diff options
| -rw-r--r-- | .gitattributes | 3 | ||||
| -rw-r--r-- | 8097-8.txt | 7073 | ||||
| -rw-r--r-- | 8097-8.zip | bin | 0 -> 156935 bytes | |||
| -rw-r--r-- | LICENSE.txt | 11 | ||||
| -rw-r--r-- | README.md | 2 | ||||
| -rw-r--r-- | old/7rns210.txt | 7041 | ||||
| -rw-r--r-- | old/7rns210.zip | bin | 0 -> 160520 bytes | |||
| -rw-r--r-- | old/8rns210.txt | 7041 | ||||
| -rw-r--r-- | old/8rns210.zip | bin | 0 -> 160820 bytes |
9 files changed, 21171 insertions, 0 deletions
diff --git a/.gitattributes b/.gitattributes new file mode 100644 index 0000000..6833f05 --- /dev/null +++ b/.gitattributes @@ -0,0 +1,3 @@ +* text=auto +*.txt text +*.md text diff --git a/8097-8.txt b/8097-8.txt new file mode 100644 index 0000000..bb0cafe --- /dev/null +++ b/8097-8.txt @@ -0,0 +1,7073 @@ +The Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen, en door de binnenste +gedeelten van Guiana, by John Gabriel Stedman + +This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and most +other parts of the world at no cost and with almost no restrictions +whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of +the Project Gutenberg License included with this eBook or online at +www.gutenberg.org. If you are not located in the United States, you'll have +to check the laws of the country where you are located before using this ebook. + +Title: Reize naar Surinamen, en door de binnenste gedeelten van Guiana + (deel 2) + +Author: John Gabriel Stedman + +Posting Date: September 26, 2014 [EBook #8097] +Release Date: May, 2005 +First Posted: July 12, 2003 + +Language: Dutch + +Character set encoding: ISO-8859-1 + +*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN, DEEL 2 *** + + + + +Produced by Jeroen Hellingman with help of the distributed +proofreaders team. + + + + + + + + + + + +REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA; + +DOOR DEN CAPITAIN JOHN GABRIËL STEDMAN. + +MET PLAATEN EN KAARTEN. + +NAAR HET ENGELSCH. + +TWEEDE DEEL. + + + + +INHOUD DER HOOFTSTUKKEN. + +XI. HOOFTSTUK. + +Het Krygsvolk keert naar de Wana-Kreek te rug.--De Pipa.--Gevecht +tusschen een soldaat en een slang.--De Fesant-vogel van Guiana.--De +Agamie of Trompetter.--De Muitelingen trekken de legerplaats voorby; +men vervolgt hen te vergeefs.--Groot gebrek aan water.--Schranderheid +der Negers.--De Zyde-plant.--Kevers en Insecten.--Bergwerken.--Fraaije +Kapel.--Het krygsvolk koomt op den post van la Rochelle aan de +Patamaca. + +XII. HOOFTSTUK. + +Beschryving van Paramaribo, en van het Fort Zelandia.--De Grow Mouneck +of graauwe Munnik.--De West-Indische Abricoos-boom.--Verschillende +zoorten van Oranjeboomen.--De Colonel FOURGEOUD trekt naar de Rivier +Maroni.--Een Capitain word gewond, en eenige soldaaten gedood.--Vreemde +straf-öeffening in de hoofdstad.--Het Fort Sommelsdyk.--De wachtpost +van de Hoop.--Duiven en Tortelduiven.--Groenten en vruchten.--Jacht +en wildt.--Steenbakkery.--Insecten. + + +XIII. HOOFTSTUK. + +Beschryving van eene Suiker-Plantagie.--Huisselyk geluk in +zekere hut.--Krygs-verrigtingen van den Generaal FOURGEOUD.--De +Duncane, Igname en Soubacou.--Wreedheden van zommige Opzigters der +Plantagiën.--Onderscheidene zoorten van visschen.--Misnoegen van +eenen Capitain der muitelingen. + +XIV. HOOFTSTUK. + +De Colonel FOURGEOUD keert naar Paramaribo te rug.--Het gevleugeld +en gewapend Water-hoen van EDWARDS.--Bewys van onkunde in +een Heelmeester;--van deugd in een slaaf;--van wreedheid +in eenen Bevelhebber.--De roode Wulp.--De Wesp, Marobonso +genaamd.--Orange-appelen en Limoenen.--De insecten, Chiques +genaamd.--Het krygsvolk begeeft zig weder naar de bosschen.--De +Kibry-Fowlo.--Verscheidene zoorten van wilde varkens.--Mieren.--De +dans van Loango.--De Toreman.--De Poelsnip van Guiana.--Plantains en +Bananes.--Manier om te visschen.--Visschen.--Vogelen. + + +XV. HOOFTSTUK. + +Indianen, inboorlingen van +Guiana.--Voedzel,--Wapenen,--Cieradiën,--Optooisels,--Bezigheden,-- +Vermaken,--Driften,--Godsdienst,--Huwelyken,--Begravenissen, +enz. van deeze Volken.--De Caraïbische Indianen in 't byzonder, +en hunne koophandel met de Europeanen.--Boomen, Heesters en Planten. + +XVI. HOOFTSTUK. + +Versterking van krygsvolk, uit Holland aangekomen.--De Goijava-boom, +en deszelfs vrucht.--Legerplaats by Maagdenberg aan de Tempaty +Kreek.--Verschillende zoorten van Aapen.--Een zeer maanzieke +Neger.--Eekhoorntje van Guiana.--Verscheidene zoorten van +boomen.--Hagedissen.--Bergen van mynstoffen voorzien.--Treffelyke +gezichten.--De Roucouboom.--Fraaije Kapel.--Palmloom--worm. + +XVII. HOOFTSTUK. + +Nieuwe wreedheden, nog onmenschelyker, dan alle de +voorige,--Verschillende zoorten van planten.--Papegaaijen en +Parkieten.--Surinaamsche Patrys.--Buitengewoone Insecten.--Geiten van +Guiana.--De Taïbo.--Verscheidene zoorten van visschen.--Groote sterfte +onder het krygsvolk, het welk zig op de posten aan de Tempaty-Kreek, +en de Commewyne bevond. + + +XVIII. HOOFTSTUK. + +Een Tyger, op de legerplaats gevangen.--De Jaguar.--De Couguar.--De +Tyger-kat.--De Jaquarette.--Gevecht tusschen eenige afgezondene +manschappen der Sociëteit en de muitelingen.--Levens-manier van eenen +Surinaamschen Planter.--Verscheiden zoorten van visschen.--Besmettelyke +ziekten.--Zelfsmoord. + +XIX. HOOFTSTUK. + +Optocht van het Krygsvolk naar Barbacoeba, aan de Rivier Cottica.--De +Palmboom-kool en de Mauricy.--Heete koorts.--Trek van dankbaarheid in +eenen Engelschen Matroos.--Verscheiden zoorten van Peper.--Citroen- +en Limoen-boomen.--De Mammy-appel.--Pimpernooten.--Regeering in +Surinamen.--Honden van Guiana.--Ongemeene trek van edelmoedigheid. + + + + + + +ELFDE HOOFTSTUK. + +Het krygsvolk keert naar de Wana-Kreek te rug.--De Pipa.--Gevecht +tusschen een Soldaat en een Slang.--De Fesant-vogel van Guiana.--De +Agamie of Trompetter.--De muitelingen trekken de legerplaats voorby; +men vervolgt hen te vergeefs.--Groot gebrek aan water.--Schranderheid +der Negers.--De zyde-plant.--Kevers en insecten.--Bergwerken.--Fraaije +Kapel.--Het krygsvolk koomt op den post van la Rochelle aan de +Patamaca. + +Den 30sten November 1773, verliet al het krygsvolk den post van +Jerusalem, en men keerde naar de Wana-Kreek te rug, maar zonder juist +den weg te volgen, langs welken men gekomen was. De Colonel FOURGEOUD +herriep intusschen de eerst gegevene bevelen, en stond ons toe hutten +te maken, om onze hangmatten in dezelve te plaatsen. Wy hadden ons +dus weinig op dit stuk te beklagen; met de levensmiddelen was het +geheel anders gelegen. + +Wy vervolgden onzen tocht, geduurende drie agter één volgende dagen, +met vry goed weder; maar alle morgen liet de Colonel my onbarmhartiglyk +wekken door eene schildwacht, die last had my niet te verlaaten, +eer dat ik hem antwoord had gegeven. + +Den 3den, kwamen wy op nieuw by de Wana-Kreek aan: ik vleide my, +na eenen moeielyken tocht, met het doorbrengen van eenen gerusten +nacht myne krachten aldaar te zullen herkrygen; maar ik wierd als +naar gewoonte wakker gemaakt, en was in zulk een diepen slaap, dat +men my by den arm moest schudden, om my te doen ontwaaken. De Colonel +was in zijne hangmat gezeten, met een donderende stem zweerende, dat +hy allen, die zyne beveelen niet gehoorzaamden, zou doen ophangen, +of vierendeelen; en het bosch weêrgalmde eenigen tyd van zyn +geschreeuw. Daar op volgde eene diepe stilte, die ik wel dra door een +schaterenden lach afbrak: ik was de eenige niet; anderen voegden zig +by my, en de Colonel begon weder te brullen, zonder de stem van iemand +te kunnen onderscheiden. Hij wierd wonderbaarlyk geholpen door eene +groote padde, die men hier Pipa noemt. Dit dier huisvestte in de hut +van den Commandant, en kwaakte alle nachten op eene vervaarlyke manier. + +De Pipa of Pipal gelykt, zoo men zegt, gedeeltelyk naar de kikvorsch, +gedeeltelyk naar de padden: hy is de grootste onder allen van dit +laatste zoort, die men in Zuid-America, en misschien in de weereld +vindt; hy is leelyk, met eene pokächtige huid van een donker bruine +kleur bedekt, en met onregelmatige en zwarte vlekken geteekend; +zijne agterpooten zyn plat, van een vlies voorzien, en de klauwen +zyn langer, dan die van de voorpooten; uit dien hoofde kan hy te +gelyk zwemmen en springen als een kikvorsch, een voordeel, waar door +hy van andere padden verschilt. Hij is een weinig grooter, dan een +gewoone eendvogel, wanneer die geplukt is. Zyn gekwaak, het welk hy +doorgaans niet dan des nachts laat hooren, is ongemeen sterk. Maar +het merkwaardigste in dit zoort van gedrocht is de manier, waar op hy +voortteelt: de jongen zyn besloten in een zoort van zak vol water, die +op den rug der moeder geplaatst is; aldaar word zy door het mannetjen +vruchtbaar gemaakt, en aldaar begint ook het aanzyn van de vrucht, +blyvende daar in tot het oogenblik, dat dezelve genoegzaam gevormd is, +om 'er te kunnen uitkomen. [1] + +De padden zyn niet vergiftig, zoo als men doorgaans gelooft; men kan +'er zelfs huisdieren van maken. De heer ARSSCOTT heeft 'er jaaren +lang een opgevoed; [2] de Colonel FOURGEOUD bewaarde de zyne in zyn +hut, even als een huisdier, geduurende al den tyd, dat wy aan de +Wana-Kreek gelegerd waaren; en ik zelf heb langen tyd een kikvorsch, +als een huisdier gehouden. + +Maar laaten wy tot myne hangmat, en myn dagverhaal te rug keeren. Het +gekwaak van deezen Pipal, dat van eene andere padde, die van het +ondergaan tot het opkomen der zon, aanhoudend riep touck, touck, touck; +het gebrul der tygers, dat der aapen, de schuiffeling der slangen, +en een aanhoudende regen, maakten deezen nacht zoo onaangenaam, +als somber: de opkomende dageraad echter deed my denzelven wel dra +vergeeten, en ik bevond my zoo wel en zoo te vreden, als men in de +bosschen van Guiana met mogelykheid zyn konde. + +Den 4den, des morgens, ontdekte ik twee fraaije Powesas, op de takken +van eenen hoogen boom, die naby de legerplaats stond. Aan den Colonel +verlof gevraagd hebbende, om 'er een te schieten, weigerde hy my +zulks op eene ruwe wyze, onder voorwendzel, dat de vyand de schoot +van myn snaphaan zoude kunnen hooren; als of dezelve niet wist waar wy +waaren. Kort daar na echter, wanneer zig op den top van eenen anderen +boom een groote slang vertoonde, gaf de Bevelhebber, het zy uit vreeze, +het zy uit weerzin, last om op hem te schieten. Het dier, den schoot +ontfangen hebbende, viel op den grond, schoon nog volkomen levendig +zynde, en kroop dadelyk naar eene dikke doornhage by het magazyn. Ik +had hier gelegenheid, om de ongemeene onverschrokkenheid van eenen +soldaat op te merken, die de voetstappen van deezen slang zoetjens +agter na volgde, en hem van onder de struiken weg trok, beweerende, +door een zoort van bygeloovigheid, dat de beet hem geen kwaad konde +veroorzaaken: wat daar ook van zy, de slang, die meer dan zes voeten +lang was, verhief verscheiden malen den kop en het halve lyf, om hem +aan te pakken, maar de soldaat deed hem door vuistslagen nederbukken, +en eindelyk kloofde hy hem met zyn sabel in tweën; het welk een einde +aan het gevecht maakte. + +Vreezende dat ik beschuldigd mogt worden, zoo aanstonds een nieuw +woord gebruikt te hebben, het geen voor myne lezers waarschynlyk +onverstaanbaar is, zal ik hun zeggen, dat de Powesas is de Fesant +van Guiana: het is een zeer fraaije vogel, byna de grootte hebbende +van een gewoone jonge kalkoen, waar mede hy door zyne pluimaadje, +en door den smaak van zyn vleesch veel gelykheid heeft. Zyne vederen +zyn van een schitterende zwarte kleur, uitgenomen onder den buik; +zyne pooten zyn geel, zyn bek insgelyks, uitgenomen aan de punt, +alwaar dezelve blaauw en boogsgewyze gekromd is. Hy heeft levendige +en schitterende oogen, en draagt een kuif van gekrulde vederen van +een glinsterend zwarte kleur, het geen hem eene onëindige fraaiheid +geeft. Deeze vogel kan niet ver vliegen; men maakt hem gemakkelyk tam; +men maakt 'er zelfs een huisdier van, en te Paramaribo verkoopt men ze +dikwils voor meer dan een guinie het stuk. Ik zal deeze gelegenheid +waarnemen tot het beschryven van eenen anderen vogel, die aan Guiana +byzonder eigen is, en Agamie door de Franschen, en Camy-camy in +Surinamen genoemd word. Hy is, even als de Fesant, ten naasten by van +de grootte van een jonge kalkoen, maar hy verschilt van dezelve in +gestalte en in pluimaadje. Zyn lyf, dat geen staart heeft, heeft de +gedaante van een ey; zyne vederen zyn zwart, uitgenomen op den rug, +alwaar hy grysächtig is, en onder de borst, alwaar zyne vederen, van +eene blaauwe kleur, lang zyn en nederhangen, als van den Reiger; zyne +oogen zyn schitterend, zyn bek is puntig, en van een zee-groene kleur, +zoo als ook zyne pooten, die hoog zyn, en eindigen met een klauw, waar +aan vier nagels zyn, drie van vooren, en één van agteren. Deeze vogel +draagt in dit Land gewoonlyk den naam van de Trompetter, uit hoofde +van een gezang, het welk hy dikwils doet hooren, en aan het geluid van +dit speeltuig gelykvormig is. Ik kan met geene zekerheid bepaalen, +van waar dit geluid koomt, maar zommige Schryvers beweeren, dat het +van de vorming van zyn bek voortkoomt. Onder al het pluimgedierte, +is de Trompetter het dier, het welk men gemakkelykst kan tam maken: +hy is de vriend der menschen, volgt hen, liefkoost hen, en schynt hun +dezelfde getrouwheid te bewyzen, als de hond: ik heb op verscheidene +Plantagiën 'er veelen gezien, welken men, even als de Powesas, tot +huisselyke diensten gebruikte, en met de kalkoenen en ander gevogelte +te zamen liet eeten. [3] + +Den 6den, ontfing ik van Paramaribo zes kruiken rhum, waar van ik +'er vier aan den Colonel gaf. + +Om zes uuren des morgens, gaven twee van onze slaven, die +Lacanus-boomen waaren gaan hakken, ons bericht, dat een hoop +muitelingen op den afstand van omtrent een myl van de legerplaats +was voorby getrokken; dat zy onder het bevel stonden van één hunner +Capitains, genaamd ARICO, met wien onze beide Negers aan den oever van +de Cermoetibo-Kreek gesproken hadden, maar dat zy niet konden zeggen, +welken kant de vyand genomen had, zoodanig waren zy verschrikt. Na +het bekomen van dit bericht kreegen wy bevel, om hen by het aanbreken +van den dag te vervolgen. Des anderen daags was mitsdien al het volk +ten vyf uuren gereed, en na een gedeelte van het zelve te hebben +agtergelaten, om de krygs- en mond behoeften te bewaaren, rigtten +wy onzen tocht naar de plaats, alwaar de muitelingen zig vertoond +hadden. Wy zagen hier een grooten palmboom, die op het water dreef, +en aan den anderen oever met koorden van heestergewassen was vast +gemaakt; het geen duidelyk te kennen gaf, dat ARICO en zyn volk de +Kreek waren overgekomen. Zie hier, hoe de Negers in zoodanig geval +eene Rivier overgaan: zy plaatsen zig, de één agter den ander, +op den dryvenden stam van den boom; zomtyds zelfs zetten zy hunne +kinderen en vrouwen daar op; en de beste zwemmers vergezellen hun, +en zyn hunne leidslieden. + +Schoon de bewyzen van den overtocht der muitelingen duidelyk waaren, +trok de Colonel dezelve echter in twyffel, of liever hy beweerde, +dat het van hunnen kant slechts eene krygslist was: zy hadden eenige +manschappen, zeide hy, afgezonden, om den boom aan den oever vast te +maken, en ons te bedriegen. + +Niemand was van dit gevoelen, maar alle redeneeringen der weereld +werkten daar tegen niets uit. Wy namen dus een weg, die recht het +tegengestelde was van den weg der muitelingen; namelyk wy trokken +oostwaarts, daar men hen naar den westkant had moeten vervolgen, +het geen de Jagers zekerlyk gedaan zouden hebben. In deeze eerste +richting gingen wy voort tot de aannadering van den nacht, schoon +men het brood vergeten had, en dat wy den geheelen dag geen enkelen +drop water hadden kunnen hebben, want wy trokken door zwaar zand +of Savanen. Na dat wy den weg een weinig rechts af genomen hadden, +riep een Neger uit, dat wy aan de Wana-Kreek naderden. Ik hoorde dit +met genoegen; en hem een kalabas en myn fles rhum gegeven hebbende, +verzogt ik hem derwaarts te gaan, om de kalabas met een mengzel van +rhum en water te vullen; maar hy maakte het te sterk, zig buiten +twyffel verbeeldende, dat het daarom beter zyn zoude. Ik had zulk +een zwaaren dorst, dat ik den drank in eens doorzwolg, zonder dien +te proeven; dit werkte zeer gezwind, want op het zelfde oogenblik +was ik naauwlyks in staat my overëind te houden. + +Den 9den, na eenen vrugteloozen tocht, kwamen wy weder in onze +oude legerplaats te rug. De Neger SEPTEMBER, die ons volgde, gelyk +een herders hond de kudde volgt, wierd aldaar door den Colonel in +vryheid gesteld. In de daad hy was onvermoeid. Hy zelf doorwaadde +de Kreek, om 'er den westelyken oever van te bespieden. Des anderen +daags morgens, liet hy ons wederom onzen knapzak vullen, en geleidde +ons langs den zelfden weg, beweerende, dat hy den vyand eindelyk +agterhalen zoude. Vervolgens tot des avonds voortgetrokken zynde, +bragten wy den nacht in eene oude legerplaats der muitelingen door, +na den geheelen dag gebrek aan water gehad te hebben. + +Den volgenden dag, trokken wy steeds voorwaarts, maar wy vonden nog +vyanden, nog water. De Officiers en soldaaten begonden te verzwakken, +en men droeg 'er reeds eenigen in hunne hangmatten. Het was in de daad +ondraaglyk heet; want wy waaren in het saisoen der droogte. In dit +uiterste deeden wy een gat graven van zes voeten diep, op welks grond +men een snaphaan afschoot; oogenblikkelyk kwam 'er een weinig water +te voorschyn; maar zoo modderig, dat het tot geen gebruik dienen konde. + +Wy vervolgden onzen tocht, en sloegen ons neder op eene plaats, alwaar +de muitelingen voor deezen eenige Plantagiën bebouwd hadden. Het viel +hard, om geduurende den nacht de ongelukkige soldaaten over dorst te +hooren klagen. De Colonel echter bleef, tot den derden dag, 'er by, +om verder voort te trekken, in de hoop van eenige kreek of beek te +ontmoeten, en den algemeenen dorst te lesschen. Maar hy wierd in +zyne verwagting bedrogen; want den 12den, tot op den middag door de +brandende zand-woestynen heen getrokken hebbende, bezweek hy zelf met +veele anderen, die door een aanhoudenden en verteerenden dorst waaren +ter neder geslagen. Het was nog een geluk voor ons, dat de muitelingen +ons in deeze gesteldheid niet aantastten. Het was ons ondoenlyk geweest +den minsten tegenstand te bieden: de grond was bezaait met elendigen, +die door eene brandende koorts gefolterd wierden. De Colonel zelf +was hopeloos; zyne tong verdroogde in zyn mond, en zyne lippen waaren +geheel zwart; zulk een bitter lyden verduurde hy. In deezen staat konde +ik, hoe weinig hy het ook verdienen mogt, myn mededogen niet weigeren. + +Intusschen aten eenige soldaaten by aanhoudenheid van hun gezouten +varkens-vleesch; anderen trokken elkander vier aan vier voort, en +zogten eenige droppelen daauw, op bladeren van boomen verspreid. Wat +my betreft, ik ondervond tans, voor welken yver een Neger, die door +zynen meester wel behandeld word, vatbaar is. In deeze algemeene +behoefte, bood de myne my een kalebas vol water aan, zoo goed als +ik het in myn leven gedronken heb. Het was niet dan met de grootste +moeite, dat het hem gelukte dit water van de bladen van eenige wilde +pynboomen te haalen: zie hier, hoe deeze bewerking geschied. + +Men houdt de plant in de eene hand, en in de andere een sabel of mes, +waar mede men de plant beneden de bladen afsnydt. Vervolgens plaatst +men onder de opening een kalebas of een glas, en het water loopt +'er zuiver, fris, en zomtyds in eene groote hoeveelheid in. De bladen +van de plant, dit water in het regen-saisoen opvangende, brengen het +door derzelver canaalen als in een vergaarbak. Zommige Negers vonden +ook gelegenheid om door middel van water-willigen hunnen dorst te +lesschen; maar dit was voor eene door dorst versmagte krygsbende +niet voldoende. De water-willige is een zeer sterk heester-gewas, +zynde een zoort van wynstok, en alleenlyk in zandige landstreeken +groeiende: men snyd dezelve met den sabel in langwerpige stukken, +en dadelyk neemt men 'er een in den mond. Deeze plant verschaft op +die manier een frisschen, aangenaamen en gezonden drank, die in de +brandende bosschen van Guiana van groote nuttigheid is. + +De Voorzienigheid my dit hulpmiddel gelukkiglyk hebbende toegezonden, +konde ik myne eerste gemoeds-beweging niet wederstaan, en ik deelde +'er den Colonel van meede, wiens ouderdom en zwakheden ten zynen +voordeele spraken. Hy wierd 'er door verkwikt, en vervolgens besloot +hy, om langs zynen ouden weg te rug te keeren, zonder eenige hoop om +den vyand te agterhaalen: het volk was zoo afgemat, dat men verscheiden +soldaaten dragen moest. Als een laatste hulpmiddel, zond de Bevelhebber +toen eenen Neger uit de Volkplanting de Berbices, genaamd GAUSARIE, +af, om geduurende onzen te rug tocht moeite tot eenige ontdekking te +doen. Den zelfden weg hernomen hebbende, kwamen wy op eenen korten +afstand van de put, welke wy des avonds te vooren gegraven hadden. In +de gedachten zynde, dat dezelve tans helder water in zig bevatten +moest, zond ik mynen Neger QUACO derwaarts, om eene van myne flesschen +te vullen, eer dit water troebel gemaakt wierd; en dit deed hy. Maar, +toen hy daar mede naar my te rug kwam, ontmoette hy den Colonel, die +met zyn snaphaan de fles in stukken sloeg, en aan twee mannen bevel +gaf, om zig als schildwachten by de put te plaatsen, willende het +water voor zig zelven, en voor zyne vrienden bewaren. Dewyl echter +in zulk eene omstandigheden de onderwerping ophield, bukten de beide +schildwachten in de put, met het hoofd naar beneden. Hun voorbeeld +wierd oogenblikkelyk door verscheidene andere soldaaten gevolgd, en +dit water veranderde wel dra in eene modderpoel, die tot niets meer +dienstig was. Na dat wy onze hangmatten aan boomen hadden opgehangen, +verdeelde men onder ons allen, zonder onderscheid, een weinig van +zekeren sterken drank, genaamd kill-devel; maar ik dronk nimmer daar +van, en liet myn aandeel voor mynen getrouwen QUACO. De Colonel dit +vernomen hebbende, liet hem het glas uit de handen rukken, om het geen +er in was, weder in de kruik te gieten, my toevoegende: "dat vermits +ik van dien drank niet dronk, ik 'er niet van hebben moest." Ik was +verontwaardigd over zyne ondankbaarheid; en den zelfden avond een +volle fles van dit zoort van drank gevonden hebbende, gaf ik die aan +mynen Neger. + +Omtrent middernacht ontdekten wy, by toeval water. Onuitspreeklyk +verkwikkend was dit voor ons! het verdiende den voorrang boven den +besten wyn: ik zal nooit vergeeten, met welk genoegen ik 'er van +dronk. Ieder leschte zynen dorst naar wensch; en de Colonel liet +toen een groot vuur aanleggen, om zyne avond-maaltyd gereed te maken; +maar hy verbood, aan wien 't ook wezen mogt, dit insgelyks te doen. Hy +stond zelfs niet toe om een stok te snyden, en men was dus genoodzaakt +het gezouten ossen en varkensvleesch rauw te eeten. Myn aandeel aan +een zoort van wandelstokjen geregen hebbende, kroop ik zachtkens +naar het vuur van den Bevelhebber, om aldaar dit vleesch te braden; +intusschen maakte de Neger, die hem tot kok diende, my zeer spoedig +willende helpen, eenig gerucht, en deed hem ontwaaken; maar ik, om +te beletten, dat hy my niet zag, pakte my weg, na myn stuk vleesch +in zyne ketel geworpen te hebben. + +Na verloop van eenige minuuten, wende hy voor, dat men in weêrwil +zyner beveelen hout gesneden had. Ik vernam dit, en vreezende dat +hy eenig geweld mogt aanrechten, begaf ik my zachtkens naar zyne +hangmat, en verzekerde hem, dat al het volk in diepen slaap was. Hy +veinsde my niet te herkennen, en my by de hairen nemende, gaf hy +een verschrikkelyken gil. Het gelukte my hem te ontsnappen, en my in +veiligheid te stellen; echter riep hy uit: "schiet op hem! schiet op +hem!" het welk onze geheele legerbende vermaakte. Mynen Neger gevonden +hebbende, liet ik hem dadelyk myn eeten haalen; hy ging in alleryl +derwaarts, en bragt my een stuk ossen-vleesch weêrom, het welk tien +maalen grooter was, dan het geen ik gegeven had; ik bewaarde het, +en had het genoegen, om 'er de ongelukkige slaven op te onthaalen: +dus eindigde deeze elendige dag. + +Den 13den, kwamen wy weder aan de Wana-Kreek. Wy waren, door zoo veel +nutteloos lyden, onuitspreekelyk vermoeit. + +Alhier onthaalde de Colonel zyne vrienden op myn rhum, en in myne +tegenwoordigheid, maar zonder my een enkelen droppel 'er van aan te +bieden. Ik vond op deeze zelfde plaats een brief, gedagteekend uit +Ceylon, in de Oost-Indiën: deeze was aan my gezonden, door één myner +naastbestaanden, den heer ARNOLDUS DE LY, Gouverneur van Punta de +Galo en Matury, die my nodigde om by hem te komen, en my verzekerde, +dat myn fortuin dan gemaakt zoude zyn. Myn kwaade planeet gedoogde +dit niet; ik oordeelde my zelven onëer aan te doen, met in zoodanig +tyds-gewricht den dienst te verlaten. + +De Neger GAUSARIE kwam den 14den te rug, en verklaarde niets gezien +te hebben. + +Den 15den, werd eenig krygsvolk, bestaande uit twee Capitains, twee +Lieutenants, en vyftig soldaaten, naar de Rivier Maroni afgezonden, +om aldaar den Capitain FREDERIK op te zoeken, die, aan het hoofd van +vyftig andere manschappen, den 20sten der laatst voorgaande maand +vertrokken was, en van wien men niet meer had hooren spreken, het +geen groote bekommering veröorzaakte. + +De wachtpost van Vrydenburg, aan de Maroni, bestaat in een vierkant +stuk grond, bedekt met huizen van Latanus-boomen hout gebouwd, +waar van de bosschen van Guiana overvloeijen, en met goed paalwerk +omringd. 'Er is een wacht aan de buiten-kant, en aan de vier hoeken +vier schilderhuizen voor de schildwagten. Deeze post, door verscheide +stukken geschut verdedigd, is in het midden van een ledig plein gelegen +aan de oevers der Rivier, alwaar men ook een vlag ziet. Dezelve heeft +gemeenschap met de Fransche wachtpost aan de overzyde, en beide leggen +op een korten afstand van den mond der Maroni. Om daar van een juister +denkbeeld aan den lezer te geven, heb ik dezelve afgeteekend, gelyk +mede die van de Wana-Kreek, welke, schoon aangenaam voor het gezicht, +nier minder doodelyk was voor een groot aantal van ons volk. + +In de afteekening der Wana Kreek worden de drie legerplaatsen +onderscheidentlyk vertoond. Aan beide zyden, ziet men die van den +Colonel FOURGEOUD, en van wylen den Major RUGHCOP; in het midden, en +lynrecht in 't gezicht van den mond deezer Kreek, is de legerplaats +der Neger-Jagers. + +Den gemelden 15den, liet men vaartuigen vertrekken, om de zieken weg +te brengen, en krygsbehoeften aan te voeren. De geheele legerbende +wierd toen door eene zwaare ziekte, een roode loop, aangetast, die +een groot getal menschen in 't graf sleepte. Al wat wy doen konden, +bestond daar in, dat wy, op hoop van goeden uitslag, braak- en andere +geneesmiddelen aan de zieken toedienden: wy hadden geene Chirurgyns; zy +waaren allen in de hospitaalen aan de Commewyne of op Paramaribo bezet. + +De arme slaaven vooral verwekten deernis. Zy waaren, zoo als ik gezegd +heb, op eene halve portie eeten gezet, en zedert omtrent twee maanden, +leefden zy van kool van palmboomen, graanen, en wilde wortelen: +hier aan moet men de besmetting toeschryven, die de legerbende +verwoestte. Deeze ongelukkige Negers waren zoo uitgehongerd, dat zy +koorden of banden van heestergewassen om hunne lendenen bonden, volgens +de gewoonte der Indianen, die zig op deeze wyze den buik toebinden, +wanneer hen de honger kwelt, en welke vermeenen of zig inbeelden, +dat het lyden door de drukking minder word. Ik ontsnapte echter, +met eenige anderen, aan de besmetting; maar ik was buiten staat om +te gaan, uit hoofde van eene zwaare zwelling aan één myner voeten, +een ongemak, het geen men hier consaca noemt, en zeer gelykvormig is +aan het geen wy in Europa onder den naam van bevriezing kennen, en +het welk eene groote jeukte veröorzaakt, vooral tusschen de vingers, +waar uit water zypert. + +De Negers zyn aan dit ongemak zeer onderworpen; zy geneezen het zelve, +door een citroen- of limoen-schil, zoo heet, als zy die veelen kunnen, +op de huid te leggen. + +Ik heb dikwils reden gehad, om van onze mondbehoeften te spreken, +welke bestonden in gezouten ossen- en varkens-vleesch, en in bischuit, +waar van men ons alle vyf of zes dagen onze portie toedeelde. De twee +eersten hadden, na hun vertrek uit Ierland, misschien reeds de weereld +rond gereisd. Zy waren toen zoo groen, zoo slymerig, zoo stinkend, +en zomtyds zoo vol wormen, dat ik ze op andere tyden niet in myn maag +zoude hebben kunnen verdragen. + +Ik gaa tans over tot ons reistuig. Deszelfs beschryving zal my niet +veel tyd kosten; want het bestond, voor elken Officier, slechts in +een koffer, of vierkante kist, waar in hy zyn linnen, zyn verschen +voorraad, en zyn sterken drank, wanneer hy die had, wegsloot. Deeze +kisten dienden ons tevens tot stoelen en tafels in het veld: op de +tochten, droegen de Negers dezelve op hun hoofd. Ik moet bovendien +aanmerken, dat wy na zes uuren des avonds nooit vuur hadden; wy kenden +dan alleenlyk het maanlicht, het welk voor ons eene zeer treurige +vertooning maakte. + +Ik had noch bord, noch schotel, noch lepel, noch vork: de kalebas van +eenen Neger vervulde my de plaats van de twee eerstgemelde. Zelden +had ik een vork van nooden, en nog minder een lepel. In plaats van +dezelve, bediende ik my van een breed omgebogen blad, zoo als de +Slaven doen. Elk droeg een mes in zyn zak. Ik trachte eindelyk my +een lamp te maken van een gebroken fles; ik deed daar in een weinig +varkens-vet in plaats van oly, en ik scheurde een stuk van myn hembd, +om 'er een lemmet van te maken. De nood, zegt men, maakt vernuftig, +en in zulk een staat als de onze valt men niet kiesch. In de daad, +indien ik op dit oogenblik gehad had, het geen ik in voorige tyden +wegsmeet, zoude ik God gedankt hebben. + +Van vernuft sprekende, moet ik niet vergeten het fraay mandwerk, +het welk de Negers in groote meenigte in het veld maakten. Ik maakte +dit zelf ook, volgens hunne onderrigtingen, en ik zond 'er een aantal +van ten geschenke aan myne vrienden op Paramaribo. Het word gemaakt +van een zoort van houtachtig en sterk koord, het welk men in den +bast van den kool-boom vindt. Die men tot het quadrille-spel maakt, +zyn zeer fraay. Andere zyn geschikt om 'er vrugten en groenten in te +bewaaren; men vlegt dezelve met een zoort van biezen, warimbo genaamt, +welke men splyt, en 'er de merg uit haalt. Men maakt ze ook vry goed, +met dunne koorden van heestergewas. De Negers maken ook fraaye netten +van een zoort van zyde plant. + +Het is een zoort van Aloë, die in de bosschen groeit. De bladen 'er +van zyn getand, stekelachtig, en bevatten, over derzelver geheele +lengte, kleine witte vezelen, welke men even als de hennip slaat, en +laat rotten. Deeze vezelen dienden ons om touw te maken, veel sterker +dan eenig touw in Europa. Het zoude zeer geschikt zyn voor de schepen, +maar het is aan eene zeer schielyke verrotting onderhevig. Dit zoort +van hennip gelykt zoo sterk naar de witte zyde, dat de invoer daar +van in verscheiden Landen verboden is, uit vreeze dat men 'er by +verkoop bedrog mede plegen zoude. De Indianen noemen deeze plant +curetta, en in Surinamen noemt men ze doorgaans Indiaansche zeep; +zy schynt dezelfde te zyn, als de zeepboom, om dat ze eene zachte +zelfstandigheid voortbrengt, welke even als de gewoone zeep tot +wassching dient, en door de Negers en verscheiden inwooners tot dit +einde gebruikt word. Men vind ook in de bosschen een andere zoort van +plant van dezelfde gedaante als deeze, welke de Negers baboun knify +(apen mes) noemen, en die het vleesch tot op het been doorklieft. Ik +heb 'er zelf de proef van genomen, maar zonder nadeelig gevolg. + +In het tydstip, waar van ik tans spreek, hadden alle de soldaaten +gebrek aan koussen, schoenen en hoeden. De Colonel, om een voorbeeld +van lydzaamheid te geven, en morringen voor te komen, liep een geheelen +dag blootsvoets voor het volk uit. Ik had hier in een voorrecht boven +alle anderen. Myne gewoonte, om zonder koussen of schoenen te gaan, +had my de huid verhard. 'Er was toen onder ons volk geen enkele, +die een lid aan zyn lichaam had, dat volmaakt gezond was: het gebrek +van zindelykheid was 'er voornamelyk oorzaak van; zulks verwekte zeer +dikwils zweeren, welke aan hun, wien men in tyds de afzetting niet +doen konde, den dood veroorzaakten. Deeze waaren de kwaalen, waar +mede wy te worstelen hadden, maar hoe groot die ook waren, zy waren +slechts de voorloopers van de geene, die ons nog te wagten stonden. + +Ik ontfing toen een beste ham en een douzyn flessen Porto-wyn, welke +de Capitain VAN COEVERDEN my zond. Ik hield 'er vier van, welke ik +met de andere Officiers uitdronk, en gaf de overige aan den Colonel, +die door vermoeing uitgeput was. Des anderen daags, den 29sten, had ik +de eer het bevel te ontfangen over eene wacht, benevens den Capitain +BORGNES, en veertig mannen, om pogingen te doen tot het vangen der +Negers, welke drie weken te vooren de Kreek waren overgetrokken. + +Na de Rivier in een vaartuig afgezakt te zyn, en in het zelve vaartuig +den nacht te hebben doorgebragt, stapten wy des anderen daags morgens +aan land, en trokken noordwest-waarts voort; maar geen kompas hebbende, +verdwaalden wy wel dra van onzen weg. Eene groote Savane doorgetrokken +zynde, hingen wy onze hangmatten aan den kant van een dik en eenzaam +bosch op. Den 31sten, vervolgden wy den zelfden weg, in de hoop van +aan de boomen de kenbaare teekens van den doortocht van eenigen van ons +krygsvolk te zullen ontdekken. In een moeras gegaan zynde, waadden wy +daar in tot op den middag, hebbende zomtyds het water tot aan de kin, +en zynde in gevaar van te verdrinken: eindelyk geheel doorweekt, en +onze kleederen aan flarden zynde, waren wy genoodzaakt langs onzen +ouden weg te rug te keeren. Na een gedwongen marsch, hielden wy op +nieuw halte aan de oevers van de Cormoetibo-Kreek. 'Er viel zulk een +zwaare regen, dat ik my niet herïnnere immer een zwaarer gezien te +hebben: dezelve duurde den geheelen nacht, en veröorzaakte zoo veel +verwarring en wanörde door de overyling, waar mede zig elk van eene +schuilplaats voorzag, dat ik eene kneuzing aan het hoofd kreeg. Ik +ging niettemin voort, met my spoedig eene verblyfplaats te bezorgen, +en ik was de eerste in myne hangmat, waar boven ik een overdek van +bladeren maakte; omtrent onder dezelve, leide ik een goed vuur aan, +en viel in diepen slaap te midden van den rook, die my voor het +steeken der muggen bewaarde. + +Van insecten sprekende, moet ik niet vergeten, dat deezen avond een +Neger, die droog hout was gaan zoeken, my tot myne groote verwondering, +een Kever aanbood, die niet minder dan drie of vier duimen lang, +en meer dan twee duimen breed was. Men noemt hem in Surinamen den +Rinoceros, uit hoofde van zyn Olyfants snuit, die omgebogen en +gespleeten is, en de dikte heeft van een groote ganzen veder. Dit +dier heeft op den kop verscheide harde en gladde verhevenheden; hy +heeft zes ledematen; zyne vleugels zyn breed, en zyn geheele lyf is +volmaakt zwart: hy is de grootste van alle de Amerikaansche Kevers. + +'Er is ook in Guiana een ander insect van dit zoort, genaamd het +vliegend Hart, uit hoofde van zyne hoorns, die naar de hoornen van +een hart gelyken: beiden vliegen met een ongemeen gebrom, en zyn zoo +sterk, dat weinige vogelen hen durven aanpakken. Een der grootste +ongemakken, die wy in het bosch ondervonden, wierd veroorzaakt door +een vlieg, zoo groot als een bye, en wier steek byna even geducht +is. Ik kan dezelve niet beter vergelyken, dan by het diertjen, dat +wy in Engeland de Vlieg-Spinnekop noemen. + +Na zes of zeven uuren lang, in weerwil van den regen, de rook, de +muggen, en myne bekomene kneusing, vast geslapen te hebben, ontwaakte +ik zeer verfrischt ten vyf uuren des morgens, en ten zes uuren traden +wy het jaar 1774 in, vaarende langs den oever der Cormoetibo-Kreek +tot op den middag, wanneer wy in de algemeene legerplaats aankwamen, +aan den mond van de Wana-Kreek, na een zeer nutteloozen tocht, als +naar gewoonte. + +Den 3den, zagen wy, tot ons groot genoegen, den Capitain FREDERIK +wederom, met zyne krygsbende, die eenen Neger, CUPIDO genaamd, +gevangen met zig bragt. De Capitain verhaalde ons, dat een arme +soldaat van 's Compagnies krygsvolk, ter dood veroordeeld zynde, +vergiffenis van hem ontfing, op het oogenblik, dat hy op de kniën +lag om doodgeschoten te worden, en dat de ontsteltenis, die hem zulks +veroorzaakte, hem het verstand deed verliezen. + +De Colonel FOURGEOUD, toen besloten hebbende deezen veldtocht te +eindigen, zond eene krygsbende van zestig mannen vooraf, om naar de +Patamaca-Kreek op kondschap uit te gaan. + +Ik waschte nu myn hembd in de Wana-Kreek: dit was het laatste dat ik +had, en ik was verpligt my te baden, tot dat het droog was. Ik had +naar Paramaribo om ander linnen geschreven; maar myn brief kwam niet +te recht, en alles, wat ik had medegebragt, was aan flarden. + +Den 4den January, des morgens ten tien uuren, waaren wy gereed om op te +breken. De zieken in vaartuigen naar Devil's Harwar gezonden hebbende, +staken wy eindelyk de Cormoetibo-Kreek over, en wy trokken regelrecht +zuidwaarts aan, om de Patamaca te bereiken. Op onzen tocht trokken +wy voor by steile bergen, met steenen bedekt, en met myn stoffelyke +zelfstandigheden bezwangerd. De ligging deezer bergen, die niet +meer dan twintig mylen van den Oceaan gelegen zyn, wederspreekt de +waarneemingen van Dr. BANCROFT, die beweert, dat men dezelve in dit +Land niet ziet, dan op den afstand van meer dan vyftig mylen van de +Zee. Des avonds sloegen wy ons neder aan den voet van eenen anderen +zeer hoogen berg, alwaar wy een kleine beek van goed water en Latanus +boomen vonden, het geen voor ons twee gewichtige punten uitmaakte. Het +was in de daad merkwaardig, en zelfs zeer fraay, een soort van stad van +boomloof te zien, die zig in een uur verhief op een grond, alwaar te +vooren niets was. Een oogenblik daar na waaren de vuuren aangestoken: +de een kookte 'er zyn eeten op, de ander droogde 'er zyne kleederen by. + +Deezen nacht echter wierd het geheele leger aangetast door een loop, +veroorzaakt door het water, het welk wy hier dronken. Dit water, +schoon zeer helder, bevatte zoo veele myn-stoffelyke zelfstandigheden, +dat het den smaak van Bath- of Spa-water had. Deeze omstandigheid +alleen is genoeg ter aanwyzing, dat men in deeze bergen metaalen +vinden zoude, indien de Hollanders de noodige kosten doen wilden, om +'er in te delven. + +Den 5den, vervolgden wy onzen tocht steeds over de bergen, waar van +zommigen zoo steil waren, dat verscheide Slaven met hunne pakken niet +kunnende opklauteren, dezelve tegen den grond wierpen en wegliepen, +niet naar den vyand, maar naar hunne meesters, die hun dit ligtelyk +vergaven: anderen rolden met pak en zak van boven neder. + +Des avonds van dien zelfden dag, vonden wy onze huisvesting gereed, +en wy besloegen de hutten, die men had laten staan, na BONNY en zyn +volk op de vlucht gedreven te hebben. In de myne vond ik nog een +zoort van kaars, die vry aartig gemaakt was van wasch van wilde byën, +en het gedroogd merg van biezen. + +De wooning van BONNY had zeer veel gemak; zy was met paalwerk omringd, +en bestond uit vier zeer nette vertrekken. De Colonel nam aldaar +zyn intrek. + +Den 6den, scheen al het volk uittermaten vermoeit te zyn. De Colonel +gelastte dienvolgende een dag halte te houden; alleenlyk zond hy den +Capitain FREDERIK, wien het Land 't best bekend was, met zes mannen +af, om de oevers van de Claas-Kreek op te zoeken, zynde een zoort +van vlietend water, het geen zynen oorsprong neemt op de plaats, +alwaar wy ons bevonden, en in de Cottica uitloopt. Naauwlyks waren +zy vertrokken, of de oogen van den Colonel by toeval op my gevallen +zynde, gelastte hy my om hen alleen te volgen, en hem bericht te komen +brengen, van het geen ik aan de overzyde van den oever ontdekken +mogt. Ik haalde weldra de afgezondene manschappen in, en na eenige +oogenblikken te zyn voortgetrokken, slonden wy tot onder de armen +toe in 't water. FREDERIK gaf toen bevel om te rug te trekken, maar +ik verzogt hem, om naar my te wagten; waarna ik, mijne kleederen +uitgetrokken, en myn sabel tusschen de tanden genomen hebbende, de +Kreek al zwemmende overstak; aan de overzijde gekomen zynde, ging ik +daar een wyl langs; niets vindende, kwam ik te rug op dezelfde manier, +en wy kwamen wederom op de legerplaats. + +Op den middag, deed ik bericht aan den Colonel, die my voorkwam +over deeze hoopelooze daad, welke hy niet verwagt had, verwonderd +te zyn. En ik was het niet minder, wanneer hy my by de hand vatte, +en aan zynen kamerdienaar gelastte, om my een fles wyn en een stuk +ham te brengen. Men zal het misschien naauwlyks kunnen gelooven; +maar het een was zuur, en het ander bedorven: het geschenk egter van +gelyken aart, het welk ik hem gegeven had, was gezond en gaaf. Zulk +eene laagheid veröntwaardigde my dermaten, dat ik boos opstond, +en hem verliet, hem, zyn knecht, zyn wyn, zyn vleesch, en stinkende +wormen. Ik stilde mynen honger met een stuk bischuit en drooge visch, +die ik van een Neger kogt. + +Den 7den January, trokken wy weder voort. Den zelfden dag vong ik +één van die fraaije kapellen, waar van ik, by het verhaal van mynen +tocht naar de Cottica, gesproken heb. Ik zal tans voortgaan met +hem te beschryven, schoon ik zyn naam niet weet. Van het eene einde +zyner vlerken tot aan het andere, was hy by de zeven duimen breed; +alle waaren zy van eene zoo levendige en schitterende blaauwe kleur, +dat dezelve gelyk stond met het hemelsblaauw op eenen schoonen dag; +deeze vlerken pronkten met een rand van eene bruine kleur met witte +vlakken. Ik kan niet nalaaten hier te herhaalen, dat deeze kapel, op +het groene loof der boomen huppelende, door zijne schitterende kleur +en grootte eene treffende uitwerking deed. Zoo ik my niet bedrieg, +behoort hy tot het zoort der Danaï van LINNAEUS. Ik heb zyn popjen +niet gezien; maar zyne rups, die van eene geelachtig gryze kleur is, +is zoo dik als de vinger van een mensch, en meer dan vier duimen +lang. Het is onbegrypelyk, van hoe veele verschillende zoorten +van kapellen de bosschen van Guiana overvloeijen. Zommige lieden, +die 'er een kostwinning van maken, met dezelve te vangen, winnen +'er veel geld mede. Na ze in kleine papiere doosjes met spelden te +hebben vast gemaakt, zend men ze naar verscheidene kabinetten van +Europa. Doctor BANCROFT zegt, dat om ze gaaf te houden, men ze met +terpentyn moet aanraken; maar het is genoeg, dat men in de doos, +waar in deeze insecten leggen, een stuk campher vast maakt. + +Deezen avond lagen wy op eenen kleinen afstand van de Patamaca-Kreek +gelegerd. Wy vonden aldaar eene arme Negerin, die bitterlyk schreide, +en als eene offerhande, aan den voet van eenen boom, waar onder +het lyk van haaren man begraven was, eenige eetwaaren nederleide, +en water plengde. Deeze man had in eenen slag tegen de Europeanen +het leven verloren. + +De Capitain FREDERIK en ik, in eene zandwoestyn, in den omtrek der +legerplaats, wandelende, ontdekten hier de pas gezette voetstappen +van eene groote tygerin, met haar jong, in welk oogenblik dit dier +zeer verslindend is. Wy begrepen dus, dat het voorzichtig was te rug +te keeren. Ik nam de maat van den voet der moeder: dezelve was byna +zoo groot als een gewoone tinne schotel. + +Na een tocht van eenige uuren, kwamen wy des anderen daags morgens +eindelyk op den post van la Rochelle, aan de Patamaca. Wy waren mager, +uitgehongerd, zwart geworden, verbrand, ongekleed, de meesten zonder +schoenen en hoeden, en in een staat, zoo als men nimmer iets dergelyks +gezien heeft. Ik had zelf niet meer dan de helft van myn lange broek, +en myn eenigste hembd hing gescheurd aan malkander. Wy vonden op +deezen post eene kleine bende van elendelingen, gereed om het bosch, +het welk wy verlieten, in te gaan, en die bestemd waren, om, even +als wy, alle de elenden, die menschelyke schepfels verduuren kunnen, +door te staan. Ik heb reeds van verscheidene ziekten gesproken, als +van verschillende zoorten van rooden uitslag, van, rotkoortsen, van +galkoortsen, van verharde gezwellen, van rooden loop, waar aan men +in deeze luchtstreek is bloot gesteld. Ik heb gezegd, hoe zeer men +aldaar geplaagd word door muggen, pattat en scrapat-luizen, mieren, +wilde byen, heestergewassen en doornen in de bosschen; hoe zeer men +aldaar te vreezen had voor de kaymans en de pery in de Rivieren; +hoedanig het gesuiffel der slangen, het gebrul der tygers was; +welke zandwoestynen, welke diepe moerassen wy doortrokken; welke +heete dagen, welke vochtige en koude nachten, welke vreesselyke +slagregens wy doorstonden; welk slecht en slap voedzel men ons gaf; +en de lezer staat buiten twyffel verstomd, dat iemand zulke wreede +beproevingen heeft kunnen, overleven. Hoe lang die lyst ook zy, +verklaar ik egter, dat ik, uit vreeze van langwylig te worden, +een gebrek, waar aan ik misschien reeds schuldig ben, veele andere +onheilen, die ons drukten, heb overgeslagen. Ik zoude nog hebben +kunnen spreken van een onëindig getal kleine slangen, hagedissen, +scorpioenen, sprinkhaanen, spinnekoppen, wormen, duizendpooten, +en zelfs vliegende luizen, waar van de reiziger gevaar loopt om elk +oogenblik van één gereten of gestoken te worden; maar ik bewaar die +beschryving tot eene andere gelegenheid. + +Men zal zig een denkbeeld kunnen vormen van, den honger, die ons +by onze komst alhier verslond, wanneer ik verhaald zal hebben, dat +ik eene Negerin gezien hebbende, die van zekere groove spys haare +maaltyd hield, haar een halve kroon toewierp, de schotel uit haar hand +rukte, en het geen 'er op was met meer smaak opslokte, dan ik immer +de lekkerste spys bereiding genuttigd heb. Ik deed tans den Colonel +FOURGEOUD opmerken, hoe aangenaam het zyn zoude, wanneer hy zyne overig +zynde soldaten op groenten, versch ossen- en schapen-vleesch onthaalde, +zoo wel als dat hy hun van koussen, schoenen en hoeden voorzag; maar +hy antwoordde my, dat de lekkernyen van Capua het leger van HANNIBAL +bedorven hadden; hy scheen my toe in het begrip te staan, dat zy, +die als hoopeloozen vechten, menschen zyn, die 't leven moede zyn. + +Den 11den, kwam het krygsvolk aan, het welk de Wana-Kreek een dag voor +ons verlaten had; en, als naar gewoonte, hadden zy niemand gevangen +genomen, noch zelfs gezien. + +Den 12den, kwam één der muitelingen met zyn wyf, aan den post +van la Rochelle, en zy gaven zig aan den Bevelhebber vrywillig +over. Den zelfden dag kreeg ik verlof, om, wanneer ik het verkoos, +naar Paramaribo te gaan, om my te herstellen. Ik was over dit +verlof verblyd, en maakte my met eenige andere Officiers gereed om +te vertrekken. Wy lieten den Colonel agter ons aan het hoofd van +eene krygsbende, waar van de beste uit den hoop een Pagters kar in +Engeland ontcierd zoude hebben. Eindelyk kwam het verlangde uur, en +ik was de vyfde, die in een overdekt vaartuig trad, het welk door zes +roeiers wierd voortgeroeit, om my naar de hoofdstad der Volkplanting +te begeven. Ik was steeds welvarende, wel gemoed en vol vreugde. + +Ik vond op Devil's Harwar eene kleine bezending van thee, koffy, +beschuit, boter, suiker, limoenen, rhum, en twintig flessen goeden +wyn, die myne vrienden van Paramaribo my naar den post van la Rochelle +toezonden. Ik zond dezelve niet te rug, en in weerwil der onwaardige +behandelingen van den Colonel, maakte ik 'er hem een geschenk van, +uitgenomen echter twaalf flessen, die wy, op de gezondheid onzer +vrouwen of minnaressen, in het vaartuig uitdronken. Ik konde my niet +wederhouden den Bevelhebber te beklagen, wiens ouderdom (hy was een +man van by de zestig jaaren,) en werkzaamheid, in allen gevalle zeer +veel achting verdienden. Schoon hy op deezen, tocht zeer weinige +muitelingen had gevangen genomen, had hy echter het bosch van de +Commewyne tot den mond der Wana-Kreek gezuiverd; hy had de vyanden +uit één gedreven, hunne wooningen vernield, hunne velden verwoest, +en alle hereeniging van de verschillende partyen der muitelingen belet. + +Wy kwamen den 13den des avonds op de Plantagie myn Genoegen, alwaar +wy de avond maaltyd hielden. Van daar zetteden wy onze reize dag +en nacht voort, onzen tyd met zingen en lachen doorbrengende, +tot den 15den op den middag, wanneer wy, onder begunstiging van +het vallend water, aan het Fort Amsterdam aankwamen. Vervolgens de +Rivier oversteekende, stapten wy aan land voor het huis van den heer +DELAMARE, te Paramaribo. Ik bleef in 't eerst aan den oever staan, +alwaar een groot getal myner vrienden my omärmden, en my met myne te +rug komst in de stad geluk wenschten. + +Myne eerste zorge was, om myne geliefde JOANNA te laten haalen, die, +toen ze my zag, in traanen weg smolt: dit was zoo wel uit vreugde dat +ik nog leefde, (men had gezegd, dat ik dood was,) als uit aandoening +over den deerniswaardigen staat, waar in ik my bevond. Dus eindigde +myne tweede veldtocht, waar van het verhaal dit Hooftstuk besluiten +zal. + + + +TWAALFDE HOOFTSTUK. + +Beschryving van Paramaribo, en van het Fort Zelandia.--De Grow-Mouneck, +of graauwe Munnik.--De West-Indische Abricoos-boom.--Verschillende +zoorten van Oranje-boomen.--De Colonel FOURGEOUD trekt naar de Rivier +Maroni.--Een Capitain word gewond, en eenige soldaaten gedood.--Vreemde +straf-oeffening in de hoofdstad.--Het Fort Sommelsdyk.--De wachtpost +van de Hoop. Duiven en Tortelduiven.--Groenten en vruchten.--Jacht +en wildt.--Steenbakkery.--Insecten. + +My thans andermaal te Paramaribo bevindende, zal ik, ter dezer +gelegenheid, de beschryving deezer aangenaame Stad mededeelen. Ik heb +reeds gezegd, dat zy aan de fraaije Rivier Surinamen, zestien of agtien +mylen van derzelver mond, gelegen is. Zy is gebouwd op een zoort van +steenachtigen zandgrond, met de landen rondsomme waterpas liggende, +en maakt een langwerpig vierkant van anderhalve myl lang, en ten +hoogsten een halve myl breed. Alle de straaten zyn volmaakt afgemeeten, +en beplant met oranjeboomen, palmboomen, tamarinde en limoenboomen, +die in alle Jaargetyden bloeien, en zig onder het gewicht van geheele +trossen der geurigste en uitgelezendste vruchten krommen. Men heeft +hier noch gehouwen, noch gebakken steenen voor de straaten noodig; +de steenachtige zandgrond is voldoende; dezelve is niet minder, +dan die der fraaiste tuinen in Europa, en men maakt denzelven nog +aangenaamer, door dien met zeeschelpen te bestrooijen. De huizen, +die meerendeels twee, en zomtyds vier verdiepingen hebben, zyn, +eenigen uitgezonderd, van zeer fraay hout gebouwd. De grondvesten +der gebouwen zyn byna allen van gebakken steen; en kleine gekloofde +planken bedekken de daken in plaats van pannen. Men ziet zeer zeldzaam +glaaze raamen in dit Land; het glas verwekt 'er te veel warmte, +en men gebruikt in plaats van dien, raamen van gaas. Eenige huizen +hebben windluiken of blinden, die men van zes uuren des morgens tot +zes uuren des avonds open houdt. Wat schoorsteenen betreft, ik heb +'er geen enkele in de geheele Volkplanting gezien; men legt geen +vuur aan, dan in de keuken, die altoos van het woonhuis afgelegen is; +men legt het daar aan op den grond, en de rook vliegt door een gat, +in het midden van het dak gemaakt. Deeze houte huizen zyn echter in +Surinamen zeer duur; het huis, het welk de Gouverneur onlangs had +laten bouwen, kostte hem meer dan vyftien duizend ponden sterling. In +de geheele Stad Paramaribo is geen bronwater: elk huis heeft een put, +in den rotsachtigen grond gegraven, die brak water geeft, alleenlyk +dienende voor Negers, het vee, enz. Europeaanen hebben regenbakken, +waar in zy het regenwater tot hun gebruik bewaren: het beste zygt +door een steen, en valt in groote tonnen, of aarde vaten, door de +Indianen gemaakt, die dezelve tegen koopwaren verruilen. De inwooners +van dit Land slapen allen in hangmatten, uitgenomen de Negers, die +meestal op den grond slapen. De hangmatten van lieden van aanzien, +zyn van catoene lynwaat, met zeer ryke franjen omzet. De Indianen +maken die ook, en verkoopen ze zomtyds tot voor dertig guinies. Men +heeft geene dekens noodig: men behoeft alleenlyk gordynen, om zig +tegen de muggen te beveiligen. Zommige lieden hebben bedden, met +gaaze gordynen omringd, welke de lucht vryelyk laaten doorspelen, +en tegen het kleinste insect veilig stellen. De huizen zyn in 't +algemeen te Paramaribo luisterryk verciert met schilderyen, glaswerk, +verguldzels, kristalle kroonen en porceleine potten; de muuren der +kamers zyn nooit bepleisterd, noch met papieren behangzels overdekt, +maar overheerlyk beschoten met kostbaar hout. + +Men berekent het getal der huizen te Paramaribo op veertien +honderd. Het voornaamste is het Paleis van den Gouverneur, het welk, +langs een weg in den tuin, met het Fort Zelandia gemeenschap heeft. Dit +Paleis, en het huis van den Bevelhebber van het Fort, waaren de eenige +steene gebouwen in de geheele Volkplanting. Het Stadhuis is een cierlyk +en nieuw gebouw, met pannen belegt. Aldaar houden de verschillende +Hoven van Justitie hunne zitting, en daar boven zyn de gevangenissen, +voor Europeesche misdadigers geschikt, uitgenomen voor krygslieden, +welken men in het Fort Zelandia gevangen zet. De Protestantsche Kerk, +alwaar men den dienst in het Hollandsch en Fransch doet, heeft een +kleine spitse tooren met een uurwerk; de Lutherschen hebben ook +hunne Kerk; en de Joden bezitten twee Synagogen, eene Portugeesche +en eene Hoogduitsche. 'Er is in de Stad een groot Hospitaal voor de +bezetting, en ongelukkig is het nooit ledig. In de Vesting bewaart men +de oorlogs- en mondbehoeften; de soldaten van 's Compagnies krygsvolk +zyn aldaar in barakken gehuisvest, en eenige Officiers hebben 'er vry +goede wooningen. De Stad Paramaribo heeft eene voortreffelyke reede, +alwaar dikwils, op den afstand van een pistoolschoot van den oever, +meer dan honderd koopvaardyschepen geankerd liggen. Zelden zyn +'er minder dan tachtig, geladen met koffy, suiker, cacao, catoen +en indigo voor Holland; verscheide andere hebben slaven van de kust +van Africa aangebragt; en zommige eindelyk zyn uit het noorden van +America, of van de Antillische Eilanden gekomen, om meel, ossen- +en varkens-vleesch, sterke dranken, gezouten haring en makreel, +spermaceti-kaarssen, paarden en grof huisraad tegen verschillende +koopwaaren te verruilen, vooral tegen syroop van suiker (melasse), +waar van de Americanen rhum maken. + +De stad Paramaribo heeft geene vestingwerken; zy paalt ten zuid-oosten +aan de Rivier Surinamen, die meer dan een myl breed is; ten westen +aan eene groote zand-woestyn; ten noord-westen aan een ondoordringbaar +bosch; en het Fort Zelandia verdedigt dezelve ten oosten. Het Fort is +van de Stad alleenlyk afgescheiden door eene groote vlakte, alwaar het +krygsvolk de parade doet. Het heeft de gedaante van eene regelmatige +vyfhoek, en heeft maar ééne poort, die aan den kant van de Stad gelegen +is: twee van deszelfs bolwerken dekken de Rivier. Het is zeer klein, +maar sterk tot verdediging, zynde gebouwd van gehouwen of rots-steen, +en omringd door eene breede gracht, die vol water is, en voor welke +nog eenige vestingwerken leggen. Ten oosten, en aan de Rivier, is eene +battery van twintig stukken geschut. Op één der bolwerken is een klok, +waar op de wachthebbende soldaat met een hamer het uur slaat, het +welk hem door een zandlooper word aangewezen: op een ander bolwerk, +steekt men een vlag op, by het naderen van een oorlogschip, of by +openbaare vreugdebedryven. De muuren zyn zes voeten dik, en hebben +openingen voor het geschut, maar geene borstweeringen. Ik heb van +den tyd, dat dit Fort gebouwd is, reeds gesproken. + +Paramaribo is eene zeer volkryke stad. Men ziet op byna alle haare +straaten eene meenigte van Planters, Matroosen, Soldaten, Joden, +Indianen en Negers. De Rivier is aanhoudend bedekt met kano's en +vaartuigen, die heen en weder vaaren, even als onze schepen op de +Theems, en dikwils eene meenigte Musikanten met zig voeren. De schepen +op de reede, met hunne wimpels verciert, verfraaijen het toneel, het +welk nog gevoeliger word door de meenigte van jongelingen en jonge +meisjes, die in het water speelen. De vrolykheid en verscheidenheid van +deeze voorwerpen weegt eenigermaten tegen de ongemakken der luchtstreek +op. De kleederen en rytuigen der voornaamste inwoonders zyn waarlyk +prachtig: de geborduurde zyde stoffen, de Genueesche fluweelen, +de goude en zilvere boordzels, de diämanten schitteren dagelyks; en +zelfs de schippers der koopvaardyschepen komen met gespen en knoopen +van massief goud voor den dag. De tafels zyn niet minder kostbaar; +men discht op dezelve de duurste en uitgezogtste spyzen op in platte +schotels, of porceleine vaten, in den eersten smaak, en allerfynst +gewerkt. Maar niets duidt meer de pracht der Surinaamsche Colonisten +aan, dan het getal der Slaven, welke men aldaar in dienst houd, en die, +in zommige huizen, een getal van twintig of dertig bedragen. Zelden +ontmoet men in deeze Volkplanting blanke dienstboden. + +Men vind, te Paramaribo, in overvloed, geslacht vleesch, gevogelte +van allerlei zoort, wildt en visch. De groenten zyn 'er ook zeer +overvloedig. Behalven de lekkerste voortbrengzels, die aan deeze +luchtstreek eigen zyn, voert men aldaar aan het beste, dat Europa, +Asia, en Africa opleveren. De eetwaaren echter zyn 'er over 't algemeen +zeer duur, vooral die uit vreemde Landen komen, en door de Joden of +Schippers verkogt worden. De eersten genieten in deeze Volkplanting +byzondere voorrechten; de laatsten rigten voor een korten stond +magazynen op, om 'er de lading hunner schepen in te bergen, terwyl zy +die wederom met voortbrengzels van het Land beladen. Het tarwe-meel +word verkocht voor vier stuivers tot een schelling het pond; de boter, +twee schellingen; het geslacht vleesch, nooit onder een schelling, +en dikwils anderhalve schelling. Ik heb voor een enkele kalkoen +anderhalve guinie betaald. De eieren gelden vyf stuivers het stuk; +de aardäppelen zes stuivers het dozyn; de wyn kost drie schellingen +de fles; de Jamaicasche rhum een kroon de kruik. De visch en groenten +zyn goedkoop, en de vruchten byna voor niet. Myn kleine Neger QUACO +heeft my dikwils veertig oranje-appelen voor zes stuivers t'huis +gebragt, en een half dozyn pyn-appelen voor denzelfden prys. Wat de +limoenen en tamarinden betreft, men behoeft slechts de moeite te doen, +om ze op te raapen. De huuren zyn uittermaten duur. Voor een kleine +kamer zonder huisraad betaalt men drie of vier guinies in de maand; +en voor een huis met twee kamers op elke verdieping, honderd guinies +'s jaars. De schoenen kosten een halve guinie het paar; en een rok +met zyn toebehooren is my komen te staan op twintig guinies. + +De twee zoorten van hout, waar van de huizen getimmert zyn, namelyk +het wana en couppy hout, verdienen, dat men 'er van spreekt. Het eerste +is zeer hard, en van een grof erf; het is niet vatbaar voor de minste +glans, en heeft eene ligt roode kleur, gelykende naar die van nieuw +brasilie-hout; men bedient 'er zig van voor de deuren en kassen, +voor schepen en vaartuigen. + +Het couppy hout gelykt naar dat van den wilden kastanje-boom; het +is hard, kwastig en vast. Men maakt 'er planken van, waar mede men, +in plaats van steene muuren, de huizen bekleed. Dit hout is van een +bruine kleur: het laat zig zeer goed polysten. + +Op dat de lezer zig een juister denkbeeld van deeze Stad vorme, zal +ik hem verwyzen naar het ontwerp, het welk ik daar van geschetst heb: +ik zal tans overgaan, om eenige byzonderheden, betrekkelyk tot deszelfs +inwooners, op te geven. + +De Europeanen of blanken, in de geheele Volkplanting, beloopen +op een getal van vyf duizend, zonder de bezetting daar onder te +rekenen, en zy houden voornamelyk hun verblyf in de hoofdstad; maar +de Neger-slaven bedragen ten naasten by een getal, van vyfënzeventig +duizend. Alle morgen ten agt uuren gaat het krygsvolk naar de wacht +in de Vesting. De wacht in de Stad word door de burgers of soldaten +waargenomen, en duurt den geheelen nacht. Twee maalen daags, en ten +zes uuren lost het bevelvoerend schip deszelfs geschut in de haven. By +het avond-sein, stryken alle de vlaggen der onderscheidene schepen, +de klokken luiden, en de trommelslagers en pypers loopen door de +Stad. Geen slaaf, van welke kunne ook, mag als dan op de straaten, +of in de haven verschynen, zonder verlof van zynen meester. Die +deezen regel overtreedt, word in arrest genomen, en buiten twyffel +des anderen daags morgens gegeesseld. Des avonds ten tien uuren, +slaan andere tambours den trom op alle de straaten van Paramaribo. + +Op dit oogenblik vertoonen zig de vrouwen, vooral die veel van een +geheim gesprek in het maanlicht houden. Op haare byëenkomsten laaten +zy zig sorbet en sangary toedienen, zynde een mengzel van water, +Madera-wyn, Muscaat-wyn en suiker; zy houden aldaar gesprekken, die +geenzints dubbelzinnig zyn, zoo omtrent haare mans, als omtrent haar +zelven; dikwils vertoonen zy aldaar haare jonge slavinnen, welke +zy aan de manspersoonen voor een zekeren prys ter week aanbieden: +en zoo haare omgang al een weinig ingetogener is, zy zyn ten minsten +wydlustig in het roemen van de geenen, die in haare gezelschappen +tegenwoordig zyn, en wier voorkomen of persoon haare aandacht verdient. + +Elk Land heeft zyne gewoonten, en in allen kan men uitzonderingen +maken; want ik heb vrouwen in Surinamen gekend, wier kiesche en +beschaafde opvoeding de beminnelykste gezelschappen van Europa +veraangenaamd zouden hebben. De inwoonders van Paramaribo, behalven +de vermaken van de tafel, het dansen, het uit ryden gaan, en de +speel-partyen, hebben een klein toneel, waar op zy, tot vermaak van +hun en hunne vrienden, blyspelen vertoonen. Indien zy keurig op hunne +kleederen zyn, zy zyn het niet minder op de netheid hunner huizen. Hun +linnen is allerfynst; zy laaten het wasschen met Castiliaansche +zeep, en deszelfs witheid is by niets, dan by de sneeuw der bergen, +te vergelyken. De vloer der vertrekken, waar in gezelschappen by +één komen, word altoos met zuure oranje-appelen, in tweën gesneden, +schoon gemaakt, het geen een aangenaame geur verschaft: de Negerinnen +houden in elke hand een halve appel, en zingen, wanneer zy dit +werk doen. Dusdanig is de hoofdstad, dusdanig zyn de inwooners der +Surinaamsche Volkplanting, en hun caracter is gelyk aan dat van alle +de Hollanders in de West-Indische bezittingen. Maar laaten wy tot +myn verhaal te rug keeren. + +De gewoonte, die ik had om bloots-voets te gaan, belette my eenigen +tyd, om schoenen en koussen te kunnen verdragen. Wanneer ik nieuwe +wilde aantrekken, zwollen myne voeten zoodanig op, dat ik by mynen +vriend KENNEDY ten eeten zynde, genoodzaakt was myne schoenen uit +te trekken, en hy had de goedheid om my in zyne koets naar huis +te laten brengen. Zoo dra ik myne schoenen konde blyven aanhouden, +ging ik een bezoek geven aan den Colonel WESTERLOO, aan boord van een +West-Indisch Compagnie's Schip, het welk naar Holland onder zeil ging, +Deeze Officier, die my te Devil's Harwar, op het oogenblik, dat ik +aldaar in zulk een deerniswaardigen staat was, was opgevolgd, bevond +zig tans van het gebruik van alle zyne ledematen beroofd. In zulk eenen +beklaaglyken toestand, hoopte hy slechts op de vaderlandsche lucht, +om zyne gezondheid te herstellen. Verscheide Officiers zagen zig, op +dit zelfde oogenblik, genoodzaakt hunne goederen te verkoopen om te +leven, vermits zy van den Colonel geene betaaling konden erlangen. Ik +leed door dit onheil minder dan anderen; myne talryke vrienden lieten +my aan niets gebrek lyden. + +Den 28sten January, des morgens aan den oever wandelende, zag ik +aldaar een visch uit het water ophalen, die van wegen zyn goed +vleesch en grootte (hy woog by de twee honderd ponden) verdient +gemeld te worden. Men noemt hem grow-mouneck, of de graauwe Monnik; +men zegt dat hy tot het geslacht der kabeljauwen behoort, waar mede +hy, zoo in gedaante als kleur, veel overeenkoomt, zynde zyn rug van +een zeer donker bruine olyf kleur, en den buik wit. Men sneed hem +dadelyk in groote stukken; ik kocht 'er verscheiden van, en zond +dezelve aan myne vrienden. Van smaak scheen hy my zelfs den tarbot +te overtreffen. Zomtyds vind men hem in de Rivieren; maar gemeenlyk +leeft hy in 't zee-water. In dit Land zyn geene visschers, dan de +Negers. Hunne meesters laaten hun dit ambagt leeren, en vorderen daar +voor eene zekere somme ter week. Indien zy yverig zyn, verzamelen zy +spoedig geld voor eigen rekening; en zommigen zelfs worden ryk. Maar +indien zy integendeel agteloos zyn, en hunne verbintenissen niet +volbrengen, kunnen zy wel staat maken van strengelyk gestraft te +worden. + +Dezelfde gewoonte heeft plaats ten aanzien van verscheide andere +kostwinningen; en met onvermoeide vlyt en zuinigheid kunnen +de Negers dan gelukkig leven. Overeenkomstig dit gebruik heb ik +slaven, in Surinamen gekend, die andere slaven voor eigen rekening +kogten. Verscheiden koopen hunne vryheid van hunne meesters; zommigen +verkiezen liever hun geld te bewaaren, wanneer die meesters billyke +menschen zyn, vermits zoo lang zy slaven blyven, zy van belastingen +zyn vry gesteld, waar aan de vrygemaakte slaven onderworpen zyn. Ik +heb een Neger gekend, zynde een smit, en genaamd JOSEPH, wien men, +in aanmerking van zyne lange en getrouwe diensten, de vryheid had +aangeboden, maar die dezelve zeer stellig weigerde, en liever verkoos +slaaf by een goed meester te blyven. Deeze man bezat verscheiden +slaven in eigendom; hy bewoonde een gemakkelyk en wel gemeubileerd +huis, en zelfs bezat hy eenige stukken zilverwerk. Wanneer zyn meester +en meesteresse hem kwamen zien, liet hy hun kostelyken wyn en sorbet +toedienen. Men moet echter toestemmen, dat zulk een voorbeeld zeldzaam +is: want zoo al eenige slaven te Paramaribo wel behandeld worden, +het grootste getal is elendig: maar de ergste van allen zyn, die +onder de beveelen staan van vrouwen, meer nayverig om rykdommen ten +toon te spreiden, dan om menschlievenheid te doen blyken. + +Het meest geachte zoort der slaven is dat der Cabougles, of +Quarteronnés. Hunne verwandschap met de Europeanen is 'er de oorzaak +van. Men weet, dat zy van een blanken en eene mulatte vrouw geboren +worden: derzelver getal is in deeze Volkplanting zeer aanmerkelyk. Men +plaatst de jongens van deeze kleur doorgaans by ebbenhoutwerkers, +zilversmits, of handelaars in kostbaarheden, wier handwerk zy +leeren. De meisjes zyn kameniers. Men leert haar naaijen, breijen +en borduuren, het geen zy in de volkomenheid doen. Zy zyn over +'t algemeen zeer schoon, en scheppen groot vermaak in zig op eene +cierlyke en nette wyze te kleeden. De meeste, van eene hooge, rechte +en wel gemaakte gestalte zynde, zyn zwieriger dan de mulatte meisjes, +en gaan nooit met het bovenlyf naakt, gelyk de laatst-gemelde. Haare +kleeding bestaat doorgaans in een klein overtrek van satyn, verciert +met een belegzel van gebloemd gaas. Zy dragen een korte borstrok +van Indisch catoen of zyde, van vooren geregen, welke boven het +overtrek een hembd van zeer fyn mousseline doet te voorschyn komen: +schoenen en koussen dragen de slaven in dit Land nooit. Het hoofd van +deeze meisjes is met fraay zwart hair verciert, het welk natuurlyke +en korte krullen heeft. Wanneer zy uitgaan, dragen zy een hoed van +zwart of wit vilt, met een knoop en gouden lis daar aan. Om den hals, +aan de armen en enklauwen dragen zy halsbanden, kettingen, armringen, +goude penningen, en vercierselen van verschillende koraalen. Alle +deeze lievelingen leven met Europeanen, het geen voor de Creoolsche +vrouwen een groot hartzeer is. Indien men echter wist, dat eene +Europeaansche vrouw met een slaaf iets uitstaande had, zoude zy by +de blanken in verachting zyn, en de minnaar zoude zonder genade ter +dood verwezen worden.--Dusdanig zyn, in Hollandsen Guiana, de wreede +wetten der mannen tegen de schoone kunne. + +Maar laaten wy van onderwerp veranderen.--De dwinglandye van onzen +Bevelhebber, den Colonel FOURGEOUD, vermeerderde van dag tot dag. De +Lieutenant Graaf van RANDWYK, die ziek was, en zig gereed maakte, +om met den Colonel WESTERLOO te scheep naar Holland te vertrekken, +ontfing bevel, om in de Volkplanting van Surinamen te verblyven, +alleenlyk vermits hy gezegd had niet wel behandeld te zyn geworden. Om +van des Colonel's rechtvaardigheid een denkbeeld te geven, zal ik +eenvoudig opmerken, dat de Officiers moesten leven van eene gelyke +portie gezouten vleesch, als de soldaaten kregen; alleenlyk geduurende +het verblyf van eenige weeken te Paramaribo, wierd deeze levens-regel +niet gevolgd. Deeze schikking kostte my dertig ponden sterling; maar ik +heb reeds gezegd, dat de Colonel ons onze betaaling onthield; waarom +zou hy ons ook ons eeten niet onthouden hebben? Dit zyn beuzelingen, +waar over een soldaat zig niet ontrusten moet. + +Den eersten February egter wierd ons bericht, dat wy geene kosten +zouden behoeven te maken, zoo wy ons, met het geen men ons gaf, wilden +te vreden houden; en dat, zoo wy daar over niet voldaan waren, men ons +tien ponden sterling s'jaars voor de kosten van ons gezouten ossen- +en varkens-vleesch in rekening zoude brengen. + +Den 2den, vernam ik, dat de Lieutenant Colonel BECKER schielyk +gestorven was. Zyne compagnie kwam my, van wegen den rang, dien ik +bekleedde, toe; het zoude een zoort van vergelding geweest zyn voor +zoo veele moeiten en afmattingen. Om echter een evenwicht tegen dit +voordeel te maken, deed eene getrouwde vrouw, wier man my de grootste +vriendschap betoonde, toen een aanbod, het welk de eerbaarheid my +verbood aan te nemen. Zy hield aan, en ik bleef haare gunsten en +geschenken weigeren; maar wel dra ondervond ik de gevolgen van den haat +en wraakzucht van eene vrouw. Haar man wierd eensklaps myn doodelykste +vyand. Verzekerd van myne onschuld, en grootsch, dat ik geene misdaad +begaan had, waar op verscheide anderen roem gedragen zouden hebben, +verdroeg ik dit ongeluk met geduld. Kort daar na egter, toen de man +zag, dat hy misleid was, schonk hy my zyne vriendschap weder, en +wy waren betere vrienden dan ooit. Ik breng dit geval alleenlyk by, +om te doen zien, welke over 't algemeen de zeden in dit Land zyn. + +Den 6den, bragt een arme trommelslager van het krygsvolk der Societeit +my een geschenk van orange-appelen, en West-Indische Abricoosen, om dat +ik hem, zoo hy zeide, in Holland tegen myn knecht, die zig veroorloofd +had hem te slaan, de hand had boven 't hoofd gehouden. Deeze daad van +erkentelykheid deed my meer genoegen, dan de verkoeling van mynen +vriend my moeite gedaan had. De West-Indische Abricoos is groot, +en naar myn smaak de uitgelezenste van alle vruchten, welke men in +deeze Volkplanting, en misschien in de weereld vindt. Van binnen is +dezelve geel, en de pit is omwonden in een zoort van huid, even als +de kastanje. Het vleesch van deeze vrucht is zoo voedzaam en gezond, +dat men het zomtyds het merg der Planten noemt; en men eet het dikwils +met peper en zout. Ik kan dezelve niet anders vergelyken dan by een +persik; zy smelt ook als zoodanig in den mond; zy is minder zoet, +maar onvergelykelyk lekkerder. De boom, waar aan deeze vrucht groeit, +is meer dan veertig voeten hoog, en gelykt veel naar den nooteboom. + +In Surinamen zyn drieërleije zoorten van oranje-boomen; met zuure, +met bittere en met zoete vruchten: de jonge boomen zyn uit Spanjen +of Portugal aangebragt. De zuure oranje-appelen zyn een uitstekend +hulpmiddel tegen de zweeren, die in dit Land zoo gemeen zyn; maar +het is zeer pynlyk; men gebruikt het daarom niet, dan voor de Negers, +welken men meent dat alles verdragen moeten. De bittere oranje-appelen +worden alleenlyk gebruikt, om met suiker in te maken. De smaak van de +zoete is uitgelezen, en men kan er zonder schroom van eeten; dit kan +men niet zeggen van de China's-appelen, welken ik hier na beschryven +zal. Alle deeze verschillende oranje-boomen zyn zeer fraay, en brengen, +in alle jaar-getyden, bloemen en vruchten voort. + +Den 16den, vernamen wy, dat de Colonel FOURGEOUD, met het overschot +van zyne manschappen, den post van la Rochelle verlaten had, en door +de muitelingen aangetast was geworden. Hy had verscheiden gekwetsten, +en in 't byzonder den Capitain FREDERIK, die voor uit trok, en aan +beide de dyen gewond wierd. Deeze dappere Officier, uit vreeze dat zyn +volk den moed verliezen mogt, hield de beide handen op zyne wonden, +en zat tot de borst toe in het water, op dat men het loopen van zyn +bloed niet bemerken zoude. Hy bleef in die gesteldheid tot op het +oogenblik, dat de Heelmeester hem verbonden had; en toen droegen hem +twee Negers in zyne hangmat. + +Het is onmogelyk meerder yver te betoonen, dan gemelde Capitain +FREDERIK, en de Capitain VAN GUERIKE, adjudant van den Colonel, +geduurende deezen geheelen tocht betoonden. Zy waren altyd op de been, +of hunne gezondheid het toeliet, of niet. De eer was byna de eenige +vrucht, die zy van eenen buitengewoonen en aanhoudenden dienst van +vyf jaaren, trokken; de Colonel FOURGEOUD, naar myn inzien, beloonde +hen nimmer naar verdiensten; en hy behandelde de hoogere zoo wel als +de laage Officieren, zoo als ik myne Corporaals niet zoude willen +behandeld hebben. + +Ik deed hem op dit oogenblik het aanbod, om my by hem in de bosschen +te vervoegen; maar in plaats van myn verzoek toe te staan, zond hy +my bevel, om my naar de Plantagie, de Hoop genaamd, en gelegen aan +de Commewyne, te begeven, om aldaar, geduurende zyne afwezigheid, +over al het krygsvolk, het welk by deeze Rivier gelegerd lag, het +bevel te voeren. Zulk een last was nieuw voor my, en ik maakte my +gereed om denzelven met blydschap te volvoeren. + +Na mondbehoeften gekocht, en my van eene volkomene uitrusting tot +een veldtocht voorzien te hebben, maakte ik aanstalte, om my naar +de plaats myner bestemming te begeven. Maar alvoorens Paramaribo +te verlaten, moet ik opmerken, dat men, geduurende myn verblyf in +deeze Stad, aan een getal van negen Negers elk een been afzette, +om dat zy van de Plantagie hunner meesters waaren weggeloopen. Het +Hof van Justitie in Surinamen gelastte, op verzoek van den eigenaar, +deeze strafoeffening, en de Heelmeester van het Hospitaal, GREUBER, +voerde het vonnis uit. Geduurende deeze onmenschelyke daad, rookten +de lyders gerust hun pyp tabak. De Heelmeester ontfing zes ponden +sterling voor het afzetten van elk been: maar niettegenstaande zyne +groote bekwaamheid, stierven vier van deeze ellendigen oogenblikkelyk +daar na. Een vyfde hielp zig zelven van kant, door zyn verband af te +rukken, en des nachts zyn bloed te laten uitloopen. Zulke verminkte +Negers zyn in deeze Volkplanting gemeen, en hunne meesters gebruiken +hen tot het roeijen van hunne schuiten en vaartuigen. Men ziet 'er +ook, die eenen arm missen: dit is de straf, als men een Europeaan +heeft durven slaan. + +Den 17den February, scheepte ik in naar de Plantagie de Hoop, in een +open en zeer net vaartuig, door zes Negers voortgeroeit wordende. Des +avonds kwam ik voorby de Plantagie Sporksgift aan de Matapaca +Kreek. Des anderen daags kwam ik aan de Plantagie Arentrust, aan de +Commewyne, na de Orelana-Kreek te zyn voorby gevaaren, als mede het +Fort Sommelsdyk, gelegen zestien mylen boven het Fort Amsterdam, ter +plaatse, alwaar de Cottica zig met de eerstgemelde Rivier vereenigt, +en van waar de batteryen den oever der beide Rivieren bestryken. Dit +Fort wierd, in het jaar 1684, door den Gouverneur SOMMELSDYK gebouwd, +wiens naam het ook draagt: het heeft de gedaante van een vyfhoek, +en deszelfs vyf bolwerken zyn van geschut voorzien; het word door een +gracht omringd, en bevat krygs-magazynen: schoon het van geene groote +uitgestrektheid is, is het niettemin van goede verdediging, voornamelyk +uit hoofde van deszelfs laage en moerassige ligging. Op eenigen +afstand van dit Fort is eene fraaije Kreek, genaamd Comite-Wana. + +Den 19den, op den middag, kwam ik op de Plantagie de Hoop: ik vond de +oevers van de Commewyne veel aangenamer, dan die van de Cottica; zy +zyn bedekt met fraaije Suiker- en Koffy-Plantagiën, maar vooral met de +eerste, in 't byzonder aan den mond van deeze Rivier. Een halve myl van +die Rivier en van de Cottica, is eene Protestantsche Kerk, alwaar de +Colonisten den dienst gaan hooren: dezelve onderhouden den Predikant. + +De Plantagie de Hoop, alwaar ik tans het bevel over het krygsvolk op +my nam, is eene uitmuntende Suiker-Plantagie, gelegen aan den linker +oever van de Commewyne, aan den mond van eene kleine beek, genaamd +Bottle-Kreek, en byna tegen over eene andere, Cassivinica genaamd. De +Bottle-Kreek heeft gemeenschap met de Commewyne en de Peréca, zoo +als de Wana-Kreek heeft met de Cormoetibo-Kreek en de Rivier Maroni. + +Het krygsvolk was alhier gehuisvest in barakken, van Latanus-boomen +hout gemaakt; maar men had dezelve op eenen zoo moerassigen en laagen +grond geplaatst, dat zy by den vloed geheel onder water stonden. De +Officiers waren allen in een gebouw van denzelfden aart opgesloten; +en ondertusschen wierd het fraaije huis van den Planter, het welk +voor hun zeer gemakkelyk en gezond geweest zoude zyn, door niemand +dan door den Opzigter der Plantagie bewoond. + +Een kanon-schoot verder, als men de Rivier opvaart, ligt de Plantagie +Klarenbeek alwaar ik, den 22sten, naar toe ging, om den staat van +het Hospitaal te onderzoeken. Het volk had het op deezen post veel +aangenamer, dan op de Hoop, uit hoofde van eene onbegrypelyke meenigte +rotten, waar door dezelve geplaagd wierd: zy doorknaagden de kleederen +der soldaaten, en hunne levensmiddelen, en des nachts liepen zy met +dozynen over het aangezicht. Het eenig middel om dit verschrikkelyk +ongemak te keer te gaan, bestond in het booren van gaaten in den +bodem van flessen, en de koorden der hangmatten, zoo aan de voeten +als aan het hoofd-einde, daar door te steken. Wanneer dit werk wel +verrigt wierd, belette de gladheid van de fles deeze dieren, om by +het doek te komen. + +De meenigte van zieken, die in het Hospitaal van Klarenbeek op één +gestapeld waren, maakte eene elendige vertooning. De menschelykheid +word op het gezicht van zulke treurtoneelen dermaten getroffen, dat +ik my zeer gelukkig rekende, toen ik op de Plantagie de Hoop was te +rug gekeerd. Myn last was hier dezelfde, als aan de Cottica, namelyk, +dat ik de Plantagiën tegen den aanval des vyands moest beschermen; +en het order-woord wierd my regelmatig door den Colonel FOURGEOUD +toegezonden. Een der Neger-Capitains uit de Volkplanting de Berbices, +genaamd ACKERAW, ontdekte op deeze Plantagie eenen ouden afgeleefden +slaaf, dien hy voor zynen vader herkende; hy omhelsde hem met de +levendigste teederheid, en dit toneel van dankbaare erkentenis was +één der belangrykste. In myne wandelingen rondom deezen post, had +ik gelegenheid, om verscheiden merkwaardige vogelen te ontdekken, +welken ik tans beschryven zal. + +De quise-quidi, dus genoemd, uit hoofde van zynen zang, heeft ten +naasten by de grootte van een leeuwrik. Zyne pluimaadje is bruin, +uitgenomen aan de borst en den buik, alwaar hy eene fraaije geele kleur +heeft. Deeze vogel doet veel schade aan de Plantagiën. De wilde duiven +zyn hier zeer gemeen; ik doodde eene zeer groote, veel gelykende naar +die, welke men de Jamaicasche duif met een gekrulde staart noemt. De +rug en de zyden waaren aschkleurig, de staart loodkleurig, de buik +wit, en het voorste van den hals van een purper-kleur met een groene +weerschyn, de oogbal en de pooten rood. Ik zag op deeze plaats ook +andere duiven van een klein zoort, die by paaren loopen. Zy hebben ten +naasten by de grootte van een Engelsche musch, en een helderder kleur; +ik nam ze voor de Picui-nima van Markgraaf; zy hebben schitterende +oogen, met een geele oogbol, en over 't geheel zyn deeze diertjes +zeer aartig. De Hollanders noemen dezelve Steenduifje, om dat men ze +dikwils op rotzige en zandige plaatsen vindt. Men ziet ook tortelduiven +in Guiana, maar zeldzaam by Plantagiën. Zy leven met vermaak in het +binnenste der somberste bosschen; zy maken hunne nesten op de boomen, +in het midden van het dikste lommer; ik heb 'er met de hand aangevat, +zonder dat zy pogingen deeden om weg te vliegen; in kleur verschillen +zy weinig van de Europeesche; maar hunne grootte is minder, en hunne +vlerken hebben eene grootere uitgebreidheid, dan die van alle andere +tortelduiven of duiven. + +Ik was over mynen staat steeds zeer te vreden. Ik koude vryelyk adem +haalen, en had het vooruitzigt, om myne geledene vermoeienissen en +hartzeeren vergoed te zien. Men eerbiedigde my, als den Oppervorst +der Rivier: de nabuurige Planters beweezen my alle vriendelykheid, +zonden my wildt, visch, groenten en vruchten ten geschenke; ik kende +my naauwlyks voor het zelfde mensch, en byna alle myne wenschen +waren voldaan. + +Op zekeren dag, den 5den Maart, geduurende myn verblyf alhier, wierd +ik verrast, door op een schuit, die de Rivier opvoer, met een witte +neusdoek te zien waaijen; het was myne geliefde JOANNA, door haare +moeije vergezeld, die deeze beweging maakte. In plaats van in de Stad +te blyven, verkoos zy tans liever naar Fauconberg te gaan, slechts +vier mylen van de Plantagie de Hoop af liggende: ik vergezelde haar +dadelyk tot aan deeze Plantagie. + +Ik vond aldaar een ouden slaaf, dien JOANNA my zeide haar grootvader +te zyn, en die my zes stuks gevogelte ten geschenke gaf. Deeze oude +man had gryze hairen, en konde niet meer zien; maar zyne talryke +afkomelingen onderhielden hem ordentelyk: hy verhaalde my, dat hy +in Africa geboren was, alwaar hy in meerder aanzien was geweest, +dan zyne meesters immer in Suriname waren. + +Misschien zal de lezer het vreemd vinden, dat ik zoo dikwils spreeke +van eene Slavin, en dat ik voor haar zoo veel achting betoone; +maar ik kan met geene onverschilligheid spreken van eene vrouw, +die de teedere liefde van elk gevoelig mensch waardig is, en wier +genegenheid my tot een tegenwicht in alle myne onheilen verstrekte: +haare deugd, haare jonkheid, haare schoonheid deeden haar meer en +meer myne achting winnen: het ongeluk van haare geboorte en staat, +wel verre van myne genegenheid te verminderen, dienden, integendeel, +om dezelve te doen aanwassen. + +Den 6den Maart, kwam ik op de Hoop te rug, beladen met geschenken van +gevogelte, aubergines, koolspruiten, agoma, en eenige Surinaamsche +kerssen. De aubergine is een soort van vrucht, hebbende de gedaante +van een komkommer, eene purper-kleur van buiten, en wit van binnen; +men snydt dezelve in schyven, en eet ze als salade; zomtyds laat +men ze koken; zy is zeer goed en zeer gezond. De bladen van den +boom, die deeze vrucht voortbrengt, zyn breed, groen, en met een +purperverwig dons bedekt. De agoma is een kruid, dat eenigzints bitter +is. De koolspruiten zyn dezelfde als in Europa, maar vry zeldzaam. De +kerssen zyn zeer zuur; ten minsten, indien ze niet volkomen ryp zyn, +deugen ze niet, dan om in suiker in te leggen. + +Den 8sten, den geboorte-dag van den Prins van Oranje, noodigde ik +verscheiden lieden, om dien dag met my te vieren. De Colonel FOURGEOUD +hield zig al dien tyd bezig met de bosschen te doorkruissen: maar zyne +krygsverrigtingen hadden geen ander gevolg, dan den dood van eenigen +zyner soldaten, die door de Negers vermoord wierden; het verlies +van eenige anderen, die in de bosschen verdwaalden; en de vlucht +van CUPIDO, die in weerwil van alle zyne ketenen ontsnapte. Van twee +mannen, welken de Colonel my in 't Hospitaal te Klarenbeek zond, was +de één door de muitelingen op eene afgryzelyke wyze verminkt geworden. + +Den 17den, ontfing ik van zekeren heer ONIS een reebok ten geschenke; +en denzelfden dag bragt één der slaven my een hagedis, genaamd +Sapagala, zynde van een minder groot zoort, en minder aangenaam van +smaak, dan de Iguan, welken de Indianen den naam van waya-maca geven: +ik at 'er niet van, en gaf dit dier aan den Opzichter der Plantagie. Op +'t wildt onthaalde ik myne Officiers. + +'Er zyn in Surinamen twee zoorten van harten. Het hart, dat men aldaar +bajew noemt, heeft ten naasten by de gedaante van een Engelschen +reebok. Hy heeft de hoornen niet zeer lang en gebogen, de oogen +levendig en vol vuur, en een korte staart; zyn hair is van een +bruinachtig roode kleur, uitgenomen onder den buik, die wit is. Dit +dier, wanneer men het vervolgt, loopt met een verwonderlyke kragt en +vaardigheid: men vindt hem dikwils in de nabyheid der Plantagiën, +alwaar hy aan het suiker-riet groote schade toebrengt; de Planters +hebben zelfs Neger-Jagers of Indianen, om hem te vervolgen en te +dooden. De jacht kan in dit Land, uit hoofde van de dikte der bosschen, +voor een Europeaan geen vermaak opleveren. Zomtyds vangt men het +hart levend, wanneer hy een Rivier overzwemt; het geen hy dikwils +doet, het zy om zynen dorst te lesschen, het zy om zynen vyand te +ontvluchten. Zyn vleesch is noch sappig, noch vet, noch malsch, en +is van weinig waarde, in vergelyking van het vleesch der Europeesche +harten, hoe zeer het by de inwooners van Surinamen in groote achting +is. Het ander zoort van harten word bouzi-cabritta door de Negers, +en wirre-bocerra door de Indianen genoemd. Hy is kleinder en ligter in +'t loopen dan die van het eerste zoort; zyne huid heeft een geel-achtig +bruine kleur, en kleine witte vlakken; zyne oogen zyn levendig, en zyn +gezicht doordringend; hy heeft naauwe en korte ooren; hy heeft geene +takken aan de hoornen; zyne ledematen zyn klein, maar sterk gespierd; +zyn vleesch is lekkerder dan van eenig ander wildt, het welk ik in +dit Land geproefd heb. + +Den 21sten, aan den heer en mevrouw LOLKENS, op Fauconberg, een bezoek +hebbende gaan geven, gingen wy in de nabuurschap eene steenbakkery +zien, genaamd Appe-cappe, en aan den Gouverneur NEPVEU toebehoorende: +men werkte aldaar zoo schielyk en zoo wel als in Europa. Zulk een +trafiek brengt groote voordeelen op, want van dit zoort zyn ze in +deeze Volkplanting zeldzaam. Ik spreek hier van egter alleenlyk, +om in 't algemeen de groote voordeelen van dit Land te bewyzen, +alwaar men het hout voor niet heeft: 'er is in dit geval niets dan +vlyt noodig. De Plantagie Fauconberg was zoo besmet met insecten, die +men monpeiras noemt, dat ik zeer te vreden was met afscheid van myne +vrienden te nemen, en naar de Hoop te rug te keeren. De monpeiras zyn +muggen van het kleinste zoort, maar in het steken zoo kwaadaartig, +als de grootste muggen. Zy vliegen in zulk een groot aantal, en in +zulke dikke zwermen, dat wanneer ze in diervoegen by elkander zyn, +men dezelve voor een wolk van zwarten rook zoude aanzien. Zy zyn zoo +klein, dat ze verscheiden te gelyk in de oogen vliegen, van waar men +ze niet zonder pyn en gevaar kan doen verhuizen. + +Ik leide alle myne bezoeken te water af; want ik had een fraay +vaartuig tot myne beschikking, met zes Negers tot roeiers, die ook +voor my jaagden en vischten: om kort te gaan, ik was zoo gelukkig en +zoo wel gezien op deezen post, dat ik my byna verbonden zoude hebben, +om van staat niet te veranderen. + + + +DERTIENDE HOOFTSTUK. + +Beschryving van eene Suiker-Plantagie.--Huisselyk geluk in +zekere hut.--Krygs-verrigtingen van den Generaal FOURGEOUD.--De +Duncane, Igname en Soubacou.--Wreedheden van zommige Opzigters der +Plantagiën.--Onderscheidene zoorten van visschen.--Misnoegen van +eenen Capitain der muitelingen. + +Ik heb gezegd, dat ik op de Hoop het gelukkigst leven leidde. Myn +geluk duurde nog, toen de heer en mevrouw LOLKENS, my een bezoek +hebbende komen geven, my in de gelegenheid stelden, om my te kunnen +vervoegen aan de heeren PASSELAIGE, vader en zoon, te Amsterdam, die +de nieuwe eigenaars van myne JOANNA waaren. Zy noodigden my bovendien, +om haar op de Hoop te laten komen, alwaar het verblyf haar aangenaamer +zoude zyn, dan op Fauconberg, of te Paramaribo: men kan denken, of ik +ook gaarne daar in toestemde; en aanstonds gaf ik aan de slaven last, +om eene wooning van Latanusboomen-hout te maken, ten einde haar daar +in te ontfangen. + +Te gelyker tyd schreef ik den volgenden brief aan de heeren PASSELAIGE, +vader en zoon: + +"MYNE HEEREN! + +Ik heb van den heer LOLKENS, Bestuurder der Plantagie Fauconberg, +vernomen, dat gylieden daar van tans eigenaars zyt. Groote +verpligtingen hebbende aan eene uwer Mulatte Slavinnen, de dogter van +wylen den heer KRUYTHOFF, genaamd JOANNA, die my in myne ziekte heeft +opgepast, wilde ik haar myne dankbaarheid betuigen, door van ulieden, +myne Heeren! haare vryheid onverwyld te koopen. Verwaardig u my den +prys op te geven; dezelve zal u op het oogenblik betaald worden; +en gy zult verpligten, + +MYNE HEEREN! + +UEd. onderdanigsten en gehoorzaamsten Dienaar, + +JOHN GABRIËL STEDMAN, + +Capitain in de Zee-krygsbende van den Colonel FOURGEOUD." + + +Deeze brief ging vergezeld van eene andere van den heer LOLKENS; +en deeze waarde vriend vleide my met den goeden uitslag. + +Deeze beide brieven naar Holland hebbende afgezonden, had ik tyd en +gelegenheid, om eene Suiker-Plantagie in alle derzelver byzonderheden +te onderzoeken; ik zal trachten daar van eene naauwkeurige beschryving +te geven. + +De gebouwen bestaan doorgaans in een fraay huis voor den eigenaar, +in twee andere voor den opzigter en boekhouder, in eene wooning voor +den timmerman, in keukens, in bergplaatsen, en in stallingen, indien +de Suikermolen door paarden of muilëzels gedraait word, want op de +Plantagie de Hoop bedient men 'er zig niet van; het water brengt +aldaar de raden in beweging; de vloed stort het water in de huizen, +door middel van sluizen, welke men by laag water open zet; en dit +water, als eene beek nederstortende, brengt het geheele werktuig in +beweging. Het bouwen van een Suikermolen kost gewoonlyk vier duizend, +en dikwils zeven of agt duizend ponden sterling. + +Het zoude misschien verveelend zyn, zulk een werktuig stuk voor stuk +te beschryven; ik zal alleen opmerken, dat het groote rad zig lynrecht +beweegt, en met een ander mede zeer breed rad, het welk horizontaal +geplaatst is, gemeenschap heeft; het laatstgemelde slaat op drie yzere +stampers, die van onderen door een zwaren balk ondersteund worden, en +zoo zeer op elkander sluiten, dat zy alles, wat 'er tusschen beiden +koomt, zoo dun maken, als een blad papier. Op die wyze word het +suikerriet gebroken, om het sap of vocht van den bast af te scheiden, + +De andere molens zyn volgens de zelfde grondbeginzels gebouwd; en +om het horizontaal rad in werking te brengen, doet men een grooten +hefboom door paarden of muilezels draaijen. Zoo al de watermolen +sterker werkt, en minder kostbaar is, moet men ook den vloed afwagten, +en hy kan niet meer dan een gedeelte van den dag gaan. De molen, +die door paarden bewogen word, kan integendeel ten allen tyde maalen, +naar het goedvinden van den eigenaar.--By den molen is een werkplaats, +van steen gebouwd, alwaar groote kopere ketels zyn, waar in men de +natte suiker laat koken; gewoonlyk zyn 'er vyf. Daar tegen over zyn +koelbakken: deeze zyn groote vierkante houte kuipen met een platten +bodem, waar in men de suiker giet, wanneer ze uit de ketel koomt, om +daar in te koelen, eer men ze in de vaten stort: deeze vaten staan, +by de koelbakken, op zwaare uitgeholde balken, die de syroop, wanneer +ze van de suiker afloopt, opvangen, en door buizen in een vierkante +van onderen gegraven bak brengen. De werkplaats tot de overhaaling +{destillatie) is 'er dicht by; men trekt aldaar van de schuim van het +vocht een zoort van rhum, waar van ik hierboven onder den naam van +kill-devil gesproken heb. Elke Planter, in Surinamen, heeft altyd ter +zyner beschikking een open vaartuig, en verscheide andere schuiten, +om zyne waaren daar mede te vervoeren: hy heeft ook een bergplaats, +om dezelve te laren droogen. + +De uitgestrektheid der Suiker-Plantagiën, in deeze Volkplanting, is +gewoonlyk van vyf of zes honderd akkers. De gedeelten, tot bebouwing +geschikt, zyn in vierkante vakken verdeeld, alwaar men de stekken of +uitspruitzels van het riet, aan welke men omtrent een voet lengte laat, +in rechte en gelyke reijen, schuins in den grond steekt: men plant +dezelve gewoonlyk in het regensaisoen, wanneer de grond vochtig en +week is. Het duurt omtrent twaalf of zestien maanden, eer de spruiten, +die uit de stekken uitbotten, tot haare volkomene rypheid geraken; +wanneer zy daar toe gekomen zyn, worden ze geel, en haare grootte is +ten naasten by die van een Duitsche fluit. Het Suikerriet groeit zes +of tien voeten hoog: uit deszelfs afzetzels spruiten bladeren van een +ligt groene kleur, hebbende de gedaante van die van een pry, maar veel +langer en getand, en vallende op den grond af, wanneer de plant goed +is om gesneden te worden. De voornaame zorg der slaven, geduurende +dat het riet groeit, bestaat in het uitwieden van het onkruid, het +welk anderzints de plant van haare kragt berooven zoude. Men telt op +zommige Suiker-Plantagiën meer dan vier honderd slaven. De geldsommen, +die 'er noodig zyn om dezelve te koopen, en de gebouwen te stichten, +beloopen twintig à vier-en-twintig duizend ponden sterling, zonder +de waarde van den grond 'er eens by te rekenen. + +Laaten wy tans zien, wat 'er van het riet geduurende de werking van +den molen word: het word aldaar tusschen de drie stampers, door welke +het twee malen doorgaat, gebroken. Vervolgens loopt het vocht door +eene groeve, die in een balk gemaakt is, tot in de werkplaats, alwaar +men het zelve laat koken, en in een zoort van houten bak ontfangt. + +De arbeid der Negers, die aan de stampers werken, is zoo gevaarlyk, +dat wanneer één van hunne vingers tusschen twee rollen geraakt, +het geen meenigwerf en door onöplettenheid gebeurdt, de geheele arm +oogenblikkelyk word weg getrokken en aan stukken geslagen, zoo al +zelfs niet een gedeelte van het lichaam. Doorgaans houdt men een +byl gereed, om het lid af te houwen, want de man zou gevaar loopen +van om te komen, eer het werktuig konde worden stil gehouden. Een +ander gevaar, waar aan deeze ongelukkige slaven zyn bloot gesteld, +bestaat in het proeven alleenlyk van het vocht, het welk zy in het +zweet van hun aangezicht 'er uit halen; zoo men dit bemerkt, worden +zy veroordeeld, om eenige honderde geesselslagen te ontfangen, of +zelfs de tong te worden uitgerukt, op last van den Opzichter. + +Wanneer het vocht uit den gemelden houten bak koomt, word het in de +eerste kopere ketel gestort, alwaar het door een zeef gekleinst word, +om al het stroo, het welk 'er by het stampen mogt zyn in gebleven, +weg te nemen. Dit vocht, na eenigen tyd gekookt te hebben, en +afgeschuimd te zyn, word andermaal overgegoten in de tweede ketel, +en zoo vervolgens tot in de vyfde en laatste, alwaar het eindelyk den +bekwaamen graad van dikte of vastheid verkrygt, om in de koelbakken +overgestort te worden: men werpt in de ketels eenige ponden aarde +en aluin, onder elkander gemengd, om het vocht te doen korrelen: op +die wyze dan laat men het al langs hoe meer koken, tot in de vyfde +ketel. Wanneer men de suiker in de koelbakken overgiet, draagt men +zorg, om ze wel te roeren en gelykelyk uit te spreiden: wanneer ze +koud is, heeft ze het voorkomen van bevrozen te zyn; ze is vast, als +kandy, bruin en doorschynend; men zoude byna zeggen, dat het stukken +noteboomen hout waaren, die zeer glad gepolyst zyn. Als de suiker +uit de koelbakken koomt, stort men ze in vaten, die een gewicht van +duizend ponden suiker bevatten, in welker bodem openingen of kleine +gaten zyn, dienende om het vocht, het welk nog mogt zyn overgebleven, +en melasse genoemd word, te doen uitloopen, en word het zelve, zoo als +ik reeds gezegd heb, in een van onderen gegraven bak gevangen. Na deeze +laatste bewerking, is de suiker geschikt om naar Europa overgevoerd, +aldaar geraffineerd en tot brooden gemaakt te worden. Ik moet opmerken, +dat hoe grooter de korrels zyn, hoe beter de suiker is, en dat geen +Land tot derzelver voortplanting meer geschikt kan zyn, dan Guiana. De +rykdom van eenen onuitputtelyken grond brengt te weeg, dat 'er drie +of vier vaten suiker van een akker komen. In 't jaar 1771, voerde +men niet minder dan vier-en-twintig duizend vaten uit naar Rotterdam +en Amsterdam alleen, het welk tegen zes ponden sterling het vat, (en +zomtyds maakt men 'er het dubbeld van,) eene somme van by de honderd +vyftig duizend ponden sterling uitmaakt, zonder van eene groote +meenigte kill-devil en suiker-syroop te spreken. De laatstgemelde, +die men op zeven duizend vaten voor dit zelfde jaar kan rekenen, +wierd voor vyf-en-twintig duizend ponden sterling aan de Engelschen +in America verkogt. De kill-devil word in Surinamen; ten gebruike der +Negers gestookt; men kan haar bedragen op dezelfde somme rekenen: +het geen, alle drie by elkander gerekend, omtrent tweemaal honderd +duizend ponden sterling 's jaars uitmaakt. + +De kill-devil is ook een drank, welke zommige Planters gebruiken; +maar zy is vooral voor soldaten en matroozen. Wanneer ze nieuw is, +is zy een langzaam vergift voor elken Europeaan. De Negers hebben +'er nooit hinder van; integendeel, ze is hun zeer noodzakelyk en zeer +goed, vooral in het regen-saisoen. Geen gedeelte van het suikerriet +is nutteloos. Het gemalen riet en de bladeren dienen tot mest, om +het land vet te maken. + +Alle de Plantagiën worden door bosschen omringd. Eene meenigte wilde +beesten rechten aldaar groote verwoestingen aan: men laat door honden +jacht op hen maken, en de Negers dooden ze dikwils. Na het geen ik +omtrent dit stuk alleen gezegd heb, kan men zig van den natuurlyken +rykdom van dit Land een denkbeeld vormen, maar ik twyffel echter +of de Volkplanting van Surinamen, zoo zy immer in andere handen, +dan die der Hollanders, overging, van zulk een aanzienlyk gewicht +blyven zoude. 'Er zyn 'er geenen, die geduld, vlyt, en onvermoeidheid +in zulk een hoogen trap bezitten. + +Ik keer tans tot myn verhaal te rug. Ik heb gezegd, dat de slaven, +die ter myner beschikking stonden, bezig waaren met eene wooning +te maaken, om JOANNA daar in te ontfangen: zy voltooiden het in +vyf of zes dagen. Het bestond uit een kamer tot gezelschappen, +ook tot een eetkamer dienende; een slaapkamer, waar in ik alle +myne goederen bergde; en een zoort van gang, om buitenwaards lucht +te scheppen. Eene kleine keuken, en een groot hoenderhok waaren +'er van afgescheiden. Rondom stonden heiningen, en de ligging was +verrukkelyk. De tafels, de stoelen, en de banken, die myn huisraad +uitmaakten, waaren ook van Latanus-boomen hout. De deuren en vensters +waaren gesloten, door middel van konstig gemaakte houte sloten +en sleutels, welke een Neger my gegeven had, en door hem gewerkt +waaren. Alles in dier voegen gereed zynde, was myne eerste zorg, om in +deeze wooning den voorraad te doen plaatsen, dien ik van Paramaribo +had medegebragt. Dezelve bestond in een vaatje meel; een ander met +ingezouten makreel, die in dit Land lekker is, en welke men aldaar uit +Noord-America aanbrengt; in hammen; ingelegd vleesch, en Bostonsche +bifchuit. Ik had ook wyn, Jamaicasche rhum, thee, suiker, en een kistje +met spermacetie-kaarssen. De heer KENNEDY had my van zyne Plantagie +Vriedyk twee fraaije vreemde schapen en een varken gezonden. De moeije +van JOANNA gaf my twee douzyn verschillende zoorten van gevogelte; de +groenten en vruchten, het wildt en de visch ontfing ik van alle kanten. + +Den eersten April, voer JOANNA de Rivier af, en kwam op de Hoop met +het vaartuig van Fauconberg, door agt Negers geroeid wordende. Ik +gaf haar dadelyk bericht van den inhoud van den brief, dien ik naar +Holland had geschreven. Zy bedankte my met veel zedigheid, maar haare +oogwenken waaren levendiger, dan haare gesprekken. Ik bragt haar in +haare nieuwe wooning, alwaar de Slaven der Plantagie, ten teeken van +achting, haar dadelyk geschenken deeden van cassaves, ignames, bananes, +en plantains. Nimmer waren twee gelieven gelukkiger. Zoo vry zynde, +als de heesters van het woud, ademden wy de zuiverste lucht in. Het +vergenoegen en de gezondheid waren myn deel; en myne gezellinne, van +jeugd en schoonheid schitterende, verwekte de afgunst en verwondering +der geheele Volkplanting. + +De Colonel FOURGEOUD, toen besloten hebbende de bosschen te verlaten, +en te Maagdenberg, een post aan den mond van de Commewyne gelegen, +zyn leger neer te slaan, zond ik hem een groote schuit, geladen met +mondbehoeften, en met twintig soldaten onder bevel van een Officier +bemand. Ik deed vervolgens de monstering myner zee-soldaaten; +ik had 'er niet meer dan twintig overig, zonder echter een klein +detachement, het welk te Calis, aan den mond der Cassivinica-Kreek, +geplaatst was, daar onder te rekenen: iets hooger aan dezelve kreek, +en op eene Plantagie, Coupy genaamd, waren ook een Officier en eenige +soldaten geplaatst. + +Den 4den, des morgens, was ik getuige van een zonderling gevecht +tusschen twee slangen, de eene van omtrent drie voeten lang, de +andere alleenlyk van veertien duimen. Het duurde byna anderhalf uur, +geduurende welken tyd de draaien en kronkelingen deezer dieren zeer +merkwaardig waren; en het eindigde met den nederlaag van de kleinste, +welken de grootste by den kop nam, en geheel en al levendig inslokte. + +Myn Neger, den zelfden dag, eenige kleine gloeijende kolen hebbende +weggeworpen, zag ik met zeer veel verwondering een kikvorsch dezelve +gretig inslokken, zonder dat zy 'er eenig kwaad van scheen te gevoelen; +ongetwyffeld zag zy die voor vuur-muggen aan. Ik zag ook, in een +suiker-molen, een kikvorsch, die zig op mieren vergastte, welker +getal ter deezer plaatse zeer groot was. Zy lekte dezelve met haare +tong op, naar maate zy voor haar henen liepen. Een andere kikvorsch +sliep dagelyks op één der balken van myne wooning, en verliet dezelve +doorgaans des nachts. De Negers noemden haar yombo-yombo, uit hoofde +van de kracht, waar mede zy sprong. De kikvorsch van dit zoort is +zeer klein; een weinig plat; derzelver huid heeft eene fraaije geele +kleur, met zwarte en scharlaken vlakken. Men vindt ze dikwils in +de bovenkamers der huizen. Het evengemelde beestjen ons zeer fraay +voorgekomen zynde, verboden wy het zelve aan te raken. + +Den 8sten tusschen zes en zeven uuren des morgens, terwyl wy één van +onze Sergeanten begroeven, hoorden wy verscheiden schoten met klein +geschut, naar den kant van de Peréca, en ik zond dadelyk een Officier +en twaalf soldaten af, om van dien kant te hulp te komen. Zy kwamen des +anderen daags te rug, en zeiden my, dat de muitelingen de Plantagie +Kortenduur hadden aangevallen, alwaar zy met plonderen bezig waaren; +maar dat de bewooner alle zyne Slaven gewapend hebbende, deezen de +eerstgemelden hadden genoodzaakt de vlucht te neemen, zonder dat men +eenige andere hulp noodig gehad hadde. + +De Colonel FOURGEOUD zond my van de Wana-Kreek, eene kleine +bezending van krygsvolk, die den 11den op de Hoop aankwam, met den +Neger SEPTEMBER, die steeds gevangen bleef. De soldaten verhaalden, +dat de muitelingen, met den Bevelhebber gesproken hadden, en hem +in 't aangezicht hadden uitgelachen, toen zy hem een bevel hoorden +uitbrengen, om geen vuur op hen te geven, maar hen levendig gevangen +te nemen. Ik vernam ook, dat onder de geenen, die in de bosschen +verdoold geraakt waren, zig ook bevond de ongelukkige SCHMIDT, die +onlangs zoo zwaar gekwetst was geworden, dat hy zig naderhand niet +volkomen had kunnen herstellen. + +Den 15den, de sluisen door het hooge water overgeloopen zynde, geraakte +onze geheele post onder water, uitgenomen het vak, waar op ik myne +hut geplaatst had, het welk droog bleef. Door dit toeval, waren de +Officiers en soldaten tot de kniën toe in 't water. Den zelfden dag, +kwam myn waarde vriend HENEMAN, die als vrywilliger diende, uit het +leger van den Colonel FOURGEOUD, aan de Wana-Kreek, in een vaartuig vol +krygsbehoeften en soldaaten. Hij was tot Lieutenant in myne Compagnie +benoemd. Ik vernam van hem, dat de overige krygsbende Maagdenberg +verliet, om zig naar het bovenste gedeelte van de Commewyne te begeven, +en zig aldaar neder te slaan. Deeze arme jongeling was door elende +en vermoeienissen uitgeput; ik beval hem aan de zorge van JOANNA, +die hem als een broeder behandelde. + +Den 14den, den Colonel FOURGEOUD met zyn krygsvolk te Maagdenberg +aangekomen zynde, kwamen de Officiers en soldaten der Compagnie, en +de Jagers, ten getale van by de twee honderd mannen, in vaartuigen de +Rivier afzakken, om in verschillende posten aan de Peréca verdeeld +te worden. Zommigen van hun kwamen op de Hoop aan land, om zig te +ververschen, en gedroegen zig zoo slecht, dat myne Officiers en ik +genoodzaakt waaren, een half dozyn 'er van te straffen; zy vertrokken +den zelfden dag. Ik zond vervolgens een open vaartuig van agt riemen +af, om den Opper Bevelhebber, met eenigen van zyne Officiers, naar +Paramaribo te brengen, van waar hy eindelyk aan den Graaf van RANDWYK +toestond, om naar Holland scheep te gaan. + +Den 16den, wierd het grootste gedeelte der schapen, tot deeze Plantagie +behoorende, ongelukkiglyk vergeven, door van eene plant te eeten, welke +de Negers duncane noemen; maar de myne ontsnapten dit ongeluk. Het +spyt my zeer, dat ik deeze plant niet met meerder aandacht onderzogt +heb. Zie hier alles wat ik 'er van weet. Het is een struik met breede +groene bladen, byna van de grootte van het Engelsch klissekruid. Het +groeit van zelf op laage en moerassige plaatsen, en veröorzaakt aan +elk dier, het welk 'er van eet, oogenblikkelyk den dood. De slaven +zyn dienvolgende verpligt in de Savane en velden, alwaar men beesten +weidt, dit onkruid uit te trekken; want men beweert, dat de ossen +en schapen 'er heet op zyn, hoe schadelyk het ook voor hun is, en +schoon anders de ingeschapen neiging der dieren hen, zoo men zegt, +de nuttige van de schadelyke planten doet onderscheiden. Een Neger had +door onöplettenheid deeze plant in zyn tuin laten groeien, alwaar de +ongelukkige schapen, na het om ver werpen der heiningen, binnen kwamen. + +Er waaren ook, in deezen zelfden tuin, verscheide andere wortels +en planten, die der aandacht waardig zyn. Ik vond aldaar de igname, +een wortel, in de West-Indiën zeer bekend, en die in een vetten grond +welig groeit. Die van Surinamen weegt zomtyds drie of vier ponden, en +één akker kan wel tien of twintig duizend ponden opbrengen: dezelve is +zeer aangenaam van smaak, het zy gekookt, het zy gebraden, en bovendien +zeer gezond, en gemakkelyk te verteeren. Van binnen is zy wit, en van +buiten heeft ze eene hooge purper kleur, naar het zwart hellende. Haare +gedaante is zeer onregelmatig. De ignames komen voort van spruiten, +welke men op eenen korten afstand van elkander plant; en na verloop +van zes maanden geraken zy tot haare volkomene rypheid. De bladen +beginnen dan bleek te worden. Tot dien tyd toe hebben zy eene zeer +donkere groene kleur. Deeze wortels kruipen langs den grond, even +als het eiloof. Zy maaken het voornaamste voedzel der slaven in de +West-Indiën uit, en dienen hun zelfs tot brood. Men kan ze geduurende +een jaar, of daaromtrent bewaaren; zy zyn dienstig op lange reizen, +en men voert ze dikwils naar Engeland over. Ik zag ook nog eene andere +zeer kleine wortel, waar aan men in Surinamen den naam van naapjes +geeft. Men eet ze op dezelfde wyze, als de igname, maar zy is veel +beter. Beiden vervullen hier de plaats van aardäppelen, wortelen en +raapen, die ons in Engeland van zulk eene groote nuttigheid zyn. + +Dezelve tuin bevatte ook Turksch graan, of maïs, gelykende naar +dat van Europa. Men teelt dit zeer veel in Surinamen: men geeft het +niet alleen aan het gevogelte, en allerleije zoort van vee te eeten; +maar men maakt 'er ook meel van, en de Creölen bakken 'er ook lekkere +koeken van, die daarënboven zeer voedzaam zyn. Men eet ze zomtyds met +wortels van althea. Deeze is een zeer kleine stronk, met langwerpige +bladeren; dezelve wortels, wel gekookt, geeven een zeer goede saus, +wanneer men ze met peper van Caijenne aanzet; maar derzelver slymige +aart maakt ze niet zeer smakelyk. + +Den avond van den dag, die voor de schapen zoo doodelyk was, met myn +snaphaan op den schouder wandelende, schoot ik een vogel, alhier +Soubacou genaamd. Het was een zoort van grauwe ryger. Zyn bek en +pooten waaren zeer lang, en van een zeer donker groene kleur. De +laatstgemelde scheenen met breede schubben bedekt te zyn, van eene +harde en hoornachtige zelfstandigheid; en de nagels van elken klaauw in +het midden der poot waaren getand. Deeze vogel, schoon van de grootte +van een gewoon hoen, was zoo ligt als een duif. Toen hy gereed gemaakt +was, vonden wy in hem een visch-smaak. + +Ik heb zedert eenigen tyd geen trek van wreedheid aangehaald, en +ik heb my deswegens zeer gelukkig geacht. Het is derhalven niet +dan met weerzin, dat ik my gedwongen zie 'er eenige te verhaalen, +welke ik zeker ben, dat de verontwaardiging en het mededogen van +den lezer verwekken zullen. De eerste daad van onmenschelykheid, +die myn mededogen gaande maakte, was eene strafoeffening, welke ik +op eene nabuurige Plantagie aanschouwde. Een fraay Samboes meisje, +omtrent agtien jaaren oud, en geheel en al naakt, was met de armen +aan een boom vast gemaakt. In deezen staat wierd zy door zweepslagen, +die twee Negers haar toebragten, zoo verschrikkelyk van één gereeten, +dat het bloed uit haar lichaam van het hoofd tot de voeten gonsde. Dit +ongelukkig schepzel had reeds twee honderd slagen ontfangen, toen +ik haar vernam, hebbende het hoofd op haaren boezem hangende, en +het akeligst schouwspel opleverende. Ik liep naar den Opzichter, +en bad hem, dat hy haar oogenblikkelyk zoude doen losmaken, +vermits zy haare straf geheel had ondergaan. Maar hy antwoordde +my zeer eenvoudig, dat hy, om de vreemdelingen te beletten van zig +met zyn bestuur te bemoeijen, zig tot eenen onveranderlyken regel +had voorgeschreven, om de straf te verdubbelen, ingevalle iemand +hunner voor den schuldigen spreeken wilde; en de wreedäart liet de +straföeffening oogenblikkelyk op nieuw beginnen. Ik wilde hem, maar +vrugteloos, tegen houden; hy verklaarde my, dat het minste uitstel, +wel verre om hem van besluit te doen veranderen, zyne wraak slechts +onverzoenbaarer en verschrikkelyker maakte. My stond niets anders +te doen, dan dit afschuwelyk wangedrocht te ontwyken, en zig, even +als een wild beest, met bloed te laten verzadigen. Van dien dag af, +besloot ik alle gemeenschap met de Opzichters af te breken, en ik +konde my niet wederhouden, om hen allen te vervloeken. Naar de reden +van deeze onmenschelyke daad onderzoek gedaan hebbende, vernam ik met +zekerheid, dat de eenige misdaad van dit ongelukkig meisjen daar in +bestond, dat zy de omhelzingen van haaren vervloekten beul standvastig +geweigerd had. De schelm, door jaloersheid en wraakzucht aangedreven, +deed, onder voorwendzel van ongehoorzaamheid, haar zoo levendig van +één ryten. Ik heb dit arm meisjen in den staat, waar in ik haar vond, +afgeteekend, en ik ben overtuigd, dat dit gezicht het medelyden van +elk gevoelig mensch verwekken zal. + +Tot hier toe geene gelegenheid gehad hebbende, om van de Samboes te +spreken, zal ik tans zeggen, dat het een zoort is tusschen mulatten +en negers in. Zy zyn van eene donkere koper-kleur; zy hebben zwarte +en ligt gekrulde hairen. Deeze slaven, zoo mans als vrouwen, zyn over +'t algemeen zeer fraay, en de Planters gebruiken ze voornamelyk tot +den dienst binnen hunne huizen. + +By myne te rug komst op de Hoop, sprak de Opzigter der Plantagie, +EBBER, my aan, en zeide my met traanen in de oogen, dat hy veroordeeld +was in eene boete van twaalf honderd guldens, ter zaake dat hy dezelfde +straf aan een mans slaaf had doen uitvoeren, maar met dit onderscheid, +dat het ongelukkig slachtöffer staande de straföeffening stierf. Wel +verre van hem te troosten, antwoordde ik hem, dat zyn hartzeer my +een onuitspreekelyk genoegen deed. + +Zie hier de byzonderheden van deezen moord. Terwyl de Capitain TULLING +op de Hoop het bevel voerde, en kort voor myne aankomst op deeze +Plantagie, was een Neger op eene nabuurige Plantagie overgeloopen, +van waar men hem te rug bragt, door twee gewapende slaven geleid +wordende. De Neger, terwyl de Opzichter den brief van zynen medebroeder +van de nabuurige Plantagie, hem over deeze zaak geschreven, las, +vond middel om te ontsnappen, en verschool zig in het bosch. EBBER, +woedend zynde, wreekte zig op de twee slaven, die den gevangen hadden +laten ontkomen, en deed hen op de werkplaats van den timmerman vast +binden. Op zyn bevel geesselde men hen zoo onbarmhartig, dat de +Capitain TULLING geraden vond genade voor hun te verzoeken; maar hy +ondervond het zelfde lot als ik, zyne tusschenkomst bragt eene geheel +tegenstrydige uitwerking voort naar 't geen hy verwagtte. Het geruisch +der slagen, en het grievend geschreeuw deezer ongelukkigen, lieten +zig meer dan anderhalf uur hooren, en deeze wreede strafoeffening +eindigde niet, dan met den dood van één van beiden. Men dagvaardde +EBBER dadelyk wegens begaane moord. Hy wierd overtuigt, en alleenlyk in +de zoo even gemelde boete verwezen. De bloedprys word altoos tusschen +den Fiscaal en den eigenaar van den vermoorden slaaf verdeeld. 'Er is +een wet in Surinamen, dat elke Planter, mits eene somme van vyfhonderd +guldens betaalende, één van zyne Negers mag ter dood brengen; zoo +hy 'er een van iemand zyner gebuuren doodt, moet hy hem schadeloos +stellen, na van de misdaad overtuigd te zyn, een zaak, die in dit +Land zeer moeielyk is, alwaar men geen getuigenis van een slaaf +toelaat. Dusdanig is de wetgeving in Hollandsch Guiana, met opzigt +tot de Negers. Gemelde EBBER was een verschrikkelyke wreedaart: een +geheel jaar lang folterde hy een jongman van veertien jaaren, genaamd +CADETTI; men geesselde hem alle dagen, geduurende de eerste maand; men +liet hem op den grond en op den rug met yzers aan de voeten slapen, +geduurende de geheele tweede maand; men deed hem een driehoek [4] +om den hals, geduurende de derde maand, om hem te beletten van in de +bosschen te loopen; geduurende de vierde maand ketende men hem nacht +en dag in een honden-hok, aan den waterkant, met last om te roepen, +zoo dikwils 'er een vaartuig of kano voor by voer; de Opzichter +veranderde eindelyk de straf van maand tot maand, en altyd op eene +nieuwe manier; het gevolg daar van was, dat deeze jongeling geheel krom +wierd; hy scheen geheel van gevoel beroofd te zyn, en had geen ander +voorkomen, dan van een beest. De schelm van een Opzigter was echter +grootsch op de schoonheid der slaven, en zomtyds zelfs, uit vreeze +van hunne huid te bederven, strafte hy verscheiden van hun, die door +hunne rooveryen en misdaden de galeijen verdiend hadden, alleenlyk +met een twintig-tal geesselslagen. Zie daar, welke de openbaare en +huisselyke rechtsöeffening in de Volkplanting van Surinamen is. Deeze +EBBER geraakte echter om deeze reden van de Plantagie de Hoop af, en +zyn opvolger, (ten blyke dat hy meer menschelykheid bezat!) begon zyn +bestuur, met alle de Negers der Plantagie, mans en vrouwen, te laten +geesselen, om dat ze des morgens een quartier te lang geslapen hadden. + +De lezer verbeeld zig ongetwyffeld, dat dit de wreedheid in den +hoogsten top is! hy bedriegt zig. Het geval, dat ik nog zal bybrengen, +is in dit opzigt veel sterker, dan allen, die ik verhaald heb; en +het was een vrouw, die 'er zig aan schuldig maakte. + +Mevrouw S.... in een open vaartuig, naar haare Plantagie gaande, +wierd vergezeld van eene Negerin, die haar kind zoog. Deeze vrouw +zat voor aan in het vaartuig, het kind schreeuwde, en zy kon het +niet tot bedaaren krygen. Mevrouw S...., wien het geschrei van dit +onnoozel wicht verveelde, gelastte aan haare slavin, om het by haar +te brengen. Zy nam het kind toen by een arm, hield het onder water, +tot dat het verdronken was, en vervolgens wierp zy het in den stroom +weg. De moeder sprong uit wanhoop oogenblikkelyk in de Rivier, in het +vast besluit, om aldaar haar leven te eindigen; maar dit lukte haar +niet: een gedeelte der roeijers zwommen haar na, en bragten haar weder +aan boord. Haare meesteresse deed, by haare komst op de Plantagie, haar +drie of vier roede-slagen geven, om haar te straffen wegens de schade, +welke zy, door zig van kant te helpen, aan haar had willen toebrengen. + +Den 20sten, verliet de Colonel FOURGEOUD met zyn krygsvolk, het +welk in den deerniswaardigsten staat was, Maagdenberg; dienvolgende +sloeg hy zyn leger neder op eene Plantagie, genaamd Nieuw Rozenback, +gelegen tusschen mynen post van de Hoop en het Hospitaal. Ik ging +dadelyk myne opwagting by mynen Colonel maken, en vernam aldaar den +volgenden uitslag zyner krygsverrigtingen. Ik heb reeds gezegd, dat +de Capitain FREDERIK was gewond geworden; een soldaat was verdwaald +geraakt: een ander was door de muitelingen gehouwen; de gevangenen +hadden met hunne ketenen de vlucht genomen; en de vyand spotte met +deezen krygstocht.--Men had een zee-soldaat, die ziek was, aan zyn +lot overgelaten; één der Slaven had den arm gebroken, ten gevolge +van mishandelingen. Dusdanig waren de byzonderheden van deezen +veldtocht. Ik moet egter niet vergeeten de edelmoedigheid van eenen +armen Neger, die wegliep, om den elendigen soldaat te hulp te komen, +en die, na hem den laatsten plicht bewezen te hebben, te rug kwam, +om zyne straf te ontfangen; maar, tot zyne groote verwondering, +genade kreeg. + +Ik moet den Colonel FOURGEOUD het recht doen wedervaaren, dat +verscheiden deezer toevallen het onvermydelyk gevolg waren van +zoortgelyke tochten in zulk eene luchtstreek. Zoo hy al, door een +allerslegtsten levensregel, zyn krygsvolk deed omkomen, zonder +muitelingen gevangen te nemen, deed hy ten minsten een gewichtigen +dienst aan de Volkplanting, door den vyand te ontrusten, af te matten, +en te vervolgen, derzelver legerplaatsen te verwoesten, en hunne +schuilplaatsen te vernielen. De Colonel FOURGEOUD deelde in alle deeze +vermoeienissen en gevaaren, en dat op zyne jaaren, het geen tegen +de gebreken van zyn caracter in aanmerking moet genomen worden, en +dienen kan, om hem den naam van geduldig en moedig toe te kennen. Ik +zoude veel meer genoegen hebben, met tot zynen lof te schryven; +maar de waarheid, en het algemeen voordeel, het welk het menschdom +daar uit trekken moet, vorderen, dat ik, de goede hoedanigheden van +den Colonel schetsende, ook opgeeve welke zyne gebreken waren, op +dat anderen zig door zyn voorbeeld kunnen verbeteren. Was het niet +belachelyk, om te Paramaribo, alwaar het papier volkomen goed was, +zyn krygsvolk in geld te betaalen, en hun op de tochten niets anders +te geven, dan die ingebeelde munt, waar mede het onmogelyk was eene +enkele igname, of de minste vrucht van een plantain-boom te betaalen, +Intusschen had hy geld tot zyne beschikking; maar hy wilde tien ten +honderd winnen met de soldy van het geheele Regiment, en dit gedrag +bragt hem by al het volk in eene algemeene verachting. + +Den 21sten kwamen verscheiden Officiers my verzoeken, om op de Hoop +het middagmaal te houden, en ik deed hun veelerhande visch opdisschen, +waar onder waren de Kawiry, de Lamper, en de Makrely-fisy. De Kawiry +is een kleine visch zonder schubben, met een breede kop, en twee +lange baarden, die uit het bovenste gedeelte van den bek uitsteeken: +men vindt hem in alle deeze Rivieren in overvloed. De Lamper is een +zoort van lamprey, zoo als men die in de Theems vangt: de Surinaamsche +is van eene ronde gedaante, en niet zeer dik, maar slymig en zeer vet; +hy heeft een zee-groene kleur, met geele vlakken, uitgenomen onder den +buik, die wit is. Deeze visch word, even als de zalm, en in de zee en +in de rivieren gevonden. De Makrely-fisy gelykt naar de makreel, die +aan dezelve den naam geeft; de kleur is echter minder blaauwachtig, +en minder schitterend. + +Deeze maaltyd deedt groot genoegen aan myne gasten, en wy waren zeer +vrolyk; maar, des morgens van den 22sten, wierd myne arme JOANNA, +die onze keukemeid geweest was, door eene geweldige koorts aangetast: +zy betuigde my haar verlangen, om naar Fauconberg te rug te keeren, +alwaar zy door eene van haare nabestaanden konde worden opgepast, en ik +stemde daar in toe. Den 25sten, was zy zoo ziek, dat ik besloot haar +zoo, veel mogelyk in stilte te gaan zien; want de Colonel moest des +anderen daags op de Hoop komen, en ik had geen lust om zyn kortswyl +af te wagten. Ik wist, dat de loffelykste beweegreden niemand voor +beschimping veilig stelde. + +Het was in deeze onderneming moeielyk voor by den post van den +Colonel te komen, zonder gezien te worden. Aan mynen vriend HENEMAN +myn ontwerp hebbende mede gedeeld, stapte ik des avonds ten elf +uuren in myn vaartuig; maar toen ik tegen over Nieuw-Rozenback was, +hoorde ik zeer onderscheidentlyk de stem van den Bevelhebber, die +met eenige Officieren door het zand wandelde; en oogenblikkelyk riep +een schildwacht, om met het vaartuig aan wal te komen. Ik dacht, +dat alles zoude zyn ontdekt geworden: egter dagt ik best, aan de +Negers te zeggen, dat zy zouden antwoorden: Killestein Nova, het welk +de naam was van eene naby gelegene Plantagie, en men liet ons voor +by vaaren. Kort daar na, kwam ik gezond en behouden te Fauconberg, +alwaar ik JOANNA veel beter vond. + +Maar, des morgens van den 26sten, nam ik den opkomenden dageraad +voor het maanlicht, en versliep my. Ik wist niet, op welke wyze ik +naar de Hoop te rug zoude komen; want myn vaartuig en myne Negers +konden niet meer voor by komen, zonder door den Colonel herkend +te worden. Alle uitstel was nutteloos. Ik ging dus weder scheep, +my volstrektelyk verlatende op de behendigheid der slaven, die my, +een oogenblik voor dat wy in 't gezicht van 't hoofd-kwartier waren, +aan land zetteden. Een van hun, my door de bosschen geleid hebbende, +kwam ik behouden weder op de Hoop aan. Myn vaartuig kwam schielyk +aldaar aan, maar voorzien van eene goede wacht; en de Colonel zond my +bevel, om hen allen te doen afkloppen, om dat zy zonder verlof waren +uitgegaan; want zy hadden tot hunne verschooning gezegd, dat zy voor +hunnen meester waren gaan visschen. + +Hunne getrouwheid jegens my, ter deezer gelegenheid, was waarlyk +verwonderlyk: zy verklaarden allen, dat zy zig liever in stukken +hadden laten houwen, dan de geheimen van eenen zoo goeden meester te +verraden. Echter hield alle gevaar voor hun op. Ik bekragtigde het +geen zy gezegd hadden, en voegde 'er by, dat de visch geschikt was, +om 'er den Colonel op te onthalen. Ik deelde vervolgens twee kruiken +rhum onder deeze brave lieden uit. Deeze trek kan een denkbeeld +geven van de zwakheid van een Europeaan, zoo wel als van den moed en +standvastigheid van een Africaan. + +Onäangezien alle myne toebereidzels, ontfing ik het bezoek van den +Bevelhebber eerst op den 28sten; maar des morgens van den 26sten, +kwam JOANNA te rug, vergezeld door eenen grooten Neger, die haar +oom was, en op één der armen een zilvere plaat droeg, waar op deeze +woorden stonden: Getrouw aan de Europeanen. Deeze man, genaamd COJO, +die vrywillig en de eerste tegen de muitelingen gevochten had, had +zig naderhand genoodzaakt gezien, om zig weder by hen te voegen, +uit hoofde der mishandelingen van M. D. B. en van den Opzichter. Hy +verhaalde my het volgende geval: "Gy ziet dit kind, zeide hy, +my een klein meisje, TAMERA genaamd, het welk hy by de hand hield, +aanbiedende: haar vader is genaamd JOLI-COEUR; hy is de eerste Capitain +onder BARON, en de onverschrokkenste van allen de muitelingen van het +bosch; het geen hy nog laatstelyk heeft doen zien op eene Plantagie, +gelegen naby Nieuw-Rosenback, alwaar uw Colonel tegenwoordig het bevel +voert. De Opzichter deezer Plantagie was een Jood, genaamd SCHOULTS, +die het bevoorens op Fauconberg geweest was. De muitelingen verscheenen +aldaar eensklaps, en maakten 'er zig meester van, zy bonden SCHOULTS, +plonderden het huis, en begaven zig tot dansen, en het maken van goeden +cier, alvoorens zy dagten om over hunnen gevangen te beschikken. In +deeze akelige gesteldheid, verwagtte deeze niets anders dan het teeken +tot zynen dood, wanneer zyn oog by toeval op den Capitain JOLI-COEUR +viel, wien hy deeze woorden te gemoet voerde: "Myn lieve JOLI-COEUR, +gedenk aan SCHOULTS, die alleenlyk de gemachtigde van uwen meester +was; herinner u alle de vriendelykheden, die ik u geduurende uwe +kindsheid bewezen heb; gy waart myn gunsteling; herinner u dit, en +breng door uwen vermogenden invloed te weeg, dat men my het leven +gunne".--Het antwoord van JOLI-COEUR is merkwaardig.--Ik herinner +my dat alles volkomen; maar, geweldenaar, herinner u, dat gy myne +arme moeder hebt geschaakt, en mynen vader, die haar ter hulpe kwam, +door geesselslagen doen van één ryten; herinner u, dat gy haar in +myne tegenwoordigheid hebt geschonden, toen ik nog maar een kind +was. Herinner u deeze schenddaad, en sterf door myne hand!--Op deeze +woorden hieuw hy hem met eenen byl het hoofd af". Na dit verhaal, +vertrok COJO met de kleine TAMERA, en ik reikhalsde met ongeduld +naar het nieuws, het geen ik dagelyks van Amsterdam te gemoet zag, +en, zoo ik hoopte my zelf in staat zoude stellen, om de beminnelyke +JOANNA van het juk van zulke gedrochten te verlossen. + +De Colonel FOURGEOUD kwam, den 28sten, met één van zyne Officiers +aan. Zyne houding was uittermaten ernstig; het geen my zeer leed +deed. Ik liet hem dadelyk in myne hut komen; en zoo dra hy myne +gezellinne gezien had, verdweenen alle de rimpels van zyn voorhoofd, +als een damp voor de stralen der zon. Nooit heb ik gezien, dat hy +zig met zoo veel wellevenheid gedroeg. + +Ik behandelde hem zoo goed my mogelyk was, en waagde het, om hem +een verhaal van myne reize naar Fauconberg te doen: hy lachte 'er +hartelyk om; en ons beiden de hand gedrukt hebbende, keerde hy, +in eenen goeden luim, en volkomen voldaan, naar Nieuw-Rosenback te +rug.--Volgens alle de omstandigheden, in dit hooftstuk vervat, kan +ik zeggen, dat het tydperk, waar over het zelve loopt, de gulde eeuw +was van mynen tocht naar de West-Indiën. + + + +VEERTIENDE HOOFTSTUK. + +De Colonel FOURGEOUD keert naar Paramaribo te rug.--Het gevleugeld +en gewapend Water-hoen van EDWARDS.--Bewys van onkunde in +een Heelmeester;--van deugd in een slaaf;--van wreedheid +in eenen Bevelhebber.--De roode Wulp.--De Wesp, Marobonso +genaamd.--Orange-appelen en Limoenen.--De insecten, Chiques +genaamd.--Het krygsvolk begeeft zig weder naar de bosschen.--De +Kibry-Fowlo.--Verscheidene zoorten van wilde varkens.--Mieren.--De +dans van Loango.--De Toreman.--De Poelsnip van Guiana.--Plantains en +Bananes.--Manier om te visschen.--Visschen.--Vogelen. + +De Colonel, zyn vertrek tot den 29sten April hebbende uitgesteld, +begaf zig eindelyk naar Paramaribo. Hy was door eenige Officiers +vergezeld, die, zoo wel als hy, allernoodigst hadden zig aldaar te +ververschen. Zyn krygsvolk, tot een zeer klein getal versmolten +zynde, was niet meer in staat, om eenige krygsoeffening uit te +houden, en verlangde naar rust. Geduurende zyne afwezigheid, vond +ik my Bevelhebber der Rivier te zyn. Korten tyd voor zyn vertrek, +zond hy my zeer merkwaardige Instructiën, onder anderen inhoudende: +"Om aan de Planters te vragen, of de muitelingen op hunne Plantagiën +kwamen, en zoo ja, hen aan te tasten, en op de vlucht te dryven; +maar hen niet te vervolgen, zonder zeker te zyn, van hen geheel en al +t'onder te brengen; en ik moest voor de uitvoering van deeze beveelen +verantwoordelyk zyn". Dit wilde zeer eenvoudig zeggen: "Dat, indien +ik den vyand zonder goed gevolg aantastte, ik gestraft zoude worden; +en dat, zoo ik hem in 't geheel niet aantastte, ik rekenschap van +myne achteloosheid zoude hebben te geven". Hoe oordeelkundig andere +artikelen ook waren, konde ik my niet wederhouden van dit zeer ongerymd +te vinden. Ik zond het dadelyk door een Officier te rug; en, op myn +verzoek, verbeterde men het zoodanig, dat het een verstaanbaaren +zin had. + +Hoe gelukkig was ik op dit oogenblik! My ontbrak niets, en ik had myne +bevallige gezellin steeds by my. Haar beminnelyk gezelschap verrukte +my; haare zoete stem streelde myn oor; haare tegenwoordigheid verbande +alle hartzeer, alle akelige herdenking uit mynen geest. + +Op zekeren dag in de verdronken Savanen wandelende, schoot ik een +vogel, dien ik voor het gevleugeld en gewapend Waterhoen van EDWARDS +herkende. Deeze fraaije vogel behoort, zoo men zegt, tot het zoort +der Pluviers; hy heeft de gedaante van een duif; zyne pluimaadje +heeft eene donkere kaneel-kleur of zeer donker roodachtig oranje; +de buik en hals zyn volmaakt zwart; de vouw van elke vlerk, waar +van de vederen een schitterend geele kleur hebben, is gewapend met +een spoor van eene zelfstandigheid, gelyk aan hoorn, en dienende +tot verdediging van deezen vogel: hy heeft geen staart; zyn bek is +byna twee duimen lang; zyne pooten zyn ook zeer lang, en, even gelyk +de bek, van een geelachtig groene kleur; zyne klauwen, vooral de +achterste, zyn uittermaten lang; zy schynen berekend, om de zwaarte +van den vogel in het slyk te dragen, alwaar men hem dikwils ontmoet, +mogelyk om aldaar zyn voedzel in het water te zoeken. Dit hoen, even +als andere zoorten van Pluviers, zwemt nooit; zyn kop is verciert met +een scharlaken hanekam, en kleine peerlen scheiden hem den bek van de +oogen af, even als de Moscovische eendvogel. Men vindt de gewapende +Pluviers altoos by koppelen; en wanneer zy vliegen, fluiten zy vry +aangenaam. Hunne ongemeene schoonheid herinnert my een anderen vogel, +welken ik op nabuurige Plantagiën gezien heb, ik bedoel de roode +Wulp van Guiana, alhier Flamingo genoemd, [5] uit hoofde van de +groote gelykvormigheid, die tusschen hem en den beroemden vogel van +dien naam gevonden word. Men treft deezen Flamingo in Canada aan, +en in verscheide noordelyke en zuidelyke gedeelten van America, +en vooronderstelt, dat hy tot het geslacht der kraanvogels behoort, +en zoo groot is, als een zwaan in Europa. De roode Wulp heeft echter +alleenlyk de gedaante van een kleine Reiger; hy heeft geen staart; +maar zyn hals, zyn gekromde en ronde bek, en zyne pooten zyn zeer +lang; de laatstgemelde hebben vier klauwen, drie van vooren en één +van agteren. De kop van deezen Wulp is zeer klein. Het wyfje legt +altoos twee eieren, uit ieder van welke, na het uitbroeien, een jong +voortkomt, eerst van een zwarte, vervolgens van een gryze, en dan +van een witte kleur, naar mate hy in grootte toeneemt, en eindelyk +word de geheele vogel scharlaken of karmozyn, of naar bloedkleur +hellende. De roode Wulpen leven in gezelschap, even als de Oijevaars, +en bewoonen voornamelyk de oevers der Rivieren, of de stranden der +zee; en men vind ze aldaar in zulk een ongemeen groot getal, dat men +meenen zoude, dat het zand rood geverwd was. Men houdt deeze vogelen, +voor zeer uitgelezen, wanneer ze jong zyn; en zy zyn zoo gemeenzaam, +dat men ze dikwils ziet lopen en eeten met het tam gevogelte, schoon +zy echter aan het vleesch der vogelen en visschen den voorrang geven. + +Ik vond dus altyd eenig nieuw voorwerp om te beschryven, en ik sleet +de gelukkigste dagen met myne geliefde JOANNA, op deeze aangenaame +Plantagie. Maar, helaas! eensklaps was myn geluk vervallen, en ik +verviel in de diepste moedeloosheid. De heer PASSELAIGE, te Amsterdam, +wien ik geschreven had, om van hem de vryheid myner gezellinne te +koopen, kwam te sterven; en het geen myne smart ten top deed ryzen, +was de tegenwoordige staat van JOANNA, die my beloofde, dat ik binnen +eenige maanden vader zyn zoude. Niet alleen moest myne gezellinne +slavin blyven, maar myn eigen bloed was ook tot een gelyk lot, en +onder zulk een bestuur bestemd!--De heer PASSELAIGE, op wien myne +hoop gevestigd was, overleden zynde, ging de Plantagie aan eenen +nieuwen eigenaar over. Ik konde alle deeze akelige denkbeelden niet +verduwen, en wierd als door zinneloosheid bevangen. Myne overmaat +van neerslagtigheid zoude my in het graf gestort hebben, zonder de +teedere vertroostingen van JOANNA, die my overreedde, dat de heer +LOLKENS onze hulp nog zoude kunnen zyn. In deeze droevige gesteldheid +hoorde ik des avonds van den 4den verscheide alarm-schoten met geschut, +van den noord-oost kant. Des anderen daags morgens, by het opkomen +van den dageraad, zond ik eenige manschappen naar de Peréca. Dezelve +kwamen op den middag te rug, met de tyding, dat de muitelingen de +Plantagie Marseille aan de Cottica hadden aangevallen; maar dat +de slaven der Plantagie hen genoodzaakt hadden de wyk te neemen, +zoo als laatstelyk die van Kortenduur gedaan hadden. De muitelingen +hadden ook een gedeelte der Indianen mishandeld, welken zy verdacht +hielden van aan de Planters hulp verschaft te hebben. Ik vernam nog +te gelykertyd, dat men eene zamenzweering van Negers te Paramaribo +ontdekt had. Zy hadden het ontwerp gevormd, om zig by de muitelingen +te voegen, na alle de inwooners vermoord te hebben. De hoofden der +zamenzweerders wierden ter dood gebragt. + +Des morgens van den 26sten, hoorden wy nog verscheiden schoten in +het bosch. Vreezende, dat dit Europeesche manschappen zyn mogten, +die van den weg afgedwaald waren, gelastte ik myne schildwagt, om +deeze noodschoten, één voor één, met zyn snaphaan te beantwoorden, +en ik voegde daar by twee tambours, die twee uuren agter den anderen +trommelen zouden. Eindelyk verscheenen een Sergeant en zes soldaaten +van 's Compagnies krygsvolk, tot den post van Reidwyck aan de Peréca +behoorende, welke geduurende drie dagen in het bosch waaren verdwaald +geraakt. Zy hadden noch hangmatten, noch levensmiddelen, noch drank, +en zy waren byna dood van vermoeienis, honger en dorst. Ik onthaalde +hen zoo goed ik konde, en, tot myn groot genoegen, kregen zy wel dra +hunne kragten weerom. Een van hun echter wierd eenige uuren lang van +zyn gezicht beroofd, door het steeken van een zoort van Wespen, in dit +Land bekend onder den naam van Marobonso, die uittermaten groot zyn, +zig in de holen der boomen ophouden, de sterksten van het zoort der +beijen zyn, en zoo hevig steeken, dat de pyn daar van allergeweldigst +is, en de koorts veroorzaakt. + +Den 12den, na de Cottica twee maalen te hebben overgezwommen, kwam ik +verkleumd t'huis, en des anderen daags had ik de koorts. Ik ontrustte +er my weinig over, en dacht, dat ik door een gematigden levens-regel, +en de hulp van limonade en tamarinden, die op de Hoop in overvloed +groeien, spoedig zoude genezen zyn. + +Den 16den, bevond ik my, op de zwakheid na, volmaakt hersteld. Maar +denzelfden dag, des morgens ten tien uuren, met JOANNA voor myne +wooning zittende, ontving ik een onverwagt bezoek van den heer STEEGER, +één van onze Heelmeesters. Na myn pols gevoeld, en myne tong bekeken +te hebben, verklaarde hy my, zonder omwegen, dat ik des anderen daags +een lyk zoude zyn, indien ik zyn voorschrift niet volgde. Dit gezegde +deed op my zulk eene uitwerking, dat ik, schoon op alle andere tyden +geene geneesmiddelen inneemende, niet aarzelde, om het geen hy my +aanbood, en door hem in een glas was gereed gemaakt, in te zwelgen; +maar ik viel byna oogenblikkelyk gevoelloos op den grond. + +Ik bleef in dien staat tot den 20sten. Het gebruik van myne zinnen +wederom krygende, bevond ik my op een matras leggende, en myne arme +JOANNA, die in traanen wegsmolt, naast my zittende. Uit vreeze, dat +ik my ontrusten mogt, verzogt zy my, om haar geene vragen te doen; +maar des anderen daags verhaalde zy my al wat my was wedervaren. Op +het oogenblik, dat ik viel, deed zy my door vier Negers opneemen, die +my nederleiden ter plaatse, alwaar ik my nog bevond. De Heelmeester, +my op verscheidene plaatsen Spaansche vliegen gelegd hebbende, +dog zonder eenige werking, zeide, dat ik dood was, en verliet de +Plantagie. Toen liet men myne doodkist maken, om my den 17den te +begraven, het geen JOANNA voorkwam, door tot het verkrygen van eenig +uitstel op de kniën te vallen. Dadelyk zond zy iemand af naar haare +moeije, ten einde haar goede azyn, en een fles zeer oude Champagne wyn +te zenden. Zy bediende zig van den eersten, om my by aanhoudenheid de +slapen van het hoofd te wryven; zy doopte 'er verscheide neusdoeken +in, waar mede zy my de gewrichten van de handen, en de voeten omwond; +eindelyk gelukte het haar, om my eenige droppels zeer warmen wyn in +een theelepel binnen te krygen. Dit arme meisje, had my, met myn +kleine QUACO en een ouden Neger, al dien tyd bewaakt, in de hoop, +dat ik 'er nog van zoude mogen opkomen, een geluk, waar voor zy tans +God dankte. Ik konde haar niet antwoorden en dank zeggen, dan door +eenige traanen, en met haar teederlyk de hand te drukken. + +Intusschen ontsnapte ik den dood; maar in weerwil van de zorgen van +dit uitmuntend meisjen, aan wien alleen ik het leven verschuldigd was, +was ik tot den 15den Juny buiten staat, om alleen te kunnen gaan. Ik +was zoo zwak, dat men my als een kind moest te eeten geven, en twee +Negers droegen my in een zoort van leuning-stoel. De arme JOANNA, +die zoo veel voor my geleden had, was toen zelve zeer ziek. + +Deeze staat was zeer verschillende van dien, waar in ik my nog zoo +kort geleden bevond. Ik genoot vergenoegen en gezondheid, en op dit +oogenblik was ik van beiden beroofd. De heer HENEMAN, myn vriend, +die my dagelyks kwam zien, zeide my, dat hy hebbende willen weten, +waar in het geneesmiddel, het geen ik had ingenomen, en my noodwendig +zoude hebben van kant geholpen, bestond, hy ontdekt had, dat het zelve +niet minder was, dan vier greinen braak-wynsteen, onder veertig greinen +ipecacuanha gemengd: de Heelmeester had over myn gestel geoordeeld, +naar mate van myne grootte, die by de zes voeten is. Ik was over deeze +trek van onkunde verontwaardigd. Den 4den Juny, een glas vol Madéra +wyn op de gezondheid van zyne Britsche Majesteit gedronken hebbende, +zag ik deezen knaap verschynen, om my een tweede bezoek te geven. Ik +nam dadelyk één der stokken, dienende om myne leuningstoel te dragen, +en liet dien op het hoofd van den weetniet vallen; want ik had nog +geen kragt genoeg, om hem een slag toe te brengen. Hy vroeg naar +niets meer, en begaf zig zeer schielyk weder in zyn vaartuig. Myne +Negers groetten hem, by zyn vertrek, met drie vreugde-galmen. + +Twee der kloekmoedigste lieden, die in de Volkplanting waren, de +Capitain FREDERIK, en de Capitain STOELEMAN, welke laatstgemelde +tot het krygsvolk der Compagnie behoorde, begaven zig toen met de +Neger-Jagers in de bosschen. Zy doodden drie of vier muitelingen, +en namen een gelyk getal gevangen, die van honger stierven, waar +aan zy blootgesteld waaren, na dat de Colonel FOURGEOUD de bosschen +doorkruist, en hunnen oogst vernield had. Twee andere muitelingen, +op de Plantagie van den heer WINEY, aan de Patamaca-Kreek, hebbende +willen stelen, wierden door de slaven gedood, die vervolgens aan elk +van hun de rechte hand afkapten. Zy lieten dezelve droogen, en zonden +ze naar Paramaribo. + +Den staat van zwakte, waar in ik was, my tot allen dienst onbekwaam +makende, stelde ik het bevel op de Hoop, in handen van den Officier, +die in rang op my volgde. Denkende, dat de verandering van lucht +my goed zoude doen, ging ik, na daar van aan den Colonel bericht +gegeven te hebben, naar eene nabuurige Plantagie, Egmond genaamd, +en aan den heer DE CACHELIEU, een Fransch Edelman, toebehoorende. Ik +wierd vergezeld door JOANNA, eenen blanken bedienden, en mynen kleinen +Neger. De heer DE CACHELIEU had my verscheidene maalen genoodigd, om +hem te komen zien, en niets was tot myn herstel geschikter, dan zyn +vrolyk gezelschap, en zyne gastvryheid. Hoe zeer waaren echter deeze +hoedanigheden het tegen overgestelde van zyne onrechtvaardigheid en +wreedheid omtrent zyne slaven! Zie hier een voorbeeld van de manier, +waar op hy dezelven behandelde. Twee Negers hadden eene geesseling +verdiend, om dat zy in zyn magazyn met geweld waren ingedrongen, en +gestolen hadden, en zy wierden met eenige zweepslagen vry gelaten, +om dat ze nog jong waren, terwyl twee anderen, die ongelukkiglyk ouder +waren; verwezen wierden, om voor een geringe twist drie honderd slagen +te ontfangen. + +Aan den heer DE CACHELIEU naar de reden deezer partydigheid gevraagd +hebbende, antwoordde hy my, dat die twee jonge lieden eene zeer +fraaije huid hadden, en werken konden; maar dat de anderen oud +en zedert lang verminkt zynde, tot niets meer goed waren, en dat, +wanneer zy omkwamen, de Plantagie het onderhoud, het geen men hun +zonder nut verschafte, zoude uitwinnen.--Eenige dagen te vooren, +deed op Arentsrust, eene andere Plantagie beneden de evengemelde, +de Opzichter aan eenen ongelukkigen Neger, die hem uit naam van den +eigenaar een brief bragt, over welks inhoud deeze Opzichter niet +voldaan was, vier honderd geesselslagen geven, en zeide hem, dat hy +dit antwoord konde brengen aan den geen, die hem gezonden had. + +Maar laten wy tot mynen gastheer te rug keeren. In weêrwil van zyne +wreedheid omtrent zyne Negers, was hy jegens alle anderen beschaafd, +vriendelyk, gastvry, en zeer wellevend. Ik zag op zyne Plantagie een +groot getal Chineesche oranjeboomen. Derzelver vruchten verschillen van +de andere oranje-boomen daarin, dat ze van binnen veel doorschynender +zyn, en een veel geuriger smaak hebben. De schil is ook veel gladder, +dunner en bleeker. Maar schoon men zonder hinder eene groote meenigte +gewoone oranje-appelen eeten kan, kan men dit niet zeggen van, +de Chineesche, wier onmatig gebruik in deeze Volkplanting steeds +gevaarlyke gevolgen gehad heeft. Deeze vrucht is van het zelfde zoort, +als die van Lissabon aankoomt, en waarschynlyk zyn het de Portugeezen +of Spanjaarden, die deeze oranje appelen in Guiana gebragt hebben. Men +kan gemakkelyk naargaan, dat de oranje-appelen van dit zoort, als +gouden trossen in volkomene rypheid van de boomen afvallende, van +veel lekkerder smaak zyn; dan die wy in Engeland eeten, werwaarts +men ze zend, wanneer ze nog groen zyn; het is waar, dat zy aldaar +vervolgens van kleur veranderen; maar zy komen aldaar nimmer tot +hunne waare rypheid. Men kan zig ligtelyk een denkbeeld maken van +de geur, die de bloemen van alle deeze oranje-boomen, waar van men +hier de fraaiste ruikers maakt, verspreiden. Op de Plantagie Egmond +vond ik ook eenige schoone limoenboomen; de vruchten waren groot, en +hadden een zeer dikke schil. 'Er waren ook nog zeer zoete limoenen, +maar die zeer klein, en naar myn oordeel zeer smakeloos zyn. + +Na van de lekkere vruchten van den heer DE CACHELIEU gesproken +te hebben, moet ik zyne uitstekende Fransche wynen, en vooral zyn +Muscaat-wyn, niet vergeten. In weêrwil van soo veele uitgelezene +zaaken, bleef ik steeds zeer zwak, en zonder eetlust. Hoopende, dat +het te paard ryden my dienst zoude doen, besloot ik, om de gastvrye +wooning van deezen beminnelyken Franschman te verlaten, en verlof te +vragen, om eenigen tyd te Paramaribo te gaan doorbrengen. + +Den Colonel FOURGEOUD den 9den op Cravassibo aangekomen zynde, om +aldaar zyne krygsverrigtingen te hervatten, schreef ik hem een brief, +om dit verlof te verkrygen, en zes maanden soldy, die my verschuldigd +waren, te vorderen. Hy antwoordde my den 12den en sloeg my het een +en ander verzoek af, maar in Zulk een onbeleefden styl, als ik van +hem niet verwagtte. Hy scheen aan mynen yver te twyffelen, en schoon +hy wel wist, dat ik ziek was, weigerde hy my myn geld, en de noodige +geneesmiddelen, om myne gezondheid te herstellen. Ik was daar over +zoo veröntwaardigd, dat ik hem een tweeden brief zond, waar in ik hem +verklaarde buiten staat te zyn, om iets te doen of te verzoeken, dat +met myne eer strydig was, waar van ik hem alle bewyzen geven zoude, +die hy eenigzints konde vorderen. Door zwakte geen dienst kunnende +doen, volgde ik mynen brief na verloop van twee dagen, en ik vertrok +met den heer DE CACHELIEU, in een overdekt vaartuig van agt riemen. + +Ik stelde my voor, dat de Colonel by myne komst woedend tegen my zoude +zyn; dat hy my in arrest zoude doen gaan, en my eenige uitlegging +op myne brieven zoude afvorderen; maar hoe buitenspoorig hy zig ook +mogt aanstellen, ik vreesde hem niet, want na alle zyne pogingen om +my ongelukkig te maken, verlangde ik den dood boven andere wreedheden. + +De heer DE CACHELIEU, ook vermoedende, dat de Bevelhebber tegen my +een groot geweld zoude maken, vergezelde my, toen ik by hem ging, doch +beiden waren wy bedrogen. De Colonel gaf ons zeer beleefdelyk de hand, +en vroeg ons beiden ten eeten, als of 'er tusschen hem en my niets +was voorgevallen, maar ik zag die gemaakte houding met verachting, +en weigerde zyne uitnoodiging, zoo als ook de Planter deed. Toen +ik hem verzogt had my de reden te verklaaren, die hem bewogen had, +om my myn verzoek af te wyzen, en my zulk een vreemden brief te +zenden, antwoordde hy my: ---- Dat dertig of Veertig Oucas-Negers, +die onze bondgenooten waren, hem bedrogen hadden, door niets te doen +van het geen zy beloofd hadden, terwyl zy in de bosschen waren, en +hy zelf zig op Paramaribo bevond; dat hy dienvolgende besloten had, +zyne krygsverrigtingen met dubbelen yver voort te zetten. Dit was de +reden, die hem bewogen had, niet alleen om my het verzogte verlof te +weigeren, maar om zelfs aan alle de zieke Officiers te gelasten, zig +oogenblikkelyk by hem te vervoegen, zonder 'er zelfs een enkele van uit +te zonderen tot bewaaring van de vaandels en de krygskas, welke hy aan +een Quartiermeester had toevertrouwd. De Colonel sprak de waarheid wel, +en hy had dezelve niet te kort gedaan, met 'er by te voegen, dat zyne +ingekankerde haat tegen eenige andere Officiers en my, hem aanzette, +om alles tot ons verderf aan te spannen. Ik moet niet vergeten te +verhaalen, dat hy omtrent deezen tyd de orde regelde, welke in het +doen der tochten moest gevolgd worden. Te vooren geschiedde alles +met verwarring, het geen by vervolg nog maar al te dikwils voorviel. + +Byna twee maanden te Egmond hebbende doorgebragt, zonder my aldaar te +kunnen herstellen, en zonder verlof te verkrygen, om naar Paramaribo +te gaan, verkoos ik liever het bevel op de Hoop te hernemen. De heer +DE CACHELIEU vergezelde my derwaarts, en ik onthaalde hem aldaar zoo +goed my mogelyk was. + +Ik vond op de Hoop mynen vriend HENEMAN, die toen Capitain was. Zoo wel +als verscheiden anderen van het krygsvolk, was hy aldaar ziek geworden, +en men had hem gelaten zonder geld, zonder Heelmeester, zonder +geneesmiddelen. Echter had de Stad Amsterdam verscheide vaten wyn, +ingelegde groenten, en andere versche voorraad gezonden; maar alles was +voor onze kwynende krygsbenden onzichtbaar, schoon dit zekerlyk het +oogmerk van deeze Stad niet was. Ik deed alhier vergeefsche moeite, +om ons aandeel in alle deeze mondbehoeften te verkrygen; noch geld, +noch geneesmiddelen, noch wyn, noch eenig zoort van ververschingen +wierden ons toegezonden. Dus hield onze kwyning aan, en wy verloren +onze kragten, in plaats van die wederom te krygen. Ik had echter de +minste reden van klagen, want ik wierd door JOANNA en myne dienstboden, +die, daags na myne aankomst op de Hoop, de Plantagie van den heer DE +CACHELIEU verlieten, bediend; en voorts ontfing ik, als naar gewoonte, +geschenken van alle kanten. De grootste onaangenaamheid, welke ik +toen ondervond, bestond daar in, dat ik de voeten vol insecten had, +chiques genaamd, het geen ik gedeeltelyk toeschreef aan het dragen +van schoenen en koussen, geduurende myn verblyf op Egmond. Ik heb +reeds gezegd, dat deeze insecten op Devil's-Harwar uittermaten talryk +waren, en ik zal deeze gelegenheid waarnemen, om dezelve op een meer +opzettelyke wyze te beschryven. + +De chiques zyn kleine zandluizen, die tusschen vel en vleesch +doordringen, maar in 't algemeen onder de nagels van de voeten, +zonder dat men ze gevoelt. Zy zuigen aldaar het bloed, en worden +als een groote luis, en de jeukte, die zy dan veroorzaaken, is +allerönaangenaamst. Vervolgens komen zy te voorschyn, onder de +gedaante van een blaasje, het welk vol eiëren of neeten is, en indien +men het breekt, zoo veele jongen voortbrengt. Dezelve verspreiden +zig in het zieke deel, en veröorzaaken aldaar zweeren, die dikwils +zoo gevaarlyk zyn, dat ik een soldaat gekend heb, wien men met een +scheermes de voetzool moest afsnyden, om hem te geneezen. Men heeft +in dergelyke gevallen tot de afzetting dikwils toevlucht genomen; +en verscheiden lieden hebben zelfs het leven verloren, om dat zy +verzuimd hadden deezen vervloekten worm in tyds te doen verhuizen. Op +het oogenblik derhalven, dat men een zoort van brandende pyn gevoelt, +en eene ongewoone roodheid aan den voet bespeurt, is het tyd, om de +chique, die 'er de oorzaak van is, 'er uit te haalen. Dit doet men +met een naald, en de Negerinnen zyn 'er zeer bekwaam toe. Zy dragen +zorg, om geene onnoodige pyn te veröorzaaken, en om het insect, +noch deszelfs nest in de wonde niet te breeken. Op derzelver opening +leggen zy vervolgens asch van tabaks-bladen, en in korten tyd is men +geneezen. Op het oogenblik, dat ik 'er door besmet was, nam JOANNA eene +naald, en haalde uit myn linke voet, tot drie-en-twintig van deeze +insecten. Zy huisvesten allen onder de nagels, en men kan naargaan, +welk eene verschrikkelyke pyn ik uitstond. Deeze zelfde insecten +dragen by de Spanjaarden te Carthagena den naam van Niguas. + +Den 21sten, ontfing ik een brief van den Bevelhebber, niet in antwoord +op dien, welken ik hem laatst gezonden had, maar, vermits hy zig in de +bosschen ging begeven, eenen last vervattende, om hem te Cravassibo, +alwaar toen het hoofd-quartier was, alle de mond- en krygsbehoeften, +alle de bylen, alle de kook-ketels toe te zenden, welke men op de Hoop +niet volstrekt noodig had. Ik deed ze hem des anderen daags toekomen: +maar de levensmiddelen waaren 'er in eene kleine hoeveelheid; want +een schuit, geladen vol met ossen- en varkens-vleesch, voor den post, +alwaar ik my bevond, had in de Rivier schipbreuk geleden. + +Den 25sten, wierd de heer STEGER, die Heelmeester, welke my byna had +doen omkomen, zoo dat ik de gevolgen van zyne onkunde nog gevoelde, +van het Regiment weggezonden, als onbekwaam tot de uitoeffening van +zyn beroep. Schoon myne gezondheid op dit tydstip nog niet hersteld +was, doch ziende, dat verscheiden Officiers zig gereed maakten +om den Colonel te volgen, verzogt ik hem, om my zulks mede toe te +staan. Maar toen, den 26sten, zyn Adjudant, met een Heelmeester, +het krygsvolk, aan de Commewyne gelegerd leggende, onderzogt, vonden +zy beiden my buiten staat, om de vermoeienis van zulk eenen tocht +door te staan. Dit was waar; en den 29sten, weder ingestort zynde, +had ik het genoegen, om my als Bevelhebber aan de Rivier afgelost te +zien door den Majoor MEDLAR, die deezen zelfden dag tot dit einde op +de Hoop kwam. My was echter bevolen, om deezen post niet te verlaten, +schoon het verblyf van een maand te Paramaribo my een volkomen herstel +zoude hebben kunnen bezorgen, ik had dus niets meer te doen, dan myne +teekeningen voort te zetten, waar voor de evengemelde Officier my +eene vry aanzienlyke somme aanbood; maar ik wilde, zoo 't mogelyk was, +myne verzameling volledig maken. Wanneer ik 'er de krachten toe had, +wandelde ik rondom de Plantagie, met myn snaphaan op den schouder; +en den 3den September schoot ik, onder verscheide andere vogelen, +een zeer kleinen vogel, alhier Kibry-fowlo genaamd, om dat hy zig +altyd verscholen houdt. Deeze vogel, hebbende de grootte van een +lyster, is ten aanzien van deszelfs pluimaadje en gedaante gelyk aan +een quartel; maar zyne pooten zyn een weinig langer, en zyn bek is +uittermaten puntig. Zeldzaam ziet men hem vliegen; maar hy loopt zeer +schielyk in de weiden en Zand-woestynen, alwaar hy zig verschuilt, +zoo dra hy bemerkt, dat men op hem loert. De vogel, dien ik doodde, +was zeer vet, en toen hy gereed gemaakt was, vond ik hem zoo lekker, +als een leeuwrik in Europa. + +Den 11den September verliet de Colonel FOURGEOUD Cravassibo, en +ging den vyand in de bosschen vervolgen; hy voerde met zig alle de +manschappen, in staat zynde om hem te volgen, welke hy by één kon +krygen, maar geen hooger getal beliepen, dan van honderd mannen. Vooraf +had hy het krygsvolk van den post van de Savane der Joden doen te +rug trekken, om dezelve op de verlaatene Plantagie Ornamibo, aan +het bovenste gedeelte van de Commewyne, te plaatsen, laatende dus de +Planters van de Rivier Surinamen aan hunne eigene verdediging over. + +Den 19den van deeze maand, in den morgenstond, kwam een hoop van meer +dan twee honderd wilde varkens, alhier Pingos genoemd, in het bosch +verdwaald geraakt zynde, op de Hoop, en liep over de Plantagie. De +Negers vervolgden hen, en doodden 'er meer dan twintig van, door houwen +met snoeimessen en bylen. 'Er zyn drie zoorten van wilde varkens in +Guiana: de Pingos of Wary, waar van ik tans spreeke; de Cras-Pingos; +en de Mexicaansche varkens, genaamd Peccaris. De Pingos hebben ten +naasten by de grootte van onze kleine Engelsche varkens. Zy zyn zwart, +en hebben het lyf met zeer harde, maar niet zeer digt tegen elkander +staande borstels bedekt: zy verzamelen zig tot kudden, ten getaale +zomtyds van meer dan drie honderd, en bewoonen de dikste gedeelten +der bosschen. Zy loopen altyd op eene lyn, volgende de een den +ander van zeer naby. Wanneer de geen, die voorloopt, of de geleider, +gedood word, is de linie dadelyk gebroken, en de geheele kudde is +in wanörde; hierom beginnen de Indianen, zoo het hun mogelyk is, +altyd met den voorsten het eerst te treffen. Zoo dra hy is afgemaakt, +houden de anderen zig stil, elkander op eene domme wyze aankykende, +en laaten zig één voor één dood slaan, waar van ik getuige geweest +ben. Zy tasten geene menschen aan, en bieden hun geen wederstand, +zelfs wanneer ze gewond zyn, zoo als de wilde zwynen in Europa +doen, hoe zeer verscheiden Schryvers dit tegen de waarheid verhaald +hebben. Ik kan niet zeggen, of zy de honden aanpakken, want ik had +'er geen, toen ik hen ontmoette.--De Cras-Pingos zyn dik, en zyn tot +sterke verdediging gewapend. Hunne borstels zyn nog veel ruwer, dan +die van de eerstgemelde. De varkens van dit zoort zyn zeer gevaarlyk, +zoo door hunne kracht, als door hunne woestheid. Zy tasten menschen +en beesten aan, die hunnen, weg belemmeren willen, vooral wanneer ze +gewond zyn. Hunne manier van reizen is dezelfde, als die der andere +Pingos, en zy verzamelen zig ook tot talryke kudden; maar zy houden +zig voornamelyk in de binnenste gedeelten des Lands op. De varkens +van deeze beiderleije zoorten, wanneer zy in het bosch het minste +gerucht hooren, het welk hun de aannadering van eenig gevaar te kennen +geeft, staan eensklaps stil, vormen zig tot een naauw ingesloten hoop, +knarssen met de tanden, en maken zig dus tot hunne verdediging tegen +den vyand gereed. Ik geloof niet, dat ze oorsprongelyke bewooners van +Guiana zyn, maar uit Africa en Europa afkomstig. De Indianen eeten +hun vleesch met graagte; de blanken houden 'er veel van, en ik vond +het hard, droog en smakeloos.