, en levensmiddelen +in te bergen. + +De manier, waar op de Indianen hun aardewerk maken, en verglasen, +is niet van konst ontbloot. Zy maken potten van eene ongemeene +grootte, door strooken potaarde op een platten grond naast elkander +te schikkcn, dezelven te verdunnen, en aan elkander vast te maken: +zy trekken daar op eenige afteekeningen en beeldtenissen, met eene +aarde van verschillende kleuren: zy laten die potten vervolgens bakken; +daar na doen zy 'er van buiten eene zoort van zeer lymig vernis over +heen, gemaakt van eene gom, Simiri genaamd: zy besmeeren daar mede +deeze potten, wanneer ze uit het vuur komen, en polysten dezelven, +eer dat ze koud zyn geworden. Men ziet onder deeze potten zommigen, +die drie voeten in den omtrek groot zyn. Deeze dienen, om vleesch +te braden, of gekookte dranken voor feestdagen gereed te maken. Van +dezelfde stof maakt men ook zeer groote ronde platen, geschikt om de +Cassave te droogen. + +De praauwen of booten, waar van zig de Indianen bedienen, om in de +Rivieren en langs de Kusten te vaaren, behooren als het meesterstuk; +van hun vernuft beschouwd te worden. Deeze praauwen, wier ligtheid +verwonderlyk is, zyn van een uitgeholden stam van een boom, en wel +van één stuk, gemaakt. Zomtyds zyn zy aan de kanten met stukken +hout opgehoogd. 'Er zyn 'er, die dertig of veertig voeten lang zyn; +en andere, die puntsgewyze eindigen, zyn zoo klein, dat zy naauwlyks +twee of drie menschen kunnen bevatten: ook kantelen zy dikwils om; +doch de Indianen ontrusten zig daar over niet, dewyl zy het zwemmen +volmaakt verstaan. Zy keeren hunne vaartuigen dadelyk om, hoosen +'er het water uit, en gaan 'er weder in. + +De manier, waar op zy gewoon zyn die praauwen te bouwen, is zeer +eenvoudig. Zy zoeken een boom van negen of twaalf voeten dikte, en zoo +recht, als zy dien maar vinden kunnen: zy maken in denzelven, in de +lengte, eene opening van negen of tien duimen: vervolgens haalen zy +'er het hout van wederzyden van binnen uit, wel zorge dragende, dat +zy dit doen op dezelfde maat van dikte, ten einde de praauwen haare +rondte zouden behouden. Dit gedaan zynde, keeren zy den boom om, ten +einde denzelven van buiten te bewerken. Aan het voorste gedeelte maakt +men denzelven gewoonlyk spitser, en zomtyds zyn de beide uiteinden in +breedte aan elkander volmaakt gelyk. Voornamelyk houdt men in het oog, +om 'er over al eene gelyke dikte aan te geven. De dikte van den bodem +is doorgaans van twee duimen: de zyden van anderhalven duim, en de +randen slechts van één duim. Om de boot open te maken en te verwyden, +plant men langs de timmerwerf, die een weinig verheven moet zyn, +palen op den afstand van drie of vier voeten van elkander. Men legt +van binnen en van buiten vuuren aan; en wanneer de boom door heet is, +heeft men een stuk hout, in de gedaante van een nyptang, waar mede +men de kant van de boot by herhaling naar zig toe trekt, zoo dat +dezelve in drie of vier uuren tyds geheel moet zyn open gemaakt. Men +moet altyd water by zig hebben, om de hette van het vuur te matigen, +in geval het zelve te sterk mogt zyn, en de boot gevaar mogt loopen +van te verbranden. + +De Indianen maken zelden randen aan hunne praauwen, om dat 'er spykers, +planken, en andere dingen toe noodig zyn, welken zy niet kennen, +voor al de geenen, die diep landwaarts in woonen. Zy vergenoegen +zig derhalven, om de kanten van agteren tot vooren met stukken van +palmboomen, die de dikte van eene halve vuist hebben, op te hoogen. Zy +weten dezelve aan de praauw zoodanig vast te maken, dat 'er geen +water kan door komen, zoo de golven 'er niet over heen loopen. Aan +het agterste gedeelte maakt men een roer vast, of anders bestuurt men +dezelve met een roeyriem. Het handvat van deeze zoort van riem, veel +gelykende naar een bakkers schop, eindigt gewoonlyk met een halve maan, +om het des te beter met de hand te kunnen vast houden. Het gedeelte, +het welk in het water bewogen wordt, is zeer dun, en wordt aan het +einde al langer hoe dunner. De Wilden houden zig niet alleen op met +roeijen, maar ook met zeylen. Hun zeyl is van eene vierkante gedaante, +en gemaakt van stukken van palmboomen, die in de lengte gespleten, +en tot latten gesneden zyn, in goede orde naast elkander gerangschikt, +en met koorden van heesters, of draden van zekere plant, Pite genaamd, +vast gehecht. + +Alle de Indianen zyn zeer bekwaam in de scheepvaart. De heer FOUCIN, +Officier onder de Ingenieurs, die langen tyd in Guiana dienst gedaan +heeft, is de Rivier Oyapoc komen afvaaren, onder het geleide van twee +Indianen. "Elk oogenblik, zegt hy, moet men onaangezien den stroom, +aan de praauw eene nieuwe wending geven. Indien men den doortocht +mistte, zoude men tegen de klippen aan stukkea stooten. De eerste +waterval van deeze Rivier is de gevaarlykste: indien men geen volkomen +vertrouwen op de Indianen stelde, zoude men waarlyk beängst worden. Men +ontmoet aldaar, in zeer naauwe vakken, zeer hooge watervallen. Zonder +vergrooting gesproken, de kanten van de praauw raakten byna van +wederzyden tegen de klippen aan. Men vaart altyd werkelyk langs de +klip, die tegen den stroom over ligt. Het oog der beide Indianen, +die met roeijen bezig zyn, moet zoo scherpziende zyn, als hunne arm +sterk is. Zomtyds gaan zy boven op hunne banken staan, om den weg +juist af te meten; de overweging en de uitvoering volgen elkander +zoo gezwind als bliksem-straalen: jonge lieden alleen zyn tot deeze +vaart geschikt. De oudste der roeijers bereikte naauwlyks twintig +jaaren. Van natuure vrolyk zynde, lachen zy onophoudentlyk. Een vogel, +een visch, trok hunne aandacht; dadelyk vlogen zy naar hunne pylen. Het +behaagde my niet, dat zy zig met dit tydverdryf bezig hielden, wanneer +wy ons in de watervallen bevonden; maar wetende, dat zy niet gaarne +worden tegengegaan, zeide ik 'er niets van, en ik heb 'er my wel by +bevonden. Hier uit kan men afnemen, dat hy, die de praauw bestuurt, een +goed gezicht, zoo wel als kragten, hebben moet. Ik ken geen voorbeeld +van zulk eene zonderlinge manier van vaaren; zy is zeer merkwaardig; +men kan ze niet anders, dan met zulk eene roeyriem, te werk stellen." + +De gewoone wapenen der Indianen in Guiana zyn de boog, de pylen, en +de knods, met welke laatste men iemand met éénen slag de herssens +inslaat. Het is een zoort van liniaal, byna een duim dik, en twee +voeten lang, in het midden smal, en drie of vier duimen aan de +beide einden breed, zynde de hoeken als een scherpe vischgraat +uitgesneden. Dit wapentuig wordt altyd van zeer hard hout gemaakt. + +De Palicours bedienen zig van een halve piek of braadspit, welke zy +Serpo noemen. Het is een meer dan gemeen wapentuig, om zoo te zeggen, +alleen geschikt voor de voornaamsten des volks. Tot een wapentuig +van verdediging hebben zy een schild, gemaakt van zeer ligt hout, het +welk zy van buiten met verscheiden kleuren beschilderen. Het heeft eene +byna vierkante gedaante, en is van binnen een weinig hol; in het midden +is een zoort van handvat, om het des te steviger te kunnen vast houden. + +Deeze verschillende volken worden elk door een Opperhoofd bestuurd, +dien wy Capitain noemen. Zyn gezag wordt hem eigentlyk nog by +verkiezing, nog by erfvolging opgedragen. Wanneer een Opperhoofd oud +geworden is, en zyn einde wordt te gemoet gezien, heeft het algemeen +gevoelen reeds bestemd dien geen van zyne naaste vrienden, die het +meest geschikt is, om hem op te volgen, het zy uit hoofde van zyne +jaaren, het zy van zyn caracter, of zyne groote gemeenzaamheid met den +Capitain, die hem reeds bevorens als zynen medehelper, en opvolger +behandelde. Hy vervult zyne plaats, zonder dat dit eenige moeite of +wanorde veroorzaakt. + +Het gezag van dit Opperhoofd is meer vaderlyk, dan gestreng. Hy is +belast met de zorge der regeering, met die van 's volks veiligheid, +en van het onderhoud van weduwen en weezen, enz. Hy geeft geene +belooning, en oeffent ook geene straffe uit. Zyn vermogen bestaat +daar in, dat hy eene grootere uitgestrektheid van eigendommen en +bouwlanden heeft, dewyl hy meerder bedienden heeft; om dezelven +te doen bearbeiden, zynde zyn huisgezin doorgaans zeer talryk, +(want hy inzonderheid heeft verscheidene vrouwen,) terwyl elk één, +tot dit volk behoorende, op zekere tyden, of wanneer hy het vordert, +het geen echter zelden gebeurt, verpligt is voor hem te arbeiden. + +Die naar deezen grooten eere-post staat, verklaart zyn oogmerk, +door in zyne wooning te rug te komen, met een rondas of schild op +het hoofd; met nedergeslagene oogen, en eene diepe stilzwygendheid +in acht nemende. Hy deelt zelfs zyn oogmerk niet mede aan zyne vrouw +en kinderen; maar zig naar een hoek van zyne wooning begeevende laat +hy zig aldaar eene kleine verschanssing maken, die hem naauwlyks de +vryheid overlaat om zig te kunnen bewegen. Daar boven hangt men zyne +hangmat, op dat hy geene gelegenheid hebben zoude om met iemand te +spreken. Hy gaat van die plaats niet, dan om aan de behoeften der +natuur te voldoen, en om de harde beproevingen te ondergaan, welken +de andere Capitains hem van tyd tot tyd opleggen. + +Men laat hem, zes weken lang, een zeer gestreng vasten onderhouden. De +nabuurige Capitains komen hem des morgens en des avonds bezoeken. Zy +stellen hem voor, dat hy, om zig den rang, waar naar hy staat, +waardig te maken, geen gevaar moet vreezen, dat hy niet alleen de +eere der natie zal hebben te handhaven, maar zelfs wraak te nemen +over hun, die hunne nabestaanden en vrienden in den oorlog gevangen +hebben genomen, en dezelven eenen wreeden dood hebben doen ondergaan; +dat arbeid en vermoeying voortaan zyn deel zyn zullen, en dat hy geen +ander middel hebben zal, om hoogachting te verwerven. + +Na deeze aanspraak, welke hy met zedigheid aanhoort, geeft men hem +eene meenigte slagen, om hem daar door te kennen te geven, wat hy al te +lyden zoude hebben, indien hy in de handen van de vyanden zyner natie +viel. Geduurende de uitvoering daar van, staat hy regt over einde, met +de handen kruislings op het hoofd. Elke Capitein geeft hem op het lyf +drie zwaren slagen met wortels van palmboomen. Dit wordt twee malen +daags geduurende zes weken herhaald. Men slaat hem op drie plaatsen +van het lichaam, op de borst, op den buik, en op de dyen. Het bloed +stroomt; en in de zwaarste pyn moet dit aanstaande Opperhoofd geene +de minste beweging maken, noch de geringste blyk van onverduldigheid +betoonen. Hy keert vervolgens naar zyne gevangenis te rug, en heeft +vryheid om in zyne hangmat te gaan liggen; boven dezelve plaats men, +als zegeteekenen, alle de roeden, die ter zyner kastydinge gediend +hebben. De jonge lieden, tot zyne wooning behoorende, maken dezelve, +ook staande dat de kastyding wordt uitgeoeffend; en vermits elke +Capitain niet meer dan drie slagen geeft, heeft men zeer veele roeden +noodig, wanneer het getal van die Capitains groot is. + +Indien hy dit zes weken lang doorstaat, beproeft men hem nog: op +eene andere wyze. Alle de Opperhoofden der natie verzamelen zig by +elkander, deftig uitgedoscht, en verbergen zig, in den omtrek van +zyne woonplaats, tusschen de struiken, van waar zy een afgryzelyk +geschreeuw doen hooren. Met de pyl op den boog gespannen, treden zy +op eene ruwe wyze in zyne woning; zy neemen hem mede, schoon door +zyn vasten, en de ontfangene slagen reeds sterk verzwakt. Zy dragen +hem in zyne hangmat, binden dezelve aan twee boomen vast, en doen +'er hem uitgaan. Even als de eerste keer, bereidt men hem door eene +aanspraak tot het geen hy zal ondergaan; en om zynen moed op nieuw +te beproeven, geeft elk hem een en geesselslag, nog veel harder dan +bevorens. Hy gaat vervolgens weder liggen; en men legt rondom hem +hoopen van zeer stinkende kruiden, die men in brand steekt, zoo dat +hy 'er de hette met smarte van gevoelt, maar echter zoo, dat de vlam +hem niet raken kan. De rook alleen, die hem van alle kanten omringt, +doet hem zeer veel ongemak lyden. Hy wordt half gek in zyne hangmat, +en zoo hy in dezelve blyft, vervalt hy in zulke zwaare flaauwten, dat +men hem voor dood zoude houden. Men geeft hem eenigen sterken drank, om +zyne kragten te herstellen; maar hy koomt zoo dra niet tot zig zelven, +of men verdubbelt het vuur, en doet hem nieuwe vermaningen. Terwyl hy +midden in dit lyden is, brengen alle de anderen hun tyd door met rondom +hem te zitten drinken. Eindelyk, wanneer zy denken, dat hy op den +hoogsten trap van zwakte is, doen zy hem een halsband en een gordel om, +gemaakt van bladeren, welken zy met groote zwarte mieren vullen, wier +steek uittermaten pynlyk is. Deeze beide verciersels hebben schielyk +het vermogen, om hem door nieuwe pynen te doen ontwaken. Hy staat op, +en, indien hy nog kragten genoeg bezit om over einde te staan, giet +men hem door een zeef een geestryk vocht over het hoofd. Dadelyk gaat +hy zig in de naast by zynde Rivier of Fontein wasschen, en keert naar +zyne wooning te rug, alwaar hy een weinig rust kan nemen. Men doet +hem zyn vasten aanhouden, maar met minder gestrengheid. Hy begint +klein gevogelte te eeten, doch geene anderen, dan die door de overige +Capitains gedood zyn. De mishandelingen verminderen, en het voedzel +vermeerdert trapsgewyze, tot dat hy zyne voorige kragten herkregen +heeft. Als dan wordt hy verklaart Capitain te zyn: men geeft hem een +nieuwen boog, en al wat verder tot zyne waardigheid behoort. Intusschen +dient deeze ruwe beproeving alleen om Krygs-Oversten, of Opperhoofden +van minderen rang te maken. Om tot den eersten rang verheven te worden, +moet hy in het bezit zyn van eene praauw, door hem zelven gemaakt, +en die eenen langduurigen en moeijelyken arbeid vordert. + +De manier des Lands, om Artsen, by hen Pieis of Piaies genaamd, te +maken, is niet minder merkwaardig. Die deezen voornaamen eere-post +begeert, brengt eerst omtrent tien jaaren door by eenen ouden Arts of +Piaie, wien hy verpligt is ten dienste te staan, deszelfs onderwyzingen +ontfangende. Deeze oude Arts geeft acht, of hy de noodige verëischten +heeft: hy moet boven de twintig jaaren oud zyn. + +Wanneer de tyd der beproevinge gekomen is, doet men den aanstaanden +Arts vasten, met meerder gestrengheid zelfs, dan omtrent den Capitain +plaats had. De oude Piaies af Artsen verzamelen zig by elkander, en +sluiten zig met hem in eene hut op, om hem het voornaamste geheim +van hunne konst, in bezweeringen bestaande, te leeren, In plaats +van hem te geesselen, laat men hem danssen, doch met zoo weinig +tusschenpoozing, dat, gemerkt den staat van zwakte, waar in hy zig +reeds bevindt, hy spoedig in bezwyming nedervalt. Dan doet men hem ook +gordels en halsbanden aan, vol met groote zwarte mieren. Om hem met de +geweldigste middelen gemeenzaam te maken, steekt men hem vervolgens +eene zoort van tregter in den mond, waar door men hem eene groote +meenigte van tabak-sap doet doorzwelgen. Zulk een vreemd geneesmiddel +veröorzaakt hem ontlastingen, die zelfs tot bloedstortingen overslaan, +en verscheiden dagen duuren. Wanneer deeze laatste beproeving is +afgeloopen, verklaart men hem tot Piaie of Arts, en dat hy met het +vermogen, om alle zoorten van ziekten te geneezen bekleed is. Om +echter die beproeving nog te doen aanhouden, moet hy drie jaaren lang +vasten, daar in bestaande, dat hy het eerste jaar niets anders eet, +dan gierst en cassave; het tweede jaar eenige vrugten, met deeze zelfde +zoort van brood; en het derde jaar, dat hy zig vergenoegt, met daar +by nog eenig klein gevogelte te voegen. Maar de meeste gestrengheid +bestaat in het onthouden van sterke dranken. Geene Piaies, of Artsen, +hebben het recht om hunne konst te oeffenen, dan na deezen loopbaan van +beproevingen te hebben afgeloopen. Wanneer één van hun by een zieken +geroepen wordt, onderzoekt hy denzelven, betast hem alle de deelen van +het lichaam, drukt dezelven, blaast 'er op, en eindelyk maakt hy een +klein afgeschoten vertrekje in de nabyheid van de hangmat, waar in de +zieke ligt. Hy overdekt dit vertrekje met bladeren, en begeeft zig in +het zelve met alle zyne geneeskundige werktuigen, die in eene zoort +van weitas besloten zyn, en houdende eene groote calebas in de hand, +gevuld met drooge en harde zaden, veel naar peper gelykende. Dezelve +dient om den Duivel te bezweeren, dien men altyd als de oorzaak der +ziekten beschouwt. De Piaie, of Arts, in zyn vertrekje opgesloten, +schudt deeze calebas om, maakt een groot geraas, zingt, schreeuwt, +en roept zyne Godheden aan. Hier mede houdt hy aan twee of drie uuren +lang. Eindelyk, zyne stem veranderende, eenige zaadkorrels in zyn +mond steekende, en met eene kleine calebas voor den mond sprekende, +hoort men deeze ontzettende woorden: "De Duivel is tegen den zieken +uittermaten vergramd; hy wil hem doen omkomen, na hem een geruimen tyd +gemarteld te hebben." De omstanders, over deeze uitspraak ter neder +geslagen, maken een akelig geschreeuw, en smeeken den Piais om den +boozen geest te vrede te stellen, al moest ook alles, het geen het +huisgezin bezit, daar aan worden te kost gelegd. Hy geeft gehoor aan +deeze verzoeken, en bezweert den Duivel, om zig te laten bewegen. De +donderende stem antwoordt, dat deeze of geene zaak daar toe noodig +is, en aanstonds wordt dezelve gegeven. Vervolgens is het dienstig te +weten, welke de zitplaats van de kwaal is, en welk geneesmiddel men +tegen dezelve behoort te bezigen. Daar op volgen nieuwe bezweeringen, +nieuwe verzoeken en nieuwe geschenken. Wanneer men aan den kwakzalver +alles gegeven heeft, waar in hy lust had, zuigt hy aan het deel, in +'t welk de zieke het meeste ongemak gevoelt, en kleine stukjens been, +welken hy vooraf in zyn mond gestoken heeft, uitspuwende, zegt hy: +zie daar de oorzaak van de kwaal; haast u dezelve te verbranden, +en zyt verzekerd, dat de zieke in 't kort hersteld zal zyn. + +Deeze voorzegging wordt nu en dan bewaarheid; want 'er worden +dikwils wonderbaarlyke geneezingen gedaan, door de verbeelding +op eene levendige wyze gaande te maken. Indien het tegendeel +gebeurt, en de zieke koomt te sterven, verklaart de bedrieger, dat +de geschenken aan den Duivel niet met een goed hart gegeven zyn, +het geen deszelfs gramschap op nieuw heeft aangezet. Een van deeze +Piaies, of Artsen, meer minziek, dan inhaalend zynde, liet de geenen, +die hem raadpleegden, van gebrek vergaan, en deedt vervolgens aan +hunne weduwen den voorslag tot een huwelyk. Hy wierd de man van drie +vrouwen, welken hy op deeze wyze verkreeg. + +Hoe helachelyk ook de voorschriften deezer Artsen zyn mogen, zy worden +altyd naar de letter uitgevoerd. Van hun eerste bezoek af, schryven +zy een gestreng vasten aan den zieken, en aan alle zyne nabestaanden +voor. De Othomacos besproeijen de zieken aanhoudend met koud water; +eene manier, die hen spoedig van kant helpt. De Quaybas en Chiricos +dompelen dezelven, tot aan den hals, in geweekte kley, of water, om +hun van de koorts te geneezen; en schoon men hen doorgaans dood vindt, +wanneer men 'er hen wil uithalen, blyven zy niettemin by dit gebruik, +hoe ongerymd en gevaarlyk het ook zyn moge. + +De Indianen zyn de meesten hunner ziekten verschuldigd aan de gewoonte, +om zig al te dikwils met sterke dranken, welken zy weeten te bereiden, +dronken te drinken. Zy zouden zig zelven kunnen behandelen, indien zy +minder vooroordeelen hadden. Een zeer groot aantal van hun leeft tot by +de honderd jaaren. De kennis, welke zy van verscheiden enkelvoudige +geneesmiddelen hebben, stelt hen in staat, om wonderbaarlyke +geneezingen te bewerken. BIET beweert, dat zy een zekeren wortel +hebben, die de vergiftigdste wonden geneest, en de kragt bezit, +om gebroken pylen uit te trekken. Hy verzekert deezen wortel gehad, +en op het Eiland Barbados geplant te hebben. Maar waar koomt het doch +by toe, dat andere reizigers hier van niet spreken? + +In weerwil van het zoo even verhaalde, ten aanzien van de Artsen der +Indianen, beschuldigt men deeze volken, over 't algemeen, van eene +groote verwaarloozing van alle zieken. Het is hun zeer onverschillig, +of de zieke eenig voedzel gebruikt, of niet. Wanneer het uur van hunne +maaltyd gekomen is, vergenoegen zy zig, met, zonder een enkel woord +te spreken, een gedeelte eeten, het welk men hun heeft toegediend, +onder zyne hangmat te plaatsen. Met dit al hoort men den zieken +nimmer klagen, noch het minste geschreeuw maken, welke pyn hy ook +lydt. Hy sterft met eene verbaazende gerustheid, niets vreezende, +noch hopende na dit leven. Die geenen van deeze volken, welke de +onsterflykheid der ziel gelooven, verbeelden zig, dat dezelve rondom +hunne graven omdwaalt. + + + +ZESDE HOOFTSTUK. + +Behandelingen, welken de Indianen in Fransch Guiana ondergaan +hebben.--Middelen om hun voor de Völkplanting nuttig te maken. + +In het begin, toen de Franschen zig in Guiana nederzetteden, stelde +men de Indianen in eenen staat van slavernye, en maakte hen tot een +voorwerp van koophandel. De Regeering dit hatelyk misbruik verboden +hebbende, zoo dra zy daar van kennis kreeg, deedt men het zelfde ten +aanzien van de Indianen, die uit de Binnen-Landen kwamen, en aan andere +Europeesche volken toebehoorden. Wanneer eindelyk dit laatste middel +door gestrenge verbonden ontnomen wierd, veröorloofden zig de blanken, +van het vertrouwelyk character der Indianen, en hunne geneigdheid +tot sterke dranken, misbruik makende, om dezelven, gedeeltelyk met +hunne toestemming, gedeeltelyk met geweld, tot arbeid en diensten te +gebruiken, waar voor zy hun zeer slegt betaalden. + +Wanneer middelen van overreding daar toe niet meer hielpen, stelde +men beveelen van de Regeering of Bevelhebbers in de plaats. Door een +gebruik, het welk eenigermaten tot een wet geworden was, bestond het +loon, het welk deeze arme Indianen voor een maand arbeids genoten, +in anderhalf el van eene grove roode stof, die men hun voor zes +livres aanrekende. + +De Gouverneurs noodzaakten de sterkste manspersoonen van dit +merkwaardig volk tot lange en moeijelyke diensten, tot jagen en +visschen, ten behoeven van de Opperhoofden der Volkplanting. + +Hier van was het gevolg, dat deeze ongelukkigen, die, om van hun +onderhoud zeker te zyn, geduurende het goede jaargetyde hadden +behooren te arbeiden, naar hunne woonplaatsen te rug keerden op een +tyd, dat zy zig tot deezen zoo hoognoodigen arbeid niet meer begeven +konden. By hunne aankomst vonden zy dikwils hun huisgezin ten prooy +van hongersnood, of ten minsten half vervallen. Wanhoop, ellende, +slecht voedzel, het welk men zomtyds aan de beesten niet gegeeven +zoude hebben, deeden hen eindelyk sneeven. + +Zulk eene verkeerde handelwyze had tot haaren grondslag het vooröordeel +van de meeste blanken, die verönderstelden, dat deeze Indianen een +slag van menschen waren, verre beneden hun, en geschikt, om aan hun +onderworpen te zyn. Dit ongerymd denkbeeld was strydig met de beveelen, +welken de Regeering ten deezen opzigte altyd gegeven heeft. Dezelve +had de Indianen voor vrye menschen verklaard, die met de blanken gelyk +stonden; en nimmer hebben de voornaamste en gegoedste inwooners eenig +vooröordeel gehad, tegen de huwelyks verbintenissen met Indiaansche +vrouwen, noch tegen de kinderen, die daar uit geboren werden, en van +de Europeesche in 't minst niet onderscheiden zyn. + +Zy, die binnen 's Lands, uit hoofde van hunne posten, deeze +buitensporigheden behoorden tegen te gaan, waren 'er dikwils zelve +schuldig aan, of ten minsten zy gedoogden dezelven. Zulk een gedrag +heeft ongevoelig den ondergang of de verhuizing van een groot getal +Indianen veroorzaakt. Alle de landstreeken in de nabuurschap onzer +bezittingen gelegen, zyn 'er thans door ontvolkt + +De Burger LESCAILLIER, van wien wy deeze byzonderheden ontleenen, +stelt zig zelven de vraag voor, of men het ongeluk van deeze volken +niet berokkenen zoude, door hen in de zelfde maatschappye met ons +te doen leven, en onze zeden en gebruiken te volgen? Hy antwoordt +neen, mits men hun op eene rechtvaardige wyze behandelde. Door hen +te beschaven, en in gemeenschap met de blanken te brengen, zeg hy, +zal men den haat en de jaloersheid uitdooven, die de verschillende +Indiaansche volken verdeelen; men zal hen allen, ten langen lesten, +tot een eenig volk zamen smelten. Men zal de vooroordeelen, die hun +verblinden, doen verdwynen. Zy zullen het zeker vooruitzicht hebben +op een bestaan, het welk, in hunnen tegenwoordigen staat, maar al ta +dikwils wisselvallig is. + +By de voortbrengzels, die het Land van zelf oplevert, zullen zy +die geenen voegen, welken de arbeid hun in meerder overvloed en +volkomenheid bezorgt. Tegen verruiling van hunne waaren, zullen zy zig +gereedschappen, gewerkte stoffen, koopwaaren aanschaffen, waar van zy +nu, of in 't geheel niet, of slechts gebrekkig voorzien zyn. Men zal +voor al zorge dragen, om hun vee van allerleije zoort te beschikken, +waar voor zy het noodig voedzel verkrygen zullen, door, na het omhakken +der bosschen, weilanden aan te leggen, Door onder dit volk werkzaame +blanken te vermengen, zal men hun den landbouw, de handwerken en de +noodzakelykste konsten der Europeanen leeren. Eenige weinige jaaren +zullen voldoende zyn, om deeze kwalyk bestuurde, en zoo lang verachte, +landstreek van gedaante te doen veranderen, + +De straks genoemde Bestuurder had eenigen van deeze middelen beproefd, +en daar van reeds blykbaare uitwerkingen bespeurd. + +De Indianen, die onder de zendelingen van Macary waren ingelyfd, hadden +levensmiddelen, catoen, tabak, voortgeteeld. Zy hadden gezouten visch, +maniok meel, (couac,) tabak in carotten, op de Brazilsche manier, in +de hoofdplaats aangebragt: wel is waar, in eene kleine hoeveelheid, +maar genoegzaam, om daar van voor het vervolg goede gedachten te +vormen. De meesten droegen kleederen en schoenen naar de manier +der blanken, wier taal zy ook spraken. De vyf Hoofd-Capitains, of +Opperhoofden van dit Gewest, beesten gevraagd hebbende, om aan te +kweeken, deedt men 'er hun eenigen toekomen. + +Die van Conani bereikten byna denzelfden trap van beschaafdheid. + +De Indianen van de Rivier Aprouago, ten getale van twaalf honderd, +hebben dezelfde vorderingen gemaakt. Zy hebben gebruik gemaakt van +de volkomene vryheid, die hun, met opheffing van alle diensten, was +te rug gegeven, en zy hadden reeds regelmatig aangelegde Catoen- en +Koffy-Plantagiën tot hun eigen onderhoud. Eene aanmerkelyke verhuizing +van Indianen uit de Binnen-Landen, door het zagter Regeerings-bestuur, +het welk ten aanzien deezer volken meer en meer werd in acht genoomen, +uitgelokt, vermeerderde het getal der inwooners in den omtrek der +Rivier Aprouage. + +De Indianen, by de Rivier Kaw woonende, ten getale van meer dan +vyftig, hadden insgelyks zeer fraaije beplantingen. Zy hadden ook +het voornemen, om beesten te weiden. + +Van de Rivier Kaw, tot aan de Rivier Kourou, vindt men geen enkelen +Indiaan. By de laatstgemelde waren twee bevolkingen, uit omtrent +zestig persoonen bestaande, zynde het ongelukkig overschot van een +zeer groot aantal, die voor de rampzalige volkplanting, in 't jaar +1763 ondernomen, in dit gedeelte gevonden werden. + +Een Planter, genaamd TERRASON, en woonende te Carouabos, omtrent twee +en een halve myl onder den wind van Kourou, heeft in zyne nabyheid +een klein Indiaansch volk by elkander verzameld, en eenigermaten tot +zyn eigen aangenomen. Hy heeft hen tot den landbouw aangemoedigd. Hun +eenig denkbeeld van onze genietingen gevende, heeft hy hun geleerd +zig dezelven door hunnen arbeid aan te schaffen. Hy heeft hen vooral +onderwezen in de konst van beesten te weiden, eene konst, waar van +hy hun alle de voordelen geleerd heeft. + +De Indianen van de landstreek van Siniamary zyn, even als de anderen, +van alle slaafsche diensten omtrent de blanken vry gesteld. Zy +hebben beplantingen aangelegd, waar toe men hun eenige gereedschappen +geschonken heeft. + +Anderen van dezelfde nabuurschap hebben om beesten verzogt, Zy +waren daar toe, zoo door de Regeering zelve, als door het voorbeeld +der Indianen van Iracoubou, die tien koeyen en een stier ontvangen +hadden, uitgenoodigd. Men bezorgde hun, twee maanden lang, iemand, +die hun in het oppassen van hun vee onderrigtte. Dezelfde persoon +moest zig van tyd tot tyd vervoegen by de andere Indianen, die zig +op de veefokkerye toeleiden. + +Men oordeelde het nuttig te zyn, om in het gedeelte, dat onder den wind +gelegen is, te Mana en te Marony, twee bevolkingen aan te leggen, en +daar door eene verzameling van Indianen van geregelde levens-manieren +te maken. Behalven de oogmerken van burgerlyke beschaving en +bebouwing der landen, stelde men een geschikt Opperhoofd aan, om deeze +Indiaansche volken te bestuuren, daar mede bedoelende, om met hun in +door hun bewerkte goederen handel te dryven, en hunne geduurige reizen +naar Surinamen voor te komen, van waar zy de benoodigde koopwaren by +verkiezing gingen halen, niet alleen om dat zy 'er digter by woonen, +maar vooral, om dat zy dezelven aldaar van betere zoort vinden. + +Door deeze middelen, en eene aanhoudende oplettendheid, kan men den +algemeenen welvaart van eene Volkplanting bevorderen, die al den +aandacht der Regeering verdient. De volkrykheid der aldaar woonende +Indianen zal van zelve vermeerderen. Hun voorbeeld zal uit de +Binnen-Landen, zelfs uit die streeken, welke buiten onze grenspalen +gelegen zyn, verscheiden van hunne nabestaanden en bondgenooten +lokken; iets, waar mede zy zig reeds beginnen bezig te houden. Een der +Capitains had het ontwerp gevormd, om naar Hollandsch Guiana te gaan, +en zelfs tot aan de Rivier Orenoco, van waar hy dagt verscheiden +Indianen, zyne nabestaanden of vrienden zynde, mede te brengen, +door hun berigt te geven van de manier, op welke zy by de Franschen +werden aangemoedigd. + +Het oogmerk van den meergemelden Bestuurder was bovendien, om +dit volk door huwelyken met de blanken tot eene gemengde zoort te +maken, en die huwelyken te bevorderen, zoo dikwils hy onder hun een +vlytig en braaf man, die in eene Indiane zin had, gevonden zoude +hebben. Insgelyks zoude hy Indianen hebben laten trouwen met blanke +vrouwen, die van goede zeden en arbeidzaam waren. Men zoude aan de +mannen landeryen, en aan de vrouwen gereedschappen, werktuigen tot +den landbouw behoorende, beesten, en dingen van de eerste behoefte, +tot eene huwelyks-gift gegeven hebben. "Geduurende het kort verblyf, +door my in deeze Volkplanting gehouden, zegt de Burger LESCAILLIER, +heb ik slechts twee van deeze huwelyks verbintenissen kunnen beproeven, +die my zyn toegeschenen volmaakt gelukt te zyn." [16] + +Op die wyze zoude men uitgestrekte Landen, die, tot hier toe, byna +geheel aan de Natuur waren overgelaten, in gelukkige, volkryke +en wel bebouwde Landstreeken, hervormd zien. Het Fransche volk, +wiens bezittingen in Guiana niet meer dan groote woestenyen zyn, +zoude in de daad eigenaar worden van een Land, byna zoo uitgestrekt, +als Frankryk zelve. Het zoude eene talryke bevolking tot zig trekken, +bestaande uit eene zoort van inboorlingen, hoedanigen men in geene +van onze andere Volkplantingen ontmoet. + + + +ZEVENDE HOOFTSTUK. + +Hooge en lage Landen.--Timmer-hout.--Voortbrengzels van Fransch +Guiana.--Levens-middelen, tot de tafel dienende. + +Wanneer men de reize van den Capitain STEDMAN gelezen heeft, is +het minder noodig, om nopens de voortbrengzels van Fransch Guiana +breedvoerig te handelen. + +In Guiana onderscheidt men, in 't algemeen, hooge en lage +Landen. Laaten wy met de beschryving der laastgemelden beginnen. + +De kusten van Guiana worden byna overal door laage en verdronkene +landen omzoomd. Dezelve bestaan uit groote vlakten, door het +afloopen van het zee-water gevormd wordende, waar van veelen kortlings +opgekomen, anderen zedert eeuwen herwaards aanwezig zyn. Deeze zoorten +van vlakten worden by elk gety tot de hoogte van één voet, agttien +duimen, of twee voeten, iets meerder of minder, overstroomd, en loopen +weder droog. Zy zyn overäl bewassen met Paletuvier-boomen, of eenige +andere groote planten, die op een slyk-grond, waar in men ten minsten +tot aan de kniën inzakt, ondoordringbaare bosschen uitmaken. Van +dien aart is het Land aan alle de zeekusten, tot de diepte van drie +of vier mylen, gelyk ook langs de oevers der voornaamste Rivieren. + +Men ziet dikwils deeze slykbanken, door de zee aan de kust van Guiana +aangespoeld, gezwinden voortgang maken, en de roode Paletuvier-boomen +aldaar welig opgroeijen. Op gelyke wyze vormen zig ook Eilanden in de +monden der Rivieren, en zelfs hooger, op die plaatsen, waar ebbe en +vloed plaats heeft. By beurten, zonder dat men 'er eenig juist tydperk +van bepalen kan, brengt de zee, in plaats van slyk aan te spoelen, +zand en schelpen op de kust. Als dan vormen zig zandbanken, of eene +zoort van lange niet zeer hooge duinen, en de roode Paletuvier-boomen, +die niet dan in zout water groeien, zig van het zelve beroofd vindende, +sterven van tyd tot tyd. + +Deeze lage en verdronkene Landen zyn de vrugtbaarste in de geheele +Volkplanting; maar 'er valt echter tusschen dezelven eene keuze te +doen. Zy zyn alle, ja zelfs de meeste, niet van de beste zoort. Men +kent de vrugtbaarsten daar aan, dat onder eene zwarte, of hoog bruine +aarde, uit verrotte planten voortgekomen, en naar mest gelykende, +ter diepte van zestien of agtien duimen, een slykgrond gevonden +wordt, van eene graauwe of bleek blaauwachtige kleur, overal van +gelykzoortigen aart, en die zig zeer gemakkelyk laat omspitten. Men kan +'er insgelyks met de hand, en zonder veel moeite, een stok in steeken, +al was hy zelfs twintig of dertig voeten lang. Wanneer by dit teeken +koomt de nabyheid van de zee, welker lucht de Plantagiën vrolyker, +en het verblyf op dezelven gezonder maakt, of ten minsten, indien men +niet verder dan ten hoogsten twee mylen binnenwaarts van den mond van +eene Rivier af is, kan men, mits behoorlyk arbeidende, zig van eenen +goeden uitslag verzekerd houden. Men moet echter ook oplettend zyn, +om zulke plaatsen te verkiezen, welken de zon gewoon is te beschynen, +tot op eene zekere hoogte, het geen duidelyk is af te nemen uit de +grootte van de boomen, en de dikte van die bovenkorst van aarde, +welke uit verrotte overblyfzels van planten bestaat. Die lage landen, +welke kortlings door de zee gevormd zyn, zyn al te zacht: men kent +dezelven aan de jongheid der Paletuvier-boomen. + +De aarde, die deeze lage landen tot op eene dikte van twintig duimen, +overdekt, zakt meer dan de helft in, vermits zy door de lucht en zon +verdroogt. Deeze aarde is ongetwyffeld nuttig, maar het slyk, dat +'er onder zit, is tot de voortplanting het meest geschikt. + +De lage landen, welken men tot het aanleggen van groote beplantingen +boven alle anderen behoort te verkiezen, verëisschen in het begin +meerdere onkosten, dan de hooge landen, om dat men dezelven boven water +moet brengen. Wanneer het regen-saisoen geëindigd is, namelyk in de +maand July, moet men zig met het droogmaken derzelven bezig houden. Het +jaar-getyde, het welk tot deezen arbeid gunstig is, eindigt met de +maand December. Men kan deeze onderneming niet goed volvoeren, of men +moet 'er ten minsten honderd duizend livres aan kunnen besteden. 'Er +zit meer voordeel op het doen van eene groote onderneming, dan van eene +middelmatige. De kosten van Negers, het eerste oprigten van wooningen, +en werkplaatsen, het getal der persoonen, die tot huisselyke en andere +diensten noodig zyn, zyn voor eene kleine Plantagie dezelfde, als voor +eene groote, Het is ook noodig, dat hy, die dusdanige onderneming doet, +het verëischte character, standvastigheid en kundigheden bezitte, +die hem in staat stellen, om zyne onderneming zelf te bestieren: +anders moet hy een Opzigter zoeken, die kunde, yver en werkzaamheid +zamenpaart; zeldzaame hoedanigheden, welken men niet te ruim betalen +kan, wanneer zy zig in denzelfden persoon vereenigen. Zie daar dan +wederom een nieuw punt van bekostiging. + +De hooge of bergachtige landen zyn ten aanzien van de zoort van aarde +zeer verschillende. De één, die zandig is, en op eene groote vlakte +niets dan lage planten voortbrengt, wordt Savane, of zand-woestyn +genoemd. Op zommigen derzelven echter wassen groote boomen, waar onder +men 'er vindt van die zoort van hout, het welk men onvergankelyk +noemt, en ander hout van de meest gewaardeerde kleuren. Eenige +deezer landen bestaan uit een mengzel van zand, en blaauwachtige +kley, waar in weinig zelfstandigheid gevonden wordt. In zeer veelen +is een mengzel van zwart zand en yzerachtige deelen. Men vindt 'er +zonder steenen, anderen wederom vol steenen, en eindelyk eene derde +zoort, geheel met rotsen bedekt. Deeze steenen en rotsen bevatten +yzer, of granit-steenen. De landen, die, of over 't geheel, of in +afzonderlyke gedeelten, zulke steenen opleveren, bestaan uit eene +aarde, dan eens zwartachtig, dan eens graauw, geel of roodachtig, +met eene verscheidenheid van mengelingen en schakeeringen. + +Schoon voornaame Schryvers [17] van Guiana sprekende, over 't algemeen, +zig verklaaren tegen het bebouwen der hooge landen, als zynde koud +en onvruchtbaar, verdienen zy egter alle dit oordeel niet. Men vindt +aldaar eenige Plantagiën, die naar den wensch van hunne eigenaars +zyn uitgevallen. Op de hooge landen bezit de Staat eene groote en +schoone Plantagie van Nagelboomen, die volmaakt wel gelukt is. Met +dit al is het eene waarheid, dat deeze hooge landen grootendeels +weinig geschikt zyn tot het aanleggen van groote beplantingen, die +eenen ryken en vetten grond vorderen, en dat de meeste lage landen +den voorrang verdienen. + +De eerstgemelde hebben niettemin ook eenige voordeelen. Men kan +dezelven gemakkelyker tot stand brengen; zy brengen veel eer vrugten +voort, en verëisschen veel minder kosten. Men vindt 'er de beste +zoort van hout. Aldaar zyn ook aangenaame liggingen, af hellingen, +die tot zekere zoort van handwerken byzonder geschikt zyn, stroomend +water, en steenen tot het maken van gebouwen. Deeze zelfde landen zyn +meer geschikt tot her planten van Manioc, die het voornaamste voedzel +uitmaakt voor de arbeiders, landbouwers en inboorlingen. Daarënboven +zyn zy nooit wel bearbeid geworden. Nimmer heeft men 'er geweten, +wat het was den grond om te ploegen, zoo als men dit in Frankryk, +en in de meer gevorderde Volkplantingen doet. + +Men kan op die gedeelten der hooge landen, die in de Savanen +liggen, fokkeryen van groot vee met hoop van eenen goeden uitslag +aanleggen. Met de behoorlyke voorzorge zoude de fokkerye van paarden +'er zelfs gelukken. Fransch Guiana bevat bovendien in verscheidene +landstreeken geheele bergen, waar in yzer-mynen van een uitmuntend +alloy, en tot allerleye werk, zelfs tot het maken van geschut, +geschikt, gevonden worden. De mynstoffen zyn hier ryk en in +overvloed. Het levert van vyf-en-veertig tot tachtig ten honderd +op. De plaatsen, waar dezelve voor handen zyn, zyn met hout bedekt, +het geen de bewerking der mynen zeer gemakkelyk maakt. + +Eene der voornaamste rykdommen van Guiana bestaat in een groot aantal +van onderscheidene zoorten van timmerhout. Men kan die in drie zoorten +verdeelen. De eene, bekend onder den naam van zacht of wit hout, moet +geheel en al worden weggeworpen, als veel te ligt, en van te korten +duur zynde. Tot deeze zoort behooren de Mapa, de Pekeïa, en het Bananen +hout. De andere zoorten van eenen geheel tegenstrydigen aart, als de +voorgaande, zyn hard, in één gedrongen, en zwaar, grootendeels van +eene bruine of donkere kleur, maar zomtyds rood, of helder geel. Deeze +wederstaan den bytel en de zaag. Het erf van dit hout is glad en +fyn, en het is voor de fraaiste polysting vatbaar. Dit hout heeft +billyk den naam van onvergankelyk hout verdiend; eene uitdrukking, +waar door men niet letterlyk verstaan moet, dat het nooit vergaat, +maar dat het veel beter stand houdt, dan het beste van ons hout, +misschien by voorb. in de evenredigheid van tien tot vyftig jaaren. + +Onder de derde zoort vindt men 'er verscheiden, die de schoonste +stukken, in lengte en breedte, opleveren, om tot het bouwen van schepen +te dienen. Hier toe behooren het courbari-hout, het bagasse-hout, +het acoma-hout, het balata-hout, het couratari-hout, het agouti-hout, +het macaco-hout, het groen ebben-hout, het pok-hout, het yzer-hout, +het hout, genaamd coeur-dehors, het letter-hout, het satyn-hout, het +tendre à cailliou, het hout van St. Martin, het mannetjes roozen-hout, +en verscheide andere zoorten. Het gewigt van een vierkante voet van +deeze zoorten van hout verschilt van tachtig tot drie en negentig +ponden, en daar het gevolgelyk zwaarder is, dan eene gelyke hoeveelheid +water, zoo dryft het zelve niet. + +Echter is 'er nog eene zoort tusschen de eerste, die tot niets dient, +en de andere, die ongemeen hard is. Deeze zoort van hout is vast, en +minder moeielyk om te bewerken. Hier toe behooren het acajou-hout, +het violetten- of amaranthus-hout, het zwart ceder-hout, het geel +cederhout, het wyfjes roozen-hout, enz. enz. Dit hout weegt van +veertig tot zeventig ponden de vierkante voet, en dryft by gevolg op +het water. Het is tot onderscheidene gebruiken in den zee-scheepsbouw +geschikt. + +Onder deeze onderscheidene zoorten van hout zyn 'er, die eene +bittere of speceryachtige hoedanigheid hebben, die de insecten en +zee-wormen, voor de schepen zoo verderffelyk zynde, verdryven. 'Er zyn +wederom anderen, die in het water versteenen, en in het zelve nimmer +vergaan. Men ziet 'er in de bosschen van Guiana, die door ouderdom, +of eenigen stormwind omgevallen, een reeks van jaaren lang, de guurheid +van het weder, en eene byna aanhoudende vochtigheid hebben doorgestaan, +zonder dat zy daar door verder, dan in het spint, bedorven waren. + +Men heeft ligtvaardigryk en zonder onderscheid te maken, tegen alle +deeze zoorten van hout tegenwerpingen gemaakt, die dezelven hebben +doen verwerpen. + +De eerste is derzelver groote zwaarte. Maar deeze zwarigheid +beantwoordt zig ligtelyk in deezer voegen, dat de scheeps-timmerman, +na zyne berekening gemaakt te hebben, van het zwaarste hout die +gedeelten maakt, welke onder water zyn, en de hoogere gedeelten van +ligter hout, het welk dit land insgelyks oplevert. Hy zal daar door +het middenpunt van zwaarte van zyn schip des te meer naar de laagte +drukken, en het zal daar door veel minder ballast noodig hebben, +en een grooter ruim uitleveren. + +De tweede zwarigheid tegen dit hout is deszelfs al te groote +hardheid. Schoon dit deszelfs deugd bewyst, heeft nogtans deeze +tegenwerping eenigen grond. De werkzaamheden van den scheeps-timmerman +zouden daar door zekerlyk vermeerderd worden, maar daarentegen zoude +het werk van eene groote duurzaamheid en van eene onvergelykelyke +stevigheid zyn. + +De derde tegenwerping wordt ontleend van de moeielykheid in het hakken +van dit hout, en de kosten der vervoering. Men beweert, dat dit hout +veel te duur zoude komen te staan. Dit zoude ook in de daad zoo zyn, +indien men het ging haalen uit die landstreeken, die verre van de +Rivieren en Zee-kusten zyn afgelegen; maar men treft het in groote +meenigte aan in de nabyheid van de Rivier Oyapoc, werwaarts de toegang +zeer gemakkelyk is. + +De bosschen en binnen-landen van Guiana brengen, behalven verscheidene +zoorten van timmerhout, ook voort Banilje, Salsaparilla, elastieke +gom, Gom Copal, en veele anderen. Men vindt aldaar verschillende +zoorten van natuurlyke speceryen, als kreeften-hout, en de Puchiri, +een zoort van muscaat, de balsem Copaïva, de balsem Peru, de kassia, +de simaruba, de ipecacuanha, de pareira-brava, eene wasch van planten, +zwarte wach, anders bekend onder den naam van wasch van Guadeloupe, +uitmuntende honig, een zeker goed, mieren-nest genaamd, en bestaande +uit een zagt dons, van eene geelachtige kleur, het welk men vindt op +uitloopende bladeren van den Latanus-boom, en dat eene hoedanigheid +bezit verre boven de beste bekende zwam, om het bloed te stelpen; +eindelyk ook hout, om verswaaren van te maken, en een aantal andere +voortbrengzels, die nog geenen naam hebben. + +Geheele bosschen van Cacao-boomen groeijen ook natuurlyk in het +binnenste gedeelte des Lands, maar op verre afstanden. Het bevat +ook mynen van dat fraaije rots-kristal, het welk men, onder den naam +van steenen van Cayenne ook wel aan het strand, en aan de oevers van +zommige Rivieren ontmoet. + +De eerste voortbrengzels van dit Land waren de Roucou, het Catoen +en de Suiker. De korrel van de laatstgemelde is veel grooter, en +beter gekristalliseerd, dan op de Eilanden. Het catoen is ook van +eene ongemeene fraaiheid, en is altyd in den koophandel veertig +of vyftig guldens op de honderd ponden meer waardig, dan dat van +de Eilanden. Men weet, dat men te Cayenne de Roucou beter, en in +grootere meenigte maakt, dan in alle andere Volkplantingen. Cayenne +was de eerste onder alle Fransche Volkplantingen, alwaar koffy geteeld +werdt. Het is bekend, dat na de Moka-Koffy die van Cayenne de beste +is. Men is altyd in het begrip geweest, dat het eenige overloopers +waren, die, in 't jaar 1721, dezelve van Surinamen, werwaarts zy +gevlucht waren, medebragten, en daar door Vergiffenis van straf +erlangden; zeker Geschiedschryver heeft in 't kort opgegeven, dat dit +eene weldaad was van LA MOTTE AIGRON, die, in 't jaar 1722, middel +wist, om versche koffy-boonen uit deeze Hollandsche Bezitting mede +te brengen, in weerwil van het verbod, om dezelve, nog in de schil +zittende, te mogen uitvoeren. Tien of twaalf jaaren later, plantte +men Cacao, die weelig voortteelde. De Indigo, of liever de plant, +waar van de Indigo voortkoomt, kwam voorheen zeer goed te Cayenne +voort, en dezelve was zeer geacht. "Deeze plant, die de voornaamste +rijkdom der Volkplanting uitmaakt, zegt BARRERE, is zoo sterk in +verval geraakt, en brengt thans zoo weinig op, dat het naauwlyks +der moeite waardig is". Het schynt, dat men de reden daar van in de +plant alleen niet zoeken moet. De Indigo is, volgens DE PREFONTAINE, +(in zyn Maison rustique de Cayenne,) eene den beste aankweekingen in +America, maar ook één van de teederste. 'Er wordt aan de zyde van hem, +die dezelve wil voortteelen, de grootste oplettendheid verëischt, +en misschien ook de beste zoort van grond. "ROUSSEAU, dus vervolgt +dezelfde Schryver, is de eenige, wien het gelukt is, om met voordeel +Indigo te maken. Hy heeft de zyne tot die fraayheid gebragt, dat zy, +die lust hebben om dit vak van landbouw te beoeffenen, daar door +behooren te worden aangemoedigd; en dit wederspreekt de voorgewende +onmogelykheid, als of de inwooners van Cayenne in dit vak niet zouden +kunnen slagen". Nieuwere berigten brengen mede, dat de Indigo op lage +landen zeer wel voortkoomt; maar zy vordert oppassing, zonder welke +alles te gronde gaat. + +De Oost-Indische speceryen, en alle de lekkerste vruchten der warme +Landen, groeijen welig in Guiana. Verscheiden komen 'er even goed +voort, als op de Moluksche Eilanden, of op Ceylon. Men kan zig onder +anderen tot bewys beroepen op de beplanting van Nagelboomen, welke men +aantreft op de Plantagie la Gabrielle, den Staat toebehoorende. Deeze +boomen hebben aldaar vrugten voortgebragt, die in hoedanigheid aan +de Oost-Indische gelyk bevonden zyn. De eerste planten zyn van Isle +de France naar Cayenne overgebragt, alwaar zy onder het opzigt van +MAILLERT DU MERLE zyn geplant geworden. In 't jaar 1778 ontfing RAYNAL, +die door de geheele weereld kennis en gemeenschap had, van daar een +tak, waar aan de kruidnagelen gevonden werden. Volgens het berigt +van den Burger LESCAILLIER, hebben de jaaren 1785, 1786 en 1787 deeze +vrucht, telkens met eene jaarlyksche vermeerdering, voortgebragt, tot +dat men in de jaaren 1788 en 1789, op deeze Plantagie la Gabrielle, +verscheiden honderde ponden heeft ingeöogst. By zyn vertrek van Guiana, +in 't jaar 1788, bevondt zig deeze Plantagie in eenen bloeijenden +staat. + +Behalven deeze voortbrengzels, de bron van groote rykdommen, +levert de grond der Volkplanting van Cayenne alles op, wat tot +levens-onderhoud van derzelver inwooners noodig is. De tuinen zyn +aldaar vol met moeskruiden, als latuw, kervel, pimpernel, cichorey en +sellery. Men teelt aldaar kleine erweten, komkommers, kampernoeljes, +water-meloenen, die van een lekkeren smaak zyn. De Fransche vrugtboomen +kunnen, wel is waar, zig naar deeze luchtstreek niet voegen, maar +men heeft in derzelver plaats de vrugten van dit Land, als de geele +en witte Ananas, de Papaye, en eenige anderen, die op verschillende +wyzen worden ingelegd. Men weet, dat de citroenen en orange-appelen +aldaar in zoo grooten overvloed zyn, dat men 'er weinig werk van maakt. + +Het is veel aangenaamer zyn verblyf te houden op de Plantagiën, +dan te Cayenne zelve. Men heeft aldaar aan niets gebrek, vooral by +de Planters, die eenigzints bemiddeld zyn, en vooral, wanneer 'er +koopvaardy-schepen aankomen. Men houdt doorgaans eene wel voorziene +diergaarde, alwaar men varkens, kalkoenen, eendvogels, duiven en +hoenders aankweekt, die goed zyn om te eeten, wanneer men ze eenigen +tyd met geerst gevoed heeft. Daarënboven heeft men één en zelfs meerder +jagers en visschers, die wild en visch bezorgen: de laatstgemelde is +uitmuntend. Behalven de zoorten, die aan de Eilanden onder den wind +gemeen zyn, leveren de Zee en Rivieren eene meenigte anderen op, +die elders geheel onbekend zyn. De Krabben verschaffen ook een zeer +voornaam levensmiddel. Zy zyn het gewoone voedzel der Indianen, en van +de min gegoede inwooners. Deeze dieren teelen in het onëindige voort, +om dat men de oplettendheid gebruikt van alleen de mannetjes-krabben +te vangen, en de wyfjes te laten, die altyd eene verbaazende meenigte +eijeren in zig hebben. + +Onder de water-vogelen telt men de Ganzen, de Eendvogelen, de +Lepelganzen, de Fregat-vogelen, allen goed om te eeten. De land-vogelen +zyn graauwe Patryzen, zoo dik als een Kapoen, en zeer goed van smaak, +schoon een weinig droog; Faisanten, die kleiner, en zoo goed niet zyn, +als in Frankryk; Ringelduiven, Tortelduiven, Merels, Leeuwriken, +Brom-vogeltjes; en eene meenigte andere groote en kleine vogelen, +waar onder men moet rekenen de Papegayen, die zeer talryk zyn, en +eene uitmuntende soep verschaffen. + +Men kweekt ook Schapen, Geiten, en verscheiden kudden van Ossen aan. Om +hun goed weiland te bezorgen, steekt men in de maanden Augustus en +September, de Savanen in brand. Deeze landen, dus afgebrand zynde, +doen, in het begin van het regen-saisoen, heerlyk gras uitspruiten. Dus +zyn de ossen en schapen in Guiana van beter smaak, dan op de andere +Eilanden. Men brengt aldaar meel, spek, en allerleye zoorten van +wyn; als mede een groot aantal gewerkte stoffen, die tot kleeding +noodig zyn. + +Met zoo veele voordeelen, door de Natuur zelve geschonken, zal +ongetwyffeld de Volkplanting van Fransch Guiana voorspoedig zyn, +wanneer vreedzamere omstandigheden gedogen zullen, dat de Regeering +en byzondere persoonen 'er zig mede bezig houden. Deeze landstreek +maakt eene Volkplanting uit, waar van de Stad Cayenne de hoofdplaats +is. Men weet aldaar van geene in- en uitgaande rechten, waar mede de +koopwaaren bezwaard zouden worden. + +EINDE VAN HET VIERDE EN LAATSTE DEEL. + + + + + +BERICHT VOOR DEN BINDER. + +Plaat. + +XL. De beruchte GRAMAN-QUACY; te plaatsen tegen over + +XLI. De Haay en Zuigervisch + +XLII. Kaart van een gedeelte van Fransch Guiana + + + + + +NOOTEN + +[1] Het is een heestergewas of boompje van middelmatige hoogte. Het +brengt één of meer stammen voort van een duim in den omtrek, die zes +of agt voeten hoog groeijen, alvoorens takken te doen uitspruiten. Tot +dat de stammen beginnen takken te schieten, zyn zy over haare geheele +lengte van bladeren voorzien, die zy doorgaans na het vormen der +takken laten vallen. + +De stam van dit boompjen is langwerpig rond en grysachtig. De +jonge uitspruitzels hebben eene groene schors met eenige weinige +witte stippen; die van de takken is, in het eerste begin, van eene +fraaije roode kleur naar het bruine hellende, en ouder wordende met +eenige grysächtige lynen geteekend. De bladen groeiën wederkeerig, +en bestaan uit drie of vier reijen van blaadjes zonder steelen, maar +van eene eironde gedaante. Het Quacy-hout is zelden zonder bladeren. + +Dit boompje is alleräangenaamst voor het gezicht, uit hoofde van de +meenigte zyner roode bloemen, en de verscheidenheid van kleuren in +deszelfs bladeren. De wortel, het eenige gedeelte van den boom, het +welk gebruikt wordt, is ligt, en geheel van week hout; deszelfs schors +is fyn, grys en knoestig, en op zommige plaatsen als gespleeten. Deeze +wortel is, even als de geheele boom, uittermaten bitter. Men oordeelt +dit hout zeer balsemächtig te wezen, en door zyne bitterheid geschikt, +om zuure stoffen en verrotting te wederstaan. Men bedient 'er zig in +America van tegen de tusschenpoozende, aanhoudende, kwaadäartige, +en rotkoortsen. Men neemt het in als een poeder, en, om des te +beter te werken, als een afkookzel in wyn of water. Het is nog maar +weinige jaaren geleden, dat dit middel in Europa in de Geneeskunde +is ingevoerd. Men bedient zig ook van een aftrekzel van dit hout +in wyn, tegen de jicht, en om de maag te versterken. In één woord, +het Quacy-hout kan het gebrek van de Kina vervullen. + +Aanteek. van den Franschen vert. + +[2] De koffy wierd in 't 1554. uit Arabië naar Constantinopolen +overgebragt.--Omtrent in het midden van de zestiende eeuw wierd +derzelver gebruik te London ingevoerd; en in 't jaar 1728, plantte +de heer NICOLAAS LAWS de eerste Koffyboon te Jamaica. + +Aanteek. van den Schryver. + +Men heeft reden te gelooven, dat de Italianen de eerste onder de +Christen volken zyn, by welken deeze beroemde drank is ingevoerd. Zy is +vervolgens voor het jaar 1643 naar Parys overgebragt. 'Er zyn bewyzen, +zegt AUBLET, dat geduurende de regeering van LODEWYK XIII, onder het +kleine Gerechtshof te Parys, gekookte koffy verkogt wierd, onder den +naam van cahové of cahovet. De Turken noemen dezelve cahveh, het welk +koomt van het waord cahoah of cahoueh, waar door de Arabieren dien +drank aanduiden, dien zy het eerst gekend en in gebruik gebragt hebben; +schoon dit Arabisch woord allen drank in 't gemeen beteekent. Het is +waarschynlyk, dat 'er niet zeer veel van verkogt wierd, en dat dit +niet lang geduurd heeft. + +Het jaar 1669, in onze Geschiedenis over bekend door het plechtig +Gezandschap van SOLIMAN AGA, die door Sultan MAHOMET IV aan LODEWYK +XIV gezonden wierd, moet gehouden worden voor het waare tydperk van +de eerste invoering van het gemeene gebruik der koffy te Parys. Deeze +Gezant, en zyn gevolg, boden, volgens de gewoonte van hun Land, deezen +drank aan de Hovelingen, en verdere persoonen, die uit beleefdheid +aan den Turkschen Minister een bezoek gaven, waar door veele inwooners +deezer hoofdstad 'er smaak in kregen, en 'er zig aan gewenden. + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + +[3] Alle vrylating is, in de Volkplanting van Surinamen, aan de +volgende bepalingen onderhevig: indien dezelve geschiedt ten voordeele +van een manspersoon, is deeze genoodzaakt de Volkplanting tegen +derzelver binnen- en buitenlandsche vyanden te dienen: de vrygelatene, +van welke kunne die ook zy, kan geen getuigenis geven tegen zynen +ouden meester; en indien hy in de Volkplanting koomt te sterven, +erft zyn voorige meester het vierde gedeelte zyner nalatenschap. + +Aanteek. v. d. Schryver. + +[4] Daar de laatstgemelde zynen post kortlings heeft nedergelegd,heb ik +het genoegen het Publiek te berigten, dat de Heer FREDERIK, die brave +Officier, waar van ik zoo dikwils gesproken heb, en die, eenigen tyd +bevoorens, onder het krygsvolk der Sociëteit van Surinamen te rug +keerde, in het jaar 1792. tot Gouverneur der Volkplanting benoemd +wierd. + +Aanteek. van den Schryver. + +[5] Deeze Officiers, welken men steeds als de waare vertegenwoordigers +van de Schotsche Brigade beschouwde, zagen hunne braafheid beloond door +het herstel van deeze oude krygsbende, onder bevel van den Generaal +FRANCIS DUNDAS; en dezelve wierd naar Gibraltar in bezetting gezonden. + +Aanteek. van den Schryver. + +[6] Haar broeder HENDRIK, die zyne vryheid verkregen had, ondervond +het zelfde lot. + +Aanteek. van den Schryver. + +[7] Exposé des moyens de mettre en valeur & d'administrer la +Guiane.--Eén Deel in 8vo; met een Kaart: by DUPONT, rue de la Loi. + +[8] Dit is geschreven in 't jaar 1786. De hoeveelheid van de +voortbrengzels deezer Volkplanting is tegenwoordig ten minsten +verdubbeld. + +[9] De Hollandsche roede is van 12 voeten Rhynlandsche maat, het welk +ten naasten by 11 Fransche voeten. (of 3 metres, 572,) uitmaakt. + +[10] De groote verwagting, die men van Fransch Guiana had opgevat, deed +aan het zelve eenigen tyd den naam geven van Middel-lynig Frankryk, +of France Equinoxiale. + +[11] De Burger LESCAILLIER ontvouwt dit verschynfel op eene voldoende +wyze, in zyn werk, ten titel voerende: Exposé des moyens de mettre en +valeur, & d'administrer la Guiane, &c. chez Dupont, imprimeur-libraire, +rue de la Loi, Nº. 1231. + +[12] PIERRE BARRERE, Correspondent van de Koninglyke Academie der +Wetenschappen te Parys, en Genees-Kruidkundige van den Koning op het +Eiland Cayenne. + +[13] ANTOINE BIET, de opperste der Zendelingen, die toen naar Guiana +vertrokken, verhaalt, dat elk der deelgenooten, welken men Seignieurs +associés noemde, het bevel wilde voeren. ROIVILLE lag ziek, toen hy +vermoord wierd. Hy scheen 't lot, het welk hem over het hoofd hing, +te voorzien, en was zeer ontroerd van geest. Den 17 September 1652, +omtrent middernacht, werd BIET door een zeer sterk geraas ontwaakt; +en op het zelfde oogenblik hoorde hy een geroep: Werp dien schurk in de +zee. Willende zien wat 'er gaande was, wierd hy te rug gestooten. Kort +daar op deeden hem de moordenaars by hun komen. Hy beklom de hut, en +schrikte op het zien van het bed van den Generaal, geheel met bloed +besmet, en waar op twee bebloede baijonnetten lagen. Men verklaarde +aan den Zendeling, dat de deelgenooten raadzaam geöordeeld hadden +zig te ontdoen van eenen man, die het voornemen had hen allen van +kant te helpen. BIET ging heen; maar des anderen daags liet men hem +wederkomen, hem aanzeggende, dat hy den dood van den Generaal aan +al het scheepsvolk zoude hebben bekend te maken. De Geestelyke was +'er zeer verlegen mede. Hy besloot echter te gehoorzamen, maar hy +deed zulks, zonder den gepleegden moord te rechtvaardigen. + +[14] Men kan niet zonder yzing aan den naam van Kourou denken, zegt +de Burger LESCAILLIER; aan die plaats, alwaar 13000 menschen het leven +lieten, en de slachtöffers werden van een ontwerp, het welk misschien +uitvoerlyk geweest was, indien het met gematigdheid en voorzorge was +aangelegd geweest; alwaar de Staat dertig millioenen aan onkosten +verspilt heeft, met geen ander gevolg, dan dat, deeze ongelukkige +Volkplanting een geruimen tyd haare achting verloren heeft; terwyl men +aan den aart der luchtstreek toeschreef, het geen slechts de misslag +der Regeering, en het gevolg van een verkeerd overleg was. (Exposé +des moyens de mettre en valeur, & d'administrer la Guiane, an VI.) + +[15] In de ver af gelegene Binnen-Landen zyn Indianen van eene +verhevene gestalte, en sterk gespierd. + +[16] Ik vermeene alhier, ter eere van deeze beide huwelyks +verbintenissen, te moeten herïnneren, dat het geen de Burger +LESCAILLIER gedacht en beproeft heeft, overëenkoomt met den raad, +door RAYNAL gegeven, in zyne Histoire Philosophique des deux Indes, +Liv. XIII. Tom. III. pag. 359. & suiv. Edit. in 4º. + +[17] Zie RAYNAL, Livr. XIII. pag. 291. Edit. in 4º. + + + + + + + + + +End of the Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen en door de +binnenste gedeelten van Guiana, by John Gabriel Stedman + +*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN, DEEL 4 *** + +***** This file should be named 8099-8.txt or 8099-8.zip ***** +This and all associated files of various formats will be found in: + http://www.gutenberg.org/8/0/9/8099/ + +Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed +Proofreaders Team + +Updated editions will replace the previous one--the old editions will +be renamed. + +Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright +law means that no one owns a United States copyright in these works, +so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the United +States without permission and without paying copyright +royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part +of this license, apply to copying and distributing Project +Gutenberg-tm electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG-tm +concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark, +and may not be used if you charge for the eBooks, unless you receive +specific permission. If you do not charge anything for copies of this +eBook, complying with the rules is very easy. You may use this eBook +for nearly any purpose such as creation of derivative works, reports, +performances and research. They may be modified and printed and given +away--you may do practically ANYTHING in the United States with eBooks +not protected by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the +trademark license, especially commercial redistribution. + +START: FULL LICENSE + +THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE +PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK + +To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free +distribution of electronic works, by using or distributing this work +(or any other work associated in any way with the phrase "Project +Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full +Project Gutenberg-tm License available with this file or online at +www.gutenberg.org/license. + +Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project +Gutenberg-tm electronic works + +1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm +electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to +and accept all the terms of this license and intellectual property +(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all +the terms of this agreement, you must cease using and return or +destroy all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your +possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a +Project Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound +by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the +person or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph +1.E.8. + +1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be +used on or associated in any way with an electronic work by people who +agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few +things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works +even without complying with the full terms of this agreement. See +paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project +Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this +agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm +electronic works. See paragraph 1.E below. + +1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the +Foundation" or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection +of Project Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual +works in the collection are in the public domain in the United +States. If an individual work is unprotected by copyright law in the +United States and you are located in the United States, we do not +claim a right to prevent you from copying, distributing, performing, +displaying or creating derivative works based on the work as long as +all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope +that you will support the Project Gutenberg-tm mission of promoting +free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg-tm +works in compliance with the terms of this agreement for keeping the +Project Gutenberg-tm name associated with the work. You can easily +comply with the terms of this agreement by keeping this work in the +same format with its attached full Project Gutenberg-tm License when +you share it without charge with others. + +1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern +what you can do with this work. Copyright laws in most countries are +in a constant state of change. If you are outside the United States, +check the laws of your country in addition to the terms of this +agreement before downloading, copying, displaying, performing, +distributing or creating derivative works based on this work or any +other Project Gutenberg-tm work. The Foundation makes no +representations concerning the copyright status of any work in any +country outside the United States. + +1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: + +1.E.1. The following sentence, with active links to, or other +immediate access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear +prominently whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work +on which the phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the +phrase "Project Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, +performed, viewed, copied or distributed: + + This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and + most other parts of the world at no cost and with almost no + restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it + under the terms of the Project Gutenberg License included with this + eBook or online at www.gutenberg.org. If you are not located in the + United States, you'll have to check the laws of the country where you + are located before using this ebook. + +1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is +derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not +contain a notice indicating that it is posted with permission of the +copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in +the United States without paying any fees or charges. If you are +redistributing or providing access to a work with the phrase "Project +Gutenberg" associated with or appearing on the work, you must comply +either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or +obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg-tm +trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9. + +1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted +with the permission of the copyright holder, your use and distribution +must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any +additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms +will be linked to the Project Gutenberg-tm License for all works +posted with the permission of the copyright holder found at the +beginning of this work. + +1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm +License terms from this work, or any files containing a part of this +work or any other work associated with Project Gutenberg-tm. + +1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this +electronic work, or any part of this electronic work, without +prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with +active links or immediate access to the full terms of the Project +Gutenberg-tm License. + +1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, +compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including +any word processing or hypertext form. However, if you provide access +to or distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format +other than "Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official +version posted on the official Project Gutenberg-tm web site +(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense +to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means +of obtaining a copy upon request, of the work in its original "Plain +Vanilla ASCII" or other form. Any alternate format must include the +full Project Gutenberg-tm License as specified in paragraph 1.E.1. + +1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, +performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works +unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. + +1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing +access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works +provided that + +* You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from + the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method + you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed + to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he has + agreed to donate royalties under this paragraph to the Project + Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid + within 60 days following each date on which you prepare (or are + legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty + payments should be clearly marked as such and sent to the Project + Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in + Section 4, "Information about donations to the Project Gutenberg + Literary Archive Foundation." + +* You provide a full refund of any money paid by a user who notifies + you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he + does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm + License. You must require such a user to return or destroy all + copies of the works possessed in a physical medium and discontinue + all use of and all access to other copies of Project Gutenberg-tm + works. + +* You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of + any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the + electronic work is discovered and reported to you within 90 days of + receipt of the work. + +* You comply with all other terms of this agreement for free + distribution of Project Gutenberg-tm works. + +1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project +Gutenberg-tm electronic work or group of works on different terms than +are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing +from both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and The +Project Gutenberg Trademark LLC, the owner of the Project Gutenberg-tm +trademark. Contact the Foundation as set forth in Section 3 below. + +1.F. + +1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable +effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread +works not protected by U.S. copyright law in creating the Project +Gutenberg-tm collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm +electronic works, and the medium on which they may be stored, may +contain "Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate +or corrupt data, transcription errors, a copyright or other +intellectual property infringement, a defective or damaged disk or +other medium, a computer virus, or computer codes that damage or +cannot be read by your equipment. + +1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right +of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project +Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project +Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project +Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all +liability to you for damages, costs and expenses, including legal +fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT +LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE +PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE +TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE +LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR +INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH +DAMAGE. + +1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a +defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can +receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a +written explanation to the person you received the work from. If you +received the work on a physical medium, you must return the medium +with your written explanation. The person or entity that provided you +with the defective work may elect to provide a replacement copy in +lieu of a refund. If you received the work electronically, the person +or entity providing it to you may choose to give you a second +opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If +the second copy is also defective, you may demand a refund in writing +without further opportunities to fix the problem. + +1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth +in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO +OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT +LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. + +1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied +warranties or the exclusion or limitation of certain types of +damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement +violates the law of the state applicable to this agreement, the +agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or +limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or +unenforceability of any provision of this agreement shall not void the +remaining provisions. + +1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the +trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone +providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in +accordance with this agreement, and any volunteers associated with the +production, promotion and distribution of Project Gutenberg-tm +electronic works, harmless from all liability, costs and expenses, +including legal fees, that arise directly or indirectly from any of +the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this +or any Project Gutenberg-tm work, (b) alteration, modification, or +additions or deletions to any Project Gutenberg-tm work, and (c) any +Defect you cause. + +Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm + +Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of +electronic works in formats readable by the widest variety of +computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It +exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations +from people in all walks of life. + +Volunteers and financial support to provide volunteers with the +assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's +goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will +remain freely available for generations to come. In 2001, the Project +Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure +and permanent future for Project Gutenberg-tm and future +generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary +Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see +Sections 3 and 4 and the Foundation information page at +www.gutenberg.org Section 3. Information about the Project Gutenberg +Literary Archive Foundation + +The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit +501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the +state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal +Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification +number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary +Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by +U.S. federal laws and your state's laws. + +The Foundation's principal office is in Fairbanks, Alaska, with the +mailing address: PO Box 750175, Fairbanks, AK 99775, but its +volunteers and employees are scattered throughout numerous +locations. Its business office is located at 809 North 1500 West, Salt +Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up to +date contact information can be found at the Foundation's web site and +official page at www.gutenberg.org/contact + +For additional contact information: + + Dr. Gregory B. Newby + Chief Executive and Director + gbnewby@pglaf.org + +Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg +Literary Archive Foundation + +Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide +spread public support and donations to carry out its mission of +increasing the number of public domain and licensed works that can be +freely distributed in machine readable form accessible by the widest +array of equipment including outdated equipment. Many small donations +($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt +status with the IRS. + +The Foundation is committed to complying with the laws regulating +charities and charitable donations in all 50 states of the United +States. Compliance requirements are not uniform and it takes a +considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up +with these requirements. We do not solicit donations in locations +where we have not received written confirmation of compliance. To SEND +DONATIONS or determine the status of compliance for any particular +state visit www.gutenberg.org/donate + +While we cannot and do not solicit contributions from states where we +have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition +against accepting unsolicited donations from donors in such states who +approach us with offers to donate. + +International donations are gratefully accepted, but we cannot make +any statements concerning tax treatment of donations received from +outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. + +Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation +methods and addresses. Donations are accepted in a number of other +ways including checks, online payments and credit card donations. To +donate, please visit: www.gutenberg.org/donate + +Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic works. + +Professor Michael S. Hart was the originator of the Project +Gutenberg-tm concept of a library of electronic works that could be +freely shared with anyone. For forty years, he produced and +distributed Project Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of +volunteer support. + +Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed +editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in +the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not +necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper +edition. + +Most people start at our Web site which has the main PG search +facility: www.gutenberg.org + +This Web site includes information about Project Gutenberg-tm, +including how to make donations to the Project Gutenberg Literary +Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to +subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. + diff --git a/8099-8.zip b/8099-8.zip Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..fb7be7b --- /dev/null +++ b/8099-8.zip diff --git a/LICENSE.txt b/LICENSE.txt new file mode 100644 index 0000000..6312041 --- /dev/null +++ b/LICENSE.txt @@ -0,0 +1,11 @@ +This eBook, including all associated images, markup, improvements, +metadata, and any other content or labor, has been confirmed to be +in the PUBLIC DOMAIN IN THE UNITED STATES. + +Procedures for determining public domain status are described in +the "Copyright How-To" at https://www.gutenberg.org. + +No investigation has been made concerning possible copyrights in +jurisdictions other than the United States. Anyone seeking to utilize +this eBook outside of the United States should confirm copyright +status under the laws that apply to them. diff --git a/README.md b/README.md new file mode 100644 index 0000000..8dca61b --- /dev/null +++ b/README.md @@ -0,0 +1,2 @@ +Project Gutenberg (https://www.gutenberg.org) public repository for +eBook #8099 (https://www.gutenberg.org/ebooks/8099) diff --git a/old/7rns410.txt b/old/7rns410.txt new file mode 100644 index 0000000..3d0d6c7 --- /dev/null +++ b/old/7rns410.txt @@ -0,0 +1,6605 @@ +The Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen en door de binnenste +gedeelten van Guiana, by John Gabriel Stedman +#4 in our series by John Gabriel Stedman + +Copyright laws are changing all over the world. Be sure to check the +copyright laws for your country before downloading or redistributing +this or any other Project Gutenberg eBook. + +This header should be the first thing seen when viewing this Project +Gutenberg file. Please do not remove it. Do not change or edit the +header without written permission. + +Please read the "legal small print," and other information about the +eBook and Project Gutenberg at the bottom of this file. Included is +important information about your specific rights and restrictions in +how the file may be used. You can also find out about how to make a +donation to Project Gutenberg, and how to get involved. + + +**Welcome To The World of Free Plain Vanilla Electronic Texts** + +**eBooks Readable By Both Humans and By Computers, Since 1971** + +*****These eBooks Were Prepared By Thousands of Volunteers!***** + + +Title: Reize naar Surinamen en door de binnenste gedeelten van Guiana + +Author: John Gabriel Stedman + +Release Date: May, 2005 [EBook #8099] +[Yes, we are more than one year ahead of schedule] +[This file was first posted on July 16, 2003] + +Edition: 10 + +Language: Dutch + +Character set encoding: ASCII + +*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN *** + + + + +Produced by Jeroen Hellingman +and the Online Distributed Proofreaders Team + + + + +REIZE NAAR SURINAMEN EN GUIANA. IV. + + + +REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA; + +DOOR DEN CAPITAIN JOHN GABRIEL STEDMAN. + +MET PLAATEN EN KAARTEN. + +NAAR HET ENGELSCH + +VIERDE DEEL. + +TE AMSTERDAM, BY +JOHANNES ALLART, +MDCCC. + + + +INHOUD DER HOOFTSTUKKEN. + +XXIX. HOOFTSTUK. + +Byzonderheden, betreffende den beruchten GRAMAN QUACY.--Beschryving +van eene Koffy-Plantagie.--Ontwerp tot verbetering van de Volkplanting +van Surinamen.--Verscheiden zoorten van visschen.--Nieuwe trek van +wreedheid.--Voorbeeld van menschlievendheid.--De krygsbende van den +Colonel FOURGEOUD wordt wederom ingescheept. + +XXX. HOOFTSTUK. + +De Schepen ligten het anker, en steken in Zee. Overtocht.--Het +Zee-paard.--De Noord-kaper.--De Haay.--De Zuiger-visch.--Het +Lootsmannetje.--De Bruinvisch.--Zee-orkaan.--De schepen landen in Texel +aan.--Ontscheping van het krygsvolk in de Stad 's Hertogenbosch.--Dood +van den Colonel FOURGEOUD.--Besluit. + + +AANHANGZEL. + +VOOR-BERICHT. + +EERSTE BRIEF. + +Van den aart der Landen, derzelver vruchtbaarheid en plaatselyke +ligging. + +TWEEDE BRIEF. + +Van de manier, om te arbeiden aan Dykagien, uitwaterende Vaarten, +Sluizen en ander werk, het welk noodig is, om het Land ter bebouwing +gereed te maken. + +DERDE BRIEF. + +Van het planten en aankweeken van Koffy, en van de noodige +levensmiddelen tot onderhoud van de Planters; van het oogsten +en bewerken der Koffy; van de gebouwen, en verdere noodzakelyke +inrigtingen tot eene groote Koffy-Plantagie, volgens het gebruik der +Hollandsche Volkplantingen in Guiana. + +VIERDE BRIEF. + +Antwoord op de drie eerstgemelde Brieven, waar by de Fransche Ingezeten +de vraag omtrent de afschaffing der slavernye, in de Volkplantingen, +alwaar dezelve nog plaats heeft, opzettelyk behandelt: hy raadt om +deeze verandering, die noodzakelyk geworden is, te bevorderen; en +geeft de middelen aan de hand, om daar toe te geraken, zonder aan +den voorspoed der Volkplantingen nadeel toe te brengen. + + + +TWEEDE AANHANGZEL, + +OF + +BESCHRYVING DER VOLKPLANTING VAN CAYENNE. + +I. HOOFTSTUK. + +Aardrykskundige Beschryving van Fransch Guiana. + +II. HOOFTSTUK. + +Luchts-gesteldheid in Fransch Guiana. + +III. HOOFTSTUK. + +Geschiedkundige opgaave, betrekkelyk Fransch Guiana. + +IV. HOOFTSTUK. + +Bevolking van Fransch Guiana. + +V. HOOFTSTUK. + +Zeden en gewoonten der Indianen. + + +VI. HOOFTSTUK. + +Behandelingen, welken de Indianen in Fransch Guiana ondergaan +hebben.--Middelen om hun voor de Volkplanting nuttig te maken. + +VII. HOOFTSTUK. + +Hooge en laage landen.--Timmerhout.--Voortbrengzels van Fransch +Guiana. Levensmiddelen, tot de tafel dienende. + + + + +REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA. + + +NEGEN-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Byzonderheden, betreffende den beruchten GRAMAN QUACY.--Beschryving van +eene Koffy-Plantagie.--Ontwerp tot verbetering voor de Volkplanting +van Surinamen.--Verscheiden zoorten van visschen.--Nieuwe trek van +wreedheid.--Voorbeeld van menschlievendheid.--De krygsbende van den +Colonel FOURGEOUD wordt wederom ingescheept. + +Andermaal in de hoofdstad te rug gekomen zynde, en van de beleefdheid +van anderen geen misbruik willende maken, huurde ik een klein, maar +gemakkelyk huis, aan den waterkant gelegen, en alwaar wy byna zoo +gelukkig leefden, als op de Hoop. + +Het eerste bezoek, dat ik ontfing, was van den Capitain LEWIS, die +my berigtte, dat MACDONALD, die dankbaare matroos, van wien ik hier +boven gesproken heb, op zyne te rug reize, na eenen tocht van twaalf +dagen was overleden. Deeze brave jongen had den Capitain verzocht my +van zynent wegen te groeten, en my ter hand te stellen de schelp van +paarel d'amour, met zilver omzet, welke ik hem gegeven had. + +Een groot aantal Planters en Colonisten wenschten ons geluk met +onzen goeden uitslag tegen de muitelingen, De beruchte GRAMAN QUACY +vertoonde my ook den fraaijen rok, en gouden gedenkpenning, hem door +den Prins van Oranje geschonken. Deeze Africaan, want hy was van +de kust van Guinee geboortig, vond middel, om, door zyn inneemend +character en door zyne slimheid, zig niet alleen de vryheid, maar +zelfs een gemakkelyk leven, te bezorgen. + +Onder de slaven van het laagste zoort den naam van Lockoman, +of toovenaar, verkregen hebbende, werd 'er op de Plantagien geene +misdaad gepleegd, of GRAMAN QUACY wierd geroepen, om den schuldigen +te ontdekken; het geen hy zeer dikwils deed, uit hoofde zyner +doorzichtigheid, geholpen door het vertrouwen, het welk de Negers +op zyne tooverstreeken stelden, en door het gezag, het welk hy op +hen verworven had. Dienvolgende kwam hy groote onheilen voor; en +tot belooning van zyne diensten, ontfing hy nu en dan aanzienlyke +geschenken. De bende Jagers, en, alle de vrye Negers, waren aan zynen +invloed onderworpen. Hy verkogt hun zyne obias of tooverbanden, om hen +onkwetsbaar te maken, en hun daar door alle vrees te benemen. Door +deeze kunstgreep had hy aan de Volkplanting grooten dienst gedaan, +en tevens goed zyn beurs gemaakt. De Negers baden hem als een God +aan. Het maken van zyne tooverbanden kostte hem weinig: zy bestonden +uit kleine steentjes, zeeschelpen, klein gehakt hair, vischgraaten, +vederen, enz. dit alles wel by elkander gebonden, en een pakje +uitmakende, wierd met een catoen lint om den hals gehangen, of aan +eenig ander gedeelte van het lichaam geplaatst. Hy had, in 't jaar +1730, het geluk, om eenen geneeskrachtigen wortel te ontdekken, die +naar hem Quassie- of Quacy-hout genoemd wierd. [1] Schoon dezelve +thans in Engeland minder beroemd is, dan voor deezen, beschouwt men +dien echter als een zeer krachtig middel tot versterking van de maag, +en herstelling van eetlust. Behalven deeze eigenschap, levert dezelve +ook een krachtig middel tegen de koorts op. + +De heer D'AHLBERG, dien ik reeds in het verhaal van deeze reize +genoemd heb, maakte, in 't jaar 1761, het Quasie-hout aan den beroemden +LINNAEUS bekend, en deeze Zweedsche Natuurkenner heeft naderhand eene +verhandeling over deeze plant geschreven. Door middel van deeze +gewichtige ontdekking, zoude QUACY groote rykdommen hebben kunnen +verzamelen, zoo hy zig niet aan een liederlyk leven en verkwistingen +had overgegeven, waar van de gevolgen zwaare ziekten waren, en +inzonderheid de melaatsheid, die, zoo als ik reeds gezegd heb, +volstrekt ongeneeslyk is. Hy moet niettemin eenen hoogen ouderdom +bereikt hebben, schoon hy den juisten tyd van zyne geboorte niet wist, +maar hy was dikwils gewoon te verhaalen, dat hy als trommelslager +diende, en op de Plantagie van zynen meester alarm sloeg, toen de +Fransche Admiraal, JACQUES CASSARD, in 't jaar 1712, de Surinaamsche +Volkplanting onder schatting stelde. + +Het Portrait van deezen buitengewoonen man, met zynen gryzen kop, +en zyn scharlaken en blaauwen rok, met goud omboord, afgereekend +hebbende, biede ik het zelve den lezer aan. + +Zelfs in de week van myne te rug komst op Paramaribo, ondervonden +wy nieuwe bewyzen van de goede uitwerkingen, welken de tooverbanden +van GRAMAN QUACY te weeg bragten. Een Capitain der Jagers, HANNIBAL +genaamd, bragt aldaar twee handen van twee oproerige Negers, die hy +ontmoet, en zelf gedood had. Eene van die handen was afgehouwen aan +den Neger CUPIDO, in 't jaar 1774, gevangen genomen door den Colonel +FOURGEOUD, die hem in de bosschen agter aan voerde, tot dat het aan +deezen Neger, in weerwil van de ketenen, waar aan hy geboeid was, +gelukte te ontsnappen. + +Myne vrienden een bezoek gevende, ging ik den heer ANDREAS REYNSDORP +zien, die my een liskoord en een knoop van een hoed, met diamanten, +toonde, die hem twee honderd guinies gekost hadden.--Zoo groot is de +weelde in Surinamen. Deeze pracht was nog verre beneden die van den +heer D'AHLBERG die behalven eene goude snuifdoos, met edele gesteenten +omzet, en hebbende de waarde van 600 ponden sterlings, my twee stukjes +zilver geld vertoonde, met goude randen, en met diamanten omzet, met +dit opschrift: Soli Deo gloria, fortuna beatum &c. My niet hebbende +kunnen wederhouden, om hem myne verwondering te kennen te geven, dat +hy zoo byzonder veel werk maakte van twee zulke ligte stukjes, gaf hy +my ten antwoord, dat dit al het gereed geld was, het welk hy bezat, +toen hy uit zyn vaderland, Zweden, in deeze Volkplanting kwam.--Werkte +gy? zeide ik hem.--Neen.--Vroeg gy om een aalmoes?--Neen.--Gy hebt +evenwel niet gestolen?--Neen; maar, onder ons, ik gedroeg my als een +geestdryver; het geen nu en dan zeer noodzakelyk is, en de drie andere +kostwinningen overtreft. Ik zal nog een voorbeeld bybrengen van de +buitensporigheid van zommige inwooners deezer Volkplanting. Twee van +hun geschil hebbende over een koets, die zeer cierlyk gebeeldhouwd en +zeer kostbaar was, zynde kortlings uit Holland aangekomen, moest men +zyne toevlucht nemen tot de rechtbank, om te weten, aan wien dezelve +toebehoorde; en geduurende den tyd, dat het twistgeding duurde, bleef +het rydtuig in de open lucht staan, en verloor al deszelfs waarde. + +Den 10den February, wanneer de meeste onzer Officieren te Paramaribo +te rug gekomen waren, gaf de Colonel hun, in het hoofd-kwartier, +een zoo genaamd festyn. Met de vreugde op het aangezicht geschilderd, +gaf hy ons kennis, dat hy zynen tocht ten einde gebragt had. Zonder +veel bloed te vergieten, had hy zyn oogmerk volmaakt bereikt, door +een-en-twintig gehuchten of dorpen te vernielen, en twee honderd +velden te verwoesten, waar op allerleije zoorten van planten groeiden, +van welken het bestaan der muitelingen afhing. Hy bevestigde ons ook +de tyding, dat zy byna allen de Rivier Maroni waren overgetrokken, +en zig in de Fransche Volkplanting van Caijenne hadden nedergezet, +alwaar men hun niet alleen eene schuilplaats verleende, maar zelfs +alles verschafte, wat zy benoodigd hadden. Wy wenschten hem van +goeder harten geluk, en wy dronken driewerf den voorspoed van de +Surinaamsche Volkplanting, welkers toekomende veiligheid afhing van +het nieuw cordon, of van den verschansten weg, die door het krygsvolk +der Societeit en de Neger-jagers verdedigd wierd. + +De Colonel FOURGEOUD, en zyne krygsbende, worden, in het werk +van Dr. FERMIN, twee malen aangehaald als de redders deezer +Volkplanting. De Abt RAYNAL spreekt 'er ook met zeer veel roem +van, en zyne loftuitingen zyn met de rechtvaardigheid en waarheid +overeenkomstig. Eene zaak is 'er, die den Colonel oneindig veel +eere aandeed, namelyk dat, hoe zeer hy zyne soldaten op geenerhande +wyze spaarde, hy nimmer eenen gevangen muiteling in koelen bloede +deed ombrengen; ja zelfs, wanneer het hem mogelyk was, ontweek hy om +denzelven in handen van den Rechter over te leveren. Hy wist, dat zyn +plicht medebragt de muitelingen te verjagen; maar hy wist ook tevens, +dat geweldadige en onmenschelyke mishandelingen hen tot muiterye hadden +doen overslaan. Ik zelf, die, in de drie eerste jaaren, door hem op +eene ongepaste manier vervolgd wierd, moet tot zynen roem verklaren, +dat hy onvermoeid in den dienst was, en dat hy, in weerwil van eenige +gebreken, een uitmuntend Officier was. + +De Bevelhebber melde ons bovendien, dat twee schepen, die met +krygsbehoeften voor ons geladen waren, op de reede van Texel waren +gestrand; maar dat men een gedeelte van hunne lading geborgen had, +en in twee andere schepen overgeladen, die in de Rivier Surinamen +aankwamen. + +Ik stond toen in zulk eene blakende gunst by den Colonel, dat hy my +zelfs tot zynen vertrouweling nam. Ik wist daar door zyn voornemen, +om het nieuwlings ontscheepte krygsvolk nog verscheiden maanden +na ons vertrek in 't veld gelegerd te houden, welke ongemakken zy +'er ook door lyden mogten. Hy noemde my vervolgens de Officiers, +welken hy, na zyne aankomst in Holland, wilde tegenwerken, als mede +welken hy door zyne aanbeveeling wilde doen bevorderen; maar ik nam de +vryheid hem hier in de reden te vallen, en op myne eer te verklaren, +dat de eerstgemelde door my weten zouden het gevaar, dat hun over 't +hoofd hing, zoo hy 'er by bleef, om zulk een onrechtvaardig ontwerp +ter uitvoer te brengen. Deeze verklaring bragt ten minsten die goede +uitwerking te weeg, dat het gesprek van zulk een onaeangenaam voorwerp +wierd afgeleid. Ik verzogt hem vervolgens, "dat hy zig de noodlottige +gesteltenis herinneren zoude, waar in dit zelfde volk zig bevond +aan de Cassipory-Kreek, terwyl hun Heelmeester goude horologien, en +diamanten ringen overwon, met het genezen van de ingebeelde ziekten +der aanzienlyke lieden op Paramaribo". Hy antwoordde my: Gy zyt een +braave jongen; en beloofde 'er aan te zullen gedachtig zyn. + +Ik wierd toen door Capitain MACNEYL genoodigd, om eenige dagen op +zyne Koffy-Plantagie te gaan doorbrengen; maar, hoe zeer ik deeze +uitnoodiging niet konde aanneemen, zal ik my echter van deeze +gelegenheid bedienen, om de nuttige plant, Koffyboom genaamd, te +beschryven, die, niet oorsprongelyk uit Guiana herkomstig zynde, +zoo men zegt, door den Graaf DE NEALE te Surinamen gebragt wierdt, +schoon zommige Schryvers daar van de eer geven aan zekeren zilversmit, +HANSBACH genaamd. + +De Koffy-boon [2] koomt voort van den Koffy-boom, welke eene bevallige +gedaante heeft, en die men niet hooger laat groeijen, dan tot een mans +hoogte, om de vrucht des te gemakkelyker te kunnen plukken. De schors +van deezen boom heeft eene helder bruine kleur; en zyne bladeren, +zynde altyd groen, glad, glinsterend en hoog gekleurd var boven, +bleek van onderen, uitgesneden, maar zonder getand te zyn, aan de +beide einden puntig, aan de buitenkant stomp, drie of vier duimen +lang, en omtrent twee breed, zitten aan zeer korte steelen, en eene +uitspringende kant verdeelt dezelve benedenwaarts in twee gelyke +deelen. De boom is 'er geheel mede bedekt, en zyne takken spruiten op +eenen kleinen afstand van den grond uit. Deszelfs bezien zyn eirond, +in 't begin groen, en langzamerhand van kleur veranderende tot dat +zy ryp zyn, wanneer zy eene heldere roode kleur vertoonen, even als +de kerssen. Het vleesch van elk deezer bezien, hebbende eenen vry +aangenaamen zoetaechtigen smaak, eene speceryen geur, en eene bleeke +kleur, omgeeft twee nootedoppen, die dicht aan elkander zitten, en +elk eene halve boon of zaad bevatten van een kraakbeenigen aart, eene +bleeke of geelaechtige groene kleur, eyrond, aan de eene zyde bolrond, +aan de andere plat, en aldaar over deszelfs geheele lengte met eene +zeer diepe groeve doorsneden. Men zegt, dat een Koffy-boom drie of +vier ponden koffy by elken oogst kan opleveren; en even als andere +plantgewassen van dit Land geeft dezelve twee malen 's jaars vruchten. + +De gebouwen op eene Koffy-Plantagie, bestaan in het huis van den +Planter, het welk men, om de aangenaamheid, doorgaans aan den +oever van eenige Rivier plaatst; en dicht daarby, gemakshalven, de +woning van den opzichter, van den boekhouder, de magazynen, en kleine +bergplaatsen. De verdere gebouwen, tot de bewerking geschikt, zyn eene +wooning voor den timmerman, een timmerwerf, een zoort van schuur om het +vaartuig in te bergen, twee koffy-huizen, het een, om de boon van het +verdere gedeelte der vrucht af te scheiden, en het ander, om dezelve +te laten droogen. Het overige bestaat in woningen voor de Negers, +in een hospitaal, een beestenstal, en magazynen. Het geheel heeft het +voorkomen van een klein gehucht. Het koffy-huis alleen kost zomtyds +vyf duizend ponden sterling, en zelfs meer. Maar om een volkomener +denkbeeld van het geheel te geven, verwyze ik den lezer naar de daar +van door my gemaakte afteekening. Hy zal op dezelve zien de plaats der +gebouwen, de velden in hunnen vollen groei, de paden, de grachten, +de Huizen, alles behoorlyk onderscheiden. Eene dergelyke Plantagie, +op die wyze gerangschikt, vereenigt in zig aangenaamheid, gemak, en +veiligheid: aangenaamheid, om dat zy volmaakt regelmatig is; gemak, +om dat alles aldaar onder het bereik en het oog van den Planter verrigt +wordt; veiligheid, om dat zy door eene zeer breede gracht omringd is, +waar in het water uit de Rivier loopt, en waar over een valbrug legt, +die des nachts wordt opgehaald, en alle gemeenschap van buiten afsnydt. + +De landen, tot bebouwing geschikt, zyn in groote vierkante vakken +verdeeld, waarop doorgaans twee duizend fraaije koffy-boomen staan, die +op den afstand van tien voeten van elkander geplant zyn. Deeze boomen, +die op de drie jaaren vruchten beginnen te dragen, hebben op de zes +jaaren hunnen volkomen wasdom bereikt, en worden dertig jaaren oud. In +plaats van de boomen, die sterven, plant men jonge loten, die uit eene +kweekery gehaald worden, zynde een zeer wezentlyk gedeelte, waar aan +eene Plantagie nimmer gebrek moet hebben. Ik heb reeds opgemerkt, +dat men twee maalen's jaars oogsten kan: de eerste heeft plaats op +het einde van de maand Juny, de andere op het einde van November. + +Het is in dit oogenblik niet onaeangenaam, Negers van allerleijen +ouderdom, deeze bezien van eene helder roode kleur te zien plukken; +en terwyl de meer bejaarden hunne taak afwerken, vermaken zig de +jongere, die reeds dezelve geeindigd hebhen, met onder een aangenaam +groen te stoeijen. + +Zy verschynen vervolgens allen voor den Opzichter, die de geenen, wier +manden niet vol genoeg zyn, doet zweepen, welke reden van verschooning +zy ook mogen bybrengen. Dit gedaan zynde, worden de vruchten in de +schuur gebragt, en de slaven keeren naar hunne woningen te rug. Om het +vleesch der vrucht van de boonen af te scheiden, worden de vruchten +in een molen, die daar toe gemaakt is, gewreven; vervolgens worden de +boonen in water geworpen, waar in zy een nacht blyven; men spreidt ze +als dan uit op een zoort van dorschvloer, gemaakt in de open lucht, +en met platte steenen, om daar op de boonen te laten droogen. Deeze +bewerking afgeloopen zynde, begint men wederom eene andere, byna van +gelyken aart, daar in bestaande, dat men de boonen op den vloer van +eene zolder uitspreidt. Aldaar dampen zy uit, en droogen inwendig, en +men draagt zorg om ze dagelyks met houten schoppen om te roeren. Om +de drooging volkomen te doen zyn, werpt men deeze zelfde boonen in +kuipen, die op rollen loopen, en men draagt zorg, dat ze niet door +den regen nat worden. Men wryft ze vervolgens in houten mortieren, om +de schil of het vlies, waar mede de boonen in de vrucht aan elkander +vast zitten, van een te scheiden. De Negers doen dit werk op de maat, +onder een algemeen gezang. + +Eenige Koffy-Plantagien in Surinamen brengen jaarlyks meer dan +150,000 ponden gewicht voort; en, gelyk ik reeds heb opgemerkt, het +jaar voor onze komst, voerde men, alleen naar Amsterdam, 12,267,134 +ponden van dit aangelegen voortbrengzel uit, waar van de prys van +zeven tot agtien stuivers verschilde, maar die, midden door gerekend, +eene somme van 400,000 ponden Sterling opbrengen, zonder daar nog by +te rekenen het geen naar Rotterdam en Zeeland verzonden wierd. + +Dit is genoegzaam tot betoog, dat het aankweken der koffy allen +aandacht van de Planters verdient. Ten aanzien van derzelver +hoedanigheden is het onnoodig den lezer te onderhouden. + +Met deeze beschryving zal ik de waarnemingen eindigen, door my omtrent +de voortbrengzels van het Planten-ryk in deeze Volkplanting gemaakt, +naar mate dezelve zig aan my aanboden. Ik zal 'er echter byvoegen, +dat de verscheidenheid en buitengewoone eigenschappen der boomen, +planten, wortelen, enz. in dit Land, van dien aart zyn, dat zelfs de +oudste inwooners dezelven niet volkomen kunnen kennen. + +Het is eenige jaaren geleden, dat de Graaf GENTILLY, een kundig man, +met verscheiden Indianen de woestenyen van Guiana doorreisde. Hy +had een aantal aanmerkingen verzameld, waar uit de Kruidkunde groote +voordeelen stond te trekken, toen hy door eene kwaadaeartige koorts +wierd aangetast, die hem in het midden zyner zoo gewichtige als +nuttige werkzaamheden in het graf sleepte. + +Na alzoo myne berichten nopens de verschillende voortbrengzels deezer +Volkplanting, voornanamelyk catoen, suiker, cacao, indigo en koffy, +geeindigd te hebben; na herhaald te hebben, dat de onderscheidene +boomen, heesters, planten, wortels, gommen, en welriekende dingen, +welken men aldaar ontmoet, uittermaten talryk zyn, en allen van +eene uitmuntende hoedanigheid, is my thans nog overig de belofte te +vervullen, door my gedaan, om aan het oordeel van het publiek eenige +aanmerkingen te onderwerpen, waar van de gevolgen, wanneer ze beoeeffend +werden, een oneindig nut aan alle de West-Indische Volkplantingen +zouden aanbrengen, en haar groote rykdommen verschaffen, tevens het +geluk der slaven bevorderende, zonder dat men noodig zoude hebben +tot den handel op de kust van Guinee zyn toevlucht te nemen, om het +dagelyks verlies der Negers te herstellen. Maar het is noodzakelyk +voor af de manier aan te wyzen, op welke zy gerangschikt en behandeld +worden, overeenkomstig de byzondere gewoonte van deeze Volkplanting; +ik zal vervolgens opgeven, hoe zy, niet alleen volgens de wetten der +menschelykheid, maar ook volgens die van het gezond verstand behooren +te zyn. + +Ik heb reeds doen opmerken, dat 'er 75,000 slaven van allerleije +benamingen in Surinamen zyn. Om een getal te hebben, het welk zig +gemakkelyker laat verdeelen, zullen wy het stellen op 80,000, en, +daar de Plantagien een getal van 800 beloopen, veronderstellen, +dat elke Plantagie 100 slaven heeft, (schoon verscheiden derzelven +'er niet meer dan 24, en andere wederom 400 hebben,) dus zullen +wy het getal van 80,000 vinden. De volgende staat of tafel wyst de +onderscheidene diensten of werkzaamheden aan, waar toe zy gebruikt +worden. De eerste reije bevat het getal der slaven van alle ambachten, +die tot elke Plantagie behooren; de tweede, de by elkander gerekende +getallen over alle de Plantagien. + +Staat der Negers, zoo mannen als vrouwen, tot eene Plantagie +behoorende, volgens derzelver onderscheidene diensten. + + + Op een Op 800 + Plantagie. Plantagien. + +Vier mannen tot huisselyken dienst. 4 3,200 +Vier vrouwen, dito 4 3,200 +Een kok voor den Planter, +Opzichter, enz. 1 800 +Een jager 1 800 +Een visscher 1 800 +Een tuinman voor de bloem- en +moestuin 1 800 +Een Neger, die belast is met het +weiden van paarden en ossen 1 800 +Een om de geiten te weiden 1 800 +Een tot het weiden van de varkens 1 800 +Een Neger, wiens post is aan het +gevogelte eeten te geven 1 800 +Timmerlieden, om wooningen, +vaartuigen, enz. te bouwen 6 4,800 +Kuipers, om het vaatwerk te maken +en te herstellen 2 1,600 +Een metzelaar, om de steene +grondvesten te bouwen en te +herstellen. 