--De Peccaris, of Mexicaansche varkens, +worden gehouden voor de eenigen, die uit Guiana oorsprongelyk zyn, +en zy mengen zig niet onder de andere tamme of wilde varkens. Het dier +van dit laatste zoort is byzonder merkwaardig door een beurs of zak op +den rug, die men gewoonlyk voor zyn navel neemt, en die byna een duim +diep zynde, een stinkend vocht in zig vervat, waar van echter zommige +lieden de reuk by die van muscus vergelyken, maar die zoo onaangenaam +is, dat de Indianen, op het oogenblik, dat het dier gedood is, zorge +dragen, om 'er het vleesch rondsom uit te snyden, ten einde voor te +komen, dat het verdere 'er niet door bedorven worde; het geen anders +schielyk plaats zoude hebben, en wel zoo sterk, dat het onëetbaar +worden zoude. De Peccaris is by de drie voeten lang: hy heeft geen +staart zyne leden zyn wel gemaakt; hy kan zig weinig verdedigen. Zyne +borstels, van eene geelachtig gryze kleur, gelyken zeer veel naar de +stekels van den Engelschen egel. Zy zyn zeer lang op den rug, maar +zeer kort en zeer zeldzaam aan den buik en in de zyden. Dit dier heeft +op elken schouder een vlak van een helderer kleur, dan het overige +van zyn lichaam, loopende onder den hals in één, en veel gelykheid +hebbende met den halsband van een paard. De varkens van dit zoort zyn +op de lange en moerassige landen minder bekend, dan binnen in het Land, +alwaar zy in de Savanen en op de bergen leven. Zy worden gemakkelyk tam +gemaakt, en dan zyn zy mak en stil, maar zoo dom niet, als de Graaf DE +BUFFON voorwendt. Deeze natuurkenner zegt, dat zy niemand herkennen, +en geene verkleefdheid hebben aan de geenen, die hun voedzel geven; +echter had de Majoor MEDLAR 'er een op de Hoop, die hem als een hond +volgde, en zigtbaar genoegen schepte, door zynen meester gestreeld +te worden. Ik moest ook opmerken, dat wanneer men ze tergt, zy zeer +gevaarlyk en kwaadaartig zyn. De Peccaris loopen met groote troepen, +even als de andere zoorten; hunne wyfjes werpen verscheiden jongen +te gelyk; en hun geknor is zeer onäangenaam en sterk. + +Des morgens van den 29sten, hoorden wy op nieuw het geluid van +verscheiden snaphaan-schoten naar den kant van de Cottica. Het kwam +van de Plantagie Marseille alwaar de slaven, vol dapperheid en trouw, +de muitelingen voor de tweede maal verjaagd hadden. + +Den 8sten der volgende maand, ontfingen wy de tyding, dat de Colonel +FOURGEOUD, na de velden van den vyand, met welken hy van verre +gesproken had, ontdekt en verwoest te hebben; na het overschot +van den ongelukkigen SCHMIDT, die, zoo als ik gezegd heb, door de +muitelingen gedood was, gevonden te hebben, met zyn krygsvolk te +Maagdenberg was te rug gekomen, en dat hy aldaar tot den 11den dier +maand verblyven zoude. Hy ging vervolgens wederom in de bosschen, maar +vooraf droeg hy zorg, om zyne zieken naar de Hoop te doen brengen: +hy zond ook derwaarts, om arrest te houden, en vervolgens gevonnisd +te worden, een jong Officier, die aan niets anders schuldig stond, +dan dat hy, zoo goed niet als hy zelve, de vermoeienis had kunnen +doorsstaan. Deeze jongeling had last gehad, om twee dagen en twee +nachten lang te waken; eindelyk niet in staat zynde om wakker te +blyven, viel hy onder de wapenen in slaap, des te ligter, om dat hy +op den grond zat. De luchtstreek van Guiana is in de daad zoodanig, +dat zy in staat is de natuur gedwee te maken. + +De Colonel schreef de voortduuring zyner gezondheid grootendeels toe +aan zeker alleronäangenaamst geneesmiddel, het welk hy zyn drank +noemde, en zeer heet en met koppen vol inzwolg: het bestond uit +kina en room van wynsteen, by elkander gekookt; zyn gestel was 'er +zoodanig aan gewend, dat hy het zelve niet ontbeeren konde. Echter +had hy geene navolgers, elk was beducht, dat, wanneer de werking van +dit geneesmiddel ophield, het geen eindelyk gebeuren moest, alle +andere geneesmiddelen, op het oogenblik, dat men ze meest noodig +had, werkeloos zyn zouden. Wat my betrof, ik bleef uitermaten zwak, +en wanhoopte zelfs aan myn herstel. De neerslagtigheid, waar toe de +kommerlyke staat van JOANNA my deed vervallen, veroorzaakte zulks +niet weinig. Myne ongerustheid verminderde ten deezen opzigte niet, +toen by een bezoek, het welk de heer en mevrouw LOLKENS my op de Hoop +gaven, de eerstgemelde my zeide, dat de Plantagie Fauconberg andermaal +stond verkogt te worden, en dat de nieuwe eigenaar was de heer LUDEN, +te Amsterdam, tot wien hy geene de minste betrekking had; hy voegde +'er tevens by, dat het gerucht liep, dat JOANNA en ik beiden vergeven +waren. Het verdriet, het welk zyne eerste tyding in my verwekte, +wierd echter verzacht door het verlangen, het geen mevrouw LOLKENS my +deed blyken, om myne gezellin dadelyk naar Paramaribo mede te nemen, +ten einde haar aldaar in haar eigen huis te doen oppassen, tot dat +zy volkomen hersteld zoude zyn. Ik betuigde haar alle mogelyke +dankbaarheid, en de arme JOANNA stortte traanen van vreugde. Zy +vertrokken alle drie den zelfden dag, en ik bragt hen tot Killestein +Nova, alwaar wy het middagmaal hielden; waar na ik, na het nemen van +een teder afscheid, hen verliet. + +By myne te rug komst op de Hoop, had ik moeite om myne verontwaardiging +binnen de paalen van omzigtigheid te houden, wanneer ik my de zorg, +die ik voor myn eigen bloed droeg, door myne medgezellen hoorde +verwyten. "Doet als wy, STEDMAN, zeiden zy, en vreest niets. Indien +onze kinderen slaven zyn, men draagt ten minsten zorge voor hun; en +sterven zy, dan is 't over. Laat alle uwe zuchten in uwen boezem, en +uw geld in uw zak te rug keeren, gy zult 'er u beter by bevinden". Ik +geef hunne eigene uitdrukkingen op, om te doen gevoelen, hoe zeer +het my moet hebben aangedaan, zulke troostredenen te ontfangen. + +Des anderen daags, met het aankomen van den dag ontwakende, was het +eerste voorwerp, het welk my voor het oog kwam, een slang van zes +voeten lang, die lynrecht boven myn hoofd hing, op den afstand van +minder dan een voet, en met zyn bek naar beneden; hy had zyn staart om +een balk van het dak geslingerd. Zyne oogen glinsterden als starren, +en hy weemelde met zyn gespleeten tong in den bek. Ik was zoodanig +verschrikt, dat ik moeite had, om hem te ontwyken, het geen ik egter +deed, door my uit myn hangmat te werpen. Ik hoorde hem vervolgens +gerucht maken in het drooge stroo, waar mede myn dak gedekt was; de +Negers vervolgden hem aldaar, om hem te dooden, maar hy ontsnapte hun; +dus kan ik niet zeggen, tot welk zoort hy behoorde. My toen alleen +bevindende, en voor zulke bezoeken in het vervolg beducht zynde, +sloot ik myn huis toe, en ging met myne vrienden, den Majoor HENEMAN +en den heer MACDONALD, te zamen woonen. + +Myne koffers naarziende, bevond ik, dat de mieren daar aan veel schade +gedaan hadden. Zy zyn in Guiana van verschillende zoorten, en zoo +talryk, dat ze my in één nacht een paar catoene koussen, die geheel +nieuw waren, vernielden. De mieren, die veel op de Plantagiën gevonden +worden, zyn zeer klein, maar zeer onaangenaam. Om de suikerbrooden +te beveiligen, moet men die met een spyker tegen het beschot hangen, +en zorge dragen, dat men rondom veel kryt smeert, om dat dit afvalt, +en hen op het oogenblik, dat zy 'er over willen gaan, mede neemt. Ik +verbeeldde my, dat, wanneer ik myne suikerbrooden op een steen zette, +die in eene tobbe rondom in 't water stond, ik dezelve tegen deeze +geduchte vyanden zoude veilig stellen; maar ik bedroog my; de voorhoede +trok, tot myne groote verwondering, over 't water; en zeer weinigen +verdronken. Het waare middel om zig van deeze insecten te ontlasten, +bestaat daar in, dat men hen aan eene brandende zon bloot stelt; zy +kunnen die niet verdragen, en vluchten na verloop van eenige minuuten +weg. Het geen verscheiden Schryvers, waar onder zig Dr. BANCROFT, +en zelfs Koning SALOMON bevinden, van den zoogenaamden voorraad, +dien de mieren voor den winter vergaderen, hebben opgegeven, word +door nieuwe waarneemingen wedersproken. Het is wel waar, dat 'er in +Surinamen geen winter is; maar overal, waar dit jaargetyde bekend +is, worden de mieren door eenen gevoel benemenden slaap verdoofd, +geduurende welken zy niets noodig hebben. + +Myn vriend, de Capitain VAN COEVERDEN, die toen in de bosschen was, +ondervond eene onaangenaamheid van eenen anderen aart. Neger slaven +openden zyne koffers te Paramaribo; zy ontstalen hem zyne beste +goederen, en twintig guinies. + +Den 6den, verdronk een zee-soldaat zig zelf in den aanval van een +heete koorts, eene ziekte, die in Guiana zeer gemeen is. Byna te +gelyker tyd wierd een soldaat van 's Compagnies krygsvolk op last +van eenen hoogen krygsraad dood geschoten. + +Aan den heer SEIFKE geschreven hebbende, om te weten, of het niet in de +magt van Gouverneur en Raaden stond, om het kind van een vry man vry +te maken, mits aan den eigenaar de somme betaalende, die zy in hunne +wysheid gepast zouden oordeelen; hy antwoordde my, dat geene somme +hoe genaamd een slaaf konde vry koopen, wie ook zyn vader wezen mogt, +zonder de toestemming van den meester, naardien, volgens de wetten, +die uit eene moeder in slavernye zynde geboren word, even zeer slaaf +is, als of hy in Africa geboren, en van de kusten van Guinée herwaarts +overgebracht was. Deeze uitlegging maakte myne ellende volkomen. Korten +tyd na het ontfangen van dit antwoord, wierd ik op zekere Plantagie, +Knoppemonbo genaamd, aan de Cassivinica-Kreek, en welks eigenaar, +de heer DE GRAAF, alles deed, wat hy konde, om my te verzetten, +ter maaltyd genoodigd. Eindelyk my ter zyden af, op een kleine brug, +die naar een oranjen-bosch leide, ziende zitten, in eene houding, die +myne bittere droefheid aanduidde, kwam hy by my, vatte my by de hand, +en zeide my het volgende, het welk ik met de grootste verwondering +aanhoorde. + +"De heer LOLKENS heeft my bericht, myn heer, van de oorzaak uwer +billyke smarte, maar de Hemel laat nimmer eene goede daad onbeloond. Ik +heb het genoegen u tans kennis te geven,dat de heer LUDEN my tot +Bestuurder zyner Plantagie verkozen heeft, en dat ik van dien dag af +aan alle myne pogingen zal aanwenden, om u by hem van nut te zyn, +als mede aan de achtenswaardige JOANNA, die, door haar beminnelyk +caracter, zig de achting van allen, die haar kennen, verworven heeft, +terwyl uw loffelyk gedrag ten haaren opzigte u de achting der geheele +Volkplanting heeft doen verdienen." + +Een Engel, uit den hemel nederdaalende, konde my geen blyder boodschap +brengen: een misdadiger, die ter dood verwezen is, ontfangt de aan +hem geschonkene genade met geen meerder vreugde! Ik gevoelde mynen +boezem van een zwaaren last ontheven; en na den heer DE GRAAF zyne +belofte hebben doen herhaalen, vond ik, dat ik my in den kelk van 't +geluk nog konde dronken drinken. Kon na dit gesprek, wierd ik door +alle de lieden van het gezelschap omringd, aan wien deeze waardige +man zyne edelmoedige oogmerken mededeelde. Zy wenschten my met myne +lofwaardige gevoelens, en met de beminnelyke gezellinne, waar aan +ik my verbonden had, geluk: zy scheenen in het genoegen, het welk +ik ondervond, deel te nemen; en de geheele dag wierd in festynen +en vermaken doorgebragt. Des avonds keerde ik naar de Hoop te rug, +veel beter te vreden, dan toen ik deezen post verlaten had. Des +anderen daags wierd het zelfde gezelschap aldaar door den Majoor +MEDLAR ontfangen; en wy hielden met onze bezoeken aan tot den 13den, +wanneer wy andermaal gezamentlyk naar Knoppemonbo gingen. + +De heer DE GRAAF, nieuwe slaven gekogt hebbende, gaf aan alle de +Negers van zyne Plantagie een festyn, en ik had dus gelegenheid, +om de hun eigenäartige vermakelykheden te zien; maar ik bewaare +derzelver mededeling tot een ander tydstip. Tans zal ik alleenlyk +eene beschryving geven van den dans van Loango, zoo als die door +de Negers van dit gedeelte van Africa, en door geene anderen word +uitgeöeffend. Dezelve bestaat in zulke aangevuurde en wulpsche +houdingen en gebaarden, dat men de meest verhitte verbeelding en +de bestendige gewoonte noodig heeft, om dien uittevoeren. Deeze +dans, die met trommelslagen vergezeld gaat, en geduurende welken +de dansers met hunne handen de maat slaan, kan als een zoort van +pantomime beschouwd worden, die in verscheiden bedryven verdeeld is, +en eenige uuren aanhoudt. Maar het merkwaardigst is, dat, zoo lang +dit zoort van vertooning duurt, de dansers en danseressen, verre van +vermoeid te schynen, zig meer en meer aanvuuren en verhitten, tot dat +zy eindelyk door en door bezweet, en hunne aangezette bewegingen tot +die hoogte gestegen zyn, dat, de natuur bezwykende, zy op het punt zyn, +om in stuiptrekkingen te vervallen. + +Hoe onbetamelyk deeze oeffening ook is, de Europeesche en Creoolsche +vrouwen zyn by het gezicht daar van, even als van alle andere vermaaken +tegenwoordig. Zy verzamelen zig onbeschroomd benevens de manspersoonen, +rondom de dansers, om, zoo zy zeggen, eens hartig te lagchen. Zulke +vertooningen zouden het gezicht van eene Engelsche vrouw geheel +doen bloozen. + +Deeze waarneeming, dat de gewoonte in zekere Landen zaaken voor +geoorloofd houd, die men elders verwerpen zoude, word meer of +min bewaarheid, naar maate men verschillende luchtstreeken bezogt +heeft. Een Officier, in dienst der Indische Compagnie, heeft onlangs +eene beschryving uitgegeven van de verschillende houdingen, gebaarden, +gezichten, zuchtingen, uitdrukkingen van vermaak, vrees, hoop, en +elke trap van hartstocht, die de danseressen in de Oost-Indiën doen +blyken; maar wat deeze jonge dogters ook doen mogen, om de verbeelding +der toekykers aan te vuuren, men weet, dat de heidensche vrouwen de +kuischte in de geheele weereld zyn. + +Den 14den keerde ik naar de Hoop te rug, alwaar ik vernam, dat +het dak van myn huis door een stormwind was weggenomen. Dewyl ik +niet meer voorneemens was het zelve te bewoonen, liet ik het om ver +vallen. Intusschen had ik aldaar de gelukkigste dagen van myn leven +gesleeten. + +Den 26sten, trok de Colonel FOURGEOUD op nieuw naar de Wana-Kreek; +maar dewyl hy van den post van de Savane der Jooden het krygsvolk +had weggenomen, maakten de muitelingen daar van gebruik, niet alleen +door eene Plantagie aan de Rivier Surinamen te plonderen, maar zelfs +verscheide Plantagiën, aan de Cassivinica-Kreek, te verbranden. Eene +bezending van 's Compagnies krygsvolk, die by toeval zig aan deeze +Rivier bevond, vervolgde hen, maar zonder eenig voordeel. Twee +soldaaten wierden gedood, en verscheide anderen, waar onder hun +Bevelhebber NEYLE was, wierden gekwetst. De Majoor zond het krygsvolk +af, het welk onlangs op Ornamibo geplaatst was, ten einde den vyand te +vervolgen: het zelve doorkruistte het bosch eene geheele week lang, +en kwam te rug, zonder iemand ontmoet te hebben. Deeze meenigvuldige +gebeurtenissen doen zien, hoe moeielyk het voor Europeesche krygsbenden +is, om in de bosschen van Noord-America te gaan oorlogen. + +Den 30sten van deeze maand, zynde St. ANDREAS dag, liet ik een geheel +schaap braden, waar op ik alle de Officiers, die zig op de Hoop +bevonden, onthaalde. Ik gaf daar by twee kruiken goede Jamaicasche +Rhum, waar van wy Punch maakten, welke wy op de gezondheid van onze +vrienden van het oude vaste Land uitdronken. Ik herhaalde dit festyn +den 4den December, na het ontfangen der tyding, dat myne JOANNA van +een frisschen en schoonen zoon bevallen was. Den zelfden dag schreef +ik aan den heer LUDEN te Amsterdam, om de vryheid voor moeder en +kind te bekomen, en ik deed dit in dezelfde uitdrukkingen, als aan +zynen voorzaat den heer PASSELAIGE; alleenlyk verzogt ik hem met +meerder aandrang, om zyn antwoord te verhaasten, om dat ik niet wist, +hoe lang onze tocht nog duuren zoude. Myn nieuwe vriend, de heer +DE GRAAF, ondersteunde my, zoo als de heer LOLKENS gedaan had. Dit +alles afgeloopen zynde, gaf ik aan de zieken een douzyn flessen goeden +Champagne-wyn, die de eerstgemelde van deeze twee heeren my gezonden +had, en die zedert het jaar 1726. in zyne kelder geweest waren. + +Des morgens van den 10den, met myn snaphaan op den schouder rondom +de Plantagie wandelende, zag ik, dat alle de slaven, uit hoofde der +mishandelingen van den Opzichter, aan 't muiten waaren. Het krygsvolk, +by geluk van het verschil kennis genomen hebbende, deed het zelve +tot algemeen genoegen eindigen. Deeze veelvuldige onlusten, waar van +ik verscheiden malen melding gemaakt heb, gaven klaarlyk het oogmerk +der Negers te kennen, om tot eenen openbaaren opstand over te slaan; +en zy zouden zulks voorzeker te meermalen beproefd hebben, zoo zy niet +wederhouden waren geworden door de vrees, welke de tegenwoordigheid +van het krygsvolk hun inboezemde. Dien zelfden morgen bragt ik een +paar vogels van twee verschillende zoorten mede. De eerste word +genoemd Toreman; de andere is een zoort van poelsnip. De Toreman is +een vogel van eene zeer heldere zwarte kleur, hebbende gryze pooten, +en een zeer krommen bek: hy heeft de grootte van een hoen; en is zeer +goed om te eeten. Hy gaat op de hoogste takken der boomen zitten, +en men ontdekt hem gemakkelyk door een zoort van zang, het welk hy by +de aankomst van elk mensch in het bosch duidelyk herhaalt. Van daar +heeft hy den naam van Toreman, het welk in de taal der Surinaamsche +Negers een snapper of spion beteekent: de muitelingen dragen hem om +die reden eenen verschrikkelyken haat toe. + +De poelsnip in de Savanen is een weinig minder groot dan een korhaan: +deszelfs pluimaadje is van eene fraaie gryze zilver-kleur, en zyne +gedaante ten naasten hy van de Europeesche poelsnippen. Men vindt +deezen vogel voornamelyk in de verdronkene Savanen; hy is vet, en +van een uitmuntenden smaak. + +Den 11den, wierd de Plantagie Reetwyk, aan de Peréca, door de +muitelingen aangetast; maar het krygsvolk noodzaakte hen de wyk +te nemen. + +Den Colonel FOURGEOUD toen te Maagdenberg te rug gekomen zynde, en +my, na eene ziekte van zeven maanden, volmaakt hersteld bevindende, +waagde ik het, om hem op nieuw schriftelyk voor te stellen, om met +hem in de bosschen te trekken, of my toetestaan van eenigen tyd te +Paramaribo door te brengen; maar hy weigerde my het een en ander +verzoek. Ziende, dat het my niet mogelyk was mynen post te verlaten, +deed ik derhalven aan myne geliefde JOANNA by een brief verstaan, +dat ik my beter bevond. Ik kwam vervolgens met myn brief aan den +oever der Rivier, om aldaar een vaartuig te vinden; en tegen den +middag bespeurde ik het open vaartuig van Fauconberg, het welk den +Opzichter naar Paramaribo bragt: by ongeluk bekleedde hy dien post +slechts zedert kort, en my niet kennende, wilde hy niet naar den +oever komen, om myn brief aan te nemen. Echter ziende, dat de Negers +met hunne riemen stil lagen, stak ik den brief tusschen myne tanden, +en sprong in 't water, om naar het vaartuig toe te zwemmen, niet +twyffelende, of men zoude my wel weder aan land brengen. Ik volgde dus +den stroom, geheel gekleed, en naderde eindelyk tot op den afstand +van twee riemen van het vaartuig: toen nam ik myn brief in de hand, +en denzelven in de hoogte houdende, riep ik: "Wie zyt gy, die een +stuk papier weigerdt aan te nemen?" Men antwoordde my in 't Fransch: +"Ik ben JEAN BEARNY, een boer uit Gasconje, om u te dienen". Het +vaartuig ging, na deeze weinige woorden, oogenblikkelyk voort, en ik +zag my buiten staat, om het zelve in te haalen, of weder aan land te +komen. In zulk eene benaauwdheid stond my niets anders, dan den dood +te wagten; want het was onmogelyk, om tegen den stroom op te zwemmen, +vooral, daar myne kleederen my in den weg waren: ik beproefde het +egter, maar ging twee keeren naar den grond. Ik zoude aldaar buiten +twyffel hebben moeten blyven, indien ik eindelyk niet eenig paalwerk +gevat had, het welk in de Rivier gestoken was om visch te vangen, +en my daar aan stevig had vast gehouden. In deeze gesteldheid riep +een Hollandsch Timmerman, die my boven van een Suikermolen zag, +uit al zyn kragt, dat de Engelsche Capitain zig wilde verdrinken. Op +deeze woorden sprong een dozyn sterke Negers in de Rivier, en wel dra, +onder het oog van mynen vriend, den Major MEDLAR, die vry genegen was, +om het bericht van den Hollander te gelooven, grepen zy my, en namen +my op hunne schouders, om my aan wal te brengen. De woede over de +onbetamelyke bejegening, die my wedervaren was, de pyn, het gevaar, +en de schande zelfs, vervoerden my dermaten, en maakten zulk eenen +sterken indruk op mynen geest, dat ik oogenblikkelyk het gebruik der +reden verloor, en de misdaad, waar van ik beschuldigd wierd, byna +ter uitvoer bragt; want door de slaven over eene kleine brug gedragen +wordende, nam ik een sprong, en wierp my van boven neder in de Rivier; +ik wierd dadelyk door de Negers weder opgevischt; en de verdenking, dat +ik een zelfsmoord in den zin had, wierd bevestigd. Dienvolgende bragt +men my in myne hangmat, waar by den geheelen nacht twee schildwachten +geplaatst wierden. Myne vrienden omringden my, en stortten traanen; +maar een weinig warmen wyn genomen hebbende, viel ik in eenen diepen +slaap tot des anderen daags morgens. By myn ontwaken een zeer bedaard +voorkomen hebbende, vonden myne redenen, tot myn groot genoegen, +eindelyk ingang, en myne medgezellen lieten alle vrees ten mynen +opzigte vaaren. Aan zulk een gevaar stelde my het onbeschaamd gedrag +van deezen onmenschelyken Franschman bloot, die zig zelfs naderhand +door trekken van eene voorbeeldelooze wreedheid befaamd maakte. + +Daags na dit voorval, zond ik myn brief met één van myne Negers, +die zig in een kleine kano naar Paramaribo begaf. Tegen den middag +een vaartuig met syroop van suiker, waar op zig in de brandende zon +een Engelsch matroos en twee Negers bevonden, voor de Hoop ten anker +ziende liggen, deed ik den eerstgemelden aan land komen, al waar +ik hem op een schotel spek met eieren, en een bool punch onthaalde; +het geen hem zeer verwonderde, want hy maakte geene rekening op zulk +een goeden maaltyd, en nog minder, om één zyner landgenooten op deeze +plaats te vinden: zyn naam was MACDONALD, en men zal by vervolg zien, +welke zyne dankbaarheid was. + +Het evengemelde vaartuig was een groote schuit met twee riemen, +welke de syroop van suiker (melasse) op de Plantagiën gaat haalen, +en aan boord der Americaansche schepen brengt; en deeze voeren ze +naar de Eilanden, om 'er rhum van te maken. Men betaalt ze aan de +Hollanders tegen drie guinies het vat. + +Den 16den, kwam 'er een ander Officier aan, die door den Colonel was in +arrest gezet. De naam van den eersten was GYLGUIN, en van den tweeden +NEYS: de misdaad van den laatsten was een twist, die hy met een vryen +Neger, GOASARY genaamd, over het schikken van plantains had. Deeze twee +jongelingen wierden vervolgens naar Europa gezonden op last van den +Colonel, die vast stelde, dat zy door een hoogen krygsraad veroordeeld +zouden worden: maar, na een kort rechtsgeding, wierden zy met eere +vry gesproken, tot algemeen genoegen der geheele krygsbende. In de +daad, zoo verregaande was de gestrengheid van den Colonel, dat hy de +minste toegevenheid niet had voor de zwakheden der jeugd.--Dewyl ik +zoo even van Plantains sprak, zal ik deeze gelegenheid waarnemen, +om deeze vrucht, en den boom, die ze voortbrengt, te beschryven; +het geen ik misschien reeds had behooren gedaan te hebben. + +De Plantain-boom is veel eer een plant, dan een boom, want hy heeft +noch schors noch hout, dezelve bestaat in een stamen, of helmstyl, +rondom door bolachtige, vezelachtige groene vliezen omgeven, die even +als de uijen op elkander zitten, tot tien en meer duimen middellyns: +deeze omwindzels of schelpswyze schorssen klimmen beurtelings tot op +omtrent veertien voeten afstand van den grond, en vormen zig niet tot +takken, maar tot bladeren, ten getale van dertien of veertien, die zig +als een zonnescherm uitspreiden, en waar van elk in staat is iemand van +de grootste gestalte te overdekken: zy zyn van een helder zeegroene +kleur, tot dat zy verwelken en afvallen, om voor nieuwe plaats te +maken. Uit het midden van deeze verëenigde bladeren, spruit een zwaare +stam van by de drie voeten lang, welken de zwaarte eener bloem-kelk +van eene purper kleur naar den grond doet overhellen. Boven aan deezen +stam groeien de vruchten, Plantains genaamd, welke de gedaante van een +komkommer hebben; zy bedragen een getal van meer dan honderd, en deeze +geheele tros noemt men doorgaans een rey of reeks. Elke boom of plant +draagt slechts één van deeze reijen te gelyk: wanneer die afgesneden +is, komen 'er zeer schielyk jonge uitspruitzels in de plaats, die uit +hunne bolachtige wortels voortkomen, en in den tyd van tien maanden +dezelfde bewerking kunnen ondergaan. De Plantain-boom vordert een +voedenden grond, zonder welken de vrucht niet goed voortkweekt, +en nooit haare waare hoogte van rypheid bereikt. Deeze vrucht, +ontdaan van derzelver bekleedzelen, wanneer ze nog groen is, bevat +eene meelachtige zelfstandigheid van eene ligt geele kleur, die, +het zy gekookt, het zy gebakken, in plaats van brood dient, gelyk +ik reeds gezegd heb: zy is zeer gezond, en van een zeer aangenaamen +smaak. Wanneer de schil geel word, is de binnenste zelfstandigheid +zoet, en men kan ze raauw eeten, want zy heeft ten naasten by de smaak +van een rype peer; maar tot die hoogte gekomen zynde, bedient men zig +'er alleenlyk van op het nagerecht. + +De Bananen-boom is een zoort van plant van dien aart; hy verschilt +alleenlyk van den Plantain-boom daar in, dat zyne vrucht meer eirond, +en minder groot is, en dat men dezelve nooit eet, dan wanneer ze geel +en volkomen ryp is. De eerste is van meerder nut; maar de tweede, +die een reuk van muscus heeft, is lekkerder: de eene is in Surinamen +bekend onder den naam van banana, de andere onder dien van bacouba. [6] + +Den 18den, van mynen vriend, den Majoor MEDLAR, verlof verkregen +hebbende, om een keer naar Paramaribo te doen, begaf ik my derwaarts +in een vaartuig; ik kwam aldaar aan op het tydstip, dat men myn zoon +met Madéra wyn en water waschte, volgens de gewoonte des Lands. JOANNA +was volmaakt hersteld, en ik bood haar een gouden gedenkpenning aan, +welken myn vader op myn geboorte-dag aan myne moeder geschonken had. Ik +bedankte ook mevrouw LOLKENS voor alle haare goedheden, en ik vertrok +weder dadelyk naar de Hoop, alwaar ik den 22sten te rug kwam. + +De arme Neger, dien ik met de bezorging van mynen brief belast had, +was minder gelukkig geweest, dan ik: de kragt van den stroom had +zyne kano in het midden der Rivier Surinamen doen omslaan: hy konde +niet zwemmen, maar had de kragt en behendigheid, om zig op de kano, +die onöphoudelyk weder trachte om te keeren, recht op te houden, +en door dit middel gelukte het hem om altyd het hoofd boven water +te houden, terwyl de zwaarte van zyn lichaam dit vaartuig eindelyk +belette te wankelen. Eene sloep van een oorlogschip verlostte hem +gelukkig uit deeze gevaarlyke en lastige gesteldheid; maar zy, die op +het schip waren, namen de kano voor hunne moeite, en zetten den man te +Paramaribo aan land. Geduurende al den tyd, dat hy in 't water geweest +was, had hy den brief tusschen zyne tanden gehouden, en denzelven met +allen spoed willende bezorgen, deed hy dadelyk zyn best, om zulks te +verrigten, maar vergistte zig in het huis: men zag hem in 't huis, +alwaar hy binnen trad, voor een dief aan, want hy weigerde aanhoudend +den medegebragten brief over te geven, en men stond gereed, om hem +vier honderd geesselslagen te doen toetellen,wanneer gelukkiglyk +een Engelsch Koopman, één van myne vrienden, GORDON genaamd, en +die den Neger kende, hem uit deeze ongelegenheid redde. Dus wilde +deeze arme jongen, die byna in de Rivier verdronken was, liever +onder de geesselslagen sterven, dan de geheimen van zynen meester +ontdekken.--Waar zyn de Europeanen, met zulk een moed en trouw begaafd! + +Hier boven van eene manier van visschen door middel van paalwerk +melding gemaakt hebbende, zal men misschien verlangen deeze manier, +die my dikwils eene zeer goede maaltyd verschafte, te kennen. Men +omzet eenvoudig een vierkant vak in de Rivier, met goed paalwerk van +Latanusboomen hout, die met koorden van heestergewassen vast zyn aan +één gebonden. In het midden is eene breede opening of deur, welke men +by den vloed open, en by de ebbe gesloten houdt, om voor te komen, dat +de visch niet ontsnappe. Door dit middel vangen de Negers en Indianen +dikwils eene groote meenigte visch. Onder die geenen, welken men de +laatste keer vong, waren de logolago, en de matouary. De eerste is +een zoort van zeer dikke paling, en twee voeten lang: zyne huid heeft +eene bleekblauwe kleur op zyde en op den rug, maar witachtig onder den +buik. Deeze paling is zeer vet, en van een goeden smaak. De matouary +is klein en zonder schubben. Het is in Surinamen zeer merkwaardig, +dat, zoo dra zy buiten 't water zyn, de meeste visschen een geknor +maken, naar dat van een bigge gelykende. + +Den 23sten, op de Plantagie Knoppemonbo ten eeten zynde, zag ik twee +vogelen, die al myn aandacht tot zig trokken. Een derzelve verdiende +dit vooral, door het zonderling maakzel van zyn nest. Men noemt hem +in dit Land Lipybanana, om dat hy zig voornamelyk, zoo men zegt, met +rype bananen voedt. Ik weet niet of hy de spotvogel van Dr. BANCROFT +is, maar hy koomt zeer naby aan deszelfs beschryving. + +Eenige vogels van dit zoort hadden zig op een grooten boom aan +den waterkant genesteld: de Negers verzekerden my, dat zy zig op +die plaats zedert verscheiden jaaren rustig by één verzamelden. Zy +maakten eindelyk aldaar een getal van meer dan twee honderd uit. De +gedaante deezer vogelen is ten naasten by die van een Engelsche +lyster. De mannetjes hebben vederen op het lyf van eene zeer heldere +zwarte kleur, zynde hun staart en een gedeelte der vlerken van +eene karmozyn kleur; de wyfjes hebben ook het lyf zwart, maar het +overige van eene zeer fraaije geele kleur. Hun zang was in de daad +uit eene groote verscheidenheid van zangnooten zaamgesteld; maar hy +had geene zoetluidenheid, en bootste geenen anderen wildzang naar, +zoo als men gemeenlyk voorwendt, dat de spotvogel doet, dien ik voor +'t overige in Surinamen niet heb hooren noemen. Deeze vogels hadden, +ten getale van meer dan zestig, hunne nesten op het einde van de +takken der boomen geplaatst, alwaar zy door den wind heen en weder +slingerden. Deeze nesten, ten aanzien van derzelver gedaante naar +een zoort van beursen gelykende, zyn in de laagte zeer rond; maar +eindigen in de hoogte puntsgewyze. Zy zyn van een weinig hooy gemaakt; +en in 't midden ziet men een gaatje, waar door de vogels uit en in +vliegen. Hunne eieren leggen zy op den grond, die zeer breed is, +en het boven-einde, spitswyze gemaakt, beveiligt deeze vogelnesten +tegen roof en slegt weder: maar van nog meerder gewicht is het, dat, +uit hoofde van hunne ligging, de aapen, die in dit Land zoo talryk +zyn, hun geen nadeel kunnen toebrengen, om dat deeze takken, waar aan +hunne nesten vast zyn, schoon sterk genoeg om dezelve, en het geen +'er in is, te dragen, te zwak zyn voor vyanden van eene vry meerdere +zwaarte; en tot meerder zekerheid waaren die geene, welke ik gezien +heb, boven het water geplaatst. + +De andere vogel, dien ik in myn te rug komen doodde, was +de Surinaamsche valk, die, ten aanzien van grootte en gedaante, +naar dien in Engeland gelykt. Deszelfs pluimaadje is van een helder +bruine kleur, en aan de borst en staart met verschillende roode, +zwarte, en geele vlakken geteekend. Hy had een gespleeten tong, +de oogen uittermaaten schitterend, de pooten van een citroen-kleur, +en de klauwen met zeer lange en zeer puntige nagels gewapend. Deeze +vogel doet veel schade op de Plantagiën, en vooral onder het gevogelte. + +Het word tyd, dat ik tot de krygs-verrigtingen van onzen Bevelhebber te +rug keere, die eenige dagen op Maagdenberg gebleven zynde, op Kersdag +met het zwak overschot van zyne krygsbenden optrok, en zig naar de +Savane der Jooden begaf, van waar hy naar Maagdenberg te rug keerde, +zonder iets gezien te hebben, maar ten minsten met den titel van den +zwervenden Jood. Deeze weinige vorderingen wederhielden den Majoor +MEDLAR en my niet, om hem ons verzoek te hernieuwen, ten einde hy ons +zoude toestaan om hem op zyne tochten te vergezellen: onze verzoeken +waren te vergeefs, want hy begaf zig toen naar Paramaribo, alwaar men +dagelyks nieuwe versterkingen uit Europa verwagtte. Eindelyk echter +stond hy ons toe hem naar deeze Hoofdstad der Volkplanting te volgen; +ik zegge ons, om dat die zelfde gunst ook aan eenige andere Officiers +wierd toegestaan, die in dit oogenblik aan alles gebrek hadden, terwyl +'er vyftien vaten besten wyn, en vyftien duizend guldens aan geld, +ter beschikking van den Colonel waren. + + + +VYFTIENDE HOOFTSTUK. + +Indianen, inboorlingen van +Guiana.--Voedzel,--Wapenen,--Cieradiën,--Optooisels,--Bezigheden, +--Vermaken,--Driften,--Godsdienst,--Huwelyken,--Begravenissen, +enz, van deeze Volken.--De Caraïbische Indianen in 't byzonder, +en hunne koophandel met de Europeanen.--Boomen, Heesters en Planten. + +Den 18den January 1774, verliet ik eindelyk den wachtpost van de +Hoop, welke den lezer misschien reeds zoodanig verveeld zal hebben, +als dezelve my te dier tyd gedaan had. Van daar zakte ik de Rivier +af naar de Plantagie Arentslust; en des anderen daags hield ik op de +Plantagie Katwyk, die zeer fraay is, het middagmaal. Ik dagt hier een +einde aan alle myne reizen te maken; want de heer GOETZER, eigenaar +van deeze Plantagie, my één van zyne paarden geleend hebbende, om +zyne bezittingen eens te doorkruissen, verdweenen wy, het dier en ik, +eensklaps; een houte brug, waar over ik heen reed, verrot zynde, brak +oogenblikkelyk aan stukken; ik viel in 't water, en had veel moeite +om de wal te bereiken; vervolgens eenige Negers geroepen hebbende, +trokken zy het paard, het welk in de modder gezonken was, 'er uit; +maar dit geschiedde egter niet zonder groote moeite. + +Des avonds vertrok ik nog naar Paramaribo, alwaar ik met laag water +aankwam, het geen my gelegenheid gaf tot het beschouwen der boomen, die +aan den oever der Rivier Surinamen groeien, en met oesters, even als +vruchten, aan de takken vast zittende, bedekt zyn. Deeze byzonderheid +heeft gelegenheid gegeven tot de algemeene misvatting, dat zy aan die +boomen groeiende, 'er een gedeelte van zouden uitmaken; maar 'er is +niets byzonders in gelegen, dat zy zig zoo wel aan de eene als andere +zelfstandigheid vast hechten; want men vindt gemeenlyk verscheiden +zoorten van schelpvisschen, die zig aan de kiel der schepen, als aan +rotzen, vast houden. Deeze oesters, die de gedaante van paddenstoelen +hebben, zyn zeer klein en vry middelmatig; honderd van dezelve zyn +zoo veel niet waardig, als een dozyn Glocester oesters. Men vindt +ook mosselen in Surinamen, maar zy zyn zoo klein en smakeloos, dat +zy naauwlyks verdienen gemeld te worden. + +Des anderen daags na myne aankomst, gaf ik een bezoek aan den +Gouverneur en aan den heer KENNEDY, als mede aan Mevrouwen LOLKENS en +DEMELLY: allen ontfingen zy my met zeer veel eerbewyzing, en wenschten +my geluk met myne kennis aan den heer DE GRAAF; zy keurden ook goed +het geen ik voor JOANNA en voor myn zoon gedaan had. + +Den 22sten, het overschot van ons krygsvolk zig grootendeels op +Paramaribo bevindende, gaf de heer VAN EYS eene maaltyd aan de +geheele krygsbende. + +Den 29sten, kwam een aanzienlyk getal Indianen in deeze hoofdstad +der Volkplanting aan. Deeze volken,die uit Guiana oorsprongelyk zyn, +schynen de gelukkigste schepzels, die onder den hemel leven, en zyn +in stammen (castes) verdeeld, als daar zyn, + + De Caraïben. De Arrowouks. + De Accawaus. De Tajiras. + De Worrows. De Piannacotaus. + +'Er zyn bovendien nog veele anderen, wier gebruiken en gewoonten +onbekend zyn. De Indianen van alle deeze stammen hebben in 't algemeen +een koper-kleur; terwyl de Africaansche Negers, die onder den zelfden +graad van breedte woonen, volmaakt zwart zyn. Men kan gemakkelyk van +dit onderscheid reden geven: de Indianen van Guiana worden door de +zeewinden, of de ooste winden, die tusschen de keerkringen waaien, +aanhoudend verfrischt. De inwooners van Terra Firma en Peru aan de +westkust van America, genieten ook denzelfden oosten wind, welke +dien grooten keten van bergen, in de binnen-landen gelegen, wier +kruin steeds met sneeuw bedekt is, en waar over die wind heen waait, +altyd frisch houdt. De inwooners van Africa, zuidwaarts van de Rivier +Senegal levende, hebben dien wind ook wel, maar na dat dezelve door +de verschrikkelyke meenigte woestynen, welke zy overwaait, brandend +geworden is. + +Deeze zyn de waarschynlykste oorzaaken, waarom de Americanen alleenlyk +een koper- of roode kleur hebben, en dat de inwooners van Africa, welke +Negers genoemd worden, geheel zwart zyn; namelyk, om dat de straalen +der zon by de laatstgemelden meer brandende zyn, dan by de eersten, en +niet om dat zy twee geheele onderscheidene stammen of geslachten zouden +uitmaken: want ieder, die wel onderzoekt en opmerkt, ziet klaarlyk, +dat 'er maar eene zoodanige stam van het menschdom op de aarde is, en +dat het onderscheid tusschen de menschen alleenlyk voortkoomt uit het +verschil van luchtstreek en grond. Ik ben daarënboven van gedachten, +dat deeze Indianen altyd des te minder aangemerkt moeten worden als +eene stam, van die van het oude vaste Land verschillende, wanneer men +de nabyheid van Rusland aan Noord-America in aanschouw neemt. Uit het +eerstgemelde Land zullen de eerste Americaanen verhuist zyn, maar zy +hebben tot hier toe het nieuwe vaste Land slechts weinig bevolkt, +uitgenomen egter Mexico, en eenige andere gedeelten van America, +die door de gierigheid en het bygeloof der Spanjaarden ontvolkt zyn. + +Ik kan deeze Indianen van Guiana gelukkig noemen, daar hunne zeden en +gerustheid door de gebreken der Europeanen niet zyn gestoord geworden, +daar zy geene misslagen dan die der onkunde hebben, welke geenzints +uit het bederf van eenen zoogenaamden staat van beschaafdheid, en +van eenen Godsdienst, van deszelfs grondbeginzel zoo zeer afwykende, +hunnen oorsprong nemen. + +Deeze aanmerkingen herïnneren my natuurlyk het antwoord van eenen +Indiaan, met opzigt tot eene redenvoering van een Zweedsch Prediker, +ter gelegenheid van een Vredes-verdrag, te Covestogo gesloten. Zie +hier hetzelve in 't kort: + +"Wel! gelooft gy in de daad, dat onze voorvaderen en wy allen, +zoo als gy zegt, veroordeeld zyn, om in eene andere weereld +eeuwig-duurende folteringen te ondergaan, om dat wy van uwe +geheimzinnige nieuwigheden niet zyn onderrigt geworden? Zyn wy niet het +maakzel van God? En kan deeze God zonder de hulp van een boek zynen +wil niet openbaaren? Indien dit waar is, en God is rechtvaardig, is +het dan met zyne rechtvaardigheid eenigermaten over één te brengen, +dat hy ons zonder onze toestemming in deeze weereld plaatsen zoude, +en ons vervolgens tot eene eeuwige verdoemenis verwyzen, om dat wy +met u niet eenstemmig denken. Neen, neen! wy zyn overtuigd, dat de +Europeanen een meer bedorven zedenleer, dan de Indianen, hebben, +indien wy hunne leer naar hun gedrag afmeten". + +'Er is zekerlyk geen loffelyker onderneming, dan om de waarheden, door +God zelven aangekondigd, aan menschen, wier verstand zoo zuiver is, +en zoo zeer verdient opgehelderd te worden, mede te deelen: maar ik +vrees, en niet zonder reden, dat de pogingen van eenen achtenswaardigen +Prediker zeer weinige vorderingen maken zullen, zoo lang het gedrag van +het grootste gedeelte van andere zendelingen der Moravische Broederen, +zig onder de Indianen aan de oevers der Saraméca nedergezet hebbende, +alwaar zy zig met de bekeering der Indianen en Negers bezig houden, +niet hunne leeringen lynrecht strydig wezen zal. + +Alle de Indianen van Guiana gelooven in eenen God, als de opper-oorzaak +van alles goeds, en die hun nooit het minste kwaad wil doen; maar zy +bidden den duivel aan, om de onheilen, waar mede hy hen kwellen kan, +af te weeren: zy noemen hem Yawahou; zy schryven aan hem de smart, +de ziekten, de wonden, en den dood toe, en overal, waar een Indiaan +sterft, verlaat zyn geheele huisgezin dadelyk dit verblyf, om voor +het vervolg den doodelyken invloed van het noodlot te ontwyken. + +De Indianen van Guiana zyn volken, die volmaakt vry zyn; dat is, +zy kennen geene verdeeling van landen, en hebben geen ander bestuur, +dan dat der oudsten, die elk in hun huisgezin den post van Capitain, +Priester, en Geneesheer waarnemen; men bewyst hun eene eerbiedigende +gehoorzaamheid, en noemt hen Peji, of Pagaijers, en even als by +veele beschaafde volkeren, genieten zy meerder voorrechten, dan hunne +overige landgenooten. + +De veelwyverye is onder deeze volken geoorloofd, en het staat aan +ieder man vry zoo veele vrouwen te nemen, als hy onderhouden kan, +schoon hy 'er doorgaans niet meer dan ééne heeft, op welke hy +uittermaten jaloers is, en die hy oogenblikkelyk om hals brengt, +zoo dra zy hem een sterk en zeker bewys van trouwloosheid geeft. De +Indianen slaan hunne kinderen nooit, om welke reden het ook zy; en +hun geheel onderwys bestaat in hen te leeren jagen, visschen, loopen +en zwemmen. Nimmer beledigen zy elkander met scheldwoorden, en begaan +geen diefstal; de leugen is onder hen eene onbekende zaak. By deeze +gelukkige hoedanigheden kan men voegen, dat geen volk dankbaarer is, +wanneer men hen met ordentelykheid behandelt; ik zal zelf, by vervolg, +daar van een merkwaardig bewys opgeven; maar aan den anderen kant +moet ik ook zeggen, dat deeze Indianen uittermaten wraakzuchtig zyn, +vooral wanneer zy vermeenen, dat men hen onrechtvaardig beledigd heeft. + +De eenige gebreken, die ik in hun ken, indien men ze by hen als +zoodanig beschouwt, zyn de onmatige drift om zig dronken te drinken, +wanneer de gelegenheid zig daar toe aanbiedt, en hunne onbegrypelyke +agteloosheid. De eenige bezigheid van eenen Indiaan, wanneer hy niet +vischt, nog jaagt, bestaat om in zyn hangmat te gaan leggen, zig te +vermaken met het schoonmaken zyner tanden, met de hairen van zynen +baard tusschen zyne vingers te wryven, of zig zelf in een stuk van +een gebroken spiegel te bekyken. + +De Indianen zyn in 't algemeen zeer zindelyk; zy baden zig twee of +drie maalen daags in de Rivier of in de Zee. Allen, van welke kunne zy +ook zyn, trekken zig al het hair uit, uitgenomen op het hoofd. Hun +hoofdhair is dik, en van een schitterend zwarte kleur; het word +niet grys, en nooit worden zy kaal; de mannen dragen het hair kort, +maar by de vrouwen hangt het tot op de helft van den rug. Het schynt +dat zy de Bybelleer volgen, waar in gezegd word, dat lange hairen de +cieraad van een vrouw, en de schande van een man zyn. + +De Indianen van Guiana zyn noch groot, noch sterk, noch zwaar gespierd, +en over 't algemeen zeer gezond. Hun gelaat geeft niets dan vergenoegen +en goedäartigheid te kennen. Zy hebben regelmatige en schoone trekken, +dunne lippen, witte tanden, en zwarte, maar kleine oogen. Echter +mismaken zy zig allen meer of min door het gebruik van de Arnotta, +of Roucou, waar aan zy den naam van Cosowy, en de Hollanders dien +van Orlean geven. Het zaad van de Arnotta, in limoensap wel geweekt, +en gemengd met water, en de gom, die van den boom, Mawna genaamd, +afvloeit, of met oly van bevergeil, maakt eene scharlaken verwe, +waar mede alle de Indianen zig het lichaam, en de mannen zelfs hun +hoofdhair besmeeren, het geen aan de huid de kleur geeft van een +gekookte zee-kreeft. Zy hebben bovendien de gewoonte, om zig met +caraba, of krabben-oly, te wryven, en men moet erkennen, dat zulks +voor menschen, die byna naakt zyn, in eene brandende luchtstreek zeer +dienstig is. Op zekeren tyd aan 't lagchen geraakt zynde, op het +zien van een jongen Indiaan, die van onder tot boven besmeerd was, +en uit den omtrek van Caijenne kwam, antwoordde hy my in 't Fransch: +"Dusdanig gebruik verzagt myne huid; het belet eene al te overvloedige +uitwaasseming, en bewaart my gedeeltelyk voor het steken der insecten, +die u kwellen; zie daar, myn heer, waar toe, behalven het fraaije, +my die roode verwe dient. Zeg my nu eens, (wyzende op de poeder, +waar van myn hair vol was,) om welke reden zyt gy wit geverwd? Ik +vind geene reden, waarom gy op die wyze uw meel verdoet, uwe kleederen +vuil maakt, en grys gelykt, eer gy oud zyt". + +De Indianen gebruiken ook tot het zelfde einde een zeer ligt gevlakt +blauw, het welk zy tapowripa noemen; maar dit heeft alleenlyk plaats, +wanneer zy zig willen opschikken, en het blyft negen dagen op de +huid. Zy maken dit van het sap van eene kleine vrucht, gelykende +naar een kleinen appel, en groeiende aan den boom, tawna genoemd, en +welke zy in water laten weeken; zy bedienen 'er zig van, om over hun +geheele lichaam en aangezicht een zooit van beeldspraken te teekenen, +waar van de grond altyd vierkant is. Dit smeersel zit zoodanig aan +de huid vast, dat één van onze Officiers, die zulks niet gelooven +wilde, uit aartigheid goedvond zig twee zeer groote knevels te laten +schilderen, welke hy tot ons groot vermaak verpligt was een geheele +week op Paramaribo te dragen; en hy moest den gewoonen tyd afwagten, +op welken deeze kleur weggaat, om daar van geheel en al ontheven +te worden. + +De eenige kleeding, welke de Indianen hebben, bestaat in een +zwart of blauw windzel van catoene lywaat, het welk de mans om hun +midden dragen, en vry veel gelykheid heeft met het geen de Negers +hun camisa noemen. Zy binden het om hunne lenden, en laaten het +tusschen hunne beenen doorgaan; en dewyl het zeer lang is, hangen zy +het einde over hunne schouders, of laten het agteloos over den grond +sleepen. De vrouwen, hebben, in plaats van dit windzel, een zoort van +voorschoot van catoene lywaat, met koraalen verciert, en by hun queiou +genaamd. Dit voorschoot heeft maar een voet breedte tegen agt duimen +hoogte; het is met franjen omboord, en met koorden van catoene draaden +vast geknoopt. Schoon het zwaar is, maakt deeze kleinte het zelve niet +zeer geschikt tot het oogmerk, waar toe het dienen moet. Verscheide +vrouwen dragen ook een gordel van hair, waar aan zy van vooren en +van agteren, een groote vierkante lap zwart catoene lywaat hegten, +maar veel ligter en zonder sleep, zoo als de mannen aan hunne camisa +hebben. Beiden dragen zy dit zoort van kleeding zeer laag; het geen +hun het voorkomen van eene uittermaten lange gestalte geeft. + +In de binnen landen gaan verscheiden Indianen van beiderleije kunne +geheel naakt. De opschik der vrouwen bestaat, om in kleine gaten, +welke zy zig in de onderlip maken, spelden te steken, en zelfs alle +de spelden, welke zy zig kunnen aanschaffen, en waar van de punten +haar, als een zoort van baard, op de kin hangen. Door dat zelfde +middel hangen zy ook brokjes kurk-, of ander ligt hout aan hunne +ooren. Zommige van haar steeken ook gaten in de huid van hunne wangen +of neus, om 'er vederen in te plaatsen; maar dit is zeer zeldzaam. Het +ongeschiktst cieraad in myn smaak is dat der jonge dogters van tien of +twaalf jaaren oud, en bestaande in een zoort van catoene koussebanden, +die om de enklauwen en beneden de kniën naauw zyn toegebonden, en altyd +zoo blyvende, de kuit van het been ongemeen dik maaken, wanneer zy +in haar groeijen zyn, en haar een lomp voorkomen geeven. Alle dragen +zy ook gordels, windzels, armringen van koraalen van verschillende +kleuren, of van schelpen, en van tanden van visschen: zy dragen die +om den hals, de schouders en de armen; maar de laatstgemelde meestal +boven den elleboog. De Indiaansche vrouwen hebben in 't geheel zeer +weinig bevalligheid in haare gestalte; zy zetten de voeten binnewaarts, +en haare opschik heeft slechts eene middelmatige aantrekkelykheid. Ik +moet egter hier van uitzonderen de vrouwen van zekeren byzonderen stam, +waar van ik in 'tvervolg spreken zal. + +De cieraden der mannen bestaan in kroonen van vederen van verschillende +kleuren, of in een zoort van draagband, gemaakt van tanden van tygers +of wilde zwynen, welken zy als een teeken van hunne dapperheid en +werkzaamheid dragen. De hoofden des huisgezins bedekken zig zomtyds met +de huid van de eerstgemelde deezer dieren, met een zilvere plaat in de +gedaante van een kruis vastgemaakt, het welk ze caracoly noemen. Zy +steeken ook dikwils kleine brokken van dit zelfde metaal door het +kraakbeen in het midden van den neus, of zomtyds een steen van eene +groene of geele kleur. Alle deeze volken leven in de bosschen, by de +Rivieren, langs de Zeekusten, en bewoonen kleine gehuchten. Hunne +huizen of hutten, welke zy carbets noemen, zyn gebouwd, zoo als ik +van die der Negers reeds heb opgegeven; maar in plaats van met bladen +van Latanus-boomen bedekt te zyn, zyn zy bedekt met biezen, welke men +hier tas noemt, en die by bossen op moerassige plaatsen groeien. Meer +algemeen gebruiken zy hier toe troulies, een zoort van blaaden, aan den +wortel der plant wassende, niet minder dan twintig of vier-en-twintig +voeten lang, en twee of drie voeten breed zynde, welke geheele jaaren +eene kragtdadige beschutting tegen het guur weder verschaffen. + +De huisraad en gereedschappen der Indianen zyn zeer eenvoudig, maar +tot hun gebruik voldoende: het zyn eenige potten van zwarte aarde, +die zy zelve maaken; eenige calebassen of kauwoerden; eenige korven, +welke zy pagala noemen; een steen om te malen, matta genaamd, en een +anderen om hun cassaven-brood te bakken; een zoort van waijer, om +het vuur aan te blazen; een houte stoel, mouly genaamd; een zeeft, +mounary genaamd; een pers, matoppy genaamd, dienende om het vocht +van de cassave uit te perssen; en eindelyk een catoene hangmat, +waar in zy slapen. + +Door hunne betrekkingen met de Europeanen, hebben zy bylen of messen, +welken deeze aan hun bezorgen; en zy dragen de eerstgemelden altyd +om hun midden even als dolken. Elk huisgezin der Indianen is ook van +een groot vaartuig of kano voorzien, om alles, wat hy bezit, over te +voeren, wanneer zy te water reizen, het geen zeer dikwils voorvalt. + +De eenige plantgewassen, door deeze volken aangekweekt wordende, zyn +de ignames, de plantain-boomen, welken ik reeds beschreven heb, en in +'t byzonder de Maniok, waar van zy de cassave maken. De laatstgemelde +plant is een zacht en grysachtig heestergewas, het welk omtrent +drie voeten hoog opgroeit. Deszelfs bladeren zyn gevingerd, breed, +en hangende aan steelen van eene kaneel-kleur. Deeze heesters +zyn van tweërley zoort, door de benaaming van zoete en bittere +onderscheiden. De wortels alleen zyn goed; zy zyn van een meelachtigen +aart, en van een zeer zoeten smaak; en ten aanzien van kleur, grootte +en gedaante, gelyken zy veel naar Europeesche witte wortelen. De zoete +maniok, even als de groene plantains, onder heeten asch gebraden, +en met boter gegeten, is een aangenaam en gezond voedzel, en heeft +den smaak van kastanjes. Maar de bittere maniok, wanneer hy raauw +is, is het doodelykst vergift, zoo voor menschen als beesten; en +ondertusschen hoe vreemd dit ook schynen moge, wanneer hy door het +vuur is gaar geworden, word hy een zeer heilzaam voedzel, en dient aan +de Indianen van dit Land, zoo wel als aan de Europeanen en Negers, +tot brood. Zie hier de manier, waar op de eerstgemelden de cassave +gereed maken: eerst malen of raspen zy de wortels op de matta, of +ruwe steen. Dit geraspte zetten zy vervolgens in een pers, om het +sap van de meelachtige zelfstandigheid af te scheiden. Deeze pers is +een zoort van zeer lange buis, van warimsbo, of gevlochten biezen, +gemaakt; na dezelve met geraspte cassave gevult te hebben, hangt men +die aan een boom, en maakt 'er van onderen een, stuk hout aan vast, +welks zwaarte deeze buis uitrekt; terwyl de langzaam voortgaande +drukking het vocht door derzelver openingen doet uitloopen. Deeze +bewerking geëindigd zynde, geeft men aan het meelachtig gedeelte de +ronde gedaante van een koek, welke men op een heeten steen laat bakken, +tot dat dezelve bruin en geroost is; als dan is het een zeer gezond +voedzel, het welk zes maanden lang bewaard kan worden. Men moet egter +toestemmen, dat door deeze behandeling de smaak van dit zoort van brood +zoetachtig en smakeloos word. Indien de slaven op de Plantagiën geene +zorge droegen, om het aldus uitgeperst vocht van deezen wortel weg +te werpen, zoude het vee en gevogelte 'er van drinken, het geen hen +oogenblikkelyk zoude doen opzwellen, en in doodelyke stuiptrekkingen +vervallen; en echter dient dit zelfde vocht, met geslacht vleesch en +peper gekookt, om 'er soep van te maken. Men moet geen maniok-wortel +tot voedzel nemen, zonder denzelven wel te kennen: verscheiden lieden +zyn, zoo als ik zeker weet, vergeven geworden, door het een voor het +ander te nemen. Het onderscheid tusschen de twee zoorten bestaat daar +in, dat een houtachtig en ruw vezel, of een zoort van koord, dwars +door den wortel van den zoeten of eetbaaren maniok loopt, terwyl de +bittere of vergiftige maniok zulks niet heeft. De Indianen eeten +ook acajou-nooten, en zy brengen ze dikwils te Paramaribo, alwaar +men ze inginotto noemt. De pitten van deeze nooten, die, ten aanzien +van de kleur en gedaante, naar lams-nieren gelyken, zyn uittermaten +lekker. De acajou-nooten groeien aan boomen, welke men niet dan zeer +diep binnen in 't land vindt, maar dewyl ik 'er geene gezien heb, +kan ik 'er geene beschryving van geven. + +De Indianen voeden zig ook met land- en zeeschildpadden en met krabben, +welke zy syryca noemen, en welke men by laag water in meenigte langs +de kusten van Guiana in het slyk vindt. Zy zyn 'er zeer heet op, gelyk +ook op rivier-kreeften, welke zy sarosara noemen, en die in dit Land +zeer overvloedig zyn; maar geen zoort van voedzel behaagt hun meer, +dan de iguana, of de hagedis waijamaca, waar van ik reeds gesproken +heb. Al wat zy eeten, is zoodanig met peper van Caijenne aangezet, +dat een Europeaan het proevende den mond branden zoude. Zy gebruiken +weinig of geen zout, en laaten hun wildt in den rook droogen, het +geen het voor 't bederf bewaart. Indien een Indiaan verzuimt heeft, +om door jagen of visschen levens-middelen te vergaderen, stilt hy +zyn honger met het een of ander voortbrengzel der bosschen. + +Deeze volken hebben verscheiden zoorten van drank, en onder anderen +het sap van zekere vrucht, by hen coumou genaamd. De boom, die deeze +vrucht voortbrengt, is een palmboom van het kleinste zoort. Deszelfs +zaad is besloten in bessen van een blauw gevlakte kleur, die naar +trossen gelyken, en wier vleesch aan een harde en ronde pit, als een +pistool-kogel, lugtig aanhangt. Men laat deeze bessen in kokend water +weeken en ontbinden: de inwooners van goeden smaak doen vervolgens +suiker en kaneel in dit vocht, het welk hun dan tot drank dient, +en zeer sterk de smaak van chocolaad heeft. Een andere drank, waar +aan de Indianen den naam van Pivorry geven, is een mengzel van +cassavebrood, door de vrouwen gekauwd, en in water uitgegist; het +heeft de smaak van zoet bier (aile), en kan iemand dronken maken. Men +vindt het dadelyk vreemd, dat menschen, van welken landäart ook, +een drank kunnen drinken, welken een ander in den mond gehad heeft: +maar zy, die de reizen van Capitain COOCK geleezen hebben, zullen +zig herinneren, dat deeze gewoonte op de door hem ontdekte Eilanden +mede plaats heeft, en dat, zoo hy zig daar niet naar geschikt had, +hy derzelver inwooners zeer te onvreden zoude gemaakt hebben. Zyne +Officiers echter vonden niet goed, om zig naar dit gebruik te voegen, +en weigerden, om van deezen walgelyken drank mede te drinken. Het +brood, van Turksch graan gemaakt, dient ook aan de inboorlingen van +Guiana, om 'er een ander zoort van drank van te maken; zy kruimelen +het, en laten het in water weeken, tot dat dit mengzel, even als +het voorgaande, is uitgegist, en zy noemen het zelve chiacoar. Deeze +volken hebben bovendien nog een vierde zoort, cassiry genaamd, waar +van zy veel gebruik maken. Het is zaamgesteld uit ignames, cassave, +zuure orange-appelen, en suiker of teriaak, in water wel geweekt en +uitgegist zynde. Ik moet 'er byvoegen, dat alle deeze dranken, als men +'er te veel van gebruikt, dronken maken, het geen aan de Indianen, mans +en vrouwen, dikwils gebeurd. Dan alleenlyk begaan zy ongeregeldheden, +en ontstaan 'er twisten onder hen. + +De taal der Indianen in 't algemeen gelykt veel, ten aanzien van de +uitspraak, naar de Italiaansche. Hunne woorden zyn welluidend, en +eindigen met een klinkletter, zoo als men uit de door my bygebragte +zien kan. Tot hun Almanach hebben zy niets anders, dan een koord met +knoopen. Hun speeltuig bestaat voor eerst in een zoort van fluit, +toutou genaamd, van een zeer dik bies gemaakt, waar op zy geluiden +doen hooren, die niet veel aangenaamer zyn dan het gebulk van een os, +en zonder welluidenheid of maat. Eene andere fluit, door deeze volken +quarta genoemd, (veel overëenkomst hebbende met het geen OVIDIUS noemt +Syrinx, en eenige dichters het rietfluitje van PAN:) is gemaakt van +eene verzameling van rieten, aan het eene einde van ongelyke grootte, +en als de pypen van een orgel te zamen gevoegd. Om op deeze fluit te +spelen, neemt men ze met beide handen, en brengt ze aan de lippen, +alwaar men ze heen en weder draaiende, 'er een zoort van mateloos +en helder geluid mede maakt, het welk voor niemand aangenaam is, +dan voor deeze Indianen. Wanneer ik zoodanig één moedernaakt, in +het midden van een boschjen, op zyn rieten fluitje hoor speelen, +verbeeld ik my den God PAN te zien. Ik bezit tans ook nog eene fluit, +welke zy van een been van hunne vyanden maken. Hunne dans, indien men +'er dien naam aan geven kan, bepaalt zig tot sprongen, tot slingeren +op één been, en tot rond draaien in verschillende houdingen, tot dat +hun hoofd duizelig word. + +De Indianen zyn zeer gemeenzaam onder elkander, en komen dikwils in +eene groote hut of carbet, die daar toe in ieder gehucht is opgericht, +by elkander. Zy danssen, zy speelen daar, of vermaken zig met het +hooren of doen van vertellingen van spooken, toovenaars, of het +verhaalen van hunne droomen, terwyl zy tusschen beiden dikwils in een +onmatig gelach uitbarsten. Zy scheppen groot vermaak in zig te baden, +het geen zy twee of drie maalen daags doen, mans, vrouwen, jongens, +meisjens, allen onder malkander; en by deeze partyen maken zy zig zelfs +niet aan de geringste onvoeglykheid schuldig, het zy met woorden, het +zy met daden. Zy zyn, allen zonder onderscheid, uitmuntende zwemmers. + +De bezigheden der mannen zyn, zoo als ik reeds gezegd heb, weinig in +getal: men kan ze in twee woorden uitdrukken, jagen en visschen; en +zekerlyk zyn de Indianen op deeze beide oeffeningen meerder afgericht, +dan eenig ander mensch, tot welk volk hy ook behoore. Tot de jagt +bedienen zy zig van boogen en pylen, welken zy zelve maken; en van de +laatstgemelde hebben zy verschillende zoorten, naar den verschillenden +aart van het wildt, waar op zy ter jagt willen gaan. Hunne bogen +zyn van het stevigste en hardste hout gemaakt; zy geven aan dezelve +zes voeten, en polysten ze op het fraaist door middel van een steen: +deeze bogen zyn gespannen met koorden van zyde-planten, en de greep is +met catoen omwonden. Hunne pylen hebben doorgaans by de vier voeten +lengte. Zy zyn van een zoort van zeer sterk en recht riet gemaakt, +aan welks einde eene ligte roede van een voet lengte is vast gemaakt, +om ze in evenwigt te houden, en zy zyn met een staale punt, of een +vischgraat gewapend, welke altyd een weerhaak heeft. Zommige van de +pylen deezer volken hebben een punt als die van een lans; andere zyn +met dubbele en driedubbele weerhaken, en zoodanig in één gewerkt, +dat zy in de wond blyven hangen, wanneer zelfs het hout weggenomen +is; deeze zyn de pylen, waar van men zig voornamelyk voor het jagen +en visschen bedient; want, schoon zy niet doodelyk zyn, zyn zy voor +het wildt ongemeen hinderlyk, en door middel van een boey, welke men +'er aan vast maakt, dienen zy om de visch naar de oppervlakte van +het water te trekken, en mitsdien om zoo wel de een als de ander te +vangen. Deeze pylen zyn alle van vederen van zes of zeven duimen lang +voorzien. Verscheide hebben in plaats van punten rond gemaakte knoppen, +van de grootte van een kastanje; de Indianen bedienen 'er zig van om +de papegaijen en kleine apen te bedwelmen en te doen nedervallen, +waar na zy ze met de hand grypen; deeze dieren komen weder spoedig +by, en men zend ze levendig naar Paramaribo. Zommige van deeze pylen, +geschikt om de visschen te dooden, hebben de gedaante van een drietand, +hebbende tot drie en zelfs tot vyf punten. De Indianen doopen 'er +ook eenige, maar in een klein getal, in het vergift, wourara [7] +genaamd, het welk eene verschrikkelyke en schielyke werking doet; +maar wanneer zy vreezen, dat hun schot zoude mogen missen, bedienen zy +zig van een ander zoort van pylen, die niet meer dan tien of twaalf +duimen lang, uitermaten dun, en van de schors van zeer hard palmhout +gemaakt zyn. In plaats van vederen, is dezelve met catoen omwonden, +zoo veel als voldoende is tot het vullen van een holle buis, van +een riet gemaakt, en by de zes voeten lang, waar in deeze Indianen +met hun adem blaazen. Zy werpen deeze doodelyke werktuigen, op den +afstand van veertig schreden, en op zulk eene zekere manier, dat +het dier, het welk zy mikken, hun niet ontsnappen kan. De punt van +deeze laatstgemelde pylen word ook in het vergift wourara gedoopt, +het welk zulk een krachtig vermogen heeft, dat by den laatsten +opstand, in de Volkplanting de Berbices voorgevallen, eene vrouw, +die door eene deezer vergiftigde pylen ligt gewond was, niet alleen +byna oogenblikkelyk stierf, maar dat zelfs een kind, het welk zy aan +de borst had, schoon het door dit wreed wapentuig niet geraakt was, +insgelyks overleed, vermits het slechts een oogenblik aan de borst +zyner moeder, na dat deeze was gekwetst geworden, gezogen had. + +De manier van visschen is by de Indianen byna dezelfde, als die, welke +ik reeds ter gelegenheid van den post de Hoop beschreven heb. Zy maken +een fuik van paalwerk, by den ingang van kleine kreeken en in laage +gronden; zy dooden aldaar de visch met hunne drietandige pylen, of +vergiftigen het water, door 'er wortels van hiary, in Surinamen den +naam van tringy-youco of konamy dragende, in te werpen. Deeze wortel +verdooft den visch; en in dien staat kan men hem met de hand grypen, +terwyl hy op de oppervlakte van het water dryft. De Indianen dryven in +deeze wortelen handel, en verzenden ze in meenigte naar de Plantagiën, +en naar Paramaribo. Zie daar, welke, behalven het maken van hunne +huisraad, cieradiën, en wapentuigen, by deeze volken de bezigheden +der mannen zyn. + +Ik moet ook niet vergeten, dat elke Indiaan ter zyner verdediging +een knods draagt, welke men apoutou noemt, van het zwaarste hout uit +het bosch gemaakt: dezelve is agttien duimen lang, aan de twee einden +plat en vierkant; maar aan het eene einde veel zwaarer, dan aan het +andere: in het midden is dezelve het dunst; hy is omwonden met zeer +sterke draden catoen, dienende om hem met des te meerder vastheid aan +te vatten, en door een zoort van stootplaat gedekt, om de voorhand te +bewaaren. Door een slag met deezen knods, waar aan dikwils een puntige +steen word vast gemaakt, slaat men iemand de herssens in. De Indianen +van Guiana snyden dikwils op hun apoutou beeldspraakige vertooningen, +en het getal der vyanden, welken zy gedood hebben. Om den steen aan +deezen knods vast te maken, steekt men dien in den boom zelven, die +het hout levert, terwyl die in zyn groei is; dezelve hecht zig daar +aan als dan zoo vast, dat het niet mogelyk is 'er dien uit te trekken; +vervolgens hakt men dit hout, om 'er het fatsoen aan te geven. + +De vrouwen houden zig bezig, om de maniok, de bananen, de ignames, +en andere wortelen te planten; zy maken de levens-middelen gereed, +maken aarde potten, catoene hangmatten, armbanden, en manden of +korven. De beste derzelve worden pagala genoemd; zy zyn van een +dubbele rieten mat gemaakt, die den naam van warimbo draagt, en eene +witte of bruine kleur heeft; en deeze dubbele mat is tusschen beiden +met bladeren van tas of trouly gevuld, om ze voor de vochtigheid te +beveiligen. Het dekzel is gewoonlyk veel hooger en breeder, dan de +mand zelve; het gaat over de geheele mand heen, en maakt dezelve op +die wyze nog sterker: de bodem rust op twee stukken hout, kruislings +gelegd. De hangmatten zyn geweven; het geen veel moeite en tyd vordert; +want men moet elke draad, één voor één, in de scheering steeken, byna +op dezelfde manier, waar op men koussen weeft. Men legt vervolgens +deeze hangmatten in eene verwe, van schorssen van boomen gemaakt, +volgens de kleur, die men 'er aan geven wil. + +De Indiaansche meisjes bereiken de huwbaarheid voor den ouderdom van +twaalf jaaren, en zomtyds zelfs veel eerder. Men huwd ze op die jaaren +uit. De geheele plechtigheid bestaat, ten aanzien van den jongman, +daar in, dat hy aan de jonge dogter eene zekere hoeveelheid wildt +en visch, door hem gevangen, aanbied; en, wanneer zy dit aanneemt, +doet hy haar deeze vraag: "Wilt gy myne vrouw zyn"? Indien zy dit met +ja beantwoordt, is de zaak klaar; en wanneer het huis en de huisraad +gereed zyn, viert men de bruiloft door een feest, waar op men zig +dronken drinkt. De zwangere vrouwen kramen zonder hulp, en met zoo +weinig moeite en pyn, dat men haar schier ontheven zoude oordeelen +van het vonnis, tegen de eerste moeder van het menschelyk geslacht +uitgesproken. Zy verrigten alle de bezigheden van het huishouden +en bedienen haare mannen op den dag van haare verlossing zelven. Hoe +belachelyk en ongeloofbaar deeze gewoonte ook schynen moge, is het niet +minder waar, dat de man in dat geval, geduurende meer dan een maand, +in zyne hangmat leggen blyft, alwaar hy steent en zucht, als of hy +zelf van een kind stond te verlossen; en geduurende al dien tyd, +moet zyne vrouw hem zorgvuldig oppassen, en hem het beste voedzel +geven. Dit zyn de Indianen gewoon te noemen genot van zig zelven +te hebben, en van hunne vermoeidheid uit te rusten. Verscheiden van +deeze volken beschouwen een plat voorhoofd als eene groote schoonheid, +en zoo dra hunne kinderen geboren zyn, drukken zy derzelver voorhoofd +plat, zoo als eenige wilden in het Noorden van America doen. + +De Indiaansche vrouwen eeten niet met hunne mannen, en zy bedienen +hun als slavinnen, het geen haar belet, om alle mogelyke zorge voor +haare kinderen te dragen; deezen zyn echter steeds wel gesteld en +sterk. Wanneer zy reizen, dragen zy dezelve in kleine hangmatten, +die op één der schouderen hangen; het kind zit in dezelve, met de +beenen, het één voor, het ander agter de moeder geplaatst. + +Deze Indianen neemen sap van tabak, in plaats van een +braakmiddel. Wanneer één van hun op sterven ligt, het zy van ziekte, +het zy van ouderdom, (en dit laatste overkoomt hun meer dan het +andere) bezweert de Peji, of Priester, den Yawahou, of duivel, te +middernacht, door het roeren van een calebas, gevuld met steentjes, +erweten, en koraalen, geduurende welke verrigting hy eene lange +redenvoering doet. Het ampt van Priester is by deeze volken erffelyk; +en, zoo als ik reeds gezegd heb, hy, welke dien post vervult, heeft +de eerstelingen van alle zoorten van spyzen of dranken, en zelfs een +gemakkelyker leven. Wanneer een Indiaan gestorven is, wascht men hem, +wryvt hem met olie, en steekt hem in een zak van nieuw catoen; hy zit +daar in, met de elleboogen op de kniën, het gezicht met de palm van +beide handen bedekt, en al zyn krygs- of jagt-gereedschap word by +hem gelegd. Geduurende deeze plechtigheid, doen zyne nabestaanden, +zyne vrienden, zyne gebuuren, de lucht van een jammerlyk geschreeuw +weergalmen, maar kort daar na drinken zy zig aan sterke dranken +dronken, en spoelen dus hun hartzeer af, het welk niet voor het +volgende jaar weder te voorschyn koomt. Deeze gewoonte heeft daar door +eenige overëenkomst met die der Berg-Schotten, by het begraven hunner +dooden. Op het einde van het jaar haalt men het lyk uit den grond; +het vleesch is 'er dan van afgescheiden, en men verdeelt de beenderen +onder de nabestaanden en vrienden; men volgt dezelfde plechtigheden, +als de eerste keer; waar na de geheele buurt naar eene andere geschikte +verblyfplaats zoekt. Eenige byzondere stammen van Indianen volgen nu +en dan een verschillend gebruik. Na het lichaam van hunne overledene +nabestaanden of vrienden in de zoo even beschrevene houding geplaatst +te hebben, leggen zy het zelve in 't water, en laten het verscheiden +dagen daar in. De visschen eeten 'er wel dra het vleesch af, en wanneer +'er niet meer aan is, haalt men het geraamte uit 't water, laat het +in de zon droogen, en hangt het vervolgens van binnen aan het dak +der hutten of carbets. Dit is het grootste bewys van teedere liefde +en achting, welke men, by deeze volken, aan de dooden bewyzen kan. + +Wanneer deeze Indianen te land reizen, neemen zy altoos hunne kano met +zig, welke gemaakt is van den stam van een grooten boom, door middel +van het vuur uitgehold. Dezelve dient hun dan tot het overbrengen van +hun reistuig, wanneer zy moerassen doorwaden, of kreeken of rivieren +over moeten; en is, even als zy zelven, geheel rood geverwd. Indien +zy te water reizen, gaan zy doorgaans tegen den stroom, om het wildt, +het welk zy op de boomen, of aan den oever zien, des te gemakkelykcr +te kunnen dooden; indien zy met den stroom mede roeiden, zou de +kragt van 't water hen noodzaaken om gezwind voort te gaan. Wanneer +zy de zeekusten volgen, gebeurd het dikwils, dat eene golve hunne +cano met water vult; maar in weerwil van dit ongeluk, lyden zy nooit +schipbreuk. In zoodanig geval werpen zy allen, mans en vrouwen, zig +oogenblikkelyk in het water; met de eene hand houden zy zig aan de +kano vast, en met de andere maken zy dezelve met calebassen ledig. + +Schoon de Indianen van Guiana zeer vreedzaame volken zyn, voeren +zy echter zomtyds oorlog, eenvoudiglyk om gevangenen te hebben: de +Europeanen zetten hen maar al te dikwils daar toe aan, om dezelven +van hun te koopen, en 'er slaven van te maken; maar zy dienen niet +meer dan tot eene uiterlyke vertooning, dewyl zy volstrekt weigeren te +arbeiden: indien men hen mishandelt, en vooral indien men hen slaat, +kwynen zy, teeren uit, en weigeren alle voedzel, tot dat zy eindelyk +van verzwakking en smarte sterven. + +De Indianen doen altyd hunne aanvallen midden in den nacht; hunne +krygsverrigtingen gelyken meer naar die van een beleg, dan naar +die van eenen veldslag; zy bestaan in het omcingelen der vyandelyke +gehuchten, terwyl derzelver bewooners in diepen slaap liggen; in het +gevangen nemen der vrouwen en kinderen van beiderleije kunne; in het +dooden der mannen met hunne vergiftigde pylen, of in dezelven met +hunne apoutous, of knodsen, de herssenen in te slaan. Zy ontnemen +ook aan de laatstgemelden het hoofdhair, en brengen het als een +zegenteeken t'huis, om het aan hunne kinderen en vrouwen te toonen, +of zy verkoopen het aan de Europeanen op Paramaribo. In de vechteryen +van twee partyen, maar die zeer zeldzaam onder hun voorvallen, zyn de +boog, en met weerhaaken voorziene pylen, hunne voornaame aanvallende +wapentuigen. Deeze raaken den vyand, en doen denzelven omkomen, +op den afstand van meer dan zestig schreden. De ligtste vogel zelf +in zyne vlugt, indien hy slechts de grootte van eene kraay heeft, +kan hun niet ontsnappen.--De behendigheid van deeze volken, in +alle hunne krygsoeffeningen, is zoo groot, dat de beste schutters, +in de veldslagen van Crecy, van Poitiers en van Agincourt, voor +hun zouden hebben moeten onderdoen.--Ik moet 'er nog byvoegen, dat +wanneer deeze Indianen gaan oorlogen, zy eenen Generaal verkiezen, +wien zy den titel van Outil geven. + +De koophandel, welken de Indianen van Guiana met de Hollanders dryven, +bestaat in ruilingen. Zy leveren slaven, waterkruiken, kano's en +hangmatten, Brasilie-hout, hiary wortelen, kapellen, papegaijen, apen, +copaiva-balsem, arracocerra-gom, oly van acajou-noten, en arnotta; +waar voor zy wederkeerig ontfangen gecouleurde stoffen, snaphaanen, +kruid, bylen, messen, scharen, glaswerk, spiegels, visch-haaken, +kannen, naalden, spelden, enz. De copaïva-balsem druipt van de +schors van eenen dikken boom, die zeer verre binnen in het Land +groeit, welks bladeren breed en puntig zyn, en die eene vrucht +draagt, als een komkommer. Deeze gom is geel, hard, doorschynend, +en naar amber gelykende. Wanneer men ze ontbindt, geeft ze een +aangenaame geur van zig, en dient tot een water-afdryvend middel, +en tot een vernis. De gom, aracocerra genoemd, loopt uit een boom, +die men insgelyks in het binnenste des lands vindt. Zy is geel, gelyk +de eerstgemelde, maar zwaar, en zacht in het aanraken: derzelver +reuk is ook veel geuriger. De Europeanen en Indianen waardeeren +dezelve zeer, uit hoofde van haar krachtig vermogen tot geneezing +van wonden en andere kwaalen. De caraba, of oly van acajou-noten, +word op deeze wyze gemaakt: men klopt, stampt en kookt de pitten, +welke men uit de hoekachtige en bruine vrucht haalt, groeiende +aan een boom van denzelfden naam, die de gedaante van een goeden +kastanje-boom heeft. Deeze oly is bitter. De Indianen bedienen 'er +zig van, om 'er het lyf mede te besmeeren, en de Europeanen gebruiken +ze tot verschillende einden. De boom, wiens bladeren naar die van +den laurierboom gelyken, groeit tot de hoogte van meer dan vyftig +voeten; maar dewyl ik denzelven, noch ook de twee eerstgemelden, +niet gezien heb, kan ik 'er niet meer van zeggen. De Mawna-boom is +hoog, recht, en van een helder bruine kleur; deszelfs bladeren zyn +eirond, en de noten gelyken naar muscaat noten; maar zy hebben 'er de +geur niet van. De gom loopt uit den stam door insnydingen, welke men +'er in maakt; de Indianen laaten dezelve in water ontbinden, en, zoo +als ik reeds gezegd heb, zy mengen die onder de arnotta, om zig te +beschilderen. De Palma-Christi by de kruidkundigen onder den naam van +Ricinus, of den Wonderboom, bekend, is een heester van omtrent vier +voeten hoog. Hy is recht op geschoten, en met breede gevingerde bladen +bedekt, hangende aan lange steelen, en zulks zoo wel de stam, als de +takken. Deeze heesters zyn van tweederley zoort, roode en witte. Zy +brengen driehoekige nooten voort, zittende in groene schillen, die +bruin worden, en afvallen, wanneer de vrucht ryp is. Men perst uit +deeze noten de oly, aan welke men in Surinamen den naam geeft van +carapat. Derzelver smaak gelykt veel naar die van olyf-olie. + +Onder alle de Indiaansche volken, onderscheiden zig de Caraïben door +hun getal, werkzaamheid, en dapperheid. Zy woonen grootendeels naar +den kant der Spaansche bezittingen, die zy dikwils ontrusten door +een geest van wraakzucht over de wreedheden, omtrent de volken van +Mexico en Peru, welken de Caraïben als hunne voorvaderen beschouwen, +door deeze Europeanen zynde gepleegd geweest; zy hebben een Capitain +aan hun hoofd, en verzamelen zig by elkander op het geluid van een +zeeschelp; dikwils leveren zy ook slag aan de Indianen uit hunne +nabuurschap; maar eene byzonderheid, die schier ongelooflyk schynt, +en sterk is tegengesproken geworden, steldt hen beneden alle de andere +volken van het vaste Land; zy zyn Cannibalen, of menschen-eeters. Dit +is ten minsten zeker, dat zy hunne vyanden eeten, wier vleesch zy +met de gretigheid van een gier inslokken, schoon men in algemeen +vooronderstelt, dat zy daar toe meer door wraakzucht, dan door een +bedorven smaak, gedreven worden. + +De Accawaus-Indianen zyn weinig in getal, en van de zee-kusten meer +af gelegen, dan de eerstgemelden. Zy leven in goede verstandhouding +met de Hollanders; maar zy zyn valsch, en weeten een langzaam vergift +te bereiden, het welk zy onder hunne nagels verbergen. Hunne hutten +zyn omringd met staketzels, van palen gemaakt, waar van de punten +ook vergiftigd zyn. + +De Worrows-Indianen, zoo zy niet de wreedsten zyn, mogen ten minsten +voor de verachtelyksten van alle de Indianen in Guiana gehouden +worden. Zy woonen langs de Orenoco, tot aan de Volkplanting van +Surinamen. Hunne kleur is onaangenaam en bleek. Zy zyn wel sterk, +maar kleinmoedig. Hunne natuurlyke vadzigheid en hunne elende, een +gevolg van hunne gevoelloosheid, is zoo groot, dat zy naauwlyks zoo +veel hebben om die deelen te bedekken, welke de schaamte gebiedt +te verbergen, en dat zy zig daar toe dikwils van den schors van een +palmboom in plaats van linnen bedienen. Zomtyds gaan zy geheel naakt, +en geven een ondraaglyken stank van zig. Hunne luiheid noodzaakt hen +den meesten tyd, om alleen van wilde vrugten te leven, en niets dan +water te drinken. Het moge vreemd dunken, wanneer men zegt, dat dit +volk wel te vreden is; maar men moet begrypen, dat deszelfs verlangen +zig tot deeze genietingen bepaalt, en dat men nooit een Indiaan hoort +klagen, dat hy ongelukkig is. + +De Tajiras bewoonen ook de zeekust, tusschen de Volkplanting +van Surinamen, en de Rivier der Amazonen; hun getal is het meest +aanzienlyk; men berekent ze op byna twintig duizend zielen in deeze +bezitting alleen. Deeze Indianen zyn vreedzaam; maar zeer ongevoelig, +en in veele opzigten gelyken zy naar de Worrows. + +De Piannacotaus leven zeer verre in de binnen landen, en zyn +vyanden van de Europeanen, met wien zy weigeren te handelen, of in +de minste betrekking te staan. Dit kan ik 'er bovendien van zeggen, +dat zy alle de Christenen in Guiana vermoorden zouden, indien zy +'er de magt toe hadden. + +De eenige Indiaansche natie in dit Land, die my nog staat op te noemen, +is die der Arrowouks: ik verkies dezelve boven alle anderen;--maar +dewyl dit hooftstuk reeds vry lang geworden is, zal ik 'er by eene +andere gelegenheid van spreken. Ik stap derhalven voor een oogenblik +af van dit gelukkig volk, het welk noch van onderscheidingen van rang, +noch van verdeelingen van landen, de bronnen van wanorde en twist +by de verlichtste volken, eenige kennis heeft. Dit zelfde volk weet, +in deszelfs gelukkig Land, alwaar groente en bloemen zig onophoudelyk +vertoonen, in 't geheel niet wat behoefte en moeite is. De wenschen van +hun, die deeze volken uitmaken, zyn bepaald, maar altyd voldaan. Deeze +gelukkige Indianen hebben, met het denkbeeld van een toekomend leven, +geene de minste ongerustheid over deeze toekomste, en sterven in +vrede. Men kan van hun, naar de letter, zeggen, dat zy dikwils niet +op den dag van morgen denken; maar met hun dit zoort van ontkennend +geluk toe te staan, beweere ik egter niet, dat het zelve voor een +Europeaan benydens-waardig is. + +Om een naauwkeuriger denkbeeld van de wapenen, huisraad, werktuigen, +en onderscheidene cieradiën der Indianen van Guiana te geven, verwyze +ik den lezer naar de daar van gemaakte afteekening. Zie hier de lyst +der dingen, die daar op vertoond worden. [8] + + + + 1. Eene Coriola, of Indiaansche kano, doorgaans van den stam van een + boom gemaakt. + 2. Een Pagaije, of roei-riem. + 3. Een zeeft, manary genaamd. + 4. Een Indiaansche blaasbalg, of way-way. + 5. Een stoel, of zitbank, mouly genaamd. + 6. Een korf, of pagala. + 7. Een pers voor de cassave, matapy genaamd. + 8. Een Indiaansche boog. + 9. Een pyl om de visch te dooden. +10. Een pyl met een ronde knop voor de vogelen. +11. Een gewoone pyl met weerhaken. +12. Een kleine vergiftigde pyl. +13. Een pyp of fluitje, waar door men blaast, om de pylen te doen + afgaan. +14. Een kroon van verschillende vederen. +15. Een voorschoot, queiou genaamd. +16. Een Indiaansche aarde pot. +17. Een Indiaansche knods, of apoutou. +18. Een catoene hangmat. +19. Cieradiën, van tanden van tygers, of wilde zwynen gemaakt. +20. Een toover-schelp, of calebas. +21. Een Indiaansche fluit, tou-tou genaamd. +22. Een fluit, van het been van een vyand gemaakt. +23. Een Indiaansche fluit, quarta genaamd. +24. Een steen, om de maniok te malen, genaamd matta. + + + +ZESTIENDE HOOFTSTUK. + +Versterking van krygsvolk, uit Holland aangekomen.--De +Goijava-boom, en deszelfs vrucht.--Legerplaats by Maagdenberg +aan de Tempaty-Kreek.--Verschillende zoorten van Aapen.--Een zeer +maanzieke Neger.--Eekhoorntje van Guiana.--Verscheidene zoorten van +boomen.--Hagedissen.--Bergen van mynstoffen voorzien.--Treffelyke +gezichten.--De Roucou-boom.--Fraaije Kapel.--Palmboom-worm. + +Ik keere tans tot de krygs-verrigtingen van den Colonel FOURGEOUD te +rug. Ik heb reeds gezegd, dat men nieuw krygsvolk wagte, om ons zwak en +elendig leger te versterken; en den 30sten. January 1775, ontfing men +te Paramaribo de tyding, dat het transport-schip Maasstroom, Capitain +LEG, in de Rivier Surinamen was binnen geloopen, en voor het Fort +Amsterdam het anker geworpen had; twee divisiën van honderd twintig +mannen, onder bevel van den Colonel SEYBOURG, aan boord hebbende: +en men verwagtte nog twee andere. + +Des anderen daags zakte ik de Rivier met eene kleine roeischuit +af, om deeze nieuw aangekomenen te gaan verwelkomen. Ik hield het +middagmaal aan boord met de Officiers, waar na men het anker ligte, +en ik voer met hun schip mede tot het Fort Zelandia, alwaar het aan +den wal ging leggen en door eenige kanon-schoten begroet wierd. Ik +had het genoegen, om onder de Officiers mynen ouden Hoog-Bootsman, +den Vaandrig HESSELING, te vinden, dien wy aan de Helder hadden +agtergelaten, aan de kinderziekte gevaarlyk ziek leggende, wanneer wy +uit Texel zeilden. Deeze jongman, die tans met den rang van tweeden +Lieutenant by ons was, was zedert zyne herstelling aller ongelukkigst +geweest. Zyne reize naar Surinamen hebbende willen voortzetten, +ging hy aan boord van een schip, het welk in de baay van Biscaije +eenen storm beliep, en na kaap Finisterre te zyn voorby gezeild, zyne +gangen en roer verloor: dit zelfde schip verloor vervolgens ook nog zyn +fokke-mast en steng. In deezen kommerlyken staat, en geen wind genoeg +hebbende, om Lissabon te bereiken, was hy verpligt het op Plymouth +aan te zetten. Van daar begaf zig de heer HESSELING aan boord van +eene kleine sloep, met kolen geladen, en waar op hy niet gelukkiger +was; want door onachtzaamheid van den schipper, stootte dit schip op +rotzen, waar door de kiel los geraakte, en het schip dadelyk zonk. De +heer HESSELING had echter, eer de sloep verging, den tyd om zyn maal +te openen, en 'er zyn linnen, en eenige der noodzakelykste goederen +uit te nemen, vervolgens ging hy in een slecht vaartuig over, en kwam +eindelyk te Brest aan. Hy ging aldaar spoedig scheep naar Amsterdam +op een Hollandsch schip, waar van de schipper niet veel bekwaamer dan +de voorgaande was, en zyn schip op het drooge liet loopen, alwaar het +byna aan stukken stootte. De heer HESSELING kwam nochtans gezond en +behouden te Texel aan, alwaar hy tweemaalen te vergeefs moeite deed, +om zig naar Zuid-America in te schepen. Hy slaagde eindelyk daar in, +en op zynen tocht had hy zulk een zwaaren storm, dat alle de sloepen, +schapen, varkens en gevogelte door de zee verzwolgen wierden. + +By het aankomen van dit nieuw krygsvolk, noodigde de Colonel FOURGEOUD +de Officiers op het middagmaal, en deed hun niets anders dan gezouten +ossen- en varkens-vleesch, en oude erweten, voorzetten. Ik had de eer, +om mede aan deezen disch te zitten, en het vermaakte my zeer te zien, +met hoe veel verwondering de Colonel en zyne tafel door de gasten +wierd aangekeken. Des avonds geleidden wy hen naar den Schouwburg, +alwaar men den dood van CESAR, en CRISPYN den Doctor, vertoonde: het +eerste van deeze stukken wierd gespeeld op eene manier, die zoo wel +als het tweede deed lagchen. Des anderen daags hield de Gouverneur ons +des middags en des avonds ten eeten. Zyne tafel schitterde van rykdom +en pracht. Onze nieuwe medgezellen waren over deeze kostbaarheid zoo +zeer verwonderd, als zy het des avonds te vooren over de karigheid +van den Colonel geweest waren. + +Op deeze maaltyd eenige ingelegde vruchten, waar onder de guava was, +ontmoet hebbende, zal ik deeze gelegenheid waarnemen, om 'er iets +van te zeggen. De Guava-boom, die deeze vrucht voortbrengt, groeit +tot de hoogte van vier-en-twintig voeten. Deszelfs schors is van een +heldere kleur, en het hout tusschen beiden; maar de vrucht, die geel +en eyrond is, en ten naasten by de grootte van een renet-appel heeft, +bevat een roodachtig vleesch, vol kleine zaden of korrels. Dit vleesch +is van een zeer zoeten smaak, en men kan het rauw eeten; men maakt +'er ingelegde geley van, die ongemeen lekker is. 'Er zyn tweërleije +zoorten van guavas: de zoetsten bevatten het minste zaad. + +Den 3den February wierd het krygsvolk, het welk ontscheept was, naar +het bovenste gedeelte van de Commewyne gezonden, om zig aldaar neder +te slaan. Ik spreek egter alleenlyk van de soldaten, want de meeste +Officiers bleven, om een festyn aan het huis van den heer MARCELLUS +by te woonen. Deeze Colonist, om aan de maaltyd luister by te zetten, +deed door een half douzyn Negers op trompetten en jagthoorns blazen, +tot dat eindelyk het geheele gezelschap door dit geraas verdoofd was. + +Den 6den, ontfing de geheele krygsbende, zonder onderscheid, +bevel om Paramaribo te verlaten, en op den Maagdenberg, aan de +Tempaty-Kreek gelegen, dicht by dat gedeelte van de Commewyne, +werwaarts men, den 3den, de nieuw aangekomene manschappen gezonden +had, te gaan legeren. Dienvolgende alles tot een vierden veldtocht +hebbende gereed gemaakt, nam ik afscheid van myne kleine familie, +en van myne vrienden, en ik ging naar den oever, alwaar ik my in +het zelfde vaartuig, als de Colonel SEYBOURG, moest inschepen: maar +deeze, te onrecht vooronderstellende, dat het krygsvolk, met hem +uit Holland gekomen, eene bende uitmaakte, van die van den Colonel +FOURGEOUD afgescheiden, gaf last aan de Negers om voort te roeijen, +op het oogenblik, dat ik niet verder dan een pistoolschoot van hem +afwas, en liet my, ten uitersten daar over verwonderd, aan den wal +staan. Ik wist, dat de Colonel FOURGEOUD gezworen had, dat hy deezen +Officier tot gehoorzaamheid zoude noodzaken, zoo wel als den jongsten +Vaandrig van het Regiment, en daar in had hy volmaakt gelyk. Een +ander vaartuig genomen hebbende, haalde ik den Colonel SEYBOURG in, +die over deeze myne daad zeer verwonderd scheen, en wy kwamen te +gelyker tyd op de Plantagie Vossenburg, aan de Commewyne. Des anderen +daags bereikten wy de Plantagie Arentslust, na de zwaare vaartuigen, +die den 3den Paramaribo verlaten hadden, te hebben agtergelaten. Den +10den, kwamen wy aan de Hoop, alwaar ik bevorens verscheiden maanden +had doorgebragt. Ik voege hier by eene afteekening van het gezicht +deezer Plantagie, en van den post Klarenbeek, alwaar ons Hospitaal +steeds bleef. De Colonel FOURGEOUD vertrok ook den zelfden dag als wy, +en sliep op Wajampibo. + +Den 11den, kwamen wy op de Plantagie Crawassibo, alwaar wy den +nacht doorbragten. De Opzigter van deeze Plantagie dreef aldaar +zyne onbeschoftheid tot die hoogte, dat ik, die reeds tegen al dit +zoort van lieden was vooringenomen, hem een frisschen vuistslag in +'t aangezicht gaf. Hy rekende zig daar door zoo beledigd, dat, schoon +hy vry wat bloedde, hy zig met een enkelen Neger in een kano begaf, en +in dien staat te middernacht op 't alleronverwagtst voor den Colonel +FOURGEOUD verscheen, die in plaats van zyne klagten te beantwoorden, +hem al vloekende wegjoeg. + +Den 12den kwamen wy op Maagdenberg, te weten, de Colonel FOURGEOUD, +de Officiers en de vaartuigen met zee-soldaten beladen. Zedert dat wy +de Hoop verlaten hadden, wierden de Plantagiën zeldzaamer, en na dat +wy die van Goed-Accord, welke tien of twaalf mylen verder ligt, voor +by waren, zagen wy geene bebouwde landen meer. De muitelingen hadden, +zoo als ik reeds gezegd heb, alle de Plantagiën, die hooger op lagen, +verwoest, uitgenomen eene kleine bezitting, zoo ik meen, Jacob genoemd, +alwaar men Negers hield, om hout te hakken. De Rivier word boven +Goed-Accord zeer naauw, en is van wederzyden door ondoordringbaare +heesterstruiken bezet, even als de Cottica, tusschen Devil's Harwar +en de Patamaca-Kreek. De Tempaty-Kreek, welke men als den oorsprong +van de Commewyne kan aanmerken, vernaauwde zig op gelyke wyze zeer +sterk. Maagdenberg, liggende honderd mylen van Paramaribo, was voor +deezen eene Plantagie; maar 'er zyn aldaar geene andere overblyfzels +van bebouwing, dan een oude oranje-boom: deeze plaats geeft thans +niets meerder dan een dor en woest gezicht. + +Wy zagen hier en daar kleine schelpen verspreid, die het voorkomen +hadden van die geene, welke men de moeder der peerlen noemt, en ten +naasten by zoo groot waren als een Engelsche, schelling. Men vindt +in verscheiden gedeelten der Volkplanting van Surinamen, voetstappen +van bergwerken en mineraalen. De yzer-mynen zyn 'er gemeen; en ik +twyffel niet of men zoude 'er ook goud en zilver ontdekken, indien +de Hollanders 'er de noodige kosten toe wilden doen, en daar toe +onvermoeid lieten arbeiden. Ik heb reeds gesproken van den diamant +van Maroni, en van de roode en witte agaat, in het bovenste gedeelte +der Rivier van Surinamen. + +De lucht was zuiverder en frisscher, en gevolgelyk veel gezonder op +Maagdenberg, dan in eenig ander gedeelte deezer Volkplanting. + +Den 17den, vernamen wy, dat het transportschip de Maria Helena, +hebbende twee andere divisiën van honderd twintig mannen aan boord, +onder bevel van den Capitain HAMEL, den 14den deezer maand in de +Rivier Surinamen mede was binnen geloopen: dus bestond de geheele +versterking in twee honderd en veertig man, die den 3den Maart in +vaartuigen op Maagdenberg aankwamen, alwaar de geheele krygsmagt van +den Colonel FOURGEOUD zig toen by den anderen bevond. Den zelfden dag +kwamen 'er ook honderd Negerslaven aan, die bestemd waren om op onzen +tocht de pakken te dragen. Een van deeze Negers aan boord van één der +vaartuigen vermist wordende, wierd de bevelhebbende Officier, genaamd +CHATEAUVIEUX, en een schildwacht, welken men met bloed besmet vond, +in arrest genomen, om als beschuldigden van eene moord gevonnisd +te worden. Deezen zelfden dag hadden twee van onze Capitains een +tweegevecht, en één van hun wierd aan het voorhoofd gewond. + +Den 13den, vond een vaartuig, met mondbehoeften geladen, van Paramaribo +komende, den Neger, die den 5den vermist was; hy lag aan den waterkant +in de heesterstruiken, zynde in de strot gestoken, maar nog levend, +vermits de steek de lugt-ader niet geraakt had. Het vaartuig nam +deezen ongelukkigen op, en bragt hem te Maagdenberg, alwaar door een +bekwaam Heelmeester, den heer KNOLLAERT, de wond wierd toegenaait, +en deeze man op eene wonderbaarlyke wyze herstelde, schoon hy negen +dagen zonder voedzel en zonder hulp gebleven was, in zyn bloed badende. + +In de daar aan volgende week verloor ik byna door een toeval het +leven. Zie hier de zaak. De Colonel FOURGEOUD gebruikte twee Negers +van de Plantagie Goed-Accord, om voor hem te jagen en te visschen. Een +van hun, PHILANDER genaamd, stelde my voor, om hen in de bosschen +te vergezellen, alwaar wy eenige pingos, of eenige powesas zouden +kunnen ontmoeten; maar wy hadden nog geen twee mylen afgelegd, of wy +wierden door eenen geweldigen slagregen overvallen, die ons noodzaakte +om dit ontwerp te laten varen, en op den hoek lands, Jacob genaamd, +de wyk te nemen. Om daar te komen, moesten wy een moeras doorwaden, +zoo diep dat wy het water tot onder de armen hadden. PHILANDER +(de schoonste manspersoon, dien ik immer gezien heb,) begaf zig tot +zwemmen, en zyn medgezel van gelyken. Zy kliefden het water alleenlyk +met de eene hand; met de andere hielden zy hunne jagt-geweeren in +de hoogte. Zy noodigden my om hen daar te volgen, zoo als ik ook +deed, niets anders dan myn borstrok en broek aan hebbende; maar +na het maken van eenige bewegingen, zonk ik met myn snaphaan naar +den grond. Ik liet hem daar, en weder boven water komende, verzogt +ik PHILANDER te duikelen, en den snaphaan van den grond te haalen; +toen lag hy de zyne op een Palmiet boom, en haalde vervolgens de myne +zonder moeite. Op dit oogenblik hoorden wy een donderende stem uit +het midden der doornstruiken roepen:--"qui somma datty? en door een +ander, Souto, Souto da BONNY kiry da dago? Wie is daar? geef vuur! 't +is BONNY! slaat den schelm dood!" Ons oprichtende, zagen wy vyf of +zes snaphaanen, op eenen korten afstand op ons aangelegd. Ik duikte +dadelyk onder water; maar PHILANDER geantwoord hebbende, dat wy tot +den post van Maagdenberg behoorden, veroorloofde men ons, om één +voor één naar de Plantagie Jacob te gaan. Zy, die ons gezien hadden, +waren Neger-slaven, die in 't water hoorende roeren, naar den kant, +van waar dit gerucht kwam, keeken, en drie gewapende mannen in het +moeras ontdekten. Zy geloofden, dat het de muitelingen waren, die +voorwaarts trokken, onder geleide van BONNY zelven, voor wien zy my +aanzagen, om dat ik byna naakt, en myn lichaam door de zon verbrand +was; myne hairen, die kort en gekruld waren, deeden my naar eenen +Mulat gelyken. Na een weinig rhum gedronken, en onze kleederen voor +een goed vuur gedroogd te hebben, keerde men naar Maagdenberg te rug, +alwaar men my geluk wenschte met aan dit gevaar ontsnapt te zyn. + +De Colonel FOURGEOUD toen van eene versterking van versche manschappen +voorzien zynde, deed, den 9den, alle zyne verminkten naar Holland +inschepen. Myn vriend HENEMAN vertrok ook, den 6den February, naar +dit zelfde Land, in eenen aller elendigsten staat. + +Op den zelfden bodem, als deeze jongman, bevonden zig verscheide +andere Officiers, die gedwongen waren te vertrekken, niet door +ziekte, maar door afkeer en mismoedigheid, welke de onrechtmatige +behandeling van den Colonel, die, zoo als ik op het einde van het +tiende hooftstuk gezegd heb, hunne bevordering had tegengehouden, +aan hun veroorzaakte. Zy hadden gezien, dat jongelingen, die nog +ter school gingen, wanneer zy zelven in 't jaar 1772 reeds in dienst +der Volkplanting waren, aan hun wierden voorgetrokken. Die geenen, +welken de Colonel, den 6den December 1774, in arrest had doen zetten, +om in Holland gevonnisd te worden, wierden op het zelfde schip +gebragt. Dit schip was niets anders dan een hospitaal, maar zeer +slecht van ververschingen voorzien. + +Den 21sten, deed de Colonel met genoegen de monstering van zyn +klein leger, en het smertte my zeer de Neger-Jagers daar niet by te +zien. De eerste zorge van den Bevelhebber was vervolgens, om eene wacht +aftezenden, tot het bespieden der omleggende streeken van zyne nieuwe +legerplaats, en ik had de eer daar toe te behooren. Geduurende deezen +kleinen tocht viel 'er niets merkwaardigs voor, dan het ontmoeten van +eene groote meenigte Coïatas (quoata in Guiana, quatto in Surinamen, +chameck in Peru genaamd) zynde een zoort van aapen, die zeer veel +opmerking verdienen, uit hoofde van hunne overëenkomst met den mensch, +eene hoedanigheid, welke ik niet met stilzwygen mag voorby gaan. Op +zekeren avond met mynen kleinen QUACO buiten de legerplaats wandelende, +naderden deeze aapen van zeer naby, om ons te bekyken, en zy wierpen +kleine stukjens hout, en hunne vuiligheid naar ons toe. Wy bleven +staan, en ik konde hen gemakkelyk waarnemen. De Coïata is zeer groot, +en zyne staart ongemeen lang. Zyne armen en beenen zyn met lange zwarte +hairen bedekt, het welk een zeer onaangenaam gezicht maakt. De huid +van zyn aangezicht is rood, en zonder hair, de oogen zyn ingedoken, +en ten dien opzigte gelykt hy niet kwalyk naar een oud Indiaansch +wyf. Zyne ooren zyn kort; zyne handen of voorpooten hebben vier +vingeren en geene duimen; maar de agterpooten hebben vyf toonen, allen +met zwarte nagels. Het uiteinde van zyne staart is krulswyze gedraait; +zy is zonder hair en eeltachtig, vermits hy 'er dikwils gebruik van +maakt, om aan de takken der boomen te blyven hangen, en dan dient zy +hem tot een vyfde lid. De gezwindheid, waar mede de Coïata van de +eene boom op de andere overgaat, is wonderbaarlyk; maar ik heb hem +niet zien springen. Het schynt, dat deeze eigenzinnigheid, om kleine +stukjens hout, en vuiligheid te werpen, slechts eene naarbootzing van +de bewegingen der menschen is; want hy doet het altyd in 't wild, en +heeft de behendigheid noch kragt niet, die 'er noodig zyn, om het door +hem gemikte voorwerp te raken; en zoo dat al gebeurt, het is by louter +toeval. Maar in de Coïata is dit zeer merkwaardig, dat zoo dra hy door +een snaphaanschoot of pyl gewond is, hy aanstonds zyn poot op de wonde +legt, zyn bloed ziet vloeijen, en met behulp van zyne medemakkers, +boven op den boom klimt, een droevig geschreeuw makende. Hy maakt +zig aldaar met de staart aan een tak vast; en gaat voort zyn lot +te betreuren, tot dat hy, door het verlies van zyn bloed verzwakt, +voor de voeten van zynen vyand dood nedervalt. [9] + +Het is niet verwonderlyk, dat deeze aap, wanneer hy gewond is, door +de dieren van zyn zoort geholpen word, om op den top van eenen boom +te klimmen; maar dat zy kennis genoeg van de kruidkunde hebben zouden, +om de wond-planten uit te zoeken, te kaauwen, en op den wond te leggen, +dit is iets het geen ik niet gelooven kan, schoon zeker reiziger het +nog onlangs verzekerd heeft. Betreffende de hulp, welke zy elkander +toebrengen, om over een Rivier te komen, en die daar in bestaat, +dat zy de staart van den één aan den ander vastbinden, tot dat de +laatste van de reije zig van boven van een tak van een boom geworpen +heeft, hoe groote achting ik ook heb voor ULLOA, die dit verhaalt, +en die zulks in eene plaat vertoond heeft, durve ik echter, dewyl hy +'er geen ooggetuige van geweest is, hier aan twyffelen, en zelfs aan +hem, die beweert het zelve gezien te hebben. [10] + +Ik moet ook nog spreken van een anderen aap, dien ik by den Colonel +FOURGEOUD zag, en wien men in Surinamen den naam van Wanacoe +geeft. Hy is met lange zwarte hairen bedekt, even als de Coïata, +maar zyne ledematen zyn veel korter, hairachtiger, en zyn aangezicht +is van eene vuile witte kleur: deeze aap is de eenige van zyn zoort, +die voor geen maatschappelyk leven is; men vindt hem altoos alleen. Dit +eenzaam dier word door de aapen van andere zoorten zoo veracht, dat zy +hem by aanhoudenheid slaan, en hem zyn voedzel ontsteelen; hy is al te +langzaam om hun te ontsnappen, en al te lafhartig, om hen te bevechten. + +De Saki-winki is de kleinste van de aapen met lange hairen, en +misschien van die van Guiana, zoo niet van de geheele weereld; want +hy is niet veel grooter dan een Noorweegsche rot. + +Deeze aap is een allerliefst diertje, hebbende gekruld en zwart grys +hair, een aangezicht van eene witte kleur, en zeer schitterende +oogen. Zyne ooren zyn breed en kaal, maar weinig zichtbaar, zynde +bedekt door een baard, die hem rondom het aangezicht groeit; zyne +pooten gelyken naar die van een eekhoorntje; zyne staart is dik en +met ringen. Hy is zoo vatbaar voor de koude, dat men hem naauwlyks +levendig in Europa brengen kan, en dat hy, aldaar aankomende, gaat +kwynen en sterft. De Hollanders noemen hem chagryntje, om dat hy +zig ligtelyk aan treurigheid overgeeft. Ik heb de groote Coaïta, +en de kleine Saki-winki op de nevensstaande plaat afgeteekend, ten +einde myn penceel de onvolmaaktheid van myne pen mogt aanvullen. + +By myne te rug komst op Maagdenberg, wierd ik door eenen zwaaren boom, +die van ouderdom voor myne voeten nederviel, byna verpletterd. Dit +toeval gebeurt in de bosschen van Guiana meenigmaal, en zelfs wierden +twee of drie zeesoldaten op die wyze, maar ligtelyk, gewond. Geduurende +al den tyd, dat onze ronde duurde, hadden wy veel regen, en doorwaadden +eene kleine Kreek. Wy hakten een palmboom om, die aan den waterkant +stond; hy viel aan de andere zyde over, en diende ons alzoo tot +een brug. + +Te rug gekomen zynde, ging ik den ongelukkigen Neger bezoeken, dien +men met een steek in de strot gevonden had, en die op dit oogenblik vry +wel hersteld, en in staat was, om te kunnen spreken. Hy verklaarde my, +dat hy zig zelf zoodanig verminkt had. Ingevolge deeze verklaaring, +wierden de Officier en de schildwacht, welken men verdacht gehouden +had, oogenblikkelyk weder in vryheid gesteld. Ik vroeg deezen man, +welke reden hem had kunnen bewegen, om zig zelven te willen van kant +maken? Hy antwoordde my:--Geene hoe genaamd. + +"Ik heb, zeide hy my, ik heb den besten meester, en de beste +meesteresse van de weereld; ik heb eene familie, welke ik bemin, en +die my bemint. Ik had den geheelen nacht, tot vier uuren des morgens, +sterk geslapen, toen ik, ontwakende, het mes nam, om met de punt myne +tanden schoon te maken, en op 't oogenblik stak ik my in den strot, +zonder te weten waarom. Een oogenblik daar na had ik berouw over 't +geen ik gedaan had. Ik stond toen uit myne hangmat op, en ging in de +kano, om my te wasschen, en de wond, zoo mogelyk, toe te maken. Gebukt +hebbende, om water te scheppen, en by aanhoudenheid veel bloed kwyt +raakende, stortte ik in eene flaauwte, en viel in de Rivier. Toen +had ik geen kracht meer, om my op te richten, noch zelfs om hulp te +roepen. Echter gelukte het my, na veele pogingen, den oever der Rivier +te bereiken, alwaar ik op nieuw flaauw viel, en alleen bleef leggen, +tot op het oogenblik, dat het vaartuig, het welk naat Maagdenberg +ging, my aan boord nam. In al dien tusschentyd, die negen dagen duurde, +bleef ik volkomen by myne kennis, en zag een Ouarini, (mier-eeter,) die +aan het bedorven bloed, het welk ik rondom den hals had, kwam ruiken; +maar ik maakte eenige beweging, en hy keerde naar het bosch te rug". + +Ik gaf aan deezen ongelukkigen eenige beschuit, welke men my van +Paramaribo gezonden had; ik voegde 'er een groote calebas vol garst +by, om soup voor hem te maken, en een fles wyn. Deeze Neger scheen +my toe omtrent zestig jaaren oud te zyn. + +Ik ontfing op dit tydstip, en met moeite, eenen brief van den heer +KENNEDY, die zig gereed maakte, om naar Holland in te schepen, +en my verzocht, om mynen kleinen QUACO naar zyne Plantagie te rug +te zenden; het geen ik oogenblikkelyk deed, aan deezen jongen slaaf +eenen brief medegevende, waar by ik aan zynen meester een aanbod deed, +om denzelven van hem te koopen, zoo dra het in myne macht zoude zyn, +om 'er hem den koopprys voor te betaalen. + +Den 2den April gaf de Colonel FOURGEOUD aan alle de zieken, die in de +Volkplanting gebleven waren, bevel, om zig naar Maagdenberg te begeven, +alwaar hy een hospitaal en een groot Magazyn voor de mondbehoeften +liet oprichten. Dus kwamen alle de verminkten van Klarenbeek alhier +aan, vergezeld van heelmeesters, apothecars, derzelver knechts, +enz. De lucht was in de daad, zoo als ik hier boven heb aangemerkt, +op deeze hoogte beter, dan ergens elders. De Colonel was op dit +oogenblik in een zeer kwaden luim, en mishandelde vriend en vyand, +zonder onderscheid. Hy zwoer, dat geen krygsman, onder zyn bevel +staande, van den dienst ontheven zoude worden, indien hy slechts op +zyne beenen staan konde. Byna te gelyker tyd zond men eene aanzienlyke +krygsbende naar de Plantagie Brouyingsbourg, aan de Commewyne, alwaar +men voor eenen opstand beducht was, om dat de Negers geweigerd hadden +des Sondags te werken: men dwong 'er hen echter door zweepslagen toe. + +Wy waren in het midden van het regen-saisoen, het welk den Bevelhebber +niet wederhield, om ons zyn oogmerk tot het doorkruissen der bosschen +te verklaaren; en dienvolgende gaf hy last, ten einde twee sterke +kolommen des anderen daags zouden optrekken. + +De reden, die hem bewoog, om zulk een gevaarlyk jaargetyde te +verkiezen, bestond hier in, dat indien het hem nu gelukte de +muitelingen te doen verhuizen, hy hen tot hongersnood zoude doen +vervallen, het geen in het saisoen van droogte, wanneer de bosschen +van allerleije zoort van vruchten en wortelen rykelyk voorzien zyn, +niet geschieden konde. Dit was echter, naar myn inzien, eene verkeerde +rekening; want men moest ook in 't oog houden, welke verwoestingen zulk +een ongezond jaargetyde, het welk twintig van onze soldaten tegen éénen +muiteling zoude doen omkomen, onder ons krygsvolk stond aan te rechten. + +De Colonel was van een zeer sterk gestel, en hy had byna zyn geheele +leven in de oeffeningen der jagt doorgebragt. By deeze gave der +natuur voegde hy eene andere, de gematigdheid, en voorts gebruikte +hy dagelyks zynen geneesdrank. + +Zyne geheele kleeding bestond in een overrok, waar in zyn degen door +een knoopsgat doorging. Op zyn hoofd droeg hy een catoene muts, +met een witte hoed 'er op. In zyn hand hield hy een rotting, maar +zelden droeg hy zyn snaphaan of pistolen. Ik heb hem wel gezien, +zeer slecht gekleed en blootsvoets, als de gemeenste soldaat. + +Den 3den April, des morgens ten zes uuren, trokken de twee colommen op +weg, de eene onder bevel van den Colonel FOURGEOUD, de andere van den +Colonel SEYBOURG; ik had de eer tot de eerste te behooren. Onze arme +soldaten waren verschrikkelyk beladen; zy hadden bevel ontfangen, om +hunne snaphanen in hun knapzak te steeken, den mond derzelve alleen +uitgezonderd: dit geschiedde, om hun geweer voor de stortregens +te beveiligen. Wy trokken zuidoost-waarts langs de oevers van de +Tempaty-Kreek, en wel dra ontmoetten wy moerassen, waar in wy tot +over de kniën door 't water gingen. + +Geduurende den tocht van den eersten dag, ontmoetten wy eenige fraaije +eekhoorntjes, van welke dieren in dit Land verscheide zoorten zyn. Die +wy zagen, waren bruin, den buik wit, en de staart een weinig dik; +zy waaren zoo groot niet, als die in Europa. Men vindt 'er in Guiana, +die wit zyn, met roode oogen; 'er zyn 'er ook die vliegen. Men weet, +dat de laatstgemelde geene vlerken hebben, maar dat een vlies, een +gedeelte van hunne huid uitmakende, van wederzyden tusschen de voor- +en agter-pooten geplaatst, hun daar voor dient. Deeze huid, wanneer +zy springen, spreidt zig uit als de vlerk van een vledermuis; door +dit middel vliegen deeze dieren door de lucht tot eenen zeer verren +afstand. + +Des anderen daags, den 4den April, vervolgden wy onzen tocht +zuidoost-waarts, tot twee uuren toe; maar vervolgens namen wy onzen +weg ten zuid-zuidwesten. + +Deezen dag trokken wy voorby eenige hoopen fraay werkhout, het +welk op den grond lag te verrotten zedert het jaar 1757, wanneer de +Plantagiën door de Neger-slaven, die toen in opstand geraakt waren, +waren vernield geworden. Onder dit hout ontdekte ik, dat van den rood- +of purper-hout boom, van den yzer-hout boom, en van de bourracourra. + +De purper-hout boom groeit zomtyds tot de hoogte van veertig voeten, +en heeft een stam van eene geëvenredigde dikte. Zyn schors is bruin en +glad; zyn hout is van eene fraaije purper kleur, en van eene aangenaame +reuk. Men waardeert hem zeer, uit hoofde van deszelfs vastheid. + +De yzer-hout boom, aldus van wegen deszelfs hardheid genoemd, verheft +zig byna tot de hoogte van zestig voeten. Zyn schors heeft eene heldere +kleur. De Indianen en Europeanen maken veel werk van deszelfs hout, +om dat het zoo hard en in één gedrongen is, dat het zelfs de byl +wederstaat, en voor eene zeer schitterende gladheid vatbaar is: +in het water gaat het te niet. + +De bourracourra verheft zig tot de hoogte van dertig of veertig +voeten; maar hy is niet zeer dik, en zyn schors is rood. Het hart +alleen van dit hout is goed; maar wanneer men 'er het spint afneemt, +is deszelfs middellyn merkelyk verkleind. Intusschen is het zoo +wel fraay als nuttig, zynde van een zeer fyne karmosyn-kleur, met +onregelmatige en zwarte moesjes gevlakt, waarom de Franschen 'er +den naam van letterhout aan gegeven hebben. Het is in één gedrongen, +vast, en hard, schoon een weinig tot breken geneigd, en het neemt ook +den schitterendsten glans aan. Het letterhout is zeldzaam in Guiana; +maar de twee eerstgemelde zoorten zyn 'er in meerder overvloed, en +groeien op de hooge gronden. Men vindt in dit Land ook ebbenhout. De +boomen van hard hout, tot planken voor de suiker-molens gezaagd, worden +voornamelyk verzonden naar de Engelsche Eilanden in de West-Indiën; +men verkoopt dezelve zeer duur. + +Het bevel tot den tocht op den 5den gegeven zynde, vouwden wy onze +hangmatten op, en wy trokken ten zuid-zuid-oosten, vervolgens ten +zuid-oosten, door gevaarlyke en diepe moerassen, alwaar wy tot aan de +borst toe door het water gingen, en de regen viel als met bakken van +den hemel. In deeze elendige gesteldheid, hadden wy eene onaangenaame +ontmoeting, niet door de muitelingen veroorzaakt, maar door een hoop +groote aapen, die wy vervolgens boven in de boomen vernamen, Zy sloegen +een zoort van noten tegen de takken, om 'er de pit uit te haalen; het +geen zy met eene groote regelmatigheid deeden, laatende tusschen elken +slag eene tusschenpoozing van tyd verloopen. Sommigen van hun wierpen +van die noten naar ons toe; en zelfs bekwam één van onze soldaaten +daar door een gat in 't hoofd. Het geraas, het welk deeze aapen by +het breken van die noten maakten, had ons in de gedachten gebragt, dat +het de muitelingen waren, die in het bosch, met een byl hout hakten. + +Des avonds sloegen wy ons neder by de Tempaty-Kreek. Wy ontstaken op +deeze plaats groote vuuren, en bouwden aldaar vry goede hutten: dus +bragten wy deezen nacht door, beveiligd voor de vochtigheid. Wy vonden +hier het beste water, het welk ik immer gedronken heb; en ik zag op +de legerplaats twee merkwaardige hagedissen, dragende in dit Land den +naam, de één van bosduivel, en de andere agama. De eerste is klein en +leelyk, en van eene zeer hoog bruine, of zelfs zwartachtige kleur. Hy +klimt op de boomen, en koomt met eene ongelooflyke schielykheid weder +naar beneden; hy heeft geene schubben; zyn kop is breed, en men zegt, +dat hy byt, het geen de hagedissen anders niet gewoon zyn. De tweede +heeft ook den naam van de Mexicaansche Kameleon. Hy is ongemeen schoon, +en even als alle anderen van dit zoort, bezit hy het vermogen om +van kleur te veranderen; maar geen tyd gehad hebbende, om hem met +aandacht te onderzoeken, kan ik van zynen aart en hoedanigheden +niets meer zeggen. In Surinamen is ook nog een zoort van Hagedis, +bekend onder den naam van Salamander; maar ik heb hem nooit gezien. + +Den 6den, vervolgden wy onzen tocht, nemende den weg westwaarts tot +den middag toe. De regen viel steeds geweldig, en wy liepen door het +water. Op het gemelde uur, veranderden wy onzen weg, om noordwaarts +te gaan, en wy trokken langs zeer hooge bergen, die, zoo als ten +minsten veelen vooronderstellen, in hunnen boezem schatten bevatten: + +"Rotsen met kostbaare gesteenten verrykt; bergen, waar op de +glinsterende aderen van schitterende mynstoffen blinken; die ketenen +vormt, boven den middaglyn in hoogte verheven; waar uit talryke beken +ontspringen, om over het gouden zand heen te rollen; ontzag verwekkende +bosschen, wier bladeren allerleije levendige kleuren vertoonen, die uwe +golfswyze toppen op een onmeetlyk toneel in evenwicht houdt. (THOMSON)" + +De twee hoogste bergen in het zuiden van America, zyn het Andische +gebergte, door de bewooners des Lands Chimborazo genoemd, het welk +zig twintig duizend vierhonderd zestig geometrische voeten boven de +oppervlakte der Zuid-zee verheft, en, schoon onder, den middellyn +gelegen, aanhoudend met sneeuw bedekt is, tot op den afstand van +vier duizend voeten beneden deszelfs kruin. De andere berg is die, +op het vallen van welken de Stad Quito gebouwd is; deszelfs hoogte is +negen duizend driehonderd zeventig voeten, en men rekent denzelven +voor het hoogste van alle bewoonde Landen in Zuid-America, zoo niet +in de geheele weereld. + +Den 7den, trokken wy al verder noordwaarts, over gebergten, van +welker kruin wy de verrukkelykste gezichten zagen. Wy ontdekten aldaar +een onmeetlyk en woest Land, geheel en al bedekt door een treffelyk +bosch, welks geboomte door eene verscheidenheid van schaduwen, en het +schitterendst groen veraangenaamde. Ik zag hier een houtsnip, die my +dezelfde kleur, als de Europeesche, scheen te hebben, maar langzaamer +vliegt; men verhaalde my egter, dat zy met eene ongelooflyke ligtheid +kan voortloopen. De Arnotta-boomen, welken ik vond, schoon in een +klein getal, trokken vooral myne aandacht naar zig, en ik heb 'er +een tak met de grootste naauwkeurigheid van afgeteekend. De Arnotta, +dien men ook den Roucou-boom noemt, en door de Indianen genoemd word +Cossowy, is veel eer een heestergewas, dan een boom, want hy groeit +slechts tot de hoogte van twaalf voeten. Deszelfs lange, smalle, +puntige, en beurtelings geschaarde bladeren, zyn aan de eene zyde +hooger groen, dan aan de andere, en door vezelen van eene roodachtig +bruine kleur verdeeld; de steel heeft ook de zelfde kleur. De bast +van de vrucht, naar een klein hoender-ei gelykende, is vol puntige +stekels, als de schel van een kastanjen: in 't begin heeft zy eene +fraaije roozen-kleur; en naar maate dat zy ryp word, verandert zy, +en krygt eene donker bruine kleur; als dan gaat zy van zelve open, +en vertoont een vleesch van eene fraaie karmozyn kleur, waar in zwart +zaad zit, even als druiven korrelen. Toen ik van de inboorlingen, of +Indianen van Guiana sprak, heb ik het gebruik, beschreven, waar toe +hun de Arnotta dient. In de afbeelding, welke ik den lezer aanbiede, +beteekent de letter A, het blad van boven; de letter B, het blad +naar beneden; de letter C, de bast der vrucht, eer dezelve ryp is; +de letter D, de rype schel, het vleesch vertoonende; de letter E, +het zwart zaad, door een gedeelte van het vleesch overdekt. Ik moet +hier aanmerken, dat de tak van den Roucou, door de beroemde Juffrouw +DE MERIAN afgeteekend, met alle die geene, welke ik gezien heb, weinig +overëenkoomt; en, het geen my zeer verwonderd heeft, zy verklaart, dat +dezelve door eenen boom van aanmerkelyke grootte word voortgebracht. + +Na, des avonds, eenen arm van de Mapany-Kreek doorwaad te hebben, +kwamen wy in onze legerplaats te Maagdenberg te rug. Veelen van +onze Officiers waren zoo kwalyk gesteld, dat zy door Negers in hunne +hangmatten gedragen moesten worden; anderen bevonden zig zoo zwak, +dat zy met moeite staan konden; maar het klagen was loutere dwaasheid; +men moest bezwyken en sterven. Ik was geduurende deezen tocht zeer +gelukkig; want ik vermoeide my niet, en ondervond geene kwaade +behandeling van den Bevelhebber. De tweede kolom kwam des anderen +daags aan; zy had, zoo min als wy, eenigen vyand ontmoet. + +Myn kleine QUACO kwam, den 29sten, van Paramaribo te rug. De heer +KENNEDY verkogt hem my, voor eene somme van 500 Hollandsche guldens, +die, met eenige kosten, ten naasten by 50 ponden sterling bedraagen, +tot welker betaaling de Colonel FOURGEOUD de beleefdheid had my een +order briefje op den waarneemer zyner zaaken te geven. Ik was verrukt +van eenen zoo getrouwen dienaar in eigendom verkregen te hebben; en +deeze gebeurtenis verdubbelde myn ongeduld, om het verlangd oogenblik +te zien, dat ik myne geliefde JOANNA, en mynen zoon, van wier eigenaar +ik nog geen antwoord ontfangen had, zoude kunnen vry koopen. + +Terwyl wy op Maagdenberg waren, bood een Neger my eene fraaie Kapel +aan, welke ik met alle mogelyke naauwkeurigheid afteekende. In de +verzameling van Mejuffrouw DE MERIAN heb ik dezelfde gezien, alwaar +die zeer slecht gekleurd is. De myne was van een zeer dof blaauwe +kleur, hellende naar het groen, en geheel bedekt met moesjes, even +als een paauwen-veder; op elke vlerk had dezelve een vlak van eene +bleek geele, en van onderen eene purper karmozyn kleur. De rups van +deeze kapel is geel en bruin, met agt hoornen op den kop en twee op +de staart.--Byna te gelyker tyd kwam de Capitain FREDERIK van eenen +tocht in de bosschen te rug. Een van zyne Corporaals was by het +oversteeken van een Kreek verdronken. Het is niet zeldzaam, dat in +dusdanig geval iemand in het water valt, maar doorgaans haalt men hem, +wien zulk een ongeluk wedervaart, in tyds 'er uit. Dit was het lot +niet van deezen ongelukkigen, die met al zyn reistuig oogenblikkelyk +naar den grond zonk. + +Een ander Neger bragt my ook een kookzel van groegroe, zoo als men +het in Surinamen noemt, en zynde van Palmboom-wormen toebereid. Het +zyn groote zwarte koorn-wormen, die hunne eieren in het merg van +afgekapte of afgebrokene Palmboomen nederleggende, dezelven alzoo doen +geboren worden. Deeze wormen hebben de gedaante en grootte van een +menschenduim. Welk walgelyk voorkomen zy ook hebben mogen, eeten 'er +verscheiden lieden met smaak van, en men verkoopt ze ten allen tyde +te Paramaribo: men bakt ze in de pan met boter en een weinig zout; +of men braad ze, en rygt ze aan kleine houte pinnen. Zy hebben een +smaak, uit dien van alle Indiaansche speceryen, als de muscaat-nooten, +kruid-nagelen, kaneel, enz. zaamgesteld. De Palmboomen, die beginnen +te verrotten, leveren dit zoort van wormen op; maar allen hebben zy +dezelfde grootte niet. De eene en andere hebben eene bleeke geele +kleur, meteen zwarte kop; de Indianen en Negers noemen dezelven +toecoema. + +Den 16den, deed men een hoop krygsvolk naar la Rochelle, aan de +Patamaca, vertrekken. Des anderen daags zond men een Capitain met +eenige soldaaten naar den post van de Hoop aan de Commewyne, om aldaar +alle de Plantagiën, aan de oevers deezer Rivier gelegen, te beschermen. + +Den zelfden dag zag men den ongelukkigen Neger, die den 5den Maart zig +in den strot gestoken had, en die tans van zyne wonden genezen was, +het bosch ingaan. Hy hield een mes in de hand, en deeze keer mislukte +hem zyn slag niet. Men liep hem na, maar vond hem dood. Zyn meester +berigtte ons, dat hy zedert eenigen tyd van maand tot maand pogingen +deed, om zig van kant te helpen. + +Den 17den, kwamen de manschappen, die naar den post van la Rochelle +afgezonden waren, van daar te rug; al het krygsvolk der Sociëteit +was daar ziek. + +De Colonel FOURGEOUD behandelde my in dit oogenblik met de grootste +beleefdheid. Op zyn verzoek zond ik hem, den 20sten verscheide +afteekeningen, die hem zelven en zyn krygsvolk verbeeldden, worstelende +tegen alle de moeielykheden, die zig elk oogenblik in onzen dienst +opdeeden; hy zeide my, dat zyn oogmerk was dezelve aan den Prins van +Oranje en aan de Staaten Generaal aan te bieden, om hun te doen zien, +wat zyn volk al in de bosschen van Guiana geleden had. + +Hy gaf my toen een verlof van veertien dagen, om naar de Stad te +gaan, en den heer KENNEDY goede reize te wenschen. Zynen goeden +luim niet willende laten verkoelen, verliet ik Maagdenberg binnen +'t uur, en maakte zoo veel haast, dat ik den 22sten te Paramaribo +aankwam. Ik vond myne kleine familie aldaar zeer welvarende. Op 't +oogenblik van myne aankomst, zond men my dezelve by den heer DELAMARRE; +maar geduurende myne afwezigheid, had dezelve het huis van den heer +LOLKENS niet verlaten, en was aldaar steeds met veel oplettenheid en +achting behandeld. + + + +ZEVENTIENDE HOOFTSTUK. + +Nieuwe wreedheden, nog onmenschelyker, dan alle de +voorige.--Verschillende zoorten van planten.--Papegaaijen en +Parkieten.--Surinaamsche Patrys.--Buitengewoone Insecten.--Geiten van +Guiana.--De Taïbo.--Verscheidene zoorten van visschen.--Groote sterfte +onder het krygsvolk, het welk zig op de posten aan de Tempaty-Kreek, +en de Commewyne bevond. + +Myn eerste bezoek leide ik by den heer KENNEDY af, en betaalde hem de +vyf honderd gulden, voor den koopprys van QUACO, die toen mynen vryen +eigendom was. By myn verblyf op Paramaribo wierd ik door eene koorts +aangetast, die echter slechts weinige dagen duurde. Den eersten Mey, +aan den oever der Rivier wandelende, vernam ik, dat 'er eene groote +meenigte volks voor het huis van Mevrouw S.... vergaderd was, alwaar ik +eene verschrikkelyke vertooning zag. Een ongelukkig Mulatten meisje was +'er het voorwerp van. Zy baadde in haar bloed. Men had haar op eene +wreedaartige wyze in den strot gestoken, en negen of tien steeken in +de borst op verschillende plaatsen gegeven. Men beweerde, dat dit het +gevolg was van de jaloersheid van dit helsche beest, Mevrouw S...., die +haaren man verdacht hield, dat hy op dit ongelukkig meisjen verliefd +was. Dit wangedrocht van een wyf heb ik reeds bevoorens aangehaald, +toen zy een onnoozel kind, welks geschrei haar hinderde, verdronken +had. Men beschuldigde haar zelfs van eene nog grootere wreedheid, +indien 'er grooter zyn konde! Op zekeren dag op haare Plantagie +komende, om aldaar eenige slaven, die in 't kort gekocht waren, te +bezigtigen, viel haar oog op eene Negerin van omtrent vyftien jaaren, +die de taal niet verstond. Bemerkende, dat deeze jonge dogter zeer +schoon was, dreef haare verfoeijelyke jaloersheid haar op 't oogenblik, +om dit meisjen met een gloeiend yzer, aan de wangen, den mond, en het +voorhoofd te mismaken; zy sneed haar ook de pees van Achilles aan één +haarer beenen af, en maakte haar alzoo tot een gedrocht van leelykheid. + +Eenige Negers deeden haar, by deeze gelegenheid, vertogen omtrent de +wreede straffen, welke zy dagelyks uitoeffende, en verzogten haar, om +haare slaven met meerder menschelykheid te behandelen. Men verhaalt, +dat Mevrouw S...., woedend kwaadaartig wordende, dadelyk aan een +ongelukkig slaven kind, zig aldaar bevindende, de herssens insloeg, +en vervolgens aan twee jonge Negers, die dit kind in den bloede +bestonden, en deeze schenddaad hadden willen beletten, het hoofd deed +afslaan. Toen zy de Plantagie verlaten had, wierden de beide hoofden +in een zyden doek gewonden, en door derzelver vrienden naar Paramaribo +gebragt, alwaar zy ze voor de voeten van den Gouverneur nederleiden, +en hem de volgende aanspraak deeden. + +"Zie hier, uwe Excellentie, het hoofd van mynen zoon, en zie hier dat +van zynen broeder, (op zynen makker wyzende,) welke onze meesteresse +heeft doen afhouwen, om dat zy één der moorden, die zy dagelyks begaat, +hadden willen voorkomen. Wy weten wel, dat, vermits wy slaven zyn, +men ons getuigenis niet aanneemt; maar indien deeze bloedende hoofden +voor een genoegzaam bewys verstrekken van het geen wy zeggen, smeeken +wy, dat de vernieuwing van dergelyke wreedheden moge belet worden: +wy zullen daar voor eeuwig dankbaar zyn, en met genoegen ons bloed +plengen voor het behoud van onzen meester, onze meesteresse, en van +de geheele Volkplanting." + +Men gaf deeze ongelukkigen ten antwoord, dat zy leugenaars waren, +en dat men hen veroordeelde, om op alle de straaten van Paramaribo +gegeesseld te worden. Dit onrechtvaardig vonnis wierd met de grootste +wreedheid ter uitvoer gebragt. + +De wetten deezer Volkplanting brengen mede, dat men aldaar nooit het +getuigenis van eenen Neger aanneemt. Indien by den moord, door my +verhaald, een blanke was tegenwoordig geweest, zoude zyn getuigenis +bestaanbaar geweest zyn; maar dan zou deeze afschuwelyke boosdoenster +vry geweest zyn met de betaaling eener boete van vyftig ponden sterling +voor elken doodslag.--Maar laat ons eindigen.--Myne ziel heeft een +weerzin, om nopens zulke onderwerpen breeder uit te wyden. + +Den 22sten Mey, volkomen hersteld zynde, verliet ik JOANNA, en mynen +zoon JOHNNY, aan wien ik dien naam by verkorting van den mynen gaf, +schoon echter de plechtigheid van den doop nog niet verrigt was. Zy +bleven beiden by mynen vriend, den heer DELAMARRE, en ik vertrok naar +Maagdenberg, in een overdekt vaartuig met zes roey-riemen. + +Den 3den, kwam ik op de Plantagie Egmondt, by den heer DE CACHELIEU; +en des anderen daags hield ik stil op de Plantagie Ornamibo, +alwaar ik mynen ouden vyand, den Capitain MEYLAND, met wien ik aan +de Wana-Kreek gevochten had, goedhartig onthaalde. Hy verklaarde my, +dat hy tegenwoordig van niemand in de geheele Volkplanting meer hield, +dan van my: hy kwam juist van eenen tocht van twaalf dagen uit de +bosschen te rug. + +Ik vond onder zyne soldaten zekeren CORDUS, den zoon van een ordentelyk +man te Hamburg, in welke betrekking ik hem voor deezen gekend had, +en die tot den dienst van de West-Indische Compagnie was opgeligt. Ik +heb reeds gezegd, dat dit zoort van krygsvolk bestaat uit menschen +van allerleije natiën, en godsdiensten, Christenen, Heidenen, en +zelfs Joden. + +Op deeze plaats, die wel eer bebouwd was geweest, maar die toen +met distelen en doornen bedekt was, zag ik eenige kruiden, welke ik +niet met stilzwygen kan voorbygaan, schoon ik dezelve niet kenne, +dan met den naam, dien 'er de slaven aan geven, uitgenomen egter één, +zynde de siliqua hirsuta, of stekende peul, door de Negers genoemd +crussy-wiry-wiry. Ik kan dezelve niet beschryven, dan als een zoort +van erwt, of liever een kleine platte boon, van eene purper kleur, en +zig in een bast of schel vormende, die aan een losse kruipende plant +groeit. Deeze schellen zyn met een zoort van elastieke punten bedekt, +die, wanneer men ze aanraakt, eene ondraaglyke jeukte veroorzaaken, +en die 'er afgenomen, en in een theelepel met geley gemengd zynde, +als een uitmuntend worm-afdryvend middel worden aangeprezen. De +slaven toonden my ook op deeze zelfde plaats, een zoort van hout, +het welk zy crassy-wood noemden. Het stak insgelyks, maar verdere +hoedanigheden weet ik 'er niet van. Ik vond bovendien heestergewassen, +consaca-wiry-wiry genoemd. Zy hebben breede groene bladen, waar +van de Negers zig bedienen om het ongemak aan de voeten, al mede +consaca genoemd, waar van ik gesproken heb, te geneezen, maar dit +is alleen by gebrek van citroenen of limoenen. Deeze plant levert +ook eene uitstekende salade op. De dea-wiry-wiry is een zeer fraay +en zeer gezond kruid, het welk om deeze reden zeer geacht is; +maar de coutty-wiry-wiry is eene der grootste pesten van deeze +Volkplanting. Het is een sterk en puntig kruid, het welk op zommige +plaatsen in overvloed groeit. Wanneer iemand al gaande met zyn been +'er dicht by koomt, snydt hy 'er zig aan, als aan een scheermes. Alle +de kruiden in dit Land worden door de Negers aangeduid onder den naam +van wiry-wiry. + +Den 5den kwam ik te Maagdenberg aan. Hier scheenen de Colonel SEYBOURG, +en die geenen, welken hy zyne Officiers noemde, eene krygsbende te +willen uitmaken, afgescheiden van die van den Colonel FOURGEOUD. Zy +waren uittermaten onbeschaafd, en behandelden elkander met een zoort +van ruwheid. Hun Colonel was by onzen Bevelhebber zeer in den haat; +en deeze staat van zaken bragt veel toe, om onze gesteldheid steeds +onaangenaamer te maken. Ik had voor my zelf toen geene reden om my +te beklagen, want ik was zeer wel gezien by den Colonel, doch raakte +om een beuzeling byna uit zyne gunst. Hy had van eenige Indianen een +paar fraaije Kakatoes gekocht, welke hy in een kooy hield opgesloten, +en in 't kort naar Europa stond te verzenden, om aan haare Koninglyke +Hoogheid, de Princes van Oranje, ten geschenke te worden aangeboden. Ik +verzogt LAURENS my toe te staan, om 'er één van in de hand te nemen, +ten einde hem met meerder aandacht te beschouwen: maar de deur van de +kooy was zoo dra niet geopend, of de vogel ging aan 't schreeuwen, en +verdween in een oogenblik, met een snelle vlucht boven de Tempaty-Kreek +heen vliegende. De arme kamerdienaar stond verstomd, en konde niets +meer uitbrengen, dan deeze enkele woorden: Ziet gy wel? Ik nam de +vlucht, om het aannaderend onweder te ontwyken; maar ik verbergde my +in de struiken, door welke ik de bewegingen van den Colonel bespeuren +konde. Zoo dra hy deeze verschrikkelyke gebeurtenis vernomen had, +begon hy te vloeken, te brullen, en zig in alle bogten te wringen, als +een mensch die van zinnen beroofd is. In de hevigheid van zyne woede, +gaf hy een trap aan een arme eendvogel, die aan één van onze Officiers +toebehoorde, en trapte hem in ééns dood. Eindelyk nam hy zyne paruik +van 't hoofd, en smeet die tegen den grond. Ik stond te beven, en de +overige toekykers schaterden het uit van lagchen. Na verloop echter +van een halfuur, begon de gramschap van den Colonel te bedaaren, en +hy gebruikte toen een list, waar door de weggevlogen vogel weder in +zyne macht kwam. Na een kort eind touw boven aan de kooy gebonden te +hebben, haalde hy 'er het andere dier uit, en bond het met de poot +aan het tegenëinde van het zelfde touw vast. Hy plaatste deeze kooy +in de open lucht, leide eene rype banane binnen in, en liet de deur +open, zoo dat alle vogels, uitgenomen de geen, die vastgebonden was, +'er konden inkomen. Deeze, aan wien men niets te eeten gaf, door den +honger gedrongen, maakte zulk een schel geschreeuw, dat hy door zyn +makker gehoord wierd, die te rug kwam, en ziende de banane in de kooy, +daar binnen ging, en op nieuw van zyne vryheid beroofd wierd. De zaak +aldus afgeloopen zynde, kwam ik weder te voorschyn, en geraakte met +eene vriendelyke bestraffing vry; maar, zoo als men wel denken kan, +LAURENS kreeg een goede les. + +De Kakatoes zyn minder groot, dan de Papegaijen. Derzelver pluimaadje +is groen, uitgenomen aan den kop, en eenige vederen van de staart, +die een bleeke roode kleur hebben. Deeze vogelen zyn gekroond met +een bos van vederen, die gewoonlyk agter over leggen, maar welke zy +in de hoogte steken, wanneer zy door het een of ander vertoornd of +verschrikt worden. + +Ik heb in Surinamen ook een Papegaay gezien van eene hoog blaauwe +kleur, hoe zeer verschillende van die geene, welke men van de Kust van +Guinée aanbrengt, die veel eer eene gryze loodkleur hebben. Dit dier is +zeer zeldzaam, en bewoont de diepste schuilhoeken der bosschen, alwaar +de Indianen hem vangen, en vervolgens naar Paramaribo brengen. Hy +heeft de gestalte van de gewoone Papegaay; maar schynt zeer levendig +en zeer sterk. De gemeenste Papegaaijen in Guiana zyn die geene, +aan welke MARKGRAAF den naam van ajuruoura geeft. Deeze vogelen zyn +zoo groot niet, als die uit Africa komen. Zy zyn groen, en de borst +en buik zyn van eene bleek geele kleur. Boven op den kop hebben +zy een blaauwe vlak; hunne pooten zyn grys, en met vier klaauwen, +twee van vooren, en twee van agteren, gelyk alle anderen van dit +zoort. Op hunne vlerken ziet men eenige vederen van eene schitterend +blaauwe, en andere van eene hoog karmosyne kleur. Zy zyn in Surinamen +zeer talryk, maar meer schadelyk, dan aangenaam, want zy werpen zig +troepsgewyze op de Plantagiën van koffy, graanen en ryst, alwaar zy +groote verwoestingen aanregten; en het geen hun vooral ondraaglyk +maakt, is hun schel geschreeuw. Zy vliegen altyd aan paaren, en zeer +ligt. Ik heb waargenomen, dat zy, om de zon te ontmoeten, des morgens +oostwaarts, en des avonds westwaarts vliegen. In 't algemeen leven +zy op afgelegene plaatsen, en hunne wyfjes leggen niet meer dan twee +eieren. Toen ik my op de Plantagie Sporksgift bevond, schoot ik twee +van deeze Papegaaijen. Deeze dieren nog niet dood zynde, toen ik hen +opraapte, haalden zy my met hunne puntige klaauwen deerlyk de huid +open. Wy lieten ze koken, en zy gaven eene vry goede soep; men kan 'er +ook een pasty van maken; maar op eenige andere manier toebereid zynde, +zyn zy zeer slecht en taay. Men kan deeze Papegaaijen leeren spreken, +lagchen, schreeuwen, baffen, maauwen, fluiten, maar veel minder, dan +die in Africa geboren zyn. Men zegt, dat het zaad van catoen-schellen +hen dronken maakt. Zy zyn aan ziekten onderworpen, misschien uit hoofde +hunner geneigdheid tot gramschap; de Indianen egter schryven hun een +lang leven toe: zy hebben een sterken en gekromden bek, en bedienen 'er +zig van, om op de boomen te klauteren, om zeer harde noten te kraken, +en om pynlyke beeten te geven. Hun vermaak is, om zig op de takken der +boomen in evenwicht te houden, of daar aan te blyven hangen, en het zy, +dat zy zig in vryheid bevinden, het zy dat zy in de slavernye leven, +zy nemen hun voedzel met één van hunne klaauwen, als met de hand. + +'Er zyn in Surinamen ook andere fraaije Papegaaijen, zynde een +zoort van Parkieten, en mede zeer gemeen. De aangenaamste hebben +de gedaante van eene zeer kleine duif. Derzelver pluimaadje is van +een zeer levendig groene kleur op den rug en de staart, maar de kop +is donker bruin; de hals van gelyken, met dit onderscheid, dat elk +der vederen een rand van eene fraaije goud-kleur heeft. De borst +is van eene lood-kleur, de buik violet, en de vlerken bestaan uit +verschillende vederen van eene oranje en hemels blaauwe kleur. Zyne +oogen hebben eene kleur als vuur, en de pooten byna wit. Het ander +zoort van Parkieten is volmaakt groen, met een witten bek, en eene +karmozyne vlak op den kop. Zy brengen een aangenaam gepraat voort; +maar men maakt ze zoo gemakkelyk niet tam, als de eerstgemelden. + +Den zelfden avond, (op den 5den namelyk,) bood een soldaat my een +vogel aan van een geheel verschillend zoort, dien hy met de hand +gevangen had. Deeze was de Anamoe, of Surinaamsche Patrys, het +schoonste dier, dat ik immer gezien heb. Hy was zeer vet, en had +de grootte van een eendvogel. Zyne vederen, van eene donker bruine +kleur op den rug, de vlerken, en het bovenste gedeelte van den +kop, hadden aan het benedenste van den kop, en het geheele overige +gedeelte van het lichaam, eene fraaie witte room-kleur, doorsneden +met vederen van eene orange-kleur, en zeer kleine dwarsloopende zwarte +streepen. Deeze Patrys, die zonder staart is, had een lichaam van eene +eironde gedaante; een langen hals, een korten bek, die zeer puntig +en een weinig krom gebogen was. Zyne oogen, zoo zwart als een git, +vertoonden eenen zeer schitterenden glans, Hy had korte pooten, van +eene fraaie roode kleur, met drie sterke klauwtjes aan elke poot. Men +zegt, dat hy met eene verwonderlyke ligtheid loopt, dat hy zig tusschen +de kruiden en planten verschuilt, maar dat zyne dikte hem bezwaarlyk +doet vliegen; en deeze bezwaarde vlucht gaf gelegenheid, dat gemelde +soldaat deezen vogel met de hand gevangen had. Wy deeden hem braden, +en ik heb nooit iets lekkerder gegeten. + +Den 9den, gebeurde 'er byna een toeval, het welk my een zeer gevoelig +en smartelyk hartzeer veroorzaakt zoude hebben. Myn Neger QUACO, myne +hangmat in de Tempaty-Kreek uitwasschende, wierd door den schielyken +stroom eensklaps naar den grond getrokken. Hoe zeer in de koorden van +dit zoort van bed, het welk met hem in 't water gezonken was, verward +zynde, gelukte het hem, schoon met veel moeite, om zig los te maken, +en tot myn onuitspreeklyk genoegen, kwam hy weder boven water, en wel +dra op 't land. Hy had toen de bedaardheid van geest, om een haak, +aan een sterke visschers lyn vast gemaakt, in 't water te doen zinken, +en door dit middel de hangmat wederom te krygen. Des anderen daags, +wanneer de Captain HAMER zig met visschen vermaakte, bleef zyne lyn +aan den grond der Kreek haken: ik was 'er by tegenwoordig, en sprong +oogenblikkelyk in 't water, om dezelve los te maken; maar ik stootte +den enklauw met zulk een geweld tegen een rots, dat het verscheiden +maanden aanliep, eer ik volkomen hersteld was. + +Alle deeze toevallen scheenen den Colonel SEYBOURG zeer te vermaken, +terwyl ik van myn kant over zyn onheusch gedrag zeer verontwaardigd +was. Deeze tegenstrydigheid tusschen hem en my, deed my de gunst van +den Colonel FOURGEOUD verwerven, als of ik de helft van de muitelingen +der Volkplanting vernield had.--Echter kruisten 'er sterke wachten +tusschen de posten van Maagdenberg, van la Rochelle, en van de Savane +der Joden. Den 17den, trok de Opperbevelhebber met de helft van zyn +krygsvolk naar de Patamaca, en dewyl myne kwetsuur aan den enklauw my +niet toeliet hem te volgen, liet hy my het bevel over de manschappen, +die agterbleven. + +Als toen het vooruitzigt hebbende, om eenigen tyd op Maagdenberg te +blyven, zond ik QUACO naar Paramaribo, om levens-middelen van daar +te halen, en my eene levende geyt mede te brengen. + +Schoon de Colonel FOURGEOUD de muitelingen nog niet genoodzaakt +had, om tot een geregeld gevecht te komen, oeffende hy daarom niet +minder zyn krygsvolk en zig zelven. Dikwerf het bovenste gedeelte +der Rivieren overstekende, en de grenspalen der Volkplanting schoon +houdende, voorkwam hy het plunderen en verbranden der Plantagiën; en +op die wyze deed hy eenen zeer wezentlyken dienst aan de inwooners, +hoe zeer zulks veel menschen en geld kostte. + +Daar ik derhalven tans Opperbevelhebber van den post was, hield +ik de twee Negers, waar van ik reeds gesproken heb, bezig, met +voor my te jagen en te visschen. Zy bragten my byna dagelyks één +of twee wilde varkens, of pingos, en een visch, newmara genoemd, +die zomtyds zoo groot is als een kabbeljauw, en welken ik by vervolg +beschryven zal. Ik onthaalde alle de Officiers zonder onderscheid op +deezen verschen voorraad, en ik gaf aan de zieken de plantains, de +bananen, de oranje-appelen, de limoenen, welke men van de Plantagiën, +aan het bovenste gedeelte van de Commewyne gelegen, aan my toezond: +nooit wierd een afgezonden Bevelhebber zoo wel behandeld. Ik vergat +echter de hoofdzaak niet, en zond regelmatig ronden uit in den omtrek +van Maagdenberg, die zoo oplettend waren, dat'er geen aanval der +muitelingen te duchten was. Deeze voorzorgen waren zeer noodzakelyk, +want zy hadden verscheide posten overweldigd, om zig van de wapenen en +het kruid meester te maken, het geen voor hun van een groot gewicht,en +voor de Volkplanting allernadeeligst is. Niet alleen hadden zy op +zommige van deeze posten die dingen geroofd, maar zelfs alle de +soldaaten vermoord. + +Te dier tyd geen werkend deel aan de krygsverrigtingen kunnende +hebben, maakte ik van dit oogenblik van rust gebruik, om een groot +getal afteekeningen te maken; en toen kwam my het eerst het denkbeeld +in de gedachten, om dezelve in 't licht te geven, indien het lot over +my beschoren was, om in Europa te rug te komen. + +Een van myne Negers bragt my, den 24sten van deeze maand, twee zeer +merkwaardige insecten, die ik tans beschryven zal. Een van de twee, +die naar een sprinkhaan scheen te gelyken, was die geene, welke +men doorgaans alhier Spaansche Juffer noemt; nimmer heb ik iets +meer buitengewoons in deeze Volkplanting gezien. Het lichaam van dit +wonderbaarlyk insect, schoon het niet veel dikker was, dan de schacht +van een gewoone veder, was zeven en een halve duim lang, de staart +daar by gerekend, welke, even als die van veele andere insecten, uit +verschillende gewrichten bestaat.--Hy liep, even als een spinnekop, +op zes pooten van by de zes duimen lang, en hy had geene vlerken. Vier +hoorens, waar van twee de lengte hadden van vyf duimen, en de andere +veel korter waren, staken hem uit den kop. Deeze kop was klein, maar +met groote zwarte en uitpuilende oogen. Het lichaam van dit insect had +eene bruinachtig groene kleur, en over 't geheel had hy het voorkomen +van een gedrocht in zyn zoort. Men vindt hem op moerassige plaatsen, +alwaar zyne lange pooten hem ongetwyffeld dienen om te gaan, en niet +om te zwemmen, als daar toe ongeschikt zynde, want zy eindigen met +twee kleine nagels, als die der kevers. Het andere insect is door +Mejuffrouw DE MERIAN afgeteekend, die het de waaker genoemd heeft; +maar de Hollanders geven hem een naam, die betrekkelyk is tot het +geraas, het welk hy tegen den avond doet hooren, en vry veel gelykt +naar het geluid van een cymbaal, of naar dat van het slypen van +een scheermes. Dit merkwaardig insect, welks gebrom altyd met het +ondergaan der zon, of des avonds ten zes uuren begint, word ook +lantaarn-drager genoemd, uit hoofde van het licht, het welk hy des +nachts verspreidt, een licht, veel sterker, dan dat van een vuur-mug, +van welk zoort hy ook zyn moge, en met behulp van 't welk men alles +doen kan. De lantaarn-drager is meer dan drie voeten lang. Hy heeft +een dik en groenkleurig lichaam, met vier doorschynende vlerken, +die, onaangezien deeze hoedanigheid, eene groote verscheidenheid +van kleuren laten schitteren, vooral van onderen, alwaar men twee +ronde moesjes opmerkt, veel gelykheid hebbende met die van een +paauwen-staart. Onder den kop van dit insect ziet men een lynregte +snuit, als eene naald, waar mede men zegt, dat hy het sap uit de +bloemen zuigt. Met dit werktuig vooronderstelt men ook, dat hy het +zoo even gemelde onaangenaam en sterk geraas maakt. Ik voor my zoude +het veel eer aan de beweging zyner doorschynende vlerken toeschryven, +zoo als men dit van zommige muggen in Engeland beweert. Eene sterke +snuit, met roode en geele streepen, en hebbende de gedaante van het +eerste gewricht van een's menschen vinger, steekt hem uit het voorste +gedeelte van den kop, en maakt een derde der lengte van het geheele +dier. Deeze uitwas word gemeenlyk de lantaarn van dit insect genoemd, +en doet het licht voortkomen, waar van hy zynen naam draagt. Ik zal +zyne beschryving eindigen met te zeggen, dat hy zeer langzaam loopt, +maar met eene verbaazende gezwindheid vliegt. + +Den 26sten, kwam myn kleine QUACO van Paramaribo te rug, met zig +brengende al het geen ik hem gelast had: men had de geit niet vergeten, +en men zond 'er my een met haar jong, waar voor ik twintig guldens, +of by de twee ponden sterling betaalde. + +De geiten zyn echter in geheel Guiana zeer gemeen; zy zyn aldaar niet +groot, maar fraay; haare hoornen zyn zeer klein; haar hair is kort, +zacht, en van eene donker bruine kleur; haare gezwindheid is niet te +vergelyken, dan by die der harten. Men kweekt ze op de Plantagiën aan, +alwaar zy vermeenigvuldigen, en veel melk geven. Wanneer men ze jong +doodt, is haar vleesch goed om te eeten. + +Ik ontfing toen de onaangenaame tyding, dat het Schip, waar mede +myne brieven naar Europa vertrokken waren, in de nabyheid van Texel +vergaan was. Ik vernam te gelyker tyd met aandoening, dat myn vriend, +de heer KENNEDY, zyne vrouw en huisgenooten, aan de Volkplanting hadden +vaarwel gezegd, en naar Holland waren ingescheept. De gemelde heer +KENNEDY, de heer GORDON, en de heer GOURLUY, waren Schotten; de heer +BUCKLAND, de heer TOWNSEND, en de heer HALFHIDE, waren Engelschen de +heer MACNEYL was uit Ierland: 'er waren geene anderen van hunne natie, +die deeze Volkplanting bewoonden. + +Den 28sten, kwam de Colonel FOURGEOUD van zynen tocht naar de Patamaca +te rug. Zyn krygsvolk was van vermoeienis afgemat, en hy zelf had veel +geleden. Hy had een groot getal zyner soldaten in het Hospitaal van la +Rochelle agtergelaten; maar hy vernam zelfs de muitelingen niet, schoon +hy bestendig zynen weg veranderd had. Het scheen derhalven, dat zy in +wanorde waren, zoo zy al in 't kort eenig vast verblyf gehad hadden; +maar waar konde men hen in dit eindeloos bosch ontdekken? Daar kwam +het op aan. De Colonel wanhoopte echter niet, dit te zullen doen. In +de daad, hy stelde den zelfden yver te werk om hen te vervolgen, +als voorheen, om de schuilhoeken van het wildt te ontdekken. + +Den 29sten, bood de heer MATHIEU, één van onze Officiers, die ter +jagt gegaan was, my den Taïbo aan, een dier, alhier onder den naam +van Boschrot bekend. Hy had de grootte van een jonge haas, maar was +aan het einde van zyn lyf uittermaten dun; hy had eene huid van eene +rosachtig bruine kleur, lange pooten, een ronde kop, en zyne staart +geleek naar die van een speenvarken; zyne klauwen hadden juist de +gedaante van die van een gewoone rot, maar in evenredigheid veel +grooter; zoo als ook de kop, de bek, de knevels, en de tanden; hy had +korte en kaale ooren; de oogbal zyner zwarte en uitpuilende oogen was +wit. Men beweert, dat deeze boschrot zeer schielyk loopt. Wy lieten +hem gereed maken: men had ons gezegd, dat hy goed om te eeten was, +en wy vonden dit ook bewaarheid; hy had een uitmuntenden smaak, en +was malsch en vet, hoe zeer hy mager scheen. Dit dier herinnert my, +uit hoofde van deszelfs gedaante, een ander, in dit Land bekend onder +den naam van crabbo-dago, of den koppigen hond, welken men hem geeft +van wegens zyne voorbeeldelooze woestheid; want alle viervoetige, +vliegende of kruipende gedierten, welken hy ontmoet, doodt en verslindt +hy; hy schynt nooit van bloed verzadigd te zyn. Zonder door den honger +gedreven te worden, doodt hy alle dieren, welken hy overwonnen heeft; +zyn moed, zyne kragten, zyne werkzaamheid hebben weinig huns gelyken, +schoon hy niet veel grooter, dan een gewoone kat is. Volgens het geen +ik hier opgeeve, verdenke ik sterk, dat hy naar den Ichneumon gelykt; +maar nog meer naar het dier, in de Natuurlyke Historie van BUFFON +gemeld, die, volgens de verzekering van den heer ALLEMAND, het zelve +den Grifon noemt: die geen, waar van ik spreek, is echter een weinig +grooter. Deeze Schryver zegt, dat schoon het oorsprongelyk een dier +uit Surinamen is, niemand van hun, die van daar komen, 'er bericht +van kunnen geven. Indien hy het zelfde dier is, en ik twyffel 'er niet +aan, strekt het my tot genoegen, om 'er aan den lezer de beschryving +van op te geven. Ik zal dus de plaats uit het werk van den Graaf DE +BUFFON, die zulks van den heer ALLEMAND zelf ontleend heeft, letterlyk +aanhaalen. Indien ik deeze opgaave by het leven van deezen beroemden +Natuur-kenner gelezen had, zoude ik de vryheid gebruikt hebben, om +hem de waarneemingen te schryven, welke ik aan het Publiek onderwerpe. + +"Ik heb uit Surinamen het diertjen ontfangen, het welk op Plaat +VIII. verbeeld is, en op de lyst van het geen in de kist, waar in +hy ingepakt was, gevonden wierd, den naam droeg van de gryze wezel, +waar van ik den naam van Grifon gemaakt heb, om dat ik den naam niet +weet, dien men hem in zyn land geeft, en om dat zyne kleur denzelven +genoegzaam aanwyst. Het geheele bovenste gedeelte van zyn lichaam +is met hairen van eene donker bruine kleur bedekt, met witte punten, +het geen eene gryze kleur maakt, waar in het bruin doorsteekt; maar +boven op den kop en hals heeft hy eene helderer gryze kleur, om dat de +hairen aldaar zeer kort zyn, en om dat het witte gedeelte in lengte met +het bruine gelyk staat. De snoet, het geheele onderlyf, en de pooten, +zyn van eene zwarte kleur, die eene zonderlinge tegenstrydigheid maakt +met de gryze kleur, waar van de zelve aan den kop is afgescheiden door +eene witte streep, beginnende aan den eenen schouder, en doorgaande +onder de ooren, boven de oogen en den neus, en zig tot den anderen +schouder uitstrekkende. + +De kop van dit dier is zeer groot in evenredigheid van zyn lichaam; +zyne ooren, die byna een halve cirkel maken, zyn meer breed dan hoog; +zyne oogen zyn groot: zyn bek is gewapend met maaltanden, en sterke +en puntige honds-tanden. 'Er zyn zes sny-tanden in elk kakebeen; +maar die van de beide reijen zyn alleen zichtbaar; de vier tusschen +beiden staande komen naauwlyks uit derzelver holligheden. De pooten, +zoo wel die van vooren, als van agteren, zyn verdeeld in vyf klauwen, +die met sterke geelachtige nagels gewapend zyn. Zyn staart, die vry +lang is, eindigt puntsgewyze. + +De wezel is onder alle dieren van ons vaste Land die geene, waar +mede deeze Grifon de meeste overëenkomst heeft; dus ben ik niet +verwonderd, dat hy my onder dien naam uit Surinamen is gezonden +geworden. Nogtans is het geen wezel; schoon hy wegens het getal en de +gedaante zyner tanden 'er veel overëenkomst mede heeft, is zyn lyf +zoo langwerpig niet, en zyne pooten zyn veel hooger. Ik ken geen +schryver nog reiziger, die 'er van gesproken heeft, en de geen, +die my gezonden is, is de eenige, welken ik immer gezien heb. Ik +heb hem aan verscheiden lieden getoond, die langen tyd hun verblyf +in Surinamen gehouden hadden; maar hy was hun onbekend; derhalven +moet hy op de plaatsen, van waar hy herkomstig is, zeldzaam zyn, of +oorden bewoonen, die weinig bezogt worden. De zender van dit dier +had geene byzonderheid opgemerkt, geschikt om deszelfs natuurlyke +geschiedenis op te helderen; dienvolgende heb ik niets anders kunnen +doen, dan eene afteekening van hem te maken". (Hist. Nat. de BUFFON; +Edit. de Hollande, Tom. XIV. pag. 65.) + +Het is waar, dat dit dier in Surinamen zeer zeldzaam is; maar dat hy +door de natuur-kenners niet beter beschreven is, moet men ongetwyffeld +toeschryven aan zyne ongemeene woestheid, die byna altyd belet, +om hem levend te vangen. + +De Bevelhebber en ik waren toen boezemvrienden, en dagelyks noodigde hy +my aan zyne tafel. Hy verzogt my, om hem zyn pourtrait levensgrootte +te maken, en hem in zyne veld-kleeding te vertoonen. Zyn oogmerk +was, om dit naar Europa mede te neemen: hy hoopte, dat de Stad van +Amsterdam het zelve op haare kosten zoude doen in 't koper brengen; +hy oordeelde zig iemand te zyn van zoo veel gewicht voor Holland, als +de Hertog van Cumberland, na den slag van Culloden, voor Engeland was. + +My van een blad groot papier, en Chineesche inkt voorzien hebbende, +ging ik aan 't werk. Terwyl ik bezig was, om de trekken van myn +oorsprongelyk stuk naauwkeurig naar te gaan, wierd de berg door +eenen vervaarlyken donderslag ylings geschokt, zoo dat alle de +eieren van een hen, die in een hoek van onze hut te broeien zat, +aan stukken braken. De straal van den blixem ontstelde de trekken +van den Colonel voor een oogenblik; maar hy herstelde zig schielyk, +en ik ging voort. Het werk was korten tyd daar na tot zyn groot +genoegen afgemaakt. + +De Neger SEPTEMBER, die in 't jaar 1774. gevangen genomen was, +stierf, byna op deezen tyd, aan de waterzucht. De Colonel had hem +gedwongen hem te volgen op alle zyne tochten, even als een geketende +hond. Hy verbeeldde zig, dat deeze Neger, vroeg of laat, hem in de +onderscheidene bezittingen der muitelingen brengen zoude, maar hy +bedroog zig, De andere slaven, hem verdacht houdende van reeds eenigen +raad aan den Bevelhebber gegeven te hebben, schreven zynen dood aan de +Goddelyke rechtvaardigheid toe, die hem strafte wegens het verraden +van de trouw, welke hy buiten twyffel aan zyne landgenooten gezworen +had. De lezer herinnert zig waarschynlyk, het geen ik in het derde +hooftstuk gezegd heb, dat de Africaansche Negers gelooven, dat hy, +die zynen eed schendt, elendig moet omkomen, en eene eeuwige straffe +in de andere weereld ondergaan. + +De post van de Hoop aan de Commewyne was, wegens gebrek aan +zindelykheid, tans zeer ongezond geworden: het krygsvolk, het +welk aldaar na myn vertrek de wacht gehouden had, was uittermaten +onachtzaam, om deezen post in goeden staat te houden. De dood had +reeds verscheiden soldaaten weggerukt, en de ziekte belette den +bevelhebbenden Officier en een gedeelte van zyn volk, om dienst te +doen. De Colonel FOURGEOUD zond den Capitain BRANT en eenige soldaaten +derwaarts, met last, om alle de zieken, welken men op deezen post +vinden zoude, niet naar de Stad Paramaribo, maar naar Maagdenberg te +doen vertrekken. De Colonel, deezen Capitain met dien tocht belastende, +behandelde hem met eene groote hardheid, en vergunde hem zelfs den tyd +niet, om zyne goederen mede te neemen. Van een anderen kant, ontnam de +Colonel SEYBOURG hem den eenigen slaaf, dien hy tot zynen dienst had, +en hield dien voor zig zelven. Deeze behandeling deed den armen BRANT +zoo geweldig aan, dat hy begon te schreijen, en verklaarde, dat hy +wenschte zulke mishandelingen niet te overleven. Hy vertrok vervolgens +naar den post van de Hoop; met een hart van droefheid overstelpt. + +By zyne aankomst vernam hy, dat de Capitain BROUGH, de laatste +Bevelhebber op deezen post, zoo even overleden was. Deeze +Officier, zeer zwaarlyvig zynde, had groote vermoeïngen in de +bosschen ondergaan. De hette was voor hem ook doodelyk: hy had eene +versmelting van vochten, die op een rotkoorts uitliep, en hem uit +'t leven wegnam. De Colonel SEYBOURG volgde den Capitain BRANT wel +dra naar de Hoop, om aldaar de zieken te bezoeken. Geduurende al +dien tyd had ik niets te doen. Ik zal my dus bezig houden met twee +visschen te beschryven, die eenen byzonderen aandacht verdienen. + +De eerste heeft de gedaante van een groote bokking; ik had ze van dit +zoort nog niet gezien, en zekerlyk, behalven den zee-braassem, kende ik +'er geene, die fraaijer gekleurd was. Zyn rug en zyden hebben streepen +van eene fraaije geele en van eene ryke en donkere blaauwe kleur, zyn +buik heeft eene witte zilver-kleur. Hy heeft zwarte en goudkleurige +oogen, doorschynende vinnen van eene zeer levendig roode kleur. Zyne +gedaante gelykt vry veel naar die van eene forelle, en hy is met kleine +schubben bedekt; hy heeft eene vinne op den rug, en het teeken van eene +andere by den staart, die gespleten is; onder den buik ziet men aan hem +vyf andere vinnen, waar van twee tot de borst behooren, en de laatste +achter den navel. Zyn benedenste kakebeen steekt meer voorwaarts dan +het bovenste, en zyn bek schynt eene omgekeerde gedaante te hebben: +eindelyk heeft hy zeer kleine kieuwen of ooren. Ik deed onderzoek naar +deezen visch; maar alles wat een oude Neger 'er my van berigten kon, +was, dat men hem dago-faisy noemde. + +De andere was die groote en fraaie visch, die by de Engelschen den +naam van rock-cod draagt, by de Indianen dien van baroketta, en by de +Negers dien van new-mara. Ik heb 'er reeds verscheiden malen melding +van gemaakt; maar ik heb hem nog niet beschreven. Men vindt deezen +visch zeer dikwils in het bovenste gedeelte der Rivieren. Hy heeft de +gedaante van eene groote kabeljauw, maar met schubben bedekt. Zyn +rug heeft eene donkere olyf-kleur, zyn buik is wit, zyn kop is +groot met kleine oogen, waar van de appel zwart en de oogbol grys +is. Zyn breed kakebeen is van boven en onder van eene reije puntige +tanden voorzien, even als die van een snoek. Hy is, gelyk dit dier, +uittermaten vraatächtig. Hy heeft een stompen staart, en, zoo als ook +de vinnen, van dezelfde kleur als het lichaam: deeze vinnen zyn zes in +getal, één op den rug, twee aan de borst, twee onder aan het lyf, en +de laatste aan den onderbuik. Zommige lieden vergelyken den smaak van +deezen lekkeren visch by dien van Zalm. Hy is by de blanken in deeze +Volkplanting zeer geacht; maar zeldzaam te Paramaribo, schoon hy, gelyk +ik gezegd heb, boven in de Rivieren overvloedig gevonden word. Ik heb +ze beiden zeer naauwkeurig afgeteekend, zoo wel de dago-faisy, als de +new-mara. Men vond 'er ook in Surinamen naauwkeurige afteekeningen van. + +Verscheiden Officiers, die gevogelte en varkens aankweekten, verloren +dezelven tans allen in den tyd van twee dagen: zy waren waarschynlyk +vergeven door het eeten van duncane, of van eenige andere vergiftige +plant, die ons onbekend was. Echter heeft men in 't algemeen opgemerkt, +dat de aangeboren neiging der dieren hun de heilzaame kruiden van de +schadelyke doet onderscheiden. + +De heer SEYBOURG kwam toen al zegevierende van de Hoop te rug: hy +bragt den Lieutenant DEDERLEIN, één der Officiers van den Colonel +FOURGEOUD met zig, doende denzelven door een Sergeant en zes soldaten, +met de bajonnet op de snaphaan, bewaren, om dat hy, zoo hy zeide, +hem de verschuldigde achting niet betoond had. + +Den 7den, kwamen de zieke Officiers, en soldaten van denzelfden post, +in vaartuigen aan. Verscheiden van hun, welken men inscheepte, vonden +zig buiten staat om vervoerd te worden, en geraakten, zonder eenige +hulp, op de reize om 't leven. Een van onze Heelmeesters stierf +ook, den zelfden dag, op de legerplaats, en aanhoudend begroef +men soldaaten. Deeze waren de gevolgen van eenen tocht, in een zoo +vochtig jaargetyde ondernomen; maar onze Colonel oordeelde het zelve +meer geschikt dan eenig ander, om eindelyk eens de muitelingen uit +de bosschen van Guiana te verdryven. + + + +AGTTIENDE HOOFTSTUK. + +Een Tyger, op de legerplaats gevangen.--De Jaguar.--De Couguar.--De +Tyger-kat.--De Jaquarette.--Gevecht tusschen eenige afgezondene +manschappen der Sociëteit en de muitelingen.--Levens-manier van eenen +Surinaamschen Planter.--Verscheiden zoorten van visschen.--Besmettelyke +ziekten.--Zelfsmoord. + +Ik heb zoo straks gezegd, dat verscheiden Officiers gevogelte +aankweekten; maar alle nachten ontnam een onbekende strooper 'er hun +verscheiden van. De Capitain BOLTS, den coati-mondi of crabbo-dago +van deezen diefstal verdacht houdende, zette een val, door middel van +eene ledige kist, welke hy in den grond deed plaatsen, en waar van +het dekzel wierd opgehouden door een hout, waar aan men een lang touw +had vast gemaakt. Vervolgens sloot hy al zyn gevogelte naauwkeurig +op, uitgenomen twee hoenderen, welke hy onder deeze val plaatste, +doende dezelve door twee Negers op eenigen afstand bewaken. Deezen +hadden naauwlyks een uur of twee op hunnen post doorgebracht, of zy +hoorden de hoenderen schreeuwen; één van hun trok toen aan het touw, +en de ander schoot toe, om zig van den dief te verzekeren, gaande +op het dekzel zitten: het was een jonge Tyger, die 'er in besloten +zat; hy deed wel dra alle pogingen, om zig in vryheid te stellen; +maar men bond de kist met zwaare touwen toe, en men wierp die alzoo +in de Rivier, dezelve onder water houdende, om het dier, het welk +de sterkste pogingen deed om te ontsnappen, te doen verdrinken. De +Capitain BOLTS nam zyne huid, en bewaarde die tot eene gedachtenis +van dit zonderling voorval. + +De Graaf DE BUFFON beweert, dat 'er in America geene Tygers zyn; maar +dat men 'er dieren vindt, die hun gelyken, en waar aan men denzelfden +naam geeft. Ik zal dezelve beschryven zoodanig als ik ze gezien heb, +en de lezer zal beöordeelen, wat zy zyn. + +De eerste en grootste word Jaguar van Guiana genoemd. Dit dier, het +welk verscheiden Schryvers als zwak, verachtelyk, en van de grootte van +een haazen-windhond hebben afgebeeld, is integendeel zeer sterk, zeer +gevaarlyk, zeer woest. Zyne lengte, van den bek tot het begin van den +staart, heeft zomtyds zes voeten: men vergeete niet den verbaazenden +voetstap van een tyger, welken ik aan de Patamaca in het zand zag, +schoon men zoude kunnen tegenwerpen, dat deeze in 't byzonder van eene +buitengewoone grootte had, en het zand los was. De Jaguar heeft eene +donkere oranje kleur en een witten buik. Zyn rug heeft langwerpige +en zwarte streepen. Op zyde van den buik zyn onregelmatige ringen, +in den omtrek zwart, en in het midden helder. Het overige gedeelte +van zyn lichaam en zyn staart hebben kleine vlakken, die volmaakt +zwart zyn. Zyne gedaante gelykt in alle opzichten naar die van den +Africaanschen Tyger; en dewyl hy ook onder het geslacht der katten +behoort, is het niet noodig 'er eene omstandiger beschryving van te +geven. Maar dewyl zyne grootte en krachten die van dit klein huisdier +overtreffen, verscheurt hy een schaap of een geit even gemakkelyk, +als de kat een muis of een rot doodt. De koeijen zelfs en de paarden +zyn in weerwil van hunne grootte, voor zyne woede niet beveiligd, +want dikwils tast hy hen op de Plantagiën aan; en schoon hy dezelve, +uit hoofde van hunne zwaarte, niet naar de bosschen kan sleepen, +scheurt hy hen wreedelyk aan stukken, alleenlyk om hun bloed te +drinken, waar naar dit woest dier altyd dorstig is. Het is bovendien +wel gebeurd, dat de Jaguar jonge Negerinnen, die op het land werkten, +heeft mede gesleept, en dit zelfde ongeluk gebeurt hunne kinderen maar +al te veel. Dit boosäartig dier werpt (volgens de uitdrukking van +deeze zelfde Schryvers) door een enkelen slag met de poot, een wild +varken om ver, en het sterkste paard, dat men in Guiana beryden kan, +grypt hy by de keel. Zyn woeste aart en bloeddorstigheid zyn oorzaak, +dat men hem nooit heeft kunnen tam maken. Hy zou de hand van zynen +oppasser verscheuren; en dikwils zelfs verslindt hy zyne jongen. Hoe +sterk echter en woedend hy ook zy, hy is niet in staat wederstand +te bieden aan den slang Aboma, die, wanneer hy hem bereiken kan, +hem in korte oogenblikken aan stukken slaat. + +Het tweede dier van het zelfde zoort is de Couguar, de roode Tyger in +Surinamen genaamd. Men zoude hem voegzamer kunnen vergelyken by een +haazen-windhond, ten aanzien van deszelfs gedaante, maar niet van +zyne grootte, en by gevolg ook ligter dan den Jaguar, maar grooter +dan een windhond. De huid van dit dier is van eene bruin roode kleur; +de borst en buik zyn van eene vuile witte kleur; hy heeft lange en +ongevlakte hairen; de staart van eene aard-kleur, en aan het einde +zwart. Zyn kop is klein, met twee glinsterende oogen, waar uit het +vuur als uitspringt; en zyne tanden zyn zeer breed. Zyn dun lyf word +gedragen door lange pooten, die met geduchte en witachtige klaauwen +gewapend zyn. Hy is even verslindend als de Jaguar. + +Een derde dier van dit zoort, en het welk zeer fraay is, al mede in +Guiana gevonden wordende, is de Tyger-kat. Deszelfs grootte gaat die +van veele katten, welke ik in Engeland gezien heb, niet te boven. Zyne +huid is van eene fraaie geele kleur, en gevlakt met kleine witte +moesjes met zwarte randen. Hy heeft den buik van een helderen kleur, +zwarte ooren met een witte vlak, en zeer zacht hair. Men waardeert +zyne huid zeer hoog; en hy heeft dezelfde gedaante als de Jaguar. De +Tyger-kat is een zeer levendig dier, wiens oogen schitteren als +blixem-straalen; maar hy is even woest, even verslindend, even wild +als de voorgaande. + +'Er is nog in dit Land een vierde dier van het zelfde zoort; het is +de Jaguarette, wiens huid van eene zwartachtige kleur is, met vlakken +die nog zwarter zyn. Zie daar alles wat ik 'er van weet; want ik heb +'er geen enkele gezien, om dat men hem zelden verneemt. Die ik te +vooren beschreeven heb, zyn niet veel gemeener. Ik zal by het geen +ik van alle deeze dieren gezegd heb, nog byvoegen, dat zy, even als +de gewoone katten, lange knevels hebben; dat zy zomtyds op de boomen +klimmen; maar dat zy zig doorgaans onder de bladen in eene hinderlaag +plaatsen, van waar zy met eene ongelooffelyke gezwindheid op hunnen +ongelukkigen buit uitschieten; dat zy, den zelven hebbende van één +gereten, zyn bloed al warm drinken, en met verscheuren en inslokken +niet ophouden, voor dat zy verzadigd zyn; maar dat, indien zy door den +honger niet gedrongen worden, zy lafhartig zyn, en dat een enkele hond +genoegzaam is, om hen op de vlucht te dryven. Het vuur doet hen ook +uittermaten verschrikken: dit is het beste middel om hen te verdryven, +waar van ook de Indianen in Guiana gebruik maken. Verscheiden Tygers +kwamen, by gebreke van deeze voorzorgen, in onze legerplaats; maar +gelukkiglyk, regtten zy geene verwoesting aan. + +Dewyl ik op dit oogenblik met den Colonel FOURGEOUD op den voet van +de vertrouwelykste vriendschap stond, bood ik hem eene teekening +aan, verbeeldende de geheele legerplaats van Maagdenberg, die hem +dermaten behaagde, dat hy dezelve aan den Prins van Oranje en aan +den Hertog van Brunswyk zond, om hen over zyne krygs-verrigtingen te +doen oordeelen. Deeze beleefdheid van myn kant bragt al de uitwerking +op hem te weeg, die ik verlangen konde; niet alleen wierd ik zyn +begunstigde, en hy beloofde my aan het Hof te zullen aanbeveelen, +maar zelfs betoonde hy achting voor de Engelschen en Schotten. Ik was +over deeze veranderde behandeling van zyne zyde zoo te vreden, dat +ik de vyandschap, die in het begin tusschen ons had plaats gehad, +aan my zelven meende te moeten wyten. Echter wierd de betoonde +achting van den Colonel wel dra afgewisseld door voorwerpen, die +al zyn aandacht verdienden; want hy vernam den 14den Juny, dat men +eenige hutten van muitelingen aan de zee-kusten ontdekt had; dat de +Capitain MEYLAND, met honderd en veertig mannen van het krygsvolk +der Sociëteit, den vyand gaande opzoeken, hen eindelyk ontmoet had; +maar dat hy gedwongen zynde een diep moeras te doorwaden, deeze +Negers hem het eerst hadden aangetast; dat zy verscheiden van zyn +volk gedood hadden, waar onder gevonden wierd een jong vrywilliger, +die zyn neef was; dat zy 'er een groot aantal van gewond hadden, +en de overigen deezer afgezondene krygsbende tot wyken genoodzaakt, +schoon hy reeds het moeras was overgetrokken, en deszelfs oever bereikt +had, om het dorp stormenderhand in te nemen. Volgens deeze tyding +was het klaar, dat de vyand niet was klein te achten; en dewyl men +nu eindelyk wist, waar hy te vinden was, ontfing al het krygsvolk, +namelyk de zee-soldaten van den Colonel FOURGEOUD, het Regiment +van de Compagnie, en de Neger-jagers, die van verlangen brandden, +om blyken van dapperheid te geven, bevel om zig onmiddelyk tot den +optocht gereed te maken. Men bepaalde hun allen een punt van algemeene +vereeniging, en men zond te gelyker tyd een hoop krygsvolk naar den +post van la Rochelle, om hier van bericht te geven. Ingevolge van deeze +beveelen, maakte zig het geheele leger marschvaardig, en onze soldaten +betoonden eenen grooten yver, in de hoop, dat een beslissende slag aan +den oorlog, en alzoo tevens aan hunne elende een einde maken zoude: +het was dus het oogenblik, om hen tot den aanval aan te voeren; maar +onze Opper-Bevelhebber stelde zynen tocht meer dan twee maanden uit, +om redenen, hem alleen bekend. + +Wy vernamen toen, dat de Capitain BRANT, Bevelhebber op den post +van de Hoop, op het punt was, om aldaar van eene zwaare ziekte te +sterven. Deeze zelfde post, alwaar zig een groot aantal krygsvolk +bevond, was één der ongezondsten uit hoofde der overstroomingen; +en vermits ik in dit tydstip één der gunstelingen van den Colonel +was, bestemde hy my, om het bevel 'er van op my te nemen, eene eer, +die ik, zoo als hy my zeide, aan myn sterk lichaamsgestel moest +toeschryven. Uit deeze handelwyze bemerkte ik, dat zyne vriendschap op +eigenbelang steunde; en ik gevoelde mynen haat allengskens herleven +tegen iemand, die my alzoo veroordeelde om zonder roem te sterven, +daar hy my tot eenigen dadelyken dienst met eere gebruiken konde. + +By myne komst op de Hoop, moest ik den Capitain BRANT naar Maagdenberg +zenden; maar deeze ongelukkige jongeling eenige achterdocht op dien +wreeden last hebbende, ging in een besloten vaartuig, eenige uuren +voor dat ik aankwam, en begaf zig naar Paramaribo. Echter kwam hy +aldaar niet aan, of hy gaf den geest, zoo door de gevolgen van eene +heete koorts, als door hartzeer. Niemand verdiende meerder betreurd te +worden, dan hy. De Colonel FOURGEOUD verloor een uitmuntend Officier, +en ik een oprecht vriend. + +Dewyl hy de tweede Bevelhebber was, die in zeer korten tyd op deezen +post het leven liet, nam ik gerustelyk tot myne zinspreuk: Hodie mihi, +cras tibi: (van daag my, morgen u:) maar by geluk bedroog ik my, +en ik was altyd zoo welvaarende, als ik ooit in myn leven geweest +ben. Volgens den raad van den ouden CARAMACA, baadde ik my twee malen +daags in de Rivier; ik maakte insgelyks gebruik van myne oude gewoonte, +om geene schoenen noch koussen te dragen. + +Den 20sten Juny, korte dagen na myne aankomst, had ik de eer een +bezoek te ontfangen van den Gouverneur, den heer NEPVEU, die van zyne +Plantagie Appecappe te rug kwam, en weder naar Paramaribo keerde. Ik +beklaagde hem den rouw wegens het afsterven van zyne huisvrouw, welke +hy in't kort verloren had. Ik ontfing ook bezoeken van verscheiden +Planters, die my allerleije zoorten van ververschingen van hunne +Plantagiën medebragten. In dit oogenblik had ik gelegenheid, om de +gebruiken en levens-wyze van deeze West-lndische Nababs te leeren +kennen. + +Een Planter in de Volkplanting van Surinamen, wanneer hy op zyne +Plantagie woont, het geen zeldzaam voorvalt, want doorgaans verkiest +hy het verblyf te Paramaribo, staat by het opkomen der zon, dat is, +des morgens omtrent ten zes uuren, uit zyne hangmat op. Alsdan begeeft +hy zig, onder zyn piazza, of dat zoort van overdekte gaanderye, voor +het huis geplaatst, alwaar hy zyne koffy en pyp gereed vindt. Een +half dozyn slaven, zoo wel mans als vrouwen, en wel de schoonste, +wagten hem aldaar, om hem te bedienen. In dit heiligdom ontmoet hem +de Opzigter, na hem van verre verscheide diepe buigingen gemaakt +te hebben, en doet hem zeer eerbiedig rekenschap van het werk, het +welk des avonds te vooren verrigt is, van het getal der Negers, die +weggeloopen, die ziek geworden, die gestorven, die hersteld zyn, van +de geenen die men gekocht heeft, of van de kinderen, die geboren zyn; +maar vooral van den naam der slaven, die hun werk verzuimd, die eene +ongesteldheid voorgewend, die zig dronken gedronken hebben, of agter +gebleven zyn. De gevangenen zyn doorgaans by dit bericht tegenwoordig, +onder de bewaaring van Neger-beulen, die op het minste teeken hen +vast binden, het zy aan de pylaaren of balken der gaanderye, het zy +aan boomen, zonder dat de eigenaar zig dikwils verwaardigd heeft +de beschuldigden in hunne verdediging te hooren. De veroordeelden +eenmaal vast gebonden zynde, vallen de zweepslagen op hen, zonder +onderscheid van mans, vrouwen of kinderen. De werktuigen, waarmede +deeze straf word uitgeoeffend, zyn koorden van hennip van eene zeer +groote lengte, die by elken slag tot in het vleesch indringen, en een +geklater maken, gelykende naar het afschieten van een pistool. Zoo lang +deeze straf-oeffening duurt, roepen de ongelukkigen by herhaaling: +"danky masera": (ik bedank u meester:) en de Planter wandelt met +zynen Opzichter rond, zonder op het geschreeuw, het welk hy hoort, +eenige acht te geven. Men maakt deeze elendelingen niet los, voor dat +zy wel zyn van één gereten; en dan gelast men hun, om oogenblikkelyk +weder aan hun werk te gaan: ter naauwer nood verwaardigt men zig, +om hen te laten verbinden. + +Het straf-uur verloopen zynde, koomt de Heelmeester, die een Neger +is, insgelyks om bericht te doen; en men zendt hem weg al vloekende, +en zig beklagende, dat hy aan de slaven toestaat ziek te zyn. Na deeze +bedienden, koomt 'er eene zeer oude vrouw, die alle de Neger-kinderen +van de Plantagie vertoont, waar over zy het bestuur heeft. Deeze +kinderen, die reeds in de Rivier gewasschen zyn, klappen in de handen +op het zien van hunnen meester; zy groeten hem, staande in de rondte; +vervolgens zendt men hen weg, om hun ontbyt van plantainboom-vruchten, +of ryst te gebruiken; en even gelyk by het begin, eindigt dit alles +met eene diepe buiging van den Opzichter. + +Myn Heer doet dan eene wandeling in zyn morgen-gewaad, bestaande in +een onderbroek van het fynst Hollandsch linnen, witte zyde koussen, +en muilen van geel of rood Turksch leder; het halsboord van zyn hembd +blyft open, en over het hembd draagt hy alleenlyk eene loshangende +japon van fraaie Indische stof. Zyn hoofd is met een uittermaten fyne +catoene muts bedekt, en met een verbaazend groote hoed, die zyn mager +en somber aangezicht voor de hette der zon beveiligt: om den lezer +in staat te stellen zig een juist denkbeeld van een persoon van dit +zoort te vormen, biede ik hem tans de afteekening aan, die ik 'er van +gemaakt hebbe. Ik heb het tydstip genomen, dat de Planter, met zyne +pyp in den mond, want die legt hy niet neder, uit de hand van eene +schoone slavin een glas Madéra-wyn ontfangt, het welk hy uitdrinkt, +om daar door geduurende zyne wandeling kragt te bekomen. + +Wanneer hy nu langzaam rondom zyne wooning heeft rond gekuierd, of +misschien te paard gestegen is, om zyne velden te bezichtigen, en de +vermeerdering zyner rykdommen te begrooten, koomt hy tegen agt uuren te +rug, om zig te kleeden, indien hy voornemens is eenige bezoeken af te +leggen, zoo niet, blyft hy gekleed zoo als hy is. In het eerste geval +verwisselt hy alleen zyn onderbroek tegen een broek van dun linnen +of zyde. Vervolgens gaat hy zitten, en reikt zyne beide beenen toe +aan eenen jongen Neger, die hem de schoenen aantrekt; te gelyker tyd +word hy door eenen anderen gekapt of geschoren; en een derde is bezig, +om de muggen van hem weg te jagen. Wanneer dit alles is afgeloopen, +trekt hy een ander hembd aan, een kamisool, en een rok, die altoos van +eene witte stof is. Alsdan brengt men hem onder een groot zonne-scherm, +door eenen jongen Neger gedragen wordende, naar zyn vaartuig met zes +of agt roeijers, het welk hem wagt, en waar in zyn Opzichter zorg +gedragen heeft vruchten, wyn, water en tabak te laten brengen; maar +dezelve heeft hem zoo dra niet zien vertrekken, of hy herneemt zynen +toon van gezag, en zyne gewoone onbeschoftheid. Indien de Planter, +op deezen dag, zyne Plantagie niet verlaat, ontbyt hy ten tien uuren; +en om deeze maaltyd te nemen, zit hy aan eene tafel, in eene groote +zaal geplaatst, en waar op hammen, gerookte tongen, gevogelte, +of gekookte duiven, plantains, zoete cassave, brood, boter, kaas, +enz. gevonden worden. Zyn drank is in dit oogenblik of zwaar bier, of +Madéra-, Champagne- of Moesel-wyn. Zyn Opzichter houdt hem gezelschap, +zig echter op eenen bekwamen afstand plaatsende, en beiden worden +zy bediend door de schoonste en wel gemaaktste slaven.--Zie daar, +het geen deeze heeren ontbyten noemen. + +Wanneer deeze maaltyd geëindigd is, neemt de Planter een boek; hy +speelt op het schaakspel, of op de billard, of op eenig speeltuig; +tot dat de hette van den dag hem noodzaakt, om in zyne hangmat te gaan +leggen, om daar in zyn middagslaap te nemen, welken hy even min kan +nalaten, als een Spanjaard zyne siesta of uur van rust. Hy wendt en +keert zig in dit zoort van bed, tot dat hy in een diepen slaap gevallen +is, en geduurende zynen slaap, houden zig twee van zyne Negers bezig, +om tot zyne verkoeling met een waaijer te waaijen. + +Tegen drie uuren word hy van zelf wakker: na zig gewasschen en +geparfumeerd te hebben, gaat hy wederom aan tafel zitten, om met +zynen Opzichter het middagmaal te houden; en zy worden, even als +by het ontbyt, door dezelfde slaven bediend. Niets van al het geen +het jaargetyde kan opleveren van gewoon vleesch, gevogelte, wildt, +visschen, groenten en vruchten, ontbreekt op deeze maaltyd: de +uitgelezendste wynen worden 'er in overvloed geschonken; en dezelve +eindigt met eene groote kop zeer sterke koffy, en eenige glazen +liqueur. Ten zes uuren koomt de Opzichter wederom als des morgens, +door beulen en gevangenen gevolgd wordende. De strafoeffeningen +beginnen wederom geduurende eenigen tyd, en na dat de eigenaar zyne +beveelen voor het werk van den volgenden dag gegeven heeft, zendt +hy de vergadering weg, en brengt zynen avond door met ligte punch, +of fangary te drinken, op de kaart te spelen, of te rooken.--Myn heer +begint gewoonlyk de aannadering van den slaap tegen tien of elf uuren +te gevoelen; dan doet hy zig door zyne kamerdienaars ontkleeden; hy +gaat vervolgens in zyne hangmat leggen, alwaar hy met de eene of andere +van zyne beminden, want hy heeft altyd zyne stoet van vrouwlieden, +den nacht doorbrengt. Den volgenden dag, verschynt hy op nieuw onder +zyne overdekte gaandery, op het zelfde uur als daags te vooren; hy +vindt aldaar wederom zyne pyp en koffy, en met het opkomen van de zon +hervat hy zyne genietingen en uitspanningen. Hy is een Vorst in 't +klein, zoo verachtelyk, zoo eigenzinnig, zoo willekeurig heerschende, +als 'er een is. + +Een zoo onbepaald gezag moet in de daad noodwendig ten hoogsten behagen +aan iemand, die zeer waarschynlyk in zyn vaderland, in Europa, een +niets beduidend wezen was. + +Zulke lieden maaken dus fortuin, naardien zeer dikwils in deeze +Volkplanting de Plantagiën op tyd verkocht worden door afwezige +eigenaars, die zig op de gedaane begrootingen verlaten; en deeze +begrooters, het te verkoopen perceel zeer laag waardeerende, zyn het +doorgaans met den kooper eens. + +Dit zoort van Planters is een pest voor de Volkplanting. Zy maken +eene onmatige verteering, en betaalen niemand, onder voorwendzel van +slechten oogst, sterfte onder de slaven, enz. Zy mishandelen dezelven +door overmaat van arbeid en slagen; zy bederven de Plantagie, waar van +zy de voortbrengzels voor gereed geld, en ten laagen pryze verkoopen; +en wanneer zy op die wyze hunne beurs gemaakt hebben, verdwynen zy. Men +moet echter toestemmen, dat 'er in alles uitzonderingen zyn: ik heb +in Surinamen Planters gekend, die door hunne braafheid achtenswaardig +waren, en ik heb dezelven reeds genoemd. + +Wat de vrouwen betreft, zy geven zig doorgaans aan alle haare +driften, en in 't byzonder aan de ontembaarste wreedheid over. Maar +te gelyker tyd, dat ik getuigenis moet geven van de verhevene deugden +van Mevrouwen ELIZABETH DANFORTH en GODEFROY, en van eenige andere +van een onbevlekt caracter, behoor ik ook het gordyn te laten +vallen voor alle de onvolmaaktheden der teedere kunne in deeze +luchtstreek. Alvoorens van dit stuk af te stappen, moet ik echter +opmerken, dat de herbergzaamheid nergens edelmoediger, nog aangenamer +word uitgeoeffend, dan hier. Een vreemdeling bevindt zig hier overal, +of hy t'huis was: men verschaft hem, met de meest mogelyke gulheid, +tafel en huisvesting, op elke Plantagie, het geen van des te meer +aanbelang is, om dat men in de nabyheid van alle de Rivieren der +Volkplanting Surinamen niet weet, wat eene herberg is. + +Om aan myn verhaal eenige afwisseling te geven, zullen wy tans drie +zoorten van visschen beschryven, waar op ik myne vrienden onthaalde, +zynde de zon-visch, de slang-visch, en de gevlakte kat. De eerste +word, even als de zalm, in zoute en zoete wateren gevonden. Hy heeft +agttien of twintig duimen lengte, en hy is geheel en al met goude +schubben bedekt, die, wanneer hy in helder water zwemt, straalen van +zig schynen af te schieten, en die hem zynen naam gegeven hebben. De +slang-visch ontleent zynen naam van de gelykheid, die 'er tusschen +hem en dit kruipend gedierte is. Het is een zoort van aal, niet +zeer groot, maar zwart, hebbende een witten buik, en zynde in alle +de Rivieren van dit Land zeer gemeen. De gevlakte kat word alzoo +genoemd uit hoofde van de vlakken, waar mede hy bedekt is, en zyne +lange knevels. Deeze visch gelykt ten aanzien van deszelfs gedaante +vry veel naar een snoek. Hy heeft zeer puntige tanden, maar geene +schubben. Hy is zeer vet, en weegt zomtyds tot zeventig ponden toe; +zyn vleesch is geelachtig, en men maakt 'er weinig werk van. + +De Hoop was tans eene der onaangenaamste verblyfplaatsen. Ik +betreurde aldaar zeer het gemis, zoo van myne eerste hut, als van +myne lieve gezellinne: de eene viel geheel om ver, en de andere was +te Paramaribo. Wy hadden geen enkel mensch, die niet door de koorts, +of eenige andere ziekte, was aangetast. De roode loop begon ook +verwoestingen aan te rechten. Om onze elende te vergrooten, hadden wy +noch Heelmeesters, noch geneesmiddelen, noch iets, waar door wy ons +licht bezorgen konden; en ons bleef niets overig, dan zeer weinig +brood. Ik was met deeze gesteldheid van ons ongelukkig krygsvolk +bewogen, en ik deed onder hen eene uitdeeling van bischuit, citroenen, +oranje-appelen, suiker, wyn, gevogelte, en eenige spermaceti-kaarssen, +die my in eigendom toebehoorden. + +Den 23sten, zond ik twee zieke Officiers, ORLEIGH en FRANSSEN, gelyk +mede alle de soldaaten, die vervoerbaar waren, naar het hospitaal te +Maagdenberg; te gelyker tyd vernieuwde ik myn ootmoedig verzoek, om +van zulk een elendigen post, die bovendien van geen nut ter weereld +was, verlost te worden, en ik verzogt, maar te vergëefs, om één van +hun te zyn, die tegen de muitelingen optrokken. Ik vernam omtrent in +dit tydstip, dat men, beneden mynen post, eene nieuwe verblyfplaats +der Negers, niet ver van Paramaribo af gelegen, ontdekt had; en +dat hooger op een groot getal manschappen van ons krygsvolk stierf, +waar onder men telde den Capitain SEYBOURG, broeder van den Colonel +van denzelfden naam, die den 22sten overleed. Deeze was de derde van +dien rang, die zedert een maand het leven liet. + +Den 26sten, kwamen twee jonge Officiers, die zeer schoone manspersoonen +waren, aan; maar die niet meer dienen konden, zynde beiden gekweld +met eene breuk, veroorzaakt door het uitglyden, het geen in dit +regen-saisoen, wanneer de grond zeer glibberig is, moeielyk vak +te ontwyken. + +Des avonds van den zelfden dag, was 'er één van onze zee-soldaaten, +genaamd SPANKNEVEL, die niet meer te voorschyn kwam, en men +ontdekte hem eerst den 29sten, wanneer men hem met een koord van een +heestergewas aan een boom hangende vondt. Geen van zyne medemakkers +wilde hem afsnyden, om dat hy zig zelf had van kant geholpen. Zy +beweerden, volgens hunne vooroordeelen, want zy waaren allen +Duitschers, dat zy, met hem aan te raken, zig even eerloos zouden +maken, als hy zelf was. Ik was dus genoodzaakt hem door de Negers te +laten afnemen en begraven. + +Eindelyk ontfing ik bevel tot myn vertrek, en ik begaf my +oogenblikkelyk met den Capitain BOLTS naar Goed-Accord, waar van +de eigenaar en eigenaresse, de heer en mevrouw DE LANGE, ons zeer +beleefdelyk ontfingen. Deeze Suiker-Plantagie is de laatste aan +de Rivier Commewyne, en uit dien hoofde is zy in de nabyheid der +muitelingen gelegen, die dikwils moeite doen om de slaven te verleiden; +maar men behandelt dezelven aldaar met veel toegevenheid en goedheid, +om alle muitzucht van hunnen kant voor te komen, en hen aan te zetten +om de Plantagie niet te verlaten. + +Ik zag aldaar eene groote nieuwigheid: namelyk eene jonge Negerin, +die in den zuiveren natuurstaat de tafel bediende. Ik betoonde +my uittermaten verwonderd, toen ik haar zag te voorschyn treden; +en dadelyk vernam ik naar de reden van deeze vreemde gewoonte. De +vrouw van den huize antwoordde my zediglyk, dat zulks plaats +had, overeenkomstig de schikking der moeders en opzigteressen, +als een middel ter voorkoming van eenen al te vroegtydigen omgang +met manspersoonen, waar door haare kragten verminderd, haare groei +belet, en haare gestalte bedolven zouden worden. De slaven op deeze +Plantagie, zoo mans als vrouwen, waaren de schoonsten, welken ik +immer gezien heb. Hunne schoone gedaante, hunne levendigheid, hunne +sterkte en yver konden met die der Europeanen gelyk gesteld worden. De +Neger PHILANDER, dien ik reeds als een voorbeeld van schoonheid heb +aangehaald, behoorde tot dezelven. + +Des anderen daags, vertrokken wy naar Maagdenberg, een uur voor +het ondergaan der zon, en in een klein vaartuig, alleenlyk met +een zonnescherm overdekt. Wy deeden zulks tegen den raad van den +heer en mevrouw DE LANGE, en wy hadden reden om 'er ons over te +beklagen; want naauwlyks hadden wy twee mylen afgelegd, of de nacht +overviel ons, gepaard met zulk een geweldigen regen, dat wy byna in +het water verzonken, zynde de gang van het vaartuig slechts twee +duimen boven water. Het gelukte ons echter, door middel van onze +calebassen en hoeden, om het zoo ledig te scheppen, dat het vlot +bleef. Te gelyker tyd zat 'er een Neger voor op, houdende een haak +lynrecht voor uit, om te beletten dat ons vaartuig niet omsloeg, +wanneer het door onbedachtzaamheid, in het midden der duisternis, +waar in wy ons bevonden, tegen de wortels der Palmietboomen stootte, +die langs de oevers van het bovenste gedeelte van de Commewyne in +grooten getaale groeijen. + +Wy kwamen op deeze wyze, des avonds ten tien uuren, op de Plantagie +Jacob aan. Het vaartuig was met het water gelyk, en ook niets meer; +want de Capitain BOLTS, en ik, waren zoo dra niet op het land +gesprongen, of het vaartuig zonk met alle de Negers, die 'er op +waren: dadelyk echter bereikten zy al zwemmende den oever. Maar, +helaas! een koffer, waar in myn dagregister en myne teekeningen +lagen, die my meer dan twee jaaren arbeids en moeite gekost hadden, +bevond zig toen onder in het water. Ik was over dit verlies met +smarte aangedaan. Een knaphandige Neger echter, verscheiden malen, +al duikelende, in het vaartuig gegaan zynde, bragt my mynen kleinen +schat te rug, en ik achtte my zeer gelukkig denzelven weder in myne +handen te zien, schoon door en door nat geworden zynde. Dus nam +onze schipbreuk een einde. Na iets warms gebruikt te hebben, hingen +wy onze hangmatten op, en sliepen in dezelve rondom een goed vuur, +waar voor ik myne papieren liet droogen. + +Des anderen daags morgens vervolgden wy onze reize, maar toen wy half +weg gekomen waren, wierden wy tegengehouden door eenen zwaaren boom, +die; om ver gevallen zynde, een dam in de kreek maakte, zoo dat het +vaartuig nooit op of neder komen konde. Wy keerden naar de Plantagie +Jacob te rug, en waren genoodzaakt, ons van daar naar de plaats van +onze bestemming te voet te begeven, dwars door allerleije zoorten van +struiken, distelen, doornen en heestergewassen, alwaar wy door nat, +en geheel met bloed bedekt, aankwamen. Myne enklauw, die begon te +geneezen, wierd andermaal tot op het been open gereeten: de veelvuldige +doornen, die wy by elken tred ontmoetten, maakten dezelve weder byna +geheel ontbloot. + +Wy vernamen hier, dat ORLEIGH, één van de twee Officieren, welken ik, +geduurende myn laatste verblyf op de Hoop, naar Maagdenberg ziek +verzonden had, niet meer in leven was. Op die wyze vergingen byna +allen de geenen, die de laatste maand op deezen eersten post hadden +doorgebracht, van waar geen enkel soldaat gezond te rug kwam. Ik ben +vastelyk overtuigt, dat hun onheil veröorzaakt wierd door de sterke +hette van de drooge en brandende maand Juny, welke zy ondervonden, na +in het midden van een moerassigen streek gegaan en geslapen te hebben, +en na, geduurende het laatste regen-saisoen, aanhoudende stortregens +op hun lichaam ontvangen te hebben. De sterkte van myn gestel deed my +echter aan zoo veele gevaaren ontsnappen, en ik besloot, zoo mogelyk, +myne gezondheid te bewaaren, al lachende en zingende, (God vergeeve my +dit!) terwyl een groot aantal menschen rondom my zuchtten, steenden, +en den geest gaven. + + + +NEGENTIENDE HOOFTSTUK. + +Optocht van het Krygsvolk naar Barbacoeba, aan de Rivier Cottica.--De +Palmboom-kool, en de Mauricy.--Heete koorts.--Trek van dankbaarheid in +eenen Engelschen Matroos.--Verscheiden soorten van Peper.--Citroen- +en Limoen-boomen.--De Mammy-appel.--Pimpernooten.--Regeering in +Surinamen.--Honden van Guiana.--Ongemeene trek van edelmoedigheid. + +Het regen-saisoen op nieuws naderende, trok de Colonel FOURGEOUD, +na uit zyne soldaten die geenen te hebben uitgekozen, die de +gezondsten waren, en in 't geheel niet meer dan een getal van één +honderd en tachtig bedroegen, in aantocht, op den 3den July 1779, +naar Barbacoeba, aan de Rivier Cottica, eene plaats, welke hy +tot eene algemeene verzamelplaats, alvoorens de muitelingen aan +te tasten, bepaald had. Ik had de eer onder het getal der geenen, +die vertrekken moesten, te behooren; maar den Heelmeester verklaard +hebbende, dat ik gevaar liep myn voet kwyt te raaken, indien ik door +de bosschen ging, ontfing ik bevel, om op Maagdenberg te blyven, met +vermogen echter, om, indien ik binnen kort hersteld was, my by den +Colonel te vervoegen, en, zoo goed ik konde, my naar Barbacoeba te +begeven. Myn been was op dit oogenblik zoo ontstoken, en zoo zwart, +uit hoofde van het dood vleesch, dat de Heelmeester van den Colonel +KNOLLAERT, beducht was tot de afzetting te zullen moeten besluiten, +en dat ik zonder zeer zwaare pyn niet recht op staan konde.--Ik zal +'er het lidteeken van dragen, zoo lang ik leeve. + +Geduurende dit myn agterblyven, ontfing ik dagelyks van PHILANDER en +andere Negers, welken ik altyd met zachtheid behandeld had, geschenken, +waar onder een kookzel van kool van Berg-Palmboom gevonden werd. Onder +alle zoorten van Palmboomen-kool is deeze de meest geachte. De boom, +die dezelve voortbrengt, verheft zig zomtyds tot de hoogte van vyftig +voeten. Zyn harde houtachtige stam, in zeer dicht op elkander volgende +gelederen verdeeld, en van binnen vol merg, even als de vlierboom, +heeft eene helder bruine kleur: deeze stam, die in evenredigheid van +zyne hoogte dik is, loopt zeer recht, en eindigt puntsgewyze, even +als de mast van een schip. In de hoogte word hy van eene donker groene +kleur, veröorzaakt door de bekleedzelen, waar uit zig de takken vormen, +die horizontaal uitloopen, even als de kroon van een ananas of van een +pynappel. Deeze takken zyn van wederzyden bedekt met zwaare blaaden +van drie voeten lang, van eene donker groene kleur, zeer puntig, maar +gevouwen, verwardelyk geplaatst, en niet bevallig nederhangende, zoo +als die van den Latanus- of Kokos-boom. Het zaad is besloten in eene +zoort van bruine kelk of scheede, die uit het middenpunt der takken +voortspruit, naar den grond nederhangt, en in kleine ronde nooten +bestaat, die by elkander zittende, het voorkomen hebben van trossen +rozynen, maar naar maate van haaren omvang zoo lang niet. Indien +men de kool begeert, moet men den boom afhouwen. Dit geschied zynde, +berooft men hem van zyne takken, en van het groen bekleedzel, het welk +dezelve voortbrengt. Vervolgens neemt men het hart of de kool, die +wit is, en twee of drie voeten lang, dik als de arm van een mensch, +en rond als een cylinder van gepolyst yvoor. Zy bestaat uit ligte, +langwerpige en witte bladeren, naar zyde linten gelykende, en gereed +om het daar op volgend bekleedzel op te leveren, maar zoodanig in +malkander gesloten, dat zy een vast en breekbaar lichaam vormen. Deeze +vrucht, wanneer men ze raauw eet, heeft den smaak van een amandel, +schoon nog teederer en lekkerder: wanneer zy gekookt is, heeft zy +den smaak van bloemkool. Men plukt ook deeze lange en dunne bladen +één voor één af, en maakt 'er eene uitmuntende salade van. Maar de +kool der Palmboomen, het zy raauw, het zy gekookt, verwekt buikloop, +wanneer men 'er te veel van eet. In derzelver holligheid, na dat alle +de bladeren zyn weg genomen, legt een zwarte koren-worm zyne eieren, +waar uit de palmboom-wormen voortkomen. De zachte zelfstandigheid, +die nog in het hart van de kool overig is, dient, wanneer zy begint te +verrotten, aan deezen worm tot voedzel. De kool van den Latanus-boom +en andere zoorten van Palmboomen, word zoo groot niet, is minder zoet, +en van eene verschillende gedaante van die, waar van ik zoo even sprak. + +De Mauricy [11]is zekerlyk de grootste van alle Palmboomen, ja van +alle andere boomen, die in de bosschen van Guiana groeien. Ik kan +verzekeren, dat ik eenige boomen van dien naam gezien heb, wier +toppen meer dan honderd voeten boven den grond scheenen verheven te +zyn. Derzelver omvang was van tien of twaalf voeten aan het dikste +van den stam, dat is, op een vierde van den boom van den wortel +af gerekend; want van daar af vermindert hy, zoo wel naar beneden +als naar om hoog, eene byzonderheid, die misschien aan alle andere +Reizigers of Schryvers ontsnapt is. Hy heeft ook eene helder bruine +of gryze kleur, en is tot de plaats, alwaar de takken beginnen, in +gelederen verdeeld. Deeze takken neemen hunnen aanvang by den top +des booms, en zyn lang, groen en boogswyze gekromd, bloot tot aan +derzelver einde, waar uit lange en breede bladeren voortspruiten, +zynde gevingerd, en van eene bleek groene kleur, zeer regelmatig op +eene bolronde manier geschaard, en maakende een zoort van straalen, +zoo als een ronde waijer van zig afgeeft. Naar maate dat de jonge +takken zig uit het middenpunt naar den top verheffen, verwelken de +oude, hangen naar den grond, en worden de speelbal der winden. Uit +het midden der groene bladeren, trekken de Indianen lange vezelen +of witte draaden, zoo als zy van de zyde-plant doen. Deeze vezelen +zeer sterk zynde, maaken zy daar van netten om te visschen, koorden +om hunne bogen te spannen, of zy laten ze zoodanig als zy zyn, om 'er +zig tot andere gebruiken van te bedienen. Uit het middenpunt der takken +koomt het zaad voort, het welk ook in de gedaante van lange risten uyen +nedervalt. Ik heb verscheide afbeeldingen van deeze Palmboomen gezien; +ik durf verzekeren, dat ze niet getrouw zyn, en volgens verbeelding +of valsche beschryvingen uitgevoerd; maar ik staa 'er by het publiek +voor in, dat de tans aan hun aangebodene afteekening naar de natuur +en op de plaats zelve gemaakt is. Dezelve bevat den Berg-Palmboom, en +den Mauricy, boomen, die door hunne takken en bladeren van elkander +verschillen. Op de plaat, die ik den lezer aanbiede, beteekent de +letter A den stam van den Berg-Palmboom; de letter B deszelfs takken, +van den boom afgescheiden; en de letter C het zaad, of de kelk, +die het zelve in zig bevat; de D geeft den stam van den Mauricy te +kennen; de E één van deszelfs nederhangende takken; de F beteekent den +Korenworm, die den Palmboom-worm voortbrengt; de G dien worm zelven, +die zoo lekker, nog zoo vet niet is, dan die van de kool van den +Berg-Palmboom. Geene andere gelegenheid hebbende om te vertoonen, +op welke wyze de Indianen en de Negers op de boomen klimmen, heb ik +op deeze Plaat, onder de letter H, één der laatstgemelden vertoond, +die op een jongen Mauricy klautert. Geen van beiden doen dit door +den stam van den boom met de armen en beenen te omvatten, maar door +denzelven met de hand vast te houden, en 'er beurtelings den voet +op te zetten. Zy gaan alzoo voort op eene wonderbaarlyke manier; +en door dit middel scheurt hen de schors niet op; maar 'er is zeker +veel behendigheid, oeffening en kragt noodig, om daar in wel te slagen. + +Ik heb, zoo ik meen, breedvoerig genoeg gehandeld over deeze +onderscheidene zoorten van Palmboomen, en ik gaa tans over, om het +dagverhaal van onze krygs-verrigtingen te vervolgen. + +Ik heb gezegd, dat alle de Officiers, en de meeste soldaten, die den +post van de Hoop bezet hadden, gestorven of gevaarlyk ziek waren, +en dat ik aan de besmetting ontsnapt was. Maar, helaas! het was tans +myn beurt! ik had slechts een uitstel, en niets meer, want den 9den +wierd ik door die zelfde heete koorts aangetast, die alle de anderen +had in het graf gesleept, en waar aan myn Neger QUACO op dit oogenblik +zeer ziek lag. + +Den 14den, was ik genoodzaakt het bevel aan een ander Officier af te +staan, en Maagdenberg te verlaten, om my naar Paramaribo te begeven, +maar ik kon niet verder komen, dan Goet-Accord, alwaar men den +15den niets anders dan het oogenblik van mynen dood verwagtte. Tot +dit uiterste gekomen zynde, vond eene oude Negerin middel, om my +een weinig gekarnde melk, met garst en syroop van suiker gekookt, +te doen gebruiken; dit was het eerste voedzel, het welk ik, na dat +ik ziek geworden was, genuttigd had. Het deed my zekerlyk een zeer +grooten dienst; en des anderen daags was ik in staat om vervoerd te +kunnen worden. Myn kleine QUACO was ook veel beter. + +Des avonds van den 16den, kwam ik te Fauconberg aan, alwaar ik +een pakje met zeven of agt brieven van myne vrienden vond, gepaard +met een geschenk van gezouten ossen-vleesch, en gedroogde tongen, +Madéra-wyn, Engelsch bier, rhum, en twee kruiken heerlyk citroen-sap +met suiker gemengd,en daarënboven een beste ham, en een fraaije +jagthond, die beide my gezonden waren door CHARLES MACDONALD, den +zelfden Engelschen matroos, met wien ik op de Hoop in vriendschap +geraakt was; beide zyne geschenken kwamen uit Virginie. Dit blyk van +erkentenis en edelmoedigheid van deezen braven jongen, beantwoordt +volkomen aan het waar caracter van den Engelschen zeeman, en deed +my groot vermaak. Onder het getal van myne brieven waren 'er twee, +voor my van het grootst gewicht, de één was van den heer LUDEN van +Amsterdam, en de ander van den heer DE GRAAF, zynen Bestuurder op +Paramaribo. Zy verwittigden my, dat myne beminnelyke JOANNA en myn zoon +ter myner beschikking waren, voor de somme van twee duizend gulden, +die, met de bykomende onkosten, byna twee honderd ponden sterling +zouden uitmaken, dog welke ik buiten staat was op dit oogenblik te +kunnen betaalen. Ik was reeds eene andere somme van vyftig ponden +sterling schuldig, welke ik geleend had, om den koopprys van mynen +Neger QUACO te voldoen; myne JOANNA, wel is waar, was my van eene +oneindig grootere waarde; en schoon men haar had gewaardeerd op het +twintigste gedeelte van de geheele Plantagie, die voor niet meer dan +veertig duizend guldens verkogt was, konde ik eene jeugdige vrouw, +met zoo veele volmaaktheden begaafd, niet te duur koopen; maar men +moest met dit al in staat zyn, om het te kunnen betaalen. + +SALOMON heeft met reden gezegd, dat goede tydingen, uit ver afgelegene +landen komende, voor de ziel dat geen zyn, het welk frisch water +voor een zeer dorstig mensch is. De berichten, die ik in dit +tydstip ontfing, deeden my in 't eerst herleven; maar eene nadere +overweging overtuigde my wel dra, dat het my onmogelyk was, om my +eene zoo groote somme aan te schaffen, en ik was ruim zoo ongelukkig +als te vooren. Intusschen deelde ik alle de ontfangene geschenken +onder de nabestaanden van JOANNA uit, uitgenomen echter den hond +en de ham. Deeze goede lieden baden my aan; en geduurende alle de +betuigingen van hunne liefde, riep ik uit: "Dat ik niet ryk genoeg +ben, om hen allen vry te koopen!" Ik bevond my toen uittermaten zwak, +niettemin oordeelde ik my in staat, om des anderen daags de Rivier af +te zakken, tot aan de Plantagie Bergshoven, waar van de Bestuurder, +de heer GOURLAY, de beleefdheid had, om my, in een gemakkelyk vaartuig +met zes roei-riemen, naar Paramaribo te laten brengen; maar ik stortte +wederom in, en ik kwam, des avonds van den 19den, in deeze Stad aan, +zynde naauwlyks meer in leven. Ik had den voorigen nacht op eene +Plantagie, Jalosy genaamd, doorgebragt, alwaar ik byna den geest gaf. + +Ik kan de Rivier Commewyne niet verlaten, zonder den lezer eene +afbeelding aan te bieden van een gezicht van Maagdenberg aan de +Tempaty Kreek, en nog een van den post van Calais, by de Hoop, aan +den mond van de Consavina-Kreek. + +Te dier tyd eene goede huisvesting by den heer DELAMARE hebbende, en +door de teederlievende JOANNA opgepast wordende, had ik ten minsten +rust; en den 25sten, bevond ik my in staat, om voor de eerste keer +uit te gaan, en by Mevrouw GODEFROY het middagmaal te gaan nemen. De +tafel was by deeze vrouw van de gezondste spyzen, en de verfrissendste +vruchten overvloediglyk voorzien. Onder de laatstgemelde, en de +planten, die tot herstelling der gezondheid geschikt zyn, en welke +dit Land voortbrengt, moet men verschillende zoorten van pepers en +de limoenen rekenen. De eerste zyn de cica-peper, de lattaca, en de +dago-pipy, zoo als de Negers dezelve noemen; want zy geven aan elke +zaak eene benaming naar de overëenkomst, die tusschen dezelve en +eenige andere zaak gevonden word. Deeze verschillende zoorten van +peper zyn in Europa bekend onder den naam van peper van Caijenne, +van piment, en van capsicum, of peper van Guinée. De naam van cica, +of chiga, welken men in Surinamen aan de eerste geeft, koomt daar van +daan, dat derzelver korrel gelykt naar het insect, chiga of chigoe +genaamd, het welk ik beschreven heb. De andere heeft de gedaante van +rotten-stronten. Deeze drie zoorten, gelyk ook alle andere, groeien +aan heesters, die groen zyn, en niet zeer hoog opschieten. De peper, +welke zy allen voortbrengen, is van de allerheetste, en trekt den +mond by één; wanneer zy ryp is, heeft zy een scharlaken, of liever +bloedkleur. De Europeanen eeten byna geene spyzen, welken zy niet +met peper aanzetten: de Negers, en vooral de Indianen slokken ze met +geheele greepen in, niet alleen om dat zy 'er ongemeen veel van houden, +maar ook om dat zy dezelve als een uitmuntend geneesmiddel tegen een +groot aantal kwalen beschouwen. + +De limoenen groeijen aan een zeer schoonen boom, genaamd Limoen-boom, +waar van de bladen en vruchten veel kleiner zyn, dan die van den +citroen-boom, en de laatstgemelden van een veel schitterender geele +kleur, dan de citroenen. Zy hebben ook een veel fyner schil, en zyn +vol van een zuur sap, het lekkerste, dat ik ken, en waar van de geur +alleraangenaamst is. Deeze vruchten zyn zeer nuttig voor de soldaten +en matroozen, die ze in dit Land voor het opraapen kunnen krygen, +zoo dat men hen niet zeldzaam hunnen ledigen tyd ziet doorbrengen, +met dezelve in groote meenigte te verzamelen, om ze met manden vol +naar het schip te voeren. Men ontmoet, door de geheele Volkplanting +van Surinamen, heggen van Limoen-boomen; en by de Stad Paramaribo +groeijen zy aan den weg. Het is zeer te bejammeren, dat men deeze +limoenen niet naar Europa kan overvoeren; maar men voert vaatjes, +met derzelver sap gevuld, derwaarts. De inwooners deezer Volkplanting +leggen ze in suiker, en bewaaren ze in groote aarde kruiken. + +Op het na-gerecht van deeze zelfde maaltyd, merkte ik, onder +verscheide uitmuntende vruchten, een zoort van appel op, welken men +alhier mammy noemt. Deeze groeit aan een boom van de gedaante van +een oranje-boom, waar van de schors grys is, het hout witachtig en +ruw, en het blad zeer dik, glad, driehoekig en zonder vezelen. Deeze +vrucht, die byna rond is, en eenen omtrek van vyf of zes duimen maakt, +is met eene harde en roest-kleurige schil bedekt; derzelver vleesch +heeft de kleur van wortelen, en ook dezelfde vastheid. Het bevat twee +groote nooten, waar van de amandelen bitter zyn; maar de vrucht heeft +een uitmuntenden smaak: het is een mengzel van zuur en geurigheid, +het welk alle andere in deeze Volkplanting overtreft. Men vindt in +Surinamen ook tweederlei zoort van amandelen, gewoonlyk door de Negers +pistaches en pinda genoemd. De eerste gelyken naar kleine kastanjes, +en groeien als trossen aan den boom; de tweede worden voortgebracht +door een heestergewas, en vormen zig onder den grond. [12] Beide +zoorten van deeze amandelen zyn olyachtig en zoet; de laatstgemelde +bevat 'er twee in eene schel; alle zyn zy aangenaam om raauw te eeten, +maar nog beter, wanneer zy onder heeten asch gebraden worden. + +Dewyl ik van vruchten spreek, is het hier, zoo ik meen, de plaats, +om eene misslag van Mejuffrouw DE MERIAN aan te roeren, die verklaart, +dat de druiven in Guiana gemeen zyn. Deeze misslag is des te sterker, +dewyl men weet, dat de vruchten, die alleen in eene kleine dunne +schel besloten zyn, als de druiven, [13] de kerssen, de aalbessen, +de aardbeziën, de pruimen, de abrikosen, de persiken, en zelfs de +appelen en peeren, de brandende hette van den zonne-keerkring niet +verdragen kunnen. + +My tans op nieuw te Paramaribo bevindende, is het, zoo ik meen, +voegzaam, om het dieren- en planten-ryk voor eenigen tyd te verlaten, +en den aandacht van den lezer op het regerings-bestuur van deeze +schoone Bezitting te vestigen; een onderwerp, het welk hy misschien +zedert lang verwagtte. + +Ik heb reeds gezegd, dat twee derde der Surinaamsche Volkplanting +tegenwoordig aan de Stad Amsterdam behooren, en dat de West-Indische +Maatschappye eigenaar is van het laatste een derde gedeelte. Ik heb +ook te kennen gegeven, dat de rechterlyke macht door onderscheidene +Raaden van rechts-oeffening word uitgeoeffend. Ik zal dezelve dus tans +in hunne orde aanwyzen, zoo als my dit door den Gouverneur, den heer +NEPVEU, is mede gedeeld. De eerste is de Raad van Crimineele Justitie, +en van Politie. Dezelve bestaat in het geheel uit dertien leden, wier +ampten voor hun leven zyn. De Gouverneur, die 'er de Voorzitter van +is, verkiest dezelven uit eene dubbele lyst, die hem door de inwooners +word aangeboden. De Commandant, of de afgezonden Gouverneur, is eerste +Raad. De bedienende Leden van dit Hof zyn derhalven; + + +De Gouverneur, +De Commandant, +Een Procureur-Fiscaal, +Een Secretaris, +Negen Raden. + + +De kennis van alle lyfstraffelyke zaaken behoort aan deezen Raad; +maar de Gouverneur heeft het recht van schorssing der vonnissen, +en zelfs om genade te bewyzen. + +De Raad van Civiele Justitie bestaat ook uit dertien Leden, die door +den eerstgemelden Raad verkooren, en alle vier jaaren vernieuwd +worden. De Gouverneur is aldaar ook Voorzitter, en de bedienende +Leden zyn: + + +De Gouverneur, +Een Procureur-Fiscaal, +Een Secretaris, +Tien Raden. + + +Deeze Raad neemt kennis van alle burgerlyke rechts-zaken, en zelfs +van geringe beledigingen. + +Na deezen koomt het Subalterne Collegie, of Kamer van kleine zaken, +bestaande uit elf Leden, die al mede door den Gouverneur en het +eerstgemelde Hof verkozen worden, en behalven den Secretaris, wiens +ampt voor zyn leven is, insgelyks alle vier jaaren vernieuwd, en +uit de laatst afgegaane Justitie-Raden genomen worden. De bedienende +Leden van dit Collegie zyn derhalven: + + +Een Vice-President, +Een Secretaris, +Negen Raden. + + +Het zelve heeft het opper-toezicht over de openbaare gebouwen, over +de straaten, over de laanen van oranje-boomen, over de grachten, +enz. Het beoordeelt ook de twistgedingen beneden de twee honderd en +vyftig guldens; alle geschillen over grootere sommen moeten voor het +Hof van Civiele Justitie gebragt worden. + +'Er is ook nog een ander Collegie, namelyk de Wees- en onbeheerde +Boedel-kamer. Het bestaat uit + + +Verscheiden Commissarissen, +Een Secretaris, +Een Boekhouder, +Een Thesaurier, +En eenen anderen gezworen Secretaris. +De bedienden der Finantie zyn: +De Ontfanger der in- en uitgaande rechten, +De Ontfanger der groote en kleine imposten, +De Ontfanger van het hoofd-geld. +De Ontfanger der renten. + + +Ik zal van de bedieningen deezer Amptenaaren meer opzettelyk +spreken, wanneer ik de algemeene inkomsten deezer Volkplanting +zal behandelen. Ik bepaale my tans tot het geen derzelver +Regeerings-bestuur betreft. Ik heb reeds gezegd, dat de Gouverneur aan +het hoofd der burgerlyke en der krygszaaken is; de andere openbaare +amptenaaren zyn voornamelyk: + + +De Secretaris van zyne Excellentie, den Gouverneur, +Een Provoost, met het doen vervolgen der Negers belast, +De Commissarissen van de Magazynen der levensmiddelen, +Vier Opzichters over den uitvoer van de suiker, +Een Opzichter over de vaten melasse, of syroop van suiker, +Een Opzichter over alle de Noord--Americaansche schepen. +Twee Omroepers, +Twee Sergeanten of Boden van den Raad, +Twee Landmeeters, +Drie Meters van timmerhout, +Een Opzichter over het vee, enz. +Een Opzichter over de maaten en gewichten, +Drie Hollandsche Predikanten, +Een Fransch Priester, + +Een Lutersch Predikant, +Drie Meesters van openbaare Schoolen, enz. + + +De krygsmacht bestaat uit elf Compagniën. Elk van dezelve heeft +tot Officiers, een Capitain, een Lieutenant, een Ouder-Lieutenant, +een Vaandrig, een Secretaris, en een Kassier. De Capitains zyn +doorgaans gezworen Priseerders by het verkoopen der Plantagiën, +aan de verschillende Rivieren in hunne wyk gelegen. + +Zie daar, welke de voornaamste amptenaaren van het bestuur in de +Volkplanting van Surinamen zyn. Dit bestuur zoude niet kwaad zyn, +indien het niet door eene snoode gierigheid besmet wierd, tot groot +nadeel van deeze schoone Bezitting in 't algemeen, en van derzelver +inwooners in 't byzonder. Deeze Volkplanting, wel bestuurd wordende, +zoude een hof van Eden zyn, niet alleen voor de Europeaanen, maar zelfs +voor de slaven. Het zoude niet moeielyk zyn verbeteringen op te geven, +noch ook dezelve uit te voeren. Ik zal by eene andere gelegenheid de +aanmerkingen mededeelen, welken ik ten deezen opzigte gemaakt heb; +en ik twyfele geenzints, of een weinig oplettenheid op een enkel +punt, zal de gelukkigste uitwerkingen voortbrengen. En kan ik dan +al, even gelyk de Samaritaan, geen balsem op alle wonden gieten, +ik zal ten minsten het geneesmiddel kunnen aanwyzen, het welk, op +eene gepaste wyze gebezigd wordende, de kwaaien van een groot getal +lieden geneezen zoude. + +Ik heb de onaangenaame taak ondernomen, om te bewyzen, hoe deeze +Volkplanting, door bloeddorstige en gewelddadige middelen, zig zoo +dikwils op den oever van haaren ondergang gezien heeft. Hoe roemryker +zoude het zyn voor hun, die 'er de magt toe in handen hebben, om niet +alleen haar te redden, maar ook met haar, veele fraaie Volkplantingen +in de West-Indiën! zy zouden dit doen door middel der beöeffening +van eene uitdeelende en algemeene gerechtigheid, en door het geven +van een loffelyk voorbeeld van goedwilligheid en menschelykheid. + +Ik kan van de verhandeling van het staatkundig bestuur in Surinamen +niet afstappen, zonder het afschryven van deszelfs zinspreuk, die +met de daaden zoo weinig overëenkomstig is. Zy is deeze: "Justitia, +pietas, fides." De wapens zyn in drie deden verdeeld, bevattende, +zoo ik meen die van 't Huis van Sommelsdyk, van de West-Indische +Maatschappye, en van de Stad Amsterdam: zy worden gedragen door +twee klimmende leeuwen, en dienen om het papieren geld te zegelen, +enz.--Maar laat ik myn verhaal vervolgen. + +Den 30sten, ontmoette ik dien goeden matroos, CHARLES MACDONALD, +en dewyl ik dertig kruiken Jamaicasche rhum gekocht had, gaf ik 'er +hem eenige van, om hem het geschenk van een ham en van een hond te +vergelden; ik voegde 'er een schulp van paerel d'amour by, met zilver +beslagen, welke ik hem verzogt tot eene gedachtenis te bewaren. Deeze +brave jongen ging des anderen daags weder naar Virginie scheep, aan +boord van de Peggy, waar van Capitain was LOUIS, die my beloofde hem +tot zynen Stuurman te zullen bevorderen. + +De hond, waar van ik zoo even sprak, herïnnert my twee aanmerkingen, +welke ik in Guiana omtrent dit zoort van dieren gemaakt heb. De +eerste is, dat zy aldaar het vermogen of de hebbelykheid van blaffen +verliezen: het is zelfs eene zeer bekende zaak, dat de honden, die +aldaar geboren zyn, nooit geblaft hebben. De tweede is, dat zy aldaar +nooit door de watervrees worden aangetast, ik herïnner my ten minsten +niet een enkelen dollen hond in deeze Volkplanting gezien te hebben, +noch 'er van te hebben hooren spreken; deeze laatste byzonderheid is +des te opmerkelyker, om dat deeze verschrikkelyke ziekte, in andere +Landstreeken, doorgaans word toegeschreven aan de drukkende hette van +de honds-dagen, het geen die benaming genoegzaam aanduidt. De Indianen, +of inboorlingen van Guiana, hebben allen honden, waar van zy zig tot +de jagt bedienen. Deeze dieren zyn mager en klein, zy hebben kort +hair van eene vuile witte kleur, een langwerpigen snoet, en recht +op staande ooren; zy zyn zeer bekwaam om het wildt op te spooren; +maar zy hebben alle de gebreken van de kleine jagthondjens. Ik moet +niet vergeten op te merken, dat, schoon de Americaansche honden niet +blaffen, zy niettemin een zeer sterk geknor doen hooren. De myne, +die, zoo als ik gezegd heb, uit Virginie kwam, was in dit stuk zoo +lastig, dat één van myne buuren hem, na verloop van veertien dagen, +dat hy by my was, met een snaphaan dood schoot. + +Byna op deezen zelfden tyd, kwamen verscheide huisgezinnen van +Americaansche vluchtelingen te Paramaribo aan, die verjaagd waren door +den oorlog, welke tusschen myn geboorteland en deszelfs Volkplantingen +ontstaan was; ik was in de daad over hun lot aangedaan, en ik moet +verklaaren, dat niemand ooit meer vriendschap aan een Engelschman +betoonde, dan zy my by een groot aantal gelegenheden bewezen. + +Den 3den Augustus, wanneer de heer DE GRAAF, die alles met den heer +LOLKENS op de Plantagie Fauconberg regelde, in de stad te rug kwam, +dacht ik, dat het voegzaam was, om zelf met hem eene schikking te +maken, en hem voor te stellen van my een handschrift aan te nemen, +tot dat ik de somme dadelyk betaald zoude hebben, waar voor men +toestond JOANNA, en mynen zoon aan my te verkoopen, eene somme, +die ik bereid was op myne verteeringen uit te spaaren, door, indien +het mogelyk was, alleen van brood, zout en water te leven; en zelfs, +in weerwil van deeze ongemeene soberheid, had ik twee of drie jaaren +noodig, om dezelve by één te halen. De Voorzienigheid liet my niet +in deeze verlegenheid; zy zond ter myner hulp die uitmuntende vrouw, +Mevrouw GODEFROY, die zoo dra niet onderricht was van de smartelyke +gesteldheid, waar in ik my bevond, of zy noodigde my by haar ten eeten, +en na den maaltyd, sprak zy my in deezer voegen aan: + +"Ik weet, myn lieve STEDMAN, welke uwe gevoelens zyn, en dat het +voor een Officier volmaakt onmogelyk is, zoodanig ontwerp, als +het uwe, met zyne inkomsten uit te voeren; maar begryp, dat men, +zelfs in Surinamen, in zyne vrienden eenige deugd kan ontmoeten: uwe +blakende liefde voor deeze jonge vrouw, die dezelve zoo waardig is, +en voor uwen zoon, moet, ten spyt van dwaasheid en onverstand, u de +achting van alle weldenkende lieden doen verwerven. Ik ben over uwe +handelwyze in deeze zaak dermaten getroffen, dat ik my zelve zoude te +beschuldigen hebben, indien ik u in de volvoering van zulke loffelyke +oogmerken niet behulpzaam was; staa my derhalven toe, om in uw geluk, +en in dat van de deugdzaame JOANNA, en haaren zoon, deel te nemen, +door u te verzoeken, eene somme van twee duizend guldens, of zelfs eene +grootere somme, zoo gy die benoodigd hebt, aan te neemen. Zie daar dit +geld, STEDMAN; ontruk daarmede de onschuld, de deugd, de schoonheid, +aan de dwinglandye, aan de onderdrukking, en aan de verguizing". + +Deeze achtenswaardige vrouw, ziende dat ik haar aankeek, in een staat +van volmaakte verstomming, en als of ik het vermogen van spreken +verloren had, vervolgde haar gesprek, met eene aanbiddelyke goedheid: + +"Laat uwe kieschheid, myn lieve vriend, zig niet ontrusten, noch +over deeze zaak bekommeren. Soldaten en zeelieden moeten geene groote +plichtplegingen maken. Alles wat ik van u vorder, bestaat hier in, dat +gy van dat alles geen enkel woord spreekt".--Zoo dra ik weder in staat +was om te spreeken, antwoordde ik haar: "Dat myne geheele verlegenheid +daar in bestond, op welke gepaste wyze ik aan haar betuigen zoude, +hoe zeer ik van haare edelmoedige goedheid doordrongen was." Ik +voegde 'er by: "Dat JOANNA, die my zoo dikwerf het leven had doen +behouden, zekerlyk myne onöphoudelyke liefde verdiende, maar dat myne +dankbaarheid niet minder duurzaam zyn zoude omtrent iemand, die my in +de mogelykheid stelde, om eene jonge vrouw van zulke groote verdiensten +van de slavernye vry te koopen;" en ik eindigde, met aan deeze Mevrouw +te kennen te geven; "Dat ik voor het tegenwoordige niet het minste +gedeelte van die somme zoude aanraken, maar dat ik des anderen daags de +eer zoude hebben haar wederom te zien;" en oogenblikkelyk vertrok ik. + +Ik was zoo dra niet t'huis gekomen, of ik verhaalde JOANNA, het geen +'er was voorgevallen. Zy smolt dadelyk in traanen weg, en riep uit: +"Gado sa bresse da woma! God zegene deeze vrouw." Zy hield aan, dat +ik haar aan Mevrouw GODEFROY verpanden zoude, tot dat de geheele +somme aan dezelve zoude zyn te rug gegeven. JOANNA verlangde wel +vuuriglyk, om haaren zoon vry te zien; maar zonder de voorwaarde, door +haar opgegeven, weigerde zy volstrektelyk de vryheid voor haar zelve +aan te neemen. Ik zal geen tafereel pogen te schetsen van den stryd, +dien ik tusschen liefde en plicht moest doorstaan; ik zal my bepaalen +met te zeggen, dat ik het verlangen van dit beminnelyk schepzel, +wier gevoelens my meer en meer bekoorden, inwilligde. Ik verklaarde +derhalven by geschrift, en overëenkomstig haare toestemming, dat +JOANNA, van dien dag af aan, aan Mevrouw GODEFROY toebehoorde, tot +dat ik haar de geheele somme, welke zy my geleend had, betaald zoude +hebben; en des anderen daags bragt ik haar, met toestemming haarer +nabestaanden [14] by deeze Mevrouw, alwaar zy zig voor haare voeten +werpende, haar het geschrift ter hand stelde. Maar de onvergelykelyke +Mevrouw GODEFROY had het zelve zoo dra niet doorloopen, of zy riep uit: +"Laat dit alzoo geschieden! koom, myne JOANNA, ik neem u, niet voor +myne slavin, maar tot myn gezelschap. Ik zal voor u eene wooning +in myne orangerie doen bouwen; myne slaven zullen u aldaar dienen, +tot dat de Voorzienigheid over my beschikt; dan zult gy u volmaakt +vry zien, zoo als gy in de daad zyn zult op het oogenblik, dat gy +uwe vryheid begeert, als welke gy, zoo door uw goed gedrag, als van +wegen uwe afkomst, [15] ontwyffelbaar verdient." Op deeze voorwaarden +ontfing ik den 9den het geld, en ik bragt het den zelfden dag in +myn hoed aan den heer DE GRAAF. Het zelve op zyne tafel hebbende +nedergelegd, verzogt ik hem eene behoorlyke quitantie; en JOANNA +was niet meer afhangelyk van de elendige Plantagie Fauconberg, +maar alleen van de bescherming der eerbiedwaardigste vrouw, die +in de Hollandsche bezittingen, ja misschien in de geheele weereld, +gevonden word. Zy bedankte my met eenen oogwenk, welke geen Engel +zelfs met een bekoorlyker indruk konde toevoegen. + +De heer DE GRAAF, het geld hebbende nageteld, zeide my: "Myn lieve +STEDMAN, van deeze somme komen my, als bestuurder der Plantagie, +twee honderd guldens. Gedoog, dat ik dezelve niet aanneeme, en alzoo +in deeze gelukkige gebeurtenis deele. Ik zal my volkomen betaald +oordeelen door het genoegen, van tot het geluk van twee lieden, +die zoo veel achting verdienen, te hebben mogen medewerken." + +Na deezen belangloozen vriend bedankt, en hem vriendschappelyk de hand +gedrukt te hebben, bragt ik oogenblikkelyk de twee honderd guldens +aan Mevrouw GODEFROY te rug, en wy waren allen gelukkig. + +De menschlievenheid van deeze vrouw bepaalde zig toen niet tot den +dienst, dien zy ons deed, want, de deerniswaardige gesteldheid der +zieken op Maagdenberg vernomen hebbende, zond zy hun ten geschenke +een vaartuig, beladen met vruchten, groenten, en allerleie zoorten +van ververschingen. + +Den 7den Augustus, schreef ik aan den heer LUDEN, om hem van deeze +schikking kennis te geven, en hem te bedanken, dat hy van het +gewichtigste gedeelte van zynen eigendom wel hadde willen afstand +doen. Myne enklauw op dit oogenblik byna genezen zynde, schreef ik +ook aan den Colonel, dat ik de eer zoude hebben, my binnen eenige +dagen by hem te vervoegen. Ik zond deezen brief naar Barbacoeba, +want hy bevond zig aldaar; steeds, terwyl de onverschrokken Capitain +STOELEMAN, met eenige Neger-Jagers de bosschen van eenen anderen kant +doorkruistte: dien zelfden dag had hy vier der oproerige Negers naar +Paramaribo gezonden. [16] + +Den 10den, volmaakt hersteld zynde, en my gereed bevindende om in de +bosschen te trekken, nam ik afscheid van myne vrienden, en van myn +klein huisgezin, het welk ik by den heer DELAMARE liet, die 'er my om +verzogt. Ik vertrok dus wel gemoed in een overdekt vaartuig, om mynen +vyfden veldtocht te beginnen, en in de hoop van den Colonel FOURGEOUD +te vergezellen. Hy verëenigde alle zyne kragten, en maakte de noodige +toebereidzels, om binnen eenige dagen den vyand te gemoet te trekken. + +Den 14den, kwam ik te Barbacoeba, aan het bovenste gedeelte van de +Cottica; de zelfde plaats, waar ik my bevond, toen ik den slang Aboma +doodde. Ik vond aldaar den Bevelhebber, die my zeer vriendelyk ontfing, +en gereed stond om des anderen daags te vertrekken. Nooit zag ik de +soldaten zoo bemoedigd, noch zoo stipt den dienst waarnemende. Zy +wierden door verschillende beweegredenen aangezet: de één, door het +vermaak om te vechten; de ander door een geest van wraakzucht tegen +de muitelingen; zommigen, die de bedaardsten waren, door de hoop van +deezen oorlog te zien eindigen; anderen eindelyk hadden verdriet in een +leven, dat door een gestrengen dienst en door ziekten beurtelings wierd +afgewisseld, en verlangden, om een roemryk einde aan hunne elende te +maken; want 'er is geen ongelukkiger leven, dan dat van een soldaat +of matroos, die aan vochtigheid, of aan de hette van eene brandende +zon, in het midden van eindelooze bosschen, onder den zonne-keerkring +gelegen, by aanhoudenheid is blootgesteld. + +EINDE VAN HET TWEEDE DEEL. + + + + + +BERICHT VOOR DEN BINDER. + +XVII. Wachtpost van Vrydenburg, aan de Rivier Maroni.--Mitsgaders +gezicht van drie Legerplaatsen, aan de Wana-Kreek: te plaatsen tegen +over [20] + +XVIII. Gezicht van de Reede en Stad Paramaribo [40] + +XIX. Platte grond der Stad Paramaribo [44] + +XX. Eene Slavin, behoorende tot het geslacht der Quarteronnés Slaven +[54] + +XXI. Eene Samboe Slavin, wier lichaam door zweepslagen is van één +gereeten [88] + +XXII. Eene Indiaansche Familie, tot het geslacht der Caraïben +behoorende [158] + +XXIII. Wapenen, Huisraad en Cieradiën der Indianen [206] + +XXIV. Gezicht van den Wachtpost de Hoop, en van de Plantagie +Klarenbeek, beiden aan de Commewyne [212] + +XXV. De Aapen, genaamd Coiata, en Saki-Winki [224] + +XXVI. Tak van den Roucou- of Arnotta-Boom.--Riviervisch, genaamd +Dago-Faisy.--En de New-Mara [236] + +XXVII. Een Surinaamsch Planter, in zyn morgen-gewaad [282] + +XXVIII. De Koolboom; en Palmboom, Mauricy genaamd [302] + +XXIX. Post van Maagdenberg, aan de Tempaty-Kreek.--En Post van Calais, +aan de Cassivica-Kreek [306] + + + + + + +NOTES + +[1] Volgens Mejuffrouw MERIAN en LINNAEUS is STEDMAN in dit verkeerd +begrip gevallen. De eijeren van de Pipal, uit het lichaam van het +wyfjen uitkomende, worden door het mannetjen vruchtbaar gemaakt; op +de zelfde wyze, als die van alle andere kikvorschen of padden. Het +mannetje duwt ze te gelyker tyd onder zyn buik, en spreidt ze uit +op den rug van het wyfjen: de eijeren kleeven aan de huid vast, +en het vruchtbaarmakend vocht van het mannetje, het geen dezelve +besproeit, doet de bekleedzelen van den rug opzwellen. De eijeren +intusschen worden dik, de jongen broeien uit, komen uit hunnen dop, +en een waarnemer, die hen op dit oogenblik ontmoet, zou gelooven, +dat zy op den rug zelven van hunne moeder zyn voortgebracht. + +Aantekening v. d. Franschen Vert. + +[2] Men leest in de Beschryving der Dieren van den heer PENNANT, +dat deeze zelfde ARSCOTT, een Engelschman, zoo verre gekomen is, dat +hy eene gemeene padde eenigermaten heeft tam gemaakt. Dezelve was van +eene ongemeene grootte; het was omtrent zes-en-dertig jaaren geleden, +dat deeze padde zig voor de eerste maal aan den vader van ARSSCOTT +vertoond had; hy had langen tyd onder een trap gehuisvest. De zorg, +die men voor zyn onderhoud droeg, maakte hem tot een huisdier, +zoodanig dat hy alle avonden, wanneer hy licht in huis bemerkte, +voor den dag kwam, en de oogen opsloeg, als of hy verwagtte, dat men +hem zoude opvatten, om op de tafel zetten. Aldaar vond hy zyn eeten +klaar gemaakt; dit bestond uit wormen, van het zoort, zoo als men op +bedorven vleesch ziet te voorschyn komen: men bewaarde dezelve voor +hem in zemelen. De pad ging dezelve met aandacht na; en wanneer zig +één van deeze wormen onder zyn bereik bevond, bespiedde hy dien met +het oog, en bleef eenige oogenblikken onbeweeglyk; vervolgens wierp hy +eensklaps zyne tong van verre op den worm, die 'er aan bleef hangen, +door middel van een lymig vocht, waar mede dezelve aan het einde +bestreeken was; deeze beweeging van de tong was zoo gezwind, dat +'er de toekyker geen oog op houden konde. + +Het is waarschynlyk, dat deeze padde zeer lang geleefd zoude hebben, +zoo niet een huis-raaf hem op zekeren tyd by den ingang van zyn hol +had aangepakt. De pogingen, welke ARSSCOTT deed, om de padde aan +zynen vyand te ontrukken, konden niet beletten dat deeze hem een +oog uitpikte; schoon hy naderhand nog een jaar geleefd heeft, wierd +hy treurig en kwynende. Hy had veel moeite, om zynen buit meester +te worden, dewyl het verlies van zyn oog hem het vermogen benam, +om denzelven juist te mikken. + +Aanteeken. v. d. Franschen Vert. + +[3] Indien men zommige reizigers gelooven mag, maakt de Trompetter +zig meester van de voorplaats. Des morgens jaagt hy alle de kalkoenen, +eendvogelen en andere huisdieren naar buiten; en des avonds noodzaakt +hy dezelve om te rug te komen: hy zelf sluit zig niet op; hy slaapt +of op het dak van de voorplaats, of op een naby staande boom. + +Aant. v. d. Fransschen Vert. + +[4] Deeze driehoeken hebben drie punten, zynde lang en met weerhaken, +gelykende naar kleine dreggen, en die uit een yzeren halsband uitkomen. + +Aanteek. v. d. Schryver. + +[5] De Lepelaar, of Bécharu, is de Flamant van BRISSON, of de +Flamant van BELON, en de Phoenicopterus der ouden. Men zegt, dat de +laatstgemelde naam, afgeleid van den naam, dien de Grieken aan deezen +vogel gegeven hebben, volgens deszelfs oorsprong beteekend, een vogel +met vuur-kleurige vlerken, en schildert zeer wel den Phoenicopterus, +wiens vlerken in de daad van een zeer levendig roode kleur zyn. De +naam van Bécharu is hem gegeven uit hoofde van de byzondere gedaante +van zyn bek, die gekromd is als het kromhout van een ploeg. + +Deeze vogel is eenig in zyn zoort, en maakt een geslacht op zig +zelf uit. Men vind die op 't oude vaste Land; en in Europa, op de +kusten van Spanjen, Italiën, Provence, en Languedoc. De Americaansche +Indianen maken, van zyne fraaije vederen, halsbanden, mutsen, gordels, +waar mede zy zig vercieren. Het vleesch van den jongen Phoenicopterus +wierd door de ouden als eene uitgezochte spyze beschouwd. + +[6] Het schynt, dat dezelve de pacobe of bacove van Cayenne is. Men +noemt de vrucht van den Bananen- en Plantain-boom doorgaans bananen; +maar wy hebben dezelven, met den Schryver van dit werk, onderscheiden, +door aan de vrucht van den laatstgemelden, den naam van plantain +te geven. Dit was noodzakeiyk, want hy verwart ze niet, en spreekt +dikwils van beiden te gelyk. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[7] De Schryver van deeze reize verwyst hier den lezer tot de meer +uitgebreide opgaven, door Dr. BANCROFT aangaande dit vergift gegeven +in zyne natuurlyke Geschiedenis van Guiana, een werk, weinig of in +'t geheel niet in Frankryk bekend. + +BANCROFT begint met te verhaalen, het geen DE LA CONDAMINE voor hem +nopens dit vergift gezegd heeft; zie het zelve hier: "De Yamcos zyn +zeer afgericht op het maken van lange pylkokers, die het gewoonste +jagt-wapen der Indianen zyn. Zy doen daar in kleine pylen van palmhout +passen, welke zy, in plaats van met vederen, met een kleine kloen +catoen voorzien, die de buis naauwkeurig vult. Zy werpen dezelve +door blaazen dertig of veertig schreden ver, en missen byna nooit te +raken. Een zoo eenvoudig werktuig vervult by alle deeze volken met zeer +veel voordeel het gebrek van schietgeweer. Zy doopen de punt van deeze +kleine pylen, als mede die van hunne bogen, in zulk een scherp vergift, +dat het zelve, wanneer het versch is, in minder dan één minuut het dier +doodt, het welk door den pyl gewond is. Schoon wy snaphaanen hadden, +hebben wy, aan de Rivier, nooit wildt gegeten, het welk op eene andere +wyze gedood was, en dikwils hebben wy de punt van den pyl onder den +tand gevonden; daar by is geen gevaar hoe genaamd; dit vergif werkt +niet, dan wanneer het onder het bloed koomt. Dan is het voor den +mensch niet minder doodelyk, dan voor andere dieren. Het tegengift +is het zout, en nog zekerder de suiker"--Op een andere plaats: + +"Dit vergift is een uittrekzel, door middel van het vuur gemaakt, uit +de sappen van onderscheidene planten, en in 't byzonder van zekere +heestergewassen. Men verzekert, dat het vergift, ticunas genaamd, +zynde het zelfde, waar mede ik de proef genomen heb, het welk onder +de verschillende zoorten, die langs de Rivier der Amazonen bekend +zyn, het meest geacht is, uit meer dan dertig zoorten van kruiden is +zaamgesteld". (Verkort verhaal van eene reize door de binnen-lánden +van Zuid-America gedaan.) + +"De ticunas (dus vervolgt Dr. BANCROFT) wordt waarschynlyk gemaakt +van de zelfde kruiden, als de wourara, een vergift, het welk zynen +naam ontleent van het heestergewas, het welk 'er de grondslag van +uitmaakt. Het vergift der Accawaus-Indianen, het welk voor het +geweldigste gehouden wordt, bestaat slechts uit vyfderley kruiden, +wel verre, dat het uit dertig zoude bestaan, zoo als de heer DE +LA CONDAMINE van de ticunas opgeeft. Andere volken echter, en in 't +byzonder de Arrawks, voegen 'er naar goedvinden de tanden en lever van +een vergiftige slang, als mede roode peper, by; het laatste, om 'er de +werking van te vermeerderen. De Worrows mengen 'er een grooter getal +kruiden onder, misschien uit bygeloovigheid, of om dat zy zig door +onkunde verbeelden, dat zy, meerder dingen onder elkander mengende, +de verlangde uitwerking des te zekerder bekomen zullen. + +"Zie hier het voorschrift van het vergift der Accawaus, het welk +verscheiden van hunne Peji of Geneeskundigen my op verschillende tyden +gegeven hebben: allen stemden zy over één met opzigt tot het zoort en +getal der planten; zy verschilden alleenlyk in de hoeveelheid of gifte. + +Men neemt van alle de kruiden, waar uit dit mengzel bestaat, even veel. + +Men neemt zes deelen van de schil van den wortel van wourara, twee +van de schors van warra cobba courra; één van de schil van den wortel +van concassapi, één van balleti, en eindelyk één van hatchybaly. + +Men schraapt alles fyn, doet het in een kruik, en giet 'er water +op. Men zet deeze kruik op een matig vuur, zoo dat het na verloop +van een vierde van een uur begint te koken. Dit gedaan zynde, moet +men het sap met de hand uitdrukken, zorg dragende, dat de huid niet +ontvelle. Men werpt de bast weg, en doet vervolgens het sap op een +matig vuur uitdampen, tot op de dikte van pik en teer. Dan neemt men +het af, en men doopt daar in kleine platte stukken cokarito hout, (een +zoort van palmhout,) waar aan het vergift, wanneer het koud is, blyft +hangen, en dan de gedaante heeft van een roodachtig bruine gom. Deeze +stukken hout dus bestreken zynde, steekt men dezelve in groote holle +rottingen, aan beide einden met een huid toegemaakt. Wanneer men een +pyl wil vergiftigen, werpt men één van deeze stukken hout in 't water, +of men houdt het zelve boven den rook van 't vuur, om door dien damp +week te worden; in het eerste geval doopt men de pyl in 't water, en in +'t tweede wryft men die tegen dit stuk hout. De kleinste hoeveelheid +van dit vergift, door eene wonde in de bloedvaten van een dier gebragt +zynde, doet het zelve in minder dan één minuut sterven, zonder eene +blykbaare waare pyn, schoon men zomtyds ligte stuiptrekkingen op het +oogenblik van den dood bemerkt. + +De heer DE LA CONDAMINE zegt, dat de Indianen misdadige vrouwlieden +tot het bereiden van dit vergift gebruiken, en dat, wanneer zy den +geest geven, zulks een bewys is, dat het genoeg gekookt heeft: dit +gelykt zeer naar een verdichtsel. De Indianen, die in den omtrek +der Volkplanting van Demerary woonen, doen, hun vergift in de vrye +lucht uitdampen, tot dat het zyne volkomene dikte verkregen heeft, +en zulks zonder het minste gevaar. + +"De kruiden, die tot het zamenstellen van dit vergift der Accawaus +gebruikt worden, zyn heestergewassen van onderscheiden zoort. + +"Ik heb 'er de proef mede genomen op dieren die ziek waren, en weinig +bloed hadden; ik bevond, dat het een langzaamer uitwerking deed, +dan op sterke en gezonde dieren. + +Men weet geen zeker tegengift tegen dit vergift. Ik twyffel, of +eenig geneesmiddel, langs den weg, tot de spysverteering geschikt, +ingenomen, schielyk genoeg kan werken, om deszelfs verschrikkelyke +gevolgen voor te komen. Om de uitwerking van de ticunas tegen te gaan, +geeft DE LA CONDAMINE het zout, en als een zekerder middel de suiker +op. De blanke inwooners van Demerary schryven dezelfde kragt aan het +sap van het suikerriet toe, maar de Indianen zyn het daar mede niet +eens, en ik heb geene enkele keer het bewys van deszelfs kragtdadige +werking kunnen ontdekken. De zelfde reiziger spreekt van eene proeve, +te Caijenne in tegenwoordigheid van den Bevelhebber genomen, aan +een hoen, door eene vergiftigde pyl gewond, het welk men suiker deed +inneemen, zonder eenig blyk van ongesteldheid te geven. Maar deeze +proef te Leiden, in tegenwoordigheid van verscheiden Hoogleeraars +in de Geneeskunde aldaar, hernieuwd zynde, was zonder het verlangd +gevolg, schoon de koude van den winter ontwyffelbaar de werking van +het vergift verzwakt had. + +Wanneer één der watervaten door één van deeze vergiftigde pylen +gekwetst is, volgt 'er eene koortsachtige ontsteeking op. Ik heb +'er een voorbeeld van gezien in een Indiaan, tot zekere Plantagie +behoorende, die zig den voorsten vinger van de linke hand met +één van deeze pylen ligtelyk ontveld had. Dewyl 'er geen bloed +uit liep, vreesde hy niets; maar wel dra wierd zyne wonde pynlyk, +zyne hand zwelde verbaazend op, en dienvolgende kwam deeze man my +raadplegen. De uitwerking van dit vergift toen niet kennende, deed +ik een Peji uit den stam der Arrawks roepen, die in de nabyheid was, +en vroeg hem door een tolk, of hy eenig geneesmiddel tegen dit toeval +had. Hy antwoordde my van neen; maar hy verzekerde my, dat de Indiaan +'er niet van sterven zoude, dewyl 'er geen bloed uit de ontvelling, +die naauwlyks zigtbaar was, geloopen had. De uitwerkzels van het +vergift wierden intusschen steeds geweldiger; en niet alleen zyne +hand, maar zelfs de geheele arm was ontstoken. De pols was hard, +schielyk, afgebroken; de ademhaling moeielyk, met eene koortsige +hette, een brandende dorst, en de oxel-klieren waren gezwollen. De +zieke wierd in tyds adergelaten. Men wond hem den arm in linnen, +het welk in oly en azyn was nat gemaakt. Verscheide middelen, de +ontsteeking tegengaande, wierden inwendig toegediend; maar ik zal +ze niet opnoemen, want ik weet niet, of zy van eenig nut waren. In +twaalf uuren verminderde het geweld der toevallen zichtbaar; en des +anderen daags morgens was 'er geen blyk meer van overig. + +"Ik zal 'er byvoegen, als eene andere uitwerking van dit vergift, +dat wanneer een aap door eene vergiftigde pyl gewond is, hy op den +grond valt; wanneer hy door eene gewoone pyl geraakt is, klimt hy op +den top van den boom, en blyft aldaar; zelfs na dat hy reeds dood is". + +De proeven van Dr. BANCROFT omtrent het door hem vermelde vergift, +dezelfde zynde, als die van FONTANA aangaande de ticunas, zullen wy +het besluit van deezen Natuur-kenner des aangaande opgeven. + +Van de ticunas, of het Americaansch vergift. + +"De reuk van dit vergift, wanneer het droog is, is geheel onschadelyk; +en zoodanig zyn ook deszelfs deeltjens, die door de lucht in den mond +of in de neus, en vervolgens in de long komen. + +"De uitwaassemende dampen van het Americaansch vergift, (het zy men +het op gloeiende kooien geworpen heeft, het zy men het in een pot +heeft laten koken,) zyn onschadelyk, het zy men ze ruikt, het zy men +ze inademt. + +"Schoon het vergift, waar van ik my bediende, door ouderdom veel +verloren had, had het egter zyne wezentlyke eigenschap behouden, om +in zeer korten tyd, en in zeer kleine giften, zeer sterke dieren te +dooden; en het was altyd zonder gunstig gevolg, wanneer ik deszelfs +werking tragte te beletten door suiker en zout, welke ondertusschen +de twee eigenäartige geneesmiddelen zyn van den heer DE LA CONDAMINE, +die daar in het begrip der lieden van dit Land gevolgd heeft. + +"Dit vergift ontbindt zig gemakkelyk en zeer goed in water, zelfs +in koud water, als mede in zuuren uit het ryk der mineraalen en +planten. Echter ontbindt het zig veel langzaamer in vitriool-oly, +dan in andere zuuren, en het wordt 'er zoo zwart in als inkt: het +welk met geene der andere zuuren gebeurt. + +"Het maakt geene opbruisching, nog met zuuren, nog met loogzouten, +en doet de melk niet schiften, geevende daar aan alleenlyk deszelfs +natuurlyke kleur. + +"Het verandert het radys-sap niet, nog in eene roode, nog in in eene +groene kleur; en wanneer men het door het vergrootglas onderzoekt, +ziet men 'er niets regelmatigs en zoutachtigs in; maar het schynt +grootendeels uit zeer kleine onregelmatige rondachtige lichaampjes +zaamgesteld, even als sappen van planten. Het droogt zonder barsten, +verschillende daar in van het slangen-vergift: en op de tong gelegd +zynde heeft het eene zeer bittere smaak. + +"Uit allen deezen besluit ik, dat het noch zuur, noch loogzoutig is, +en dat het niet bestaat uit zouten, die zigtbaar zyn, zelfs door +middel van het vergrootglas. + +"Het Americaansch vergift is geen vergift, wanneer men het op de +oogen legt, zelfs na dat het in water ontbonden is; en het doet op +deeze deelen geene werking. + +"De heer DE LA CONDAMINE, en alle Americaanen gelooven, dat dit +vergift, inwendig genomen, geheel onschadelyk is. + +"Volgens verscheide waarneemingen, genomen aan dieren, die 'er van +gestorven zyn, besluit ik als eene waarheid, dat het Americaansch +vergift, inwendig genomen, een vergift is, maar dat 'er eene wezentlyke +hoeveelheid verëischt word, om zelfs een klein dier te dooden. + +"Andere, naderhand genomene proeven, zoo aan vogelen, als aan +viervoetige dieren, hebben my doen befluiten, dat het Americaansch +vergift, op de huid gelegd zynde, schoon dezelve naauwlyks door eene +krabbing ontveld is, den dood kan veroorzaaken, hoe wel niet altyd, +en in alle omstandigheden. De grootste dieren wederstaan de werking +van dit vergift het gemakkelykst, en wanneer zelfs de zwakste dieren +'er niet van sterven, bevinden zy zig in korten tyd zoo gezond als +te vooren. + +"Men behoeft omtrent een honderdste gedeelte van een grein van dit +vergift, om een klein dier te dooden, en het is noodig, dat dit vergift +ontbonden zy, om den dood te veroorzaken, of tot eenige verwarring +van aanbelang in de dierlyke huishouding gelegenheid te geven. + +"Wanneer 'er weinig bloedvaten in het aangetast deel zyn, word het +kwaad niet medegedeeld, of is ten minsten niet doodelyk. + +"De pylen zyn veel gevaarlyker en doodelyker, dan het vergift, het welk +in water ontbonden is, en eenvoudiglyk op het gewonde deel gelegd word. + +"Het vergift der pylen is krachtiger, indien men ze vooraf +in warm water doopt; en dan werken zy met meer zekerheid en +gezwindheid. Deszelfs werkzaamheid is nog veel grooter, indien men +de pylen doopt in het vergift, het welk in water tot de dikte van +een drank gekookt is. + +"Het Americaansch vergift verliest zyne doodelyke hoedanigheden, +wanneer het in de drie zuuren uit het mineraalen-ryk ontbonden word; +maar in rhum en azyn ontbonden zynde, behoudt het dezelve. + +"Het schynt derhalven, dat de zuuren uit het mineralen-ryk aan het +Americaansch vergift deszelfs schadelyke hoedanigheden ontnemen: ik +zeg eenvoudig, dat dit zoo schynt, om dat men nog zoude kunnen denken, +dat 'er een weinig zuur met het vergift vereenigd blyft, schoon men +het heeft uitgedampt, en dat dit zuur op de vaten van de huid zyne +werking doet. Het verschroeit dezelve, en byt ze eenigermaten weg. + +"Schoon de zuuren de werking van het vergift beletten, schynt het, +dat zy een nutteloos en gevaarlyk middel zyn, indien men ze op de +vergiftigde spieren van het dier legt. + +"'Er is een bepaalde tyd noodig, op dat het Americaansch vergift +aan het dier worde medegedeeld. Deeze tyd is veel aanmerkelyker, +dan die 'er tot de mededeeling van het vergift der slangen verëischt +word. Deszelfs uitwerkingen op de dieren zyn veel onbepaalder en +meer verschillende. Beiden kan men geneezen door het afzetten der +deelen, wanneer zulks zonder doods-gevaar geschieden kan, en mits +deeze afzetting in tyds geschiede. + +"Het vergift, in het bloed gekomen zynde, doodt oogenblikkelyk: waar +uit ontwyffelbaar blykt, dat, wanneer het uitwendig op een gewond +deel van een levend dier gelegd word, het zelve groote wanorden in +de dierlyke huishouding kan en moet veroorzaken, of zelfs den dood +aanbrengen. + +"Het vergiftigt de zenuwen niet; en is een onschadelyk sap, op welke +wyze het dezelve ook aanraakt. Maar het is doodelyk, zelfs in de +kleinste gift, indien men het door den strot-ader in het bloed brengt, +even als het vergift der slangen doet. De geheele werking van dit +vergift is dus op het bloed. + +"De dood, die onmiddelyk volgt, zoo dra het vergift in 't bloed gekomen +is, zoude kunnen doen denken, dat 'er in het bloed een werkzaamer, +fyner, vlugger beginzel is, het welk aan het beste gezicht, en +zelfs aan het vergrootglas ontsnapt. Dit beginzel zoude, in die +veronderstelling, voor het leven noodzakelyk schynen; en op dit +beginzel zelfs schynt het vergift onmiddelyk deszelfs werking te doen. + +"Voor het nemen myner proeven, zoude niemand getwyffeld hebben, of het +Americaansch vergift deedt zyne werking onmiddelyk op de zenuwen. Alle +uiterlyke teekenen kondigden dit mede aan. Deeze teekenen gaan dus +niet zeker; en de Geneeskundigen beschouwen dezelve ten onrecht als +een bewys, dat de ziekte eene zuivere zenuw-ziekte is" (FONTANA, +Memoire sur le poison Americain, appellé ticunas. Tom. II. pag. 83.) + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[8] Men vindt in het Kabinet van oudheden, in de Nationale Boekereije, +eene merkwaardige reeks van kleederen en huisraad, door Asiätische, +Africaansche, en Americaansche volken gebruikt wordende. Deeze +dingen zyn, by gebrek aan plaats, onder de Grieksche en Romeinsche +gedenkstukken ongelukkiglyk verward geraakt; maar men moet de +Opzichters van dit Kabinet deswegens niet beschuldigen, daar zy liever +verkozen hebben de voorwerpen op één te stapelen, dan ze verborgen +te houden. Hun oogmerk, met die dingen in hun Kabinet te verzamelen, +is, om na de gedenkstukken, die tot de geschiedenis der oude volken +betrekking hebben, als daar zyn de Egyptenaaren, de Grieken, en de +Romeinen, tevens aan de nieuwsgierigheid aan te bieden die geene, +welke tot de geschiedenis der volken in afgelegene Gewesten behoord +hebben, als de Chineezen, de Japoneezen, de bewooners van de Kust +van Guinee, van de Landen in de Zuid-zee, van Peru, van Mexico, +enz. Het was te wenschen, dat men de zaal afmaakte, die voor deeze +gedenkstukken in de Nationaale Boekereije bestemd is, en dat men, +overëenkomstig het verlangen der Opzichters, de even vermelde zaaken +op ééne plaats by elkander voegde. Alles wat op deeze plaat vertoond +word, is in het Kabinet der Boekereije te zien. Men ziet 'er bovendien +een hut der wilden, waar in alle deeze werktuigen in 't klein met +eene groote juistheid zyn nagemaakt, even als het verkleind model van +onderscheidene gewerkte stoffen, het welk de gewezen Hertog van Orleans +had laten maken, om in de bewaarplaats der konsten gezet te worden. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[9] Zie hier het geen Dr. BANCROFT van deezen aap zegt: "De quato +(of coïata) is groot, en geheel met lange zwarte hairen bedekt, +uitgenomen het aangezicht, het welk kaal en gerimpeld is. Zyne ooren +zyn breed, en hebben de gedaante van menschen-ooren, Zyne oogen zyn +zeer ingedoken, en zyn neus gelykt naar die van een Neger; maar is +veel kleiner. Zyn lichaam heeft by de twee voeten lengte, en agttien +duimen in den omtrek, aan de borst gerekend. Deeze Aap heeft geen +baard, en ook geen staart. De dieren van dit zoort worden gemakkelyk +zeer gemeenzaam. Zy betoonen in alle hunne daden veel behendigheid, +en een zoort van list, waardoor zy opmerkelyk worden. Wanneer men +hun de voorpooten of handen agter op den rug bindt, loopen zy met +het lichaam over einde, en op hunne agterpooten, geheele dagen lang, +en met zoo veel gemakkelykheid, als of zy in hunnen natuurlyken +stand waren. Indien men een quato slaat, klautert hy dadelyk op een +limoen-, of orange-boom. Indien men hem aldaar wil vervolgen, werpt +hy de limoenen of oranje-appelen op het hoofd van den aanvaller; +hy tracht hem zelfs af te weeren, door hem zyne vuiligheid toe te +werpen; en hy trekt te gelyker tyd allerleije wonderbaarlyke gezichten; +hy maakt duizend kromme sprongen, die aan de toekykers een oneindig +vermaak verschaffen. De mannetjes zyn zeer wellustig, en men betrapt +hen meenigmaal op zaad-verspillingen". (Natural History of Guiana, +pag. 131.) + +Aanteek. v.d. Franschen Vert. + +[10] Het is zeer waarschynlyk, dat ULLOA dit heeft overgenomen uit +de Geschiedenis der West-Indiën van ACOSTA. Deezen doet men zeggen +in eene vertaaling, in 't jaar 1604 gedrukt. + +"Deeze aapen springen, waar zy willen; en om den sprong te doen, +draaien zy de staart rondom een tak. Wanneer zy lust hebben, om verder +te springen, dan zy in eens doen kunnen, gebruiken zy een vernuftig +middel, daar in bestaande, dat zy zig met de staart aan malkander +vast binden. Op die wyze maken zy een zoort van keten, en springen +op een grooten afstand." + +ACOSTA zegt, dat hy zelf geen getuige van dit gebeurde geweest is, +maar hy staat in voor de waarheid van het volgende. Zie hier zyne +woorden: "Ik heb aan 't huis van den Gouverneur van Carthagena +een aap gezien, die zoo wel geleerd was, dat hy dingen deed, die +ongelooflyk schynen. Men zond hem om wyn te haalen naar de herberg, +doende hem de pot in de eene, en het geld in de andere poot nemen; +en het was onmogelyk het geld van hem te krygen, eer men hem aan +den wyn geholpen had. Indien hem op straat kinderen ontmoetten, +en steenen naar hem wierpen, zette hy zyn pot op den grond neder, +gooide de kinderen de steenen weder toe, tot dat zy den weg vry hadden +gelaten; en dan keerde hy met zyn pot naar huis. Maar het sterkst van +allen is, dat schoon hy veel van wyn hield, hy nooit den wyn aanraakte, +dien hy t'huis bragt, zoo lang men 'er hem geen verlof toe gaf." + +Aanteek. v.d. Schryver. + +[11] Onze Reiziger zegt, dat de Franschen deezen boom Latanus-boom +noemen: men weet, dat 'er twee van dien naam zyn. Hy heeft den +eersten, die tot het geslacht der Palmboomen behoort, in het +I. Deel, X. Hooftst. bladz. 308. beschreven. De beschryving van +zynen Mauricy past op den tweeden niet. Verscheiden Natuurkenners, +welken ik geraadpleegd heb, hebben hem geenen naam, die aan zyn zoort +byzonder eigen was, kunnen geven; ik heb dus gemeend, zoo hier als op +de Plaat, die hem vertoont, den naam te moeten behouden, welken hy in +het oorsprongelyke heeft. Dr. BANCROFT spreekt, in zyne Natuurlyke +Geschiedenis van Guiana, van den Mauricy niet; misschien is hy niet +in de gelegenheid geweest denzelven te zien. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[12] 'Er wordt hier waarschynlyk gedoeld op de amandel, welke +men aard-pistache of aard-appel noemt, waar van de bloemen, uit +welken zy voortkomen, naar den grond buigen, tot dat zy denzelven +raaken. Wanneer de bloem heeft uitgebloeit, gaat de noot in den grond, +werkt zig aldaar hoe langer hoe dieper in, en wordt een bultachtige, +asch-kleurige, ronde en bogtige bol, van de grootte van een vinger, +doorweven met draden, uit den wortel voortkomende. Deeze bol, die +onder den grond ryp wordt, bevat twee of drie ronde roodachtige pitten, +van de grootte van onze hazelnoten, en van denzelfden smaak. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[13] Zie hier, het geen Mejuffrouw DE MERIAN ten deezen opzigte zegt: + +"De roode, blaauwe en witte druif groeit weelig in het Surinaamsch +Gewest; een wynstok, gesneden en in den grond gestoken zynde, +brengt zes maanden daar na rype druiven voort; zoo dat men alle +maanden plantende, het geheele jaar door druiven hebben kan. Het +is te betreuren, dat 'er in dit Land geene lieden gevonden worden, +die zig op het aankweeken van deeze plant toeleggen; want wel verre, +dat het noodig zoude zyn, om wyn naar Surinamen te voeren, zoude +deeze Volkplanting dien zelfs aan Holland kunnen leveren, dewyl men +verscheiden malen 's jaars zoude kunnen oogsten". Men vindt, in de +verzameling der afbeeldingen van deeze Juffrouw, een Surinaamschen +druiven-tros. Iets verder spreekt zy ook van kerssen; maar zy zegt, +dat ze niet goed zyn: misschien had men in haaren tyd pogingen gedaan, +om verscheiden van deeze vruchten in de Volkplanting van Surinamen +aan te kweeken, en het welk niet gelukt zynde, STEDMAN dezelve niet +zal hebben kunnen vinden. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[14] Men kan een slaaf van goed gedrag, in Surinamen, niet afzonderlyk +verkoopen, zonder de toestemming van zynen vader, moeder, broeders +en zusters. + +Aantek. v. d. Schryver. + +[15] Ik heb gezegd, dat JOANNA de dogter was van een fatsoenlyken +Hollander, en dat het geslacht van haare moeder onder de aanzienlyksten +op de Africaansche kust was. + +Aantek. v. d. Schrijver. + +[16] De Neger-Jagers hadden de gewoonte, om elken muiteling, +dien zy doodden, de rechte hand af te kappen, en dan ontfingen zy +vyf-en-twintig gulden. Men gaf hun vyftig gulden, wanneer zy 'er één +levendig vongen, en duizend gulden voor het ontdekken van een gehucht +of bezitting. + +Aanteek. v. d. Schryver. + + + + + + + + + +End of the Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen, en door de +binnenste gedeelten van Guiana, by John Gabriel Stedman + +*** END OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN, DEEL 2 *** + +***** This file should be named 8097-8.txt or 8097-8.zip ***** +This and all associated files of various formats will be found in: + http://www.gutenberg.org/8/0/9/8097/ + +Produced by Jeroen Hellingman with help of the distributed +proofreaders team. + +Updated editions will replace the previous one--the old editions will +be renamed. + +Creating the works from print editions not protected by U.S. copyright +law means that no one owns a United States copyright in these works, +so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the United +States without permission and without paying copyright +royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part +of this license, apply to copying and distributing Project +Gutenberg-tm electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG-tm +concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark, +and may not be used if you charge for the eBooks, unless you receive +specific permission. If you do not charge anything for copies of this +eBook, complying with the rules is very easy. You may use this eBook +for nearly any purpose such as creation of derivative works, reports, +performances and research. They may be modified and printed and given +away--you may do practically ANYTHING in the United States with eBooks +not protected by U.S. copyright law. Redistribution is subject to the +trademark license, especially commercial redistribution. + +START: FULL LICENSE + +THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE +PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK + +To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free +distribution of electronic works, by using or distributing this work +(or any other work associated in any way with the phrase "Project +Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full +Project Gutenberg-tm License available with this file or online at +www.gutenberg.org/license. + +Section 1. General Terms of Use and Redistributing Project +Gutenberg-tm electronic works + +1.A. By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm +electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to +and accept all the terms of this license and intellectual property +(trademark/copyright) agreement. If you do not agree to abide by all +the terms of this agreement, you must cease using and return or +destroy all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your +possession. If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a +Project Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound +by the terms of this agreement, you may obtain a refund from the +person or entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph +1.E.8. + +1.B. "Project Gutenberg" is a registered trademark. It may only be +used on or associated in any way with an electronic work by people who +agree to be bound by the terms of this agreement. There are a few +things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works +even without complying with the full terms of this agreement. See +paragraph 1.C below. There are a lot of things you can do with Project +Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this +agreement and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm +electronic works. See paragraph 1.E below. + +1.C. The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the +Foundation" or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection +of Project Gutenberg-tm electronic works. Nearly all the individual +works in the collection are in the public domain in the United +States. If an individual work is unprotected by copyright law in the +United States and you are located in the United States, we do not +claim a right to prevent you from copying, distributing, performing, +displaying or creating derivative works based on the work as long as +all references to Project Gutenberg are removed. Of course, we hope +that you will support the Project Gutenberg-tm mission of promoting +free access to electronic works by freely sharing Project Gutenberg-tm +works in compliance with the terms of this agreement for keeping the +Project Gutenberg-tm name associated with the work. You can easily +comply with the terms of this agreement by keeping this work in the +same format with its attached full Project Gutenberg-tm License when +you share it without charge with others. + +1.D. The copyright laws of the place where you are located also govern +what you can do with this work. Copyright laws in most countries are +in a constant state of change. If you are outside the United States, +check the laws of your country in addition to the terms of this +agreement before downloading, copying, displaying, performing, +distributing or creating derivative works based on this work or any +other Project Gutenberg-tm work. The Foundation makes no +representations concerning the copyright status of any work in any +country outside the United States. + +1.E. Unless you have removed all references to Project Gutenberg: + +1.E.1. The following sentence, with active links to, or other +immediate access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear +prominently whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work +on which the phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the +phrase "Project Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, +performed, viewed, copied or distributed: + + This eBook is for the use of anyone anywhere in the United States and + most other parts of the world at no cost and with almost no + restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it + under the terms of the Project Gutenberg License included with this + eBook or online at www.gutenberg.org. If you are not located in the + United States, you'll have to check the laws of the country where you + are located before using this ebook. + +1.E.2. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is +derived from texts not protected by U.S. copyright law (does not +contain a notice indicating that it is posted with permission of the +copyright holder), the work can be copied and distributed to anyone in +the United States without paying any fees or charges. If you are +redistributing or providing access to a work with the phrase "Project +Gutenberg" associated with or appearing on the work, you must comply +either with the requirements of paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 or +obtain permission for the use of the work and the Project Gutenberg-tm +trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or 1.E.9. + +1.E.3. If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted +with the permission of the copyright holder, your use and distribution +must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any +additional terms imposed by the copyright holder. Additional terms +will be linked to the Project Gutenberg-tm License for all works +posted with the permission of the copyright holder found at the +beginning of this work. + +1.E.4. Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm +License terms from this work, or any files containing a part of this +work or any other work associated with Project Gutenberg-tm. + +1.E.5. Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this +electronic work, or any part of this electronic work, without +prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with +active links or immediate access to the full terms of the Project +Gutenberg-tm License. + +1.E.6. You may convert to and distribute this work in any binary, +compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including +any word processing or hypertext form. However, if you provide access +to or distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format +other than "Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official +version posted on the official Project Gutenberg-tm web site +(www.gutenberg.org), you must, at no additional cost, fee or expense +to the user, provide a copy, a means of exporting a copy, or a means +of obtaining a copy upon request, of the work in its original "Plain +Vanilla ASCII" or other form. Any alternate format must include the +full Project Gutenberg-tm License as specified in paragraph 1.E.1. + +1.E.7. Do not charge a fee for access to, viewing, displaying, +performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works +unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9. + +1.E.8. You may charge a reasonable fee for copies of or providing +access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works +provided that + +* You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from + the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method + you already use to calculate your applicable taxes. The fee is owed + to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he has + agreed to donate royalties under this paragraph to the Project + Gutenberg Literary Archive Foundation. Royalty payments must be paid + within 60 days following each date on which you prepare (or are + legally required to prepare) your periodic tax returns. Royalty + payments should be clearly marked as such and sent to the Project + Gutenberg Literary Archive Foundation at the address specified in + Section 4, "Information about donations to the Project Gutenberg + Literary Archive Foundation." + +* You provide a full refund of any money paid by a user who notifies + you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he + does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm + License. You must require such a user to return or destroy all + copies of the works possessed in a physical medium and discontinue + all use of and all access to other copies of Project Gutenberg-tm + works. + +* You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of + any money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the + electronic work is discovered and reported to you within 90 days of + receipt of the work. + +* You comply with all other terms of this agreement for free + distribution of Project Gutenberg-tm works. + +1.E.9. If you wish to charge a fee or distribute a Project +Gutenberg-tm electronic work or group of works on different terms than +are set forth in this agreement, you must obtain permission in writing +from both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and The +Project Gutenberg Trademark LLC, the owner of the Project Gutenberg-tm +trademark. Contact the Foundation as set forth in Section 3 below. + +1.F. + +1.F.1. Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable +effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread +works not protected by U.S. copyright law in creating the Project +Gutenberg-tm collection. Despite these efforts, Project Gutenberg-tm +electronic works, and the medium on which they may be stored, may +contain "Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate +or corrupt data, transcription errors, a copyright or other +intellectual property infringement, a defective or damaged disk or +other medium, a computer virus, or computer codes that damage or +cannot be read by your equipment. + +1.F.2. LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right +of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project +Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project +Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project +Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all +liability to you for damages, costs and expenses, including legal +fees. YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT +LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE +PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3. YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE +TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE +LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR +INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH +DAMAGE. + +1.F.3. LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a +defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can +receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a +written explanation to the person you received the work from. If you +received the work on a physical medium, you must return the medium +with your written explanation. The person or entity that provided you +with the defective work may elect to provide a replacement copy in +lieu of a refund. If you received the work electronically, the person +or entity providing it to you may choose to give you a second +opportunity to receive the work electronically in lieu of a refund. If +the second copy is also defective, you may demand a refund in writing +without further opportunities to fix the problem. + +1.F.4. Except for the limited right of replacement or refund set forth +in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS', WITH NO +OTHER WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT +LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE. + +1.F.5. Some states do not allow disclaimers of certain implied +warranties or the exclusion or limitation of certain types of +damages. If any disclaimer or limitation set forth in this agreement +violates the law of the state applicable to this agreement, the +agreement shall be interpreted to make the maximum disclaimer or +limitation permitted by the applicable state law. The invalidity or +unenforceability of any provision of this agreement shall not void the +remaining provisions. + +1.F.6. INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the +trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone +providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in +accordance with this agreement, and any volunteers associated with the +production, promotion and distribution of Project Gutenberg-tm +electronic works, harmless from all liability, costs and expenses, +including legal fees, that arise directly or indirectly from any of +the following which you do or cause to occur: (a) distribution of this +or any Project Gutenberg-tm work, (b) alteration, modification, or +additions or deletions to any Project Gutenberg-tm work, and (c) any +Defect you cause. + +Section 2. Information about the Mission of Project Gutenberg-tm + +Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of +electronic works in formats readable by the widest variety of +computers including obsolete, old, middle-aged and new computers. It +exists because of the efforts of hundreds of volunteers and donations +from people in all walks of life. + +Volunteers and financial support to provide volunteers with the +assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's +goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will +remain freely available for generations to come. In 2001, the Project +Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure +and permanent future for Project Gutenberg-tm and future +generations. To learn more about the Project Gutenberg Literary +Archive Foundation and how your efforts and donations can help, see +Sections 3 and 4 and the Foundation information page at +www.gutenberg.org Section 3. Information about the Project Gutenberg +Literary Archive Foundation + +The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit +501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the +state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal +Revenue Service. The Foundation's EIN or federal tax identification +number is 64-6221541. Contributions to the Project Gutenberg Literary +Archive Foundation are tax deductible to the full extent permitted by +U.S. federal laws and your state's laws. + +The Foundation's principal office is in Fairbanks, Alaska, with the +mailing address: PO Box 750175, Fairbanks, AK 99775, but its +volunteers and employees are scattered throughout numerous +locations. Its business office is located at 809 North 1500 West, Salt +Lake City, UT 84116, (801) 596-1887. Email contact links and up to +date contact information can be found at the Foundation's web site and +official page at www.gutenberg.org/contact + +For additional contact information: + + Dr. Gregory B. Newby + Chief Executive and Director + gbnewby@pglaf.org + +Section 4. Information about Donations to the Project Gutenberg +Literary Archive Foundation + +Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide +spread public support and donations to carry out its mission of +increasing the number of public domain and licensed works that can be +freely distributed in machine readable form accessible by the widest +array of equipment including outdated equipment. Many small donations +($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt +status with the IRS. + +The Foundation is committed to complying with the laws regulating +charities and charitable donations in all 50 states of the United +States. Compliance requirements are not uniform and it takes a +considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up +with these requirements. We do not solicit donations in locations +where we have not received written confirmation of compliance. To SEND +DONATIONS or determine the status of compliance for any particular +state visit www.gutenberg.org/donate + +While we cannot and do not solicit contributions from states where we +have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition +against accepting unsolicited donations from donors in such states who +approach us with offers to donate. + +International donations are gratefully accepted, but we cannot make +any statements concerning tax treatment of donations received from +outside the United States. U.S. laws alone swamp our small staff. + +Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation +methods and addresses. Donations are accepted in a number of other +ways including checks, online payments and credit card donations. To +donate, please visit: www.gutenberg.org/donate + +Section 5. General Information About Project Gutenberg-tm electronic works. + +Professor Michael S. Hart was the originator of the Project +Gutenberg-tm concept of a library of electronic works that could be +freely shared with anyone. For forty years, he produced and +distributed Project Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of +volunteer support. + +Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed +editions, all of which are confirmed as not protected by copyright in +the U.S. unless a copyright notice is included. Thus, we do not +necessarily keep eBooks in compliance with any particular paper +edition. + +Most people start at our Web site which has the main PG search +facility: www.gutenberg.org + +This Web site includes information about Project Gutenberg-tm, +including how to make donations to the Project Gutenberg Literary +Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to +subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks. + diff --git a/8097-8.zip b/8097-8.zip Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..e821b5d --- /dev/null +++ b/8097-8.zip diff --git a/LICENSE.txt b/LICENSE.txt new file mode 100644 index 0000000..6312041 --- /dev/null +++ b/LICENSE.txt @@ -0,0 +1,11 @@ +This eBook, including all associated images, markup, improvements, +metadata, and any other content or labor, has been confirmed to be +in the PUBLIC DOMAIN IN THE UNITED STATES. + +Procedures for determining public domain status are described in +the "Copyright How-To" at https://www.gutenberg.org. + +No investigation has been made concerning possible copyrights in +jurisdictions other than the United States. Anyone seeking to utilize +this eBook outside of the United States should confirm copyright +status under the laws that apply to them. diff --git a/README.md b/README.md new file mode 100644 index 0000000..8fdfacf --- /dev/null +++ b/README.md @@ -0,0 +1,2 @@ +Project Gutenberg (https://www.gutenberg.org) public repository for +eBook #8097 (https://www.gutenberg.org/ebooks/8097) diff --git a/old/7rns210.txt b/old/7rns210.txt new file mode 100644 index 0000000..e26da31 --- /dev/null +++ b/old/7rns210.txt @@ -0,0 +1,7041 @@ +The Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen, en door de binnenste +gedeelten van Guiana (deel 2), by John Gabriel Stedman +#2 in our series by John Gabriel Stedman + +Copyright laws are changing all over the world. Be sure to check the +copyright laws for your country before downloading or redistributing +this or any other Project Gutenberg eBook. + +This header should be the first thing seen when viewing this Project +Gutenberg file. Please do not remove it. Do not change or edit the +header without written permission. + +Please read the "legal small print," and other information about the +eBook and Project Gutenberg at the bottom of this file. Included is +important information about your specific rights and restrictions in +how the file may be used. You can also find out about how to make a +donation to Project Gutenberg, and how to get involved. + + +**Welcome To The World of Free Plain Vanilla Electronic Texts** + +**eBooks Readable By Both Humans and By Computers, Since 1971** + +*****These eBooks Were Prepared By Thousands of Volunteers!***** + + +Title: Reize naar Surinamen, en door de binnenste gedeelten van Guiana + (deel 2) + +Author: John Gabriel Stedman + +Release Date: May, 2005 [EBook #8097] +[Yes, we are more than one year ahead of schedule] +[This file was first posted on July 12, 2003] + +Edition: 10 + +Language: Dutch + +Character set encoding: ASCII + +*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN, V2 *** + + + + +Produced by Jeroen Hellingman +with help of the distributed proofreaders team. + + + + +REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA; + +DOOR DEN CAPITAIN JOHN GABRIEL STEDMAN. + +MET PLAATEN EN KAARTEN. + +NAAR HET ENGELSCH. + +TWEEDE DEEL. + + + + +INHOUD DER HOOFTSTUKKEN. + +XI. HOOFTSTUK. + +Het Krygsvolk keert naar de Wana-Kreek te rug.--De Pipa.--Gevecht +tusschen een soldaat en een slang.--De Fesant-vogel van Guiana.--De +Agamie of Trompetter.--De Muitelingen trekken de legerplaats voorby; +men vervolgt hen te vergeefs.--Groot gebrek aan water.--Schranderheid +der Negers.--De Zyde-plant.--Kevers en Insecten.--Bergwerken.--Fraaije +Kapel.--Het krygsvolk koomt op den post van la Rochelle aan de +Patamaca. + +XII. HOOFTSTUK. + +Beschryving van Paramaribo, en van het Fort Zelandia.--De Grow Mouneck +of graauwe Munnik.--De West-Indische Abricoos-boom.--Verschillende +zoorten van Oranjeboomen.--De Colonel FOURGEOUD trekt naar de Rivier +Maroni.--Een Capitain word gewond, en eenige soldaaten gedood.--Vreemde +straf-oeeffening in de hoofdstad.--Het Fort Sommelsdyk.--De wachtpost +van de Hoop.--Duiven en Tortelduiven.--Groenten en vruchten.--Jacht +en wildt.--Steenbakkery.--Insecten. + + +XIII. HOOFTSTUK. + +Beschryving van eene Suiker-Plantagie.--Huisselyk geluk in +zekere hut.--Krygs-verrigtingen van den Generaal FOURGEOUD.--De +Duncane, Igname en Soubacou.--Wreedheden van zommige Opzigters der +Plantagien.--Onderscheidene zoorten van visschen.--Misnoegen van +eenen Capitain der muitelingen. + +XIV. HOOFTSTUK. + +De Colonel FOURGEOUD keert naar Paramaribo te rug.--Het gevleugeld +en gewapend Water-hoen van EDWARDS.--Bewys van onkunde in +een Heelmeester;--van deugd in een slaaf;--van wreedheid +in eenen Bevelhebber.--De roode Wulp.--De Wesp, Marobonso +genaamd.--Orange-appelen en Limoenen.--De insecten, Chiques +genaamd.--Het krygsvolk begeeft zig weder naar de bosschen.--De +Kibry-Fowlo.--Verscheidene zoorten van wilde varkens.--Mieren.--De +dans van Loango.--De Toreman.--De Poelsnip van Guiana.--Plantains en +Bananes.--Manier om te visschen.--Visschen.--Vogelen. + + +XV. HOOFTSTUK. + +Indianen, inboorlingen van +Guiana.--Voedzel,--Wapenen,--Cieradien,--Optooisels,--Bezigheden,-- +Vermaken,--Driften,--Godsdienst,--Huwelyken,--Begravenissen, +enz. van deeze Volken.--De Caraibische Indianen in 't byzonder, +en hunne koophandel met de Europeanen.--Boomen, Heesters en Planten. + +XVI. HOOFTSTUK. + +Versterking van krygsvolk, uit Holland aangekomen.--De Goijava-boom, +en deszelfs vrucht.--Legerplaats by Maagdenberg aan de Tempaty +Kreek.--Verschillende zoorten van Aapen.--Een zeer maanzieke +Neger.--Eekhoorntje van Guiana.--Verscheidene zoorten van +boomen.--Hagedissen.--Bergen van mynstoffen voorzien.--Treffelyke +gezichten.--De Roucouboom.--Fraaije Kapel.--Palmloom--worm. + +XVII. HOOFTSTUK. + +Nieuwe wreedheden, nog onmenschelyker, dan alle de +voorige,--Verschillende zoorten van planten.--Papegaaijen en +Parkieten.--Surinaamsche Patrys.--Buitengewoone Insecten.--Geiten van +Guiana.--De Taibo.--Verscheidene zoorten van visschen.--Groote sterfte +onder het krygsvolk, het welk zig op de posten aan de Tempaty-Kreek, +en de Commewyne bevond. + + +XVIII. HOOFTSTUK. + +Een Tyger, op de legerplaats gevangen.--De Jaguar.--De Couguar.--De +Tyger-kat.--De Jaquarette.--Gevecht tusschen eenige afgezondene +manschappen der Societeit en de muitelingen.--Levens-manier van eenen +Surinaamschen Planter.--Verscheiden zoorten van visschen.--Besmettelyke +ziekten.--Zelfsmoord. + +XIX. HOOFTSTUK. + +Optocht van het Krygsvolk naar Barbacoeba, aan de Rivier Cottica.--De +Palmboom-kool en de Mauricy.--Heete koorts.--Trek van dankbaarheid in +eenen Engelschen Matroos.--Verscheiden zoorten van Peper.--Citroen- +en Limoen-boomen.--De Mammy-appel.--Pimpernooten.--Regeering in +Surinamen.--Honden van Guiana.--Ongemeene trek van edelmoedigheid. + + + + + + +ELFDE HOOFTSTUK. + +Het krygsvolk keert naar de Wana-Kreek te rug.--De Pipa.--Gevecht +tusschen een Soldaat en een Slang.--De Fesant-vogel van Guiana.--De +Agamie of Trompetter.--De muitelingen trekken de legerplaats voorby; +men vervolgt hen te vergeefs.--Groot gebrek aan water.--Schranderheid +der Negers.--De zyde-plant.--Kevers en insecten.--Bergwerken.--Fraaije +Kapel.--Het krygsvolk koomt op den post van la Rochelle aan de +Patamaca. + +Den 30sten November 1773, verliet al het krygsvolk den post van +Jerusalem, en men keerde naar de Wana-Kreek te rug, maar zonder juist +den weg te volgen, langs welken men gekomen was. De Colonel FOURGEOUD +herriep intusschen de eerst gegevene bevelen, en stond ons toe hutten +te maken, om onze hangmatten in dezelve te plaatsen. Wy hadden ons +dus weinig op dit stuk te beklagen; met de levensmiddelen was het +geheel anders gelegen. + +Wy vervolgden onzen tocht, geduurende drie agter een volgende dagen, +met vry goed weder; maar alle morgen liet de Colonel my onbarmhartiglyk +wekken door eene schildwacht, die last had my niet te verlaaten, +eer dat ik hem antwoord had gegeven. + +Den 3den, kwamen wy op nieuw by de Wana-Kreek aan: ik vleide my, +na eenen moeielyken tocht, met het doorbrengen van eenen gerusten +nacht myne krachten aldaar te zullen herkrygen; maar ik wierd als +naar gewoonte wakker gemaakt, en was in zulk een diepen slaap, dat +men my by den arm moest schudden, om my te doen ontwaaken. De Colonel +was in zijne hangmat gezeten, met een donderende stem zweerende, dat +hy allen, die zyne beveelen niet gehoorzaamden, zou doen ophangen, +of vierendeelen; en het bosch weergalmde eenigen tyd van zyn +geschreeuw. Daar op volgde eene diepe stilte, die ik wel dra door een +schaterenden lach afbrak: ik was de eenige niet; anderen voegden zig +by my, en de Colonel begon weder te brullen, zonder de stem van iemand +te kunnen onderscheiden. Hij wierd wonderbaarlyk geholpen door eene +groote padde, die men hier Pipa noemt. Dit dier huisvestte in de hut +van den Commandant, en kwaakte alle nachten op eene vervaarlyke manier. + +De Pipa of Pipal gelykt, zoo men zegt, gedeeltelyk naar de kikvorsch, +gedeeltelyk naar de padden: hy is de grootste onder allen van dit +laatste zoort, die men in Zuid-America, en misschien in de weereld +vindt; hy is leelyk, met eene pokaechtige huid van een donker bruine +kleur bedekt, en met onregelmatige en zwarte vlekken geteekend; +zijne agterpooten zyn plat, van een vlies voorzien, en de klauwen +zyn langer, dan die van de voorpooten; uit dien hoofde kan hy te +gelyk zwemmen en springen als een kikvorsch, een voordeel, waar door +hy van andere padden verschilt. Hij is een weinig grooter, dan een +gewoone eendvogel, wanneer die geplukt is. Zyn gekwaak, het welk hy +doorgaans niet dan des nachts laat hooren, is ongemeen sterk. Maar +het merkwaardigste in dit zoort van gedrocht is de manier, waar op hy +voortteelt: de jongen zyn besloten in een zoort van zak vol water, die +op den rug der moeder geplaatst is; aldaar word zy door het mannetjen +vruchtbaar gemaakt, en aldaar begint ook het aanzyn van de vrucht, +blyvende daar in tot het oogenblik, dat dezelve genoegzaam gevormd is, +om 'er te kunnen uitkomen. [1] + +De padden zyn niet vergiftig, zoo als men doorgaans gelooft; men kan +'er zelfs huisdieren van maken. De heer ARSSCOTT heeft 'er jaaren +lang een opgevoed; [2] de Colonel FOURGEOUD bewaarde de zyne in zyn +hut, even als een huisdier, geduurende al den tyd, dat wy aan de +Wana-Kreek gelegerd waaren; en ik zelf heb langen tyd een kikvorsch, +als een huisdier gehouden. + +Maar laaten wy tot myne hangmat, en myn dagverhaal te rug keeren. Het +gekwaak van deezen Pipal, dat van eene andere padde, die van het +ondergaan tot het opkomen der zon, aanhoudend riep touck, touck, touck; +het gebrul der tygers, dat der aapen, de schuiffeling der slangen, +en een aanhoudende regen, maakten deezen nacht zoo onaangenaam, +als somber: de opkomende dageraad echter deed my denzelven wel dra +vergeeten, en ik bevond my zoo wel en zoo te vreden, als men in de +bosschen van Guiana met mogelykheid zyn konde. + +Den 4den, des morgens, ontdekte ik twee fraaije Powesas, op de takken +van eenen hoogen boom, die naby de legerplaats stond. Aan den Colonel +verlof gevraagd hebbende, om 'er een te schieten, weigerde hy my +zulks op eene ruwe wyze, onder voorwendzel, dat de vyand de schoot +van myn snaphaan zoude kunnen hooren; als of dezelve niet wist waar wy +waaren. Kort daar na echter, wanneer zig op den top van eenen anderen +boom een groote slang vertoonde, gaf de Bevelhebber, het zy uit vreeze, +het zy uit weerzin, last om op hem te schieten. Het dier, den schoot +ontfangen hebbende, viel op den grond, schoon nog volkomen levendig +zynde, en kroop dadelyk naar eene dikke doornhage by het magazyn. Ik +had hier gelegenheid, om de ongemeene onverschrokkenheid van eenen +soldaat op te merken, die de voetstappen van deezen slang zoetjens +agter na volgde, en hem van onder de struiken weg trok, beweerende, +door een zoort van bygeloovigheid, dat de beet hem geen kwaad konde +veroorzaaken: wat daar ook van zy, de slang, die meer dan zes voeten +lang was, verhief verscheiden malen den kop en het halve lyf, om hem +aan te pakken, maar de soldaat deed hem door vuistslagen nederbukken, +en eindelyk kloofde hy hem met zyn sabel in tween; het welk een einde +aan het gevecht maakte. + +Vreezende dat ik beschuldigd mogt worden, zoo aanstonds een nieuw +woord gebruikt te hebben, het geen voor myne lezers waarschynlyk +onverstaanbaar is, zal ik hun zeggen, dat de Powesas is de Fesant +van Guiana: het is een zeer fraaije vogel, byna de grootte hebbende +van een gewoone jonge kalkoen, waar mede hy door zyne pluimaadje, +en door den smaak van zyn vleesch veel gelykheid heeft. Zyne vederen +zyn van een schitterende zwarte kleur, uitgenomen onder den buik; +zyne pooten zyn geel, zyn bek insgelyks, uitgenomen aan de punt, +alwaar dezelve blaauw en boogsgewyze gekromd is. Hy heeft levendige +en schitterende oogen, en draagt een kuif van gekrulde vederen van +een glinsterend zwarte kleur, het geen hem eene oneindige fraaiheid +geeft. Deeze vogel kan niet ver vliegen; men maakt hem gemakkelyk tam; +men maakt 'er zelfs een huisdier van, en te Paramaribo verkoopt men ze +dikwils voor meer dan een guinie het stuk. Ik zal deeze gelegenheid +waarnemen tot het beschryven van eenen anderen vogel, die aan Guiana +byzonder eigen is, en Agamie door de Franschen, en Camy-camy in +Surinamen genoemd word. Hy is, even als de Fesant, ten naasten by van +de grootte van een jonge kalkoen, maar hy verschilt van dezelve in +gestalte en in pluimaadje. Zyn lyf, dat geen staart heeft, heeft de +gedaante van een ey; zyne vederen zyn zwart, uitgenomen op den rug, +alwaar hy grysaechtig is, en onder de borst, alwaar zyne vederen, van +eene blaauwe kleur, lang zyn en nederhangen, als van den Reiger; zyne +oogen zyn schitterend, zyn bek is puntig, en van een zee-groene kleur, +zoo als ook zyne pooten, die hoog zyn, en eindigen met een klauw, waar +aan vier nagels zyn, drie van vooren, en een van agteren. Deeze vogel +draagt in dit Land gewoonlyk den naam van de Trompetter, uit hoofde +van een gezang, het welk hy dikwils doet hooren, en aan het geluid van +dit speeltuig gelykvormig is. Ik kan met geene zekerheid bepaalen, +van waar dit geluid koomt, maar zommige Schryvers beweeren, dat het +van de vorming van zyn bek voortkoomt. Onder al het pluimgedierte, +is de Trompetter het dier, het welk men gemakkelykst kan tam maken: +hy is de vriend der menschen, volgt hen, liefkoost hen, en schynt hun +dezelfde getrouwheid te bewyzen, als de hond: ik heb op verscheidene +Plantagien 'er veelen gezien, welken men, even als de Powesas, tot +huisselyke diensten gebruikte, en met de kalkoenen en ander gevogelte +te zamen liet eeten. [3] + +Den 6den, ontfing ik van Paramaribo zes kruiken rhum, waar van ik +'er vier aan den Colonel gaf. + +Om zes uuren des morgens, gaven twee van onze slaven, die +Lacanus-boomen waaren gaan hakken, ons bericht, dat een hoop +muitelingen op den afstand van omtrent een myl van de legerplaats +was voorby getrokken; dat zy onder het bevel stonden van een hunner +Capitains, genaamd ARICO, met wien onze beide Negers aan den oever van +de Cermoetibo-Kreek gesproken hadden, maar dat zy niet konden zeggen, +welken kant de vyand genomen had, zoodanig waren zy verschrikt. Na +het bekomen van dit bericht kreegen wy bevel, om hen by het aanbreken +van den dag te vervolgen. Des anderen daags was mitsdien al het volk +ten vyf uuren gereed, en na een gedeelte van het zelve te hebben +agtergelaten, om de krygs- en mond behoeften te bewaaren, rigtten +wy onzen tocht naar de plaats, alwaar de muitelingen zig vertoond +hadden. Wy zagen hier een grooten palmboom, die op het water dreef, +en aan den anderen oever met koorden van heestergewassen was vast +gemaakt; het geen duidelyk te kennen gaf, dat ARICO en zyn volk de +Kreek waren overgekomen. Zie hier, hoe de Negers in zoodanig geval +eene Rivier overgaan: zy plaatsen zig, de een agter den ander, +op den dryvenden stam van den boom; zomtyds zelfs zetten zy hunne +kinderen en vrouwen daar op; en de beste zwemmers vergezellen hun, +en zyn hunne leidslieden. + +Schoon de bewyzen van den overtocht der muitelingen duidelyk waaren, +trok de Colonel dezelve echter in twyffel, of liever hy beweerde, +dat het van hunnen kant slechts eene krygslist was: zy hadden eenige +manschappen, zeide hy, afgezonden, om den boom aan den oever vast te +maken, en ons te bedriegen. + +Niemand was van dit gevoelen, maar alle redeneeringen der weereld +werkten daar tegen niets uit. Wy namen dus een weg, die recht het +tegengestelde was van den weg der muitelingen; namelyk wy trokken +oostwaarts, daar men hen naar den westkant had moeten vervolgen, +het geen de Jagers zekerlyk gedaan zouden hebben. In deeze eerste +richting gingen wy voort tot de aannadering van den nacht, schoon +men het brood vergeten had, en dat wy den geheelen dag geen enkelen +drop water hadden kunnen hebben, want wy trokken door zwaar zand +of Savanen. Na dat wy den weg een weinig rechts af genomen hadden, +riep een Neger uit, dat wy aan de Wana-Kreek naderden. Ik hoorde dit +met genoegen; en hem een kalabas en myn fles rhum gegeven hebbende, +verzogt ik hem derwaarts te gaan, om de kalabas met een mengzel van +rhum en water te vullen; maar hy maakte het te sterk, zig buiten +twyffel verbeeldende, dat het daarom beter zyn zoude. Ik had zulk +een zwaaren dorst, dat ik den drank in eens doorzwolg, zonder dien +te proeven; dit werkte zeer gezwind, want op het zelfde oogenblik +was ik naauwlyks in staat my overeind te houden. + +Den 9den, na eenen vrugteloozen tocht, kwamen wy weder in onze +oude legerplaats te rug. De Neger SEPTEMBER, die ons volgde, gelyk +een herders hond de kudde volgt, wierd aldaar door den Colonel in +vryheid gesteld. In de daad hy was onvermoeid. Hy zelf doorwaadde +de Kreek, om 'er den westelyken oever van te bespieden. Des anderen +daags morgens, liet hy ons wederom onzen knapzak vullen, en geleidde +ons langs den zelfden weg, beweerende, dat hy den vyand eindelyk +agterhalen zoude. Vervolgens tot des avonds voortgetrokken zynde, +bragten wy den nacht in eene oude legerplaats der muitelingen door, +na den geheelen dag gebrek aan water gehad te hebben. + +Den volgenden dag, trokken wy steeds voorwaarts, maar wy vonden nog +vyanden, nog water. De Officiers en soldaaten begonden te verzwakken, +en men droeg 'er reeds eenigen in hunne hangmatten. Het was in de daad +ondraaglyk heet; want wy waaren in het saisoen der droogte. In dit +uiterste deeden wy een gat graven van zes voeten diep, op welks grond +men een snaphaan afschoot; oogenblikkelyk kwam 'er een weinig water +te voorschyn; maar zoo modderig, dat het tot geen gebruik dienen konde. + +Wy vervolgden onzen tocht, en sloegen ons neder op eene plaats, alwaar +de muitelingen voor deezen eenige Plantagien bebouwd hadden. Het viel +hard, om geduurende den nacht de ongelukkige soldaaten over dorst te +hooren klagen. De Colonel echter bleef, tot den derden dag, 'er by, +om verder voort te trekken, in de hoop van eenige kreek of beek te +ontmoeten, en den algemeenen dorst te lesschen. Maar hy wierd in +zyne verwagting bedrogen; want den 12den, tot op den middag door de +brandende zand-woestynen heen getrokken hebbende, bezweek hy zelf met +veele anderen, die door een aanhoudenden en verteerenden dorst waaren +ter neder geslagen. Het was nog een geluk voor ons, dat de muitelingen +ons in deeze gesteldheid niet aantastten. Het was ons ondoenlyk geweest +den minsten tegenstand te bieden: de grond was bezaait met elendigen, +die door eene brandende koorts gefolterd wierden. De Colonel zelf +was hopeloos; zyne tong verdroogde in zyn mond, en zyne lippen waaren +geheel zwart; zulk een bitter lyden verduurde hy. In deezen staat konde +ik, hoe weinig hy het ook verdienen mogt, myn mededogen niet weigeren. + +Intusschen aten eenige soldaaten by aanhoudenheid van hun gezouten +varkens-vleesch; anderen trokken elkander vier aan vier voort, en +zogten eenige droppelen daauw, op bladeren van boomen verspreid. Wat +my betreft, ik ondervond tans, voor welken yver een Neger, die door +zynen meester wel behandeld word, vatbaar is. In deeze algemeene +behoefte, bood de myne my een kalebas vol water aan, zoo goed als +ik het in myn leven gedronken heb. Het was niet dan met de grootste +moeite, dat het hem gelukte dit water van de bladen van eenige wilde +pynboomen te haalen: zie hier, hoe deeze bewerking geschied. + +Men houdt de plant in de eene hand, en in de andere een sabel of mes, +waar mede men de plant beneden de bladen afsnydt. Vervolgens plaatst +men onder de opening een kalebas of een glas, en het water loopt +'er zuiver, fris, en zomtyds in eene groote hoeveelheid in. De bladen +van de plant, dit water in het regen-saisoen opvangende, brengen het +door derzelver canaalen als in een vergaarbak. Zommige Negers vonden +ook gelegenheid om door middel van water-willigen hunnen dorst te +lesschen; maar dit was voor eene door dorst versmagte krygsbende +niet voldoende. De water-willige is een zeer sterk heester-gewas, +zynde een zoort van wynstok, en alleenlyk in zandige landstreeken +groeiende: men snyd dezelve met den sabel in langwerpige stukken, +en dadelyk neemt men 'er een in den mond. Deeze plant verschaft op +die manier een frisschen, aangenaamen en gezonden drank, die in de +brandende bosschen van Guiana van groote nuttigheid is. + +De Voorzienigheid my dit hulpmiddel gelukkiglyk hebbende toegezonden, +konde ik myne eerste gemoeds-beweging niet wederstaan, en ik deelde +'er den Colonel van meede, wiens ouderdom en zwakheden ten zynen +voordeele spraken. Hy wierd 'er door verkwikt, en vervolgens besloot +hy, om langs zynen ouden weg te rug te keeren, zonder eenige hoop om +den vyand te agterhaalen: het volk was zoo afgemat, dat men verscheiden +soldaaten dragen moest. Als een laatste hulpmiddel, zond de Bevelhebber +toen eenen Neger uit de Volkplanting de Berbices, genaamd GAUSARIE, +af, om geduurende onzen te rug tocht moeite tot eenige ontdekking te +doen. Den zelfden weg hernomen hebbende, kwamen wy op eenen korten +afstand van de put, welke wy des avonds te vooren gegraven hadden. In +de gedachten zynde, dat dezelve tans helder water in zig bevatten +moest, zond ik mynen Neger QUACO derwaarts, om eene van myne flesschen +te vullen, eer dit water troebel gemaakt wierd; en dit deed hy. Maar, +toen hy daar mede naar my te rug kwam, ontmoette hy den Colonel, die +met zyn snaphaan de fles in stukken sloeg, en aan twee mannen bevel +gaf, om zig als schildwachten by de put te plaatsen, willende het +water voor zig zelven, en voor zyne vrienden bewaren. Dewyl echter +in zulk eene omstandigheden de onderwerping ophield, bukten de beide +schildwachten in de put, met het hoofd naar beneden. Hun voorbeeld +wierd oogenblikkelyk door verscheidene andere soldaaten gevolgd, en +dit water veranderde wel dra in eene modderpoel, die tot niets meer +dienstig was. Na dat wy onze hangmatten aan boomen hadden opgehangen, +verdeelde men onder ons allen, zonder onderscheid, een weinig van +zekeren sterken drank, genaamd kill-devel; maar ik dronk nimmer daar +van, en liet myn aandeel voor mynen getrouwen QUACO. De Colonel dit +vernomen hebbende, liet hem het glas uit de handen rukken, om het geen +er in was, weder in de kruik te gieten, my toevoegende: "dat vermits +ik van dien drank niet dronk, ik 'er niet van hebben moest." Ik was +verontwaardigd over zyne ondankbaarheid; en den zelfden avond een +volle fles van dit zoort van drank gevonden hebbende, gaf ik die aan +mynen Neger. + +Omtrent middernacht ontdekten wy, by toeval water. Onuitspreeklyk +verkwikkend was dit voor ons! het verdiende den voorrang boven den +besten wyn: ik zal nooit vergeeten, met welk genoegen ik 'er van +dronk. Ieder leschte zynen dorst naar wensch; en de Colonel liet +toen een groot vuur aanleggen, om zyne avond-maaltyd gereed te maken; +maar hy verbood, aan wien 't ook wezen mogt, dit insgelyks te doen. Hy +stond zelfs niet toe om een stok te snyden, en men was dus genoodzaakt +het gezouten ossen en varkensvleesch rauw te eeten. Myn aandeel aan +een zoort van wandelstokjen geregen hebbende, kroop ik zachtkens +naar het vuur van den Bevelhebber, om aldaar dit vleesch te braden; +intusschen maakte de Neger, die hem tot kok diende, my zeer spoedig +willende helpen, eenig gerucht, en deed hem ontwaaken; maar ik, om +te beletten, dat hy my niet zag, pakte my weg, na myn stuk vleesch +in zyne ketel geworpen te hebben. + +Na verloop van eenige minuuten, wende hy voor, dat men in weerwil +zyner beveelen hout gesneden had. Ik vernam dit, en vreezende dat +hy eenig geweld mogt aanrechten, begaf ik my zachtkens naar zyne +hangmat, en verzekerde hem, dat al het volk in diepen slaap was. Hy +veinsde my niet te herkennen, en my by de hairen nemende, gaf hy +een verschrikkelyken gil. Het gelukte my hem te ontsnappen, en my in +veiligheid te stellen; echter riep hy uit: "schiet op hem! schiet op +hem!" het welk onze geheele legerbende vermaakte. Mynen Neger gevonden +hebbende, liet ik hem dadelyk myn eeten haalen; hy ging in alleryl +derwaarts, en bragt my een stuk ossen-vleesch weerom, het welk tien +maalen grooter was, dan het geen ik gegeven had; ik bewaarde het, +en had het genoegen, om 'er de ongelukkige slaven op te onthaalen: +dus eindigde deeze elendige dag. + +Den 13den, kwamen wy weder aan de Wana-Kreek. Wy waren, door zoo veel +nutteloos lyden, onuitspreekelyk vermoeit. + +Alhier onthaalde de Colonel zyne vrienden op myn rhum, en in myne +tegenwoordigheid, maar zonder my een enkelen droppel 'er van aan te +bieden. Ik vond op deeze zelfde plaats een brief, gedagteekend uit +Ceylon, in de Oost-Indien: deeze was aan my gezonden, door een myner +naastbestaanden, den heer ARNOLDUS DE LY, Gouverneur van Punta de +Galo en Matury, die my nodigde om by hem te komen, en my verzekerde, +dat myn fortuin dan gemaakt zoude zyn. Myn kwaade planeet gedoogde +dit niet; ik oordeelde my zelven oneer aan te doen, met in zoodanig +tyds-gewricht den dienst te verlaten. + +De Neger GAUSARIE kwam den 14den te rug, en verklaarde niets gezien +te hebben. + +Den 15den, werd eenig krygsvolk, bestaande uit twee Capitains, twee +Lieutenants, en vyftig soldaaten, naar de Rivier Maroni afgezonden, +om aldaar den Capitain FREDERIK op te zoeken, die, aan het hoofd van +vyftig andere manschappen, den 20sten der laatst voorgaande maand +vertrokken was, en van wien men niet meer had hooren spreken, het +geen groote bekommering veroeorzaakte. + +De wachtpost van Vrydenburg, aan de Maroni, bestaat in een vierkant +stuk grond, bedekt met huizen van Latanus-boomen hout gebouwd, +waar van de bosschen van Guiana overvloeijen, en met goed paalwerk +omringd. 'Er is een wacht aan de buiten-kant, en aan de vier hoeken +vier schilderhuizen voor de schildwagten. Deeze post, door verscheide +stukken geschut verdedigd, is in het midden van een ledig plein gelegen +aan de oevers der Rivier, alwaar men ook een vlag ziet. Dezelve heeft +gemeenschap met de Fransche wachtpost aan de overzyde, en beide leggen +op een korten afstand van den mond der Maroni. Om daar van een juister +denkbeeld aan den lezer te geven, heb ik dezelve afgeteekend, gelyk +mede die van de Wana-Kreek, welke, schoon aangenaam voor het gezicht, +nier minder doodelyk was voor een groot aantal van ons volk. + +In de afteekening der Wana Kreek worden de drie legerplaatsen +onderscheidentlyk vertoond. Aan beide zyden, ziet men die van den +Colonel FOURGEOUD, en van wylen den Major RUGHCOP; in het midden, en +lynrecht in 't gezicht van den mond deezer Kreek, is de legerplaats +der Neger-Jagers. + +Den gemelden 15den, liet men vaartuigen vertrekken, om de zieken weg +te brengen, en krygsbehoeften aan te voeren. De geheele legerbende +wierd toen door eene zwaare ziekte, een roode loop, aangetast, die +een groot getal menschen in 't graf sleepte. Al wat wy doen konden, +bestond daar in, dat wy, op hoop van goeden uitslag, braak- en andere +geneesmiddelen aan de zieken toedienden: wy hadden geene Chirurgyns; zy +waaren allen in de hospitaalen aan de Commewyne of op Paramaribo bezet. + +De arme slaaven vooral verwekten deernis. Zy waaren, zoo als ik gezegd +heb, op eene halve portie eeten gezet, en zedert omtrent twee maanden, +leefden zy van kool van palmboomen, graanen, en wilde wortelen: +hier aan moet men de besmetting toeschryven, die de legerbende +verwoestte. Deeze ongelukkige Negers waren zoo uitgehongerd, dat zy +koorden of banden van heestergewassen om hunne lendenen bonden, volgens +de gewoonte der Indianen, die zig op deeze wyze den buik toebinden, +wanneer hen de honger kwelt, en welke vermeenen of zig inbeelden, +dat het lyden door de drukking minder word. Ik ontsnapte echter, +met eenige anderen, aan de besmetting; maar ik was buiten staat om +te gaan, uit hoofde van eene zwaare zwelling aan een myner voeten, +een ongemak, het geen men hier consaca noemt, en zeer gelykvormig is +aan het geen wy in Europa onder den naam van bevriezing kennen, en +het welk eene groote jeukte veroeorzaakt, vooral tusschen de vingers, +waar uit water zypert. + +De Negers zyn aan dit ongemak zeer onderworpen; zy geneezen het zelve, +door een citroen- of limoen-schil, zoo heet, als zy die veelen kunnen, +op de huid te leggen. + +Ik heb dikwils reden gehad, om van onze mondbehoeften te spreken, +welke bestonden in gezouten ossen- en varkens-vleesch, en in bischuit, +waar van men ons alle vyf of zes dagen onze portie toedeelde. De twee +eersten hadden, na hun vertrek uit Ierland, misschien reeds de weereld +rond gereisd. Zy waren toen zoo groen, zoo slymerig, zoo stinkend, +en zomtyds zoo vol wormen, dat ik ze op andere tyden niet in myn maag +zoude hebben kunnen verdragen. + +Ik gaa tans over tot ons reistuig. Deszelfs beschryving zal my niet +veel tyd kosten; want het bestond, voor elken Officier, slechts in +een koffer, of vierkante kist, waar in hy zyn linnen, zyn verschen +voorraad, en zyn sterken drank, wanneer hy die had, wegsloot. Deeze +kisten dienden ons tevens tot stoelen en tafels in het veld: op de +tochten, droegen de Negers dezelve op hun hoofd. Ik moet bovendien +aanmerken, dat wy na zes uuren des avonds nooit vuur hadden; wy kenden +dan alleenlyk het maanlicht, het welk voor ons eene zeer treurige +vertooning maakte. + +Ik had noch bord, noch schotel, noch lepel, noch vork: de kalebas van +eenen Neger vervulde my de plaats van de twee eerstgemelde. Zelden +had ik een vork van nooden, en nog minder een lepel. In plaats van +dezelve, bediende ik my van een breed omgebogen blad, zoo als de +Slaven doen. Elk droeg een mes in zyn zak. Ik trachte eindelyk my +een lamp te maken van een gebroken fles; ik deed daar in een weinig +varkens-vet in plaats van oly, en ik scheurde een stuk van myn hembd, +om 'er een lemmet van te maken. De nood, zegt men, maakt vernuftig, +en in zulk een staat als de onze valt men niet kiesch. In de daad, +indien ik op dit oogenblik gehad had, het geen ik in voorige tyden +wegsmeet, zoude ik God gedankt hebben. + +Van vernuft sprekende, moet ik niet vergeten het fraay mandwerk, +het welk de Negers in groote meenigte in het veld maakten. Ik maakte +dit zelf ook, volgens hunne onderrigtingen, en ik zond 'er een aantal +van ten geschenke aan myne vrienden op Paramaribo. Het word gemaakt +van een zoort van houtachtig en sterk koord, het welk men in den +bast van den kool-boom vindt. Die men tot het quadrille-spel maakt, +zyn zeer fraay. Andere zyn geschikt om 'er vrugten en groenten in te +bewaaren; men vlegt dezelve met een zoort van biezen, warimbo genaamt, +welke men splyt, en 'er de merg uit haalt. Men maakt ze ook vry goed, +met dunne koorden van heestergewas. De Negers maken ook fraaye netten +van een zoort van zyde plant. + +Het is een zoort van Aloe, die in de bosschen groeit. De bladen 'er +van zyn getand, stekelachtig, en bevatten, over derzelver geheele +lengte, kleine witte vezelen, welke men even als de hennip slaat, en +laat rotten. Deeze vezelen dienden ons om touw te maken, veel sterker +dan eenig touw in Europa. Het zoude zeer geschikt zyn voor de schepen, +maar het is aan eene zeer schielyke verrotting onderhevig. Dit zoort +van hennip gelykt zoo sterk naar de witte zyde, dat de invoer daar +van in verscheiden Landen verboden is, uit vreeze dat men 'er by +verkoop bedrog mede plegen zoude. De Indianen noemen deeze plant +curetta, en in Surinamen noemt men ze doorgaans Indiaansche zeep; +zy schynt dezelfde te zyn, als de zeepboom, om dat ze eene zachte +zelfstandigheid voortbrengt, welke even als de gewoone zeep tot +wassching dient, en door de Negers en verscheiden inwooners tot dit +einde gebruikt word. Men vind ook in de bosschen een andere zoort van +plant van dezelfde gedaante als deeze, welke de Negers baboun knify +(apen mes) noemen, en die het vleesch tot op het been doorklieft. Ik +heb 'er zelf de proef van genomen, maar zonder nadeelig gevolg. + +In het tydstip, waar van ik tans spreek, hadden alle de soldaaten +gebrek aan koussen, schoenen en hoeden. De Colonel, om een voorbeeld +van lydzaamheid te geven, en morringen voor te komen, liep een geheelen +dag blootsvoets voor het volk uit. Ik had hier in een voorrecht boven +alle anderen. Myne gewoonte, om zonder koussen of schoenen te gaan, +had my de huid verhard. 'Er was toen onder ons volk geen enkele, +die een lid aan zyn lichaam had, dat volmaakt gezond was: het gebrek +van zindelykheid was 'er voornamelyk oorzaak van; zulks verwekte zeer +dikwils zweeren, welke aan hun, wien men in tyds de afzetting niet +doen konde, den dood veroorzaakten. Deeze waaren de kwaalen, waar +mede wy te worstelen hadden, maar hoe groot die ook waren, zy waren +slechts de voorloopers van de geene, die ons nog te wagten stonden. + +Ik ontfing toen een beste ham en een douzyn flessen Porto-wyn, welke +de Capitain VAN COEVERDEN my zond. Ik hield 'er vier van, welke ik +met de andere Officiers uitdronk, en gaf de overige aan den Colonel, +die door vermoeing uitgeput was. Des anderen daags, den 29sten, had ik +de eer het bevel te ontfangen over eene wacht, benevens den Capitain +BORGNES, en veertig mannen, om pogingen te doen tot het vangen der +Negers, welke drie weken te vooren de Kreek waren overgetrokken. + +Na de Rivier in een vaartuig afgezakt te zyn, en in het zelve vaartuig +den nacht te hebben doorgebragt, stapten wy des anderen daags morgens +aan land, en trokken noordwest-waarts voort; maar geen kompas hebbende, +verdwaalden wy wel dra van onzen weg. Eene groote Savane doorgetrokken +zynde, hingen wy onze hangmatten aan den kant van een dik en eenzaam +bosch op. Den 31sten, vervolgden wy den zelfden weg, in de hoop van +aan de boomen de kenbaare teekens van den doortocht van eenigen van ons +krygsvolk te zullen ontdekken. In een moeras gegaan zynde, waadden wy +daar in tot op den middag, hebbende zomtyds het water tot aan de kin, +en zynde in gevaar van te verdrinken: eindelyk geheel doorweekt, en +onze kleederen aan flarden zynde, waren wy genoodzaakt langs onzen +ouden weg te rug te keeren. Na een gedwongen marsch, hielden wy op +nieuw halte aan de oevers van de Cormoetibo-Kreek. 'Er viel zulk een +zwaare regen, dat ik my niet herinnere immer een zwaarer gezien te +hebben: dezelve duurde den geheelen nacht, en veroeorzaakte zoo veel +verwarring en wanoerde door de overyling, waar mede zig elk van eene +schuilplaats voorzag, dat ik eene kneuzing aan het hoofd kreeg. Ik +ging niettemin voort, met my spoedig eene verblyfplaats te bezorgen, +en ik was de eerste in myne hangmat, waar boven ik een overdek van +bladeren maakte; omtrent onder dezelve, leide ik een goed vuur aan, +en viel in diepen slaap te midden van den rook, die my voor het +steeken der muggen bewaarde. + +Van insecten sprekende, moet ik niet vergeten, dat deezen avond een +Neger, die droog hout was gaan zoeken, my tot myne groote verwondering, +een Kever aanbood, die niet minder dan drie of vier duimen lang, +en meer dan twee duimen breed was. Men noemt hem in Surinamen den +Rinoceros, uit hoofde van zyn Olyfants snuit, die omgebogen en +gespleeten is, en de dikte heeft van een groote ganzen veder. Dit +dier heeft op den kop verscheide harde en gladde verhevenheden; hy +heeft zes ledematen; zyne vleugels zyn breed, en zyn geheele lyf is +volmaakt zwart: hy is de grootste van alle de Amerikaansche Kevers. + +'Er is ook in Guiana een ander insect van dit zoort, genaamd het +vliegend Hart, uit hoofde van zyne hoorns, die naar de hoornen van +een hart gelyken: beiden vliegen met een ongemeen gebrom, en zyn zoo +sterk, dat weinige vogelen hen durven aanpakken. Een der grootste +ongemakken, die wy in het bosch ondervonden, wierd veroorzaakt door +een vlieg, zoo groot als een bye, en wier steek byna even geducht +is. Ik kan dezelve niet beter vergelyken, dan by het diertjen, dat +wy in Engeland de Vlieg-Spinnekop noemen. + +Na zes of zeven uuren lang, in weerwil van den regen, de rook, de +muggen, en myne bekomene kneusing, vast geslapen te hebben, ontwaakte +ik zeer verfrischt ten vyf uuren des morgens, en ten zes uuren traden +wy het jaar 1774 in, vaarende langs den oever der Cormoetibo-Kreek +tot op den middag, wanneer wy in de algemeene legerplaats aankwamen, +aan den mond van de Wana-Kreek, na een zeer nutteloozen tocht, als +naar gewoonte. + +Den 3den, zagen wy, tot ons groot genoegen, den Capitain FREDERIK +wederom, met zyne krygsbende, die eenen Neger, CUPIDO genaamd, +gevangen met zig bragt. De Capitain verhaalde ons, dat een arme +soldaat van 's Compagnies krygsvolk, ter dood veroordeeld zynde, +vergiffenis van hem ontfing, op het oogenblik, dat hy op de knien +lag om doodgeschoten te worden, en dat de ontsteltenis, die hem zulks +veroorzaakte, hem het verstand deed verliezen. + +De Colonel FOURGEOUD, toen besloten hebbende deezen veldtocht te +eindigen, zond eene krygsbende van zestig mannen vooraf, om naar de +Patamaca-Kreek op kondschap uit te gaan. + +Ik waschte nu myn hembd in de Wana-Kreek: dit was het laatste dat ik +had, en ik was verpligt my te baden, tot dat het droog was. Ik had +naar Paramaribo om ander linnen geschreven; maar myn brief kwam niet +te recht, en alles, wat ik had medegebragt, was aan flarden. + +Den 4den January, des morgens ten tien uuren, waaren wy gereed om op te +breken. De zieken in vaartuigen naar Devil's Harwar gezonden hebbende, +staken wy eindelyk de Cormoetibo-Kreek over, en wy trokken regelrecht +zuidwaarts aan, om de Patamaca te bereiken. Op onzen tocht trokken +wy voor by steile bergen, met steenen bedekt, en met myn stoffelyke +zelfstandigheden bezwangerd. De ligging deezer bergen, die niet +meer dan twintig mylen van den Oceaan gelegen zyn, wederspreekt de +waarneemingen van Dr. BANCROFT, die beweert, dat men dezelve in dit +Land niet ziet, dan op den afstand van meer dan vyftig mylen van de +Zee. Des avonds sloegen wy ons neder aan den voet van eenen anderen +zeer hoogen berg, alwaar wy een kleine beek van goed water en Latanus +boomen vonden, het geen voor ons twee gewichtige punten uitmaakte. Het +was in de daad merkwaardig, en zelfs zeer fraay, een soort van stad van +boomloof te zien, die zig in een uur verhief op een grond, alwaar te +vooren niets was. Een oogenblik daar na waaren de vuuren aangestoken: +de een kookte 'er zyn eeten op, de ander droogde 'er zyne kleederen by. + +Deezen nacht echter wierd het geheele leger aangetast door een loop, +veroorzaakt door het water, het welk wy hier dronken. Dit water, +schoon zeer helder, bevatte zoo veele myn-stoffelyke zelfstandigheden, +dat het den smaak van Bath- of Spa-water had. Deeze omstandigheid +alleen is genoeg ter aanwyzing, dat men in deeze bergen metaalen +vinden zoude, indien de Hollanders de noodige kosten doen wilden, om +'er in te delven. + +Den 5den, vervolgden wy onzen tocht steeds over de bergen, waar van +zommigen zoo steil waren, dat verscheide Slaven met hunne pakken niet +kunnende opklauteren, dezelve tegen den grond wierpen en wegliepen, +niet naar den vyand, maar naar hunne meesters, die hun dit ligtelyk +vergaven: anderen rolden met pak en zak van boven neder. + +Des avonds van dien zelfden dag, vonden wy onze huisvesting gereed, +en wy besloegen de hutten, die men had laten staan, na BONNY en zyn +volk op de vlucht gedreven te hebben. In de myne vond ik nog een +zoort van kaars, die vry aartig gemaakt was van wasch van wilde byen, +en het gedroogd merg van biezen. + +De wooning van BONNY had zeer veel gemak; zy was met paalwerk omringd, +en bestond uit vier zeer nette vertrekken. De Colonel nam aldaar +zyn intrek. + +Den 6den, scheen al het volk uittermaten vermoeit te zyn. De Colonel +gelastte dienvolgende een dag halte te houden; alleenlyk zond hy den +Capitain FREDERIK, wien het Land 't best bekend was, met zes mannen +af, om de oevers van de Claas-Kreek op te zoeken, zynde een zoort +van vlietend water, het geen zynen oorsprong neemt op de plaats, +alwaar wy ons bevonden, en in de Cottica uitloopt. Naauwlyks waren +zy vertrokken, of de oogen van den Colonel by toeval op my gevallen +zynde, gelastte hy my om hen alleen te volgen, en hem bericht te komen +brengen, van het geen ik aan de overzyde van den oever ontdekken +mogt. Ik haalde weldra de afgezondene manschappen in, en na eenige +oogenblikken te zyn voortgetrokken, slonden wy tot onder de armen +toe in 't water. FREDERIK gaf toen bevel om te rug te trekken, maar +ik verzogt hem, om naar my te wagten; waarna ik, mijne kleederen +uitgetrokken, en myn sabel tusschen de tanden genomen hebbende, de +Kreek al zwemmende overstak; aan de overzijde gekomen zynde, ging ik +daar een wyl langs; niets vindende, kwam ik te rug op dezelfde manier, +en wy kwamen wederom op de legerplaats. + +Op den middag, deed ik bericht aan den Colonel, die my voorkwam +over deeze hoopelooze daad, welke hy niet verwagt had, verwonderd +te zyn. En ik was het niet minder, wanneer hy my by de hand vatte, +en aan zynen kamerdienaar gelastte, om my een fles wyn en een stuk +ham te brengen. Men zal het misschien naauwlyks kunnen gelooven; +maar het een was zuur, en het ander bedorven: het geschenk egter van +gelyken aart, het welk ik hem gegeven had, was gezond en gaaf. Zulk +eene laagheid veroentwaardigde my dermaten, dat ik boos opstond, +en hem verliet, hem, zyn knecht, zyn wyn, zyn vleesch, en stinkende +wormen. Ik stilde mynen honger met een stuk bischuit en drooge visch, +die ik van een Neger kogt. + +Den 7den January, trokken wy weder voort. Den zelfden dag vong ik +een van die fraaije kapellen, waar van ik, by het verhaal van mynen +tocht naar de Cottica, gesproken heb. Ik zal tans voortgaan met +hem te beschryven, schoon ik zyn naam niet weet. Van het eene einde +zyner vlerken tot aan het andere, was hy by de zeven duimen breed; +alle waaren zy van eene zoo levendige en schitterende blaauwe kleur, +dat dezelve gelyk stond met het hemelsblaauw op eenen schoonen dag; +deeze vlerken pronkten met een rand van eene bruine kleur met witte +vlakken. Ik kan niet nalaaten hier te herhaalen, dat deeze kapel, op +het groene loof der boomen huppelende, door zijne schitterende kleur +en grootte eene treffende uitwerking deed. Zoo ik my niet bedrieg, +behoort hy tot het zoort der Danai van LINNAEUS. Ik heb zyn popjen +niet gezien; maar zyne rups, die van eene geelachtig gryze kleur is, +is zoo dik als de vinger van een mensch, en meer dan vier duimen +lang. Het is onbegrypelyk, van hoe veele verschillende zoorten +van kapellen de bosschen van Guiana overvloeijen. Zommige lieden, +die 'er een kostwinning van maken, met dezelve te vangen, winnen +'er veel geld mede. Na ze in kleine papiere doosjes met spelden te +hebben vast gemaakt, zend men ze naar verscheidene kabinetten van +Europa. Doctor BANCROFT zegt, dat om ze gaaf te houden, men ze met +terpentyn moet aanraken; maar het is genoeg, dat men in de doos, +waar in deeze insecten leggen, een stuk campher vast maakt. + +Deezen avond lagen wy op eenen kleinen afstand van de Patamaca-Kreek +gelegerd. Wy vonden aldaar eene arme Negerin, die bitterlyk schreide, +en als eene offerhande, aan den voet van eenen boom, waar onder +het lyk van haaren man begraven was, eenige eetwaaren nederleide, +en water plengde. Deeze man had in eenen slag tegen de Europeanen +het leven verloren. + +De Capitain FREDERIK en ik, in eene zandwoestyn, in den omtrek der +legerplaats, wandelende, ontdekten hier de pas gezette voetstappen +van eene groote tygerin, met haar jong, in welk oogenblik dit dier +zeer verslindend is. Wy begrepen dus, dat het voorzichtig was te rug +te keeren. Ik nam de maat van den voet der moeder: dezelve was byna +zoo groot als een gewoone tinne schotel. + +Na een tocht van eenige uuren, kwamen wy des anderen daags morgens +eindelyk op den post van la Rochelle, aan de Patamaca. Wy waren mager, +uitgehongerd, zwart geworden, verbrand, ongekleed, de meesten zonder +schoenen en hoeden, en in een staat, zoo als men nimmer iets dergelyks +gezien heeft. Ik had zelf niet meer dan de helft van myn lange broek, +en myn eenigste hembd hing gescheurd aan malkander. Wy vonden op +deezen post eene kleine bende van elendelingen, gereed om het bosch, +het welk wy verlieten, in te gaan, en die bestemd waren, om, even +als wy, alle de elenden, die menschelyke schepfels verduuren kunnen, +door te staan. Ik heb reeds van verscheidene ziekten gesproken, als +van verschillende zoorten van rooden uitslag, van, rotkoortsen, van +galkoortsen, van verharde gezwellen, van rooden loop, waar aan men +in deeze luchtstreek is bloot gesteld. Ik heb gezegd, hoe zeer men +aldaar geplaagd word door muggen, pattat en scrapat-luizen, mieren, +wilde byen, heestergewassen en doornen in de bosschen; hoe zeer men +aldaar te vreezen had voor de kaymans en de pery in de Rivieren; +hoedanig het gesuiffel der slangen, het gebrul der tygers was; +welke zandwoestynen, welke diepe moerassen wy doortrokken; welke +heete dagen, welke vochtige en koude nachten, welke vreesselyke +slagregens wy doorstonden; welk slecht en slap voedzel men ons gaf; +en de lezer staat buiten twyffel verstomd, dat iemand zulke wreede +beproevingen heeft kunnen, overleven. Hoe lang die lyst ook zy, +verklaar ik egter, dat ik, uit vreeze van langwylig te worden, +een gebrek, waar aan ik misschien reeds schuldig ben, veele andere +onheilen, die ons drukten, heb overgeslagen. Ik zoude nog hebben +kunnen spreken van een oneindig getal kleine slangen, hagedissen, +scorpioenen, sprinkhaanen, spinnekoppen, wormen, duizendpooten, +en zelfs vliegende luizen, waar van de reiziger gevaar loopt om elk +oogenblik van een gereten of gestoken te worden; maar ik bewaar die +beschryving tot eene andere gelegenheid. + +Men zal zig een denkbeeld kunnen vormen van, den honger, die ons +by onze komst alhier verslond, wanneer ik verhaald zal hebben, dat +ik eene Negerin gezien hebbende, die van zekere groove spys haare +maaltyd hield, haar een halve kroon toewierp, de schotel uit haar hand +rukte, en het geen 'er op was met meer smaak opslokte, dan ik immer +de lekkerste spys bereiding genuttigd heb. Ik deed tans den Colonel +FOURGEOUD opmerken, hoe aangenaam het zyn zoude, wanneer hy zyne overig +zynde soldaten op groenten, versch ossen- en schapen-vleesch onthaalde, +zoo wel als dat hy hun van koussen, schoenen en hoeden voorzag; maar +hy antwoordde my, dat de lekkernyen van Capua het leger van HANNIBAL +bedorven hadden; hy scheen my toe in het begrip te staan, dat zy, +die als hoopeloozen vechten, menschen zyn, die 't leven moede zyn. + +Den 11den, kwam het krygsvolk aan, het welk de Wana-Kreek een dag voor +ons verlaten had; en, als naar gewoonte, hadden zy niemand gevangen +genomen, noch zelfs gezien. + +Den 12den, kwam een der muitelingen met zyn wyf, aan den post +van la Rochelle, en zy gaven zig aan den Bevelhebber vrywillig +over. Den zelfden dag kreeg ik verlof, om, wanneer ik het verkoos, +naar Paramaribo te gaan, om my te herstellen. Ik was over dit +verlof verblyd, en maakte my met eenige andere Officiers gereed om +te vertrekken. Wy lieten den Colonel agter ons aan het hoofd van +eene krygsbende, waar van de beste uit den hoop een Pagters kar in +Engeland ontcierd zoude hebben. Eindelyk kwam het verlangde uur, en +ik was de vyfde, die in een overdekt vaartuig trad, het welk door zes +roeiers wierd voortgeroeit, om my naar de hoofdstad der Volkplanting +te begeven. Ik was steeds welvarende, wel gemoed en vol vreugde. + +Ik vond op Devil's Harwar eene kleine bezending van thee, koffy, +beschuit, boter, suiker, limoenen, rhum, en twintig flessen goeden +wyn, die myne vrienden van Paramaribo my naar den post van la Rochelle +toezonden. Ik zond dezelve niet te rug, en in weerwil der onwaardige +behandelingen van den Colonel, maakte ik 'er hem een geschenk van, +uitgenomen echter twaalf flessen, die wy, op de gezondheid onzer +vrouwen of minnaressen, in het vaartuig uitdronken. Ik konde my niet +wederhouden den Bevelhebber te beklagen, wiens ouderdom (hy was een +man van by de zestig jaaren,) en werkzaamheid, in allen gevalle zeer +veel achting verdienden. Schoon hy op deezen, tocht zeer weinige +muitelingen had gevangen genomen, had hy echter het bosch van de +Commewyne tot den mond der Wana-Kreek gezuiverd; hy had de vyanden +uit een gedreven, hunne wooningen vernield, hunne velden verwoest, +en alle hereeniging van de verschillende partyen der muitelingen belet. + +Wy kwamen den 13den des avonds op de Plantagie myn Genoegen, alwaar +wy de avond maaltyd hielden. Van daar zetteden wy onze reize dag +en nacht voort, onzen tyd met zingen en lachen doorbrengende, +tot den 15den op den middag, wanneer wy, onder begunstiging van +het vallend water, aan het Fort Amsterdam aankwamen. Vervolgens de +Rivier oversteekende, stapten wy aan land voor het huis van den heer +DELAMARE, te Paramaribo. Ik bleef in 't eerst aan den oever staan, +alwaar een groot getal myner vrienden my omaermden, en my met myne te +rug komst in de stad geluk wenschten. + +Myne eerste zorge was, om myne geliefde JOANNA te laten haalen, die, +toen ze my zag, in traanen weg smolt: dit was zoo wel uit vreugde dat +ik nog leefde, (men had gezegd, dat ik dood was,) als uit aandoening +over den deerniswaardigen staat, waar in ik my bevond. Dus eindigde +myne tweede veldtocht, waar van het verhaal dit Hooftstuk besluiten +zal. + + + +TWAALFDE HOOFTSTUK. + +Beschryving van Paramaribo, en van het Fort Zelandia.