1 800 +Negers, die eenig handwerk +oeffenen, en andere, die alleen +tot pronk dienen, wonende op +Paramaribo 15 12,000 +Een Neger, den post van +Heelmeester waarnemende 1 800 +Zieken en ongeneeslyken 10 8,000 +Eene minne voor de kinderen, die +door hunne moeders niet gezoogd +kunnen worden 1 800 +Zeer jonge kinderen, die nog geen +arbeid kunnen doen 16 12,800 +Negers, die te oud zyn om te werken 7 5,600 +Negers, alleenlyk geschikt om op +het Land te arbeiden 25 20,000 + --- ------- +Het geheele getal der slaven 100 80,000 + + +Uit deezen Staat kan men zien, dat het getal der slaven, die +verwezen zyn om den geheelen last van den arbeid op het veld te +dragen, slechts een vierde bedraagt van de gezamentlyke Negers +der Volkplanting; en deeze zyn het voornamelyk, die vroegtydig +sterven. Is het dus niet klaar, dat indien men tot den zelfden arbeid, +met zoo veel gestrengheid, de vyftig duizend slaven gebruikte, die +daar toe bruikbaar zyn, het getal der dooden, jaarlyks op vyf van +'t honderd beloopende, ten minsten tot twaalf vermeerderen zoude, +en deeze bevolking, in een weinig meer dan agt jaaren tyds, volkomen +vernielen zoude. + +Na getoond te hebben, hoe de slaven verdeeld worden, moet ik kortelyk +opmerken, dat zoo al dertig duizend van dezelven met meerder gemak +leven, dan het gemeene volk in Engeland; en andere dertig duizend +een ledig leven leiden, of ten minsten een leven, het welk tot in +standhouding der Plantagien van geen nut is; de twintig duizend, die +dan nog overig zyn, over 't algemeen onder de ellendigste schepzels, +die op aarde woonen, gerangschikt kunnen worden. Men geeft hun +naauwlyks te eeten, men put hen uit door vermoeijing, men mishandelt +hen, men ryt hen door wreede straffen van een, zonder te gedogen, +dat zy hunne vorderingen en klachten laten hooren, zonder dat men naar +hunne verdediging begeert te luisteren, zonder dat men hun by eenige +gelegenheid het minste recht laat wedervaren; en op die wyze kan men +hen als levendig dood beschouwen, dewyl zy geene der voorrechten van +de menschelyke maatschappy genieten. + +Ik moet aan ieder mensch van gezond verstand vragen, of eene dusdanige +verdeeling niet strydig is met het waar belang der eigenaars, +terwyl dezelve door een verstandiger bestuur hunne rykdommen zouden +vermeerderen, en het leven van hunne slaven zoo zeer niet verkorten? + +Indien de onbedachtzaame inwooners deezer Volkplanting hunne weelde, +ik zal niet zeggen 'er van afzien, maar matigen wilden, zouden ten +minsten twintig duizend Negers by het getal der arbeidende gevoegd +worden, het geen door aan de lediggangers werk te verschaffen, +de anderen oneindig ontlasten zoude, en (mits zy allen met minder +wreedheid behandeld werden,) het zoort van sterfte zoude doen ophouden, +die zoo algemeen het lot der eerstgemelden is. + +Maar de hervorming moet begonnen worden met menschen, wier gedrag +ten voorbeelde strekken kan. Het is noodig, dat zy, wien het +uitvoerend gedeelte van het bestuur wordt toebetrouwd, geen belang +hebben, om de oogen te sluiten voor buitensporigheden, die by de +wetten verboden zyn: het is noodig, dat nimmer de Gouverneur, en +Regeeringen der Volkplanting, eigenaars zyn van een grooter getal +slaven, dan, overeenkomstig hunnen rang, tot den huisselyken dienst +by hun noodzakelyk is; want ik heb meer dan eens gezien, dat zy, +die de wetten maakten, of met derzelver uitvoering belast wierden, +de eerste waren, die dezelven overtraden, het zy door de Negers +te dwingen, om des zondags te werken, het zy door zig aan alle de +geweldadigheid hunner driften over te geven. + +Het is derhalven van aanbelang, dat de Gouverneur en de voornaamste +lieden der Regeering uit Europa gezonden worden; dat zy met de gaven +der fortuin, en de voordeelen van eene goede opvoeding begunstigd +zyn, maar bovendien, dat zy eenen edelmoedigen en standvastigen geest +hebben; dat zy onvatbaar zyn voor omkooping, en zig door den glans +van het goud niet laten verblinden; dat zy eindelyk met gevoelens +van eer en menschelykheid bezield zyn; dat het volk, aan het welk zy +eenen zoo wezentlyken dienst doen, dat de Volkplanting, welke zy zoo +kragtdadig beschermen, hun op eene edelmoedige wyze beloone; maar dat +hunne bezoldingen vast bepaald zyn, en niet van het zweet en bloed +dier ongelukkige Africaanen afhangen; dat deeze zelfde Regeeringen +wetten maken, waar by de arbeid der Negers bepaald wordt; dat deeze +door andere beschermende wetten gevolgd worden, die niet gedogen, +dat deeze ongelukkige slaven gefolterd, van een gereten, vermoord +worden, of dat men hun al het geen den mensch lief is, hunne kinderen +en vrouwen, onbeschaamdelyk ontroove; dat men hun behoorlyk voedzel +geeft, en hun in hunne ziekten laat oppassen; maar voornamelyk, dat +men hun recht laat wedervaren, dat men hen hoort, en hun toestaat, +om de buitensporigheden, waar over zy zig beklagen, door getuigen te +bewyzen, van welke kleur dezelve ook zyn mogen; dat men hun zelfs +een voorrecht laat genieten, het geen voor ons zoo dierbaar is, +om gevonnisd te worden door onaefhangelyke en onpartydige Rechters, +uit hunne landgenooten gekozen. Indien gy eindelyk wilt, dat zy als +menschen handelen en arbeiden, behandel hen dan op dien voet. + +Wanneer dusdanige wetten aangenomen en ter uitvoer gebragt werden, +durve ik verzekeren, dat de Europeesche volken oneindige voordeelen +van hunne Volkplantingen trekken zouden.--De Planters zouden ryk, en +hunne Opzichters ordentelyke lieden worden; de slavernye zoude dan meer +in naam, dan in de daad zyn; de Negers zouden hunne taak met vermaak +afwerken; de bevolking zoude vermeerderen, en de vervloekte handel op +de kust van Guinee zoude vernietigd worden. De eigenaars zouden hunne +slaven als hunne kinderen beschouwen, en als de zoodanigen, van welken +de vergrooting van hun fortuin afhangt; de slaven zouden van hunnen +kant den dag zegenen, dat hunne vooroeuders in America zyn aangeland. + +Den 16den, by zyne Excellentie den Gouverneur ter maaltyd genoodigd +zynde, liet ik hem zien de verzameling van myne teekeningen en +aanmerkingen, die ik rakende de Volkplanting van Surinamen gemaakt had; +hy wilde dezelvcn wel met zyne goedkeuring vereeren. Ik betuigde hem +myne dank-erkentenis, niet alleen voor alle de geschikte gelegenheden, +welken hy my bezorgd had, om dien arbeid aan te vullen, maar ook voor +het allervriendelykst onthaal, het welk ik, geduurende myn verblyf +in Guiana, van hem genoten had. + +Door de herhaalde betuigingen van zyne vriendschap aangemoedigd, +dorst ik, twee dagen daar na, hem een zeer buitengewoon verzoekschrift +aanbieden, het welk ik hem verzogt aan den Raad voor te dragen, zoo +als hy my ook al glimlagchende, en my de hand drukkende, beloofde. Zie +hier het zelve: + +Ik verbinde myn woord van eer, het eenigste goed, het welk ik, behalven +myne soldye, bezit, tot borge, dat, indien de Raad myn voorig verzoek +tot vrymaking van mynen geliefden zoon JOHNNY STEDMAN toestaat, +dit kind nooit ten lasten der Volkplanting van Surinamen komen zal. + + (Getekend) + +Paramaribo, +den 18. February J. G. STEDMAN. +1777. + + +Daar mede alles, wat van my af hing, gedaan hebbende, wagte ik eenige +dagen met angst, maar zonder hoop, het antwoord op myn verzoek af; +en ingevalle hetzelve ongunstig uitviel, zag ik my genoodzaakt mynen +zoon voor altyd te verlaten, of hem naar Europa mede te nemen, waar +door ik den dolk in het hart van zyne moeder gestoken zoude hebben. + +Terwyl ik aan deeze zorgelyke onzekerheid ten prooije stond, +wierden de Transport-schepen tot ons vertrek gereed gemaakt, en ik +was onder het getal der geenen, die belast waren dezelven van eenen +genoegzamen voorraad van hout te doen voorzien. De Officiers ontfingen +de agterstallige soldye, die men hun verschuldigd was; en dertien +soldaten verkregen hun pasport, van oogmerk zynde te Paramaribo te +blyven. De bekwaame Colonel betaalde ons andermaal in papier. De +Regeering had ons bovendien eenige honderde guldens toegestaan, om +ons schadeloos te stellen wegens de betaling van onderscheiden lasten, +maar men deed 'er nooit rekening van, of liever het was ons verboden om +'er van te spreken. + +Den eersten Maart, bragt een Sergeant, uit het leger aan de +Cassipory-Kreek, alwaar het nieuwe krygsvolk geposteerd lag, +aangekomen, bericht, dat de soldaten aldaar in grooten getale stierven, +en verhaalde, dat zeker soldaat, die den 10den February verdwaald was +geraakt, na verloop van zes-en-twintig dagen was te regt gekomen; dat +hy de eerste negen dagen van eenige ponden scheeps-bisschuit geleefd +had, en dat hy de zeventien andere dagen het leven alleen met water +behouden had; dat hy zyne stem geheel en al had verloren, en dat hy, +in de volste kragt van 't woord, slechts een geraamte vertoonde; maar +dat de zorge, voor hem genomen, hoop gaf, dat hy het leven behouden +zoude. Indien iemand weigert de mogelykheid van zulk een buitengewoon +geval te gelooven, laat hy dan lezen een echten brief van den heer +GODIN aan den heer DE LA CONDAMINE, waar in hy het tafereel schetst +van het verschrikkelyk lyden, het welk zyne vrouw onderging, by het +doortrekken der bosschen van Zuid-America, om zig van Rio-hamba naar +Laguna te begeven, in de maand October 1769. Hy zal daar uit kunnen +zien, hoe eene vrouw van een teeder gestel, na door de Indiaanen, die +haar tot leidslieden dienden, verlaten te zyn geworden; na haare beide +broeders, die onder den last van zoo veele vermoeyingen en ellende +bezweken, verloren te hebben; tien dagen lang het leven behield, in een +wild bosch, zonder eeten of drinken, onbewust, waar zy zig bevond, en +door tygers, slangen en allerleije zoorten van gevaaren omringd. Laat +men het omstandig verhaal van al het lyden deezer vrouw lezen, en +men zal aan het verhaal omtrent deezen soldaat niet meer twyffelen. + +Ik heb in de daad nu en dan gebeurtenissen overgeslagen, die men, +om haare vreemdheid, zoude hebben kunnen denken aan het wonderdadige +zeer naby te komen; maar wanneer men van de bosschcn van dit gedeelte +van America spreekt, is het nutteloos zyne toevlucht tot verdichtsels, +of zelfs tot de minste vergrooting te nemen, om den lezer te verbaazen. + +Zoude men by voorbeeld gelooven, dat tachtig soldaten een zwaar +bosch doortrekkende, de een na den ander een zoort van hoogte +beklommen, welke zy op hunnen weg ontmoetten, en voor een grooten ter +nedergevallen boom aanzagen, maar vervolgens onder hunne voeten voelden +beweegen, en die niet minder was, dan eene zeer groote Aboma-Slang, +welken de Colonel FOURGEOUD bevond dertig of veertig voeten lang te +zyn? en met dit al, het gebeurde is met de waarheid overeenkomstig. + +Ik beroep my op een ander geval van gelyken aart; van eenen +achtenswaardigen grysaart, FRANCIS ROWE van Philadelphia, die my +verhaalde, dat hy aan een van zyne vrienden een bezoek zynde gaan +geven, zyn paard eensklaps stil stond, verschrikt zynde door een +zeer grooten ratelslang, die het voorbygaan belette. ROWE, die +van het gewaand vermogen, aan dit zoort van dieren toegeschreven, +had hooren spreken, en daar aan geloofde, steeg van zyn paard af, +om het zelve te doen omkeeren; maar de slang, zig intusschen in +malkander gekronkeld hebbende, liet het verschrikkelyk geluid van +zyne staart hooren, en keek hem met zulke vuurige oogen aan, dat +deeze onbeweeglyk op den grond bleef staan, en een koud zweet hem +van het hoofd tot de voeten afliep; "met dit al, dus vervolgde ROWE, +myne tegenwoordigheid van geest niet verloren hebde, wierd de vrees +door mynen moed spoedig overwonnen; ik naderde het monster, en met +eenen slag sloeg ik het de herssens in". + +Den 3den Maart, ging myn vriend DE GRAAF naar het Eyland St. Eustatius, +alwaar zyn broeder Gouverneur was, te scheep, om zig van daar +naar Holland te begeven. Tot myn groot genoegen nam hy HENDRIK, den +jongsten broeder van JOANNA, met zig, en bezorgde hem vervolgens zyne +vryheid. Ik zakte met hun de Rivier af, tot aan Kaap Braam, alwaar ik +hun eene goede reize wenschte. My vervolgens in een visschers vaartuig +naar 't strand begevende, bekroop my de lust, om in den Atlantischen +Oceaan te gaan zwemmen. + +In dit zelfde vaartuig zag ik eene groote meenigte visschen, waar onder +de zulken gevonden wierden, van welken ik nog niet gesproken heb, +als daar zyn de Geel-rug, de Wipi en de Waracou. De eerste ontleent +zyn naam naar zyne kleur, volmaakt gelykende naar die van een limoen, +maar zyn buik is wit. Hy is twee of drie voeten lang. Zyn kop is zeer +breed, en van twee lange knevels voorzien. Zyn lyf is dun en zonder +schubben. Het vleesch van deezen visch is smakeloos en droog. De +twee andere zyn zeer klein: de een gelykt naar een zweep; de ander, +die lekker om te eeten is, heeft voor 't overige niets, het welk eene +byzondere beschryving verdient. + +Den 8sten Maart vierden wy in het hoofd-kwartier den verjaardag van +den Prins van Orange. Na den maaltyd vernemende, dat de Capitain VAN +GUERICK, Adjudant van den Colonel FOURGEOUD, den Capitain BOLTS te +onrecht laakte, uit hoofde zyner aanbeveeling van een jong vrywilliger, +een mensch van een uitmuntend character, maar die weinige vrienden tot +zyne voorspraak had, ging ik in den kring, die hen omringde, en deed +vry ernstige verwytingen aan den Adjudant, zelfs in tegenwoordigheid +van den Colonel, het geen een geschil veroeorzaakte, waar van het +gevolg was eene uitdaging tegen des anderen daags morgens by het +opkomen van de zon. Wy bevonden 'er ons beiden op den bepaalden tyd, +en gingen zonder medehelpers ter zyde af in de Savane, alwaar wy, met +den degen in de vuist, eenige vrugtelooze aanvallen deeden, waar na, +den degen van den Capitain in tween gebroken zynde tegen het gevest +van den mynen, die byna door en door was gestoken, hy geheel in myne +macht was. Ik wilde van dit voordeel geen gebruik maken, en bood hem +aan, om het gevecht op nieuw te beginnen, met nieuwe wapenen: maar +hy vond dit voorstel zoo edelmoedig, dat hy, my by de hand vattende, +my verzocht hem myne vriendschap wederom te geven. Wy erkenden toen, +dat wy beiden al te driftig geweest waren, en gingen oogenblikkelyk +een bezoek geven aan den Capitain BOLTS, die niets van onze wandeling +van des morgens wist. Hy verzoende zig, schoon met moeite, met den +Adjudant, en de geheele zaak wierd op die manier bygelegd. + +Den 10den, bragt ik het grootste gedeelte van den dag by den Gouverneur +door; des avonds ging ik aan boord, om de toebereidzels onzer reize +te bezichtigen. Ik vond onze goederen zoodanig door muizen en rotten +beschadigd, dat ik wel zes katten noodig had, om die dieren uit te +roeijen. De katten zyn, uit hoofde van de warmte der luchtstreek, zoo +levendig en zoo talryk niet in Surinamen, als in Europa; ik merkte +ook op, dat zy kleiner en magerer zyn, en dat zy zeer spitse ooren +en bek hebben. + +Den 11den, zag ik met de grootste smart en verwondering de jonge +Juffrouw JETTY DELAMARE, dochter van wylen den heer DELAMARRE, een +fraai Mulatten meisjen, ten hoogsten veertien jaaren oud, die in den +Christelyken Godsdienst onderwezen was, en eene volmaakte opvoeding +genoten had, in ketenen geboeid, gelyk ook haare moeder, en eenigen +van derzelver naastbestaanden, en door een wacht van soldaten voor den +Raad gebragt wordende. Dit jong ongelukkig meisjen my herkend hebbende, +riep my, en zeide my, bitterlyk schreiende: "dat de eigenaar, aan wien +haare moeder toebehoorde, SCHOUTEN genaamd, haar voor de Rechtbank +deed brengen, om dat zy weigerde het werk van eene gewoone slavin +te verrigten, vermits zy buiten staat was zulks te doen, en ook, +volgens de opvoeding, welke zy ontfangen had, tot op dit akelig +oogenblik daar op nimmer had gerekend". + +De wetten van dit Land noodzaakten haar, niet alleen om zig aan dit +ellendig lot te onderwerpen, maar zy veroeordeelden haar bovendien, +als mede haare moeder, en die geenen van haare naastbestaanden, +welken men verdagt hield, dat haar in de vordering van haare vryheid +zouden begunstigen, om in het geheim de straf te ontfangen, die voor +de slaven geschikt was; en zonder de menschlievendheid van den Fiskaal +WICHERS zoude dit verschrikkelyk vonnis zekerlyk ter uitvoer gebragt +zyn geworden. + +Zie daar, welke de gevolgen waren van de weinige zorge, die DELAMARE +had aangewend, om aan zyne dogter en derzelver moeder haare vryheid te +doen erlangen. De smartelyke vertooning, waar van ik oog-getuige was, +deed my voor mynen zoon beven; maar myne vrees was niet van langen +duur; want dien zelfden dag, op het oogenblik, dat ik zulks het minst +verwagtte, ontfing ik eene zeer beleefde boodschap van Gouverneur en +Raaden, medebrengende: "Dat de Raad, overwogen hebbende myne diensten, +myne menschlievendheid, en de oprechtheid, waar mede ik myn woord van +eer tot borg voor mynen zoon aanbood, ten einde hem, alvorens hem te +verlaten, een vry burger der weereld te zien; eenparig besloten had, +my by eenen brief plechtiglyk kennisse te geven, dat zonder verderen +omslag of kosten, myn verzoek was toegestaan; en dat, uit kragte van +dien, myn zoon voor altyd vry was". + +Niemand gaat schielyker van overmaat van smarte tot die van vreugde +over, dan ik zelf op dit oogenblik. De gevoelige JOANNA stortte +tranen van teederheid en erkentenis. Wy gevoelden ons geluk des te +sterker, om dat wy alle hoop verloren hadden, en byna veertig kinderen +van beiderleije kunne thans aan eene altoosduurende slavernye door +hunne vaders waren overgelaten, waar van zommige zelfs zig niet eens +verwaardigden, om eenige tyding van hun te vernemen. + +Eene omstandigheid, die my in de daad zeer buitengewoon toescheen, +bestond hier in, dat, schoon zommige fatsoenlyke lieden myne +gevoeligheid ten hoogsten prezen, het grootste getal echter myne +vaderlyke teederheid afkeurde, en dezelve als zwakheid of dwaasheid +beschouwde. In de eerste vervoering van myne vreugde, schoon ik +weinige goederen bezat om over te beschikken, maakte ik een uitersten +wil ten voordeele van dit geliefde kind. Ik benoemde de heeren GORDON +en GOURLAY tot uitvoerders van denzelven, en tot voogden over mynen +zoon, geduurende myne afwezigheid. Ik stelde hun vervolgens alle myne +papieren verzegeld ter hand, met verzoek dezelven te bewaren, tot +dat ik ze weder zoude opeisschen, of tot mynen dood; en dit gedaan +zynde, ging ik een bezoek geven aan den heer SNYDERHANS, Predikant +te Paramaribo, om hem te verzoeken tot het bepalen van eenen dag, +op welken JOHNNY STEDMAN zoude kunnen gedoopt worden. [3] + +Den 18den, kwam het overschietend krygsvolk van den Colonel +FOURGEOUD uit het leger aan de Cassipory-Kreek, en wy zetteden alle de +toebereidzels tot ons vertrek met yver voort. De vreugde, die het klein +getal zee-soldaten, welke hunne medgezellen overleefden, wegens het +te rug keeren naar hun vaderland gevoelde, was oorzaak, dat zy hunne +agterstallige soldye, welke zy ontfingen, aan overdadige verteeringen +besteedden, die gelegenheid gaven tot twisten, zoo onder elkander, als +met de soldaten van 's Compagnies krysvolk. Verscheiden wierden gewond, +anderen afgeklopt; en de rust herstelde zig niet dan met veel moeite. + +Het oogenblik van ons vertrek steeds meer en meer naderende, verliet +ik myne wooning; en, op de uitdrukkelyke uitnoodiging van Mevrouw +GODEFROY, bragt ik eenige dagen door in het huis, het welk zy in het +midden van haaren fraaijen tuyn, en onder de schaduwe van tamarinde- +en oranje-boomen, had laten bouwen, om JOANNA en haaren zoon daar in +te ontfangen, aan wien zy bovendien twee Negerinnen gaf, om haar te +dienen. Deeze aangenaame wooning was wel voorzien van huisraad, het +welk fraaiheid en gemak zamenpaarde. Hoe gelukkig zoude ik geweest +zyn met myn leven aldaar door te brengen.--Maar het noodlot had dit +anders bepaald. + +Den 22sten, vervoegde ik my met den Capitain SMALL, (die voor twee +maanden verlof had gekregen,) by den Predikant SNYDERHANS, welke, +tot myne groote verwondering, weigerde mynen zoon te doopen, onder +voorwendzel, dat ik, naar Holland vertrekkende, geene zorge konde +dragen, dat hy eene Christelyke opvoeding ontfing. Ik gaf hem ten +antwoord, dat ik mynen zoon aan voogden toevertrouwde; maar alle +vertogen waren vrugteloos; en aan dit styfhoofdig mensch geene reden +kunnende doen verstaan, ging ik heen, onder betuiging, dat al wilde +hy nu zelfs in het verzogte toestemmen, ik het niet begeeren zoude. + +Vermaken en vreugde heerschten toen te Paramaribo, even als by +onze aankomst. In alle wyken gaf men middag- en avond-maaltyden +en dans-partyen; maar ik was by geene, dan by die van myne beste +vrienden, tegenwoordig, waar onder ik steeds den Gouverneur NEPVEU +rekende. Hy besloot alle deeze festynen, waar in de inwooners der +Surinaamsche Volkplanting zoo verkwistend zyn, met een der treffelykste +en kostbaarste maaltyden. + +Den 25sten, wierd al het goed aan boord van het schip gebragt. + +Ik ontfing eindeloos veel geschenken van alle de lieden, met welken +ik eenige vriendschap gehad had. Myn voorraad van allerleije zoort +zoude voldoende voor my geweest zyn, om 'er den aardbol mede rond +te reizen. In een klein kistjen met sterken drank, vond ik een +fles oprechte oranje-oly, en nog een, welke men hier noemt oly van +tonca boonen. De eerste wordt gemaakt van oranje-schillen, welken +men tusschen den duim en voorsten vinger drukt; een langwyligen en +verdrietigen arbeid. Eenige droppels van deeze oly met suiker zyn +uitmuntend tot versterking van de maag, herstelling van eetlust, +en bevordering der verteering. Men heeft slechts een droppel noodig, +om de geur door eene geheele kamer te verspreiden. De tonca-boonen +groeijen, zoo men zegt, in eene dikke vleesachtige vrucht, en op +een zeer grooten boom. Ik heb geene andere dan drooge gezien, en dan +gelyken zy veel op pruimen. Zy dienen om aan de tabak, zoo in bladen, +als om te snuiven, een aangenaamen geur mede te deelen. + +Den 26sten, gingen wy gezamentlyk van zyne Excellentie den Gouverneur +afscheid nemen. Eenige oogenblikken daar na, kwamen de Officiers +van het krygsvolk der Societeit in het hoofdkwartier, om ons eene +behoudene reize toe te wenschen. + +De Colonel FOURGEOUD, ons dien zelfden dag ter maaltyd onthaald +hebbende, drukte my twintig malen de hand na den maaltyd, zeggende: +"Dat ik die jongeling was, dien hy op de weereld het meest beminde, +om dat, indien hy my bevolen had in het vuur of in het water te +loopen, ik het gedaan zoude hebben". Hy voegde 'er nog andere +beleefde aanmerkingen by; maar ik erken, dat, schoon ik wist te +vergeven, ik de verschrikkelyke gevaaren en onheilen, waar aan ik +buiten noodzaak bloot gesteld was geworden, niet vergeten kon. De +Colonel berigtte my tevens, dat hy niet met ons vertrekken zoude; maar +dat hy voornemens was, met het overschot van het nieuwe krygsvolk, +in 't kort zyn Regiment te volgen; en dat hy, by zyne aankomst in +Holland, my alle diensten bewyzen zoude, waar toe hy eenigzints in +staat was. Welke ook de beweegreden van zyne schielyke verandering +ten mynen opzigte moge geweest zyn, het is my genoeg te zeggen, dat +'er toen geene twee betere vrienden waren, dan de Colonel FOURGEOUD, +en de Capitain STEDMAN. + +Des avonds van dien dag nam ik in korten tyd afscheid van Mevrouw +GODEFROY, van den Heer en Mevrouw DEMELLY, van den Heer en Mevrouw +LOLKENS, van den Heer en Mevrouw GORDON; van den Heer GOURLAY, van +den Capitain MACNEYL, en Doctor KISSAM, die my allen de grootste +beleefdheden en het levendigst belang, zedert myne komst in de +Volkplanting, betoond hadden; maar ik had te veel te doen met iemand, +die my veel liever was, dan dat ik, met van hun afscheid te nemen, +het leed gevoeld zoude hebben, het welk ik by eene andere gelegenheid +zoude hebben ondervonden. Terwyl ik alle de hevigheid van myne +aandoening ten toon spreide, liet JOANNA niets van dien aart in myne +tegenwoordigheid blyken. Ik drong nog eenmaal by haar aan om my naar +Europa te vergezellen, en ik wierd door alle haare vrienden en door +Mevrouw GODEFROY daar in ondersteund. Zy was even onbuigzaam als te +vooren, en antwoordde my: "Dat hoe smartelyk ook eene scheiding, +die misschien voor eeuwig zyn zoude, vallen mogte, zy niettemin +verkoos in Surinamen te blyven, dewyl zy volmaakt overtuigd was, dat +zy niet gevoeglyk over haar zelven beschikken konde, en om dat het, +in haare tegenwoordige gesteldheid, beter was, dat zy de eerste van +haren rang in America bleef, dan een voorwerp van verachting, of een +last voor my, in Europa, te worden, het geen zeker stond te gebeuren, +zoo lang ons fortuin niet onaefhangelyker was". Op deeze laatste woorden +was zy blykbaar aangedaan, en zy ging ter zyde, om alleen tranen te +storten.--Wat konde ik zeggen of doen?--Niet wetende te antwoorden, +besloot ik, om, zoo mogelyk deeze moedige vrouw na te volgen, en +my aan myn lot te onderwerpen, tot het aandoenlyk oogenblik, dat ik +een vaarwel zoude uitspreken, het welk myn hart my aankondigde het +laatste te zullen zyn. + +De geheele krygsbende, den 27sten, des morgens ten zeven uuren, +bevel ontfangen hebbende, om zig naar den Colonel FOURGEOUD in het +hoofdkwartier te begeven, onttrok ik my aan alles, wat my in de weereld +lief was, aan zoon en moeder, zonder hen in hunnen slaap te stooren, +ten einde eene al te aandoenlyke vertooning voor te komen. De Colonel +geleide ons tot aan den oever, en wy gingen aan boord, door de vlag +en het geschut van het Fort en van de Schepen, die op de rheede lagen, +begroet wordende. + +Alle de Officiers met den Lieutenant Colonel DE BORGNES, die geduurende +den overtocht het bevel moest voeren, het middagmaal gehouden hebbende, +noodigde my de Colonel FOURGEOUD, om hem, tot des anderen daags +morgens, naar de stad te vergezellen; maar daar myn hart van droefheid +overstelpt was, bedankte ik hem voor zyn vriendelyk aanbod. Hy wenschte +ons dus eene voorspoedige reize, en keerde te rug in het gezelschap +van zynen Adjudant, den Capitain VAN GUERICK. By zyn vertrek, wierd hy +door negen kanon schoten, en een driewerf geroep van hoezee, begroet. + +Den 29sten Maart, des middernachts, het sein gegeven zynde, gingen +onze beide schepen onder zeyl, en zakten af tot aan het Fort Amsterdam, +alwaar zy het anker wierpen. + +De heeren GORDON en GOURLAY, welken ik tot voogden over mynen +zoon benoemd had, by den Colonel SEYBOURG, aan boord van het schip +Hollandia, ter maaltyd onthaald zynde, gaven zy my een bezoek; en +verzogten my met hun naar Paramaribo te rug te keeren. + +Het was my onmogelyk om voor de tweede maal te wederstaan aan een +aanzoek, om twee voorwerpen, die aan myn hart zoo dierbaar waren, +nog eens te zien. Ik stemde 'er in toe, en (moet ik het zeggen,) +ik vond JOANNA, die in myne tegenwoordigheid zoo veel kragt en moed +betoond had, in tranen wegsmeltende, en voor de overmaat van haare +moedeloosheid zwigtende. Zy had geen voedzel, hoe genaamd, gebruikt, +geen enkel oogenblik had zy de zoetigheden van den slaap gesmaakt, +noch een enkel woord uitgebracht, noch zelfs de plaats verlaten, +waar ik haar des morgens van den 27sten agterliet. + +Dewyl de schepen eerst na twee dagen zee moesten kiezen, was ik +zeer gereed om dezelven met deeze gevoelige vrouw door te brengen, +het geen haar moed scheen in te boezemen: maar, helaas! wy betaalden +deeze al te korte oogenblikken zeer duur. Naauwlyks waren 'er eenige +uuren verloopen, toen een matroos my eensklaps kwam kennis geven, dat +een sloep my wagte, om oogenblikkelyk aan boord te gaan. De moeder +van JOANNA nam het kind, dat in de armen van haare dochter rustte, +terwyl de laatstgemelde door Mevrouw GODEFROY ondersteund wierd. Haare +broeders en zusters omringden my, den Hemel deszelfs bystand voor my +afsmeekende, en eene treurige klaagstem opheffende. De ongelukkige +JOANNA, een meisje van slechts negentien jaaren oud, de oogen op my +gevestigd houdende, drukte my met kragt de hand. Zy kon niet spreeken, +haar geest was verwilderd; maar de tyd was daar! Ik drukte haar met +drift tegen mynen boezem, en nam een van haare hairlokken. Insgelyks +niet in staat zynde, een enkel woord uit te brengen, bad ik inwendig +den Hemel, om voor moeder en kind te waken. Toen sloot JOANNA haare +lieflyke oogen; de bleekheid van den dood overdekte haar aangezicht; +haar hoofd hing naar de laagte, en zy viel beweegloos in de armen van +haare aangenomene moeder. Ik verzamelde hier al myn moed en kragt +by elkander, en verliet de beide voorwerpen van myne levendigste +teederheid, die echter door de zorgen, omtrent haar aangewend, aan +niets gebrek hadden. + +Daar de sloep my steeds wagtte, ging ik, door myne vrienden vergezeld, +mynen ouden Colonel bezoeken; en hem de hand drukkende, vergaf ik hem +uit den grond myns harten, en stilzwygende, alle de verdrietelykheden, +die hy my veroorzaakt had. Hy was aangedaan; en ongetwyffeld, dit +was hy my verschuldigd! Ik wenschte hem allen voorspoed, en zakte +eindelyk de Rivier Surinaamen af. + +De schepen lagen dwars over kaap Braam, toen ik aankwam. De +Vice-Gouverneur TEXIER kwam ons aldaar goeden dag zeggen. Hy gebruikte +het middagmaal aan boord van een der twee schepen, en keerde te rug in +het gezelschap van de Capitains SMALL en FREDERIK, die my uitgeleide +gedaan hadden. By zyn vertrek wierd hy door zeven kanonschoten begroet. + + + +DERTIGSTE HOOFTSTUK. + +De Schepen ligten het anker, en steken in zee.--Overtocht.--Het +Zee-paard.--De Noordkaper.--De Haay.--De Zuiger-visch.--Het +Lootsmanmetje.--De Bruinvisch.--Zee-orkaan.--De Schepen landen in Texel +aan.--Ontscheping van het krygsvolk in de stad 's Hertogenbosch.--Dood +van den Colonel FOURGEOUD.--Besluit. + +Toen alles tot ons vertrek volkomen in gereedheid was, ligtten de +beide schepen, onder bevel van den Lieutenant Colonel DES BORGNES het +anker den 1sten April 1777, en zeilden noord- en noord-west-waarts +met een oosten wind, en stevige koelte. Ik bleef als een beweegloos +en stom mensch, in het agterste gedeelte van het schip, tot dat +de wolken ons beletteden land te bekennen. Na verloop van eenige +dagen echter gelukte het my, om myne droefgeestigheid te boven te +komen, en eene zoort van rust te erlangen. Daar toe was ongemeen +dienende deeze troostende aanmerking, dat, zoo ik my zelven in zeker +opzigt al benadeeld had, ik ten minsten drie belangryke persoonen, +JOANNA, JHONNY en QUACO namelyk, aan de slavernye onttrokken had, +welke weldaad zy overwaardig waren. Ik was voor deeze goede daad in +voorraad betaald, door de zorgvuldigheden van twee derzelven, waar +aan ik het behoud van myn leven te danken had, terwyl een oneindig +getal menschen rondoem my onder den last der onheilen bezweken was, +anderen hunne gezondheid, verscheiden het gebruik van hunne ledematen, +zommigen hun geheugen, en eindelyk een of twee hun verstand verloren +hadden; zynde allen de slagtoeffers van eenen gestrengen dienst in +eene noodlottige luchtstreek. + +Van byna twaalf honderd wel gestelde mannen, die tot deezen tocht +waren ingescheept, kwamen 'er ten hoogsten honderd in hun vaderland +te rug, en onder deezen bevonden 'er zig misschien geen twintig in +volmaakte gezondheid. Men telde onder de dooden, (de Heelmeesters +daar onder gerekend) tusschen de twintig en dertig Officiers, onder +wier getal drie Colonels en een Major waren. Dusdanig moet de uitslag +zyn van de gelukkigste krygsoenderneemingen in een brandend heet land, +het welk met moerassen en bosschen doorsneden is. + +Den 14den April gingen wy over den zonne keerkring. Vervolgens de koers +veranderd hebbende, zeilden wy noord-noord-oost, en noord-oost-waarts, +en wy wierden door stilte overvallen. Ik moet niet vergeten te +verhaalen, dat wy ons op vyftien graden noorder breedte bevindende, +de streeken overzeilden, welken men doorgaans de groene Zee noemt, +uit hoofde van de meenigvuldige zeegewassen, waar van zommige, +tusschen twee bladen papier uitgespreid en in de zon gedroogd zynde, +zeer merkwaardig zyn, en boomen, heesters, bloemen vertoonen, en +stukjens van verschillende zoorten van visschen en schelpen in zig +bevatten. Wy zagen ook het Zeepaard, een visch, die agt of negen +voeten lang is: deszelfs lichaam is met kraakbeenige ringen gevormd; +zyn bek is langwerpig, en zyn kop met een zoort van hoofdhair bedekt. + +Den 19den, hield de stilte nog aan. Dagelyks wierden wy vermaakt door +het gezicht van eene groote meenigte vliegende visschen, zee-braassems +en noord-kapers, die voor en agter de schepen zwommen en speelden, +als of zy ons gezelschap hadden willen houden. De Noordkaper is een +visch, tot het geslacht der groote visschen behoorende; hy gelykt een +weinig naar den Dolphyn, maar is veel grooter, en koomt in gedaante +na by den walvisch; zomtyds is hy twintig voeten lang, en ongemeen +vet. Zyn kakenbeen is van veertig zeer scherpe tanden voorzien. Hy +werpt het water uit, door twee neusgaten, en zyne kleur is bruin. Wy +zagen ook van tyd tot tyd, op eenigen afstand van de schepen, en +boven de golven, groote Noordkapers. + +Dit zoort van visch gelykt zeer veel naar de Groenlandsche walvisschen, +maar hy is veel gevaarlyker, om dat zyne gestalte kleinder, en zy +ne gedaante platter is. Zyn kakebeen is ook korter, en van kleine +knevels voorzien. Zyne huid is witter, en zeldzaam geeft hy meer dan +dertig vaten traan. + +Den 22sten, begon het weder op eene zichtbaare manier te veranderen. Al +het scheepsvolk wierd door verkoudheid, en verscheiden door de koorts +aangetast. + +Den 30sten, was een ieder zoo zwak, dat de dienst met moeite volvoerd +wierd. Wy hadden reeds twee matroosen en een soldaat verloren. Den +Lieutenant Colonel DES BORGNES zig zeer ongesteld bevindende, wierd +my het bevel voor eenige dagen opgedragen. Dewyl het andere schip toen +voor uit, en byna buiten het gezicht was, liet ik een vlag opheisschen, +en een kanon-schoot doen, om het zelve te rug te roepen, gelyk ook +oogenblikkelyk gebeurde. + +Toen dien zelfden dag een groote Haay aan een der zyden van ons schip +zwom, deeden wy vergeefsche pogingen om hem te vangen. De zee bevat +verscheide zoorten van visschen van den zelfden naam, maar deeze is +de verschrikkelykste van allen, uit hoofde van zyne grootte, want +hy weegt zomtyds duizend ponden, en is zestien of agttien voeten +lang. Zyn kop is platachtig en breed, en men bespeurt in den zelven +twee gaten, door welken het dier het water laat uitspringen. In alle +rigtingen draait hy zyne vooruitstekende oogen, die zyne vraatzucht +te kennen geven. Beneden dezelve is zyn bek geplaatst, die zoo breed +is, dat hy een grooten hond in eens zou inslokken. Zyne tanden, +in vyf of zes reijen gerangschikt, zyn zoo snydend en sterk, dat hy +den arm of het been van een mensch met het grootste gemak afbyt; het +geen verscheidene maalen gebeurd is. Zyn geheele lyf gelykt volmaakt +naar dat der zee-honden, welken men in de Noordelyke Zeeen vindt. Hy +heeft vyf vinnen, een op den rug, twee aan de borst, en twee aan +den buik. Zyn staart is vorkswyze uitgesneden; maar het bovenste +gedeelte is het langste. Van zyne ruwe en slymige huid maakt men +segryn leder. De Haay zwemt altyd met kragt, maar hy is genoodzaakt +zig op zyde te wenden, om zynen buit te pakken, het geen oorzaak is, +dat hem verscheiden visschen ontsnappen. + +De Zuiger-visch is een visch, welken men dikwerf vindt, aan de kiel +der schepen en aan de groote zee-monsters, zoo als 'er aanstonds +een derzelven door my beschreven is, vast zittende. Hy heeft eene +gryze kleur, en is twintig duimen lang. Zyn lyf, van eene ronde +gedaante, wordt naar de staart dunner. Zyne vinnen zyn geplaatst, +als die van de Haay. Zyn zuiger maakt hem het meest merkwaardig. Het +is eene kraakbeenige zelfstandigheid, van eene eironde gedaante, +door zydelingsche balken van gelyken aart, die snydend en getand zyn, +afgedeeld. Dit gedeelte van den Zuiger-visch hecht zig met zulk eene +kragt aan alles vast, dat, wanneer hy vast zit, de zwaarste golven +niet in staat zyn hem los te maken. + +Het is gepast alhier melding te maken van het Lootsmannetje. Hy is +klein, en verrykt met de schitterendste kleuren, namelyk bruin met +een gouden weerschyn. Men zegt, dat hy niet alleen gevoed wordt door +het overschot der visschen, welke de Haay laat vallen, maar zelfs +dat hy by deszelfs buit de wacht houdt, en van die byzonderheid zynen +naam ontleent. + +Van het begin van den overtocht af, ging ik bloots hoofds en +barrevoets; maar den eersten May, juist een maand na ons vertrek, +was ik genoodzaakt my te kleeden, even als myne mede-reisgenooten. + +De Heer NEYSSENS, een van onze Heelmeesters, een Crabbo-dago, een +zeer verslindend dier, aan boord hebbende, geraakte dezelve omtrent +te deezer tyd uit zyn hok los, en doodde in eenen nacht alle de +aapen, alle de papegaijen, en al het gevogelte, dat zig op het verdek +bevond. De lieden, die de wacht hadden, redden zig met weg te loopen, +maar een van hun had de onverschrokkenheid, om hem met een stuk hout +dood te slaan. + +Den 3den, hadden wy, op veertig graden zuid-ooster breedte, zwaare +regenbuien, en stormwind. Dezelve vermeerderde dagelyks tot den 9den, +wanneer hy gematigder begon te worden. + +Wy zagen toen Bruinvisschen. De visch van deezen naam heeft vyf of zes +voeten lengte, is zeer vet, zonder schubben, en van eene zwartachtig +blaauwe kleur. Zyne oogen zyn klein; hy heeft puntige tanden, en een +zeer langwerpigen bek. Hy heeft drie vinnen, een op den rug, en twee +aan de borst. Zyn staart is horizontaal, op dat hy boven het water +zoude kunnen springen; het geen hy meenigmalen doet, het zy om te +snuiven of adem te halen, en men kan dan van zeer verre af het gesnuif +van zyne neusgaten hooren. Het vleesch van den Bruinvisch is rood, +en gelykt veel naar zommige zoorten van varkensvleesch. + +Den 13den, geduurende een vierde gedeelte van den morgen, en op een +korten afstand van de Azorische Eilanden, wierden wy door eenen +geweldigen storm uit het oosten beloopen. Eene bramsteng dreef +kort daar na op zyde van ons schip voorby. Wy vernamen vervolgens, +dat dezelve van een Hollandsch Oost-Indisch Compagnies Schip was, +het welk in zyne te rug komst in de nabyheid van het Eiland Tercera +met man en muis verging. + +Den 14den, was de wind zoo geweldig, dat wy onze groote bramsteng +verlooren, en het groote zeil scheurde. Het andere schip verloor te +gelyker tyd zyn boeg-spriet. + +Den 15den, kregen wy een orkaan, vergezeld van blixem, donder, en +zeer zwaren regen. Dezelve duurde den geheelen nacht, en nam onze +mast weg. Het volk was uittermaten vermoeid, en naauwlyks bestand +tot den arbeid, die 'er noodig was, om eene schipbreuk voor te komen. + +De twee volgende dagen behielden wy tegenwind, met een reef in het +fokkezeil. De golven klommen bergs hoogte, en sloegen aanhoudend over +het schip heen. Nacht en dag moesten wy pompende blyven. Kort daar +na deeden wy de gewoone groete aan het Hollandsch Fregat de Alarm, +het welk ons zulks wederkeerig bewees. + +Den storm eindelyk ophoudende, peilden wy negen vademen water. Maar +de wind eensklaps noord-oost-waarts draaijende, dreeven wy den mond +van het Kanaal in, tot des morgens van den 21sten, wanneer, ten half +twee uuren, het andere schip een schot deed, om ons te berigten, +dat de vuurbaak der Sorlings Eilanden in het gezicht was; en des +morgens ten vier uuren kwam 'er een loots aan boord. + +Op de hoogte van Douvres eene stilte van agten-veertig uuren gekregen +hebbende, zagen wy eerst den 27sten de Hollandsche kust. Dien +zelfden dag kogten wy beste visch, ons door eene Scheveningsche pink +aangebragt, en wy onthaalden 'er al het volk op, schoon nimmer een +schip beter van voorraad voorzien was. + +Ons geduurende den nacht van de wal afhoudende, kregen wy eindelyk +Kykduin en den Helder in 't gezicht. Den 28sten, des morgens ten drie +uuren, wierpen de beide schepen het anker op de rheede van Texel, +na negen kanon-schoten gedaan te hebben. + +Den 30sten, in de Zuiderzee het kleine Eiland Urk voorby gezeild zynde, +geraakten de beide schepen, het voor den wind hebbende, van zelf op +het Pampus, eene zeer groote zandbank, met water overdekt, niet verre +van Amsterdam afgelegen, en aan deeze Stad tot een natuurlyke wal ter +beschutting tegen alle buitenlandsche vyanden dienende. Alle schepen +moeten daar over heen gaan, of tusschen beiden door geleid worden; +en dit laatste middel verkozen wy. + +Eenige Noorweegsche schepen kwamen te gelyker tyd met ons aan. Allen, +die zig op dezelven bevonden, zaten in hun hembd op het dek, en waren +nat van het zweeten, terwyl wy in mantels gedoken waren, en gevoerde +mutsen op het hoofd hadden, om ons tegen de koude te beveiligen. + +De stad Amsterdam zond thans eene groote meenigte ververschingen aan +boord, dezelven aan de verlossers eener Volkplanting aanbiedende, by +welke zy een zoo merkelyk belang had. Het volk van onze beide schepen, +op 't punt zynde van hunne nabestaanden en vrienden weder te zien, +was opgenomen van vreugde. Men moet echter daar van een enkelen +uitzonderen, die thans van zyn geluk verstoken was. + +Den 3den Juny, ging ons volk over op zes kleine vaartuigen, waar mede +zy naar 's Hertogenbosch werden overgevoerd, eene Stad, alwaar men +deeze krygsbende voltallig maakte, en dezelve in bezetting hield. By +het ontschepen begroetten ons onze schepen met negen kanon-schoten, en +wy beantwoordden hen met een driewerf geroep van Hoezee. Wy namen den +weg over Saardam, Haarlem en ter Goude, welke plaatsen ik zeer fraay +vond: ik bewonderde vooral de geschilderde glazen van de hoofdkerk +der laatstgemelde stad. Maar de inwooners, die, door nieuwsgierigheid +gedreven, ons in meenigte omringden, scheenen my toe een wonderlyk +slag van menschelyke wezens te zyn, met lappen bekleed, en door de +gaven der natuur zeer weinig begunstigd. Het was tegen dit volk niet +alleen, dat ik zulk een vooroeordeel had; alle de Europeanen hadden +by my een gelyk voorkomen, wanneer ik ze vergeleek by de geenen, die +ik verlaten had, by die menschen, wier oogen vol vuur zyn, de tanden +zoo wit als ivoor, en de huid steeds van eene ongemeene zindelykheid +glinsterende. Intusschen dagt ik niet aan het buitengewoon voorkomen, +het welk wy maakten, wier taanige kleur door de zon verbrand was, +en die, door zoo veele ellenden en vermoeijenissen uitgeput, niets +meer dan wandelende geraamten waren. Ik zoude 'er kunnen byvoegen, +dat wy zoo lang in de bosschen geleefd hebbende, geen ander voorkomen +dan van wilde menschen hadden; en ik zelf in 't byzonder verdiende +en verkreeg dien bynaam. + +In dien staat kwam ik in de Stad s' Hertogenbosch aan, alwaar onze +laatste ontscheping den 9den plaats had. + +Op deeze wyze eindigde een der buitengewoonste tochten, die immer +door Europeesch krygsvolk waren ondernomen, en waar by men slechts +op eenen verren afstand den oorlog tegen de Americaansche Zeeroovers +in vergelyking stellen kan. + +By onze aankomst ontmoetten wy den Lieutenant Colonel WESTERLOO, die, +in 't jaar 1773, in Europa ziek was te rug gekomen, en thans zelfs +nog niet geheel en al hersteld was. Hy noodigde my, benevens eenigen +van myne medgezellen, ter maaltyd aan eene gemeene tafel, voor een +gedeelte bestaande uit Hollandsche Officiers, die zig beklaagden, dat +het eeten naar den rook smaakte, en dat het rundvleesch slecht was; +terwyl wy, ellendige gelukzoekers, verklaarden nooit beter maaltyd +gedaan te hebben. Maar te gelyker tyd, dat deeze heeren de lekkerheid +der aardbezien, kerssen, en andere Europeesche vruchten roemden, +vonden wy dezelven verre beneden de advocaaten-peer, de water-meloen, +de ananas, enz. die ons zoo langen tyd tot eene lekkernye gestrekt +hadden.--Alles wat in deeze weereld goed of kwaad is, is enkel +betrekkelyk, of door vergelyking. + +Des anderen daags wierden wy op de parade aan den Generaal HARDENBROEK +voorgesteld. + +Den 18den, ontfingen wy onze agterstallige soldye, en men stond +aan allen, wien zulks geliefde, toe, om tot hun voorig Regiment te +rug te keeren. Zommige soldaten hadden vier of vyf honderd guldens; +maar zy bragten ze zeer schielyk door. + +Het was toen het oogenblik ter uitvoering van myn reeds voorlang +genomen besluit, om namelyk het Regiment van den Colonel FOURGEOUD +te verlaten. Dadelyk na onze ontscheping, verzogt ik myn ontslag aan +den Prins van Oranje, die my het zelve den 20sten verleende, en my +aanstelde tot Capitain onder het Regiment van den Generaal STUART, +het welk ik in September 1772 verlaten had. + +Ik veranderde dus van monteering, en kleede mynen getrouwen QUACO +in eene deftige livrey. Ik onthaalde vervolgens myne reisgenooten, +met welken ik zoo veele gevaaren had doorgestaan, ter maaltyd, +en wy scheidden van elkander met wederzydsche betuigingen van eene +eeuwigduurende vriendschap. Des anderen daags morgens vertrok ik, +om my by myne oude krygsbende te vervoegen, alwaar ik met de blyken +van de levendigste vreugde ontfangen wierd. + +Den 25sten Augustus, begaf ik my naar het Lusthuis het Loo, in +Gelderland, alwaar ik door mynen Colonel wierd voorgesteld aan zyne +Doorluchtige Hoogheid, den Stadhouder, die my op de vriendelykste +wyze ontfing, en my spoedig bevorderde tot den rang van Majoor in +het Regiment, waar toe ik thans behoorde. + +Ik had ook het genoegen, om eenigen van myne oude medgezellen, +en zelfs die geenen, die zonder het te weten, met hunnen ondergang +bedreigd waren geworden, op eene eerlyke wyze beloond te zien. + +Den 24sten September, ging ik naar den Hage, alwaar ik zyne +Doorluchtige Hoogheid verzogt, om agttien beeldtenissen van wasch, +door my zelven gegoten, als een blyk van erkentelykheid te willen +aanneemen, gelyk hy ook de goedheid had te doen. Zy verbeeldden +Indianen van Guiana, en Negers uit de Volkplanting van Surinamen, +met onderscheiden arbeid bezig zynde op een Eiland, het welk op een +glas van krystal geplaatst was. + +Ik gaf ook mynen Neger QUACO (met zyne toestemming,) aan de Gravin +VAN ROSENDAAL, aan wier geslacht ik groote verpligtingen had, +tot een geschenk. Deeze vrouw, verrukt over het goed gedrag en de +eerlykheid van deezen jongen Neger, liet hem met myne goedkeuring naar +mynen naam doopen, met belofte, dat zy altyd voor hem zoude zorgen, +en hem voordeelen doen genieten, welken ik niet in staat was hem +te beschikken. + +Omtrent op het einde van de maand October, boden de Bewindhebberen +der Compagnie van de Berbices my den post aan van Vice-Gouverneur +deezer Volkplanting, in de nabyheid van die van Surinamen gelegen. Ik +begaf my dus naar Amsterdam, om te vernemen, welke hunne voorslagen +waren. Zy bepaalden my eene zeer zwaare bezolding, en beloofden +my groote voordeelen; maar ik hield aan op de belofte, om aan den +tegenwoordigen Gouverneur by deszelfs eerder afsterven te zullen +opvolgen, als mede op eene behoorlyke jaarwedde, by myne te rug komst, +na een bepaald getal van jaaren. Deeze heeren beweerden dit verzoek +niet te kunnen toestaan, en dienvolgende bedankte ik hun voor hun +aanbod. Ik oordeelde het voorzichtiger te zyn myne gezondheid in Europa +te herstellen, dan andermaal in de gezengde luchtstreek te gaan kwynen, +zonder hoop om, in myn vaderland te rug komende, myne dagen in stilte +te kunnen eindigen. Intusschen kreeg ik spoedig myne kragten wederom, +en was zoo welvarende, als ik immer geweest was. Onder honderd van +myne medgezellen was 'er ter naauwer nood een enkele, die op zulk +een geluk roemen konde. + +De Colonel FOURGEOUD zelf had weinig genot van zyn fortuin. Eenigen tyd +na zyne te rug komst in Holland, wierd hy in zyn bed dood gevonden. Hy +wierd met alle krygseer in den Hage begraven. + +Zyn gezworen vyand, de Gouverneur der Volkplanting Surinamen, +overleefde hem niet lang. Zyne plaats wierd door den Colonel TEXIER met +eere vervuld, aan wien de waardige heer WICHERS naderhand opvolgde. [4] + +Den Duitschen Keizer de grenssteden van Holland in 't jaar +1782. hebbende ingenomen, was het Regiment van den Generaal STUART +het laatste, het welk de stad Namur ontruimde, alwaar het Keizerlyk +krygsvolk dien zelfden dag, dat hy 'er uittrok, binnen rukte. Kort +daar na wierd de Schotsche Brigade, waar van de soldaten uit +lieden van allerleije natien bestonden, door de Staaten van Holland, +genaturaliseerd, dat is, tot drie Hollandsche Regimenten gevormd, ter +gelegenheid van den oorlog met Groot-Britannien, die ons, de meeste +voornaame Officiers en my zelven, noodzaakte om ons afscheid te nemen, +als tegen onzen Koning en ons Land niet begeerende te dienen. + +De Prins van Orange gaf my, by het verleenen van myn afscheid, den rang +van Lieutenant-Colonel. Toen wy allen in Engeland waren te rug gekomen, +nam zyne Brittannische Majesteit, uit hoofde van onze getrouwheid, +ons onder zyne bescherming. Den 18den Juny, wierden elf van de onzen, +onder wier getal ik het geluk had te behooren, te Saint James door +den Generaal CONWAY aan den Koning voorgesteld, en hadden de eer om +de hand van zyne Majesteit te kussen. + +Den 27sten van dezelfde maand, wierd ons allen, door het Huis der +Gemeente in het Engelsch Parlement, eene halve soldye toegestaan, +volgens den rang, dien elk van ons bekleedde op het oogenblik, dat +hy uit het Regiment ontslagen wierd. [5] + +Het Publiek zal zig een denkbeeld van de oudheid en dapperheid der +Schotsche Brigade kunnen vormen, wanneer hy onderrigt wordt, dat +dezelve in 't jaar 1570. in Holland ontscheepte, onder den naam van +vrye Compagnien, onder het bevel van eenige Edellieden van den eersten +Schotschen adel; en dat zy naderhand altyd heeft uitgeblonken in de +oorlogen, door Holland gevoerd, zoodanig dat zy den eernaam verdiend +heeft van het bolwerk der Republiek. + +Ik zal myn verhaal besluiten met nog eenmaal aan te stippen eenen +naam, dien men zoo dikmaals heeft aangetroffen, den naam van JOANNA, +van JOANNA, die niet meer in leven is! + +In den loop van de maand Augustus 1783, ontfing ik van den heer GOURLAY +eenen brief, die my het hart doorboorde. Dezelve gaf my bericht, dat +de schoone en deugdzaame JOANNA den 5den November was overleden, en +dat men haaren dood aan vergif toeschreef. [6] Men had verdenking, dat +haar vergif was ingegeven uit nyd en jaloersheid, die men tegen haar +had opgevat, uit hoofde van de blyken van byzondere achting, die haar +van wegen haare meer dan gemeene hoedanigheden door de aanzienlykste +lieden in de Volkplanting bewezen werden. Haare moeder door aanneming, +Mevrouw GODEFROY, bezorgde aan haar lyk eene eerlyke begravenis in +het bosjen van oranje-boomen, door haar bewoond. Het beminnelyk kind, +het welk zy my agterliet, wierd my toegezonden met een bankbriefjen +van twee honderd ponden sterling, zynde deszelfs byzondere eigendom, +door hem van zyne moeder geerfd: zyne beide voogden overleden korten +tyd daar na. + +Hy wierd in het Graafschap Devon opgevoed, en muntte uit door schielyke +vorderingen in zyne studien. Hy bezat alle de goede hoedanigheden van +eenen zeeman, en deed twee reizen naar de Westindien. In den oorlog +tegen Spanje, diende hy met eere als Adelborst op de schepen zyner +Majesteit Southampton en Lezard. Hy was steeds gereed, om ten nutte +van den dienst zig aan alle gevaaren bloot te stellen. Maar hy leeft +niet meer; hy is op zee gebleven, op de hoogte van het Eiland Jamaica. + +Ik heb dus aan den lezer niets meerder te berigten aangaande het lot +der geenen, die my zoo dierbaar waren. Laat het my alleenlyk geoeorloofd +zyn, hem by het slot van dit myn verhaal te herinneren, dat ik in alle +myne opgaven de eenvoudige waarheid steeds tot leidsvrouwe genomen heb. + +Einde der Reize van den Capitain STEDMAN. + + + + + + + +AANHANGZEL TOT DE REIZE VAN J. G. STEDMAN, +ACHTER DE FRANSCHE VERTAALING VAN DEZELVE GEVOEGD + + + +VOOR-BERICHT. + +De Burger LESCALLIER, Oud-Bestuurder van Guiana; + +Aan + +Den Burger BUISSON, Boekhandelaar. + +Parys, den 1sten Fructidor, 't VIde Jaar der Republiek. + +Ik heb, Burger! het werk gelezen, door u aan my medegedeeld, ten titul +voerende; Reize naar Surinamen, en door de binnenste gedeelten van +Guiana, door den Capitain STEDMAN, uit het Engelsch vertaald. Ik heb +het, over het algemeen, belangryk gevonden; het behaagt my inzonderheid +uit hoofde van den geest van menschlievendheid en eerlykheid, die +daar in doorstraalt. Zoo dikwils hy het stuk der slavernye behandelt, +als mede het droevig lot der zwarten in deeze Volkplantingen, ziet +men, dat deeze Schryver met vrymoedigheid ontvouwt, en ten hoogsten +afkeurt de wreede handelwyze van zommige dienaaren, en de lydende +menschelykheid oprechtelyk beklaagt. Ik heb echter met eenig leedwezen +gezien, dat hy zelf, in verscheidene omstandigheden van zyn gedrag, +ten deezen opzigte niet altyd onbesproken geweest is. Ik beroep my, +onder anderen, op de behandeling, welke hy, op een valsch bericht, +aan zynen Sergeant FOWLER aandeed, wien hy, zonder een woord te +spreken, zes bambous-rieten op het hoofd aan stukken sloeg; zynde +dit geweest het ellendig uitwerkzel van gramschap, die voor geene +reden vatbaar is: (zie I. Deel, bladz. 256.) maar men moet dit een +en ander over het hoofd zien, wanneer men daar tegen met een gunstig +oog beschouwt den nadruk en de waarheid, die een verhaal kenschetsen, +waar van zelfs de Schryver niet heeft agterwegen gelaten, het geen in +zyn nadeel was, als mede een jeugdig, opvliegend en driftig gestel, +het welk in zekere oogenblikken zig zelven niet meer meester is. + +Gy verlangt, om dit werk vollediger te maken, eenige nadere +hyzonderheden rakende de verdere gedeelten van Hollandsch en Fransch +Guiana, welken ik bewoond en doorkruisd heb. Gy hebt gemeend, dat ik +u de middelen zoude kunnen aan de hand geven, om, tot vermaak en ten +nutte van het Publiek, deeze beschryving van Guiana aan te vullen, +door eenige andere aanmerkingen, betrekkelyk deeze landstreeken, +by elkander te verzamelen. + +Altyd gereed, om aan myne mede-burgeren nuttig te zyn, heb ik +niet geaarzeld de gelegenheid waar te nemen, welke gy my aanbood: +met dit al, na rypelyk daar op te hebben doorgedacht, heb ik in +deeze onderneming veele hinderpalen ontmoet, die my wel niet van de +uitvoering myner belofte doen te rug keeren; maar my de toegevendheid +van het Publiek doen verzoeken, daar de aanmerkingen, om verscheidene +redenen, die ik u ontvouwen zal, zoo volledig niet zyn kunnen, als +ik wel verlangd hadde. + +Het is veertien jaaren geleden, dat ik de eene, en elf jaaren, dat +ik de andere deezer Volkplantingen niet gezien heb. Zedert dien tyd +hebben verschillende bezigheden van eene oneindige beslommering, +andere reizen, myn geheugen met een aantal denkbeelden, en nieuwe +zaken beladen. Om een behoorlyk werk over deeze twee gedeelten van +Guaina by een te brengen, zoude ik meer dan ooit noodig hebben in het +bezit te zyn van de gedenkschriften en geschrevene berigten, welken ik +by elkander had verzameld; maar, door onderscheidene toevalligheden, +zyn de meeste myner papieren en handschriften verloren of verstrooid +geraakt. + +Aan den anderen kant heb ik, ten nutte van het Regeerings-Bestuur, +een werk over Fransch Guiana [7] uitgegeven, waar in ik alle die +gezichtpunten heb by een verzameld, die ik het nuttigst oordeelde, +en de byzonderheden, die my met opzigt tot deeze landstreeken het +gewichtigst voorkwamen: ik zoude hier niets anders kunnen doen, +dan het door my reeds geschrevene te herhaalen. + +Wat Hollandsch Guiana betreft, zynde gelegen boven Surinamen, dat is +meer naar de west-zyde, en het welk ik twee jaaren lang bewoond en +als Opperhoofd bestuurd heb, het zelve bestaat in drie Volkplantingen, +aan de oevers van drie voornaame Rivieren gelegen; de Volkplanting de +Berbices, waar van de grensscheidingen zig tot aan de Rivier Corantyn +uitstrekken; die van Demerary en van Essequebo, zig met Spaansch +Guiana uitstrekkende tot de Rivier Poumaron. Deeze Volkplantingen by +elkander gerekend, bevatten eene uitgestrektheid van zestig mylen aan +de zeekusten, waar van de beschryving in veele opzichten dezelfde +zoude zyn, als die der kusten van Fransch Guiana. Maar derzelver +wezentlyk onderscheid bestaat in de merkelyke vorderingen, die de +bebouwing der laage landen in deeze Volkplantingen gemaakt heeft; +het welk een nuttig voorbeeld verschaft voor onze Volkplanting van +Guiana, die wel eenige proeven van dien aart gedaan heeft, maar welke +volstrekt in de eerste beginzelen zyn blyven steken. + +Om een nuttig Aanhangzel tot het werk van den Capitain STEDMAN, +raakende Surinamen, te leveren, oordeele ik niets beters te kunnen +doen, dan om, by wegen van eene briefwisseling tusschen een Hollandsch +en een Fransch Ingezeten, aan het Publiek eenige aanmerkingen omtrent +het bebouwen der lage landen optegeven; aanmerkingen, welken ik +geduurende myn verblyf in deeze Volkplantingen heb opgezameld, en +waar uit de Planters, die met eenige gelden in ons Guiana eenige +onderneming zouden willen doen, groot voordeel trekken kunnen. + +Ik heb verschooning noodig aangaande den styl, rangschikking en manier +van schryven, naar mate van den korten tyd, dien ik aan deezen arbeid +heb kunnen besteeden, met andere beslommerende bezigheden dagelyks +bezet, welke my zeer weinige oogenblikken vryheid overlaaten. Ik weet +wel, dat het Publiek, over 't algemeen, niet gewoon is op dusdanige +verschooning veel acht te slaan; en indien men aan zyn voorgesteld +doeleinde niet voldoet, zegt het met den Menschen-hater van MOLIERE: + +De tyd doet niets ter zaak. + +Dus draag ik deeze redenen van toegeeflykheid alleenlyk voor aan u, +en aan het klein getal van Lezers, die dezelven wel zullen weten op +prys te stellen. + + + +INHOUD DER BRIEVEN. + +EERSTE BRIEF. + +Van den aart der Landen, derzelver vruchtbaarheid en plaatselyke +ligging. + +TWEEDE BRIEF. + +Van de manier, om te arbeiden aan Dykagien, uitwaterende Vaarten, +Sluizen en ander werk, het welk noodig is, om het Land ter bebouwing +gereed te maken. + +DERDE BRIEF. + +Van het planten en aankweeken van Koffy, en van de noodige +levensmiddelen tot onderhoud van de Planters; van het oogsten +en bewerken der Koffy; van de gebouwen, en verdere noodzakelyke +inrigtingen tot eene groote Koffy-Plantagie, volgens het gebruik der +Hollandsche Volkplantingen in Guiana. + +VIERDE BRIEF. + +Antwoord op de drie eerstgemelde Brieven, waar by de Fransche Ingezeten +de vraag omtrent de afschaffing der slavernye, in de Volkplantingen, +alwaar dezelve nog plaats heeft, opzettelyk behandelt: hy raadt om +deeze verandering, die noodzakelyk geworden is, te bevorderen, en +geeft de middelen aan de hand, om daar toe te geraken, zonder aan +den voorspoed der Volkplantingen nadeel toe te brengen. + + + + +AANHANGZEL. + + + +EERSTE BRIEF. + +Van den aart der Landen, derzelver vruchtbaarheid en plaatselyke +ligging. + +De weinige ledige tyd, die my overblyft van eenen post, met eene +meenigte bezigheden vergezeld; eene zeer flaauwe kennis van de +Fransche taal, aan welke een aantal Schryvers zulk eene volkomenheid +bezorgd hebben, dat het aan weinige vreemdelingen gelukken mag in eenen +middelmatigen styl te schryven; de ongenoegzaamheid myner kundigheden; +alle deeze redenen zouden meer dan voldoende zyn, om uw verzoek te +weigeren, ten einde myne gedachten te vernemen omtrent den grond +der Volkplantingen van Guiana, zoo Fransch als Hollandsch, omtrent +het zuiveren en droogmaken der landen, en omtrent de byzonderheden +van derzelver bebouwing, van de verblyfplaatsen en huisvestingen, +van het inoeogsten en zuiveren der volwassene vruchten, met al het +geen tot deeze onderscheidene voorwerpen eenigzints betrekkelyk +is: maar wanneer ik acht geef op de byzondere diensten, welken het +Fransch Bestuur aan de Republiek bewezen heeft, vermeene ik, dat elk +waar Hollander gereed moet zyn, om, zoo veel zyne kundigheden zulks +toelaten, te arbeiden aan alles, wat den Franschen aangenaam zyn kan. + +Alvorens tot de opzettelyke behandeling der voorwerpen van onze +briefwisseling toe te treden, oordeele ik het geenzints ongepast +te zyn, om in weinige woorden te doen zien de verandering, welke de +Volkplanting van Fransch Guiana t'eeniger tyd zal kunnen ondergaan, +en by gevolg, welk nut dezelve aan onze scheepvaart en algemeenen +koophandel zal kunnen aanbrengen, indien zy t'eeniger tyd, zig +niet meer tot de hooge landen bepaalende, beter gebruik maakt van de +vruchtbaare oevers van haare Rivieren Aprouago en Oyapok, als mede van +de zee-kusten en binnen-landen, tot welken men door gegraavene vaarten +tusschen deeze verschillende Rivieren den toegang zoude kunnen baanen. + +Men ziet dit nog heden ten dage te Cayenne en in de Berbices; de +geschiedenis van Surinamen en der Volkplanting van Demerary bewyst +het ons: men heeft, door geheel Guiana zig het eerst op de hooge +landen beginnen neder te zetten. Het is onnoodig de redenen daar +van op te spooren; het is genoeg te melden, dat ongetwyffeld de +schatten, welken de ryke grond van dit gedeelte van America in zig +bevat, zig niet kunnen ontdekken, dan door het opdroogen van haare +moerassen. Surinamen is eerst eene Volkplanting van aanbelang geworden, +zedert dat men begonnen heeft de lage landen van de Rivier Commewyne +uit te droogen; en de schepen, welken zy nog tegenwoordig afzendt, +zyn grootendeels beladen met koopwaren, komende uit den mond van deeze +ryke Rivier, waar in die van de Cottica, en verscheide aangelegde +kreeken, zig ontlasten. De ladingen van drie vierde der schepen, +welken de Volkplanting de Berbices in eene kleine hoeveelheid afzendt, +bestaan in de voortbrengzels van een klein getal Plantagien, gelegen +in de lage landen van het gedeelte, het welk Maripaan, dat is, het +lage van de Rivier, genoemd wordt. Wat de Volkplantingen Demerary en +Essequebo betreft, de voortbrengzels van de hooge gedeelten deezer +beide Rivieren, zyn naauwlyks noemenswaardig, zedert men zig te +Essequebo heeft toegelegd op het bebouwen der landen, die aan de +monden der Rivier, en de kusten der nabuurige Eilanden, gelegen zyn; +en zedert dat men te Demerary de Plantagien, die te veel van het een +of ander moeras aan haaren mond verwyderd lagen, byna geheel verlaten +heeft, heeft men zig van dien tyd af niet alleen met yver op de lage +landen der beide oevers ter nedergeslagen, maar men heeft bovendien +den landbouw langs de beide kusten der zee voortgezet; zynde die aan +de west-zyde reeds volkomen bebouwd tot aan Borassire Kreek, terwyl +die aan de oostzyde spoedig bebouwd zal zyn tot aan de Maheyca Kreek, +en tot boven aan de Coerabanne Kreek. + +Om u des te beter te doen gevoelen, welke uitwerking die verandering in +deeze Volkplanting heeft te weeg gebragt, zal ik u eene tafel vertoonen +van haare uitvoeringen naar Europa voor dien tyd, en ook daar na. + +De Registers van het jaar 1745 tot het jaar 1761 toonen, dat het +hoogste van die jaaren heeft opgeleverd 3579 vaten Suiker, en het +minste 285 vaten, zonder byna eenige andere koopwaren; dat in de +volgende jaaren, van 1762 tot 1770, in welken tyd het bebouwen +der lage landen begonnen is, zoo in Essequebo, als in Demerary, +men bevindt, dat in de drie eerste jaaren het hoogste niet meer +bedroeg dan omtrent 3000 vaten Suiker, 19 oxhoofden en 664 balen +Koffy, en 4 balen catoen; terwyl de uitvoering in 1767 reeds was +opgeklommen tot 4745 vaten Suiker, 72 oxhoofden en 2740 balen Koffy, +met 84 balen Catoen, welk artikel twee jaaren daar na opklom tot 337 +balen, en, negen jaren later, tot 2868 balen in een enkel jaar: dit +is vervolgens by aanhoudenheid naderhand zeer spoedig vermeerderd; +zoo dat, in de maand September laatstleden, de Registers aantoonen, +dat de Schepen, naar Holland en Zeeland vertrokken, zedert het begin +van het tegenwoordig jaar, [8] hebben uitgevoerd 4021 en een half vaten +Suiker, 1340 oxhoofden en 36315 balen Koffy, en 2992 balen Catoen, +welken men hier doorgaans maakt van 300 tot 340 ponden gewicht, terwyl +men in verscheidene andere Volkplantingen de balen catoen niet zwaarder +maakt dan van 200 tot 250 pond: men moet die zelfde aanmerking maken, +ten aanzien van de suikeren, welken de meeste Planters tegenwoordig +in vaten pakken van omtrent duizend ponden netto, terwyl men dezelven +voorheen deed in vaten van omtrent 600 ponden. + +Om den uitvoer van dit geheele jaar 1785 volledig op te geven, +ontbreekt het geen nog uitgevoerd zal kunnen worden met zeker schip, +het welk in lading ligt, en voor het einde van het jaar vertrekken +moet. + +Voeg hier by het geen een goed aantal schepen van de Americanen +en van de Eilanden (die zedert den eersten January uit Demerary +zyn uitgezeild.) van die zelfde drie koopwaren ter smuik hebben +uitgevoerd; eindelyk, het geen een aantal onbekende vaartuigen uit de +Rivier Essequebo uitgevoerd hebben; het welk een handel van aanbelang +uitmaakt, schoon een weinig minder dan in Demerary. + +Oordeel hier uit van de gewichtige gevolgen van het bruikbaar maken +der lage landen en der zee-kusten! + +Indien de vertogen, door de Planters in 't jaar 1785 aan de Regeering +gedaan, ingang vinden, en indien men voortgaat met van hun slechts +matige belastingen te vorderen, indien men den handel niet dwingt +door nadeelige Reglementen, is 'er geen twyffel aan, of de uitvoer +naar Europa zal in veel minder dan vyftig jaren het dubbeld opbrengen. + +Ik geef u deeze byzonderheden op, ten aanzien van de vermeerdering +van de voortbrengzels deezer Volkplanting, om u door daadzaken te +bewyzen, dat indien men zig te Caijenne op het bebouwen der lage +landen met yver toelegt, deeze Volkplanting, wel verre van aan 's +Lands schatkist tot een last te zyn, onder het getal zal komen van +die genen, die den koophandel en de scheepvaart der verschillende +Fransche havens doen herleven. + +Ik kan niet ontkennen, dat de inrigtingen, die men op deeze landen +aanlegt, geduurende het eerste en tweede jaar haare onaangenaamheden +hebben: een vochtig land, en het welk nog niet lang genoeg door de +stralen van de zon is bescheenen geweest, om volkomen droog te worden; +onaangenaame insecten, die u des avonds, des nachts en des morgens +kwellen; het gebrek aan goed water en verscheide andere zaken, of de +moeilykheid om zig zulks aan te schaffen, maken, dit erken ik gaarne, +het leven in den eersten tyd onaangenaam: maar laat men in aanschouw +nemen, dat deeze ongemakken slechts voor een tyd zyn, terwyl de rykdom +der voortbrengzels, welken deeze onuitputtelyke landen opleveren, de +moeielykheden en het gebrek, die men aldaar in het begin ondervindt, +spoedig zullen doen vergeten. + +Voor 't overige kan men zig eenigermaten beveiligen tegen het ongemak +van het steken der kleine en groote muggen, door het weghakken van het +geboomte, stronken en doornheggen, die langs den oever der Rivieren +groeien, en waar in deeze insecten huisvesten. + +Al verder, naar mate het getal der beplantingen vermeerdert, +verminderen de onaangeraimheden. Zoo lang de nieuwe Planter zyne +omheining nog niet geeindigd heeft, zyne uitwatering bepaald, en +de gebouwen voor hem en zyne Negers opgerigt, is hy gehuisvest by +zyn buurman, die zig daar toe des te gemakkelyker leent, om dat de +nieuw aankomende door zyne omheining, en het hakken van zyn hout, de +uitwerking der zoele winden vermeerdert, de insecten doet verdwynen, +en hem ontlast van de zorgen der bedykingen, zoo aan de kanten, als in +'t midden, in den tyd der zwaare regenbuien: op die wyze zyn in korte +jaaren deeze moerassen, waar aan men te recht den naam van woesten +klomp zoude kunnen geven, in eenen Hof van Eden veranderd en hervormd. + +Het gezegde moet, zoo my dunkt, de geheele wereld overtuigen, dat het +bebouwen der lage landen oneindig voordeeliger is boven dat der hooge +landen; en ik twyffele niet, of een ieder zal de oude vooroeordeelen +ten deezen opzigte spoedig laten varen. + +Na deeze inleiding, welke ik noodig geoeordeeld heb vooraf te laten +gaan, zal ik overgaan tot de behandeling van het hoofd-onderwerp van +deezen, en van de volgende brieven. + +Alvorens ik echter met u begin te spreken over den grond der +Volkplantingen van Guiana, wil ik u myne denkbeelden en myn gevoelen +mede deelen omtrent de manier van het inrigten der bebouwing van de +oevers der Rivieren in dit geheele vaste Land: het is voordeeligst +de zuivering der gronden te beginnen aan de wederzydsche oevers by +den mond der Rivier, en daar mede voort te gaan, altyd van de laagte +naar de hoogte opklimmende. + +Verscheiden redenen overtuigen my, dat deeze manier de beste zyn zoude. + +Het is buiten allen twyffel, dat over den geheelen aardbol, maar +vooral en in 't byzonder tusschen de zonne-keerkringen, de zeelucht, +en de winden, die langs de zeekusten waaijen, niet alleen over dag, +maar zelfs des nachts, vooral by droog weder, ongemeen heilzaam zyn: +de Negers zyn aldaar veel minder aan zweren onderworpen, dan aan +het hooge einde der Rivieren; en wanneer zy die al hebben, worden +zy veel spoediger genezen. De lucht aan de kust is bovendien een +byzonder geneesmiddel tot spoedige herstelling van maag-kwalen, als +mede van alle andere ziekten uit verstoppingen, die aldaar met eene +verwonderlyke gemakkelykheid genezen worden. + +Aan den anderen kant is het ontwyffelbaar, dat de eerste openingen +in de lage landen de ongezondste zyn, en is het by gevolg niet veel +voorzichtiger dezelven te beginnen aan dat gedeelte der Rivier, +alwaar wind en lucht eene onbelemmerde dreef hebben, de vochtige +uitdampingen oogenblikkelyk doen verdwynen, en den al te waterachtigen +en rotachtigen staat van den dampkring verbeteren. Ik weet zeer wel, +dat een enkel voorbeeld de gezondheid van eene landstreek niet met +zekerheid bewyst; maar dit is echter zeker, dat de eerste bewoners, +die zig op de lage landen der binnenste Rivieren van Demerary hebben +ter neder gezet, grootendeels zeer jong gestorven zyn, terwyl men +voorbeelden heeft van zulken, die zig aan den mond der Rivier gevestigd +hebben, en tot eenen hoogen ouderdom gekomen zyn. + +Eene andere reden, waarom dit meer verkieslyk is, bestaat hier in, +dat gy plant op dat gedeelte der lage landen, het welk de spoedigste, +vruchtbaarheid en de meeste voortbrengzels belooft: de voordeelige +invloed van den zee-dampkring, welke men als de kragtdadigste +medehulp beschouwen moet, is gelegen in het helpen en voortzetten +der groeying, het bevorderen van de vruchtdraging der boomen, uit +hoofde van de zoutachtige deelen, die deeze lucht met zig voert, +welke door de luchtgaten der bladeren ingezogen zynde, de werking +der aardachtige zouten bespoedigen. Eene ondervinding van agt jaren +in deeze Volksplanting heeft my geleerd, dat Koffy-Plantagien, die +het naast aan den mond der Rivier en op de kusten gelegen waren, +doorgaans meer opgebragt hebben, dan die verder van de zee af lagen. + +Daarenboven is het zeker, dat de eerste ondernemingen van dien aart +meestal zyn aangelegd door lieden van bepaalde vermogens: ook heeft +men in de landen, aan de monden der Rivieren en aan de Kusten gelegen, +1. het voordeel, dat men geene groote boomen behoeft om te hakken; +2. een land, zeer geschikt om met gemak te worden omgespit. Ik heb met +myne eigene oogen op deeze kusten, door twee, drie of vier spittende +Negers, met het graven van grachten eenen verbazenden arbeid zien +verrichten; en 3. zoo dra de kleinste omheining geeindigd is, kan +men aldaar catoen boomen planten, die, na verloop van negen maanden, +reeds eenigen oogst opleveren. + +By deeze redenen zal ik nog eene laatste voegen, die, naar myn +begrip, het meest afdoet, namelyk dat men, beginnende met het +zwaare hout aan den zeekant weg te nemen, aan het afgelegener +gedeelte der Rivier een gezonder lucht bezorgt; het zelve wordt +vruchtbaarer en aangenaamer voor den nieuwen Planter, die zig aldaar +nederzet. Myne Plantagie is omtrent drie vierde van een myl van den +mond der Rivier af gelegen, en ik houde my verzekerd, dat noch ik, +noch myne gebuuren, zoo veel koffy als tegenwoordig niet zouden +inoeogsten, indien onze aanleg afgescheiden, en op zig zelfstaande, +in de diepte der bosschen was gemaakt, en ik ben inwendig overtuigd, +dat onze oogst merkelyk bevorderd wordt, doordien de bosschen, aan den +oostkant van den mond der Rivier, byna geheel en al zyn weggehakt, +en alle de Plantagien van beneden af, tot by my, open zyn, of van +het zwaare hout beroofd, ter diepte van vier honderd en vyftig, +tot zes honderd vyftig roeden. [9] Bewyst de ondervinding dit niet +overal? Het klein getal Plantagien in de Berbices, aangelegd op lage +landen aan de Maripaan, aan den westelyken oever der Rivier, en alzoo +het genot hebbende van de passaatwinden, die door den breeden mond +van die Rivier onbelemmerd heen waaijen, maakt jaarlyks voordeelige +oogsten; en een oud Surinaamsch Colonist, een zeer goed Planter, +schryft my, dat alleenlyk de Plantagien, gelegen aan de Kreeken, +die in de Commewyne uitloopen, en het genot der zeelucht hebben, +by aanhoudendheid veel koffy opbrengen. + +Ik vermeene u door alle deeze redenen overtuigd te hebben, dat het +veel gezonder, veel gemakkelyker, en veel voordeeliger is, om de +bebouwing der landen te beginnen aan den mond der Rivieren en aan de +Zeekusten, niet alleen voor de geenen, die zig aldaar nederzetten, +maar ook voor de Planters, die zig hooger op geplaatst hebben, of +zulks by vervolg nog zouden kunnen doen. + +Na u in 't algemeen myne denkbeelden te hebben medegedeeld, hoedanig +men zig omtrent de bebouwing der lage landen in Guiana heeft te +gedragen, gaa ik over tot de byzonderheden van derzelver bearbeiding, +zuivering van stronken en wortels, enz. en ik zal beginnen met den +aart van den grond van deeze landen. + +Voor eerst zal ik toegeven, dat 'er op de hoogere en van de zee meer +afgelegene landen, plaatsen zyn, wier grond zoo fraay en vruchtbaar +is, als in de laagte; maar deeze plaatsen staan op zig zelven, en +bestaan in kleine gedeeltens; zy genieten nooit die lucht, die voor +de menschen gezond, en voor de groeizaamheid nuttig is, als de landen +in de nabyheid der zee gelegen; het toemaken en bebouwen van dezelven +is altyd oneindig moeijelyker, en vordert meerder werkzaamheid. + +Men zal derhalven altyd aan den grond der lage landen den voorrang +moeten geven, en uit dezelven moet men, zoo als ik hier boven gezegd +heb, de schatten van Guiana haalen. + +De teekenen, waar aan men goede landen kennen kan, bestaan daar in, +dat zy, op de diepte van verscheiden voeten, een blaauwachtig, zacht, +slyk hebben, het welk het water gemakkelyk laat doorzinken. In onze +beide Rivieren vindt men een grond, alwaar dit slyk met zandkorrels +vermengd is: dewyl dit nu den doortocht van het regenwater des te +gemakkelyker maakt, schynt het zeker, dat de laatstgemelde grond den +voorrang verdient boven de eerste, vooral voor het suiker-riet. Ik +heb te Essequebo suiker gezien, die op dit zoort van land geoeogst, +en allerfraayst was, schoon de Plantagie slecht was uitgedroogd, +slecht bearbeid, en slecht bebouwd: niets tog bewyst beter de goede +hoedanigheid van den grond, dan wanneer men goede waaren, om zoo te +spreken, van zelf ziet geboren worden. + +Schoon ik het blaauwachtig slyk opgeeve als het teeken van den besten +grond, wil ik wel met u toestemmen, dat het graauwachtige slyk, mits +het zacht en tot het doorlaten van het water geschikt is, insgelyks +goed kan zyn; echter zoude ik, met een hedendaagsch Schryver, die +over den landbouw in Surinamen gehandeld heeft, 'er voor zyn, om het +zelve in den tweeden rang te plaatsen. + +Beide zoorten van slyk moeten met eene zwartachtige, vette en +gebondene aarde, als met eene goede wel verrotte mest, overdekt +worden; deeze beweegbaare aarde vindt men van onderscheidene dikten: +echter ben ik geenzints van het gevoelen van hun, die stellen, dat +de rykdom van den grond geevenredigd is aan de dikte van dit overdek +van aarde. Integendeel zyn in Demerary alle de landen, alwaar die +aarde ten hoogsten van 20 of 22 duimen diepte is, in verre na niet die +geene, welke den voorrang verdienen: veel verkieslyker zyn die landen, +alwaar men deeze aarde alleenlyk vindt ter diepte van 16 of 18 duimen, +welke vervolgers tot 6 of 8 duimen vermindert door de indrooging, +die na de omheining van den grond door de sterke zonnestraalen plaats +heeft. Zelfs heb ik in de laagte van de Maripaan, en in het benedenste +gedeelte der Rivier Canje, in de Volkplanting de Berbices, uitmuntende +landeryen gezien, alwaar de Koffy- en Cacao-boomen tot de grootste +volkomenheid opgroeiden, schoon zy niet dan een zeer dun overdek van +zwarte aarde hadden. + +Naar mate men aan de zee, of aan den mond der Rivieren nadert, wordt +het slyk minder vet en zagter: zoo is het ook langs de zee-kusten, +alwaar men den naam van slyk in dien van uitgedroogde modder zoude +kunnen veranderen, waar van de bagger uit de gegravene vaarten een +overtuigend blyk oplevert. Deeze bewerking moet alle twee jaaren +geschieden op de Plantagien, die langs de kusten gelegen zyn. Het geen +'er uitgebaggerd wordt, werpt men aan de beide kanten dier vaarten, +en twee jaaren daar na is van het zelve niets meer te vinden; het is +wederom in de vaart afgezakt, welke 'er op nieuw mede bezet is. + +Ik had my altyd verbeeld, dat dit zoort van landen minder vruchtbaar +was, en dat de Koffy-boomen aldaar korter duurden; maar ik heb het +laatste jaar twee stukken land gezien, met Koffy-boomen beplant, +behoorende tot de oudste Plantagie aan de westkust, zynde in den besten +staat en vol vruchten; en de eigenaar heeft my verzekerd, dat deeze +stukken zedert 22 of 23 jaaren waren beplant geweest: ten duidelyken +blyke, dat deeze landen zeer lang in hunne vruchtbaarheid volharden. + +Voor een blyk van goed land houdt men vry algemeen een zoort van +palmboom, waar aan men by u den naam van Pinot geeft. De Schryver, +die den Surinaamschen landbouw behandeld heeft, zegt, dat hoe meer +men van die boomen vindt, hoe vruchtbaarer de grond is. Ik stem +gaarne toe, dat de landen, hier boven door my als de beste opgegeven, +'er rykelyk van voorzien zyn; maar verscheide inwooners, die de hooge +landen in Demerary vruchteloos bebouwd hebben, hebben my verzekerd +door dit blyk bedrogen te zyn geworden; ik zoude daarom altyd raden, +zig daar op niet eeniglyk te verlaten, maar tevens te onderzoeken, +of de grond ook andere blyken, welken ik ontvouwd heb, oplevert. + +Behalven de verandering, die in den grond bespeurd wordt, naar mate +men digter aan de zee nadert, vindt men ook, dat het hout uit minder +sterke en een ander zoort van boomen begint te bestaan. Men ziet +minder Manis, en van die boomen, welken de Indianen alhier noemen +Warokoerie, de Creolen Schepperboom, dat is roey-riemen-hout, om +dat het zig gemakkelyk laat klooven, en veel al tot het maken van +roey-riemen gebruikt wordt; ter zelfder tyd vermeerdert het getal +der Paletuvier-boomen. Men vindt den boom, Coeraharie genaamd, niet +meer in grooten overvloed. Deeze boom, wiens Surinaamsche naam my +niet bekend is, is geschikt tot timmerhout, en kan dienen tot het +maken van palen of stylen; mits men dezelven op steene grondvesten +plaatst; men gebruikt het ook tot ribben en balken, eindelyk tot +alles wat beschut of bedekt is. Men vindt aldaar ook zeer fraaije +vierkante blokken, waar van men planken zaagt, die zeer geschikt zyn +om de huizen te beschieten; maar niet zeer goed zyn voor vloeren of +zolders, om dat dit hout krom buigt. Men vindt deezen boom insgelyks +in de diepten der Plantagien, aan de west-kust; maar zy zyn aldaar +kleiner. De Balata, die in Surinamen en de Berbices zoo gemeen is, +is hier uittermaten zeldzaam. + +Insgelyks zyn de banken van schulpvisschen aan de oevers van +Surinamen en de Berbices zeer gemeen; maar men vindt dezelven in +'t geheel niet aan die van de Rivieren Essequebo en Demerary. Men +begint eenige schelpvisschen te zien, wanneer men de Coerabanne naar +den oostkant voor by vaart, gaande naar den kant van de Maheyca; +maar aan de oostzyde van deeze laatstgemelde Kreek, of beter gezegd, +Rivier, is eene zeer groote bank, en van daar tot aan Mahicony is +'er de kust vol van. + +Om zyne keuze te bepalen omtrent die plaatsen, waar de beste landen +gelegen zyn, kan men, volgens de zekerste berigten, die ik heb +kunnen opspooren, in Demerary alleenlyk voor behoorlyk vruchtbaare +landen houden die geenen, welke aan den oostelyken oever gelegen zyn, +gerekend van de Plantagie, de groote Diamant, tot omtrent twee mylen +van den mond der Rivier; en aan den westelyken oever, van de Plantagie +Laurentia, een halve myl hooger op, tot aan den mond der Rivier. + +Te Essequebo bepalen zig de goede landen tot die van de Eilanden +Legouane, Arobabiche, en Waakkename; en zelfs op dit laatstgemelde +Eiland is het zuidelykst gedeelte, het welk het verste van de Zee af +ligt, reeds van veel mindere waarde. Aan den oostelyken oever van +deeze Rivier, kan men geene goede landen hooger op rekenen, dan de +Plantagie Patrica, een myl van den mond der Rivier af, en aan den +westelyken oever van de Plantagie, Adventure genaamd. + + + +TWEEDE BRIEF. + +Van de manier, om te arbeiden aan Dykagien, uitwaterende vaarten, +sluizen en ander werk, het welk noodig is, om het Land ter bebouwing +gereed te maken. + +In den vorigen brief heb ik u myne gedachten opgegeven, hoe uitmuntend +geschikt de lage landen in Guiana ter bebouwing zyn, en welke keuze +men onder de verschillende zoorten en liggingen van deeze landen te +maken heeft: in deezen brief zal ik u ontvouwen de manier, om die +landen toe te bereiden en bruikbaar te maken. + +Dewyl deeze landen, of byna altyd onder water staan, of door de +verwisseling van ebbe en vloed, aan overstroomingen onderworpen +zyn, moet men dezelven droog maken, en door dyken beletten, dat het +buitenwater niet kan doordringen tot het land, het welk men voornemens +is tot bouwland aan te leggen. + +Ik vooronderstel dus, dat de keuze van het land gedaan is. Men moet, +voor alle dingen, het hout laten weghakken, en het geheele land, +het welk men voorgenomen heeft te bedyken, of ten minsten het +gedeelte, waar de dyken gelegd moeten worden, tot op eene zekere +breedte, doen zuiveren. Vervolgens kunt gy overgaan tot het leggen +van die dyken, welke een vierkant, dat evenwyd is, zullen vormen, +waar van de eene kant uwe voorgevel of scheidsmuur, aan de Rivier +of Zee-kust, zal uitmaken; eene andere, aan de eerste gelyk zynde, +zal gelegd worden in de diepte van dit zelfde land, op den afstand, +welken gy wilt toebereiden en beplanten; de twee andere zyden, die +beide even groot zyn, zullen lynrecht tegen de twee eerste overstaan, +en u van uwe gebuuren, ter rechter en ter linker zyde, afscheiden. + +Tot dit einde moet men, in den geheelen omtrek van dit vierkant, +beginnen met een kleine gracht te graven, welke gevonden moet worden +onder het midden der breedte van den dyk, en daar aan als tot een +grondvesting dienen. Deeze kleine gracht wordt genoemd de pit of +blinde groeve: dezelve moet omtrent drie voeten breedte hebben, voor +een dyk, die twaalf voeten en meer tot zynen grondslag heeft. Het +is van aanbelang dezelve te graven tot de diepte van ten minsten +twee goede schuppen, en aldaar geene stammen van boomen, geen hout, +geene wortels over te laten, maar daar van volkomen te zuiveren. + +Wanneer deeze blinde groeve gemaakt is, zult gy beginnen met de +uitwaterende grachten te graven: men is gewoon 'er daar van twee +te maken, de eene van buiten aan den dyk, de andere van binnen. De +eerste dient, om den dyk met slyk aan te vullen, de binnen-gracht +daar toe zomtyds niet voldoende zynde, wanneer deeze dyk van vry wat +aanbelang moet zyn. Deeze buitenste gracht bevordert daarenboven den +uitloop van een gedeelte der omringende wateren, en belet dezelven, +door middel van dien uitloop, tegen den dyk aan te perssen. + +Het is nutteloos deeze buitenste gracht zeer diep uit te graven; +zy vordert zoo veel oplettendheid niet, als de binnenste gracht, +die net en regelmatig moet bewerkt worden; terwyl men in de buitenste +de stronken en wortels laten kan, mits zy aan de uitdieping niet te +hinderlyk zyn. Men moet altyd eene bekwame tusschenruimte tusschen +deeze gracht en den dyk houden. + +In welk zoort van lage landen het ook zy, is de bagger, die men voor +de eerste keer uit deeze grachten haalt, te veel met vreemde lichamen +vermengt, en al te los, om tot bekwame grondslagen voor den dyk te +kunnen dienen. Men moet ten minsten de twee eerste baggers, die men +'er uit haalt, aan deeze zyde werpen, dat is tusschen de gracht en den +dyk; en wanneer men de slyk of grond vast en bekwaam genoeg vindt, laat +men dezelve op den dyk werpen, het zy in eens, het zy in twee keeren, +zoo als gewoonlyk plaats heeft, om reden, dat men tusschen den dyk en +de omringende grachten een tusschenvak moet laten van 20 of zomtyds 30 +voeten. Indien men deeze voorzorg verzuimde, zoude men gevaar loopen, +om de kanten van den dyk, en van de grachten, door de onmatige zwaarte +van de aarde, waar van de dyk gemaakt is, spoedig te zien instorten. + +Men graaft de omringende grachten tot de vereischte diepte, die niet +altyd dezelfde is, maar waar van de gewoone maat bedraagt zes voeten +voor de binnen-gracht: men moet wel opletten, om aan deeze gracht de +noodige opgaande schuinte te geven, naar mate men dezelve graaft. De +evenredigheid van deeze opgaande schuinte is van 5 of 6 duimen van +elke voet; en naar mate men de kanten van deeze gracht in die schuinte +graaft, maakt men dezelve met het platte van de schup effen en gelyk. + +Men zoude vervolgens deeze binnen-gracht kunnen eindigen, zonder +andere voorzorgen in acht te nemen; maar dan zou men gevaar loopen, +om door het hooge water overvallen te worden, en daar door veel tyd +te verliezen; behalven dat het te vreezen is, dat het water deeze +grond of slyk, welke daar door gedeeltelyk in beweging gebragt wordt, +week zoude maken, en daar door verzakkingen veroorzaken. + +Men keert dit ongemak af, door, van den beginne af aan, een vierkante +pyp of sluis te plaatsen, die in dit land genaamd wordt coffre +d'ecoulement, het zy een groote, het zy by voorraad een kleine, +die ten minsten het water op de gewoone getyen kan tegen houden. + +Om deeze uitwaterende sluis te plaatsen, graaft men daar toe opzettelyk +een gat in den dyk, aan den kant, die aan de Rivier of de Zee gelegen +is, indien men in het land geene kreek heeft, die daar toe geschikt +is. Maar doorgaans vindt men verscheiden van die kreeken of vaarten, +door de natuur zelve gevormd, waar door het ryzend water in overvloed +in de landen inloopt, en het vallend water weder afloopt. In het +begin moet men alle deeze kreeken door goede kistdammen schutten. + +Zulk een kistdam is niet moeijelyk te maken; maar dit moet met +oplettendheid en vastheid geschieden: men begint met het vak of de +plaats, alwaar die kistdam gelegd moet worden, te zuiveren. Men neemt +vervolgens twee zwaare stukken hout of ribben, van eene genoegzame +lengte, om de geheele kreek en derzelver oevers te beslaan van den +eenen tot den anderen kant, ter wydte van omtrent zes voeten: dit vak +van zes voeten wordt tot op een goede schup diepte, beneden het bed +van de kreek, weggegraven. De twee houte ribben worden mitsdien dwars +op den grond van de kreek gelegd, op een zekeren afstand van elkander: +vervolgens plant men eenige zwaare heypalen aan de buitenzyde, voor +elk einde van deeze houte ribben, om de uitwyking voor te komen van +de aarde of het slyk, waar mede men het vak tusschen de twee ribben +vullen moet, om den kistdam te maken. + +Wanneer deeze houte ribben wel geplaatst, en behoorlyk vast gemaakt +zyn, plant men langs elk van dezelven, zoo aan de binnen- als +buitenzyde, een rey heypaalen, van zwaare stukken hout, welken men +naast, en zoo dicht mogelyk aan elkander, inslaat: men moet om die +reden rechte stukken daar toe verkiezen. Wanneer alle deeze paalen +zyn ingeheyd, vult men het tusschen-vak met slyk, welke men aldaar +met kragt inwerpt, en die eindelyk een klomp wordt, waar door het +water niet kan heen dringen. + +Men vindt op de plaatsen zelven altyd hout, het welk geschikt is, +om tot deeze ribben te dienen, vermits zy niet langer dan twee of +drie jaaren behoeven te duuren, na verloop van welken tyd de kistdam +stevig genoeg is, en geen steunzel meer noodig heeft. + +Thans, om de sluis te kunnen plaatsen, zuivert men de kreek, +waar in men die plaatsen wil, van derzelver vuiligheden, of men +graaft opzettelyk eene vaart, indien men geen gebruik van eene kreek +maakt. Men moet eenige duimen lager graven, dan het waterpas van het +laagste gety van de Rivier of Zee kust, waar in men de uitwatering +verkiest. + +Wanneer de plaats, alwaar men de sluis stellen wil, is uitgegraven, +brengt men die sluis voorwaarts naar een der oevers van de vaart, +welke men daar voor gegraven heeft: men plaatst dezelve aldaar op +eenige houte balken, die voor uit moeten steken tot byna op de helft +van de opening der gegravene vaart. Die sluis aldaar geplaatst zynde, +keert men de zelve op zyde, zoo dat de grond of het onderste van de +sluis recht over einde staat aan de zyde van de uitgegravene plaats, +en byna tegen den kant aan. Vervolgens slaat men om de twee uiteinden +van de sluis twee zwaare touwen, waar van men de einden behoorlyk +vast maakt. Op elk derzelven plaatst men een takel, waar van men +de wederzyde op eenige stronken van boomen doet rusten, of, zoo +'er die niet zyn, op twee zware palen, daar toe opzettelyk geplant, +aan de zelfde zyde, waar de sluis geplaatst is. + +By elke takel zet men eenig volk, met last om gelykelyk en van +langzamerhand schoot te geven, naar mate daar toe bevel gegeven wordt; +vervolgens wordt door eenige arbeiders, die langs de sluis geplaatst +zyn, dezelve op de balken voortgeduwd naar het gat, waar in dezelve +moet inzakken. Wanneer de sluis, alzoo voortgestooten zynde, geheel van +den grond af is, begint dezelve wederom in haare natuurlyke gesteldheid +om te wenden, dat is, met den bodem naar beneden; als dan moet het +volk, het welk de takels tegen houdt, de touwen eensklaps los laten, +om de sluis in het gat te doen nederzakken. De balken, waar op men de +sluis heeft laten voortglyden, dienen in dit oogenblik tot een wip, +om de sluis naar beneden in de gegravene vaart te wenden, alwaar men +dezelve nederzet, waterpas en plat, zoo naauwkeurig maar eenigzints +mogelyk is. + +Wanneer de sluis zoodanig geplaatst is, als men verlangt, trekt men +de takels en andere touwen te rug: men plaatst, even als by het maken +van eene gewoone en volkomene kistdam, hier boven reeds beschreven, +twee houte ribben, de eene beneden, en de andere boven de sluis, +vlak tegen dezelve aan. Men plant aldaar eene reije van houte staken, +uitgenomen op de plaats, welke de sluis beslaat, waar van men de +opening niet sluiten moet: men neemt in plaats derzelven aldaar zware +planken, of, indien men wil, ronde stukken hout, met den grond gelyk +en in de dwarste. Deeze kistdam vult men met slyk, zoo als hier voren +reeds is opgegeven, en men overdekt daar mede de sluis. + +Indien men alleenlyk by voorraad eene kleine sluis wilde plaatsen, +om de eerste bewerking des te gemakkelyker te maken, zulks zoude veel +eenvoudiger zyn; dezelve wordt gemaakt van vier zwaare planken aan +elkander gevoegd, zoo dat elk derzelven een van de kanten uitmaakt: aan +het buitenste einde plaatst men eene kleine sluisdeur of duiker, die +nederhangt, om de sluiting des te gemakkelyker en zekerder te hebben. + +Hier mede behooren wy over te gaan tot de ontvouwing van de manier, +op welke eene groote sluis gebouwd wordt, die men veronderstelt eene +opening van drie voeten te hebben. + +De bouwstoffen, daartoe vereischt wordende, zyn de volgende: + +1. Zes zwaare planken van 26 voeten lengte, op 13 duimen breedte en +twee duimen dikte. + +2. Vyftien zwaare planken van 12 voeten lengte, twaalf duimen breedte, +en anderhalve duim dikte. + +3. Vier zwaare planken van twaalf voeten lengte, twaalf duimen +breedte, en twee en een halve duim dikte. + +4. Twee stukken hout van vyf voeten lengte, op zeven duimen breedte in +'t vierkant. + +5. Een paar hengzels, van twee en een halve voeten lengte, en twee +en een halve duimen breedte, met twee zwaare yzere duimen, waar van +de punten lang genoeg zyn, om door het stukje hout of klamp, het welk +men boven de sluisdeur plaatst, heen te gaan, en voorts genoegzaam +uitstekende, om met een schroef of schaar vast gemaakt te worden. + +6. Vier yzere banden, waar van de einden omgebogen zyn naar vereisch +van de houte klampen, en hebbende de lengte van twee en een half +voeten, om op de sluis te spykeren, tot derzelver meerdere vastheid. + +7. Eindelyk de noodige spykers, die voor een sluis van dit maakzel, +en van die evenredigheid, ten naasten by zullen bedragen twaalf +ponden van 5 of 6 duimen, en twintig of vier-en-twintig ponden kleiner +spykers van 3 duimen. + +Om deeze sluis te maken, begint men met de zwaare planken van 26 +voeten lengte gelyk te maken; men zet die in elkander, drie van +de eene en drie van de andere zyde, zoo dat elke kant, uit drie te +zamen vereenigde planken bestaande, eene gelyke breedte maakt; men +hakt het einde van deeze planken schuins, in de evenredigheid van ten +minsten drie duimen op elken voet. Deeze schuinte is alleen aan die +zyde, welke naar de Rivier of Zee geplaatst wordt, en alwaar ook de +sluis-deur moet gemaakt worden. + +De vier planken van twaalf voeten lengte, en twee en een halve duimen +dikte, dienen om de vierkanten of vakken van de sluis te maken. Daarom +klooft men dezelven in de breedte midden door, het geen de planken +alleenlyk zes duimen breed maakt; men hakt dezelve in vier stukken, +elk van drie voeten lang; men maakt deeze stukken van eene even gelyke +grootte, en voegt die met rechte hoeken en een zwaluwen staart te +zamen, zoo dat men van vier stukken een vierkant maakt; en dewyl elke +plank agt stukken oplevert, maakt zulks twee vierkanten op elke plank, +en voor de vier, agt vierkanten of vakken, die tot de vastheid van +de sluis op eene lengte van 26 voeten volkomen voldoende zyn. Het +vierkant, het welk aan het einde der lange planken, die schuins +gehakt zyn, geplaatst is, moet insgelyks in de schuinte gehakt worden, +om op de andere schuinte volmaakt te sluiten. Wanneer de vierkanten +gemaakt zyn, spykert men dezelven op gelyke afstanden van elkander +aan de lange planken vast: wanneer de sluis van wederzyden aan die +vierkanten is vast gespykerd, gaat men over tot de twee andere zyden, +die den bodem, en het boveneinde van de sluis uitmaken: men gebruikt +daar toe de vyftien planken van anderhalve duim dikte: men hakt +die alle aan stukken van drie voeten lengte, het geen voldoende is, +om de beide zyden van de sluis aan de einden gelyk te doen dragen: +na deeze stukken zoo gemaakt te hebben, dat ze volmaakt op elkander +passen, spykert men ze overdwars aan de sluis vast, zoo van boven +als van onderen. + +De deur van deeze sluis wordt geplaatst aan die zyde, alwaar de +planken met een schuinse inham gehakt zyn; men geeft 'er het fatsoen +aan overeenkomstig deeze zelfde schuinte, en hangt dezelve aan twee +hengzels, waar van de yzere duimen zyn geklonken in een stuk hout +van het beste zoort, het welk men boven aan de sluis vast maakt, +door het zelve vooraf met het vierkant, waar op deeze deur rust, +zamen te hegten; en vervolgens met twee yzere krammen, die het zelve +aan drie kanten omvatten, en waar van de platte einden gespykerd zyn +op de planken, welken men overdwars boven de sluis geplaatst heeft, +terwyl men onder aan een gelyk stuk hout plaatst, op dezelfde wyze +vast gehecht, waar op de sluisdeur rust, wanneer die gesloten is. De +yzere duimen gaan door de breedte heen van het stuk hout, waar in zy +geklonken zyn, en van agteren zyn zy met een schroef of schaar vast +gemaakt, zoo dat men ze naar vooren of naar agteren kan draaijen, +naar dat de vaste sluiting van de sluisdeur zulks vordert. + +Het geheel van deeze sluisdeur bestaat uit in elkander gevoegde stukken +hout, die wel gelyk gemaakt zyn, en overdekt met eene dubbele laag hout +met regte hoeken, insgelyks in elkander gezet: dezelve moet breeder +zyn, dan de opening van de sluis, dat is, gelyk met derzelver geheele +breedte, de buitenste kanten daar onder gerekend. Die zyde van de +deur, alwaar de planken vlak of overdwars zyn in elkander gevoegd, +moet binnenwaarts geplaatst worden, dewyl het hout op die manier +zig minder uitzet, en de sluisdeur dan minder bloot gesteld is, +om in wanoerde te geraken, en naauwkeuriger sluit. + +Om aan deeze sluisdeur meer gewicht te geven, en dezelve gemakkelyker +van zig zelve, en door haare zwaarte, te doen sluiten, voegt men 'er +van weerskanten een zwaar stuk hout by, het welk men aan de buitenste +oppervlakte vast spykert; dit stuk moet de dikte hebben van vier of +zes duimen in de laagte, en naar de bovenkant hoeksgewyze eindigen. + +Eene uitwaterende sluis van de hier boven opgegevene grootte, is +volkomen voldoende tot het droogmaken van een stuk van 150 hond lands: +men kan een tweede aanleggen, of 'er een maken, die grooter is, naar +mate eene grootere uitgestrektheid gronds moet worden droog gemaakt. + +Deeze zoort van sluisdeuren of duikers is de eenvoudigste en min +kostbaarste, om te dienen tot loozing van het binnen-water van een +land, het welk men wil droogmaken en bebouwen. + +Voor 't overige, wanneer men 'er de middelen en den tyd toe heeft, +kan men aldaar sluizen maken op de manier, die in Europa bekend is, +het zy van hout, het zy van steen. 