--De Grow-Mouneck, +of graauwe Munnik.--De West-Indische Abricoos-boom.--Verschillende +zoorten van Oranje-boomen.--De Colonel FOURGEOUD trekt naar de Rivier +Maroni.--Een Capitain word gewond, en eenige soldaaten gedood.--Vreemde +straf-oeffening in de hoofdstad.--Het Fort Sommelsdyk.--De wachtpost +van de Hoop. Duiven en Tortelduiven.--Groenten en vruchten.--Jacht +en wildt.--Steenbakkery.--Insecten. + +My thans andermaal te Paramaribo bevindende, zal ik, ter dezer +gelegenheid, de beschryving deezer aangenaame Stad mededeelen. Ik heb +reeds gezegd, dat zy aan de fraaije Rivier Surinamen, zestien of agtien +mylen van derzelver mond, gelegen is. Zy is gebouwd op een zoort van +steenachtigen zandgrond, met de landen rondsomme waterpas liggende, +en maakt een langwerpig vierkant van anderhalve myl lang, en ten +hoogsten een halve myl breed. Alle de straaten zyn volmaakt afgemeeten, +en beplant met oranjeboomen, palmboomen, tamarinde en limoenboomen, +die in alle Jaargetyden bloeien, en zig onder het gewicht van geheele +trossen der geurigste en uitgelezendste vruchten krommen. Men heeft +hier noch gehouwen, noch gebakken steenen voor de straaten noodig; +de steenachtige zandgrond is voldoende; dezelve is niet minder, +dan die der fraaiste tuinen in Europa, en men maakt denzelven nog +aangenaamer, door dien met zeeschelpen te bestrooijen. De huizen, +die meerendeels twee, en zomtyds vier verdiepingen hebben, zyn, +eenigen uitgezonderd, van zeer fraay hout gebouwd. De grondvesten +der gebouwen zyn byna allen van gebakken steen; en kleine gekloofde +planken bedekken de daken in plaats van pannen. Men ziet zeer zeldzaam +glaaze raamen in dit Land; het glas verwekt 'er te veel warmte, +en men gebruikt in plaats van dien, raamen van gaas. Eenige huizen +hebben windluiken of blinden, die men van zes uuren des morgens tot +zes uuren des avonds open houdt. Wat schoorsteenen betreft, ik heb +'er geen enkele in de geheele Volkplanting gezien; men legt geen +vuur aan, dan in de keuken, die altoos van het woonhuis afgelegen is; +men legt het daar aan op den grond, en de rook vliegt door een gat, +in het midden van het dak gemaakt. Deeze houte huizen zyn echter in +Surinamen zeer duur; het huis, het welk de Gouverneur onlangs had +laten bouwen, kostte hem meer dan vyftien duizend ponden sterling. In +de geheele Stad Paramaribo is geen bronwater: elk huis heeft een put, +in den rotsachtigen grond gegraven, die brak water geeft, alleenlyk +dienende voor Negers, het vee, enz. Europeaanen hebben regenbakken, +waar in zy het regenwater tot hun gebruik bewaren: het beste zygt +door een steen, en valt in groote tonnen, of aarde vaten, door de +Indianen gemaakt, die dezelve tegen koopwaren verruilen. De inwooners +van dit Land slapen allen in hangmatten, uitgenomen de Negers, die +meestal op den grond slapen. De hangmatten van lieden van aanzien, +zyn van catoene lynwaat, met zeer ryke franjen omzet. De Indianen +maken die ook, en verkoopen ze zomtyds tot voor dertig guinies. Men +heeft geene dekens noodig: men behoeft alleenlyk gordynen, om zig +tegen de muggen te beveiligen. Zommige lieden hebben bedden, met +gaaze gordynen omringd, welke de lucht vryelyk laaten doorspelen, +en tegen het kleinste insect veilig stellen. De huizen zyn in 't +algemeen te Paramaribo luisterryk verciert met schilderyen, glaswerk, +verguldzels, kristalle kroonen en porceleine potten; de muuren der +kamers zyn nooit bepleisterd, noch met papieren behangzels overdekt, +maar overheerlyk beschoten met kostbaar hout. + +Men berekent het getal der huizen te Paramaribo op veertien +honderd. Het voornaamste is het Paleis van den Gouverneur, het welk, +langs een weg in den tuin, met het Fort Zelandia gemeenschap heeft. Dit +Paleis, en het huis van den Bevelhebber van het Fort, waaren de eenige +steene gebouwen in de geheele Volkplanting. Het Stadhuis is een cierlyk +en nieuw gebouw, met pannen belegt. Aldaar houden de verschillende +Hoven van Justitie hunne zitting, en daar boven zyn de gevangenissen, +voor Europeesche misdadigers geschikt, uitgenomen voor krygslieden, +welken men in het Fort Zelandia gevangen zet. De Protestantsche Kerk, +alwaar men den dienst in het Hollandsch en Fransch doet, heeft een +kleine spitse tooren met een uurwerk; de Lutherschen hebben ook +hunne Kerk; en de Joden bezitten twee Synagogen, eene Portugeesche +en eene Hoogduitsche. 'Er is in de Stad een groot Hospitaal voor de +bezetting, en ongelukkig is het nooit ledig. In de Vesting bewaart men +de oorlogs- en mondbehoeften; de soldaten van 's Compagnies krygsvolk +zyn aldaar in barakken gehuisvest, en eenige Officiers hebben 'er vry +goede wooningen. De Stad Paramaribo heeft eene voortreffelyke reede, +alwaar dikwils, op den afstand van een pistoolschoot van den oever, +meer dan honderd koopvaardyschepen geankerd liggen. Zelden zyn +'er minder dan tachtig, geladen met koffy, suiker, cacao, catoen +en indigo voor Holland; verscheide andere hebben slaven van de kust +van Africa aangebragt; en zommige eindelyk zyn uit het noorden van +America, of van de Antillische Eilanden gekomen, om meel, ossen- +en varkens-vleesch, sterke dranken, gezouten haring en makreel, +spermaceti-kaarssen, paarden en grof huisraad tegen verschillende +koopwaaren te verruilen, vooral tegen syroop van suiker (melasse), +waar van de Americanen rhum maken. + +De stad Paramaribo heeft geene vestingwerken; zy paalt ten zuid-oosten +aan de Rivier Surinamen, die meer dan een myl breed is; ten westen +aan eene groote zand-woestyn; ten noord-westen aan een ondoordringbaar +bosch; en het Fort Zelandia verdedigt dezelve ten oosten. Het Fort is +van de Stad alleenlyk afgescheiden door eene groote vlakte, alwaar het +krygsvolk de parade doet. Het heeft de gedaante van eene regelmatige +vyfhoek, en heeft maar eene poort, die aan den kant van de Stad gelegen +is: twee van deszelfs bolwerken dekken de Rivier. Het is zeer klein, +maar sterk tot verdediging, zynde gebouwd van gehouwen of rots-steen, +en omringd door eene breede gracht, die vol water is, en voor welke +nog eenige vestingwerken leggen. Ten oosten, en aan de Rivier, is eene +battery van twintig stukken geschut. Op een der bolwerken is een klok, +waar op de wachthebbende soldaat met een hamer het uur slaat, het +welk hem door een zandlooper word aangewezen: op een ander bolwerk, +steekt men een vlag op, by het naderen van een oorlogschip, of by +openbaare vreugdebedryven. De muuren zyn zes voeten dik, en hebben +openingen voor het geschut, maar geene borstweeringen. Ik heb van +den tyd, dat dit Fort gebouwd is, reeds gesproken. + +Paramaribo is eene zeer volkryke stad. Men ziet op byna alle haare +straaten eene meenigte van Planters, Matroosen, Soldaten, Joden, +Indianen en Negers. De Rivier is aanhoudend bedekt met kano's en +vaartuigen, die heen en weder vaaren, even als onze schepen op de +Theems, en dikwils eene meenigte Musikanten met zig voeren. De schepen +op de reede, met hunne wimpels verciert, verfraaijen het toneel, het +welk nog gevoeliger word door de meenigte van jongelingen en jonge +meisjes, die in het water speelen. De vrolykheid en verscheidenheid van +deeze voorwerpen weegt eenigermaten tegen de ongemakken der luchtstreek +op. De kleederen en rytuigen der voornaamste inwoonders zyn waarlyk +prachtig: de geborduurde zyde stoffen, de Genueesche fluweelen, +de goude en zilvere boordzels, de diaemanten schitteren dagelyks; en +zelfs de schippers der koopvaardyschepen komen met gespen en knoopen +van massief goud voor den dag. De tafels zyn niet minder kostbaar; +men discht op dezelve de duurste en uitgezogtste spyzen op in platte +schotels, of porceleine vaten, in den eersten smaak, en allerfynst +gewerkt. Maar niets duidt meer de pracht der Surinaamsche Colonisten +aan, dan het getal der Slaven, welke men aldaar in dienst houd, en die, +in zommige huizen, een getal van twintig of dertig bedragen. Zelden +ontmoet men in deeze Volkplanting blanke dienstboden. + +Men vind, te Paramaribo, in overvloed, geslacht vleesch, gevogelte +van allerlei zoort, wildt en visch. De groenten zyn 'er ook zeer +overvloedig. Behalven de lekkerste voortbrengzels, die aan deeze +luchtstreek eigen zyn, voert men aldaar aan het beste, dat Europa, +Asia, en Africa opleveren. De eetwaaren echter zyn 'er over 't algemeen +zeer duur, vooral die uit vreemde Landen komen, en door de Joden of +Schippers verkogt worden. De eersten genieten in deeze Volkplanting +byzondere voorrechten; de laatsten rigten voor een korten stond +magazynen op, om 'er de lading hunner schepen in te bergen, terwyl zy +die wederom met voortbrengzels van het Land beladen. Het tarwe-meel +word verkocht voor vier stuivers tot een schelling het pond; de boter, +twee schellingen; het geslacht vleesch, nooit onder een schelling, +en dikwils anderhalve schelling. Ik heb voor een enkele kalkoen +anderhalve guinie betaald. De eieren gelden vyf stuivers het stuk; +de aardaeppelen zes stuivers het dozyn; de wyn kost drie schellingen +de fles; de Jamaicasche rhum een kroon de kruik. De visch en groenten +zyn goedkoop, en de vruchten byna voor niet. Myn kleine Neger QUACO +heeft my dikwils veertig oranje-appelen voor zes stuivers t'huis +gebragt, en een half dozyn pyn-appelen voor denzelfden prys. Wat de +limoenen en tamarinden betreft, men behoeft slechts de moeite te doen, +om ze op te raapen. De huuren zyn uittermaten duur. Voor een kleine +kamer zonder huisraad betaalt men drie of vier guinies in de maand; +en voor een huis met twee kamers op elke verdieping, honderd guinies +'s jaars. De schoenen kosten een halve guinie het paar; en een rok +met zyn toebehooren is my komen te staan op twintig guinies. + +De twee zoorten van hout, waar van de huizen getimmert zyn, namelyk +het wana en couppy hout, verdienen, dat men 'er van spreekt. Het eerste +is zeer hard, en van een grof erf; het is niet vatbaar voor de minste +glans, en heeft eene ligt roode kleur, gelykende naar die van nieuw +brasilie-hout; men bedient 'er zig van voor de deuren en kassen, +voor schepen en vaartuigen. + +Het couppy hout gelykt naar dat van den wilden kastanje-boom; het +is hard, kwastig en vast. Men maakt 'er planken van, waar mede men, +in plaats van steene muuren, de huizen bekleed. Dit hout is van een +bruine kleur: het laat zig zeer goed polysten. + +Op dat de lezer zig een juister denkbeeld van deeze Stad vorme, zal +ik hem verwyzen naar het ontwerp, het welk ik daar van geschetst heb: +ik zal tans overgaan, om eenige byzonderheden, betrekkelyk tot deszelfs +inwooners, op te geven. + +De Europeanen of blanken, in de geheele Volkplanting, beloopen +op een getal van vyf duizend, zonder de bezetting daar onder te +rekenen, en zy houden voornamelyk hun verblyf in de hoofdstad; maar +de Neger-slaven bedragen ten naasten by een getal, van vyfenzeventig +duizend. Alle morgen ten agt uuren gaat het krygsvolk naar de wacht +in de Vesting. De wacht in de Stad word door de burgers of soldaten +waargenomen, en duurt den geheelen nacht. Twee maalen daags, en ten +zes uuren lost het bevelvoerend schip deszelfs geschut in de haven. By +het avond-sein, stryken alle de vlaggen der onderscheidene schepen, +de klokken luiden, en de trommelslagers en pypers loopen door de +Stad. Geen slaaf, van welke kunne ook, mag als dan op de straaten, +of in de haven verschynen, zonder verlof van zynen meester. Die +deezen regel overtreedt, word in arrest genomen, en buiten twyffel +des anderen daags morgens gegeesseld. Des avonds ten tien uuren, +slaan andere tambours den trom op alle de straaten van Paramaribo. + +Op dit oogenblik vertoonen zig de vrouwen, vooral die veel van een +geheim gesprek in het maanlicht houden. Op haare byeenkomsten laaten +zy zig sorbet en sangary toedienen, zynde een mengzel van water, +Madera-wyn, Muscaat-wyn en suiker; zy houden aldaar gesprekken, die +geenzints dubbelzinnig zyn, zoo omtrent haare mans, als omtrent haar +zelven; dikwils vertoonen zy aldaar haare jonge slavinnen, welke +zy aan de manspersoonen voor een zekeren prys ter week aanbieden: +en zoo haare omgang al een weinig ingetogener is, zy zyn ten minsten +wydlustig in het roemen van de geenen, die in haare gezelschappen +tegenwoordig zyn, en wier voorkomen of persoon haare aandacht verdient. + +Elk Land heeft zyne gewoonten, en in allen kan men uitzonderingen +maken; want ik heb vrouwen in Surinamen gekend, wier kiesche en +beschaafde opvoeding de beminnelykste gezelschappen van Europa +veraangenaamd zouden hebben. De inwoonders van Paramaribo, behalven +de vermaken van de tafel, het dansen, het uit ryden gaan, en de +speel-partyen, hebben een klein toneel, waar op zy, tot vermaak van +hun en hunne vrienden, blyspelen vertoonen. Indien zy keurig op hunne +kleederen zyn, zy zyn het niet minder op de netheid hunner huizen. Hun +linnen is allerfynst; zy laaten het wasschen met Castiliaansche +zeep, en deszelfs witheid is by niets, dan by de sneeuw der bergen, +te vergelyken. De vloer der vertrekken, waar in gezelschappen by +een komen, word altoos met zuure oranje-appelen, in tween gesneden, +schoon gemaakt, het geen een aangenaame geur verschaft: de Negerinnen +houden in elke hand een halve appel, en zingen, wanneer zy dit +werk doen. Dusdanig is de hoofdstad, dusdanig zyn de inwooners der +Surinaamsche Volkplanting, en hun caracter is gelyk aan dat van alle +de Hollanders in de West-Indische bezittingen. Maar laaten wy tot +myn verhaal te rug keeren. + +De gewoonte, die ik had om bloots-voets te gaan, belette my eenigen +tyd, om schoenen en koussen te kunnen verdragen. Wanneer ik nieuwe +wilde aantrekken, zwollen myne voeten zoodanig op, dat ik by mynen +vriend KENNEDY ten eeten zynde, genoodzaakt was myne schoenen uit +te trekken, en hy had de goedheid om my in zyne koets naar huis +te laten brengen. Zoo dra ik myne schoenen konde blyven aanhouden, +ging ik een bezoek geven aan den Colonel WESTERLOO, aan boord van een +West-Indisch Compagnie's Schip, het welk naar Holland onder zeil ging, +Deeze Officier, die my te Devil's Harwar, op het oogenblik, dat ik +aldaar in zulk een deerniswaardigen staat was, was opgevolgd, bevond +zig tans van het gebruik van alle zyne ledematen beroofd. In zulk eenen +beklaaglyken toestand, hoopte hy slechts op de vaderlandsche lucht, +om zyne gezondheid te herstellen. Verscheide Officiers zagen zig, op +dit zelfde oogenblik, genoodzaakt hunne goederen te verkoopen om te +leven, vermits zy van den Colonel geene betaaling konden erlangen. Ik +leed door dit onheil minder dan anderen; myne talryke vrienden lieten +my aan niets gebrek lyden. + +Den 28sten January, des morgens aan den oever wandelende, zag ik +aldaar een visch uit het water ophalen, die van wegen zyn goed +vleesch en grootte (hy woog by de twee honderd ponden) verdient +gemeld te worden. Men noemt hem grow-mouneck, of de graauwe Monnik; +men zegt dat hy tot het geslacht der kabeljauwen behoort, waar mede +hy, zoo in gedaante als kleur, veel overeenkoomt, zynde zyn rug van +een zeer donker bruine olyf kleur, en den buik wit. Men sneed hem +dadelyk in groote stukken; ik kocht 'er verscheiden van, en zond +dezelve aan myne vrienden. Van smaak scheen hy my zelfs den tarbot +te overtreffen. Zomtyds vind men hem in de Rivieren; maar gemeenlyk +leeft hy in 't zee-water. In dit Land zyn geene visschers, dan de +Negers. Hunne meesters laaten hun dit ambagt leeren, en vorderen daar +voor eene zekere somme ter week. Indien zy yverig zyn, verzamelen zy +spoedig geld voor eigen rekening; en zommigen zelfs worden ryk. Maar +indien zy integendeel agteloos zyn, en hunne verbintenissen niet +volbrengen, kunnen zy wel staat maken van strengelyk gestraft te +worden. + +Dezelfde gewoonte heeft plaats ten aanzien van verscheide andere +kostwinningen; en met onvermoeide vlyt en zuinigheid kunnen +de Negers dan gelukkig leven. Overeenkomstig dit gebruik heb ik +slaven, in Surinamen gekend, die andere slaven voor eigen rekening +kogten. Verscheiden koopen hunne vryheid van hunne meesters; zommigen +verkiezen liever hun geld te bewaaren, wanneer die meesters billyke +menschen zyn, vermits zoo lang zy slaven blyven, zy van belastingen +zyn vry gesteld, waar aan de vrygemaakte slaven onderworpen zyn. Ik +heb een Neger gekend, zynde een smit, en genaamd JOSEPH, wien men, +in aanmerking van zyne lange en getrouwe diensten, de vryheid had +aangeboden, maar die dezelve zeer stellig weigerde, en liever verkoos +slaaf by een goed meester te blyven. Deeze man bezat verscheiden +slaven in eigendom; hy bewoonde een gemakkelyk en wel gemeubileerd +huis, en zelfs bezat hy eenige stukken zilverwerk. Wanneer zyn meester +en meesteresse hem kwamen zien, liet hy hun kostelyken wyn en sorbet +toedienen. Men moet echter toestemmen, dat zulk een voorbeeld zeldzaam +is: want zoo al eenige slaven te Paramaribo wel behandeld worden, +het grootste getal is elendig: maar de ergste van allen zyn, die +onder de beveelen staan van vrouwen, meer nayverig om rykdommen ten +toon te spreiden, dan om menschlievenheid te doen blyken. + +Het meest geachte zoort der slaven is dat der Cabougles, of +Quarteronnes. Hunne verwandschap met de Europeanen is 'er de oorzaak +van. Men weet, dat zy van een blanken en eene mulatte vrouw geboren +worden: derzelver getal is in deeze Volkplanting zeer aanmerkelyk. Men +plaatst de jongens van deeze kleur doorgaans by ebbenhoutwerkers, +zilversmits, of handelaars in kostbaarheden, wier handwerk zy +leeren. De meisjes zyn kameniers. Men leert haar naaijen, breijen +en borduuren, het geen zy in de volkomenheid doen. Zy zyn over +'t algemeen zeer schoon, en scheppen groot vermaak in zig op eene +cierlyke en nette wyze te kleeden. De meeste, van eene hooge, rechte +en wel gemaakte gestalte zynde, zyn zwieriger dan de mulatte meisjes, +en gaan nooit met het bovenlyf naakt, gelyk de laatst-gemelde. Haare +kleeding bestaat doorgaans in een klein overtrek van satyn, verciert +met een belegzel van gebloemd gaas. Zy dragen een korte borstrok +van Indisch catoen of zyde, van vooren geregen, welke boven het +overtrek een hembd van zeer fyn mousseline doet te voorschyn komen: +schoenen en koussen dragen de slaven in dit Land nooit. Het hoofd van +deeze meisjes is met fraay zwart hair verciert, het welk natuurlyke +en korte krullen heeft. Wanneer zy uitgaan, dragen zy een hoed van +zwart of wit vilt, met een knoop en gouden lis daar aan. Om den hals, +aan de armen en enklauwen dragen zy halsbanden, kettingen, armringen, +goude penningen, en vercierselen van verschillende koraalen. Alle +deeze lievelingen leven met Europeanen, het geen voor de Creoolsche +vrouwen een groot hartzeer is. Indien men echter wist, dat eene +Europeaansche vrouw met een slaaf iets uitstaande had, zoude zy by +de blanken in verachting zyn, en de minnaar zoude zonder genade ter +dood verwezen worden.--Dusdanig zyn, in Hollandsen Guiana, de wreede +wetten der mannen tegen de schoone kunne. + +Maar laaten wy van onderwerp veranderen.--De dwinglandye van onzen +Bevelhebber, den Colonel FOURGEOUD, vermeerderde van dag tot dag. De +Lieutenant Graaf van RANDWYK, die ziek was, en zig gereed maakte, +om met den Colonel WESTERLOO te scheep naar Holland te vertrekken, +ontfing bevel, om in de Volkplanting van Surinamen te verblyven, +alleenlyk vermits hy gezegd had niet wel behandeld te zyn geworden. Om +van des Colonel's rechtvaardigheid een denkbeeld te geven, zal ik +eenvoudig opmerken, dat de Officiers moesten leven van eene gelyke +portie gezouten vleesch, als de soldaaten kregen; alleenlyk geduurende +het verblyf van eenige weeken te Paramaribo, wierd deeze levens-regel +niet gevolgd. Deeze schikking kostte my dertig ponden sterling; maar ik +heb reeds gezegd, dat de Colonel ons onze betaaling onthield; waarom +zou hy ons ook ons eeten niet onthouden hebben? Dit zyn beuzelingen, +waar over een soldaat zig niet ontrusten moet. + +Den eersten February egter wierd ons bericht, dat wy geene kosten +zouden behoeven te maken, zoo wy ons, met het geen men ons gaf, wilden +te vreden houden; en dat, zoo wy daar over niet voldaan waren, men ons +tien ponden sterling s'jaars voor de kosten van ons gezouten ossen- +en varkens-vleesch in rekening zoude brengen. + +Den 2den, vernam ik, dat de Lieutenant Colonel BECKER schielyk +gestorven was. Zyne compagnie kwam my, van wegen den rang, dien ik +bekleedde, toe; het zoude een zoort van vergelding geweest zyn voor +zoo veele moeiten en afmattingen. Om echter een evenwicht tegen dit +voordeel te maken, deed eene getrouwde vrouw, wier man my de grootste +vriendschap betoonde, toen een aanbod, het welk de eerbaarheid my +verbood aan te nemen. Zy hield aan, en ik bleef haare gunsten en +geschenken weigeren; maar wel dra ondervond ik de gevolgen van den haat +en wraakzucht van eene vrouw. Haar man wierd eensklaps myn doodelykste +vyand. Verzekerd van myne onschuld, en grootsch, dat ik geene misdaad +begaan had, waar op verscheide anderen roem gedragen zouden hebben, +verdroeg ik dit ongeluk met geduld. Kort daar na egter, toen de man +zag, dat hy misleid was, schonk hy my zyne vriendschap weder, en +wy waren betere vrienden dan ooit. Ik breng dit geval alleenlyk by, +om te doen zien, welke over 't algemeen de zeden in dit Land zyn. + +Den 6den, bragt een arme trommelslager van het krygsvolk der Societeit +my een geschenk van orange-appelen, en West-Indische Abricoosen, om dat +ik hem, zoo hy zeide, in Holland tegen myn knecht, die zig veroorloofd +had hem te slaan, de hand had boven 't hoofd gehouden. Deeze daad van +erkentelykheid deed my meer genoegen, dan de verkoeling van mynen +vriend my moeite gedaan had. De West-Indische Abricoos is groot, +en naar myn smaak de uitgelezenste van alle vruchten, welke men in +deeze Volkplanting, en misschien in de weereld vindt. Van binnen is +dezelve geel, en de pit is omwonden in een zoort van huid, even als +de kastanje. Het vleesch van deeze vrucht is zoo voedzaam en gezond, +dat men het zomtyds het merg der Planten noemt; en men eet het dikwils +met peper en zout. Ik kan dezelve niet anders vergelyken dan by een +persik; zy smelt ook als zoodanig in den mond; zy is minder zoet, +maar onvergelykelyk lekkerder. De boom, waar aan deeze vrucht groeit, +is meer dan veertig voeten hoog, en gelykt veel naar den nooteboom. + +In Surinamen zyn drieerleije zoorten van oranje-boomen; met zuure, +met bittere en met zoete vruchten: de jonge boomen zyn uit Spanjen +of Portugal aangebragt. De zuure oranje-appelen zyn een uitstekend +hulpmiddel tegen de zweeren, die in dit Land zoo gemeen zyn; maar +het is zeer pynlyk; men gebruikt het daarom niet, dan voor de Negers, +welken men meent dat alles verdragen moeten. De bittere oranje-appelen +worden alleenlyk gebruikt, om met suiker in te maken. De smaak van de +zoete is uitgelezen, en men kan er zonder schroom van eeten; dit kan +men niet zeggen van de China's-appelen, welken ik hier na beschryven +zal. Alle deeze verschillende oranje-boomen zyn zeer fraay, en brengen, +in alle jaar-getyden, bloemen en vruchten voort. + +Den 16den, vernamen wy, dat de Colonel FOURGEOUD, met het overschot +van zyne manschappen, den post van la Rochelle verlaten had, en door +de muitelingen aangetast was geworden. Hy had verscheiden gekwetsten, +en in 't byzonder den Capitain FREDERIK, die voor uit trok, en aan +beide de dyen gewond wierd. Deeze dappere Officier, uit vreeze dat zyn +volk den moed verliezen mogt, hield de beide handen op zyne wonden, +en zat tot de borst toe in het water, op dat men het loopen van zyn +bloed niet bemerken zoude. Hy bleef in die gesteldheid tot op het +oogenblik, dat de Heelmeester hem verbonden had; en toen droegen hem +twee Negers in zyne hangmat. + +Het is onmogelyk meerder yver te betoonen, dan gemelde Capitain +FREDERIK, en de Capitain VAN GUERIKE, adjudant van den Colonel, +geduurende deezen geheelen tocht betoonden. Zy waren altyd op de been, +of hunne gezondheid het toeliet, of niet. De eer was byna de eenige +vrucht, die zy van eenen buitengewoonen en aanhoudenden dienst van +vyf jaaren, trokken; de Colonel FOURGEOUD, naar myn inzien, beloonde +hen nimmer naar verdiensten; en hy behandelde de hoogere zoo wel als +de laage Officieren, zoo als ik myne Corporaals niet zoude willen +behandeld hebben. + +Ik deed hem op dit oogenblik het aanbod, om my by hem in de bosschen +te vervoegen; maar in plaats van myn verzoek toe te staan, zond hy +my bevel, om my naar de Plantagie, de Hoop genaamd, en gelegen aan +de Commewyne, te begeven, om aldaar, geduurende zyne afwezigheid, +over al het krygsvolk, het welk by deeze Rivier gelegerd lag, het +bevel te voeren. Zulk een last was nieuw voor my, en ik maakte my +gereed om denzelven met blydschap te volvoeren. + +Na mondbehoeften gekocht, en my van eene volkomene uitrusting tot +een veldtocht voorzien te hebben, maakte ik aanstalte, om my naar +de plaats myner bestemming te begeven. Maar alvoorens Paramaribo +te verlaten, moet ik opmerken, dat men, geduurende myn verblyf in +deeze Stad, aan een getal van negen Negers elk een been afzette, +om dat zy van de Plantagie hunner meesters waaren weggeloopen. Het +Hof van Justitie in Surinamen gelastte, op verzoek van den eigenaar, +deeze strafoeffening, en de Heelmeester van het Hospitaal, GREUBER, +voerde het vonnis uit. Geduurende deeze onmenschelyke daad, rookten +de lyders gerust hun pyp tabak. De Heelmeester ontfing zes ponden +sterling voor het afzetten van elk been: maar niettegenstaande zyne +groote bekwaamheid, stierven vier van deeze ellendigen oogenblikkelyk +daar na. Een vyfde hielp zig zelven van kant, door zyn verband af te +rukken, en des nachts zyn bloed te laten uitloopen. Zulke verminkte +Negers zyn in deeze Volkplanting gemeen, en hunne meesters gebruiken +hen tot het roeijen van hunne schuiten en vaartuigen. Men ziet 'er +ook, die eenen arm missen: dit is de straf, als men een Europeaan +heeft durven slaan. + +Den 17den February, scheepte ik in naar de Plantagie de Hoop, in een +open en zeer net vaartuig, door zes Negers voortgeroeit wordende. Des +avonds kwam ik voorby de Plantagie Sporksgift aan de Matapaca +Kreek. Des anderen daags kwam ik aan de Plantagie Arentrust, aan de +Commewyne, na de Orelana-Kreek te zyn voorby gevaaren, als mede het +Fort Sommelsdyk, gelegen zestien mylen boven het Fort Amsterdam, ter +plaatse, alwaar de Cottica zig met de eerstgemelde Rivier vereenigt, +en van waar de batteryen den oever der beide Rivieren bestryken. Dit +Fort wierd, in het jaar 1684, door den Gouverneur SOMMELSDYK gebouwd, +wiens naam het ook draagt: het heeft de gedaante van een vyfhoek, +en deszelfs vyf bolwerken zyn van geschut voorzien; het word door een +gracht omringd, en bevat krygs-magazynen: schoon het van geene groote +uitgestrektheid is, is het niettemin van goede verdediging, voornamelyk +uit hoofde van deszelfs laage en moerassige ligging. Op eenigen +afstand van dit Fort is eene fraaije Kreek, genaamd Comite-Wana. + +Den 19den, op den middag, kwam ik op de Plantagie de Hoop: ik vond de +oevers van de Commewyne veel aangenamer, dan die van de Cottica; zy +zyn bedekt met fraaije Suiker- en Koffy-Plantagien, maar vooral met de +eerste, in 't byzonder aan den mond van deeze Rivier. Een halve myl van +die Rivier en van de Cottica, is eene Protestantsche Kerk, alwaar de +Colonisten den dienst gaan hooren: dezelve onderhouden den Predikant. + +De Plantagie de Hoop, alwaar ik tans het bevel over het krygsvolk op +my nam, is eene uitmuntende Suiker-Plantagie, gelegen aan den linker +oever van de Commewyne, aan den mond van eene kleine beek, genaamd +Bottle-Kreek, en byna tegen over eene andere, Cassivinica genaamd. De +Bottle-Kreek heeft gemeenschap met de Commewyne en de Pereca, zoo +als de Wana-Kreek heeft met de Cormoetibo-Kreek en de Rivier Maroni. + +Het krygsvolk was alhier gehuisvest in barakken, van Latanus-boomen +hout gemaakt; maar men had dezelve op eenen zoo moerassigen en laagen +grond geplaatst, dat zy by den vloed geheel onder water stonden. De +Officiers waren allen in een gebouw van denzelfden aart opgesloten; +en ondertusschen wierd het fraaije huis van den Planter, het welk +voor hun zeer gemakkelyk en gezond geweest zoude zyn, door niemand +dan door den Opzigter der Plantagie bewoond. + +Een kanon-schoot verder, als men de Rivier opvaart, ligt de Plantagie +Klarenbeek alwaar ik, den 22sten, naar toe ging, om den staat van +het Hospitaal te onderzoeken. Het volk had het op deezen post veel +aangenamer, dan op de Hoop, uit hoofde van eene onbegrypelyke meenigte +rotten, waar door dezelve geplaagd wierd: zy doorknaagden de kleederen +der soldaaten, en hunne levensmiddelen, en des nachts liepen zy met +dozynen over het aangezicht. Het eenig middel om dit verschrikkelyk +ongemak te keer te gaan, bestond in het booren van gaaten in den +bodem van flessen, en de koorden der hangmatten, zoo aan de voeten +als aan het hoofd-einde, daar door te steken. Wanneer dit werk wel +verrigt wierd, belette de gladheid van de fles deeze dieren, om by +het doek te komen. + +De meenigte van zieken, die in het Hospitaal van Klarenbeek op een +gestapeld waren, maakte eene elendige vertooning. De menschelykheid +word op het gezicht van zulke treurtoneelen dermaten getroffen, dat +ik my zeer gelukkig rekende, toen ik op de Plantagie de Hoop was te +rug gekeerd. Myn last was hier dezelfde, als aan de Cottica, namelyk, +dat ik de Plantagien tegen den aanval des vyands moest beschermen; +en het order-woord wierd my regelmatig door den Colonel FOURGEOUD +toegezonden. Een der Neger-Capitains uit de Volkplanting de Berbices, +genaamd ACKERAW, ontdekte op deeze Plantagie eenen ouden afgeleefden +slaaf, dien hy voor zynen vader herkende; hy omhelsde hem met de +levendigste teederheid, en dit toneel van dankbaare erkentenis was +een der belangrykste. In myne wandelingen rondom deezen post, had +ik gelegenheid, om verscheiden merkwaardige vogelen te ontdekken, +welken ik tans beschryven zal. + +De quise-quidi, dus genoemd, uit hoofde van zynen zang, heeft ten +naasten by de grootte van een leeuwrik. Zyne pluimaadje is bruin, +uitgenomen aan de borst en den buik, alwaar hy eene fraaije geele kleur +heeft. Deeze vogel doet veel schade aan de Plantagien. De wilde duiven +zyn hier zeer gemeen; ik doodde eene zeer groote, veel gelykende naar +die, welke men de Jamaicasche duif met een gekrulde staart noemt. De +rug en de zyden waaren aschkleurig, de staart loodkleurig, de buik +wit, en het voorste van den hals van een purper-kleur met een groene +weerschyn, de oogbal en de pooten rood. Ik zag op deeze plaats ook +andere duiven van een klein zoort, die by paaren loopen. Zy hebben ten +naasten by de grootte van een Engelsche musch, en een helderder kleur; +ik nam ze voor de Picui-nima van Markgraaf; zy hebben schitterende +oogen, met een geele oogbol, en over 't geheel zyn deeze diertjes +zeer aartig. De Hollanders noemen dezelve Steenduifje, om dat men ze +dikwils op rotzige en zandige plaatsen vindt. Men ziet ook tortelduiven +in Guiana, maar zeldzaam by Plantagien. Zy leven met vermaak in het +binnenste der somberste bosschen; zy maken hunne nesten op de boomen, +in het midden van het dikste lommer; ik heb 'er met de hand aangevat, +zonder dat zy pogingen deeden om weg te vliegen; in kleur verschillen +zy weinig van de Europeesche; maar hunne grootte is minder, en hunne +vlerken hebben eene grootere uitgebreidheid, dan die van alle andere +tortelduiven of duiven. + +Ik was over mynen staat steeds zeer te vreden. Ik koude vryelyk adem +haalen, en had het vooruitzigt, om myne geledene vermoeienissen en +hartzeeren vergoed te zien. Men eerbiedigde my, als den Oppervorst +der Rivier: de nabuurige Planters beweezen my alle vriendelykheid, +zonden my wildt, visch, groenten en vruchten ten geschenke; ik kende +my naauwlyks voor het zelfde mensch, en byna alle myne wenschen +waren voldaan. + +Op zekeren dag, den 5den Maart, geduurende myn verblyf alhier, wierd +ik verrast, door op een schuit, die de Rivier opvoer, met een witte +neusdoek te zien waaijen; het was myne geliefde JOANNA, door haare +moeije vergezeld, die deeze beweging maakte. In plaats van in de Stad +te blyven, verkoos zy tans liever naar Fauconberg te gaan, slechts +vier mylen van de Plantagie de Hoop af liggende: ik vergezelde haar +dadelyk tot aan deeze Plantagie. + +Ik vond aldaar een ouden slaaf, dien JOANNA my zeide haar grootvader +te zyn, en die my zes stuks gevogelte ten geschenke gaf. Deeze oude +man had gryze hairen, en konde niet meer zien; maar zyne talryke +afkomelingen onderhielden hem ordentelyk: hy verhaalde my, dat hy +in Africa geboren was, alwaar hy in meerder aanzien was geweest, +dan zyne meesters immer in Suriname waren. + +Misschien zal de lezer het vreemd vinden, dat ik zoo dikwils spreeke +van eene Slavin, en dat ik voor haar zoo veel achting betoone; +maar ik kan met geene onverschilligheid spreken van eene vrouw, +die de teedere liefde van elk gevoelig mensch waardig is, en wier +genegenheid my tot een tegenwicht in alle myne onheilen verstrekte: +haare deugd, haare jonkheid, haare schoonheid deeden haar meer en +meer myne achting winnen: het ongeluk van haare geboorte en staat, +wel verre van myne genegenheid te verminderen, dienden, integendeel, +om dezelve te doen aanwassen. + +Den 6den Maart, kwam ik op de Hoop te rug, beladen met geschenken van +gevogelte, aubergines, koolspruiten, agoma, en eenige Surinaamsche +kerssen. De aubergine is een soort van vrucht, hebbende de gedaante +van een komkommer, eene purper-kleur van buiten, en wit van binnen; +men snydt dezelve in schyven, en eet ze als salade; zomtyds laat +men ze koken; zy is zeer goed en zeer gezond. De bladen van den +boom, die deeze vrucht voortbrengt, zyn breed, groen, en met een +purperverwig dons bedekt. De agoma is een kruid, dat eenigzints bitter +is. De koolspruiten zyn dezelfde als in Europa, maar vry zeldzaam. De +kerssen zyn zeer zuur; ten minsten, indien ze niet volkomen ryp zyn, +deugen ze niet, dan om in suiker in te leggen. + +Den 8sten, den geboorte-dag van den Prins van Oranje, noodigde ik +verscheiden lieden, om dien dag met my te vieren. De Colonel FOURGEOUD +hield zig al dien tyd bezig met de bosschen te doorkruissen: maar zyne +krygsverrigtingen hadden geen ander gevolg, dan den dood van eenigen +zyner soldaten, die door de Negers vermoord wierden; het verlies +van eenige anderen, die in de bosschen verdwaalden; en de vlucht +van CUPIDO, die in weerwil van alle zyne ketenen ontsnapte. Van twee +mannen, welken de Colonel my in 't Hospitaal te Klarenbeek zond, was +de een door de muitelingen op eene afgryzelyke wyze verminkt geworden. + +Den 17den, ontfing ik van zekeren heer ONIS een reebok ten geschenke; +en denzelfden dag bragt een der slaven my een hagedis, genaamd +Sapagala, zynde van een minder groot zoort, en minder aangenaam van +smaak, dan de Iguan, welken de Indianen den naam van waya-maca geven: +ik at 'er niet van, en gaf dit dier aan den Opzichter der Plantagie. Op +'t wildt onthaalde ik myne Officiers. + +'Er zyn in Surinamen twee zoorten van harten. Het hart, dat men aldaar +bajew noemt, heeft ten naasten by de gedaante van een Engelschen +reebok. Hy heeft de hoornen niet zeer lang en gebogen, de oogen +levendig en vol vuur, en een korte staart; zyn hair is van een +bruinachtig roode kleur, uitgenomen onder den buik, die wit is. Dit +dier, wanneer men het vervolgt, loopt met een verwonderlyke kragt en +vaardigheid: men vindt hem dikwils in de nabyheid der Plantagien, +alwaar hy aan het suiker-riet groote schade toebrengt; de Planters +hebben zelfs Neger-Jagers of Indianen, om hem te vervolgen en te +dooden. De jacht kan in dit Land, uit hoofde van de dikte der bosschen, +voor een Europeaan geen vermaak opleveren. Zomtyds vangt men het +hart levend, wanneer hy een Rivier overzwemt; het geen hy dikwils +doet, het zy om zynen dorst te lesschen, het zy om zynen vyand te +ontvluchten. Zyn vleesch is noch sappig, noch vet, noch malsch, en +is van weinig waarde, in vergelyking van het vleesch der Europeesche +harten, hoe zeer het by de inwooners van Surinamen in groote achting +is. Het ander zoort van harten word bouzi-cabritta door de Negers, +en wirre-bocerra door de Indianen genoemd. Hy is kleinder en ligter in +'t loopen dan die van het eerste zoort; zyne huid heeft een geel-achtig +bruine kleur, en kleine witte vlakken; zyne oogen zyn levendig, en zyn +gezicht doordringend; hy heeft naauwe en korte ooren; hy heeft geene +takken aan de hoornen; zyne ledematen zyn klein, maar sterk gespierd; +zyn vleesch is lekkerder dan van eenig ander wildt, het welk ik in +dit Land geproefd heb. + +Den 21sten, aan den heer en mevrouw LOLKENS, op Fauconberg, een bezoek +hebbende gaan geven, gingen wy in de nabuurschap eene steenbakkery +zien, genaamd Appe-cappe, en aan den Gouverneur NEPVEU toebehoorende: +men werkte aldaar zoo schielyk en zoo wel als in Europa. Zulk een +trafiek brengt groote voordeelen op, want van dit zoort zyn ze in +deeze Volkplanting zeldzaam. Ik spreek hier van egter alleenlyk, +om in 't algemeen de groote voordeelen van dit Land te bewyzen, +alwaar men het hout voor niet heeft: 'er is in dit geval niets dan +vlyt noodig. De Plantagie Fauconberg was zoo besmet met insecten, die +men monpeiras noemt, dat ik zeer te vreden was met afscheid van myne +vrienden te nemen, en naar de Hoop te rug te keeren. De monpeiras zyn +muggen van het kleinste zoort, maar in het steken zoo kwaadaartig, +als de grootste muggen. Zy vliegen in zulk een groot aantal, en in +zulke dikke zwermen, dat wanneer ze in diervoegen by elkander zyn, +men dezelve voor een wolk van zwarten rook zoude aanzien. Zy zyn zoo +klein, dat ze verscheiden te gelyk in de oogen vliegen, van waar men +ze niet zonder pyn en gevaar kan doen verhuizen. + +Ik leide alle myne bezoeken te water af; want ik had een fraay +vaartuig tot myne beschikking, met zes Negers tot roeiers, die ook +voor my jaagden en vischten: om kort te gaan, ik was zoo gelukkig en +zoo wel gezien op deezen post, dat ik my byna verbonden zoude hebben, +om van staat niet te veranderen. + + + +DERTIENDE HOOFTSTUK. + +Beschryving van eene Suiker-Plantagie.--Huisselyk geluk in +zekere hut.--Krygs-verrigtingen van den Generaal FOURGEOUD.--De +Duncane, Igname en Soubacou.--Wreedheden van zommige Opzigters der +Plantagien.--Onderscheidene zoorten van visschen.--Misnoegen van +eenen Capitain der muitelingen. + +Ik heb gezegd, dat ik op de Hoop het gelukkigst leven leidde. Myn +geluk duurde nog, toen de heer en mevrouw LOLKENS, my een bezoek +hebbende komen geven, my in de gelegenheid stelden, om my te kunnen +vervoegen aan de heeren PASSELAIGE, vader en zoon, te Amsterdam, die +de nieuwe eigenaars van myne JOANNA waaren. Zy noodigden my bovendien, +om haar op de Hoop te laten komen, alwaar het verblyf haar aangenaamer +zoude zyn, dan op Fauconberg, of te Paramaribo: men kan denken, of ik +ook gaarne daar in toestemde; en aanstonds gaf ik aan de slaven last, +om eene wooning van Latanusboomen-hout te maken, ten einde haar daar +in te ontfangen. + +Te gelyker tyd schreef ik den volgenden brief aan de heeren PASSELAIGE, +vader en zoon: + +"MYNE HEEREN! + +Ik heb van den heer LOLKENS, Bestuurder der Plantagie Fauconberg, +vernomen, dat gylieden daar van tans eigenaars zyt. Groote +verpligtingen hebbende aan eene uwer Mulatte Slavinnen, de dogter van +wylen den heer KRUYTHOFF, genaamd JOANNA, die my in myne ziekte heeft +opgepast, wilde ik haar myne dankbaarheid betuigen, door van ulieden, +myne Heeren! haare vryheid onverwyld te koopen. Verwaardig u my den +prys op te geven; dezelve zal u op het oogenblik betaald worden; +en gy zult verpligten, + +MYNE HEEREN! + +UEd. onderdanigsten en gehoorzaamsten Dienaar, + +JOHN GABRIEL STEDMAN, + +Capitain in de Zee-krygsbende van den Colonel FOURGEOUD." + + +Deeze brief ging vergezeld van eene andere van den heer LOLKENS; +en deeze waarde vriend vleide my met den goeden uitslag. + +Deeze beide brieven naar Holland hebbende afgezonden, had ik tyd en +gelegenheid, om eene Suiker-Plantagie in alle derzelver byzonderheden +te onderzoeken; ik zal trachten daar van eene naauwkeurige beschryving +te geven. + +De gebouwen bestaan doorgaans in een fraay huis voor den eigenaar, +in twee andere voor den opzigter en boekhouder, in eene wooning voor +den timmerman, in keukens, in bergplaatsen, en in stallingen, indien +de Suikermolen door paarden of muilezels gedraait word, want op de +Plantagie de Hoop bedient men 'er zig niet van; het water brengt +aldaar de raden in beweging; de vloed stort het water in de huizen, +door middel van sluizen, welke men by laag water open zet; en dit +water, als eene beek nederstortende, brengt het geheele werktuig in +beweging. Het bouwen van een Suikermolen kost gewoonlyk vier duizend, +en dikwils zeven of agt duizend ponden sterling. + +Het zoude misschien verveelend zyn, zulk een werktuig stuk voor stuk +te beschryven; ik zal alleen opmerken, dat het groote rad zig lynrecht +beweegt, en met een ander mede zeer breed rad, het welk horizontaal +geplaatst is, gemeenschap heeft; het laatstgemelde slaat op drie yzere +stampers, die van onderen door een zwaren balk ondersteund worden, en +zoo zeer op elkander sluiten, dat zy alles, wat 'er tusschen beiden +koomt, zoo dun maken, als een blad papier. Op die wyze word het +suikerriet gebroken, om het sap of vocht van den bast af te scheiden, + +De andere molens zyn volgens de zelfde grondbeginzels gebouwd; en +om het horizontaal rad in werking te brengen, doet men een grooten +hefboom door paarden of muilezels draaijen. Zoo al de watermolen +sterker werkt, en minder kostbaar is, moet men ook den vloed afwagten, +en hy kan niet meer dan een gedeelte van den dag gaan. De molen, +die door paarden bewogen word, kan integendeel ten allen tyde maalen, +naar het goedvinden van den eigenaar.--By den molen is een werkplaats, +van steen gebouwd, alwaar groote kopere ketels zyn, waar in men de +natte suiker laat koken; gewoonlyk zyn 'er vyf. Daar tegen over zyn +koelbakken: deeze zyn groote vierkante houte kuipen met een platten +bodem, waar in men de suiker giet, wanneer ze uit de ketel koomt, om +daar in te koelen, eer men ze in de vaten stort: deeze vaten staan, +by de koelbakken, op zwaare uitgeholde balken, die de syroop, wanneer +ze van de suiker afloopt, opvangen, en door buizen in een vierkante +van onderen gegraven bak brengen. De werkplaats tot de overhaaling +{destillatie) is 'er dicht by; men trekt aldaar van de schuim van het +vocht een zoort van rhum, waar van ik hierboven onder den naam van +kill-devil gesproken heb. Elke Planter, in Surinamen, heeft altyd ter +zyner beschikking een open vaartuig, en verscheide andere schuiten, +om zyne waaren daar mede te vervoeren: hy heeft ook een bergplaats, +om dezelve te laren droogen. + +De uitgestrektheid der Suiker-Plantagien, in deeze Volkplanting, is +gewoonlyk van vyf of zes honderd akkers. De gedeelten, tot bebouwing +geschikt, zyn in vierkante vakken verdeeld, alwaar men de stekken of +uitspruitzels van het riet, aan welke men omtrent een voet lengte laat, +in rechte en gelyke reijen, schuins in den grond steekt: men plant +dezelve gewoonlyk in het regensaisoen, wanneer de grond vochtig en +week is. Het duurt omtrent twaalf of zestien maanden, eer de spruiten, +die uit de stekken uitbotten, tot haare volkomene rypheid geraken; +wanneer zy daar toe gekomen zyn, worden ze geel, en haare grootte is +ten naasten by die van een Duitsche fluit. Het Suikerriet groeit zes +of tien voeten hoog: uit deszelfs afzetzels spruiten bladeren van een +ligt groene kleur, hebbende de gedaante van die van een pry, maar veel +langer en getand, en vallende op den grond af, wanneer de plant goed +is om gesneden te worden. De voornaame zorg der slaven, geduurende +dat het riet groeit, bestaat in het uitwieden van het onkruid, het +welk anderzints de plant van haare kragt berooven zoude. Men telt op +zommige Suiker-Plantagien meer dan vier honderd slaven. De geldsommen, +die 'er noodig zyn om dezelve te koopen, en de gebouwen te stichten, +beloopen twintig a vier-en-twintig duizend ponden sterling, zonder +de waarde van den grond 'er eens by te rekenen. + +Laaten wy tans zien, wat 'er van het riet geduurende de werking van +den molen word: het word aldaar tusschen de drie stampers, door welke +het twee malen doorgaat, gebroken. Vervolgens loopt het vocht door +eene groeve, die in een balk gemaakt is, tot in de werkplaats, alwaar +men het zelve laat koken, en in een zoort van houten bak ontfangt. + +De arbeid der Negers, die aan de stampers werken, is zoo gevaarlyk, +dat wanneer een van hunne vingers tusschen twee rollen geraakt, +het geen meenigwerf en door onoeplettenheid gebeurdt, de geheele arm +oogenblikkelyk word weg getrokken en aan stukken geslagen, zoo al +zelfs niet een gedeelte van het lichaam. Doorgaans houdt men een +byl gereed, om het lid af te houwen, want de man zou gevaar loopen +van om te komen, eer het werktuig konde worden stil gehouden. Een +ander gevaar, waar aan deeze ongelukkige slaven zyn bloot gesteld, +bestaat in het proeven alleenlyk van het vocht, het welk zy in het +zweet van hun aangezicht 'er uit halen; zoo men dit bemerkt, worden +zy veroordeeld, om eenige honderde geesselslagen te ontfangen, of +zelfs de tong te worden uitgerukt, op last van den Opzichter. + +Wanneer het vocht uit den gemelden houten bak koomt, word het in de +eerste kopere ketel gestort, alwaar het door een zeef gekleinst word, +om al het stroo, het welk 'er by het stampen mogt zyn in gebleven, +weg te nemen. Dit vocht, na eenigen tyd gekookt te hebben, en +afgeschuimd te zyn, word andermaal overgegoten in de tweede ketel, +en zoo vervolgens tot in de vyfde en laatste, alwaar het eindelyk den +bekwaamen graad van dikte of vastheid verkrygt, om in de koelbakken +overgestort te worden: men werpt in de ketels eenige ponden aarde +en aluin, onder elkander gemengd, om het vocht te doen korrelen: op +die wyze dan laat men het al langs hoe meer koken, tot in de vyfde +ketel. Wanneer men de suiker in de koelbakken overgiet, draagt men +zorg, om ze wel te roeren en gelykelyk uit te spreiden: wanneer ze +koud is, heeft ze het voorkomen van bevrozen te zyn; ze is vast, als +kandy, bruin en doorschynend; men zoude byna zeggen, dat het stukken +noteboomen hout waaren, die zeer glad gepolyst zyn. Als de suiker +uit de koelbakken koomt, stort men ze in vaten, die een gewicht van +duizend ponden suiker bevatten, in welker bodem openingen of kleine +gaten zyn, dienende om het vocht, het welk nog mogt zyn overgebleven, +en melasse genoemd word, te doen uitloopen, en word het zelve, zoo als +ik reeds gezegd heb, in een van onderen gegraven bak gevangen. Na deeze +laatste bewerking, is de suiker geschikt om naar Europa overgevoerd, +aldaar geraffineerd en tot brooden gemaakt te worden. Ik moet opmerken, +dat hoe grooter de korrels zyn, hoe beter de suiker is, en dat geen +Land tot derzelver voortplanting meer geschikt kan zyn, dan Guiana. De +rykdom van eenen onuitputtelyken grond brengt te weeg, dat 'er drie +of vier vaten suiker van een akker komen. In 't jaar 1771, voerde +men niet minder dan vier-en-twintig duizend vaten uit naar Rotterdam +en Amsterdam alleen, het welk tegen zes ponden sterling het vat, (en +zomtyds maakt men 'er het dubbeld van,) eene somme van by de honderd +vyftig duizend ponden sterling uitmaakt, zonder van eene groote +meenigte kill-devil en suiker-syroop te spreken. De laatstgemelde, +die men op zeven duizend vaten voor dit zelfde jaar kan rekenen, +wierd voor vyf-en-twintig duizend ponden sterling aan de Engelschen +in America verkogt. De kill-devil word in Surinamen; ten gebruike der +Negers gestookt; men kan haar bedragen op dezelfde somme rekenen: +het geen, alle drie by elkander gerekend, omtrent tweemaal honderd +duizend ponden sterling 's jaars uitmaakt. + +De kill-devil is ook een drank, welke zommige Planters gebruiken; +maar zy is vooral voor soldaten en matroozen. Wanneer ze nieuw is, +is zy een langzaam vergift voor elken Europeaan. De Negers hebben +'er nooit hinder van; integendeel, ze is hun zeer noodzakelyk en zeer +goed, vooral in het regen-saisoen. Geen gedeelte van het suikerriet +is nutteloos. Het gemalen riet en de bladeren dienen tot mest, om +het land vet te maken. + +Alle de Plantagien worden door bosschen omringd. Eene meenigte wilde +beesten rechten aldaar groote verwoestingen aan: men laat door honden +jacht op hen maken, en de Negers dooden ze dikwils. Na het geen ik +omtrent dit stuk alleen gezegd heb, kan men zig van den natuurlyken +rykdom van dit Land een denkbeeld vormen, maar ik twyffel echter +of de Volkplanting van Surinamen, zoo zy immer in andere handen, +dan die der Hollanders, overging, van zulk een aanzienlyk gewicht +blyven zoude. 'Er zyn 'er geenen, die geduld, vlyt, en onvermoeidheid +in zulk een hoogen trap bezitten. + +Ik keer tans tot myn verhaal te rug. Ik heb gezegd, dat de slaven, +die ter myner beschikking stonden, bezig waaren met eene wooning +te maaken, om JOANNA daar in te ontfangen: zy voltooiden het in +vyf of zes dagen. Het bestond uit een kamer tot gezelschappen, +ook tot een eetkamer dienende; een slaapkamer, waar in ik alle +myne goederen bergde; en een zoort van gang, om buitenwaards lucht +te scheppen. Eene kleine keuken, en een groot hoenderhok waaren +'er van afgescheiden. Rondom stonden heiningen, en de ligging was +verrukkelyk. De tafels, de stoelen, en de banken, die myn huisraad +uitmaakten, waaren ook van Latanus-boomen hout. De deuren en vensters +waaren gesloten, door middel van konstig gemaakte houte sloten +en sleutels, welke een Neger my gegeven had, en door hem gewerkt +waaren. Alles in dier voegen gereed zynde, was myne eerste zorg, om in +deeze wooning den voorraad te doen plaatsen, dien ik van Paramaribo +had medegebragt. Dezelve bestond in een vaatje meel; een ander met +ingezouten makreel, die in dit Land lekker is, en welke men aldaar uit +Noord-America aanbrengt; in hammen; ingelegd vleesch, en Bostonsche +bifchuit. Ik had ook wyn, Jamaicasche rhum, thee, suiker, en een kistje +met spermacetie-kaarssen. De heer KENNEDY had my van zyne Plantagie +Vriedyk twee fraaije vreemde schapen en een varken gezonden. De moeije +van JOANNA gaf my twee douzyn verschillende zoorten van gevogelte; de +groenten en vruchten, het wildt en de visch ontfing ik van alle kanten. + +Den eersten April, voer JOANNA de Rivier af, en kwam op de Hoop met +het vaartuig van Fauconberg, door agt Negers geroeid wordende. Ik +gaf haar dadelyk bericht van den inhoud van den brief, dien ik naar +Holland had geschreven. Zy bedankte my met veel zedigheid, maar haare +oogwenken waaren levendiger, dan haare gesprekken. Ik bragt haar in +haare nieuwe wooning, alwaar de Slaven der Plantagie, ten teeken van +achting, haar dadelyk geschenken deeden van cassaves, ignames, bananes, +en plantains. Nimmer waren twee gelieven gelukkiger. Zoo vry zynde, +als de heesters van het woud, ademden wy de zuiverste lucht in. Het +vergenoegen en de gezondheid waren myn deel; en myne gezellinne, van +jeugd en schoonheid schitterende, verwekte de afgunst en verwondering +der geheele Volkplanting. + +De Colonel FOURGEOUD, toen besloten hebbende de bosschen te verlaten, +en te Maagdenberg, een post aan den mond van de Commewyne gelegen, +zyn leger neer te slaan, zond ik hem een groote schuit, geladen met +mondbehoeften, en met twintig soldaten onder bevel van een Officier +bemand. Ik deed vervolgens de monstering myner zee-soldaaten; +ik had 'er niet meer dan twintig overig, zonder echter een klein +detachement, het welk te Calis, aan den mond der Cassivinica-Kreek, +geplaatst was, daar onder te rekenen: iets hooger aan dezelve kreek, +en op eene Plantagie, Coupy genaamd, waren ook een Officier en eenige +soldaten geplaatst. + +Den 4den, des morgens, was ik getuige van een zonderling gevecht +tusschen twee slangen, de eene van omtrent drie voeten lang, de +andere alleenlyk van veertien duimen. Het duurde byna anderhalf uur, +geduurende welken tyd de draaien en kronkelingen deezer dieren zeer +merkwaardig waren; en het eindigde met den nederlaag van de kleinste, +welken de grootste by den kop nam, en geheel en al levendig inslokte. + +Myn Neger, den zelfden dag, eenige kleine gloeijende kolen hebbende +weggeworpen, zag ik met zeer veel verwondering een kikvorsch dezelve +gretig inslokken, zonder dat zy 'er eenig kwaad van scheen te gevoelen; +ongetwyffeld zag zy die voor vuur-muggen aan. Ik zag ook, in een +suiker-molen, een kikvorsch, die zig op mieren vergastte, welker +getal ter deezer plaatse zeer groot was. Zy lekte dezelve met haare +tong op, naar maate zy voor haar henen liepen. Een andere kikvorsch +sliep dagelyks op een der balken van myne wooning, en verliet dezelve +doorgaans des nachts. De Negers noemden haar yombo-yombo, uit hoofde +van de kracht, waar mede zy sprong. De kikvorsch van dit zoort is +zeer klein; een weinig plat; derzelver huid heeft eene fraaije geele +kleur, met zwarte en scharlaken vlakken. Men vindt ze dikwils in +de bovenkamers der huizen. Het evengemelde beestjen ons zeer fraay +voorgekomen zynde, verboden wy het zelve aan te raken. + +Den 8sten tusschen zes en zeven uuren des morgens, terwyl wy een van +onze Sergeanten begroeven, hoorden wy verscheiden schoten met klein +geschut, naar den kant van de Pereca, en ik zond dadelyk een Officier +en twaalf soldaten af, om van dien kant te hulp te komen. Zy kwamen des +anderen daags te rug, en zeiden my, dat de muitelingen de Plantagie +Kortenduur hadden aangevallen, alwaar zy met plonderen bezig waaren; +maar dat de bewooner alle zyne Slaven gewapend hebbende, deezen de +eerstgemelden hadden genoodzaakt de vlucht te neemen, zonder dat men +eenige andere hulp noodig gehad hadde. + +De Colonel FOURGEOUD zond my van de Wana-Kreek, eene kleine +bezending van krygsvolk, die den 11den op de Hoop aankwam, met den +Neger SEPTEMBER, die steeds gevangen bleef. De soldaten verhaalden, +dat de muitelingen, met den Bevelhebber gesproken hadden, en hem +in 't aangezicht hadden uitgelachen, toen zy hem een bevel hoorden +uitbrengen, om geen vuur op hen te geven, maar hen levendig gevangen +te nemen. Ik vernam ook, dat onder de geenen, die in de bosschen +verdoold geraakt waren, zig ook bevond de ongelukkige SCHMIDT, die +onlangs zoo zwaar gekwetst was geworden, dat hy zig naderhand niet +volkomen had kunnen herstellen. + +Den 15den, de sluisen door het hooge water overgeloopen zynde, geraakte +onze geheele post onder water, uitgenomen het vak, waar op ik myne +hut geplaatst had, het welk droog bleef. Door dit toeval, waren de +Officiers en soldaten tot de knien toe in 't water. Den zelfden dag, +kwam myn waarde vriend HENEMAN, die als vrywilliger diende, uit het +leger van den Colonel FOURGEOUD, aan de Wana-Kreek, in een vaartuig vol +krygsbehoeften en soldaaten. Hij was tot Lieutenant in myne Compagnie +benoemd. Ik vernam van hem, dat de overige krygsbende Maagdenberg +verliet, om zig naar het bovenste gedeelte van de Commewyne te begeven, +en zig aldaar neder te slaan. Deeze arme jongeling was door elende +en vermoeienissen uitgeput; ik beval hem aan de zorge van JOANNA, +die hem als een broeder behandelde. + +Den 14den, den Colonel FOURGEOUD met zyn krygsvolk te Maagdenberg +aangekomen zynde, kwamen de Officiers en soldaten der Compagnie, en +de Jagers, ten getale van by de twee honderd mannen, in vaartuigen de +Rivier afzakken, om in verschillende posten aan de Pereca verdeeld +te worden. Zommigen van hun kwamen op de Hoop aan land, om zig te +ververschen, en gedroegen zig zoo slecht, dat myne Officiers en ik +genoodzaakt waaren, een half dozyn 'er van te straffen; zy vertrokken +den zelfden dag. Ik zond vervolgens een open vaartuig van agt riemen +af, om den Opper Bevelhebber, met eenigen van zyne Officiers, naar +Paramaribo te brengen, van waar hy eindelyk aan den Graaf van RANDWYK +toestond, om naar Holland scheep te gaan. + +Den 16den, wierd het grootste gedeelte der schapen, tot deeze Plantagie +behoorende, ongelukkiglyk vergeven, door van eene plant te eeten, welke +de Negers duncane noemen; maar de myne ontsnapten dit ongeluk. Het +spyt my zeer, dat ik deeze plant niet met meerder aandacht onderzogt +heb. Zie hier alles wat ik 'er van weet. Het is een struik met breede +groene bladen, byna van de grootte van het Engelsch klissekruid. Het +groeit van zelf op laage en moerassige plaatsen, en veroeorzaakt aan +elk dier, het welk 'er van eet, oogenblikkelyk den dood. De slaven +zyn dienvolgende verpligt in de Savane en velden, alwaar men beesten +weidt, dit onkruid uit te trekken; want men beweert, dat de ossen +en schapen 'er heet op zyn, hoe schadelyk het ook voor hun is, en +schoon anders de ingeschapen neiging der dieren hen, zoo men zegt, +de nuttige van de schadelyke planten doet onderscheiden. Een Neger had +door onoeplettenheid deeze plant in zyn tuin laten groeien, alwaar de +ongelukkige schapen, na het om ver werpen der heiningen, binnen kwamen. + +Er waaren ook, in deezen zelfden tuin, verscheide andere wortels +en planten, die der aandacht waardig zyn. Ik vond aldaar de igname, +een wortel, in de West-Indien zeer bekend, en die in een vetten grond +welig groeit. Die van Surinamen weegt zomtyds drie of vier ponden, en +een akker kan wel tien of twintig duizend ponden opbrengen: dezelve is +zeer aangenaam van smaak, het zy gekookt, het zy gebraden, en bovendien +zeer gezond, en gemakkelyk te verteeren. Van binnen is zy wit, en van +buiten heeft ze eene hooge purper kleur, naar het zwart hellende. Haare +gedaante is zeer onregelmatig. De ignames komen voort van spruiten, +welke men op eenen korten afstand van elkander plant; en na verloop +van zes maanden geraken zy tot haare volkomene rypheid. De bladen +beginnen dan bleek te worden. Tot dien tyd toe hebben zy eene zeer +donkere groene kleur. Deeze wortels kruipen langs den grond, even +als het eiloof. Zy maaken het voornaamste voedzel der slaven in de +West-Indien uit, en dienen hun zelfs tot brood. Men kan ze geduurende +een jaar, of daaromtrent bewaaren; zy zyn dienstig op lange reizen, +en men voert ze dikwils naar Engeland over. Ik zag ook nog eene andere +zeer kleine wortel, waar aan men in Surinamen den naam van naapjes +geeft. Men eet ze op dezelfde wyze, als de igname, maar zy is veel +beter. Beiden vervullen hier de plaats van aardaeppelen, wortelen en +raapen, die ons in Engeland van zulk eene groote nuttigheid zyn. + +Dezelve tuin bevatte ook Turksch graan, of mais, gelykende naar +dat van Europa. Men teelt dit zeer veel in Surinamen: men geeft het +niet alleen aan het gevogelte, en allerleije zoort van vee te eeten; +maar men maakt 'er ook meel van, en de Creoelen bakken 'er ook lekkere +koeken van, die daarenboven zeer voedzaam zyn. Men eet ze zomtyds met +wortels van althea. Deeze is een zeer kleine stronk, met langwerpige +bladeren; dezelve wortels, wel gekookt, geeven een zeer goede saus, +wanneer men ze met peper van Caijenne aanzet; maar derzelver slymige +aart maakt ze niet zeer smakelyk. + +Den avond van den dag, die voor de schapen zoo doodelyk was, met myn +snaphaan op den schouder wandelende, schoot ik een vogel, alhier +Soubacou genaamd. Het was een zoort van grauwe ryger. Zyn bek en +pooten waaren zeer lang, en van een zeer donker groene kleur. De +laatstgemelde scheenen met breede schubben bedekt te zyn, van eene +harde en hoornachtige zelfstandigheid; en de nagels van elken klaauw in +het midden der poot waaren getand. Deeze vogel, schoon van de grootte +van een gewoon hoen, was zoo ligt als een duif. Toen hy gereed gemaakt +was, vonden wy in hem een visch-smaak. + +Ik heb zedert eenigen tyd geen trek van wreedheid aangehaald, en +ik heb my deswegens zeer gelukkig geacht. Het is derhalven niet +dan met weerzin, dat ik my gedwongen zie 'er eenige te verhaalen, +welke ik zeker ben, dat de verontwaardiging en het mededogen van +den lezer verwekken zullen. De eerste daad van onmenschelykheid, +die myn mededogen gaande maakte, was eene strafoeffening, welke ik +op eene nabuurige Plantagie aanschouwde. Een fraay Samboes meisje, +omtrent agtien jaaren oud, en geheel en al naakt, was met de armen +aan een boom vast gemaakt. In deezen staat wierd zy door zweepslagen, +die twee Negers haar toebragten, zoo verschrikkelyk van een gereeten, +dat het bloed uit haar lichaam van het hoofd tot de voeten gonsde. Dit +ongelukkig schepzel had reeds twee honderd slagen ontfangen, toen +ik haar vernam, hebbende het hoofd op haaren boezem hangende, en +het akeligst schouwspel opleverende. Ik liep naar den Opzichter, +en bad hem, dat hy haar oogenblikkelyk zoude doen losmaken, +vermits zy haare straf geheel had ondergaan. Maar hy antwoordde +my zeer eenvoudig, dat hy, om de vreemdelingen te beletten van zig +met zyn bestuur te bemoeijen, zig tot eenen onveranderlyken regel +had voorgeschreven, om de straf te verdubbelen, ingevalle iemand +hunner voor den schuldigen spreeken wilde; en de wreedaeart liet de +strafoeeffening oogenblikkelyk op nieuw beginnen. Ik wilde hem, maar +vrugteloos, tegen houden; hy verklaarde my, dat het minste uitstel, +wel verre om hem van besluit te doen veranderen, zyne wraak slechts +onverzoenbaarer en verschrikkelyker maakte. My stond niets anders +te doen, dan dit afschuwelyk wangedrocht te ontwyken, en zig, even +als een wild beest, met bloed te laten verzadigen. Van dien dag af, +besloot ik alle gemeenschap met de Opzichters af te breken, en ik +konde my niet wederhouden, om hen allen te vervloeken. Naar de reden +van deeze onmenschelyke daad onderzoek gedaan hebbende, vernam ik met +zekerheid, dat de eenige misdaad van dit ongelukkig meisjen daar in +bestond, dat zy de omhelzingen van haaren vervloekten beul standvastig +geweigerd had. De schelm, door jaloersheid en wraakzucht aangedreven, +deed, onder voorwendzel van ongehoorzaamheid, haar zoo levendig van +een ryten. Ik heb dit arm meisjen in den staat, waar in ik haar vond, +afgeteekend, en ik ben overtuigd, dat dit gezicht het medelyden van +elk gevoelig mensch verwekken zal. + +Tot hier toe geene gelegenheid gehad hebbende, om van de Samboes te +spreken, zal ik tans zeggen, dat het een zoort is tusschen mulatten +en negers in. Zy zyn van eene donkere koper-kleur; zy hebben zwarte +en ligt gekrulde hairen. Deeze slaven, zoo mans als vrouwen, zyn over +'t algemeen zeer fraay, en de Planters gebruiken ze voornamelyk tot +den dienst binnen hunne huizen. + +By myne te rug komst op de Hoop, sprak de Opzigter der Plantagie, +EBBER, my aan, en zeide my met traanen in de oogen, dat hy veroordeeld +was in eene boete van twaalf honderd guldens, ter zaake dat hy dezelfde +straf aan een mans slaaf had doen uitvoeren, maar met dit onderscheid, +dat het ongelukkig slachtoeffer staande de strafoeeffening stierf. Wel +verre van hem te troosten, antwoordde ik hem, dat zyn hartzeer my +een onuitspreekelyk genoegen deed. + +Zie hier de byzonderheden van deezen moord. Terwyl de Capitain TULLING +op de Hoop het bevel voerde, en kort voor myne aankomst op deeze +Plantagie, was een Neger op eene nabuurige Plantagie overgeloopen, +van waar men hem te rug bragt, door twee gewapende slaven geleid +wordende. De Neger, terwyl de Opzichter den brief van zynen medebroeder +van de nabuurige Plantagie, hem over deeze zaak geschreven, las, +vond middel om te ontsnappen, en verschool zig in het bosch. EBBER, +woedend zynde, wreekte zig op de twee slaven, die den gevangen hadden +laten ontkomen, en deed hen op de werkplaats van den timmerman vast +binden. Op zyn bevel geesselde men hen zoo onbarmhartig, dat de +Capitain TULLING geraden vond genade voor hun te verzoeken; maar hy +ondervond het zelfde lot als ik, zyne tusschenkomst bragt eene geheel +tegenstrydige uitwerking voort naar 't geen hy verwagtte. Het geruisch +der slagen, en het grievend geschreeuw deezer ongelukkigen, lieten +zig meer dan anderhalf uur hooren, en deeze wreede strafoeffening +eindigde niet, dan met den dood van een van beiden. Men dagvaardde +EBBER dadelyk wegens begaane moord. Hy wierd overtuigt, en alleenlyk in +de zoo even gemelde boete verwezen. De bloedprys word altoos tusschen +den Fiscaal en den eigenaar van den vermoorden slaaf verdeeld. 'Er is +een wet in Surinamen, dat elke Planter, mits eene somme van vyfhonderd +guldens betaalende, een van zyne Negers mag ter dood brengen; zoo +hy 'er een van iemand zyner gebuuren doodt, moet hy hem schadeloos +stellen, na van de misdaad overtuigd te zyn, een zaak, die in dit +Land zeer moeielyk is, alwaar men geen getuigenis van een slaaf +toelaat. Dusdanig is de wetgeving in Hollandsch Guiana, met opzigt +tot de Negers. Gemelde EBBER was een verschrikkelyke wreedaart: een +geheel jaar lang folterde hy een jongman van veertien jaaren, genaamd +CADETTI; men geesselde hem alle dagen, geduurende de eerste maand; men +liet hem op den grond en op den rug met yzers aan de voeten slapen, +geduurende de geheele tweede maand; men deed hem een driehoek [4] +om den hals, geduurende de derde maand, om hem te beletten van in de +bosschen te loopen; geduurende de vierde maand ketende men hem nacht +en dag in een honden-hok, aan den waterkant, met last om te roepen, +zoo dikwils 'er een vaartuig of kano voor by voer; de Opzichter +veranderde eindelyk de straf van maand tot maand, en altyd op eene +nieuwe manier; het gevolg daar van was, dat deeze jongeling geheel krom +wierd; hy scheen geheel van gevoel beroofd te zyn, en had geen ander +voorkomen, dan van een beest. De schelm van een Opzigter was echter +grootsch op de schoonheid der slaven, en zomtyds zelfs, uit vreeze +van hunne huid te bederven, strafte hy verscheiden van hun, die door +hunne rooveryen en misdaden de galeijen verdiend hadden, alleenlyk +met een twintig-tal geesselslagen. Zie daar, welke de openbaare en +huisselyke rechtsoeeffening in de Volkplanting van Surinamen is. Deeze +EBBER geraakte echter om deeze reden van de Plantagie de Hoop af, en +zyn opvolger, (ten blyke dat hy meer menschelykheid bezat!) begon zyn +bestuur, met alle de Negers der Plantagie, mans en vrouwen, te laten +geesselen, om dat ze des morgens een quartier te lang geslapen hadden. + +De lezer verbeeld zig ongetwyffeld, dat dit de wreedheid in den +hoogsten top is! hy bedriegt zig. Het geval, dat ik nog zal bybrengen, +is in dit opzigt veel sterker, dan allen, die ik verhaald heb; en +het was een vrouw, die 'er zig aan schuldig maakte. + +Mevrouw S.... in een open vaartuig, naar haare Plantagie gaande, +wierd vergezeld van eene Negerin, die haar kind zoog. Deeze vrouw +zat voor aan in het vaartuig, het kind schreeuwde, en zy kon het +niet tot bedaaren krygen. Mevrouw S...., wien het geschrei van dit +onnoozel wicht verveelde, gelastte aan haare slavin, om het by haar +te brengen. Zy nam het kind toen by een arm, hield het onder water, +tot dat het verdronken was, en vervolgens wierp zy het in den stroom +weg. De moeder sprong uit wanhoop oogenblikkelyk in de Rivier, in het +vast besluit, om aldaar haar leven te eindigen; maar dit lukte haar +niet: een gedeelte der roeijers zwommen haar na, en bragten haar weder +aan boord. Haare meesteresse deed, by haare komst op de Plantagie, haar +drie of vier roede-slagen geven, om haar te straffen wegens de schade, +welke zy, door zig van kant te helpen, aan haar had willen toebrengen. + +Den 20sten, verliet de Colonel FOURGEOUD met zyn krygsvolk, het +welk in den deerniswaardigsten staat was, Maagdenberg; dienvolgende +sloeg hy zyn leger neder op eene Plantagie, genaamd Nieuw Rozenback, +gelegen tusschen mynen post van de Hoop en het Hospitaal. Ik ging +dadelyk myne opwagting by mynen Colonel maken, en vernam aldaar den +volgenden uitslag zyner krygsverrigtingen. Ik heb reeds gezegd, dat +de Capitain FREDERIK was gewond geworden; een soldaat was verdwaald +geraakt: een ander was door de muitelingen gehouwen; de gevangenen +hadden met hunne ketenen de vlucht genomen; en de vyand spotte met +deezen krygstocht.--Men had een zee-soldaat, die ziek was, aan zyn +lot overgelaten; een der Slaven had den arm gebroken, ten gevolge +van mishandelingen. Dusdanig waren de byzonderheden van deezen +veldtocht. Ik moet egter niet vergeeten de edelmoedigheid van eenen +armen Neger, die wegliep, om den elendigen soldaat te hulp te komen, +en die, na hem den laatsten plicht bewezen te hebben, te rug kwam, +om zyne straf te ontfangen; maar, tot zyne groote verwondering, +genade kreeg. + +Ik moet den Colonel FOURGEOUD het recht doen wedervaaren, dat +verscheiden deezer toevallen het onvermydelyk gevolg waren van +zoortgelyke tochten in zulk eene luchtstreek. Zoo hy al, door een +allerslegtsten levensregel, zyn krygsvolk deed omkomen, zonder +muitelingen gevangen te nemen, deed hy ten minsten een gewichtigen +dienst aan de Volkplanting, door den vyand te ontrusten, af te matten, +en te vervolgen, derzelver legerplaatsen te verwoesten, en hunne +schuilplaatsen te vernielen. De Colonel FOURGEOUD deelde in alle deeze +vermoeienissen en gevaaren, en dat op zyne jaaren, het geen tegen +de gebreken van zyn caracter in aanmerking moet genomen worden, en +dienen kan, om hem den naam van geduldig en moedig toe te kennen. Ik +zoude veel meer genoegen hebben, met tot zynen lof te schryven; +maar de waarheid, en het algemeen voordeel, het welk het menschdom +daar uit trekken moet, vorderen, dat ik, de goede hoedanigheden van +den Colonel schetsende, ook opgeeve welke zyne gebreken waren, op +dat anderen zig door zyn voorbeeld kunnen verbeteren. Was het niet +belachelyk, om te Paramaribo, alwaar het papier volkomen goed was, +zyn krygsvolk in geld te betaalen, en hun op de tochten niets anders +te geven, dan die ingebeelde munt, waar mede het onmogelyk was eene +enkele igname, of de minste vrucht van een plantain-boom te betaalen, +Intusschen had hy geld tot zyne beschikking; maar hy wilde tien ten +honderd winnen met de soldy van het geheele Regiment, en dit gedrag +bragt hem by al het volk in eene algemeene verachting. + +Den 21sten kwamen verscheiden Officiers my verzoeken, om op de Hoop +het middagmaal te houden, en ik deed hun veelerhande visch opdisschen, +waar onder waren de Kawiry, de Lamper, en de Makrely-fisy. De Kawiry +is een kleine visch zonder schubben, met een breede kop, en twee +lange baarden, die uit het bovenste gedeelte van den bek uitsteeken: +men vindt hem in alle deeze Rivieren in overvloed. De Lamper is een +zoort van lamprey, zoo als men die in de Theems vangt: de Surinaamsche +is van eene ronde gedaante, en niet zeer dik, maar slymig en zeer vet; +hy heeft een zee-groene kleur, met geele vlakken, uitgenomen onder den +buik, die wit is. Deeze visch word, even als de zalm, en in de zee en +in de rivieren gevonden. De Makrely-fisy gelykt naar de makreel, die +aan dezelve den naam geeft; de kleur is echter minder blaauwachtig, +en minder schitterend. + +Deeze maaltyd deedt groot genoegen aan myne gasten, en wy waren zeer +vrolyk; maar, des morgens van den 22sten, wierd myne arme JOANNA, +die onze keukemeid geweest was, door eene geweldige koorts aangetast: +zy betuigde my haar verlangen, om naar Fauconberg te rug te keeren, +alwaar zy door eene van haare nabestaanden konde worden opgepast, en ik +stemde daar in toe. Den 25sten, was zy zoo ziek, dat ik besloot haar +zoo, veel mogelyk in stilte te gaan zien; want de Colonel moest des +anderen daags op de Hoop komen, en ik had geen lust om zyn kortswyl +af te wagten. Ik wist, dat de loffelykste beweegreden niemand voor +beschimping veilig stelde. + +Het was in deeze onderneming moeielyk voor by den post van den +Colonel te komen, zonder gezien te worden. Aan mynen vriend HENEMAN +myn ontwerp hebbende mede gedeeld, stapte ik des avonds ten elf +uuren in myn vaartuig; maar toen ik tegen over Nieuw-Rozenback was, +hoorde ik zeer onderscheidentlyk de stem van den Bevelhebber, die +met eenige Officieren door het zand wandelde; en oogenblikkelyk riep +een schildwacht, om met het vaartuig aan wal te komen. Ik dacht, +dat alles zoude zyn ontdekt geworden: egter dagt ik best, aan de +Negers te zeggen, dat zy zouden antwoorden: Killestein Nova, het welk +de naam was van eene naby gelegene Plantagie, en men liet ons voor +by vaaren. Kort daar na, kwam ik gezond en behouden te Fauconberg, +alwaar ik JOANNA veel beter vond. + +Maar, des morgens van den 26sten, nam ik den opkomenden dageraad +voor het maanlicht, en versliep my. Ik wist niet, op welke wyze ik +naar de Hoop te rug zoude komen; want myn vaartuig en myne Negers +konden niet meer voor by komen, zonder door den Colonel herkend +te worden. Alle uitstel was nutteloos. Ik ging dus weder scheep, +my volstrektelyk verlatende op de behendigheid der slaven, die my, +een oogenblik voor dat wy in 't gezicht van 't hoofd-kwartier waren, +aan land zetteden. Een van hun, my door de bosschen geleid hebbende, +kwam ik behouden weder op de Hoop aan. Myn vaartuig kwam schielyk +aldaar aan, maar voorzien van eene goede wacht; en de Colonel zond my +bevel, om hen allen te doen afkloppen, om dat zy zonder verlof waren +uitgegaan; want zy hadden tot hunne verschooning gezegd, dat zy voor +hunnen meester waren gaan visschen. + +Hunne getrouwheid jegens my, ter deezer gelegenheid, was waarlyk +verwonderlyk: zy verklaarden allen, dat zy zig liever in stukken +hadden laten houwen, dan de geheimen van eenen zoo goeden meester te +verraden. Echter hield alle gevaar voor hun op. Ik bekragtigde het +geen zy gezegd hadden, en voegde 'er by, dat de visch geschikt was, +om 'er den Colonel op te onthalen. Ik deelde vervolgens twee kruiken +rhum onder deeze brave lieden uit. Deeze trek kan een denkbeeld +geven van de zwakheid van een Europeaan, zoo wel als van den moed en +standvastigheid van een Africaan. + +Onaeangezien alle myne toebereidzels, ontfing ik het bezoek van den +Bevelhebber eerst op den 28sten; maar des morgens van den 26sten, +kwam JOANNA te rug, vergezeld door eenen grooten Neger, die haar +oom was, en op een der armen een zilvere plaat droeg, waar op deeze +woorden stonden: Getrouw aan de Europeanen. Deeze man, genaamd COJO, +die vrywillig en de eerste tegen de muitelingen gevochten had, had +zig naderhand genoodzaakt gezien, om zig weder by hen te voegen, +uit hoofde der mishandelingen van M. D. B. en van den Opzichter. Hy +verhaalde my het volgende geval: "Gy ziet dit kind, zeide hy, +my een klein meisje, TAMERA genaamd, het welk hy by de hand hield, +aanbiedende: haar vader is genaamd JOLI-COEUR; hy is de eerste Capitain +onder BARON, en de onverschrokkenste van allen de muitelingen van het +bosch; het geen hy nog laatstelyk heeft doen zien op eene Plantagie, +gelegen naby Nieuw-Rosenback, alwaar uw Colonel tegenwoordig het bevel +voert. De Opzichter deezer Plantagie was een Jood, genaamd SCHOULTS, +die het bevoorens op Fauconberg geweest was. De muitelingen verscheenen +aldaar eensklaps, en maakten 'er zig meester van, zy bonden SCHOULTS, +plonderden het huis, en begaven zig tot dansen, en het maken van goeden +cier, alvoorens zy dagten om over hunnen gevangen te beschikken. In +deeze akelige gesteldheid, verwagtte deeze niets anders dan het teeken +tot zynen dood, wanneer zyn oog by toeval op den Capitain JOLI-COEUR +viel, wien hy deeze woorden te gemoet voerde: "Myn lieve JOLI-COEUR, +gedenk aan SCHOULTS, die alleenlyk de gemachtigde van uwen meester +was; herinner u alle de vriendelykheden, die ik u geduurende uwe +kindsheid bewezen heb; gy waart myn gunsteling; herinner u dit, en +breng door uwen vermogenden invloed te weeg, dat men my het leven +gunne".--Het antwoord van JOLI-COEUR is merkwaardig.--Ik herinner +my dat alles volkomen; maar, geweldenaar, herinner u, dat gy myne +arme moeder hebt geschaakt, en mynen vader, die haar ter hulpe kwam, +door geesselslagen doen van een ryten; herinner u, dat gy haar in +myne tegenwoordigheid hebt geschonden, toen ik nog maar een kind +was. Herinner u deeze schenddaad, en sterf door myne hand!--Op deeze +woorden hieuw hy hem met eenen byl het hoofd af". Na dit verhaal, +vertrok COJO met de kleine TAMERA, en ik reikhalsde met ongeduld +naar het nieuws, het geen ik dagelyks van Amsterdam te gemoet zag, +en, zoo ik hoopte my zelf in staat zoude stellen, om de beminnelyke +JOANNA van het juk van zulke gedrochten te verlossen. + +De Colonel FOURGEOUD kwam, den 28sten, met een van zyne Officiers +aan. Zyne houding was uittermaten ernstig; het geen my zeer leed +deed. Ik liet hem dadelyk in myne hut komen; en zoo dra hy myne +gezellinne gezien had, verdweenen alle de rimpels van zyn voorhoofd, +als een damp voor de stralen der zon. Nooit heb ik gezien, dat hy +zig met zoo veel wellevenheid gedroeg. + +Ik behandelde hem zoo goed my mogelyk was, en waagde het, om hem +een verhaal van myne reize naar Fauconberg te doen: hy lachte 'er +hartelyk om; en ons beiden de hand gedrukt hebbende, keerde hy, +in eenen goeden luim, en volkomen voldaan, naar Nieuw-Rosenback te +rug.--Volgens alle de omstandigheden, in dit hooftstuk vervat, kan +ik zeggen, dat het tydperk, waar over het zelve loopt, de gulde eeuw +was van mynen tocht naar de West-Indien. + + + +VEERTIENDE HOOFTSTUK. + +De Colonel FOURGEOUD keert naar Paramaribo te rug.--Het gevleugeld +en gewapend Water-hoen van EDWARDS.--Bewys van onkunde in +een Heelmeester;--van deugd in een slaaf;--van wreedheid +in eenen Bevelhebber.--De roode Wulp.--De Wesp, Marobonso +genaamd.--Orange-appelen en Limoenen.--De insecten, Chiques +genaamd.--Het krygsvolk begeeft zig weder naar de bosschen.--De +Kibry-Fowlo.--Verscheidene zoorten van wilde varkens.--Mieren.--De +dans van Loango.--De Toreman.--De Poelsnip van Guiana.--Plantains en +Bananes.--Manier om te visschen.--Visschen.--Vogelen. + +De Colonel, zyn vertrek tot den 29sten April hebbende uitgesteld, +begaf zig eindelyk naar Paramaribo. Hy was door eenige Officiers +vergezeld, die, zoo wel als hy, allernoodigst hadden zig aldaar te +ververschen. Zyn krygsvolk, tot een zeer klein getal versmolten +zynde, was niet meer in staat, om eenige krygsoeffening uit te +houden, en verlangde naar rust. Geduurende zyne afwezigheid, vond +ik my Bevelhebber der Rivier te zyn. Korten tyd voor zyn vertrek, +zond hy my zeer merkwaardige Instructien, onder anderen inhoudende: +"Om aan de Planters te vragen, of de muitelingen op hunne Plantagien +kwamen, en zoo ja, hen aan te tasten, en op de vlucht te dryven; +maar hen niet te vervolgen, zonder zeker te zyn, van hen geheel en al +t'onder te brengen; en ik moest voor de uitvoering van deeze beveelen +verantwoordelyk zyn". Dit wilde zeer eenvoudig zeggen: "Dat, indien +ik den vyand zonder goed gevolg aantastte, ik gestraft zoude worden; +en dat, zoo ik hem in 't geheel niet aantastte, ik rekenschap van +myne achteloosheid zoude hebben te geven". Hoe oordeelkundig andere +artikelen ook waren, konde ik my niet wederhouden van dit zeer ongerymd +te vinden. Ik zond het dadelyk door een Officier te rug; en, op myn +verzoek, verbeterde men het zoodanig, dat het een verstaanbaaren +zin had. + +Hoe gelukkig was ik op dit oogenblik! My ontbrak niets, en ik had myne +bevallige gezellin steeds by my. Haar beminnelyk gezelschap verrukte +my; haare zoete stem streelde myn oor; haare tegenwoordigheid verbande +alle hartzeer, alle akelige herdenking uit mynen geest. + +Op zekeren dag in de verdronken Savanen wandelende, schoot ik een +vogel, dien ik voor het gevleugeld en gewapend Waterhoen van EDWARDS +herkende. Deeze fraaije vogel behoort, zoo men zegt, tot het zoort +der Pluviers; hy heeft de gedaante van een duif; zyne pluimaadje +heeft eene donkere kaneel-kleur of zeer donker roodachtig oranje; +de buik en hals zyn volmaakt zwart; de vouw van elke vlerk, waar +van de vederen een schitterend geele kleur hebben, is gewapend met +een spoor van eene zelfstandigheid, gelyk aan hoorn, en dienende +tot verdediging van deezen vogel: hy heeft geen staart; zyn bek is +byna twee duimen lang; zyne pooten zyn ook zeer lang, en, even gelyk +de bek, van een geelachtig groene kleur; zyne klauwen, vooral de +achterste, zyn uittermaten lang; zy schynen berekend, om de zwaarte +van den vogel in het slyk te dragen, alwaar men hem dikwils ontmoet, +mogelyk om aldaar zyn voedzel in het water te zoeken. Dit hoen, even +als andere zoorten van Pluviers, zwemt nooit; zyn kop is verciert met +een scharlaken hanekam, en kleine peerlen scheiden hem den bek van de +oogen af, even als de Moscovische eendvogel. Men vindt de gewapende +Pluviers altoos by koppelen; en wanneer zy vliegen, fluiten zy vry +aangenaam. Hunne ongemeene schoonheid herinnert my een anderen vogel, +welken ik op nabuurige Plantagien gezien heb, ik bedoel de roode +Wulp van Guiana, alhier Flamingo genoemd, [5] uit hoofde van de +groote gelykvormigheid, die tusschen hem en den beroemden vogel van +dien naam gevonden word. Men treft deezen Flamingo in Canada aan, +en in verscheide noordelyke en zuidelyke gedeelten van America, +en vooronderstelt, dat hy tot het geslacht der kraanvogels behoort, +en zoo groot is, als een zwaan in Europa. De roode Wulp heeft echter +alleenlyk de gedaante van een kleine Reiger; hy heeft geen staart; +maar zyn hals, zyn gekromde en ronde bek, en zyne pooten zyn zeer +lang; de laatstgemelde hebben vier klauwen, drie van vooren en een +van agteren. De kop van deezen Wulp is zeer klein. Het wyfje legt +altoos twee eieren, uit ieder van welke, na het uitbroeien, een jong +voortkomt, eerst van een zwarte, vervolgens van een gryze, en dan +van een witte kleur, naar mate hy in grootte toeneemt, en eindelyk +word de geheele vogel scharlaken of karmozyn, of naar bloedkleur +hellende. De roode Wulpen leven in gezelschap, even als de Oijevaars, +en bewoonen voornamelyk de oevers der Rivieren, of de stranden der +zee; en men vind ze aldaar in zulk een ongemeen groot getal, dat men +meenen zoude, dat het zand rood geverwd was. Men houdt deeze vogelen, +voor zeer uitgelezen, wanneer ze jong zyn; en zy zyn zoo gemeenzaam, +dat men ze dikwils ziet lopen en eeten met het tam gevogelte, schoon +zy echter aan het vleesch der vogelen en visschen den voorrang geven. + +Ik vond dus altyd eenig nieuw voorwerp om te beschryven, en ik sleet +de gelukkigste dagen met myne geliefde JOANNA, op deeze aangenaame +Plantagie. Maar, helaas! eensklaps was myn geluk vervallen, en ik +verviel in de diepste moedeloosheid. De heer PASSELAIGE, te Amsterdam, +wien ik geschreven had, om van hem de vryheid myner gezellinne te +koopen, kwam te sterven; en het geen myne smart ten top deed ryzen, +was de tegenwoordige staat van JOANNA, die my beloofde, dat ik binnen +eenige maanden vader zyn zoude. Niet alleen moest myne gezellinne +slavin blyven, maar myn eigen bloed was ook tot een gelyk lot, en +onder zulk een bestuur bestemd!--De heer PASSELAIGE, op wien myne +hoop gevestigd was, overleden zynde, ging de Plantagie aan eenen +nieuwen eigenaar over. Ik konde alle deeze akelige denkbeelden niet +verduwen, en wierd als door zinneloosheid bevangen. Myne overmaat +van neerslagtigheid zoude my in het graf gestort hebben, zonder de +teedere vertroostingen van JOANNA, die my overreedde, dat de heer +LOLKENS onze hulp nog zoude kunnen zyn. In deeze droevige gesteldheid +hoorde ik des avonds van den 4den verscheide alarm-schoten met geschut, +van den noord-oost kant. Des anderen daags morgens, by het opkomen +van den dageraad, zond ik eenige manschappen naar de Pereca. Dezelve +kwamen op den middag te rug, met de tyding, dat de muitelingen de +Plantagie Marseille aan de Cottica hadden aangevallen; maar dat +de slaven der Plantagie hen genoodzaakt hadden de wyk te neemen, +zoo als laatstelyk die van Kortenduur gedaan hadden. De muitelingen +hadden ook een gedeelte der Indianen mishandeld, welken zy verdacht +hielden van aan de Planters hulp verschaft te hebben. Ik vernam nog +te gelykertyd, dat men eene zamenzweering van Negers te Paramaribo +ontdekt had. Zy hadden het ontwerp gevormd, om zig by de muitelingen +te voegen, na alle de inwooners vermoord te hebben. De hoofden der +zamenzweerders wierden ter dood gebragt. + +Des morgens van den 26sten, hoorden wy nog verscheiden schoten in +het bosch. Vreezende, dat dit Europeesche manschappen zyn mogten, +die van den weg afgedwaald waren, gelastte ik myne schildwagt, om +deeze noodschoten, een voor een, met zyn snaphaan te beantwoorden, +en ik voegde daar by twee tambours, die twee uuren agter den anderen +trommelen zouden. Eindelyk verscheenen een Sergeant en zes soldaaten +van 's Compagnies krygsvolk, tot den post van Reidwyck aan de Pereca +behoorende, welke geduurende drie dagen in het bosch waaren verdwaald +geraakt. Zy hadden noch hangmatten, noch levensmiddelen, noch drank, +en zy waren byna dood van vermoeienis, honger en dorst. Ik onthaalde +hen zoo goed ik konde, en, tot myn groot genoegen, kregen zy wel dra +hunne kragten weerom. Een van hun echter wierd eenige uuren lang van +zyn gezicht beroofd, door het steeken van een zoort van Wespen, in dit +Land bekend onder den naam van Marobonso, die uittermaten groot zyn, +zig in de holen der boomen ophouden, de sterksten van het zoort der +beijen zyn, en zoo hevig steeken, dat de pyn daar van allergeweldigst +is, en de koorts veroorzaakt. + +Den 12den, na de Cottica twee maalen te hebben overgezwommen, kwam ik +verkleumd t'huis, en des anderen daags had ik de koorts. Ik ontrustte +er my weinig over, en dacht, dat ik door een gematigden levens-regel, +en de hulp van limonade en tamarinden, die op de Hoop in overvloed +groeien, spoedig zoude genezen zyn. + +Den 16den, bevond ik my, op de zwakheid na, volmaakt hersteld. Maar +denzelfden dag, des morgens ten tien uuren, met JOANNA voor myne +wooning zittende, ontving ik een onverwagt bezoek van den heer STEEGER, +een van onze Heelmeesters. Na myn pols gevoeld, en myne tong bekeken +te hebben, verklaarde hy my, zonder omwegen, dat ik des anderen daags +een lyk zoude zyn, indien ik zyn voorschrift niet volgde. Dit gezegde +deed op my zulk eene uitwerking, dat ik, schoon op alle andere tyden +geene geneesmiddelen inneemende, niet aarzelde, om het geen hy my +aanbood, en door hem in een glas was gereed gemaakt, in te zwelgen; +maar ik viel byna oogenblikkelyk gevoelloos op den grond. + +Ik bleef in dien staat tot den 20sten. Het gebruik van myne zinnen +wederom krygende, bevond ik my op een matras leggende, en myne arme +JOANNA, die in traanen wegsmolt, naast my zittende. Uit vreeze, dat +ik my ontrusten mogt, verzogt zy my, om haar geene vragen te doen; +maar des anderen daags verhaalde zy my al wat my was wedervaren. Op +het oogenblik, dat ik viel, deed zy my door vier Negers opneemen, die +my nederleiden ter plaatse, alwaar ik my nog bevond. De Heelmeester, +my op verscheidene plaatsen Spaansche vliegen gelegd hebbende, +dog zonder eenige werking, zeide, dat ik dood was, en verliet de +Plantagie. Toen liet men myne doodkist maken, om my den 17den te +begraven, het geen JOANNA voorkwam, door tot het verkrygen van eenig +uitstel op de knien te vallen. Dadelyk zond zy iemand af naar haare +moeije, ten einde haar goede azyn, en een fles zeer oude Champagne wyn +te zenden. Zy bediende zig van den eersten, om my by aanhoudenheid de +slapen van het hoofd te wryven; zy doopte 'er verscheide neusdoeken +in, waar mede zy my de gewrichten van de handen, en de voeten omwond; +eindelyk gelukte het haar, om my eenige droppels zeer warmen wyn in +een theelepel binnen te krygen. Dit arme meisje, had my, met myn +kleine QUACO en een ouden Neger, al dien tyd bewaakt, in de hoop, +dat ik 'er nog van zoude mogen opkomen, een geluk, waar voor zy tans +God dankte. Ik konde haar niet antwoorden en dank zeggen, dan door +eenige traanen, en met haar teederlyk de hand te drukken. + +Intusschen ontsnapte ik den dood; maar in weerwil van de zorgen van +dit uitmuntend meisjen, aan wien alleen ik het leven verschuldigd was, +was ik tot den 15den Juny buiten staat, om alleen te kunnen gaan. Ik +was zoo zwak, dat men my als een kind moest te eeten geven, en twee +Negers droegen my in een zoort van leuning-stoel. De arme JOANNA, +die zoo veel voor my geleden had, was toen zelve zeer ziek. + +Deeze staat was zeer verschillende van dien, waar in ik my nog zoo +kort geleden bevond. Ik genoot vergenoegen en gezondheid, en op dit +oogenblik was ik van beiden beroofd. De heer HENEMAN, myn vriend, +die my dagelyks kwam zien, zeide my, dat hy hebbende willen weten, +waar in het geneesmiddel, het geen ik had ingenomen, en my noodwendig +zoude hebben van kant geholpen, bestond, hy ontdekt had, dat het zelve +niet minder was, dan vier greinen braak-wynsteen, onder veertig greinen +ipecacuanha gemengd: de Heelmeester had over myn gestel geoordeeld, +naar mate van myne grootte, die by de zes voeten is. Ik was over deeze +trek van onkunde verontwaardigd. Den 4den Juny, een glas vol Madera +wyn op de gezondheid van zyne Britsche Majesteit gedronken hebbende, +zag ik deezen knaap verschynen, om my een tweede bezoek te geven. Ik +nam dadelyk een der stokken, dienende om myne leuningstoel te dragen, +en liet dien op het hoofd van den weetniet vallen; want ik had nog +geen kragt genoeg, om hem een slag toe te brengen. Hy vroeg naar +niets meer, en begaf zig zeer schielyk weder in zyn vaartuig. Myne +Negers groetten hem, by zyn vertrek, met drie vreugde-galmen. + +Twee der kloekmoedigste lieden, die in de Volkplanting waren, de +Capitain FREDERIK, en de Capitain STOELEMAN, welke laatstgemelde +tot het krygsvolk der Compagnie behoorde, begaven zig toen met de +Neger-Jagers in de bosschen. Zy doodden drie of vier muitelingen, +en namen een gelyk getal gevangen, die van honger stierven, waar +aan zy blootgesteld waaren, na dat de Colonel FOURGEOUD de bosschen +doorkruist, en hunnen oogst vernield had. Twee andere muitelingen, +op de Plantagie van den heer WINEY, aan de Patamaca-Kreek, hebbende +willen stelen, wierden door de slaven gedood, die vervolgens aan elk +van hun de rechte hand afkapten. Zy lieten dezelve droogen, en zonden +ze naar Paramaribo. + +Den staat van zwakte, waar in ik was, my tot allen dienst onbekwaam +makende, stelde ik het bevel op de Hoop, in handen van den Officier, +die in rang op my volgde. Denkende, dat de verandering van lucht +my goed zoude doen, ging ik, na daar van aan den Colonel bericht +gegeven te hebben, naar eene nabuurige Plantagie, Egmond genaamd, +en aan den heer DE CACHELIEU, een Fransch Edelman, toebehoorende. Ik +wierd vergezeld door JOANNA, eenen blanken bedienden, en mynen kleinen +Neger. De heer DE CACHELIEU had my verscheidene maalen genoodigd, om +hem te komen zien, en niets was tot myn herstel geschikter, dan zyn +vrolyk gezelschap, en zyne gastvryheid. Hoe zeer waaren echter deeze +hoedanigheden het tegen overgestelde van zyne onrechtvaardigheid en +wreedheid omtrent zyne slaven! Zie hier een voorbeeld van de manier, +waar op hy dezelven behandelde. Twee Negers hadden eene geesseling +verdiend, om dat zy in zyn magazyn met geweld waren ingedrongen, en +gestolen hadden, en zy wierden met eenige zweepslagen vry gelaten, +om dat ze nog jong waren, terwyl twee anderen, die ongelukkiglyk ouder +waren; verwezen wierden, om voor een geringe twist drie honderd slagen +te ontfangen. + +Aan den heer DE CACHELIEU naar de reden deezer partydigheid gevraagd +hebbende, antwoordde hy my, dat die twee jonge lieden eene zeer +fraaije huid hadden, en werken konden; maar dat de anderen oud +en zedert lang verminkt zynde, tot niets meer goed waren, en dat, +wanneer zy omkwamen, de Plantagie het onderhoud, het geen men hun +zonder nut verschafte, zoude uitwinnen.--Eenige dagen te vooren, +deed op Arentsrust, eene andere Plantagie beneden de evengemelde, +de Opzichter aan eenen ongelukkigen Neger, die hem uit naam van den +eigenaar een brief bragt, over welks inhoud deeze Opzichter niet +voldaan was, vier honderd geesselslagen geven, en zeide hem, dat hy +dit antwoord konde brengen aan den geen, die hem gezonden had. + +Maar laten wy tot mynen gastheer te rug keeren. In weerwil van zyne +wreedheid omtrent zyne Negers, was hy jegens alle anderen beschaafd, +vriendelyk, gastvry, en zeer wellevend. Ik zag op zyne Plantagie een +groot getal Chineesche oranjeboomen. Derzelver vruchten verschillen van +de andere oranje-boomen daarin, dat ze van binnen veel doorschynender +zyn, en een veel geuriger smaak hebben. De schil is ook veel gladder, +dunner en bleeker. Maar schoon men zonder hinder eene groote meenigte +gewoone oranje-appelen eeten kan, kan men dit niet zeggen van, +de Chineesche, wier onmatig gebruik in deeze Volkplanting steeds +gevaarlyke gevolgen gehad heeft. Deeze vrucht is van het zelfde zoort, +als die van Lissabon aankoomt, en waarschynlyk zyn het de Portugeezen +of Spanjaarden, die deeze oranje appelen in Guiana gebragt hebben. Men +kan gemakkelyk naargaan, dat de oranje-appelen van dit zoort, als +gouden trossen in volkomene rypheid van de boomen afvallende, van +veel lekkerder smaak zyn; dan die wy in Engeland eeten, werwaarts +men ze zend, wanneer ze nog groen zyn; het is waar, dat zy aldaar +vervolgens van kleur veranderen; maar zy komen aldaar nimmer tot +hunne waare rypheid. Men kan zig ligtelyk een denkbeeld maken van +de geur, die de bloemen van alle deeze oranje-boomen, waar van men +hier de fraaiste ruikers maakt, verspreiden. Op de Plantagie Egmond +vond ik ook eenige schoone limoenboomen; de vruchten waren groot, en +hadden een zeer dikke schil. 'Er waren ook nog zeer zoete limoenen, +maar die zeer klein, en naar myn oordeel zeer smakeloos zyn. + +Na van de lekkere vruchten van den heer DE CACHELIEU gesproken +te hebben, moet ik zyne uitstekende Fransche wynen, en vooral zyn +Muscaat-wyn, niet vergeten. In weerwil van soo veele uitgelezene +zaaken, bleef ik steeds zeer zwak, en zonder eetlust. Hoopende, dat +het te paard ryden my dienst zoude doen, besloot ik, om de gastvrye +wooning van deezen beminnelyken Franschman te verlaten, en verlof te +vragen, om eenigen tyd te Paramaribo te gaan doorbrengen. + +Den Colonel FOURGEOUD den 9den op Cravassibo aangekomen zynde, om +aldaar zyne krygsverrigtingen te hervatten, schreef ik hem een brief, +om dit verlof te verkrygen, en zes maanden soldy, die my verschuldigd +waren, te vorderen. Hy antwoordde my den 12den en sloeg my het een +en ander verzoek af, maar in Zulk een onbeleefden styl, als ik van +hem niet verwagtte. Hy scheen aan mynen yver te twyffelen, en schoon +hy wel wist, dat ik ziek was, weigerde hy my myn geld, en de noodige +geneesmiddelen, om myne gezondheid te herstellen. Ik was daar over +zoo veroentwaardigd, dat ik hem een tweeden brief zond, waar in ik hem +verklaarde buiten staat te zyn, om iets te doen of te verzoeken, dat +met myne eer strydig was, waar van ik hem alle bewyzen geven zoude, +die hy eenigzints konde vorderen. Door zwakte geen dienst kunnende +doen, volgde ik mynen brief na verloop van twee dagen, en ik vertrok +met den heer DE CACHELIEU, in een overdekt vaartuig van agt riemen. + +Ik stelde my voor, dat de Colonel by myne komst woedend tegen my zoude +zyn; dat hy my in arrest zoude doen gaan, en my eenige uitlegging +op myne brieven zoude afvorderen; maar hoe buitenspoorig hy zig ook +mogt aanstellen, ik vreesde hem niet, want na alle zyne pogingen om +my ongelukkig te maken, verlangde ik den dood boven andere wreedheden. + +De heer DE CACHELIEU, ook vermoedende, dat de Bevelhebber tegen my +een groot geweld zoude maken, vergezelde my, toen ik by hem ging, doch +beiden waren wy bedrogen. De Colonel gaf ons zeer beleefdelyk de hand, +en vroeg ons beiden ten eeten, als of 'er tusschen hem en my niets +was voorgevallen, maar ik zag die gemaakte houding met verachting, +en weigerde zyne uitnoodiging, zoo als ook de Planter deed. Toen +ik hem verzogt had my de reden te verklaaren, die hem bewogen had, +om my myn verzoek af te wyzen, en my zulk een vreemden brief te +zenden, antwoordde hy my: ---- Dat dertig of Veertig Oucas-Negers, +die onze bondgenooten waren, hem bedrogen hadden, door niets te doen +van het geen zy beloofd hadden, terwyl zy in de bosschen waren, en +hy zelf zig op Paramaribo bevond; dat hy dienvolgende besloten had, +zyne krygsverrigtingen met dubbelen yver voort te zetten. Dit was de +reden, die hem bewogen had, niet alleen om my het verzogte verlof te +weigeren, maar om zelfs aan alle de zieke Officiers te gelasten, zig +oogenblikkelyk by hem te vervoegen, zonder 'er zelfs een enkele van uit +te zonderen tot bewaaring van de vaandels en de krygskas, welke hy aan +een Quartiermeester had toevertrouwd. De Colonel sprak de waarheid wel, +en hy had dezelve niet te kort gedaan, met 'er by te voegen, dat zyne +ingekankerde haat tegen eenige andere Officiers en my, hem aanzette, +om alles tot ons verderf aan te spannen. Ik moet niet vergeten te +verhaalen, dat hy omtrent deezen tyd de orde regelde, welke in het +doen der tochten moest gevolgd worden. Te vooren geschiedde alles +met verwarring, het geen by vervolg nog maar al te dikwils voorviel. + +Byna twee maanden te Egmond hebbende doorgebragt, zonder my aldaar te +kunnen herstellen, en zonder verlof te verkrygen, om naar Paramaribo +te gaan, verkoos ik liever het bevel op de Hoop te hernemen. De heer +DE CACHELIEU vergezelde my derwaarts, en ik onthaalde hem aldaar zoo +goed my mogelyk was. + +Ik vond op de Hoop mynen vriend HENEMAN, die toen Capitain was. Zoo wel +als verscheiden anderen van het krygsvolk, was hy aldaar ziek geworden, +en men had hem gelaten zonder geld, zonder Heelmeester, zonder +geneesmiddelen. Echter had de Stad Amsterdam verscheide vaten wyn, +ingelegde groenten, en andere versche voorraad gezonden; maar alles was +voor onze kwynende krygsbenden onzichtbaar, schoon dit zekerlyk het +oogmerk van deeze Stad niet was. Ik deed alhier vergeefsche moeite, +om ons aandeel in alle deeze mondbehoeften te verkrygen; noch geld, +noch geneesmiddelen, noch wyn, noch eenig zoort van ververschingen +wierden ons toegezonden. Dus hield onze kwyning aan, en wy verloren +onze kragten, in plaats van die wederom te krygen. Ik had echter de +minste reden van klagen, want ik wierd door JOANNA en myne dienstboden, +die, daags na myne aankomst op de Hoop, de Plantagie van den heer DE +CACHELIEU verlieten, bediend; en voorts ontfing ik, als naar gewoonte, +geschenken van alle kanten. De grootste onaangenaamheid, welke ik +toen ondervond, bestond daar in, dat ik de voeten vol insecten had, +chiques genaamd, het geen ik gedeeltelyk toeschreef aan het dragen +van schoenen en koussen, geduurende myn verblyf op Egmond. Ik heb +reeds gezegd, dat deeze insecten op Devil's-Harwar uittermaten talryk +waren, en ik zal deeze gelegenheid waarnemen, om dezelve op een meer +opzettelyke wyze te beschryven. + +De chiques zyn kleine zandluizen, die tusschen vel en vleesch +doordringen, maar in 't algemeen onder de nagels van de voeten, +zonder dat men ze gevoelt. Zy zuigen aldaar het bloed, en worden +als een groote luis, en de jeukte, die zy dan veroorzaaken, is +alleroenaangenaamst. Vervolgens komen zy te voorschyn, onder de +gedaante van een blaasje, het welk vol eieren of neeten is, en indien +men het breekt, zoo veele jongen voortbrengt. Dezelve verspreiden +zig in het zieke deel, en veroeorzaaken aldaar zweeren, die dikwils +zoo gevaarlyk zyn, dat ik een soldaat gekend heb, wien men met een +scheermes de voetzool moest afsnyden, om hem te geneezen. Men heeft +in dergelyke gevallen tot de afzetting dikwils toevlucht genomen; +en verscheiden lieden hebben zelfs het leven verloren, om dat zy +verzuimd hadden deezen vervloekten worm in tyds te doen verhuizen. Op +het oogenblik derhalven, dat men een zoort van brandende pyn gevoelt, +en eene ongewoone roodheid aan den voet bespeurt, is het tyd, om de +chique, die 'er de oorzaak van is, 'er uit te haalen. Dit doet men +met een naald, en de Negerinnen zyn 'er zeer bekwaam toe. Zy dragen +zorg, om geene onnoodige pyn te veroeorzaaken, en om het insect, +noch deszelfs nest in de wonde niet te breeken. Op derzelver opening +leggen zy vervolgens asch van tabaks-bladen, en in korten tyd is men +geneezen. Op het oogenblik, dat ik 'er door besmet was, nam JOANNA eene +naald, en haalde uit myn linke voet, tot drie-en-twintig van deeze +insecten. Zy huisvesten allen onder de nagels, en men kan naargaan, +welk eene verschrikkelyke pyn ik uitstond. Deeze zelfde insecten +dragen by de Spanjaarden te Carthagena den naam van Niguas. + +Den 21sten, ontfing ik een brief van den Bevelhebber, niet in antwoord +op dien, welken ik hem laatst gezonden had, maar, vermits hy zig in de +bosschen ging begeven, eenen last vervattende, om hem te Cravassibo, +alwaar toen het hoofd-quartier was, alle de mond- en krygsbehoeften, +alle de bylen, alle de kook-ketels toe te zenden, welke men op de Hoop +niet volstrekt noodig had. Ik deed ze hem des anderen daags toekomen: +maar de levensmiddelen waaren 'er in eene kleine hoeveelheid; want +een schuit, geladen vol met ossen- en varkens-vleesch, voor den post, +alwaar ik my bevond, had in de Rivier schipbreuk geleden. + +Den 25sten, wierd de heer STEGER, die Heelmeester, welke my byna had +doen omkomen, zoo dat ik de gevolgen van zyne onkunde nog gevoelde, +van het Regiment weggezonden, als onbekwaam tot de uitoeffening van +zyn beroep. Schoon myne gezondheid op dit tydstip nog niet hersteld +was, doch ziende, dat verscheiden Officiers zig gereed maakten +om den Colonel te volgen, verzogt ik hem, om my zulks mede toe te +staan. Maar toen, den 26sten, zyn Adjudant, met een Heelmeester, +het krygsvolk, aan de Commewyne gelegerd leggende, onderzogt, vonden +zy beiden my buiten staat, om de vermoeienis van zulk eenen tocht +door te staan. Dit was waar; en den 29sten, weder ingestort zynde, +had ik het genoegen, om my als Bevelhebber aan de Rivier afgelost te +zien door den Majoor MEDLAR, die deezen zelfden dag tot dit einde op +de Hoop kwam. My was echter bevolen, om deezen post niet te verlaten, +schoon het verblyf van een maand te Paramaribo my een volkomen herstel +zoude hebben kunnen bezorgen, ik had dus niets meer te doen, dan myne +teekeningen voort te zetten, waar voor de evengemelde Officier my +eene vry aanzienlyke somme aanbood; maar ik wilde, zoo 't mogelyk was, +myne verzameling volledig maken. Wanneer ik 'er de krachten toe had, +wandelde ik rondom de Plantagie, met myn snaphaan op den schouder; +en den 3den September schoot ik, onder verscheide andere vogelen, +een zeer kleinen vogel, alhier Kibry-fowlo genaamd, om dat hy zig +altyd verscholen houdt. Deeze vogel, hebbende de grootte van een +lyster, is ten aanzien van deszelfs pluimaadje en gedaante gelyk aan +een quartel; maar zyne pooten zyn een weinig langer, en zyn bek is +uittermaten puntig. Zeldzaam ziet men hem vliegen; maar hy loopt zeer +schielyk in de weiden en Zand-woestynen, alwaar hy zig verschuilt, +zoo dra hy bemerkt, dat men op hem loert. De vogel, dien ik doodde, +was zeer vet, en toen hy gereed gemaakt was, vond ik hem zoo lekker, +als een leeuwrik in Europa. + +Den 11den September verliet de Colonel FOURGEOUD Cravassibo, en +ging den vyand in de bosschen vervolgen; hy voerde met zig alle de +manschappen, in staat zynde om hem te volgen, welke hy by een kon +krygen, maar geen hooger getal beliepen, dan van honderd mannen. Vooraf +had hy het krygsvolk van den post van de Savane der Joden doen te +rug trekken, om dezelve op de verlaatene Plantagie Ornamibo, aan +het bovenste gedeelte van de Commewyne, te plaatsen, laatende dus de +Planters van de Rivier Surinamen aan hunne eigene verdediging over. + +Den 19den van deeze maand, in den morgenstond, kwam een hoop van meer +dan twee honderd wilde varkens, alhier Pingos genoemd, in het bosch +verdwaald geraakt zynde, op de Hoop, en liep over de Plantagie. De +Negers vervolgden hen, en doodden 'er meer dan twintig van, door houwen +met snoeimessen en bylen. 'Er zyn drie zoorten van wilde varkens in +Guiana: de Pingos of Wary, waar van ik tans spreeke; de Cras-Pingos; +en de Mexicaansche varkens, genaamd Peccaris. De Pingos hebben ten +naasten by de grootte van onze kleine Engelsche varkens. Zy zyn zwart, +en hebben het lyf met zeer harde, maar niet zeer digt tegen elkander +staande borstels bedekt: zy verzamelen zig tot kudden, ten getaale +zomtyds van meer dan drie honderd, en bewoonen de dikste gedeelten +der bosschen. Zy loopen altyd op eene lyn, volgende de een den +ander van zeer naby. Wanneer de geen, die voorloopt, of de geleider, +gedood word, is de linie dadelyk gebroken, en de geheele kudde is +in wanoerde; hierom beginnen de Indianen, zoo het hun mogelyk is, +altyd met den voorsten het eerst te treffen. Zoo dra hy is afgemaakt, +houden de anderen zig stil, elkander op eene domme wyze aankykende, +en laaten zig een voor een dood slaan, waar van ik getuige geweest +ben. Zy tasten geene menschen aan, en bieden hun geen wederstand, +zelfs wanneer ze gewond zyn, zoo als de wilde zwynen in Europa +doen, hoe zeer verscheiden Schryvers dit tegen de waarheid verhaald +hebben. Ik kan niet zeggen, of zy de honden aanpakken, want ik had +'er geen, toen ik hen ontmoette.--De Cras-Pingos zyn dik, en zyn tot +sterke verdediging gewapend. Hunne borstels zyn nog veel ruwer, dan +die van de eerstgemelde. De varkens van dit zoort zyn zeer gevaarlyk, +zoo door hunne kracht, als door hunne woestheid. Zy tasten menschen +en beesten aan, die hunnen, weg belemmeren willen, vooral wanneer ze +gewond zyn. Hunne manier van reizen is dezelfde, als die der andere +Pingos, en zy verzamelen zig ook tot talryke kudden; maar zy houden +zig voornamelyk in de binnenste gedeelten des Lands op. De varkens +van deeze beiderleije zoorten, wanneer zy in het bosch het minste +gerucht hooren, het welk hun de aannadering van eenig gevaar te kennen +geeft, staan eensklaps stil, vormen zig tot een naauw ingesloten hoop, +knarssen met de tanden, en maken zig dus tot hunne verdediging tegen +den vyand gereed. Ik geloof niet, dat ze oorsprongelyke bewooners van +Guiana zyn, maar uit Africa en Europa afkomstig. De Indianen eeten +hun vleesch met graagte; de blanken houden 'er veel van, en ik vond +het hard, droog en smakeloos.--De Peccaris, of Mexicaansche varkens, +worden gehouden voor de eenigen, die uit Guiana oorsprongelyk zyn, +en zy mengen zig niet onder de andere tamme of wilde varkens. Het dier +van dit laatste zoort is byzonder merkwaardig door een beurs of zak op +den rug, die men gewoonlyk voor zyn navel neemt, en die byna een duim +diep zynde, een stinkend vocht in zig vervat, waar van echter zommige +lieden de reuk by die van muscus vergelyken, maar die zoo onaangenaam +is, dat de Indianen, op het oogenblik, dat het dier gedood is, zorge +dragen, om 'er het vleesch rondsom uit te snyden, ten einde voor te +komen, dat het verdere 'er niet door bedorven worde; het geen anders +schielyk plaats zoude hebben, en wel zoo sterk, dat het oneetbaar +worden zoude. De Peccaris is by de drie voeten lang: hy heeft geen +staart zyne leden zyn wel gemaakt; hy kan zig weinig verdedigen. Zyne +borstels, van eene geelachtig gryze kleur, gelyken zeer veel naar de +stekels van den Engelschen egel. Zy zyn zeer lang op den rug, maar +zeer kort en zeer zeldzaam aan den buik en in de zyden. Dit dier heeft +op elken schouder een vlak van een helderer kleur, dan het overige +van zyn lichaam, loopende onder den hals in een, en veel gelykheid +hebbende met den halsband van een paard. De varkens van dit zoort zyn +op de lange en moerassige landen minder bekend, dan binnen in het Land, +alwaar zy in de Savanen en op de bergen leven. Zy worden gemakkelyk tam +gemaakt, en dan zyn zy mak en stil, maar zoo dom niet, als de Graaf DE +BUFFON voorwendt. Deeze natuurkenner zegt, dat zy niemand herkennen, +en geene verkleefdheid hebben aan de geenen, die hun voedzel geven; +echter had de Majoor MEDLAR 'er een op de Hoop, die hem als een hond +volgde, en zigtbaar genoegen schepte, door zynen meester gestreeld +te worden. Ik moest ook opmerken, dat wanneer men ze tergt, zy zeer +gevaarlyk en kwaadaartig zyn. De Peccaris loopen met groote troepen, +even als de andere zoorten; hunne wyfjes werpen verscheiden jongen +te gelyk; en hun geknor is zeer onaeangenaam en sterk. + +Des morgens van den 29sten, hoorden wy op nieuw het geluid van +verscheiden snaphaan-schoten naar den kant van de Cottica. Het kwam +van de Plantagie Marseille alwaar de slaven, vol dapperheid en trouw, +de muitelingen voor de tweede maal verjaagd hadden. + +Den 8sten der volgende maand, ontfingen wy de tyding, dat de Colonel +FOURGEOUD, na de velden van den vyand, met welken hy van verre +gesproken had, ontdekt en verwoest te hebben; na het overschot +van den ongelukkigen SCHMIDT, die, zoo als ik gezegd heb, door de +muitelingen gedood was, gevonden te hebben, met zyn krygsvolk te +Maagdenberg was te rug gekomen, en dat hy aldaar tot den 11den dier +maand verblyven zoude. Hy ging vervolgens wederom in de bosschen, maar +vooraf droeg hy zorg, om zyne zieken naar de Hoop te doen brengen: +hy zond ook derwaarts, om arrest te houden, en vervolgens gevonnisd +te worden, een jong Officier, die aan niets anders schuldig stond, +dan dat hy, zoo goed niet als hy zelve, de vermoeienis had kunnen +doorsstaan. Deeze jongeling had last gehad, om twee dagen en twee +nachten lang te waken; eindelyk niet in staat zynde om wakker te +blyven, viel hy onder de wapenen in slaap, des te ligter, om dat hy +op den grond zat. De luchtstreek van Guiana is in de daad zoodanig, +dat zy in staat is de natuur gedwee te maken. + +De Colonel schreef de voortduuring zyner gezondheid grootendeels toe +aan zeker alleronaeangenaamst geneesmiddel, het welk hy zyn drank +noemde, en zeer heet en met koppen vol inzwolg: het bestond uit +kina en room van wynsteen, by elkander gekookt; zyn gestel was 'er +zoodanig aan gewend, dat hy het zelve niet ontbeeren konde. Echter +had hy geene navolgers, elk was beducht, dat, wanneer de werking van +dit geneesmiddel ophield, het geen eindelyk gebeuren moest, alle +andere geneesmiddelen, op het oogenblik, dat men ze meest noodig +had, werkeloos zyn zouden. Wat my betrof, ik bleef uitermaten zwak, +en wanhoopte zelfs aan myn herstel. De neerslagtigheid, waar toe de +kommerlyke staat van JOANNA my deed vervallen, veroorzaakte zulks +niet weinig. Myne ongerustheid verminderde ten deezen opzigte niet, +toen by een bezoek, het welk de heer en mevrouw LOLKENS my op de Hoop +gaven, de eerstgemelde my zeide, dat de Plantagie Fauconberg andermaal +stond verkogt te worden, en dat de nieuwe eigenaar was de heer LUDEN, +te Amsterdam, tot wien hy geene de minste betrekking had; hy voegde +'er tevens by, dat het gerucht liep, dat JOANNA en ik beiden vergeven +waren. Het verdriet, het welk zyne eerste tyding in my verwekte, +wierd echter verzacht door het verlangen, het geen mevrouw LOLKENS my +deed blyken, om myne gezellin dadelyk naar Paramaribo mede te nemen, +ten einde haar aldaar in haar eigen huis te doen oppassen, tot dat +zy volkomen hersteld zoude zyn. Ik betuigde haar alle mogelyke +dankbaarheid, en de arme JOANNA stortte traanen van vreugde. Zy +vertrokken alle drie den zelfden dag, en ik bragt hen tot Killestein +Nova, alwaar wy het middagmaal hielden; waar na ik, na het nemen van +een teder afscheid, hen verliet. + +By myne te rug komst op de Hoop, had ik moeite om myne verontwaardiging +binnen de paalen van omzigtigheid te houden, wanneer ik my de zorg, +die ik voor myn eigen bloed droeg, door myne medgezellen hoorde +verwyten. "Doet als wy, STEDMAN, zeiden zy, en vreest niets. Indien +onze kinderen slaven zyn, men draagt ten minsten zorge voor hun; en +sterven zy, dan is 't over. Laat alle uwe zuchten in uwen boezem, en +uw geld in uw zak te rug keeren, gy zult 'er u beter by bevinden". Ik +geef hunne eigene uitdrukkingen op, om te doen gevoelen, hoe zeer +het my moet hebben aangedaan, zulke troostredenen te ontfangen. + +Des anderen daags, met het aankomen van den dag ontwakende, was het +eerste voorwerp, het welk my voor het oog kwam, een slang van zes +voeten lang, die lynrecht boven myn hoofd hing, op den afstand van +minder dan een voet, en met zyn bek naar beneden; hy had zyn staart om +een balk van het dak geslingerd. Zyne oogen glinsterden als starren, +en hy weemelde met zyn gespleeten tong in den bek. Ik was zoodanig +verschrikt, dat ik moeite had, om hem te ontwyken, het geen ik egter +deed, door my uit myn hangmat te werpen. Ik hoorde hem vervolgens +gerucht maken in het drooge stroo, waar mede myn dak gedekt was; de +Negers vervolgden hem aldaar, om hem te dooden, maar hy ontsnapte hun; +dus kan ik niet zeggen, tot welk zoort hy behoorde. My toen alleen +bevindende, en voor zulke bezoeken in het vervolg beducht zynde, +sloot ik myn huis toe, en ging met myne vrienden, den Majoor HENEMAN +en den heer MACDONALD, te zamen woonen. + +Myne koffers naarziende, bevond ik, dat de mieren daar aan veel schade +gedaan hadden. Zy zyn in Guiana van verschillende zoorten, en zoo +talryk, dat ze my in een nacht een paar catoene koussen, die geheel +nieuw waren, vernielden. De mieren, die veel op de Plantagien gevonden +worden, zyn zeer klein, maar zeer onaangenaam. Om de suikerbrooden +te beveiligen, moet men die met een spyker tegen het beschot hangen, +en zorge dragen, dat men rondom veel kryt smeert, om dat dit afvalt, +en hen op het oogenblik, dat zy 'er over willen gaan, mede neemt. Ik +verbeeldde my, dat, wanneer ik myne suikerbrooden op een steen zette, +die in eene tobbe rondom in 't water stond, ik dezelve tegen deeze +geduchte vyanden zoude veilig stellen; maar ik bedroog my; de voorhoede +trok, tot myne groote verwondering, over 't water; en zeer weinigen +verdronken. Het waare middel om zig van deeze insecten te ontlasten, +bestaat daar in, dat men hen aan eene brandende zon bloot stelt; zy +kunnen die niet verdragen, en vluchten na verloop van eenige minuuten +weg. Het geen verscheiden Schryvers, waar onder zig Dr. BANCROFT, +en zelfs Koning SALOMON bevinden, van den zoogenaamden voorraad, +dien de mieren voor den winter vergaderen, hebben opgegeven, word +door nieuwe waarneemingen wedersproken. Het is wel waar, dat 'er in +Surinamen geen winter is; maar overal, waar dit jaargetyde bekend +is, worden de mieren door eenen gevoel benemenden slaap verdoofd, +geduurende welken zy niets noodig hebben. + +Myn vriend, de Capitain VAN COEVERDEN, die toen in de bosschen was, +ondervond eene onaangenaamheid van eenen anderen aart. Neger slaven +openden zyne koffers te Paramaribo; zy ontstalen hem zyne beste +goederen, en twintig guinies. + +Den 6den, verdronk een zee-soldaat zig zelf in den aanval van een +heete koorts, eene ziekte, die in Guiana zeer gemeen is. Byna te +gelyker tyd wierd een soldaat van 's Compagnies krygsvolk op last +van eenen hoogen krygsraad dood geschoten. + +Aan den heer SEIFKE geschreven hebbende, om te weten, of het niet in de +magt van Gouverneur en Raaden stond, om het kind van een vry man vry +te maken, mits aan den eigenaar de somme betaalende, die zy in hunne +wysheid gepast zouden oordeelen; hy antwoordde my, dat geene somme +hoe genaamd een slaaf konde vry koopen, wie ook zyn vader wezen mogt, +zonder de toestemming van den meester, naardien, volgens de wetten, +die uit eene moeder in slavernye zynde geboren word, even zeer slaaf +is, als of hy in Africa geboren, en van de kusten van Guinee herwaarts +overgebracht was. Deeze uitlegging maakte myne ellende volkomen. Korten +tyd na het ontfangen van dit antwoord, wierd ik op zekere Plantagie, +Knoppemonbo genaamd, aan de Cassivinica-Kreek, en welks eigenaar, +de heer DE GRAAF, alles deed, wat hy konde, om my te verzetten, +ter maaltyd genoodigd. Eindelyk my ter zyden af, op een kleine brug, +die naar een oranjen-bosch leide, ziende zitten, in eene houding, die +myne bittere droefheid aanduidde, kwam hy by my, vatte my by de hand, +en zeide my het volgende, het welk ik met de grootste verwondering +aanhoorde. + +"De heer LOLKENS heeft my bericht, myn heer, van de oorzaak uwer +billyke smarte, maar de Hemel laat nimmer eene goede daad onbeloond. Ik +heb het genoegen u tans kennis te geven,dat de heer LUDEN my tot +Bestuurder zyner Plantagie verkozen heeft, en dat ik van dien dag af +aan alle myne pogingen zal aanwenden, om u by hem van nut te zyn, +als mede aan de achtenswaardige JOANNA, die, door haar beminnelyk +caracter, zig de achting van allen, die haar kennen, verworven heeft, +terwyl uw loffelyk gedrag ten haaren opzigte u de achting der geheele +Volkplanting heeft doen verdienen." + +Een Engel, uit den hemel nederdaalende, konde my geen blyder boodschap +brengen: een misdadiger, die ter dood verwezen is, ontfangt de aan +hem geschonkene genade met geen meerder vreugde! Ik gevoelde mynen +boezem van een zwaaren last ontheven; en na den heer DE GRAAF zyne +belofte hebben doen herhaalen, vond ik, dat ik my in den kelk van 't +geluk nog konde dronken drinken. Kon na dit gesprek, wierd ik door +alle de lieden van het gezelschap omringd, aan wien deeze waardige +man zyne edelmoedige oogmerken mededeelde. Zy wenschten my met myne +lofwaardige gevoelens, en met de beminnelyke gezellinne, waar aan +ik my verbonden had, geluk: zy scheenen in het genoegen, het welk +ik ondervond, deel te nemen; en de geheele dag wierd in festynen +en vermaken doorgebragt. Des avonds keerde ik naar de Hoop te rug, +veel beter te vreden, dan toen ik deezen post verlaten had. Des +anderen daags wierd het zelfde gezelschap aldaar door den Majoor +MEDLAR ontfangen; en wy hielden met onze bezoeken aan tot den 13den, +wanneer wy andermaal gezamentlyk naar Knoppemonbo gingen. + +De heer DE GRAAF, nieuwe slaven gekogt hebbende, gaf aan alle de +Negers van zyne Plantagie een festyn, en ik had dus gelegenheid, +om de hun eigenaeartige vermakelykheden te zien; maar ik bewaare +derzelver mededeling tot een ander tydstip. Tans zal ik alleenlyk +eene beschryving geven van den dans van Loango, zoo als die door +de Negers van dit gedeelte van Africa, en door geene anderen word +uitgeoeeffend. Dezelve bestaat in zulke aangevuurde en wulpsche +houdingen en gebaarden, dat men de meest verhitte verbeelding en +de bestendige gewoonte noodig heeft, om dien uittevoeren. Deeze +dans, die met trommelslagen vergezeld gaat, en geduurende welken +de dansers met hunne handen de maat slaan, kan als een zoort van +pantomime beschouwd worden, die in verscheiden bedryven verdeeld is, +en eenige uuren aanhoudt. Maar het merkwaardigst is, dat, zoo lang +dit zoort van vertooning duurt, de dansers en danseressen, verre van +vermoeid te schynen, zig meer en meer aanvuuren en verhitten, tot dat +zy eindelyk door en door bezweet, en hunne aangezette bewegingen tot +die hoogte gestegen zyn, dat, de natuur bezwykende, zy op het punt zyn, +om in stuiptrekkingen te vervallen. + +Hoe onbetamelyk deeze oeffening ook is, de Europeesche en Creoolsche +vrouwen zyn by het gezicht daar van, even als van alle andere vermaaken +tegenwoordig. Zy verzamelen zig onbeschroomd benevens de manspersoonen, +rondom de dansers, om, zoo zy zeggen, eens hartig te lagchen. Zulke +vertooningen zouden het gezicht van eene Engelsche vrouw geheel +doen bloozen. + +Deeze waarneeming, dat de gewoonte in zekere Landen zaaken voor +geoorloofd houd, die men elders verwerpen zoude, word meer of +min bewaarheid, naar maate men verschillende luchtstreeken bezogt +heeft. Een Officier, in dienst der Indische Compagnie, heeft onlangs +eene beschryving uitgegeven van de verschillende houdingen, gebaarden, +gezichten, zuchtingen, uitdrukkingen van vermaak, vrees, hoop, en +elke trap van hartstocht, die de danseressen in de Oost-Indien doen +blyken; maar wat deeze jonge dogters ook doen mogen, om de verbeelding +der toekykers aan te vuuren, men weet, dat de heidensche vrouwen de +kuischte in de geheele weereld zyn. + +Den 14den keerde ik naar de Hoop te rug, alwaar ik vernam, dat +het dak van myn huis door een stormwind was weggenomen. Dewyl ik +niet meer voorneemens was het zelve te bewoonen, liet ik het om ver +vallen. Intusschen had ik aldaar de gelukkigste dagen van myn leven +gesleeten. + +Den 26sten, trok de Colonel FOURGEOUD op nieuw naar de Wana-Kreek; +maar dewyl hy van den post van de Savane der Jooden het krygsvolk +had weggenomen, maakten de muitelingen daar van gebruik, niet alleen +door eene Plantagie aan de Rivier Surinamen te plonderen, maar zelfs +verscheide Plantagien, aan de Cassivinica-Kreek, te verbranden. Eene +bezending van 's Compagnies krygsvolk, die by toeval zig aan deeze +Rivier bevond, vervolgde hen, maar zonder eenig voordeel. Twee +soldaaten wierden gedood, en verscheide anderen, waar onder hun +Bevelhebber NEYLE was, wierden gekwetst. De Majoor zond het krygsvolk +af, het welk onlangs op Ornamibo geplaatst was, ten einde den vyand te +vervolgen: het zelve doorkruistte het bosch eene geheele week lang, +en kwam te rug, zonder iemand ontmoet te hebben. Deeze meenigvuldige +gebeurtenissen doen zien, hoe moeielyk het voor Europeesche krygsbenden +is, om in de bosschen van Noord-America te gaan oorlogen. + +Den 30sten van deeze maand, zynde St. ANDREAS dag, liet ik een geheel +schaap braden, waar op ik alle de Officiers, die zig op de Hoop +bevonden, onthaalde. Ik gaf daar by twee kruiken goede Jamaicasche +Rhum, waar van wy Punch maakten, welke wy op de gezondheid van onze +vrienden van het oude vaste Land uitdronken. Ik herhaalde dit festyn +den 4den December, na het ontfangen der tyding, dat myne JOANNA van +een frisschen en schoonen zoon bevallen was. Den zelfden dag schreef +ik aan den heer LUDEN te Amsterdam, om de vryheid voor moeder en +kind te bekomen, en ik deed dit in dezelfde uitdrukkingen, als aan +zynen voorzaat den heer PASSELAIGE; alleenlyk verzogt ik hem met +meerder aandrang, om zyn antwoord te verhaasten, om dat ik niet wist, +hoe lang onze tocht nog duuren zoude. Myn nieuwe vriend, de heer +DE GRAAF, ondersteunde my, zoo als de heer LOLKENS gedaan had. Dit +alles afgeloopen zynde, gaf ik aan de zieken een douzyn flessen goeden +Champagne-wyn, die de eerstgemelde van deeze twee heeren my gezonden +had, en die zedert het jaar 1726. in zyne kelder geweest waren. + +Des morgens van den 10den, met myn snaphaan op den schouder rondom +de Plantagie wandelende, zag ik, dat alle de slaven, uit hoofde der +mishandelingen van den Opzichter, aan 't muiten waaren. Het krygsvolk, +by geluk van het verschil kennis genomen hebbende, deed het zelve +tot algemeen genoegen eindigen. Deeze veelvuldige onlusten, waar van +ik verscheiden malen melding gemaakt heb, gaven klaarlyk het oogmerk +der Negers te kennen, om tot eenen openbaaren opstand over te slaan; +en zy zouden zulks voorzeker te meermalen beproefd hebben, zoo zy niet +wederhouden waren geworden door de vrees, welke de tegenwoordigheid +van het krygsvolk hun inboezemde. Dien zelfden morgen bragt ik een +paar vogels van twee verschillende zoorten mede. De eerste word +genoemd Toreman; de andere is een zoort van poelsnip. De Toreman is +een vogel van eene zeer heldere zwarte kleur, hebbende gryze pooten, +en een zeer krommen bek: hy heeft de grootte van een hoen; en is zeer +goed om te eeten. Hy gaat op de hoogste takken der boomen zitten, +en men ontdekt hem gemakkelyk door een zoort van zang, het welk hy by +de aankomst van elk mensch in het bosch duidelyk herhaalt. Van daar +heeft hy den naam van Toreman, het welk in de taal der Surinaamsche +Negers een snapper of spion beteekent: de muitelingen dragen hem om +die reden eenen verschrikkelyken haat toe. + +De poelsnip in de Savanen is een weinig minder groot dan een korhaan: +deszelfs pluimaadje is van eene fraaie gryze zilver-kleur, en zyne +gedaante ten naasten hy van de Europeesche poelsnippen. Men vindt +deezen vogel voornamelyk in de verdronkene Savanen; hy is vet, en +van een uitmuntenden smaak. + +Den 11den, wierd de Plantagie Reetwyk, aan de Pereca, door de +muitelingen aangetast; maar het krygsvolk noodzaakte hen de wyk +te nemen. + +Den Colonel FOURGEOUD toen te Maagdenberg te rug gekomen zynde, en +my, na eene ziekte van zeven maanden, volmaakt hersteld bevindende, +waagde ik het, om hem op nieuw schriftelyk voor te stellen, om met +hem in de bosschen te trekken, of my toetestaan van eenigen tyd te +Paramaribo door te brengen; maar hy weigerde my het een en ander +verzoek. Ziende, dat het my niet mogelyk was mynen post te verlaten, +deed ik derhalven aan myne geliefde JOANNA by een brief verstaan, +dat ik my beter bevond. Ik kwam vervolgens met myn brief aan den +oever der Rivier, om aldaar een vaartuig te vinden; en tegen den +middag bespeurde ik het open vaartuig van Fauconberg, het welk den +Opzichter naar Paramaribo bragt: by ongeluk bekleedde hy dien post +slechts zedert kort, en my niet kennende, wilde hy niet naar den +oever komen, om myn brief aan te nemen. Echter ziende, dat de Negers +met hunne riemen stil lagen, stak ik den brief tusschen myne tanden, +en sprong in 't water, om naar het vaartuig toe te zwemmen, niet +twyffelende, of men zoude my wel weder aan land brengen. Ik volgde dus +den stroom, geheel gekleed, en naderde eindelyk tot op den afstand +van twee riemen van het vaartuig: toen nam ik myn brief in de hand, +en denzelven in de hoogte houdende, riep ik: "Wie zyt gy, die een +stuk papier weigerdt aan te nemen?" Men antwoordde my in 't Fransch: +"Ik ben JEAN BEARNY, een boer uit Gasconje, om u te dienen". Het +vaartuig ging, na deeze weinige woorden, oogenblikkelyk voort, en ik +zag my buiten staat, om het zelve in te haalen, of weder aan land te +komen. In zulk eene benaauwdheid stond my niets anders, dan den dood +te wagten; want het was onmogelyk, om tegen den stroom op te zwemmen, +vooral, daar myne kleederen my in den weg waren: ik beproefde het +egter, maar ging twee keeren naar den grond. Ik zoude aldaar buiten +twyffel hebben moeten blyven, indien ik eindelyk niet eenig paalwerk +gevat had, het welk in de Rivier gestoken was om visch te vangen, +en my daar aan stevig had vast gehouden. In deeze gesteldheid riep +een Hollandsch Timmerman, die my boven van een Suikermolen zag, +uit al zyn kragt, dat de Engelsche Capitain zig wilde verdrinken. Op +deeze woorden sprong een dozyn sterke Negers in de Rivier, en wel dra, +onder het oog van mynen vriend, den Major MEDLAR, die vry genegen was, +om het bericht van den Hollander te gelooven, grepen zy my, en namen +my op hunne schouders, om my aan wal te brengen. De woede over de +onbetamelyke bejegening, die my wedervaren was, de pyn, het gevaar, +en de schande zelfs, vervoerden my dermaten, en maakten zulk eenen +sterken indruk op mynen geest, dat ik oogenblikkelyk het gebruik der +reden verloor, en de misdaad, waar van ik beschuldigd wierd, byna +ter uitvoer bragt; want door de slaven over eene kleine brug gedragen +wordende, nam ik een sprong, en wierp my van boven neder in de Rivier; +ik wierd dadelyk door de Negers weder opgevischt; en de verdenking, dat +ik een zelfsmoord in den zin had, wierd bevestigd. Dienvolgende bragt +men my in myne hangmat, waar by den geheelen nacht twee schildwachten +geplaatst wierden. Myne vrienden omringden my, en stortten traanen; +maar een weinig warmen wyn genomen hebbende, viel ik in eenen diepen +slaap tot des anderen daags morgens. By myn ontwaken een zeer bedaard +voorkomen hebbende, vonden myne redenen, tot myn groot genoegen, +eindelyk ingang, en myne medgezellen lieten alle vrees ten mynen +opzigte vaaren. Aan zulk een gevaar stelde my het onbeschaamd gedrag +van deezen onmenschelyken Franschman bloot, die zig zelfs naderhand +door trekken van eene voorbeeldelooze wreedheid befaamd maakte. + +Daags na dit voorval, zond ik myn brief met een van myne Negers, +die zig in een kleine kano naar Paramaribo begaf. Tegen den middag +een vaartuig met syroop van suiker, waar op zig in de brandende zon +een Engelsch matroos en twee Negers bevonden, voor de Hoop ten anker +ziende liggen, deed ik den eerstgemelden aan land komen, al waar +ik hem op een schotel spek met eieren, en een bool punch onthaalde; +het geen hem zeer verwonderde, want hy maakte geene rekening op zulk +een goeden maaltyd, en nog minder, om een zyner landgenooten op deeze +plaats te vinden: zyn naam was MACDONALD, en men zal by vervolg zien, +welke zyne dankbaarheid was. + +Het evengemelde vaartuig was een groote schuit met twee riemen, +welke de syroop van suiker (melasse) op de Plantagien gaat haalen, +en aan boord der Americaansche schepen brengt; en deeze voeren ze +naar de Eilanden, om 'er rhum van te maken. Men betaalt ze aan de +Hollanders tegen drie guinies het vat. + +Den 16den, kwam 'er een ander Officier aan, die door den Colonel was in +arrest gezet. De naam van den eersten was GYLGUIN, en van den tweeden +NEYS: de misdaad van den laatsten was een twist, die hy met een vryen +Neger, GOASARY genaamd, over het schikken van plantains had. Deeze twee +jongelingen wierden vervolgens naar Europa gezonden op last van den +Colonel, die vast stelde, dat zy door een hoogen krygsraad veroordeeld +zouden worden: maar, na een kort rechtsgeding, wierden zy met eere +vry gesproken, tot algemeen genoegen der geheele krygsbende. In de +daad, zoo verregaande was de gestrengheid van den Colonel, dat hy de +minste toegevenheid niet had voor de zwakheden der jeugd.--Dewyl ik +zoo even van Plantains sprak, zal ik deeze gelegenheid waarnemen, +om deeze vrucht, en den boom, die ze voortbrengt, te beschryven; +het geen ik misschien reeds had behooren gedaan te hebben. + +De Plantain-boom is veel eer een plant, dan een boom, want hy heeft +noch schors noch hout, dezelve bestaat in een stamen, of helmstyl, +rondom door bolachtige, vezelachtige groene vliezen omgeven, die even +als de uijen op elkander zitten, tot tien en meer duimen middellyns: +deeze omwindzels of schelpswyze schorssen klimmen beurtelings tot op +omtrent veertien voeten afstand van den grond, en vormen zig niet tot +takken, maar tot bladeren, ten getale van dertien of veertien, die zig +als een zonnescherm uitspreiden, en waar van elk in staat is iemand van +de grootste gestalte te overdekken: zy zyn van een helder zeegroene +kleur, tot dat zy verwelken en afvallen, om voor nieuwe plaats te +maken. Uit het midden van deeze vereenigde bladeren, spruit een zwaare +stam van by de drie voeten lang, welken de zwaarte eener bloem-kelk +van eene purper kleur naar den grond doet overhellen. Boven aan deezen +stam groeien de vruchten, Plantains genaamd, welke de gedaante van een +komkommer hebben; zy bedragen een getal van meer dan honderd, en deeze +geheele tros noemt men doorgaans een rey of reeks. Elke boom of plant +draagt slechts een van deeze reijen te gelyk: wanneer die afgesneden +is, komen 'er zeer schielyk jonge uitspruitzels in de plaats, die uit +hunne bolachtige wortels voortkomen, en in den tyd van tien maanden +dezelfde bewerking kunnen ondergaan. De Plantain-boom vordert een +voedenden grond, zonder welken de vrucht niet goed voortkweekt, +en nooit haare waare hoogte van rypheid bereikt. Deeze vrucht, +ontdaan van derzelver bekleedzelen, wanneer ze nog groen is, bevat +eene meelachtige zelfstandigheid van eene ligt geele kleur, die, +het zy gekookt, het zy gebakken, in plaats van brood dient, gelyk +ik reeds gezegd heb: zy is zeer gezond, en van een zeer aangenaamen +smaak. Wanneer de schil geel word, is de binnenste zelfstandigheid +zoet, en men kan ze raauw eeten, want zy heeft ten naasten by de smaak +van een rype peer; maar tot die hoogte gekomen zynde, bedient men zig +'er alleenlyk van op het nagerecht. + +De Bananen-boom is een zoort van plant van dien aart; hy verschilt +alleenlyk van den Plantain-boom daar in, dat zyne vrucht meer eirond, +en minder groot is, en dat men dezelve nooit eet, dan wanneer ze geel +en volkomen ryp is. De eerste is van meerder nut; maar de tweede, +die een reuk van muscus heeft, is lekkerder: de eene is in Surinamen +bekend onder den naam van banana, de andere onder dien van bacouba. [6] + +Den 18den, van mynen vriend, den Majoor MEDLAR, verlof verkregen +hebbende, om een keer naar Paramaribo te doen, begaf ik my derwaarts +in een vaartuig; ik kwam aldaar aan op het tydstip, dat men myn zoon +met Madera wyn en water waschte, volgens de gewoonte des Lands. JOANNA +was volmaakt hersteld, en ik bood haar een gouden gedenkpenning aan, +welken myn vader op myn geboorte-dag aan myne moeder geschonken had. Ik +bedankte ook mevrouw LOLKENS voor alle haare goedheden, en ik vertrok +weder dadelyk naar de Hoop, alwaar ik den 22sten te rug kwam. + +De arme Neger, dien ik met de bezorging van mynen brief belast had, +was minder gelukkig geweest, dan ik: de kragt van den stroom had +zyne kano in het midden der Rivier Surinamen doen omslaan: hy konde +niet zwemmen, maar had de kragt en behendigheid, om zig op de kano, +die onoephoudelyk weder trachte om te keeren, recht op te houden, +en door dit middel gelukte het hem om altyd het hoofd boven water +te houden, terwyl de zwaarte van zyn lichaam dit vaartuig eindelyk +belette te wankelen. Eene sloep van een oorlogschip verlostte hem +gelukkig uit deeze gevaarlyke en lastige gesteldheid; maar zy, die op +het schip waren, namen de kano voor hunne moeite, en zetten den man te +Paramaribo aan land. Geduurende al den tyd, dat hy in 't water geweest +was, had hy den brief tusschen zyne tanden gehouden, en denzelven met +allen spoed willende bezorgen, deed hy dadelyk zyn best, om zulks te +verrigten, maar vergistte zig in het huis: men zag hem in 't huis, +alwaar hy binnen trad, voor een dief aan, want hy weigerde aanhoudend +den medegebragten brief over te geven, en men stond gereed, om hem +vier honderd geesselslagen te doen toetellen,wanneer gelukkiglyk +een Engelsch Koopman, een van myne vrienden, GORDON genaamd, en +die den Neger kende, hem uit deeze ongelegenheid redde. Dus wilde +deeze arme jongen, die byna in de Rivier verdronken was, liever +onder de geesselslagen sterven, dan de geheimen van zynen meester +ontdekken.--Waar zyn de Europeanen, met zulk een moed en trouw begaafd! + +Hier boven van eene manier van visschen door middel van paalwerk +melding gemaakt hebbende, zal men misschien verlangen deeze manier, +die my dikwils eene zeer goede maaltyd verschafte, te kennen. Men +omzet eenvoudig een vierkant vak in de Rivier, met goed paalwerk van +Latanusboomen hout, die met koorden van heestergewassen vast zyn aan +een gebonden. In het midden is eene breede opening of deur, welke men +by den vloed open, en by de ebbe gesloten houdt, om voor te komen, dat +de visch niet ontsnappe. Door dit middel vangen de Negers en Indianen +dikwils eene groote meenigte visch. Onder die geenen, welken men de +laatste keer vong, waren de logolago, en de matouary. De eerste is +een zoort van zeer dikke paling, en twee voeten lang: zyne huid heeft +eene bleekblauwe kleur op zyde en op den rug, maar witachtig onder den +buik. Deeze paling is zeer vet, en van een goeden smaak. De matouary +is klein en zonder schubben. Het is in Surinamen zeer merkwaardig, +dat, zoo dra zy buiten 't water zyn, de meeste visschen een geknor +maken, naar dat van een bigge gelykende. + +Den 23sten, op de Plantagie Knoppemonbo ten eeten zynde, zag ik twee +vogelen, die al myn aandacht tot zig trokken. Een derzelve verdiende +dit vooral, door het zonderling maakzel van zyn nest. Men noemt hem +in dit Land Lipybanana, om dat hy zig voornamelyk, zoo men zegt, met +rype bananen voedt. Ik weet niet of hy de spotvogel van Dr. BANCROFT +is, maar hy koomt zeer naby aan deszelfs beschryving. + +Eenige vogels van dit zoort hadden zig op een grooten boom aan +den waterkant genesteld: de Negers verzekerden my, dat zy zig op +die plaats zedert verscheiden jaaren rustig by een verzamelden. Zy +maakten eindelyk aldaar een getal van meer dan twee honderd uit. De +gedaante deezer vogelen is ten naasten by die van een Engelsche +lyster. De mannetjes hebben vederen op het lyf van eene zeer heldere +zwarte kleur, zynde hun staart en een gedeelte der vlerken van +eene karmozyn kleur; de wyfjes hebben ook het lyf zwart, maar het +overige van eene zeer fraaije geele kleur. Hun zang was in de daad +uit eene groote verscheidenheid van zangnooten zaamgesteld; maar hy +had geene zoetluidenheid, en bootste geenen anderen wildzang naar, +zoo als men gemeenlyk voorwendt, dat de spotvogel doet, dien ik voor +'t overige in Surinamen niet heb hooren noemen. Deeze vogels hadden, +ten getale van meer dan zestig, hunne nesten op het einde van de +takken der boomen geplaatst, alwaar zy door den wind heen en weder +slingerden. Deeze nesten, ten aanzien van derzelver gedaante naar +een zoort van beursen gelykende, zyn in de laagte zeer rond; maar +eindigen in de hoogte puntsgewyze. Zy zyn van een weinig hooy gemaakt; +en in 't midden ziet men een gaatje, waar door de vogels uit en in +vliegen. Hunne eieren leggen zy op den grond, die zeer breed is, +en het boven-einde, spitswyze gemaakt, beveiligt deeze vogelnesten +tegen roof en slegt weder: maar van nog meerder gewicht is het, dat, +uit hoofde van hunne ligging, de aapen, die in dit Land zoo talryk +zyn, hun geen nadeel kunnen toebrengen, om dat deeze takken, waar aan +hunne nesten vast zyn, schoon sterk genoeg om dezelve, en het geen +'er in is, te dragen, te zwak zyn voor vyanden van eene vry meerdere +zwaarte; en tot meerder zekerheid waaren die geene, welke ik gezien +heb, boven het water geplaatst. + +De andere vogel, dien ik in myn te rug komen doodde, was +de Surinaamsche valk, die, ten aanzien van grootte en gedaante, +naar dien in Engeland gelykt. Deszelfs pluimaadje is van een helder +bruine kleur, en aan de borst en staart met verschillende roode, +zwarte, en geele vlakken geteekend. Hy had een gespleeten tong, +de oogen uittermaaten schitterend, de pooten van een citroen-kleur, +en de klauwen met zeer lange en zeer puntige nagels gewapend. Deeze +vogel doet veel schade op de Plantagien, en vooral onder het gevogelte. + +Het word tyd, dat ik tot de krygs-verrigtingen van onzen Bevelhebber te +rug keere, die eenige dagen op Maagdenberg gebleven zynde, op Kersdag +met het zwak overschot van zyne krygsbenden optrok, en zig naar de +Savane der Jooden begaf, van waar hy naar Maagdenberg te rug keerde, +zonder iets gezien te hebben, maar ten minsten met den titel van den +zwervenden Jood. Deeze weinige vorderingen wederhielden den Majoor +MEDLAR en my niet, om hem ons verzoek te hernieuwen, ten einde hy ons +zoude toestaan om hem op zyne tochten te vergezellen: onze verzoeken +waren te vergeefs, want hy begaf zig toen naar Paramaribo, alwaar men +dagelyks nieuwe versterkingen uit Europa verwagtte. Eindelyk echter +stond hy ons toe hem naar deeze Hoofdstad der Volkplanting te volgen; +ik zegge ons, om dat die zelfde gunst ook aan eenige andere Officiers +wierd toegestaan, die in dit oogenblik aan alles gebrek hadden, terwyl +'er vyftien vaten besten wyn, en vyftien duizend guldens aan geld, +ter beschikking van den Colonel waren. + + + +VYFTIENDE HOOFTSTUK. + +Indianen, inboorlingen van +Guiana.--Voedzel,--Wapenen,--Cieradien,--Optooisels,--Bezigheden, +--Vermaken,--Driften,--Godsdienst,--Huwelyken,--Begravenissen, +enz, van deeze Volken.--De Caraibische Indianen in 't byzonder, +en hunne koophandel met de Europeanen.--Boomen, Heesters en Planten. + +Den 18den January 1774, verliet ik eindelyk den wachtpost van de +Hoop, welke den lezer misschien reeds zoodanig verveeld zal hebben, +als dezelve my te dier tyd gedaan had. Van daar zakte ik de Rivier +af naar de Plantagie Arentslust; en des anderen daags hield ik op de +Plantagie Katwyk, die zeer fraay is, het middagmaal. Ik dagt hier een +einde aan alle myne reizen te maken; want de heer GOETZER, eigenaar +van deeze Plantagie, my een van zyne paarden geleend hebbende, om +zyne bezittingen eens te doorkruissen, verdweenen wy, het dier en ik, +eensklaps; een houte brug, waar over ik heen reed, verrot zynde, brak +oogenblikkelyk aan stukken; ik viel in 't water, en had veel moeite +om de wal te bereiken; vervolgens eenige Negers geroepen hebbende, +trokken zy het paard, het welk in de modder gezonken was, 'er uit; +maar dit geschiedde egter niet zonder groote moeite. + +Des avonds vertrok ik nog naar Paramaribo, alwaar ik met laag water +aankwam, het geen my gelegenheid gaf tot het beschouwen der boomen, die +aan den oever der Rivier Surinamen groeien, en met oesters, even als +vruchten, aan de takken vast zittende, bedekt zyn. Deeze byzonderheid +heeft gelegenheid gegeven tot de algemeene misvatting, dat zy aan die +boomen groeiende, 'er een gedeelte van zouden uitmaken; maar 'er is +niets byzonders in gelegen, dat zy zig zoo wel aan de eene als andere +zelfstandigheid vast hechten; want men vindt gemeenlyk verscheiden +zoorten van schelpvisschen, die zig aan de kiel der schepen, als aan +rotzen, vast houden. Deeze oesters, die de gedaante van paddenstoelen +hebben, zyn zeer klein en vry middelmatig; honderd van dezelve zyn +zoo veel niet waardig, als een dozyn Glocester oesters. Men vindt +ook mosselen in Surinamen, maar zy zyn zoo klein en smakeloos, dat +zy naauwlyks verdienen gemeld te worden. + +Des anderen daags na myne aankomst, gaf ik een bezoek aan den +Gouverneur en aan den heer KENNEDY, als mede aan Mevrouwen LOLKENS en +DEMELLY: allen ontfingen zy my met zeer veel eerbewyzing, en wenschten +my geluk met myne kennis aan den heer DE GRAAF; zy keurden ook goed +het geen ik voor JOANNA en voor myn zoon gedaan had. + +Den 22sten, het overschot van ons krygsvolk zig grootendeels op +Paramaribo bevindende, gaf de heer VAN EYS eene maaltyd aan de +geheele krygsbende. + +Den 29sten, kwam een aanzienlyk getal Indianen in deeze hoofdstad +der Volkplanting aan. Deeze volken,die uit Guiana oorsprongelyk zyn, +schynen de gelukkigste schepzels, die onder den hemel leven, en zyn +in stammen (castes) verdeeld, als daar zyn, + + De Caraiben. De Arrowouks. + De Accawaus. De Tajiras. + De Worrows. De Piannacotaus. + +'Er zyn bovendien nog veele anderen, wier gebruiken en gewoonten +onbekend zyn. De Indianen van alle deeze stammen hebben in 't algemeen +een koper-kleur; terwyl de Africaansche Negers, die onder den zelfden +graad van breedte woonen, volmaakt zwart zyn. Men kan gemakkelyk van +dit onderscheid reden geven: de Indianen van Guiana worden door de +zeewinden, of de ooste winden, die tusschen de keerkringen waaien, +aanhoudend verfrischt. De inwooners van Terra Firma en Peru aan de +westkust van America, genieten ook denzelfden oosten wind, welke +dien grooten keten van bergen, in de binnen-landen gelegen, wier +kruin steeds met sneeuw bedekt is, en waar over die wind heen waait, +altyd frisch houdt. De inwooners van Africa, zuidwaarts van de Rivier +Senegal levende, hebben dien wind ook wel, maar na dat dezelve door +de verschrikkelyke meenigte woestynen, welke zy overwaait, brandend +geworden is. + +Deeze zyn de waarschynlykste oorzaaken, waarom de Americanen alleenlyk +een koper- of roode kleur hebben, en dat de inwooners van Africa, welke +Negers genoemd worden, geheel zwart zyn; namelyk, om dat de straalen +der zon by de laatstgemelden meer brandende zyn, dan by de eersten, en +niet om dat zy twee geheele onderscheidene stammen of geslachten zouden +uitmaken: want ieder, die wel onderzoekt en opmerkt, ziet klaarlyk, +dat 'er maar eene zoodanige stam van het menschdom op de aarde is, en +dat het onderscheid tusschen de menschen alleenlyk voortkoomt uit het +verschil van luchtstreek en grond. Ik ben daarenboven van gedachten, +dat deeze Indianen altyd des te minder aangemerkt moeten worden als +eene stam, van die van het oude vaste Land verschillende, wanneer men +de nabyheid van Rusland aan Noord-America in aanschouw neemt. Uit het +eerstgemelde Land zullen de eerste Americaanen verhuist zyn, maar zy +hebben tot hier toe het nieuwe vaste Land slechts weinig bevolkt, +uitgenomen egter Mexico, en eenige andere gedeelten van America, +die door de gierigheid en het bygeloof der Spanjaarden ontvolkt zyn. + +Ik kan deeze Indianen van Guiana gelukkig noemen, daar hunne zeden en +gerustheid door de gebreken der Europeanen niet zyn gestoord geworden, +daar zy geene misslagen dan die der onkunde hebben, welke geenzints +uit het bederf van eenen zoogenaamden staat van beschaafdheid, en +van eenen Godsdienst, van deszelfs grondbeginzel zoo zeer afwykende, +hunnen oorsprong nemen. + +Deeze aanmerkingen herinneren my natuurlyk het antwoord van eenen +Indiaan, met opzigt tot eene redenvoering van een Zweedsch Prediker, +ter gelegenheid van een Vredes-verdrag, te Covestogo gesloten. Zie +hier hetzelve in 't kort: + +"Wel! gelooft gy in de daad, dat onze voorvaderen en wy allen, +zoo als gy zegt, veroordeeld zyn, om in eene andere weereld +eeuwig-duurende folteringen te ondergaan, om dat wy van uwe +geheimzinnige nieuwigheden niet zyn onderrigt geworden? Zyn wy niet het +maakzel van God? En kan deeze God zonder de hulp van een boek zynen +wil niet openbaaren? Indien dit waar is, en God is rechtvaardig, is +het dan met zyne rechtvaardigheid eenigermaten over een te brengen, +dat hy ons zonder onze toestemming in deeze weereld plaatsen zoude, +en ons vervolgens tot eene eeuwige verdoemenis verwyzen, om dat wy +met u niet eenstemmig denken. Neen, neen! wy zyn overtuigd, dat de +Europeanen een meer bedorven zedenleer, dan de Indianen, hebben, +indien wy hunne leer naar hun gedrag afmeten". + +'Er is zekerlyk geen loffelyker onderneming, dan om de waarheden, door +God zelven aangekondigd, aan menschen, wier verstand zoo zuiver is, +en zoo zeer verdient opgehelderd te worden, mede te deelen: maar ik +vrees, en niet zonder reden, dat de pogingen van eenen achtenswaardigen +Prediker zeer weinige vorderingen maken zullen, zoo lang het gedrag van +het grootste gedeelte van andere zendelingen der Moravische Broederen, +zig onder de Indianen aan de oevers der Sarameca nedergezet hebbende, +alwaar zy zig met de bekeering der Indianen en Negers bezig houden, +niet hunne leeringen lynrecht strydig wezen zal. + +Alle de Indianen van Guiana gelooven in eenen God, als de opper-oorzaak +van alles goeds, en die hun nooit het minste kwaad wil doen; maar zy +bidden den duivel aan, om de onheilen, waar mede hy hen kwellen kan, +af te weeren: zy noemen hem Yawahou; zy schryven aan hem de smart, +de ziekten, de wonden, en den dood toe, en overal, waar een Indiaan +sterft, verlaat zyn geheele huisgezin dadelyk dit verblyf, om voor +het vervolg den doodelyken invloed van het noodlot te ontwyken. + +De Indianen van Guiana zyn volken, die volmaakt vry zyn; dat is, +zy kennen geene verdeeling van landen, en hebben geen ander bestuur, +dan dat der oudsten, die elk in hun huisgezin den post van Capitain, +Priester, en Geneesheer waarnemen; men bewyst hun eene eerbiedigende +gehoorzaamheid, en noemt hen Peji, of Pagaijers, en even als by +veele beschaafde volkeren, genieten zy meerder voorrechten, dan hunne +overige landgenooten. + +De veelwyverye is onder deeze volken geoorloofd, en het staat aan +ieder man vry zoo veele vrouwen te nemen, als hy onderhouden kan, +schoon hy 'er doorgaans niet meer dan eene heeft, op welke hy +uittermaten jaloers is, en die hy oogenblikkelyk om hals brengt, +zoo dra zy hem een sterk en zeker bewys van trouwloosheid geeft. De +Indianen slaan hunne kinderen nooit, om welke reden het ook zy; en +hun geheel onderwys bestaat in hen te leeren jagen, visschen, loopen +en zwemmen. Nimmer beledigen zy elkander met scheldwoorden, en begaan +geen diefstal; de leugen is onder hen eene onbekende zaak. By deeze +gelukkige hoedanigheden kan men voegen, dat geen volk dankbaarer is, +wanneer men hen met ordentelykheid behandelt; ik zal zelf, by vervolg, +daar van een merkwaardig bewys opgeven; maar aan den anderen kant +moet ik ook zeggen, dat deeze Indianen uittermaten wraakzuchtig zyn, +vooral wanneer zy vermeenen, dat men hen onrechtvaardig beledigd heeft. + +De eenige gebreken, die ik in hun ken, indien men ze by hen als +zoodanig beschouwt, zyn de onmatige drift om zig dronken te drinken, +wanneer de gelegenheid zig daar toe aanbiedt, en hunne onbegrypelyke +agteloosheid. De eenige bezigheid van eenen Indiaan, wanneer hy niet +vischt, nog jaagt, bestaat om in zyn hangmat te gaan leggen, zig te +vermaken met het schoonmaken zyner tanden, met de hairen van zynen +baard tusschen zyne vingers te wryven, of zig zelf in een stuk van +een gebroken spiegel te bekyken. + +De Indianen zyn in 't algemeen zeer zindelyk; zy baden zig twee of +drie maalen daags in de Rivier of in de Zee. Allen, van welke kunne zy +ook zyn, trekken zig al het hair uit, uitgenomen op het hoofd. Hun +hoofdhair is dik, en van een schitterend zwarte kleur; het word +niet grys, en nooit worden zy kaal; de mannen dragen het hair kort, +maar by de vrouwen hangt het tot op de helft van den rug. Het schynt +dat zy de Bybelleer volgen, waar in gezegd word, dat lange hairen de +cieraad van een vrouw, en de schande van een man zyn. + +De Indianen van Guiana zyn noch groot, noch sterk, noch zwaar gespierd, +en over 't algemeen zeer gezond. Hun gelaat geeft niets dan vergenoegen +en goedaeartigheid te kennen. Zy hebben regelmatige en schoone trekken, +dunne lippen, witte tanden, en zwarte, maar kleine oogen. Echter +mismaken zy zig allen meer of min door het gebruik van de Arnotta, +of Roucou, waar aan zy den naam van Cosowy, en de Hollanders dien +van Orlean geven. Het zaad van de Arnotta, in limoensap wel geweekt, +en gemengd met water, en de gom, die van den boom, Mawna genaamd, +afvloeit, of met oly van bevergeil, maakt eene scharlaken verwe, +waar mede alle de Indianen zig het lichaam, en de mannen zelfs hun +hoofdhair besmeeren, het geen aan de huid de kleur geeft van een +gekookte zee-kreeft. Zy hebben bovendien de gewoonte, om zig met +caraba, of krabben-oly, te wryven, en men moet erkennen, dat zulks +voor menschen, die byna naakt zyn, in eene brandende luchtstreek zeer +dienstig is. Op zekeren tyd aan 't lagchen geraakt zynde, op het +zien van een jongen Indiaan, die van onder tot boven besmeerd was, +en uit den omtrek van Caijenne kwam, antwoordde hy my in 't Fransch: +"Dusdanig gebruik verzagt myne huid; het belet eene al te overvloedige +uitwaasseming, en bewaart my gedeeltelyk voor het steken der insecten, +die u kwellen; zie daar, myn heer, waar toe, behalven het fraaije, +my die roode verwe dient. Zeg my nu eens, (wyzende op de poeder, +waar van myn hair vol was,) om welke reden zyt gy wit geverwd? Ik +vind geene reden, waarom gy op die wyze uw meel verdoet, uwe kleederen +vuil maakt, en grys gelykt, eer gy oud zyt". + +De Indianen gebruiken ook tot het zelfde einde een zeer ligt gevlakt +blauw, het welk zy tapowripa noemen; maar dit heeft alleenlyk plaats, +wanneer zy zig willen opschikken, en het blyft negen dagen op de +huid. Zy maken dit van het sap van eene kleine vrucht, gelykende +naar een kleinen appel, en groeiende aan den boom, tawna genoemd, en +welke zy in water laten weeken; zy bedienen 'er zig van, om over hun +geheele lichaam en aangezicht een zooit van beeldspraken te teekenen, +waar van de grond altyd vierkant is. Dit smeersel zit zoodanig aan +de huid vast, dat een van onze Officiers, die zulks niet gelooven +wilde, uit aartigheid goedvond zig twee zeer groote knevels te laten +schilderen, welke hy tot ons groot vermaak verpligt was een geheele +week op Paramaribo te dragen; en hy moest den gewoonen tyd afwagten, +op welken deeze kleur weggaat, om daar van geheel en al ontheven +te worden. + +De eenige kleeding, welke de Indianen hebben, bestaat in een +zwart of blauw windzel van catoene lywaat, het welk de mans om hun +midden dragen, en vry veel gelykheid heeft met het geen de Negers +hun camisa noemen. Zy binden het om hunne lenden, en laaten het +tusschen hunne beenen doorgaan; en dewyl het zeer lang is, hangen zy +het einde over hunne schouders, of laten het agteloos over den grond +sleepen. De vrouwen, hebben, in plaats van dit windzel, een zoort van +voorschoot van catoene lywaat, met koraalen verciert, en by hun queiou +genaamd. Dit voorschoot heeft maar een voet breedte tegen agt duimen +hoogte; het is met franjen omboord, en met koorden van catoene draaden +vast geknoopt. Schoon het zwaar is, maakt deeze kleinte het zelve niet +zeer geschikt tot het oogmerk, waar toe het dienen moet. Verscheide +vrouwen dragen ook een gordel van hair, waar aan zy van vooren en +van agteren, een groote vierkante lap zwart catoene lywaat hegten, +maar veel ligter en zonder sleep, zoo als de mannen aan hunne camisa +hebben. Beiden dragen zy dit zoort van kleeding zeer laag; het geen +hun het voorkomen van eene uittermaten lange gestalte geeft. + +In de binnen landen gaan verscheiden Indianen van beiderleije kunne +geheel naakt. De opschik der vrouwen bestaat, om in kleine gaten, +welke zy zig in de onderlip maken, spelden te steken, en zelfs alle +de spelden, welke zy zig kunnen aanschaffen, en waar van de punten +haar, als een zoort van baard, op de kin hangen. Door dat zelfde +middel hangen zy ook brokjes kurk-, of ander ligt hout aan hunne +ooren. Zommige van haar steeken ook gaten in de huid van hunne wangen +of neus, om 'er vederen in te plaatsen; maar dit is zeer zeldzaam. Het +ongeschiktst cieraad in myn smaak is dat der jonge dogters van tien of +twaalf jaaren oud, en bestaande in een zoort van catoene koussebanden, +die om de enklauwen en beneden de knien naauw zyn toegebonden, en altyd +zoo blyvende, de kuit van het been ongemeen dik maaken, wanneer zy +in haar groeijen zyn, en haar een lomp voorkomen geeven. Alle dragen +zy ook gordels, windzels, armringen van koraalen van verschillende +kleuren, of van schelpen, en van tanden van visschen: zy dragen die +om den hals, de schouders en de armen; maar de laatstgemelde meestal +boven den elleboog. De Indiaansche vrouwen hebben in 't geheel zeer +weinig bevalligheid in haare gestalte; zy zetten de voeten binnewaarts, +en haare opschik heeft slechts eene middelmatige aantrekkelykheid. Ik +moet egter hier van uitzonderen de vrouwen van zekeren byzonderen stam, +waar van ik in 'tvervolg spreken zal. + +De cieraden der mannen bestaan in kroonen van vederen van verschillende +kleuren, of in een zoort van draagband, gemaakt van tanden van tygers +of wilde zwynen, welken zy als een teeken van hunne dapperheid en +werkzaamheid dragen. De hoofden des huisgezins bedekken zig zomtyds met +de huid van de eerstgemelde deezer dieren, met een zilvere plaat in de +gedaante van een kruis vastgemaakt, het welk ze caracoly noemen. Zy +steeken ook dikwils kleine brokken van dit zelfde metaal door het +kraakbeen in het midden van den neus, of zomtyds een steen van eene +groene of geele kleur. Alle deeze volken leven in de bosschen, by de +Rivieren, langs de Zeekusten, en bewoonen kleine gehuchten. Hunne +huizen of hutten, welke zy carbets noemen, zyn gebouwd, zoo als ik +van die der Negers reeds heb opgegeven; maar in plaats van met bladen +van Latanus-boomen bedekt te zyn, zyn zy bedekt met biezen, welke men +hier tas noemt, en die by bossen op moerassige plaatsen groeien. Meer +algemeen gebruiken zy hier toe troulies, een zoort van blaaden, aan den +wortel der plant wassende, niet minder dan twintig of vier-en-twintig +voeten lang, en twee of drie voeten breed zynde, welke geheele jaaren +eene kragtdadige beschutting tegen het guur weder verschaffen. + +De huisraad en gereedschappen der Indianen zyn zeer eenvoudig, maar +tot hun gebruik voldoende: het zyn eenige potten van zwarte aarde, +die zy zelve maaken; eenige calebassen of kauwoerden; eenige korven, +welke zy pagala noemen; een steen om te malen, matta genaamd, en een +anderen om hun cassaven-brood te bakken; een zoort van waijer, om +het vuur aan te blazen; een houte stoel, mouly genaamd; een zeeft, +mounary genaamd; een pers, matoppy genaamd, dienende om het vocht +van de cassave uit te perssen; en eindelyk een catoene hangmat, +waar in zy slapen. + +Door hunne betrekkingen met de Europeanen, hebben zy bylen of messen, +welken deeze aan hun bezorgen; en zy dragen de eerstgemelden altyd +om hun midden even als dolken. Elk huisgezin der Indianen is ook van +een groot vaartuig of kano voorzien, om alles, wat hy bezit, over te +voeren, wanneer zy te water reizen, het geen zeer dikwils voorvalt. + +De eenige plantgewassen, door deeze volken aangekweekt wordende, zyn +de ignames, de plantain-boomen, welken ik reeds beschreven heb, en in +'t byzonder de Maniok, waar van zy de cassave maken. De laatstgemelde +plant is een zacht en grysachtig heestergewas, het welk omtrent +drie voeten hoog opgroeit. Deszelfs bladeren zyn gevingerd, breed, +en hangende aan steelen van eene kaneel-kleur. Deeze heesters +zyn van tweerley zoort, door de benaaming van zoete en bittere +onderscheiden. De wortels alleen zyn goed; zy zyn van een meelachtigen +aart, en van een zeer zoeten smaak; en ten aanzien van kleur, grootte +en gedaante, gelyken zy veel naar Europeesche witte wortelen. De zoete +maniok, even als de groene plantains, onder heeten asch gebraden, +en met boter gegeten, is een aangenaam en gezond voedzel, en heeft +den smaak van kastanjes. Maar de bittere maniok, wanneer hy raauw +is, is het doodelykst vergift, zoo voor menschen als beesten; en +ondertusschen hoe vreemd dit ook schynen moge, wanneer hy door het +vuur is gaar geworden, word hy een zeer heilzaam voedzel, en dient aan +de Indianen van dit Land, zoo wel als aan de Europeanen en Negers, +tot brood. Zie hier de manier, waar op de eerstgemelden de cassave +gereed maken: eerst malen of raspen zy de wortels op de matta, of +ruwe steen. Dit geraspte zetten zy vervolgens in een pers, om het +sap van de meelachtige zelfstandigheid af te scheiden. Deeze pers is +een zoort van zeer lange buis, van warimsbo, of gevlochten biezen, +gemaakt; na dezelve met geraspte cassave gevult te hebben, hangt men +die aan een boom, en maakt 'er van onderen een, stuk hout aan vast, +welks zwaarte deeze buis uitrekt; terwyl de langzaam voortgaande +drukking het vocht door derzelver openingen doet uitloopen. Deeze +bewerking geeindigd zynde, geeft men aan het meelachtig gedeelte de +ronde gedaante van een koek, welke men op een heeten steen laat bakken, +tot dat dezelve bruin en geroost is; als dan is het een zeer gezond +voedzel, het welk zes maanden lang bewaard kan worden. Men moet egter +toestemmen, dat door deeze behandeling de smaak van dit zoort van brood +zoetachtig en smakeloos word. Indien de slaven op de Plantagien geene +zorge droegen, om het aldus uitgeperst vocht van deezen wortel weg +te werpen, zoude het vee en gevogelte 'er van drinken, het geen hen +oogenblikkelyk zoude doen opzwellen, en in doodelyke stuiptrekkingen +vervallen; en echter dient dit zelfde vocht, met geslacht vleesch en +peper gekookt, om 'er soep van te maken. Men moet geen maniok-wortel +tot voedzel nemen, zonder denzelven wel te kennen: verscheiden lieden +zyn, zoo als ik zeker weet, vergeven geworden, door het een voor het +ander te nemen. Het onderscheid tusschen de twee zoorten bestaat daar +in, dat een houtachtig en ruw vezel, of een zoort van koord, dwars +door den wortel van den zoeten of eetbaaren maniok loopt, terwyl de +bittere of vergiftige maniok zulks niet heeft. De Indianen eeten +ook acajou-nooten, en zy brengen ze dikwils te Paramaribo, alwaar +men ze inginotto noemt. De pitten van deeze nooten, die, ten aanzien +van de kleur en gedaante, naar lams-nieren gelyken, zyn uittermaten +lekker. De acajou-nooten groeien aan boomen, welke men niet dan zeer +diep binnen in 't land vindt, maar dewyl ik 'er geene gezien heb, +kan ik 'er geene beschryving van geven. + +De Indianen voeden zig ook met land- en zeeschildpadden en met krabben, +welke zy syryca noemen, en welke men by laag water in meenigte langs +de kusten van Guiana in het slyk vindt. Zy zyn 'er zeer heet op, gelyk +ook op rivier-kreeften, welke zy sarosara noemen, en die in dit Land +zeer overvloedig zyn; maar geen zoort van voedzel behaagt hun meer, +dan de iguana, of de hagedis waijamaca, waar van ik reeds gesproken +heb. Al wat zy eeten, is zoodanig met peper van Caijenne aangezet, +dat een Europeaan het proevende den mond branden zoude. Zy gebruiken +weinig of geen zout, en laaten hun wildt in den rook droogen, het +geen het voor 't bederf bewaart. Indien een Indiaan verzuimt heeft, +om door jagen of visschen levens-middelen te vergaderen, stilt hy +zyn honger met het een of ander voortbrengzel der bosschen. + +Deeze volken hebben verscheiden zoorten van drank, en onder anderen +het sap van zekere vrucht, by hen coumou genaamd. De boom, die deeze +vrucht voortbrengt, is een palmboom van het kleinste zoort. Deszelfs +zaad is besloten in bessen van een blauw gevlakte kleur, die naar +trossen gelyken, en wier vleesch aan een harde en ronde pit, als een +pistool-kogel, lugtig aanhangt. Men laat deeze bessen in kokend water +weeken en ontbinden: de inwooners van goeden smaak doen vervolgens +suiker en kaneel in dit vocht, het welk hun dan tot drank dient, +en zeer sterk de smaak van chocolaad heeft. Een andere drank, waar +aan de Indianen den naam van Pivorry geven, is een mengzel van +cassavebrood, door de vrouwen gekauwd, en in water uitgegist; het +heeft de smaak van zoet bier (aile), en kan iemand dronken maken. Men +vindt het dadelyk vreemd, dat menschen, van welken landaeart ook, +een drank kunnen drinken, welken een ander in den mond gehad heeft: +maar zy, die de reizen van Capitain COOCK geleezen hebben, zullen +zig herinneren, dat deeze gewoonte op de door hem ontdekte Eilanden +mede plaats heeft, en dat, zoo hy zig daar niet naar geschikt had, +hy derzelver inwooners zeer te onvreden zoude gemaakt hebben. Zyne +Officiers echter vonden niet goed, om zig naar dit gebruik te voegen, +en weigerden, om van deezen walgelyken drank mede te drinken. Het +brood, van Turksch graan gemaakt, dient ook aan de inboorlingen van +Guiana, om 'er een ander zoort van drank van te maken; zy kruimelen +het, en laten het in water weeken, tot dat dit mengzel, even als +het voorgaande, is uitgegist, en zy noemen het zelve chiacoar. Deeze +volken hebben bovendien nog een vierde zoort, cassiry genaamd, waar +van zy veel gebruik maken. Het is zaamgesteld uit ignames, cassave, +zuure orange-appelen, en suiker of teriaak, in water wel geweekt en +uitgegist zynde. Ik moet 'er byvoegen, dat alle deeze dranken, als men +'er te veel van gebruikt, dronken maken, het geen aan de Indianen, mans +en vrouwen, dikwils gebeurd. Dan alleenlyk begaan zy ongeregeldheden, +en ontstaan 'er twisten onder hen. + +De taal der Indianen in 't algemeen gelykt veel, ten aanzien van de +uitspraak, naar de Italiaansche. Hunne woorden zyn welluidend, en +eindigen met een klinkletter, zoo als men uit de door my bygebragte +zien kan. Tot hun Almanach hebben zy niets anders, dan een koord met +knoopen. Hun speeltuig bestaat voor eerst in een zoort van fluit, +toutou genaamd, van een zeer dik bies gemaakt, waar op zy geluiden +doen hooren, die niet veel aangenaamer zyn dan het gebulk van een os, +en zonder welluidenheid of maat. Eene andere fluit, door deeze volken +quarta genoemd, (veel overeenkomst hebbende met het geen OVIDIUS noemt +Syrinx, en eenige dichters het rietfluitje van PAN:) is gemaakt van +eene verzameling van rieten, aan het eene einde van ongelyke grootte, +en als de pypen van een orgel te zamen gevoegd. Om op deeze fluit te +spelen, neemt men ze met beide handen, en brengt ze aan de lippen, +alwaar men ze heen en weder draaiende, 'er een zoort van mateloos +en helder geluid mede maakt, het welk voor niemand aangenaam is, +dan voor deeze Indianen. Wanneer ik zoodanig een moedernaakt, in +het midden van een boschjen, op zyn rieten fluitje hoor speelen, +verbeeld ik my den God PAN te zien. Ik bezit tans ook nog eene fluit, +welke zy van een been van hunne vyanden maken. Hunne dans, indien men +'er dien naam aan geven kan, bepaalt zig tot sprongen, tot slingeren +op een been, en tot rond draaien in verschillende houdingen, tot dat +hun hoofd duizelig word. + +De Indianen zyn zeer gemeenzaam onder elkander, en komen dikwils in +eene groote hut of carbet, die daar toe in ieder gehucht is opgericht, +by elkander. Zy danssen, zy speelen daar, of vermaken zig met het +hooren of doen van vertellingen van spooken, toovenaars, of het +verhaalen van hunne droomen, terwyl zy tusschen beiden dikwils in een +onmatig gelach uitbarsten. Zy scheppen groot vermaak in zig te baden, +het geen zy twee of drie maalen daags doen, mans, vrouwen, jongens, +meisjens, allen onder malkander; en by deeze partyen maken zy zig zelfs +niet aan de geringste onvoeglykheid schuldig, het zy met woorden, het +zy met daden. Zy zyn, allen zonder onderscheid, uitmuntende zwemmers. + +De bezigheden der mannen zyn, zoo als ik reeds gezegd heb, weinig in +getal: men kan ze in twee woorden uitdrukken, jagen en visschen; en +zekerlyk zyn de Indianen op deeze beide oeffeningen meerder afgericht, +dan eenig ander mensch, tot welk volk hy ook behoore. Tot de jagt +bedienen zy zig van boogen en pylen, welken zy zelve maken; en van de +laatstgemelde hebben zy verschillende zoorten, naar den verschillenden +aart van het wildt, waar op zy ter jagt willen gaan. Hunne bogen +zyn van het stevigste en hardste hout gemaakt; zy geven aan dezelve +zes voeten, en polysten ze op het fraaist door middel van een steen: +deeze bogen zyn gespannen met koorden van zyde-planten, en de greep is +met catoen omwonden. Hunne pylen hebben doorgaans by de vier voeten +lengte. Zy zyn van een zoort van zeer sterk en recht riet gemaakt, +aan welks einde eene ligte roede van een voet lengte is vast gemaakt, +om ze in evenwigt te houden, en zy zyn met een staale punt, of een +vischgraat gewapend, welke altyd een weerhaak heeft. Zommige van de +pylen deezer volken hebben een punt als die van een lans; andere zyn +met dubbele en driedubbele weerhaken, en zoodanig in een gewerkt, +dat zy in de wond blyven hangen, wanneer zelfs het hout weggenomen +is; deeze zyn de pylen, waar van men zig voornamelyk voor het jagen +en visschen bedient; want, schoon zy niet doodelyk zyn, zyn zy voor +het wildt ongemeen hinderlyk, en door middel van een boey, welke men +'er aan vast maakt, dienen zy om de visch naar de oppervlakte van +het water te trekken, en mitsdien om zoo wel de een als de ander te +vangen. Deeze pylen zyn alle van vederen van zes of zeven duimen lang +voorzien. Verscheide hebben in plaats van punten rond gemaakte knoppen, +van de grootte van een kastanje; de Indianen bedienen 'er zig van om +de papegaijen en kleine apen te bedwelmen en te doen nedervallen, +waar na zy ze met de hand grypen; deeze dieren komen weder spoedig +by, en men zend ze levendig naar Paramaribo. Zommige van deeze pylen, +geschikt om de visschen te dooden, hebben de gedaante van een drietand, +hebbende tot drie en zelfs tot vyf punten. De Indianen doopen 'er +ook eenige, maar in een klein getal, in het vergift, wourara [7] +genaamd, het welk eene verschrikkelyke en schielyke werking doet; +maar wanneer zy vreezen, dat hun schot zoude mogen missen, bedienen zy +zig van een ander zoort van pylen, die niet meer dan tien of twaalf +duimen lang, uitermaten dun, en van de schors van zeer hard palmhout +gemaakt zyn. In plaats van vederen, is dezelve met catoen omwonden, +zoo veel als voldoende is tot het vullen van een holle buis, van +een riet gemaakt, en by de zes voeten lang, waar in deeze Indianen +met hun adem blaazen. Zy werpen deeze doodelyke werktuigen, op den +afstand van veertig schreden, en op zulk eene zekere manier, dat +het dier, het welk zy mikken, hun niet ontsnappen kan. De punt van +deeze laatstgemelde pylen word ook in het vergift wourara gedoopt, +het welk zulk een krachtig vermogen heeft, dat by den laatsten +opstand, in de Volkplanting de Berbices voorgevallen, eene vrouw, +die door eene deezer vergiftigde pylen ligt gewond was, niet alleen +byna oogenblikkelyk stierf, maar dat zelfs een kind, het welk zy aan +de borst had, schoon het door dit wreed wapentuig niet geraakt was, +insgelyks overleed, vermits het slechts een oogenblik aan de borst +zyner moeder, na dat deeze was gekwetst geworden, gezogen had. + +De manier van visschen is by de Indianen byna dezelfde, als die, welke +ik reeds ter gelegenheid van den post de Hoop beschreven heb. Zy maken +een fuik van paalwerk, by den ingang van kleine kreeken en in laage +gronden; zy dooden aldaar de visch met hunne drietandige pylen, of +vergiftigen het water, door 'er wortels van hiary, in Surinamen den +naam van tringy-youco of konamy dragende, in te werpen. Deeze wortel +verdooft den visch; en in dien staat kan men hem met de hand grypen, +terwyl hy op de oppervlakte van het water dryft. De Indianen dryven in +deeze wortelen handel, en verzenden ze in meenigte naar de Plantagien, +en naar Paramaribo. Zie daar, welke, behalven het maken van hunne +huisraad, cieradien, en wapentuigen, by deeze volken de bezigheden +der mannen zyn. + +Ik moet ook niet vergeten, dat elke Indiaan ter zyner verdediging +een knods draagt, welke men apoutou noemt, van het zwaarste hout uit +het bosch gemaakt: dezelve is agttien duimen lang, aan de twee einden +plat en vierkant; maar aan het eene einde veel zwaarer, dan aan het +andere: in het midden is dezelve het dunst; hy is omwonden met zeer +sterke draden catoen, dienende om hem met des te meerder vastheid aan +te vatten, en door een zoort van stootplaat gedekt, om de voorhand te +bewaaren. Door een slag met deezen knods, waar aan dikwils een puntige +steen word vast gemaakt, slaat men iemand de herssens in. De Indianen +van Guiana snyden dikwils op hun apoutou beeldspraakige vertooningen, +en het getal der vyanden, welken zy gedood hebben. Om den steen aan +deezen knods vast te maken, steekt men dien in den boom zelven, die +het hout levert, terwyl die in zyn groei is; dezelve hecht zig daar +aan als dan zoo vast, dat het niet mogelyk is 'er dien uit te trekken; +vervolgens hakt men dit hout, om 'er het fatsoen aan te geven. + +De vrouwen houden zig bezig, om de maniok, de bananen, de ignames, +en andere wortelen te planten; zy maken de levens-middelen gereed, +maken aarde potten, catoene hangmatten, armbanden, en manden of +korven. De beste derzelve worden pagala genoemd; zy zyn van een +dubbele rieten mat gemaakt, die den naam van warimbo draagt, en eene +witte of bruine kleur heeft; en deeze dubbele mat is tusschen beiden +met bladeren van tas of trouly gevuld, om ze voor de vochtigheid te +beveiligen. Het dekzel is gewoonlyk veel hooger en breeder, dan de +mand zelve; het gaat over de geheele mand heen, en maakt dezelve op +die wyze nog sterker: de bodem rust op twee stukken hout, kruislings +gelegd. De hangmatten zyn geweven; het geen veel moeite en tyd vordert; +want men moet elke draad, een voor een, in de scheering steeken, byna +op dezelfde manier, waar op men koussen weeft. Men legt vervolgens +deeze hangmatten in eene verwe, van schorssen van boomen gemaakt, +volgens de kleur, die men 'er aan geven wil. + +De Indiaansche meisjes bereiken de huwbaarheid voor den ouderdom van +twaalf jaaren, en zomtyds zelfs veel eerder. Men huwd ze op die jaaren +uit. De geheele plechtigheid bestaat, ten aanzien van den jongman, +daar in, dat hy aan de jonge dogter eene zekere hoeveelheid wildt +en visch, door hem gevangen, aanbied; en, wanneer zy dit aanneemt, +doet hy haar deeze vraag: "Wilt gy myne vrouw zyn"? Indien zy dit met +ja beantwoordt, is de zaak klaar; en wanneer het huis en de huisraad +gereed zyn, viert men de bruiloft door een feest, waar op men zig +dronken drinkt. De zwangere vrouwen kramen zonder hulp, en met zoo +weinig moeite en pyn, dat men haar schier ontheven zoude oordeelen +van het vonnis, tegen de eerste moeder van het menschelyk geslacht +uitgesproken. Zy verrigten alle de bezigheden van het huishouden +en bedienen haare mannen op den dag van haare verlossing zelven. Hoe +belachelyk en ongeloofbaar deeze gewoonte ook schynen moge, is het niet +minder waar, dat de man in dat geval, geduurende meer dan een maand, +in zyne hangmat leggen blyft, alwaar hy steent en zucht, als of hy +zelf van een kind stond te verlossen; en geduurende al dien tyd, +moet zyne vrouw hem zorgvuldig oppassen, en hem het beste voedzel +geven. Dit zyn de Indianen gewoon te noemen genot van zig zelven +te hebben, en van hunne vermoeidheid uit te rusten. Verscheiden van +deeze volken beschouwen een plat voorhoofd als eene groote schoonheid, +en zoo dra hunne kinderen geboren zyn, drukken zy derzelver voorhoofd +plat, zoo als eenige wilden in het Noorden van America doen. + +De Indiaansche vrouwen eeten niet met hunne mannen, en zy bedienen +hun als slavinnen, het geen haar belet, om alle mogelyke zorge voor +haare kinderen te dragen; deezen zyn echter steeds wel gesteld en +sterk. Wanneer zy reizen, dragen zy dezelve in kleine hangmatten, +die op een der schouderen hangen; het kind zit in dezelve, met de +beenen, het een voor, het ander agter de moeder geplaatst. + +Deze Indianen neemen sap van tabak, in plaats van een +braakmiddel. Wanneer een van hun op sterven ligt, het zy van ziekte, +het zy van ouderdom, (en dit laatste overkoomt hun meer dan het +andere) bezweert de Peji, of Priester, den Yawahou, of duivel, te +middernacht, door het roeren van een calebas, gevuld met steentjes, +erweten, en koraalen, geduurende welke verrigting hy eene lange +redenvoering doet. Het ampt van Priester is by deeze volken erffelyk; +en, zoo als ik reeds gezegd heb, hy, welke dien post vervult, heeft +de eerstelingen van alle zoorten van spyzen of dranken, en zelfs een +gemakkelyker leven. Wanneer een Indiaan gestorven is, wascht men hem, +wryvt hem met olie, en steekt hem in een zak van nieuw catoen; hy zit +daar in, met de elleboogen op de knien, het gezicht met de palm van +beide handen bedekt, en al zyn krygs- of jagt-gereedschap word by +hem gelegd. Geduurende deeze plechtigheid, doen zyne nabestaanden, +zyne vrienden, zyne gebuuren, de lucht van een jammerlyk geschreeuw +weergalmen, maar kort daar na drinken zy zig aan sterke dranken +dronken, en spoelen dus hun hartzeer af, het welk niet voor het +volgende jaar weder te voorschyn koomt. Deeze gewoonte heeft daar door +eenige overeenkomst met die der Berg-Schotten, by het begraven hunner +dooden. Op het einde van het jaar haalt men het lyk uit den grond; +het vleesch is 'er dan van afgescheiden, en men verdeelt de beenderen +onder de nabestaanden en vrienden; men volgt dezelfde plechtigheden, +als de eerste keer; waar na de geheele buurt naar eene andere geschikte +verblyfplaats zoekt. Eenige byzondere stammen van Indianen volgen nu +en dan een verschillend gebruik. Na het lichaam van hunne overledene +nabestaanden of vrienden in de zoo even beschrevene houding geplaatst +te hebben, leggen zy het zelve in 't water, en laten het verscheiden +dagen daar in. De visschen eeten 'er wel dra het vleesch af, en wanneer +'er niet meer aan is, haalt men het geraamte uit 't water, laat het +in de zon droogen, en hangt het vervolgens van binnen aan het dak +der hutten of carbets. Dit is het grootste bewys van teedere liefde +en achting, welke men, by deeze volken, aan de dooden bewyzen kan. + +Wanneer deeze Indianen te land reizen, neemen zy altoos hunne kano met +zig, welke gemaakt is van den stam van een grooten boom, door middel +van het vuur uitgehold. Dezelve dient hun dan tot het overbrengen van +hun reistuig, wanneer zy moerassen doorwaden, of kreeken of rivieren +over moeten; en is, even als zy zelven, geheel rood geverwd. Indien +zy te water reizen, gaan zy doorgaans tegen den stroom, om het wildt, +het welk zy op de boomen, of aan den oever zien, des te gemakkelykcr +te kunnen dooden; indien zy met den stroom mede roeiden, zou de +kragt van 't water hen noodzaaken om gezwind voort te gaan. Wanneer +zy de zeekusten volgen, gebeurd het dikwils, dat eene golve hunne +cano met water vult; maar in weerwil van dit ongeluk, lyden zy nooit +schipbreuk. In zoodanig geval werpen zy allen, mans en vrouwen, zig +oogenblikkelyk in het water; met de eene hand houden zy zig aan de +kano vast, en met de andere maken zy dezelve met calebassen ledig. + +Schoon de Indianen van Guiana zeer vreedzaame volken zyn, voeren +zy echter zomtyds oorlog, eenvoudiglyk om gevangenen te hebben: de +Europeanen zetten hen maar al te dikwils daar toe aan, om dezelven +van hun te koopen, en 'er slaven van te maken; maar zy dienen niet +meer dan tot eene uiterlyke vertooning, dewyl zy volstrekt weigeren te +arbeiden: indien men hen mishandelt, en vooral indien men hen slaat, +kwynen zy, teeren uit, en weigeren alle voedzel, tot dat zy eindelyk +van verzwakking en smarte sterven. + +De Indianen doen altyd hunne aanvallen midden in den nacht; hunne +krygsverrigtingen gelyken meer naar die van een beleg, dan naar +die van eenen veldslag; zy bestaan in het omcingelen der vyandelyke +gehuchten, terwyl derzelver bewooners in diepen slaap liggen; in het +gevangen nemen der vrouwen en kinderen van beiderleije kunne; in het +dooden der mannen met hunne vergiftigde pylen, of in dezelven met +hunne apoutous, of knodsen, de herssenen in te slaan. Zy ontnemen +ook aan de laatstgemelden het hoofdhair, en brengen het als een +zegenteeken t'huis, om het aan hunne kinderen en vrouwen te toonen, +of zy verkoopen het aan de Europeanen op Paramaribo. In de vechteryen +van twee partyen, maar die zeer zeldzaam onder hun voorvallen, zyn de +boog, en met weerhaaken voorziene pylen, hunne voornaame aanvallende +wapentuigen. Deeze raaken den vyand, en doen denzelven omkomen, +op den afstand van meer dan zestig schreden. De ligtste vogel zelf +in zyne vlugt, indien hy slechts de grootte van eene kraay heeft, +kan hun niet ontsnappen.--De behendigheid van deeze volken, in +alle hunne krygsoeffeningen, is zoo groot, dat de beste schutters, +in de veldslagen van Crecy, van Poitiers en van Agincourt, voor +hun zouden hebben moeten onderdoen.--Ik moet 'er nog byvoegen, dat +wanneer deeze Indianen gaan oorlogen, zy eenen Generaal verkiezen, +wien zy den titel van Outil geven. + +De koophandel, welken de Indianen van Guiana met de Hollanders dryven, +bestaat in ruilingen. Zy leveren slaven, waterkruiken, kano's en +hangmatten, Brasilie-hout, hiary wortelen, kapellen, papegaijen, apen, +copaiva-balsem, arracocerra-gom, oly van acajou-noten, en arnotta; +waar voor zy wederkeerig ontfangen gecouleurde stoffen, snaphaanen, +kruid, bylen, messen, scharen, glaswerk, spiegels, visch-haaken, +kannen, naalden, spelden, enz. De copaiva-balsem druipt van de +schors van eenen dikken boom, die zeer verre binnen in het Land +groeit, welks bladeren breed en puntig zyn, en die eene vrucht +draagt, als een komkommer. Deeze gom is geel, hard, doorschynend, +en naar amber gelykende. Wanneer men ze ontbindt, geeft ze een +aangenaame geur van zig, en dient tot een water-afdryvend middel, +en tot een vernis. De gom, aracocerra genoemd, loopt uit een boom, +die men insgelyks in het binnenste des lands vindt. Zy is geel, gelyk +de eerstgemelde, maar zwaar, en zacht in het aanraken: derzelver +reuk is ook veel geuriger. De Europeanen en Indianen waardeeren +dezelve zeer, uit hoofde van haar krachtig vermogen tot geneezing +van wonden en andere kwaalen. De caraba, of oly van acajou-noten, +word op deeze wyze gemaakt: men klopt, stampt en kookt de pitten, +welke men uit de hoekachtige en bruine vrucht haalt, groeiende +aan een boom van denzelfden naam, die de gedaante van een goeden +kastanje-boom heeft. Deeze oly is bitter. De Indianen bedienen 'er +zig van, om 'er het lyf mede te besmeeren, en de Europeanen gebruiken +ze tot verschillende einden. De boom, wiens bladeren naar die van +den laurierboom gelyken, groeit tot de hoogte van meer dan vyftig +voeten; maar dewyl ik denzelven, noch ook de twee eerstgemelden, +niet gezien heb, kan ik 'er niet meer van zeggen. De Mawna-boom is +hoog, recht, en van een helder bruine kleur; deszelfs bladeren zyn +eirond, en de noten gelyken naar muscaat noten; maar zy hebben 'er de +geur niet van. De gom loopt uit den stam door insnydingen, welke men +'er in maakt; de Indianen laaten dezelve in water ontbinden, en, zoo +als ik reeds gezegd heb, zy mengen die onder de arnotta, om zig te +beschilderen. De Palma-Christi by de kruidkundigen onder den naam van +Ricinus, of den Wonderboom, bekend, is een heester van omtrent vier +voeten hoog. Hy is recht op geschoten, en met breede gevingerde bladen +bedekt, hangende aan lange steelen, en zulks zoo wel de stam, als de +takken. Deeze heesters zyn van tweederley zoort, roode en witte. Zy +brengen driehoekige nooten voort, zittende in groene schillen, die +bruin worden, en afvallen, wanneer de vrucht ryp is. Men perst uit +deeze noten de oly, aan welke men in Surinamen den naam geeft van +carapat. Derzelver smaak gelykt veel naar die van olyf-olie. + +Onder alle de Indiaansche volken, onderscheiden zig de Caraiben door +hun getal, werkzaamheid, en dapperheid. Zy woonen grootendeels naar +den kant der Spaansche bezittingen, die zy dikwils ontrusten door +een geest van wraakzucht over de wreedheden, omtrent de volken van +Mexico en Peru, welken de Caraiben als hunne voorvaderen beschouwen, +door deeze Europeanen zynde gepleegd geweest; zy hebben een Capitain +aan hun hoofd, en verzamelen zig by elkander op het geluid van een +zeeschelp; dikwils leveren zy ook slag aan de Indianen uit hunne +nabuurschap; maar eene byzonderheid, die schier ongelooflyk schynt, +en sterk is tegengesproken geworden, steldt hen beneden alle de andere +volken van het vaste Land; zy zyn Cannibalen, of menschen-eeters. Dit +is ten minsten zeker, dat zy hunne vyanden eeten, wier vleesch zy +met de gretigheid van een gier inslokken, schoon men in algemeen +vooronderstelt, dat zy daar toe meer door wraakzucht, dan door een +bedorven smaak, gedreven worden. + +De Accawaus-Indianen zyn weinig in getal, en van de zee-kusten meer +af gelegen, dan de eerstgemelden. Zy leven in goede verstandhouding +met de Hollanders; maar zy zyn valsch, en weeten een langzaam vergift +te bereiden, het welk zy onder hunne nagels verbergen. Hunne hutten +zyn omringd met staketzels, van palen gemaakt, waar van de punten +ook vergiftigd zyn. + +De Worrows-Indianen, zoo zy niet de wreedsten zyn, mogen ten minsten +voor de verachtelyksten van alle de Indianen in Guiana gehouden +worden. Zy woonen langs de Orenoco, tot aan de Volkplanting van +Surinamen. Hunne kleur is onaangenaam en bleek. Zy zyn wel sterk, +maar kleinmoedig. Hunne natuurlyke vadzigheid en hunne elende, een +gevolg van hunne gevoelloosheid, is zoo groot, dat zy naauwlyks zoo +veel hebben om die deelen te bedekken, welke de schaamte gebiedt +te verbergen, en dat zy zig daar toe dikwils van den schors van een +palmboom in plaats van linnen bedienen. Zomtyds gaan zy geheel naakt, +en geven een ondraaglyken stank van zig. Hunne luiheid noodzaakt hen +den meesten tyd, om alleen van wilde vrugten te leven, en niets dan +water te drinken. Het moge vreemd dunken, wanneer men zegt, dat dit +volk wel te vreden is; maar men moet begrypen, dat deszelfs verlangen +zig tot deeze genietingen bepaalt, en dat men nooit een Indiaan hoort +klagen, dat hy ongelukkig is. + +De Tajiras bewoonen ook de zeekust, tusschen de Volkplanting +van Surinamen, en de Rivier der Amazonen; hun getal is het meest +aanzienlyk; men berekent ze op byna twintig duizend zielen in deeze +bezitting alleen. Deeze Indianen zyn vreedzaam; maar zeer ongevoelig, +en in veele opzigten gelyken zy naar de Worrows. + +De Piannacotaus leven zeer verre in de binnen landen, en zyn +vyanden van de Europeanen, met wien zy weigeren te handelen, of in +de minste betrekking te staan. Dit kan ik 'er bovendien van zeggen, +dat zy alle de Christenen in Guiana vermoorden zouden, indien zy +'er de magt toe hadden. + +De eenige Indiaansche natie in dit Land, die my nog staat op te noemen, +is die der Arrowouks: ik verkies dezelve boven alle anderen;--maar +dewyl dit hooftstuk reeds vry lang geworden is, zal ik 'er by eene +andere gelegenheid van spreken. Ik stap derhalven voor een oogenblik +af van dit gelukkig volk, het welk noch van onderscheidingen van rang, +noch van verdeelingen van landen, de bronnen van wanorde en twist +by de verlichtste volken, eenige kennis heeft. Dit zelfde volk weet, +in deszelfs gelukkig Land, alwaar groente en bloemen zig onophoudelyk +vertoonen, in 't geheel niet wat behoefte en moeite is. De wenschen van +hun, die deeze volken uitmaken, zyn bepaald, maar altyd voldaan. Deeze +gelukkige Indianen hebben, met het denkbeeld van een toekomend leven, +geene de minste ongerustheid over deeze toekomste, en sterven in +vrede. Men kan van hun, naar de letter, zeggen, dat zy dikwils niet +op den dag van morgen denken; maar met hun dit zoort van ontkennend +geluk toe te staan, beweere ik egter niet, dat het zelve voor een +Europeaan benydens-waardig is. + +Om een naauwkeuriger denkbeeld van de wapenen, huisraad, werktuigen, +en onderscheidene cieradien der Indianen van Guiana te geven, verwyze +ik den lezer naar de daar van gemaakte afteekening. Zie hier de lyst +der dingen, die daar op vertoond worden. [8] + + + + 1. Eene Coriola, of Indiaansche kano, doorgaans van den stam van een + boom gemaakt. + 2. Een Pagaije, of roei-riem. + 3. Een zeeft, manary genaamd. + 4. Een Indiaansche blaasbalg, of way-way. + 5. Een stoel, of zitbank, mouly genaamd. + 6. Een korf, of pagala. + 7. Een pers voor de cassave, matapy genaamd. + 8. Een Indiaansche boog. + 9. Een pyl om de visch te dooden. +10. Een pyl met een ronde knop voor de vogelen. +11. Een gewoone pyl met weerhaken. +12. Een kleine vergiftigde pyl. +13. Een pyp of fluitje, waar door men blaast, om de pylen te doen + afgaan. +14. Een kroon van verschillende vederen. +15. Een voorschoot, queiou genaamd. +16. Een Indiaansche aarde pot. +17. Een Indiaansche knods, of apoutou. +18. Een catoene hangmat. +19. Cieradien, van tanden van tygers, of wilde zwynen gemaakt. +20. Een toover-schelp, of calebas. +21. Een Indiaansche fluit, tou-tou genaamd. +22. Een fluit, van het been van een vyand gemaakt. +23. Een Indiaansche fluit, quarta genaamd. +24. Een steen, om de maniok te malen, genaamd matta. + + + +ZESTIENDE HOOFTSTUK. + +Versterking van krygsvolk, uit Holland aangekomen.--De +Goijava-boom, en deszelfs vrucht.--Legerplaats by Maagdenberg +aan de Tempaty-Kreek.--Verschillende zoorten van Aapen.--Een zeer +maanzieke Neger.--Eekhoorntje van Guiana.--Verscheidene zoorten van +boomen.--Hagedissen.--Bergen van mynstoffen voorzien.--Treffelyke +gezichten.--De Roucou-boom.--Fraaije Kapel.--Palmboom-worm. + +Ik keere tans tot de krygs-verrigtingen van den Colonel FOURGEOUD te +rug. Ik heb reeds gezegd, dat men nieuw krygsvolk wagte, om ons zwak en +elendig leger te versterken; en den 30sten. January 1775, ontfing men +te Paramaribo de tyding, dat het transport-schip Maasstroom, Capitain +LEG, in de Rivier Surinamen was binnen geloopen, en voor het Fort +Amsterdam het anker geworpen had; twee divisien van honderd twintig +mannen, onder bevel van den Colonel SEYBOURG, aan boord hebbende: +en men verwagtte nog twee andere. + +Des anderen daags zakte ik de Rivier met eene kleine roeischuit +af, om deeze nieuw aangekomenen te gaan verwelkomen. Ik hield het +middagmaal aan boord met de Officiers, waar na men het anker ligte, +en ik voer met hun schip mede tot het Fort Zelandia, alwaar het aan +den wal ging leggen en door eenige kanon-schoten begroet wierd. Ik +had het genoegen, om onder de Officiers mynen ouden Hoog-Bootsman, +den Vaandrig HESSELING, te vinden, dien wy aan de Helder hadden +agtergelaten, aan de kinderziekte gevaarlyk ziek leggende, wanneer wy +uit Texel zeilden. Deeze jongman, die tans met den rang van tweeden +Lieutenant by ons was, was zedert zyne herstelling aller ongelukkigst +geweest. Zyne reize naar Surinamen hebbende willen voortzetten, +ging hy aan boord van een schip, het welk in de baay van Biscaije +eenen storm beliep, en na kaap Finisterre te zyn voorby gezeild, zyne +gangen en roer verloor: dit zelfde schip verloor vervolgens ook nog zyn +fokke-mast en steng. In deezen kommerlyken staat, en geen wind genoeg +hebbende, om Lissabon te bereiken, was hy verpligt het op Plymouth +aan te zetten. Van daar begaf zig de heer HESSELING aan boord van +eene kleine sloep, met kolen geladen, en waar op hy niet gelukkiger +was; want door onachtzaamheid van den schipper, stootte dit schip op +rotzen, waar door de kiel los geraakte, en het schip dadelyk zonk. De +heer HESSELING had echter, eer de sloep verging, den tyd om zyn maal +te openen, en 'er zyn linnen, en eenige der noodzakelykste goederen +uit te nemen, vervolgens ging hy in een slecht vaartuig over, en kwam +eindelyk te Brest aan. Hy ging aldaar spoedig scheep naar Amsterdam +op een Hollandsch schip, waar van de schipper niet veel bekwaamer dan +de voorgaande was, en zyn schip op het drooge liet loopen, alwaar het +byna aan stukken stootte. De heer HESSELING kwam nochtans gezond en +behouden te Texel aan, alwaar hy tweemaalen te vergeefs moeite deed, +om zig naar Zuid-America in te schepen. Hy slaagde eindelyk daar in, +en op zynen tocht had hy zulk een zwaaren storm, dat alle de sloepen, +schapen, varkens en gevogelte door de zee verzwolgen wierden. + +By het aankomen van dit nieuw krygsvolk, noodigde de Colonel FOURGEOUD +de Officiers op het middagmaal, en deed hun niets anders dan gezouten +ossen- en varkens-vleesch, en oude erweten, voorzetten. Ik had de eer, +om mede aan deezen disch te zitten, en het vermaakte my zeer te zien, +met hoe veel verwondering de Colonel en zyne tafel door de gasten +wierd aangekeken. Des avonds geleidden wy hen naar den Schouwburg, +alwaar men den dood van CESAR, en CRISPYN den Doctor, vertoonde: het +eerste van deeze stukken wierd gespeeld op eene manier, die zoo wel +als het tweede deed lagchen. Des anderen daags hield de Gouverneur ons +des middags en des avonds ten eeten. Zyne tafel schitterde van rykdom +en pracht. Onze nieuwe medgezellen waren over deeze kostbaarheid zoo +zeer verwonderd, als zy het des avonds te vooren over de karigheid +van den Colonel geweest waren. + +Op deeze maaltyd eenige ingelegde vruchten, waar onder de guava was, +ontmoet hebbende, zal ik deeze gelegenheid waarnemen, om 'er iets +van te zeggen. De Guava-boom, die deeze vrucht voortbrengt, groeit +tot de hoogte van vier-en-twintig voeten. Deszelfs schors is van een +heldere kleur, en het hout tusschen beiden; maar de vrucht, die geel +en eyrond is, en ten naasten by de grootte van een renet-appel heeft, +bevat een roodachtig vleesch, vol kleine zaden of korrels. Dit vleesch +is van een zeer zoeten smaak, en men kan het rauw eeten; men maakt +'er ingelegde geley van, die ongemeen lekker is. 'Er zyn tweerleije +zoorten van guavas: de zoetsten bevatten het minste zaad. + +Den 3den February wierd het krygsvolk, het welk ontscheept was, naar +het bovenste gedeelte van de Commewyne gezonden, om zig aldaar neder +te slaan. Ik spreek egter alleenlyk van de soldaten, want de meeste +Officiers bleven, om een festyn aan het huis van den heer MARCELLUS +by te woonen. Deeze Colonist, om aan de maaltyd luister by te zetten, +deed door een half douzyn Negers op trompetten en jagthoorns blazen, +tot dat eindelyk het geheele gezelschap door dit geraas verdoofd was. + +Den 6den, ontfing de geheele krygsbende, zonder onderscheid, +bevel om Paramaribo te verlaten, en op den Maagdenberg, aan de +Tempaty-Kreek gelegen, dicht by dat gedeelte van de Commewyne, +werwaarts men, den 3den, de nieuw aangekomene manschappen gezonden +had, te gaan legeren. Dienvolgende alles tot een vierden veldtocht +hebbende gereed gemaakt, nam ik afscheid van myne kleine familie, +en van myne vrienden, en ik ging naar den oever, alwaar ik my in +het zelfde vaartuig, als de Colonel SEYBOURG, moest inschepen: maar +deeze, te onrecht vooronderstellende, dat het krygsvolk, met hem +uit Holland gekomen, eene bende uitmaakte, van die van den Colonel +FOURGEOUD afgescheiden, gaf last aan de Negers om voort te roeijen, +op het oogenblik, dat ik niet verder dan een pistoolschoot van hem +afwas, en liet my, ten uitersten daar over verwonderd, aan den wal +staan. Ik wist, dat de Colonel FOURGEOUD gezworen had, dat hy deezen +Officier tot gehoorzaamheid zoude noodzaken, zoo wel als den jongsten +Vaandrig van het Regiment, en daar in had hy volmaakt gelyk. Een +ander vaartuig genomen hebbende, haalde ik den Colonel SEYBOURG in, +die over deeze myne daad zeer verwonderd scheen, en wy kwamen te +gelyker tyd op de Plantagie Vossenburg, aan de Commewyne. Des anderen +daags bereikten wy de Plantagie Arentslust, na de zwaare vaartuigen, +die den 3den Paramaribo verlaten hadden, te hebben agtergelaten. Den +10den, kwamen wy aan de Hoop, alwaar ik bevorens verscheiden maanden +had doorgebragt. Ik voege hier by eene afteekening van het gezicht +deezer Plantagie, en van den post Klarenbeek, alwaar ons Hospitaal +steeds bleef. De Colonel FOURGEOUD vertrok ook den zelfden dag als wy, +en sliep op Wajampibo. + +Den 11den, kwamen wy op de Plantagie Crawassibo, alwaar wy den +nacht doorbragten. De Opzigter van deeze Plantagie dreef aldaar +zyne onbeschoftheid tot die hoogte, dat ik, die reeds tegen al dit +zoort van lieden was vooringenomen, hem een frisschen vuistslag in +'t aangezicht gaf. Hy rekende zig daar door zoo beledigd, dat, schoon +hy vry wat bloedde, hy zig met een enkelen Neger in een kano begaf, en +in dien staat te middernacht op 't alleronverwagtst voor den Colonel +FOURGEOUD verscheen, die in plaats van zyne klagten te beantwoorden, +hem al vloekende wegjoeg. + +Den 12den kwamen wy op Maagdenberg, te weten, de Colonel FOURGEOUD, +de Officiers en de vaartuigen met zee-soldaten beladen. Zedert dat wy +de Hoop verlaten hadden, wierden de Plantagien zeldzaamer, en na dat +wy die van Goed-Accord, welke tien of twaalf mylen verder ligt, voor +by waren, zagen wy geene bebouwde landen meer. De muitelingen hadden, +zoo als ik reeds gezegd heb, alle de Plantagien, die hooger op lagen, +verwoest, uitgenomen eene kleine bezitting, zoo ik meen, Jacob genoemd, +alwaar men Negers hield, om hout te hakken. De Rivier word boven +Goed-Accord zeer naauw, en is van wederzyden door ondoordringbaare +heesterstruiken bezet, even als de Cottica, tusschen Devil's Harwar +en de Patamaca-Kreek. De Tempaty-Kreek, welke men als den oorsprong +van de Commewyne kan aanmerken, vernaauwde zig op gelyke wyze zeer +sterk. Maagdenberg, liggende honderd mylen van Paramaribo, was voor +deezen eene Plantagie; maar 'er zyn aldaar geene andere overblyfzels +van bebouwing, dan een oude oranje-boom: deeze plaats geeft thans +niets meerder dan een dor en woest gezicht. + +Wy zagen hier en daar kleine schelpen verspreid, die het voorkomen +hadden van die geene, welke men de moeder der peerlen noemt, en ten +naasten by zoo groot waren als een Engelsche, schelling. Men vindt +in verscheiden gedeelten der Volkplanting van Surinamen, voetstappen +van bergwerken en mineraalen. De yzer-mynen zyn 'er gemeen; en ik +twyffel niet of men zoude 'er ook goud en zilver ontdekken, indien +de Hollanders 'er de noodige kosten toe wilden doen, en daar toe +onvermoeid lieten arbeiden. Ik heb reeds gesproken van den diamant +van Maroni, en van de roode en witte agaat, in het bovenste gedeelte +der Rivier van Surinamen. + +De lucht was zuiverder en frisscher, en gevolgelyk veel gezonder op +Maagdenberg, dan in eenig ander gedeelte deezer Volkplanting. + +Den 17den, vernamen wy, dat het transportschip de Maria Helena, +hebbende twee andere divisien van honderd twintig mannen aan boord, +onder bevel van den Capitain HAMEL, den 14den deezer maand in de +Rivier Surinamen mede was binnen geloopen: dus bestond de geheele +versterking in twee honderd en veertig man, die den 3den Maart in +vaartuigen op Maagdenberg aankwamen, alwaar de geheele krygsmagt van +den Colonel FOURGEOUD zig toen by den anderen bevond. Den zelfden dag +kwamen 'er ook honderd Negerslaven aan, die bestemd waren om op onzen +tocht de pakken te dragen. Een van deeze Negers aan boord van een der +vaartuigen vermist wordende, wierd de bevelhebbende Officier, genaamd +CHATEAUVIEUX, en een schildwacht, welken men met bloed besmet vond, +in arrest genomen, om als beschuldigden van eene moord gevonnisd +te worden. Deezen zelfden dag hadden twee van onze Capitains een +tweegevecht, en een van hun wierd aan het voorhoofd gewond. + +Den 13den, vond een vaartuig, met mondbehoeften geladen, van Paramaribo +komende, den Neger, die den 5den vermist was; hy lag aan den waterkant +in de heesterstruiken, zynde in de strot gestoken, maar nog levend, +vermits de steek de lugt-ader niet geraakt had. Het vaartuig nam +deezen ongelukkigen op, en bragt hem te Maagdenberg, alwaar door een +bekwaam Heelmeester, den heer KNOLLAERT, de wond wierd toegenaait, +en deeze man op eene wonderbaarlyke wyze herstelde, schoon hy negen +dagen zonder voedzel en zonder hulp gebleven was, in zyn bloed badende. + +In de daar aan volgende week verloor ik byna door een toeval het +leven. Zie hier de zaak. De Colonel FOURGEOUD gebruikte twee Negers +van de Plantagie Goed-Accord, om voor hem te jagen en te visschen. Een +van hun, PHILANDER genaamd, stelde my voor, om hen in de bosschen +te vergezellen, alwaar wy eenige pingos, of eenige powesas zouden +kunnen ontmoeten; maar wy hadden nog geen twee mylen afgelegd, of wy +wierden door eenen geweldigen slagregen overvallen, die ons noodzaakte +om dit ontwerp te laten varen, en op den hoek lands, Jacob genaamd, +de wyk te nemen. Om daar te komen, moesten wy een moeras doorwaden, +zoo diep dat wy het water tot onder de armen hadden. PHILANDER +(de schoonste manspersoon, dien ik immer gezien heb,) begaf zig tot +zwemmen, en zyn medgezel van gelyken. Zy kliefden het water alleenlyk +met de eene hand; met de andere hielden zy hunne jagt-geweeren in +de hoogte. Zy noodigden my om hen daar te volgen, zoo als ik ook +deed, niets anders dan myn borstrok en broek aan hebbende; maar +na het maken van eenige bewegingen, zonk ik met myn snaphaan naar +den grond. Ik liet hem daar, en weder boven water komende, verzogt +ik PHILANDER te duikelen, en den snaphaan van den grond te haalen; +toen lag hy de zyne op een Palmiet boom, en haalde vervolgens de myne +zonder moeite. Op dit oogenblik hoorden wy een donderende stem uit +het midden der doornstruiken roepen:--"qui somma datty? en door een +ander, Souto, Souto da BONNY kiry da dago? Wie is daar? geef vuur! 't +is BONNY! slaat den schelm dood!" Ons oprichtende, zagen wy vyf of +zes snaphaanen, op eenen korten afstand op ons aangelegd. Ik duikte +dadelyk onder water; maar PHILANDER geantwoord hebbende, dat wy tot +den post van Maagdenberg behoorden, veroorloofde men ons, om een +voor een naar de Plantagie Jacob te gaan. Zy, die ons gezien hadden, +waren Neger-slaven, die in 't water hoorende roeren, naar den kant, +van waar dit gerucht kwam, keeken, en drie gewapende mannen in het +moeras ontdekten. Zy geloofden, dat het de muitelingen waren, die +voorwaarts trokken, onder geleide van BONNY zelven, voor wien zy my +aanzagen, om dat ik byna naakt, en myn lichaam door de zon verbrand +was; myne hairen, die kort en gekruld waren, deeden my naar eenen +Mulat gelyken. Na een weinig rhum gedronken, en onze kleederen voor +een goed vuur gedroogd te hebben, keerde men naar Maagdenberg te rug, +alwaar men my geluk wenschte met aan dit gevaar ontsnapt te zyn. + +De Colonel FOURGEOUD toen van eene versterking van versche manschappen +voorzien zynde, deed, den 9den, alle zyne verminkten naar Holland +inschepen. Myn vriend HENEMAN vertrok ook, den 6den February, naar +dit zelfde Land, in eenen aller elendigsten staat. + +Op den zelfden bodem, als deeze jongman, bevonden zig verscheide +andere Officiers, die gedwongen waren te vertrekken, niet door +ziekte, maar door afkeer en mismoedigheid, welke de onrechtmatige +behandeling van den Colonel, die, zoo als ik op het einde van het +tiende hooftstuk gezegd heb, hunne bevordering had tegengehouden, +aan hun veroorzaakte. Zy hadden gezien, dat jongelingen, die nog +ter school gingen, wanneer zy zelven in 't jaar 1772 reeds in dienst +der Volkplanting waren, aan hun wierden voorgetrokken. Die geenen, +welken de Colonel, den 6den December 1774, in arrest had doen zetten, +om in Holland gevonnisd te worden, wierden op het zelfde schip +gebragt. Dit schip was niets anders dan een hospitaal, maar zeer +slecht van ververschingen voorzien. + +Den 21sten, deed de Colonel met genoegen de monstering van zyn +klein leger, en het smertte my zeer de Neger-Jagers daar niet by te +zien. De eerste zorge van den Bevelhebber was vervolgens, om eene wacht +aftezenden, tot het bespieden der omleggende streeken van zyne nieuwe +legerplaats, en ik had de eer daar toe te behooren. Geduurende deezen +kleinen tocht viel 'er niets merkwaardigs voor, dan het ontmoeten van +eene groote meenigte Coiatas (quoata in Guiana, quatto in Surinamen, +chameck in Peru genaamd) zynde een zoort van aapen, die zeer veel +opmerking verdienen, uit hoofde van hunne overeenkomst met den mensch, +eene hoedanigheid, welke ik niet met stilzwygen mag voorby gaan. Op +zekeren avond met mynen kleinen QUACO buiten de legerplaats wandelende, +naderden deeze aapen van zeer naby, om ons te bekyken, en zy wierpen +kleine stukjens hout, en hunne vuiligheid naar ons toe. Wy bleven +staan, en ik konde hen gemakkelyk waarnemen. De Coiata is zeer groot, +en zyne staart ongemeen lang. Zyne armen en beenen zyn met lange zwarte +hairen bedekt, het welk een zeer onaangenaam gezicht maakt. De huid +van zyn aangezicht is rood, en zonder hair, de oogen zyn ingedoken, +en ten dien opzigte gelykt hy niet kwalyk naar een oud Indiaansch +wyf. Zyne ooren zyn kort; zyne handen of voorpooten hebben vier +vingeren en geene duimen; maar de agterpooten hebben vyf toonen, allen +met zwarte nagels. Het uiteinde van zyne staart is krulswyze gedraait; +zy is zonder hair en eeltachtig, vermits hy 'er dikwils gebruik van +maakt, om aan de takken der boomen te blyven hangen, en dan dient zy +hem tot een vyfde lid. De gezwindheid, waar mede de Coiata van de +eene boom op de andere overgaat, is wonderbaarlyk; maar ik heb hem +niet zien springen. Het schynt, dat deeze eigenzinnigheid, om kleine +stukjens hout, en vuiligheid te werpen, slechts eene naarbootzing van +de bewegingen der menschen is; want hy doet het altyd in 't wild, en +heeft de behendigheid noch kragt niet, die 'er noodig zyn, om het door +hem gemikte voorwerp te raken; en zoo dat al gebeurt, het is by louter +toeval. Maar in de Coiata is dit zeer merkwaardig, dat zoo dra hy door +een snaphaanschoot of pyl gewond is, hy aanstonds zyn poot op de wonde +legt, zyn bloed ziet vloeijen, en met behulp van zyne medemakkers, +boven op den boom klimt, een droevig geschreeuw makende. Hy maakt +zig aldaar met de staart aan een tak vast; en gaat voort zyn lot +te betreuren, tot dat hy, door het verlies van zyn bloed verzwakt, +voor de voeten van zynen vyand dood nedervalt. [9] + +Het is niet verwonderlyk, dat deeze aap, wanneer hy gewond is, door +de dieren van zyn zoort geholpen word, om op den top van eenen boom +te klimmen; maar dat zy kennis genoeg van de kruidkunde hebben zouden, +om de wond-planten uit te zoeken, te kaauwen, en op den wond te leggen, +dit is iets het geen ik niet gelooven kan, schoon zeker reiziger het +nog onlangs verzekerd heeft. Betreffende de hulp, welke zy elkander +toebrengen, om over een Rivier te komen, en die daar in bestaat, +dat zy de staart van den een aan den ander vastbinden, tot dat de +laatste van de reije zig van boven van een tak van een boom geworpen +heeft, hoe groote achting ik ook heb voor ULLOA, die dit verhaalt, +en die zulks in eene plaat vertoond heeft, durve ik echter, dewyl hy +'er geen ooggetuige van geweest is, hier aan twyffelen, en zelfs aan +hem, die beweert het zelve gezien te hebben. [10] + +Ik moet ook nog spreken van een anderen aap, dien ik by den Colonel +FOURGEOUD zag, en wien men in Surinamen den naam van Wanacoe +geeft. Hy is met lange zwarte hairen bedekt, even als de Coiata, +maar zyne ledematen zyn veel korter, hairachtiger, en zyn aangezicht +is van eene vuile witte kleur: deeze aap is de eenige van zyn zoort, +die voor geen maatschappelyk leven is; men vindt hem altoos alleen. Dit +eenzaam dier word door de aapen van andere zoorten zoo veracht, dat zy +hem by aanhoudenheid slaan, en hem zyn voedzel ontsteelen; hy is al te +langzaam om hun te ontsnappen, en al te lafhartig, om hen te bevechten. + +De Saki-winki is de kleinste van de aapen met lange hairen, en +misschien van die van Guiana, zoo niet van de geheele weereld; want +hy is niet veel grooter dan een Noorweegsche rot. + +Deeze aap is een allerliefst diertje, hebbende gekruld en zwart grys +hair, een aangezicht van eene witte kleur, en zeer schitterende +oogen. Zyne ooren zyn breed en kaal, maar weinig zichtbaar, zynde +bedekt door een baard, die hem rondom het aangezicht groeit; zyne +pooten gelyken naar die van een eekhoorntje; zyne staart is dik en +met ringen. Hy is zoo vatbaar voor de koude, dat men hem naauwlyks +levendig in Europa brengen kan, en dat hy, aldaar aankomende, gaat +kwynen en sterft. De Hollanders noemen hem chagryntje, om dat hy +zig ligtelyk aan treurigheid overgeeft. Ik heb de groote Coaita, +en de kleine Saki-winki op de nevensstaande plaat afgeteekend, ten +einde myn penceel de onvolmaaktheid van myne pen mogt aanvullen. + +By myne te rug komst op Maagdenberg, wierd ik door eenen zwaaren boom, +die van ouderdom voor myne voeten nederviel, byna verpletterd. Dit +toeval gebeurt in de bosschen van Guiana meenigmaal, en zelfs wierden +twee of drie zeesoldaten op die wyze, maar ligtelyk, gewond. Geduurende +al den tyd, dat onze ronde duurde, hadden wy veel regen, en doorwaadden +eene kleine Kreek. Wy hakten een palmboom om, die aan den waterkant +stond; hy viel aan de andere zyde over, en diende ons alzoo tot +een brug. + +Te rug gekomen zynde, ging ik den ongelukkigen Neger bezoeken, dien +men met een steek in de strot gevonden had, en die op dit oogenblik vry +wel hersteld, en in staat was, om te kunnen spreken. Hy verklaarde my, +dat hy zig zelf zoodanig verminkt had. Ingevolge deeze verklaaring, +wierden de Officier en de schildwacht, welken men verdacht gehouden +had, oogenblikkelyk weder in vryheid gesteld. Ik vroeg deezen man, +welke reden hem had kunnen bewegen, om zig zelven te willen van kant +maken? Hy antwoordde my:--Geene hoe genaamd. + +"Ik heb, zeide hy my, ik heb den besten meester, en de beste +meesteresse van de weereld; ik heb eene familie, welke ik bemin, en +die my bemint. Ik had den geheelen nacht, tot vier uuren des morgens, +sterk geslapen, toen ik, ontwakende, het mes nam, om met de punt myne +tanden schoon te maken, en op 't oogenblik stak ik my in den strot, +zonder te weten waarom. Een oogenblik daar na had ik berouw over 't +geen ik gedaan had. Ik stond toen uit myne hangmat op, en ging in de +kano, om my te wasschen, en de wond, zoo mogelyk, toe te maken. Gebukt +hebbende, om water te scheppen, en by aanhoudenheid veel bloed kwyt +raakende, stortte ik in eene flaauwte, en viel in de Rivier. Toen +had ik geen kracht meer, om my op te richten, noch zelfs om hulp te +roepen. Echter gelukte het my, na veele pogingen, den oever der Rivier +te bereiken, alwaar ik op nieuw flaauw viel, en alleen bleef leggen, +tot op het oogenblik, dat het vaartuig, het welk naat Maagdenberg +ging, my aan boord nam. In al dien tusschentyd, die negen dagen duurde, +bleef ik volkomen by myne kennis, en zag een Ouarini, (mier-eeter,) die +aan het bedorven bloed, het welk ik rondom den hals had, kwam ruiken; +maar ik maakte eenige beweging, en hy keerde naar het bosch te rug". + +Ik gaf aan deezen ongelukkigen eenige beschuit, welke men my van +Paramaribo gezonden had; ik voegde 'er een groote calebas vol garst +by, om soup voor hem te maken, en een fles wyn. Deeze Neger scheen +my toe omtrent zestig jaaren oud te zyn. + +Ik ontfing op dit tydstip, en met moeite, eenen brief van den heer +KENNEDY, die zig gereed maakte, om naar Holland in te schepen, +en my verzocht, om mynen kleinen QUACO naar zyne Plantagie te rug +te zenden; het geen ik oogenblikkelyk deed, aan deezen jongen slaaf +eenen brief medegevende, waar by ik aan zynen meester een aanbod deed, +om denzelven van hem te koopen, zoo dra het in myne macht zoude zyn, +om 'er hem den koopprys voor te betaalen. + +Den 2den April gaf de Colonel FOURGEOUD aan alle de zieken, die in de +Volkplanting gebleven waren, bevel, om zig naar Maagdenberg te begeven, +alwaar hy een hospitaal en een groot Magazyn voor de mondbehoeften +liet oprichten. Dus kwamen alle de verminkten van Klarenbeek alhier +aan, vergezeld van heelmeesters, apothecars, derzelver knechts, +enz. De lucht was in de daad, zoo als ik hier boven heb aangemerkt, +op deeze hoogte beter, dan ergens elders. De Colonel was op dit +oogenblik in een zeer kwaden luim, en mishandelde vriend en vyand, +zonder onderscheid. Hy zwoer, dat geen krygsman, onder zyn bevel +staande, van den dienst ontheven zoude worden, indien hy slechts op +zyne beenen staan konde. Byna te gelyker tyd zond men eene aanzienlyke +krygsbende naar de Plantagie Brouyingsbourg, aan de Commewyne, alwaar +men voor eenen opstand beducht was, om dat de Negers geweigerd hadden +des Sondags te werken: men dwong 'er hen echter door zweepslagen toe. + +Wy waren in het midden van het regen-saisoen, het welk den Bevelhebber +niet wederhield, om ons zyn oogmerk tot het doorkruissen der bosschen +te verklaaren; en dienvolgende gaf hy last, ten einde twee sterke +kolommen des anderen daags zouden optrekken. + +De reden, die hem bewoog, om zulk een gevaarlyk jaargetyde te +verkiezen, bestond hier in, dat indien het hem nu gelukte de +muitelingen te doen verhuizen, hy hen tot hongersnood zoude doen +vervallen, het geen in het saisoen van droogte, wanneer de bosschen +van allerleije zoort van vruchten en wortelen rykelyk voorzien zyn, +niet geschieden konde. Dit was echter, naar myn inzien, eene verkeerde +rekening; want men moest ook in 't oog houden, welke verwoestingen zulk +een ongezond jaargetyde, het welk twintig van onze soldaten tegen eenen +muiteling zoude doen omkomen, onder ons krygsvolk stond aan te rechten. + +De Colonel was van een zeer sterk gestel, en hy had byna zyn geheele +leven in de oeffeningen der jagt doorgebragt. By deeze gave der +natuur voegde hy eene andere, de gematigdheid, en voorts gebruikte +hy dagelyks zynen geneesdrank. + +Zyne geheele kleeding bestond in een overrok, waar in zyn degen door +een knoopsgat doorging. Op zyn hoofd droeg hy een catoene muts, +met een witte hoed 'er op. In zyn hand hield hy een rotting, maar +zelden droeg hy zyn snaphaan of pistolen. Ik heb hem wel gezien, +zeer slecht gekleed en blootsvoets, als de gemeenste soldaat. + +Den 3den April, des morgens ten zes uuren, trokken de twee colommen op +weg, de eene onder bevel van den Colonel FOURGEOUD, de andere van den +Colonel SEYBOURG; ik had de eer tot de eerste te behooren. Onze arme +soldaten waren verschrikkelyk beladen; zy hadden bevel ontfangen, om +hunne snaphanen in hun knapzak te steeken, den mond derzelve alleen +uitgezonderd: dit geschiedde, om hun geweer voor de stortregens +te beveiligen. Wy trokken zuidoost-waarts langs de oevers van de +Tempaty-Kreek, en wel dra ontmoetten wy moerassen, waar in wy tot +over de knien door 't water gingen. + +Geduurende den tocht van den eersten dag, ontmoetten wy eenige fraaije +eekhoorntjes, van welke dieren in dit Land verscheide zoorten zyn. Die +wy zagen, waren bruin, den buik wit, en de staart een weinig dik; +zy waaren zoo groot niet, als die in Europa. Men vindt 'er in Guiana, +die wit zyn, met roode oogen; 'er zyn 'er ook die vliegen. Men weet, +dat de laatstgemelde geene vlerken hebben, maar dat een vlies, een +gedeelte van hunne huid uitmakende, van wederzyden tusschen de voor- +en agter-pooten geplaatst, hun daar voor dient. Deeze huid, wanneer +zy springen, spreidt zig uit als de vlerk van een vledermuis; door +dit middel vliegen deeze dieren door de lucht tot eenen zeer verren +afstand. + +Des anderen daags, den 4den April, vervolgden wy onzen tocht +zuidoost-waarts, tot twee uuren toe; maar vervolgens namen wy onzen +weg ten zuid-zuidwesten. + +Deezen dag trokken wy voorby eenige hoopen fraay werkhout, het +welk op den grond lag te verrotten zedert het jaar 1757, wanneer de +Plantagien door de Neger-slaven, die toen in opstand geraakt waren, +waren vernield geworden. Onder dit hout ontdekte ik, dat van den rood- +of purper-hout boom, van den yzer-hout boom, en van de bourracourra. + +De purper-hout boom groeit zomtyds tot de hoogte van veertig voeten, +en heeft een stam van eene geevenredigde dikte. Zyn schors is bruin en +glad; zyn hout is van eene fraaije purper kleur, en van eene aangenaame +reuk. Men waardeert hem zeer, uit hoofde van deszelfs vastheid. + +De yzer-hout boom, aldus van wegen deszelfs hardheid genoemd, verheft +zig byna tot de hoogte van zestig voeten. Zyn schors heeft eene heldere +kleur. De Indianen en Europeanen maken veel werk van deszelfs hout, +om dat het zoo hard en in een gedrongen is, dat het zelfs de byl +wederstaat, en voor eene zeer schitterende gladheid vatbaar is: +in het water gaat het te niet. + +De bourracourra verheft zig tot de hoogte van dertig of veertig +voeten; maar hy is niet zeer dik, en zyn schors is rood. Het hart +alleen van dit hout is goed; maar wanneer men 'er het spint afneemt, +is deszelfs middellyn merkelyk verkleind. Intusschen is het zoo +wel fraay als nuttig, zynde van een zeer fyne karmosyn-kleur, met +onregelmatige en zwarte moesjes gevlakt, waarom de Franschen 'er +den naam van letterhout aan gegeven hebben. Het is in een gedrongen, +vast, en hard, schoon een weinig tot breken geneigd, en het neemt ook +den schitterendsten glans aan. Het letterhout is zeldzaam in Guiana; +maar de twee eerstgemelde zoorten zyn 'er in meerder overvloed, en +groeien op de hooge gronden. Men vindt in dit Land ook ebbenhout. De +boomen van hard hout, tot planken voor de suiker-molens gezaagd, worden +voornamelyk verzonden naar de Engelsche Eilanden in de West-Indien; +men verkoopt dezelve zeer duur. + +Het bevel tot den tocht op den 5den gegeven zynde, vouwden wy onze +hangmatten op, en wy trokken ten zuid-zuid-oosten, vervolgens ten +zuid-oosten, door gevaarlyke en diepe moerassen, alwaar wy tot aan de +borst toe door het water gingen, en de regen viel als met bakken van +den hemel. In deeze elendige gesteldheid, hadden wy eene onaangenaame +ontmoeting, niet door de muitelingen veroorzaakt, maar door een hoop +groote aapen, die wy vervolgens boven in de boomen vernamen, Zy sloegen +een zoort van noten tegen de takken, om 'er de pit uit te haalen; het +geen zy met eene groote regelmatigheid deeden, laatende tusschen elken +slag eene tusschenpoozing van tyd verloopen. Sommigen van hun wierpen +van die noten naar ons toe; en zelfs bekwam een van onze soldaaten +daar door een gat in 't hoofd. Het geraas, het welk deeze aapen by +het breken van die noten maakten, had ons in de gedachten gebragt, dat +het de muitelingen waren, die in het bosch, met een byl hout hakten. + +Des avonds sloegen wy ons neder by de Tempaty-Kreek. Wy ontstaken op +deeze plaats groote vuuren, en bouwden aldaar vry goede hutten: dus +bragten wy deezen nacht door, beveiligd voor de vochtigheid. Wy vonden +hier het beste water, het welk ik immer gedronken heb; en ik zag op +de legerplaats twee merkwaardige hagedissen, dragende in dit Land den +naam, de een van bosduivel, en de andere agama. De eerste is klein en +leelyk, en van eene zeer hoog bruine, of zelfs zwartachtige kleur. Hy +klimt op de boomen, en koomt met eene ongelooflyke schielykheid weder +naar beneden; hy heeft geene schubben; zyn kop is breed, en men zegt, +dat hy byt, het geen de hagedissen anders niet gewoon zyn. De tweede +heeft ook den naam van de Mexicaansche Kameleon. Hy is ongemeen schoon, +en even als alle anderen van dit zoort, bezit hy het vermogen om +van kleur te veranderen; maar geen tyd gehad hebbende, om hem met +aandacht te onderzoeken, kan ik van zynen aart en hoedanigheden +niets meer zeggen. In Surinamen is ook nog een zoort van Hagedis, +bekend onder den naam van Salamander; maar ik heb hem nooit gezien. + +Den 6den, vervolgden wy onzen tocht, nemende den weg westwaarts tot +den middag toe. De regen viel steeds geweldig, en wy liepen door het +water. Op het gemelde uur, veranderden wy onzen weg, om noordwaarts +te gaan, en wy trokken langs zeer hooge bergen, die, zoo als ten +minsten veelen vooronderstellen, in hunnen boezem schatten bevatten: + +"Rotsen met kostbaare gesteenten verrykt; bergen, waar op de +glinsterende aderen van schitterende mynstoffen blinken; die ketenen +vormt, boven den middaglyn in hoogte verheven; waar uit talryke beken +ontspringen, om over het gouden zand heen te rollen; ontzag verwekkende +bosschen, wier bladeren allerleije levendige kleuren vertoonen, die uwe +golfswyze toppen op een onmeetlyk toneel in evenwicht houdt. (THOMSON)" + +De twee hoogste bergen in het zuiden van America, zyn het Andische +gebergte, door de bewooners des Lands Chimborazo genoemd, het welk +zig twintig duizend vierhonderd zestig geometrische voeten boven de +oppervlakte der Zuid-zee verheft, en, schoon onder, den middellyn +gelegen, aanhoudend met sneeuw bedekt is, tot op den afstand van +vier duizend voeten beneden deszelfs kruin. De andere berg is die, +op het vallen van welken de Stad Quito gebouwd is; deszelfs hoogte is +negen duizend driehonderd zeventig voeten, en men rekent denzelven +voor het hoogste van alle bewoonde Landen in Zuid-America, zoo niet +in de geheele weereld. + +Den 7den, trokken wy al verder noordwaarts, over gebergten, van +welker kruin wy de verrukkelykste gezichten zagen. Wy ontdekten aldaar +een onmeetlyk en woest Land, geheel en al bedekt door een treffelyk +bosch, welks geboomte door eene verscheidenheid van schaduwen, en het +schitterendst groen veraangenaamde. Ik zag hier een houtsnip, die my +dezelfde kleur, als de Europeesche, scheen te hebben, maar langzaamer +vliegt; men verhaalde my egter, dat zy met eene ongelooflyke ligtheid +kan voortloopen. De Arnotta-boomen, welken ik vond, schoon in een +klein getal, trokken vooral myne aandacht naar zig, en ik heb 'er +een tak met de grootste naauwkeurigheid van afgeteekend. De Arnotta, +dien men ook den Roucou-boom noemt, en door de Indianen genoemd word +Cossowy, is veel eer een heestergewas, dan een boom, want hy groeit +slechts tot de hoogte van twaalf voeten. Deszelfs lange, smalle, +puntige, en beurtelings geschaarde bladeren, zyn aan de eene zyde +hooger groen, dan aan de andere, en door vezelen van eene roodachtig +bruine kleur verdeeld; de steel heeft ook de zelfde kleur. De bast +van de vrucht, naar een klein hoender-ei gelykende, is vol puntige +stekels, als de schel van een kastanjen: in 't begin heeft zy eene +fraaije roozen-kleur; en naar maate dat zy ryp word, verandert zy, +en krygt eene donker bruine kleur; als dan gaat zy van zelve open, +en vertoont een vleesch van eene fraaie karmozyn kleur, waar in zwart +zaad zit, even als druiven korrelen. Toen ik van de inboorlingen, of +Indianen van Guiana sprak, heb ik het gebruik, beschreven, waar toe +hun de Arnotta dient. In de afbeelding, welke ik den lezer aanbiede, +beteekent de letter A, het blad van boven; de letter B, het blad +naar beneden; de letter C, de bast der vrucht, eer dezelve ryp is; +de letter D, de rype schel, het vleesch vertoonende; de letter E, +het zwart zaad, door een gedeelte van het vleesch overdekt. Ik moet +hier aanmerken, dat de tak van den Roucou, door de beroemde Juffrouw +DE MERIAN afgeteekend, met alle die geene, welke ik gezien heb, weinig +overeenkoomt; en, het geen my zeer verwonderd heeft, zy verklaart, dat +dezelve door eenen boom van aanmerkelyke grootte word voortgebracht. + +Na, des avonds, eenen arm van de Mapany-Kreek doorwaad te hebben, +kwamen wy in onze legerplaats te Maagdenberg te rug. Veelen van +onze Officiers waren zoo kwalyk gesteld, dat zy door Negers in hunne +hangmatten gedragen moesten worden; anderen bevonden zig zoo zwak, +dat zy met moeite staan konden; maar het klagen was loutere dwaasheid; +men moest bezwyken en sterven. Ik was geduurende deezen tocht zeer +gelukkig; want ik vermoeide my niet, en ondervond geene kwaade +behandeling van den Bevelhebber. De tweede kolom kwam des anderen +daags aan; zy had, zoo min als wy, eenigen vyand ontmoet. + +Myn kleine QUACO kwam, den 29sten, van Paramaribo te rug. De heer +KENNEDY verkogt hem my, voor eene somme van 500 Hollandsche guldens, +die, met eenige kosten, ten naasten by 50 ponden sterling bedraagen, +tot welker betaaling de Colonel FOURGEOUD de beleefdheid had my een +order briefje op den waarneemer zyner zaaken te geven. Ik was verrukt +van eenen zoo getrouwen dienaar in eigendom verkregen te hebben; en +deeze gebeurtenis verdubbelde myn ongeduld, om het verlangd oogenblik +te zien, dat ik myne geliefde JOANNA, en mynen zoon, van wier eigenaar +ik nog geen antwoord ontfangen had, zoude kunnen vry koopen. + +Terwyl wy op Maagdenberg waren, bood een Neger my eene fraaie Kapel +aan, welke ik met alle mogelyke naauwkeurigheid afteekende. In de +verzameling van Mejuffrouw DE MERIAN heb ik dezelfde gezien, alwaar +die zeer slecht gekleurd is. De myne was van een zeer dof blaauwe +kleur, hellende naar het groen, en geheel bedekt met moesjes, even +als een paauwen-veder; op elke vlerk had dezelve een vlak van eene +bleek geele, en van onderen eene purper karmozyn kleur. De rups van +deeze kapel is geel en bruin, met agt hoornen op den kop en twee op +de staart.--Byna te gelyker tyd kwam de Capitain FREDERIK van eenen +tocht in de bosschen te rug. Een van zyne Corporaals was by het +oversteeken van een Kreek verdronken. Het is niet zeldzaam, dat in +dusdanig geval iemand in het water valt, maar doorgaans haalt men hem, +wien zulk een ongeluk wedervaart, in tyds 'er uit. Dit was het lot +niet van deezen ongelukkigen, die met al zyn reistuig oogenblikkelyk +naar den grond zonk. + +Een ander Neger bragt my ook een kookzel van groegroe, zoo als men +het in Surinamen noemt, en zynde van Palmboom-wormen toebereid. Het +zyn groote zwarte koorn-wormen, die hunne eieren in het merg van +afgekapte of afgebrokene Palmboomen nederleggende, dezelven alzoo doen +geboren worden. Deeze wormen hebben de gedaante en grootte van een +menschenduim. Welk walgelyk voorkomen zy ook hebben mogen, eeten 'er +verscheiden lieden met smaak van, en men verkoopt ze ten allen tyde +te Paramaribo: men bakt ze in de pan met boter en een weinig zout; +of men braad ze, en rygt ze aan kleine houte pinnen. Zy hebben een +smaak, uit dien van alle Indiaansche speceryen, als de muscaat-nooten, +kruid-nagelen, kaneel, enz. zaamgesteld. De Palmboomen, die beginnen +te verrotten, leveren dit zoort van wormen op; maar allen hebben zy +dezelfde grootte niet. De eene en andere hebben eene bleeke geele +kleur, meteen zwarte kop; de Indianen en Negers noemen dezelven +toecoema. + +Den 16den, deed men een hoop krygsvolk naar la Rochelle, aan de +Patamaca, vertrekken. Des anderen daags zond men een Capitain met +eenige soldaaten naar den post van de Hoop aan de Commewyne, om aldaar +alle de Plantagien, aan de oevers deezer Rivier gelegen, te beschermen. + +Den zelfden dag zag men den ongelukkigen Neger, die den 5den Maart zig +in den strot gestoken had, en die tans van zyne wonden genezen was, +het bosch ingaan. Hy hield een mes in de hand, en deeze keer mislukte +hem zyn slag niet. Men liep hem na, maar vond hem dood. Zyn meester +berigtte ons, dat hy zedert eenigen tyd van maand tot maand pogingen +deed, om zig van kant te helpen. + +Den 17den, kwamen de manschappen, die naar den post van la Rochelle +afgezonden waren, van daar te rug; al het krygsvolk der Societeit +was daar ziek. + +De Colonel FOURGEOUD behandelde my in dit oogenblik met de grootste +beleefdheid. Op zyn verzoek zond ik hem, den 20sten verscheide +afteekeningen, die hem zelven en zyn krygsvolk verbeeldden, worstelende +tegen alle de moeielykheden, die zig elk oogenblik in onzen dienst +opdeeden; hy zeide my, dat zyn oogmerk was dezelve aan den Prins van +Oranje en aan de Staaten Generaal aan te bieden, om hun te doen zien, +wat zyn volk al in de bosschen van Guiana geleden had. + +Hy gaf my toen een verlof van veertien dagen, om naar de Stad te +gaan, en den heer KENNEDY goede reize te wenschen. Zynen goeden +luim niet willende laten verkoelen, verliet ik Maagdenberg binnen +'t uur, en maakte zoo veel haast, dat ik den 22sten te Paramaribo +aankwam. Ik vond myne kleine familie aldaar zeer welvarende. Op 't +oogenblik van myne aankomst, zond men my dezelve by den heer DELAMARRE; +maar geduurende myne afwezigheid, had dezelve het huis van den heer +LOLKENS niet verlaten, en was aldaar steeds met veel oplettenheid en +achting behandeld. + + + +ZEVENTIENDE HOOFTSTUK. + +Nieuwe wreedheden, nog onmenschelyker, dan alle de +voorige.--Verschillende zoorten van planten.--Papegaaijen en +Parkieten.--Surinaamsche Patrys.--Buitengewoone Insecten.--Geiten van +Guiana.--De Taibo.--Verscheidene zoorten van visschen.--Groote sterfte +onder het krygsvolk, het welk zig op de posten aan de Tempaty-Kreek, +en de Commewyne bevond. + +Myn eerste bezoek leide ik by den heer KENNEDY af, en betaalde hem de +vyf honderd gulden, voor den koopprys van QUACO, die toen mynen vryen +eigendom was. By myn verblyf op Paramaribo wierd ik door eene koorts +aangetast, die echter slechts weinige dagen duurde. Den eersten Mey, +aan den oever der Rivier wandelende, vernam ik, dat 'er eene groote +meenigte volks voor het huis van Mevrouw S.... vergaderd was, alwaar ik +eene verschrikkelyke vertooning zag. Een ongelukkig Mulatten meisje was +'er het voorwerp van. Zy baadde in haar bloed. Men had haar op eene +wreedaartige wyze in den strot gestoken, en negen of tien steeken in +de borst op verschillende plaatsen gegeven. Men beweerde, dat dit het +gevolg was van de jaloersheid van dit helsche beest, Mevrouw S...., die +haaren man verdacht hield, dat hy op dit ongelukkig meisjen verliefd +was. Dit wangedrocht van een wyf heb ik reeds bevoorens aangehaald, +toen zy een onnoozel kind, welks geschrei haar hinderde, verdronken +had. Men beschuldigde haar zelfs van eene nog grootere wreedheid, +indien 'er grooter zyn konde! Op zekeren dag op haare Plantagie +komende, om aldaar eenige slaven, die in 't kort gekocht waren, te +bezigtigen, viel haar oog op eene Negerin van omtrent vyftien jaaren, +die de taal niet verstond. Bemerkende, dat deeze jonge dogter zeer +schoon was, dreef haare verfoeijelyke jaloersheid haar op 't oogenblik, +om dit meisjen met een gloeiend yzer, aan de wangen, den mond, en het +voorhoofd te mismaken; zy sneed haar ook de pees van Achilles aan een +haarer beenen af, en maakte haar alzoo tot een gedrocht van leelykheid. + +Eenige Negers deeden haar, by deeze gelegenheid, vertogen omtrent de +wreede straffen, welke zy dagelyks uitoeffende, en verzogten haar, om +haare slaven met meerder menschelykheid te behandelen. Men verhaalt, +dat Mevrouw S...., woedend kwaadaartig wordende, dadelyk aan een +ongelukkig slaven kind, zig aldaar bevindende, de herssens insloeg, +en vervolgens aan twee jonge Negers, die dit kind in den bloede +bestonden, en deeze schenddaad hadden willen beletten, het hoofd deed +afslaan. Toen zy de Plantagie verlaten had, wierden de beide hoofden +in een zyden doek gewonden, en door derzelver vrienden naar Paramaribo +gebragt, alwaar zy ze voor de voeten van den Gouverneur nederleiden, +en hem de volgende aanspraak deeden. + +"Zie hier, uwe Excellentie, het hoofd van mynen zoon, en zie hier dat +van zynen broeder, (op zynen makker wyzende,) welke onze meesteresse +heeft doen afhouwen, om dat zy een der moorden, die zy dagelyks begaat, +hadden willen voorkomen. Wy weten wel, dat, vermits wy slaven zyn, +men ons getuigenis niet aanneemt; maar indien deeze bloedende hoofden +voor een genoegzaam bewys verstrekken van het geen wy zeggen, smeeken +wy, dat de vernieuwing van dergelyke wreedheden moge belet worden: +wy zullen daar voor eeuwig dankbaar zyn, en met genoegen ons bloed +plengen voor het behoud van onzen meester, onze meesteresse, en van +de geheele Volkplanting." + +Men gaf deeze ongelukkigen ten antwoord, dat zy leugenaars waren, +en dat men hen veroordeelde, om op alle de straaten van Paramaribo +gegeesseld te worden. Dit onrechtvaardig vonnis wierd met de grootste +wreedheid ter uitvoer gebragt. + +De wetten deezer Volkplanting brengen mede, dat men aldaar nooit het +getuigenis van eenen Neger aanneemt. Indien by den moord, door my +verhaald, een blanke was tegenwoordig geweest, zoude zyn getuigenis +bestaanbaar geweest zyn; maar dan zou deeze afschuwelyke boosdoenster +vry geweest zyn met de betaaling eener boete van vyftig ponden sterling +voor elken doodslag.--Maar laat ons eindigen.--Myne ziel heeft een +weerzin, om nopens zulke onderwerpen breeder uit te wyden. + +Den 22sten Mey, volkomen hersteld zynde, verliet ik JOANNA, en mynen +zoon JOHNNY, aan wien ik dien naam by verkorting van den mynen gaf, +schoon echter de plechtigheid van den doop nog niet verrigt was. Zy +bleven beiden by mynen vriend, den heer DELAMARRE, en ik vertrok naar +Maagdenberg, in een overdekt vaartuig met zes roey-riemen. + +Den 3den, kwam ik op de Plantagie Egmondt, by den heer DE CACHELIEU; +en des anderen daags hield ik stil op de Plantagie Ornamibo, +alwaar ik mynen ouden vyand, den Capitain MEYLAND, met wien ik aan +de Wana-Kreek gevochten had, goedhartig onthaalde. Hy verklaarde my, +dat hy tegenwoordig van niemand in de geheele Volkplanting meer hield, +dan van my: hy kwam juist van eenen tocht van twaalf dagen uit de +bosschen te rug. + +Ik vond onder zyne soldaten zekeren CORDUS, den zoon van een ordentelyk +man te Hamburg, in welke betrekking ik hem voor deezen gekend had, +en die tot den dienst van de West-Indische Compagnie was opgeligt. Ik +heb reeds gezegd, dat dit zoort van krygsvolk bestaat uit menschen +van allerleije natien, en godsdiensten, Christenen, Heidenen, en +zelfs Joden. + +Op deeze plaats, die wel eer bebouwd was geweest, maar die toen +met distelen en doornen bedekt was, zag ik eenige kruiden, welke ik +niet met stilzwygen kan voorbygaan, schoon ik dezelve niet kenne, +dan met den naam, dien 'er de slaven aan geven, uitgenomen egter een, +zynde de siliqua hirsuta, of stekende peul, door de Negers genoemd +crussy-wiry-wiry. Ik kan dezelve niet beschryven, dan als een zoort +van erwt, of liever een kleine platte boon, van eene purper kleur, en +zig in een bast of schel vormende, die aan een losse kruipende plant +groeit. Deeze schellen zyn met een zoort van elastieke punten bedekt, +die, wanneer men ze aanraakt, eene ondraaglyke jeukte veroorzaaken, +en die 'er afgenomen, en in een theelepel met geley gemengd zynde, +als een uitmuntend worm-afdryvend middel worden aangeprezen. De +slaven toonden my ook op deeze zelfde plaats, een zoort van hout, +het welk zy crassy-wood noemden. Het stak insgelyks, maar verdere +hoedanigheden weet ik 'er niet van. Ik vond bovendien heestergewassen, +consaca-wiry-wiry genoemd. Zy hebben breede groene bladen, waar +van de Negers zig bedienen om het ongemak aan de voeten, al mede +consaca genoemd, waar van ik gesproken heb, te geneezen, maar dit +is alleen by gebrek van citroenen of limoenen. Deeze plant levert +ook eene uitstekende salade op. De dea-wiry-wiry is een zeer fraay +en zeer gezond kruid, het welk om deeze reden zeer geacht is; +maar de coutty-wiry-wiry is eene der grootste pesten van deeze +Volkplanting. Het is een sterk en puntig kruid, het welk op zommige +plaatsen in overvloed groeit. Wanneer iemand al gaande met zyn been +'er dicht by koomt, snydt hy 'er zig aan, als aan een scheermes. Alle +de kruiden in dit Land worden door de Negers aangeduid onder den naam +van wiry-wiry. + +Den 5den kwam ik te Maagdenberg aan. Hier scheenen de Colonel SEYBOURG, +en die geenen, welken hy zyne Officiers noemde, eene krygsbende te +willen uitmaken, afgescheiden van die van den Colonel FOURGEOUD. Zy +waren uittermaten onbeschaafd, en behandelden elkander met een zoort +van ruwheid. Hun Colonel was by onzen Bevelhebber zeer in den haat; +en deeze staat van zaken bragt veel toe, om onze gesteldheid steeds +onaangenaamer te maken. Ik had voor my zelf toen geene reden om my +te beklagen, want ik was zeer wel gezien by den Colonel, doch raakte +om een beuzeling byna uit zyne gunst. Hy had van eenige Indianen een +paar fraaije Kakatoes gekocht, welke hy in een kooy hield opgesloten, +en in 't kort naar Europa stond te verzenden, om aan haare Koninglyke +Hoogheid, de Princes van Oranje, ten geschenke te worden aangeboden. Ik +verzogt LAURENS my toe te staan, om 'er een van in de hand te nemen, +ten einde hem met meerder aandacht te beschouwen: maar de deur van de +kooy was zoo dra niet geopend, of de vogel ging aan 't schreeuwen, en +verdween in een oogenblik, met een snelle vlucht boven de Tempaty-Kreek +heen vliegende. De arme kamerdienaar stond verstomd, en konde niets +meer uitbrengen, dan deeze enkele woorden: Ziet gy wel? Ik nam de +vlucht, om het aannaderend onweder te ontwyken; maar ik verbergde my +in de struiken, door welke ik de bewegingen van den Colonel bespeuren +konde. Zoo dra hy deeze verschrikkelyke gebeurtenis vernomen had, +begon hy te vloeken, te brullen, en zig in alle bogten te wringen, als +een mensch die van zinnen beroofd is. In de hevigheid van zyne woede, +gaf hy een trap aan een arme eendvogel, die aan een van onze Officiers +toebehoorde, en trapte hem in eens dood. Eindelyk nam hy zyne paruik +van 't hoofd, en smeet die tegen den grond. Ik stond te beven, en de +overige toekykers schaterden het uit van lagchen. Na verloop echter +van een halfuur, begon de gramschap van den Colonel te bedaaren, en +hy gebruikte toen een list, waar door de weggevlogen vogel weder in +zyne macht kwam. Na een kort eind touw boven aan de kooy gebonden te +hebben, haalde hy 'er het andere dier uit, en bond het met de poot +aan het tegeneinde van het zelfde touw vast. Hy plaatste deeze kooy +in de open lucht, leide eene rype banane binnen in, en liet de deur +open, zoo dat alle vogels, uitgenomen de geen, die vastgebonden was, +'er konden inkomen. Deeze, aan wien men niets te eeten gaf, door den +honger gedrongen, maakte zulk een schel geschreeuw, dat hy door zyn +makker gehoord wierd, die te rug kwam, en ziende de banane in de kooy, +daar binnen ging, en op nieuw van zyne vryheid beroofd wierd. De zaak +aldus afgeloopen zynde, kwam ik weder te voorschyn, en geraakte met +eene vriendelyke bestraffing vry; maar, zoo als men wel denken kan, +LAURENS kreeg een goede les. + +De Kakatoes zyn minder groot, dan de Papegaijen. Derzelver pluimaadje +is groen, uitgenomen aan den kop, en eenige vederen van de staart, +die een bleeke roode kleur hebben. Deeze vogelen zyn gekroond met +een bos van vederen, die gewoonlyk agter over leggen, maar welke zy +in de hoogte steken, wanneer zy door het een of ander vertoornd of +verschrikt worden. + +Ik heb in Surinamen ook een Papegaay gezien van eene hoog blaauwe +kleur, hoe zeer verschillende van die geene, welke men van de Kust van +Guinee aanbrengt, die veel eer eene gryze loodkleur hebben. Dit dier is +zeer zeldzaam, en bewoont de diepste schuilhoeken der bosschen, alwaar +de Indianen hem vangen, en vervolgens naar Paramaribo brengen. Hy +heeft de gestalte van de gewoone Papegaay; maar schynt zeer levendig +en zeer sterk. De gemeenste Papegaaijen in Guiana zyn die geene, +aan welke MARKGRAAF den naam van ajuruoura geeft. Deeze vogelen zyn +zoo groot niet, als die uit Africa komen. Zy zyn groen, en de borst +en buik zyn van eene bleek geele kleur. Boven op den kop hebben +zy een blaauwe vlak; hunne pooten zyn grys, en met vier klaauwen, +twee van vooren, en twee van agteren, gelyk alle anderen van dit +zoort. Op hunne vlerken ziet men eenige vederen van eene schitterend +blaauwe, en andere van eene hoog karmosyne kleur. Zy zyn in Surinamen +zeer talryk, maar meer schadelyk, dan aangenaam, want zy werpen zig +troepsgewyze op de Plantagien van koffy, graanen en ryst, alwaar zy +groote verwoestingen aanregten; en het geen hun vooral ondraaglyk +maakt, is hun schel geschreeuw. Zy vliegen altyd aan paaren, en zeer +ligt. Ik heb waargenomen, dat zy, om de zon te ontmoeten, des morgens +oostwaarts, en des avonds westwaarts vliegen. In 't algemeen leven +zy op afgelegene plaatsen, en hunne wyfjes leggen niet meer dan twee +eieren. Toen ik my op de Plantagie Sporksgift bevond, schoot ik twee +van deeze Papegaaijen. Deeze dieren nog niet dood zynde, toen ik hen +opraapte, haalden zy my met hunne puntige klaauwen deerlyk de huid +open. Wy lieten ze koken, en zy gaven eene vry goede soep; men kan 'er +ook een pasty van maken; maar op eenige andere manier toebereid zynde, +zyn zy zeer slecht en taay. Men kan deeze Papegaaijen leeren spreken, +lagchen, schreeuwen, baffen, maauwen, fluiten, maar veel minder, dan +die in Africa geboren zyn. Men zegt, dat het zaad van catoen-schellen +hen dronken maakt. Zy zyn aan ziekten onderworpen, misschien uit hoofde +hunner geneigdheid tot gramschap; de Indianen egter schryven hun een +lang leven toe: zy hebben een sterken en gekromden bek, en bedienen 'er +zig van, om op de boomen te klauteren, om zeer harde noten te kraken, +en om pynlyke beeten te geven. Hun vermaak is, om zig op de takken der +boomen in evenwicht te houden, of daar aan te blyven hangen, en het zy, +dat zy zig in vryheid bevinden, het zy dat zy in de slavernye leven, +zy nemen hun voedzel met een van hunne klaauwen, als met de hand. + +'Er zyn in Surinamen ook andere fraaije Papegaaijen, zynde een +zoort van Parkieten, en mede zeer gemeen. De aangenaamste hebben +de gedaante van eene zeer kleine duif. Derzelver pluimaadje is van +een zeer levendig groene kleur op den rug en de staart, maar de kop +is donker bruin; de hals van gelyken, met dit onderscheid, dat elk +der vederen een rand van eene fraaije goud-kleur heeft. De borst +is van eene lood-kleur, de buik violet, en de vlerken bestaan uit +verschillende vederen van eene oranje en hemels blaauwe kleur. Zyne +oogen hebben eene kleur als vuur, en de pooten byna wit. Het ander +zoort van Parkieten is volmaakt groen, met een witten bek, en eene +karmozyne vlak op den kop. Zy brengen een aangenaam gepraat voort; +maar men maakt ze zoo gemakkelyk niet tam, als de eerstgemelden. + +Den zelfden avond, (op den 5den namelyk,) bood een soldaat my een +vogel aan van een geheel verschillend zoort, dien hy met de hand +gevangen had. Deeze was de Anamoe, of Surinaamsche Patrys, het +schoonste dier, dat ik immer gezien heb. Hy was zeer vet, en had +de grootte van een eendvogel. Zyne vederen, van eene donker bruine +kleur op den rug, de vlerken, en het bovenste gedeelte van den +kop, hadden aan het benedenste van den kop, en het geheele overige +gedeelte van het lichaam, eene fraaie witte room-kleur, doorsneden +met vederen van eene orange-kleur, en zeer kleine dwarsloopende zwarte +streepen. Deeze Patrys, die zonder staart is, had een lichaam van eene +eironde gedaante; een langen hals, een korten bek, die zeer puntig +en een weinig krom gebogen was. Zyne oogen, zoo zwart als een git, +vertoonden eenen zeer schitterenden glans, Hy had korte pooten, van +eene fraaie roode kleur, met drie sterke klauwtjes aan elke poot. Men +zegt, dat hy met eene verwonderlyke ligtheid loopt, dat hy zig tusschen +de kruiden en planten verschuilt, maar dat zyne dikte hem bezwaarlyk +doet vliegen; en deeze bezwaarde vlucht gaf gelegenheid, dat gemelde +soldaat deezen vogel met de hand gevangen had. Wy deeden hem braden, +en ik heb nooit iets lekkerder gegeten. + +Den 9den, gebeurde 'er byna een toeval, het welk my een zeer gevoelig +en smartelyk hartzeer veroorzaakt zoude hebben. Myn Neger QUACO, myne +hangmat in de Tempaty-Kreek uitwasschende, wierd door den schielyken +stroom eensklaps naar den grond getrokken. Hoe zeer in de koorden van +dit zoort van bed, het welk met hem in 't water gezonken was, verward +zynde, gelukte het hem, schoon met veel moeite, om zig los te maken, +en tot myn onuitspreeklyk genoegen, kwam hy weder boven water, en wel +dra op 't land. Hy had toen de bedaardheid van geest, om een haak, +aan een sterke visschers lyn vast gemaakt, in 't water te doen zinken, +en door dit middel de hangmat wederom te krygen. Des anderen daags, +wanneer de Captain HAMER zig met visschen vermaakte, bleef zyne lyn +aan den grond der Kreek haken: ik was 'er by tegenwoordig, en sprong +oogenblikkelyk in 't water, om dezelve los te maken; maar ik stootte +den enklauw met zulk een geweld tegen een rots, dat het verscheiden +maanden aanliep, eer ik volkomen hersteld was. + +Alle deeze toevallen scheenen den Colonel SEYBOURG zeer te vermaken, +terwyl ik van myn kant over zyn onheusch gedrag zeer verontwaardigd +was. Deeze tegenstrydigheid tusschen hem en my, deed my de gunst van +den Colonel FOURGEOUD verwerven, als of ik de helft van de muitelingen +der Volkplanting vernield had.--Echter kruisten 'er sterke wachten +tusschen de posten van Maagdenberg, van la Rochelle, en van de Savane +der Joden. Den 17den, trok de Opperbevelhebber met de helft van zyn +krygsvolk naar de Patamaca, en dewyl myne kwetsuur aan den enklauw my +niet toeliet hem te volgen, liet hy my het bevel over de manschappen, +die agterbleven. + +Als toen het vooruitzigt hebbende, om eenigen tyd op Maagdenberg te +blyven, zond ik QUACO naar Paramaribo, om levens-middelen van daar +te halen, en my eene levende geyt mede te brengen. + +Schoon de Colonel FOURGEOUD de muitelingen nog niet genoodzaakt +had, om tot een geregeld gevecht te komen, oeffende hy daarom niet +minder zyn krygsvolk en zig zelven. Dikwerf het bovenste gedeelte +der Rivieren overstekende, en de grenspalen der Volkplanting schoon +houdende, voorkwam hy het plunderen en verbranden der Plantagien; en +op die wyze deed hy eenen zeer wezentlyken dienst aan de inwooners, +hoe zeer zulks veel menschen en geld kostte. + +Daar ik derhalven tans Opperbevelhebber van den post was, hield +ik de twee Negers, waar van ik reeds gesproken heb, bezig, met +voor my te jagen en te visschen. Zy bragten my byna dagelyks een +of twee wilde varkens, of pingos, en een visch, newmara genoemd, +die zomtyds zoo groot is als een kabbeljauw, en welken ik by vervolg +beschryven zal. Ik onthaalde alle de Officiers zonder onderscheid op +deezen verschen voorraad, en ik gaf aan de zieken de plantains, de +bananen, de oranje-appelen, de limoenen, welke men van de Plantagien, +aan het bovenste gedeelte van de Commewyne gelegen, aan my toezond: +nooit wierd een afgezonden Bevelhebber zoo wel behandeld. Ik vergat +echter de hoofdzaak niet, en zond regelmatig ronden uit in den omtrek +van Maagdenberg, die zoo oplettend waren, dat'er geen aanval der +muitelingen te duchten was. Deeze voorzorgen waren zeer noodzakelyk, +want zy hadden verscheide posten overweldigd, om zig van de wapenen en +het kruid meester te maken, het geen voor hun van een groot gewicht,en +voor de Volkplanting allernadeeligst is. Niet alleen hadden zy op +zommige van deeze posten die dingen geroofd, maar zelfs alle de +soldaaten vermoord. + +Te dier tyd geen werkend deel aan de krygsverrigtingen kunnende +hebben, maakte ik van dit oogenblik van rust gebruik, om een groot +getal afteekeningen te maken; en toen kwam my het eerst het denkbeeld +in de gedachten, om dezelve in 't licht te geven, indien het lot over +my beschoren was, om in Europa te rug te komen. + +Een van myne Negers bragt my, den 24sten van deeze maand, twee zeer +merkwaardige insecten, die ik tans beschryven zal. Een van de twee, +die naar een sprinkhaan scheen te gelyken, was die geene, welke +men doorgaans alhier Spaansche Juffer noemt; nimmer heb ik iets +meer buitengewoons in deeze Volkplanting gezien. Het lichaam van dit +wonderbaarlyk insect, schoon het niet veel dikker was, dan de schacht +van een gewoone veder, was zeven en een halve duim lang, de staart +daar by gerekend, welke, even als die van veele andere insecten, uit +verschillende gewrichten bestaat.--Hy liep, even als een spinnekop, +op zes pooten van by de zes duimen lang, en hy had geene vlerken. Vier +hoorens, waar van twee de lengte hadden van vyf duimen, en de andere +veel korter waren, staken hem uit den kop. Deeze kop was klein, maar +met groote zwarte en uitpuilende oogen. Het lichaam van dit insect had +eene bruinachtig groene kleur, en over 't geheel had hy het voorkomen +van een gedrocht in zyn zoort. Men vindt hem op moerassige plaatsen, +alwaar zyne lange pooten hem ongetwyffeld dienen om te gaan, en niet +om te zwemmen, als daar toe ongeschikt zynde, want zy eindigen met +twee kleine nagels, als die der kevers. Het andere insect is door +Mejuffrouw DE MERIAN afgeteekend, die het de waaker genoemd heeft; +maar de Hollanders geven hem een naam, die betrekkelyk is tot het +geraas, het welk hy tegen den avond doet hooren, en vry veel gelykt +naar het geluid van een cymbaal, of naar dat van het slypen van +een scheermes. Dit merkwaardig insect, welks gebrom altyd met het +ondergaan der zon, of des avonds ten zes uuren begint, word ook +lantaarn-drager genoemd, uit hoofde van het licht, het welk hy des +nachts verspreidt, een licht, veel sterker, dan dat van een vuur-mug, +van welk zoort hy ook zyn moge, en met behulp van 't welk men alles +doen kan. De lantaarn-drager is meer dan drie voeten lang. Hy heeft +een dik en groenkleurig lichaam, met vier doorschynende vlerken, +die, onaangezien deeze hoedanigheid, eene groote verscheidenheid +van kleuren laten schitteren, vooral van onderen, alwaar men twee +ronde moesjes opmerkt, veel gelykheid hebbende met die van een +paauwen-staart. Onder den kop van dit insect ziet men een lynregte +snuit, als eene naald, waar mede men zegt, dat hy het sap uit de +bloemen zuigt. Met dit werktuig vooronderstelt men ook, dat hy het +zoo even gemelde onaangenaam en sterk geraas maakt. Ik voor my zoude +het veel eer aan de beweging zyner doorschynende vlerken toeschryven, +zoo als men dit van zommige muggen in Engeland beweert. Eene sterke +snuit, met roode en geele streepen, en hebbende de gedaante van het +eerste gewricht van een's menschen vinger, steekt hem uit het voorste +gedeelte van den kop, en maakt een derde der lengte van het geheele +dier. Deeze uitwas word gemeenlyk de lantaarn van dit insect genoemd, +en doet het licht voortkomen, waar van hy zynen naam draagt. Ik zal +zyne beschryving eindigen met te zeggen, dat hy zeer langzaam loopt, +maar met eene verbaazende gezwindheid vliegt. + +Den 26sten, kwam myn kleine QUACO van Paramaribo te rug, met zig +brengende al het geen ik hem gelast had: men had de geit niet vergeten, +en men zond 'er my een met haar jong, waar voor ik twintig guldens, +of by de twee ponden sterling betaalde. + +De geiten zyn echter in geheel Guiana zeer gemeen; zy zyn aldaar niet +groot, maar fraay; haare hoornen zyn zeer klein; haar hair is kort, +zacht, en van eene donker bruine kleur; haare gezwindheid is niet te +vergelyken, dan by die der harten. Men kweekt ze op de Plantagien aan, +alwaar zy vermeenigvuldigen, en veel melk geven. Wanneer men ze jong +doodt, is haar vleesch goed om te eeten. + +Ik ontfing toen de onaangenaame tyding, dat het Schip, waar mede +myne brieven naar Europa vertrokken waren, in de nabyheid van Texel +vergaan was. Ik vernam te gelyker tyd met aandoening, dat myn vriend, +de heer KENNEDY, zyne vrouw en huisgenooten, aan de Volkplanting hadden +vaarwel gezegd, en naar Holland waren ingescheept. De gemelde heer +KENNEDY, de heer GORDON, en de heer GOURLUY, waren Schotten; de heer +BUCKLAND, de heer TOWNSEND, en de heer HALFHIDE, waren Engelschen de +heer MACNEYL was uit Ierland: 'er waren geene anderen van hunne natie, +die deeze Volkplanting bewoonden. + +Den 28sten, kwam de Colonel FOURGEOUD van zynen tocht naar de Patamaca +te rug. Zyn krygsvolk was van vermoeienis afgemat, en hy zelf had veel +geleden. Hy had een groot getal zyner soldaten in het Hospitaal van la +Rochelle agtergelaten; maar hy vernam zelfs de muitelingen niet, schoon +hy bestendig zynen weg veranderd had. Het scheen derhalven, dat zy in +wanorde waren, zoo zy al in 't kort eenig vast verblyf gehad hadden; +maar waar konde men hen in dit eindeloos bosch ontdekken? Daar kwam +het op aan. De Colonel wanhoopte echter niet, dit te zullen doen. In +de daad, hy stelde den zelfden yver te werk om hen te vervolgen, +als voorheen, om de schuilhoeken van het wildt te ontdekken. + +Den 29sten, bood de heer MATHIEU, een van onze Officiers, die ter +jagt gegaan was, my den Taibo aan, een dier, alhier onder den naam +van Boschrot bekend. Hy had de grootte van een jonge haas, maar was +aan het einde van zyn lyf uittermaten dun; hy had eene huid van eene +rosachtig bruine kleur, lange pooten, een ronde kop, en zyne staart +geleek naar die van een speenvarken; zyne klauwen hadden juist de +gedaante van die van een gewoone rot, maar in evenredigheid veel +grooter; zoo als ook de kop, de bek, de knevels, en de tanden; hy had +korte en kaale ooren; de oogbal zyner zwarte en uitpuilende oogen was +wit. Men beweert, dat deeze boschrot zeer schielyk loopt. Wy lieten +hem gereed maken: men had ons gezegd, dat hy goed om te eeten was, +en wy vonden dit ook bewaarheid; hy had een uitmuntenden smaak, en +was malsch en vet, hoe zeer hy mager scheen. Dit dier herinnert my, +uit hoofde van deszelfs gedaante, een ander, in dit Land bekend onder +den naam van crabbo-dago, of den koppigen hond, welken men hem geeft +van wegens zyne voorbeeldelooze woestheid; want alle viervoetige, +vliegende of kruipende gedierten, welken hy ontmoet, doodt en verslindt +hy; hy schynt nooit van bloed verzadigd te zyn. Zonder door den honger +gedreven te worden, doodt hy alle dieren, welken hy overwonnen heeft; +zyn moed, zyne kragten, zyne werkzaamheid hebben weinig huns gelyken, +schoon hy niet veel grooter, dan een gewoone kat is. Volgens het geen +ik hier opgeeve, verdenke ik sterk, dat hy naar den Ichneumon gelykt; +maar nog meer naar het dier, in de Natuurlyke Historie van BUFFON +gemeld, die, volgens de verzekering van den heer ALLEMAND, het zelve +den Grifon noemt: die geen, waar van ik spreek, is echter een weinig +grooter. Deeze Schryver zegt, dat schoon het oorsprongelyk een dier +uit Surinamen is, niemand van hun, die van daar komen, 'er bericht +van kunnen geven. Indien hy het zelfde dier is, en ik twyffel 'er niet +aan, strekt het my tot genoegen, om 'er aan den lezer de beschryving +van op te geven. Ik zal dus de plaats uit het werk van den Graaf DE +BUFFON, die zulks van den heer ALLEMAND zelf ontleend heeft, letterlyk +aanhaalen. Indien ik deeze opgaave by het leven van deezen beroemden +Natuur-kenner gelezen had, zoude ik de vryheid gebruikt hebben, om +hem de waarneemingen te schryven, welke ik aan het Publiek onderwerpe. + +"Ik heb uit Surinamen het diertjen ontfangen, het welk op Plaat +VIII. verbeeld is, en op de lyst van het geen in de kist, waar in +hy ingepakt was, gevonden wierd, den naam droeg van de gryze wezel, +waar van ik den naam van Grifon gemaakt heb, om dat ik den naam niet +weet, dien men hem in zyn land geeft, en om dat zyne kleur denzelven +genoegzaam aanwyst. Het geheele bovenste gedeelte van zyn lichaam +is met hairen van eene donker bruine kleur bedekt, met witte punten, +het geen eene gryze kleur maakt, waar in het bruin doorsteekt; maar +boven op den kop en hals heeft hy eene helderer gryze kleur, om dat de +hairen aldaar zeer kort zyn, en om dat het witte gedeelte in lengte met +het bruine gelyk staat. De snoet, het geheele onderlyf, en de pooten, +zyn van eene zwarte kleur, die eene zonderlinge tegenstrydigheid maakt +met de gryze kleur, waar van de zelve aan den kop is afgescheiden door +eene witte streep, beginnende aan den eenen schouder, en doorgaande +onder de ooren, boven de oogen en den neus, en zig tot den anderen +schouder uitstrekkende. + +De kop van dit dier is zeer groot in evenredigheid van zyn lichaam; +zyne ooren, die byna een halve cirkel maken, zyn meer breed dan hoog; +zyne oogen zyn groot: zyn bek is gewapend met maaltanden, en sterke +en puntige honds-tanden. 'Er zyn zes sny-tanden in elk kakebeen; +maar die van de beide reijen zyn alleen zichtbaar; de vier tusschen +beiden staande komen naauwlyks uit derzelver holligheden. De pooten, +zoo wel die van vooren, als van agteren, zyn verdeeld in vyf klauwen, +die met sterke geelachtige nagels gewapend zyn. Zyn staart, die vry +lang is, eindigt puntsgewyze. + +De wezel is onder alle dieren van ons vaste Land die geene, waar +mede deeze Grifon de meeste overeenkomst heeft; dus ben ik niet +verwonderd, dat hy my onder dien naam uit Surinamen is gezonden +geworden. Nogtans is het geen wezel; schoon hy wegens het getal en de +gedaante zyner tanden 'er veel overeenkomst mede heeft, is zyn lyf +zoo langwerpig niet, en zyne pooten zyn veel hooger. Ik ken geen +schryver nog reiziger, die 'er van gesproken heeft, en de geen, +die my gezonden is, is de eenige, welken ik immer gezien heb. Ik +heb hem aan verscheiden lieden getoond, die langen tyd hun verblyf +in Surinamen gehouden hadden; maar hy was hun onbekend; derhalven +moet hy op de plaatsen, van waar hy herkomstig is, zeldzaam zyn, of +oorden bewoonen, die weinig bezogt worden. De zender van dit dier +had geene byzonderheid opgemerkt, geschikt om deszelfs natuurlyke +geschiedenis op te helderen; dienvolgende heb ik niets anders kunnen +doen, dan eene afteekening van hem te maken". (Hist. Nat. de BUFFON; +Edit. de Hollande, Tom. XIV. pag. 65.) + +Het is waar, dat dit dier in Surinamen zeer zeldzaam is; maar dat hy +door de natuur-kenners niet beter beschreven is, moet men ongetwyffeld +toeschryven aan zyne ongemeene woestheid, die byna altyd belet, +om hem levend te vangen. + +De Bevelhebber en ik waren toen boezemvrienden, en dagelyks noodigde hy +my aan zyne tafel. Hy verzogt my, om hem zyn pourtrait levensgrootte +te maken, en hem in zyne veld-kleeding te vertoonen. Zyn oogmerk +was, om dit naar Europa mede te neemen: hy hoopte, dat de Stad van +Amsterdam het zelve op haare kosten zoude doen in 't koper brengen; +hy oordeelde zig iemand te zyn van zoo veel gewicht voor Holland, als +de Hertog van Cumberland, na den slag van Culloden, voor Engeland was. + +My van een blad groot papier, en Chineesche inkt voorzien hebbende, +ging ik aan 't werk. Terwyl ik bezig was, om de trekken van myn +oorsprongelyk stuk naauwkeurig naar te gaan, wierd de berg door +eenen vervaarlyken donderslag ylings geschokt, zoo dat alle de +eieren van een hen, die in een hoek van onze hut te broeien zat, +aan stukken braken. De straal van den blixem ontstelde de trekken +van den Colonel voor een oogenblik; maar hy herstelde zig schielyk, +en ik ging voort. Het werk was korten tyd daar na tot zyn groot +genoegen afgemaakt. + +De Neger SEPTEMBER, die in 't jaar 1774. gevangen genomen was, +stierf, byna op deezen tyd, aan de waterzucht. De Colonel had hem +gedwongen hem te volgen op alle zyne tochten, even als een geketende +hond. Hy verbeeldde zig, dat deeze Neger, vroeg of laat, hem in de +onderscheidene bezittingen der muitelingen brengen zoude, maar hy +bedroog zig, De andere slaven, hem verdacht houdende van reeds eenigen +raad aan den Bevelhebber gegeven te hebben, schreven zynen dood aan de +Goddelyke rechtvaardigheid toe, die hem strafte wegens het verraden +van de trouw, welke hy buiten twyffel aan zyne landgenooten gezworen +had. De lezer herinnert zig waarschynlyk, het geen ik in het derde +hooftstuk gezegd heb, dat de Africaansche Negers gelooven, dat hy, +die zynen eed schendt, elendig moet omkomen, en eene eeuwige straffe +in de andere weereld ondergaan. + +De post van de Hoop aan de Commewyne was, wegens gebrek aan +zindelykheid, tans zeer ongezond geworden: het krygsvolk, het +welk aldaar na myn vertrek de wacht gehouden had, was uittermaten +onachtzaam, om deezen post in goeden staat te houden. De dood had +reeds verscheiden soldaaten weggerukt, en de ziekte belette den +bevelhebbenden Officier en een gedeelte van zyn volk, om dienst te +doen. De Colonel FOURGEOUD zond den Capitain BRANT en eenige soldaaten +derwaarts, met last, om alle de zieken, welken men op deezen post +vinden zoude, niet naar de Stad Paramaribo, maar naar Maagdenberg te +doen vertrekken. De Colonel, deezen Capitain met dien tocht belastende, +behandelde hem met eene groote hardheid, en vergunde hem zelfs den tyd +niet, om zyne goederen mede te neemen. Van een anderen kant, ontnam de +Colonel SEYBOURG hem den eenigen slaaf, dien hy tot zynen dienst had, +en hield dien voor zig zelven. Deeze behandeling deed den armen BRANT +zoo geweldig aan, dat hy begon te schreijen, en verklaarde, dat hy +wenschte zulke mishandelingen niet te overleven. Hy vertrok vervolgens +naar den post van de Hoop; met een hart van droefheid overstelpt. + +By zyne aankomst vernam hy, dat de Capitain BROUGH, de laatste +Bevelhebber op deezen post, zoo even overleden was. Deeze +Officier, zeer zwaarlyvig zynde, had groote vermoeingen in de +bosschen ondergaan. De hette was voor hem ook doodelyk: hy had eene +versmelting van vochten, die op een rotkoorts uitliep, en hem uit +'t leven wegnam. De Colonel SEYBOURG volgde den Capitain BRANT wel +dra naar de Hoop, om aldaar de zieken te bezoeken. Geduurende al +dien tyd had ik niets te doen. Ik zal my dus bezig houden met twee +visschen te beschryven, die eenen byzonderen aandacht verdienen. + +De eerste heeft de gedaante van een groote bokking; ik had ze van dit +zoort nog niet gezien, en zekerlyk, behalven den zee-braassem, kende ik +'er geene, die fraaijer gekleurd was. Zyn rug en zyden hebben streepen +van eene fraaije geele en van eene ryke en donkere blaauwe kleur, zyn +buik heeft eene witte zilver-kleur. Hy heeft zwarte en goudkleurige +oogen, doorschynende vinnen van eene zeer levendig roode kleur. Zyne +gedaante gelykt vry veel naar die van eene forelle, en hy is met kleine +schubben bedekt; hy heeft eene vinne op den rug, en het teeken van eene +andere by den staart, die gespleten is; onder den buik ziet men aan hem +vyf andere vinnen, waar van twee tot de borst behooren, en de laatste +achter den navel. Zyn benedenste kakebeen steekt meer voorwaarts dan +het bovenste, en zyn bek schynt eene omgekeerde gedaante te hebben: +eindelyk heeft hy zeer kleine kieuwen of ooren. Ik deed onderzoek naar +deezen visch; maar alles wat een oude Neger 'er my van berigten kon, +was, dat men hem dago-faisy noemde. + +De andere was die groote en fraaie visch, die by de Engelschen den +naam van rock-cod draagt, by de Indianen dien van baroketta, en by de +Negers dien van new-mara. Ik heb 'er reeds verscheiden malen melding +van gemaakt; maar ik heb hem nog niet beschreven. Men vindt deezen +visch zeer dikwils in het bovenste gedeelte der Rivieren. Hy heeft de +gedaante van eene groote kabeljauw, maar met schubben bedekt. Zyn +rug heeft eene donkere olyf-kleur, zyn buik is wit, zyn kop is +groot met kleine oogen, waar van de appel zwart en de oogbol grys +is. Zyn breed kakebeen is van boven en onder van eene reije puntige +tanden voorzien, even als die van een snoek. Hy is, gelyk dit dier, +uittermaten vraataechtig. Hy heeft een stompen staart, en, zoo als ook +de vinnen, van dezelfde kleur als het lichaam: deeze vinnen zyn zes in +getal, een op den rug, twee aan de borst, twee onder aan het lyf, en +de laatste aan den onderbuik. Zommige lieden vergelyken den smaak van +deezen lekkeren visch by dien van Zalm. Hy is by de blanken in deeze +Volkplanting zeer geacht; maar zeldzaam te Paramaribo, schoon hy, gelyk +ik gezegd heb, boven in de Rivieren overvloedig gevonden word. Ik heb +ze beiden zeer naauwkeurig afgeteekend, zoo wel de dago-faisy, als de +new-mara. Men vond 'er ook in Surinamen naauwkeurige afteekeningen van. + +Verscheiden Officiers, die gevogelte en varkens aankweekten, verloren +dezelven tans allen in den tyd van twee dagen: zy waren waarschynlyk +vergeven door het eeten van duncane, of van eenige andere vergiftige +plant, die ons onbekend was. Echter heeft men in 't algemeen opgemerkt, +dat de aangeboren neiging der dieren hun de heilzaame kruiden van de +schadelyke doet onderscheiden. + +De heer SEYBOURG kwam toen al zegevierende van de Hoop te rug: hy +bragt den Lieutenant DEDERLEIN, een der Officiers van den Colonel +FOURGEOUD met zig, doende denzelven door een Sergeant en zes soldaten, +met de bajonnet op de snaphaan, bewaren, om dat hy, zoo hy zeide, +hem de verschuldigde achting niet betoond had. + +Den 7den, kwamen de zieke Officiers, en soldaten van denzelfden post, +in vaartuigen aan. Verscheiden van hun, welken men inscheepte, vonden +zig buiten staat om vervoerd te worden, en geraakten, zonder eenige +hulp, op de reize om 't leven. Een van onze Heelmeesters stierf +ook, den zelfden dag, op de legerplaats, en aanhoudend begroef +men soldaaten. Deeze waren de gevolgen van eenen tocht, in een zoo +vochtig jaargetyde ondernomen; maar onze Colonel oordeelde het zelve +meer geschikt dan eenig ander, om eindelyk eens de muitelingen uit +de bosschen van Guiana te verdryven. + + + +AGTTIENDE HOOFTSTUK. + +Een Tyger, op de legerplaats gevangen.--De Jaguar.--De Couguar.--De +Tyger-kat.--De Jaquarette.--Gevecht tusschen eenige afgezondene +manschappen der Societeit en de muitelingen.--Levens-manier van eenen +Surinaamschen Planter.--Verscheiden zoorten van visschen.--Besmettelyke +ziekten.--Zelfsmoord. + +Ik heb zoo straks gezegd, dat verscheiden Officiers gevogelte +aankweekten; maar alle nachten ontnam een onbekende strooper 'er hun +verscheiden van. De Capitain BOLTS, den coati-mondi of crabbo-dago +van deezen diefstal verdacht houdende, zette een val, door middel van +eene ledige kist, welke hy in den grond deed plaatsen, en waar van +het dekzel wierd opgehouden door een hout, waar aan men een lang touw +had vast gemaakt. Vervolgens sloot hy al zyn gevogelte naauwkeurig +op, uitgenomen twee hoenderen, welke hy onder deeze val plaatste, +doende dezelve door twee Negers op eenigen afstand bewaken. Deezen +hadden naauwlyks een uur of twee op hunnen post doorgebracht, of zy +hoorden de hoenderen schreeuwen; een van hun trok toen aan het touw, +en de ander schoot toe, om zig van den dief te verzekeren, gaande +op het dekzel zitten: het was een jonge Tyger, die 'er in besloten +zat; hy deed wel dra alle pogingen, om zig in vryheid te stellen; +maar men bond de kist met zwaare touwen toe, en men wierp die alzoo +in de Rivier, dezelve onder water houdende, om het dier, het welk +de sterkste pogingen deed om te ontsnappen, te doen verdrinken. De +Capitain BOLTS nam zyne huid, en bewaarde die tot eene gedachtenis +van dit zonderling voorval. + +De Graaf DE BUFFON beweert, dat 'er in America geene Tygers zyn; maar +dat men 'er dieren vindt, die hun gelyken, en waar aan men denzelfden +naam geeft. Ik zal dezelve beschryven zoodanig als ik ze gezien heb, +en de lezer zal beoeordeelen, wat zy zyn. + +De eerste en grootste word Jaguar van Guiana genoemd. Dit dier, het +welk verscheiden Schryvers als zwak, verachtelyk, en van de grootte van +een haazen-windhond hebben afgebeeld, is integendeel zeer sterk, zeer +gevaarlyk, zeer woest. Zyne lengte, van den bek tot het begin van den +staart, heeft zomtyds zes voeten: men vergeete niet den verbaazenden +voetstap van een tyger, welken ik aan de Patamaca in het zand zag, +schoon men zoude kunnen tegenwerpen, dat deeze in 't byzonder van eene +buitengewoone grootte had, en het zand los was. De Jaguar heeft eene +donkere oranje kleur en een witten buik. Zyn rug heeft langwerpige +en zwarte streepen. Op zyde van den buik zyn onregelmatige ringen, +in den omtrek zwart, en in het midden helder. Het overige gedeelte +van zyn lichaam en zyn staart hebben kleine vlakken, die volmaakt +zwart zyn. Zyne gedaante gelykt in alle opzichten naar die van den +Africaanschen Tyger; en dewyl hy ook onder het geslacht der katten +behoort, is het niet noodig 'er eene omstandiger beschryving van te +geven. Maar dewyl zyne grootte en krachten die van dit klein huisdier +overtreffen, verscheurt hy een schaap of een geit even gemakkelyk, +als de kat een muis of een rot doodt. De koeijen zelfs en de paarden +zyn in weerwil van hunne grootte, voor zyne woede niet beveiligd, +want dikwils tast hy hen op de Plantagien aan; en schoon hy dezelve, +uit hoofde van hunne zwaarte, niet naar de bosschen kan sleepen, +scheurt hy hen wreedelyk aan stukken, alleenlyk om hun bloed te +drinken, waar naar dit woest dier altyd dorstig is. Het is bovendien +wel gebeurd, dat de Jaguar jonge Negerinnen, die op het land werkten, +heeft mede gesleept, en dit zelfde ongeluk gebeurt hunne kinderen maar +al te veel. Dit boosaeartig dier werpt (volgens de uitdrukking van +deeze zelfde Schryvers) door een enkelen slag met de poot, een wild +varken om ver, en het sterkste paard, dat men in Guiana beryden kan, +grypt hy by de keel. Zyn woeste aart en bloeddorstigheid zyn oorzaak, +dat men hem nooit heeft kunnen tam maken. Hy zou de hand van zynen +oppasser verscheuren; en dikwils zelfs verslindt hy zyne jongen. Hoe +sterk echter en woedend hy ook zy, hy is niet in staat wederstand +te bieden aan den slang Aboma, die, wanneer hy hem bereiken kan, +hem in korte oogenblikken aan stukken slaat. + +Het tweede dier van het zelfde zoort is de Couguar, de roode Tyger in +Surinamen genaamd. Men zoude hem voegzamer kunnen vergelyken by een +haazen-windhond, ten aanzien van deszelfs gedaante, maar niet van +zyne grootte, en by gevolg ook ligter dan den Jaguar, maar grooter +dan een windhond. De huid van dit dier is van eene bruin roode kleur; +de borst en buik zyn van eene vuile witte kleur; hy heeft lange en +ongevlakte hairen; de staart van eene aard-kleur, en aan het einde +zwart. Zyn kop is klein, met twee glinsterende oogen, waar uit het +vuur als uitspringt; en zyne tanden zyn zeer breed. Zyn dun lyf word +gedragen door lange pooten, die met geduchte en witachtige klaauwen +gewapend zyn. Hy is even verslindend als de Jaguar. + +Een derde dier van dit zoort, en het welk zeer fraay is, al mede in +Guiana gevonden wordende, is de Tyger-kat. Deszelfs grootte gaat die +van veele katten, welke ik in Engeland gezien heb, niet te boven. Zyne +huid is van eene fraaie geele kleur, en gevlakt met kleine witte +moesjes met zwarte randen. Hy heeft den buik van een helderen kleur, +zwarte ooren met een witte vlak, en zeer zacht hair. Men waardeert +zyne huid zeer hoog; en hy heeft dezelfde gedaante als de Jaguar. De +Tyger-kat is een zeer levendig dier, wiens oogen schitteren als +blixem-straalen; maar hy is even woest, even verslindend, even wild +als de voorgaande. + +'Er is nog in dit Land een vierde dier van het zelfde zoort; het is +de Jaguarette, wiens huid van eene zwartachtige kleur is, met vlakken +die nog zwarter zyn. Zie daar alles wat ik 'er van weet; want ik heb +'er geen enkele gezien, om dat men hem zelden verneemt. Die ik te +vooren beschreeven heb, zyn niet veel gemeener. Ik zal by het geen +ik van alle deeze dieren gezegd heb, nog byvoegen, dat zy, even als +de gewoone katten, lange knevels hebben; dat zy zomtyds op de boomen +klimmen; maar dat zy zig doorgaans onder de bladen in eene hinderlaag +plaatsen, van waar zy met eene ongelooffelyke gezwindheid op hunnen +ongelukkigen buit uitschieten; dat zy, den zelven hebbende van een +gereten, zyn bloed al warm drinken, en met verscheuren en inslokken +niet ophouden, voor dat zy verzadigd zyn; maar dat, indien zy door den +honger niet gedrongen worden, zy lafhartig zyn, en dat een enkele hond +genoegzaam is, om hen op de vlucht te dryven. Het vuur doet hen ook +uittermaten verschrikken: dit is het beste middel om hen te verdryven, +waar van ook de Indianen in Guiana gebruik maken. Verscheiden Tygers +kwamen, by gebreke van deeze voorzorgen, in onze legerplaats; maar +gelukkiglyk, regtten zy geene verwoesting aan. + +Dewyl ik op dit oogenblik met den Colonel FOURGEOUD op den voet van +de vertrouwelykste vriendschap stond, bood ik hem eene teekening +aan, verbeeldende de geheele legerplaats van Maagdenberg, die hem +dermaten behaagde, dat hy dezelve aan den Prins van Oranje en aan +den Hertog van Brunswyk zond, om hen over zyne krygs-verrigtingen te +doen oordeelen. Deeze beleefdheid van myn kant bragt al de uitwerking +op hem te weeg, die ik verlangen konde; niet alleen wierd ik zyn +begunstigde, en hy beloofde my aan het Hof te zullen aanbeveelen, +maar zelfs betoonde hy achting voor de Engelschen en Schotten. Ik was +over deeze veranderde behandeling van zyne zyde zoo te vreden, dat +ik de vyandschap, die in het begin tusschen ons had plaats gehad, +aan my zelven meende te moeten wyten. Echter wierd de betoonde +achting van den Colonel wel dra afgewisseld door voorwerpen, die +al zyn aandacht verdienden; want hy vernam den 14den Juny, dat men +eenige hutten van muitelingen aan de zee-kusten ontdekt had; dat de +Capitain MEYLAND, met honderd en veertig mannen van het krygsvolk +der Societeit, den vyand gaande opzoeken, hen eindelyk ontmoet had; +maar dat hy gedwongen zynde een diep moeras te doorwaden, deeze +Negers hem het eerst hadden aangetast; dat zy verscheiden van zyn +volk gedood hadden, waar onder gevonden wierd een jong vrywilliger, +die zyn neef was; dat zy 'er een groot aantal van gewond hadden, +en de overigen deezer afgezondene krygsbende tot wyken genoodzaakt, +schoon hy reeds het moeras was overgetrokken, en deszelfs oever bereikt +had, om het dorp stormenderhand in te nemen. Volgens deeze tyding +was het klaar, dat de vyand niet was klein te achten; en dewyl men +nu eindelyk wist, waar hy te vinden was, ontfing al het krygsvolk, +namelyk de zee-soldaten van den Colonel FOURGEOUD, het Regiment +van de Compagnie, en de Neger-jagers, die van verlangen brandden, +om blyken van dapperheid te geven, bevel om zig onmiddelyk tot den +optocht gereed te maken. Men bepaalde hun allen een punt van algemeene +vereeniging, en men zond te gelyker tyd een hoop krygsvolk naar den +post van la Rochelle, om hier van bericht te geven. Ingevolge van deeze +beveelen, maakte zig het geheele leger marschvaardig, en onze soldaten +betoonden eenen grooten yver, in de hoop, dat een beslissende slag aan +den oorlog, en alzoo tevens aan hunne elende een einde maken zoude: +het was dus het oogenblik, om hen tot den aanval aan te voeren; maar +onze Opper-Bevelhebber stelde zynen tocht meer dan twee maanden uit, +om redenen, hem alleen bekend. + +Wy vernamen toen, dat de Capitain BRANT, Bevelhebber op den post +van de Hoop, op het punt was, om aldaar van eene zwaare ziekte te +sterven. Deeze zelfde post, alwaar zig een groot aantal krygsvolk +bevond, was een der ongezondsten uit hoofde der overstroomingen; +en vermits ik in dit tydstip een der gunstelingen van den Colonel +was, bestemde hy my, om het bevel 'er van op my te nemen, eene eer, +die ik, zoo als hy my zeide, aan myn sterk lichaamsgestel moest +toeschryven. Uit deeze handelwyze bemerkte ik, dat zyne vriendschap op +eigenbelang steunde; en ik gevoelde mynen haat allengskens herleven +tegen iemand, die my alzoo veroordeelde om zonder roem te sterven, +daar hy my tot eenigen dadelyken dienst met eere gebruiken konde. + +By myne komst op de Hoop, moest ik den Capitain BRANT naar Maagdenberg +zenden; maar deeze ongelukkige jongeling eenige achterdocht op dien +wreeden last hebbende, ging in een besloten vaartuig, eenige uuren +voor dat ik aankwam, en begaf zig naar Paramaribo. Echter kwam hy +aldaar niet aan, of hy gaf den geest, zoo door de gevolgen van eene +heete koorts, als door hartzeer. Niemand verdiende meerder betreurd te +worden, dan hy. De Colonel FOURGEOUD verloor een uitmuntend Officier, +en ik een oprecht vriend. + +Dewyl hy de tweede Bevelhebber was, die in zeer korten tyd op deezen +post het leven liet, nam ik gerustelyk tot myne zinspreuk: Hodie mihi, +cras tibi: (van daag my, morgen u:) maar by geluk bedroog ik my, +en ik was altyd zoo welvaarende, als ik ooit in myn leven geweest +ben. Volgens den raad van den ouden CARAMACA, baadde ik my twee malen +daags in de Rivier; ik maakte insgelyks gebruik van myne oude gewoonte, +om geene schoenen noch koussen te dragen. + +Den 20sten Juny, korte dagen na myne aankomst, had ik de eer een +bezoek te ontfangen van den Gouverneur, den heer NEPVEU, die van zyne +Plantagie Appecappe te rug kwam, en weder naar Paramaribo keerde. Ik +beklaagde hem den rouw wegens het afsterven van zyne huisvrouw, welke +hy in't kort verloren had. Ik ontfing ook bezoeken van verscheiden +Planters, die my allerleije zoorten van ververschingen van hunne +Plantagien medebragten. In dit oogenblik had ik gelegenheid, om de +gebruiken en levens-wyze van deeze West-lndische Nababs te leeren +kennen. + +Een Planter in de Volkplanting van Surinamen, wanneer hy op zyne +Plantagie woont, het geen zeldzaam voorvalt, want doorgaans verkiest +hy het verblyf te Paramaribo, staat by het opkomen der zon, dat is, +des morgens omtrent ten zes uuren, uit zyne hangmat op. Alsdan begeeft +hy zig, onder zyn piazza, of dat zoort van overdekte gaanderye, voor +het huis geplaatst, alwaar hy zyne koffy en pyp gereed vindt. Een +half dozyn slaven, zoo wel mans als vrouwen, en wel de schoonste, +wagten hem aldaar, om hem te bedienen. In dit heiligdom ontmoet hem +de Opzigter, na hem van verre verscheide diepe buigingen gemaakt +te hebben, en doet hem zeer eerbiedig rekenschap van het werk, het +welk des avonds te vooren verrigt is, van het getal der Negers, die +weggeloopen, die ziek geworden, die gestorven, die hersteld zyn, van +de geenen die men gekocht heeft, of van de kinderen, die geboren zyn; +maar vooral van den naam der slaven, die hun werk verzuimd, die eene +ongesteldheid voorgewend, die zig dronken gedronken hebben, of agter +gebleven zyn. De gevangenen zyn doorgaans by dit bericht tegenwoordig, +onder de bewaaring van Neger-beulen, die op het minste teeken hen +vast binden, het zy aan de pylaaren of balken der gaanderye, het zy +aan boomen, zonder dat de eigenaar zig dikwils verwaardigd heeft +de beschuldigden in hunne verdediging te hooren. De veroordeelden +eenmaal vast gebonden zynde, vallen de zweepslagen op hen, zonder +onderscheid van mans, vrouwen of kinderen. De werktuigen, waarmede +deeze straf word uitgeoeffend, zyn koorden van hennip van eene zeer +groote lengte, die by elken slag tot in het vleesch indringen, en een +geklater maken, gelykende naar het afschieten van een pistool. Zoo lang +deeze straf-oeffening duurt, roepen de ongelukkigen by herhaaling: +"danky masera": (ik bedank u meester:) en de Planter wandelt met +zynen Opzichter rond, zonder op het geschreeuw, het welk hy hoort, +eenige acht te geven. Men maakt deeze elendelingen niet los, voor dat +zy wel zyn van een gereten; en dan gelast men hun, om oogenblikkelyk +weder aan hun werk te gaan: ter naauwer nood verwaardigt men zig, +om hen te laten verbinden. + +Het straf-uur verloopen zynde, koomt de Heelmeester, die een Neger +is, insgelyks om bericht te doen; en men zendt hem weg al vloekende, +en zig beklagende, dat hy aan de slaven toestaat ziek te zyn. Na deeze +bedienden, koomt 'er eene zeer oude vrouw, die alle de Neger-kinderen +van de Plantagie vertoont, waar over zy het bestuur heeft. Deeze +kinderen, die reeds in de Rivier gewasschen zyn, klappen in de handen +op het zien van hunnen meester; zy groeten hem, staande in de rondte; +vervolgens zendt men hen weg, om hun ontbyt van plantainboom-vruchten, +of ryst te gebruiken; en even gelyk by het begin, eindigt dit alles +met eene diepe buiging van den Opzichter. + +Myn Heer doet dan eene wandeling in zyn morgen-gewaad, bestaande in +een onderbroek van het fynst Hollandsch linnen, witte zyde koussen, +en muilen van geel of rood Turksch leder; het halsboord van zyn hembd +blyft open, en over het hembd draagt hy alleenlyk eene loshangende +japon van fraaie Indische stof. Zyn hoofd is met een uittermaten fyne +catoene muts bedekt, en met een verbaazend groote hoed, die zyn mager +en somber aangezicht voor de hette der zon beveiligt: om den lezer +in staat te stellen zig een juist denkbeeld van een persoon van dit +zoort te vormen, biede ik hem tans de afteekening aan, die ik 'er van +gemaakt hebbe. Ik heb het tydstip genomen, dat de Planter, met zyne +pyp in den mond, want die legt hy niet neder, uit de hand van eene +schoone slavin een glas Madera-wyn ontfangt, het welk hy uitdrinkt, +om daar door geduurende zyne wandeling kragt te bekomen. + +Wanneer hy nu langzaam rondom zyne wooning heeft rond gekuierd, of +misschien te paard gestegen is, om zyne velden te bezichtigen, en de +vermeerdering zyner rykdommen te begrooten, koomt hy tegen agt uuren te +rug, om zig te kleeden, indien hy voornemens is eenige bezoeken af te +leggen, zoo niet, blyft hy gekleed zoo als hy is. In het eerste geval +verwisselt hy alleen zyn onderbroek tegen een broek van dun linnen +of zyde. Vervolgens gaat hy zitten, en reikt zyne beide beenen toe +aan eenen jongen Neger, die hem de schoenen aantrekt; te gelyker tyd +word hy door eenen anderen gekapt of geschoren; en een derde is bezig, +om de muggen van hem weg te jagen. Wanneer dit alles is afgeloopen, +trekt hy een ander hembd aan, een kamisool, en een rok, die altoos van +eene witte stof is. Alsdan brengt men hem onder een groot zonne-scherm, +door eenen jongen Neger gedragen wordende, naar zyn vaartuig met zes +of agt roeijers, het welk hem wagt, en waar in zyn Opzichter zorg +gedragen heeft vruchten, wyn, water en tabak te laten brengen; maar +dezelve heeft hem zoo dra niet zien vertrekken, of hy herneemt zynen +toon van gezag, en zyne gewoone onbeschoftheid. Indien de Planter, +op deezen dag, zyne Plantagie niet verlaat, ontbyt hy ten tien uuren; +en om deeze maaltyd te nemen, zit hy aan eene tafel, in eene groote +zaal geplaatst, en waar op hammen, gerookte tongen, gevogelte, +of gekookte duiven, plantains, zoete cassave, brood, boter, kaas, +enz. gevonden worden. Zyn drank is in dit oogenblik of zwaar bier, of +Madera-, Champagne- of Moesel-wyn. Zyn Opzichter houdt hem gezelschap, +zig echter op eenen bekwamen afstand plaatsende, en beiden worden +zy bediend door de schoonste en wel gemaaktste slaven.--Zie daar, +het geen deeze heeren ontbyten noemen. + +Wanneer deeze maaltyd geeindigd is, neemt de Planter een boek; hy +speelt op het schaakspel, of op de billard, of op eenig speeltuig; +tot dat de hette van den dag hem noodzaakt, om in zyne hangmat te gaan +leggen, om daar in zyn middagslaap te nemen, welken hy even min kan +nalaten, als een Spanjaard zyne siesta of uur van rust. Hy wendt en +keert zig in dit zoort van bed, tot dat hy in een diepen slaap gevallen +is, en geduurende zynen slaap, houden zig twee van zyne Negers bezig, +om tot zyne verkoeling met een waaijer te waaijen. + +Tegen drie uuren word hy van zelf wakker: na zig gewasschen en +geparfumeerd te hebben, gaat hy wederom aan tafel zitten, om met +zynen Opzichter het middagmaal te houden; en zy worden, even als +by het ontbyt, door dezelfde slaven bediend. Niets van al het geen +het jaargetyde kan opleveren van gewoon vleesch, gevogelte, wildt, +visschen, groenten en vruchten, ontbreekt op deeze maaltyd: de +uitgelezendste wynen worden 'er in overvloed geschonken; en dezelve +eindigt met eene groote kop zeer sterke koffy, en eenige glazen +liqueur. Ten zes uuren koomt de Opzichter wederom als des morgens, +door beulen en gevangenen gevolgd wordende. De strafoeffeningen +beginnen wederom geduurende eenigen tyd, en na dat de eigenaar zyne +beveelen voor het werk van den volgenden dag gegeven heeft, zendt +hy de vergadering weg, en brengt zynen avond door met ligte punch, +of fangary te drinken, op de kaart te spelen, of te rooken.--Myn heer +begint gewoonlyk de aannadering van den slaap tegen tien of elf uuren +te gevoelen; dan doet hy zig door zyne kamerdienaars ontkleeden; hy +gaat vervolgens in zyne hangmat leggen, alwaar hy met de eene of andere +van zyne beminden, want hy heeft altyd zyne stoet van vrouwlieden, +den nacht doorbrengt. Den volgenden dag, verschynt hy op nieuw onder +zyne overdekte gaandery, op het zelfde uur als daags te vooren; hy +vindt aldaar wederom zyne pyp en koffy, en met het opkomen van de zon +hervat hy zyne genietingen en uitspanningen. Hy is een Vorst in 't +klein, zoo verachtelyk, zoo eigenzinnig, zoo willekeurig heerschende, +als 'er een is. + +Een zoo onbepaald gezag moet in de daad noodwendig ten hoogsten behagen +aan iemand, die zeer waarschynlyk in zyn vaderland, in Europa, een +niets beduidend wezen was. + +Zulke lieden maaken dus fortuin, naardien zeer dikwils in deeze +Volkplanting de Plantagien op tyd verkocht worden door afwezige +eigenaars, die zig op de gedaane begrootingen verlaten; en deeze +begrooters, het te verkoopen perceel zeer laag waardeerende, zyn het +doorgaans met den kooper eens. + +Dit zoort van Planters is een pest voor de Volkplanting. Zy maken +eene onmatige verteering, en betaalen niemand, onder voorwendzel van +slechten oogst, sterfte onder de slaven, enz. Zy mishandelen dezelven +door overmaat van arbeid en slagen; zy bederven de Plantagie, waar van +zy de voortbrengzels voor gereed geld, en ten laagen pryze verkoopen; +en wanneer zy op die wyze hunne beurs gemaakt hebben, verdwynen zy. Men +moet echter toestemmen, dat 'er in alles uitzonderingen zyn: ik heb +in Surinamen Planters gekend, die door hunne braafheid achtenswaardig +waren, en ik heb dezelven reeds genoemd. + +Wat de vrouwen betreft, zy geven zig doorgaans aan alle haare +driften, en in 't byzonder aan de ontembaarste wreedheid over. Maar +te gelyker tyd, dat ik getuigenis moet geven van de verhevene deugden +van Mevrouwen ELIZABETH DANFORTH en GODEFROY, en van eenige andere +van een onbevlekt caracter, behoor ik ook het gordyn te laten +vallen voor alle de onvolmaaktheden der teedere kunne in deeze +luchtstreek. Alvoorens van dit stuk af te stappen, moet ik echter +opmerken, dat de herbergzaamheid nergens edelmoediger, nog aangenamer +word uitgeoeffend, dan hier. Een vreemdeling bevindt zig hier overal, +of hy t'huis was: men verschaft hem, met de meest mogelyke gulheid, +tafel en huisvesting, op elke Plantagie, het geen van des te meer +aanbelang is, om dat men in de nabyheid van alle de Rivieren der +Volkplanting Surinamen niet weet, wat eene herberg is. + +Om aan myn verhaal eenige afwisseling te geven, zullen wy tans drie +zoorten van visschen beschryven, waar op ik myne vrienden onthaalde, +zynde de zon-visch, de slang-visch, en de gevlakte kat. De eerste +word, even als de zalm, in zoute en zoete wateren gevonden. Hy heeft +agttien of twintig duimen lengte, en hy is geheel en al met goude +schubben bedekt, die, wanneer hy in helder water zwemt, straalen van +zig schynen af te schieten, en die hem zynen naam gegeven hebben. De +slang-visch ontleent zynen naam van de gelykheid, die 'er tusschen +hem en dit kruipend gedierte is. Het is een zoort van aal, niet +zeer groot, maar zwart, hebbende een witten buik, en zynde in alle +de Rivieren van dit Land zeer gemeen. De gevlakte kat word alzoo +genoemd uit hoofde van de vlakken, waar mede hy bedekt is, en zyne +lange knevels. Deeze visch gelykt ten aanzien van deszelfs gedaante +vry veel naar een snoek. Hy heeft zeer puntige tanden, maar geene +schubben. Hy is zeer vet, en weegt zomtyds tot zeventig ponden toe; +zyn vleesch is geelachtig, en men maakt 'er weinig werk van. + +De Hoop was tans eene der onaangenaamste verblyfplaatsen. Ik +betreurde aldaar zeer het gemis, zoo van myne eerste hut, als van +myne lieve gezellinne: de eene viel geheel om ver, en de andere was +te Paramaribo. Wy hadden geen enkel mensch, die niet door de koorts, +of eenige andere ziekte, was aangetast. De roode loop begon ook +verwoestingen aan te rechten. Om onze elende te vergrooten, hadden wy +noch Heelmeesters, noch geneesmiddelen, noch iets, waar door wy ons +licht bezorgen konden; en ons bleef niets overig, dan zeer weinig +brood. Ik was met deeze gesteldheid van ons ongelukkig krygsvolk +bewogen, en ik deed onder hen eene uitdeeling van bischuit, citroenen, +oranje-appelen, suiker, wyn, gevogelte, en eenige spermaceti-kaarssen, +die my in eigendom toebehoorden. + +Den 23sten, zond ik twee zieke Officiers, ORLEIGH en FRANSSEN, gelyk +mede alle de soldaaten, die vervoerbaar waren, naar het hospitaal te +Maagdenberg; te gelyker tyd vernieuwde ik myn ootmoedig verzoek, om +van zulk een elendigen post, die bovendien van geen nut ter weereld +was, verlost te worden, en ik verzogt, maar te vergeefs, om een van +hun te zyn, die tegen de muitelingen optrokken. Ik vernam omtrent in +dit tydstip, dat men, beneden mynen post, eene nieuwe verblyfplaats +der Negers, niet ver van Paramaribo af gelegen, ontdekt had; en +dat hooger op een groot getal manschappen van ons krygsvolk stierf, +waar onder men telde den Capitain SEYBOURG, broeder van den Colonel +van denzelfden naam, die den 22sten overleed. Deeze was de derde van +dien rang, die zedert een maand het leven liet. + +Den 26sten, kwamen twee jonge Officiers, die zeer schoone manspersoonen +waren, aan; maar die niet meer dienen konden, zynde beiden gekweld +met eene breuk, veroorzaakt door het uitglyden, het geen in dit +regen-saisoen, wanneer de grond zeer glibberig is, moeielyk vak +te ontwyken. + +Des avonds van den zelfden dag, was 'er een van onze zee-soldaaten, +genaamd SPANKNEVEL, die niet meer te voorschyn kwam, en men +ontdekte hem eerst den 29sten, wanneer men hem met een koord van een +heestergewas aan een boom hangende vondt. Geen van zyne medemakkers +wilde hem afsnyden, om dat hy zig zelf had van kant geholpen. Zy +beweerden, volgens hunne vooroordeelen, want zy waaren allen +Duitschers, dat zy, met hem aan te raken, zig even eerloos zouden +maken, als hy zelf was. Ik was dus genoodzaakt hem door de Negers te +laten afnemen en begraven. + +Eindelyk ontfing ik bevel tot myn vertrek, en ik begaf my +oogenblikkelyk met den Capitain BOLTS naar Goed-Accord, waar van +de eigenaar en eigenaresse, de heer en mevrouw DE LANGE, ons zeer +beleefdelyk ontfingen. Deeze Suiker-Plantagie is de laatste aan +de Rivier Commewyne, en uit dien hoofde is zy in de nabyheid der +muitelingen gelegen, die dikwils moeite doen om de slaven te verleiden; +maar men behandelt dezelven aldaar met veel toegevenheid en goedheid, +om alle muitzucht van hunnen kant voor te komen, en hen aan te zetten +om de Plantagie niet te verlaten. + +Ik zag aldaar eene groote nieuwigheid: namelyk eene jonge Negerin, +die in den zuiveren natuurstaat de tafel bediende. Ik betoonde +my uittermaten verwonderd, toen ik haar zag te voorschyn treden; +en dadelyk vernam ik naar de reden van deeze vreemde gewoonte. De +vrouw van den huize antwoordde my zediglyk, dat zulks plaats +had, overeenkomstig de schikking der moeders en opzigteressen, +als een middel ter voorkoming van eenen al te vroegtydigen omgang +met manspersoonen, waar door haare kragten verminderd, haare groei +belet, en haare gestalte bedolven zouden worden. De slaven op deeze +Plantagie, zoo mans als vrouwen, waaren de schoonsten, welken ik +immer gezien heb. Hunne schoone gedaante, hunne levendigheid, hunne +sterkte en yver konden met die der Europeanen gelyk gesteld worden. De +Neger PHILANDER, dien ik reeds als een voorbeeld van schoonheid heb +aangehaald, behoorde tot dezelven. + +Des anderen daags, vertrokken wy naar Maagdenberg, een uur voor +het ondergaan der zon, en in een klein vaartuig, alleenlyk met +een zonnescherm overdekt. Wy deeden zulks tegen den raad van den +heer en mevrouw DE LANGE, en wy hadden reden om 'er ons over te +beklagen; want naauwlyks hadden wy twee mylen afgelegd, of de nacht +overviel ons, gepaard met zulk een geweldigen regen, dat wy byna in +het water verzonken, zynde de gang van het vaartuig slechts twee +duimen boven water. Het gelukte ons echter, door middel van onze +calebassen en hoeden, om het zoo ledig te scheppen, dat het vlot +bleef. Te gelyker tyd zat 'er een Neger voor op, houdende een haak +lynrecht voor uit, om te beletten dat ons vaartuig niet omsloeg, +wanneer het door onbedachtzaamheid, in het midden der duisternis, +waar in wy ons bevonden, tegen de wortels der Palmietboomen stootte, +die langs de oevers van het bovenste gedeelte van de Commewyne in +grooten getaale groeijen. + +Wy kwamen op deeze wyze, des avonds ten tien uuren, op de Plantagie +Jacob aan. Het vaartuig was met het water gelyk, en ook niets meer; +want de Capitain BOLTS, en ik, waren zoo dra niet op het land +gesprongen, of het vaartuig zonk met alle de Negers, die 'er op +waren: dadelyk echter bereikten zy al zwemmende den oever. Maar, +helaas! een koffer, waar in myn dagregister en myne teekeningen +lagen, die my meer dan twee jaaren arbeids en moeite gekost hadden, +bevond zig toen onder in het water. Ik was over dit verlies met +smarte aangedaan. Een knaphandige Neger echter, verscheiden malen, +al duikelende, in het vaartuig gegaan zynde, bragt my mynen kleinen +schat te rug, en ik achtte my zeer gelukkig denzelven weder in myne +handen te zien, schoon door en door nat geworden zynde. Dus nam +onze schipbreuk een einde. Na iets warms gebruikt te hebben, hingen +wy onze hangmatten op, en sliepen in dezelve rondom een goed vuur, +waar voor ik myne papieren liet droogen. + +Des anderen daags morgens vervolgden wy onze reize, maar toen wy half +weg gekomen waren, wierden wy tegengehouden door eenen zwaaren boom, +die; om ver gevallen zynde, een dam in de kreek maakte, zoo dat het +vaartuig nooit op of neder komen konde. Wy keerden naar de Plantagie +Jacob te rug, en waren genoodzaakt, ons van daar naar de plaats van +onze bestemming te voet te begeven, dwars door allerleije zoorten van +struiken, distelen, doornen en heestergewassen, alwaar wy door nat, +en geheel met bloed bedekt, aankwamen. Myne enklauw, die begon te +geneezen, wierd andermaal tot op het been open gereeten: de veelvuldige +doornen, die wy by elken tred ontmoetten, maakten dezelve weder byna +geheel ontbloot. + +Wy vernamen hier, dat ORLEIGH, een van de twee Officieren, welken ik, +geduurende myn laatste verblyf op de Hoop, naar Maagdenberg ziek +verzonden had, niet meer in leven was. Op die wyze vergingen byna +allen de geenen, die de laatste maand op deezen eersten post hadden +doorgebracht, van waar geen enkel soldaat gezond te rug kwam. Ik ben +vastelyk overtuigt, dat hun onheil veroeorzaakt wierd door de sterke +hette van de drooge en brandende maand Juny, welke zy ondervonden, na +in het midden van een moerassigen streek gegaan en geslapen te hebben, +en na, geduurende het laatste regen-saisoen, aanhoudende stortregens +op hun lichaam ontvangen te hebben. De sterkte van myn gestel deed my +echter aan zoo veele gevaaren ontsnappen, en ik besloot, zoo mogelyk, +myne gezondheid te bewaaren, al lachende en zingende, (God vergeeve my +dit!) terwyl een groot aantal menschen rondom my zuchtten, steenden, +en den geest gaven. + + + +NEGENTIENDE HOOFTSTUK. + +Optocht van het Krygsvolk naar Barbacoeba, aan de Rivier Cottica.--De +Palmboom-kool, en de Mauricy.--Heete koorts.--Trek van dankbaarheid in +eenen Engelschen Matroos.--Verscheiden soorten van Peper.--Citroen- +en Limoen-boomen.--De Mammy-appel.--Pimpernooten.--Regeering in +Surinamen.--Honden van Guiana.--Ongemeene trek van edelmoedigheid. + +Het regen-saisoen op nieuws naderende, trok de Colonel FOURGEOUD, +na uit zyne soldaten die geenen te hebben uitgekozen, die de +gezondsten waren, en in 't geheel niet meer dan een getal van een +honderd en tachtig bedroegen, in aantocht, op den 3den July 1779, +naar Barbacoeba, aan de Rivier Cottica, eene plaats, welke hy +tot eene algemeene verzamelplaats, alvoorens de muitelingen aan +te tasten, bepaald had. Ik had de eer onder het getal der geenen, +die vertrekken moesten, te behooren; maar den Heelmeester verklaard +hebbende, dat ik gevaar liep myn voet kwyt te raaken, indien ik door +de bosschen ging, ontfing ik bevel, om op Maagdenberg te blyven, met +vermogen echter, om, indien ik binnen kort hersteld was, my by den +Colonel te vervoegen, en, zoo goed ik konde, my naar Barbacoeba te +begeven. Myn been was op dit oogenblik zoo ontstoken, en zoo zwart, +uit hoofde van het dood vleesch, dat de Heelmeester van den Colonel +KNOLLAERT, beducht was tot de afzetting te zullen moeten besluiten, +en dat ik zonder zeer zwaare pyn niet recht op staan konde.--Ik zal +'er het lidteeken van dragen, zoo lang ik leeve. + +Geduurende dit myn agterblyven, ontfing ik dagelyks van PHILANDER en +andere Negers, welken ik altyd met zachtheid behandeld had, geschenken, +waar onder een kookzel van kool van Berg-Palmboom gevonden werd. Onder +alle zoorten van Palmboomen-kool is deeze de meest geachte. De boom, +die dezelve voortbrengt, verheft zig zomtyds tot de hoogte van vyftig +voeten. Zyn harde houtachtige stam, in zeer dicht op elkander volgende +gelederen verdeeld, en van binnen vol merg, even als de vlierboom, +heeft eene helder bruine kleur: deeze stam, die in evenredigheid van +zyne hoogte dik is, loopt zeer recht, en eindigt puntsgewyze, even +als de mast van een schip. In de hoogte word hy van eene donker groene +kleur, veroeorzaakt door de bekleedzelen, waar uit zig de takken vormen, +die horizontaal uitloopen, even als de kroon van een ananas of van een +pynappel. Deeze takken zyn van wederzyden bedekt met zwaare blaaden +van drie voeten lang, van eene donker groene kleur, zeer puntig, maar +gevouwen, verwardelyk geplaatst, en niet bevallig nederhangende, zoo +als die van den Latanus- of Kokos-boom. Het zaad is besloten in eene +zoort van bruine kelk of scheede, die uit het middenpunt der takken +voortspruit, naar den grond nederhangt, en in kleine ronde nooten +bestaat, die by elkander zittende, het voorkomen hebben van trossen +rozynen, maar naar maate van haaren omvang zoo lang niet. Indien +men de kool begeert, moet men den boom afhouwen. Dit geschied zynde, +berooft men hem van zyne takken, en van het groen bekleedzel, het welk +dezelve voortbrengt. Vervolgens neemt men het hart of de kool, die +wit is, en twee of drie voeten lang, dik als de arm van een mensch, +en rond als een cylinder van gepolyst yvoor. Zy bestaat uit ligte, +langwerpige en witte bladeren, naar zyde linten gelykende, en gereed +om het daar op volgend bekleedzel op te leveren, maar zoodanig in +malkander gesloten, dat zy een vast en breekbaar lichaam vormen. Deeze +vrucht, wanneer men ze raauw eet, heeft den smaak van een amandel, +schoon nog teederer en lekkerder: wanneer zy gekookt is, heeft zy +den smaak van bloemkool. Men plukt ook deeze lange en dunne bladen +een voor een af, en maakt 'er eene uitmuntende salade van. Maar de +kool der Palmboomen, het zy raauw, het zy gekookt, verwekt buikloop, +wanneer men 'er te veel van eet. In derzelver holligheid, na dat alle +de bladeren zyn weg genomen, legt een zwarte koren-worm zyne eieren, +waar uit de palmboom-wormen voortkomen. De zachte zelfstandigheid, +die nog in het hart van de kool overig is, dient, wanneer zy begint te +verrotten, aan deezen worm tot voedzel. De kool van den Latanus-boom +en andere zoorten van Palmboomen, word zoo groot niet, is minder zoet, +en van eene verschillende gedaante van die, waar van ik zoo even sprak. + +De Mauricy [11]is zekerlyk de grootste van alle Palmboomen, ja van +alle andere boomen, die in de bosschen van Guiana groeien. Ik kan +verzekeren, dat ik eenige boomen van dien naam gezien heb, wier +toppen meer dan honderd voeten boven den grond scheenen verheven te +zyn. Derzelver omvang was van tien of twaalf voeten aan het dikste +van den stam, dat is, op een vierde van den boom van den wortel +af gerekend; want van daar af vermindert hy, zoo wel naar beneden +als naar om hoog, eene byzonderheid, die misschien aan alle andere +Reizigers of Schryvers ontsnapt is. Hy heeft ook eene helder bruine +of gryze kleur, en is tot de plaats, alwaar de takken beginnen, in +gelederen verdeeld. Deeze takken neemen hunnen aanvang by den top +des booms, en zyn lang, groen en boogswyze gekromd, bloot tot aan +derzelver einde, waar uit lange en breede bladeren voortspruiten, +zynde gevingerd, en van eene bleek groene kleur, zeer regelmatig op +eene bolronde manier geschaard, en maakende een zoort van straalen, +zoo als een ronde waijer van zig afgeeft. Naar maate dat de jonge +takken zig uit het middenpunt naar den top verheffen, verwelken de +oude, hangen naar den grond, en worden de speelbal der winden. Uit +het midden der groene bladeren, trekken de Indianen lange vezelen +of witte draaden, zoo als zy van de zyde-plant doen. Deeze vezelen +zeer sterk zynde, maaken zy daar van netten om te visschen, koorden +om hunne bogen te spannen, of zy laten ze zoodanig als zy zyn, om 'er +zig tot andere gebruiken van te bedienen. Uit het middenpunt der takken +koomt het zaad voort, het welk ook in de gedaante van lange risten uyen +nedervalt. Ik heb verscheide afbeeldingen van deeze Palmboomen gezien; +ik durf verzekeren, dat ze niet getrouw zyn, en volgens verbeelding +of valsche beschryvingen uitgevoerd; maar ik staa 'er by het publiek +voor in, dat de tans aan hun aangebodene afteekening naar de natuur +en op de plaats zelve gemaakt is. Dezelve bevat den Berg-Palmboom, en +den Mauricy, boomen, die door hunne takken en bladeren van elkander +verschillen. Op de plaat, die ik den lezer aanbiede, beteekent de +letter A den stam van den Berg-Palmboom; de letter B deszelfs takken, +van den boom afgescheiden; en de letter C het zaad, of de kelk, +die het zelve in zig bevat; de D geeft den stam van den Mauricy te +kennen; de E een van deszelfs nederhangende takken; de F beteekent den +Korenworm, die den Palmboom-worm voortbrengt; de G dien worm zelven, +die zoo lekker, nog zoo vet niet is, dan die van de kool van den +Berg-Palmboom. Geene andere gelegenheid hebbende om te vertoonen, +op welke wyze de Indianen en de Negers op de boomen klimmen, heb ik +op deeze Plaat, onder de letter H, een der laatstgemelden vertoond, +die op een jongen Mauricy klautert. Geen van beiden doen dit door +den stam van den boom met de armen en beenen te omvatten, maar door +denzelven met de hand vast te houden, en 'er beurtelings den voet +op te zetten. Zy gaan alzoo voort op eene wonderbaarlyke manier; +en door dit middel scheurt hen de schors niet op; maar 'er is zeker +veel behendigheid, oeffening en kragt noodig, om daar in wel te slagen. + +Ik heb, zoo ik meen, breedvoerig genoeg gehandeld over deeze +onderscheidene zoorten van Palmboomen, en ik gaa tans over, om het +dagverhaal van onze krygs-verrigtingen te vervolgen. + +Ik heb gezegd, dat alle de Officiers, en de meeste soldaten, die den +post van de Hoop bezet hadden, gestorven of gevaarlyk ziek waren, +en dat ik aan de besmetting ontsnapt was. Maar, helaas! het was tans +myn beurt! ik had slechts een uitstel, en niets meer, want den 9den +wierd ik door die zelfde heete koorts aangetast, die alle de anderen +had in het graf gesleept, en waar aan myn Neger QUACO op dit oogenblik +zeer ziek lag. + +Den 14den, was ik genoodzaakt het bevel aan een ander Officier af te +staan, en Maagdenberg te verlaten, om my naar Paramaribo te begeven, +maar ik kon niet verder komen, dan Goet-Accord, alwaar men den +15den niets anders dan het oogenblik van mynen dood verwagtte. Tot +dit uiterste gekomen zynde, vond eene oude Negerin middel, om my +een weinig gekarnde melk, met garst en syroop van suiker gekookt, +te doen gebruiken; dit was het eerste voedzel, het welk ik, na dat +ik ziek geworden was, genuttigd had. Het deed my zekerlyk een zeer +grooten dienst; en des anderen daags was ik in staat om vervoerd te +kunnen worden. Myn kleine QUACO was ook veel beter. + +Des avonds van den 16den, kwam ik te Fauconberg aan, alwaar ik +een pakje met zeven of agt brieven van myne vrienden vond, gepaard +met een geschenk van gezouten ossen-vleesch, en gedroogde tongen, +Madera-wyn, Engelsch bier, rhum, en twee kruiken heerlyk citroen-sap +met suiker gemengd,en daarenboven een beste ham, en een fraaije +jagthond, die beide my gezonden waren door CHARLES MACDONALD, den +zelfden Engelschen matroos, met wien ik op de Hoop in vriendschap +geraakt was; beide zyne geschenken kwamen uit Virginie. Dit blyk van +erkentenis en edelmoedigheid van deezen braven jongen, beantwoordt +volkomen aan het waar caracter van den Engelschen zeeman, en deed +my groot vermaak. Onder het getal van myne brieven waren 'er twee, +voor my van het grootst gewicht, de een was van den heer LUDEN van +Amsterdam, en de ander van den heer DE GRAAF, zynen Bestuurder op +Paramaribo. Zy verwittigden my, dat myne beminnelyke JOANNA en myn zoon +ter myner beschikking waren, voor de somme van twee duizend gulden, +die, met de bykomende onkosten, byna twee honderd ponden sterling +zouden uitmaken, dog welke ik buiten staat was op dit oogenblik te +kunnen betaalen. Ik was reeds eene andere somme van vyftig ponden +sterling schuldig, welke ik geleend had, om den koopprys van mynen +Neger QUACO te voldoen; myne JOANNA, wel is waar, was my van eene +oneindig grootere waarde; en schoon men haar had gewaardeerd op het +twintigste gedeelte van de geheele Plantagie, die voor niet meer dan +veertig duizend guldens verkogt was, konde ik eene jeugdige vrouw, +met zoo veele volmaaktheden begaafd, niet te duur koopen; maar men +moest met dit al in staat zyn, om het te kunnen betaalen. + +SALOMON heeft met reden gezegd, dat goede tydingen, uit ver afgelegene +landen komende, voor de ziel dat geen zyn, het welk frisch water +voor een zeer dorstig mensch is. De berichten, die ik in dit +tydstip ontfing, deeden my in 't eerst herleven; maar eene nadere +overweging overtuigde my wel dra, dat het my onmogelyk was, om my +eene zoo groote somme aan te schaffen, en ik was ruim zoo ongelukkig +als te vooren. Intusschen deelde ik alle de ontfangene geschenken +onder de nabestaanden van JOANNA uit, uitgenomen echter den hond +en de ham. Deeze goede lieden baden my aan; en geduurende alle de +betuigingen van hunne liefde, riep ik uit: "Dat ik niet ryk genoeg +ben, om hen allen vry te koopen!" Ik bevond my toen uittermaten zwak, +niettemin oordeelde ik my in staat, om des anderen daags de Rivier af +te zakken, tot aan de Plantagie Bergshoven, waar van de Bestuurder, +de heer GOURLAY, de beleefdheid had, om my, in een gemakkelyk vaartuig +met zes roei-riemen, naar Paramaribo te laten brengen; maar ik stortte +wederom in, en ik kwam, des avonds van den 19den, in deeze Stad aan, +zynde naauwlyks meer in leven. Ik had den voorigen nacht op eene +Plantagie, Jalosy genaamd, doorgebragt, alwaar ik byna den geest gaf. + +Ik kan de Rivier Commewyne niet verlaten, zonder den lezer eene +afbeelding aan te bieden van een gezicht van Maagdenberg aan de +Tempaty Kreek, en nog een van den post van Calais, by de Hoop, aan +den mond van de Consavina-Kreek. + +Te dier tyd eene goede huisvesting by den heer DELAMARE hebbende, en +door de teederlievende JOANNA opgepast wordende, had ik ten minsten +rust; en den 25sten, bevond ik my in staat, om voor de eerste keer +uit te gaan, en by Mevrouw GODEFROY het middagmaal te gaan nemen. De +tafel was by deeze vrouw van de gezondste spyzen, en de verfrissendste +vruchten overvloediglyk voorzien. Onder de laatstgemelde, en de +planten, die tot herstelling der gezondheid geschikt zyn, en welke +dit Land voortbrengt, moet men verschillende zoorten van pepers en +de limoenen rekenen. De eerste zyn de cica-peper, de lattaca, en de +dago-pipy, zoo als de Negers dezelve noemen; want zy geven aan elke +zaak eene benaming naar de overeenkomst, die tusschen dezelve en +eenige andere zaak gevonden word. Deeze verschillende zoorten van +peper zyn in Europa bekend onder den naam van peper van Caijenne, +van piment, en van capsicum, of peper van Guinee. De naam van cica, +of chiga, welken men in Surinamen aan de eerste geeft, koomt daar van +daan, dat derzelver korrel gelykt naar het insect, chiga of chigoe +genaamd, het welk ik beschreven heb. De andere heeft de gedaante van +rotten-stronten. Deeze drie zoorten, gelyk ook alle andere, groeien +aan heesters, die groen zyn, en niet zeer hoog opschieten. De peper, +welke zy allen voortbrengen, is van de allerheetste, en trekt den +mond by een; wanneer zy ryp is, heeft zy een scharlaken, of liever +bloedkleur. De Europeanen eeten byna geene spyzen, welken zy niet +met peper aanzetten: de Negers, en vooral de Indianen slokken ze met +geheele greepen in, niet alleen om dat zy 'er ongemeen veel van houden, +maar ook om dat zy dezelve als een uitmuntend geneesmiddel tegen een +groot aantal kwalen beschouwen. + +De limoenen groeijen aan een zeer schoonen boom, genaamd Limoen-boom, +waar van de bladen en vruchten veel kleiner zyn, dan die van den +citroen-boom, en de laatstgemelden van een veel schitterender geele +kleur, dan de citroenen. Zy hebben ook een veel fyner schil, en zyn +vol van een zuur sap, het lekkerste, dat ik ken, en waar van de geur +alleraangenaamst is. Deeze vruchten zyn zeer nuttig voor de soldaten +en matroozen, die ze in dit Land voor het opraapen kunnen krygen, +zoo dat men hen niet zeldzaam hunnen ledigen tyd ziet doorbrengen, +met dezelve in groote meenigte te verzamelen, om ze met manden vol +naar het schip te voeren. Men ontmoet, door de geheele Volkplanting +van Surinamen, heggen van Limoen-boomen; en by de Stad Paramaribo +groeijen zy aan den weg. Het is zeer te bejammeren, dat men deeze +limoenen niet naar Europa kan overvoeren; maar men voert vaatjes, +met derzelver sap gevuld, derwaarts. De inwooners deezer Volkplanting +leggen ze in suiker, en bewaaren ze in groote aarde kruiken. + +Op het na-gerecht van deeze zelfde maaltyd, merkte ik, onder +verscheide uitmuntende vruchten, een zoort van appel op, welken men +alhier mammy noemt. Deeze groeit aan een boom van de gedaante van +een oranje-boom, waar van de schors grys is, het hout witachtig en +ruw, en het blad zeer dik, glad, driehoekig en zonder vezelen. Deeze +vrucht, die byna rond is, en eenen omtrek van vyf of zes duimen maakt, +is met eene harde en roest-kleurige schil bedekt; derzelver vleesch +heeft de kleur van wortelen, en ook dezelfde vastheid. Het bevat twee +groote nooten, waar van de amandelen bitter zyn; maar de vrucht heeft +een uitmuntenden smaak: het is een mengzel van zuur en geurigheid, +het welk alle andere in deeze Volkplanting overtreft. Men vindt in +Surinamen ook tweederlei zoort van amandelen, gewoonlyk door de Negers +pistaches en pinda genoemd. De eerste gelyken naar kleine kastanjes, +en groeien als trossen aan den boom; de tweede worden voortgebracht +door een heestergewas, en vormen zig onder den grond. [12] Beide +zoorten van deeze amandelen zyn olyachtig en zoet; de laatstgemelde +bevat 'er twee in eene schel; alle zyn zy aangenaam om raauw te eeten, +maar nog beter, wanneer zy onder heeten asch gebraden worden. + +Dewyl ik van vruchten spreek, is het hier, zoo ik meen, de plaats, +om eene misslag van Mejuffrouw DE MERIAN aan te roeren, die verklaart, +dat de druiven in Guiana gemeen zyn. Deeze misslag is des te sterker, +dewyl men weet, dat de vruchten, die alleen in eene kleine dunne +schel besloten zyn, als de druiven, [13] de kerssen, de aalbessen, +de aardbezien, de pruimen, de abrikosen, de persiken, en zelfs de +appelen en peeren, de brandende hette van den zonne-keerkring niet +verdragen kunnen. + +My tans op nieuw te Paramaribo bevindende, is het, zoo ik meen, +voegzaam, om het dieren- en planten-ryk voor eenigen tyd te verlaten, +en den aandacht van den lezer op het regerings-bestuur van deeze +schoone Bezitting te vestigen; een onderwerp, het welk hy misschien +zedert lang verwagtte. + +Ik heb reeds gezegd, dat twee derde der Surinaamsche Volkplanting +tegenwoordig aan de Stad Amsterdam behooren, en dat de West-Indische +Maatschappye eigenaar is van het laatste een derde gedeelte. Ik heb +ook te kennen gegeven, dat de rechterlyke macht door onderscheidene +Raaden van rechts-oeffening word uitgeoeffend. Ik zal dezelve dus tans +in hunne orde aanwyzen, zoo als my dit door den Gouverneur, den heer +NEPVEU, is mede gedeeld. De eerste is de Raad van Crimineele Justitie, +en van Politie. Dezelve bestaat in het geheel uit dertien leden, wier +ampten voor hun leven zyn. De Gouverneur, die 'er de Voorzitter van +is, verkiest dezelven uit eene dubbele lyst, die hem door de inwooners +word aangeboden. De Commandant, of de afgezonden Gouverneur, is eerste +Raad. De bedienende Leden van dit Hof zyn derhalven; + + +De Gouverneur, +De Commandant, +Een Procureur-Fiscaal, +Een Secretaris, +Negen Raden. + + +De kennis van alle lyfstraffelyke zaaken behoort aan deezen Raad; +maar de Gouverneur heeft het recht van schorssing der vonnissen, +en zelfs om genade te bewyzen. + +De Raad van Civiele Justitie bestaat ook uit dertien Leden, die door +den eerstgemelden Raad verkooren, en alle vier jaaren vernieuwd +worden. De Gouverneur is aldaar ook Voorzitter, en de bedienende +Leden zyn: + + +De Gouverneur, +Een Procureur-Fiscaal, +Een Secretaris, +Tien Raden. + + +Deeze Raad neemt kennis van alle burgerlyke rechts-zaken, en zelfs +van geringe beledigingen. + +Na deezen koomt het Subalterne Collegie, of Kamer van kleine zaken, +bestaande uit elf Leden, die al mede door den Gouverneur en het +eerstgemelde Hof verkozen worden, en behalven den Secretaris, wiens +ampt voor zyn leven is, insgelyks alle vier jaaren vernieuwd, en +uit de laatst afgegaane Justitie-Raden genomen worden. De bedienende +Leden van dit Collegie zyn derhalven: + + +Een Vice-President, +Een Secretaris, +Negen Raden. + + +Het zelve heeft het opper-toezicht over de openbaare gebouwen, over +de straaten, over de laanen van oranje-boomen, over de grachten, +enz. Het beoordeelt ook de twistgedingen beneden de twee honderd en +vyftig guldens; alle geschillen over grootere sommen moeten voor het +Hof van Civiele Justitie gebragt worden. + +'Er is ook nog een ander Collegie, namelyk de Wees- en onbeheerde +Boedel-kamer. Het bestaat uit + + +Verscheiden Commissarissen, +Een Secretaris, +Een Boekhouder, +Een Thesaurier, +En eenen anderen gezworen Secretaris. +De bedienden der Finantie zyn: +De Ontfanger der in- en uitgaande rechten, +De Ontfanger der groote en kleine imposten, +De Ontfanger van het hoofd-geld. +De Ontfanger der renten. + + +Ik zal van de bedieningen deezer Amptenaaren meer opzettelyk +spreken, wanneer ik de algemeene inkomsten deezer Volkplanting +zal behandelen. Ik bepaale my tans tot het geen derzelver +Regeerings-bestuur betreft. Ik heb reeds gezegd, dat de Gouverneur aan +het hoofd der burgerlyke en der krygszaaken is; de andere openbaare +amptenaaren zyn voornamelyk: + + +De Secretaris van zyne Excellentie, den Gouverneur, +Een Provoost, met het doen vervolgen der Negers belast, +De Commissarissen van de Magazynen der levensmiddelen, +Vier Opzichters over den uitvoer van de suiker, +Een Opzichter over de vaten melasse, of syroop van suiker, +Een Opzichter over alle de Noord--Americaansche schepen. +Twee Omroepers, +Twee Sergeanten of Boden van den Raad, +Twee Landmeeters, +Drie Meters van timmerhout, +Een Opzichter over het vee, enz. +Een Opzichter over de maaten en gewichten, +Drie Hollandsche Predikanten, +Een Fransch Priester, + +Een Lutersch Predikant, +Drie Meesters van openbaare Schoolen, enz. + + +De krygsmacht bestaat uit elf Compagnien. Elk van dezelve heeft +tot Officiers, een Capitain, een Lieutenant, een Ouder-Lieutenant, +een Vaandrig, een Secretaris, en een Kassier. De Capitains zyn +doorgaans gezworen Priseerders by het verkoopen der Plantagien, +aan de verschillende Rivieren in hunne wyk gelegen. + +Zie daar, welke de voornaamste amptenaaren van het bestuur in de +Volkplanting van Surinamen zyn. Dit bestuur zoude niet kwaad zyn, +indien het niet door eene snoode gierigheid besmet wierd, tot groot +nadeel van deeze schoone Bezitting in 't algemeen, en van derzelver +inwooners in 't byzonder. Deeze Volkplanting, wel bestuurd wordende, +zoude een hof van Eden zyn, niet alleen voor de Europeaanen, maar zelfs +voor de slaven. Het zoude niet moeielyk zyn verbeteringen op te geven, +noch ook dezelve uit te voeren. Ik zal by eene andere gelegenheid de +aanmerkingen mededeelen, welken ik ten deezen opzigte gemaakt heb; +en ik twyfele geenzints, of een weinig oplettenheid op een enkel +punt, zal de gelukkigste uitwerkingen voortbrengen. En kan ik dan +al, even gelyk de Samaritaan, geen balsem op alle wonden gieten, +ik zal ten minsten het geneesmiddel kunnen aanwyzen, het welk, op +eene gepaste wyze gebezigd wordende, de kwaaien van een groot getal +lieden geneezen zoude. + +Ik heb de onaangenaame taak ondernomen, om te bewyzen, hoe deeze +Volkplanting, door bloeddorstige en gewelddadige middelen, zig zoo +dikwils op den oever van haaren ondergang gezien heeft. Hoe roemryker +zoude het zyn voor hun, die 'er de magt toe in handen hebben, om niet +alleen haar te redden, maar ook met haar, veele fraaie Volkplantingen +in de West-Indien! zy zouden dit doen door middel der beoeeffening +van eene uitdeelende en algemeene gerechtigheid, en door het geven +van een loffelyk voorbeeld van goedwilligheid en menschelykheid. + +Ik kan van de verhandeling van het staatkundig bestuur in Surinamen +niet afstappen, zonder het afschryven van deszelfs zinspreuk, die +met de daaden zoo weinig overeenkomstig is. Zy is deeze: "Justitia, +pietas, fides." De wapens zyn in drie deden verdeeld, bevattende, +zoo ik meen die van 't Huis van Sommelsdyk, van de West-Indische +Maatschappye, en van de Stad Amsterdam: zy worden gedragen door +twee klimmende leeuwen, en dienen om het papieren geld te zegelen, +enz.