'Er zyn veele Planters in de +Hollandsche Volkplantingen van Guiana, die deeze laatstgemelde hebben. + +Wanneer de grachten rondoem gegraven en de sluis geplaatst is, +moet men dadelyk zyn werk maken van de afdeeling van den grond, +en van de wegen, waar door elke afdeeling wordt afgescheiden. Deeze +wegen moeten door gegravene vaarten omgeven zyn, die tamelyk groot +en ten hoogsten honderd toisen van elkander afgelegen zyn. Indien +de tusschenruimten grooter waren, zoude de afloop van het water te +langzaam en onvoldoende zyn: men moet ze ook niet te digt by elkander +maken, om den arbeid niet noodeloos te vermeenigvuldigen. + +Deeze verdeelingen zyn willekeurig, en hangen van des Planters +goedvinden af. Men maakt de midden-laanen meer of min breed, en aan +de kanten plant men vrugtboomen, bananen-boomen, ananassen, en andere +nuttige planten. + +'Er zyn Planters, die, behalven de groote midden-laan, nog eene andere +van wederzyden maken, minder breed, in het midden van het vak tusschen +de groote laan en elke dyk, waar door het geheele stuk gronds in vier +gelyke deelen verdeeld is: men kan deeze verdeeling nog eenvoudiger +maken, om den arbeid te verminderen. + +'Er is nog eene manier, die veel voordeeliger is, en daarom veel meer +aan te raden: hier in bestaande, om in plaats van den middenweg, +eene groote vaart te graven, beginnende van het achterste gedeelte +der gebouwen tot een einde voor aan in het bosch, en in de dwarste +loopende voor den agterdyk. Men bedient zig van de aarde, die daar +uit gegraven wordt, om aan wederzyden van deeze vaart, de dyken op te +hoogen, die een zeer goeden weg opleveren ter rechter en ter linker +zyde, welken men ieder met ryen boomen beplant. Het nut van zulk eene +gegravene vaart is onwaardeerbaar; dezelve dient, om de koffy of andere +waaren in den oogst-tyd met schepen of ligte vaartuigen te vervoeren, +het geen veel handen arbeid kan voorkomen. Deeze vaart is het geheele +jaar door vol goed en zoet water, het welk uit het bosch afdaalt. Dit +water dient tot besproeijingen, tot verscheidene benoodigdheden der +Planters, om zig te baden, en tot het vervoeren van hout voor vaatwerk, +en brandhout, het welk men als een vlot laat afzakken, enz. + +Na dat men eenige maanden aan het maken der omringende dyken gearbeid +heeft, wanneer de grond is ingezakt en vast geworden, maakt men de +dyken volkomen af, en gelyk, en geeft aan de onderpaden en schuinse +afhellingen derzelver regelmatige gedaante. De hoogte van deeze dyken +moet altyd zyn een voet boven het hoogste water. + +In dit bearbeiden der lage landen, na den grond van het zwaare hout +en de takken gezuiverd te hebben, het geen altyd een lang en moeijelyk +werk is, voornamelyk wanneer de gronden met paletuvier-boomen bewassen +zyn, is men gewoon in het begin bananen-boomen te planten, die tot +voedzel voor de beplanters dienen, en met hunne zwaare bladeren +de heestergewassen, het kleine geboomte, en planten, die op den +grond overig blyven, overschaduwende, dezelven eindelyk geheel doen +te niet gaan. Waar na men dezelven uittrekt, en nuttige planten, +die men voornemens is aldaar aan te kweeken, in de plaats zet, om +'er voordeel mede te doen. Indien dit koffy-boomen zyn, plant men +dezelven, geduurende het eerste en tweede jaar, in de schaduwe der +bananen-boomen, waar van men een gedeelte laat staan. + +Voorts moeten wy nog aanmerken, dat op de groote, en vooral op de +Suiker-Plantagien, de verdeeling der grachten een weinig anders +zyn moet. + +Voor eene Suiker-Plantagie, alwaar men een water-molen maken wil, +moet men afzonderlyke gegravene vaarten hebben, benevens genoegzaame +vyvers, en bewaarplaatsen van water, die in slaat zyn het zelve aan +de molen te verschaffen; als mede eene bekwaame helling, geduurende al +den tyd, dat de Zee laag genoeg is, om de molen te kunnen laten malen. + +'Er zyn ook grachten of vaarten noodig, die bevaarbaar zyn voor ligte +vaartuigen, rondoem elke verdeeling, ten einde het suiker-riet met +gemak en vaardigheid naar den molen te kunnen overvoeren. + +Op de groote Koffy-Plantagien graaft men ook eenigen van deeze vaarten, +tot het vervoeren van de ingeoeogste vruchten in kleine vaartuigen; +het geen aan den arbeid der wyd afgelegene Plantagien byzonder veel +gemak aanbrengt. Het is tot dit einde genoeg, een gracht te hebben van +twintig voeten breedte, die midden door de Plantagie, en vervolgens +naar de diepte heen loopt. Deeze gracht of vaart moet geene gemeenschap +met de anderen hebben; dewyl men zorgen moet, dat daar in altyd water +genoeg is, om te kunnen varen, en wel zoet water, gelyk reeds hier +vooren is opgemerkt; ook is het noodig aldaar eene kleine sluis te +leggen, die haar uitloop heeft naar de groote sluis, welke voor de +geheele droogmaking dient, ten einde deeze vaart te kunnen ontledigen, +wanneer 'er te veel water in is, of zelfs geheel en al uit te droogen, +indien dit noodig is, om dezelve schoon te maken, en diergelyken. + +Ten aanzien van eene Suiker-Plantagie, is het met de verdeeling deezer +grachten en vaarten geheel anders gelegen: twee zaaken komen aldaar +in aanschouw; voor eerst, het maken van plaatsen, die geschikt zyn om +het water te bewaren, het welk noodig is, om den molen aan den gang +te houden; ten tweeden, om de middelen te verschaffen, tot het rondoem +vaaren van elk stuk lands, met suiker-riet beplant, en het zelve alzoo +naar den molen te kunnen vervoeren. Men moet die vaarten dus veel +grooter en meerder in getal maken. Zie hier de verdeeling van dezelven. + +Men begint met omringende grachten te maken, die in grootte aan +de uitgestrektheid van het stuk lands geevenredigd zyn; men maakt +vervolgens verdeelingen van 100 tot 100 toisen, maar niet verder, +dan tot omtrent in het midden van de diepte der Plantagie. De groote +gegraven vaart van zoet water, waar van wy gesproken hebben, en die +van de gebouwen der Plantagie af, tot in derzelver diepte, boven den +agter-dyk, doorloopt, moet eene veel grootere breedte hebben omtrent de +plaats, waar de molen staat, dan in een afgelegener gedeelte. Op deeze +vaart loopen andere kleinere vaarten of grachten uit, die geplaatst +worden tusschen de afdeelingen heen, zoo dat zy met de uitwaterende +vaarten geene gemeenschap hebben, maar alleenlyk met de middelste, +waar van zy als zoo veele armen uitmaken. + +Behalven deeze groote vaart, en derzelver rechthoekige armen, zyn de +verdeelingen van den grond omringd door eene uitwaterende vaart of +gracht, en hebben nog eene andere in het midden van derzelver breedte, +alle welke met de omringende en uit waterende vaarten gemeenschap +hebben: en op die wyze geschiedt de droogmaking van den grond, als +mede van de afgedeelde stukken, die men, even gelyk in alle andere +droogmakingen, van 30 tot 30 voeten maakt. + +Wanneer eene Suiker-Plantagie, of andere, van eene zekere +uitgestrektheid is, zyn 'er twee uitwaterende sluizen noodig, een +aan elk uiteinde van het voorste gedeelte des lands: men legt ook +nog een derde aan den ingang van de groote vaart, dienende tot een +bewaarplaats van water, om, wanneer men wil, het water in alle de +grachten te kunnen laten inloopen: en deeze sluis zet men open, +wanneer het buiten-water te hoog is. + + + +DERDE BRIEF. + +Van het planten en aankweeken van Koffy, en van de noodige +levensmiddelen tot onderhoud van de Planters; van het oogsten +en bewerken der Koffy; van de gebouwen, en verdere noodzakelyke +inrigtingen tot eene groote Koffy-Plantagie, volgens het gebruik der +Hollandsche Volkplantingen in Guiana. + +Ik heb nu de manier ontvouwd van het droogmaken van een stuk grond, +het inrichten van de grachten en uitwaterende sluisen, en het toemaken +van het land, het welk voor deezen verdronken land was, ten einde +daar van zoodanige Plantagie te maken, als men geraden zal oordeelen +aldaar te vestigen. Ik zal vooroenderstellen, dat het koffy-boomen zyn, +welken gy voornemens zyt op uw land voort te teelen; het onderwerp +van deezen brief zal derhalven bestaan in u opzettelyk de middelen +aan te wyzen, waar door men zulk eene Plantagie kan aanleggen, mits +'er de behoorlyke zorge toe aanwendende. + +Na dat de doorsnydingen of kleine grachten tot afscheiding der bedden +gemaakt zyn, houdt men zig met de beplanting bezig. Het is vry algemeen +aangenomen, om bananen-boomen te planten, eer men koffy-boomen plant, +zelfs op eene Plantagie, die men begint aan te leggen: in dit geval +zal men het kunnen doen zes maanden, of een jaargetyde daar na. Maar +ten aanzien van Planters, die reeds Plantagien hebben, en dezelven +uitleggen, is men volstrektelyk van gedachten, dat zy ten minsten +twaalf maanden moeten wagten, dat is, dat zy, hun land met dyken +omringd hebbende, geduurende de groote droogte van het eene jaar, +hunne koffy-boomen eerst behoeven te planten in het regen-saisoen, +na het saisoen van droogte in het volgende jaar. Maar een Planter, +die eerst begint, en meer haast heeft om genot te trekken, kan +reeds planten in den regen van April of Mey van het jaar, volgende +op het saisoen van de groote droogte, waar in men veroenderstelt, +dat hy zyne omheining gemaakt heeft: indien hy zulks gedaan had +geduurende de kleine droogte van February of Maart, zoude hy kunnen +planten in de maand December daar aanvolgende, mits hy zig in dien +tusschen-tyd onledig houde, om uit zyn toegemaakt land zoo veel hout +en struiken van pynboomen, of latanus-boomen van het kleine zoort uit +te haalen, als hem maar eenigzints mogelyk is, ten einde hem in staat +te stellen, om het land zoo veel doenlyk gelyk te maken, alvorens de +koffy-boomen te planten. De andere Planters, wien men aanraadt, om, +zoo zy kunnen, een jaar te wagten, moeten denzelfden arbeid verrigten; +maar zy zullen dit met veel meer gemak doen, vermits veele van deeze +planten na verloop van twaalf maanden verrot zyn, die het nog niet +zyn na verloop van zes maanden. + +Indien men de voorzorge niet gebruikte, om den grond schoon en gelyk +te maken, zouden de koffy-boomen ongelyk groeijen, en zeer veel te +lyden hebben van de houtluizen en andere insecten, die zig in het +verrotte hout en struiken nestelen en voortteelen; en wanneer deeze +insecten zig eenmaal ergens geplaatst hebben, worden zy, om zoo te +spreken, onuitroeibaar. + +Eene andere reden, waarom men van begrip is dadelyk geene koffy-boomen +te planten, bestaat hier in, dat de grond door de droogmaking veel +inzakt, en wanneer men al te schielyk boomen op denzelven plant, +deeze zeer onderworpen zyn om neder te hangen, of op den grond te +leggen, het geen niet alleen een zeer leelyk gezigt, en eene groote +moeielykheid in het uitwieden van het onkruid maakt, maar ook naderhand +in het vrucht dragen nadeelig is; want een boom, die op den grond ligt, +of over een anderen heen hangt, kan nooit zoo veel vruchten dragen, +als een boom, die recht over einde staat, en de vrye doorspeling van +de lucht aan alle kanten geniet. + +Men kan, wel is waar, dit ongemak gedeeltelyk verhelpen, door op deeze +nieuwe gronden meer in de diepte te planten; maar nimmer zal de boom +eene zoo fraaije spitse gedaante aanneemen, dan wanneer men met het +planten wagt, tot dat de grond een weinig is ingezakt, vermits het +geheele gedeelte, het welk in den grond is, zyne zytakken verliest, +die zig nooit weder herstellen. + +De Planter intusschen, die, na verloop van zes maanden na de +droogmaking, begint te planten, zal altyd wel doen, met deeze voorzorge +niet te verwaarloozen; want het gemelde ongemak is veel minder, dan +dat men de boomen ziet aan den grond leggen, of schuins nederhangen. + +Uitgenomen op een zeer klein getal Plantagien, alwaar men eenige +stukken met koffyboomen heeft beginnen te beplanten, op den afstand +van tien of twaalf voeten, heeft men de algemeene gewoonte aangenomen, +om dezelven op geen grooter afstand dan van negen voeten, en zelfs +aan de westzyde, alleenlyk van agt voeten, te beplanten, om dat de +koffy-boomen aldaar over 't algemeen kleiner vallen. + +Zonder deeze gewoonte te willen beoeordeelen, ben ik van gevoelen, +dat men de koffy-boomen op alle goede rivier-gronden kan planten op +tien voeten afstand, en dat men geen kwaad doet met dezelven op ryker +gronden, tien of twaalf voeten van elkander te plaatsen, vermits +ontwyffelbaar de invloed van de lucht, niet alleen tot den groei, +maar ook tot den bloei van alle vruchtboomen, zeer dienstig is. + +Men heeft in 't algemeen in Demerary eenen zeer wezentlyken misslag +begaan, door de koffy-boomen op negen voeten afstand te planten: +men heeft de landen beginnen te verdeelen in zoo veele vierkante +vakken van die maat, in het midden van welken men een boom plantte; +voorts om de vier boomen eene kleine gracht of doorsnyding van twee +of twee en een half voeten gravende, waar door veroeorzaakt wierd, +dat in plaats dat de afstand van den voet des booms aan den kant +van elke kleine doorsnyding de helft bedroeg van den doorgaanden +afstand van eiken boom, dit niet meer beliep dan drie of drie en een +half voeten, het geen, na verloop van eenige jaaren, op nog minder +uitkwam; want het is onmogelyk, dat by elke zuivering der vuiligheden, +de kleine doorsnyding zig niet eenige lynen verwydere, het welk, na +verloop van een zeker getal jaaren, dezelven op eene gelyke breedte +brengt. Uit dien hoofde hangen in Demerary de meeste reijen boomen, +langs de kleine doorsnydingen, allen over dezelven heen, het geen +niet alleen ten aanzien van de onderste takken aan den afloop van +het water een groot nadeel toebrengt, maar zelfs in het plukken van +de koffy hinderlyk is, ten minsten zulks zeer moeijelyk maakt. Ik +ben van een geheel tegen over gesteld gevoelen: in navolging van +de beste Surinaamsche Planters, maak ik niet alleen buiten-bedden, +welker afstand van den boom langs de kleine doorsnydingen de helft +bedraagt van den afstand tusschen den eenen en den anderen boom; maar +ik voege daar ook by een voet meer, om in de verbreeding van deeze +kleine grachten by het zuiveren der vuiligheden te voorzien. Wanneer +men nu de boomen op den afstand van negen voeten plant, zal de afstand +tusschen den boom en de doorsnyding bedragen vyf en een half voeten, +en indien ik dezelven plant op tien voeten, zal die afstand beloopen +zes voeten. + +Een groot voorstander van de vermeenigvuldiging der uitwateringen +zynde, verkies ik liefst, om drie reijen boomen op een buiten-bed te +plaatsen; zoo dat, wanneer ik plant op den afstand van tien voeten, +zy elk van twee-en-dertig voeten worden. + +Men zal wel doen, om by elk regen-saisoen eene enterye aan te leggen; +te meer, om dat, wanneer men zelf koffy-boomen heeft, die vruchten +dragen, dit een zeer geringe arbeid is, en men alleenlyk het oogenblik +van eenen regentyd, die niet missen kan, 'er toe verkiezen moet: want +gelyk de loten onder de boomen wortel schieten, en gevolgelyk gewoon +zyn, om geheel en al in de schaduwe te staan, zoo sterven zy, indien +ze, alvorens gevat te hebben, aan de hette der zon zyn bloot gesteld. + +Dit is de reden, waarom ik liefst verkies dezelven in de +bananen-plantery te plaatsen, als welke, hoe breed ze ook zyn moge, +altyd het jong plantsoen overdekt: en op die wyze gewent het zelve +langzamerhand aan de lucht en aan de zon. + +Ik stem toe, dat deeze loten misschien zoo sterk niet zyn, dan die van +eene enterye in de opene lucht; maar echter heb ik een stuk beplant, +zonder bananen-boomen, geheel en al bestaande uit jonge planten van +koffy-boomen, die van onder de bananen-boomen genomen waren, en 'er +zyn 'er van de zes-en-dertig honderd geen twaalf geweest, die niet +gevat hebben. Voor 't overige verkies ik liefst de koffy-boomen te +planten op zulke stukken lands, op welken bananen-boomen groeien. De +redenen zyn, voor eerst, om dat de bananen-boomen door hunne schaduwe +de jonge koffy-boomen beschutten, dezelven voor de winden beveiligen, +en meer regt over einde doen groeien; eene zaak, die voor de fraayheid +en nuttigheid van den boom van een wezentlyk belang is. Ik weet wel, +dat men staken of stutten voor dezelven plaatsen kan; maar dit is een +werk, het welk niet altyd aan zyn oogmerk voldoet, behalven dat dit +hout aan de houtluizen of carias tot eene verblyfplaats verstrekt, +byzonderlyk de stammen van pynboomen, die tot het maken van zulke +staken de geschiktste zyn. In de tweede plaats zyn de zwaare winden, +die in zekere maanden van het jaar waaijen, zeer nadeelig voor +den groei der boomen, zoo als ik ondervonden heb op twee stukken, +welken ik beplant had, na de bananen-boomen te hebben weggenomen. Het +gedeelte van deeze boomen, het welk voor de winden beschut was, is +grooter geworden, dan het andere gedeelte, het welk meerder aan de +winden was bloot gesteld, en zulks in het zelfde tyds-bestek. + +Veele lieden meenen, dat een stuk land, in de opene vlakte beplant, +sterker boomen voortbrengt; maar daar op valt dadelyk te antwoorden, +dat men de bananen-boomen niet zeer digt by elkander moet planten, en +dat men ze aldaar niet te lang laten moet, noch eensklaps wegnemen, +maar dat men beginnen moet met dezelven in het tweede jaar te +besnoeijen, en daar mede zoodanig voort te gaan, dat zy op het einde +van het derde jaar allen zyn weggenomen. + +Wanneer men eene kwekerye aanlegt, is het aller noodzakelykst acht +te geven, geene jonge planten uit te kiezen, dan onder de fraaiste +boomen. Dit is een zaak, die in 't byzonder in deeze Volkplanting +verwaarloosd is geworden, waar uit voortkoomt, dat 'er Plantagien zyn, +op welken de helft der boomen uit een slecht zoort van koffy-boomen +bestaat, die zeer weinige vrugten dragen: men noemt dezelven, zoo ik +meen, verkeerdelyk, de mannetjes: zy onderscheiden zig door hunne +dikke en platte bladeren, door het groot getal van zwartachtige en +doode takken, door te veel weeldrig hout of onvruchtbaare takken, +eindelyk door den aart van het hout, het welk veel ligter breekt, +dan van een goed zoort koffy-boomen. + +Men plant doorgaans nieuwe koffy-boomen, waar van de enterye twaalf +maanden te vooren is aangelegd: ik vermeene, dat deeze meest geschikt +zyn, om in de plaats te komen van doode boomen, of welken men om +andere redenen verruilt, op stukken, die reeds van vorige tyden +beplant geweest zyn: ik geloove zelfs, dat het niet dienstig is, +om ze jonger te nemen. + +Maar op stukken, die men op nieuw beplant, geef ik de voorkeur aan +koffy-boomen, die uit eene kweekerye van zes maanden gehaald zyn: +zie hier myne redenen: in 't algemeen, hoe jonger een boom geplant +wordt, hoe gemakkelyker hy wederom wortel vat: de kenners van den +landbouw in Europa geven 'er altyd den voorrang aan; maar deeze reden +wordt nog veel klemmender in die Land, alwaar de boomen, en ook de +koffy-boomen een regten wortel hebben, die spilsgewyze groeit, en zig +by de verplanting krommende, maakt, dat de boom kwynt, en nooit welig +doorgroeit; waar uit al verder voortspruit, dat hy by het opwassen op +zyde hangt, of op den grond legt. Terwyl de boom jong is, beurt de +spilswyze wortel, zoo lang niet zynde, zig zelven uit den grond op, +en verplant zig als uit de natuur. Daarenboven, een jonge boom, die +minder door de winden getysterd wordt, vat veel eer wortel. Eindelyk, +de kleine boomen zyn zeer onderworpen om zig in de kweekeryen in +de lengte uit te breiden, en men heeft moeite om 'er een genoegzaam +getal te vinden, die dit niet gedaan hebben. Men behoort dus steeds +een wakend oog te houden op de arbeiders, die de verplanting doen, op +dat zy 'er geene verkiezen, dan die van een goed zoort afkomen: maar, +mits men ze jong plant, doet 'er de gedaante niet veel toe: elke boom, +op zig zelf staande, groeit van zelf spitsgewyze naar de hoogte. + +Ik erken, dat, wanneer men zulke kleine boomen plant, men den arbeid +der eerste maanden vergroot: niet alleen moet men alle maanden wieden, +maar ook leggen deeze kleine boomen voor veele insecten bloot; de +krekels eeten 'er den kop af; de mieren maken daar aan gaarne hunne +nesten vast, die, zoo men geene zorge draagt om ze weg te nemen, +den groei beletten; maar het is slechts de moeite van een oogenblik, +die door andere voordeelen rykelyk vergoed wordt. + +Behalven het uitwieden van het onkruid, en het zuiver houden van de +insecten, moet men ook nog zorge dragen, om de weelderige loten uit +de boomen weg te nemen, en te maken, dat zy in het midden met niet +meer dan een enkelen stam opgroeijen. Een of twee bekwame Negers +hebben spoedig een stuk gezuiverd. + +Men moet ten deezen opzigte insgelyks in 't oog houden, om, by de +eerste regenbuien, alle de boomen, die niet gevat hebben, of sterven, +te verplanten. + +Men doet ook wel, met dadelyk na het uitbloeijen, geduurende de twee +eerste jaren, de zaadkorrels der jonge boomen weg te nemen: vooreerst +brengen zy grootendeels niet dan koffy voort, waar in geen kragt is; +en ik ben overtuigd, dat dit te vroeg dragen van vrucht voor de groei +en kragt van den boom schadelyk is, zoo als men natuurlyk begrypen +kan, en ons door de ondervinding bevestigd wordt, als welke ons +toont, dat onder de jonge koffy-boomen de zwakste en meest kwynende +boomen het sterkst bloeijen; ten bewyze, dat dit overyld bloeijen de +uitwerking is van eene verzwakte natuur, welke men verbeteren moet +door het vernielen van de vrucht, zoo dra ze gevormd is. In Europa +doet men zulks van gelyken, en met een goeden uitslag, ten aanzien +van de persiken- en abrikosen-boomen. + +Wanneer de boom tot de hoogte van vyf of vyf en een half voeten is +opgewassen, moet men deszelfs groei tegengaan, door den middelsten stam +af te knotten. Indien het een sterke boom is, zullen zyne zy-takken +hem nog een voet hooger doen groeijen; en dit is al de hoogte, die hy +hebben moet, op dat de Negers allen in staat zyn 'er de vruchten af +te plukken; want hoe fraai de groote boomen ook voor het uiterlyk oog +schynen mogen, de nuttigheid moet op alle Plantagien de hoofdzaak zyn. + +Behalven de aanhoudende uitwiedingen, moet men de boomen geduurig +ontdoen van de weelderige loten, welken men moet afbreken, en niet +afsnyden. Men moet ook het jong plantsoen uittrekken, het welk rondoem, +en onder de schaduwe van den boom te voorschyn koomt. Dit werk, om +wel verrigt te worden, vordert Negers van de mannelyke kunne, van +eene hooge gestalte, en daarenboven oplettend en oordeelkundig. Het +is ook best, om dit, tweemalen s'jaars, opzettelyk te laten doen. Het +gunstigst tydstip voor deezen arbeid is het regen-saisoen, om dat +men tevens de koffy-boomen, die niet gevat hebben, kan doen verplanten. + +Men moet zig wagten, om dit werk te verrigten, of 'er mede ophouden, +in den bloei-tyd; want door het schudden der boomen, zoude men de +bloemen en jonge vruchten doen afvallen. Men zal ook wel doen, zoo +mogelyk, het wieden na te laten geduurende den oogst, hoe zeer dit +echter minder schadelyk is: men moet de Negers leeren en gewennen, +om de koffy niet groen te plukken; dezelve heeft geene waarde, en +dewyl zy kleine zwarte boonen voortbrengt, heeft men des te meerder +moeite met dezelven uit te zoeken. + +Uitgenomen op modderige landen, zoo alst die gelegen zyn aan de beide +zee-kusten, alwaar de kanten naar de laagte loopen, en uit een zeer +zacht slyk bestaan, oordeelt men het schoonmaken der grachten niet +noodzakelyk; het is genoeg, dat men ze van de plantgewassen zuivert: +zy behouden haare diepte naar evenredigheid van den afloop van het +water, die door middel van dezelven bewerkt wordt. By de sluizen +vermeerdert haare diepte; en dezelve vermindert weder naar mate van +de afgelegenheid. Dit schoonmaken zoude een vergeefsche arbeid zyn, +want de modder, welke men 'er uithaalt, wordt spoedig door ander slyk +weder aangevuld. + +Ik heb, by den aanvang van deezen brief, gezegd, dat het planten +der bananen-boomen dat der koffy-boomen moet voor af gaan op +vrugtbaare landen, die men tot eene Koffy-Plantagie voornemens is +aan te leggen. Men moet de bananen-boomen plaatsen op den afstand +van zes-en-dertig, ten minsten van zeven-en-twintig voeten, indien +men de koffy-boomen op den afftand van negen voeten planten wil; +want deeze bananen-boomen moeten zoo geschikt zyn, dat men 'er een +vindt telkens na vier koffy-boomen. Een Planter, die begint, en +natuurlyker wyze gedrongen is, om levensmiddelen te moeten hebben, +zal twee reijen bananen-boomen kunnen plaatsen op elk klein bed, +en dus vier op een dubbeld bed. Een Planter, die alleenlyk eene +Plantagie, reeds gedeeltelyk aangelegd, uitbreidt, en van wien men +veroenderstelt, dat hy van levensmiddelen voorzien is, zal slechts eene +reije bananen-boomen op elk klein bed planten: op een dubbeld bed, +en in het midden, kan hy 'er eene derde reije byvoegen, welke men +echter zal moeten wegnemen by het verdeelen der dubbelde of enkelde +bedden. De moeite, om eene reije bananen-boomen te planten, heeft +weinig te beduiden. Bovendien gebeurt het nu en dan, dat het niet +ge/chikt is het stuk grond na verloop van een jaar met koffy-boomen te +beplanten: indien zulks derhalven wordt uitgesteld, trekt men altoos +de vruchten van deeze bananen-boomen, waar van de schaduw tevens nuttig +is, om de zoutaechtige deelen in deeze nieuwe gronden te behouden. + +Behalven de bananen-boomen, plant men ook Indisch koorn, het welk op +deeze nieuwe landen ongemeen wel voortkoomt: men kan deeze beplanting +verscheiden malen herhalen, zelfs na dat de koffy-boomen reeds geplant +zyn, mits men als dan in 't oog houde dezelven op reijen te planten, +op den afstand van vyf of zes voeten, om met des te meer gemak de +uitwiedingen te kunnen doen, welken men niet moet verzuimen, van den +beginne af aan, om het onkruid dadelyk uit te roeijen. + +De ignames kunnen ook gedeeltelyk op de nieuwe stukken grond geplant +worden, maar niet, wanneer men 'er reeds koffy-boomen op geplaatst +heeft. Deeze plant, die tot de voortkruipende behoort, of een zoort +van heestergewas is, zoude voor den groei der boomen schadelyk zyn. + +De Manioc en de Camanioc groeijen ook welig op deeze landen; maar men +moet ze alleenlyk planten op de laanen en aan de kanten der groote +grachten, dewyl de Manioc het land op eene byzondere wyze uitmergelt. + +De aardappelen moet men nimmer binnen den omtrek den bedyking planten; +en men moet de Negers ten sterksten beletten om zulks te doen: het +is eene pest, waar van men zeer veel moeite heeft zig te ontdoen, +en men moet zig eeniglyk bepalen tot het planten derzelve op de +omringende dyken. + +Van het bewerken der Koffy. + +Dewyl het bewerken van de Koffy eene zaak is, van den landbouw +volstrektelyk afgescheiden, heeft men gemeend dezelve afzonderlyk +te moeten behandelen. Wanneer de Koffy geplukt is, wordt zy door de +Negers gebragt op de plaats, alwaar de molens, tot het pellen van +dezelve geschikt, gevonden worden. Het is beter, gemakkelyker en +zuiniger, dezelve in een grooten bak te werpen, dan by hoopen op den +grond te plaatsen. + +Men heeft de gewoonte, om met het overbrengen der Koffy naar de molens +eerst des avonds te beginnen: intusschen, wanneer 'er tot het plukken +veel volk gebruikt wordt, en 'er een groote overvloed van koffy is, +zal men beter doen met vroegtydiger te beginnen, op dat de arbeid +niet tot in den nacht voortduure. + +Het maakzel van deeze molens is bekend; ik vermeene, dat die geene, +welke men hier molens van Martinique noemt, de beste zyn. Ik heb +eene proeve genomen, om daar in eene kleine verandering te maken tot +bespoediging van het werk, en ik ben zelfs thans bezig, om tot het +zelfde einde eene nieuwe proeve te nemen, die deezen molen misschien +nog merkelyk zal verbeteren. + +Wanneer door deeze bearbeiding de roode schil is weggenomen, worden +de boonen in een bak geworpen, in de nabyheid van het gebouw, alwaar +de molens staan. 'Er zyn 'er, die eerst des anderen daags het water +'er opgieten: ik voor my verkieze zulks des avonds te doen, al waare +het alleen om tyd uit te winnen: dan, hoedanig men dit ook gelieft +te doen, men moet 'er eene genoegzaame hoeveelheid water opgieten, +zoo dat de Koffy geheel en al bedekt is; waar na men de Koffy sterk +zal omroeren en wryven, op dat de boonen zig ontdoen van de lymige +stof, die uit de schil aan dezelve is blyven zitten. Tot dit einde +laat men dit eerst opgegoten water wegloopen door eene opening, +die onder in den bak gemaakt is, men wascht de Koffy, en giet 'er +zuiver water op, dezelfde bewerking tot drie malen toe herhalende; +want om te kunnen zeggen, dat de Koffy wel gewasschen is, moet ze in +het aanraaken ruw zyn. + +By het wasschen en omroeren van de Koffy, dryven de roode schillen, +die door de zeeft zyn doorgegaan, boven op; de kleinste boonen, welke +door de rol niet geraakt zyn, eindelyk de onrype en de ligtste boonen, +worden zoo veel mogelyk weggenomen, ten einde dezelven onder den +naam van dryvende Koffy afgescheiden te houden van de Koffy met een +zwarte bast; daar voorael de laatstgemelde zeer schadelyk is voor de +bewerking, en meer dan de Koffy, die nog ongepeld is, in de droogeryen +insecten voortteelt: ik heb by my het gebruik ingevoerd, om deeze Koffy +andermaal door den molen te laten gaan, en vervolgens te wasschen: +als dan ontdoet zig het grootste gedeelte van haare schil, en zinkt +naar de laagte; de dryvende Koffy maakt dan eene kleine hoeveelheid +uit, en dryft by deeze tweede wassching boven op. + +Wanneer de Koffy wel gewasschen is, spreidt men dezelve uit op vloeren +met steenen belegd, alwaar men ze in de zon laat droogen, wanneer het +weder zulks toelaat: indien het al te regenachtig is, plaatst men de +Koffy in groote laaden met schuiven; die aan de droogerye vast zyn, +en onder welke men ze wegschuift wanneer het gaat regenen: deeze +laaden zyn uittermaten gemakkelyk. Als de Koffy volkomen droog is, +brengt men ze in het Magazyn van de droogerye, een gebouw, doorgaans +uit twee verdiepingen bestaande. + +Men doet wel, vooral by regenachtig weder, om de Koffy niet te zwaar +op elkander te stapelen: in allen gevalle moet men ze, vooral in het +eerste begin, drie malen daags doen verschieten: de achteloosheid en +wanoerde der Planters ten deezen opzigte, brengt hun veel schade aan +de Koffy toe. + +Dit verschieten van de Koffy in de droogerye vermindert men vroeger +of later, naar mate het jaargetyde meer of minder droog is. + +Zoo dra het mooije weder aankoomt, kan men beginnen de Koffy in de +droogerye te bewerken, maar alleenlyk dan, wanneer 'er zeer in 't kort +eene gelegenheid op handen is, om ze in te schepen; want de Koffy, +eenmaal bewerkt zynde, vermindert altyd, hoe men 'er zig ook omtrent +gedraagt. In tyd van vrede, wanneer 'er geene schepen ontbreken, +om koopwaren in te laden, is het best de Koffy zoo dra mogelyk te +verzenden; want zoo dra zy in het Magazyn is, vereischt zy veel +oppassing en arbeid, en is schooner, wanneer ze dadelyk verzonden +wordt. Dienvolgende moet men buiten noodzaak met het pellen van de +Koffy niet beginnen, voor dat het drooge mooije weder wel gevestigd is, +en men van de zonneschyn zig kan verzekerd houden. Als dan spreidt +men de Koffy op den met steenen belegden vloer in de droogerye uit, +beginnende altyd met de ligte dryvende Koffy. Dewyl deeze mindere +zoort van Koffy altyd veel eer wormen voortbrengt, dan de Koffy, die +geheel volwassen is, zyn 'er doorgaans drie dagen zonneschyn noodig, +om dezelve in staat te brengen, ten einde gevoeglyk gepeld te kunnen +worden. Indien 'er weinig zonneschyn is, zyn een of twee dagen meer +noodig; in allen gevalle is het, alvoorens men ze pelt, noodzaakelyk +dezelve zoo hard te laten worden, dat men de boonen naauwlyks met +goede tanden kan aan stukken breken. + +Ik volg de manier niet, welke andere Planters gewoon zyn te bezigen: +ik laat des namiddags omtrent twee uuren, en met den geheelen toestel +aan het pellen beginnen: terwyl de sterkste Negers daar mede bezig +zyn, plaatsen de anderen de Koffy op den met steenen belegden vloer +op hoopen. Zy brengen ze vervolgens in eene groote kist of laade aan, +waar uit men ze telkens om te pellen uitneemt. Men moet dit altyd +zoodanig verrigten, dat de Koffy voor vier uuren van den vloer is: +ik heb opgemerkt, dat wanneer de zon tot vyf-en-veertig graaden van +den gezicht-einder gedaald is, de warmte zoodanig vermindert, dat de +Koffy op het gevoel koud wordt; maar wanneer zy in eene groote lade +gelegd is, behoudt zy haare warmte zeer lang. + +De Koffy, op deeze wyze wel gedroogd, en warm gepeld zynde, breekt niet +aan stukken, en wordt nimmer plat; zy verliest dan gewoonlyk het vlies, +het welk tusschen de schil en de boon gevonden wordt. Wanneer zy uit +den molen koomt, laat ik ze dadelyk wannen: andere Planters wannen +ze eerst des anderen daags. Indien men ze op den zelfden dag want, +wint men veel tyd uit: na de wanning brengt men ze op de plaats, +die tot de uitzoeking geschikt is. + +Ik heb twee groote zeeften van koper: eerst laat men de gepelde Koffy +doorgaan door die zeeft, welke de grootste openingen heeft; men laat +door dezelve doorgaan alle de boonen met de ronde en gebrokene koffy, +en in de zeeft blyven geene andere boonen overig, dan die haare schil +niet zyn kwyt geraakt, en die gevolgelyk nog eens in den molen gebragt +moeten worden. + +De tweede zeeft neemt op, het geen uit de andere gekomen is, en ik +laat, benevens de ronde koffy, door dezelve doorgaan al de gebrokene +koffy, ten minsten de kleinste. Uit hoofde van het gebruik van deeze +twee zeeften, valt 'er met de hand niets anders uit te zoeken, dan +de koffy, die in verscheiden groote stukken gebroken is, en de kwade +zwarte boonen, en die door de insecten zyn aangestoken. + +Ik laat de zuivere koffy nog eens wannen, om 'er de vliezen, het stof, +of andere vreemde lichamen van af te scheiden; waar na men, wanneer +de zon zeer heet, en de lucht helder is, dezelve voor eenige uuren op +den met steenen belegden vloer kan leggen, ten einde dezelve niet dan +volkomen droog in de vaten te pakken, na wel te hebben zorge gedragen, +om ze te laten koud worden. + +Men ziet uit alle deeze byzonderheden, dat het bewerken van eene +groote meenigte koffy zeer veel arbeid vordert, het geen het werken +in den tuin merkelyk vertraagt, in een jaargetyde, waar in men noodig +heeft de grachten op te halen, en het onkruid uit te wieden: het geen +gelegenheid gegeven heeft om te onderzoeken, of men geen ander minder +werkelyk middel tot het bewerken der koffy zoude kunnen uitvinden. + +Men heeft derhalven een molen uitgedacht, van zoortgelyk maakzel als +die, waarmede men olyven perst, om 'er de oly uit te halen; dit is wel +gelukt, en men twyffelt niet, of dit werktuig, tot volkomenheid gebragt +zynde, zal op de groote Koffy-Plantagien van een algemeen gebruik +worden, vooral om dat het zamenstelzel eenvoudig en onkostbaar is. + +Om intusschen deezen molen tot volkomenheid te brengen, moet men ook +de onderscheiden middelen volmaken, die gebezigd worden om de koffy +zonder zon te droogen, iets dat zeer nuttig is, zelfs schoon men de +koffy pelt. Wanneer men andere proeven doet, zal men ontwyffelbaar +niet slagen. Men moet tot een grondbeginzel houden, dat de koffy +gedroogd word, zonder een stank van rook, noch kwaden smaak te krygen, +en zonder haare groene of blaauwachtige kleur te verliezen. + +Van de Gebouwen. + +Het eerste gebouw, het welk gemaakt moet worden, wanneer men een stuk +lands tot eene Plantagie aanlegt, is het huis tot bewooning voor den +Planter. Hy is met zyn werk nog zeer in, wanoerde, zoo lang hy niet een +gedeelte van zynen grond met een dyk omringd heeft. Hy kan dit huis +meer of min groot maken, volgens zyn smaak, staat en middelen. Het +is raadzaam, om het afgescheiden en op zig zelf te doen staan, niet +tegen een werkplaats of magazyn aan, om de insecten en het stuiven +te ontwyken, en aan beide gebouwen meerder doorspeling van lucht +te verschaffen. + +Vervolgens moet men overgaan tot het maken van een sluis. In het begin +kan men zig vergenoegen met een sluis, die met vallend water gesloten, +en met den vloed geoepend wordt, door middel van een deur met een klap: +maar wanneer de Plantagie in uitgestrektheid toeneemt, meent men den +voorrang te moeten geven aan een sluis, welke een deur met een val +heeft, en die men by elk gety openen en sluiten moet, als zynde het +ontwyffelbaar, dat tegen het einde van het gety, wanneer het water +geen kragt meer heeft, de klapdeur in 't geheel geen water laat +afloopen, ja zelfs uit hoofde van haare zwaarte aan de uitwatering +altyd hinderlyk is; vooral wanneer de klap buitenwaarts hangt, volgens +het byna algemeen gebruik in deeze Volkplanting. Van welken aart de +sluis ook zy, moet men wel zorge dragen dezelve loodrecht, zeer vast, +en vooral diep genoeg te leggen. Schoon het van geen nut is, wanneer zy +te diep legt, kan zulks niet schaden, maar wel, wanneer ze te ondiep +legt; en het is voorzichtig dezelve zoo te maken, dat de grond van +de sluis zes duimen lager ligt, dan het laagste watergety. Het is +van aanbelang de sluis van binnen en van buiten van goede vleugels +te voorzien, ten einde geene lekking van water langs de fluis kan +doorzyperen: het verwaarloozen van deeze gewichtige punten stelt de +sluizen in deeze Volkplanting bestendig aan toevallige nadeelen bloot. + +Goede sluizen zyn van een wezenlyk belang tot het droogmaken der +landen. Het is zeker, dat 'er aan de sluizen vleugels noodig zyn, maar +het is beter de kanten van de sluis, in de gedaante van vleugels, +te laten uitspringen, dan afzonderlyke houte vleugels te maken, +die uit hoofde van het geduurig hermaken zeer kostbaar zyn. + +Voor hun, die den aanleg van eene Plantagie beginnen, zyn twee sluizen +eene zaak van veele onkosten: tot het grondvesten van dezelven zyn +veele steenen, kalk, tras en hout noodig. Het is de moeite en kosten +niet waardig, om sluizen van enkel hout te maken; zy kosten veel, +en zyn in korten tyd door de wormen vernield, Zy, die geene groote +middelen bezitten, zyn verpligt zig te bedienen van uitwaterende goten, +hier boven door my beschreven. + +In Surinamen maakt men dezelven al te breed: wanneer men goede grachten +heeft, behoeft de sluis zoo groot niet te zyn, als men doorgaans +meent. Men maakt ze ook altyd veel te kort, het geen verhindert om 'er +een zwaren dyk boven te maken; men besteedt 'er te weinig zorge aan, +en vooral aan de sluisdeur, die altyd te veel water doorlaat. Dit +gebrek van oplettenheid is oorzaak, dat de hoeken niet behoorlyk +gesloten zynde, het water, het welk naar binnen doorzypelt, het slyk, +waar door de sluis stevig gehouden wordt, langzamerhand doet wegwyken, +tot dat 'er gaten in komen; het water baant zig een weg langs de sluis, +de dyk wykt uit, en breekt. Men tracht denzelven te herstellen, +en men heeft het ongenoegen om te zien, dat het slechts voor een +korten tyd is, dewyl men de oorzaak van de kwaal, die men niet kent, +niet verholpen heeft: en hier uit trekt men dan het verkeerd besluit, +dat de sluizen eene verkeerde uitvinding zyn. + +Een ander gebrek in het maken deezer sluizen bestaat daar in, dat men +aan de deur te veel afhelling geeft, het geen belet dat het water +dezelve opligt, en 'er doorloopt. Deeze deuren zyn meest gemaakt +met houten hengzeis, als of ze dienen moesten voor deuren van een +schuur. Men heeft dit werktuig tot meerder volkomenheid gebragt, +en indien men het met lood beleggen wilde, om van de wormen niet +doorknaagd te worden, zou het byna zoo nuttig zyn als volkomene +sluizen, en ik zoude 'er in dit Land den voorrang aan geven, om dat +de Negers te achteloos zyn in het regelmatig openen van de deuren, +zoo als dit behoort. + +Voor eene droogmaking van twee honderd akkers, laat ik alleen twee +sluizen maken, die elk een vak van drie voeten hebben; ik geef aan +dezelven 26 of 28 voeten lengte; ik laat de planken wel in malkander +sluiten; ik laat alle de reeten met pik toestoppen, even als een schip; +men maakt 'er eene goede deur aan met yzere hengzels, waar van de +duimyzers met een schroef gemaakt zyn, om des te vaster te houden, +en de spykers ook met een spil en schroef. Ik laat deeze deur op de +volkomenste wyze in een sluiten, en wel zoo vast, dat zy niet ligtelyk +in wanoerde geraken kan. Wanneer deeze sluis geplaatst is, laat ik +daarboven een zeer zwaren dyk leggen, zelfs van twee voeten hooger, +dan die 'er dicht by is. De sluis, op deeze wyze ingericht, laat geen +droppel water door, geduurende den vloed, en nooit geraakt de dyk in +wanoerde, dan wanneer de sluis verrot of van de wormen doorknaagd is, +en in duigen valt. 'Er blyft nooit water in de grachten: de sluisdeur +gaat door het minste gewicht van 't water gemakkelyk open. + +De Koffy-Planter heeft het voorrecht, dat hy zig voor het derde of +vierde jaar over het maken, der gebouwen niet behoeft te bekommeren: +hy kan ze dan maken naar evenredigheid van de geplante boomen, zelfs +van die geenen, die nog geene vrugten geven. De arbeid wordt meer +noodzakelyk, naar mate dat de boomen tot het dragen van vruchten komen: +men handelt voorzichtig met de Plantagien in de eerste jaaren niet +verder uit te breiden, dan in zoodanige evenredigheid, dat, wanneer de +koffyboomen vruchten opleveren, men niet genoodzaakt is het tuinwerk +om dat van den oogst te verwaarloozen; want men moet rekenen, dat men +ten minsten een vyfde gedeelte van het jaar, dat is, twee en een halve +maand, of drie maanden, aan de beide oogsten besteedt, en een zevende +gedeelte aan het bewerken van de koffy, zonder van het verschieten en +den verderen arbeid der droogerye te spreken. Te weinig oplettenheid in +dit opzigt is oorzaak, dat een aantal Koffy-Plantagien slecht bebouwd +en slecht onderhouden zyn. Het is altyd zeker, dat eene Plantagie van +eene middelmatige uitgestrektheid, wanneer zy wel onderhouden wordt, +meer opbrengt, dan eene groote, wier onderhoud slecht is. + +Men oordeelt, dat een goed gebouw geduurende lange jaaren tot alles +voldoende is, mits men het een weinig stevig maakt, en zulks zonder +zeer kostbaar te zyn: men kan 'er de breedte van 32 of 34 voeten +aan geven, en zoodanige lengte, als men goedvindt: het is dienstig, +om het zelve zoo te plaatsen, dat men het kan uitleggen, naar mate +de meenigte van de koffy, die in het magazyn opgeslagen moet worden, +toeneemt. Men kan de stylen plaatsen op voetstukken van dezelfde +hoogte, stukken hout leggen tot ondersteuning van de einden van de +balken, die daar op rusten, of zig daar mede vereenigen. Men legt deeze +balken op eene hoogte van 8 of 9 voeten, maar de stylen moeten nog 4 +of 5 voeten hooger zyn, op dat de zolder tusschen alle de stylen van +wederzyden klap-vengsters kan hebben, vermits het van aanbelang is, +dat de lucht over de zolder vryelyk heen speelt, om de koffy spoedig +te doen droogen. Men moet daarom aan beide kanten groote vengsters +maken, die tot op den grond van den zolder nederhangen. + +Het is verwonderlyk, hoe de koffy spoediger droogt, wanneer de wind +'er regelrecht op werkt; het is alleenlyk noodig de twee gevels en de +beide zyden van het gebouw aan het bovenste gedeelte, tot aan de zolder +toe, met planken te beleggen. Het onderste gedeelte kan open blyven, +of men kan het sluiten of omheinen alleenlyk met stammen van pynboomen: +het geheel moet overdekt worden met dak-borden, die men in dit Land +zeer duurzaam vindt: stammen van pynboomen zyn voldoende om dezelven +te onderschragen, zonder dat men latten of dwarsbalken noodig heeft. + +In het benedenste gedeelte plaatst men den molen, om de koffy-boonen +te pellen, de groote bak om ze in te werpen, zoo wel de koffy, die +geplukt, als die gepeld is: dezelfde benedenste verdieping, zoo men +de werkplaats verlengt, kan, dienen tot een kuiperye, een stalling, +en verscheidene andere gebruiken. + +De geschikte manier tot het plaatsen der koffy-lootsen is altyd +eene en de zelfde, op welke wyze de verdere gebouwen ook geplaatst +of ingericht mogen zyn. De gevels moeten staan naar het oosten +en westen, en de lengte moet gericht zyn van het noorden naar het +zuiden. De met steenen belegde vloer moet geplaatst worden aan de +noordelyke gevel, op eenen genoegzamen afstand, om te ontwyken de +morgen en avond schaduwen, en de belemmering van den wind, die door +het lichaam van het gebouw veroeorzaakt zoude worden; want de wind is +allernoodzakelykst, om de koffy te droogen. Zy, die drie of vier maal +honderd duizend ponden koffy, en eene gelyke hoeveelheid cacao op eene +enkele Plantagie hebben zien bewerken, kennen de waardye van een zeer +uitgestrekten droog-vloer. Men moet ze meer boogsgewyze maken, dan +men gewoonlyk doet. Men moet van zeer dun hout, en zeer ligte planken +van een halven duim dikte, eene kleine kap of beweegbaar dak maken +van 20 voeten lengte en 15 voeten breedte, zynde bovendien met bepekt +zeildoek overdekt. Men plaatst dit dak op rollen, welken men naar zyn +believen draait, op dezelfde wyze als huisraad en bedden. Zoo dra men +een enkelen droppel regen bespeurt stapelt men de koffy met groote +houten schoppen op elkander, en rolt 'er het dak over heen, om de +koffy voor den regen te beveiligen: dit is tot groot voordeel en nut. + +Indien men laden of schuifbakken heeft, kan men zig insgelyks van het +benedenste gedeelte der loots, aan een van de beide kanten bedienen, +mits echter in het oog houdende, dat men de einden hout, waar op +de rollen van de laaden loopen, behoorlyk verlengt, en voorts acht +gevende, dat de schaduw, door de loots veroeorzaakt, op zekere uuren +van den dag, aan het droogen van de koffy niet hinderlyk zy. + +Aan de voor- of achter-zyde, naar mate de loots naar het oosten +of westen geplaatst is, moet men een met steenen belegden vloer +maken. Het is van het grootste nut, dat dezelve eene genoegzaame +uitgestrektheid hebbe. Op zyde van deeze vloer, en zoo dicht mogelyk +by de werkplaats, moet de bak staan om de koffy te wasschen, waar in +het altyd dienstig is eene afscheiding te maken; want dewyl men het +water verscheiden malen geduurende de wassching moet ververschen, +is het zeer gemakkelyk de koffy, dan aan de eene, dan aan de andere +zyde van den bak, te kunnen overstorten. + +Zie daar alles, wat tot de bewerking en het behoud van de koffy +noodzakelyk dunkt te zyn. + + + +VIERDE BRIEF. + +Antwoord op de drie eerstgemelde Brieven, waar by de Fransche Ingezeten +de vraag omtrent ds afschaffing der slavernye, in de Volkplantingen, +alwaar dezelve nog plaats heeft, opzettelyk behandelt: hy raadt om +deeze verandering, die noodzakelyk geworden is, te bevorderen; en +geeft de middelen aan de hand, om daar toe te geraken, zonder aan +den voorspoed der Volkplantingen nadeel toe te brengen. + +Ik ben u, myn lieven vriend, zeer verplicht voor de drie brieven, +welken gy my het genoegen gedaan hebt aan my te zenden, betrekkelyk het +bebouwen der lage landen, waar van wy, zedert eenige jaaren, begonnen +hebben proeven te nemen, en waar in gy onze meester zyt. Ik zal niet +alleen voor my zelven van uwe nuttige onderrigtingen gebruik maken, +maar ik zal ze ook ter kennisse brengen van alle myne medeburgers, +die, even als ik, met de voortbrengzels deezer landen aan te +kweken, voordeel bedoelen, of die zig by vervolg op zoortgelyke +ondernemingen zouden willen toeleggen, in een uitgestrekt land, +waar niets dan arbeidzaamheid noodig is. Uwe mededeelende inborst, +die het onderscheidend kenmerk van waare onderrigting, en de bezitting +van eerlyke harten is, geeft my de verzekering, dat ik aan uw oogmerk +voldoen zal, met deeze kundigheden, zoo veel my mogelyk zal zyn, te +verbreiden, en zelfs door de zeer voldoende brieven, welken gy my over +dit onderwerp geschreven hebt, ten algemeenen nutte te laten drukken. + +Reeds hebben verscheiden van myne gebuuren, die even als ik op lage +landen arbeiden, nuttige lessen van u ontfangen; en reeds begon deeze +geheele streek gelukkig te worden, zoo dat men hope konde opvatten, +dat dezelve t'eeniger tyd uwe schoone Volkplantingen zoude naar de +kroon steken. + +Maar zedert de omwenteling, die van Frankryk een Gemeenebest gemaakt, +en aan alle menschen, onder deszelfs bestuur levende, het genot +van alle de rechten van den mensch en burger heeft wedergegeven; +die de slavernye afgeschaft, en den Neger-handel vernietigd heeft, +is alles van gedaante veranderd. Men heeft op 't onverwagtst de +vryheid afgekondigd aan menschen, die met eene meer of min harde, +maar steeds willekeurige gestrengheid, gehouden waren tot eenen arbeid, +uit deszelfs aart verachtelyk, en welken zy, zonder eenig voordeel voor +zig zelven, ten nutte van een enkel persoon verrigtten. Men heeft hun +de volkomene vryheid overgelaten, om zig al of niet te verbinden aan +hun, die weleer eigenaars van hunne persoonen waren. Het gevolg hier +van is geweest, dat byna alle de Plantagien, aan de Rivier Aprouago +op laage landen aangelegd, verlaaten, of merkelyk vervallen zyn. + +Ik ben een vriend der vryheid, schoon ik voor deezen veele slaven in +eigendom bezat. Ik behandelde de mynen met eene byzondere gematigdheid, +en ik heb 'er verscheiden van behouden. Ik zoude ze zelfs allen +behouden hebben, indien de Regeering 'er niet op eene willekeurige +wyze over beschikt had, door hen op andere Plantagien, in andere +landschappen, te gebruiken, om de Plantagien, die onder handen van +het bestuur in bewaring gesteld waaren, boven anderen gelukkig te +doen zyn, of de belangen van byzondere persoonen te begunstigen. + +Hier doet zig een vraag-punt op, het welk verscheiden Planters niet als +bedenkelyk beschouwen, maar waaromtrent ik niet van hun gevoelen ben, +en waar van de behandeling voor het menschdom van een byzonder belang +is: zy moet ook hoogst belangryk zyn voor de Hollandsche Colonisten, +onze nabuuren, wier Regeerings-bestuur, op dezelfde grondbeginzels, +als het onze, gebouwd, insgelyks tot de afschaffing der slavernye +zal moeten besluiten. + +Om dit stuk in orde te behandelen, zal ik eerst de vragen voorstellen, +en wat de meeste onzer nabuuren 'er van zeggen. + +"Hoe kan de in stand houding eener Plantagie, die zoo veel +arbeid, zoo veel uitschot van penningen vordert, met de vryheid +der plantende Negers bestaan? Ziet gy niet, dat de Hollanders, +die in deeze zoort van handel zulke groote vorderingen gemaakt +hebben, onder alle Europeanen die geenen zyn, welke de Negers met de +meeste gestrengheid behandelen? Dat zy met dit al in hun vaderland +Comptoiren of Maatschappyen hebben, die, naar mate van de begroote +waarde deezer landen, aanzienlyke sommen gelds opschieten aan de +Planters, die eigentlyk niets anders doen dan het huishoudelyk bestuur +der Plantagie voor hunne geldschieters waar te nemen? zouden wy, +die deeze bebouwing der lage landen van verre hebben beginnen na te +volgen, dit immer hebben kunnen uitvoeren, zonder de kragtdadige hulp, +welke de Regeering op allerleije wyze aan de eerste bebouwers deezer +landen verschaft heeft? zouden wy het hebben kunnen doen buiten het +middel der slavernye, waar in de mensch geen ander mogelyk bestaan +heeft, dan door eenen aanhoudenden en onaefgebroken arbeid, zonder +zelfs het recht te hebben, om zig te mogen beklagen? Ziet gy niet, +dat alle de Fransche Volkplantingen te vuur en te zwaard verwoest +worden, en dat wy eenigermaten deeze algemeene verwoesting ontduiken, +doordien wy op ons zelf staan, en door de zwakheid der bevolking, +die, op uitgestrekte ruimten verspreid zynde, tegen ons niet heeft +kunnen zamenspannen? Schoon wy de grootste onheilen agter ons hebben, +is het evenwel niet zichtbaar, dat alles in deeze Volkplanting, +zedert het tydperk der vryheid, in verval geraakt is, en dat vooral +de Plantagien op lage landen het grootste verlies geleden hebben? Merk +daarenboven op, dat 'er zedert geene nieuwe onderneming van dien aart +is aangelegd. En, ach! hoe zoude men dien aanleg beginnen? Welke +middelen, zoudt gy by de hand nemen, om de zwarten aan te zetten +tot eenen arbeid, die uit deszelfs aart zwaar en onaeangenaam is, +en welken men jaaren lang moet voortzetten, om deeze landen droog te +krygen, alvorens 'er eenige vruchten van te trekken? Ik gevoel, dat +gy t'eeniger tyd zult moeten toestemmen, om aan uwe landbouwers een +vierde van uwe inkomsten te geven, gelyk, zoo men zegt, op St. Domingo +plaats heeft: maar wat zult gy doen, eer het nog ver af zynde tydstip +daar is, dat dit vierde iets van aanbelang bedraagt"? + +Zie daar de groote en voorname tegenwerpingen: ik zal 'er volkomen +op trachten te antwoorden. Het herstel der Fransche Volkplantingen, +en het behoud der geenen, die nog niets geleden hebben, wordt met +reden beschouwd van zulk een groot staatkundig belang te zyn, dat al +het geen eenig licht verspreiden kan omtrent de middelen, waar door +de een tot eenen gevestigden voorspoed komen, en de ander den schok +van eene noodzakelyk gewordene verandering in het bestuur ontwyken +kan, door de eigenaars in de Volkplanting met dankbaarheid behoort +ontfangen te worden. + +Ik heb myne denkbeelden niet eeniglyk in deeze Volkplanting +opgezameld. Ik heb in de Volkplantingen van verscheiden Europeesche +natien gewoond; ik heb my toegelegd, om den inborst der Negers te +leeren kennen; ik heb de verschillende manieren om hen te bestuuren, +en derzelver gevolgen onderzogt; ik heb alles gelezen, wat voor en +tegen de afschaffing der slavernye geschreven is geworden; en ik ben +volkomen overreed, dat het mogelyk is, om, zonder benadeeling der +Volkplanting, Zeden- en Staat-kunde met elkander over een te brengen, +mitsgaders arbeidzaamheid en voorspoed, die van elkander onafscheidelyk +zyn, onder de gezengde luchtstreek zamen te paaren. + +Het geen ik te zeggen heb, is geschikt om de klagten der Colonisten te +bevredigen, die nog slaven bezitten, en, uit hoofde van de ellendige +inrigting der Volkplantingen, alle bewysredenen tegen de slavernye der +Negers, als eenen regelregten aanval op hunne eigendommen beschouwen. + +Frankryk heeft het eerst, en onder de Europeesche volken nog alleen, +deeze schandelyke inrigting onbepaald en volkomen afgeschaft: de +gevolgen deezer omwenteling zyn byna overal schadelyk geweest; maar +kunnen wy over de gevolgen wel oordeelen, zonder dat wy de oorzaken +kennen; en zouden andere oorzaaken ook geene andere gevolgen hebben +te weeg gebragt? Zoude eene andere handelwyze, eene andere manier +om deeze verandering van slavernye in vryheid daar te stellen, geene +andere uitwerkingen gehad hebben? Hier aan valt niet te twyffelen. + +De Nationaale Conventie, na de grondslagen tot verklaring van de +rechten van den mensch besloten te hebben, heeft deeze beginzels +niet in 't oog gehouden in alle de beschikkingen, betrekkelyk de +Volkplantingen, welken zy aan de ondermyningen der openbaare vyanden +van vryheid en gelykheid heeft overgelaten. Wel verre van het lot +der slaven te verbeteren, en de middelen tot hunne vrymaking met +verstand voor te bereiden, heeft zy zelfs het recht van burgerschap +aan de zwarten geweigerd, en daar door aan de Planters de magt +gegeven, om hun het staatkundig aanwezen te weigeren, na hun het +zelve voor een oogenblik te hebben toegestaan. Noch de Regeeringen +in de Volkplantingen, noch de eigenaars der Plantagien, noch de +uitvoerders van het bestuur, wilden de vryheid niet, ja zelfs wilden +zy den verachtelyken en lagen staat, waar onder de zwarten zuchtten, +in de minste omstandigheid niet verzachten; integendeel scheen men +het 'er, na de omwenteling, op toe te leggen, om deeze vernedering +tot een grondbeginzel te vestigen. Door zulk eene handelwyze heeft +men te weeg gebragt, dat deeze zoort van menschen onze ergste vyanden +geworden zyn, en de schoone Volkplanting van St. Domingo het onderst +boven gekeerd hebben. + +Toen vervolgens, in die ongelukkige tyden, in welken zy, die zig +tegen de verbetering van het bestuur der Volkplantingen verzetteden, +zig betoond hebben opentlyke vrienden van het Koningschap te +zyn, de Engelschen te hulp geroepen, en zelfs de Negers tegen ons +gewapend hebben, in de hoop, dat het hun gelukken mogt de slavernye +te herstellen; toen de uiterste middelen noodzakelyk geworden waren, +heeft de Nationale Conventie de grondbeginzels der vryheid eensklaps +te rug gebragt, daar het vry beter was geweest dezelven trapsgewyze +te vestigen: hier uit zyn onheilen voortgesproten, die aan de andere +Volkplantingen eene nuttige les geven kunden. + +Zy moeten, zoo het mogelyk is, de vryheid bekomen, zonder eenigen +schok, zonder wanorde in de byzondere eigendommen, en vooral zonder +bloed te vergieten. Behalven het algemeen gevoelen van menschelykheid, +het welk ieder eerlyk en weldenkend man doet verlangen, dat deeze +verandering bewerkt worde zonder die schokken, welke zommigen van onze +Volkplantingen zoo zeer beroerd hebben, kan ik niet nalaten belang te +stellen in het lot van verscheiden deezer Volkplantingen, en ik moet +de inwooners aanzetten, om rypelyk te denken op de aanmerkingen, die +ik hun voordrage, en zig wel overtuigd te houden van deeze waarheid: +dat het onmogelyk is de hatelyke inrigting der slavernye langen tyd +te doen stand houden, en dat, om de afschaffing daar van voordeeligcr +te doen zyn, en minder ongeregeldheid te doen uitwerken, men daar in +goedschiks en met beleid moet te werk gaan. + +Indien zy hier eenige middelen aantreffen, om deezen taak gemakkelyk +te maken, zal ik my by de Planters zeer verdienstelyk gemaakt hebben, +door te toonen, dat het in de Volkplantingen mogelyk is, om zig met +de voortbrengzels van het aardryk te verryken, zonder het menschdom +te doen beven, en dat men met een weldadig hart, zonder knaging van +'t geweten, eigenaar van eene Plantagie kan zyn. + +De vraag omtrent de slavernye der zwarten hield zedert langen tyd +de verstandigen bezig, eer dat men in Frankryk aan eene omwenteling +dagt; deeze vraag is door het Fransche Gemeenebest beslist: zy kan +de Regeeringen, die Volkplantingen bezitten, en waar het stelzel der +vryheid nog geen veld gewonnen heeft, in geene onverschilligheid laten. + +De Negers zyn niet onkundig, of zullen ten minsten niet lang onkundig +kunnen blyven, hoe zeer hunne staat van die van huns gelyken in de +nabuurige Fransche Volkplantingen verschilt: wanneer men zulks voor +hun verbergen konde, denkt men dan nog, dat zy van hunne rechten +altyd onkundig zyn geweest, en dat de stem der natuur by hun ten +gevalle van hunne bezitters verdoofd is? + +Hoe dom hunne lasteraars hen ook verbeelden te zyn, zy hebben getoond +met zeer grooten moed bezield te zyn: zy hebben, zoo als gy weet, +in uwe Volkplantingen van Hollandsch Guiana, gelyk ook in Jamaica, +het voorbeeld voor zig van een aantal menschen van hun geslacht, +die door hunnen moed zig de vryheid bezorgd hebben, in weerwil van +hunne meesters, welken zy genoodzaakt hebben, om met hun over eene +volkomene onaefhangelykheid te handelen. + +Men moet de noodlottigste gebeurtenissen duchten, indien men zig niet +met ernst bezig houdt met de verbetering van het lot van deeze zoort +van menschen, die uit hoofde der ryke voortbrengzels van hunnen arbeid +van zoo veel gewicht zyn, en tevens zoo weinig bescherming ontmoeten, +zoo mishandeld worden. Men zoude kwalyk doen, om in eene onvoorzigtige +gerustheid te blyven sluimeren. + +Het voorbeeld der Fransche Volkplantingen moet aan deeze aanmerkingen +klem byzetten: door zig tegen de vryheid te verzetten, zyn zy verwoest +geworden, zy herstellen zig met derzelver zoeten invloed, onaeangezien +alle de noodlottigheden van den oorlog. + +Wat kunnen zy, die de slavernye voorstaan; tog inbrengen? Zy zullen +zig beroepen op het oud gebruik der Volkplantingen, de voorgewende +onmogelykheid, om dezelven zonder zwarten en zonder slaven te bebouwen, +op het belang van den staat, om koopwaren uit de Volkplantingen +te trekken. Men beroept zig op het geluk der Negers in hunnen +tegenwoordigen staat, die, zoo men ons beduiden wil, verre verkieslyk +is boven het lot van onze boeren. Men zegt, dat de luiheid, het bedrog, +en alle slechte hoedanigheden, die harde en inhalige meesters, hun +slechts als lydelyke werktuigen van hun fortuin beschouwende, in hun +vinden, van het character der Negers onaefscheidelyk zyn; maar deeze +kwaade hoedanigheden en gebreken zyn, of betrekkelyk tot het begrip +en vooroeordeel, het welk hunne staat inboezemt, of veroeorzaakt door +de manier, waar op men hen behandelt: deeze gebreken, die aan alle +menschen, en in alle maatschappyen gemeen zyn, verdwynen, of nemen +ten minsten merkelyk af onder een menschlievend en redelyk bestuur, +zelfs onder slaven: zulks heeft my eene onaefgebrokene en aandachtige +ondervinding klaar bewezen. + +De voorstanders der slayernye kunnen voor het overige in hunne +verschillende redeneeringen in het geheel geen gebruik maken van +de zaak der menschelykheid, noch van de rechtvaardigheid, noch +van het recht der natuur, als welken geen mensch ter weereld door +verjaring kan verliezen, van welke kleur hy ook zyn moge, en het zy de +omstandigheden zyner geboorte meerder of minder gunstig zyn. "Wy hebben +Volkplantingen noodig, men kan dezelven zonder slaven niet bebouwen; +dus is de slaven-handel en het bezitten van slaven noodzakelyk". Zie +daar, waar op hunne redeneeringen altyd nederkomen. + +Aan den anderen kant zyn zy, die voor de afschaffing der slavernye +pleiten, door de reden, de rechtvaardigheid, de weldadigheid, en +alle eerbiedwaardige beweegredenen, welken de menschelykheid aan de +hand geeft, aangevuurd, dikwils veel te verre gegaan, en hebben zig +dus aan de berisping hunner tegenpartyen, die by de handhaving der +slavernye belang hadden, bloot gesteld; zy hebben gezondigd, het zy +door buitensporigen yver, het zy door de staatkundige betrekkingen uit +het oog te verliezen, welk laatste echter niet behoort te geschieden, +zoo men een aantal lieden, wier fortuin van de beplantingen afhangt, +niet in hevige klagten wil doen uitbarsten: op dien zelfden voet +voortgaande, hebben zy zig de berisping der Planters ook nog op den +hals gehaald, door niet wel te bevroeden alle de middelen, die tot +het bewerken der verlangde omwenteling vereischt werden. 'Er zyn +noodlottige gebeurtenissen voorgevallen, die de redeneeringen van de +voorstanders der slavernye schynen te versterken; maar wat valt daar +uit te besluiten, dan alleen dit, dat de ontwerpen der menschelykheid +ten voordeele der zwarten, overeenkomstig eene goede staatkunde, niet +behooren uitgevoerd te worden, dan door den tyd en trapsgewyze? dat +eene overylde en onbepaalde vrylating, zonder uitzondering of mitsen, +aan het voorgesteld oogmerk zeer slecht voldoet, en zelfs groote +ongelegenheden veroeorzaakt? In de daad, men moet toestemmen, dat de +nieuwe Negers, die aan de taal en gebruiken der Europeanen nog niet +gewoon zyn, zonder gevaar voor de Plantagien, noch zonder benadeeling +van hun zelven, niet allen op eenmaal, zonder tusschenpoozing of +voorzorgen, in vryheid gesteld kunnen worden. Het is 'er mede gelegen, +als met het gezicht, dat door eene lange duisternis verzwakt is, +en niet met overyling het licht weder kan aanschouwen, zonder 'er +door verbysterd te worden: men moet hun het licht by trappen en met +beleid te rug geven. + +Intusschen is het geenzints onmogelyk, maar het is zelfs nuttig +en staatkundig, om de middelen tot afschaffing der slavernye voor +te bereiden. Men kan dit oogmerk bereiken, terwyl men tevens het +belang van den Staat, en de staatkunde der volken in het oog houdt, +de Volkplantingen, die nog geene veranderingen ondergaan hebben, +bewaart, zonder de eigendommen der ingezetenen te bederven, noch +hunne inkomsten te verminderen. Het tydperk, binnen het welk men +trapsgewyze aan de Negers de vryheid zoude kunnen schenken, zoude +niet verre af zyn; en de goede geneigdheid van verscheiden Planters +zoude het zelve meerder verkorten, dan men denkt. 'Er zyn 'er veelen, +die, om wel te doen, slechts verlangen omtrent hunne waare belangen +te worden ingeligt; dit kan men door tyd en ondervinding te weeg +brengen; en de Regeeringen behooren, overeenkomstig dien regelmaat, +de gebrekkige inrigting, die nog in zwang is, en tot hier toe door +de wet gehandhaafd is geworden, te verbeteren. + +Alle eerlyke, gevoelige en belanglooze harten zyn van de zaak zelve +wel overreed; maar men moet aan de Regeering betogen, en aan de +eigenaars der slaven bewyzen, dat men deeze veranderingen bewerken +kan door middelen, die geene beweging maken, en aan de veiligheid, +noch aan het voordeel der Planters geen leed toebrengen. Het is tot +dit einde noodig, om alle vooroeordeelen aan een zyde te stellen, en met +onpartydigheid de middelen te overwegen, door welken men langzamerhand +in de verbetering van de gebrekkige inrichting der Volkplantingen +kan slagen, zonder de Plantagien en derzelver bebouwing te bederven. + +Het eerste middel moet zyn de afschaffing van den slaven-handel. + +Deeze handel is met de slavernye op 't naauwst verbonden, om dat zy +aan dezelve voedzel verschaft, en de Planters in 't begrip staan, +dat, indien de slaven-handel ophield, het getal van de bewoners der +Volkplanting wel dra tot niet zoude loopen, en derzelver bebouwing +ook in evenredigheid verminderen, en dat, vermits de slavernye eene +geoeorloofde zaak is, de slaven-handel het insgelyks behoort te zyn: +edoch niets dan de verfoeijelykste heerszucht is in staat, om deezen +hatelyken handel, die een zamenweefzel van barbaarsheden is, te willen +laten stand houden. + +Wat doet het 'er toe, of wy onrechtvaardig en wreed zyn, mits wy maar +rykdommen vergaderen. Zie daar in korte woorden, waar toe men alle de +redeneeringen brengen kan, die ten voordeele van deezen handel worden +aangevoerd. Maar indien dit niet alleen eene onrechtvaardigheid, maar +zelfs eene mistasting is; indien deeze handel, verre van voordeelig +te zyn, voor de belangen van het volk, dat denzelven dryft, hoogst +nadeelig is; wat moet 'er dan worden van den eenigen grond, waar mede +men deszelfs voortduuring wil goed maken? + +Deeze handel, staatkundig beschouwd, brengt niet dan nadeel te +weeg. Dezelve bederft de zeden van elk volk, het welk zig daar aan +overgeeft, door hun eene geneigdheid tot wreede daden in te boezemen; +door dezelven eindelyk by veele persoonen als wettige daden te doen +beschouwen; door een aantal lieden te gewennen, om hun fortuin door +de vernieling van het menschdom te beproeven; want het is eene +bewezene waarheid, dat de oorlogen, gevoerd om slaven te hebben, +de onaangenaame overtochten, de mishandelingen, en de wanhoop, veel +meer Negers doen sneven, dan 'er in de Volkplantingen aankomen. Deeze +handel is schadelyk voor de zeevaart, uit hoofde van het verlies van +een groot aantal matroozen, veroeorzaakt door de kwade lucht, het slecht +voedzel, en andere vernielende omstandigheden, die op de schepen, +tot de overvoering der Negers bestemd, noodwendig plaats hebben. De +slavenhandel is, in een woord, een schande voor het menschdom, een +vlak op elk volk, die denzelven gedoogt, eene openbaare strydigheid +met de grondbeginzels en inrigting van alle Gemeenebesten. + +Maar, werpt men ons tegen, hoe zal men eene bevolking in stand houden, +die geduurig afneemt, en hoe zult gy Volkplantingen hebben, indien +gy den slaven-handel op de kust van Africa laat varen? + +Het getal der Neger-slaven neemt in eene verbazende meenigte af by +de Planters, die weinig menschelykheid of gevoel bezitten; maar het +vermeerdert langzamerhand by hun, die de noodige zorgen aanwenden +tot behoud van hunne slaven, en om, zoo veel in hun is, de wet der +slavernye te matigen. Mitsdien is het, onder het bestuur van eene wel +geregelde vryheid, buiten allen twyffel, dat de volkrykheid schielyk +zal vermeerderen, gelyk de ondervinding dit bewyst in alle Landen, +alwaar de mensch gelukkig is, en wel geregeerd wordt. + +In deeze vooronderstelling zal de veiligheid en goede regeerings-orde +in de Volkplantingen grooter zyn; haar onderhoud zal minder kostbaar +worden, uit hoofde van eene sterke vermindering, zoo al niet eene +volkomene vernietiging van de kosten, op de uitoeeffening der Politie +en Justitie, het houden van krygsvolk, het straffen van misdadige, en +het vervolgen van weggeloopene Negers, het onderhoud van gevangenissen, +enz. vallende. + +Na alzoo den slaven-handel te hebben afgeschaft, zal men de +noodige beschikkingen maken tot handhaving van de goede orde in +de Volkplantingen, tot derzelver veiligheid, en tot aanwas der +bevolking. Voorzeker, wanneer men alle de Plantagien in haare +tegenwoordige werkzaamheden laat blyven, gelyk ook de regeling van +goede orde, die op elk derzelven past, zal men niemand van de eigenaars +iets doen verliezen. + +Dan zal het noodig zyn, dat men zig ernstig bezig houde, om overal, +op eene eenstemmige wyze, wel beredeneerde wetten te maken, die niets +willekeurigs meer in zig bevatten, en waar by men de geregelde orde +in den arbeid, en de behoorlyke tucht zal handhaven. Zonder de wet +te willen stellen aan die Volkplantingen, alwaar de slavernye nog +heerscht, is het geen herssenschimmig denkbeeld, dat wel zaamgestelde +vergaderingen, uit den bloem der Colonisten verkozen, zelve die +Reglementen van Politie, en die geschikte en eenstemmige wetten zouden +voorstellen, die op alle Plantagien passen zouden, en waar naar ieder +verpligt zoude zyn zig te gedragen; en hier uit zoude de grootste +voorspoed voor elk in 't byzonder, en voor de geheele Volkplanting in +'t algemeen, voortvloeijen. + +De Planters van Jamaica en Grenada hebben zedert lang het ontwerpen +van Reglementen voor hunne Volkplantingen in den zin gehad. Een van +hun laat zig in dit opzigt in deeze merkwaardige woorden uit. "Het +staat in onze macht, om den welvaart van tweemaal honderd duizend +menschen, wier arbeid ons het dagelyks middel van bestaan verschaft, +te bevorderen; wy hebben het vermogen van, om zoo te spreken, eene +nieuwe schepping te vormen. Welk edeler voorwerp kan immer onzen yver +aanvuuren, en de natuurlyke neiging, die ons tot weldadigheid heen +leidt, opwekken? Wanneer men de zaak uit het oogpunt van ons persoonlyk +belang beschouwt, is het zeer zeker, dat hoe meerder menschelykheid +iemand bezit, hoe beter staatkundige hy is: dus zullen wy door de +neiging van ons hart te volgen, den welvaart van onze bezittingen, +met der menschen goedkeuring, en des Hemels zegen zamen paaren. + +De Planters van Grenada hebben in hunne Volksvergadering Reglementen +van inwendige Politie, en wetten ten voordeele der slaven, vast +gesteld, waar by zy, in hunne Acte van 4 November 1788. deeze +verstandige inleiding laten voorafgaan. + +"Overwegende, dat de noodzakelykheid van den invoer van Negers zal +ophouden op het oogenblik, dat zy met menschlievenheid behandeld, +en niet meer met onmatigen arbeid bezwaard zullen worden, en men dus +op de wetten der natuur in de vereeniging der kunnen acht zal geven; + +Gemerkt, dat de wetten, die tot hier toe tot handhaving der slaven +zyn afgekondigd, onvoldoende bevonden zyn; en de menschelykheid, zoo +wel als het belang der Volkplanting, vordert, dat men de slavernye +zoo dragelyk make, als mogelyk is, om de volkrykheid der Negers te +bevorderen, het eenig middel, om de noodzakelykheid hunner invoering +van de Americaansche kusten door den tyd geheel te vernietigen; + +En gelet, dat men zulk een heilzaam oogmerk niet kan bereiken, +dan door aan de magt der meesters, en van de geenen, die met het +opzicht over de slaven belast zyn, palen te stellen; het zy door +hen te verpligten, om hun op eene gepaste wyze van huisvesting, +voedzel en kleeding te voorzien, het zy door hun onderwys en goede +zeden te beschikken, hen aan te zetten tot het aangaan van huwelyken, +tevens deeze wettige verbintenissen eerbiedigende en beschermende: +om alle deeze redenen", enz. + +Zonder van stuk tot stuk de Reglementen op te geven, die het gevolg van +deeze Acte zyn, noch ook alhier te ontvouwen, wat men van dien aart het +best zoude kunnen doen, indien men, met reden en menschlievendheid, +de hier boven uitgedrukte gevoelens ter uitvoer trachte te brengen, +is het genoeg door deeze twee voorbeelden aan te toonen, dat de +Planters zedert lang gevoeld hebben, dat hun eigen belang dergelyke +wetten vorderde, dat deeze wetten noodig waren tot in stand houding +en aanwas der bevolking, om den invoer der zwarten van de Africaansche +kust te vernietigen, als mede tot groot voordeel der inwooners. + +Het Reglement op het bestuur der Plantagie vast gesteld en in schrift +gebragt zynde, zoude op de werkplaatsen gelezen en afgekondigd, en +van tyd tot tyd vernieuwd worden: men zoude daar by voorziening doen +omtrent het voedzel, de kleeding, en de woning der Negers: men zoude +hun den eigendom van hunne tuinen, vogelaryen, en beesten-kwekeryen +verzekeren: men zoude daar by melding maken van het bezorgen van +oppassing aan de zieken, oude lieden en verzwakten; aan de zwangere +vrouwen, aan de zoogsters en kinderen: dat de noodige voorzorgen +gebruikt zouden worden tot handhaving der goede zeden, tot onderwys +der jeugd, en de goede orde in de huisgezinnen, enz. + +Te gelyker tyd zouden de uuren van arbeid daar by worden aangewezen, +als mede het geregeld bestuur en onderwerping. De geringe misslagen +zouden gestraft worden, na dat de beschuldigde in tegenwoordigheid +der verstandigsten en oudsten van de Plantagie zoude zyn gehoord: +de misdaden zouden aan de gewoone Rechters verwezen, en volgens +de wet gestraft worden. Voor deugdryke en uitmuntende daden zouden +belooningen plaats hebben. + +Geene Plantagie zoude door deeze beschikkingen in wanorde geraken: +integendeel zouden de Planters by deeze verbetering in het bestieren +der zwarten oneindig veel winnen, uit hoofde van derzelver gehechtheid +aan hunne meesters en hunne gewilligheid tot den arbeid. + +Dit ontwerp tot stand gebragt zynde, zal men, van dien tyd af aan, +de benaming van slaven en slavernye veranderen: het waare anders +te vergeefs de zaak zelve te hervormen; zy zoude altyd een hatelyk +voorkomen blyven behouden; zy zoude weder tot den vorigen stand +vervallen, indien men een gehaten naam liet blyven. In de daad, in +den redelyken en gematigden staat, aan de Planters voorgeschreven door +verstandige Reglementen, geene willekeurige, geene wreede behandeling +gedogende, zouden hunne verpligtingen, zoo wel als hunne rechten, +door vaste wetten volkomen bekend, en zy geene eigentlyk gezegde +slaven meer zyn. + +'Er blyft dan niets meer overig, dan een enkelen stap te doen in +den loopbaan der weldadigheid en goede bestiering, ten einde deeze +gelukkige verandering te volmaken, de overgang namelyk van slavernye +tot vryheid: gy zult my uwen aandacht nog een oogenblik niet weigeren. + +Na dat men dus op eene wyze, die geen zweem van willekeurigheid +meer overlaat, de werkzaamheden der arbeiders zal geregeld hebben, +behoort men hun eene belooning toe te zeggen, om hen tot een goed +gedrag en yverigen arbeid aan te moedigen; dit zoude moeten bestaan +in een gedeelte van de inkomsten der Plantagie, in het begin een +klein gedeelte, en alleenlyk een tiende van de zuivere voortbrengzels. + +Het is meer dan waarschynlyk, dat deeze uiterlyke opoeffering van +een gedeelte der inkomsten, door den eigenaar aan zyne arbeiders +overgelaten, ten minsten deeze inkomsten op dezelfde waarde zal +houden; naardien het belang, het welk de zwarten zelve daar by hebben, +hen zal aanzetten, om met den meesten yver te arbeiden, om met lust +mede te werken tot bevordering van den welvaart der Plantagien, en +de inzameling der vruchten, tot het beletten der diefstallen, tyd +verspillingen, en verscheidene misbruiken, welken de al te strenge +bestiering der slaven doet vermeenigvuldigen. + +Wie is 'er, hy moge nog zoo veel bezet zyn met vooroeordeelen, +welke thans nog eenige Colonisten, voorstanders der slavernye, +verblinden, die gelooven kan, dat de Plantagien in het byzonder, en +de Volkplantingen in het algemeen, den trap van geluk, die aan haare +volkrykheid geevenredigd is, bereiken kunnen, zoo lang de arbeiders, +by de vruchten van hunnen eigen arbeid, en de vermeerdering van +den oogst, zelve belang hebbende, daar toe geenen yver aanwenden, +die men onmogelyk verwagten kan van een zoort van beesten, die door +zweepslagen geregeerd worden, en wier eenige hope bestaat in eenige +uuren rust te genieten, en kastydingen te ontduiken. + +Wanneer men door de ondervinding van een of twee jaren gezien zal +hebben, dat de arbeiders zig onder dit nieuw ontwerp wel gedragen +hebben; dat dit tiende gedeelte der vrugten, tot eene belooning aan de +zwarten gegeven, de uitwerking gehad heeft, welke men 'er zig van had +voorgesteld; dat deeze Plantagien 'er niet door geleden hebben, maar +veel eer door bevoordeeld zyn, zal men deeze belooning vermeerderen, +en, in het volgende jaar, tot een negende gedeelte der zuivere vrugten +brengen, ten einde als nog te beproeven, of, door deeze opoffering, +de inkomsten op dezelfde waarde voor den eigenaar blyven zullen. + +Ik twyffele ann den goeden uitslag niet, daar ik zelf in de gelegenheid +geweest ben, om 'er eenige proeve van te nemen, en ik verzekere u, +dat deeze belooning, of dit aandeel in de inkomsten, aan de arbeidende +Negers toegestaan, van jaar tot jaar kan vermeerderd worden. Men +zal het van tyd tot tyd tot een agtste, een zevende, een zesde, een +vyfde, een vierde, en eindelyk tot een derde der zuivere inkomsten +brengen, zonder dat daar door de eigenaar zelf eenige vermindering +ondervindt. Dit derde der inkomsten, door den Planter aan de arbeiders +afgestaan, zal zyne eigene inkomsten nog des te meer verzekeren; en de +uitvoer van koopwaren uit de Volkplanting zal vermeerderd worden met +dit derde, het welk mede onder de voorwerpen van den koophandel komen +zal. De invoer van koopwaren zal in gelyke evenredigheid vermeerderen +door de verteeringen, welken de Negers, thans eene zekere zoort van +levens-gemak genietende, maken zullen; en deeze menschen, tot hier +toe toe zoo mishandeld, zullen allengskens hun geluk beginnen te zien, +en hunne meesters beminnen. + +Ik begryp, dat de trapswyze voortgang in dit ontwerp, dien men +noodzakelyk behoort te volgen, een tydvak ten minsten van negen jaaren +noodig heeft. In het tiende jaar (of zoo dra deeze ondervinding zal +gevestigd zyn, en de goede uitwerkzels van deeze huishouding zullen +zyn gebleeken,) zal men deeze schikking tot eene vaste wet maken, +die de rechten der eigenaars en arbeiders met billykheid zal regelen; +tot eene wet der Volkplanting, waar in niet meer gesproken zal worden +van slavernye, maar van een wederkeerig verdrag tusschen de arbeiders +en de eigenaars van den grond. + +Het is gemakkelyk te bezeffen, dat door deeze maatregelen, welken +ik hier in het ruwe schetse, langzamerhand in werking te brengen, +geen groote eigendom in wanorde geraken zal; maar dat de volkrykheid +der Negers onder een menschlievender bestuur zal aanwassen. Deeze +gelukkige verandering zal bewerkt worden, zonder eenigen schok of +beweging te veroorzaken. Deeze arbeiders zullen zig, langzamerhand, +en als ongevoelig, aan eene zekere gemakkelykheid en aan eene betere +levens-manier gewennen, die hun goed gedrag, hunne werkzaamheid en +vlyt ten grondslag hebben zal. 'Er zal in hunne denkbeelden geene +overylde omwenteling plaats hebben, waar door men eenig kwaad gevolg +te vreezen heeft, dewyl de eerste aanbiedingen slegts voorwaardelyke +gunstbewyzen zyn zullen, welken de meesters altyd zullen kunnen +intrekken, in geval de Negers zig dezelven onwaardig maken mogten. + +Huisgezinnen, die zig toeleggen om hunne inkomsten een weinig te +besparen, ten einde kleine afzonderlyke eigendommen te verkrygen, +zullen gelegenheid vinden, om het bezit daar van te bekomen: zy +zullen daar door een bewys van hunne bekwaamheid ten toon gespreid, +en een waarborg voor hun toekomend goed gedrag gegeven hebben. Deeze +verhuizingen van zommige huisgezinnen der arbeiders, die van tyd +tot tyd groote Plantagien verlaten zullen om kleine op te rigten, +zullen op de eerstgemelden door den ontwyffelbaaren aanwas hunner +volkrykheid rykelyk vervuld worden. + +Naar mate de Colonisten tot deeze oogmerken van menschlievendheid en +goede orde de hand zullen leenen, door voor het uiterlyke de edelste +opoeffering te doen, zullen zy hun eigen voordeel behartigen; men +zal de Volkplantingen en den koophandel meerder zien bloeijen: men +zal aldaar meerder gerustheid, meerder veiligheid, een aanhoudende +aanwas der bevolking ondervinden, zonder eenig middel van geweld, of +het welk met goede grondbeginzelen strydig is, te bezigen. Om hier van +overtuigd te zyn, behoeft men zig slechts deeze aloem bekende waarheid +voor oogen te stellen, dat de bevolking overal zigtbaar aanwast, +waar voorspoed en middelen van bestaan gevonden worden. + +Deeze regelmaat, op reden, rechtvaardigheid en goede Staatkunde +gegrondvest, is in de Fransche Volkplantingen, die deeze omwending +ondergaan hebben, niet gevolgd geworden. Alles is by deeze volken aan +het gisten en in wanorde geraakt. Geene der partyen, van welke classe +ook, wilde opregtelyk de vryheid, noch den algemeenen voorspoed; +geene derzelven wierd door oprechte oogmerken gedreeven, maar allen +wierden zy aangezet door haat, door het een of ander denkbeeld van +haatlyke beschuldiging, en voor al door een lust tot plundering, +die door wanorde zoo wonderbaarlyk geholpen word. De Regeering, die +opzettelyk de Volkplantingen kwalyk bestierde, om 'er de omwenteling +te doen vervloeken, en het Koningschap te doen beminnen, heeft de +wanorde vermeerderd door een zoort van lieden, welken zy met haar +gezag bekleed heeft. De Nationale Conventie, die over 't algemeen +de zaken der Volkplantingen met een onverschillig oog beschouwde, +heeft zig door die partye, welke de vryheid naar het hart stak, door +tegenstrydige besluiten, die met de grondbeginzels niet strookten, +laten wegslepen. + +Vervolgens is het stelzel van ROBESPIERRE gekomen, welke zeide: Laaten +de Volkplantingen verloren gaan, liever dan dat men een oogenblik +de grondbeginzels zoude doen wankelen. Men heeft de vryheid in de +Volkplantingen verspreid, niet als een weldaad, maar als een middel +van oorlog en verdediging tegen de bestryders der omwenteling, en de +vyanden van het Gemeenebest. De regeeringloosheid en ongebondenheid +hebben 'er zig meester van gemaakt, en men heeft 'er alle misdaden +en driften toomloos zien woeden; deerniswaardige gesteldheid, waar +in de slechtste menschen de teugels van 't gezag in handen krygen, +en de brave en vreedzame lieden vermoord of verjaagd worden. De +wanorde is ten hoogsten top gestegen, vooral in verscheiden gedeelten +van St. Domingo, tot dat een wyzer bestuur, zig op de grondslagen +van deeze vryheid vestigende, maar dezelve volgens de wetten en de +Constitutie regelende, eindelyk deeze schoone bezittingen weder in +orde gebragt heeft. + +In onze arme Volkplanting van Caijenne is de oprigting der vryheid +niet vergezeld geweest van eenige afschuwelykheid, in vergelyking van +die van St. Domingo; maar de landbouw heeft 'er veel geleden: laten +wy de oorzaken en de omstandigheden in overweging nemen, en wy zullen +zien, dat men den gepasten weg niet betreden heeft, dien ik hier boven +aan de Volkplantingen heb aangeraden, die de noodzaakelyk gewordene +verandering van slavernye in vryheid nog niet ondergaan hebben. + +Men heeft de vryheid der Negers, te Caijenne, zonder voorzorg en +zonder bepaaling afgekondigd. Deeze schielyke en onverwagte overgang +van onderdrukking tot toomloosheid is minder verderffelyk geweest, +dan zy natuurlyk zyn moest, niet alleen, om dat deeze bevolking zeer +klein en verstrooid is, maar ook om dat, zedert verscheiden jaaren, +een menschlievend bestuur, het welk alle de onheilen der slavernye +gevoelde, den weg tot deeze verandering gebaand had, door de wreedheden +en het onredelyk gedrag der meesters in te toomen, en door aan de +Negers jegens de blanken goedhartigheid en vertrouwen in te boezemen, +door het wegloopen en zwerven uit te roeijen, en door de Negers te +gewennen, om van hunnen arbeid een zeker voordeel te trekken, en zig +zelven als menschen te beschouwen. De onderdrukking aldaar minder +zynde, is de gisting ook minder geweest, op het oogenbik dat de oude +orde van zaken vernietigd wierd: maar het was onmogelyk, dat menschen, +verpligt voor anderen te werken, zonder eenig nut voor hun zelven, +eensklaps vry en meesters van hunne daden zyn zouden, bekwaam om van +gezagvoerende posten voorzien te worden, even als de geenen, die te +vooren hunne meesters waren, en voor wien men hun tot hier toe eenen +Godsdienstigen eerbied had ingeboezemd; het was onmogelyk, zeg ik, +dat zy zig met aan eene onbezonnen vreugde zouden overgeven, en dat +de Plantagien, en dezelver bebouwing, niet in zekeren zin verlaten +zouden worden, zoodanig zelfs, dat hunne zorgeloosheid hen noodwendig +in gevaar moest brengen, om van honger te vergaan. + +Toen men vervolgens deeze zwarigheid wilde afwenden, en deeze +menschen door gezag tot den arbeid en landbouw te rug brengen, heeft +men insgelyks verkeerde maatregelen genomen; men heeft de arbeiders +willekeuriglyk op geheel andere Plantagien geplaatst, dan op welken +zy gewoon waren; men heeft het herstel van de eene begunstigd, en de +andere laten verloren gaan, volgens den willekeur der bestuurders; +men heeft de Negers op een daggeld van drie en vier stuivers gesteld, +eene belooning, die geheel onvoldoende en bespottelyk was, die deeze +menschen niet kon aanzetten, om met yver te arbeiden, en die tevens, +hoe klein zy ook wezen mogt, voor de eigenaars tot een' grooten last +was, daar zy dikwils van het werk der arbeiders zoo veel niet trokken, +als noodig was, om die onkosten op te diepen. + +Te gelyker tyd heeft men een zeer overbodig aantal van deeze arbeiders +gewapend, naar mate van de uitgestrektheid der Volkplanting, die nimmer +is aangevallen geworden. Men heeft uitgestrekte landstreeken, maar in +welken byna geene andere bewooners, dan Aapen en Papegaaijen zyn, in +orde geregeld: men heeft aldaar een geheelen stoet van bedieningen en +posten ingevoerd, zoo als die in de meest bevolkte Fransche Gewesten +gebruikelyk zyn: men heeft rangen, geld, ampten en gezag verleend aan +menschen, die nog lezen nog schryven konden, en welken men tegen alle +reden aan den landbouw onttrokken heeft. + +Hoe zoude, in zulke omstandigheden, eene zoo weinig gevorderde +Volkplanting niet verminderd en verslimmerd zyn? Maar zoo dra een +verstandig Regeerings-bestuur aldaar een goed Reglement, betreffende de +bebouwing der Plantagien, zal hebben vast gesteld, op de grondbeginzels +der Staats-regeling gebouwd, en op de vryheid steunende, volgens +welken de arbeidende Negers een behoorlyk aandeel trekken van de +inkomsten, die hunne arbeid aanbrengt, zullen de Plantagien haaren +aanwas spoedig hernemen. + +Thans schiet nog overig eene zwarigheid op te lossen, die men +tegenwerpt, betrekkelyk de groote uitschotten, die 'er noodig zyn, om +de bebouwing der lage landen vol te houden: maar is 'er overal niet +veel noodig, om nieuwe Plantagien aan te leggen? en zyn de kosten, +die men maken moet, met een, of twee jaaren, of zelfs iets langer, de +arbeiders en bewerkers van den grond te betaalen, zonder voordeelen te +trekken, in vergelyking te stellen met de kosten, die het aankoopen van +Negers, en de sterfte onder dezelven, noodwendig moesten veroeorzaken? + +De zaak koomt my zoo klaar voor, dat ik, om dezelve duidelyker te +bewyzen, niet oordeele noodig te hebben eene vergelykings-rekening +tusschen den koop-prys der Negers, en de dag-gelden, die men eenigen +tyd verpligt is te betalen, om het land tot het voortbrengen van +gewassen, en het geven van eenen goeden oogst, toe te bereiden. Het +is genoeg te hebben aangemerkt, dat men voor den prys, dien men +voorheen tot verkryging van den eigendom van een mensch betaalde, +een vry persoon drie jaaren lang kan huuren, zonder te rekenen het +gevaar van sterfte, het wegloopen, den verloren tyd, de ziekten, +het onderhoud van vrouwen, kinderen, oude lieden, en gebrekkelyken, +enz. enz. + +Ik eindige eenen brief, die reeds vry lang geworden is, maar die door +de schoonheid van het onderwerp, en myne wenschen tot bevordering +van uw geluk breeder is uitgeloopen: laat ik den inhoud zakelyk by +een trekken. + +De slavernye is eene verkeerde en onrechtvaardige inrichting, die +allen nayver en vlyt uitdooft. De Volkplantingen kunnen zeer wel +zonder slaven bebouwd worden. Wy hebben het voorbeeld van veele +landstreeken der Indianen en anderen, op dezelfde breedte, als wy, +woonende, alwaar vrye volken aan den landbouw arbeiden, en alle +zoorten van werk, waar toe vlyt vereischt wordt, bloeijen. Het is +derhalven te wenschen, dat men die Volkplantingen, welke nog onder +het juk der slavernye zuchten, tot den gelukkigen staat der vryheid +te rug brenge; maar het is staatkundig, het is menschlievend, om deeze +verandering trapsgewyze en met omzichtigheid te bewerken. Men moet aan +deeze omwenteling verscheiden jaaren besteeden; het is noodig, dat de +beschikkingen der Planters en eigenaars overeenstemmen, en zamenwerken +met de daaden van het hoog gezag van hun moederland; en dat zy beiden, +door de voorbeelden van tweedragt en wanorde, die op andere plaatsen +zoo veele onheilen berokkend hebben, voorgelicht, hun goed oogmerk door +redelyke en vreedzaame middelen bereiken, in plaats van een stelzel +van onderdrukking en onrechtvaardigheid, het welk nooit lang duuren +kan, met overyling, en verbaazende verscheuringen, om verre te werpen. + +Niemand neemt meer belang, dan ik, in uwen voorspoed, en die van uwe +mede Colonisten in 't algemeen, van welken ik zoo veele blyken van +vriendschap en achting ontfangen heb. + +Het is met deeze gevoelens, dat ik u opregtelyk groete. + +AANMERKINGEN. + +De bovenstaande brieven, betrekkelyk de bebouwing der lage landen +in Surinamen, en andere Hollandsche Volkplantingen van Guiana, met +toepassing op het Fransche gedeelte van dit Land, alwaar men zelfs +aan de oevers der Rivier Aprouago, en in andere streeken, eenige +gelukkige proeven van dien aart gedaan heeft, zyn gedeeltelyk het +werk van een uitmuntend inwooner van Demerary, nu wylen den Heer +B. VAN DEN SANTHEUVEL, en aangevuld uit het geen ik, zoo in Fransch +als in Hollandsch Guiana, zelf gezien heb. Ik heb in dit opstel +ook ingevlochten een groot gedeelte van verscheidene oordeelkundige +aanmerkingen van den heer GUISAN, die door den Intendant MALOUET uit +Surinamen ontboden, en geduurende een aantal jaaren, in Fransch Guiana, +als Landbouw-kundige (Ingenieur agraire,) is gebruikt geworden. Ik +heb ook gebruik gemaakt van verscheidene uitmuntende byzonderheden, +vervat in eene Memorie, welke ik vermeene te zyn opgesteld door den +Burger COUTURIER, inwooner van Cayenne; en die insgelyks tot den +evengemelden post, onder GUISAN, gebruikt is. + +Ik hope, dat de denkbeelden, begrepen in den vierden brief, tot +oplossing der tegenwerpingen, en wegneming van de beduchtheid der +Bataafsche en andere Planters, tegen de afschaffing der slaverneye, +die echter noodzakelyk geworden is, voor het menschdom van nut zullen +kunnen zyn, en dat men, door deeze of andere gelykzoortige, en op +dezelfde grondbeginzels meerder uitgewerkte, doeleinden in het oog te +houden, eindelyk (in de Volkplantingen van onze Bondgenooten, en zelfs +in de onze, alwaar, uit hoofde van den oorlog, de Staats-regeling +nog niet is ingevoerd,) een bestuur, op reden gevestigd, moge daar +stellen, het welk met de gesteldheid van ons Land niet strydig is, +en het ongeluk van deeze nuttige bezittingen kan voorkomen. Ik kan +niet nalaten een ernstig belang te stellen in het lot van verscheiden +Volkplantingen, alwaar ik de eer gehad heb den post van Gouverneur +te bekleeden; een belang, het welk des te grooter wordt, om dat het +de liefde tot het menschdom en myn Vaderland ten grondslag heeft. + + +TWEEDE AANHANGZEL, + +BEHELZENDE EENE BESCHRYVING DER + +VOLKPLANTING VAN CAYENNE. + + + +BESCHRYVING DER VOLKPLANTING VAN CAYENNE. + + +EERSTE HOOFTSTUK. + +Aardrykskundige Beschryving van Fransch +Guiana. + +De Franschen zyn langen tyd alleen bezitters en meesters van geheel +Guiana [10] geweest, van de Orenoco af tot aan de Rivier der Amazonen; +maar de gesteldheid der zaken in Europa, en de onderscheidene oorlogen, +waar in Frankryk is ingewikkeld geworden, hebben hen genoodzaakt, +om een gedeelte van dit uitgestrekte vaste Land aan de Hollanders en +Portugeesen af te staan. Het gedeelte, het welk zy behouden hebben, +heeft derhalven thans tot zyne grenspalen, aan de westzyde, de Rivier +Marony, en aan den oostkant strekt het zig uit, volgens het Verdrag van +Utrecht, tot aan de Rivier Yapoc, of die van VINCENT PINCON, gelegen +dicht by de Noord-Kaap, en welke men verkeerdelyk heeft verward met +de groote Rivier Oyapoc, wier geheele loop aan Frankryk toebehoort, +en waar in VINCENT PINCON nimmer geweest is, zynde derzelver mond +meer dan vyftig mylen van gemelde Noord-Kaap af gelegen. + +Deeze gelykheid, of liever deeze mistasting in den naam, heeft een +verschil met Portugal veroorzaakt. Het Verdrag van Utrecht, wel is +waar, noemt eenmaal de Rivier Yapoc, of die van VINCENT PINCON; +maar eene andere keer bedient het zelve zig van de laatstgemelde +benaming. Noch de eene, noch de andere van deeze benamingen, is die van +de Rivier, waar van in dit Verdrag gesproken wordt. 'Er is tusschen +de Landen aan de Noord-Kaap en het vaste Land, een arm van de Zee, +die een zoort van Baay vertoont. Men beweert, dat zeker Reiziger, +genaamd VINCENT PINCON, die CHRISTOPHORUS COLOMBUS op zyne laatste +reize vergezeld had, in 't jaar 1500, in deeze Baay aankwam, waarom +zommige Schryvers den naam van deezen Reiziger aan dezelve gegeven +hebben, een naam ondertusschen, die in het Land niet bekend is. + +By dit zelfde Verdrag van Utrecht, staat Frankryk aan Portugal de +uitsluitende vaart af op de Rivier der Amazonen, en het bezit van +derzelver beide oevers, zoo noordelyken, als zuidelyken, gelyk mede +die van den omtrek der Noord-Kaap, uit verdronken landen bestaande, +ten noorden van den mond deezer groote Rivier gelegen, en zig tot den +tweeden graad noorder breedte uitstrekkende; maar by het Verdrag is +in geenen deele bepaald, op welken afstand van den noordelyken oever +van deeze zelfde Rivier de Portugeesen recht zouden hebben zig het +bezit aan te matigen. + +De Fransche Regeering alle onzekerheid ten deezen opzigte willende +wegnemen, had aan de Bestuurders van Guiana gelast eene kaart te doen +maken, waar op deeze binnenlandsche grensscheidingen bepaald zouden +zyn, latende aan Portugal het vrye bezit der Landen langs den oever +van de Rivier der Amazonen, op gelyken afstand, namelyk vyftien mylen +van den oever, als wy aan den kant van den mond der Rivier, of van +den oever der Zee, 'er van waren afgelegen. De Ingenieurs, met dit +werk belast, waren echter niet verpligt deeze voorgeschrevene rigting +te volgen, wanneer de ligging der plaatsen merkwaardiger punten, +en meer natuurlyke grensscheidingen vorderden. + +Dit werk is nimmer uitgevoerd. Eerst in het jaar 1781. plaatste +de Fransche Regeering, om de grensscheiding te verzekeren, eenen +wachtpost by de Baay van VINCENT PINCON, in eene landstreek, die +volstrekt woest was, en zonder dat eenig Europeaan, van de eene af +andere zyde, zig aldaar had nedergezet. Die post is zonder tegenkanting +aldaar gebleven. Eene zending, genaamd die van Macary, welke zig in +de nabuurschap bevond, benevens zeker Indiaansch volk, meer dan drie +honderd persoonen uitmakende, behoorde ontwyffelbaar aan het Fransche +grondgebied; maar in 't jaar 1791. kreeg de Gouverneur van Para in +den zin, om eenige vorderingen optewerpen, en deed zelfs strooperyen, +met oogmerk, om het Portugeesch grondgebied tot aan de Rivier Oyapoc +uit te breiden. + +Op de hoogte van twaalf mylen ten noord westen van den mond van de +Rivier der Amazonen, en op omtrent twee graden noorder-breedte, vindt +men de Noord-Kaap, vervolgens het Eiland van de Noord-Kaap, en binnen +het zelve de Rivier Carapa-Pouri, uitloopende in den inham der Zee, +welken men de Baay van VINCENT PINCON noemt. Tusschen Terra-Firma en de +Noord-Kaap, is een van tien mylen, vol lage en verdronkene Eilanden, +van verschillende grootte, het eene na by het andere gelegen, die +weinig bekend, en geheel en al onbewoond zyn. De schepen behooren +'er byna drie mylen van af te blyven; de zee is aldaar gevaarlyk, +vooral in de groote vloeden by volle en nieuwe maan. Men verzekert, +dat aldaar zee-golven zyn van twintig voeten hoogte, en dat 'er +drie van die zelfde kragt op elkander volgen, tegen welker geweld +de schepen niet bestand zouden zyn; zy zouden dezelven op zand- +en slyk-banken werpen, die zig, naar de breedte van deeze Eilanden, +meer dan een groote myl ver uitstrekken; maar de schepen en sloepen, +die de Rivier der Amazonen uitloopen, om zig naar Cayenne te begeven, +kunnen zig daar voor myden, dewyl deeze banken, weinig water naar zig +trekkende, niet verhinderen dicht by het Land te komen, en in kleine +Kreeken of Baaijen de wyk te nemen, alwaar zy voor deeze verbaazende +zee-branding beveiligd zyn. De Portugeesen van Macapa en de Indianen +noemen dit gety Bororoca, de Franschen van Cayenne geven 'er den naam +aan van la Barre, of le Mascaret. De beroemde CONDAMINE, zig in eene +groote sloep bevindende, onder het geleide van eenige Indiaansche +Portugeesen, na de Noord-Kaap te zyn voorby gezeild, verviel, in 't +jaar 1714, op een van deeze banken aan den kant van de kust. De zee +liep by laag water zeer verre af, en liet de sloep op een zeer harden +slyk grond vast zitten. Dewyl het de dag van het laatste kwartier was, +en zeer kleine vloeden plaats hadden, bleef de sloep eene geheele week +op het drooge zitten; maar by de volgende maan, maakte het begin van +deeze zoo geduchte branding de sloep weder vlot. Dit ging echter met +gevaar vergezeld, want de golven namen het vaartuig op, en bragten +het met eene vervaarlyke gezwindheid in het slyk in beweging. + +Zie hier, wat deeze zelfde geleerde ten dien opzigte +verhaalt.--Tusschen Macapa en de Noord-Kaap, op de plaats, alwaar het +groote Kanaal van de Rivier der Amazonen door de Eilanden als gesloten +is, en voor al tegen over den grooten mond van de Rivier Arouary, +die aan de noord zyde in de Amazone uitloopt, levert de vloed der +zee een zonderling verschynzel op. Geduurende de drie dagen, die het +naast aan de volle en nieuwe maan zyn, en zynde den tyd der hoogste +vloeden, verkrygt de zee, in plaats van tot haare reizing zes uuren +te besteeden, in een of twee minuten derzelver grootste hoogte. Men +begrypt ligtelyk, dat dit niet met stilte gebeurt. Op eenen afstand +van een of twee mylen hoort men een vervaarlyk geraas, het welk de +pororoca aankondigt. Naar mate deeze verschrikkelyke vloed nadert, +vermeerdert het geraas, en weldra ziet men een berg van water, van +twaalf of vyftien voeten hoogte, daar op een tweeden, vervolgens een +derden, en zomtyds een vierden, die elkander ylings volgen, en byna +de geheele breedte van het Kanaal beslaan. Deeze golven naderen met +eene onbegrypelyke schielykheid, en deiningen, en loopen over alles +heen, zonder iets te wederstaan. Op zommige plaatsen ziet men groote +streeken lands, door de pororoca weggespoeld, zeer dikke boomen +worden 'er door uit den grond gerukt; zy veroorzaakt verwoestingen +van allerleijen aart. De oever der zee, waar over zy heen gaat, is +zoo schoon, als of dezelve met een bezem zindelyk was aangeveegd. De +booten, de praauwen, de schepen zelfs hebben geen ander middel, om +zig tegen de woede van deeze branding te beveiligen, dan door op een +plaats te ankeren, alwaar veel slykgrond is. DE LA CONDAMINE, na op +verschillende plaatsen de oorzaken van dit verschynsel onderzogt te +hebben, ontvouwt het zelve in deezer voegen, dat hy het niet heeft +zien gebeuren, dan wanneer het wassend water, in een naauw kanaal +inloopende, een zand-bank of hoogen grond, die aan het zelve in den +weg was, ontmoette; dat aldaar, en ook nergens anders, de geweldige +en onregelmatige beweging der wateren begon, en een weinig boven de +bank ophield, wanneer het kanaal diep wierd, en zig merkelyk uitbreide. + +Na de Rivier Carapa-Pouri, vindt men aan de noordzyde de Rivieren +Mayacare, Carfuene en Conani, vervolgens de Kaap en Rivier Cassipour, +en eindelyk Kaap Orange, op vier graden agt of tien minuten noorder +breedte. + +De kusten van Terra-Firma, van de Eilanden van de Noord-Kaap tot aan +Kaap Cassipour, zyn laag, allen met boomen bewassen, zonder eenig +byzonder teeken, waar aan zy te onderkennen zyn, dan den kleinen +berg Mayes, gelegen op drie graden, vyftien minuten breedte. Deeze +berg is een zoort van terras, op zig zelf staande, en met boomen +bewassen. Wanneer men naar Cayenne wil gaan, is het dienstig daar op +te letten, om zyne reize zeker te nemen, en zig onder den wind van +dit Eiland behoorlyk te houden. Men kan den berg Mayes niet verder +zien, dan vyf of zes mylen, en zulks dan nog by helder weder. Maar +langs de geheele kust bevindt men het by de peiling vry diep, en +men kan dezelve tot op drie of vier mylen, zonder de minste vreeze +naderen. Men vindt op deezen afstand agt, negen en tien vademen +water; op tien mylen, twaalf, vyftien en twintig vademen; op vyftien +en twintig mylen, vyf- en twintig of dertig vademen, met een slyk- +en fyne zand-grond van verschillende kleuren. Verscheiden zeelieden +loopen meer zuidelyk, en peilen op twintig of dertig mylen ten +noord-oosten van de Noord-Kaap. Men vindt op deeze plaats veertig en +vyftig vademen; vervolgens zeilt men langs de kust van Mayes, op een +afstand van drie en vier mylen, de diepten wel in het oog houdende, +om niet te digt aan de wal te naderen. + +Tot meerder zekerheid is het dienstig, wanneer men in het gezicht +van deeze kust vaart, alle avonden voor anker te gaan liggen, om niet +door de stroomen naar de kust gedreven te worden, en op ondiepten te +vervallen, die zig tot twee mylen verre in zee uitstrekken, en op +welken zeer weinig water is. Deeze stroomen loopen naar het noord, +noord-westen, tot dat men Kaap Orange voor by is, als dan wenden zy +zig naar het west-noord-westen. + +De water-getyen op de kust van Mayes geduuren zes uuren. De vloed loopt +naar het west-noord-westen omtrent twee mylen in een uur, en de ebbe +naar het noord-oosten omtrent eene myl in het zelfde tydvak. De zee +wast van twaalf tot vyftien voeten. Men moet echter in acht nemen, +dat deeze richting der stroomen en der getyen niet altyd even eens is. + +De water-getyen zyn in deeze streeken zomtyds uittermaten geweldig. Het +advis-jagt de Anemone bevond zig, in 't jaar 1755, in zoodanig +geval, dat de golven by tusschenpoozingen vervaarlyke dwarlwinden +veroorzaakten; de zee wierd 'er eensklaps door opgezet, en toen was het +niet mogelyk het schip te stuuren. Het schip bovendien tusschen twee +zeer sterke zee-golven geraakt zynde, waren alle de masten in gevaar +van ter neder te storten, uit hoofde van de verbazende schokken. Het is +opmerkelyk, dat men dit zoort van vloeden alleenlyk aantreft, wanneer +men te digt aan de Rivier der Amazonen nadert, en dat, wanneer men +meer noordelyk te land koomt, men daar aan minder is bloot gesteld. + +Van den berg Mayes tot aan Kaap Cassipour, rekent men van agttien +tot negentien mylen ten noord-noord-westen, eenige noordelyke graden. + +Kaap Cassipour is gelegen op 4 graden 12 minuten noorder breedte, en +op 53 graden 35 minuten ten westen van den midden-lyn van Parys. Digt +by deeze Kaap is een bank van slyk, die zig vyf of zes mylen ver in +zee uitstrekt, waar op men niet meer dan vier of vyf vademen water +by eene lage zee ontmoet. Haare uitgestrektheid, in de dwarste van +het noorden naar het zuid-oosten gerekend, is omtrent vier mylen. + +Wanneer men aan Kaap Orange nadert, ontdekt men verscheiden +bergen boven den uithoek, die aan den ingang der Rivier Oyapoc +gelegen is. Deeze Kaap is nog beter kenbaar door eenen uithoek aan +den zee-kant, en die veel hooger is, dan het Land aan de zuid-oost +zyde. Zy is al mede kenbaar door verscheide uithoeken van zeer hooge +bergen, die de een van den ander schynen te zyn afgescheiden, en +des te merkwaardiger zyn, om dat ze de eerste hooge landen uitmaken, +die men ontdekt, als men van de Noord-Kaap koomt. + +De Rivier Oyapoc, welke men met die van VINCENT PINCON niet verwarren +moet, zoo als ik reeds heb opgemerkt, is eene der merkwaardigste in dit +Land. Zy is van de Rivier Aprouago omtrent twaalf mylen ten zuid-oosten +af gelegen. Derzelver mond is in het midden van een zoort van Baay, +die vier mylen breed is, en waar in zig twee andere Rivieren ontlasten, +de eene genaamd Couripi, aan de oost-zyde, en de andere Ouanari, aan +de west-zyde. De mond der Rivier Oyapoc is twee mylen breed. Een myl +binnenwaarts, is een laag Eiland, het Hinden-Eiland genaamd, en waar +over het water by hooge getyen heen stroomt. Wanneer men de Rivier +vyf of zes mylen ver is opgevaren, ontmoet men eene diepte, die eene +schoone haven oplevert, alwaar men op vier, vyf en zes vademen water +ankert, zoo naby het land, als men zelf goedvindt. In 't jaar 1726, +bouwde men ter deezer plaats een nieuw Fort en een Dorp. Verscheiden +Indiaansche volken kwamen zig in den omtrek nederzetten; en in 't +jaar 1735, vestigde men, op den afstand van eenige mylen van het Fort, +de Zending van St. Paulus. + +Van het Hinden-Eiland tot drie mylen hooger op, zyn verscheiden +andere kleine Eilanden, maar die aan de scheepvaart geen hinder +toebrengen. Vervolgens wordt de Rivier veel naauwer, en heeft niet +meer dan zeven of agt voeten diepte. Vier mylen van het Fort aan de +zelfde zyde, vindt men de Kreek, of liever de Rivier Gabaret. Van +deeze Kreek tot aan de eerste waterval van de Oyapoc, is een afstand +van vyf of zes mylen. Booten van eene middelmatige grootte kunnen +'er naauwlyks voorby komen. Drie mylen verder is eene tweede waterval, +die nog veel moeijelyker is. De derde waterval van de Oyapoc is twee +en een halve myl van de tweede af gelegen. Aan de rechte zyde van +deeze laatste waterval, ontmoet men den mond der Rivier Aramontabo, +die meer dan twintig mylen van daar haar begin neemt. + +De Rivier Camopy werpt zig in de Oyapoc, op den afstand van twaalf +mylen van de Aramontabo, en aan den zelfden kant. Zy koomt van het +westen, en ontspringt in uitgestrekte bosschen, die ontoeganglyk +zyn; men is 'er echter zeer diep in doorgedrongen, en men verzekert, +dat zy loopt tot op eenen kleinen afstand van eene Rivier, waar van +zy alleenlyk is afgescheiden door eene Kreek van omtrent drie mylen, +welke verscheide reizigers zeggen, dat in de Amazone uitloopt, zoo dat +door dit middel de gemeenschap tusschen deeze Rivier en de Fransche +Volkplantingen van Guiana vry gemakkelyk zyn zoude. + +De Oyapoc is in haaren geheelen loop, tusschen de Rivieren Aramontabo +en Camopy, vol watervallen, die zeer digt by elkander zyn: zeker +reiziger heeft 'er negen geteld. Men is deeze Rivier opgevaren +tot by de honderd mylen boven de laatstgemelde deezer Rivieren. In +dezelve loopen een groot aantal Kreeken uit, en men heeft 'er veele +watervallen ontmoet. De Pyrious en Ouayes, zeer talryke Indiaansche +volken, woonen aan het boveneinde deezer Rivier. + +De Rivier Couripi ligt ten oosten van de Oyapoc, en is 'er, aan +haaren mond, alleenlyk van afgescheiden door een uithoek van laag en +verdronken land, aan de noordzyde bestaande uit eene overstroomde zand- +en slyk-bank van een myl lengte, waar voor men zig wagten moet, wanneer +men de Rivier wil inloopen. In deeze Rivier, zes mylen van derzelver +mond, ontlast zig de Rivier Ouassa, die van den zuid-oost kant koomt. + +Beneden de eerstgemelde zyn de Kreeken Taparibo, Ciparini, en eenige +andere, die van weinig uitgestrektheid zyn. + +Vyftien mylen meer westwaarts dan de Oyapoc, ontmoet men de Rivier +Aprouago, die, tot dertien voeten water diep zynde, voor allerleije +schepen bevaarbaar is. Ten oosten ontlasten zig in dezelve de Kreek +Koura en de Rivier Couroudi; ten westen de Kreeken Arataye, Jpourin +en Ineri. Aan deeze zyde hebben zig verscheiden Indiaansche volken +nedergeslagen. Tusschen de Baay van Oyapoc en de Rivier Aprouago, +vindt men de Kreek Ouanari, en de Zilverberg. + +Voorby de Rivier Kaw zyn twee Eilandjes, die den naam van de +groote en kleine Konstapel dragen. De eerste ligt agttien mylen +west-noordwest-waarts van de gemelde Kaap, en is een zeer hooge en +zeer gezonde rots. De tweede is een veel kleiner Klip, gelegen ten +oost-noord-oosten, en ten west-zuid-westen van de groote, op den +afstand van twee derde van een myl. Men vaart tusschen beiden door, +op agt en negen vademen water, latende de grootte op den afstand van +twee snaphaan-schoten, en de kleine aan bakboord-zyde liggen. + +Van den grooten Konstapel zet men zyne koers naar het noord-westen +ten westen, om in volle zee de Remire-Eilanden, die 'er omtrent zes +mylen van af liggen, voor by te zeilen. De Eilandjes van deezen naam +zyn een myl, en ten hoogften anderhalve myl van de kust van Cayenne +afgelegen. Hun getal is vyf, te weten de Malingre, of het Kind, de +Vader, de Moeder en de twee Dogters, die zommigen de twee Borsten +noemen. Deeze twee Eilandjes, die zeer klein zyn, bestaan in twee +drooge en dorre Klippen, zeer digt by elkander gelegen. Zy liggen +een vierde van een myl ten oost-zuid-oosten van het groote Eilandje, +het welk men de Moeder noemt. De Vader is veel grooter. Het zelve ligt +ten oost-noord-oosten van den Berg Joly, op den afstand van een en een +vierde myl: ten oost-zuid-oosten, en ten west-noord-westen, kan het een +agtste van een myl haalen. De Malingre is van weinig uitgestrektheid, +en ten oost-noord-oosten een myl van den Berg Romontabo, en een en +een derde myl van het Eiland, de Vader genaamd, af gelegen. + +Men ontmoet vervolgens een ander Eilandje, genaamd de Verloren Zoon, +gelegen noord oostwaarts ten westen van het Eiland Malingre, op eenen +afstand van drie mylen, en van twee en een halve myl noord-waarts +ten noord-westen van Cayenne. + +Wanneer men te Cayenne wil binnen loopen, ankert men by het Eilandje +Malingre; men wagt aldaar de gunftigste getyen en het hoog water af, +om de banken, of hooge slykgronden, waar mede de ingang van Cayenne +vervuld is, te kunnen overkomen. 