--Maar laat ik myn verhaal vervolgen. + +Den 30sten, ontmoette ik dien goeden matroos, CHARLES MACDONALD, +en dewyl ik dertig kruiken Jamaicasche rhum gekocht had, gaf ik 'er +hem eenige van, om hem het geschenk van een ham en van een hond te +vergelden; ik voegde 'er een schulp van paerel d'amour by, met zilver +beslagen, welke ik hem verzogt tot eene gedachtenis te bewaren. Deeze +brave jongen ging des anderen daags weder naar Virginie scheep, aan +boord van de Peggy, waar van Capitain was LOUIS, die my beloofde hem +tot zynen Stuurman te zullen bevorderen. + +De hond, waar van ik zoo even sprak, herinnert my twee aanmerkingen, +welke ik in Guiana omtrent dit zoort van dieren gemaakt heb. De +eerste is, dat zy aldaar het vermogen of de hebbelykheid van blaffen +verliezen: het is zelfs eene zeer bekende zaak, dat de honden, die +aldaar geboren zyn, nooit geblaft hebben. De tweede is, dat zy aldaar +nooit door de watervrees worden aangetast, ik herinner my ten minsten +niet een enkelen dollen hond in deeze Volkplanting gezien te hebben, +noch 'er van te hebben hooren spreken; deeze laatste byzonderheid is +des te opmerkelyker, om dat deeze verschrikkelyke ziekte, in andere +Landstreeken, doorgaans word toegeschreven aan de drukkende hette van +de honds-dagen, het geen die benaming genoegzaam aanduidt. De Indianen, +of inboorlingen van Guiana, hebben allen honden, waar van zy zig tot +de jagt bedienen. Deeze dieren zyn mager en klein, zy hebben kort +hair van eene vuile witte kleur, een langwerpigen snoet, en recht +op staande ooren; zy zyn zeer bekwaam om het wildt op te spooren; +maar zy hebben alle de gebreken van de kleine jagthondjens. Ik moet +niet vergeten op te merken, dat, schoon de Americaansche honden niet +blaffen, zy niettemin een zeer sterk geknor doen hooren. De myne, +die, zoo als ik gezegd heb, uit Virginie kwam, was in dit stuk zoo +lastig, dat een van myne buuren hem, na verloop van veertien dagen, +dat hy by my was, met een snaphaan dood schoot. + +Byna op deezen zelfden tyd, kwamen verscheide huisgezinnen van +Americaansche vluchtelingen te Paramaribo aan, die verjaagd waren door +den oorlog, welke tusschen myn geboorteland en deszelfs Volkplantingen +ontstaan was; ik was in de daad over hun lot aangedaan, en ik moet +verklaaren, dat niemand ooit meer vriendschap aan een Engelschman +betoonde, dan zy my by een groot aantal gelegenheden bewezen. + +Den 3den Augustus, wanneer de heer DE GRAAF, die alles met den heer +LOLKENS op de Plantagie Fauconberg regelde, in de stad te rug kwam, +dacht ik, dat het voegzaam was, om zelf met hem eene schikking te +maken, en hem voor te stellen van my een handschrift aan te nemen, +tot dat ik de somme dadelyk betaald zoude hebben, waar voor men +toestond JOANNA, en mynen zoon aan my te verkoopen, eene somme, +die ik bereid was op myne verteeringen uit te spaaren, door, indien +het mogelyk was, alleen van brood, zout en water te leven; en zelfs, +in weerwil van deeze ongemeene soberheid, had ik twee of drie jaaren +noodig, om dezelve by een te halen. De Voorzienigheid liet my niet +in deeze verlegenheid; zy zond ter myner hulp die uitmuntende vrouw, +Mevrouw GODEFROY, die zoo dra niet onderricht was van de smartelyke +gesteldheid, waar in ik my bevond, of zy noodigde my by haar ten eeten, +en na den maaltyd, sprak zy my in deezer voegen aan: + +"Ik weet, myn lieve STEDMAN, welke uwe gevoelens zyn, en dat het +voor een Officier volmaakt onmogelyk is, zoodanig ontwerp, als +het uwe, met zyne inkomsten uit te voeren; maar begryp, dat men, +zelfs in Surinamen, in zyne vrienden eenige deugd kan ontmoeten: uwe +blakende liefde voor deeze jonge vrouw, die dezelve zoo waardig is, +en voor uwen zoon, moet, ten spyt van dwaasheid en onverstand, u de +achting van alle weldenkende lieden doen verwerven. Ik ben over uwe +handelwyze in deeze zaak dermaten getroffen, dat ik my zelve zoude te +beschuldigen hebben, indien ik u in de volvoering van zulke loffelyke +oogmerken niet behulpzaam was; staa my derhalven toe, om in uw geluk, +en in dat van de deugdzaame JOANNA, en haaren zoon, deel te nemen, +door u te verzoeken, eene somme van twee duizend guldens, of zelfs eene +grootere somme, zoo gy die benoodigd hebt, aan te neemen. Zie daar dit +geld, STEDMAN; ontruk daarmede de onschuld, de deugd, de schoonheid, +aan de dwinglandye, aan de onderdrukking, en aan de verguizing". + +Deeze achtenswaardige vrouw, ziende dat ik haar aankeek, in een staat +van volmaakte verstomming, en als of ik het vermogen van spreken +verloren had, vervolgde haar gesprek, met eene aanbiddelyke goedheid: + +"Laat uwe kieschheid, myn lieve vriend, zig niet ontrusten, noch +over deeze zaak bekommeren. Soldaten en zeelieden moeten geene groote +plichtplegingen maken. Alles wat ik van u vorder, bestaat hier in, dat +gy van dat alles geen enkel woord spreekt".--Zoo dra ik weder in staat +was om te spreeken, antwoordde ik haar: "Dat myne geheele verlegenheid +daar in bestond, op welke gepaste wyze ik aan haar betuigen zoude, +hoe zeer ik van haare edelmoedige goedheid doordrongen was." Ik +voegde 'er by: "Dat JOANNA, die my zoo dikwerf het leven had doen +behouden, zekerlyk myne onoephoudelyke liefde verdiende, maar dat myne +dankbaarheid niet minder duurzaam zyn zoude omtrent iemand, die my in +de mogelykheid stelde, om eene jonge vrouw van zulke groote verdiensten +van de slavernye vry te koopen;" en ik eindigde, met aan deeze Mevrouw +te kennen te geven; "Dat ik voor het tegenwoordige niet het minste +gedeelte van die somme zoude aanraken, maar dat ik des anderen daags de +eer zoude hebben haar wederom te zien;" en oogenblikkelyk vertrok ik. + +Ik was zoo dra niet t'huis gekomen, of ik verhaalde JOANNA, het geen +'er was voorgevallen. Zy smolt dadelyk in traanen weg, en riep uit: +"Gado sa bresse da woma! God zegene deeze vrouw." Zy hield aan, dat +ik haar aan Mevrouw GODEFROY verpanden zoude, tot dat de geheele +somme aan dezelve zoude zyn te rug gegeven. JOANNA verlangde wel +vuuriglyk, om haaren zoon vry te zien; maar zonder de voorwaarde, door +haar opgegeven, weigerde zy volstrektelyk de vryheid voor haar zelve +aan te neemen. Ik zal geen tafereel pogen te schetsen van den stryd, +dien ik tusschen liefde en plicht moest doorstaan; ik zal my bepaalen +met te zeggen, dat ik het verlangen van dit beminnelyk schepzel, +wier gevoelens my meer en meer bekoorden, inwilligde. Ik verklaarde +derhalven by geschrift, en overeenkomstig haare toestemming, dat +JOANNA, van dien dag af aan, aan Mevrouw GODEFROY toebehoorde, tot +dat ik haar de geheele somme, welke zy my geleend had, betaald zoude +hebben; en des anderen daags bragt ik haar, met toestemming haarer +nabestaanden [14] by deeze Mevrouw, alwaar zy zig voor haare voeten +werpende, haar het geschrift ter hand stelde. Maar de onvergelykelyke +Mevrouw GODEFROY had het zelve zoo dra niet doorloopen, of zy riep uit: +"Laat dit alzoo geschieden! koom, myne JOANNA, ik neem u, niet voor +myne slavin, maar tot myn gezelschap. Ik zal voor u eene wooning +in myne orangerie doen bouwen; myne slaven zullen u aldaar dienen, +tot dat de Voorzienigheid over my beschikt; dan zult gy u volmaakt +vry zien, zoo als gy in de daad zyn zult op het oogenblik, dat gy +uwe vryheid begeert, als welke gy, zoo door uw goed gedrag, als van +wegen uwe afkomst, [15] ontwyffelbaar verdient." Op deeze voorwaarden +ontfing ik den 9den het geld, en ik bragt het den zelfden dag in +myn hoed aan den heer DE GRAAF. Het zelve op zyne tafel hebbende +nedergelegd, verzogt ik hem eene behoorlyke quitantie; en JOANNA +was niet meer afhangelyk van de elendige Plantagie Fauconberg, +maar alleen van de bescherming der eerbiedwaardigste vrouw, die +in de Hollandsche bezittingen, ja misschien in de geheele weereld, +gevonden word. Zy bedankte my met eenen oogwenk, welke geen Engel +zelfs met een bekoorlyker indruk konde toevoegen. + +De heer DE GRAAF, het geld hebbende nageteld, zeide my: "Myn lieve +STEDMAN, van deeze somme komen my, als bestuurder der Plantagie, +twee honderd guldens. Gedoog, dat ik dezelve niet aanneeme, en alzoo +in deeze gelukkige gebeurtenis deele. Ik zal my volkomen betaald +oordeelen door het genoegen, van tot het geluk van twee lieden, +die zoo veel achting verdienen, te hebben mogen medewerken." + +Na deezen belangloozen vriend bedankt, en hem vriendschappelyk de hand +gedrukt te hebben, bragt ik oogenblikkelyk de twee honderd guldens +aan Mevrouw GODEFROY te rug, en wy waren allen gelukkig. + +De menschlievenheid van deeze vrouw bepaalde zig toen niet tot den +dienst, dien zy ons deed, want, de deerniswaardige gesteldheid der +zieken op Maagdenberg vernomen hebbende, zond zy hun ten geschenke +een vaartuig, beladen met vruchten, groenten, en allerleie zoorten +van ververschingen. + +Den 7den Augustus, schreef ik aan den heer LUDEN, om hem van deeze +schikking kennis te geven, en hem te bedanken, dat hy van het +gewichtigste gedeelte van zynen eigendom wel hadde willen afstand +doen. Myne enklauw op dit oogenblik byna genezen zynde, schreef ik +ook aan den Colonel, dat ik de eer zoude hebben, my binnen eenige +dagen by hem te vervoegen. Ik zond deezen brief naar Barbacoeba, +want hy bevond zig aldaar; steeds, terwyl de onverschrokken Capitain +STOELEMAN, met eenige Neger-Jagers de bosschen van eenen anderen kant +doorkruistte: dien zelfden dag had hy vier der oproerige Negers naar +Paramaribo gezonden. [16] + +Den 10den, volmaakt hersteld zynde, en my gereed bevindende om in de +bosschen te trekken, nam ik afscheid van myne vrienden, en van myn +klein huisgezin, het welk ik by den heer DELAMARE liet, die 'er my om +verzogt. Ik vertrok dus wel gemoed in een overdekt vaartuig, om mynen +vyfden veldtocht te beginnen, en in de hoop van den Colonel FOURGEOUD +te vergezellen. Hy vereenigde alle zyne kragten, en maakte de noodige +toebereidzels, om binnen eenige dagen den vyand te gemoet te trekken. + +Den 14den, kwam ik te Barbacoeba, aan het bovenste gedeelte van de +Cottica; de zelfde plaats, waar ik my bevond, toen ik den slang Aboma +doodde. Ik vond aldaar den Bevelhebber, die my zeer vriendelyk ontfing, +en gereed stond om des anderen daags te vertrekken. Nooit zag ik de +soldaten zoo bemoedigd, noch zoo stipt den dienst waarnemende. Zy +wierden door verschillende beweegredenen aangezet: de een, door het +vermaak om te vechten; de ander door een geest van wraakzucht tegen +de muitelingen; zommigen, die de bedaardsten waren, door de hoop van +deezen oorlog te zien eindigen; anderen eindelyk hadden verdriet in een +leven, dat door een gestrengen dienst en door ziekten beurtelings wierd +afgewisseld, en verlangden, om een roemryk einde aan hunne elende te +maken; want 'er is geen ongelukkiger leven, dan dat van een soldaat +of matroos, die aan vochtigheid, of aan de hette van eene brandende +zon, in het midden van eindelooze bosschen, onder den zonne-keerkring +gelegen, by aanhoudenheid is blootgesteld. + +EINDE VAN HET TWEEDE DEEL. + + + + + +BERICHT VOOR DEN BINDER. + +XVII. Wachtpost van Vrydenburg, aan de Rivier Maroni.--Mitsgaders +gezicht van drie Legerplaatsen, aan de Wana-Kreek: te plaatsen tegen +over [20] + +XVIII. Gezicht van de Reede en Stad Paramaribo [40] + +XIX. Platte grond der Stad Paramaribo [44] + +XX. Eene Slavin, behoorende tot het geslacht der Quarteronnes Slaven +[54] + +XXI. Eene Samboe Slavin, wier lichaam door zweepslagen is van een +gereeten [88] + +XXII. Eene Indiaansche Familie, tot het geslacht der Caraiben +behoorende [158] + +XXIII. Wapenen, Huisraad en Cieradien der Indianen [206] + +XXIV. Gezicht van den Wachtpost de Hoop, en van de Plantagie +Klarenbeek, beiden aan de Commewyne [212] + +XXV. De Aapen, genaamd Coiata, en Saki-Winki [224] + +XXVI. Tak van den Roucou- of Arnotta-Boom.--Riviervisch, genaamd +Dago-Faisy.--En de New-Mara [236] + +XXVII. Een Surinaamsch Planter, in zyn morgen-gewaad [282] + +XXVIII. De Koolboom; en Palmboom, Mauricy genaamd [302] + +XXIX. Post van Maagdenberg, aan de Tempaty-Kreek.--En Post van Calais, +aan de Cassivica-Kreek [306] + + + + + + +NOTES + +[1] Volgens Mejuffrouw MERIAN en LINNAEUS is STEDMAN in dit verkeerd +begrip gevallen. De eijeren van de Pipal, uit het lichaam van het +wyfjen uitkomende, worden door het mannetjen vruchtbaar gemaakt; op +de zelfde wyze, als die van alle andere kikvorschen of padden. Het +mannetje duwt ze te gelyker tyd onder zyn buik, en spreidt ze uit +op den rug van het wyfjen: de eijeren kleeven aan de huid vast, +en het vruchtbaarmakend vocht van het mannetje, het geen dezelve +besproeit, doet de bekleedzelen van den rug opzwellen. De eijeren +intusschen worden dik, de jongen broeien uit, komen uit hunnen dop, +en een waarnemer, die hen op dit oogenblik ontmoet, zou gelooven, +dat zy op den rug zelven van hunne moeder zyn voortgebracht. + +Aantekening v. d. Franschen Vert. + +[2] Men leest in de Beschryving der Dieren van den heer PENNANT, +dat deeze zelfde ARSCOTT, een Engelschman, zoo verre gekomen is, dat +hy eene gemeene padde eenigermaten heeft tam gemaakt. Dezelve was van +eene ongemeene grootte; het was omtrent zes-en-dertig jaaren geleden, +dat deeze padde zig voor de eerste maal aan den vader van ARSSCOTT +vertoond had; hy had langen tyd onder een trap gehuisvest. De zorg, +die men voor zyn onderhoud droeg, maakte hem tot een huisdier, +zoodanig dat hy alle avonden, wanneer hy licht in huis bemerkte, +voor den dag kwam, en de oogen opsloeg, als of hy verwagtte, dat men +hem zoude opvatten, om op de tafel zetten. Aldaar vond hy zyn eeten +klaar gemaakt; dit bestond uit wormen, van het zoort, zoo als men op +bedorven vleesch ziet te voorschyn komen: men bewaarde dezelve voor +hem in zemelen. De pad ging dezelve met aandacht na; en wanneer zig +een van deeze wormen onder zyn bereik bevond, bespiedde hy dien met +het oog, en bleef eenige oogenblikken onbeweeglyk; vervolgens wierp hy +eensklaps zyne tong van verre op den worm, die 'er aan bleef hangen, +door middel van een lymig vocht, waar mede dezelve aan het einde +bestreeken was; deeze beweeging van de tong was zoo gezwind, dat +'er de toekyker geen oog op houden konde. + +Het is waarschynlyk, dat deeze padde zeer lang geleefd zoude hebben, +zoo niet een huis-raaf hem op zekeren tyd by den ingang van zyn hol +had aangepakt. De pogingen, welke ARSSCOTT deed, om de padde aan +zynen vyand te ontrukken, konden niet beletten dat deeze hem een +oog uitpikte; schoon hy naderhand nog een jaar geleefd heeft, wierd +hy treurig en kwynende. Hy had veel moeite, om zynen buit meester +te worden, dewyl het verlies van zyn oog hem het vermogen benam, +om denzelven juist te mikken. + +Aanteeken. v. d. Franschen Vert. + +[3] Indien men zommige reizigers gelooven mag, maakt de Trompetter +zig meester van de voorplaats. Des morgens jaagt hy alle de kalkoenen, +eendvogelen en andere huisdieren naar buiten; en des avonds noodzaakt +hy dezelve om te rug te komen: hy zelf sluit zig niet op; hy slaapt +of op het dak van de voorplaats, of op een naby staande boom. + +Aant. v. d. Fransschen Vert. + +[4] Deeze driehoeken hebben drie punten, zynde lang en met weerhaken, +gelykende naar kleine dreggen, en die uit een yzeren halsband uitkomen. + +Aanteek. v. d. Schryver. + +[5] De Lepelaar, of Becharu, is de Flamant van BRISSON, of de +Flamant van BELON, en de Phoenicopterus der ouden. Men zegt, dat de +laatstgemelde naam, afgeleid van den naam, dien de Grieken aan deezen +vogel gegeven hebben, volgens deszelfs oorsprong beteekend, een vogel +met vuur-kleurige vlerken, en schildert zeer wel den Phoenicopterus, +wiens vlerken in de daad van een zeer levendig roode kleur zyn. De +naam van Becharu is hem gegeven uit hoofde van de byzondere gedaante +van zyn bek, die gekromd is als het kromhout van een ploeg. + +Deeze vogel is eenig in zyn zoort, en maakt een geslacht op zig +zelf uit. Men vind die op 't oude vaste Land; en in Europa, op de +kusten van Spanjen, Italien, Provence, en Languedoc. De Americaansche +Indianen maken, van zyne fraaije vederen, halsbanden, mutsen, gordels, +waar mede zy zig vercieren. Het vleesch van den jongen Phoenicopterus +wierd door de ouden als eene uitgezochte spyze beschouwd. + +[6] Het schynt, dat dezelve de pacobe of bacove van Cayenne is. Men +noemt de vrucht van den Bananen- en Plantain-boom doorgaans bananen; +maar wy hebben dezelven, met den Schryver van dit werk, onderscheiden, +door aan de vrucht van den laatstgemelden, den naam van plantain +te geven. Dit was noodzakeiyk, want hy verwart ze niet, en spreekt +dikwils van beiden te gelyk. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[7] De Schryver van deeze reize verwyst hier den lezer tot de meer +uitgebreide opgaven, door Dr. BANCROFT aangaande dit vergift gegeven +in zyne natuurlyke Geschiedenis van Guiana, een werk, weinig of in +'t geheel niet in Frankryk bekend. + +BANCROFT begint met te verhaalen, het geen DE LA CONDAMINE voor hem +nopens dit vergift gezegd heeft; zie het zelve hier: "De Yamcos zyn +zeer afgericht op het maken van lange pylkokers, die het gewoonste +jagt-wapen der Indianen zyn. Zy doen daar in kleine pylen van palmhout +passen, welke zy, in plaats van met vederen, met een kleine kloen +catoen voorzien, die de buis naauwkeurig vult. Zy werpen dezelve +door blaazen dertig of veertig schreden ver, en missen byna nooit te +raken. Een zoo eenvoudig werktuig vervult by alle deeze volken met zeer +veel voordeel het gebrek van schietgeweer. Zy doopen de punt van deeze +kleine pylen, als mede die van hunne bogen, in zulk een scherp vergift, +dat het zelve, wanneer het versch is, in minder dan een minuut het dier +doodt, het welk door den pyl gewond is. Schoon wy snaphaanen hadden, +hebben wy, aan de Rivier, nooit wildt gegeten, het welk op eene andere +wyze gedood was, en dikwils hebben wy de punt van den pyl onder den +tand gevonden; daar by is geen gevaar hoe genaamd; dit vergif werkt +niet, dan wanneer het onder het bloed koomt. Dan is het voor den +mensch niet minder doodelyk, dan voor andere dieren. Het tegengift +is het zout, en nog zekerder de suiker"--Op een andere plaats: + +"Dit vergift is een uittrekzel, door middel van het vuur gemaakt, uit +de sappen van onderscheidene planten, en in 't byzonder van zekere +heestergewassen. Men verzekert, dat het vergift, ticunas genaamd, +zynde het zelfde, waar mede ik de proef genomen heb, het welk onder +de verschillende zoorten, die langs de Rivier der Amazonen bekend +zyn, het meest geacht is, uit meer dan dertig zoorten van kruiden is +zaamgesteld". (Verkort verhaal van eene reize door de binnen-landen +van Zuid-America gedaan.) + +"De ticunas (dus vervolgt Dr. BANCROFT) wordt waarschynlyk gemaakt +van de zelfde kruiden, als de wourara, een vergift, het welk zynen +naam ontleent van het heestergewas, het welk 'er de grondslag van +uitmaakt. Het vergift der Accawaus-Indianen, het welk voor het +geweldigste gehouden wordt, bestaat slechts uit vyfderley kruiden, +wel verre, dat het uit dertig zoude bestaan, zoo als de heer DE +LA CONDAMINE van de ticunas opgeeft. Andere volken echter, en in 't +byzonder de Arrawks, voegen 'er naar goedvinden de tanden en lever van +een vergiftige slang, als mede roode peper, by; het laatste, om 'er de +werking van te vermeerderen. De Worrows mengen 'er een grooter getal +kruiden onder, misschien uit bygeloovigheid, of om dat zy zig door +onkunde verbeelden, dat zy, meerder dingen onder elkander mengende, +de verlangde uitwerking des te zekerder bekomen zullen. + +"Zie hier het voorschrift van het vergift der Accawaus, het welk +verscheiden van hunne Peji of Geneeskundigen my op verschillende tyden +gegeven hebben: allen stemden zy over een met opzigt tot het zoort en +getal der planten; zy verschilden alleenlyk in de hoeveelheid of gifte. + +Men neemt van alle de kruiden, waar uit dit mengzel bestaat, even veel. + +Men neemt zes deelen van de schil van den wortel van wourara, twee +van de schors van warra cobba courra; een van de schil van den wortel +van concassapi, een van balleti, en eindelyk een van hatchybaly. + +Men schraapt alles fyn, doet het in een kruik, en giet 'er water +op. Men zet deeze kruik op een matig vuur, zoo dat het na verloop +van een vierde van een uur begint te koken. Dit gedaan zynde, moet +men het sap met de hand uitdrukken, zorg dragende, dat de huid niet +ontvelle. Men werpt de bast weg, en doet vervolgens het sap op een +matig vuur uitdampen, tot op de dikte van pik en teer. Dan neemt men +het af, en men doopt daar in kleine platte stukken cokarito hout, (een +zoort van palmhout,) waar aan het vergift, wanneer het koud is, blyft +hangen, en dan de gedaante heeft van een roodachtig bruine gom. Deeze +stukken hout dus bestreken zynde, steekt men dezelve in groote holle +rottingen, aan beide einden met een huid toegemaakt. Wanneer men een +pyl wil vergiftigen, werpt men een van deeze stukken hout in 't water, +of men houdt het zelve boven den rook van 't vuur, om door dien damp +week te worden; in het eerste geval doopt men de pyl in 't water, en in +'t tweede wryft men die tegen dit stuk hout. De kleinste hoeveelheid +van dit vergift, door eene wonde in de bloedvaten van een dier gebragt +zynde, doet het zelve in minder dan een minuut sterven, zonder eene +blykbaare waare pyn, schoon men zomtyds ligte stuiptrekkingen op het +oogenblik van den dood bemerkt. + +De heer DE LA CONDAMINE zegt, dat de Indianen misdadige vrouwlieden +tot het bereiden van dit vergift gebruiken, en dat, wanneer zy den +geest geven, zulks een bewys is, dat het genoeg gekookt heeft: dit +gelykt zeer naar een verdichtsel. De Indianen, die in den omtrek +der Volkplanting van Demerary woonen, doen, hun vergift in de vrye +lucht uitdampen, tot dat het zyne volkomene dikte verkregen heeft, +en zulks zonder het minste gevaar. + +"De kruiden, die tot het zamenstellen van dit vergift der Accawaus +gebruikt worden, zyn heestergewassen van onderscheiden zoort. + +"Ik heb 'er de proef mede genomen op dieren die ziek waren, en weinig +bloed hadden; ik bevond, dat het een langzaamer uitwerking deed, +dan op sterke en gezonde dieren. + +Men weet geen zeker tegengift tegen dit vergift. Ik twyffel, of +eenig geneesmiddel, langs den weg, tot de spysverteering geschikt, +ingenomen, schielyk genoeg kan werken, om deszelfs verschrikkelyke +gevolgen voor te komen. Om de uitwerking van de ticunas tegen te gaan, +geeft DE LA CONDAMINE het zout, en als een zekerder middel de suiker +op. De blanke inwooners van Demerary schryven dezelfde kragt aan het +sap van het suikerriet toe, maar de Indianen zyn het daar mede niet +eens, en ik heb geene enkele keer het bewys van deszelfs kragtdadige +werking kunnen ontdekken. De zelfde reiziger spreekt van eene proeve, +te Caijenne in tegenwoordigheid van den Bevelhebber genomen, aan +een hoen, door eene vergiftigde pyl gewond, het welk men suiker deed +inneemen, zonder eenig blyk van ongesteldheid te geven. Maar deeze +proef te Leiden, in tegenwoordigheid van verscheiden Hoogleeraars +in de Geneeskunde aldaar, hernieuwd zynde, was zonder het verlangd +gevolg, schoon de koude van den winter ontwyffelbaar de werking van +het vergift verzwakt had. + +Wanneer een der watervaten door een van deeze vergiftigde pylen +gekwetst is, volgt 'er eene koortsachtige ontsteeking op. Ik heb +'er een voorbeeld van gezien in een Indiaan, tot zekere Plantagie +behoorende, die zig den voorsten vinger van de linke hand met +een van deeze pylen ligtelyk ontveld had. Dewyl 'er geen bloed +uit liep, vreesde hy niets; maar wel dra wierd zyne wonde pynlyk, +zyne hand zwelde verbaazend op, en dienvolgende kwam deeze man my +raadplegen. De uitwerking van dit vergift toen niet kennende, deed +ik een Peji uit den stam der Arrawks roepen, die in de nabyheid was, +en vroeg hem door een tolk, of hy eenig geneesmiddel tegen dit toeval +had. Hy antwoordde my van neen; maar hy verzekerde my, dat de Indiaan +'er niet van sterven zoude, dewyl 'er geen bloed uit de ontvelling, +die naauwlyks zigtbaar was, geloopen had. De uitwerkzels van het +vergift wierden intusschen steeds geweldiger; en niet alleen zyne +hand, maar zelfs de geheele arm was ontstoken. De pols was hard, +schielyk, afgebroken; de ademhaling moeielyk, met eene koortsige +hette, een brandende dorst, en de oxel-klieren waren gezwollen. De +zieke wierd in tyds adergelaten. Men wond hem den arm in linnen, +het welk in oly en azyn was nat gemaakt. Verscheide middelen, de +ontsteeking tegengaande, wierden inwendig toegediend; maar ik zal +ze niet opnoemen, want ik weet niet, of zy van eenig nut waren. In +twaalf uuren verminderde het geweld der toevallen zichtbaar; en des +anderen daags morgens was 'er geen blyk meer van overig. + +"Ik zal 'er byvoegen, als eene andere uitwerking van dit vergift, +dat wanneer een aap door eene vergiftigde pyl gewond is, hy op den +grond valt; wanneer hy door eene gewoone pyl geraakt is, klimt hy op +den top van den boom, en blyft aldaar; zelfs na dat hy reeds dood is". + +De proeven van Dr. BANCROFT omtrent het door hem vermelde vergift, +dezelfde zynde, als die van FONTANA aangaande de ticunas, zullen wy +het besluit van deezen Natuur-kenner des aangaande opgeven. + +Van de ticunas, of het Americaansch vergift. + +"De reuk van dit vergift, wanneer het droog is, is geheel onschadelyk; +en zoodanig zyn ook deszelfs deeltjens, die door de lucht in den mond +of in de neus, en vervolgens in de long komen. + +"De uitwaassemende dampen van het Americaansch vergift, (het zy men +het op gloeiende kooien geworpen heeft, het zy men het in een pot +heeft laten koken,) zyn onschadelyk, het zy men ze ruikt, het zy men +ze inademt. + +"Schoon het vergift, waar van ik my bediende, door ouderdom veel +verloren had, had het egter zyne wezentlyke eigenschap behouden, om +in zeer korten tyd, en in zeer kleine giften, zeer sterke dieren te +dooden; en het was altyd zonder gunstig gevolg, wanneer ik deszelfs +werking tragte te beletten door suiker en zout, welke ondertusschen +de twee eigenaeartige geneesmiddelen zyn van den heer DE LA CONDAMINE, +die daar in het begrip der lieden van dit Land gevolgd heeft. + +"Dit vergift ontbindt zig gemakkelyk en zeer goed in water, zelfs +in koud water, als mede in zuuren uit het ryk der mineraalen en +planten. Echter ontbindt het zig veel langzaamer in vitriool-oly, +dan in andere zuuren, en het wordt 'er zoo zwart in als inkt: het +welk met geene der andere zuuren gebeurt. + +"Het maakt geene opbruisching, nog met zuuren, nog met loogzouten, +en doet de melk niet schiften, geevende daar aan alleenlyk deszelfs +natuurlyke kleur. + +"Het verandert het radys-sap niet, nog in eene roode, nog in in eene +groene kleur; en wanneer men het door het vergrootglas onderzoekt, +ziet men 'er niets regelmatigs en zoutachtigs in; maar het schynt +grootendeels uit zeer kleine onregelmatige rondachtige lichaampjes +zaamgesteld, even als sappen van planten. Het droogt zonder barsten, +verschillende daar in van het slangen-vergift: en op de tong gelegd +zynde heeft het eene zeer bittere smaak. + +"Uit allen deezen besluit ik, dat het noch zuur, noch loogzoutig is, +en dat het niet bestaat uit zouten, die zigtbaar zyn, zelfs door +middel van het vergrootglas. + +"Het Americaansch vergift is geen vergift, wanneer men het op de +oogen legt, zelfs na dat het in water ontbonden is; en het doet op +deeze deelen geene werking. + +"De heer DE LA CONDAMINE, en alle Americaanen gelooven, dat dit +vergift, inwendig genomen, geheel onschadelyk is. + +"Volgens verscheide waarneemingen, genomen aan dieren, die 'er van +gestorven zyn, besluit ik als eene waarheid, dat het Americaansch +vergift, inwendig genomen, een vergift is, maar dat 'er eene wezentlyke +hoeveelheid vereischt word, om zelfs een klein dier te dooden. + +"Andere, naderhand genomene proeven, zoo aan vogelen, als aan +viervoetige dieren, hebben my doen befluiten, dat het Americaansch +vergift, op de huid gelegd zynde, schoon dezelve naauwlyks door eene +krabbing ontveld is, den dood kan veroorzaaken, hoe wel niet altyd, +en in alle omstandigheden. De grootste dieren wederstaan de werking +van dit vergift het gemakkelykst, en wanneer zelfs de zwakste dieren +'er niet van sterven, bevinden zy zig in korten tyd zoo gezond als +te vooren. + +"Men behoeft omtrent een honderdste gedeelte van een grein van dit +vergift, om een klein dier te dooden, en het is noodig, dat dit vergift +ontbonden zy, om den dood te veroorzaken, of tot eenige verwarring +van aanbelang in de dierlyke huishouding gelegenheid te geven. + +"Wanneer 'er weinig bloedvaten in het aangetast deel zyn, word het +kwaad niet medegedeeld, of is ten minsten niet doodelyk. + +"De pylen zyn veel gevaarlyker en doodelyker, dan het vergift, het welk +in water ontbonden is, en eenvoudiglyk op het gewonde deel gelegd word. + +"Het vergift der pylen is krachtiger, indien men ze vooraf +in warm water doopt; en dan werken zy met meer zekerheid en +gezwindheid. Deszelfs werkzaamheid is nog veel grooter, indien men +de pylen doopt in het vergift, het welk in water tot de dikte van +een drank gekookt is. + +"Het Americaansch vergift verliest zyne doodelyke hoedanigheden, +wanneer het in de drie zuuren uit het mineraalen-ryk ontbonden word; +maar in rhum en azyn ontbonden zynde, behoudt het dezelve. + +"Het schynt derhalven, dat de zuuren uit het mineralen-ryk aan het +Americaansch vergift deszelfs schadelyke hoedanigheden ontnemen: ik +zeg eenvoudig, dat dit zoo schynt, om dat men nog zoude kunnen denken, +dat 'er een weinig zuur met het vergift vereenigd blyft, schoon men +het heeft uitgedampt, en dat dit zuur op de vaten van de huid zyne +werking doet. Het verschroeit dezelve, en byt ze eenigermaten weg. + +"Schoon de zuuren de werking van het vergift beletten, schynt het, +dat zy een nutteloos en gevaarlyk middel zyn, indien men ze op de +vergiftigde spieren van het dier legt. + +"'Er is een bepaalde tyd noodig, op dat het Americaansch vergift +aan het dier worde medegedeeld. Deeze tyd is veel aanmerkelyker, +dan die 'er tot de mededeeling van het vergift der slangen vereischt +word. Deszelfs uitwerkingen op de dieren zyn veel onbepaalder en +meer verschillende. Beiden kan men geneezen door het afzetten der +deelen, wanneer zulks zonder doods-gevaar geschieden kan, en mits +deeze afzetting in tyds geschiede. + +"Het vergift, in het bloed gekomen zynde, doodt oogenblikkelyk: waar +uit ontwyffelbaar blykt, dat, wanneer het uitwendig op een gewond +deel van een levend dier gelegd word, het zelve groote wanorden in +de dierlyke huishouding kan en moet veroorzaken, of zelfs den dood +aanbrengen. + +"Het vergiftigt de zenuwen niet; en is een onschadelyk sap, op welke +wyze het dezelve ook aanraakt. Maar het is doodelyk, zelfs in de +kleinste gift, indien men het door den strot-ader in het bloed brengt, +even als het vergift der slangen doet. De geheele werking van dit +vergift is dus op het bloed. + +"De dood, die onmiddelyk volgt, zoo dra het vergift in 't bloed gekomen +is, zoude kunnen doen denken, dat 'er in het bloed een werkzaamer, +fyner, vlugger beginzel is, het welk aan het beste gezicht, en +zelfs aan het vergrootglas ontsnapt. Dit beginzel zoude, in die +veronderstelling, voor het leven noodzakelyk schynen; en op dit +beginzel zelfs schynt het vergift onmiddelyk deszelfs werking te doen. + +"Voor het nemen myner proeven, zoude niemand getwyffeld hebben, of het +Americaansch vergift deedt zyne werking onmiddelyk op de zenuwen. Alle +uiterlyke teekenen kondigden dit mede aan. Deeze teekenen gaan dus +niet zeker; en de Geneeskundigen beschouwen dezelve ten onrecht als +een bewys, dat de ziekte eene zuivere zenuw-ziekte is" (FONTANA, +Memoire sur le poison Americain, appelle ticunas. Tom. II. pag. 83.) + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[8] Men vindt in het Kabinet van oudheden, in de Nationale Boekereije, +eene merkwaardige reeks van kleederen en huisraad, door Asiaetische, +Africaansche, en Americaansche volken gebruikt wordende. Deeze +dingen zyn, by gebrek aan plaats, onder de Grieksche en Romeinsche +gedenkstukken ongelukkiglyk verward geraakt; maar men moet de +Opzichters van dit Kabinet deswegens niet beschuldigen, daar zy liever +verkozen hebben de voorwerpen op een te stapelen, dan ze verborgen +te houden. Hun oogmerk, met die dingen in hun Kabinet te verzamelen, +is, om na de gedenkstukken, die tot de geschiedenis der oude volken +betrekking hebben, als daar zyn de Egyptenaaren, de Grieken, en de +Romeinen, tevens aan de nieuwsgierigheid aan te bieden die geene, +welke tot de geschiedenis der volken in afgelegene Gewesten behoord +hebben, als de Chineezen, de Japoneezen, de bewooners van de Kust +van Guinee, van de Landen in de Zuid-zee, van Peru, van Mexico, +enz. Het was te wenschen, dat men de zaal afmaakte, die voor deeze +gedenkstukken in de Nationaale Boekereije bestemd is, en dat men, +overeenkomstig het verlangen der Opzichters, de even vermelde zaaken +op eene plaats by elkander voegde. Alles wat op deeze plaat vertoond +word, is in het Kabinet der Boekereije te zien. Men ziet 'er bovendien +een hut der wilden, waar in alle deeze werktuigen in 't klein met +eene groote juistheid zyn nagemaakt, even als het verkleind model van +onderscheidene gewerkte stoffen, het welk de gewezen Hertog van Orleans +had laten maken, om in de bewaarplaats der konsten gezet te worden. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[9] Zie hier het geen Dr. BANCROFT van deezen aap zegt: "De quato +(of coiata) is groot, en geheel met lange zwarte hairen bedekt, +uitgenomen het aangezicht, het welk kaal en gerimpeld is. Zyne ooren +zyn breed, en hebben de gedaante van menschen-ooren, Zyne oogen zyn +zeer ingedoken, en zyn neus gelykt naar die van een Neger; maar is +veel kleiner. Zyn lichaam heeft by de twee voeten lengte, en agttien +duimen in den omtrek, aan de borst gerekend. Deeze Aap heeft geen +baard, en ook geen staart. De dieren van dit zoort worden gemakkelyk +zeer gemeenzaam. Zy betoonen in alle hunne daden veel behendigheid, +en een zoort van list, waardoor zy opmerkelyk worden. Wanneer men +hun de voorpooten of handen agter op den rug bindt, loopen zy met +het lichaam over einde, en op hunne agterpooten, geheele dagen lang, +en met zoo veel gemakkelykheid, als of zy in hunnen natuurlyken +stand waren. Indien men een quato slaat, klautert hy dadelyk op een +limoen-, of orange-boom. Indien men hem aldaar wil vervolgen, werpt +hy de limoenen of oranje-appelen op het hoofd van den aanvaller; +hy tracht hem zelfs af te weeren, door hem zyne vuiligheid toe te +werpen; en hy trekt te gelyker tyd allerleije wonderbaarlyke gezichten; +hy maakt duizend kromme sprongen, die aan de toekykers een oneindig +vermaak verschaffen. De mannetjes zyn zeer wellustig, en men betrapt +hen meenigmaal op zaad-verspillingen". (Natural History of Guiana, +pag. 131.) + +Aanteek. v.d. Franschen Vert. + +[10] Het is zeer waarschynlyk, dat ULLOA dit heeft overgenomen uit +de Geschiedenis der West-Indien van ACOSTA. Deezen doet men zeggen +in eene vertaaling, in 't jaar 1604 gedrukt. + +"Deeze aapen springen, waar zy willen; en om den sprong te doen, +draaien zy de staart rondom een tak. Wanneer zy lust hebben, om verder +te springen, dan zy in eens doen kunnen, gebruiken zy een vernuftig +middel, daar in bestaande, dat zy zig met de staart aan malkander +vast binden. Op die wyze maken zy een zoort van keten, en springen +op een grooten afstand." + +ACOSTA zegt, dat hy zelf geen getuige van dit gebeurde geweest is, +maar hy staat in voor de waarheid van het volgende. Zie hier zyne +woorden: "Ik heb aan 't huis van den Gouverneur van Carthagena +een aap gezien, die zoo wel geleerd was, dat hy dingen deed, die +ongelooflyk schynen. Men zond hem om wyn te haalen naar de herberg, +doende hem de pot in de eene, en het geld in de andere poot nemen; +en het was onmogelyk het geld van hem te krygen, eer men hem aan +den wyn geholpen had. Indien hem op straat kinderen ontmoetten, +en steenen naar hem wierpen, zette hy zyn pot op den grond neder, +gooide de kinderen de steenen weder toe, tot dat zy den weg vry hadden +gelaten; en dan keerde hy met zyn pot naar huis. Maar het sterkst van +allen is, dat schoon hy veel van wyn hield, hy nooit den wyn aanraakte, +dien hy t'huis bragt, zoo lang men 'er hem geen verlof toe gaf." + +Aanteek. v.d. Schryver. + +[11] Onze Reiziger zegt, dat de Franschen deezen boom Latanus-boom +noemen: men weet, dat 'er twee van dien naam zyn. Hy heeft den +eersten, die tot het geslacht der Palmboomen behoort, in het +I. Deel, X. Hooftst. bladz. 308. beschreven. De beschryving van +zynen Mauricy past op den tweeden niet. Verscheiden Natuurkenners, +welken ik geraadpleegd heb, hebben hem geenen naam, die aan zyn zoort +byzonder eigen was, kunnen geven; ik heb dus gemeend, zoo hier als op +de Plaat, die hem vertoont, den naam te moeten behouden, welken hy in +het oorsprongelyke heeft. Dr. BANCROFT spreekt, in zyne Natuurlyke +Geschiedenis van Guiana, van den Mauricy niet; misschien is hy niet +in de gelegenheid geweest denzelven te zien. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[12] 'Er wordt hier waarschynlyk gedoeld op de amandel, welke +men aard-pistache of aard-appel noemt, waar van de bloemen, uit +welken zy voortkomen, naar den grond buigen, tot dat zy denzelven +raaken. Wanneer de bloem heeft uitgebloeit, gaat de noot in den grond, +werkt zig aldaar hoe langer hoe dieper in, en wordt een bultachtige, +asch-kleurige, ronde en bogtige bol, van de grootte van een vinger, +doorweven met draden, uit den wortel voortkomende. Deeze bol, die +onder den grond ryp wordt, bevat twee of drie ronde roodachtige pitten, +van de grootte van onze hazelnoten, en van denzelfden smaak. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[13] Zie hier, het geen Mejuffrouw DE MERIAN ten deezen opzigte zegt: + +"De roode, blaauwe en witte druif groeit weelig in het Surinaamsch +Gewest; een wynstok, gesneden en in den grond gestoken zynde, +brengt zes maanden daar na rype druiven voort; zoo dat men alle +maanden plantende, het geheele jaar door druiven hebben kan. Het +is te betreuren, dat 'er in dit Land geene lieden gevonden worden, +die zig op het aankweeken van deeze plant toeleggen; want wel verre, +dat het noodig zoude zyn, om wyn naar Surinamen te voeren, zoude +deeze Volkplanting dien zelfs aan Holland kunnen leveren, dewyl men +verscheiden malen 's jaars zoude kunnen oogsten". Men vindt, in de +verzameling der afbeeldingen van deeze Juffrouw, een Surinaamschen +druiven-tros. Iets verder spreekt zy ook van kerssen; maar zy zegt, +dat ze niet goed zyn: misschien had men in haaren tyd pogingen gedaan, +om verscheiden van deeze vruchten in de Volkplanting van Surinamen +aan te kweeken, en het welk niet gelukt zynde, STEDMAN dezelve niet +zal hebben kunnen vinden. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[14] Men kan een slaaf van goed gedrag, in Surinamen, niet afzonderlyk +verkoopen, zonder de toestemming van zynen vader, moeder, broeders +en zusters. + +Aantek. v. d. Schryver. + +[15] Ik heb gezegd, dat JOANNA de dogter was van een fatsoenlyken +Hollander, en dat het geslacht van haare moeder onder de aanzienlyksten +op de Africaansche kust was. + +Aantek. v. d. Schrijver. + +[16] De Neger-Jagers hadden de gewoonte, om elken muiteling, +dien zy doodden, de rechte hand af te kappen, en dan ontfingen zy +vyf-en-twintig gulden. Men gaf hun vyftig gulden, wanneer zy 'er een +levendig vongen, en duizend gulden voor het ontdekken van een gehucht +of bezitting. + +Aanteek. v. d. Schryver. + + + + + +End of the Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen, en door de +binnenste gedeelten van Guiana (deel 2), by John Gabriel Stedman + +*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN, V2 *** + +This file should be named 7rns210.txt or 7rns210.zip +Corrected EDITIONS of our eBooks get a new NUMBER, 7rns211.txt +VERSIONS based on separate sources get new LETTER, 7rns210a.txt + +Produced by Jeroen Hellingman +with help of the distributed proofreaders team. + +Project Gutenberg eBooks are often created from several printed +editions, all of which are confirmed as Public Domain in the US +unless a copyright notice is included. Thus, we usually do not +keep eBooks in compliance with any particular paper edition. + +We are now trying to release all our eBooks one year in advance +of the official release dates, leaving time for better editing. +Please be encouraged to tell us about any error or corrections, +even years after the official publication date. + +Please note neither this listing nor its contents are final til +midnight of the last day of the month of any such announcement. +The official release date of all Project Gutenberg eBooks is at +Midnight, Central Time, of the last day of the stated month. A +preliminary version may often be posted for suggestion, comment +and editing by those who wish to do so. + +Most people start at our Web sites at: +http://gutenberg.net or +http://promo.net/pg + +These Web sites include award-winning information about Project +Gutenberg, including how to donate, how to help produce our new +eBooks, and how to subscribe to our email newsletter (free!). + + +Those of you who want to download any eBook before announcement +can get to them as follows, and just download by date. This is +also a good way to get them instantly upon announcement, as the +indexes our cataloguers produce obviously take a while after an +announcement goes out in the Project Gutenberg Newsletter. + +http://www.ibiblio.org/gutenberg/etext03 or +ftp://ftp.ibiblio.org/pub/docs/books/gutenberg/etext03 + +Or /etext02, 01, 00, 99, 98, 97, 96, 95, 94, 93, 92, 92, 91 or 90 + +Just search by the first five letters of the filename you want, +as it appears in our Newsletters. + + +Information about Project Gutenberg (one page) + +We produce about two million dollars for each hour we work. The +time it takes us, a rather conservative estimate, is fifty hours +to get any eBook selected, entered, proofread, edited, copyright +searched and analyzed, the copyright letters written, etc. Our +projected audience is one hundred million readers. If the value +per text is nominally estimated at one dollar then we produce $2 +million dollars per hour in 2002 as we release over 100 new text +files per month: 1240 more eBooks in 2001 for a total of 4000+ +We are already on our way to trying for 2000 more eBooks in 2002 +If they reach just 1-2% of the world's population then the total +will reach over half a trillion eBooks given away by year's end. + +The Goal of Project Gutenberg is to Give Away 1 Trillion eBooks! +This is ten thousand titles each to one hundred million readers, +which is only about 4% of the present number of computer users. + +Here is the briefest record of our progress (* means estimated): + +eBooks Year Month + + 1 1971 July + 10 1991 January + 100 1994 January + 1000 1997 August + 1500 1998 October + 2000 1999 December + 2500 2000 December + 3000 2001 November + 4000 2001 October/November + 6000 2002 December* + 9000 2003 November* +10000 2004 January* + + +The Project Gutenberg Literary Archive Foundation has been created +to secure a future for Project Gutenberg into the next millennium. + +We need your donations more than ever! + +As of February, 2002, contributions are being solicited from people +and organizations in: Alabama, Alaska, Arkansas, Connecticut, +Delaware, District of Columbia, Florida, Georgia, Hawaii, Illinois, +Indiana, Iowa, Kansas, Kentucky, Louisiana, Maine, Massachusetts, +Michigan, Mississippi, Missouri, Montana, Nebraska, Nevada, New +Hampshire, New Jersey, New Mexico, New York, North Carolina, Ohio, +Oklahoma, Oregon, Pennsylvania, Rhode Island, South Carolina, South +Dakota, Tennessee, Texas, Utah, Vermont, Virginia, Washington, West +Virginia, Wisconsin, and Wyoming. + +We have filed in all 50 states now, but these are the only ones +that have responded. + +As the requirements for other states are met, additions to this list +will be made and fund raising will begin in the additional states. +Please feel free to ask to check the status of your state. + +In answer to various questions we have received on this: + +We are constantly working on finishing the paperwork to legally +request donations in all 50 states. If your state is not listed and +you would like to know if we have added it since the list you have, +just ask. + +While we cannot solicit donations from people in states where we are +not yet registered, we know of no prohibition against accepting +donations from donors in these states who approach us with an offer to +donate. + +International donations are accepted, but we don't know ANYTHING about +how to make them tax-deductible, or even if they CAN be made +deductible, and don't have the staff to handle it even if there are +ways. + +Donations by check or money order may be sent to: + +Project Gutenberg Literary Archive Foundation +PMB 113 +1739 University Ave. +Oxford, MS 38655-4109 + +Contact us if you want to arrange for a wire transfer or payment +method other than by check or money order. + +The Project Gutenberg Literary Archive Foundation has been approved by +the US Internal Revenue Service as a 501(c)(3) organization with EIN +[Employee Identification Number] 64-622154. Donations are +tax-deductible to the maximum extent permitted by law. As fund-raising +requirements for other states are met, additions to this list will be +made and fund-raising will begin in the additional states. + +We need your donations more than ever! + +You can get up to date donation information online at: + +http://www.gutenberg.net/donation.html + + +*** + +If you can't reach Project Gutenberg, +you can always email directly to: + +Michael S. Hart <hart@pobox.com> + +Prof. Hart will answer or forward your message. + +We would prefer to send you information by email. + + +**The Legal Small Print** + + +(Three Pages) + +***START**THE SMALL PRINT!**FOR PUBLIC DOMAIN EBOOKS**START*** +Why is this "Small Print!" statement here? You know: lawyers. +They tell us you might sue us if there is something wrong with +your copy of this eBook, even if you got it for free from +someone other than us, and even if what's wrong is not our +fault. So, among other things, this "Small Print!" statement +disclaims most of our liability to you. It also tells you how +you may distribute copies of this eBook if you want to. + +*BEFORE!* YOU USE OR READ THIS EBOOK +By using or reading any part of this PROJECT GUTENBERG-tm +eBook, you indicate that you understand, agree to and accept +this "Small Print!" statement. If you do not, you can receive +a refund of the money (if any) you paid for this eBook by +sending a request within 30 days of receiving it to the person +you got it from. If you received this eBook on a physical +medium (such as a disk), you must return it with your request. + +ABOUT PROJECT GUTENBERG-TM EBOOKS +This PROJECT GUTENBERG-tm eBook, like most PROJECT GUTENBERG-tm eBooks, +is a "public domain" work distributed by Professor Michael S. Hart +through the Project Gutenberg Association (the "Project"). +Among other things, this means that no one owns a United States copyright +on or for this work, so the Project (and you!) can copy and +distribute it in the United States without permission and +without paying copyright royalties. Special rules, set forth +below, apply if you wish to copy and distribute this eBook +under the "PROJECT GUTENBERG" trademark. + +Please do not use the "PROJECT GUTENBERG" trademark to market +any commercial products without permission. + +To create these eBooks, the Project expends considerable +efforts to identify, transcribe and proofread public domain +works. Despite these efforts, the Project's eBooks and any +medium they may be on may contain "Defects". Among other +things, Defects may take the form of incomplete, inaccurate or +corrupt data, transcription errors, a copyright or other +intellectual property infringement, a defective or damaged +disk or other eBook medium, a computer virus, or computer +codes that damage or cannot be read by your equipment. + +LIMITED WARRANTY; DISCLAIMER OF DAMAGES +But for the "Right of Replacement or Refund" described below, +[1] Michael Hart and the Foundation (and any other party you may +receive this eBook from as a PROJECT GUTENBERG-tm eBook) disclaims +all liability to you for damages, costs and expenses, including +legal fees, and [2] YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE OR +UNDER STRICT LIABILITY, OR FOR BREACH OF WARRANTY OR CONTRACT, +INCLUDING BUT NOT LIMITED TO INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE +OR INCIDENTAL DAMAGES, EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE +POSSIBILITY OF SUCH DAMAGES. + +If you discover a Defect in this eBook within 90 days of +receiving it, you can receive a refund of the money (if any) +you paid for it by sending an explanatory note within that +time to the person you received it from. If you received it +on a physical medium, you must return it with your note, and +such person may choose to alternatively give you a replacement +copy. If you received it electronically, such person may +choose to alternatively give you a second opportunity to +receive it electronically. + +THIS EBOOK IS OTHERWISE PROVIDED TO YOU "AS-IS". NO OTHER +WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, ARE MADE TO YOU AS +TO THE EBOOK OR ANY MEDIUM IT MAY BE ON, INCLUDING BUT NOT +LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A +PARTICULAR PURPOSE. + +Some states do not allow disclaimers of implied warranties or +the exclusion or limitation of consequential damages, so the +above disclaimers and exclusions may not apply to you, and you +may have other legal rights. + +INDEMNITY +You will indemnify and hold Michael Hart, the Foundation, +and its trustees and agents, and any volunteers associated +with the production and distribution of Project Gutenberg-tm +texts harmless, from all liability, cost and expense, including +legal fees, that arise directly or indirectly from any of the +following that you do or cause: [1] distribution of this eBook, +[2] alteration, modification, or addition to the eBook, +or [3] any Defect. + +DISTRIBUTION UNDER "PROJECT GUTENBERG-tm" +You may distribute copies of this eBook electronically, or by +disk, book or any other medium if you either delete this +"Small Print!" and all other references to Project Gutenberg, +or: + +[1] Only give exact copies of it. Among other things, this + requires that you do not remove, alter or modify the + eBook or this "small print!" statement. You may however, + if you wish, distribute this eBook in machine readable + binary, compressed, mark-up, or proprietary form, + including any form resulting from conversion by word + processing or hypertext software, but only so long as + *EITHER*: + + [*] The eBook, when displayed, is clearly readable, and + does *not* contain characters other than those + intended by the author of the work, although tilde + (~), asterisk (*) and underline (_) characters may + be used to convey punctuation intended by the + author, and additional characters may be used to + indicate hypertext links; OR + + [*] The eBook may be readily converted by the reader at + no expense into plain ASCII, EBCDIC or equivalent + form by the program that displays the eBook (as is + the case, for instance, with most word processors); + OR + + [*] You provide, or agree to also provide on request at + no additional cost, fee or expense, a copy of the + eBook in its original plain ASCII form (or in EBCDIC + or other equivalent proprietary form). + +[2] Honor the eBook refund and replacement provisions of this + "Small Print!" statement. + +[3] Pay a trademark license fee to the Foundation of 20% of the + gross profits you derive calculated using the method you + already use to calculate your applicable taxes. If you + don't derive profits, no royalty is due. Royalties are + payable to "Project Gutenberg Literary Archive Foundation" + the 60 days following each date you prepare (or were + legally required to prepare) your annual (or equivalent + periodic) tax return. Please contact us beforehand to + let us know your plans and to work out the details. + +WHAT IF YOU *WANT* TO SEND MONEY EVEN IF YOU DON'T HAVE TO? +Project Gutenberg is dedicated to increasing the number of +public domain and licensed works that can be freely distributed +in machine readable form. + +The Project gratefully accepts contributions of money, time, +public domain materials, or royalty free copyright licenses. +Money should be paid to the: +"Project Gutenberg Literary Archive Foundation." + +If you are interested in contributing scanning equipment or +software or other items, please contact Michael Hart at: +hart@pobox.com + +[Portions of this eBook's header and trailer may be reprinted only +when distributed free of all fees. Copyright (C) 2001, 2002 by +Michael S. Hart. Project Gutenberg is a TradeMark and may not be +used in any sales of Project Gutenberg eBooks or other materials be +they hardware or software or any other related product without +express permission.] + +*END THE SMALL PRINT! FOR PUBLIC DOMAIN EBOOKS*Ver.02/11/02*END* + diff --git a/old/7rns210.zip b/old/7rns210.zip Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..d51976a --- /dev/null +++ b/old/7rns210.zip diff --git a/old/8rns210.txt b/old/8rns210.txt new file mode 100644 index 0000000..d2049ff --- /dev/null +++ b/old/8rns210.txt @@ -0,0 +1,7041 @@ +The Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen, en door de binnenste +gedeelten van Guiana (deel 2), by John Gabriel Stedman +#2 in our series by John Gabriel Stedman + +Copyright laws are changing all over the world. Be sure to check the +copyright laws for your country before downloading or redistributing +this or any other Project Gutenberg eBook. + +This header should be the first thing seen when viewing this Project +Gutenberg file. Please do not remove it. Do not change or edit the +header without written permission. + +Please read the "legal small print," and other information about the +eBook and Project Gutenberg at the bottom of this file. Included is +important information about your specific rights and restrictions in +how the file may be used. You can also find out about how to make a +donation to Project Gutenberg, and how to get involved. + + +**Welcome To The World of Free Plain Vanilla Electronic Texts** + +**eBooks Readable By Both Humans and By Computers, Since 1971** + +*****These eBooks Were Prepared By Thousands of Volunteers!***** + + +Title: Reize naar Surinamen, en door de binnenste gedeelten van Guiana + (deel 2) + +Author: John Gabriel Stedman + +Release Date: May, 2005 [EBook #8097] +[Yes, we are more than one year ahead of schedule] +[This file was first posted on July 12, 2003] + +Edition: 10 + +Language: Dutch + +Character set encoding: ISO-8859-1 + +*** START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN, V2 *** + + + + +Produced by Jeroen Hellingman +with help of the distributed proofreaders team. + + + + +REIZE NAAR SURINAMEN, EN DOOR DE BINNENSTE GEDEELTEN VAN GUIANA; + +DOOR DEN CAPITAIN JOHN GABRIËL STEDMAN. + +MET PLAATEN EN KAARTEN. + +NAAR HET ENGELSCH. + +TWEEDE DEEL. + + + + +INHOUD DER HOOFTSTUKKEN. + +XI. HOOFTSTUK. + +Het Krygsvolk keert naar de Wana-Kreek te rug.--De Pipa.--Gevecht +tusschen een soldaat en een slang.--De Fesant-vogel van Guiana.--De +Agamie of Trompetter.--De Muitelingen trekken de legerplaats voorby; +men vervolgt hen te vergeefs.--Groot gebrek aan water.--Schranderheid +der Negers.--De Zyde-plant.--Kevers en Insecten.--Bergwerken.--Fraaije +Kapel.--Het krygsvolk koomt op den post van la Rochelle aan de +Patamaca. + +XII. HOOFTSTUK. + +Beschryving van Paramaribo, en van het Fort Zelandia.--De Grow Mouneck +of graauwe Munnik.--De West-Indische Abricoos-boom.--Verschillende +zoorten van Oranjeboomen.--De Colonel FOURGEOUD trekt naar de Rivier +Maroni.--Een Capitain word gewond, en eenige soldaaten gedood.--Vreemde +straf-öeffening in de hoofdstad.--Het Fort Sommelsdyk.--De wachtpost +van de Hoop.--Duiven en Tortelduiven.--Groenten en vruchten.--Jacht +en wildt.--Steenbakkery.--Insecten. + + +XIII. HOOFTSTUK. + +Beschryving van eene Suiker-Plantagie.--Huisselyk geluk in +zekere hut.--Krygs-verrigtingen van den Generaal FOURGEOUD.--De +Duncane, Igname en Soubacou.--Wreedheden van zommige Opzigters der +Plantagiën.--Onderscheidene zoorten van visschen.--Misnoegen van +eenen Capitain der muitelingen. + +XIV. HOOFTSTUK. + +De Colonel FOURGEOUD keert naar Paramaribo te rug.--Het gevleugeld +en gewapend Water-hoen van EDWARDS.--Bewys van onkunde in +een Heelmeester;--van deugd in een slaaf;--van wreedheid +in eenen Bevelhebber.--De roode Wulp.--De Wesp, Marobonso +genaamd.--Orange-appelen en Limoenen.--De insecten, Chiques +genaamd.--Het krygsvolk begeeft zig weder naar de bosschen.--De +Kibry-Fowlo.--Verscheidene zoorten van wilde varkens.--Mieren.--De +dans van Loango.--De Toreman.--De Poelsnip van Guiana.--Plantains en +Bananes.--Manier om te visschen.--Visschen.--Vogelen. + + +XV. HOOFTSTUK. + +Indianen, inboorlingen van +Guiana.--Voedzel,--Wapenen,--Cieradiën,--Optooisels,--Bezigheden,-- +Vermaken,--Driften,--Godsdienst,--Huwelyken,--Begravenissen, +enz. van deeze Volken.--De Caraïbische Indianen in 't byzonder, +en hunne koophandel met de Europeanen.--Boomen, Heesters en Planten. + +XVI. HOOFTSTUK. + +Versterking van krygsvolk, uit Holland aangekomen.--De Goijava-boom, +en deszelfs vrucht.--Legerplaats by Maagdenberg aan de Tempaty +Kreek.--Verschillende zoorten van Aapen.--Een zeer maanzieke +Neger.--Eekhoorntje van Guiana.--Verscheidene zoorten van +boomen.--Hagedissen.--Bergen van mynstoffen voorzien.--Treffelyke +gezichten.--De Roucouboom.--Fraaije Kapel.--Palmloom--worm. + +XVII. HOOFTSTUK. + +Nieuwe wreedheden, nog onmenschelyker, dan alle de +voorige,--Verschillende zoorten van planten.--Papegaaijen en +Parkieten.--Surinaamsche Patrys.--Buitengewoone Insecten.--Geiten van +Guiana.--De Taïbo.--Verscheidene zoorten van visschen.--Groote sterfte +onder het krygsvolk, het welk zig op de posten aan de Tempaty-Kreek, +en de Commewyne bevond. + + +XVIII. HOOFTSTUK. + +Een Tyger, op de legerplaats gevangen.--De Jaguar.--De Couguar.--De +Tyger-kat.--De Jaquarette.--Gevecht tusschen eenige afgezondene +manschappen der Sociëteit en de muitelingen.--Levens-manier van eenen +Surinaamschen Planter.--Verscheiden zoorten van visschen.--Besmettelyke +ziekten.--Zelfsmoord. + +XIX. HOOFTSTUK. + +Optocht van het Krygsvolk naar Barbacoeba, aan de Rivier Cottica.--De +Palmboom-kool en de Mauricy.--Heete koorts.--Trek van dankbaarheid in +eenen Engelschen Matroos.--Verscheiden zoorten van Peper.--Citroen- +en Limoen-boomen.--De Mammy-appel.--Pimpernooten.--Regeering in +Surinamen.--Honden van Guiana.--Ongemeene trek van edelmoedigheid. + + + + + + +ELFDE HOOFTSTUK. + +Het krygsvolk keert naar de Wana-Kreek te rug.--De Pipa.--Gevecht +tusschen een Soldaat en een Slang.--De Fesant-vogel van Guiana.--De +Agamie of Trompetter.--De muitelingen trekken de legerplaats voorby; +men vervolgt hen te vergeefs.--Groot gebrek aan water.--Schranderheid +der Negers.--De zyde-plant.--Kevers en insecten.--Bergwerken.--Fraaije +Kapel.--Het krygsvolk koomt op den post van la Rochelle aan de +Patamaca. + +Den 30sten November 1773, verliet al het krygsvolk den post van +Jerusalem, en men keerde naar de Wana-Kreek te rug, maar zonder juist +den weg te volgen, langs welken men gekomen was. De Colonel FOURGEOUD +herriep intusschen de eerst gegevene bevelen, en stond ons toe hutten +te maken, om onze hangmatten in dezelve te plaatsen. Wy hadden ons +dus weinig op dit stuk te beklagen; met de levensmiddelen was het +geheel anders gelegen. + +Wy vervolgden onzen tocht, geduurende drie agter één volgende dagen, +met vry goed weder; maar alle morgen liet de Colonel my onbarmhartiglyk +wekken door eene schildwacht, die last had my niet te verlaaten, +eer dat ik hem antwoord had gegeven. + +Den 3den, kwamen wy op nieuw by de Wana-Kreek aan: ik vleide my, +na eenen moeielyken tocht, met het doorbrengen van eenen gerusten +nacht myne krachten aldaar te zullen herkrygen; maar ik wierd als +naar gewoonte wakker gemaakt, en was in zulk een diepen slaap, dat +men my by den arm moest schudden, om my te doen ontwaaken. De Colonel +was in zijne hangmat gezeten, met een donderende stem zweerende, dat +hy allen, die zyne beveelen niet gehoorzaamden, zou doen ophangen, +of vierendeelen; en het bosch weêrgalmde eenigen tyd van zyn +geschreeuw. Daar op volgde eene diepe stilte, die ik wel dra door een +schaterenden lach afbrak: ik was de eenige niet; anderen voegden zig +by my, en de Colonel begon weder te brullen, zonder de stem van iemand +te kunnen onderscheiden. Hij wierd wonderbaarlyk geholpen door eene +groote padde, die men hier Pipa noemt. Dit dier huisvestte in de hut +van den Commandant, en kwaakte alle nachten op eene vervaarlyke manier. + +De Pipa of Pipal gelykt, zoo men zegt, gedeeltelyk naar de kikvorsch, +gedeeltelyk naar de padden: hy is de grootste onder allen van dit +laatste zoort, die men in Zuid-America, en misschien in de weereld +vindt; hy is leelyk, met eene pokächtige huid van een donker bruine +kleur bedekt, en met onregelmatige en zwarte vlekken geteekend; +zijne agterpooten zyn plat, van een vlies voorzien, en de klauwen +zyn langer, dan die van de voorpooten; uit dien hoofde kan hy te +gelyk zwemmen en springen als een kikvorsch, een voordeel, waar door +hy van andere padden verschilt. Hij is een weinig grooter, dan een +gewoone eendvogel, wanneer die geplukt is. Zyn gekwaak, het welk hy +doorgaans niet dan des nachts laat hooren, is ongemeen sterk. Maar +het merkwaardigste in dit zoort van gedrocht is de manier, waar op hy +voortteelt: de jongen zyn besloten in een zoort van zak vol water, die +op den rug der moeder geplaatst is; aldaar word zy door het mannetjen +vruchtbaar gemaakt, en aldaar begint ook het aanzyn van de vrucht, +blyvende daar in tot het oogenblik, dat dezelve genoegzaam gevormd is, +om 'er te kunnen uitkomen. [1] + +De padden zyn niet vergiftig, zoo als men doorgaans gelooft; men kan +'er zelfs huisdieren van maken. De heer ARSSCOTT heeft 'er jaaren +lang een opgevoed; [2] de Colonel FOURGEOUD bewaarde de zyne in zyn +hut, even als een huisdier, geduurende al den tyd, dat wy aan de +Wana-Kreek gelegerd waaren; en ik zelf heb langen tyd een kikvorsch, +als een huisdier gehouden. + +Maar laaten wy tot myne hangmat, en myn dagverhaal te rug keeren. Het +gekwaak van deezen Pipal, dat van eene andere padde, die van het +ondergaan tot het opkomen der zon, aanhoudend riep touck, touck, touck; +het gebrul der tygers, dat der aapen, de schuiffeling der slangen, +en een aanhoudende regen, maakten deezen nacht zoo onaangenaam, +als somber: de opkomende dageraad echter deed my denzelven wel dra +vergeeten, en ik bevond my zoo wel en zoo te vreden, als men in de +bosschen van Guiana met mogelykheid zyn konde. + +Den 4den, des morgens, ontdekte ik twee fraaije Powesas, op de takken +van eenen hoogen boom, die naby de legerplaats stond. Aan den Colonel +verlof gevraagd hebbende, om 'er een te schieten, weigerde hy my +zulks op eene ruwe wyze, onder voorwendzel, dat de vyand de schoot +van myn snaphaan zoude kunnen hooren; als of dezelve niet wist waar wy +waaren. Kort daar na echter, wanneer zig op den top van eenen anderen +boom een groote slang vertoonde, gaf de Bevelhebber, het zy uit vreeze, +het zy uit weerzin, last om op hem te schieten. Het dier, den schoot +ontfangen hebbende, viel op den grond, schoon nog volkomen levendig +zynde, en kroop dadelyk naar eene dikke doornhage by het magazyn. Ik +had hier gelegenheid, om de ongemeene onverschrokkenheid van eenen +soldaat op te merken, die de voetstappen van deezen slang zoetjens +agter na volgde, en hem van onder de struiken weg trok, beweerende, +door een zoort van bygeloovigheid, dat de beet hem geen kwaad konde +veroorzaaken: wat daar ook van zy, de slang, die meer dan zes voeten +lang was, verhief verscheiden malen den kop en het halve lyf, om hem +aan te pakken, maar de soldaat deed hem door vuistslagen nederbukken, +en eindelyk kloofde hy hem met zyn sabel in tweën; het welk een einde +aan het gevecht maakte. + +Vreezende dat ik beschuldigd mogt worden, zoo aanstonds een nieuw +woord gebruikt te hebben, het geen voor myne lezers waarschynlyk +onverstaanbaar is, zal ik hun zeggen, dat de Powesas is de Fesant +van Guiana: het is een zeer fraaije vogel, byna de grootte hebbende +van een gewoone jonge kalkoen, waar mede hy door zyne pluimaadje, +en door den smaak van zyn vleesch veel gelykheid heeft. Zyne vederen +zyn van een schitterende zwarte kleur, uitgenomen onder den buik; +zyne pooten zyn geel, zyn bek insgelyks, uitgenomen aan de punt, +alwaar dezelve blaauw en boogsgewyze gekromd is. Hy heeft levendige +en schitterende oogen, en draagt een kuif van gekrulde vederen van +een glinsterend zwarte kleur, het geen hem eene onëindige fraaiheid +geeft. Deeze vogel kan niet ver vliegen; men maakt hem gemakkelyk tam; +men maakt 'er zelfs een huisdier van, en te Paramaribo verkoopt men ze +dikwils voor meer dan een guinie het stuk. Ik zal deeze gelegenheid +waarnemen tot het beschryven van eenen anderen vogel, die aan Guiana +byzonder eigen is, en Agamie door de Franschen, en Camy-camy in +Surinamen genoemd word. Hy is, even als de Fesant, ten naasten by van +de grootte van een jonge kalkoen, maar hy verschilt van dezelve in +gestalte en in pluimaadje. Zyn lyf, dat geen staart heeft, heeft de +gedaante van een ey; zyne vederen zyn zwart, uitgenomen op den rug, +alwaar hy grysächtig is, en onder de borst, alwaar zyne vederen, van +eene blaauwe kleur, lang zyn en nederhangen, als van den Reiger; zyne +oogen zyn schitterend, zyn bek is puntig, en van een zee-groene kleur, +zoo als ook zyne pooten, die hoog zyn, en eindigen met een klauw, waar +aan vier nagels zyn, drie van vooren, en één van agteren. Deeze vogel +draagt in dit Land gewoonlyk den naam van de Trompetter, uit hoofde +van een gezang, het welk hy dikwils doet hooren, en aan het geluid van +dit speeltuig gelykvormig is. Ik kan met geene zekerheid bepaalen, +van waar dit geluid koomt, maar zommige Schryvers beweeren, dat het +van de vorming van zyn bek voortkoomt. Onder al het pluimgedierte, +is de Trompetter het dier, het welk men gemakkelykst kan tam maken: +hy is de vriend der menschen, volgt hen, liefkoost hen, en schynt hun +dezelfde getrouwheid te bewyzen, als de hond: ik heb op verscheidene +Plantagiën 'er veelen gezien, welken men, even als de Powesas, tot +huisselyke diensten gebruikte, en met de kalkoenen en ander gevogelte +te zamen liet eeten. [3] + +Den 6den, ontfing ik van Paramaribo zes kruiken rhum, waar van ik +'er vier aan den Colonel gaf. + +Om zes uuren des morgens, gaven twee van onze slaven, die +Lacanus-boomen waaren gaan hakken, ons bericht, dat een hoop +muitelingen op den afstand van omtrent een myl van de legerplaats +was voorby getrokken; dat zy onder het bevel stonden van één hunner +Capitains, genaamd ARICO, met wien onze beide Negers aan den oever van +de Cermoetibo-Kreek gesproken hadden, maar dat zy niet konden zeggen, +welken kant de vyand genomen had, zoodanig waren zy verschrikt. Na +het bekomen van dit bericht kreegen wy bevel, om hen by het aanbreken +van den dag te vervolgen. Des anderen daags was mitsdien al het volk +ten vyf uuren gereed, en na een gedeelte van het zelve te hebben +agtergelaten, om de krygs- en mond behoeften te bewaaren, rigtten +wy onzen tocht naar de plaats, alwaar de muitelingen zig vertoond +hadden. Wy zagen hier een grooten palmboom, die op het water dreef, +en aan den anderen oever met koorden van heestergewassen was vast +gemaakt; het geen duidelyk te kennen gaf, dat ARICO en zyn volk de +Kreek waren overgekomen. Zie hier, hoe de Negers in zoodanig geval +eene Rivier overgaan: zy plaatsen zig, de één agter den ander, +op den dryvenden stam van den boom; zomtyds zelfs zetten zy hunne +kinderen en vrouwen daar op; en de beste zwemmers vergezellen hun, +en zyn hunne leidslieden. + +Schoon de bewyzen van den overtocht der muitelingen duidelyk waaren, +trok de Colonel dezelve echter in twyffel, of liever hy beweerde, +dat het van hunnen kant slechts eene krygslist was: zy hadden eenige +manschappen, zeide hy, afgezonden, om den boom aan den oever vast te +maken, en ons te bedriegen. + +Niemand was van dit gevoelen, maar alle redeneeringen der weereld +werkten daar tegen niets uit. Wy namen dus een weg, die recht het +tegengestelde was van den weg der muitelingen; namelyk wy trokken +oostwaarts, daar men hen naar den westkant had moeten vervolgen, +het geen de Jagers zekerlyk gedaan zouden hebben. In deeze eerste +richting gingen wy voort tot de aannadering van den nacht, schoon +men het brood vergeten had, en dat wy den geheelen dag geen enkelen +drop water hadden kunnen hebben, want wy trokken door zwaar zand +of Savanen. Na dat wy den weg een weinig rechts af genomen hadden, +riep een Neger uit, dat wy aan de Wana-Kreek naderden. Ik hoorde dit +met genoegen; en hem een kalabas en myn fles rhum gegeven hebbende, +verzogt ik hem derwaarts te gaan, om de kalabas met een mengzel van +rhum en water te vullen; maar hy maakte het te sterk, zig buiten +twyffel verbeeldende, dat het daarom beter zyn zoude. Ik had zulk +een zwaaren dorst, dat ik den drank in eens doorzwolg, zonder dien +te proeven; dit werkte zeer gezwind, want op het zelfde oogenblik +was ik naauwlyks in staat my overëind te houden. + +Den 9den, na eenen vrugteloozen tocht, kwamen wy weder in onze +oude legerplaats te rug. De Neger SEPTEMBER, die ons volgde, gelyk +een herders hond de kudde volgt, wierd aldaar door den Colonel in +vryheid gesteld. In de daad hy was onvermoeid. Hy zelf doorwaadde +de Kreek, om 'er den westelyken oever van te bespieden. Des anderen +daags morgens, liet hy ons wederom onzen knapzak vullen, en geleidde +ons langs den zelfden weg, beweerende, dat hy den vyand eindelyk +agterhalen zoude. Vervolgens tot des avonds voortgetrokken zynde, +bragten wy den nacht in eene oude legerplaats der muitelingen door, +na den geheelen dag gebrek aan water gehad te hebben. + +Den volgenden dag, trokken wy steeds voorwaarts, maar wy vonden nog +vyanden, nog water. De Officiers en soldaaten begonden te verzwakken, +en men droeg 'er reeds eenigen in hunne hangmatten. Het was in de daad +ondraaglyk heet; want wy waaren in het saisoen der droogte. In dit +uiterste deeden wy een gat graven van zes voeten diep, op welks grond +men een snaphaan afschoot; oogenblikkelyk kwam 'er een weinig water +te voorschyn; maar zoo modderig, dat het tot geen gebruik dienen konde. + +Wy vervolgden onzen tocht, en sloegen ons neder op eene plaats, alwaar +de muitelingen voor deezen eenige Plantagiën bebouwd hadden. Het viel +hard, om geduurende den nacht de ongelukkige soldaaten over dorst te +hooren klagen. De Colonel echter bleef, tot den derden dag, 'er by, +om verder voort te trekken, in de hoop van eenige kreek of beek te +ontmoeten, en den algemeenen dorst te lesschen. Maar hy wierd in +zyne verwagting bedrogen; want den 12den, tot op den middag door de +brandende zand-woestynen heen getrokken hebbende, bezweek hy zelf met +veele anderen, die door een aanhoudenden en verteerenden dorst waaren +ter neder geslagen. Het was nog een geluk voor ons, dat de muitelingen +ons in deeze gesteldheid niet aantastten. Het was ons ondoenlyk geweest +den minsten tegenstand te bieden: de grond was bezaait met elendigen, +die door eene brandende koorts gefolterd wierden. De Colonel zelf +was hopeloos; zyne tong verdroogde in zyn mond, en zyne lippen waaren +geheel zwart; zulk een bitter lyden verduurde hy. In deezen staat konde +ik, hoe weinig hy het ook verdienen mogt, myn mededogen niet weigeren. + +Intusschen aten eenige soldaaten by aanhoudenheid van hun gezouten +varkens-vleesch; anderen trokken elkander vier aan vier voort, en +zogten eenige droppelen daauw, op bladeren van boomen verspreid. Wat +my betreft, ik ondervond tans, voor welken yver een Neger, die door +zynen meester wel behandeld word, vatbaar is. In deeze algemeene +behoefte, bood de myne my een kalebas vol water aan, zoo goed als +ik het in myn leven gedronken heb. Het was niet dan met de grootste +moeite, dat het hem gelukte dit water van de bladen van eenige wilde +pynboomen te haalen: zie hier, hoe deeze bewerking geschied. + +Men houdt de plant in de eene hand, en in de andere een sabel of mes, +waar mede men de plant beneden de bladen afsnydt. Vervolgens plaatst +men onder de opening een kalebas of een glas, en het water loopt +'er zuiver, fris, en zomtyds in eene groote hoeveelheid in. De bladen +van de plant, dit water in het regen-saisoen opvangende, brengen het +door derzelver canaalen als in een vergaarbak. Zommige Negers vonden +ook gelegenheid om door middel van water-willigen hunnen dorst te +lesschen; maar dit was voor eene door dorst versmagte krygsbende +niet voldoende. De water-willige is een zeer sterk heester-gewas, +zynde een zoort van wynstok, en alleenlyk in zandige landstreeken +groeiende: men snyd dezelve met den sabel in langwerpige stukken, +en dadelyk neemt men 'er een in den mond. Deeze plant verschaft op +die manier een frisschen, aangenaamen en gezonden drank, die in de +brandende bosschen van Guiana van groote nuttigheid is. + +De Voorzienigheid my dit hulpmiddel gelukkiglyk hebbende toegezonden, +konde ik myne eerste gemoeds-beweging niet wederstaan, en ik deelde +'er den Colonel van meede, wiens ouderdom en zwakheden ten zynen +voordeele spraken. Hy wierd 'er door verkwikt, en vervolgens besloot +hy, om langs zynen ouden weg te rug te keeren, zonder eenige hoop om +den vyand te agterhaalen: het volk was zoo afgemat, dat men verscheiden +soldaaten dragen moest. Als een laatste hulpmiddel, zond de Bevelhebber +toen eenen Neger uit de Volkplanting de Berbices, genaamd GAUSARIE, +af, om geduurende onzen te rug tocht moeite tot eenige ontdekking te +doen. Den zelfden weg hernomen hebbende, kwamen wy op eenen korten +afstand van de put, welke wy des avonds te vooren gegraven hadden. In +de gedachten zynde, dat dezelve tans helder water in zig bevatten +moest, zond ik mynen Neger QUACO derwaarts, om eene van myne flesschen +te vullen, eer dit water troebel gemaakt wierd; en dit deed hy. Maar, +toen hy daar mede naar my te rug kwam, ontmoette hy den Colonel, die +met zyn snaphaan de fles in stukken sloeg, en aan twee mannen bevel +gaf, om zig als schildwachten by de put te plaatsen, willende het +water voor zig zelven, en voor zyne vrienden bewaren. Dewyl echter +in zulk eene omstandigheden de onderwerping ophield, bukten de beide +schildwachten in de put, met het hoofd naar beneden. Hun voorbeeld +wierd oogenblikkelyk door verscheidene andere soldaaten gevolgd, en +dit water veranderde wel dra in eene modderpoel, die tot niets meer +dienstig was. Na dat wy onze hangmatten aan boomen hadden opgehangen, +verdeelde men onder ons allen, zonder onderscheid, een weinig van +zekeren sterken drank, genaamd kill-devel; maar ik dronk nimmer daar +van, en liet myn aandeel voor mynen getrouwen QUACO. De Colonel dit +vernomen hebbende, liet hem het glas uit de handen rukken, om het geen +er in was, weder in de kruik te gieten, my toevoegende: "dat vermits +ik van dien drank niet dronk, ik 'er niet van hebben moest." Ik was +verontwaardigd over zyne ondankbaarheid; en den zelfden avond een +volle fles van dit zoort van drank gevonden hebbende, gaf ik die aan +mynen Neger. + +Omtrent middernacht ontdekten wy, by toeval water. Onuitspreeklyk +verkwikkend was dit voor ons! het verdiende den voorrang boven den +besten wyn: ik zal nooit vergeeten, met welk genoegen ik 'er van +dronk. Ieder leschte zynen dorst naar wensch; en de Colonel liet +toen een groot vuur aanleggen, om zyne avond-maaltyd gereed te maken; +maar hy verbood, aan wien 't ook wezen mogt, dit insgelyks te doen. Hy +stond zelfs niet toe om een stok te snyden, en men was dus genoodzaakt +het gezouten ossen en varkensvleesch rauw te eeten. Myn aandeel aan +een zoort van wandelstokjen geregen hebbende, kroop ik zachtkens +naar het vuur van den Bevelhebber, om aldaar dit vleesch te braden; +intusschen maakte de Neger, die hem tot kok diende, my zeer spoedig +willende helpen, eenig gerucht, en deed hem ontwaaken; maar ik, om +te beletten, dat hy my niet zag, pakte my weg, na myn stuk vleesch +in zyne ketel geworpen te hebben. + +Na verloop van eenige minuuten, wende hy voor, dat men in weêrwil +zyner beveelen hout gesneden had. Ik vernam dit, en vreezende dat +hy eenig geweld mogt aanrechten, begaf ik my zachtkens naar zyne +hangmat, en verzekerde hem, dat al het volk in diepen slaap was. Hy +veinsde my niet te herkennen, en my by de hairen nemende, gaf hy +een verschrikkelyken gil. Het gelukte my hem te ontsnappen, en my in +veiligheid te stellen; echter riep hy uit: "schiet op hem! schiet op +hem!" het welk onze geheele legerbende vermaakte. Mynen Neger gevonden +hebbende, liet ik hem dadelyk myn eeten haalen; hy ging in alleryl +derwaarts, en bragt my een stuk ossen-vleesch weêrom, het welk tien +maalen grooter was, dan het geen ik gegeven had; ik bewaarde het, +en had het genoegen, om 'er de ongelukkige slaven op te onthaalen: +dus eindigde deeze elendige dag. + +Den 13den, kwamen wy weder aan de Wana-Kreek. Wy waren, door zoo veel +nutteloos lyden, onuitspreekelyk vermoeit. + +Alhier onthaalde de Colonel zyne vrienden op myn rhum, en in myne +tegenwoordigheid, maar zonder my een enkelen droppel 'er van aan te +bieden. Ik vond op deeze zelfde plaats een brief, gedagteekend uit +Ceylon, in de Oost-Indiën: deeze was aan my gezonden, door één myner +naastbestaanden, den heer ARNOLDUS DE LY, Gouverneur van Punta de +Galo en Matury, die my nodigde om by hem te komen, en my verzekerde, +dat myn fortuin dan gemaakt zoude zyn. Myn kwaade planeet gedoogde +dit niet; ik oordeelde my zelven onëer aan te doen, met in zoodanig +tyds-gewricht den dienst te verlaten. + +De Neger GAUSARIE kwam den 14den te rug, en verklaarde niets gezien +te hebben. + +Den 15den, werd eenig krygsvolk, bestaande uit twee Capitains, twee +Lieutenants, en vyftig soldaaten, naar de Rivier Maroni afgezonden, +om aldaar den Capitain FREDERIK op te zoeken, die, aan het hoofd van +vyftig andere manschappen, den 20sten der laatst voorgaande maand +vertrokken was, en van wien men niet meer had hooren spreken, het +geen groote bekommering veröorzaakte. + +De wachtpost van Vrydenburg, aan de Maroni, bestaat in een vierkant +stuk grond, bedekt met huizen van Latanus-boomen hout gebouwd, +waar van de bosschen van Guiana overvloeijen, en met goed paalwerk +omringd. 'Er is een wacht aan de buiten-kant, en aan de vier hoeken +vier schilderhuizen voor de schildwagten. Deeze post, door verscheide +stukken geschut verdedigd, is in het midden van een ledig plein gelegen +aan de oevers der Rivier, alwaar men ook een vlag ziet. Dezelve heeft +gemeenschap met de Fransche wachtpost aan de overzyde, en beide leggen +op een korten afstand van den mond der Maroni. Om daar van een juister +denkbeeld aan den lezer te geven, heb ik dezelve afgeteekend, gelyk +mede die van de Wana-Kreek, welke, schoon aangenaam voor het gezicht, +nier minder doodelyk was voor een groot aantal van ons volk. + +In de afteekening der Wana Kreek worden de drie legerplaatsen +onderscheidentlyk vertoond. Aan beide zyden, ziet men die van den +Colonel FOURGEOUD, en van wylen den Major RUGHCOP; in het midden, en +lynrecht in 't gezicht van den mond deezer Kreek, is de legerplaats +der Neger-Jagers. + +Den gemelden 15den, liet men vaartuigen vertrekken, om de zieken weg +te brengen, en krygsbehoeften aan te voeren. De geheele legerbende +wierd toen door eene zwaare ziekte, een roode loop, aangetast, die +een groot getal menschen in 't graf sleepte. Al wat wy doen konden, +bestond daar in, dat wy, op hoop van goeden uitslag, braak- en andere +geneesmiddelen aan de zieken toedienden: wy hadden geene Chirurgyns; zy +waaren allen in de hospitaalen aan de Commewyne of op Paramaribo bezet. + +De arme slaaven vooral verwekten deernis. Zy waaren, zoo als ik gezegd +heb, op eene halve portie eeten gezet, en zedert omtrent twee maanden, +leefden zy van kool van palmboomen, graanen, en wilde wortelen: +hier aan moet men de besmetting toeschryven, die de legerbende +verwoestte. Deeze ongelukkige Negers waren zoo uitgehongerd, dat zy +koorden of banden van heestergewassen om hunne lendenen bonden, volgens +de gewoonte der Indianen, die zig op deeze wyze den buik toebinden, +wanneer hen de honger kwelt, en welke vermeenen of zig inbeelden, +dat het lyden door de drukking minder word. Ik ontsnapte echter, +met eenige anderen, aan de besmetting; maar ik was buiten staat om +te gaan, uit hoofde van eene zwaare zwelling aan één myner voeten, +een ongemak, het geen men hier consaca noemt, en zeer gelykvormig is +aan het geen wy in Europa onder den naam van bevriezing kennen, en +het welk eene groote jeukte veröorzaakt, vooral tusschen de vingers, +waar uit water zypert. + +De Negers zyn aan dit ongemak zeer onderworpen; zy geneezen het zelve, +door een citroen- of limoen-schil, zoo heet, als zy die veelen kunnen, +op de huid te leggen. + +Ik heb dikwils reden gehad, om van onze mondbehoeften te spreken, +welke bestonden in gezouten ossen- en varkens-vleesch, en in bischuit, +waar van men ons alle vyf of zes dagen onze portie toedeelde. De twee +eersten hadden, na hun vertrek uit Ierland, misschien reeds de weereld +rond gereisd. Zy waren toen zoo groen, zoo slymerig, zoo stinkend, +en zomtyds zoo vol wormen, dat ik ze op andere tyden niet in myn maag +zoude hebben kunnen verdragen. + +Ik gaa tans over tot ons reistuig. Deszelfs beschryving zal my niet +veel tyd kosten; want het bestond, voor elken Officier, slechts in +een koffer, of vierkante kist, waar in hy zyn linnen, zyn verschen +voorraad, en zyn sterken drank, wanneer hy die had, wegsloot. Deeze +kisten dienden ons tevens tot stoelen en tafels in het veld: op de +tochten, droegen de Negers dezelve op hun hoofd. Ik moet bovendien +aanmerken, dat wy na zes uuren des avonds nooit vuur hadden; wy kenden +dan alleenlyk het maanlicht, het welk voor ons eene zeer treurige +vertooning maakte. + +Ik had noch bord, noch schotel, noch lepel, noch vork: de kalebas van +eenen Neger vervulde my de plaats van de twee eerstgemelde. Zelden +had ik een vork van nooden, en nog minder een lepel. In plaats van +dezelve, bediende ik my van een breed omgebogen blad, zoo als de +Slaven doen. Elk droeg een mes in zyn zak. Ik trachte eindelyk my +een lamp te maken van een gebroken fles; ik deed daar in een weinig +varkens-vet in plaats van oly, en ik scheurde een stuk van myn hembd, +om 'er een lemmet van te maken. De nood, zegt men, maakt vernuftig, +en in zulk een staat als de onze valt men niet kiesch. In de daad, +indien ik op dit oogenblik gehad had, het geen ik in voorige tyden +wegsmeet, zoude ik God gedankt hebben. + +Van vernuft sprekende, moet ik niet vergeten het fraay mandwerk, +het welk de Negers in groote meenigte in het veld maakten. Ik maakte +dit zelf ook, volgens hunne onderrigtingen, en ik zond 'er een aantal +van ten geschenke aan myne vrienden op Paramaribo. Het word gemaakt +van een zoort van houtachtig en sterk koord, het welk men in den +bast van den kool-boom vindt. Die men tot het quadrille-spel maakt, +zyn zeer fraay. Andere zyn geschikt om 'er vrugten en groenten in te +bewaaren; men vlegt dezelve met een zoort van biezen, warimbo genaamt, +welke men splyt, en 'er de merg uit haalt. Men maakt ze ook vry goed, +met dunne koorden van heestergewas. De Negers maken ook fraaye netten +van een zoort van zyde plant. + +Het is een zoort van Aloë, die in de bosschen groeit. De bladen 'er +van zyn getand, stekelachtig, en bevatten, over derzelver geheele +lengte, kleine witte vezelen, welke men even als de hennip slaat, en +laat rotten. Deeze vezelen dienden ons om touw te maken, veel sterker +dan eenig touw in Europa. Het zoude zeer geschikt zyn voor de schepen, +maar het is aan eene zeer schielyke verrotting onderhevig. Dit zoort +van hennip gelykt zoo sterk naar de witte zyde, dat de invoer daar +van in verscheiden Landen verboden is, uit vreeze dat men 'er by +verkoop bedrog mede plegen zoude. De Indianen noemen deeze plant +curetta, en in Surinamen noemt men ze doorgaans Indiaansche zeep; +zy schynt dezelfde te zyn, als de zeepboom, om dat ze eene zachte +zelfstandigheid voortbrengt, welke even als de gewoone zeep tot +wassching dient, en door de Negers en verscheiden inwooners tot dit +einde gebruikt word. Men vind ook in de bosschen een andere zoort van +plant van dezelfde gedaante als deeze, welke de Negers baboun knify +(apen mes) noemen, en die het vleesch tot op het been doorklieft. Ik +heb 'er zelf de proef van genomen, maar zonder nadeelig gevolg. + +In het tydstip, waar van ik tans spreek, hadden alle de soldaaten +gebrek aan koussen, schoenen en hoeden. De Colonel, om een voorbeeld +van lydzaamheid te geven, en morringen voor te komen, liep een geheelen +dag blootsvoets voor het volk uit. Ik had hier in een voorrecht boven +alle anderen. Myne gewoonte, om zonder koussen of schoenen te gaan, +had my de huid verhard. 'Er was toen onder ons volk geen enkele, +die een lid aan zyn lichaam had, dat volmaakt gezond was: het gebrek +van zindelykheid was 'er voornamelyk oorzaak van; zulks verwekte zeer +dikwils zweeren, welke aan hun, wien men in tyds de afzetting niet +doen konde, den dood veroorzaakten. Deeze waaren de kwaalen, waar +mede wy te worstelen hadden, maar hoe groot die ook waren, zy waren +slechts de voorloopers van de geene, die ons nog te wagten stonden. + +Ik ontfing toen een beste ham en een douzyn flessen Porto-wyn, welke +de Capitain VAN COEVERDEN my zond. Ik hield 'er vier van, welke ik +met de andere Officiers uitdronk, en gaf de overige aan den Colonel, +die door vermoeing uitgeput was. Des anderen daags, den 29sten, had ik +de eer het bevel te ontfangen over eene wacht, benevens den Capitain +BORGNES, en veertig mannen, om pogingen te doen tot het vangen der +Negers, welke drie weken te vooren de Kreek waren overgetrokken. + +Na de Rivier in een vaartuig afgezakt te zyn, en in het zelve vaartuig +den nacht te hebben doorgebragt, stapten wy des anderen daags morgens +aan land, en trokken noordwest-waarts voort; maar geen kompas hebbende, +verdwaalden wy wel dra van onzen weg. Eene groote Savane doorgetrokken +zynde, hingen wy onze hangmatten aan den kant van een dik en eenzaam +bosch op. Den 31sten, vervolgden wy den zelfden weg, in de hoop van +aan de boomen de kenbaare teekens van den doortocht van eenigen van ons +krygsvolk te zullen ontdekken. In een moeras gegaan zynde, waadden wy +daar in tot op den middag, hebbende zomtyds het water tot aan de kin, +en zynde in gevaar van te verdrinken: eindelyk geheel doorweekt, en +onze kleederen aan flarden zynde, waren wy genoodzaakt langs onzen +ouden weg te rug te keeren. Na een gedwongen marsch, hielden wy op +nieuw halte aan de oevers van de Cormoetibo-Kreek. 'Er viel zulk een +zwaare regen, dat ik my niet herïnnere immer een zwaarer gezien te +hebben: dezelve duurde den geheelen nacht, en veröorzaakte zoo veel +verwarring en wanörde door de overyling, waar mede zig elk van eene +schuilplaats voorzag, dat ik eene kneuzing aan het hoofd kreeg. Ik +ging niettemin voort, met my spoedig eene verblyfplaats te bezorgen, +en ik was de eerste in myne hangmat, waar boven ik een overdek van +bladeren maakte; omtrent onder dezelve, leide ik een goed vuur aan, +en viel in diepen slaap te midden van den rook, die my voor het +steeken der muggen bewaarde. + +Van insecten sprekende, moet ik niet vergeten, dat deezen avond een +Neger, die droog hout was gaan zoeken, my tot myne groote verwondering, +een Kever aanbood, die niet minder dan drie of vier duimen lang, +en meer dan twee duimen breed was. Men noemt hem in Surinamen den +Rinoceros, uit hoofde van zyn Olyfants snuit, die omgebogen en +gespleeten is, en de dikte heeft van een groote ganzen veder. Dit +dier heeft op den kop verscheide harde en gladde verhevenheden; hy +heeft zes ledematen; zyne vleugels zyn breed, en zyn geheele lyf is +volmaakt zwart: hy is de grootste van alle de Amerikaansche Kevers. + +'Er is ook in Guiana een ander insect van dit zoort, genaamd het +vliegend Hart, uit hoofde van zyne hoorns, die naar de hoornen van +een hart gelyken: beiden vliegen met een ongemeen gebrom, en zyn zoo +sterk, dat weinige vogelen hen durven aanpakken. Een der grootste +ongemakken, die wy in het bosch ondervonden, wierd veroorzaakt door +een vlieg, zoo groot als een bye, en wier steek byna even geducht +is. Ik kan dezelve niet beter vergelyken, dan by het diertjen, dat +wy in Engeland de Vlieg-Spinnekop noemen. + +Na zes of zeven uuren lang, in weerwil van den regen, de rook, de +muggen, en myne bekomene kneusing, vast geslapen te hebben, ontwaakte +ik zeer verfrischt ten vyf uuren des morgens, en ten zes uuren traden +wy het jaar 1774 in, vaarende langs den oever der Cormoetibo-Kreek +tot op den middag, wanneer wy in de algemeene legerplaats aankwamen, +aan den mond van de Wana-Kreek, na een zeer nutteloozen tocht, als +naar gewoonte. + +Den 3den, zagen wy, tot ons groot genoegen, den Capitain FREDERIK +wederom, met zyne krygsbende, die eenen Neger, CUPIDO genaamd, +gevangen met zig bragt. De Capitain verhaalde ons, dat een arme +soldaat van 's Compagnies krygsvolk, ter dood veroordeeld zynde, +vergiffenis van hem ontfing, op het oogenblik, dat hy op de kniën +lag om doodgeschoten te worden, en dat de ontsteltenis, die hem zulks +veroorzaakte, hem het verstand deed verliezen. + +De Colonel FOURGEOUD, toen besloten hebbende deezen veldtocht te +eindigen, zond eene krygsbende van zestig mannen vooraf, om naar de +Patamaca-Kreek op kondschap uit te gaan. + +Ik waschte nu myn hembd in de Wana-Kreek: dit was het laatste dat ik +had, en ik was verpligt my te baden, tot dat het droog was. Ik had +naar Paramaribo om ander linnen geschreven; maar myn brief kwam niet +te recht, en alles, wat ik had medegebragt, was aan flarden. + +Den 4den January, des morgens ten tien uuren, waaren wy gereed om op te +breken. De zieken in vaartuigen naar Devil's Harwar gezonden hebbende, +staken wy eindelyk de Cormoetibo-Kreek over, en wy trokken regelrecht +zuidwaarts aan, om de Patamaca te bereiken. Op onzen tocht trokken +wy voor by steile bergen, met steenen bedekt, en met myn stoffelyke +zelfstandigheden bezwangerd. De ligging deezer bergen, die niet +meer dan twintig mylen van den Oceaan gelegen zyn, wederspreekt de +waarneemingen van Dr. BANCROFT, die beweert, dat men dezelve in dit +Land niet ziet, dan op den afstand van meer dan vyftig mylen van de +Zee. Des avonds sloegen wy ons neder aan den voet van eenen anderen +zeer hoogen berg, alwaar wy een kleine beek van goed water en Latanus +boomen vonden, het geen voor ons twee gewichtige punten uitmaakte. Het +was in de daad merkwaardig, en zelfs zeer fraay, een soort van stad van +boomloof te zien, die zig in een uur verhief op een grond, alwaar te +vooren niets was. Een oogenblik daar na waaren de vuuren aangestoken: +de een kookte 'er zyn eeten op, de ander droogde 'er zyne kleederen by. + +Deezen nacht echter wierd het geheele leger aangetast door een loop, +veroorzaakt door het water, het welk wy hier dronken. Dit water, +schoon zeer helder, bevatte zoo veele myn-stoffelyke zelfstandigheden, +dat het den smaak van Bath- of Spa-water had. Deeze omstandigheid +alleen is genoeg ter aanwyzing, dat men in deeze bergen metaalen +vinden zoude, indien de Hollanders de noodige kosten doen wilden, om +'er in te delven. + +Den 5den, vervolgden wy onzen tocht steeds over de bergen, waar van +zommigen zoo steil waren, dat verscheide Slaven met hunne pakken niet +kunnende opklauteren, dezelve tegen den grond wierpen en wegliepen, +niet naar den vyand, maar naar hunne meesters, die hun dit ligtelyk +vergaven: anderen rolden met pak en zak van boven neder. + +Des avonds van dien zelfden dag, vonden wy onze huisvesting gereed, +en wy besloegen de hutten, die men had laten staan, na BONNY en zyn +volk op de vlucht gedreven te hebben. In de myne vond ik nog een +zoort van kaars, die vry aartig gemaakt was van wasch van wilde byën, +en het gedroogd merg van biezen. + +De wooning van BONNY had zeer veel gemak; zy was met paalwerk omringd, +en bestond uit vier zeer nette vertrekken. De Colonel nam aldaar +zyn intrek. + +Den 6den, scheen al het volk uittermaten vermoeit te zyn. De Colonel +gelastte dienvolgende een dag halte te houden; alleenlyk zond hy den +Capitain FREDERIK, wien het Land 't best bekend was, met zes mannen +af, om de oevers van de Claas-Kreek op te zoeken, zynde een zoort +van vlietend water, het geen zynen oorsprong neemt op de plaats, +alwaar wy ons bevonden, en in de Cottica uitloopt. Naauwlyks waren +zy vertrokken, of de oogen van den Colonel by toeval op my gevallen +zynde, gelastte hy my om hen alleen te volgen, en hem bericht te komen +brengen, van het geen ik aan de overzyde van den oever ontdekken +mogt. Ik haalde weldra de afgezondene manschappen in, en na eenige +oogenblikken te zyn voortgetrokken, slonden wy tot onder de armen +toe in 't water. FREDERIK gaf toen bevel om te rug te trekken, maar +ik verzogt hem, om naar my te wagten; waarna ik, mijne kleederen +uitgetrokken, en myn sabel tusschen de tanden genomen hebbende, de +Kreek al zwemmende overstak; aan de overzijde gekomen zynde, ging ik +daar een wyl langs; niets vindende, kwam ik te rug op dezelfde manier, +en wy kwamen wederom op de legerplaats. + +Op den middag, deed ik bericht aan den Colonel, die my voorkwam +over deeze hoopelooze daad, welke hy niet verwagt had, verwonderd +te zyn. En ik was het niet minder, wanneer hy my by de hand vatte, +en aan zynen kamerdienaar gelastte, om my een fles wyn en een stuk +ham te brengen. Men zal het misschien naauwlyks kunnen gelooven; +maar het een was zuur, en het ander bedorven: het geschenk egter van +gelyken aart, het welk ik hem gegeven had, was gezond en gaaf. Zulk +eene laagheid veröntwaardigde my dermaten, dat ik boos opstond, +en hem verliet, hem, zyn knecht, zyn wyn, zyn vleesch, en stinkende +wormen. Ik stilde mynen honger met een stuk bischuit en drooge visch, +die ik van een Neger kogt. + +Den 7den January, trokken wy weder voort. Den zelfden dag vong ik +één van die fraaije kapellen, waar van ik, by het verhaal van mynen +tocht naar de Cottica, gesproken heb. Ik zal tans voortgaan met +hem te beschryven, schoon ik zyn naam niet weet. Van het eene einde +zyner vlerken tot aan het andere, was hy by de zeven duimen breed; +alle waaren zy van eene zoo levendige en schitterende blaauwe kleur, +dat dezelve gelyk stond met het hemelsblaauw op eenen schoonen dag; +deeze vlerken pronkten met een rand van eene bruine kleur met witte +vlakken. Ik kan niet nalaaten hier te herhaalen, dat deeze kapel, op +het groene loof der boomen huppelende, door zijne schitterende kleur +en grootte eene treffende uitwerking deed. Zoo ik my niet bedrieg, +behoort hy tot het zoort der Danaï van LINNAEUS. Ik heb zyn popjen +niet gezien; maar zyne rups, die van eene geelachtig gryze kleur is, +is zoo dik als de vinger van een mensch, en meer dan vier duimen +lang. Het is onbegrypelyk, van hoe veele verschillende zoorten +van kapellen de bosschen van Guiana overvloeijen. Zommige lieden, +die 'er een kostwinning van maken, met dezelve te vangen, winnen +'er veel geld mede. Na ze in kleine papiere doosjes met spelden te +hebben vast gemaakt, zend men ze naar verscheidene kabinetten van +Europa. Doctor BANCROFT zegt, dat om ze gaaf te houden, men ze met +terpentyn moet aanraken; maar het is genoeg, dat men in de doos, +waar in deeze insecten leggen, een stuk campher vast maakt. + +Deezen avond lagen wy op eenen kleinen afstand van de Patamaca-Kreek +gelegerd. Wy vonden aldaar eene arme Negerin, die bitterlyk schreide, +en als eene offerhande, aan den voet van eenen boom, waar onder +het lyk van haaren man begraven was, eenige eetwaaren nederleide, +en water plengde. Deeze man had in eenen slag tegen de Europeanen +het leven verloren. + +De Capitain FREDERIK en ik, in eene zandwoestyn, in den omtrek der +legerplaats, wandelende, ontdekten hier de pas gezette voetstappen +van eene groote tygerin, met haar jong, in welk oogenblik dit dier +zeer verslindend is. Wy begrepen dus, dat het voorzichtig was te rug +te keeren. Ik nam de maat van den voet der moeder: dezelve was byna +zoo groot als een gewoone tinne schotel. + +Na een tocht van eenige uuren, kwamen wy des anderen daags morgens +eindelyk op den post van la Rochelle, aan de Patamaca. Wy waren mager, +uitgehongerd, zwart geworden, verbrand, ongekleed, de meesten zonder +schoenen en hoeden, en in een staat, zoo als men nimmer iets dergelyks +gezien heeft. Ik had zelf niet meer dan de helft van myn lange broek, +en myn eenigste hembd hing gescheurd aan malkander. Wy vonden op +deezen post eene kleine bende van elendelingen, gereed om het bosch, +het welk wy verlieten, in te gaan, en die bestemd waren, om, even +als wy, alle de elenden, die menschelyke schepfels verduuren kunnen, +door te staan. Ik heb reeds van verscheidene ziekten gesproken, als +van verschillende zoorten van rooden uitslag, van, rotkoortsen, van +galkoortsen, van verharde gezwellen, van rooden loop, waar aan men +in deeze luchtstreek is bloot gesteld. Ik heb gezegd, hoe zeer men +aldaar geplaagd word door muggen, pattat en scrapat-luizen, mieren, +wilde byen, heestergewassen en doornen in de bosschen; hoe zeer men +aldaar te vreezen had voor de kaymans en de pery in de Rivieren; +hoedanig het gesuiffel der slangen, het gebrul der tygers was; +welke zandwoestynen, welke diepe moerassen wy doortrokken; welke +heete dagen, welke vochtige en koude nachten, welke vreesselyke +slagregens wy doorstonden; welk slecht en slap voedzel men ons gaf; +en de lezer staat buiten twyffel verstomd, dat iemand zulke wreede +beproevingen heeft kunnen, overleven. Hoe lang die lyst ook zy, +verklaar ik egter, dat ik, uit vreeze van langwylig te worden, +een gebrek, waar aan ik misschien reeds schuldig ben, veele andere +onheilen, die ons drukten, heb overgeslagen. Ik zoude nog hebben +kunnen spreken van een onëindig getal kleine slangen, hagedissen, +scorpioenen, sprinkhaanen, spinnekoppen, wormen, duizendpooten, +en zelfs vliegende luizen, waar van de reiziger gevaar loopt om elk +oogenblik van één gereten of gestoken te worden; maar ik bewaar die +beschryving tot eene andere gelegenheid. + +Men zal zig een denkbeeld kunnen vormen van, den honger, die ons +by onze komst alhier verslond, wanneer ik verhaald zal hebben, dat +ik eene Negerin gezien hebbende, die van zekere groove spys haare +maaltyd hield, haar een halve kroon toewierp, de schotel uit haar hand +rukte, en het geen 'er op was met meer smaak opslokte, dan ik immer +de lekkerste spys bereiding genuttigd heb. Ik deed tans den Colonel +FOURGEOUD opmerken, hoe aangenaam het zyn zoude, wanneer hy zyne overig +zynde soldaten op groenten, versch ossen- en schapen-vleesch onthaalde, +zoo wel als dat hy hun van koussen, schoenen en hoeden voorzag; maar +hy antwoordde my, dat de lekkernyen van Capua het leger van HANNIBAL +bedorven hadden; hy scheen my toe in het begrip te staan, dat zy, +die als hoopeloozen vechten, menschen zyn, die 't leven moede zyn. + +Den 11den, kwam het krygsvolk aan, het welk de Wana-Kreek een dag voor +ons verlaten had; en, als naar gewoonte, hadden zy niemand gevangen +genomen, noch zelfs gezien. + +Den 12den, kwam één der muitelingen met zyn wyf, aan den post +van la Rochelle, en zy gaven zig aan den Bevelhebber vrywillig +over. Den zelfden dag kreeg ik verlof, om, wanneer ik het verkoos, +naar Paramaribo te gaan, om my te herstellen. Ik was over dit +verlof verblyd, en maakte my met eenige andere Officiers gereed om +te vertrekken. Wy lieten den Colonel agter ons aan het hoofd van +eene krygsbende, waar van de beste uit den hoop een Pagters kar in +Engeland ontcierd zoude hebben. Eindelyk kwam het verlangde uur, en +ik was de vyfde, die in een overdekt vaartuig trad, het welk door zes +roeiers wierd voortgeroeit, om my naar de hoofdstad der Volkplanting +te begeven. Ik was steeds welvarende, wel gemoed en vol vreugde. + +Ik vond op Devil's Harwar eene kleine bezending van thee, koffy, +beschuit, boter, suiker, limoenen, rhum, en twintig flessen goeden +wyn, die myne vrienden van Paramaribo my naar den post van la Rochelle +toezonden. Ik zond dezelve niet te rug, en in weerwil der onwaardige +behandelingen van den Colonel, maakte ik 'er hem een geschenk van, +uitgenomen echter twaalf flessen, die wy, op de gezondheid onzer +vrouwen of minnaressen, in het vaartuig uitdronken. Ik konde my niet +wederhouden den Bevelhebber te beklagen, wiens ouderdom (hy was een +man van by de zestig jaaren,) en werkzaamheid, in allen gevalle zeer +veel achting verdienden. Schoon hy op deezen, tocht zeer weinige +muitelingen had gevangen genomen, had hy echter het bosch van de +Commewyne tot den mond der Wana-Kreek gezuiverd; hy had de vyanden +uit één gedreven, hunne wooningen vernield, hunne velden verwoest, +en alle hereeniging van de verschillende partyen der muitelingen belet. + +Wy kwamen den 13den des avonds op de Plantagie myn Genoegen, alwaar +wy de avond maaltyd hielden. Van daar zetteden wy onze reize dag +en nacht voort, onzen tyd met zingen en lachen doorbrengende, +tot den 15den op den middag, wanneer wy, onder begunstiging van +het vallend water, aan het Fort Amsterdam aankwamen. Vervolgens de +Rivier oversteekende, stapten wy aan land voor het huis van den heer +DELAMARE, te Paramaribo. Ik bleef in 't eerst aan den oever staan, +alwaar een groot getal myner vrienden my omärmden, en my met myne te +rug komst in de stad geluk wenschten. + +Myne eerste zorge was, om myne geliefde JOANNA te laten haalen, die, +toen ze my zag, in traanen weg smolt: dit was zoo wel uit vreugde dat +ik nog leefde, (men had gezegd, dat ik dood was,) als uit aandoening +over den deerniswaardigen staat, waar in ik my bevond. Dus eindigde +myne tweede veldtocht, waar van het verhaal dit Hooftstuk besluiten +zal. + + + +TWAALFDE HOOFTSTUK. + +Beschryving van Paramaribo, en van het Fort Zelandia.--De Grow-Mouneck, +of graauwe Munnik.--De West-Indische Abricoos-boom.--Verschillende +zoorten van Oranje-boomen.--De Colonel FOURGEOUD trekt naar de Rivier +Maroni.--Een Capitain word gewond, en eenige soldaaten gedood.--Vreemde +straf-oeffening in de hoofdstad.--Het Fort Sommelsdyk.--De wachtpost +van de Hoop. Duiven en Tortelduiven.--Groenten en vruchten.--Jacht +en wildt.--Steenbakkery.--Insecten. + +My thans andermaal te Paramaribo bevindende, zal ik, ter dezer +gelegenheid, de beschryving deezer aangenaame Stad mededeelen. Ik heb +reeds gezegd, dat zy aan de fraaije Rivier Surinamen, zestien of agtien +mylen van derzelver mond, gelegen is. Zy is gebouwd op een zoort van +steenachtigen zandgrond, met de landen rondsomme waterpas liggende, +en maakt een langwerpig vierkant van anderhalve myl lang, en ten +hoogsten een halve myl breed. Alle de straaten zyn volmaakt afgemeeten, +en beplant met oranjeboomen, palmboomen, tamarinde en limoenboomen, +die in alle Jaargetyden bloeien, en zig onder het gewicht van geheele +trossen der geurigste en uitgelezendste vruchten krommen. Men heeft +hier noch gehouwen, noch gebakken steenen voor de straaten noodig; +de steenachtige zandgrond is voldoende; dezelve is niet minder, +dan die der fraaiste tuinen in Europa, en men maakt denzelven nog +aangenaamer, door dien met zeeschelpen te bestrooijen. De huizen, +die meerendeels twee, en zomtyds vier verdiepingen hebben, zyn, +eenigen uitgezonderd, van zeer fraay hout gebouwd. De grondvesten +der gebouwen zyn byna allen van gebakken steen; en kleine gekloofde +planken bedekken de daken in plaats van pannen. Men ziet zeer zeldzaam +glaaze raamen in dit Land; het glas verwekt 'er te veel warmte, +en men gebruikt in plaats van dien, raamen van gaas. Eenige huizen +hebben windluiken of blinden, die men van zes uuren des morgens tot +zes uuren des avonds open houdt. Wat schoorsteenen betreft, ik heb +'er geen enkele in de geheele Volkplanting gezien; men legt geen +vuur aan, dan in de keuken, die altoos van het woonhuis afgelegen is; +men legt het daar aan op den grond, en de rook vliegt door een gat, +in het midden van het dak gemaakt. Deeze houte huizen zyn echter in +Surinamen zeer duur; het huis, het welk de Gouverneur onlangs had +laten bouwen, kostte hem meer dan vyftien duizend ponden sterling. In +de geheele Stad Paramaribo is geen bronwater: elk huis heeft een put, +in den rotsachtigen grond gegraven, die brak water geeft, alleenlyk +dienende voor Negers, het vee, enz. Europeaanen hebben regenbakken, +waar in zy het regenwater tot hun gebruik bewaren: het beste zygt +door een steen, en valt in groote tonnen, of aarde vaten, door de +Indianen gemaakt, die dezelve tegen koopwaren verruilen. De inwooners +van dit Land slapen allen in hangmatten, uitgenomen de Negers, die +meestal op den grond slapen. De hangmatten van lieden van aanzien, +zyn van catoene lynwaat, met zeer ryke franjen omzet. De Indianen +maken die ook, en verkoopen ze zomtyds tot voor dertig guinies. Men +heeft geene dekens noodig: men behoeft alleenlyk gordynen, om zig +tegen de muggen te beveiligen. Zommige lieden hebben bedden, met +gaaze gordynen omringd, welke de lucht vryelyk laaten doorspelen, +en tegen het kleinste insect veilig stellen. De huizen zyn in 't +algemeen te Paramaribo luisterryk verciert met schilderyen, glaswerk, +verguldzels, kristalle kroonen en porceleine potten; de muuren der +kamers zyn nooit bepleisterd, noch met papieren behangzels overdekt, +maar overheerlyk beschoten met kostbaar hout. + +Men berekent het getal der huizen te Paramaribo op veertien +honderd. Het voornaamste is het Paleis van den Gouverneur, het welk, +langs een weg in den tuin, met het Fort Zelandia gemeenschap heeft. Dit +Paleis, en het huis van den Bevelhebber van het Fort, waaren de eenige +steene gebouwen in de geheele Volkplanting. Het Stadhuis is een cierlyk +en nieuw gebouw, met pannen belegt. Aldaar houden de verschillende +Hoven van Justitie hunne zitting, en daar boven zyn de gevangenissen, +voor Europeesche misdadigers geschikt, uitgenomen voor krygslieden, +welken men in het Fort Zelandia gevangen zet. De Protestantsche Kerk, +alwaar men den dienst in het Hollandsch en Fransch doet, heeft een +kleine spitse tooren met een uurwerk; de Lutherschen hebben ook +hunne Kerk; en de Joden bezitten twee Synagogen, eene Portugeesche +en eene Hoogduitsche. 'Er is in de Stad een groot Hospitaal voor de +bezetting, en ongelukkig is het nooit ledig. In de Vesting bewaart men +de oorlogs- en mondbehoeften; de soldaten van 's Compagnies krygsvolk +zyn aldaar in barakken gehuisvest, en eenige Officiers hebben 'er vry +goede wooningen. De Stad Paramaribo heeft eene voortreffelyke reede, +alwaar dikwils, op den afstand van een pistoolschoot van den oever, +meer dan honderd koopvaardyschepen geankerd liggen. Zelden zyn +'er minder dan tachtig, geladen met koffy, suiker, cacao, catoen +en indigo voor Holland; verscheide andere hebben slaven van de kust +van Africa aangebragt; en zommige eindelyk zyn uit het noorden van +America, of van de Antillische Eilanden gekomen, om meel, ossen- +en varkens-vleesch, sterke dranken, gezouten haring en makreel, +spermaceti-kaarssen, paarden en grof huisraad tegen verschillende +koopwaaren te verruilen, vooral tegen syroop van suiker (melasse), +waar van de Americanen rhum maken. + +De stad Paramaribo heeft geene vestingwerken; zy paalt ten zuid-oosten +aan de Rivier Surinamen, die meer dan een myl breed is; ten westen +aan eene groote zand-woestyn; ten noord-westen aan een ondoordringbaar +bosch; en het Fort Zelandia verdedigt dezelve ten oosten. Het Fort is +van de Stad alleenlyk afgescheiden door eene groote vlakte, alwaar het +krygsvolk de parade doet. Het heeft de gedaante van eene regelmatige +vyfhoek, en heeft maar ééne poort, die aan den kant van de Stad gelegen +is: twee van deszelfs bolwerken dekken de Rivier. Het is zeer klein, +maar sterk tot verdediging, zynde gebouwd van gehouwen of rots-steen, +en omringd door eene breede gracht, die vol water is, en voor welke +nog eenige vestingwerken leggen. Ten oosten, en aan de Rivier, is eene +battery van twintig stukken geschut. Op één der bolwerken is een klok, +waar op de wachthebbende soldaat met een hamer het uur slaat, het +welk hem door een zandlooper word aangewezen: op een ander bolwerk, +steekt men een vlag op, by het naderen van een oorlogschip, of by +openbaare vreugdebedryven. De muuren zyn zes voeten dik, en hebben +openingen voor het geschut, maar geene borstweeringen. Ik heb van +den tyd, dat dit Fort gebouwd is, reeds gesproken. + +Paramaribo is eene zeer volkryke stad. Men ziet op byna alle haare +straaten eene meenigte van Planters, Matroosen, Soldaten, Joden, +Indianen en Negers. De Rivier is aanhoudend bedekt met kano's en +vaartuigen, die heen en weder vaaren, even als onze schepen op de +Theems, en dikwils eene meenigte Musikanten met zig voeren. De schepen +op de reede, met hunne wimpels verciert, verfraaijen het toneel, het +welk nog gevoeliger word door de meenigte van jongelingen en jonge +meisjes, die in het water speelen. De vrolykheid en verscheidenheid van +deeze voorwerpen weegt eenigermaten tegen de ongemakken der luchtstreek +op. De kleederen en rytuigen der voornaamste inwoonders zyn waarlyk +prachtig: de geborduurde zyde stoffen, de Genueesche fluweelen, +de goude en zilvere boordzels, de diämanten schitteren dagelyks; en +zelfs de schippers der koopvaardyschepen komen met gespen en knoopen +van massief goud voor den dag. De tafels zyn niet minder kostbaar; +men discht op dezelve de duurste en uitgezogtste spyzen op in platte +schotels, of porceleine vaten, in den eersten smaak, en allerfynst +gewerkt. Maar niets duidt meer de pracht der Surinaamsche Colonisten +aan, dan het getal der Slaven, welke men aldaar in dienst houd, en die, +in zommige huizen, een getal van twintig of dertig bedragen. Zelden +ontmoet men in deeze Volkplanting blanke dienstboden. + +Men vind, te Paramaribo, in overvloed, geslacht vleesch, gevogelte +van allerlei zoort, wildt en visch. De groenten zyn 'er ook zeer +overvloedig. Behalven de lekkerste voortbrengzels, die aan deeze +luchtstreek eigen zyn, voert men aldaar aan het beste, dat Europa, +Asia, en Africa opleveren. De eetwaaren echter zyn 'er over 't algemeen +zeer duur, vooral die uit vreemde Landen komen, en door de Joden of +Schippers verkogt worden. De eersten genieten in deeze Volkplanting +byzondere voorrechten; de laatsten rigten voor een korten stond +magazynen op, om 'er de lading hunner schepen in te bergen, terwyl zy +die wederom met voortbrengzels van het Land beladen. Het tarwe-meel +word verkocht voor vier stuivers tot een schelling het pond; de boter, +twee schellingen; het geslacht vleesch, nooit onder een schelling, +en dikwils anderhalve schelling. Ik heb voor een enkele kalkoen +anderhalve guinie betaald. De eieren gelden vyf stuivers het stuk; +de aardäppelen zes stuivers het dozyn; de wyn kost drie schellingen +de fles; de Jamaicasche rhum een kroon de kruik. De visch en groenten +zyn goedkoop, en de vruchten byna voor niet. Myn kleine Neger QUACO +heeft my dikwils veertig oranje-appelen voor zes stuivers t'huis +gebragt, en een half dozyn pyn-appelen voor denzelfden prys. Wat de +limoenen en tamarinden betreft, men behoeft slechts de moeite te doen, +om ze op te raapen. De huuren zyn uittermaten duur. Voor een kleine +kamer zonder huisraad betaalt men drie of vier guinies in de maand; +en voor een huis met twee kamers op elke verdieping, honderd guinies +'s jaars. De schoenen kosten een halve guinie het paar; en een rok +met zyn toebehooren is my komen te staan op twintig guinies. + +De twee zoorten van hout, waar van de huizen getimmert zyn, namelyk +het wana en couppy hout, verdienen, dat men 'er van spreekt. Het eerste +is zeer hard, en van een grof erf; het is niet vatbaar voor de minste +glans, en heeft eene ligt roode kleur, gelykende naar die van nieuw +brasilie-hout; men bedient 'er zig van voor de deuren en kassen, +voor schepen en vaartuigen. + +Het couppy hout gelykt naar dat van den wilden kastanje-boom; het +is hard, kwastig en vast. Men maakt 'er planken van, waar mede men, +in plaats van steene muuren, de huizen bekleed. Dit hout is van een +bruine kleur: het laat zig zeer goed polysten. + +Op dat de lezer zig een juister denkbeeld van deeze Stad vorme, zal +ik hem verwyzen naar het ontwerp, het welk ik daar van geschetst heb: +ik zal tans overgaan, om eenige byzonderheden, betrekkelyk tot deszelfs +inwooners, op te geven. + +De Europeanen of blanken, in de geheele Volkplanting, beloopen +op een getal van vyf duizend, zonder de bezetting daar onder te +rekenen, en zy houden voornamelyk hun verblyf in de hoofdstad; maar +de Neger-slaven bedragen ten naasten by een getal, van vyfënzeventig +duizend. Alle morgen ten agt uuren gaat het krygsvolk naar de wacht +in de Vesting. De wacht in de Stad word door de burgers of soldaten +waargenomen, en duurt den geheelen nacht. Twee maalen daags, en ten +zes uuren lost het bevelvoerend schip deszelfs geschut in de haven. By +het avond-sein, stryken alle de vlaggen der onderscheidene schepen, +de klokken luiden, en de trommelslagers en pypers loopen door de +Stad. Geen slaaf, van welke kunne ook, mag als dan op de straaten, +of in de haven verschynen, zonder verlof van zynen meester. Die +deezen regel overtreedt, word in arrest genomen, en buiten twyffel +des anderen daags morgens gegeesseld. Des avonds ten tien uuren, +slaan andere tambours den trom op alle de straaten van Paramaribo. + +Op dit oogenblik vertoonen zig de vrouwen, vooral die veel van een +geheim gesprek in het maanlicht houden. Op haare byëenkomsten laaten +zy zig sorbet en sangary toedienen, zynde een mengzel van water, +Madera-wyn, Muscaat-wyn en suiker; zy houden aldaar gesprekken, die +geenzints dubbelzinnig zyn, zoo omtrent haare mans, als omtrent haar +zelven; dikwils vertoonen zy aldaar haare jonge slavinnen, welke +zy aan de manspersoonen voor een zekeren prys ter week aanbieden: +en zoo haare omgang al een weinig ingetogener is, zy zyn ten minsten +wydlustig in het roemen van de geenen, die in haare gezelschappen +tegenwoordig zyn, en wier voorkomen of persoon haare aandacht verdient. + +Elk Land heeft zyne gewoonten, en in allen kan men uitzonderingen +maken; want ik heb vrouwen in Surinamen gekend, wier kiesche en +beschaafde opvoeding de beminnelykste gezelschappen van Europa +veraangenaamd zouden hebben. De inwoonders van Paramaribo, behalven +de vermaken van de tafel, het dansen, het uit ryden gaan, en de +speel-partyen, hebben een klein toneel, waar op zy, tot vermaak van +hun en hunne vrienden, blyspelen vertoonen. Indien zy keurig op hunne +kleederen zyn, zy zyn het niet minder op de netheid hunner huizen. Hun +linnen is allerfynst; zy laaten het wasschen met Castiliaansche +zeep, en deszelfs witheid is by niets, dan by de sneeuw der bergen, +te vergelyken. De vloer der vertrekken, waar in gezelschappen by +één komen, word altoos met zuure oranje-appelen, in tweën gesneden, +schoon gemaakt, het geen een aangenaame geur verschaft: de Negerinnen +houden in elke hand een halve appel, en zingen, wanneer zy dit +werk doen. Dusdanig is de hoofdstad, dusdanig zyn de inwooners der +Surinaamsche Volkplanting, en hun caracter is gelyk aan dat van alle +de Hollanders in de West-Indische bezittingen. Maar laaten wy tot +myn verhaal te rug keeren. + +De gewoonte, die ik had om bloots-voets te gaan, belette my eenigen +tyd, om schoenen en koussen te kunnen verdragen. Wanneer ik nieuwe +wilde aantrekken, zwollen myne voeten zoodanig op, dat ik by mynen +vriend KENNEDY ten eeten zynde, genoodzaakt was myne schoenen uit +te trekken, en hy had de goedheid om my in zyne koets naar huis +te laten brengen. Zoo dra ik myne schoenen konde blyven aanhouden, +ging ik een bezoek geven aan den Colonel WESTERLOO, aan boord van een +West-Indisch Compagnie's Schip, het welk naar Holland onder zeil ging, +Deeze Officier, die my te Devil's Harwar, op het oogenblik, dat ik +aldaar in zulk een deerniswaardigen staat was, was opgevolgd, bevond +zig tans van het gebruik van alle zyne ledematen beroofd. In zulk eenen +beklaaglyken toestand, hoopte hy slechts op de vaderlandsche lucht, +om zyne gezondheid te herstellen. Verscheide Officiers zagen zig, op +dit zelfde oogenblik, genoodzaakt hunne goederen te verkoopen om te +leven, vermits zy van den Colonel geene betaaling konden erlangen. Ik +leed door dit onheil minder dan anderen; myne talryke vrienden lieten +my aan niets gebrek lyden. + +Den 28sten January, des morgens aan den oever wandelende, zag ik +aldaar een visch uit het water ophalen, die van wegen zyn goed +vleesch en grootte (hy woog by de twee honderd ponden) verdient +gemeld te worden. Men noemt hem grow-mouneck, of de graauwe Monnik; +men zegt dat hy tot het geslacht der kabeljauwen behoort, waar mede +hy, zoo in gedaante als kleur, veel overeenkoomt, zynde zyn rug van +een zeer donker bruine olyf kleur, en den buik wit. Men sneed hem +dadelyk in groote stukken; ik kocht 'er verscheiden van, en zond +dezelve aan myne vrienden. Van smaak scheen hy my zelfs den tarbot +te overtreffen. Zomtyds vind men hem in de Rivieren; maar gemeenlyk +leeft hy in 't zee-water. In dit Land zyn geene visschers, dan de +Negers. Hunne meesters laaten hun dit ambagt leeren, en vorderen daar +voor eene zekere somme ter week. Indien zy yverig zyn, verzamelen zy +spoedig geld voor eigen rekening; en zommigen zelfs worden ryk. Maar +indien zy integendeel agteloos zyn, en hunne verbintenissen niet +volbrengen, kunnen zy wel staat maken van strengelyk gestraft te +worden. + +Dezelfde gewoonte heeft plaats ten aanzien van verscheide andere +kostwinningen; en met onvermoeide vlyt en zuinigheid kunnen +de Negers dan gelukkig leven. Overeenkomstig dit gebruik heb ik +slaven, in Surinamen gekend, die andere slaven voor eigen rekening +kogten. Verscheiden koopen hunne vryheid van hunne meesters; zommigen +verkiezen liever hun geld te bewaaren, wanneer die meesters billyke +menschen zyn, vermits zoo lang zy slaven blyven, zy van belastingen +zyn vry gesteld, waar aan de vrygemaakte slaven onderworpen zyn. Ik +heb een Neger gekend, zynde een smit, en genaamd JOSEPH, wien men, +in aanmerking van zyne lange en getrouwe diensten, de vryheid had +aangeboden, maar die dezelve zeer stellig weigerde, en liever verkoos +slaaf by een goed meester te blyven. Deeze man bezat verscheiden +slaven in eigendom; hy bewoonde een gemakkelyk en wel gemeubileerd +huis, en zelfs bezat hy eenige stukken zilverwerk. Wanneer zyn meester +en meesteresse hem kwamen zien, liet hy hun kostelyken wyn en sorbet +toedienen. Men moet echter toestemmen, dat zulk een voorbeeld zeldzaam +is: want zoo al eenige slaven te Paramaribo wel behandeld worden, +het grootste getal is elendig: maar de ergste van allen zyn, die +onder de beveelen staan van vrouwen, meer nayverig om rykdommen ten +toon te spreiden, dan om menschlievenheid te doen blyken. + +Het meest geachte zoort der slaven is dat der Cabougles, of +Quarteronnés. Hunne verwandschap met de Europeanen is 'er de oorzaak +van. Men weet, dat zy van een blanken en eene mulatte vrouw geboren +worden: derzelver getal is in deeze Volkplanting zeer aanmerkelyk. Men +plaatst de jongens van deeze kleur doorgaans by ebbenhoutwerkers, +zilversmits, of handelaars in kostbaarheden, wier handwerk zy +leeren. De meisjes zyn kameniers. Men leert haar naaijen, breijen +en borduuren, het geen zy in de volkomenheid doen. Zy zyn over +'t algemeen zeer schoon, en scheppen groot vermaak in zig op eene +cierlyke en nette wyze te kleeden. De meeste, van eene hooge, rechte +en wel gemaakte gestalte zynde, zyn zwieriger dan de mulatte meisjes, +en gaan nooit met het bovenlyf naakt, gelyk de laatst-gemelde. Haare +kleeding bestaat doorgaans in een klein overtrek van satyn, verciert +met een belegzel van gebloemd gaas. Zy dragen een korte borstrok +van Indisch catoen of zyde, van vooren geregen, welke boven het +overtrek een hembd van zeer fyn mousseline doet te voorschyn komen: +schoenen en koussen dragen de slaven in dit Land nooit. Het hoofd van +deeze meisjes is met fraay zwart hair verciert, het welk natuurlyke +en korte krullen heeft. Wanneer zy uitgaan, dragen zy een hoed van +zwart of wit vilt, met een knoop en gouden lis daar aan. Om den hals, +aan de armen en enklauwen dragen zy halsbanden, kettingen, armringen, +goude penningen, en vercierselen van verschillende koraalen. Alle +deeze lievelingen leven met Europeanen, het geen voor de Creoolsche +vrouwen een groot hartzeer is. Indien men echter wist, dat eene +Europeaansche vrouw met een slaaf iets uitstaande had, zoude zy by +de blanken in verachting zyn, en de minnaar zoude zonder genade ter +dood verwezen worden.--Dusdanig zyn, in Hollandsen Guiana, de wreede +wetten der mannen tegen de schoone kunne. + +Maar laaten wy van onderwerp veranderen.--De dwinglandye van onzen +Bevelhebber, den Colonel FOURGEOUD, vermeerderde van dag tot dag. De +Lieutenant Graaf van RANDWYK, die ziek was, en zig gereed maakte, +om met den Colonel WESTERLOO te scheep naar Holland te vertrekken, +ontfing bevel, om in de Volkplanting van Surinamen te verblyven, +alleenlyk vermits hy gezegd had niet wel behandeld te zyn geworden. Om +van des Colonel's rechtvaardigheid een denkbeeld te geven, zal ik +eenvoudig opmerken, dat de Officiers moesten leven van eene gelyke +portie gezouten vleesch, als de soldaaten kregen; alleenlyk geduurende +het verblyf van eenige weeken te Paramaribo, wierd deeze levens-regel +niet gevolgd. Deeze schikking kostte my dertig ponden sterling; maar ik +heb reeds gezegd, dat de Colonel ons onze betaaling onthield; waarom +zou hy ons ook ons eeten niet onthouden hebben? Dit zyn beuzelingen, +waar over een soldaat zig niet ontrusten moet. + +Den eersten February egter wierd ons bericht, dat wy geene kosten +zouden behoeven te maken, zoo wy ons, met het geen men ons gaf, wilden +te vreden houden; en dat, zoo wy daar over niet voldaan waren, men ons +tien ponden sterling s'jaars voor de kosten van ons gezouten ossen- +en varkens-vleesch in rekening zoude brengen. + +Den 2den, vernam ik, dat de Lieutenant Colonel BECKER schielyk +gestorven was. Zyne compagnie kwam my, van wegen den rang, dien ik +bekleedde, toe; het zoude een zoort van vergelding geweest zyn voor +zoo veele moeiten en afmattingen. Om echter een evenwicht tegen dit +voordeel te maken, deed eene getrouwde vrouw, wier man my de grootste +vriendschap betoonde, toen een aanbod, het welk de eerbaarheid my +verbood aan te nemen. Zy hield aan, en ik bleef haare gunsten en +geschenken weigeren; maar wel dra ondervond ik de gevolgen van den haat +en wraakzucht van eene vrouw. Haar man wierd eensklaps myn doodelykste +vyand. Verzekerd van myne onschuld, en grootsch, dat ik geene misdaad +begaan had, waar op verscheide anderen roem gedragen zouden hebben, +verdroeg ik dit ongeluk met geduld. Kort daar na egter, toen de man +zag, dat hy misleid was, schonk hy my zyne vriendschap weder, en +wy waren betere vrienden dan ooit. Ik breng dit geval alleenlyk by, +om te doen zien, welke over 't algemeen de zeden in dit Land zyn. + +Den 6den, bragt een arme trommelslager van het krygsvolk der Societeit +my een geschenk van orange-appelen, en West-Indische Abricoosen, om dat +ik hem, zoo hy zeide, in Holland tegen myn knecht, die zig veroorloofd +had hem te slaan, de hand had boven 't hoofd gehouden. Deeze daad van +erkentelykheid deed my meer genoegen, dan de verkoeling van mynen +vriend my moeite gedaan had. De West-Indische Abricoos is groot, +en naar myn smaak de uitgelezenste van alle vruchten, welke men in +deeze Volkplanting, en misschien in de weereld vindt. Van binnen is +dezelve geel, en de pit is omwonden in een zoort van huid, even als +de kastanje. Het vleesch van deeze vrucht is zoo voedzaam en gezond, +dat men het zomtyds het merg der Planten noemt; en men eet het dikwils +met peper en zout. Ik kan dezelve niet anders vergelyken dan by een +persik; zy smelt ook als zoodanig in den mond; zy is minder zoet, +maar onvergelykelyk lekkerder. De boom, waar aan deeze vrucht groeit, +is meer dan veertig voeten hoog, en gelykt veel naar den nooteboom. + +In Surinamen zyn drieërleije zoorten van oranje-boomen; met zuure, +met bittere en met zoete vruchten: de jonge boomen zyn uit Spanjen +of Portugal aangebragt. De zuure oranje-appelen zyn een uitstekend +hulpmiddel tegen de zweeren, die in dit Land zoo gemeen zyn; maar +het is zeer pynlyk; men gebruikt het daarom niet, dan voor de Negers, +welken men meent dat alles verdragen moeten. De bittere oranje-appelen +worden alleenlyk gebruikt, om met suiker in te maken. De smaak van de +zoete is uitgelezen, en men kan er zonder schroom van eeten; dit kan +men niet zeggen van de China's-appelen, welken ik hier na beschryven +zal. Alle deeze verschillende oranje-boomen zyn zeer fraay, en brengen, +in alle jaar-getyden, bloemen en vruchten voort. + +Den 16den, vernamen wy, dat de Colonel FOURGEOUD, met het overschot +van zyne manschappen, den post van la Rochelle verlaten had, en door +de muitelingen aangetast was geworden. Hy had verscheiden gekwetsten, +en in 't byzonder den Capitain FREDERIK, die voor uit trok, en aan +beide de dyen gewond wierd. Deeze dappere Officier, uit vreeze dat zyn +volk den moed verliezen mogt, hield de beide handen op zyne wonden, +en zat tot de borst toe in het water, op dat men het loopen van zyn +bloed niet bemerken zoude. Hy bleef in die gesteldheid tot op het +oogenblik, dat de Heelmeester hem verbonden had; en toen droegen hem +twee Negers in zyne hangmat. + +Het is onmogelyk meerder yver te betoonen, dan gemelde Capitain +FREDERIK, en de Capitain VAN GUERIKE, adjudant van den Colonel, +geduurende deezen geheelen tocht betoonden. Zy waren altyd op de been, +of hunne gezondheid het toeliet, of niet. De eer was byna de eenige +vrucht, die zy van eenen buitengewoonen en aanhoudenden dienst van +vyf jaaren, trokken; de Colonel FOURGEOUD, naar myn inzien, beloonde +hen nimmer naar verdiensten; en hy behandelde de hoogere zoo wel als +de laage Officieren, zoo als ik myne Corporaals niet zoude willen +behandeld hebben. + +Ik deed hem op dit oogenblik het aanbod, om my by hem in de bosschen +te vervoegen; maar in plaats van myn verzoek toe te staan, zond hy +my bevel, om my naar de Plantagie, de Hoop genaamd, en gelegen aan +de Commewyne, te begeven, om aldaar, geduurende zyne afwezigheid, +over al het krygsvolk, het welk by deeze Rivier gelegerd lag, het +bevel te voeren. Zulk een last was nieuw voor my, en ik maakte my +gereed om denzelven met blydschap te volvoeren. + +Na mondbehoeften gekocht, en my van eene volkomene uitrusting tot +een veldtocht voorzien te hebben, maakte ik aanstalte, om my naar +de plaats myner bestemming te begeven. Maar alvoorens Paramaribo +te verlaten, moet ik opmerken, dat men, geduurende myn verblyf in +deeze Stad, aan een getal van negen Negers elk een been afzette, +om dat zy van de Plantagie hunner meesters waaren weggeloopen. Het +Hof van Justitie in Surinamen gelastte, op verzoek van den eigenaar, +deeze strafoeffening, en de Heelmeester van het Hospitaal, GREUBER, +voerde het vonnis uit. Geduurende deeze onmenschelyke daad, rookten +de lyders gerust hun pyp tabak. De Heelmeester ontfing zes ponden +sterling voor het afzetten van elk been: maar niettegenstaande zyne +groote bekwaamheid, stierven vier van deeze ellendigen oogenblikkelyk +daar na. Een vyfde hielp zig zelven van kant, door zyn verband af te +rukken, en des nachts zyn bloed te laten uitloopen. Zulke verminkte +Negers zyn in deeze Volkplanting gemeen, en hunne meesters gebruiken +hen tot het roeijen van hunne schuiten en vaartuigen. Men ziet 'er +ook, die eenen arm missen: dit is de straf, als men een Europeaan +heeft durven slaan. + +Den 17den February, scheepte ik in naar de Plantagie de Hoop, in een +open en zeer net vaartuig, door zes Negers voortgeroeit wordende. Des +avonds kwam ik voorby de Plantagie Sporksgift aan de Matapaca +Kreek. Des anderen daags kwam ik aan de Plantagie Arentrust, aan de +Commewyne, na de Orelana-Kreek te zyn voorby gevaaren, als mede het +Fort Sommelsdyk, gelegen zestien mylen boven het Fort Amsterdam, ter +plaatse, alwaar de Cottica zig met de eerstgemelde Rivier vereenigt, +en van waar de batteryen den oever der beide Rivieren bestryken. Dit +Fort wierd, in het jaar 1684, door den Gouverneur SOMMELSDYK gebouwd, +wiens naam het ook draagt: het heeft de gedaante van een vyfhoek, +en deszelfs vyf bolwerken zyn van geschut voorzien; het word door een +gracht omringd, en bevat krygs-magazynen: schoon het van geene groote +uitgestrektheid is, is het niettemin van goede verdediging, voornamelyk +uit hoofde van deszelfs laage en moerassige ligging. Op eenigen +afstand van dit Fort is eene fraaije Kreek, genaamd Comite-Wana. + +Den 19den, op den middag, kwam ik op de Plantagie de Hoop: ik vond de +oevers van de Commewyne veel aangenamer, dan die van de Cottica; zy +zyn bedekt met fraaije Suiker- en Koffy-Plantagiën, maar vooral met de +eerste, in 't byzonder aan den mond van deeze Rivier. Een halve myl van +die Rivier en van de Cottica, is eene Protestantsche Kerk, alwaar de +Colonisten den dienst gaan hooren: dezelve onderhouden den Predikant. + +De Plantagie de Hoop, alwaar ik tans het bevel over het krygsvolk op +my nam, is eene uitmuntende Suiker-Plantagie, gelegen aan den linker +oever van de Commewyne, aan den mond van eene kleine beek, genaamd +Bottle-Kreek, en byna tegen over eene andere, Cassivinica genaamd. De +Bottle-Kreek heeft gemeenschap met de Commewyne en de Peréca, zoo +als de Wana-Kreek heeft met de Cormoetibo-Kreek en de Rivier Maroni. + +Het krygsvolk was alhier gehuisvest in barakken, van Latanus-boomen +hout gemaakt; maar men had dezelve op eenen zoo moerassigen en laagen +grond geplaatst, dat zy by den vloed geheel onder water stonden. De +Officiers waren allen in een gebouw van denzelfden aart opgesloten; +en ondertusschen wierd het fraaije huis van den Planter, het welk +voor hun zeer gemakkelyk en gezond geweest zoude zyn, door niemand +dan door den Opzigter der Plantagie bewoond. + +Een kanon-schoot verder, als men de Rivier opvaart, ligt de Plantagie +Klarenbeek alwaar ik, den 22sten, naar toe ging, om den staat van +het Hospitaal te onderzoeken. Het volk had het op deezen post veel +aangenamer, dan op de Hoop, uit hoofde van eene onbegrypelyke meenigte +rotten, waar door dezelve geplaagd wierd: zy doorknaagden de kleederen +der soldaaten, en hunne levensmiddelen, en des nachts liepen zy met +dozynen over het aangezicht. Het eenig middel om dit verschrikkelyk +ongemak te keer te gaan, bestond in het booren van gaaten in den +bodem van flessen, en de koorden der hangmatten, zoo aan de voeten +als aan het hoofd-einde, daar door te steken. Wanneer dit werk wel +verrigt wierd, belette de gladheid van de fles deeze dieren, om by +het doek te komen. + +De meenigte van zieken, die in het Hospitaal van Klarenbeek op één +gestapeld waren, maakte eene elendige vertooning. De menschelykheid +word op het gezicht van zulke treurtoneelen dermaten getroffen, dat +ik my zeer gelukkig rekende, toen ik op de Plantagie de Hoop was te +rug gekeerd. Myn last was hier dezelfde, als aan de Cottica, namelyk, +dat ik de Plantagiën tegen den aanval des vyands moest beschermen; +en het order-woord wierd my regelmatig door den Colonel FOURGEOUD +toegezonden. Een der Neger-Capitains uit de Volkplanting de Berbices, +genaamd ACKERAW, ontdekte op deeze Plantagie eenen ouden afgeleefden +slaaf, dien hy voor zynen vader herkende; hy omhelsde hem met de +levendigste teederheid, en dit toneel van dankbaare erkentenis was +één der belangrykste. In myne wandelingen rondom deezen post, had +ik gelegenheid, om verscheiden merkwaardige vogelen te ontdekken, +welken ik tans beschryven zal. + +De quise-quidi, dus genoemd, uit hoofde van zynen zang, heeft ten +naasten by de grootte van een leeuwrik. Zyne pluimaadje is bruin, +uitgenomen aan de borst en den buik, alwaar hy eene fraaije geele kleur +heeft. Deeze vogel doet veel schade aan de Plantagiën. De wilde duiven +zyn hier zeer gemeen; ik doodde eene zeer groote, veel gelykende naar +die, welke men de Jamaicasche duif met een gekrulde staart noemt. De +rug en de zyden waaren aschkleurig, de staart loodkleurig, de buik +wit, en het voorste van den hals van een purper-kleur met een groene +weerschyn, de oogbal en de pooten rood. Ik zag op deeze plaats ook +andere duiven van een klein zoort, die by paaren loopen. Zy hebben ten +naasten by de grootte van een Engelsche musch, en een helderder kleur; +ik nam ze voor de Picui-nima van Markgraaf; zy hebben schitterende +oogen, met een geele oogbol, en over 't geheel zyn deeze diertjes +zeer aartig. De Hollanders noemen dezelve Steenduifje, om dat men ze +dikwils op rotzige en zandige plaatsen vindt. Men ziet ook tortelduiven +in Guiana, maar zeldzaam by Plantagiën. Zy leven met vermaak in het +binnenste der somberste bosschen; zy maken hunne nesten op de boomen, +in het midden van het dikste lommer; ik heb 'er met de hand aangevat, +zonder dat zy pogingen deeden om weg te vliegen; in kleur verschillen +zy weinig van de Europeesche; maar hunne grootte is minder, en hunne +vlerken hebben eene grootere uitgebreidheid, dan die van alle andere +tortelduiven of duiven. + +Ik was over mynen staat steeds zeer te vreden. Ik koude vryelyk adem +haalen, en had het vooruitzigt, om myne geledene vermoeienissen en +hartzeeren vergoed te zien. Men eerbiedigde my, als den Oppervorst +der Rivier: de nabuurige Planters beweezen my alle vriendelykheid, +zonden my wildt, visch, groenten en vruchten ten geschenke; ik kende +my naauwlyks voor het zelfde mensch, en byna alle myne wenschen +waren voldaan. + +Op zekeren dag, den 5den Maart, geduurende myn verblyf alhier, wierd +ik verrast, door op een schuit, die de Rivier opvoer, met een witte +neusdoek te zien waaijen; het was myne geliefde JOANNA, door haare +moeije vergezeld, die deeze beweging maakte. In plaats van in de Stad +te blyven, verkoos zy tans liever naar Fauconberg te gaan, slechts +vier mylen van de Plantagie de Hoop af liggende: ik vergezelde haar +dadelyk tot aan deeze Plantagie. + +Ik vond aldaar een ouden slaaf, dien JOANNA my zeide haar grootvader +te zyn, en die my zes stuks gevogelte ten geschenke gaf. Deeze oude +man had gryze hairen, en konde niet meer zien; maar zyne talryke +afkomelingen onderhielden hem ordentelyk: hy verhaalde my, dat hy +in Africa geboren was, alwaar hy in meerder aanzien was geweest, +dan zyne meesters immer in Suriname waren. + +Misschien zal de lezer het vreemd vinden, dat ik zoo dikwils spreeke +van eene Slavin, en dat ik voor haar zoo veel achting betoone; +maar ik kan met geene onverschilligheid spreken van eene vrouw, +die de teedere liefde van elk gevoelig mensch waardig is, en wier +genegenheid my tot een tegenwicht in alle myne onheilen verstrekte: +haare deugd, haare jonkheid, haare schoonheid deeden haar meer en +meer myne achting winnen: het ongeluk van haare geboorte en staat, +wel verre van myne genegenheid te verminderen, dienden, integendeel, +om dezelve te doen aanwassen. + +Den 6den Maart, kwam ik op de Hoop te rug, beladen met geschenken van +gevogelte, aubergines, koolspruiten, agoma, en eenige Surinaamsche +kerssen. De aubergine is een soort van vrucht, hebbende de gedaante +van een komkommer, eene purper-kleur van buiten, en wit van binnen; +men snydt dezelve in schyven, en eet ze als salade; zomtyds laat +men ze koken; zy is zeer goed en zeer gezond. De bladen van den +boom, die deeze vrucht voortbrengt, zyn breed, groen, en met een +purperverwig dons bedekt. De agoma is een kruid, dat eenigzints bitter +is. De koolspruiten zyn dezelfde als in Europa, maar vry zeldzaam. De +kerssen zyn zeer zuur; ten minsten, indien ze niet volkomen ryp zyn, +deugen ze niet, dan om in suiker in te leggen. + +Den 8sten, den geboorte-dag van den Prins van Oranje, noodigde ik +verscheiden lieden, om dien dag met my te vieren. De Colonel FOURGEOUD +hield zig al dien tyd bezig met de bosschen te doorkruissen: maar zyne +krygsverrigtingen hadden geen ander gevolg, dan den dood van eenigen +zyner soldaten, die door de Negers vermoord wierden; het verlies +van eenige anderen, die in de bosschen verdwaalden; en de vlucht +van CUPIDO, die in weerwil van alle zyne ketenen ontsnapte. Van twee +mannen, welken de Colonel my in 't Hospitaal te Klarenbeek zond, was +de één door de muitelingen op eene afgryzelyke wyze verminkt geworden. + +Den 17den, ontfing ik van zekeren heer ONIS een reebok ten geschenke; +en denzelfden dag bragt één der slaven my een hagedis, genaamd +Sapagala, zynde van een minder groot zoort, en minder aangenaam van +smaak, dan de Iguan, welken de Indianen den naam van waya-maca geven: +ik at 'er niet van, en gaf dit dier aan den Opzichter der Plantagie. Op +'t wildt onthaalde ik myne Officiers. + +'Er zyn in Surinamen twee zoorten van harten. Het hart, dat men aldaar +bajew noemt, heeft ten naasten by de gedaante van een Engelschen +reebok. Hy heeft de hoornen niet zeer lang en gebogen, de oogen +levendig en vol vuur, en een korte staart; zyn hair is van een +bruinachtig roode kleur, uitgenomen onder den buik, die wit is. Dit +dier, wanneer men het vervolgt, loopt met een verwonderlyke kragt en +vaardigheid: men vindt hem dikwils in de nabyheid der Plantagiën, +alwaar hy aan het suiker-riet groote schade toebrengt; de Planters +hebben zelfs Neger-Jagers of Indianen, om hem te vervolgen en te +dooden. De jacht kan in dit Land, uit hoofde van de dikte der bosschen, +voor een Europeaan geen vermaak opleveren. Zomtyds vangt men het +hart levend, wanneer hy een Rivier overzwemt; het geen hy dikwils +doet, het zy om zynen dorst te lesschen, het zy om zynen vyand te +ontvluchten. Zyn vleesch is noch sappig, noch vet, noch malsch, en +is van weinig waarde, in vergelyking van het vleesch der Europeesche +harten, hoe zeer het by de inwooners van Surinamen in groote achting +is. Het ander zoort van harten word bouzi-cabritta door de Negers, +en wirre-bocerra door de Indianen genoemd. Hy is kleinder en ligter in +'t loopen dan die van het eerste zoort; zyne huid heeft een geel-achtig +bruine kleur, en kleine witte vlakken; zyne oogen zyn levendig, en zyn +gezicht doordringend; hy heeft naauwe en korte ooren; hy heeft geene +takken aan de hoornen; zyne ledematen zyn klein, maar sterk gespierd; +zyn vleesch is lekkerder dan van eenig ander wildt, het welk ik in +dit Land geproefd heb. + +Den 21sten, aan den heer en mevrouw LOLKENS, op Fauconberg, een bezoek +hebbende gaan geven, gingen wy in de nabuurschap eene steenbakkery +zien, genaamd Appe-cappe, en aan den Gouverneur NEPVEU toebehoorende: +men werkte aldaar zoo schielyk en zoo wel als in Europa. Zulk een +trafiek brengt groote voordeelen op, want van dit zoort zyn ze in +deeze Volkplanting zeldzaam. Ik spreek hier van egter alleenlyk, +om in 't algemeen de groote voordeelen van dit Land te bewyzen, +alwaar men het hout voor niet heeft: 'er is in dit geval niets dan +vlyt noodig. De Plantagie Fauconberg was zoo besmet met insecten, die +men monpeiras noemt, dat ik zeer te vreden was met afscheid van myne +vrienden te nemen, en naar de Hoop te rug te keeren. De monpeiras zyn +muggen van het kleinste zoort, maar in het steken zoo kwaadaartig, +als de grootste muggen. Zy vliegen in zulk een groot aantal, en in +zulke dikke zwermen, dat wanneer ze in diervoegen by elkander zyn, +men dezelve voor een wolk van zwarten rook zoude aanzien. Zy zyn zoo +klein, dat ze verscheiden te gelyk in de oogen vliegen, van waar men +ze niet zonder pyn en gevaar kan doen verhuizen. + +Ik leide alle myne bezoeken te water af; want ik had een fraay +vaartuig tot myne beschikking, met zes Negers tot roeiers, die ook +voor my jaagden en vischten: om kort te gaan, ik was zoo gelukkig en +zoo wel gezien op deezen post, dat ik my byna verbonden zoude hebben, +om van staat niet te veranderen. + + + +DERTIENDE HOOFTSTUK. + +Beschryving van eene Suiker-Plantagie.--Huisselyk geluk in +zekere hut.--Krygs-verrigtingen van den Generaal FOURGEOUD.--De +Duncane, Igname en Soubacou.--Wreedheden van zommige Opzigters der +Plantagiën.--Onderscheidene zoorten van visschen.--Misnoegen van +eenen Capitain der muitelingen. + +Ik heb gezegd, dat ik op de Hoop het gelukkigst leven leidde. Myn +geluk duurde nog, toen de heer en mevrouw LOLKENS, my een bezoek +hebbende komen geven, my in de gelegenheid stelden, om my te kunnen +vervoegen aan de heeren PASSELAIGE, vader en zoon, te Amsterdam, die +de nieuwe eigenaars van myne JOANNA waaren. Zy noodigden my bovendien, +om haar op de Hoop te laten komen, alwaar het verblyf haar aangenaamer +zoude zyn, dan op Fauconberg, of te Paramaribo: men kan denken, of ik +ook gaarne daar in toestemde; en aanstonds gaf ik aan de slaven last, +om eene wooning van Latanusboomen-hout te maken, ten einde haar daar +in te ontfangen. + +Te gelyker tyd schreef ik den volgenden brief aan de heeren PASSELAIGE, +vader en zoon: + +"MYNE HEEREN! + +Ik heb van den heer LOLKENS, Bestuurder der Plantagie Fauconberg, +vernomen, dat gylieden daar van tans eigenaars zyt. Groote +verpligtingen hebbende aan eene uwer Mulatte Slavinnen, de dogter van +wylen den heer KRUYTHOFF, genaamd JOANNA, die my in myne ziekte heeft +opgepast, wilde ik haar myne dankbaarheid betuigen, door van ulieden, +myne Heeren! haare vryheid onverwyld te koopen. Verwaardig u my den +prys op te geven; dezelve zal u op het oogenblik betaald worden; +en gy zult verpligten, + +MYNE HEEREN! + +UEd. onderdanigsten en gehoorzaamsten Dienaar, + +JOHN GABRIËL STEDMAN, + +Capitain in de Zee-krygsbende van den Colonel FOURGEOUD." + + +Deeze brief ging vergezeld van eene andere van den heer LOLKENS; +en deeze waarde vriend vleide my met den goeden uitslag. + +Deeze beide brieven naar Holland hebbende afgezonden, had ik tyd en +gelegenheid, om eene Suiker-Plantagie in alle derzelver byzonderheden +te onderzoeken; ik zal trachten daar van eene naauwkeurige beschryving +te geven. + +De gebouwen bestaan doorgaans in een fraay huis voor den eigenaar, +in twee andere voor den opzigter en boekhouder, in eene wooning voor +den timmerman, in keukens, in bergplaatsen, en in stallingen, indien +de Suikermolen door paarden of muilëzels gedraait word, want op de +Plantagie de Hoop bedient men 'er zig niet van; het water brengt +aldaar de raden in beweging; de vloed stort het water in de huizen, +door middel van sluizen, welke men by laag water open zet; en dit +water, als eene beek nederstortende, brengt het geheele werktuig in +beweging. Het bouwen van een Suikermolen kost gewoonlyk vier duizend, +en dikwils zeven of agt duizend ponden sterling. + +Het zoude misschien verveelend zyn, zulk een werktuig stuk voor stuk +te beschryven; ik zal alleen opmerken, dat het groote rad zig lynrecht +beweegt, en met een ander mede zeer breed rad, het welk horizontaal +geplaatst is, gemeenschap heeft; het laatstgemelde slaat op drie yzere +stampers, die van onderen door een zwaren balk ondersteund worden, en +zoo zeer op elkander sluiten, dat zy alles, wat 'er tusschen beiden +koomt, zoo dun maken, als een blad papier. Op die wyze word het +suikerriet gebroken, om het sap of vocht van den bast af te scheiden, + +De andere molens zyn volgens de zelfde grondbeginzels gebouwd; en +om het horizontaal rad in werking te brengen, doet men een grooten +hefboom door paarden of muilezels draaijen. Zoo al de watermolen +sterker werkt, en minder kostbaar is, moet men ook den vloed afwagten, +en hy kan niet meer dan een gedeelte van den dag gaan. De molen, +die door paarden bewogen word, kan integendeel ten allen tyde maalen, +naar het goedvinden van den eigenaar.--By den molen is een werkplaats, +van steen gebouwd, alwaar groote kopere ketels zyn, waar in men de +natte suiker laat koken; gewoonlyk zyn 'er vyf. Daar tegen over zyn +koelbakken: deeze zyn groote vierkante houte kuipen met een platten +bodem, waar in men de suiker giet, wanneer ze uit de ketel koomt, om +daar in te koelen, eer men ze in de vaten stort: deeze vaten staan, +by de koelbakken, op zwaare uitgeholde balken, die de syroop, wanneer +ze van de suiker afloopt, opvangen, en door buizen in een vierkante +van onderen gegraven bak brengen. De werkplaats tot de overhaaling +{destillatie) is 'er dicht by; men trekt aldaar van de schuim van het +vocht een zoort van rhum, waar van ik hierboven onder den naam van +kill-devil gesproken heb. Elke Planter, in Surinamen, heeft altyd ter +zyner beschikking een open vaartuig, en verscheide andere schuiten, +om zyne waaren daar mede te vervoeren: hy heeft ook een bergplaats, +om dezelve te laren droogen. + +De uitgestrektheid der Suiker-Plantagiën, in deeze Volkplanting, is +gewoonlyk van vyf of zes honderd akkers. De gedeelten, tot bebouwing +geschikt, zyn in vierkante vakken verdeeld, alwaar men de stekken of +uitspruitzels van het riet, aan welke men omtrent een voet lengte laat, +in rechte en gelyke reijen, schuins in den grond steekt: men plant +dezelve gewoonlyk in het regensaisoen, wanneer de grond vochtig en +week is. Het duurt omtrent twaalf of zestien maanden, eer de spruiten, +die uit de stekken uitbotten, tot haare volkomene rypheid geraken; +wanneer zy daar toe gekomen zyn, worden ze geel, en haare grootte is +ten naasten by die van een Duitsche fluit. Het Suikerriet groeit zes +of tien voeten hoog: uit deszelfs afzetzels spruiten bladeren van een +ligt groene kleur, hebbende de gedaante van die van een pry, maar veel +langer en getand, en vallende op den grond af, wanneer de plant goed +is om gesneden te worden. De voornaame zorg der slaven, geduurende +dat het riet groeit, bestaat in het uitwieden van het onkruid, het +welk anderzints de plant van haare kragt berooven zoude. Men telt op +zommige Suiker-Plantagiën meer dan vier honderd slaven. De geldsommen, +die 'er noodig zyn om dezelve te koopen, en de gebouwen te stichten, +beloopen twintig à vier-en-twintig duizend ponden sterling, zonder +de waarde van den grond 'er eens by te rekenen. + +Laaten wy tans zien, wat 'er van het riet geduurende de werking van +den molen word: het word aldaar tusschen de drie stampers, door welke +het twee malen doorgaat, gebroken. Vervolgens loopt het vocht door +eene groeve, die in een balk gemaakt is, tot in de werkplaats, alwaar +men het zelve laat koken, en in een zoort van houten bak ontfangt. + +De arbeid der Negers, die aan de stampers werken, is zoo gevaarlyk, +dat wanneer één van hunne vingers tusschen twee rollen geraakt, +het geen meenigwerf en door onöplettenheid gebeurdt, de geheele arm +oogenblikkelyk word weg getrokken en aan stukken geslagen, zoo al +zelfs niet een gedeelte van het lichaam. Doorgaans houdt men een +byl gereed, om het lid af te houwen, want de man zou gevaar loopen +van om te komen, eer het werktuig konde worden stil gehouden. Een +ander gevaar, waar aan deeze ongelukkige slaven zyn bloot gesteld, +bestaat in het proeven alleenlyk van het vocht, het welk zy in het +zweet van hun aangezicht 'er uit halen; zoo men dit bemerkt, worden +zy veroordeeld, om eenige honderde geesselslagen te ontfangen, of +zelfs de tong te worden uitgerukt, op last van den Opzichter. + +Wanneer het vocht uit den gemelden houten bak koomt, word het in de +eerste kopere ketel gestort, alwaar het door een zeef gekleinst word, +om al het stroo, het welk 'er by het stampen mogt zyn in gebleven, +weg te nemen. Dit vocht, na eenigen tyd gekookt te hebben, en +afgeschuimd te zyn, word andermaal overgegoten in de tweede ketel, +en zoo vervolgens tot in de vyfde en laatste, alwaar het eindelyk den +bekwaamen graad van dikte of vastheid verkrygt, om in de koelbakken +overgestort te worden: men werpt in de ketels eenige ponden aarde +en aluin, onder elkander gemengd, om het vocht te doen korrelen: op +die wyze dan laat men het al langs hoe meer koken, tot in de vyfde +ketel. Wanneer men de suiker in de koelbakken overgiet, draagt men +zorg, om ze wel te roeren en gelykelyk uit te spreiden: wanneer ze +koud is, heeft ze het voorkomen van bevrozen te zyn; ze is vast, als +kandy, bruin en doorschynend; men zoude byna zeggen, dat het stukken +noteboomen hout waaren, die zeer glad gepolyst zyn. Als de suiker +uit de koelbakken koomt, stort men ze in vaten, die een gewicht van +duizend ponden suiker bevatten, in welker bodem openingen of kleine +gaten zyn, dienende om het vocht, het welk nog mogt zyn overgebleven, +en melasse genoemd word, te doen uitloopen, en word het zelve, zoo als +ik reeds gezegd heb, in een van onderen gegraven bak gevangen. Na deeze +laatste bewerking, is de suiker geschikt om naar Europa overgevoerd, +aldaar geraffineerd en tot brooden gemaakt te worden. Ik moet opmerken, +dat hoe grooter de korrels zyn, hoe beter de suiker is, en dat geen +Land tot derzelver voortplanting meer geschikt kan zyn, dan Guiana. De +rykdom van eenen onuitputtelyken grond brengt te weeg, dat 'er drie +of vier vaten suiker van een akker komen. In 't jaar 1771, voerde +men niet minder dan vier-en-twintig duizend vaten uit naar Rotterdam +en Amsterdam alleen, het welk tegen zes ponden sterling het vat, (en +zomtyds maakt men 'er het dubbeld van,) eene somme van by de honderd +vyftig duizend ponden sterling uitmaakt, zonder van eene groote +meenigte kill-devil en suiker-syroop te spreken. De laatstgemelde, +die men op zeven duizend vaten voor dit zelfde jaar kan rekenen, +wierd voor vyf-en-twintig duizend ponden sterling aan de Engelschen +in America verkogt. De kill-devil word in Surinamen; ten gebruike der +Negers gestookt; men kan haar bedragen op dezelfde somme rekenen: +het geen, alle drie by elkander gerekend, omtrent tweemaal honderd +duizend ponden sterling 's jaars uitmaakt. + +De kill-devil is ook een drank, welke zommige Planters gebruiken; +maar zy is vooral voor soldaten en matroozen. Wanneer ze nieuw is, +is zy een langzaam vergift voor elken Europeaan. De Negers hebben +'er nooit hinder van; integendeel, ze is hun zeer noodzakelyk en zeer +goed, vooral in het regen-saisoen. Geen gedeelte van het suikerriet +is nutteloos. Het gemalen riet en de bladeren dienen tot mest, om +het land vet te maken. + +Alle de Plantagiën worden door bosschen omringd. Eene meenigte wilde +beesten rechten aldaar groote verwoestingen aan: men laat door honden +jacht op hen maken, en de Negers dooden ze dikwils. Na het geen ik +omtrent dit stuk alleen gezegd heb, kan men zig van den natuurlyken +rykdom van dit Land een denkbeeld vormen, maar ik twyffel echter +of de Volkplanting van Surinamen, zoo zy immer in andere handen, +dan die der Hollanders, overging, van zulk een aanzienlyk gewicht +blyven zoude. 