'Er zyn zelfs eenige klippen in +de haven, welken men in acht moet nemen. Deeze haven is gelegen +ten westen van de Stad, en aan den mond der Rivier. Zy is alleenlyk +bevaarbaar voor schepen, die ten hoogsten dertien voeten water diep +gaan. Jaarlyks loopen 'er twintig binnen, die uit Frankryk komen, en +een gelyk getal kleine vaartuigen van de Antillische Eilanden, of de +Vereenigde Staaten van America. Hier toe bepaalt zig de geheele handel +der Volkplanting, die zig ook niet verder dan de hoofdplaats uitstrekt. + +De Stad en het Fort van Cayenne zyn gelegen aan den noordelyken +uithoek van het Eiland, op 4 graden 57 minuten breedte, en 54 graden +37 minuten lengte, ten westen van den Parysscken middenlyn. Het +Eiland is omgeven, ten westen door de Rivier van den zelfden naam, +ten oosten door de Rivier Mahury, ten zuiden door een arm der Rivier, +die de beide Rivieren zamenvoegt, en ten noorden door de zee. Dit +Eiland heeft vier of mylen lengte van het noorden naar het zuiden, +of naar de Binnen-landen. De kust van het Eiland Cayenne is aan +den zee-kant nergens, nog laag, nog door het water overstroomd, +maar bestaat uit kleine heuveltjes, die tot het aankweken van de +voortbrengzels der Volkplanting zeer geschikt zyn. + +De Stad Cayenne maakt een zoort van onregelmatigen zeshoek, door muuren +omringd, benevens vyf bolwerken, eenige halve maanen, en een gracht. In +deezen omtrek, en op eene hoogte aan den oever der zee, is gelegen een +Fort, voorheen genaamd het Fort Louis de Cayenne, het welk de Stad en +Haven bestrykt: in het zelve is een kruidmagazijn en een waterput. De +meeste huizen zijn van hout; de andere van aarde of klei, volgens de +manier van dit Land, en daar over heen wit gemaakt. Alle zijn zij met +houten borden overdekt. Voorheen deed men dit met palmboom-bladeren; +maar de verwoestingen, die zeer dikwils door brand aldaar voorvielen, +hebben de inwoonders aangezet, om aan de andere manier den voorrang +te geven. Men telt 'er niet meer dan twee honderd, waar van zommigen +twee verdiepingen hebben. + +Men heeft te Cayenne een Gouverneur, benevens eenige hooge +Officieren. De bezetting bestond uit twee honderd mannen geregeld +krygsvolk, verdeeld in vier Compagnien, die tot het zee-wezen geene +betrekking hebben. Zy is met twee andere Compagnien vermeerderd +geworden. Op het minst alarm zyn de inwoonders, zoo van de Stad, +als van het platte Land, verpligt de wapenen op te vatten. + +De Volkplanting heeft eenen Souverainen Raad, waar van de +Commissaris-Ordonnateur, by afwezigheid van den Gouverneur, Voorzitter +is. Dit Hof vonnist zonder hooger beroep. Het neemt kennis van alle +zaaken, die de inwoonders betreffen. + +De noodzakelykheid om de landen in waarde te houden verpligt de +Franschen, om zelve hunne Plantagien te blyven bewoonen, waar door +de Stad minder bevolkt is, dan zy anders zyn konde. + +Dertien mylen van Cayenne, en drie mylen in zee, gerekend van +den mond der Rivier Kourou, die naauwlyks voor de kleinste schepen +bevaarbaar is, zyn drie Eilanden, voorheen genoemd de Duivels-Eilanden, +tegenwoordig Iles du Salut. Tusschen deeze drie Eilanden, die uit +tamelyk hooge heuvels bestaan, heeft de natuur eene haven gevormd, +die geschikt is, om door de grootste schepen bevaren te worden: +het is de eenige plaats, op de geheele Kust van Guiana, die dit +voordeel heeft. De Salut-Eilanden zyn dorre klippen, waar op zeer +veele verschillende zoorten van zee-vogelen huisvesten. + +Van de Rivier Kourou tot aan de Sinamari is eene Kust van tien of +twaalf mylen lengte. Tusschen beiden vindt men verscheiden kleine +inhammen, alwaar een zeer groote overvloed van schildpadden gevangen +wordt. Dicht by den mond van de eerstgemelde zyn groote platte rotsen, +waar op de golven het zee-water spoelen, het welk by groote hette +aldaar kristallen schiet, en in zout verandert. + +Van de Rivier Sinamari tot de Iracoubo is een tusschenvak van agt +mylen. Men vindt tusschen beiden de Rivieren Courassani en Conanama. + +Deeze geheele uitgestrektheid Lands, van de Rivier Kourou tot de +Iracoubou toe, een streek van omtrent twintig mylen, eindigt aan +den zeekant in een boschjen van Paletuvier-boomen, en byna overal +met zandbanken. Binnen in dit boschjen, het welk zomtyds tot een +myl uitgestrektheid heeft, zyn natuurlyke vlakke zand-woestynen, die +alleenlyk hier en daar, door eenige boomen, rivieren en beeken, op zeer +groote afstanden, worden afgebroken. Aan de land-zyde binnenwaarts, +op twee of drie mylen, eindigen zy in groote bosschen, waar in men +alle zoorten van boomen vindt, die in dit Land overvloedig groeijen. + +De Rivier Iracoubo is aan het einde van dat gedeelte, het welk de +Fransche Volkplanting uitmaakt. Van daar tot aan de grenzen der +Surinaamsche Volkplanting, dat is, tot aan de Rivier Maroni is eene +uitgestrektheid van veertien mylen. Tusschen beiden zyn de Rivieren +Organabo, Iroucan-Pati, en Mana, of Amanabo, die een uitgebreiden +loop heeft. + +De mond der Rivier Maroni is gelegen op 5 graden 55 minuten breedte, +en 56 graden 30 minuten lengte, ten westen van den Parysschen +middenlyn. Deeze mond is omtrent twee mylen breed; maar het inkomen +aldaar is moeijelyk; want aan den buiten-kant zyn verscheide zand- +en slyk-banken, waar op zeer weinig water blyft staan. De Maroni +is eene groote en schoone Rivier. 't Is waar, verscheide Eilandjes +vernaauwen derzelver bed, meer dan twaalf mylen verre, maar zonder +de scheepvaart te belemmeren, zoodanig dat men met kleine vaartuigen +tot aan den eersten waterval, die omtrent twintig mylen van den mond +der Rivier af ligt, kan opvaaren. Boven deezen eersten waterval, +vindt men verscheide anderen, die de scheepvaart zeer moeijelyk +maaken. Men zegt, dat men meer dan veertig dagen noodig heeft, om tot +derzelver oorsprong te komen. Anderen beweeren, dat dezelve nog niet +bekend is, dat deeze Rivier van zeer wyd af ontspringt, en dat men +dezelve meer dan tachtig mylen is opgevaaren, zonder dien oorsprong +te ontdekken. Omtrent vyftig mylen van derzelver mond af, ontlast zig +eene zeer schoone Rivier in dezelve, komende van den zuid-oost kant, +en de Rivier der Arouas genaamd. In 't jaar 1731 en 1732, voer men de +laatstgemelde meer dan vyf-en-twintig mylen ver op; vervolgens verliet +men haar, om den weg te nemen over de landen naar den zuid-oost kant; +en na verloop van agt dagen, geduurende welken men rekende 35 of +40 mylen te hebben afgelegd, begaf men zig naar de Rivier Camopy, +die zig in de Oyapoc ontlast. Het oogmerk van deeze reize was, om +het Land te ontdekken, en te zoeken naar een bosch van cacao-boomen, +het welk gezegd werd in de nabyheid van den oorsprong deezer Rivier +gelegen te zyn. + +De omliggende streeken der Rivier Maroni zyn door de Galibis-Indianen +vry sterk bevolkt. Wanneer men de oevers deezer Rivier een weinig +opwaarts volgt, ziet men niet dan zand-woestynen, die in den winter +moerassen, en eerst in het heetste van den zomer droog worden. Langs +dien weg kan men te land komen van Kourou af tot Surinamen toe. De +Fransche wegloopers, die geene booten hadden, wisten van deezen weg, +die aan de Indianen in dien omtrek zeer gemeenzaam is, gebruik te +maken. Zy, die langs alle deeze Rivieren woonen, en over 't algemeen +vry gedienstig zyn, laten niet na, op het minste teeken, dat men hun +geeft, de geenen, die zig aanbieden, met hunne praauwen te komen +afhalen. Men maakt doorgaans een neusdoek, of een lap wit linnen, +aan een tak van een boom vast, om hun daar mede te kennen te geven, +dat 'er iemand is, die den doortocht verzoekt. + +In de Rivier Maroni loopen verscheiden andere Rivieren uit, die dezelve +aanmerkelyk vergrooten, vooral in het regen-saisoen. De landen, waar +over zy heen loopt, zyn laag, overstroomd, en met boomen en struiken +bewassen. De Franschen en Hollanders hebben aan deeze Rivier een +wachtpost tegen over elkander. + + + +TWEEDE HOOFTSTUK. + +Luchts-gesteldheid in Fransch Guiana. + +De hette is in Fransch Guiana minder, dan in onze andere Volkplantingen +onder de gezengde luchtstreek; blyvende de Barometer aldaar staan +tusschen de 19 en 25 graden. De zoele winden van den grooten Oceaan, +waar aan dit gedeelte van het vaste Land op eene wonderbaarlyke wyze +is blootgesteld, de meenigte van groote en kleine Rivieren, die het +Land alomme besproeijen, en de bosschen, waar mede het byna geheel +als overdekt is, verminderen bovendien de brandende hette merkelyk. + +Men weet, dat 'er niet meer dan twee saisoenen, of jaargetyden +in Guiana zyn: het regensaisoen, nu en dan de winter genoemd, +en het saisoen van droogte, waar aan men, in tegenoverstelling, +den naam van zomer geeft. Het eerste begint doorgaans in December, +of zelfs in January. In Maart en in April heeft men een tusschen-tyd +van droogte, van een maand of zes weken, dien men de kleine droogte +noemt. Met half April, of daaroemtrent, begint de regen weder tot in +Juny, en zomtyds tot half July. Dus heeft men in de twaalf maanden +van het jaar omtrent vyf regen-maanden. Deeze algemeene regels hebben +niettemin hunne uitzonderingen, volgens het onderscheid der jaaren, +en het verschil der plaatsen. Het regent veel minder in die streeken, +waar men het hout heeft uitgerooid, dan in die, welke met bosschen +bedekt zyn; veel minder bij de Rivieren Cayenne en Kourou, dan aan den +kant van de Oyapoc, en veel meer by de Rivieren Maroni en Surinamen, +dan in de Landen, die door de Franschen bezeten worden. Hier door lost +men de oogenschynlyke tegenstrydigheid op, welke 'er gevonden wordt +tusschen de talryke waarnemingen van STEDMAN omtrent het luchts-gestel +in de Volkplanting Surinamen, en die der Fransche Schryveren, die +van de luchtsgesteldheid te Cayenne spreken, en eenparig zeggen, +dat dezelve gematigd is. + +Schoon in het laatstgemelde tydperk de regen ongemeen overvloedig +is, moet men zig echter niet verbeelden, dat dit eene onoephoudelyke +overstrooming is. 'Er zyn tusschenpoozingen, zelfs van geheele dagen, +in het midden van het regen-saisoen, dat het mooy weder is, zoo als +'er ook wederkeerig tusschenpoozingen van geheele dagen zyn, geduurende +welken het in 't saisoen van droogte regent. + +Guiana is bevryd van die orkaanen, die op de Antillische Eilanden en +in de Indien zoo veele verwoestingen aanregten. Men weet aldaar van +geene aardbevingen; en de hagel vernielt 'er den oogst niet. + +Het is merkwaardig, dat het regen-saisoen in Guiana juist voorvalt, +wanneer op de Antillische Eilanden het saisoen van droogte is, en +zoo ook weder omgekeerd, onaeangezien den geringen afstand tusschen +deeze beide Landen. [11] + +Dikwerf ziet men Europeanen verscheiden jaaren in Guiana doorbrengen, +zonder eenigen van die akelige ziekten te ondervinden, waar aan zy in +byna alle andere Landen onder de gezengde luchtstreek onderworpen zyn, +en gelyk eene zoo merkelyke verandering van luchts-gestel natuurlyker +wyze moest doen vreezen. Zy wederstaan dezelven, wanneer zy eene +sobere levensmanier weten aan te nemen, wanneer zy zorge dragen, +om in het eerste begin zig niet te lang agtereen aan de regelrechte +stralen van de zon bloot te stellen. Indien 'er vreemdelingen sterven, +is zulks veel al het gevolg van een ongebonden leven, en het misbruik +van sterke dranken. + +Het geen van de graden van hette gezegd is, heeft betrekking tot het +luchtsgestel aan de kusten en in de nabyheid der zee. Wanneer men +zig van het strand en van de lage Landen verwydert, op den afstand +Van tien of vyftien mylen, zyn 'er altyd twee graden minder. + +De luchtsgesteldheid te Cayenne was voor deezen veel regenaechtiger +en onaeangenamer, zegt BARRERE, [12] eer men in het Eiland het hout +had uitgeroeid, en de inwoonders waren 'er aan zeer akelige ziekten +onderworpen. Langen tyd is het onmogelyk geweest de kinderen der +Negers in het leven te behouden; allen stierven zy byna dadelyk na +hunne geboorte. Hedendaags worden zy 'er nog door eene algemeene +stuiptrekking, die een waare tetanus is, aangetast. Deeze ziekte +spaart zelfs geene groote lieden, tot welken ouderdom zy reeds mogen +gekomen zyn. Dezelve vertoont zig door pyn in den hals, als of die +met een koord was toegetrokken. Het kakebeen sluit zig vervolgens, +het geen de doorslikking belet. De armen en beenen worden stram, +en niettemin hebben 'er, verscheiden malen daags, stuiptrekkingen +plaats. Deeze toevallen matten den zieken zoo sterk af, dat hy overluid +schreeuwt. Men is zelfs verpligt zyn hoofd een weinig in de hoogte te +houden, om hem de belemmerde ademhaling gemakkelyker te maken. Het +geen hem vooral doet lyden, is een onverzadelyke honger, die hem nu +en dan zoodanig dringt, dat hy alle oogenblik zoude eeten, indien men +het hem maar geven wilde, en hy het vermogen van slikken had. Hier +by koomt altyd koorts. Dezelve gaat gepaard met een overvloedig +en algemeen zweeten; en wanneer de ziekte meer en meer verergert, +sterft de lyder onder vervaarlyke stuiptrekkingen. + +Om den voortgang van zulk eene ellendige kwaal te sluiten, moet men +den geen, die 'er door aangetast is, verscheiden malen daags met koud +water besproeijen. Men houdt daar mede aan, tot dat de ledematen +hunne voorige gedweeheid hernomen hebben. Het is noodzakelyk de +kragten van den zieken door goede vleeschsoepen te ondersteunen; men +moet dezelven dikwils geven, maar in eene kleine hoeveelheid, en met +eenige lepels wyn. De zoete kwik met ontlastende middelen gemengd, +als rhabarber, diagrydium, jalappe, doen in deeze ziekte veel nut: +maar het beste middel is het heulsap, in zulke sterke giften, dat +'er een gezond mensch van sterven zoude. + + + +DERDE HOOFTSTUK. + +Geschiedkundige opgaave, betrekkelyk Fransch +Guiana. + +Schoon men het juiste tydstip van de eerste reizen der Franschen naar +Guiana niet weet, is het echter zeker, dat zy 'er geweest zyn korten +tyd na de eerste ontdekking, door de Spanjaarden gedaan. + +JAN DE LAET, een Schryver van voor byna twee eeuwen, verhaalt, dat +de Franschen gewoon waren aldaar gekleurd hout, en onder anderen een +zoort van Brasilien-hout, in te laden. + +De vriendelykheid, waar mede zy door de inboorlingen des Lands +ontfangen wierden, lokte hen uit, om deezen handel te blyven aanhouden; +en om denzelven des te beter te verzekeren, vestigden zy 'er wel dra +eene Volkplanting. + +Een ander bewys, dat de Franschen het eerst de kusten van Guiana +bezogt hebben, is te halen uit de reisbeschryving van RALEIGH in 't +jaar 1595. Deeze reiziger, sprekende van het binnenste gedeelte van +dit Land, zegt, dat "de Franschen zedert lang moeite deeden tot het +ontdekken deezer Landen, werwaards zy veelvuldige reizen deeden, om +'er goud van daan te haalen, maar dat zy den rechten weg niet namen, +door denzelven te zoeken langs de Rivier der Amazonen." + +In 't jaar 1604, besloten eenige Franschen, door de gunstige berigten +van RALEIGH misleid, om, onder het geleide van LA RAVERDIERE, naar +deeze streeken koers te zetten. Andere gelukzoekers deezer natie +volgden spoedig hunne voetstappen. Allen vermoeiden zy zig op eene +ongelooflyke wyze. Eindelyk zetteden zig zommigen, veel eer uit weerzin +in zoo zwaaren arbeid, als om dat zy zig in hunne hoop bedrogen vonden, +te Cayenne neder. + +In 't jaar 1624, zonden eenige kooplieden van Rouaan eene kleine +Volkplanting, bestaande uit zes-en-twintig menschen, die de oevers +der Rivier Sinamari verkozen, om zig neder te slaan. + +Twee jaaren later, in 't jaar 1626, kwam 'er eene nieuwe Volkplanting, +aanzienlyker dan de eerste, en die zig aan de Rivier Conanama +nederzettede. Men bouwde aldaar een Fort, stelde 'er een Bevelhebber +over aan, en liet 'er een gewapend vaartuig, om den handel langs de +kust te beveiligen. + +Deeze beide Volkplantingen vermeerderden aanmerkelyk door den toevoer, +die zy uit Frankryk ontfingen. Zy breidden zig tot verscheiden +plaatsen uit. + +Zedert het jaar 1674, had men zig op het Eiland Cayenne gevestigd, +en aldaar de kust van Remire, als de vruchtbaarste en aangenaamste +streek, tot verblyfplaats uitgekozen. Men moest de Arikarets, en +eenige andere Indiaansche volken, aldaar woonende, verjagen. + +In 't jaar 1675, verkoos men eene andere woonplaats, drie mylen +meer ten westen, op een uithoek van het Eiland, alwaar de mond +der Rivier Cayenne een haven oplevert. Men bouwde aldaar een Fort, +waar aan men den naam van het Fort Louis gaf, en digt daar by een +Dorp of Stad, die de hoofdstad der geheele Volkplanting geworden is, +en welke men naar den naam van het Eiland Cayenne noemde. Men breide +zig vervolgens uit in alle de gedeelten van dit zelfde Eiland, en +aan de naby gelegene Rivieren. + +In 't jaar 1640. zetteden de Franschen zig aan de Rivier Surinamen +neder; maar de lage en moerassige grond, en ongezonde lucht in +dit gedeelte van Guiana, deeden hun het zelve wederom verlaten. De +Engelschen maakten 'er gebruik van. + +Eenige kooplieden van Rouaan, denkende, dat uit deeze Volkplanting +voordeel te haalen was, besteedden daar toe, in 't jaar 1643, +gezamentlyk zekere somme van penningen. Zy droegen hunne belangen op +aan een ondernemend man, PONCET DE BRETIGNY genaamd, die den oorlog +zoo wel aan de Planters als aan de Negers verklaard hebbende, spoedig +werd van kant geholpen. Deeze Maatschappy, aan welke men den naam +van de Maatschappy der Noord-Kaap gaf, verkreeg van Koning LODEWYK +XIII. opene Brieven, waar by deeze Vorst aan haar het uitsluitend +voorrecht toestond van den koophandel en scheepvaart op Guiana, tot +welks grensscheidingen men by die zelfde brieven bepaalde, aan de +zuldzyde de Rivier der Amazonen, en aan de noordzyde de Orenoco. Deeze +bepaaling der grensscheidingen ontmoette geene zwarigheid, noch +veroeorzaakte eenige klagten, dewyl geheel Europa wist, dat de Franschen +zedert langen tyd in het bezit van Guiana waren, en de eersten geweest +zyn, die aldaar handel gedreven en Volkplantingen aangelegd hadden. + +Verscheiden lieden van aanzien, in deeze Maatschappy deel genomen +hebbende, verkregen van den Koning nieuwe voorrechten en nieuwe +vergunningen door dit geheele Land. By herhaling zonden zy derwaarts +aanzienlyken onderstand; en men liet meer dan agt honderd menschen +naar Guiana vertrekken, zoo tot meerdere beveiliging en aanwas van de +onderscheidene aangelegde Volkplantingen, als om nieuwe aan te leggen, +en ontdekkingen te ondernemen, door dieper in het Land door te dringen. + +De treurige dood van PONCET DE BRETIGNY de deelgenooten ter +nedergeslagen hebbende, werd, in 't jaar 1651, eene nieuwe Maatschappy +opgericht, die meerder opgang scheen te zullen maken. Het merkelyk +aantal van ingelegde penningen, stelde haar in staat, om, tot in Parys +toe, zeven of agthonderd menschen by een te verzamelen. Zy wierden +by de Seine ingescheept, om naar Havre te vertrekken. Het ongeluk +wilde, dat de deugdzaame Abt DE MARIVAUX, die deeze onderneming +voornamelyk had aangewakkerd, en dezelve als Directeur Generaal +bestierd zoude hebben, verdronk op het oogenblik, dat hy stond scheep +te gaan. ROIVILLE, een Edelman uit Normandie, die als Generaal naar +Cayenne gezonden wierd, wierd op de reize vermoord. [13] Twaalf der +voornaamste belanghebbenden, die de bewerkers van deezen aanslag +waren, gedroegen zig in de Volkplanting, welkers bloei zy verpligt +waren geweest te bevorderen, op zoodanig eene wreede manier, als uit +dit verschrikkelyk voorval bereids te voorzien was. Zy deeden aan +een van hun, ISAMBERT genaamd, die, benevens drie anderen, zig van +het gezag geheel had willen meester maken, het hoofd afslaan. Zyne +medepligtigen wierden naar een onbewoond Eiland verbannen. Twee andere +deelgenooten stierven kort daar op, en de overgeblevenen gaven zig aan +de grootste buitensporigheden over. De Bevelhebber der Vesting liep +naar de Hollanders over, met een gedeelte van zyne bezetting. Zy, +die aan honger, ellende, de woede der Wilden van het vaste Land, +welken men op honderde manieren getergd had, waren bloot gesteld, +achtten zig zeer gelukkig, toen zy met een schip en twee sloepen de +Eilanden onder den wind bereiken konden. Vyftien maanden na dat zy in +het Eiland waren aangeland, verlieten zy het Fort, de krygsbehoeften, +de wapenen, de koopmanschepen, benevens vyf- of zeshonderd lyken van +hunne ongelukkige medgezellen. + +In 't jaar 1663, werd eene nieuwe Maatschappy, onder het opzigt +van den Request-meester LA BARRE, opgerigt. Dezelve bezat een +capitaal van niet meer dan twee maal honderd duizend gulden: maar +de hulp der Regeering stelde haar in staat, om de Hollanders, die +zig aldaar onder het geleide van SPRANGER hadden nedergezet, toen +zy dit Land door deszelfs eerste bezitters hadden zien ontruimen, +uit deeze bezitting te verjagen. De Indianen waren na het vertrek der +Franschen in het Eiland te rug gekeerd, maar SPRANGER noodzaakte hen, +om naar Terra-Firma de wyk te nemen. Hy verbeterde de vestingwerken, +deedt groote uitzuiveringen en voordeelige bebouwingen der landen. Na +dat deeze Maatschappy onder het opzigt van BARRE een jaar bestaan +had, maakte zy een gedeelte uit van de groote Maatschappy, die de +grondslag was van alle die Maatschappyen, welken men voor Africa, +en voor het Nieuwe Weereld-deel had opgerigt. In 't jaar 1667, +wierd Cayenne aangevallen, geplonderd, en wederom verlaten door de +Engelschen, en de vluchtelingen namen het weder in bezit, om het zig, +in 't jaar 1772, andermaal te zien ontweldigen door de onderdanen +der Vereenigde Nederlanden, die het echter niet langer, dan tot in 't +jaar 1676, behouden konden. Te dier tyd werden zy door den Marschalk +D'ETREES van daar verjaagd. Naderhand is de Volkplanting niet meer +aangevallen geworden. + +De Franschen wederom meesters van Cayenne geworden zynde, waren +ten sterksten bedagt, om zig op het Eiland en het vaste Land +wel te vestigen. Met meerder zorgvuldigheid dan ooit kweekten zy +alles aan, waar by de koophandel belang konde hebben. Verscheiden +koopvaardy-schepen kwamen aldaar handelen, en eene meenigte +huisgezinnen zetteden 'er zig ter neder. Eenige Kapers bragten ook +het hunne toe tot aanwas der Volkplanting. + +Beladen met het geen zy in de Zuid-Zee geroofd hadden, vestigden +zy zig te Cayenne, en het belangrykste was, dat zy besloten hunne +schatten tot den landbouw te besteden. + +Zy scheenen denzelven met nadruk te willen voortzetten, en Cayenne was +vry wel bevolkt, toen DUCASSE in 1688. aldaar aanlandde, met oogmerk, +om Surinamen te vermeesteren en te plunderen. De natuurlyke lust +der Kapers herleefde, de nieuwe Colonisten werden wederom Kapers, +en hun voorbeeld lokte byna alle de inwoonders uit. + +Deeze onderneming was niet gelukkig, uit hoofde van de weinige +voorzorgen, die men genomen had, om de aankomst deezer vloot voor +de Hollanders, welken men voornemens was re overrompelen, geheim te +houden. Men vondt hen overal in staat van verdediging. Een gedeelte +der aanvallers sneuvelde; anderen wierden gevangen genomen, en naar de +Antillische Eilanden gezonden, alwaar zy zig nedersloegen. De overigen +gingen wederom te scheep. Zedert dien tyd heeft de Volkplanting veel +moeite gehad, om het verlies van haare inwooners te herstellen. Het +scheen zelfs, dat zy byna geheel in vergetenheid geraakt was, tot in +'t jaar 1763, wanneer de Fransche Regeering haar een nieuwen luister +trachte te geven. + +Frankryk ontdeed zig van de akeligheden van eenen schandelyken +oorlog. De gesteldheid der zaaken had de Regeering genoodzaakt, om, +met opoeffering van verscheiden gewichtige bezittingen, den vrede te +koopen. Het scheen insgelyks noodzakelyk, om de natie, zoo wel de +geledene rampspoeden, als de misslagen, die dezelven berokkend hadden, +te doen vergeten. Men wendde haar oog af van de Volkplantingen, +die zy verloren had, om het zelve te vestigen op Guiana, het welk, +zoo men zeide, zoo veele rampen vergoeden moest. + +Dit was het gevoelen niet van hun, die van den staat der zaaken het +best onderricht scheenen. Eene Volkplanting, zedert anderhalve eeuw +opgerigt, in een tydstip, dat de gemoederen op groote ondernemingen +verhit waren; alwaar burger-twisten, noch vreemde oorlogen aan het +aangelegde werk geen nadeel hadden toegebragt; die van de weldaaden +der Regeering en het voordeel van den koophandel nimmer was verstoken +geweest; alwaar de voorraad van voortbrengzels altyd zeker geweest +was:--deeze Volkplanting was niet noemenswaardig. De ellende en +vergetenheid was haar deel geweest, zelfs in het tydstip, dat de +Fransche bezittingen in America door haaren luister en rykdommen, +de oude en nieuwe weereld verbaasden. Haare gesteldheid was zelfs van +dag tot dag verergerd. Hoe kon men hopen op die groote vooruitzigten, +welken men 'er van gaf? Deeze aanmerkingen wederhielden de Regeering +niet. Om het verlies van Canada te vergoeden, wilde men in Guiana een +vry volk vestigen, dat door zyne eigene kragten in staat zoude zyn, +om aan vreemde aanvallen het hoofd te bieden, en geschikt, om door den +tyd andere Volkplantingen, wanneer de omstandigheden zulks vorderden, +te hulp te komen. + +Dit werk wierd bestuurd door eenen arbeidzamen Staats-Minister. Als een +verstandig Staatsman, die de veiligheid niet aan de rykdommen wilde +opofferen, was zyn doelwit, een bolwerk op te rigten tot verdediging +der Fransche bezittingen. Als een gevoelig Wysgeer, die de rechten +van het menschdom kent en eerbiedigt, wilde hy deeze vruchtbaare en +onbebouwde streeken door vrye menschen bevolken. Maar men voorzag +alles niet. Men vergiste zig met te gelooven, dat Europeanen onder +de gezengde luchtstreek de vermoeijenissen zouden doorstaan, die +tot den aanleg en zuivering van onbebouwde landen vereischt worden, +en dat menschen, die in de hope van een gunstiger lot hun vaderland +verlieten, zig aan een woest leven gewennen zouden in eene luchtstreek, +die minder gezond was, dan haare geboorte-grond. + +Dir verkeerd stelzel werd zoo dwaaslyk uitgevoerd, ais het ligtvaardig +was aangenomen. Alles werd aldaar ingerigt, zonder beginzel van +wetgeving, zonder te letten op de betrekkingen, welken de Natuur +onder de menschen gesteld heeft. De laatstgemelden werden in twee +zoorten verdeeld, eigenaars en arbeiders. Men hield niet in 't oog, dat +deeze verdeeling, die in Europa stand grypt, het gevolg is van oorlog, +omwentelingen, en oneindige toevalligheden, die de tyd te weeg brengt; +dat zy voortkoomt uit de voortduuring van een maatschappelyk leven, +maar geenzints de eerste grondslag is der maatschappye, die in haaren +oorsprong wil, dat alle haare leden in den eigendom deel hebben. De +Volkplantingen, die nieuwe bevolkingen, en nieuwe maatschappyen zyn, +moeten deezen grondregel volgen. Met den eersten tred ging men +'er reeds van af, door de landen in Guiana alleen toeteschikken +aan hun, die zekere geldsommen, tot de bebouwing noodig zynde, +konden aanbrengen. De overigen, wier begeerlykheid men door ydele of +wisselvallige hope gaande maakte, werden van het aandeel in de landen +uitgesloten. Dit was een gebrek van Staatkunde, tegen de rechten van +het menschdom inloopende. Indien men aan alle de nieuwe Colonisten, +welken men naar dit naakte en woeste Gewest heen voerde, een gedeelte +gronds om aan te leggen gegeven had, zoude elk het bebouwd hebben +op eene manier, aan zyne kragten en vermogens geevenredigd: de een +met zyn geld, de ander met zynen arbeid. Het was een onvermydelyk +vereischte geweest, om aan alle de leden der nieuw aangelegde bevolking +eenen eigendom aan te bieden, alwaar zy hunnen arbeid, hunne vlyt, +hun geld, met een woord, hunne meer of min uitgestrekte vermogens, +konden te werk leggen. + +Menschen, naar onbebouwde landstreeken overgevoerd, vonden 'er niets +dan behoeften. De geregeldste en onafgebrokenste arbeid konde niet +beletten, dat zy, die in deeze woestenyen met het aanleggen van landen +hunnen tyd doorbragten, van alles ontbloot bleven, tot het meer of +min afgelegen tydvak van den oogst. Ook verbond zig de Regeering, +aan wien zulk eene blykbaare waarheid niet ontsnappen konde, om alle +Duitschers, alle Franschen zonder onderscheid, welke tot de bevolking +van Guiana geschikt waren, twee jaaren lang te onderhouden. Maar +deeze daad van rechtvaardigheid was geene daad van voorzigtigheid: +het was te voorzien, dat al wierden zelfs de levensmiddelen met zorg, +met yver en met belangloosheid in genoegzaamen voorraad opgelegd; +de meestcn derzelven noodwendig moesten bederven, het zy op de reize, +het zy naderhand: het was te voorzien, dat gezouten vleesch, wel of +kwalyk bewaard, nimmer een geschikt voedzel zyn zoude voor ongelukkige +vluchtelingen, die eene gezonde en gematigde luchtstreek verlieten, +om de brandende zand-woestynen onder de gezengde luchtstreek te +bewoonen, om de vochtige en regenachtige lucht der zonne-keerkringen +in te ademen. + +Eene verstandige Staatkunde zoude zig met de vermeerdering van +het vee hebben bezig gehouden, alvorens te denken, om 'er menschen +te vestigen. Deeze voorzorg zoude niet alleen een gezond voedzel +aan de eerste Colonisten bezorgd hebben, maar hun ook de gepaste +werktuigen opgeleverd tot de ondernemingen, welke de vorming van +eene nieuwe bevolking vereischt. Met deeze hulpmiddelen zouden zy de +vermoeijenissen hebben getrotseert, welke de Regeering op zig genomen +had rykelyk te zullen betalen. Zy zouden woonplaatsen en koopwaren +bezorgd hebben aan hun, die 'er hun verblyf moesten houden. Op deeze +wyze zoude de ontworpene Volkplanting in korten tyd eene behoorlyke +vastigheid verkregen hebben. + +Men maakte deeze aanmerkingen niet, hoe eenvoudig en natuurlyk ook: +na het doorstaan van eene lange reize, werden twaaf duizend menschen +ontscheept op woeste en onbebouwde kusten, in het ongunstigst +jaargetyde, in het regen-saisoen. Indien de nieuwe Colonisten in +het begin van het saisoen van droogte waren aangeland, op de hun +toegeschikte landen verdeeld, zouden zy den tyd gehad hebben, om +hunne wooningen in gereedheid te brengen, de bosschen om te hakken +of te verbranden, hunne velden te bearbeiden en te bezaaijen. + +By gebrek van deeze voorzorge, wist men de meenigte van menschen, +die na malkanderen aanlandden, niet te plaatsen, Het Eiland Cayenne +zoude tot eene plaats van rust en verversching voor de kortlings +ontscheepte perfoonen gestrekt hebben. Men zoude 'er wooningen en +middelen van bestaan gevonden hebben. Maar het vooroeordeel, om de +nieuwe en de oude Volkplanting niet onder elkander te vermengen, +deedt deeze voorzorge in den wind slaan. Als een gevolg van deeze +styfhoofdigheid, plaatste men twaalf duizend ongelukkigen op de +Salut-Eilanden, aan de oevers der Rivier Kourou, onder tenten en +in slechte hutten. [14] Aldaar, verwezen zynde tot werkeloosheid, +verveeling, het gemis der eerste benoodigdheden, besmettelyke ziekten, +die altyd door bedorven voedzel veroeorzaakt worden, tot alle de +wanoerden, welke de ledigheid voortbrengt onder een volk, dat verre +heen vervoerd, zig onder eene nieuwe luchtstreek bevindt, eindigden +zy hun droevig lot onder de verschrikkelykste wanhoop. Hunne asch zal +steeds om wraak roepen tegen de voorstanders van eene onderneming, +die zoo veele ellendige slachtoeffers gemaakt heeft. + +Op dat niets aan het onheil ontbreken zoude, en de geldsommen, +tot de uitvoering van eene ongerymde onderneming geschikt, geheel +en al verspild zouden worden, oordeelde hy, die in last had om aan +alle deeze noodlottigheden een einde te maken, zig verpligt, om twee +duizend menschen welker sterk gestel aan de ongunstige luchtstreek, +en de onuitsprekelykste ellenden wederstaan had, naar Europa te rug +te voeren. + +Een zestigtal van huisgezinnen uit Duitschers en inboorlingen van +Acadia bestaande, ontsnapte echter aan de algemeene verwoesting. Zy +sloegen zig neder aan de Sinamari, wier oevers nimmer door de zee +overstroomd worden, en vonden aldaar eenige natuurlyke velden, en +een grooten overvloed van Schildpadden. Die zwakke Volkplanting heeft +zig, langs deeze Rivier, in stand gehouden. De visscherye, de jagt, +de vee-fokkerye in de uitgestrekte zand-woestynen, welken de Natuur in +deeze streeken gevormd heeft, het planten van een weinig ryst, Turksch +graan en catoen; deeze leverden hun het noodige middel van bestaan op. + + + +VIERDE HOOFTSTUK. + +Bevolking van Fransch Guiana. + +Na zoo veele noodlottige omstandigheden, en de verachting, waar +toe Fransch Guiana vervallen is, is het niet te verwonderen, dat de +bevolking van dit Land zeer zwak is. + +De inwooners bestaan uit Europeanen, Mulatten, Negers en Indianen. De +eerstgemelden of blanken, bedragen slechts een getal van agt of negen +honderd, zoo in de hoofdplaats Cayenne, als door het overige gedeelte +van het Land verspreid. Verscheiden van hun zyn ongelukkig en arm. Zy, +die meer op hun gemak leven, bestaan van ampten, jaargelden en soldyen, +ten kosten van de algemeene schatkist. Het vertier van levensmiddelen, +het welk de bezetting en het verblyf der geenen, die zig aldaar +van 's Lands wegen bevonden, noodzakelyk maakt, doet het grootste +getal der inwooners aan den kost geraken. Men zoude moeite hebben, +om vyf-en-zeventig eigenaars van Plantagien op te tellen, die van +den opbrengst van hun land bestaan. Verscheiden woonen op eenen zeer +verren afstand van de hoofdplaats. Het getal der Mulatten is vier of +vyf honderd, en dat der Negers negen duizend. + +De Mulatten, die overal onderdrukt worden, hebben dit misschien meer +in Guiana, dan ergens anders, ondervonden. + +"Schoon de Creolen, van een blanken en eene zwarte voortgeteeld, +zegt de Burger LESCAILLIER in zyn te meermalen aangehaald Expose des +moyens &c., over 't algemeen veele lichamelyke voorrechten hebben, +vlugheid, eene onbedwongene en bevallige houding, een zeer geregeld +gestel en voorkomen, worden zy zeldzaam voor goede voorwerpen gehouden, +wanneer men hen in den rang der slaven plaatste, uitgenomen de geenen, +welken men tot huisselyke diensten gebruikte. De reden daar van is +gemakkelyk naar te gaan; daar zy uit de gemeenschap van eenen blanken, +die tot de Plantagie niet behoorde, ten gevolge van eene ongeoorloofde +verbintenis, waren voortgesproten, verbeterde de opvoeding het +gebrekkige van hunne geboorte niet. Zy verachtten de Negers, en +werden door dezelven wederkeerig veracht. Zeldzaam gelukte het hun, +wanneer zy, onder de zwarten vermengd, op de Plantagien arbeidden. + +De algemeene laagheid, waar in men dit zoort van menschen in de +Volkplantingen hield, en die alle nayver in hun uitdoofde, had te +Cayenne hun tot eene zwervende en ongebondene hoop volks gemaakt; +byna geen enkele onder hun was of tot den landbouw, of tot eenig +handwerk geschikt. + +"De middelen, die men wel eer te werk stelde, met oogmerk om hen +nuttig te maken, hebben het kwaad nog verergerd. De Gouverneurs +hebben gemeend de vrygelatenen te moeten beschouwen als lieden, +die verpligt waren op het eerste bevel op te trekken. Dienvolgende +waren alle de manspersoonen boven de veertien jaaren, getrouwd en +ongetrouwd, landbouwers, werklieden, of andere, zonder onderscheid, +begrepen onder eene zoogenaamde Compagnie Jagers, zonder soldy, +staande onder bevel van een zeker zoort van Officiers, maar die ook +geen soldy trokken, nog eenigen rang hadden. Deeze ongelukkigen, +verpligt om op het eerste gegeven sein op te trekken, hebben zig, +uit dien hoofde, nimmer op eenen vasten voet kunnen nederzetten, +trouwen, zig tot eenig vast handwerk begeven, en nog minder zig op +den landbouw toeleggen. Den dienst, die hun bevolen werd, zeer slecht +uitvoerende, alleenlyk betaald wordende voor de dagen, dat zy werkelyk +dienst deeden, hadden zy, by hunne te rug komst, geen eerlyk en zeker +middel van bestaan, het geen hen dikwils noodzaakte om door wandaaden +en strooperyen den kost te zoeken. + +"'Er was ook nog een ander zoort van Creolen, van een vrye vader en +moeder geboren. Zy oeffenden handwerken of den landbouw, en leefden +daar van met hunne huisgezinnen. Derzelver getal is in Fransch Guiana +oneindig klein." + +De blanken, die geene eigendommen bezaten, het zy werklieden, het +zy anderen, maakten het aanzienlykst gedeelte der bevolking van +hun zoort uit: zy hebben een getal van dertien honderd bedragen, +van allerleyen ouderdom en kunne, zonder de bezetting daar onder te +rekenen; maar men verzekert, dat zy thans tot een getal van zeven of +agt honderd versmolten zyn. + +Onder dit aantal van persoonen vindt men byna twee derde van het +mannelyk geslacht, om reden, dat het getal der genen, die zig buiten +'s Lands begeven, ten aanzien der mannen altyd veel aanmerkelyker +is. Indien men van dit aantal manspersoonen de zieken, oude lieden en +kinderen aftrekt, bleven 'er ten hoogsten vier honderd mannen overig, +die in staat waren om de wapenen te voeren. + +Onder de laatstgemelden waren niet meer, dan honderd-en-vyftig +eigenaars van middelmatige en kleine Plantagien, die, hoe zeer +grootendeels van geen belang tot bevordering van 's Lands voorspoed, +en den uitvoer der koopwaaren, echter tot onderhoud van derzelver +bezitters als voldoende beschouwd konden worden, 'Er bleven derhalven +tweehonderd vyftig mannen (blanken) overig, die in dit Land hun +bestaan vonden, behalven door den landbouw; de een door posten en +ampten tot het bestuur, of tot den krygsdienst betrekkelyk; de anderen, +als werklieden, daglooners, of bedienden van allerleije zoort, hunne +soldyen uit de algemeene schatkist, en hunne wedden van de Regeering +ontfangende. + +Indien nu de dienst zoo van het Land, als van byzondere persoonen, +slechts honderd en vyftig van deeze menschen bezig hield, zoo bleven +'er dus honderd overig, wier bestaan zeer wisselvallig was. Het was +van aanbelang zig bezig te houden met dit klein getal persoonen, +die van middelen ontbloot waren. + +Men vergrootte eenige bezittingen, men ondernam nieuwen arbeid, +men deelde eenige landeryen uit, en bezorgde daar by tevens +gereedschappen en vee. De arbeiders en bouwlieden vonden bezigheid, +en de laatstgemelden begonnen voordeel te doen. + +Eene bevolking van zes honderd mannen (blanken) tegen drie honderd +vrouwen, had geene evenredigheid tot vermeerdering der bewoners, noch +tot bevordering der goede orde, in een Land, alwaar men de vermenging +met Zwarten en Mulatten aan de hand gaf, en alwaar by gevolg de wet +zelve tot hoerereije en overspel scheen uit te noodigen. Zulk een +staat is schadelyk voor de maatschappy. Het was dus van een dringend +aanbelang daar in te voorzien. + +Men had eene Volkplanting te Iracoubo begonnen, bestaande uit dertig +mannen, uit een zeker getal afgedankte soldaten uitgekozen. Men moest +ontwyffelbaar aan deeze mannen bezorgen verstandige, arbeidzaame en +bekwame vrouwen. Om dit oogmerk te bereiken, verzogten de Bestuurders +van Guiana aan de Regeering, en wel tot eene eerste proeve, een +getal van vyf-en-twintig of dertig weesmeisjens, die met weinige +kosten hadden kunnen overkomen. In geval deeze poging gelukt was, +zoude men van dit zelfde middel wederom hebben gebruik gemaakt, en +nieuwe bezitingen in deeze uitgebreide Volkplanting hebben kunnen +aanleggen: men sloeg geen acht op dit belangryk voorstel, noch op +veele anderen, die tot bevordering en verbetering des Lands zouden +hebben kunnen medewerken. + +Het is waarschynlyk, dat deeze bezittingen verlaten zyn geworden, +en dat de meeste blanken, die 'er hun bestaan uit moesten vinden, +uit de Volkplanting vertrokken zyn. + +De Negers bedroegen in Fransch Guiana een getal van negen duizend. De +Burger LESCAILLIER meldt ons, dat men, in 't jaar 1788, hem over +de mogelykheid van de afschaffing der slavernye raadpleegde. Deeze +Bestuurder verklaarde van begrip te zyn, dat men in de Volkplantingen +de akeligste gebeurtenissen te duchten had, indien men niet +langzamerhand den weg tot deeze gelukkige omwenteling baande. Drie +jaaren lang deedt hy alle moeite, om de mogelykheid van dusdanige +verandering zeker te stellen: hy toonde het voorbeeld van eene betere +bestuuring, ten aanzien van de Negers van den Staat: hij bezorgde +hun een gezonder en vaster voedzel: hy liet hen kleeden en in hunne +ziekten oppassen. Op zynen raad en volgens zyn voorbeeld, heeft men +de zwangere en zogende vrouwen ontzien: men droeg zorge voor kinderen +en jonge lieden: men betoonde ontzag voor oude lieden en zieken: men +moedigde het aangaan van huwelyken aan: men arbeidde, om goede zeden, +vlyt en bedaardheid in de Negers aan te wakkeren: juiste belooningen +vervulden de plaats van harde en willekeurige kastydingen. + +Zulk eene handelwyze heeft de gelukkigste uitwerkingen gehad. Het +werk werd met yver en arbeidzaamheid verrigt, en het gelukte door dit +middel, om aan de Negers hunnen staat van slavernye te doen vergeten. + +Men dagt niet meer aan wegloopen: vyf of zes schuilplaatsen der +weggeloopen Negers, van alle gemeenschap verwyderd, in ontoegangelyke +Landen en ondoordringbaare bosschen verzonken, zyn van tyd tot tyd +vernield, of door de vredelievende middelen van onderhandeling, +tot de stem der menschelykheid, die tot in deeze verblyfplaatsen was +doorgedrongen, te rug gebragt. + +De optochten met krygs-geweld waren tegen deeze arme schepzels byna +onuitvoerlyk: zy kostten aan zommigen van hun het leven, en maakten de +anderen altyd nog afkeeriger. Men moest dus tot eenig ander middel +zyn toevlucht nemen. Een zendeling, met een kruis in de hand, en +onder het geleide van een getrouwen Neger, ging hun de woorden van +vrede brengen, hun kwytschelding beloven, en allen kwamen zy, met +hun volkomen genoegen, hunne yzere kluisters hernemen. Een deezer +verblyfplaatsen onder anderen, verscheiden dagreizens van alle +woningen afgelegen, was, zedert verscheiden jaaren, eene veilige +wykplaats voor een groot getal van weggeloopene Negers. Men had +slechts eene oppervlakkige kennis wegens het bestaan van deeze +wykplaats. Een Priester begaf zig te voet derwaarts, vergezeld van +eenige ongewapende Mulatten, en bragt van deeze plaats, op eene keer, +drie-en-veertig persoonen mede, waar onder verscheiden kinderen waren, +in de bosschen geboren, en die nooit een blanken gezien hadden. Het +gebeurde werd van wederzyden vergeten. De eigenaars leerden 'er door, +om nuttige voorwerpen, die hun ontloopen konden, zonder mogelykheid +van ze wederom te krygen, met meerder geschiktheid te behandelen, +en de Negers hernamen met onderwerping hunnen gewoonen arbeid. + +Men heeft voorgegeven, dat de Negers in Guiana beter behandeld werden, +dan in de andere Volkplantingen. Dit voorgeven wordt door geen bewys +gewettigd. 'Er zyn in deeze landstreek weinig groote Plantagien +en gegoede Planters; en deeze laatstgemelde behandelden, over 't +algemeen gezegd, hunne slaven het best, het zy om dat zy meerder +middelen bezaten, het zy om dat ze meerder doorzicht hadden. + +Zeer geringe Planters, van alle toevoorzicht verre verwyderd, +oordeelden beter hun fortuin voort te zetten, door van drie of vier +Negers, welken zy in het geheel bezaten, eenen onmatigen arbeid te +vorderen. Zy lieten hun zelfs den Saturdag niet, welken men anders +gewoon was aan hun tot bebouwing van hunnen eigenen tuin toe te +staan, en zomtyds ontnamen zy hun zelfs den Zondag: zy bekreunden +zig over hun in 't geheel niet, noch by ziekte, noch by gezondheid: +zy bezorgden hun geen behoorlyk voedzel noch kleeding, en nimmer heeft +men ten deezen opzigte in Guiana kunnen verwerven de uitvoering van +het geen by de wetten, le Code noir genoemd, bepaald was. + +Op de Plantagien, waar men rykelyker bemiddeld was, doch welker +getal ongelukkig zeer klein is, werd dit gebrek verbeterd door de +zorge der eigenaars, door overvloed van groenten tot levensmiddelen, +door het visschen en jagen in zekere landstreken, en door de kleine +geld-sommetjes, die de Negers zig bezorgden, door het overschot van +hun gevogelte en levens-middelen op de markt te verkoopen. + +Zommige eigenaars der Plantagien maakten in geschrifte menschlievende +en verstandige Reglementen, die aan de Negers werden bekend gemaakt. De +ondervinding heeft bewezen, dat, wanneer de slaven beter behandeld +werden, zy met meerder yver tot bevordering van de belangen hunner +meesters medewerkten. Een deezer Planters had aan elke Negerin, die +zes kinderen behoorlyk zoude opvoeden, de vryheid beloofd. Wanneer +die voorwaarde eenmaal vervuld was, werd de belofte met veel statie +ter uitvoer gebragt. + +Brave en verstandige Planters, volgden natuurlyker wyze de beginzels +van menschlievendheid en de goede voorbeelden. Redeneeringen onder +allen, en blyken van misnoegen, aan wreede meesters te kennen +gegeven door den verstandigen, bestuurder, den Burger LESCAILLIER, +van wien wy deeze byzonderheden ontleend hebben, hebben langzamerhand +op het bestaan der Negers in deeze Volkplanting, en op den staat van +derzelver bebouwing, invloed gehad. Maar naderhand is de al te groote +zorgloosheid der Regeering oorzaak geweest, dat het getal der Negers +niet aanmerkelyk is aangegroeid, gelyk had moeten gebeuren, zoo uit +hoofde van de gemakkelykheid van het bekomen van levens-onderhoud in +dit Gewest, als van den zeer aanzienlyken invoer van slaven. + +Misschien is het aan eenige van de hier boven opgegevene voorzorgen toe +te schryven, dat de afschaffing der slavernye in Fransch Guiana zulke +akelige gevolgen niet veroeorzaakt heeft, als te St. Domingo. Deeze +omwenteling werd op eene rustige wyze bewerkt, en men verhaalt, dat +men verscheiden Negers gezien heeft, die de gehechtheid aan hunnen +ouden meester aan den dag leiden, door op zyne Plantagie te blyven, en +denzelfden arbeid te verrigten, als of de wet 'er hun toe noodzaakte. + + + +VYFDE HOOFTSTUK. + +Zeden en gewoonten der Indianen. + +De volken, die in het ukgestrekte vaste Land van Guiana, voor de +aankomst der Europeanen, omzworven, waren verdeeld in verscheidene +natien, die over het geheel niet zeer talryk waren, Zy hadden geene +andere zeden, dan die der Wilden van het zuidelyke vaste Land. Deeze +volken leven altyd van elkander afgescheiden, en dikwils verre +verwyderd. Men onderscheidt dezelven in Indianen aan de kusten, +en in Land-Indianen, dat is, die het binnenste gedeelte van het Land +bewoonen. Deeze Land-Indianen, die weinig of geen omgang met de blanken +hebben, behouden hun oorsprongelyk character en hunne gebruiken meer +volkomen. Zy maken een groot getal van onderscheidene natien uit, +wier aanwezen zig niet tot eenig gedeelte van den grond van dit Land +bepaalt; maar die, zonder verwarring van woonplaats veranderende, +elkander op zeer verre afstanden wederom vinden. + +De Galibis zyn onder deeze natien de voornaamste en talrykste; hunne +taal wordt door alle de anderen over 't algemeen het best verstaan. Zy +strekken zig van Cayenne tot aan de Orenoco uit. De Arouaques, de +Acoquas, de Aramichaux, de Armancoutous, de Pourpourouis, de Pirious, +de Mayes, de Palicours, de Puchicours, de Maraones, de Ouroukouyennes, +de Macoussis, de Nouragues, de Emerillons, de Taryaras, de Ouins, +de Calicouchiennes, de Coussaris, de Tocoyennes, de Maourious, de +Mayecas, de Itoutanes, de Calipournes, zyn andere Indiaansche volken +van deeze zelfde landstreek. + +De Wilden of Indianen van het vaste Land van Guiana, zyn van eene +middelmatige gestalte; [15] de vrouwen zyn klein en niet zoo wel +gemaakt als de mannen. Hunne huid heeft eene rood koperachtige +kleur. Zy hebben zeer zwarte en zeer gladde hairen. Hunne trekken +verschillen weinig van die der Europeanen. De vermenging van dit +geslacht met dat der blanken, brengt, by de eerste voortteeling, +menschen voort, die van de laatstgemelden niet onderscheiden zyn. + +De vrouwen hebben eene zekere zoort van zachtheid in haar aangezicht; +verscheiden zyn van een aangenaam voorkomen, en hebben niets wilds. Zy +haten, zoo men zegt, de Franschen niet; maar eene minnestreek met +eene getrouwde vrouw gaat met veel gevaar voor haar, en zelfs voor +den minnaar, gepaard: op de minste verdenking maakt de man hen beiden +van kant. + +De meeste Indianen loopen byna naakt. Men beweert, dat zommigen, +voor al die aan den kant van de Rivier der Amazonen woonen, geheel +en al naakt loopen. Zy beschouwen het als een zeker voorteeken, dat +hy, die de schaamdeelen bedekt houdt, ongelukkig zoude zyn, of in +het loopende jaar sterven. De anderen dragen weinige kleederen. De +mans kleeding bepaalt zig tot een linnen gordel, dien zy om het lyf +winden, nu en dan op de manier van eene korte rok. Deeze gordels +zyn doorgaans van catoen doek, blaauw, Guinee of Salempoure genaamd; +zommigen dragen bovendien nog een zoortgelyke lap, waar mede zy hunne +schouders bedekken. + +De Indianen van de kust dragen niets op hun hoofd: hunne hairen, die +van agteren kort zyn afgesneden, en over het voorhoofd nederhangen, +maken hen in dit opzigt gelykvormig aan de oude Grieken en Romeinen. By +de volken, die meer binnen in het Land wonen, ziet men echter nu +en dan mutsen van vederen van verschillende kleuren, die, vooral op +feest-dagen, tot opschik dienen, Deeze zelfde Indiaansche volken maken +gebruik van onderscheidene kleedingen, insgelyks op eene vernuftige +manier van vederen gemaakt; zy dragen dezelven voor de maag, tot +voorschooten, gordels en halsbanden. Zy houden bovendien veel, om hunne +armen, de voorhand, en de beenen met armbanden van glaaze koraalen te +vercieren; en elk volk heeft ten deezen opzigte die kleur verkozen, +welke hy het meest bemint, en waar by zy ook be/tendig volharden. Zy, +die wegens hunne afgelegenheid geene gemeenschap met de Europeanen +hebben, en daar door geen kraalwerk weten te bekomen, verstaan de +konst, om kraalen van een zwart en zeer hard hout te maken, welken zy +draaijen, polysten en op eene zeer aartige manier doorbooren. Zy maken +'er halscieraden van, die naar git gelyken, en een tak van koophandel +voor hun opleveren. + +De vrouwen maken insgelyks, van kraalen van onderscheidene kleuren, +voorschooten ten naasten by van eene vierkante gedaante, maar van boven +veel naauwer dan van onderen, en ten hoogsten twee handen breed. Haare +geheele kleeding bestaat in een van deeze voorschooten, en zy vercieren +zig met halsbanden, armbanden, en een zoort van ringen, zelfs tot aan +de enklauwen. Zommige dragen ook aan het been, tot aan de hoogte van +de kuit, een weefzel van catoen, op het vleesch zelf vast gemaakt, +het welk zonder hun echter hinderlyk te zyn, de groeijing belet, en +al de kragt en zelfstandigheid naar boven trekt, zoodanig, dat zy op +stelten schynen te loopen. Dit belachelyk gebruik is niet algemeen. + +Zoo is het ook gelegen met de Roucou, zynde eene roode verw, aan +dit Land eigen, waar mede de meeste Indiaansche volken hun lichaam, +aangezicht en zelfs hunne hairen besmeeren. + +Twee redenen kunnen hen tot het aannemen van dit gebruik bewogen +hebben. Voor eerst, om aan hunne huid eene kleur te geven, naar hunne +natuurlyke kleur gelykende, en die hun toeschynt dezelve te versterken, +te verfraaijen, en eene eenparigheid en weerschyn aan dezelve te geven: +de tweede reden is, om door den olyaechtigen aart en zeer sterke reuk +van dit smeerzel, de groote muggen, en andere insecten te verdryven, +waar door zy, zonder dit hulpmiddel, dikwils gekweld zouden worden; +voor al zy, die dicht by de kusten woonen, en in zekere landstreeken, +alwaar deeze ontrustende insecten in grooten overvloed gevonden worden. + +Het is waarschynlyk, dat die volken, die van de Roucou geen gebruik +maken, de Binnen-Landen bewonen, alwaar men het gemelde ongemak +niet ondervindt. + +Alle Indianen zyn overgegeven aan bygeloof, en zeer luy; maar het +ontbreekt hun niet aan behendigheid, noch vernuft; en hoe koud zy ook +schynen te zyn, 'er is misschien geen volk, dat meer levendigheid +bezit. In weerwil van hunne uiterlyke ongevoeligheid, zyn hunne +driften ongemeen. Zy leven ongeregeld, en zyn zeer aan den drank +overgegeven. Hunne haat is onverzoenlyk, en hunne wraakzucht geweldig, +wanneer zy dezelve zonder gevaar kunnen uitoeeffenen. Niettemin +zyn zy begaafd met eene zekere natuurlyke billykheid, die in +hunne daaden uitblinkt, en beginzels van rechtvaardigheid, die +hun gedrag bestuuren. Zy hebben zelfs eene zoort van beschaafdheid +en minzaamheid. Hunne onderlinge, gesprekken voeren zy altyd met +gematigdheid en ingetogenheid. Hunne redeneeringen ademen zagtheid en +beleefdheid. Zeldzaam hoort men van hun lompe, en nooit beledigende +uitdrukkingen, Zy weten niet wat het is in scheldwoorden uit te vaaren, +zelfs wanneer zy, iemand haat toedragen. Hunne burgerlyke beleefdheid +jegens elkander is niet minder verwonderlyk. De mannen, wanneer zy +niet naar het veld gaan, brengen doorgaans den dag door in eene groote +hut, die in het midden van hun gehucht is opgeslagen, en het zy ze +in of uitgaan, zy laten nimmer na elkanderen te groeten. Bevinden +'er zig eenige vreemdelingen, vervoegt men zig by hun het eerst. In +de huisgezinnen heerscht veel eendragt en rust. De vrouwen zyn +arbeidzaam, zachtzinnig, oplettend, en onderworpen. De mannen zyn aan +hunne vrouwen zeer gehecht. De gastvryheid is by de Indianen zeer in +gebruik. Nu en dan geven zy in grooten getale vriendelyke bezoeken aan +nabuurige volken. Zy blyven verscheiden dagen by elkander, en brengen +dezelven in vrolykheid door; maar gewoonlyk eindigen zy die, met zig +gezamemtlyk dronken te drinken, het geen altyd twisten oplevert. Dit +gebrek, het welk de blanken onder deeze volken maar al te veel hebben +aangemoedigd, is echter niet moeielyk te verbeteren. Zy geven 'er +zig meer aan over uit navolging, en by voorkomende gelegenheden, +dan uit hoofde van eene bestendige gewoonte. + +De Indianen, die het Christendom niet omhelsd hebben, schynen geenen +uitwendigen Godsdienst te hebben: het is echter ontwyffelbaar, dat zy +een denkbeeld hebben van het Opperwezen, en van de onsterffelykheid +der ziele. De Godsdienst van de meesten gelykt veel naar die der +Manicheen, en zy zyn, ten naasten by, met dezelfde vooroeordeelen +bezet. Zy hebben hunne Toovenaars en Waarzeggers, die tevens de +Priesters en Artsen der natie zyn. Men heeft in de reize van STEDMAN +gezien, welken eerbied zy in 't algemeen voor de dooden hebben, +en dat zy denzelven zoo verre dryven, dat zy hunne beenderen bewaren. + +Deeze volken rekenen den tyd naar het toe en afnemen der maan, en het +zeven-gestarnte, Behalven deezen, onderscheiden zy nog verschillende +hemelteekenen. Onder den lynrechten hemelkring wonende, bekommeren +zy zig niet over den afstand der zonne. + +De Indianen bemoeien zig bijna in 't geheel niet met de opvoeding +hunner kinderen. De ouders betoonen eene ongemeene tederheid voor +hunne kinderen, wanneer zy in hunne eerste jeugd zyn; maar in een meer +gevorderden ouderdom, schynen zy dezelven niet meer te kennen. Zy gaan +hun in niets te keer; zy beveelen hun niets; zy berispen hun nooit, +en durven het zelfs niet doen; want het is niet zonder voorbeeld, +dat men een zoon zijnen vader straffeloos heeft zien slaan. + +Schoon de Indianen weinig spreken, en zelfs stilzwygende schynen, +hebben zy echter een vrolyken geest, en eene geneigdheid tot +spotternye: zy zingen by alle gelegenheden; en wanneer zy oploopend +zyn, ontzien zy zig geene schimpredenen hoe genaamd. + +Hun leven verslyten zy byna geheel in ledigheid. Men ziet hun altyd in +hunne hangmat liggen. Zy brengen 'er geheele dagen in door met praten, +en met zig in een kleinen spiegel te bekyken, met het schikken van +hunne hairen, of zoortgelyke vermaken. Zommigen scheppen vermaak in +aanhoudend op de fluit te spelen, of liever te brommen; men kan het by +niets beter vergelyken; want hunne groote fluiten maken een geluid, +eenigermaten gelykende naar het gebulk van een os. De Indianen +zyn dus uit hunnen aart zorgeloos. Zy arbeiden niet, dan wanneer +het gebrek of de nood 'er hen toe dwingt: maar het is merkwaardig, +dat deeze zorgeloosheid in alle omstandigheden geen plaats heeft; +want het oorlogen, het jagen, het visschen, bezigheden, die kragt +en werkzaamheid vorderen, met geduld gepaard, behagen hun altyd +zonderling. De arbeidzaamsten, wier getal niet groot is, houden zig +bezig met het maken van bogen, pylen, hangmatten, gereedschappen tot +de huishouding, en met het maken van praauwen en booten. + +De vrouwen zyn de slavinnen der mannen. Behalven de zorg van het +huishouden, zyn zy belast met het beplanten der velden, welken de man +van de stronken gezuiverd heeft, met het uitwieden van het onkruid, +met het inzamelen van den oogst, met het gereed maken van den drank, +van de cassave, met het haalen van hout, en water, met het maken van +aardewerk; met een woord, zy zyn verpligt zig met alles te bemoeijen, +buiten de jagt en visscherye: daarenboven moeten zy zomtyds het +onderhoud voor hunne mannen gaan zoeken, terwyl deeze zig zacht in +hunne hangmat bakeren. + +De veelwyverye is by de Indianen geoeorloofd, meer door gewoonte, dan +om eenige andere reden. Ieder man is gerechtigd zoo veele vrouwen te +hebben, als hy onderhouden kan: hy zendt haar te rug, wanneer hy het +geraden oordeelt; en, zoo hy het goed vindt, laat hy haar geheel en al +varen, zonder in eeniger manieren voor haar onderhoud te zorgen. By +verlating van eene vrouw, belast de vader zig doorgaans met de zorg +over de kinderen. + +De Indianen trouwen altyd met hunne nabestaanden, zelfs in den +tweeden graad van bloedverwantschap. De jongens beschouwen hunne volle +nichten, als of zy dezelven door een zeker recht van geboorte verkregen +hadden. Dus trouwen zy haar dikwils, schoon ze niet meer dan twee of +drie jaaren oud zyn. Ondertusschen neemt de man eene andere vrouw, +welke hy weg zendt, wanneer dit jong meisjen groot genoeg geworden is, +om met hem zamen te woonen. + +De huwelyken worden in een oogenblik, en zonder eenige plechtigheid, +voltrokken. Indien een Indiaan een goed visscher, een goed jager, en +arbeidzaam is, is hy zeer gezien. Zoo dra eene jonge dogter het oog +op hem geworpen heeft, biedt zy hem drinken aan, en zelfs hout, om by +zyne hangmat vuur aan te leggen. Zoo hy dit weigert, is zulks een blyk, +dat hem het meisjen niet gevalt; zoo hy het aanneemt, is het huwelyk +gesloten. Dien zelfden dag blyft het meisjen niet in gebreken, om haare +hangmat in de nabyheid van die van haaren toekomenden echtgenoot op te +hangen. Des anderen daags brengt de jonge vrouw hem eeten en drinken, +en van dien tyd af neemt zy de zorge van zyne huishouding waar. + +De schoonvaders beschouwen hunne schoonzoonen als zoo veele knechts, +geschikt om hun te dienen, en begeeren dus niet te werken. De nieuw +getrouwde Indianen houden zig bezig met het hakken van hout, en het +bouwen van de hut. Zy zyn verpligt te gaan jagen en visschen; met een +woord, om te voorzien in het onderhoud van de vrouw en kinderen van +hunnen schoonvader, die met de armen over elkander in zyne hangmat +blyft liggen. Deeze jong-getrouwde lieden zyn ook nog aan eene zeer +harde wet onderworpen. Wanneer hunne vrouw voor de eerste maal in het +kraambedde bevalt, blyven zy in hunne hangmat, welke men aan het dak +van 't huis vast maakt. Een stuk cassave-brood, en een weinig water +maken al hun voedzel uit. + +Na dit gestreng vasten eenige weken te hebben uitgehouden, laat men +hen ter neder, en men maakt hun met groote visch-graaten, of tanden +van eenig wild dier, eenige insnydingen op onderscheiden plaatsen +van hun lichaam, het geen de Creolen noemen frelanguer. Zeer dikwils +zelfs geeft men hun verscheiden zweepslagen. Met deeze plechtigheid is +het nog niet afgedaan. Hy, die vader geworden is, is verplicht zig in +dienst te begeven by den eenen of anderen ouden Indiaan, en zyne vrouw +voor eenige maanden te verlaten. Geduurende al dien tyd moet hy zoo +onderworpen zyn, als een waare slaaf. Hy moet zig onthouden van het +eeten van varkens-vleesch en grof wild. Wanneer de tyd der slavernye +vervuld is, gaat men uit om krabben te vangen; men vangt eene zeer +groote meenigte; men rigt een festyn aan, en drinkt zig dronken; +vervolgens geeft men in groote statie den man aan de vrouw te rug. + +De krygs-bouwkundige FOUCIN, die de oevers der Rivier Oyapoc bereisd +heeft, spreekt eene zoo algemeen aangenomene zaak eenigermaten +tegen. "Men heeft stoutmoedig beweerd, zegt hy, dat eene vrouw, in +het kraambedde bevallen zynde, aan alle de lasten der huishouding +onderworpen was, en haaren man bediende. Het is niet anders, dan het +tafereel sterk te overschaduwen, om het belangryk te maken. Maar +indien men de waarheid hulde wil doen moet men toestemmen, dat de +vrouwen, die bevallen zyn, negen dagen lang, door de geenen, die +haar vergezellen, met de grootste gematigdheid behandeld worden, en +dat zy eerst na afloop van dien tyd haare bezigheden hervatten. De +mannen, wel is waar, houden hun rust, maar dit is een gevolg van hun +bygeloof. Zy eeten dan niets als visch; zy onthouden, zig van alle +zoorten van vleesch, zig overtuigd houdende, dat hun gedrag op het +lot en het gestel van hunne kinderen invloed hebben zal." + +De mannen houden nooit hun middagmaal te zamen met hunne vrouwen: +de laatstgemelde dienen hun, en geven hun wasch-water, wanneer zy +hunne maaltyd geeindigd hebben. De Indianen zyn gewoon, wanneer zy +zitten, hunne hielen plat op den grond te zetten. Echter hebben zy +een houten stoel, welken zy moule noemen, en waar van zy by het geven +van bezoeken gebruik maken. Het is een zoort van zitbank, geheel +uit een stuk gemaakt, en zeer ongemakkelyk, waar van het bovenste, +byna de gedaante van een boot hebbende, zoo hol is, dat men 'er tot +aan het midden in zakt, en de knien byna de kin aanraken. + +De voornaamste arbeid der Indianen, en die hun het ernstigst bezig +houdt, is het bouwen van hunne hutten. Dezelve zyn vierkant, maar meer +lang dan breed; zommige zyn gelyks gronds, andere hebben 'er nog eene +verdieping boven op. De hooge hut is eene zamenvoeging van eenige +palen, die in den grond gestoken zyn, van de hoogte van omtrent agt +of tien voeten, waar over men een planken vloer heen legt, met kleine +lysten, gemaakt van palmboomen hout, het welk zig gemakkelyk laat +klooven. Men klimt in deeze hut door middel van stammen van boomen, die +niet sterk gebogen zyn, en waar op men eenige keepen of voegen gemaakt +heeft, die in plaats van sporten dienen; maar deeze stammen hebben zoo +weinig stevigheid, dat zy dan naar de eene, dan naar de andere zyde +overhellen. Het is zeer moeielyk om 'er met schoenen op te klimmen, +en nog moeielyker om 'er af te komen. De lage hut is gebouwd van twee +paalen, waar op eene lange stok of spaar rust, die het geheele gebouw +ondersteunt. Men legt van alle kanten op dit dak takken van boomen, +die men vervolgens met bladeren bedekt; en eene kleine deur, aan een +der zyden gemaakt, vormt den ingang. De Indianen, die aan de oevers +van de Oyapoc woonen, munten nogtans uit in de manier, waar op zy +hunne hutten bouwen, welke veel stoutheid en cierlykheid vertoonen, +uit hoofde van de weinige dikte van het daar toe gebruikte hout. + +De Galibis, nabuuren van Cayenne, zyn in hunne huizen byna op elkander +gestapeld. 'Er zyn 'er, waar in men zomtyds tot twintig en dertig +huishoudingen telt. De veiligheid, waar mede deeze Wilden onder +elkander leven, is oorzaak, dat hunne woningen in 't geheel geene +sluiting hebben. De deuren staan altyd open, en men kan 'er in komen, +als men wil. + +Het uitgestrektste van alle Indische gebouwen is de Taboui, welke +de Franschen doorgaans de groote hut noemen. Het is eigentlyk de +plaats, waar de Wilden van dezelfde natie gewoon zyn by elkander te +komen. Zy houden aldaar hunne vergaderingen; zy ontfangen 'er de +vreemdelingen; zy houden 'er hunne plechtige feestynen, of liever +hunne slemp-partyen. De Taboui, die aan het geheele volk gemeen +is, is eene zoort van overdekte hal of markt, vyftig of zestig +voeten lang, en tien of twaalf breed. In het midden en aan de beide +einden, die altyd open zyn, plant men groote gaffels-wyze gemaakte +staken, waar op men groote stukken hout plaatst, om tot een dak te +dienen. Vervolgens regelt men de balken, die van boven van het gebouw +tot naar beneden loopen, alwaar zy op kleine gaffels-wyze gemaakte +staken rusten, van vier of vyf voeten hoogte, en die in eene reije +met tusschen-vakken geplaatst zyn. Van binnen plaatst men eenige lange +dwarshouten, met koorden van heesters vast gemaakt, en dienende om 'er +de hangmatten der mannen aan op te hangen: want de vrouwen genieten +het zelfde voorrecht niet; zy zitten gewoonlyk op die zelfde plaats, +haare hielen op den grond houdende, of op een bank. Het dak van de +Taboui is gedekt, even als van de andere hutten. Hoe groot deeze +verblyfplaats ook zy, het timmerwerk is niet minder eenvoudig, noch +beter uitgedacht, dan dat van alle andere hutten. De plaats, welke +de Indianen verkiezen, is doorgaans eene hoogte, of de oever van +eene Rivier. Hunne huizen, die eene groote armoede te kennen geven, +zyn zonder eenige orde geplaatst; en het nabuurig land-gezicht heeft +zeldzaam iets aanlokkelyks. De stilte zelfs, die in hunne wooningen +heerscht, en die nu en dan alleenlyk door het geschrei van vogelen +of andere dieren wordt afgebroken, is geschikt om angst aan te jagen. + +De bouw-orde van de groote en kleine hut is overal dezelfde niet. By +eenige volken is de eerste getimmerd in eene eironde gedaante van +ronde houten, die vernuftig zyn zaamgevoegd, en met koorden van +heesters aan elkander gebonden. Men overdekt dezelve met een dak van +palmboom-bladeren, het welk rondom afhangt, tot op den afstand van +omtrent drie voeten van den grond, uitgenomen ter plaatse van den +ingang, alwaar het zelve een weinig meer verheven is. De lucht en het +daglicht spelen 'er dus van alle kanten door, zonder eenige hinder +te kunnen toebrengen. Men is 'er volmaakt beveiligd voor de zon, +den wind en den regen. + +Verscheiden andere hutten van byzondere persoonen zyn langwerpige +gebouwen, insgelyks van ronde houten gemaakt, dragende een dak van eene +gevelswyze gedaante, met palmboom-bladeren overdekt. Meestal is, op de +hoogte van zes of zeven voeten boven den grond, eene zoldering, tot +een woonplaats voor de byzondere persoonen geschikt. Deeze zoldering +is gemaakt van stammen van palmboomen, die gespleten en niet breed zyn, +latende openingen tusschen elkander overig, zoodanig dat de vuiligheid +'er door valt, en de lucht, zoo wel van onderen, als van ter zyden +doorspeelt; want het dak zakt niet af tot op de hoogte van deeze +zoldering. In het benedenste gedeelte is eene afzonderlyke plaats, +met een beschot afgeschoten, tot verblyf voor de vrouwen, en om +'er den nacht door te brengen. + +Het huisraad en de keuken-gereedschappen der Indianen zyn niet zeer +talryk, en van weinig waarde. De voornaamste, of nuttigste, zyn hunne +hangmatten, die doorgaans van catoen gemaakt zyn. 'Er zyn 'er, die +van eene andere stoffe gemaakt zyn; maar zy zyn zoo gemakkelyk niet, +zoo wel uit hoofde van de ruwheid der koorden, waar van zy geweven +zyn, als om dat zy openingen hebbende, men voor het steken der groote +muggen en andere insecten niet beveiligd is. Om deeze zoort van bedden +te maken, bedienen zig de Indianen alleenlyk van vier groote stokken, +van vyf of zes voeten lengte, aan elken hoek met een houten pin, of +eenig koord van heesters, vast gemaakt. Zy voegen ook verscheiden +draden catoen, in de lengte en aan beide zyden van dit huisraad, +het welk een weinig tegen de muur is overgebogen, zeer konstig te +zamen; waar na zy tusschen deeze draden eene zoort van weverspoel +laten doorloopen. Zy slaan die draden telkens sterk aan, met een stok +van zeer hard en een weinig snydend hout. Wanneer het weefzel van de +hangmat afgemaakt is, maken zy 'er koorden aan vast, om dezelve te +kunnen ophangen, waar het hun gelieft. De Indianen besmeeren hunne +hangmatten dikwils met Roucou, gemengd met eenige harst, of met balsem +van Copaiva, of zelfs met oly. Zy schilderen daar op allerleye zoorten +van loofwerk, met eene wonderbaarlyke geevenredigdheid. Die bedden, +waar op men het gemakkelykst slapen kan, zyn de witte hangmatten, +wel aangeslagen, van zeven voeten in het vierkant. De Indianen in +Guiana maken dezelven zeer fraay, en van allerleye grootte. + +Men gevoelt veel minder warmte in een hangmat, dan in een bed, naar +de Europeesche wyze gemaakt; en de zieken, die door de koorts zyn +aangetast, vinden zig merkelyk verligt, wanneer zy 'er eenige uuren +in hebben doorgebragt. In plaats van een deken, bedienen zy zig van +een mat, van palmboom-bladeren gemaakt: men spreidt die ook over den +grond, wanneer men aldaar wil gaan liggen. + +Na de hangmatten, zyn de Pagaras dat huisraad, waar mede de Indianen +zig meest bezig houden. Het zyn manden of korven van verschillende +grootte en gedaante. 'Er zyn vierkante, langwerpige, en ook ronde. Zy +zyn met rood en zwart loof werk beschilderd. Die geenen, waar van men +zig doorgaans bedient, hebben eene langwerpige vierkante gedaante. Zy +zyn overal dubbeld, en tusschen beiden gevuld met Baroulou-bladeren, op +dat het water niet binnenwaarts zoude kunnen doordringen. Deeze zoort +van manden hebben de verdienste, dat ze zeer ligt zyn. Alle dienen +zy, om 'er kleederen, huisselyke gereedschappen, en levensmiddelen +in te bergen. + +De manier, waar op de Indianen hun aardewerk maken, en verglasen, +is niet van konst ontbloot. Zy maken potten van eene ongemeene +grootte, door strooken potaarde op een platten grond naast elkander +te schikkcn, dezelven te verdunnen, en aan elkander vast te maken: +zy trekken daar op eenige afteekeningen en beeldtenissen, met eene +aarde van verschillende kleuren: zy laten die potten vervolgens bakken; +daar na doen zy 'er van buiten eene zoort van zeer lymig vernis over +heen, gemaakt van eene gom, Simiri genaamd: zy besmeeren daar mede +deeze potten, wanneer ze uit het vuur komen, en polysten dezelven, +eer dat ze koud zyn geworden. Men ziet onder deeze potten zommigen, +die drie voeten in den omtrek groot zyn. Deeze dienen, om vleesch +te braden, of gekookte dranken voor feestdagen gereed te maken. Van +dezelfde stof maakt men ook zeer groote ronde platen, geschikt om de +Cassave te droogen. + +De praauwen of booten, waar van zig de Indianen bedienen, om in de +Rivieren en langs de Kusten te vaaren, behooren als het meesterstuk; +van hun vernuft beschouwd te worden. Deeze praauwen, wier ligtheid +verwonderlyk is, zyn van een uitgeholden stam van een boom, en wel +van een stuk, gemaakt. Zomtyds zyn zy aan de kanten met stukken +hout opgehoogd. 'Er zyn 'er, die dertig of veertig voeten lang zyn; +en andere, die puntsgewyze eindigen, zyn zoo klein, dat zy naauwlyks +twee of drie menschen kunnen bevatten: ook kantelen zy dikwils om; +doch de Indianen ontrusten zig daar over niet, dewyl zy het zwemmen +volmaakt verstaan. Zy keeren hunne vaartuigen dadelyk om, hoosen +'er het water uit, en gaan 'er weder in. + +De manier, waar op zy gewoon zyn die praauwen te bouwen, is zeer +eenvoudig. Zy zoeken een boom van negen of twaalf voeten dikte, en zoo +recht, als zy dien maar vinden kunnen: zy maken in denzelven, in de +lengte, eene opening van negen of tien duimen: vervolgens haalen zy +'er het hout van wederzyden van binnen uit, wel zorge dragende, dat +zy dit doen op dezelfde maat van dikte, ten einde de praauwen haare +rondte zouden behouden. Dit gedaan zynde, keeren zy den boom om, ten +einde denzelven van buiten te bewerken. Aan het voorste gedeelte maakt +men denzelven gewoonlyk spitser, en zomtyds zyn de beide uiteinden in +breedte aan elkander volmaakt gelyk. Voornamelyk houdt men in het oog, +om 'er over al eene gelyke dikte aan te geven. De dikte van den bodem +is doorgaans van twee duimen: de zyden van anderhalven duim, en de +randen slechts van een duim. Om de boot open te maken en te verwyden, +plant men langs de timmerwerf, die een weinig verheven moet zyn, +palen op den afstand van drie of vier voeten van elkander. Men legt +van binnen en van buiten vuuren aan; en wanneer de boom door heet is, +heeft men een stuk hout, in de gedaante van een nyptang, waar mede +men de kant van de boot by herhaling naar zig toe trekt, zoo dat +dezelve in drie of vier uuren tyds geheel moet zyn open gemaakt. Men +moet altyd water by zig hebben, om de hette van het vuur te matigen, +in geval het zelve te sterk mogt zyn, en de boot gevaar mogt loopen +van te verbranden. + +De Indianen maken zelden randen aan hunne praauwen, om dat 'er spykers, +planken, en andere dingen toe noodig zyn, welken zy niet kennen, +voor al de geenen, die diep landwaarts in woonen. Zy vergenoegen +zig derhalven, om de kanten van agteren tot vooren met stukken van +palmboomen, die de dikte van eene halve vuist hebben, op te hoogen. Zy +weten dezelve aan de praauw zoodanig vast te maken, dat 'er geen +water kan door komen, zoo de golven 'er niet over heen loopen. Aan +het agterste gedeelte maakt men een roer vast, of anders bestuurt men +dezelve met een roeyriem. Het handvat van deeze zoort van riem, veel +gelykende naar een bakkers schop, eindigt gewoonlyk met een halve maan, +om het des te beter met de hand te kunnen vast houden. Het gedeelte, +het welk in het water bewogen wordt, is zeer dun, en wordt aan het +einde al langer hoe dunner. De Wilden houden zig niet alleen op met +roeijen, maar ook met zeylen. Hun zeyl is van eene vierkante gedaante, +en gemaakt van stukken van palmboomen, die in de lengte gespleten, +en tot latten gesneden zyn, in goede orde naast elkander gerangschikt, +en met koorden van heesters, of draden van zekere plant, Pite genaamd, +vast gehecht. + +Alle de Indianen zyn zeer bekwaam in de scheepvaart. De heer FOUCIN, +Officier onder de Ingenieurs, die langen tyd in Guiana dienst gedaan +heeft, is de Rivier Oyapoc komen afvaaren, onder het geleide van twee +Indianen. "Elk oogenblik, zegt hy, moet men onaangezien den stroom, +aan de praauw eene nieuwe wending geven. Indien men den doortocht +mistte, zoude men tegen de klippen aan stukkea stooten. De eerste +waterval van deeze Rivier is de gevaarlykste: indien men geen volkomen +vertrouwen op de Indianen stelde, zoude men waarlyk beaengst worden. Men +ontmoet aldaar, in zeer naauwe vakken, zeer hooge watervallen. Zonder +vergrooting gesproken, de kanten van de praauw raakten byna van +wederzyden tegen de klippen aan. Men vaart altyd werkelyk langs de +klip, die tegen den stroom over ligt. Het oog der beide Indianen, +die met roeijen bezig zyn, moet zoo scherpziende zyn, als hunne arm +sterk is. Zomtyds gaan zy boven op hunne banken staan, om den weg +juist af te meten; de overweging en de uitvoering volgen elkander +zoo gezwind als bliksem-straalen: jonge lieden alleen zyn tot deeze +vaart geschikt. De oudste der roeijers bereikte naauwlyks twintig +jaaren. Van natuure vrolyk zynde, lachen zy onophoudentlyk. Een vogel, +een visch, trok hunne aandacht; dadelyk vlogen zy naar hunne pylen. Het +behaagde my niet, dat zy zig met dit tydverdryf bezig hielden, wanneer +wy ons in de watervallen bevonden; maar wetende, dat zy niet gaarne +worden tegengegaan, zeide ik 'er niets van, en ik heb 'er my wel by +bevonden. Hier uit kan men afnemen, dat hy, die de praauw bestuurt, een +goed gezicht, zoo wel als kragten, hebben moet. Ik ken geen voorbeeld +van zulk eene zonderlinge manier van vaaren; zy is zeer merkwaardig; +men kan ze niet anders, dan met zulk eene roeyriem, te werk stellen." + +De gewoone wapenen der Indianen in Guiana zyn de boog, de pylen, en +de knods, met welke laatste men iemand met eenen slag de herssens +inslaat. Het is een zoort van liniaal, byna een duim dik, en twee +voeten lang, in het midden smal, en drie of vier duimen aan de +beide einden breed, zynde de hoeken als een scherpe vischgraat +uitgesneden. Dit wapentuig wordt altyd van zeer hard hout gemaakt. + +De Palicours bedienen zig van een halve piek of braadspit, welke zy +Serpo noemen. Het is een meer dan gemeen wapentuig, om zoo te zeggen, +alleen geschikt voor de voornaamsten des volks. Tot een wapentuig +van verdediging hebben zy een schild, gemaakt van zeer ligt hout, het +welk zy van buiten met verscheiden kleuren beschilderen. Het heeft eene +byna vierkante gedaante, en is van binnen een weinig hol; in het midden +is een zoort van handvat, om het des te steviger te kunnen vast houden. + +Deeze verschillende volken worden elk door een Opperhoofd bestuurd, +dien wy Capitain noemen. Zyn gezag wordt hem eigentlyk nog by +verkiezing, nog by erfvolging opgedragen. Wanneer een Opperhoofd oud +geworden is, en zyn einde wordt te gemoet gezien, heeft het algemeen +gevoelen reeds bestemd dien geen van zyne naaste vrienden, die het +meest geschikt is, om hem op te volgen, het zy uit hoofde van zyne +jaaren, het zy van zyn caracter, of zyne groote gemeenzaamheid met den +Capitain, die hem reeds bevorens als zynen medehelper, en opvolger +behandelde. Hy vervult zyne plaats, zonder dat dit eenige moeite of +wanorde veroorzaakt. + +Het gezag van dit Opperhoofd is meer vaderlyk, dan gestreng. Hy is +belast met de zorge der regeering, met die van 's volks veiligheid, +en van het onderhoud van weduwen en weezen, enz. Hy geeft geene +belooning, en oeffent ook geene straffe uit. Zyn vermogen bestaat +daar in, dat hy eene grootere uitgestrektheid van eigendommen en +bouwlanden heeft, dewyl hy meerder bedienden heeft; om dezelven +te doen bearbeiden, zynde zyn huisgezin doorgaans zeer talryk, +(want hy inzonderheid heeft verscheidene vrouwen,) terwyl elk een, +tot dit volk behoorende, op zekere tyden, of wanneer hy het vordert, +het geen echter zelden gebeurt, verpligt is voor hem te arbeiden. + +Die naar deezen grooten eere-post staat, verklaart zyn oogmerk, +door in zyne wooning te rug te komen, met een rondas of schild op +het hoofd; met nedergeslagene oogen, en eene diepe stilzwygendheid +in acht nemende. Hy deelt zelfs zyn oogmerk niet mede aan zyne vrouw +en kinderen; maar zig naar een hoek van zyne wooning begeevende laat +hy zig aldaar eene kleine verschanssing maken, die hem naauwlyks de +vryheid overlaat om zig te kunnen bewegen. Daar boven hangt men zyne +hangmat, op dat hy geene gelegenheid hebben zoude om met iemand te +spreken. Hy gaat van die plaats niet, dan om aan de behoeften der +natuur te voldoen, en om de harde beproevingen te ondergaan, welken +de andere Capitains hem van tyd tot tyd opleggen. + +Men laat hem, zes weken lang, een zeer gestreng vasten onderhouden. De +nabuurige Capitains komen hem des morgens en des avonds bezoeken. Zy +stellen hem voor, dat hy, om zig den rang, waar naar hy staat, +waardig te maken, geen gevaar moet vreezen, dat hy niet alleen de +eere der natie zal hebben te handhaven, maar zelfs wraak te nemen +over hun, die hunne nabestaanden en vrienden in den oorlog gevangen +hebben genomen, en dezelven eenen wreeden dood hebben doen ondergaan; +dat arbeid en vermoeying voortaan zyn deel zyn zullen, en dat hy geen +ander middel hebben zal, om hoogachting te verwerven. + +Na deeze aanspraak, welke hy met zedigheid aanhoort, geeft men hem +eene meenigte slagen, om hem daar door te kennen te geven, wat hy al te +lyden zoude hebben, indien hy in de handen van de vyanden zyner natie +viel. Geduurende de uitvoering daar van, staat hy regt over einde, met +de handen kruislings op het hoofd. Elke Capitein geeft hem op het lyf +drie zwaren slagen met wortels van palmboomen. Dit wordt twee malen +daags geduurende zes weken herhaald. Men slaat hem op drie plaatsen +van het lichaam, op de borst, op den buik, en op de dyen. Het bloed +stroomt; en in de zwaarste pyn moet dit aanstaande Opperhoofd geene +de minste beweging maken, noch de geringste blyk van onverduldigheid +betoonen. Hy keert vervolgens naar zyne gevangenis te rug, en heeft +vryheid om in zyne hangmat te gaan liggen; boven dezelve plaats men, +als zegeteekenen, alle de roeden, die ter zyner kastydinge gediend +hebben. De jonge lieden, tot zyne wooning behoorende, maken dezelve, +ook staande dat de kastyding wordt uitgeoeffend; en vermits elke +Capitain niet meer dan drie slagen geeft, heeft men zeer veele roeden +noodig, wanneer het getal van die Capitains groot is. + +Indien hy dit zes weken lang doorstaat, beproeft men hem nog: op +eene andere wyze. Alle de Opperhoofden der natie verzamelen zig by +elkander, deftig uitgedoscht, en verbergen zig, in den omtrek van +zyne woonplaats, tusschen de struiken, van waar zy een afgryzelyk +geschreeuw doen hooren. Met de pyl op den boog gespannen, treden zy +op eene ruwe wyze in zyne woning; zy neemen hem mede, schoon door +zyn vasten, en de ontfangene slagen reeds sterk verzwakt. Zy dragen +hem in zyne hangmat, binden dezelve aan twee boomen vast, en doen +'er hem uitgaan. Even als de eerste keer, bereidt men hem door eene +aanspraak tot het geen hy zal ondergaan; en om zynen moed op nieuw +te beproeven, geeft elk hem een en geesselslag, nog veel harder dan +bevorens. Hy gaat vervolgens weder liggen; en men legt rondom hem +hoopen van zeer stinkende kruiden, die men in brand steekt, zoo dat +hy 'er de hette met smarte van gevoelt, maar echter zoo, dat de vlam +hem niet raken kan. De rook alleen, die hem van alle kanten omringt, +doet hem zeer veel ongemak lyden. Hy wordt half gek in zyne hangmat, +en zoo hy in dezelve blyft, vervalt hy in zulke zwaare flaauwten, dat +men hem voor dood zoude houden. Men geeft hem eenigen sterken drank, om +zyne kragten te herstellen; maar hy koomt zoo dra niet tot zig zelven, +of men verdubbelt het vuur, en doet hem nieuwe vermaningen. Terwyl hy +midden in dit lyden is, brengen alle de anderen hun tyd door met rondom +hem te zitten drinken. Eindelyk, wanneer zy denken, dat hy op den +hoogsten trap van zwakte is, doen zy hem een halsband en een gordel om, +gemaakt van bladeren, welken zy met groote zwarte mieren vullen, wier +steek uittermaten pynlyk is. Deeze beide verciersels hebben schielyk +het vermogen, om hem door nieuwe pynen te doen ontwaken. Hy staat op, +en, indien hy nog kragten genoeg bezit om over einde te staan, giet +men hem door een zeef een geestryk vocht over het hoofd. Dadelyk gaat +hy zig in de naast by zynde Rivier of Fontein wasschen, en keert naar +zyne wooning te rug, alwaar hy een weinig rust kan nemen. Men doet +hem zyn vasten aanhouden, maar met minder gestrengheid. Hy begint +klein gevogelte te eeten, doch geene anderen, dan die door de overige +Capitains gedood zyn. De mishandelingen verminderen, en het voedzel +vermeerdert trapsgewyze, tot dat hy zyne voorige kragten herkregen +heeft. Als dan wordt hy verklaart Capitain te zyn: men geeft hem een +nieuwen boog, en al wat verder tot zyne waardigheid behoort. Intusschen +dient deeze ruwe beproeving alleen om Krygs-Oversten, of Opperhoofden +van minderen rang te maken. Om tot den eersten rang verheven te worden, +moet hy in het bezit zyn van eene praauw, door hem zelven gemaakt, +en die eenen langduurigen en moeijelyken arbeid vordert. + +De manier des Lands, om Artsen, by hen Pieis of Piaies genaamd, te +maken, is niet minder merkwaardig. Die deezen voornaamen eere-post +begeert, brengt eerst omtrent tien jaaren door by eenen ouden Arts of +Piaie, wien hy verpligt is ten dienste te staan, deszelfs onderwyzingen +ontfangende. Deeze oude Arts geeft acht, of hy de noodige vereischten +heeft: hy moet boven de twintig jaaren oud zyn. + +Wanneer de tyd der beproevinge gekomen is, doet men den aanstaanden +Arts vasten, met meerder gestrengheid zelfs, dan omtrent den Capitain +plaats had. De oude Piaies af Artsen verzamelen zig by elkander, en +sluiten zig met hem in eene hut op, om hem het voornaamste geheim +van hunne konst, in bezweeringen bestaande, te leeren, In plaats +van hem te geesselen, laat men hem danssen, doch met zoo weinig +tusschenpoozing, dat, gemerkt den staat van zwakte, waar in hy zig +reeds bevindt, hy spoedig in bezwyming nedervalt. Dan doet men hem ook +gordels en halsbanden aan, vol met groote zwarte mieren. Om hem met de +geweldigste middelen gemeenzaam te maken, steekt men hem vervolgens +eene zoort van tregter in den mond, waar door men hem eene groote +meenigte van tabak-sap doet doorzwelgen. Zulk een vreemd geneesmiddel +veroeorzaakt hem ontlastingen, die zelfs tot bloedstortingen overslaan, +en verscheiden dagen duuren. Wanneer deeze laatste beproeving is +afgeloopen, verklaart men hem tot Piaie of Arts, en dat hy met het +vermogen, om alle zoorten van ziekten te geneezen bekleed is. Om +echter die beproeving nog te doen aanhouden, moet hy drie jaaren lang +vasten, daar in bestaande, dat hy het eerste jaar niets anders eet, +dan gierst en cassave; het tweede jaar eenige vrugten, met deeze zelfde +zoort van brood; en het derde jaar, dat hy zig vergenoegt, met daar +by nog eenig klein gevogelte te voegen. Maar de meeste gestrengheid +bestaat in het onthouden van sterke dranken. Geene Piaies, of Artsen, +hebben het recht om hunne konst te oeffenen, dan na deezen loopbaan van +beproevingen te hebben afgeloopen. Wanneer een van hun by een zieken +geroepen wordt, onderzoekt hy denzelven, betast hem alle de deelen van +het lichaam, drukt dezelven, blaast 'er op, en eindelyk maakt hy een +klein afgeschoten vertrekje in de nabyheid van de hangmat, waar in de +zieke ligt. Hy overdekt dit vertrekje met bladeren, en begeeft zig in +het zelve met alle zyne geneeskundige werktuigen, die in eene zoort +van weitas besloten zyn, en houdende eene groote calebas in de hand, +gevuld met drooge en harde zaden, veel naar peper gelykende. Dezelve +dient om den Duivel te bezweeren, dien men altyd als de oorzaak der +ziekten beschouwt. De Piaie, of Arts, in zyn vertrekje opgesloten, +schudt deeze calebas om, maakt een groot geraas, zingt, schreeuwt, +en roept zyne Godheden aan. Hier mede houdt hy aan twee of drie uuren +lang. Eindelyk, zyne stem veranderende, eenige zaadkorrels in zyn +mond steekende, en met eene kleine calebas voor den mond sprekende, +hoort men deeze ontzettende woorden: "De Duivel is tegen den zieken +uittermaten vergramd; hy wil hem doen omkomen, na hem een geruimen tyd +gemarteld te hebben." De omstanders, over deeze uitspraak ter neder +geslagen, maken een akelig geschreeuw, en smeeken den Piais om den +boozen geest te vrede te stellen, al moest ook alles, het geen het +huisgezin bezit, daar aan worden te kost gelegd. Hy geeft gehoor aan +deeze verzoeken, en bezweert den Duivel, om zig te laten bewegen. De +donderende stem antwoordt, dat deeze of geene zaak daar toe noodig +is, en aanstonds wordt dezelve gegeven. Vervolgens is het dienstig te +weten, welke de zitplaats van de kwaal is, en welk geneesmiddel men +tegen dezelve behoort te bezigen. Daar op volgen nieuwe bezweeringen, +nieuwe verzoeken en nieuwe geschenken. Wanneer men aan den kwakzalver +alles gegeven heeft, waar in hy lust had, zuigt hy aan het deel, in +'t welk de zieke het meeste ongemak gevoelt, en kleine stukjens been, +welken hy vooraf in zyn mond gestoken heeft, uitspuwende, zegt hy: +zie daar de oorzaak van de kwaal; haast u dezelve te verbranden, +en zyt verzekerd, dat de zieke in 't kort hersteld zal zyn. + +Deeze voorzegging wordt nu en dan bewaarheid; want 'er worden +dikwils wonderbaarlyke geneezingen gedaan, door de verbeelding +op eene levendige wyze gaande te maken. Indien het tegendeel +gebeurt, en de zieke koomt te sterven, verklaart de bedrieger, dat +de geschenken aan den Duivel niet met een goed hart gegeven zyn, +het geen deszelfs gramschap op nieuw heeft aangezet. Een van deeze +Piaies, of Artsen, meer minziek, dan inhaalend zynde, liet de geenen, +die hem raadpleegden, van gebrek vergaan, en deedt vervolgens aan +hunne weduwen den voorslag tot een huwelyk. Hy wierd de man van drie +vrouwen, welken hy op deeze wyze verkreeg. + +Hoe helachelyk ook de voorschriften deezer Artsen zyn mogen, zy worden +altyd naar de letter uitgevoerd. Van hun eerste bezoek af, schryven +zy een gestreng vasten aan den zieken, en aan alle zyne nabestaanden +voor. De Othomacos besproeijen de zieken aanhoudend met koud water; +eene manier, die hen spoedig van kant helpt. De Quaybas en Chiricos +dompelen dezelven, tot aan den hals, in geweekte kley, of water, om +hun van de koorts te geneezen; en schoon men hen doorgaans dood vindt, +wanneer men 'er hen wil uithalen, blyven zy niettemin by dit gebruik, +hoe ongerymd en gevaarlyk het ook zyn moge. + +De Indianen zyn de meesten hunner ziekten verschuldigd aan de gewoonte, +om zig al te dikwils met sterke dranken, welken zy weeten te bereiden, +dronken te drinken. Zy zouden zig zelven kunnen behandelen, indien zy +minder vooroordeelen hadden. Een zeer groot aantal van hun leeft tot by +de honderd jaaren. De kennis, welke zy van verscheiden enkelvoudige +geneesmiddelen hebben, stelt hen in staat, om wonderbaarlyke +geneezingen te bewerken. BIET beweert, dat zy een zekeren wortel +hebben, die de vergiftigdste wonden geneest, en de kragt bezit, +om gebroken pylen uit te trekken. Hy verzekert deezen wortel gehad, +en op het Eiland Barbados geplant te hebben. Maar waar koomt het doch +by toe, dat andere reizigers hier van niet spreken? + +In weerwil van het zoo even verhaalde, ten aanzien van de Artsen der +Indianen, beschuldigt men deeze volken, over 't algemeen, van eene +groote verwaarloozing van alle zieken. Het is hun zeer onverschillig, +of de zieke eenig voedzel gebruikt, of niet. Wanneer het uur van hunne +maaltyd gekomen is, vergenoegen zy zig, met, zonder een enkel woord +te spreken, een gedeelte eeten, het welk men hun heeft toegediend, +onder zyne hangmat te plaatsen. Met dit al hoort men den zieken +nimmer klagen, noch het minste geschreeuw maken, welke pyn hy ook +lydt. Hy sterft met eene verbaazende gerustheid, niets vreezende, +noch hopende na dit leven. Die geenen van deeze volken, welke de +onsterflykheid der ziel gelooven, verbeelden zig, dat dezelve rondom +hunne graven omdwaalt. + + + +ZESDE HOOFTSTUK. + +Behandelingen, welken de Indianen in Fransch Guiana ondergaan +hebben.--Middelen om hun voor de Voelkplanting nuttig te maken. + +In het begin, toen de Franschen zig in Guiana nederzetteden, stelde +men de Indianen in eenen staat van slavernye, en maakte hen tot een +voorwerp van koophandel. De Regeering dit hatelyk misbruik verboden +hebbende, zoo dra zy daar van kennis kreeg, deedt men het zelfde ten +aanzien van de Indianen, die uit de Binnen-Landen kwamen, en aan andere +Europeesche volken toebehoorden. Wanneer eindelyk dit laatste middel +door gestrenge verbonden ontnomen wierd, veroeorloofden zig de blanken, +van het vertrouwelyk character der Indianen, en hunne geneigdheid +tot sterke dranken, misbruik makende, om dezelven, gedeeltelyk met +hunne toestemming, gedeeltelyk met geweld, tot arbeid en diensten te +gebruiken, waar voor zy hun zeer slegt betaalden. + +Wanneer middelen van overreding daar toe niet meer hielpen, stelde +men beveelen van de Regeering of Bevelhebbers in de plaats. Door een +gebruik, het welk eenigermaten tot een wet geworden was, bestond het +loon, het welk deeze arme Indianen voor een maand arbeids genoten, +in anderhalf el van eene grove roode stof, die men hun voor zes +livres aanrekende. + +De Gouverneurs noodzaakten de sterkste manspersoonen van dit +merkwaardig volk tot lange en moeijelyke diensten, tot jagen en +visschen, ten behoeven van de Opperhoofden der Volkplanting. + +Hier van was het gevolg, dat deeze ongelukkigen, die, om van hun +onderhoud zeker te zyn, geduurende het goede jaargetyde hadden +behooren te arbeiden, naar hunne woonplaatsen te rug keerden op een +tyd, dat zy zig tot deezen zoo hoognoodigen arbeid niet meer begeven +konden. By hunne aankomst vonden zy dikwils hun huisgezin ten prooy +van hongersnood, of ten minsten half vervallen. Wanhoop, ellende, +slecht voedzel, het welk men zomtyds aan de beesten niet gegeeven +zoude hebben, deeden hen eindelyk sneeven. + +Zulk eene verkeerde handelwyze had tot haaren grondslag het vooroeordeel +van de meeste blanken, die veroenderstelden, dat deeze Indianen een +slag van menschen waren, verre beneden hun, en geschikt, om aan hun +onderworpen te zyn. Dit ongerymd denkbeeld was strydig met de beveelen, +welken de Regeering ten deezen opzigte altyd gegeven heeft. Dezelve +had de Indianen voor vrye menschen verklaard, die met de blanken gelyk +stonden; en nimmer hebben de voornaamste en gegoedste inwooners eenig +vooroeordeel gehad, tegen de huwelyks verbintenissen met Indiaansche +vrouwen, noch tegen de kinderen, die daar uit geboren werden, en van +de Europeesche in 't minst niet onderscheiden zyn. + +Zy, die binnen 's Lands, uit hoofde van hunne posten, deeze +buitensporigheden behoorden tegen te gaan, waren 'er dikwils zelve +schuldig aan, of ten minsten zy gedoogden dezelven. Zulk een gedrag +heeft ongevoelig den ondergang of de verhuizing van een groot getal +Indianen veroorzaakt. Alle de landstreeken in de nabuurschap onzer +bezittingen gelegen, zyn 'er thans door ontvolkt + +De Burger LESCAILLIER, van wien wy deeze byzonderheden ontleenen, +stelt zig zelven de vraag voor, of men het ongeluk van deeze volken +niet berokkenen zoude, door hen in de zelfde maatschappye met ons +te doen leven, en onze zeden en gebruiken te volgen? Hy antwoordt +neen, mits men hun op eene rechtvaardige wyze behandelde. Door hen +te beschaven, en in gemeenschap met de blanken te brengen, zeg hy, +zal men den haat en de jaloersheid uitdooven, die de verschillende +Indiaansche volken verdeelen; men zal hen allen, ten langen lesten, +tot een eenig volk zamen smelten. Men zal de vooroordeelen, die hun +verblinden, doen verdwynen. Zy zullen het zeker vooruitzicht hebben +op een bestaan, het welk, in hunnen tegenwoordigen staat, maar al ta +dikwils wisselvallig is. + +By de voortbrengzels, die het Land van zelf oplevert, zullen zy +die geenen voegen, welken de arbeid hun in meerder overvloed en +volkomenheid bezorgt. Tegen verruiling van hunne waaren, zullen zy zig +gereedschappen, gewerkte stoffen, koopwaaren aanschaffen, waar van zy +nu, of in 't geheel niet, of slechts gebrekkig voorzien zyn. Men zal +voor al zorge dragen, om hun vee van allerleije zoort te beschikken, +waar voor zy het noodig voedzel verkrygen zullen, door, na het omhakken +der bosschen, weilanden aan te leggen, Door onder dit volk werkzaame +blanken te vermengen, zal men hun den landbouw, de handwerken en de +noodzakelykste konsten der Europeanen leeren. Eenige weinige jaaren +zullen voldoende zyn, om deeze kwalyk bestuurde, en zoo lang verachte, +landstreek van gedaante te doen veranderen, + +De straks genoemde Bestuurder had eenigen van deeze middelen beproefd, +en daar van reeds blykbaare uitwerkingen bespeurd. + +De Indianen, die onder de zendelingen van Macary waren ingelyfd, hadden +levensmiddelen, catoen, tabak, voortgeteeld. Zy hadden gezouten visch, +maniok meel, (couac,) tabak in carotten, op de Brazilsche manier, in +de hoofdplaats aangebragt: wel is waar, in eene kleine hoeveelheid, +maar genoegzaam, om daar van voor het vervolg goede gedachten te +vormen. De meesten droegen kleederen en schoenen naar de manier +der blanken, wier taal zy ook spraken. De vyf Hoofd-Capitains, of +Opperhoofden van dit Gewest, beesten gevraagd hebbende, om aan te +kweeken, deedt men 'er hun eenigen toekomen. + +Die van Conani bereikten byna denzelfden trap van beschaafdheid. + +De Indianen van de Rivier Aprouago, ten getale van twaalf honderd, +hebben dezelfde vorderingen gemaakt. Zy hebben gebruik gemaakt van +de volkomene vryheid, die hun, met opheffing van alle diensten, was +te rug gegeven, en zy hadden reeds regelmatig aangelegde Catoen- en +Koffy-Plantagien tot hun eigen onderhoud. Eene aanmerkelyke verhuizing +van Indianen uit de Binnen-Landen, door het zagter Regeerings-bestuur, +het welk ten aanzien deezer volken meer en meer werd in acht genoomen, +uitgelokt, vermeerderde het getal der inwooners in den omtrek der +Rivier Aprouage. + +De Indianen, by de Rivier Kaw woonende, ten getale van meer dan +vyftig, hadden insgelyks zeer fraaije beplantingen. Zy hadden ook +het voornemen, om beesten te weiden. + +Van de Rivier Kaw, tot aan de Rivier Kourou, vindt men geen enkelen +Indiaan. By de laatstgemelde waren twee bevolkingen, uit omtrent +zestig persoonen bestaande, zynde het ongelukkig overschot van een +zeer groot aantal, die voor de rampzalige volkplanting, in 't jaar +1763 ondernomen, in dit gedeelte gevonden werden. + +Een Planter, genaamd TERRASON, en woonende te Carouabos, omtrent twee +en een halve myl onder den wind van Kourou, heeft in zyne nabyheid +een klein Indiaansch volk by elkander verzameld, en eenigermaten tot +zyn eigen aangenomen. Hy heeft hen tot den landbouw aangemoedigd. Hun +eenig denkbeeld van onze genietingen gevende, heeft hy hun geleerd +zig dezelven door hunnen arbeid aan te schaffen. Hy heeft hen vooral +onderwezen in de konst van beesten te weiden, eene konst, waar van +hy hun alle de voordelen geleerd heeft. + +De Indianen van de landstreek van Siniamary zyn, even als de anderen, +van alle slaafsche diensten omtrent de blanken vry gesteld. Zy +hebben beplantingen aangelegd, waar toe men hun eenige gereedschappen +geschonken heeft. + +Anderen van dezelfde nabuurschap hebben om beesten verzogt, Zy +waren daar toe, zoo door de Regeering zelve, als door het voorbeeld +der Indianen van Iracoubou, die tien koeyen en een stier ontvangen +hadden, uitgenoodigd. Men bezorgde hun, twee maanden lang, iemand, +die hun in het oppassen van hun vee onderrigtte. Dezelfde persoon +moest zig van tyd tot tyd vervoegen by de andere Indianen, die zig +op de veefokkerye toeleiden. + +Men oordeelde het nuttig te zyn, om in het gedeelte, dat onder den wind +gelegen is, te Mana en te Marony, twee bevolkingen aan te leggen, en +daar door eene verzameling van Indianen van geregelde levens-manieren +te maken. Behalven de oogmerken van burgerlyke beschaving en +bebouwing der landen, stelde men een geschikt Opperhoofd aan, om deeze +Indiaansche volken te bestuuren, daar mede bedoelende, om met hun in +door hun bewerkte goederen handel te dryven, en hunne geduurige reizen +naar Surinamen voor te komen, van waar zy de benoodigde koopwaren by +verkiezing gingen halen, niet alleen om dat zy 'er digter by woonen, +maar vooral, om dat zy dezelven aldaar van betere zoort vinden. + +Door deeze middelen, en eene aanhoudende oplettendheid, kan men den +algemeenen welvaart van eene Volkplanting bevorderen, die al den +aandacht der Regeering verdient. De volkrykheid der aldaar woonende +Indianen zal van zelve vermeerderen. Hun voorbeeld zal uit de +Binnen-Landen, zelfs uit die streeken, welke buiten onze grenspalen +gelegen zyn, verscheiden van hunne nabestaanden en bondgenooten +lokken; iets, waar mede zy zig reeds beginnen bezig te houden. Een der +Capitains had het ontwerp gevormd, om naar Hollandsch Guiana te gaan, +en zelfs tot aan de Rivier Orenoco, van waar hy dagt verscheiden +Indianen, zyne nabestaanden of vrienden zynde, mede te brengen, +door hun berigt te geven van de manier, op welke zy by de Franschen +werden aangemoedigd. + +Het oogmerk van den meergemelden Bestuurder was bovendien, om +dit volk door huwelyken met de blanken tot eene gemengde zoort te +maken, en die huwelyken te bevorderen, zoo dikwils hy onder hun een +vlytig en braaf man, die in eene Indiane zin had, gevonden zoude +hebben. Insgelyks zoude hy Indianen hebben laten trouwen met blanke +vrouwen, die van goede zeden en arbeidzaam waren. Men zoude aan de +mannen landeryen, en aan de vrouwen gereedschappen, werktuigen tot +den landbouw behoorende, beesten, en dingen van de eerste behoefte, +tot eene huwelyks-gift gegeven hebben. "Geduurende het kort verblyf, +door my in deeze Volkplanting gehouden, zegt de Burger LESCAILLIER, +heb ik slechts twee van deeze huwelyks verbintenissen kunnen beproeven, +die my zyn toegeschenen volmaakt gelukt te zyn." [16] + +Op die wyze zoude men uitgestrekte Landen, die, tot hier toe, byna +geheel aan de Natuur waren overgelaten, in gelukkige, volkryke +en wel bebouwde Landstreeken, hervormd zien. Het Fransche volk, +wiens bezittingen in Guiana niet meer dan groote woestenyen zyn, +zoude in de daad eigenaar worden van een Land, byna zoo uitgestrekt, +als Frankryk zelve. Het zoude eene talryke bevolking tot zig trekken, +bestaande uit eene zoort van inboorlingen, hoedanigen men in geene +van onze andere Volkplantingen ontmoet. + + + +ZEVENDE HOOFTSTUK. + +Hooge en lage Landen.--Timmer-hout.--Voortbrengzels van Fransch +Guiana.--Levens-middelen, tot de tafel dienende. + +Wanneer men de reize van den Capitain STEDMAN gelezen heeft, is +het minder noodig, om nopens de voortbrengzels van Fransch Guiana +breedvoerig te handelen. + +In Guiana onderscheidt men, in 't algemeen, hooge en lage +Landen. Laaten wy met de beschryving der laastgemelden beginnen. + +De kusten van Guiana worden byna overal door laage en verdronkene +landen omzoomd. Dezelve bestaan uit groote vlakten, door het +afloopen van het zee-water gevormd wordende, waar van veelen kortlings +opgekomen, anderen zedert eeuwen herwaards aanwezig zyn. Deeze zoorten +van vlakten worden by elk gety tot de hoogte van een voet, agttien +duimen, of twee voeten, iets meerder of minder, overstroomd, en loopen +weder droog. Zy zyn overael bewassen met Paletuvier-boomen, of eenige +andere groote planten, die op een slyk-grond, waar in men ten minsten +tot aan de knien inzakt, ondoordringbaare bosschen uitmaken. Van +dien aart is het Land aan alle de zeekusten, tot de diepte van drie +of vier mylen, gelyk ook langs de oevers der voornaamste Rivieren. + +Men ziet dikwils deeze slykbanken, door de zee aan de kust van Guiana +aangespoeld, gezwinden voortgang maken, en de roode Paletuvier-boomen +aldaar welig opgroeijen. Op gelyke wyze vormen zig ook Eilanden in de +monden der Rivieren, en zelfs hooger, op die plaatsen, waar ebbe en +vloed plaats heeft. By beurten, zonder dat men 'er eenig juist tydperk +van bepalen kan, brengt de zee, in plaats van slyk aan te spoelen, +zand en schelpen op de kust. Als dan vormen zig zandbanken, of eene +zoort van lange niet zeer hooge duinen, en de roode Paletuvier-boomen, +die niet dan in zout water groeien, zig van het zelve beroofd vindende, +sterven van tyd tot tyd. + +Deeze lage en verdronkene Landen zyn de vrugtbaarste in de geheele +Volkplanting; maar 'er valt echter tusschen dezelven eene keuze te +doen. Zy zyn alle, ja zelfs de meeste, niet van de beste zoort. Men +kent de vrugtbaarsten daar aan, dat onder eene zwarte, of hoog bruine +aarde, uit verrotte planten voortgekomen, en naar mest gelykende, +ter diepte van zestien of agtien duimen, een slykgrond gevonden +wordt, van eene graauwe of bleek blaauwachtige kleur, overal van +gelykzoortigen aart, en die zig zeer gemakkelyk laat omspitten. Men kan +'er insgelyks met de hand, en zonder veel moeite, een stok in steeken, +al was hy zelfs twintig of dertig voeten lang. Wanneer by dit teeken +koomt de nabyheid van de zee, welker lucht de Plantagien vrolyker, +en het verblyf op dezelven gezonder maakt, of ten minsten, indien men +niet verder dan ten hoogsten twee mylen binnenwaarts van den mond van +eene Rivier af is, kan men, mits behoorlyk arbeidende, zig van eenen +goeden uitslag verzekerd houden. Men moet echter ook oplettend zyn, +om zulke plaatsen te verkiezen, welken de zon gewoon is te beschynen, +tot op eene zekere hoogte, het geen duidelyk is af te nemen uit de +grootte van de boomen, en de dikte van die bovenkorst van aarde, +welke uit verrotte overblyfzels van planten bestaat. Die lage landen, +welke kortlings door de zee gevormd zyn, zyn al te zacht: men kent +dezelven aan de jongheid der Paletuvier-boomen. + +De aarde, die deeze lage landen tot op eene dikte van twintig duimen, +overdekt, zakt meer dan de helft in, vermits zy door de lucht en zon +verdroogt. Deeze aarde is ongetwyffeld nuttig, maar het slyk, dat +'er onder zit, is tot de voortplanting het meest geschikt. + +De lage landen, welken men tot het aanleggen van groote beplantingen +boven alle anderen behoort te verkiezen, vereisschen in het begin +meerdere onkosten, dan de hooge landen, om dat men dezelven boven water +moet brengen. Wanneer het regen-saisoen geeindigd is, namelyk in de +maand July, moet men zig met het droogmaken derzelven bezig houden. Het +jaar-getyde, het welk tot deezen arbeid gunstig is, eindigt met de +maand December. Men kan deeze onderneming niet goed volvoeren, of men +moet 'er ten minsten honderd duizend livres aan kunnen besteden. 