'Er zyn 'er geenen, die geduld, vlyt, en onvermoeidheid +in zulk een hoogen trap bezitten. + +Ik keer tans tot myn verhaal te rug. Ik heb gezegd, dat de slaven, +die ter myner beschikking stonden, bezig waaren met eene wooning +te maaken, om JOANNA daar in te ontfangen: zy voltooiden het in +vyf of zes dagen. Het bestond uit een kamer tot gezelschappen, +ook tot een eetkamer dienende; een slaapkamer, waar in ik alle +myne goederen bergde; en een zoort van gang, om buitenwaards lucht +te scheppen. Eene kleine keuken, en een groot hoenderhok waaren +'er van afgescheiden. Rondom stonden heiningen, en de ligging was +verrukkelyk. De tafels, de stoelen, en de banken, die myn huisraad +uitmaakten, waaren ook van Latanus-boomen hout. De deuren en vensters +waaren gesloten, door middel van konstig gemaakte houte sloten +en sleutels, welke een Neger my gegeven had, en door hem gewerkt +waaren. Alles in dier voegen gereed zynde, was myne eerste zorg, om in +deeze wooning den voorraad te doen plaatsen, dien ik van Paramaribo +had medegebragt. Dezelve bestond in een vaatje meel; een ander met +ingezouten makreel, die in dit Land lekker is, en welke men aldaar uit +Noord-America aanbrengt; in hammen; ingelegd vleesch, en Bostonsche +bifchuit. Ik had ook wyn, Jamaicasche rhum, thee, suiker, en een kistje +met spermacetie-kaarssen. De heer KENNEDY had my van zyne Plantagie +Vriedyk twee fraaije vreemde schapen en een varken gezonden. De moeije +van JOANNA gaf my twee douzyn verschillende zoorten van gevogelte; de +groenten en vruchten, het wildt en de visch ontfing ik van alle kanten. + +Den eersten April, voer JOANNA de Rivier af, en kwam op de Hoop met +het vaartuig van Fauconberg, door agt Negers geroeid wordende. Ik +gaf haar dadelyk bericht van den inhoud van den brief, dien ik naar +Holland had geschreven. Zy bedankte my met veel zedigheid, maar haare +oogwenken waaren levendiger, dan haare gesprekken. Ik bragt haar in +haare nieuwe wooning, alwaar de Slaven der Plantagie, ten teeken van +achting, haar dadelyk geschenken deeden van cassaves, ignames, bananes, +en plantains. Nimmer waren twee gelieven gelukkiger. Zoo vry zynde, +als de heesters van het woud, ademden wy de zuiverste lucht in. Het +vergenoegen en de gezondheid waren myn deel; en myne gezellinne, van +jeugd en schoonheid schitterende, verwekte de afgunst en verwondering +der geheele Volkplanting. + +De Colonel FOURGEOUD, toen besloten hebbende de bosschen te verlaten, +en te Maagdenberg, een post aan den mond van de Commewyne gelegen, +zyn leger neer te slaan, zond ik hem een groote schuit, geladen met +mondbehoeften, en met twintig soldaten onder bevel van een Officier +bemand. Ik deed vervolgens de monstering myner zee-soldaaten; +ik had 'er niet meer dan twintig overig, zonder echter een klein +detachement, het welk te Calis, aan den mond der Cassivinica-Kreek, +geplaatst was, daar onder te rekenen: iets hooger aan dezelve kreek, +en op eene Plantagie, Coupy genaamd, waren ook een Officier en eenige +soldaten geplaatst. + +Den 4den, des morgens, was ik getuige van een zonderling gevecht +tusschen twee slangen, de eene van omtrent drie voeten lang, de +andere alleenlyk van veertien duimen. Het duurde byna anderhalf uur, +geduurende welken tyd de draaien en kronkelingen deezer dieren zeer +merkwaardig waren; en het eindigde met den nederlaag van de kleinste, +welken de grootste by den kop nam, en geheel en al levendig inslokte. + +Myn Neger, den zelfden dag, eenige kleine gloeijende kolen hebbende +weggeworpen, zag ik met zeer veel verwondering een kikvorsch dezelve +gretig inslokken, zonder dat zy 'er eenig kwaad van scheen te gevoelen; +ongetwyffeld zag zy die voor vuur-muggen aan. Ik zag ook, in een +suiker-molen, een kikvorsch, die zig op mieren vergastte, welker +getal ter deezer plaatse zeer groot was. Zy lekte dezelve met haare +tong op, naar maate zy voor haar henen liepen. Een andere kikvorsch +sliep dagelyks op één der balken van myne wooning, en verliet dezelve +doorgaans des nachts. De Negers noemden haar yombo-yombo, uit hoofde +van de kracht, waar mede zy sprong. De kikvorsch van dit zoort is +zeer klein; een weinig plat; derzelver huid heeft eene fraaije geele +kleur, met zwarte en scharlaken vlakken. Men vindt ze dikwils in +de bovenkamers der huizen. Het evengemelde beestjen ons zeer fraay +voorgekomen zynde, verboden wy het zelve aan te raken. + +Den 8sten tusschen zes en zeven uuren des morgens, terwyl wy één van +onze Sergeanten begroeven, hoorden wy verscheiden schoten met klein +geschut, naar den kant van de Peréca, en ik zond dadelyk een Officier +en twaalf soldaten af, om van dien kant te hulp te komen. Zy kwamen des +anderen daags te rug, en zeiden my, dat de muitelingen de Plantagie +Kortenduur hadden aangevallen, alwaar zy met plonderen bezig waaren; +maar dat de bewooner alle zyne Slaven gewapend hebbende, deezen de +eerstgemelden hadden genoodzaakt de vlucht te neemen, zonder dat men +eenige andere hulp noodig gehad hadde. + +De Colonel FOURGEOUD zond my van de Wana-Kreek, eene kleine +bezending van krygsvolk, die den 11den op de Hoop aankwam, met den +Neger SEPTEMBER, die steeds gevangen bleef. De soldaten verhaalden, +dat de muitelingen, met den Bevelhebber gesproken hadden, en hem +in 't aangezicht hadden uitgelachen, toen zy hem een bevel hoorden +uitbrengen, om geen vuur op hen te geven, maar hen levendig gevangen +te nemen. Ik vernam ook, dat onder de geenen, die in de bosschen +verdoold geraakt waren, zig ook bevond de ongelukkige SCHMIDT, die +onlangs zoo zwaar gekwetst was geworden, dat hy zig naderhand niet +volkomen had kunnen herstellen. + +Den 15den, de sluisen door het hooge water overgeloopen zynde, geraakte +onze geheele post onder water, uitgenomen het vak, waar op ik myne +hut geplaatst had, het welk droog bleef. Door dit toeval, waren de +Officiers en soldaten tot de kniën toe in 't water. Den zelfden dag, +kwam myn waarde vriend HENEMAN, die als vrywilliger diende, uit het +leger van den Colonel FOURGEOUD, aan de Wana-Kreek, in een vaartuig vol +krygsbehoeften en soldaaten. Hij was tot Lieutenant in myne Compagnie +benoemd. Ik vernam van hem, dat de overige krygsbende Maagdenberg +verliet, om zig naar het bovenste gedeelte van de Commewyne te begeven, +en zig aldaar neder te slaan. Deeze arme jongeling was door elende +en vermoeienissen uitgeput; ik beval hem aan de zorge van JOANNA, +die hem als een broeder behandelde. + +Den 14den, den Colonel FOURGEOUD met zyn krygsvolk te Maagdenberg +aangekomen zynde, kwamen de Officiers en soldaten der Compagnie, en +de Jagers, ten getale van by de twee honderd mannen, in vaartuigen de +Rivier afzakken, om in verschillende posten aan de Peréca verdeeld +te worden. Zommigen van hun kwamen op de Hoop aan land, om zig te +ververschen, en gedroegen zig zoo slecht, dat myne Officiers en ik +genoodzaakt waaren, een half dozyn 'er van te straffen; zy vertrokken +den zelfden dag. Ik zond vervolgens een open vaartuig van agt riemen +af, om den Opper Bevelhebber, met eenigen van zyne Officiers, naar +Paramaribo te brengen, van waar hy eindelyk aan den Graaf van RANDWYK +toestond, om naar Holland scheep te gaan. + +Den 16den, wierd het grootste gedeelte der schapen, tot deeze Plantagie +behoorende, ongelukkiglyk vergeven, door van eene plant te eeten, welke +de Negers duncane noemen; maar de myne ontsnapten dit ongeluk. Het +spyt my zeer, dat ik deeze plant niet met meerder aandacht onderzogt +heb. Zie hier alles wat ik 'er van weet. Het is een struik met breede +groene bladen, byna van de grootte van het Engelsch klissekruid. Het +groeit van zelf op laage en moerassige plaatsen, en veröorzaakt aan +elk dier, het welk 'er van eet, oogenblikkelyk den dood. De slaven +zyn dienvolgende verpligt in de Savane en velden, alwaar men beesten +weidt, dit onkruid uit te trekken; want men beweert, dat de ossen +en schapen 'er heet op zyn, hoe schadelyk het ook voor hun is, en +schoon anders de ingeschapen neiging der dieren hen, zoo men zegt, +de nuttige van de schadelyke planten doet onderscheiden. Een Neger had +door onöplettenheid deeze plant in zyn tuin laten groeien, alwaar de +ongelukkige schapen, na het om ver werpen der heiningen, binnen kwamen. + +Er waaren ook, in deezen zelfden tuin, verscheide andere wortels +en planten, die der aandacht waardig zyn. Ik vond aldaar de igname, +een wortel, in de West-Indiën zeer bekend, en die in een vetten grond +welig groeit. Die van Surinamen weegt zomtyds drie of vier ponden, en +één akker kan wel tien of twintig duizend ponden opbrengen: dezelve is +zeer aangenaam van smaak, het zy gekookt, het zy gebraden, en bovendien +zeer gezond, en gemakkelyk te verteeren. Van binnen is zy wit, en van +buiten heeft ze eene hooge purper kleur, naar het zwart hellende. Haare +gedaante is zeer onregelmatig. De ignames komen voort van spruiten, +welke men op eenen korten afstand van elkander plant; en na verloop +van zes maanden geraken zy tot haare volkomene rypheid. De bladen +beginnen dan bleek te worden. Tot dien tyd toe hebben zy eene zeer +donkere groene kleur. Deeze wortels kruipen langs den grond, even +als het eiloof. Zy maaken het voornaamste voedzel der slaven in de +West-Indiën uit, en dienen hun zelfs tot brood. Men kan ze geduurende +een jaar, of daaromtrent bewaaren; zy zyn dienstig op lange reizen, +en men voert ze dikwils naar Engeland over. Ik zag ook nog eene andere +zeer kleine wortel, waar aan men in Surinamen den naam van naapjes +geeft. Men eet ze op dezelfde wyze, als de igname, maar zy is veel +beter. Beiden vervullen hier de plaats van aardäppelen, wortelen en +raapen, die ons in Engeland van zulk eene groote nuttigheid zyn. + +Dezelve tuin bevatte ook Turksch graan, of maïs, gelykende naar +dat van Europa. Men teelt dit zeer veel in Surinamen: men geeft het +niet alleen aan het gevogelte, en allerleije zoort van vee te eeten; +maar men maakt 'er ook meel van, en de Creölen bakken 'er ook lekkere +koeken van, die daarënboven zeer voedzaam zyn. Men eet ze zomtyds met +wortels van althea. Deeze is een zeer kleine stronk, met langwerpige +bladeren; dezelve wortels, wel gekookt, geeven een zeer goede saus, +wanneer men ze met peper van Caijenne aanzet; maar derzelver slymige +aart maakt ze niet zeer smakelyk. + +Den avond van den dag, die voor de schapen zoo doodelyk was, met myn +snaphaan op den schouder wandelende, schoot ik een vogel, alhier +Soubacou genaamd. Het was een zoort van grauwe ryger. Zyn bek en +pooten waaren zeer lang, en van een zeer donker groene kleur. De +laatstgemelde scheenen met breede schubben bedekt te zyn, van eene +harde en hoornachtige zelfstandigheid; en de nagels van elken klaauw in +het midden der poot waaren getand. Deeze vogel, schoon van de grootte +van een gewoon hoen, was zoo ligt als een duif. Toen hy gereed gemaakt +was, vonden wy in hem een visch-smaak. + +Ik heb zedert eenigen tyd geen trek van wreedheid aangehaald, en +ik heb my deswegens zeer gelukkig geacht. Het is derhalven niet +dan met weerzin, dat ik my gedwongen zie 'er eenige te verhaalen, +welke ik zeker ben, dat de verontwaardiging en het mededogen van +den lezer verwekken zullen. De eerste daad van onmenschelykheid, +die myn mededogen gaande maakte, was eene strafoeffening, welke ik +op eene nabuurige Plantagie aanschouwde. Een fraay Samboes meisje, +omtrent agtien jaaren oud, en geheel en al naakt, was met de armen +aan een boom vast gemaakt. In deezen staat wierd zy door zweepslagen, +die twee Negers haar toebragten, zoo verschrikkelyk van één gereeten, +dat het bloed uit haar lichaam van het hoofd tot de voeten gonsde. Dit +ongelukkig schepzel had reeds twee honderd slagen ontfangen, toen +ik haar vernam, hebbende het hoofd op haaren boezem hangende, en +het akeligst schouwspel opleverende. Ik liep naar den Opzichter, +en bad hem, dat hy haar oogenblikkelyk zoude doen losmaken, +vermits zy haare straf geheel had ondergaan. Maar hy antwoordde +my zeer eenvoudig, dat hy, om de vreemdelingen te beletten van zig +met zyn bestuur te bemoeijen, zig tot eenen onveranderlyken regel +had voorgeschreven, om de straf te verdubbelen, ingevalle iemand +hunner voor den schuldigen spreeken wilde; en de wreedäart liet de +straföeffening oogenblikkelyk op nieuw beginnen. Ik wilde hem, maar +vrugteloos, tegen houden; hy verklaarde my, dat het minste uitstel, +wel verre om hem van besluit te doen veranderen, zyne wraak slechts +onverzoenbaarer en verschrikkelyker maakte. My stond niets anders +te doen, dan dit afschuwelyk wangedrocht te ontwyken, en zig, even +als een wild beest, met bloed te laten verzadigen. Van dien dag af, +besloot ik alle gemeenschap met de Opzichters af te breken, en ik +konde my niet wederhouden, om hen allen te vervloeken. Naar de reden +van deeze onmenschelyke daad onderzoek gedaan hebbende, vernam ik met +zekerheid, dat de eenige misdaad van dit ongelukkig meisjen daar in +bestond, dat zy de omhelzingen van haaren vervloekten beul standvastig +geweigerd had. De schelm, door jaloersheid en wraakzucht aangedreven, +deed, onder voorwendzel van ongehoorzaamheid, haar zoo levendig van +één ryten. Ik heb dit arm meisjen in den staat, waar in ik haar vond, +afgeteekend, en ik ben overtuigd, dat dit gezicht het medelyden van +elk gevoelig mensch verwekken zal. + +Tot hier toe geene gelegenheid gehad hebbende, om van de Samboes te +spreken, zal ik tans zeggen, dat het een zoort is tusschen mulatten +en negers in. Zy zyn van eene donkere koper-kleur; zy hebben zwarte +en ligt gekrulde hairen. Deeze slaven, zoo mans als vrouwen, zyn over +'t algemeen zeer fraay, en de Planters gebruiken ze voornamelyk tot +den dienst binnen hunne huizen. + +By myne te rug komst op de Hoop, sprak de Opzigter der Plantagie, +EBBER, my aan, en zeide my met traanen in de oogen, dat hy veroordeeld +was in eene boete van twaalf honderd guldens, ter zaake dat hy dezelfde +straf aan een mans slaaf had doen uitvoeren, maar met dit onderscheid, +dat het ongelukkig slachtöffer staande de straföeffening stierf. Wel +verre van hem te troosten, antwoordde ik hem, dat zyn hartzeer my +een onuitspreekelyk genoegen deed. + +Zie hier de byzonderheden van deezen moord. Terwyl de Capitain TULLING +op de Hoop het bevel voerde, en kort voor myne aankomst op deeze +Plantagie, was een Neger op eene nabuurige Plantagie overgeloopen, +van waar men hem te rug bragt, door twee gewapende slaven geleid +wordende. De Neger, terwyl de Opzichter den brief van zynen medebroeder +van de nabuurige Plantagie, hem over deeze zaak geschreven, las, +vond middel om te ontsnappen, en verschool zig in het bosch. EBBER, +woedend zynde, wreekte zig op de twee slaven, die den gevangen hadden +laten ontkomen, en deed hen op de werkplaats van den timmerman vast +binden. Op zyn bevel geesselde men hen zoo onbarmhartig, dat de +Capitain TULLING geraden vond genade voor hun te verzoeken; maar hy +ondervond het zelfde lot als ik, zyne tusschenkomst bragt eene geheel +tegenstrydige uitwerking voort naar 't geen hy verwagtte. Het geruisch +der slagen, en het grievend geschreeuw deezer ongelukkigen, lieten +zig meer dan anderhalf uur hooren, en deeze wreede strafoeffening +eindigde niet, dan met den dood van één van beiden. Men dagvaardde +EBBER dadelyk wegens begaane moord. Hy wierd overtuigt, en alleenlyk in +de zoo even gemelde boete verwezen. De bloedprys word altoos tusschen +den Fiscaal en den eigenaar van den vermoorden slaaf verdeeld. 'Er is +een wet in Surinamen, dat elke Planter, mits eene somme van vyfhonderd +guldens betaalende, één van zyne Negers mag ter dood brengen; zoo +hy 'er een van iemand zyner gebuuren doodt, moet hy hem schadeloos +stellen, na van de misdaad overtuigd te zyn, een zaak, die in dit +Land zeer moeielyk is, alwaar men geen getuigenis van een slaaf +toelaat. Dusdanig is de wetgeving in Hollandsch Guiana, met opzigt +tot de Negers. Gemelde EBBER was een verschrikkelyke wreedaart: een +geheel jaar lang folterde hy een jongman van veertien jaaren, genaamd +CADETTI; men geesselde hem alle dagen, geduurende de eerste maand; men +liet hem op den grond en op den rug met yzers aan de voeten slapen, +geduurende de geheele tweede maand; men deed hem een driehoek [4] +om den hals, geduurende de derde maand, om hem te beletten van in de +bosschen te loopen; geduurende de vierde maand ketende men hem nacht +en dag in een honden-hok, aan den waterkant, met last om te roepen, +zoo dikwils 'er een vaartuig of kano voor by voer; de Opzichter +veranderde eindelyk de straf van maand tot maand, en altyd op eene +nieuwe manier; het gevolg daar van was, dat deeze jongeling geheel krom +wierd; hy scheen geheel van gevoel beroofd te zyn, en had geen ander +voorkomen, dan van een beest. De schelm van een Opzigter was echter +grootsch op de schoonheid der slaven, en zomtyds zelfs, uit vreeze +van hunne huid te bederven, strafte hy verscheiden van hun, die door +hunne rooveryen en misdaden de galeijen verdiend hadden, alleenlyk +met een twintig-tal geesselslagen. Zie daar, welke de openbaare en +huisselyke rechtsöeffening in de Volkplanting van Surinamen is. Deeze +EBBER geraakte echter om deeze reden van de Plantagie de Hoop af, en +zyn opvolger, (ten blyke dat hy meer menschelykheid bezat!) begon zyn +bestuur, met alle de Negers der Plantagie, mans en vrouwen, te laten +geesselen, om dat ze des morgens een quartier te lang geslapen hadden. + +De lezer verbeeld zig ongetwyffeld, dat dit de wreedheid in den +hoogsten top is! hy bedriegt zig. Het geval, dat ik nog zal bybrengen, +is in dit opzigt veel sterker, dan allen, die ik verhaald heb; en +het was een vrouw, die 'er zig aan schuldig maakte. + +Mevrouw S.... in een open vaartuig, naar haare Plantagie gaande, +wierd vergezeld van eene Negerin, die haar kind zoog. Deeze vrouw +zat voor aan in het vaartuig, het kind schreeuwde, en zy kon het +niet tot bedaaren krygen. Mevrouw S...., wien het geschrei van dit +onnoozel wicht verveelde, gelastte aan haare slavin, om het by haar +te brengen. Zy nam het kind toen by een arm, hield het onder water, +tot dat het verdronken was, en vervolgens wierp zy het in den stroom +weg. De moeder sprong uit wanhoop oogenblikkelyk in de Rivier, in het +vast besluit, om aldaar haar leven te eindigen; maar dit lukte haar +niet: een gedeelte der roeijers zwommen haar na, en bragten haar weder +aan boord. Haare meesteresse deed, by haare komst op de Plantagie, haar +drie of vier roede-slagen geven, om haar te straffen wegens de schade, +welke zy, door zig van kant te helpen, aan haar had willen toebrengen. + +Den 20sten, verliet de Colonel FOURGEOUD met zyn krygsvolk, het +welk in den deerniswaardigsten staat was, Maagdenberg; dienvolgende +sloeg hy zyn leger neder op eene Plantagie, genaamd Nieuw Rozenback, +gelegen tusschen mynen post van de Hoop en het Hospitaal. Ik ging +dadelyk myne opwagting by mynen Colonel maken, en vernam aldaar den +volgenden uitslag zyner krygsverrigtingen. Ik heb reeds gezegd, dat +de Capitain FREDERIK was gewond geworden; een soldaat was verdwaald +geraakt: een ander was door de muitelingen gehouwen; de gevangenen +hadden met hunne ketenen de vlucht genomen; en de vyand spotte met +deezen krygstocht.--Men had een zee-soldaat, die ziek was, aan zyn +lot overgelaten; één der Slaven had den arm gebroken, ten gevolge +van mishandelingen. Dusdanig waren de byzonderheden van deezen +veldtocht. Ik moet egter niet vergeeten de edelmoedigheid van eenen +armen Neger, die wegliep, om den elendigen soldaat te hulp te komen, +en die, na hem den laatsten plicht bewezen te hebben, te rug kwam, +om zyne straf te ontfangen; maar, tot zyne groote verwondering, +genade kreeg. + +Ik moet den Colonel FOURGEOUD het recht doen wedervaaren, dat +verscheiden deezer toevallen het onvermydelyk gevolg waren van +zoortgelyke tochten in zulk eene luchtstreek. Zoo hy al, door een +allerslegtsten levensregel, zyn krygsvolk deed omkomen, zonder +muitelingen gevangen te nemen, deed hy ten minsten een gewichtigen +dienst aan de Volkplanting, door den vyand te ontrusten, af te matten, +en te vervolgen, derzelver legerplaatsen te verwoesten, en hunne +schuilplaatsen te vernielen. De Colonel FOURGEOUD deelde in alle deeze +vermoeienissen en gevaaren, en dat op zyne jaaren, het geen tegen +de gebreken van zyn caracter in aanmerking moet genomen worden, en +dienen kan, om hem den naam van geduldig en moedig toe te kennen. Ik +zoude veel meer genoegen hebben, met tot zynen lof te schryven; +maar de waarheid, en het algemeen voordeel, het welk het menschdom +daar uit trekken moet, vorderen, dat ik, de goede hoedanigheden van +den Colonel schetsende, ook opgeeve welke zyne gebreken waren, op +dat anderen zig door zyn voorbeeld kunnen verbeteren. Was het niet +belachelyk, om te Paramaribo, alwaar het papier volkomen goed was, +zyn krygsvolk in geld te betaalen, en hun op de tochten niets anders +te geven, dan die ingebeelde munt, waar mede het onmogelyk was eene +enkele igname, of de minste vrucht van een plantain-boom te betaalen, +Intusschen had hy geld tot zyne beschikking; maar hy wilde tien ten +honderd winnen met de soldy van het geheele Regiment, en dit gedrag +bragt hem by al het volk in eene algemeene verachting. + +Den 21sten kwamen verscheiden Officiers my verzoeken, om op de Hoop +het middagmaal te houden, en ik deed hun veelerhande visch opdisschen, +waar onder waren de Kawiry, de Lamper, en de Makrely-fisy. De Kawiry +is een kleine visch zonder schubben, met een breede kop, en twee +lange baarden, die uit het bovenste gedeelte van den bek uitsteeken: +men vindt hem in alle deeze Rivieren in overvloed. De Lamper is een +zoort van lamprey, zoo als men die in de Theems vangt: de Surinaamsche +is van eene ronde gedaante, en niet zeer dik, maar slymig en zeer vet; +hy heeft een zee-groene kleur, met geele vlakken, uitgenomen onder den +buik, die wit is. Deeze visch word, even als de zalm, en in de zee en +in de rivieren gevonden. De Makrely-fisy gelykt naar de makreel, die +aan dezelve den naam geeft; de kleur is echter minder blaauwachtig, +en minder schitterend. + +Deeze maaltyd deedt groot genoegen aan myne gasten, en wy waren zeer +vrolyk; maar, des morgens van den 22sten, wierd myne arme JOANNA, +die onze keukemeid geweest was, door eene geweldige koorts aangetast: +zy betuigde my haar verlangen, om naar Fauconberg te rug te keeren, +alwaar zy door eene van haare nabestaanden konde worden opgepast, en ik +stemde daar in toe. Den 25sten, was zy zoo ziek, dat ik besloot haar +zoo, veel mogelyk in stilte te gaan zien; want de Colonel moest des +anderen daags op de Hoop komen, en ik had geen lust om zyn kortswyl +af te wagten. Ik wist, dat de loffelykste beweegreden niemand voor +beschimping veilig stelde. + +Het was in deeze onderneming moeielyk voor by den post van den +Colonel te komen, zonder gezien te worden. Aan mynen vriend HENEMAN +myn ontwerp hebbende mede gedeeld, stapte ik des avonds ten elf +uuren in myn vaartuig; maar toen ik tegen over Nieuw-Rozenback was, +hoorde ik zeer onderscheidentlyk de stem van den Bevelhebber, die +met eenige Officieren door het zand wandelde; en oogenblikkelyk riep +een schildwacht, om met het vaartuig aan wal te komen. Ik dacht, +dat alles zoude zyn ontdekt geworden: egter dagt ik best, aan de +Negers te zeggen, dat zy zouden antwoorden: Killestein Nova, het welk +de naam was van eene naby gelegene Plantagie, en men liet ons voor +by vaaren. Kort daar na, kwam ik gezond en behouden te Fauconberg, +alwaar ik JOANNA veel beter vond. + +Maar, des morgens van den 26sten, nam ik den opkomenden dageraad +voor het maanlicht, en versliep my. Ik wist niet, op welke wyze ik +naar de Hoop te rug zoude komen; want myn vaartuig en myne Negers +konden niet meer voor by komen, zonder door den Colonel herkend +te worden. Alle uitstel was nutteloos. Ik ging dus weder scheep, +my volstrektelyk verlatende op de behendigheid der slaven, die my, +een oogenblik voor dat wy in 't gezicht van 't hoofd-kwartier waren, +aan land zetteden. Een van hun, my door de bosschen geleid hebbende, +kwam ik behouden weder op de Hoop aan. Myn vaartuig kwam schielyk +aldaar aan, maar voorzien van eene goede wacht; en de Colonel zond my +bevel, om hen allen te doen afkloppen, om dat zy zonder verlof waren +uitgegaan; want zy hadden tot hunne verschooning gezegd, dat zy voor +hunnen meester waren gaan visschen. + +Hunne getrouwheid jegens my, ter deezer gelegenheid, was waarlyk +verwonderlyk: zy verklaarden allen, dat zy zig liever in stukken +hadden laten houwen, dan de geheimen van eenen zoo goeden meester te +verraden. Echter hield alle gevaar voor hun op. Ik bekragtigde het +geen zy gezegd hadden, en voegde 'er by, dat de visch geschikt was, +om 'er den Colonel op te onthalen. Ik deelde vervolgens twee kruiken +rhum onder deeze brave lieden uit. Deeze trek kan een denkbeeld +geven van de zwakheid van een Europeaan, zoo wel als van den moed en +standvastigheid van een Africaan. + +Onäangezien alle myne toebereidzels, ontfing ik het bezoek van den +Bevelhebber eerst op den 28sten; maar des morgens van den 26sten, +kwam JOANNA te rug, vergezeld door eenen grooten Neger, die haar +oom was, en op één der armen een zilvere plaat droeg, waar op deeze +woorden stonden: Getrouw aan de Europeanen. Deeze man, genaamd COJO, +die vrywillig en de eerste tegen de muitelingen gevochten had, had +zig naderhand genoodzaakt gezien, om zig weder by hen te voegen, +uit hoofde der mishandelingen van M. D. B. en van den Opzichter. Hy +verhaalde my het volgende geval: "Gy ziet dit kind, zeide hy, +my een klein meisje, TAMERA genaamd, het welk hy by de hand hield, +aanbiedende: haar vader is genaamd JOLI-COEUR; hy is de eerste Capitain +onder BARON, en de onverschrokkenste van allen de muitelingen van het +bosch; het geen hy nog laatstelyk heeft doen zien op eene Plantagie, +gelegen naby Nieuw-Rosenback, alwaar uw Colonel tegenwoordig het bevel +voert. De Opzichter deezer Plantagie was een Jood, genaamd SCHOULTS, +die het bevoorens op Fauconberg geweest was. De muitelingen verscheenen +aldaar eensklaps, en maakten 'er zig meester van, zy bonden SCHOULTS, +plonderden het huis, en begaven zig tot dansen, en het maken van goeden +cier, alvoorens zy dagten om over hunnen gevangen te beschikken. In +deeze akelige gesteldheid, verwagtte deeze niets anders dan het teeken +tot zynen dood, wanneer zyn oog by toeval op den Capitain JOLI-COEUR +viel, wien hy deeze woorden te gemoet voerde: "Myn lieve JOLI-COEUR, +gedenk aan SCHOULTS, die alleenlyk de gemachtigde van uwen meester +was; herinner u alle de vriendelykheden, die ik u geduurende uwe +kindsheid bewezen heb; gy waart myn gunsteling; herinner u dit, en +breng door uwen vermogenden invloed te weeg, dat men my het leven +gunne".--Het antwoord van JOLI-COEUR is merkwaardig.--Ik herinner +my dat alles volkomen; maar, geweldenaar, herinner u, dat gy myne +arme moeder hebt geschaakt, en mynen vader, die haar ter hulpe kwam, +door geesselslagen doen van één ryten; herinner u, dat gy haar in +myne tegenwoordigheid hebt geschonden, toen ik nog maar een kind +was. Herinner u deeze schenddaad, en sterf door myne hand!--Op deeze +woorden hieuw hy hem met eenen byl het hoofd af". Na dit verhaal, +vertrok COJO met de kleine TAMERA, en ik reikhalsde met ongeduld +naar het nieuws, het geen ik dagelyks van Amsterdam te gemoet zag, +en, zoo ik hoopte my zelf in staat zoude stellen, om de beminnelyke +JOANNA van het juk van zulke gedrochten te verlossen. + +De Colonel FOURGEOUD kwam, den 28sten, met één van zyne Officiers +aan. Zyne houding was uittermaten ernstig; het geen my zeer leed +deed. Ik liet hem dadelyk in myne hut komen; en zoo dra hy myne +gezellinne gezien had, verdweenen alle de rimpels van zyn voorhoofd, +als een damp voor de stralen der zon. Nooit heb ik gezien, dat hy +zig met zoo veel wellevenheid gedroeg. + +Ik behandelde hem zoo goed my mogelyk was, en waagde het, om hem +een verhaal van myne reize naar Fauconberg te doen: hy lachte 'er +hartelyk om; en ons beiden de hand gedrukt hebbende, keerde hy, +in eenen goeden luim, en volkomen voldaan, naar Nieuw-Rosenback te +rug.--Volgens alle de omstandigheden, in dit hooftstuk vervat, kan +ik zeggen, dat het tydperk, waar over het zelve loopt, de gulde eeuw +was van mynen tocht naar de West-Indiën. + + + +VEERTIENDE HOOFTSTUK. + +De Colonel FOURGEOUD keert naar Paramaribo te rug.--Het gevleugeld +en gewapend Water-hoen van EDWARDS.--Bewys van onkunde in +een Heelmeester;--van deugd in een slaaf;--van wreedheid +in eenen Bevelhebber.--De roode Wulp.--De Wesp, Marobonso +genaamd.--Orange-appelen en Limoenen.--De insecten, Chiques +genaamd.--Het krygsvolk begeeft zig weder naar de bosschen.--De +Kibry-Fowlo.--Verscheidene zoorten van wilde varkens.--Mieren.--De +dans van Loango.--De Toreman.--De Poelsnip van Guiana.--Plantains en +Bananes.--Manier om te visschen.--Visschen.--Vogelen. + +De Colonel, zyn vertrek tot den 29sten April hebbende uitgesteld, +begaf zig eindelyk naar Paramaribo. Hy was door eenige Officiers +vergezeld, die, zoo wel als hy, allernoodigst hadden zig aldaar te +ververschen. Zyn krygsvolk, tot een zeer klein getal versmolten +zynde, was niet meer in staat, om eenige krygsoeffening uit te +houden, en verlangde naar rust. Geduurende zyne afwezigheid, vond +ik my Bevelhebber der Rivier te zyn. Korten tyd voor zyn vertrek, +zond hy my zeer merkwaardige Instructiën, onder anderen inhoudende: +"Om aan de Planters te vragen, of de muitelingen op hunne Plantagiën +kwamen, en zoo ja, hen aan te tasten, en op de vlucht te dryven; +maar hen niet te vervolgen, zonder zeker te zyn, van hen geheel en al +t'onder te brengen; en ik moest voor de uitvoering van deeze beveelen +verantwoordelyk zyn". Dit wilde zeer eenvoudig zeggen: "Dat, indien +ik den vyand zonder goed gevolg aantastte, ik gestraft zoude worden; +en dat, zoo ik hem in 't geheel niet aantastte, ik rekenschap van +myne achteloosheid zoude hebben te geven". Hoe oordeelkundig andere +artikelen ook waren, konde ik my niet wederhouden van dit zeer ongerymd +te vinden. Ik zond het dadelyk door een Officier te rug; en, op myn +verzoek, verbeterde men het zoodanig, dat het een verstaanbaaren +zin had. + +Hoe gelukkig was ik op dit oogenblik! My ontbrak niets, en ik had myne +bevallige gezellin steeds by my. Haar beminnelyk gezelschap verrukte +my; haare zoete stem streelde myn oor; haare tegenwoordigheid verbande +alle hartzeer, alle akelige herdenking uit mynen geest. + +Op zekeren dag in de verdronken Savanen wandelende, schoot ik een +vogel, dien ik voor het gevleugeld en gewapend Waterhoen van EDWARDS +herkende. Deeze fraaije vogel behoort, zoo men zegt, tot het zoort +der Pluviers; hy heeft de gedaante van een duif; zyne pluimaadje +heeft eene donkere kaneel-kleur of zeer donker roodachtig oranje; +de buik en hals zyn volmaakt zwart; de vouw van elke vlerk, waar +van de vederen een schitterend geele kleur hebben, is gewapend met +een spoor van eene zelfstandigheid, gelyk aan hoorn, en dienende +tot verdediging van deezen vogel: hy heeft geen staart; zyn bek is +byna twee duimen lang; zyne pooten zyn ook zeer lang, en, even gelyk +de bek, van een geelachtig groene kleur; zyne klauwen, vooral de +achterste, zyn uittermaten lang; zy schynen berekend, om de zwaarte +van den vogel in het slyk te dragen, alwaar men hem dikwils ontmoet, +mogelyk om aldaar zyn voedzel in het water te zoeken. Dit hoen, even +als andere zoorten van Pluviers, zwemt nooit; zyn kop is verciert met +een scharlaken hanekam, en kleine peerlen scheiden hem den bek van de +oogen af, even als de Moscovische eendvogel. Men vindt de gewapende +Pluviers altoos by koppelen; en wanneer zy vliegen, fluiten zy vry +aangenaam. Hunne ongemeene schoonheid herinnert my een anderen vogel, +welken ik op nabuurige Plantagiën gezien heb, ik bedoel de roode +Wulp van Guiana, alhier Flamingo genoemd, [5] uit hoofde van de +groote gelykvormigheid, die tusschen hem en den beroemden vogel van +dien naam gevonden word. Men treft deezen Flamingo in Canada aan, +en in verscheide noordelyke en zuidelyke gedeelten van America, +en vooronderstelt, dat hy tot het geslacht der kraanvogels behoort, +en zoo groot is, als een zwaan in Europa. De roode Wulp heeft echter +alleenlyk de gedaante van een kleine Reiger; hy heeft geen staart; +maar zyn hals, zyn gekromde en ronde bek, en zyne pooten zyn zeer +lang; de laatstgemelde hebben vier klauwen, drie van vooren en één +van agteren. De kop van deezen Wulp is zeer klein. Het wyfje legt +altoos twee eieren, uit ieder van welke, na het uitbroeien, een jong +voortkomt, eerst van een zwarte, vervolgens van een gryze, en dan +van een witte kleur, naar mate hy in grootte toeneemt, en eindelyk +word de geheele vogel scharlaken of karmozyn, of naar bloedkleur +hellende. De roode Wulpen leven in gezelschap, even als de Oijevaars, +en bewoonen voornamelyk de oevers der Rivieren, of de stranden der +zee; en men vind ze aldaar in zulk een ongemeen groot getal, dat men +meenen zoude, dat het zand rood geverwd was. Men houdt deeze vogelen, +voor zeer uitgelezen, wanneer ze jong zyn; en zy zyn zoo gemeenzaam, +dat men ze dikwils ziet lopen en eeten met het tam gevogelte, schoon +zy echter aan het vleesch der vogelen en visschen den voorrang geven. + +Ik vond dus altyd eenig nieuw voorwerp om te beschryven, en ik sleet +de gelukkigste dagen met myne geliefde JOANNA, op deeze aangenaame +Plantagie. Maar, helaas! eensklaps was myn geluk vervallen, en ik +verviel in de diepste moedeloosheid. De heer PASSELAIGE, te Amsterdam, +wien ik geschreven had, om van hem de vryheid myner gezellinne te +koopen, kwam te sterven; en het geen myne smart ten top deed ryzen, +was de tegenwoordige staat van JOANNA, die my beloofde, dat ik binnen +eenige maanden vader zyn zoude. Niet alleen moest myne gezellinne +slavin blyven, maar myn eigen bloed was ook tot een gelyk lot, en +onder zulk een bestuur bestemd!--De heer PASSELAIGE, op wien myne +hoop gevestigd was, overleden zynde, ging de Plantagie aan eenen +nieuwen eigenaar over. Ik konde alle deeze akelige denkbeelden niet +verduwen, en wierd als door zinneloosheid bevangen. Myne overmaat +van neerslagtigheid zoude my in het graf gestort hebben, zonder de +teedere vertroostingen van JOANNA, die my overreedde, dat de heer +LOLKENS onze hulp nog zoude kunnen zyn. In deeze droevige gesteldheid +hoorde ik des avonds van den 4den verscheide alarm-schoten met geschut, +van den noord-oost kant. Des anderen daags morgens, by het opkomen +van den dageraad, zond ik eenige manschappen naar de Peréca. Dezelve +kwamen op den middag te rug, met de tyding, dat de muitelingen de +Plantagie Marseille aan de Cottica hadden aangevallen; maar dat +de slaven der Plantagie hen genoodzaakt hadden de wyk te neemen, +zoo als laatstelyk die van Kortenduur gedaan hadden. De muitelingen +hadden ook een gedeelte der Indianen mishandeld, welken zy verdacht +hielden van aan de Planters hulp verschaft te hebben. Ik vernam nog +te gelykertyd, dat men eene zamenzweering van Negers te Paramaribo +ontdekt had. Zy hadden het ontwerp gevormd, om zig by de muitelingen +te voegen, na alle de inwooners vermoord te hebben. De hoofden der +zamenzweerders wierden ter dood gebragt. + +Des morgens van den 26sten, hoorden wy nog verscheiden schoten in +het bosch. Vreezende, dat dit Europeesche manschappen zyn mogten, +die van den weg afgedwaald waren, gelastte ik myne schildwagt, om +deeze noodschoten, één voor één, met zyn snaphaan te beantwoorden, +en ik voegde daar by twee tambours, die twee uuren agter den anderen +trommelen zouden. Eindelyk verscheenen een Sergeant en zes soldaaten +van 's Compagnies krygsvolk, tot den post van Reidwyck aan de Peréca +behoorende, welke geduurende drie dagen in het bosch waaren verdwaald +geraakt. Zy hadden noch hangmatten, noch levensmiddelen, noch drank, +en zy waren byna dood van vermoeienis, honger en dorst. Ik onthaalde +hen zoo goed ik konde, en, tot myn groot genoegen, kregen zy wel dra +hunne kragten weerom. Een van hun echter wierd eenige uuren lang van +zyn gezicht beroofd, door het steeken van een zoort van Wespen, in dit +Land bekend onder den naam van Marobonso, die uittermaten groot zyn, +zig in de holen der boomen ophouden, de sterksten van het zoort der +beijen zyn, en zoo hevig steeken, dat de pyn daar van allergeweldigst +is, en de koorts veroorzaakt. + +Den 12den, na de Cottica twee maalen te hebben overgezwommen, kwam ik +verkleumd t'huis, en des anderen daags had ik de koorts. Ik ontrustte +er my weinig over, en dacht, dat ik door een gematigden levens-regel, +en de hulp van limonade en tamarinden, die op de Hoop in overvloed +groeien, spoedig zoude genezen zyn. + +Den 16den, bevond ik my, op de zwakheid na, volmaakt hersteld. Maar +denzelfden dag, des morgens ten tien uuren, met JOANNA voor myne +wooning zittende, ontving ik een onverwagt bezoek van den heer STEEGER, +één van onze Heelmeesters. Na myn pols gevoeld, en myne tong bekeken +te hebben, verklaarde hy my, zonder omwegen, dat ik des anderen daags +een lyk zoude zyn, indien ik zyn voorschrift niet volgde. Dit gezegde +deed op my zulk eene uitwerking, dat ik, schoon op alle andere tyden +geene geneesmiddelen inneemende, niet aarzelde, om het geen hy my +aanbood, en door hem in een glas was gereed gemaakt, in te zwelgen; +maar ik viel byna oogenblikkelyk gevoelloos op den grond. + +Ik bleef in dien staat tot den 20sten. Het gebruik van myne zinnen +wederom krygende, bevond ik my op een matras leggende, en myne arme +JOANNA, die in traanen wegsmolt, naast my zittende. Uit vreeze, dat +ik my ontrusten mogt, verzogt zy my, om haar geene vragen te doen; +maar des anderen daags verhaalde zy my al wat my was wedervaren. Op +het oogenblik, dat ik viel, deed zy my door vier Negers opneemen, die +my nederleiden ter plaatse, alwaar ik my nog bevond. De Heelmeester, +my op verscheidene plaatsen Spaansche vliegen gelegd hebbende, +dog zonder eenige werking, zeide, dat ik dood was, en verliet de +Plantagie. Toen liet men myne doodkist maken, om my den 17den te +begraven, het geen JOANNA voorkwam, door tot het verkrygen van eenig +uitstel op de kniën te vallen. Dadelyk zond zy iemand af naar haare +moeije, ten einde haar goede azyn, en een fles zeer oude Champagne wyn +te zenden. Zy bediende zig van den eersten, om my by aanhoudenheid de +slapen van het hoofd te wryven; zy doopte 'er verscheide neusdoeken +in, waar mede zy my de gewrichten van de handen, en de voeten omwond; +eindelyk gelukte het haar, om my eenige droppels zeer warmen wyn in +een theelepel binnen te krygen. Dit arme meisje, had my, met myn +kleine QUACO en een ouden Neger, al dien tyd bewaakt, in de hoop, +dat ik 'er nog van zoude mogen opkomen, een geluk, waar voor zy tans +God dankte. Ik konde haar niet antwoorden en dank zeggen, dan door +eenige traanen, en met haar teederlyk de hand te drukken. + +Intusschen ontsnapte ik den dood; maar in weerwil van de zorgen van +dit uitmuntend meisjen, aan wien alleen ik het leven verschuldigd was, +was ik tot den 15den Juny buiten staat, om alleen te kunnen gaan. Ik +was zoo zwak, dat men my als een kind moest te eeten geven, en twee +Negers droegen my in een zoort van leuning-stoel. De arme JOANNA, +die zoo veel voor my geleden had, was toen zelve zeer ziek. + +Deeze staat was zeer verschillende van dien, waar in ik my nog zoo +kort geleden bevond. Ik genoot vergenoegen en gezondheid, en op dit +oogenblik was ik van beiden beroofd. De heer HENEMAN, myn vriend, +die my dagelyks kwam zien, zeide my, dat hy hebbende willen weten, +waar in het geneesmiddel, het geen ik had ingenomen, en my noodwendig +zoude hebben van kant geholpen, bestond, hy ontdekt had, dat het zelve +niet minder was, dan vier greinen braak-wynsteen, onder veertig greinen +ipecacuanha gemengd: de Heelmeester had over myn gestel geoordeeld, +naar mate van myne grootte, die by de zes voeten is. Ik was over deeze +trek van onkunde verontwaardigd. Den 4den Juny, een glas vol Madéra +wyn op de gezondheid van zyne Britsche Majesteit gedronken hebbende, +zag ik deezen knaap verschynen, om my een tweede bezoek te geven. Ik +nam dadelyk één der stokken, dienende om myne leuningstoel te dragen, +en liet dien op het hoofd van den weetniet vallen; want ik had nog +geen kragt genoeg, om hem een slag toe te brengen. Hy vroeg naar +niets meer, en begaf zig zeer schielyk weder in zyn vaartuig. Myne +Negers groetten hem, by zyn vertrek, met drie vreugde-galmen. + +Twee der kloekmoedigste lieden, die in de Volkplanting waren, de +Capitain FREDERIK, en de Capitain STOELEMAN, welke laatstgemelde +tot het krygsvolk der Compagnie behoorde, begaven zig toen met de +Neger-Jagers in de bosschen. Zy doodden drie of vier muitelingen, +en namen een gelyk getal gevangen, die van honger stierven, waar +aan zy blootgesteld waaren, na dat de Colonel FOURGEOUD de bosschen +doorkruist, en hunnen oogst vernield had. Twee andere muitelingen, +op de Plantagie van den heer WINEY, aan de Patamaca-Kreek, hebbende +willen stelen, wierden door de slaven gedood, die vervolgens aan elk +van hun de rechte hand afkapten. Zy lieten dezelve droogen, en zonden +ze naar Paramaribo. + +Den staat van zwakte, waar in ik was, my tot allen dienst onbekwaam +makende, stelde ik het bevel op de Hoop, in handen van den Officier, +die in rang op my volgde. Denkende, dat de verandering van lucht +my goed zoude doen, ging ik, na daar van aan den Colonel bericht +gegeven te hebben, naar eene nabuurige Plantagie, Egmond genaamd, +en aan den heer DE CACHELIEU, een Fransch Edelman, toebehoorende. Ik +wierd vergezeld door JOANNA, eenen blanken bedienden, en mynen kleinen +Neger. De heer DE CACHELIEU had my verscheidene maalen genoodigd, om +hem te komen zien, en niets was tot myn herstel geschikter, dan zyn +vrolyk gezelschap, en zyne gastvryheid. Hoe zeer waaren echter deeze +hoedanigheden het tegen overgestelde van zyne onrechtvaardigheid en +wreedheid omtrent zyne slaven! Zie hier een voorbeeld van de manier, +waar op hy dezelven behandelde. Twee Negers hadden eene geesseling +verdiend, om dat zy in zyn magazyn met geweld waren ingedrongen, en +gestolen hadden, en zy wierden met eenige zweepslagen vry gelaten, +om dat ze nog jong waren, terwyl twee anderen, die ongelukkiglyk ouder +waren; verwezen wierden, om voor een geringe twist drie honderd slagen +te ontfangen. + +Aan den heer DE CACHELIEU naar de reden deezer partydigheid gevraagd +hebbende, antwoordde hy my, dat die twee jonge lieden eene zeer +fraaije huid hadden, en werken konden; maar dat de anderen oud +en zedert lang verminkt zynde, tot niets meer goed waren, en dat, +wanneer zy omkwamen, de Plantagie het onderhoud, het geen men hun +zonder nut verschafte, zoude uitwinnen.--Eenige dagen te vooren, +deed op Arentsrust, eene andere Plantagie beneden de evengemelde, +de Opzichter aan eenen ongelukkigen Neger, die hem uit naam van den +eigenaar een brief bragt, over welks inhoud deeze Opzichter niet +voldaan was, vier honderd geesselslagen geven, en zeide hem, dat hy +dit antwoord konde brengen aan den geen, die hem gezonden had. + +Maar laten wy tot mynen gastheer te rug keeren. In weêrwil van zyne +wreedheid omtrent zyne Negers, was hy jegens alle anderen beschaafd, +vriendelyk, gastvry, en zeer wellevend. Ik zag op zyne Plantagie een +groot getal Chineesche oranjeboomen. Derzelver vruchten verschillen van +de andere oranje-boomen daarin, dat ze van binnen veel doorschynender +zyn, en een veel geuriger smaak hebben. De schil is ook veel gladder, +dunner en bleeker. Maar schoon men zonder hinder eene groote meenigte +gewoone oranje-appelen eeten kan, kan men dit niet zeggen van, +de Chineesche, wier onmatig gebruik in deeze Volkplanting steeds +gevaarlyke gevolgen gehad heeft. Deeze vrucht is van het zelfde zoort, +als die van Lissabon aankoomt, en waarschynlyk zyn het de Portugeezen +of Spanjaarden, die deeze oranje appelen in Guiana gebragt hebben. Men +kan gemakkelyk naargaan, dat de oranje-appelen van dit zoort, als +gouden trossen in volkomene rypheid van de boomen afvallende, van +veel lekkerder smaak zyn; dan die wy in Engeland eeten, werwaarts +men ze zend, wanneer ze nog groen zyn; het is waar, dat zy aldaar +vervolgens van kleur veranderen; maar zy komen aldaar nimmer tot +hunne waare rypheid. Men kan zig ligtelyk een denkbeeld maken van +de geur, die de bloemen van alle deeze oranje-boomen, waar van men +hier de fraaiste ruikers maakt, verspreiden. Op de Plantagie Egmond +vond ik ook eenige schoone limoenboomen; de vruchten waren groot, en +hadden een zeer dikke schil. 'Er waren ook nog zeer zoete limoenen, +maar die zeer klein, en naar myn oordeel zeer smakeloos zyn. + +Na van de lekkere vruchten van den heer DE CACHELIEU gesproken +te hebben, moet ik zyne uitstekende Fransche wynen, en vooral zyn +Muscaat-wyn, niet vergeten. In weêrwil van soo veele uitgelezene +zaaken, bleef ik steeds zeer zwak, en zonder eetlust. Hoopende, dat +het te paard ryden my dienst zoude doen, besloot ik, om de gastvrye +wooning van deezen beminnelyken Franschman te verlaten, en verlof te +vragen, om eenigen tyd te Paramaribo te gaan doorbrengen. + +Den Colonel FOURGEOUD den 9den op Cravassibo aangekomen zynde, om +aldaar zyne krygsverrigtingen te hervatten, schreef ik hem een brief, +om dit verlof te verkrygen, en zes maanden soldy, die my verschuldigd +waren, te vorderen. Hy antwoordde my den 12den en sloeg my het een +en ander verzoek af, maar in Zulk een onbeleefden styl, als ik van +hem niet verwagtte. Hy scheen aan mynen yver te twyffelen, en schoon +hy wel wist, dat ik ziek was, weigerde hy my myn geld, en de noodige +geneesmiddelen, om myne gezondheid te herstellen. Ik was daar over +zoo veröntwaardigd, dat ik hem een tweeden brief zond, waar in ik hem +verklaarde buiten staat te zyn, om iets te doen of te verzoeken, dat +met myne eer strydig was, waar van ik hem alle bewyzen geven zoude, +die hy eenigzints konde vorderen. Door zwakte geen dienst kunnende +doen, volgde ik mynen brief na verloop van twee dagen, en ik vertrok +met den heer DE CACHELIEU, in een overdekt vaartuig van agt riemen. + +Ik stelde my voor, dat de Colonel by myne komst woedend tegen my zoude +zyn; dat hy my in arrest zoude doen gaan, en my eenige uitlegging +op myne brieven zoude afvorderen; maar hoe buitenspoorig hy zig ook +mogt aanstellen, ik vreesde hem niet, want na alle zyne pogingen om +my ongelukkig te maken, verlangde ik den dood boven andere wreedheden. + +De heer DE CACHELIEU, ook vermoedende, dat de Bevelhebber tegen my +een groot geweld zoude maken, vergezelde my, toen ik by hem ging, doch +beiden waren wy bedrogen. De Colonel gaf ons zeer beleefdelyk de hand, +en vroeg ons beiden ten eeten, als of 'er tusschen hem en my niets +was voorgevallen, maar ik zag die gemaakte houding met verachting, +en weigerde zyne uitnoodiging, zoo als ook de Planter deed. Toen +ik hem verzogt had my de reden te verklaaren, die hem bewogen had, +om my myn verzoek af te wyzen, en my zulk een vreemden brief te +zenden, antwoordde hy my: ---- Dat dertig of Veertig Oucas-Negers, +die onze bondgenooten waren, hem bedrogen hadden, door niets te doen +van het geen zy beloofd hadden, terwyl zy in de bosschen waren, en +hy zelf zig op Paramaribo bevond; dat hy dienvolgende besloten had, +zyne krygsverrigtingen met dubbelen yver voort te zetten. Dit was de +reden, die hem bewogen had, niet alleen om my het verzogte verlof te +weigeren, maar om zelfs aan alle de zieke Officiers te gelasten, zig +oogenblikkelyk by hem te vervoegen, zonder 'er zelfs een enkele van uit +te zonderen tot bewaaring van de vaandels en de krygskas, welke hy aan +een Quartiermeester had toevertrouwd. De Colonel sprak de waarheid wel, +en hy had dezelve niet te kort gedaan, met 'er by te voegen, dat zyne +ingekankerde haat tegen eenige andere Officiers en my, hem aanzette, +om alles tot ons verderf aan te spannen. Ik moet niet vergeten te +verhaalen, dat hy omtrent deezen tyd de orde regelde, welke in het +doen der tochten moest gevolgd worden. Te vooren geschiedde alles +met verwarring, het geen by vervolg nog maar al te dikwils voorviel. + +Byna twee maanden te Egmond hebbende doorgebragt, zonder my aldaar te +kunnen herstellen, en zonder verlof te verkrygen, om naar Paramaribo +te gaan, verkoos ik liever het bevel op de Hoop te hernemen. De heer +DE CACHELIEU vergezelde my derwaarts, en ik onthaalde hem aldaar zoo +goed my mogelyk was. + +Ik vond op de Hoop mynen vriend HENEMAN, die toen Capitain was. Zoo wel +als verscheiden anderen van het krygsvolk, was hy aldaar ziek geworden, +en men had hem gelaten zonder geld, zonder Heelmeester, zonder +geneesmiddelen. Echter had de Stad Amsterdam verscheide vaten wyn, +ingelegde groenten, en andere versche voorraad gezonden; maar alles was +voor onze kwynende krygsbenden onzichtbaar, schoon dit zekerlyk het +oogmerk van deeze Stad niet was. Ik deed alhier vergeefsche moeite, +om ons aandeel in alle deeze mondbehoeften te verkrygen; noch geld, +noch geneesmiddelen, noch wyn, noch eenig zoort van ververschingen +wierden ons toegezonden. Dus hield onze kwyning aan, en wy verloren +onze kragten, in plaats van die wederom te krygen. Ik had echter de +minste reden van klagen, want ik wierd door JOANNA en myne dienstboden, +die, daags na myne aankomst op de Hoop, de Plantagie van den heer DE +CACHELIEU verlieten, bediend; en voorts ontfing ik, als naar gewoonte, +geschenken van alle kanten. De grootste onaangenaamheid, welke ik +toen ondervond, bestond daar in, dat ik de voeten vol insecten had, +chiques genaamd, het geen ik gedeeltelyk toeschreef aan het dragen +van schoenen en koussen, geduurende myn verblyf op Egmond. Ik heb +reeds gezegd, dat deeze insecten op Devil's-Harwar uittermaten talryk +waren, en ik zal deeze gelegenheid waarnemen, om dezelve op een meer +opzettelyke wyze te beschryven. + +De chiques zyn kleine zandluizen, die tusschen vel en vleesch +doordringen, maar in 't algemeen onder de nagels van de voeten, +zonder dat men ze gevoelt. Zy zuigen aldaar het bloed, en worden +als een groote luis, en de jeukte, die zy dan veroorzaaken, is +allerönaangenaamst. Vervolgens komen zy te voorschyn, onder de +gedaante van een blaasje, het welk vol eiëren of neeten is, en indien +men het breekt, zoo veele jongen voortbrengt. Dezelve verspreiden +zig in het zieke deel, en veröorzaaken aldaar zweeren, die dikwils +zoo gevaarlyk zyn, dat ik een soldaat gekend heb, wien men met een +scheermes de voetzool moest afsnyden, om hem te geneezen. Men heeft +in dergelyke gevallen tot de afzetting dikwils toevlucht genomen; +en verscheiden lieden hebben zelfs het leven verloren, om dat zy +verzuimd hadden deezen vervloekten worm in tyds te doen verhuizen. Op +het oogenblik derhalven, dat men een zoort van brandende pyn gevoelt, +en eene ongewoone roodheid aan den voet bespeurt, is het tyd, om de +chique, die 'er de oorzaak van is, 'er uit te haalen. Dit doet men +met een naald, en de Negerinnen zyn 'er zeer bekwaam toe. Zy dragen +zorg, om geene onnoodige pyn te veröorzaaken, en om het insect, +noch deszelfs nest in de wonde niet te breeken. Op derzelver opening +leggen zy vervolgens asch van tabaks-bladen, en in korten tyd is men +geneezen. Op het oogenblik, dat ik 'er door besmet was, nam JOANNA eene +naald, en haalde uit myn linke voet, tot drie-en-twintig van deeze +insecten. Zy huisvesten allen onder de nagels, en men kan naargaan, +welk eene verschrikkelyke pyn ik uitstond. Deeze zelfde insecten +dragen by de Spanjaarden te Carthagena den naam van Niguas. + +Den 21sten, ontfing ik een brief van den Bevelhebber, niet in antwoord +op dien, welken ik hem laatst gezonden had, maar, vermits hy zig in de +bosschen ging begeven, eenen last vervattende, om hem te Cravassibo, +alwaar toen het hoofd-quartier was, alle de mond- en krygsbehoeften, +alle de bylen, alle de kook-ketels toe te zenden, welke men op de Hoop +niet volstrekt noodig had. Ik deed ze hem des anderen daags toekomen: +maar de levensmiddelen waaren 'er in eene kleine hoeveelheid; want +een schuit, geladen vol met ossen- en varkens-vleesch, voor den post, +alwaar ik my bevond, had in de Rivier schipbreuk geleden. + +Den 25sten, wierd de heer STEGER, die Heelmeester, welke my byna had +doen omkomen, zoo dat ik de gevolgen van zyne onkunde nog gevoelde, +van het Regiment weggezonden, als onbekwaam tot de uitoeffening van +zyn beroep. Schoon myne gezondheid op dit tydstip nog niet hersteld +was, doch ziende, dat verscheiden Officiers zig gereed maakten +om den Colonel te volgen, verzogt ik hem, om my zulks mede toe te +staan. Maar toen, den 26sten, zyn Adjudant, met een Heelmeester, +het krygsvolk, aan de Commewyne gelegerd leggende, onderzogt, vonden +zy beiden my buiten staat, om de vermoeienis van zulk eenen tocht +door te staan. Dit was waar; en den 29sten, weder ingestort zynde, +had ik het genoegen, om my als Bevelhebber aan de Rivier afgelost te +zien door den Majoor MEDLAR, die deezen zelfden dag tot dit einde op +de Hoop kwam. My was echter bevolen, om deezen post niet te verlaten, +schoon het verblyf van een maand te Paramaribo my een volkomen herstel +zoude hebben kunnen bezorgen, ik had dus niets meer te doen, dan myne +teekeningen voort te zetten, waar voor de evengemelde Officier my +eene vry aanzienlyke somme aanbood; maar ik wilde, zoo 't mogelyk was, +myne verzameling volledig maken. Wanneer ik 'er de krachten toe had, +wandelde ik rondom de Plantagie, met myn snaphaan op den schouder; +en den 3den September schoot ik, onder verscheide andere vogelen, +een zeer kleinen vogel, alhier Kibry-fowlo genaamd, om dat hy zig +altyd verscholen houdt. Deeze vogel, hebbende de grootte van een +lyster, is ten aanzien van deszelfs pluimaadje en gedaante gelyk aan +een quartel; maar zyne pooten zyn een weinig langer, en zyn bek is +uittermaten puntig. Zeldzaam ziet men hem vliegen; maar hy loopt zeer +schielyk in de weiden en Zand-woestynen, alwaar hy zig verschuilt, +zoo dra hy bemerkt, dat men op hem loert. De vogel, dien ik doodde, +was zeer vet, en toen hy gereed gemaakt was, vond ik hem zoo lekker, +als een leeuwrik in Europa. + +Den 11den September verliet de Colonel FOURGEOUD Cravassibo, en +ging den vyand in de bosschen vervolgen; hy voerde met zig alle de +manschappen, in staat zynde om hem te volgen, welke hy by één kon +krygen, maar geen hooger getal beliepen, dan van honderd mannen. Vooraf +had hy het krygsvolk van den post van de Savane der Joden doen te +rug trekken, om dezelve op de verlaatene Plantagie Ornamibo, aan +het bovenste gedeelte van de Commewyne, te plaatsen, laatende dus de +Planters van de Rivier Surinamen aan hunne eigene verdediging over. + +Den 19den van deeze maand, in den morgenstond, kwam een hoop van meer +dan twee honderd wilde varkens, alhier Pingos genoemd, in het bosch +verdwaald geraakt zynde, op de Hoop, en liep over de Plantagie. De +Negers vervolgden hen, en doodden 'er meer dan twintig van, door houwen +met snoeimessen en bylen. 'Er zyn drie zoorten van wilde varkens in +Guiana: de Pingos of Wary, waar van ik tans spreeke; de Cras-Pingos; +en de Mexicaansche varkens, genaamd Peccaris. De Pingos hebben ten +naasten by de grootte van onze kleine Engelsche varkens. Zy zyn zwart, +en hebben het lyf met zeer harde, maar niet zeer digt tegen elkander +staande borstels bedekt: zy verzamelen zig tot kudden, ten getaale +zomtyds van meer dan drie honderd, en bewoonen de dikste gedeelten +der bosschen. Zy loopen altyd op eene lyn, volgende de een den +ander van zeer naby. Wanneer de geen, die voorloopt, of de geleider, +gedood word, is de linie dadelyk gebroken, en de geheele kudde is +in wanörde; hierom beginnen de Indianen, zoo het hun mogelyk is, +altyd met den voorsten het eerst te treffen. Zoo dra hy is afgemaakt, +houden de anderen zig stil, elkander op eene domme wyze aankykende, +en laaten zig één voor één dood slaan, waar van ik getuige geweest +ben. Zy tasten geene menschen aan, en bieden hun geen wederstand, +zelfs wanneer ze gewond zyn, zoo als de wilde zwynen in Europa +doen, hoe zeer verscheiden Schryvers dit tegen de waarheid verhaald +hebben. Ik kan niet zeggen, of zy de honden aanpakken, want ik had +'er geen, toen ik hen ontmoette.--De Cras-Pingos zyn dik, en zyn tot +sterke verdediging gewapend. Hunne borstels zyn nog veel ruwer, dan +die van de eerstgemelde. De varkens van dit zoort zyn zeer gevaarlyk, +zoo door hunne kracht, als door hunne woestheid. Zy tasten menschen +en beesten aan, die hunnen, weg belemmeren willen, vooral wanneer ze +gewond zyn. Hunne manier van reizen is dezelfde, als die der andere +Pingos, en zy verzamelen zig ook tot talryke kudden; maar zy houden +zig voornamelyk in de binnenste gedeelten des Lands op. De varkens +van deeze beiderleije zoorten, wanneer zy in het bosch het minste +gerucht hooren, het welk hun de aannadering van eenig gevaar te kennen +geeft, staan eensklaps stil, vormen zig tot een naauw ingesloten hoop, +knarssen met de tanden, en maken zig dus tot hunne verdediging tegen +den vyand gereed. Ik geloof niet, dat ze oorsprongelyke bewooners van +Guiana zyn, maar uit Africa en Europa afkomstig. De Indianen eeten +hun vleesch met graagte; de blanken houden 'er veel van, en ik vond +het hard, droog en smakeloos.--De Peccaris, of Mexicaansche varkens, +worden gehouden voor de eenigen, die uit Guiana oorsprongelyk zyn, +en zy mengen zig niet onder de andere tamme of wilde varkens. Het dier +van dit laatste zoort is byzonder merkwaardig door een beurs of zak op +den rug, die men gewoonlyk voor zyn navel neemt, en die byna een duim +diep zynde, een stinkend vocht in zig vervat, waar van echter zommige +lieden de reuk by die van muscus vergelyken, maar die zoo onaangenaam +is, dat de Indianen, op het oogenblik, dat het dier gedood is, zorge +dragen, om 'er het vleesch rondsom uit te snyden, ten einde voor te +komen, dat het verdere 'er niet door bedorven worde; het geen anders +schielyk plaats zoude hebben, en wel zoo sterk, dat het onëetbaar +worden zoude. De Peccaris is by de drie voeten lang: hy heeft geen +staart zyne leden zyn wel gemaakt; hy kan zig weinig verdedigen. Zyne +borstels, van eene geelachtig gryze kleur, gelyken zeer veel naar de +stekels van den Engelschen egel. Zy zyn zeer lang op den rug, maar +zeer kort en zeer zeldzaam aan den buik en in de zyden. Dit dier heeft +op elken schouder een vlak van een helderer kleur, dan het overige +van zyn lichaam, loopende onder den hals in één, en veel gelykheid +hebbende met den halsband van een paard. De varkens van dit zoort zyn +op de lange en moerassige landen minder bekend, dan binnen in het Land, +alwaar zy in de Savanen en op de bergen leven. Zy worden gemakkelyk tam +gemaakt, en dan zyn zy mak en stil, maar zoo dom niet, als de Graaf DE +BUFFON voorwendt. Deeze natuurkenner zegt, dat zy niemand herkennen, +en geene verkleefdheid hebben aan de geenen, die hun voedzel geven; +echter had de Majoor MEDLAR 'er een op de Hoop, die hem als een hond +volgde, en zigtbaar genoegen schepte, door zynen meester gestreeld +te worden. Ik moest ook opmerken, dat wanneer men ze tergt, zy zeer +gevaarlyk en kwaadaartig zyn. De Peccaris loopen met groote troepen, +even als de andere zoorten; hunne wyfjes werpen verscheiden jongen +te gelyk; en hun geknor is zeer onäangenaam en sterk. + +Des morgens van den 29sten, hoorden wy op nieuw het geluid van +verscheiden snaphaan-schoten naar den kant van de Cottica. Het kwam +van de Plantagie Marseille alwaar de slaven, vol dapperheid en trouw, +de muitelingen voor de tweede maal verjaagd hadden. + +Den 8sten der volgende maand, ontfingen wy de tyding, dat de Colonel +FOURGEOUD, na de velden van den vyand, met welken hy van verre +gesproken had, ontdekt en verwoest te hebben; na het overschot +van den ongelukkigen SCHMIDT, die, zoo als ik gezegd heb, door de +muitelingen gedood was, gevonden te hebben, met zyn krygsvolk te +Maagdenberg was te rug gekomen, en dat hy aldaar tot den 11den dier +maand verblyven zoude. Hy ging vervolgens wederom in de bosschen, maar +vooraf droeg hy zorg, om zyne zieken naar de Hoop te doen brengen: +hy zond ook derwaarts, om arrest te houden, en vervolgens gevonnisd +te worden, een jong Officier, die aan niets anders schuldig stond, +dan dat hy, zoo goed niet als hy zelve, de vermoeienis had kunnen +doorsstaan. Deeze jongeling had last gehad, om twee dagen en twee +nachten lang te waken; eindelyk niet in staat zynde om wakker te +blyven, viel hy onder de wapenen in slaap, des te ligter, om dat hy +op den grond zat. De luchtstreek van Guiana is in de daad zoodanig, +dat zy in staat is de natuur gedwee te maken. + +De Colonel schreef de voortduuring zyner gezondheid grootendeels toe +aan zeker alleronäangenaamst geneesmiddel, het welk hy zyn drank +noemde, en zeer heet en met koppen vol inzwolg: het bestond uit +kina en room van wynsteen, by elkander gekookt; zyn gestel was 'er +zoodanig aan gewend, dat hy het zelve niet ontbeeren konde. Echter +had hy geene navolgers, elk was beducht, dat, wanneer de werking van +dit geneesmiddel ophield, het geen eindelyk gebeuren moest, alle +andere geneesmiddelen, op het oogenblik, dat men ze meest noodig +had, werkeloos zyn zouden. Wat my betrof, ik bleef uitermaten zwak, +en wanhoopte zelfs aan myn herstel. De neerslagtigheid, waar toe de +kommerlyke staat van JOANNA my deed vervallen, veroorzaakte zulks +niet weinig. Myne ongerustheid verminderde ten deezen opzigte niet, +toen by een bezoek, het welk de heer en mevrouw LOLKENS my op de Hoop +gaven, de eerstgemelde my zeide, dat de Plantagie Fauconberg andermaal +stond verkogt te worden, en dat de nieuwe eigenaar was de heer LUDEN, +te Amsterdam, tot wien hy geene de minste betrekking had; hy voegde +'er tevens by, dat het gerucht liep, dat JOANNA en ik beiden vergeven +waren. Het verdriet, het welk zyne eerste tyding in my verwekte, +wierd echter verzacht door het verlangen, het geen mevrouw LOLKENS my +deed blyken, om myne gezellin dadelyk naar Paramaribo mede te nemen, +ten einde haar aldaar in haar eigen huis te doen oppassen, tot dat +zy volkomen hersteld zoude zyn. Ik betuigde haar alle mogelyke +dankbaarheid, en de arme JOANNA stortte traanen van vreugde. Zy +vertrokken alle drie den zelfden dag, en ik bragt hen tot Killestein +Nova, alwaar wy het middagmaal hielden; waar na ik, na het nemen van +een teder afscheid, hen verliet. + +By myne te rug komst op de Hoop, had ik moeite om myne verontwaardiging +binnen de paalen van omzigtigheid te houden, wanneer ik my de zorg, +die ik voor myn eigen bloed droeg, door myne medgezellen hoorde +verwyten. "Doet als wy, STEDMAN, zeiden zy, en vreest niets. Indien +onze kinderen slaven zyn, men draagt ten minsten zorge voor hun; en +sterven zy, dan is 't over. Laat alle uwe zuchten in uwen boezem, en +uw geld in uw zak te rug keeren, gy zult 'er u beter by bevinden". Ik +geef hunne eigene uitdrukkingen op, om te doen gevoelen, hoe zeer +het my moet hebben aangedaan, zulke troostredenen te ontfangen. + +Des anderen daags, met het aankomen van den dag ontwakende, was het +eerste voorwerp, het welk my voor het oog kwam, een slang van zes +voeten lang, die lynrecht boven myn hoofd hing, op den afstand van +minder dan een voet, en met zyn bek naar beneden; hy had zyn staart om +een balk van het dak geslingerd. Zyne oogen glinsterden als starren, +en hy weemelde met zyn gespleeten tong in den bek. Ik was zoodanig +verschrikt, dat ik moeite had, om hem te ontwyken, het geen ik egter +deed, door my uit myn hangmat te werpen. Ik hoorde hem vervolgens +gerucht maken in het drooge stroo, waar mede myn dak gedekt was; de +Negers vervolgden hem aldaar, om hem te dooden, maar hy ontsnapte hun; +dus kan ik niet zeggen, tot welk zoort hy behoorde. My toen alleen +bevindende, en voor zulke bezoeken in het vervolg beducht zynde, +sloot ik myn huis toe, en ging met myne vrienden, den Majoor HENEMAN +en den heer MACDONALD, te zamen woonen. + +Myne koffers naarziende, bevond ik, dat de mieren daar aan veel schade +gedaan hadden. Zy zyn in Guiana van verschillende zoorten, en zoo +talryk, dat ze my in één nacht een paar catoene koussen, die geheel +nieuw waren, vernielden. De mieren, die veel op de Plantagiën gevonden +worden, zyn zeer klein, maar zeer onaangenaam. Om de suikerbrooden +te beveiligen, moet men die met een spyker tegen het beschot hangen, +en zorge dragen, dat men rondom veel kryt smeert, om dat dit afvalt, +en hen op het oogenblik, dat zy 'er over willen gaan, mede neemt. Ik +verbeeldde my, dat, wanneer ik myne suikerbrooden op een steen zette, +die in eene tobbe rondom in 't water stond, ik dezelve tegen deeze +geduchte vyanden zoude veilig stellen; maar ik bedroog my; de voorhoede +trok, tot myne groote verwondering, over 't water; en zeer weinigen +verdronken. Het waare middel om zig van deeze insecten te ontlasten, +bestaat daar in, dat men hen aan eene brandende zon bloot stelt; zy +kunnen die niet verdragen, en vluchten na verloop van eenige minuuten +weg. Het geen verscheiden Schryvers, waar onder zig Dr. BANCROFT, +en zelfs Koning SALOMON bevinden, van den zoogenaamden voorraad, +dien de mieren voor den winter vergaderen, hebben opgegeven, word +door nieuwe waarneemingen wedersproken. Het is wel waar, dat 'er in +Surinamen geen winter is; maar overal, waar dit jaargetyde bekend +is, worden de mieren door eenen gevoel benemenden slaap verdoofd, +geduurende welken zy niets noodig hebben. + +Myn vriend, de Capitain VAN COEVERDEN, die toen in de bosschen was, +ondervond eene onaangenaamheid van eenen anderen aart. Neger slaven +openden zyne koffers te Paramaribo; zy ontstalen hem zyne beste +goederen, en twintig guinies. + +Den 6den, verdronk een zee-soldaat zig zelf in den aanval van een +heete koorts, eene ziekte, die in Guiana zeer gemeen is. Byna te +gelyker tyd wierd een soldaat van 's Compagnies krygsvolk op last +van eenen hoogen krygsraad dood geschoten. + +Aan den heer SEIFKE geschreven hebbende, om te weten, of het niet in de +magt van Gouverneur en Raaden stond, om het kind van een vry man vry +te maken, mits aan den eigenaar de somme betaalende, die zy in hunne +wysheid gepast zouden oordeelen; hy antwoordde my, dat geene somme +hoe genaamd een slaaf konde vry koopen, wie ook zyn vader wezen mogt, +zonder de toestemming van den meester, naardien, volgens de wetten, +die uit eene moeder in slavernye zynde geboren word, even zeer slaaf +is, als of hy in Africa geboren, en van de kusten van Guinée herwaarts +overgebracht was. Deeze uitlegging maakte myne ellende volkomen. Korten +tyd na het ontfangen van dit antwoord, wierd ik op zekere Plantagie, +Knoppemonbo genaamd, aan de Cassivinica-Kreek, en welks eigenaar, +de heer DE GRAAF, alles deed, wat hy konde, om my te verzetten, +ter maaltyd genoodigd. Eindelyk my ter zyden af, op een kleine brug, +die naar een oranjen-bosch leide, ziende zitten, in eene houding, die +myne bittere droefheid aanduidde, kwam hy by my, vatte my by de hand, +en zeide my het volgende, het welk ik met de grootste verwondering +aanhoorde. + +"De heer LOLKENS heeft my bericht, myn heer, van de oorzaak uwer +billyke smarte, maar de Hemel laat nimmer eene goede daad onbeloond. Ik +heb het genoegen u tans kennis te geven,dat de heer LUDEN my tot +Bestuurder zyner Plantagie verkozen heeft, en dat ik van dien dag af +aan alle myne pogingen zal aanwenden, om u by hem van nut te zyn, +als mede aan de achtenswaardige JOANNA, die, door haar beminnelyk +caracter, zig de achting van allen, die haar kennen, verworven heeft, +terwyl uw loffelyk gedrag ten haaren opzigte u de achting der geheele +Volkplanting heeft doen verdienen." + +Een Engel, uit den hemel nederdaalende, konde my geen blyder boodschap +brengen: een misdadiger, die ter dood verwezen is, ontfangt de aan +hem geschonkene genade met geen meerder vreugde! Ik gevoelde mynen +boezem van een zwaaren last ontheven; en na den heer DE GRAAF zyne +belofte hebben doen herhaalen, vond ik, dat ik my in den kelk van 't +geluk nog konde dronken drinken. Kon na dit gesprek, wierd ik door +alle de lieden van het gezelschap omringd, aan wien deeze waardige +man zyne edelmoedige oogmerken mededeelde. Zy wenschten my met myne +lofwaardige gevoelens, en met de beminnelyke gezellinne, waar aan +ik my verbonden had, geluk: zy scheenen in het genoegen, het welk +ik ondervond, deel te nemen; en de geheele dag wierd in festynen +en vermaken doorgebragt. Des avonds keerde ik naar de Hoop te rug, +veel beter te vreden, dan toen ik deezen post verlaten had. Des +anderen daags wierd het zelfde gezelschap aldaar door den Majoor +MEDLAR ontfangen; en wy hielden met onze bezoeken aan tot den 13den, +wanneer wy andermaal gezamentlyk naar Knoppemonbo gingen. + +De heer DE GRAAF, nieuwe slaven gekogt hebbende, gaf aan alle de +Negers van zyne Plantagie een festyn, en ik had dus gelegenheid, +om de hun eigenäartige vermakelykheden te zien; maar ik bewaare +derzelver mededeling tot een ander tydstip. Tans zal ik alleenlyk +eene beschryving geven van den dans van Loango, zoo als die door +de Negers van dit gedeelte van Africa, en door geene anderen word +uitgeöeffend. Dezelve bestaat in zulke aangevuurde en wulpsche +houdingen en gebaarden, dat men de meest verhitte verbeelding en +de bestendige gewoonte noodig heeft, om dien uittevoeren. Deeze +dans, die met trommelslagen vergezeld gaat, en geduurende welken +de dansers met hunne handen de maat slaan, kan als een zoort van +pantomime beschouwd worden, die in verscheiden bedryven verdeeld is, +en eenige uuren aanhoudt. Maar het merkwaardigst is, dat, zoo lang +dit zoort van vertooning duurt, de dansers en danseressen, verre van +vermoeid te schynen, zig meer en meer aanvuuren en verhitten, tot dat +zy eindelyk door en door bezweet, en hunne aangezette bewegingen tot +die hoogte gestegen zyn, dat, de natuur bezwykende, zy op het punt zyn, +om in stuiptrekkingen te vervallen. + +Hoe onbetamelyk deeze oeffening ook is, de Europeesche en Creoolsche +vrouwen zyn by het gezicht daar van, even als van alle andere vermaaken +tegenwoordig. Zy verzamelen zig onbeschroomd benevens de manspersoonen, +rondom de dansers, om, zoo zy zeggen, eens hartig te lagchen. Zulke +vertooningen zouden het gezicht van eene Engelsche vrouw geheel +doen bloozen. + +Deeze waarneeming, dat de gewoonte in zekere Landen zaaken voor +geoorloofd houd, die men elders verwerpen zoude, word meer of +min bewaarheid, naar maate men verschillende luchtstreeken bezogt +heeft. Een Officier, in dienst der Indische Compagnie, heeft onlangs +eene beschryving uitgegeven van de verschillende houdingen, gebaarden, +gezichten, zuchtingen, uitdrukkingen van vermaak, vrees, hoop, en +elke trap van hartstocht, die de danseressen in de Oost-Indiën doen +blyken; maar wat deeze jonge dogters ook doen mogen, om de verbeelding +der toekykers aan te vuuren, men weet, dat de heidensche vrouwen de +kuischte in de geheele weereld zyn. + +Den 14den keerde ik naar de Hoop te rug, alwaar ik vernam, dat +het dak van myn huis door een stormwind was weggenomen. Dewyl ik +niet meer voorneemens was het zelve te bewoonen, liet ik het om ver +vallen. Intusschen had ik aldaar de gelukkigste dagen van myn leven +gesleeten. + +Den 26sten, trok de Colonel FOURGEOUD op nieuw naar de Wana-Kreek; +maar dewyl hy van den post van de Savane der Jooden het krygsvolk +had weggenomen, maakten de muitelingen daar van gebruik, niet alleen +door eene Plantagie aan de Rivier Surinamen te plonderen, maar zelfs +verscheide Plantagiën, aan de Cassivinica-Kreek, te verbranden. Eene +bezending van 's Compagnies krygsvolk, die by toeval zig aan deeze +Rivier bevond, vervolgde hen, maar zonder eenig voordeel. Twee +soldaaten wierden gedood, en verscheide anderen, waar onder hun +Bevelhebber NEYLE was, wierden gekwetst. De Majoor zond het krygsvolk +af, het welk onlangs op Ornamibo geplaatst was, ten einde den vyand te +vervolgen: het zelve doorkruistte het bosch eene geheele week lang, +en kwam te rug, zonder iemand ontmoet te hebben. Deeze meenigvuldige +gebeurtenissen doen zien, hoe moeielyk het voor Europeesche krygsbenden +is, om in de bosschen van Noord-America te gaan oorlogen. + +Den 30sten van deeze maand, zynde St. ANDREAS dag, liet ik een geheel +schaap braden, waar op ik alle de Officiers, die zig op de Hoop +bevonden, onthaalde. Ik gaf daar by twee kruiken goede Jamaicasche +Rhum, waar van wy Punch maakten, welke wy op de gezondheid van onze +vrienden van het oude vaste Land uitdronken. Ik herhaalde dit festyn +den 4den December, na het ontfangen der tyding, dat myne JOANNA van +een frisschen en schoonen zoon bevallen was. Den zelfden dag schreef +ik aan den heer LUDEN te Amsterdam, om de vryheid voor moeder en +kind te bekomen, en ik deed dit in dezelfde uitdrukkingen, als aan +zynen voorzaat den heer PASSELAIGE; alleenlyk verzogt ik hem met +meerder aandrang, om zyn antwoord te verhaasten, om dat ik niet wist, +hoe lang onze tocht nog duuren zoude. Myn nieuwe vriend, de heer +DE GRAAF, ondersteunde my, zoo als de heer LOLKENS gedaan had. Dit +alles afgeloopen zynde, gaf ik aan de zieken een douzyn flessen goeden +Champagne-wyn, die de eerstgemelde van deeze twee heeren my gezonden +had, en die zedert het jaar 1726. in zyne kelder geweest waren. + +Des morgens van den 10den, met myn snaphaan op den schouder rondom +de Plantagie wandelende, zag ik, dat alle de slaven, uit hoofde der +mishandelingen van den Opzichter, aan 't muiten waaren. Het krygsvolk, +by geluk van het verschil kennis genomen hebbende, deed het zelve +tot algemeen genoegen eindigen. Deeze veelvuldige onlusten, waar van +ik verscheiden malen melding gemaakt heb, gaven klaarlyk het oogmerk +der Negers te kennen, om tot eenen openbaaren opstand over te slaan; +en zy zouden zulks voorzeker te meermalen beproefd hebben, zoo zy niet +wederhouden waren geworden door de vrees, welke de tegenwoordigheid +van het krygsvolk hun inboezemde. Dien zelfden morgen bragt ik een +paar vogels van twee verschillende zoorten mede. De eerste word +genoemd Toreman; de andere is een zoort van poelsnip. De Toreman is +een vogel van eene zeer heldere zwarte kleur, hebbende gryze pooten, +en een zeer krommen bek: hy heeft de grootte van een hoen; en is zeer +goed om te eeten. Hy gaat op de hoogste takken der boomen zitten, +en men ontdekt hem gemakkelyk door een zoort van zang, het welk hy by +de aankomst van elk mensch in het bosch duidelyk herhaalt. Van daar +heeft hy den naam van Toreman, het welk in de taal der Surinaamsche +Negers een snapper of spion beteekent: de muitelingen dragen hem om +die reden eenen verschrikkelyken haat toe. + +De poelsnip in de Savanen is een weinig minder groot dan een korhaan: +deszelfs pluimaadje is van eene fraaie gryze zilver-kleur, en zyne +gedaante ten naasten hy van de Europeesche poelsnippen. Men vindt +deezen vogel voornamelyk in de verdronkene Savanen; hy is vet, en +van een uitmuntenden smaak. + +Den 11den, wierd de Plantagie Reetwyk, aan de Peréca, door de +muitelingen aangetast; maar het krygsvolk noodzaakte hen de wyk +te nemen. + +Den Colonel FOURGEOUD toen te Maagdenberg te rug gekomen zynde, en +my, na eene ziekte van zeven maanden, volmaakt hersteld bevindende, +waagde ik het, om hem op nieuw schriftelyk voor te stellen, om met +hem in de bosschen te trekken, of my toetestaan van eenigen tyd te +Paramaribo door te brengen; maar hy weigerde my het een en ander +verzoek. Ziende, dat het my niet mogelyk was mynen post te verlaten, +deed ik derhalven aan myne geliefde JOANNA by een brief verstaan, +dat ik my beter bevond. Ik kwam vervolgens met myn brief aan den +oever der Rivier, om aldaar een vaartuig te vinden; en tegen den +middag bespeurde ik het open vaartuig van Fauconberg, het welk den +Opzichter naar Paramaribo bragt: by ongeluk bekleedde hy dien post +slechts zedert kort, en my niet kennende, wilde hy niet naar den +oever komen, om myn brief aan te nemen. Echter ziende, dat de Negers +met hunne riemen stil lagen, stak ik den brief tusschen myne tanden, +en sprong in 't water, om naar het vaartuig toe te zwemmen, niet +twyffelende, of men zoude my wel weder aan land brengen. Ik volgde dus +den stroom, geheel gekleed, en naderde eindelyk tot op den afstand +van twee riemen van het vaartuig: toen nam ik myn brief in de hand, +en denzelven in de hoogte houdende, riep ik: "Wie zyt gy, die een +stuk papier weigerdt aan te nemen?" Men antwoordde my in 't Fransch: +"Ik ben JEAN BEARNY, een boer uit Gasconje, om u te dienen". Het +vaartuig ging, na deeze weinige woorden, oogenblikkelyk voort, en ik +zag my buiten staat, om het zelve in te haalen, of weder aan land te +komen. In zulk eene benaauwdheid stond my niets anders, dan den dood +te wagten; want het was onmogelyk, om tegen den stroom op te zwemmen, +vooral, daar myne kleederen my in den weg waren: ik beproefde het +egter, maar ging twee keeren naar den grond. Ik zoude aldaar buiten +twyffel hebben moeten blyven, indien ik eindelyk niet eenig paalwerk +gevat had, het welk in de Rivier gestoken was om visch te vangen, +en my daar aan stevig had vast gehouden. In deeze gesteldheid riep +een Hollandsch Timmerman, die my boven van een Suikermolen zag, +uit al zyn kragt, dat de Engelsche Capitain zig wilde verdrinken. Op +deeze woorden sprong een dozyn sterke Negers in de Rivier, en wel dra, +onder het oog van mynen vriend, den Major MEDLAR, die vry genegen was, +om het bericht van den Hollander te gelooven, grepen zy my, en namen +my op hunne schouders, om my aan wal te brengen. De woede over de +onbetamelyke bejegening, die my wedervaren was, de pyn, het gevaar, +en de schande zelfs, vervoerden my dermaten, en maakten zulk eenen +sterken indruk op mynen geest, dat ik oogenblikkelyk het gebruik der +reden verloor, en de misdaad, waar van ik beschuldigd wierd, byna +ter uitvoer bragt; want door de slaven over eene kleine brug gedragen +wordende, nam ik een sprong, en wierp my van boven neder in de Rivier; +ik wierd dadelyk door de Negers weder opgevischt; en de verdenking, dat +ik een zelfsmoord in den zin had, wierd bevestigd. Dienvolgende bragt +men my in myne hangmat, waar by den geheelen nacht twee schildwachten +geplaatst wierden. Myne vrienden omringden my, en stortten traanen; +maar een weinig warmen wyn genomen hebbende, viel ik in eenen diepen +slaap tot des anderen daags morgens. By myn ontwaken een zeer bedaard +voorkomen hebbende, vonden myne redenen, tot myn groot genoegen, +eindelyk ingang, en myne medgezellen lieten alle vrees ten mynen +opzigte vaaren. Aan zulk een gevaar stelde my het onbeschaamd gedrag +van deezen onmenschelyken Franschman bloot, die zig zelfs naderhand +door trekken van eene voorbeeldelooze wreedheid befaamd maakte. + +Daags na dit voorval, zond ik myn brief met één van myne Negers, +die zig in een kleine kano naar Paramaribo begaf. Tegen den middag +een vaartuig met syroop van suiker, waar op zig in de brandende zon +een Engelsch matroos en twee Negers bevonden, voor de Hoop ten anker +ziende liggen, deed ik den eerstgemelden aan land komen, al waar +ik hem op een schotel spek met eieren, en een bool punch onthaalde; +het geen hem zeer verwonderde, want hy maakte geene rekening op zulk +een goeden maaltyd, en nog minder, om één zyner landgenooten op deeze +plaats te vinden: zyn naam was MACDONALD, en men zal by vervolg zien, +welke zyne dankbaarheid was. + +Het evengemelde vaartuig was een groote schuit met twee riemen, +welke de syroop van suiker (melasse) op de Plantagiën gaat haalen, +en aan boord der Americaansche schepen brengt; en deeze voeren ze +naar de Eilanden, om 'er rhum van te maken. Men betaalt ze aan de +Hollanders tegen drie guinies het vat. + +Den 16den, kwam 'er een ander Officier aan, die door den Colonel was in +arrest gezet. De naam van den eersten was GYLGUIN, en van den tweeden +NEYS: de misdaad van den laatsten was een twist, die hy met een vryen +Neger, GOASARY genaamd, over het schikken van plantains had. Deeze twee +jongelingen wierden vervolgens naar Europa gezonden op last van den +Colonel, die vast stelde, dat zy door een hoogen krygsraad veroordeeld +zouden worden: maar, na een kort rechtsgeding, wierden zy met eere +vry gesproken, tot algemeen genoegen der geheele krygsbende. In de +daad, zoo verregaande was de gestrengheid van den Colonel, dat hy de +minste toegevenheid niet had voor de zwakheden der jeugd.--Dewyl ik +zoo even van Plantains sprak, zal ik deeze gelegenheid waarnemen, +om deeze vrucht, en den boom, die ze voortbrengt, te beschryven; +het geen ik misschien reeds had behooren gedaan te hebben. + +De Plantain-boom is veel eer een plant, dan een boom, want hy heeft +noch schors noch hout, dezelve bestaat in een stamen, of helmstyl, +rondom door bolachtige, vezelachtige groene vliezen omgeven, die even +als de uijen op elkander zitten, tot tien en meer duimen middellyns: +deeze omwindzels of schelpswyze schorssen klimmen beurtelings tot op +omtrent veertien voeten afstand van den grond, en vormen zig niet tot +takken, maar tot bladeren, ten getale van dertien of veertien, die zig +als een zonnescherm uitspreiden, en waar van elk in staat is iemand van +de grootste gestalte te overdekken: zy zyn van een helder zeegroene +kleur, tot dat zy verwelken en afvallen, om voor nieuwe plaats te +maken. Uit het midden van deeze verëenigde bladeren, spruit een zwaare +stam van by de drie voeten lang, welken de zwaarte eener bloem-kelk +van eene purper kleur naar den grond doet overhellen. Boven aan deezen +stam groeien de vruchten, Plantains genaamd, welke de gedaante van een +komkommer hebben; zy bedragen een getal van meer dan honderd, en deeze +geheele tros noemt men doorgaans een rey of reeks. Elke boom of plant +draagt slechts één van deeze reijen te gelyk: wanneer die afgesneden +is, komen 'er zeer schielyk jonge uitspruitzels in de plaats, die uit +hunne bolachtige wortels voortkomen, en in den tyd van tien maanden +dezelfde bewerking kunnen ondergaan. De Plantain-boom vordert een +voedenden grond, zonder welken de vrucht niet goed voortkweekt, +en nooit haare waare hoogte van rypheid bereikt. Deeze vrucht, +ontdaan van derzelver bekleedzelen, wanneer ze nog groen is, bevat +eene meelachtige zelfstandigheid van eene ligt geele kleur, die, +het zy gekookt, het zy gebakken, in plaats van brood dient, gelyk +ik reeds gezegd heb: zy is zeer gezond, en van een zeer aangenaamen +smaak. Wanneer de schil geel word, is de binnenste zelfstandigheid +zoet, en men kan ze raauw eeten, want zy heeft ten naasten by de smaak +van een rype peer; maar tot die hoogte gekomen zynde, bedient men zig +'er alleenlyk van op het nagerecht. + +De Bananen-boom is een zoort van plant van dien aart; hy verschilt +alleenlyk van den Plantain-boom daar in, dat zyne vrucht meer eirond, +en minder groot is, en dat men dezelve nooit eet, dan wanneer ze geel +en volkomen ryp is. De eerste is van meerder nut; maar de tweede, +die een reuk van muscus heeft, is lekkerder: de eene is in Surinamen +bekend onder den naam van banana, de andere onder dien van bacouba. [6] + +Den 18den, van mynen vriend, den Majoor MEDLAR, verlof verkregen +hebbende, om een keer naar Paramaribo te doen, begaf ik my derwaarts +in een vaartuig; ik kwam aldaar aan op het tydstip, dat men myn zoon +met Madéra wyn en water waschte, volgens de gewoonte des Lands. JOANNA +was volmaakt hersteld, en ik bood haar een gouden gedenkpenning aan, +welken myn vader op myn geboorte-dag aan myne moeder geschonken had. Ik +bedankte ook mevrouw LOLKENS voor alle haare goedheden, en ik vertrok +weder dadelyk naar de Hoop, alwaar ik den 22sten te rug kwam. + +De arme Neger, dien ik met de bezorging van mynen brief belast had, +was minder gelukkig geweest, dan ik: de kragt van den stroom had +zyne kano in het midden der Rivier Surinamen doen omslaan: hy konde +niet zwemmen, maar had de kragt en behendigheid, om zig op de kano, +die onöphoudelyk weder trachte om te keeren, recht op te houden, +en door dit middel gelukte het hem om altyd het hoofd boven water +te houden, terwyl de zwaarte van zyn lichaam dit vaartuig eindelyk +belette te wankelen. Eene sloep van een oorlogschip verlostte hem +gelukkig uit deeze gevaarlyke en lastige gesteldheid; maar zy, die op +het schip waren, namen de kano voor hunne moeite, en zetten den man te +Paramaribo aan land. Geduurende al den tyd, dat hy in 't water geweest +was, had hy den brief tusschen zyne tanden gehouden, en denzelven met +allen spoed willende bezorgen, deed hy dadelyk zyn best, om zulks te +verrigten, maar vergistte zig in het huis: men zag hem in 't huis, +alwaar hy binnen trad, voor een dief aan, want hy weigerde aanhoudend +den medegebragten brief over te geven, en men stond gereed, om hem +vier honderd geesselslagen te doen toetellen,wanneer gelukkiglyk +een Engelsch Koopman, één van myne vrienden, GORDON genaamd, en +die den Neger kende, hem uit deeze ongelegenheid redde. Dus wilde +deeze arme jongen, die byna in de Rivier verdronken was, liever +onder de geesselslagen sterven, dan de geheimen van zynen meester +ontdekken.--Waar zyn de Europeanen, met zulk een moed en trouw begaafd! + +Hier boven van eene manier van visschen door middel van paalwerk +melding gemaakt hebbende, zal men misschien verlangen deeze manier, +die my dikwils eene zeer goede maaltyd verschafte, te kennen. Men +omzet eenvoudig een vierkant vak in de Rivier, met goed paalwerk van +Latanusboomen hout, die met koorden van heestergewassen vast zyn aan +één gebonden. In het midden is eene breede opening of deur, welke men +by den vloed open, en by de ebbe gesloten houdt, om voor te komen, dat +de visch niet ontsnappe. Door dit middel vangen de Negers en Indianen +dikwils eene groote meenigte visch. Onder die geenen, welken men de +laatste keer vong, waren de logolago, en de matouary. De eerste is +een zoort van zeer dikke paling, en twee voeten lang: zyne huid heeft +eene bleekblauwe kleur op zyde en op den rug, maar witachtig onder den +buik. Deeze paling is zeer vet, en van een goeden smaak. De matouary +is klein en zonder schubben. Het is in Surinamen zeer merkwaardig, +dat, zoo dra zy buiten 't water zyn, de meeste visschen een geknor +maken, naar dat van een bigge gelykende. + +Den 23sten, op de Plantagie Knoppemonbo ten eeten zynde, zag ik twee +vogelen, die al myn aandacht tot zig trokken. Een derzelve verdiende +dit vooral, door het zonderling maakzel van zyn nest. Men noemt hem +in dit Land Lipybanana, om dat hy zig voornamelyk, zoo men zegt, met +rype bananen voedt. Ik weet niet of hy de spotvogel van Dr. BANCROFT +is, maar hy koomt zeer naby aan deszelfs beschryving. + +Eenige vogels van dit zoort hadden zig op een grooten boom aan +den waterkant genesteld: de Negers verzekerden my, dat zy zig op +die plaats zedert verscheiden jaaren rustig by één verzamelden. Zy +maakten eindelyk aldaar een getal van meer dan twee honderd uit. De +gedaante deezer vogelen is ten naasten by die van een Engelsche +lyster. De mannetjes hebben vederen op het lyf van eene zeer heldere +zwarte kleur, zynde hun staart en een gedeelte der vlerken van +eene karmozyn kleur; de wyfjes hebben ook het lyf zwart, maar het +overige van eene zeer fraaije geele kleur. Hun zang was in de daad +uit eene groote verscheidenheid van zangnooten zaamgesteld; maar hy +had geene zoetluidenheid, en bootste geenen anderen wildzang naar, +zoo als men gemeenlyk voorwendt, dat de spotvogel doet, dien ik voor +'t overige in Surinamen niet heb hooren noemen. Deeze vogels hadden, +ten getale van meer dan zestig, hunne nesten op het einde van de +takken der boomen geplaatst, alwaar zy door den wind heen en weder +slingerden. Deeze nesten, ten aanzien van derzelver gedaante naar +een zoort van beursen gelykende, zyn in de laagte zeer rond; maar +eindigen in de hoogte puntsgewyze. Zy zyn van een weinig hooy gemaakt; +en in 't midden ziet men een gaatje, waar door de vogels uit en in +vliegen. Hunne eieren leggen zy op den grond, die zeer breed is, +en het boven-einde, spitswyze gemaakt, beveiligt deeze vogelnesten +tegen roof en slegt weder: maar van nog meerder gewicht is het, dat, +uit hoofde van hunne ligging, de aapen, die in dit Land zoo talryk +zyn, hun geen nadeel kunnen toebrengen, om dat deeze takken, waar aan +hunne nesten vast zyn, schoon sterk genoeg om dezelve, en het geen +'er in is, te dragen, te zwak zyn voor vyanden van eene vry meerdere +zwaarte; en tot meerder zekerheid waaren die geene, welke ik gezien +heb, boven het water geplaatst. + +De andere vogel, dien ik in myn te rug komen doodde, was +de Surinaamsche valk, die, ten aanzien van grootte en gedaante, +naar dien in Engeland gelykt. Deszelfs pluimaadje is van een helder +bruine kleur, en aan de borst en staart met verschillende roode, +zwarte, en geele vlakken geteekend. Hy had een gespleeten tong, +de oogen uittermaaten schitterend, de pooten van een citroen-kleur, +en de klauwen met zeer lange en zeer puntige nagels gewapend. Deeze +vogel doet veel schade op de Plantagiën, en vooral onder het gevogelte. + +Het word tyd, dat ik tot de krygs-verrigtingen van onzen Bevelhebber te +rug keere, die eenige dagen op Maagdenberg gebleven zynde, op Kersdag +met het zwak overschot van zyne krygsbenden optrok, en zig naar de +Savane der Jooden begaf, van waar hy naar Maagdenberg te rug keerde, +zonder iets gezien te hebben, maar ten minsten met den titel van den +zwervenden Jood. Deeze weinige vorderingen wederhielden den Majoor +MEDLAR en my niet, om hem ons verzoek te hernieuwen, ten einde hy ons +zoude toestaan om hem op zyne tochten te vergezellen: onze verzoeken +waren te vergeefs, want hy begaf zig toen naar Paramaribo, alwaar men +dagelyks nieuwe versterkingen uit Europa verwagtte. Eindelyk echter +stond hy ons toe hem naar deeze Hoofdstad der Volkplanting te volgen; +ik zegge ons, om dat die zelfde gunst ook aan eenige andere Officiers +wierd toegestaan, die in dit oogenblik aan alles gebrek hadden, terwyl +'er vyftien vaten besten wyn, en vyftien duizend guldens aan geld, +ter beschikking van den Colonel waren. + + + +VYFTIENDE HOOFTSTUK. + +Indianen, inboorlingen van +Guiana.--Voedzel,--Wapenen,--Cieradiën,--Optooisels,--Bezigheden, +--Vermaken,--Driften,--Godsdienst,--Huwelyken,--Begravenissen, +enz, van deeze Volken.--De Caraïbische Indianen in 't byzonder, +en hunne koophandel met de Europeanen.--Boomen, Heesters en Planten. + +Den 18den January 1774, verliet ik eindelyk den wachtpost van de +Hoop, welke den lezer misschien reeds zoodanig verveeld zal hebben, +als dezelve my te dier tyd gedaan had. Van daar zakte ik de Rivier +af naar de Plantagie Arentslust; en des anderen daags hield ik op de +Plantagie Katwyk, die zeer fraay is, het middagmaal. Ik dagt hier een +einde aan alle myne reizen te maken; want de heer GOETZER, eigenaar +van deeze Plantagie, my één van zyne paarden geleend hebbende, om +zyne bezittingen eens te doorkruissen, verdweenen wy, het dier en ik, +eensklaps; een houte brug, waar over ik heen reed, verrot zynde, brak +oogenblikkelyk aan stukken; ik viel in 't water, en had veel moeite +om de wal te bereiken; vervolgens eenige Negers geroepen hebbende, +trokken zy het paard, het welk in de modder gezonken was, 'er uit; +maar dit geschiedde egter niet zonder groote moeite. + +Des avonds vertrok ik nog naar Paramaribo, alwaar ik met laag water +aankwam, het geen my gelegenheid gaf tot het beschouwen der boomen, die +aan den oever der Rivier Surinamen groeien, en met oesters, even als +vruchten, aan de takken vast zittende, bedekt zyn. Deeze byzonderheid +heeft gelegenheid gegeven tot de algemeene misvatting, dat zy aan die +boomen groeiende, 'er een gedeelte van zouden uitmaken; maar 'er is +niets byzonders in gelegen, dat zy zig zoo wel aan de eene als andere +zelfstandigheid vast hechten; want men vindt gemeenlyk verscheiden +zoorten van schelpvisschen, die zig aan de kiel der schepen, als aan +rotzen, vast houden. Deeze oesters, die de gedaante van paddenstoelen +hebben, zyn zeer klein en vry middelmatig; honderd van dezelve zyn +zoo veel niet waardig, als een dozyn Glocester oesters. Men vindt +ook mosselen in Surinamen, maar zy zyn zoo klein en smakeloos, dat +zy naauwlyks verdienen gemeld te worden. + +Des anderen daags na myne aankomst, gaf ik een bezoek aan den +Gouverneur en aan den heer KENNEDY, als mede aan Mevrouwen LOLKENS en +DEMELLY: allen ontfingen zy my met zeer veel eerbewyzing, en wenschten +my geluk met myne kennis aan den heer DE GRAAF; zy keurden ook goed +het geen ik voor JOANNA en voor myn zoon gedaan had. + +Den 22sten, het overschot van ons krygsvolk zig grootendeels op +Paramaribo bevindende, gaf de heer VAN EYS eene maaltyd aan de +geheele krygsbende. + +Den 29sten, kwam een aanzienlyk getal Indianen in deeze hoofdstad +der Volkplanting aan. Deeze volken,die uit Guiana oorsprongelyk zyn, +schynen de gelukkigste schepzels, die onder den hemel leven, en zyn +in stammen (castes) verdeeld, als daar zyn, + + De Caraïben. De Arrowouks. + De Accawaus. De Tajiras. + De Worrows. De Piannacotaus. + +'Er zyn bovendien nog veele anderen, wier gebruiken en gewoonten +onbekend zyn. De Indianen van alle deeze stammen hebben in 't algemeen +een koper-kleur; terwyl de Africaansche Negers, die onder den zelfden +graad van breedte woonen, volmaakt zwart zyn. Men kan gemakkelyk van +dit onderscheid reden geven: de Indianen van Guiana worden door de +zeewinden, of de ooste winden, die tusschen de keerkringen waaien, +aanhoudend verfrischt. De inwooners van Terra Firma en Peru aan de +westkust van America, genieten ook denzelfden oosten wind, welke +dien grooten keten van bergen, in de binnen-landen gelegen, wier +kruin steeds met sneeuw bedekt is, en waar over die wind heen waait, +altyd frisch houdt. De inwooners van Africa, zuidwaarts van de Rivier +Senegal levende, hebben dien wind ook wel, maar na dat dezelve door +de verschrikkelyke meenigte woestynen, welke zy overwaait, brandend +geworden is. + +Deeze zyn de waarschynlykste oorzaaken, waarom de Americanen alleenlyk +een koper- of roode kleur hebben, en dat de inwooners van Africa, welke +Negers genoemd worden, geheel zwart zyn; namelyk, om dat de straalen +der zon by de laatstgemelden meer brandende zyn, dan by de eersten, en +niet om dat zy twee geheele onderscheidene stammen of geslachten zouden +uitmaken: want ieder, die wel onderzoekt en opmerkt, ziet klaarlyk, +dat 'er maar eene zoodanige stam van het menschdom op de aarde is, en +dat het onderscheid tusschen de menschen alleenlyk voortkoomt uit het +verschil van luchtstreek en grond. Ik ben daarënboven van gedachten, +dat deeze Indianen altyd des te minder aangemerkt moeten worden als +eene stam, van die van het oude vaste Land verschillende, wanneer men +de nabyheid van Rusland aan Noord-America in aanschouw neemt. Uit het +eerstgemelde Land zullen de eerste Americaanen verhuist zyn, maar zy +hebben tot hier toe het nieuwe vaste Land slechts weinig bevolkt, +uitgenomen egter Mexico, en eenige andere gedeelten van America, +die door de gierigheid en het bygeloof der Spanjaarden ontvolkt zyn. + +Ik kan deeze Indianen van Guiana gelukkig noemen, daar hunne zeden en +gerustheid door de gebreken der Europeanen niet zyn gestoord geworden, +daar zy geene misslagen dan die der onkunde hebben, welke geenzints +uit het bederf van eenen zoogenaamden staat van beschaafdheid, en +van eenen Godsdienst, van deszelfs grondbeginzel zoo zeer afwykende, +hunnen oorsprong nemen. + +Deeze aanmerkingen herïnneren my natuurlyk het antwoord van eenen +Indiaan, met opzigt tot eene redenvoering van een Zweedsch Prediker, +ter gelegenheid van een Vredes-verdrag, te Covestogo gesloten. Zie +hier hetzelve in 't kort: + +"Wel! gelooft gy in de daad, dat onze voorvaderen en wy allen, +zoo als gy zegt, veroordeeld zyn, om in eene andere weereld +eeuwig-duurende folteringen te ondergaan, om dat wy van uwe +geheimzinnige nieuwigheden niet zyn onderrigt geworden? Zyn wy niet het +maakzel van God? En kan deeze God zonder de hulp van een boek zynen +wil niet openbaaren? Indien dit waar is, en God is rechtvaardig, is +het dan met zyne rechtvaardigheid eenigermaten over één te brengen, +dat hy ons zonder onze toestemming in deeze weereld plaatsen zoude, +en ons vervolgens tot eene eeuwige verdoemenis verwyzen, om dat wy +met u niet eenstemmig denken. Neen, neen! wy zyn overtuigd, dat de +Europeanen een meer bedorven zedenleer, dan de Indianen, hebben, +indien wy hunne leer naar hun gedrag afmeten". + +'Er is zekerlyk geen loffelyker onderneming, dan om de waarheden, door +God zelven aangekondigd, aan menschen, wier verstand zoo zuiver is, +en zoo zeer verdient opgehelderd te worden, mede te deelen: maar ik +vrees, en niet zonder reden, dat de pogingen van eenen achtenswaardigen +Prediker zeer weinige vorderingen maken zullen, zoo lang het gedrag van +het grootste gedeelte van andere zendelingen der Moravische Broederen, +zig onder de Indianen aan de oevers der Saraméca nedergezet hebbende, +alwaar zy zig met de bekeering der Indianen en Negers bezig houden, +niet hunne leeringen lynrecht strydig wezen zal. + +Alle de Indianen van Guiana gelooven in eenen God, als de opper-oorzaak +van alles goeds, en die hun nooit het minste kwaad wil doen; maar zy +bidden den duivel aan, om de onheilen, waar mede hy hen kwellen kan, +af te weeren: zy noemen hem Yawahou; zy schryven aan hem de smart, +de ziekten, de wonden, en den dood toe, en overal, waar een Indiaan +sterft, verlaat zyn geheele huisgezin dadelyk dit verblyf, om voor +het vervolg den doodelyken invloed van het noodlot te ontwyken. + +De Indianen van Guiana zyn volken, die volmaakt vry zyn; dat is, +zy kennen geene verdeeling van landen, en hebben geen ander bestuur, +dan dat der oudsten, die elk in hun huisgezin den post van Capitain, +Priester, en Geneesheer waarnemen; men bewyst hun eene eerbiedigende +gehoorzaamheid, en noemt hen Peji, of Pagaijers, en even als by +veele beschaafde volkeren, genieten zy meerder voorrechten, dan hunne +overige landgenooten. + +De veelwyverye is onder deeze volken geoorloofd, en het staat aan +ieder man vry zoo veele vrouwen te nemen, als hy onderhouden kan, +schoon hy 'er doorgaans niet meer dan ééne heeft, op welke hy +uittermaten jaloers is, en die hy oogenblikkelyk om hals brengt, +zoo dra zy hem een sterk en zeker bewys van trouwloosheid geeft. De +Indianen slaan hunne kinderen nooit, om welke reden het ook zy; en +hun geheel onderwys bestaat in hen te leeren jagen, visschen, loopen +en zwemmen. Nimmer beledigen zy elkander met scheldwoorden, en begaan +geen diefstal; de leugen is onder hen eene onbekende zaak. By deeze +gelukkige hoedanigheden kan men voegen, dat geen volk dankbaarer is, +wanneer men hen met ordentelykheid behandelt; ik zal zelf, by vervolg, +daar van een merkwaardig bewys opgeven; maar aan den anderen kant +moet ik ook zeggen, dat deeze Indianen uittermaten wraakzuchtig zyn, +vooral wanneer zy vermeenen, dat men hen onrechtvaardig beledigd heeft. + +De eenige gebreken, die ik in hun ken, indien men ze by hen als +zoodanig beschouwt, zyn de onmatige drift om zig dronken te drinken, +wanneer de gelegenheid zig daar toe aanbiedt, en hunne onbegrypelyke +agteloosheid. De eenige bezigheid van eenen Indiaan, wanneer hy niet +vischt, nog jaagt, bestaat om in zyn hangmat te gaan leggen, zig te +vermaken met het schoonmaken zyner tanden, met de hairen van zynen +baard tusschen zyne vingers te wryven, of zig zelf in een stuk van +een gebroken spiegel te bekyken. + +De Indianen zyn in 't algemeen zeer zindelyk; zy baden zig twee of +drie maalen daags in de Rivier of in de Zee. Allen, van welke kunne zy +ook zyn, trekken zig al het hair uit, uitgenomen op het hoofd. Hun +hoofdhair is dik, en van een schitterend zwarte kleur; het word +niet grys, en nooit worden zy kaal; de mannen dragen het hair kort, +maar by de vrouwen hangt het tot op de helft van den rug. Het schynt +dat zy de Bybelleer volgen, waar in gezegd word, dat lange hairen de +cieraad van een vrouw, en de schande van een man zyn. + +De Indianen van Guiana zyn noch groot, noch sterk, noch zwaar gespierd, +en over 't algemeen zeer gezond. Hun gelaat geeft niets dan vergenoegen +en goedäartigheid te kennen. Zy hebben regelmatige en schoone trekken, +dunne lippen, witte tanden, en zwarte, maar kleine oogen. Echter +mismaken zy zig allen meer of min door het gebruik van de Arnotta, +of Roucou, waar aan zy den naam van Cosowy, en de Hollanders dien +van Orlean geven. Het zaad van de Arnotta, in limoensap wel geweekt, +en gemengd met water, en de gom, die van den boom, Mawna genaamd, +afvloeit, of met oly van bevergeil, maakt eene scharlaken verwe, +waar mede alle de Indianen zig het lichaam, en de mannen zelfs hun +hoofdhair besmeeren, het geen aan de huid de kleur geeft van een +gekookte zee-kreeft. Zy hebben bovendien de gewoonte, om zig met +caraba, of krabben-oly, te wryven, en men moet erkennen, dat zulks +voor menschen, die byna naakt zyn, in eene brandende luchtstreek zeer +dienstig is. Op zekeren tyd aan 't lagchen geraakt zynde, op het +zien van een jongen Indiaan, die van onder tot boven besmeerd was, +en uit den omtrek van Caijenne kwam, antwoordde hy my in 't Fransch: +"Dusdanig gebruik verzagt myne huid; het belet eene al te overvloedige +uitwaasseming, en bewaart my gedeeltelyk voor het steken der insecten, +die u kwellen; zie daar, myn heer, waar toe, behalven het fraaije, +my die roode verwe dient. Zeg my nu eens, (wyzende op de poeder, +waar van myn hair vol was,) om welke reden zyt gy wit geverwd? Ik +vind geene reden, waarom gy op die wyze uw meel verdoet, uwe kleederen +vuil maakt, en grys gelykt, eer gy oud zyt". + +De Indianen gebruiken ook tot het zelfde einde een zeer ligt gevlakt +blauw, het welk zy tapowripa noemen; maar dit heeft alleenlyk plaats, +wanneer zy zig willen opschikken, en het blyft negen dagen op de +huid. Zy maken dit van het sap van eene kleine vrucht, gelykende +naar een kleinen appel, en groeiende aan den boom, tawna genoemd, en +welke zy in water laten weeken; zy bedienen 'er zig van, om over hun +geheele lichaam en aangezicht een zooit van beeldspraken te teekenen, +waar van de grond altyd vierkant is. Dit smeersel zit zoodanig aan +de huid vast, dat één van onze Officiers, die zulks niet gelooven +wilde, uit aartigheid goedvond zig twee zeer groote knevels te laten +schilderen, welke hy tot ons groot vermaak verpligt was een geheele +week op Paramaribo te dragen; en hy moest den gewoonen tyd afwagten, +op welken deeze kleur weggaat, om daar van geheel en al ontheven +te worden. + +De eenige kleeding, welke de Indianen hebben, bestaat in een +zwart of blauw windzel van catoene lywaat, het welk de mans om hun +midden dragen, en vry veel gelykheid heeft met het geen de Negers +hun camisa noemen. Zy binden het om hunne lenden, en laaten het +tusschen hunne beenen doorgaan; en dewyl het zeer lang is, hangen zy +het einde over hunne schouders, of laten het agteloos over den grond +sleepen. De vrouwen, hebben, in plaats van dit windzel, een zoort van +voorschoot van catoene lywaat, met koraalen verciert, en by hun queiou +genaamd. Dit voorschoot heeft maar een voet breedte tegen agt duimen +hoogte; het is met franjen omboord, en met koorden van catoene draaden +vast geknoopt. Schoon het zwaar is, maakt deeze kleinte het zelve niet +zeer geschikt tot het oogmerk, waar toe het dienen moet. Verscheide +vrouwen dragen ook een gordel van hair, waar aan zy van vooren en +van agteren, een groote vierkante lap zwart catoene lywaat hegten, +maar veel ligter en zonder sleep, zoo als de mannen aan hunne camisa +hebben. Beiden dragen zy dit zoort van kleeding zeer laag; het geen +hun het voorkomen van eene uittermaten lange gestalte geeft. + +In de binnen landen gaan verscheiden Indianen van beiderleije kunne +geheel naakt. De opschik der vrouwen bestaat, om in kleine gaten, +welke zy zig in de onderlip maken, spelden te steken, en zelfs alle +de spelden, welke zy zig kunnen aanschaffen, en waar van de punten +haar, als een zoort van baard, op de kin hangen. Door dat zelfde +middel hangen zy ook brokjes kurk-, of ander ligt hout aan hunne +ooren. Zommige van haar steeken ook gaten in de huid van hunne wangen +of neus, om 'er vederen in te plaatsen; maar dit is zeer zeldzaam. Het +ongeschiktst cieraad in myn smaak is dat der jonge dogters van tien of +twaalf jaaren oud, en bestaande in een zoort van catoene koussebanden, +die om de enklauwen en beneden de kniën naauw zyn toegebonden, en altyd +zoo blyvende, de kuit van het been ongemeen dik maaken, wanneer zy +in haar groeijen zyn, en haar een lomp voorkomen geeven. Alle dragen +zy ook gordels, windzels, armringen van koraalen van verschillende +kleuren, of van schelpen, en van tanden van visschen: zy dragen die +om den hals, de schouders en de armen; maar de laatstgemelde meestal +boven den elleboog. De Indiaansche vrouwen hebben in 't geheel zeer +weinig bevalligheid in haare gestalte; zy zetten de voeten binnewaarts, +en haare opschik heeft slechts eene middelmatige aantrekkelykheid. Ik +moet egter hier van uitzonderen de vrouwen van zekeren byzonderen stam, +waar van ik in 'tvervolg spreken zal. + +De cieraden der mannen bestaan in kroonen van vederen van verschillende +kleuren, of in een zoort van draagband, gemaakt van tanden van tygers +of wilde zwynen, welken zy als een teeken van hunne dapperheid en +werkzaamheid dragen. De hoofden des huisgezins bedekken zig zomtyds met +de huid van de eerstgemelde deezer dieren, met een zilvere plaat in de +gedaante van een kruis vastgemaakt, het welk ze caracoly noemen. Zy +steeken ook dikwils kleine brokken van dit zelfde metaal door het +kraakbeen in het midden van den neus, of zomtyds een steen van eene +groene of geele kleur. Alle deeze volken leven in de bosschen, by de +Rivieren, langs de Zeekusten, en bewoonen kleine gehuchten. Hunne +huizen of hutten, welke zy carbets noemen, zyn gebouwd, zoo als ik +van die der Negers reeds heb opgegeven; maar in plaats van met bladen +van Latanus-boomen bedekt te zyn, zyn zy bedekt met biezen, welke men +hier tas noemt, en die by bossen op moerassige plaatsen groeien. Meer +algemeen gebruiken zy hier toe troulies, een zoort van blaaden, aan den +wortel der plant wassende, niet minder dan twintig of vier-en-twintig +voeten lang, en twee of drie voeten breed zynde, welke geheele jaaren +eene kragtdadige beschutting tegen het guur weder verschaffen. + +De huisraad en gereedschappen der Indianen zyn zeer eenvoudig, maar +tot hun gebruik voldoende: het zyn eenige potten van zwarte aarde, +die zy zelve maaken; eenige calebassen of kauwoerden; eenige korven, +welke zy pagala noemen; een steen om te malen, matta genaamd, en een +anderen om hun cassaven-brood te bakken; een zoort van waijer, om +het vuur aan te blazen; een houte stoel, mouly genaamd; een zeeft, +mounary genaamd; een pers, matoppy genaamd, dienende om het vocht +van de cassave uit te perssen; en eindelyk een catoene hangmat, +waar in zy slapen. + +Door hunne betrekkingen met de Europeanen, hebben zy bylen of messen, +welken deeze aan hun bezorgen; en zy dragen de eerstgemelden altyd +om hun midden even als dolken. Elk huisgezin der Indianen is ook van +een groot vaartuig of kano voorzien, om alles, wat hy bezit, over te +voeren, wanneer zy te water reizen, het geen zeer dikwils voorvalt. + +De eenige plantgewassen, door deeze volken aangekweekt wordende, zyn +de ignames, de plantain-boomen, welken ik reeds beschreven heb, en in +'t byzonder de Maniok, waar van zy de cassave maken. De laatstgemelde +plant is een zacht en grysachtig heestergewas, het welk omtrent +drie voeten hoog opgroeit. Deszelfs bladeren zyn gevingerd, breed, +en hangende aan steelen van eene kaneel-kleur. Deeze heesters +zyn van tweërley zoort, door de benaaming van zoete en bittere +onderscheiden. De wortels alleen zyn goed; zy zyn van een meelachtigen +aart, en van een zeer zoeten smaak; en ten aanzien van kleur, grootte +en gedaante, gelyken zy veel naar Europeesche witte wortelen. De zoete +maniok, even als de groene plantains, onder heeten asch gebraden, +en met boter gegeten, is een aangenaam en gezond voedzel, en heeft +den smaak van kastanjes. Maar de bittere maniok, wanneer hy raauw +is, is het doodelykst vergift, zoo voor menschen als beesten; en +ondertusschen hoe vreemd dit ook schynen moge, wanneer hy door het +vuur is gaar geworden, word hy een zeer heilzaam voedzel, en dient aan +de Indianen van dit Land, zoo wel als aan de Europeanen en Negers, +tot brood. Zie hier de manier, waar op de eerstgemelden de cassave +gereed maken: eerst malen of raspen zy de wortels op de matta, of +ruwe steen. Dit geraspte zetten zy vervolgens in een pers, om het +sap van de meelachtige zelfstandigheid af te scheiden. Deeze pers is +een zoort van zeer lange buis, van warimsbo, of gevlochten biezen, +gemaakt; na dezelve met geraspte cassave gevult te hebben, hangt men +die aan een boom, en maakt 'er van onderen een, stuk hout aan vast, +welks zwaarte deeze buis uitrekt; terwyl de langzaam voortgaande +drukking het vocht door derzelver openingen doet uitloopen. Deeze +bewerking geëindigd zynde, geeft men aan het meelachtig gedeelte de +ronde gedaante van een koek, welke men op een heeten steen laat bakken, +tot dat dezelve bruin en geroost is; als dan is het een zeer gezond +voedzel, het welk zes maanden lang bewaard kan worden. Men moet egter +toestemmen, dat door deeze behandeling de smaak van dit zoort van brood +zoetachtig en smakeloos word. Indien de slaven op de Plantagiën geene +zorge droegen, om het aldus uitgeperst vocht van deezen wortel weg +te werpen, zoude het vee en gevogelte 'er van drinken, het geen hen +oogenblikkelyk zoude doen opzwellen, en in doodelyke stuiptrekkingen +vervallen; en echter dient dit zelfde vocht, met geslacht vleesch en +peper gekookt, om 'er soep van te maken. Men moet geen maniok-wortel +tot voedzel nemen, zonder denzelven wel te kennen: verscheiden lieden +zyn, zoo als ik zeker weet, vergeven geworden, door het een voor het +ander te nemen. Het onderscheid tusschen de twee zoorten bestaat daar +in, dat een houtachtig en ruw vezel, of een zoort van koord, dwars +door den wortel van den zoeten of eetbaaren maniok loopt, terwyl de +bittere of vergiftige maniok zulks niet heeft. De Indianen eeten +ook acajou-nooten, en zy brengen ze dikwils te Paramaribo, alwaar +men ze inginotto noemt. De pitten van deeze nooten, die, ten aanzien +van de kleur en gedaante, naar lams-nieren gelyken, zyn uittermaten +lekker. De acajou-nooten groeien aan boomen, welke men niet dan zeer +diep binnen in 't land vindt, maar dewyl ik 'er geene gezien heb, +kan ik 'er geene beschryving van geven. + +De Indianen voeden zig ook met land- en zeeschildpadden en met krabben, +welke zy syryca noemen, en welke men by laag water in meenigte langs +de kusten van Guiana in het slyk vindt. Zy zyn 'er zeer heet op, gelyk +ook op rivier-kreeften, welke zy sarosara noemen, en die in dit Land +zeer overvloedig zyn; maar geen zoort van voedzel behaagt hun meer, +dan de iguana, of de hagedis waijamaca, waar van ik reeds gesproken +heb. Al wat zy eeten, is zoodanig met peper van Caijenne aangezet, +dat een Europeaan het proevende den mond branden zoude. Zy gebruiken +weinig of geen zout, en laaten hun wildt in den rook droogen, het +geen het voor 't bederf bewaart. Indien een Indiaan verzuimt heeft, +om door jagen of visschen levens-middelen te vergaderen, stilt hy +zyn honger met het een of ander voortbrengzel der bosschen. + +Deeze volken hebben verscheiden zoorten van drank, en onder anderen +het sap van zekere vrucht, by hen coumou genaamd. De boom, die deeze +vrucht voortbrengt, is een palmboom van het kleinste zoort. Deszelfs +zaad is besloten in bessen van een blauw gevlakte kleur, die naar +trossen gelyken, en wier vleesch aan een harde en ronde pit, als een +pistool-kogel, lugtig aanhangt. Men laat deeze bessen in kokend water +weeken en ontbinden: de inwooners van goeden smaak doen vervolgens +suiker en kaneel in dit vocht, het welk hun dan tot drank dient, +en zeer sterk de smaak van chocolaad heeft. Een andere drank, waar +aan de Indianen den naam van Pivorry geven, is een mengzel van +cassavebrood, door de vrouwen gekauwd, en in water uitgegist; het +heeft de smaak van zoet bier (aile), en kan iemand dronken maken. Men +vindt het dadelyk vreemd, dat menschen, van welken landäart ook, +een drank kunnen drinken, welken een ander in den mond gehad heeft: +maar zy, die de reizen van Capitain COOCK geleezen hebben, zullen +zig herinneren, dat deeze gewoonte op de door hem ontdekte Eilanden +mede plaats heeft, en dat, zoo hy zig daar niet naar geschikt had, +hy derzelver inwooners zeer te onvreden zoude gemaakt hebben. Zyne +Officiers echter vonden niet goed, om zig naar dit gebruik te voegen, +en weigerden, om van deezen walgelyken drank mede te drinken. Het +brood, van Turksch graan gemaakt, dient ook aan de inboorlingen van +Guiana, om 'er een ander zoort van drank van te maken; zy kruimelen +het, en laten het in water weeken, tot dat dit mengzel, even als +het voorgaande, is uitgegist, en zy noemen het zelve chiacoar. Deeze +volken hebben bovendien nog een vierde zoort, cassiry genaamd, waar +van zy veel gebruik maken. Het is zaamgesteld uit ignames, cassave, +zuure orange-appelen, en suiker of teriaak, in water wel geweekt en +uitgegist zynde. Ik moet 'er byvoegen, dat alle deeze dranken, als men +'er te veel van gebruikt, dronken maken, het geen aan de Indianen, mans +en vrouwen, dikwils gebeurd. Dan alleenlyk begaan zy ongeregeldheden, +en ontstaan 'er twisten onder hen. + +De taal der Indianen in 't algemeen gelykt veel, ten aanzien van de +uitspraak, naar de Italiaansche. Hunne woorden zyn welluidend, en +eindigen met een klinkletter, zoo als men uit de door my bygebragte +zien kan. Tot hun Almanach hebben zy niets anders, dan een koord met +knoopen. Hun speeltuig bestaat voor eerst in een zoort van fluit, +toutou genaamd, van een zeer dik bies gemaakt, waar op zy geluiden +doen hooren, die niet veel aangenaamer zyn dan het gebulk van een os, +en zonder welluidenheid of maat. Eene andere fluit, door deeze volken +quarta genoemd, (veel overëenkomst hebbende met het geen OVIDIUS noemt +Syrinx, en eenige dichters het rietfluitje van PAN:) is gemaakt van +eene verzameling van rieten, aan het eene einde van ongelyke grootte, +en als de pypen van een orgel te zamen gevoegd. Om op deeze fluit te +spelen, neemt men ze met beide handen, en brengt ze aan de lippen, +alwaar men ze heen en weder draaiende, 'er een zoort van mateloos +en helder geluid mede maakt, het welk voor niemand aangenaam is, +dan voor deeze Indianen. Wanneer ik zoodanig één moedernaakt, in +het midden van een boschjen, op zyn rieten fluitje hoor speelen, +verbeeld ik my den God PAN te zien. Ik bezit tans ook nog eene fluit, +welke zy van een been van hunne vyanden maken. Hunne dans, indien men +'er dien naam aan geven kan, bepaalt zig tot sprongen, tot slingeren +op één been, en tot rond draaien in verschillende houdingen, tot dat +hun hoofd duizelig word. + +De Indianen zyn zeer gemeenzaam onder elkander, en komen dikwils in +eene groote hut of carbet, die daar toe in ieder gehucht is opgericht, +by elkander. Zy danssen, zy speelen daar, of vermaken zig met het +hooren of doen van vertellingen van spooken, toovenaars, of het +verhaalen van hunne droomen, terwyl zy tusschen beiden dikwils in een +onmatig gelach uitbarsten. Zy scheppen groot vermaak in zig te baden, +het geen zy twee of drie maalen daags doen, mans, vrouwen, jongens, +meisjens, allen onder malkander; en by deeze partyen maken zy zig zelfs +niet aan de geringste onvoeglykheid schuldig, het zy met woorden, het +zy met daden. Zy zyn, allen zonder onderscheid, uitmuntende zwemmers. + +De bezigheden der mannen zyn, zoo als ik reeds gezegd heb, weinig in +getal: men kan ze in twee woorden uitdrukken, jagen en visschen; en +zekerlyk zyn de Indianen op deeze beide oeffeningen meerder afgericht, +dan eenig ander mensch, tot welk volk hy ook behoore. Tot de jagt +bedienen zy zig van boogen en pylen, welken zy zelve maken; en van de +laatstgemelde hebben zy verschillende zoorten, naar den verschillenden +aart van het wildt, waar op zy ter jagt willen gaan. Hunne bogen +zyn van het stevigste en hardste hout gemaakt; zy geven aan dezelve +zes voeten, en polysten ze op het fraaist door middel van een steen: +deeze bogen zyn gespannen met koorden van zyde-planten, en de greep is +met catoen omwonden. Hunne pylen hebben doorgaans by de vier voeten +lengte. Zy zyn van een zoort van zeer sterk en recht riet gemaakt, +aan welks einde eene ligte roede van een voet lengte is vast gemaakt, +om ze in evenwigt te houden, en zy zyn met een staale punt, of een +vischgraat gewapend, welke altyd een weerhaak heeft. Zommige van de +pylen deezer volken hebben een punt als die van een lans; andere zyn +met dubbele en driedubbele weerhaken, en zoodanig in één gewerkt, +dat zy in de wond blyven hangen, wanneer zelfs het hout weggenomen +is; deeze zyn de pylen, waar van men zig voornamelyk voor het jagen +en visschen bedient; want, schoon zy niet doodelyk zyn, zyn zy voor +het wildt ongemeen hinderlyk, en door middel van een boey, welke men +'er aan vast maakt, dienen zy om de visch naar de oppervlakte van +het water te trekken, en mitsdien om zoo wel de een als de ander te +vangen. Deeze pylen zyn alle van vederen van zes of zeven duimen lang +voorzien. Verscheide hebben in plaats van punten rond gemaakte knoppen, +van de grootte van een kastanje; de Indianen bedienen 'er zig van om +de papegaijen en kleine apen te bedwelmen en te doen nedervallen, +waar na zy ze met de hand grypen; deeze dieren komen weder spoedig +by, en men zend ze levendig naar Paramaribo. Zommige van deeze pylen, +geschikt om de visschen te dooden, hebben de gedaante van een drietand, +hebbende tot drie en zelfs tot vyf punten. De Indianen doopen 'er +ook eenige, maar in een klein getal, in het vergift, wourara [7] +genaamd, het welk eene verschrikkelyke en schielyke werking doet; +maar wanneer zy vreezen, dat hun schot zoude mogen missen, bedienen zy +zig van een ander zoort van pylen, die niet meer dan tien of twaalf +duimen lang, uitermaten dun, en van de schors van zeer hard palmhout +gemaakt zyn. In plaats van vederen, is dezelve met catoen omwonden, +zoo veel als voldoende is tot het vullen van een holle buis, van +een riet gemaakt, en by de zes voeten lang, waar in deeze Indianen +met hun adem blaazen. Zy werpen deeze doodelyke werktuigen, op den +afstand van veertig schreden, en op zulk eene zekere manier, dat +het dier, het welk zy mikken, hun niet ontsnappen kan. De punt van +deeze laatstgemelde pylen word ook in het vergift wourara gedoopt, +het welk zulk een krachtig vermogen heeft, dat by den laatsten +opstand, in de Volkplanting de Berbices voorgevallen, eene vrouw, +die door eene deezer vergiftigde pylen ligt gewond was, niet alleen +byna oogenblikkelyk stierf, maar dat zelfs een kind, het welk zy aan +de borst had, schoon het door dit wreed wapentuig niet geraakt was, +insgelyks overleed, vermits het slechts een oogenblik aan de borst +zyner moeder, na dat deeze was gekwetst geworden, gezogen had. + +De manier van visschen is by de Indianen byna dezelfde, als die, welke +ik reeds ter gelegenheid van den post de Hoop beschreven heb. Zy maken +een fuik van paalwerk, by den ingang van kleine kreeken en in laage +gronden; zy dooden aldaar de visch met hunne drietandige pylen, of +vergiftigen het water, door 'er wortels van hiary, in Surinamen den +naam van tringy-youco of konamy dragende, in te werpen. Deeze wortel +verdooft den visch; en in dien staat kan men hem met de hand grypen, +terwyl hy op de oppervlakte van het water dryft. De Indianen dryven in +deeze wortelen handel, en verzenden ze in meenigte naar de Plantagiën, +en naar Paramaribo. Zie daar, welke, behalven het maken van hunne +huisraad, cieradiën, en wapentuigen, by deeze volken de bezigheden +der mannen zyn. + +Ik moet ook niet vergeten, dat elke Indiaan ter zyner verdediging +een knods draagt, welke men apoutou noemt, van het zwaarste hout uit +het bosch gemaakt: dezelve is agttien duimen lang, aan de twee einden +plat en vierkant; maar aan het eene einde veel zwaarer, dan aan het +andere: in het midden is dezelve het dunst; hy is omwonden met zeer +sterke draden catoen, dienende om hem met des te meerder vastheid aan +te vatten, en door een zoort van stootplaat gedekt, om de voorhand te +bewaaren. Door een slag met deezen knods, waar aan dikwils een puntige +steen word vast gemaakt, slaat men iemand de herssens in. De Indianen +van Guiana snyden dikwils op hun apoutou beeldspraakige vertooningen, +en het getal der vyanden, welken zy gedood hebben. Om den steen aan +deezen knods vast te maken, steekt men dien in den boom zelven, die +het hout levert, terwyl die in zyn groei is; dezelve hecht zig daar +aan als dan zoo vast, dat het niet mogelyk is 'er dien uit te trekken; +vervolgens hakt men dit hout, om 'er het fatsoen aan te geven. + +De vrouwen houden zig bezig, om de maniok, de bananen, de ignames, +en andere wortelen te planten; zy maken de levens-middelen gereed, +maken aarde potten, catoene hangmatten, armbanden, en manden of +korven. De beste derzelve worden pagala genoemd; zy zyn van een +dubbele rieten mat gemaakt, die den naam van warimbo draagt, en eene +witte of bruine kleur heeft; en deeze dubbele mat is tusschen beiden +met bladeren van tas of trouly gevuld, om ze voor de vochtigheid te +beveiligen. Het dekzel is gewoonlyk veel hooger en breeder, dan de +mand zelve; het gaat over de geheele mand heen, en maakt dezelve op +die wyze nog sterker: de bodem rust op twee stukken hout, kruislings +gelegd. De hangmatten zyn geweven; het geen veel moeite en tyd vordert; +want men moet elke draad, één voor één, in de scheering steeken, byna +op dezelfde manier, waar op men koussen weeft. Men legt vervolgens +deeze hangmatten in eene verwe, van schorssen van boomen gemaakt, +volgens de kleur, die men 'er aan geven wil. + +De Indiaansche meisjes bereiken de huwbaarheid voor den ouderdom van +twaalf jaaren, en zomtyds zelfs veel eerder. Men huwd ze op die jaaren +uit. De geheele plechtigheid bestaat, ten aanzien van den jongman, +daar in, dat hy aan de jonge dogter eene zekere hoeveelheid wildt +en visch, door hem gevangen, aanbied; en, wanneer zy dit aanneemt, +doet hy haar deeze vraag: "Wilt gy myne vrouw zyn"? Indien zy dit met +ja beantwoordt, is de zaak klaar; en wanneer het huis en de huisraad +gereed zyn, viert men de bruiloft door een feest, waar op men zig +dronken drinkt. De zwangere vrouwen kramen zonder hulp, en met zoo +weinig moeite en pyn, dat men haar schier ontheven zoude oordeelen +van het vonnis, tegen de eerste moeder van het menschelyk geslacht +uitgesproken. Zy verrigten alle de bezigheden van het huishouden +en bedienen haare mannen op den dag van haare verlossing zelven. Hoe +belachelyk en ongeloofbaar deeze gewoonte ook schynen moge, is het niet +minder waar, dat de man in dat geval, geduurende meer dan een maand, +in zyne hangmat leggen blyft, alwaar hy steent en zucht, als of hy +zelf van een kind stond te verlossen; en geduurende al dien tyd, +moet zyne vrouw hem zorgvuldig oppassen, en hem het beste voedzel +geven. Dit zyn de Indianen gewoon te noemen genot van zig zelven +te hebben, en van hunne vermoeidheid uit te rusten. Verscheiden van +deeze volken beschouwen een plat voorhoofd als eene groote schoonheid, +en zoo dra hunne kinderen geboren zyn, drukken zy derzelver voorhoofd +plat, zoo als eenige wilden in het Noorden van America doen. + +De Indiaansche vrouwen eeten niet met hunne mannen, en zy bedienen +hun als slavinnen, het geen haar belet, om alle mogelyke zorge voor +haare kinderen te dragen; deezen zyn echter steeds wel gesteld en +sterk. Wanneer zy reizen, dragen zy dezelve in kleine hangmatten, +die op één der schouderen hangen; het kind zit in dezelve, met de +beenen, het één voor, het ander agter de moeder geplaatst. + +Deze Indianen neemen sap van tabak, in plaats van een +braakmiddel. Wanneer één van hun op sterven ligt, het zy van ziekte, +het zy van ouderdom, (en dit laatste overkoomt hun meer dan het +andere) bezweert de Peji, of Priester, den Yawahou, of duivel, te +middernacht, door het roeren van een calebas, gevuld met steentjes, +erweten, en koraalen, geduurende welke verrigting hy eene lange +redenvoering doet. Het ampt van Priester is by deeze volken erffelyk; +en, zoo als ik reeds gezegd heb, hy, welke dien post vervult, heeft +de eerstelingen van alle zoorten van spyzen of dranken, en zelfs een +gemakkelyker leven. Wanneer een Indiaan gestorven is, wascht men hem, +wryvt hem met olie, en steekt hem in een zak van nieuw catoen; hy zit +daar in, met de elleboogen op de kniën, het gezicht met de palm van +beide handen bedekt, en al zyn krygs- of jagt-gereedschap word by +hem gelegd. Geduurende deeze plechtigheid, doen zyne nabestaanden, +zyne vrienden, zyne gebuuren, de lucht van een jammerlyk geschreeuw +weergalmen, maar kort daar na drinken zy zig aan sterke dranken +dronken, en spoelen dus hun hartzeer af, het welk niet voor het +volgende jaar weder te voorschyn koomt. Deeze gewoonte heeft daar door +eenige overëenkomst met die der Berg-Schotten, by het begraven hunner +dooden. Op het einde van het jaar haalt men het lyk uit den grond; +het vleesch is 'er dan van afgescheiden, en men verdeelt de beenderen +onder de nabestaanden en vrienden; men volgt dezelfde plechtigheden, +als de eerste keer; waar na de geheele buurt naar eene andere geschikte +verblyfplaats zoekt. Eenige byzondere stammen van Indianen volgen nu +en dan een verschillend gebruik. Na het lichaam van hunne overledene +nabestaanden of vrienden in de zoo even beschrevene houding geplaatst +te hebben, leggen zy het zelve in 't water, en laten het verscheiden +dagen daar in. De visschen eeten 'er wel dra het vleesch af, en wanneer +'er niet meer aan is, haalt men het geraamte uit 't water, laat het +in de zon droogen, en hangt het vervolgens van binnen aan het dak +der hutten of carbets. Dit is het grootste bewys van teedere liefde +en achting, welke men, by deeze volken, aan de dooden bewyzen kan. + +Wanneer deeze Indianen te land reizen, neemen zy altoos hunne kano met +zig, welke gemaakt is van den stam van een grooten boom, door middel +van het vuur uitgehold. Dezelve dient hun dan tot het overbrengen van +hun reistuig, wanneer zy moerassen doorwaden, of kreeken of rivieren +over moeten; en is, even als zy zelven, geheel rood geverwd. Indien +zy te water reizen, gaan zy doorgaans tegen den stroom, om het wildt, +het welk zy op de boomen, of aan den oever zien, des te gemakkelykcr +te kunnen dooden; indien zy met den stroom mede roeiden, zou de +kragt van 't water hen noodzaaken om gezwind voort te gaan. Wanneer +zy de zeekusten volgen, gebeurd het dikwils, dat eene golve hunne +cano met water vult; maar in weerwil van dit ongeluk, lyden zy nooit +schipbreuk. In zoodanig geval werpen zy allen, mans en vrouwen, zig +oogenblikkelyk in het water; met de eene hand houden zy zig aan de +kano vast, en met de andere maken zy dezelve met calebassen ledig. + +Schoon de Indianen van Guiana zeer vreedzaame volken zyn, voeren +zy echter zomtyds oorlog, eenvoudiglyk om gevangenen te hebben: de +Europeanen zetten hen maar al te dikwils daar toe aan, om dezelven +van hun te koopen, en 'er slaven van te maken; maar zy dienen niet +meer dan tot eene uiterlyke vertooning, dewyl zy volstrekt weigeren te +arbeiden: indien men hen mishandelt, en vooral indien men hen slaat, +kwynen zy, teeren uit, en weigeren alle voedzel, tot dat zy eindelyk +van verzwakking en smarte sterven. + +De Indianen doen altyd hunne aanvallen midden in den nacht; hunne +krygsverrigtingen gelyken meer naar die van een beleg, dan naar +die van eenen veldslag; zy bestaan in het omcingelen der vyandelyke +gehuchten, terwyl derzelver bewooners in diepen slaap liggen; in het +gevangen nemen der vrouwen en kinderen van beiderleije kunne; in het +dooden der mannen met hunne vergiftigde pylen, of in dezelven met +hunne apoutous, of knodsen, de herssenen in te slaan. Zy ontnemen +ook aan de laatstgemelden het hoofdhair, en brengen het als een +zegenteeken t'huis, om het aan hunne kinderen en vrouwen te toonen, +of zy verkoopen het aan de Europeanen op Paramaribo. In de vechteryen +van twee partyen, maar die zeer zeldzaam onder hun voorvallen, zyn de +boog, en met weerhaaken voorziene pylen, hunne voornaame aanvallende +wapentuigen. Deeze raaken den vyand, en doen denzelven omkomen, +op den afstand van meer dan zestig schreden. De ligtste vogel zelf +in zyne vlugt, indien hy slechts de grootte van eene kraay heeft, +kan hun niet ontsnappen.--De behendigheid van deeze volken, in +alle hunne krygsoeffeningen, is zoo groot, dat de beste schutters, +in de veldslagen van Crecy, van Poitiers en van Agincourt, voor +hun zouden hebben moeten onderdoen.--Ik moet 'er nog byvoegen, dat +wanneer deeze Indianen gaan oorlogen, zy eenen Generaal verkiezen, +wien zy den titel van Outil geven. + +De koophandel, welken de Indianen van Guiana met de Hollanders dryven, +bestaat in ruilingen. Zy leveren slaven, waterkruiken, kano's en +hangmatten, Brasilie-hout, hiary wortelen, kapellen, papegaijen, apen, +copaiva-balsem, arracocerra-gom, oly van acajou-noten, en arnotta; +waar voor zy wederkeerig ontfangen gecouleurde stoffen, snaphaanen, +kruid, bylen, messen, scharen, glaswerk, spiegels, visch-haaken, +kannen, naalden, spelden, enz. De copaïva-balsem druipt van de +schors van eenen dikken boom, die zeer verre binnen in het Land +groeit, welks bladeren breed en puntig zyn, en die eene vrucht +draagt, als een komkommer. Deeze gom is geel, hard, doorschynend, +en naar amber gelykende. Wanneer men ze ontbindt, geeft ze een +aangenaame geur van zig, en dient tot een water-afdryvend middel, +en tot een vernis. De gom, aracocerra genoemd, loopt uit een boom, +die men insgelyks in het binnenste des lands vindt. Zy is geel, gelyk +de eerstgemelde, maar zwaar, en zacht in het aanraken: derzelver +reuk is ook veel geuriger. De Europeanen en Indianen waardeeren +dezelve zeer, uit hoofde van haar krachtig vermogen tot geneezing +van wonden en andere kwaalen. De caraba, of oly van acajou-noten, +word op deeze wyze gemaakt: men klopt, stampt en kookt de pitten, +welke men uit de hoekachtige en bruine vrucht haalt, groeiende +aan een boom van denzelfden naam, die de gedaante van een goeden +kastanje-boom heeft. Deeze oly is bitter. De Indianen bedienen 'er +zig van, om 'er het lyf mede te besmeeren, en de Europeanen gebruiken +ze tot verschillende einden. De boom, wiens bladeren naar die van +den laurierboom gelyken, groeit tot de hoogte van meer dan vyftig +voeten; maar dewyl ik denzelven, noch ook de twee eerstgemelden, +niet gezien heb, kan ik 'er niet meer van zeggen. De Mawna-boom is +hoog, recht, en van een helder bruine kleur; deszelfs bladeren zyn +eirond, en de noten gelyken naar muscaat noten; maar zy hebben 'er de +geur niet van. De gom loopt uit den stam door insnydingen, welke men +'er in maakt; de Indianen laaten dezelve in water ontbinden, en, zoo +als ik reeds gezegd heb, zy mengen die onder de arnotta, om zig te +beschilderen. De Palma-Christi by de kruidkundigen onder den naam van +Ricinus, of den Wonderboom, bekend, is een heester van omtrent vier +voeten hoog. Hy is recht op geschoten, en met breede gevingerde bladen +bedekt, hangende aan lange steelen, en zulks zoo wel de stam, als de +takken. Deeze heesters zyn van tweederley zoort, roode en witte. Zy +brengen driehoekige nooten voort, zittende in groene schillen, die +bruin worden, en afvallen, wanneer de vrucht ryp is. Men perst uit +deeze noten de oly, aan welke men in Surinamen den naam geeft van +carapat. Derzelver smaak gelykt veel naar die van olyf-olie. + +Onder alle de Indiaansche volken, onderscheiden zig de Caraïben door +hun getal, werkzaamheid, en dapperheid. Zy woonen grootendeels naar +den kant der Spaansche bezittingen, die zy dikwils ontrusten door +een geest van wraakzucht over de wreedheden, omtrent de volken van +Mexico en Peru, welken de Caraïben als hunne voorvaderen beschouwen, +door deeze Europeanen zynde gepleegd geweest; zy hebben een Capitain +aan hun hoofd, en verzamelen zig by elkander op het geluid van een +zeeschelp; dikwils leveren zy ook slag aan de Indianen uit hunne +nabuurschap; maar eene byzonderheid, die schier ongelooflyk schynt, +en sterk is tegengesproken geworden, steldt hen beneden alle de andere +volken van het vaste Land; zy zyn Cannibalen, of menschen-eeters. Dit +is ten minsten zeker, dat zy hunne vyanden eeten, wier vleesch zy +met de gretigheid van een gier inslokken, schoon men in algemeen +vooronderstelt, dat zy daar toe meer door wraakzucht, dan door een +bedorven smaak, gedreven worden. + +De Accawaus-Indianen zyn weinig in getal, en van de zee-kusten meer +af gelegen, dan de eerstgemelden. Zy leven in goede verstandhouding +met de Hollanders; maar zy zyn valsch, en weeten een langzaam vergift +te bereiden, het welk zy onder hunne nagels verbergen. Hunne hutten +zyn omringd met staketzels, van palen gemaakt, waar van de punten +ook vergiftigd zyn. + +De Worrows-Indianen, zoo zy niet de wreedsten zyn, mogen ten minsten +voor de verachtelyksten van alle de Indianen in Guiana gehouden +worden. Zy woonen langs de Orenoco, tot aan de Volkplanting van +Surinamen. Hunne kleur is onaangenaam en bleek. Zy zyn wel sterk, +maar kleinmoedig. Hunne natuurlyke vadzigheid en hunne elende, een +gevolg van hunne gevoelloosheid, is zoo groot, dat zy naauwlyks zoo +veel hebben om die deelen te bedekken, welke de schaamte gebiedt +te verbergen, en dat zy zig daar toe dikwils van den schors van een +palmboom in plaats van linnen bedienen. Zomtyds gaan zy geheel naakt, +en geven een ondraaglyken stank van zig. Hunne luiheid noodzaakt hen +den meesten tyd, om alleen van wilde vrugten te leven, en niets dan +water te drinken. Het moge vreemd dunken, wanneer men zegt, dat dit +volk wel te vreden is; maar men moet begrypen, dat deszelfs verlangen +zig tot deeze genietingen bepaalt, en dat men nooit een Indiaan hoort +klagen, dat hy ongelukkig is. + +De Tajiras bewoonen ook de zeekust, tusschen de Volkplanting +van Surinamen, en de Rivier der Amazonen; hun getal is het meest +aanzienlyk; men berekent ze op byna twintig duizend zielen in deeze +bezitting alleen. Deeze Indianen zyn vreedzaam; maar zeer ongevoelig, +en in veele opzigten gelyken zy naar de Worrows. + +De Piannacotaus leven zeer verre in de binnen landen, en zyn +vyanden van de Europeanen, met wien zy weigeren te handelen, of in +de minste betrekking te staan. Dit kan ik 'er bovendien van zeggen, +dat zy alle de Christenen in Guiana vermoorden zouden, indien zy +'er de magt toe hadden. + +De eenige Indiaansche natie in dit Land, die my nog staat op te noemen, +is die der Arrowouks: ik verkies dezelve boven alle anderen;--maar +dewyl dit hooftstuk reeds vry lang geworden is, zal ik 'er by eene +andere gelegenheid van spreken. Ik stap derhalven voor een oogenblik +af van dit gelukkig volk, het welk noch van onderscheidingen van rang, +noch van verdeelingen van landen, de bronnen van wanorde en twist +by de verlichtste volken, eenige kennis heeft. Dit zelfde volk weet, +in deszelfs gelukkig Land, alwaar groente en bloemen zig onophoudelyk +vertoonen, in 't geheel niet wat behoefte en moeite is. De wenschen van +hun, die deeze volken uitmaken, zyn bepaald, maar altyd voldaan. Deeze +gelukkige Indianen hebben, met het denkbeeld van een toekomend leven, +geene de minste ongerustheid over deeze toekomste, en sterven in +vrede. Men kan van hun, naar de letter, zeggen, dat zy dikwils niet +op den dag van morgen denken; maar met hun dit zoort van ontkennend +geluk toe te staan, beweere ik egter niet, dat het zelve voor een +Europeaan benydens-waardig is. + +Om een naauwkeuriger denkbeeld van de wapenen, huisraad, werktuigen, +en onderscheidene cieradiën der Indianen van Guiana te geven, verwyze +ik den lezer naar de daar van gemaakte afteekening. Zie hier de lyst +der dingen, die daar op vertoond worden. [8] + + + + 1. Eene Coriola, of Indiaansche kano, doorgaans van den stam van een + boom gemaakt. + 2. Een Pagaije, of roei-riem. + 3. Een zeeft, manary genaamd. + 4. Een Indiaansche blaasbalg, of way-way. + 5. Een stoel, of zitbank, mouly genaamd. + 6. Een korf, of pagala. + 7. Een pers voor de cassave, matapy genaamd. + 8. Een Indiaansche boog. + 9. Een pyl om de visch te dooden. +10. Een pyl met een ronde knop voor de vogelen. +11. Een gewoone pyl met weerhaken. +12. Een kleine vergiftigde pyl. +13. Een pyp of fluitje, waar door men blaast, om de pylen te doen + afgaan. +14. Een kroon van verschillende vederen. +15. Een voorschoot, queiou genaamd. +16. Een Indiaansche aarde pot. +17. Een Indiaansche knods, of apoutou. +18. Een catoene hangmat. +19. Cieradiën, van tanden van tygers, of wilde zwynen gemaakt. +20. Een toover-schelp, of calebas. +21. Een Indiaansche fluit, tou-tou genaamd. +22. Een fluit, van het been van een vyand gemaakt. +23. Een Indiaansche fluit, quarta genaamd. +24. Een steen, om de maniok te malen, genaamd matta. + + + +ZESTIENDE HOOFTSTUK. + +Versterking van krygsvolk, uit Holland aangekomen.--De +Goijava-boom, en deszelfs vrucht.--Legerplaats by Maagdenberg +aan de Tempaty-Kreek.--Verschillende zoorten van Aapen.--Een zeer +maanzieke Neger.--Eekhoorntje van Guiana.--Verscheidene zoorten van +boomen.--Hagedissen.--Bergen van mynstoffen voorzien.--Treffelyke +gezichten.--De Roucou-boom.--Fraaije Kapel.--Palmboom-worm. + +Ik keere tans tot de krygs-verrigtingen van den Colonel FOURGEOUD te +rug. Ik heb reeds gezegd, dat men nieuw krygsvolk wagte, om ons zwak en +elendig leger te versterken; en den 30sten. January 1775, ontfing men +te Paramaribo de tyding, dat het transport-schip Maasstroom, Capitain +LEG, in de Rivier Surinamen was binnen geloopen, en voor het Fort +Amsterdam het anker geworpen had; twee divisiën van honderd twintig +mannen, onder bevel van den Colonel SEYBOURG, aan boord hebbende: +en men verwagtte nog twee andere. + +Des anderen daags zakte ik de Rivier met eene kleine roeischuit +af, om deeze nieuw aangekomenen te gaan verwelkomen. Ik hield het +middagmaal aan boord met de Officiers, waar na men het anker ligte, +en ik voer met hun schip mede tot het Fort Zelandia, alwaar het aan +den wal ging leggen en door eenige kanon-schoten begroet wierd. Ik +had het genoegen, om onder de Officiers mynen ouden Hoog-Bootsman, +den Vaandrig HESSELING, te vinden, dien wy aan de Helder hadden +agtergelaten, aan de kinderziekte gevaarlyk ziek leggende, wanneer wy +uit Texel zeilden. Deeze jongman, die tans met den rang van tweeden +Lieutenant by ons was, was zedert zyne herstelling aller ongelukkigst +geweest. Zyne reize naar Surinamen hebbende willen voortzetten, +ging hy aan boord van een schip, het welk in de baay van Biscaije +eenen storm beliep, en na kaap Finisterre te zyn voorby gezeild, zyne +gangen en roer verloor: dit zelfde schip verloor vervolgens ook nog zyn +fokke-mast en steng. In deezen kommerlyken staat, en geen wind genoeg +hebbende, om Lissabon te bereiken, was hy verpligt het op Plymouth +aan te zetten. Van daar begaf zig de heer HESSELING aan boord van +eene kleine sloep, met kolen geladen, en waar op hy niet gelukkiger +was; want door onachtzaamheid van den schipper, stootte dit schip op +rotzen, waar door de kiel los geraakte, en het schip dadelyk zonk. De +heer HESSELING had echter, eer de sloep verging, den tyd om zyn maal +te openen, en 'er zyn linnen, en eenige der noodzakelykste goederen +uit te nemen, vervolgens ging hy in een slecht vaartuig over, en kwam +eindelyk te Brest aan. Hy ging aldaar spoedig scheep naar Amsterdam +op een Hollandsch schip, waar van de schipper niet veel bekwaamer dan +de voorgaande was, en zyn schip op het drooge liet loopen, alwaar het +byna aan stukken stootte. De heer HESSELING kwam nochtans gezond en +behouden te Texel aan, alwaar hy tweemaalen te vergeefs moeite deed, +om zig naar Zuid-America in te schepen. Hy slaagde eindelyk daar in, +en op zynen tocht had hy zulk een zwaaren storm, dat alle de sloepen, +schapen, varkens en gevogelte door de zee verzwolgen wierden. + +By het aankomen van dit nieuw krygsvolk, noodigde de Colonel FOURGEOUD +de Officiers op het middagmaal, en deed hun niets anders dan gezouten +ossen- en varkens-vleesch, en oude erweten, voorzetten. Ik had de eer, +om mede aan deezen disch te zitten, en het vermaakte my zeer te zien, +met hoe veel verwondering de Colonel en zyne tafel door de gasten +wierd aangekeken. Des avonds geleidden wy hen naar den Schouwburg, +alwaar men den dood van CESAR, en CRISPYN den Doctor, vertoonde: het +eerste van deeze stukken wierd gespeeld op eene manier, die zoo wel +als het tweede deed lagchen. Des anderen daags hield de Gouverneur ons +des middags en des avonds ten eeten. Zyne tafel schitterde van rykdom +en pracht. Onze nieuwe medgezellen waren over deeze kostbaarheid zoo +zeer verwonderd, als zy het des avonds te vooren over de karigheid +van den Colonel geweest waren. + +Op deeze maaltyd eenige ingelegde vruchten, waar onder de guava was, +ontmoet hebbende, zal ik deeze gelegenheid waarnemen, om 'er iets +van te zeggen. De Guava-boom, die deeze vrucht voortbrengt, groeit +tot de hoogte van vier-en-twintig voeten. Deszelfs schors is van een +heldere kleur, en het hout tusschen beiden; maar de vrucht, die geel +en eyrond is, en ten naasten by de grootte van een renet-appel heeft, +bevat een roodachtig vleesch, vol kleine zaden of korrels. Dit vleesch +is van een zeer zoeten smaak, en men kan het rauw eeten; men maakt +'er ingelegde geley van, die ongemeen lekker is. 'Er zyn tweërleije +zoorten van guavas: de zoetsten bevatten het minste zaad. + +Den 3den February wierd het krygsvolk, het welk ontscheept was, naar +het bovenste gedeelte van de Commewyne gezonden, om zig aldaar neder +te slaan. Ik spreek egter alleenlyk van de soldaten, want de meeste +Officiers bleven, om een festyn aan het huis van den heer MARCELLUS +by te woonen. Deeze Colonist, om aan de maaltyd luister by te zetten, +deed door een half douzyn Negers op trompetten en jagthoorns blazen, +tot dat eindelyk het geheele gezelschap door dit geraas verdoofd was. + +Den 6den, ontfing de geheele krygsbende, zonder onderscheid, +bevel om Paramaribo te verlaten, en op den Maagdenberg, aan de +Tempaty-Kreek gelegen, dicht by dat gedeelte van de Commewyne, +werwaarts men, den 3den, de nieuw aangekomene manschappen gezonden +had, te gaan legeren. Dienvolgende alles tot een vierden veldtocht +hebbende gereed gemaakt, nam ik afscheid van myne kleine familie, +en van myne vrienden, en ik ging naar den oever, alwaar ik my in +het zelfde vaartuig, als de Colonel SEYBOURG, moest inschepen: maar +deeze, te onrecht vooronderstellende, dat het krygsvolk, met hem +uit Holland gekomen, eene bende uitmaakte, van die van den Colonel +FOURGEOUD afgescheiden, gaf last aan de Negers om voort te roeijen, +op het oogenblik, dat ik niet verder dan een pistoolschoot van hem +afwas, en liet my, ten uitersten daar over verwonderd, aan den wal +staan. Ik wist, dat de Colonel FOURGEOUD gezworen had, dat hy deezen +Officier tot gehoorzaamheid zoude noodzaken, zoo wel als den jongsten +Vaandrig van het Regiment, en daar in had hy volmaakt gelyk. Een +ander vaartuig genomen hebbende, haalde ik den Colonel SEYBOURG in, +die over deeze myne daad zeer verwonderd scheen, en wy kwamen te +gelyker tyd op de Plantagie Vossenburg, aan de Commewyne. Des anderen +daags bereikten wy de Plantagie Arentslust, na de zwaare vaartuigen, +die den 3den Paramaribo verlaten hadden, te hebben agtergelaten. Den +10den, kwamen wy aan de Hoop, alwaar ik bevorens verscheiden maanden +had doorgebragt. Ik voege hier by eene afteekening van het gezicht +deezer Plantagie, en van den post Klarenbeek, alwaar ons Hospitaal +steeds bleef. De Colonel FOURGEOUD vertrok ook den zelfden dag als wy, +en sliep op Wajampibo. + +Den 11den, kwamen wy op de Plantagie Crawassibo, alwaar wy den +nacht doorbragten. De Opzigter van deeze Plantagie dreef aldaar +zyne onbeschoftheid tot die hoogte, dat ik, die reeds tegen al dit +zoort van lieden was vooringenomen, hem een frisschen vuistslag in +'t aangezicht gaf. Hy rekende zig daar door zoo beledigd, dat, schoon +hy vry wat bloedde, hy zig met een enkelen Neger in een kano begaf, en +in dien staat te middernacht op 't alleronverwagtst voor den Colonel +FOURGEOUD verscheen, die in plaats van zyne klagten te beantwoorden, +hem al vloekende wegjoeg. + +Den 12den kwamen wy op Maagdenberg, te weten, de Colonel FOURGEOUD, +de Officiers en de vaartuigen met zee-soldaten beladen. Zedert dat wy +de Hoop verlaten hadden, wierden de Plantagiën zeldzaamer, en na dat +wy die van Goed-Accord, welke tien of twaalf mylen verder ligt, voor +by waren, zagen wy geene bebouwde landen meer. De muitelingen hadden, +zoo als ik reeds gezegd heb, alle de Plantagiën, die hooger op lagen, +verwoest, uitgenomen eene kleine bezitting, zoo ik meen, Jacob genoemd, +alwaar men Negers hield, om hout te hakken. De Rivier word boven +Goed-Accord zeer naauw, en is van wederzyden door ondoordringbaare +heesterstruiken bezet, even als de Cottica, tusschen Devil's Harwar +en de Patamaca-Kreek. De Tempaty-Kreek, welke men als den oorsprong +van de Commewyne kan aanmerken, vernaauwde zig op gelyke wyze zeer +sterk. Maagdenberg, liggende honderd mylen van Paramaribo, was voor +deezen eene Plantagie; maar 'er zyn aldaar geene andere overblyfzels +van bebouwing, dan een oude oranje-boom: deeze plaats geeft thans +niets meerder dan een dor en woest gezicht. + +Wy zagen hier en daar kleine schelpen verspreid, die het voorkomen +hadden van die geene, welke men de moeder der peerlen noemt, en ten +naasten by zoo groot waren als een Engelsche, schelling. Men vindt +in verscheiden gedeelten der Volkplanting van Surinamen, voetstappen +van bergwerken en mineraalen. De yzer-mynen zyn 'er gemeen; en ik +twyffel niet of men zoude 'er ook goud en zilver ontdekken, indien +de Hollanders 'er de noodige kosten toe wilden doen, en daar toe +onvermoeid lieten arbeiden. Ik heb reeds gesproken van den diamant +van Maroni, en van de roode en witte agaat, in het bovenste gedeelte +der Rivier van Surinamen. + +De lucht was zuiverder en frisscher, en gevolgelyk veel gezonder op +Maagdenberg, dan in eenig ander gedeelte deezer Volkplanting. + +Den 17den, vernamen wy, dat het transportschip de Maria Helena, +hebbende twee andere divisiën van honderd twintig mannen aan boord, +onder bevel van den Capitain HAMEL, den 14den deezer maand in de +Rivier Surinamen mede was binnen geloopen: dus bestond de geheele +versterking in twee honderd en veertig man, die den 3den Maart in +vaartuigen op Maagdenberg aankwamen, alwaar de geheele krygsmagt van +den Colonel FOURGEOUD zig toen by den anderen bevond. Den zelfden dag +kwamen 'er ook honderd Negerslaven aan, die bestemd waren om op onzen +tocht de pakken te dragen. Een van deeze Negers aan boord van één der +vaartuigen vermist wordende, wierd de bevelhebbende Officier, genaamd +CHATEAUVIEUX, en een schildwacht, welken men met bloed besmet vond, +in arrest genomen, om als beschuldigden van eene moord gevonnisd +te worden. Deezen zelfden dag hadden twee van onze Capitains een +tweegevecht, en één van hun wierd aan het voorhoofd gewond. + +Den 13den, vond een vaartuig, met mondbehoeften geladen, van Paramaribo +komende, den Neger, die den 5den vermist was; hy lag aan den waterkant +in de heesterstruiken, zynde in de strot gestoken, maar nog levend, +vermits de steek de lugt-ader niet geraakt had. Het vaartuig nam +deezen ongelukkigen op, en bragt hem te Maagdenberg, alwaar door een +bekwaam Heelmeester, den heer KNOLLAERT, de wond wierd toegenaait, +en deeze man op eene wonderbaarlyke wyze herstelde, schoon hy negen +dagen zonder voedzel en zonder hulp gebleven was, in zyn bloed badende. + +In de daar aan volgende week verloor ik byna door een toeval het +leven. Zie hier de zaak. De Colonel FOURGEOUD gebruikte twee Negers +van de Plantagie Goed-Accord, om voor hem te jagen en te visschen. Een +van hun, PHILANDER genaamd, stelde my voor, om hen in de bosschen +te vergezellen, alwaar wy eenige pingos, of eenige powesas zouden +kunnen ontmoeten; maar wy hadden nog geen twee mylen afgelegd, of wy +wierden door eenen geweldigen slagregen overvallen, die ons noodzaakte +om dit ontwerp te laten varen, en op den hoek lands, Jacob genaamd, +de wyk te nemen. Om daar te komen, moesten wy een moeras doorwaden, +zoo diep dat wy het water tot onder de armen hadden. PHILANDER +(de schoonste manspersoon, dien ik immer gezien heb,) begaf zig tot +zwemmen, en zyn medgezel van gelyken. Zy kliefden het water alleenlyk +met de eene hand; met de andere hielden zy hunne jagt-geweeren in +de hoogte. Zy noodigden my om hen daar te volgen, zoo als ik ook +deed, niets anders dan myn borstrok en broek aan hebbende; maar +na het maken van eenige bewegingen, zonk ik met myn snaphaan naar +den grond. Ik liet hem daar, en weder boven water komende, verzogt +ik PHILANDER te duikelen, en den snaphaan van den grond te haalen; +toen lag hy de zyne op een Palmiet boom, en haalde vervolgens de myne +zonder moeite. Op dit oogenblik hoorden wy een donderende stem uit +het midden der doornstruiken roepen:--"qui somma datty? en door een +ander, Souto, Souto da BONNY kiry da dago? Wie is daar? geef vuur! 't +is BONNY! slaat den schelm dood!" Ons oprichtende, zagen wy vyf of +zes snaphaanen, op eenen korten afstand op ons aangelegd. Ik duikte +dadelyk onder water; maar PHILANDER geantwoord hebbende, dat wy tot +den post van Maagdenberg behoorden, veroorloofde men ons, om één +voor één naar de Plantagie Jacob te gaan. Zy, die ons gezien hadden, +waren Neger-slaven, die in 't water hoorende roeren, naar den kant, +van waar dit gerucht kwam, keeken, en drie gewapende mannen in het +moeras ontdekten. Zy geloofden, dat het de muitelingen waren, die +voorwaarts trokken, onder geleide van BONNY zelven, voor wien zy my +aanzagen, om dat ik byna naakt, en myn lichaam door de zon verbrand +was; myne hairen, die kort en gekruld waren, deeden my naar eenen +Mulat gelyken. Na een weinig rhum gedronken, en onze kleederen voor +een goed vuur gedroogd te hebben, keerde men naar Maagdenberg te rug, +alwaar men my geluk wenschte met aan dit gevaar ontsnapt te zyn. + +De Colonel FOURGEOUD toen van eene versterking van versche manschappen +voorzien zynde, deed, den 9den, alle zyne verminkten naar Holland +inschepen. Myn vriend HENEMAN vertrok ook, den 6den February, naar +dit zelfde Land, in eenen aller elendigsten staat. + +Op den zelfden bodem, als deeze jongman, bevonden zig verscheide +andere Officiers, die gedwongen waren te vertrekken, niet door +ziekte, maar door afkeer en mismoedigheid, welke de onrechtmatige +behandeling van den Colonel, die, zoo als ik op het einde van het +tiende hooftstuk gezegd heb, hunne bevordering had tegengehouden, +aan hun veroorzaakte. Zy hadden gezien, dat jongelingen, die nog +ter school gingen, wanneer zy zelven in 't jaar 1772 reeds in dienst +der Volkplanting waren, aan hun wierden voorgetrokken. Die geenen, +welken de Colonel, den 6den December 1774, in arrest had doen zetten, +om in Holland gevonnisd te worden, wierden op het zelfde schip +gebragt. Dit schip was niets anders dan een hospitaal, maar zeer +slecht van ververschingen voorzien. + +Den 21sten, deed de Colonel met genoegen de monstering van zyn +klein leger, en het smertte my zeer de Neger-Jagers daar niet by te +zien. De eerste zorge van den Bevelhebber was vervolgens, om eene wacht +aftezenden, tot het bespieden der omleggende streeken van zyne nieuwe +legerplaats, en ik had de eer daar toe te behooren. Geduurende deezen +kleinen tocht viel 'er niets merkwaardigs voor, dan het ontmoeten van +eene groote meenigte Coïatas (quoata in Guiana, quatto in Surinamen, +chameck in Peru genaamd) zynde een zoort van aapen, die zeer veel +opmerking verdienen, uit hoofde van hunne overëenkomst met den mensch, +eene hoedanigheid, welke ik niet met stilzwygen mag voorby gaan. Op +zekeren avond met mynen kleinen QUACO buiten de legerplaats wandelende, +naderden deeze aapen van zeer naby, om ons te bekyken, en zy wierpen +kleine stukjens hout, en hunne vuiligheid naar ons toe. Wy bleven +staan, en ik konde hen gemakkelyk waarnemen. De Coïata is zeer groot, +en zyne staart ongemeen lang. Zyne armen en beenen zyn met lange zwarte +hairen bedekt, het welk een zeer onaangenaam gezicht maakt. De huid +van zyn aangezicht is rood, en zonder hair, de oogen zyn ingedoken, +en ten dien opzigte gelykt hy niet kwalyk naar een oud Indiaansch +wyf. Zyne ooren zyn kort; zyne handen of voorpooten hebben vier +vingeren en geene duimen; maar de agterpooten hebben vyf toonen, allen +met zwarte nagels. Het uiteinde van zyne staart is krulswyze gedraait; +zy is zonder hair en eeltachtig, vermits hy 'er dikwils gebruik van +maakt, om aan de takken der boomen te blyven hangen, en dan dient zy +hem tot een vyfde lid. De gezwindheid, waar mede de Coïata van de +eene boom op de andere overgaat, is wonderbaarlyk; maar ik heb hem +niet zien springen. Het schynt, dat deeze eigenzinnigheid, om kleine +stukjens hout, en vuiligheid te werpen, slechts eene naarbootzing van +de bewegingen der menschen is; want hy doet het altyd in 't wild, en +heeft de behendigheid noch kragt niet, die 'er noodig zyn, om het door +hem gemikte voorwerp te raken; en zoo dat al gebeurt, het is by louter +toeval. Maar in de Coïata is dit zeer merkwaardig, dat zoo dra hy door +een snaphaanschoot of pyl gewond is, hy aanstonds zyn poot op de wonde +legt, zyn bloed ziet vloeijen, en met behulp van zyne medemakkers, +boven op den boom klimt, een droevig geschreeuw makende. Hy maakt +zig aldaar met de staart aan een tak vast; en gaat voort zyn lot +te betreuren, tot dat hy, door het verlies van zyn bloed verzwakt, +voor de voeten van zynen vyand dood nedervalt. [9] + +Het is niet verwonderlyk, dat deeze aap, wanneer hy gewond is, door +de dieren van zyn zoort geholpen word, om op den top van eenen boom +te klimmen; maar dat zy kennis genoeg van de kruidkunde hebben zouden, +om de wond-planten uit te zoeken, te kaauwen, en op den wond te leggen, +dit is iets het geen ik niet gelooven kan, schoon zeker reiziger het +nog onlangs verzekerd heeft. Betreffende de hulp, welke zy elkander +toebrengen, om over een Rivier te komen, en die daar in bestaat, +dat zy de staart van den één aan den ander vastbinden, tot dat de +laatste van de reije zig van boven van een tak van een boom geworpen +heeft, hoe groote achting ik ook heb voor ULLOA, die dit verhaalt, +en die zulks in eene plaat vertoond heeft, durve ik echter, dewyl hy +'er geen ooggetuige van geweest is, hier aan twyffelen, en zelfs aan +hem, die beweert het zelve gezien te hebben. [10] + +Ik moet ook nog spreken van een anderen aap, dien ik by den Colonel +FOURGEOUD zag, en wien men in Surinamen den naam van Wanacoe +geeft. Hy is met lange zwarte hairen bedekt, even als de Coïata, +maar zyne ledematen zyn veel korter, hairachtiger, en zyn aangezicht +is van eene vuile witte kleur: deeze aap is de eenige van zyn zoort, +die voor geen maatschappelyk leven is; men vindt hem altoos alleen. Dit +eenzaam dier word door de aapen van andere zoorten zoo veracht, dat zy +hem by aanhoudenheid slaan, en hem zyn voedzel ontsteelen; hy is al te +langzaam om hun te ontsnappen, en al te lafhartig, om hen te bevechten. + +De Saki-winki is de kleinste van de aapen met lange hairen, en +misschien van die van Guiana, zoo niet van de geheele weereld; want +hy is niet veel grooter dan een Noorweegsche rot. + +Deeze aap is een allerliefst diertje, hebbende gekruld en zwart grys +hair, een aangezicht van eene witte kleur, en zeer schitterende +oogen. Zyne ooren zyn breed en kaal, maar weinig zichtbaar, zynde +bedekt door een baard, die hem rondom het aangezicht groeit; zyne +pooten gelyken naar die van een eekhoorntje; zyne staart is dik en +met ringen. Hy is zoo vatbaar voor de koude, dat men hem naauwlyks +levendig in Europa brengen kan, en dat hy, aldaar aankomende, gaat +kwynen en sterft. De Hollanders noemen hem chagryntje, om dat hy +zig ligtelyk aan treurigheid overgeeft. Ik heb de groote Coaïta, +en de kleine Saki-winki op de nevensstaande plaat afgeteekend, ten +einde myn penceel de onvolmaaktheid van myne pen mogt aanvullen. + +By myne te rug komst op Maagdenberg, wierd ik door eenen zwaaren boom, +die van ouderdom voor myne voeten nederviel, byna verpletterd. Dit +toeval gebeurt in de bosschen van Guiana meenigmaal, en zelfs wierden +twee of drie zeesoldaten op die wyze, maar ligtelyk, gewond. Geduurende +al den tyd, dat onze ronde duurde, hadden wy veel regen, en doorwaadden +eene kleine Kreek. Wy hakten een palmboom om, die aan den waterkant +stond; hy viel aan de andere zyde over, en diende ons alzoo tot +een brug. + +Te rug gekomen zynde, ging ik den ongelukkigen Neger bezoeken, dien +men met een steek in de strot gevonden had, en die op dit oogenblik vry +wel hersteld, en in staat was, om te kunnen spreken. Hy verklaarde my, +dat hy zig zelf zoodanig verminkt had. Ingevolge deeze verklaaring, +wierden de Officier en de schildwacht, welken men verdacht gehouden +had, oogenblikkelyk weder in vryheid gesteld. Ik vroeg deezen man, +welke reden hem had kunnen bewegen, om zig zelven te willen van kant +maken? Hy antwoordde my:--Geene hoe genaamd. + +"Ik heb, zeide hy my, ik heb den besten meester, en de beste +meesteresse van de weereld; ik heb eene familie, welke ik bemin, en +die my bemint. Ik had den geheelen nacht, tot vier uuren des morgens, +sterk geslapen, toen ik, ontwakende, het mes nam, om met de punt myne +tanden schoon te maken, en op 't oogenblik stak ik my in den strot, +zonder te weten waarom. Een oogenblik daar na had ik berouw over 't +geen ik gedaan had. Ik stond toen uit myne hangmat op, en ging in de +kano, om my te wasschen, en de wond, zoo mogelyk, toe te maken. Gebukt +hebbende, om water te scheppen, en by aanhoudenheid veel bloed kwyt +raakende, stortte ik in eene flaauwte, en viel in de Rivier. Toen +had ik geen kracht meer, om my op te richten, noch zelfs om hulp te +roepen. Echter gelukte het my, na veele pogingen, den oever der Rivier +te bereiken, alwaar ik op nieuw flaauw viel, en alleen bleef leggen, +tot op het oogenblik, dat het vaartuig, het welk naat Maagdenberg +ging, my aan boord nam. In al dien tusschentyd, die negen dagen duurde, +bleef ik volkomen by myne kennis, en zag een Ouarini, (mier-eeter,) die +aan het bedorven bloed, het welk ik rondom den hals had, kwam ruiken; +maar ik maakte eenige beweging, en hy keerde naar het bosch te rug". + +Ik gaf aan deezen ongelukkigen eenige beschuit, welke men my van +Paramaribo gezonden had; ik voegde 'er een groote calebas vol garst +by, om soup voor hem te maken, en een fles wyn. Deeze Neger scheen +my toe omtrent zestig jaaren oud te zyn. + +Ik ontfing op dit tydstip, en met moeite, eenen brief van den heer +KENNEDY, die zig gereed maakte, om naar Holland in te schepen, +en my verzocht, om mynen kleinen QUACO naar zyne Plantagie te rug +te zenden; het geen ik oogenblikkelyk deed, aan deezen jongen slaaf +eenen brief medegevende, waar by ik aan zynen meester een aanbod deed, +om denzelven van hem te koopen, zoo dra het in myne macht zoude zyn, +om 'er hem den koopprys voor te betaalen. + +Den 2den April gaf de Colonel FOURGEOUD aan alle de zieken, die in de +Volkplanting gebleven waren, bevel, om zig naar Maagdenberg te begeven, +alwaar hy een hospitaal en een groot Magazyn voor de mondbehoeften +liet oprichten. Dus kwamen alle de verminkten van Klarenbeek alhier +aan, vergezeld van heelmeesters, apothecars, derzelver knechts, +enz. De lucht was in de daad, zoo als ik hier boven heb aangemerkt, +op deeze hoogte beter, dan ergens elders. De Colonel was op dit +oogenblik in een zeer kwaden luim, en mishandelde vriend en vyand, +zonder onderscheid. Hy zwoer, dat geen krygsman, onder zyn bevel +staande, van den dienst ontheven zoude worden, indien hy slechts op +zyne beenen staan konde. Byna te gelyker tyd zond men eene aanzienlyke +krygsbende naar de Plantagie Brouyingsbourg, aan de Commewyne, alwaar +men voor eenen opstand beducht was, om dat de Negers geweigerd hadden +des Sondags te werken: men dwong 'er hen echter door zweepslagen toe. + +Wy waren in het midden van het regen-saisoen, het welk den Bevelhebber +niet wederhield, om ons zyn oogmerk tot het doorkruissen der bosschen +te verklaaren; en dienvolgende gaf hy last, ten einde twee sterke +kolommen des anderen daags zouden optrekken. + +De reden, die hem bewoog, om zulk een gevaarlyk jaargetyde te +verkiezen, bestond hier in, dat indien het hem nu gelukte de +muitelingen te doen verhuizen, hy hen tot hongersnood zoude doen +vervallen, het geen in het saisoen van droogte, wanneer de bosschen +van allerleije zoort van vruchten en wortelen rykelyk voorzien zyn, +niet geschieden konde. Dit was echter, naar myn inzien, eene verkeerde +rekening; want men moest ook in 't oog houden, welke verwoestingen zulk +een ongezond jaargetyde, het welk twintig van onze soldaten tegen éénen +muiteling zoude doen omkomen, onder ons krygsvolk stond aan te rechten. + +De Colonel was van een zeer sterk gestel, en hy had byna zyn geheele +leven in de oeffeningen der jagt doorgebragt. By deeze gave der +natuur voegde hy eene andere, de gematigdheid, en voorts gebruikte +hy dagelyks zynen geneesdrank. + +Zyne geheele kleeding bestond in een overrok, waar in zyn degen door +een knoopsgat doorging. Op zyn hoofd droeg hy een catoene muts, +met een witte hoed 'er op. In zyn hand hield hy een rotting, maar +zelden droeg hy zyn snaphaan of pistolen. Ik heb hem wel gezien, +zeer slecht gekleed en blootsvoets, als de gemeenste soldaat. + +Den 3den April, des morgens ten zes uuren, trokken de twee colommen op +weg, de eene onder bevel van den Colonel FOURGEOUD, de andere van den +Colonel SEYBOURG; ik had de eer tot de eerste te behooren. Onze arme +soldaten waren verschrikkelyk beladen; zy hadden bevel ontfangen, om +hunne snaphanen in hun knapzak te steeken, den mond derzelve alleen +uitgezonderd: dit geschiedde, om hun geweer voor de stortregens +te beveiligen. Wy trokken zuidoost-waarts langs de oevers van de +Tempaty-Kreek, en wel dra ontmoetten wy moerassen, waar in wy tot +over de kniën door 't water gingen. + +Geduurende den tocht van den eersten dag, ontmoetten wy eenige fraaije +eekhoorntjes, van welke dieren in dit Land verscheide zoorten zyn. Die +wy zagen, waren bruin, den buik wit, en de staart een weinig dik; +zy waaren zoo groot niet, als die in Europa. Men vindt 'er in Guiana, +die wit zyn, met roode oogen; 'er zyn 'er ook die vliegen. Men weet, +dat de laatstgemelde geene vlerken hebben, maar dat een vlies, een +gedeelte van hunne huid uitmakende, van wederzyden tusschen de voor- +en agter-pooten geplaatst, hun daar voor dient. Deeze huid, wanneer +zy springen, spreidt zig uit als de vlerk van een vledermuis; door +dit middel vliegen deeze dieren door de lucht tot eenen zeer verren +afstand. + +Des anderen daags, den 4den April, vervolgden wy onzen tocht +zuidoost-waarts, tot twee uuren toe; maar vervolgens namen wy onzen +weg ten zuid-zuidwesten. + +Deezen dag trokken wy voorby eenige hoopen fraay werkhout, het +welk op den grond lag te verrotten zedert het jaar 1757, wanneer de +Plantagiën door de Neger-slaven, die toen in opstand geraakt waren, +waren vernield geworden. Onder dit hout ontdekte ik, dat van den rood- +of purper-hout boom, van den yzer-hout boom, en van de bourracourra. + +De purper-hout boom groeit zomtyds tot de hoogte van veertig voeten, +en heeft een stam van eene geëvenredigde dikte. Zyn schors is bruin en +glad; zyn hout is van eene fraaije purper kleur, en van eene aangenaame +reuk. Men waardeert hem zeer, uit hoofde van deszelfs vastheid. + +De yzer-hout boom, aldus van wegen deszelfs hardheid genoemd, verheft +zig byna tot de hoogte van zestig voeten. Zyn schors heeft eene heldere +kleur. De Indianen en Europeanen maken veel werk van deszelfs hout, +om dat het zoo hard en in één gedrongen is, dat het zelfs de byl +wederstaat, en voor eene zeer schitterende gladheid vatbaar is: +in het water gaat het te niet. + +De bourracourra verheft zig tot de hoogte van dertig of veertig +voeten; maar hy is niet zeer dik, en zyn schors is rood. Het hart +alleen van dit hout is goed; maar wanneer men 'er het spint afneemt, +is deszelfs middellyn merkelyk verkleind. Intusschen is het zoo +wel fraay als nuttig, zynde van een zeer fyne karmosyn-kleur, met +onregelmatige en zwarte moesjes gevlakt, waarom de Franschen 'er +den naam van letterhout aan gegeven hebben. Het is in één gedrongen, +vast, en hard, schoon een weinig tot breken geneigd, en het neemt ook +den schitterendsten glans aan. Het letterhout is zeldzaam in Guiana; +maar de twee eerstgemelde zoorten zyn 'er in meerder overvloed, en +groeien op de hooge gronden. Men vindt in dit Land ook ebbenhout. De +boomen van hard hout, tot planken voor de suiker-molens gezaagd, worden +voornamelyk verzonden naar de Engelsche Eilanden in de West-Indiën; +men verkoopt dezelve zeer duur. + +Het bevel tot den tocht op den 5den gegeven zynde, vouwden wy onze +hangmatten op, en wy trokken ten zuid-zuid-oosten, vervolgens ten +zuid-oosten, door gevaarlyke en diepe moerassen, alwaar wy tot aan de +borst toe door het water gingen, en de regen viel als met bakken van +den hemel. In deeze elendige gesteldheid, hadden wy eene onaangenaame +ontmoeting, niet door de muitelingen veroorzaakt, maar door een hoop +groote aapen, die wy vervolgens boven in de boomen vernamen, Zy sloegen +een zoort van noten tegen de takken, om 'er de pit uit te haalen; het +geen zy met eene groote regelmatigheid deeden, laatende tusschen elken +slag eene tusschenpoozing van tyd verloopen. Sommigen van hun wierpen +van die noten naar ons toe; en zelfs bekwam één van onze soldaaten +daar door een gat in 't hoofd. Het geraas, het welk deeze aapen by +het breken van die noten maakten, had ons in de gedachten gebragt, dat +het de muitelingen waren, die in het bosch, met een byl hout hakten. + +Des avonds sloegen wy ons neder by de Tempaty-Kreek. Wy ontstaken op +deeze plaats groote vuuren, en bouwden aldaar vry goede hutten: dus +bragten wy deezen nacht door, beveiligd voor de vochtigheid. Wy vonden +hier het beste water, het welk ik immer gedronken heb; en ik zag op +de legerplaats twee merkwaardige hagedissen, dragende in dit Land den +naam, de één van bosduivel, en de andere agama. De eerste is klein en +leelyk, en van eene zeer hoog bruine, of zelfs zwartachtige kleur. Hy +klimt op de boomen, en koomt met eene ongelooflyke schielykheid weder +naar beneden; hy heeft geene schubben; zyn kop is breed, en men zegt, +dat hy byt, het geen de hagedissen anders niet gewoon zyn. De tweede +heeft ook den naam van de Mexicaansche Kameleon. Hy is ongemeen schoon, +en even als alle anderen van dit zoort, bezit hy het vermogen om +van kleur te veranderen; maar geen tyd gehad hebbende, om hem met +aandacht te onderzoeken, kan ik van zynen aart en hoedanigheden +niets meer zeggen. In Surinamen is ook nog een zoort van Hagedis, +bekend onder den naam van Salamander; maar ik heb hem nooit gezien. + +Den 6den, vervolgden wy onzen tocht, nemende den weg westwaarts tot +den middag toe. De regen viel steeds geweldig, en wy liepen door het +water. Op het gemelde uur, veranderden wy onzen weg, om noordwaarts +te gaan, en wy trokken langs zeer hooge bergen, die, zoo als ten +minsten veelen vooronderstellen, in hunnen boezem schatten bevatten: + +"Rotsen met kostbaare gesteenten verrykt; bergen, waar op de +glinsterende aderen van schitterende mynstoffen blinken; die ketenen +vormt, boven den middaglyn in hoogte verheven; waar uit talryke beken +ontspringen, om over het gouden zand heen te rollen; ontzag verwekkende +bosschen, wier bladeren allerleije levendige kleuren vertoonen, die uwe +golfswyze toppen op een onmeetlyk toneel in evenwicht houdt. (THOMSON)" + +De twee hoogste bergen in het zuiden van America, zyn het Andische +gebergte, door de bewooners des Lands Chimborazo genoemd, het welk +zig twintig duizend vierhonderd zestig geometrische voeten boven de +oppervlakte der Zuid-zee verheft, en, schoon onder, den middellyn +gelegen, aanhoudend met sneeuw bedekt is, tot op den afstand van +vier duizend voeten beneden deszelfs kruin. De andere berg is die, +op het vallen van welken de Stad Quito gebouwd is; deszelfs hoogte is +negen duizend driehonderd zeventig voeten, en men rekent denzelven +voor het hoogste van alle bewoonde Landen in Zuid-America, zoo niet +in de geheele weereld. + +Den 7den, trokken wy al verder noordwaarts, over gebergten, van +welker kruin wy de verrukkelykste gezichten zagen. Wy ontdekten aldaar +een onmeetlyk en woest Land, geheel en al bedekt door een treffelyk +bosch, welks geboomte door eene verscheidenheid van schaduwen, en het +schitterendst groen veraangenaamde. Ik zag hier een houtsnip, die my +dezelfde kleur, als de Europeesche, scheen te hebben, maar langzaamer +vliegt; men verhaalde my egter, dat zy met eene ongelooflyke ligtheid +kan voortloopen. De Arnotta-boomen, welken ik vond, schoon in een +klein getal, trokken vooral myne aandacht naar zig, en ik heb 'er +een tak met de grootste naauwkeurigheid van afgeteekend. De Arnotta, +dien men ook den Roucou-boom noemt, en door de Indianen genoemd word +Cossowy, is veel eer een heestergewas, dan een boom, want hy groeit +slechts tot de hoogte van twaalf voeten. Deszelfs lange, smalle, +puntige, en beurtelings geschaarde bladeren, zyn aan de eene zyde +hooger groen, dan aan de andere, en door vezelen van eene roodachtig +bruine kleur verdeeld; de steel heeft ook de zelfde kleur. De bast +van de vrucht, naar een klein hoender-ei gelykende, is vol puntige +stekels, als de schel van een kastanjen: in 't begin heeft zy eene +fraaije roozen-kleur; en naar maate dat zy ryp word, verandert zy, +en krygt eene donker bruine kleur; als dan gaat zy van zelve open, +en vertoont een vleesch van eene fraaie karmozyn kleur, waar in zwart +zaad zit, even als druiven korrelen. Toen ik van de inboorlingen, of +Indianen van Guiana sprak, heb ik het gebruik, beschreven, waar toe +hun de Arnotta dient. In de afbeelding, welke ik den lezer aanbiede, +beteekent de letter A, het blad van boven; de letter B, het blad +naar beneden; de letter C, de bast der vrucht, eer dezelve ryp is; +de letter D, de rype schel, het vleesch vertoonende; de letter E, +het zwart zaad, door een gedeelte van het vleesch overdekt. Ik moet +hier aanmerken, dat de tak van den Roucou, door de beroemde Juffrouw +DE MERIAN afgeteekend, met alle die geene, welke ik gezien heb, weinig +overëenkoomt; en, het geen my zeer verwonderd heeft, zy verklaart, dat +dezelve door eenen boom van aanmerkelyke grootte word voortgebracht. + +Na, des avonds, eenen arm van de Mapany-Kreek doorwaad te hebben, +kwamen wy in onze legerplaats te Maagdenberg te rug. Veelen van +onze Officiers waren zoo kwalyk gesteld, dat zy door Negers in hunne +hangmatten gedragen moesten worden; anderen bevonden zig zoo zwak, +dat zy met moeite staan konden; maar het klagen was loutere dwaasheid; +men moest bezwyken en sterven. Ik was geduurende deezen tocht zeer +gelukkig; want ik vermoeide my niet, en ondervond geene kwaade +behandeling van den Bevelhebber. De tweede kolom kwam des anderen +daags aan; zy had, zoo min als wy, eenigen vyand ontmoet. + +Myn kleine QUACO kwam, den 29sten, van Paramaribo te rug. De heer +KENNEDY verkogt hem my, voor eene somme van 500 Hollandsche guldens, +die, met eenige kosten, ten naasten by 50 ponden sterling bedraagen, +tot welker betaaling de Colonel FOURGEOUD de beleefdheid had my een +order briefje op den waarneemer zyner zaaken te geven. Ik was verrukt +van eenen zoo getrouwen dienaar in eigendom verkregen te hebben; en +deeze gebeurtenis verdubbelde myn ongeduld, om het verlangd oogenblik +te zien, dat ik myne geliefde JOANNA, en mynen zoon, van wier eigenaar +ik nog geen antwoord ontfangen had, zoude kunnen vry koopen. + +Terwyl wy op Maagdenberg waren, bood een Neger my eene fraaie Kapel +aan, welke ik met alle mogelyke naauwkeurigheid afteekende. In de +verzameling van Mejuffrouw DE MERIAN heb ik dezelfde gezien, alwaar +die zeer slecht gekleurd is. De myne was van een zeer dof blaauwe +kleur, hellende naar het groen, en geheel bedekt met moesjes, even +als een paauwen-veder; op elke vlerk had dezelve een vlak van eene +bleek geele, en van onderen eene purper karmozyn kleur. De rups van +deeze kapel is geel en bruin, met agt hoornen op den kop en twee op +de staart.