'Er +zit meer voordeel op het doen van eene groote onderneming, dan van eene +middelmatige. De kosten van Negers, het eerste oprigten van wooningen, +en werkplaatsen, het getal der persoonen, die tot huisselyke en andere +diensten noodig zyn, zyn voor eene kleine Plantagie dezelfde, als voor +eene groote, Het is ook noodig, dat hy, die dusdanige onderneming doet, +het vereischte character, standvastigheid en kundigheden bezitte, +die hem in staat stellen, om zyne onderneming zelf te bestieren: +anders moet hy een Opzigter zoeken, die kunde, yver en werkzaamheid +zamenpaart; zeldzaame hoedanigheden, welken men niet te ruim betalen +kan, wanneer zy zig in denzelfden persoon vereenigen. Zie daar dan +wederom een nieuw punt van bekostiging. + +De hooge of bergachtige landen zyn ten aanzien van de zoort van aarde +zeer verschillende. De een, die zandig is, en op eene groote vlakte +niets dan lage planten voortbrengt, wordt Savane, of zand-woestyn +genoemd. Op zommigen derzelven echter wassen groote boomen, waar onder +men 'er vindt van die zoort van hout, het welk men onvergankelyk +noemt, en ander hout van de meest gewaardeerde kleuren. Eenige +deezer landen bestaan uit een mengzel van zand, en blaauwachtige +kley, waar in weinig zelfstandigheid gevonden wordt. In zeer veelen +is een mengzel van zwart zand en yzerachtige deelen. Men vindt 'er +zonder steenen, anderen wederom vol steenen, en eindelyk eene derde +zoort, geheel met rotsen bedekt. Deeze steenen en rotsen bevatten +yzer, of granit-steenen. De landen, die, of over 't geheel, of in +afzonderlyke gedeelten, zulke steenen opleveren, bestaan uit eene +aarde, dan eens zwartachtig, dan eens graauw, geel of roodachtig, +met eene verscheidenheid van mengelingen en schakeeringen. + +Schoon voornaame Schryvers [17] van Guiana sprekende, over 't algemeen, +zig verklaaren tegen het bebouwen der hooge landen, als zynde koud +en onvruchtbaar, verdienen zy egter alle dit oordeel niet. Men vindt +aldaar eenige Plantagien, die naar den wensch van hunne eigenaars +zyn uitgevallen. Op de hooge landen bezit de Staat eene groote en +schoone Plantagie van Nagelboomen, die volmaakt wel gelukt is. Met +dit al is het eene waarheid, dat deeze hooge landen grootendeels +weinig geschikt zyn tot het aanleggen van groote beplantingen, die +eenen ryken en vetten grond vorderen, en dat de meeste lage landen +den voorrang verdienen. + +De eerstgemelde hebben niettemin ook eenige voordeelen. Men kan +dezelven gemakkelyker tot stand brengen; zy brengen veel eer vrugten +voort, en vereisschen veel minder kosten. Men vindt 'er de beste +zoort van hout. Aldaar zyn ook aangenaame liggingen, af hellingen, +die tot zekere zoort van handwerken byzonder geschikt zyn, stroomend +water, en steenen tot het maken van gebouwen. Deeze zelfde landen zyn +meer geschikt tot her planten van Manioc, die het voornaamste voedzel +uitmaakt voor de arbeiders, landbouwers en inboorlingen. Daarenboven +zyn zy nooit wel bearbeid geworden. Nimmer heeft men 'er geweten, +wat het was den grond om te ploegen, zoo als men dit in Frankryk, +en in de meer gevorderde Volkplantingen doet. + +Men kan op die gedeelten der hooge landen, die in de Savanen +liggen, fokkeryen van groot vee met hoop van eenen goeden uitslag +aanleggen. Met de behoorlyke voorzorge zoude de fokkerye van paarden +'er zelfs gelukken. Fransch Guiana bevat bovendien in verscheidene +landstreeken geheele bergen, waar in yzer-mynen van een uitmuntend +alloy, en tot allerleye werk, zelfs tot het maken van geschut, +geschikt, gevonden worden. De mynstoffen zyn hier ryk en in +overvloed. Het levert van vyf-en-veertig tot tachtig ten honderd +op. De plaatsen, waar dezelve voor handen zyn, zyn met hout bedekt, +het geen de bewerking der mynen zeer gemakkelyk maakt. + +Eene der voornaamste rykdommen van Guiana bestaat in een groot aantal +van onderscheidene zoorten van timmerhout. Men kan die in drie zoorten +verdeelen. De eene, bekend onder den naam van zacht of wit hout, moet +geheel en al worden weggeworpen, als veel te ligt, en van te korten +duur zynde. Tot deeze zoort behooren de Mapa, de Pekeia, en het Bananen +hout. De andere zoorten van eenen geheel tegenstrydigen aart, als de +voorgaande, zyn hard, in een gedrongen, en zwaar, grootendeels van +eene bruine of donkere kleur, maar zomtyds rood, of helder geel. Deeze +wederstaan den bytel en de zaag. Het erf van dit hout is glad en +fyn, en het is voor de fraaiste polysting vatbaar. Dit hout heeft +billyk den naam van onvergankelyk hout verdiend; eene uitdrukking, +waar door men niet letterlyk verstaan moet, dat het nooit vergaat, +maar dat het veel beter stand houdt, dan het beste van ons hout, +misschien by voorb. in de evenredigheid van tien tot vyftig jaaren. + +Onder de derde zoort vindt men 'er verscheiden, die de schoonste +stukken, in lengte en breedte, opleveren, om tot het bouwen van schepen +te dienen. Hier toe behooren het courbari-hout, het bagasse-hout, +het acoma-hout, het balata-hout, het couratari-hout, het agouti-hout, +het macaco-hout, het groen ebben-hout, het pok-hout, het yzer-hout, +het hout, genaamd coeur-dehors, het letter-hout, het satyn-hout, het +tendre a cailliou, het hout van St. Martin, het mannetjes roozen-hout, +en verscheide andere zoorten. Het gewigt van een vierkante voet van +deeze zoorten van hout verschilt van tachtig tot drie en negentig +ponden, en daar het gevolgelyk zwaarder is, dan eene gelyke hoeveelheid +water, zoo dryft het zelve niet. + +Echter is 'er nog eene zoort tusschen de eerste, die tot niets dient, +en de andere, die ongemeen hard is. Deeze zoort van hout is vast, en +minder moeielyk om te bewerken. Hier toe behooren het acajou-hout, +het violetten- of amaranthus-hout, het zwart ceder-hout, het geel +cederhout, het wyfjes roozen-hout, enz. enz. Dit hout weegt van +veertig tot zeventig ponden de vierkante voet, en dryft by gevolg op +het water. Het is tot onderscheidene gebruiken in den zee-scheepsbouw +geschikt. + +Onder deeze onderscheidene zoorten van hout zyn 'er, die eene +bittere of speceryachtige hoedanigheid hebben, die de insecten en +zee-wormen, voor de schepen zoo verderffelyk zynde, verdryven. 'Er zyn +wederom anderen, die in het water versteenen, en in het zelve nimmer +vergaan. Men ziet 'er in de bosschen van Guiana, die door ouderdom, +of eenigen stormwind omgevallen, een reeks van jaaren lang, de guurheid +van het weder, en eene byna aanhoudende vochtigheid hebben doorgestaan, +zonder dat zy daar door verder, dan in het spint, bedorven waren. + +Men heeft ligtvaardigryk en zonder onderscheid te maken, tegen alle +deeze zoorten van hout tegenwerpingen gemaakt, die dezelven hebben +doen verwerpen. + +De eerste is derzelver groote zwaarte. Maar deeze zwarigheid +beantwoordt zig ligtelyk in deezer voegen, dat de scheeps-timmerman, +na zyne berekening gemaakt te hebben, van het zwaarste hout die +gedeelten maakt, welke onder water zyn, en de hoogere gedeelten van +ligter hout, het welk dit land insgelyks oplevert. Hy zal daar door +het middenpunt van zwaarte van zyn schip des te meer naar de laagte +drukken, en het zal daar door veel minder ballast noodig hebben, +en een grooter ruim uitleveren. + +De tweede zwarigheid tegen dit hout is deszelfs al te groote +hardheid. Schoon dit deszelfs deugd bewyst, heeft nogtans deeze +tegenwerping eenigen grond. De werkzaamheden van den scheeps-timmerman +zouden daar door zekerlyk vermeerderd worden, maar daarentegen zoude +het werk van eene groote duurzaamheid en van eene onvergelykelyke +stevigheid zyn. + +De derde tegenwerping wordt ontleend van de moeielykheid in het hakken +van dit hout, en de kosten der vervoering. Men beweert, dat dit hout +veel te duur zoude komen te staan. Dit zoude ook in de daad zoo zyn, +indien men het ging haalen uit die landstreeken, die verre van de +Rivieren en Zee-kusten zyn afgelegen; maar men treft het in groote +meenigte aan in de nabyheid van de Rivier Oyapoc, werwaarts de toegang +zeer gemakkelyk is. + +De bosschen en binnen-landen van Guiana brengen, behalven verscheidene +zoorten van timmerhout, ook voort Banilje, Salsaparilla, elastieke +gom, Gom Copal, en veele anderen. Men vindt aldaar verschillende +zoorten van natuurlyke speceryen, als kreeften-hout, en de Puchiri, +een zoort van muscaat, de balsem Copaiva, de balsem Peru, de kassia, +de simaruba, de ipecacuanha, de pareira-brava, eene wasch van planten, +zwarte wach, anders bekend onder den naam van wasch van Guadeloupe, +uitmuntende honig, een zeker goed, mieren-nest genaamd, en bestaande +uit een zagt dons, van eene geelachtige kleur, het welk men vindt op +uitloopende bladeren van den Latanus-boom, en dat eene hoedanigheid +bezit verre boven de beste bekende zwam, om het bloed te stelpen; +eindelyk ook hout, om verswaaren van te maken, en een aantal andere +voortbrengzels, die nog geenen naam hebben. + +Geheele bosschen van Cacao-boomen groeijen ook natuurlyk in het +binnenste gedeelte des Lands, maar op verre afstanden. Het bevat +ook mynen van dat fraaije rots-kristal, het welk men, onder den naam +van steenen van Cayenne ook wel aan het strand, en aan de oevers van +zommige Rivieren ontmoet. + +De eerste voortbrengzels van dit Land waren de Roucou, het Catoen +en de Suiker. De korrel van de laatstgemelde is veel grooter, en +beter gekristalliseerd, dan op de Eilanden. Het catoen is ook van +eene ongemeene fraaiheid, en is altyd in den koophandel veertig +of vyftig guldens op de honderd ponden meer waardig, dan dat van +de Eilanden. Men weet, dat men te Cayenne de Roucou beter, en in +grootere meenigte maakt, dan in alle andere Volkplantingen. Cayenne +was de eerste onder alle Fransche Volkplantingen, alwaar koffy geteeld +werdt. Het is bekend, dat na de Moka-Koffy die van Cayenne de beste +is. Men is altyd in het begrip geweest, dat het eenige overloopers +waren, die, in 't jaar 1721, dezelve van Surinamen, werwaarts zy +gevlucht waren, medebragten, en daar door Vergiffenis van straf +erlangden; zeker Geschiedschryver heeft in 't kort opgegeven, dat dit +eene weldaad was van LA MOTTE AIGRON, die, in 't jaar 1722, middel +wist, om versche koffy-boonen uit deeze Hollandsche Bezitting mede +te brengen, in weerwil van het verbod, om dezelve, nog in de schil +zittende, te mogen uitvoeren. Tien of twaalf jaaren later, plantte +men Cacao, die weelig voortteelde. De Indigo, of liever de plant, +waar van de Indigo voortkoomt, kwam voorheen zeer goed te Cayenne +voort, en dezelve was zeer geacht. "Deeze plant, die de voornaamste +rijkdom der Volkplanting uitmaakt, zegt BARRERE, is zoo sterk in +verval geraakt, en brengt thans zoo weinig op, dat het naauwlyks +der moeite waardig is". Het schynt, dat men de reden daar van in de +plant alleen niet zoeken moet. De Indigo is, volgens DE PREFONTAINE, +(in zyn Maison rustique de Cayenne,) eene den beste aankweekingen in +America, maar ook een van de teederste. 'Er wordt aan de zyde van hem, +die dezelve wil voortteelen, de grootste oplettendheid vereischt, +en misschien ook de beste zoort van grond. "ROUSSEAU, dus vervolgt +dezelfde Schryver, is de eenige, wien het gelukt is, om met voordeel +Indigo te maken. Hy heeft de zyne tot die fraayheid gebragt, dat zy, +die lust hebben om dit vak van landbouw te beoeffenen, daar door +behooren te worden aangemoedigd; en dit wederspreekt de voorgewende +onmogelykheid, als of de inwooners van Cayenne in dit vak niet zouden +kunnen slagen". Nieuwere berigten brengen mede, dat de Indigo op lage +landen zeer wel voortkoomt; maar zy vordert oppassing, zonder welke +alles te gronde gaat. + +De Oost-Indische speceryen, en alle de lekkerste vruchten der warme +Landen, groeijen welig in Guiana. Verscheiden komen 'er even goed +voort, als op de Moluksche Eilanden, of op Ceylon. Men kan zig onder +anderen tot bewys beroepen op de beplanting van Nagelboomen, welke men +aantreft op de Plantagie la Gabrielle, den Staat toebehoorende. Deeze +boomen hebben aldaar vrugten voortgebragt, die in hoedanigheid aan +de Oost-Indische gelyk bevonden zyn. De eerste planten zyn van Isle +de France naar Cayenne overgebragt, alwaar zy onder het opzigt van +MAILLERT DU MERLE zyn geplant geworden. In 't jaar 1778 ontfing RAYNAL, +die door de geheele weereld kennis en gemeenschap had, van daar een +tak, waar aan de kruidnagelen gevonden werden. Volgens het berigt +van den Burger LESCAILLIER, hebben de jaaren 1785, 1786 en 1787 deeze +vrucht, telkens met eene jaarlyksche vermeerdering, voortgebragt, tot +dat men in de jaaren 1788 en 1789, op deeze Plantagie la Gabrielle, +verscheiden honderde ponden heeft ingeoeogst. By zyn vertrek van Guiana, +in 't jaar 1788, bevondt zig deeze Plantagie in eenen bloeijenden +staat. + +Behalven deeze voortbrengzels, de bron van groote rykdommen, +levert de grond der Volkplanting van Cayenne alles op, wat tot +levens-onderhoud van derzelver inwooners noodig is. De tuinen zyn +aldaar vol met moeskruiden, als latuw, kervel, pimpernel, cichorey en +sellery. Men teelt aldaar kleine erweten, komkommers, kampernoeljes, +water-meloenen, die van een lekkeren smaak zyn. De Fransche vrugtboomen +kunnen, wel is waar, zig naar deeze luchtstreek niet voegen, maar +men heeft in derzelver plaats de vrugten van dit Land, als de geele +en witte Ananas, de Papaye, en eenige anderen, die op verschillende +wyzen worden ingelegd. Men weet, dat de citroenen en orange-appelen +aldaar in zoo grooten overvloed zyn, dat men 'er weinig werk van maakt. + +Het is veel aangenaamer zyn verblyf te houden op de Plantagien, +dan te Cayenne zelve. Men heeft aldaar aan niets gebrek, vooral by +de Planters, die eenigzints bemiddeld zyn, en vooral, wanneer 'er +koopvaardy-schepen aankomen. Men houdt doorgaans eene wel voorziene +diergaarde, alwaar men varkens, kalkoenen, eendvogels, duiven en +hoenders aankweekt, die goed zyn om te eeten, wanneer men ze eenigen +tyd met geerst gevoed heeft. Daarenboven heeft men een en zelfs meerder +jagers en visschers, die wild en visch bezorgen: de laatstgemelde is +uitmuntend. Behalven de zoorten, die aan de Eilanden onder den wind +gemeen zyn, leveren de Zee en Rivieren eene meenigte anderen op, +die elders geheel onbekend zyn. De Krabben verschaffen ook een zeer +voornaam levensmiddel. Zy zyn het gewoone voedzel der Indianen, en van +de min gegoede inwooners. Deeze dieren teelen in het oneindige voort, +om dat men de oplettendheid gebruikt van alleen de mannetjes-krabben +te vangen, en de wyfjes te laten, die altyd eene verbaazende meenigte +eijeren in zig hebben. + +Onder de water-vogelen telt men de Ganzen, de Eendvogelen, de +Lepelganzen, de Fregat-vogelen, allen goed om te eeten. De land-vogelen +zyn graauwe Patryzen, zoo dik als een Kapoen, en zeer goed van smaak, +schoon een weinig droog; Faisanten, die kleiner, en zoo goed niet zyn, +als in Frankryk; Ringelduiven, Tortelduiven, Merels, Leeuwriken, +Brom-vogeltjes; en eene meenigte andere groote en kleine vogelen, +waar onder men moet rekenen de Papegayen, die zeer talryk zyn, en +eene uitmuntende soep verschaffen. + +Men kweekt ook Schapen, Geiten, en verscheiden kudden van Ossen aan. Om +hun goed weiland te bezorgen, steekt men in de maanden Augustus en +September, de Savanen in brand. Deeze landen, dus afgebrand zynde, +doen, in het begin van het regen-saisoen, heerlyk gras uitspruiten. Dus +zyn de ossen en schapen in Guiana van beter smaak, dan op de andere +Eilanden. Men brengt aldaar meel, spek, en allerleye zoorten van +wyn; als mede een groot aantal gewerkte stoffen, die tot kleeding +noodig zyn. + +Met zoo veele voordeelen, door de Natuur zelve geschonken, zal +ongetwyffeld de Volkplanting van Fransch Guiana voorspoedig zyn, +wanneer vreedzamere omstandigheden gedogen zullen, dat de Regeering +en byzondere persoonen 'er zig mede bezig houden. Deeze landstreek +maakt eene Volkplanting uit, waar van de Stad Cayenne de hoofdplaats +is. Men weet aldaar van geene in- en uitgaande rechten, waar mede de +koopwaaren bezwaard zouden worden. + +EINDE VAN HET VIERDE EN LAATSTE DEEL. + + + + + +BERICHT VOOR DEN BINDER. + +Plaat. + +XL. De beruchte GRAMAN-QUACY; te plaatsen tegen over + +XLI. De Haay en Zuigervisch + +XLII. Kaart van een gedeelte van Fransch Guiana + + + + + +NOOTEN + +[1] Het is een heestergewas of boompje van middelmatige hoogte. Het +brengt een of meer stammen voort van een duim in den omtrek, die zes +of agt voeten hoog groeijen, alvoorens takken te doen uitspruiten. Tot +dat de stammen beginnen takken te schieten, zyn zy over haare geheele +lengte van bladeren voorzien, die zy doorgaans na het vormen der +takken laten vallen. + +De stam van dit boompjen is langwerpig rond en grysachtig. De +jonge uitspruitzels hebben eene groene schors met eenige weinige +witte stippen; die van de takken is, in het eerste begin, van eene +fraaije roode kleur naar het bruine hellende, en ouder wordende met +eenige grysaechtige lynen geteekend. De bladen groeien wederkeerig, +en bestaan uit drie of vier reijen van blaadjes zonder steelen, maar +van eene eironde gedaante. Het Quacy-hout is zelden zonder bladeren. + +Dit boompje is alleraeangenaamst voor het gezicht, uit hoofde van de +meenigte zyner roode bloemen, en de verscheidenheid van kleuren in +deszelfs bladeren. De wortel, het eenige gedeelte van den boom, het +welk gebruikt wordt, is ligt, en geheel van week hout; deszelfs schors +is fyn, grys en knoestig, en op zommige plaatsen als gespleeten. Deeze +wortel is, even als de geheele boom, uittermaten bitter. Men oordeelt +dit hout zeer balsemaechtig te wezen, en door zyne bitterheid geschikt, +om zuure stoffen en verrotting te wederstaan. Men bedient 'er zig in +America van tegen de tusschenpoozende, aanhoudende, kwaadaeartige, +en rotkoortsen. Men neemt het in als een poeder, en, om des te +beter te werken, als een afkookzel in wyn of water. Het is nog maar +weinige jaaren geleden, dat dit middel in Europa in de Geneeskunde +is ingevoerd. Men bedient zig ook van een aftrekzel van dit hout +in wyn, tegen de jicht, en om de maag te versterken. In een woord, +het Quacy-hout kan het gebrek van de Kina vervullen. + +Aanteek. van den Franschen vert. + +[2] De koffy wierd in 't 1554. uit Arabie naar Constantinopolen +overgebragt.--Omtrent in het midden van de zestiende eeuw wierd +derzelver gebruik te London ingevoerd; en in 't jaar 1728, plantte +de heer NICOLAAS LAWS de eerste Koffyboon te Jamaica. + +Aanteek. van den Schryver. + +Men heeft reden te gelooven, dat de Italianen de eerste onder de +Christen volken zyn, by welken deeze beroemde drank is ingevoerd. Zy is +vervolgens voor het jaar 1643 naar Parys overgebragt. 'Er zyn bewyzen, +zegt AUBLET, dat geduurende de regeering van LODEWYK XIII, onder het +kleine Gerechtshof te Parys, gekookte koffy verkogt wierd, onder den +naam van cahove of cahovet. De Turken noemen dezelve cahveh, het welk +koomt van het waord cahoah of cahoueh, waar door de Arabieren dien +drank aanduiden, dien zy het eerst gekend en in gebruik gebragt hebben; +schoon dit Arabisch woord allen drank in 't gemeen beteekent. Het is +waarschynlyk, dat 'er niet zeer veel van verkogt wierd, en dat dit +niet lang geduurd heeft. + +Het jaar 1669, in onze Geschiedenis over bekend door het plechtig +Gezandschap van SOLIMAN AGA, die door Sultan MAHOMET IV aan LODEWYK +XIV gezonden wierd, moet gehouden worden voor het waare tydperk van +de eerste invoering van het gemeene gebruik der koffy te Parys. Deeze +Gezant, en zyn gevolg, boden, volgens de gewoonte van hun Land, deezen +drank aan de Hovelingen, en verdere persoonen, die uit beleefdheid +aan den Turkschen Minister een bezoek gaven, waar door veele inwooners +deezer hoofdstad 'er smaak in kregen, en 'er zig aan gewenden. + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + +[3] Alle vrylating is, in de Volkplanting van Surinamen, aan de +volgende bepalingen onderhevig: indien dezelve geschiedt ten voordeele +van een manspersoon, is deeze genoodzaakt de Volkplanting tegen +derzelver binnen- en buitenlandsche vyanden te dienen: de vrygelatene, +van welke kunne die ook zy, kan geen getuigenis geven tegen zynen +ouden meester; en indien hy in de Volkplanting koomt te sterven, +erft zyn voorige meester het vierde gedeelte zyner nalatenschap. + +Aanteek. v. d. Schryver. + +[4] Daar de laatstgemelde zynen post kortlings heeft nedergelegd,heb ik +het genoegen het Publiek te berigten, dat de Heer FREDERIK, die brave +Officier, waar van ik zoo dikwils gesproken heb, en die, eenigen tyd +bevoorens, onder het krygsvolk der Societeit van Surinamen te rug +keerde, in het jaar 1792. tot Gouverneur der Volkplanting benoemd +wierd. + +Aanteek. van den Schryver. + +[5] Deeze Officiers, welken men steeds als de waare vertegenwoordigers +van de Schotsche Brigade beschouwde, zagen hunne braafheid beloond door +het herstel van deeze oude krygsbende, onder bevel van den Generaal +FRANCIS DUNDAS; en dezelve wierd naar Gibraltar in bezetting gezonden. + +Aanteek. van den Schryver. + +[6] Haar broeder HENDRIK, die zyne vryheid verkregen had, ondervond +het zelfde lot. + +Aanteek. van den Schryver. + +[7] Expose des moyens de mettre en valeur & d'administrer la +Guiane.--Een Deel in 8vo; met een Kaart: by DUPONT, rue de la Loi. + +[8] Dit is geschreven in 't jaar 1786. De hoeveelheid van de +voortbrengzels deezer Volkplanting is tegenwoordig ten minsten +verdubbeld. + +[9] De Hollandsche roede is van 12 voeten Rhynlandsche maat, het welk +ten naasten by 11 Fransche voeten. (of 3 metres, 572,) uitmaakt. + +[10] De groote verwagting, die men van Fransch Guiana had opgevat, deed +aan het zelve eenigen tyd den naam geven van Middel-lynig Frankryk, +of France Equinoxiale. + +[11] De Burger LESCAILLIER ontvouwt dit verschynfel op eene voldoende +wyze, in zyn werk, ten titel voerende: Expose des moyens de mettre en +valeur, & d'administrer la Guiane, &c. chez Dupont, imprimeur-libraire, +rue de la Loi, N. 1231. + +[12] PIERRE BARRERE, Correspondent van de Koninglyke Academie der +Wetenschappen te Parys, en Genees-Kruidkundige van den Koning op het +Eiland Cayenne. + +[13] ANTOINE BIET, de opperste der Zendelingen, die toen naar Guiana +vertrokken, verhaalt, dat elk der deelgenooten, welken men Seignieurs +associes noemde, het bevel wilde voeren. ROIVILLE lag ziek, toen hy +vermoord wierd. Hy scheen 't lot, het welk hem over het hoofd hing, +te voorzien, en was zeer ontroerd van geest. Den 17 September 1652, +omtrent middernacht, werd BIET door een zeer sterk geraas ontwaakt; +en op het zelfde oogenblik hoorde hy een geroep: Werp dien schurk in de +zee. Willende zien wat 'er gaande was, wierd hy te rug gestooten. Kort +daar op deeden hem de moordenaars by hun komen. Hy beklom de hut, en +schrikte op het zien van het bed van den Generaal, geheel met bloed +besmet, en waar op twee bebloede baijonnetten lagen. Men verklaarde +aan den Zendeling, dat de deelgenooten raadzaam geoeordeeld hadden +zig te ontdoen van eenen man, die het voornemen had hen allen van +kant te helpen. BIET ging heen; maar des anderen daags liet men hem +wederkomen, hem aanzeggende, dat hy den dood van den Generaal aan +al het scheepsvolk zoude hebben bekend te maken. De Geestelyke was +'er zeer verlegen mede. Hy besloot echter te gehoorzamen, maar hy +deed zulks, zonder den gepleegden moord te rechtvaardigen. + +[14] Men kan niet zonder yzing aan den naam van Kourou denken, zegt +de Burger LESCAILLIER; aan die plaats, alwaar 13000 menschen het leven +lieten, en de slachtoeffers werden van een ontwerp, het welk misschien +uitvoerlyk geweest was, indien het met gematigdheid en voorzorge was +aangelegd geweest; alwaar de Staat dertig millioenen aan onkosten +verspilt heeft, met geen ander gevolg, dan dat, deeze ongelukkige +Volkplanting een geruimen tyd haare achting verloren heeft; terwyl men +aan den aart der luchtstreek toeschreef, het geen slechts de misslag +der Regeering, en het gevolg van een verkeerd overleg was. (Expose +des moyens de mettre en valeur, & d'administrer la Guiane, an VI.) + +[15] In de ver af gelegene Binnen-Landen zyn Indianen van eene +verhevene gestalte, en sterk gespierd. + +[16] Ik vermeene alhier, ter eere van deeze beide huwelyks +verbintenissen, te moeten herinneren, dat het geen de Burger +LESCAILLIER gedacht en beproeft heeft, overeenkoomt met den raad, +door RAYNAL gegeven, in zyne Histoire Philosophique des deux Indes, +Liv. XIII. Tom. III. pag. 359. & suiv. Edit. in 4. + +[17] Zie RAYNAL, Livr. XIII. pag. 291. Edit. in 4. + + + + + +End of the Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen en door de +binnenste gedeelten van Guiana, by John Gabriel Stedman + +*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN *** + +This file should be named 7rns410.txt or 7rns410.zip +Corrected EDITIONS of our eBooks get a new NUMBER, 7rns411.txt +VERSIONS based on separate sources get new LETTER, 7rns410a.txt + +Produced by Jeroen Hellingman +and the Online Distributed Proofreaders Team + +Project Gutenberg eBooks are often created from several printed +editions, all of which are confirmed as Public Domain in the US +unless a copyright notice is included. Thus, we usually do not +keep eBooks in compliance with any particular paper edition. + +We are now trying to release all our eBooks one year in advance +of the official release dates, leaving time for better editing. +Please be encouraged to tell us about any error or corrections, +even years after the official publication date. + +Please note neither this listing nor its contents are final til +midnight of the last day of the month of any such announcement. +The official release date of all Project Gutenberg eBooks is at +Midnight, Central Time, of the last day of the stated month. A +preliminary version may often be posted for suggestion, comment +and editing by those who wish to do so. + +Most people start at our Web sites at: +http://gutenberg.net or +http://promo.net/pg + +These Web sites include award-winning information about Project +Gutenberg, including how to donate, how to help produce our new +eBooks, and how to subscribe to our email newsletter (free!). + + +Those of you who want to download any eBook before announcement +can get to them as follows, and just download by date. This is +also a good way to get them instantly upon announcement, as the +indexes our cataloguers produce obviously take a while after an +announcement goes out in the Project Gutenberg Newsletter. + +http://www.ibiblio.org/gutenberg/etext03 or +ftp://ftp.ibiblio.org/pub/docs/books/gutenberg/etext03 + +Or /etext02, 01, 00, 99, 98, 97, 96, 95, 94, 93, 92, 92, 91 or 90 + +Just search by the first five letters of the filename you want, +as it appears in our Newsletters. + + +Information about Project Gutenberg (one page) + +We produce about two million dollars for each hour we work. The +time it takes us, a rather conservative estimate, is fifty hours +to get any eBook selected, entered, proofread, edited, copyright +searched and analyzed, the copyright letters written, etc. Our +projected audience is one hundred million readers. If the value +per text is nominally estimated at one dollar then we produce $2 +million dollars per hour in 2002 as we release over 100 new text +files per month: 1240 more eBooks in 2001 for a total of 4000+ +We are already on our way to trying for 2000 more eBooks in 2002 +If they reach just 1-2% of the world's population then the total +will reach over half a trillion eBooks given away by year's end. + +The Goal of Project Gutenberg is to Give Away 1 Trillion eBooks! +This is ten thousand titles each to one hundred million readers, +which is only about 4% of the present number of computer users. + +Here is the briefest record of our progress (* means estimated): + +eBooks Year Month + + 1 1971 July + 10 1991 January + 100 1994 January + 1000 1997 August + 1500 1998 October + 2000 1999 December + 2500 2000 December + 3000 2001 November + 4000 2001 October/November + 6000 2002 December* + 9000 2003 November* +10000 2004 January* + + +The Project Gutenberg Literary Archive Foundation has been created +to secure a future for Project Gutenberg into the next millennium. + +We need your donations more than ever! + +As of February, 2002, contributions are being solicited from people +and organizations in: Alabama, Alaska, Arkansas, Connecticut, +Delaware, District of Columbia, Florida, Georgia, Hawaii, Illinois, +Indiana, Iowa, Kansas, Kentucky, Louisiana, Maine, Massachusetts, +Michigan, Mississippi, Missouri, Montana, Nebraska, Nevada, New +Hampshire, New Jersey, New Mexico, New York, North Carolina, Ohio, +Oklahoma, Oregon, Pennsylvania, Rhode Island, South Carolina, South +Dakota, Tennessee, Texas, Utah, Vermont, Virginia, Washington, West +Virginia, Wisconsin, and Wyoming. + +We have filed in all 50 states now, but these are the only ones +that have responded. + +As the requirements for other states are met, additions to this list +will be made and fund raising will begin in the additional states. +Please feel free to ask to check the status of your state. + +In answer to various questions we have received on this: + +We are constantly working on finishing the paperwork to legally +request donations in all 50 states. If your state is not listed and +you would like to know if we have added it since the list you have, +just ask. + +While we cannot solicit donations from people in states where we are +not yet registered, we know of no prohibition against accepting +donations from donors in these states who approach us with an offer to +donate. + +International donations are accepted, but we don't know ANYTHING about +how to make them tax-deductible, or even if they CAN be made +deductible, and don't have the staff to handle it even if there are +ways. + +Donations by check or money order may be sent to: + +Project Gutenberg Literary Archive Foundation +PMB 113 +1739 University Ave. +Oxford, MS 38655-4109 + +Contact us if you want to arrange for a wire transfer or payment +method other than by check or money order. + +The Project Gutenberg Literary Archive Foundation has been approved by +the US Internal Revenue Service as a 501(c)(3) organization with EIN +[Employee Identification Number] 64-622154. Donations are +tax-deductible to the maximum extent permitted by law. As fund-raising +requirements for other states are met, additions to this list will be +made and fund-raising will begin in the additional states. + +We need your donations more than ever! + +You can get up to date donation information online at: + +http://www.gutenberg.net/donation.html + + +*** + +If you can't reach Project Gutenberg, +you can always email directly to: + +Michael S. Hart <hart@pobox.com> + +Prof. Hart will answer or forward your message. + +We would prefer to send you information by email. + + +**The Legal Small Print** + + +(Three Pages) + +***START**THE SMALL PRINT!**FOR PUBLIC DOMAIN EBOOKS**START*** +Why is this "Small Print!" statement here? You know: lawyers. +They tell us you might sue us if there is something wrong with +your copy of this eBook, even if you got it for free from +someone other than us, and even if what's wrong is not our +fault. So, among other things, this "Small Print!" statement +disclaims most of our liability to you. It also tells you how +you may distribute copies of this eBook if you want to. + +*BEFORE!* YOU USE OR READ THIS EBOOK +By using or reading any part of this PROJECT GUTENBERG-tm +eBook, you indicate that you understand, agree to and accept +this "Small Print!" statement. If you do not, you can receive +a refund of the money (if any) you paid for this eBook by +sending a request within 30 days of receiving it to the person +you got it from. If you received this eBook on a physical +medium (such as a disk), you must return it with your request. + +ABOUT PROJECT GUTENBERG-TM EBOOKS +This PROJECT GUTENBERG-tm eBook, like most PROJECT GUTENBERG-tm eBooks, +is a "public domain" work distributed by Professor Michael S. Hart +through the Project Gutenberg Association (the "Project"). +Among other things, this means that no one owns a United States copyright +on or for this work, so the Project (and you!) can copy and +distribute it in the United States without permission and +without paying copyright royalties. Special rules, set forth +below, apply if you wish to copy and distribute this eBook +under the "PROJECT GUTENBERG" trademark. + +Please do not use the "PROJECT GUTENBERG" trademark to market +any commercial products without permission. + +To create these eBooks, the Project expends considerable +efforts to identify, transcribe and proofread public domain +works. Despite these efforts, the Project's eBooks and any +medium they may be on may contain "Defects". Among other +things, Defects may take the form of incomplete, inaccurate or +corrupt data, transcription errors, a copyright or other +intellectual property infringement, a defective or damaged +disk or other eBook medium, a computer virus, or computer +codes that damage or cannot be read by your equipment. + +LIMITED WARRANTY; DISCLAIMER OF DAMAGES +But for the "Right of Replacement or Refund" described below, +[1] Michael Hart and the Foundation (and any other party you may +receive this eBook from as a PROJECT GUTENBERG-tm eBook) disclaims +all liability to you for damages, costs and expenses, including +legal fees, and [2] YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE OR +UNDER STRICT LIABILITY, OR FOR BREACH OF WARRANTY OR CONTRACT, +INCLUDING BUT NOT LIMITED TO INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE +OR INCIDENTAL DAMAGES, EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE +POSSIBILITY OF SUCH DAMAGES. + +If you discover a Defect in this eBook within 90 days of +receiving it, you can receive a refund of the money (if any) +you paid for it by sending an explanatory note within that +time to the person you received it from. If you received it +on a physical medium, you must return it with your note, and +such person may choose to alternatively give you a replacement +copy. If you received it electronically, such person may +choose to alternatively give you a second opportunity to +receive it electronically. + +THIS EBOOK IS OTHERWISE PROVIDED TO YOU "AS-IS". NO OTHER +WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, ARE MADE TO YOU AS +TO THE EBOOK OR ANY MEDIUM IT MAY BE ON, INCLUDING BUT NOT +LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A +PARTICULAR PURPOSE. + +Some states do not allow disclaimers of implied warranties or +the exclusion or limitation of consequential damages, so the +above disclaimers and exclusions may not apply to you, and you +may have other legal rights. + +INDEMNITY +You will indemnify and hold Michael Hart, the Foundation, +and its trustees and agents, and any volunteers associated +with the production and distribution of Project Gutenberg-tm +texts harmless, from all liability, cost and expense, including +legal fees, that arise directly or indirectly from any of the +following that you do or cause: [1] distribution of this eBook, +[2] alteration, modification, or addition to the eBook, +or [3] any Defect. + +DISTRIBUTION UNDER "PROJECT GUTENBERG-tm" +You may distribute copies of this eBook electronically, or by +disk, book or any other medium if you either delete this +"Small Print!" and all other references to Project Gutenberg, +or: + +[1] Only give exact copies of it. Among other things, this + requires that you do not remove, alter or modify the + eBook or this "small print!" statement. You may however, + if you wish, distribute this eBook in machine readable + binary, compressed, mark-up, or proprietary form, + including any form resulting from conversion by word + processing or hypertext software, but only so long as + *EITHER*: + + [*] The eBook, when displayed, is clearly readable, and + does *not* contain characters other than those + intended by the author of the work, although tilde + (~), asterisk (*) and underline (_) characters may + be used to convey punctuation intended by the + author, and additional characters may be used to + indicate hypertext links; OR + + [*] The eBook may be readily converted by the reader at + no expense into plain ASCII, EBCDIC or equivalent + form by the program that displays the eBook (as is + the case, for instance, with most word processors); + OR + + [*] You provide, or agree to also provide on request at + no additional cost, fee or expense, a copy of the + eBook in its original plain ASCII form (or in EBCDIC + or other equivalent proprietary form). + +[2] Honor the eBook refund and replacement provisions of this + "Small Print!" statement. + +[3] Pay a trademark license fee to the Foundation of 20% of the + gross profits you derive calculated using the method you + already use to calculate your applicable taxes. If you + don't derive profits, no royalty is due. Royalties are + payable to "Project Gutenberg Literary Archive Foundation" + the 60 days following each date you prepare (or were + legally required to prepare) your annual (or equivalent + periodic) tax return. Please contact us beforehand to + let us know your plans and to work out the details. + +WHAT IF YOU *WANT* TO SEND MONEY EVEN IF YOU DON'T HAVE TO? +Project Gutenberg is dedicated to increasing the number of +public domain and licensed works that can be freely distributed +in machine readable form. + +The Project gratefully accepts contributions of money, time, +public domain materials, or royalty free copyright licenses. +Money should be paid to the: +"Project Gutenberg Literary Archive Foundation." + +If you are interested in contributing scanning equipment or +software or other items, please contact Michael Hart at: +hart@pobox.com + +[Portions of this eBook's header and trailer may be reprinted only +when distributed free of all fees. Copyright (C) 2001, 2002 by +Michael S. Hart. Project Gutenberg is a TradeMark and may not be +used in any sales of Project Gutenberg eBooks or other materials be +they hardware or software or any other related product without +express permission.] + +*END THE SMALL PRINT! FOR PUBLIC DOMAIN EBOOKS*Ver.02/11/02*END* + diff --git a/old/7rns410.zip b/old/7rns410.zip Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..da91d08 --- /dev/null +++ b/old/7rns410.zip diff --git a/old/8rns410.txt b/old/8rns410.txt new file mode 100644 index 0000000..43ac5ac --- /dev/null +++ b/old/8rns410.txt @@ -0,0 +1,6605 @@ +The Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen en door de binnenste +gedeelten van Guiana, by John Gabriël Stedman +#4 in our series by John Gabriël Stedman + +Copyright laws are changing all over the world. Be sure to check the +copyright laws for your country before downloading or redistributing +this or any other Project Gutenberg eBook. + +This header should be the first thing seen when viewing this Project +Gutenberg file. Please do not remove it. Do not change or edit the +header without written permission. + +Please read the "legal small print," and other information about the +eBook and Project Gutenberg at the bottom of this file. Included is +important information about your specific rights and restrictions in +how the file may be used. You can also find out about how to make a +donation to Project Gutenberg, and how to get involved. + + +**Welcome To The World of Free Plain Vanilla Electronic Texts** + +**eBooks Readable By Both Humans and By Computers, Since 1971** + +*****These eBooks Were Prepared By Thousands of Volunteers!***** + + +Title: Reize naar Surinamen en door de binnenste gedeelten van Guiana + +Author: John Gabriël Stedman + +Release Date: May, 2005 [EBook #8099] +[Yes, we are more than one year ahead of schedule] +[This file was first posted on July 16, 2003] + +Edition: 10 + +Language: Dutch + +Character set encoding: ISO-8859-1 + +*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN *** + + + + +Produced by Jeroen Hellingman +and the Online Distributed Proofreaders Team + + + + +REIZE NAAR SURINAMEN EN GUIANA. IV. + + + +REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA; + +DOOR DEN CAPITAIN JOHN GABRIËL STEDMAN. + +MET PLAATEN EN KAARTEN. + +NAAR HET ENGELSCH + +VIERDE DEEL. + +TE AMSTERDAM, BY +JOHANNES ALLART, +MDCCC. + + + +INHOUD DER HOOFTSTUKKEN. + +XXIX. HOOFTSTUK. + +Byzonderheden, betreffende den beruchten GRAMAN QUACY.--Beschryving +van eene Koffy-Plantagie.--Ontwerp tot verbetering van de Volkplanting +van Surinamen.--Verscheiden zoorten van visschen.--Nieuwe trek van +wreedheid.--Voorbeeld van menschlievendheid.--De krygsbende van den +Colonel FOURGEOUD wordt wederom ingescheept. + +XXX. HOOFTSTUK. + +De Schepen ligten het anker, en steken in Zee. Overtocht.--Het +Zee-paard.--De Noord-kaper.--De Haay.--De Zuiger-visch.--Het +Lootsmannetje.--De Bruinvisch.--Zee-orkaan.--De schepen landen in Texel +aan.--Ontscheping van het krygsvolk in de Stad 's Hertogenbosch.--Dood +van den Colonel FOURGEOUD.--Besluit. + + +AANHANGZEL. + +VOOR-BERICHT. + +EERSTE BRIEF. + +Van den aart der Landen, derzelver vruchtbaarheid en plaatselyke +ligging. + +TWEEDE BRIEF. + +Van de manier, om te arbeiden aan Dykagiën, uitwaterende Vaarten, +Sluizen en ander werk, het welk noodig is, om het Land ter bebouwing +gereed te maken. + +DERDE BRIEF. + +Van het planten en aankweeken van Koffy, en van de noodige +levensmiddelen tot onderhoud van de Planters; van het oogsten +en bewerken der Koffy; van de gebouwen, en verdere noodzakelyke +inrigtingen tot eene groote Koffy-Plantagie, volgens het gebruik der +Hollandsche Volkplantingen in Guiana. + +VIERDE BRIEF. + +Antwoord op de drie eerstgemelde Brieven, waar by de Fransche Ingezeten +de vraag omtrent de afschaffing der slavernye, in de Volkplantingen, +alwaar dezelve nog plaats heeft, opzettelyk behandelt: hy raadt om +deeze verandering, die noodzakelyk geworden is, te bevorderen; en +geeft de middelen aan de hand, om daar toe te geraken, zonder aan +den voorspoed der Volkplantingen nadeel toe te brengen. + + + +TWEEDE AANHANGZEL, + +OF + +BESCHRYVING DER VOLKPLANTING VAN CAYENNE. + +I. HOOFTSTUK. + +Aardrykskundige Beschryving van Fransch Guiana. + +II. HOOFTSTUK. + +Luchts-gesteldheid in Fransch Guiana. + +III. HOOFTSTUK. + +Geschiedkundige opgaave, betrekkelyk Fransch Guiana. + +IV. HOOFTSTUK. + +Bevolking van Fransch Guiana. + +V. HOOFTSTUK. + +Zeden en gewoonten der Indianen. + + +VI. HOOFTSTUK. + +Behandelingen, welken de Indianen in Fransch Guiana ondergaan +hebben.--Middelen om hun voor de Volkplanting nuttig te maken. + +VII. HOOFTSTUK. + +Hooge en laage landen.--Timmerhout.--Voortbrengzels van Fransch +Guiana. Levensmiddelen, tot de tafel dienende. + + + + +REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA. + + +NEGEN-EN-TWINTIGSTE HOOFTSTUK. + +Byzonderheden, betreffende den beruchten GRAMAN QUACY.--Beschryving van +eene Koffy-Plantagie.--Ontwerp tot verbetering voor de Volkplanting +van Surinamen.--Verscheiden zoorten van visschen.--Nieuwe trek van +wreedheid.--Voorbeeld van menschlievendheid.--De krygsbende van den +Colonel FOURGEOUD wordt wederom ingescheept. + +Andermaal in de hoofdstad te rug gekomen zynde, en van de beleefdheid +van anderen geen misbruik willende maken, huurde ik een klein, maar +gemakkelyk huis, aan den waterkant gelegen, en alwaar wy byna zoo +gelukkig leefden, als op de Hoop. + +Het eerste bezoek, dat ik ontfing, was van den Capitain LEWIS, die +my berigtte, dat MACDONALD, die dankbaare matroos, van wien ik hier +boven gesproken heb, op zyne te rug reize, na eenen tocht van twaalf +dagen was overleden. Deeze brave jongen had den Capitain verzocht my +van zynent wegen te groeten, en my ter hand te stellen de schelp van +paarel d'amour, met zilver omzet, welke ik hem gegeven had. + +Een groot aantal Planters en Colonisten wenschten ons geluk met +onzen goeden uitslag tegen de muitelingen, De beruchte GRAMAN QUACY +vertoonde my ook den fraaijen rok, en gouden gedenkpenning, hem door +den Prins van Oranje geschonken. Deeze Africaan, want hy was van +de kust van Guinee geboortig, vond middel, om, door zyn inneemend +character en door zyne slimheid, zig niet alleen de vryheid, maar +zelfs een gemakkelyk leven, te bezorgen. + +Onder de slaven van het laagste zoort den naam van Lockoman, +of toovenaar, verkregen hebbende, werd 'er op de Plantagiën geene +misdaad gepleegd, of GRAMAN QUACY wierd geroepen, om den schuldigen +te ontdekken; het geen hy zeer dikwils deed, uit hoofde zyner +doorzichtigheid, geholpen door het vertrouwen, het welk de Negers +op zyne tooverstreeken stelden, en door het gezag, het welk hy op +hen verworven had. Dienvolgende kwam hy groote onheilen voor; en +tot belooning van zyne diensten, ontfing hy nu en dan aanzienlyke +geschenken. De bende Jagers, en, alle de vrye Negers, waren aan zynen +invloed onderworpen. Hy verkogt hun zyne obias of tooverbanden, om hen +onkwetsbaar te maken, en hun daar door alle vrees te benemen. Door +deeze kunstgreep had hy aan de Volkplanting grooten dienst gedaan, +en tevens goed zyn beurs gemaakt. De Negers baden hem als een God +aan. Het maken van zyne tooverbanden kostte hem weinig: zy bestonden +uit kleine steentjes, zeeschelpen, klein gehakt hair, vischgraaten, +vederen, enz. dit alles wel by elkander gebonden, en een pakje +uitmakende, wierd met een catoen lint om den hals gehangen, of aan +eenig ander gedeelte van het lichaam geplaatst. Hy had, in 't jaar +1730, het geluk, om eenen geneeskrachtigen wortel te ontdekken, die +naar hem Quassie- of Quacy-hout genoemd wierd. [1] Schoon dezelve +thans in Engeland minder beroemd is, dan voor deezen, beschouwt men +dien echter als een zeer krachtig middel tot versterking van de maag, +en herstelling van eetlust. Behalven deeze eigenschap, levert dezelve +ook een krachtig middel tegen de koorts op. + +De heer D'AHLBERG, dien ik reeds in het verhaal van deeze reize +genoemd heb, maakte, in 't jaar 1761, het Quasie-hout aan den beroemden +LINNÆUS bekend, en deeze Zweedsche Natuurkenner heeft naderhand eene +verhandeling over deeze plant geschreven. Door middel van deeze +gewichtige ontdekking, zoude QUACY groote rykdommen hebben kunnen +verzamelen, zoo hy zig niet aan een liederlyk leven en verkwistingen +had overgegeven, waar van de gevolgen zwaare ziekten waren, en +inzonderheid de melaatsheid, die, zoo als ik reeds gezegd heb, +volstrekt ongeneeslyk is. Hy moet niettemin eenen hoogen ouderdom +bereikt hebben, schoon hy den juisten tyd van zyne geboorte niet wist, +maar hy was dikwils gewoon te verhaalen, dat hy als trommelslager +diende, en op de Plantagie van zynen meester alarm sloeg, toen de +Fransche Admiraal, JACQUES CASSARD, in 't jaar 1712, de Surinaamsche +Volkplanting onder schatting stelde. + +Het Portrait van deezen buitengewoonen man, met zynen gryzen kop, +en zyn scharlaken en blaauwen rok, met goud omboord, afgereekend +hebbende, biede ik het zelve den lezer aan. + +Zelfs in de week van myne te rug komst op Paramaribo, ondervonden +wy nieuwe bewyzen van de goede uitwerkingen, welken de tooverbanden +van GRAMAN QUACY te weeg bragten. Een Capitain der Jagers, HANNIBAL +genaamd, bragt aldaar twee handen van twee oproerige Negers, die hy +ontmoet, en zelf gedood had. Eene van die handen was afgehouwen aan +den Neger CUPIDO, in 't jaar 1774, gevangen genomen door den Colonel +FOURGEOUD, die hem in de bosschen agter aan voerde, tot dat het aan +deezen Neger, in weêrwil van de ketenen, waar aan hy geboeid was, +gelukte te ontsnappen. + +Myne vrienden een bezoek gevende, ging ik den heer ANDREAS REYNSDORP +zien, die my een liskoord en een knoop van een hoed, met diamanten, +toonde, die hem twee honderd guinies gekost hadden.--Zoo groot is de +weelde in Surinamen. Deeze pracht was nog verre beneden die van den +heer D'AHLBERG die behalven eene goude snuifdoos, met edele gesteenten +omzet, en hebbende de waarde van 600 ponden sterlings, my twee stukjes +zilver geld vertoonde, met goude randen, en met diamanten omzet, met +dit opschrift: Soli Deo gloria, fortuna beatum &c. My niet hebbende +kunnen wederhouden, om hem myne verwondering te kennen te geven, dat +hy zoo byzonder veel werk maakte van twee zulke ligte stukjes, gaf hy +my ten antwoord, dat dit al het gereed geld was, het welk hy bezat, +toen hy uit zyn vaderland, Zweden, in deeze Volkplanting kwam.--Werkte +gy? zeide ik hem.--Neen.--Vroeg gy om een aalmoes?--Neen.--Gy hebt +evenwel niet gestolen?--Neen; maar, onder ons, ik gedroeg my als een +geestdryver; het geen nu en dan zeer noodzakelyk is, en de drie andere +kostwinningen overtreft. Ik zal nog een voorbeeld bybrengen van de +buitensporigheid van zommige inwooners deezer Volkplanting. Twee van +hun geschil hebbende over een koets, die zeer cierlyk gebeeldhouwd en +zeer kostbaar was, zynde kortlings uit Holland aangekomen, moest men +zyne toevlucht nemen tot de rechtbank, om te weten, aan wien dezelve +toebehoorde; en geduurende den tyd, dat het twistgeding duurde, bleef +het rydtuig in de open lucht staan, en verloor al deszelfs waarde. + +Den 10den February, wanneer de meeste onzer Officieren te Paramaribo +te rug gekomen waren, gaf de Colonel hun, in het hoofd-kwartier, +een zoo genaamd festyn. Met de vreugde op het aangezicht geschilderd, +gaf hy ons kennis, dat hy zynen tocht ten einde gebragt had. Zonder +veel bloed te vergieten, had hy zyn oogmerk volmaakt bereikt, door +één-en-twintig gehuchten of dorpen te vernielen, en twee honderd +velden te verwoesten, waar op allerleije zoorten van planten groeiden, +van welken het bestaan der muitelingen afhing. Hy bevestigde ons ook +de tyding, dat zy byna allen de Rivier Maroni waren overgetrokken, +en zig in de Fransche Volkplanting van Caijenne hadden nedergezet, +alwaar men hun niet alleen eene schuilplaats verleende, maar zelfs +alles verschafte, wat zy benoodigd hadden. Wy wenschten hem van +goeder harten geluk, en wy dronken driewerf den voorspoed van de +Surinaamsche Volkplanting, welkers toekomende veiligheid afhing van +het nieuw cordon, of van den verschansten weg, die door het krygsvolk +der Sociëteit en de Neger-jagers verdedigd wierd. + +De Colonel FOURGEOUD, en zyne krygsbende, worden, in het werk +van Dr. FERMIN, twee malen aangehaald als de redders deezer +Volkplanting. De Abt RAYNAL spreekt 'er ook met zeer veel roem +van, en zyne loftuitingen zyn met de rechtvaardigheid en waarheid +overëenkomstig. Eene zaak is 'er, die den Colonel onëindig veel +eere aandeed, namelyk dat, hoe zeer hy zyne soldaten op geenerhande +wyze spaarde, hy nimmer eenen gevangen muiteling in koelen bloede +deed ombrengen; ja zelfs, wanneer het hem mogelyk was, ontweek hy om +denzelven in handen van den Rechter over te leveren. Hy wist, dat zyn +plicht medebragt de muitelingen te verjagen; maar hy wist ook tevens, +dat geweldadige en onmenschelyke mishandelingen hen tot muiterye hadden +doen overslaan. Ik zelf, die, in de drie eerste jaaren, door hem op +eene ongepaste manier vervolgd wierd, moet tot zynen roem verklaren, +dat hy onvermoeid in den dienst was, en dat hy, in weerwil van eenige +gebreken, een uitmuntend Officier was. + +De Bevelhebber melde ons bovendien, dat twee schepen, die met +krygsbehoeften voor ons geladen waren, op de reede van Texel waren +gestrand; maar dat men een gedeelte van hunne lading geborgen had, +en in twee andere schepen overgeladen, die in de Rivier Surinamen +aankwamen. + +Ik stond toen in zulk eene blakende gunst by den Colonel, dat hy my +zelfs tot zynen vertrouweling nam. Ik wist daar door zyn voornemen, +om het nieuwlings ontscheepte krygsvolk nog verscheiden maanden +na ons vertrek in 't veld gelegerd te houden, welke ongemakken zy +'er ook door lyden mogten. Hy noemde my vervolgens de Officiers, +welken hy, na zyne aankomst in Holland, wilde tegenwerken, als mede +welken hy door zyne aanbeveeling wilde doen bevorderen; maar ik nam de +vryheid hem hier in de reden te vallen, en op myne eer te verklaren, +dat de eerstgemelde door my weten zouden het gevaar, dat hun over 't +hoofd hing, zoo hy 'er by bleef, om zulk een onrechtvaardig ontwerp +ter uitvoer te brengen. Deeze verklaring bragt ten minsten die goede +uitwerking te weeg, dat het gesprek van zulk een onäangenaam voorwerp +wierd afgeleid. Ik verzogt hem vervolgens, "dat hy zig de noodlottige +gesteltenis herïnneren zoude, waar in dit zelfde volk zig bevond +aan de Cassipory-Kreek, terwyl hun Heelmeester goude horologiën, en +diamanten ringen overwon, met het genezen van de ingebeelde ziekten +der aanzienlyke lieden op Paramaribo". Hy antwoordde my: Gy zyt een +braave jongen; en beloofde 'er aan te zullen gedachtig zyn. + +Ik wierd toen door Capitain MACNEYL genoodigd, om eenige dagen op +zyne Koffy-Plantagie te gaan doorbrengen; maar, hoe zeer ik deeze +uitnoodiging niet konde aanneemen, zal ik my echter van deeze +gelegenheid bedienen, om de nuttige plant, Koffyboom genaamd, te +beschryven, die, niet oorsprongelyk uit Guiana herkomstig zynde, +zoo men zegt, door den Graaf DE NEALE te Surinamen gebragt wierdt, +schoon zommige Schryvers daar van de eer geven aan zekeren zilversmit, +HANSBACH genaamd. + +De Koffy-boon [2] koomt voort van den Koffy-boom, welke eene bevallige +gedaante heeft, en die men niet hooger laat groeijen, dan tot een mans +hoogte, om de vrucht des te gemakkelyker te kunnen plukken. De schors +van deezen boom heeft eene helder bruine kleur; en zyne bladeren, +zynde altyd groen, glad, glinsterend en hoog gekleurd var boven, +bleek van onderen, uitgesneden, maar zonder getand te zyn, aan de +beide einden puntig, aan de buitenkant stomp, drie of vier duimen +lang, en omtrent twee breed, zitten aan zeer korte steelen, en eene +uitspringende kant verdeelt dezelve benedenwaarts in twee gelyke +deelen. De boom is 'er geheel mede bedekt, en zyne takken spruiten op +eenen kleinen afstand van den grond uit. Deszelfs beziën zyn eirond, +in 't begin groen, en langzamerhand van kleur veranderende tot dat +zy ryp zyn, wanneer zy eene heldere roode kleur vertoonen, even als +de kerssen. Het vleesch van elk deezer beziën, hebbende eenen vry +aangenaamen zoetächtigen smaak, eene speceryen geur, en eene bleeke +kleur, omgeeft twee nootedoppen, die dicht aan elkander zitten, en +elk eene halve boon of zaad bevatten van een kraakbeenigen aart, eene +bleeke of geelächtige groene kleur, eyrond, aan de eene zyde bolrond, +aan de andere plat, en aldaar over deszelfs geheele lengte met eene +zeer diepe groeve doorsneden. Men zegt, dat één Koffy-boom drie of +vier ponden koffy by elken oogst kan opleveren; en even als andere +plantgewassen van dit Land geeft dezelve twee malen 's jaars vruchten. + +De gebouwen op eene Koffy-Plantagie, bestaan in het huis van den +Planter, het welk men, om de aangenaamheid, doorgaans aan den +oever van eenige Rivier plaatst; en dicht daarby, gemakshalven, de +woning van den opzichter, van den boekhouder, de magazynen, en kleine +bergplaatsen. De verdere gebouwen, tot de bewerking geschikt, zyn eene +wooning voor den timmerman, een timmerwerf, een zoort van schuur om het +vaartuig in te bergen, twee koffy-huizen, het één, om de boon van het +verdere gedeelte der vrucht af te scheiden, en het ander, om dezelve +te laten droogen. Het overige bestaat in woningen voor de Negers, +in een hospitaal, een beestenstal, en magazynen. Het geheel heeft het +voorkomen van een klein gehucht. Het koffy-huis alleen kost zomtyds +vyf duizend ponden sterling, en zelfs meer. Maar om een volkomener +denkbeeld van het geheel te geven, verwyze ik den lezer naar de daar +van door my gemaakte afteekening. Hy zal op dezelve zien de plaats der +gebouwen, de velden in hunnen vollen groei, de paden, de grachten, +de Huizen, alles behoorlyk onderscheiden. Eene dergelyke Plantagie, +op die wyze gerangschikt, vereenigt in zig aangenaamheid, gemak, en +veiligheid: aangenaamheid, om dat zy volmaakt regelmatig is; gemak, +om dat alles aldaar onder het bereik en het oog van den Planter verrigt +wordt; veiligheid, om dat zy door eene zeer breede gracht omringd is, +waar in het water uit de Rivier loopt, en waar over een valbrug legt, +die des nachts wordt opgehaald, en alle gemeenschap van buiten afsnydt. + +De landen, tot bebouwing geschikt, zyn in groote vierkante vakken +verdeeld, waarop doorgaans twee duizend fraaije koffy-boomen staan, die +op den afstand van tien voeten van elkander geplant zyn. Deeze boomen, +die op de drie jaaren vruchten beginnen te dragen, hebben op de zes +jaaren hunnen volkomen wasdom bereikt, en worden dertig jaaren oud. In +plaats van de boomen, die sterven, plant men jonge loten, die uit eene +kweekery gehaald worden, zynde een zeer wezentlyk gedeelte, waar aan +eene Plantagie nimmer gebrek moet hebben. Ik heb reeds opgemerkt, +dat men twee maalen's jaars oogsten kan: de eerste heeft plaats op +het einde van de maand Juny, de andere op het einde van November. + +Het is in dit oogenblik niet onäangenaam, Negers van allerleijen +ouderdom, deeze beziën van eene helder roode kleur te zien plukken; +en terwyl de meer bejaarden hunne taak afwerken, vermaken zig de +jongere, die reeds dezelve geeindigd hebhen, met onder een aangenaam +groen te stoeijen. + +Zy verschynen vervolgens allen voor den Opzichter, die de geenen, wier +manden niet vol genoeg zyn, doet zweepen, welke reden van verschooning +zy ook mogen bybrengen. Dit gedaan zynde, worden de vruchten in de +schuur gebragt, en de slaven keeren naar hunne woningen te rug. Om het +vleesch der vrucht van de boonen af te scheiden, worden de vruchten +in een molen, die daar toe gemaakt is, gewreven; vervolgens worden de +boonen in water geworpen, waar in zy een nacht blyven; men spreidt ze +als dan uit op een zoort van dorschvloer, gemaakt in de open lucht, +en met platte steenen, om daar op de boonen te laten droogen. Deeze +bewerking afgeloopen zynde, begint men wederom eene andere, byna van +gelyken aart, daar in bestaande, dat men de boonen op den vloer van +eene zolder uitspreidt. Aldaar dampen zy uit, en droogen inwendig, en +men draagt zorg om ze dagelyks met houten schoppen om te roeren. Om +de drooging volkomen te doen zyn, werpt men deeze zelfde boonen in +kuipen, die op rollen loopen, en men draagt zorg, dat ze niet door +den regen nat worden. Men wryft ze vervolgens in houten mortieren, om +de schil of het vlies, waar mede de boonen in de vrucht aan elkander +vast zitten, van één te scheiden. De Negers doen dit werk op de maat, +onder een algemeen gezang. + +Eenige Koffy-Plantagiën in Surinamen brengen jaarlyks meer dan +150,000 ponden gewicht voort; en, gelyk ik reeds heb opgemerkt, het +jaar voor onze komst, voerde men, alleen naar Amsterdam, 12,267,134 +ponden van dit aangelegen voortbrengzel uit, waar van de prys van +zeven tot agtien stuivers verschilde, maar die, midden door gerekend, +eene somme van 400,000 ponden Sterling opbrengen, zonder daar nog by +te rekenen het geen naar Rotterdam en Zeeland verzonden wierd. + +Dit is genoegzaam tot betoog, dat het aankweken der koffy allen +aandacht van de Planters verdient. Ten aanzien van derzelver +hoedanigheden is het onnoodig den lezer te onderhouden. + +Met deeze beschryving zal ik de waarnemingen eindigen, door my omtrent +de voortbrengzels van het Planten-ryk in deeze Volkplanting gemaakt, +naar mate dezelve zig aan my aanboden. Ik zal 'er echter byvoegen, +dat de verscheidenheid en buitengewoone eigenschappen der boomen, +planten, wortelen, enz. in dit Land, van dien aart zyn, dat zelfs de +oudste inwooners dezelven niet volkomen kunnen kennen. + +Het is eenige jaaren geleden, dat de Graaf GENTILLY, een kundig man, +met verscheiden Indianen de woestenyen van Guiana doorreisde. Hy +had een aantal aanmerkingen verzameld, waar uit de Kruidkunde groote +voordeelen stond te trekken, toen hy door eene kwaadäartige koorts +wierd aangetast, die hem in het midden zyner zoo gewichtige als +nuttige werkzaamheden in het graf sleepte. + +Na alzoo myne berichten nopens de verschillende voortbrengzels deezer +Volkplanting, voornanamelyk catoen, suiker, cacao, indigo en koffy, +geëindigd te hebben; na herhaald te hebben, dat de onderscheidene +boomen, heesters, planten, wortels, gommen, en welriekende dingen, +welken men aldaar ontmoet, uittermaten talryk zyn, en allen van +eene uitmuntende hoedanigheid, is my thans nog overig de belofte te +vervullen, door my gedaan, om aan het oordeel van het publiek eenige +aanmerkingen te onderwerpen, waar van de gevolgen, wanneer ze beöeffend +werden, een onëindig nut aan alle de West-Indische Volkplantingen +zouden aanbrengen, en haar groote rykdommen verschaffen, tevens het +geluk der slaven bevorderende, zonder dat men noodig zoude hebben +tot den handel op de kust van Guinée zyn toevlucht te nemen, om het +dagelyks verlies der Negers te herstellen. Maar het is noodzakelyk +voor af de manier aan te wyzen, op welke zy gerangschikt en behandeld +worden, overëenkomstig de byzondere gewoonte van deeze Volkplanting; +ik zal vervolgens opgeven, hoe zy, niet alleen volgens de wetten der +menschelykheid, maar ook volgens die van het gezond verstand behooren +te zyn. + +Ik heb reeds doen opmerken, dat 'er 75,000 slaven van allerleije +benamingen in Surinamen zyn. Om een getal te hebben, het welk zig +gemakkelyker laat verdeelen, zullen wy het stellen op 80,000, en, +daar de Plantagiën een getal van 800 beloopen, veronderstellen, +dat elke Plantagie 100 slaven heeft, (schoon verscheiden derzelven +'er niet meer dan 24, en andere wederom 400 hebben,) dus zullen +wy het getal van 80,000 vinden. De volgende staat of tafel wyst de +onderscheidene diensten of werkzaamheden aan, waar toe zy gebruikt +worden. De eerste reije bevat het getal der slaven van alle ambachten, +die tot elke Plantagie behooren; de tweede, de by elkander gerekende +getallen over alle de Plantagiën. + +Staat der Negers, zoo mannen als vrouwen, tot ééne Plantagie +behoorende, volgens derzelver onderscheidene diensten. + + + Op één Op 800 + Plantagie. Plantagiën. + +Vier mannen tot huisselyken dienst. 4 3,200 +Vier vrouwen, dito 4 3,200 +Een kok voor den Planter, +Opzichter, enz. 1 800 +Een jager 1 800 +Een visscher 1 800 +Een tuinman voor de bloem- en +moestuin 1 800 +Een Neger, die belast is met het +weiden van paarden en ossen 1 800 +Een om de geiten te weiden 1 800 +Een tot het weiden van de varkens 1 800 +Een Neger, wiens post is aan het +gevogelte eeten te geven 1 800 +Timmerlieden, om wooningen, +vaartuigen, enz. te bouwen 6 4,800 +Kuipers, om het vaatwerk te maken +en te herstellen 2 1,600 +Een metzelaar, om de steene +grondvesten te bouwen en te +herstellen. 1 800 +Negers, die eenig handwerk +oeffenen, en andere, die alleen +tot pronk dienen, wonende op +Paramaribo 15 12,000 +Een Neger, den post van +Heelmeester waarnemende 1 800 +Zieken en ongeneeslyken 10 8,000 +Eene minne voor de kinderen, die +door hunne moeders niet gezoogd +kunnen worden 1 800 +Zeer jonge kinderen, die nog geen +arbeid kunnen doen 16 12,800 +Negers, die te oud zyn om te werken 7 5,600 +Negers, alleenlyk geschikt om op +het Land te arbeiden 25 20,000 + --- ------- +Het geheele getal der slaven 100 80,000 + + +Uit deezen Staat kan men zien, dat het getal der slaven, die +verwezen zyn om den geheelen last van den arbeid op het veld te +dragen, slechts een vierde bedraagt van de gezamentlyke Negers +der Volkplanting; en deeze zyn het voornamelyk, die vroegtydig +sterven. Is het dus niet klaar, dat indien men tot den zelfden arbeid, +met zoo veel gestrengheid, de vyftig duizend slaven gebruikte, die +daar toe bruikbaar zyn, het getal der dooden, jaarlyks op vyf van +'t honderd beloopende, ten minsten tot twaalf vermeerderen zoude, +en deeze bevolking, in een weinig meer dan agt jaaren tyds, volkomen +vernielen zoude. + +Na getoond te hebben, hoe de slaven verdeeld worden, moet ik kortelyk +opmerken, dat zoo al dertig duizend van dezelven met meerder gemak +leven, dan het gemeene volk in Engeland; en andere dertig duizend +een ledig leven leiden, of ten minsten een leven, het welk tot in +standhouding der Plantagiën van geen nut is; de twintig duizend, die +dan nog overig zyn, over 't algemeen onder de ellendigste schepzels, +die op aarde woonen, gerangschikt kunnen worden. Men geeft hun +naauwlyks te eeten, men put hen uit door vermoeijing, men mishandelt +hen, men ryt hen door wreede straffen van één, zonder te gedogen, +dat zy hunne vorderingen en klachten laten hooren, zonder dat men naar +hunne verdediging begeert te luisteren, zonder dat men hun by eenige +gelegenheid het minste recht laat wedervaren; en op die wyze kan men +hen als levendig dood beschouwen, dewyl zy geene der voorrechten van +de menschelyke maatschappy genieten. + +Ik moet aan ieder mensch van gezond verstand vragen, of eene dusdanige +verdeeling niet strydig is met het waar belang der eigenaars, +terwyl dezelve door een verstandiger bestuur hunne rykdommen zouden +vermeerderen, en het leven van hunne slaven zoo zeer niet verkorten? + +Indien de onbedachtzaame inwooners deezer Volkplanting hunne weelde, +ik zal niet zeggen 'er van afzien, maar matigen wilden, zouden ten +minsten twintig duizend Negers by het getal der arbeidende gevoegd +worden, het geen door aan de lediggangers werk te verschaffen, +de anderen onëindig ontlasten zoude, en (mits zy allen met minder +wreedheid behandeld werden,) het zoort van sterfte zoude doen ophouden, +die zoo algemeen het lot der eerstgemelden is. + +Maar de hervorming moet begonnen worden met menschen, wier gedrag +ten voorbeelde strekken kan. Het is noodig, dat zy, wien het +uitvoerend gedeelte van het bestuur wordt toebetrouwd, geen belang +hebben, om de oogen te sluiten voor buitensporigheden, die by de +wetten verboden zyn: het is noodig, dat nimmer de Gouverneur, en +Regeeringen der Volkplanting, eigenaars zyn van een grooter getal +slaven, dan, overëenkomstig hunnen rang, tot den huisselyken dienst +by hun noodzakelyk is; want ik heb meer dan eens gezien, dat zy, +die de wetten maakten, of met derzelver uitvoering belast wierden, +de eerste waren, die dezelven overtraden, het zy door de Negers +te dwingen, om des zondags te werken, het zy door zig aan alle de +geweldadigheid hunner driften over te geven. + +Het is derhalven van aanbelang, dat de Gouverneur en de voornaamste +lieden der Regeering uit Europa gezonden worden; dat zy met de gaven +der fortuin, en de voordeelen van eene goede opvoeding begunstigd +zyn, maar bovendien, dat zy eenen edelmoedigen en standvastigen geest +hebben; dat zy onvatbaar zyn voor omkooping, en zig door den glans +van het goud niet laten verblinden; dat zy eindelyk met gevoelens +van eer en menschelykheid bezield zyn; dat het volk, aan het welk zy +eenen zoo wezentlyken dienst doen, dat de Volkplanting, welke zy zoo +kragtdadig beschermen, hun op eene edelmoedige wyze beloone; maar dat +hunne bezoldingen vast bepaald zyn, en niet van het zweet en bloed +dier ongelukkige Africaanen afhangen; dat deeze zelfde Regeeringen +wetten maken, waar by de arbeid der Negers bepaald wordt; dat deeze +door andere beschermende wetten gevolgd worden, die niet gedogen, +dat deeze ongelukkige slaven gefolterd, van één gereten, vermoord +worden, of dat men hun al het geen den mensch lief is, hunne kinderen +en vrouwen, onbeschaamdelyk ontroove; dat men hun behoorlyk voedzel +geeft, en hun in hunne ziekten laat oppassen; maar voornamelyk, dat +men hun recht laat wedervaren, dat men hen hoort, en hun toestaat, +om de buitensporigheden, waar over zy zig beklagen, door getuigen te +bewyzen, van welke kleur dezelve ook zyn mogen; dat men hun zelfs +een voorrecht laat genieten, het geen voor ons zoo dierbaar is, +om gevonnisd te worden door onäfhangelyke en onpartydige Rechters, +uit hunne landgenooten gekozen. Indien gy eindelyk wilt, dat zy als +menschen handelen en arbeiden, behandel hen dan op dien voet. + +Wanneer dusdanige wetten aangenomen en ter uitvoer gebragt werden, +durve ik verzekeren, dat de Europeesche volken onëindige voordeelen +van hunne Volkplantingen trekken zouden.--De Planters zouden ryk, en +hunne Opzichters ordentelyke lieden worden; de slavernye zoude dan meer +in naam, dan in de daad zyn; de Negers zouden hunne taak met vermaak +afwerken; de bevolking zoude vermeerderen, en de vervloekte handel op +de kust van Guinée zoude vernietigd worden. De eigenaars zouden hunne +slaven als hunne kinderen beschouwen, en als de zoodanigen, van welken +de vergrooting van hun fortuin afhangt; de slaven zouden van hunnen +kant den dag zegenen, dat hunne vooröuders in America zyn aangeland. + +Den 16den, by zyne Excellentie den Gouverneur ter maaltyd genoodigd +zynde, liet ik hem zien de verzameling van myne teekeningen en +aanmerkingen, die ik rakende de Volkplanting van Surinamen gemaakt had; +hy wilde dezelvcn wel met zyne goedkeuring verëeren. Ik betuigde hem +myne dank-erkentenis, niet alleen voor alle de geschikte gelegenheden, +welken hy my bezorgd had, om dien arbeid aan te vullen, maar ook voor +het allervriendelykst onthaal, het welk ik, geduurende myn verblyf +in Guiana, van hem genoten had. + +Door de herhaalde betuigingen van zyne vriendschap aangemoedigd, +dorst ik, twee dagen daar na, hem een zeer buitengewoon verzoekschrift +aanbieden, het welk ik hem verzogt aan den Raad voor te dragen, zoo +als hy my ook al glimlagchende, en my de hand drukkende, beloofde. Zie +hier het zelve: + +Ik verbinde myn woord van eer, het eenigste goed, het welk ik, behalven +myne soldye, bezit, tot borge, dat, indien de Raad myn voorig verzoek +tot vrymaking van mynen geliefden zoon JOHNNY STEDMAN toestaat, +dit kind nooit ten lasten der Volkplanting van Surinamen komen zal. + + (Getekend) + +Paramaribo, +den 18. February J. G. STEDMAN. +1777. + + +Daar mede alles, wat van my af hing, gedaan hebbende, wagte ik eenige +dagen met angst, maar zonder hoop, het antwoord op myn verzoek af; +en ingevalle hetzelve ongunstig uitviel, zag ik my genoodzaakt mynen +zoon voor altyd te verlaten, of hem naar Europa mede te nemen, waar +door ik den dolk in het hart van zyne moeder gestoken zoude hebben. + +Terwyl ik aan deeze zorgelyke onzekerheid ten prooije stond, +wierden de Transport-schepen tot ons vertrek gereed gemaakt, en ik +was onder het getal der geenen, die belast waren dezelven van eenen +genoegzamen voorraad van hout te doen voorzien. De Officiers ontfingen +de agterstallige soldye, die men hun verschuldigd was; en dertien +soldaten verkregen hun pasport, van oogmerk zynde te Paramaribo te +blyven. De bekwaame Colonel betaalde ons andermaal in papier. De +Regeering had ons bovendien eenige honderde guldens toegestaan, om +ons schadeloos te stellen wegens de betaling van onderscheiden lasten, +maar men deed 'er nooit rekening van, of liever het was ons verboden om +'er van te spreken. + +Den eersten Maart, bragt een Sergeant, uit het leger aan de +Cassipory-Kreek, alwaar het nieuwe krygsvolk geposteerd lag, +aangekomen, bericht, dat de soldaten aldaar in grooten getale stierven, +en verhaalde, dat zeker soldaat, die den 10den February verdwaald was +geraakt, na verloop van zes-en-twintig dagen was te regt gekomen; dat +hy de eerste negen dagen van eenige ponden scheeps-bisschuit geleefd +had, en dat hy de zeventien andere dagen het leven alleen met water +behouden had; dat hy zyne stem geheel en al had verloren, en dat hy, +in de volste kragt van 't woord, slechts een geraamte vertoonde; maar +dat de zorge, voor hem genomen, hoop gaf, dat hy het leven behouden +zoude. Indien iemand weigert de mogelykheid van zulk een buitengewoon +geval te gelooven, laat hy dan lezen een echten brief van den heer +GODIN aan den heer DE LA CONDAMINE, waar in hy het tafereel schetst +van het verschrikkelyk lyden, het welk zyne vrouw onderging, by het +doortrekken der bosschen van Zuid-America, om zig van Rio-hamba naar +Laguna te begeven, in de maand October 1769. Hy zal daar uit kunnen +zien, hoe eene vrouw van een teeder gestel, na door de Indiaanen, die +haar tot leidslieden dienden, verlaten te zyn geworden; na haare beide +broeders, die onder den last van zoo veele vermoeyingen en ellende +bezweken, verloren te hebben; tien dagen lang het leven behield, in een +wild bosch, zonder eeten of drinken, onbewust, waar zy zig bevond, en +door tygers, slangen en allerleije zoorten van gevaaren omringd. Laat +men het omstandig verhaal van al het lyden deezer vrouw lezen, en +men zal aan het verhaal omtrent deezen soldaat niet meer twyffelen. + +Ik heb in de daad nu en dan gebeurtenissen overgeslagen, die men, +om haare vreemdheid, zoude hebben kunnen denken aan het wonderdadige +zeer naby te komen; maar wanneer men van de bosschcn van dit gedeelte +van America spreekt, is het nutteloos zyne toevlucht tot verdichtsels, +of zelfs tot de minste vergrooting te nemen, om den lezer te verbaazen. + +Zoude men by voorbeeld gelooven, dat tachtig soldaten een zwaar +bosch doortrekkende, de een na den ander een zoort van hoogte +beklommen, welke zy op hunnen weg ontmoetten, en voor een grooten ter +nedergevallen boom aanzagen, maar vervolgens onder hunne voeten voelden +beweegen, en die niet minder was, dan eene zeer groote Aboma-Slang, +welken de Colonel FOURGEOUD bevond dertig of veertig voeten lang te +zyn? en met dit al, het gebeurde is met de waarheid overeenkomstig. + +Ik beroep my op een ander geval van gelyken aart; van eenen +achtenswaardigen grysaart, FRANCIS ROWE van Philadelphia, die my +verhaalde, dat hy aan één van zyne vrienden een bezoek zynde gaan +geven, zyn paard eensklaps stil stond, verschrikt zynde door een +zeer grooten ratelslang, die het voorbygaan belette. ROWE, die +van het gewaand vermogen, aan dit zoort van dieren toegeschreven, +had hooren spreken, en daar aan geloofde, steeg van zyn paard af, +om het zelve te doen omkeeren; maar de slang, zig intusschen in +malkander gekronkeld hebbende, liet het verschrikkelyk geluid van +zyne staart hooren, en keek hem met zulke vuurige oogen aan, dat +deeze onbeweeglyk op den grond bleef staan, en een koud zweet hem +van het hoofd tot de voeten afliep; "met dit al, dus vervolgde ROWE, +myne tegenwoordigheid van geest niet verloren hebde, wierd de vrees +door mynen moed spoedig overwonnen; ik naderde het monster, en met +eenen slag sloeg ik het de herssens in". + +Den 3den Maart, ging myn vriend DE GRAAF naar het Eyland St. Eustatius, +alwaar zyn broeder Gouverneur was, te scheep, om zig van daar +naar Holland te begeven. Tot myn groot genoegen nam hy HENDRIK, den +jongsten broeder van JOANNA, met zig, en bezorgde hem vervolgens zyne +vryheid. Ik zakte met hun de Rivier af, tot aan Kaap Braam, alwaar ik +hun eene goede reize wenschte. My vervolgens in een visschers vaartuig +naar 't strand begevende, bekroop my de lust, om in den Atlantischen +Oceaan te gaan zwemmen. + +In dit zelfde vaartuig zag ik eene groote meenigte visschen, waar onder +de zulken gevonden wierden, van welken ik nog niet gesproken heb, +als daar zyn de Geel-rug, de Wipi en de Waracou. De eerste ontleent +zyn naam naar zyne kleur, volmaakt gelykende naar die van een limoen, +maar zyn buik is wit. Hy is twee of drie voeten lang. Zyn kop is zeer +breed, en van twee lange knevels voorzien. Zyn lyf is dun en zonder +schubben. Het vleesch van deezen visch is smakeloos en droog. De +twee andere zyn zeer klein: de één gelykt naar een zweep; de ander, +die lekker om te eeten is, heeft voor 't overige niets, het welk eene +byzondere beschryving verdient. + +Den 8sten Maart vierden wy in het hoofd-kwartier den verjaardag van +den Prins van Orange. Na den maaltyd vernemende, dat de Capitain VAN +GUERICK, Adjudant van den Colonel FOURGEOUD, den Capitain BOLTS te +onrecht laakte, uit hoofde zyner aanbeveeling van een jong vrywilliger, +een mensch van een uitmuntend character, maar die weinige vrienden tot +zyne voorspraak had, ging ik in den kring, die hen omringde, en deed +vry ernstige verwytingen aan den Adjudant, zelfs in tegenwoordigheid +van den Colonel, het geen een geschil veröorzaakte, waar van het +gevolg was eene uitdaging tegen des anderen daags morgens by het +opkomen van de zon. Wy bevonden 'er ons beiden op den bepaalden tyd, +en gingen zonder medehelpers ter zyde af in de Savane, alwaar wy, met +den degen in de vuist, eenige vrugtelooze aanvallen deeden, waar na, +den degen van den Capitain in tweën gebroken zynde tegen het gevest +van den mynen, die byna door en door was gestoken, hy geheel in myne +macht was. Ik wilde van dit voordeel geen gebruik maken, en bood hem +aan, om het gevecht op nieuw te beginnen, met nieuwe wapenen: maar +hy vond dit voorstel zoo edelmoedig, dat hy, my by de hand vattende, +my verzocht hem myne vriendschap wederom te geven. Wy erkenden toen, +dat wy beiden al te driftig geweest waren, en gingen oogenblikkelyk +een bezoek geven aan den Capitain BOLTS, die niets van onze wandeling +van des morgens wist. Hy verzoende zig, schoon met moeite, met den +Adjudant, en de geheele zaak wierd op die manier bygelegd. + +Den 10den, bragt ik het grootste gedeelte van den dag by den Gouverneur +door; des avonds ging ik aan boord, om de toebereidzels onzer reize +te bezichtigen. Ik vond onze goederen zoodanig door muizen en rotten +beschadigd, dat ik wel zes katten noodig had, om die dieren uit te +roeijen. De katten zyn, uit hoofde van de warmte der luchtstreek, zoo +levendig en zoo talryk niet in Surinamen, als in Europa; ik merkte +ook op, dat zy kleiner en magerer zyn, en dat zy zeer spitse ooren +en bek hebben. + +Den 11den, zag ik met de grootste smart en verwondering de jonge +Juffrouw JETTY DELAMARE, dochter van wylen den heer DELAMARRE, een +fraai Mulatten meisjen, ten hoogsten veertien jaaren oud, die in den +Christelyken Godsdienst onderwezen was, en eene volmaakte opvoeding +genoten had, in ketenen geboeid, gelyk ook haare moeder, en eenigen +van derzelver naastbestaanden, en door een wacht van soldaten voor den +Raad gebragt wordende. Dit jong ongelukkig meisjen my herkend hebbende, +riep my, en zeide my, bitterlyk schreiende: "dat de eigenaar, aan wien +haare moeder toebehoorde, SCHOUTEN genaamd, haar voor de Rechtbank +deed brengen, om dat zy weigerde het werk van eene gewoone slavin +te verrigten, vermits zy buiten staat was zulks te doen, en ook, +volgens de opvoeding, welke zy ontfangen had, tot op dit akelig +oogenblik daar op nimmer had gerekend". + +De wetten van dit Land noodzaakten haar, niet alleen om zig aan dit +ellendig lot te onderwerpen, maar zy veröordeelden haar bovendien, +als mede haare moeder, en die geenen van haare naastbestaanden, +welken men verdagt hield, dat haar in de vordering van haare vryheid +zouden begunstigen, om in het geheim de straf te ontfangen, die voor +de slaven geschikt was; en zonder de menschlievendheid van den Fiskaal +WICHERS zoude dit verschrikkelyk vonnis zekerlyk ter uitvoer gebragt +zyn geworden. + +Zie daar, welke de gevolgen waren van de weinige zorge, die DELAMARE +had aangewend, om aan zyne dogter en derzelver moeder haare vryheid te +doen erlangen. De smartelyke vertooning, waar van ik oog-getuige was, +deed my voor mynen zoon beven; maar myne vrees was niet van langen +duur; want dien zelfden dag, op het oogenblik, dat ik zulks het minst +verwagtte, ontfing ik eene zeer beleefde boodschap van Gouverneur en +Raaden, medebrengende: "Dat de Raad, overwogen hebbende myne diensten, +myne menschlievendheid, en de oprechtheid, waar mede ik myn woord van +eer tot borg voor mynen zoon aanbood, ten einde hem, alvorens hem te +verlaten, een vry burger der weereld te zien; eenparig besloten had, +my by eenen brief plechtiglyk kennisse te geven, dat zonder verderen +omslag of kosten, myn verzoek was toegestaan; en dat, uit kragte van +dien, myn zoon voor altyd vry was". + +Niemand gaat schielyker van overmaat van smarte tot die van vreugde +over, dan ik zelf op dit oogenblik. De gevoelige JOANNA stortte +tranen van teederheid en erkentenis. Wy gevoelden ons geluk des te +sterker, om dat wy alle hoop verloren hadden, en byna veertig kinderen +van beiderleije kunne thans aan eene altoosduurende slavernye door +hunne vaders waren overgelaten, waar van zommige zelfs zig niet eens +verwaardigden, om eenige tyding van hun te vernemen. + +Eene omstandigheid, die my in de daad zeer buitengewoon toescheen, +bestond hier in, dat, schoon zommige fatsoenlyke lieden myne +gevoeligheid ten hoogsten prezen, het grootste getal echter myne +vaderlyke teederheid afkeurde, en dezelve als zwakheid of dwaasheid +beschouwde. In de eerste vervoering van myne vreugde, schoon ik +weinige goederen bezat om over te beschikken, maakte ik een uitersten +wil ten voordeele van dit geliefde kind. Ik benoemde de heeren GORDON +en GOURLAY tot uitvoerders van denzelven, en tot voogden over mynen +zoon, geduurende myne afwezigheid. Ik stelde hun vervolgens alle myne +papieren verzegeld ter hand, met verzoek dezelven te bewaren, tot +dat ik ze weder zoude opëisschen, of tot mynen dood; en dit gedaan +zynde, ging ik een bezoek geven aan den heer SNYDERHANS, Predikant +te Paramaribo, om hem te verzoeken tot het bepalen van eenen dag, +op welken JOHNNY STEDMAN zoude kunnen gedoopt worden. [3] + +Den 18den, kwam het overschietend krygsvolk van den Colonel +FOURGEOUD uit het leger aan de Cassipory-Kreek, en wy zetteden alle de +toebereidzels tot ons vertrek met yver voort. De vreugde, die het klein +getal zee-soldaten, welke hunne medgezellen overleefden, wegens het +te rug keeren naar hun vaderland gevoelde, was oorzaak, dat zy hunne +agterstallige soldye, welke zy ontfingen, aan overdadige verteeringen +besteedden, die gelegenheid gaven tot twisten, zoo onder elkander, als +met de soldaten van 's Compagnies krysvolk. Verscheiden wierden gewond, +anderen afgeklopt; en de rust herstelde zig niet dan met veel moeite. + +Het oogenblik van ons vertrek steeds meer en meer naderende, verliet +ik myne wooning; en, op de uitdrukkelyke uitnoodiging van Mevrouw +GODEFROY, bragt ik eenige dagen door in het huis, het welk zy in het +midden van haaren fraaijen tuyn, en onder de schaduwe van tamarinde- +en oranje-boomen, had laten bouwen, om JOANNA en haaren zoon daar in +te ontfangen, aan wien zy bovendien twee Negerinnen gaf, om haar te +dienen. Deeze aangenaame wooning was wel voorzien van huisraad, het +welk fraaiheid en gemak zamenpaarde. Hoe gelukkig zoude ik geweest +zyn met myn leven aldaar door te brengen.--Maar het noodlot had dit +anders bepaald. + +Den 22sten, vervoegde ik my met den Capitain SMALL, (die voor twee +maanden verlof had gekregen,) by den Predikant SNYDERHANS, welke, +tot myne groote verwondering, weigerde mynen zoon te doopen, onder +voorwendzel, dat ik, naar Holland vertrekkende, geene zorge konde +dragen, dat hy eene Christelyke opvoeding ontfing. Ik gaf hem ten +antwoord, dat ik mynen zoon aan voogden toevertrouwde; maar alle +vertogen waren vrugteloos; en aan dit styfhoofdig mensch geene reden +kunnende doen verstaan, ging ik heen, onder betuiging, dat al wilde +hy nu zelfs in het verzogte toestemmen, ik het niet begeeren zoude. + +Vermaken en vreugde heerschten toen te Paramaribo, even als by +onze aankomst. In alle wyken gaf men middag- en avond-maaltyden +en dans-partyen; maar ik was by geene, dan by die van myne beste +vrienden, tegenwoordig, waar onder ik steeds den Gouverneur NEPVEU +rekende. Hy besloot alle deeze festynen, waar in de inwooners der +Surinaamsche Volkplanting zoo verkwistend zyn, met één der treffelykste +en kostbaarste maaltyden. + +Den 25sten, wierd al het goed aan boord van het schip gebragt. + +Ik ontfing eindeloos veel geschenken van alle de lieden, met welken +ik eenige vriendschap gehad had. Myn voorraad van allerleije zoort +zoude voldoende voor my geweest zyn, om 'er den aardbol mede rond +te reizen. In een klein kistjen met sterken drank, vond ik een +fles oprechte oranje-oly, en nog één, welke men hier noemt oly van +tonca boonen. De eerste wordt gemaakt van oranje-schillen, welken +men tusschen den duim en voorsten vinger drukt; een langwyligen en +verdrietigen arbeid. Eenige droppels van deeze oly met suiker zyn +uitmuntend tot versterking van de maag, herstelling van eetlust, +en bevordering der verteering. Men heeft slechts één droppel noodig, +om de geur door eene geheele kamer te verspreiden. De tonca-boonen +groeijen, zoo men zegt, in eene dikke vleesachtige vrucht, en op +een zeer grooten boom. Ik heb geene andere dan drooge gezien, en dan +gelyken zy veel op pruimen. Zy dienen om aan de tabak, zoo in bladen, +als om te snuiven, een aangenaamen geur mede te deelen. + +Den 26sten, gingen wy gezamentlyk van zyne Excellentie den Gouverneur +afscheid nemen. Eenige oogenblikken daar na, kwamen de Officiers +van het krygsvolk der Sociëteit in het hoofdkwartier, om ons eene +behoudene reize toe te wenschen. + +De Colonel FOURGEOUD, ons dien zelfden dag ter maaltyd onthaald +hebbende, drukte my twintig malen de hand na den maaltyd, zeggende: +"Dat ik die jongeling was, dien hy op de weereld het meest beminde, +om dat, indien hy my bevolen had in het vuur of in het water te +loopen, ik het gedaan zoude hebben". Hy voegde 'er nog andere +beleefde aanmerkingen by; maar ik erken, dat, schoon ik wist te +vergeven, ik de verschrikkelyke gevaaren en onheilen, waar aan ik +buiten noodzaak bloot gesteld was geworden, niet vergeten kon. De +Colonel berigtte my tevens, dat hy niet met ons vertrekken zoude; maar +dat hy voornemens was, met het overschot van het nieuwe krygsvolk, +in 't kort zyn Regiment te volgen; en dat hy, by zyne aankomst in +Holland, my alle diensten bewyzen zoude, waar toe hy eenigzints in +staat was. Welke ook de beweegreden van zyne schielyke verandering +ten mynen opzigte moge geweest zyn, het is my genoeg te zeggen, dat +'er toen geene twee betere vrienden waren, dan de Colonel FOURGEOUD, +en de Capitain STEDMAN. + +Des avonds van dien dag nam ik in korten tyd afscheid van Mevrouw +GODEFROY, van den Heer en Mevrouw DEMELLY, van den Heer en Mevrouw +LOLKENS, van den Heer en Mevrouw GORDON; van den Heer GOURLAY, van +den Capitain MACNEYL, en Doctor KISSAM, die my allen de grootste +beleefdheden en het levendigst belang, zedert myne komst in de +Volkplanting, betoond hadden; maar ik had te veel te doen met iemand, +die my veel liever was, dan dat ik, met van hun afscheid te nemen, +het leed gevoeld zoude hebben, het welk ik by eene andere gelegenheid +zoude hebben ondervonden. Terwyl ik alle de hevigheid van myne +aandoening ten toon spreide, liet JOANNA niets van dien aart in myne +tegenwoordigheid blyken. Ik drong nog eenmaal by haar aan om my naar +Europa te vergezellen, en ik wierd door alle haare vrienden en door +Mevrouw GODEFROY daar in ondersteund. Zy was even onbuigzaam als te +vooren, en antwoordde my: "Dat hoe smartelyk ook eene scheiding, +die misschien voor eeuwig zyn zoude, vallen mogte, zy niettemin +verkoos in Surinamen te blyven, dewyl zy volmaakt overtuigd was, dat +zy niet gevoeglyk over haar zelven beschikken konde, en om dat het, +in haare tegenwoordige gesteldheid, beter was, dat zy de eerste van +haren rang in America bleef, dan een voorwerp van verachting, of een +last voor my, in Europa, te worden, het geen zeker stond te gebeuren, +zoo lang ons fortuin niet onäfhangelyker was". Op deeze laatste woorden +was zy blykbaar aangedaan, en zy ging ter zyde, om alleen tranen te +storten.--Wat konde ik zeggen of doen?--Niet wetende te antwoorden, +besloot ik, om, zoo mogelyk deeze moedige vrouw na te volgen, en +my aan myn lot te onderwerpen, tot het aandoenlyk oogenblik, dat ik +een vaarwel zoude uitspreken, het welk myn hart my aankondigde het +laatste te zullen zyn. + +De geheele krygsbende, den 27sten, des morgens ten zeven uuren, +bevel ontfangen hebbende, om zig naar den Colonel FOURGEOUD in het +hoofdkwartier te begeven, onttrok ik my aan alles, wat my in de weereld +lief was, aan zoon en moeder, zonder hen in hunnen slaap te stooren, +ten einde eene al te aandoenlyke vertooning voor te komen. De Colonel +geleide ons tot aan den oever, en wy gingen aan boord, door de vlag +en het geschut van het Fort en van de Schepen, die op de rheede lagen, +begroet wordende. + +Alle de Officiers met den Lieutenant Colonel DE BORGNES, die geduurende +den overtocht het bevel moest voeren, het middagmaal gehouden hebbende, +noodigde my de Colonel FOURGEOUD, om hem, tot des anderen daags +morgens, naar de stad te vergezellen; maar daar myn hart van droefheid +overstelpt was, bedankte ik hem voor zyn vriendelyk aanbod. Hy wenschte +ons dus eene voorspoedige reize, en keerde te rug in het gezelschap +van zynen Adjudant, den Capitain VAN GUERICK. By zyn vertrek, wierd hy +door negen kanon schoten, en een driewerf geroep van hoezee, begroet. + +Den 29sten Maart, des middernachts, het sein gegeven zynde, gingen +onze beide schepen onder zeyl, en zakten af tot aan het Fort Amsterdam, +alwaar zy het anker wierpen. + +De heeren GORDON en GOURLAY, welken ik tot voogden over mynen +zoon benoemd had, by den Colonel SEYBOURG, aan boord van het schip +Hollandia, ter maaltyd onthaald zynde, gaven zy my een bezoek; en +verzogten my met hun naar Paramaribo te rug te keeren. + +Het was my onmogelyk om voor de tweede maal te wederstaan aan een +aanzoek, om twee voorwerpen, die aan myn hart zoo dierbaar waren, +nog eens te zien. Ik stemde 'er in toe, en (moet ik het zeggen,) +ik vond JOANNA, die in myne tegenwoordigheid zoo veel kragt en moed +betoond had, in tranen wegsmeltende, en voor de overmaat van haare +moedeloosheid zwigtende. Zy had geen voedzel, hoe genaamd, gebruikt, +geen enkel oogenblik had zy de zoetigheden van den slaap gesmaakt, +noch een enkel woord uitgebracht, noch zelfs de plaats verlaten, +waar ik haar des morgens van den 27sten agterliet. + +Dewyl de schepen eerst na twee dagen zee moesten kiezen, was ik +zeer gereed om dezelven met deeze gevoelige vrouw door te brengen, +het geen haar moed scheen in te boezemen: maar, helaas! wy betaalden +deeze al te korte oogenblikken zeer duur. Naauwlyks waren 'er eenige +uuren verloopen, toen een matroos my eensklaps kwam kennis geven, dat +een sloep my wagte, om oogenblikkelyk aan boord te gaan. De moeder +van JOANNA nam het kind, dat in de armen van haare dochter rustte, +terwyl de laatstgemelde door Mevrouw GODEFROY ondersteund wierd. Haare +broeders en zusters omringden my, den Hemel deszelfs bystand voor my +afsmeekende, en eene treurige klaagstem opheffende. De ongelukkige +JOANNA, een meisje van slechts negentien jaaren oud, de oogen op my +gevestigd houdende, drukte my met kragt de hand. Zy kon niet spreeken, +haar geest was verwilderd; maar de tyd was daar! Ik drukte haar met +drift tegen mynen boezem, en nam één van haare hairlokken. Insgelyks +niet in staat zynde, een enkel woord uit te brengen, bad ik inwendig +den Hemel, om voor moeder en kind te waken. Toen sloot JOANNA haare +lieflyke oogen; de bleekheid van den dood overdekte haar aangezicht; +haar hoofd hing naar de laagte, en zy viel beweegloos in de armen van +haare aangenomene moeder. Ik verzamelde hier al myn moed en kragt +by elkander, en verliet de beide voorwerpen van myne levendigste +teederheid, die echter door de zorgen, omtrent haar aangewend, aan +niets gebrek hadden. + +Daar de sloep my steeds wagtte, ging ik, door myne vrienden vergezeld, +mynen ouden Colonel bezoeken; en hem de hand drukkende, vergaf ik hem +uit den grond myns harten, en stilzwygende, alle de verdrietelykheden, +die hy my veroorzaakt had. Hy was aangedaan; en ongetwyffeld, dit +was hy my verschuldigd! Ik wenschte hem allen voorspoed, en zakte +eindelyk de Rivier Surinaamen af. + +De schepen lagen dwars over kaap Braam, toen ik aankwam. De +Vice-Gouverneur TEXIER kwam ons aldaar goeden dag zeggen. Hy gebruikte +het middagmaal aan boord van één der twee schepen, en keerde te rug in +het gezelschap van de Capitains SMALL en FREDERIK, die my uitgeleide +gedaan hadden. By zyn vertrek wierd hy door zeven kanonschoten begroet. + + + +DERTIGSTE HOOFTSTUK. + +De Schepen ligten het anker, en steken in zee.--Overtocht.--Het +Zee-paard.--De Noordkaper.--De Haay.--De Zuiger-visch.--Het +Lootsmanmetje.--De Bruinvisch.--Zee-orkaan.--De Schepen landen in Texel +aan.--Ontscheping van het krygsvolk in de stad 's Hertogenbosch.--Dood +van den Colonel FOURGEOUD.--Besluit. + +Toen alles tot ons vertrek volkomen in gereedheid was, ligtten de +beide schepen, onder bevel van den Lieutenant Colonel DES BORGNES het +anker den 1sten April 1777, en zeilden noord- en noord-west-waarts +met een oosten wind, en stevige koelte. Ik bleef als een beweegloos +en stom mensch, in het agterste gedeelte van het schip, tot dat +de wolken ons beletteden land te bekennen. Na verloop van eenige +dagen echter gelukte het my, om myne droefgeestigheid te boven te +komen, en eene zoort van rust te erlangen. Daar toe was ongemeen +dienende deeze troostende aanmerking, dat, zoo ik my zelven in zeker +opzigt al benadeeld had, ik ten minsten drie belangryke persoonen, +JOANNA, JHONNY en QUACO namelyk, aan de slavernye onttrokken had, +welke weldaad zy overwaardig waren. Ik was voor deeze goede daad in +voorraad betaald, door de zorgvuldigheden van twee derzelven, waar +aan ik het behoud van myn leven te danken had, terwyl een onëindig +getal menschen rondöm my onder den last der onheilen bezweken was, +anderen hunne gezondheid, verscheiden het gebruik van hunne ledematen, +zommigen hun geheugen, en eindelyk één of twee hun verstand verloren +hadden; zynde allen de slagtöffers van eenen gestrengen dienst in +eene noodlottige luchtstreek. + +Van byna twaalf honderd wel gestelde mannen, die tot deezen tocht +waren ingescheept, kwamen 'er ten hoogsten honderd in hun vaderland +te rug, en onder deezen bevonden 'er zig misschien geen twintig in +volmaakte gezondheid. Men telde onder de dooden, (de Heelmeesters +daar onder gerekend) tusschen de twintig en dertig Officiers, onder +wier getal drie Colonels en één Major waren. Dusdanig moet de uitslag +zyn van de gelukkigste krygsönderneemingen in een brandend heet land, +het welk met moerassen en bosschen doorsneden is. + +Den 14den April gingen wy over den zonne keerkring. Vervolgens de koers +veranderd hebbende, zeilden wy noord-noord-oost, en noord-oost-waarts, +en wy wierden door stilte overvallen. Ik moet niet vergeten te +verhaalen, dat wy ons op vyftien graden noorder breedte bevindende, +de streeken overzeilden, welken men doorgaans de groene Zee noemt, +uit hoofde van de meenigvuldige zeegewassen, waar van zommige, +tusschen twee bladen papier uitgespreid en in de zon gedroogd zynde, +zeer merkwaardig zyn, en boomen, heesters, bloemen vertoonen, en +stukjens van verschillende zoorten van visschen en schelpen in zig +bevatten. Wy zagen ook het Zeepaard, een visch, die agt of negen +voeten lang is: deszelfs lichaam is met kraakbeenige ringen gevormd; +zyn bek is langwerpig, en zyn kop met een zoort van hoofdhair bedekt. + +Den 19den, hield de stilte nog aan. Dagelyks wierden wy vermaakt door +het gezicht van eene groote meenigte vliegende visschen, zee-braassems +en noord-kapers, die voor en agter de schepen zwommen en speelden, +als of zy ons gezelschap hadden willen houden. De Noordkaper is een +visch, tot het geslacht der groote visschen behoorende; hy gelykt een +weinig naar den Dolphyn, maar is veel grooter, en koomt in gedaante +na by den walvisch; zomtyds is hy twintig voeten lang, en ongemeen +vet. Zyn kakenbeen is van veertig zeer scherpe tanden voorzien. Hy +werpt het water uit, door twee neusgaten, en zyne kleur is bruin. Wy +zagen ook van tyd tot tyd, op eenigen afstand van de schepen, en +boven de golven, groote Noordkapers. + +Dit zoort van visch gelykt zeer veel naar de Groenlandsche walvisschen, +maar hy is veel gevaarlyker, om dat zyne gestalte kleinder, en zy +ne gedaante platter is. Zyn kakebeen is ook korter, en van kleine +knevels voorzien. Zyne huid is witter, en zeldzaam geeft hy meer dan +dertig vaten traan. + +Den 22sten, begon het weder op eene zichtbaare manier te veranderen. Al +het scheepsvolk wierd door verkoudheid, en verscheiden door de koorts +aangetast. + +Den 30sten, was een ieder zoo zwak, dat de dienst met moeite volvoerd +wierd. Wy hadden reeds twee matroosen en één soldaat verloren. Den +Lieutenant Colonel DES BORGNES zig zeer ongesteld bevindende, wierd +my het bevel voor eenige dagen opgedragen. Dewyl het andere schip toen +voor uit, en byna buiten het gezicht was, liet ik een vlag opheisschen, +en een kanon-schoot doen, om het zelve te rug te roepen, gelyk ook +oogenblikkelyk gebeurde. + +Toen dien zelfden dag een groote Haay aan één der zyden van ons schip +zwom, deeden wy vergeefsche pogingen om hem te vangen. De zee bevat +verscheide zoorten van visschen van den zelfden naam, maar deeze is +de verschrikkelykste van allen, uit hoofde van zyne grootte, want +hy weegt zomtyds duizend ponden, en is zestien of agttien voeten +lang. Zyn kop is platachtig en breed, en men bespeurt in den zelven +twee gaten, door welken het dier het water laat uitspringen. In alle +rigtingen draait hy zyne vooruitstekende oogen, die zyne vraatzucht +te kennen geven. Beneden dezelve is zyn bek geplaatst, die zoo breed +is, dat hy een grooten hond in eens zou inslokken. Zyne tanden, +in vyf of zes reijen gerangschikt, zyn zoo snydend en sterk, dat hy +den arm of het been van een mensch met het grootste gemak afbyt; het +geen verscheidene maalen gebeurd is. Zyn geheele lyf gelykt volmaakt +naar dat der zee-honden, welken men in de Noordelyke Zeeën vindt. Hy +heeft vyf vinnen, één op den rug, twee aan de borst, en twee aan +den buik. Zyn staart is vorkswyze uitgesneden; maar het bovenste +gedeelte is het langste. Van zyne ruwe en slymige huid maakt men +segryn leder. De Haay zwemt altyd met kragt, maar hy is genoodzaakt +zig op zyde te wenden, om zynen buit te pakken, het geen oorzaak is, +dat hem verscheiden visschen ontsnappen. + +De Zuiger-visch is een visch, welken men dikwerf vindt, aan de kiel +der schepen en aan de groote zee-monsters, zoo als 'er aanstonds +één derzelven door my beschreven is, vast zittende. Hy heeft eene +gryze kleur, en is twintig duimen lang. Zyn lyf, van eene ronde +gedaante, wordt naar de staart dunner. Zyne vinnen zyn geplaatst, +als die van de Haay. Zyn zuiger maakt hem het meest merkwaardig. Het +is eene kraakbeenige zelfstandigheid, van eene eironde gedaante, +door zydelingsche balken van gelyken aart, die snydend en getand zyn, +afgedeeld. Dit gedeelte van den Zuiger-visch hecht zig met zulk eene +kragt aan alles vast, dat, wanneer hy vast zit, de zwaarste golven +niet in staat zyn hem los te maken. + +Het is gepast alhier melding te maken van het Lootsmannetje. Hy is +klein, en verrykt met de schitterendste kleuren, namelyk bruin met +een gouden weerschyn. Men zegt, dat hy niet alleen gevoed wordt door +het overschot der visschen, welke de Haay laat vallen, maar zelfs +dat hy by deszelfs buit de wacht houdt, en van die byzonderheid zynen +naam ontleent. + +Van het begin van den overtocht af, ging ik bloots hoofds en +barrevoets; maar den eersten May, juist een maand na ons vertrek, +was ik genoodzaakt my te kleeden, even als myne mede-reisgenooten. + +De Heer NEYSSENS, één van onze Heelmeesters, een Crabbo-dago, een +zeer verslindend dier, aan boord hebbende, geraakte dezelve omtrent +te deezer tyd uit zyn hok los, en doodde in éénen nacht alle de +aapen, alle de papegaijen, en al het gevogelte, dat zig op het verdek +bevond. De lieden, die de wacht hadden, redden zig met weg te loopen, +maar één van hun had de onverschrokkenheid, om hem met een stuk hout +dood te slaan. + +Den 3den, hadden wy, op veertig graden zuid-ooster breedte, zwaare +regenbuiën, en stormwind. Dezelve vermeerderde dagelyks tot den 9den, +wanneer hy gematigder begon te worden. + +Wy zagen toen Bruinvisschen. De visch van deezen naam heeft vyf of zes +voeten lengte, is zeer vet, zonder schubben, en van eene zwartachtig +blaauwe kleur. Zyne oogen zyn klein; hy heeft puntige tanden, en een +zeer langwerpigen bek. Hy heeft drie vinnen, één op den rug, en twee +aan de borst. Zyn staart is horizontaal, op dat hy boven het water +zoude kunnen springen; het geen hy meenigmalen doet, het zy om te +snuiven of adem te halen, en men kan dan van zeer verre af het gesnuif +van zyne neusgaten hooren. Het vleesch van den Bruinvisch is rood, +en gelykt veel naar zommige zoorten van varkensvleesch. + +Den 13den, geduurende een vierde gedeelte van den morgen, en op een +korten afstand van de Azorische Eilanden, wierden wy door eenen +geweldigen storm uit het oosten beloopen. Eene bramsteng dreef +kort daar na op zyde van ons schip voorby. Wy vernamen vervolgens, +dat dezelve van een Hollandsch Oost-Indisch Compagnies Schip was, +het welk in zyne te rug komst in de nabyheid van het Eiland Tercéra +met man en muis verging. + +Den 14den, was de wind zoo geweldig, dat wy onze groote bramsteng +verlooren, en het groote zeil scheurde. Het andere schip verloor te +gelyker tyd zyn boeg-spriet. + +Den 15den, kregen wy een orkaan, vergezeld van blixem, donder, en +zeer zwaren regen. Dezelve duurde den geheelen nacht, en nam onze +mast weg. Het volk was uittermaten vermoeid, en naauwlyks bestand +tot den arbeid, die 'er noodig was, om eene schipbreuk voor te komen. + +De twee volgende dagen behielden wy tegenwind, met een reef in het +fokkezeil. De golven klommen bergs hoogte, en sloegen aanhoudend over +het schip heen. Nacht en dag moesten wy pompende blyven. Kort daar +na deeden wy de gewoone groete aan het Hollandsch Fregat de Alarm, +het welk ons zulks wederkeerig bewees. + +Den storm eindelyk ophoudende, peilden wy negen vademen water. Maar +de wind eensklaps noord-oost-waarts draaijende, dreeven wy den mond +van het Kanaal in, tot des morgens van den 21sten, wanneer, ten half +twee uuren, het andere schip een schot deed, om ons te berigten, +dat de vuurbaak der Sorlings Eilanden in het gezicht was; en des +morgens ten vier uuren kwam 'er een loots aan boord. + +Op de hoogte van Douvres eene stilte van agten-veertig uuren gekregen +hebbende, zagen wy eerst den 27sten de Hollandsche kust. Dien +zelfden dag kogten wy beste visch, ons door eene Scheveningsche pink +aangebragt, en wy onthaalden 'er al het volk op, schoon nimmer een +schip beter van voorraad voorzien was. + +Ons geduurende den nacht van de wal afhoudende, kregen wy eindelyk +Kykduin en den Helder in 't gezicht. Den 28sten, des morgens ten drie +uuren, wierpen de beide schepen het anker op de rheede van Texel, +na negen kanon-schoten gedaan te hebben. + +Den 30sten, in de Zuiderzee het kleine Eiland Urk voorby gezeild zynde, +geraakten de beide schepen, het voor den wind hebbende, van zelf op +het Pampus, eene zeer groote zandbank, met water overdekt, niet verre +van Amsterdam afgelegen, en aan deeze Stad tot een natuurlyke wal ter +beschutting tegen alle buitenlandsche vyanden dienende. Alle schepen +moeten daar over heen gaan, of tusschen beiden door geleid worden; +en dit laatste middel verkozen wy. + +Eenige Noorweegsche schepen kwamen te gelyker tyd met ons aan. Allen, +die zig op dezelven bevonden, zaten in hun hembd op het dek, en waren +nat van het zweeten, terwyl wy in mantels gedoken waren, en gevoerde +mutsen op het hoofd hadden, om ons tegen de koude te beveiligen. + +De stad Amsterdam zond thans eene groote meenigte ververschingen aan +boord, dezelven aan de verlossers eener Volkplanting aanbiedende, by +welke zy een zoo merkelyk belang had. Het volk van onze beide schepen, +op 't punt zynde van hunne nabestaanden en vrienden weder te zien, +was opgenomen van vreugde. Men moet echter daar van een enkelen +uitzonderen, die thans van zyn geluk verstoken was. + +Den 3den Juny, ging ons volk over op zes kleine vaartuigen, waar mede +zy naar 's Hertogenbosch werden overgevoerd, eene Stad, alwaar men +deeze krygsbende voltallig maakte, en dezelve in bezetting hield. By +het ontschepen begroetten ons onze schepen met negen kanon-schoten, en +wy beantwoordden hen met een driewerf geroep van Hoezée. Wy namen den +weg over Saardam, Haarlem en ter Goude, welke plaatsen ik zeer fraay +vond: ik bewonderde vooral de geschilderde glazen van de hoofdkerk +der laatstgemelde stad. Maar de inwooners, die, door nieuwsgierigheid +gedreven, ons in meenigte omringden, scheenen my toe een wonderlyk +slag van menschelyke wezens te zyn, met lappen bekleed, en door de +gaven der natuur zeer weinig begunstigd. Het was tegen dit volk niet +alleen, dat ik zulk een vooröordeel had; alle de Europeanen hadden +by my een gelyk voorkomen, wanneer ik ze vergeleek by de geenen, die +ik verlaten had, by die menschen, wier oogen vol vuur zyn, de tanden +zoo wit als ivoor, en de huid steeds van eene ongemeene zindelykheid +glinsterende. Intusschen dagt ik niet aan het buitengewoon voorkomen, +het welk wy maakten, wier taanige kleur door de zon verbrand was, +en die, door zoo veele ellenden en vermoeijenissen uitgeput, niets +meer dan wandelende geraamten waren. Ik zoude 'er kunnen byvoegen, +dat wy zoo lang in de bosschen geleefd hebbende, geen ander voorkomen +dan van wilde menschen hadden; en ik zelf in 't byzonder verdiende +en verkreeg dien bynaam. + +In dien staat kwam ik in de Stad s' Hertogenbosch aan, alwaar onze +laatste ontscheping den 9den plaats had. + +Op deeze wyze eindigde één der buitengewoonste tochten, die immer +door Europeesch krygsvolk waren ondernomen, en waar by men slechts +op eenen verren afstand den oorlog tegen de Americaansche Zeeroovers +in vergelyking stellen kan. + +By onze aankomst ontmoetten wy den Lieutenant Colonel WESTERLOO, die, +in 't jaar 1773, in Europa ziek was te rug gekomen, en thans zelfs +nog niet geheel en al hersteld was. Hy noodigde my, benevens eenigen +van myne medgezellen, ter maaltyd aan eene gemeene tafel, voor een +gedeelte bestaande uit Hollandsche Officiers, die zig beklaagden, dat +het eeten naar den rook smaakte, en dat het rundvleesch slecht was; +terwyl wy, ellendige gelukzoekers, verklaarden nooit beter maaltyd +gedaan te hebben. Maar te gelyker tyd, dat deeze heeren de lekkerheid +der aardbeziën, kerssen, en andere Europeesche vruchten roemden, +vonden wy dezelven verre beneden de advocaaten-peer, de water-meloen, +de ananas, enz. die ons zoo langen tyd tot eene lekkernye gestrekt +hadden.