--Byna te gelyker tyd kwam de Capitain FREDERIK van eenen +tocht in de bosschen te rug. Een van zyne Corporaals was by het +oversteeken van een Kreek verdronken. Het is niet zeldzaam, dat in +dusdanig geval iemand in het water valt, maar doorgaans haalt men hem, +wien zulk een ongeluk wedervaart, in tyds 'er uit. Dit was het lot +niet van deezen ongelukkigen, die met al zyn reistuig oogenblikkelyk +naar den grond zonk. + +Een ander Neger bragt my ook een kookzel van groegroe, zoo als men +het in Surinamen noemt, en zynde van Palmboom-wormen toebereid. Het +zyn groote zwarte koorn-wormen, die hunne eieren in het merg van +afgekapte of afgebrokene Palmboomen nederleggende, dezelven alzoo doen +geboren worden. Deeze wormen hebben de gedaante en grootte van een +menschenduim. Welk walgelyk voorkomen zy ook hebben mogen, eeten 'er +verscheiden lieden met smaak van, en men verkoopt ze ten allen tyde +te Paramaribo: men bakt ze in de pan met boter en een weinig zout; +of men braad ze, en rygt ze aan kleine houte pinnen. Zy hebben een +smaak, uit dien van alle Indiaansche speceryen, als de muscaat-nooten, +kruid-nagelen, kaneel, enz. zaamgesteld. De Palmboomen, die beginnen +te verrotten, leveren dit zoort van wormen op; maar allen hebben zy +dezelfde grootte niet. De eene en andere hebben eene bleeke geele +kleur, meteen zwarte kop; de Indianen en Negers noemen dezelven +toecoema. + +Den 16den, deed men een hoop krygsvolk naar la Rochelle, aan de +Patamaca, vertrekken. Des anderen daags zond men een Capitain met +eenige soldaaten naar den post van de Hoop aan de Commewyne, om aldaar +alle de Plantagiën, aan de oevers deezer Rivier gelegen, te beschermen. + +Den zelfden dag zag men den ongelukkigen Neger, die den 5den Maart zig +in den strot gestoken had, en die tans van zyne wonden genezen was, +het bosch ingaan. Hy hield een mes in de hand, en deeze keer mislukte +hem zyn slag niet. Men liep hem na, maar vond hem dood. Zyn meester +berigtte ons, dat hy zedert eenigen tyd van maand tot maand pogingen +deed, om zig van kant te helpen. + +Den 17den, kwamen de manschappen, die naar den post van la Rochelle +afgezonden waren, van daar te rug; al het krygsvolk der Sociëteit +was daar ziek. + +De Colonel FOURGEOUD behandelde my in dit oogenblik met de grootste +beleefdheid. Op zyn verzoek zond ik hem, den 20sten verscheide +afteekeningen, die hem zelven en zyn krygsvolk verbeeldden, worstelende +tegen alle de moeielykheden, die zig elk oogenblik in onzen dienst +opdeeden; hy zeide my, dat zyn oogmerk was dezelve aan den Prins van +Oranje en aan de Staaten Generaal aan te bieden, om hun te doen zien, +wat zyn volk al in de bosschen van Guiana geleden had. + +Hy gaf my toen een verlof van veertien dagen, om naar de Stad te +gaan, en den heer KENNEDY goede reize te wenschen. Zynen goeden +luim niet willende laten verkoelen, verliet ik Maagdenberg binnen +'t uur, en maakte zoo veel haast, dat ik den 22sten te Paramaribo +aankwam. Ik vond myne kleine familie aldaar zeer welvarende. Op 't +oogenblik van myne aankomst, zond men my dezelve by den heer DELAMARRE; +maar geduurende myne afwezigheid, had dezelve het huis van den heer +LOLKENS niet verlaten, en was aldaar steeds met veel oplettenheid en +achting behandeld. + + + +ZEVENTIENDE HOOFTSTUK. + +Nieuwe wreedheden, nog onmenschelyker, dan alle de +voorige.--Verschillende zoorten van planten.--Papegaaijen en +Parkieten.--Surinaamsche Patrys.--Buitengewoone Insecten.--Geiten van +Guiana.--De Taïbo.--Verscheidene zoorten van visschen.--Groote sterfte +onder het krygsvolk, het welk zig op de posten aan de Tempaty-Kreek, +en de Commewyne bevond. + +Myn eerste bezoek leide ik by den heer KENNEDY af, en betaalde hem de +vyf honderd gulden, voor den koopprys van QUACO, die toen mynen vryen +eigendom was. By myn verblyf op Paramaribo wierd ik door eene koorts +aangetast, die echter slechts weinige dagen duurde. Den eersten Mey, +aan den oever der Rivier wandelende, vernam ik, dat 'er eene groote +meenigte volks voor het huis van Mevrouw S.... vergaderd was, alwaar ik +eene verschrikkelyke vertooning zag. Een ongelukkig Mulatten meisje was +'er het voorwerp van. Zy baadde in haar bloed. Men had haar op eene +wreedaartige wyze in den strot gestoken, en negen of tien steeken in +de borst op verschillende plaatsen gegeven. Men beweerde, dat dit het +gevolg was van de jaloersheid van dit helsche beest, Mevrouw S...., die +haaren man verdacht hield, dat hy op dit ongelukkig meisjen verliefd +was. Dit wangedrocht van een wyf heb ik reeds bevoorens aangehaald, +toen zy een onnoozel kind, welks geschrei haar hinderde, verdronken +had. Men beschuldigde haar zelfs van eene nog grootere wreedheid, +indien 'er grooter zyn konde! Op zekeren dag op haare Plantagie +komende, om aldaar eenige slaven, die in 't kort gekocht waren, te +bezigtigen, viel haar oog op eene Negerin van omtrent vyftien jaaren, +die de taal niet verstond. Bemerkende, dat deeze jonge dogter zeer +schoon was, dreef haare verfoeijelyke jaloersheid haar op 't oogenblik, +om dit meisjen met een gloeiend yzer, aan de wangen, den mond, en het +voorhoofd te mismaken; zy sneed haar ook de pees van Achilles aan één +haarer beenen af, en maakte haar alzoo tot een gedrocht van leelykheid. + +Eenige Negers deeden haar, by deeze gelegenheid, vertogen omtrent de +wreede straffen, welke zy dagelyks uitoeffende, en verzogten haar, om +haare slaven met meerder menschelykheid te behandelen. Men verhaalt, +dat Mevrouw S...., woedend kwaadaartig wordende, dadelyk aan een +ongelukkig slaven kind, zig aldaar bevindende, de herssens insloeg, +en vervolgens aan twee jonge Negers, die dit kind in den bloede +bestonden, en deeze schenddaad hadden willen beletten, het hoofd deed +afslaan. Toen zy de Plantagie verlaten had, wierden de beide hoofden +in een zyden doek gewonden, en door derzelver vrienden naar Paramaribo +gebragt, alwaar zy ze voor de voeten van den Gouverneur nederleiden, +en hem de volgende aanspraak deeden. + +"Zie hier, uwe Excellentie, het hoofd van mynen zoon, en zie hier dat +van zynen broeder, (op zynen makker wyzende,) welke onze meesteresse +heeft doen afhouwen, om dat zy één der moorden, die zy dagelyks begaat, +hadden willen voorkomen. Wy weten wel, dat, vermits wy slaven zyn, +men ons getuigenis niet aanneemt; maar indien deeze bloedende hoofden +voor een genoegzaam bewys verstrekken van het geen wy zeggen, smeeken +wy, dat de vernieuwing van dergelyke wreedheden moge belet worden: +wy zullen daar voor eeuwig dankbaar zyn, en met genoegen ons bloed +plengen voor het behoud van onzen meester, onze meesteresse, en van +de geheele Volkplanting." + +Men gaf deeze ongelukkigen ten antwoord, dat zy leugenaars waren, +en dat men hen veroordeelde, om op alle de straaten van Paramaribo +gegeesseld te worden. Dit onrechtvaardig vonnis wierd met de grootste +wreedheid ter uitvoer gebragt. + +De wetten deezer Volkplanting brengen mede, dat men aldaar nooit het +getuigenis van eenen Neger aanneemt. Indien by den moord, door my +verhaald, een blanke was tegenwoordig geweest, zoude zyn getuigenis +bestaanbaar geweest zyn; maar dan zou deeze afschuwelyke boosdoenster +vry geweest zyn met de betaaling eener boete van vyftig ponden sterling +voor elken doodslag.--Maar laat ons eindigen.--Myne ziel heeft een +weerzin, om nopens zulke onderwerpen breeder uit te wyden. + +Den 22sten Mey, volkomen hersteld zynde, verliet ik JOANNA, en mynen +zoon JOHNNY, aan wien ik dien naam by verkorting van den mynen gaf, +schoon echter de plechtigheid van den doop nog niet verrigt was. Zy +bleven beiden by mynen vriend, den heer DELAMARRE, en ik vertrok naar +Maagdenberg, in een overdekt vaartuig met zes roey-riemen. + +Den 3den, kwam ik op de Plantagie Egmondt, by den heer DE CACHELIEU; +en des anderen daags hield ik stil op de Plantagie Ornamibo, +alwaar ik mynen ouden vyand, den Capitain MEYLAND, met wien ik aan +de Wana-Kreek gevochten had, goedhartig onthaalde. Hy verklaarde my, +dat hy tegenwoordig van niemand in de geheele Volkplanting meer hield, +dan van my: hy kwam juist van eenen tocht van twaalf dagen uit de +bosschen te rug. + +Ik vond onder zyne soldaten zekeren CORDUS, den zoon van een ordentelyk +man te Hamburg, in welke betrekking ik hem voor deezen gekend had, +en die tot den dienst van de West-Indische Compagnie was opgeligt. Ik +heb reeds gezegd, dat dit zoort van krygsvolk bestaat uit menschen +van allerleije natiën, en godsdiensten, Christenen, Heidenen, en +zelfs Joden. + +Op deeze plaats, die wel eer bebouwd was geweest, maar die toen +met distelen en doornen bedekt was, zag ik eenige kruiden, welke ik +niet met stilzwygen kan voorbygaan, schoon ik dezelve niet kenne, +dan met den naam, dien 'er de slaven aan geven, uitgenomen egter één, +zynde de siliqua hirsuta, of stekende peul, door de Negers genoemd +crussy-wiry-wiry. Ik kan dezelve niet beschryven, dan als een zoort +van erwt, of liever een kleine platte boon, van eene purper kleur, en +zig in een bast of schel vormende, die aan een losse kruipende plant +groeit. Deeze schellen zyn met een zoort van elastieke punten bedekt, +die, wanneer men ze aanraakt, eene ondraaglyke jeukte veroorzaaken, +en die 'er afgenomen, en in een theelepel met geley gemengd zynde, +als een uitmuntend worm-afdryvend middel worden aangeprezen. De +slaven toonden my ook op deeze zelfde plaats, een zoort van hout, +het welk zy crassy-wood noemden. Het stak insgelyks, maar verdere +hoedanigheden weet ik 'er niet van. Ik vond bovendien heestergewassen, +consaca-wiry-wiry genoemd. Zy hebben breede groene bladen, waar +van de Negers zig bedienen om het ongemak aan de voeten, al mede +consaca genoemd, waar van ik gesproken heb, te geneezen, maar dit +is alleen by gebrek van citroenen of limoenen. Deeze plant levert +ook eene uitstekende salade op. De dea-wiry-wiry is een zeer fraay +en zeer gezond kruid, het welk om deeze reden zeer geacht is; +maar de coutty-wiry-wiry is eene der grootste pesten van deeze +Volkplanting. Het is een sterk en puntig kruid, het welk op zommige +plaatsen in overvloed groeit. Wanneer iemand al gaande met zyn been +'er dicht by koomt, snydt hy 'er zig aan, als aan een scheermes. Alle +de kruiden in dit Land worden door de Negers aangeduid onder den naam +van wiry-wiry. + +Den 5den kwam ik te Maagdenberg aan. Hier scheenen de Colonel SEYBOURG, +en die geenen, welken hy zyne Officiers noemde, eene krygsbende te +willen uitmaken, afgescheiden van die van den Colonel FOURGEOUD. Zy +waren uittermaten onbeschaafd, en behandelden elkander met een zoort +van ruwheid. Hun Colonel was by onzen Bevelhebber zeer in den haat; +en deeze staat van zaken bragt veel toe, om onze gesteldheid steeds +onaangenaamer te maken. Ik had voor my zelf toen geene reden om my +te beklagen, want ik was zeer wel gezien by den Colonel, doch raakte +om een beuzeling byna uit zyne gunst. Hy had van eenige Indianen een +paar fraaije Kakatoes gekocht, welke hy in een kooy hield opgesloten, +en in 't kort naar Europa stond te verzenden, om aan haare Koninglyke +Hoogheid, de Princes van Oranje, ten geschenke te worden aangeboden. Ik +verzogt LAURENS my toe te staan, om 'er één van in de hand te nemen, +ten einde hem met meerder aandacht te beschouwen: maar de deur van de +kooy was zoo dra niet geopend, of de vogel ging aan 't schreeuwen, en +verdween in een oogenblik, met een snelle vlucht boven de Tempaty-Kreek +heen vliegende. De arme kamerdienaar stond verstomd, en konde niets +meer uitbrengen, dan deeze enkele woorden: Ziet gy wel? Ik nam de +vlucht, om het aannaderend onweder te ontwyken; maar ik verbergde my +in de struiken, door welke ik de bewegingen van den Colonel bespeuren +konde. Zoo dra hy deeze verschrikkelyke gebeurtenis vernomen had, +begon hy te vloeken, te brullen, en zig in alle bogten te wringen, als +een mensch die van zinnen beroofd is. In de hevigheid van zyne woede, +gaf hy een trap aan een arme eendvogel, die aan één van onze Officiers +toebehoorde, en trapte hem in ééns dood. Eindelyk nam hy zyne paruik +van 't hoofd, en smeet die tegen den grond. Ik stond te beven, en de +overige toekykers schaterden het uit van lagchen. Na verloop echter +van een halfuur, begon de gramschap van den Colonel te bedaaren, en +hy gebruikte toen een list, waar door de weggevlogen vogel weder in +zyne macht kwam. Na een kort eind touw boven aan de kooy gebonden te +hebben, haalde hy 'er het andere dier uit, en bond het met de poot +aan het tegenëinde van het zelfde touw vast. Hy plaatste deeze kooy +in de open lucht, leide eene rype banane binnen in, en liet de deur +open, zoo dat alle vogels, uitgenomen de geen, die vastgebonden was, +'er konden inkomen. Deeze, aan wien men niets te eeten gaf, door den +honger gedrongen, maakte zulk een schel geschreeuw, dat hy door zyn +makker gehoord wierd, die te rug kwam, en ziende de banane in de kooy, +daar binnen ging, en op nieuw van zyne vryheid beroofd wierd. De zaak +aldus afgeloopen zynde, kwam ik weder te voorschyn, en geraakte met +eene vriendelyke bestraffing vry; maar, zoo als men wel denken kan, +LAURENS kreeg een goede les. + +De Kakatoes zyn minder groot, dan de Papegaijen. Derzelver pluimaadje +is groen, uitgenomen aan den kop, en eenige vederen van de staart, +die een bleeke roode kleur hebben. Deeze vogelen zyn gekroond met +een bos van vederen, die gewoonlyk agter over leggen, maar welke zy +in de hoogte steken, wanneer zy door het een of ander vertoornd of +verschrikt worden. + +Ik heb in Surinamen ook een Papegaay gezien van eene hoog blaauwe +kleur, hoe zeer verschillende van die geene, welke men van de Kust van +Guinée aanbrengt, die veel eer eene gryze loodkleur hebben. Dit dier is +zeer zeldzaam, en bewoont de diepste schuilhoeken der bosschen, alwaar +de Indianen hem vangen, en vervolgens naar Paramaribo brengen. Hy +heeft de gestalte van de gewoone Papegaay; maar schynt zeer levendig +en zeer sterk. De gemeenste Papegaaijen in Guiana zyn die geene, +aan welke MARKGRAAF den naam van ajuruoura geeft. Deeze vogelen zyn +zoo groot niet, als die uit Africa komen. Zy zyn groen, en de borst +en buik zyn van eene bleek geele kleur. Boven op den kop hebben +zy een blaauwe vlak; hunne pooten zyn grys, en met vier klaauwen, +twee van vooren, en twee van agteren, gelyk alle anderen van dit +zoort. Op hunne vlerken ziet men eenige vederen van eene schitterend +blaauwe, en andere van eene hoog karmosyne kleur. Zy zyn in Surinamen +zeer talryk, maar meer schadelyk, dan aangenaam, want zy werpen zig +troepsgewyze op de Plantagiën van koffy, graanen en ryst, alwaar zy +groote verwoestingen aanregten; en het geen hun vooral ondraaglyk +maakt, is hun schel geschreeuw. Zy vliegen altyd aan paaren, en zeer +ligt. Ik heb waargenomen, dat zy, om de zon te ontmoeten, des morgens +oostwaarts, en des avonds westwaarts vliegen. In 't algemeen leven +zy op afgelegene plaatsen, en hunne wyfjes leggen niet meer dan twee +eieren. Toen ik my op de Plantagie Sporksgift bevond, schoot ik twee +van deeze Papegaaijen. Deeze dieren nog niet dood zynde, toen ik hen +opraapte, haalden zy my met hunne puntige klaauwen deerlyk de huid +open. Wy lieten ze koken, en zy gaven eene vry goede soep; men kan 'er +ook een pasty van maken; maar op eenige andere manier toebereid zynde, +zyn zy zeer slecht en taay. Men kan deeze Papegaaijen leeren spreken, +lagchen, schreeuwen, baffen, maauwen, fluiten, maar veel minder, dan +die in Africa geboren zyn. Men zegt, dat het zaad van catoen-schellen +hen dronken maakt. Zy zyn aan ziekten onderworpen, misschien uit hoofde +hunner geneigdheid tot gramschap; de Indianen egter schryven hun een +lang leven toe: zy hebben een sterken en gekromden bek, en bedienen 'er +zig van, om op de boomen te klauteren, om zeer harde noten te kraken, +en om pynlyke beeten te geven. Hun vermaak is, om zig op de takken der +boomen in evenwicht te houden, of daar aan te blyven hangen, en het zy, +dat zy zig in vryheid bevinden, het zy dat zy in de slavernye leven, +zy nemen hun voedzel met één van hunne klaauwen, als met de hand. + +'Er zyn in Surinamen ook andere fraaije Papegaaijen, zynde een +zoort van Parkieten, en mede zeer gemeen. De aangenaamste hebben +de gedaante van eene zeer kleine duif. Derzelver pluimaadje is van +een zeer levendig groene kleur op den rug en de staart, maar de kop +is donker bruin; de hals van gelyken, met dit onderscheid, dat elk +der vederen een rand van eene fraaije goud-kleur heeft. De borst +is van eene lood-kleur, de buik violet, en de vlerken bestaan uit +verschillende vederen van eene oranje en hemels blaauwe kleur. Zyne +oogen hebben eene kleur als vuur, en de pooten byna wit. Het ander +zoort van Parkieten is volmaakt groen, met een witten bek, en eene +karmozyne vlak op den kop. Zy brengen een aangenaam gepraat voort; +maar men maakt ze zoo gemakkelyk niet tam, als de eerstgemelden. + +Den zelfden avond, (op den 5den namelyk,) bood een soldaat my een +vogel aan van een geheel verschillend zoort, dien hy met de hand +gevangen had. Deeze was de Anamoe, of Surinaamsche Patrys, het +schoonste dier, dat ik immer gezien heb. Hy was zeer vet, en had +de grootte van een eendvogel. Zyne vederen, van eene donker bruine +kleur op den rug, de vlerken, en het bovenste gedeelte van den +kop, hadden aan het benedenste van den kop, en het geheele overige +gedeelte van het lichaam, eene fraaie witte room-kleur, doorsneden +met vederen van eene orange-kleur, en zeer kleine dwarsloopende zwarte +streepen. Deeze Patrys, die zonder staart is, had een lichaam van eene +eironde gedaante; een langen hals, een korten bek, die zeer puntig +en een weinig krom gebogen was. Zyne oogen, zoo zwart als een git, +vertoonden eenen zeer schitterenden glans, Hy had korte pooten, van +eene fraaie roode kleur, met drie sterke klauwtjes aan elke poot. Men +zegt, dat hy met eene verwonderlyke ligtheid loopt, dat hy zig tusschen +de kruiden en planten verschuilt, maar dat zyne dikte hem bezwaarlyk +doet vliegen; en deeze bezwaarde vlucht gaf gelegenheid, dat gemelde +soldaat deezen vogel met de hand gevangen had. Wy deeden hem braden, +en ik heb nooit iets lekkerder gegeten. + +Den 9den, gebeurde 'er byna een toeval, het welk my een zeer gevoelig +en smartelyk hartzeer veroorzaakt zoude hebben. Myn Neger QUACO, myne +hangmat in de Tempaty-Kreek uitwasschende, wierd door den schielyken +stroom eensklaps naar den grond getrokken. Hoe zeer in de koorden van +dit zoort van bed, het welk met hem in 't water gezonken was, verward +zynde, gelukte het hem, schoon met veel moeite, om zig los te maken, +en tot myn onuitspreeklyk genoegen, kwam hy weder boven water, en wel +dra op 't land. Hy had toen de bedaardheid van geest, om een haak, +aan een sterke visschers lyn vast gemaakt, in 't water te doen zinken, +en door dit middel de hangmat wederom te krygen. Des anderen daags, +wanneer de Captain HAMER zig met visschen vermaakte, bleef zyne lyn +aan den grond der Kreek haken: ik was 'er by tegenwoordig, en sprong +oogenblikkelyk in 't water, om dezelve los te maken; maar ik stootte +den enklauw met zulk een geweld tegen een rots, dat het verscheiden +maanden aanliep, eer ik volkomen hersteld was. + +Alle deeze toevallen scheenen den Colonel SEYBOURG zeer te vermaken, +terwyl ik van myn kant over zyn onheusch gedrag zeer verontwaardigd +was. Deeze tegenstrydigheid tusschen hem en my, deed my de gunst van +den Colonel FOURGEOUD verwerven, als of ik de helft van de muitelingen +der Volkplanting vernield had.--Echter kruisten 'er sterke wachten +tusschen de posten van Maagdenberg, van la Rochelle, en van de Savane +der Joden. Den 17den, trok de Opperbevelhebber met de helft van zyn +krygsvolk naar de Patamaca, en dewyl myne kwetsuur aan den enklauw my +niet toeliet hem te volgen, liet hy my het bevel over de manschappen, +die agterbleven. + +Als toen het vooruitzigt hebbende, om eenigen tyd op Maagdenberg te +blyven, zond ik QUACO naar Paramaribo, om levens-middelen van daar +te halen, en my eene levende geyt mede te brengen. + +Schoon de Colonel FOURGEOUD de muitelingen nog niet genoodzaakt +had, om tot een geregeld gevecht te komen, oeffende hy daarom niet +minder zyn krygsvolk en zig zelven. Dikwerf het bovenste gedeelte +der Rivieren overstekende, en de grenspalen der Volkplanting schoon +houdende, voorkwam hy het plunderen en verbranden der Plantagiën; en +op die wyze deed hy eenen zeer wezentlyken dienst aan de inwooners, +hoe zeer zulks veel menschen en geld kostte. + +Daar ik derhalven tans Opperbevelhebber van den post was, hield +ik de twee Negers, waar van ik reeds gesproken heb, bezig, met +voor my te jagen en te visschen. Zy bragten my byna dagelyks één +of twee wilde varkens, of pingos, en een visch, newmara genoemd, +die zomtyds zoo groot is als een kabbeljauw, en welken ik by vervolg +beschryven zal. Ik onthaalde alle de Officiers zonder onderscheid op +deezen verschen voorraad, en ik gaf aan de zieken de plantains, de +bananen, de oranje-appelen, de limoenen, welke men van de Plantagiën, +aan het bovenste gedeelte van de Commewyne gelegen, aan my toezond: +nooit wierd een afgezonden Bevelhebber zoo wel behandeld. Ik vergat +echter de hoofdzaak niet, en zond regelmatig ronden uit in den omtrek +van Maagdenberg, die zoo oplettend waren, dat'er geen aanval der +muitelingen te duchten was. Deeze voorzorgen waren zeer noodzakelyk, +want zy hadden verscheide posten overweldigd, om zig van de wapenen en +het kruid meester te maken, het geen voor hun van een groot gewicht,en +voor de Volkplanting allernadeeligst is. Niet alleen hadden zy op +zommige van deeze posten die dingen geroofd, maar zelfs alle de +soldaaten vermoord. + +Te dier tyd geen werkend deel aan de krygsverrigtingen kunnende +hebben, maakte ik van dit oogenblik van rust gebruik, om een groot +getal afteekeningen te maken; en toen kwam my het eerst het denkbeeld +in de gedachten, om dezelve in 't licht te geven, indien het lot over +my beschoren was, om in Europa te rug te komen. + +Een van myne Negers bragt my, den 24sten van deeze maand, twee zeer +merkwaardige insecten, die ik tans beschryven zal. Een van de twee, +die naar een sprinkhaan scheen te gelyken, was die geene, welke +men doorgaans alhier Spaansche Juffer noemt; nimmer heb ik iets +meer buitengewoons in deeze Volkplanting gezien. Het lichaam van dit +wonderbaarlyk insect, schoon het niet veel dikker was, dan de schacht +van een gewoone veder, was zeven en een halve duim lang, de staart +daar by gerekend, welke, even als die van veele andere insecten, uit +verschillende gewrichten bestaat.--Hy liep, even als een spinnekop, +op zes pooten van by de zes duimen lang, en hy had geene vlerken. Vier +hoorens, waar van twee de lengte hadden van vyf duimen, en de andere +veel korter waren, staken hem uit den kop. Deeze kop was klein, maar +met groote zwarte en uitpuilende oogen. Het lichaam van dit insect had +eene bruinachtig groene kleur, en over 't geheel had hy het voorkomen +van een gedrocht in zyn zoort. Men vindt hem op moerassige plaatsen, +alwaar zyne lange pooten hem ongetwyffeld dienen om te gaan, en niet +om te zwemmen, als daar toe ongeschikt zynde, want zy eindigen met +twee kleine nagels, als die der kevers. Het andere insect is door +Mejuffrouw DE MERIAN afgeteekend, die het de waaker genoemd heeft; +maar de Hollanders geven hem een naam, die betrekkelyk is tot het +geraas, het welk hy tegen den avond doet hooren, en vry veel gelykt +naar het geluid van een cymbaal, of naar dat van het slypen van +een scheermes. Dit merkwaardig insect, welks gebrom altyd met het +ondergaan der zon, of des avonds ten zes uuren begint, word ook +lantaarn-drager genoemd, uit hoofde van het licht, het welk hy des +nachts verspreidt, een licht, veel sterker, dan dat van een vuur-mug, +van welk zoort hy ook zyn moge, en met behulp van 't welk men alles +doen kan. De lantaarn-drager is meer dan drie voeten lang. Hy heeft +een dik en groenkleurig lichaam, met vier doorschynende vlerken, +die, onaangezien deeze hoedanigheid, eene groote verscheidenheid +van kleuren laten schitteren, vooral van onderen, alwaar men twee +ronde moesjes opmerkt, veel gelykheid hebbende met die van een +paauwen-staart. Onder den kop van dit insect ziet men een lynregte +snuit, als eene naald, waar mede men zegt, dat hy het sap uit de +bloemen zuigt. Met dit werktuig vooronderstelt men ook, dat hy het +zoo even gemelde onaangenaam en sterk geraas maakt. Ik voor my zoude +het veel eer aan de beweging zyner doorschynende vlerken toeschryven, +zoo als men dit van zommige muggen in Engeland beweert. Eene sterke +snuit, met roode en geele streepen, en hebbende de gedaante van het +eerste gewricht van een's menschen vinger, steekt hem uit het voorste +gedeelte van den kop, en maakt een derde der lengte van het geheele +dier. Deeze uitwas word gemeenlyk de lantaarn van dit insect genoemd, +en doet het licht voortkomen, waar van hy zynen naam draagt. Ik zal +zyne beschryving eindigen met te zeggen, dat hy zeer langzaam loopt, +maar met eene verbaazende gezwindheid vliegt. + +Den 26sten, kwam myn kleine QUACO van Paramaribo te rug, met zig +brengende al het geen ik hem gelast had: men had de geit niet vergeten, +en men zond 'er my een met haar jong, waar voor ik twintig guldens, +of by de twee ponden sterling betaalde. + +De geiten zyn echter in geheel Guiana zeer gemeen; zy zyn aldaar niet +groot, maar fraay; haare hoornen zyn zeer klein; haar hair is kort, +zacht, en van eene donker bruine kleur; haare gezwindheid is niet te +vergelyken, dan by die der harten. Men kweekt ze op de Plantagiën aan, +alwaar zy vermeenigvuldigen, en veel melk geven. Wanneer men ze jong +doodt, is haar vleesch goed om te eeten. + +Ik ontfing toen de onaangenaame tyding, dat het Schip, waar mede +myne brieven naar Europa vertrokken waren, in de nabyheid van Texel +vergaan was. Ik vernam te gelyker tyd met aandoening, dat myn vriend, +de heer KENNEDY, zyne vrouw en huisgenooten, aan de Volkplanting hadden +vaarwel gezegd, en naar Holland waren ingescheept. De gemelde heer +KENNEDY, de heer GORDON, en de heer GOURLUY, waren Schotten; de heer +BUCKLAND, de heer TOWNSEND, en de heer HALFHIDE, waren Engelschen de +heer MACNEYL was uit Ierland: 'er waren geene anderen van hunne natie, +die deeze Volkplanting bewoonden. + +Den 28sten, kwam de Colonel FOURGEOUD van zynen tocht naar de Patamaca +te rug. Zyn krygsvolk was van vermoeienis afgemat, en hy zelf had veel +geleden. Hy had een groot getal zyner soldaten in het Hospitaal van la +Rochelle agtergelaten; maar hy vernam zelfs de muitelingen niet, schoon +hy bestendig zynen weg veranderd had. Het scheen derhalven, dat zy in +wanorde waren, zoo zy al in 't kort eenig vast verblyf gehad hadden; +maar waar konde men hen in dit eindeloos bosch ontdekken? Daar kwam +het op aan. De Colonel wanhoopte echter niet, dit te zullen doen. In +de daad, hy stelde den zelfden yver te werk om hen te vervolgen, +als voorheen, om de schuilhoeken van het wildt te ontdekken. + +Den 29sten, bood de heer MATHIEU, één van onze Officiers, die ter +jagt gegaan was, my den Taïbo aan, een dier, alhier onder den naam +van Boschrot bekend. Hy had de grootte van een jonge haas, maar was +aan het einde van zyn lyf uittermaten dun; hy had eene huid van eene +rosachtig bruine kleur, lange pooten, een ronde kop, en zyne staart +geleek naar die van een speenvarken; zyne klauwen hadden juist de +gedaante van die van een gewoone rot, maar in evenredigheid veel +grooter; zoo als ook de kop, de bek, de knevels, en de tanden; hy had +korte en kaale ooren; de oogbal zyner zwarte en uitpuilende oogen was +wit. Men beweert, dat deeze boschrot zeer schielyk loopt. Wy lieten +hem gereed maken: men had ons gezegd, dat hy goed om te eeten was, +en wy vonden dit ook bewaarheid; hy had een uitmuntenden smaak, en +was malsch en vet, hoe zeer hy mager scheen. Dit dier herinnert my, +uit hoofde van deszelfs gedaante, een ander, in dit Land bekend onder +den naam van crabbo-dago, of den koppigen hond, welken men hem geeft +van wegens zyne voorbeeldelooze woestheid; want alle viervoetige, +vliegende of kruipende gedierten, welken hy ontmoet, doodt en verslindt +hy; hy schynt nooit van bloed verzadigd te zyn. Zonder door den honger +gedreven te worden, doodt hy alle dieren, welken hy overwonnen heeft; +zyn moed, zyne kragten, zyne werkzaamheid hebben weinig huns gelyken, +schoon hy niet veel grooter, dan een gewoone kat is. Volgens het geen +ik hier opgeeve, verdenke ik sterk, dat hy naar den Ichneumon gelykt; +maar nog meer naar het dier, in de Natuurlyke Historie van BUFFON +gemeld, die, volgens de verzekering van den heer ALLEMAND, het zelve +den Grifon noemt: die geen, waar van ik spreek, is echter een weinig +grooter. Deeze Schryver zegt, dat schoon het oorsprongelyk een dier +uit Surinamen is, niemand van hun, die van daar komen, 'er bericht +van kunnen geven. Indien hy het zelfde dier is, en ik twyffel 'er niet +aan, strekt het my tot genoegen, om 'er aan den lezer de beschryving +van op te geven. Ik zal dus de plaats uit het werk van den Graaf DE +BUFFON, die zulks van den heer ALLEMAND zelf ontleend heeft, letterlyk +aanhaalen. Indien ik deeze opgaave by het leven van deezen beroemden +Natuur-kenner gelezen had, zoude ik de vryheid gebruikt hebben, om +hem de waarneemingen te schryven, welke ik aan het Publiek onderwerpe. + +"Ik heb uit Surinamen het diertjen ontfangen, het welk op Plaat +VIII. verbeeld is, en op de lyst van het geen in de kist, waar in +hy ingepakt was, gevonden wierd, den naam droeg van de gryze wezel, +waar van ik den naam van Grifon gemaakt heb, om dat ik den naam niet +weet, dien men hem in zyn land geeft, en om dat zyne kleur denzelven +genoegzaam aanwyst. Het geheele bovenste gedeelte van zyn lichaam +is met hairen van eene donker bruine kleur bedekt, met witte punten, +het geen eene gryze kleur maakt, waar in het bruin doorsteekt; maar +boven op den kop en hals heeft hy eene helderer gryze kleur, om dat de +hairen aldaar zeer kort zyn, en om dat het witte gedeelte in lengte met +het bruine gelyk staat. De snoet, het geheele onderlyf, en de pooten, +zyn van eene zwarte kleur, die eene zonderlinge tegenstrydigheid maakt +met de gryze kleur, waar van de zelve aan den kop is afgescheiden door +eene witte streep, beginnende aan den eenen schouder, en doorgaande +onder de ooren, boven de oogen en den neus, en zig tot den anderen +schouder uitstrekkende. + +De kop van dit dier is zeer groot in evenredigheid van zyn lichaam; +zyne ooren, die byna een halve cirkel maken, zyn meer breed dan hoog; +zyne oogen zyn groot: zyn bek is gewapend met maaltanden, en sterke +en puntige honds-tanden. 'Er zyn zes sny-tanden in elk kakebeen; +maar die van de beide reijen zyn alleen zichtbaar; de vier tusschen +beiden staande komen naauwlyks uit derzelver holligheden. De pooten, +zoo wel die van vooren, als van agteren, zyn verdeeld in vyf klauwen, +die met sterke geelachtige nagels gewapend zyn. Zyn staart, die vry +lang is, eindigt puntsgewyze. + +De wezel is onder alle dieren van ons vaste Land die geene, waar +mede deeze Grifon de meeste overëenkomst heeft; dus ben ik niet +verwonderd, dat hy my onder dien naam uit Surinamen is gezonden +geworden. Nogtans is het geen wezel; schoon hy wegens het getal en de +gedaante zyner tanden 'er veel overëenkomst mede heeft, is zyn lyf +zoo langwerpig niet, en zyne pooten zyn veel hooger. Ik ken geen +schryver nog reiziger, die 'er van gesproken heeft, en de geen, +die my gezonden is, is de eenige, welken ik immer gezien heb. Ik +heb hem aan verscheiden lieden getoond, die langen tyd hun verblyf +in Surinamen gehouden hadden; maar hy was hun onbekend; derhalven +moet hy op de plaatsen, van waar hy herkomstig is, zeldzaam zyn, of +oorden bewoonen, die weinig bezogt worden. De zender van dit dier +had geene byzonderheid opgemerkt, geschikt om deszelfs natuurlyke +geschiedenis op te helderen; dienvolgende heb ik niets anders kunnen +doen, dan eene afteekening van hem te maken". (Hist. Nat. de BUFFON; +Edit. de Hollande, Tom. XIV. pag. 65.) + +Het is waar, dat dit dier in Surinamen zeer zeldzaam is; maar dat hy +door de natuur-kenners niet beter beschreven is, moet men ongetwyffeld +toeschryven aan zyne ongemeene woestheid, die byna altyd belet, +om hem levend te vangen. + +De Bevelhebber en ik waren toen boezemvrienden, en dagelyks noodigde hy +my aan zyne tafel. Hy verzogt my, om hem zyn pourtrait levensgrootte +te maken, en hem in zyne veld-kleeding te vertoonen. Zyn oogmerk +was, om dit naar Europa mede te neemen: hy hoopte, dat de Stad van +Amsterdam het zelve op haare kosten zoude doen in 't koper brengen; +hy oordeelde zig iemand te zyn van zoo veel gewicht voor Holland, als +de Hertog van Cumberland, na den slag van Culloden, voor Engeland was. + +My van een blad groot papier, en Chineesche inkt voorzien hebbende, +ging ik aan 't werk. Terwyl ik bezig was, om de trekken van myn +oorsprongelyk stuk naauwkeurig naar te gaan, wierd de berg door +eenen vervaarlyken donderslag ylings geschokt, zoo dat alle de +eieren van een hen, die in een hoek van onze hut te broeien zat, +aan stukken braken. De straal van den blixem ontstelde de trekken +van den Colonel voor een oogenblik; maar hy herstelde zig schielyk, +en ik ging voort. Het werk was korten tyd daar na tot zyn groot +genoegen afgemaakt. + +De Neger SEPTEMBER, die in 't jaar 1774. gevangen genomen was, +stierf, byna op deezen tyd, aan de waterzucht. De Colonel had hem +gedwongen hem te volgen op alle zyne tochten, even als een geketende +hond. Hy verbeeldde zig, dat deeze Neger, vroeg of laat, hem in de +onderscheidene bezittingen der muitelingen brengen zoude, maar hy +bedroog zig, De andere slaven, hem verdacht houdende van reeds eenigen +raad aan den Bevelhebber gegeven te hebben, schreven zynen dood aan de +Goddelyke rechtvaardigheid toe, die hem strafte wegens het verraden +van de trouw, welke hy buiten twyffel aan zyne landgenooten gezworen +had. De lezer herinnert zig waarschynlyk, het geen ik in het derde +hooftstuk gezegd heb, dat de Africaansche Negers gelooven, dat hy, +die zynen eed schendt, elendig moet omkomen, en eene eeuwige straffe +in de andere weereld ondergaan. + +De post van de Hoop aan de Commewyne was, wegens gebrek aan +zindelykheid, tans zeer ongezond geworden: het krygsvolk, het +welk aldaar na myn vertrek de wacht gehouden had, was uittermaten +onachtzaam, om deezen post in goeden staat te houden. De dood had +reeds verscheiden soldaaten weggerukt, en de ziekte belette den +bevelhebbenden Officier en een gedeelte van zyn volk, om dienst te +doen. De Colonel FOURGEOUD zond den Capitain BRANT en eenige soldaaten +derwaarts, met last, om alle de zieken, welken men op deezen post +vinden zoude, niet naar de Stad Paramaribo, maar naar Maagdenberg te +doen vertrekken. De Colonel, deezen Capitain met dien tocht belastende, +behandelde hem met eene groote hardheid, en vergunde hem zelfs den tyd +niet, om zyne goederen mede te neemen. Van een anderen kant, ontnam de +Colonel SEYBOURG hem den eenigen slaaf, dien hy tot zynen dienst had, +en hield dien voor zig zelven. Deeze behandeling deed den armen BRANT +zoo geweldig aan, dat hy begon te schreijen, en verklaarde, dat hy +wenschte zulke mishandelingen niet te overleven. Hy vertrok vervolgens +naar den post van de Hoop; met een hart van droefheid overstelpt. + +By zyne aankomst vernam hy, dat de Capitain BROUGH, de laatste +Bevelhebber op deezen post, zoo even overleden was. Deeze +Officier, zeer zwaarlyvig zynde, had groote vermoeïngen in de +bosschen ondergaan. De hette was voor hem ook doodelyk: hy had eene +versmelting van vochten, die op een rotkoorts uitliep, en hem uit +'t leven wegnam. De Colonel SEYBOURG volgde den Capitain BRANT wel +dra naar de Hoop, om aldaar de zieken te bezoeken. Geduurende al +dien tyd had ik niets te doen. Ik zal my dus bezig houden met twee +visschen te beschryven, die eenen byzonderen aandacht verdienen. + +De eerste heeft de gedaante van een groote bokking; ik had ze van dit +zoort nog niet gezien, en zekerlyk, behalven den zee-braassem, kende ik +'er geene, die fraaijer gekleurd was. Zyn rug en zyden hebben streepen +van eene fraaije geele en van eene ryke en donkere blaauwe kleur, zyn +buik heeft eene witte zilver-kleur. Hy heeft zwarte en goudkleurige +oogen, doorschynende vinnen van eene zeer levendig roode kleur. Zyne +gedaante gelykt vry veel naar die van eene forelle, en hy is met kleine +schubben bedekt; hy heeft eene vinne op den rug, en het teeken van eene +andere by den staart, die gespleten is; onder den buik ziet men aan hem +vyf andere vinnen, waar van twee tot de borst behooren, en de laatste +achter den navel. Zyn benedenste kakebeen steekt meer voorwaarts dan +het bovenste, en zyn bek schynt eene omgekeerde gedaante te hebben: +eindelyk heeft hy zeer kleine kieuwen of ooren. Ik deed onderzoek naar +deezen visch; maar alles wat een oude Neger 'er my van berigten kon, +was, dat men hem dago-faisy noemde. + +De andere was die groote en fraaie visch, die by de Engelschen den +naam van rock-cod draagt, by de Indianen dien van baroketta, en by de +Negers dien van new-mara. Ik heb 'er reeds verscheiden malen melding +van gemaakt; maar ik heb hem nog niet beschreven. Men vindt deezen +visch zeer dikwils in het bovenste gedeelte der Rivieren. Hy heeft de +gedaante van eene groote kabeljauw, maar met schubben bedekt. Zyn +rug heeft eene donkere olyf-kleur, zyn buik is wit, zyn kop is +groot met kleine oogen, waar van de appel zwart en de oogbol grys +is. Zyn breed kakebeen is van boven en onder van eene reije puntige +tanden voorzien, even als die van een snoek. Hy is, gelyk dit dier, +uittermaten vraatächtig. Hy heeft een stompen staart, en, zoo als ook +de vinnen, van dezelfde kleur als het lichaam: deeze vinnen zyn zes in +getal, één op den rug, twee aan de borst, twee onder aan het lyf, en +de laatste aan den onderbuik. Zommige lieden vergelyken den smaak van +deezen lekkeren visch by dien van Zalm. Hy is by de blanken in deeze +Volkplanting zeer geacht; maar zeldzaam te Paramaribo, schoon hy, gelyk +ik gezegd heb, boven in de Rivieren overvloedig gevonden word. Ik heb +ze beiden zeer naauwkeurig afgeteekend, zoo wel de dago-faisy, als de +new-mara. Men vond 'er ook in Surinamen naauwkeurige afteekeningen van. + +Verscheiden Officiers, die gevogelte en varkens aankweekten, verloren +dezelven tans allen in den tyd van twee dagen: zy waren waarschynlyk +vergeven door het eeten van duncane, of van eenige andere vergiftige +plant, die ons onbekend was. Echter heeft men in 't algemeen opgemerkt, +dat de aangeboren neiging der dieren hun de heilzaame kruiden van de +schadelyke doet onderscheiden. + +De heer SEYBOURG kwam toen al zegevierende van de Hoop te rug: hy +bragt den Lieutenant DEDERLEIN, één der Officiers van den Colonel +FOURGEOUD met zig, doende denzelven door een Sergeant en zes soldaten, +met de bajonnet op de snaphaan, bewaren, om dat hy, zoo hy zeide, +hem de verschuldigde achting niet betoond had. + +Den 7den, kwamen de zieke Officiers, en soldaten van denzelfden post, +in vaartuigen aan. Verscheiden van hun, welken men inscheepte, vonden +zig buiten staat om vervoerd te worden, en geraakten, zonder eenige +hulp, op de reize om 't leven. Een van onze Heelmeesters stierf +ook, den zelfden dag, op de legerplaats, en aanhoudend begroef +men soldaaten. Deeze waren de gevolgen van eenen tocht, in een zoo +vochtig jaargetyde ondernomen; maar onze Colonel oordeelde het zelve +meer geschikt dan eenig ander, om eindelyk eens de muitelingen uit +de bosschen van Guiana te verdryven. + + + +AGTTIENDE HOOFTSTUK. + +Een Tyger, op de legerplaats gevangen.--De Jaguar.--De Couguar.--De +Tyger-kat.--De Jaquarette.--Gevecht tusschen eenige afgezondene +manschappen der Sociëteit en de muitelingen.--Levens-manier van eenen +Surinaamschen Planter.--Verscheiden zoorten van visschen.--Besmettelyke +ziekten.--Zelfsmoord. + +Ik heb zoo straks gezegd, dat verscheiden Officiers gevogelte +aankweekten; maar alle nachten ontnam een onbekende strooper 'er hun +verscheiden van. De Capitain BOLTS, den coati-mondi of crabbo-dago +van deezen diefstal verdacht houdende, zette een val, door middel van +eene ledige kist, welke hy in den grond deed plaatsen, en waar van +het dekzel wierd opgehouden door een hout, waar aan men een lang touw +had vast gemaakt. Vervolgens sloot hy al zyn gevogelte naauwkeurig +op, uitgenomen twee hoenderen, welke hy onder deeze val plaatste, +doende dezelve door twee Negers op eenigen afstand bewaken. Deezen +hadden naauwlyks een uur of twee op hunnen post doorgebracht, of zy +hoorden de hoenderen schreeuwen; één van hun trok toen aan het touw, +en de ander schoot toe, om zig van den dief te verzekeren, gaande +op het dekzel zitten: het was een jonge Tyger, die 'er in besloten +zat; hy deed wel dra alle pogingen, om zig in vryheid te stellen; +maar men bond de kist met zwaare touwen toe, en men wierp die alzoo +in de Rivier, dezelve onder water houdende, om het dier, het welk +de sterkste pogingen deed om te ontsnappen, te doen verdrinken. De +Capitain BOLTS nam zyne huid, en bewaarde die tot eene gedachtenis +van dit zonderling voorval. + +De Graaf DE BUFFON beweert, dat 'er in America geene Tygers zyn; maar +dat men 'er dieren vindt, die hun gelyken, en waar aan men denzelfden +naam geeft. Ik zal dezelve beschryven zoodanig als ik ze gezien heb, +en de lezer zal beöordeelen, wat zy zyn. + +De eerste en grootste word Jaguar van Guiana genoemd. Dit dier, het +welk verscheiden Schryvers als zwak, verachtelyk, en van de grootte van +een haazen-windhond hebben afgebeeld, is integendeel zeer sterk, zeer +gevaarlyk, zeer woest. Zyne lengte, van den bek tot het begin van den +staart, heeft zomtyds zes voeten: men vergeete niet den verbaazenden +voetstap van een tyger, welken ik aan de Patamaca in het zand zag, +schoon men zoude kunnen tegenwerpen, dat deeze in 't byzonder van eene +buitengewoone grootte had, en het zand los was. De Jaguar heeft eene +donkere oranje kleur en een witten buik. Zyn rug heeft langwerpige +en zwarte streepen. Op zyde van den buik zyn onregelmatige ringen, +in den omtrek zwart, en in het midden helder. Het overige gedeelte +van zyn lichaam en zyn staart hebben kleine vlakken, die volmaakt +zwart zyn. Zyne gedaante gelykt in alle opzichten naar die van den +Africaanschen Tyger; en dewyl hy ook onder het geslacht der katten +behoort, is het niet noodig 'er eene omstandiger beschryving van te +geven. Maar dewyl zyne grootte en krachten die van dit klein huisdier +overtreffen, verscheurt hy een schaap of een geit even gemakkelyk, +als de kat een muis of een rot doodt. De koeijen zelfs en de paarden +zyn in weerwil van hunne grootte, voor zyne woede niet beveiligd, +want dikwils tast hy hen op de Plantagiën aan; en schoon hy dezelve, +uit hoofde van hunne zwaarte, niet naar de bosschen kan sleepen, +scheurt hy hen wreedelyk aan stukken, alleenlyk om hun bloed te +drinken, waar naar dit woest dier altyd dorstig is. Het is bovendien +wel gebeurd, dat de Jaguar jonge Negerinnen, die op het land werkten, +heeft mede gesleept, en dit zelfde ongeluk gebeurt hunne kinderen maar +al te veel. Dit boosäartig dier werpt (volgens de uitdrukking van +deeze zelfde Schryvers) door een enkelen slag met de poot, een wild +varken om ver, en het sterkste paard, dat men in Guiana beryden kan, +grypt hy by de keel. Zyn woeste aart en bloeddorstigheid zyn oorzaak, +dat men hem nooit heeft kunnen tam maken. Hy zou de hand van zynen +oppasser verscheuren; en dikwils zelfs verslindt hy zyne jongen. Hoe +sterk echter en woedend hy ook zy, hy is niet in staat wederstand +te bieden aan den slang Aboma, die, wanneer hy hem bereiken kan, +hem in korte oogenblikken aan stukken slaat. + +Het tweede dier van het zelfde zoort is de Couguar, de roode Tyger in +Surinamen genaamd. Men zoude hem voegzamer kunnen vergelyken by een +haazen-windhond, ten aanzien van deszelfs gedaante, maar niet van +zyne grootte, en by gevolg ook ligter dan den Jaguar, maar grooter +dan een windhond. De huid van dit dier is van eene bruin roode kleur; +de borst en buik zyn van eene vuile witte kleur; hy heeft lange en +ongevlakte hairen; de staart van eene aard-kleur, en aan het einde +zwart. Zyn kop is klein, met twee glinsterende oogen, waar uit het +vuur als uitspringt; en zyne tanden zyn zeer breed. Zyn dun lyf word +gedragen door lange pooten, die met geduchte en witachtige klaauwen +gewapend zyn. Hy is even verslindend als de Jaguar. + +Een derde dier van dit zoort, en het welk zeer fraay is, al mede in +Guiana gevonden wordende, is de Tyger-kat. Deszelfs grootte gaat die +van veele katten, welke ik in Engeland gezien heb, niet te boven. Zyne +huid is van eene fraaie geele kleur, en gevlakt met kleine witte +moesjes met zwarte randen. Hy heeft den buik van een helderen kleur, +zwarte ooren met een witte vlak, en zeer zacht hair. Men waardeert +zyne huid zeer hoog; en hy heeft dezelfde gedaante als de Jaguar. De +Tyger-kat is een zeer levendig dier, wiens oogen schitteren als +blixem-straalen; maar hy is even woest, even verslindend, even wild +als de voorgaande. + +'Er is nog in dit Land een vierde dier van het zelfde zoort; het is +de Jaguarette, wiens huid van eene zwartachtige kleur is, met vlakken +die nog zwarter zyn. Zie daar alles wat ik 'er van weet; want ik heb +'er geen enkele gezien, om dat men hem zelden verneemt. Die ik te +vooren beschreeven heb, zyn niet veel gemeener. Ik zal by het geen +ik van alle deeze dieren gezegd heb, nog byvoegen, dat zy, even als +de gewoone katten, lange knevels hebben; dat zy zomtyds op de boomen +klimmen; maar dat zy zig doorgaans onder de bladen in eene hinderlaag +plaatsen, van waar zy met eene ongelooffelyke gezwindheid op hunnen +ongelukkigen buit uitschieten; dat zy, den zelven hebbende van één +gereten, zyn bloed al warm drinken, en met verscheuren en inslokken +niet ophouden, voor dat zy verzadigd zyn; maar dat, indien zy door den +honger niet gedrongen worden, zy lafhartig zyn, en dat een enkele hond +genoegzaam is, om hen op de vlucht te dryven. Het vuur doet hen ook +uittermaten verschrikken: dit is het beste middel om hen te verdryven, +waar van ook de Indianen in Guiana gebruik maken. Verscheiden Tygers +kwamen, by gebreke van deeze voorzorgen, in onze legerplaats; maar +gelukkiglyk, regtten zy geene verwoesting aan. + +Dewyl ik op dit oogenblik met den Colonel FOURGEOUD op den voet van +de vertrouwelykste vriendschap stond, bood ik hem eene teekening +aan, verbeeldende de geheele legerplaats van Maagdenberg, die hem +dermaten behaagde, dat hy dezelve aan den Prins van Oranje en aan +den Hertog van Brunswyk zond, om hen over zyne krygs-verrigtingen te +doen oordeelen. Deeze beleefdheid van myn kant bragt al de uitwerking +op hem te weeg, die ik verlangen konde; niet alleen wierd ik zyn +begunstigde, en hy beloofde my aan het Hof te zullen aanbeveelen, +maar zelfs betoonde hy achting voor de Engelschen en Schotten. Ik was +over deeze veranderde behandeling van zyne zyde zoo te vreden, dat +ik de vyandschap, die in het begin tusschen ons had plaats gehad, +aan my zelven meende te moeten wyten. Echter wierd de betoonde +achting van den Colonel wel dra afgewisseld door voorwerpen, die +al zyn aandacht verdienden; want hy vernam den 14den Juny, dat men +eenige hutten van muitelingen aan de zee-kusten ontdekt had; dat de +Capitain MEYLAND, met honderd en veertig mannen van het krygsvolk +der Sociëteit, den vyand gaande opzoeken, hen eindelyk ontmoet had; +maar dat hy gedwongen zynde een diep moeras te doorwaden, deeze +Negers hem het eerst hadden aangetast; dat zy verscheiden van zyn +volk gedood hadden, waar onder gevonden wierd een jong vrywilliger, +die zyn neef was; dat zy 'er een groot aantal van gewond hadden, +en de overigen deezer afgezondene krygsbende tot wyken genoodzaakt, +schoon hy reeds het moeras was overgetrokken, en deszelfs oever bereikt +had, om het dorp stormenderhand in te nemen. Volgens deeze tyding +was het klaar, dat de vyand niet was klein te achten; en dewyl men +nu eindelyk wist, waar hy te vinden was, ontfing al het krygsvolk, +namelyk de zee-soldaten van den Colonel FOURGEOUD, het Regiment +van de Compagnie, en de Neger-jagers, die van verlangen brandden, +om blyken van dapperheid te geven, bevel om zig onmiddelyk tot den +optocht gereed te maken. Men bepaalde hun allen een punt van algemeene +vereeniging, en men zond te gelyker tyd een hoop krygsvolk naar den +post van la Rochelle, om hier van bericht te geven. Ingevolge van deeze +beveelen, maakte zig het geheele leger marschvaardig, en onze soldaten +betoonden eenen grooten yver, in de hoop, dat een beslissende slag aan +den oorlog, en alzoo tevens aan hunne elende een einde maken zoude: +het was dus het oogenblik, om hen tot den aanval aan te voeren; maar +onze Opper-Bevelhebber stelde zynen tocht meer dan twee maanden uit, +om redenen, hem alleen bekend. + +Wy vernamen toen, dat de Capitain BRANT, Bevelhebber op den post +van de Hoop, op het punt was, om aldaar van eene zwaare ziekte te +sterven. Deeze zelfde post, alwaar zig een groot aantal krygsvolk +bevond, was één der ongezondsten uit hoofde der overstroomingen; +en vermits ik in dit tydstip één der gunstelingen van den Colonel +was, bestemde hy my, om het bevel 'er van op my te nemen, eene eer, +die ik, zoo als hy my zeide, aan myn sterk lichaamsgestel moest +toeschryven. Uit deeze handelwyze bemerkte ik, dat zyne vriendschap op +eigenbelang steunde; en ik gevoelde mynen haat allengskens herleven +tegen iemand, die my alzoo veroordeelde om zonder roem te sterven, +daar hy my tot eenigen dadelyken dienst met eere gebruiken konde. + +By myne komst op de Hoop, moest ik den Capitain BRANT naar Maagdenberg +zenden; maar deeze ongelukkige jongeling eenige achterdocht op dien +wreeden last hebbende, ging in een besloten vaartuig, eenige uuren +voor dat ik aankwam, en begaf zig naar Paramaribo. Echter kwam hy +aldaar niet aan, of hy gaf den geest, zoo door de gevolgen van eene +heete koorts, als door hartzeer. Niemand verdiende meerder betreurd te +worden, dan hy. De Colonel FOURGEOUD verloor een uitmuntend Officier, +en ik een oprecht vriend. + +Dewyl hy de tweede Bevelhebber was, die in zeer korten tyd op deezen +post het leven liet, nam ik gerustelyk tot myne zinspreuk: Hodie mihi, +cras tibi: (van daag my, morgen u:) maar by geluk bedroog ik my, +en ik was altyd zoo welvaarende, als ik ooit in myn leven geweest +ben. Volgens den raad van den ouden CARAMACA, baadde ik my twee malen +daags in de Rivier; ik maakte insgelyks gebruik van myne oude gewoonte, +om geene schoenen noch koussen te dragen. + +Den 20sten Juny, korte dagen na myne aankomst, had ik de eer een +bezoek te ontfangen van den Gouverneur, den heer NEPVEU, die van zyne +Plantagie Appecappe te rug kwam, en weder naar Paramaribo keerde. Ik +beklaagde hem den rouw wegens het afsterven van zyne huisvrouw, welke +hy in't kort verloren had. Ik ontfing ook bezoeken van verscheiden +Planters, die my allerleije zoorten van ververschingen van hunne +Plantagiën medebragten. In dit oogenblik had ik gelegenheid, om de +gebruiken en levens-wyze van deeze West-lndische Nababs te leeren +kennen. + +Een Planter in de Volkplanting van Surinamen, wanneer hy op zyne +Plantagie woont, het geen zeldzaam voorvalt, want doorgaans verkiest +hy het verblyf te Paramaribo, staat by het opkomen der zon, dat is, +des morgens omtrent ten zes uuren, uit zyne hangmat op. Alsdan begeeft +hy zig, onder zyn piazza, of dat zoort van overdekte gaanderye, voor +het huis geplaatst, alwaar hy zyne koffy en pyp gereed vindt. Een +half dozyn slaven, zoo wel mans als vrouwen, en wel de schoonste, +wagten hem aldaar, om hem te bedienen. In dit heiligdom ontmoet hem +de Opzigter, na hem van verre verscheide diepe buigingen gemaakt +te hebben, en doet hem zeer eerbiedig rekenschap van het werk, het +welk des avonds te vooren verrigt is, van het getal der Negers, die +weggeloopen, die ziek geworden, die gestorven, die hersteld zyn, van +de geenen die men gekocht heeft, of van de kinderen, die geboren zyn; +maar vooral van den naam der slaven, die hun werk verzuimd, die eene +ongesteldheid voorgewend, die zig dronken gedronken hebben, of agter +gebleven zyn. De gevangenen zyn doorgaans by dit bericht tegenwoordig, +onder de bewaaring van Neger-beulen, die op het minste teeken hen +vast binden, het zy aan de pylaaren of balken der gaanderye, het zy +aan boomen, zonder dat de eigenaar zig dikwils verwaardigd heeft +de beschuldigden in hunne verdediging te hooren. De veroordeelden +eenmaal vast gebonden zynde, vallen de zweepslagen op hen, zonder +onderscheid van mans, vrouwen of kinderen. De werktuigen, waarmede +deeze straf word uitgeoeffend, zyn koorden van hennip van eene zeer +groote lengte, die by elken slag tot in het vleesch indringen, en een +geklater maken, gelykende naar het afschieten van een pistool. Zoo lang +deeze straf-oeffening duurt, roepen de ongelukkigen by herhaaling: +"danky masera": (ik bedank u meester:) en de Planter wandelt met +zynen Opzichter rond, zonder op het geschreeuw, het welk hy hoort, +eenige acht te geven. Men maakt deeze elendelingen niet los, voor dat +zy wel zyn van één gereten; en dan gelast men hun, om oogenblikkelyk +weder aan hun werk te gaan: ter naauwer nood verwaardigt men zig, +om hen te laten verbinden. + +Het straf-uur verloopen zynde, koomt de Heelmeester, die een Neger +is, insgelyks om bericht te doen; en men zendt hem weg al vloekende, +en zig beklagende, dat hy aan de slaven toestaat ziek te zyn. Na deeze +bedienden, koomt 'er eene zeer oude vrouw, die alle de Neger-kinderen +van de Plantagie vertoont, waar over zy het bestuur heeft. Deeze +kinderen, die reeds in de Rivier gewasschen zyn, klappen in de handen +op het zien van hunnen meester; zy groeten hem, staande in de rondte; +vervolgens zendt men hen weg, om hun ontbyt van plantainboom-vruchten, +of ryst te gebruiken; en even gelyk by het begin, eindigt dit alles +met eene diepe buiging van den Opzichter. + +Myn Heer doet dan eene wandeling in zyn morgen-gewaad, bestaande in +een onderbroek van het fynst Hollandsch linnen, witte zyde koussen, +en muilen van geel of rood Turksch leder; het halsboord van zyn hembd +blyft open, en over het hembd draagt hy alleenlyk eene loshangende +japon van fraaie Indische stof. Zyn hoofd is met een uittermaten fyne +catoene muts bedekt, en met een verbaazend groote hoed, die zyn mager +en somber aangezicht voor de hette der zon beveiligt: om den lezer +in staat te stellen zig een juist denkbeeld van een persoon van dit +zoort te vormen, biede ik hem tans de afteekening aan, die ik 'er van +gemaakt hebbe. Ik heb het tydstip genomen, dat de Planter, met zyne +pyp in den mond, want die legt hy niet neder, uit de hand van eene +schoone slavin een glas Madéra-wyn ontfangt, het welk hy uitdrinkt, +om daar door geduurende zyne wandeling kragt te bekomen. + +Wanneer hy nu langzaam rondom zyne wooning heeft rond gekuierd, of +misschien te paard gestegen is, om zyne velden te bezichtigen, en de +vermeerdering zyner rykdommen te begrooten, koomt hy tegen agt uuren te +rug, om zig te kleeden, indien hy voornemens is eenige bezoeken af te +leggen, zoo niet, blyft hy gekleed zoo als hy is. In het eerste geval +verwisselt hy alleen zyn onderbroek tegen een broek van dun linnen +of zyde. Vervolgens gaat hy zitten, en reikt zyne beide beenen toe +aan eenen jongen Neger, die hem de schoenen aantrekt; te gelyker tyd +word hy door eenen anderen gekapt of geschoren; en een derde is bezig, +om de muggen van hem weg te jagen. Wanneer dit alles is afgeloopen, +trekt hy een ander hembd aan, een kamisool, en een rok, die altoos van +eene witte stof is. Alsdan brengt men hem onder een groot zonne-scherm, +door eenen jongen Neger gedragen wordende, naar zyn vaartuig met zes +of agt roeijers, het welk hem wagt, en waar in zyn Opzichter zorg +gedragen heeft vruchten, wyn, water en tabak te laten brengen; maar +dezelve heeft hem zoo dra niet zien vertrekken, of hy herneemt zynen +toon van gezag, en zyne gewoone onbeschoftheid. Indien de Planter, +op deezen dag, zyne Plantagie niet verlaat, ontbyt hy ten tien uuren; +en om deeze maaltyd te nemen, zit hy aan eene tafel, in eene groote +zaal geplaatst, en waar op hammen, gerookte tongen, gevogelte, +of gekookte duiven, plantains, zoete cassave, brood, boter, kaas, +enz. gevonden worden. Zyn drank is in dit oogenblik of zwaar bier, of +Madéra-, Champagne- of Moesel-wyn. Zyn Opzichter houdt hem gezelschap, +zig echter op eenen bekwamen afstand plaatsende, en beiden worden +zy bediend door de schoonste en wel gemaaktste slaven.--Zie daar, +het geen deeze heeren ontbyten noemen. + +Wanneer deeze maaltyd geëindigd is, neemt de Planter een boek; hy +speelt op het schaakspel, of op de billard, of op eenig speeltuig; +tot dat de hette van den dag hem noodzaakt, om in zyne hangmat te gaan +leggen, om daar in zyn middagslaap te nemen, welken hy even min kan +nalaten, als een Spanjaard zyne siesta of uur van rust. Hy wendt en +keert zig in dit zoort van bed, tot dat hy in een diepen slaap gevallen +is, en geduurende zynen slaap, houden zig twee van zyne Negers bezig, +om tot zyne verkoeling met een waaijer te waaijen. + +Tegen drie uuren word hy van zelf wakker: na zig gewasschen en +geparfumeerd te hebben, gaat hy wederom aan tafel zitten, om met +zynen Opzichter het middagmaal te houden; en zy worden, even als +by het ontbyt, door dezelfde slaven bediend. Niets van al het geen +het jaargetyde kan opleveren van gewoon vleesch, gevogelte, wildt, +visschen, groenten en vruchten, ontbreekt op deeze maaltyd: de +uitgelezendste wynen worden 'er in overvloed geschonken; en dezelve +eindigt met eene groote kop zeer sterke koffy, en eenige glazen +liqueur. Ten zes uuren koomt de Opzichter wederom als des morgens, +door beulen en gevangenen gevolgd wordende. De strafoeffeningen +beginnen wederom geduurende eenigen tyd, en na dat de eigenaar zyne +beveelen voor het werk van den volgenden dag gegeven heeft, zendt +hy de vergadering weg, en brengt zynen avond door met ligte punch, +of fangary te drinken, op de kaart te spelen, of te rooken.--Myn heer +begint gewoonlyk de aannadering van den slaap tegen tien of elf uuren +te gevoelen; dan doet hy zig door zyne kamerdienaars ontkleeden; hy +gaat vervolgens in zyne hangmat leggen, alwaar hy met de eene of andere +van zyne beminden, want hy heeft altyd zyne stoet van vrouwlieden, +den nacht doorbrengt. Den volgenden dag, verschynt hy op nieuw onder +zyne overdekte gaandery, op het zelfde uur als daags te vooren; hy +vindt aldaar wederom zyne pyp en koffy, en met het opkomen van de zon +hervat hy zyne genietingen en uitspanningen. Hy is een Vorst in 't +klein, zoo verachtelyk, zoo eigenzinnig, zoo willekeurig heerschende, +als 'er een is. + +Een zoo onbepaald gezag moet in de daad noodwendig ten hoogsten behagen +aan iemand, die zeer waarschynlyk in zyn vaderland, in Europa, een +niets beduidend wezen was. + +Zulke lieden maaken dus fortuin, naardien zeer dikwils in deeze +Volkplanting de Plantagiën op tyd verkocht worden door afwezige +eigenaars, die zig op de gedaane begrootingen verlaten; en deeze +begrooters, het te verkoopen perceel zeer laag waardeerende, zyn het +doorgaans met den kooper eens. + +Dit zoort van Planters is een pest voor de Volkplanting. Zy maken +eene onmatige verteering, en betaalen niemand, onder voorwendzel van +slechten oogst, sterfte onder de slaven, enz. Zy mishandelen dezelven +door overmaat van arbeid en slagen; zy bederven de Plantagie, waar van +zy de voortbrengzels voor gereed geld, en ten laagen pryze verkoopen; +en wanneer zy op die wyze hunne beurs gemaakt hebben, verdwynen zy. Men +moet echter toestemmen, dat 'er in alles uitzonderingen zyn: ik heb +in Surinamen Planters gekend, die door hunne braafheid achtenswaardig +waren, en ik heb dezelven reeds genoemd. + +Wat de vrouwen betreft, zy geven zig doorgaans aan alle haare +driften, en in 't byzonder aan de ontembaarste wreedheid over. Maar +te gelyker tyd, dat ik getuigenis moet geven van de verhevene deugden +van Mevrouwen ELIZABETH DANFORTH en GODEFROY, en van eenige andere +van een onbevlekt caracter, behoor ik ook het gordyn te laten +vallen voor alle de onvolmaaktheden der teedere kunne in deeze +luchtstreek. Alvoorens van dit stuk af te stappen, moet ik echter +opmerken, dat de herbergzaamheid nergens edelmoediger, nog aangenamer +word uitgeoeffend, dan hier. Een vreemdeling bevindt zig hier overal, +of hy t'huis was: men verschaft hem, met de meest mogelyke gulheid, +tafel en huisvesting, op elke Plantagie, het geen van des te meer +aanbelang is, om dat men in de nabyheid van alle de Rivieren der +Volkplanting Surinamen niet weet, wat eene herberg is. + +Om aan myn verhaal eenige afwisseling te geven, zullen wy tans drie +zoorten van visschen beschryven, waar op ik myne vrienden onthaalde, +zynde de zon-visch, de slang-visch, en de gevlakte kat. De eerste +word, even als de zalm, in zoute en zoete wateren gevonden. Hy heeft +agttien of twintig duimen lengte, en hy is geheel en al met goude +schubben bedekt, die, wanneer hy in helder water zwemt, straalen van +zig schynen af te schieten, en die hem zynen naam gegeven hebben. De +slang-visch ontleent zynen naam van de gelykheid, die 'er tusschen +hem en dit kruipend gedierte is. Het is een zoort van aal, niet +zeer groot, maar zwart, hebbende een witten buik, en zynde in alle +de Rivieren van dit Land zeer gemeen. De gevlakte kat word alzoo +genoemd uit hoofde van de vlakken, waar mede hy bedekt is, en zyne +lange knevels. Deeze visch gelykt ten aanzien van deszelfs gedaante +vry veel naar een snoek. Hy heeft zeer puntige tanden, maar geene +schubben. Hy is zeer vet, en weegt zomtyds tot zeventig ponden toe; +zyn vleesch is geelachtig, en men maakt 'er weinig werk van. + +De Hoop was tans eene der onaangenaamste verblyfplaatsen. Ik +betreurde aldaar zeer het gemis, zoo van myne eerste hut, als van +myne lieve gezellinne: de eene viel geheel om ver, en de andere was +te Paramaribo. Wy hadden geen enkel mensch, die niet door de koorts, +of eenige andere ziekte, was aangetast. De roode loop begon ook +verwoestingen aan te rechten. Om onze elende te vergrooten, hadden wy +noch Heelmeesters, noch geneesmiddelen, noch iets, waar door wy ons +licht bezorgen konden; en ons bleef niets overig, dan zeer weinig +brood. Ik was met deeze gesteldheid van ons ongelukkig krygsvolk +bewogen, en ik deed onder hen eene uitdeeling van bischuit, citroenen, +oranje-appelen, suiker, wyn, gevogelte, en eenige spermaceti-kaarssen, +die my in eigendom toebehoorden. + +Den 23sten, zond ik twee zieke Officiers, ORLEIGH en FRANSSEN, gelyk +mede alle de soldaaten, die vervoerbaar waren, naar het hospitaal te +Maagdenberg; te gelyker tyd vernieuwde ik myn ootmoedig verzoek, om +van zulk een elendigen post, die bovendien van geen nut ter weereld +was, verlost te worden, en ik verzogt, maar te vergëefs, om één van +hun te zyn, die tegen de muitelingen optrokken. Ik vernam omtrent in +dit tydstip, dat men, beneden mynen post, eene nieuwe verblyfplaats +der Negers, niet ver van Paramaribo af gelegen, ontdekt had; en +dat hooger op een groot getal manschappen van ons krygsvolk stierf, +waar onder men telde den Capitain SEYBOURG, broeder van den Colonel +van denzelfden naam, die den 22sten overleed. Deeze was de derde van +dien rang, die zedert een maand het leven liet. + +Den 26sten, kwamen twee jonge Officiers, die zeer schoone manspersoonen +waren, aan; maar die niet meer dienen konden, zynde beiden gekweld +met eene breuk, veroorzaakt door het uitglyden, het geen in dit +regen-saisoen, wanneer de grond zeer glibberig is, moeielyk vak +te ontwyken. + +Des avonds van den zelfden dag, was 'er één van onze zee-soldaaten, +genaamd SPANKNEVEL, die niet meer te voorschyn kwam, en men +ontdekte hem eerst den 29sten, wanneer men hem met een koord van een +heestergewas aan een boom hangende vondt. Geen van zyne medemakkers +wilde hem afsnyden, om dat hy zig zelf had van kant geholpen. Zy +beweerden, volgens hunne vooroordeelen, want zy waaren allen +Duitschers, dat zy, met hem aan te raken, zig even eerloos zouden +maken, als hy zelf was. Ik was dus genoodzaakt hem door de Negers te +laten afnemen en begraven. + +Eindelyk ontfing ik bevel tot myn vertrek, en ik begaf my +oogenblikkelyk met den Capitain BOLTS naar Goed-Accord, waar van +de eigenaar en eigenaresse, de heer en mevrouw DE LANGE, ons zeer +beleefdelyk ontfingen. Deeze Suiker-Plantagie is de laatste aan +de Rivier Commewyne, en uit dien hoofde is zy in de nabyheid der +muitelingen gelegen, die dikwils moeite doen om de slaven te verleiden; +maar men behandelt dezelven aldaar met veel toegevenheid en goedheid, +om alle muitzucht van hunnen kant voor te komen, en hen aan te zetten +om de Plantagie niet te verlaten. + +Ik zag aldaar eene groote nieuwigheid: namelyk eene jonge Negerin, +die in den zuiveren natuurstaat de tafel bediende. Ik betoonde +my uittermaten verwonderd, toen ik haar zag te voorschyn treden; +en dadelyk vernam ik naar de reden van deeze vreemde gewoonte. De +vrouw van den huize antwoordde my zediglyk, dat zulks plaats +had, overeenkomstig de schikking der moeders en opzigteressen, +als een middel ter voorkoming van eenen al te vroegtydigen omgang +met manspersoonen, waar door haare kragten verminderd, haare groei +belet, en haare gestalte bedolven zouden worden. De slaven op deeze +Plantagie, zoo mans als vrouwen, waaren de schoonsten, welken ik +immer gezien heb. Hunne schoone gedaante, hunne levendigheid, hunne +sterkte en yver konden met die der Europeanen gelyk gesteld worden. De +Neger PHILANDER, dien ik reeds als een voorbeeld van schoonheid heb +aangehaald, behoorde tot dezelven. + +Des anderen daags, vertrokken wy naar Maagdenberg, een uur voor +het ondergaan der zon, en in een klein vaartuig, alleenlyk met +een zonnescherm overdekt. Wy deeden zulks tegen den raad van den +heer en mevrouw DE LANGE, en wy hadden reden om 'er ons over te +beklagen; want naauwlyks hadden wy twee mylen afgelegd, of de nacht +overviel ons, gepaard met zulk een geweldigen regen, dat wy byna in +het water verzonken, zynde de gang van het vaartuig slechts twee +duimen boven water. Het gelukte ons echter, door middel van onze +calebassen en hoeden, om het zoo ledig te scheppen, dat het vlot +bleef. Te gelyker tyd zat 'er een Neger voor op, houdende een haak +lynrecht voor uit, om te beletten dat ons vaartuig niet omsloeg, +wanneer het door onbedachtzaamheid, in het midden der duisternis, +waar in wy ons bevonden, tegen de wortels der Palmietboomen stootte, +die langs de oevers van het bovenste gedeelte van de Commewyne in +grooten getaale groeijen. + +Wy kwamen op deeze wyze, des avonds ten tien uuren, op de Plantagie +Jacob aan. Het vaartuig was met het water gelyk, en ook niets meer; +want de Capitain BOLTS, en ik, waren zoo dra niet op het land +gesprongen, of het vaartuig zonk met alle de Negers, die 'er op +waren: dadelyk echter bereikten zy al zwemmende den oever. Maar, +helaas! een koffer, waar in myn dagregister en myne teekeningen +lagen, die my meer dan twee jaaren arbeids en moeite gekost hadden, +bevond zig toen onder in het water. Ik was over dit verlies met +smarte aangedaan. Een knaphandige Neger echter, verscheiden malen, +al duikelende, in het vaartuig gegaan zynde, bragt my mynen kleinen +schat te rug, en ik achtte my zeer gelukkig denzelven weder in myne +handen te zien, schoon door en door nat geworden zynde. Dus nam +onze schipbreuk een einde. Na iets warms gebruikt te hebben, hingen +wy onze hangmatten op, en sliepen in dezelve rondom een goed vuur, +waar voor ik myne papieren liet droogen. + +Des anderen daags morgens vervolgden wy onze reize, maar toen wy half +weg gekomen waren, wierden wy tegengehouden door eenen zwaaren boom, +die; om ver gevallen zynde, een dam in de kreek maakte, zoo dat het +vaartuig nooit op of neder komen konde. Wy keerden naar de Plantagie +Jacob te rug, en waren genoodzaakt, ons van daar naar de plaats van +onze bestemming te voet te begeven, dwars door allerleije zoorten van +struiken, distelen, doornen en heestergewassen, alwaar wy door nat, +en geheel met bloed bedekt, aankwamen. Myne enklauw, die begon te +geneezen, wierd andermaal tot op het been open gereeten: de veelvuldige +doornen, die wy by elken tred ontmoetten, maakten dezelve weder byna +geheel ontbloot. + +Wy vernamen hier, dat ORLEIGH, één van de twee Officieren, welken ik, +geduurende myn laatste verblyf op de Hoop, naar Maagdenberg ziek +verzonden had, niet meer in leven was. Op die wyze vergingen byna +allen de geenen, die de laatste maand op deezen eersten post hadden +doorgebracht, van waar geen enkel soldaat gezond te rug kwam. Ik ben +vastelyk overtuigt, dat hun onheil veröorzaakt wierd door de sterke +hette van de drooge en brandende maand Juny, welke zy ondervonden, na +in het midden van een moerassigen streek gegaan en geslapen te hebben, +en na, geduurende het laatste regen-saisoen, aanhoudende stortregens +op hun lichaam ontvangen te hebben. De sterkte van myn gestel deed my +echter aan zoo veele gevaaren ontsnappen, en ik besloot, zoo mogelyk, +myne gezondheid te bewaaren, al lachende en zingende, (God vergeeve my +dit!) terwyl een groot aantal menschen rondom my zuchtten, steenden, +en den geest gaven. + + + +NEGENTIENDE HOOFTSTUK. + +Optocht van het Krygsvolk naar Barbacoeba, aan de Rivier Cottica.--De +Palmboom-kool, en de Mauricy.--Heete koorts.--Trek van dankbaarheid in +eenen Engelschen Matroos.--Verscheiden soorten van Peper.--Citroen- +en Limoen-boomen.--De Mammy-appel.--Pimpernooten.--Regeering in +Surinamen.--Honden van Guiana.--Ongemeene trek van edelmoedigheid. + +Het regen-saisoen op nieuws naderende, trok de Colonel FOURGEOUD, +na uit zyne soldaten die geenen te hebben uitgekozen, die de +gezondsten waren, en in 't geheel niet meer dan een getal van één +honderd en tachtig bedroegen, in aantocht, op den 3den July 1779, +naar Barbacoeba, aan de Rivier Cottica, eene plaats, welke hy +tot eene algemeene verzamelplaats, alvoorens de muitelingen aan +te tasten, bepaald had. Ik had de eer onder het getal der geenen, +die vertrekken moesten, te behooren; maar den Heelmeester verklaard +hebbende, dat ik gevaar liep myn voet kwyt te raaken, indien ik door +de bosschen ging, ontfing ik bevel, om op Maagdenberg te blyven, met +vermogen echter, om, indien ik binnen kort hersteld was, my by den +Colonel te vervoegen, en, zoo goed ik konde, my naar Barbacoeba te +begeven. Myn been was op dit oogenblik zoo ontstoken, en zoo zwart, +uit hoofde van het dood vleesch, dat de Heelmeester van den Colonel +KNOLLAERT, beducht was tot de afzetting te zullen moeten besluiten, +en dat ik zonder zeer zwaare pyn niet recht op staan konde.--Ik zal +'er het lidteeken van dragen, zoo lang ik leeve. + +Geduurende dit myn agterblyven, ontfing ik dagelyks van PHILANDER en +andere Negers, welken ik altyd met zachtheid behandeld had, geschenken, +waar onder een kookzel van kool van Berg-Palmboom gevonden werd. Onder +alle zoorten van Palmboomen-kool is deeze de meest geachte. De boom, +die dezelve voortbrengt, verheft zig zomtyds tot de hoogte van vyftig +voeten. Zyn harde houtachtige stam, in zeer dicht op elkander volgende +gelederen verdeeld, en van binnen vol merg, even als de vlierboom, +heeft eene helder bruine kleur: deeze stam, die in evenredigheid van +zyne hoogte dik is, loopt zeer recht, en eindigt puntsgewyze, even +als de mast van een schip. In de hoogte word hy van eene donker groene +kleur, veröorzaakt door de bekleedzelen, waar uit zig de takken vormen, +die horizontaal uitloopen, even als de kroon van een ananas of van een +pynappel. Deeze takken zyn van wederzyden bedekt met zwaare blaaden +van drie voeten lang, van eene donker groene kleur, zeer puntig, maar +gevouwen, verwardelyk geplaatst, en niet bevallig nederhangende, zoo +als die van den Latanus- of Kokos-boom. Het zaad is besloten in eene +zoort van bruine kelk of scheede, die uit het middenpunt der takken +voortspruit, naar den grond nederhangt, en in kleine ronde nooten +bestaat, die by elkander zittende, het voorkomen hebben van trossen +rozynen, maar naar maate van haaren omvang zoo lang niet. Indien +men de kool begeert, moet men den boom afhouwen. Dit geschied zynde, +berooft men hem van zyne takken, en van het groen bekleedzel, het welk +dezelve voortbrengt. Vervolgens neemt men het hart of de kool, die +wit is, en twee of drie voeten lang, dik als de arm van een mensch, +en rond als een cylinder van gepolyst yvoor. Zy bestaat uit ligte, +langwerpige en witte bladeren, naar zyde linten gelykende, en gereed +om het daar op volgend bekleedzel op te leveren, maar zoodanig in +malkander gesloten, dat zy een vast en breekbaar lichaam vormen. Deeze +vrucht, wanneer men ze raauw eet, heeft den smaak van een amandel, +schoon nog teederer en lekkerder: wanneer zy gekookt is, heeft zy +den smaak van bloemkool. Men plukt ook deeze lange en dunne bladen +één voor één af, en maakt 'er eene uitmuntende salade van. Maar de +kool der Palmboomen, het zy raauw, het zy gekookt, verwekt buikloop, +wanneer men 'er te veel van eet. In derzelver holligheid, na dat alle +de bladeren zyn weg genomen, legt een zwarte koren-worm zyne eieren, +waar uit de palmboom-wormen voortkomen. De zachte zelfstandigheid, +die nog in het hart van de kool overig is, dient, wanneer zy begint te +verrotten, aan deezen worm tot voedzel. De kool van den Latanus-boom +en andere zoorten van Palmboomen, word zoo groot niet, is minder zoet, +en van eene verschillende gedaante van die, waar van ik zoo even sprak. + +De Mauricy [11]is zekerlyk de grootste van alle Palmboomen, ja van +alle andere boomen, die in de bosschen van Guiana groeien. Ik kan +verzekeren, dat ik eenige boomen van dien naam gezien heb, wier +toppen meer dan honderd voeten boven den grond scheenen verheven te +zyn. Derzelver omvang was van tien of twaalf voeten aan het dikste +van den stam, dat is, op een vierde van den boom van den wortel +af gerekend; want van daar af vermindert hy, zoo wel naar beneden +als naar om hoog, eene byzonderheid, die misschien aan alle andere +Reizigers of Schryvers ontsnapt is. Hy heeft ook eene helder bruine +of gryze kleur, en is tot de plaats, alwaar de takken beginnen, in +gelederen verdeeld. Deeze takken neemen hunnen aanvang by den top +des booms, en zyn lang, groen en boogswyze gekromd, bloot tot aan +derzelver einde, waar uit lange en breede bladeren voortspruiten, +zynde gevingerd, en van eene bleek groene kleur, zeer regelmatig op +eene bolronde manier geschaard, en maakende een zoort van straalen, +zoo als een ronde waijer van zig afgeeft. Naar maate dat de jonge +takken zig uit het middenpunt naar den top verheffen, verwelken de +oude, hangen naar den grond, en worden de speelbal der winden. Uit +het midden der groene bladeren, trekken de Indianen lange vezelen +of witte draaden, zoo als zy van de zyde-plant doen. Deeze vezelen +zeer sterk zynde, maaken zy daar van netten om te visschen, koorden +om hunne bogen te spannen, of zy laten ze zoodanig als zy zyn, om 'er +zig tot andere gebruiken van te bedienen. Uit het middenpunt der takken +koomt het zaad voort, het welk ook in de gedaante van lange risten uyen +nedervalt. Ik heb verscheide afbeeldingen van deeze Palmboomen gezien; +ik durf verzekeren, dat ze niet getrouw zyn, en volgens verbeelding +of valsche beschryvingen uitgevoerd; maar ik staa 'er by het publiek +voor in, dat de tans aan hun aangebodene afteekening naar de natuur +en op de plaats zelve gemaakt is. Dezelve bevat den Berg-Palmboom, en +den Mauricy, boomen, die door hunne takken en bladeren van elkander +verschillen. Op de plaat, die ik den lezer aanbiede, beteekent de +letter A den stam van den Berg-Palmboom; de letter B deszelfs takken, +van den boom afgescheiden; en de letter C het zaad, of de kelk, +die het zelve in zig bevat; de D geeft den stam van den Mauricy te +kennen; de E één van deszelfs nederhangende takken; de F beteekent den +Korenworm, die den Palmboom-worm voortbrengt; de G dien worm zelven, +die zoo lekker, nog zoo vet niet is, dan die van de kool van den +Berg-Palmboom. Geene andere gelegenheid hebbende om te vertoonen, +op welke wyze de Indianen en de Negers op de boomen klimmen, heb ik +op deeze Plaat, onder de letter H, één der laatstgemelden vertoond, +die op een jongen Mauricy klautert. Geen van beiden doen dit door +den stam van den boom met de armen en beenen te omvatten, maar door +denzelven met de hand vast te houden, en 'er beurtelings den voet +op te zetten. Zy gaan alzoo voort op eene wonderbaarlyke manier; +en door dit middel scheurt hen de schors niet op; maar 'er is zeker +veel behendigheid, oeffening en kragt noodig, om daar in wel te slagen. + +Ik heb, zoo ik meen, breedvoerig genoeg gehandeld over deeze +onderscheidene zoorten van Palmboomen, en ik gaa tans over, om het +dagverhaal van onze krygs-verrigtingen te vervolgen. + +Ik heb gezegd, dat alle de Officiers, en de meeste soldaten, die den +post van de Hoop bezet hadden, gestorven of gevaarlyk ziek waren, +en dat ik aan de besmetting ontsnapt was. Maar, helaas! het was tans +myn beurt! ik had slechts een uitstel, en niets meer, want den 9den +wierd ik door die zelfde heete koorts aangetast, die alle de anderen +had in het graf gesleept, en waar aan myn Neger QUACO op dit oogenblik +zeer ziek lag. + +Den 14den, was ik genoodzaakt het bevel aan een ander Officier af te +staan, en Maagdenberg te verlaten, om my naar Paramaribo te begeven, +maar ik kon niet verder komen, dan Goet-Accord, alwaar men den +15den niets anders dan het oogenblik van mynen dood verwagtte. Tot +dit uiterste gekomen zynde, vond eene oude Negerin middel, om my +een weinig gekarnde melk, met garst en syroop van suiker gekookt, +te doen gebruiken; dit was het eerste voedzel, het welk ik, na dat +ik ziek geworden was, genuttigd had. Het deed my zekerlyk een zeer +grooten dienst; en des anderen daags was ik in staat om vervoerd te +kunnen worden. Myn kleine QUACO was ook veel beter. + +Des avonds van den 16den, kwam ik te Fauconberg aan, alwaar ik +een pakje met zeven of agt brieven van myne vrienden vond, gepaard +met een geschenk van gezouten ossen-vleesch, en gedroogde tongen, +Madéra-wyn, Engelsch bier, rhum, en twee kruiken heerlyk citroen-sap +met suiker gemengd,en daarënboven een beste ham, en een fraaije +jagthond, die beide my gezonden waren door CHARLES MACDONALD, den +zelfden Engelschen matroos, met wien ik op de Hoop in vriendschap +geraakt was; beide zyne geschenken kwamen uit Virginie. Dit blyk van +erkentenis en edelmoedigheid van deezen braven jongen, beantwoordt +volkomen aan het waar caracter van den Engelschen zeeman, en deed +my groot vermaak. Onder het getal van myne brieven waren 'er twee, +voor my van het grootst gewicht, de één was van den heer LUDEN van +Amsterdam, en de ander van den heer DE GRAAF, zynen Bestuurder op +Paramaribo. Zy verwittigden my, dat myne beminnelyke JOANNA en myn zoon +ter myner beschikking waren, voor de somme van twee duizend gulden, +die, met de bykomende onkosten, byna twee honderd ponden sterling +zouden uitmaken, dog welke ik buiten staat was op dit oogenblik te +kunnen betaalen. Ik was reeds eene andere somme van vyftig ponden +sterling schuldig, welke ik geleend had, om den koopprys van mynen +Neger QUACO te voldoen; myne JOANNA, wel is waar, was my van eene +oneindig grootere waarde; en schoon men haar had gewaardeerd op het +twintigste gedeelte van de geheele Plantagie, die voor niet meer dan +veertig duizend guldens verkogt was, konde ik eene jeugdige vrouw, +met zoo veele volmaaktheden begaafd, niet te duur koopen; maar men +moest met dit al in staat zyn, om het te kunnen betaalen. + +SALOMON heeft met reden gezegd, dat goede tydingen, uit ver afgelegene +landen komende, voor de ziel dat geen zyn, het welk frisch water +voor een zeer dorstig mensch is. De berichten, die ik in dit +tydstip ontfing, deeden my in 't eerst herleven; maar eene nadere +overweging overtuigde my wel dra, dat het my onmogelyk was, om my +eene zoo groote somme aan te schaffen, en ik was ruim zoo ongelukkig +als te vooren. Intusschen deelde ik alle de ontfangene geschenken +onder de nabestaanden van JOANNA uit, uitgenomen echter den hond +en de ham. Deeze goede lieden baden my aan; en geduurende alle de +betuigingen van hunne liefde, riep ik uit: "Dat ik niet ryk genoeg +ben, om hen allen vry te koopen!" Ik bevond my toen uittermaten zwak, +niettemin oordeelde ik my in staat, om des anderen daags de Rivier af +te zakken, tot aan de Plantagie Bergshoven, waar van de Bestuurder, +de heer GOURLAY, de beleefdheid had, om my, in een gemakkelyk vaartuig +met zes roei-riemen, naar Paramaribo te laten brengen; maar ik stortte +wederom in, en ik kwam, des avonds van den 19den, in deeze Stad aan, +zynde naauwlyks meer in leven. Ik had den voorigen nacht op eene +Plantagie, Jalosy genaamd, doorgebragt, alwaar ik byna den geest gaf. + +Ik kan de Rivier Commewyne niet verlaten, zonder den lezer eene +afbeelding aan te bieden van een gezicht van Maagdenberg aan de +Tempaty Kreek, en nog een van den post van Calais, by de Hoop, aan +den mond van de Consavina-Kreek. + +Te dier tyd eene goede huisvesting by den heer DELAMARE hebbende, en +door de teederlievende JOANNA opgepast wordende, had ik ten minsten +rust; en den 25sten, bevond ik my in staat, om voor de eerste keer +uit te gaan, en by Mevrouw GODEFROY het middagmaal te gaan nemen. De +tafel was by deeze vrouw van de gezondste spyzen, en de verfrissendste +vruchten overvloediglyk voorzien. Onder de laatstgemelde, en de +planten, die tot herstelling der gezondheid geschikt zyn, en welke +dit Land voortbrengt, moet men verschillende zoorten van pepers en +de limoenen rekenen. De eerste zyn de cica-peper, de lattaca, en de +dago-pipy, zoo als de Negers dezelve noemen; want zy geven aan elke +zaak eene benaming naar de overëenkomst, die tusschen dezelve en +eenige andere zaak gevonden word. Deeze verschillende zoorten van +peper zyn in Europa bekend onder den naam van peper van Caijenne, +van piment, en van capsicum, of peper van Guinée. De naam van cica, +of chiga, welken men in Surinamen aan de eerste geeft, koomt daar van +daan, dat derzelver korrel gelykt naar het insect, chiga of chigoe +genaamd, het welk ik beschreven heb. De andere heeft de gedaante van +rotten-stronten. Deeze drie zoorten, gelyk ook alle andere, groeien +aan heesters, die groen zyn, en niet zeer hoog opschieten. De peper, +welke zy allen voortbrengen, is van de allerheetste, en trekt den +mond by één; wanneer zy ryp is, heeft zy een scharlaken, of liever +bloedkleur. De Europeanen eeten byna geene spyzen, welken zy niet +met peper aanzetten: de Negers, en vooral de Indianen slokken ze met +geheele greepen in, niet alleen om dat zy 'er ongemeen veel van houden, +maar ook om dat zy dezelve als een uitmuntend geneesmiddel tegen een +groot aantal kwalen beschouwen. + +De limoenen groeijen aan een zeer schoonen boom, genaamd Limoen-boom, +waar van de bladen en vruchten veel kleiner zyn, dan die van den +citroen-boom, en de laatstgemelden van een veel schitterender geele +kleur, dan de citroenen. Zy hebben ook een veel fyner schil, en zyn +vol van een zuur sap, het lekkerste, dat ik ken, en waar van de geur +alleraangenaamst is. Deeze vruchten zyn zeer nuttig voor de soldaten +en matroozen, die ze in dit Land voor het opraapen kunnen krygen, +zoo dat men hen niet zeldzaam hunnen ledigen tyd ziet doorbrengen, +met dezelve in groote meenigte te verzamelen, om ze met manden vol +naar het schip te voeren. Men ontmoet, door de geheele Volkplanting +van Surinamen, heggen van Limoen-boomen; en by de Stad Paramaribo +groeijen zy aan den weg. Het is zeer te bejammeren, dat men deeze +limoenen niet naar Europa kan overvoeren; maar men voert vaatjes, +met derzelver sap gevuld, derwaarts. De inwooners deezer Volkplanting +leggen ze in suiker, en bewaaren ze in groote aarde kruiken. + +Op het na-gerecht van deeze zelfde maaltyd, merkte ik, onder +verscheide uitmuntende vruchten, een zoort van appel op, welken men +alhier mammy noemt. Deeze groeit aan een boom van de gedaante van +een oranje-boom, waar van de schors grys is, het hout witachtig en +ruw, en het blad zeer dik, glad, driehoekig en zonder vezelen. Deeze +vrucht, die byna rond is, en eenen omtrek van vyf of zes duimen maakt, +is met eene harde en roest-kleurige schil bedekt; derzelver vleesch +heeft de kleur van wortelen, en ook dezelfde vastheid. Het bevat twee +groote nooten, waar van de amandelen bitter zyn; maar de vrucht heeft +een uitmuntenden smaak: het is een mengzel van zuur en geurigheid, +het welk alle andere in deeze Volkplanting overtreft. Men vindt in +Surinamen ook tweederlei zoort van amandelen, gewoonlyk door de Negers +pistaches en pinda genoemd. De eerste gelyken naar kleine kastanjes, +en groeien als trossen aan den boom; de tweede worden voortgebracht +door een heestergewas, en vormen zig onder den grond. [12] Beide +zoorten van deeze amandelen zyn olyachtig en zoet; de laatstgemelde +bevat 'er twee in eene schel; alle zyn zy aangenaam om raauw te eeten, +maar nog beter, wanneer zy onder heeten asch gebraden worden. + +Dewyl ik van vruchten spreek, is het hier, zoo ik meen, de plaats, +om eene misslag van Mejuffrouw DE MERIAN aan te roeren, die verklaart, +dat de druiven in Guiana gemeen zyn. Deeze misslag is des te sterker, +dewyl men weet, dat de vruchten, die alleen in eene kleine dunne +schel besloten zyn, als de druiven, [13] de kerssen, de aalbessen, +de aardbeziën, de pruimen, de abrikosen, de persiken, en zelfs de +appelen en peeren, de brandende hette van den zonne-keerkring niet +verdragen kunnen. + +My tans op nieuw te Paramaribo bevindende, is het, zoo ik meen, +voegzaam, om het dieren- en planten-ryk voor eenigen tyd te verlaten, +en den aandacht van den lezer op het regerings-bestuur van deeze +schoone Bezitting te vestigen; een onderwerp, het welk hy misschien +zedert lang verwagtte. + +Ik heb reeds gezegd, dat twee derde der Surinaamsche Volkplanting +tegenwoordig aan de Stad Amsterdam behooren, en dat de West-Indische +Maatschappye eigenaar is van het laatste een derde gedeelte. Ik heb +ook te kennen gegeven, dat de rechterlyke macht door onderscheidene +Raaden van rechts-oeffening word uitgeoeffend. Ik zal dezelve dus tans +in hunne orde aanwyzen, zoo als my dit door den Gouverneur, den heer +NEPVEU, is mede gedeeld. De eerste is de Raad van Crimineele Justitie, +en van Politie. Dezelve bestaat in het geheel uit dertien leden, wier +ampten voor hun leven zyn. De Gouverneur, die 'er de Voorzitter van +is, verkiest dezelven uit eene dubbele lyst, die hem door de inwooners +word aangeboden. De Commandant, of de afgezonden Gouverneur, is eerste +Raad. De bedienende Leden van dit Hof zyn derhalven; + + +De Gouverneur, +De Commandant, +Een Procureur-Fiscaal, +Een Secretaris, +Negen Raden. + + +De kennis van alle lyfstraffelyke zaaken behoort aan deezen Raad; +maar de Gouverneur heeft het recht van schorssing der vonnissen, +en zelfs om genade te bewyzen. + +De Raad van Civiele Justitie bestaat ook uit dertien Leden, die door +den eerstgemelden Raad verkooren, en alle vier jaaren vernieuwd +worden. De Gouverneur is aldaar ook Voorzitter, en de bedienende +Leden zyn: + + +De Gouverneur, +Een Procureur-Fiscaal, +Een Secretaris, +Tien Raden. + + +Deeze Raad neemt kennis van alle burgerlyke rechts-zaken, en zelfs +van geringe beledigingen. + +Na deezen koomt het Subalterne Collegie, of Kamer van kleine zaken, +bestaande uit elf Leden, die al mede door den Gouverneur en het +eerstgemelde Hof verkozen worden, en behalven den Secretaris, wiens +ampt voor zyn leven is, insgelyks alle vier jaaren vernieuwd, en +uit de laatst afgegaane Justitie-Raden genomen worden. De bedienende +Leden van dit Collegie zyn derhalven: + + +Een Vice-President, +Een Secretaris, +Negen Raden. + + +Het zelve heeft het opper-toezicht over de openbaare gebouwen, over +de straaten, over de laanen van oranje-boomen, over de grachten, +enz. Het beoordeelt ook de twistgedingen beneden de twee honderd en +vyftig guldens; alle geschillen over grootere sommen moeten voor het +Hof van Civiele Justitie gebragt worden. + +'Er is ook nog een ander Collegie, namelyk de Wees- en onbeheerde +Boedel-kamer. Het bestaat uit + + +Verscheiden Commissarissen, +Een Secretaris, +Een Boekhouder, +Een Thesaurier, +En eenen anderen gezworen Secretaris. +De bedienden der Finantie zyn: +De Ontfanger der in- en uitgaande rechten, +De Ontfanger der groote en kleine imposten, +De Ontfanger van het hoofd-geld. +De Ontfanger der renten. + + +Ik zal van de bedieningen deezer Amptenaaren meer opzettelyk +spreken, wanneer ik de algemeene inkomsten deezer Volkplanting +zal behandelen. Ik bepaale my tans tot het geen derzelver +Regeerings-bestuur betreft. Ik heb reeds gezegd, dat de Gouverneur aan +het hoofd der burgerlyke en der krygszaaken is; de andere openbaare +amptenaaren zyn voornamelyk: + + +De Secretaris van zyne Excellentie, den Gouverneur, +Een Provoost, met het doen vervolgen der Negers belast, +De Commissarissen van de Magazynen der levensmiddelen, +Vier Opzichters over den uitvoer van de suiker, +Een Opzichter over de vaten melasse, of syroop van suiker, +Een Opzichter over alle de Noord--Americaansche schepen. +Twee Omroepers, +Twee Sergeanten of Boden van den Raad, +Twee Landmeeters, +Drie Meters van timmerhout, +Een Opzichter over het vee, enz. +Een Opzichter over de maaten en gewichten, +Drie Hollandsche Predikanten, +Een Fransch Priester, + +Een Lutersch Predikant, +Drie Meesters van openbaare Schoolen, enz. + + +De krygsmacht bestaat uit elf Compagniën. Elk van dezelve heeft +tot Officiers, een Capitain, een Lieutenant, een Ouder-Lieutenant, +een Vaandrig, een Secretaris, en een Kassier. De Capitains zyn +doorgaans gezworen Priseerders by het verkoopen der Plantagiën, +aan de verschillende Rivieren in hunne wyk gelegen. + +Zie daar, welke de voornaamste amptenaaren van het bestuur in de +Volkplanting van Surinamen zyn. Dit bestuur zoude niet kwaad zyn, +indien het niet door eene snoode gierigheid besmet wierd, tot groot +nadeel van deeze schoone Bezitting in 't algemeen, en van derzelver +inwooners in 't byzonder. Deeze Volkplanting, wel bestuurd wordende, +zoude een hof van Eden zyn, niet alleen voor de Europeaanen, maar zelfs +voor de slaven. Het zoude niet moeielyk zyn verbeteringen op te geven, +noch ook dezelve uit te voeren. Ik zal by eene andere gelegenheid de +aanmerkingen mededeelen, welken ik ten deezen opzigte gemaakt heb; +en ik twyfele geenzints, of een weinig oplettenheid op een enkel +punt, zal de gelukkigste uitwerkingen voortbrengen. En kan ik dan +al, even gelyk de Samaritaan, geen balsem op alle wonden gieten, +ik zal ten minsten het geneesmiddel kunnen aanwyzen, het welk, op +eene gepaste wyze gebezigd wordende, de kwaaien van een groot getal +lieden geneezen zoude. + +Ik heb de onaangenaame taak ondernomen, om te bewyzen, hoe deeze +Volkplanting, door bloeddorstige en gewelddadige middelen, zig zoo +dikwils op den oever van haaren ondergang gezien heeft. Hoe roemryker +zoude het zyn voor hun, die 'er de magt toe in handen hebben, om niet +alleen haar te redden, maar ook met haar, veele fraaie Volkplantingen +in de West-Indiën! zy zouden dit doen door middel der beöeffening +van eene uitdeelende en algemeene gerechtigheid, en door het geven +van een loffelyk voorbeeld van goedwilligheid en menschelykheid. + +Ik kan van de verhandeling van het staatkundig bestuur in Surinamen +niet afstappen, zonder het afschryven van deszelfs zinspreuk, die +met de daaden zoo weinig overëenkomstig is. Zy is deeze: "Justitia, +pietas, fides." De wapens zyn in drie deden verdeeld, bevattende, +zoo ik meen die van 't Huis van Sommelsdyk, van de West-Indische +Maatschappye, en van de Stad Amsterdam: zy worden gedragen door +twee klimmende leeuwen, en dienen om het papieren geld te zegelen, +enz.--Maar laat ik myn verhaal vervolgen. + +Den 30sten, ontmoette ik dien goeden matroos, CHARLES MACDONALD, +en dewyl ik dertig kruiken Jamaicasche rhum gekocht had, gaf ik 'er +hem eenige van, om hem het geschenk van een ham en van een hond te +vergelden; ik voegde 'er een schulp van paerel d'amour by, met zilver +beslagen, welke ik hem verzogt tot eene gedachtenis te bewaren. Deeze +brave jongen ging des anderen daags weder naar Virginie scheep, aan +boord van de Peggy, waar van Capitain was LOUIS, die my beloofde hem +tot zynen Stuurman te zullen bevorderen. + +De hond, waar van ik zoo even sprak, herïnnert my twee aanmerkingen, +welke ik in Guiana omtrent dit zoort van dieren gemaakt heb. De +eerste is, dat zy aldaar het vermogen of de hebbelykheid van blaffen +verliezen: het is zelfs eene zeer bekende zaak, dat de honden, die +aldaar geboren zyn, nooit geblaft hebben. De tweede is, dat zy aldaar +nooit door de watervrees worden aangetast, ik herïnner my ten minsten +niet een enkelen dollen hond in deeze Volkplanting gezien te hebben, +noch 'er van te hebben hooren spreken; deeze laatste byzonderheid is +des te opmerkelyker, om dat deeze verschrikkelyke ziekte, in andere +Landstreeken, doorgaans word toegeschreven aan de drukkende hette van +de honds-dagen, het geen die benaming genoegzaam aanduidt. De Indianen, +of inboorlingen van Guiana, hebben allen honden, waar van zy zig tot +de jagt bedienen. Deeze dieren zyn mager en klein, zy hebben kort +hair van eene vuile witte kleur, een langwerpigen snoet, en recht +op staande ooren; zy zyn zeer bekwaam om het wildt op te spooren; +maar zy hebben alle de gebreken van de kleine jagthondjens. Ik moet +niet vergeten op te merken, dat, schoon de Americaansche honden niet +blaffen, zy niettemin een zeer sterk geknor doen hooren. De myne, +die, zoo als ik gezegd heb, uit Virginie kwam, was in dit stuk zoo +lastig, dat één van myne buuren hem, na verloop van veertien dagen, +dat hy by my was, met een snaphaan dood schoot. + +Byna op deezen zelfden tyd, kwamen verscheide huisgezinnen van +Americaansche vluchtelingen te Paramaribo aan, die verjaagd waren door +den oorlog, welke tusschen myn geboorteland en deszelfs Volkplantingen +ontstaan was; ik was in de daad over hun lot aangedaan, en ik moet +verklaaren, dat niemand ooit meer vriendschap aan een Engelschman +betoonde, dan zy my by een groot aantal gelegenheden bewezen. + +Den 3den Augustus, wanneer de heer DE GRAAF, die alles met den heer +LOLKENS op de Plantagie Fauconberg regelde, in de stad te rug kwam, +dacht ik, dat het voegzaam was, om zelf met hem eene schikking te +maken, en hem voor te stellen van my een handschrift aan te nemen, +tot dat ik de somme dadelyk betaald zoude hebben, waar voor men +toestond JOANNA, en mynen zoon aan my te verkoopen, eene somme, +die ik bereid was op myne verteeringen uit te spaaren, door, indien +het mogelyk was, alleen van brood, zout en water te leven; en zelfs, +in weerwil van deeze ongemeene soberheid, had ik twee of drie jaaren +noodig, om dezelve by één te halen. De Voorzienigheid liet my niet +in deeze verlegenheid; zy zond ter myner hulp die uitmuntende vrouw, +Mevrouw GODEFROY, die zoo dra niet onderricht was van de smartelyke +gesteldheid, waar in ik my bevond, of zy noodigde my by haar ten eeten, +en na den maaltyd, sprak zy my in deezer voegen aan: + +"Ik weet, myn lieve STEDMAN, welke uwe gevoelens zyn, en dat het +voor een Officier volmaakt onmogelyk is, zoodanig ontwerp, als +het uwe, met zyne inkomsten uit te voeren; maar begryp, dat men, +zelfs in Surinamen, in zyne vrienden eenige deugd kan ontmoeten: uwe +blakende liefde voor deeze jonge vrouw, die dezelve zoo waardig is, +en voor uwen zoon, moet, ten spyt van dwaasheid en onverstand, u de +achting van alle weldenkende lieden doen verwerven. Ik ben over uwe +handelwyze in deeze zaak dermaten getroffen, dat ik my zelve zoude te +beschuldigen hebben, indien ik u in de volvoering van zulke loffelyke +oogmerken niet behulpzaam was; staa my derhalven toe, om in uw geluk, +en in dat van de deugdzaame JOANNA, en haaren zoon, deel te nemen, +door u te verzoeken, eene somme van twee duizend guldens, of zelfs eene +grootere somme, zoo gy die benoodigd hebt, aan te neemen. Zie daar dit +geld, STEDMAN; ontruk daarmede de onschuld, de deugd, de schoonheid, +aan de dwinglandye, aan de onderdrukking, en aan de verguizing". + +Deeze achtenswaardige vrouw, ziende dat ik haar aankeek, in een staat +van volmaakte verstomming, en als of ik het vermogen van spreken +verloren had, vervolgde haar gesprek, met eene aanbiddelyke goedheid: + +"Laat uwe kieschheid, myn lieve vriend, zig niet ontrusten, noch +over deeze zaak bekommeren. Soldaten en zeelieden moeten geene groote +plichtplegingen maken. Alles wat ik van u vorder, bestaat hier in, dat +gy van dat alles geen enkel woord spreekt".--Zoo dra ik weder in staat +was om te spreeken, antwoordde ik haar: "Dat myne geheele verlegenheid +daar in bestond, op welke gepaste wyze ik aan haar betuigen zoude, +hoe zeer ik van haare edelmoedige goedheid doordrongen was." Ik +voegde 'er by: "Dat JOANNA, die my zoo dikwerf het leven had doen +behouden, zekerlyk myne onöphoudelyke liefde verdiende, maar dat myne +dankbaarheid niet minder duurzaam zyn zoude omtrent iemand, die my in +de mogelykheid stelde, om eene jonge vrouw van zulke groote verdiensten +van de slavernye vry te koopen;" en ik eindigde, met aan deeze Mevrouw +te kennen te geven; "Dat ik voor het tegenwoordige niet het minste +gedeelte van die somme zoude aanraken, maar dat ik des anderen daags de +eer zoude hebben haar wederom te zien;" en oogenblikkelyk vertrok ik. + +Ik was zoo dra niet t'huis gekomen, of ik verhaalde JOANNA, het geen +'er was voorgevallen. Zy smolt dadelyk in traanen weg, en riep uit: +"Gado sa bresse da woma! God zegene deeze vrouw." Zy hield aan, dat +ik haar aan Mevrouw GODEFROY verpanden zoude, tot dat de geheele +somme aan dezelve zoude zyn te rug gegeven. JOANNA verlangde wel +vuuriglyk, om haaren zoon vry te zien; maar zonder de voorwaarde, door +haar opgegeven, weigerde zy volstrektelyk de vryheid voor haar zelve +aan te neemen. Ik zal geen tafereel pogen te schetsen van den stryd, +dien ik tusschen liefde en plicht moest doorstaan; ik zal my bepaalen +met te zeggen, dat ik het verlangen van dit beminnelyk schepzel, +wier gevoelens my meer en meer bekoorden, inwilligde. Ik verklaarde +derhalven by geschrift, en overëenkomstig haare toestemming, dat +JOANNA, van dien dag af aan, aan Mevrouw GODEFROY toebehoorde, tot +dat ik haar de geheele somme, welke zy my geleend had, betaald zoude +hebben; en des anderen daags bragt ik haar, met toestemming haarer +nabestaanden [14] by deeze Mevrouw, alwaar zy zig voor haare voeten +werpende, haar het geschrift ter hand stelde. Maar de onvergelykelyke +Mevrouw GODEFROY had het zelve zoo dra niet doorloopen, of zy riep uit: +"Laat dit alzoo geschieden! koom, myne JOANNA, ik neem u, niet voor +myne slavin, maar tot myn gezelschap. Ik zal voor u eene wooning +in myne orangerie doen bouwen; myne slaven zullen u aldaar dienen, +tot dat de Voorzienigheid over my beschikt; dan zult gy u volmaakt +vry zien, zoo als gy in de daad zyn zult op het oogenblik, dat gy +uwe vryheid begeert, als welke gy, zoo door uw goed gedrag, als van +wegen uwe afkomst, [15] ontwyffelbaar verdient." Op deeze voorwaarden +ontfing ik den 9den het geld, en ik bragt het den zelfden dag in +myn hoed aan den heer DE GRAAF. Het zelve op zyne tafel hebbende +nedergelegd, verzogt ik hem eene behoorlyke quitantie; en JOANNA +was niet meer afhangelyk van de elendige Plantagie Fauconberg, +maar alleen van de bescherming der eerbiedwaardigste vrouw, die +in de Hollandsche bezittingen, ja misschien in de geheele weereld, +gevonden word. Zy bedankte my met eenen oogwenk, welke geen Engel +zelfs met een bekoorlyker indruk konde toevoegen. + +De heer DE GRAAF, het geld hebbende nageteld, zeide my: "Myn lieve +STEDMAN, van deeze somme komen my, als bestuurder der Plantagie, +twee honderd guldens. Gedoog, dat ik dezelve niet aanneeme, en alzoo +in deeze gelukkige gebeurtenis deele. Ik zal my volkomen betaald +oordeelen door het genoegen, van tot het geluk van twee lieden, +die zoo veel achting verdienen, te hebben mogen medewerken." + +Na deezen belangloozen vriend bedankt, en hem vriendschappelyk de hand +gedrukt te hebben, bragt ik oogenblikkelyk de twee honderd guldens +aan Mevrouw GODEFROY te rug, en wy waren allen gelukkig. + +De menschlievenheid van deeze vrouw bepaalde zig toen niet tot den +dienst, dien zy ons deed, want, de deerniswaardige gesteldheid der +zieken op Maagdenberg vernomen hebbende, zond zy hun ten geschenke +een vaartuig, beladen met vruchten, groenten, en allerleie zoorten +van ververschingen. + +Den 7den Augustus, schreef ik aan den heer LUDEN, om hem van deeze +schikking kennis te geven, en hem te bedanken, dat hy van het +gewichtigste gedeelte van zynen eigendom wel hadde willen afstand +doen. Myne enklauw op dit oogenblik byna genezen zynde, schreef ik +ook aan den Colonel, dat ik de eer zoude hebben, my binnen eenige +dagen by hem te vervoegen. Ik zond deezen brief naar Barbacoeba, +want hy bevond zig aldaar; steeds, terwyl de onverschrokken Capitain +STOELEMAN, met eenige Neger-Jagers de bosschen van eenen anderen kant +doorkruistte: dien zelfden dag had hy vier der oproerige Negers naar +Paramaribo gezonden. [16] + +Den 10den, volmaakt hersteld zynde, en my gereed bevindende om in de +bosschen te trekken, nam ik afscheid van myne vrienden, en van myn +klein huisgezin, het welk ik by den heer DELAMARE liet, die 'er my om +verzogt. Ik vertrok dus wel gemoed in een overdekt vaartuig, om mynen +vyfden veldtocht te beginnen, en in de hoop van den Colonel FOURGEOUD +te vergezellen. Hy verëenigde alle zyne kragten, en maakte de noodige +toebereidzels, om binnen eenige dagen den vyand te gemoet te trekken. + +Den 14den, kwam ik te Barbacoeba, aan het bovenste gedeelte van de +Cottica; de zelfde plaats, waar ik my bevond, toen ik den slang Aboma +doodde. Ik vond aldaar den Bevelhebber, die my zeer vriendelyk ontfing, +en gereed stond om des anderen daags te vertrekken. Nooit zag ik de +soldaten zoo bemoedigd, noch zoo stipt den dienst waarnemende. Zy +wierden door verschillende beweegredenen aangezet: de één, door het +vermaak om te vechten; de ander door een geest van wraakzucht tegen +de muitelingen; zommigen, die de bedaardsten waren, door de hoop van +deezen oorlog te zien eindigen; anderen eindelyk hadden verdriet in een +leven, dat door een gestrengen dienst en door ziekten beurtelings wierd +afgewisseld, en verlangden, om een roemryk einde aan hunne elende te +maken; want 'er is geen ongelukkiger leven, dan dat van een soldaat +of matroos, die aan vochtigheid, of aan de hette van eene brandende +zon, in het midden van eindelooze bosschen, onder den zonne-keerkring +gelegen, by aanhoudenheid is blootgesteld. + +EINDE VAN HET TWEEDE DEEL. + + + + + +BERICHT VOOR DEN BINDER. + +XVII. Wachtpost van Vrydenburg, aan de Rivier Maroni.--Mitsgaders +gezicht van drie Legerplaatsen, aan de Wana-Kreek: te plaatsen tegen +over [20] + +XVIII. Gezicht van de Reede en Stad Paramaribo [40] + +XIX. Platte grond der Stad Paramaribo [44] + +XX. Eene Slavin, behoorende tot het geslacht der Quarteronnés Slaven +[54] + +XXI. Eene Samboe Slavin, wier lichaam door zweepslagen is van één +gereeten [88] + +XXII. Eene Indiaansche Familie, tot het geslacht der Caraïben +behoorende [158] + +XXIII. Wapenen, Huisraad en Cieradiën der Indianen [206] + +XXIV. Gezicht van den Wachtpost de Hoop, en van de Plantagie +Klarenbeek, beiden aan de Commewyne [212] + +XXV. De Aapen, genaamd Coiata, en Saki-Winki [224] + +XXVI. Tak van den Roucou- of Arnotta-Boom.--Riviervisch, genaamd +Dago-Faisy.--En de New-Mara [236] + +XXVII. Een Surinaamsch Planter, in zyn morgen-gewaad [282] + +XXVIII. De Koolboom; en Palmboom, Mauricy genaamd [302] + +XXIX. Post van Maagdenberg, aan de Tempaty-Kreek.--En Post van Calais, +aan de Cassivica-Kreek [306] + + + + + + +NOTES + +[1] Volgens Mejuffrouw MERIAN en LINNAEUS is STEDMAN in dit verkeerd +begrip gevallen. De eijeren van de Pipal, uit het lichaam van het +wyfjen uitkomende, worden door het mannetjen vruchtbaar gemaakt; op +de zelfde wyze, als die van alle andere kikvorschen of padden. Het +mannetje duwt ze te gelyker tyd onder zyn buik, en spreidt ze uit +op den rug van het wyfjen: de eijeren kleeven aan de huid vast, +en het vruchtbaarmakend vocht van het mannetje, het geen dezelve +besproeit, doet de bekleedzelen van den rug opzwellen. De eijeren +intusschen worden dik, de jongen broeien uit, komen uit hunnen dop, +en een waarnemer, die hen op dit oogenblik ontmoet, zou gelooven, +dat zy op den rug zelven van hunne moeder zyn voortgebracht. + +Aantekening v. d. Franschen Vert. + +[2] Men leest in de Beschryving der Dieren van den heer PENNANT, +dat deeze zelfde ARSCOTT, een Engelschman, zoo verre gekomen is, dat +hy eene gemeene padde eenigermaten heeft tam gemaakt. Dezelve was van +eene ongemeene grootte; het was omtrent zes-en-dertig jaaren geleden, +dat deeze padde zig voor de eerste maal aan den vader van ARSSCOTT +vertoond had; hy had langen tyd onder een trap gehuisvest. De zorg, +die men voor zyn onderhoud droeg, maakte hem tot een huisdier, +zoodanig dat hy alle avonden, wanneer hy licht in huis bemerkte, +voor den dag kwam, en de oogen opsloeg, als of hy verwagtte, dat men +hem zoude opvatten, om op de tafel zetten. Aldaar vond hy zyn eeten +klaar gemaakt; dit bestond uit wormen, van het zoort, zoo als men op +bedorven vleesch ziet te voorschyn komen: men bewaarde dezelve voor +hem in zemelen. De pad ging dezelve met aandacht na; en wanneer zig +één van deeze wormen onder zyn bereik bevond, bespiedde hy dien met +het oog, en bleef eenige oogenblikken onbeweeglyk; vervolgens wierp hy +eensklaps zyne tong van verre op den worm, die 'er aan bleef hangen, +door middel van een lymig vocht, waar mede dezelve aan het einde +bestreeken was; deeze beweeging van de tong was zoo gezwind, dat +'er de toekyker geen oog op houden konde. + +Het is waarschynlyk, dat deeze padde zeer lang geleefd zoude hebben, +zoo niet een huis-raaf hem op zekeren tyd by den ingang van zyn hol +had aangepakt. De pogingen, welke ARSSCOTT deed, om de padde aan +zynen vyand te ontrukken, konden niet beletten dat deeze hem een +oog uitpikte; schoon hy naderhand nog een jaar geleefd heeft, wierd +hy treurig en kwynende. Hy had veel moeite, om zynen buit meester +te worden, dewyl het verlies van zyn oog hem het vermogen benam, +om denzelven juist te mikken. + +Aanteeken. v. d. Franschen Vert. + +[3] Indien men zommige reizigers gelooven mag, maakt de Trompetter +zig meester van de voorplaats. Des morgens jaagt hy alle de kalkoenen, +eendvogelen en andere huisdieren naar buiten; en des avonds noodzaakt +hy dezelve om te rug te komen: hy zelf sluit zig niet op; hy slaapt +of op het dak van de voorplaats, of op een naby staande boom. + +Aant. v. d. Fransschen Vert. + +[4] Deeze driehoeken hebben drie punten, zynde lang en met weerhaken, +gelykende naar kleine dreggen, en die uit een yzeren halsband uitkomen. + +Aanteek. v. d. Schryver. + +[5] De Lepelaar, of Bécharu, is de Flamant van BRISSON, of de +Flamant van BELON, en de Phoenicopterus der ouden. Men zegt, dat de +laatstgemelde naam, afgeleid van den naam, dien de Grieken aan deezen +vogel gegeven hebben, volgens deszelfs oorsprong beteekend, een vogel +met vuur-kleurige vlerken, en schildert zeer wel den Phoenicopterus, +wiens vlerken in de daad van een zeer levendig roode kleur zyn. De +naam van Bécharu is hem gegeven uit hoofde van de byzondere gedaante +van zyn bek, die gekromd is als het kromhout van een ploeg. + +Deeze vogel is eenig in zyn zoort, en maakt een geslacht op zig +zelf uit. Men vind die op 't oude vaste Land; en in Europa, op de +kusten van Spanjen, Italiën, Provence, en Languedoc. De Americaansche +Indianen maken, van zyne fraaije vederen, halsbanden, mutsen, gordels, +waar mede zy zig vercieren. Het vleesch van den jongen Phoenicopterus +wierd door de ouden als eene uitgezochte spyze beschouwd. + +[6] Het schynt, dat dezelve de pacobe of bacove van Cayenne is. Men +noemt de vrucht van den Bananen- en Plantain-boom doorgaans bananen; +maar wy hebben dezelven, met den Schryver van dit werk, onderscheiden, +door aan de vrucht van den laatstgemelden, den naam van plantain +te geven. Dit was noodzakeiyk, want hy verwart ze niet, en spreekt +dikwils van beiden te gelyk. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[7] De Schryver van deeze reize verwyst hier den lezer tot de meer +uitgebreide opgaven, door Dr. BANCROFT aangaande dit vergift gegeven +in zyne natuurlyke Geschiedenis van Guiana, een werk, weinig of in +'t geheel niet in Frankryk bekend. + +BANCROFT begint met te verhaalen, het geen DE LA CONDAMINE voor hem +nopens dit vergift gezegd heeft; zie het zelve hier: "De Yamcos zyn +zeer afgericht op het maken van lange pylkokers, die het gewoonste +jagt-wapen der Indianen zyn. Zy doen daar in kleine pylen van palmhout +passen, welke zy, in plaats van met vederen, met een kleine kloen +catoen voorzien, die de buis naauwkeurig vult. Zy werpen dezelve +door blaazen dertig of veertig schreden ver, en missen byna nooit te +raken. Een zoo eenvoudig werktuig vervult by alle deeze volken met zeer +veel voordeel het gebrek van schietgeweer. Zy doopen de punt van deeze +kleine pylen, als mede die van hunne bogen, in zulk een scherp vergift, +dat het zelve, wanneer het versch is, in minder dan één minuut het dier +doodt, het welk door den pyl gewond is. Schoon wy snaphaanen hadden, +hebben wy, aan de Rivier, nooit wildt gegeten, het welk op eene andere +wyze gedood was, en dikwils hebben wy de punt van den pyl onder den +tand gevonden; daar by is geen gevaar hoe genaamd; dit vergif werkt +niet, dan wanneer het onder het bloed koomt. Dan is het voor den +mensch niet minder doodelyk, dan voor andere dieren. Het tegengift +is het zout, en nog zekerder de suiker"--Op een andere plaats: + +"Dit vergift is een uittrekzel, door middel van het vuur gemaakt, uit +de sappen van onderscheidene planten, en in 't byzonder van zekere +heestergewassen. Men verzekert, dat het vergift, ticunas genaamd, +zynde het zelfde, waar mede ik de proef genomen heb, het welk onder +de verschillende zoorten, die langs de Rivier der Amazonen bekend +zyn, het meest geacht is, uit meer dan dertig zoorten van kruiden is +zaamgesteld". (Verkort verhaal van eene reize door de binnen-lánden +van Zuid-America gedaan.) + +"De ticunas (dus vervolgt Dr. BANCROFT) wordt waarschynlyk gemaakt +van de zelfde kruiden, als de wourara, een vergift, het welk zynen +naam ontleent van het heestergewas, het welk 'er de grondslag van +uitmaakt. Het vergift der Accawaus-Indianen, het welk voor het +geweldigste gehouden wordt, bestaat slechts uit vyfderley kruiden, +wel verre, dat het uit dertig zoude bestaan, zoo als de heer DE +LA CONDAMINE van de ticunas opgeeft. Andere volken echter, en in 't +byzonder de Arrawks, voegen 'er naar goedvinden de tanden en lever van +een vergiftige slang, als mede roode peper, by; het laatste, om 'er de +werking van te vermeerderen. De Worrows mengen 'er een grooter getal +kruiden onder, misschien uit bygeloovigheid, of om dat zy zig door +onkunde verbeelden, dat zy, meerder dingen onder elkander mengende, +de verlangde uitwerking des te zekerder bekomen zullen. + +"Zie hier het voorschrift van het vergift der Accawaus, het welk +verscheiden van hunne Peji of Geneeskundigen my op verschillende tyden +gegeven hebben: allen stemden zy over één met opzigt tot het zoort en +getal der planten; zy verschilden alleenlyk in de hoeveelheid of gifte. + +Men neemt van alle de kruiden, waar uit dit mengzel bestaat, even veel. + +Men neemt zes deelen van de schil van den wortel van wourara, twee +van de schors van warra cobba courra; één van de schil van den wortel +van concassapi, één van balleti, en eindelyk één van hatchybaly. + +Men schraapt alles fyn, doet het in een kruik, en giet 'er water +op. Men zet deeze kruik op een matig vuur, zoo dat het na verloop +van een vierde van een uur begint te koken. Dit gedaan zynde, moet +men het sap met de hand uitdrukken, zorg dragende, dat de huid niet +ontvelle. Men werpt de bast weg, en doet vervolgens het sap op een +matig vuur uitdampen, tot op de dikte van pik en teer. Dan neemt men +het af, en men doopt daar in kleine platte stukken cokarito hout, (een +zoort van palmhout,) waar aan het vergift, wanneer het koud is, blyft +hangen, en dan de gedaante heeft van een roodachtig bruine gom. Deeze +stukken hout dus bestreken zynde, steekt men dezelve in groote holle +rottingen, aan beide einden met een huid toegemaakt. Wanneer men een +pyl wil vergiftigen, werpt men één van deeze stukken hout in 't water, +of men houdt het zelve boven den rook van 't vuur, om door dien damp +week te worden; in het eerste geval doopt men de pyl in 't water, en in +'t tweede wryft men die tegen dit stuk hout. De kleinste hoeveelheid +van dit vergift, door eene wonde in de bloedvaten van een dier gebragt +zynde, doet het zelve in minder dan één minuut sterven, zonder eene +blykbaare waare pyn, schoon men zomtyds ligte stuiptrekkingen op het +oogenblik van den dood bemerkt. + +De heer DE LA CONDAMINE zegt, dat de Indianen misdadige vrouwlieden +tot het bereiden van dit vergift gebruiken, en dat, wanneer zy den +geest geven, zulks een bewys is, dat het genoeg gekookt heeft: dit +gelykt zeer naar een verdichtsel. De Indianen, die in den omtrek +der Volkplanting van Demerary woonen, doen, hun vergift in de vrye +lucht uitdampen, tot dat het zyne volkomene dikte verkregen heeft, +en zulks zonder het minste gevaar. + +"De kruiden, die tot het zamenstellen van dit vergift der Accawaus +gebruikt worden, zyn heestergewassen van onderscheiden zoort. + +"Ik heb 'er de proef mede genomen op dieren die ziek waren, en weinig +bloed hadden; ik bevond, dat het een langzaamer uitwerking deed, +dan op sterke en gezonde dieren. + +Men weet geen zeker tegengift tegen dit vergift. Ik twyffel, of +eenig geneesmiddel, langs den weg, tot de spysverteering geschikt, +ingenomen, schielyk genoeg kan werken, om deszelfs verschrikkelyke +gevolgen voor te komen. Om de uitwerking van de ticunas tegen te gaan, +geeft DE LA CONDAMINE het zout, en als een zekerder middel de suiker +op. De blanke inwooners van Demerary schryven dezelfde kragt aan het +sap van het suikerriet toe, maar de Indianen zyn het daar mede niet +eens, en ik heb geene enkele keer het bewys van deszelfs kragtdadige +werking kunnen ontdekken. De zelfde reiziger spreekt van eene proeve, +te Caijenne in tegenwoordigheid van den Bevelhebber genomen, aan +een hoen, door eene vergiftigde pyl gewond, het welk men suiker deed +inneemen, zonder eenig blyk van ongesteldheid te geven. Maar deeze +proef te Leiden, in tegenwoordigheid van verscheiden Hoogleeraars +in de Geneeskunde aldaar, hernieuwd zynde, was zonder het verlangd +gevolg, schoon de koude van den winter ontwyffelbaar de werking van +het vergift verzwakt had. + +Wanneer één der watervaten door één van deeze vergiftigde pylen +gekwetst is, volgt 'er eene koortsachtige ontsteeking op. Ik heb +'er een voorbeeld van gezien in een Indiaan, tot zekere Plantagie +behoorende, die zig den voorsten vinger van de linke hand met +één van deeze pylen ligtelyk ontveld had. Dewyl 'er geen bloed +uit liep, vreesde hy niets; maar wel dra wierd zyne wonde pynlyk, +zyne hand zwelde verbaazend op, en dienvolgende kwam deeze man my +raadplegen. De uitwerking van dit vergift toen niet kennende, deed +ik een Peji uit den stam der Arrawks roepen, die in de nabyheid was, +en vroeg hem door een tolk, of hy eenig geneesmiddel tegen dit toeval +had. Hy antwoordde my van neen; maar hy verzekerde my, dat de Indiaan +'er niet van sterven zoude, dewyl 'er geen bloed uit de ontvelling, +die naauwlyks zigtbaar was, geloopen had. De uitwerkzels van het +vergift wierden intusschen steeds geweldiger; en niet alleen zyne +hand, maar zelfs de geheele arm was ontstoken. De pols was hard, +schielyk, afgebroken; de ademhaling moeielyk, met eene koortsige +hette, een brandende dorst, en de oxel-klieren waren gezwollen. De +zieke wierd in tyds adergelaten. Men wond hem den arm in linnen, +het welk in oly en azyn was nat gemaakt. Verscheide middelen, de +ontsteeking tegengaande, wierden inwendig toegediend; maar ik zal +ze niet opnoemen, want ik weet niet, of zy van eenig nut waren. In +twaalf uuren verminderde het geweld der toevallen zichtbaar; en des +anderen daags morgens was 'er geen blyk meer van overig. + +"Ik zal 'er byvoegen, als eene andere uitwerking van dit vergift, +dat wanneer een aap door eene vergiftigde pyl gewond is, hy op den +grond valt; wanneer hy door eene gewoone pyl geraakt is, klimt hy op +den top van den boom, en blyft aldaar; zelfs na dat hy reeds dood is". + +De proeven van Dr. BANCROFT omtrent het door hem vermelde vergift, +dezelfde zynde, als die van FONTANA aangaande de ticunas, zullen wy +het besluit van deezen Natuur-kenner des aangaande opgeven. + +Van de ticunas, of het Americaansch vergift. + +"De reuk van dit vergift, wanneer het droog is, is geheel onschadelyk; +en zoodanig zyn ook deszelfs deeltjens, die door de lucht in den mond +of in de neus, en vervolgens in de long komen. + +"De uitwaassemende dampen van het Americaansch vergift, (het zy men +het op gloeiende kooien geworpen heeft, het zy men het in een pot +heeft laten koken,) zyn onschadelyk, het zy men ze ruikt, het zy men +ze inademt. + +"Schoon het vergift, waar van ik my bediende, door ouderdom veel +verloren had, had het egter zyne wezentlyke eigenschap behouden, om +in zeer korten tyd, en in zeer kleine giften, zeer sterke dieren te +dooden; en het was altyd zonder gunstig gevolg, wanneer ik deszelfs +werking tragte te beletten door suiker en zout, welke ondertusschen +de twee eigenäartige geneesmiddelen zyn van den heer DE LA CONDAMINE, +die daar in het begrip der lieden van dit Land gevolgd heeft. + +"Dit vergift ontbindt zig gemakkelyk en zeer goed in water, zelfs +in koud water, als mede in zuuren uit het ryk der mineraalen en +planten. Echter ontbindt het zig veel langzaamer in vitriool-oly, +dan in andere zuuren, en het wordt 'er zoo zwart in als inkt: het +welk met geene der andere zuuren gebeurt. + +"Het maakt geene opbruisching, nog met zuuren, nog met loogzouten, +en doet de melk niet schiften, geevende daar aan alleenlyk deszelfs +natuurlyke kleur. + +"Het verandert het radys-sap niet, nog in eene roode, nog in in eene +groene kleur; en wanneer men het door het vergrootglas onderzoekt, +ziet men 'er niets regelmatigs en zoutachtigs in; maar het schynt +grootendeels uit zeer kleine onregelmatige rondachtige lichaampjes +zaamgesteld, even als sappen van planten. Het droogt zonder barsten, +verschillende daar in van het slangen-vergift: en op de tong gelegd +zynde heeft het eene zeer bittere smaak. + +"Uit allen deezen besluit ik, dat het noch zuur, noch loogzoutig is, +en dat het niet bestaat uit zouten, die zigtbaar zyn, zelfs door +middel van het vergrootglas. + +"Het Americaansch vergift is geen vergift, wanneer men het op de +oogen legt, zelfs na dat het in water ontbonden is; en het doet op +deeze deelen geene werking. + +"De heer DE LA CONDAMINE, en alle Americaanen gelooven, dat dit +vergift, inwendig genomen, geheel onschadelyk is. + +"Volgens verscheide waarneemingen, genomen aan dieren, die 'er van +gestorven zyn, besluit ik als eene waarheid, dat het Americaansch +vergift, inwendig genomen, een vergift is, maar dat 'er eene wezentlyke +hoeveelheid verëischt word, om zelfs een klein dier te dooden. + +"Andere, naderhand genomene proeven, zoo aan vogelen, als aan +viervoetige dieren, hebben my doen befluiten, dat het Americaansch +vergift, op de huid gelegd zynde, schoon dezelve naauwlyks door eene +krabbing ontveld is, den dood kan veroorzaaken, hoe wel niet altyd, +en in alle omstandigheden. De grootste dieren wederstaan de werking +van dit vergift het gemakkelykst, en wanneer zelfs de zwakste dieren +'er niet van sterven, bevinden zy zig in korten tyd zoo gezond als +te vooren. + +"Men behoeft omtrent een honderdste gedeelte van een grein van dit +vergift, om een klein dier te dooden, en het is noodig, dat dit vergift +ontbonden zy, om den dood te veroorzaken, of tot eenige verwarring +van aanbelang in de dierlyke huishouding gelegenheid te geven. + +"Wanneer 'er weinig bloedvaten in het aangetast deel zyn, word het +kwaad niet medegedeeld, of is ten minsten niet doodelyk. + +"De pylen zyn veel gevaarlyker en doodelyker, dan het vergift, het welk +in water ontbonden is, en eenvoudiglyk op het gewonde deel gelegd word. + +"Het vergift der pylen is krachtiger, indien men ze vooraf +in warm water doopt; en dan werken zy met meer zekerheid en +gezwindheid. Deszelfs werkzaamheid is nog veel grooter, indien men +de pylen doopt in het vergift, het welk in water tot de dikte van +een drank gekookt is. + +"Het Americaansch vergift verliest zyne doodelyke hoedanigheden, +wanneer het in de drie zuuren uit het mineraalen-ryk ontbonden word; +maar in rhum en azyn ontbonden zynde, behoudt het dezelve. + +"Het schynt derhalven, dat de zuuren uit het mineralen-ryk aan het +Americaansch vergift deszelfs schadelyke hoedanigheden ontnemen: ik +zeg eenvoudig, dat dit zoo schynt, om dat men nog zoude kunnen denken, +dat 'er een weinig zuur met het vergift vereenigd blyft, schoon men +het heeft uitgedampt, en dat dit zuur op de vaten van de huid zyne +werking doet. Het verschroeit dezelve, en byt ze eenigermaten weg. + +"Schoon de zuuren de werking van het vergift beletten, schynt het, +dat zy een nutteloos en gevaarlyk middel zyn, indien men ze op de +vergiftigde spieren van het dier legt. + +"'Er is een bepaalde tyd noodig, op dat het Americaansch vergift +aan het dier worde medegedeeld. Deeze tyd is veel aanmerkelyker, +dan die 'er tot de mededeeling van het vergift der slangen verëischt +word. Deszelfs uitwerkingen op de dieren zyn veel onbepaalder en +meer verschillende. Beiden kan men geneezen door het afzetten der +deelen, wanneer zulks zonder doods-gevaar geschieden kan, en mits +deeze afzetting in tyds geschiede. + +"Het vergift, in het bloed gekomen zynde, doodt oogenblikkelyk: waar +uit ontwyffelbaar blykt, dat, wanneer het uitwendig op een gewond +deel van een levend dier gelegd word, het zelve groote wanorden in +de dierlyke huishouding kan en moet veroorzaken, of zelfs den dood +aanbrengen. + +"Het vergiftigt de zenuwen niet; en is een onschadelyk sap, op welke +wyze het dezelve ook aanraakt. Maar het is doodelyk, zelfs in de +kleinste gift, indien men het door den strot-ader in het bloed brengt, +even als het vergift der slangen doet. De geheele werking van dit +vergift is dus op het bloed. + +"De dood, die onmiddelyk volgt, zoo dra het vergift in 't bloed gekomen +is, zoude kunnen doen denken, dat 'er in het bloed een werkzaamer, +fyner, vlugger beginzel is, het welk aan het beste gezicht, en +zelfs aan het vergrootglas ontsnapt. Dit beginzel zoude, in die +veronderstelling, voor het leven noodzakelyk schynen; en op dit +beginzel zelfs schynt het vergift onmiddelyk deszelfs werking te doen. + +"Voor het nemen myner proeven, zoude niemand getwyffeld hebben, of het +Americaansch vergift deedt zyne werking onmiddelyk op de zenuwen. Alle +uiterlyke teekenen kondigden dit mede aan. Deeze teekenen gaan dus +niet zeker; en de Geneeskundigen beschouwen dezelve ten onrecht als +een bewys, dat de ziekte eene zuivere zenuw-ziekte is" (FONTANA, +Memoire sur le poison Americain, appellé ticunas. Tom. II. pag. 83.) + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[8] Men vindt in het Kabinet van oudheden, in de Nationale Boekereije, +eene merkwaardige reeks van kleederen en huisraad, door Asiätische, +Africaansche, en Americaansche volken gebruikt wordende. Deeze +dingen zyn, by gebrek aan plaats, onder de Grieksche en Romeinsche +gedenkstukken ongelukkiglyk verward geraakt; maar men moet de +Opzichters van dit Kabinet deswegens niet beschuldigen, daar zy liever +verkozen hebben de voorwerpen op één te stapelen, dan ze verborgen +te houden. Hun oogmerk, met die dingen in hun Kabinet te verzamelen, +is, om na de gedenkstukken, die tot de geschiedenis der oude volken +betrekking hebben, als daar zyn de Egyptenaaren, de Grieken, en de +Romeinen, tevens aan de nieuwsgierigheid aan te bieden die geene, +welke tot de geschiedenis der volken in afgelegene Gewesten behoord +hebben, als de Chineezen, de Japoneezen, de bewooners van de Kust +van Guinee, van de Landen in de Zuid-zee, van Peru, van Mexico, +enz. Het was te wenschen, dat men de zaal afmaakte, die voor deeze +gedenkstukken in de Nationaale Boekereije bestemd is, en dat men, +overëenkomstig het verlangen der Opzichters, de even vermelde zaaken +op ééne plaats by elkander voegde. Alles wat op deeze plaat vertoond +word, is in het Kabinet der Boekereije te zien. Men ziet 'er bovendien +een hut der wilden, waar in alle deeze werktuigen in 't klein met +eene groote juistheid zyn nagemaakt, even als het verkleind model van +onderscheidene gewerkte stoffen, het welk de gewezen Hertog van Orleans +had laten maken, om in de bewaarplaats der konsten gezet te worden. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[9] Zie hier het geen Dr. BANCROFT van deezen aap zegt: "De quato +(of coïata) is groot, en geheel met lange zwarte hairen bedekt, +uitgenomen het aangezicht, het welk kaal en gerimpeld is. Zyne ooren +zyn breed, en hebben de gedaante van menschen-ooren, Zyne oogen zyn +zeer ingedoken, en zyn neus gelykt naar die van een Neger; maar is +veel kleiner. Zyn lichaam heeft by de twee voeten lengte, en agttien +duimen in den omtrek, aan de borst gerekend. Deeze Aap heeft geen +baard, en ook geen staart. De dieren van dit zoort worden gemakkelyk +zeer gemeenzaam. Zy betoonen in alle hunne daden veel behendigheid, +en een zoort van list, waardoor zy opmerkelyk worden. Wanneer men +hun de voorpooten of handen agter op den rug bindt, loopen zy met +het lichaam over einde, en op hunne agterpooten, geheele dagen lang, +en met zoo veel gemakkelykheid, als of zy in hunnen natuurlyken +stand waren. Indien men een quato slaat, klautert hy dadelyk op een +limoen-, of orange-boom. Indien men hem aldaar wil vervolgen, werpt +hy de limoenen of oranje-appelen op het hoofd van den aanvaller; +hy tracht hem zelfs af te weeren, door hem zyne vuiligheid toe te +werpen; en hy trekt te gelyker tyd allerleije wonderbaarlyke gezichten; +hy maakt duizend kromme sprongen, die aan de toekykers een oneindig +vermaak verschaffen. De mannetjes zyn zeer wellustig, en men betrapt +hen meenigmaal op zaad-verspillingen". (Natural History of Guiana, +pag. 131.) + +Aanteek. v.d. Franschen Vert. + +[10] Het is zeer waarschynlyk, dat ULLOA dit heeft overgenomen uit +de Geschiedenis der West-Indiën van ACOSTA. Deezen doet men zeggen +in eene vertaaling, in 't jaar 1604 gedrukt. + +"Deeze aapen springen, waar zy willen; en om den sprong te doen, +draaien zy de staart rondom een tak. Wanneer zy lust hebben, om verder +te springen, dan zy in eens doen kunnen, gebruiken zy een vernuftig +middel, daar in bestaande, dat zy zig met de staart aan malkander +vast binden. Op die wyze maken zy een zoort van keten, en springen +op een grooten afstand." + +ACOSTA zegt, dat hy zelf geen getuige van dit gebeurde geweest is, +maar hy staat in voor de waarheid van het volgende. Zie hier zyne +woorden: "Ik heb aan 't huis van den Gouverneur van Carthagena +een aap gezien, die zoo wel geleerd was, dat hy dingen deed, die +ongelooflyk schynen. Men zond hem om wyn te haalen naar de herberg, +doende hem de pot in de eene, en het geld in de andere poot nemen; +en het was onmogelyk het geld van hem te krygen, eer men hem aan +den wyn geholpen had. Indien hem op straat kinderen ontmoetten, +en steenen naar hem wierpen, zette hy zyn pot op den grond neder, +gooide de kinderen de steenen weder toe, tot dat zy den weg vry hadden +gelaten; en dan keerde hy met zyn pot naar huis. Maar het sterkst van +allen is, dat schoon hy veel van wyn hield, hy nooit den wyn aanraakte, +dien hy t'huis bragt, zoo lang men 'er hem geen verlof toe gaf." + +Aanteek. v.d. Schryver. + +[11] Onze Reiziger zegt, dat de Franschen deezen boom Latanus-boom +noemen: men weet, dat 'er twee van dien naam zyn. Hy heeft den +eersten, die tot het geslacht der Palmboomen behoort, in het +I. Deel, X. Hooftst. bladz. 308. beschreven. De beschryving van +zynen Mauricy past op den tweeden niet. Verscheiden Natuurkenners, +welken ik geraadpleegd heb, hebben hem geenen naam, die aan zyn zoort +byzonder eigen was, kunnen geven; ik heb dus gemeend, zoo hier als op +de Plaat, die hem vertoont, den naam te moeten behouden, welken hy in +het oorsprongelyke heeft. Dr. BANCROFT spreekt, in zyne Natuurlyke +Geschiedenis van Guiana, van den Mauricy niet; misschien is hy niet +in de gelegenheid geweest denzelven te zien. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[12] 'Er wordt hier waarschynlyk gedoeld op de amandel, welke +men aard-pistache of aard-appel noemt, waar van de bloemen, uit +welken zy voortkomen, naar den grond buigen, tot dat zy denzelven +raaken. Wanneer de bloem heeft uitgebloeit, gaat de noot in den grond, +werkt zig aldaar hoe langer hoe dieper in, en wordt een bultachtige, +asch-kleurige, ronde en bogtige bol, van de grootte van een vinger, +doorweven met draden, uit den wortel voortkomende. Deeze bol, die +onder den grond ryp wordt, bevat twee of drie ronde roodachtige pitten, +van de grootte van onze hazelnoten, en van denzelfden smaak. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[13] Zie hier, het geen Mejuffrouw DE MERIAN ten deezen opzigte zegt: + +"De roode, blaauwe en witte druif groeit weelig in het Surinaamsch +Gewest; een wynstok, gesneden en in den grond gestoken zynde, +brengt zes maanden daar na rype druiven voort; zoo dat men alle +maanden plantende, het geheele jaar door druiven hebben kan. Het +is te betreuren, dat 'er in dit Land geene lieden gevonden worden, +die zig op het aankweeken van deeze plant toeleggen; want wel verre, +dat het noodig zoude zyn, om wyn naar Surinamen te voeren, zoude +deeze Volkplanting dien zelfs aan Holland kunnen leveren, dewyl men +verscheiden malen 's jaars zoude kunnen oogsten". Men vindt, in de +verzameling der afbeeldingen van deeze Juffrouw, een Surinaamschen +druiven-tros. Iets verder spreekt zy ook van kerssen; maar zy zegt, +dat ze niet goed zyn: misschien had men in haaren tyd pogingen gedaan, +om verscheiden van deeze vruchten in de Volkplanting van Surinamen +aan te kweeken, en het welk niet gelukt zynde, STEDMAN dezelve niet +zal hebben kunnen vinden. + +Aanteek. v. d. Franschen Vert. + +[14] Men kan een slaaf van goed gedrag, in Surinamen, niet afzonderlyk +verkoopen, zonder de toestemming van zynen vader, moeder, broeders +en zusters. + +Aantek. v. d. Schryver. + +[15] Ik heb gezegd, dat JOANNA de dogter was van een fatsoenlyken +Hollander, en dat het geslacht van haare moeder onder de aanzienlyksten +op de Africaansche kust was. + +Aantek. v. d. Schrijver. + +[16] De Neger-Jagers hadden de gewoonte, om elken muiteling, +dien zy doodden, de rechte hand af te kappen, en dan ontfingen zy +vyf-en-twintig gulden. Men gaf hun vyftig gulden, wanneer zy 'er één +levendig vongen, en duizend gulden voor het ontdekken van een gehucht +of bezitting. + +Aanteek. v. d. Schryver. + + + + + +End of the Project Gutenberg EBook of Reize naar Surinamen, en door de +binnenste gedeelten van Guiana (deel 2), by John Gabriel Stedman + +*** END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK REIZE NAAR SURINAMEN, V2 *** + +This file should be named 8rns210.txt or 8rns210.zip +Corrected EDITIONS of our eBooks get a new NUMBER, 8rns211.txt +VERSIONS based on separate sources get new LETTER, 8rns210a.txt + +Produced by Jeroen Hellingman +with help of the distributed proofreaders team. + +Project Gutenberg eBooks are often created from several printed +editions, all of which are confirmed as Public Domain in the US +unless a copyright notice is included. Thus, we usually do not +keep eBooks in compliance with any particular paper edition. + +We are now trying to release all our eBooks one year in advance +of the official release dates, leaving time for better editing. +Please be encouraged to tell us about any error or corrections, +even years after the official publication date. + +Please note neither this listing nor its contents are final til +midnight of the last day of the month of any such announcement. +The official release date of all Project Gutenberg eBooks is at +Midnight, Central Time, of the last day of the stated month. A +preliminary version may often be posted for suggestion, comment +and editing by those who wish to do so. + +Most people start at our Web sites at: +http://gutenberg.net or +http://promo.net/pg + +These Web sites include award-winning information about Project +Gutenberg, including how to donate, how to help produce our new +eBooks, and how to subscribe to our email newsletter (free!). + + +Those of you who want to download any eBook before announcement +can get to them as follows, and just download by date. This is +also a good way to get them instantly upon announcement, as the +indexes our cataloguers produce obviously take a while after an +announcement goes out in the Project Gutenberg Newsletter. + +http://www.ibiblio.org/gutenberg/etext03 or +ftp://ftp.ibiblio.org/pub/docs/books/gutenberg/etext03 + +Or /etext02, 01, 00, 99, 98, 97, 96, 95, 94, 93, 92, 92, 91 or 90 + +Just search by the first five letters of the filename you want, +as it appears in our Newsletters. + + +Information about Project Gutenberg (one page) + +We produce about two million dollars for each hour we work. The +time it takes us, a rather conservative estimate, is fifty hours +to get any eBook selected, entered, proofread, edited, copyright +searched and analyzed, the copyright letters written, etc. Our +projected audience is one hundred million readers. If the value +per text is nominally estimated at one dollar then we produce $2 +million dollars per hour in 2002 as we release over 100 new text +files per month: 1240 more eBooks in 2001 for a total of 4000+ +We are already on our way to trying for 2000 more eBooks in 2002 +If they reach just 1-2% of the world's population then the total +will reach over half a trillion eBooks given away by year's end. + +The Goal of Project Gutenberg is to Give Away 1 Trillion eBooks! +This is ten thousand titles each to one hundred million readers, +which is only about 4% of the present number of computer users. + +Here is the briefest record of our progress (* means estimated): + +eBooks Year Month + + 1 1971 July + 10 1991 January + 100 1994 January + 1000 1997 August + 1500 1998 October + 2000 1999 December + 2500 2000 December + 3000 2001 November + 4000 2001 October/November + 6000 2002 December* + 9000 2003 November* +10000 2004 January* + + +The Project Gutenberg Literary Archive Foundation has been created +to secure a future for Project Gutenberg into the next millennium. + +We need your donations more than ever! + +As of February, 2002, contributions are being solicited from people +and organizations in: Alabama, Alaska, Arkansas, Connecticut, +Delaware, District of Columbia, Florida, Georgia, Hawaii, Illinois, +Indiana, Iowa, Kansas, Kentucky, Louisiana, Maine, Massachusetts, +Michigan, Mississippi, Missouri, Montana, Nebraska, Nevada, New +Hampshire, New Jersey, New Mexico, New York, North Carolina, Ohio, +Oklahoma, Oregon, Pennsylvania, Rhode Island, South Carolina, South +Dakota, Tennessee, Texas, Utah, Vermont, Virginia, Washington, West +Virginia, Wisconsin, and Wyoming. + +We have filed in all 50 states now, but these are the only ones +that have responded. + +As the requirements for other states are met, additions to this list +will be made and fund raising will begin in the additional states. +Please feel free to ask to check the status of your state. + +In answer to various questions we have received on this: + +We are constantly working on finishing the paperwork to legally +request donations in all 50 states. If your state is not listed and +you would like to know if we have added it since the list you have, +just ask. + +While we cannot solicit donations from people in states where we are +not yet registered, we know of no prohibition against accepting +donations from donors in these states who approach us with an offer to +donate. + +International donations are accepted, but we don't know ANYTHING about +how to make them tax-deductible, or even if they CAN be made +deductible, and don't have the staff to handle it even if there are +ways. + +Donations by check or money order may be sent to: + +Project Gutenberg Literary Archive Foundation +PMB 113 +1739 University Ave. +Oxford, MS 38655-4109 + +Contact us if you want to arrange for a wire transfer or payment +method other than by check or money order. + +The Project Gutenberg Literary Archive Foundation has been approved by +the US Internal Revenue Service as a 501(c)(3) organization with EIN +[Employee Identification Number] 64-622154. Donations are +tax-deductible to the maximum extent permitted by law. As fund-raising +requirements for other states are met, additions to this list will be +made and fund-raising will begin in the additional states. + +We need your donations more than ever! + +You can get up to date donation information online at: + +http://www.gutenberg.net/donation.html + + +*** + +If you can't reach Project Gutenberg, +you can always email directly to: + +Michael S. Hart <hart@pobox.com> + +Prof. Hart will answer or forward your message. + +We would prefer to send you information by email. + + +**The Legal Small Print** + + +(Three Pages) + +***START**THE SMALL PRINT!**FOR PUBLIC DOMAIN EBOOKS**START*** +Why is this "Small Print!" statement here? You know: lawyers. +They tell us you might sue us if there is something wrong with +your copy of this eBook, even if you got it for free from +someone other than us, and even if what's wrong is not our +fault. So, among other things, this "Small Print!" statement +disclaims most of our liability to you. It also tells you how +you may distribute copies of this eBook if you want to. + +*BEFORE!* YOU USE OR READ THIS EBOOK +By using or reading any part of this PROJECT GUTENBERG-tm +eBook, you indicate that you understand, agree to and accept +this "Small Print!" statement. If you do not, you can receive +a refund of the money (if any) you paid for this eBook by +sending a request within 30 days of receiving it to the person +you got it from. If you received this eBook on a physical +medium (such as a disk), you must return it with your request. + +ABOUT PROJECT GUTENBERG-TM EBOOKS +This PROJECT GUTENBERG-tm eBook, like most PROJECT GUTENBERG-tm eBooks, +is a "public domain" work distributed by Professor Michael S. Hart +through the Project Gutenberg Association (the "Project"). +Among other things, this means that no one owns a United States copyright +on or for this work, so the Project (and you!) can copy and +distribute it in the United States without permission and +without paying copyright royalties. Special rules, set forth +below, apply if you wish to copy and distribute this eBook +under the "PROJECT GUTENBERG" trademark. + +Please do not use the "PROJECT GUTENBERG" trademark to market +any commercial products without permission. + +To create these eBooks, the Project expends considerable +efforts to identify, transcribe and proofread public domain +works. Despite these efforts, the Project's eBooks and any +medium they may be on may contain "Defects". Among other +things, Defects may take the form of incomplete, inaccurate or +corrupt data, transcription errors, a copyright or other +intellectual property infringement, a defective or damaged +disk or other eBook medium, a computer virus, or computer +codes that damage or cannot be read by your equipment. + +LIMITED WARRANTY; DISCLAIMER OF DAMAGES +But for the "Right of Replacement or Refund" described below, +[1] Michael Hart and the Foundation (and any other party you may +receive this eBook from as a PROJECT GUTENBERG-tm eBook) disclaims +all liability to you for damages, costs and expenses, including +legal fees, and [2] YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE OR +UNDER STRICT LIABILITY, OR FOR BREACH OF WARRANTY OR CONTRACT, +INCLUDING BUT NOT LIMITED TO INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE +OR INCIDENTAL DAMAGES, EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE +POSSIBILITY OF SUCH DAMAGES. + +If you discover a Defect in this eBook within 90 days of +receiving it, you can receive a refund of the money (if any) +you paid for it by sending an explanatory note within that +time to the person you received it from. If you received it +on a physical medium, you must return it with your note, and +such person may choose to alternatively give you a replacement +copy. If you received it electronically, such person may +choose to alternatively give you a second opportunity to +receive it electronically. + +THIS EBOOK IS OTHERWISE PROVIDED TO YOU "AS-IS". NO OTHER +WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, ARE MADE TO YOU AS +TO THE EBOOK OR ANY MEDIUM IT MAY BE ON, INCLUDING BUT NOT +LIMITED TO WARRANTIES OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A +PARTICULAR PURPOSE. + +Some states do not allow disclaimers of implied warranties or +the exclusion or limitation of consequential damages, so the +above disclaimers and exclusions may not apply to you, and you +may have other legal rights. + +INDEMNITY +You will indemnify and hold Michael Hart, the Foundation, +and its trustees and agents, and any volunteers associated +with the production and distribution of Project Gutenberg-tm +texts harmless, from all liability, cost and expense, including +legal fees, that arise directly or indirectly from any of the +following that you do or cause: [1] distribution of this eBook, +[2] alteration, modification, or addition to the eBook, +or [3] any Defect. + +DISTRIBUTION UNDER "PROJECT GUTENBERG-tm" +You may distribute copies of this eBook electronically, or by +disk, book or any other medium if you either delete this +"Small Print!" and all other references to Project Gutenberg, +or: + +[1] Only give exact copies of it. Among other things, this + requires that you do not remove, alter or modify the + eBook or this "small print!" statement. You may however, + if you wish, distribute this eBook in machine readable + binary, compressed, mark-up, or proprietary form, + including any form resulting from conversion by word + processing or hypertext software, but only so long as + *EITHER*: + + [*] The eBook, when displayed, is clearly readable, and + does *not* contain characters other than those + intended by the author of the work, although tilde + (~), asterisk (*) and underline (_) characters may + be used to convey punctuation intended by the + author, and additional characters may be used to + indicate hypertext links; OR + + [*] The eBook may be readily converted by the reader at + no expense into plain ASCII, EBCDIC or equivalent + form by the program that displays the eBook (as is + the case, for instance, with most word processors); + OR + + [*] You provide, or agree to also provide on request at + no additional cost, fee or expense, a copy of the + eBook in its original plain ASCII form (or in EBCDIC + or other equivalent proprietary form). + +[2] Honor the eBook refund and replacement provisions of this + "Small Print!" statement. + +[3] Pay a trademark license fee to the Foundation of 20% of the + gross profits you derive calculated using the method you + already use to calculate your applicable taxes. If you + don't derive profits, no royalty is due. Royalties are + payable to "Project Gutenberg Literary Archive Foundation" + the 60 days following each date you prepare (or were + legally required to prepare) your annual (or equivalent + periodic) tax return. Please contact us beforehand to + let us know your plans and to work out the details. + +WHAT IF YOU *WANT* TO SEND MONEY EVEN IF YOU DON'T HAVE TO? +Project Gutenberg is dedicated to increasing the number of +public domain and licensed works that can be freely distributed +in machine readable form. + +The Project gratefully accepts contributions of money, time, +public domain materials, or royalty free copyright licenses. +Money should be paid to the: +"Project Gutenberg Literary Archive Foundation." + +If you are interested in contributing scanning equipment or +software or other items, please contact Michael Hart at: +hart@pobox.com + +[Portions of this eBook's header and trailer may be reprinted only +when distributed free of all fees. Copyright (C) 2001, 2002 by +Michael S. Hart. Project Gutenberg is a TradeMark and may not be +used in any sales of Project Gutenberg eBooks or other materials be +they hardware or software or any other related product without +express permission.] + +*END THE SMALL PRINT! FOR PUBLIC DOMAIN EBOOKS*Ver.02/11/02*END* + diff --git a/old/8rns210.zip b/old/8rns210.zip Binary files differnew file mode 100644 index 0000000..965cf33 --- /dev/null +++ b/old/8rns210.zip |