--Alles wat in deeze weereld goed of kwaad is, is enkel +betrekkelyk, of door vergelyking. + +Des anderen daags wierden wy op de parade aan den Generaal HARDENBROEK +voorgesteld. + +Den 18den, ontfingen wy onze agterstallige soldye, en men stond +aan allen, wien zulks geliefde, toe, om tot hun voorig Regiment te +rug te keeren. Zommige soldaten hadden vier of vyf honderd guldens; +maar zy bragten ze zeer schielyk door. + +Het was toen het oogenblik ter uitvoering van myn reeds voorlang +genomen besluit, om namelyk het Regiment van den Colonel FOURGEOUD +te verlaten. Dadelyk na onze ontscheping, verzogt ik myn ontslag aan +den Prins van Oranje, die my het zelve den 20sten verleende, en my +aanstelde tot Capitain onder het Regiment van den Generaal STUART, +het welk ik in September 1772 verlaten had. + +Ik veranderde dus van monteering, en kleede mynen getrouwen QUACO +in eene deftige livrey. Ik onthaalde vervolgens myne reisgenooten, +met welken ik zoo veele gevaaren had doorgestaan, ter maaltyd, +en wy scheidden van elkander met wederzydsche betuigingen van eene +eeuwigduurende vriendschap. Des anderen daags morgens vertrok ik, +om my by myne oude krygsbende te vervoegen, alwaar ik met de blyken +van de levendigste vreugde ontfangen wierd. + +Den 25sten Augustus, begaf ik my naar het Lusthuis het Loo, in +Gelderland, alwaar ik door mynen Colonel wierd voorgesteld aan zyne +Doorluchtige Hoogheid, den Stadhouder, die my op de vriendelykste +wyze ontfing, en my spoedig bevorderde tot den rang van Majoor in +het Regiment, waar toe ik thans behoorde. + +Ik had ook het genoegen, om eenigen van myne oude medgezellen, +en zelfs die geenen, die zonder het te weten, met hunnen ondergang +bedreigd waren geworden, op eene eerlyke wyze beloond te zien. + +Den 24sten September, ging ik naar den Hage, alwaar ik zyne +Doorluchtige Hoogheid verzogt, om agttien beeldtenissen van wasch, +door my zelven gegoten, als een blyk van erkentelykheid te willen +aanneemen, gelyk hy ook de goedheid had te doen. Zy verbeeldden +Indianen van Guiana, en Negers uit de Volkplanting van Surinamen, +met onderscheiden arbeid bezig zynde op een Eiland, het welk op een +glas van krystal geplaatst was. + +Ik gaf ook mynen Neger QUACO (met zyne toestemming,) aan de Gravin +VAN ROSENDAAL, aan wier geslacht ik groote verpligtingen had, +tot een geschenk. Deeze vrouw, verrukt over het goed gedrag en de +eerlykheid van deezen jongen Neger, liet hem met myne goedkeuring naar +mynen naam doopen, met belofte, dat zy altyd voor hem zoude zorgen, +en hem voordeelen doen genieten, welken ik niet in staat was hem +te beschikken. + +Omtrent op het einde van de maand October, boden de Bewindhebberen +der Compagnie van de Berbices my den post aan van Vice-Gouverneur +deezer Volkplanting, in de nabyheid van die van Surinamen gelegen. Ik +begaf my dus naar Amsterdam, om te vernemen, welke hunne voorslagen +waren. Zy bepaalden my eene zeer zwaare bezolding, en beloofden +my groote voordeelen; maar ik hield aan op de belofte, om aan den +tegenwoordigen Gouverneur by deszelfs eerder afsterven te zullen +opvolgen, als mede op eene behoorlyke jaarwedde, by myne te rug komst, +na een bepaald getal van jaaren. Deeze heeren beweerden dit verzoek +niet te kunnen toestaan, en dienvolgende bedankte ik hun voor hun +aanbod. Ik oordeelde het voorzichtiger te zyn myne gezondheid in Europa +te herstellen, dan andermaal in de gezengde luchtstreek te gaan kwynen, +zonder hoop om, in myn vaderland te rug komende, myne dagen in stilte +te kunnen eindigen. Intusschen kreeg ik spoedig myne kragten wederom, +en was zoo welvarende, als ik immer geweest was. Onder honderd van +myne medgezellen was 'er ter naauwer nood een enkele, die op zulk +een geluk roemen konde. + +De Colonel FOURGEOUD zelf had weinig genot van zyn fortuin. Eenigen tyd +na zyne te rug komst in Holland, wierd hy in zyn bed dood gevonden. Hy +wierd met alle krygsëer in den Hage begraven. + +Zyn gezworen vyand, de Gouverneur der Volkplanting Surinamen, +overleefde hem niet lang. Zyne plaats wierd door den Colonel TEXIER met +eere vervuld, aan wien de waardige heer WICHERS naderhand opvolgde. [4] + +Den Duitschen Keizer de grenssteden van Holland in 't jaar +1782. hebbende ingenomen, was het Regiment van den Generaal STUART +het laatste, het welk de stad Namur ontruimde, alwaar het Keizerlyk +krygsvolk dien zelfden dag, dat hy 'er uittrok, binnen rukte. Kort +daar na wierd de Schotsche Brigade, waar van de soldaten uit +lieden van allerleije natiën bestonden, door de Staaten van Holland, +genaturaliseerd, dat is, tot drie Hollandsche Regimenten gevormd, ter +gelegenheid van den oorlog met Groot-Britanniën, die ons, de meeste +voornaame Officiers en my zelven, noodzaakte om ons afscheid te nemen, +als tegen onzen Koning en ons Land niet begeerende te dienen. + +De Prins van Orange gaf my, by het verleenen van myn afscheid, den rang +van Lieutenant-Colonel. Toen wy allen in Engeland waren te rug gekomen, +nam zyne Brittannische Majesteit, uit hoofde van onze getrouwheid, +ons onder zyne bescherming. Den 18den Juny, wierden elf van de onzen, +onder wier getal ik het geluk had te behooren, te Saint James door +den Generaal CONWAY aan den Koning voorgesteld, en hadden de eer om +de hand van zyne Majesteit te kussen. + +Den 27sten van dezelfde maand, wierd ons allen, door het Huis der +Gemeente in het Engelsch Parlement, eene halve soldye toegestaan, +volgens den rang, dien elk van ons bekleedde op het oogenblik, dat +hy uit het Regiment ontslagen wierd. [5] + +Het Publiek zal zig een denkbeeld van de oudheid en dapperheid der +Schotsche Brigade kunnen vormen, wanneer hy onderrigt wordt, dat +dezelve in 't jaar 1570. in Holland ontscheepte, onder den naam van +vrye Compagniën, onder het bevel van eenige Edellieden van den eersten +Schotschen adel; en dat zy naderhand altyd heeft uitgeblonken in de +oorlogen, door Holland gevoerd, zoodanig dat zy den eernaam verdiend +heeft van het bolwerk der Republiek. + +Ik zal myn verhaal besluiten met nog eenmaal aan te stippen eenen +naam, dien men zoo dikmaals heeft aangetroffen, den naam van JOANNA, +van JOANNA, die niet meer in leven is! + +In den loop van de maand Augustus 1783, ontfing ik van den heer GOURLAY +eenen brief, die my het hart doorboorde. Dezelve gaf my bericht, dat +de schoone en deugdzaame JOANNA den 5den November was overleden, en +dat men haaren dood aan vergif toeschreef. [6] Men had verdenking, dat +haar vergif was ingegeven uit nyd en jaloersheid, die men tegen haar +had opgevat, uit hoofde van de blyken van byzondere achting, die haar +van wegen haare meer dan gemeene hoedanigheden door de aanzienlykste +lieden in de Volkplanting bewezen werden. Haare moeder door aanneming, +Mevrouw GODEFROY, bezorgde aan haar lyk eene eerlyke begravenis in +het bosjen van oranje-boomen, door haar bewoond. Het beminnelyk kind, +het welk zy my agterliet, wierd my toegezonden met een bankbriefjen +van twee honderd ponden sterling, zynde deszelfs byzondere eigendom, +door hem van zyne moeder geërfd: zyne beide voogden overleden korten +tyd daar na. + +Hy wierd in het Graafschap Devon opgevoed, en muntte uit door schielyke +vorderingen in zyne studiën. Hy bezat alle de goede hoedanigheden van +eenen zeeman, en deed twee reizen naar de Westïndiën. In den oorlog +tegen Spanje, diende hy met eere als Adelborst op de schepen zyner +Majesteit Southampton en Lezard. Hy was steeds gereed, om ten nutte +van den dienst zig aan alle gevaaren bloot te stellen. Maar hy leeft +niet meer; hy is op zee gebleven, op de hoogte van het Eiland Jamaica. + +Ik heb dus aan den lezer niets meerder te berigten aangaande het lot +der geenen, die my zoo dierbaar waren. Laat het my alleenlyk geöorloofd +zyn, hem by het slot van dit myn verhaal te herinneren, dat ik in alle +myne opgaven de eenvoudige waarheid steeds tot leidsvrouwe genomen heb. + +Einde der Reize van den Capitain STEDMAN. + + + + + + + +AANHANGZEL TOT DE REIZE VAN J. G. STEDMAN, +ACHTER DE FRANSCHE VERTAALING VAN DEZELVE GEVOEGD + + + +VOOR-BERICHT. + +De Burger LESCALLIER, Oud-Bestuurder van Guiana; + +Aan + +Den Burger BUISSON, Boekhandelaar. + +Parys, den 1sten Fructidor, 't VIde Jaar der Republiek. + +Ik heb, Burger! het werk gelezen, door u aan my medegedeeld, ten titul +voerende; Reize naar Surinamen, en door de binnenste gedeelten van +Guiana, door den Capitain STEDMAN, uit het Engelsch vertaald. Ik heb +het, over het algemeen, belangryk gevonden; het behaagt my inzonderheid +uit hoofde van den geest van menschlievendheid en eerlykheid, die +daar in doorstraalt. Zoo dikwils hy het stuk der slavernye behandelt, +als mede het droevig lot der zwarten in deeze Volkplantingen, ziet +men, dat deeze Schryver met vrymoedigheid ontvouwt, en ten hoogsten +afkeurt de wreede handelwyze van zommige dienaaren, en de lydende +menschelykheid oprechtelyk beklaagt. Ik heb echter met eenig leedwezen +gezien, dat hy zelf, in verscheidene omstandigheden van zyn gedrag, +ten deezen opzigte niet altyd onbesproken geweest is. Ik beroep my, +onder anderen, op de behandeling, welke hy, op een valsch bericht, +aan zynen Sergeant FOWLER aandeed, wien hy, zonder een woord te +spreken, zes bambous-rieten op het hoofd aan stukken sloeg; zynde +dit geweest het ellendig uitwerkzel van gramschap, die voor geene +reden vatbaar is: (zie I. Deel, bladz. 256.) maar men moet dit een +en ander over het hoofd zien, wanneer men daar tegen met een gunstig +oog beschouwt den nadruk en de waarheid, die een verhaal kenschetsen, +waar van zelfs de Schryver niet heeft agterwegen gelaten, het geen in +zyn nadeel was, als mede een jeugdig, opvliegend en driftig gestel, +het welk in zekere oogenblikken zig zelven niet meer meester is. + +Gy verlangt, om dit werk vollediger te maken, eenige nadere +hyzonderheden rakende de verdere gedeelten van Hollandsch en Fransch +Guiana, welken ik bewoond en doorkruisd heb. Gy hebt gemeend, dat ik +u de middelen zoude kunnen aan de hand geven, om, tot vermaak en ten +nutte van het Publiek, deeze beschryving van Guiana aan te vullen, +door eenige andere aanmerkingen, betrekkelyk deeze landstreeken, +by elkander te verzamelen. + +Altyd gereed, om aan myne mede-burgeren nuttig te zyn, heb ik +niet geaarzeld de gelegenheid waar te nemen, welke gy my aanbood: +met dit al, na rypelyk daar op te hebben doorgedacht, heb ik in +deeze onderneming veele hinderpalen ontmoet, die my wel niet van de +uitvoering myner belofte doen te rug keeren; maar my de toegevendheid +van het Publiek doen verzoeken, daar de aanmerkingen, om verscheidene +redenen, die ik u ontvouwen zal, zoo volledig niet zyn kunnen, als +ik wel verlangd hadde. + +Het is veertien jaaren geleden, dat ik de ééne, en elf jaaren, dat +ik de andere deezer Volkplantingen niet gezien heb. Zedert dien tyd +hebben verschillende bezigheden van eene onëindige beslommering, +andere reizen, myn geheugen met een aantal denkbeelden, en nieuwe +zaken beladen. Om een behoorlyk werk over deeze twee gedeelten van +Guaina by één te brengen, zoude ik meer dan ooit noodig hebben in het +bezit te zyn van de gedenkschriften en geschrevene berigten, welken ik +by elkander had verzameld; maar, door onderscheidene toevalligheden, +zyn de meeste myner papieren en handschriften verloren of verstrooid +geraakt. + +Aan den anderen kant heb ik, ten nutte van het Regeerings-Bestuur, +een werk over Fransch Guiana [7] uitgegeven, waar in ik alle die +gezichtpunten heb by één verzameld, die ik het nuttigst oordeelde, +en de byzonderheden, die my met opzigt tot deeze landstreeken het +gewichtigst voorkwamen: ik zoude hier niets anders kunnen doen, +dan het door my reeds geschrevene te herhaalen. + +Wat Hollandsch Guiana betreft, zynde gelegen boven Surinamen, dat is +meer naar de west-zyde, en het welk ik twee jaaren lang bewoond en +als Opperhoofd bestuurd heb, het zelve bestaat in drie Volkplantingen, +aan de oevers van drie voornaame Rivieren gelegen; de Volkplanting de +Berbices, waar van de grensscheidingen zig tot aan de Rivier Corantyn +uitstrekken; die van Demerary en van Essequebo, zig met Spaansch +Guiana uitstrekkende tot de Rivier Poumaron. Deeze Volkplantingen by +elkander gerekend, bevatten eene uitgestrektheid van zestig mylen aan +de zeekusten, waar van de beschryving in veele opzichten dezelfde +zoude zyn, als die der kusten van Fransch Guiana. Maar derzelver +wezentlyk onderscheid bestaat in de merkelyke vorderingen, die de +bebouwing der laage landen in deeze Volkplantingen gemaakt heeft; +het welk een nuttig voorbeeld verschaft voor onze Volkplanting van +Guiana, die wel eenige proeven van dien aart gedaan heeft, maar welke +volstrekt in de eerste beginzelen zyn blyven steken. + +Om een nuttig Aanhangzel tot het werk van den Capitain STEDMAN, +raakende Surinamen, te leveren, oordeele ik niets beters te kunnen +doen, dan om, by wegen van eene briefwisseling tusschen een Hollandsch +en een Fransch Ingezeten, aan het Publiek eenige aanmerkingen omtrent +het bebouwen der lage landen optegeven; aanmerkingen, welken ik +geduurende myn verblyf in deeze Volkplantingen heb opgezameld, en +waar uit de Planters, die met eenige gelden in ons Guiana eenige +onderneming zouden willen doen, groot voordeel trekken kunnen. + +Ik heb verschooning noodig aangaande den styl, rangschikking en manier +van schryven, naar mate van den korten tyd, dien ik aan deezen arbeid +heb kunnen besteeden, met andere beslommerende bezigheden dagelyks +bezet, welke my zeer weinige oogenblikken vryheid overlaaten. Ik weet +wel, dat het Publiek, over 't algemeen, niet gewoon is op dusdanige +verschooning veel acht te slaan; en indien men aan zyn voorgesteld +doeleinde niet voldoet, zegt het met den Menschen-hater van MOLIERE: + +De tyd doet niets ter zaak. + +Dus draag ik deeze redenen van toegeeflykheid alleenlyk voor aan u, +en aan het klein getal van Lezers, die dezelven wel zullen weten op +prys te stellen. + + + +INHOUD DER BRIEVEN. + +EERSTE BRIEF. + +Van den aart der Landen, derzelver vruchtbaarheid en plaatselyke +ligging. + +TWEEDE BRIEF. + +Van de manier, om te arbeiden aan Dykagiën, uitwaterende Vaarten, +Sluizen en ander werk, het welk noodig is, om het Land ter bebouwing +gereed te maken. + +DERDE BRIEF. + +Van het planten en aankweeken van Koffy, en van de noodige +levensmiddelen tot onderhoud van de Planters; van het oogsten +en bewerken der Koffy; van de gebouwen, en verdere noodzakelyke +inrigtingen tot eene groote Koffy-Plantagie, volgens het gebruik der +Hollandsche Volkplantingen in Guiana. + +VIERDE BRIEF. + +Antwoord op de drie eerstgemelde Brieven, waar by de Fransche Ingezeten +de vraag omtrent de afschaffing der slavernye, in de Volkplantingen, +alwaar dezelve nog plaats heeft, opzettelyk behandelt: hy raadt om +deeze verandering, die noodzakelyk geworden is, te bevorderen, en +geeft de middelen aan de hand, om daar toe te geraken, zonder aan +den voorspoed der Volkplantingen nadeel toe te brengen. + + + + +AANHANGZEL. + + + +EERSTE BRIEF. + +Van den aart der Landen, derzelver vruchtbaarheid en plaatselyke +ligging. + +De weinige ledige tyd, die my overblyft van eenen post, met eene +meenigte bezigheden vergezeld; eene zeer flaauwe kennis van de +Fransche taal, aan welke een aantal Schryvers zulk eene volkomenheid +bezorgd hebben, dat het aan weinige vreemdelingen gelukken mag in eenen +middelmatigen styl te schryven; de ongenoegzaamheid myner kundigheden; +alle deeze redenen zouden meer dan voldoende zyn, om uw verzoek te +weigeren, ten einde myne gedachten te vernemen omtrent den grond +der Volkplantingen van Guiana, zoo Fransch als Hollandsch, omtrent +het zuiveren en droogmaken der landen, en omtrent de byzonderheden +van derzelver bebouwing, van de verblyfplaatsen en huisvestingen, +van het inöogsten en zuiveren der volwassene vruchten, met al het +geen tot deeze onderscheidene voorwerpen eenigzints betrekkelyk +is: maar wanneer ik acht geef op de byzondere diensten, welken het +Fransch Bestuur aan de Republiek bewezen heeft, vermeene ik, dat elk +waar Hollander gereed moet zyn, om, zoo veel zyne kundigheden zulks +toelaten, te arbeiden aan alles, wat den Franschen aangenaam zyn kan. + +Alvorens tot de opzettelyke behandeling der voorwerpen van onze +briefwisseling toe te treden, oordeele ik het geenzints ongepast +te zyn, om in weinige woorden te doen zien de verandering, welke de +Volkplanting van Fransch Guiana t'eeniger tyd zal kunnen ondergaan, +en by gevolg, welk nut dezelve aan onze scheepvaart en algemeenen +koophandel zal kunnen aanbrengen, indien zy t'eeniger tyd, zig +niet meer tot de hooge landen bepaalende, beter gebruik maakt van de +vruchtbaare oevers van haare Rivieren Aprouago en Oyapok, als mede van +de zee-kusten en binnen-landen, tot welken men door gegraavene vaarten +tusschen deeze verschillende Rivieren den toegang zoude kunnen baanen. + +Men ziet dit nog heden ten dage te Cayenne en in de Berbices; de +geschiedenis van Surinamen en der Volkplanting van Demerary bewyst +het ons: men heeft, door geheel Guiana zig het eerst op de hooge +landen beginnen neder te zetten. Het is onnoodig de redenen daar +van op te spooren; het is genoeg te melden, dat ongetwyffeld de +schatten, welken de ryke grond van dit gedeelte van America in zig +bevat, zig niet kunnen ontdekken, dan door het opdroogen van haare +moerassen. Surinamen is eerst eene Volkplanting van aanbelang geworden, +zedert dat men begonnen heeft de lage landen van de Rivier Commewyne +uit te droogen; en de schepen, welken zy nog tegenwoordig afzendt, +zyn grootendeels beladen met koopwaren, komende uit den mond van deeze +ryke Rivier, waar in die van de Cottica, en verscheide aangelegde +kreeken, zig ontlasten. De ladingen van drie vierde der schepen, +welken de Volkplanting de Berbices in eene kleine hoeveelheid afzendt, +bestaan in de voortbrengzels van een klein getal Plantagiën, gelegen +in de lage landen van het gedeelte, het welk Maripaan, dat is, het +lage van de Rivier, genoemd wordt. Wat de Volkplantingen Demerary en +Essequebo betreft, de voortbrengzels van de hooge gedeelten deezer +beide Rivieren, zyn naauwlyks noemenswaardig, zedert men zig te +Essequebo heeft toegelegd op het bebouwen der landen, die aan de +monden der Rivier, en de kusten der nabuurige Eilanden, gelegen zyn; +en zedert dat men te Demerary de Plantagiën, die te veel van het een +of ander moeras aan haaren mond verwyderd lagen, byna geheel verlaten +heeft, heeft men zig van dien tyd af niet alleen met yver op de lage +landen der beide oevers ter nedergeslagen, maar men heeft bovendien +den landbouw langs de beide kusten der zee voortgezet; zynde die aan +de west-zyde reeds volkomen bebouwd tot aan Borassire Kreek, terwyl +die aan de oostzyde spoedig bebouwd zal zyn tot aan de Maheyca Kreek, +en tot boven aan de Coerabanne Kreek. + +Om u des te beter te doen gevoelen, welke uitwerking die verandering in +deeze Volkplanting heeft te weeg gebragt, zal ik u eene tafel vertoonen +van haare uitvoeringen naar Europa voor dien tyd, en ook daar na. + +De Registers van het jaar 1745 tot het jaar 1761 toonen, dat het +hoogste van die jaaren heeft opgeleverd 3579 vaten Suiker, en het +minste 285 vaten, zonder byna eenige andere koopwaren; dat in de +volgende jaaren, van 1762 tot 1770, in welken tyd het bebouwen +der lage landen begonnen is, zoo in Essequebo, als in Demerary, +men bevindt, dat in de drie eerste jaaren het hoogste niet meer +bedroeg dan omtrent 3000 vaten Suiker, 19 oxhoofden en 664 balen +Koffy, en 4 balen catoen; terwyl de uitvoering in 1767 reeds was +opgeklommen tot 4745 vaten Suiker, 72 oxhoofden en 2740 balen Koffy, +met 84 balen Catoen, welk artikel twee jaaren daar na opklom tot 337 +balen, en, negen jaren later, tot 2868 balen in één enkel jaar: dit +is vervolgens by aanhoudenheid naderhand zeer spoedig vermeerderd; +zoo dat, in de maand September laatstleden, de Registers aantoonen, +dat de Schepen, naar Holland en Zeeland vertrokken, zedert het begin +van het tegenwoordig jaar, [8] hebben uitgevoerd 4021 en een half vaten +Suiker, 1340 oxhoofden en 36315 balen Koffy, en 2992 balen Catoen, +welken men hier doorgaans maakt van 300 tot 340 ponden gewicht, terwyl +men in verscheidene andere Volkplantingen de balen catoen niet zwaarder +maakt dan van 200 tot 250 pond: men moet die zelfde aanmerking maken, +ten aanzien van de suikeren, welken de meeste Planters tegenwoordig +in vaten pakken van omtrent duizend ponden netto, terwyl men dezelven +voorheen deed in vaten van omtrent 600 ponden. + +Om den uitvoer van dit geheele jaar 1785 volledig op te geven, +ontbreekt het geen nog uitgevoerd zal kunnen worden met zeker schip, +het welk in lading ligt, en voor het einde van het jaar vertrekken +moet. + +Voeg hier by het geen een goed aantal schepen van de Americanen +en van de Eilanden (die zedert den eersten January uit Demerary +zyn uitgezeild.) van die zelfde drie koopwaren ter smuik hebben +uitgevoerd; eindelyk, het geen een aantal onbekende vaartuigen uit de +Rivier Essequebo uitgevoerd hebben; het welk een handel van aanbelang +uitmaakt, schoon een weinig minder dan in Demerary. + +Oordeel hier uit van de gewichtige gevolgen van het bruikbaar maken +der lage landen en der zee-kusten! + +Indien de vertogen, door de Planters in 't jaar 1785 aan de Regeering +gedaan, ingang vinden, en indien men voortgaat met van hun slechts +matige belastingen te vorderen, indien men den handel niet dwingt +door nadeelige Reglementen, is 'er geen twyffel aan, of de uitvoer +naar Europa zal in veel minder dan vyftig jaren het dubbeld opbrengen. + +Ik geef u deeze byzonderheden op, ten aanzien van de vermeerdering +van de voortbrengzels deezer Volkplanting, om u door daadzaken te +bewyzen, dat indien men zig te Caijenne op het bebouwen der lage +landen met yver toelegt, deeze Volkplanting, wel verre van aan 's +Lands schatkist tot een last te zyn, onder het getal zal komen van +die genen, die den koophandel en de scheepvaart der verschillende +Fransche havens doen herleven. + +Ik kan niet ontkennen, dat de inrigtingen, die men op deeze landen +aanlegt, geduurende het eerste en tweede jaar haare onaangenaamheden +hebben: een vochtig land, en het welk nog niet lang genoeg door de +stralen van de zon is bescheenen geweest, om volkomen droog te worden; +onaangenaame insecten, die u des avonds, des nachts en des morgens +kwellen; het gebrek aan goed water en verscheide andere zaken, of de +moeilykheid om zig zulks aan te schaffen, maken, dit erken ik gaarne, +het leven in den eersten tyd onaangenaam: maar laat men in aanschouw +nemen, dat deeze ongemakken slechts voor een tyd zyn, terwyl de rykdom +der voortbrengzels, welken deeze onuitputtelyke landen opleveren, de +moeielykheden en het gebrek, die men aldaar in het begin ondervindt, +spoedig zullen doen vergeten. + +Voor 't overige kan men zig eenigermaten beveiligen tegen het ongemak +van het steken der kleine en groote muggen, door het weghakken van het +geboomte, stronken en doornheggen, die langs den oever der Rivieren +groeiën, en waar in deeze insecten huisvesten. + +Al verder, naar mate het getal der beplantingen vermeerdert, +verminderen de onaangeraimheden. Zoo lang de nieuwe Planter zyne +omheining nog niet geëindigd heeft, zyne uitwatering bepaald, en +de gebouwen voor hem en zyne Negers opgerigt, is hy gehuisvest by +zyn buurman, die zig daar toe des te gemakkelyker leent, om dat de +nieuw aankomende door zyne omheining, en het hakken van zyn hout, de +uitwerking der zoele winden vermeerdert, de insecten doet verdwynen, +en hem ontlast van de zorgen der bedykingen, zoo aan de kanten, als in +'t midden, in den tyd der zwaare regenbuien: op die wyze zyn in korte +jaaren deeze moerassen, waar aan men te recht den naam van woesten +klomp zoude kunnen geven, in eenen Hof van Eden veranderd en hervormd. + +Het gezegde moet, zoo my dunkt, de geheele wereld overtuigen, dat het +bebouwen der lage landen onëindig voordeeliger is boven dat der hooge +landen; en ik twyffele niet, of een ieder zal de oude vooröordeelen +ten deezen opzigte spoedig laten varen. + +Na deeze inleiding, welke ik noodig geöordeeld heb vooraf te laten +gaan, zal ik overgaan tot de behandeling van het hoofd-onderwerp van +deezen, en van de volgende brieven. + +Alvorens ik echter met u begin te spreken over den grond der +Volkplantingen van Guiana, wil ik u myne denkbeelden en myn gevoelen +mede deelen omtrent de manier van het inrigten der bebouwing van de +oevers der Rivieren in dit geheele vaste Land: het is voordeeligst +de zuivering der gronden te beginnen aan de wederzydsche oevers by +den mond der Rivier, en daar mede voort te gaan, altyd van de laagte +naar de hoogte opklimmende. + +Verscheiden redenen overtuigen my, dat deeze manier de beste zyn zoude. + +Het is buiten allen twyffel, dat over den geheelen aardbol, maar +vooral en in 't byzonder tusschen de zonne-keerkringen, de zeelucht, +en de winden, die langs de zeekusten waaijen, niet alleen over dag, +maar zelfs des nachts, vooral by droog weder, ongemeen heilzaam zyn: +de Negers zyn aldaar veel minder aan zweren onderworpen, dan aan +het hooge einde der Rivieren; en wanneer zy die al hebben, worden +zy veel spoediger genezen. De lucht aan de kust is bovendien een +byzonder geneesmiddel tot spoedige herstelling van maag-kwalen, als +mede van alle andere ziekten uit verstoppingen, die aldaar met eene +verwonderlyke gemakkelykheid genezen worden. + +Aan den anderen kant is het ontwyffelbaar, dat de eerste openingen +in de lage landen de ongezondste zyn, en is het by gevolg niet veel +voorzichtiger dezelven te beginnen aan dat gedeelte der Rivier, +alwaar wind en lucht eene onbelemmerde dreef hebben, de vochtige +uitdampingen oogenblikkelyk doen verdwynen, en den al te waterachtigen +en rotachtigen staat van den dampkring verbeteren. Ik weet zeer wel, +dat een enkel voorbeeld de gezondheid van eene landstreek niet met +zekerheid bewyst; maar dit is echter zeker, dat de eerste bewoners, +die zig op de lage landen der binnenste Rivieren van Demerary hebben +ter neder gezet, grootendeels zeer jong gestorven zyn, terwyl men +voorbeelden heeft van zulken, die zig aan den mond der Rivier gevestigd +hebben, en tot eenen hoogen ouderdom gekomen zyn. + +Eene andere reden, waarom dit meer verkieslyk is, bestaat hier in, +dat gy plant op dat gedeelte der lage landen, het welk de spoedigste, +vruchtbaarheid en de meeste voortbrengzels belooft: de voordeelige +invloed van den zee-dampkring, welke men als de kragtdadigste +medehulp beschouwen moet, is gelegen in het helpen en voortzetten +der groeying, het bevorderen van de vruchtdraging der boomen, uit +hoofde van de zoutachtige deelen, die deeze lucht met zig voert, +welke door de luchtgaten der bladeren ingezogen zynde, de werking +der aardachtige zouten bespoedigen. Eene ondervinding van agt jaren +in deeze Volksplanting heeft my geleerd, dat Koffy-Plantagiën, die +het naast aan den mond der Rivier en op de kusten gelegen waren, +doorgaans meer opgebragt hebben, dan die verder van de zee af lagen. + +Daarënboven is het zeker, dat de eerste ondernemingen van dien aart +meestal zyn aangelegd door lieden van bepaalde vermogens: ook heeft +men in de landen, aan de monden der Rivieren en aan de Kusten gelegen, +1º. het voordeel, dat men geene groote boomen behoeft om te hakken; +2º. een land, zeer geschikt om met gemak te worden omgespit. Ik heb met +myne eigene oogen op deeze kusten, door twee, drie of vier spittende +Negers, met het graven van grachten eenen verbazenden arbeid zien +verrichten; en 3º. zoo dra de kleinste omheining geëindigd is, kan +men aldaar catoen boomen planten, die, na verloop van negen maanden, +reeds eenigen oogst opleveren. + +By deeze redenen zal ik nog eene laatste voegen, die, naar myn +begrip, het meest afdoet, namelyk dat men, beginnende met het +zwaare hout aan den zeekant weg te nemen, aan het afgelegener +gedeelte der Rivier een gezonder lucht bezorgt; het zelve wordt +vruchtbaarer en aangenaamer voor den nieuwen Planter, die zig aldaar +nederzet. Myne Plantagie is omtrent drie vierde van een myl van den +mond der Rivier af gelegen, en ik houde my verzekerd, dat noch ik, +noch myne gebuuren, zoo veel koffy als tegenwoordig niet zouden +inöogsten, indien onze aanleg afgescheiden, en op zig zelfstaande, +in de diepte der bosschen was gemaakt, en ik ben inwendig overtuigd, +dat onze oogst merkelyk bevorderd wordt, doordien de bosschen, aan den +oostkant van den mond der Rivier, byna geheel en al zyn weggehakt, +en alle de Plantagiën van beneden af, tot by my, open zyn, of van +het zwaare hout beroofd, ter diepte van vier honderd en vyftig, +tot zes honderd vyftig roeden. [9] Bewyst de ondervinding dit niet +overal? Het klein getal Plantagiën in de Berbices, aangelegd op lage +landen aan de Maripaan, aan den westelyken oever der Rivier, en alzoo +het genot hebbende van de passaatwinden, die door den breeden mond +van die Rivier onbelemmerd heen waaijen, maakt jaarlyks voordeelige +oogsten; en een oud Surinaamsch Colonist, een zeer goed Planter, +schryft my, dat alleenlyk de Plantagiën, gelegen aan de Kreeken, +die in de Commewyne uitloopen, en het genot der zeelucht hebben, +by aanhoudendheid veel koffy opbrengen. + +Ik vermeene u door alle deeze redenen overtuigd te hebben, dat het +veel gezonder, veel gemakkelyker, en veel voordeeliger is, om de +bebouwing der landen te beginnen aan den mond der Rivieren en aan de +Zeekusten, niet alleen voor de geenen, die zig aldaar nederzetten, +maar ook voor de Planters, die zig hooger op geplaatst hebben, of +zulks by vervolg nog zouden kunnen doen. + +Na u in 't algemeen myne denkbeelden te hebben medegedeeld, hoedanig +men zig omtrent de bebouwing der lage landen in Guiana heeft te +gedragen, gaa ik over tot de byzonderheden van derzelver bearbeiding, +zuivering van stronken en wortels, enz. en ik zal beginnen met den +aart van den grond van deeze landen. + +Voor eerst zal ik toegeven, dat 'er op de hoogere en van de zee meer +afgelegene landen, plaatsen zyn, wier grond zoo fraay en vruchtbaar +is, als in de laagte; maar deeze plaatsen staan op zig zelven, en +bestaan in kleine gedeeltens; zy genieten nooit die lucht, die voor +de menschen gezond, en voor de groeizaamheid nuttig is, als de landen +in de nabyheid der zee gelegen; het toemaken en bebouwen van dezelven +is altyd onëindig moeijelyker, en vordert meerder werkzaamheid. + +Men zal derhalven altyd aan den grond der lage landen den voorrang +moeten geven, en uit dezelven moet men, zoo als ik hier boven gezegd +heb, de schatten van Guiana haalen. + +De teekenen, waar aan men goede landen kennen kan, bestaan daar in, +dat zy, op de diepte van verscheiden voeten, een blaauwachtig, zacht, +slyk hebben, het welk het water gemakkelyk laat doorzinken. In onze +beide Rivieren vindt men een grond, alwaar dit slyk met zandkorrels +vermengd is: dewyl dit nu den doortocht van het regenwater des te +gemakkelyker maakt, schynt het zeker, dat de laatstgemelde grond den +voorrang verdient boven de eerste, vooral voor het suiker-riet. Ik +heb te Essequebo suiker gezien, die op dit zoort van land geöogst, +en allerfraayst was, schoon de Plantagie slecht was uitgedroogd, +slecht bearbeid, en slecht bebouwd: niets tog bewyst beter de goede +hoedanigheid van den grond, dan wanneer men goede waaren, om zoo te +spreken, van zelf ziet geboren worden. + +Schoon ik het blaauwachtig slyk opgeeve als het teeken van den besten +grond, wil ik wel met u toestemmen, dat het graauwachtige slyk, mits +het zacht en tot het doorlaten van het water geschikt is, insgelyks +goed kan zyn; echter zoude ik, met een hedendaagsch Schryver, die +over den landbouw in Surïnamen gehandeld heeft, 'er voor zyn, om het +zelve in den tweeden rang te plaatsen. + +Beide zoorten van slyk moeten met eene zwartachtige, vette en +gebondene aarde, als met eene goede wel verrotte mest, overdekt +worden; deeze beweegbaare aarde vindt men van onderscheidene dikten: +echter ben ik geenzints van het gevoelen van hun, die stellen, dat +de rykdom van den grond geëvenredigd is aan de dikte van dit overdek +van aarde. Integendeel zyn in Demerary alle de landen, alwaar die +aarde ten hoogsten van 20 of 22 duimen diepte is, in verre na niet die +geene, welke den voorrang verdienen: veel verkieslyker zyn die landen, +alwaar men deeze aarde alleenlyk vindt ter diepte van 16 of 18 duimen, +welke vervolgers tot 6 of 8 duimen vermindert door de indrooging, +die na de omheining van den grond door de sterke zonnestraalen plaats +heeft. Zelfs heb ik in de laagte van de Maripaan, en in het benedenste +gedeelte der Rivier Canjé, in de Volkplanting de Berbices, uitmuntende +landeryen gezien, alwaar de Koffy- en Cacao-boomen tot de grootste +volkomenheid opgroeiden, schoon zy niet dan een zeer dun overdek van +zwarte aarde hadden. + +Naar mate men aan de zee, of aan den mond der Rivieren nadert, wordt +het slyk minder vet en zagter: zoo is het ook langs de zee-kusten, +alwaar men den naam van slyk in dien van uitgedroogde modder zoude +kunnen veranderen, waar van de bagger uit de gegravene vaarten een +overtuigend blyk oplevert. Deeze bewerking moet alle twee jaaren +geschieden op de Plantagiën, die langs de kusten gelegen zyn. Het geen +'er uitgebaggerd wordt, werpt men aan de beide kanten dier vaarten, +en twee jaaren daar na is van het zelve niets meer te vinden; het is +wederom in de vaart afgezakt, welke 'er op nieuw mede bezet is. + +Ik had my altyd verbeeld, dat dit zoort van landen minder vruchtbaar +was, en dat de Koffy-boomen aldaar korter duurden; maar ik heb het +laatste jaar twee stukken land gezien, met Koffy-boomen beplant, +behoorende tot de oudste Plantagie aan de westkust, zynde in den besten +staat en vol vruchten; en de eigenaar heeft my verzekerd, dat deeze +stukken zedert 22 of 23 jaaren waren beplant geweest: ten duidelyken +blyke, dat deeze landen zeer lang in hunne vruchtbaarheid volharden. + +Voor een blyk van goed land houdt men vry algemeen een zoort van +palmboom, waar aan men by u den naam van Pinot geeft. De Schryver, +die den Surinaamschen landbouw behandeld heeft, zegt, dat hoe meer +men van die boomen vindt, hoe vruchtbaarer de grond is. Ik stem +gaarne toe, dat de landen, hier boven door my als de beste opgegeven, +'er rykelyk van voorzien zyn; maar verscheide inwooners, die de hooge +landen in Demerary vruchteloos bebouwd hebben, hebben my verzekerd +door dit blyk bedrogen te zyn geworden; ik zoude daarom altyd raden, +zig daar op niet eeniglyk te verlaten, maar tevens te onderzoeken, +of de grond ook andere blyken, welken ik ontvouwd heb, oplevert. + +Behalven de verandering, die in den grond bespeurd wordt, naar mate +men digter aan de zee nadert, vindt men ook, dat het hout uit minder +sterke en een ander zoort van boomen begint te bestaan. Men ziet +minder Manis, en van die boomen, welken de Indianen alhier noemen +Warokoerie, de Creolen Schepperboom, dat is roey-riemen-hout, om +dat het zig gemakkelyk laat klooven, en veel al tot het maken van +roey-riemen gebruikt wordt; ter zelfder tyd vermeerdert het getal +der Paletuvier-boomen. Men vindt den boom, Coeraharie genaamd, niet +meer in grooten overvloed. Deeze boom, wiens Surinaamsche naam my +niet bekend is, is geschikt tot timmerhout, en kan dienen tot het +maken van palen of stylen; mits men dezelven op steene grondvesten +plaatst; men gebruikt het ook tot ribben en balken, eindelyk tot +alles wat beschut of bedekt is. Men vindt aldaar ook zeer fraaije +vierkante blokken, waar van men planken zaagt, die zeer geschikt zyn +om de huizen te beschieten; maar niet zeer goed zyn voor vloeren of +zolders, om dat dit hout krom buigt. Men vindt deezen boom insgelyks +in de diepten der Plantagiën, aan de west-kust; maar zy zyn aldaar +kleiner. De Balata, die in Surinamen en de Berbices zoo gemeen is, +is hier uittermaten zeldzaam. + +Insgelyks zyn de banken van schulpvisschen aan de oevers van +Surinamen en de Berbices zeer gemeen; maar men vindt dezelven in +'t geheel niet aan die van de Rivieren Essequebo en Demerary. Men +begint eenige schelpvisschen te zien, wanneer men de Coerabanne naar +den oostkant voor by vaart, gaande naar den kant van de Maheyca; +maar aan de oostzyde van deeze laatstgemelde Kreek, of beter gezegd, +Rivier, is eene zeer groote bank, en van daar tot aan Mahicony is +'er de kust vol van. + +Om zyne keuze te bepalen omtrent die plaatsen, waar de beste landen +gelegen zyn, kan men, volgens de zekerste berigten, die ik heb +kunnen opspooren, in Demerary alleenlyk voor behoorlyk vruchtbaare +landen houden die geenen, welke aan den oostelyken oever gelegen zyn, +gerekend van de Plantagie, de groote Diamant, tot omtrent twee mylen +van den mond der Rivier; en aan den westelyken oever, van de Plantagie +Laurentia, een halve myl hooger op, tot aan den mond der Rivier. + +Te Essequebo bepalen zig de goede landen tot die van de Eilanden +Legouane, Arobabiche, en Waakkename; en zelfs op dit laatstgemelde +Eiland is het zuidelykst gedeelte, het welk het verste van de Zee af +ligt, reeds van veel mindere waarde. Aan den oostelyken oever van +deeze Rivier, kan men geene goede landen hooger op rekenen, dan de +Plantagie Patrica, één myl van den mond der Rivier af, en aan den +westelyken oever van de Plantagie, Adventure genaamd. + + + +TWEEDE BRIEF. + +Van de manier, om te arbeiden aan Dykagiën, uitwaterende vaarten, +sluizen en ander werk, het welk noodig is, om het Land ter bebouwing +gereed te maken. + +In den vorigen brief heb ik u myne gedachten opgegeven, hoe uitmuntend +geschikt de lage landen in Guiana ter bebouwing zyn, en welke keuze +men onder de verschillende zoorten en liggingen van deeze landen te +maken heeft: in deezen brief zal ik u ontvouwen de manier, om die +landen toe te bereiden en bruikbaar te maken. + +Dewyl deeze landen, of byna altyd onder water staan, of door de +verwisseling van ebbe en vloed, aan overstroomingen onderworpen +zyn, moet men dezelven droog maken, en door dyken beletten, dat het +buitenwater niet kan doordringen tot het land, het welk men voornemens +is tot bouwland aan te leggen. + +Ik vooronderstel dus, dat de keuze van het land gedaan is. Men moet, +voor alle dingen, het hout laten weghakken, en het geheele land, +het welk men voorgenomen heeft te bedyken, of ten minsten het +gedeelte, waar de dyken gelegd moeten worden, tot op eene zekere +breedte, doen zuiveren. Vervolgens kunt gy overgaan tot het leggen +van die dyken, welke een vierkant, dat evenwyd is, zullen vormen, +waar van de eene kant uwe voorgevel of scheidsmuur, aan de Rivier +of Zee-kust, zal uitmaken; eene andere, aan de eerste gelyk zynde, +zal gelegd worden in de diepte van dit zelfde land, op den afstand, +welken gy wilt toebereiden en beplanten; de twee andere zyden, die +beide even groot zyn, zullen lynrecht tegen de twee eerste overstaan, +en u van uwe gebuuren, ter rechter en ter linker zyde, afscheiden. + +Tot dit einde moet men, in den geheelen omtrek van dit vierkant, +beginnen met een kleine gracht te graven, welke gevonden moet worden +onder het midden der breedte van den dyk, en daar aan als tot een +grondvesting dienen. Deeze kleine gracht wordt genoemd de pit of +blinde groeve: dezelve moet omtrent drie voeten breedte hebben, voor +een dyk, die twaalf voeten en meer tot zynen grondslag heeft. Het +is van aanbelang dezelve te graven tot de diepte van ten minsten +twee goede schuppen, en aldaar geene stammen van boomen, geen hout, +geene wortels over te laten, maar daar van volkomen te zuiveren. + +Wanneer deeze blinde groeve gemaakt is, zult gy beginnen met de +uitwaterende grachten te graven: men is gewoon 'er daar van twee +te maken, de eene van buiten aan den dyk, de andere van binnen. De +eerste dient, om den dyk met slyk aan te vullen, de binnen-gracht +daar toe zomtyds niet voldoende zynde, wanneer deeze dyk van vry wat +aanbelang moet zyn. Deeze buitenste gracht bevordert daarënboven den +uitloop van een gedeelte der omringende wateren, en belet dezelven, +door middel van dien uitloop, tegen den dyk aan te perssen. + +Het is nutteloos deeze buitenste gracht zeer diep uit te graven; +zy vordert zoo veel oplettendheid niet, als de binnenste gracht, +die net en regelmatig moet bewerkt worden; terwyl men in de buitenste +de stronken en wortels laten kan, mits zy aan de uitdieping niet te +hinderlyk zyn. Men moet altyd eene bekwame tusschenruimte tusschen +deeze gracht en den dyk houden. + +In welk zoort van lage landen het ook zy, is de bagger, die men voor +de eerste keer uit deeze grachten haalt, te veel met vreemde lichamen +vermengt, en al te los, om tot bekwame grondslagen voor den dyk te +kunnen dienen. Men moet ten minsten de twee eerste baggers, die men +'er uit haalt, aan deeze zyde werpen, dat is tusschen de gracht en den +dyk; en wanneer men de slyk of grond vast en bekwaam genoeg vindt, laat +men dezelve op den dyk werpen, het zy in eens, het zy in twee keeren, +zoo als gewoonlyk plaats heeft, om reden, dat men tusschen den dyk en +de omringende grachten een tusschenvak moet laten van 20 of zomtyds 30 +voeten. Indien men deeze voorzorg verzuimde, zoude men gevaar loopen, +om de kanten van den dyk, en van de grachten, door de onmatige zwaarte +van de aarde, waar van de dyk gemaakt is, spoedig te zien instorten. + +Men graaft de omringende grachten tot de vereischte diepte, die niet +altyd dezelfde is, maar waar van de gewoone maat bedraagt zes voeten +voor de binnen-gracht: men moet wel opletten, om aan deeze gracht de +noodige opgaande schuinte te geven, naar mate men dezelve graaft. De +evenredigheid van deeze opgaande schuinte is van 5 of 6 duimen van +elke voet; en naar mate men de kanten van deeze gracht in die schuinte +graaft, maakt men dezelve met het platte van de schup effen en gelyk. + +Men zoude vervolgens deeze binnen-gracht kunnen eindigen, zonder +andere voorzorgen in acht te nemen; maar dan zou men gevaar loopen, +om door het hooge water overvallen te worden, en daar door veel tyd +te verliezen; behalven dat het te vreezen is, dat het water deeze +grond of slyk, welke daar door gedeeltelyk in beweging gebragt wordt, +week zoude maken, en daar door verzakkingen veroorzaken. + +Men keert dit ongemak af, door, van den beginne af aan, een vierkante +pyp of sluis te plaatsen, die in dit land genaamd wordt coffre +d'ecoulement, het zy een groote, het zy by voorraad een kleine, +die ten minsten het water op de gewoone getyen kan tegen houden. + +Om deeze uitwaterende sluis te plaatsen, graaft men daar toe opzettelyk +een gat in den dyk, aan den kant, die aan de Rivier of de Zee gelegen +is, indien men in het land geene kreek heeft, die daar toe geschikt +is. Maar doorgaans vindt men verscheiden van die kreeken of vaarten, +door de natuur zelve gevormd, waar door het ryzend water in overvloed +in de landen inloopt, en het vallend water weder afloopt. In het +begin moet men alle deeze kreeken door goede kistdammen schutten. + +Zulk een kistdam is niet moeijelyk te maken; maar dit moet met +oplettendheid en vastheid geschieden: men begint met het vak of de +plaats, alwaar die kistdam gelegd moet worden, te zuiveren. Men neemt +vervolgens twee zwaare stukken hout of ribben, van eene genoegzame +lengte, om de geheele kreek en derzelver oevers te beslaan van den +eenen tot den anderen kant, ter wydte van omtrent zes voeten: dit vak +van zes voeten wordt tot op een goede schup diepte, beneden het bed +van de kreek, weggegraven. De twee houte ribben worden mitsdien dwars +op den grond van de kreek gelegd, op een zekeren afstand van elkander: +vervolgens plant men eenige zwaare heypalen aan de buitenzyde, voor +elk einde van deeze houte ribben, om de uitwyking voor te komen van +de aarde of het slyk, waar mede men het vak tusschen de twee ribben +vullen moet, om den kistdam te maken. + +Wanneer deeze houte ribben wel geplaatst, en behoorlyk vast gemaakt +zyn, plant men langs elk van dezelven, zoo aan de binnen- als +buitenzyde, een rey heypaalen, van zwaare stukken hout, welken men +naast, en zoo dicht mogelyk aan elkander, inslaat: men moet om die +reden rechte stukken daar toe verkiezen. Wanneer alle deeze paalen +zyn ingeheyd, vult men het tusschen-vak met slyk, welke men aldaar +met kragt inwerpt, en die eindelyk een klomp wordt, waar door het +water niet kan heen dringen. + +Men vindt op de plaatsen zelven altyd hout, het welk geschikt is, +om tot deeze ribben te dienen, vermits zy niet langer dan twee of +drie jaaren behoeven te duuren, na verloop van welken tyd de kistdam +stevig genoeg is, en geen steunzel meer noodig heeft. + +Thans, om de sluis te kunnen plaatsen, zuivert men de kreek, +waar in men die plaatsen wil, van derzelver vuiligheden, of men +graaft opzettelyk eene vaart, indien men geen gebruik van eene kreek +maakt. Men moet eenige duimen lager graven, dan het waterpas van het +laagste gety van de Rivier of Zee kust, waar in men de uitwatering +verkiest. + +Wanneer de plaats, alwaar men de sluis stellen wil, is uitgegraven, +brengt men die sluis voorwaarts naar één der oevers van de vaart, +welke men daar voor gegraven heeft: men plaatst dezelve aldaar op +eenige houte balken, die voor uit moeten steken tot byna op de helft +van de opening der gegravene vaart. Die sluis aldaar geplaatst zynde, +keert men de zelve op zyde, zoo dat de grond of het onderste van de +sluis recht over einde staat aan de zyde van de uitgegravene plaats, +en byna tegen den kant aan. Vervolgens slaat men om de twee uitëinden +van de sluis twee zwaare touwen, waar van men de einden behoorlyk +vast maakt. Op elk derzelven plaatst men een takel, waar van men +de wederzyde op eenige stronken van boomen doet rusten, of, zoo +'er die niet zyn, op twee zware palen, daar toe opzettelyk geplant, +aan de zelfde zyde, waar de sluis geplaatst is. + +By elke takel zet men eenig volk, met last om gelykelyk en van +langzamerhand schoot te geven, naar mate daar toe bevel gegeven wordt; +vervolgens wordt door eenige arbeiders, die langs de sluis geplaatst +zyn, dezelve op de balken voortgeduwd naar het gat, waar in dezelve +moet inzakken. Wanneer de sluis, alzoo voortgestooten zynde, geheel van +den grond af is, begint dezelve wederom in haare natuurlyke gesteldheid +om te wenden, dat is, met den bodem naar beneden; als dan moet het +volk, het welk de takels tegen houdt, de touwen eensklaps los laten, +om de sluis in het gat te doen nederzakken. De balken, waar op men de +sluis heeft laten voortglyden, dienen in dit oogenblik tot een wip, +om de sluis naar beneden in de gegravene vaart te wenden, alwaar men +dezelve nederzet, waterpas en plat, zoo naauwkeurig maar eenigzints +mogelyk is. + +Wanneer de sluis zoodanig geplaatst is, als men verlangt, trekt men +de takels en andere touwen te rug: men plaatst, even als by het maken +van eene gewoone en volkomene kistdam, hier boven reeds beschreven, +twee houte ribben, de eene beneden, en de andere boven de sluis, +vlak tegen dezelve aan. Men plant aldaar eene reije van houte staken, +uitgenomen op de plaats, welke de sluis beslaat, waar van men de +opening niet sluiten moet: men neemt in plaats derzelven aldaar zware +planken, of, indien men wil, ronde stukken hout, met den grond gelyk +en in de dwarste. Deeze kistdam vult men met slyk, zoo als hier voren +reeds is opgegeven, en men overdekt daar mede de sluis. + +Indien men alleenlyk by voorraad eene kleine sluis wilde plaatsen, +om de eerste bewerking des te gemakkelyker te maken, zulks zoude veel +eenvoudiger zyn; dezelve wordt gemaakt van vier zwaare planken aan +elkander gevoegd, zoo dat elk derzelven één van de kanten uitmaakt: aan +het buitenste einde plaatst men eene kleine sluisdeur of duiker, die +nederhangt, om de sluiting des te gemakkelyker en zekerder te hebben. + +Hier mede behooren wy over te gaan tot de ontvouwing van de manier, +op welke eene groote sluis gebouwd wordt, die men veronderstelt eene +opening van drie voeten te hebben. + +De bouwstoffen, daartoe verëischt wordende, zyn de volgende: + +1º. Zes zwaare planken van 26 voeten lengte, op 13 duimen breedte en +twee duimen dikte. + +2º. Vyftien zwaare planken van 12 voeten lengte, twaalf duimen breedte, +en anderhalve duim dikte. + +3º. Vier zwaare planken van twaalf voeten lengte, twaalf duimen +breedte, en twee en een halve duim dikte. + +4º. Twee stukken hout van vyf voeten lengte, op zeven duimen breedte in +'t vierkant. + +5º. Een paar hengzels, van twee en een halve voeten lengte, en twee +en een halve duimen breedte, met twee zwaare yzere duimen, waar van +de punten lang genoeg zyn, om door het stukje hout of klamp, het welk +men boven de sluisdeur plaatst, heen te gaan, en voorts genoegzaam +uitstekende, om met een schroef of schaar vast gemaakt te worden. + +6º. Vier yzere banden, waar van de einden omgebogen zyn naar verëisch +van de houte klampen, en hebbende de lengte van twee en een half +voeten, om op de sluis te spykeren, tot derzelver meerdere vastheid. + +7º. Eindelyk de noodige spykers, die voor een sluis van dit maakzel, +en van die evenredigheid, ten naasten by zullen bedragen twaalf +ponden van 5 of 6 duimen, en twintig of vier-en-twintig ponden kleiner +spykers van 3 duimen. + +Om deeze sluis te maken, begint men met de zwaare planken van 26 +voeten lengte gelyk te maken; men zet die in elkander, drie van +de eene en drie van de andere zyde, zoo dat elke kant, uit drie te +zamen verëenigde planken bestaande, eene gelyke breedte maakt; men +hakt het einde van deeze planken schuins, in de evenredigheid van ten +minsten drie duimen op elken voet. Deeze schuinte is alleen aan die +zyde, welke naar de Rivier of Zee geplaatst wordt, en alwaar ook de +sluis-deur moet gemaakt worden. + +De vier planken van twaalf voeten lengte, en twee en een halve duimen +dikte, dienen om de vierkanten of vakken van de sluis te maken. Daarom +klooft men dezelven in de breedte midden door, het geen de planken +alleenlyk zes duimen breed maakt; men hakt dezelve in vier stukken, +elk van drie voeten lang; men maakt deeze stukken van eene even gelyke +grootte, en voegt die met rechte hoeken en een zwaluwen staart te +zamen, zoo dat men van vier stukken een vierkant maakt; en dewyl elke +plank agt stukken oplevert, maakt zulks twee vierkanten op elke plank, +en voor de vier, agt vierkanten of vakken, die tot de vastheid van +de sluis op eene lengte van 26 voeten volkomen voldoende zyn. Het +vierkant, het welk aan het einde der lange planken, die schuins +gehakt zyn, geplaatst is, moet insgelyks in de schuinte gehakt worden, +om op de andere schuinte volmaakt te sluiten. Wanneer de vierkanten +gemaakt zyn, spykert men dezelven op gelyke afstanden van elkander +aan de lange planken vast: wanneer de sluis van wederzyden aan die +vierkanten is vast gespykerd, gaat men over tot de twee andere zyden, +die den bodem, en het boveneinde van de sluis uitmaken: men gebruikt +daar toe de vyftien planken van anderhalve duim dikte: men hakt +die alle aan stukken van drie voeten lengte, het geen voldoende is, +om de beide zyden van de sluis aan de einden gelyk te doen dragen: +na deeze stukken zoo gemaakt te hebben, dat ze volmaakt op elkander +passen, spykert men ze overdwars aan de sluis vast, zoo van boven +als van onderen. + +De deur van deeze sluis wordt geplaatst aan die zyde, alwaar de +planken met een schuinse inham gehakt zyn; men geeft 'er het fatsoen +aan overëenkomstig deeze zelfde schuinte, en hangt dezelve aan twee +hengzels, waar van de yzere duimen zyn geklonken in een stuk hout +van het beste zoort, het welk men boven aan de sluis vast maakt, +door het zelve vooraf met het vierkant, waar op deeze deur rust, +zamen te hegten; en vervolgens met twee yzere krammen, die het zelve +aan drie kanten omvatten, en waar van de platte einden gespykerd zyn +op de planken, welken men overdwars boven de sluis geplaatst heeft, +terwyl men onder aan een gelyk stuk hout plaatst, op dezelfde wyze +vast gehecht, waar op de sluisdeur rust, wanneer die gesloten is. De +yzere duimen gaan door de breedte heen van het stuk hout, waar in zy +geklonken zyn, en van agteren zyn zy met een schroef of schaar vast +gemaakt, zoo dat men ze naar vooren of naar agteren kan draaijen, +naar dat de vaste sluiting van de sluisdeur zulks vordert. + +Het geheel van deeze sluisdeur bestaat uit in elkander gevoegde stukken +hout, die wel gelyk gemaakt zyn, en overdekt met eene dubbele laag hout +met regte hoeken, insgelyks in elkander gezet: dezelve moet breeder +zyn, dan de opening van de sluis, dat is, gelyk met derzelver geheele +breedte, de buitenste kanten daar onder gerekend. Die zyde van de +deur, alwaar de planken vlak of overdwars zyn in elkander gevoegd, +moet binnenwaarts geplaatst worden, dewyl het hout op die manier +zig minder uitzet, en de sluisdeur dan minder bloot gesteld is, +om in wanörde te geraken, en naauwkeuriger sluit. + +Om aan deeze sluisdeur meer gewicht te geven, en dezelve gemakkelyker +van zig zelve, en door haare zwaarte, te doen sluiten, voegt men 'er +van weerskanten een zwaar stuk hout by, het welk men aan de buitenste +oppervlakte vast spykert; dit stuk moet de dikte hebben van vier of +zes duimen in de laagte, en naar de bovenkant hoeksgewyze eindigen. + +Eene uitwaterende sluis van de hier boven opgegevene grootte, is +volkomen voldoende tot het droogmaken van een stuk van 150 hond lands: +men kan een tweede aanleggen, of 'er een maken, die grooter is, naar +mate eene grootere uitgestrektheid gronds moet worden droog gemaakt. + +Deeze zoort van sluisdeuren of duikers is de eenvoudigste en min +kostbaarste, om te dienen tot loozing van het binnen-water van een +land, het welk men wil droogmaken en bebouwen. + +Voor 't overige, wanneer men 'er de middelen en den tyd toe heeft, +kan men aldaar sluizen maken op de manier, die in Europa bekend is, +het zy van hout, het zy van steen. 'Er zyn veele Planters in de +Hollandsche Volkplantingen van Guiana, die deeze laatstgemelde hebben. + +Wanneer de grachten rondöm gegraven en de sluis geplaatst is, +moet men dadelyk zyn werk maken van de afdeeling van den grond, +en van de wegen, waar door elke afdeeling wordt afgescheiden. Deeze +wegen moeten door gegravene vaarten omgeven zyn, die tamelyk groot +en ten hoogsten honderd toisen van elkander afgelegen zyn. Indien +de tusschenruimten grooter waren, zoude de afloop van het water te +langzaam en onvoldoende zyn: men moet ze ook niet te digt by elkander +maken, om den arbeid niet noodeloos te vermeenigvuldigen. + +Deeze verdeelingen zyn willekeurig, en hangen van des Planters +goedvinden af. Men maakt de midden-laanen meer of min breed, en aan +de kanten plant men vrugtboomen, bananen-boomen, ananassen, en andere +nuttige planten. + +'Er zyn Planters, die, behalven de groote midden-laan, nog eene andere +van wederzyden maken, minder breed, in het midden van het vak tusschen +de groote laan en elke dyk, waar door het geheele stuk gronds in vier +gelyke deelen verdeeld is: men kan deeze verdeeling nog eenvoudiger +maken, om den arbeid te verminderen. + +'Er is nog eene manier, die veel voordeeliger is, en daarom veel meer +aan te raden: hier in bestaande, om in plaats van den middenweg, +eene groote vaart te graven, beginnende van het achterste gedeelte +der gebouwen tot een einde voor aan in het bosch, en in de dwarste +loopende voor den agterdyk. Men bedient zig van de aarde, die daar +uit gegraven wordt, om aan wederzyden van deeze vaart, de dyken op te +hoogen, die een zeer goeden weg opleveren ter rechter en ter linker +zyde, welken men ieder met ryen boomen beplant. Het nut van zulk eene +gegravene vaart is onwaardeerbaar; dezelve dient, om de koffy of andere +waaren in den oogst-tyd met schepen of ligte vaartuigen te vervoeren, +het geen veel handen arbeid kan voorkomen. Deeze vaart is het geheele +jaar door vol goed en zoet water, het welk uit het bosch afdaalt. Dit +water dient tot besproeijingen, tot verscheidene benoodigdheden der +Planters, om zig te baden, en tot het vervoeren van hout voor vaatwerk, +en brandhout, het welk men als een vlot laat afzakken, enz. + +Na dat men eenige maanden aan het maken der omringende dyken gearbeid +heeft, wanneer de grond is ingezakt en vast geworden, maakt men de +dyken volkomen af, en gelyk, en geeft aan de onderpaden en schuinse +afhellingen derzelver regelmatige gedaante. De hoogte van deeze dyken +moet altyd zyn een voet boven het hoogste water. + +In dit bearbeiden der lage landen, na den grond van het zwaare hout +en de takken gezuiverd te hebben, het geen altyd een lang en moeijelyk +werk is, voornamelyk wanneer de gronden met paletuvier-boomen bewassen +zyn, is men gewoon in het begin bananen-boomen te planten, die tot +voedzel voor de beplanters dienen, en met hunne zwaare bladeren +de heestergewassen, het kleine geboomte, en planten, die op den +grond overig blyven, overschaduwende, dezelven eindelyk geheel doen +te niet gaan. Waar na men dezelven uittrekt, en nuttige planten, +die men voornemens is aldaar aan te kweeken, in de plaats zet, om +'er voordeel mede te doen. Indien dit koffy-boomen zyn, plant men +dezelven, geduurende het eerste en tweede jaar, in de schaduwe der +bananen-boomen, waar van men een gedeelte laat staan. + +Voorts moeten wy nog aanmerken, dat op de groote, en vooral op de +Suiker-Plantagiën, de verdeeling der grachten een weinig anders +zyn moet. + +Voor eene Suiker-Plantagie, alwaar men een water-molen maken wil, +moet men afzonderlyke gegravene vaarten hebben, benevens genoegzaame +vyvers, en bewaarplaatsen van water, die in slaat zyn het zelve aan +de molen te verschaffen; als mede eene bekwaame helling, geduurende al +den tyd, dat de Zee laag genoeg is, om de molen te kunnen laten malen. + +'Er zyn ook grachten of vaarten noodig, die bevaarbaar zyn voor ligte +vaartuigen, rondöm elke verdeeling, ten einde het suiker-riet met +gemak en vaardigheid naar den molen te kunnen overvoeren. + +Op de groote Koffy-Plantagiën graaft men ook eenigen van deeze vaarten, +tot het vervoeren van de ingeöogste vruchten in kleine vaartuigen; +het geen aan den arbeid der wyd afgelegene Plantagiën byzonder veel +gemak aanbrengt. Het is tot dit einde genoeg, een gracht te hebben van +twintig voeten breedte, die midden door de Plantagie, en vervolgens +naar de diepte heen loopt. Deeze gracht of vaart moet geene gemeenschap +met de anderen hebben; dewyl men zorgen moet, dat daar in altyd water +genoeg is, om te kunnen varen, en wel zoet water, gelyk reeds hier +vooren is opgemerkt; ook is het noodig aldaar eene kleine sluis te +leggen, die haar uitloop heeft naar de groote sluis, welke voor de +geheele droogmaking dient, ten einde deeze vaart te kunnen ontledigen, +wanneer 'er te veel water in is, of zelfs geheel en al uit te droogen, +indien dit noodig is, om dezelve schoon te maken, en diergelyken. + +Ten aanzien van eene Suiker-Plantagie, is het met de verdeeling deezer +grachten en vaarten geheel anders gelegen: twee zaaken komen aldaar +in aanschouw; voor eerst, het maken van plaatsen, die geschikt zyn om +het water te bewaren, het welk noodig is, om den molen aan den gang +te houden; ten tweeden, om de middelen te verschaffen, tot het rondöm +vaaren van elk stuk lands, met suiker-riet beplant, en het zelve alzoo +naar den molen te kunnen vervoeren. Men moet die vaarten dus veel +grooter en meerder in getal maken. Zie hier de verdeeling van dezelven. + +Men begint met omringende grachten te maken, die in grootte aan +de uitgestrektheid van het stuk lands geëvenredigd zyn; men maakt +vervolgens verdeelingen van 100 tot 100 toisen, maar niet verder, +dan tot omtrent in het midden van de diepte der Plantagie. De groote +gegraven vaart van zoet water, waar van wy gesproken hebben, en die +van de gebouwen der Plantagie af, tot in derzelver diepte, boven den +agter-dyk, doorloopt, moet eene veel grootere breedte hebben omtrent de +plaats, waar de molen staat, dan in een afgelegener gedeelte. Op deeze +vaart loopen andere kleinere vaarten of grachten uit, die geplaatst +worden tusschen de afdeelingen heen, zoo dat zy met de uitwaterende +vaarten geene gemeenschap hebben, maar alleenlyk met de middelste, +waar van zy als zoo veele armen uitmaken. + +Behalven deeze groote vaart, en derzelver rechthoekige armen, zyn de +verdeelingen van den grond omringd door eene uitwaterende vaart of +gracht, en hebben nog eene andere in het midden van derzelver breedte, +alle welke met de omringende en uit waterende vaarten gemeenschap +hebben: en op die wyze geschiedt de droogmaking van den grond, als +mede van de afgedeelde stukken, die men, even gelyk in alle andere +droogmakingen, van 30 tot 30 voeten maakt. + +Wanneer eene Suiker-Plantagie, of andere, van eene zekere +uitgestrektheid is, zyn 'er twee uitwaterende sluizen noodig, één +aan elk uitëinde van het voorste gedeelte des lands: men legt ook +nog een derde aan den ingang van de groote vaart, dienende tot een +bewaarplaats van water, om, wanneer men wil, het water in alle de +grachten te kunnen laten inloopen: en deeze sluis zet men open, +wanneer het buiten-water te hoog is. + + + +DERDE BRIEF. + +Van het planten en aankweeken van Koffy, en van de noodige +levensmiddelen tot onderhoud van de Planters; van het oogsten +en bewerken der Koffy; van de gebouwen, en verdere noodzakelyke +inrigtingen tot eene groote Koffy-Plantagie, volgens het gebruik der +Hollandsche Volkplantingen in Guiana. + +Ik heb nu de manier ontvouwd van het droogmaken van een stuk grond, +het inrichten van de grachten en uitwaterende sluisen, en het toemaken +van het land, het welk voor deezen verdronken land was, ten einde +daar van zoodanige Plantagie te maken, als men geraden zal oordeelen +aldaar te vestigen. Ik zal voorönderstellen, dat het koffy-boomen zyn, +welken gy voornemens zyt op uw land voort te teelen; het onderwerp +van deezen brief zal derhalven bestaan in u opzettelyk de middelen +aan te wyzen, waar door men zulk eene Plantagie kan aanleggen, mits +'er de behoorlyke zorge toe aanwendende. + +Na dat de doorsnydingen of kleine grachten tot afscheiding der bedden +gemaakt zyn, houdt men zig met de beplanting bezig. Het is vry algemeen +aangenomen, om bananen-boomen te planten, eer men koffy-boomen plant, +zelfs op eene Plantagie, die men begint aan te leggen: in dit geval +zal men het kunnen doen zes maanden, of een jaargetyde daar na. Maar +ten aanzien van Planters, die reeds Plantagiën hebben, en dezelven +uitleggen, is men volstrektelyk van gedachten, dat zy ten minsten +twaalf maanden moeten wagten, dat is, dat zy, hun land met dyken +omringd hebbende, geduurende de groote droogte van het ééne jaar, +hunne koffy-boomen eerst behoeven te planten in het regen-saisoen, +na het saisoen van droogte in het volgende jaar. Maar een Planter, +die eerst begint, en meer haast heeft om genot te trekken, kan +reeds planten in den regen van April of Mey van het jaar, volgende +op het saisoen van de groote droogte, waar in men verönderstelt, +dat hy zyne omheining gemaakt heeft: indien hy zulks gedaan had +geduurende de kleine droogte van February of Maart, zoude hy kunnen +planten in de maand December daar aanvolgende, mits hy zig in dien +tusschen-tyd onledig houde, om uit zyn toegemaakt land zoo veel hout +en struiken van pynboomen, of latanus-boomen van het kleine zoort uit +te haalen, als hem maar eenigzints mogelyk is, ten einde hem in staat +te stellen, om het land zoo veel doenlyk gelyk te maken, alvorens de +koffy-boomen te planten. De andere Planters, wien men aanraadt, om, +zoo zy kunnen, een jaar te wagten, moeten denzelfden arbeid verrigten; +maar zy zullen dit met veel meer gemak doen, vermits veele van deeze +planten na verloop van twaalf maanden verrot zyn, die het nog niet +zyn na verloop van zes maanden. + +Indien men de voorzorge niet gebruikte, om den grond schoon en gelyk +te maken, zouden de koffy-boomen ongelyk groeijen, en zeer veel te +lyden hebben van de houtluizen en andere insecten, die zig in het +verrotte hout en struiken nestelen en voortteelen; en wanneer deeze +insecten zig eenmaal ergens geplaatst hebben, worden zy, om zoo te +spreken, onuitroeibaar. + +Eene andere reden, waarom men van begrip is dadelyk geene koffy-boomen +te planten, bestaat hier in, dat de grond door de droogmaking veel +inzakt, en wanneer men al te schielyk boomen op denzelven plant, +deeze zeer onderworpen zyn om neder te hangen, of op den grond te +leggen, het geen niet alleen een zeer leelyk gezigt, en eene groote +moeielykheid in het uitwieden van het onkruid maakt, maar ook naderhand +in het vrucht dragen nadeelig is; want een boom, die op den grond ligt, +of over een anderen heen hangt, kan nooit zoo veel vruchten dragen, +als een boom, die recht over einde staat, en de vrye doorspeling van +de lucht aan alle kanten geniet. + +Men kan, wel is waar, dit ongemak gedeeltelyk verhelpen, door op deeze +nieuwe gronden meer in de diepte te planten; maar nimmer zal de boom +eene zoo fraaije spitse gedaante aanneemen, dan wanneer men met het +planten wagt, tot dat de grond een weinig is ingezakt, vermits het +geheele gedeelte, het welk in den grond is, zyne zytakken verliest, +die zig nooit weder herstellen. + +De Planter intusschen, die, na verloop van zes maanden na de +droogmaking, begint te planten, zal altyd wel doen, met deeze voorzorge +niet te verwaarloozen; want het gemelde ongemak is veel minder, dan +dat men de boomen ziet aan den grond leggen, of schuins nederhangen. + +Uitgenomen op een zeer klein getal Plantagiën, alwaar men eenige +stukken met koffyboomen heeft beginnen te beplanten, op den afstand +van tien of twaalf voeten, heeft men de algemeene gewoonte aangenomen, +om dezelven op geen grooter afstand dan van negen voeten, en zelfs +aan de westzyde, alleenlyk van agt voeten, te beplanten, om dat de +koffy-boomen aldaar over 't algemeen kleiner vallen. + +Zonder deeze gewoonte te willen beöordeelen, ben ik van gevoelen, +dat men de koffy-boomen op alle goede rivier-gronden kan planten op +tien voeten afstand, en dat men geen kwaad doet met dezelven op ryker +gronden, tien of twaalf voeten van elkander te plaatsen, vermits +ontwyffelbaar de invloed van de lucht, niet alleen tot den groei, +maar ook tot den bloei van alle vruchtboomen, zeer dienstig is. + +Men heeft in 't algemeen in Demerary eenen zeer wezentlyken misslag +begaan, door de koffy-boomen op negen voeten afstand te planten: +men heeft de landen beginnen te verdeelen in zoo veele vierkante +vakken van die maat, in het midden van welken men een boom plantte; +voorts om de vier boomen eene kleine gracht of doorsnyding van twee +of twee en een half voeten gravende, waar door veröorzaakt wierd, +dat in plaats dat de afstand van den voet des booms aan den kant +van elke kleine doorsnyding de helft bedroeg van den doorgaanden +afstand van eiken boom, dit niet meer beliep dan drie of drie en een +half voeten, het geen, na verloop van eenige jaaren, op nog minder +uitkwam; want het is onmogelyk, dat by elke zuivering der vuiligheden, +de kleine doorsnyding zig niet eenige lynen verwydere, het welk, na +verloop van een zeker getal jaaren, dezelven op eene gelyke breedte +brengt. Uit dien hoofde hangen in Demerary de meeste reijen boomen, +langs de kleine doorsnydingen, allen over dezelven heen, het geen +niet alleen ten aanzien van de onderste takken aan den afloop van +het water een groot nadeel toebrengt, maar zelfs in het plukken van +de koffy hinderlyk is, ten minsten zulks zeer moeijelyk maakt. Ik +ben van een geheel tegen over gesteld gevoelen: in navolging van +de beste Surinaamsche Planters, maak ik niet alleen buiten-bedden, +welker afstand van den boom langs de kleine doorsnydingen de helft +bedraagt van den afstand tusschen den eenen en den anderen boom; maar +ik voege daar ook by een voet meer, om in de verbreeding van deeze +kleine grachten by het zuiveren der vuiligheden te voorzien. Wanneer +men nu de boomen op den afstand van negen voeten plant, zal de afstand +tusschen den boom en de doorsnyding bedragen vyf en een half voeten, +en indien ik dezelven plant op tien voeten, zal die afstand beloopen +zes voeten. + +Een groot voorstander van de vermeenigvuldiging der uitwateringen +zynde, verkies ik liefst, om drie reijen boomen op een buiten-bed te +plaatsen; zoo dat, wanneer ik plant op den afstand van tien voeten, +zy elk van twee-en-dertig voeten worden. + +Men zal wel doen, om by elk regen-saisoen eene enterye aan te leggen; +te meer, om dat, wanneer men zelf koffy-boomen heeft, die vruchten +dragen, dit een zeer geringe arbeid is, en men alleenlyk het oogenblik +van eenen regentyd, die niet missen kan, 'er toe verkiezen moet: want +gelyk de loten onder de boomen wortel schieten, en gevolgelyk gewoon +zyn, om geheel en al in de schaduwe te staan, zoo sterven zy, indien +ze, alvorens gevat te hebben, aan de hette der zon zyn bloot gesteld. + +Dit is de reden, waarom ik liefst verkies dezelven in de +bananen-plantery te plaatsen, als welke, hoe breed ze ook zyn moge, +altyd het jong plantsoen overdekt: en op die wyze gewent het zelve +langzamerhand aan de lucht en aan de zon. + +Ik stem toe, dat deeze loten misschien zoo sterk niet zyn, dan die van +eene enterye in de opene lucht; maar echter heb ik een stuk beplant, +zonder bananen-boomen, geheel en al bestaande uit jonge planten van +koffy-boomen, die van onder de bananen-boomen genomen waren, en 'er +zyn 'er van de zes-en-dertig honderd geen twaalf geweest, die niet +gevat hebben. Voor 't overige verkies ik liefst de koffy-boomen te +planten op zulke stukken lands, op welken bananen-boomen groeien. De +redenen zyn, voor eerst, om dat de bananen-boomen door hunne schaduwe +de jonge koffy-boomen beschutten, dezelven voor de winden beveiligen, +en meer regt over einde doen groeien; eene zaak, die voor de fraayheid +en nuttigheid van den boom van een wezentlyk belang is. Ik weet wel, +dat men staken of stutten voor dezelven plaatsen kan; maar dit is een +werk, het welk niet altyd aan zyn oogmerk voldoet, behalven dat dit +hout aan de houtluizen of carias tot eene verblyfplaats verstrekt, +byzonderlyk de stammen van pynboomen, die tot het maken van zulke +staken de geschiktste zyn. In de tweede plaats zyn de zwaare winden, +die in zekere maanden van het jaar waaijen, zeer nadeelig voor +den groei der boomen, zoo als ik ondervonden heb op twee stukken, +welken ik beplant had, na de bananen-boomen te hebben weggenomen. Het +gedeelte van deeze boomen, het welk voor de winden beschut was, is +grooter geworden, dan het andere gedeelte, het welk meerder aan de +winden was bloot gesteld, en zulks in het zelfde tyds-bestek. + +Veele lieden meenen, dat een stuk land, in de opene vlakte beplant, +sterker boomen voortbrengt; maar daar op valt dadelyk te antwoorden, +dat men de bananen-boomen niet zeer digt by elkander moet planten, en +dat men ze aldaar niet te lang laten moet, noch eensklaps wegnemen, +maar dat men beginnen moet met dezelven in het tweede jaar te +besnoeijen, en daar mede zoodanig voort te gaan, dat zy op het einde +van het derde jaar allen zyn weggenomen. + +Wanneer men eene kwekerye aanlegt, is het aller noodzakelykst acht +te geven, geene jonge planten uit te kiezen, dan onder de fraaiste +boomen. Dit is een zaak, die in 't byzonder in deeze Volkplanting +verwaarloosd is geworden, waar uit voortkoomt, dat 'er Plantagiën zyn, +op welken de helft der boomen uit een slecht zoort van koffy-boomen +bestaat, die zeer weinige vrugten dragen: men noemt dezelven, zoo ik +meen, verkeerdelyk, de mannetjes: zy onderscheiden zig door hunne +dikke en platte bladeren, door het groot getal van zwartachtige en +doode takken, door te veel weeldrig hout of onvruchtbaare takken, +eindelyk door den aart van het hout, het welk veel ligter breekt, +dan van een goed zoort koffy-boomen. + +Men plant doorgaans nieuwe koffy-boomen, waar van de enterye twaalf +maanden te vooren is aangelegd: ik vermeene, dat deeze meest geschikt +zyn, om in de plaats te komen van doode boomen, of welken men om +andere redenen verruilt, op stukken, die reeds van vorige tyden +beplant geweest zyn: ik geloove zelfs, dat het niet dienstig is, +om ze jonger te nemen. + +Maar op stukken, die men op nieuw beplant, geef ik de voorkeur aan +koffy-boomen, die uit eene kweekerye van zes maanden gehaald zyn: +zie hier myne redenen: in 't algemeen, hoe jonger een boom geplant +wordt, hoe gemakkelyker hy wederom wortel vat: de kenners van den +landbouw in Europa geven 'er altyd den voorrang aan; maar deeze reden +wordt nog veel klemmender in die Land, alwaar de boomen, en ook de +koffy-boomen een regten wortel hebben, die spilsgewyze groeit, en zig +by de verplanting krommende, maakt, dat de boom kwynt, en nooit welig +doorgroeit; waar uit al verder voortspruit, dat hy by het opwassen op +zyde hangt, of op den grond legt. Terwyl de boom jong is, beurt de +spilswyze wortel, zoo lang niet zynde, zig zelven uit den grond op, +en verplant zig als uit de natuur. Daarënboven, een jonge boom, die +minder door de winden getysterd wordt, vat veel eer wortel. Eindelyk, +de kleine boomen zyn zeer onderworpen om zig in de kweekeryen in +de lengte uit te breiden, en men heeft moeite om 'er een genoegzaam +getal te vinden, die dit niet gedaan hebben. Men behoort dus steeds +een wakend oog te houden op de arbeiders, die de verplanting doen, op +dat zy 'er geene verkiezen, dan die van een goed zoort afkomen: maar, +mits men ze jong plant, doet 'er de gedaante niet veel toe: elke boom, +op zig zelf staande, groeit van zelf spitsgewyze naar de hoogte. + +Ik erken, dat, wanneer men zulke kleine boomen plant, men den arbeid +der eerste maanden vergroot: niet alleen moet men alle maanden wieden, +maar ook leggen deeze kleine boomen voor veele insecten bloot; de +krekels eeten 'er den kop af; de mieren maken daar aan gaarne hunne +nesten vast, die, zoo men geene zorge draagt om ze weg te nemen, +den groei beletten; maar het is slechts de moeite van een oogenblik, +die door andere voordeelen rykelyk vergoed wordt. + +Behalven het uitwieden van het onkruid, en het zuiver houden van de +insecten, moet men ook nog zorge dragen, om de weelderige loten uit +de boomen weg te nemen, en te maken, dat zy in het midden met niet +meer dan een enkelen stam opgroeijen. Een of twee bekwame Negers +hebben spoedig een stuk gezuiverd. + +Men moet ten deezen opzigte insgelyks in 't oog houden, om, by de +eerste regenbuien, alle de boomen, die niet gevat hebben, of sterven, +te verplanten. + +Men doet ook wel, met dadelyk na het uitbloeijen, geduurende de twee +eerste jaren, de zaadkorrels der jonge boomen weg te nemen: vooreerst +brengen zy grootendeels niet dan koffy voort, waar in geen kragt is; +en ik ben overtuigd, dat dit te vroeg dragen van vrucht voor de groei +en kragt van den boom schadelyk is, zoo als men natuurlyk begrypen +kan, en ons door de ondervinding bevestigd wordt, als welke ons +toont, dat onder de jonge koffy-boomen de zwakste en meest kwynende +boomen het sterkst bloeijen; ten bewyze, dat dit overyld bloeijen de +uitwerking is van eene verzwakte natuur, welke men verbeteren moet +door het vernielen van de vrucht, zoo dra ze gevormd is. In Europa +doet men zulks van gelyken, en met een goeden uitslag, ten aanzien +van de persiken- en abrikosen-boomen. + +Wanneer de boom tot de hoogte van vyf of vyf en een half voeten is +opgewassen, moet men deszelfs groei tegengaan, door den middelsten stam +af te knotten. Indien het een sterke boom is, zullen zyne zy-takken +hem nog een voet hooger doen groeijen; en dit is al de hoogte, die hy +hebben moet, op dat de Negers allen in staat zyn 'er de vruchten af +te plukken; want hoe fraai de groote boomen ook voor het uiterlyk oog +schynen mogen, de nuttigheid moet op alle Plantagiën de hoofdzaak zyn. + +Behalven de aanhoudende uitwiedingen, moet men de boomen geduurig +ontdoen van de weelderige loten, welken men moet afbreken, en niet +afsnyden. Men moet ook het jong plantsoen uittrekken, het welk rondöm, +en onder de schaduwe van den boom te voorschyn koomt. Dit werk, om +wel verrigt te worden, vordert Negers van de mannelyke kunne, van +eene hooge gestalte, en daarenboven oplettend en oordeelkundig. Het +is ook best, om dit, tweemalen s'jaars, opzettelyk te laten doen. Het +gunstigst tydstip voor deezen arbeid is het regen-saisoen, om dat +men tevens de koffy-boomen, die niet gevat hebben, kan doen verplanten. + +Men moet zig wagten, om dit werk te verrigten, of 'er mede ophouden, +in den bloei-tyd; want door het schudden der boomen, zoude men de +bloemen en jonge vruchten doen afvallen. Men zal ook wel doen, zoo +mogelyk, het wieden na te laten geduurende den oogst, hoe zeer dit +echter minder schadelyk is: men moet de Negers leeren en gewennen, +om de koffy niet groen te plukken; dezelve heeft geene waarde, en +dewyl zy kleine zwarte boonen voortbrengt, heeft men des te meerder +moeite met dezelven uit te zoeken. + +Uitgenomen op modderige landen, zoo alst die gelegen zyn aan de beide +zee-kusten, alwaar de kanten naar de laagte loopen, en uit een zeer +zacht slyk bestaan, oordeelt men het schoonmaken der grachten niet +noodzakelyk; het is genoeg, dat men ze van de plantgewassen zuivert: +zy behouden haare diepte naar evenredigheid van den afloop van het +water, die door middel van dezelven bewerkt wordt. By de sluizen +vermeerdert haare diepte; en dezelve vermindert weder naar mate van +de afgelegenheid. Dit schoonmaken zoude een vergeefsche arbeid zyn, +want de modder, welke men 'er uithaalt, wordt spoedig door ander slyk +weder aangevuld. + +Ik heb, by den aanvang van deezen brief, gezegd, dat het planten +der bananen-boomen dat der koffy-boomen moet voor af gaan op +vrugtbaare landen, die men tot eene Koffy-Plantagie voornemens is +aan te leggen. Men moet de bananen-boomen plaatsen op den afstand +van zes-en-dertig, ten minsten van zeven-en-twintig voeten, indien +men de koffy-boomen op den afftand van negen voeten planten wil; +want deeze bananen-boomen moeten zoo geschikt zyn, dat men 'er één +vindt telkens na vier koffy-boomen. Een Planter, die begint, en +natuurlyker wyze gedrongen is, om levensmiddelen te moeten hebben, +zal twee reijen bananen-boomen kunnen plaatsen op elk klein bed, +en dus vier op een dubbeld bed. Een Planter, die alleenlyk eene +Plantagie, reeds gedeeltelyk aangelegd, uitbreidt, en van wien men +verönderstelt, dat hy van levensmiddelen voorzien is, zal slechts ééne +reije bananen-boomen op elk klein bed planten: op een dubbeld bed, +en in het midden, kan hy 'er eene derde reije byvoegen, welke men +echter zal moeten wegnemen by het verdeelen der dubbelde of enkelde +bedden. De moeite, om eene reije bananen-boomen te planten, heeft +weinig te beduiden. Bovendien gebeurt het nu en dan, dat het niet +ge/chikt is het stuk grond na verloop van een jaar met koffy-boomen te +beplanten: indien zulks derhalven wordt uitgesteld, trekt men altoos +de vruchten van deeze bananen-boomen, waar van de schaduw tevens nuttig +is, om de zoutächtige deelen in deeze nieuwe gronden te behouden. + +Behalven de bananen-boomen, plant men ook Indisch koorn, het welk op +deeze nieuwe landen ongemeen wel voortkoomt: men kan deeze beplanting +verscheiden malen herhalen, zelfs na dat de koffy-boomen reeds geplant +zyn, mits men als dan in 't oog houde dezelven op reijen te planten, +op den afstand van vyf of zes voeten, om met des te meer gemak de +uitwiedingen te kunnen doen, welken men niet moet verzuimen, van den +beginne af aan, om het onkruid dadelyk uit te roeijen. + +De ignames kunnen ook gedeeltelyk op de nieuwe stukken grond geplant +worden, maar niet, wanneer men 'er reeds koffy-boomen op geplaatst +heeft. Deeze plant, die tot de voortkruipende behoort, of een zoort +van heestergewas is, zoude voor den groei der boomen schadelyk zyn. + +De Manioc en de Camanioc groeijen ook welig op deeze landen; maar men +moet ze alleenlyk planten op de laanen en aan de kanten der groote +grachten, dewyl de Manioc het land op eene byzondere wyze uitmergelt. + +De aardappelen moet men nimmer binnen den omtrek den bedyking planten; +en men moet de Negers ten sterksten beletten om zulks te doen: het +is eene pest, waar van men zeer veel moeite heeft zig te ontdoen, +en men moet zig eeniglyk bepalen tot het planten derzelve op de +omringende dyken. + +Van het bewerken der Koffy. + +Dewyl het bewerken van de Koffy eene zaak is, van den landbouw +volstrektelyk afgescheiden, heeft men gemeend dezelve afzonderlyk +te moeten behandelen. Wanneer de Koffy geplukt is, wordt zy door de +Negers gebragt op de plaats, alwaar de molens, tot het pellen van +dezelve geschikt, gevonden worden. Het is beter, gemakkelyker en +zuiniger, dezelve in een grooten bak te werpen, dan by hoopen op den +grond te plaatsen. + +Men heeft de gewoonte, om met het overbrengen der Koffy naar de molens +eerst des avonds te beginnen: intusschen, wanneer 'er tot het plukken +veel volk gebruikt wordt, en 'er een groote overvloed van koffy is, +zal men beter doen met vroegtydiger te beginnen, op dat de arbeid +niet tot in den nacht voortduure. + +Het maakzel van deeze molens is bekend; ik vermeene, dat die geene, +welke men hier molens van Martinique noemt, de beste zyn. Ik heb +eene proeve genomen, om daar in eene kleine verandering te maken tot +bespoediging van het werk, en ik ben zelfs thans bezig, om tot het +zelfde einde eene nieuwe proeve te nemen, die deezen molen misschien +nog merkelyk zal verbeteren. + +Wanneer door deeze bearbeiding de roode schil is weggenomen, worden +de boonen in een bak geworpen, in de nabyheid van het gebouw, alwaar +de molens staan. 'Er zyn 'er, die eerst des anderen daags het water +'er opgieten: ik voor my verkieze zulks des avonds te doen, al waare +het alleen om tyd uit te winnen: dan, hoedanig men dit ook gelieft +te doen, men moet 'er eene genoegzaame hoeveelheid water opgieten, +zoo dat de Koffy geheel en al bedekt is; waar na men de Koffy sterk +zal omroeren en wryven, op dat de boonen zig ontdoen van de lymige +stof, die uit de schil aan dezelve is blyven zitten. Tot dit einde +laat men dit eerst opgegoten water wegloopen door eene opening, +die onder in den bak gemaakt is, men wascht de Koffy, en giet 'er +zuiver water op, dezelfde bewerking tot drie malen toe herhalende; +want om te kunnen zeggen, dat de Koffy wel gewasschen is, moet ze in +het aanraaken ruw zyn. + +By het wasschen en omroeren van de Koffy, dryven de roode schillen, +die door de zeeft zyn doorgegaan, boven op; de kleinste boonen, welke +door de rol niet geraakt zyn, eindelyk de onrype en de ligtste boonen, +worden zoo veel mogelyk weggenomen, ten einde dezelven onder den +naam van dryvende Koffy afgescheiden te houden van de Koffy met een +zwarte bast; daar vooräl de laatstgemelde zeer schadelyk is voor de +bewerking, en meer dan de Koffy, die nog ongepeld is, in de droogeryen +insecten voortteelt: ik heb by my het gebruik ingevoerd, om deeze Koffy +andermaal door den molen te laten gaan, en vervolgens te wasschen: +als dan ontdoet zig het grootste gedeelte van haare schil, en zinkt +naar de laagte; de dryvende Koffy maakt dan eene kleine hoeveelheid +uit, en dryft by deeze tweede wassching boven op. + +Wanneer de Koffy wel gewasschen is, spreidt men dezelve uit op vloeren +met steenen belegd, alwaar men ze in de zon laat droogen, wanneer het +weder zulks toelaat: indien het al te regenachtig is, plaatst men de +Koffy in groote laaden met schuiven; die aan de droogerye vast zyn, +en onder welke men ze wegschuift wanneer het gaat regenen: deeze +laaden zyn uittermaten gemakkelyk. Als de Koffy volkomen droog is, +brengt men ze in het Magazyn van de droogerye, een gebouw, doorgaans +uit twee verdiepingen bestaande. + +Men doet wel, vooral by regenachtig weder, om de Koffy niet te zwaar +op elkander te stapelen: in allen gevalle moet men ze, vooral in het +eerste begin, drie malen daags doen verschieten: de achteloosheid en +wanörde der Planters ten deezen opzigte, brengt hun veel schade aan +de Koffy toe. + +Dit verschieten van de Koffy in de droogerye vermindert men vroeger +of later, naar mate het jaargetyde meer of minder droog is. + +Zoo dra het mooije weder aankoomt, kan men beginnen de Koffy in de +droogerye te bewerken, maar alleenlyk dan, wanneer 'er zeer in 't kort +eene gelegenheid op handen is, om ze in te schepen; want de Koffy, +eenmaal bewerkt zynde, vermindert altyd, hoe men 'er zig ook omtrent +gedraagt. In tyd van vrede, wanneer 'er geene schepen ontbreken, +om koopwaren in te laden, is het best de Koffy zoo dra mogelyk te +verzenden; want zoo dra zy in het Magazyn is, verëischt zy veel +oppassing en arbeid, en is schooner, wanneer ze dadelyk verzonden +wordt. Dienvolgende moet men buiten noodzaak met het pellen van de +Koffy niet beginnen, voor dat het drooge mooije weder wel gevestigd is, +en men van de zonneschyn zig kan verzekerd houden. Als dan spreidt +men de Koffy op den met steenen belegden vloer in de droogerye uit, +beginnende altyd met de ligte dryvende Koffy. Dewyl deeze mindere +zoort van Koffy altyd veel eer wormen voortbrengt, dan de Koffy, die +geheel volwassen is, zyn 'er doorgaans drie dagen zonneschyn noodig, +om dezelve in staat te brengen, ten einde gevoeglyk gepeld te kunnen +worden. Indien 'er weinig zonneschyn is, zyn één of twee dagen meer +noodig; in allen gevalle is het, alvoorens men ze pelt, noodzaakelyk +dezelve zoo hard te laten worden, dat men de boonen naauwlyks met +goede tanden kan aan stukken breken. + +Ik volg de manier niet, welke andere Planters gewoon zyn te bezigen: +ik laat des namiddags omtrent twee uuren, en met den geheelen toestel +aan het pellen beginnen: terwyl de sterkste Negers daar mede bezig +zyn, plaatsen de anderen de Koffy op den met steenen belegden vloer +op hoopen. Zy brengen ze vervolgens in eene groote kist of laade aan, +waar uit men ze telkens om te pellen uitneemt. Men moet dit altyd +zoodanig verrigten, dat de Koffy voor vier uuren van den vloer is: +ik heb opgemerkt, dat wanneer de zon tot vyf-en-veertig graaden van +den gezicht-einder gedaald is, de warmte zoodanig vermindert, dat de +Koffy op het gevoel koud wordt; maar wanneer zy in eene groote lade +gelegd is, behoudt zy haare warmte zeer lang. + +De Koffy, op deeze wyze wel gedroogd, en warm gepeld zynde, breekt niet +aan stukken, en wordt nimmer plat; zy verliest dan gewoonlyk het vlies, +het welk tusschen de schil en de boon gevonden wordt. Wanneer zy uit +den molen koomt, laat ik ze dadelyk wannen: andere Planters wannen +ze eerst des anderen daags. Indien men ze op den zelfden dag want, +wint men veel tyd uit: na de wanning brengt men ze op de plaats, +die tot de uitzoeking geschikt is. + +Ik heb twee groote zeeften van koper: eerst laat men de gepelde Koffy +doorgaan door die zeeft, welke de grootste openingen heeft; men laat +door dezelve doorgaan alle de boonen met de ronde en gebrokene koffy, +en in de zeeft blyven geene andere boonen overig, dan die haare schil +niet zyn kwyt geraakt, en die gevolgelyk nog eens in den molen gebragt +moeten worden. + +De tweede zeeft neemt op, het geen uit de andere gekomen is, en ik +laat, benevens de ronde koffy, door dezelve doorgaan al de gebrokene +koffy, ten minsten de kleinste. Uit hoofde van het gebruik van deeze +twee zeeften, valt 'er met de hand niets anders uit te zoeken, dan +de koffy, die in verscheiden groote stukken gebroken is, en de kwade +zwarte boonen, en die door de insecten zyn aangestoken. + +Ik laat de zuivere koffy nog eens wannen, om 'er de vliezen, het stof, +of andere vreemde lichamen van af te scheiden; waar na men, wanneer +de zon zeer heet, en de lucht helder is, dezelve voor eenige uuren op +den met steenen belegden vloer kan leggen, ten einde dezelve niet dan +volkomen droog in de vaten te pakken, na wel te hebben zorge gedragen, +om ze te laten koud worden. + +Men ziet uit alle deeze byzonderheden, dat het bewerken van eene +groote meenigte koffy zeer veel arbeid vordert, het geen het werken +in den tuin merkelyk vertraagt, in een jaargetyde, waar in men noodig +heeft de grachten op te halen, en het onkruid uit te wieden: het geen +gelegenheid gegeven heeft om te onderzoeken, of men geen ander minder +werkelyk middel tot het bewerken der koffy zoude kunnen uitvinden. + +Men heeft derhalven een molen uitgedacht, van zoortgelyk maakzel als +die, waarmede men olyven perst, om 'er de oly uit te halen; dit is wel +gelukt, en men twyffelt niet, of dit werktuig, tot volkomenheid gebragt +zynde, zal op de groote Koffy-Plantagiën van een algemeen gebruik +worden, vooral om dat het zamenstelzel eenvoudig en onkostbaar is. + +Om intusschen deezen molen tot volkomenheid te brengen, moet men ook +de onderscheiden middelen volmaken, die gebézigd worden om de koffy +zonder zon te droogen, iets dat zeer nuttig is, zelfs schoon men de +koffy pelt. Wanneer men andere proeven doet, zal men ontwyffelbaar +niet slagen. Men moet tot een grondbeginzel houden, dat de koffy +gedroogd word, zonder een stank van rook, noch kwaden smaak te krygen, +en zonder haare groene of blaauwachtige kleur te verliezen. + +Van de Gebouwen. + +Het eerste gebouw, het welk gemaakt moet worden, wanneer men een stuk +lands tot eene Plantagie aanlegt, is het huis tot bewooning voor den +Planter. Hy is met zyn werk nog zeer in, wanörde, zoo lang hy niet een +gedeelte van zynen grond met een dyk omringd heeft. Hy kan dit huis +meer of min groot maken, volgens zyn smaak, staat en middelen. Het +is raadzaam, om het afgescheiden en op zig zelf te doen staan, niet +tegen een werkplaats of magazyn aan, om de insecten en het stuiven +te ontwyken, en aan beide gebouwen meerder doorspeling van lucht +te verschaffen. + +Vervolgens moet men overgaan tot het maken van een sluis. In het begin +kan men zig vergenoegen met een sluis, die met vallend water gesloten, +en met den vloed geöpend wordt, door middel van een deur met een klap: +maar wanneer de Plantagie in uitgestrektheid toeneemt, meent men den +voorrang te moeten geven aan een sluis, welke een deur met een val +heeft, en die men by elk gety openen en sluiten moet, als zynde het +ontwyffelbaar, dat tegen het einde van het gety, wanneer het water +geen kragt meer heeft, de klapdeur in 't geheel geen water laat +afloopen, ja zelfs uit hoofde van haare zwaarte aan de uitwatering +altyd hinderlyk is; vooral wanneer de klap buitenwaarts hangt, volgens +het byna algemeen gebruik in deeze Volkplanting. Van welken aart de +sluis ook zy, moet men wel zorge dragen dezelve loodrecht, zeer vast, +en vooral diep genoeg te leggen. Schoon het van geen nut is, wanneer zy +te diep legt, kan zulks niet schaden, maar wel, wanneer ze te ondiep +legt; en het is voorzichtig dezelve zoo te maken, dat de grond van +de sluis zes duimen lager ligt, dan het laagste watergety. Het is +van aanbelang de sluis van binnen en van buiten van goede vleugels +te voorzien, ten einde geene lekking van water langs de fluis kan +doorzyperen: het verwaarloozen van deeze gewichtige punten stelt de +sluizen in deeze Volkplanting bestendig aan toevallige nadeelen bloot. + +Goede sluizen zyn van een wezenlyk belang tot het droogmaken der +landen. Het is zeker, dat 'er aan de sluizen vleugels noodig zyn, maar +het is beter de kanten van de sluis, in de gedaante van vleugels, +te laten uitspringen, dan afzonderlyke houte vleugels te maken, +die uit hoofde van het geduurig hermaken zeer kostbaar zyn. + +Voor hun, die den aanleg van eene Plantagie beginnen, zyn twee sluizen +eene zaak van veele onkosten: tot het grondvesten van dezelven zyn +veele steenen, kalk, tras en hout noodig. Het is de moeite en kosten +niet waardig, om sluizen van enkel hout te maken; zy kosten veel, +en zyn in korten tyd door de wormen vernield, Zy, die geene groote +middelen bezitten, zyn verpligt zig te bedienen van uitwaterende goten, +hier boven door my beschreven. + +In Surinamen maakt men dezelven al te breed: wanneer men goede grachten +heeft, behoeft de sluis zoo groot niet te zyn, als men doorgaans +meent. Men maakt ze ook altyd veel te kort, het geen verhindert om 'er +een zwaren dyk boven te maken; men besteedt 'er te weinig zorge aan, +en vooral aan de sluisdeur, die altyd te veel water doorlaat. Dit +gebrek van oplettenheid is oorzaak, dat de hoeken niet behoorlyk +gesloten zynde, het water, het welk naar binnen doorzypelt, het slyk, +waar door de sluis stevig gehouden wordt, langzamerhand doet wegwyken, +tot dat 'er gaten in komen; het water baant zig een weg langs de sluis, +de dyk wykt uit, en breekt. Men tracht denzelven te herstellen, +en men heeft het ongenoegen om te zien, dat het slechts voor een +korten tyd is, dewyl men de oorzaak van de kwaal, die men niet kent, +niet verholpen heeft: en hier uit trekt men dan het verkeerd besluit, +dat de sluizen eene verkeerde uitvinding zyn. + +Een ander gebrek in het maken deezer sluizen bestaat daar in, dat men +aan de deur te veel afhelling geeft, het geen belet dat het water +dezelve opligt, en 'er doorloopt. Deeze deuren zyn meest gemaakt +met houten hengzeis, als of ze dienen moesten voor deuren van een +schuur. Men heeft dit werktuig tot meerder volkomenheid gebragt, +en indien men het met lood beleggen wilde, om van de wormen niet +doorknaagd te worden, zou het byna zoo nuttig zyn als volkomene +sluizen, en ik zoude 'er in dit Land den voorrang aan geven, om dat +de Negers te achteloos zyn in het regelmatig openen van de deuren, +zoo als dit behoort. + +Voor eene droogmaking van twee honderd akkers, laat ik alleen twee +sluizen maken, die elk een vak van drie voeten hebben; ik geef aan +dezelven 26 of 28 voeten lengte; ik laat de planken wel in malkander +sluiten; ik laat alle de reeten met pik toestoppen, even als een schip; +men maakt 'er eene goede deur aan met yzere hengzels, waar van de +duimyzers met een schroef gemaakt zyn, om des te vaster te houden, +en de spykers ook met een spil en schroef. Ik laat deeze deur op de +volkomenste wyze in één sluiten, en wel zoo vast, dat zy niet ligtelyk +in wanörde geraken kan. Wanneer deeze sluis geplaatst is, laat ik +daarboven een zeer zwaren dyk leggen, zelfs van twee voeten hooger, +dan die 'er dicht by is. De sluis, op deeze wyze ingericht, laat geen +droppel water door, geduurende den vloed, en nooit geraakt de dyk in +wanörde, dan wanneer de sluis verrot of van de wormen doorknaagd is, +en in duigen valt. 'Er blyft nooit water in de grachten: de sluisdeur +gaat door het minste gewicht van 't water gemakkelyk open. + +De Koffy-Planter heeft het voorrecht, dat hy zig voor het derde of +vierde jaar over het maken, der gebouwen niet behoeft te bekommeren: +hy kan ze dan maken naar evenredigheid van de geplante boomen, zelfs +van die geenen, die nog geene vrugten geven. De arbeid wordt meer +noodzakelyk, naar mate dat de boomen tot het dragen van vruchten komen: +men handelt voorzichtig met de Plantagiën in de eerste jaaren niet +verder uit te breiden, dan in zoodanige evenredigheid, dat, wanneer de +koffyboomen vruchten opleveren, men niet genoodzaakt is het tuinwerk +om dat van den oogst te verwaarloozen; want men moet rekenen, dat men +ten minsten een vyfde gedeelte van het jaar, dat is, twee en een halve +maand, of drie maanden, aan de beide oogsten besteedt, en een zevende +gedeelte aan het bewerken van de koffy, zonder van het verschieten en +den verderen arbeid der droogerye te spreken. Te weinig oplettenheid in +dit opzigt is oorzaak, dat een aantal Koffy-Plantagiën slecht bebouwd +en slecht onderhouden zyn. Het is altyd zeker, dat eene Plantagie van +eene middelmatige uitgestrektheid, wanneer zy wel onderhouden wordt, +meer opbrengt, dan eene groote, wier onderhoud slecht is. + +Men oordeelt, dat een goed gebouw geduurende lange jaaren tot alles +voldoende is, mits men het een weinig stevig maakt, en zulks zonder +zeer kostbaar te zyn: men kan 'er de breedte van 32 of 34 voeten +aan geven, en zoodanige lengte, als men goedvindt: het is dienstig, +om het zelve zoo te plaatsen, dat men het kan uitleggen, naar mate +de meenigte van de koffy, die in het magazyn opgeslagen moet worden, +toeneemt. Men kan de stylen plaatsen op voetstukken van dezelfde +hoogte, stukken hout leggen tot ondersteuning van de einden van de +balken, die daar op rusten, of zig daar mede verëenigen. Men legt deeze +balken op eene hoogte van 8 of 9 voeten, maar de stylen moeten nog 4 +of 5 voeten hooger zyn, op dat de zolder tusschen alle de stylen van +wederzyden klap-vengsters kan hebben, vermits het van aanbelang is, +dat de lucht over de zolder vryelyk heen speelt, om de koffy spoedig +te doen droogen. Men moet daarom aan beide kanten groote vengsters +maken, die tot op den grond van den zolder nederhangen. + +Het is verwonderlyk, hoe de koffy spoediger droogt, wanneer de wind +'er regelrecht op werkt; het is alleenlyk noodig de twee gevels en de +beide zyden van het gebouw aan het bovenste gedeelte, tot aan de zolder +toe, met planken te beleggen. Het onderste gedeelte kan open blyven, +of men kan het sluiten of omheinen alleenlyk met stammen van pynboomen: +het geheel moet overdekt worden met dak-borden, die men in dit Land +zeer duurzaam vindt: stammen van pynboomen zyn voldoende om dezelven +te onderschragen, zonder dat men latten of dwarsbalken noodig heeft. + +In het benedenste gedeelte plaatst men den molen, om de koffy-boonen +te pellen, de groote bak om ze in te werpen, zoo wel de koffy, die +geplukt, als die gepeld is: dezelfde benedenste verdieping, zoo men +de werkplaats verlengt, kan, dienen tot een kuiperye, een stalling, +en verscheidene andere gebruiken. + +De geschikte manier tot het plaatsen der koffy-lootsen is altyd +eene en de zelfde, op welke wyze de verdere gebouwen ook geplaatst +of ingericht mogen zyn. De gevels moeten staan naar het oosten +en westen, en de lengte moet gericht zyn van het noorden naar het +zuiden. De met steenen belegde vloer moet geplaatst worden aan de +noordelyke gevel, op eenen genoegzamen afstand, om te ontwyken de +morgen en avond schaduwen, en de belemmering van den wind, die door +het lichaam van het gebouw veröorzaakt zoude worden; want de wind is +allernoodzakelykst, om de koffy te droogen. Zy, die drie of vier maal +honderd duizend ponden koffy, en eene gelyke hoeveelheid cacao op eene +enkele Plantagie hebben zien bewerken, kennen de waardye van een zeer +uitgestrekten droog-vloer. Men moet ze meer boogsgewyze maken, dan +men gewoonlyk doet. Men moet van zeer dun hout, en zeer ligte planken +van een halven duim dikte, eene kleine kap of beweegbaar dak maken +van 20 voeten lengte en 15 voeten breedte, zynde bovendien met bepekt +zeildoek overdekt. Men plaatst dit dak op rollen, welken men naar zyn +believen draait, op dezelfde wyze als huisraad en bedden. Zoo dra men +een enkelen droppel regen bespeurt stapelt men de koffy met groote +houten schoppen op elkander, en rolt 'er het dak over heen, om de +koffy voor den regen te beveiligen: dit is tot groot voordeel en nut. + +Indien men laden of schuifbakken heeft, kan men zig insgelyks van het +benedenste gedeelte der loots, aan één van de beide kanten bedienen, +mits echter in het oog houdende, dat men de einden hout, waar op +de rollen van de laaden loopen, behoorlyk verlengt, en voorts acht +gevende, dat de schaduw, door de loots veröorzaakt, op zekere uuren +van den dag, aan het droogen van de koffy niet hinderlyk zy. + +Aan de voor- of achter-zyde, naar mate de loots naar het oosten +of westen geplaatst is, moet men een met steenen belegden vloer +maken. Het is van het grootste nut, dat dezelve eene genoegzaame +uitgestrektheid hebbe. Op zyde van deeze vloer, en zoo dicht mogelyk +by de werkplaats, moet de bak staan om de koffy te wasschen, waar in +het altyd dienstig is eene afscheiding te maken; want dewyl men het +water verscheiden malen geduurende de wassching moet ververschen, +is het zeer gemakkelyk de koffy, dan aan de ééne, dan aan de andere +zyde van den bak, te kunnen overstorten. + +Zie daar alles, wat tot de bewerking en het behoud van de koffy +noodzakelyk dunkt te zyn. + + + +VIERDE BRIEF. + +Antwoord op de drie eerstgemelde Brieven, waar by de Fransche Ingezeten +de vraag omtrent ds afschaffing der slavernye, in de Volkplantingen, +alwaar dezelve nog plaats heeft, opzettelyk behandelt: hy raadt om +deeze verandering, die noodzakelyk geworden is, te bevorderen; en +geeft de middelen aan de hand, om daar toe te geraken, zonder aan +den voorspoed der Volkplantingen nadeel toe te brengen. + +Ik ben u, myn lieven vriend, zeer verplicht voor de drie brieven, +welken gy my het genoegen gedaan hebt aan my te zenden, betrekkelyk het +bebouwen der lage landen, waar van wy, zedert eenige jaaren, begonnen +hebben proeven te nemen, en waar in gy onze meester zyt. Ik zal niet +alleen voor my zelven van uwe nuttige onderrigtingen gebruik maken, +maar ik zal ze ook ter kennisse brengen van alle myne medeburgers, +die, even als ik, met de voortbrengzels deezer landen aan te +kweken, voordeel bedoelen, of die zig by vervolg op zoortgelyke +ondernemingen zouden willen toeleggen, in een uitgestrekt land, +waar niets dan arbeidzaamheid noodig is. Uwe mededeelende inborst, +die het onderscheidend kenmerk van waare onderrigting, en de bezitting +van eerlyke harten is, geeft my de verzekering, dat ik aan uw oogmerk +voldoen zal, met deeze kundigheden, zoo veel my mogelyk zal zyn, te +verbreiden, en zelfs door de zeer voldoende brieven, welken gy my over +dit onderwerp geschreven hebt, ten algemeenen nutte te laten drukken. + +Reeds hebben verscheiden van myne gebuuren, die even als ik op lage +landen arbeiden, nuttige lessen van u ontfangen; en reeds begon deeze +geheele streek gelukkig te worden, zoo dat men hope konde opvatten, +dat dezelve t'eeniger tyd uwe schoone Volkplantingen zoude naar de +kroon steken. + +Maar zedert de omwenteling, die van Frankryk een Gemeenebest gemaakt, +en aan alle menschen, onder deszelfs bestuur levende, het genot +van alle de rechten van den mensch en burger heeft wedergegeven; +die de slavernye afgeschaft, en den Neger-handel vernietigd heeft, +is alles van gedaante veranderd. Men heeft op 't onverwagtst de +vryheid afgekondigd aan menschen, die met eene meer of min harde, +maar steeds willekeurige gestrengheid, gehouden waren tot eenen arbeid, +uit deszelfs aart verachtelyk, en welken zy, zonder eenig voordeel voor +zig zelven, ten nutte van een enkel persoon verrigtten. Men heeft hun +de volkomene vryheid overgelaten, om zig al of niet te verbinden aan +hun, die welëer eigenaars van hunne persoonen waren. Het gevolg hier +van is geweest, dat byna alle de Plantagiën, aan de Rivier Aprouago +op laage landen aangelegd, verlaaten, of merkelyk vervallen zyn. + +Ik ben een vriend der vryheid, schoon ik voor deezen veele slaven in +eigendom bezat. Ik behandelde de mynen met eene byzondere gematigdheid, +en ik heb 'er verscheiden van behouden. Ik zoude ze zelfs allen +behouden hebben, indien de Regeering 'er niet op eene willekeurige +wyze over beschikt had, door hen op andere Plantagiën, in andere +landschappen, te gebruiken, om de Plantagiën, die onder handen van +het bestuur in bewaring gesteld waaren, boven anderen gelukkig te +doen zyn, of de belangen van byzondere persoonen te begunstigen. + +Hier doet zig een vraag-punt op, het welk verscheiden Planters niet als +bedenkelyk beschouwen, maar waaromtrent ik niet van hun gevoelen ben, +en waar van de behandeling voor het menschdom van een byzonder belang +is: zy moet ook hoogst belangryk zyn voor de Hollandsche Colonisten, +onze nabuuren, wier Regeerings-bestuur, op dezelfde grondbeginzels, +als het onze, gebouwd, insgelyks tot de afschaffing der slavernye +zal moeten besluiten. + +Om dit stuk in orde te behandelen, zal ik eerst de vragen voorstellen, +en wat de meeste onzer nabuuren 'er van zeggen. + +"Hoe kan de in stand houding eener Plantagie, die zoo veel +arbeid, zoo veel uitschot van penningen vordert, met de vryheid +der plantende Negers bestaan? Ziet gy niet, dat de Hollanders, +die in deeze zoort van handel zulke groote vorderingen gemaakt +hebben, onder alle Europeanen die geenen zyn, welke de Negers met de +meeste gestrengheid behandelen? Dat zy met dit al in hun vaderland +Comptoiren of Maatschappyen hebben, die, naar mate van de begroote +waarde deezer landen, aanzienlyke sommen gelds opschieten aan de +Planters, die eigentlyk niets anders doen dan het huishoudelyk bestuur +der Plantagie voor hunne geldschieters waar te nemen? zouden wy, +die deeze bebouwing der lage landen van verre hebben beginnen na te +volgen, dit immer hebben kunnen uitvoeren, zonder de kragtdadige hulp, +welke de Regeering op allerleije wyze aan de eerste bebouwers deezer +landen verschaft heeft? zouden wy het hebben kunnen doen buiten het +middel der slavernye, waar in de mensch geen ander mogelyk bestaan +heeft, dan door eenen aanhoudenden en onäfgebroken arbeid, zonder +zelfs het recht te hebben, om zig te mogen beklagen? Ziet gy niet, +dat alle de Fransche Volkplantingen te vuur en te zwaard verwoest +worden, en dat wy eenigermaten deeze algemeene verwoesting ontduiken, +doordien wy op ons zelf staan, en door de zwakheid der bevolking, +die, op uitgestrekte ruimten verspreid zynde, tegen ons niet heeft +kunnen zamenspannen? Schoon wy de grootste onheilen agter ons hebben, +is het evenwel niet zichtbaar, dat alles in deeze Volkplanting, +zedert het tydperk der vryheid, in verval geraakt is, en dat vooral +de Plantagiën op lage landen het grootste verlies geleden hebben? Merk +daarënboven op, dat 'er zedert geene nieuwe onderneming van dien aart +is aangelegd. En, ach! hoe zoude men dien aanleg beginnen? Welke +middelen, zoudt gy by de hand nemen, om de zwarten aan te zetten +tot eenen arbeid, die uit deszelfs aart zwaar en onäangenaam is, +en welken men jaaren lang moet voortzetten, om deeze landen droog te +krygen, alvorens 'er eenige vruchten van te trekken? Ik gevoel, dat +gy t'eeniger tyd zult moeten toestemmen, om aan uwe landbouwers een +vierde van uwe inkomsten te geven, gelyk, zoo men zegt, op St. Domingo +plaats heeft: maar wat zult gy doen, eer het nog ver af zynde tydstip +daar is, dat dit vierde iets van aanbelang bedraagt"? + +Zie daar de groote en voorname tegenwerpingen: ik zal 'er volkomen +op trachten te antwoorden. Het herstel der Fransche Volkplantingen, +en het behoud der geenen, die nog niets geleden hebben, wordt met +reden beschouwd van zulk een groot staatkundig belang te zyn, dat al +het geen eenig licht verspreiden kan omtrent de middelen, waar door +de één tot eenen gevestigden voorspoed komen, en de ander den schok +van eene noodzakelyk gewordene verandering in het bestuur ontwyken +kan, door de eigenaars in de Volkplanting met dankbaarheid behoort +ontfangen te worden. + +Ik heb myne denkbeelden niet eeniglyk in deeze Volkplanting +opgezameld. Ik heb in de Volkplantingen van verscheiden Europeesche +natiën gewoond; ik heb my toegelegd, om den inborst der Negers te +leeren kennen; ik heb de verschillende manieren om hen te bestuuren, +en derzelver gevolgen onderzogt; ik heb alles gelezen, wat voor en +tegen de afschaffing der slavernye geschreven is geworden; en ik ben +volkomen overreed, dat het mogelyk is, om, zonder benadeeling der +Volkplanting, Zeden- en Staat-kunde met elkander over één te brengen, +mitsgaders arbeidzaamheid en voorspoed, die van elkander onafscheidelyk +zyn, onder de gezengde luchtstreek zamen te paaren. + +Het geen ik te zeggen heb, is geschikt om de klagten der Colonisten te +bevredigen, die nog slaven bezitten, en, uit hoofde van de ellendige +inrigting der Volkplantingen, alle bewysredenen tegen de slavernye der +Negers, als eenen regelregten aanval op hunne eigendommen beschouwen. + +Frankryk heeft het eerst, en onder de Europeesche volken nog alleen, +deeze schandelyke inrigting onbepaald en volkomen afgeschaft: de +gevolgen deezer omwenteling zyn byna overal schadelyk geweest; maar +kunnen wy over de gevolgen wel oordeelen, zonder dat wy de oorzaken +kennen; en zouden andere oorzaaken ook geene andere gevolgen hebben +te weeg gebragt? Zoude eene andere handelwyze, eene andere manier +om deeze verandering van slavernye in vryheid daar te stellen, geene +andere uitwerkingen gehad hebben? Hier aan valt niet te twyffelen. + +De Nationaale Conventie, na de grondslagen tot verklaring van de +rechten van den mensch besloten te hebben, heeft deeze beginzels +niet in 't oog gehouden in alle de beschikkingen, betrekkelyk de +Volkplantingen, welken zy aan de ondermyningen der openbaare vyanden +van vryheid en gelykheid heeft overgelaten. Wel verre van het lot +der slaven te verbeteren, en de middelen tot hunne vrymaking met +verstand voor te bereiden, heeft zy zelfs het recht van burgerschap +aan de zwarten geweigerd, en daar door aan de Planters de magt +gegeven, om hun het staatkundig aanwezen te weigeren, na hun het +zelve voor een oogenblik te hebben toegestaan. Noch de Regeeringen +in de Volkplantingen, noch de eigenaars der Plantagiën, noch de +uitvoerders van het bestuur, wilden de vryheid niet, ja zelfs wilden +zy den verachtelyken en lagen staat, waar onder de zwarten zuchtten, +in de minste omstandigheid niet verzachten; integendeel scheen men +het 'er, na de omwenteling, op toe te leggen, om deeze vernedering +tot een grondbeginzel te vestigen. Door zulk eene handelwyze heeft +men te weeg gebragt, dat deeze zoort van menschen onze ergste vyanden +geworden zyn, en de schoone Volkplanting van St. Domingo het onderst +boven gekeerd hebben. + +Toen vervolgens, in die ongelukkige tyden, in welken zy, die zig +tegen de verbetering van het bestuur der Volkplantingen verzetteden, +zig betoond hebben opentlyke vrienden van het Koningschap te +zyn, de Engelschen te hulp geroepen, en zelfs de Negers tegen ons +gewapend hebben, in de hoop, dat het hun gelukken mogt de slavernye +te herstellen; toen de uiterste middelen noodzakelyk geworden waren, +heeft de Nationale Conventie de grondbeginzels der vryheid eensklaps +te rug gebragt, daar het vry beter was geweest dezelven trapsgewyze +te vestigen: hier uit zyn onheilen voortgesproten, die aan de andere +Volkplantingen eene nuttige les geven kunden. + +Zy moeten, zoo het mogelyk is, de vryheid bekomen, zonder eenigen +schok, zonder wanorde in de byzondere eigendommen, en vooral zonder +bloed te vergieten. Behalven het algemeen gevoelen van menschelykheid, +het welk ieder eerlyk en weldenkend man doet verlangen, dat deeze +verandering bewerkt worde zonder die schokken, welke zommigen van onze +Volkplantingen zoo zeer beroerd hebben, kan ik niet nalaten belang te +stellen in het lot van verscheiden deezer Volkplantingen, en ik moet +de inwooners aanzetten, om rypelyk te denken op de aanmerkingen, die +ik hun voordrage, en zig wel overtuigd te houden van deeze waarheid: +dat het onmogelyk is de hatelyke inrigting der slavernye langen tyd +te doen stand houden, en dat, om de afschaffing daar van voordeeligcr +te doen zyn, en minder ongeregeldheid te doen uitwerken, men daar in +goedschiks en met beleid moet te werk gaan. + +Indien zy hier eenige middelen aantreffen, om deezen taak gemakkelyk +te maken, zal ik my by de Planters zeer verdienstelyk gemaakt hebben, +door te toonen, dat het in de Volkplantingen mogelyk is, om zig met +de voortbrengzels van het aardryk te verryken, zonder het menschdom +te doen beven, en dat men met een weldadig hart, zonder knaging van +'t geweten, eigenaar van eene Plantagie kan zyn. + +De vraag omtrent de slavernye der zwarten hield zedert langen tyd +de verstandigen bezig, eer dat men in Frankryk aan eene omwenteling +dagt; deeze vraag is door het Fransche Gemeenebest beslist: zy kan +de Regeeringen, die Volkplantingen bezitten, en waar het stelzel der +vryheid nog geen veld gewonnen heeft, in geene onverschilligheid laten. + +De Negers zyn niet onkundig, of zullen ten minsten niet lang onkundig +kunnen blyven, hoe zeer hunne staat van die van huns gelyken in de +nabuurige Fransche Volkplantingen verschilt: wanneer men zulks voor +hun verbergen konde, denkt men dan nog, dat zy van hunne rechten +altyd onkundig zyn geweest, en dat de stem der natuur by hun ten +gevalle van hunne bezitters verdoofd is? + +Hoe dom hunne lasteraars hen ook verbeelden te zyn, zy hebben getoond +met zeer grooten moed bezield te zyn: zy hebben, zoo als gy weet, +in uwe Volkplantingen van Hollandsch Guiana, gelyk ook in Jamaica, +het voorbeeld voor zig van een aantal menschen van hun geslacht, +die door hunnen moed zig de vryheid bezorgd hebben, in weêrwil van +hunne meesters, welken zy genoodzaakt hebben, om met hun over eene +volkomene onäfhangelykheid te handelen. + +Men moet de noodlottigste gebeurtenissen duchten, indien men zig niet +met ernst bezig houdt met de verbetering van het lot van deeze zoort +van menschen, die uit hoofde der ryke voortbrengzels van hunnen arbeid +van zoo veel gewicht zyn, en tevens zoo weinig bescherming ontmoeten, +zoo mishandeld worden. Men zoude kwalyk doen, om in eene onvoorzigtige +gerustheid te blyven sluimeren. + +Het voorbeeld der Fransche Volkplantingen moet aan deeze aanmerkingen +klem byzetten: door zig tegen de vryheid te verzetten, zyn zy verwoest +geworden, zy herstellen zig met derzelver zoeten invloed, onäangezien +alle de noodlottigheden van den oorlog. + +Wat kunnen zy, die de slavernye voorstaan; tog inbrengen? Zy zullen +zig beroepen op het oud gebruik der Volkplantingen, de voorgewende +onmogelykheid, om dezelven zonder zwarten en zonder slaven te bebouwen, +op het belang van den staat, om koopwaren uit de Volkplantingen +te trekken. Men beroept zig op het geluk der Negers in hunnen +tegenwoordigen staat, die, zoo men ons beduiden wil, verre verkieslyk +is boven het lot van onze boeren. Men zegt, dat de luiheid, het bedrog, +en alle slechte hoedanigheden, die harde en inhalige meesters, hun +slechts als lydelyke werktuigen van hun fortuin beschouwende, in hun +vinden, van het character der Negers onäfscheidelyk zyn; maar deeze +kwaade hoedanigheden en gebreken zyn, of betrekkelyk tot het begrip +en vooröordeel, het welk hunne staat inboezemt, of veröorzaakt door +de manier, waar op men hen behandelt: deeze gebreken, die aan alle +menschen, en in alle maatschappyen gemeen zyn, verdwynen, of nemen +ten minsten merkelyk af onder een menschlievend en redelyk bestuur, +zelfs onder slaven: zulks heeft my eene onäfgebrokene en aandachtige +ondervinding klaar bewezen. + +De voorstanders der slayernye kunnen voor het overige in hunne +verschillende redeneeringen in het geheel geen gebruik maken van +de zaak der menschelykheid, noch van de rechtvaardigheid, noch +van het recht der natuur, als welken geen mensch ter weereld door +verjaring kan verliezen, van welke kleur hy ook zyn moge, en het zy de +omstandigheden zyner geboorte meerder of minder gunstig zyn. "Wy hebben +Volkplantingen noodig, men kan dezelven zonder slaven niet bebouwen; +dus is de slaven-handel en het bezitten van slaven noodzakelyk". Zie +daar, waar op hunne redeneeringen altyd nederkomen. + +Aan den anderen kant zyn zy, die voor de afschaffing der slavernye +pleiten, door de reden, de rechtvaardigheid, de weldadigheid, en +alle eerbiedwaardige beweegredenen, welken de menschelykheid aan de +hand geeft, aangevuurd, dikwils veel te verre gegaan, en hebben zig +dus aan de berisping hunner tegenpartyen, die by de handhaving der +slavernye belang hadden, bloot gesteld; zy hebben gezondigd, het zy +door buitensporigen yver, het zy door de staatkundige betrekkingen uit +het oog te verliezen, welk laatste echter niet behoort te geschieden, +zoo men een aantal lieden, wier fortuin van de beplantingen afhangt, +niet in hevige klagten wil doen uitbarsten: op dien zelfden voet +voortgaande, hebben zy zig de berisping der Planters ook nog op den +hals gehaald, door niet wel te bevroeden alle de middelen, die tot +het bewerken der verlangde omwenteling verëischt werden. 'Er zyn +noodlottige gebeurtenissen voorgevallen, die de redeneeringen van de +voorstanders der slavernye schynen te versterken; maar wat valt daar +uit te besluiten, dan alleen dit, dat de ontwerpen der menschelykheid +ten voordeele der zwarten, overëenkomstig eene goede staatkunde, niet +behooren uitgevoerd te worden, dan door den tyd en trapsgewyze? dat +eene overylde en onbepaalde vrylating, zonder uitzondering of mitsen, +aan het voorgesteld oogmerk zeer slecht voldoet, en zelfs groote +ongelegenheden veröorzaakt? In de daad, men moet toestemmen, dat de +nieuwe Negers, die aan de taal en gebruiken der Europeanen nog niet +gewoon zyn, zonder gevaar voor de Plantagiën, noch zonder benadeeling +van hun zelven, niet allen op eenmaal, zonder tusschenpoozing of +voorzorgen, in vryheid gesteld kunnen worden. Het is 'er mede gelegen, +als met het gezicht, dat door eene lange duisternis verzwakt is, +en niet met overyling het licht weder kan aanschouwen, zonder 'er +door verbysterd te worden: men moet hun het licht by trappen en met +beleid te rug geven. + +Intusschen is het geenzints onmogelyk, maar het is zelfs nuttig +en staatkundig, om de middelen tot afschaffing der slavernye voor +te bereiden. Men kan dit oogmerk bereiken, terwyl men tevens het +belang van den Staat, en de staatkunde der volken in het oog houdt, +de Volkplantingen, die nog geene veranderingen ondergaan hebben, +bewaart, zonder de eigendommen der ingezetenen te bederven, noch +hunne inkomsten te verminderen. Het tydperk, binnen het welk men +trapsgewyze aan de Negers de vryheid zoude kunnen schenken, zoude +niet verre af zyn; en de goede geneigdheid van verscheiden Planters +zoude het zelve meerder verkorten, dan men denkt. 'Er zyn 'er veelen, +die, om wel te doen, slechts verlangen omtrent hunne waare belangen +te worden ingeligt; dit kan men door tyd en ondervinding te weeg +brengen; en de Regeeringen behooren, overëenkomstig dien regelmaat, +de gebrekkige inrigting, die nog in zwang is, en tot hier toe door +de wet gehandhaafd is geworden, te verbeteren. + +Alle eerlyke, gevoelige en belanglooze harten zyn van de zaak zelve +wel overreed; maar men moet aan de Regeering betogen, en aan de +eigenaars der slaven bewyzen, dat men deeze veranderingen bewerken +kan door middelen, die geene beweging maken, en aan de veiligheid, +noch aan het voordeel der Planters geen leed toebrengen. Het is tot +dit einde noodig, om alle vooröordeelen aan een zyde te stellen, en met +onpartydigheid de middelen te overwegen, door welken men langzamerhand +in de verbetering van de gebrekkige inrichting der Volkplantingen +kan slagen, zonder de Plantagiën en derzelver bebouwing te bederven. + +Het eerste middel moet zyn de afschaffing van den slaven-handel. + +Deeze handel is met de slavernye op 't naauwst verbonden, om dat zy +aan dezelve voedzel verschaft, en de Planters in 't begrip staan, +dat, indien de slaven-handel ophield, het getal van de bewoners der +Volkplanting wel dra tot niet zoude loopen, en derzelver bebouwing +ook in evenredigheid verminderen, en dat, vermits de slavernye eene +geöorloofde zaak is, de slaven-handel het insgelyks behoort te zyn: +edoch niets dan de verfoeijelykste heerszucht is in staat, om deezen +hatelyken handel, die een zamenweefzel van barbaarsheden is, te willen +laten stand houden. + +Wat doet het 'er toe, of wy onrechtvaardig en wreed zyn, mits wy maar +rykdommen vergaderen. Zie daar in korte woorden, waar toe men alle de +redeneeringen brengen kan, die ten voordeele van deezen handel worden +aangevoerd. Maar indien dit niet alleen eene onrechtvaardigheid, maar +zelfs eene mistasting is; indien deeze handel, verre van voordeelig +te zyn, voor de belangen van het volk, dat denzelven dryft, hoogst +nadeelig is; wat moet 'er dan worden van den eenigen grond, waar mede +men deszelfs voortduuring wil goed maken? + +Deeze handel, staatkundig beschouwd, brengt niet dan nadeel te +weeg. Dezelve bederft de zeden van elk volk, het welk zig daar aan +overgeeft, door hun eene geneigdheid tot wreede daden in te boezemen; +door dezelven eindelyk by veele persoonen als wettige daden te doen +beschouwen; door een aantal lieden te gewennen, om hun fortuin door +de vernieling van het menschdom te beproeven; want het is eene +bewezene waarheid, dat de oorlogen, gevoerd om slaven te hebben, +de onaangenaame overtochten, de mishandelingen, en de wanhoop, veel +meer Negers doen sneven, dan 'er in de Volkplantingen aankomen. Deeze +handel is schadelyk voor de zeevaart, uit hoofde van het verlies van +een groot aantal matroozen, veröorzaakt door de kwade lucht, het slecht +voedzel, en andere vernielende omstandigheden, die op de schepen, +tot de overvoering der Negers bestemd, noodwendig plaats hebben. De +slavenhandel is, in één woord, een schande voor het menschdom, een +vlak op elk volk, die denzelven gedoogt, eene openbaare strydigheid +met de grondbeginzels en inrigting van alle Gemeenebesten. + +Maar, werpt men ons tegen, hoe zal men eene bevolking in stand houden, +die geduurig afneemt, en hoe zult gy Volkplantingen hebben, indien +gy den slaven-handel op de kust van Africa laat varen? + +Het getal der Neger-slaven neemt in eene verbazende meenigte af by +de Planters, die weinig menschelykheid of gevoel bezitten; maar het +vermeerdert langzamerhand by hun, die de noodige zorgen aanwenden +tot behoud van hunne slaven, en om, zoo veel in hun is, de wet der +slavernye te matigen. Mitsdien is het, onder het bestuur van eene wel +geregelde vryheid, buiten allen twyffel, dat de volkrykheid schielyk +zal vermeerderen, gelyk de ondervinding dit bewyst in alle Landen, +alwaar de mensch gelukkig is, en wel geregeerd wordt. + +In deeze vooronderstelling zal de veiligheid en goede regeerings-orde +in de Volkplantingen grooter zyn; haar onderhoud zal minder kostbaar +worden, uit hoofde van eene sterke vermindering, zoo al niet eene +volkomene vernietiging van de kosten, op de uitöeffening der Politie +en Justitie, het houden van krygsvolk, het straffen van misdadige, en +het vervolgen van weggeloopene Negers, het onderhoud van gevangenissen, +enz. vallende. + +Na alzoo den slaven-handel te hebben afgeschaft, zal men de +noodige beschikkingen maken tot handhaving van de goede orde in +de Volkplantingen, tot derzelver veiligheid, en tot aanwas der +bevolking. Voorzeker, wanneer men alle de Plantagiën in haare +tegenwoordige werkzaamheden laat blyven, gelyk ook de regeling van +goede orde, die op elk derzelven past, zal men niemand van de eigenaars +iets doen verliezen. + +Dan zal het noodig zyn, dat men zig ernstig bezig houde, om overal, +op eene éénstemmige wyze, wel beredeneerde wetten te maken, die niets +willekeurigs meer in zig bevatten, en waar by men de geregelde orde +in den arbeid, en de behoorlyke tucht zal handhaven. Zonder de wet +te willen stellen aan die Volkplantingen, alwaar de slavernye nog +heerscht, is het geen herssenschimmig denkbeeld, dat wel zaamgestelde +vergaderingen, uit den bloem der Colonisten verkozen, zelve die +Reglementen van Politie, en die geschikte en éénstemmige wetten zouden +voorstellen, die op alle Plantagiën passen zouden, en waar naar ieder +verpligt zoude zyn zig te gedragen; en hier uit zoude de grootste +voorspoed voor elk in 't byzonder, en voor de geheele Volkplanting in +'t algemeen, voortvloeijen. + +De Planters van Jamaica en Grenada hebben zedert lang het ontwerpen +van Reglementen voor hunne Volkplantingen in den zin gehad. Een van +hun laat zig in dit opzigt in deeze merkwaardige woorden uit. "Het +staat in onze macht, om den welvaart van tweemaal honderd duizend +menschen, wier arbeid ons het dagelyks middel van bestaan verschaft, +te bevorderen; wy hebben het vermogen van, om zoo te spreken, eene +nieuwe schepping te vormen. Welk edeler voorwerp kan immer onzen yver +aanvuuren, en de natuurlyke neiging, die ons tot weldadigheid heen +leidt, opwekken? Wanneer men de zaak uit het oogpunt van ons persoonlyk +belang beschouwt, is het zeer zeker, dat hoe meerder menschelykheid +iemand bezit, hoe beter staatkundige hy is: dus zullen wy door de +neiging van ons hart te volgen, den welvaart van onze bezittingen, +met der menschen goedkeuring, en des Hemels zegen zamen paaren. + +De Planters van Grenada hebben in hunne Volksvergadering Reglementen +van inwendige Politie, en wetten ten voordeele der slaven, vast +gesteld, waar by zy, in hunne Acte van 4 November 1788. deeze +verstandige inleiding laten voorafgaan. + +"Overwegende, dat de noodzakelykheid van den invoer van Negers zal +ophouden op het oogenblik, dat zy met menschlievenheid behandeld, +en niet meer met onmatigen arbeid bezwaard zullen worden, en men dus +op de wetten der natuur in de vereeniging der kunnen acht zal geven; + +Gemerkt, dat de wetten, die tot hier toe tot handhaving der slaven +zyn afgekondigd, onvoldoende bevonden zyn; en de menschelykheid, zoo +wel als het belang der Volkplanting, vordert, dat men de slavernye +zoo dragelyk make, als mogelyk is, om de volkrykheid der Negers te +bevorderen, het eenig middel, om de noodzakelykheid hunner invoering +van de Americaansche kusten door den tyd geheel te vernietigen; + +En gelet, dat men zulk een heilzaam oogmerk niet kan bereiken, +dan door aan de magt der meesters, en van de geenen, die met het +opzicht over de slaven belast zyn, palen te stellen; het zy door +hen te verpligten, om hun op eene gepaste wyze van huisvesting, +voedzel en kleeding te voorzien, het zy door hun onderwys en goede +zeden te beschikken, hen aan te zetten tot het aangaan van huwelyken, +tevens deeze wettige verbintenissen eerbiedigende en beschermende: +om alle deeze redenen", enz. + +Zonder van stuk tot stuk de Reglementen op te geven, die het gevolg van +deeze Acte zyn, noch ook alhier te ontvouwen, wat men van dien aart het +best zoude kunnen doen, indien men, met reden en menschlievendheid, +de hier boven uitgedrukte gevoelens ter uitvoer trachte te brengen, +is het genoeg door deeze twee voorbeelden aan te toonen, dat de +Planters zedert lang gevoeld hebben, dat hun eigen belang dergelyke +wetten vorderde, dat deeze wetten noodig waren tot in stand houding +en aanwas der bevolking, om den invoer der zwarten van de Africaansche +kust te vernietigen, als mede tot groot voordeel der inwooners. + +Het Reglement op het bestuur der Plantagie vast gesteld en in schrift +gebragt zynde, zoude op de werkplaatsen gelezen en afgekondigd, en +van tyd tot tyd vernieuwd worden: men zoude daar by voorziening doen +omtrent het voedzel, de kleeding, en de woning der Negers: men zoude +hun den eigendom van hunne tuinen, vogelaryen, en beesten-kwekeryen +verzekeren: men zoude daar by melding maken van het bezorgen van +oppassing aan de zieken, oude lieden en verzwakten; aan de zwangere +vrouwen, aan de zoogsters en kinderen: dat de noodige voorzorgen +gebruikt zouden worden tot handhaving der goede zeden, tot onderwys +der jeugd, en de goede orde in de huisgezinnen, enz. + +Te gelyker tyd zouden de uuren van arbeid daar by worden aangewezen, +als mede het geregeld bestuur en onderwerping. De geringe misslagen +zouden gestraft worden, na dat de beschuldigde in tegenwoordigheid +der verstandigsten en oudsten van de Plantagie zoude zyn gehoord: +de misdaden zouden aan de gewoone Rechters verwezen, en volgens +de wet gestraft worden. Voor deugdryke en uitmuntende daden zouden +belooningen plaats hebben. + +Geene Plantagie zoude door deeze beschikkingen in wanorde geraken: +integendeel zouden de Planters by deeze verbetering in het bestieren +der zwarten onëindig veel winnen, uit hoofde van derzelver gehechtheid +aan hunne meesters en hunne gewilligheid tot den arbeid. + +Dit ontwerp tot stand gebragt zynde, zal men, van dien tyd af aan, +de benaming van slaven en slavernye veranderen: het waare anders +te vergeefs de zaak zelve te hervormen; zy zoude altyd een hatelyk +voorkomen blyven behouden; zy zoude weder tot den vorigen stand +vervallen, indien men een gehaten naam liet blyven. In de daad, in +den redelyken en gematigden staat, aan de Planters voorgeschreven door +verstandige Reglementen, geene willekeurige, geene wreede behandeling +gedogende, zouden hunne verpligtingen, zoo wel als hunne rechten, +door vaste wetten volkomen bekend, en zy geene eigentlyk gezegde +slaven meer zyn. + +'Er blyft dan niets meer overig, dan een enkelen stap te doen in +den loopbaan der weldadigheid en goede bestiering, ten einde deeze +gelukkige verandering te volmaken, de overgang namelyk van slavernye +tot vryheid: gy zult my uwen aandacht nog een oogenblik niet weigeren. + +Na dat men dus op eene wyze, die geen zweem van willekeurigheid +meer overlaat, de werkzaamheden der arbeiders zal geregeld hebben, +behoort men hun eene belooning toe te zeggen, om hen tot een goed +gedrag en yverigen arbeid aan te moedigen; dit zoude moeten bestaan +in een gedeelte van de inkomsten der Plantagie, in het begin een +klein gedeelte, en alleenlyk een tiende van de zuivere voortbrengzels. + +Het is meer dan waarschynlyk, dat deeze uiterlyke opöffering van +een gedeelte der inkomsten, door den eigenaar aan zyne arbeiders +overgelaten, ten minsten deeze inkomsten op dezelfde waarde zal +houden; naardien het belang, het welk de zwarten zelve daar by hebben, +hen zal aanzetten, om met den meesten yver te arbeiden, om met lust +mede te werken tot bevordering van den welvaart der Plantagiën, en +de inzameling der vruchten, tot het beletten der diefstallen, tyd +verspillingen, en verscheidene misbruiken, welken de al te strenge +bestiering der slaven doet vermeenigvuldigen. + +Wie is 'er, hy moge nog zoo veel bezet zyn met vooröordeelen, +welke thans nog eenige Colonisten, voorstanders der slavernye, +verblinden, die gelooven kan, dat de Plantagiën in het byzonder, en +de Volkplantingen in het algemeen, den trap van geluk, die aan haare +volkrykheid geëvenredigd is, bereiken kunnen, zoo lang de arbeiders, +by de vruchten van hunnen eigen arbeid, en de vermeerdering van +den oogst, zelve belang hebbende, daar toe geenen yver aanwenden, +die men onmogelyk verwagten kan van een zoort van beesten, die door +zweepslagen geregeerd worden, en wier eenige hope bestaat in eenige +uuren rust te genieten, en kastydingen te ontduiken. + +Wanneer men door de ondervinding van één of twee jaren gezien zal +hebben, dat de arbeiders zig onder dit nieuw ontwerp wel gedragen +hebben; dat dit tiende gedeelte der vrugten, tot eene belooning aan de +zwarten gegeven, de uitwerking gehad heeft, welke men 'er zig van had +voorgesteld; dat deeze Plantagiën 'er niet door geleden hebben, maar +veel eer door bevoordeeld zyn, zal men deeze belooning vermeerderen, +en, in het volgende jaar, tot een negende gedeelte der zuivere vrugten +brengen, ten einde als nog te beproeven, of, door deeze opoffering, +de inkomsten op dezelfde waarde voor den eigenaar blyven zullen. + +Ik twyffele ann den goeden uitslag niet, daar ik zelf in de gelegenheid +geweest ben, om 'er eenige proeve van te nemen, en ik verzekere u, +dat deeze belooning, of dit aandeel in de inkomsten, aan de arbeidende +Negers toegestaan, van jaar tot jaar kan vermeerderd worden. Men +zal het van tyd tot tyd tot een agtste, een zevende, een zesde, een +vyfde, een vierde, en eindelyk tot een derde der zuivere inkomsten +brengen, zonder dat daar door de eigenaar zelf eenige vermindering +ondervindt. Dit derde der inkomsten, door den Planter aan de arbeiders +afgestaan, zal zyne eigene inkomsten nog des te meer verzekeren; en de +uitvoer van koopwaren uit de Volkplanting zal vermeerderd worden met +dit derde, het welk mede onder de voorwerpen van den koophandel komen +zal. De invoer van koopwaren zal in gelyke evenredigheid vermeerderen +door de verteeringen, welken de Negers, thans eene zekere zoort van +levens-gemak genietende, maken zullen; en deeze menschen, tot hier +toe toe zoo mishandeld, zullen allengskens hun geluk beginnen te zien, +en hunne meesters beminnen. + +Ik begryp, dat de trapswyze voortgang in dit ontwerp, dien men +noodzakelyk behoort te volgen, een tydvak ten minsten van negen jaaren +noodig heeft. In het tiende jaar (of zoo dra deeze ondervinding zal +gevestigd zyn, en de goede uitwerkzels van deeze huishouding zullen +zyn gebleeken,) zal men deeze schikking tot eene vaste wet maken, +die de rechten der eigenaars en arbeiders met billykheid zal regelen; +tot eene wet der Volkplanting, waar in niet meer gesproken zal worden +van slavernye, maar van een wederkeerig verdrag tusschen de arbeiders +en de eigenaars van den grond. + +Het is gemakkelyk te bezeffen, dat door deeze maatregelen, welken +ik hier in het ruwe schetse, langzamerhand in werking te brengen, +geen groote eigendom in wanorde geraken zal; maar dat de volkrykheid +der Negers onder een menschlievender bestuur zal aanwassen. Deeze +gelukkige verandering zal bewerkt worden, zonder eenigen schok of +beweging te veroorzaken. Deeze arbeiders zullen zig, langzamerhand, +en als ongevoelig, aan eene zekere gemakkelykheid en aan eene betere +levens-manier gewennen, die hun goed gedrag, hunne werkzaamheid en +vlyt ten grondslag hebben zal. 'Er zal in hunne denkbeelden geene +overylde omwenteling plaats hebben, waar door men eenig kwaad gevolg +te vreezen heeft, dewyl de eerste aanbiedingen slegts voorwaardelyke +gunstbewyzen zyn zullen, welken de meesters altyd zullen kunnen +intrekken, in geval de Negers zig dezelven onwaardig maken mogten. + +Huisgezinnen, die zig toeleggen om hunne inkomsten een weinig te +besparen, ten einde kleine afzonderlyke eigendommen te verkrygen, +zullen gelegenheid vinden, om het bezit daar van te bekomen: zy +zullen daar door een bewys van hunne bekwaamheid ten toon gespreid, +en een waarborg voor hun toekomend goed gedrag gegeven hebben. Deeze +verhuizingen van zommige huisgezinnen der arbeiders, die van tyd +tot tyd groote Plantagiën verlaten zullen om kleine op te rigten, +zullen op de eerstgemelden door den ontwyffelbaaren aanwas hunner +volkrykheid rykelyk vervuld worden. + +Naar mate de Colonisten tot deeze oogmerken van menschlievendheid en +goede orde de hand zullen leenen, door voor het uiterlyke de edelste +opöffering te doen, zullen zy hun eigen voordeel behartigen; men +zal de Volkplantingen en den koophandel meerder zien bloeijen: men +zal aldaar meerder gerustheid, meerder veiligheid, een aanhoudende +aanwas der bevolking ondervinden, zonder eenig middel van geweld, of +het welk met goede grondbeginzelen strydig is, te bezigen. Om hier van +overtuigd te zyn, behoeft men zig slechts deeze alöm bekende waarheid +voor oogen te stellen, dat de bevolking overal zigtbaar aanwast, +waar voorspoed en middelen van bestaan gevonden worden. + +Deeze regelmaat, op reden, rechtvaardigheid en goede Staatkunde +gegrondvest, is in de Fransche Volkplantingen, die deeze omwending +ondergaan hebben, niet gevolgd geworden. Alles is by deeze volken aan +het gisten en in wanorde geraakt. Geene der partyen, van welke classe +ook, wilde opregtelyk de vryheid, noch den algemeenen voorspoed; +geene derzelven wierd door oprechte oogmerken gedreeven, maar allen +wierden zy aangezet door haat, door het een of ander denkbeeld van +haatlyke beschuldiging, en voor al door een lust tot plundering, +die door wanorde zoo wonderbaarlyk geholpen word. De Regeering, die +opzettelyk de Volkplantingen kwalyk bestierde, om 'er de omwenteling +te doen vervloeken, en het Koningschap te doen beminnen, heeft de +wanorde vermeerderd door een zoort van lieden, welken zy met haar +gezag bekleed heeft. De Nationale Conventie, die over 't algemeen +de zaken der Volkplantingen met een onverschillig oog beschouwde, +heeft zig door die partye, welke de vryheid naar het hart stak, door +tegenstrydige besluiten, die met de grondbeginzels niet strookten, +laten wegslepen. + +Vervolgens is het stelzel van ROBESPIERRE gekomen, welke zeide: Laaten +de Volkplantingen verloren gaan, liever dan dat men een oogenblik +de grondbeginzels zoude doen wankelen. Men heeft de vryheid in de +Volkplantingen verspreid, niet als een weldaad, maar als een middel +van oorlog en verdediging tegen de bestryders der omwenteling, en de +vyanden van het Gemeenebest. De regeeringloosheid en ongebondenheid +hebben 'er zig meester van gemaakt, en men heeft 'er alle misdaden +en driften toomloos zien woeden; deerniswaardige gesteldheid, waar +in de slechtste menschen de teugels van 't gezag in handen krygen, +en de brave en vreedzame lieden vermoord of verjaagd worden. De +wanorde is ten hoogsten top gestegen, vooral in verscheiden gedeelten +van St. Domingo, tot dat een wyzer bestuur, zig op de grondslagen +van deeze vryheid vestigende, maar dezelve volgens de wetten en de +Constitutie regelende, eindelyk deeze schoone bezittingen weder in +orde gebragt heeft. + +In onze arme Volkplanting van Caijenne is de oprigting der vryheid +niet vergezeld geweest van eenige afschuwelykheid, in vergelyking van +die van St. Domingo; maar de landbouw heeft 'er veel geleden: laten +wy de oorzaken en de omstandigheden in overweging nemen, en wy zullen +zien, dat men den gepasten weg niet betreden heeft, dien ik hier boven +aan de Volkplantingen heb aangeraden, die de noodzaakelyk gewordene +verandering van slavernye in vryheid nog niet ondergaan hebben. + +Men heeft de vryheid der Negers, te Caijenne, zonder voorzorg en +zonder bepaaling afgekondigd. Deeze schielyke en onverwagte overgang +van onderdrukking tot toomloosheid is minder verderffelyk geweest, +dan zy natuurlyk zyn moest, niet alleen, om dat deeze bevolking zeer +klein en verstrooid is, maar ook om dat, zedert verscheiden jaaren, +een menschlievend bestuur, het welk alle de onheilen der slavernye +gevoelde, den weg tot deeze verandering gebaand had, door de wreedheden +en het onredelyk gedrag der meesters in te toomen, en door aan de +Negers jegens de blanken goedhartigheid en vertrouwen in te boezemen, +door het wegloopen en zwerven uit te roeijen, en door de Negers te +gewennen, om van hunnen arbeid een zeker voordeel te trekken, en zig +zelven als menschen te beschouwen. De onderdrukking aldaar minder +zynde, is de gisting ook minder geweest, op het oogenbik dat de oude +orde van zaken vernietigd wierd: maar het was onmogelyk, dat menschen, +verpligt voor anderen te werken, zonder eenig nut voor hun zelven, +eensklaps vry en meesters van hunne daden zyn zouden, bekwaam om van +gezagvoerende posten voorzien te worden, even als de geenen, die te +vooren hunne meesters waren, en voor wien men hun tot hier toe eenen +Godsdienstigen eerbied had ingeboezemd; het was onmogelyk, zeg ik, +dat zy zig met aan eene onbezonnen vreugde zouden overgeven, en dat +de Plantagiën, en dezelver bebouwing, niet in zekeren zin verlaten +zouden worden, zoodanig zelfs, dat hunne zorgeloosheid hen noodwendig +in gevaar moest brengen, om van honger te vergaan. + +Toen men vervolgens deeze zwarigheid wilde afwenden, en deeze +menschen door gezag tot den arbeid en landbouw te rug brengen, heeft +men insgelyks verkeerde maatregelen genomen; men heeft de arbeiders +willekeuriglyk op geheel andere Plantagiën geplaatst, dan op welken +zy gewoon waren; men heeft het herstel van de eene begunstigd, en de +andere laten verloren gaan, volgens den willekeur der bestuurders; +men heeft de Negers op een daggeld van drie en vier stuivers gesteld, +eene belooning, die geheel onvoldoende en bespottelyk was, die deeze +menschen niet kon aanzetten, om met yver te arbeiden, en die tevens, +hoe klein zy ook wezen mogt, voor de eigenaars tot een' grooten last +was, daar zy dikwils van het werk der arbeiders zoo veel niet trokken, +als noodig was, om die onkosten op te diepen. + +Te gelyker tyd heeft men een zeer overbodig aantal van deeze arbeiders +gewapend, naar mate van de uitgestrektheid der Volkplanting, die nimmer +is aangevallen geworden. Men heeft uitgestrekte landstreeken, maar in +welken byna geene andere bewooners, dan Aapen en Papegaaijen zyn, in +orde geregeld: men heeft aldaar een geheelen stoet van bedieningen en +posten ingevoerd, zoo als die in de meest bevolkte Fransche Gewesten +gebruikelyk zyn: men heeft rangen, geld, ampten en gezag verleend aan +menschen, die nog lezen nog schryven konden, en welken men tegen alle +reden aan den landbouw onttrokken heeft. + +Hoe zoude, in zulke omstandigheden, eene zoo weinig gevorderde +Volkplanting niet verminderd en verslimmerd zyn? Maar zoo dra een +verstandig Regeerings-bestuur aldaar een goed Reglement, betreffende de +bebouwing der Plantagiën, zal hebben vast gesteld, op de grondbeginzels +der Staats-regeling gebouwd, en op de vryheid steunende, volgens +welken de arbeidende Negers een behoorlyk aandeel trekken van de +inkomsten, die hunne arbeid aanbrengt, zullen de Plantagiën haaren +aanwas spoedig hernemen. + +Thans schiet nog overig eene zwarigheid op te lossen, die men +tegenwerpt, betrekkelyk de groote uitschotten, die 'er noodig zyn, om +de bebouwing der lage landen vol te houden: maar is 'er overal niet +veel noodig, om nieuwe Plantagiën aan te leggen? en zyn de kosten, +die men maken moet, met één, of twee jaaren, of zelfs iets langer, de +arbeiders en bewerkers van den grond te betaalen, zonder voordeelen te +trekken, in vergelyking te stellen met de kosten, die het aankoopen van +Negers, en de sterfte onder dezelven, noodwendig moesten veröorzaken? + +De zaak koomt my zoo klaar voor, dat ik, om dezelve duidelyker te +bewyzen, niet oordeele noodig te hebben eene vergelykings-rekening +tusschen den koop-prys der Negers, en de dag-gelden, die men eenigen +tyd verpligt is te betalen, om het land tot het voortbrengen van +gewassen, en het geven van eenen goeden oogst, toe te bereiden. Het +is genoeg te hebben aangemerkt, dat men voor den prys, dien men +voorheen tot verkryging van den eigendom van één mensch betaalde, +een vry persoon drie jaaren lang kan huuren, zonder te rekenen het +gevaar van sterfte, het wegloopen, den verloren tyd, de ziekten, +het onderhoud van vrouwen, kinderen, oude lieden, en gebrekkelyken, +enz. enz. + +Ik eindige eenen brief, die reeds vry lang geworden is, maar die door +de schoonheid van het onderwerp, en myne wenschen tot bevordering +van uw geluk breeder is uitgeloopen: laat ik den inhoud zakelyk by +één trekken. + +De slavernye is eene verkeerde en onrechtvaardige inrichting, die +allen nayver en vlyt uitdooft. De Volkplantingen kunnen zeer wel +zonder slaven bebouwd worden. Wy hebben het voorbeeld van veele +landstreeken der Indianen en anderen, op dezelfde breedte, als wy, +woonende, alwaar vrye volken aan den landbouw arbeiden, en alle +zoorten van werk, waar toe vlyt verëischt wordt, bloeijen. Het is +derhalven te wenschen, dat men die Volkplantingen, welke nog onder +het juk der slavernye zuchten, tot den gelukkigen staat der vryheid +te rug brenge; maar het is staatkundig, het is menschlievend, om deeze +verandering trapsgewyze en met omzichtigheid te bewerken. Men moet aan +deeze omwenteling verscheiden jaaren besteeden; het is noodig, dat de +beschikkingen der Planters en eigenaars overéénstemmen, en zamenwerken +met de daaden van het hoog gezag van hun moederland; en dat zy beiden, +door de voorbeelden van tweedragt en wanorde, die op andere plaatsen +zoo veele onheilen berokkend hebben, voorgelicht, hun goed oogmerk door +redelyke en vreedzaame middelen bereiken, in plaats van een stelzel +van onderdrukking en onrechtvaardigheid, het welk nooit lang duuren +kan, met overyling, en verbaazende verscheuringen, om verre te werpen. + +Niemand neemt meer belang, dan ik, in uwen voorspoed, en die van uwe +mede Colonisten in 't algemeen, van welken ik zoo veele blyken van +vriendschap en achting ontfangen heb. + +Het is met deeze gevoelens, dat ik u opregtelyk groete. + +AANMERKINGEN. + +De bovenstaande brieven, betrekkelyk de bebouwing der lage landen +in Surinamen, en andere Hollandsche Volkplantingen van Guiana, met +toepassing op het Fransche gedeelte van dit Land, alwaar men zelfs +aan de oevers der Rivier Aprouago, en in andere streeken, eenige +gelukkige proeven van dien aart gedaan heeft, zyn gedeeltelyk het +werk van een uitmuntend inwooner van Demerary, nu wylen den Heer +B. VAN DEN SANTHEUVEL, en aangevuld uit het geen ik, zoo in Fransch +als in Hollandsch Guiana, zelf gezien heb. Ik heb in dit opstel +ook ingevlochten een groot gedeelte van verscheidene oordeelkundige +aanmerkingen van den heer GUISAN, die door den Intendant MALOUET uit +Surinamen ontboden, en geduurende een aantal jaaren, in Fransch Guiana, +als Landbouw-kundige (Ingenieur agraire,) is gebruikt geworden. Ik +heb ook gebruik gemaakt van verscheidene uitmuntende byzonderheden, +vervat in eene Memorie, welke ik vermeene te zyn opgesteld door den +Burger COUTURIER, inwooner van Cayenne; en die insgelyks tot den +evengemelden post, onder GUISAN, gebruikt is. + +Ik hope, dat de denkbeelden, begrepen in den vierden brief, tot +oplossing der tegenwerpingen, en wegneming van de beduchtheid der +Bataafsche en andere Planters, tegen de afschaffing der slaverneye, +die echter noodzakelyk geworden is, voor het menschdom van nut zullen +kunnen zyn, en dat men, door deeze of andere gelykzoortige, en op +dezelfde grondbeginzels meerder uitgewerkte, doelëinden in het oog te +houden, eindelyk (in de Volkplantingen van onze Bondgenooten, en zelfs +in de onze, alwaar, uit hoofde van den oorlog, de Staats-regeling +nog niet is ingevoerd,) een bestuur, op reden gevestigd, moge daar +stellen, het welk met de gesteldheid van ons Land niet strydig is, +en het ongeluk van deeze nuttige bezittingen kan voorkomen. Ik kan +niet nalaten een ernstig belang te stellen in het lot van verscheiden +Volkplantingen, alwaar ik de eer gehad heb den post van Gouverneur +te bekleeden; een belang, het welk des te grooter wordt, om dat het +de liefde tot het menschdom en myn Vaderland ten grondslag heeft. + + +TWEEDE AANHANGZEL, + +BEHELZENDE EENE BESCHRYVING DER + +VOLKPLANTING VAN CAYENNE. + + + +BESCHRYVING DER VOLKPLANTING VAN CAYENNE. + + +EERSTE HOOFTSTUK. + +Aardrykskundige Beschryving van Fransch +Guiana. + +De Franschen zyn langen tyd alleen bezitters en meesters van geheel +Guiana [10] geweest, van de Orenoco af tot aan de Rivier der Amazonen; +maar de gesteldheid der zaken in Europa, en de onderscheidene oorlogen, +waar in Frankryk is ingewikkeld geworden, hebben hen genoodzaakt, +om een gedeelte van dit uitgestrekte vaste Land aan de Hollanders en +Portugeesen af te staan. Het gedeelte, het welk zy behouden hebben, +heeft derhalven thans tot zyne grenspalen, aan de westzyde, de Rivier +Marony, en aan den oostkant strekt het zig uit, volgens het Verdrag van +Utrecht, tot aan de Rivier Yapoc, of die van VINCENT PINÇON, gelegen +dicht by de Noord-Kaap, en welke men verkeerdelyk heeft verward met +de groote Rivier Oyapoc, wier geheele loop aan Frankryk toebehoort, +en waar in VINCENT PINÇON nimmer geweest is, zynde derzelver mond +meer dan vyftig mylen van gemelde Noord-Kaap af gelegen. + +Deeze gelykheid, of liever deeze mistasting in den naam, heeft een +verschil met Portugal veroorzaakt. Het Verdrag van Utrecht, wel is +waar, noemt eenmaal de Rivier Yapoc, of die van VINCENT PINÇON; +maar eene andere keer bedient het zelve zig van de laatstgemelde +benaming. Noch de eene, noch de andere van deeze benamingen, is die van +de Rivier, waar van in dit Verdrag gesproken wordt. 'Er is tusschen +de Landen aan de Noord-Kaap en het vaste Land, een arm van de Zee, +die een zoort van Baay vertoont. Men beweert, dat zeker Reiziger, +genaamd VINCENT PINÇON, die CHRISTOPHORUS COLOMBUS op zyne laatste +reize vergezeld had, in 't jaar 1500, in deeze Baay aankwam, waarom +zommige Schryvers den naam van deezen Reiziger aan dezelve gegeven +hebben, een naam ondertusschen, die in het Land niet bekend is. + +By dit zelfde Verdrag van Utrecht, staat Frankryk aan Portugal de +uitsluitende vaart af op de Rivier der Amazonen, en het bezit van +derzelver beide oevers, zoo noordelyken, als zuidelyken, gelyk mede +die van den omtrek der Noord-Kaap, uit verdronken landen bestaande, +ten noorden van den mond deezer groote Rivier gelegen, en zig tot den +tweeden graad noorder breedte uitstrekkende; maar by het Verdrag is +in geenen deele bepaald, op welken afstand van den noordelyken oever +van deeze zelfde Rivier de Portugeesen recht zouden hebben zig het +bezit aan te matigen. + +De Fransche Regeering alle onzekerheid ten deezen opzigte willende +wegnemen, had aan de Bestuurders van Guiana gelast eene kaart te doen +maken, waar op deeze binnenlandsche grensscheidingen bepaald zouden +zyn, latende aan Portugal het vrye bezit der Landen langs den oever +van de Rivier der Amazonen, op gelyken afstand, namelyk vyftien mylen +van den oever, als wy aan den kant van den mond der Rivier, of van +den oever der Zee, 'er van waren afgelegen. De Ingenieurs, met dit +werk belast, waren echter niet verpligt deeze voorgeschrevene rigting +te volgen, wanneer de ligging der plaatsen merkwaardiger punten, +en meer natuurlyke grensscheidingen vorderden. + +Dit werk is nimmer uitgevoerd. Eerst in het jaar 1781. plaatste +de Fransche Regeering, om de grensscheiding te verzekeren, eenen +wachtpost by de Baay van VINCENT PINÇON, in eene landstreek, die +volstrekt woest was, en zonder dat eenig Europeaan, van de eene af +andere zyde, zig aldaar had nedergezet. Die post is zonder tegenkanting +aldaar gebleven. Eene zending, genaamd die van Macary, welke zig in +de nabuurschap bevond, benevens zeker Indiaansch volk, meer dan drie +honderd persoonen uitmakende, behoorde ontwyffelbaar aan het Fransche +grondgebied; maar in 't jaar 1791. kreeg de Gouverneur van Para in +den zin, om eenige vorderingen optewerpen, en deed zelfs strooperyen, +met oogmerk, om het Portugeesch grondgebied tot aan de Rivier Oyapoc +uit te breiden. + +Op de hoogte van twaalf mylen ten noord westen van den mond van de +Rivier der Amazonen, en op omtrent twee graden noorder-breedte, vindt +men de Noord-Kaap, vervolgens het Eiland van de Noord-Kaap, en binnen +het zelve de Rivier Carapa-Pouri, uitloopende in den inham der Zee, +welken men de Baay van VINCENT PINÇON noemt. Tusschen Terra-Firma en de +Noord-Kaap, is een van tien mylen, vol lage en verdronkene Eilanden, +van verschillende grootte, het ééne na by het andere gelegen, die +weinig bekend, en geheel en al onbewoond zyn. De schepen behooren +'er byna drie mylen van af te blyven; de zee is aldaar gevaarlyk, +vooral in de groote vloeden by volle en nieuwe maan. Men verzekert, +dat aldaar zee-golven zyn van twintig voeten hoogte, en dat 'er +drie van die zelfde kragt op elkander volgen, tegen welker geweld +de schepen niet bestand zouden zyn; zy zouden dezelven op zand- +en slyk-banken werpen, die zig, naar de breedte van deeze Eilanden, +meer dan een groote myl ver uitstrekken; maar de schepen en sloepen, +die de Rivier der Amazonen uitloopen, om zig naar Cayenne te begeven, +kunnen zig daar voor myden, dewyl deeze banken, weinig water naar zig +trekkende, niet verhinderen dicht by het Land te komen, en in kleine +Kreeken of Baaijen de wyk te nemen, alwaar zy voor deeze verbaazende +zee-branding beveiligd zyn. De Portugeesen van Macapa en de Indianen +noemen dit gety Bororoca, de Franschen van Cayenne geven 'er den naam +aan van la Barre, of le Mascaret. De beroemde CONDAMINE, zig in eene +groote sloep bevindende, onder het geleide van eenige Indiaansche +Portugeesen, na de Noord-Kaap te zyn voorby gezeild, verviel, in 't +jaar 1714, op één van deeze banken aan den kant van de kust. De zee +liep by laag water zeer verre af, en liet de sloep op een zeer harden +slyk grond vast zitten. Dewyl het de dag van het laatste kwartier was, +en zeer kleine vloeden plaats hadden, bleef de sloep eene geheele week +op het drooge zitten; maar by de volgende maan, maakte het begin van +deeze zoo geduchte branding de sloep weder vlot. Dit ging echter met +gevaar vergezeld, want de golven namen het vaartuig op, en bragten +het met eene vervaarlyke gezwindheid in het slyk in beweging. + +Zie hier, wat deeze zelfde geleerde ten dien opzigte +verhaalt.--Tusschen Macapa en de Noord-Kaap, op de plaats, alwaar het +groote Kanaal van de Rivier der Amazonen door de Eilanden als gesloten +is, en voor al tegen over den grooten mond van de Rivier Arouary, +die aan de noord zyde in de Amazone uitloopt, levert de vloed der +zee een zonderling verschynzel op. Geduurende de drie dagen, die het +naast aan de volle en nieuwe maan zyn, en zynde den tyd der hoogste +vloeden, verkrygt de zee, in plaats van tot haare reizing zes uuren +te besteeden, in één of twee minuten derzelver grootste hoogte. Men +begrypt ligtelyk, dat dit niet met stilte gebeurt. Op eenen afstand +van één of twee mylen hoort men een vervaarlyk geraas, het welk de +pororoca aankondigt. Naar mate deeze verschrikkelyke vloed nadert, +vermeerdert het geraas, en weldra ziet men een berg van water, van +twaalf of vyftien voeten hoogte, daar op een tweeden, vervolgens een +derden, en zomtyds een vierden, die elkander ylings volgen, en byna +de geheele breedte van het Kanaal beslaan. Deeze golven naderen met +eene onbegrypelyke schielykheid, en deiningen, en loopen over alles +heen, zonder iets te wederstaan. Op zommige plaatsen ziet men groote +streeken lands, door de pororoca weggespoeld, zeer dikke boomen +worden 'er door uit den grond gerukt; zy veroorzaakt verwoestingen +van allerleijen aart. De oever der zee, waar over zy heen gaat, is +zoo schoon, als of dezelve met een bezem zindelyk was aangeveegd. De +booten, de praauwen, de schepen zelfs hebben geen ander middel, om +zig tegen de woede van deeze branding te beveiligen, dan door op een +plaats te ankeren, alwaar veel slykgrond is. DE LA CONDAMINE, na op +verschillende plaatsen de oorzaken van dit verschynsel onderzogt te +hebben, ontvouwt het zelve in deezer voegen, dat hy het niet heeft +zien gebeuren, dan wanneer het wassend water, in een naauw kanaal +inloopende, een zand-bank of hoogen grond, die aan het zelve in den +weg was, ontmoette; dat aldaar, en ook nergens anders, de geweldige +en onregelmatige beweging der wateren begon, en een weinig boven de +bank ophield, wanneer het kanaal diep wierd, en zig merkelyk uitbreide. + +Na de Rivier Carapa-Pouri, vindt men aan de noordzyde de Rivieren +Mayacare, Carfuene en Conani, vervolgens de Kaap en Rivier Cassipour, +en eindelyk Kaap Orange, op vier graden agt of tien minuten noorder +breedte. + +De kusten van Terra-Firma, van de Eilanden van de Noord-Kaap tot aan +Kaap Cassipour, zyn laag, allen met boomen bewassen, zonder eenig +byzonder teeken, waar aan zy te onderkennen zyn, dan den kleinen +berg Mayés, gelegen op drie graden, vyftien minuten breedte. Deeze +berg is een zoort van terras, op zig zelf staande, en met boomen +bewassen. Wanneer men naar Cayenne wil gaan, is het dienstig daar op +te letten, om zyne reize zeker te nemen, en zig onder den wind van +dit Eiland behoorlyk te houden. Men kan den berg Mayés niet verder +zien, dan vyf of zes mylen, en zulks dan nog by helder weder. Maar +langs de geheele kust bevindt men het by de peiling vry diep, en +men kan dezelve tot op drie of vier mylen, zonder de minste vreeze +naderen. Men vindt op deezen afstand agt, negen en tien vademen +water; op tien mylen, twaalf, vyftien en twintig vademen; op vyftien +en twintig mylen, vyf- en twintig of dertig vademen, met een slyk- +en fyne zand-grond van verschillende kleuren. Verscheiden zeelieden +loopen meer zuidelyk, en peilen op twintig of dertig mylen ten +noord-oosten van de Noord-Kaap. Men vindt op deeze plaats veertig en +vyftig vademen; vervolgens zeilt men langs de kust van Mayés, op een +afstand van drie en vier mylen, de diepten wel in het oog houdende, +om niet te digt aan de wal te naderen. + +Tot meerder zekerheid is het dienstig, wanneer men in het gezicht +van deeze kust vaart, alle avonden voor anker te gaan liggen, om niet +door de stroomen naar de kust gedreven te worden, en op ondiepten te +vervallen, die zig tot twee mylen verre in zee uitstrekken, en op +welken zeer weinig water is. Deeze stroomen loopen naar het noord, +noord-westen, tot dat men Kaap Orange voor by is, als dan wenden zy +zig naar het west-noord-westen. + +De water-getyen op de kust van Mayés geduuren zes uuren. De vloed loopt +naar het west-noord-westen omtrent twee mylen in een uur, en de ebbe +naar het noord-oosten omtrent ééne myl in het zelfde tydvak. De zee +wast van twaalf tot vyftien voeten. Men moet echter in acht nemen, +dat deeze richting der stroomen en der getyen niet altyd even eens is. + +De water-getyen zyn in deeze streeken zomtyds uittermaten geweldig. Het +advis-jagt de Anemone bevond zig, in 't jaar 1755, in zoodanig +geval, dat de golven by tusschenpoozingen vervaarlyke dwarlwinden +veroorzaakten; de zee wierd 'er eensklaps door opgezet, en toen was het +niet mogelyk het schip te stuuren. Het schip bovendien tusschen twee +zeer sterke zee-golven geraakt zynde, waren alle de masten in gevaar +van ter neder te storten, uit hoofde van de verbazende schokken. Het is +opmerkelyk, dat men dit zoort van vloeden alleenlyk aantreft, wanneer +men te digt aan de Rivier der Amazonen nadert, en dat, wanneer men +meer noordelyk te land koomt, men daar aan minder is bloot gesteld. + +Van den berg Mayés tot aan Kaap Cassipour, rekent men van agttien +tot negentien mylen ten noord-noord-westen, eenige noordelyke graden. + +Kaap Cassipour is gelegen op 4 graden 12 minuten noorder breedte, en +op 53 graden 35 minuten ten westen van den midden-lyn van Parys. Digt +by deeze Kaap is een bank van slyk, die zig vyf of zes mylen ver in +zee uitstrekt, waar op men niet meer dan vier of vyf vademen water +by eene lage zee ontmoet. Haare uitgestrektheid, in de dwarste van +het noorden naar het zuid-oosten gerekend, is omtrent vier mylen. + +Wanneer men aan Kaap Orange nadert, ontdekt men verscheiden +bergen boven den uithoek, die aan den ingang der Rivier Oyapoc +gelegen is. Deeze Kaap is nog beter kenbaar door eenen uithoek aan +den zee-kant, en die veel hooger is, dan het Land aan de zuid-oost +zyde. Zy is al mede kenbaar door verscheide uithoeken van zeer hooge +bergen, die de een van den ander schynen te zyn afgescheiden, en +des te merkwaardiger zyn, om dat ze de eerste hooge landen uitmaken, +die men ontdekt, als men van de Noord-Kaap koomt. + +De Rivier Oyapoc, welke men met die van VINCENT PINÇON niet verwarren +moet, zoo als ik reeds heb opgemerkt, is ééne der merkwaardigste in dit +Land. Zy is van de Rivier Aprouago omtrent twaalf mylen ten zuid-oosten +af gelegen. Derzelver mond is in het midden van een zoort van Baay, +die vier mylen breed is, en waar in zig twee andere Rivieren ontlasten, +de ééne genaamd Couripi, aan de oost-zyde, en de andere Ouanari, aan +de west-zyde. De mond der Rivier Oyapoc is twee mylen breed. Een myl +binnenwaarts, is een laag Eiland, het Hinden-Eiland genaamd, en waar +over het water by hooge getyen heen stroomt. Wanneer men de Rivier +vyf of zes mylen ver is opgevaren, ontmoet men eene diepte, die eene +schoone haven oplevert, alwaar men op vier, vyf en zes vademen water +ankert, zoo naby het land, als men zelf goedvindt. In 't jaar 1726, +bouwde men ter deezer plaats een nieuw Fort en een Dorp. Verscheiden +Indiaansche volken kwamen zig in den omtrek nederzetten; en in 't +jaar 1735, vestigde men, op den afstand van eenige mylen van het Fort, +de Zending van St. Paulus. + +Van het Hinden-Eiland tot drie mylen hooger op, zyn verscheiden +andere kleine Eilanden, maar die aan de scheepvaart geen hinder +toebrengen. Vervolgens wordt de Rivier veel naauwer, en heeft niet +meer dan zeven of agt voeten diepte. Vier mylen van het Fort aan de +zelfde zyde, vindt men de Kreek, of liever de Rivier Gabaret. Van +deeze Kreek tot aan de eerste waterval van de Oyapoc, is een afstand +van vyf of zes mylen. Booten van eene middelmatige grootte kunnen +'er naauwlyks voorby komen. Drie mylen verder is eene tweede waterval, +die nog veel moeijelyker is. De derde waterval van de Oyapoc is twee +en een halve myl van de tweede af gelegen. Aan de rechte zyde van +deeze laatste waterval, ontmoet men den mond der Rivier Aramontabo, +die meer dan twintig mylen van daar haar begin neemt. + +De Rivier Camopy werpt zig in de Oyapoc, op den afstand van twaalf +mylen van de Aramontabo, en aan den zelfden kant. Zy koomt van het +westen, en ontspringt in uitgestrekte bosschen, die ontoeganglyk +zyn; men is 'er echter zeer diep in doorgedrongen, en men verzekert, +dat zy loopt tot op eenen kleinen afstand van eene Rivier, waar van +zy alleenlyk is afgescheiden door eene Kreek van omtrent drie mylen, +welke verscheide reizigers zeggen, dat in de Amazone uitloopt, zoo dat +door dit middel de gemeenschap tusschen deeze Rivier en de Fransche +Volkplantingen van Guiana vry gemakkelyk zyn zoude. + +De Oyapoc is in haaren geheelen loop, tusschen de Rivieren Aramontabo +en Camopy, vol watervallen, die zeer digt by elkander zyn: zeker +reiziger heeft 'er negen geteld. Men is deeze Rivier opgevaren +tot by de honderd mylen boven de laatstgemelde deezer Rivieren. In +dezelve loopen een groot aantal Kreeken uit, en men heeft 'er veele +watervallen ontmoet. De Pyrious en Ouayes, zeer talryke Indiaansche +volken, woonen aan het boveneinde deezer Rivier. + +De Rivier Couripi ligt ten oosten van de Oyapoc, en is 'er, aan +haaren mond, alleenlyk van afgescheiden door een uithoek van laag en +verdronken land, aan de noordzyde bestaande uit eene overstroomde zand- +en slyk-bank van een myl lengte, waar voor men zig wagten moet, wanneer +men de Rivier wil inloopen. In deeze Rivier, zes mylen van derzelver +mond, ontlast zig de Rivier Ouassa, die van den zuid-oost kant koomt. + +Beneden de eerstgemelde zyn de Kreeken Taparibo, Ciparini, en eenige +andere, die van weinig uitgestrektheid zyn. + +Vyftien mylen meer westwaarts dan de Oyapoc, ontmoet men de Rivier +Aprouago, die, tot dertien voeten water diep zynde, voor allerleije +schepen bevaarbaar is. Ten oosten ontlasten zig in dezelve de Kreek +Koura en de Rivier Couroudi; ten westen de Kreeken Arataye, Jpourin +en Ineri. Aan deeze zyde hebben zig verscheiden Indiaansche volken +nedergeslagen. Tusschen de Baay van Oyapoc en de Rivier Aprouago, +vindt men de Kreek Ouanari, en de Zilverberg. + +Voorby de Rivier Kaw zyn twee Eilandjes, die den naam van de +groote en kleine Konstapel dragen. De eerste ligt agttien mylen +west-noordwest-waarts van de gemelde Kaap, en is een zeer hooge en +zeer gezonde rots. De tweede is een veel kleiner Klip, gelegen ten +oost-noord-oosten, en ten west-zuid-westen van de groote, op den +afstand van twee derde van een myl. Men vaart tusschen beiden door, +op agt en negen vademen water, latende de grootte op den afstand van +twee snaphaan-schoten, en de kleine aan bakboord-zyde liggen. + +Van den grooten Konstapel zet men zyne koers naar het noord-westen +ten westen, om in volle zee de Remire-Eilanden, die 'er omtrent zes +mylen van af liggen, voor by te zeilen. De Eilandjes van deezen naam +zyn één myl, en ten hoogften anderhalve myl van de kust van Cayenne +afgelegen. Hun getal is vyf, te weten de Malingre, of het Kind, de +Vader, de Moeder en de twee Dogters, die zommigen de twee Borsten +noemen. Deeze twee Eilandjes, die zeer klein zyn, bestaan in twee +drooge en dorre Klippen, zeer digt by elkander gelegen. Zy liggen +een vierde van een myl ten oost-zuid-oosten van het groote Eilandje, +het welk men de Moeder noemt. De Vader is veel grooter. Het zelve ligt +ten oost-noord-oosten van den Berg Joly, op den afstand van één en een +vierde myl: ten oost-zuid-oosten, en ten west-noord-westen, kan het een +agtste van een myl haalen. De Malingre is van weinig uitgestrektheid, +en ten oost-noord-oosten één myl van den Berg Romontabo, en één en +een derde myl van het Eiland, de Vader genaamd, af gelegen. + +Men ontmoet vervolgens een ander Eilandje, genaamd de Verloren Zoon, +gelegen noord oostwaarts ten westen van het Eiland Malingre, op eenen +afstand van drie mylen, en van twee en een halve myl noord-waarts +ten noord-westen van Cayenne. + +Wanneer men te Cayenne wil binnen loopen, ankert men by het Eilandje +Malingre; men wagt aldaar de gunftigste getyen en het hoog water af, +om de banken, of hooge slykgronden, waar mede de ingang van Cayenne +vervuld is, te kunnen overkomen. 'Er zyn zelfs eenige klippen in +de haven, welken men in acht moet nemen. Deeze haven is gelegen +ten westen van de Stad, en aan den mond der Rivier. Zy is alleenlyk +bevaarbaar voor schepen, die ten hoogsten dertien voeten water diep +gaan. Jaarlyks loopen 'er twintig binnen, die uit Frankryk komen, en +een gelyk getal kleine vaartuigen van de Antillische Eilanden, of de +Verëenigde Staaten van America. Hier toe bepaalt zig de geheele handel +der Volkplanting, die zig ook niet verder dan de hoofdplaats uitstrekt. + +De Stad en het Fort van Cayenne zyn gelegen aan den noordelyken +uithoek van het Eiland, op 4 graden 57 minuten breedte, en 54 graden +37 minuten lengte, ten westen van den Parysscken middenlyn. Het +Eiland is omgeven, ten westen door de Rivier van den zelfden naam, +ten oosten door de Rivier Mahury, ten zuiden door een arm der Rivier, +die de beide Rivieren zamenvoegt, en ten noorden door de zee. Dit +Eiland heeft vier of mylen lengte van het noorden naar het zuiden, +of naar de Binnen-landen. De kust van het Eiland Cayenne is aan +den zee-kant nergens, nog laag, nog door het water overstroomd, +maar bestaat uit kleine heuveltjes, die tot het aankweken van de +voortbrengzels der Volkplanting zeer geschikt zyn. + +De Stad Cayenne maakt een zoort van onregelmatigen zeshoek, door muuren +omringd, benevens vyf bolwerken, eenige halve maanen, en een gracht. In +deezen omtrek, en op eene hoogte aan den oever der zee, is gelegen een +Fort, voorheen genaamd het Fort Louis de Cayenne, het welk de Stad en +Haven bestrykt: in het zelve is een kruidmagazijn en een waterput. De +meeste huizen zijn van hout; de andere van aarde of klei, volgens de +manier van dit Land, en daar over heen wit gemaakt. Alle zijn zij met +houten borden overdekt. Voorheen deed men dit met palmboom-bladeren; +maar de verwoestingen, die zeer dikwils door brand aldaar voorvielen, +hebben de inwoonders aangezet, om aan de andere manier den voorrang +te geven. Men telt 'er niet meer dan twee honderd, waar van zommigen +twee verdiepingen hebben. + +Men heeft te Cayenne een Gouverneur, benevens eenige hooge +Officieren. De bezetting bestond uit twee honderd mannen geregeld +krygsvolk, verdeeld in vier Compagniën, die tot het zee-wezen geene +betrekking hebben. Zy is met twee andere Compagniën vermeerderd +geworden. Op het minst alarm zyn de inwoonders, zoo van de Stad, +als van het platte Land, verpligt de wapenen op te vatten. + +De Volkplanting heeft eenen Souverainen Raad, waar van de +Commissaris-Ordonnateur, by afwezigheid van den Gouverneur, Voorzitter +is. Dit Hof vonnist zonder hooger beroep. Het neemt kennis van alle +zaaken, die de inwoonders betreffen. + +De noodzakelykheid om de landen in waarde te houden verpligt de +Franschen, om zelve hunne Plantagiën te blyven bewoonen, waar door +de Stad minder bevolkt is, dan zy anders zyn konde. + +Dertien mylen van Cayenne, en drie mylen in zee, gerekend van +den mond der Rivier Kourou, die naauwlyks voor de kleinste schepen +bevaarbaar is, zyn drie Eilanden, voorheen genoemd de Duivels-Eilanden, +tegenwoordig Iles du Salut. Tusschen deeze drie Eilanden, die uit +tamelyk hooge heuvels bestaan, heeft de natuur eene haven gevormd, +die geschikt is, om door de grootste schepen bevaren te worden: +het is de eenige plaats, op de geheele Kust van Guiana, die dit +voordeel heeft. De Salut-Eilanden zyn dorre klippen, waar op zeer +veele verschillende zoorten van zee-vogelen huisvesten. + +Van de Rivier Kourou tot aan de Sinamari is eene Kust van tien of +twaalf mylen lengte. Tusschen beiden vindt men verscheiden kleine +inhammen, alwaar een zeer groote overvloed van schildpadden gevangen +wordt. Dicht by den mond van de eerstgemelde zyn groote platte rotsen, +waar op de golven het zee-water spoelen, het welk by groote hette +aldaar kristallen schiet, en in zout verandert. + +Van de Rivier Sinamari tot de Iracoubo is een tusschenvak van agt +mylen. Men vindt tusschen beiden de Rivieren Courassani en Conanama. + +Deeze geheele uitgestrektheid Lands, van de Rivier Kourou tot de +Iracoubou toe, een streek van omtrent twintig mylen, eindigt aan +den zeekant in een boschjen van Paletuvier-boomen, en byna overal +met zandbanken. Binnen in dit boschjen, het welk zomtyds tot een +myl uitgestrektheid heeft, zyn natuurlyke vlakke zand-woestynen, die +alleenlyk hier en daar, door eenige boomen, rivieren en beeken, op zeer +groote afstanden, worden afgebroken. Aan de land-zyde binnenwaarts, +op twee of drie mylen, eindigen zy in groote bosschen, waar in men +alle zoorten van boomen vindt, die in dit Land overvloedig groeijen. + +De Rivier Iracoubo is aan het einde van dat gedeelte, het welk de +Fransche Volkplanting uitmaakt. Van daar tot aan de grenzen der +Surinaamsche Volkplanting, dat is, tot aan de Rivier Maroni is eene +uitgestrektheid van veertien mylen. Tusschen beiden zyn de Rivieren +Organabo, Iroucan-Pati, en Mana, of Amanabo, die een uitgebreiden +loop heeft. + +De mond der Rivier Maroni is gelegen op 5 graden 55 minuten breedte, +en 56 graden 30 minuten lengte, ten westen van den Parysschen +middenlyn. Deeze mond is omtrent twee mylen breed; maar het inkomen +aldaar is moeijelyk; want aan den buiten-kant zyn verscheide zand- +en slyk-banken, waar op zeer weinig water blyft staan. De Maroni +is eene groote en schoone Rivier. 't Is waar, verscheide Eilandjes +vernaauwen derzelver bed, meer dan twaalf mylen verre, maar zonder +de scheepvaart te belemmeren, zoodanig dat men met kleine vaartuigen +tot aan den eersten waterval, die omtrent twintig mylen van den mond +der Rivier af ligt, kan opvaaren. Boven deezen eersten waterval, +vindt men verscheide anderen, die de scheepvaart zeer moeijelyk +maaken. Men zegt, dat men meer dan veertig dagen noodig heeft, om tot +derzelver oorsprong te komen. Anderen beweeren, dat dezelve nog niet +bekend is, dat deeze Rivier van zeer wyd af ontspringt, en dat men +dezelve meer dan tachtig mylen is opgevaaren, zonder dien oorsprong +te ontdekken. Omtrent vyftig mylen van derzelver mond af, ontlast zig +eene zeer schoone Rivier in dezelve, komende van den zuid-oost kant, +en de Rivier der Arouas genaamd. In 't jaar 1731 en 1732, voer men de +laatstgemelde meer dan vyf-en-twintig mylen ver op; vervolgens verliet +men haar, om den weg te nemen over de landen naar den zuid-oost kant; +en na verloop van agt dagen, geduurende welken men rekende 35 of +40 mylen te hebben afgelegd, begaf men zig naar de Rivier Camopy, +die zig in de Oyapoc ontlast. Het oogmerk van deeze reize was, om +het Land te ontdekken, en te zoeken naar een bosch van cacao-boomen, +het welk gezegd werd in de nabyheid van den oorsprong deezer Rivier +gelegen te zyn. + +De omliggende streeken der Rivier Maroni zyn door de Galibis-Indianen +vry sterk bevolkt. Wanneer men de oevers deezer Rivier een weinig +opwaarts volgt, ziet men niet dan zand-woestynen, die in den winter +moerassen, en eerst in het heetste van den zomer droog worden. Langs +dien weg kan men te land komen van Kourou af tot Surinamen toe. De +Fransche wegloopers, die geene booten hadden, wisten van deezen weg, +die aan de Indianen in dien omtrek zeer gemeenzaam is, gebruik te +maken. Zy, die langs alle deeze Rivieren woonen, en over 't algemeen +vry gedienstig zyn, laten niet na, op het minste teeken, dat men hun +geeft, de geenen, die zig aanbieden, met hunne praauwen te komen +afhalen. Men maakt doorgaans een neusdoek, of een lap wit linnen, +aan een tak van een boom vast, om hun daar mede te kennen te geven, +dat 'er iemand is, die den doortocht verzoekt. + +In de Rivier Maroni loopen verscheiden andere Rivieren uit, die dezelve +aanmerkelyk vergrooten, vooral in het regen-saisoen. De landen, waar +over zy heen loopt, zyn laag, overstroomd, en met boomen en struiken +bewassen. De Franschen en Hollanders hebben aan deeze Rivier een +wachtpost tegen over elkander. + + + +TWEEDE HOOFTSTUK. + +Luchts-gesteldheid in Fransch Guiana. + +De hette is in Fransch Guiana minder, dan in onze andere Volkplantingen +onder de gezengde luchtstreek; blyvende de Barometer aldaar staan +tusschen de 19 en 25 graden. De zoele winden van den grooten Oceaan, +waar aan dit gedeelte van het vaste Land op eene wonderbaarlyke wyze +is blootgesteld, de meenigte van groote en kleine Rivieren, die het +Land alomme besproeijen, en de bosschen, waar mede het byna geheel +als overdekt is, verminderen bovendien de brandende hette merkelyk. + +Men weet, dat 'er niet meer dan twee saisoenen, of jaargetyden +in Guiana zyn: het regensaisoen, nu en dan de winter genoemd, +en het saisoen van droogte, waar aan men, in tegenoverstelling, +den naam van zomer geeft. Het eerste begint doorgaans in December, +of zelfs in January. In Maart en in April heeft men een tusschen-tyd +van droogte, van een maand of zes weken, dien men de kleine droogte +noemt. Met half April, of daarömtrent, begint de regen weder tot in +Juny, en zomtyds tot half July. Dus heeft men in de twaalf maanden +van het jaar omtrent vyf regen-maanden. Deeze algemeene regels hebben +niettemin hunne uitzonderingen, volgens het onderscheid der jaaren, +en het verschil der plaatsen. Het regent veel minder in die streeken, +waar men het hout heeft uitgerooid, dan in die, welke met bosschen +bedekt zyn; veel minder bij de Rivieren Cayenne en Kourou, dan aan den +kant van de Oyapoc, en veel meer by de Rivieren Maroni en Surinamen, +dan in de Landen, die door de Franschen bezeten worden. Hier door lost +men de oogenschynlyke tegenstrydigheid op, welke 'er gevonden wordt +tusschen de talryke waarnemingen van STEDMAN omtrent het luchts-gestel +in de Volkplanting Surinamen, en die der Fransche Schryveren, die +van de luchtsgesteldheid te Cayenne spreken, en eenparig zeggen, +dat dezelve gematigd is. + +Schoon in het laatstgemelde tydperk de regen ongemeen overvloedig +is, moet men zig echter niet verbeelden, dat dit eene onöphoudelyke +overstrooming is. 'Er zyn tusschenpoozingen, zelfs van geheele dagen, +in het midden van het regen-saisoen, dat het mooy weder is, zoo als +'er ook wederkeerig tusschenpoozingen van geheele dagen zyn, geduurende +welken het in 't saisoen van droogte regent. + +Guiana is bevryd van die orkaanen, die op de Antillische Eilanden en +in de Indiën zoo veele verwoestingen aanregten. Men weet aldaar van +geene aardbevingen; en de hagel vernielt 'er den oogst niet. + +Het is merkwaardig, dat het regen-saisoen in Guiana juist voorvalt, +wanneer op de Antillische Eilanden het saisoen van droogte is, en +zoo ook weder omgekeerd, onäangezien den geringen afstand tusschen +deeze beide Landen. [11] + +Dikwerf ziet men Europeanen verscheiden jaaren in Guiana doorbrengen, +zonder eenigen van die akelige ziekten te ondervinden, waar aan zy in +byna alle andere Landen onder de gezengde luchtstreek onderworpen zyn, +en gelyk eene zoo merkelyke verandering van luchts-gestel natuurlyker +wyze moest doen vreezen. Zy wederstaan dezelven, wanneer zy eene +sobere levensmanier weten aan te nemen, wanneer zy zorge dragen, +om in het eerste begin zig niet te lang agteréén aan de regelrechte +stralen van de zon bloot te stellen. Indien 'er vreemdelingen sterven, +is zulks veel al het gevolg van een ongebonden leven, en het misbruik +van sterke dranken. + +Het geen van de graden van hette gezegd is, heeft betrekking tot het +luchtsgestel aan de kusten en in de nabyheid der zee. Wanneer men +zig van het strand en van de lage Landen verwydert, op den afstand +Van tien of vyftien mylen, zyn 'er altyd twee graden minder. + +De luchtsgesteldheid te Cayenne was voor deezen veel regenächtiger +en onäangenamer, zegt BARRERE, [12] eer men in het Eiland het hout +had uitgeroeid, en de inwoonders waren 'er aan zeer akelige ziekten +onderworpen. Langen tyd is het onmogelyk geweest de kinderen der +Negers in het leven te behouden; allen stierven zy byna dadelyk na +hunne geboorte. Hedendaags worden zy 'er nog door eene algemeene +stuiptrekking, die een waare tetanus is, aangetast. Deeze ziekte +spaart zelfs geene groote lieden, tot welken ouderdom zy reeds mogen +gekomen zyn. Dezelve vertoont zig door pyn in den hals, als of die +met een koord was toegetrokken. Het kakebeen sluit zig vervolgens, +het geen de doorslikking belet. De armen en beenen worden stram, +en niettemin hebben 'er, verscheiden malen daags, stuiptrekkingen +plaats. Deeze toevallen matten den zieken zoo sterk af, dat hy overluid +schreeuwt. Men is zelfs verpligt zyn hoofd een weinig in de hoogte te +houden, om hem de belemmerde ademhaling gemakkelyker te maken. Het +geen hem vooral doet lyden, is een onverzadelyke honger, die hem nu +en dan zoodanig dringt, dat hy alle oogenblik zoude eeten, indien men +het hem maar geven wilde, en hy het vermogen van slikken had. Hier +by koomt altyd koorts. Dezelve gaat gepaard met een overvloedig +en algemeen zweeten; en wanneer de ziekte meer en meer verergert, +sterft de lyder onder vervaarlyke stuiptrekkingen. + +Om den voortgang van zulk eene ellendige kwaal te sluiten, moet men +den geen, die 'er door aangetast is, verscheiden malen daags met koud +water besproeijen. Men houdt daar mede aan, tot dat de ledematen +hunne voorige gedweeheid hernomen hebben. Het is noodzakelyk de +kragten van den zieken door goede vleeschsoepen te ondersteunen; men +moet dezelven dikwils geven, maar in eene kleine hoeveelheid, en met +eenige lepels wyn. De zoete kwik met ontlastende middelen gemengd, +als rhabarber, diagrydium, jalappe, doen in deeze ziekte veel nut: +maar het beste middel is het heulsap, in zulke sterke giften, dat +'er een gezond mensch van sterven zoude. + + + +DERDE HOOFTSTUK. + +Geschiedkundige opgaave, betrekkelyk Fransch +Guiana. + +Schoon men het juiste tydstip van de eerste reizen der Franschen naar +Guiana niet weet, is het echter zeker, dat zy 'er geweest zyn korten +tyd na de eerste ontdekking, door de Spanjaarden gedaan. + +JAN DE LAET, een Schryver van voor byna twee eeuwen, verhaalt, dat +de Franschen gewoon waren aldaar gekleurd hout, en onder anderen een +zoort van Brasiliën-hout, in te laden. + +De vriendelykheid, waar mede zy door de inboorlingen des Lands +ontfangen wierden, lokte hen uit, om deezen handel te blyven aanhouden; +en om denzelven des te beter te verzekeren, vestigden zy 'er wel dra +eene Volkplanting. + +Een ander bewys, dat de Franschen het eerst de kusten van Guiana +bezogt hebben, is te halen uit de reisbeschryving van RALEIGH in 't +jaar 1595. Deeze reiziger, sprekende van het binnenste gedeelte van +dit Land, zegt, dat "de Franschen zedert lang moeite deeden tot het +ontdekken deezer Landen, werwaards zy veelvuldige reizen deeden, om +'er goud van daan te haalen, maar dat zy den rechten weg niet namen, +door denzelven te zoeken langs de Rivier der Amazonen." + +In 't jaar 1604, besloten eenige Franschen, door de gunstige berigten +van RALEIGH misleid, om, onder het geleide van LA RAVERDIERE, naar +deeze streeken koers te zetten. Andere gelukzoekers deezer natie +volgden spoedig hunne voetstappen. Allen vermoeiden zy zig op eene +ongelooflyke wyze. Eindelyk zetteden zig zommigen, veel eer uit weêrzin +in zoo zwaaren arbeid, als om dat zy zig in hunne hoop bedrogen vonden, +te Cayenne neder. + +In 't jaar 1624, zonden eenige kooplieden van Rouaan eene kleine +Volkplanting, bestaande uit zes-en-twintig menschen, die de oevers +der Rivier Sinamari verkozen, om zig neder te slaan. + +Twee jaaren later, in 't jaar 1626, kwam 'er eene nieuwe Volkplanting, +aanzienlyker dan de eerste, en die zig aan de Rivier Conanama +nederzettede. Men bouwde aldaar een Fort, stelde 'er een Bevelhebber +over aan, en liet 'er een gewapend vaartuig, om den handel langs de +kust te beveiligen. + +Deeze beide Volkplantingen vermeerderden aanmerkelyk door den toevoer, +die zy uit Frankryk ontfingen. Zy breidden zig tot verscheiden +plaatsen uit. + +Zedert het jaar 1674, had men zig op het Eiland Cayenne gevestigd, +en aldaar de kust van Remire, als de vruchtbaarste en aangenaamste +streek, tot verblyfplaats uitgekozen. Men moest de Arikarets, en +eenige andere Indiaansche volken, aldaar woonende, verjagen. + +In 't jaar 1675, verkoos men eene andere woonplaats, drie mylen +meer ten westen, op een uithoek van het Eiland, alwaar de mond +der Rivier Cayenne een haven oplevert. Men bouwde aldaar een Fort, +waar aan men den naam van het Fort Louis gaf, en digt daar by een +Dorp of Stad, die de hoofdstad der geheele Volkplanting geworden is, +en welke men naar den naam van het Eiland Cayenne noemde. Men breide +zig vervolgens uit in alle de gedeelten van dit zelfde Eiland, en +aan de naby gelegene Rivieren. + +In 't jaar 1640. zetteden de Franschen zig aan de Rivier Surinamen +neder; maar de lage en moerassige grond, en ongezonde lucht in +dit gedeelte van Guiana, deeden hun het zelve wederom verlaten. De +Engelschen maakten 'er gebruik van. + +Eenige kooplieden van Rouaan, denkende, dat uit deeze Volkplanting +voordeel te haalen was, besteedden daar toe, in 't jaar 1643, +gezamentlyk zekere somme van penningen. Zy droegen hunne belangen op +aan een ondernemend man, PONCET DE BRETIGNY genaamd, die den oorlog +zoo wel aan de Planters als aan de Negers verklaard hebbende, spoedig +werd van kant geholpen. Deeze Maatschappy, aan welke men den naam +van de Maatschappy der Noord-Kaap gaf, verkreeg van Koning LODEWYK +XIII. opene Brieven, waar by deeze Vorst aan haar het uitsluitend +voorrecht toestond van den koophandel en scheepvaart op Guiana, tot +welks grensscheidingen men by die zelfde brieven bepaalde, aan de +zuldzyde de Rivier der Amazonen, en aan de noordzyde de Orenoco. Deeze +bepaaling der grensscheidingen ontmoette geene zwarigheid, noch +veröorzaakte eenige klagten, dewyl geheel Europa wist, dat de Franschen +zedert langen tyd in het bezit van Guiana waren, en de eersten geweest +zyn, die aldaar handel gedreven en Volkplantingen aangelegd hadden. + +Verscheiden lieden van aanzien, in deeze Maatschappy deel genomen +hebbende, verkregen van den Koning nieuwe voorrechten en nieuwe +vergunningen door dit geheele Land. By herhaling zonden zy derwaarts +aanzienlyken onderstand; en men liet meer dan agt honderd menschen +naar Guiana vertrekken, zoo tot meerdere beveiliging en aanwas van de +onderscheidene aangelegde Volkplantingen, als om nieuwe aan te leggen, +en ontdekkingen te ondernemen, door dieper in het Land door te dringen. + +De treurige dood van PONCET DE BRETIGNY de deelgenooten ter +nedergeslagen hebbende, werd, in 't jaar 1651, eene nieuwe Maatschappy +opgericht, die meerder opgang scheen te zullen maken. Het merkelyk +aantal van ingelegde penningen, stelde haar in staat, om, tot in Parys +toe, zeven of agthonderd menschen by één te verzamelen. Zy wierden +by de Seine ingescheept, om naar Havre te vertrekken. Het ongeluk +wilde, dat de deugdzaame Abt DE MARIVAUX, die deeze onderneming +voornamelyk had aangewakkerd, en dezelve als Directeur Generaal +bestierd zoude hebben, verdronk op het oogenblik, dat hy stond scheep +te gaan. ROIVILLE, een Edelman uit Normandië, die als Generaal naar +Cayenne gezonden wierd, wierd op de reize vermoord. [13] Twaalf der +voornaamste belanghebbenden, die de bewerkers van deezen aanslag +waren, gedroegen zig in de Volkplanting, welkers bloei zy verpligt +waren geweest te bevorderen, op zoodanig eene wreede manier, als uit +dit verschrikkelyk voorval bereids te voorzien was. Zy deeden aan +één van hun, ISAMBERT genaamd, die, benevens drie anderen, zig van +het gezag geheel had willen meester maken, het hoofd afslaan. Zyne +medepligtigen wierden naar een onbewoond Eiland verbannen. Twee andere +deelgenooten stierven kort daar op, en de overgeblevenen gaven zig aan +de grootste buitensporigheden over. De Bevelhebber der Vesting liep +naar de Hollanders over, met een gedeelte van zyne bezetting. Zy, +die aan honger, ellende, de woede der Wilden van het vaste Land, +welken men op honderde manieren getergd had, waren bloot gesteld, +achtten zig zeer gelukkig, toen zy met een schip en twee sloepen de +Eilanden onder den wind bereiken konden. Vyftien maanden na dat zy in +het Eiland waren aangeland, verlieten zy het Fort, de krygsbehoeften, +de wapenen, de koopmanschepen, benevens vyf- of zeshonderd lyken van +hunne ongelukkige medgezellen. + +In 't jaar 1663, werd eene nieuwe Maatschappy, onder het opzigt +van den Request-meester LA BARRE, opgerigt. Dezelve bezat een +capitaal van niet meer dan twee maal honderd duizend gulden: maar +de hulp der Regeering stelde haar in staat, om de Hollanders, die +zig aldaar onder het geleide van SPRANGER hadden nedergezet, toen +zy dit Land door deszelfs eerste bezitters hadden zien ontruimen, +uit deeze bezitting te verjagen. De Indianen waren na het vertrek der +Franschen in het Eiland te rug gekeerd, maar SPRANGER noodzaakte hen, +om naar Terra-Firma de wyk te nemen. Hy verbeterde de vestingwerken, +deedt groote uitzuiveringen en voordeelige bebouwingen der landen. Na +dat deeze Maatschappy onder het opzigt van BARRE een jaar bestaan +had, maakte zy een gedeelte uit van de groote Maatschappy, die de +grondslag was van alle die Maatschappyen, welken men voor Africa, +en voor het Nieuwe Weereld-deel had opgerigt. In 't jaar 1667, +wierd Cayenne aangevallen, geplonderd, en wederom verlaten door de +Engelschen, en de vluchtelingen namen het weder in bezit, om het zig, +in 't jaar 1772, andermaal te zien ontweldigen door de onderdanen +der Vereenigde Nederlanden, die het echter niet langer, dan tot in 't +jaar 1676, behouden konden. Te dier tyd werden zy door den Marschalk +D'ETRÉES van daar verjaagd. Naderhand is de Volkplanting niet meer +aangevallen geworden. + +De Franschen wederom meesters van Cayenne geworden zynde, waren +ten sterksten bedagt, om zig op het Eiland en het vaste Land +wel te vestigen. Met meerder zorgvuldigheid dan ooit kweekten zy +alles aan, waar by de koophandel belang konde hebben. Verscheiden +koopvaardy-schepen kwamen aldaar handelen, en eene meenigte +huisgezinnen zetteden 'er zig ter neder. Eenige Kapers bragten ook +het hunne toe tot aanwas der Volkplanting. + +Beladen met het geen zy in de Zuid-Zee geroofd hadden, vestigden +zy zig te Cayenne, en het belangrykste was, dat zy besloten hunne +schatten tot den landbouw te besteden. + +Zy scheenen denzelven met nadruk te willen voortzetten, en Cayenne was +vry wel bevolkt, toen DUCASSE in 1688. aldaar aanlandde, met oogmerk, +om Surinamen te vermeesteren en te plunderen. De natuurlyke lust +der Kapers herleefde, de nieuwe Colonisten werden wederom Kapers, +en hun voorbeeld lokte byna alle de inwoonders uit. + +Deeze onderneming was niet gelukkig, uit hoofde van de weinige +voorzorgen, die men genomen had, om de aankomst deezer vloot voor +de Hollanders, welken men voornemens was re overrompelen, geheim te +houden. Men vondt hen overal in staat van verdediging. Een gedeelte +der aanvallers sneuvelde; anderen wierden gevangen genomen, en naar de +Antillische Eilanden gezonden, alwaar zy zig nedersloegen. De overigen +gingen wederom te scheep. Zedert dien tyd heeft de Volkplanting veel +moeite gehad, om het verlies van haare inwooners te herstellen. Het +scheen zelfs, dat zy byna geheel in vergetenheid geraakt was, tot in +'t jaar 1763, wanneer de Fransche Regeering haar een nieuwen luister +trachte te geven. + +Frankryk ontdeed zig van de akeligheden van eenen schandelyken +oorlog. De gesteldheid der zaaken had de Regeering genoodzaakt, om, +met opöffering van verscheiden gewichtige bezittingen, den vrede te +koopen. Het scheen insgelyks noodzakelyk, om de natie, zoo wel de +geledene rampspoeden, als de misslagen, die dezelven berokkend hadden, +te doen vergeten. Men wendde haar oog af van de Volkplantingen, +die zy verloren had, om het zelve te vestigen op Guiana, het welk, +zoo men zeide, zoo veele rampen vergoeden moest. + +Dit was het gevoelen niet van hun, die van den staat der zaaken het +best onderricht scheenen. Eene Volkplanting, zedert anderhalve eeuw +opgerigt, in een tydstip, dat de gemoederen op groote ondernemingen +verhit waren; alwaar burger-twisten, noch vreemde oorlogen aan het +aangelegde werk geen nadeel hadden toegebragt; die van de weldaaden +der Regeering en het voordeel van den koophandel nimmer was verstoken +geweest; alwaar de voorraad van voortbrengzels altyd zeker geweest +was:--deeze Volkplanting was niet noemenswaardig. De ellende en +vergetenheid was haar deel geweest, zelfs in het tydstip, dat de +Fransche bezittingen in America door haaren luister en rykdommen, +de oude en nieuwe weereld verbaasden. Haare gesteldheid was zelfs van +dag tot dag verërgerd. Hoe kon men hopen op die groote vooruitzigten, +welken men 'er van gaf? Deeze aanmerkingen wederhielden de Regeering +niet. Om het verlies van Canada te vergoeden, wilde men in Guiana een +vry volk vestigen, dat door zyne eigene kragten in staat zoude zyn, +om aan vreemde aanvallen het hoofd te bieden, en geschikt, om door den +tyd andere Volkplantingen, wanneer de omstandigheden zulks vorderden, +te hulp te komen. + +Dit werk wierd bestuurd door eenen arbeidzamen Staats-Minister. Als een +verstandig Staatsman, die de veiligheid niet aan de rykdommen wilde +opõfferen, was zyn doelwit, een bolwerk op te rigten tot verdediging +der Fransche bezittingen. Als een gevoelig Wysgeer, die de rechten +van het menschdom kent en eerbiedigt, wilde hy deeze vruchtbaare en +onbebouwde streeken door vrye menschen bevolken. Maar men voorzag +alles niet. Men vergiste zig met te gelooven, dat Europeanen onder +de gezengde luchtstreek de vermoeijenissen zouden doorstaan, die +tot den aanleg en zuivering van onbebouwde landen verëischt worden, +en dat menschen, die in de hope van een gunstiger lot hun vaderland +verlieten, zig aan een woest leven gewennen zouden in eene luchtstreek, +die minder gezond was, dan haare geboorte-grond. + +Dir verkeerd stelzel werd zoo dwaaslyk uitgevoerd, ais het ligtvaardig +was aangenomen. Alles werd aldaar ingerigt, zonder beginzel van +wetgeving, zonder te letten op de betrekkingen, welken de Natuur +onder de menschen gesteld heeft. De laatstgemelden werden in twee +zoorten verdeeld, eigenaars en arbeiders. Men hield niet in 't oog, dat +deeze verdeeling, die in Europa stand grypt, het gevolg is van oorlog, +omwentelingen, en oneindige toevalligheden, die de tyd te weeg brengt; +dat zy voortkoomt uit de voortduuring van een maatschappelyk leven, +maar geenzints de eerste grondslag is der maatschappye, die in haaren +oorsprong wil, dat alle haare leden in den eigendom deel hebben. De +Volkplantingen, die nieuwe bevolkingen, en nieuwe maatschappyen zyn, +moeten deezen grondregel volgen. Met den eersten tred ging men +'er reeds van af, door de landen in Guiana alleen toeteschikken +aan hun, die zekere geldsommen, tot de bebouwing noodig zynde, +konden aanbrengen. De overigen, wier begeerlykheid men door ydele of +wisselvallige hope gaande maakte, werden van het aandeel in de landen +uitgesloten. Dit was een gebrek van Staatkunde, tegen de rechten van +het menschdom inloopende. Indien men aan alle de nieuwe Colonisten, +welken men naar dit naakte en woeste Gewest heen voerde, een gedeelte +gronds om aan te leggen gegeven had, zoude elk het bebouwd hebben +op eene manier, aan zyne kragten en vermogens geëvenredigd: de één +met zyn geld, de ander met zynen arbeid. Het was een onvermydelyk +vereischte geweest, om aan alle de leden der nieuw aangelegde bevolking +eenen eigendom aan te bieden, alwaar zy hunnen arbeid, hunne vlyt, +hun geld, met één woord, hunne meer of min uitgestrekte vermogens, +konden te werk leggen. + +Menschen, naar onbebouwde landstreeken overgevoerd, vonden 'er niets +dan behoeften. De geregeldste en onafgebrokenste arbeid konde niet +beletten, dat zy, die in deeze woestenyen met het aanleggen van landen +hunnen tyd doorbragten, van alles ontbloot bleven, tot het meer of +min afgelegen tydvak van den oogst. Ook verbond zig de Regeering, +aan wien zulk eene blykbaare waarheid niet ontsnappen konde, om alle +Duitschers, alle Franschen zonder onderscheid, welke tot de bevolking +van Guiana geschikt waren, twee jaaren lang te onderhouden. Maar +deeze daad van rechtvaardigheid was geene daad van voorzigtigheid: +het was te voorzien, dat al wierden zelfs de levensmiddelen met zorg, +met yver en met belangloosheid in genoegzaamen voorraad opgelegd; +de meestcn derzelven noodwendig moesten bederven, het zy op de reize, +het zy naderhand: het was te voorzien, dat gezouten vleesch, wel of +kwalyk bewaard, nimmer een geschikt voedzel zyn zoude voor ongelukkige +vluchtelingen, die eene gezonde en gematigde luchtstreek verlieten, +om de brandende zand-woestynen onder de gezengde luchtstreek te +bewoonen, om de vochtige en regenachtige lucht der zonne-keerkringen +in te ademen. + +Eene verstandige Staatkunde zoude zig met de vermeerdering van +het vee hebben bezig gehouden, alvorens te denken, om 'er menschen +te vestigen. Deeze voorzorg zoude niet alleen een gezond voedzel +aan de eerste Colonisten bezorgd hebben, maar hun ook de gepaste +werktuigen opgeleverd tot de ondernemingen, welke de vorming van +eene nieuwe bevolking verëischt. Met deeze hulpmiddelen zouden zy de +vermoeijenissen hebben getrotseert, welke de Regeering op zig genomen +had rykelyk te zullen betalen. Zy zouden woonplaatsen en koopwaren +bezorgd hebben aan hun, die 'er hun verblyf moesten houden. Op deeze +wyze zoude de ontworpene Volkplanting in korten tyd eene behoorlyke +vastigheid verkregen hebben. + +Men maakte deeze aanmerkingen niet, hoe eenvoudig en natuurlyk ook: +na het doorstaan van eene lange reize, werden twaaf duizend menschen +ontscheept op woeste en onbebouwde kusten, in het ongunstigst +jaargetyde, in het regen-saisoen. Indien de nieuwe Colonisten in +het begin van het saisoen van droogte waren aangeland, op de hun +toegeschikte landen verdeeld, zouden zy den tyd gehad hebben, om +hunne wooningen in gereedheid te brengen, de bosschen om te hakken +of te verbranden, hunne velden te bearbeiden en te bezaaijen. + +By gebrek van deeze voorzorge, wist men de meenigte van menschen, +die na malkanderen aanlandden, niet te plaatsen, Het Eiland Cayenne +zoude tot eene plaats van rust en verversching voor de kortlings +ontscheepte perfoonen gestrekt hebben. Men zoude 'er wooningen en +middelen van bestaan gevonden hebben. Maar het vooröordeel, om de +nieuwe en de oude Volkplanting niet onder elkander te vermengen, +deedt deeze voorzorge in den wind slaan. Als een gevolg van deeze +styfhoofdigheid, plaatste men twaalf duizend ongelukkigen op de +Salut-Eilanden, aan de oevers der Rivier Kourou, onder tenten en +in slechte hutten. [14] Aldaar, verwezen zynde tot werkeloosheid, +verveeling, het gemis der eerste benoodigdheden, besmettelyke ziekten, +die altyd door bedorven voedzel veröorzaakt worden, tot alle de +wanörden, welke de ledigheid voortbrengt onder een volk, dat verre +heen vervoerd, zig onder eene nieuwe luchtstreek bevindt, eindigden +zy hun droevig lot onder de verschrikkelykste wanhoop. Hunne asch zal +steeds om wraak roepen tegen de voorstanders van eene onderneming, +die zoo veele ellendige slachtöffers gemaakt heeft. + +Op dat niets aan het onheil ontbreken zoude, en de geldsommen, +tot de uitvoering van eene ongerymde onderneming geschikt, geheel +en al verspild zouden worden, oordeelde hy, die in last had om aan +alle deeze noodlottigheden een einde te maken, zig verpligt, om twee +duizend menschen welker sterk gestel aan de ongunstige luchtstreek, +en de onuitsprekelykste ellenden wederstaan had, naar Europa te rug +te voeren. + +Een zestigtal van huisgezinnen uit Duitschers en inboorlingen van +Acadia bestaande, ontsnapte echter aan de algemeene verwoesting. Zy +sloegen zig neder aan de Sinamari, wier oevers nimmer door de zee +overstroomd worden, en vonden aldaar eenige natuurlyke velden, en +een grooten overvloed van Schildpadden. Die zwakke Volkplanting heeft +zig, langs deeze Rivier, in stand gehouden. De visscherye, de jagt, +de vee-fokkerye in de uitgestrekte zand-woestynen, welken de Natuur in +deeze streeken gevormd heeft, het planten van een weinig ryst, Turksch +graan en catoen; deeze leverden hun het noodige middel van bestaan op. + + + +VIERDE HOOFTSTUK. + +Bevolking van Fransch Guiana. + +Na zoo veele noodlottige omstandigheden, en de verachting, waar +toe Fransch Guiana vervallen is, is het niet te verwonderen, dat de +bevolking van dit Land zeer zwak is. + +De inwooners bestaan uit Europeanen, Mulatten, Negers en Indianen. De +eerstgemelden of blanken, bedragen slechts een getal van agt of negen +honderd, zoo in de hoofdplaats Cayenne, als door het overige gedeelte +van het Land verspreid. Verscheiden van hun zyn ongelukkig en arm. Zy, +die meer op hun gemak leven, bestaan van ampten, jaargelden en soldyen, +ten kosten van de algemeene schatkist. Het vertier van levensmiddelen, +het welk de bezetting en het verblyf der geenen, die zig aldaar +van 's Lands wegen bevonden, noodzakelyk maakt, doet het grootste +getal der inwooners aan den kost geraken. Men zoude moeite hebben, +om vyf-en-zeventig eigenaars van Plantagiën op te tellen, die van +den opbrengst van hun land bestaan. Verscheiden woonen op eenen zeer +verren afstand van de hoofdplaats. Het getal der Mulatten is vier of +vyf honderd, en dat der Negers negen duizend. + +De Mulatten, die overal onderdrukt worden, hebben dit misschien meer +in Guiana, dan ergens anders, ondervonden. + +"Schoon de Creolen, van een blanken en eene zwarte voortgeteeld, +zegt de Burger LESCAILLIER in zyn te meermalen aangehaald Exposé des +moyens &c., over 't algemeen veele lichamelyke voorrechten hebben, +vlugheid, eene onbedwongene en bevallige houding, een zeer geregeld +gestel en voorkomen, worden zy zeldzaam voor goede voorwerpen gehouden, +wanneer men hen in den rang der slaven plaatste, uitgenomen de geenen, +welken men tot huisselyke diensten gebruikte. De reden daar van is +gemakkelyk naar te gaan; daar zy uit de gemeenschap van eenen blanken, +die tot de Plantagie niet behoorde, ten gevolge van eene ongeoorloofde +verbintenis, waren voortgesproten, verbeterde de opvoeding het +gebrekkige van hunne geboorte niet. Zy verachtten de Negers, en +werden door dezelven wederkeerig veracht. Zeldzaam gelukte het hun, +wanneer zy, onder de zwarten vermengd, op de Plantagiën arbeidden. + +De algemeene laagheid, waar in men dit zoort van menschen in de +Volkplantingen hield, en die alle nayver in hun uitdoofde, had te +Cayenne hun tot eene zwervende en ongebondene hoop volks gemaakt; +byna geen enkele onder hun was of tot den landbouw, of tot eenig +handwerk geschikt. + +"De middelen, die men wel eer te werk stelde, met oogmerk om hen +nuttig te maken, hebben het kwaad nog verërgerd. De Gouverneurs +hebben gemeend de vrygelatenen te moeten beschouwen als lieden, +die verpligt waren op het eerste bevel op te trekken. Dienvolgende +waren alle de manspersoonen boven de veertien jaaren, getrouwd en +ongetrouwd, landbouwers, werklieden, of andere, zonder onderscheid, +begrepen onder eene zoogenaamde Compagnie Jagers, zonder soldy, +staande onder bevel van een zeker zoort van Officiers, maar die ook +geen soldy trokken, nog eenigen rang hadden. Deeze ongelukkigen, +verpligt om op het eerste gegeven sein op te trekken, hebben zig, +uit dien hoofde, nimmer op eenen vasten voet kunnen nederzetten, +trouwen, zig tot eenig vast handwerk begeven, en nog minder zig op +den landbouw toeleggen. Den dienst, die hun bevolen werd, zeer slecht +uitvoerende, alleenlyk betaald wordende voor de dagen, dat zy werkelyk +dienst deeden, hadden zy, by hunne te rug komst, geen eerlyk en zeker +middel van bestaan, het geen hen dikwils noodzaakte om door wandaaden +en strooperyen den kost te zoeken. + +"'Er was ook nog een ander zoort van Creolen, van een vrye vader en +moeder geboren. Zy oeffenden handwerken of den landbouw, en leefden +daar van met hunne huisgezinnen. Derzelver getal is in Fransch Guiana +oneindig klein." + +De blanken, die geene eigendommen bezaten, het zy werklieden, het +zy anderen, maakten het aanzienlykst gedeelte der bevolking van +hun zoort uit: zy hebben een getal van dertien honderd bedragen, +van allerleyen ouderdom en kunne, zonder de bezetting daar onder te +rekenen; maar men verzekert, dat zy thans tot een getal van zeven of +agt honderd versmolten zyn. + +Onder dit aantal van persoonen vindt men byna twee derde van het +mannelyk geslacht, om reden, dat het getal der genen, die zig buiten +'s Lands begeven, ten aanzien der mannen altyd veel aanmerkelyker +is. Indien men van dit aantal manspersoonen de zieken, oude lieden en +kinderen aftrekt, bleven 'er ten hoogsten vier honderd mannen overig, +die in staat waren om de wapenen te voeren. + +Onder de laatstgemelden waren niet meer, dan honderd-en-vyftig +eigenaars van middelmatige en kleine Plantagiën, die, hoe zeer +grootendeels van geen belang tot bevordering van 's Lands voorspoed, +en den uitvoer der koopwaaren, echter tot onderhoud van derzelver +bezitters als voldoende beschouwd konden worden, 'Er bleven derhalven +tweehonderd vyftig mannen (blanken) overig, die in dit Land hun +bestaan vonden, behalven door den landbouw; de één door posten en +ampten tot het bestuur, of tot den krygsdienst betrekkelyk; de anderen, +als werklieden, daglooners, of bedienden van allerleije zoort, hunne +soldyen uit de algemeene schatkist, en hunne wedden van de Regeering +ontfangende. + +Indien nu de dienst zoo van het Land, als van byzondere persoonen, +slechts honderd en vyftig van deeze menschen bezig hield, zoo bleven +'er dus honderd overig, wier bestaan zeer wisselvallig was. Het was +van aanbelang zig bezig te houden met dit klein getal persoonen, +die van middelen ontbloot waren. + +Men vergrootte eenige bezittingen, men ondernam nieuwen arbeid, +men deelde eenige landeryen uit, en bezorgde daar by tevens +gereedschappen en vee. De arbeiders en bouwlieden vonden bezigheid, +en de laatstgemelden begonnen voordeel te doen. + +Eene bevolking van zes honderd mannen (blanken) tegen drie honderd +vrouwen, had geene evenredigheid tot vermeerdering der bewoners, noch +tot bevordering der goede orde, in een Land, alwaar men de vermenging +met Zwarten en Mulatten aan de hand gaf, en alwaar by gevolg de wet +zelve tot hoerereije en overspel scheen uit te noodigen. Zulk een +staat is schadelyk voor de maatschappy. Het was dus van een dringend +aanbelang daar in te voorzien. + +Men had eene Volkplanting te Iracoubo begonnen, bestaande uit dertig +mannen, uit een zeker getal afgedankte soldaten uitgekozen. Men moest +ontwyffelbaar aan deeze mannen bezorgen verstandige, arbeidzaame en +bekwame vrouwen. Om dit oogmerk te bereiken, verzogten de Bestuurders +van Guiana aan de Regeering, en wel tot eene eerste proeve, een +getal van vyf-en-twintig of dertig weesmeisjens, die met weinige +kosten hadden kunnen overkomen. In geval deeze poging gelukt was, +zoude men van dit zelfde middel wederom hebben gebruik gemaakt, en +nieuwe bezitingen in deeze uitgebreide Volkplanting hebben kunnen +aanleggen: men sloeg geen acht op dit belangryk voorstel, noch op +veele anderen, die tot bevordering en verbetering des Lands zouden +hebben kunnen medewerken. + +Het is waarschynlyk, dat deeze bezittingen verlaten zyn geworden, +en dat de meeste blanken, die 'er hun bestaan uit moesten vinden, +uit de Volkplanting vertrokken zyn. + +De Negers bedroegen in Fransch Guiana een getal van negen duizend. De +Burger LESCAILLIER meldt ons, dat men, in 't jaar 1788, hem over +de mogelykheid van de afschaffing der slavernye raadpleegde. Deeze +Bestuurder verklaarde van begrip te zyn, dat men in de Volkplantingen +de akeligste gebeurtenissen te duchten had, indien men niet +langzamerhand den weg tot deeze gelukkige omwenteling baande. Drie +jaaren lang deedt hy alle moeite, om de mogelykheid van dusdanige +verandering zeker te stellen: hy toonde het voorbeeld van eene betere +bestuuring, ten aanzien van de Negers van den Staat: hij bezorgde +hun een gezonder en vaster voedzel: hy liet hen kleeden en in hunne +ziekten oppassen. Op zynen raad en volgens zyn voorbeeld, heeft men +de zwangere en zogende vrouwen ontzien: men droeg zorge voor kinderen +en jonge lieden: men betoonde ontzag voor oude lieden en zieken: men +moedigde het aangaan van huwelyken aan: men arbeidde, om goede zeden, +vlyt en bedaardheid in de Negers aan te wakkeren: juiste belooningen +vervulden de plaats van harde en willekeurige kastydingen. + +Zulk eene handelwyze heeft de gelukkigste uitwerkingen gehad. Het +werk werd met yver en arbeidzaamheid verrigt, en het gelukte door dit +middel, om aan de Negers hunnen staat van slavernye te doen vergeten. + +Men dagt niet meer aan wegloopen: vyf of zes schuilplaatsen der +weggeloopen Negers, van alle gemeenschap verwyderd, in ontoegangelyke +Landen en ondoordringbaare bosschen verzonken, zyn van tyd tot tyd +vernield, of door de vredelievende middelen van onderhandeling, +tot de stem der menschelykheid, die tot in deeze verblyfplaatsen was +doorgedrongen, te rug gebragt. + +De optochten met krygs-geweld waren tegen deeze arme schepzels byna +onuitvoerlyk: zy kostten aan zommigen van hun het leven, en maakten de +anderen altyd nog afkeeriger. Men moest dus tot eenig ander middel +zyn toevlucht nemen. Een zendeling, met een kruis in de hand, en +onder het geleide van een getrouwen Neger, ging hun de woorden van +vrede brengen, hun kwytschelding beloven, en allen kwamen zy, met +hun volkomen genoegen, hunne yzere kluisters hernemen. Een deezer +verblyfplaatsen onder anderen, verscheiden dagreizens van alle +woningen afgelegen, was, zedert verscheiden jaaren, eene veilige +wykplaats voor een groot getal van weggeloopene Negers. Men had +slechts eene oppervlakkige kennis wegens het bestaan van deeze +wykplaats. Een Priester begaf zig te voet derwaarts, vergezeld van +eenige ongewapende Mulatten, en bragt van deeze plaats, op ééne keer, +drie-en-veertig persoonen mede, waar onder verscheiden kinderen waren, +in de bosschen geboren, en die nooit een blanken gezien hadden. Het +gebeurde werd van wederzyden vergeten. De eigenaars leerden 'er door, +om nuttige voorwerpen, die hun ontloopen konden, zonder mogelykheid +van ze wederom te krygen, met meerder geschiktheid te behandelen, +en de Negers hernamen met onderwerping hunnen gewoonen arbeid. + +Men heeft voorgegeven, dat de Negers in Guiana beter behandeld werden, +dan in de andere Volkplantingen. Dit voorgeven wordt door geen bewys +gewettigd. 'Er zyn in deeze landstreek weinig groote Plantagiën +en gegoede Planters; en deeze laatstgemelde behandelden, over 't +algemeen gezegd, hunne slaven het best, het zy om dat zy meerder +middelen bezaten, het zy om dat ze meerder doorzicht hadden. + +Zeer geringe Planters, van alle toevoorzicht verre verwyderd, +oordeelden beter hun fortuin voort te zetten, door van drie of vier +Negers, welken zy in het geheel bezaten, eenen onmatigen arbeid te +vorderen. Zy lieten hun zelfs den Saturdag niet, welken men anders +gewoon was aan hun tot bebouwing van hunnen eigenen tuin toe te +staan, en zomtyds ontnamen zy hun zelfs den Zondag: zy bekreunden +zig over hun in 't geheel niet, noch by ziekte, noch by gezondheid: +zy bezorgden hun geen behoorlyk voedzel noch kleeding, en nimmer heeft +men ten deezen opzigte in Guiana kunnen verwerven de uitvoering van +het geen by de wetten, le Code noir genoemd, bepaald was. + +Op de Plantagiën, waar men rykelyker bemiddeld was, doch welker +getal ongelukkig zeer klein is, werd dit gebrek verbeterd door de +zorge der eigenaars, door overvloed van groenten tot levensmiddelen, +door het visschen en jagen in zekere landstreken, en door de kleine +geld-sommetjes, die de Negers zig bezorgden, door het overschot van +hun gevogelte en levens-middelen op de markt te verkoopen. + +Zommige eigenaars der Plantagiën maakten in geschrifte menschlievende +en verstandige Reglementen, die aan de Negers werden bekend gemaakt. De +ondervinding heeft bewezen, dat, wanneer de slaven beter behandeld +werden, zy met meerder yver tot bevordering van de belangen hunner +meesters medewerkten. Eén deezer Planters had aan elke Negerin, die +zes kinderen behoorlyk zoude opvoeden, de vryheid beloofd. Wanneer +die voorwaarde eenmaal vervuld was, werd de belofte met veel statie +ter uitvoer gebragt. + +Brave en verstandige Planters, volgden natuurlyker wyze de beginzels +van menschlievendheid en de goede voorbeelden. Redeneeringen onder +allen, en blyken van misnoegen, aan wreede meesters te kennen +gegeven door den verstandigen, bestuurder, den Burger LESCAILLIER, +van wien wy deeze byzonderheden ontleend hebben, hebben langzamerhand +op het bestaan der Negers in deeze Volkplanting, en op den staat van +derzelver bebouwing, invloed gehad. Maar naderhand is de al te groote +zorgloosheid der Regeering oorzaak geweest, dat het getal der Negers +niet aanmerkelyk is aangegroeid, gelyk had moeten gebeuren, zoo uit +hoofde van de gemakkelykheid van het bekomen van levens-onderhoud in +dit Gewest, als van den zeer aanzienlyken invoer van slaven. + +Misschien is het aan eenige van de hier boven opgegevene voorzorgen toe +te schryven, dat de afschaffing der slavernye in Fransch Guiana zulke +akelige gevolgen niet veröorzaakt heeft, als te St. Domingo. Deeze +omwenteling werd op eene rustige wyze bewerkt, en men verhaalt, dat +men verscheiden Negers gezien heeft, die de gehechtheid aan hunnen +ouden meester aan den dag leiden, door op zyne Plantagie te blyven, en +denzelfden arbeid te verrigten, als of de wet 'er hun toe noodzaakte. + + + +VYFDE HOOFTSTUK. + +Zeden en gewoonten der Indianen. + +De volken, die in het ukgestrekte vaste Land van Guiana, voor de +aankomst der Europeanen, omzworven, waren verdeeld in verscheidene +natiën, die over het geheel niet zeer talryk waren, Zy hadden geene +andere zeden, dan die der Wilden van het zuidelyke vaste Land. Deeze +volken leven altyd van elkander afgescheiden, en dikwils verre +verwyderd. Men onderscheidt dezelven in Indianen aan de kusten, +en in Land-Indianen, dat is, die het binnenste gedeelte van het Land +bewoonen. Deeze Land-Indianen, die weinig of geen omgang met de blanken +hebben, behouden hun oorsprongelyk character en hunne gebruiken meer +volkomen. Zy maken een groot getal van onderscheidene natiën uit, +wier aanwezen zig niet tot eenig gedeelte van den grond van dit Land +bepaalt; maar die, zonder verwarring van woonplaats veranderende, +elkander op zeer verre afstanden wederom vinden. + +De Galibis zyn onder deeze natiën de voornaamste en talrykste; hunne +taal wordt door alle de anderen over 't algemeen het best verstaan. Zy +strekken zig van Cayenne tot aan de Orenoco uit. De Arouaques, de +Acoquas, de Aramichaux, de Armancoutous, de Pourpourouis, de Pirious, +de Mayés, de Palicours, de Puchicours, de Maraones, de Ouroukouyennes, +de Macoussis, de Nouragues, de Emerillons, de Taryaras, de Ouins, +de Calicouchiennes, de Coussaris, de Tocoyennes, de Maourious, de +Mayecas, de Itoutanes, de Calipournes, zyn andere Indiaansche volken +van deeze zelfde landstreek. + +De Wilden of Indianen van het vaste Land van Guiana, zyn van eene +middelmatige gestalte; [15] de vrouwen zyn klein en niet zoo wel +gemaakt als de mannen. Hunne huid heeft eene rood koperachtige +kleur. Zy hebben zeer zwarte en zeer gladde hairen. Hunne trekken +verschillen weinig van die der Europeanen. De vermenging van dit +geslacht met dat der blanken, brengt, by de eerste voortteeling, +menschen voort, die van de laatstgemelden niet onderscheiden zyn. + +De vrouwen hebben eene zekere zoort van zachtheid in haar aangezicht; +verscheiden zyn van een aangenaam voorkomen, en hebben niets wilds. Zy +haten, zoo men zegt, de Franschen niet; maar eene minnestreek met +eene getrouwde vrouw gaat met veel gevaar voor haar, en zelfs voor +den minnaar, gepaard: op de minste verdenking maakt de man hen beiden +van kant. + +De meeste Indianen loopen byna naakt. Men beweert, dat zommigen, +voor al die aan den kant van de Rivier der Amazonen woonen, geheel +en al naakt loopen. Zy beschouwen het als een zeker voorteeken, dat +hy, die de schaamdeelen bedekt houdt, ongelukkig zoude zyn, of in +het loopende jaar sterven. De anderen dragen weinige kleederen. De +mans kleeding bepaalt zig tot een linnen gordel, dien zy om het lyf +winden, nu en dan op de manier van eene korte rok. Deeze gordels +zyn doorgaans van catoen doek, blaauw, Guinée of Salempoure genaamd; +zommigen dragen bovendien nog een zoortgelyke lap, waar mede zy hunne +schouders bedekken. + +De Indianen van de kust dragen niets op hun hoofd: hunne hairen, die +van agteren kort zyn afgesneden, en over het voorhoofd nederhangen, +maken hen in dit opzigt gelykvormig aan de oude Grieken en Romeinen. By +de volken, die meer binnen in het Land wonen, ziet men echter nu +en dan mutsen van vederen van verschillende kleuren, die, vooral op +feest-dagen, tot opschik dienen, Deeze zelfde Indiaansche volken maken +gebruik van onderscheidene kleedingen, insgelyks op eene vernuftige +manier van vederen gemaakt; zy dragen dezelven voor de maag, tot +voorschooten, gordels en halsbanden. Zy houden bovendien veel, om hunne +armen, de voorhand, en de beenen met armbanden van glaaze koraalen te +vercieren; en elk volk heeft ten deezen opzigte die kleur verkozen, +welke hy het meest bemint, en waar by zy ook be/tendig volharden. Zy, +die wegens hunne afgelegenheid geene gemeenschap met de Europeanen +hebben, en daar door geen kraalwerk weten te bekomen, verstaan de +konst, om kraalen van een zwart en zeer hard hout te maken, welken zy +draaijen, polysten en op eene zeer aartige manier doorbooren. Zy maken +'er halscieraden van, die naar git gelyken, en een tak van koophandel +voor hun opleveren. + +De vrouwen maken insgelyks, van kraalen van onderscheidene kleuren, +voorschooten ten naasten by van eene vierkante gedaante, maar van boven +veel naauwer dan van onderen, en ten hoogsten twee handen breed. Haare +geheele kleeding bestaat in één van deeze voorschooten, en zy vercieren +zig met halsbanden, armbanden, en een zoort van ringen, zelfs tot aan +de enklauwen. Zommige dragen ook aan het been, tot aan de hoogte van +de kuit, een weefzel van catoen, op het vleesch zelf vast gemaakt, +het welk zonder hun echter hinderlyk te zyn, de groeijing belet, en +al de kragt en zelfstandigheid naar boven trekt, zoodanig, dat zy op +stelten schynen te loopen. Dit belachelyk gebruik is niet algemeen. + +Zoo is het ook gelegen met de Roucou, zynde eene roode verw, aan +dit Land eigen, waar mede de meeste Indiaansche volken hun lichaam, +aangezicht en zelfs hunne hairen besmeeren. + +Twee redenen kunnen hen tot het aannemen van dit gebruik bewogen +hebben. Voor eerst, om aan hunne huid eene kleur te geven, naar hunne +natuurlyke kleur gelykende, en die hun toeschynt dezelve te versterken, +te verfraaijen, en eene eenparigheid en weerschyn aan dezelve te geven: +de tweede reden is, om door den olyächtigen aart en zeer sterke reuk +van dit smeerzel, de groote muggen, en andere insecten te verdryven, +waar door zy, zonder dit hulpmiddel, dikwils gekweld zouden worden; +voor al zy, die dicht by de kusten woonen, en in zekere landstreeken, +alwaar deeze ontrustende insecten in grooten overvloed gevonden worden. + +Het is waarschynlyk, dat die volken, die van de Roucou geen gebruik +maken, de Binnen-Landen bewonen, alwaar men het gemelde ongemak +niet ondervindt. + +Alle Indianen zyn overgegeven aan bygeloof, en zeer luy; maar het +ontbreekt hun niet aan behendigheid, noch vernuft; en hoe koud zy ook +schynen te zyn, 'er is misschien geen volk, dat meer levendigheid +bezit. In weêrwil van hunne uiterlyke ongevoeligheid, zyn hunne +driften ongemeen. Zy leven ongeregeld, en zyn zeer aan den drank +overgegeven. Hunne haat is onverzoenlyk, en hunne wraakzucht geweldig, +wanneer zy dezelve zonder gevaar kunnen uitöeffenen. Niettemin +zyn zy begaafd met eene zekere natuurlyke billykheid, die in +hunne daaden uitblinkt, en beginzels van rechtvaardigheid, die +hun gedrag bestuuren. Zy hebben zelfs eene zoort van beschaafdheid +en minzaamheid. Hunne onderlinge, gesprekken voeren zy altyd met +gematigdheid en ingetogenheid. Hunne redeneeringen ademen zagtheid en +beleefdheid. Zeldzaam hoort men van hun lompe, en nooit beledigende +uitdrukkingen, Zy weten niet wat het is in scheldwoorden uit te vaaren, +zelfs wanneer zy, iemand haat toedragen. Hunne burgerlyke beleefdheid +jegens elkander is niet minder verwonderlyk. De mannen, wanneer zy +niet naar het veld gaan, brengen doorgaans den dag door in eene groote +hut, die in het midden van hun gehucht is opgeslagen, en het zy ze +in of uitgaan, zy laten nimmer na elkanderen te groeten. Bevinden +'er zig eenige vreemdelingen, vervoegt men zig by hun het eerst. In +de huisgezinnen heerscht veel eendragt en rust. De vrouwen zyn +arbeidzaam, zachtzinnig, oplettend, en onderworpen. De mannen zyn aan +hunne vrouwen zeer gehecht. De gastvryheid is by de Indianen zeer in +gebruik. Nu en dan geven zy in grooten getale vriendelyke bezoeken aan +nabuurige volken. Zy blyven verscheiden dagen by elkander, en brengen +dezelven in vrolykheid door; maar gewoonlyk eindigen zy die, met zig +gezamemtlyk dronken te drinken, het geen altyd twisten oplevert. Dit +gebrek, het welk de blanken onder deeze volken maar al te veel hebben +aangemoedigd, is echter niet moeielyk te verbeteren. Zy geven 'er +zig meer aan over uit navolging, en by voorkomende gelegenheden, +dan uit hoofde van eene bestendige gewoonte. + +De Indianen, die het Christendom niet omhelsd hebben, schynen geenen +uitwendigen Godsdienst te hebben: het is echter ontwyffelbaar, dat zy +een denkbeeld hebben van het Opperwezen, en van de onsterffelykheid +der ziele. De Godsdienst van de meesten gelykt veel naar die der +Manicheen, en zy zyn, ten naasten by, met dezelfde vooröordeelen +bezet. Zy hebben hunne Toovenaars en Waarzeggers, die tevens de +Priesters en Artsen der natie zyn. Men heeft in de reize van STEDMAN +gezien, welken eerbied zy in 't algemeen voor de dooden hebben, +en dat zy denzelven zoo verre dryven, dat zy hunne beenderen bewaren. + +Deeze volken rekenen den tyd naar het toe en afnemen der maan, en het +zeven-gestarnte, Behalven deezen, onderscheiden zy nog verschillende +hemelteekenen. Onder den lynrechten hemelkring wonende, bekommeren +zy zig niet over den afstand der zonne. + +De Indianen bemoeien zig bijna in 't geheel niet met de opvoeding +hunner kinderen. De ouders betoonen eene ongemeene tederheid voor +hunne kinderen, wanneer zy in hunne eerste jeugd zyn; maar in een meer +gevorderden ouderdom, schynen zy dezelven niet meer te kennen. Zy gaan +hun in niets te keer; zy beveelen hun niets; zy berispen hun nooit, +en durven het zelfs niet doen; want het is niet zonder voorbeeld, +dat men een zoon zijnen vader straffeloos heeft zien slaan. + +Schoon de Indianen weinig spreken, en zelfs stilzwygende schynen, +hebben zy echter een vrolyken geest, en eene geneigdheid tot +spotternye: zy zingen by alle gelegenheden; en wanneer zy oploopend +zyn, ontzien zy zig geene schimpredenen hoe genaamd. + +Hun leven verslyten zy byna geheel in ledigheid. Men ziet hun altyd in +hunne hangmat liggen. Zy brengen 'er geheele dagen in door met praten, +en met zig in een kleinen spiegel te bekyken, met het schikken van +hunne hairen, of zoortgelyke vermaken. Zommigen scheppen vermaak in +aanhoudend op de fluit te spelen, of liever te brommen; men kan het by +niets beter vergelyken; want hunne groote fluiten maken een geluid, +eenigermaten gelykende naar het gebulk van een os. De Indianen +zyn dus uit hunnen aart zorgeloos. Zy arbeiden niet, dan wanneer +het gebrek of de nood 'er hen toe dwingt: maar het is merkwaardig, +dat deeze zorgeloosheid in alle omstandigheden geen plaats heeft; +want het oorlogen, het jagen, het visschen, bezigheden, die kragt +en werkzaamheid vorderen, met geduld gepaard, behagen hun altyd +zonderling. De arbeidzaamsten, wier getal niet groot is, houden zig +bezig met het maken van bogen, pylen, hangmatten, gereedschappen tot +de huishouding, en met het maken van praauwen en booten. + +De vrouwen zyn de slavinnen der mannen. Behalven de zorg van het +huishouden, zyn zy belast met het beplanten der velden, welken de man +van de stronken gezuiverd heeft, met het uitwieden van het onkruid, +met het inzamelen van den oogst, met het gereed maken van den drank, +van de cassave, met het haalen van hout, en water, met het maken van +aardewerk; met één woord, zy zyn verpligt zig met alles te bemoeijen, +buiten de jagt en visscherye: daarënboven moeten zy zomtyds het +onderhoud voor hunne mannen gaan zoeken, terwyl deeze zig zacht in +hunne hangmat bakeren. + +De veelwyverye is by de Indianen geöorloofd, meer door gewoonte, dan +om eenige andere reden. Ieder man is gerechtigd zoo veele vrouwen te +hebben, als hy onderhouden kan: hy zendt haar te rug, wanneer hy het +geraden oordeelt; en, zoo hy het goed vindt, laat hy haar geheel en al +varen, zonder in eeniger manieren voor haar onderhoud te zorgen. By +verlating van eene vrouw, belast de vader zig doorgaans met de zorg +over de kinderen. + +De Indianen trouwen altyd met hunne nabestaanden, zelfs in den +tweeden graad van bloedverwantschap. De jongens beschouwen hunne volle +nichten, als of zy dezelven door een zeker recht van geboorte verkregen +hadden. Dus trouwen zy haar dikwils, schoon ze niet meer dan twee of +drie jaaren oud zyn. Ondertusschen neemt de man eene andere vrouw, +welke hy weg zendt, wanneer dit jong meisjen groot genoeg geworden is, +om met hem zamen te woonen. + +De huwelyken worden in een oogenblik, en zonder eenige plechtigheid, +voltrokken. Indien een Indiaan een goed visscher, een goed jager, en +arbeidzaam is, is hy zeer gezien. Zoo dra eene jonge dogter het oog +op hem geworpen heeft, biedt zy hem drinken aan, en zelfs hout, om by +zyne hangmat vuur aan te leggen. Zoo hy dit weigert, is zulks een blyk, +dat hem het meisjen niet gevalt; zoo hy het aanneemt, is het huwelyk +gesloten. Dien zelfden dag blyft het meisjen niet in gebreken, om haare +hangmat in de nabyheid van die van haaren toekomenden echtgenoot op te +hangen. Des anderen daags brengt de jonge vrouw hem eeten en drinken, +en van dien tyd af neemt zy de zorge van zyne huishouding waar. + +De schoonvaders beschouwen hunne schoonzoonen als zoo veele knechts, +geschikt om hun te dienen, en begeeren dus niet te werken. De nieuw +getrouwde Indianen houden zig bezig met het hakken van hout, en het +bouwen van de hut. Zy zyn verpligt te gaan jagen en visschen; met één +woord, om te voorzien in het onderhoud van de vrouw en kinderen van +hunnen schoonvader, die met de armen over elkander in zyne hangmat +blyft liggen. Deeze jong-getrouwde lieden zyn ook nog aan eene zeer +harde wet onderworpen. Wanneer hunne vrouw voor de eerste maal in het +kraambedde bevalt, blyven zy in hunne hangmat, welke men aan het dak +van 't huis vast maakt. Een stuk cassave-brood, en een weinig water +maken al hun voedzel uit. + +Na dit gestreng vasten eenige weken te hebben uitgehouden, laat men +hen ter neder, en men maakt hun met groote visch-graaten, of tanden +van eenig wild dier, eenige insnydingen op onderscheiden plaatsen +van hun lichaam, het geen de Creolen noemen frelanguer. Zeer dikwils +zelfs geeft men hun verscheiden zweepslagen. Met deeze plechtigheid is +het nog niet afgedaan. Hy, die vader geworden is, is verplicht zig in +dienst te begeven by den eenen of anderen ouden Indiaan, en zyne vrouw +voor eenige maanden te verlaten. Geduurende al dien tyd moet hy zoo +onderworpen zyn, als een waare slaaf. Hy moet zig onthouden van het +eeten van varkens-vleesch en grof wild. Wanneer de tyd der slavernye +vervuld is, gaat men uit om krabben te vangen; men vangt eene zeer +groote meenigte; men rigt een festyn aan, en drinkt zig dronken; +vervolgens geeft men in groote statie den man aan de vrouw te rug. + +De krygs-bouwkundige FOUCIN, die de oevers der Rivier Oyapoc bereisd +heeft, spreekt eene zoo algemeen aangenomene zaak eenigermaten +tegen. "Men heeft stoutmoedig beweerd, zegt hy, dat eene vrouw, in +het kraambedde bevallen zynde, aan alle de lasten der huishouding +onderworpen was, en haaren man bediende. Het is niet anders, dan het +tafereel sterk te overschaduwen, om het belangryk te maken. Maar +indien men de waarheid hulde wil doen moet men toestemmen, dat de +vrouwen, die bevallen zyn, negen dagen lang, door de geenen, die +haar vergezellen, met de grootste gematigdheid behandeld worden, en +dat zy eerst na afloop van dien tyd haare bezigheden hervatten. De +mannen, wel is waar, houden hun rust, maar dit is een gevolg van hun +bygeloof. Zy eeten dan niets als visch; zy onthouden, zig van alle +zoorten van vleesch, zig overtuigd houdende, dat hun gedrag op het +lot en het gestel van hunne kinderen invloed hebben zal." + +De mannen houden nooit hun middagmaal te zamen met hunne vrouwen: +de laatstgemelde dienen hun, en geven hun wasch-water, wanneer zy +hunne maaltyd geëindigd hebben. De Indianen zyn gewoon, wanneer zy +zitten, hunne hielen plat op den grond te zetten. Echter hebben zy +een houten stoel, welken zy moulé noemen, en waar van zy by het geven +van bezoeken gebruik maken. Het is een zoort van zitbank, geheel +uit één stuk gemaakt, en zeer ongemakkelyk, waar van het bovenste, +byna de gedaante van een boot hebbende, zoo hol is, dat men 'er tot +aan het midden in zakt, en de kniën byna de kin aanraken. + +De voornaamste arbeid der Indianen, en die hun het ernstigst bezig +houdt, is het bouwen van hunne hutten. Dezelve zyn vierkant, maar meer +lang dan breed; zommige zyn gelyks gronds, andere hebben 'er nog eene +verdieping boven op. De hooge hut is eene zamenvoeging van eenige +palen, die in den grond gestoken zyn, van de hoogte van omtrent agt +of tien voeten, waar over men een planken vloer heen legt, met kleine +lysten, gemaakt van palmboomen hout, het welk zig gemakkelyk laat +klooven. Men klimt in deeze hut door middel van stammen van boomen, die +niet sterk gebogen zyn, en waar op men eenige keepen of voegen gemaakt +heeft, die in plaats van sporten dienen; maar deeze stammen hebben zoo +weinig stevigheid, dat zy dan naar de ééne, dan naar de andere zyde +overhellen. Het is zeer moeielyk om 'er met schoenen op te klimmen, +en nog moeielyker om 'er af te komen. De lage hut is gebouwd van twee +paalen, waar op eene lange stok of spaar rust, die het geheele gebouw +ondersteunt. Men legt van alle kanten op dit dak takken van boomen, +die men vervolgens met bladeren bedekt; en eene kleine deur, aan één +der zyden gemaakt, vormt den ingang. De Indianen, die aan de oevers +van de Oyapoc woonen, munten nogtans uit in de manier, waar op zy +hunne hutten bouwen, welke veel stoutheid en cierlykheid vertoonen, +uit hoofde van de weinige dikte van het daar toe gebruikte hout. + +De Galibis, nabuuren van Cayenne, zyn in hunne huizen byna op elkander +gestapeld. 'Er zyn 'er, waar in men zomtyds tot twintig en dertig +huishoudingen telt. De veiligheid, waar mede deeze Wilden onder +elkander leven, is oorzaak, dat hunne woningen in 't geheel geene +sluiting hebben. De deuren staan altyd open, en men kan 'er in komen, +als men wil. + +Het uitgestrektste van alle Indische gebouwen is de Taboui, welke +de Franschen doorgaans de groote hut noemen. Het is eigentlyk de +plaats, waar de Wilden van dezelfde natie gewoon zyn by elkander te +komen. Zy houden aldaar hunne vergaderingen; zy ontfangen 'er de +vreemdelingen; zy houden 'er hunne plechtige feestynen, of liever +hunne slemp-partyen. De Taboui, die aan het geheele volk gemeen +is, is eene zoort van overdekte hal of markt, vyftig of zestig +voeten lang, en tien of twaalf breed. In het midden en aan de beide +einden, die altyd open zyn, plant men groote gaffels-wyze gemaakte +staken, waar op men groote stukken hout plaatst, om tot een dak te +dienen. Vervolgens regelt men de balken, die van boven van het gebouw +tot naar beneden loopen, alwaar zy op kleine gaffels-wyze gemaakte +staken rusten, van vier of vyf voeten hoogte, en die in eene reije +met tusschen-vakken geplaatst zyn. Van binnen plaatst men eenige lange +dwarshouten, met koorden van heesters vast gemaakt, en dienende om 'er +de hangmatten der mannen aan op te hangen: want de vrouwen genieten +het zelfde voorrecht niet; zy zitten gewoonlyk op die zelfde plaats, +haare hielen op den grond houdende, of op een bank. Het dak van de +Taboui is gedekt, even als van de andere hutten. Hoe groot deeze +verblyfplaats ook zy, het timmerwerk is niet minder eenvoudig, noch +beter uitgedacht, dan dat van alle andere hutten. De plaats, welke +de Indianen verkiezen, is doorgaans eene hoogte, of de oever van +eene Rivier. Hunne huizen, die eene groote armoede te kennen geven, +zyn zonder eenige orde geplaatst; en het nabuurig land-gezicht heeft +zeldzaam iets aanlokkelyks. De stilte zelfs, die in hunne wooningen +heerscht, en die nu en dan alleenlyk door het geschrei van vogelen +of andere dieren wordt afgebroken, is geschikt om angst aan te jagen. + +De bouw-orde van de groote en kleine hut is overal dezelfde niet. By +eenige volken is de eerste getimmerd in eene eironde gedaante van +ronde houten, die vernuftig zyn zaamgevoegd, en met koorden van +heesters aan elkander gebonden. Men overdekt dezelve met een dak van +palmboom-bladeren, het welk rondom afhangt, tot op den afstand van +omtrent drie voeten van den grond, uitgenomen ter plaatse van den +ingang, alwaar het zelve een weinig meer verheven is. De lucht en het +daglicht spelen 'er dus van alle kanten door, zonder eenige hinder +te kunnen toebrengen. Men is 'er volmaakt beveiligd voor de zon, +den wind en den regen. + +Verscheiden andere hutten van byzondere persoonen zyn langwerpige +gebouwen, insgelyks van ronde houten gemaakt, dragende een dak van eene +gevelswyze gedaante, met palmboom-bladeren overdekt. Meestal is, op de +hoogte van zes of zeven voeten boven den grond, eene zoldering, tot +een woonplaats voor de byzondere persoonen geschikt. Deeze zoldering +is gemaakt van stammen van palmboomen, die gespleten en niet breed zyn, +latende openingen tusschen elkander overig, zoodanig dat de vuiligheid +'er door valt, en de lucht, zoo wel van onderen, als van ter zyden +doorspeelt; want het dak zakt niet af tot op de hoogte van deeze +zoldering. In het benedenste gedeelte is eene afzonderlyke plaats, +met een beschot afgeschoten, tot verblyf voor de vrouwen, en om +'er den nacht door te brengen. + +Het huisraad en de keuken-gereedschappen der Indianen zyn niet zeer +talryk, en van weinig waarde. De voornaamste, of nuttigste, zyn hunne +hangmatten, die doorgaans van catoen gemaakt zyn. 'Er zyn 'er, die +van eene andere stoffe gemaakt zyn; maar zy zyn zoo gemakkelyk niet, +zoo wel uit hoofde van de ruwheid der koorden, waar van zy geweven +zyn, als om dat zy openingen hebbende, men voor het steken der groote +muggen en andere insecten niet beveiligd is. Om deeze zoort van bedden +te maken, bedienen zig de Indianen alleenlyk van vier groote stokken, +van vyf of zes voeten lengte, aan elken hoek met een houten pin, of +eenig koord van heesters, vast gemaakt. Zy voegen ook verscheiden +draden catoen, in de lengte en aan beide zyden van dit huisraad, +het welk een weinig tegen de muur is overgebogen, zeer konstig te +zamen; waar na zy tusschen deeze draden eene zoort van weverspoel +laten doorloopen. Zy slaan die draden telkens sterk aan, met een stok +van zeer hard en een weinig snydend hout. Wanneer het weefzel van de +hangmat afgemaakt is, maken zy 'er koorden aan vast, om dezelve te +kunnen ophangen, waar het hun gelieft. De Indianen besmeeren hunne +hangmatten dikwils met Roucou, gemengd met eenige harst, of met balsem +van Copaïva, of zelfs met oly. Zy schilderen daar op allerleye zoorten +van loofwerk, met eene wonderbaarlyke geëvenredigdheid. Die bedden, +waar op men het gemakkelykst slapen kan, zyn de witte hangmatten, +wel aangeslagen, van zeven voeten in het vierkant. De Indianen in +Guiana maken dezelven zeer fraay, en van allerleye grootte. + +Men gevoelt veel minder warmte in een hangmat, dan in een bed, naar +de Europeesche wyze gemaakt; en de zieken, die door de koorts zyn +aangetast, vinden zig merkelyk verligt, wanneer zy 'er eenige uuren +in hebben doorgebragt. In plaats van een deken, bedienen zy zig van +een mat, van palmboom-bladeren gemaakt: men spreidt die ook over den +grond, wanneer men aldaar wil gaan liggen. + +Na de hangmatten, zyn de Pagaras dat huisraad, waar mede de Indianen +zig meest bezig houden. Het zyn manden of korven van verschillende +grootte en gedaante. 'Er zyn vierkante, langwerpige, en ook ronde. Zy +zyn met rood en zwart loof werk beschilderd. Die geenen, waar van men +zig doorgaans bedient, hebben eene langwerpige vierkante gedaante. Zy +zyn overal dubbeld, en tusschen beiden gevuld met Baroulou-bladeren, op +dat het water niet binnenwaarts zoude kunnen doordringen. Deeze zoort +van manden hebben de verdienste, dat ze zeer ligt zyn. Alle dienen +zy, om 'er kleederen, huisselyke gereedschappen, en levensmiddelen +in te bergen. + +De manier, waar op de Indianen hun aardewerk maken, en verglasen, +is niet van konst ontbloot. Zy maken potten van eene ongemeene +grootte, door strooken potaarde op een platten grond naast elkander +te schikkcn, dezelven te verdunnen, en aan elkander vast te maken: +zy trekken daar op eenige afteekeningen en beeldtenissen, met eene +aarde van verschillende kleuren: zy laten die potten vervolgens bakken; +daar na doen zy 'er van buiten eene zoort van zeer lymig vernis over +heen, gemaakt van eene gom, Simiri genaamd: zy besmeeren daar mede +deeze potten, wanneer ze uit het vuur komen, en polysten dezelven, +eer dat ze koud zyn geworden. Men ziet onder deeze potten zommigen, +die drie voeten in den omtrek groot zyn. Deeze dienen, om vleesch +te braden, of gekookte dranken voor feestdagen gereed te maken. Van +dezelfde stof maakt men ook zeer groote ronde platen, geschikt om de +Cassave te droogen. + +De praauwen of booten, waar van zig de Indianen bedienen, om in de +Rivieren en langs de Kusten te vaaren, behooren als het meesterstuk; +van hun vernuft beschouwd te worden. Deeze praauwen, wier ligtheid +verwonderlyk is, zyn van een uitgeholden stam van een boom, en wel +van één stuk, gemaakt. Zomtyds zyn zy aan de kanten met stukken +hout opgehoogd. 'Er zyn 'er, die dertig of veertig voeten lang zyn; +en andere, die puntsgewyze eindigen, zyn zoo klein, dat zy naauwlyks +twee of drie menschen kunnen bevatten: ook kantelen zy dikwils om; +doch de Indianen ontrusten zig daar over niet, dewyl zy het zwemmen +volmaakt verstaan. Zy keeren hunne vaartuigen dadelyk om, hoosen +'er het water uit, en gaan 'er weder in. + +De manier, waar op zy gewoon zyn die praauwen te bouwen, is zeer +eenvoudig. Zy zoeken een boom van negen of twaalf voeten dikte, en zoo +recht, als zy dien maar vinden kunnen: zy maken in denzelven, in de +lengte, eene opening van negen of tien duimen: vervolgens haalen zy +'er het hout van wederzyden van binnen uit, wel zorge dragende, dat +zy dit doen op dezelfde maat van dikte, ten einde de praauwen haare +rondte zouden behouden. Dit gedaan zynde, keeren zy den boom om, ten +einde denzelven van buiten te bewerken. Aan het voorste gedeelte maakt +men denzelven gewoonlyk spitser, en zomtyds zyn de beide uiteinden in +breedte aan elkander volmaakt gelyk. Voornamelyk houdt men in het oog, +om 'er over al eene gelyke dikte aan te geven. De dikte van den bodem +is doorgaans van twee duimen: de zyden van anderhalven duim, en de +randen slechts van één duim. Om de boot open te maken en te verwyden, +plant men langs de timmerwerf, die een weinig verheven moet zyn, +palen op den afstand van drie of vier voeten van elkander. Men legt +van binnen en van buiten vuuren aan; en wanneer de boom door heet is, +heeft men een stuk hout, in de gedaante van een nyptang, waar mede +men de kant van de boot by herhaling naar zig toe trekt, zoo dat +dezelve in drie of vier uuren tyds geheel moet zyn open gemaakt. Men +moet altyd water by zig hebben, om de hette van het vuur te matigen, +in geval het zelve te sterk mogt zyn, en de boot gevaar mogt loopen +van te verbranden. + +De Indianen maken zelden randen aan hunne praauwen, om dat 'er spykers, +planken, en andere dingen toe noodig zyn, welken zy niet kennen, +voor al de geenen, die diep landwaarts in woonen. Zy vergenoegen +zig derhalven, om de kanten van agteren tot vooren met stukken van +palmboomen, die de dikte van eene halve vuist hebben, op te hoogen. Zy +weten dezelve aan de praauw zoodanig vast te maken, dat 'er geen +water kan door komen, zoo de golven 'er niet over heen loopen. Aan +het agterste gedeelte maakt men een roer vast, of anders bestuurt men +dezelve met een roeyriem. Het handvat van deeze zoort van riem, veel +gelykende naar een bakkers schop, eindigt gewoonlyk met een halve maan, +om het des te beter met de hand te kunnen vast houden. Het gedeelte, +het welk in het water bewogen wordt, is zeer dun, en wordt aan het +einde al langer hoe dunner. De Wilden houden zig niet alleen op met +roeijen, maar ook met zeylen. Hun zeyl is van eene vierkante gedaante, +en gemaakt van stukken van palmboomen, die in de lengte gespleten, +en tot latten gesneden zyn, in goede orde naast elkander gerangschikt, +en met koorden van heesters, of draden van zekere plant, Pite genaamd, +vast gehecht. + +Alle de Indianen zyn zeer bekwaam in de scheepvaart. De heer FOUCIN, +Officier onder de Ingenieurs, die langen tyd in Guiana dienst gedaan +heeft, is de Rivier Oyapoc komen afvaaren, onder het geleide van twee +Indianen. "Elk oogenblik, zegt hy, moet men onaangezien den stroom, +aan de praauw eene nieuwe wending geven. Indien men den doortocht +mistte, zoude men tegen de klippen aan stukkea stooten. De eerste +waterval van deeze Rivier is de gevaarlykste: indien men geen volkomen +vertrouwen op de Indianen stelde, zoude men waarlyk beängst worden. Men +ontmoet aldaar, in zeer naauwe vakken, zeer hooge watervallen. Zonder +vergrooting gesproken, de kanten van de praauw raakten byna van +wederzyden tegen de klippen aan. Men vaart altyd werkelyk langs de +klip, die tegen den stroom over ligt. Het oog der beide Indianen, +die met roeijen bezig zyn, moet zoo scherpziende zyn, als hunne arm +sterk is. Zomtyds gaan zy boven op hunne banken staan, om den weg +juist af te meten; de overweging en de uitvoering volgen elkander +zoo gezwind als bliksem-straalen: jonge lieden alleen zyn tot deeze +vaart geschikt. De oudste der roeijers bereikte naauwlyks twintig +jaaren. Van natuure vrolyk zynde, lachen zy onophoudentlyk. Een vogel, +een visch, trok hunne aandacht; dadelyk vlogen zy naar hunne pylen. Het +behaagde my niet, dat zy zig met dit tydverdryf bezig hielden, wanneer +wy ons in de watervallen bevonden; maar wetende, dat zy niet gaarne +worden tegengegaan, zeide ik 'er niets van, en ik heb 'er my wel by +bevonden. Hier uit kan men afnemen, dat hy, die de praauw bestuurt, een +goed gezicht, zoo wel als kragten, hebben moet. Ik ken geen voorbeeld +van zulk eene zonderlinge manier van vaaren; zy is zeer merkwaardig; +men kan ze niet anders, dan met zulk eene roeyriem, te werk stellen." + +De gewoone wapenen der Indianen in Guiana zyn de boog, de pylen, en +de knods, met welke laatste men iemand met éénen slag de herssens +inslaat. Het is een zoort van liniaal, byna een duim dik, en twee +voeten lang, in het midden smal, en drie of vier duimen aan de +beide einden breed, zynde de hoeken als een scherpe vischgraat +uitgesneden. Dit wapentuig wordt altyd van zeer hard hout gemaakt. + +De Palicours bedienen zig van een halve piek of braadspit, welke zy +Serpo noemen. Het is een meer dan gemeen wapentuig, om zoo te zeggen, +alleen geschikt voor de voornaamsten des volks. Tot een wapentuig +van verdediging hebben zy een schild, gemaakt van zeer ligt hout, het +welk zy van buiten met verscheiden kleuren beschilderen. Het heeft eene +byna vierkante gedaante, en is van binnen een weinig hol; in het midden +is een zoort van handvat, om het des te steviger te kunnen vast houden. + +Deeze verschillende volken worden elk door een Opperhoofd bestuurd, +dien wy Capitain noemen. Zyn gezag wordt hem eigentlyk nog by +verkiezing, nog by erfvolging opgedragen. Wanneer een Opperhoofd oud +geworden is, en zyn einde wordt te gemoet gezien, heeft het algemeen +gevoelen reeds bestemd dien geen van zyne naaste vrienden, die het +meest geschikt is, om hem op te volgen, het zy uit hoofde van zyne +jaaren, het zy van zyn caracter, of zyne groote gemeenzaamheid met den +Capitain, die hem reeds bevorens als zynen medehelper, en opvolger +behandelde. Hy vervult zyne plaats, zonder dat dit eenige moeite of +wanorde veroorzaakt. + +Het gezag van dit Opperhoofd is meer vaderlyk, dan gestreng. Hy is +belast met de zorge der regeering, met die van 's volks veiligheid, +en van het onderhoud van weduwen en weezen, enz. Hy geeft geene +belooning, en oeffent ook geene straffe uit. Zyn vermogen bestaat +daar in, dat hy eene grootere uitgestrektheid van eigendommen en +bouwlanden heeft, dewyl hy meerder bedienden heeft; om dezelven +te doen bearbeiden, zynde zyn huisgezin doorgaans zeer talryk, +(want hy inzonderheid heeft verscheidene vrouwen,) terwyl elk één, +tot dit volk behoorende, op zekere tyden, of wanneer hy het vordert, +het geen echter zelden gebeurt, verpligt is voor hem te arbeiden. + +Die naar deezen grooten eere-post staat, verklaart zyn oogmerk, +door in zyne wooning te rug te komen, met een rondas of schild op +het hoofd; met nedergeslagene oogen, en eene diepe stilzwygendheid +in acht nemende. Hy deelt zelfs zyn oogmerk niet mede aan zyne vrouw +en kinderen; maar zig naar een hoek van zyne wooning begeevende laat +hy zig aldaar eene kleine verschanssing maken, die hem naauwlyks de +vryheid overlaat om zig te kunnen bewegen. Daar boven hangt men zyne +hangmat, op dat hy geene gelegenheid hebben zoude om met iemand te +spreken. Hy gaat van die plaats niet, dan om aan de behoeften der +natuur te voldoen, en om de harde beproevingen te ondergaan, welken +de andere Capitains hem van tyd tot tyd opleggen. + +Men laat hem, zes weken lang, een zeer gestreng vasten onderhouden. De +nabuurige Capitains komen hem des morgens en des avonds bezoeken. Zy +stellen hem voor, dat hy, om zig den rang, waar naar hy staat, +waardig te maken, geen gevaar moet vreezen, dat hy niet alleen de +eere der natie zal hebben te handhaven, maar zelfs wraak te nemen +over hun, die hunne nabestaanden en vrienden in den oorlog gevangen +hebben genomen, en dezelven eenen wreeden dood hebben doen ondergaan; +dat arbeid en vermoeying voortaan zyn deel zyn zullen, en dat hy geen +ander middel hebben zal, om hoogachting te verwerven. + +Na deeze aanspraak, welke hy met zedigheid aanhoort, geeft men hem +eene meenigte slagen, om hem daar door te kennen te geven, wat hy al te +lyden zoude hebben, indien hy in de handen van de vyanden zyner natie +viel. Geduurende de uitvoering daar van, staat hy regt over einde, met +de handen kruislings op het hoofd. Elke Capitein geeft hem op het lyf +drie zwaren slagen met wortels van palmboomen. Dit wordt twee malen +daags geduurende zes weken herhaald. Men slaat hem op drie plaatsen +van het lichaam, op de borst, op den buik, en op de dyen. Het bloed +stroomt; en in de zwaarste pyn moet dit aanstaande Opperhoofd geene +de minste beweging maken, noch de geringste blyk van onverduldigheid +betoonen. Hy keert vervolgens naar zyne gevangenis te rug, en heeft +vryheid om in zyne hangmat te gaan liggen; boven dezelve plaats men, +als zegeteekenen, alle de roeden, die ter zyner kastydinge gediend +hebben. De jonge lieden, tot zyne wooning behoorende, maken dezelve, +ook staande dat de kastyding wordt uitgeoeffend; en vermits elke +Capitain niet meer dan drie slagen geeft, heeft men zeer veele roeden +noodig, wanneer het getal van die Capitains groot is. + +Indien hy dit zes weken lang doorstaat, beproeft men hem nog: op +eene andere wyze. Alle de Opperhoofden der natie verzamelen zig by +elkander, deftig uitgedoscht, en verbergen zig, in den omtrek van +zyne woonplaats, tusschen de struiken, van waar zy een afgryzelyk +geschreeuw doen hooren. Met de pyl op den boog gespannen, treden zy +op eene ruwe wyze in zyne woning; zy neemen hem mede, schoon door +zyn vasten, en de ontfangene slagen reeds sterk verzwakt. Zy dragen +hem in zyne hangmat, binden dezelve aan twee boomen vast, en doen +'er hem uitgaan. Even als de eerste keer, bereidt men hem door eene +aanspraak tot het geen hy zal ondergaan; en om zynen moed op nieuw +te beproeven, geeft elk hem een en geesselslag, nog veel harder dan +bevorens. Hy gaat vervolgens weder liggen; en men legt rondom hem +hoopen van zeer stinkende kruiden, die men in brand steekt, zoo dat +hy 'er de hette met smarte van gevoelt, maar echter zoo, dat de vlam +hem niet raken kan. De rook alleen, die hem van alle kanten omringt, +doet hem zeer veel ongemak lyden. Hy wordt half gek in zyne hangmat, +en zoo hy in dezelve blyft, vervalt hy in zulke zwaare flaauwten, dat +men hem voor dood zoude houden. Men geeft hem eenigen sterken drank, om +zyne kragten te herstellen; maar hy koomt zoo dra niet tot zig zelven, +of men verdubbelt het vuur, en doet hem nieuwe vermaningen. Terwyl hy +midden in dit lyden is, brengen alle de anderen hun tyd door met rondom +hem te zitten drinken. Eindelyk, wanneer zy denken, dat hy op den +hoogsten trap van zwakte is, doen zy hem een halsband en een gordel om, +gemaakt van bladeren, welken zy met groote zwarte mieren vullen, wier +steek uittermaten pynlyk is. Deeze beide verciersels hebben schielyk +het vermogen, om hem door nieuwe pynen te doen ontwaken. Hy staat op, +en, indien hy nog kragten genoeg bezit om over einde te staan, giet +men hem door een zeef een geestryk vocht over het hoofd. Dadelyk gaat +hy zig in de naast by zynde Rivier of Fontein wasschen, en keert naar +zyne wooning te rug, alwaar hy een weinig rust kan nemen. Men doet +hem zyn vasten aanhouden, maar met minder gestrengheid. Hy begint +klein gevogelte te eeten, doch geene anderen, dan die door de overige +Capitains gedood zyn. De mishandelingen verminderen, en het voedzel +vermeerdert trapsgewyze, tot dat hy zyne voorige kragten herkregen +heeft. Als dan wordt hy verklaart Capitain te zyn: men geeft hem een +nieuwen boog, en al wat verder tot zyne waardigheid behoort. Intusschen +dient deeze ruwe beproeving alleen om Krygs-Oversten, of Opperhoofden +van minderen rang te maken. Om tot den eersten rang verheven te worden, +moet hy in het bezit zyn van eene praauw, door hem zelven gemaakt, +en die eenen langduurigen en moeijelyken arbeid vordert. + +De manier des Lands, om Artsen, by hen Pieis of Piaies genaamd, te +maken, is niet minder merkwaardig. Die deezen voornaamen eere-post +begeert, brengt eerst omtrent tien jaaren door by eenen ouden Arts of +Piaie, wien hy verpligt is ten dienste te staan, deszelfs onderwyzingen +ontfangende. Deeze oude Arts geeft acht, of hy de noodige verëischten +heeft: hy moet boven de twintig jaaren oud zyn. + +Wanneer de tyd der beproevinge gekomen is, doet men den aanstaanden +Arts vasten, met meerder gestrengheid zelfs, dan omtrent den Capitain +plaats had. De oude Piaies af Artsen verzamelen zig by elkander, en +sluiten zig met hem in eene hut op, om hem het voornaamste geheim +van hunne konst, in bezweeringen bestaande, te leeren, In plaats +van hem te geesselen, laat men hem danssen, doch met zoo weinig +tusschenpoozing, dat, gemerkt den staat van zwakte, waar in hy zig +reeds bevindt, hy spoedig in bezwyming nedervalt. Dan doet men hem ook +gordels en halsbanden aan, vol met groote zwarte mieren. Om hem met de +geweldigste middelen gemeenzaam te maken, steekt men hem vervolgens +eene zoort van tregter in den mond, waar door men hem eene groote +meenigte van tabak-sap doet doorzwelgen. Zulk een vreemd geneesmiddel +veröorzaakt hem ontlastingen, die zelfs tot bloedstortingen overslaan, +en verscheiden dagen duuren. Wanneer deeze laatste beproeving is +afgeloopen, verklaart men hem tot Piaie of Arts, en dat hy met het +vermogen, om alle zoorten van ziekten te geneezen bekleed is. Om +echter die beproeving nog te doen aanhouden, moet hy drie jaaren lang +vasten, daar in bestaande, dat hy het eerste jaar niets anders eet, +dan gierst en cassave; het tweede jaar eenige vrugten, met deeze zelfde +zoort van brood; en het derde jaar, dat hy zig vergenoegt, met daar +by nog eenig klein gevogelte te voegen. Maar de meeste gestrengheid +bestaat in het onthouden van sterke dranken. Geene Piaies, of Artsen, +hebben het recht om hunne konst te oeffenen, dan na deezen loopbaan van +beproevingen te hebben afgeloopen. Wanneer één van hun by een zieken +geroepen wordt, onderzoekt hy denzelven, betast hem alle de deelen van +het lichaam, drukt dezelven, blaast 'er op, en eindelyk maakt hy een +klein afgeschoten vertrekje in de nabyheid van de hangmat, waar in de +zieke ligt. Hy overdekt dit vertrekje met bladeren, en begeeft zig in +het zelve met alle zyne geneeskundige werktuigen, die in eene zoort +van weitas besloten zyn, en houdende eene groote calebas in de hand, +gevuld met drooge en harde zaden, veel naar peper gelykende. Dezelve +dient om den Duivel te bezweeren, dien men altyd als de oorzaak der +ziekten beschouwt. De Piaie, of Arts, in zyn vertrekje opgesloten, +schudt deeze calebas om, maakt een groot geraas, zingt, schreeuwt, +en roept zyne Godheden aan. Hier mede houdt hy aan twee of drie uuren +lang. Eindelyk, zyne stem veranderende, eenige zaadkorrels in zyn +mond steekende, en met eene kleine calebas voor den mond sprekende, +hoort men deeze ontzettende woorden: "De Duivel is tegen den zieken +uittermaten vergramd; hy wil hem doen omkomen, na hem een geruimen tyd +gemarteld te hebben." De omstanders, over deeze uitspraak ter neder +geslagen, maken een akelig geschreeuw, en smeeken den Piais om den +boozen geest te vrede te stellen, al moest ook alles, het geen het +huisgezin bezit, daar aan worden te kost gelegd. Hy geeft gehoor aan +deeze verzoeken, en bezweert den Duivel, om zig te laten bewegen. De +donderende stem antwoordt, dat deeze of geene zaak daar toe noodig +is, en aanstonds wordt dezelve gegeven. Vervolgens is het dienstig te +weten, welke de zitplaats van de kwaal is, en welk geneesmiddel men +tegen dezelve behoort te bezigen. Daar op volgen nieuwe bezweeringen, +nieuwe verzoeken en nieuwe geschenken. Wanneer men aan den kwakzalver +alles gegeven heeft, waar in hy lust had, zuigt hy aan het deel, in +'t welk de zieke het meeste ongemak gevoelt, en kleine stukjens been, +welken hy vooraf in zyn mond gestoken heeft, uitspuwende, zegt hy: +zie daar de oorzaak van de kwaal; haast u dezelve te verbranden, +en zyt verzekerd, dat de zieke in 't kort hersteld zal zyn. + +Deeze voorzegging wordt nu en dan bewaarheid; want 'er worden +dikwils wonderbaarlyke geneezingen gedaan, door de verbeelding +op eene levendige wyze gaande te maken. Indien het tegendeel +gebeurt, en de zieke koomt te sterven, verklaart de bedrieger, dat +de geschenken aan den Duivel niet met een goed hart gegeven zyn, +het geen deszelfs gramschap op nieuw heeft aangezet. Een van deeze +Piaies, of Artsen, meer minziek, dan inhaalend zynde, liet de geenen, +die hem raadpleegden, van gebrek vergaan, en deedt vervolgens aan +hunne weduwen den voorslag tot een huwelyk. Hy wierd de man van drie +vrouwen, welken hy op deeze wyze verkreeg. + +Hoe helachelyk ook de voorschriften deezer Artsen zyn mogen, zy worden +altyd naar de letter uitgevoerd. Van hun eerste bezoek af, schryven +zy een gestreng vasten aan den zieken, en aan alle zyne nabestaanden +voor. De Othomacos besproeijen de zieken aanhoudend met koud water; +eene manier, die hen spoedig van kant helpt. De Quaybas en Chiricos +dompelen dezelven, tot aan den hals, in geweekte kley, of water, om +hun van de koorts te geneezen; en schoon men hen doorgaans dood vindt, +wanneer men 'er hen wil uithalen, blyven zy niettemin by dit gebruik, +hoe ongerymd en gevaarlyk het ook zyn moge. + +De Indianen zyn de meesten hunner ziekten verschuldigd aan de gewoonte, +om zig al te dikwils met sterke dranken, welken zy weeten te bereiden, +dronken te drinken. Zy zouden zig zelven kunnen behandelen, indien zy +minder vooroordeelen hadden. Een zeer groot aantal van hun leeft tot by +de honderd jaaren. De kennis, welke zy van verscheiden enkelvoudige +geneesmiddelen hebben, stelt hen in staat, om wonderbaarlyke +geneezingen te bewerken. BIET beweert, dat zy een zekeren wortel +hebben, die de vergiftigdste wonden geneest, en de kragt bezit, +om gebroken pylen uit te trekken. Hy verzekert deezen wortel gehad, +en op het Eiland Barbados geplant te hebben. Maar waar koomt het doch +by toe, dat andere reizigers hier van niet spreken? + +In weerwil van het zoo even verhaalde, ten aanzien van de Artsen der +Indianen, beschuldigt men deeze volken, over 't algemeen, van eene +groote verwaarloozing van alle zieken. Het is hun zeer onverschillig, +of de zieke eenig voedzel gebruikt, of niet. Wanneer het uur van hunne +maaltyd gekomen is, vergenoegen zy zig, met, zonder een enkel woord +te spreken, een gedeelte eeten, het welk men hun heeft toegediend, +onder zyne hangmat te plaatsen. Met dit al hoort men den zieken +nimmer klagen, noch het minste geschreeuw maken, welke pyn hy ook +lydt. Hy sterft met eene verbaazende gerustheid, niets vreezende, +noch hopende na dit leven. Die geenen van deeze volken, welke de +onsterflykheid der ziel gelooven, verbeelden zig, dat dezelve rondom +hunne graven omdwaalt. + + + +ZESDE HOOFTSTUK. + +Behandelingen, welken de Indianen in Fransch Guiana ondergaan +hebben.--Middelen om hun voor de Völkplanting nuttig te maken. + +In het begin, toen de Franschen zig in Guiana nederzetteden, stelde +men de Indianen in eenen staat van slavernye, en maakte hen tot een +voorwerp van koophandel. De Regeering dit hatelyk misbruik verboden +hebbende, zoo dra zy daar van kennis kreeg, deedt men het zelfde ten +aanzien van de Indianen, die uit de Binnen-Landen kwamen, en aan andere +Europeesche volken toebehoorden. Wanneer eindelyk dit laatste middel +door gestrenge verbonden ontnomen wierd, veröorloofden zig de blanken, +van het vertrouwelyk character der Indianen, en hunne geneigdheid +tot sterke dranken, misbruik makende, om dezelven, gedeeltelyk met +hunne toestemming, gedeeltelyk met geweld, tot arbeid en diensten te +gebruiken, waar voor zy hun zeer slegt betaalden. + +Wanneer middelen van overreding daar toe niet meer hielpen, stelde +men beveelen van de Regeering of Bevelhebbers in de plaats. Door een +gebruik, het welk eenigermaten tot een wet geworden was, bestond het +loon, het welk deeze arme Indianen voor een maand arbeids genoten, +in anderhalf el van eene grove roode stof, die men hun voor zes +livres aanrekende. + +De Gouverneurs noodzaakten de sterkste manspersoonen van dit +merkwaardig volk tot lange en moeijelyke diensten, tot jagen en +visschen, ten behoeven van de Opperhoofden der Volkplanting. + +Hier van was het gevolg, dat deeze ongelukkigen, die, om van hun +onderhoud zeker te zyn, geduurende het goede jaargetyde hadden +behooren te arbeiden, naar hunne woonplaatsen te rug keerden op een +tyd, dat zy zig tot deezen zoo hoognoodigen arbeid niet meer begeven +konden. By hunne aankomst vonden zy dikwils hun huisgezin ten prooy +van hongersnood, of ten minsten half vervallen. Wanhoop, ellende, +slecht voedzel, het welk men zomtyds aan de beesten niet gegeeven +zoude hebben, deeden hen eindelyk sneeven. + +Zulk eene verkeerde handelwyze had tot haaren grondslag het vooröordeel +van de meeste blanken, die verönderstelden, dat deeze Indianen een +slag van menschen waren, verre beneden hun, en geschikt, om aan hun +onderworpen te zyn. Dit ongerymd denkbeeld was strydig met de beveelen, +welken de Regeering ten deezen opzigte altyd gegeven heeft. Dezelve +had de Indianen voor vrye menschen verklaard, die met de blanken gelyk +stonden; en nimmer hebben de voornaamste en gegoedste inwooners eenig +vooröordeel gehad, tegen de huwelyks verbintenissen met Indiaansche +vrouwen, noch tegen de kinderen, die daar uit geboren werden, en van +de Europeesche in 't minst niet onderscheiden zyn. + +Zy, die binnen 's Lands, uit hoofde van hunne posten, deeze +buitensporigheden behoorden tegen te gaan, waren 'er dikwils zelve +schuldig aan, of ten minsten zy gedoogden dezelven. Zulk een gedrag +heeft ongevoelig den ondergang of de verhuizing van een groot getal +Indianen veroorzaakt. Alle de landstreeken in de nabuurschap onzer +bezittingen gelegen, zyn 'er thans door ontvolkt + +De Burger LESCAILLIER, van wien wy deeze byzonderheden ontleenen, +stelt zig zelven de vraag voor, of men het ongeluk van deeze volken +niet berokkenen zoude, door hen in de zelfde maatschappye met ons +te doen leven, en onze zeden en gebruiken te volgen? Hy antwoordt +neen, mits men hun op eene rechtvaardige wyze behandelde. Door hen +te beschaven, en in gemeenschap met de blanken te brengen, zeg hy, +zal men den haat en de jaloersheid uitdooven, die de verschillende +Indiaansche volken verdeelen; men zal hen allen, ten langen lesten, +tot een eenig volk zamen smelten. Men zal de vooroordeelen, die hun +verblinden, doen verdwynen. Zy zullen het zeker vooruitzicht hebben +op een bestaan, het welk, in hunnen tegenwoordigen staat, maar al ta +dikwils wisselvallig is. + +By de voortbrengzels, die het Land van zelf oplevert, zullen zy +die geenen voegen, welken de arbeid hun in meerder overvloed en +volkomenheid bezorgt. Tegen verruiling van hunne waaren, zullen zy zig +gereedschappen, gewerkte stoffen, koopwaaren aanschaffen, waar van zy +nu, of in 't geheel niet, of slechts gebrekkig voorzien zyn. Men zal +voor al zorge dragen, om hun vee van allerleije zoort te beschikken, +waar voor zy het noodig voedzel verkrygen zullen, door, na het omhakken +der bosschen, weilanden aan te leggen, Door onder dit volk werkzaame +blanken te vermengen, zal men hun den landbouw, de handwerken en de +noodzakelykste konsten der Europeanen leeren. Eenige weinige jaaren +zullen voldoende zyn, om deeze kwalyk bestuurde, en zoo lang verachte, +landstreek van gedaante te doen veranderen, + +De straks genoemde Bestuurder had eenigen van deeze middelen beproefd, +en daar van reeds blykbaare uitwerkingen bespeurd. + +De Indianen, die onder de zendelingen van Macary waren ingelyfd, hadden +levensmiddelen, catoen, tabak, voortgeteeld. Zy hadden gezouten visch, +maniok meel, (couac,) tabak in carotten, op de Brazilsche manier, in +de hoofdplaats aangebragt: wel is waar, in eene kleine hoeveelheid, +maar genoegzaam, om daar van voor het vervolg goede gedachten te +vormen. De meesten droegen kleederen en schoenen naar de manier +der blanken, wier taal zy ook spraken. De vyf Hoofd-Capitains, of +Opperhoofden van dit Gewest, beesten gevraagd hebbende, om aan te +kweeken, deedt men 'er hun eenigen toekomen. + +Die van Conani bereikten byna denzelfden trap van beschaafdheid. + +De Indianen van de Rivier Aprouago, ten getale van twaalf honderd, +hebben dezelfde vorderingen gemaakt. Zy hebben gebruik gemaakt van +de volkomene vryheid, die hun, met opheffing van alle diensten, was +te rug gegeven, en zy hadden reeds regelmatig aangelegde Catoen- en +Koffy-Plantagiën tot hun eigen onderhoud. Eene aanmerkelyke verhuizing +van Indianen uit de Binnen-Landen, door het zagter Regeerings-bestuur, +het welk ten aanzien deezer volken meer en meer werd in acht genoomen, +uitgelokt, vermeerderde het getal der inwooners in den omtrek der +Rivier Aprouage. + +De Indianen, by de Rivier Kaw woonende, ten getale van meer dan +vyftig, hadden insgelyks zeer fraaije beplantingen. Zy hadden ook +het voornemen, om beesten te weiden. + +Van de Rivier Kaw, tot aan de Rivier Kourou, vindt men geen enkelen +Indiaan. By de laatstgemelde waren twee bevolkingen, uit omtrent +zestig persoonen bestaande, zynde het ongelukkig overschot van een +zeer groot aantal, die voor de rampzalige volkplanting, in 't jaar +1763 ondernomen, in dit gedeelte gevonden werden. + +Een Planter, genaamd TERRASON, en woonende te Carouabos, omtrent twee +en een halve myl onder den wind van Kourou, heeft in zyne nabyheid +een klein Indiaansch volk by elkander verzameld, en eenigermaten tot +zyn eigen aangenomen. Hy heeft hen tot den landbouw aangemoedigd. Hun +eenig denkbeeld van onze genietingen gevende, heeft hy hun geleerd +zig dezelven door hunnen arbeid aan te schaffen. Hy heeft hen vooral +onderwezen in de konst van beesten te weiden, eene konst, waar van +hy hun alle de voordelen geleerd heeft. + +De Indianen van de landstreek van Siniamary zyn, even als de anderen, +van alle slaafsche diensten omtrent de blanken vry gesteld. Zy +hebben beplantingen aangelegd, waar toe men hun eenige gereedschappen +geschonken heeft. + +Anderen van dezelfde nabuurschap hebben om beesten verzogt, Zy +waren daar toe, zoo door de Regeering zelve, als door het voorbeeld +der Indianen van Iracoubou, die tien koeyen en een stier ontvangen +hadden, uitgenoodigd. Men bezorgde hun, twee maanden lang, iemand, +die hun in het oppassen van hun vee onderrigtte. Dezelfde persoon +moest zig van tyd tot tyd vervoegen by de andere Indianen, die zig +op de veefokkerye toeleiden. + +Men oordeelde het nuttig te zyn, om in het gedeelte, dat onder den wind +gelegen is, te Mana en te Marony, twee bevolkingen aan te leggen, en +daar door eene verzameling van Indianen van geregelde levens-manieren +te maken. Behalven de oogmerken van burgerlyke beschaving en +bebouwing der landen, stelde men een geschikt Opperhoofd aan, om deeze +Indiaansche volken te bestuuren, daar mede bedoelende, om met hun in +door hun bewerkte goederen handel te dryven, en hunne geduurige reizen +naar Surinamen voor te komen, van waar zy de benoodigde koopwaren by +verkiezing gingen halen, niet alleen om dat zy 'er digter by woonen, +maar vooral, om dat zy dezelven aldaar van betere zoort vinden. + +Door deeze middelen, en eene aanhoudende oplettendheid, kan men den +algemeenen welvaart van eene Volkplanting bevorderen, die al den +aandacht der Regeering verdient. De volkrykheid der aldaar woonende +Indianen zal van zelve vermeerderen. Hun voorbeeld zal uit de +Binnen-Landen, zelfs uit die streeken, welke buiten onze grenspalen +gelegen zyn, verscheiden van hunne nabestaanden en bondgenooten +lokken; iets, waar mede zy zig reeds beginnen bezig te houden. Een der +Capitains had het ontwerp gevormd, om naar Hollandsch Guiana te gaan, +en zelfs tot aan de Rivier Orenoco, van waar hy dagt verscheiden +Indianen, zyne nabestaanden of vrienden zynde, mede te brengen, +door hun berigt te geven van de manier, op welke zy by de Franschen +werden aangemoedigd. + +Het oogmerk van den meergemelden Bestuurder was bovendien, om +dit volk door huwelyken met de blanken tot eene gemengde zoort te +maken, en die huwelyken te bevorderen, zoo dikwils hy onder hun een +vlytig en braaf man, die in eene Indiane zin had, gevonden zoude +hebben. Insgelyks zoude hy Indianen hebben laten trouwen met blanke +vrouwen, die van goede zeden en arbeidzaam waren. Men zoude aan de +mannen landeryen, en aan de vrouwen gereedschappen, werktuigen tot +den landbouw behoorende, beesten, en dingen van de eerste behoefte, +tot eene huwelyks-gift gegeven hebben. "Geduurende het kort verblyf, +door my in deeze Volkplanting gehouden, zegt de Burger LESCAILLIER, +heb ik slechts twee van deeze huwelyks verbintenissen kunnen beproeven, +die my zyn toegeschenen volmaakt gelukt te zyn." [16] + +Op die wyze zoude men uitgestrekte Landen, die, tot hier toe, byna +geheel aan de Natuur waren overgelaten, in gelukkige, volkryke +en wel bebouwde Landstreeken, hervormd zien. Het Fransche volk, +wiens bezittingen in Guiana niet meer dan groote woestenyen zyn, +zoude in de daad eigenaar worden van een Land, byna zoo uitgestrekt, +als Frankryk zelve. Het zoude eene talryke bevolking tot zig trekken, +bestaande uit eene zoort van inboorlingen, hoedanigen men in geene +van onze andere Volkplantingen ontmoet. + + + +ZEVENDE HOOFTSTUK. + +Hooge en lage Landen.--Timmer-hout.--Voortbrengzels van Fransch +Guiana.--Levens-middelen, tot de tafel dienende. + +Wanneer men de reize van den Capitain STEDMAN gelezen heeft, is +het minder noodig, om nopens de voortbrengzels van Fransch Guiana +breedvoerig te handelen. + +In Guiana onderscheidt men, in 't algemeen, hooge en lage +Landen. Laaten wy met de beschryving der laastgemelden beginnen. + +De kusten van Guiana worden byna overal door laage en verdronkene +landen omzoomd. Dezelve bestaan uit groote vlakten, door het +afloopen van het zee-water gevormd wordende, waar van veelen kortlings +opgekomen, anderen zedert eeuwen herwaards aanwezig zyn. Deeze zoorten +van vlakten worden by elk gety tot de hoogte van één voet, agttien +duimen, of twee voeten, iets meerder of minder, overstroomd, en loopen +weder droog. Zy zyn overäl bewassen met Paletuvier-boomen, of eenige +andere groote planten, die op een slyk-grond, waar in men ten minsten +tot aan de kniën inzakt, ondoordringbaare bosschen uitmaken. Van +dien aart is het Land aan alle de zeekusten, tot de diepte van drie +of vier mylen, gelyk ook langs de oevers der voornaamste Rivieren. + +Men ziet dikwils deeze slykbanken, door de zee aan de kust van Guiana +aangespoeld, gezwinden voortgang maken, en de roode Paletuvier-boomen +aldaar welig opgroeijen. Op gelyke wyze vormen zig ook Eilanden in de +monden der Rivieren, en zelfs hooger, op die plaatsen, waar ebbe en +vloed plaats heeft. By beurten, zonder dat men 'er eenig juist tydperk +van bepalen kan, brengt de zee, in plaats van slyk aan te spoelen, +zand en schelpen op de kust. Als dan vormen zig zandbanken, of eene +zoort van lange niet zeer hooge duinen, en de roode Paletuvier-boomen, +die niet dan in zout water groeien, zig van het zelve beroofd vindende, +sterven van tyd tot tyd. + +Deeze lage en verdronkene Landen zyn de vrugtbaarste in de geheele +Volkplanting; maar 'er valt echter tusschen dezelven eene keuze te +doen. Zy zyn alle, ja zelfs de meeste, niet van de beste zoort. Men +kent de vrugtbaarsten daar aan, dat onder eene zwarte, of hoog bruine +aarde, uit verrotte planten voortgekomen, en naar mest gelykende, +ter diepte van zestien of agtien duimen, een slykgrond gevonden +wordt, van eene graauwe of bleek blaauwachtige kleur, overal van +gelykzoortigen aart, en die zig zeer gemakkelyk laat omspitten. Men kan +'er insgelyks met de hand, en zonder veel moeite, een stok in steeken, +al was hy zelfs twintig of dertig voeten lang. Wanneer by dit teeken +koomt de nabyheid van de zee, welker lucht de Plantagiën vrolyker, +en het verblyf op dezelven gezonder maakt, of ten minsten, indien men +niet verder dan ten hoogsten twee mylen binnenwaarts van den mond van +eene Rivier af is, kan men, mits behoorlyk arbeidende, zig van eenen +goeden uitslag verzekerd houden. Men moet echter ook oplettend zyn, +om zulke plaatsen te verkiezen, welken de zon gewoon is te beschynen, +tot op eene zekere hoogte, het geen duidelyk is af te nemen uit de +grootte van de boomen, en de dikte van die bovenkorst van aarde, +welke uit verrotte overblyfzels van planten bestaat. Die lage landen, +welke kortlings door de zee gevormd zyn, zyn al te zacht: men kent +dezelven aan de jongheid der Paletuvier-boomen. + +De aarde, die deeze lage landen tot op eene dikte van twintig duimen, +overdekt, zakt meer dan de helft in, vermits zy door de lucht en zon +verdroogt. Deeze aarde is ongetwyffeld nuttig, maar het slyk, dat +'er onder zit, is tot de voortplanting het meest geschikt. + +De lage landen, welken men tot het aanleggen van groote beplantingen +boven alle anderen behoort te verkiezen, verëisschen in het begin +meerdere onkosten, dan de hooge landen, om dat men dezelven boven water +moet brengen. Wanneer het regen-saisoen geëindigd is, namelyk in de +maand July, moet men zig met het droogmaken derzelven bezig houden. Het +jaar-getyde, het welk tot deezen arbeid gunstig is, eindigt met de +maand December. Men kan deeze onderneming niet goed volvoeren, of men +moet 'er ten minsten honderd duizend livres aan kunnen besteden. 'Er +zit meer voordeel op het doen van eene groote onderneming, dan van eene +middelmatige. De kosten van Negers, het eerste oprigten van wooningen, +en werkplaatsen, het getal der persoonen, die tot huisselyke en andere +diensten noodig zyn, zyn voor eene kleine Plantagie dezelfde, als voor +eene groote, Het is ook noodig, dat hy, die dusdanige onderneming doet, +het verëischte character, standvastigheid en kundigheden bezitte, +die hem in staat stellen, om zyne onderneming zelf te bestieren: +anders moet hy een Opzigter zoeken, die kunde, yver en werkzaamheid +zamenpaart; zeldzaame hoedanigheden, welken men niet te ruim betalen +kan, wanneer zy zig in denzelfden persoon vereenigen. Zie daar dan +wederom een nieuw punt van bekostiging. + +De hooge of bergachtige landen zyn ten aanzien van de zoort van aarde +zeer verschillende. De één, die zandig is, en op eene groote vlakte +niets dan lage planten voortbrengt, wordt Savane, of zand-woestyn +genoemd. Op zommigen derzelven echter wassen groote boomen, waar onder +men 'er vindt van die zoort van hout, het welk men onvergankelyk +noemt, en ander hout van de meest gewaardeerde kleuren. Eenige +deezer landen bestaan uit een mengzel van zand, en blaauwachtige +kley, waar in weinig zelfstandigheid gevonden wordt. In zeer veelen +is een mengzel van zwart zand en yzerachtige deelen. Men vindt 'er +zonder steenen, anderen wederom vol steenen, en eindelyk eene derde +zoort, geheel met rotsen bedekt. Deeze steenen en rotsen bevatten +yzer, of granit-steenen. De landen, die, of over 't geheel, of in +afzonderlyke gedeelten, zulke steenen opleveren, bestaan uit eene +aarde, dan eens zwartachtig, dan eens graauw, geel of roodachtig, +met eene verscheidenheid van mengelingen en schakeeringen. + +Schoon voornaame Schryvers [17] van Guiana sprekende, over 't algemeen, +zig verklaaren tegen het bebouwen der hooge landen, als zynde koud +en onvruchtbaar, verdienen zy egter alle dit oordeel niet. Men vindt +aldaar eenige Plantagiën, die naar den wensch van hunne eigenaars +zyn uitgevallen. Op de hooge landen bezit de Staat eene groote en +schoone Plantagie van Nagelboomen, die volmaakt wel gelukt is. Met +dit al is het eene waarheid, dat deeze hooge landen grootendeels +weinig geschikt zyn tot het aanleggen van groote beplantingen, die +eenen ryken en vetten grond vorderen, en dat de meeste lage landen +den voorrang verdienen. + +De eerstgemelde hebben niettemin ook eenige voordeelen. Men kan +dezelven gemakkelyker tot stand brengen; zy brengen veel eer vrugten +voort, en verëisschen veel minder kosten. Men vindt 'er de beste +zoort van hout. Aldaar zyn ook aangenaame liggingen, af hellingen, +die tot zekere zoort van handwerken byzonder geschikt zyn, stroomend +water, en steenen tot het maken van gebouwen. Deeze zelfde landen zyn +meer geschikt tot her planten van Manioc, die het voornaamste voedzel +uitmaakt voor de arbeiders, landbouwers en inboorlingen. Daarënboven +zyn zy nooit wel bearbeid geworden. Nimmer heeft men 'er geweten, +wat het was den grond om te ploegen, zoo als men dit in Frankryk, +en in de meer gevorderde Volkplantingen doet. + +Men kan op die gedeelten der hooge landen, die in de Savanen +liggen, fokkeryen van groot vee met hoop van eenen goeden uitslag +aanleggen. Met de behoorlyke voorzorge zoude de fokkerye van paarden +'er zelfs gelukken. Fransch Guiana bevat bovendien in verscheidene +landstreeken geheele bergen, waar in yzer-mynen van een uitmuntend +alloy, en tot allerleye werk, zelfs tot het maken van geschut, +geschikt, gevonden worden. De mynstoffen zyn hier ryk en in +overvloed. Het levert van vyf-en-veertig tot tachtig ten honderd +op. De plaatsen, waar dezelve voor handen zyn, zyn met hout bedekt, +het geen de bewerking der mynen zeer gemakkelyk maakt. + +Eene der voornaamste rykdommen van Guiana bestaat in een groot aantal +van onderscheidene zoorten van timmerhout. Men kan die in drie zoorten +verdeelen. De eene, bekend onder den naam van zacht of wit hout, moet +geheel en al worden weggeworpen, als veel te ligt, en van te korten +duur zynde. Tot deeze zoort behooren de Mapa, de Pekeïa, en het Bananen +hout. De andere zoorten van eenen geheel tegenstrydigen aart, als de +voorgaande, zyn hard, in één gedrongen, en zwaar, grootendeels van +eene bruine of donkere kleur, maar zomtyds rood, of helder geel. Deeze +wederstaan den bytel en de zaag. Het erf van dit hout is glad en +fyn, en het is voor de fraaiste polysting vatbaar. Dit hout heeft +billyk den naam van onvergankelyk hout verdiend; eene uitdrukking, +waar door men niet letterlyk verstaan moet, dat het nooit vergaat, +maar dat het veel beter stand houdt, dan het beste van ons hout, +misschien by voorb. in de evenredigheid van tien tot vyftig jaaren. + +Onder de derde zoort vindt men 'er verscheiden, die de schoonste +stukken, in lengte en breedte, opleveren, om tot het bouwen van schepen +te dienen. Hier toe behooren het courbari-hout, het bagasse-hout, +het acoma-hout, het balata-hout, het couratari-hout, het agouti-hout, +het macaco-hout, het groen ebben-hout, het pok-hout, het yzer-hout, +het hout, genaamd coeur-dehors, het letter-hout, het satyn-hout, het +tendre à cailliou, het hout van St. Martin, het mannetjes roozen-hout, +en verscheide andere zoorten. Het gewigt van een vierkante voet van +deeze zoorten van hout verschilt van tachtig tot drie en negentig +ponden, en daar het gevolgelyk zwaarder is, dan eene gelyke hoeveelheid +water, zoo dryft het zelve niet. + +Echter is 'er nog eene zoort tusschen de eerste, die tot niets dient, +en de andere, die ongemeen hard is. Deeze zoort van hout is vast, en +minder moeielyk om te bewerken. Hier toe behooren het acajou-hout, +het violetten- of amaranthus-hout, het zwart ceder-hout, het geel +cederhout, het wyfjes roozen-hout, enz. enz. Dit hout weegt van +veertig tot zeventig ponden de vierkante voet, en dryft by gevolg op +het water. Het is tot onderscheidene gebruiken in den zee-scheepsbouw +geschikt. + +Onder deeze onderscheidene zoorten van hout zyn 'er, die eene +bittere of speceryachtige hoedanigheid hebben, die de insecten en +zee-wormen, voor de schepen zoo verderffelyk zynde, verdryven. 'Er zyn +wederom anderen, die in het water versteenen, en in het zelve nimmer +vergaan. Men ziet 'er in de bosschen van Guiana, die door ouderdom, +of eenigen stormwind omgevallen, een reeks van jaaren lang, de guurheid +van het weder, en eene byna aanhoudende vochtigheid hebben doorgestaan, +zonder dat zy daar door verder, dan in het spint, bedorven waren. + +Men heeft ligtvaardigryk en zonder onderscheid te maken, tegen alle +deeze zoorten van hout tegenwerpingen gemaakt, die dezelven hebben +doen verwerpen. + +De eerste is derzelver groote zwaarte. Maar deeze zwarigheid +beantwoordt zig ligtelyk in deezer voegen, dat de scheeps-timmerman, +na zyne berekening gemaakt te hebben, van het zwaarste hout die +gedeelten maakt, welke onder water zyn, en de hoogere gedeelten van +ligter hout, het welk dit land insgelyks oplevert. Hy zal daar door +het middenpunt van zwaarte van zyn schip des te meer naar de laagte +drukken, en het zal daar door veel minder ballast noodig hebben, +en een grooter ruim uitleveren. + +De tweede zwarigheid tegen dit hout is deszelfs al te groote +hardheid. Schoon dit deszelfs deugd bewyst, heeft nogtans deeze +tegenwerping eenigen grond. De werkzaamheden van den scheeps-timmerman +zouden daar door zekerlyk vermeerderd worden, maar daarentegen zoude +het werk van eene groote duurzaamheid en van eene onvergelykelyke +stevigheid zyn. + +De derde tegenwerping wordt ontleend van de moeielykheid in het hakken +van dit hout, en de kosten der vervoering. Men beweert, dat dit hout +veel te duur zoude komen te staan. Dit zoude ook in de daad zoo zyn, +indien men het ging haalen uit die landstreeken, die verre van de +Rivieren en Zee-kusten zyn afgelegen; maar men treft het in groote +meenigte aan in de nabyheid van de Rivier Oyapoc, werwaarts de toegang +zeer gemakkelyk is. + +De bosschen en binnen-landen van Guiana brengen, behalven verscheidene +zoorten van timmerhout, ook voort Banilje, Salsaparilla, elastieke +gom, Gom Copal, en veele anderen. Men vindt aldaar verschillende +zoorten van natuurlyke speceryen, als kreeften-hout, en de Puchiri, +een zoort van muscaat, de balsem Copaïva, de balsem Peru, de kassia, +de simaruba, de ipecacuanha, de pareira-brava, eene wasch van planten, +zwarte wach, anders bekend onder den naam van wasch van Guadeloupe, +uitmuntende honig, een zeker goed, mieren-nest genaamd, en bestaande +uit een zagt dons, van eene geelachtige kleur, het welk men vindt op +uitloopende bladeren van den Latanus-boom, en dat eene hoedanigheid +bezit verre boven de beste bekende zwam, om het bloed te stelpen; +eindelyk ook hout, om verswaaren van te maken, en een aantal andere +voortbrengzels, die nog geenen naam hebben. + +Geheele bosschen van Cacao-boomen groeijen ook natuurlyk in het +binnenste gedeelte des Lands, maar op verre afstanden. Het bevat +ook mynen van dat fraaije rots-kristal, het welk men, onder den naam +van steenen van Cayenne ook wel aan het strand, en aan de oevers van +zommige Rivieren ontmoet. + +De eerste voortbrengzels van dit Land waren de Roucou, het Catoen +en de Suiker. De korrel van de laatstgemelde is veel grooter, en +beter gekristalliseerd, dan op de Eilanden. Het catoen is ook van +eene ongemeene fraaiheid, en is altyd in den koophandel veertig +of vyftig guldens op de honderd ponden meer waardig, dan dat van +de Eilanden. Men weet, dat men te Cayenne de Roucou beter, en in +grootere meenigte maakt, dan in alle andere Volkplantingen. Cayenne +was de eerste onder alle Fransche Volkplantingen, alwaar koffy geteeld +werdt. Het is bekend, dat na de Moka-Koffy die van Cayenne de beste +is. Men is altyd in het begrip geweest, dat het eenige overloopers +waren, die, in 't jaar 1721, dezelve van Surinamen, werwaarts zy +gevlucht waren, medebragten, en daar door Vergiffenis van straf +erlangden; zeker Geschiedschryver heeft in 't kort opgegeven, dat dit +eene weldaad was van LA MOTTE AIGRON, die, in 't jaar 1722, middel +wist, om versche koffy-boonen uit deeze Hollandsche Bezitting mede +te brengen, in weerwil van het verbod, om dezelve, nog in de schil +zittende, te mogen uitvoeren. Tien of twaalf jaaren later, plantte +men Cacao, die weelig voortteelde. De Indigo, of liever de plant, +waar van de Indigo voortkoomt, kwam voorheen zeer goed te Cayenne +voort, en dezelve was zeer geacht. "Deeze plant, die de voornaamste +rijkdom der Volkplanting uitmaakt, zegt BARRERE, is zoo sterk in +verval geraakt, en brengt thans zoo weinig op, dat het naauwlyks +der moeite waardig is". Het schynt, dat men de reden daar van in de +plant alleen niet zoeken moet. De Indigo is, volgens DE PREFONTAINE, +(in zyn Maison rustique de Cayenne,) eene den beste aankweekingen in +America, maar ook één van de teederste. 'Er wordt aan de zyde van hem, +die dezelve wil voortteelen, de grootste oplettendheid verëischt, +en misschien ook de beste zoort van grond. "ROUSSEAU, dus vervolgt +dezelfde Schryver, is de eenige, wien het gelukt is, om met voordeel +Indigo te maken. Hy heeft de zyne tot die fraayheid gebragt, dat zy, +die lust hebben om dit vak van landbouw te beoeffenen, daar door +behooren te worden aangemoedigd; en dit wederspreekt de voorgewende +onmogelykheid, als of de inwooners van Cayenne in dit vak niet zouden +kunnen slagen". Nieuwere berigten brengen mede, dat de Indigo op lage +landen zeer wel voortkoomt; maar zy vordert oppassing, zonder welke +alles te gronde gaat. + +De Oost-Indische speceryen, en alle de lekkerste vruchten der warme +Landen, groeijen welig in Guiana. Verscheiden komen 'er even goed +voort, als op de Moluksche Eilanden, of op Ceylon. Men kan zig onder +anderen tot bewys beroepen op de beplanting van Nagelboomen, welke men +aantreft op de Plantagie la Gabrielle, den Staat toebehoorende. Deeze +boomen hebben aldaar vrugten voortgebragt, die in hoedanigheid aan +de Oost-Indische gelyk bevonden zyn. De eerste planten zyn van Isle +de France naar Cayenne overgebragt, alwaar zy onder het opzigt van +MAILLERT DU MERLE zyn geplant geworden. In 't jaar 1778 ontfing RAYNAL, +die door de geheele weereld kennis en gemeenschap had, van daar een +tak, waar aan de kruidnagelen gevonden werden. Volgens het berigt +van den Burger LESCAILLIER, hebben de jaaren 1785, 1786 en 1787 deeze +vrucht, telkens met eene jaarlyksche vermeerdering, voortgebragt, tot +dat men in de jaaren 1788 en 1789, op deeze Plantagie la Gabrielle, +verscheiden honderde ponden heeft ingeöogst. By zyn vertrek van Guiana, +in 't jaar 1788, bevondt zig deeze Plantagie in eenen bloeijenden +staat. + +Behalven deeze voortbrengzels, de bron van groote rykdommen, +levert de grond der Volkplanting van Cayenne alles op, wat tot +levens-onderhoud van derzelver inwooners noodig is. De tuinen zyn +aldaar vol met moeskruiden, als latuw, kervel, pimpernel, cichorey en +sellery. Men teelt aldaar kleine erweten, komkommers, kampernoeljes, +water-meloenen, die van een lekkeren smaak zyn. De Fransche vrugtboomen +kunnen, wel is waar, zig naar deeze luchtstreek niet voegen, maar +men heeft in derzelver plaats de vrugten van dit Land, als de geele +en witte Ananas, de Papaye, en eenige anderen, die op verschillende +wyzen worden ingelegd. Men weet, dat de citroenen en orange-appelen +aldaar in zoo grooten overvloed zyn, dat men 'er weinig werk van maakt. + +Het is veel aangenaamer zyn verblyf te houden op de Plantagiën, +dan te Cayenne zelve. Men heeft aldaar aan niets gebrek, vooral by +de Planters, die eenigzints bemiddeld zyn, en vooral, wanneer 'er +koopvaardy-schepen aankomen. Men houdt doorgaans eene wel voorziene +diergaarde, alwaar men varkens, kalkoenen, eendvogels, duiven en +hoenders aankweekt, die goed zyn om te eeten, wanneer men ze eenigen +tyd met geerst gevoed heeft. Daarënboven heeft men één en zelfs meerder +jagers en visschers, die wild en visch bezorgen: de laatstgemelde is +uitmuntend. Behalven de zoorten, die aan de Eilanden onder den wind +gemeen zyn, leveren de Zee en Rivieren eene meenigte anderen op, +die elders geheel onbekend zyn. De Krabben verschaffen ook een zeer +voornaam levensmiddel. Zy zyn het gewoone voedzel der Indianen, en van +de min gegoede inwooners. Deeze dieren teelen in het onëindige voort, +om dat men de oplettendheid gebruikt van alleen de mannetjes-krabben +te vangen, en de wyfjes te laten, die altyd eene verbaazende meenigte +eijeren in zig hebben. + +Onder de water-vogelen telt men de Ganzen, de Eendvogelen, de +Lepelganzen, de Fregat-vogelen, allen goed om te eeten. De land-vogelen +zyn graauwe Patryzen, zoo dik als een Kapoen, en zeer goed van smaak, +schoon een weinig droog; Faisanten, die kleiner, en zoo goed niet zyn, +als in Frankryk; Ringelduiven, Tortelduiven, Merels, Leeuwriken, +Brom-vogeltjes; en eene meenigte andere groote en kleine vogelen, +waar onder men moet rekenen de Papegayen, die zeer talryk zyn, en +eene uitmuntende soep verschaffen. + +Men kweekt ook Schapen, Geiten, en verscheiden kudden van Ossen aan. Om +hun goed weiland te bezorgen, steekt men in de maanden Augustus en +September, de Savanen in brand. Deeze landen, dus afgebrand zynde, +doen, in het begin van het regen-saisoen, heerlyk gras uitspruiten. Dus +zyn de ossen en schapen in Guiana van beter smaak, dan op de andere +Eilanden. Men brengt aldaar meel, spek, en allerleye zoorten van +wyn; als mede een groot aantal gewerkte stoffen, die tot kleeding +noodig zyn. + +Met zoo veele voordeelen, door de Natuur zelve geschonken, zal +ongetwyffeld de Volkplanting van Fransch Guiana voorspoedig zyn, +wanneer vreedzamere omstandigheden gedogen zullen, dat de Regeering +en byzondere persoonen 'er zig mede bezig houden. Deeze landstreek +maakt eene Volkplanting uit, waar van de Stad Cayenne de hoofdplaats +is. Men weet aldaar van geene in- en uitgaande rechten, waar mede de +koopwaaren bezwaard zouden worden. + +EINDE VAN HET VIERDE EN LAATSTE DEEL. + + + + + +BERICHT VOOR DEN BINDER. + +Plaat. + +XL. De beruchte GRAMAN-QUACY; te plaatsen tegen over + +XLI. De Haay en Zuigervisch + +XLII. Kaart van een gedeelte van Fransch Guiana + + + + + +NOOTEN + +[1] Het is een heestergewas of boompje van middelmatige hoogte. Het +brengt één of meer stammen voort van een duim in den omtrek, die zes +of agt voeten hoog groeijen, alvoorens takken te doen uitspruiten. Tot +dat de stammen beginnen takken te schieten, zyn zy over haare geheele +lengte van bladeren voorzien, die zy doorgaans na het vormen der +takken laten vallen. + +De stam van dit boompjen is langwerpig rond en grysachtig. De +jonge uitspruitzels hebben eene groene schors met eenige weinige +witte stippen; die van de takken is, in het eerste begin, van eene +fraaije roode kleur naar het bruine hellende, en ouder wordende met +eenige grysächtige lynen geteekend. De bladen groeiën wederkeerig, +en bestaan uit drie of vier reijen van blaadjes zonder steelen, maar +van eene eironde gedaante. Het Quacy-hout is zelden zonder bladeren. + +Dit boompje is alleräangenaamst voor het gezicht, uit hoofde van de +meenigte zyner roode bloemen, en de verscheidenheid van kleuren in +deszelfs bladeren. De wortel, het eenige gedeelte van den boom, het +welk gebruikt wordt, is ligt, en geheel van week hout; deszelfs schors +is fyn, grys en knoestig, en op zommige plaatsen als gespleeten. Deeze +wortel is, even als de geheele boom, uittermaten bitter. Men oordeelt +dit hout zeer balsemächtig te wezen, en door zyne bitterheid geschikt, +om zuure stoffen en verrotting te wederstaan. Men bedient 'er zig in +America van tegen de tusschenpoozende, aanhoudende, kwaadäartige, +en rotkoortsen. Men neemt het in als een poeder, en, om des te +beter te werken, als een afkookzel in wyn of water. Het is nog maar +weinige jaaren geleden, dat dit middel in Europa in de Geneeskunde +is ingevoerd. Men bedient zig ook van een aftrekzel van dit hout +in wyn, tegen de jicht, en om de maag te versterken. In één woord, +het Quacy-hout kan het gebrek van de Kina vervullen. + +Aanteek. van den Franschen vert. + +[2] De koffy wierd in 't 1554. uit Arabië naar Constantinopolen +overgebragt.--Omtrent in het midden van de zestiende eeuw wierd +derzelver gebruik te London ingevoerd; en in 't jaar 1728, plantte +de heer NICOLAAS LAWS de eerste Koffyboon te Jamaica. + +Aanteek. van den Schryver. + +Men heeft reden te gelooven, dat de Italianen de eerste onder de +Christen volken zyn, by welken deeze beroemde drank is ingevoerd. Zy is +vervolgens voor het jaar 1643 naar Parys overgebragt. 'Er zyn bewyzen, +zegt AUBLET, dat geduurende de regeering van LODEWYK XIII, onder het +kleine Gerechtshof te Parys, gekookte koffy verkogt wierd, onder den +naam van cahové of cahovet. De Turken noemen dezelve cahveh, het welk +koomt van het waord cahoah of cahoueh, waar door de Arabieren dien +drank aanduiden, dien zy het eerst gekend en in gebruik gebragt hebben; +schoon dit Arabisch woord allen drank in 't gemeen beteekent. Het is +waarschynlyk, dat 'er niet zeer veel van verkogt wierd, en dat dit +niet lang geduurd heeft. + +Het jaar 1669, in onze Geschiedenis over bekend door het plechtig +Gezandschap van SOLIMAN AGA, die door Sultan MAHOMET IV aan LODEWYK +XIV gezonden wierd, moet gehouden worden voor het waare tydperk van +de eerste invoering van het gemeene gebruik der koffy te Parys. Deeze +Gezant, en zyn gevolg, boden, volgens de gewoonte van hun Land, deezen +drank aan de Hovelingen, en verdere persoonen, die uit beleefdheid +aan den Turkschen Minister een bezoek gaven, waar door veele inwooners +deezer hoofdstad 'er smaak in kregen, en 'er zig aan gewenden. + +Aanteek. v. d. Franschen Vertaler. + +[3] Alle vrylating is, in de Volkplanting van Surinamen, aan de +volgende bepalingen onderhevig: indien dezelve geschiedt ten voordeele +van een manspersoon, is deeze genoodzaakt de Volkplanting tegen +derzelver binnen- en buitenlandsche vyanden te dienen: de vrygelatene, +van welke kunne die ook zy, kan geen getuigenis geven tegen zynen +ouden meester; en indien hy in de Volkplanting koomt te sterven, +erft zyn voorige meester het vierde gedeelte zyner nalatenschap. + +Aanteek. v. d. Schryver. + +[4] Daar de laatstgemelde zynen post kortlings heeft nedergelegd,heb ik +het genoegen het Publiek te berigten, dat de Heer FREDERIK, die brave +Officier, waar van ik zoo dikwils gesproken heb, en die, eenigen tyd +bevoorens, onder het krygsvolk der Sociëteit van Surinamen te rug +keerde, in het jaar 1792. tot Gouverneur der Volkplanting benoemd +wierd. + +Aanteek. van den Schryver. + +[5] Deeze Officiers, welken men steeds als de waare vertegenwoordigers +van de Schotsche Brigade beschouwde, zagen hunne braafheid beloond door +het herstel van deeze oude krygsbende, onder bevel van den Generaal +FRANCIS DUNDAS; en dezelve wierd naar Gibraltar in bezetting gezonden. + +Aanteek. van den Schryver. + +[6] Haar broeder HENDRIK, die zyne vryheid verkregen had, ondervond +het zelfde lot. + +Aanteek. van den Schryver. + +[7] Exposé des moyens de mettre en valeur & d'administrer la +Guiane.--Eén Deel in 8vo; met een Kaart: by DUPONT, rue de la Loi. + +[8] Dit is geschreven in 't jaar 1786. De hoeveelheid van de +voortbrengzels deezer Volkplanting is tegenwoordig ten minsten +verdubbeld. + +[9] De Hollandsche roede is van 12 voeten Rhynlandsche maat, het welk +ten naasten by 11 Fransche voeten. (of 3 metres, 572,) uitmaakt. + +[10] De groote verwagting, die men van Fransch Guiana had opgevat, deed +aan het zelve eenigen tyd den naam geven van Middel-lynig Frankryk, +of France Equinoxiale. + +[11] De Burger LESCAILLIER ontvouwt dit verschynfel op eene voldoende +wyze, in zyn werk, ten titel voerende: Exposé des moyens de mettre en +valeur, & d'administrer la Guiane, &c. chez Dupont, imprimeur-libraire, +rue de la Loi, Nº. 1231. + +[12] PIERRE BARRERE, Correspondent van de Koninglyke Academie der +Wetenschappen te Parys, en Genees-Kruidkundige van den Koning op het +Eiland Cayenne. + +[13] ANTOINE BIET, de opperste der Zendelingen, die toen naar Guiana +vertrokken, verhaalt, dat elk der deelgenooten, welken men Seignieurs +associés noemde, het bevel wilde voeren. ROIVILLE lag ziek, toen hy +vermoord wierd. Hy scheen 't lot, het welk hem over het hoofd hing, +te voorzien, en was zeer ontroerd van geest. Den 17 September 1652, +omtrent middernacht, werd BIET door een zeer sterk geraas ontwaakt; +en op het zelfde oogenblik hoorde hy een geroep: Werp dien schurk in de +zee. Willende zien wat 'er gaande was, wierd hy te rug gestooten. Kort +daar op deeden hem de moordenaars by hun komen. Hy beklom de hut, en +schrikte op het zien van het bed van den Generaal, geheel met bloed +besmet, en waar op twee bebloede baijonnetten lagen. Men verklaarde +aan den Zendeling, dat de deelgenooten raadzaam geöordeeld hadden +zig te ontdoen van eenen man, die het voornemen had hen allen van +kant te helpen. BIET ging heen; maar des anderen daags liet men hem +wederkomen, hem aanzeggende, dat hy den dood van den Generaal aan +al het scheepsvolk zoude hebben bekend te maken. De Geestelyke was +'er zeer verlegen mede. Hy besloot echter te gehoorzamen, maar hy +deed zulks, zonder den gepleegden moord te rechtvaardigen. + +[14] Men kan niet zonder yzing aan den naam van Kourou denken, zegt +de Burger LESCAILLIER; aan die plaats, alwaar 13000 menschen het leven +lieten, en de slachtöffers werden van een ontwerp, het welk misschien +uitvoerlyk geweest was, indien het met gematigdheid en voorzorge was +aangelegd geweest; alwaar de Staat dertig millioenen aan onkosten +verspilt heeft, met geen ander gevolg, dan dat, deeze ongelukkige +Volkplanting een geruimen tyd haare achting verloren heeft; terwyl men +aan den aart der luchtstreek toeschreef, het geen slechts de misslag +der Regeering, en het gevolg van een verkeerd overleg was. (Exposé +des moyens de mettre en valeur, & d'administrer la Guiane, an VI.) + +[15] In de ver af gelegene Binnen-Landen zyn Indianen van eene +verhevene gestalte, en sterk gespierd. + +[16] Ik vermeene alhier, ter eere van deeze beide huwelyks +verbintenissen, te moeten herïnneren, dat het geen de Burger +LESCAILLIER gedacht en beproeft heeft, overëenkoomt met den raad, +door RAYNAL gegeven, in zyne Histoire Philosophique des deux Indes, +Liv. XIII. Tom. III. pag. 359. & suiv. Edit. in 4º. + +[17] Zie RAYNAL, Livr. XIII. pag. 291. Edit. in 4º. + + + + + +End of the Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen en door de +binnenste gedeelten van Guiana, by John Gabriël Stedman + +*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN *** + +This file should be named 8rns410.txt or 8rns410.zip +Corrected EDITIONS of our eBooks get a new NUMBER, 8rns411.txt +VERSIONS based on separate sources get new LETTER, 8rns410a.txt + +Produced by Jeroen Hellingman +and the Online Distributed Proofreaders Team + +Project Gutenberg eBooks are often created from several printed +editions, all of which are confirmed as Public Domain in the US +unless a copyright notice is included. Thus, we usually do not +keep eBooks in compliance with any particular paper edition. + +We are now trying to release all our eBooks one year in advance +of the official release dates, leaving time for better editing. +Please be encouraged to tell us about any error or corrections, +even years after the official publication date. + +Please note neither this listing nor its contents are final til +midnight of the last day of the month of any such announcement. +The official release date of all Project Gutenberg eBooks is at +Midnight, Central Time, of the last day of the stated month. A +preliminary version may often be posted for suggestion, comment +and editing by those who wish to do so. + +Most people start at our Web sites at: +http://gutenberg.net or +http://promo.net/pg + +These Web sites include award-winning information about Project +Gutenberg, including how to donate, how to help produce our new +eBooks, and how to subscribe to our email newsletter (free!). + + +Those of you who want to download any eBook before announcement +can get to them as follows, and just download by date. This is +also a good way to get them instantly upon announcement, as the +indexes our cataloguers produce obviously take a while after an +announcement goes out in the Project Gutenberg Newsletter. + +http://www.ibiblio.org/gutenberg/etext03 or +ftp://ftp.ibiblio.org/pub/docs/books/gutenberg/etext03 + +Or /etext02, 01, 00, 99, 98, 97, 96, 95, 94, 93, 92, 92, 91 or 90 + +Just search by the first five letters of the filename you want, +as it appears in our Newsletters. + + +Information about Project Gutenberg (one page) + +We produce about two million dollars for each hour we work. The +time it takes us, a rather conservative estimate, is fifty hours +to get any eBook selected, entered, proofread, edited, copyright +searched and analyzed, the copyright letters written, etc. Our +projected audience is one hundred million readers. If the value +per text is nominally estimated at one dollar then we produce $2 +million dollars per hour in 2002 as we release over 100 new text +files per month: 1240 more eBooks in 2001 for a total of 4000+ +We are already on our way to trying for 2000 more eBooks in 2002 +If they reach just 1-2% of the world's population then the total +will reach over half a trillion eBooks given away by year's end. + +The Goal of Project Gutenberg is to Give Away 1 Trillion eBooks! +This is ten thousand titles each to one hundred million readers, +which is only about 4% of the present number of computer users. + +Here is the briefest record of our progress (* means estimated): + +eBooks Year Month + + 1 1971 July + 10 1991 January + 100 1994 January + 1000 1997 August + 1500 1998 October + 2000 1999 December + 2500 2000 December + 3000 2001 November + 4000 2001 October/November + 6000 2002 December* + 9000 2003 November* +10000 2004 January* + + +The Project Gutenberg Literary Archive Foundation has been created +to secure a future for Project Gutenberg into the next millennium. + +We need your donations more than ever! + +As of February, 2002, contributions are being solicited from people +and organizations in: Alabama, Alaska, Arkansas, Connecticut, +Delaware, District of Columbia, Florida, Georgia, Hawaii, Illinois, +Indiana, Iowa, Kansas, Kentucky, Louisiana, Maine, Massachusetts, +Michigan, Mississippi, Missouri, Montana, Nebraska, Nevada, New +Hampshire, New Jersey, New Mexico, New York, North Carolina, Ohio, +Oklahoma, Oregon, Pennsylvania, Rhode Island, South Carolina, South +Dakota, Tennessee, Texas, Utah, Vermont, Virginia, Washington, West +Virginia, Wisconsin, and Wyoming. + +We have filed in all 50 states now, but these are the only ones +that have responded. + +As the requirements for other states are met, additions to this list +will be made and fund raising will begin in the additional states. +Please feel free to ask to check the status of your state. + +In answer to various questions we have received on this: + +We are constantly working on finishing the paperwork to legally +request donations in all 50 states. If your state is not listed and +you would like to know if we have added it since the list you have, +just ask. + +While we cannot solicit donations from people in states where we are +not yet registered, we know of no prohibition against accepting +donations from donors in these states who approach us with an offer to +donate. + +International donations are accepted, but we don't know ANYTHING about +how to make them tax-deductible, or even if they CAN be made +deductible, and don't have the staff to handle it even if there are +ways. + +Donations by check or money order may be sent to: + +Project Gutenberg Literary Archive Foundation +PMB 113 +1739 University Ave. +Oxford, MS 38655-4109 + +Contact us if you want to arrange for a wire transfer or payment +method other than by check or money order. + +The Project Gutenberg Literary Archive Foundation has been approved by +the US Internal Revenue Service as a 501(c)(3) organization with EIN +[Employee Identification Number] 64-622154. Donations are +tax-deductible to the maximum extent permitted by law. As fund-raising +requirements for other states are met, additions to this list will be +made and fund-raising will begin in the additional states. + +We need your donations more than ever! + +You can get up to date donation information online at: + +http://www.gutenberg.net/donation.html + + +*** + +If you can't reach Project Gutenberg, +you can always email directly to: + +Michael S. Hart <hart@pobox.com> + +Prof. Hart will answer or forward your message. + +We would prefer to send you information by email. + + +**The Legal Small Print** + + +(Three Pages) + +***START**THE SMALL PRINT!**FOR PUBLIC DOMAIN EBOOKS**START*** +Why is this "Small Print!" statement here? You know: lawyers. +They tell us you might sue us if there is something wrong with +your copy of this eBook, even if you got it for free from +someone other than us, and even if what's wrong is not our +fault. So, among other things, this "Small Print!" statement +disclaims most of our liability to you. It also tells you how +you may distribute copies of this eBook if you want to. + +*BEFORE!* YOU USE OR READ THIS EBOOK +By using or reading any part of this PROJECT GUTENBERG-tm +eBook, you indicate that you understand, agree to and accept +this "Small Print!" statement. If you do not, you can receive +a refund of the money (if any) you paid for this eBook by +sending a request within 30 days of receiving it to the person +you got it from. If you received this eBook on a physical +medium (such as a disk), you must return it with your request. + +ABOUT PROJECT GUTENBERG-TM EBOOKS +This PROJECT GUTENBERG-tm eBook, like most PROJECT GUTENBERG-tm eBooks, +is a "public domain" work distributed by Professor Michael S. Hart +through the Project Gutenberg Association (the "Project"). +Among other things, this means that no one owns a United States copyright +on or for this work, so the Project (and you!) can copy and +distribute it in the United States without permission and +without paying copyright royalties. Special rules, set forth +below, apply if you wish to copy and distribute this eBook +under the "PROJECT GUTENBERG" trademark. + +Please do not use the "PROJECT GUTENBERG" trademark to market +any commercial products without permission. + +To create these eBooks, the Project expends considerable +efforts to identify, transcribe and proofread public domain +works. Despite these efforts, the Project's eBooks and any +medium they may be on may contain "Defects". Among other +things, Defects may take the form of incomplete, inaccurate or +corrupt data, transcription errors, a copyright or other +intellectual property infringement, a defective or damaged +disk or other eBook medium, a computer virus, or computer +codes that damage or cannot be read by your equipment. + +LIMITED WARRANTY; DISCLAIMER OF DAMAGES +But for the "Right of Replacement or Refund" described below, +[1] Michael Hart and the Foundation (and any other party you may +receive this eBook from as a PROJECT GUTENBERG-tm eBook) disclaims +all liability to you for damages, costs and expenses, including +legal fees, and [2] YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE OR +UNDER STRICT LIABILITY, OR FOR BREACH OF WARRANTY OR CONTRACT, +INCLUDING BUT NOT LIMITED TO INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE +OR INCIDENTAL DAMAGES, EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE +POSSIBILITY OF SUCH DAMAGES. + +If you discover a Defect in this eBook within 90 days of +receiving it, you can receive a refund of the money (if any) +you paid for it by sending an explanatory note within that +time to the person you received it from. If you received it +on a physical medium, you must return it with your note, and +such person may choose to alternatively give you a replacement +copy. If you received it electronically, such person may +choose to alternatively give you a second opportunity to +receive it electronically. + +THIS EBOOK IS OTHERWISE PROVIDED TO YOU "AS-IS". NO OTHER +WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, ARE MADE TO YOU AS +TO THE EBOOK OR ANY MEDIUM IT MAY BE ON, INCLUDING BUT NOT +LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A +PARTICULAR PURPOSE. + +Some states do not allow disclaimers of implied warranties or +the exclusion or limitation of consequential damages, so the +above disclaimers and exclusions may not apply to you, and you +may have other legal rights. + +INDEMNITY +You will indemnify and hold Michael Hart, the Foundation, +and its trustees and agents, and any volunteers associated +with the production and distribution of Project Gutenberg-tm +texts harmless, from all liability, cost and expense, including +legal fees, that arise directly or indirectly from any of the +following that you do or cause: [1] distribution of this eBook, +[2] alteration, modification, or addition to the eBook, +or [3] any Defect. + +DISTRIBUTION UNDER "PROJECT GUTENBERG-tm" +You may distribute copies of this eBook electronically, or by +disk, book or any other medium if you either delete this +"Small Print!" and all other references to Project Gutenberg, +or: + +[1] Only give exact copies of it. Among other things, this + requires that you do not remove, alter or modify the + eBook or this "small print!" statement. You may however, + if you wish, distribute this eBook in machine readable + binary, compressed, mark-up, or proprietary form, + including any form resulting from conversion by word + processing or hypertext software, but only so long as + *EITHER*: + + [*] The eBook, when displayed, is clearly readable, and + does *not* contain characters other than those + intended by the author of the work, although tilde + (~), asterisk (*) and underline (_) characters may + be used to convey punctuation intended by the + author, and additional characters may be used to + indicate hypertext links; OR + + [*] The eBook may be readily converted by the reader at + no expense into plain ASCII, EBCDIC or equivalent + form by the program that displays the eBook (as is + the case, for instance, with most word processors); + OR + + [*] You provide, or agree to also provide on request at + no additional cost, fee or expense, a copy of the + eBook in its original plain ASCII form (or in EBCDIC + or other equivalent proprietary form). + +[2] Honor the eBook refund and replacement provisions of this + "Small Print!" statement. + +[3] Pay a trademark license fee to the Foundation of 20% of the + gross profits you derive calculated using the method you + already use to calculate your applicable taxes. If you + don't derive profits, no royalty is due. Royalties are + payable to "Project Gutenberg Literary Archive Foundation" + the 60 days following each date you prepare (or were + legally required to prepare) your annual (or equivalent + periodic) tax return. Please contact us beforehand to + let us know your plans and to work out the details. + +WHAT IF YOU *WANT* TO SEND MONEY EVEN IF YOU DON'T HAVE TO? +Project Gutenberg is dedicated to increasing the number of +public domain and licensed works that can be freely distributed +in machine readable form. + +The Project gratefully accepts contributions of money, time, +public domain materials, or royalty free copyright licenses. +Money should be paid to the: +"Project Gutenberg Literary Archive Foundation." + +If you are interested in contributing scanning equipment or +software or other items, please contact Michael Hart at: +hart@pobox.com + +[Portions of this eBook's header and trailer may be reprinted only +when distributed free of all fees. Copyright (C) 2001, 2002 by +Michael S. Hart. Project Gutenberg is a TradeMark and may not be +used in any sales of Project Gutenberg eBooks or other materials be +they hardware or software or any other related product without +express permission.] + +*END THE SMALL PRINT! FOR PUBLIC DOMAIN EBOOKS*Ver.02/11/02*END* + diff --git a/old/8rns410.zip b/old/8rns410.zip Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..ba20cf5 --- /dev/null +++ b/old/8rns410.zip |
